Met hare Befchrijvingen
Uytgegeven
Yn voornemen is, gunftige Lefer , een Toonneel te bouwen , om op het felve de Afbeeldingen en Befchrijvingen van de Steden des Aertrijeks te vertoonen. Ghy fuit, geloof ick, met my oordeelen, dat het een wichtigh werck is,van meer dan gemeenen arbeit,on-eindelijcke kollen, en by het leven van een menfch naeu-lijcks te bereicken. Ickfal evenwel aenvangen,en met on-vermoeideu yver, foo veel mogelijek is , voortgaen, niet alleen met dit,maer oock met onfen Atlas(van welke alree vier Itucken uitgegeven fijn , en het vijfde onder de Pers is) te verderen en vermeerderen, tot het einde mijner jaren , welcke ick ten bellen van ’t gemeen altijt fal trachten te belleden.
Ick begin dan, om verfcheide inlichten, eerll met Ne-derlant ; want ick dat, als mijn Vaderlant, bell kenne j en, volgens de wetten der Natuur, meell bemin. Voegh hier by,dat NeêrlaiiL iu üeic eeuw liet eenigh Toonneel is van de dapperlle verrichtingen des geheelen Aertbodems, waer op de grootlle Oppervorllen hunne hartstochten aen de weerelt vertoonen -, foo dat overlang de trelfelijck-Ile verllanden hunne oogen herwaerts gekeert hebben : want foo ghy u voorllelt de gedurige oorlogen,die,federt tachtigh jaren, met de meelle krijgelheit, tulfchen fulcke machtige en llrijtbare Volckeren, gevoertfijn ; waer in foo veel legers en rijckdommen verfmolten , landen en Heden verdorven , enontallijcke gruwelen en bloetHor-tingen gedaenfijn -, ghy fuit met my moeten bekennen , dat aen defe Landen, die alle andere van de geheele weerelt
-ocr page 8-relt tot een helder voorheek ftreeken, d’eerfte plaets toekomt. Nadien ooek de Vrede , die men geloofde dat in eeuwige ballingfchap van hier verkooten was , tegen yders hoop en verwachting , foo geluckigh weder in-gevoert, en op vake zuilen gekelt is j en dat wy nu fien, dat d’overwinnaers ooek overwonnen können werden : want de Koning van Spanje, enonfe doorluchtige Vaders de Heeren Staten, na foo veel overwinningen bei-de onverwonnen, verwinnen fich felve, in ’t aengaen van een eeuwige Vrede ; waer door het fchijnt, dat fy den oor-logh, ja d’overwinning felf, te boven gaen, en ons een gedurige ruk beloven. Hoe geluckigh fijn wy, die defe tijdt beleven ! dewijl wy fien ’t geen onfe voorouders onmoge-lijck achten, wy naeulijcks gelooven, ja onfe nakomelingen van verbaekheit fal doen verkommen. Defe verwin-
'O
ning van fich felf ( wiens weêrga de weerelt nooit fach, nocht fien fal, dan na dit voorheek ) heeft ons de Vrede, van vele gewenfcht, en van niemant gehoopt, voortgebracht. Nu wenfch en bid ick,en al die met my ’t gemeene bekoprechtelijck beminnen, datdefe geluckige fpruit van foo een edelaerdige moeder dagelijcks groeye,tot de genoeghfame grootte en kercktevan een algemeene ruk. Maer waer vervoert my donuitfprckelijckc foethcitvan de Vrede ? lek keer, en laet die befchrijving aen d’aller-geleertke tongen en pennen -, fy killen genoeghfame kof en arbeidt vinden.-
lek offer u nu Nederlant in twee deelen, verciert met de namen van Koninglijck, en Vereenighd : ’t een vervat de Steden van de Nederlanden onder des Konings gebietst ander die van de Vereenighde Nederlanden onder de regering der Staten^ welcke afdeeling hen,buiten twijfel,niet mishagen fal,om datfe door haer felf gedaen is; en daerom ooek niemant onaengenaem behoort te fijn. Ont-fangdan,gunkigeLefer,ditWerck,engebruickhet,terwijl ick
-ocr page 9-ick ondertu/TchenItalien, oock in twec ftucken, gereet make ; waer in ghy de wonderen van den voorleden en te-genwoordigen tijt fuit aenfehouwen. De genegenheit die ickdat laut toedraegh, om dat’et eenige tijt de foetfte verblijfplaets mijner jeught geweeft is,verbint my,dat het terftont op mijn Vaderlant volgh. Daernafal ickover-gaen in Spanje,om die Steden,en wat in de felvefchoon en wonderlijck voor ’t oogh is, te vertoonen en befchrijven ; en voegen daer by’t gene onder’t gebiet van die Koning in de Ooft-en Weft-Indien is, met de plaetfen welcke onfe Neêrlanders in die geweften befîtten,alles gedeelt in drie ftucken. Van daer meen ick in Vranckrijek te gaen, het welck,om lijn wijtftreckende grootte, en menightevan fteden,verfcheide ftucken eifcht: waer toe de wetenfehap en goede wil der gener, die vermogen hebben in foodani-ge faken , en hun Vaderlant en defekunften beminnen, feer dienftigh wefen fal. Engelaut en Schotlandt füllen oock hun plaets krijgen ; want ick alree veel ftucken daer van gereet heb, die ick opmake ; en wende voorts alle vlijt aen, om by een te vergaderen, wat van de Noortfche landen, als Sweden, Denemarcken, Noorwegen, en die meer na ’t Ooften ftrecken,als Polen,Mofcovien en Griec-kenlant, te bekouicu IS -, op dat uwe hope en verlangen niet tevergeefs fy. Duitflantmeyn ick niet aen te roeren , dewijl Mattheus Merian lijn kunft daer aen getoont heeft : en op dat ick oock te rafter in mijn voornemen van dit Tooneel der Steden, en onfen Atlas te volmaken, voortgaen mach. Indien iemant iets, ’t gene hy tot verbetering oft vermeerdering van dit Werek dienftigh acht, kan bybrengen, omhel te helpen vercieren enverheer-lijcken, hy gelieve het my deelachtigh te maken ; op dat hy fijn Vaderlandt, de nakomelingen, en my in ’t by-fonder een aengenamen dienft bewijfe, en aen hem verplichte.
AEN
-ocr page 10-Ertoef hier een ^eynigh. eer ghy 'verder gaet om dit JBoeck te deurßen -, en vergun mjy dat ich u noch iets bekent make.
Jek 'Vertoon u in dit Egt;eel d aAfueeldingen der Steden 'van ’t Vereenighde :'AQderlant, met hare Befchripvingen, doch fiodanigh, aïs ick die heb können bekomen. VEat de Steden belangt, ick gelooß j datß u'ive begeerte om dat ’er geen koflen nocht arbeyt aen geßaert is 'vernoegen fitüen : maer 'van fimmige Befihrij'vingen durf tck my 7 fel've foo 'vaiï niet belo'ven • want men kan die , fonder gunü en be'vel der iS^agifiraten , uyt de archwen en fiadts boecken niet 'verkrijgen : en dewijl fi^lcks geen werck 'voor een eenigh menfih ü, 'heb ick nen 'verfcheyde mijne 'vrienden 'verfcht, dat y der fijn 'vermogen én 'vlijt geliefde te befieden.om al 't gene by te brengen,dat tot eer en cieraet'van hun geboort-fiadt konde ft recken : doch ick ben feer Weynigh aen hare naerftigheydt 'verplicht ; maer, daer door een af keer gekregen hebbende, om 'van andere min bekende iees re begeeren, genootfaeckt ge-WeeH: tot de gemeene 'vrienden, dat fijn geachte Sehrij'vers, (welcke Koning Alphonfus doode en Àe befte Baetsheeren noemde) die in t Latijn oft andere talen de jKederlanden befchre'ven hebben, mijn toe'vlucht te nemen. En dewijl my , die alleen ben , de Eijdt niet toelaet alles felf te doen, heb tck aen anderen, beejuaem om mijn 'voornemen uyt te 'voeren, daer toe ordre gege'ven .* defe hebben, op de wijf der byen , het befte uyt alle bloemen 'van welftrekentheyt en geleertheydt, tot defifeck dienftigh, 'vergadert, en t ftl've y der op fijn plaetfe ge'V o eght. Indien ghy dat niet ge-noegh acht, maeck my iets beters deelachtigh ; ick fal 7 met danck ontfangen, en tot 'verbetering •van dit werck gebruycken. Kon ick 'van de Burgermeefteren en Regeerders der Steden de gunli 'verwer'ven, dat het haer geliefde, door hare 'voornaemfte amptlieden, my bekent te maken, wat noodigh •vonden hier by te cvoegen, af te doen, oft te •veranderen , ick Jou den hoogen top 'van mijn begeerten en wenfihen bereycken j en met heetery'ver , om dlandere deelen der weerelt te •volmaken en uyt te geven , ontfteken worden : met een valï vertrouwen , dat d’uytlantfche, nae het voorbeelt van d onft genoodight, niet fuÜen •weygeren het voorßyde gunftelijck na te volgen. Ick heb de regeertng van (»Amflerdam-, degrootfte en vermaertfte in dit Deelden om dat my die heli bekent wees, wat breeder dan van andere fieden, (die mee^t alle op de felve wÿfe, oft met weynigh verandering, beftiert worden) verhaelt op dat ick oock anderen daer door mocht op-•wecken, om t filve, in t bejehrijven van hare geboortfteden , te doen. Gebruyck dit onder-tujfchen tot uw voordeel, Lefir, en laet uw genegenheydt tot my niet minder fijn, dan de mijne is tot het Gemeene befte..
-ocr page 11-E-Staten Generael der V^ereenighde Nederlanden 5 allen den genen die defen füllen fien ofte ’ hooren lefen , faluyt : Doen te weten , dat Wy hebben , gelijck Wy confenteeren, accordeeren I en oétroyeeren mits defen aen Iohannes Blaen van Amfterdam, dat hy voor den tijdt van een-en-twintigh naeftkomende jaren, met feclufie van allen anderen, in de Vereenighde Nederlanden, Geaflbcieerde Landtfchappen ,
Leden en Steeden van dien, fal mogen maecken, drucken, uytge-ven ende verkoopen feecker ftuck wercks,beftaende in twee dee-len , geintituleert ac nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vrbïum ‘BelgicA het eene
befchrijvende de Steden van de felve Vereenighde Neederlanden, ende van de naburige van dien, ende het andere ofte tweede begrijpende de Steden van de Neederlanden , ftaendc onder het gebiedt van den Koningh van Spagnien 5 verbiedende allen ende eenen yegelij eken Ingefetenen van de gemelte Vereenighde Nederlanden, Geaflbcieerde Landtfehappen, Leden ende Steden van dien , binnen de voorfz tijdt van een-en-twintich naeftkomende jaeren, het voorfz Werek, beftaende in twee ftucken, in ’t geheel ofte ten deel, in ’t groot oft kleyn formaet nae te maecken, drucken , uytgeven ofte verkoopen, ofte elders nagemaeckt ende na-gedruckt hier te lande te brengen, om gebruyckt ofte verkoft te worden , fonder confent van den voornoemden Iohannes Blaeu , op verbeurte van alle de nagemaeckte ende naegedruckte Werc-ken , ende daerenboven van fes hondert Carolus guldens , t’appli-cerendaer van een derdedeel ten behoeve van den Officier die de
Calangie doen fal, het tweede derdendeel ten behoeve van den armen, ende het reflefende derdendeel ten behoeve van den voornoemden Iohannes Blaeu ; Ende dit alles fonder prejuditie van alle voorgaende generale ende particuliere conceffien ; behoude-lijck nochtans dat den meergenoemden Blaeu gehouden fal fijn op defen Onfen Oótroye te verfoecken oock t’obtineeren Attache van de Provincie ofte Provinciën alwaer hy fijn voorfz Werek fal willen maecken , drucken, uytgeven ende verkoopen. Gedaen in den Hage , den een-en-twintichften Novembris feftien honderdt acht-en-veertich,was geparapheert W. van Haren noch lager ftont, ter Ordonnantie van de Hoochgemelte Heeren Staten Generael , was onderteyckent Cornelis Mufeh, 1(^48. ende had een opgedruckte fegel van de Hoog: Moog: Heeren Staten Generael in rooden waflche, bedeckt met papier.
tJMet zAttachen van de Refpe^ive ^Provinciën.
-ocr page 12- -ocr page 13-uyt de
PRIVILEGIE.
Bh I L I P S, by der gratie Godts, Koning van Ca-ftilien, van Leon, van Arragon, van beyde de Sicilien , van Hierufalem, amp;c. Eerts-Hertoge van Ooftenrijck, Hertoge van Bourgoignen,van Lothrijck,van Brabant, amp;c. Onfen feer lieven ende getrouwen die Cancellier ende luyden van Onfen Rade,geordonneert inBrabant, “ ende allen anderen Onfen ende Onfer Vaffallen ende der fmalre Heeren Richteten, lufticieren ende Officieren Onfes vootv fchreven lants van Brabant, faluyt. Wy hebben ontfangendie fupplicatie van Ioan Blaeu van Amfterdatn, dat Ons geliefde hem te verleenen Oélroy ende privilegie, voor hem ende fijne naekomelingen, aneene,in defe Onfe landen van Brabant ende van Over-Mafe,om te mogen maec-ken, drucken, uytgevenende verkoopenfoodanigh ISfoiJum magnum urVium Belgien, als hy tegenwoordigh van fin is uyt te geven in twee Stucken ; het eene, inhoudende de Steden van de Nederlanden, ftaende onder Ons gebiedt, aen de welcke hy het felve oock gededi-ceert ende toege-eygent heeft ; het ander, begrijpende de Steden van de vereenighde Nederlanden, ende der naburige, onder het gebied der felver; met expres verbodt aen allen ingefetenen defer Onfer Nederlanden, ende landen onder de felve forterende, dit nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ac magnum ^heatrum
urhium Belgien Begia, ende oock het Belgien Fesderau, foo het tegenwootdigh is, ofte naederhandt by hem fuppliant van tijdt tot tijdt foude mogen worden vermeerdert, verandert oft verbetert, in een, twee ofte meer ftucken , nu oft ooit na defen by hem uyt te geven. Waerom foo is ’t, dat wy defen aengefien, genegen wefende ter bede des voornoemden Suppliants, hebben den felven geoorloft, geconfenteert, ende ge-oéfroyeert, oorloven , confenteren ende oétroyeren by defen het voor-feyde iSlo'Vum ac magnum F^eatrum VrFium Belgtca Begia, ende OOck het Belgica Fœderau gt;nbsp;te mogen drucken, verkoopen ende diftribueren alomme binnen defen lande van Brabant ende andere van Over-Mafe, daer het hem goetduneken ende gelieven fal, fonder daerom tegens Ons, Onfe ordonnantiën, verboden ende placcaten t.e misdoen : interdicerende ende verbiedende allen anderen Prenters ende Librariers ’t gene voor-fchreven is, in negen naeftkomende jaren naer te drucken , oft te con-terfeyten, oft elders gedruckt in defe landen te brengen, oft te verkoopen ; op pene,als naerder in d’originele van defen begrepen is,by elcken van den genen te verbeuren die het contrarie daer af doen fal. want Ons alfoo gelieft. Gegeven in Onfe ftadt van Bruflele den negenden dagh der maent van February van den jare ons Heeren duyfent fes hondert negen-en-veertigh, ende van Onfen Rijcken het negen-en-twintighfte.
BY DEN KONING in ßjnen Badcj»
J. S T E E N H U Y s E.
-ocr page 14- -ocr page 15-o U I s 5 par Ia grace de Dieu Roy de France amp;nbsp;de Navarre, à nos amez amp;nbsp;féaux Confeillers, les genste-nantz nos Cours deParlement,Maiftfes deRequeftes ordinaires de noftre Hoflzel, Bailüfz, Senefehaux, Pre-voftz, leurs LieutenanSjamp; à tous nos autres lufticiers amp;nbsp;Officiers qu’il appartiendra falut. Noftre bien amé leanBIaeude la ville d’A mfterdani en Hollande Nous a faiéf dire amp;nbsp;remonftrer, qu’avec beaucoup de peine amp;nbsp;travail depuis longues années il a faiét un livre intitulé nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ac magnum Theatrum Vrbium
totMS terrarum Orbis adprafintis temj^oris faciem ex^rejj'um , qu il defireroit faire imprimer : mais il craint, que quelques libraires par envie ne veuillent pareillement le faire imprimer, ce qui cauferoit la ruine entière de l’expofant, au lieu d’en retirer le fruiéh de fonlabeoisrequerant humblement nos lettres à ce neceflaires. A ces caufes délirant favorablement traiéher le-dit Expofant, amp;nbsp;qu’il ne foit fruftré d’un fi long travail, Luy avons permis amp;nbsp;oéfroyé, permettons amp;nbsp;oéfroyons par ces prefentes d’imprimer,ou faire imprimer le-dit livre ï\\t\.t\x\hj^^jumacmagnum Tî)eatrum Vrbium totius terrarum Orbis ad^raßntis temporis faciem exprejßum, 1 expofer en vente amp;nbsp;diftribuer durant le temps amp;nbsp;efpace de vingt années, à commencer du jour qu’il fera achevé d’imprimer : A la charge que le-dit Blaeu le fera imprimer correftement amp;nbsp;fur bon papier, défendons à tous libraires, imprimeurs, amp;nbsp;autres per-fonnes, de quelque qualité quelles foient,d’imprimer,ou faire imprimer, vendre,ou diftribuer le-dit livre en touttes les terres amp;nbsp;feigneuriesde noftre obeïfrance,durant le-dit temps,fans le confentement amp;nbsp;permiflion du dit Expofant, ou de ceux ayans charge de luy, fur peine de confifeation des exemplaires, deux mille livres d’amende, le tiers à Nous, le tiers aux pauvres de raumofne,amp; l’autre tiers au dit Expofant,amp; de tous defpens, dommages amp;nbsp;interefts envers luy. A la charge d’en mettre trois exemplaires, fçavoir deux en noftre bibliothecque,amp; le troifiefme en celle de noftre tres-cher amp;nbsp;féal le fieur Seguier Chevallier Chancellier de France, avant que de les expofer en vente, à peine de nullité des prefentes. Sy vous mandons,que du contenu en icelles vous faffiezamp;fouffriez joüiramp; ufer plainement amp;nbsp;paifiblement le-dit Blaeu amp;nbsp;ceux qui auront pouvoir de luy, fans fouffrir qu’il leur foit faiél ou donné aucun trouble ny empe-fehementau contraire.Mandons aupremiernoftrehuiflîer ou fergeant fur ce requis de faire pour l’execution des-dites prefentes tous aétes, faifies amp;exploi(5tz neceflraires,fans demander autre permiffion,non obftant op-pofitions ou appellations quelsconques,Clameur de Haro,Chartre Normande, prinfe à party, ou autres lettres à ce contraires. Voulons qu’en mettant au commencement ou à la fin copie des prefentes ou extraiét d’icelles,elles foient tenües pour deuëment fignifiées. Car tel eft Noftre plaifir. Donné à Paris le x x i v jour de May l’an de grace mil fix cens quarante neuf,amp; de noftre regne le feptiefme.
Tar le Roy en fin (bnfiil.
LOUIS.
Scellées du grand Seau en cire jaune.
Ces deux Volumes du Pays-bas ont eße acheté le 27 Septembre, 1642.
-ocr page 16- -ocr page 17- -ocr page 18-Britan NicuÄ
-0-e-irA-NUS
Auÿcy’ü^
Cayen S
S Valen lt;
J*
?r(rtoy^Pön,t ^felAjine V
IfRue/urttn
,40.«
îrWî'^’J o\ 1
Ar^ÿionswVl?]
AbbcviIU*^
•’ev'i'o'
' ReiTMivin^
^^Çk^Pânzte» V ^IönZnittfitjT i ^Conitc igy^c^Connel ^^boUeitibeäTagt;' Guincs f ,n«r^
ÏCOllltC de Bqnl Lnnnn 1 s*^Gunte.lt;^a. wiE^TapIeiVi/r''^/ )-'Frn,4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;'’-TZo,-
rt •»'Idthtibno *^z'4quot;'^^v4ftX\'oS^ Sella of g a X;^-
^•kAla,niiej.o/}»’l.erieg^
lt;S4'»quot;‘tek nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;••. A \'--gt;gt;'i«
‘^tli/kan
Calxw
'.’W«’« i^s i’d«iawæ* i^^FvS .
yy*’
LaCair
'Ba.il?
^ontdo.
CMekfi^d’ijnfjyv,
3acHesdi\gt;?gt;Z
o.ifäi,ir •■ - quot;
■ ..f)'aiHeeti
iinejLm
ifhie
Amienft
CovVv^
OJtW quot;nbsp;ff/a,
«!lt; ......
RrdipM,,. ...............
— — —’öï;Si^:ïiS;s?;jf.;,,.,
taw
wwilÄ I
'S, i
'rm,
V-i:.
Ce^‘l-CLSûdlB^^^, O ■ufr4z’':d»fA?*Ln^Ail
.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- -_ Rinl jE^
oE,r,«,^l,r iia.tl ‘’'[(‘’'‘.Lileiïâ
\ A O . n O «.-.?» 'quot;
vUan
^pfórnft^
\2»w
'ß' c.' '\
''''îldmp^,2p^^l^
---------ixj^/7.it «•’J r-^quot;z (T
n ajn \
S o^^f'rv'Vt yï.?nty«rgj^^»
\__ 3^4, J ten nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\
jl^ß‘”'‘^noerdeAl-- - A
îjfV, ^o„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'''- \
7 ' N O V DS xvit Wï J/ ii^r^KioKts Germania pRöviNciARUM Typus . deintegro miiltis inbns emendahis à ''' :' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Culid.Blaeu. .
r^'fipumen.
y Cduhim eß-pnvile^ie ill,^.y^{,nenun D.D.Orii-; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;previneia,mm,ne duis iHt,-,i
Jexenny Jpacuvi hune Germ . typu,,, „11 î : rnhene eMataut ejïnjat, ut linnet liter 'y de hee priviL^ie emte^ih
,1
fV
jB4.j
v“*
ïrk
i r4Z,? U nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yiicrcii î,*'‘âVL —
D-J«,,. SjtJ'fi O jÔ'J’’‘^9'.0. ' xC,U,’,gt; . ‘■^'i'' 'yPSMdeLflén'jr jyffV
, ßetet^nßn^^üxis nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘‘■'«y?''■.£quot;* ....‘Ji-ertJehiniLoißil^i d,
-é- 'i.' - ■i.^*quot;'''^a?thÛneKgt;l^FSeellilA.llern:S^ äk» ßV^k.-U Z,jp,linejf^^^
« aHe,„.e,„ o'»R.l^^^,,;^;
■•-^l'.xs°telk2Çue;i^^?/\\;fpçgt;‘en®W^^ ••'’^‘ß;
Är
iT
.ÜoflcHtlc
y»f^'Vi-e
/ Tlant]^^
Li, jk Gadetóf
aAnA ,
ûi-heiiJe O e°„ •■ ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;°km,è'e:./Be’:°
X Adilkre nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o^
!. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;quot;,ta.,-a V'jt'XÏ
^kel^ull, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• 'tSe.iYquot;':^^^
Si R T rÆamp;i
n- ■ nbsp;nbsp;nbsp;'°f»,7«““gt;■«'„ nbsp;nbsp;nbsp;,1 'gt;Bl!‘/iY^'^°-dgt;'amp;^S^
» Encî^XûP«’ Va-' -dÿ-YF r,il^ X,ot;,.,.m«a i O ßiaauat/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rnweii Æ
^‘''n/t' ^‘’ö4’gt; -Htnttontp' iRrtiivr- ». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;w
-■ nbsp;nbsp;nbsp;j,'-v' ,n ,S nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ers,’!.....
A, J,, O fkS’airit sjk. „1,^0,° Z d‘‘S^digt;^V .l^i^i-ll.enYdlrji’iMgu^epdu^^^^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.^^WWa
nZa r° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jc^P'XtclandloiS ''rlt;!^ke„S^^'';^'Sd..h,i^'\^Y r4lt;‘X‘''‘'Vquot;K?F®?OT
elle, enUußaYott ! )’,■quot;• \S.ref /'' ,?i^,„Aiquot;quot;quot;ti‘la SJ-y-jquot;,quot;quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'r-VÄ?f'’‘i-Z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wivt.'-^';*-''''''^ Vî
?r!‘YyV^fÀ!\n.eG^i^'r ‘oWs« '■
To nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fkanî^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bevei-e-imYilIaa^
Cappy
t/liii’aiiinant n Ceui’lett
J',
CivitaDini PaJdriimiy nunid: j rw inJtn^it!js Prdi’iiicib Rrabaiitia-----zlß.^tv Jj
ûJiîritC et -Zutl'kania-
txCL’^' ’« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cy7fgt;'!gt;.SX„9^.1
S ini'hn- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iiz-w
■ t j Limburß.. ’.A I Liitzet^i
J. n 'py
Fbin3ri,e__
trtn .
.1 [■iitnari,c — ƒ1 ^rtf/ï,e - --
lüintun't,!:
HißlhinJia:-----2 a . dss
ZeabïHilü'-------
Atimurci-----. ilt;?2 - ILtMntar SJtttf.. i .llfi'Jh'lim,e------t .
Vlwti/t'eti--. jd InfÙ*--tt . ^00
•/i\in.^.}Janu--h . tdi
vi
Ceiil^\ ^OJiraine
óchat^ci
ÀtAflCf
ßrielli-
Bu(Ânejr -,
Arte;
AîlleFrancbex
Punç
I dwÂf/rtîY O iiâ e nbo rcli rekeneO fchteae' S- XEâ ■'«■■'S-A-», 'JÎK,?L V? dcrdii.-ki
■Éfveren
i -«o . ■ » fLhynsk-'r
fiiaai-i''
QÔnnitTdke
SsL o Cneke^
^fe q; i 'ir^eifç J
Sent**;
r'cCelbflt;ÿf
•-ei,
■K '%,
Ü^kereke \^-trtn^eu
■'W/mI
$-
^■A^ktïci; ren-
“J f peek P,
T «**•’{-. Ai ^Vetneliÿ/fV t/ay^pep.
^'j
./Æiÿ
,HolÇ^-j.j
l i/Jfe î
FÄ'Ä'
S ^/^iffCorRi e t •^mtberne . o
Dmvitte
, J-lne
Lumme« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ‘ù.
V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jlhMf
■Baumanz
°lAubl«
J ^^1^ \f/ Glajeo Raveevurt
Lafntffie a
Rittiiely quot;
ta
w C
ißVaim
nfme\ vnpKenp^
l^teSchouv/n
^q's-ï*^ lis V (•gt;••‘^‘^,0 Ai H x-A.
MlÔ IbrouM'n’to 'r^ ircK' A‘^ 'ldiio^- jJCAan.zef/*T 1
Vianeït
Duve^ Zerlenio 1« bnr f C5»f/*pi a^ivr««^
Riint^ 1
iTfVjrh'i’^yTr
ko AÇl
JwfwaZo Àj
Sla^S2t
^quot;gt;•£7^
zdfe»?
^c»p zpom
X
,'^$taeUuynegt;f
vpoi-n kUlHI-f
amp;,
ec
V'3’
► nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^k.
3^oorn iuî'*iJamp;J
^k3 :^lfv'keiw_fi\ ■ a’kPrltnma^ ÿL° \ 4
P^tuve^ii 'S^^ÿt^e-li.ii./rîii^, «. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U \
”^.7
•f'î’î
o* y*?
, nbsp;nbsp;1,, jX-taA
\*r
•^o u/b
Yvoisj
^^Hint\ehr Ö/rtn^-l
leiHirr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;~
îf^rÂLî/OirxI’el' -J ' ■
ró%»T*
.■■.'7bü -Kz^quot;^ sW'lt;.;i:X :A’ De ^llMuik.
'yveci't
SgjS
ftjêM
! M. tffSïi
■Büfftnkcs j/at
4^ k-/ j ■T/dif O'
k«iÄ •
,^^7- De ■‘•••lt;^
-i/
('/ma!
Æ-«W
A N„ fllpbei^'
lt;^'ƒTfc7^Ä
gt;il\'
S»^- fi^eit^wht
1^, f^quot;^’k^jiiiylie^ei, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, „
•T^k!^:. B“», .:..?Mn,-- AKquot;y^ (i}rd/,nn^0 -..o..-^ O, J lOi/tAr't 1/iiiêl-t Roolendy^ael *. iqa îr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oCtppeltCt^ni^nfk
«O *^6 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ùttffn nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.a'^ O V
A'ÿf ’ V lÂJhelefl RanJb^e(''^\Senil,{e olntaaer nbsp;nbsp;nbsp;haenkaut^,'-..........i5_i^ßf-^4^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ta^YC,A
ia lA4î?'iFtt‘’quot;''quot;roSBr5.- ‘’quot;'‘fi''denek ep quot;dürfet o kT l^rAm^zâBr rÄ'’i/****ÄÄ ll^niael nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;B
b*TS?J9«Sî^^ mtZ--' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;M I
Î?Ç^ - c^oY Â-‘^^'\/Heerl ô V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i y'‘A? Saravemiiae^'iff 1
Luta-taT ■•Aamp;j '“«Party i } gt;‘quot;Vl’nro/^ri„..e'rR} \ cïÎiWrtftjRi?^ ■^LrxUaiii ÿ/TeP, '\^lt;.'’i
^Ao7y?p„ÀL
s nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;., ,'tav/PS * S Berkel, iß „
Kaflet oLmufeiule^' U^-Z—Dtan-S X !r.£S.‘'‘ U
7e°P
\-'„ Kefn fpfenv»! .■t-eRd^ nbsp;nbsp;nbsp;-Welerhep ° „ J ta„
■ ■ :ilMelkl«e-° ’
Bernben, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f
Zeelef ...•■-,
chA^t^
Rcfflitm Ig
è^cvcn
Dort; i P^?
^lt;0 Mf
^jsiT lYit VeC
.0quot;^
'l\innci
fft
W*1lt;lt;S«L T PlCnii
■’-1
t - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;b
Hoonukei'i
/y
ÿreo^ fnr.ÜT Â
■Udf
'SdiarL'
./fö
:y'\ \
^h'ru
\âz7/i
Ixihw'nc/ji
»^4 Naent^t^P^
^’CrjÄSec'^^sir^'. Aa. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■
l ^'eadc ^àfft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i
,quot; 5 ' c
‘7’ BiUt
'MeJAu
t- tVn zi
’ : 4 ç elaliuh i^J^ ^XO
'■ 3ilWt’waidu~^^LyAâ^
tt.
b kïfe
lt;»lt;'ï
ßM-;'■*[^quot;i
Ço nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yrhw*^— .— unr»t ■.....
9«i''9^*y'AV^fnîv3Sv(!J^''el'ta rtüfni'Ä '• fc*-- nbsp;nbsp;nbsp;•* r t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V -. ‘d nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n. k Kai
i'erDitiï^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;WX
BefciVnJÿ
Rettig OZ . Geiiajy^ ■ Ltbetvnee nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7
O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;33*^^
O^ttele
LA'^ fet-n.tuvrl^^ k iù'bivfto
5}ï
Ib
kCukô\#yw(* boWIJ^Ï
^ennêe-SE^*
\ LlMd, . i'ykd
o,...,r , ..-...... -7.-.....■gt;—.■ ^//.gt;a-xE-:0LlM-an,~7
0 t'/dl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A-k'T *. ‘~-‘Y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gdfeftwyAra^XIB^enen-. .' *\
'A. a aLeu,f,i o VNjSRSaCoW„?.jé nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.MerlUn'dfcyGiT^^'^I^sG^
*. Xjnimtfi- S«r^.—J® .. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« '
^ûnbintant^/-^
(•fc
•fan/
L_ watil
^2^0 Leimten .Lock^
.'C“
quot;©y/wx
-■
S?^
fiutpt
.ttshiie.-' l Vf?
Cen^ ^nfbe
u»,,ult;RC4r«4
*»-ô*-— amp;'Wamp;zS^îni
'•jY^^r^iiouiiif^ ntPfTfl ■-* ^Vobvul
-ó-^^rnCcU; „ ‘ kiA ißplfa'a-? ••• s^^JîSi“- '■
I ß’'i''-
■d:^'''r'S!t^7:f^'quot;‘:i^ V-TO®«. e,e,ne ' gt;■ ^■.UeiPl'quot;'quot;quot;'quot;'/-'^ ' ZermvilfS ♦ p.wipuHiyi.« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J, nbsp;, nbsp;—
Ï^yi. Rehdldiijiÿ.i ' ° quot;nbsp;’ ® ïlr Y'‘!T'quot; a
K*A T-*'..' Seim-alleif o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;AitT nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;alÀ -^rC
0Ai-Hi»(//i7vnf
.8/ß^Ti-ro '‘t
himd/eul -4^-';
ér,
( Cleii-f *7K,;;,.r
Chieuiv I.itRetbes
VrMH’eiilt.^^,
Ql'ei'trt’tK ^tv, rfik'fde'vt^^eretJiein fhielt ‘ZT' o h,gt;i-/êtL^\£tC,veHe
'X. ,^. üeMverf^fi^^n Siw
ytldhfiUt
'A
iGÂfcl
quot;mcl ’gt;yci
l?Um'
□ tnuy^lt;
gt;rwM|
I Deßekel
|o
’gt;4•
^y^^îSie\kertkfy^L^.
fficiika nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A^îyAt*
OAAvzîr OiJ.’lw.T,^(yt')3iA?.'^r
D-ax..** nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Ç' jAi ■ ■^in»lr
‘!'Ö,^-«ü.'.-talX’^,quot;quot;quot;'‘'’^N .ta .. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I y^olfainivre
Ô ».yai’fWPO^Kn”’ tÇX T:‘f^plt;: F*. Dre/uniQ j XA'1
‘'Air, (■,A\o'^quot;'quot;'‘’^^^''‘-''‘
•'l,gt; Ycy’.yS\M„n$.Sl
/h^l^''^ii À
If 'w\lt;* Shticiilffff
Heel °\ ifaetiieiL,]
a •relfendet'lMy
•e!^^ •' O { I lia.Q» OlnK-IMO» „ nbsp;nbsp;nbsp;*-,^.4--.
H.tmm« Q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Baient Y
Bcrincen * ( ,,^ .’’
â^neeUu Yfl/èueGhrii^^ P^ 'ti'ertf.. , o'*’'‘d’elen p,.,.olISlt;3''
\'~'^pn‘n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'^'*7''^^“’quot;
V'’quot;5j* fS^gn .Vee,-,^l,i,‘(êek^^-C/^,:-..Zun'e,e,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;OpLee .„Or,,,,^
^aiæ'y'u'Y .-Coiiutatus(„° ^0^euYe'vt
■hr\.'Xlt;,lt;P-'îiHoer»^V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;CreJIn-r,^
.re. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ree.^~rer j. .. I ?rt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ç
Txgfc'.ywxi
VASteiRp-«^
r-ift
rz^’’bU?‘gt;*3wL*^'/quot;‘ v®^i'‘f’'*^-''H fclt;qs»,»e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;of ,oï^cTninci‘lt;vi
n ?’L^iiS -XTlt;£ÛW!tai
^YieTr^xf'quot;
•'yka^tpSrhtçfDaivbi^m ?— Qtiutf-Hifinay^^ 'quot;S® Borchlocji £;.,|
V'
jd.
len
'fen O tZçkfrt'
fWe/l^i ßark*3t^
£ffn,‘ne
7?^J,A{üe£'. Jâ
' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\'\Ae0elreO .‘P'^én.â
Wurli,
’u'etbrt
Latnde
^^trenionck
ûdenrpçt'j '
:■- R a. Saùck
O RavwteyJt,
Ml-
Oiùeee JLz^ O Ikeeelt Aierle-o
HeJ mon t
9 ßlt'Riick V Vdne/ini''quot;“^
Cierap
’é 4^1 • • quot;t^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fallen
■ y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q^ert
Hr^ V
fRillte nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;e^ t^^^deilei li
ÂÿStçôwijckl^ -v^e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f-X'
...... ''•“ ^■’quot; quot;nbsp;••
fc?,
2^
is«:s§5ïs^swAs Æ-^Â T^eÄSKS?-/*AVJuiâS
?^P,,!,d''é nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Spera äßl'i- ' jdvri^^
2X XN O e^Yj,^T£^cA,^r O -J
v Re'lFn ‘^SiK^-dlteS^^lYeA.igSdV--^
ReUtf ' -
*^'4
!quot;S‘
.Rô
J^nen
‘IWn O O
PitpmV'iVtt
FeiveiT
k fi., t ôç
V ta*////ƒ»/4
Kâttll
^Scln-aY nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oißttiiin V
»Givcii r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Poiva'quot;^
----- ■ t,,„aTgt;r° e,-‘'''J''\
*. der! ‘^quot;^■rr J □ ''Ao e!(i.„9!^l QRyn ' g olir.is'^GHeii-klle, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A4i''*‘’^i
/?','quot; ü nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;pi, Seldh,-elJd^d.,nt!^
'■^f’, uSln;i %^.l.,„ efy7^^^!^fä'''^ou'.tfe,l.ß.
Le
^^^ttnnckel
Tîïi.**agt;'^V”'’-'quot;’quot;'''''-'/, O .rf ! .r.~^^blC'gt;n'e,id,'Q\l,^, O ** £gt;iiiii\niiiegt; v‘’'quot;W \
^roçnç.^dliûcrnÿ^îf Fi’9 “L ßelitJju^ii
^’chinre V^Ohrrz/? ^Zuy4nvl4c
Rai’ite
S€?îf-^y'”'Œ .^«Or ®_ra quot;^l’iicii •Mt 5 u^*aETgt;0«iSk»wr/z jà
Wn-RmeeS,
oYJ“
^vSiL-ZaX^ lt;^A-?''''''‘quot;'*=^
ComiZIT^
r^7Àt
\P»y^6 I
Drente
'H}jierhisfi4,'tt
\R.vé.mm t ^^1. L \nMp/i I ißbouk.
fe2^
r T !WW^
‘^lt;u-cjnoiKfe^‘’^Z^' îi'A. r.iv iw’i-v'-*
k'^'kke'iîfKnrekrrj.d amp;lt;-» .^51^, /.'i\^.Ja^;’quot;’dJ!iyf
AEC4ç°
Dynirii quot;‘C’i'iel, . -i er.ipeie^einpeyf^^.i.rJJ^J^.yidj,^
41 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/gt;A
Je nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-O jgî-^'Vjy ,, O
fis
Eu,G,eh Xï^®,
'Æi “. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ge,iy,ei,
xf,..-■ ■lt; ^oefALya^eiiiienrlehi
.i .üredhyicY^ -ll,!»ii‘'e'^rx;ßJÜnH,er^
...• ßel nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;£n /lUer„t¥,9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t c
5wftj
gt;Ar~pgt;K.4!eu1te ,.Sette^/^ „ ^gt;len,,e,,i -V'. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A S î VIA nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V «‘-quot;'quot;’V A fW^-lng- '■ nbsp;nbsp;'
i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘■quot;quot;■■quot;F
\ *A»_ eTy.y*n^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Su’art-bei'a^^^^ ^''lt;fyf^irvbi'ay^
' Rzirz/Xhînich
O Md/
fleren
•'trrn.
^wxßit
' FWinofS o-ßelmi todieny,^.,^. j . 7.« ïïquot;;;jfSro S°Betlel,e„trAT\JS
• quot;S^Z-?n.talt;Z ^‘■i^''/^Yue,rkelli
JTP/H\^ T®
ÿçA. TEivIlcV , t'don'àliSa
^^y^^wàlltct^k /Aw.DelHcu \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r* gZß °
V /
Ry/ci
Wiei^,“‘ P^-^'Jnito^Sa
■•. Sii’kAlflp . (n‘timib.-^2jlh
\ r» 'quot;a,amp;Ar r
taeiiiK^Uk J
C 'J,,, nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;v^ i’I/ei, j-ïr-,
\!gt;Iw’eiis7''^™iW’A’’-’'t ° ton^t-E k? mvififPn
^CpeebM^ Öoediolt I \ ryii.K- i j^Rhee,^. \
Ié Gtvifßferh'C
lt;2 I I VjWi
ZTiarck
Oriet^
Q Su’artibct'd^'''^ 1$. ,'^‘^nael nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;e
ibvaaii nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r
ra
jfl,m\^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r fiten \
-.. -^upoyken.
'/}ky Scherm
Iwckit 4^1*^ J3amp;-
SJA.
LIS FR
® liermcn , /cfiailler
Die i
) ItNaluius^ j aaa/Sv^-^’4'/rtJWw nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hiuJeit ’’ ■■'
i’ U nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘'o^hterj^^SOtîeeSiex ajvl ,.‘
Ske^mt, Ha-ke^e^ÿ^ j^fgt;rt»,l'lej-n.--'’
Nye/lat,
J It'îteffti
■Ime!
‘b/inAîfccii
.s
PA
‘t Oei’en-quot; Steck,'em_ nbsp;nbsp;nbsp;e.tterteemJeh 'it..
Y 7ygt;k3r‘^T7^Re.i^«y^^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lullaL/feii/?^»-^^-quot;''
yaiiacii-Zlt;7:^X/Z,/,a.^ , ,'lt;gt;^44. o' ^norto4ni.4.A;J''‘’'”'’'''V -Aæ-S»''' o/ ^l'eitenich
1 1^ O tz/ ’X-. ®r n- L 'gt;ßciuiite/ra\pilt
I 9^^ Xqr^bacbt RtviwlMt ■■. inilluipheii \ „. . nbsp;\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Xx.ZSf’^w'j
Cr Qe ‘'ri -O Cl J *‘_?nMZ»pn, VoK£f^ Dureji ^ïiZï’’ 'fj e f^k-ll,logt;jf -----TCl» !
li,ßdl'/quot;'der neequot;gt;'Y Ti'lfi'lt ■'quot;.'quot;'de^''^
V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Prninir “■ Rifcrjchcit
•^idl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;e
r , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;AiZX ' nbsp;nbsp;^^•‘’''‘■‘■’Si;’ .‘fKj lÈLÎxti'SiJ' . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ZtiIc;*i''A
otK(»'dlle o^.' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j»ia»iReimeini . nbsp;nbsp;j,,-* ef r t }
•t-iellZl quot;‘^‘'ye,,,/^ “y'.hlch y -.^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l-meffiun
° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Crude,\FleeY'xheniy Ijfpjg Ç Q p_ Coin
necl’'-)-,
ip
|^7â
lt;quot;te 'gt;f ^vJtt'l^nburei \. HL nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;OyPPiii'tieireii nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n T
■^^'. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘^•**'‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^^Mgcheren nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sùa-w^ -Art«-ti'«^'
l^YYe'cr''uln,eUe^
(f'-ÇWJlçâsS-^Â --*---3lt;'quot;-- »
■^Creinent Pelif nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;p'ß'dS'A.eA-'-•^''WieS
Loihariii^^P^^lQ
i.uJ'
rr,
,R.eiiskat‘ßein
Dffetpenbûch '
5r Lechni/^h
'A
JfiW'Zrf
st/îïïii.y’ M
.'lefctiem
Vlfêfii
'oOtterlv DuCa^tliS , RliiJail'Afoii tenjts ■ ' ïquot; tvci-i'fhl
■■4
IDorstcn ) lt;
Samp;' Ö
Cocjrêlr
“iéè 'SV' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^^Ren/deir
U- MiTRccilinc;
’eT^ Givnheiy; nÿ|
huïen „ 3 Re^indiufe/ ® 'quot;^ • - '.1
I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Reeckuin As '' t ^i/- i
1) hfatringgii __Olfen
.....'
0«__:- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rheniu
iT? nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'• ’ ' • l^ffedmckt
['jjr,, nbsp;nbsp;nbsp;, t'Aiit/lerldm ,
Willem Ëliie.u,lt; eptWatci
inle vetyiille ^etutete^er . ■ . .À
O.
// sgt;quot;
ßni^h^
V*
O J.tlUh'
tfektheiyhim
jojua^
l.’a.n4eit£n4e Jciit^-ff\
Meriei ^■memee eemmunia û-hemciu D,i}-tfche nyle„ ' ‘ ■ 1quot;”'quot;^'' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4lquot;quot;“7 nbsp;nbsp;nbsp;ƒ!quot;quot; quot;quot;jl ^l' nbsp;nbsp;nbsp;-1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;........*^1
Aillime Me^ dee Reiv '^quot;•’'p nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Jtëerhii^'ehe ult;)-len i^e uren ^aem
„■ic' /n- P , J' Z .’r'* ƒ 4r~''“l »rquot;'^
Mliuna Gulhea me^Mna JliJJell'dre U'aj/che ntÿlen f '”? nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;~ß ^rquot;quot;'j!, ^Fquot;quot;JJ'| ^,1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ie^'~t7 ,ß
'ai'
Ld ridc ƒ ƒ c rnidULCd.
ó'tu'hput ^Aiterle
•' Scatbit iroec
zToJterholf-
^vcfh
Pa.
Ltui^en dpttek
Kanntn
fi^^JereH-
yteltilont
O»Uen
Wj/nierjen
even ter
V’cfpP
{rrpfen
^piul Guib, Tilaeuu^
'ç^TitaU,
uyt het Latijn van den E.
I o H A N SMITH,
Dienaer des Godlijcken Woorts aldaer.
B Ehalven de Ridder-^f^fchap , worden in Gelderlandt de vier voornaemfte fteden Nimmegen, Ruer-' mondtjZutphen en I Arnhem , voor de « Hooft-fteden des Hertoghdoms gehouden. Wanthet gantfche landt wordt in loo veel Quartieren het Nimmeeghfch , Ruermondtfch Zutphenlch en Arnhemfch gedeelt,welche ieder ftaen onder die Hooft-ftadt naer welch fy genoemt fijn.
Onder l^immegen worden twee fteden begrepen, Tiel en Bommel : fes groote Voogh-dyen^teweteiijhet gebiet oft Rijch van meverii^c landen Tuftchen Maes en Waal,de Over- en Neder-Betuw, de Tieler- en Bom-meler-waerdt,infgelijchs Beeft enRenoy. In defe heerlijchheden fijn drie dorpen, Baten-burgh, Gent, en Maes-bommel, die fich ee-nige ftadts-rechten toefchrijven. Daer fijn ooch over de vijftigh Ridderlijche floten en erf-heerlijchheden,vele met halsrecht,en vele met burger-recht begiftight. Ooch fijner vij f groote lchanften, welche door een uytge-lefe beletting van foldaten bewaert worden ; Schenchen-lchans aen’t hooft des Eylandts, door Marten Schench gebouwt : Knodfen-burgh,tegen over l^immegen'Ac Naftoufche, aen het eylant Voorn ; de Schans S. Andries van de Cardinael Andries van Ooftenrijch tuftchen en aen de Waal en Maes bebouwt; en de vijfde light by Hemert.
Onder de voornaemfte fteden is JSUmme-gen de eerfte en als Hooft-ftadt des gantfchen Tandts, welch light op de eerfte heuvel van de zeeftrandt af, op de Franfche oever en de uyterfte voeten der Kleeflche bergen, op een plaets door de nabuurige achers , wey-den, en een wout, feer vermaert cn genoegh-lijch, van waer men de feylen der fchepen in vier rivieren, de Maes, Waal,Rijn en Yftel te gelijch ficn han.
Het woordt ISlimmegen tuyght door de uytgang felf, dat het oorfpronchlijch van de Geiten is j het felfde,eertijdts aen veel fteden gegeven ( als men by Ptolemeus en andere Gelderlandt.
leeft) is heden aen defe eene, by de Waai gelegen, eygen. Die in duyftere dingen ver-maech fcheppcn , haelen den oorfprong en naem des felfs van Magus, foon van Dis : andere feggen, dat de Cimnicren ooch deel daer aen hebben. Niemant van alle, die van Nimmegens begin en oorfpronch gefchre-ven hebben, ftcit haer naer oft later dan de tijden van C. Julius Cæfar. Corn.Tacitus in T vijfde boech fijner Hiftorien , in’t negentiende hooftftuch, gedencht aen de Stadt der ^ata^iereUi welche de Batavieren eertijts, als fy in defe landen nedergeflagen waren, als de eerfte toevlucht en hooft-ftadt huns volchs gebouwt hebben ; naer welche Clau. Civilis, overfte der Batavieren, in die oorlogh, in welche deRoomfche faech byna tonder ge-raechte , na dat hy eyndelijch by Vetera oft Oudewater ongeluchelijch geftreden hadt, fich begeven heeft; en is uyt de felfde, als hy die met de wapenen niet langer befcher-men hon, alles meê-dragende, en het overige verbrandende, na het eylandc der Batavieren geweechen. ’t Blijcht dan , dat die Stadt beneden de fcheyding des Rhijns daer nu Schenchenfchans leydt, en boven de t’fa-men-vloet oft vereeniging der Maes en Waal, op de lincher oever der Waal, van waer een over-vaert op het Eylandt is, gelegen heeft. En nergens op defe gantfche oever,behalven te ]gt;Jimmegen, gemoet men een plaets , dien de orde en omftandigheden der gefchichten honnen toe-gepaft worden,het welch ich onlangs in een byfonder boech, de fiadt der Ba-tabuieren genoemt, met veel bewijs-redenen betoont heb. En voorwaer in de gantfche ftreech van VSnwiegen en des felfs voorftadt, infonderheyt aend’oever der Waal,en aen de heuvel, die boven de Stadt loopt,worden al-lerley gedench-teechenen der Roomfche oudtheyt gevonden : onder de felve fijn ver-fcheyde penningen der Roomfche Burger-meefteren en eerfte Keyferen ; beelden niet alleen van metael, maer ooch van gebache fteenen, welche van de eerfte oudtheyt voor de brant getuygen ; daer-en-boven penningen van vele achter-een-volgende Keyferen; hoperftuchen, tichelen, ftijlen, ftaechen , vloer- en marmer-fteenen met letters be-
A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchre-
-ocr page 26-4
OPPIDI
Jen 'Jfovio Olhi^é
rabularrv liane -C• nbsp;nbsp;Q. Jtcat et âeJicat
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4L IL |
4
1' f' ill
NIMM lchrcven ; en onder de felve, die L e g. x. g. die L E G.xxx.v.v. die v e x. e x.G e r m. die vertoonen ; welcher ontallijcke meenighte overvloedigh genoegh bctuygen, dat van de verbranding tot het vertreck derRomeynen toe,defe Hooft-ftad derBatavieren feer volek-rijck is geweeft. Aurelius Vidorinus onder Galienus verheerlijckt de felve met de naem van STADT, op een oudt ftuck van een kopere tafel,als blijckt uyt een opfchrift onlangs hier uyt2;egraven.Inde oude reys-kaert van Theodofïüs, welcke Peutingerus uytge-geven heeft, wordt ISltmmegen met fijn eyge naem en op fijn plaets foo gefielt gefien, dat in het felve,als in een middelpunt,alle wegen van ’t tweede Duytflant t’famen loopen. En niet alleen fijn voor defen foo veel van die dingen opgegraven , maer oock heden worden er vele diergelijcke entdeckt. Noch onlangs int jaer duyfent fes hondert vijf-en-veer-tigh fijn aen 't weft-eynd van de Stadt, op de kant van de fteê-graft,op die plaets,die noch heden de Roomfche voet genoemt wordt, onder veel andere vaetkens twee graf-kiftjens opgegraven. Het een, in Sprockel-maendt, is van Tuf-fteen, nevens kinderen met baggen verçiert,en vier groote glafe fleflen,van welcke drie aen de fijde, en een aen de voeten Ronden , op de grondt waren twee geletterde ; een ten meeften-deel met klam en zoutach-een vergulde bag in de gedaente van een hart. mutsken nats moght, aen ’t hooft een glae- jaeren daer na, Henrick, fijn navolger in het fen flesken van omtrent een half pintleen. Rijck, geboren: wiens Soon Frederik de twe-Na’t vertreck der Romeynen is Flimme- de, die gelooft wordt de eerfte de rechten welcker eenc afch-verwigh,in dander donc-ker-roodtverwigh ftof , en eenige andere kleynigheden , gevonden wierden. Het ander van loodt , in Ooghft-maent, welck even van eens mans groote was, de plaeten omtrent een halve vinger dick, onder het deckfel, om het felve op te beuren, waren vier dwarfch-yfers met aengehange floten oft grendels vaft gemaeckt : het rif was by-na noch geheel, aen weêr-fijden fiondt een aerden beeker, in welck omtrent anderhalf gen met de Batavieren in’t oude verbont met de Franfchen gebleven. En als korts daernae der Batavieren erf-landen , allencks door noodtfchickelijcke veranderingen verdeelt, onder de nieuwe heerfchappyen der Graven oft des Biffehops vervielen, foo heeft de hooft-fiadt l^^immegen alleen den Köningen van Aufirafien, olt den Keyferen gehoor- |
E G E N. in het opperfie deel naemlijck des eylandts, de oude naem van Batavieri behouden ; en houdt de felve nu oock noch ftantvafic-lijck. Van hier trecken de Vorften van Kleef haer ftam nyt Beatrix van Teyfter-bandt. Flet flot, een oudt werek der Batavieren , heeft Karei de Groote, omtrent het jaer fe-ven hondert vier-en-feventigh , herbouwt, en heeft het felf, en, nae hem, Lodewijck de Godtvruchtige, en andere Keyferen, by-na vier eeuwen lang, als een gemeen palleys des Rijeks , dickwijls bewoont. Afchafna-burgenfis, in het jaer duyfent fes-en-veer-tigh, noemt het een Koninglijck huys, van een wonderlijck en onvergelijeklijek werek. Het felfde heeft Frederick Barbaroffa in’t jaer duyfent een hondert vijf-en-vijftigh weder opgetimmert, welcks gedachtenis in marmerfieen , met Gotfche letters befchre-ven, noch heden gelefen wort : Anno miüeno pofiquam Salus e^l data Jeclo, confra^ium, ‘veîus in nihil ante re-àa^lum, Arte, nitore pari, repara^it opns ISlo^imagi, Julius in primo tarnen exfiitit ejus origo, Impar paeißeo reparatori Friderico . Dat is : Flf hondert en daer toe noch ^ijf-en-^jijfti^ jaren, F^a quot;t heyl, dat Godes Soon ons bracht, 'ver-^ loopen ^‘Tjaren, (*Als Key fer Frederijck, een ^riendt des 'vre^ des fierck, Het oudt ‘verfallen, ja fehiergantfih ^ernie^ tight ^^erck Fan litmmegen, gebracht heeft tot fijn oude klaerheydt, Datfulsus^^el-eergefiicht had in eer^'vaer^ heydt : F)ie ( al befat hy fchoon wel grooter Keyfer-rijck ) ^ie Vrede-ForF: nochtans 'Vijos nergens na geltjck. In het felfde Palleys is aen Frederick, tien de , die gelooft wordt de eerfte de rechten felfs Soon de fevende Henrick, door haer brieven de oude rechten en vryheden van jSlimmegen foo bevefiight hebben, dat fy te gelijck oock al de voor-rechten, die oft A-Ken , welck toen als een nieuw Romen en de Hooft-fiadt der over-Alpifche werelt geacht wierd, oft eenige andere voortreflijeke ftadt desRoomfehenRijeks befat,aen iNim-* megen |
NIMM megen vergunden. De felfde hebben de navolgende Keyferen, onder welche Rudolf de tweede geweeft is, door verfegelde fchriften 7 pafleys bevcftight. En hoewel van Willem, Room-'verfAnt. Koning, in ’t jaer duyfent twee hon-dert acht-en-veertigh, aen Otto Graef van Gelderlandt het Palleys met lijn heerlijck-heydt verpant wierdt, foo is nochtans aen ]Slimmegen het recht des landtfchaps, de cer vanRijcx-ftadt,en alle rechten envoor-rech-ten , die de Keyferen op verlcheyde tijden vermeerdert hebben,verblevenjen de Graven en Hertogen van Gelder felve hebben van die tijdt af, dat het haer fijde gevolght is, eer fy’t gebiedt A aenvaerdden, al ffamen met eede en gefegelde brieven, heylighlijck belooft de felve voor goedt en van waerde te houden.
Daer fijn drie dorpen , welcker inwoon-ders nae ’t gemeen Burger-recht geregeert rotgh- worden : de nabuurige Vooghdye aen dees zijde de Wael , welche de voornaemfte in ’t gantfche landt is, wordt gemeenlijch het Kyek ‘van T^immegen genoemt ; des felfs Vierfchaer is in Burgerlijche faechen de hooghfte , in Hals-faechen de eenighfte, in ’t Palleys voor den Burgh-graef en twaelf mannen van ]ÿlimmegen. De andere Vooghdye, welche tuffchen de Maes en Wael legt, is aen lÿ^'tmmegen verbonden , welch aen de felve den Baljuw, die ooch Pachter enDijch-■ graef is, infgelijchs den Schrijver en Dorp-Ichouten befielt. Daer fijn oock eenige Dorpen over de Wael en Maes, welcher Recht-faechen, na dat men fich van haer vonnis beroepen heeft,tot lylimmegen befloten wor-Hare wi). den. DeNimmegers gebruycheii van oudts van Jjaer wetten , mähende, vernietigende en verhlarende de felve nae gelegentheydt. Sy Wljfen recht in liaL- en burgcr-facckeil, fonder beroep tot den Keyfer, de Vorfien van Gelderlandt, oft iemandt anders, behal-ven dat fy in fommige burgerlijche faechen de Aheners, door verdragh en uyt de felfde handelingen,by wijfe van beraedtflaging oft gelijch als beroeping erhennen,oft tot me^n nae de burgerlijche wetten gevonnifi fy oft niet. Gelijch eertijdts, als fy met de Romeynen in verboridt waren, en in de tijden der Karolingers hier een munt geweeft is, foo hebben fy ooch heden het recht, Munte. van goude, filvere,en hopere munte te flaen. Toihttys, Sy hebben haer tol-huys, brief-hamer, wa-tgt;rief-ka- penhuys , bende ; recht van de wapenen te handelen, te onderfoechen van de oorfaec-vryhe- heil Van gewapende befcherming, macht van byfonder gevecht toe te ftaen, uyt het gantfche Roomfche Rijch te bannen, aen Gelderlandt,
E G E N.
haer landt fchatting op- en af- te ftellen, infgelijchs recht van hofdienft, havenen, oevers , wegen , vrye toe-voer op gemeene plaetfen , vergiffenis van mifdaedt j en, om EenRijks-met een woordt te feggen, al wat de andere ƒ Rijchs-fteden onder de naem van ^egalien '^‘^^^' befitten. Sy is ooch in ’t verbondt der Han-fe-fteden, beftemt lantdagen haers Vier-vor-ftendoms, en beftuurt de felve door haer Burgemeefter, door een Schrijver, welch fijn Geheym-fchrijver is,ftelt de befluyten onder haer handelingen en in haer Stads-boechery.
De brieven des Vier-vorftendoms worden met geen ander als ftadts-fegel befegelt. In ’t Gemeene-beft der Vereenighde Nederlanden hebben in de groote vergadering der 'Sy heeft Staten , even als Gelderlandt onder de Lant-
ilÏtCTl fchappen, alfoo onder de fteden van Gelder- d’eerjle landt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;onder deAfgefanten der fiem,
Steden de Nimmegers de eerfte plaets, en na ordre de eerfte ftem. Karei de vijfde heeft in ’t verbont, waer door hy Nederlandt en Bur-gondien met het Roomfche Rijch , in ’t ne- ; gen-en-veertighfte jaer der voorige eeuw, ' vereenighde, l^immegeny als de voornaemfte Stadt van die landtfehappen, onder de vier ftedèn genoemt, welche de brieven des ver- en andere bondts door haer fegel beveftigen fouden.
De burgers fijn vry van alle verbintenis en fiaeffche dienft, en honnen aen niemant verbonden oft verplicht worden. De (laven, by geval door dwaeling met het recht der burgerfchap befchonchen, genieten, foo fy niet binnen een jaer van haer Heeren aenge-vat worden , namaels volle vryheydt. De nieuwe burgers worden, in ’t toelaten alleen aen de gemeente van lgt;lïmmegen met eede verbonden. Haer te vangen ftaet by haer Twee-mannenj en een burger is, buyten hec geval, waer in de gewoonte anders gaet, hec ïelve niet onderworpen, ’t fy het eerft door vonnis der Twaelf-mannen beflooten is. Haer ding-faechen honnen door geenigh, felfs geen Keyferlijch,aenfien tot andere vier-fcharen buyten de Stadt getrochen oft beroepen worden. Sy hebben recht van jagen enviffenin haer landt; en fijn niet gehouden buyten haer Stadt te trechen, als onder geleyde van een Burgemeefter, en niet verder, als dat ieder ’s avonts t’huys homen han. Den burgeren wordt geen fchatting opge-leght als van haer Overheydt, en geen andere, als die de Raedts-perfoonen felve onderworpen fijn,en tot nut der burgerfchap ftrec-hen. Door ’t gantfche Roomfche Rijch is huil te water en te landt volle vryheydt van laften en fchattingen door veler Keyferen brieven beyeftight. Keyfer Karei de vierde
A 2, heeft
NIMM beeft de fijne, wegens die vryheydt, met het Kloecke aeiihaiigenvan een goude bag vereert. Door-•voorßan- gaens genieten fy noch groote vryheden, en W infonderheydt een vrye vaert langs de Maes. •uile^ien. ft^en gewcldigh vafl: op de vryheydt en voor-rechten haers vaderlandts : en, om ouder te vcrfwijgen, iSltmmegen heeft, by onfer over-grootvaderen geheugen, onder de Graven van Egmondt, voor welche fy dapper-lijck ftreden. Karei van Bourgondien,niet als na een fwaere belegering, in *t jaer duyfent vierhondert drie-en-feftigh ontfangen : na wiens doodt het op de oude trouw, acn de Egmonden gegeven, gefien heeft, en te vergeefs door Keyfer Maximiliaens belegering en Karei van Egmonts liften aengefocht. Als Willem van Gulick, in Egmondts plaets gefielt, by Venlo in ’t jaer duyfent vijf hondert drie-en-veertigh Gelderlant aen Keyfer Karel -Komt on- ovcrliet, foo heeft l^immegen met de andere terKar~el nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fclfdcn Karel tot Hertogh ont- ■ fangen. Daerna, als het fich dickwijls,infon-derheydt door de plackaeten van ’t vangen der burgers, die verdacht van kettery gehouden wierden, bedroefde over het poogen op hare voor-rechten, en men voorts geheele landtfchappen van het fchenden der vryheyt en voor-rechten des Vaderlandts hoorde klagen , foo heeft ’er ß^tmmegen de fijne oock bygevoeght. Daer heeft, in den jare duyfent vijf hondert fcs-en-fefiigh, foo menConne-fiagio gelooven mach, het beeldt-fiormen eerft begin genomen, welck even als een blixem in de felfde dagen de meefie lant-fchappen van Nederlandt doorloopen heeft, ’t Is feker, dat in Oeghfimaend allereerft te Nimmegen de S. Jans Kerck, door den Raedt en Gemeents-mannen, die van de hervormde Godtsdienfi toe-gefiaen en ingeruymt is. Kegeeft Ih ’t jaer duyfent vijf hondert negen-en-fe-fich in ventigh heeft iSlimmegen met fijn Vier-vor-fiendom de Uitrechtfe Unie oft verbondt, van welche de Landtfchappen de naem van Vereenighde landen hebben,ondertehent,en bedongen haer voor-rechten vry en vranch te behouden. In de burgerlijche beroerten Hare heeft Philips, de Stadt in ’t jaer duyfent vijf hondert viif-en-tachtigh gehregen hebben-ae,hun,om haer te vermurwen, de lelve met nieuwe brieven bevefiight. Eyndelijch is in ’t jaer duyfent vijf hondert een-en-negen-tigh de Stadt,onder het beleydt van Maurits van Naflauw , wederom by de andere Ver-eenighden gevoeght, en de volhomenheydt stcrckte. Van haer voorrechten beforght. Buyten de ’ nbsp;nbsp;nbsp;veften is l^immegen met verlcheyde werchen en fierchten, waer meê fy fich van voren en ter lijden befchermen können , voorfien. |
EGEN. Over de Wael in de Betuw heeft fy een Schans, na de krijghs-knodfen der oude Nimmegers Knodlenburgh genoemt, welc-ke, eertijts der Stadt feer lchadelijck, nu, als een fchermplaets der felve, de overvaert over de Wael vry houdt. Aen de rivier gaet men Poorten. uyt door vijf poorten, en even uyt loo veel te landt. Op den oever fijn, behalven de poorten en die toren , welcke aen ’t uyterfie deel der veften op den burgh ftaet, en een fchiet-rondeel foo groot als een toren, noch twee groote ronde fteene bolwercken, een bynac recht tegen de Burgh over,het ander in ’t be-nedenfte deel derStadt,van binnen verwulft, en boven op met aerde gedeckt, en met ge-fchut tot befcherming der rivier voorfien. De Burgh oft het Keylerlijck Palleys wordt palleys gemeenlijck Valck-hof, met een verdurve woort van Wael-hof, als oft men feyde het Hof aen de Wael,oft der Gäulen oft Waelen, genoemt: want het is in twijffel, oft de Gal-hfche Rhijn , foofe Catullus noemt, oft dc Wael van de oude Gäulen , die hier voor de Batavieren ge woont hebben, en nae het bin-nenfte deel van Vranckrijck vertrocken fijn, dan of de Gäulen vandeWael haer naem gekregen hebben, foo men de oude gedenck-teeckenen en nabuurfchappen der letteren G en W in ’t gebruyck van die Talen aen-merckt. Defe Burgh leght feer ruym aen dc Wael op een hooge en fteyle heuvel, alleen aen een kant langs een vlackte aenkomelijk, omringt met hooge muuren en torens van tuf-fteen,behalven dat fy boven op,infondcr-heydt na ’t zuyden, daer fy door de menigh-vuldige veranderlijkheden van regen en fon-nefchijn afgcteert was, in de vorige eeuwen van gebacke fteen vernieuwt is. Zy begrijpt drie groote neder-hoven : heeft twee Kapellen , van welcke de grootfte met twee omgangen van acht ftijlen onderfcheyden is, na de gedaente , foo ick meen, van die tot -Aken en Parijs,onder de naem van Kapel,gefien wordt. In de felve fijn twee oude op-fchriften. Van defe Burgh, infonderheydt van haer middelfte toren , is een uytficht, van welcke veel reyfers verfekeren,datfe noyt elders genoeghlijcker gefien hebben. Hier is een boogh van wonderlijcke groote , en de gantfche Burgh is een feer doorluchtigh gedenck-teecken der eerweerdige oudtheyt, lelfs door de onder-aerdtfche bouwvallige bogen en ftijlen. D’omring der veften is eertijdts kleyner geweeft ; maer voor omtrent twee hondert jaren is de Stadt met een nieuwe muur, wal en graft, oock de voor- i!^etme fteden en Burgh daer in, befloten. Van de oude poorten fijn ’er noch twee oyerigh, de welcke |
EGEN.
Opfchrif-
■ten.
Verhe^ Tjcnheyt.
Beetken.
Putten.
Kèrcken.
Schale.
Andere Godts-htiyfeit.
velcke boven de gedaente van torens, beneden van regen-bogen vertoonen. De buy-tenfte muur is van fteen, feer hoogh en met haer torens voorden, onder welcke eenige achtien voeten dicker als de muur fijn : een doch, welcke om een dubbele kring van muur-fpitfen de naem van kroon heeft, fteeckt boven d’andcren uyt. Naeft aen de felve na ’t ooften in *t opperde gedeelte der Stadt, is de graft geheel fonder water, maer nochtans van een uytter-maten diepte. Ten noorden vertoont de Poort , die men de Heef-poort noemt, defe opfchriften : H i c PES Imperii, dat is, hier de ‘Voet des ^ijcks : H V c VS q^v e ivs Stavriæ, tot hier toe t gebiedt Stavoren : M e-LIOR EST BELLICOSA LiBERTAS qvAM sERViTvs Pacifica, is de jlrijdtbaere vryheydti als vreedfameßaver-graft ^^ae dc vloet toe 's winters een reededer fchepen te fijn; boven de fclve nochtans aen den oever is een feke-rer haven, onlangs met een wal en muur be-floten, toegeruft. Dc Stadt felve rijft met veel heuvelen, en in de felve fijn negen ftra-ten oft plaetfen te tellen, die met de naem van bergh oft heuvel bekent fijn. In t op-perfte der Stadt liet men drie beecken,wijck-plaetfen van geduerige waterloopen uyt verborge bronnen gefproten : doorgaens in de ftraeten fijn gemeene putten gcftelt, van uytnemende diepte, die het op- en af-loo-pen hunner wateren niet aen de Wael, dat te verwonderen is , maer aen de Maes te wijten hebben : uyt de felve wordt met ver-fcheyde gereedtfehappen, elders met de armen, elders met de voeten, het water uytge-put. Hier fijn voor de beroerten veel Kerc-fcen en Geeftelijcke huyfen geweeft : heden fijn er noch tien met toornen onder de gemeene wereken overigh. Devoornaemfte Kerck is verciert met vijf-en-dertigh pilaren, feer treflijck naer de konft,meeft ten ooften, en derhalven by de ervarenfte Bouwmeefters feer geacht. Aen ’t noordt-eyndt is voort de Brief-kamer der felve met yfere floten bewaert. In ’t Koor vertoont het graf van Katarine van Bourbon , Huys-vrouw van Adolf Hertogh van Gelder , in fijn omgang feftien wapen- fchilden, en boven op het beeldt der felve in koper. Het Schole, dicht by defe Kerck, is van buyten verçiert met de beelden der twaelf Apoftelen , Engelen , Kercken-leeraers, en de fchllderyen van ’t laetfte oordeel, en der Thien geboden. Twee Gaft-huyfen fijn hier van oudts,en by de felve twee Wees-huyfen, twee oude Man-nen-huyfen, en twee Siecken-huyfen , van
nieuws toegevoeght. Oock is’er een Godts-huys, en een huys daer de kranek-finnige in gefpijft worden. Het Raedt-huys pronekt R^ethuji:, met eenige wel-gemaeckte beelden derKey-feren , die aen JsUmwegen gunft bewefen hebben. Op ’t felve leeft men twee opfchriften der Romeynen, en in des felfs binnenfte vertreck ftaet een beeldt van een vol-wa-pendt Keyfer. De fwaerden , die men in het ftraffen der mifdadigen gebruyckt, hangen bloot boven der Burgemeefteren hoofden, oock wordt het fwaerdt ( met gaten geteec-kent fijnde) bev^aert, daer de Graven van Egmond en Hoorn by onfer Groot-vaderen geheugen totBruffel meê onthooft fijn. Het wapen der Stadt is een gulden Schildt en Wapen. een twee-koppige fwarte Arent, en op des felfs borft een kleyner hemels-blaeuw Schildt met een guide Leeuw , en boven op is een kroon , van oudts een teecken van’t opper-fte gebiedt, geftelt. De Burgers fijn mee- Der in-ftendeel feer grootmoedigh en ftandtvaftigh '^oonde-in haer oude zeden en gewoonten te onder-houden : want netgens lalmen klaerder ken- ’ teeckenen der oude Batavieren in de zeden bevinden. Tot het recht van haer Burger-fchap fijn fy gewoon fwaerlijck de vreemdelingen , en wel niet als die fy achten tot haer eer te füllen gedyen, toe te keten. En onder haer felven fijn niet weynige in’t han- en hare delen der wapenen, letteren en geleertheydt o^jfenin-beroemt. Sommige fijn tot den koophandel genegen , onder welcke men de Schippers rekent, en de Offeweyers, die in ’t meften van offen, en de Brouwers, die, in’t leveren van goedt bier, by de gebuer-volckcren feer geprefen worden : aen alle welcke de gele-genthcydt en vryheden der plaetfe niet wey-nigh gunftigh fijn. Nochtans fijn fommi-gen, terwijl onfes Vaderlandts grenfen door den geduerigen oorlogh met dc Spanjaer-den , met uyt-loopen, beroerten, rooven en plonderen gequelt wierden, het gemeene lot des landts ontvliedende, buyten ’t landt vaft ter woon geraeckt, en daer in grooter achting geweeft. Hierom trecken vele Edele huys-gefinnen van hier haer oorfprong, en toonen hier de huyfen harer voor-ouders. En mits de Stadt meeftendeel op een verhevener plaets light, en ten weften en noorden allencx verheven wordt, de huyfen met gebacke fteenen opgebouwt en met fchalien gedeckt fijn , foo is het felve feer vermaeck- schoone lij ck voor de oogen van die naer de Stadt ko- gedaente men, meeft uyt de over-gelege Betuw , oft die de Wael op- oft afvaeren. Niet minder‘ is de uytficht der inwoonders, mits men van hier doorgaens dc fpitfen der bygelege dor
pen,
Vrucht-baerheyt der omleggende landouw. N ï M M pen, floten en fteêen fien kan. Ten zuyden i’s de landt-ftreeck ten deel bofchachtigh , ten deel draeght fy nioes,aerd-vruchten, rae-pen, koorn en boomvruchten, gelijck oock het ander gedeelte ten weften. Ten noorden wordt de Stadt door de Wael, een wijde kolek des Rhijns, befpoeit, de welcke boven en beneden haer boefem kromt, en fich van die kant langs de vruchtbare landouw der Betuwe ftreckt, welcke door de graft, waer langs men vanNimmegen naer Arnhem vaert, door-fneden wordt 5 en over de Betuwe fiet men van Nimmegen het ge-berghte en de blaeuwverwige landen der Veluw. Niet wijd van Nimmegen aen de ooftfijde valt het beexken de Meer in de Wael. Hier fijn foo fchoone weylanden, als men naeu ergens vruchtbaerder vinden fal. Ter rechter handt naer Kleef toe ftrec- |
E G E N. ken fich veel hooge heuvelen , en aldacr by Vbbergen veel bron-aderen.Hier fijn bergen, dalen, velden, bolTchen, weyden, en ^^aer-Ïijck een feer genoegelijeke luft-plaets, byna altijdt, behalven als ’cr fneeuw leght, groen j waer door men hier oock ’s winters eenige gedaente der Lente befpeurt : fo dat aen defe kant het landt van Nimmegen voor Italiens ^el'vedere niet hoeft te wij eken 5 en een uyt-landtfch Dichter met recht van Nimmegen fingt: jSliïfateor Latio pramp;lucet in orhe, N/7 ]gt;lAomago Gelria majus habet. Dat is : Italjen roem fichmyiOp Bel-^edeery Het fihoonfle dat het heefi, lt;Maer gun dat Qelderlandt oock diergelijc* ke eer oHen ’t iHieuwe-t^egen geeft. |
KNODSENBVRGH, Door PRINS. MAVRITS, in’t jaer m d lxxxx, gebouwt.
? Erwijl den Grave van vierden : even vel had het werck fnlck een
Manfvelt den tijdt doorbracht, met het belegheren van de Schans Noortdam, by Sevenbergen gelegen , fonden de Heeren Staten Prins Maurits,en denGraef van Hohenlo, met een leger in de Over-Betuwe, in de welcke fy noch in Mey , des jaers duyfent vijf hondert negentich, fijn gekomen ; haer leger voor oft tegen over Nimmegen flaende, alwaer den Heer van Geleyn, gewefen Gouverneur van Nimmegen , door lafi en infirudie van Prins Mau
rits en den Graef van Hohenlo, op den wa-terkant van de Wael , een groote Schans
Schä-KS by î r* I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TV.T*
heert begonnen op te werpen, om Nimmegen met der tijdt daer mede te dwingen, of om den Grave van Manfvelt van Noortdam en uyt Brabant te locken,’t welck oock daer
voortgang, niet tegenfiaende alle bekom-mernifl'en en tegenweer, dat het noch in ’t lefie van de maendt Julii des felven jaers,tot redelijeke hooghte en fierekte geraeckt is.
Defe Schans dus ver gemaeckt zijnde, werdt den naem van JCnoeyenbur^h gegeven, Naem. tot hoon , fpijt, en als een dwinger van de Knodfeiidragers van Nimmegen ; want in oude tijden fijn de Burgers van Nimmegen met dien naem genoemt, om dat fy, in tijdt van oproer en tumultcn,een knodfe op firact brachten, tot befcherming van haervryheyt. De Schans aldus volmaeckt wefende , wiert van alles wel voorfien , foo van amonitie als vivres, voor den tijdt van fes maenden , en voor Commandeur daer in gelevt Kapitevn
Prins Maurits begonnen ,
•vitn Alanß-•velt ge-ßccht -,
Den Grave van Manfvelt verfiaen hebbende dat Prins Maurits over de Wael aen ’t Leyenhuys een Schans bouwde, heeft niet alleen de belegering vanNoortdam,maer de grenfen van Brabant voor die tijt verlaten,en is met fijn gantfche macht tot onder Nimmegen gekomen ; fijn volck wat gerufi of fiil gelegen hebbende, is met groot gewelt op de nieuw begonnen wercKen van de Schans aengevallen ; heeft het volck, dat tot bevryding der arbeyders aldaer lagh, wegh gedreven, en flechte of brack af alle het gene van de Schans gemaeckt was. Hy bleef, tot verfeeckertheydt van de Stadt Nimme-
en van Prins Maurits weer begonnen en vol-nt zeckt.
hebben, omtrent de Maes en in ’t Landt van Kuyck,met ßjn by-hebbende volck, leggen, om op het voornemen van Prins Maurits te letten.
Prins Maurits, fiende hoe nut en voorder-lijck den Heeren Staten defe Schans foude wefen , bleef met zijn leger omtrent Nim-megen leggen, latende, met een groote cou-ragie, fijn voorgenomen werek weer by de handt nemen ; daer mede voortvarende in
Gerard de Jonge , een dapper krijgs-man , met omtrent vijf hondert mannen. Prins Maurits, fiende fijn voornemen aldus gekickt, bleef voorts in de Betuwe, en befette de Wael, van beneden Bommel tot het Tol-huys of Schencken-fchans, met die meening met der tijt Nimmegen, door het geduerigh fchieten uyt Knodlenburgh , te dwingen. Die van Nimmegen, het geftadigh fchieten uyt de Schans niet könnende verdragen,verfochten yverigh aen den Grave van Mans-velt, die noch in ’t landt vanKuyck lagh, om hulp ; want defe Schans begon haer flaeu-hartigh te maken. Defe klachten van Nimmegen quamen oock voor den Prins van Parma, die een goet guarnifoeil in de Stadt wilde fenden ; maer de burgerye fielden fich daer tegen, feggende, liever felver te willen waken en de Stadt bewaren, dan haer van Soldaten te laten overmeefieren : men foude maer de Schans fien te winnen , het welck voor die tijdt niet en wiert befocht :
gen, die geweldigh daer op fchoten, en van den Grave van Manfvelt tot fulcks gefterekt
bleef alfoo de Stadt van guarnifoen, maer niet van fchieten, bevrijt.
De Prins van Panna , op het aenhouden ^an Par-. van die van Nimmegen , oock fiende hoe nia bde-fchadelijck defe Schans de Stadt was, en dat-?^'^' Prins Maurits in OverylTel verre van de hant lagh , heeft in aller haefi een leger van vijf duyfent foldaten envijf-en-twintich hondert ruycers, uyt verfcheyden guarnifoenen by een vergadert ; hem van gefchut, ammunitie en vyvres wel verfien hebbende , quam den dertiende lulfi vijftien hondert een en-
B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;negen-
O
Trins ■^laurits treckt op tot ontßt. Tarmos P eerde- negentigh, feer fchielijck na Nimmegen, maeckte een Schipbrug over de Wael, om in de Betuwe te komen , en belegerde defe Schans. La Motte, Overfte van ’t gefchut, liet uyt negen ftucken twee hondert tach-tich fchoten in een dagh daer op doen : de ruytery braght een menichte van rijs-bofTen aen,om de gracht te vullen,en aen de Breffe, die hy meende dat alree gemaeckt was, te komen j maer alles te vergeefs. Die van binnen weerden haer dapper, doch meeft met fchieten ; waer door veel volck en eenige hooge Officieren bleven,onder welcke Graef Odavius van Manfvelt, Frederick Caraffa Napolitaen, en Achilles Triffino van Vicen-tien, waren. Prins Maurits kreegh by Steenwijek, uyt Knodfenburgh, tijding van den Commandeur Gerard de Jonge, dat de Spaenlchen ’tFort fterek belegert, en, fchoon fy het hard aentaften , noch niets gewonnen hadden. Zijn Excellentie befluyt derwaerts te gaen , om de Schans t’ontfetten, dies trock hy naer Arnhem, floegh daer een fchipbrug over den Rijn , en liet fijn leger daer over in de Betuwe gaen. Hier maeckte hy by nacht een Embufeade of hinderlage van duylént te voet, en vijf hondert paerden : toen het dagh was, fond hy twee vanen ruyters naer ’svyandts leger; maer bleef felf, met den Ridder Veer, by de embufeade. Als de gemelde twee vanen ruyters dicht onder Par-maes leger quamen, om eenige daer van uyt te locken, vielen tien cornetten paerden met groote onverfaechtheyt op hen uyt, en dreven hen te rug : zy weeken daer op naer d’embufcade , alwaer den vyant van alle fij- den foo dapper befprongen wiert, datter feftich op de plaets doot bleven, daer onder veel Adels was,hondert en vijftich gevangen en twee hondert en vijftich paerden verovert. Van des Hertoghs compagnie, door Pedro Francifco Nicelli, overfte Ritmeefter enCapiteyn van fijn lijfwacht, beftiert,wiert de cornette genomen en gevangen ; oock den Ritmeefter Don Alphonfo Davalos, na-tuerlijcke broeder van den Marquis del Gua-fto, met fijn cornet : den Luytenant Comte Decio Manfredi, wiens Ritmeefter Hierony-mo Caraffa was, bleef met fijn cornet oock njolck ßagen. Namen der 'uange Tevel-hehhcrs^ gevangen : de Capiteyn Antonio Paradillia Spaenjaert,wiert gequetft, gevangen,en ftorf t Arnhem. Op d’eene zijde van de cornet des Hertoghs van Parma ftont feer koftelijck geborduurt het beelt Chrifti, met defe woorden : Ilïc fortium fpolia ; dat is, deje fal den roof der fier eken deylen : op d’ander zijde was ’tffieeldt van de H, Maria, met het |
Kindeken in de wiege , en dit gefchrifte : Se m genui a dor o ; dat is, ick aenbid die ick lertheb. Op de cornet van Alphonfo Davalos ftondt het Beelt van S. Jan, wij fende op een Lam. Dus wierden defe tien compa- vangen. Den Hartogh van Parma dees neederlaeg Parma van fijn volck felf van verre uyt het Hof, se-naemt den Valck-hor, in Nimmegen leg-gende, gefien hebbende, beeide hem vafte-lijck in , dat Prins Maurits fich met defe vi-iftorie niet foude laten genoegen; maer trachten met alle middelen op deWael te komen, om de fchipbrug die hy aldaer had te breec-ken j foo heeft hy in aller haeft, den fes-en-twintichften der gemelde maent, fijn leger met het gefchut en bagagie uyt de Betuwe doen brengen : liet tot dien eynde feer be-hendelijck een trenché voordebrugge aen de riviere maken, met noch een Schans daer by, die met volck befet en bewaert wierden; latende, onder befcherming der felve, en het gefchut van de Stadt, fijn bagagie, gefchut , peerde- en voet-volck over de rivier met gemack pafieeren. Die van Knodfen-burg,om Parniaes aftrecken te bekommeren en te quellen, fijn met eenich fcheeps-volck uytgevallen en haer foo op het lijf gekomen, dat fy niet fonder groot verlies wegh konden geraken. Daer quamen des anderen daeghs eenige Oorloghfchepen, maer te fpade, uyt Hollandt, om Parmaes volck meer fchade te doen : doch vertoonden haer die van Knodfenburgh met de fchepen,als oft fy van Ronden aen de Stadt wilden befpringen, doende groot gewelt met fchieten op de felve ; het welck fy oock den eygen dagh, dat Prins Maurits felf in Knodfenburg quam, hervatten ; fonder dat de vyant, ïchoon daer niets dan de Wael tuflehen hen was , een fchoot deê. Is alfoo defe Schans voorts ongemoeyt gebleven, en fy hielden niet alleen de Stadt daer mede geblocqueert, maer de rivier foo onvry,dat naeuwelijcks een Schip daer kon-de op of afvaren. Tot dat noch in’t felve jaer j in de maent van Oólober, Nimmegen niet alleen voorts belegert, maer oock gewonnen werdt ; ’t welck een groote Viólorie was voor de Heeren Staten j want fy niet alleen een Stadt wonnen, maer bevrijden foo veel nabuyren , die geftadigh met fulck een overlaft van Soldaten gequelt waren, dat het byna ongelooflijck was. En is Knodfenburgh van dien tijdt af, nevens de Stadt Nimme- |
/
-ocr page 35-N.
N de derde Raet en or-dening is het Quar-tier, en de HooftRadt Graeflchap van r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^titphen, dat, onder de
tijtel van Provintie oft Lantlèhap vermaert , onder de lèventien ge-telt word j en , by hu-
voor Richters daer af gehouden moeten fijn.
Crenßn.
Oorfprong van de naem.
Seker,hier is niet te verwerpen Goropius Beca-nus, die in fijnHyperboriisen Venetiis ver/èkert, dat al de namen der Reden , die in Ven, oft Veen uytgaen oft dat al de gene, die met defe benaming beginnen, gelijck Venetien, Venlo, Zut-is rijck van volck en lchatten , en niet alleenlijck van gelegenheyt, maer oock door kunR Rerck. De vloetBerckel vloeytdaer deur, en, in d’YRel vloeyende, fnijd de Radt aen twee deelen , die onderling met twee bruggen te famen gevocdit worden j ’t welck oorlaeckis,dat dit deel nochne-den de nieuwe , en’t ander d’oude Radt genoemt word. Dele lèlve vloet doet in de omkring van de Radt oock eenige molens drayet^, en heeft fijn oorlprong in WeRfalen , boven Koesvelt, niet verre van het yXcckBilderbeeck, in de Rcene bergh, Bavenbergh genoemt, uyt de welck een groote menighte van Reenen, die bequaem tot bouwen fijn , gehouwen worden. En dewijl men bevonden heeft , ten deel door ervarentheyt, enten deel by peyling, dat men dele vloet lichtelijck tot de lcheepvaert bequaem kon maken, tot groot gerijf om allerhande waren uyt en in te voeren, lbo is, met believen der Staten van Gelderlant in hun vergadering , in ’t jaer 1630 gehouden j aen d’Overigheyt van Zutphen toegeRaen , foo nut en dienRigh een faeck op hun eyge koRen te bevorderen. Defe Radt leght van Arnhem vier , van Doesburgh anderhalf, en van Nieu-megen lès mijlen. De lucht, loo wel binnen als buyten de veRen, is gelont en aengenaem , en lucht. ’t lant daer rontom heel vruchtbaer, en leer bequaem om offen en koeyen te weyden , en oock om koren te lay en ent’oogRen. De burgers fijn beleeft , en daer onder veel groote en adelijc-ke perlbnen. Soo veel Collégien en vergaderingen , tot godvruchtige dienRen gelchickt, in de welckebeyde mannen cn vrouwen geweeR hebben , wijfen aen dat de Reddingen eertijts groo-telijcks tot de GodsdienR genegen waren. Daer is oock een Sieckhuys , Oude - mannen - huys Weeshuys , enverlcheyde andere Godshuylèn. Buyten de Laerpoort, naer de fijde van WeRfalen , Ront eertijts het klooRer der Minderbroeders van S. Francilcus ordre, Galilea genoemt, ’t welck nu tot aen de gront geRecht is.
In d’oude Stadt is een leer heerlijeke kerek, s.n'aiburgj aen S. Pieter en aen S. Walburgh gewijdt, treffe-lijck en prachtigh, heel oudt van bouwing en maecklèl, in geRalte van een kruys , die , ver-brant lijnde, door Otto , loon van Godlchalck , van de gront af weer gebouwt, en in’t jaer iioy van Burchard , toen BiRchop van Uitrecht, op ’t verfocck van de voorgenoemde Graef, die om fijn londerlinge godvruchtigheyt , vol van de heylige GeeR van de lèlve Biffehop genoemt word , van nieus ter eeren van d’ApoRel Petrus en van de heylige Walburgh gewijd is, gelijck
■ ’tautentijck gelèhrift, in de Radts-regiRers be-
■ waert, aenwijR j in de welck dit tot haer outheyt [ behoort, en londerling t’aenmercken Raet, dat
C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
welijck enverbont aen ' ’t Hertoghdom van Gelderlant gehecht , met d’anderc Quartieren hetGelderïcheVorRendom ‘ uytmaeckt. D’YRel, en Drufus vaert, eertijts ' daer in geleyd, fcheyd geheel dit GraeRchap van de Veluwe. Daer na , in ’t jaer m c c c l v i , wierd die, met toeRemming van de VorR Reynal-àuSi\yy de vilchpoort van de Radt, door’t leyden vaneen nieuwe graft,met afleyding van een graft aen defiiydfijde van deRadt,geopent, om ’tge-welt van de vloet van defe poort, enoockvan de Hooftkerek af te weeren. Dele graft heeft fijn begin van de heuvel, Brunsbergh genoemt, en Rreckt fich uyt tot aen de watergraft, die beneden de Radt vloeyt, daerly fich oockind’Yïèl uyt de moerafichen ontlaR , waer van het, naer fijn kleur , ’i Syvan ycater genoemt word. Dele graft belproeyt ter lèlve plaets het lant van de Radt, en , in een oude graft ontfangen, die met een groote omkeer ’t lant, Marjehgenoemt, omloopt, loR fijn water deur Deventer , Hattem en l4ampen in de Zuyder-zee. De deurgang van defe oude graft, nu als een poel, vertoont fich alleen deur de brugh van Empelen. Dit gedeelte van’t lant van Zutphenword oock door een boute brugh, meer dan drie hondert paRen lang, in’t jaer m d c i v met groote ko Ren van d’Ove-righeyt gemaeckt , aen de Radt gevoeght, die aen d’ooRfijde WeRfalen , aen de noortfijde OveryReRen aen de zuydfijde deRhijn tot grenspalen heeft. Wat het ooRen en noorden aen-gaet, ly word daer van’t lant van de Schout door twee bruggen , Zuyderlo en Warnsfeld afgelbn-dert ; en ter plaets, die naer de Rhijn Rreckt, door Brunsbergh , een bergh, die dus genoemt word, afgefcheyden.
Daer is naeuwelijcks aen te twijficlen oft dele Radt heeft haer naem van de nedergaende beemden , die van d’onlèn Venen genaemt worden, en van ^udt oft ^uydt , als of men feyde, plaets aen de zuyd venen : voornamelijck , dewijl men bevind dat aen denoortfijde by de Radt eenRuck lants leght, ’t welck noch heden ^oorfpbeen genoemt wort. Men kan hier uyt bemercken, hoe verre de gene verdoolt fijn , die achten dat men d’oorlpronck van defe naem van d’Ufipeten halen moet. En Pontus Heuterus, die gewilt heeft dat men Zuetyeen byna Ibete beemd, van de natuur van de gront feggen lou, word klarelijck genoegh van d’andere plaets, daer af alree ver-haelt is , tegengelproken, dewijl ly, naer’t noorden Rreckende, Noért:ygt;een genoemt word : hoewel ondertulfchen waerachtigh is,dat d’Ufipeten omtrent dit geweR by oude tijden aen de Sicam-bren tot geburen hebben vcrRreckt, en ten deel Qeldc^ant,
4.
«
^amen iler -vDawiaernfte ^laetfen in de Stadt Zu^lien.
b . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;poortre
c . Oldt
d. . I^Aef _pooft e . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^o»rtr
h ■ CßroR^t'ttv:K‘ßrcke-i . J^uflaJts k . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zTb ortv
I . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;±oortv
tn . ^ßßr •ddattu Cloojle^ n .
• ^ee,t* ,'Jf£e.tuirihM Cto^-Mvt^iuU G-a^-g_ ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;GafÏhnys r.
t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;U-. Stndi^u-ys
w . '^ynhiiy:s Gfae^tt-y ' (B^rnhq^ oude, ^aetnert'buy^ X . 3^esbuy^
J . C\QÀ.ult;uf^e Gaftiiuy^ nu^vretnde.
z ■ (Br/ie/d^ 3 ■ ,MafcUtr ttutfolet-
. addutr ett''dMrftn.erckt-
6 - T^ -ttuircktr tue SAebmafcktr . ^Adostnofckir 8 , (De.
-ocr page 37-Z U T P n E
Je genoemde BiffclioP in’t voorvcrhaelt gefchi ift ^cEuyght , dat de bclchreven voorrechten van (Je kcrck toen aen liem vertoont wierden, die door d’ouderdom van tijdt van de motten gc-knaeglit waren , eh dat de BifTcliop , dit gehen hebbende, aende Graef, met fijn klercken. en Kanonicken verlbcht heeft, dat men dele be-fehreve voorrechten vernieuwen ïou. Hier uyt blijckt klaerlijck genoegh, hoe verre ly van de waerheyt afdwalen, die Otto van Naflou, d’eerfte van die nacm, Graef van GelderlantenZutphen, de Stichter van dele vergadering maken. Het lîckenlciiapvan ditCollegie was in lbo hoge achting, dat de Graven dickwijls dele ftaet bedient hebben. Men fret in’t midden van de kerek, onder fckere kroon , die van verguld ylèr heel kon-llelijck gemaeckt is , en met vier ketenen aen ’t gewelflèl hangt, (onder de welcke, naer d’ou-de gewoonte, de Kanonicale Lof-langen aen de heylige maeghtplegen gelbngen te worden) twee gedenekgraven , in de liooghte opgebout, daer in, gelijck men feght, Otto vanNalfou en fijn .gemalin begraven fijn. Wijders, men belpeurt uyt d’óplchriften , voor de beyde deuren van de Uren. fèlve kerek ge veil, dat de Toren, die de hoogh-fie van alle is, tot tweemael van de blixem is ge-trolfen , en ih brant geraeckt, naemelijck eerft in ’t jaer 144b, en daer na in’t jaer 1600 j en dat ly federt, in ’t jaer 1635', van de Kerekmeefters, niet min heerlijck dan te voren, en in een beter geftalte weêropgemaeckt wierd. Men fiet in de lèlve kerek een doopvat, konftelijck van koper gemaeckt , ’t welck om de heerlijekheyt van ’t werek , grootheyt, en voortreffelijckheyt van de Ifolfc , d’oogen der voorbygaenders tot fich treckt, en aen fich als gebonden houd , en aen alle menlchen tot groote verwondering llreckt. Aen d oofifijde van defelve kerek is een gemeene Bibliothecck,tamelijck wel met veel en verfchey-de boccken voorfien,en die noch dagelijeks dooide miltdadigheyt der Opfienders en Raetsper-Ibonen aenwaft. Niet verre van hier was eertijts de Stadts Schole , die federt van de Raetnaer’t kloofter der Preeckheeren gebracht is, omtrent in ’t midden van de ftadt gelegen. Hier uyt, als uyt het paert van Troyen, fijn veel mannen gekomen , die door hun kloeck begrijp en geleert-heyt vermaert hebben geweeft , onder de welcke by Trithemius hoogh verheven word feker Qerhardus Zutphamenfis , die door fijn heerlijcke B^^hriften groote achting voor fich verkregen heeft j gelijck oock Iohannes Vorthußus , welcks werek, Phenix genoemt, van vele geprefen word, dewijl daer in de daden, raden, uytgangen, en de hillorien der beyde eeuwen van Karei de Groot, en van Karei de vijfde, beyde de grootlle Key-fers, in goede ordening belchreven fijn. Men vind oock fijn Be/ending lyan d’oude en niew^^e hooge Schole der geleerde lieden van fijn eeuw ( die hy fi)o met malkander vergelijekt, dat hy aenwijll dat’er leer groote gelijckheyt tulfchen beyden
is) aen Keylcr Maximilianus, door de welcke hy aen de lelve Keyler, nieuwelijeks ingehult, dinck bewijft. Thomas de Kempis, eertijts Kanonick van S. Agnete-bergh by Swol, welcks boecken van Chrillus Navolging inlbohooge achting fijn, kent Gerhardus, van de welck ge-
N.
Iproken is, in fijnKronijckvoor Leermeellcr, Henricus Zutphanienfis Bedienaer der Bremers , is oock vermaert by de Gereformeerde Ditmarlèrs door fijn marteling : want na dat hy de Bremers tot reformatie van de Godsdienft , gelijck men dat noemt, overreed had, en , van de Ditmarlèn ontboden , desgelijeks oock by hen pooghde te tloen, wierd hy , uyt haet van fijn tegenftrevers , omtrentin’t jaer 1525, ter doot gebracht. Ia noch onlangs heeft Theodorus Marfilius Zutphanienlïs onder de Profelforcn van Parijs vermaert geweeft.
Maer dit kloofter der Preeckheeren, van’t wélk gelprokenis, wierd geftichtvanAKrg^zrrrlt;^, dochter van Guido , Graef van Vlaenderen , die in ’t jaer 1321 ftorf, nadatly veel jaren lang aen Rey-naldus, d’eerfte van die naem , Graef van Gcl-derlant en Zutphen , gehuwt had geweeft.
Men fiet, onder d’andere gebouweù van de ftadt, oock d’over blij fielen oft eer puynhoopen ven-hef. van lèker Vorftelijck buys , ’t welck over lange tijt de fetel der Graven van Zutphen heeft geweeft , en nu , uyt oorfaeck van de wanftalte, geliecht is j daer van noch heden defe plaets, niet verre van de vilchpoort gelegen, gemeenelijck op des Greyen^hof genoemt word , en met boomen beplant is, en om haer groente in de fomer aen-genaem om t’aenfchouwen is. Niet verre vail' daer ftaet eenhooge toren, die gelijck een pyramide is, en vier fijden heeft,van gebackefteen ge-maeckt,welcke van feker man,die eertijts daerge-woont heeft,in ’t gemeen Drogenaps-toren genoemt word : feker , een heerlijcke verçiering van dc ftadt, van waer men wijt en verre over d’omleg-gende landen fien kan. Dele poort verftreckte eertijts tot een ingang nacr ’t kafteel oft vefting, die door Karei van Egmont gefticht was, toen hy, van de hoop van wettige nakomelingen ver-fteken, de Koning van Vranekrijek tot navolger in de heerlchappy van Gelderlant pooghde re ftellen. Doch hy, bevindende dat degemoe-den der Staten hier toe niet quot;efint waren, wilde eerft de voornaemfte fteden door dele middel dwingen, en daer toe een wegh voor fich banen.
Niet verre van de kerek, van de welcke wy hier Stadthttp. boven gelproken hebben, ftaet het Stadthuys ,• een groot en heerlijck werek j met drie gevels in de liooghte opgetrocken , efven als oft net drie verlcheyde gebouwen waren : in’t uytterftevan de welcke , liet naefte aen de kerek lijnde , de vergadering derGedepureerden en Afgevaerdigh-den van ’t geheele Graeflchap gehouden word. Laet ons oock het Wijnhuys niet vergeten, dat, aen de marekt gelegen, de gedaente van een out gebouw vertoont.
Wat de beftiering van de Gemeente aengaet, die is voornamelijck Ariftocratijck, en beftaet in Burgermeefters en Schepenen tot twaelf in ’t ge- meentt, tal, uyt de welcke twee van d’oudfte , door over-treflïng, met de naem van Burgermeefters en Se-geldragersgeëert worden. Dele alle,volgens hun oude gewoonte en recht, verkielén, londer naer iemant anders te luyfterert , op S. Pieters dagh in de hooftkerek hun amptgenoten , lbo in ’t getal van twaelf iemant gebrack, en nemen , met eendrachtige ftemming van alle , nieuwe medegenoten, die ly nacr hun believen in de plaets der
gene
-ocr page 38-P II E N.
gene Hellen , die niet meer voorhanden fijn. Sy , behouden dele waerdigheyt voor altijdt, 'ten waer dat iemant haer van felf wilde aflefjeren, oft fich onwaerdigh tot lbodanigh een eer maechte, dat fijn amptgenoten oordeelden dat hy uyt fijn Haet geHoten moH worden. Sy deelen by loting, op S. Pieters dagh, felve jaerlijchs hetRechters-ampt onder malhander, ja lbodanigh , dat twee Schepenen , namelijch een oude en jonge, die te famen gevoeght, engewoonelijch voor cen tijt Rechters genoemt worden , alle twee maen-den overHen van ’t Gerecht der Hadt fijn, en in de Raet het ampt van Voorfitter bedienen ; en ooch, als de Haet van de Hadt fulchs lchijnt te vereylfchen, de Raet boven de gewoone ordre mogen vergaderen. Vr)heden. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vryhedcn en ontflaging der laHen aen- gaet, ly heeft de lèlve voorrechten , die eenige' vrye Hadt, van dele lij de der bergen tot aen de zee, geniet. Sy betaelt geen lchatting deur ’t ge-heele lantlchap, en is vry van alle aenlbggingen en Indizien , en is niet gehouden eenige bevelen te gehoorfamen, dan de gene , die fy voor de nootfahelijchheytvan haer gemeente,oft met ge-meene toeHemming der Staten, tot belchermdng j^ecbts-ple- van’t geheele vaderlant, inHelt. Wat de pleyt-ging' fahen aengaet, ly oordeelt die naer d’inlèttin-gen, en naer ’t gewoon recht, Ibnder dat het ge-oorloft is fich van hun vonnis op eenigh ander recht te beroepen ; gelijch ooch de hleyne Heden van ’t felve Graefifchap , en andere Heden daer buyten, die recht aen hun burgers toewij-lèn. Want veel van de felve Heden hebben eer-tijts tot het felve Graeflchap behoort, oft fijn, na lang verloop van tijt , naer’t voorbeelt van de Hadt Zutphen, van dorpen tot gedaenten van Heden opgerecht, en met het lèlve burgerrecht, en, door de goedertierentheyt der VorHen en Graven, met eenige andere voorrechten en vry-lieden, belchonchen ; lbo dat ly, ’t hooft der andere Heden lijnde , die noch onder’t lèlve Graeflchap Haen,en ooch ten opficht van eenige andere plaetlèn, die geHicht fijn om het lèlve recht te volgen , met reden de hooftHadt behoort genoemt te worden. Om welche oorlàech dit door een lange oeffening by d’Overigheden delèr Heden plaets gehregen heeft, dat, foo hen duyHere gedingen , en Iware pleytingen voorvallen , uyt de welche lÿ fich niet honnen redden, ly die tot d’Overigheyt van delè gemeente, als tot een gemeen Hof, met plechtelijch gcbaer, gemeenlijch ter Hoffaert genoemt, fenden , om daer gered en gevonniH te worden : die dan van delè Overig-neyt, naer de rechten der Hadt, gevonniH worden, en, naer d’achtbaerheyt gevonniH, weer te rugh lènd, om eeuwigh vall en bondigh te blijven , en gebruycht in d’uytlpraech van ’t vonnis delè woorden : Indien hier, te weten in delè Hadt, dit voorval gebeurt was, lbo Ibuden wy warelijch de fiiech in dier voegen , gelijch volght, von-nilfen. De beroepingen tot delè Raet van ’t vonnis van Gent,in de Betuwe gelegen, worden ooch derwaerts gevoert : en men bevind dat delè Raet lbo vermaert heeft geweeH, datmen ooch uyt de verHe-gelege geweHen van hier raetple-gingen verfocht heeft. Uyt het welch niet Ibn- Gélderlant, |
der reden acngeweïèn word, dat altijt eenfècr breede Raet, in ’c BurgerJijck Recht, en in de Rechten des vaderlants wel ervaren , over defè ftadt geweeft, en daer van ’t gerucht van Ibo groot cen naem voor fich verkregen heeft. En op dat ly te meer in geleerde mannen en Rechtsgeleerden Ion bloeyen,door weickers Raetly in twijffel-achtige faken fbu können geholpen worden , lbo lijn doorHartogh Arnold vanEgmont de drie in-komften der Kanonyen hier by gevoeght ; doch op dele voorwaerde, datly tot voordeel van geen anderen louden gedyen, dan van de gene, die, lijn vernuft in de Rechten oelfenendc,binnen lè-kere korte tijt verdient had met de lauwer van DoóloratuSjoft vanLicentiatus gekroont te worden , die heden gemeenlijck Doótorale Preben- Dotloralt den genoemt worden. De Hadt heelt noch veel i'rebendeit, andere oude voorrechten , van de welche dit een der voornaemlle is , dat men fich op geen hoo-ger recht beroepen magh ’t welch Hartogh Ar-noldus, van haer recht en lano-e gewoonte door d’Ovcrigheyt genoegh onderwelèn , gelijch hy felf verhaelt, in’t jaer m ccccxxxii heeft vernieut, en aen die van Zutphen bevolen , dat lÿ dit in fijn heerlchappy onverbrehelijch onderhouden louden. Soo dichwiils ooch als men van ßvarc fahen, ... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, Abetneene die de gemeente in t gemeen aengaen, raetsple- ^virgade-gen lal foo worden door d’Overighey t de gene, die men naer de gewoonte, nu in Gelderlant aengenomen , ter vergadering roept, gedaeght; tot welche vergadering ooch d’Afgevaerdighden uyt de mindere Heden met brieven genoodight worden, om ter gefette tijdt en plaets te verlchij-nen. In defe vergadering hebben van alle oude tijden af d’eerHe Schepenen het voorfitten, middelen alle Iahen, doen ’t voorHel,vragen yder fijn gevoelen af; en ’t gene,daer de Hemmen van d’Ede-len en van de HooftHadt toeneygen , word voor vaH en bondigh gehouden : voorts,’t gene dat in delèr voegen befioten is, word door de Secretaris oft Geheymlchrijver van delè Hadt lchriftelijck by d’oude boechen bewacrt. Men vind noch by d’oude geheyme brieven van delè Hadt de belè-gelde gelchriften der Köningen van Denemarc-hen en Noorwegen, verfcheyde en feltfamc gun-Hen begrijpende , door de welche de burgers Handeling van de felve Hadt, die hoopmanfehap plegen, vriendelijch genodight worden , om in hun Ko-ninchrijehen te homen handelen : uyt het welch hlaerlijch blijcht,dat d’inwoonders en burgers van defe Hadt ooch met de hoophandel naer d’uyt-heemfehe lantlchappen beeficli heeft geweeH. Wijders, hier uyt blijcht nochhlarelijcher , dat ly haer ordening en plaets in de AnzeeHeden , onder de vooghdy van de Keullche Krey ts heeft, en van haer tot degemeene vergaderingen geroepen word , na dat ly door brieven , over de welchen te beraetflaen valt, verHaen heeft van welche articulen, die ly van d’eerlijche Raet van Lu-bech ontfangen heeft, men Iprehen fal. En hoewel lÿ, uyt oorfaech der hrijghs-beroerten tegen de Koning van Spanje, eenige jaren lang nagelaten hebben hun Gelanten naer defe vergadering te lénden , lbo hebben lÿ echter , in de tijt van het twaelf-jarigh beHant,hun Gemach- C 2 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tigh- |
Z U T P H E N.
’ tighden , met besondere laft van de ftadt, weer van nieus derwaerts gefonden , daer fy oock voor oen lid van de vergadering erkent wierd, en noch •overal de lèlve vryheden en rechten behout. In dele lelve fladt, daer het Hof van ’t Graef-^■tnde ' fchap is , aen ’t weick de leengoederen van by na Stadt. ’t geheele Lantlchap , door de bant van’t leenrecht , toegelchreven fijn, worden de verlchillcn cn gedingen, die ly Leen-gedingen noemen,naer ’tleen-reclit van Zutphen, gelijck certijts de Sa-lilchc wet by de vreemde volcken geweeft heeft, gevonnift , op lulck een dagh.cn plaets, als daer toe gefielt is, onder d’eyckeboom , bydepuyn-' hoopen van’t oude Graven-hof, van ’t wcIck hiervoor gewagh gcmaeckt is. En onder een lindeboom , niet verre van de eyck in de lèlve plaets ftaende,word recht over de perlbonen en goederen gelproken,die gewoonelijckL^fw^o^^/er^w ge-noemtfijnjvan de welken echter meer in’t gebied van Roermond gehandelt word, daer veel gronden van de felve natuur gevonden worden. In de-fe felve fiadt word oock van de Rechters, uyt de beyde leden verkolen,overfiening van recht,vaii de minder Rechters aen’t oppcrite recht van’t Graeffehap verlbcht,verkregen ; en de handelingen van’t Gerecht,met de vlt;)nnifien,van de welche men geappelleert heeft,moeten binnen de tijt, van ’t fiads-recht gefielt, op verlies van hun recht, aen d’Overigheyt aengegeven worden, die, be-halven de genoemden uyt het Graeffehap, oock uyt het Pro vintiale Hof Gemachtighden tegen fe-kere dagh beroept,die in dit recht onder de Vor-ftelijcke naem oock het ampt van Voorfitter be-dienen. Defe fiadt heeft oock recht van Munt te flaen, volgens d’achtbaerheyt en wet des Key-fers, van’t weick tot getuygen verfirecken foo wel d’oude gefchriften , in de Secretarie bewaert, als de gellagen munt, die noch in veel handen omgaet. Om welcke làeck de Algemeene Staten, oordeelende dat het tot nut van hun Gemeente ftrecken Ibu , dat ’er geen ander munt gellagen wierd, dan in de naem en naer de wet der Provinciën, in ’t jaer m d c iv feker jaergelt, voor d’op-houding van hun muntllaen, aen d’Overigheden toewelèn, ’t weick , gelijck een gewoone laft, in de gemeene rekening gebracht is. |
Men kan geen klaerdcr blijken van d’oudheyt ottthtji, van dele ftadt hebben,dan dat het geheele Graef-Ichap de naem van haer voert,en datly dele tijtel en waerdigheyt heeft gehadt, toen’tHartogdom van Gelder noch niets anders dan een Vooghdy was. Berchemius verhaelt,dat in leer oude tijden, eer Zutphen gefticht, en’t Collegie van Zutphen opgerecht was, de Vorften van Zutphen Graven vanZelhem genoemt wierden, en dat met dele woorden : De Graven van Zutphen wierden in de voorgaende tijden, voor de bouwing van de ftadt, envan’tCollegie van Zutphen, Graven vanZelhemgenoemt ; van de welcke een, Graef Baldericus genoemt,’tkafteelZelhem, tulTchen Niel en Meer van Duffelen boude ,• van welcks afkomft ick lèkere Graven van Zelhem, name-lijck Graef Theodoricus, en fijn broeders, Alar-dus en Gerardus, met hun nakomelingen, foo wel vrouwen als mannen, in lèker oude Kerck van Meer tot hun geheugenis gelchreven heb gefien. Maer de genoemde Graef Baldericus, Graef van Zelhem, deê, na ’t afwerpen van fijn kafteel van Zelhem, met de fteenen daer af het kloofter der Monicken van S. Benedidus oprechten , ’t weick hy met rijeke inkomften verlbrgh-de,ennu de wereltlijckeKanonicken van Zeflica toebehoort. Men heefi dieshaben niet te tyoijffelen dat Duff Ha met Zeflica onder de heerfchappy quot;pan ^t Graef-{chap 'ygt;an Zutphenpeflaen heeft, fchoon nu Duffiia aen ^t Vorflendom Tan Gelderlandj en Zeflica aen^t Hartoch-dom Tan Kleef geToeght is. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;nbsp;' ' ~ |
R N H E M Word van vele Schrijvers in de Latijnfche tael he^m, byna als of men wooning van de Key-ferlijcke Arent feyde, genoemt. la de voor-naemften van deGel-derfche adel, Arnhey- Lib. V Hiftor.’ mers genoemt, vertoonen d’Arent in hun fchildenen wapenen, gelijck oock de ftadt lelve. Byna al de Geleerden ßjn hier in eens .en eenigh, dat de plaets, die van d’ouden, en voornamelijck van Tacitus o^renacum noemt word, dit ons Arnhem is. Dit lijn Tacitus woorden : ~Daer nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;noch Joo ^eel oor- logh overgebleven , àat Qvilü à’onderjlant der benden , vleugels , en legioenen in vier deelen verdeelt, en in groote vlecken gelegert, aengetaji heeft', het tiende legioen i Arenacum, het tweede te quot;ïBatavodurum, en deleters der benden en vleugels te Gr innés, enteVnda. Allewelcke plaetfen , de namen niet geheel verloren hebbende, in ordening geftelt, wy hier füllen by-vocgen,te weten: Arnhem, VVageningen,'R.he-nen, en lAVijck te Uuerfede. Het Reysboeck van Antoninus meld oock van fekere plaets, die daer (^Arenatium genoemt word. Defe plaets leght niet verre van Nimmegen , naer de Rhijnkant : hoewel men oock een vleck vind, niet verre van Nimmegen, tulTchen Buren en Tiel, dat Aricum genoemt word. Daer is oock een dorp en kloofter, dkencum genoemt, niet verre van Arnhem; en daer ßjn vele,die onderfoecken of defe plaets de naem aen de ftadc gegeven heeft, met byvoeging van een A, ’t welck vloet betekent, als of het Arencum was. Maer dit is van al te verre, en mißchien vruchtelooßelijck opgefocht,voor-namelijck, om dat men in d’oude tafelen Re-dinchem , en niet Rencum gefchreven vind. opperhof. heden ’t hooft van de Veluwe, en de fe-tel van de voornaemße Raet van ’t geheel Her-toghdom. Sy is machtigh, heerlijck, fterek, ' en rijck van burgers ; en , uyt oorfaeck van de Rhijn, die by de Sabels-poort aen de veften fpoelt, en door d’omleggende boßchen, fon-teynen^ en beecken heel aengenaem en ver-makelijck, en foo gefont van lucht, dat men niets tot de gefontheyt en tot het vermaeck van deßadtwenfehen kan: foodatfegemeen-lij ck Arnhem degenoeghlijckfie genoemt word; en dit te meer , om het bofch , dat eertijts dicht aen de ßadt was, ’t welck daer na, in’t belegh van Philippus van Ooßenrijek, daer af men in de Hißorien leeß, tot aen de gront afgehouwen is. Daer ßjn oock aenge-name hoven en tuynen der burgers, van de Gelderlandt. |
welcke fy omringt is, en lußige beemden aen d’ooßßjde, in’t gemeen het Arnhemer-’t Arnhc'» broeck genoemt; die in ’t jaer van Chrißus ge-boorte clo ecc lxiv, toen een groot deel van de ßadt door de brant verdelght was, door d’Overigheden aen hun burgers uytge-deelt wielden. De voornaemße vloet,uyt de nagelegcne heuvelen gerefen, en in de voor-ßeden verfcheyde draymolens omdrijvende, vloeyt op het uytterße deel in de ßadt, en, een watermolen in de felve , tot groot gerief der burgers, omdrajen doende, entlaß ßch in de Rhijn. Naer de ßjde van de Veluwe , en ter plaets,daer men naer Maeßricht gaet,buy-ten de ßadt, is een heuvel, van de wclcke ßch een lußige aenfehouwing over de naeße landen van de Betuwe en andere vertoont. Ter felve plaets, naer de noordßjde, heeft defe ßadt de heuvels en dalen van de felve Veluwe, die metboflehen en heyde beplant ßjn, in de welcke met groot vermaeck verfcheyde fqprten van wilde beeßen , die den jagers overal voorkomen , gevangen worden. Ick verfwijgh noch de nabygelege vyver, eertijts met een graft en wal omringt, om de wilde beeßen te bewaren, de VVtltbaen genoemt, daer de Hertogen van Gelderlant ßch in de jaght plegen tc verlußigcn, en nu heel dien-ßigh tot een wandeling voor de burgers is. Aen de zuydßjdc , en over de Rhijn, ver-toonen ßch de fchoone Betuwfche velden, die T leer vruchtbaer van haver, garß,erten,bonen, Bewv. en andere granen ßjn. Defe ßadt heeft vijf poorten , van de welcke de vier van gebacke Poorten. ßeen heel ßerck gemaeckt, en tegen ’t gewelt van buyten gelijck floten gebout ßjn. Degene , die de naem van S. lan heeft, wierd in tjaer m d xxxvii, door’t gebied van Her-togh Karei, die voor de komß van Keyfer Karei de vijfde bevreeß was, met een treßelijck gebouw en ßerckte,opde koßen der burgers, verßerckt : gelijck oock de veßing daer aen, die naer de Rhijnpoort is, het uytßeeckenße werek van de gehecle ßadt, en ’t rondeel, den Gelderfchen toorn genoemt; welcks puyn-hopen en'vervalle broeken men noch leggen ßet, en die van de felve Hertogh in ’t felve jaer gebouwt wierd. Aen de felve Rhijnpoort word defe ßadt meteen houte brugh aen de gemelde Betuwe, die daer tegen over is, ge-voeght. De burgers ßjn heufeh, en beminners der Aertder wetenfehappen , onder de welcke vele van tmrgers. Adelijcke afkomß gevonden worden. Men heeft klare proeven van hun oude heldachtige deught, die hier uyt blijekt, dat de gene uyt defe ßadt gefonden waren, die Wagenin-gen en Sevenaer wonnen, en ’t kaßeel van D nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Niekerc- |
l. , De Greete kerck |
tg , De Dkynfraet |
X. ^''-V^nllurg |
tg . DelKerteflraet |
g , S ians kerck en Cetnanl. |
t6 ■ quot;WWierflraet |
4 . S,Dieters kerck |
tj . Oeverflraet |
ÿ ■ Dreeren,kerck |
t8 . Xetelflraet |
S . S.JAcüIms kerck |
ig . Cenineejlraet |
j . Gaßkuys kerck |
zo ■ tSerckflraet |
8 ■ Drincen. hoj- |
zt. Di f flraet |
g . Stoft lays |
zz- DeZßi^^aft |
tS. De Cancelrÿ |
zg. jJj^ke nuulenftraet |
It, t lief van rfafatt |
Z4 ■ OyJengreeten. Oert |
tz ■ ’t Jùf vote finkelt |
Zg, Oy fen-tsleynenOert |
tg. 'i Vhexen kuys |
zS. S‘^- Calkrfnenflraet |
il'^»
XJ. S. Caßarine, tOuJeg^. x8.s. Ajniet nu. 't G^uys Xg . 't Tßhuys ÿO ..Mittif Jlyitt
. Dfix^eeck
^X ■ tLanJ, vMt ß .^jtrekt
■ ^ranJsße.^Jgt;
2.^ ■ .Den, ôUebeejk
2g ■ .S'^ CLo'en-jieejfi
26 ■ V^ietteken-Jteejh
2J ■ ^entiyksß^ke jä . ^eenu/iyke 2g ..SnlLtnte
g.0 ■ Kneeek^feeÿke
g,e. Zefiers efl ^îara^sfie^l g-x .^eJiter ’^eienituÿl 42 rDe :ifel fleejl
44 rJuMveßee^l
4g ■ Terdens Jl^le
46■ D.-vun. Gÿlensflegle
4J. Riecken,flegle
4amp;. Der VreemJenVleeftnijs
ARNHEM.
Niekercken, door deMaeftrichters belegert, van’t belegh verloften. Ia Hertogh Karei de Stoute, Nuys belegert hebbende, kreegh fijn voornaemfte byftant uyt dele ftadt. Sy be-wefen oock hulp en byftant aen de Harder-wijekers, toen die , in’t jaer m d ui, het grootfte deel van de ftadt en van de burgers door een fchrickelijeke brant verloren hebbende, niet machtigh genoegh waren om de ftadt te befchermen ; daer een tamelijck deel der burgers omtrent geheele twee jaren tot befetting inbleef, tot dat fy, op d’aenkomft van Philips d eerfte, Koning van Spanje, weer t’huys ontboden wierden , om hun vaderlijc-ke ftadt te befchermenj gelijck uytd’oude ge-fchiedeniften klaerlijck blijekt. Defe ftadt leght in ’t midden tuftchen Nim-megen en Duysburgh,en omtrent twee mijlen van yder af. Sy had voor ’t begin van d’oor-logh , die in onfe eeuw foo veel jaren lang ge-duert heeft, een Collegie van Kanonicken gt; ■Gelegen-he^ t der ßadt. ' njan Ka- 'aucj.l iiceiL , ccii lt;gt;uucgie vd.HiVd.Huiueis.engt; lt;n(micken. ’t welck ecttijts van Walgerus, Vorft vanTei-fterbant , in de ftadt Tiel opgerecht, en, gelijck men verhaelt, in’t jaer van Chriftus geboorte m ccc xxviii derwaerts, als in een veyliger placts,gevoert is. Daer was oock in’tzuyderlijcke deel van de ftadt een kloofter der Francifkanen , in welcks kapelle , aen de ooftfijde , ’t hart van Hartogh Karei van Gel-dcrlant begraven is. Aen d’ooftfijde van-de ftadt was oock een kloofter van gewijde Nonnen , die in’t jaer m c c c c i v van de ftadt 't Gaft-buys der Bhodi- Arnhem met defe woning befchoneken wier-den,welcke,allengs tot een heerlijekgebou geworden,eyndelijck weer aen de Stadt gekeert is, vermits hun getal byna geheel verfmolten was. In ’t noorderlijeke deel van de ftadt is oock een wooning voor de Rhodifche broeders, de welcke heel oud is. De kerek daer af, aen S. lan gewijd , vertoont echter een won-- derlijeke outheyt, fchoon fy,in’t jaer m d xxv, Jehebroe- Jqqj. fchtickelijcke brant, die d’een van de torens, en de geheele ftadt vernielde, wan-fchickelijck is gelaten. Sy heeft van outsinde marekten de tol der waren, die uyt deVeluwe Codshny- Parochic-kc rek. naer de ftadt gevoert wierden : ’t welck in ’t jaer m c c x l van Otto , Graef van Gelderlant , afgekocht wierd. Onder de Gods-huyfen, die drie in ’t getal, en een fekere toevlucht der behoeftigen fijn , is oock het oude Gafthuys, met jaerlijckfche inkomften rijeke-lijck verforght, daer de burgers van ftechte ftaet, en die door tegenftant van ’t geval tot armoede gebracht,fijn, met een godvruchtige mildadigheyt onderhouden worden. DitGaft-huys wierd eertijts Gods Sjlant genoemt, gelijck in deHiftorieop fijnplaets verhaelt word. |
Hier is oock een Parochie-kerek , heerlijck gebouwt, met een treftelijeke toren, die uyt-inuntende van gebouw is. Sy was eertijts aen de heylige Martinus, maer is federt het jaer M cccc LUI aen de heylige Eufebius gewijd. In het binnen-vertreck , van uytgefne-den marmer gemaeckt, leght hetlighaem van Hartogh Karei begraven , daer men oock fijn beeltenis tot tweemael toe, feerkonftelijckge-maeckt,aenfchout. Daer is oock een Hofeer- uof. tijts de woning van deVorften van Gelderlant, ’t welck in’t jaer m d lxxxix doorbet buftekruyt, dat men niet wel bewaert had, ten meeftendeel vernielt wierd. Daer waren Klooflen oock eertijts, behalven het kloofter van Re-dinchem, in de voorfteden drie kloofters, in vermakelijeke plaetfen gefticht, en byna alle even verre van de ftadt gelegen. D’eerfte ordre befit het gene , ’t welck aen de heylige Auguftinus ge wijt is, nbsp;nbsp;^ariendale genoemt word. De godvruchtigheyt van dit gebroe-derfchap aen de behoeftigen word boven d’andere verheven. Het ander, Jïdonickshuys genoemt, is van Reinaldus de tweede, Hartogh van Gelderlant,en van fijn gemalin Leo-noor, dochter des Konings van Engelaut, gefticht, en in hooge achting, uyt oorfaeck van de veelheyt der graven van Vorften en Helden, en van ’t ingewant van Hartogh Karei , dat daer begraven is. Dit kloofter was groot, en heerlijck van gebouw, endieshal-ven te verihaerder, om dat Arnoldus, Har- ' togh van Gelderlant, fijn wooning van d’an-deren afgefcheyden hebbende , gemeenlijck daer gewoont heeft. Het derde , Bethania genoemt, was een kloofter voor degecftelijc-ke Nonnen. Men fiet heden van al defe gebouwen niets anders, dan eenige ftucken en broeken van muren en puynhoopen. Men moet oock Oofterbecck niet met fwijgen voor-bygaen , ’t welck heden een flecht dorp is, naeft aen de ftadt gelegen, feer vermaert door de geboorte van Keyfer Henrick de derde, gelijck in de Hiftorie van Gelderlant op ’t jaer M XXVII in fijn plaets gedacht is. lek ver-fwijgh noch de Paftoor van dit dorp, die, Bernoldus genoemt, in ’t voorgenoemde jaer Biftchop van Uitrecht gemaeckt wierd, om dat hy aen de Keyfer boodfehapte dat hem een foon geboren was. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i , De beltiering van de ftadt is dusdanigh. Sy heeft voor cerft een Rechter, die niet alleen-lijck de tijtel van Arnhem, maer oock van de Vel u we aenneemt, en de plaets van Voorfitter bedient, in d’uytvocring, foo wel van de criminele , als civile vonnilfen, gelijck oock in de faken, die tuftchen de vreemdelingen, oft tuftchen de burger en vreemdeling, voor Iaeger baneken voorgedragen en gevonnift worden. Hy word wel van het Vorftendom genoemt , maer echter van de Stadthouder van dat volck, gelijck met de Cancelier, en met dc Raet van Gelderlant verkofen. Ten tweeden, fy |
ARNHEM*
^urge-inee^ße-
■ren.
Schepenen.
fy hebben tweeBurgermeeHers, die jarelijeks, woort Alauda genoemt wierd, fchoon het fe-op devierdagh van Paulus bekeering,met vrye dertoock het Oude en Germanifihe genoemt is. en onbedwonge Hemmen, van de twaelf Sehe- Defe felve Cefar gaf aen dit Legioen een Hadt penen uyt hun getal gekofen worden, fonder eenige tulfchenkomH en bemiddeling van d’overHe, oft van de rechtens* Hun ampt is de voorfitting te hebben,en in alle politijeke,civile , en criminele faken de voorgang te nemen. Ten derden , daer fijn , met de voorgenoem-
tot fijn legering, om dat het in de Roomfche krijghs-tucht wel onderwefen was, en groote vermaertheyt verkregen had.
Voorts, Arenacum oft Arnhem heeft fe- Ver-
dert een vermaerde plaets geweeft, gelijck men hier uyt kan fien , dat men uyt d’oude
----------------,------ ------- „ regifters bevind, dat hetrecht van een Paftoor kers ampt is alle politijeke en civile faken, hoe- in de Parochie-kerek te ftellen, al voor de tijt danigh van natuur fy oock fijn , te bepalen , alle ftrijdigheden neer te leggen, de gemeene rekeningen na te fien ; en al het ander, dat in een Gemeente vereyfcht word, te bevorde
van Karei de Groot aen de Prumienfche Abdy behoort heeft : ’t welde echter van de Graef
Cilde-meeßers.
ren. Indien iemant van hen geftorven is , oft ergens in fijn plicht te buyten gegaen heeft, foo ftellen d’overlevende gewillighlijck een in fijn plaets, volgens de voorrechten, van Otto van Naftbu, Graef van Gelderlant, verkregen. Ten vierden , heeft defe ftadt noch fes Gilde-
van Naftou, dit recht voor fich verkregen hebbende , al overlang aen de ftadt toegelaten wierd. lek verfwijgh noch d’outheyt van ’t gafthuys der Rhodifche broeders,daer af ick gefproken heb. Men fiet in ’t midden van de kerek , naer de zuydfijde , een glafe venfter , ’t welck van d’Abt van Prumen en van Trier
Ceßvoren Ce/neen-te.
meefters, oft Raetslieden, welckers ampt is, volgens ’t bevel der Burgermeellers, foodani-ge dingen te beforgen , die de gelworen burgers aengaen , foo in de politifehe belliering, als in het toellemmcn der fchattingen , die de gemeente in’t gemeen, en de fiadt in’tbefon-der aengaen : en mogen de gemeene goederen vervreemden , oft belaften. Sy hebben oock,
gegeven is. Men fiet voor eerft in ’t gemelde venfter de beeltenis van Pipinus, Koning van Vranekrijek, en Stichter van de Prumienfche Abdy, daer by gefchreven ftaet : Pipinus Pex Prancia Pundator Prumienfis j dat is, Pipl
CUfe venßers»
ni^, Konïng •van Vranekrijek , en Prumienfche Stichter. Daer tegen over liet men de beeltenis van de Keyfer Lotharius, met dit gefchrift daer onder : Lotharius Imperator, KLonachus Prumienfis ; dat is,Kejfèr Lotharius, Prumien--gen van ’t gemeen. Defe worden van de Gil- fche Monick. Hier fijn noch bygevoeght, oft onder aen gefet de wapenen der Vorllen van Manderfcheyt, Lemgou en Baden. Defe ftadt wierd in’tjaer m cc xxx 111, voorna-melijck in de tijt van Otto de derde,Hartogh
neflfens de Schepenen, hun ftem in de rekenin-
demeefters en gilden genoemt en o
van de Burgermeellers en Schepenen verkofen. Eyndelijck , daer fijn oock, benelfens de fes bovengenoemde Gildemeefters, acht-en-veer-
meente genoemt worden : welckers ampt in ’t algemeen is , op ’t verfoeck van d’oudtfte Gildemeefter,in de gemeene lallen,foo van’t lant, als van de ftadt, te bewilligen , en , indien men fich in de burgerlijeke belliering iets te buyten gaet, dat te verbeteren; en kennis van de vervreemdingen oft verpandingen der gemeene goederen te nemen. Maer hun belluytingen worden van de Gildemeefters aen d’Overigheyt gebracht. Hun verkiefing gefchiet op de felve wijfe als die van de Gildemeefters.
Hier ftaet uyt d’outfte aeloutheden dit faen-mereken, dat het tiende Legioen derRomey-men , van ’t welck hier voor iets gerept is, in defe ftadt in befetting heeft geweeft , en dat d’overfte daer af, met vijf eerfte hondertfte mannen, en eenige krijghslieden van Civilis, overlie der Bataviers, daergedoot fijn,’t welck door Tacitus achtbaerheyt blijckt ; welcks woorden wy elders , en hier boven ten deel bygebracht hebben. Cefar verftreckt hier tot een getuygh , dat dit felve Legioen , van het teken der gekamde helmen, met een Gaulifch Qelderlant.
Van Gelderlant, met de felve muur en veilingen , die fy noch heeft, belloten. Sy wierd ledert met foo groote voorrechten befchonc-ken, dat haer burgers deur ’t geheel Hartogh-dom en Graeffchap, en deur geheel Hollant van alle arrellen en bekommeringen vry fou-den fijn j gelijck oock met het voorrecht van hooger beroep,foo wel als d’andere Heden van Gelderlant. In’t jaer m cccc xiiiiwierd fy te Lubeck in de gemeenfehap der Anzee-
eenige eeuwen , op een wonderlijcke wijle geparft en geplaeght : want fy is tot drie malen toe , namelijck in de jaren 15 6'4, 14151, en 14^ Ç , door een geweldise brant ten mee-.. Hendeelverflonden. Sy wierd federt, in’t jaer bjna, M cccc L X X111, aen Karei de Stoute, op 'vernielt. fijn verfoeck, overgegeven, behalven tnegen-tigh duyfent Rhijnfche guldens, en al dege-fchriften van de Hadt, die hy in fijn handen ontfing , en die noch heden ten meeHendeel in ’t kaHeel van Vilvoorden bewaert worden. Sy quam federt, namelijck in ’tjaer M cccc X c 11, weer in de macht van Karei •van Hertosh van Gelderlant. Maer
D X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^hi-
Van Ko-■ning Phi-■ii^s ge. •wonnen ; ning van Span jen , dochters foon van Karei de Stoute, belegerde haer met een lang en fwaer belegh, omtrent het jaer m d v, en , een opening in de veften gemaeckt hebben- demie van Leuven , daer hy lange tijt Pro-de, geraeckte als verwinnet en wreker daer felTor in de Rechten geweeft , en een bocck binnen, en cyfchte een fekere fomme gelts nagelaten heeft van d’oorfprong der Vor-van haer. Doch HertoghKarcl,na verloop van nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- •• • Æzï- negen jaren , met hulp van de ballingen , en van fijn medegenoten,door een wonderlijeke krijghslift by nacht de veften overweldight hebbende, ftiet, eer door geluck,dan door fijn heirkrachten, de Bourgonfche befetting daer uyt,en bracht de ftadt onder fijn heerfchappy, in de welcke fy volftandelijck , tot aen ’t jaer van Chriftus geboorte m d xxxviii, terwijl hy leefde, gebleven is. Sedert deden d’Over-ften d’eed in de naem van Willem, Har- mAer ■rel weer 'ver o -’vert. ehtidt. Hooge Munt. Arnhems goudt. Komt on- togh van Kleef en Gulick. Maer toen eynde-der Key. lijck,door d’onvetwinnelijcke dapperheytvan tot gehoorfaemheyt gebracht waren , wierd oock ten leften de ftadt gedwongen de Bour-gonfehen aen te nemcn,en t’ontfangen. Toen wierd, door ’t bevel van de felveKeyfer, omtrent het jaer m d x lui , de Raetinge-fteltjdie heden de verfchillen van’t Lantfehap naer recht en billijekheyt befiecht. Reynal-dus, d’eerfte der Graven van die naem, ver-kreegh voor defe ftadt, al voor twee hondert jaren en meer, het recht van munt te flaen : in voegen dar federt de handelaers gemeenlijk by Arnhemfche goude ftucken hun waren verkochten ; gelijck uyt de Hiftorien , en voornamelijck uyt de wereken en tijt-regi-fters der Vriefen blijekt. Arnhem heeft oock verfcheyde geleerde |
HEM. mannen vooitgebracht, gelijck onder ande- Geleerde re Fejnier Tengnagel, van groote vermaert- ^(^nnen. heyt j niet alleenlijck door d’afkomft van fijn ouders ; maer oock door fijn leficn in d’Aca-ften van Gelderlant, en van d’erfïenis en ge-fchiedeniflen tot aen Keyfer Karei de vijfde : oock een befchrijving der voornaemfte fte-den en plaetfen , gelijck Valerius Deffelius in fijn Nederlantfche Bibliotheeck verhaelt. nier en Frederick 'uan de Sande, Raetsheeren van ’thooge Hof j van de welcke de laetfte, oock Overfte van de Vorftelijcke fchatkift van Gelderlant, voor weynigh jaren den menfchen ontijdighlijck is ontruckt, dewijl dat hy een keerlij ck werck van ’tLeen-rccht begrepen had j ’t welck van fijn broeder Johannes , Raetsheer van’ ’t hooge Hof in Vrieflant, in ’t licht gebracht is. ffenricus Ac[wïipHy welcks kort begrijp van de Gelderfchc Kronijck in aller handen is, word oock in hooge achting gehouden. lek fivij g van de gene die noch heden in ’t leven fijn, en onder defe Chrißophortt/ FrouwertH een man van hooge achting, en die, behalven andere wereken, feker Poëma van VenantwFortunatuf uytgegcven en verklaert heeft ; dit werek, hoewel onbe-kent, is van groote vrucht, en behoort fon-derling tot de Hiftorie der laetfte tijden. An-felmus de Boot feght, nevens andere , dat ’er by Arnhem oock baftert diamanten gevon-yc^e-lt;//4-den worden , gelijck men in Vranekrijek , Bohemen , Silefien, Engelant en Ongeren |
en hare
belegering,
door
PRINS MAVRITS VAN NASSOV,
Velt-overfte van de legers der vereenighde Staten, amp;c.
In t jaer m d x c v i i.
( t : nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eyjcht. JdAtiitir quot;Van de flACtS. Revoort is door Marten van Röflem in’tjaer i5 57met een wal en praftjdochniet fterck, befloten. De-fe ftadc is van ^ater cn moerafTchen omringt , daer een dijck in gemaeckc is, langs de welcke men naer de poort en (ladt gaet, die oock geen andere , dan defe fmalle wegh, om daer by te komen, heeft. Het felve jaer , dat door ’t overgeven van vele Heden,als Grol, Oldenzeel, Lingen , Oetmarfen , Enfchede en andere, vcrmaert was, voeghde oockBre-voort by de verwonne fteden. Maurits van NafTou begon ter plaets, daer de dijck was en eyndighde , het werck van fijn belegh ; en fijn gefchut geplant hebbende , eyfchte de ftadt op. Dequot;? ftedelingen , die alleenlijck in twee vaendelenbeftonden, antwoorden kloek-moedighlijck , dat fy tot aen hun uytterfle adern de wapenen en ftadt voor Godt cn de Koning bewaren fouden ; op dat de beleggers niet fouden gclooven,dat fy die van Groflou-dcn gelijck worden. Hun vertrouwen ftont voornamelijck in de natuur van de plaets. D’anderc fteden waren met krijghswerckcn gewonnen ; maer rontom Brevoort was geen bequaem lant om wercken te maken. De gene, die voor’t belegh degelegenheyt van de plaets hadden gekenc , waenden dar men ’t water uyt de graft kon afleyden , om dat fy fagen dat het door een dam opgehouden wierd. Maer fy waren in hun waen bedrogen, om dat het lant van felf meer water opgaf, dan men aftappen kon, voornamelij ck in de hcrf ft. Daer by, de regen, op het vlacke velt vallende , wierp defe hoop om verre. Prins Maurits wierd echter niet wanhopigh , maer deê het water met rijs, hout en aerde , dié van de krijghslieden in facken aengedragen wierd, dempen. Hy fteldetoen fijnfchanskorven,die, uyt gebrcck van aerde, met rijs gevult waren. Gelderlarit. |
Defe , hoewel onbequaem om ’t gewelt der fware koegels tegen te ftaen, gaven echtereen fchijn van fich, en , geftelt om de vyanden te bedriegen, deden foo groot voordeel, dat de dijck vijf hondert fchreden in de langte ge-vordert wierd, daer d’aerde tot een heuvel oprees , foo na aen de ftadt, dat men met koegels daer in fchieten kon. De matrofen fcho- Groete ten niet min vaerdighlijck, dan of fy wel be-fchut hadden geweeft. De wagenaers betoon-den gelijeke, ick fal eer roekeloofheyt, dan ftouthartigheyt feggen, in ’t aenvoeren van ’t rijs 5 hoewel niet weynigh van hen fneuvel-den. Na dat men al ’t gefchut tot drie malen toe geloft had, wierden de belegerden tot overgeving genoodight, maer vergeefs, ’t Gene, dat hun moet vermeerde , was dat, als de wal en tegenweer afgeworpen was, de graft tot een veiling verftrecken fou. Voorts, fy hadden weynigh hulp daer af te verwachten: want Maurits had biesbruggen , die op ’t water drijven , en bequaem fijn om fware laft te dragen ; ’twelck aen de ftedelingcnonbekent was. Men befchoot dan de ftadt met grof ge-fchut van twee plaetfen , aen d’ooftlijde uyt te». het quartier van de Graef van Solms, naer de halve maen , daer gemaeckt om de poort van de ftadt te befchermen ; en aen de zuydfijde het rondeel van de ftadt, dat van fteen , en naer d’oude wijfe in ’t ronde gemaeckt was. Toen de tijdt van ’t gedurigh fchieten der beleggers geeyndight was, deê het Régiment der Schotten een ftorm op het voorwerek, en Bupe-veroverde dat. Anderhalf uur daer na deê Bre-deroos Regiment een ftorm op de halve maen, die aen de weftfijde voor de ftadtspoort ge-maekt was. De belegerde fchoten dapper met canon en musketten, en wierpen met fteenen; en hoewel vele door het gefchut, onder welcks befcherming de beleggers de beyde wercken gewonnen hadden,weghgeruckt wierden,foo weken fy echter niet van de wal, en quetften vele van de beftormers. Daer was noch een eenigc fwarigheytovcr,namelijck de brugh op E nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;een |
f^nnjer-ffàeght-hc^t der ma-trofe».
Belegerden Wille ßeh Overgeven ;
■gt;^'{aer te iß’^^de.
\
een be'quame plaets van de graft over te werpen,’fvclck echter in een fware plaets gefchie-de , om dat deStatifehen geen befchutting tegen de koegels en ’t gefchut der belegerden hadden. Doch de matrofen, een onverfaeght volck, bedreven toen een treffelijcke daer. Want fy, door de gehengenis van ’t gefchuw-de gevaer aengefteken 3 vlieden uyt him eyge wil naer de wal, en begonnen aen de gront daer af te graven , met (00 sroot een nioedt, dat fy de koegels van ’t grorgefchut, die fonder ophouden vlogen , ( want de belegerden fchoten noch gefladighlijckvan dewalj verachten, fchoon fy t’elckens de hunnen by hen fagen neervallen. De belegerden , eyndelijck in hun hardneckigheyt verwonnen , gaven door een trommcluager cen teken van dat fy tot gefpreck begeerden te komen. Maer de tamboer, naeuwelijcks fijn hooft boven de wal opheffende, wierd van een koegel getroffen en neêrgevelt. Geen woorden , en geen bevelen waren machtigh. Sy waren alle van een brandende yver verheert3 yder had het' op defe veiling gemunt : want Brevoort alleen had meer krijghslieden gekoft, dan al d’andere fteden te famen. Maurits felf, hoewel hy de ftadt liever by o verge ving, dan met d’uytterfte ondergang der burgers, wilde veroveren , kon de gene , die fich in de ftrijc ftorten , niet van foo groot een yver weêr-roepen. De belegerden in tegendeel, deden alle vlijt om de gramfehap der beleggers te
O O R T.
fchuwen. Sy ftaken de hoeden op dc fpiet-fen 3 ’t welck een teken van vrede is. Vele van de vrouwen , op de heuvel geklommen 3 heelden fich fclven ten toon, om, door de vertoo-ning van dit fwack geflacht,de vergramde ge-moeden tot deernis te bewegen. Macr alles vergeefs. De matrofen beklommen het ftee-ne bolwerck. 'De ftedclingen3 van fchrick en vrees getroffen , konden geen rechte gilling maken, en, meenende dat het geheele heir in-barften quam , vloden fonder ordening naer ’t kafteel. De ftadt wierd uytgeplondertjen men ingeno-vond daer een rijeke roof, die van dc lieden, die in ’t lantdaer rontom woonden,derwaerts, als in een veylige plaets, gevoert was. Men kreegh daer oock een groot getal van gevan-. genen. Prins Maurits, fonder vertoeven deur de vervalle wallen ingekomen,deê, foo veel als hem mogelijck was, gebieden dat men nie-mant dooden fou. Hy beval voor eerft, dat De Prins men de granaten en vuurballen , in de ftadt geworpen, en van de vyant, haeftelij ck vluch- nbsp;nbsp;’
tende, verfuymt, dempen fou. Hy gebood oock dat men ’t kafteel aen hem fou overgeven. De verwonnelingen konden geen voor-waerden voor hun leven , oft iets anders bedingen j maer mollen fich op genade en ongenade overgeven. Aen yder wierd het leven vergunt j en ’t geit, dat men hen deê betalen, wierd aen de gewonde krijghskncchten gegeven.
en hare
belegering in ’t jaer m d c x x v i i ,
Uit de hiftorie van H V G O |
G R O TIV S getrocken. |
ren, die fich tegen ’t Huys van OoRenrijck Relden , op dat Tilly en WalReyn te minder werek tegen de Koning van Denemarcken louden vinden. ’t Gene, ’t welck hen oock belette grooter dingen aen te vangen,was dat rFIeremijt,van de Bewinthebbers der WeR-indifohe Compagnie grenfen af lagb j en dat, als hy de heirkraebten uytgefonden , en door fijn macht meer aan een van de Staet verre wegh gevoert had, de Spaen-zee infchrikhoudende,d’inkomRvandeSpaen- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..... ‘ fchenuyt America,het grootRe voedfel der oorlogen , niet gerooft en weghgenomen, maer belet en opgehouden had. De gene, aen de welche de vereenigde volcken vanNederlant bevolen waren,hadden niet een fin. Yder lagh op fijn eyge voordeel; welcke gewoonte fomtijtsal te veel plaets in de vryheyt ingenomen heeft ; en dit voorgaende jaer heeft, meer dan eenigb ander , de gebreken daer af getoont : vermits d’Over-YRelfche volcken het heir naer hun lan- Verfcheyde gevoelens onder de Stdten, Et jaer , ’t welck by de ChriRenen voor het lèRien-bondert lèven-en-twintighRe gere-kent word , was alree lèernae aen de lomer gekomen,fonder dat de Spaenfohen noch iets tegen de Hollanders voorgenomen hadden, vermits fy fich vernoegbden met de lchatkiR, die door het koReliick belegh van Breda uytge-put was,weer door de ruR te verquicken,en eeni-ge benden op de grcnlèn van Duytslant te vertonnen , om de fobrick in de gene te vermeerde-den, en de Zeelanders dat naer HulR pooghden te trecken,uyt oorlaeck van de nieuwe en Iwacke macht van Frederick Henrick, Prins van Oranje , die fijn broeder Mauritius in ’tStadthouder-Ichap gevolgtwas : in voegen dat door defo ver-fohillen de linnen in de war geraeckten, en de gelegentbeyt van iets te doen voorbyging. De Hollanders en Zeelanders , volcken aen de zee gelegen, waren van meyning dat men’t geit, ’t welck gereet was, en dat men op IntereR opnemen kon, tot befcherming van de zee, die warelijck nieuwe onderRant vereylchte , moeR be-Reden, vermits de tollen , daer mee defo laRen voornamelijck onderReunt wierden, ophielden. Want de Spaenfohen hadden onlangs de licen-tengeRoten,en d’onderlinge vervoering der waren van d’een en d’ander fijde afgebroken en verboden,die in de voorcraende oorloo; van d’een fijde om ’t gemeene nut, en aen d’andere fijde Gelder landt. |
om de noot der beßndere lieden geleden wierd. Maer d’Over-YiTellchen Remden dat mcn’t gene, ’t welek men in ’t voorgaende jaer,na dat Olden-feel van lij n wallen ontbloot was, te voorlchij n had gebraeht,weer raoll hervatten,en Wefel, Lingen en Grol veroverenden ly boden uyt hun eige beurs voor lèkere tijdt aeht duylènt krijghslieden t’on-derhouden , om een grooter heir op de been te brengen, en de belèttingen vol te maken. Prins Fredrick Henrick felf, niet min O ver Re van de zee, als van ’t heir te lant, Remde met de gene, ce» raedt,e» die tot voorRant van de zee Ipraken ; en^ficli een voorfichtigh Krijgs-overRe betoonen willende, * liet niet af van degevarelijekheden te vertonen, om hen niet tot belchuldigers van ’t gene te hebben, dat daer tegen overvallen mogbt. Hy vertoonde dan dat ïietbelegh van Welèl veel krijgslieden behoefde, niet alleenlijckom de toegangen te lant, maer oock om d’overkomR van de Rhijn te bewaren : dat Lingen verre van de leben vaerdighlijck andere aenflagen, die van grooter belang waren,moghren aenvangen : dac Grol fteickvan krijghsvolck,,veden en gelehnt, en ’t welek noeh bet voornaemde Icheen, vijf uren weegs van de rivieren was ; en dat dieshal-ven de Spanjaert bequame middel Ion hebben , om de toevoer af telnijden,oft tot een veltllagh te dwingen, welcks aengangforgelijck, en wey-geringlchandelijckfou fijn, en voor ’t aenRaen-de de moedt en ’t vertrouwen der vyanden vermeerderen. De berading over ’t belegh van Grol kreegh toen d’overhant in defo dingen, die, ge-lijck men voorlagh , warelijck twijRelachtigh, maer in d’uytgang heerlijck waren. De Prins bc-hartighde dit befluytmet foo groote wackerheyt en naerRigheyt, als of hy niet anders geraden had. Men fond dieshalven d’acht duylènt mannen uyt, daer af wy gelj^roken hebben , die tot de bewaring der grenlen gefohickt waren, en toe te Ren dat de Spaenlche benden , die tot aen Keyfers waert,en in ’t gebied van ’t Bergfohe lant gekomen waren,nietnaerNederlant louden trecken. Het heir folf kreeg laR, de ruyters te 't Leg^y lant, en de voetknechten te foheep, om te min-der onkoRen te maken, ter plaets te vergaderen, daer de Rhijn, in de graft, die fijn naem voert, en in de Wael gedeelt,een eylant maeckt,’t welck van d’oudcn Batavia genoemt wierd : doch defo naem Rrecktefich eertijts uyt tot aen de zee, en is nu alleenlijck in ’t opperdeel gebleven , F nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t welek |
Krtjghs-ltft n/M der State» ^eltbeer, ’t welck onder Gelderlantbehoort,en de Betuwe genoemt word. Maer gelijck de wegh te water Ipaerlaem in ’t geit is,loo is ly oock d’onlèecker-heyt der winden onderworpen,’t welck hen toen fodanigh in hun hoop bedroogh, dat het krijgs-volck byna tien dagen ^ader, dan men gegilt had, ter belcheyde plaets quamen : in welcke rijdt (vermits ’cr geen gebreck van Ibdanige boden is) de vyant lichtelijck een groot heir kan uytbrcngen, om Ibnder twijffel de voornemens der Hollanders te breken. Maer de Spaenlchen hadden ( ’t welck een gemeen gebreck onder hen was) niet genoech verlbrght dat ’er geit, en •al ’t gene, ’t welck noodig is om een heir te doen optrecken,vaerdig was : ly hadden oock niet gelooft dat de Staten loo groote moed en krachten louden hebben, om een plaets, lbo verre van de rivieren gelegen, en lbo vaft van wallen , als Grol is, aen te tallen, ’t Gene, ’t welck groote-lijcks tot hun behulp llreckte , was de lift van de Naftbulche Vorft,die op de grenlên van Gulick, eertijts onder Vranekrijek behoorende, om dat deRhijn aenDuytslant tot een grens-pael ver-ftreckte, een bende van krijghsvolck gelbnden had, om de wegen naer de ftadt Goch te Hechten , even als of hy ’t op de Vaert gemunt had , die op ’t eynde van de voorgaende herfft van de Spanjaerden tuflehen Venlo en Rhijnberck begonnen, maer noch niet volmaeckt was, en met vier-en-twintigh reduyten belet wierd gehouden : {befie de befchrijygt;ing “Van dit -^erck in onß Atlas.) Terwijl de vyanden met dele bekommering opgehouden wierden, verdeelde de Prins het voet- Sijn voetvolck beftont in hondert en acht vaen-delen, behalven noch andere fèftigh. Hy deelde de ruyterbenden , in vijf-en-vijftigh kornetten beftaende, in twee delen,en beval aen hen voort te trecken, onder ’t beleyt van Thomas van Stakenbroeck, die door gerechtige trappen en verdienften tot de tweede trap in de ruytery. opgeklommen was, vermits de Prins het opper-He ampt over de felve, ’t welck hy eertijts onder hjn broeder verdient had , noch voor fich behield. Daer waren vijf-en-lèventigh ftucken ge-Ichuts, ’t een grooter dan ’t ander, en omtrent duylènt wagenen,die dit gelehnt, het buHekruy t, ende koegels, gelijck oock de fchuyten , om over de rivieren te komen, de biesbruggen, de lijftocht, en al ’t gene voerden, ’t Welck niet alleenlij ck in d’oude eeuwen, maer oock in onlè eeuw gevonden is, om krijghsgebouwen te maken , te beftormen, of te verdedigen. De Gemachtigden uyt de vergadering der vereenigde Staten verleiden de Prins met hun raet en acht-baerheyt. Sy, uyt Emmerick getreden, en een wcynighin’tveltIbllijnde, deden eengebodt afkondigen, tot onderhouding van de krijghs-tucht,envan ’tgene,dat tot degelontheyt dien-ftigh is, en op dat de krijgslieden niet onder malkander van twiften tot ftrijden louden vervallen : welcke gewoonte, uyt de hitte van de Franlche edel dom gelproten,tot al d’andere volcken over-gevloeytis. ’tGene,datvoorfichtelijckgeboden was, wierd llricktelijck onderhouden , door de iiaerlbgheyt van Smelling, die Overfte van e» 't getal ’ltan hare benden. 't Geßhttt en andere behoeften^ tftcht. |
’t krijghs-rccht was. Op de derde dagh,te weten op de twintighfte van Iulius, kregen ly Grol in ’t gelicht, toen de ruytery, voor uytgetrockcn , by nacht, onder ’t beleyt van Herman Otto, Graef van Styrum, de wegen, naer de ftadt ftrec-kende , ingenomen had : welck deel van ’tlant-lchap van Zutphen {yeelcks befchrijying in onß Se/èbij» Atlas 'vertconen) naer Duytslant ftrcckt, en fich wijd over de velden van Vreden verlpreyd, in de nbsp;nbsp;' welcke Grol gelegen is. D’oude naem van de ftadt is Groenlo, ’t welck groen bofch betekent. Maer gelijck het lang verloop van jaren de ge-daente van de plaets verandert heeft, lbo heeft ly oock de lanekheyt van de naem ingekort, ’t welck heel gemeen by de Duytlchen is. In de Ibmer van’t jaer 1797 quam Prins Maurits, met ranTrim een heir van tien duylènt mannen,dele ftadt aen-taften : maer hy, verftaende dat Mondragon op hemaenquam, wilde liever van fijn begönne werek afftaen, dan ’t geval van de ftrij t verlbec-ken, lchoon Mondragon niet boven de lös duy-lènt voetknechten , en ruym duyfent ruyters fterek was. Twee jaren daer na , bracht Prins Maurits defe ftadt, en veel andere, over de Rhijn gelegen,in’t gebiedt van de Staten,terwijl Parma , en de heirkrachten van des Konings fijdc met Vranekrijek de handen vol werek hadden. In ’tjaer mdc vi, in welcke tijdt de legers der Spaenlèhen fterek, en tot een groote hoop vergadert waren , vefte de Marckgraef Spinola (toen hy vergeefs gepooght had, ten deel door Buquoy, en ten deel lelf, de rivieren op verlchey-de plaetlèn over te trecken) eyndelijck hier fijn heir ,• en, volgens fijn gewoonte, de tijdt meer, dan fijn Ibldaten, achtende , als of in ’t verlies van ’t krijghsvolck de fchade kleyn, en in ’t verlies van de tijdt de lchade onvergoedelijck was , haeftefich tot de naderniiren,en,alles in lchrick gebracht hebbende, geliet fich fodanigh, als of hy de ftadt ftormender-hant wilde veroveren. DoorSph . Daer na dwong hy,met dreygende woorden,de- »oiaver^ fe veiling tot overgeven, eer de dagh quam, in de welck Maurits beftoten had de ftadt t’ontlèt-ten. Maer toen dele Iware pogingen der Spaen-Iche benden gebreck van geit veroorlaeckt hadden,daer uyt een Iware beroerte onder ’t krijgs-volck rees, lbo deê Prins Maurits, de gelegent-hcyt by ’thair vattende, en hoewel de herfft al-reê voorhanden was, een poging op dele ftadt, om haer metbelegh weer te veroveren j gelijck hy oock gedaen Ibu hebben, lbo Spinola niet vaerdighlijck hier op aengekomen was, wel met een heir, dat veel Iwacker, en heel in wanorde-ning was, maer met voornemen van de ftrijdt te, wagen j vermits liy will dat Maurits d’onlèkere uytgang daer af hardneckigh lchuwde, eer dat hy dieshalven alles t’onbelchroomdelijcker in gevaer ftelde. Hier op volgde ’t beftant,volgens ’t welck lbo wel d’andere veroveringen in d’oor-logh, als Grol,by de lelie beletters gelaten wier-den,waer uyt Prins Fredrick Henrick eer en achting voor fijn nieuwe heerlchappy Ibcht. Defe Gelegp** ftadt is in de vlackte gelegen, en om dat ly op de grenlèn van Duytslant leght,lb heeft men al overlang,namelijck onder de heerlchappy van Karei van Ooftenrijck, de vijfde van dele naem onder de |
Sterckte,
’t B E L E G H VAN GROL.
de KeyïêrSjhaer beginnen te vcrftercken. Deïè Keylèr bracht oock degelieele heerfchappy der ITitrechtfclie Biirchoppen,en Gelderlant, dat hy gekocht had , aen fich felf, en aenfijn nakomelingen. Maer de handel van de langdurige oor-loghjde meefter van fbodanige dingen, had dele wercken , en de konll lelve van te verftercken vermeerdert en volmaeckt ; en de Spaenlchen hebben in’tBeftant een Ibnderlingenaerftigheyt betoont in delèplaets, en ’s Hertogenbolch, en inVlaenderen Damme en Huift te beveftigen. Sy heeft breede en hooge wallen , met vijf bol-wercken,oft rondeelen,die een Icherpe uytficht, gelijck nu de gewoonte is, vertoonen, onder de weicke Ibo veel tuftchen-ruymten recht als een ftreeck fijnde, aen dehoecken met de rondeelen gevoeght worden : in voegen dat van alle kanten de fijden der beftormers voor de Icheut van ’tgrof gelchut open ftaen. Aen de voet van de veften is noch een andere dijck , die lager is, en rontom loopt , en gemeenlijck faulfebraye ge-noemt word, en tot een groot befchutlèl van de ftadt ftreckt. Daer na volght de graft, die vol water is, dat uyt het rivierken de Slinge vloeyt,
dere, wierd bevolen aen Willem van Nalfou , Heer van de Leek , en Lieutenant Admirael * van de Hollantlche lchepen, onder de Prins, fijn oom: want Maurits had hem by een edele vroü, maer echter buyten’t huwelijck geteelt. De Prins, met fijn voornemen voortgaen willen-de, en om alle verhindering te weeren, beval aen forgh, de Kolonel Pinien , met feven-en-dertigh vaen-delen toelicht over de boven-landen, tulfchen
die voorby de ftadt loopt. Daer is boven dit noch een bedeckte wegh,daer de loldaten können achter leggen lchieten , die door de dijck lèlve vey-ligh is,en van buyten allengs afgaet, en loo recht te pas van hooghte,dat dekoegels,van de wallen gelchotcn,daer over vliegenden dat in tegendeel de gene , die van de vyanden uyt de vlackte ge-Ichoten worden,daer over gaen,lbnder de veften te treffen. Defe ftadt heeft drie poorten, die naer Brevoort, Zutphen, en Deventer ftrecken. Het opperfte gebied over de ftadt en over de beletting was by Mattheus Dulcken , een oudt krijghsman, en van bekende dapperheyt, en niet minlchrandervanvernuft,diein’tjaer mdcii het kafteel vanWachtendonekmet lift en gewelt aentafte : want hy, met dertien krijgsknechten, die hy hier toe verkolen had , in een ftroolchuyt verborgen , geraeckte binnen, en doode al de gene , die hem tegen quamen , tot dat hy het ’t Getal van kafteel in fijn gewelt kreegh. Wat de befetting aengaet, ly beftont in twee duyfent mannen , behalven degene , die van deftedelingen , terwijl het belegh duurde, in foldy aengenomen wierden ; en in lèftien ftucken gelchuts, om de beftormers te wederftaen : oock was fy van al-
Poarten.
Couver» nettr.
‘t gftarni'“
^egtn VAn ’t btlegh.
lerley voorraet genoegh voorfien.
D’eerfte vyantlchap , die aen de ftedelingen verfcheen, de weicke naeuwelijckshier op dachten , waren twee Regementen van Hollanders, tegen de weicke Verreycken terftont met fijn ruytery uytviel, endeftrijt begon. Maerhy, fiende dat de vyanden onderftant kregen , koos d’aftocht en weeck,na dat hy fijn medehelper Ian de Waert, een kloeck krijghsman, verloren had. De Prins vond geraden fijn leger in drie Quartieren te verdeden. ’t Quartier naer d’ooftfijde
wierd aen Graef Ernft van Nalfou , Gouverneur vanVrieflant en Groningen,gegeven,by de welck de Duytlchen en Schotten gevoeght wierden. De Prins le If nam,met het grootfte deel van’t hei r ,fij n plaets op een verheve heuvel, tulTchcn ’t zuyden . ^en weften. ’t Laetfte Quartier,kleynder dan d’an-GeUtrlant.
de Rhijn en de Macs, te houden. Varick, oock een Kolonel , wierd , met groote heyrkrachten, naer’t eylant Voornc, in de Maes gelegen, en naer de landen daer beneden, gclonden, met bevel van hun benden te famen te vervoegen , indien de vyant eenigh belegli op Emmerick, Rees , de Graef, Ravefteyn , Gennep , oft eeni-ge andere ftadt aenving. Wijders, men ver-lórghde de grensplaetfen wel met beletting , en dat eenige uyt de voornaemfte van Zutphen, en andere van Deventer bevorderen louden , dat al ’t gene, ’t welck tot een belegh dienftigh was, aengevoert wierd. In de volgende dagh, na dat men voor de ftadt gekomen was, begon men het leger te befchanlfen ; in ’t welck de Kolonel-len en Krijghs-overften fich niet ontfagen de Ipa in de hant te nemen , om te vaerdiger van de krijghsknecht gevolght te worden. Ia de were- Kerßerc-ken wierden in die dagh loo verre gebracht, dat hng-vM fy tot tegenweer bequaem waren, en federt meer en meer verlwaert, en tot fulck een geftalte ge-maeckt, dat ’er nooit een leger trelfelijcker had geweeft, ja oock niet onder Maurits lèlf, die al ’t gene , ’t welck hy ooyt had geleien oft gehen, in ’tgebruyck gebracht had. Toen de wercken opgemaeckt waren , begon men verlcheyde Schanlfen op te werpen, om de toegangen der vyanden te beletten : een achter ’t Qipartier van de Prins, daer d’aerde tot een heuvel oprees j lè-ker , een bequame plaets voor de vyant, die , indien hy ’t geweten had , daer af groote lchade aen ’t leger gedaen kon hebben : en twee anderen tulfchen dele en ’t Quartier van Gracf Ernft.
Van hier , tot aen de plaets, die aen Willem van Nalfou toegewefen was, waren drie andere Schanlfen , byna vierkant, en met vier rondeelen verfterekt. D’afbeelding van de voornaemfte le-ger-wereken fal terftont op d’ander fijde volgen. Behalven dele waren’er noch meer ronduyten , tot belchutting der krijghslieden , op de weicke oock gefchut geleght was. De Schanlfen en ronduyten hadden oock hun graften , en de graften waren met palen belet. De wal, die met een eenparige voortgang al dele wercken aen malkander bond, was byna ront van geftalte. Terwijl men fich tegen ’t gewelt der vyanden van buyten ver-fterekte , lieten echter de gene , die in dusdanige dingen ervaren fijn, niet af van’t velt t’ont-decken, en bequame plaetlèn tot het maken van de loopgraven en nadernilfen te kielen , om in Approche» deler voegen beft het gelchut der ftedelingen te oftnader-» lchuwen, ende ftadt te veyliger aen te taften. Men verordineerde een nadernis uyt het quartier van Graef Ernft, en twee uyt dat van de
I Prins , in de weicke aen de rechte fijde d’Engel-! lchen,en aen de flineke fijde deFranlchen arbey-. den 5 over weicke nadernilfen van den Bolch en
F 2 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Par-
o o9 o 9
..oO»
89 quot;On......
...08
ftO 08
„ ft n lt;• »fto.'“''’
po9 »quot;......BB'
' ® 8 0(1.....
lt;19. ,.0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;98
a 3 9 »a ..... ,9(13 11 3 an ,.,, .. 9...... oa ,..,na......
.....(10 38 0 ........30 nbsp;... ,
lt;19.....,.0
8.........00 919,.
£.1
..dj .-.■„..„
08 —'quot; lt;19 09 oftn n3oe, no.....ftft.....
0 (1 0 cB on lt;'quot; ..fton «3A
an .. ..
O..... ............ »3(1 nbsp;nbsp;99
.909
(lOoO o
on 9ao
ft o
on
'•OÖ
«Oft
g on ,...«0o9 oft ......oOci quot;B quot;8 ...... oBn .....oOa
Sreate
Ciÿel/e
LTZr'l
'iCiUem. StuSwid.
van.
S.Ca0an
.,,9 0...... 88.....«.
08..........898 nbsp;nbsp;..,,aooa,,,8„
ftp..,.
ft oft oftn............0 0 ® 8quot;
JO...........0 (1 oftnO
„9 .......oBO ...0
.9.1.....„8 na«.....Bquot;
édites
........Oft .....
00
,,,9o9 on ...... lt;198..........809......09...... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;!
o9(,.........39 9 .9 »9 90 .....11,
3n.....
(18(1.,. 9 9 ...,„(,
9(1
.....9 9........
,99......
oOn
.....
-00., ...00
0Ô
oB 8 ......... «a oft-..
pçquot;, ... ..... 0 Oft......aa ....
,,9 B8 08
09
oftft . . .000
«•-a a.....
no .88
09
'■(Bon 8..... Oft ..
pO 98.. .'99 . ,
a 19'., .98...
Û ft oft
ft
,.0 9......
...9 0 ft
0 ftoO
~ 89 .... 98 .
Oft.....
. ft 0 ft
«0 0Oft
,.,,8 ....
3 Pl.. I •. 3.3
0 0 t ft
ft 0 oft ft ,0 ft,.........
.3 lt;1 oBft..
oftfl
ftft.....
ftft .
B B.
00
00
cO
0n...
n90 oft
on a..,,03
.09...
o3 08
«Û9
ab
fto.....Oft..
eft c fto.,
0 0(1.........8 OO
n O.-iOn
9 0.9
... AO.
■ ...O B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0.1 0 . ,,,88 .,,,
ft,...
.. ..89 on
.....(10
0 ft Aft n9oft .90.......
909 9'9 . .,ao
(i9n (19(1......O9......
2/twt ßffUMiJers Schons
»lt;18.......Ba..........quot;'Bon
ft ft oft oft
Oft
o »ft ...08
«ft oft
0^0
089.......(19 nbsp;nbsp;0 8 lt;1 ^.....■lo 8 0 8 9
lt;18 .....89
’80.,. 0(1......and 89......
n9(i........8a„..........
0 (......on
99 .„...ft
Schaß
Schans i
•no .........(139
i^chr ScK
9 (1 nO (19
Cxe.rcitus 'J^uce lU^ (principe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0
ÂrM^ionci^vum, ^Princ^ô^ Comité jCiSSOVJO, etc. Ldnno nbsp;nbsp;nbsp;cl J Io xcvji.
Oft
0 3 oft
........O'
fl f'fl
gt;lt;•■■■'8quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9n......tgt;a.......
99.....9...... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, „
n,00.....9Q..... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•
.....
ft ftftco .. I...
.100 .„ao.....
ÖÄc .....
Oft
« GCV'-'OO . .
.ft ft
f-0 oB-.n noa» ßci..,.3o9 39 .(? ..
9(1.,.......9......
•tQoO ............oO-' oft......
ofta.......ft......
..........CO..,, 90..........9.......
, .,.,pp.......
oft.....’-ft.......
eft o3
...... oftoftaft..
,. A o 9ft.......
Ci O Oft
Ao..
.0 ft
ftn
..Oft
.....Oofto
lt;1 ft oft 0 ••
„ÖO
no..
0Cl0..,. oft a..(18 - ..
«A.....Oft ......Oft
'» Oft
ftn.....ftft
oft A Oft.......an pft
. lt;»Pa.....5P'
......0 Oft
08a «P ft
oOO.....
9.....«3(18.,.. .,..99.......
.........0»..,
......OU ....
Q 0
9C1 ,,., ,-,,09.
. (In'..,.,99.
40..
quot;quot;8«........oCft .0,
,..tl«
0 p 0 oX» .....
0 . ...oft UO.-.H
tiÛA .......,3 oft 9ft
lt;1890.....(10 ....
o 09........Qfton nfto......o3nn9lt;i..'.n —
Oft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
0 ft fl.....A ft .
O O Oft
oOft,
n...... fto...
-...00 ., .. ..
oft
oftft
.ßftn.....C19
oft...... oft 0..
„ao oft
ft.......
Oft
09 0(1--„08 ..............
d oft A oftfl -.„fto.
«n ...n oft riâoûo
00 0 B.....
, 0ft aft
ft 0 O oft OA A -.'ftfl . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-------- nft . ......ftß ,. ,
oO pn .'. o P •■
Oft .....oc^.
o O o ft n.....O
B'quot;' quot;quot;B......... (13 9 ......8 ........ „(1,
oÖo■■...00 • ■■
gt;0 Op on --.oft
Aft ...00 ..
on,,„ç^
Oft
ftn
.....Oft,
ftnOft.
0 no
ft nfto
oftO.
Q oft P
oft
nft
9 0'
o ft
ft
on......oft
0ft oft
oft ft
Oft oft .....
oO (iBoO
ftft,,
9 B (..On
a .o Oft «
ft oAoft
Oftft
oft nft —
Oft
no
oft ft o.....A
oO 9 ..........88
t1 ...8..
.......00ft
o^ft ft,.
no (10
oft na
o ft
nÔft
Oft
oft oft 00
on
ftft
90
0 8 00
AOfl.i.Oft
.....oft Aft ß Ao ...........
oOoooa....... „2.
, ....lt;19 no
•Bl’...........
..5o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....o
...909 quot;'M...........80.... ...........ßftoftnOft
aO'.t'Qft
ft ftft
aft.........eft
.c.ft.......,
3 f-y' ,
ofto3
. oft'».
■ft .
19,......09 ...
OAft
......odft oftft......
ftflft fldO nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ..
«Qoftofl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—;
.„Oft
ft 0 0 0 OQO,....
6oo nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ireffir
ofto
01,.. .9 Elo 8o99
Oft 0.
Jen ü-rave
TMW Sühns
(.9 (18.......Bo
oO Oft.....
o ft ûOn.........oß
Oft ...
»0 o(1 o99
(Oo quot;quot;Ü
® ' 'oft n...,.....oft • ■
.„.dP,
oft ,,
0 eft.
oß
aft.,.Oft
ƒ Qwtrher -^an.
'XhtY^^en■l^erâe■
oft oA.......Oftft
oO oft
0'3 ft
Oft .....aoft
qBa ,...nn.......
.... Cl a 0 9..
...98
88......
oft
AP ftP CA,..
oft 0 ft....... fl n Aft........ßß
0 (1 quot;■ lt;10 (1 en o 9 ,
oOo 9 ■ . oO
oOft'. .....00
î'ft - 09 ....
0^ Oftft .......
lt;1 8
......0 ft ftft oft aOo
oOdBo.......S3 0
ft
0 ft fl ..... oft O fl
Oft o ft o ft .. oft . . ■•
oft • '.ft 0
0 Oft fl •
li
1(19 quot;«88
-... fl flo .......oftfl ■ quot;nbsp;0 0 Aft .
lt;18 nbsp;nbsp;lt;18 lt;10 8 (I...00
.....9ft lt;in......ft ft
8(1..... 0 9
08 0808
Oft....no.....
lt;1.9
(,9 09
08 ...0(1
I ft oft
Oft
Oft Oft
ift quot;9 on .,..00......
.....0 0 ...
»ft 08 aa
ft oft
00
fift.
on
ftp
ofto
lt;1 9(1.....a
■ lt;3 ft O ft o fl
« ft nft
° 8»......oa
oa
0(1
fto......rin
on......0'8
on.... ft C»
•.....Oft
.......Ô0...
p OÔO fl
oft o 0
8quot;.....0
op
ofte».
a 9 sBn
oft o fl
.00........
an ...„an
8 (1 0
oO ..
00 lt;19
n 9 oooon
08 ........quot;99
lt;10 .9r.....Ba .....
ft o A P
ft ofl
-ift 0 ....0 ft oa
ftp
fl
ofto Aft
0 BnO
OO9 •'..■©ft,
OBO '.......Onft
r. P 0,
«a oBo .............quot;B
lt;10 .........8(1
.90 0
Aft Oft-
pO q3 aOa-.,.........43
| ||||||||||||||||||||||||
• ' Aft.........ft |
.....(139 ......OB......'■■■■®quot;B
(.3 9....Oft......
0 8 98 ' (inn,,.. 11
oft
quot;8 quot;3 (ift
n ..........Bo
,Q0 »
ft
g '• OBquot; .......90'
»B oOn...... na' on
ft oft oß.....
n oA n ft fgt; ft CY
flO ..Oft
oft nOfl
fto
Oft
08
(18
o3 lt;19 .... ....9 .p3
M
.'..,.o9
oQ oO (Vfl
oft nft
ft
nd
Aft
Oft
ftft
9ft
Oft
ndo
••’Oft ...
09
(10 09 ......9 (18,
oft
oftft .
09
“3 90
0Û
quot;8 no
“Bquot;quot;......0 9
tia.,..
cft 9(19
oOO .....
09.......88
9 .........90
ft (10
(1 on
11« o9(1 nbsp;nbsp;nbsp;8(1.....(Ift,,..
■•■^ 08 „'o 0 . .
'.fl oft'
Schans van de Engelfihen,
de Briefen,
Voetmaet,
SS
Vettmaeh
Schans der HoU leinders.
Parceval het beleyt hadden. Dulcken was oock Dapperhejt ttacgh in dc wachten te verdeelen gt;nbsp;en in de zgt;an deGoft- borftweeringen, daer mee de wallen en rondeelen wrnettr, omringt waren, weer op te maken, en de regelen van de daken af te nemenj op dat ly, door de koe-gels afgelchoten,niemant befchadigen louden;en met grof en kleyn gelehnt tegen de vy ant te Ichie-ten , en alle plichten van een goed krijghsoverfte te betrachten, terwijl fijn gelbntheyt liem fiilcks diegeepftetß toclict. Want hy, niet lang daer na met een muf. ketkoegel deur fijn lchouder gelchoten , wierd daer af loo Iwack van lighaem, dat hy fich te bed moeft begeven. Hy ontbood dieshalven de Ka-piteynen gelamentlijck voor hem, en gaf het op-perfte gebiedt aen Verreycken over, die hem weer vriendelijck bad, dathyeerft forghvoor de genefing van fijn lighaemlou dragen, foo veel als hem mogeli jek was : en beloofde dat hy’t gene , ’t welck hy uyt fijn bedde aen hem lóu ge-bieden, getrouwelijck en onvcrficghdelijck uyt-dfr beleger- vocrcn fou- Defe verlette nu veel dagen lang de den. wereken der Engellchen, en bracht fomtijts,door d’uytvallen by nacht, ’t Quartier van Graef Ernft in rep en roer, doch londer l\\^are lchade aen de beleggers te doen, dan dat ly eenige uytmunten-de krijghslieden dooden, gelijckoock Dromont, overfie van de wacht der Schotten, ’t Voor-naemfte oogemerek dat ly hier in hadden, was dat ly , terwijl d’oogen met de ftrijt befigh waren , eenige bode uyt de Itadt naer d’overften der Spaenlchen meenden deur te doen lluypen. Doch hun kleyn getal deê dat ly niet loo dikwils, als ly wei begeerden, uytvielen. Daer by , loo haeft hen de middel van verre uytvallen te doen benomen was, loo nam de ruyter het ampt van de voetknecht aen. Graef Henrick van den |
De Graef van den Bergh , volle neef van Prins Frederick Henrick, die in de langdurige oorlogh onder de Spaen-Ichen ’t gerucht van een goet Velt-overfte verkregen had , was ondertufichen, gelijck men verllont, beefigh met fijn benden , die te Key- ßerjktßch. lèrs-waert waren, gelijck wy gelèght hebben, te verftereken. De Prins, om dele oorfiieck te beter op fijn hoede, lond eenigen, die van de Ko-lonellen verkolen waren, uyt, om by nacht goede wacht te houden, en de wallen te verftereken. Hy lond oock twee Regementen naer Zutphen, door wekkers onderftant de lijftocht van ’t heyr tot aen Lochern, oft langs de vloet Berkel tot aen Berkelo gevoert wierd, daer ly dan van een fierc-ker convoy ontfangen en ingchaelt wierden. De rivier lèlve wierd tot dit gebruyck geluyvert,en de bruggen afgebroken, over de welcke de troepen der vyanden, naer roofjanekende, uyt Welèl |
en
’t BELEG H VAN GROL.
Coedc ordre Inder Staten leger
en elders liepen. Voorts, op dat de koomft van de vyant geen honger veroorfaken fou, foo wierd belaft, dat al de gene, die tot d’oorlogh onnut en onbequaem waren, uyt het leger louden vertrec-ken. Men belafte oock aen de Kolonellen en
Kapiteynen , dat ly verforgen fouden, dat men voor yder krijgsknecht voor acht dagen lijftocht fou koopen,terwijl men die bequamelijck krijgen kon. Tufichen’t (^artier van de Prins,en dat van negen voeten in bleven
dat wr» ßerckt word.
Graef Ernfi, en oock nader, te weten ter plaets, daer de loopgraven naer de fiadt fireckten, wierden batteryen opgeworpen, daer men gelchut op braght, met het welck men met groot gewelt tegen de wallen lchoot. Men had alreé vijf Iware Schanlfen opgeworpen , die met een lange dij ck van aerde aen malkander gevoeght waren. Wijders , op dat ’er geen gebreck van wachtplaetlèn fou fijn , foo waren ’er, boven de vierkante ron-duyten,voorwercken aen d’omlchanfing,en noch andere wereken, ten deel lcherp toegaende , ten deel 'breet uytftaende, en ten deel van vore gelijck een lchaer, dat nu veel in ’t gebruyck is, die hoornwereken genoemt worden. Ter plaets van ’tvlacke velt, tufichen’t quartier vanlonckerWil-lem en GraefErnfi, wierd, meer dan dertigh voeten verre van d’oude belchanlfing, een nieuwe graft, acht voeten wijt, en lès diep , gegraven, ïa oock ter plaets , daer de wegen gemackelijekft waren , wierdenly met draeyboomen gefloten, en elders met paelwerek befet. Men maeckte oock voor de graften der fchanlTen een andere wal,lbo fierek, als de wallen van eenige fiadt. De
d’een lbo veel waters als fy behoefden Ibuden ontfangen , cn op dat het lèlve , lbo het te veel in quam, door d’andere lchutdeur, die verder van de fiadt af was, uytvloeyen Ibu. Pude-wels, overfie van de Vorfielijeke lijfwacht, brack defe uytterfic fchutdeur , en tapte door defe ^tjraterin deurgang het water in des fiad ts graften omtrent de graf af-vijf voeten af,- in voegen dat ’er niet meer dan
I , die men met kleyne fwarigheyt vullen kon. De Prins , verftaen hebbende dat de Spaenlchen over de Lippe getrocken waren, ontbood, Ibnder andere vrees te lieb
Tiet Trln-een naer-ßigheyt en fiantvaßig-hejt.
befchut konden worden, wierden met gelchut en volck befet. Men was foo wel verfekert van dat de Spaenlchen niet overhoop inbarften louden, lchoon men.uyt Ipoedige boden verftaenhad , datlè op de tweede dagh van Auguftus over de Rhijn getrocken waren. De beleggers hadden de wal,onder aen de graft opgehaelt,die men faufte-braye noemt, begonnen ten deel om te werpen, en ten deel t’openen. De belegerden belcherm-denhaer oock niet, vermits ly weynigh nut tegen de koegels,van buy ten komende, was j en’t getal van hun foldaten was niet lbo groot 5 dat ly de buytewercken ten naeuften konden waernemen. Sy vonden echter geraden de poorten met palen toe te heyen , en de bruggen af te breken. Maer de Prins befichtighde lelf al’t gene, dat gemaeckt was , om de ftadt te veroveren , oft de vyanden te dwingen , prees de gene , die naerftigh waren , berifpte hen , die van hun plicht afweken, leed niet dat’er iets buy ten lijn bevel gedaen wierd , en betoonde een onbelchroomde geruft-heyt in lbo grootc hartstochten , en een onver-anderlijck gelaet, tot verwondering der gener, die lulcks fagen. Wy hebben geleyt dat de graft van de ftadt haer water uyt de Slinek had, die
ben, de Kolonels Pinfen en Varick met hun benden tot hem, en Ibnd Diederick de Bye (loon van Georg deBye,die lèven-en-dertigh jaren lang met Lof van grooteoprechtigheytengetrouheytoverdemid- o. de Bye, delen van’tgemeene lant gegaen , die met een Ibnderlingenaerftighcyt bedient, en de grootfte macht en achtbaerheyt had verkregen, niet door liften en aenhangen, maer door volkome deught en ervarentheyt der laken ,• om welcke oorlaeck fijn kinderen in hooge achting by de Prins wierden gehouden ) met vijf vaendelen uyt, om Lochern, aen de wegh gelegen, te bewaren. De Loehemge-veften van die ftadt,die daer alree waren,wierden ßercht, verfterekt, en een nieuwe halve maen daer voor gemaeckt. Aen d’andere lij de van de wegh is een dorp, Lichtevoort genoemt, dat door de nage-legenheyt van ’t leger lichtelijck te beletten , en met kleyne moeyte te bewaren was, indien de vyant fijn keer derwaerts nam. tiet bevel van voor acht dagén lijftocht te koopen , en van de gene , die verdacht en nutteloos waren, te • verfijnden, wierd weer vernieuwt. Men Ibnd overal lieden uyt, die de handel der vyanden be-Ipieden Ibuden. Men had oock befielt dat’er twintigh ovens in ’t leger gebracht wierden , om broot te backen. Defe ovens waren negen voe-
ten lang, acht voeten van binnen breet, en meer dan een voethoogh, die alle gelijck in de tijt van een dagh en nacht acht duylènt en acht hondert ponden broots backten. Wijders, in de kaf lèn waren weynigh min dan vier hondert duy- ° fent ponden broots , en boven de twee hondert en vijf-en-dertigh lafien meeis, ’t welck de grootfie maet is, acht-en-veertigh duylènt pon- -den kaes, en noch groote overvloet van alles, dat het heir voor een lange tijt veyligh tegen af Ie hongers-noot maeckte, lchoon oock de vyant, met fijn leger , tuflehen de fieden, die hem toevoer toebrachten, gelegert had geweefi. Vele wierden ondertulTchen van w'eêrfijden gedoot en fene gewont, dewijl de befiormers van d’overfijde der krijghsiie-graft, en de fiedelingen van de vefien, en, ’t welck de meefie lchade deê , met gelchut donderden. Maer de granaden waren’t allerlafiighfie voor de belegerden. Dele wierden van de krijghslieden Eygenfhap Punilche quaden genoemt,om dat ly gelijekeli jek der Grana-eertijts recht deur de fiadt vloeyde maer om • neervallen, en in veel fiucken barfien, en fich,
had Dulcken al voor’t belegh aen de noortfijde van de ftadt een graft voor haer doen maken , door de welcke ly, voorby de veften, en als in een poel vloeycnde, met twee lchutdeuren opgehouden wierd, die,als de noot lulcks vercylchte, ge-opent konden worden ,• op dat dc graften door Gelderlant.
gelijck erten, over vele verlpreyden, en lichte-lijck in ’t gene, daer fy aengeraecken brant ver-oorüken. De grootfte van dele granaden wogen hondert en lèftigh ponden , en de kleynftc omtrent lès-en-twintigh ponden. Hondert en feftigh van de grootften geraeckten in de ftadt, en boven de drie hondert van de kleynen. Dele F nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vrees
Lc jtratul Jiccrtttbcrck^ 't Crcct Jdccrtrwerek
^t^tier de. C.ddmiral de Ffallande , Qnariier van-dem Fldmirael va-m jCoUand
-.VSfie-lÄafiU
£aitefie
tec Ccn^a^nies tco VaetAelcn ■
fosittrsminJe Stinck He jeflemet dfn-te t Lanitr ran tN tet 0
endet- leaterfotte
Tffrt des ‘Fntticàïs
F.
gt;
tA
OBSESSA ET EXPVGNATA o-h d/'/f^vßinw
Principe Aratißonenßum, Comité Nalïaviæ etc-
dJrU. urd-inttm-
Coiüccicrtiti.
LiTTERARVAI et NOTARVAt
A Castra- Prineipis
Castelhim Analarum.
Aeeeßus An^lortm ad epfidtit
6 Aeeßns Callen
'um ad ojifodam
Ojms footfic.atiim eoiechim rtforis
Comihs Ernesti in qned hostis
tÛ
It
12
gt;■3 C.
impehim foecit Tarmenta
Aceeßns ad ojrjridum a J7arte Cemitis Ernesti
Castelhim Erifoorum Castellum A Itenaicnm
Ma^na munih'e foorfoicata Castellum Hellandieiim.
Castra. Wilhelmi Naßavii
C XK Cenhiria
D Castra Finfti' i ICVH Centurta
CorÂü forma munitia h Cq/lra Varie is
e VU Cenhirice
Equittim fodrs
i6 Mala aquaria
Intercfoie a.j^eris devexi qua-a^ua e ßeßis exhaurietabir Sevtum aqute
Fedoute i. Feceqetus
BaFerie i. Fumtdusfomer qua
; M SUn^a htc a^^erefoejgt;t9 trachim
inter N et O inundahat.
7orb des Alryïai
Ctj^efoche CchatbS.
castris A amußim Iclinea-vit FTheeforus Niels, itpud llJußrißimu.m ‘jdrincijeem rerum. ^iuejèt concermin-t curo-trt hahens .
’[BELEG H VAN GROL.
Vrees dwong de belegerden dat fy hun buffekruyt, fen , en op de wal, daer men meeft voor de vyant op dat het door’t aenroeren niet in brant fou ge- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' raken, uyt het gemeene packhuys moften halen, en dat op vuyle balckcn , onder’t gebouw van ’t ftadthuys verbergen , ’t welck noch met meft en aerde bedeckt wierd. ’t Gene, dat alleenlijck tot verderf van de menfehen ftreckte, en anders Oranjes on-vermoedde, jver. Pbipn e)i Kdrick^ ßerckrfi 't leger. Tit ûfaef van den Bernh geen vrucht deê , dan dat het een deel fbldaten om hals bracht, wierd geinijd. De Prins was de geheele tijtlang, in welcke de koomftvande vyant verwacht wierd , niet alleenlijck by dagh, maer oock by nacht beefigh j bewandelde alles, niet allcenlijck de fchanftcn , maer oock om te fien of ’er tuffehen de wallen eenige heuvelen waren,om die tot het gefchut bequaem te maken. Hy , hier meê niet vernoeght , ftelde oock ruy-terwacht aen alle wegen en toegangen ; en , aen ’t quartier van Graef Ernft gekomen,in een voch-tigh lant gelegen , befpeurde een hooger plaets, die als over ’t leger hing, en, fiende dat die dien-ftigh voor de Spaenfehen kon fijn, beval dat men die m’et een hoornwerek verftereken fbu. Hy gebood oock , dat men een legerwal weghnemen en flechten fbu ; en deê, om dat het begrijp ruym groot genoegh voor de benden was, een andere befchanfling van binnen ophalen , tot een hulp en ohderftant, fbo d’eerfte verloren wierd. Kort, men had in alle faken fbo verfbrght, dat de vyanden geenfins hier deur fbudenkönnen breken , om de belegerden t’ontfetten , oft de plaets behouden, uyt oorfaeck van de koegels, die van boven daer in hagelden. AenPinfèn, en Varick, die alreê gekomen waren, wierd in ’t be-fonder hun quartieren toegewefèn, namelijck ter plaets, daer de trencheen, tuffehen de quartieren van loncker Willem en Graef Ernft opgeworpen, een open uy tficht naer de velden hadden; een ge-mackelijcke wegh voor de vyant, die eertijts daer oock voorfpoedigh had geweeft. De Graef van den Bergh had het oock anders nergens op gemunt ; en hy, deur het dorp Vrede getrocken , nam hier fijn legering. Deruymte,dieny tuffehen jg wereken der vyanden liet, was omtrent anderhalf uur gaens. Hy, hier fijn heyr met de byftant der Duytfclie benden , omtrent een getal van achtien hondert uytbrengende , ver-ftcrekt hebbende, was ftereker van volck dan de |
Prins, fbo van ruytery, als van voetknechten , fchoon hy , doch vruchtelooffelijck , verhoopte dat hy uyt de Palts, en van de Rhijn, niet verre van daer gelegen, noch nieuwe verftereking krij-* gen fou. Sijn heir beftontin 70 cornetten paer-yder van omtrent 60 mannen, en in hondert en acht-en-vijftighvaendelen voetknechten,ydcr po mannen fterek. Aen die fijde van de tren-cheen waren twee groote Schanffen, d’een aen de noortfijde,end’ander wat ooftelijeker. De Prins begaf fichnaer d’eerftgenoemde, metvijfenVeer-tigh vaendelen te voet, en een deel van de ruytery , met fes ftucken gefchuts : Graef Ernft had de toeficht over d’andere. Wijders, men plaetfte oock binnen d’omkring eenige Kornetten ruyters en die fbo verre van een , dat fy malkander lieh-telijck te hulp konden komen. Men ftelde op andere plaetfen vier troepen voetvoick, clck van duyfent mannen, om ter plaets, daer de noot hen eyfchte,te gaen. De wachten wierden in de fchanf-vreefde,verdubbelt. Wijders,dewijl men vermoede dat by, ficli hier vcrtoonende,elders een wegh fbulbecken, lbo beval men de brug by Winters-wijek , langs de welcke men over de vloet gaet, af te breken. De krijghskneclit, de wackerheyt ceintiige van de Velt-overfte navolgende , verdroegh ge* »eerßgt;g* willigh, en nooyt williger de dubbele arbeyt j en de fware gevaerlijcklieden. Men hoorde nergens eenige klachten, danalsaen d'een minder, dan aen d’ander geboden wierd. DeKolonellen overtroffen d’anderen, niet in te gebieden, maer oock in t’arbeyden j en in by nacht op de wachten te paffen, en de gravers tot fpoedighcyt aen te drijven. Onder defe ftack voornamclijck uyt de Heer van ßrederode , die fijn ongekreuckte adeldom tot op d’oude Vorften van Hollant berekenen kan. Maer GraefHenrick van den Bergh, nueenborft-weering op de wegh, die hy daer vond, en die de riek naer-landen lchcyde, opwerpende, verfterekte fich van voren. In de volgende dagh ging hy, by helder weer , met eenige benden nader aen ’t leger, en op fêkere heuvel, en, het gefchut losbrandende , gaf aen de belegerden te kennen dat’er ontlèt voorhanden was. Hy, dit gedaen hebbende , vertrock weer. De Prins l'agh wel dat alle hoop van tot fijn voornemen te komen, in twee dingen beftont , namelijck, in geen deurgang aen de Spaenfehen van buyten te geven ; en dat men fbo veel, als mogelijck was, met de wereken tegen de ftadt haeffe. Hy deê dieshalven voor daer tenen eerftde wal, aen de llincker fijde van loncker Prmtof Willems Quartier, gelijck oock aen de rechte fijdej daerhetmeeftegevaer was, hoogeropmaken ; en daer na oock de befchanflingen, die tuffehen hem en Graef Ernft waren. Hy voegde’r noch meer reduyten by, en deê noch andere verfterekingen voor de fèlve maken,welc-ker afbeelding terffont volgen fill. Men fpeel-de , uyt het Quartier van Graef Ernft , ge* durigh met het gefchut op de borftweering van d^onderwal, anders faufl'ebraye genoemt , en maeckte een opening van vier-en-twintigh voeten. Maer de belegerden, onvermoeyt in ’t ar- Kioeckheyt beyden, maeckten het gene, dat wcghgefchoten der beleger* was, weer op. Men ging ondertuffehen fpoe-digh met de galderyen voort, ja foodanigh, dat aen de Franfchen en Engelfchen niet meer ove-righ was, dan een derde deel van de graft te vullen, toen Verey eken , d’onderwal met twee ftucken gefchuts befettende , de wereken der beleggers aen ftucken brack, en met vuurwereken de balcken en ’t hout, gelijck oock het rijs, in brant bracht. De beleggers ’t gene , dat verwoeft was, tnderbe^ weêr opgemaeckt hebbende , kregen eynde- gers. lijck , door het gedurigh fchieten , d’overbant op het gefchut, dat op d’onderwal geplaetft was. Dit gefchiede echter niet fbnder fchade ; want daer fheuvelden twee uytmuntende overften van d’Engelfchen j Ramus en Proudus , van welcke de laetfte de plaets van Morgan, die afwefigh was , bekleedde en d’eerfte was overfte van de wacht. Men befpeurde ’t voornemen en de raden van Graef Henrick van den Bergh , ten deel uyt de faeck fèlve, ten deel uyt d’onder-fchepte brieven ; en ten deel uyt de gevangenen , welcks getal dagelijeks groot was, uyt oor-faeck |
’£ B E L E G H VAN GROL.
Reduj’t en trenches tttjjchen de Forten, en hoe die toereken te quot;pinnen yparen»
2o t'oetmAct.
faeck van de flacuwe krijghs-tucht, die uyt de fchaershey t van de betaling der loldy Iproot. De Graef làgh , dat hy een vyant voor hem had, die uyt vrees van de ftrijt niet voor hem wijeken Ibu : en oock, dat de wereken te Iwaer waren, om ‘t Hoarne- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;loutcr gcwclt vcrwouncn te worden. Hy had, . men van volgcus dc raet van dc Marckgraef Spinola , be -Graef Hen- flotcu ficli in ’t midden tulTchen Zutphen en de : ''d^T^gh, vyant te legeren , om de toevoer af te fnijden. ’ Maer hy felf kreegh niet foo veel lijftocht,als tot voedlèl van fijn heyr noodigh was, en kon dat / niet naerder, dan van Welèl, en dat noch met ftereke convojen,krijgen. Hy had oockgebreck van wagens. Maer toen hy verftont dat een ftereke party uyt het Nalfoufche leger naer Zutphen getrocken was, om lijftocht en toevoer te halen, kreegh hy hoop van defe convoy in ’tweêr-keeren te llacn, en dus dc moed der beleggers te doen fineken , en den belegerden ’t hart in de boelèm te fteeken. Maer hy wierd verhindert in dat door de dcfo kaus tc wagen , door de verkeerde krijgel-fijntverhin- bgyt en ftribbcling der Italianen en Spanjaerden, wort. beyde om de voortocht twiften,vermits d’ordre vaneerftte trecken , volgens ’t krijghsge-bruyck,aen d’Italianen gekomen was,en de Spanjaerden fich op het recht van heerfchappy beriepen. Sy konden door geen redenen,oft door geen gebeden bewogen worden tot afftant van hun ontijdige twift: ja hun verlchil liep foo hoogh, dat d’Italiaenlchc Kolonel Campolaterri ern-ftelijck’tontllaen van fijndienft verfocht. Dus ging die gelegcntheyt voorby.Graef Henrick van den Bergh vertoonde fich eyndelijck metgroote macht op d’een plaets, om daer een aenval te doen , terwijl een deel volcks aen een andere fijde , daer de ftadt niet foo wel bewaert was, deurbreken fou ; maer dit geluckte niet : want Hjdoeleen de gcnc, die dit nieuwe werek, daer mee’t quar-jjgj. Graef Ernft befchut was , gelijck wy gefoght hebben , by nacht üen de rechte fijde beftormden , cn de palen omgeruckt oft afgehouwen hadden, en foo na gekomen waren, dat ly met de fpietfen konden ftrijden , wierden met foo grootc kloeckmoedigheyt, als fy aengeval- Qelde riant, ■ |
len waren, afgellagen j voornamelijck door de kloeckmoedigheyt derSchotten,onder de welcke gen werd. Morry in die dagh een weêrgadelofe dapperheyt betoonde , die oock van de Prins niet ongeloont wierd gelaten. De vyanden waren grootelijcks in him waen bedrogen want fy meenden , datfè tnn'rkf’n de twpp f^roote Sclianflen eenige opening , daer geen belchanifing -was , fouden vinden : maer ly bevonden dat alles met krijghs-wercken,wachten en gelehnt befet was. De Prins, het gevaer,dat in’t quartiervanGraef Ernft was, verftaende, quam lèlf,met dat regiment ,’t welck tot alle beroerten bereyd ftont en met fes hucken derwaerts j en beval ondertulTchen de be- De Trin} komt de pj-nc te hulp. en waring van fijn quartier aen Wits , die, overhe Lof van de van de waghten njnde,dit laffigh ampt met geen Majoor minder moed dan wackerheyt bekleedde. Ho-ratius Veer, een man van uytmuntende dapper-folding van de Staten waren,uyt het lèlve quartier getrocken , en door een teken met vuur verwit-tight dat ’er gevaer was ter plaets, daer Pinlèn ’t gebied had , keerde fich derwaerts. ’t Gevaer op defe beyde plactfen verdween , foo haeft als de dagh aenbrack. Toen,opdelèvcntiende dagh van Auguftus, al ’t overige van de graft van d’En- De geliehen en Eranlchen , aen de welcke d’oude in-gebore vyantfchap tot een aenprickeling van hun plicht verftreckte, gevult was , begon men de mijnen onder d’onderwal te graven. De Ichilt-wacht lchoot een duyf in de vlucht, die brieven pe» ^i/e-van Graef Henrick aen de belegerden bracht , gende bode daer door hy verfocht, dat ly iemant fouden fon- , den, om hem aen te wijfon wat ly behoefden , en in welck quartier’t ontlèt deurgebracht kon wor- dcor den • en dat fy foo dit niet wilde gelucken , by ‘t voornc-nacht met vuur , en by daegh met roock fouden te kennen geven, hoe langly noch tgeweltder ontdeckf beleggers konden tegenftaen. Ely fohreef oock, dat hy noch eenige heirkrachten verwachte, cn dat hy , die verkregen hebbende , alles beftaen, en hen niet verlaten fou. Een krijghsknecht uyt deftadt , by duyfter deur de wacht geraeckt, had defe duyf, en met defe noch een ander aen F 4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Graef |
’t B £ L E G H VAN GROL.
GraefHenrick van denBer^h gebracht,die {onder twijöcl weer naer de plaets van daer {y gekomen was,vliegen fou,vermits ly daer jongen had. Dele lift had echter geen gewenfchte uy tgang. Maer uw feker krijghsknecht van de Graef geracckte ter Bnyck in de ftadt , en bracht hoop van outlet mee. Verreycken, dit tot fijn voordeefgebruyc-kende, dreef de fijnen aen, om niets onverfocht te laten. Maer hy had , tot fijn ongeluck geen werekmeefters, die door hun tegenmijnen de mijnen der vyanden vruchteloos konden maken. Doch hy dec groote lchade met de vuurballen , die met de haut geworpen wierden. Maer de gene, die by nacht uytgegaen waren, om van d’on-derwal de gravers der vyanden te vangen, oft hun wereken te breken, wierden gefien en afgedreven , lbo wel ter plaets, daer d’Engellchen, als daer dcFranfchen waren. Verreycken ging oock, met drie hondert mannen verleit, tot tweemael in de duyftere nacht over de brugh,die by daegh afgebroken wierd , om het outlet, indien het milfchien quam,t’ontmoeten. Macrhy,vruchte-der ^ooiïelijck hict Opgcwacht hebbende, deê een ie'.cgerden. acuval op dc loopgravcu van Graef Ernft, die , hoewel niet ramplpoedigh , echter geen vrucht deê. Onder de Kolonels der Staten was Hauteri-ve,de loon van Chaftel-neuf, die,een wonder onder de hovelingen, fijn geheel leven, tot aen fijn uytterfte ouderdom, in alle ftaten |
lijck verlieten hnd Jax hy om dele oorlaeck in deRaet des Konings vanVranekrijek uytmuntte. Defe was toen overfte van de Franfchen, om dat te verwachten had, indien de bloedige Mars fijn leven niet ontijdighlijck afgefneden had. Terwijl dc belegerden fich in alle dingen verhaeften, geracckte , door d’onvoorfichtigheyt van een Oftninci^ krijghsknecht,het vuur in twee vaten bulTekruyt, dat, alles verplettende, veertigh van d’omftaen-ders weerh nam, oft verbrande. Hauterive wierd weer uytgelonden,om de ftadt op t’eylchen. Dulc-ken j tot berading komende, overwoogh dat de vyanden onder de veften waren gekomen, en dat hy te weynigh koegels , en niet krijghsvolck genoegh had, om de horm, die op drie plaetlèn gelevert Ibu worden, af te weeren. Hy, vergeefs om verlof, van naer Graef Henrick van den Berg Chaftillon,die’tfelve ampt over ’t Franlche krijgs-volckhad, door fijnen ftaet van Maerlchalck in Vranekrijek wierd gehouden. De Prins beval dat men, eer men gewelt gebruyckte, de gemoe-belegerden door hem peylen Ibu, vermits ßadtgcß»- de hoop op Graef Henrick van den Bergh, die ’ ’t leger niet beftormt had, vruchteloos was. De-fe,hun moed en dapperheyt geprelèn hebbende, feyde dat, indien fy naer geen verdragh wilden luyfteren, d’oudergang voor hen bereyd was. noch Dulcken gaf aen de gene, die voor hem gebracht kloeckmoedige antwoort, als of men noch voor geen gevaer behoefde te vreelen. Men ftack dieshalven op middagh, d’achtiende van Augu-ftus, de mijn aen die van d’Engellchen gemaeckt was y en een deel van d’onderwal omwierp. De beleggers konden echter d’opeuing, die ly gemaeckt hadden , niet inhouden , en wierden tot drie malen , ten deel met lchieten, en ten deel al ftrijdende, afgeftagen. Dit ongeval quam hier by , dat d’overgang voor de galderyen niet eft'en genoegh was. In dit gevecht wierd Willem van Lovelack, een dapper krijghs-overftc,en een ervare hooftman onder d’Engellchen , met een koegcl loodanigh getroffen, dat hy ’t leven verloor. DePrins wierd in dit gevaer niet bewogen. In tegendeel,hy,by’t werk ftaende,terwijl deftrijt duerde, gebood fonder Ichroom, tot vordering van al’tgene, dat nootwendigh was. Terwijl hy van hier naer de wereken der Franfchen ging, /onclz^ wierd loncker Willem van Naflbu, die in fijn ge-rqzzfwui» fèllchap was, van de veften met een koegel, die fc£en.^'^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fioot veroorlaeckte, getroffen; feker, een jongeling, van de welcke men grooter dingen te lenden, gebeden hebbende , maeckte beftant voor een korte wijl ; en, na dat men van weerfij-den gyflelaers gegeven en ontfangen had, foo trof men het verdragh, ’t welck met dat van Bre-da niet verlchilde, en dat in de volgende dagh wordge-van de Prins, en van Dulcken befegelt, en op de derde dagh vervult wierd. Men hield in geen andere nachten nauwer wacht in’t leger, dan in defe tijdt. De ruytery en’tgrootfte deel van ’t voet-volck was in de wapenen , uyt vrees van dat ’er eenigh bedrogh onder wefen moght : ja men fond oock belpieders aen alle fijden uyt. De fte-delingen verkregen hun oude wetten en rechten; en dat de krijghslieden aen de gene , die uyt de van’t/elve. ftadt trnrken , en daer in quamen , geen fchade oft ongelijck louden doen. Men vergunde oock aen hen volkome macht van de Koning van Spanje te verkrijgen , om deur de landen te trecken ; maer lbo veel het ander aengaet, onder de heerlchappy der vereenighde Staten te blijven. Degene, die vertrecken wilden , kregen verlof van hun goederen Ibnder belafting binnen de tijdt van een jaer uyt te voeren. Men gaf aen de Biftchop verlof van onbekommert binnen twee maenden te vertrecken. De Bilfchop van dele plaets was Philippus Rovenius, met d’ecrnaem van Aertsbilfchop der Philippers verciert ; maer in der daet door ’t bevel van de RoomfehePaus toefiender der gewijde dingen in Hollant, en over de plaetlèn , die weer onder ’t gebiedt der Spaenlchen mochten geraken. Dele, van laege afkomft, uyt de ftadt Deventer, maer door fijn geleertheyt vermaert, was dit ampt, en defè waerdighcyt aen de vrientfehap van lanlbnius verplicht, die te Leuven het ampt van ProfelTor in de Godtheyt bekleed , en fijn leven met fijn belijdenis gelijck betoont heeft. Defè,door fijn onderwijs aengemaent,heeft oock geftreden om fijn recht tegen de nieuwe gemeenlchappcn der Bilfchoppen, uyt d’ampten tredende, te behou; den. Aend’andere prieftersen monicken, gelijck oock aen de gewijde nonnen,wierd keur gegeven van in de ftadt te blijven , oft elders hun woning te nemen, en d’inkomft der goederen, die fboda-nige lieden toegevoeght waren, te genieten ; op dat aenniemant totkhadegedyen Ibu dat hy de gewijde ftaet bedient had. Dc belètting trock uyt j gelijck befproken was, met hun paerden, nbsp;nbsp;nbsp;* wapenen, vaendelen, en met twee ftucken ge-Ichiits , en ’tgene , dat tot het gebruyck daer af dienftigh is. De gevangenen wierden van weer-fijden verwiffelt, Ibnder eenigh losgeit te betalen , |
len, bchalven ’t koflgelt. ’t Gene, ’t weick voor de Koning van Spanje, tot gebruyck van d’oorlogh, oft tot leefmiddelen vergadert was, wierd in handen van de gene gele vert, aen de welcke ampt bevolen had. Maer Dulcken trecken va» bchicld het gene, dat hy hier af op fijn eygeko-’tverdragh. Hen gcmacckt had. De Prins gaf oock konvoy aen de gene , die uyttrecken Ibudcn , en twee hondert wagenen, om hun goederen te voeren, gelijck oock’t gene,dat de beléttingin ’t belegh, on daer te voren , gerooft had ; tot dat ly aen ’t leger van Graef Henrick van den Bergh gekomen waren. Men weygerde den fiecken niet in deHadt te blijven, totdat ly van hun wonden genelén, en ge lont geworden waren. Men verfe-kerde oock aen d’Officieren van de Koning van Spanje, dat hun eyge On belbndere goederen hen Ibuden volgen, en gaf aen hen twee maen-den tijdt,omhun laken deur’t lant te beflechten. Al wat ly bedongen hadden , wierd getrouwe-lijck volbracht ; en de Prins wilde lelf de gene, die deur fijn veHingen uyttrocken,aenlchouwen. ’t Getal der doden was byna hondert, en dat van degequetHen een weynigh meer. Graef Henrick van den Bergh wachte niet langer , dan tot aen de volgende dagh, vermits hy geen hoop had, om iets op’t leger aen te vangen, ’t Gene,’t weick d’eervan Fredrick I-Ienrick,in de Hadtgetreden, vermeerde, was dat fijn broeder Prins Manrit« tot tweemael vergeefs gepoogt had defe veHing ïjgt;f der te veroveren. De gene, die in de faken van d’oor-verevering. logli kundigh waren, aenmerekten dat ’er te voren noyt Hadt met graven gewonnen was, die lbo Herck van onderwallen,oft faulfebrayen was: Nieuii'e Couver-«eur. oock dat men by ons geen voorbeelt van een overwonne ftadtliad , die niet aen eenige rivier was, de welcke bequamelijck toevoer aen de beleggers kon geven, londer dat de vyant lulcks verhinderen kon. De gene , die veillant van d’uyt-heemlche faken hadden , verwonderden lieh van dat een Gemeente, in lbo enge palen bello-ten, en door hun eyge pogingen, en die van hun bontgenoten, lbo groote krachten hadden gehad, terwijl de Köningen, en de gene, die anders machtigh fijn , voor het buys van Oollen-rijek moeten Iwichten , en hun befchutting en behoudenis aen hen verplicht achten,of,alsaen-Ichouwers, ftil fitten, en ten deel in tweedracht tegen malkander fijn, jafoo,dat ly, tot de wapenen uytgeborllen, eens anders voordeel op hun eyge kollen betrachten. De Prins,begeerigh om . eer te verkrijgen, was echter niethaelligh naer |
’t Hof, om in de vergadering der Staten te ver-Ichijnen; maer bleef omtrent dertigh dagen lang in defe plaets, daer hy op alles ’t oogh had , en ’t lelve in beter haet bracht. Op d’eerlte Ibndagh wierd de kerek, volgens ’t recht van d’oorlogh, aen de vergadering derGereformeerden overge-levert, daer de Prins mee by verfcheen. De lijf-wachters hadden in ’t begin de wacht over de lladt : daer na wierden drie vaendelen in hun plaets gelbnden , en ’t Gouvernement aen de Graef van Styrum gegeven.Maer op dat de vyant niets aen d’oevervan de Rhijn aenvangenlbu, lbo wierd aen Pinien belall met lèventien vaendelen Ipoedighlijck derwaerts te trecken. De loopgraven, en de wereken wierden gefleckt, de galdcryen wegligenomen , ende/clians,die Grol belchut en door de koegels gelckonden was, weer opgemaeckt. De trencheen,die tuHclien de lchanflen geweell, en tot tegenweer gedient hadden , wierden tot aen de gront geflecht, gelijck oock alle andere veilingen. Men gaf den krijghs-lieden tijdt, om allengs adem van hun arbeyd te fcheppen. In dele tijt quam een geheele kornet ruyters, in lèventigh mannen beftaende die ka-rabinen voerden, onder’t beleyt van Robert van Ekeren van de Spaenlche lijtie tot de Prins over. Dele , voor de Keyler aengenomen, londer echter noch de eedt gedaen te hebben, hadden, op ’t verfoeck van Graef Henrick, fich by de Spaen-fehen gevoeght. Maer ly,verwachtende dat men loldy aen hen betaelde j en hen van hun moeyte De leoer* iverrken^-flecht. Een kornet ruyters komt over. voldeê, kregen geen van beyde, en begaven heh dieshalven, ecrlÿ in gebreck vervielen, in lùlck een plaets , daer fy hulp en Ibldy te verwachten hadden. De naelle Ibrgli was te bcllcllen,dat de Croi tvort graften gelûyvert wierden, en dat men ailes, tot d’oorlogh, oft tot lijftocht nootfakelijck,binnen Grol deê voeren , gelijck oock in Brevoort, een ftadt niet verre van daer, en onder ’t gebied der Staten llaende. De Prins , voor Groningen be-vreeft, vermeerde de beletting van die lladt, en Ibnd een deel van de ruy tery uyt, om ’t leger der vyandcu tv- LefpieHen , dat niet verre van daer , Henrick van den Bergh dee desgelijeks, en bc-llack een belaging ter plaets,daer,gelijck hy verhoopte,de Nalfoulche ruytery komen Ibu : maer al vergeefs j want de Veltovcrllen waren beyde lbo voorfichtigh, dat d’eengeen gelegentheyt om fijn fiagh waer te nemen aen d’ander gaf. Het gelchut wierd uyt het leger in de lladt Grol ge-bracht,daer in men vier vaendelen voctvolck,en befettin» ; twee benden ruyters totbefettinginvoerde. Men maeckte in de graften van de lladt lbo veel nieuwe veilingen, als ’er rondcelcn aen de vellen waren, cn belchutte de ruymte, die geen rondeclen hadden, met defe nieuwe wereken , die op fijn breetllegelijckfijdigh waren,en voor Icherp toeliepen. De Prins was wel gefint om oock naer Lingen te trecken, maer de tijdt van’t jaerverhinderde fiilcks, vermits dcherfll alree voorhanden was. Graef Henrick van den Bcrgh was oock een beletlèl hier af 5 want hy, overvloet van lijftocht, en ’tgene, dat tot belcherming der Heden dienHigh was, ontfangen hebbende , haV bevolen, dat men krijghsvoick , met Herck konvoy, om niet van hun reys verlleken te worden, derwaerts lénden Ibu. De Prins, al delé wereken ge-maeckt, de IchanlTen gellecht,en het leger afgeworpen hebbende, Ibnd de lchepen,die met fiec-ken, en met het reys-tuygh geladen waren, voor uyt,en voerde ’their overlant naerZutphen. Ely 't Ee^er verdeelde echter fijn heir niet verre van malkan- «w o? de der;maer in de beléttingen,die aende Rhijn oft Yfel gelegen fijn : want Graef Henrick van den Bergh, fijn benden by Raesvelt houdende, hield fijn leger in, en begon lieh daer aend’Ylélte vertoonen , die lang leer kleyn is, tot dat fy een weynigh Iaeger, door Druliis oud werek, groot er word, en haer water uyt de Rhijn ontfangt. |
V
-ocr page 60-' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van
tBELEGH VAN GROL,
door
PRINS MAURITS VAN N A S S O U,
in ’t jaer m d x c v i i.
Gouverneur in Grol.
Et vorifre verhael van ’t belegh en innemen van Grol is , als ick ge-léyt heb, uyt de hifto-rie van den grooten Hu-, go de Groot, in ’t Latijn befchreven , getroc-ken : maer om dat hy alleen in ’t voorbygaen met weynigh woorden
aenroert het belegh en veroveren deler ftadt door Prins Maurits, en dat d’afbeelding van ’t lélve hier voor,na de ftadt,ingevocght is, lbo füllen wy dat uyt de hiftorie van Everhard van Reyd hier wat breeder belchrijven j want wy ondienftigh vonden de woorden deler twee Schrijvers met elckander te vermengen,
’t Leger vcxcciiiglide Statcu quam den eer-ften September in’t jaer m d xcvii voordele ftadt. Graef loan van Styrum, die van d’eerfte uer,
toen ’t leger te velt quam , met karren en wagens geftadigh had doen arbeyden , om de wallen dicker en hooger te maken , was binnen de felve met acht hondert knechten , en drie vanen ruy-'debefeutnl ters,die juyft met d’aenkomft van ’t leger in reden: waer over Prins Maurits wel te vrede was, meer
ren te beïehieten. Voorts wierden leven bedeck- G^ierjen te gangen oft galeryen op verlcheyde plaetlen verordent. QNQr de graft verordent, en voor tien duylcnt gulden befteet,met belofte van 100 guldens overloon voor die eerft aen de wal quam, 50 voorde tweede, en 2 j voor de derde. Als de galeryen begonnen wierden,deê PrinsMaurits de ftadt by een trompetter opeyftchen , daer op de belegerden De beleger-lchimpigh antwoorden : Sygcloo/äen niet,dat hy quot;yan Prins Mauritsgefondenytas -, vnaer by iemant ygt;an de antwofff-Staten,die den oorlogh niet ygt; er [lont ; yuant het quot;ycas noch te dm, ygt;roegh y an opgeyen te [preken, foo lang men niet op de ’^al hantaenhantyocht. Hier op wierden degraftvullin-gen met aller ernft dagh en nacht gevordert, en meer ftucken geffhuts op de ftrijkweeren gericht, om de belegerde, tot bevrijding van d’arbeyders, duci tif Lc lioutleu . Dock vuer in de ftadt gelcho-ten, daer door omtrent lèftigh huyfen in brant geraeckten. De vijfde dagh , na dat de léven galeryen oft bedeckte gangen begonnen waren, quam d’eerfte tot aen de wal ,• en de ftadt wierdt
ten tweede mael opgeeylcht : waer op Styrum drie dagen uytftel verlócht, om aen Graef Her-man, als Stadthouder over Gelderlant van’s Ko- tyfihd nings wege , te fchrijven ; want hy was verlékert van ontlét,foo hy leyde. Hier op antwoorde Prins Maurits : [y finden fich kort beraden, y^ant hp begeerde Prins
voordeel achtende , datfe in een belegerde ftadt
befioten waren, dan datlc, daer omtrent in be- 'yoort te yaren ; en quot;^as niet gekomen, om de ftadt met bid- ^^[[[[\ fetting lijnde , de wegen onvry maeckten. Doch den, maer metgeynelt te 'herkrijgen : oockfou mijfchien na menmoeftom defe ruyters , daer mee de bele-
Ongerneene ne.'rfli/rk'cgt in ’t arbe)~ den.
gerden ftoutclijck uytviclen, te meer graven ; want terftont wierden in eenen nacht twee fterc-ke IclianfTen in’t liiyden en weften der ftadt, met een lange loopgraeftulTchen beyden, gemacckt: daer werckten tefFens acht hondert mannen aen, by welcke twee duyfent in de wapenen waren, om d’arbeyders te bevrijden. Daer na wierden de felve wercken by dage dicker en hooger ge-maeckt. De volgende nacht fijn noch twee andere Schanden aen d’ooft en noordfijde opgeworpen 5 oock met loopgraven tulTchen beyden, ge-lijck d’anderc : foo dat de belegerde nu rontoni befioten waren. Daer na wierd uyt clcke Schans met graven naer de ftadt gearbeyt, en ten hal ven wege beftote fchanften opgeworpen 5 waer in vier oft vijf hondert mannen wijeken , en daer uyt weer bieden konden tegen ’t uytvallen : daer an-
.- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'' op’tver-
drie dagen niemant Dan hen in 't leyen fijn. Hier op be- fichtettjt-goften de gene, die d’eerfte galery overgebraght hadden , in een bolwerck te graven, en wonnen
t^ereerin-
2 y voet inwaerts onder d’aerde j want ïy braken door een oude muer , die in ’t dicker maken van de wal met aerde beftort was. Als ïy hier door waren , maecktenly ter fijden een kelder, daer men buskruyt in ftelde, en toen van achter ftop-. te 5 ’t welck een geweldige flagh j om de tegen-ftant der muren, naer de ftadt fbu gegeven hebben. ündertulfchen quam de tweede galery mede aen de wal, en d’andere waren niet verre daer af: ook werdt op nieu weder brant in de ftadt ge/cho-ten : waer op de belegerde de moedt verloren, en door een trompetter verlochten in ge/preck te ko- j'erdraoh men. Het verdragh wierd getroffen,en hiel in,dat en averse-, de belètting over Rhijn fou trecken, den dienft drie maenden verlweeren,en de ruy ters hare paer-den achterlaten.Doch PrinsMaurits ffhonck hen, uyt enckele gunft en beleeftheyt, hare paerden weder. De tweede dagh daer na trock hy in aller haeft met een deel van ’t leger naer Brevoort, en liet een deel omtrent defe ftadt, om de wercken
groot voordel op d’enckele loopgraven hadden. Prins Maurits beloofde hondert gulden aen de gene, die d’eerfte approche oft aenlchanifing op de graft bracht j die eenige van’tVrielche Regiment w'onnen. Onlangs daer na quamen oock te Hechten, en de graften te lïiyveren. Dus is de-andere regimenten dicht by de ftadt j en men be- fe ftereke plaets, naer een belegh van vier weken, gon met eenige ftucken de borft- en ftrijekwee- in ’t gebiedt der Heeren Staten gekomen.
HARDERWYCK.
Befchreven door den E. Heer
ERNEST BRINCK, Burgermeefter der fel ver Stede.
Naents oor-frong. ArderwycKj, een Stade des Hertogh-doms Gelre, is gelegen in het Quartier van Velu wen, ïn teri Frifiorum folo, noortweftwaerts aen de Zuyder-zee, van de welcke fy meer als de helft omringt wordt, foo aen de ooft-als aen de weftfijde , ende neemt de zee al-daer noch meer ende meer toe ; want daer voor omtrent lxxx oft xc jaeren noch een groot ftuck voorlandts geweeft is, voor ende tuftchen beyde de bruggen, alfoo datter heeften gingen weyden , ende oock doeck al-daer gebleyckt wierde j maer nu is ’t felve federt die tijdt alles wechgefpoelt, ende noch eens foo veel daer by aen beyde de fijdeii ; door welcke dagelijekfehe aenfpoelinge der Zee, de mueren aldaer feer gekrenekt worden , ende koften veele jaerKjeks te onderhouden, als oock de beyren,die daer tot be-fcherminge der felver gemaeckt fijn. Aen de landtfijde is fy omgeven met veel fchoone hoven,boomgaerden, campen, weyden ende velden ; ende werden bevonden te fijn wel omtrent c c c der felver hoven ende tuinen, die defe Stadt feer verçieren ende playfier-lijck maecken. Een mijle verder landewaerts in, vertoonen haer verfcheyden boftchagien, daer allerhande loorten van wilde gedierten haer onthouden. Aen de fijde van de zee heeft defe Stadt twee bruggen, foodanige langs de gantfehe Zuyder-zee niet gevonden werden, van wegen hare lengte ende hooch-te, met afgaende trappen ende fteygers daer aen, tot gerief der reyfenden, ende der fche-pen : doch moeten de felve oock jaerlijcks veel uytftaen van wegen de hooge vloeden ende ys-gangen ; ieder brugge is wel c xxx treden lanck met de trappen ende fteyger. |
Dat defe Stadt haeren naem ende oor-eenen inham ofte kromte der Zee, als oöck wel een wijck, ‘vicum, ofte toevlucht, ende vryheyt der gener,die om van ’t gemeine pe-rijckel bevrijt te fijn, ende te beter haere vy-anden het hooft te bieden, huyfen by een timmerden, om defelve te bewoonen in hare wijck ; könnende alfoo verftaen worden foo van de zee , als oock het landt, gelijck als men feght Daripu^ijck, Oofler^vijck, Sles-‘v^vijek, ’FardeuiJijck , Wyck of Zee, ende andere plaetfen meer, alwaer oock geen inhammen fijn. Qtto den derden defes naems, stichter Grave van Naffauw, de fevende Graef van Gelder ende Zutphen, heeft eerft defe Stadt laten bemuyren, in ’t jaer Chrifti m cc xxix, als oock infgelijeks Ruremondt, Arnhem , Bommel,Wageningen endeGoch; haer alle Stadts gerechtigheden ende privilegiën gevende, fijnde te voren maer opene Vlecken ; doch principalijeken heeft hy defe Stadt vereert met fijn eygen Naftauwfche Wapen, Wa^e». fpronck eerft gekregen heeft van een Buer-fchap Hier den, n^e daer by gelegen, is wel waerfchijnelijck j dewijl Hier den foo veel als Herders te feggen is, ende Harder^^ijck een toevlucht ofte wijck der Herders ; want dit woordeken VVtJck beduyt niet alleen fo wel ve oude fegel als noch wefende een gouden Leeuw in een velt van azur mec xiv gouden turven, gelijck ’t felve als noch van defe Stadt gebruyckt ’wordt 5 welcke van te voren een Cogge-fchip voor oudt |
t. SttiÂttiuys Z ', quot;DMzker Ji 3 . JX'trckJlezjk jf. .^sfte kerckflnut
ty .'traterlHÿfi Jtecjn . Qemzym. Sckol^
t3 .
t£. 'Bi'tyk Jtraetr
ty. HalbitvJlrMk-
t8 . ^er AdtJlfMÿeti' tg ■ Vrouwen^ Jh-Mb
jCoommarct
^ismaret
Luütkf^oort-
■Smt
Oecenomu.^ ,_.
PHinBnwiTiirnniiiiijn
.4
♦ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sa
-’t î nbsp;nbsp;nbsp;la»!
‘tiH i
S3
34
35
3S
33
38Veelte
HARDE
bcwaert : dacr uyt men dan fpeuren kan dat de Inwoonderen defer Stadt eertijdts veel ter zee gevaren hebben, jae aleer fy oock Stadts gerechtigheden gehadt hebben 5 doch nacr dat defe Stadt bemuurt is geweeft, heeftfe dagclijcks meer ende meer aen inwoonders ende hnyfentoegenomen,principalijck oock door den koophandel, datfe alfoo oock buy-ten landts inellimatie gekomen is; blijcken-de fulcks uyt foo veelderhande Privilegien, gt;nbsp;die fy verkregen heeft van verfcheyden Köningen, Princen ende Republijcquen, welc-ker Landen fy door hare koopmanfchappen ende Schepen befocht heeft: eyntlijck is defe Stadt oock getreden ende aengenomen in het verbondt der Hanfe-Steden , ende voor een SenHan- Hanfe-Stadt erkent geworden tot noch toe, Je-ßadt. \YTIcker rye fy in de x l 111 plaets ( werdende Lxxii der felver Hanfe-Steden gere-kent) gefielt is ; ende is de Stadt Coin, haer uytfchrijvende Hooffdfadc in de Hanfen : fy plach eertijts xxx Rijcxdaelders jaerlijcks tot de Hanfe te contribueren. Het is aen-merckens waerdich, dat defe Stadt bynae op Wanneer ecu tijdt bemuurt is geworden, als de voor-bcmunrt. j^aemfle Hanfe-Steden oock gefundeert, ende Colonien uyt de Noorderfche Rijcken daer in gebracht wierden ; Lubeck is in het jaer m c xl bemuurt, Roftock m c lxx Riga M c Lxxxvb Stralfund m cc vm, Revel M cc xxiii, Wifmar m cc xlviii, amp;Cc. Der-halven dan oock defe Stadt haer, foo in tim-meragien als anders, veel gereguleert heeft naer der Hanfe-Steden wijle ; als te weten met de Stadtspoorten, die men wil feggen in voorige tijden altemael getimmert geweeft te fijn met drie torens, gelijck tegenwoor-dich noch is de Luttike-poorte , foodanich dan meeft alle de poorten van de Hanfe-Steden in Ooftlandt bevonden werden, als Lubeck,Hamburg, Magdeburg,Luneburg,amp;:c. jae oock Campen. De meefte byflagen ofte ftoepen voor de huyfen plachten even van fatfoen te wefen, als men in de Oofterfche Steden liet, ende oock noch eenige der {elver aldaer voorhanden lijn ; ende wil men feggen, dat voor den brandt veele der felver met gout verçiert waren. Oock foo plachte defe Stadt van outs her een Wijnhuys te hebben , op de manière van andere Hanfe-Steden , daer de Stadt in ’t openbaer den wijn liet verkoopen; foodanige Wijnhuyfen oock als noch te Deventer, Campen ende Swol gevonden werden.
oude H de Stadts Archiven bevint men noch, Frmile- onder andere veelvoudige heerlijcke Privile-gien. gien , een, haer verleent van Eduard Grave van Holfatz ende Stormar anno m cc lxxx.
R W Y C K.
item van Grave Gerhard van Holfatz ende Stormar ; als oock van de Stadt Hamborgh; van Tan Grave van Henecrouwen, Hollandt, Zeelandt ende Heere van Vrieflandt anno M CC xcix ; van de Grietmannen ende Regeerders van Vrieflant van den jare m cccxv, M cccxxi, M cccxxvi ; van Eduard den derden, Koning van Engelandt, (’t is noteerens waerdich, als den Koning Eduardus de derde een machtige vloot uytrufte van wel m c Schepen , tegens den Koning Johan van Vranckrijek, datter in de felve vlote voor Calis oock geweeft fy een oorloch-fchip van Harderlt;wijcki met gewapende mannen, van den Hertogh van Gelder tot dienft des Konings gefonden : ) Item van Erico , Koning van Denemarcken anno m cccxvi, by welc-ke den borgeren van l/arderu'utick een be-fonder woonplaets op Skanor ofte Schonen ingeruymt ende toegeftaen wordt, met ver-gunninge naer haer eygen rechten ende ufan-tien geregeert te mogen werden. In den jare M ccc XXVI heeft Koning Waldemar van Denemarcken den Ingefetenen defer Stadt oock verleent defe voortrelFelijcke vryheden; als van voorkoopen, exemptie van veel tollen, ende dat fy op Skanor houden mochten een eygen Schout, die haer recht dede ende,, haere differenten flifte, vaft in gelijcke manier als hedendaechs de Pranfchc,Engclfchc, Venetianen ende Nederlanders in Levanten oft in de Strate hare Confules hebben. Willem Grave van Henegouwen, Hollandt, Zeelandc,amp;c. heeft in ’t jaer m cccxxx i den Hardernj^ijekers oock fonderlinge privilegiën verleent. Anno m ccc lxvi i i heeft Albert der Sweeden ende der Gothen Koning den Harder‘V'uijckers oock fchoone immu-iiiteyten gegeven , als onder anderen ; dat een ieder ftjne wapenen vry mochte dragen in ’t landt te Schonen, datfe haere waeren mochten verkoopen , fonder breucke ofte tol, wijn ende bier tappen fonder iet daer van plichtich te fijn ; oock als iemant aldaer ftorf, foo mochten fijne vrienden het goedt aentaften ; oock als fy daer fchipbreuck leden , foo mochten fy haer eygen goedt vry weder nae haer nemen, fonder iets daer van aen den Koning fchuldich te fijn. In ’t jaer M ccc LX ende mcccxci hebben de Stadt Coin , ende m ccc xc de Stadt van Emden, defe Stadt oock eenige vryheden verleent. Men wil feggen dat defe Stadt oock in het pafferen door de Zont, ende in ’t vertollen aldaer, de derde plaetfe naeft Staveren ende Enckhuyfen foude gehadt hebben : ende dit fy foo veel gefproockenvande uytheemfehe Princen die defe Stadt met hare Privilegien begun-
HARDE bcgunftight hebben. Te verhalen voorts de vryheden , inimnniteyten ende privilegiën, die defe Stadt van haere eygeii Graven ende Hertogen veelvoudigh verkregen heeft, ware al te lanek om in dit kort begrijp gefielt te worden ; fal derhalvcn maer eenige weynige der felver alhier ten toon ftellen : want, behalven dat defe Stadt (gelijck hier voren is gemeldt ) van haer eygen Landts-heere Otto den derden. Grave van Gelderlant,amp;:c. is bemuurt geweeft, ende tot een Stadt ge-maeckt ; lbo heeft naederhandt Reynold den eerften, Grave van Gelderlandt ende Zutphen,van den KeyferRudolpho den eer-ften van Habsburg voor defe Stadt oock ver-CAiunte. kregen de privilegiën eener Munte, foo in gout als hiver, in k jaer m cc lxxxviii , te gelijck met de Steden Ruermonde ende Arnhem ; welcke munte dan een tijdt van jaeren aldaer in fwanek gaende , is eyntlijc-ken vervallen ende afgegaen, (hoewel men noch wel hedendaeghs hier ende daer komt te lien ftuyvers die eertijdts te Harder^^ijck geflagen lijn ; want in ’t jaer m d xxxvi de felve noch te vinden fijn geweeft) doch is daer naer int jaer m d lxxxiv, in plaetfe van de oude Munte, aldaer van Nimmegen getransfereert ende gebracht de Munte des Vorftendomç Gelre ende Gracffvkapc 'Znr-phen, (overmidts de goede gelegentheyt der lelver Stadt, ende tot meerder gerijf van de Koopluyden ) van welcke tegenwoordigh Munt-meefter is Johan Wijntges , welcke oock te gelijck de Munte van Over-Yftel ende der Stadt Campen bedient. Anno m ccc XLVin heeft Hertogh Reynolt van Gelre defe Stadt verleent alle vryheyt ende alle rechten, in aller manieren, ende in allen faecken, als de Stadt Zutphen heeft,oock jaer- ende weeck-marckcen. Anno m cccc xxi v heeft Hertogh Arnold van Gelre de Stadt Harder-^^ijek verleent een vrye jaermerekt, beginnende veertien da^en naer Vaften-avonts-dagh, op den Sondagh Keminijcere, duyren-de tot den Sondagh Letare, veertien dagen lanek, die nu noen onderhouden wordt, met die andere vrye merckt,die den eerften Junij begint,geduyrende veertien dagen tot S.Vyt. Den felven Hertogh heeft oock anno m cccc XXXV defe Stadt, gantfeh Gelderlandt door, tol-vry verklaert, ende dat om fonderlinge gun ft ende merekelijeken dienft wille, die hem de Stadt in ’t belegh van Bueren ge-daen heeft : noch heeft den felven Hertogh in’t jaer m cccc xliii defe Stade dit heer-lijcke privilegie verleent, haer gevende den afflach oft ftapel van alle de Zee-vifch, komende uyt de Noort-zee, alfoo dat tuf- |
R W Y C K. fchen Muyden ende Campen geen vifch landen mach , of die moet hier te Harder-aenkomcn,endc aldaer op den affiach gebracht worden; mach anders niet over de Velu wc naer andere plaetfen gevoert worden, by verbeurte van de Vifch. Wat belangt de publijeke gebouwen de-fer Stadt : alhier is te lien een feer treftc-lijeken hoogen toorn van fraye ftruduire, dienende' den zeevarenden tot een Pharos ofte Baeck, foodaniHi dan in 2;ehcel Gelder-landt niet te vinden is, welende drie hondert en dertigh trappen hoogh,daer by eenKcrek genoemt de L. Vrouwe kereke , met een fchoon fteenen gewulft, byfonder het Koor, wclck feer kon High o ver welft is, in forme van een lanteerne , daer over fich dan yder een verwondert. Defe Stadt is in vorigen tijdenoockvoorfiengeweeft met fevenKloo-fteren, als drie mans ende vier van vrouwen : Het eerfte lagh omtrent een half-uure-gaens buyten de Stadt, op een feer bequame genoechlijeke plaetfe, ende wierde genoemt 's Heeren Loo, lijnde van de ordre van S. Jan die men nu Ridders van Malta noemt. Het tweede is geweeft een Francifcaner ofte Minrebroeder Kloofter, van de ordre der Obfervanten, gefticht van Eleonora, dochter van Eduard de derde, Koning van En-gelandt,ende Gemaelinne van Hertogh Reynold van Gelre. Het derde was der Frater Kloofter, van S. Hieronymi regel, gefondeerc door de Magiftraet felfs van' defe Stadt in het jaer m cccc xli, alwaer veel Clereken gein-ftitueert wierden, wefende als een Schoole, gelijck eertijdts oock te Deventer ende Swol gebruyckelijck is geweeft. Belangendede vrouwen Kloofters, is wel het principael-fte onder anderen alhier geweeft het Nonnen Kloofter, genoemt S. Agneta in Galilea ; fy waren Regularilfcn van S. Auguftinus, was een rijck Kloofter,daer meeft de edelen ende oude geflachten haer Dochters lieten in gaen, als fy met de felve verlegen waeren. Het tweede vrouwen Kloofter wierde geheeten S. Catharina, van de derde ordre van S. Fran-cifcus, wefende Obfervantijnen; dit kloofter diendt nu tot de Academie. Het derde was genoemt der Graeuwen-Sufteren Kloofter van den Klaeren-Dale, oock van de regel van S. Francifcus oft Sufteren van S. Clara. Het vierde was genoemt het Bagijnen Kloofter. Buyten defe Stadt, omtrent een fteen-worp van de Luttikc-poorte, placht oock te ftaen een Prochye-kereke geheeten S. Nicolaes, ende is seweeft de eerfte Kereke van defe Stadt, gefticht van de Heeren van S. Maria t Utrecht ; doch andere willen feggen, datfe |
onder de galge in de aerde geflopt ; doch naderhandt, als de Geufen wederom meefter geworden fijn, is het felve lichaem wederom van daer gehaelt, ende eerlij eken in ’t vorige graf begraven ; ende wierde alfo dit lichaem driemael begraven : defe hiflorie wort verhack vAw'^ohanne Lamp a di o in fijn L^Leütficio Llt^torico , alwaer hy fprecckt van de groote ftrcngheydt van Duc d’Alva. By defe gelc-gentheyt kan men oock niet wel nalaten hier te verhalen , ’t gene P. VVinÇemiw Hi-floriarumÇuarum Prtficarum lib. 3. verhack, in ’t jacr duyfent vijf hondert drie-en-feven- |
(Irnne-Iij eke boesheyt. lem, daer hy aldus fchrijft : Jofephw L^alime-rins een Spaenjaert, Patroon ofte Kapiteyn over een Koninglijeke Galleye te Staveren , hielde het gantfche Vlie , en de havens daer omtrent in geftadigen alarm, ende vervolgde , met groote wreetheydt, alle die gene die foo datter naeuwelijcks veertien oft vijftien huyfen onbefchadight gebleven fijn ; daer bleven verbrant ende verfmoort wel vijftien hondert menfehen, onder welcke men feght dat wel drie hondert vijftigh Klercken waren, waer door dan tot een geheugenifle de-fes brants ende der overledene Klercken, noch huydendaeghs alle jacr op S. Pieters avont, wefende den laetflen dagh Julij des naemiddaghs te drie uyren, de Studenten alhier het gebruyck hebben , alle de kloeken defer Stadt te luyen. Doch mocht fich ie-mant verwonderen over ’t groote getal der Studenten , die doenmaels louden verbrant fijn 5 foo flaet te weten , dat al in het jacr duyfent vier hondert ecn-cn-vecrtigh,wefende meer als feftigh jaren voor defen brandt, de Magiflraet defer Stadt een feccker ac-coort ingegaen heeft met Meefter Plarmen Schurreniurgh, Regeerder harer Schole, dat hy binnen ’s jaers aldaer in de Schole leveren moefte drie hondert uytheemfche vreemde Klercken, van buyten Harder^uijek, die daer als Studenten woonen fouden,behalven noch de inlantfche ; ende en hadde hy die niet, foo foude men hem fulcks korten aen fijn gagie , naer ad venant het getal minder was. Defen brant begon des naemiddaghs (niemant wetende uyt dje cerft veroor-is; ende ginek fo hacftigh toe, dat het volck haer nergens willen te bergen, als in kelders, die nochtans oock al meeft ver-fmoorden : veel menfehen liepen met haere kinderen in de Prochie-kereke om haer daer te bergen, die doch meeft alle verbranden : de ftraten waren foo heet, dat ’er niemant over gaen konde; veel volck viel doot onder de gevelen ende muuren van de huyfen ; de kloeken in den toorn verfmolten, doch den toorn bleef flaen. Doenmacls was in defe Stadt veel goet gevlucht uyt de Velu we van de omliggende Dorpen , uyt vreefe des oor-loghs tufTchen de Gelderfche ende Bourgoenfehe , waer door het oock gefchiet is, dat felfs de burgers haer buyten de Stadt niet wel en dorften vertrouwen , ende dcrhalvcn des te meer menfehen daer door verbrant wierden. Daer wort verhaelt,dat feker Min-ne-broeder aldaer, defen brant fonde voor-feydt hebben , ende ’t volck dagelijeks ver-maent tot boete ende beteringe hares levens; op dat Godt fijnen toorn ende ftraft'e van haeren hals wilde afwenden. Die naer den Burgermeeller van Staveren felfs verftaen , hebbeHat hy fo Barbarifch wreet is geweeft, dat hy een Harderwijeker fchipper, die mede in der Geufen verbont was, niet alleen fijn fchip gefpolieert ende verbrant heeft ; maer heeft daer naer den fclvcn levendigh in fijn cygen fchuyt vaft gebonden, veel ftroo, riet ende rijfen rontsom hem henen ende hem allo in zee laten drijven, naer dat hy de felve fchuyte aen brandt gefteecken hadde ; fo dat men daer nae getwijfelt heeft, wat foorte van doot hy geftoiwen fy , oft hy verbrant oft verdroneken is geweeft ; welcke gruwelijeke daet oock felfs van des Konings partye beftraft is geweeft, ende hem verfoeyt hebben , dat hy een man , dien hy fijn fchip hadde verbrant ende van fijn goederen berooft, met fo een ongewoonlijeken doodt door twee onder fich contrarie ftrij-dende elementen (als water ende vuur) had- de om ’c leven gebracht : dus verre Win-ÇemiiiS. Geduyrende de oorlogen tuflehen de Bourgoenfehe ende Gelderfche van de jaren duyfent vier hondert af tot duyfent vijf hon-dert fes-en-dertigh toe, hebben de Gelder-^ fehe den Hollanderen dick wij Is uyt defe Stadt te water groote fchaden toegevoeght, waer door fy felve dan oock niet weynigh bcfchadight is, ende verfcheyden reyfen,dan van d’eene dan van d’ander partye is ingenomen ende vermeeftert geweeft : doch brandt in defe Stadt fijn gekomen, feyden en is de felve noyt geen meerder ongeluck dat noyt menfche diergelijeken deftruólie ftoekenoverkomen, als wanneerfy in ’t jaer duyfent gefien hadde , noch fien foude ; want men brant de- vijf hondcrt drie , op den laetften dagh van door de ftraten niet gaen konde , vermits fer Stadt-, Julij, in drie uyren tijdts geheel verbrant is, de gevelen ende muuren , die nedergeftort |
HARDER WYC K.
Kdft uyt lt;iie A^che niet volkomen verrijden. Regee- lagen. Sedert defen brandt heeft defe Stadt noyt meer wederom te rechte können refpi-reren, of tot haer vorige ftandt ende wel-vaert geraecken ; hoewel fommige Schrijvers verhalen, datfe naderhandt veel tref-felijcker ende heerlijeker fonde weder-opge-bouwt fijn, ’t welck doch fo niet en is ; want fy in der daet naer dien tijdt meer af als toegenomen heeft : den koophandel, die fy in vreemde landen placht te drijven , heel ver-flappende j wefende daer-en-tegens genoot-druckt voortaen noch dagelijeks te worfie-len tegens de furieufe zee en den rafenden ys-gang, die haer met geweldige vloeden nn en dan veel fchaden toevoegen. Het is aen-merekens-waerdigh, dat in ’t felfde jaer van duyfent vijf hondert drie j als IJarder^‘vijck verbrande , foo brande oock de Stadt Hin-loopen in Vrieflant met de Kerck geheel af; te Gorcum verbranden twee hondert huyfen; te Gief horn branden oock feer de veenen ; te Belle in Vlaenderen branden vijf hondert huyfen af j ende op meer andere plaetfen , doende groote fchade.In ’t felve jaer was oock een drogen heeten fomer, duyren tijdt, fterf-te,daer op datvolghde een feer harden vorft. Wat de regeering defer Stadt belangt; daer is eenErf-Raet, die noyr iifgpfet Iran woorden, de welcke oock by fich feifs de keure ende eleótie heeft van nieuwe Schepenen te kiefen, ’t welck dan alle jaer des Sondaghs nae S.Pauli bekeering gefchiet, en kieft men gemeyn-lijcken uyt de outfte ende principaelfte geflachten defer Stadt, de gequalificeerfte per-fonen,die daer te vinden fijn: uyt de Schepenen ( welcher fomtijdts tien, elf, twaelf oft dertien fijn,doch aen geen feecker getal gebonden wefende) werden alle twee maen-den twee tot Burgermeefters in der tijdt gefielt , die abfolute macht hebben , de Schepenen te doen vergaderen, te prefideren, ende voorts andere Stadts faecken te dirigeren. Alle weecke fitten de Burgermeefieren ende Schepenen drie dagen voor Gericht, ad-minifirerende jufiitie, ende andere politijc-que faecken verhandelende. Van de Gildens defer Stadt werden oock jaerlijeks gekoren vier-en-twintigh begaefde mannen, die op den keurdagh aen den Magifiraet voorgedragen werden, uyt de welcke de felve als dan wederom twaelf verkiefi, die tot Gemeen s-luyden gefielt worden ; ende als daer wichtige ende importante affairen voorhanden fijn, als van oorloch ende vrede, impo-fitien in te willigen, oft diergelijeke faecken meer,foo worden fy in den Raedt beroepen, om haer advijs ende confent daer toe te geven , met vordere Stadts faecken haer niet bemoejende ; doch werden oock uyt het getal defer twaelf Gemeens-luyden vier tot der Stadt Rentmeefters verkoren, die der |
Stadt inkomfien, renten ende pachten heffen ende beuren , ende wederom der Stadts lafien ende onkofien af betalen ; doende jaerlijeks haer rekening daer van. Oock is van wegen het Vorfiendom Gelte en Graef-fchap Zutphen alhier in defe Stadt een Schol-tus gefielt , doch voor de vreemdelingen alleen , hebbende geen meerder jurisdiaie* dan fimpel arrefi ende detentie, ende dat alleen voor fchade ende fchult ; als oock alle zeedrift van geftrant goedt te bergen ende aen te haelen : defe hout fijn eygen Gericht, gefterekt fijnde met twee keurnoteii of afli-ftenten ; doch foo de partyen niet gecon-tenteert fijn met haer fententie, foo mogen fy aen de Magifiraet appelleeren. Defe Stadt heeft oock van outs her die privilegie, datfe heeft een fouverayne jurifdiótie, van waer geen appel en valt, noch in civile noch in criminele faecken; heeft oock hals-ge-richt, derhalven fy dan oock van onverdenc-kelijcke jaren herwaerts tot noch toe altoos een Scherprechter gehouden heeft. De Ma-gifiraet heeft oock macht met bewilliging barer gemeynte feifs impoften te ftellen,naer dat den noot vereyfcht ; welcke heerlijeke privilegiën ende Regalia fy certijdts van haer Princen verkregen heeft door harege-trouwigheyde ende merekelijeke dienfien, aen de felve nu ende dan, foo in tijden van oorlogh als vrede, bewefen. Wat betreft de hanteeringe ende neeringe der burgers, de Bedrijf felve befiaet mcefi in dele drie foorten ; als in renteniers, handelaers ende hantwerekers;-'^ oock in de gene,die met den ackerbouw ende met beefien haer geneeren, foo binnen defe Stadt als in de vryheyt der felver ; noch fijn-der veel voer-luyden, viftchers, {chippers, bootfehuyvers ende dragers,maeckende met de Studenten t’famen ruym een vierde-deel van de inwoonderen. Boven de voorgenoemde, woonen hier van oudts en noch in onfe tijt veel Edelen en Patricii, jae meer als voor-ergens in eenige plaetfen hier omtrent; welc-ker namen ( om datfe in ’t oude Theatrum VrbiuWi van Geor^o uytgedruckt en verhaelt worden ) men oock hier tot een ge-dachtenifle nae de letters van ’t A, B, C fielt, om niemandt te prejudicieeren in fijn rang ende outheydt ; welcke fijn de volgende : Arnhems, oAmMs, j4rlers, ^roeckht^yßfjs, Toekofpen, Jßrienens, Bronckhorßen y Bloets » Brincken , Bollen , Coollt;v^agens , Cranen^ burghs3 Deiens, Dageraets, Diedems, Domp-felaers, E]ßens, Eßuelden, Golßeyns» Grollen, G 3 Uoe^ |
pI'oeklumS', Hellen, Hoemens, Hierdens, Haer-filtens, Harder^jijijeken, dCeppels, Landts-kroons, lt;i^Udaghïens, a^aurijfens, iHje^el-den, Oldenbarnevelts, Qmmerens, Pannekoec-ken, Ripper bants, Speulden, Schrajferts, ‘Tel-lichten,Hegnagels, Voeten, Vane^elts, VVit-tens, Wynbergens, WoRfens, VVencoms ; hoewel lommige van deß gedachten al ver-ftorven fijn , ende eenige vertrocken , heeft men die hier noch willen gedeneken. Neerin- Onder de principaelfte hooft-neeringen defer Stadt fteltmen den vifch-koophandel, y/ÇX nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Noort- als Zuyder-zee herkomen- de : hier werdt jaerlijcks een ongelooflijc-ke quantiteyt vifch van allerhande foorte, niet alleen in d’omliggende plaetfen, als in Gelderlandt ende Over-Ylfel vervoert, maer oock tot in het Landt van Kleef, Stift van Munfter ende Coin, jae oock noch hooger den Rijn opgebracht 5 felfs oock de vifch in de Zuyder-zee gevangen, als fpiering, bott, haringen ende buckingen j waer door defe Stadt goede inkomften heeft, lijnde bevonden dat den Afflager eens op een jaer duyfent heeft van wegen het afflaen ende vilch-trec-ken ; doch wierd doenmaels extraordinaris veel vifch gevangen,’t welck oock niet jaer-lijcks en gebeurt, könnende in ïómmige jaren naeulijcks het derdepart daer van uyt-gebracht werden, Daerbeneffens is oock de hout-koopmanfchap niet een van de ge-ringfte^ want geen plaetfe hieromtrent meer houts jaerlijcks kan uytleveren , om de be- oordeelt hebben, als hy fchrijft in fijne oAn-^ notationibvu ad Pomponium ^elam van het Jopen-bier; daer hyfeydt: adfertur inPri-ßam genus certifia, qua ^ocatur Jopenbier, quaemheydt der bolTchen ende heggen, hier quam cultro fcindere p^es. Dit bier wort al-naby gelegen ; waer mede dan byna heel daer gebrouwen van ßecker Gilde, dat men ” ’ ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ ’ noemt S. Joris Gilde, welcke confraterniteyt in meer als feventigh perfoonen beftaet, en dat uyt de gequalificeerfte van de Stadt, Hollandt en Zeelandt, en een gedeelte van Vlaenderen verfien werdenj en overmits defe Stadt niet bequaem is, om foo een menighte houts te bergen, hebben de Schippers een plaetfe daer toe verkoren, twee uyren gaens van de Stadt,langs de zee, in een buurlchap geheeten, alwaer fy dan meeft haer hout uyt het lant brengen, tot dat het elders vervoert wert. Oock is hier grooten handel van Eeck oft fchorifen van eycken-hout en heyde ; daer van jaerlijcks vele fchepen vol in Hollandt ende Zeelandt gebracht werden ; gelijck dan oock het leer, het welcke van de Schoenmaeckers te Harder^uijck eerft geloyt ende bereydt wordt, die daer-mede dan alle leermarckten foo in Hollandt als elders overvloedelijck verfien j daer toe dan jaerlijcks veel duyfenden van heeften huyden, foo uyt Weft-Indien als elders ko-mende,van haer ingekoft ende daer nae toe-bereyt werden. Behalven dit alles, brengt het Veer jaerlijcks doorgaens een groote ncc- |
R W Y C K. ringe in defe Stadt; want alle de gene die uyt het Stift Munfter, ft Kleeflche-landt, Gelderlant, Over-Ylfel ende elders komen , ende over de Velu we naer Amfterdam haer willen begeven, al meeft haren wegh over Harder-^^tjek nemen,als lijnde de bequaemfte weg, ende oock van wegen de gerieflijekheyt der fchepen, daer door dan oock meenighte van burgers haer weten te genceren. In dele Stadt wordt oock feer goct dick bier gebrouwen , ft welck feer lang duyren mach; waerom het oockdoor fijn vermaert-heydt, naer veel plaetfen buyten landts vervoert wordt ; als nae Rochel, in Levante, jae tot Conftantinopolcn toe, ft lelve werdt nu oock naer Ooft-Indien gebracht, ende met groote quantiteyt nae Brafil, Weft-Indien, Virginia,ende de Carybifche Eylanden; ende mach dit bier wel mede gerekent worden nelfens andere Oofterfche vermaerde bieren : oock is aldaer noch een ander foorte van dick bier, ft welck verre het andere te boven gaet; want het van wegen fijn vettig-heydt ende olyachtigheydt feer nae by het Jopenbier mach vergeleecken worden; want als maer een weynigh daer van in de handt geftort wordt, foo doet het ftracks de vingeren te famen klexzpn ; ende hadde Petrus Johannes Oliijariîss een Spaenjaert dit bier ge- (want men geen handtwerekers oft onechte daer in aenneemt) die jaerlijcx eenige dagen een byeenkonifte houden, ende haer daer medecijne voor de gene die haer in de wijn verbuyft hebben ; want het de borft ende ribben fmeert, ende alle fchraligheydt verdrijft, wort oock derhalven van de vreemde luyden voor een prefent gehouden : anders foo is dit Gilde eertijdts gefondeert tot het onderhoudt van arme Schippers ende zeevarende lieden, die ooft en weft gevaren hebben, ende verarmt fijn ; gelijck dan het felve oock noch hedendaeghs veel armen de hant reyckt, ende op feeckere tijdt des jaers uyt-deylinge doet. Deß Stadt vervult oock ’t geheele landt rontfom henen met haer Tybuckingen,ende alhoewel Enckhuyfen oock veel uytgeeft, fo is ’t |
HARDE is ’t nochtans, dat de gene die van hier komen den prijs behalen, ende veel beter fijn, werdende over al aen goede vrienden verfon-den, voor een prefent ende delicatefie. Defe haringen werden, alhier in fchuuren oft hangen (gelijck men die noemt) gefouten, ende aen flockskeas opgehangen, ende met cyc-ken fpanen geroockt, waer door fy dan foo een fchoone gout-geele couleur ontfangen, werden daerom in d Latijn genoemt Haleces fumatïi ende in ’t Frans (jarengforé, dat is te fcggen , geroockte haringen, defe hangen vint men aldaer over de dertigh. Defe foorte van vifch heeft verlcheyde namen , ’ nae de plaetlen en tijdendaer indie gevangen wort; doch worden alle met een gemeene naem quot;Bückingen genoemt. Wyen können hieroock nietverby gaen, fonder mentie te maecken van een edele ffuyte, die in haer fayfoen in defe Stadt leer overvloedigh gevonden werdt, als daer fijn de Everbefien , die van de naeft omliggende bofi'chen,met heele wagens ende karren vol, aldaer gebracht worden, welcke daer nae gantfch Hollandt door, jae tot in Zeelandt gevoert ende verkoft worden ; ende is bevonden dat de Veerfchippers defer Stadt, op een Somer alleen aen vracht van defe Befien verdient hebben over de vier hondert guldens , hebbende van ieder benneken een blanck j ende een fchip alleen heeft eens op eenmael achtien gulden aen vracht verdient; in de Medicijn-boecken worden defe Befien ‘vaccinia hacctzß^ve J\dyrüll^ genoemt ; de Duytfchen noemenfe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/ de Neder landers ende Hollanders blaewv'U-beßen:, bos-beßen , kraecke-beßen , ende klap-kornen. Sy worden rijp in de maent van Junij, en duy-ren voorts de maent van Julij uyt, vallen daer nae felfs van de ftruycken af ; gepluckt fijnde en können niet veel langer duyren, als vier of vijf dagen: met wijn ende fuycker geprepareert, fmaecken feer wel, ende mogen met ceren verftrecken om in een naem-Kundigh bancket opgedifchtte worden: uyt-geparft fijnde geven van haer een feer fchoone blaeuwe ende purper-verwige couleur, waer mede de boeck-binders in Duytflandt haer pergamenten ende papieren beftrijeken ende verwen. Noch foo behoort niet vergeten te worden, dat jaerlijcks ettelijeke hondert vette lammeren ende fchapen van hier nae Hollant gebracht werden,die om haeren goeden fmaeck, voor delicatelfe gehouden werden, meer achtende de fchapen die men op de Velu we op de fchrandere weyden van heyde drijft, als de gene die in Hollant in de vette en grasrijeke landen werden opgevoed. |
R W Y C K. Van het begin van defe Nederlandtfche troublen hebben de burgers defer Stadt haer altijts kloeck in ’t geweer vertoont, gelijck fulcks dickmaels gebleken heeft, foo in ’t be-ftormen van ’t nieuwe Blockhuys, als in ver-fcheyden uytvallen tegens den vyant, doe-maels als Deventer ende Zutphen noch Könincks waren,en fy menigmael tot voor defe Stadt ftroopten,haer willende de heeften uyt de weyde halen ; jae fy hebben oo'ck dickmaels haer eyge garnifoen (als fy haer nioet-willigh toonden) het geweer doen nederleg-gen , ende kloeckelijck in toom gehouden; derhalven defe Stadt oock verfcheyde dappere krijgshelden voortgebracht heeft,onder welcke ick maer eenige weynige fal verhalen : als van Warner lt;van Grol, Schout van Trejfc-Harder‘V‘vijck ende Kafteleyn van Hoevela-ken,een Overfte,die een vermaert krijgsman geweeft is in de laetfte Gelderfche en Bour- Stadt ge-goenfche oorlogen, by ’t leven van den laet-ften Hertogh Karei. Wat een kloeck ende beroemde Krijghs-overfte k^l/olter Heghe-man geweeft fy, is noch in verfcher gedachten, ende van wiens daden de Hiftoriefchrij-vers van defe Nederlandtfche oorlogh hier ende daer gewagh maecken : Ende by defe tijdt vertoont fich oock noch niet min dapper ende klocckmoedigh,den Colonel ßohan •van Wijnbergen, voor defen Gouverneur van Rijnberck, ende nu tegenwoordigh van Sluys en de omleggende forten van Vlaende-ren. Men kan oock berekenen , dat op een tijdt gelijck acht Kapiteynen,uyt defe Stadt gefprooten , in defer Landen dienft in den oorlogh geweeft fijn. Aengaende de poli-tijeke regeering, foo is ’t dat uyt den Raedt en de Regeerders defer Stadt, meenighmael veel der felver gepromoveert fijn geweeft tot de hooghfte digniteyten ende omcien defer Provinciën : als onder andere, Butger ‘van HaerÇolte, Burgermeefter defer Stadt,dewelc-ke als Gefant van wegen het Vorftendom Gelre, duyfent vijf hondert vijf-en-tachtigh, gefamentlijck met der andere Provinciën Gefanten,in Engelandt is gefonden geweeft, om de Souvereyniteyt defer Landen aen de Koninginne Elifabeth over te dragen. Ger-^ hard J^oeth i. v. n. is eerft Raedt, daer naer Cantzelier des Vorftendoms Gelre enGraef-fchaps Zutphen geworden, en vermaert van wegen fijne Gelantfchappen die hy gedaen heeft van ’s Lants wegen , fo in Vranekrijek als tweemael in Denemarcken; als oock om dat hy, neftens den Heer Leonino, is geweeft een van de principaelfte autheuren der aen-ftelling defer tegenwoordige regeering in de Provincie van Gelderlandt, naer het af-fwee- ren |
HARDER WYC K.
ren dés Konings van Spaenjen. ^ohan ‘van Arnhem isRaet geweeft defesVorftendoms. Johan 'van Wijnbergen heeft gerefideert in 't Collegie van de Staten Generael,is daer na als Kapiteyn in Ooftende overleden. Cafijn •van der Heil heeft gerefideert in ’t Collegie van de Staten Generael,als oock in den Raet van State , en is Gefant geweeft van wegen ’s Lants regeering te Embden, als ’t verfchil tufTchen de Grave ende de Stadt nedergeleyt wiert. Henrick ^an Brienen de outfte, Heer van Sünderen, alle hooge Collégien defer Provinciën lange jaren bedient hebbende, wierde daer na, in ’t jaer duyfent fes hondert tien, als Gefant van de Generaliteyts wegen in ’t belegh van Gulick gefonden , als oock tot de vredehandel tot Coin ; wiens broeder Jacob 'van trienen lange jaren in ’t Collegie der Admiraliteyt gerefideert heeft. Paul 'van Arnhem, oock gewefene Burgermeefter defer Stadt, is naerderhandt geworden ’s Lants Rentmeefter van ’t Vorftendom Gehe en ’t Graeffchap Zutphen ; wiens Sone Seger •van Arnhem hem naederhandt gevolght is in de felve bedieninge, fijnde onlangs oock als Curator der Academie tot Harder'V'uijck gefielt, van waer hy oock geboortigh is. ƒo-han ‘Vart' Golßeyn keefc lange jaren’c Rent-meeflerfchap van Velu wen en meer anduu chargien bedient. Johan VHitten heeft oock eenige jaren hooge Collégien bedient, en ee-nige Gefantfchappen verricht,en is eyntlijck Rentmeefter Generael van Sallant geftorven. S'V'veer 'van Haerfolte, hem in defe laetfte chargie gevolght njnde, heeft oock lange jaren in de vergaderinge der Heeren Staten Generael gerefideert. Henrick •van Brienen de longer heeft oock veel jaren het Reken-meefterfchap van’t Vorftendom Gelre bedient. Henrick'Uan Pjjen is geweeflRaedt des Vorftendoms Gelre en des Graeffchaps Zutphen, ende oock eenige jaren in de vergaderinge der Staten Generael gerefideert hebbende, heeft eyntlijck oock een Ambaf-fade in Vranekrijek verricht : Sijn Coufijn Henrick •van Pjjen, oock een Ledemaet de-fes Magiftraets geweeft fijnde, naer bedieninge van eenige hooge Collégien in den Hage, is daer naer geworden Rekenmeeftcr van de Provincie van Gelderlant, ende eyntlijck oock in den Raedt der felver Provincie aengenomen. Johan •van Wijnbergen, Burgermeefter defer Stadt, is eenige jaren her-waerts geweeft Curator der hooge Schoole tot Harder'V'vijck, daer nae gefielt tot Curator der felver Academie 5 is onlangs oock verheven tot de digniteyt vanRaets-heer des Vorftendoms Gelder en ’t Graeffchap Zutphen. Sjmon njan der ^ejden, oock eenige jaren geweeft hebbende Burgermeefter deler Stadt, is daer nae gepromoveert geworden tot Generael der Munten defer Geunieerder Provinciën. Gerhard •van Hoeklum, Burgermeefter defer Stadt, heeft oock lange jaren in de Collégien der Admiraliteyt gerefideert. Otto Schrajjert, tegenwoordigh Burgermeefter defer àadt, heeft eenige jaren het Be-winthebberfchap van de GeoólroyeerdeOoft-Indifche Compagnie bedient, en nu oock eenige jaren gecompareert in de vergaderinge der Heeren Staten Generael van wegen dit Landtfehap. Pejnier njan Heil, van Har^ der'V'vijck geboortigh, is geweeft een van de principaelfte Commifen der eerfter navigatie der Hollanderen, in ’t jaer duyfent vijf non-dert vier-en-negentigh , in Ooft-Indien ge-daen : hy wierd daer op fijn fchip van de Javanen deerlijck vermoort,te voren hebbende voorfeyt het quaet dat de vloot toekomende was, daer doen niet feer opgelet wiert. Her^ man •van Speulde, oock van hier geboortigh, is veel jaren Gouverneur van Amboina ende Raedt in Indien , van wegen de Ooft-Indi-fche Compagnie, geweeft. Uyt defe Stadt Geleerde fijn oock gelproten verfcheyden andere ge-leerde mannen : als Gerhardus Harder'uicen^ ßy 3.5. I heol. Doólor en Reélor Magnificus der Univerfiteyt tot Coin, dewelckc in het jaer duyfent vijf hondert drie geftorven is, naerlatende geleerde Commentaria in Ari-ftotelem, in welcke hy als een notabele faeck verhaelt, dat in fijn rijdt te Harder'V'vijck ge- rreemde weeft fy een feer geleert Priefter, dewelHte quot;^frande^ op eenen middagh, fonder eenige voorgaen-de fieckte, al fijn geleertheyt verloren heeft, alfoo dat hy de eerfte elementen of’t Alpha-betum niet meer wille, jae hy vergat fijn ey-gen naem, ende bleef alfoo in defe vergeten-keyt tot het uyterfte eynde fijns levens. Men leeft in de Hiftorien, dat Georgio PrapeZjun^ tio een diergelijck ongeval overkomen is. Oock foo heeft defe Stadt voortgebracht ƒ0-loannem Harder'uicenjem S.S. Theol : Licen-tiatum amp;nbsp;Decanum Colonienfem ; Item ‘Pernardum Harder'vicenjem, Artium óc De-cretorum Doélorem,SyndicumCapituli Me-tropolitanæ Ecclefiæ Colonienfis ; Item Petrum Guinellium Rhetorem ; Pernardum VVinterinch ; Isbrandum Harder^vicenum, Antiftitem five Abbatem Lidlumanum in Frifia Occidentali, circa annum m d lv. Arnoldum Albertum Hardernjicenum, Able-gatum in Confeftum Ordinum Frifiæ , pro Fœderatis; en meer andere,die ick door kort-heyt voorby gae. |
DOESBURG H.
Uoesburgh y in places van nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;: want De Graft 'van Dru- men bevind, âatDm-de Richter defer ftadt heeft geweeft, die een ftieffoon van Au-guRus, en broeder van deKeyferTiberius was,quot; na dat hy door behulp der krijghslieden, een graft , omtrent twee mijlen lang, naer fijn naem de Urufiaen^che grttft genoemt, uyt de Rhijn in d’YRel , die nu d’oude genoemt word , gebracht had. Tacitus fpreeckt klaer-lijck hier af, in ’t tweede fijner Jaerboecken, daer hy feght : Het fihéepsheir nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aïreè aen begin njan 'tBata^ijehe (ant (daer nu Schenc-kefchans is ) gekomen, ^e lijftocht wierd ‘VOor t'ijt gefonden , en de fchepen ‘V’vierden onder de legioenen en bontgenoten verdeelt. Germnnicuiy in de graft gekomen, die naer ^rufus genoemt is3 bad fijn ^ader Hrufiis, dat hj hem, die geljc-ke faecken dnrfde beflaenygeaiuillighlijck en gaer^ ^■ne met het ^oorbeelt, en.met de geheugenis der raden en^v^ercken^v'vilde helpen.Sy moeren daer na deur eenige Meiren, en deur de groote z^ee, enqnamenvoorfpoedighlijckaen de'Vloet d'Sems. Men kan hier uyt oock verRaen wat Drufus Gelegen-heyt. Sterckte. bewogen heeft defe graft te delven: want fy is hiet alleenlijck hier toe gemaeckt, om een tegenweer en vaftigheyt tegen de Duytfchen te îîjn ; maer oock op dat hy, door defc nieuwe watergrafr, de kracht en 't gewelt der wateren fou afweeren; doch voornamelijck, om de fcheepsvloot door defe middel naer de Noort-zee , en naer d’Eems te brengen, tot uytvoc-ring van de tocht, die hy tegen de Cherusken voorgenomen had. Sijn foon Germaniens, federt fijn voetftappen navolgende, trock met fijn vloot deur dele felve wegh nacr deNoort-zee , en van daer naer d’Eems, gelijck alree met Tacitus woorden aengewefen is. De jonger Schrijvers meenen , datfe de felve is, die Tacitus Afciburgum genoemt heeft; en dat die naem daer nae in Urufii^burgh , en eyndelijck in ^oesburgh verandert is, gelijck ick terftont gefeyt heb. Doesburgh leght nevens d’oude Yfel, en niet wijt van de grootfte en breetfte Yfel. Tulfchen defe twee rivieren, oft liever byfon-dere tacken van een rivier, is omtrent defe ftadt niets dan een Ruck lants , de Berghßhe 'U'veerd genoemt. Sy is nu feer Rerck ; met wallen, graften , bolwcrcken, halve manen, en twee hoorn-wereken voorfien ; om datfe als een Schans oft borRweering is voor de Veluwe : welcke wereken , door ordre van Prins Maurits, in ’t jaer 155)^, als den Admirant yanArragon een Gelderlant. |
inval in dcKleeffche landen deê,gemaekt fijn. Sy is oock , nevens hare gebuerReden , d’oorlooghs-rampen in de laetRe Nederlant-fche beroerten deelachtigh geweeR ; en ver-fcheyde reyfenovergegaen.In’t jaer m d lxxii, als byna geheel Hollant, en een deel van Zee-lant en Gelderlant, fich regens d’onmatige Rrengheyt van den Hertogh van Alba Relden, in vry-heeft hy fich aenGraefWillem van denBcrgh, Schoonbroeder van Prins Willem van Oranje, overgegeven. Als de Rercke Radt Nimmegen , in ’t jaer M D Lxxxv 5 door het beleyt van fommige burgers, fich aen Parma overgaf, hebben die van Doesburgh ’t felve nagevolght : want fy Begeeft pooghden eerR van hare befetting ontflagen haer onze, fijn ; en daer na vereenden fy met den Her-togh van Parma. * In ’t volgende jaer heeR de Graef van Ley-ceRer ( om Parma van Rhijnberck, dat hy belegert had, af te trecken ) belloten Zutphcn te belegeren ; doch hy quam met het leger Door cerR voor defe Radt, om die in te nemen : hier Leycefler lagen toen omtrent ;oo Walen in befetting, » onder Capiteyn Sampfon, daer waren oock foo veel gewapende burgers; in alles 600 mannen. LeyceRer fondt Hohenlo , ERex, Sidney en andere, met 500 paerden en 800 te voet, om de Radt by nacht te berennen en te befluyten. Hy felf volghde den i x September met het geheelc leger , en deê terRont de ge-woonlijcke begraving maken ; foo dat op de derde dagh na fijn komR tien Rucken ge-fchuts geplant Ronden , daer mee hy twee re-delijcke brefien oftopeningen maeckte : maer dewijl de belegerde die Ropten, en na haer vermogen befchanRen , en dat de graft 6q voeten brcct en feer diep was, kon men niet wel tot den Rorm komen. Maer den y ver van ’t krijghsvolck was foo groot, om, alle gevaer ongeacht, de Radt te befpringen , dat LeyceRer het beRormen toeRont ; waer toe Hohenlo met de Duytfchen en Schotten,en Nor-rits met d’Engelfchen en Vriefen verordent wierd. . Als de belegerde dit gewaer wierden, fonden fy iemant uyt, om de Radt met ver-dragh over te geven , ’t welck hen geweyßert eninge-wierd ; dies fy hen, met voorwaerdenvan tie- nomen. ven te behouden, en dat deCapiteynen enOffi-cieren fouden gevangen blijven 3 en de folda-ten fonder geweer uyttrecken, overgaven. In de Radt trocken Ioan Borowes enWillem Stanley, en de gemelde Borowes wierd tot Gouverneur geReït, en eenige Engelfchen daer inge-leyt, om die te bewaren. Sy is van ’t plonde-ren , hoewel het verboden was, niet t’eene-mael, door de moetwil der foldaten, bevrijt geweeR. Sedert is fy onder ’t gebiedt der Heeren Staten gebleven. |
U R G H.
uyt I O H. I S A C I V S P O N T A N V S.
L B V R G H is de lefte der fteden die op de Veluwe leggen. Ick vind in geen brieven wanneer fy gefticht is. De bouwing der hiiy-fen en wallen fchijnc aen te wijfen , dat fy nieuwer, dan de voor- Gutheyt. gaende fteden is gelijck oock de Hiftorie welcke verklaert dat fy eynde-lijck onder Willem d’eerfte , Hartogb van Gelderlant met een muur omringt is, en de gedaente van een ftadc gekregen heeft': hoewel ick bevind dat fy gelijckclijck met Arnhem , Harderwijck, cn met eenige andere plactfen van Gelderlant onder d’Aenzeefteden Gelegen- gehouden is. De ftadt is in een vermakelijc-' ke plaets gelegenste weten aen de Zuyderzee, op d’ocver, als aen de zeedijek. Sy is vierkan-cedaente. tigh van gcftaltc , CU heeft drie poorten, van Yoorten. ^jrelcke twee tegen malkanderen over komen ; en de derde,diefich nacrde zeeftreckt, is in devoorsaende iaren eerft beg-onnen. Een graft, met vijf fteene bruggen overdeckt,fnijd haer in twee deelen. De middelde van defe bruggen , die tot een vifchmarekt verdreckt, geeft een vry gelicht naer al de poorten. De gevoelens van alle djn niet cens, foo veel de naem van Elburgh aengaet. Eenige willen dat NAems fy l^acr naem van haer edeldom heeft, als oft men Bdelhurgh feyde. Stephanus Pighius van j^rong. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;noemt haer, ïn Hercule Proditio, niet Elburgh, maer Ælihur^j, en brengt haer naem van ÆliU'S Gracilis , die onder Nero Stadt-houder van Nederlant was. Dit is , dunekt my, feer ver gehaelt, dewijl men bevind dat dit nergens anders, dan op ’t geklanek van een eenige benaming, die noch niet blijcke-lijck genoech is, dact ; en de gene, die hier op let,fal bevinden dat dit al te beufelachtigh cn befpottelijck is. My dunekt dat het beter met de waerheyt overeendemt, ’t welck ick van de vermaerde man, en eertijts mijn medegenoot, Jacobus Warnerius, der beyde Rechten Doólor, verdaen heb, terwijl wy eenige ledige uren verderen, namelijck, dat men houd dat het voornaemde deel van de dadt op een plaets, die El genoemt wierd, gebouwt is, en dat fy van daer,naer waerfchijneliicke giding, de bynaem van Burgh, cn foo Elburgh allengs gekregen , en tot noch toe behouden heeft : hoewel andere feggen , dat fy eer van een lange draet, Elle genoemt, dus geheeten is. Doch dit fy foo ’tis, ick laethet dieper ondcf-foeck aen de gene , die nieusgieriger djn, en keer my ondertulTchen tot d’overige kleyne deden van dit Hartoghdom. |
H Allem aen de dineke dj de van d’Y del ge- Hat tem. legen, heeft djn uytdcht naerSwol. Defe plaets had eertijts een feer derek ka-deel, van Bejnaldus,Hartogh,gedicht, en van Karei, de lede der Hartogen,met groo-ter wereken en wallen vernieut,en eyndelijck van Georg Schenck , met groote heirkrach-ten, maer vergeefs, bedormt : en dit kadeel, fchoon heden verwoed, vertoont noch dc broeken en puinhoopen van haer tredelijck-heyt. Wy füllen elders, en op een andere tijt onderfoecken oft dAttuarifche volcken, die geburen van de Camaven en Bruéferen ge-weed djn, gelijck de Schrijvers verhalen, dc ” naem aen defe plaets gegeven hebben. Hattern is twee mijlen van Elburgh , en een half mijl vanSwol gelegen.D’inwoonders djn noch, gelijck fy oock eertijts waren, dapper in d’oor-logh j en defe dadt wierd in ’t jaer m c c c c XXIX elendighlijck door ’t vuur vernielt. De plaetfen, die in het Graeffehap vafi Zutphcn gevonden worden, gelijck het tegenwoordigh is , djn niet alle van een aert en natuur. Want eenige djn Baronnyen, en andere Steden , andere Heerlijckheden, en andere Heerfchappyen. Onder de Baronnyen isBronekhord d’eerde,en bedt deerde plaets Bronek-in het derde quartier van dit Hartoghdom, en word gemeenelijck de Baronje 'van Bronek-horfl genoemt. De gene,die heden defe plaets bedt, voert de tijtel van Graef 5 maer is in dc vergaderingen van ’t lant alleen met de naem vanBaron bekent.Defe Baronye leght een mijl van Zutphen aen de rechte djde van d’Yfel. A En d’overdjde van d’Yfel leght de Baronye ‘van den Berq^e : en haer Heer voert mede de tijtel vanGraef,hoewel hy oock den Ber^ ind’openbare vergaderingen alleenlij ck voor^^-een Baron erkent word. De dadt van defe Baronye word ’s Heerenberge genoemt. DEuiicom, oft Deutechem , aen d’oude Ydel geleßen, hééft djn plaets niet verre van Doesburgh. Sy is met een dubbel-de muur van gebacke deen omringt, maer krachteloos om groot gewelt tegen te daen. LOchem , aen de beeck van Berckel gele-gen,is omtrent twee mijlen van Zutphen verfchcyden. |
In ’t kort befchreven door
CORNELIS VDENTS, I. V. D.
Secretaris der felver Stede.
\ -L (een van de oudtfte Steden van Gelderlandt ) op de noordt-zijde van de Scheeprijcke Riviere de Waalj (de welcke by hoogh water de Veftenbefpoelt,) van Nymegen vier, ende
Over^ vloet.
Intiem.
van Zalt-Boemel twee mijlen gelegen, ende met een gedeelte van de vooritadt ftrecken-de in ’t Gericht van Sandtwijck, is een rede-lijck-wel-ghefortificeerde Stadt, van gefonde lucht, ende liggende in eene ghenuchlijcke Landouwe, foo wegen de vruchtbare ackers, gras-rijcke velden ende menichte van ver-maeckelijcke Hoven om ende by de Stadt liggende; als door de dagelijckfe op-ende nedervaert van allerhande Schepen op den Rhijn, Waal, Maes ende YlTcl handelende : heeft oock twee bequame Havens, daerinne by Winter-tijdt vele Schepen tegen ’t gevaer van den Ys-ganck in feeckerheydt geberght worden. Voorts wordt^uyt d’omligghende Ampten ende Dorpen in defe Stadt gebracht eene groote meenichte van allerleye granen, fruyten ende andere vruchten, mitfgaders alle foorten van tam ende wildt gevogelte, ende andere eetbare waren. Gelijck oock de Rivieren, Waal ende Maes ( die maer een halve mijle daer van leydt ) als mede den Lin-ghen-ftroom,grooten overvloedt van Rivier-vifch aldaer zijn leverende. Soo dat daer, uyt oorfaecke van fulcken rij eken toevoer, alle weecken drie Merckt-daghen, als ’s Maen-daegs, ( die de voornaemfte ende geprivile-geerde is ) ’s Woenfdaegs ende Vrydaeghs gehouden, ende mitfdien de lijf-neeringe tot een feer redelijeken prijs genooten kan worden.
Den oorfpronckeliicken naem wordt geacht te zijn gheweeft T y l oft T h y l , ( ge-lijckmen noch in de omfchrijvinge van de oude Zegelen, al voor drie honderdt laeren gebruycamp;, den naem van T y l kan leefen, ) dat is foo veel als Kje. ’t Welck fchijnt in ’t begin defe plaetfe gegeven te zijn,doen ’t een haven was, ende dat aldaer, vermits de goede gelegentheyt van de plaetfe, een Tyl oft Rye huylen door eenige VilTchers oft anderen in ’t
eerfte op eene hoochte ofte dijckagie, langhs de Riviere opgeworpen, ghebouwt ende al-lenskens vermeerdert zijn. Tot verfeeckerin-ghe van de welcke daer nae ( foo eenige mey-nen, doch wanneer blijft onbekent, ) een Burch oft Sterekte fonde gebouwt ende door de Deenen vernielt zijn ; die daer na weder opgemaeckt, doch anno m c c verwoed: we-fende, ten tijde van Hertogh Reynolt den eerften vernieuwt is, genaemt het Tol-huys, fijnde in de volgende oorlogen al mede ver-deftrueert. Defe plaetfe nuvorders tot eene Stadt geworden , met hooge muuren omtogen ende met fteenen toorens befet zijnde, heeft zijnen eerften naem van Tyl behou-, den, ende overmits zijne fterekte ghenoemt Tjla Lapideas dat is. Steenen Ljl : heeft oock roenaem. van denaenvanek tot den lare m ccc xxxvi
toe het Wapen van een Burgh,met een Leeuw out wa-daer voor ftaende, ghevoert.
Defe is de voornaemfte Gelderfe Stadt in het rechte Eylandt van Oudt-Batavien, het welck (nae de befchrijvinge van 'T'acitnss Lib. Annal, i-s ƒ. 6“, ende van andere, ) met de twee armen van den Rhijn, (van welcke de Waal een is, ) word omvangen, ende noch ten huy-dighen dage , boven van fijn begin af tot beneden defe Stadt toe, zijnen ooiTpronckelijc-ken naem van Batavien,Batouw oft Betouw, heeft behouden.
Vele zijn van gevoelen, dat defe Stadt van Eertijts het Graeffehap Teyfterbandt (onder welck eenhooft. eertijdts fouden gehoort hebben Tyel, Bom-mei, Heufden, Bueren, Cuylenburgh, ende eenige andere Steden,) zy geweeft de Hoofr-ftadt ; ’t welck waerfchijnelijck is uyt defe twee redenen : Vooreerft, omdatWalgar oft Walchert Grave van Teyfterbandt, ende Broeder van Diederick de eerfte Grave van Hollandt, in den jare d cccc n, fijn woon-plaetfe by Tyel in ’t Dorp Avefaet genomen hebbende, binnen de felve Stadt heeft doen bouwen een fchoone Kerck ter eeren van S.Walburch,in defelve ten dienfte Gods ftel-lende eenighe Nonnen. In plaetfe van de welcke, nae de verwoeftinge van de Deenen ende Noormannen, gekomen zijnRegulier-Canonicken, die, van Adelbold de xix Bif-fchop van Vtrecht verandert wefende in we-reldlijcke Canonicken, aldaer gebleven tot
I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den
.^^rr^t^ttni'S
I oii/ultiflitrtistfue 'Iriris
lEÄTORI, CONSVLIBVS
SC^^BINISac SenatorituÄ
tia^c -tal^ulMnJ^lnni^e idica^ .
O'. a5T tJLarh^ ktrcL , If ‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ic^rle. .
C . àS*t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;îcerck .
iS.’ltf
L' ; lii
u'l
s 'w
itajck
t
gt; zâ^k^î
l^al
den lare M ccc xxvin, ende als doen nac Arnhem vertrocken zijn; komende in hare plaetfe de Heeren van de Duytfche-Orden^ die aldaer de huyfinge van de Commandurye hebben doen bouwen, anno m ccc xxxiv j ende is van die rijdt aftotnutoe vervolgens by de Commandeurs der voorfz Orden beieren. Ten anderenj overmits de Steden Bueren en-■ - de Cuylenburgh met de onderghehoorige Dorpen, mitfgaders alle de Dorpen van de Ampteii Neder-Betuwe ende Tyelre-weerdt, (den naem van defe Stadt hebbende) ende noch fommige in’t Ampt van TuiÏchen-Macs-cndc-WaaC te famen bereekent op twee-ende-tfeventich Dorpen^, van ouden tijden af aen de Stadt Tyel contribuabel ende verplicht zijn^ fes wee eken langh te komen Burgh-wereken, (foo houdt de oude uyt-fchrijvingevan’tlaer m cccc xxni) dat is, aen de fterekte van de Stadt arbeyden ; ’t welck met een feeckeren penning, tot believen van de Magiftraet, wordt geloft. Ende defe Verding- oft Schatting-penningen worden ghe-naemt het feven-jaers-geldt: het welck left in den laere m d c xliii betaelt is, ende op Mar-grieten-dagh anno m d c l wederom verfchij-nen fal.
Oor- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de eerfte oorfprong nu defer plaetfe,
jprong ende wanneer zy tot een Stadt gebouwt is, onjeker. bonnen wy geen feeckerheydt uyt de oude I tijds-regifters voortbrengen, ’t Welck nie-‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mandt vreemt behoort te dun eken; want, be-
halven dat men in voorgaende oude eeuwen weynige dingen in defe Landen, (daer toen-maels de geleertheyt fchaers was, doch nu, Godt lof, met uytmuntende verftanden gee-ne Natie behoeft te wijeken, ) by ghefenrift geftelt oft aengeteeckent heeft; Soo is mede, ten opfichte van defe Stadt, de voornaemfte oorfaeckedaer van, datzy foo menichmael van de Deenen, Noormannen, ende andere haere vyanden, oock fomwijlen dooronge-luck van brandt, vernielt ende verwoeft is geworden; wacr door dan de oude Schriften ende Boecken, welcke daer van yets fouden mogen begrepen hebben, vergaen ende vernie-ticht zijn. Eenige hebben willen voorgeven, dat dit foude ge weeft zijn het T'y Ie oft T'ule, van welcke die voortreifelijeke Poeet Virgi-lius Maro gewach maeckt in ’t eerfte Boeck, vers 3 o, van zijne Georgica oft Landt-gedich-ten,als hy fchrijft tot lof desKeyfers Augufti: jTumina fola colant^tibi fer‘viat ultimauhule.
Alwaer een V voor de Y, die by velen als een V uytgefproken wordt, gheftelt foude fijn ; ’t welck by den Latijnfchen Schrijvers niet ongewoon is,byfonder in’tbefchrijven van de namen van Volckeren , Landen, Steden, oft plaetfen gelegen in Hooch-oft Neder-duyts-landt, welcher fprake haer onbekent was ;
E L.
derhalven fy in defelve meenichmael eenighe letteren verandert oft verwiffelt, ende de namen nadenaerdt van hare fprake geftelt hebben. Dit gevoelen nu fchijnt by naer te zijn opgenomen geweeft, door dien voor het Stadt-huys by de oude afbeelding van Keyfer Henricus, ( die defe Stadt fonderlinge Privilegien heeft verleent,) zijn bevonden de voorfz woorden uyt Virgilio, aldus : Tihi fer-^iat ultima, T'hyle, gefchreven te zijn. Doch wy willen hier op niet vaft ftaen, overmits noch een andere plaetfe ten tijde van de Ro-meynen is bekent geweeft,den name van Tyle oft Tule dragende, ende laten daeromme net felve blijven in zijne weerde ende on-weerde. Immers leeft men, dat Tyel anno cccc l i v ouät-ende cccc lx is geweeft een haven van Çallia, namentlijk Telgica, dat is, Nederlandt. Ende in een oude gefchreve Chronijck,beruftende in de Archiven defer Stadt, wordt bevonden, dat in den lare d c xviii, toen de Keyfer He-raclius regeerde, aldaer aengelandet zy Dago-bertus Koning der Francken : de welcke, te Tyel een Capelle gefticht hebbende, den name Godes daerinne heeft aengeroepen, voorts Hollandt onder zijn gebiet gebracht, het Cafteel Wiltenburgh doen bouwen, ende ’t felve den naem gegeven van Trajedfum, het welck nu is Vtreent. Sulcks dat defe Stade mede een is van de eerfte in de Nederlanden die de Chriftelijeke Religie heeft aengeno-men. Daer op voorts hetGraeffchapTeyfter-bandt tot den Chriften-geloove gebracht zijnde, is anno d c x c v buyten Tyel te Sandt-wijek gebouwt een Kerck ter eeren van S. Vincentius, die geftaen heeft tot het jaer M D Lxxiv, en toen door deWalfche Soldaten binnen Tyel leggende gerafeert is geworden. Drie laren daer na, anno d c xcvni, heeft Carolus Martellus, Koning Pipini Soon, de de Kerck van Vtrecht met defe Stadt begiftight, ’t welck volgens door den Keyfer Ludovicus gefihonc is beftedicht. Waer op Otto Magnus, anno ken. D cccc L by zijne opene brieven, ghedateert denxii May, tot behoef van de Biftchoplijc-ke Stoel, (te dier tijdt befeten door Biftchop Baldrick, ) ende de Kerck van S. Marten te Vtrecht, eeuwelijck ende tot eenen vryen ey-gendom heeft gegeven, het Cloofter binnen Tyel met eene nieuwe fteenen Kercke in de felve Stadt, mitfgaders alle voordere kereken, familien, dienft boden, knechten, bolfchen, wateren, viffeheryen, weyden, ende andere eygendommen, tot de voorfz Cloofter ende Kercke, voortijdts gegeven door Grave Wal-chert ende fijnen Sone Radboud, mitfgaders Hatto ende hare Voorfaten, ende daer-en-bo-ven noch een Wilgenbofch by defe Stadt gelegen. Belangende nu de kereken,van welcke defe brief vermeit, is ’tfeecker, dat d’eene,die aldaer
-ocr page 78-T Y
aldaer genoemt word de fteene Kerck, is die van S. Walburgh hier vooren aengetogen : Ende hoewel, men van de andere geen feecker-heyt kan ftellen/oo is’t nochtans gelooflijck, dat daer onder begrepen zy de Hooft-kercke van S. Marten, welcker eerfte ftichting niet be wuft zijnde, leeft men niettemin datfe in den jaere m ccc xxvn ende eenige daer na volgende van verfcheyden Aertz-Biftchop-pen ende Biftchoppen met veel Privilegien ende weerdichedcn is vereert : Datmen oock anno m ccc lxxxvii heeft aenghevangen een nieuw gebouw van den Toorn ende anno m ccc Lxxxix begonnen het kruys-werck van de kerck te vernieuwen aen de noord-zijde, anno m ccc xciv aen de ooft-zijde, .anno m cccc ni aen de zuyt-zijde, ende anno m cccc x het werck te famen gheflooten. Doch anno M cccc XXXI is het voorgemelte fteenwerck van den tooren voor de eerftemael, ende daer-na wederom tot de hopchte van de kercke gebracht, ende bevonden fijnde dat het fondament niet vaft noch feecker geiioech ge-leydt was, voor de tweedemael afgebroken, ende anno m cccc xl voorde derde reyfe herbouwt ende gegrontveft op heywerck van fware ende lange eycken balcken : welck gebouw is blijven ftaen ende ten huidigen dage noch gefien wordt, uytgefondert dattet hoo-ge fpitlè van de toorn anno m d lviii op den X Januarii door eenen krachtigen ftorm-wint is afge'w'orpen, waer door een gedeelte van de kercKingeftortwefende, het kruys-werck aen de zuydt- ende noordt-zijden voorts is afgebroken , ende anno m d lx wijder als te voo-renuytgefet, om tevergrooten, doch door de volgende troublen ende oorlogen onvol-maeckt gebleven , ende als noch in dier voegen nu open ftaende. In den jare m ccc xcix heeft men aengevangen het Kloofter van We-fteroyen van de Predicker-ordre buyten de Stadt Tyel op Sandtwijck, ’t welck geftaen heeft tot den jare m d lxxix, ende is tegen-woordich een weyde. Anno m cccc xli i i is ’t Convent oft vrouwen Cloofter van Agnie-ten, van den derden regel van S. Francilcus, door den Biftchop van Vtrecht bevefticht, daer van de Capelle anno m cccc lxxv i i i tot een kercke gemaeckt is. In wat jaer nu het vrouwen Convent ende kercke van S. Cecilien binnen defe Stadt eerft opgericht ende ghefticht zy, wordt voor alsnoch niet bevonden. De Cellebroeders hebben oock een Convent ende kleyne kercke (die alsnoch in wefen is ) gehadt, gelijck dan noch eene by-londere Capelle is ghefticht geweeft effen buyten de Dampoort, welcke als nu der Stadt Wao;e is. Hier nu voorders verhael ende aen-wijïinge te doen op wat tijden de Schoole , mitfgadcrs Bibliothèque, als oock het Gaft-
E L.
buys, Wees-huys ende verfcheyde Armen-kameren ende giften eerft gefundeertzijn, en kan defe korte befchrijvinge niet lijden. Immers fpeurtmen hier uyt klaerlijck, dat defer Stadt Burgeren ende Ingefetenen van outs her den dienft Codes feertoegedaen ende genegen zijn geweeft, als hebbende daer toe aen de Geeftelijcken bykans een derde part van de Stadt ingeruymt.
Voorders heeft de ftadt ^el door mee■“ Onge-nichvuldige fware oorlogen, grouwelijke ver- el-brandingen ende wrede verwoeftingen aller-hande ellenden uytgeftaen. Is door de Deen- stadt. fche roovers ende Normannen tot tweemael geplondert, verbrant ende vernielt: eerft anno D ccc XXXVI ib ’t welck fommige ftellen op ’t jaer d ccc lxxx, (hebbende de felve natiën in beyde de voorfz tijden de Nederlanden doorftroopt ende verdeftrueert) ende daer na anno m vu (andere m ix) voor de tweede reyfe. In de jaren m c xxxvi ende m ccc xxxiv is het meerendeel, ende anno m cccc xx de se-heele Stadt (foo dat niet meer als de kercken van S. Walburgh endeS. Marten, het Tol-huys ende noch tien andere huyfen ftaende bleven) in den grondt toe afgebrandt, behal-ven dat noch op verfcheyde andere tijden een groot gedeelte van de Stadt door den vyere verflonden is.
Den Biffchop Adelbold, hier vooren ge- Te leen noemt, heeft defe Stadt te Leen uytghegeven aen den Hertogh van Brabandt zijnen Drof-fart, die daer op huid ende eedt van getrou-wicheydt in ’t bywefen van den Keyfer Henricus de tweede anno m xxi (andere m xxii) gedaen heeft. Diederick Grave vanHollandt heeft anno m cc Tyel ingenomen ende ge-plondert,oock den Burgh of’t kafteel in brant ghefteecken, in weerwraecke, van dat den Hertogh van Brabandt met lifticheyt hadde gevangen ghenomen fijnen Neve Otto Grave van Gehe, die op feecker geleyde reyfde na den Keyfer. Daer op voorts een nieuwen oor-loch is ontftaen, tuffchen den felven Hercog ende Grave, ende volgens, na de doodt van den Grave Otto, door fijnen zoon Reynoldt vervolght, waer door defe Stadt van de Gel-derfche eenige jaeren lanck veele fwarichey-den ende onheyl zijn aengebracht. In de laren M cc Lxx ende m cc lxxiv heeft Hertosh lohanvan Brabandt den dijek boven Tyel doen doorfteecken,ende het platte landt onder water gefet, om te verhinderen, dat de Gelderfche de Stadt niet fouden kunnen benouwen oft overweldigen. Niet te min heeft Grave Reynoldt op den i May m cc lxxxvi de felve met verraflinge ingenomen, doch (door aenkomfte van des Hertogen krijghs-volck geen ftandt dervende houden) de mue-ren nedergeworpen hebbende, wederom ver-
I i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;laten,
-ocr page 79-
laten, ende evenwel niet opgehouden defelve na dien tijdt meermaels te beledigen ende te overvallen. Sulxdat de Burgeren zijn genoot-faeckt (om de ftroperyen ende invallen van des Graven volck te beeter af te weeren) de mueren van haere Stadt weder op te maec-ken ; ’t welck zy anno m ccc v met fonder-linge yveraengevangen, ende in korten tijdt met groote neerfticneydt ende onvermoey-den arbeydt voltogen hebben. Daer op anno M ccc XXV11 Reynoldt weder voorgenomen hebbende de Stadt te befpringen, ende geen kantfe fiende om de felve te können vermee-fteren, uyt toornicheydt alle de huyfen buy-ten de Stadt ftaende verbrandt heeft. ryel in- . Ill ’t laet M ccc XXXIV is eenen heftigen oorloch ontftaen tuflchen lohan Hertog van Brabant, ende den Koning van Bohemen, Grave Reynold van Gelte ende den Grave van Hollanr,ende heeft Reynold als toen de Stadt Tyel ingekregen, ende in’t volgende jaer alle de pootten ende mueren vande Stad wederom Onicr Celder-landt gekomen. doen neder-fmijten. Doch inden jaere m ccc XXXVI is,doot tulTchen-fpreecken ende bemid-delinge van Philips Koningh van Vranckrijck, defen oorlogh nedergeleid, ende in’t fluyten van den vrede onder anderen bedongen, dat de Stadt Tyel met de dorpen van Sandwijck ende Heerwaerden van den Hertogh van Brabant fouden komen ende verblijven aen den Grave van Gelte, ende daer tegen de Stadt ende Heerlijckheyt van Heufden met eenige daer onder gehoorige Dorpen van de Grave van Gelte komen aen den Hertog van Brabandt, gelijck volgens gefchiet, ende defe Stadt van dien tijdt af tot nu toe aen Gelder- Lijd veel landt ghebleven is. Sy heeft oock haer deel gehadt van de binnenlandtfche faólie of par-tyfchap der Heeckerfche (die t hielden met |
in d’iK-Untfche oorlogen. Hertogli Reynold den oudtften ) ende der Bronckhorfters, houdende de partije van Her-togh Eduwardt den jongeren zoon van Har-togh Reynold den eerften. Welcke oneenic-heyd begonnen anno m ccc xlvi^ doch voor-namelijck uytgheborften is anno mcccLeende gediiert heeft tot den jare m ccc lxxvi, waer door in den felven tijdt een onuytfpreec-kelijck verderf van landt ende luyden is vcr-oorfaeckt. Tyel, aen de zijde van Eduwardt zijnde, is in Augufto m ccc l (andere m ccc Liv) verrafcht door de Heeren van Valcken-borgh, Afperen ende Arckcl, van wegen Hertog Reinold, ende den toorn van WaTburgen-kcrck methondert vijf ende veertich mannen daer op gevlucht wefende verbrand : de vlam-me fich voortfpieyende heeft het gantfche dackwerckvan de kercke vernielt, ’twelck daer na weder is herbouwt anno m cccc door Sen Commandeur Warnaer van Bueren.Defe dtadt wederom in de macht van Eduard ge-komen, endeReinoldt nochmaels anno m ccc Lxi voorgenomen hebbende defelye met ge-welt onder zijne macht te brengen ende te be-houdeiijis met een fterck Leger van gewapende mannen daer voor getrocken. Eduwardt, hier van verwitticht,heeftin grooter haeft zijn volck van Nymegen afgebracht,endetotTyel gekomen zijnde, fijnen Broeder op den 2.5 May flach gele vert op feeckeren Weerdtvoor de Stadt ( die daer van naemaels den name fchijnt te hebben behouden van Stry-weerdt, om dat defen bloedigen ftrijd daer op gevallen was ) ende na een feer harclt gevecht de over-winninge behouden: nemende zijnen Broeder Reynoldt, met veele andere groote Heeren ende Edelen gevangen. Evenwel is defe Stade niet lange in rufte gebleven,want na de dood van Eduwardt, in den jare m ccc lxxi, Hertogh Reynoldt uyt de gevanekenifle in voo-rigen ftaet gefielt zijnde , is omtrent drie maenden daer na overleden. Waer op ter-flondt de voorige verderffelijeke fcheuringe fich weder heeft geopenbaert, over de fuc-ceflie in plaets van Hertogh Reynoldt. De Heeckerfe wilden daer toe de Sufter van Reynoldt , vrou Mechteldt, ende de Bronckhorfters , den Sufters zoone aengeftelt hebben. Staende welcke nieuwe beroerte , Tyel in Julio M ccc Lxxii door Gooflen van Vau-derick, in name van de Heeckerfe, is over-weldicht, maer niet lange ingehouden ; want in de volgende maendt September heeft Hertogh Willem van Gulick, van wegen fijnen zoon den Neve van Reynoldt, in der nacht de Stadt op ’t onverfienfte ( terwijle vrouw Mechteldt met den Biflehop van Utrecht ende andere voorname Heeren, daer binnen met malkanderen cenige dagen goede çier gemaeckt hebbende, midden in hare vreucht laten ende op geen ongemack in ’t minfte bedacht waren ) befprongen ende overrompelt, nemende veele perfoonen gevangen ende met goeden buyt de Stadt wederom verlatende. Den Biflehop met eenige Grooten zijnde gevlucht op’tTolhuys, is daer van door die van Utrecht verloft. Waer op anno M ccc Lxxiv Reynoldt van Brederode, de Stadt beter willende verfeeckeren tegen fo-danigen overval, den dijck tuflchen Tyel ende Sandtwijck ( die anno m ccc i v door den Hertogh van Brabandt tegen ’t inloopen van de Waalftroom in de Lingen geleydt was) doorgefteecken, de welcke door hooge Water-vloedt dermaten is ingefcheurt,dat de Dampoort,met een groot vack van deStadts-muer en noch eenige huyfen in de waterftraet ftaende , zijn nedergeftort, ende ten platten lande een gemeyn verderf daer op gevolght. Welcken oorloch in den jaere m ccc i,xxix ten eynde loopende, heeft Hertogh Willem defe |
defe Stadt mede onder zijn gebiedt gebracht. kloecke- In de volgende jaren heeftfe noch veel aenftoots geleeden door de oorlogen van de Gelderfche tegen deStichtfe ende de Hollanders. Item door den onnatuerlijeken krijgh tuffehen Hertogh Arnoldt ende zijnen zoone Adolph, mitfgaders de oneenicheyt tuflehen de Gelderfe ende Bourgoenfe, als oock tuffehen Keyfer Karei ende Hertogh Willem van Gulick ; die welcke alle ende yder byfonder welcke leer gedenekweerdigh zijn de twee Volgende gelchiedeninen. Eerft het ftout-moedich ar-weeren van den liftigen aenflach by Willem Heere van Bueren en Buefichem, met hulpe van die van Utrecht ende anderen van de Hoeckfe faólie, anno m cc cc xxvn voorgenomen. De welcke in ’t begin van September des nachts hebbende getracht de Stadt Tyel met eene geweldige macht van volck te overvallen, ende boven vermoeden (dewijl de Magiftraet uytter Stadt was binnen Bueren 5 aldaer van gedachten Heere Willem genoodicht cndevrundtlijckonthaelt zijnde) |
Welcke verfen Johannes Wourdanus, Rc-(ftor van de Latijnfche Schole binnen Tyel,in Nederduytfe tale heeft uytgebreydt tot dobbel getal, als volcht : Stet hoe mijn torent zÀjn 'uan alle kant heftotent Q^ijn mueren neergeßort, mijn cellen plat gefchoten, ^oor donderende kracht, 'uyerßott^^ende metael, ^oor 't ^'Voedende 'uan yQr ende fiael. jSloch fal mijn moedich hert in 't minße niet hefavjeken, Il^och trotjer jtaen mijn Burgh 'Voor die, die nae hem •v'uijcken En foecken heul en trooß : ick heb, na felle flrijdt, Egt;e ll^e-krans op 't hooft, de Betou^'ue be^ ^rijdt. Wat aengaet de lefte Nederlandtfche trou-blen ende oorlogen, defe hebben de Stadt Tyel oock fwaerlijck gedruckt. Als die eeni-ge jaren grooten overlaft ende gewelt van de Spangiaerden ende Waelen (als toen daer bin- |
daer van eens verloft wefende,het Spaenfche
dende, daer op drie ftercke aenvallen gedaen daer van eens verloft wefende, het Spaenfche
ende van de Burgeren foo onthaelt zijn,datfe jock anno m d lxxviii afgeworpen,endefich steit ßch geheel verbaeft ende fonder ordre de vlucht genomen hebben, achterlatende veele doo-den. Ten anderen de fware belegeringe van de Bourgoenfche, onder Keyfer Karei in den
gevoecht met de naerder-geunieerde Provin-cien ende Steden, ende gebleven by ’t Gou-
jare m d xxvni in Julio aengevangen met een 'machtich Leger van achtien duyfent mannen (’t welck andere noch veel ftercker maecken) fich hebbende verdeelt in vier quartieren, na-mentlijck, een op Weftluyen, een op Drumt, een op Sandtwijek ende het vierde op den Middel-weerde recht tegen over het Tolhuys, by haer hebbende meenichte van grof ge-fchut, waermede zy de Stadt feer hardt hebben aengegrepen, ende gedurende ’t felve be-legh daer op geloft over de vijftienhondert Canon-fcheuten , doch met weynich fchade te doen : hebben oock verfcheyde feile ftor-
vernement van H. M. den Heere Prince van Orangien, mitfgaders Grave Johan van Naf-fauw Stadtholder van Gelderlandt: dewelcke den goeden yver defer Stadt befpeurende in Februario m d lxxix volkomen commillie gegeven heeft aen Diederick Vij gh Heere tot Soelen, Amptman der felver Stadt,om die nae behooren te fortificeren, khjghsvolck onder zijn commando aen te nemen, ende de Stadt tegen des vyants gewelt te befchermen. On- daer 'van dertufichen was de Prince van Parma feer be-fich ende op ’t hoochfte yyerende, om defe ^e^ero?^ Stadt (als door welcke hy lichtelijck meefter wa van de rivieren de Waal, Rhijn ende Maes foude hebben können worden, ende vorders
men daer op gedaen , dewelcke die van bin- ’t Landt inbreecken) aen hem te krijgen,ende nen met eene fonderlinge kloeckmoedicheyt met gewelt geen kants fiende,noch geene beende onverfaechtheydt hebben afgellagen, legeringe dervende voornemen, nam zijne ende door hare dappere tegenweer , hare vy- toevlucht tot zijnegewoonelijeke praólijken, anden buyten alle hoop van eeiiich voordeel ende gebruyckte v^e liftige lagen, om eenige te füllen doen geftelt hebbende, met fchande doen vertrecken, hebbende voor de Stadt gelaten over de anderhalf duyfent mannen, be-
fccretelijck op zijne zijde te winnen ; byfoh-derliickénde boven anderen daermede meer-
maels verfoeckende ende befpringende het halven de gene die in ’t aftrecken gefneuvelt recht adelijck gemoet van den Heere van Soe-zijn. Tot gedachtenifte van’t welcke men.......
noch voor de Buerenfe poorte,in eenen fteen uytgehouwen, leeft de naevolgende verfen ;
Afptce,qui tranfis,hanc Portam,m(snia,turret, u or mentis, jaculü quam lacerataferis !
Portius exurgamBatwvorumgentis ait^jlum', Er o qutbus, ut ^ici, prcelta dura mihi.
len.dien hy wifte ’tgefach over de militie ende
de bewaringe van de Stadt voornamentlijck opgedragen te zijn, doende den felven feer groote aenbiedingen ende hooge beloften voor hem ende zijne nakomelingen ; Doeh zijne getrouwe ftandvafticheyt bleef onveram derlijck,want in plaetfe van daer na in ’t min-fte
L.
fte te luyfteren,is zijn gemoet meer ende meer tegen hem ontfteecken ende verhardt, trachtende dien volgens van tijt tot tijt met alle, ja noyt-gehoorde , middelen te water ende te lande (in meenigh gevaer zijns levens) den vyand niet alleen zijne fchadelijcke defleinen te beletten j niaer oock in alle gelegentheden af breuck te doen ende zijne macht te breec-ken,fulxdat hy daerdoor zijnen vyanden een Ichrick geworden zijnde,defelve noyt hebben onderftaen de Stadt met gewelt aen te taften. Den afval van de Stadt Nymegen in den jarc 'm d lxxxv (welcke in’t Landt groote verflagentheyt verweckte, ende de Sadt Tycl byfönderlijckfcheente drcygen) gaf aen Parma nieuwe aenlaet, ofhy te beeter tot zijn voornemen foude könnengeraeeken,dies hy wederom intreedt zijnen ouden volTen-gang, ende ôndertuffehen meenigen heymelijcken aenflach op de Stadt pracbleert, maer alles te , vergeefs. De Staten,hier over eenich bedenc-ken fcheppende ende voor ’t gevaer defer Stadt beforgt wefende, begeeren datfe tot hare verfeecKeringe meerder garnifoen wilde innemen. Den Heere van Soelen ende de Ma- Bapper-heydt der ingefete-neti. giftraet verklaren ende betuygen, datfe hare Stadt tegens alle gewelt ende aenflagen des vyants (met Godes hulpe) wilden houden ende getrouwelijck bewaren, oock haer lijf, goet ende bloet tot den uyterften man voor ’t vaderlant gewillich wagen ende opferten. De Burgerye weygert ander krijgs-voick binnen te nemen,als des Amptmans Compagnie, van welcker fonderlinge getrouwigheyt, cou-ragie ende dapperheyt zy menichvuldige proeven gehen ende gewilfe fceckerheydt hadden. Dies defelve Compagnie wort verfterckt tot drie hondert koppen ende eenige peerden,daer mede zy haer tegen den vyand befchermtende den felvcn menichmael gekrenckt hebben. In alle welcke voorverhaelde oorlogen, beroerten ende gevaerlijcke tijden de Burgeren van Tyelfich altoos als getrouwe ende kloekmoedige Batavieren ende rechte Krijgers betoont, ende verfcheyde fware tochten, belegeringen ende uytvallen opden vyandt goetwil-liglijck hebben helpen uytvoeren. Van hoeda-nige mannelijcke couragie ende onvertfaech-de dapperheydt zy-lieden noch binnen wey-nige jaren (als anno m d c xxvi in den uytval tegen die van ’s Hertogenbofch,zijnde als toen veele gevangens bekomen, ende anno m d c XXIX, toen den vyandt op de Veluwe was in- Van alle ’t welcke ende ’t gene wijders defe gebroken,in haren uyttocht tegen den vyand, ' Stadt aentreft, naerderopeninge ende verhael om te beletten, dat hy geenen overval in de gedaen fal worden in de Chronijcke ende Neder-betuwe foude doen) klaere proeven be- breeder befchrijvinge der felver, die (met Go-toont hebben, gelijck noch in verfcher me* des hulpe) by gelegentheydt in ’t licht fal ge-morie is. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bracht worden. |
Voorders heeft defe Stadt van ouden tijden Prmiie-gehadt, gelijck zy noch geniet,veele treffelijc-ke Privilegien, haer by Keyferen, Köningen, Hertogen ende Graven verleent, ende onder defelve byfonderlijck de vryheydt op de Tollen, niet alleen door geheel Gelderlandt, maer oock in de Provinciën Utrecht ende Over-Yflel,mitfgaders Hertochdommen Brabandt, Cleve, Gulick ende elders : heeft mede de Hanze-vryheyt, gelijck andere Haiize-fteden. Is de tweede Stadt van ’t Nymeegfe ( zijnde van Gelderlant het eerfte) Quartier, ende hebbende in materie van ftaet ende regeeringe, in ’t betreden van hooge Collégien door hare Gecommitteerden , in ’t nomineren ende verge-. ven van politijeke ende militaire Officiel! ende anders, gelijeke recht, ftemme ende beurte, als de andere Steden Nymegen ende Zalt-Boe-mel yeder hebben. Heeft voorders hooge ju-rifdiótie ende het recht van ordonnantiën, fta-tuten, keuren ende breucken te maecken, te doen publiceren ende onderhouden, mitfga-ders accijfen ende impoften te ftellen, niet alleen over hare ingefetenen, maer oock over die van Sandtwijek. De Burgeren hebben (volgens Privilegie van den Keyfer Henrico, mitlgaders Hertogh Reynold ) het recht de non e'vocando, ende moeten te rechte geftelt worden voor de Schepenen aldaer : van welcke fententien ende vonniffen (over civile que-ftien alleen) revifie ende wederproevinge valt, ende dat uyt de voorige aólen door feven Schepenen van Stedegerichten, onder welcke nootfaeckelijck een van Tyel ende een van Sandtwijek moeten wefen. Uyt defe Stadt zijn mede gefproten ver- rerwaer-fcheyde mannen, foo door geleertheydt, als de man-wapenen, vermaert. Onder de Krijgs-helden is uytmuntende geweeft den Heere van Soe- gêffro^ len voorgemelt, wiens voet-ftappen zijne Na- ten. ben. Ende onder de gene die defe landen ter zee grooten dienft gedaen hebben, is noch in gedachteniffe den Admirael Moy-Lanimert. Onderden geleerden is bekent Johannes Pof-felius Doólor ende ProfelTor tot Geulen : ende dient hier niet vergeten te worden Johannes à Niel I. C. in zijn leven Koninglijcke Maje-fteyts Raed in Gelderlandt. Wordt oock by fommigen gelooft, dat in defe Stadt ofte Sandt wij ck eertijdts geboren zy Adelboldus de XIX Bill chop van Utrecht hier voor ge-noemt. |
SAL T-B O E M E L, Befchreven door P. VAN ENSCHEDE, Secretaris der felve Stede.
Alt-Boemel is in quot;c afgaen van de Riviere gelegen aen de flincker-njde, in een eylant, dat om-vangen is van ’t gedeelte van den Rijn, genaemt de Wahael ende de Maefe , by fommigen gehouden voor het originele en rechte Eylant van Batavien, overmits aen ’t begin van ’t felve Eylant, de Maefe en den Rijn t’famen komen, en ftracx haer fepare-rende, ende byfonder lopende, aen ’t eyndc van ’t felve Eylant (nu by Lovefteyn, in vorigen tijden,nae dat doen de Mafe geloopen heeft, verder) al wederom haer vermengen, ende gefaemenderhandt onder den naeme van de Maefe, nae ’t voorbygaen van ver-fcheyde andere eylanden, de Zee foecken, volgens de befchrijvinghe van Julius Cæfar in fijn vierde boeck van de Franfche oorlogen. Den gront van dit Eylant is feervrucht-baer, en de Stadt van een goede locht en proportie, en wel gefortificeert, fijnde het hooft van ’t voorfz Eylandt daer van ghe-naemt Boemelreweert, ende van den Weert daer tegens over genaemt Tielerweert, van cuts hebbende gehadt verfcheyde particuliere Heeren , tot dat de Grave oft Voocht van Gelre in den jaere m xxi bevonden wordt ’t felve als een Leenman van Adelbol- dus BilTchop van Utrecht in befit gehouden te hebben. Ende is t’federt dien tijt direóle-lijck aen Gelderlandt gebleven: is van oudts Rechten^ verficn gheweeft met hooghe jurifdidlie, enyy- munte , tol ende recht van accijfen, als uyt |
de Adle van Keyfer Otto de derde van ’t jaer d c c c c Lvni, en uyt de confirmatie van Henrick de tweede van den jaere mui gerefereert, by Heda te fien is. De hooge jullitievan den Ban of Eeninge van Boemel heeft wel eer geftaen aen feftien Schepenen, half^uyt de Stadt en half uyt beyde de Weerden, wij fende by arreft, fijnde de Burgeren van Boemel niet fchatbaer over haere erven ten platten lande, maer alleen gehouden te laften de gewoonte der nabuuren in’t maecken van wegen , dijeken ende floten : doch mogen die van Boemel op alle Inge-fetenen van haere Stadt fetten keuren ende accijfen, conform de hantveft van Grave Reynolt van den jaere m ccc xxvn. Het platte lant is naederhant van die civile j ufti-tie van de Stadt afgefplift, ende fijn neffens ’t Gerichte van Boemel noch vier andere Gerichten aengeftelt, die in kas van fwarig-heydt haer met malkanderen mogen berae-den, ende wijfen haere vonniffen by arreft, fonder tegenfpreecken van ymant, conform de handtvefte van Reynolt van den jaere M ccc xxxvn. Alleen is de criminele jurif-diótie, daer yemant van leven ter doodt fal worden gewefen , over de ganfche Eeninge ende Ban van Boemel aen de Stadt verbleven; en fijn de Dorpen, als de executie daer ' van fal worden gedaen , gehouden de felve te aflifteren, fijnde den Amptman gewoon alfdan uyt te roepen, Bruchem £n Gameren ftaet by, als fijnde de naeft aengelegen Dorpen. Behalven de juftitie ende munte, die by Vorften tijde in effen was, als te fien is uyt het glas van Keyfer Maximiliaen, aen de noortfijde van de Kercke , als Vorft in der tijdt, ende noch onlangs by levende memorie ganek hadde, heeft de Stadt van Boemel aenfienlijeke immuniteyten op tollen en ftroomen, foo binnen als buyten de Provincie; ende is mede onder de Hanfe-fteden re-forterende, hebbende in periculeufe tijden happer-verfcheyde willighe tochten ende dienften der haere Lantvorften gedaen,en in de oorlogen tuffehen de Hertogen Reynolt ende Eduwart ghebroeders, Arnolt en Adolph vader en foone, mitfgaders de Gelderfche en Bour-goenfehe partyen veele aenftagen ende ge-welt onderftaen ende af2:eweert,als hebben-de in den jaere mcccc lxxxi de troupen van Keyfer Maximiliaen, op ’t Feeft van S. I-gnatius by nachte door verraftinghe binnen de Stadt ghekomen fijnde,manlijck uytge-dreven : ende daer nae in den jaere mcccc xcvii, om het deffein van den Vorft op de Stadt Reenen te beter te doen fuccederen , de Borgerije over het andere huys by lotin-ghe onder den Borgemeefter Hagenftout. lijnde uytgetoghen , ende de voorftadt van Utrecht hebbende geplondert, in ’t weder- K nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;keeren |
,_S^ . (3λ
f-^^. . -
- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,-s
i,quot; -. - - - (7gt;,
t I
...
•lt;^tiÿii)
'Ti. Groott
afi»“-® ' ■ 4gt;Rüji^%a
(Btf/rA foort-
97?
, -i,
(^.■
-}C,riWttlt;’‘quot;'‘”-
li^UBiianiiSI
iii
Pi^ 1 S
'ira'?
T,'
ÜLHUA4tM.WAiLÛ''^
* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(Î
♦ 1?
fâoïK..,,
LT-BOEMEL.
ventie als Stadthouder is,nae verfcheyde on-derhandelingen tuftchen de Provincie van Gelderlandt en de Stadt Boemel, de oude eenicheydt herftelt, ende verklaert, dat de felve Stadt in de regeringe en de commif-fien daer toe ftaende, niet minder als dc Stadt van Nimmegen fal hebben te feggen, ende dat de fententien aldaer gewefen füllen ftadtgrijpen buyten yemants inhibitie oft correäie, fonder dat de voorfz reünie die van Boemel tot eenige fchaede fal ftrecken, oft haer benemen fal de voordeelen van de alliancie van Hollant en Zeelant, als breeder by ’t inftrument daer van fijnde,en d’appro-batie van de Lantfehap van den jaere 1601., onder ’t zegel van de Stadt Zutphen daer op gevolgt, te vernemen is.
Waer van nu de Stadt Boemel den voor- Toenaet». naem van Salt is gegeven,kan verfcheydent-lijck worden geconfidereert, ’t fy dat fulcx herkomt tot diftinólie van ’t ander Boemel op de Maes gelegen,genaemt Maes-Boemel, en dat dit Boemel wel eer den naem hebbende van Wael-Boemel , allenskens tot Zael oft Salt-Boemel fy veivallen ; oft dat het naerder aen de Zee oft foute wateren is gelegen, ghelijck het binnen water aldaer doorgaens in de putten feltich is; oft dat wel eertijdts de Salii, volgens de Romeynfche Hiftorien uyt haere paelen door onderlinge krijgh verdreven fijnde, ende haer in Bata-vien hebbende te neder geflaegen, aen defe plaetfe haeren naem van Sael mogen hebben gelacten.
Nae dat het huys van Naftau by houwe-lijck is gekomen aen ’t huys van Pont, ende alfoo aen de Heerfchappye van Gelderlant, heeft de Stadt ende Eeninge van Boemel in den fchilt van haer wapen gevoeght den Wagens. Leeuw van Naftau ter zijden en boven een eften bloem, en de Stadt particulierlijck behouden een fweert tuftchen twee effen bloemen,beftaende het originele wapen van Pont in een fchilt met drie effen bloemen, waer uyt evidentelijck refulteert den ouderdom vande Stadt Boemel in den boefem van Gel-derlandt.
Uyt de Stadt Boemel fijn voortgekomen vertnaer^ luyden in verfcheyde profeflien ghereno- demtin-meert : onder de krijghs-luyden munt uyt den Maerfchalck Marten van Roffem, en onder de Geleerden en Politiquen is van de minfte niet Elbertus Leoninus, ghewefene Cantzler van Gelderlandt.
keercn met de Bouro-oenfchen onder ’t be-îeyt van Frederick van Egmont Heere van Buren en Ifelfteyn, in de Stege tufTchen Buren en Ravefway gekomen in een velt Hach, daer af den dach jacrlijcx tot Buren naeder-Bclegert hallt is gcvictt. Is oock in den jaere m d v , o ftaende de oorlog tufTchen Philips Köninck
van Caftiliemende Karel van Egmont Vor 11 van Gelte , drie maenden vaft belegert ge-weeft, ende hoewel bey de de voorfz Heeren byaccoort haere faecken hadden gevonden, ende in gevolge van ’t felve eenighe van de Gelderfche Steden Bourgoens guarnifoen hadden ingenomen, heeft de Stadt van Boemel daer toe niet können verftaen , tot dat de Vorft felfs aldaer in perfoon ghekomen, ende om hem te believen, haer daer toe bewogen heeft. De gemeyne Nederlandtfche ooiToghen daer nae opkomende, heeft de Stadt van Boemel van de eerfte geweeft, die met weynige Steden van Hollant en Zeelant in den jaere m d lxxii ’t ftuck van de religie ende de privilegiën van de landen, gewa-stelt fich penderhant waergenomen, ende fich in vry-in vry- heyt geftelt heeft; waer op Louis Requefens ’ Spaenfche Gouverneur, in den jaere m d Bfoch Lxxiv een aenfienlijeke krijgsmacht in den tweemnel Boemelteweert gebracht, ende de Stadt met TeUgTt fchanfen vier maenden belegert heeft gehouden. Ende is alfoo t’federt de Stadt van Boemel met de Provinciën van Hollant ende Zeelandt in eene nauwe verbintenifTe gebleven , ende met de felve in alle traóla-ten, foo buyten als binnen ’s lants, als mede-lit van een lichaem, gereeckent gheweeft ; oock, onaengefien de Pacificatie van Gent, vaft gehouden aen ’t Gouvernement van de Heere Wilhelm Prince van Orange, hoogh-loff : memorie, ende vervolgens onder particulieren eedt aen den Grave van Lycefter, als mede Gouverneur van de Landen in fijnen tijdt. In den jaere m d xcix, onder het Gouvernement van de Heere Maurits Prince van Orange hooghloff: memorie, is de Stadt van Boemel, onder ’t beleyt van den Admirant van Arragon Spaenfche Veltheer, met een machtich leger befpronghen ende omringt geweeft ; dan fiende de refiftentie van die van binnen, ende het naerderen van den Prince van Orange, is hy daer van opghe-broocken, en gaen bouwen ’t Fort S. Andries niet verre van daer in Boemelreweert, dat weynich tijdts daer nae in handen van den Prince van Orange is komen te vallen. Door des felfs Princen toedoen, ende inter
-ocr page 88-iBELECH VAN BOMMEL,
vergeefs aengevangeii van
FRANCISCVS demendosa;
In ’t jaer m d xcix.
Uyt de hiftorie van EVERHARD VAN REYD getrocken.
O M M E L , een ftadt van Gclderlant, leght aen de flineke oever van deWaeljtvee mijlen van Buren. Het is een fchoone en ftereke ftadt, en ’t hooft van’t Eylant,’t velck
gemeenlij ck B omme-lervaert genoemt vord, en van de Waelen
Maes omringt vord. Sy heeft veel treffelijc-ke dorpen, en onder defe het dorp Roflem, ’t velcK vermaert is door de geboorte van Marten van Roflem, een treffelijck krijghs-overfte. De ftadt Bommel heeft felve voortgebracht d’uytmuntende Godgeleerde Mo-ringus, en Henrick van Bommel, een vermaert man door fijn fchriften. Sy vas oock het vaderlant van Elbert Leoninus , Longo-iius gebynaemt, Kancelier van Gelderlant. Sy is fvarelijck toverveldigen, uyt oorfaeck van haer gelegenheyt : vant fy leght in een laegh en vaterachtigh lant ; ja foodanigh, dat, als de Wael en Maes fvellen, en de dijeken deur-breken, men daer niets anders dan baren en
Van de Ceri-chent-mers gewonnen j
oorlogh, namelijck in ’t jaer m d lxx i i , wierd fy van de Gorichemmers ingenomen. Maer toen eenige van de Duytfchen , tot be-fetting daer in gefonden, met de Walfche fol-daten in de kereken vielen, en de beelden af-
foo veel koften niet gelijekelijek konden uyt-voeren : in voegen dat de vereken, die opgemaeckt varen , meer fchade dan nuttigheyt aenbrachten. D’oude muur was foo fwack , dat fy fvarelijck van een ftereke befetting be-fchermt kon worden, veel min kon men haer dan met weynigh krijghsvolck tegenhouden. Maer ’t heeft aen Godt foo belieft, dat Men-dofa,oft door onkunde van d’oorlogh oft der plaetfen in twijffel fijnde , veel dagen in ledig-neyt liet voorbygaen. Dit was de behoudenis van de ftadt : want indien hy fpoedigh daer op aengevallen was, foo fou fy naby aen haer ondergang geweeft hebben ; ’t welck van Maurits felf, en van alle andere krijghs-over-ften niet geloghent wierd. Maer men had nu tijt om de ftadt met fchanflen en rondeelen te verftereken, en in ’t velt, onder de ftadt ge-legen , een buytenverck op te werpen , daer flerekt. uyt d’onfen bequamelijeker konden ftrijden , en den vyanden de toegang tot de graften verbieden. Dit werek wierd met een ongelooflè-lijcke vaerdigheyt volmaeckt ; en men bracht drie duyfent nieuwe foldaten in de ftadr, en in de nieuwe vereken. Aen d’overi^e krijghslie-den wierd bevolen de dijeken van t eylant van Tiel te bewaren, en de vyant in ’t overkómen te beletten, ’t Eylant van Voren heeft niet al-leenlijck een fecr fterek kafteel,met fes punten oft rondeelen bevaert j maer is oock met een val omringt , tegen ’t fchieten met gefchur.
M-ndola deê eyndelijck fijn heir en gefchut naer Bommel voeren , daer men nieuwe ver-
'^en wor- vierpen, vergaderden de burgers hun krachten te famen , verdreven de befettelingen, en kregen de ftadt in hun eyge gewelt. In ’t jaer fterekingen gemaeckt had. Maurits verbood pyja; M D xcix wierd fy van Francifcus de Mendo- de vyanden de nieuwe vereken naerder te ko- Maurin fa. Admirant van Arragon genoemt,belegert: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;be-
vant hy quam met fchepen, die hy van’s Her-togenbofch op wagenen meêgevoert had,in de Bommelerwaert, na dat hy eerft met fijn velt-ftucken het oorloghsfchip, dat by Lutfenham
den.
Van Alendofa
: men. Hy, die dagelijeks verfterekende, ver-fuymde echter niet de Spanjaerden niet ge-fchut en uytvallen te quellen. Veer en La Nove varen, uyt de krijghsoverften, de gene, die
fich toe een
op de vacht lagh, verjaeght had. De wach- Maurits aen hen macnt gegeven had, dat fy ten der ruyters, gedurigh op de dijck rijden- met de Franfche en Engeliche krijghslieden, de, wierden betrapt, en fèftien daer af gedoot. daer noch vaendelen van Nederlanders byge-Hoevel Maurits opbrack, foo haeft als hy tij- voeght vierden, de faeck verfoecken fouden, ding van ’t vertreck der vyanden kreegh, kon foo bevonden fy, de vegh bcfichtight hebben-
daer noch vaendelen van Nederlanders byge-
hy echter niet
dat hy eer.
omen, rBom-
mei quam. Men had twee jaren te voren begonnen defe ftadt te verdere ken, en ftereke rondeelen afgefteken: maer de kleynfte alleen varen opgemaeckt, vermits de Staten overal Gelderland.
de , de faeck in foodanigh een ftaet, dat men geen middel had om by c heir der vyanden te komen. De Kardinael Andreas vas onder-
tuftchen , met de dienaers van fijn huys, be-halvcn ’t krijghsvolck, naer s Hartogenbofch gekomen j in voegen dat de gene, die naer de L nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftadt
BOMMELIA OBSESSA
•///» Niants, ^ercitus Ducc
quot;J^j^j/cjsco PeJie:gt;ij)Q2J.
Arrae-oîiiæ Admirante.
CONSERVATA ARMIS
Ordinum Belgicæ Fœieratæ
DVCTV Principis Mavritii
A- ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;^oort-
i ■ Grfffite^ haïyt- tna^, dt. 0ef^the.^ß6rtr
vatt^ß,^ote^ tialpßm^.
. ^iûilienloans Ifoîti^ifek
e, . ^sjêh 'Poßrtr . quot;ïtvte. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;int
■voor nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ^^t^tvor^tn-
tb ■ G-rßOb ^^rtùr^nuuckc inb' hßt^ vAn4U '^el^erin^li \
0 . Sjiatu van tt^an, -^rctb |
2 . jferwaerlßtt van, S. ^vcPPrina ^
^U.aurits Ircireauhect- \
. S‘ ,/TßuirUA 0 ch AHA
r . Dur Aimirant le^ rtutJyn- Lt^r hch
s . Dur tin. twuienuul luh i
.ft?
ft.--—e..Aiß.
C' ...G
-p-.e A
' ■-€ e ©
i
'Uijim
,.c.ft.r.
.»I
.... y, „„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;... nbsp;nbsp;.-'''' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-^1
'ft --ft ß. ft ,„fi - I'lllIllUllllj«! .
^A-..
?k.
•C .
■ -Cdaf'.
f''^^
»? „
.ft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;1. .
'''ilUüHjl'i.^»ß C^_,^
Sclt^ h-u^gt ^ftlijrlt, JOÔJ -voßten-tAn^ wat Ji . 'U^jtixr-^oorb iovtn^ af^rolcen. i, ■ Stey^ßT-^ßOrt-
tßegßitßuJ^ k . óen^^at in, Sbalts-muur tneb MI nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ßtn- Jß. StoÂi-
'tr nybe-rLtnt tß kßtnßtu
’t Orati^ -'Sslwa-A jUve-mjun. votr ir_piuut-van. t
“quot;•ij/lHn,,.».. ir.
- -®-“ß ■w,..e,æ_,.ti.fi.
h^ttt /itun-
'Vabi
.iL-.m. -A
■'*^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/’jï* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■'-* f)i
d.fiAi--..
........................jfLßjft
- .
'UrieU.
j'jœuii*
1-^ ' A
'
..««.Æi.e jUlipuiiu
Ojwi .
.o,quot; .
■ - .
*■ ■'•-■ß-ßß-.-.
A'-«x4h'
/.il...
Si
fl.
g’ !■*
'•
S' ‘
fùquot; .-
Jgt;.,
T-Ty**
o...«..«
.-S
.£ ■ :-‘-igt;-gt;- ■
5, /, _,-Jiia61ÿ'Jgt;-U?wuiL___ • Ir.
JD-ix z
'.'P.'l'it’Ul'. i-.»
'''k- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•^--
fcP.. - ,i-./gt;gt;, ‘ *’‘''-ß--ft !i.-_.,C!.
- . ,
..a ..Jp
S -■ -4-“ -■■,®
t.
. - riv.ft.'ft-^- --Ji- Oftnf) . .-.»/ÜÜUHÜ -
V. - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ' ” Fl
_û\';-..gt;.b.jiu,ui/.
@ ’■» --A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ 1
quot; » _♦
, ^^tyncn,
-n
'.....-Va
A,
B OMMEX.
-- n-l . . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fOnfkA ,
■rb.«) u’jn'UJujlllF^
■ -.'i-.ni’
. ß lt;1 ... ft ft. A^ -
VM. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-.- : • ƒ ::
----i^Q,
-■(t. G.?
■•'’-•ft'
yjiümuja. trO ..
lladt quamen, hun fwaerden aen de poorten moden laten ; fchoon fy andcrfins veel goets aen ’t heir deden. Crevecœur had fich,weynigh dagen na dat hy over de vloet getrocken was, aen de vyanden overgegeven. Twee vaende-len , die daer gelegen hadden, trocken ’er uyt, en behielden hun wapenen, en al ’t gene, dat aen hen behoorde. Voorts, fy moften beloven dat fy binnen twee maenden , en langer , niet fouden dienen. Mendofa befpeurde dat hy, in ’t belegh van Bommel voortvaren willende , geheel krachteloos fou worden ; en men hoorde dagelijeks het gefuchtderkrijghs-liedcn, en de quade woorden der gener die vergrämt waren : om dat hy, fonder hoop van tot fijn ooghwit te geraken,de fijnen in de doot joegh, (want daer waren alreê twee duy-' fent mannen gefneu velt)en tegen de natuur,en alle redenen van oorlogh,de ftadt, die op haer ftereke befetting, en op het byleggende heir fteunde, pooghde t’overweldigen. Seker, het fcheen dat hy met voordacht dit eylant tot fijn leger gekofen had , om ’t overloopen van fijn foldaten te beletten , die, niet wet betaelt fijnde, fwarelijck in plicht gehouden konden worden. Want niemant moght over de brugh naer Brabant gaen, indien hy niet eerft fijn verlofbrief toonde : en de Spanjaerden bc-waerden gemeenlijck de brugh, die aen de Brabantfcne oever lagh. Mendofa, door de morrende redenen der krijghslieden aengepric-kelt, quam eyndelijck by nacht naer RoïTem. Graef Ernft van NalTou bewaerde d’overoever, met een nieu regiment Duytfchen. Mendofa, fijn gefchut geplant hebbende, trockechter over de vloet. Graef Ernft,die dit beletten fou, was genootfaeckt fijn dijeken te verlaten. Hy vertrock dieshalven naer de Roftemer-waert, daer hy onbefchut, en voor ’t gefchut der vyanden bloot ftaende,fpoedighlijck een wal opwierp , foo veel als hem in die korte tijt mogc-lijck was, tot dat hy, byftandt ontfangen hebbende , ontfet kreegh. De vyant wierd dage-lijeks ftereker van gefchut, en meende, door meen-fijn geftadigh fchieten, ( want hy fchoot meer dan dartigh duyfent fchoten ) Graef Ernft uyt fijn leger te drijven. Maer tegen dit gefchut wierden fes- en-dartigh ftucken, d’een groo-ter, en d’ander kleynder, geplant, die gefta-dighlijck foodanigh donderden , dat de vyant grooter fchade gevoelde : in voegen dat hy gedwongen was, d’eerfte uyt defe wijfe van oorlogen te fcheyden. Daer wierden in die dagen verfcheyde wonderlijeke fchoten ge-daen, die wy niet met ftilfwijgen voorby lullen gaen. Onder anderen wierden een man , en wijf, in ’tbedte famen flapendc, door wo„der^ ’t gewelt van een voorbyvliegende koegel ge- Ujcke on-doot, fonder in hun lighamen ecnighfîns |
quetft te fijn. Een vrou , haer kint aen de ' borft houdende, wierd haer been afgefchoten, daer fy af ftorf: maer haer kint,twintigh treden verre geworpen , behield het leven. Een fol-daet en een maeght, hun hoofden naer malkander buygendc, om éen weêrfijdige kus te genieten, wierden van een koegel, tulfchen hen dcurvliegende, d’een van fijn neus, cn d’ander van fijn kin berooft, en bleven echter beyde in t leven. De krijghsknecht en krijghs-overfte hadden in foodanige voorvallen gelijek gevaer te vreefen. Vijf koegels waren deur Graef Ernfts wooning, en twee deur fijn bed- Algemetn ftede gevlogen. In defer voegen wierd Bom-mei, door d’onvoorfichtigheyt en verwijling der vyanden,en door de getrouheyt en wacker-heyt der vereenighde Staten en van PrinsMau-rits, ontfet, cn van de vyanden ontflagen. |
Q,
......c(^_ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--
aa
E ftadt , die de naefte in waerdigheyt met de voor-gaende is, word Wapeningen gcnoemt; hoewel d’Aen-tekeningen van de vermaer-de Paulus Merula getuygen, dat men oock in fommi-
ge gefchriften Wagen-ejnd gefchreven vind. In fekere brieven van gifte by Heda word Wapenuij^egen gevonden. Tacitus , ge-lijck wy elders hebben verhaelt , fchijnt hacr Vada gcnoemt te hebben, daer hy in defe ftreeck van de Rhijn Arenacum V^da en Ghrinnes by ordening ftelt en die middel
matige vleckcn noemt* Hy verhaelt oock,dat Vada van Civilis de Batavier beftormt, maer van Julius Briganticus j fijns fufters foon , die, uyt haet tot fijn oom, de Romeynen om fou-dy diende , klocckmoedighlijck befchermt wierd. Sy is heden niet acn de Rhijn, maer echter niet verre daer af gelegen j en op een he^t, weeke en flijmige gront gebouwt, waer door fyfterckvaii natuercn konftis. Eenige feggen, dat hier de vermaerde Petrus Apherdianus, in p j^her-de voorgaende jaren een treffclijck onder- diantis, wijfer van de Gelderfche en Hollantfche jeught, geboren is.
Gelderland,
ne ftadt. Sy heeft foo een breed gebiedt, dat fy in de vorige eeuwe van Koning Philipp tot een Graeffchap gemaeckt is. Sv ftaet die
Buren , Borfelen , Zuylcn, S. Martcns-dijck, Swijck cn Doddendale , met haer vele Heer-lijckheden verkreegh. Uyt defe twee fproot Kafper, Heer van Kulenburgh, Zuylen, Hoog-ftraten, en foo voort, en Aleyda, fijn fufter, die, by teftamcnt van haer Vader tot Vrou van Buren en S. Martens-dijck gelaten , aen Frederick van Egmont, Heer van Yfelfteyn , gehuwt wierd. Kafper liet alieenlijck vijf dochters achter, van de welcke d’outfte , Elifabet »US genoemt,fchoon tweemael gehuwt,geen kin-_____________fchap gemaeckt is. Sy ftaet dies- deren gebaert heeft. De tweede van geboorte, halven onder haer eygen Heer , die oock Anna genoemt, was gemalin van d’eaele Heer door andere middelen feer rijek en mach- Joan vanPalant,HeervanValckenburg.Uytde-tigh is.
die jong ftorf. Florent, van ’t maeghfchap des bovengenoemde Florents, wierd van Philippus de tweede, Koning van Spanje, tot eerltc Graef van Kulenburgh verkolen. Maer toen hy,metde voornaemfte adel van Nederlant,in t jaer m d Lxvi,het fmeeckfchrift aen de Hertogin van Parma, die in de naem des Konings van Spanje het gebied over de Nederlanden had , overleverde, viel hy uyt fijn gunft , en wierd van de Hartogh van Alba verwefen, en fijn buys, dat hy te Brufiel had, ’t welck
gelijck oock ’t kafteel, dat daer aen gevoeght, cn de wooning van de Graef is. Sy leght van Buren en Vianen een mijl. De burgerlijcke beftiering van de ftadt is by d’overfte, die T)rofl genoemt word, by tweeBurgermeefters, feven Schepenen, en Schout; die alle met volkome macht van de Graef verkofen worden, fonder cenige voorgaende noeming en opfet-ting der ftedelingen. Defe verdeelen daer na de mindere ampten onder d’eerlijckfte burgers, niet alleen in de ftadt,maer oock op ’t laut.
Onder dit Graeffchap fijn , behalven de ftadt, vier dorpen ; Suyrding , ’t welck aen Hagefteyn , een plaets van ’t Bifchdom van Uitrecht, paelt ; Syder^cld t ’t welck het gebied van Leerdam tot grenspalen heeft ; Goh-herding , in ’t midden van t Graeffchap ; en
Seßie-
Buren.
De heerfchappy van Kulenburgh heeft al-reê over eenige eeuwen haer Heeren gehad. Pontus Heutcrus noemt d’eerfte van de felve
Sy is in drie deelen gcdeGlt,vanwclcke yder met haer eyge muren en graften omringt word^ een marmere pilaer gefet, met een opfehrift in vier talen, ’t welck dusdanigh was :
T'erwijl Philippus de tnj^eede, Koning Spanje , in deß jijne JKederlanden heejßhte, en Perdinandus Alnjarez^ ‘van Toledo, Hartogh ^an oAlha, Gouverneur was is heßoten dat men ^t buys, dat eertijts aen Plorent van Palant, Graef van Kulenburgh, toebehoorde, tot aen degront afvverpen fahom devervloeck-te geheugenis van de famenfvvering, die daer meer dan eens verhandelt is tegen de Gods^ dienfl van de Poomßhe Katholijeke kerck, tegen
Robert Bofichem, die in ’t jaer m c l x i v fijn Koninglijcke Majeßeyt, en tegen fijne Lant-fto|f : welcks nakomelingen hun heerfchap- ßhappenyint jaer onder faligheyt m d lxviii, py met huwelijeken grootclijeks vermeerdert op den x x v 111 van Mey. De pilaer wierd nebben; en voornamelijck Geeraerd,de twee- federt omgeworpen , maer het huys niet wede van die naem, Heer van Kulenburgh , die, der opgebouwr.
tot gemalin trouwende Elifabeth , Vrou van
Gelderlandt, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;N
-ocr page 94-..a O.O.Q.(^Q . ^aQ .» qQ . . j3
‘Jirosteet.. boanf-nt
Q..o,o -.
-‘»Qâ.a
F '0 -OO
-^.SSMiS?a
-ra
--■•n.P.O.Q,
äC
-
-^0-^0....._____
GrAt/i uter vfaÂe.
—03 qq _ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-—O o...a p.o..9J2__.
.....-a Q
.....«sr
--^o .a...
Ol-
O ....QÛ.
ô .OÛ.,..
-OÔOJL^
t ’ i- Gra^lyek Sîotr
Z /tVe^rlereli 3
.^t£iU^ ItUy.Ç
3 . Cfuyb ett ^îotn.
6 - tLt^huys
3 . Ca^t^-ia^
3 -^e Jgt;re.^_^oert-
JO . 0uJt- en ni^uu^ ‘Jgt;reef
s. ANDRIES -s CH AN s.
E Kardinael Andreas van Ooftenrijck, uyt het belegh van Bommel verdreven, maek-te, in’t jaer m d xc ix, op dat het niet fou fchijnen dat hy niets uytgerecht had , in d’engte van’t eylant, celegefi- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dorp Rolfem, een groote Schans, die hy naer lijn naem dee noemen , om van 2iAent. naby de landen der vereenighde Staten te pla-gen,de vaertvan de rivieren Maes en Wael on-veylighte maken,cn gelijckelijckhoop te hebben van in de Betuwe te komen. En leker,in- Sterck-heyt. dien dit gebeurt was, foo fou het een bequa-me fchans tot aenvoering van lijftocht voor ’t heir geweeft hebben. Dit werck was in’t begin van d’oorlogh , en op andere tijden dick-wils by de Spanjaerden overdacht , en wierd toen van de Bolfchenaers met grooten yver voortgedreyen. De bouwing van defe fchans was echter Mendofa tegen de borft, vermits hy in de ftaet der gemeene faken overal tegen de Kardinael gekeert was. Het werck ging nochtans voort,en de fchans wierd foodanign gemaeckt, dat fy met twee punten aen de Maes,en met twee punten aen de Wael reyck-te; ende vijfde ftrecktßch naerHarwarden. Hy bouwde in de felve fchans een kerck , die aen S. Andries gewijd wierd j op dat het fchijnen fou dat dele veiling naer die Heyligh ge-noemt was. Hy, hier foo veel befetting en voorraet, als genoegh fcheen , gelaten hebbende , voerde d’andere krijghslieden over de brugh , en verdeelde hen in de naefle dorpen van Brabant. Maer de fijnen , geen betaling krijgende, begonnen terftont weêrfpannigh te worden, en de boeren te plagen. De Spaen-fchen borften federt in openbare klachten uyt, ja oock de gene, die in S. Andrics-fchans tot befetting waren. Sy verfochten ernftelijck dartigh maenden foldy van Albertus. De Staten boden hen hondert en vijftigh duyfent guldens. Maer de Bollchenaers fpoedighlijck geit vergaderende, brachten hen in ftilftant. Maurits, de fchans Crevecœur aentaftende, dwong haer fich ten derden dagh over te ge-ven.Hy,toen de landen derBollchenaers onder Staten watet fettende , op dat fy geen onderftant aen belegert. JeSchans van S. Andries fouden doen, voerde fijn krijghsrufting derwaerts. De ftroom was in die tijt foo hoogh gefwollen , dat hy lieh niet kon befchanlTen , oft eenigh werck maken. Het gefchut wierd op de dijck , tegen defe ftereke Schans,gefielt. De befettelingen, Gelderland. |
niet veylighlijck binnen hun Sterekte blijven könnende , waren genootfaeckt lieh in een bedeckte wegh te verfchuylen , en daer hun hutten op te llaen. Voorts, fy fireden kloeck-moedighlijck, en fchoten met mufketten naer de trompetter en tromllager , aen hen gefon- Dapper-den, om'de fchansop te eylichen,fonder naer hejtder eenigh verdragh te willen luyfieren. Sy maeck-ten dickwijls tekenen met vuur, en wierden veeltijts door de vuren der Bolfchenaers tot hoop aengemaent. Mauritius fpeelde hier onder oock geeftigh fijn rol, met felf vuur te maken, om hen beyde re bedriegen. De Prins vermoedde dieshalven , dat fy door gebreck van nootfakelijeke dingen gedruckt wierden. Jn de fchans waren vele weerloofe menfehen, foo vrouwen, als oude lieden, en kinderen. Sy verfochten aen Maurits, dat hy hen fou laten detirtreckcn , om buy ten gevaer te fijn ; maer vergeefs. Twee namen de ftoutheyt van met fwemmen deur te geraken , en hun ftaet aen deBolfchenaers te vertonen,en antwoortweêr-onderfchept,en,fich tot bidden kerende,boden hun dienft in alle dingen aen. Prins Maurits, hen yder een Kapiteynfchap belooft heb- .. bende, behield d’een in ’t leger, en fond d’an- , der naer’s Hartogenbofch , om te vernemen wat hoop en byftant fy van daer te verwachten hadden. Toen fy daer na weer in de fchans gekomen waren , wierd d’een van fijn fpits-broeder verraden , met een koegel deurfcho-ten, en in de vloet geworpen , met een ge-fchrift op fijn borft , van defe inhout : T)eÇe is i als een verrader ^an fijn gemeente, gedood : dad hy nii naer JMiaurids ga , om fijn iCafiteyn-fèhap en de njergelding lt;van fijn aroeyd t ont fangen. De Prins verfiond hier uyt, dat de beroerte en weêrfpalt, door de welcke hy een lichter overgeving verhoopt had , meer fcha-de deê,en de belegerden hardneckiger maeck-te, als oft fy vreelaen datfe , foo fy geen groote dapperheyt betoonden , van hun betaling verfteken fouden fijn. Dieshalven d’eenige die hen hoop , die Maurits had, was de befettelingen door honger af te matten , daer toe hy al lijn vlijt aenwende. Hy,ondertulfchenBatenburgh gen. in fijn gewelt gekregen hebbende, verfterek-te alle toegangen met foo ftereke wereken , dat hy de befettelingen van S. Andries met drie duyfent krijghslieden kon belluyten , en ' met het overige tegen ’t ontfet, van buy ten komende, trecken, of ter plaets, daer de noot hen riep, den fijnen'te hulp komen; indien Albertus krijghsvolck milfchien Nimmegen , oft Wachtendonek, daer men voor vreefde , O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aentafte. |
s. ANDRIES-SCHANS.
Spaen-Jchen ko-
tot ontfet.
De belegerde noorden ogge-eyfiht-.
aentaftc. Terwijl men met defc dingen bee-fich was, wierd Louys de Velafco veltoverfte in plaets van Mendofa, en La Bourlot overfte van de ruytery, dat Graef Frederick van den Bergh geweeft was. Defe , met een heir van acht duyfent mannen aenkomende , om de Schans van S. Andries t’ontfetten, legerden fich eerft te Helmont, en van daer nader aen ’s Hartogenbofch , daer fy fich vaerdigh-lijck befchanften , om van d onfen niet overrompelt te worden. Toen, in ’teynde van Apnl, de landen, door ’t afloopen der ftroo-men , weer droogh geworden waren, hadden d’onfe middel om met htin naderniflen op de Schans aen te gaen. Maurits , de belegerden weêr op doen eylTchen hebbende , verkrcegh dit alleen v^n hen, datfe wilden hooren. Men bood hen in ’c eerft een tame-lijcke fomme geks, en eerlij cke voorwaerden aen : daer na , dat fy, eenigen van de haren uytfendende, de wercken fouden beften, hoe
wel de wegen afgefloten waren, hoe fterckc veften men gemaeckt had, en hoe fy van alle ontfet van buyten afgefneden waren : maer dit was alles vergeefs. Sy eyfchten al de foldy, die fy van Albertus moften hebben j ’t welck fes eyfih. hondert duyfent guldens beliep. Toen fy hard-neckigh in hun voornemen bleven, fonder eenige hoop van verdragh te geven, fpoedde men fich met het werck, tot dat fy, van raec veranderende, van felf verdragh verfochten. Dieshalven quamen fy, op d acht-en-twintigh-fte van April, in ’t jaer m d c , op defe voorwaerden overeen,dat men hen hondèrt en vijf-en-twintigh duyfent guldens fou geven , die dra^hge-gelijckelijck onder haer, fonder inficht v^nßoten. ftaet oft ampt , uytgedeelt fouden worden. Hun getal beftont in elf hondert en twee-en-veertighmannen.Toen dit alles volbracht was, fwoeren de befettelingen dat fy de fchans met onverbrekelijcke getrouheyt voor de Staten fouden bewaren. Sy loftcn daer na, tot getuy-
genis
s. A N D R I E s-s C H A N s.
gcnis van blijfchap , hun muf ketten, en daer naoockhun gefchut/teen na’t ander. DeBof-fchenaers, achtende dat die tekenen voor hen waren, loften oock hun gefchut fonder vertoeven , tot bewijs van dat ’er ontfet voorhanden was. De Spanjaerden, in d’ovcrgcving onkiindigh, naerderden met hun heir. Na dat Sygewn d’eed gedaenwas, bleven de befettelingen drie de Schans dagen lang in de fchans, en trocken daer uyt, na dat fy ’t beloofde gele ontfangen hadden , en der Staten volck trock daer in,om de plaets te befetten. Den uyttocht gefchiede op d’eerfte dagh van Mey , een dagh te voren eer de Spaenfehen , in ’t voorgaende jaer , in Bom-melerwaert gekomen waren. Sy begaven fich aên dienft van de Staten, en beftonden in der staten acht vaendelen Walen , en drie vaendelen ßjde. Duytfchen j die alle , met believen van Prins |
Maurits, hun Overften en Kapiteynen kofen. Men beloofde acn hen, dat men hare voorgaende daden niet fou gedencken,of hendaer-om lafteren : maer dat fy een gelijeke plaets,als de befte krijghslieden , fouden hebben. Men nam hen d’eed af, enverhooghde hare foldy. Men vond in de fchans meer dan vijftigh laft rogge, feventien ftucken gefchuts, ne^entigh vaten buflekruyt, en veel koegels,en al tgene, dat daer toe nootfakelijck is. De Hollanders dat. •Wären ten hooghfte verblijd om defe verwin-ning, van de welcke fy een hoogh gevoelen der ■ver-hadden. Want de Spanjaerden hadden, federt eenigh^ het kafteel van Antwerpen, geen plaets, die foo fterek was, in geheel Neaerlant gefticht, die, aen Hollant gevoeght, veel ftereker was, uyt oorfaeck van de nabyheyt der vloeden, die tot haer voordeel, en tot nadeel van de Spaenfehen ftreckten.Voorts,toen defe Schans by d’andere veftingen gevoeghtwas, wierd het gebied der Hollanders gefloten,en veyligh tegen alle gewcle en invallen der vyanden. |
DE SCHANS VAN VOORN.
dat
te brengen. Prins Maurits had verfcheydeRit-meefters uytgefonden , namelijckdu Boys, Laurent, Cloet, Stichel en Potiers ; op dat fy, over de Wael getrocken , een inval op dc vy-anr, die te Kranenburgh toefde, doen fouden.
is veel kleynder, dan ’t voorgacnde , ja fondât het een afgefcheurdc hoeck daer
danigh, af fchijnt. Defe plaets heeft over deMaesTTaél' uytficht naer Brabant, en over de Wael naer
de landen van Tiel. Dit lant, omtrent drie hondert en vijftigh bunderen groot, leght tegen over het bovendeel van Bommelerwaert,
daer de Macs en Wael te famen vloejen , en terftont weer van malkander fchcyden. Hier Stichters-, in is, door de beftelling, en op de koften der vereenighde Staten, een Schans opgeworpen, om de lcheepvaert uyt Duytslant naer Neder«
Sy ontmoetten onderweegh vijf benden van de ruytery der vyanden , die fy aentaften, en inde vlucht floegen. Seker Graef, Paulo Emilio Martinengo genoemt, en tachtigh ruyters wierden gevangen. Men vond by hen brieven, 'klare blijeken van’t voornemen der vyanden, en van ’t gene , ’t welck Mendofa voorhad. Defe brieven, aen Prins Maurits overgelevert, xvaren oorfaeck vanNaflbus fpoedigh vertrcck: want hyfond terftont achtien vaendelen voetknechten,en fes Kornetten ruyters naerVoorn, op datKlendofa enBourlot gedwongen fouden fijn een andere raet te nemen j gelijck fy oock deden : want fy, de Schans verlatende, beflo-ten in Bommeier-waert een inval te doen.
doch Tvor-den w dat 'voor^ nemen gefiut.
laut veyligh te maken 5 en op dat de vyant de- Toen d’Admirant van ’t belegh van Bommel fe plaets niet in fou nemen, en door defe mid-. verfteken , en dc Kardinael Andries van Oo-
del gelegentheyt vinden , om wijd en breet ftenrijck met de vefting van Sint Andries be-in de naefte landen der vereenighde volcken fich was, en groote neerftigheyt daer in be-
~ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;toonde, quam dc Prins van Oranje in’t cy- ,
te vallen. Defe vefting voert de naem van de Veltoverfte der Staten, en wierd oft, naer ’t eylant, daer op het gebouwt is, Voorn genoemt. In ’t jaer m d xci x, toen hetSpaen-Iche heir, onder ’t beleyt van Fr. Mendofa, in ^chen'^^' geweften fworf, pooghde Bourlot, met fijn benden voor uyt derwacrts gefonden, defe Schans met gewelt t’overrompelen. Maer hy , verftaénde dat defe plaets met ftereke be-
Naem.
trachten
■ha dit hort ;
fetting bewaert wierd , onthield fich van ge-welt, om ßjn krijghsvolck niet in feker gevaer
fchans Voorn , oft Naflbu, die tot d’uytvoc-ring der faken in dat geweft feer dienftigh was. Na dat S.Andries-fchans gemaeckt,en terftont aen dc Staten verkocht was, wierd het Fort Het wort Naftou op dit eylant Voorn oock met nieuwe wcrcken,en met ftereke befetting van de Prins verfterekt, als een vefting, die van groot belang voor de Staten was.
5^
..li«'”'
W^i-evnt-
IcxeJ
SunJt-
*Pj}V‘nla.nÀieiis . •
KT
cdeiiblick
'He KiUe
'^iefiitjer Vlacic
'dirÿJÂ^l
'Baken Ae Crcupel
0
efbvaac
l S T
r 1 R d
•Jle‘Jilii-el:
üjft- ej/tti
yfiHel^ndt.-:;
VAN
[ O L L A N ]
EN
WESTVRIESLAND.
-ocr page 104- -ocr page 105-
Ordrecht is d’eer-fte, en de Hooftftadc van Hollant : daerom noemen haer fommi-ge een Moeder en Vorftin aller fteden van dir heerlijck Lant-fchap : want fchoon dat men van d’out- heyt van eenige andere plaetfen veel fpreeckt, k is buy ten alle twijfel, dat haer de voorgang toekomt ; om dat fy die foo vele eeuwen, fonder iemants tegenfpreken , genoten heeft. Tot bewijs hier van dienen de volgende redenen : foo menighmael als de Placcaten oft bcvel-brieven, en andere openbare en gemey-nc fchriften, eenigh gewagh maken van de Hollantfche fteden,wort Dordrecht altijtvoor al d’andere geftelt. Hare Afgefondene Heeren in de vergadering der Staten fitten voor, en hebben d’eerfte ftem voor alle de fteden. Als men de Graven van Hollant plagh te huldigen, deden fy hier eerft hare intrede : hier deden fy den eedt aen de Staten, en ont-fingen de felve van hen : want de Staten van Hollant deden nimmer eedt aen hare Graven, ’t en waer datfe die eerft van hen ontfangen hadden ; ’t welck in ’t jaer m d l v gt;nbsp;als Key-fer Karei de vijfde de Nederlanden aen fijn foon Koning Philips overgaf, noch gebruyckt is. Oock fchijnt het een teken van voorgang te fijn , dat de Schout en Burgemeefter defer Stede, als fy door de ftadt gaen, yder met • drie helbaerdiers, als lijftrouwanten, na de wijfe der Vorften , altijt verfek fijn. Verfchey- Van d’oorfprong defer ftadt fijn verfcheyde de gevoe- gevoelens. Dominicus Marius Niger fchrijft, Zf»; izÄ» datfe gebouwt is van de Keyfer Antonius Pius en. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Godtvruchtige,in’tjaerhondert en veer- oor- tigh naer Chriftus geboorte ; want hy feght: rpron^. ^Daer is oock eenßadt gebouwt ^an oAntonius de Godturuchtige, Benefaäa genoemt, die nu T)odrana ( dus is de naem, maer qualijck,gedruckt, gelnck op een ander places Le^joma-gum yooï lAeomagumy dat YsjAimmegeni ftaet) geheeten is, aen de noordtßjde uan 't Bylant, daer de d\da(e in de z^ee ^jloejt. A)ie defi fladt hewoonen worden ^ordraneß genoemt i en 'üoor de treß'elijckße gehouden. Sy is feer ßerck gemaeckt, oa}er‘vloedigh in rijekdom, en ßer he-quaem tot de koophandel. Maer om dat defe Schrijver fijn meening met niemantvan d’ou-de Autheuren beveftight, twijfelen wy met reden aen de waerheyt van fijn feggen. Julius Capitolinus getuyght wel, in ’t leven van de gemelde Keyîer , dat hy , bchalven verfcheyde treftelijcke wercken, hier en daer van hem verbetert en van nieuws gebouwt, oock vele Hollant, |
fteden met gelt geholpen heeft, op datfe nieuwe wercken fouden maken , ofc d’oude her-ftellen. Oock wort in d’oude Hollantfche Chronijek gewagh gemaeckt van de ftadt Antonia , gebouwt in Zuyt-Hollant, in’t jaer Chrifti LX V, van Antonius Columna, Tribun en Roomfch Ridder, door Nero uyt Romen verdreven en in defe geweften gevlucht : en dat de nakomelingen van de gemelde Antonius het gebiedt in defe plaets tot het jaer c LXXX I gehouden hebben , in welcke tijde Antonia van de Sclaven en Wilten overwonnen en tot de gront toe vernielt is ; en datfe onlangs daer na weder van de felveWilten herbouwt en Wiltenburgh genoemt is. Doch al dit voorverhaelde kan het feggen van de gemelde Dom. Marius Niger niet genoeghfaem beveftigen oft aennemelijck maKen : want of fchoon fommige meenen, dat het gemelde Antonia Dordrecht is : andere feggen in tegendeel , dat Utrecht certijs foo genoemt wierd ; gelijck wy hier na in ’t begin der be-fchrijving van die ftadt aenwijfen. Joannes Gerbrandus fchrijft, datfe haer naem en oor-fprong heeft van eenen Dorotheus, een rijck en machtigh man in Zuyt-Hollant, omtrent het jaer acht hondert vijf. Doch de Hollantfche Chronijeken fchrijven niet fekers van de gemelde Dorotheus ; dies Boxhornius meynt, dat het een fabel oft verfiering is, gefmeec in de harftens van fommige Geleerden, op de felve wijfe, als fy feggen, dat Bato de ftichter is van Batavia, Zialandus van Zeelant, Me-tellus van Middelburgh , Ulyftes van Vliftin-gen, Syringus van Sirickzee, en Rotterus van Rotterdam : meeft al helden, die men crcloofc dat nooyt in de weerclt geweeft fijn. Self de feer geleerde Hadrianus Junius is aen defe doling vaft geweeft , als hy fchrijft, dat defe ftadt de marekt was,niec van de gemelde Dorotheus , macr van een fekere Duretus, een vermaert man, daer onfe hiftorien, doch feer duyfterlijck, van fpreken , gelijck hy felf bekent. Hy meent oock, dat het woort Hrecht by onfe voorouders foo veel geweeft is, als by de fuyverfteLatiniftenyèrz/;72, dat is, marekt, niet foo feer, om dat daer Recht gelprokeii en gedaen wierd , gelijck het felve oock te kennen geeft : maer om dat de goederen daer gedragen worden als tot een marekt, daer men alles verkoopt : foo dat drecht, naer fijn gevoelen , moet getrocken worden van dragen. De voornoemde Boxhornius is hier tegen , en gelooft , dat Junius hier af geen bewijs, maer alles felf verliert heeft. Philippus Cluverius meent , dat het Latijnfche woort Traje^ium i van deRomeynen aen een ftadt oft dorp gegeven , niet anders betekent, ij A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dan |
dan een ovcrfchepen der riviere j en dat het woort ’Drecht, oft Terecht, oft oock Töricht, daer uyt gefproten is. Maer Cluverius wort wederfpi'oken door de volgende reden,dat vele plaetfen de naem van Drecht, lang naer de tijden der Romeynfche heerfchappy, hebben verkregen. Derhalven meent de meergenoemde Boxhornius,Ä2.tT)ordrecht haer naem heeft van Door en trecken, in ’t Latijn trajicerCi daer van ons Duytfch woort buyten twijfel fijn oor-fprong heeft : foo dat Drecht, oft ( om dat het beter fou luyden , d’eerfte letter foetelijck ' verandert fijnde ) Drecht, komt van trecken , by de Latiniften traje^us genoemt. Maer Dordrecht is dus met recht genoemt, om datfe een bequamc overtrecking is van d’een fijde voorder in Hollant, van dander in Bra- bant, Zeelanc, en d’omleggende geweften. Op de felve wijfe heeft lïirecht haer naem van Out en Drecht j als of men feyde Outrecht, ^n wat fachter lïtrecht. Waer uyt ick befluyt, ftutten. Dc volgende Graven hebben daer na dat men Dordrecht, gelijck gemeenlijck ge- defe vryheden dickmael beveftight, als Joan fchiet, en niet Durdrecht, als Junius meent, de tweede, van 'Avefnes, Graef van Hene-moet fchrijven. De geleerde Janus Rutger- gouwen, en door erfrecht oock van Hollant, fins, in defe ftadtgeboren, wiens gevoelen in ’tjaer m ccc; en Willem de vierde in my oock beft behaeght, meent, datfe alfoo ’t jaer m ccc xl i v. Daer na fijnfe door dc genoemt fy van de riviere Dorta welcke Keyferin Margareta in’tjaer m ccc xlvi naem hy gelefen heeft , gelijck hy getuyght, in feker tafereel van de befchrijving der plaetfen. Het bygelegen àoïpDortsmonde, dat is, de mont 'uan de Dorta, behout het teken ja de naem felf hier af, even als Rupelmonde , Yfelmonde en Ruremonde, hare namen hebben van de monden der rivierenRupel,Yfel en Rure. Reginus fpreekt van Dortsmonde omtrent het jaer d ccc xcvi i i,foowy de fcherp-finnige Scriverius willen gelooven , die voor Dut^os leeft en verbetert Durtos, oft liever DurtMS, dat is, Dortsmonde. is buyten alle twijfel, dat defe ftadt feer out is j want van haer en eenige omleggende dorpen wort gewaghgemaecktin’t jaer m lxiv in fekcre brief van Keyfer Henrick, die hy aen Wat het gemelde Stapel-recht is, kan uyt Wat het de volgende brief van Graef Willem de vierde afgenomen wofden : Willem , Graef ^an IIinnegouij‘ve, Hollant, quot;Z^eelant, ende Heere 'Van Vrießant, doen een iegel^ck te kennen, dat Willem, Biflehop van Utrecht,gegeven heeft, 'wy aen onfe goede ende beminde inwoonders-waer in men leeft : JDy be'veßtgen aen de fel- 'van Dordreent 'veheyligekercke'uier^anfenj^pwwoonm^QrL} gelegen in Krimpen, 'van de rWiere Hblaes tot oIlKerwede toe , en ‘van daer tot e^enkenes- drecht, en de helft ^an ’t geheel lant met al het difiriéd. Item de Riede hy Ilderwede tot Sly-drecht. Item in Wael, lt;van daer 'ivederom in Merwede tot in Dordrecht, met de kapel nieu-lijeks gefiicht ‘van Dordrecht, tot Cordekens flofßadt, Ç^c. En dit fal van haer naem en oorfprong genoegh fijn. Ick kome tot andere faken. Wanneer Syisin’tjaet M CC XXX omringt en ge-bernuert. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ggpj fteeueu muct, als de Ijoruytcn uyt de huyfen van Duyck, Suys en Oems, oude en vaderlijeke geflachten, de ftadt regeerden. |
Omtrent veertigh jaren daer na heeft fy van Eduardt d’eerlte , Koning van Engelaut, gienoft op ’t verfoeck van Graef Floris de vijfae, het voorrech-recht van de ftapel der wolle , die uyt het fel-ve Rijck in groote menighte overgebracht wierd, verkregen ; maer onlangs daer na is het hen weder afgenomen , en d’Engelfche daer mee naer Mechelen vertrocken , gelijck de Schrijver der Rijm-Chronijck verhaelt. In 'tjaer m cc lxxxiv heeft de felve Graef aen d’inwoonders defer ftadt gegeven de vryheyt van eenige tollen,die van de wijn en tarwe be-taelt wierden. Ses jaren daer na heeft hy hen beveftight alle hare voorrechten, die fy van dc vorige Graven,infonderheyt van deRoomfehe macht van alle vreemde koopmanfchap, die de Leek en Merwede afqtianien, te mogen Keyferin Margareta in’t jaer m ccc xlvi vermeerdert ; en na vier jaren wederom op ’ü nieu beveftight door de felve Princes : ge-lijck oock haer foon Willem van Beyeren in ’t jaer m ccc l v deê; en naer hem fijn broeder Aelbrecht, Ruwaert oft Vooght van Hol-lant, terwijl fijn broeder kranckfinnigh was, in’t jaer m ccc lx i x : welckegunft-brie-ven hy en fijn foon Willem in de volgende jaren vernieuden ; gelijck oock eyndelijck Keyfer Karei de vijfde in ’t jaer m d l ge-daen heeft. om d’oßicien en dienflen , die Jy ons dickmael gedaen hebben, Ç^c. ende de groote fehade, 't 'luelck den onlanckßen brandt haer lieden heeft aengedaen , gege’ven hebben ende ge^en i killende, dat de Coggen endefio al-le Je hepen i die in de J\dafe uyt Oofllant neder komen jfouden te Dordrecht, als tot den opper-fien J\4arckt, aen'varen , ende fouden aldaer haer koopmanÇchappen ^erkoopen. Gegeojen tot Angußesi m ccc xxxvm. Hier uyt fijn twee faken te belpeuren ; Brant. ’t eerfte, dat defe ftadt onlangs te voren door een grooten brandt feer befchadight is : ten anderen fien wy, dat het Stapel-recht eygent-lijckis, een aenbrengen en toevoeren van fe-kerc |
kere koopmanfehappen aen de ftadt, die met Zywaert oft S. Sura met drie penningen ge-de Stapel der felve waren begunftight is, de fticht is, füllen wy hier niet verhalen, om Sat W'elcke daer moeten geloft worden, en als ter vele Schrijvers aen de waerheyt defer hiftorie marekt gebracht, om daer eerft verkoft, en elders verfonden te worden. Guicciardin , Naerder befchrijving van Nederlandt, feght, 'verklA- dat het woort Stapel komt van ’t Franfche woort Eflape , en ’t Latijnfche Stahulum j recht^^' ^e^-ck beteekent, fekere goederen in een beftaen eygentlijck hier in : dat een y der, die graen , wijn, hout, oft andere goederen den Rhijn ende Mafe af brengen,gehouden fijn in defe haven hare fchepen t ontladen,fekere tollen te betalen , oock haer koopmanfchap in andere fchepen , die hier t’huys hooren, te laden , oft van d’ingefetene te laten voeren , oft anderfins metdeTollenaers t’overkomen. Dit hebben wy uyt de gemelde Schrijver en ande re wat breet verhaeït, om eens voor al duyde- gebouwt is. Omtrent defe tijdt wierdt oock lijck aen te wijfen, wat Stapel is, dewijl in de een Collegie voor de Auguftijnen begonnen, Befchrijvingen van verfcheyde plaetfen , die ’t welck i ; jaren daer na volmaeckt was, en hindere 'voorrechten. foodanige rechten hebben, iets van’t felvege-fproken wort. De inwoonders van Dordrecht fijn oock met het volgende voorrecht begunftight : Kt dat eenigh hnrger der fiadt fihnldigh ü ^an eenigh fihelmßuck , boe ongeregelt dat fonde mo-gen^’vefen^ dat men daer af in geen ander plaet-fe, als te ^Dordrecht, njanden Schout en Schepenen der fehe fiadt en onderfoecke ende firaffe. Dit heerlijck voorrecht hebben fy met groote kloeckmoedigheyt befchermt, als Graef Ioan de tweede daer tegen pooghde te doen : want fy verklaerden, datfe alfoo getrouw en eerbie-digh tot hare Princen waren , als iemant anders ; doch datfe hem in faken, die regen hare privilegiën ftreden , niet konden gehoorfamen: dat het niet alleen haer, maer oock andere fte- Afylum oft toe-•vlucht. den raeckte ; en noodigh was, dat men de Hier is een fraeyStadthuyS, dat over de ha-voorrechten, die van de vorige Graven gege- ven ftreckt en verwelft is, met een toren ver- hnys. ven waren , befchermde en bewaerde. ciert, en een gevel van blaeuwefteen, daer in Sy is oock een Afylum oft toevlucht voor een heerlijeke groote fael is. de gene , die , in groote fchulden geraeckt, Dordrecht heeft oock het recht van de c^^ttnti en van hare fchult-heeren overvallen, tot geen Munte , van welcke in d’outfte brieven ge* redding können komen , en derhalven d’aen- wagh gemaeckt wort, en eenige oude fpecien, tailing van haer perfoon te vreefen hebben. alsdcGröö^fwo^tgroffeniFlorenenjElacceniCn Defe mogen fich in defe ftadt begeven, en IKilhelmusfchilden, genoemt worden. Men poogen met hare fchult-eyfchers te vereeni- fcyt datErafmus van Houwelingen, een ingc-gen ; ’t en waer dat de fchulden hier gemaeckt boren defer ftadt, een boexken van al de gou-waren ; want in fulck geval kan hen dit voor kerck. recht niet bevrijden. Haer voornaemfte kerck , op ’t eynde der ftadt gefticht, en in’tgemeen de Groote Kerck genoemt, is een treftelijck gebouw, en met konftige gewelffelen en bogen verciert. Sy is eertijdts aen de heylighfte Maeght Maria gewijdr. Op wat wijfe fy door de heylige Hollant. |
twijfelen. Aen de toren in de kerck , is het volgende te lefen : lek hen gefundeert m d jaer Jefit M ccc XXX I X, den x vi Junïns : ick hen verbrandt met meer andere in 't jaer m cccc, den yiw ill ^unins. Door het toedoen van Hertogh Aelbrecht van Beyeren is in ’t jaer M ccc LX III in defe kerck een vergadering van een Deken en twaelfKanonicken in-geftelt : oock was fy in die tijdt met x l 11 autaren voorfien. Op ’t ander eynde der ftadt, omtrent de ftraet, die men den Rictdijck noemt, is de Edten^^e-kerck , gelijck die in ’t gemeen ge- yjieuwe noemt wort; welcke eertijts aen S. Nicolaes kerck. gewijdt is,en de Parochie-kerck derHeerlijck-heyt van Merwede was. Hier waren oockverfcheyde kloofters : cen voor de Francifeanen, dat in ’t jaer m ccc ii van Graef Willem de Goede begifcightwierd; doch is in ’t jaer m d xi i door de brant vernielt : de kerck is noch in wefen, en ftaet omtrent het Princen-hof : fy wort noch d’Augu-ftinen-kerek genoemt, en tot de Godsdienft, meer dan eenige andere, om datfe naer ’t midden der ftadt gelegen is, gebruyckt ; want in de felve wort dagelijeks , ’t welck in Hollanc in weynige ja mifichien in geene gefchiet, gepredickt. In’t jaer m ccc xxvi is het kloofter van S. Agnes gebouwt, ’t welck onder het Capit-tel van Windesheym , gelegen in Over-Yfel, ftont : dit kloofter plagh feer vermaert te fijn, om d’edele Maeghden die 'c felve bewoonden. • De kerck daerafisin’t jaer m cccc xlii hermaeckt. de , filvere en kopere ftucken , hier gemunt, gefchreven heeft ; waer in hy d’afbeeldin-gen der felve , met hare gedaenten en om-fchriften , neerftelijck vertoont. Hier fijn trefièlijcke huyfingen tot het munten verordent , die van Keyler Karei de vijfde, als men uyt het opfchrift befpeuren kan, van de gront af opgebouwt, oft ten minften vermaeckt |
fijn j ’c ^^clck ick evenwel niet voor vaft fchrij-ve. Het opfchrifc van ’t voornaemfte buys der Munte is dusdanigh in Latijn : DIVO. CAROLO. V. CÆS. En wat laeger in Neerduyts : DIT. IS. DE. MVNTE. DES. R O O M-SCHEN. KEYSERS. ENDE. GRAEFE-LYCKHEYTS. VAN. HOLLANT. £en Ey- Het is een ftercke ftadt, om datfe rontom Untge- in ’t water leyt, en in’t jaer m ccccxxi, ge- Yeoenen, van ’t vafte lant afgefcheyden en tot een eylant geworden is, met het verlies van Lxxii dorpen, een groote menightevan Heeren-huyfen, en meer dan hondert duyfent menfchen die met alle hare goederen ver-droncken, in gevaer van geheel Zuydt-Hol-lant. D’oorfaeck van dit fwaer ongeluck wort op verfcheydewijfen verhaelt: fommige mee-nen , dat het door een fnoodenboer, die fijn buermans lant onder water wilde fetten, ver-oorfaeckt is : eenige feggen , van eenen feilen en fchrickelijcken ftormwindt, die den dijck, tufichen defe ftadt en Geertruydenbergh,door ’t krachtigh gewelt der wateren, gebroken heeft. Doch andere vertrouwen , dat het Placcaet van Hertogh Willem van Beyeren , en Graef van Hollant, in ’t jaer m cc cc xiv gegeven, alleen d’oorfaeck is ; want in ’t felve gaf hy verlof aen de Heer van Sevenbergen en Ambachtsman in Wieldrecht, dat de wa-terleyding , die men Zijl noemt, en in ’t gemeen gefloten was, voortacn foo dickmael geopent fou worden als die van Wieldrecht louden noodigh achten , fonder het toeftaen der Dijck-graven en Heem-raden te verfoec-ken, oft daer op te letten. Waer uyt volghde, dat de gemelde waterleyding niet wel beforght wierd ; en daer door met een grooten ftorm weghdrcef, en alles met water bedeckte. sterekte. Het nieu-bedijckte lant , dat naeulijcks een mijl buyten de ftadt ftreckt , können die van Dordrecht onder doen vloeyen ; foo datfe geenfins belegert können worden. Oock is fy met verfcheyde bolwercken , met ge-fchut voorfien, gefterekt. Grooten Omtrent het jaer m cccc lvi fifn, door Z-zzïz/z. fchrickelijcken brant, twee duyfent huyfen met de Halle, ( foo plagh men de plaets, daer de kooplieden vergaderen, te noemen ) het Gafthuys, en de hooftkerek van de heyligc Maeght vernielt. Æneas Sylvius, uyt het geflacht van Piccolomini, die Paus geworden , en Pius de tweede genoemt is, maeckt ge-wagh van defen brant, in fijn xxxvi capit-tel van Europa, met defe woorden : Voor de ^oornaemfle der Hollanders 'ivorden die ^van Dodranecht {foo ftaet ’er qualijck in plaets van XyoïAïecht^gehouden. Diefiadt is feerfraey geflerekti rijck en 'welgelegen tot de koophandel', wan welcke 'wort werteltj dat het wuer een groot deel in 't woorgaende jaer^door d'onachtfaemhejt der bnrgers j gelijek iek woor wafl hondet werflon-den heqt', hoe'wel men wele mirakelent als oor fa--Ken daer af^ hybrengt', dte iek alle, om datfe niet genoegh met ''ware getuygenijj’en beweßight worden , woorbyga. Uyt defe plaets kan men fien de heerlijekheyt defer ftadt in die tijden , en in wat achting fy by de vreemdelingen was. |
De regeering defer Stadt beftaet in ’t bur-gerlijck voornamelijck by een Burgermeefter, ring die in ’t jaer M d c l i, als ick dit fchreef, den e» Magi-Heer Joan Berck was. Oock fijn ’er Raden, Out-Raden , en goede Luyden van den Achte , gelijek die in ’t gemeen genoemt worden , om de ftadt te helpen beftieren. De criminele oft lijfftraf-faken , en de proceflen oft gedingen worden by de Opper-OflScier oft Schout, ( die , van wegen de Graeflijck-heyt, gelijek in meeft alle Hollantfche fteden, het hooft van de Juftitie is,en de felve vordert en uytvoert, ) met de Heeren Schepenen, af-gehandelt. Dit aenfienlijck ampt wort nu bedient by den Heer Ml Iacob wan Beweren, Heer van Swijndrecht, Soon van den Heer Cornelis wan Beweren, eertijts Burgemeefter defer ftadt. De andere Heeren , die onlangs envoor eenige jaren ’tBurgemeefterfchap met lof bedient hebben , fijn de Heeren ML Cornelis wan Beweren, Ridder, Heer van Strevels-hoeck en Weft-Yfelmonde, Soon van IVil-lem wanBeweren , in fijn leven oock Burgemeefter van Dordrecht : ML lacob de krit, Soon van Cornelis de Hit : ML Abraham wan Beweren , Heer van Ooft- en Weft-Baren-drecht, oock een foon van d’eerftgenoemde (fornelis wan Beweren, en Broeder van den te-geiiwoordigen Hoofc-Officier 5 en meer andere. De uytftekenfte en vaderlijcke geflachten, ^oor-die voor eenige jaren d’aenfienlijckfte ampten naemfie bedient hebben, en noch bekleeden,fijn wan Beweren, een feer out en adelijck geflacht,dat verfcheyde doorluchtige mannen , ten beften van de Republijck,voortgebracht \\ccIzfBerck, Blyenburgh, iCrajeßeyn, de Roewre, de kVit,, Beaumont, Qlereßeyn, en fommige andere. De ftedelingen fijn in ’t gemeen vrome en Aertder Godsdienftige heden , daer in d’oude dapper- ßedelin-heyt barer voorouderen, waer van de hiftorien vol fijn,heerlijck uytblinckt ; ’t welck nu noch getuygen foo vele inwoonders,diein delactftc oorlogen de wapenen, foo te water als te lande , tegen de Spaenfehen , gedragen hebben. En om een ftaeltje, onder ontelbare van hare oude manhaftigheyt,te toonen, fal iek alleen ’t volgendeuyt de hiftorien verhalen. In’tjaer M ccc IV warenmeeft al d’andereftedenvan Hollant verfchrickt oft ingenomen, aen d’een fijde van d’invallen derVlamiugen,die ’t platte lant beroofden, en aen d’andere fijde van dc |
Sy heeft de by-naem
'VAn Maeght.
de Brabanders , die de fteden bevochten ; foo gefchillen , die onder de ProfefToren en Lee-dat heel Hollant in groot gevaer was, en by- raers hier te lande ontftaen waren ; van welcke na aen alle fijden, inwendigh en uytwendigh, de weetgierige lelcr d’uytgegeve boecken kan te water en te lande, in den brant van een ïel- naßen. Dit Synodus is, onder ’t gefagh der len oorlogh ftont. In defe droeve tijden bleef Heeren Staten , den x 111 November in ’t jaer fy, tegen alle ’t ge welt van hare vyanden , onverwonnen, en verdiende den edelen bynaem van M A E G H T, diefe federt bewaert heeft ;
M D c XVIII aengevangen, en den ixMey in ’t volgende jaer geeynäight.
De ftadt heeft tien poorten , vijf aen de Poorten. lantfijde , en foo veel aen de waterkant ; waer onder een , 7 Groot lCooft genoemt, boven al de andere uytmunt j want fy is in ’t jaer M D c XVIII feer heerlijck herbouwt , en
T)aj}per-heyt der imvoon-ders.
foo datfe noch in ’t gemeen de Maeght ^an ‘Dordrecht genoemt wort. Men kanfe oock •met recht een Voedtfter ja Moeder van foo vele dappere en trefFelijcke mannen , diefe gedurigh voortgebracht heeft,noemen ; welcke in die tijdt gelegentheyt hadden, om die voor dé weerelt te vertoonen,gelijck oock ge-fchiede : wantHertogh Joan van Brabant, nu meefter van byna geheel Zuyt-Hollant fijnde, heeft al fijn macht voor defe ftadt gebracht. In ’t befpringen wierp hy foo veel brant-tuygh over de wallen, dat een deel der ftadt daer door vernielt wierd. Maer de tiende dagh naer d’eerfte beftorming fijn de burgers , onder ’t beleyt vanNiclaes van Putten, een uytmun-tend man in kloeckheyt van gemoedt en fterekte des lichaems, uytgevallen , en hebben de Brabanders, die niet wel op haer hoede waren, onvoorfiens beljprongen j foo datfe hen uyt alle hare Forten en wereken , en op de vlucht dreven, en verftrooyden : doch met defe winft niet vernoeght fijnde , trocken fy met ge wapent krijghsvolck in de landen van hare vyanden tot voor ’s Hertogenbofch, daer fy fackels en vierpijlen in wierpen, en verwoe-fteii alom ’t platte lant : foo datfe, met buyt en cere overladen , wederkeerden ; en met de
met vele konftige gebouwe beelden verciert.
Sy is foo wel aen verfcheyde rivieren , die Gelegen-hier omtrent t’famenvloeyen j en uytermaten ^oeyt. vifch-rijck fijn , gelegen , dat hier ongeloof-lijck veel vifch ter marekt gebracht, verkocht en weder verfonden word ; foo dat het een der befte nceringen,en die van de rijekfte burgers gedacn wierd , plagh te wefen. Tot een ' bewijs ftrecke, dat’er in’t jaer m d c xx, van den xv April tot den laetften Februarius r^ij^hen. in’t volgende jaer, 892.1 falmen en 81 fleuren , behalven een ontellijcke menighte van andere viftchen , verkoft fijn. De gemelde fchiprijeke rivieren , en de goede havenen defer ftadt veroorfaken, door hare groote be-quaemheyt, dat hier vele fchepen uyt Duyts-lant, ’t Landt van Luyck, Brabant, Gelder-lant, Zeelant, en andere naburige landen,
met hare koopmanfehappen komen , als ick alreede te voren aengeroert heb.
De byfondere gebouwen fijn op vele plaet- Byfonde-fen groot en heerlijck, waer onder verfcheyde rehuy-met gevels van blaeuwe fteen ; oock vele op gewelfde kelders, om de Rhijnfche wijnen in te leggen , gebouwt.
Dordrecht is oock niet onvruchtbaer in ge-leerde mannen ge weeft : want uyt haer lijn gefproten
Mattheus ï'Ventfen i een Minderbroeder oft
- felvc dapperheyt de Brabanders uyt Geertruy-denbergh verjaeghden. Daer na keerden fy bare wapenen tegen de Vlamingen, diefe met
ftormden : in welck gevecht twee duyfent Vlamingen bleven, d’andere namen de vlucht naer verfcheyde plaetfen ; oock was hun over-fte byna gevangen. Dus hebben die van Dor- trent het jaer m d xl leefde, drecht, in weynigh dagen,twee gedenekweer-dige overwinningen tegen hare machtige en
Cornelis AdriaenÇzj. in ’t gemeen Troer Cornelis genoemt, oock een Francifcaner Monick en Guardiaen j in de drie talen feer ervaren.
baljuw
•uan Zuyt-HolUnt,
Hier woont de Baljuw van Zuyt-Hollant, dat een feer acnfîenlijck ampt is, en van een wijtftreckend gebiedt ; ’t welck gedurigh van d’uytmuntenfte mannen in adel en verftant bedient is.
Hy heeft te Brugge omtrent dartigh jaren in ’t opcnbaer geleert ; en berifpte een yder van wat ftaet datfe waren met een feer groote vry-poftigheyt: hy overleed in’t jaer m d lxxxi te Brugge, als hy feftigh jaren out was.
JacobttsTogardus (Gouthovius noemt hem eeAdam, doch door misverftant ) was eerft Medicijn t’Antwerpen, en daer na omtrent XXXVI jaren j met grooten lof, ProfeïTor in de Geneeskonft te Leuven , daer hy in
Naüo-nAelSynO^ das.
Gelijck Dordrecht feer vermaert is van over vele jaren door dappere inwoonders.
en grooten koophandel ; lbo is fy in onfe dagen feer beroemt geworden door een Synodus Nationael, oft Algemeene vergadering der geleertfte mannen inde Theologie van ’tjaer m d xxxvii geftorven, eninS. Pie-meeft alle de Gereformeerde kereken , die ters-kerek begraven is.
door geheel Chriftenrijck verfpreyt fijn. In CornelislConincb.^anTgt;loys,^lt;e.x\V.zamp;iX.^^-defe vergadering wierd gehandelt van eenige leerde, heeft in fijn vaderlant hooge ampten bedient.
-ocr page 111-DORDRECH
bedient. Na dat hyBorgemeefter te Delft had ge-’x^eeft , wierd hy van de Staten vanHoUant naer Gent, als men de Pacificatie oft vrede-verdragh floot, gefonden : daer na was hy Raets-heer in 't Hof van Hollant, en Curateur van d’Academie te Leyden ; en heeft, in ’t jaer M D LXXX11, in ’s Gravenhage de Iterflijck-heyt afgeleyt. Guilielmw nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Linàanus oft àer Linken -, was een telgh uyt dat edele geflacht 5 en heeft grooten voorfpoet in fijne,fiu-dien gehadt. Hy is Raets-heer van de Koning, Vicaris van denBiflehop vanUtrccht,en d’eer-fteBiflehop teRoermonde geweeft : heeft vele gefchreven , dat ten deel gedruckt, en ten deel noch ongedruckt is : en is te Gent, van fijnen Biflehoppelijeken flzoel verdreven fijn-de, in’t jaer m d lxxxviii overleden. Jacobusl^aucleri4^, een geleert man, en Pa-ftoorvan de Kapel der H. Befn ij denis t’Antwerpen , daer in hy in ’tjaer m d xc i begraven is. çtAàrianw ç::^ylii4s 3 een Rechts-geleerde en Prefident van Hollant, was oock een ver-maert Poëet en Orateur, wiens uytgegeve brieven fijn verftant getuygen : en is oock in t voorgemelde jaer gefturven. Aàrianw ^ljenburgius, een fpruyt van dit edel geflacht, was oock een geleert en wel-fprekend Poëet 5 en is in ’tjaer m d xcix ontflapen. lA. Urenckwairtus 3 een van de waerdigh-fte mannen in Nederlant, heeft fijn leven met detijdelijkedootverwifleltin’tjaer m d cvi, en is in S. Goedelaes-kerck te Bruflel begraven. Paulus G.F.P.N. AFcrula was een feer geleert man in deRechten,Hiftorien,Outheden, en in verfcheyde talen , foo dat hy weynigh weerga had j’twelck foo veel treffclijcke boec-ken, die met haer Schrijver eeuwigh füllen leven, getuygen. Als hy naerRoftock, om fijn vrienden te groeten, gereyft was, is hy in \jaer M D c V 11 van een hittige koorts vermee-flert, als hy omtrent xlix jaren geleeft had. Valerius Gouthovius heeft de gemeyne Hollantfche Chronijeke in verfcheyde plaet-fen, infonderheyt met placcaten en gemeyne fchriften, vermeerdert, en met d’Aenmerckin-gen van de geleerde Scriverius laten drucken j en daer een tafel oft regiftcr der vermaerde Schrijvers bygevoeght. Hy heeft oock een befchrijving defer ftadt, die noch niet uyt-gegeven is, gemaeckt. |
janus Putgerfius is in’tjaer m d lxxxix geboren 5 en in fijn jonge jaren van dat groote Licht der geleertheyt Ger ar dus Joannes Voßius ( die mijn dierbare vrient was, en helaes! in ’t jaer m d c xlix overleden is, van wie ick in de befchrijving van Roermond breeder fpreeck) onderwefen , en fijn verftant feer bc-quaem tot de ftudien bevonden. Als hy dapper in de felve gevordert was, reyfde hy met de Gefant van lijn Majefteyt van Sweden, Jacob ^an P)ijck 3 naer dat Rijck : hier grocyde fijn geluck ; want hy wierd verfcheyde mael van de Koning in Ambaflaetfehap gefonden, welcke laft hy, tot genoegen van fijn Meefter, uytvoerde : waer door de Koning hem tot Edelman maeckte, en een goude keten vereerde. Daer na is hy als Ambaftadeur ordina-ris naer de vereenighde Nederlanden gefonden ; daer hy in ’t jaer m d c xx i i i , tot ƒ droefheyt der Geleerden, overleed. Hy was / met deught en geleertheyt verciert j ’t welck fijne boecken Varia LeCliones, cnLeâiones Ve-nujinas genoemt, genoegh getuygen. Joannes Pe^'ero^icius, oft ‘vanBe'verwijck een treffelijck Medicus oft Genees-meefter, heeft onlangs gebloeyt, cn Schepen en Ract defer ftadt. Een man niet alleen by de Geleerden, maer oock byna een yder bekent , om verfcheyde boecken , die hy in fijn moeder-tael, ten befte fijner lants-lieden, van de gefontheyt, en andere deelen der Genees-konft, gefchreven heeft. Hy heeft voor weynigh jaren de fterflijckheyt afgeleyt. Eer ick defe befchrijving eyndigh, wenfeh-te ick de lof defer ftadt hier by te voegen , waer toe my geen itor, maer tijt en plaets ont-breeckt : dies vernoegh u met de rijmen, die finit, ' Jacob Lejcaille, tot eere van fijn geboortplaets, gemaeckt heeft : 0 heerelijeke M A e g H T ! Vorflin der eed'le Steden Van't machtigh Hollant 3 Bïonygt;an ypijsheytj die de Reden V pi acts geeft 3 als gyquot;tstgt;oofHteerfli)an u Zuflren doet, 0 Moeder T^an de deught, tgt;an kunf 3 en hoogen moet ! Befchutfter t)an het Lant, Ver'^infler in het Jlrjen 3 Vreèmaeckfler in gejehil 3 en Pronek der oude Jen 3 Cieraet der Graygt;en 3 en Vertoonßer ygt;an.haerpracht 3 Beypaerßer loan het Recht, Schat igt;an des oorloghs kracht. Hoe blaekt mijn Ziel,om u, naer «W ypaerdjjteprijfen^ Maerwie kan u de eer, die gy 'verdiend', bewij/en ? Oock heeft Conßantin Hujgens, Heer van Zuylechem , en Geheymfchrijver van Zijn Hoogheyt, hare waerdigheyt en eygenfehap in de volgende regelen kunftigh befchreven: ïn mijns gelijeken Schaer befit ick 't eerfle woord ; Al waer ’t mijn’ waerde niet, dat geeft my mijn’ge-» boort 3 Bn ’tplanten 'Van de kroon op onfer Vooghden hoeden» Doe Jatt ick in de kley, die oock mijn’ buren 'Voedden: Sints heeft myeene nacht Venetien gemaeckt ; Bn al mijn wandeling in handeling geflaeckt. Maer of de Spaenfche keel na mijne Stapel-moßen Na mijn’ Munt dorflen dorß, het fou haer’t/wemmen koflen 3 Dat ’s menig natten 'Voet, en water in haer’ wijn : Is ’t niet de Land-lcha waerd foo 'Veyl begracht te ^ijn ? |
A E R L E M befit de tweede plaets onder de Hollantfche fteden. Datfe haer naem heeft van fekeren Heer Lem, dat 'mHaerlem fou verandert fijn,die haer in ’t jaer drie hondert na
heeft in k jaer m x c i hier fijn hof en woon- Een plaets geftek ; en fijn dochter Hadewijt, uyt Petronella,de fufter vanKeyfer Lotharius,ge-^r^an\e fproten , in de Hooft-kerek doen begraven. Craef.
Defe ftadt heeft in ’t jaer m c xc groote eer verworven door ’t innemen van Damiaten loghs-Uß in Egypten gel egen, met een nieuwe oorloghs- derfiede^ konft:want het is feker,dat d’inwoonders met de benden derChriftenen, onder’tbeleyt van
de Heeren , in der Vorften brieven , nae die van Brederode en WafTenaer geftek worden. In de hiftorien wort in’t jaer m c xxiv ge-wagh gemaeckt van J^erenholdw, Widem^ en Foloertus ^an PCaerlem^^Qn in de volgende jaren vanverfcheyden andere telgen uyt ditaenfien-lijck Huys. Andere meenen, datfe haer nacm heeft van de Heruli/een volck van Duytslant, die, als Jornandes fchrijft, uytScandinavia ge-reyft fijn) als of men feyde l/eruleim ‘ oft van Eer zrtLevnwerSy A^EerlemyQWt dat het wapen van een lemmer oft fweert,datfe nu heeft,door
Outheyt •van 7 e*
' del ge-ßacht Haerlem,
heyt is van de geleerde Scri‘verius. MaerîBox-hornw meent, dat Haerlem, en eenige andere Hollantfche fteden, oude wooningen der Noormannen fijn : want in haer lant is een ftadt,lerlem genaemt; doch defe naem fchijnt af te komen van een kleyn beesje, dat daer veel is, en van d’inwoonders Lemns genoemt word ; dit dier is viervoetigh, heeft de grootte van een muys, en verfcheyde coleuren ; het vernielt, gelijck de fprinckhanen , het groene gras , fterft op een fekere tijdt, met fulck een ftanck , dat ’er de lucht af befmet word ,
■ve.
en verfcheyde fieckten, als drajing in ’t hooft en de geelfucht, veroorfaeckt, gelijck Petrus Bertius in fijn befchrijving van Sweden en Noorwegen verhack. Hier uyt kan men nu genoeghlaem befpcuren, wanneer defe ftadt
Wanneer
Chriftus geboorte,als fommige willen, gebouwt heeft,is ongeloof- Keyfer Frederick Barbarofia, naer ’t heyligh lijek. ’t Is oock onfeker, dat haere benaming lant gevaren fijnde, om Pelufien te winnen, van de Heeren uyt het feeroutenedel geflacht geluckelijck d’yferc ketenen , die over de haven tuflehen twee kafteelen gefpannen waren, met hare fchepen , daer fcherpe yfere fagen onder aen de kiel gehecht waren, doorfneden hebben , als een grooten wint hen hier toe dienftigh was , en alfoo de ftadt vermeeftert. lek twijfel niet aen de waerheyt defer ge- en ’t tn-fchiedenis, maer met reden aen de tijdt, feyt Boxhornius, die oock, uyt verfcheyde Schrij-vers, in fijn Tooneel van Hollant, geleerde-lijck tracht te bewijfen , dat ’er in de tijdt oft naem der plaetfe gedook is. Niemant van maken gewagh van de keten,die de haven be-floot, uytgenomen een ongenoemt Autheur der Augsburghfche Chronijeke, welcke fegt, datfe 5 5 voeten lang was. lek me'^n oock dat de Haerlemfche jonekneyt, fegt de geleerde Ju- tenisJan nius, tot een eeuwige gedachtenis defer faecke, ’tfelve. de volgende inflelling door d'overlevering van een gewoonte tot defèn dagh f hy fpreecktvan fijnen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;onderhoud, datfe den e erf en fanua-
riw , ( of defe dagh getuige van de oorloghs-ltfi was , is my onbekent ) in de gerne ene procefien oft omgangen, fcheepkensjdie voor met fagen toe^ gerufi fijn, en beelden opfioxkens gehecht,tot een teekenvan overwinning,omdraeght.^\xwi.w^ bekent , dat de dagh van d’overwinning hem onbewuft is. De Chronijeken feggen, dat het den vijfden November was. Reynerus
Ver-brant.
Snoyus feght van defe faeck byna ’t felve, als gebout is,te weten,omtrent het jaer acht hon- lemmers houdenjaerlijcks den eerfien Januarius dert na Chriftus geboorte, als de Noorman- gedachtenis van doverwinning, te Damiata nen , en andere naburige volckeren, eenige verkregen’, want de kinderen dragen danpalm-van de hare affonden , om defe landen te be- tacken, oft iets diergelijck in hare handen : om woonen. In ’t regifter der goederen van de datfe op die dagh de viölorie verkregen ; oft om kerek t’Utrecht onder Odibaldus, omtrent datfe toen gefont en voorfpoedigh te Santvoort het gemelde jaer d cc c, wort van Haerlem gelandtfijn. Men verhack oock,dat de Keyfer gefproken. In d’oude brieven is meeftge- en de Patriarch van Jerufalem, tot een eeuwi-^^». fchreven Haerlem, Her lom, Herelem , en Ha’- ge geheugenis,deHaerlemmers met een nieuw ralem. Maer ick fal tot andere dingen voort- wapen (te weten, een filveren fweert, een gaen.
In ’tjaer d cccc lxxii is defe ftadt, Alckmaer,en’t kloofter te Eginont,door ’t vier vernielt.
Graef Floris de t weede,de Vette gebynaemt, Hollant,
root kruys, en vier fterren in een root velt, met defe finfpreuck, Vicit ‘vïm ‘virtus, dat is, de Delight •verwint kracht ) vereert hebben ; ’t welck fy nu noch gebruycken. Hier worden oock twee klockjens bewaert, die van ii B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het
ARLEMVM
'\le.rn.iu.ult.
'X)e. £Aeitigt;
Ci^eote- MotUr' -iveii«
-liü
fci(Wgt;
Cntvs wech
. ’t- quot;îattJt ef Citran tnofei-
. 'trZoftJt Jierebyglt-
S (hii- Tiawhfwi
Shal- ^.Vûnufet . S^.^avooj (Dintikefek
S . Klaitc
JO. vMt~ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;koßtf
vtnMt“ ^r Dntck hftuit-
3J. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kefck
latt4 ÏtuvJ
J5 nH' kefJe.
JS -^nkenn^tr ■ ’t ^aktntuj
-3)A VrsHiwé:^3ake^e k ■ JCouvJe hom
J9 ■ ^chfe^fnaket-s ^'ok
^o ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'iJeer
R £.3CUiJ hrt^h
. CriMav St^eMn iru^k ^J.Dt -^gt;M^k iA.T)r]Cruri
-^keeyers ko cfk Hunl-
*3 Vio .’iflok.kru^k ^8. (Burjk wol. nbsp;nbsp;. I,eyk cf^
30 . Stee^ Xüntfmr buys 33 - Stee oJ^oubwerjf 3X. Knntper kerek
33 ‘ 3£k.xaietiis Gro^hhntgfj
3g. ' Oude tMantenhuye
33 . ‘Zwaarte drt/h
36.3/uuwe gf S^Ioru doeten 3y.S^..beteten Icerck
S8. Raaen-yrafl-
3s. lûeht of -^erckhi^s go ■ Oude Kktyrrnîero doeîe gj . V^oîdersyr^ gx. De S^aaero g3 ■ Ojfen Jlarchl-
gg ‘ iherwi^ Kae tnerckt
4-S on Leyts 'iO^envooA . Qnwo^r^. nbsp;nbsp;. Großtßhooi
^8.Ue Seeck, moe/h ovot*weyir ^9-Zyïkereh
5^ ■ 't Se/yn^f
5j . Kr^ennejhr
SJS. JCroJh ojhe VeroKen merck S9 ■ quot;iihe^chht^s
. ^kknuei^t wa^m vem | 55 . Crt^e jtoort-
57 . SK Cai^nen hn^
60 , Schaïckivyrkerspoort
. CJeyne j^ue- poort-
èg .Kaan^oort. 6p ■ Zyt^oorT I 6S. single tooren
6y .3amp;ottt-1ceet‘. 68 .JGakkoreno j
r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J^rudenh^imiagj Viri^
D. PRÆTORI CONSVLIBV^^:
Scabinis zt Senatui
ïiÏ'Zx^^’’ i;;SïJ;r:
‘MynLtnJMie. Tt^eiU
Met ßadts rechten-^eerecrt. Klooflers llt;‘fitcht. het fijnfte Corinthifche metael gegoten fijn, feer helder klincken , en, tot eere defer ftadt, nu noch de Damiaten genoemt worden. Wilhelm de tweede, Graef van Hollant, en daer na Roomfch Koning, heeft aen de Haerlemmers , in ’tjaer m cc xlVj ftadts rechten, vryheden en privilegiën gegeven j om dat hy daer, als fommige meenen, geboren en opgevoedt is, en de plaets bequaem vond tot de jaght en vogelvangft , daer in hy groot vermaeck had. Doch ’t is feker , dat defe Vorft niet te Haerlem , maer te Leyden geboren is ; gelijck wy in de befchrijving van die ftadt füllen toonen. In ’t jaer m cc lxx fijn de Broeders van d’ordre der heylige Maeght Maria, die men oock Carmeliten en Vrouwcn-broêrs noemt, door geheel Europa, en infonderheyt in defe landen verfpreyt. Symon van Haerlem heeft voor haer in defe ftadt een kloofter gebouwt, en ’t felve met vele goederen begiftight, daer in hy oock begraven is. Graef Floris de vijfde, foon van Koning Willem , heeft hier aen de Predickheeren oft Dominicanen, in’tjaer m cc Lxxxvii,ecn erf en eenige huyfen, met een groot jaerlijcks inkomen, gefchoneken. In ’tjaer m ccc x fijn de geeftelijeken, die men Hofpitaliers noemde , in defe ftadt gekomen. Men gaf hen de groote huyfen van Jacob van Denemarcken ,Biftchop van Zuda, Commandeur van S. Katarina t’Utrecht, en Vicaris van den Bilfchop j doch fy waren van Geeraert van Tetrode, Canoniek van S. Ma- ria t’Utrecht, ter eeren der heylighfte Maeght en S. Jan den Dooper,gebouwt. Maer deTem-pelier-broeders, die in de voorftadt woonden, fijn, door de gunft van Willem van Egmont, in de ftadt geKomen,en hebbenS. Jans kerck Ses jaren daer na heeft de gemeldejacob van Denemarcken, met groote koften , hier een Koninglijck hof getimmert j ’t welck hy in ’t volgende jaer vercierde, en met een kerek vermeerde. Tyriemâel In’t jaer m ccc xlvii is byna de heelc door ftadt verbrant , in welck ongeval veertien menfehen doot bleven. Als de ftadt nu byna edelfte ïcunft der Druckery,die te recht d’uyt vorige ftaet was, is hen ’t feve ongeval, hoe’w^cl niet foo groot, vier jaren na ’t vorige , weder overgekomen, ’t welck omtrent de halve ftadt vernielde. Sy heeft een derde Koning-Itjck hof geboHivt. brant in ’t jaer m d lxxvi geleden, die in ver-fcheyde ftraten omtrent 44p huyfen, S. Gangolfs kerek, ’t Gafthuys van S. Elifabeth, het kloofter der Sufteren van S. Francifcus , en S. Martens hofken, vernielde. Vergroot. Omtrent het jaer m cc cc is de ftadt vergroot en uytgeleyt over d’ander’ fijde van t Sparen : want het is feker uyt d’oude brie- |
L E M. ven, in ’t jaer m ccc xc gefchreven, dathet Sparen niet binnen , gelijck nu, maer by de ftadt heeft geloopen. Onder al de gemeene gebouwen munt voornamelijck uyt hare prachtigeHooftkerck, kerck. die , door hulpe van Hertogh Aelbrecht van Beyeren, omtrent het jaer m ccc lxxii, gebouwt is, en door Paus Bonifacius de negende aen S. Bavo geeygent. Dit is,nae ’t oordeel van eivare Bouwmeefters, een treffelijck en kunftigh gebouw 5 foo datfe van fommige voor d’aenfienlijckfte kerck van geheel Hollant en Zeelant wort gehouden ; en om haer grootte in ’t gemeen àe Groote kerck genoemt. Sy is op feer dicke en vafte pilaren gebouwt, en in ’tjaer m cccc lxxxvii overwelft; oock in ’t midden van haer opperdeel met een toren verciert. Defe kerck is tot een Bifl’chop-lijcken fetel verheven, gelijck uyt de volgen-de woorden blijckt : Vaulvts de ‘vierde^ Paus3 fitdverheeft S. Pgt;a^oos kerck tot een bifdom uerhe^en ordent, en opgerecht ^en haer 'tgebiedt‘van twaelfßedeni behtd‘ven de tujfchenfeggende dorpen, 'welcke negentigh, andere figgen ftßigh duyfent fchreden langi en dertigh du^nt hreetßjnjgege'ven. Dit heb ick uyt de Bulle van de gemelde Paus, in . ’tjaer m d lix gegeven,enbyAubertusMiræus infijnboeck vande godtvruchtige giften,pag. 3x4,geheel te vinden,getrocken. Niclacs van Nieuiant wierd d’eerfte Biffchop , die Vicaris j)'eerße , t’Utrecht en Abt van Egmont geweeft was : en tweede defe heeft daer na, met toeftaen van de Paus, fijn Bisdom vrywilligh overgegeven, aen Go-defridus van Mierloo , die een welfprekend man , en Prioor van S. Dominicus kloofter t’Utrecht was. Als de ftadt daer na met krijghs-volck van de Prins van Oranje befet wierd, is hy genootfaeckt geweeft fijn Bifdom te verlaten, en eenige jaren daer na te Deventer overleden. Behalven de voornoemde kerck waren hier Menigh- voor de laetfte Nedcrlantfche oorlogen twin-tigh kloofters, daer onder de vier biddende ordren, elf kapellen , en tien gafthuyfen. Haerlem geniet eenonfterflijcke lof enceu- nbsp;nbsp;nbsp;, wige eer, dat omtrent en binnen haer, en van ,haer eygen burger, eerft gevonden is de aller- kery^ edelfte kunft der Druckerv,die te recht d’uvt- breyding en roem derGeleertheyt en geleerde mannen, en een bcwaerfter aller wctenfchap-pen en kunften, genoemt word. Het is wel waer, dat vele jaren byna alle Geleerden d’eere van ’t vinden defer kunft de ftadt Mentz toe-gefchreven hebben: maer wy füllen bewijfen, dat die lof aen Haerlem en Laurens Kofter toekomt ; waer toe wy niets beter können bybrengen , dan d’eyge woorden van de feer geleerde en welfprekende ^àrïanw'junïvis die, nae mijn oordeel , niet te verwerpen nocht te wederleggen fijn, en, uyt het Latijn ver- |
R L E M.
vcrtaelt 3 in onfe Nederduytfche Iprake Itiy- fiacht den naem droegh en erfiijk befat) dit is defebe, die nu den als volght. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de Perpallelof Pan’t pinden der B o e ckdrvckery, Onfie Stadt Haerlem , feyt die vermaerde Man, hem pan anderenfchendigh ontrooft en t’onrecht gebruickt, komt toed’eer Pan ’tpinden derrnet reden komt achterhalen en pteêr-eyfchen deptijlhy, die men haer als een eygen-geboorte moet toefchrijpen : maer fonder tptgt;ijfel,die eeren-kroon '^aerdigh is en Per dient heeft. 9^^ gófieht -yport bedpgt;elmt door die Perouderde en inge- Defe man, als hy by gelegentheyt in ’t Bofch oft Hout, dat brande meyning, die fulcke diepe quot;Portelen in de harten der dicht by de ßadt is, poandelde, ( gelijck de rijcke bur^ menfchen heeft gefchoten, dat fy met geen graPçn nocht fpit- gers na de maeltijt oft op feeßdagen ge-poon fijn ) begon ten uyt te roeyen is, quot;paer door ß Paß en feker geloopen, dat de Druck-letteren eerß te M.ent':!^, een oude en permaer- de fladt in Duit fiant,gebonden fijn. Ach! had ick de byfion-dere kracht y an yrelfprekentheyt,daer dePhilofooph Carnea-deSjgelijk men feit, mee ’rgt;erciert yoas,die nóóit iets doornam te 'Perdedigen, of hy besoees ’t febe -, nooit iets beßreet ; dat hy niet grondigh '^ederleyde : op dat ick de gevluchte eer yoeêrhalen, en haer dit fiege-teeken^ als een opfoecker en her^ ßeller der yeaerheyt, oprechten mocht j ’t -^elck ick tot geen ander einde begeer, dan alleen dat de Waerheyt ( die d’oude Poëet een Dochter Pan den Tijdt, en ick een Aenfeghßer Pan de Tijdt plagh te noemen'^ mocht ontdeckt yporden , die 'tot noch toe (op dat ick met Democritus fpreke') in een diepe put perfoncken leght. Heeft het d’E-gyptenaers en Pheniciers niet perdroten eenen eerlijckenßrijt oper ’t pinden der letteren aen te nemen, als d’eerße fich die eer , door Gods be-leit Per kregen, toeeygenden, en de tafelen Pan Godtge-fchrepen Poor brachten ; en d’andere daer tegen roemden,dat fy de fielpe gePóndèn, en in Grieckenlant gebracht hadden , als Cadmus uyt Phénicien dersvaerts reifde, en de ytoeße Griecken die kunß toonde. Voorts ,foo d'Atheners hunnen Cecrops, en de Thebanen haren Lynus defe eer gepen j foo Tacitus en Philoßratus de felpe den Grieckfchen Palamédes toefchrijPen ; gelijck Hyginus ’t Pinden der Latijnfche letteren aen Carmenta, Epanders moeder, toeeygent. Indien, fegh ick , alle polckeren niet ontfien hebben die tyoijfelachti-ge en fspißige roem aen fich te trecken : yoatfal ons beletten, dat ypy ’t befit der fekere en onfeilbare eer, quot;ytaer Pan poy door onfer Poor-ouderen fiofheyt berooft fijn , nu niet met hetgrootße recht ypeder-eifchen ? Voorypaergeen nijdig-heyt oft quaetypilligheyt Perruckt my, dat ick d’een ietsfou benemen,;om d’ander te gepen. Ick fal Cr affus onbefchaemt-hcyt niet Polgen, die nu dé heiligheyt en deftigheyt pan Sce^ Pola nabootße, en dan met ßroken enßrelen de gunß der menfchen bedelde. Ick ben die man niet. Ick heb niet Poor-genomen, door bedfieghelijcke redenen, perfierde logens Poor fekerheyt te gePen : maer ytil alleen, foo Peel in my is, de heldere p^aerheit, (die als een hemelfche.^onneßrael. geen nacht, geen duyßernis, hoe dick oock, kan Perdonc-keren , ) met een eenPoudige en ongeblanckette reden,die fy bemint, pertoonen. Indien hy, na ’tfeggenPanPlutarchus, de befie getuige is, die, door geen peldaet perplicht nocht in de perfioon gehouden, Prypoßighfijn gePoelen fpreeckt, foo laet mijn getuigenis met recht aengenomen porden, die den operleden oft fijne erfgenamen en nakomelingen in bloedt-Prientfichapgeenfins befia,noch eenigepeldaet Pan hen Per-Pacht j maer alleen acht dat het mijn fichuldige plicht isj datickdepaerheyt, en d’eer der afgefiorPene befiherme. a dat is, in nbsp;nbsp;nbsp;fal dan figgen, Pat ick Pan oude aenfienlijcke lieden en ’tjaer fiiagifiraets-perfoonen Pcrfiacn heb, die hoogh en dier be-iuni- taighden, datfi het Pan hare Poor-ouderen, Piens deftig-usfchreef heyt met recht by ons behoott aengemerckt te porden, om defe faeck te geloopen , foo perfiaen en ontfangen hebben. Voor “ hondert en acht-en-tpintigh jaren heefi binnen Haerlem in een heerlijck huis (gelijck het '^geboup, dat noch fiaet,uitpijfi’) aen ’tMarcktPelt,tegen oper het ” Ko-ninglijck Paleis, f^w^wEAVRENs Jansz. Koster graeupe hairen , my plagh te perhalen, dat hy in fijn gepoont ; (panpelckpoordeeligh en eerlifik ampt dat ge^ Perfcheide mael Pan eenen Cornelis Boeckbinder, Hollant. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;nbsp;ij B z trent het jaer ijóS. i Nu is ’t gefmal-deelr. c Dit is nu ’t Raet-huys. |
eerß boecke-fchorjfien tot letters te Jnijden , die hy , op de ppijfe der ^fegels, omgekeert op papier druckte, en alfoo een d ofte, regel oft tpoee, tot Permaeck en ten dienfl Pan fijn fytagers ydej letter kinderen, maeckte. Als hem dit geluckt ptas, begon hy ptat grooters te beßaen , deptijl hy een man Pan een kloeck en diepjinnigh Perßantquot;pas, en bedacht eerß met fijn Spya-ger ' Thomas Pieterszoon ( die pier kinderen naliet, ptelcke meeß al Raetsheeren der ßadt gerpeeß fijn, dat ick alleen dochter” bybreng, om te toonen,dat defe kunß in een eerlijck gefiacht getrout gepondenis'} eenfoortPan een dicker en taeyerinckt, om dat hy bepont dat de gemeyne inckt Ploeyde en kladde ; en daer meë heefi hy ge heele tafelen en pormen met bygepoegh-de letteren gedruckt. Op defe quot;Pijfe heb ick eenige Proe- ƒ Adverfa' Pen, het begin Pan fijn poerck,alleen op d’een fijde gedruckt, ria. gefien, dit -peu een Nederduitfch Boeck Pan een onbekent Autheur, Spiegel onfer Behoudenis genoemt. In de beginfelen dejer kunß fagh men aen ’t felpe boeck ( gelijck geen -petenfchap ten eerßen Polmaeckt geponden quot;pord) dat de bladeren tegen elckander gepapt quot;paren j op dat de ledig-■ heyt der febe niet misßaenfou. Daer na heeft hy de letters in loot, en daer na in tin Per ändert -, op datfi te ßercker en geduriger foudenfijn. Heden quot;pórden noch eenige quot;pijnkan^ inen 3 Pan’t oPerblijffel der gemelde letteren gemaeckt, in ’tfebe huis 'gt;4wKofter, aen de marcktßaende, getoont, doch na-door fijn naneef Geeraert Thomaszoon, een permaert bur- dooïde ger en out man, die ick hier ter eere.noem, en onlangs ge- beroerten ßorPen is, bepoont. Als nu defe niewpe kunß, nooit te ’erdonc-Poren gefien, Pan ieder begeert quot;pierd, foo is door d’oper-ploedige quot;pinß de liefde tot de febe met de neering aenge^ groeit, en men nam quot;percklieden aen,’t quot;pelck het eerße begin quot;pas Pan ’t Polgende quaet : quot;pant onder hen quot;pets fieker lan, ’tß dat hy, als men permoed, Pauß gebynaemt quot;pas, oft icmant anders, daer my niet peel aengelegen is, om dat ick de begrape doodenniet ontrußen quot;pil, depijlfe in hun Iepen ongetpijfelt door haergepijfie gequelt fijn gepeeß. Defe lan, tot de Druckery onder eedt aengenomen, (na dat hy de kunß pan de letteren te gieten en te fitten,en dat ’er meer toebehoort, meinde pel te peten, ) is op een Kers-nacht, de bequaemße tijt tot fijn poornemen, depijl ’tgeheele huisgefin ’t Geboortefeëfi Pierde, mei aide letteren, en ’tgeroet fihap tot dé kunß nodigh, dieflijck terßadt uit, en naer Amßerdam geplucht. Pan daer hy naer Keulen, en eindelij ck naer MentZy als tot een Perfekerde plaetfi, daer hy Peyligh moght poonen , en met ope pinckel de Prucht Pan fijn diePery maeyen, gereiß is : pant het is feker, dat in ’tjaer m cccc XLU,met defielpeletteren,die Laurens te Haerlem gebeefight had , Alexandri Galli Doólri-nale , piensGrammatica in die tijdt peelgebruickt pierd, w^tPetriHilpani Traétatibus,^?Zy d’eerßelingen,uyt- ‘ gekomen fijn. Ick heb al ’t Poorfeyde eertijts Pan fier oude en geloofd aerdigc lieden, en die Julcks niet anders als een brandende toorts in een lóopbaen,yan hant tot hant ontfan-gen hadden, gehoort daer na heb iek noch andere lieden gefproken, die alle ^t feilde betuighden. gedenckt oock^ dat Niclaes Gael, mijn fchoolmeeßer in mijne jonckheyt, een man quot;Van een yfere memorie, en aenfienlijck door fijn |
een out en deßißj man, Sipeynigh onder de tachtigh jar en die oock in Laurens Koßers 's^inckel als knecht gedient hadj degantßhefaeck heeft hoorenygt;ertellenj namelijck, op ytat quot;^ijfe {gelijck hy ygt;an fijn Meefter Derflaen had, ) de konß gefonden yeas, de Derhetering en aenyttos derfelye, en andere diergelijcke dingen ; quot;t quot;^elck met fulck een y^per en beftigheyt des gemoets gefichiede, dat hem oock, tegen fijn danck, otfer de fnootheyt yan de daet, de tranen ten oogen uytylogen, fioo dickmael als men 'Pan die die'pery Çprack j en dat defe oude man om d^ontflole eer fich foo ontflelde en Vergramde , dat het ficheen, dat hy de gemelde roo'Per ypel had ytillen vernielen : dat hy hem oock, als een eerloofiefiel, ter hellen toe’yer'Ploeckte, ende nachten beklaeghde, die hy met hemin een flaepkamer eenige maenden had oyerge-bracht : yeelcke faken oy^ereenftemmen met de ypoorden 'ïgt;an de BurgemeeflerG^uirinits Talefitts,die my ygt;erhaelde,dat hy genoeghfaem ^t JelDe uyt de mont'Pan de gemelde Cornelis eertijts Perflaen had. De lufl enyPer tot de befcherming der 'soaerheyt heeft my geparfl ’t Poor'perhaelde tefeggen, of fy fchoon Poor fich jelf haet baert j ypant ick ben meer genegen en bereyt om dien haet te dragen, dan mijnfichuldige plicht én quot;t poorfiaen derfelpe te perlaten. Dus verre Junius. Het huys van de voorverhaelde Lanrens Koßer, ftaende aen de marekt, is nu noch in wefen , daer de volgende woorden, door ordre van de Magiftraet, voor geftelt fijn : Tfot een eeuwige gedachtenis. T)e konß der Boeck-druckery , aller konßen bewaerßer, is hier eerß gevonden omtrent het jaer m cccc x l. Vele in Duytflant evenwel, en onder de felve voornamelijck die van Mentz, poogen, met aile naerftigheyc, fich felf d’eer van d’al-ler-edelfte konft toe te fchrijven. Doch ’tis foo fwaer niet dit groot en edel gefchil,’t welck nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;leven fou verlaten. T)e Broeders de vermaertfte verftanden van onfe eeuwe ge- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' oeftent heeft,te bevredigen ; ’twelck gefehie-den kan , foo wy toeftemmen ’tgene de waer-heyt is , dat de houte letteren eerft van de gemelde fCoßer gevonden fijn : maer dat de tinne , kopere en loode van Joan Fauft, burger van Mentz , naer ’t voorbeelt der houte , te de en meergenoemdeBoxhornius brengt in fijn Tooneel van Hollant uyt verfcheyde Schrijvers vele andere redenen by , om te toonen, dat d’eer van ’t vinden defer konft Haerlem toekomt, en pooght verftandelijck de verfchillen-de Autheuren te vereenigen ; waer op hy eyn-delijck beftuyt : Aïaerlem is de fAoeder, maer ]Aentz.i de voedßer en naerßige vercierßer der A)ruck-kunß. Oock hebben Samuel Ampzin-gius en de vermaerde Petrus Scriverius, twee treflijeke Schrijvers, defe faken, tot eere defer ftadt, breeder verhandelt en klaerlijck vertoont. Derhalven fal ick my nu keeren toc de geleerde mannen : want dewijl ick van ’t vinden der heerlijcke konft , die de Wetenfehap-pen eil Geleerden uytbreyt en vermeerdert, en hare eeuwige vermaertheyt op een byfon-dere wijfe veroorfaeckt, gefproken heb ; kan ick niet bequamer doen , dan de Spruyten defer ftadt, die in de letteren uytgemunt hebben, |
L E M. en daer door onfterflijck leven, hier terftont by te voegen ; wiens namen fijn Hi4go van jfCaerlem, tot den t^vee-en-twin-tighften Abt van Egmont in ’t jaer m ccc xxvi gekoren :hy was een vermaert man in deKerc-kelijcke difcipline, en is in ’t jaer m ccc xl v overleden. Joannes Oloutius, een beroemt Dodtor in de Decreten,is de vijf-en-twintighfte Abt f Egmont gemaeckt : doch twee jaren daer na ge-ftorven ; hoewel fijn leven,om fijn foete feden, yder aengenaem was. Men feght dat hy eenige Leffen en Brieven nagelaten heeft, fchoon Valerius Andreas in fijn Nederlantfche Bibliotheke geen gewagh van hem maeckt. Symon LAermannus was een Carmeliter Mo-nick, en heefc een boeck , Copnlata Sermonum genoemc, en andere faken, omcrenc hcc jaer M cccG LX gefchreven. De gemelde Valerius Andreas heeft hem ouvk. vergeten. oAndreas LAoorth, een Predick-heer, heefc omtrent de felve tijdt in kloofter van die or- ’ dre in defe ftadt, met grooten roem van fedig-heyt en Godtvruchtigheyt, geleeft. Albertus Leander,in ’t vijfde boeck dervermaerde mannen van S.Dominicus ordre, fpreeckt van hem als Voight ; ^Andreas iJoorthieengoet en devoot man,is in’tjaer Chrißi'm cccc lxxvii leden. Ais hy aen een groote fieckte lagh , verfi-kerde hy ßjn Broeders, dat hy op defeeßdagh der Uemelvaert van de U. JAaeght ß/daria 't ver-vraeghden hem , hoegevjilligh en hereyt hy tot ßerven was ? lAy antwoordex Broeders, iek heb na deß ure altijt met een verheught gemoet ge-wenfcht ; en op dat ick in de [èlve te gerußerßoa ßjn, heb ick d'aenlockingen der weerelt verlaten, en defen rock van heyligen wandel aengedaen. Waerom en fois ick my dan niet geruLMijck tot de doot begeven ? A)it geÇeyt hebbende, is onlangs daer na in den Ueer ontßapen. IdicolatiS Uollantinids, ofc IJollant, heefc in t fclve kloöfter met diergelijcken lof van Godtsdienftigheyc geleefc , cn is in ’t jaer M cccc Lxxxviii geftorven, als de gemelde Leander in ’t fefte boeck van ’t voorgenoemde werck geruyght. AlhertîdsJoannes, een Carmelijt, heefc Leer-meefter in de Theologie in d’Academie te Leuven geweeft ; en op Ecclefiafticus en de Meefter derSencentien eenige Leften,en andere dingen, die noch verborgen fijn,gefchreven: hy is te Mechelen, in’t jaer m cccc xcvi j overleden. lAicolatis Symon, oock een Carmelijt en Provintiael van fijn ordre, is om fijn Theolo-gifche fchrifcen,die velefijn,genoegh vermaert; en heefc het fterflijck leven in’t jaer m d xi te Haerlem afgeleyt. ‘Theodortts Harlemiitt is te Parijs in ’tjaer |
M D vni
-ocr page 117-
M D VI r I Licentiaet in de H. Theologie ge-maeckt. Hy was een Carthnfer te Keulen,daer men eenige van fijn fchriften liet. Theodorus Petrejus van Campen fprceckc van hem in fijn Bibliotheeck der Carthufers j ofc Regifter der vermacrtfte Schrijvers van de felve Ordre. FlorenüüsUdrlemwSiVvÎQQï derCarthufers te Leuven, was een man van groote geleertheytj en heeft in Nederduytfch vijf boecken van t Onderwijs des Chriftelijcken levens uytge-geven, die cerft van Tacitus Nicolaus Zegerus, en dacr na door Laurentius Surius in’t Latijn overgefet fijn. Hy bloeyde ten tijde van Key-fer Karel de vijfde ; en had twee broeders,Vin-centius en Rodolphus, die beyde Provintialen der Minder-broeders ordre in Ncderlant ge-weeft fijn. Vïncenùui Haerlem was vermaert en fchreef omtrent het jaer m d xiv. à Montfoort, een Poeet, is bekent door feker gedicht, aen Cornelis van Bergen, geven. Joannesl'l^tlhelmHSiCcn man van groote we-tenfchap in verfcheyde talen, en inlonderheyc in’t Hebreeufch, waer in hy ProfelTor te Leuven in’t Bufiidiaenfche Collegie was. Hy heeft oock groote naerftigheytgedaen,om de groote Bybel, in’t gemeen ‘Biblia Regia oft de Koning-lijcke Bybel genoemt, die door’t behulp en lalt van Philips de tweede , Koning van Spanje , gedruckt is,te helpen verciereiijgelijckB. Arias Montanus, de voornaemfte beforger van’t felve werck,in een Voorreden aen de Lefer fchrijfc, daer hy van defe man dit treflijck getuygenis geeft. Boi défi fiaeck, feght hy, is oock gebruyckt joannei lt;van tlaerlem, Licentiaet in de H. Theologie , ervaren in allerley talen, Trofefior oft Leesmeefler der H. Schriftare en Hebreeafihe tale in’t collegie derjefittiten te Leaden ; in welcke Itadt hy in’tjaer m d lxxv i i i overleden is. Ldicölaiis'Florentitis was feer geleertin d’Out-heden en andere faken, en een aengenaem vricnt van Juftus Lipfius, Adrianus Metius en Hubertus Goltfius, aile leer ervaren in de An-tiquiteyten. fifmrinns Talefitts, die den grooten Erafmus als fchrijver gedient heeft, was daer na Burge-meefter defer ftadt j en is door een ellendige doot in ’t jaer m d lxxiii omgekomen, als on-fe Nederlantfche hiftorien breeder verhalen. Joannes Surenus, een man met verfcheyde wetenfehappen verrijekt, heeft veel ge-fchreven , ’t welck noch verborgen is ; onäer andere een Samenfpreking, daer in hy met vele redenen bewijft, dat deDruck-kunft eerll te Haerlem en nergens elders gevonden is : hy is,in hoogen ouderdom, in’t jaer m d xci geftorven. |
Cornelis ^an Bereßeyn is vermaert geworden , om dat hy verfcheyde Spaenfche boecken in Neerduyts vertaelt heeft ; en is in ’t jaer ' M D xcv te Haerlem ontllapen. Gisilhelmtis Copallitts , Licentiaet in de H. Theologie, was algemeen Vicaris van ’t Bisdom vanHaerlem, en ftorf in ’t jaer m d xcix. Symon So^iiss, een goet Poëet en Grammaticus oft Letterkonftenaer, is eenige jaren Regent der Latijnfche Schole te Haerlem geweeft. Sijn broeder Bartholomeus had oock het felve ampt bedient, die hy, als de felve in ’t bloe-jenfi; fijner jeught van de doot vermeeftert was, daer in navolghde. Georgius BenediUus LKertelo , een treflijck Poëet,dieweynigh weerga had,heefc verfcheyde Zege-zangen , Grafdichten en Opfchrif-ten , ten deel gedruckt, gemaeckt ; en is te Heydelbergh in ’t jaer m d lxxxix overleden : hy was, om fijn edel vernuft, feer aengenaem en bemint van Janus Doufa, Gr uterus , Lip-fius, Poflhius, Melilfus, en Scipio Gentilis. Joannes Galius , een Rechtsgeleerde, heeft gefchreven van deTeftamenten,en van ’t recht der aólen en brieven : en heeft fijn leven in ’tjaer m d c xxi geeyndight. jKicolaus ‘vander Hoogh heeft te Leuven naerftigh de Rechten onderfocht, en is te An-giers in VranekrijekDoélor in die wetenfehap gemaeckt. Daer na is hy een vermaert Advo-caet teMechelen geworden ; en heeft een boek. Singularia luris genoemt, daer in de gedenek-waerdighfte fpreucken der Geleerden begrepen fijn 3 uytgegeven, tot een bewijs van de helderheyt fijns verftants, dat te Haerlem met fijn leven in ’tjaer m d c xxiv uytgeblufcht is. Joan Uuygen ^an Linfichoten is feer vermaert om fijne reyfen in Oolt-Indien , en om het boeck dat hy van de felve uytgegeven heeft, waer in hy al de wonderen en vremdigheden van die landen en volckeren wijtloopigh vertoont : hy is te Enekhuyfen in ’t jaer m d c xi overleden. Van Petrus Scri^erius, om dat hy noch leeft, fal ick nu niet fpreken. Een yder, die fijn fchriften gelefen heeft, oordeele van fijn verftant en geleertheyt. De lof defer ftadc, in Latijnfche veerfen door hem befchreven, is in ons Latijnfch Theatrum lïrbium te vinden. De groote menighte van vermaerde Schil- schilders ders, en andere Konftenaers van gefnede en tn andere gehouwe wereken in koper,fteen, hout,en an- Konfie-dere ftoffen , ga ick voorby : de nieusgierige Lefer fal die by de geleerde Samuel Ampfing van Haerlem, een man die hier een plaets waerdigh is, en ter eere van fijn Vaderlant ge-leeft heeft, overvloedigh vinden. Defe ftadt heeft oock verfcheyde oorloghs-rampen gehadt ; doch meeft door de inlant- loghs-fche beroerten. Vrou Jacoba van Beyeren , rawpen. Gravin van Hollant, ( onder wiens regeering ’t vuer |
’t vuer van burger-twift, tuifchen de verbitterde Hoeckfe enCabeljaufche partyen , op nieu ontfteken was, en heftigh begon te branden ) quam in ’t jaer m cccc xxvi met een heir door Her- voor Hacilem, om ’t felve te belegeren. Maer z/7^/7 pAz- Hertogh Philips van Bourgondien bracht een é7zzz- fterek leger in Hollant, om de ftadt f ontfet-ten 5 dies verliet Vrou Jacoba ’t belegh : doch Btirger-tWlJt Cft gevecht. volck van de gemelde Hertogh Philips. Eenige jaren daer na, als Symon van Lalain Gouverneur van Hollant was, hebben de voor- kloeckelijck tegen clckandcr gevochten , tot dat de Hoeckfche de nedcrlage kregen,en fich in ’t huys van Niclaes van Adrichom falveer-den. Hier wierdenfe van de Cabeljaufchc be-fet, en na eenige onderhandeling uyt de ftadt weder in Hollant quam, fijn de beroerten een weynigh geftilt, en de verjaeghde weder in de ftadt gekomen. In t jaer m cccc xci i is Haerlem in groote fwarigheyt gekomen , door de raferny van ßribroots- 't iCafinbroots-volck die, met hulp van eeni- veften in dc ftadt worp met dit opfchrift 5 -vö/d, burgers, in de ftadt quamen, de voornaem- ^it is I hooft ‘van Philtppus Konings, die met overtol-fte huyfen plonderdcn , en de Schout Claes t'vuee du'pfent mannen tot ontfiet ‘van Haerlem Hgebit-van Ruy ven en twee Schepenen dootfloegen. gekomen ts : en daer na een ander daer op ge-Sy openden de gemeyne fchatkamer, verniel- Tchreven was j dit is I hooft ‘van Antony de den de regifters en privilegiën , gelijck uytfin- Schilder, die defiadt Bergen in Henegou'ive aen nige menfehen. Daer na quam Hertogh Al- de Pranfehen ‘verraden heeft j foo hebben de brecht van Saxen met veel krijghsvolck , fuy- belegerde elf hoofden van eenige gevangenen verde ’t laut van dat fnoot gefpuys , en ftraftc doen af hou wen, en in een ton gepackt, diefe die van Haerlem met afnemen van ’t geweer, ’s nachts in ’t leger rolden , op' welcke ’t volgende te lefen was : Hie ‘van Haerlem fien-den aen den Hertogh ‘van Al‘va,tot betaling ‘vari den tienden penning , op dat hy ophouden fou daerom te oorlogen, defe tien hoeden , en I e fde 'voor de ‘verloopen interefi. Meer andere dier-gelijcke dingen fijn aen wederfijde gepleeght, die niet te prijfen fijn , om datfe de grootfte Oproer nitm quot;t Kei- daer deß ftndt om gefiraß werd. Vun de Spacn- van acht-en-twintigh duyfent kroorten , waer toe de burgers hare goude en filvere koftelijek-heden moeften verkoopen, betalen. Het kort begrijp defer gefchiedenis is in een glas van de groote kerek defer ftadt, inNederduytfche rijmen geftelt, te lefen. Maer niets heeft haer fwaerder gedruckt,en meer lof van kloeckmoedigheyt veroorfaekt, iegert, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;welcke men met recht twijfelt, of fy daer in meer eer verdient dan arbeyt gedaen hebben : want men gelooft dat dit het bitterde belegh der laetfte oorlogh nacft Ooftendeis, om n met een twijfelachtige overwinning ; dewijl de Spaenfehen aen d’eenfijde om’t gebiedt, ende burgers aen d’ander om de vryheyt met gelijeke dapperheyt en krijgelheyt ftreden. Alle de by-fonderheden van dit belegh te verhalen , fou hier veel te lang vallen ; de Lefer fal dat wijt en breet in de Hiftorie-fchrijvers der jongfte Ne-hloeck- deilautfche oorlogen vinden. ïck fal alleen moedigh feggen, Je manhaftigheyt der burgeren in fchermt. befchermen der veften , en ’t afflaen der ftormen, jafelfin ’t uytyallen en befpringen |
L E M. van ’t leger der Spaenfehen , foodani^h was s dat Don Frederick , Velt-overfte van t leger , van meening was het belegh te verlaten , indien fijn vader den Hertogh van Alva hem niet door brieven bevolen had te blijven , en fijn onftantvaftigheyt ( gelijck Famianus Strada in fijn hiftorie fchrijft) beftraft, en met de volgende woorden gedreyght : Indien hj I belegn wilde ‘verlaten, dat hy nbsp;nbsp;nbsp;hoe‘Welfieck ^^hmpre- te bed, leggendè i bomen wtldej (ft [00 fijn fivaek- deaenßß heyt hem dat belette, dat hy fijn moeder uyt Span-je ontbieden fiou, om haer ‘vertreckende joons plaets in dloorlogh te bedtenen. Don Frederick, door defe fchimp-rede aengeprickelt, deê fijn uyterfte vermogen om de ftadt te veroveren : daer tegen verfuymden de ftedelingen oock niets van ’t gene tot haer befcherming diende j en wierden foo onverfaeght , datfe de traegheyt der Spaenfehen durfden befpotten, en alfoo hare vyanden tergen. Vele Spanjaer-den , die de belegerde gevangen hadden, hebben fy op de veften in ’t gehcht van ’t leger aen galgen gehangen. Als men uyt het leger van Don Frederick een menfehen hooft over de verbittering en ’t bloetftorten Van vele menfehen veroorfaeckten. Na dat men nu ver-fcheyde mael gepooght had,omHaerlem t’ont-fetten ; en Willem van Bronekhorft, Heer van^ Batenburgh, met veel foldaten en burgers verflagen was, en alles ongeluckigh afliep wat men tot hulp der ftadt voornam 5 en na dat de belegering acht maenden , met de groot-fte hartncckigheyt aen weerfijde,geduert had j foo dat de ftedelingen eyndelijck muyfen, ratten , oude fchoenen en andere vuyligheyt eten moeften , hebben fy fich ten laetften op overge^ des Konings genade moeten overgeven. Als Don Frederick binnen quam , heeft hy de Gouverneur JonckerWybout Ripperda , met fijn Stedehouder, eh vei'fcheyde andere van' enßraf de voornaemfte , doen onthoofden. Sommi- over de duyfent foldaten in de ftadt waren , daer van omtrent feftien hon- |
M.
hondert, als de felve in de macht der Spaen-fchen quam , overigh waren ; van welcke geen feven hondert het leven behielden: d’an-dere wierden alle, door Don Fredericks bevel, op verfcheyde dagen, tot een jammerlijck treurfpel, onthooft , gehangen, en in ’t water verfmoort. Bordet, een Frans Capiteyn , had fich,als hy het twijfelachtigh verdragh verftaen 3 ‘^oor fijn knecht laten doorfchieten. In ren van dit belcgh, dat tot eeuwige eer van defe ftadt ftreckt, hoewel fy verwonnen wierd , is niets meerder te verwonderen, dan de byfondere kloeckmoedigheyt der ftedelingen, foo mannen als vrouwen : want of fchoon ’t ontfet driemael met groot verlies afgeflagen was, en de veften met tien duyfent drie hondert en fe-ftigh fchoten deurboort waren ; foo wilden fy evenwel van geen opgeven hooren fpreken. Ja fy hebben eyndelijck, als hare foldaten feer vermindert waren, felf op de veften gewacekt, en foo dapper geweeft, als de gemelde Strada getuyght, dat niemant van de Spaenfehen in des Konings leger fijn hooft boven de borft-weering durfde uytfteken,om datfcjfoo haeft als fy iemant gewaer wierden, naer hem fchoten. Als fy nu op ’t laetfte door den honger genootfacekt waren fich met onnatuerlijck voetfel, gelijck ick boven verhack heb, te behelpen , bleven fy even onverwinlijck van gc-moet ; want fy befloten,liever uyt de ftadt te vallen, door ’t leger te breken, en al vechtende als d’edelfte helden te fterven, dan fich,nae ’t overgeven , als beeften de keel te laten af-fteken. Sy fouden dit befluyt oock uytge-voert hebben , foo de vrouwen en kinderen by de poorten met kermen en weenen hen ’t felve niet belet hadden. Wat de vrouwen belangt, daer was fekere weduwe , Kenn -Haffclaer genoemt, Moey van Gieter Kenu Tquot;quot; Virckfz^LÏafelaer.y^n welcke den Heer Hooft, Racthuys een treflijck gebouw j dat voor ee-Droft te Muyden, in een Lijck-klacht over de nige jaren met fommige nieuwe wereken vermeerdert is. doot van de gemelde HaJI'elaer, feght : Heldin, die Hopmans hart in quot;Tprouyte boe/em draeght. En een weynigh te voren fpreeckt hy van Haf felaer, en fijn moeder, aldus : Hn, dien ';2iijn moeder niet ß^phartigb af en raet Voor aen te treên daegh, bj duifier uyt te 'ï)allcn j iAaer aendraeght kruyt en loot, en quot;yoedflop de stallen, De gemelde heldin Kentt was als Hooftman-nin en aenvoerfter van de vrouwen, die fich, oiader haer beleyt, op de veften als krijghs-knechten toonden , en, als de meergemelde Strada oock getuyght, de Spaenfehen, nevens andere muskettiers , f tot opwecking der vrienden en verwondering der vyanden,) durfden bevechten, en de wallen befchermen. In ’t kort, dit belegh heeft omtrent dertien duyfent menfehen, foo door honger als ’t fwaert, verflonden ; en aen Alva en fijn foon meer eer dan voordeel toegebraght, gelijck in ’t ge-Hoüant. |
want hun leger was feer gefwackt, en de fol-daten , ten achteren fijnde , begonden weêr-fpannigh te worden. Vier jaren daer na heeft fich de ftadt wederom onder de befcherming van Prins Willem van Oranje begeven. Haerlem is de hooftftadt van Kennemer-lantj en is overvloedigh van alle nootfakelijk-heden tot het tijtlijcke leven , die dagelijcks uyt de omleggende plactfen hier gebracht worden. Het Sparen , een riviere die uyt den Rhijn komt, vloeyt door defe cierlijcke ftadt. De burgers fijn vernuftige lieden,die fich nu veel met tinne-webben, gelijck fy eertijts met wolle-lakens deden, geneeren : de witheyt cn fijnheyt vaai ’t felve linnen is foodanigh, dat het niet alleen in de naburige Provintien , maer oock naer Vranckrijck, Engelant, Italien , Spanje , ja door geheel Europa, aen de treflijckfte mannen, als een byfondere fchenc-kaedje, gefonden wordt. Oock is Haerlem overlang vermaert geweeft , om de menighte van ’t goede bier,dat daer gebrouwen en in vele plaetfen verfonden en begeert wierd : want ^50 brouweryen, die een groot genet van de gemelde riviere het Sparen nadden. Defc nee-ring bloeyt noch heden, en is geen kleyn deel van ’t welvaren der ftadt. Sy heeft fraye ftraten, en fchoone graften, Straten, verciert met vele hooge en welgebouwde huy- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» fen j doch de fchoonfte ftaen op en omtrent de marekt : maer de gemeyne gebouwen, daer van wy alrec gefproken hebben , munten meer uyt, en verdienen meer lof. De Ba- engemee^ kenes-toren, nae ’t oordeel der Bouwmeefters, is uytnerrtende wel gemaeckt. Oock is het Sy heeft feven poorten,en twee waterpoor- Poorten. ten, waer van fommige op d’oude wijfe ge-bouwt fijn. Hare grootte is omtrent een ure Grootte. gaens in ’t ronde. Guicciardin, die voor tach-tigh jaren leefde, noemt haer de grootfte der Hollantfche fteden. De Magiftraten hebben in ’t jaer m d xcviii Wage. een nieuwe wage op het Sparen, niet wijt van de groote Kerck, van blaeuwe fteen doen bouwen. ' Een weynigh buyten de ftadt is een aenge-naem Bofch, dert Hout genoemt, ’t welck ^out oft men met reden een boomgaert en lufthof, tot yders vermaeck dienftigh, noemen magh. In dit Bofch oft Hout fijn d’eerfte beginfeïen van de heerlijcke kunft der Druckery, als ick te voren gefeyt heb , gevonden. Hier omtrent heeft Graef Floris de vijfde oock een ü B s nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ko- |
men.
Regce-ring.
en Alßgt-ß raten.
’H
M.
Koninglijck buys doen timmeren , dat hy, om ’tlieflijck gefang der vogelen, y'ogele-fang noemde ; en quam lïch op ’t felve , als hy van de gemeyne forge wat ruften wilde, eenige dagen verluftigen. Soo dat men , om te be-
O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 r n 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
llLiyten, met recht van dele Itadt voor vele jaren gefeyc heeft :
R L E M
’ Heerlijeke Aengename Berwaerde
y is een lt;nbsp;Aijcke
Lteflijcke Eerlijcke Mogende
■)
gt; ftadt.
Haerlem wordt door een Schout, vier Bur-gemeefteren, en feven Schepenen beftiert. In de gewichtighfte faken, die ’t geheele landt in ’t gemeen , oft de ftadt in ’t byfonder betreden, wort de Vroetfehap oft Breede Raet, die in xxxii perfoonen beftaet,vergadert. De Schout en Schepenen beflechten alle criminele en civile vonnilfen, de Burgemeefteren bsftiercn de geheele politijcke oft burgerlijc-ke regeering. In ’t begin van ’t jaer m d c lu, als ick dit fehreef, wort het Schoutfehap bedient door den E. Heer ' . •
Joloan Schatter.
De E. E. Heeren regeerende cn oude Burgemeefteren en Schepenen , die met een de XXXII perfoonen der Vroetfehap uytmaken, waren in de felve tijdt defe navolgende.
Regeerende Burgemeefteren,
I Johan de IVaeli
X Cornelis Guldewagen,
5 IJ an Elapels,
4 Salomon Coujaert.
Regeerende Schepenen,
5 oAndries njan der Horn,
6 Cornells Honing, J (AdKattheus ‘van Hojlant 8 D*“. Willem van Eeffelen, Klaes AriJj. Grauwert, I o Cornelis ^ujvifzj. de Jong gt;nbsp;11 QtXattheus Schatter.
Oude Burgemeefteren,
IX Johan Loo , ' 13 Bieter Olykan
14 Cornelis ‘Lacker , 15 Johan vander C^^^cre I Blorens vander Houf, I y Thomas Swan
18 C^^^^li^ Gelder.
Oude Schepenen,
I cgt; Jacob JanJzj. Schout, o. o M*“. Jacob Truyvefleyn, 0.1 Hendrick vanden Hove, 0. quot;L Gaef MeyndertJzj. Fabritius, T- 3 M^. dßi^attheus Steyn, 14 M’quot;. Johan van Tilt, 1. Jacob Benning.^ Secretaris, T. 6 Joofi Huy^l van Hoorhout, ■Lj Jacob Steyn y Secretaris i X 8 Jacob Luychaver T-^ Mattheus Schout, 3 o Tymen van Ofdorp, } I Mattheus Schout 3 3 X KV. Johan Bverswijn,
Secretariften, M’'. Cornelis van Loo, Willem vander Horn.
Secretaris van de Wees-kamcr, LLicolaes van Bosvelt.
Secretaris van Commiffarifen van de kleyne Banck van Juftitie,
Floris Swan.
Conjlantin Huygens, Geheymfchrijver van Zij n Hoogheyt, heeft de lof defer ftadt, in de volgende regelen, met een byfondcre geeftig-heyt, daer fijnEd^ van overvloeyt,gefcnrcvcn:
Al hebB ich ti'mijner tijdt der Forflen Hof geygt;oedt, ^t Is mijn ^eringjle roem, mijn hoo^hßeßaet in 't bloei Der Goddeloofen bloet 5 '}gt;an doen mijn^ßale kielen Haer Tfren Hay^entowso aenygt;aerden te^oernielen. fHuys heb ick oock yoorGod, quot;Tpoor goedj en loryigheyt Mijn borgeren geypaeght, en Spanje noyt geygt;leyt. Zijn ^t koele yoonderen, en hoorens’ andre meer toe j, Van alleryponderße komt my alleen de eer toe, Geen ongeßener naem, geen aengenamer ßuek
Heb konß en konßenaers gehoben in den Druck.
Stichter der ßadt, ring der Staten van dit Lantfchap. Sy is van Godefroy Hertogh van Lotteringen, de Bultenaer geby-naemt, omtrent het jaer m Lxxv,alsonfe Jaerboecken fchrijven, gebouwt. Defe Godefroy , fteunende op de macht van Willem , Biifchop van Utrecht, verdreef Robrecht de Vries, (die vooght was van Graef Diedrick, foon van Floris d eerfie, om dat hy fijn moeder getrout had,) en nam gantfchHollant in; foo dat hy fich felf met kracht tot Overheer (loot. maeckte. Onlangs daer na trock hy met fijn leger naer Weft-Vrieflant,om dat te dwingen, en veroverde , foo met gewelt als verdragh, al de fteden van dat geweft. Maer als hy naeu-lijcks vijfjaren geheerfcht had, wierd hydoor lift van de gemelde Robrecht, die hem doote-en fijn el- lijck haette, als hy t’Antwerpen op een ge-lenàige mack fijn gevoegh deê, met een fpies, eertijts in ’t gemeen Gla^e genoemt, van onder in ’t achterlijf dootgefteken : want geweldige en onwettige heerfchappy is felden langdu-righ. In wat jaer datfe eygentlijck gebouwt is, kan men niet feker weten. De gemecne Chronijck-fchrijver feght, datfe voor de gemelde krijghs-tocht regende Weft-Vriefen, te weten , in ’t jaer m l xx i , als hy Hollant boutvtis. ingenomen had ', gebouwt is. Maer andere meenen , dat het ïelve gefchiet is, als hy in ’t jaer m lxxv d’oorlogh geluckigh uytge-voert had ; in welck jaer , ibo fommige leg- niet minder dan d’anderefleden. Sy is ^an Gq~ '^hngder gen, hy oock omgebracht is. Doch aeerfte defroy de Bultenaer, Hertogh ^an Lotterirgen meening dunckt ons waerfchijnelijcker te we- en Brabant^ die Hoüant ingenomen en beheerjcht fen ; want het is feker, dat Godefroy defe ftadt heeft, gebouwt ; die daer ^eel ojolcks uyt Brabant , om haer te bewoonen, bracht. Defladt is aen alle fijden met‘veleweyden,ombeeflen te‘voeden, omringt : Jy leght een mij Ie ^an ’s Gra‘ven-hage, en drie ^an Botterdam naer ’t z^uyden, en foo'Veel 'van derGoude naer’tweßen,en omtrent twee mijlen 'van de z,ee. Hare inwoonders oefenen fich meefi met brouwen en wolie-lake-nen te maken. Sy ù niet breet, maer in de lengte uytgeßreckt ; 'van binnen met ‘velegraft en 'voor-fien , en met fraye gebouwen 'verciert. De inwoonders fijn bo'ven d’andere Hollanders be'val-ligh en aengenaem, en fijn by na 'van feden als de Brabanders, waer 'van, gelijck gefeyt is ,fy haer oorfprong hebben. Hier fijn twee fihoone Paro-chie-kercken, de oude en nieuwe , en 'vele kloo- |
Sy heeft haer naem , foo ’t fchijnt, van de mems graft die daer door loopt, als of men feyde J)elft van ’t woort del'ven oft graven : oft van ’t dorp daer de ftadt van gebouwt is ; ’t welck, na veler meening, Delft genoemt was van de graft die Corbuloeen Romeynfch overfte, daer eertijts heeft doen graven ; waer van Tacitus in fijn elfde boeck der Gefchiedenifien fpreeckt : op dat de foldaten niet ledigh fouden fijn y liet hy (te weten Corbulo ) tujfchen de Mafe en de Rhijn een graft , die wiii mijlen lang 'ivaSi maken. Hier toe dienen oock de volgende woorden van Philippus Cluverius: T)aer olijft een graft, in ’t gemeen de Vliet ge--naemt, die ‘van defiadt Leyden naer Delft, en ’van daer tot het dorp JVLaefiant loopt, en eynde-lijck tot aen ’t dorp Slnys, daerfe met de Ç^^aamp;s ^ereenight ^cvort. Ick bewijs, dat dit de graft ù 'uan Corbulo. Den eerßen, om datfe tußchen de ol^afi en de Rhijngeleyt ü : ten tweeden, om-datfe dicht by de z^ee is : ten derden, om dat de lengte met de x x 111 mijlen, daer Dacitas njan fpreeckt t wel onjereenkomt. Doch andere meenen , datfe haer naem heeft van het doorluch-tigh geflacht van Delft, daer van in een brieft die in de Regifters van Rhijnsburgh te vinden , en in’t jaer m cc v gefchreven is, ge-fproken wort ; want onder verfcheyde andere edele getuygen leeft men ^Diederick 'uan Delft en jljn broeder oArnold., amp;c. Seker onbekent Schrijver, die Joannes Ifa-ciusPontanus achter fijnLatijnfchc hiftorifche befchrij ving van Amfterdam gefielt heeft,feght dat Delft een Colonie oft volck-planting der Brabanders is,met de volgende woorden,waer in hy de ftadc kortelijck befchrij ft. Uelft heeft de derde ^laetfe, feght hy, en is in rijckdom jchriß om geen andere reden bouwde, dan om daer in alle gelegentheyt een fekere toevlucht te hebben ; foo dat my dunckt, dat het onlangs nae t verdrijven van Robrecht, als fijn nieuwe heerfchappynoch niet beveftight was,gefchiet is : want d’eerfte forge der gene die andere landen innemen, is gemeenlijck , datfeeenige Sterckten bouwen, om fich tegen ’t gewelt der vyanden te befchermen. Daerom heeft hy by Delft een fterck Slot gemaeckt, daer hy felf in woonde. Joannes Leydenfis fpreeckt daer van op de volgende wijfe : Godefroy, Hertogh ‘van Lotteringen, die met fijn nakomelingen geheel Hollant eeuwighlijck meende te be-fitten,heeft de fadt Delft met het kafie el gebouwt, en gaf haer fiadts recmen en pri'vilegien : doch fiers der LHinder-broede/s en der Pionnen. Buy-ly heeft na ‘vele jaren fier toegenomen. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ten de muren fijn drie kloofiers j 't eerfie 'van Hollant. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ij C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Pdon- |
vernacixle
ï 4 0“
|n a
Wn K
r 'S Ö
4. * '§' e
’*- » « •«
S Or «gt; « » i .
V
'19.
lt;?S 9^
snuill!
■«.■ï :v
fl' iftftaftAAa/.i';
-4-,t,;
0 'i A A » d
^4
»4
Îl
; IL.
a, AAi?' /7gt; T?i
$î Witj
'I'
A --L '% Il
(?lt;
:,£h
St
4*^
Ï4
I?«
*î
= *t^/
eï S' â9âl.''
i (gt;•
s5 â
{J 2-fO
ft
'* t««.
♦’nâ
MÏi
9 „« lt;5
lt;«
z.j.^nneKißi^.
J ..Dut^i’e . Ifaeltn.5
J .Dry iogfy^
tt.Dayaux'S sta^ tl .Dt/tnari-i ty .~Vlees-fgt;at
t8. S^^is struel zy. 'Jfeuter ste^ J)ranka£rLs str. zS.G-t^^iûrs ste^
jf. T^itT^e^nuÿa-
eertytaS ^ar^ar
■iP.J^fSteea .JCÎare stei^ i-laoster 'trints ktaost. JO .'K^éelstra-et nbsp;nbsp;j^.T^averlrt^
^it’gS^yt-’ .^...... •—....... - . — le^astiaensste^
tf.OuJe manaifiKys 2,j .Dur^ at'ol nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iuys-
S Dry Aeckers stee^ ^.Saetf J/al
3 6 • JPrtrustL
l.f Daey G-erri^steejji .^tGrofftAnutniCic^fuys
vanJ£olLirtJt
iff. ./Haie ste^ 33 ffostTnM^i 7£uys
■F F-» M-f* ® '»
T î 41 *■ »«f?
* t i.K
« i
(y.'i lt;.'n‘:gt;egt;
\a V?
® ’ s. ■ » ie! .A ^-a •!
» !gt; ’ « (r
lt;• %
«K t
»
■ iquot;
• «. '■
'A' £» .«
-'^’ *‘fJ
Ç* A
f-s
-t '
fî *
ItA ■
lt;Jp ’ ©'
pdonnenf t ander‘van,B-egulieren 3 en het derde faere ons Ueeren m cc lxxxii. De felve* ‘van Carthuyfers 3 door de Graef ‘van Ooßer-'vantgeßieht. Dus verre donbekende Schrijver , die omtrent het jaer duyfent vijf hondert geleert heert. henige^andere evenwel lijn van meening, {niet tegenftaende het gt;nbsp;voorfeyde gemeene gevoelen ) dat de gemelde Godefroy de Bultenaer geen ftichter oft bouwer defer ftadt is j maer dat hy die alleen vermeerdert en vergroot heeft. Vdn Ko- Delft heeft federt het jaer m cc feer toegeno-FT/Z- men:wantWilhelm de tweede,Graef van Hol-lem be. ^un- ''t welck fijckdom •veroor- mochten koopen ; doch met de voorwaerde, dat fy voor des Graven recht van elcke tien vaten een Hollantfche ftuyver oft twaelf pen- brief) welckejaerlijcks opfekere dagh, alf men ningen fouden betalen. Door defe miltheyt gewoon ü de Magißraet te‘veranderen 3 kiefen vandc Vor ft fijn de burgers in weynigh jaren nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;” rijck geworden, om dat haer bier overal begeert , en om d’aengename fmaeck by het Londens en Hamburghs bier geleeken wierd. Graef Floris de vijfde heeft in ’t jaer m cc LXVI de Poorters defer ftadt vryheyt van ändere Pri'uile~ gien. lant,en daer na Roomfeh Koning, heeft haer, gelij ck fommige Hiftory-fchrij vers feggen,bur-gerlijcke rechten en vryheden gegeven 5 op voorwaerde, datfe aen hem en fijn nakomelingen,om defe groote weldaet, jaerlijcks vijftigh Hollantfche ponden fouden betalen ; maer als hy Ridder geflagen fou worden , oft fich ten huwelijck begeven, niet meer dan twintigh ponden. Wat hier van fy, kan ick nietfe-ker feggen j maer dit gaet vaft , dat die van Delft,in ’t jaer m cc lx ftadts recht gebruyckt hebben, gelijck blijekt uyt een brief, die hare Schepenen in die tijdt gegeven , en met het ftadts fegel beveftight nebben. De gemelde Koning Wilhelm, als Opmeer fchrijft, heeft aen die van Delft vergunt, ( welcke nevens andere Hollantfche fteden geen bier mochten brouwen als van de hoppe diefe van de Graven kochten ) datfe hare hoppe van andere alle tollen gegeven -, en eenige jaren daer na bevel aen deBaljuwen, datfe die van Delft het derdedeel van fekere boeten,daer van deGraef de twee andere deelen genoot, fouden laten genieten, en de felve voor hen invorderen. Aengaende het bedienen van de geeftclijeke goederen, gaf hy hen de volgende brief, die ick om fijn outheyt en byfondere wijfe van fchrijven hier by voege : ïlorens Gra‘ve ‘van Hollant groet die Schepenen ende die B^aetsman-nen^an Delf 3 wy ontbieden U3 ende bevelent, '^nnyaere tejaere kieft twee wittachtige mannen, die tote des Spittalen guede fien ende tote den huife, dat dat goet niet onredelijck ‘Vort wert gebracht oft verteert, wair oock een man die dat wederflonde 3 fo gebieden wy onfen Bail-Itu 3 dat hy dat of doe af) ‘verre als hem die twee gecoren te‘vorenbrengen. Gege^uen'smaendaeghs na dat menßnght Mifricordia Domini, inden Graef heeft hen oock een Midde-penning,dus ftaet ’er in de brieven, gefchoneken : defe Midde-penning fchijnt dat eenigh tolgelt van ’t koren was 5 wantMudde is een fekere koren-maet. Hy gaf hen oock verlof van een vleefch-huys en back-huys te mogen maken ; gelijck blijekt uyt een brief in’t jaer m cc xcv gegeven. Graef Willem de derde , die men de Goede noemt, beveftighde in ’t jaer m c c c x i het privilegie van de vryheyt der tollen, dat hen Graef Floris de vijfde, als terftont gefeyt is, gefchoneken had. Daer na heeft Hertogh Aeîbrecht van Beyeren aen defe ftadt verfchey-de vryheden , te lang om hier te verhalen, gegeven ; waer van de voornaemfte fijn, dat geen Poorter oftPoortrefle om geenerley mif-daden meer füllen verbeuren , dan haer leven en Lxxx pont van hare goederen : daer te voren alles de Graef toebehoorde. De felve Vorft vergunde hen mede, datfe een vrye vaert van hare ftadt tot in de Mafe mochten graven j op dat hare fchepen , met bier en andere dingen geladen,naer Zeelant en elders tc bequamer konden varen j en dit is den oor-fprong en ’t begin van het vleck Delfs-haven. |
Hertogh Philips van Bourgondien gaf hen in ’t jaer M cccc xlv een voorrecht, de derMa- regcering der ftadt en ’t kiefen der Magiftra- gifimten. ten betreffende, namelijck, dat de Vroetfehap fou beftaen in 'veertigh mannen 3 uyt de rijckßcy eerbaerße , notabeiße en ‘Vredelijckße ‘uan onfer ‘voorfzj. Stede 3 (foo luyden de woorden van de ÇuUen \ ^er^oonen ujt de allerrijckfle 3 no-tabelfle, eerbaerlijckfle , reckelijckße en ‘vrede-lijckße mannen \ op dat 'zvy oft onß Gecommitteerden daer uyt •vier JBurgermeeßeren en fè-^en Schepenén kießen 3 om 't aenßaende jaer te regeeren. De gemelde Prins gaf hen oock^drie jaren daer na, verlof, datfe hare ftadt mochten ftercken met foodanige wercken als beft tot hare befcherming dienden j en datniemant eenigc woon-huyfen binnen de feftigh roeden van hare vryheyt mocht bouwen. In ’tjacr M c c c c L beloofde hy hen by fijne brieven, dat hy de dorpen Schipluyde en Rijswijck nooit aen byfondere Heeren wilde geven, oft van ’t Graeffehap vervreemden. In ’t volgende jaer vergunde hy hen,om dat hare welvaert vermeerde, datfe hare haven grooter mochten maken. Onlangs daer na beveftighde dc felvc Hertogh alle hare privilegiën , die fy van Joan Hertogh van Brabant, en , door’t huwe-lijck met Vrou Jacoba, Graef van Hollant en Zcelant, in ’t jaer m cccc xx verkregen hadden. Dc voornaemfte kerck , die d'oude geby- tiCercken. naemt word,is in’t jaer m ccc li gebouwt; cn |
en aen S. Hippolytus gewijdt. De tweede paleys, des iConings-uyt-hof jVOin àe noemt men de nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, die aen S. Urfel gemelde Koning Wilhelm gebouwt : doch geeygent is. Sy is verciert met de wapenen en fijn beyde, dewijlfe buyten de ftadt waren, en banieren der Nafibufche helden , maer voor- om die te beter te verfekeren , als fy haer in namelijck met het heerlijck 2AauÇoleHm oft d’Unie begeven had , afgebroken, grafgebouw van Turins Willem Oranje 3 die in defe ftadt op den 10 Julius in’t jaer M D Lxxxivinfijn hof doorfchoten is, en den derden Augufti met Koninglijcke van Prins gc beelden van koper aen de vier hoecken ver-wiilem. ciert j in ’t voorfte deel is een fittend beelt van de Prins in fijn volle wapenen , doch met ongedeckten hoofde , en een regement-ftock in de haut, dat hem, gelijck men feyt, feer wel gelijckt ; op de tombe felf leght een ander beelt van de gemelde Vorft in wit marmer uytge-houwen ; een vliegende Fama , die des Prin-cen daden over ’t aertrijek fchijnt uyt te bla-fen, ftaet in het achterfte deel. Sijn tweede foon Turins lt;sl^aurits is hier mede, na dat hy vele jaren de weerelt met het gerucht fijner daden vervult had, in ’t jaer m d c xxv begraven : als oock fijn jongfte loon Frederick Hlen-rick 3 van fommige de Groote gebynaemt, den XIV Maerc m d c xlvii in’s Gravenhage overleden j op wiens doot feker geeftigh Poëet hFz rVy/Prim nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;DF VFt , DF Spanle fIF Wei^, \an \ree en VrlDJi! fleLt. Defe Vorft heeft een eenigh foon nagelaten, Willem de tweede 3 Prins van Oranje, die, in ’t bloeyenft van fijn jaren, op den feften November in ’t jaer m d c l onverwacht ge-ftorven,en in’t begin van’t volgende jaer oock in dit graf gefet is, om ’t overblijffel fijner fterflijckheyt met hetftof fijner Voorvaderen te vermengen. Kloûflers. In ’t jaer M c c cc x l v 111 is hier het kloo-fter derMinder-broeders gebouwt. Oock is’er tegen over d’oude Kerck een treflijck kloofter vanS.Agathageweeft,’t welck nu i^ctTrincen-Hlt;ƒgenaemt wort,daer de gemelde Prins Willem eenigen tijdt in gewoont, en oock omgebracht is. In onfe dagen heeft daer d’Engel-fche Court-meefter, gelijck men hem noemt, fijn verblijf gehad, terwijl de Stapel van d’En-gelfche lakenen noch in defe ftadt was. Omtrent een vierde deel van een mijl buyten Delft plagh een groot Convent, iConings-uelt genaemt, voor edele Juffrouwen van der Premonftreyten ordre , te ftaen ; ’t welck Richardis, Moeye van Koning Wilhelm, in ’t jaer M cc Lv gefticht, rijckelijck begaeft,en met geeftelijck en weereltlijck gebiedt befchonc-ken heeft ; waer in fy, als lommige feggen , onlangs daer na begraven is. Flier by was een Hollant. |
om die te beter te verfekeren , ais fy haer in Flier plagh^tegen over de Nieu^rekerck, een oude fraey Raettiuys te fijn , dat byna vierkant en met een toren verciert was j maer in ’t jaer y^anti M D c XVIII in Febmarins is’er een groote brant in t felve ontftaen , die byna 't gantfche gebouw verteerde : de gemelde toren, met het uytnemende voorfiagh , wiens gelijck naeu-heyt en kloeck tegenweer behouden , ja, gelijck men met waerheyt feggen magh , uyt de brant gehaek, met levens gevacr van fommige yverige burgers. Eenige jaren daer na is er op de feive pl acts een nieu en veel heerlijcker nieuge^ Stadt-huys van de grontaf opgebouwtj welcks voorgevel meeft met graeuwe hartfteen verciert is,en in alledeelenfootreffelijkgemaeckt, dat het weynigh oft geen weerga heeft. Sy heeft een frayer en heerlijcker Marckt Marckti als vele andere fteden. Als men op de feive ftaet, fiet men aen d’eene fijde ’t gemelde nieuwe Raethuys, en aen d’andere de voor-feydeNieuwe-kerck, die met foo een hoogen en fchoonen toren verciert is, datfe in Hollant 'toren» fijns gelijck niet heeft. De ftadt is met andere fraye gemeene en byfondere gebouwen voor-fien. Oock met allerley nootdruft rijckelijck begunftight : want fy leght in ’t vetfte en’t befte laut van Hollant j en krijght grooten over-vloet van fehoone tarwe en andere granen, die van Over-Mafe, uyt Zeelant, eri andere geweften hier ter marckt gebracht werden. Sy is genoeghfaem met muren , wallen , graften en poorten verciert en gefterckt. Dedapperheyt en kloeckheyt der burgeren Dagpcr^ is in verfcheyde voorvallen gebleken , waer van wy eenige füllen verhalen. Als Joan de tweede , uyt het geflacht van Henegouwen, Graef van Hollant was, fijn de Vlamingen uyt defe ftadt door Witte van Haemftede verdreven J foo dat ’er vijf hondert doot bleven : waer van noch heden de plaets, daer dit voor-viel,^f Vlaming-ßraet genoemt wordt. Maer in ’t jaer m ccc lix hebben die van Delft fich in de burgerlijeke twiften van Hoecks en Cabel-jaus tegen Hertogh Aelbrecht van Beyeren , toen Ruwaert van Hollant, geftelt : fy verniel- hunne den de huyfen van Polanen en Binekhorft ; en trocken naer den Hage, daer fy de Graeflijc-ke gevangenis opbraken, en de gevangenen tweeny met gewelt in vryheyt ftelden. Dies de gemelde Hertogh met een leger voor de ftadt quam, die hy foo benaeude en dwong,datfe fich,behoudens lijf en goet,moft overgeven; op voor-waerde, datfe, tot betering van hare mifdaet, aen den Hertogh veertigh duyfent oude fchil- Ü C 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den |
Kloeck-tneedig-■heyt» , Jen fonde betalen ; en hare poorten en muren afgebroken worden. Doch defe fchade Was gering ten aenfien van de volgende overwinning : want onlangs daer na waren d’Eii-gelfche, in dienft van de gemelde Hertogh fijnde i in Vlaenderen belegert en befet ; dies verfocht hy byftant van de Delvenaers : welc-ke defe gelegentheyt niet verfuymden, hoewel fy van hem geftraft waren, als terftont verhaelt is j maer quamen hem in aller haeft wel gewa-pent te hulp j met meening, om de fmaec van hare nederlage door nieuwe eere te verdelgen. Als men tot het gevecht quam , doodden fy drie hondert Vriefen, en verbranden vele van hare kafteelen. Alfoo was de manhaftigheyt der Delvenaren dienftigh tot de gemeene fake, gelijekfe te voren tot gemeen nadeel ftreckte j en hier door verworven fy nieu aenfien en by-fondere gunften : want Hertogh Aelbrecht, die hare dapperheyt en dienften feeraenge-naem waren, befchonek hen met verfcheyde vryheden en voorrechten, die wy alree be-fchreven hebben. |
den door de menighte van goede bieren » di«S hier gebrouwen , en feer veel naer Zeelant, Over-Yfel, en elders, doch infonderheyt doof geheel Hollant, gebracht wierden j waer door fy oock rijck enmachtigh boven haregeburen geworden is ; want byna het derde deel der ftadt waren brouweryen : foo dat de koop-manfehap van tarwe , garft, mout, haver, hoppe, hout, en alles dat tot het brouwen noodigh is,hier door oock bloeyde. In’tkort, het maeckte fulck een welvaren, dat eenige duyfent menfehen hun nootdruft daer door konden winnen. Oock is ’er goede ordre ten beften van defe neering ; want niemant magh eenigh feepfop oft andere vuyligheyt in ’t water brengen,en andere dienftige wetten. Doch ledert eenige jaren is de felve neering feer vermindert, en quam eerft voor een groot deel te Dordrecht enHaerlem , doch meeft te Breda 5 maer nae ’t overgaen van die ftadt aen de fijde des Konings van Spanje in’t jaer m d c xxv, is die ten meeftendeel te Rotterdam gekomen. |
Groot on-geval door brant ;
Als de ftadt nu, na ’t verloop van vele jaren.
Laet ons nu komen tot de vermaerde mannen die defe ftadt voortgebracht heeft ; onder welcke een is, die niet verdiént heeft hier te
fy door een fchrickelijeken brant, in ’tjaer
M D xxxvi, op den derden Mey, jammer- ftaen, ’t en waer dat het gefchiede om de na-lijck vernielt ; foo dat’er maer drie huyfen , komelingen af te fchricken : defe is gelijck men feght, overbleven. De inwoon- Joris, een man vol fchrickelijeke dwalingen ,
Het hoerhuys „ en Broerhujs , JHet de kokelaen „ bleien alleenflaen.
Hoewel andere meenen , datfe niet t’eene-mael, maer ’t meefte deel verbrant is ; fchoon fy in ^root gevaer was van gantfeh verdelght te worden : wat hier van fy, ’t is altijt feker,
gedreven j waer door hy met n|ne wellprekent-heyt het flechte volck , dat altijt nieusgie-righ is, wijs maeckte, dat hy Godlijeke in-fpraken en openbaringen had. Hy wierd, om fijne dolingen , verdreven , en trock naer Bafel, daer hy fich Jan uan Brugge liet noemen , en eenige jaren leefde en leerde , en in ’tjaer m d lvi fturf. Als hy drie jaren be
tvacr f/yt datfe uyt defen brant , als de fenix uyt fijn A afpche j en als door dit vuer gefuyvert gt;nbsp;veel heerlijeker, dan fy te voren was, verrefen is ; want fy is feer net en eierlijek herbouwt, en alle huyfen met hart dack gedeckt, behalven giftraet der ftadt,openbaerlijck verbrant. Ec-het huysken daer uyt de brant gekomen was, nbsp;nbsp;‘
’t welck tot gedachtenis noch met riet gedeckt is. Men vertelt eenfeltfame gefchiedenis,wiens weerga men miflehien in geen nieuwe noch oude hiftorien fal vinden , die in de gemelde brant gebeurt is : namelijck, dat een oyevaer, die uyt het velt quam,fiende de vlam omtrent fijn neft , en dat fijn jongen noch niet vliegen konden , de felve pooghde midden uyt het vuer wegh te voeren ; maer als hy gewaer wierd , dat hy hen niet konde helpen , haer
Itjck ver-
Wonder-lijeke gc-fchiede-
KIS.
graven was, en fijne gruwelen en liften bekent wierden , is fijn doode lichaem opgegraven , en met fijn fchriften, door ’t bevel van deMa-
nige meenen evenwel, dat hy niet te Delft geboren , maer alleen opgevoedt is.
Onder de Geleerden komt ons eerft voor Geleerde
Ægidius Delphins, een goet Theologant en Poëet ; die een feer gemeenfaem vrient was van de groote Erafmus van Rotterdam. Gil-bertus Cognatus heeft fijne veerfen te Bafel doen drucken en uytgegeven.
Joannes Delphins heeft eenige tijdt SufFra-gaen oft Onder-biflehop van Straesburgh ge-weeft} en is door fijne gedruckte fchriften
foor-naernfle Hccrin- 2;eerende alfoo met haer te fterven , nadien hy aen haer leven wanhoopte. Gelijckdefe ftadt eertijts vermaert was door het maken van allerley wolle-lakenen , waer door men de befte Delfs plagh te noemen 5 foo is fy daer na oock beroemt gewor-vermaert. |
Petrus Slupiek, een Godtgeleerde van der Minder-broeders ordre, meer door fijn goet leven , dan fijne geleertheyt, bekent. PHalricus Lithodomns oft Steenhuyfen ^as geboren om de jeught in hare eerfte ftudiente helpen. Hy heeft de beginfelen der Latijnfche , Cael, |
tael, en andere dineren, die de Grammatica oft Letterkunfi: betreffen, uytgegeven. Hugo Blotius, een Orateur oft Redenaer van een ftatigh en geeftigh verffant, was oock Opfiender van de vermaerde Bibliotheeck der Keyferen Maximiliaen en Rudolph de tweede in hare ftadt Weenen. Adamus Sashotus oft Sasbout was een treffe-lijck Godts-geleerde , en feer ervaren in de Latijnfche, Grieckfehe en Hebreeufche talen. Hy wierd , om de groote gaven fijns verftants en fijn goet leven , tot ProfefTor in de Theologie te Leuven beroepen ; daer hy in fijn XXXVI jaer, door teveel bloet-fpuwens, in ’t jaer m d lui overleed ; en heeft eenige van fijne fchrifteti felf uytgegeven , d’andere fijn na fijn doodt door de naerftigheyt van Cornelius Verburgh in t licht gekomen. Chrißianus Adrichomius was oock een Theologant, en feer ervaren in de kerekelijeke out-heden. Hy heeft het heyligh lant en de ftadt geeftigh befchreven ; en was genootfaeckt fijn vaderlant te verlaten : is te Keulen geftorven, daer hy in ’t kloofter groot Nafareth,een Convent der Maeghden van S. Auguftijns ordre , in ’t welck hy overfte was, begraven is. en Pontus Heuterus heeft met groote lof ge-fchreven en van de vier Bourgondifche en de vier Ooften-rijckfche Vorften , dar is, van Hertogh Philips de Stoute 5 en fijne navolgers, tot Koning Philips de tweede. Hy is in ’t jaet m d xxx v geboren , en v^as met alle gaven des verfiants en lichaems vcrciert, waer door hy Prooft te Arnhem wierd ; en is te S. Truyen in ’t jaer M n c 11 ontflapen. |
Cornelius Grotius oft de Groot een Rechts-feyde Judocus,was Doólor der beyde Rechten, en oock Cancelier van Gelderlant, en daer na Prefident vah den Hoogen Raet. en is eenige jaren ProfeïTor in de Rechten in d’Academie te Leyden geweeft. Hy Vas feer bemint van de geleertfte , doch infonderheyt van Juftus Lipniis : en is eyndelijck in ’t jaer M D c X, na dat hy fesmael Reéior Magnificus geweeft was, overleden. Michael Vosmerus, neef van de gemelde Adamus Sasbout, wiens leven eh een verantwoording voor fijne fchriften door hem be-fchreven is, nevens een byfonder boecksken van de wonderdaden der H. Maria van Delft ; oock iets, foo men feght, van d’outheden defer ftadt j ’t welck, indien het gedruckt oft te krijgen was, feer dienftigh tot defe befchrij-ving,omdic grondelijck en omftandelijck uyt te voeren , fou fijn. Vosmerus heeft in ’t jaef De Schout oft Hooft-Officier wort uyt een Schout drievoudigh getal, by de Veertigen genoemt, door de Ed. Grootmog. Heeren Staten van Hollant en Weft-Vrieflant gekoren ; welckers ampt is in criminele en andere faken des Graef-lijckheyts Recht te bewaren : hy prefideert in ’t Gerecht, en vordert de Juftitie van Schepe- JudocusSasbotus, in fijn leven Cancelier van nen ; maer heeft felf geen refolverende ftem. Gelderlant en Zutphen , is in ’t jaer m d xlvi Defe bediening Wort nu, in ’t jaer m d c li i, geftorven , als hy l i x Jaren out was ; en is bekleet van den E. Heer E Arnhem in de voornaemfte kerck begraven.- t-siArnoldus Sasbotus, een foon van de voor- Cörneliuis JAufius, overfte van S. Agathaes kloofter in defe ftadt, was een geleert man , goet Pocet, en van foeten en beleefden ommegang. Als hy meer dan lxx jaren out w^as, is hy in ’t jaer m d lxxii , door de wreet-heyt van Lumey , jammerlijck omgebracht. Hugo Grotius oft de Groot is een helder-blinckende cieraet defer ftadt ; en wierd , als hy feftien jaren out was, van de Gefanten der Heeren Staten in Vranckrijek gebracht, daer hy voor de Koning Henrick de vierde de gaven fijns verftants loo treftelijckvertoonde,dat die groote Vorft riep : fiet daer het JHonder ^an Hollaht. Daer na heeft hy verfcheyde ampten en fwarigheden gehad 5 doch is eyndelijck Ambaftadeur ordinaris van hare Ma-jeftcyt van Sweden in Vranckrijek geweeft. Dit Groote Licht is in ’t jaer m d c x l v , uyt Sweden komende , te Roftock verduyftert, orn eeuwigh te blincken. Maer Delft is boven al moedigh op de ge-boortevan Frederick Henrick, Prins luchtigh-van Oranje, jongfte foon van Prins IHillem fie i»ge-^an Oranje, in dele ftadt op den xx i x Janua-rius in’t jaer m d lxxxiv ter weerelt gekomen. Een Vorft, die ’t geheele Aertrijck voor weynigh jaren als een overwinnend Velt-heer, ten befte van de Republijck der vereenighde Nederlanden , gefien heeft. Ick fal van fijne daden , die alleen geen enckele bladen , maer geheele Boecken können vervullen, niet fpre-ken. Van de dagh fijns doots,cn fijner begrae-fenis heb ick boven gefproken 5 en niets daer by te voegen , dan de volgende twee regelen van de Heer P. C. Hooft, Droft te Muyden, die foo wel op fijn geboorte als begraefnis paften : l^ooit HoHandt baerdl een Helt, foog^oet fioo groot Als Delft ontfng , e erfl oß, lefi in fijn fchoot, Delft wort beftiert,in ’t gemeen gefproken, otjcrhé-gelijck meeft alle andere Hollantfche fteden : den in want hier is een Schout, vierBurgemeefteren, en feven Schepenen ; en de Vroetfehap, oft een altijtdurendeRaet, die ’tgantfche lichaenï der ftadt vertoont. Franfoys 'uan Santef(. De Burgemeefieren hebben het ordin aris meeße-rer^. |
F T.
jaerlijeks den XVI December, tot vervulling van ’t getal, door de voorfeyde Veertigen gt;nbsp;( gelijck het voorverhaelde privilegie van Her-togh Philips meebrengt J met bellote biljetten , en onder folemnelen eede , andere per-foonen van de aldernotabelfte , vreetfamigh-fte, wijfte , rijekfte en eerbaerfte mannen verkoren , die haer , volgens hunne confeientie oft gewiffcjdaer toe de nutfte enoorbaerlijck-fte duneken tewefen; fonder datfe met iemant ter weerelt daer van gecommuniceert,beraet-flaeght oft te voren gefproken hebben, om d’een oft d’ander daer toe te nomineren , oft daer uyt te laten : ja dat meer is, foo iemant van haer Collegie eenigh biljet behandight, t’huys gebracht, oft mondeling aengefproken werd van iemant, wefende buyten oft binnen de Veertigh , om d’een oft d’ander te kiefen oft te noemen tot eenige ampten, die onder den eedt cn tot eledie ftaen van ’t voorfeyde Collegie ; foo fijn de gemelde Veertigen met en plicht. eede verplicht het ontfangen biljet aen de Heeren Burgemeefteren over te leveren ; op dat de felve daer terftont fulck een ordre in ft ellen, als fy na gelegen th eyt dienftigh vinden. In dit Collegie mogen niet te famen fijn vader en foon, noch twee broeders ; nocht iemant anders die geen dartigh jaren out is.
De meergemelde Vroetfehap noemen j^et-7 iijeks, den naeftleften December, mede met der befloten biljetten, en onder eede als voren, een overhe-^ dubbel getal van Burgemeefteren en Schepe-nen , wefende beneden de lxx jaren; want die fulck een ouderdom bereyckt hebben, fijn gewoon fich van alle ampten te verfchoonen: en des anderen daeghs oft laetfte der felve maent verkiefen fy, uyt het voorfeyde dubbel getal , ( volgens her oótroy van de Grootmogende Heeren Staten van Hollant en Weft-Vrieflant, den xxi December m d c l gegeven ) vier Burgemeefteren en feven Schepenen ; welcke by den Schout be-eedight, en den eerften Januarii in hare ampten beve-ftight worden, om die een jaer te bedienen ; doch worden in ’t gemeen langer geconti-nueert. De Veertigen kiefen oock een Gecom-mitteerde Raet, een Raet ter Admiraliteyt te Rotterdam, twee Havenmeefters, drie Wees-meefters, twee Threforiers, waer van d’eene de Threforye bedient, en andere amptlieden.
In ’t jaer m d l x xi i i fijn de burgers van Delft, daer onder de Heer Joan van Olden- heytder Barnevelt, namaels Advocaet van Hollant,me- h^rgers. de was, tot haren grooten lof, nevens die van der Goude, Rotterdam, den Briel, en andere , tot ontfet van Haerlem getrocken. Doch dit ontfet wierd afgeflagen, met verlies van 700 ' mannen, daer onder burgers van Delft, 5 o van der Goude, 30 van Rotterdam,en 40 van den Bricl waren.
D E I
Trtirae^ beleyt cn gebiedt in politijeke oft burgerlijcke faken , die niet alleen de beftiehng van des n ï
Itadts goederen en inkomen , maer oock hare welftant en bewaring betreffen. De extraordinary faken van politie^als ’t maken vanKeuren, een burger om politijke confideratien de ftadt t’ontfeggen, en diergelijekej worden in ’t Cob legie van de Weth verhandelt en afgedaen ; t welck beftact in de Heeren Schout, Burge-meefteren en Schepenen ; doch de Raet-Pen-ßonaris en de twee Secretariffen der ftadt, die tlaer mede verfchijnen , hebben nevens andere een concluderende ftem ; op de felve wijfe, als de Haven-meeftersj en andere extraordina-ris Vroetfehappen in ’tCollegie der Veertigen. De regeerendeBurgemeefteren fijn tegenwoor-digh, in ’tjaer m d c ui, de E.Heeren
Johan ^an Voorhout, M''. ‘Dirck Jacohfzj. vanâer Duje, ‘îBruin JacohJzj. ^anàer Dtje, M*“. Vhicolaes Boogaert.
'Schede- E)e Schepenen wijfen , op ’t vermanen cn eyfchen van de Schout j aile vonnifl'en in criminele faken; en verhandelen,met het gemelde Collegievan deWeth,verfcheyde andere voorvallen. Dit ampt wort nu bedient by deHeeren oAdriaen Tijck 3 jSltcolaes Kouckebacker,
Vaului Orteil, Willem Kittejeyn 3 M*“. üTi^arten Pauw ,
Dirck ‘Pruinfzj. ‘vander Duje, ‘ Johan CornelJzj. ^an ‘Plejswijck.
DeRaet-Penfionaris defer ftadt is nu den Heer
M''. Phicolaes Kinjhot.
De Secretariffen oft Geheymfehrijvers fijn te-genwoordigh
Mr. ^rent ‘vander Duje 3
M*quot;. Symon ^an Groenewegen lt;vanderTriade. De voorgemelde Heeren fijn te famen, als ge-feyt is ,hetCollegie van de Weth ofte van den Gerechte.
De Vroetfehap is een Collegie van veertigh /chap ofi Raden , die men Veertigen noemt : daeren-heerti- bovcu fijn en blijven Vroetfehappen , die eens Burgemeefter, Schepen , Threforier , Wees-meefter enHavenmeefter geweeft fijn; welcke gelijcke autoriteyt en macht als de voorfeyde haer Veertigen hebben : want fy refol veren en dif-, poneren mede van alle faken , die den ftaet van ’t Landt in ’t gemeen , en de gewichtigh-fte van de gene die de ftadt in ’t byfonder betreffen 3 welcke in dit Collegie verhandelt werden ; doch met dit onderfcheyt, datfe op de verkiefing van de nieuwe Veertigen , Bur-gemeefteren en Schepenen niet verfchijnen. vermo^ De perfooiien , die eens tot Veertigen verko-’ ren fijn , dienen foo lang haer leven oft poor-terfchap duert. In plaetfè van de gene die fter-ven 3 oft haer poorcerfchap verlaten, werden
-ocr page 128-E Y D E N is de vierde Van de fes o-roote, en een deroutfteenvoor-naemfte Steden van Hollant. Sy leght in ’t befte deel van Zuyd-Hollant , ’t welck is Rhijniant, daer van fy de Hooftftadt is, aen
den Rhijn , omtrent twee duyfent twee hon-dert en feftigh roeden van de Noort-zee, en drie gemeene mijlen van Delft, vijf van Haer-lem , der Goude en Rotterdam , feven van Dordrecht, Amfterdam cn Utrecht ; foo datfe als in ’t hart van Hollant, en in ’t midden van de befte en grootfte fteden haer plaetfe heeft. Sy is omringt met ontelbare lufthoven en tuynen, fchoone hooge weylanden, groene beemden, goede koren- en warmoes-landen ; die met vericheydc rivieren , als de Lhij'n, de Does3 deSijl3de Tliet en de Maren, alle fcheep-dragende wateren, befproeyt en bevochtight worden : waer door de ftadt gedurigh met al-lerley nootdruft rijekelijekverforght is,en hare naburen van haren fegen deelachtigh maeckt. Demenighte van kloofteren,die in en omtrent Leyden waren, en door d’oorlogen verwoeft fijn, dienen oock tot een bewijs van de vrucht-
Vrucht-haerheyt •van hare landoun’.
baerheyt van dit geweft ; als oock foo vele treffelijekeen rijeke dorpen, en adelijeke hny-fen van d’aenfienlijckfte Heeren des lants, van welcke noch vele in wefen fijn, wiens befchrij-ving tot defe plaets niet behoort.
Haer oude naem is Lugàunum, ’t welck ick met drie vafte argumenten oft bewijs-rede-nen , die altijt bequacm fijn om de waerheyc
den van Luadunum is,’t welck feer wel met drie o
uren gacns, dat de ware diftantie oft wijdte tuftchen de ftadt en het dorp is, overeenkomt. De treffelijeke Werelt-befchrijver Ptolemeus fpreeckt van Lugodunum , daer hy, tot meerder fekerheyt,Bata^orum byvoeght, om.haer te beter t’onderfcheyden van Lyons in Vrafick-rijek, dat oock Lugdunum ge noemt word. Soo dat uyt defe twee oude Schrijvers blijekt, dat defe ftadt eertijts Lugdunum geheeten is ; gelijck noch heden by alle Geleerden Lugdunum Lataajorum gefchreven word : want fy buyten alle twijfel gelooven, dat dcLatavi de Hollanders fijn, en Lugdunum oitLugodunum
als het Ptolemeus noemt ) Lejden 3 oft ver-kortender wijfe Leyen ; gelijck oock Lugdunum in Vranekrijek op de felve wijfe Ljons en ßjnoor^ Lyon genoemt word : en dit fal genoegh fijn#^^’»^, van d’eerfte bewijs-reden. Ick kome tot de tweede, van de talen genomen : foo iemant het woort Lugdunum naerftigh onderfoeckt, en fcherp let op ’t geluyt der letteren , hy fal bevinden dat het eenishfins met onfe tael
O
Oude naem y
overeenkomt ; want Lugdunum fchijnt Lugc-dunum te fijn, en van luycken3 dat is, ’t beßuy- geeflige ten derHuynen3 af te komen ; dewijl deRhijn, als byna een yder weet, voor vele jaren voor-by Leyden en ’t buys te Britten in de Noordzee geloopen heeft 5 waer door de Romeynen het graen , datfe uyt Lgt;ritannia oft Engelaut haelden , de Rhijn op , (als Ammianus Mar-cellinus feght ) en voorby defe ftadt brachten; by welcke het recht was, gelijck waerfchijn-lijck is, van de Rhijnftroom, die door de duy-nenliep,tefluyten,cn alfoo de duynen te luyc- enveran-ken waer af defe plaets , als gefeyt is, eerft dermg.
na te fpeuren , faf toonen : waer van d’eer- Luycdun , daer na Leygdun 3 met verloop van fte is, de ontwijfelijeke fekerheyt der Schrij- tijdteneyndelijkAfj^fw,foo’tfchijnt, vers ; de tweede,de voetftappen der oude tael;
en de derde, de gelegenheyt van t lant en defe plaets ; welcke drie getuygen ick kortelijck fal onderfoecken. Daer toe komt my eerft voor
genoemt is. D’oude inwoonders hebben oock, y^rapen. milTchien van dit fluyten en ontfluyten , twee
in haer wapen geftelt. Maer Joannes Goro-piusBecanus heeft een andere en geeftige oor- ae-veeiem fprong van de naem defer ftadt 5 want hy fegt, dat Lugdunum oft Luc dunum foo veel is als Gcnduynv^-nlucko^geluck, Adrianus Junius ßrong. meent, datfe af komt van lege dujnen, amp;Cc. Gerardus Noviomagus, daer Louys Guicciar-din meê fchijnt overeen te komen, is van gevoelen, dat haer eerfte naemZf^/^ van de Roomfche Legionen, die hier gelegert waren, gefproten is. Dat eenige d’oorfprong foecken van ’t lejden oft gelejden der reyfende lieden door 'tWout fonder genaden 3 als fy ’t noemen, dunekt my te fabelachtigh, om hier te verhalen. Maer ’t is hoogh tijt, dat ick tot de der-
Antoninus, die , in fijn Itineranum oft Reys-boeck tot de vermaertfte fteden van ’tRoom-fehe Rijck, defe ftadt duydelijck Lugàunum caput Germaniarum noemt , als nemende ’t hooft voor het begin, en by Germania foo wel Hoogh- als Neder-Duytflant verftaende ; en vervolght fijn reyfe van Lugdunum op Ca-flra Albiniana, dat nu Alphen is j van daer op ^rajeóiumA'^t is,Utrecht, en van daer hooger opwaerts naer Ar gentor at urn oft Straesburgh. Om nu tot meerder fekerheyt te toonen, dat ljUgdunum geen andere ftadt is als defe,foo be-gemelde Alphen ( daer de Romeyn Albinus oft Albinovanus met fijn leger lagh , van wie het dorp fijn naem heeftj tien duyfcnt fchrc- der plaetfe, oyerga, als ick te voren belooft,en Hollant. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ij D nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ten
-ocr page 129-g . T)e:KÎcy Jlractr S • Te ^rtto Jîra^tr g . Steen Jîraetr 8 . S. •deckten Jlraetr g . offen enVarken nutrckt w . Tie Tai^rs T/iffje tt gt;nbsp;TOgck Jtraet tz ■ Tocker Jlraet tg ■ '^arte en Tange Sebey ffr. ig. . Jdeogk^rffiKenTemeeJiraet og ■ R^eyneo^ffb Jieecb t6 . Sjy ecken Jlract tg Jlraet
■ ^zff 'isolier Jlraetr og ’fH^rck Jîraetgen ZO ■ Lange en^Carte Sant^Jlr z t ■ Tact ffîraet-zz Tie OCoßfflrattn zg Ttegifflarger goart Z^ ^oiffbetbrngb zg ■ Rronwer Jbeeck z6. 'Vroicwenjleegb Zg ■ G-oe Gerrets Jieegb Z R ■ 'Barrerelts Jleeck zg - '^orte •^Toren go . •M.aren doi^ gt . S .'OffelenJleeck gz . S. Siffabetken Jleegb gg .S £îffdbelks Gffÿjuye g^ Tutff •darckf g g . S -Vtffelen T-^roffen gS - Vrouwen camp gg . SSteuens Toortr gS . S. iffephs Jlcegb 39 ■ Gotnen Claff^Jleech ^0 . De R-og Jieecb
. S' Cecilien TuUfugs
■ S. Michiel
. 'Vro^u-w-Ma kerck
. Claer 4-^ ■ Coide
■ ■Miritke.yle.Rch
, Iona VDjftngt;Jle,e.^h
. /Sudlers candi
. ^ai*adÿs Jhi^^ go ■ anwitausiaitvjliegh go . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(Deketo irt
gz.
gg. Racker jheegk g^ . nbsp;nbsp;. Tam 'Jdojk
. Schlee Jlugh gS ■ Tonc-ker Jleegk gg. ÜZug^ßr g^ . Thdle 'backen Jhegb
gg . S .Rarberen Gfflki^^
So. TCoochUnffc.be 'Kerck^fleeck Sl . tein TCoI
Sz ■ TeViebrup . Tie vlaech Sg DenRurpb
S^f. . tTOees huge
Sg ; De OCoDcb'Unffe 'Kerck
Ê6 ■ Lange ^iktfflraet
Sg ■ De Coetffleecb
S8. DeTugteeffcbe TKaerck 6g . Den Jliddel weck go . De Cojppeknffh Jteegen gt. 'Vleere jUepben a ■ SCont- marckt b ■ '^lerwens jlraet c . 'Vlffl hai^n fftraet- ■ d • Oojt barren Jlr. e . Loyers Jlraetr
LVGDVNVM BATAVORVM
’Crrrutctdc
gz ■ De Groene ffleephen gg . S.rdnnen Cono^entr gp., Trincen TCff-gg. Kale^aicws Jleegh g6 ■ Ggons Cona^ntr gg. ^Grooffcboolen Schooljleep g 8. TCaecketers Jieegh 'gg ■ '^^cken finaet-8o ■ Ian DofflenjUepb St. )rGenteen Lant^sbugs 8z ■ S ' Chatargnen G-ffUtuge Sg . De Rreede Jiraet-Sg. ■ •Aiaffmans Jle^b Sg. Vffck »Marckt
Sg . S • Dieters Cors Jb^en SS ■ JIet 'Raetdmgs Sg ■ Rloljle^b go ■ Corenbri^b gt . loorenjleepb gz ■ ^^dartßz-ecb \?5 Cuerl^nnten Jteepb
q g g . Rogartffbeegben. ^Ras hal ^5^^ . Sonne!rett ße^b gg ■ STacob ffte Taeybat 'UiO - Tdtenßeecb aot. ideerenßeegb WZ. '^alyde Ragynen wg • S ■ Dieters Tierck top ■ Gberangen buys 10g ■ ^Rroeckhovens idgffè w6 ■ Üout-Jlraet tog. Hdoek ffieegb wS. Delecaen tog - Ifoort endt-uo . ’tSant-Uc- irSraffche colegie
tag. De Doelens up.. Doetfi^ea ug. Vnireffttegt u£ ■ Tlonnenß^egh tag. S ' Catarinen teS ■ Catarynen ffleecb ug ■ Groenendael Jle^b tzo. dientenJbeecb tz t. Coffmaker en TCrotn e1lo ogßetg tZZ ■ ^tDuyffcbe coUegie tzg. De Seger Jleepb tzp ■ Stnaus tz p ■ Tertff^nv tz 6- lofflenpoort tzg ‘ Racker Jleegb tzS.-Mole jUedt • t S^ietenffieeg tzg. DrOttn Jlegen tgo. OffberUngjplaets igt. iffyf boeck fflrasten tg -z . Sdftek Jleegb. * T^aerde katr^ tgg- Rarberenjleegli tgp. S’Toris Jleegh egtj. TCranwetßeecb tg6 ■ Coene ßeegb tg’j -Vroitu^nJie^h ig 8 ■ vlielmaker Jle^b tgo. De dioocbwoerb tp.0. •Ttfflirdams endlaerUmer Veer tp.L ■ Tfandemakers ffleeg
z. JCnotter en^Veldejleeg ’dt..Tßuuiels ffS.Sak^ators hffje p . Jioy Taepen ffleeg
M'S 'S^Tteters kerckgracht igè DeRter kaey MI ■ iffumoe Kerck
’ G^^l^loos ffl Thilffotpbspaege tpg ■ S^Rarharen hff'e
'PruJenij/Sj? Vtna
PRÆTORI, COWSVLIBVS, SCABINIS,
'Tob^ut Situitut, Orbis Ltydtfnohatava,;
jCanc. taiulam ‘J3 41. lÆlatu.
ten deel alree gedaen heb , als ick fprack van de ft recking oft wijtte defer ftadt tot het dorp zAlhiniana cafira , oft Alphen , ’t welck omtrent, nae ’c fcggen van Antoninus in fijn Itine-rarïum oft Reysboeck, tien duyfent fchreden is, die omtrent twee Hollantfche mijlen maken , en een goet rc y figer in min dan drie uren gaen kan. Op dit gemelde kafteel lagh het Legio oft Regiment van de Roomfche Over-fte Albinus , waer van Alphen fijn naem heeft. Maer fommige meenen , dat het ^lpheniana cafira, nacr Alphenus Varus een Overfte der Batavieren , behoorde te heeten 5 ’t welck
oock beft met de naem van Alphen overeen-
Seker Schrijver pooght uyt de voorverhael-de en andere redenen te bewijfen, datfe d’out-
fte ftadt van Hollant is : maer men kan het fel-ve uyt hare eygen papieren , regifters, en privilegiën niet toonen noch bewijfen 5 g^lijck Joan van Hout, eertijts Secretaris van Leyden, felf getuyght ; hoewel hy verfcheyde mael
heyt en oorfprong met de ftadts fchriften te betoonen. Hoort hem felf fpreken: Py 'wieofit 'wanneer de beginfielen van Leyden fijn geleyt, en •van d’oorjprong van haer naem kan ick niet fie-kers fibrijveUi de'wijl ick onder de boecken en papieren défier fiadt niet het allerminfie daer van gevonden heb y 'Want ick 'wil niets verfikeren oft vafifi ellen,dan ’tgene dat men daer mee be'wijfien kan, Ick geloofioock, dat men hier van ’tfie Ive nooit
aigneyt on\er ‘voorouders Joo groot ‘zut fier ‘iveynigh dingen by gefihrifi fielden
de Maert gefichiet ; onder 'welcke toren, ineen hamer daer toe bequaem gemaeckt en geeygent, benevens ’t groot fie gel, alle de Privilegien brieven , chartren en voornaemfte fiucken defier fie-de bewaert 'wierden, 'waer van vele, ^elijck •waerfichijnltjck is, verplet, en te niet gekomen fiijn y fionder dat de filve in hare vorige gedaente herfielt konden 'werden , niet tegenfiaende de naerfiigheyt en vlijt by die van den (gerechte daer toe aengewent. En een weynigh daer na vervolght hy : Soo is ’er dan, om de gemelde redenen , geen hope y om uyt de boecken yfiucken ofit papieren defier fiede, by my meer dan eens gefien, herlefien en doorleÇen, iet fiekers te vinden , aen-komt. En dit fal genoegh fijn , na ons oor- gaende ’t begin ofit outheyt der fiadt Leyden j en deel,om te toonen dat het oude en vermaerde om daer op mijn gevoelen te openen, achte ick, Lugdunum Patavorum defe ftadt is. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat haer begin ouder is dan dat van de Graven,
'Want defie landen 'waren toen •woefi en •weynigh be'woont, en de dalen en laeghten 'wierden alle hooge enfipringvloeden y infionderheyt als het uyt den z^uyd'Wefien •wefien ofit noord'wefien fiorm-dcymet •water bedeckt, om dat de Phijn toen noch by Cafwijck in de z^ee liep : dies hebben eenige vijfichers, en dtergelijcke arme liedeny {die aende Purgh-Graven y ’tfiy dan de Heeren van IVafi'e-naer ofit andere, hoofit en troofi fiochten, en onder hare vleugelen en beficherming te fichuylen, ) eerfi de gr ont ydaer nu dePlaeuwe Steen leght, hooger gemaeckt dan de vloed gemeenlijck juam ’y en daer na hare hutten, keeten , kasjes ofit huyskens by elckander omtrent de Purght gemaecki ; niet alleen om d\en dl ander tegens de rooversjt fy ge-buren ofit vreemden, te helpen ; maer oock om de machtvandePurgh-Graefendefiercktevande iets fikers fal können vinden ; vermits Leenvou- Purght tot een fichut, beuckelaer en borfi'weering dtgheyt onfier voorouders fioo groot •was, dat fie te hebben', in voegen, dat de Purgh-Graef over defielve, als fijne Purgh-fiaten, allengs Pechts^ pooghden met een vromen en oprechten handel en gebiedt heeft verkregen doch dat daer na, als •wandel haer leven te befieden, dan hare daden, de Graven met meerder macht de regeering van met opgepronckte redenen, hunne afikomelingen ’tgeheele lant aennamen, ’t filve begrijp met be-na te laten 5 ja de gemelde eenvoudtgheyt, na •wtlliging van beyde, te •weten , de Graefi en mijn gevoelen, •was fioodanigh, dat men •weyni^ Purgh-Graef, fierck en tot een kleyn fiedeken geiteden vond die lefien en fihrijven konden ; en dat maeckt is, en fbo onder Stats rechten gekomen jy ; meer is , dat men b'^na niemant anders fulcks ’t 'welck met kleyne moeyten, en halve kofien, leerde, dan die men, nae ’t gevoelen van die fioo men fieyt, te doen •waste •weten, {de'wijlfi tijdt,Gode toewijdde oft opoferde om geefielijckte den Phijn en hetbefichut van de Purgh aen de worden. Na dat hy dit met meer andere rede- noordtfijde hadden ) met het graven van een nen bekleet en beveftight hecft,feght hy voor- grafit, namelijck, het water van Steenfichuer en der : Soo is dan deenvoudtgheyt onfier voorou- ’ ders , om datfie niet oft weynigh by gefi hr ift gefielt hebben , de oorfiaeck, dat de waerheyt van d out fie faken en gefchiedeniffien dickmael niet te voorfichtjn kan komen ; maer met een eeuwige duyfierheyt bedeckt moet blijven, Pehalven de voorverhaelde is ’er een tweede oorfdeck , van dat er fbo weynigh kennis van de beginfielen defier fiadt en andere faken te vinden is, namelijck, het vallen van den toren van S. Pieters kerck,
; en meer
Papenburgh ter langte van omtrent roeden. Ofidit vuaer is en by 'wie ofit 'wanneer fiùlcks gefihiet is, 'Weet de Heer, voor •wie niets-verborgen is ; niet ick, die hier in naecktelijck ^Ijn gevoelen fichrijve , fionder daer van iets gevonden te hebben ; alleen be'weefiot fiùnde door
in d ^aer m d x i i , tujfichen donderdagh en 'vrydagh j in der nacht j en in L begin van de vijfi
outs geweefi is, te 'weten dat fie by beurten een Schout en 'vicr Schepenen fielden, en de boeten gelijckeltjck deelden. Dus verre de gemelde Joan van Hout.
rijffnael . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vijfmael vergroot : d’eerfte mael vergroot, ki ’t jacr M CC xciv: de tweede reyfe is ge-fchiet,gelijck men gift,voor’tjaer m ccc lv, want men vind daer niets van befchreven; doch Andere feggen, dat het omtrent het jaer m ccc XIII geweeft is : de derde is onder de heer-fchappy, en door een privilegie van Hertogh Aelbrecht van Beyeren, en Graef van Hollant, omtrent het jaer M ccc ixxxix gedaen : en de vierde mael in ’tjaer m d c xii. Hier door wierd fy clxxii Rhijnlantfche morgens en twee hondert roeden groot, en omtrent hondert cn twee- en-veertigh morgen , dat is meer als vijfmael foo veel als d’oude ftadt, HAtrtße-den. Hoedd-»igheden en cygen-fihappen. grooter ; want die was, voor d’eerfte ver-grooting, maer xxix en een half morgen, de Sadts graften daer in begrepen fijnde. Sedert is fy voor weynigh jaren de vijfde mael vergroot. Om haren ouden ftaet en nieuwen wafdom te toonen , fal ick hier byvoegen , dat’er in ’tjaer m d xv drie duyfent en feventien haertfteden ( geen ftadt in Hollant had in die tijdt foo veel) bevonden fijn 5 maer, door Gods genadigen fegen, in ’t jaer m d c xxxvni omtrent een- en-twintigh duyfent een hondert cn vier-en-negentigh. Het is nu een grootc, fchoone , eierlijeke, welgcordineerde en waterrijeke ftadt, die, na mijn oordeel, in defe deelen geen van de Hol-lantfche fteden behoeft te wijcken,gelijck een yder, diefe met opmercking gehen en doorwandelt heeft, kan getuygen. Datfe groot is kan niemant ontkennen ; want naeft Amfter-dam is Leyden, door hare laetfte vcrgrootin-gcn,de grootfte van ditLantfchap. Datfe fchoon en net is, bewijfen felf de ftraten, ( om nu van de huyfen niet te fpreken , ) die, foo wel des fomers als des winters, hier beter , als in vele landen het binnenfte der huyfen , gereynight fijn. Hare cierlijckheyt en vermakelijckheyt getuygen de menighte der welgebouwde huyfen , en de wijde ftraten , die hier breeder cn grooter fijn dan in andere fteden. Datfe waterrijck is, kan men befpeuren aen de menighte der graften, die in de ftadt fijn , en binnen de muren omtrent dertigh eylanden maken : welcke wateren hacr tot twee faken dienftigh fijn ; d’eerfte is, om in aller yl een fchielijeke brant, met het behulp der naerfti-ge burgery, te können lefTchen j de tweede en voornaemfte is, dat een yder fijne goederen daer door bequamelijck in alle plaetfender ftadt ,.met weynigh moeyten en koften , kan vervoeren ; ’t welck een byfonder gemack en gerief is voor alle kooplieden , burgers en vreemdelingen. Fylun-den. Sy is fterek en welgebouwt, gelijck men fien kan aen de poorten,muren, wallen,veften, cn andere gebouwen, daerfe tegen een aenval der vyanden meê voorfien is ; want fy heeft Hoüam, Sterckte. |
D e n; feven bolwercken, drie aen hare zuydtfijde en vier aen de noordtfijde ; rontom een wijde graft, en ftereke dicke wallen , die , in ftede van paliffaden, op fommige plaetfen met een dichte doorenhage omheynt fijn. Oock fijn hier feven poorten : drie der fel-ve fijn federt eenige jaren vernieut ; foo datfe meeft alle eierlijek gebouwt fijn , infonder-heyt d’oude Rijnsburger-poort, die door ’t laetfte vergrooten binnen de ftadt gekomen is, en onlangs te voren van blaeuwen arduyn heerlijck van de gront af opgebouwt was. Buy ten de wallen en de graft is rontom een , breede cingel,die overal met fchoone en hoo-ge ypenboomen op ’tvermakelijckfte beplant IS, daer onder een yder fich des fomers kan verluftigen. Sy is bequaem tot de Draperye oft laken-wereken , en wat ’cr aen hangt 5 ’t welck ee-nige hondert jaren gebleken is, en geen an- Drapery. der bewijs van noode heeft, dewijl hare wateren , foete lucht, en goede gelegenheyt on-feylbare getuygen daer van fijn. De ftadt was van outs onderfcheyden in drie Parochiën , wat het geeftelijck rechts-ge-biedt belangde. Nu wordt fy in x x 111 quar-tieren oft wij eken , die fy oock 'Bonnen noe- men , afgedeelt. Over yder wijck fijn door de Magiftraet vier Bon-meefters geftelt, die forge dragen,dat het brantgereetfenap wel be-waert en onderhouden worde ; op dat het in tijdt van noot gereet en bequaem fy om te gebruycken. Oock wort fy in lxxvh kleyn-dcr wijeken , die fy Gebuerten noemen , ge-fmaldeclr, by welcke daer na noch lx v i ge-voeght fijn ; foo dat’cr nu in alles cx l 111 ge-telt worden. Sy heeft 80 ftraten cn ftegen , 14 graften • en wateren die men bevaren kan, en 102, loo graften fteenc als houte bruggen. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en hrug- Defe ftadt heeft oock verfcheyde privilegiën van d’oude Graven verkregen ; als van Graef Floris de vijfde in’tjaer m cc lxvi, gelijck blijekt uyt de volgende woorden van ’t felve : burgers in Lejden en ßillen genjen aen my noch aen iemanden geen caligien, tribuyten of onkoßeniOf wat naem die mochten obgeleytwor^^ den, het en ff de caligie njan het derae jaer tot het derde, diegemeynlijckgefeyt wort Bottinge : die te Weten niet hooger en komt als drie ponden met ^ijf ßuy'uers. Iß dat ick geroepen worde tot het Hof des Heyßrs, iß dat ick, oft mijn föne , oft broeder Biddersgeßagen Worden ; iß dat ick , oft mijn fine, oft broeder een huyfiurouwe trouwen 5 ifl dat wy ons dochter oft ons fußer ten houwelijckge^en, fy füllen contribueren tten Hollantfche ponden, füllen reyfèn ter oorloge, en tot mjjn krijghs-tocht en 'uanhetgantfchelanti als die falgebeuren, met wjfen-twintigh mannen^ ende op haer eygen koß^tot dat fy tot my ful-ij D i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;len |
len gekomen fijn ; maer ‘van dïe tijt af, alfo lange als d'oorloge fal geduren , füllen fy 'wefen op mijn eygen kofl, omtrent mijn tente elcken nacht 'wakende. quot;Ten tweeden, datfy mogen njrylijck reyfen door geheel mijn gebiedt, te weten , wan Hollant en Xeelant, met alle komenfehappen fonder tol te betalen. Hier op volgen verichcyde keuren en wetten voor de dedelingen ; en by-na op ’t cynde wort daer bygevoeght, aen-gacnde de regeering der dadt : IHatter gefloten ende geordonneert fal wefen by de acht Sehe- * Gefworens ende den Rechter , tot fyofijt ende t sXo'ur ‘^^^‘^oorderinge der fiadt, ^t felwe fal wan eenen iegelijck w oor go et gekent , ende waflelijck onderhouden worden. Graef Willem de der-fle , gebynaemt de Goede , heeft de gemelde vryheden en wetten in ’t jaer m ccc vi vernieuwt en bevedight ; en eenige der felve, ten beden van de dadt, wat verandert. Joan de tweede had hen , fes jaren te voren , de vry-heyt van een jaermarekt, op S. Margrieten dagh te houden,gegeven. De Keyferin Margareta 3 Gravin vanHollant, vermeerde ili’tjaer M CCC X L111 hare jurifdièfie met twee hon-dert roeden ; cn drie jaren daer na bevedigh-de fy het voorrecht van de vryheyt der tollen. Keyfer Karei de vijfde heeft in ’t jaer m d xix aen die van Leyden het recht, van felf de Vroetfehap oft Veertigen te kiefen, vernieut ; t welck Hertogh Philips van Bourgondien hen in’t jaer m cccc xl i x voor acht jaren verleent had , en daer na tien jaren verlangt. De volgende Vorden hebben ’t felve van tijt tot tijt vernieut ; en vele andere wetten en vryheden , te lang te verhalen , die het kiefen van de Magiftraten en andere faken betreffen, gegeven. Het out Segel, dat aen een van d’oude brie-ven,gegeven in ’t jaer m ccc lx i v, gehecht was, is veel anders als ’t gene dat men nu ge-bruyckt j want daerwas een man in afgebeelt, die een deutel en een kleyne kercke in de rechterbant had , welcke feven mannen , op rechterftoelen gefeten , omringden. Het om-fchrift luyde in onfe tael : Segel der Inzuoon-deren ende Gezworens ^an de Gemeente ‘van Leyden. De gemelde man met de deutel vertoonde , buyten twijfel, S. Pieter , en het kercksken de hooftkerck van de felve Apo-ftel in defe dadt. Tot hier toe van Leyden in ’t gemeen : wy füllen nu voortgaen tot de byfondere dingen, en eerft van de Burgh, om fijn outheyt, fpre-ken. Dit is een cieraet defer dadt, haer eerde gebouw, en ouder dan fy felf, dat eerd buyten , en daer na door het vergrooten binnen de wallen gekomen is ; ja men acht het een der oudtde Sterckten van geheel Hol-lant : foo dat men van d’oorfprong en ’t begin weynigh fekerheyt uyt d’oude hidorien kan bybrengen. De Schrijver van d’oude Hollant-fche Chronijck, cn verfcheyde andere geleerde 'mannen meenen, datfe omtrent het jaer cccc XLix van fekere Engidus, een Over-de van de Anglen en Saxen, oft, foo fommi-ge feggen , Koning der Vriefen , gebouwt is. De geleerde Janus Doufa heeft oock ditgevoc- |
Lutatur Engißi4s , quot;Lr it anno orbe Redux 3 pofuiße ‘viöior. Dat is : ’ ^^if^lnnaer uyt Rritanje weerge^ keert , Heeft Leyden 3 als men meent, mei defè Burgh ^vereert. Men klimt op de felve langs een deene deygcr. van 5 o trappen : op de gront van ’t hovende pleyn is een dicken muer van 2. i voeten hoogh, en circkel-wijs in de rondte : als men binnen aen dit muerwerck eenige trappen opgaetgt; kan men niet alleen de geheele dadt ; macr oock d omleggende groene velden cn landouwen, en hare dorpen, kadeelen en heeren-huy-fen, met overgroot vermaeck aenfchouwen. In ’t opperde binne-perck is een feer diepe* put. De opgaende fchuynsheyt van de Burgh is rontom met allerley fruyt-boomcn beplant, ’t welck feer aengenaem in de lente te nen is. Het gemeen gevoelen is,datfe tot een Stercktc en befchermingvan ’tlant geboUt is ; oock om een toevlucht te fijn voor de grootde heeren, wanneer de vyahden met groote legers ’tplatte lant afliepen en beroofden : gelijk de Gravin -Ada, eenige dochter en erfgenaem van Graef Diederick de fevende , als fy in ’t jaer m cc iii voor haer oom Graef Willem vluchte, met vele edelen fich op defè Burgh, om haer felf te verfekeren , begaf ; doch fy wierd daer in belegert, verwonnen en gevangen , en naer Texel ge voert, daer fy jammerlijck in de ge- ' vangenis overleed. De Burgh-Graven,’t welck eenige eeuwen de Heeren uyt het outde ade-lijck geflacht van Waflenaer fijn geweed, hebben vele jaren rechts-gebiedt over d’in-woonders , foo voor als nevens de Graven van Hollant 3 gehadt : maer in ’t jaer m ccc c xx fijn de burgers, door Joan van Beyeren, Graef van Hollant en Zeelant, t’eenemael daer van bcvrijtjwant hy hen in ’t felve jaer brieven gaf, waer in hy beloofde, dat het gemelde Burgh-Graeffchap nooit meer aen eenige byfondere heeren fou gegeven worden 5 maer altijt met het Graeffchap van Hollant onaffcheydelijck vereenight blijven; ’t welck die van de dadt als een groote weldaet aennamen. Defe privilegie is in’t jaer M cc cc XXX van Vrou Jacoba vernieut en bevedight. Hier fijn drie voornaemc kercken, die men pi^ters eertijts Parochie-kercken noemde, van welcke kerck. S. Pie- |
S. Pieters d’eerfte is, daer van niets , aen-gaende haer eerfte begin, dan ’t volgende op-Ichrift, dat voor meer dan hondert jaren in de felve plagh te hangen, te vinden is : In 'tjaer m c x x i , fonnendaghs naer ons Lief-^rouwen geboorte, ( het weleke altijts in September is} worde defe tegenwoordige kerc-ke gewijdt in der eer en Godes, ende der Heiligen Apoßelen S. Pieter ende S. P a v l v s, ozz- r . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;---------- ---------- der den eerweerdigen Heer ende Vader in Gode begin en oorfprong is foo weynigh fekerheyt G o DEB A LD V nbsp;nbsp;nbsp;xxiVBifechop 'vunUtrecht» als van de twee voorgaende : want al’t gene Het is waerfchijnlijck datieharetegenwooi' de naerflige onderfoeckers hebben können dige geftalte niet ten eerllen gehadt heeft, vinden, is in d’oude Chronijek van Hollant in maer met der tijde vergroot is j wantinfeker fchrift leeft men , dat het Choor in ’tjaer *Toren. S. ?an-erm oft de Hoog-lantfche kertk, M ccc XXXIX, dat is ccxvui jaren na d’eerfte inwyjing , gebouwt is. Sy is feer hoogh, cierlijck en luchtigh , heeft vele fraye pylaren op d’oude wijfe*gemaeckt 5 waer aen vele monumenten oft gedenekteekens van geleerde mannen , die hier begraven fijn , genen wor-deil. Sy was eertijts met een hoogen toren voórfieni die den fchippers als een baeck in zee diende , en in ’t jaer m d xii, als ick te voren met de woorden van Joan van Hout aengewefen heb , omgevallen is ; by ’t weleke ick niets te voegen heb, dan ’t gene dat Marcus van Vaernewijck, in fijne hiftorie van Belgis, oft Spiegel van de Nederlantfche out-heyt, tot lof van Leyden en defen toren feght : Leyden is de fehoonfie fladt 'van Hollant, ende plach eenen hoogen torre te hebbent daer de Schippers in de z^ee naer gemerek aen namen , ende hiet den Koning vander zee. Hy ‘uiel in 'tjaer ons Heeren m d x i i , ende was geflicht inde eere ^an Sint Pieter. De tweede Prochie-kerek is aen S. Paneras ge wijdt,en wort in ’t gemeen de Hooghlantfeche-kerek genoemt, om datfe op ’t hooge lant gebouwt is ; want hare gront is veel hooger als die van S. Pieters-kerek : oock is ’er een out fchrift, in ’t welck men leeft : He Paneraes kercke flaende op 't hooge lant. Wanneer datfe gebouwt is, kan ick niet feker feggen ; maer dit wel, datfe eertijts van hout geweeft is, en bet Berderen Huys genaemt wierd : en vermoede, datfe omtrent het jaer M ccc begonnen is j want onfe oude Hollantfche Chronijek Graef Willem de Goede regeerde, ter ceren Godes en S. Paneras gcwijdt is. Het is een hoogh en kunftigh gebouw y foo wel binnen als buy ten y met groote vlijt en kollen aen-gevangen ; doch is door ’t gefchil der kerc-Kelijcke luyden , en door het vuer der inlant-fche burger-twillen , en andere toevallen, tot hare voorgenomen grootte niet gekomen: maer waerfe volbouwt,men gelooft dat-fe alle kereken in Hollant overtrellen fou, ge- |
DEN. iijek de Architeeften oft Bouwmeefters oordee-len. In defe kercke is in’tjaer m ccc lxvi, door Joan van Vaerenburgh, Biftchop van Utrecht, eenCollegie vanCanonicken opge-richt, daer over hy ecn Præpolîtus, Prooft oft Opperde ftelde. De derde en kleynfte Parochie-kerck is aen vrouwe-de heylighfte Maeght ge wijdt, en Wort nu de Vrouwe oft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o-enoemt. Vanhaer de XXVI divide en x 111 capittel met de vol- M c c c L X V y des eerflen [bnnendachs nae onfer Vrouwen Hemel^aerts-daghy wert d'eer fie Ker-' mijje ^an onfer Lie‘ven Vrouwen Kercke binnen Lejden gehouden. Defe kerck is by de twee voorvernaelde niet te gelijcken j want fy is veel kleynder en flechter. Sy wort van de Fran-fche Gemeynte tot de Godtsdienft gebruyckt : en rnen fiet in de felve bet graf en de wapenen van de feer vermaerde Jofephus Scaliger. In ’t 'jaer m d c xxxix, is door Cornelü Èennïea-Paets y outfte foon van JW''. Willem Paets y in ftcen van een nieuwe kerck geleyt j wclcke achtkantigh, op dat men ovefal bequamelijck fou hooren, gebouwt is. Hier fijnoockverfcheyde kloofters geweeft, Kioofiert. die nu tot andere faken gebruyckt worden. Het outfte is het Consent ^oan S. Barbara, in ’t welck Sufteren van de derde ordre oft regel van S. Francifeus woonden. Dit kloofter is federt d’inlantfche oorloge tot het Princen-hof gefchickt, daer men de grootfte Heeren buys-veil. Oock fijn in ’t felve vele jaren de Princen en Princeften , fonen en dochteren van Frederick , Koning van Bohemen, en fijn gemalin Elifabet, opgevoedt. Het Bagijnhofis cen fra- sagijn-ye plaetfe, daer over de veertigh huyskens in hof fijn, en in k midden een kerck, die tot een Duytfche Lees-plaets, en tot d’Anatomie oft ontleding gebruyckt wordt. Oock is in het bovenfte deel de Bibliotheeck oft Boeck-ka-mer van d’Academie. By’s Gravenfteyn oft hec Gevangenhuys hebben andere Sufteren, die men Pieters Bagijnen noemde, milTchien na fekere Pieter haren ftichter, gewoont. Hare plaets is federt tot een Tuchthuys verordent, en wort tot de ftadts-timmerwerf gebruyckt. S. Idrfel oft elf duyfent iMaeghden wierd bewoont van Nonnen, die de tweede regel van S. Auguftijn onderhielden : een deel van ’t felve is nu het Melaets-huys. \S, Klichiel was be-woont van Nonnen van de derde regel van buys. S.Francifcusj en is nu metgemeene huyfen betimmert. S. Cecilien was dicht by ’t voorfeyde; en is nu tot een Pefthuys en Dolhuys gemaeckt. |
Cafthuy- Weeshuys, S. oAngenieten, de GraeuTüe Süßeren^ de Süßeren Tan (^Abcoude , Schagen j S. Catharine, de Witte Honnen 3 de Süßeren Tan Pomen 3 fijn oock feven Vrouwen-kloofters ge weeft, en nu meeft alle te niet, en de plaetlen met huy-fen betimmert, uytgefeyt dat van de Witte Nonnen, ’t welck nu d’Academie is : foo dat’er in alles elf Vrouwen kloofters waren , en maer een voor de mannen van d’ordre van S. Alexius, die men Celle-broeders noemde , welcke de befmette fiecken moeften bewaren, en de dooden , van de felve geftorven , begraven : doch is nu het Collegie der H. Theologie , daer in vele jongelingen op ’s Lants ko-ften in die wetenfehap onderwefen worden. Behalven de voorfeyde twaelf kloofters binnen , fijn buy ten de ftadt, doch dicht aen de wallen , noch fes andere, foo voor mannen als vrouwen, geweeft ; ’t welck feker , na de kleynheyt der plaetfe, veel is, en een klaer bewijs , als wy in ’t begin defer befchrijving ge-feghx hebben , van de fchoonheyt en vruchc-baerheyt defer landouwe. Onder d’andere Godshuyfen munt voorna-melijck uyt S. Catherine Gafthuys ; ’t welck men gelooft, dat omtrent drie hondert jaren out is ; waer in meer dan hondert en veertigh arme lieden bequame plaetfen können hebben, om genefen en. verforght te worden. Aen dit Huys is een fraye kerek, daer in alle fonda-gen en feeftdagen in de Nederduytfche en Franfche talen gepredickt wort. Oock is aen dit gemelde Gafthuys hetPefthuys enDolhuys gelijck als gehecht en verbonden, omdatfe t’famen van de felve middelen onderhouden worden ; waer in niet alleen de Peftfiecken en kranekfinnigen, maer oock, als in ’t eerfte , arme oude mannen en vrouwen onderhouden en gevoedt worden. Defe huyfen worden be-ftiert van vijf Gafthuys-meefteren en foo veel vrouwen , die men Buyte-Vaders en Moeders noemt, èn jaerlijeks van de Magiftraet gekoren worden. Boven ’t voorfeyde is ’er noch S. Elifabeths Gaßhuys, waer meê het Leproos-huys vereenight is. Hier is oock een cierlijck en rijck Weeshuys, in ’t welck fomtijts feven hondert kinderen eii meer op een tijdt geweeft fijn,die daer van alle nootdruft voorfien worden. Oock is’er een Huys-fitten-huys;en een nieu Pefthuys,’t welck onlangs buyten de ftadt gebouwt is : en dit fal van de gemeene Godshuyfen genoegh fijn : want behalven de felve fijn hier vele Hofkens» als men die in ’t gemeen noemt, oft vergaderingen van eenige arme lieden, die van een deel der tijdelijeke behoefte , nae ’t begeeren van de Stichters en vermeerders der felve. Hofkens vei'forght worden. cft byfo»^ Het eerfle en outfte is Jerusalem genoemt ; dertien huyskens, en is van Wouter Ts- |
brantfzj. omtrenthetjaer m cccc ixvngefticht. Sion heeft veertien wooningen ; is eerft begonnen door Joncker Hugo Tan STjieten en hjn huysvrou Lujtgert Tan Toshuyßn in ’t jaer M cccc Lxxx. Vijf-en-twintigh jaren daer na is door (jijsbert Korßenfz^, en na hem in ’t jaer m d l x v i i i door ‘Jan Louremz^^ en eyndelijck door Lucas Janfzj, Tan IHaJenaer het inkomen vermeerdert. S. SteTen oft óquot;. StcTens-poortje is met dertien kamerkens voorfien; en àoox.FHillemTan Tetroede en QirißineoHrents fijn huysvrou, in S.JooßenToortje heeft oock dertien huyskens 5 en is door Geertrujd, weduwe van ‘Joofl Hendrickfzj, en hare kinderen, door haer vaders bevel, in’t jaer MD III gefticht. S.Jans Hofken beftaet mede uyt dertien wooningen : heeft fijn oorfprong van Joan Stoop en Clara Pieters fijn huysvrou in ’t jaer m d iv; doch fijn van M*quot;. Geeraerd Tan der Laen Li-centiact in de beyde Rechten , en Rentmee-fter van d’Abd^ ter Lede , in ’t jaer m d l x v vernieut, en d inkomften vermeerdert. Joncker Guißeyn Tan der Laen, Heer van Uyter-buert, Arent IngenieuTuelant tnjanjanfzj. Tan der Hecht, Rentmeefter hebben t felve met nieuwe giften befchoncken. S. Annen-Hofken heeft oock dertien huyskens; en is y^nWillemWillemfi^. cnClementia en Sophia fijne fufterenfin ’t jaer m d v 11 ingeftelt. Petanien oft PmaHS beftaet, als de vorige, in dertien wooningen ; en is gefticht en begif-tight van d’edele Mevrou oAgatha Tan Alcke^ madeiWeduwe van Heer loan Tan Kuj^lenburgh, Ridder , ÓCc. in’t jaer m d ixiii. ^Fjn Jacobs Aelmoes-hujyskens is een vergadering van negen wooningen , door een vrou van de felve naem in ’t jaer m d x c v i i ingeftelt en befchoncken. Jan du Laters Hof ken heeft oock negen huyskens ; die door d’executeurs oft uytvoer-ders van fijn Teftament oft uyterfte wil in ’tjaer m d c xvi, gebouwtfijn. óquot;. Parbaren Hof ken beftaet mede in negen wooningen, in ’t jaer m d c x v i i r, door Jacob Arentfz^. Sprujyt, en Peatrix Hnymans fijn huysvrou 3 ingeftelt. S. SalTaiors Hof is voorfien met veertien bequame huyskens, welcke in ’tjaer m d c XXXVI, volgens d’uyterfte wil van Heer Paulus de Goede, by d’uytvoerders van de felve gefticht fijn. Pethlehetn heeft twaelf wooningen , die door Gerrit Francken ^an in tjaer BrouckhoTensHofis in ’tjaer m d c xl aen-gevangen door den HeerM''. Iacob TanBrouck-hoTen, Burgemeefter der ftadtLeyden; en beftaet in achtien fraye huyfen,die ydervan twee per- |
perfoonen bewoont worden : dit is wel’t heer- Hollant opeen geeftige wijfe afgebeelt fijn, lijekfte van al de voorfeyde Hofkens.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Om de neering van de Draperye te vorde-
Qatlarina Maertens Hof ken beftaet in twaelf ren, fijn hier vijf Loy-hallen ; waer van deer- ’ wooningen , die door de gemelde vrouwe aen fte de Halle ‘van de hooft-neeringe genoemt d’armen,onder de toeficht derHuysfittenmee- word , en was te voren S. Jacobs Gaft-huy s : fters, gefchoneken fijn. Dit diene tot een be- de tweede de ^aey-halle : de derde noemt wijs van de Godtvruchtige miltheyt van d’ou- men de Pas-halle : de vierde is de Fufleyn-halle'^ de inwoonders defer ftadt aen den armen; op en de vijfde de Laken-halle. In defe plaet- en hooft-dat de nakomelingen hier door opgeweckt fen worden alle foorten van fayen , grofgrey- ^^erw~ worden om de felve daer in te volgen. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-
nerij, baeyen, Belfche lakenen , raffen , fuftey-
nen, boratten, doppen,bombafijnen,fijne la-kenen, ftametten, en verfcheyde andere dier-gclijcke ftoffen gebracht ; om befien, gewa-randeert, geoordeelt, en gelooyt te worden : waer toe àe Magiftraten verfcheyde Officieren in yder Halle geftelt hebben , die by cede verplicht fijn hunne ampten , tot weering van alle bedrogh, en vordering van de gemelde neeringen , wel te bedienen.
lek kome tot nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^Academie oft Academie
Hooge SchoIe , hier door Prins Willem van z-x “ • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ITT nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Til nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Scbole-,
Oranje , en de Heeren Staten van Hollant en Weft-Vrieflant,in’tjaer m d Lxxv,alsde ftadt onlangs te voren van die fware belegering vei loft was, opgericht j op datfe daer door weder bekomen, bloeyen en tot haer vorige welftant geraken mocht j dewijl fy door oor-logh , honger en peft, van volck ontbloot,
Laet ons van de geeftelijeke tot deweerelt-
yytmunt het Stadt-huys oft Raet-hi^s ; want ' het is een fraey heerlijck gebouw, dat voor
maeckt,met pilaerkens en ander cieraet f faem-gevoeght, en alle van witten Bentemer-fteen kunftigh gehouwen j oock met comperte-menten, termen en lofwercken verciert en
trent in ’t midden en verheven gemaeckt, foo dat men langs xxii trappen, diemetftee-nen leenen , eenige leeuwen en ’t wapen der ftadt verciert fijn, opklimt. Aen de deur en de beyde fijden van d’ingang fijn twee fteene beelden , te weren de Gerechtigheyt en de Vrede. Dit gebouw is in verfcheyde plaetfen verdeelt : beneden fijn drie vierfcharen, die van de Ilniverfiteyt, van de Stadt, en van de Baljuw van Rhijnlant, nevens het Artillery-huys, de Vleefch-hal, en de groote en kleyne Threforyen. In het bovendeel fijn de kame-ren voor de Burgemeefters, Curateurs, Schepenen, Reken-meefters, en Wees-meefteren, benevens de Secretarye, de Griffie , en een groote Sael feventigh treden lang , daer jaer-lijcks in twee vrye marekten , allerley kofte-
en tot een geringen ftaet gebracht was. De Academie is met vele privilegiën en vryheden, te lang om hier teverhalen,begunftight. Haer plaetle is in ’t kloofter daer eertijts de Witte Nonnen woonden, in ’t aengenaemftevan de ftadt, nevens een breede graft, wiens oever met vele hooge lindeboomen, die des fomers groot vermaeck geven , geboort is. In de felve fijn vier Auditoria oft Hoor-plaetfen ; het eerfte en benedenfte is voor de H. Theo-
logic oft Godtgeleertheyt, daer men oock dc Lijck-Redenen doet, en de waerdighedenvan ^oCior en Magißer Arüum ontfangt. Beneden, nevens het voorfeyde, ishete/^^/^/zrowz^ Philofbphicum doch kleynder. Boven het eerfte en van gelijcke groote is het
lijck filverwerck , künftige fchilderyen , en boecken te koop fijn. Achter het Stadt-huys ftaet een cierlijcken toren , die in ’t jaer
M D LxxviI, in plaets van d’oude, welcke vier jaren te voren afgebrant was,gemaeckt is, en met een treffelijck uurwerek verrijckt.
’t Gemeen Lands-hnys^
Doelen.
Niet wijt van ’t gemelde gebouw is het Ge- rium lnrïdïcum , waer in de Rechten geleert meen-landts-huys ^an Pijnlant, dit is oock een worden. Aen de flineker fijde van d’opgang is
meen-Undts-huys ^an K/ treflijcke huynnge, die
in tjaer m d xcvm , en met drie fchoo-
’ ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ nbsp;nbsp;nbsp;’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Auditorium jMedicumi'^'xçx in men de Gc-
nees-konft, en de Mathematica oft Wis-konft
ne gevels, meeft al van Bentemer-fteen, en met vele kamers verciert. Hier houden de
leeft. De Inauguratie oft Inwyjing defer Hooge Schole is den achtften Februarius in ’t gemelde jaer met groote pracht gefchiet, die wy, tot eer van defe ftadt, hier lullen by voegen. Na dat hier toe alle ordre geftelt was, en ee-nige vaendelen burgeren in wapenen fijnde, is in S. Pieters-kerek een Predicatie en vurige ƒ
Dijckgraef en hooge Heemraden hare gewoo' ne vergadering, wanneer fy dc faken, die haer gebiedt betrenen , af handelen.
He Doelen fijn hier foo heerlijck als in eenige ftadt van Hollant , en met bequame fchietplaetfen,daer men het roer,kruys-, voeten hant-boge gebuycken kan , voorfien. De voorfte heeft een groot huys , in ’t jaer M D Lxxxvi vernieut, in ’twelck een fraye kamer is , in wiens glafen al de Graven van den, eerft naer de triumfbogen gevoert, om Hollant, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ij D 3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
G^QX. defe Academie te verwerven. Daer na fijn omtrent te negen uren twee vaende-len van d’inwoonders, die de voortocht had-
Kechts-geleert- iJM^edici-»e -, ^71 lindere weten-fihtifpen. Edel €71 ae7ijic7i~ de Geleerde Mannen als met gewapender-hant, tot teeken van verkregen vryheyt, die-fe begeerden te befchermen, in d’Academie , te brengen. Hier op Volghde een overdeck-te koets, waer op een vrouwe lat, die leer der Theo- ccnvoudigh met een wit kleet verciert, en y Sacra Scriptura oft de Pley lige Schrift genoemt was ; rontom haren wagen gingen Mattheus, A^arcuA, Lucas cn Joannes, om de vier Eu-angeliften te vertoonen ; en hier meê wierd de LLheologie uytgebeeldt. Daer na quamJu-fiitia oft Gerechtigheyt, op een eenhoren ge-feten , cierlijck toegemaeckt, met verbonden oogen , en in d’een hant een bloot fwaert, in d’ander een weeghfchael, omringt met vier van de verm.aertftejuriften, als^Julianus, Papinianus , Ulpianus en Trebonianus 3 alle te paer-de ; en dus wierdt de Rechts-geleertheyt vertoont. Daer op volghde cAfi^Cedicina oft de Genees-konfl te paerde , met een boeexken en eenige medicinale kruyden in de hant, die van vier der voornaemfte Dodoren in defe wetenfehap, als Hippocrates, Galenus, Dio-fiortdes en TLheophrafiuSi mede te paerde gefe-ten, verfelt wierd. Defe twee gemelde Vrouwen hadden yder aen hare fijden vier helbaer-diers , en twee voetjongers. Na defe quam Pallas oft cAMiiner^a3 oock te paerde, en ge-harnafcht, met een lancie in de rechte, en haer fchilt, met Medufaes hooft befet, in de flineke hant, omringt van de beroemfte Phi-lofophen Arifloteles en Plato , de welfpreken-fte Orateur Cicero^ en de Prins der Latijnfche Poëten Virgtlius ; welcke alle, gelijck de vorige , te paerde faten, en van twee voetjongers en vier helbaerdiers gevolght wierden. Toen quamen vier ftadts fpeellieden, die hare kunft oeftenden ; en vier roeydragers, die yder een pedeiftock van wit en root, de ftadts verwen , in de hant hadden. Daer na quam eerft Cafiparus fioolhaes, die voor een tijdt Pro-feftbr in de H. Theologie fou fijn , gaende tuftchen twee treftelijeke edelmannen , als M’’. Geeraert ^an J'l^ijngaerden , Raetsheer in Ujckgefei^ ’c Hof van Kollant, (byfonderlijck van Prins ƒcZz4ƒ. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van Oranje gefonden i om defe ƒ;/- |
auguratïe in fijnen naem, en fijn perfoon ver-toonende j te vereeren, en d’aenfienlijekheyt te vermeerderen ) enjoneker Jacob 'vander ^oes 3 Hoogh-Heemraet van Rhij niant, en Raet van Sijn Excellentie. Toen volghde M’’. Die der ick 'v an der jSbieuborgh , Licentiaet in de beyde Rechten , en Raet in ’t Hof van Hollant, die aengenomen had eenige leffen in de Rechten te doen , verfelt aen fijn rechte fijde met joneker Joan 'vander Uoamp;s Heer te Noortwijck , ÓCc. en aen de llincker met den Heer en M’’. Artui ^an Brederode oock tuflehen Aert ‘van T)uylt;v endoor de - en. Fojt ^anBrouckho^en : Pieter ^an Forefl,Medicijn der ftadt Delft, verfelt nxctJ'F^tüem^anlJeems-kerek en Fgt;irck 'van Montfort, beyde Burger-meefteren defer ftadt : Laureru ^an Oorjehot, Doótor in de voorfeyde wetenfehapjtuffehen IVidem ^an Loo en Cornelis •van Barrevelt : Geeraert de Bont, die eenige Icifen in de Mathematica fou doen , verfelt met Cornelis ^an T^orenlt;vliet en Pieter ILenrickfL. Wajenaer : M*quot;. Qornelis de Groot, die in de Philofophie fou onderwijfen , hebbende aen fijne fijden Pieter Oom Pieterjzj. en Pteter quot;JoriJz^. mede, als devorige. Schepenen defer ftadt. Toen quamen d’overigeHeerenRegeerders vanLcy-den, en verfeheyde andere aenfienlijcke lieden en Liefhebbers van allerley 5!retenfchap-pen. Dit heerlijck gefelfchap wierdt beflo-ten van twee vaendelen burgers. In ’t Rapen-burgh ( foo noemt men de graft, die voorby d’Academie loopt) was een treffelijck fchip , met roode en witte lakenen bekleet, en met tapijten overdeckt , waer aen een lauwerkroon, met Oranje-appelen verciert, gehecht was j hier onder fat Apollo en de negen Mu-fen,alle geeftigh op d’oude wijfe verciertjwelche met een luyt en andere inftrumenten , nevens d’aengenaemfte ftemmen, feer lieftelijck Ipeelden en fongen. Als dit fchip aen d’Uni-verfiteyt quam, traden Apollo en de Mufen te lande, daer fy de voornoemde Heeren om-helfden,kuften,en met eenige Latijnfche veer-fen verwelkomden. Toen ging al ’t gefelfchap in d’Academie , die met tapijten , lakenen , opfchriften en wapenen geeftigh verciert was, daer de gemelde Ca^arus Coolhaes d’eerftc Oratie, tot lof van de H. Theologie , deê. „ Daer na gingen al de Heeren inde lelve ordre naer ’t huys van de Heer van Naeltwijck, daer de Magiftraet een heerlijeke maeltijt bereyt had, die met het geluyt van allerley fnarenfpel vereert wierd : foo dat dit werek met alle blijfchap , affehieten van grof ge-fchut, musketten , piftolen, aenfteeken van vuerwereken , ’t werpen van fufeen en vuer-pijlen, en andere reekenen van vreughde, eyndighde. D’eerfte Heeren Curateurs de- cumteu^ fer Hooge Schole waren^JoannesDouJa 3 Heer van Noortwijek ; en Gerardus ^an Hooge^veeny Raet en Penfionaris defer ftadt. De tegenwoordige fijn de Heeren Amelius mander Bouckhorß, Heer van Wimmenum 5 Gerardus Schaep , Oudt-Burgermeefter der ftadt Amfterdam ; Cornelius ‘van Be^ereny Ridder, Heer van Strevels-hoeck en Weft-Yfelmon-de , en Oudt-Burgemeefter van Dordrecht ; de vierde in dit Collegie fijn. De eerfte BeLtor Raet in ’t Hof van Hollant. Daer na quamen Magnificus was D. Petrejus FLiara ; die van al de vordere Heeren , als Joofi de Menijn , ’tjaer m d c li is V- Jacobus Goltus, ats. In ’tjaer |
opfchrift In’tjaer m d c xvi fijn eenige lees-plaet-in d’A CA- fen in d’Academie fchielijck door’t vuer be-demie. fchadight ; gelijck het volgende opfchrift, dat in ’t Latijn boven d’in2:ano: van het Audito-num Tfheologtcum , in een fteen uytgehou-wen , en dus vertaelt is, te kennen geeft : Hot gedachtenis der nakomelingen. Hit hujs, 7 welck de Curateurs 'uan a Academie en de ^urgemeeflers defer flede in fjaer m d lxxxi, geeygent hebben tot dl openbare lefen, tot de 'ware 'wijshejt, en tot de ‘urje oefeningen der onderwijfende en leerende, en tot 'vergelding 'van deught, na dat het ge'welt der 'vlamme, den XI Ho'vember in 'tjaer m d c xv i piel-lijck opgerefen, het dack, de bakken, ßoelen en onderbaneken leelijck had ‘vernielt, is het fehe, door ordre ‘van de Hooghmogende Heeren Staten ‘van Hollant en JHp-Vrießant,op dep 'wij-p heerlipk 'vernieut fijnde , tot d'openbare keringen der Goddelijeke en 'weereltlijcke faken 'Verordent als oAdriaen 'van JAatene^ , Heer Kruythof. t^nnto-wie. in JVlatenes, Opmeer, ^c. en Cornelis zander Mtjle, Heer in JAijlCi HMeldam, c. Qura-teu,rs ^an di Academie 'waren. Tot deHooge Schole behoort deiCrnythof, die infonderheyt dienftigh is voor de Studenten in de Medicijne , en feer vermakelijck met allerley vreemde boomen en kruyden beplant. By defen Hof fijn groote galeryen ge-boLiwt, daer men des winters de kruyden inbrengt , wekkers natuerlijeke warmte met vuer te maken onderhouden wordt. Insgelijks de Anatomie, hoewel die op ’t Bagijnhof is, als ick te voren gefeyt heb^ in wclcke foo vele vreemde dingen te fien fijn , dat niemant dan een Argus die fou können tellen ; als ee-nige JAumien en doode lichamen der voor-naemfte Egyptenaers, oude afgoden , vreemde kleedingen van vergelegen volckeren, ver-fcheyde foorten van gedierten , die in China, America en elders leven : oock wonderlijeke ontledingen, eenige ongemeene wapenen, en andere ontellijcke dingen, die ’t gefleht van de Liefhebbers daer meer kou neu vermaken, dan hier fijn oogen en ooren. |
De ^ibliotheeck is oock een aenhang van de Hooge Schole ; die met allerley boecken ïWZ’ oft in alle wetenfehappen , foo gedruckt als ge-^7/^ fchreven , rijckelijck voorfien is. Prins Willem van Oranje befchonek de felve , tot een begin , met een Koninglijeke Bybel in fes talen , en een joodfehen Talmud. Onder an-Naeft de felve worden d’Arabifche , Samari-taenfehe en andere boecken bewaert, die fa-cobus Golius ,tegenwoordighProfeflbr in d’O-rientaelfche talen, uyt d’Oofterfche landen gebracht heeft. De geleerde Daniel Heynfius is nu Bibliothecarius , oft Opfiender van de felve, en Secretaris van d’Academie, van wiens lof, om dat hy noch leeft, ick nu niets feg-gen fal j welcke voor eenige jaren een Catalogus oft Regifter van al de boecken, die hier te lefen fijn , uytgegeven heeft. dere dingen wort oock getoont de heerlijc- hornius in fljn vermeerderingen van Reygers-bergens Chronijck feght, verhaelt worden. Hy was Raetsheer van Hertogh Willem van Beyeren , Graef van Hollant, de vijfde van Re gitt van de groote jojepbus ^caUger, eer-tijts het cieraet defer Academie , welcke be-flaet in meer dan twee hondert Aianiifcripta oft gefchreve en gedruckte boecken , in de Grieckfche, Hcbreeufche, Chaldecufche, Sy-rifche , Arabifche , Ethiopifche , Perfifche , Armenifche, Rufiifche, en Latijnfche talen. In ’t jaer m d x c i i hebben de Heeren Staten van Hollant een Collegie voor deTheo- ^ieer-loganten gefticht, en met goede wetten en duytfihe, inkomften voorfien, om xxx i Studenten te onderhouden , wekkers getal namaels byna verdubbelt is. De eerfte Regent van dit Collegie was Joannes Cuchlinus. Volgens dit loflijck voorbeelt hebben eenige Franfche kooplieden in ’t jaer m d c v irAn-een tweede vergadering, dat men ’t Franfche fihe col-Collegie noemt, opgeiicht ; in ’t welck oock eenige Studenten in de Godtgeleertheyt, ten dienft van de Franfche Gemeynten, onderwe-fen en verforght worden. De eerfie Regent is H). Haniel Colonius ^eweeft. O Niemant verwondere fich, dat wy in ’t be-fchrijven der Univerfiteyt oft Hooge Schole, en hare aenhangfelen wat wijtloopigh ge-weeffc fijn, dewijlfe is een der voornaemfte cieraden van de Republijck der vereenighde Nederlanden in ’t gemeen, en van Hollant, doch meeft defer amp;adt, in ’t byfonder, die daer door in de gantfche weerelt vermaert is, en het BataHphe Athenen , Palladifche Ley- EernA-den , ^Al^^doeder der JHijsheyt en Gekertheyt, tnen. en Voedt fier der 'vermaerde mannen genoemt wort. Lact ons van d’Academie en haer toebe-hooren tot de geleerde lieden , die uyt defe ftadt gefproten fijn, ( want wat voeght beter by eickander ? ) voortgaen : dewijl fy van outs niet onvruchtbaer van fraye verftanden is geweeft, gclijck blijekt aen Philippus de Ley dis, een treffelijck geleert man , en een der uytftekenfle van fijn tijdt ; Geleerde ’t wclck fijn boeck He (Jura Reipub. forte ^^nnen. Principantium, dat in ’tjaer m d xvi gedruckt , en niet te bekomen, maer nu onder vele aenmerckelijcke faken d’oude regeering van Hollant en Zeelant betreffende , als Box-die naem,en daer na van fijn broeder Hertogh Aelbrecht; oock is hyVicarius van de Biflchop van Utrecht geweeft, en heeft verfcheyde andere aenfienlijcke atnpten bedient. Hy had |
een
een treffelijeke Bibliotheeck, die, om haer fchoonheyc, Salomons tempel genoemt wierd, opgericht, voor de gene, die daer door begeerden hare ftudien te vorderen ; maer fy is, door d’achteloosheyt van fommige, te niet geraeckt. Men gelooft dat hy omtrent het jaer m ccc lxxx overleden, en in de Hoogh-lantfche kerck begraven is. Bngelhertus Lejdenßs wort een Poeet en Grammaticus van Gerardus Noviomagus, in fijnRegifter der geleerde mannen vanNeder-lant, genoemt j en heeft omtrent het jaer M cc cc Lxxx gebloeyt. Joannes Gerbrandus Leydenßs is Prioor van het Carmeliten oft Vrouwenbroeders-kloofter te Haerlem geweeft 5 en heeft een grooten naem verkregen door lijn Chronijck vanHol-lant, Zeelant en Weft-Vrieflant, en van het Sticht en de BilTchoppcn van Utrecht, wacr mede hy,gelijckhy felfin de voorreden feght, tien jaren oeefigh geweeft is. Joannes Trithe-mius, Abt van Spanheym , die in fijn tijde leefde, fpreeckt loffelijck van hem, en dat hy oock Autheur is van een hiftorie van fijn ordre. Hy is in ’t jaer m d i v te Haerlem in fijn kloofter geftorven en begraven. d^icolaus Leontius oft ^jan Leeuwen is oock een Grammaticus oft Letter-konftenaer geweeft,die mede van de gemeldeGerardus Noviomagus gedacht wort. Petrus ‘Ltlomme'venna, een geleert Theologant, was Prioor van ’t Carthuyfers kloofter te Keulen,enVifitatoroftBeforgervan al de kloo-fteren fijner ordre omtrent de Rhijn gelegen. HetRegifter fijner fchriften is by Valerius Andreas in fijnNederlantfcheBibliotheeck te vinden. Men feght dat hy, lxx jaren out fijnde, in’t jaer m d xxxv i overleden is. Joannes Branconius Leydius heeft omtrent het jaer m d xvi gebloeyt. Dat hy een geleert man was, blijckt uyt de Voorreden, die hy voor de wercken van de gemelde Philippus de Ley dis, door hem uytgegeven, gemaeckt heeft. Cornelius Petrus Leydenßs is door fijn fehrif-ren in de Medicine, infonderheyt van de kennis der kruyden, bekent j want fijne wercken fijn in’t jaer m d xxxiii in’t licht gekomen. Petrus Q^arneJ is eerft Regulier-Cano-nick te Cyfoin, daer na Generael van d’ordre der Carthuyfers geweeft, welckers kleet hy aengenomen had j gelijck Joannes Buzelinus in fijn eerfte boeck van Wals-Vlaenderen, daer hy fijn lof niet vergeet, getuyght : hy is dn’t jaer m d xlvi ontflapen. Arnoldus de Leydis was Abt van S. Paulus Abdye t’Utrecht ; en heeft in ’t jaer m cccc xxi fijn leven met de doot verwiftelt. Joannes Gerardus Leydenfts is in ’t jaer M D XL I V naer het heyligh lant gereyft, |
’t welck hy,met al ’rgene dat daer in gedenck-waerdigh is, befchreven heeft, als Chriftia-nus Adrichomius in fijn befchrijving van Pa-leftina getuyght. Cornelius Verheyden is een Doófor in de Medicine geweeft , en heeft die vele jaren te Delft geoeftent : dat hy geleert was, is in de veerfen van Harmannus Schinckelius ( die hy maeckte drie uren voor fijn onthoofden, ’t welck hy om de Godsdienft leed ) genoegh-faem te befpeuren. Gerardus PLuningius heeft, door fijn ongemeen verftant, deLatiinfche tael in fes maen- fijner ftudien, daer hy een volmaeckte kennis van verfcheyde vreemde talen byvoeghde,volbracht. Hy heeft Profeflbr in de Rechten in dele Academie geweeft ; en is door de Heeren Staten en Curatoren naer Vranekrijek gefon-den, om quot;JoJephus Scaliger, met des Konings believen , te bewegen , dat hy naer Hollant, om d’eere derVniverfiteyt te fijn, fou komen. Pduninßusis in Brabant, daer hy om fijn vrienden te groeten gereyft was, op een koetswagen fittende, in ’t jaer m d c x onverwacht overleden, xlvi jaren out fijnde,en in S. Katarine kerck te Bruftel begraven, daerhem fijn broeder een gedenekteken en graffchrift geftelt heeft. ‘joannesPgt;ancbemius\.s\xï\]zQ.t. m d xl geboren ; en, als hy fijne ftudien in de Rechten voleynt had , en de felve oeft'ende, tot Raets-heer in den Hoogen Raet gekoren, van welc-ke hy daer na Prefident geweeft is. Hy heeft door fijn treffelijck verftant verfcheyde forge-lijcke twiften geflecht, felf tuftchen de Magi-ftraet van Leyden en de Senaetvan d’Academie, over de welcke hy oock Curateur geftelt wierd. In ’t kort, ’t was een man, waer in een deftigheyt fonder hoovaerdy , en een ftreng-heyt fonder wreetheyt uytblonckj met een ge-moet dat niets dan billickheyt en gerechtig-heyt begeerde : foo dat hy onwinbaer fcheen tegen alle veranderlijeke faken , uytgefeyt tegen de Doot, die fijnfterflijckheyt, maer tot fijn groot voordeel, in ’tjaer mdc i ver-meefterde. Guilielmus Coddaus was een goet Theologant , en feer ervaren in de Grieckfche en Hebreeufche talen , infonderheyt de laet-fte, waer in hy Profeftor geweeft is. In ’t jaer M D c X VI was hy Reótor Magnificus defer Academie. Cornelius Swanenburg is in’tjaer m d lxxiv, terwijl defe ftadt belegert was, geboren ; en heeft foo naerftigh in de Rechten geftudeert, dat hy te Douay totLicentiaet,daer na te Leyden Doâor, en eyndelijck Profeftor in die wetenfehap is gemaeckt : hy is oock Redor Magni- |
Magnificus ge weeft, en in’tjaer m d c xxx overleden. Keynerus Pontius , foon van Gerardus Bontius, is, gelijck fijn vader, ProfelTor in de Medicine, en eerft Doctor van Prins Henrick en kracht begon te krijgen , pooghde hy fijn Frederick van Nalfou geweeft : heeft oock Vaders doot te wreken , en fijn overblijffelen byfondere gunften van Prins Maurits genoten , en twee jaren met groote lof hetOpper-Redorfchap defer Academie bedient : en is in’t jaer m d c xxiii geftorven. JL^tUehrordus Snellius is hier in ’tjaer m d c XIII tot Profeflor in de Mathematica, in fijn vader Rudolphus plaetfe , gekoren ; en is in ’tjaer m d c xxvi overleden, en in S. Pieters kerek begraven. A-drtanus Falcoburgius oft 'uan Valckenburgh is in ’t jaer M d c xxiv tot Profeflbr in de Chirurgie en Anatomie geftelt; welk ampt hy vele jaren met groote naerftigheyt bedient heeft. Vermacr- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bcioemfte Schildets en Kunftenaers, de Schil- als Lucos ^an Leyden ^ertjen ^an Leyden, ^ers. JLeen, en andere, fal ick nu, om de kleyn- Tgt;eor-luchtigh Jie Ingeboren ; ah Ko ning Willem -, heyt van de plaets, niet Ipreken ; want men kan Karei van Mander in fijn Schilderboeck daer van nafien. Maer Leyden verwerft een hooger eer, waer in fy geen weerga heeft onder al de Hollant-fche fteden , namelijck , dat binnen hare muren een Koning geboren is. Defe was Willem de Tweede, Graef van Hol-lant en Zeelant, welcke in’t jaer m cc xxii op des Graven Huys oft kafteefdat nu ’t Huys van Lockhorft genoemt wort, ter weerelt gekomen is. Hy was een foon van Graef Floris de vierde, en van Machtelt, dochter van den Hertogh vanLotteringen en Brabant; en is in S. Pieters-kerck, met groote pracht, gedoopt ; waerom hy in de felve een kunftigh hoogh altaer, die door d’inlantfche beroerten vernielt is, gefchoncken heeft. Hy trouwde Elifabeth, dochter van Otto , Hertogh van Bmnfwijck ; en is in ’tjaer m cc xlvii tot Roomfeh Koning verkoren : daer op hy naer Aken ver-trock , dat hy belegerde en won ; en wierd in de felve ftadt van de Keurvorften f andere feggen van des Paus Legaet ) gekroont. Die begeerigh is fijne daden te weten, lefe d’oude Hiftoryfehrijvers, en onder de nieuwe de geleerde Petrus Scriverius. Ick fal alleen hier A/» g^-daente, deugh-den, byvoegen , dat hy was een fchoon Prins, wit van aenficht, fwart van hair, en aenge-naem van lichaem en wefen ; oock ftout van harten , wijs van finnen , vroom van Ridder-fchap, redelijck vanondervinden,lieflijck van feden, milt, rechtvaerdigh, en een vyant van alle valsheyt. Maer defe treftelijeke Vorft is in ’t jaer m cc LV,na dat hy met veel voorfpoet en verwinningen over vele fijnervyanden begun-ftigt was,van fijn wederfpannige Vriefen op’t ys jammerlijck gedoot,en heymelijck begraven. Hollant, |
Graef Floris de Vyfde, fijn foon, , IS hier oock, en in t lelve huys, nae t gemeen ƒ gevoelen , omtrent een half jaer voor fijn va- iiorisy ders affterven,geboren. Soo haeft hy verftant uyt Vrieflant te halen j ’t welck hy door dap-perheyt en kloeckmoedigheyt verkreegh : want hy bedwong en verwon de Vriefen , die fjn da-hem de grafftede fijns vaders toonden ; dies liet hy fijn gebeente naer Middelburgh brengen j en daer in de Abdye heerlijck begraven. Na dat hy daer na verfcheyde vyanden verwonnen had, vele Sterekten gebouw^, den Adel in toom gehouden,de Gemeente gekoe-ftert 5 en fich overal een grootmoedign Prins betoont , hebben vele Edelen , uyt bitteren haet, ( om dat hy hen te weynigh^en de burgers en boeren te veel achte , loo fy fey den 5 want het verkrachten van Velfens huysvrou wort by de Geleertfte onfer eeuwe voor een verfiering en beufeling gehouden) een famen-fweering tegen hem gemaeckt ; waer uyt fproot, datfe hem gevangen naer ’t Huys te Muyden brachten : maer als de Kennemers en Waterlanders tot ontfet quamen, brachten fy hem van ’t Slot af ; waer op de Naerders oock hun Lantsheêr te hulp quamen , en hen ontmoeten j dies Velfen de Graef met x x 11 won- doot^ den in ’tjaer m cc xcvi van ’t leven beroofde; doch tot fijn eygen en al der vloeckverwanten verderf, die meeft alle ftrengelijck geftralt fijn. Graef Floris was een ftrijtbaer,eergierigh aert,geen grootmoedigh Prins, van tamelijeke lang-te, kloeck en fterek van krachten , fchoon ' van aenficht, welfprekend , milt, populaer oft gemeenfaem, en een hanthaver van ’t hey-ligh Recht. Men feght oock, dat hy een goet Mulleus oft Zangkunftenaer geweeft is ; en feer genegen tot jagen en vliegen,het bou wen van heerlijeke huyfen , en alle Ridderlijcke oefteningen. Hy had tot gemalin Vrou Bea- gelijck trix , dochter van Gwye oft Guido , Graef w erj'ge-van Vlaenderen, daer hy vele kinderen by krecgh, die alle jong ftorven, uytgefeyt Joan d’eerfte , die na hem Graef was , en weynigh jaren na fijn doot fonder lijfs-erven overleed ; waer door ’tmannelijck geflacht van d’eerfte Hollantfche ftam ontbrack , en dit Graef-fchap aen ’t Huys der Graven van Henegouwen quam. Defe ftadt is over vele jaren alleen door den Schout oft Opper-Officier en acht Schepenen ring. beftiert, die macht hadden , om keuren en wetten , tot nut van d’inwoonderen , te ma-gegeven , daer in men de volgende woorden leeft : Watter gefloten en ge ordonneert fal 'we-fen bj de acht Gefiuorens ende den échter, tot ij D 4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fro- |
profijt ende he^orderînge der Stadt, quot;t fiehe fal ^an eenen iegelijck ^oor goet gekent, ende 'uajie-Itjck onderhouden werden. Maer nu is aen Schout Schout, gelijck in meeft alle Hollantfche fte-cfi Hooft- den , aenklager, eyfcher en uytvoerder van officier, alle criminele vonniüen,en doet recht,volgens vonnis van de Heeren Schepenen , uyt den name en van wegen de Graeflijckheyt van Hollant. Oock is hy Promotor oft Officier der Academie. Dit aenfîenlijck ampt is altijt-durend, en wort felden dan met het leven af-geleyt ; en nu bekleet van M*“. Geeraert ^an Hooge^veen. e» fine Wanneer defe bediening open ftaet,kiefen de werkie- ^Heeren van de sroote Vroetfchap drie bequa-me perloonen , uyt welcke door de Ed. Gr. Mog. Heeren Staten van Hollant enWeft-Vrieflant een verkoren wert, die in handen van de Heeren van de Rekenkamer der Graef- Surge-tneffie-ren en huer •vermogen. Schepenen. lijckheyts domeynen den eedt doet. De burgerlijcke beftiering beftaet by vier Burgemeefteren , die jaerlijcks op S. Marten gekoren worden, als blijckt uyt het voorrecht van Hertogh Philips van Bourgondicn, in ’tjaer m ccccxxxiv gegeven , daer in men leeft : Item fiai men altejair op Sinte dïdar-ti/ns anjont hy onfienSchout^Gerechte endeVroet-ficip , onfier fiede njan Leyden , in der tijdt we-finde 3 aldaer kiefien wer Purgermeefieren, na uytwijfien onfierfiede oude hant'vefie. Men kieft jaerlijcks drie nieuwe , en een uyt de regee-rende, die met de nieugekorene een jaer regeert. Haer ampt is hier alle de ftadts privilegiën en goederen te bewaren, en tot gemeenc nut te beftieren : fy fijn Ambachts-heeren van Leyderdorp, Soeterwoude en Oeftgeeft : hebben oock macht om de ftadt met koren en wapenen tegen alle noot te voorfien : fy fijn mede Dekens van de Schuttery j en helpen , nevens de Heeren Curateuren, als ’t vierde lidt in dat Collegie, d’Academie , en het Ne-derduytfche en Franfche Collegie regeeren. Dit ampt wort nu, federt S. Marten van ’tjaer M D c L I, bedient by de Heeren iffii^Courijn njander ct/ia M*quot;. Willem Paets, M*quot;. Symon 'van Baersdorp, Foyt 'van Zijp. Hier fijn acht Schepenen, tegen de gewoonte van andere fteden , die in ’t gemeen feven oft negen hebben ; welcke,als gefeyt is, op ’t vermanen en eyfehen van de Schout, vonnis wijfen in alle criminele en civile faken. Sy worden jaerlijcks op S. Jacobs-dagh gekoren: federt de gemelde dagh in ’tjaer m d c li wort dit ampt bedient by de Heeren SDaniel ‘van Alphen, Dirck 'uan Walbeecq, Jacob •vanden Bergh Cornelis Blocq, |
Joan ^an Leeuwen, oAnthonis ^an Deyningen, Joan ^an eZii^arcken, Wilhelm Plajlus. In fware faken, die ’t geheele lichaem der ftadt betreffen , doen de Burgemeefteren de Vroetfchap en Veertigen vergaderen, om die met de meefte ftemmen af te handelen. De Vroet-Vroetfehap beftaet nu uyt de Heeren fihap. M*quot;. Clement •van Baersdorp , Robrecht van Rojjum, Joan vander Marfiche , M*“. LLiclaes vander iMeer , Paulus van Swanenburgh, M*quot;. Wilhelmus Goes, Pieter Warmont, Cornelis van Leeus-velt. De Veertigen gt;nbsp;gelijck men die noemt, fijn met de gemelde Vroetfchap, Raden der ftadtj^J^^ welcke waerdigheyt nu befitten de Heeren oArent vanden Bofih, Pieter van Bronsdorp, Qornelis van (iAchthoven, Qifi^^Catthtjs van Whoü, Joan van Walwijck, Willem van Zanen, Pieter van Griechen, ■ çLl^arcus van Walwijck, Pieter van Buyte-vefi, Herman Schuyl, Hendrick de M.unt, ^^yringh , M^ Rippert van Groenendijek , lohan Bleman, Med. Dod. Wilhelm van Kerchem, Gerrit van Boshuyfien , * Ioan van Staveren 3 M''. Henricus van Willegen. De Threforier wort jaerlijcks uyt d’afgaende Burgemeefteren verkoren, en is nu de Heer Cornelis van Buyte-vefi. De Penfionariifen fijn tegenwoordigh M''.^ Johan van Weveltchoven , en 'MJ.Joachimus van Wevelichoven, Hier fijn oock twee Secretariffen oft Gehcym-fchrijvers, en een Griffier 5 welcke ampten nu bedient worden door Threß-rier^ (^c. M^ Geeraert van Hoogeveen, Mr. Wilhelmus van Kerchem, en Mr. Geeraert van Alphen. Leyden heeft vele oorloghs-rampcn gele- ongeval-den ; want in de Burger-twiften tuflehen de Hoeckfehe en Cabeljaufche partyen is fy ver-fcheyde mael ingenomen, en vol onruft ge-weeft ; dewijl nu de Hoeckfehe , en dan de Cabeljaufche d’overhant hadden, die d’een d’ander uyt de ftadt dreven,en aen lijf en goet befchadighden ; ’t welck men wijtloopigh in de hiftorien lefen kan. Doch fy is boven al yermaert geworden door de laetfte ftrenge belc- |
DEN.
belcgerino; J diefe in’t jaer m d lxxiv van Spaenfchen geleden heeft, en de wonder-lijcke verloffing van de felve. Dies füllen wy, tot eere defer ftadt, een weynigh daer van fpreken. Na dat het krijghsvolck van de Ko-' ning van Spanje eerft omtrent XXIV weken voor Leyden gelegen had, om die te benaeu-wen en te dwingen , fijn fy den xxi Martius die ver- gemelde jaer afgetrocken , om des Prin-late», een leger onder Graef Lodewijck van Naflou t ontmoeten en te flaen. Hier door fchepten die van Leyden een weynigh adem ; maer het duerde niet lang : want den xxvi Mey in 'tvoorfeyde jaer, omtrent negen weken na haer aftreckeUjis den Overften Baldeus weder te Leyderdorp gekomen, om ’t voorfeyde be-vatword. Icgh te hervatten , ’t welck met l x 11 ftereke fchanflen gefchiede. Sy meynden met hey-melijck verftant van binnen , doch eerft met de hulp der uytgewekene burgers, die aen de inwoonders fchreven , met foete woorden de ftedelingen tot overgeven te bewegen 5 doch die van Leyden gaven geen andere dan de volgende antwoorde : |
Tißula dulce canit, ^olucrem dum decipff auceps. dat is : ^ooglaer, op bedriegen uyt i De ^ogel lockt met foet geflujt. In de maent Julius befloot de Maeiftraet pa- „ . piere-gelt te llaen van x x v 111 en x i v ftuy- -vers; op’teerfte en grootfteftont,rontom een Leeuw, ( die een lans met een hoet daer op, als een teeken van vryheyt, tuïfchen fijn poo-ten hiel, ) Uac Libertatis ergo, dat is, dit om der Vryheyt wille : aen dander fijde ftont om de rant, Godt behoede Leyden, en daer onder de volgende letteren, N.Ö. V.L.S.G.I.P.A.C. welcke beteekenen , Liummus Obfejßtx, Vrbis Lugdunenfis Sub Gubernatione Illußrißmi Prin^ cipü oAuriaci CuCus , dat is, Denning, geßa^ gen by de belegerde ßadt Ley de, onder ’t beßier des L)oorluchtighßen Prince ^an Oranje. De kleynfte had dit omfchrift, Pugno pro Patriay dat is, lek ^echt ^oor ’t Vaderlant. Maer ick fal, tot meerder genoegen van de Lefer,en om de feltfaemheyt der fake , de beelden felf der papiere penningen hier by voegen : |
Create ellende. burgers te befchimpen, en feyden : De Geus-jensmoghtennuopdentorengaenyCndeLPlaße^ tegemoet fien , hoe jy haer water , tot hun ont- dit lichaemy[nijt het aenßueken, en deeltfe om, fet , quam aennjoeren. Het wierd evenwel, Ç00 wiß als die ßrecken mogen. Ick ben ge-' met hulp der Zeelanders, onder’t beleyt van de Admiralen Louys Boyfot en Adriaen Wil- Schimprede. Ondertuflehen minderden de eetwaren, en veler moedt en eendracht ; terwijl ’t gebreck van nootdruft, de fterfte, en byna alle ramp vermeerde : want de ftadt wierd met de drie dere ellenden, jammerlijck befocht. De Prins en Staten pooghden haer met het doorfteken van verfcheyde dijeken f ontfetten : doch dit middel wierd niet alleen by de Spaenfehen , maer oock by vele vryheyt-lievende Hollanders befpot; ja fommige van de belegerde felf konden hen niet onthouden van hunne mede-eerften niet, dewijl de wint niet dienftigh was, om ’t water op te jagen ; op dat de fchepen , die hen alle nootdruft aenbrachten , vloten mochten. Terwijl groeyde de honger en vrees, en daer door d’oneenigheyt foodanigh, dat fommige inwoonders de Burgemeefter Pteter aAdriaenßz.). 'vander Wer--ve, met klagende en dreygende woorden , tot verdragh met de |
Spaenfehen pooghden te bewegen ; daer op die grootmoedige man , een recht voorbeelt van edele dapperheyt en Ipicgel aller Regenten, ( als hem de Heer Ridder P. C. Hooft noemt ) dit gedenekwaerdigh antwoort gaf : Ick, lie^ve lïdede-burgers, heb eenen eedt gedaen, ezz ^ertrou den Ge^uer aller goede gauen toe, dat hy my ßant'vaßigheyt 'verleenen ßal, om deßel- waart, ^e waerdighltjck te betrachten. Ick weet dat ick eensßer^en moet ; en ’t is my e^en ^veel, als het fio weßn moet, of het door uwe , oft des njyants handen : want ick trooß my met de gerechtigheyt mjner fake. Derhahen ,foo ghy met mijn doot beholpen fjt,ßaet uw handen aen trooß. Welcke redenen, die een vaderlijeke genegenheyt, een verftaelde trouw , en een ruftigheyt en vcrdraeghfaemheyt vertoonden, bequaem waren om de Vreefe en ’t Ongeduk felf ftout en lijtfaem te maken ; en de burgers foo aen ’t hart troffen , datfe , in hun gemoet overtuyght en van fchaemte verwonnen, fonder fpreken deurgingen. Het voortreden det Overheyt heeft een wonder krachtigh vermogen , om de harten der onderdanen tot navolging op te wecken ; want eenige kloecke |
Yloeck-inoedige redenen Âer bur gers^ killenden der belegerde. burgers riepen de volgende woorden van de veften aen de beleggers : De uergeefs ftoftgbji uan ons gebreck , en uan ons y deluertroumen op ontfet. Gbjy fibeld ons uoor bonden en kat-ten-eters ; als ojer eenige fmaet beebten kon op de gene , die de mee ft e uerjmaetbejt, om eere te genieten , uerachten. ÏAaer aen het loejen , hrieftben en bajfen uan ons gedierte, dat ghy felf hooren kunt, uuort ghy genoegh geuuaer , dat 'er noch uleejch ouerfihtet, om daer, nage-uuoonte, by te leuen, en fich mee te behelpen. Doch foo Udy eyndelijck gebreck krijgen , hebben ujy y der twee armen, en füllen eerfl de fiincker Hen , en met de rechte u uan de wallen afdrij-uen,en onfe urybeyt en uoorrechten befchermen. Maer indien ick al hun jammer en elende fou verhalen, moeft ick mijn pen in tranen nat ' maken j want men kan die naeulijcks met drooge oogen lefen , ick laet ftaen fchrijven. Sommige hadden in feven weken geen broot geproeft : de rijekfte lieden aten paerde-vlecfch, de JofFrouwen hunne fpeel-honde-kens, en de gemeene man honden en katten voor leckerny. Andere beholpen fich met gekapte huyden,{chellcn van drooge fchollen,en beenderen uyx de vuylnis geraept. De kraem-vrouwen moeften fich met een vierendeel tweeback yder etmael lijden j de fwan2;ere was byna de vrucht in 7 lijf verteert. De jonge kinderen wierden met paerde-darmen gefpijft ; eenige fturven in ’t trecken aen de ledige borft: ja meermael fijn fybeyde,de moeder en ’tkint in haer armen,op ftraet doot gevonden. De peft verflond omtrent fes duyfent menfehen , het darde deel der me-nighte. In ’t kort, men was tot het uyterfte water niet meer voor hen geftreden had , dan fy met foo weynigh volck , wat meer dan twee duyfent mannen , konden doen , Leyden fou in d’allergrootfte fwarigheyt gekomen,en een geheeleverwoefting,foo ’tfcheen, geleden hebben. Te Leyderdorp , in de her-bergh van de Veltheer, vond men de ftadt en belegering afgemaelt, waer onder hy met fijn eygen hant, nu gereet fijnde om op te breken , in flecht Latijn gefchreven had : Vale (/‘vitoi , 'ualete caflelli parui j qui reliftti eVlis propter aquam , (ƒ non propter uim inimico-rum ; daer mee hy feggen wilde, Vaert uuel Stadt, uaert ujelklejnejebanjjen j die uerlaten fijt om 7 uüater, en niet om 't geuüelt der upyan-den. Voegh hier by, behalven water en wint, de volgende twee oorfaken , te weten , het vallen van een groot ftuck van de ftadts muer, en de fchrick der Spaenfehen, die hier door re meerder, en veel grooter dan ’t gevaer was. Tot befluyt defer gefchiedenis fal ick de volgende woorden van den Heer P. C. Hooft, Droft te Muyden , hier byvoegen : De Vroet-febap maeckte een raetflot, uan alle jaers dtei^ dagb,met bidden en louenjcn ommegang in 7 ge-uueer, tot onuerflerfijeke gedachtenis, te uier en. JHelcke danckbaerbejt des anderen daegbs bege-nadigbt uuert, met bet ueruuecken uan eenen uüint u^t den z^ujidoofie, die degoluen't lant deed' rujmen, en daer na Uüat noordelijeker, omfe met een beftigh onuüeêr z^eeudaert in ts fiou'iven. IDies hinekte nu nergens de Godtlijc-ke uoorfirge ; en bleeffoo zoel deene als d^ande^ re party ouertuygbt in den geef, dat de Heer der Heirfcbaren fijne uuonderbaerlijckheyt, met dit Ukerek, ten uueereltfcben toonneele bad doen uer-fchijnen. Dus verre de gemelde Hooft. noovaerdeiijcK nepen ; Der lou men deJtarren met de bant bereycken, dan deßadt uyt baer gepelt rucken. Doch het water rees met de fpringvloet en noordweften wint foodanigh, dat de fchepen konden vloten , en over ’r lant heen varen : foo dat de Spaenfehen meer de flroomen , dan de ftedelingen hen v^'eefden , en fy meer belegerde dan beleggers waren : dies foneken fy haer gefchut in de flooten, en namen verbaefdelijck , en niet fonder verlies, vlucht. Den Ammirael Boifot quam op derfiadt) fondagh den derden Oólober in de ftadt, met de grootfte vreught der flaeuwe en byna yer-fmachte ftedelingen,die hy alle nootdruft toebracht. De Prins, de Staten, de Leyenaers, ja byna alle Hollanders geloofden,dat dit ont-fet meer door Goddelijeke gunft en kracht, dan door menfehelijek vermogen uytgevoert is 5 'want, feyden fy, foo Godt met wint en Tot befluyt van dele befchrijving fal ick bier byvoegen de volgende rijmen, die Jacob eer-na-Lejeaille tot lof defer ftadt gefongen heeft ; 0 moedigh d ei^I dat, met ßrenge dapperhedetîj Pefi, honger y ßpeeit en tyoift ftantl^afligh hebt geleden. Als d’Oceaen y^oor u te yclt ging, en met kracht ' Der Winden u yierlofl' l^an der beleggers macht En ygt;olle Vryheyt gaf. Kon ick u daden fingen I 0 Schok ygt;angedult ! Herbergh der'Vreemdelingen, En Moeder 'Van een Vor fl en Helt, die in fijn jeught De Roomfehe kroone droegh. 0 Voedfter'Van de Deught, En alle quot;svetenfichap ! Eooneel der yoijfle lieden, Apolloos Dempel, Hof 'Van Pallan , yciens gebieden Vbefliert Cieraet van't vrjie Lant, Der Mufen WoonplaetSj en Voortteelfler van Verflant, Voorflreeckfler Van hetRechtfienecsvrou der gebreken, Die alle Volckren doet van uyce Wjsheyt Jpreken j Bataeffich Athenen ! kef door Voorficht, Tron en Raet, En Vree en Voorfpoet, als de fiuplen Van u Staet. |
Msterdam is de vijfde ftadt in ordre ter vergadering der Ed. GrootmogendeHeeren Staten van Hollant en Weft-Vrieflant : doch men kan haer met recht d’eerfte , niet alleen van ditLantfchap, maer oock van’t geheel Aertrijck ( als een Vorhin allerkoopfteden) noemen; wanneer men bemerckt hare gelegenheyt, rijckdom , menighte van menfchen ; en infonderheyc hare gedurige fchipvaert en grooten koophandel naer alle ge weft en der weerelt. Sy is niet alleen nu ter tijdt, gelijck ick ge-feyt heb, maer was oock eertijdts de vijfde, als van de Steden geen andere dan de fes groote op de byeenkomften der gemelde Staten plegen te verfchijnen ; ’t welck klaer blijckt uyt dele bewijs-redcn : als men in vorige tijden ecnige beden, oft geltmiddelen, plagh in te willigen, en tot dien eynde penningen opnam, wierden de brieven by de fes groote fteden, als Dordrecht, Haerlem, Delft, Leyden, Amfterdam en Goude,befegelt : hoewel meneenigederfel-ve vind, aen welcke maer dé fegelen der vijf andere fteden hangen : waer uyt een groot misver-ftant, dat noch in de harftens van fommige fpeelt, gefproten is, te weten, dat Amfterdam weleer de lèfte was ; ’t welck t eenemael verliert is : dewijl niemant eenige brieven, daer Amfterdam laetft gefegelt heeft, kan toonen. De re-den,waerom het fcgel defer ftadt aen fommige niet gevonden word, is defe : dat fy dan felf de penningen , fonder die op renten te nemen , heeft opgebracht ; om alfoo den ingefetenen , welcke voor de betalinge der renten arreftabel waren , niet te befwaren. ' Sy heeft feer geringe beginfelen gehadt, waer in men haer met het oude Romen, (de hooftftadt der vierde Monarchie, en een Godin aller volckeren, ) die haer oorfprolag van den herder Romulus, ende hutten der veehoeders heeft,kan vergelijcken : want eenige arme vilTchers, aengelockt door de vifchrijcke rivieren, hebben niet wijdt van het Hot der Heeren van Aemftel, by den Dam , aen en op de nabygelegen dijck, eenige kleyne hutten, met ftroo gedeckt, gemaeckt ; welcke allengs vermeerdert, en tot de grootte van een tamelijck dorp aengegroeyt fijn. Men kan niet feker feggen wanneer oft van wie dit eerfte flot ge-bouwt is, nochte oock wanneer die eerfte vif-fcher ofte vilTchers haer hier nedergefet hebben : maer uyt alle omftandigheden, hier nae wat breeder verhaelt,is waerfchijnlijck,dat het eerftnaehet jaer m cc, omtrent de tijdt van Hollant, |
Willem d’eerfte , Grootvader van Willem de tweede, Graef van Hollandt , en daernae Roomfeh Koning, geweeft is. In defe eerfte jeught ftont defe Buert oft dorpfwant men kon haer toen noch geen ftadt noemen) onder de byfondere heerfchappy der Heeren van Aem- ouäe ftel,welck adelijck gellacht toen van eengroo-te naem, en al te voren bekent, en vermaert was; dewijl in alle oorlogen en gevechten van Acmflei., die tijt t’elckens de dapperheyt der Heeren van Aemftel geroemtwort. D’eerfte,daer men iets Van vind, is Godefridus van Aemftel, die men feght, dat omtrent het jaer m c xvm de twee-en-dartighfte Biflehop van Utrecht, na de doot van Diederick, gekoren is. Geen van alle de oude oft nieuwe Schrijvers, dan alleen den eenigen Guilielmus Heda , fpreeckt van hem ; hoewel hy niets dan ’t voorverhaelde van hem feght. In ’t jaer m c l 11 wort van Ëgbertus van Aemftel gefproken , die een foon , Gijsbertus genoemt, wiens oorloghs-deughden geprefen worden , gehadt heeft. Dele heeft Lodewijck van Loo , f die , door ’t huwelijck met Vrou Ada , dochter en erf- - 1 • 1 1 r 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r en centje genaem van Diederick de levende, Graer van ham Hollant meende te worden ) regen Willem dade». d’eerfte , broeder van de gemelde Diederick, die de Staten van ’t Lant gunftigh waren , geholpen : waer door de Kennemaers ^emfleU •veflen, foo fpreeckt d’oude Chronijck, (ick vermoede dat het is geweeft een Kafteel ofc Slot der Heeren van Aemftel) tot de gront toe vernielt, en de dijck ^an den AernHel ( dat is, naer mijn oordeelden Aemfteler Dam) door-géfteken hebben. Wanneer oft van wie heC Slot weder gebout is, is onbekent. De gemelde Gijsbrecht had twee fonen, Engelbrecht en Wilhelm, van welcke in ’t jaer m cc x x x v gefproken wordt. Uyt de laetfte is Gofewijn, de leven-en-dartighfte Biflehop van Utrecht, gefproten , die ’t Bifdom na een jaer verlaten moeft. Engelbrecht heeft Gijsbrecht, die de Chronijeken Gouverneur van QAemß;eüandt noemen , voortgebracht. Door ’t verftooten Van Bilfchop Gofewijn,hebben de Heeren van Aemftel, en fommige edelen, fich met Graef Otto van Gelder verbonden, en den Biflehop van Utrecht beoorloght ; doch fy fijn eynde-lijck gevangen, en, door ’t voorfpreken van Koning Willem, weer losgelaten. Maer om dat Graef Floris de vijfde, foon van de gemeî-de Koning Willem, den Biflehop van Utrecht begunftight, en tegen hen geholpen had , en om verfcheyde andere oorfaken , heeft Gijsbrecht van Aemftel, foon van de jongftgemel-de Gijsbrecht,foo waerfchijnlijck is, met Gee-raert van Velfen en Herman van Woerden een t’famenfweering gemaeckt, om de voorfeyde ij E nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Graef |
AMSTERDAM.
■Aitigr-djr/i Wort Mti IJol- 'Graef Floris te vangen, en in Engclandt te brengen. Ick fal defe gefchiedenis, om datfe yder genoegh bekent is hier niet verhalen j maer alleen feggen, dat dit vloeckverwant-lehap den Graef fijn lcvcn,en al de verbondene hun eer en welvaert kofte 5 en de Hecrlijckhe-den van Acmftel en Woerden hier door aen het , Graeffehap van Hollant vervielen : want Joan de tweede,Graef van Henegouwen en Hollant, gaf aen fijn broeder Gwye oft Guido voor fijn van Aemftel waren , verkregen hebben , het welck in’t Latijn gefchreven is, en in onfe tael dusluyt : Floris, Graeve 'van Hollant n Zeelant , en Heer ‘van Vrieflandt, allen die prifie-deÇe tegen'woordige ßen füllen , falnjt : H'We ge. gantfehe Gemejnte 'wete , dat 'Vüj de Heden 'woonende tot Amßelredam , tot herßelling der fchade , die 'wj en onfe lieden haer gedaen hebben, wan nn woort goet gewonden hebben patrimonie de Heerlijckheden van Aemftel- ^an aile fehattinge wan onfen toi wrj te maec-lant en Woerden ; welcke hy , Biftehop van ken , woor aile hare ejgen qoederen , die f door Utrecht geworden lijnde, te leen behield, foan ons geheele lant brengen oft werwoeren. In ge-wan Leyden verhaelt het felve in de volgende ttpygeniffe der 'ivaerheyt hebben “wy dit tegen-'woorden : Haer na Wilhelm den Goeden, Gra- wjoordigh fihrift met onfen figel doen beweßi-we wan Hinnegoti'we ende Hoüandt, Guido Bif gen. Gegewen tot Lejden , des Sondaeghs woor fihop,.fijn oom, owerleden fijnde, onder'w or pende de Heerlijckhejden wan Aemfiel ende wan Woerden met haer ßedekens aen fijn landt, heeftfe wer-renight aen het Graeffehap ‘van Hollandt. In de 'weleke hj uyt fijnder naem heeft Bailius ende Pachters gefonden ; werfekerende dat de felwe Heerlfckheyden gegewen fijn ge'weefi aen den woorfejden Bifehop woor fijn patrimonie, nae datfe 'waren werwallen aen het Graeffehap wan Hoüant, om dat in worige tijden Gijsbrecht wan oAemfiel, ende Herman wan Woerden niet en hebben be'waert de 'wiüe wan Floris, eertijdts Grawe wan Hollant. Sommige fchrijven , dat de gemelde Heer Gijsbrecht, na dc doot van Graef Joan d’eerfte , ( foon van d’omgebrachte Graef Floris ) omtrent het jaer m c c c weder quam, Aem-ftelerdam innam, en met houten bruggen, ve-\ Kagel fien en torens verfterekte : maer dat daer door herbciiwt, geburen gramfehap foo feer ontftack,datfe, als tot een gemeene brant, toeliepen, hem verdreven, en defe plaets en fijn kafteel,dat nooit •voeder opgemaeckt is,gantfeh vernielt hebben. jc,melt-. gelooft dat het ftedeken oft dorp aen de ooftfijde , en het kafteel aen de weftnjde van het Dam-rack, gelegen hebben j want oude lieden plegen te verhalen, dat eertijts tulTchen d’Oude en Papenbrugge , aen den Nieuwen-dijek, als men in d’aerde fpitte, om de fondamenten tot nieuwe huyfen te bereyden , eeni-ge oude muragien , als.tekens dat’er weleer een groot gebouw geftaen had , gevonden fijn. Uyt het voorverhaelde kan men d’oor-fprong defer ftadt, die in haer eerfte jaren en teedre jonekheyt met verfcheyde rampen worftelde, ten deele befpeuren : want dewijl Gijsbrecht van Aemftel fijn kafteel en defe plaetfe verfterekt heeft, als boven gefeyt is ; loo blijekt dan, dat ’er iets meer dan ’t Slot was, en alreede verfcheyde inwoonders, hoewel geringe lieden , gewoont hebben : maer laet ons dit bewijfen ; hier toe dient haer fer'wegen maken de de. Hieruyt blijekt, hoe eerfte privilegie oft voorrecht , dat fy van kleyn defe groote ftadt toen geweeft is 5 want Graef Floris de vijfde,meer dan twintigh jaren de Digck, daer defe brief yan Iprceckt, welcke |
voor fijn doot, als fy noch onder de Heeren àen dagh der H. Apöfielen S'^mon en^judoi in 'tjaer enfer Verloßtng m cc lxxv. Defe vry-heyt heefc de felve Graef, feftien jaren daer na, met een tweede hantfehrift vernieut. verwoeft is ; en hoe fy, na de gemelde lchade en vernieling, in die eerfte eeuw allengs weer toegenomen hecft,daer van vint men geen oft weynigh befcheyts in d’oude hifiorien. ’t Is evenwel waerfchijnlijck , dat de vloet van de gramfehap der geburen meeft op het flot van Heer Gijsbrecht van Aemftel, als d’oorfaeck der felve, uytgcftort is ; ’t welck niet duyfter-lijck befpeurt wort aen ’t overblijven en onge-fchent bewaren Van ’t voorverhaelde eerfte en bevelling van ’t felve , nu noch d’eerfte plaets van de voorrechten in de Hantveften defer Stadt heeft. Indien fy dan niet geheel, gelijck ick geloof, vernielt is, heeftfe te eerder können aengroeyen , ’t welck in d eerfte veer-tigh jaren , nae ’t verdrijven van de voorfeyde Heer van Aemftel, allengs gefchiet is : gelijck blijekt uyt de vryheden en palen , door Graef Willem de vierde, in ’t jaer m ccc xlii verordent : ick fal ’t affchrift der eyge woorden, in onfe tael gefchreven, en in de gemelde handt-veften onder de privilegiën te vinden,om datfe d’eerfte aenwas der ftadt bequamelijck ver-toonen, hier byvoegen : In den eerfenfo feilen dieÿnlen’van hare‘vryheyt ‘Weßn,op die Oofz^f ^vrjhe^'t^ de ‘vander poorten, aen Jans Witten Hoff ede ; op die lAoortz^ijde, aen het groote Godshifs-lant ; op de WefiZiijde, aenden uteren egge ‘uander La^ ne y die legget in Tsbrants-lant, ‘vander Aujt--'wijnde op die Zujtz^ijde inder iHefe tegens der Lane o'ver ; alfoo alft metter graft begrepen is : ende in dieHa'ven ten haHen Stroom tot intTe^ ende ‘voort f reckende in 7 Te langes den Tdijck Oofi‘ivaerts ‘vijftigh roeden bujten de 'wintmo^ len, die Heere Willem uan Ontshoorne ‘van on- |
hu een groote en fraye draet is , de Zeedijek gebruyckt, die met de Hooghduytfche ge genoemt, die van de S’^. Antonis-marekt tot : nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;~ aen ’tY ftreckt, is toen buyten geweeftj ja het lchijnt, dat’er haeulijcks iets, dan omtrent den Dam en het Dam-rack f in ’t verhaelde ichrift de 'Ha‘ven geheeten ) bewoont vas. die ver- Daer na heeft Hertogh Aelbrecht van Beye-meerdert Ruwactt vah HoTlant, den goeden luy den ^an^ïAemflelredamme defe gratie gedaen^ ÓCc. dat fy haer 'vryheyt ‘van haer fiede meeren mogen ende uytfetteniftreckende ^an haer oude ^ryhey-de, dteß nu hebben,tot hondert gaerden toe,^c» Sijn foon Hertogh Willem , de fefte van die , haem,Graef van Hollant,verordende,dat hare Bemuert. Eerße foorten. l^dems oor-Jprong. vryheyt over het Ye tot acnde Vogelvijck foude ftrecken. De brieven daer af, by de gemelde Vorften onderteekent, worden noch bewaert ; d’eerfte is in ’t jaer m c c c lxxxvi, dander in’t jaer m cccc i5c gefchreven. oude fegel der ftadt feggen Amfielre damme, 2X3 boven verhaelt is ; en geloove oock, dat Aem-fteen, dicht in elckander gevoeght,en de voet ^elre niet anders is als een genitivus van Aem-der felve van witte gehouven fteen kunftigh fiel, en even ’t felve als Aemfteler ; gelijck alre gemaeckt, welcke nu alle geflecht fijn ; loo in oude brieven gevonden Vord in plaetfe van dat’er van dien ouden omring niets overigh is, dan Schreyers-hoeck, en d’oude S. Antoms- In defe tijdt was Amfterdam noch önbe-muert : want fy is eerft in ’t jaer m cccc lxxxii, door d’opgereien oorlogen , met muren omringt en geflerckt, als Maria van Bourgon-dien , eenige dochter en erfgenaem van Her-togh Karei de Stoute , die met Aerts-Hertogh Maximiliaen van Ooftenrijck troude , leefde poort, die nu oock een Wage is : doch fiet-men op fommige plaetfen met laegh water eenige van de fondamenten. Onlangs daer na fijn d’oude Reguliers-poort eh de gemelde oude S. Antonis-poort gemaeckt , ge-lijck ’t opfchrift aen de laetde , dat het jaer M cccc ixxxvni vertoont, te kennen geeft. Haer naem heeft fy , buyten alle twijffel, van de rïviere lt;iAemfiel oft Amjiel, én den jyam, die ’t felve Vater en het Ye van elck-ander affondert. Eenige meenen , dat d’Am-ftérdammers en alle Hollanders een fluys,waer waerdigh die dat re in ’t wootd AemjielredM voor een reede willen nemen : want wy feggen oock Saerdam en Saenredam,\x\ plaets van 54-nerdam.SoQ dat men,om te befluyten,naniijn oordeel, het woort Dam in fijn eygen beteyc-kening(dat is, een hoop aerde,die tVee wateren af-fondert, en ’t hooghfte fiut en ophout) moet nemen : want het Vortigelijck yder weetgt; nochdagelijeks in die fin gebrüyckn Doch of men namaels de fluyfen ( die in de plaets der dammen gekomen en beter fijn,om datfe met laegh buytewater het binnewater können uyt-door men het binnewater uytlaet, en de buy- laten,de landen van overtollig Vater ontlaftengt; tewateren ftut en ophout, een Dam hoemch, eh ververfchen, en na believen weder inlaten ; behalven de gerieflijke en nutte deurvaert vooÊ de fchepen ) oock dammen genoemt heeft gt;nbsp;om datfe tfeh deel de felve Verkinghebben,en gelijck blijekt, foo fy feggen, aen verfcheyde fteden, wiens namen foo eyndigeh , als Rotterdam , Schiedam , Edam eh Monickedam. Oock vind men , nac haer gevoelen , dat het woort Dam(op dat de ftedelingen op defe out-heyc mogen roemen)vanTacitus,voor duyfent en vijf hondert jaren, byna met de felve betekening daer in men het nu gebruyckt,verhaelt Vort : want hy feyt, in ’t leven van Agricola, datDlt;«^woftT^?^m byd’Engelfchen een fpuy meenfehap had. Derhalven befluyten fy , dat Am^eràam niet anders beduyt, dan een waterleyding oft fluys, tuflehen de voorfeyde rivieren Ye en Aemftel, dienftigh om de wateren te dutten, en in oft uyc te laten, ha gele-gentheyt. Sommige noemen haer in ’t Latijn f^erfihey-i andere maer dit vel, dat my ’t eenvoudigh en dage-lijcks gebruyck van ’t felve woort, infoncîer* heyt in d oorfprong van de naem defer ftadt, beft behaeght. De Lefer verkiefe uyt de voor-verhaclde verfcheyde benamingen wat hem aenftaet 5 ’t is altijt feker , datlS nu meeft eh oft fluys beteekende. En Cefar feght, dat En- in ’t gemeen oAmfterdam genoemt wort, gelant eertijts meeft van de colonien oft voort- Sy leght aen ’t eynde Van Aemftellant, ecr- Gelegen-plantingen der Belgen bewoont was. Oock tijts een deel van de noörderfche jW^’«4p«,aen hebben wy en de Franfchen weleer een tael twee rivieren : want d’Aemftel komt van Hollant. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ij E ’tzuy- |
Amflelredamum\àoc\\my{gt;c\\^ç.^t bcïiAem-fieUdamum oft Am^eUdawum ; hoewel in lum, Sceretum opt. oAmfielredamenfis, De ge-meene brieven der Staat hebben ook meeft in Neerduytfch oAfnjlelredamj welck fommigen bewogen heeft te lchrij ven Aewi^el-re-damme, als of men feggen wilde, een reede en dam aen den Aemftel. Andere meenen , dat men haer Aiemß:elaam behoort te noemen gt;nbsp;om dat in alle oude hiflorieh en brieven, de riviere niet alleen, maer oock ’t oude en adelijck geflacht van hare Heeren , meeft Aemßeh en niet oAmjlel oft ^mfier, gehoemt wordt. Maer, na mijn gevoelen, behoort men haer Aemfie^ 1er dam , als een Dam aen den Aemfiel, te noemen. lek weet wel, dat de brieven en het ^en; doch houdedit erhalven belachens- |
Aemßel.
T'wee deden.
Gebuer~ Tolcke-ren.
’t zuyden in de ftadt,en ] Damflnys daer fy fich, door 't openen der felvejinet eeiiK^cj^ van ’t Ye (dat byna zuydt-
M.
loopt daer door tot de ändert was, ontfangen heeft ; welck Ye eer-: tijts, na haer gevoelen, als de Zuyderzee hare tegenwoordige groote noch niet had , fich voorbyEnekhuyfen metd’Yfel plagh temen
weft en noordt-ooft ftreckt,envan ’moorden in de ftadt komt) vermengt ; en dus wort fy in twee gedeelt, van weitje ’t wefterdeel de Tdiett'ive fijde, en ’t oofterdeel d'Oudeßjde ge-noemt word. Aen de zuydfijde der fluys be-hout d’Aemftel haer naem ; maer aen d’andcr fijde wort het gemelde Rack van’t Ye , Dam-rack, doch met een bedorven woordt, oAmmerack geheeten ; gelijck men oock den Aemftel tot aen de Diemer-meer het Dam-rack plagh te noemen.
Nae ’moorden over ’t Ye leggen de Waterlanders , die Plinius Trifiahonen noemt ; aen de weftfijde woonen de Haerlemmers enKen-nemerSjVan d’oude Caninefatet geheeten j nae ’t ooften is Weefp , Muyden en de Goylan-ders ; en nae ’tzuyden leght Ouderkerek en Aemftelervcen , daer het Sticht van Utrecht aen volght. Het omleggende lant, welck des winters byna aen alle lijden plagh met water bedeckt te leggen,wort nu met molens droogh gehouden : doch naer Goylant is de gront niet foo waterigh noch broeckigh j rriaer begint fich voorby Muyden allengs te verheffen,
en buyten Naerden heuvelachtigh te wor-:3efihrip den. Het gemelde Y, ’t welck eertijdts veel ■'ving.'VAn kleynder is geweeft , loopt wijt en breedt, 7 Te. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;een fachten vloet, van ’t weften nae ’t oo
ften , langs het noorderdeel defer ftadt tot in de Zuyderzee ; en geeft alfoo een feer heerlijeke en treffelijcke reecle,en aenkomft voor
zee tot voor Àmfterdam. Sommige noemen dit water Tye, als of het van ’t gety, dat is, ebbe en vloet, fijn naem had : maer d’oude en rechte naem is Te, als de brieven, by de oude Graven van Hollandt gegeven , getuy-gen ; gelijck men in ’t voorverhaelde privilegie van Graef Willem de vierde, en in dat van Willem de fefte , foon van Hertogh Ael-brecht vanBeyeren, kan fien ; want in ’t laet-fte leeft men defe woorden : Item, dat haer
gen. Dit gevoelen, en dat het Ye fich voorby Edam,Enckhuyfen en Medemleck heeft uyt-geftreckt, wort door de gewoonte beveftight, dat men de haringen, die op fekerc tijdt des jaers omtrentEnekhuyfen en Medemleck gevangen worden,noemt. Wy hebben defe riviere wat breedt befchreven , om hare bequaemheyt voor de fcheepvaert, en mede om datfe de ftadt aen d’een fijde als een feer breede graft befluyt,verfterckt,en tot een bol-werek dient ; waerom fy oock met een dubbele rye van palen befet is, in welcke op ver-fcheyde plaetfen foo veel opening , die men des nachts met boomen fluyt, gelaten wort, dat ’er de fchepen door können varen. Als men binnen de ftadt langs het gemelde Ye gaet, oft buyten de palen om vaert, fiet men eenige hondert fchepen van allerley gedaente, als een dichte boffchaedjc, leggen , die hier des winters, buyten gevaer van onweer, win-terlaegh houden, en veyligh tot op ’tvoorjaer bewaert worden ; van welcke lommige foo groot fijn, datfe , als drijvende kafteelen , om hare hooghtc, fterekte, en raenighte van ge-fchut, den vyanden verfchrickelijck fijn. Men gelooft, dat het fien van foo veel fchepen by elckander aen Amfterdam alleen eygen, en nergens in de weerelt diergelijck te vinden is.
En ditfal van haer begin en eerfte wasdom fwant van hare vergrootingen en heerlijeke vermeerdering füllen wy hier na fpreken ) ge-noegh fijn.
De gront van Amfterdam en der omleg- VTeech gendc landeryen is foo weeck, broeckigh oft moeraftigh, datfe fchijnt op d’aerde te fwem-men; foo datfe geheel onbequaem isom huyfen daer op te fetten : waer door niet alleen de kercken en torens, en andere gemeene ge* bouwen, maer Oock de huyfen der byfonde-re lieden niet können gebouwt worden, of men moet eerft een goet getal maften oft palen , omtrent 40 oft 45 voeten diep in d’aer-dc flaen , het welck men heyen noemt. De fwaerfte gebouwen worden met maften, om-
'uryhede meeire fal 'wefenhovenhaer ouder ‘vry-he de, die jy nu hehhen in 't Te, tot aender Voel-*Wïjck toe ouer int Te: defe hantveft is in’t jaer M c ccc IX geteekent. In een ander , vier jrent 6q voeten lang, en de gemeene huyfen jaren daerna by de felve Graef gegeven , in met palen van omtrent 45 voeten geheyt, tot welcke hy d’inwoonders van Reynerskop, datfe aen oft in de fantgront ftuyten , en niet Bylcvelt en Achthoven de vryheyt vergunt , dieper in können. In voegen dat de geheele datfe graften en waterloopen in den Aemftel ftadt,tot yders verwondering, op omgekeerde mochten brengen, blijekt het oock klaerlijck: boomen gebouwt is ; waer over de geeftighftc Voort hebben 'cvy den felsen goeden luyden ge- Poëet ƒ. manden Vondel dus van haer fingt :
Keer om de Stadt, i^isbofchyfan onder, engebouypt
Koort heb o en 'ivy den jeL^en goeden It gunt te wateren in den oAmfiel, ende ‘uoort in den Te, Ia eenige meenen, dat d’Yfel (die
Op boomenj onlangs noch gehaelt in Noordfche yvoud»
ten tijde van Strabo Sala genoemt wierd,) \
’t eerfte deel van haer naem van ftYe, alsof voorrechten door hare Vorften verworven ♦
Sy heeft vele en verfcheyde privilegiën en
Sala met byvoeging van Y inTfala enTfel ver- D’eerfte der fclye, yan Graef Floris de vijfde
Graef Willem de engefladight, dat is, beveftight heeft. Oock ; palen en vryheyt heeft hy, als wy te voren in d’eerfte beginfe-
tem de
“Vierde gt;
*vatt Key-» ferin MargA-reta y
“VAn W/l-tem de “vijfde,
ƒ gegeven hebben wy hier voren , in ’t aen-tlorisy wijlen van de oorfprong defer ftadt, daer toe het dienftigh was, ingevoeght ; en oock ten 'van Wib deel van ’t voorrecht van G vierde, voor foo vele het de palen en vryheyt der ftadt betreft,gefproken : loo dat by’t felve niets te voegen is, dan dat de gemelde Graef Willem hare vorige vryheyt van tollen beve-ftight heeft 5 en daer en boven begeert, dat de Bur^emeefteren ’t recht fouden hebben ,
• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;111 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T r
; R D A M*
welcke brieven van de Burghgraef, Hertogh Aelbrecht in ’t jaer m ccc lx , als hy noch als
Ru^aerc de landen beftierde , geconfirmeerd
len defer ftadt aengeroert hebben , hare vry-
ren daerna,foo fommige feggen, heeft de Ko- ' niiig van Sweden , oock Aelbrecht genaemt, vericheyde vryheden aen d’inwoonders van Amfterdamj infonderheyt die gene die met hare fchepen om koophandel te doen aen fijne kuften quamen, gefchoneken. Maer de voorfeyde Hertogh Aelbrecht heeft mede ordre
goet vonden aen te nemen ; en gaf hen oock verlof om Scholen op te rechten.
Margareta, gemaelin van Keyfer Lodewijk, en fuller van de gemelde Graef Willem de vierde , heeft by openbare brieven , in ’s Gra- fen op den Middeldam defer ftede , tufichen venhagein ’tjaer m ccc xlvi gefchreven, d’inwoonders der felve , en die van Alich-vergunt, dat Amfterdam nimmermeer en in doem in Amfterlant : en verordent, dat men geenerley wijfe van’t Graeffehap vanHollant in d’omleggende dorpen geen‘vonnis en fonde gefcheyden fou worden. Daer na heeft fy al- beroepen aan tot oAmfi er damme , maer ‘waer Ie de vorige privilegiën, die defe ftadt van eènigh man‘U ander e ene party e^ die dat‘vonniffie hare voorlaten ontfangen had, beveftight. nbsp;nbsp;aenginge^ ende des begeerde y foo fouden die Sehe-
Haer foon Gracf Willem de vijfde (met wie penen dat ‘vonnijfe halen tot Amflerdamme , op fy om’t gebiedt der landen in twill en oorlogh der gener koflen dte in den onrecht be'viel, ende geraeckte, waer uyt de lantverderffelijcke en foo wes de Schepenen •van Amjlerdam •voor bloedige partyfehappen van Hoecx en Gabel- recht uyt gaoven , dat foude •voort^aen. In een ' 1 r 1 r. 1 n andere brief belaft hy, dat d’Overfte van de
: gefproten fijn) heeft de Voorfeyde gunft-t] van Amfterdam niet te vervreemden
jaus brie]
van HollantjCn andere faken;, in ’t jaer m ccc lv vernieut en bekrachtightjen daer by gevoeght, indien iemant der burgers fijn leven quam te verbeuren , dat de Graef voortaen niet meer
felve dorpen , die men in ’t gemeen Baljuw noemt, fijnen eedt den Schepenen van Am-fterdamme foude doen. Oock is ’cr een lang inftrument en gunftbrief , by het welck niet alleen die van Amfterdam , maer oock vele andere fteden , vry van alle recht van de lla-pel tot Dordrecht verklaert worden. Oock heeft hy in ’t jaer m ccc xci aen Schepenen enRaedc der Stadt An iftelredamme gegeven, dat Jy tot eeu'wigen dagen jaerlijcks eenen Kóogt fetten mogen eride füllen op den landen te Schoo-nen^ op haren Vitten ende landtdat fy nu daer hebbent oft namaels daer •verkrijgen mogen ^an den Koning •van Denemarcken, aüe faken ende recht •van onfr Stede wegen te bedrij'Ven ende te bewaren, als fy daer te doen hebben. Wat het kiefen van de Burgemeefteren belanst,
dan de helft fijner goederen fou mogen aen-taften ; en d’overige helft fijn vrou , kinderen oft wettige erfgenamen genieten. Oock beloofde hy t’onthefen den goeden luyden •van Amfielredammegemeynlijck, alle dootflage, roof brande, fchattinge , rechtemfe •van lij've, •van-gsnijfe , brekinge •van huyfen ende^Vefient die gedurende de oorloge tufichen hem ende fijne moeder gefchiet waren , fonder hem ofte iemant ee-nige beteringe daer af te doen : en eyndelijck daer by gedaen, dat hy henlieden ontheffen joude •van alle borghtochtent dieJy “voor hem geloofi hadden j ende daer •van quijten.
•vAn Her- De gemelde Willem wierd na fijn moeders ende Baden alle jaer op onfir Vrouwen kranekfinnigh, en al fijn leven achter de te Lichtmis , ende dat door de meefiefier» groote Sael in den Hage, als in gevangenis, bewaert en belloten gehouden ; dies is fijn broeder Aelbrecht ontDoden,die xix jaren als Ruwaert en Befchermer, en, na fijns broeders
a^ont
daer van heeft hy verordent : dat Schepenen
doot/xxvii jaren als Grave van Hollant, met
'oor de meefle fiemmen , drie Ba eden oft Borgemeefiers kiefen fiuden, de welcke infgelijeks eènen der fiel'uertdte het'voorle^ denjaerBorgemeefiergeweeSÏ iSiby haer nemen Çouden. Dat Hertogh Aelbrecht defe en ande
heeft Amfterdam feer gunftigh geweeft. Daer fijn oock brieven, waer by Dirck van WalTe-naer,toen Burghgraef van Leyden en Ridder, verhaelt,dat hy en die van Amfterdam verdra- fake fe^groote dienfiengedaen hebben fz welck gen fijn,dat alle hare burgers van alle tollen in men oock,indien onfe voorouders de gefchie-lijngebied vry fijn,uytgefeytinde jaermarkten denilTen van die tijdt naerftelijeker befchre-te VTaerdingen,Voorfchoten en Valkenburghj ven hadden, klaerder fou können bewijfen. '
blijekt hier uyt,dat hy inde gemelde brieven verfcheyde mael de volgende woorden veren Burgeren fihenekt, dte hem en de gerne ene
-ocr page 149-AMSTERDAM.
'Viin Her- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hcftogh Willem, de fefte van die Wil- naem , heeft al de voorverhaelde vryheden Vader en voorfaten bcveftight; en eenige andere, infondcrheyt drie byfondere , daer bygevoeght. In d’eerfte der felve, behab ven andere giften , verklaert hy al d’inwoon-ders der ftadt vry en onbelaft van alle Marckt-tollen, die in fijn geheele heerfchappy betaelc wierden ; en feght uytdruckelijck, dat hy hen defe gunft doet ow hare ^erdienflen : de brief isin’tjaer la cccc ix onderteekent. Inde tweede fprecckt hy van 'de verdere uytbrey-ding der ftadt, als wy te voren aengeroert hebben ; van de vilTcherye , Van des Schouts ampt, en fommige andere dienften der ftadt, welcke hy begeert, dat alleen nae ’tgoetdunc-ken der Magiftraten fallen bedient worden. In de derde ordonneert hy, dat de Schepenen en Raden jaerlijcks, op goede vrydagh, uyt de burgers, die in fulcke faken ervaren fijn , nieuwe Waerdeyns van de draperye der la-kenen kiefen füllen , welcke neerftige forge voor die neeringe fouden dragen. Dc kerckelijcke perfoonen en monicken beveelt hy in de felvc brief, in ’t jaer m cccc x i ge-fchreven,datfe geene roeilijcke oft onroerlijc-ke goederen, binnen de vryheyt der ftadt leggende , füllen contraóleren , oft erven, en voor haer koopen ; uytgenomen de Parochie-kereken en Gafthuyfen , die binnen de ftadt en hare vryheyt fijn,welcke ’tfelve toegelaten is. Te voren , in’t jaer m cccc iv,ihadhy hen vergunt, dat geen Poorter meer dan fijn * lijf, en hondert gulden cens, uyt fijne goederen , verbeuren kan. 'h.'An Her- nbsp;nbsp;Hertogh Philips van Bourgondien,6^e- Góede gcbynaemt, Graef van Hollant en Zeelant geworden fijnde, heeft Amfterdam oock met ’ vele voorrechten, te lang te verhalen, begun-ftight : wy füllen alleen de voornaemfte hier byvoegen. In ’t jaer m cccc lii gaf hy hen verlof den tol oft boomgelt, die men in ’tgemeenPaelgelt noemt,erffëlijck en eeuWe-lijck fontfangen j op voorwaerde, datfe gehouden füllen fijn getrouwelijck en met vlijt, als te voren , te maken, onderhouden en fteb len , die tonnen , die als een vat in de zee omtrent den ingang en uytgang van de monden der Zuyderzee , uytfien, en op ’t water drijven ; en oock vuerteekens oft bakens, die by nacht de varende lieden vuer toonen, jaerlijcks oprechten oft hermaken: mede alle vlijt , aen wenden, dat alle bedriegelijeke ondiepten van zeebaneken voor groote fchepen, die de gaten vanHuysduynen,TeXel,Vlielant endet Schelling trachten in te komen,klaerlijk open-baer en van yder gemcrekt können worden. Hy heeft mede aen de Magiftraet vernieut het vermogen van de Waerdeyns over de dra-perye der lakenen te ftellen^wacr uyt blij kt,dat die neeringe toen hiergebloeyt heeft. ï) overige voorrechten , aengaende de regeering eii ’t Kiefen der Overheden, door hem gegeven -, füllen wy terftont, als wy van de felve fpreken, kortelijck verhalen. |
Nae ’t overlijden van Hertogh Karei de en Stoute, foon van de gemelde Philips de Goe- r^oning de,is hem fijn eenige dochter Maria van Bout- 1 • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;111® n 1 r n 1 I iiaerh. gondien, die de hantveiten deler ftadt beve-ftight en vermeerdert heeft , gevolght ; en met Maximiliaen van Ooftenrijck , loon van Keyfer Frederick de derde , in d’Echt ver-faemt^ Welche Vorft de ftadt Amfterdam met het volgende heerlijck privilegie , om ver-fcheyde redenen , die hy tot hare eere daer in Verhaelt, begunftighde : Maximiliaen hj der gratiën Gods , Roomfeh lConing , altijdt 'vermeerder ’s Riieks j ende Philips by der fel've gratie Eerts-herto- kroon^of gen 'van OoßenrijekyUertogen 'uanRoargonjeny ’t wapen ^c. Allen dengenen die defen brief fallen ßen, 'vae-oft hooren lefenifaluyt. Omme dat 'Wy bemerc-ken dte groote getroawigheyt ende goet'willig-’' heyden, ende oock mede de menichfoadige dien-flen gt;nbsp;die onfe Stede 'van oAmßerdam, ende de ingefetenen 'van dien, tot harenßivaren kofien, ons ende den 'voor'vaderen 'van onfen fine Koning Philips , tot di'verfche ßonden gedaen en^ de bewefen hebben , ende byfinder dagelijcks doende ßjri in defi onfe tegemvoordige 'wape-ninge, die 'wy 'van noots 'wegen moeten doen, omme onfißede 'van Rotterdam i het Slot en de Stede 'van Woerden, tot redaéîie, ende onfe ge-^ hoorfaemheyt te brengen. Soo ees ’t, dat wy aen-fiende, hoe die fil^e Stede niet geeiert en is, mei eenen alfalcken 'wapen , als wel behoort te hebben, ende dat byfinder, om dat die Poorter en ende Ingefetenen ^an onfen 'voorfehre^e ßede wan Amßerdam , dagelijcks met hare fihepen ende goederen , te 'water ende te lande, in 'vele 'Verre ende 'vreemde Rijcken ende Landen con-'verferende fijn in koopmanfehappen : Waerom- ■ me, end,e om der redene wille woorfichrewen, en^ de om finderlinge faken, ons daer toe porrende s Wy hebben uyt onfen eygen propren wille, fie^ dale gratie ende authoriteyt, 'verleent ,gegunt i ende vegewen , werleenen, gunnen enaé ge'veti mil dei Amßerdam 'voorfchre'ven 5 dat Jy wan nt4 woortaen, tot eeuwigen dagen , haer wapert woeren ende bekleeden, tot een eeuwige memorie wan onfer gratie,metter Kroone wan onfen R^c-ke. Ende omme dat wy ’t filwe woor ons, ende onfi nakomelingen , waE , gefiade , ende wan weerden willen gehouden hebben ; fbo hebben Wy, tot een oorconde, defen brief geteyckent met onfen eygen Hame. (legewen in onfi Stede wan Schiedam , den elfden Eebruarii » anno M cccc Lxxxviiij ónde 'was onderteyckent3 Maximilianut, 6c c, Het |
Het oude wapen en fegel defer ftadc was een fcheepken oft cogge , waer in twee Hol-lantfche Graven , op d’oude wijfe gewapent, ftaen ; welcke de Magiftraet defer ftadt, om de hantveften en willekeuren van hen verkregen , tot een eeuwigh teecken van danck-baerheydt, in haer fegel voerde. Van de namen defer Graven kan ick niets feker feggen, dan ’t is buyten twijfefdat d’een uyt hetHuys van Henegouwen, om dat men ’t felve wapen *in fijn fchilt fiet,gefproten was ; dander heeft een baniere met de drie molenwiecken , het hedendaeghfche wapen , in de hand, dierge-lijcke oock op ’t achterfchip ftaet. ’t Is waer-fchijnelijck, dat d’een Graef Willem de vierde , en d’ander Hertogh Aelbrecht vertoont j om datfe defe ftadt feer begunftight hebben.
R D A M.
afftantvan de Satisfadie defer ftede bedongen hebben het Schout-ambacht met de emolumenten van dien aen defe ftadt te behouden ; ’t welck haer by de Heeren Staten toegeftaen en toegelaten is : Soo is ’t dat de Ed. Heeren Burgemeefteren voorfz. na voorgaende ßne ver-lutie van de Heeren xxx v i Raden , gewoon fijn te accorderen ende over een te komen met een bequaem perfoon, die continuelijck feven jaren poorter is geweeft ( volgens het privilegie van Hertogh Aelbrecht van Beye-ren , in ’t jaer m ccc xciv gegeven) omme by hem als Schout van wegen defer Stede het Schout-ambacht te bedienen , en de luftitie
voor den rijt van driejaren te adminiftreren: fulcks dat hy oock gehouden is in ’t bywefen van de Heeren Burgemeefteren den Eedt in handen van de prefiderende Burgemeefter te doen. Hy oeffent hooge en laege jurifdidie vermc-binnende ftadt en hare vryheyt,enbericht alle nbsp;nbsp;’
breucken,kleyn engroot,hooge en laegej nae
Hede»-daegh-fche wapen.
laer-marck-ten.
Weeck“ murckt.
Het hedendaeghfche wapen is een goudt velt, op welck ftaen drie balcken, de middel-fte der felve is fwart, verciert met drie filvere molewiecken, de andere twee aen wederfij-
den fijn roodt. De top van ’t felve is met een den inhout van’t vœrrecht,dat Hertogh Wil-Keyferlijcke kroon,als wy terftont gefeyt heb- lern de fefte in ’t jaer m cccc ix vergunt heeft, ben, vereert ; en ’t wort van twee leeuwen ge- Sijn ampt is mede, in ’t maken van ftatuten , houden. Als ’er hals-recht gedaen wort, heb- ordonnantiën en willekeuren , ’t fy van wat ben Schout, Burgemeefteren en Schepenen faken ’t felve magh wefen , met den Heeren eenfwarte fluweele ftroock fmet een roodt Burgermeefteren en Schepenen fijn opinie te kantjen ten wederfijden ) vol filvere mole- geven , de publicatie der bevelen te bevorde-wieken,drie en drie by een, hangende op haer ren, en d’overtreders te ftraffen volgens den tabbaert, over haer flincker-fchouder, tot by- inhout der felve. Hy magh mede alle quaet-na onder aen den tabbaert j op ieder eyndt doenders en mifdadigen binnen de ftadt en van defe ftroock ftaet het wapen der Stadt,en hare vryheyt foecken , apprehenderen, oft daer nefFens aen d’eene fijde wort de letter A, verfekeren, in de gevangenis examineren, ha-en aen d’andere de letter M genaeyt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;re belijdenis doen aenteekenen , op de feyten
De ftadt heeft drie Jaermarckten,van welc- die hy hen te laft leyt fich informeren, getuy-ke de voornaemfte in September is , om- genis daer van te beleggen ; en die eyndelijck treilt S. Lambrecht, en duert veertien dagen, voor den Rechter te ftellen,om fulck een ftraf D’andere is omtrent Pinexteren ; en d’overige te eyfehen als hy oordeelt datfe verdient heb-in’t midden van de Vaften. Petwee laetfte ben, en d’uytgefproke fententie ter executie hebben hare namen van die tijdt, in oft by te ftellen. Alle vonniften in civile faken wor-wclcke datfe gemeenlijck komen : maer de den oock,op de vermaninge van den Schout, eerfte is devoornaemfte,en noemt men meeft oft, in fijn afwefen,van de voorfittende Schede ICermis-marckt, De grootfteweeckmarekt pen,gewefen. In’t jaer m d c li, als ick is des maendaeghs j welcke van meer vreem- dit fchreef, bekleet defe aenfienlijeke bedie-de lieden befocht wordt,als in vele andere fte- ning den Ed. Heer
den de Jaermarekten. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cornelis de Vlaming van Qats-hoorn-, Rid- en naem.
En dit fal genoegh fijn van de privilegiën nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;der, Heer van Outs-hoorn, Gnep-
defer ftede, van welcke wy de geheete kopyen, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hoeck , ÔCc.
dit ampt gekoren worden : defe eer genietçn nu de Ed. Heeren
Regee-ring in't gemeen.
Schout ,
gelijck het laetfte,wel hadden können ftellenj De Burgemeefteren beftieren de burgerlijc- ^ffrge-maer om onnoodige wijtloopigheyt, en ver- ke faken der ftadt, en fijn gemeenlijck twaelfj drietelijckheyt der lefers, te vermijden , die en moeten eerft xl jaren oudt fijn, eer fy tot^^^J/^^*^ alleen kortelijck willen aenwijfen.
Amfterdamwort beftiert,gelijck meeft alle
Hollantfche fteden,by een Schout,vier Burge-meefteren,negenSchepenen,en xxxvi Raden.
De Schout oft Hooft-Officier is Stede-hou-der van de Hooge Overigheyt en Graeflijck-heyt van Hollant, en in die hoedanigheyt be-kleet hy d’eerfte plaets in de banek der Schepenen. Alfoo de Heeren Burgemeefteren inde Hollant.
Jan CorneIt/L. Geehinck , Anthony Öetgens •van Wa^veren, Ridder, fleer van Waveren , Botshol en
Ruygewilnis, ÓCc.
oAndrtes Bicker, Heer van Engelen* burgh, ôCc.
•Filter Hairelaer,^'^-
ij E 5 D^ Gee-
verkie^
’Dermo-gen,
en n-A-men.
R D A M.
Geeraert Schaep j
Backer i Ridder van S. Marcus. Cornelù de Graefe Heer van Zuydt-Polsbroeck, amp;:c.
Cornelis Bicker njanSlieten, Heer van Swieren, ôCc.
iSliclaes Korver,
Brans Banning iCock, Ridder der ordre van S.Michiel, Heer van Purmerlant en Ilpendam, Sóc.
Cornelü Boom,
Joan Hnydekooper, Ridder, Heer van Maerfeveen , Neerdijck, amp;c.
Hier uyt worden jaerlijcks drie mannen , op den eerften Februarii, door de meefte Item-men van alle de Burgemeefteren en die ooit Schepenen geweeft fijn,gekoren;en foo wanneer door het affterven van een oft meer der felve, het getal niet vol is, wordt een oft twee nieuwe naer gelegentheyt daer toe gekoren, en fomtijdts vervult ; volgens het privilegie van Hertogh Aelbrecht in ’t jaer m ccc xcix gegeven ; welcke drie, uyt de drie die het vorige jaer aengekomen fijn , eenen tot fich nemen, welcke de drie nieuwe den eedt afneemt en d’eerfte drie maenden voorfit ; foo dat er altijt vier regeerendeBurgemeeftersfijn. D’an-dere acht worden Out-Burgemeefteren ge-noemt ; en uyt de felve gemeenlijck Threfo-ricrs en eenige tot Wees meeft eren gefielt; oft oock eene voor drie jaren gecommitteert in de vergadering van de Gecommitteerde Raden van Holland enWefl-Vriefiant,en op haer beurte een in de vergadering der Staten Gc-nerael, oock in de Raedt van Staten , en in de Raedt ter Admiraliteyt, die t’Amfterdam refideert,voor drie jaren : om de welflant van ’t gantfche lant in ’t gemeen , en defe ftadt in ’t byfonder, te helpen bevorderen. By Burge-meefleren beflaet de gantfche regcering van de Stadt, foo veel de politie aengaet ; doch,in faken van gewichte, met communicatie van de XXXVI Raden. In ’t kort, hun ampt is het welvaren der fladt en inwoonders te befor-gen, en de felve in goede rufle, vrede en eendracht te bellieren : waerom fy te recht Bur-ger-meefteren, en fomtijts Burger-Vaderen , genoemt worden. Dit heerlijk ampt wort nu, in ’t jaer m d c li, bedient by de Ed. Heeren
D\ Frans Banning Koek Ridder der ordre van S.Michiel, Heer van Purmerlant en llpendam, amp;c.
IVillem Backer, Ridder van S. Marcus. Cornelis de Graef, Heer van Zuyt-Pols-broeck, amp;.c.
D’’. Cornelis Boom,\n Au gull ns overleden, en in fijn plaets
Joan HuydekoOper, Ridder, Heer van Maerfeveen, Neerdijck , amp;c.
De regeerende Burgemeefteren kiefen Thre-
foriers, Weesmeefteren, Threforiers extraor- ’t Kiepen dinaris, Rekenmeellers, en Commiflarilfen derjubal-
van de Banck van Leening , van de WilTel-banck,en andere ; en,met de regeerende Schepenen , op den IV Februarii, CommilTariiren van de fubalterne Recht-bancken, als van de Huwelijckfche faken, A lieu ran tic, Kleyne faken, Zeefaken, en Defolate boedels ; welcker ampten wy hier nae befchrijven.
Flier waren eertijdts feven Schepenen ; maer in ’t jaer m d lx heeft het Hof dit getal met twee vermeerdert; foo dat ’er nu altijt negen regecren: en worden jaerlijcks gekoren volgens een privilegie van Vrou Maria, in ’t jaer m cccc lxxvi gegeven, waer van de woorden defen aengaende aldus luyden : dat njan nu voortaen,ende tot eeuzuigen dagen,die xxxvi perfoonen die aireede gekoren fijn by den Rijck-dom ende Gemeente lt;van der 'voorfzj. Stede 'van Amfielredamme , omme te helpen raeden ende 't bjle doen metten goeden luyden ‘van den Ge~ rechte , in der tijdt 'wefende, in allen faken der ‘Voornoemde Stede aengaende, daer tiyy haren eedt toegedaen hebben , füllen mogen kiefen een-gt; dracht e lij eken of bj der meere fiemmen ujan hen^ luyden, ende dat by haren eede, die z^y daer toe openbaerlijeken doen füllen , in handen ^an on^ fen Schout ^an Amfielredam, of by gebreke ^an hem, in handen ^an den outfien Burgemeefier ^an der felver onfer Stede, alle jaer Hjf dagen ^oor onfer lieber Vrouwen dajj te Lichtmjfe, veertien perfoonen ‘van den rijekfien, eerbaer^ fien, notabetfien, reckeltjckfien, ende vredeUjeV fien Poorteren 'van onfer 'voorfz,. Stede ‘uan Amfielredamme,fonder iemant daer uyt te verft eecken , om haet, nijt, noch om eenigerhande andere faken , die fy fchuldigh ende gehouden wefen füllen 0ns ende onfen Erven, of onfen Stedehouder ende Raede van Hollant, allejaer voort over te feynden, omme daer uyt by Ons, of onfen voorfchreven Stede-houder ende Raede gekoren te werden jeven Schepenen , voor dat toekomende jaer duerende, ende om op onfer lieven Vrouwen dagh te Lichtmijfe binnen onfer voorfzj. Stede gefet ende geeedt te worden, gelijck dat ge WO onlijck, ende na der privilegie van der voorfzj. Stede fehuldigh is te ge-fchien. De namen der gekorenen wierden by belloten milfive aen de Schout defer Stede te rugh gefonden tegen den eerften Februarii, die de felve openende, de feven gekorene tegen des anderen daeghs ’s morgens den tweeden der felve maent ontboodt , en hen den eedt afnam. Maer nademael dit Landtfehap nu fonder Gouverneur en Stadthouder is,
terne hancken.
Schepenen i
haer getal y
onäe ver-
en heien-daegh-
hebben de Ed. Heeren Burgemeefteren van de nbsp;nbsp;'
Ed. Gr. Mog. Heeren Staten van Hollandt en Well-Vriellandt, in dato den December M D c L, Odtroy bekomen, dat fy fell,uyt het dubbel getal van veertien,de feven Schepenen kiefen ;
KM.
h der 'ver-mogen, en ni-men. De yiwvi Haden hare in~ fie Hing, kielen ; en doen fulcks terftont naer het fcheyden van de Raedt,bellLiytende de namen der felve in fekere miflive aen den Schout als voren. Doch foo iemant tot Schepen gekoren wordt, die den Schout en de nieugekore Burgemeefteren te nae in bloede beftaetj foo blijft de Burgemeefter; en de voorfeyde Heeren kiefen een ander Schepen uyt het dubbel getal van de laetftgekorene veertien. De nieuwgekore en afgaende Heeren Burgemeefteren , neffens de nieuwgekore Schepenen, kielen dan, by de meefte Hemmen , twee van de feven die het vorige jacr in bediening ge-weeft lijn, om ’t aenftaende jaer Eerfte en Andere Prelident te fijn,volgens het privilegie van Koning Philips, als Graef van Hollandr, gegeven. De Heeren Schepenen moeten boven de vijf-en-twintigh jaren out fijn j en hebben ter eerfter inftantie kennis en judicature over alle faken , aengaende de inwoon-ders defer ftede en hare vryheyt ; oock over buyten-lieden en hare goederen , die hier bevonden en gearrefteert worden. De fubal-terne baneken , hier voren verhaelt, hebben judicature ter eerfter inftantie over die faken , tot welcke fy Ipecialijcken fijn gecommit-teert j doch men kan en mach van hare von-niften appelleren oft lieh beroepen op ’t colle-gie van Schepenen: wiens ampt is in’tkort,alle gefchillen en faken,die voor hare banek komen, te bellechten. Sy fijn oock by ’t examineren en pijnigen der mifdadigen, en ftrijc-ken ’er vonnis over, ’t fy van leven oft doot ; doch niet fonder des beklaeghden volkome verantwoording gehoort te hebben : foo dat men hen bequamelijck Rechters over alle civile en criminele faken mach noemen. In ’t jaer m d c ii wordt dit fwaerwichtigh en moeyelijck, doch achtbaer ampt, bedient door de E. Heeren D*quot;. Qornelü , Eerfte Prefident, .M^ Symon ^van Hoorn, Andere Prefident, oAlhert Pater, harent Schellinker, Joan pieker, D*quot;. Pr ans Peael, D*quot;. Cornelis ^an P)ronck€laer gt;nbsp;Qnradus Purgh, D\ joan Plaeti. |
Hier is oock, als in de meefte fteden van Hollandt,een eeuwige Raet; hoewel in voortijden, als de Itadt noch ftondt onder d’oude Graven,alle faken door de Schout en weynige Raden uytgevoert wierden : doch in ’t privile-gie,datHertogh Philips vanBourgondien in’t jaer m cccc xlix gaftom drie Burgermeefteren, en een dubbel getal tot Schepenen te kiefen, blijekt dat ’er in die tijt xxiv Raden waren. Daer na heeft VrouMaria , Hertogin vanBourgondien, in ’t jaer m cccc lxxvi het gemelde getal met X11 vermeerdert ; foo dat ’er federt die tijt XXXVI Raden geweeft fijn. By aflijvig-heyt van een oft meer der felvc, word op den XXVIII lanuarii het getal met andere notabele en eerbare perfoonen, doch niet min dan •verkie-XXV jaren out, volgens het felve privilegie , fi’^S» door hen felf weder vol gcmaeckt. Het getal dan tot XXXVI volkoren lijnde , kiefen fy xiv •vermo-perfoonen, uyt welcke de feven Schepenen gen, gekoren worden , als voren verhaelt is. Soo dickmael als fy, door ordre van de regeerende Heeren Burgermeefteren, ontboden worden, fijn fy gehouden op’t Raethuys te verfchijnen, op de punten en articulen,hcn by de voorfeyde Heeren Burgemeefteren voorgedragen, te adviferen, helpen raden, en ’t befte te doen in alles,den welftant van het Landt en defe Stadt betreffende. Dit Collegie is alleen gedurigh gedurig-en onveranderlijck, fonder ’t welcke, in de ge- , wichtighfte faken, foo van het Landt in ’t ge-meen,als van de Stadt in ’t byfonder, niets be-floten wort : want het reprefenteert het gant-fche lichaem der Gemeenre.Defe feereerlijeke bediening wort nu bekleet by de E. E. Heeren Symon ‘vander 'Hoes, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en na- óAnthonj Oetgens 'van IHa^eren, D\ (»Andries Bicker, D'quot;. Hicolaes Hulp, Jan Corneli[zj. GeeHinck , Geeraert Schaep, l'Htüem Backer, Pieter Hajelaer, ^mon de Bijck, Joan Huyydekooper, Jan ClaeÇzj. Vlooswijck, Hendrick HirckJzj. Spiegel, Prans Banning fiCock, M’'. Geeraert Schaep Pieterfij^ oAlbert Hirckjzi. Pater, M' Joris JoriJJ. Backer, Cornells yacobjzj. PHejer, D*quot;. Pranek i;ander 2deer, Cornelis de Graef, PHillem Buytenburgh, Boelof Bicker JacobfZi^ DS Cornelis Witfen, Joan ‘vande Poll, DS Geeraert Beynfl, Parent Schellinger, Ms Syymon ^an Hoorn , MS Pieter Kloeck, Ds Cornelis ^an Hronckelaer, DS Lambert Beynfl, Conradui Burgh, 'M! Joachim Bendorp, Willem Six, fidicolaes Paneras, fidicolaes LCor^er, DS Joan Plaeu, Ds Cfornelis Boom j Hier |
A M s T E
rhrefi- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Threforiers ordinaris, dat
y/m. mede een feer geacht ampt is, en by na al-tijt door Out-Bnrgernieefteren bedient word : haer laft is forge te dragen voor het ftadts geit, rekeninge te houden van alle ontfang en uyt-geef, en alle inftrumenten, die den ftaet der Itadt raken , te bewaren. In dit jaer m d c li bedienen dit ampt de Heeren
(iAntonj Q eigene 'van Wauer en Ridder , Heer van Waveren , Scc.
ISIiclaes Koruer beyde Out-Burger-meefteren.
Weesmee- De Weesmeefteren bedienen de vooghdye fiers. van fuleke weefen, die noch onderjarign fijn, van een oft van beyde hare Ouders berooft, en goederen genoegh , om van te leven hebben; defe, hoewel fy by Teftament van Vooghden verforght fijn , moeten evenwel, door fekere wetten en ordonnantiën, de Meefters van de Weeskamer erkennen , ’t en fy die expres by Teftament oft Codicille worden uytgefloten. Defe nutte forge en laft wort in ’t gemeen den Out-Burgermeefters , Out-Schepenen oft Raets-perfoonen opgeleyt.
contmif- De Commiftarifteii van Huwelijekfehe fa-gemeeiilijck vijf, welcke over alle ge-tvehjck^ fchillen, die over trou-beloften,cn wat ’er aen-Jch'e ßt- hangt, ontftaen , vonniften en recht fpreken.
De gene,die fich in den Huwelijeken-ftaet be-geeren te begeven, van wat gefintheydt datfe fijn, moeten voor haer verfchijnen , om haer namen en qualiteyt te laten aenteeckenen , om van de puye van het Raethuys, oft in de publijeke Kercken, nae yders verfoeck, afge-kondight te worden.
ThreQ- Oock fijn hier twee Threforiers extraordi-riers ex- naris, die den achtften penning oft verpon-trnordi. ding i en de extraordinarife impofitien oft la-ften , ontfangen ; en daer tegen wederom ee-nige van ’s lands renten betalen.
Heken- De twee Reken-meefters overfien alle re-meeßers. keningen van het ontfangen en uytgeven der ftadt ; en bedienen nu mede de Confia gnatie, die voor defen onder de Heeren Schepenen plagh te wefen.
/tffèurAn- Als de koophandel dagelijcksaengroeyde,is tie-mee- hierin’tjacr m dxcvhi een AfTeurantie-ka-mer opgerecht. Hier over worden jaerlijeks drie mannen geftelt, oft fomtijts een oft meer van de vorige gecontinueert ; welcke alle faken en gefchillen, uyt den geheelen handel van Afleurantie, oft verfekeringe van fchepen en goederen,en oock van avarien, gerefen, na ’t voorfchrift der wetten, daer van gcmaeckt, examineren en afleggen. Sy mogen oock be-flechten de faken, uyt defen handel, felf buy-ten de ftadt, ontftaen, indien partyen haer tot defe kamer gedragen , daer onder behooren, oft anders door de felve daer toe betrocken worden. Op defe kamer houdt men alleen
R D A M.
van waerde fuleke Afleurantien,die gemaeckt fijn op het over en weder voeren van eenige koopmanfehappen te lande oft ter zee ; en niet op ’t leven van eenige perfoonen, oft rey-fen in verre landen. Wat Afleurantie oft ver-fekeren is, weet een yder , die maer eenige kennis van koophandel heeft ; en is derhalven onnodigh ’t felve hier breeder te verklaren.
Hier fijn oock drie Commiflariflen van de commif. Wiflelbanck : de ordonnantie op defe banek/^^^^'quot;^ is in ’t jaer m d c ïx gemaeckt, by welcke fulcks verboden wort aen alle andere perfoo- Hanck, nen , die ’t felve , onder de kooplieden en burgers , te voren pleeghden. Dit is een feer nutte inftelling, tot bevordering van de koophandel ; en in ’tbyfonder dienftigh in de wiflelbrieven en andere faken.
De Commifl'ariffen van deKleyne faken fijn vAn de nu feven in getal, daer onder moeten ten min-ften twee Out-Schepenen fijn. Voor hen die- * nen nu, ter eerfter inftantie , alle faken tot fes hondert guldens en daer onder, uytgcfondert arreften,oft die tot andere fubalterne baneken behooren.
In ’t jaer m d c xiv heeft de Magiftraet 'vem de een Huys oft Banck van Leeninge opgericht ; in ’t welck alle ingébrachte panden tot een re-
IVI nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• nbsp;nbsp;nbsp;1^1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T-x- 1 ningCy
delijcken prijs beleent worden. Dit huys wort door twee Commiflariflen f die fomtijts beyde, oft een der felve, uyt de Magiftraet gekoren worden ) beftiert.
Tot het af handelen van de Zee-faken wor- nbsp;nbsp;nbsp;de
den jaerlijeks vijf Commiflariflen gekoren, zee-Jk-oft ten deel gecontinueert; daer oock in ’tge- ’ meen een oft tweeOut-Schepenen onder fijn, en voorfitten. Sy vonniflen oock alle aótien van injurien.
In ’t jaer m d c x l i n hebben de E. Hee- en 'ua.n de ren van den Gerechte goet gevonden een Ka-mer van deDefolate boedels in te ftellen; waer toe jaerlijeks, door de felve Heeren, vijf ge-qualificeerde perfoonen, en daer onder ten minften twee Out-Schepenen , en eenige die kennis van de koophandel hebben, gekoren worden, om de felve te beftieren.
Van de vonniflen van alle defe voorverhael-de mindere oft fubalterne Rechtbaneken mogen partyen, als ’t hen gelieft, aen de Heeren Schepenen appelleren binnen fekeren tijt; gelijck ick te voren aengeroert heb.
Hier fijn twee Penfionariflen, daer toe in penßona-’t gemeen verftandige Rechts-geleerden door denRaedt verkoren worden: defe fijn als Orateurs en Advocaten der ftadt ; en worden fomtijts, benevens andere Heeren, in eenige commiflie van de Magiftraet gefonden.
Oock fijn er gewoonlijck negen oft tien secret a-Secretariflen , welcke door de Heeren Bur- rijßen. gemeefteren geftelt worden : en vier mindere, als van de Huwelijekfehe faken , Afleurantie-
-ocr page 154-AMSTERDAM.
rantie-kamêr , Water-recht , en Defolate boedels. Krijghi- De Krijghs-Raet beftont voor eenigc jaren uyt twee Colonellen, twintigh Capiteynen en hare Lieutenanten. Maer door ’t verme-nighvuldigen der menfchen,en tot verlichting van de wachten,is de ftadt in ’t jaer m d c l in vier-en-vijftigh wij eken , en fooveel vaende-len, onder vijf Regimenten, als hctBlaeuwei Oranje^ Witte, Geele en Groene, gedeelt ; waer over, als te voren , twee Colonellen fijn j welck ampt nu bedienen de E. Heeren Joan 'vanâe Poll, Oud-Schepen, en D\ Cornelis Witfen , nu Prefîdent van Schepenen. waer uyt In voegen dat de Krijghs-Raet nu beftaet in itenuhe- Je twcc gcmeldc Heeren , en vier-cn-vijftigh Capiteynen; f'in abfentie van de Capiteyn 'compareert de Lieutenant:) en dat onder di-reâ:ie van de Ed. Heeren Burgemeefteren, tn hacr die Opperhoofden van de felve njn. Defe Raet •vermo. ordre over ’t waken van de fehutteryen ; neemt nieuwe fehutters aen , en den eedt af, om de ftadt getrou te fijn : kieft oock de fer-gianten der compagnien; en, met de Ed. Heeren Burgemeefteren , aile nieuwe Hooft-Offi-cieren, als Colonellen , Capiteynen , Lieutenanten , Vaendragers, de vijf Prevooften en Brandmeefters. Van de gemelde liv vaende-len waken y der nacht twee der felve. De Militie defer ftadt beftont eerft in drie, maer nu in vijf compagnien voetknechten,die alle in den dienft en ecdt defer ftadt fijn; van welckc alle nacht een gedeelte op verfcheyde plactfen waken. Twee van defe compagnien, volgens de Satisfalt;ftie van ’t jaer m d lxxviii, fijn ’s Lants compagnien,worden daer van be-taelt,en doen den eedt aen het Lant, en aen de Stadt : d’overige drie fijn Stadts compagnien. Majoor, nbsp;nbsp;nbsp;Hier is oock een Majoor oftWachtmeefter, die acht neemt, dat de wachten wel en be-hoorlijck beforght fijn. VierStib- Defe Stadt heeft nu vier Subftituten, die ßituten. men oock Onder-Schouten noemt, welcke den Heer Hooft-Officier, in ’t bedienen van fijn ampt, behulpigh fijn. Andere nbsp;nbsp;nbsp;Alle andere mindere Amptenaers,als Kerck- Ampte- meefters, Aelmoefteniers, Regenten van de »Äfrj. Godshuyfen, Looymeefters, Keurmeefters, Overluyden en Dekens van Gilden,Rooymee-fters, Yckers van de maten en gewichten, nevens ontallijcke andere, worden by de Ed. Heeren Burgemeefteren geftelt ; welcke alle in ’t breede,met hare bedieningen, te befchrij-ven , fou een verdrietige lanckheydt voor de lefer fijn , en veel eer een boeck , als weynige bladen, eyfehen : foo dat het voorverhaclde, na mijn oordeel, genoegh is, om de regeering defer ftadt, en hare voornaemfte ampten, te toonen. Uoüant. |
In Hollant fijn drie Collégien van Raden Raden ter Admiraliteyt, een op de Mafe; een in defe Stadt, en een in ’t Noorder-quartier. Tot het Collegie,in defe Stadt refiderende,worden ge- zee^ committeert een uytdeRidderfchap van Hol-landt, een uyt yder van de fteden Haerlem, Leyden, Amfterdam, Goude, en Edam ; en voorts een uyt Gelderlandt,een uyt Zeelandr, een van Utrecht, een uyt Vrieflandt, een uyt Over-Yfel, een uyt Groeningen en Ommelanden. De Gecommitteerde uyt Hollande in defe Collégien worden by de Raden ofte Vroetfehappen yder in fijn ftadt gekoren, en foo naer de vergadering der Heeren Staten van Hollandt gefonden,die hen voorfchrijveii geeft aen de Staten Generael, welcke hen commiffie geven, en den eedt afnemen. Hun ampt is, forge te dragen, dat de zee, foo vele mogelijck is, van alle vyahdcn en roovers ge-fuy vert werde, en de vloten der koopvaerdei s in fekerheyt naer hare gedeftineerde plaetfen geconvoyeert; waer toe fy vele oorloghs Iche-pen uytruften, en in dienft houden. Sy hebben onder hen een Ontfanger, Secretaris, Fifcael, Geweldige, en andere amptlieden, en dienaers. Hier is oock een Ontfanger, om de ge- ontfan^ meene middelen van Hollant en Well - Vries-landt in dit quartier, onder Amfterdam folterende , t’ontfangen en uyt te geven ; welcke gehouden is aen de gemelde Heeren Staten oft hare Gedeputeerde rekening te doen. Qver d’omleggende dorpen is een Baljuw, ^gt;a!juw die den Gerechte defer ftadt met eede ver-plicht is; gelijck men in hare handt-veften fien kan : want men vind onder andere,in feker privilegie van Hertogh Aelbrecht van Beyeren , eerft Ruwaert en daer na Graef van Hollant, aen die van Goylant en Aemftellant gegeven, de twee volgende punten, van welcke ’t eerfte fijnen eedt betreft, en dus luyt : SaldePae-liei^ dienvt is, ofte namaels wefenfil, eer hj y et berecht inde Palieufchap, ten Hejligen fweeren, tot Amfierdam ^oor het Gerechte, ende ^oor twee des Gerechts Inyden 'van elcker Stede ofte Dorpe, binnen onfen lande ‘voorfchre'ven, alle defe ‘voorfehreven panêden , ende recht te hou^ den , ende te doen houden, ende dien eedt fal hem flauen die outfle manden Rade van fer dam, 6cc. Het ander is van vonnifi'en in defe ftadt te halen, en luyt als volght : Voorts fio en fal men geen vonmfen beroepen , in geenen dorpen in onfen lande voorfihreven ; maer waer eenighman vander eene party e die dat vonnijfe aenginge, ende des begeerde, jbo [ouden de Schepenen dat vonnif'e halen tot Amfierdam op der gener cofien , die in den onrechte beviele, ende foo wes die Schepenen van Amfierdam voor recht uytgaven dat foude voortgaen. Wy hebben ’t begin defer ftadt,en haer eer-ij E 4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fte |
Jenfva!.
K^facht f er zee.
M.
fte aengroeyen, tot datfe bemuert was, mits- der felve in die tijt duydelijck vertoonen ; fy gaders hare voornaemfte privilegiën en forme luyden in onfe tael als volght : P)oor welcke van regeering, aengewefen. Nu füllen wy be- wateren (verftaet het Ye en het Damrack ) de fien,hoe fy, door Godes genadigen fegen, (die fchepen uyt en in ‘varen, die door degrooten boe-fich in de wijfe befticring der Magiftraten, en fem der Zuyder-z,ee tn degroote ofteNoort-z,ce overvloedigen koophandel , als twee voor- byna uyt gantfeh Europa dagelijcks gaen en ko-name middelen, vertoont) tot hare tegen- men’, als eerfeliick‘vanEdederlant,aaer na'van woordige grootte en hooghte geftegen is. Vranckrtjck, Engelandt, Spanje en Portugael
Haren aenwas befpeurt men al eenighfins oock 'van slant, Polen, Lijfant, PHoor'we-omtrent het jaer m ccc xcv, alsfy, met gen, O oP landt, S'weden en andere Noortfihe quot;nbsp;landen ; ‘uan 'welcke men m 't gemeen t'wee-mael iaerlticks mächtige 'v lot en ‘van t'wee oft 111'^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J fn tiae\
arte hondert grootejchepenyaer reyf jiet komen, te T) ant fick, Pye, Re‘vel, P^er've, en elders, met ontellijcke koopmanfehappen geladen : fio dat defe fadt een 'wonderltjcken m'y al en ha'ven is, daer men fomtiits meer dan ‘vjf hondert groote fchepen ‘van alle landen fiet aenkomen', maer het meePe deel Hollandtfche hulcken, die de burgers defr fadt toebehooren ; 'welcke aUe heerljck en ‘vermaeklijk faenfehou'wenfijn.J)tt ‘veroorfaekt hiergrooten koophandel’, foodat Amflerdam na ren over de kloeckheydt en ’t vermogen der Antwerpen de ‘voornaemfe koopfadt ‘van alle Amfterdammers ; foo datfe meynden, dat het defe landen is, IPtt is feker w onder lijck en by na geen ftadt, maer een geheele Provincie ws : ongelooflijck , dat d’inwoonders foo machttgh in hoewelfe toen veel minder macht had,als wan- ruckdom fijn,datfe ter font, als een ‘van de ‘voor-neerfyin’t jaer m cccc lxxxii meteen fey de'vloten‘van twee oft drie hondert groote
eenige fchepen, Hertogh Aelbrecht van Beye-ren in d’oorlogh tegens Vrieflant te hulp qua-men, en op de Lauwers goeden dienft deden. Maer klaerftcr fiet men ’t felve in d’oorlogh der Hollanders tegen d’Oofterlingen : want
rijdt, dat is,’tjaer M ccccxL,die van Am-fterdam alleen een vloot van twintighfchepen toeruften , daer d andere Hollanders en Zeelanders met elckander geen grooter getal in
genvolckeren verwondert en verfchrickt wa-
muer omringt wierd, gelijck wy alree gefeyt fihepen hier aenhomen, al ’/ o hebben. Seven jaren eer fy bemuert is , als d’oorlogh tuftchen de Koning van Vranek-rijek en Hertogh Karei van Bourgondien hervat was, en de Franfche fchepen op de Hol-lantfche roofden, hebben d’Amfterdammers,
die in ’t voorjaer een reys op Spanje om te handelen begeerden te doen , vier oorloghs-fchepen toegeruft,om vijftigh koopvaerders.
îbo dat de Franfchen hen niet durfden aen-taften : nïaer als fy in ’t wederkomen niet by-een bleven , en uyt onmatigen yver tot winft voor elckander pooghden te landen , fijn fy befprongen, en vele daer af vermeeftert.
De menighvuldige dienftcn , die fy in ver
opkooien ; in ‘Voegen , àai àe fel-ve geloei en ontladen ßjnde, hinnen ‘weynigh dagen 'weder können afvaren. In defe fadt 'worden Çeer 'n eie fchepen gebouwtj en jaerlijck$ meer dan t'waelj dayfent fucken 'woUe lakenengemaeckt.Xyws verre Guicciardin. Hier uyt fiet men , dat al de rampen , daerfe in verfcheyde tijden mee befocht is, (als brant, oorlogh, inlandtlche twiften van de Verßhey-Hoeckfehe en Cabeljaufche partyen , en an- de ram-dere burgerlijcke oneenigheden , de raferyen der Wederdoopers, hooge Watervloeden, gefchillen in de Godsdienft, en de laetfte Nc-
fijn, (gelijck wy alree getoont hebben,) geven oock haer vermogen en dapperheydt van die tijden te kennen.
Sedert heeft fy allengs toegenomen,en hare
Vermeer- niet ging; foo datfe omtrent feftigh oft ftven-jaren dacrna onder de voornaemfte koop-\Tndc?~ vanNederlant geteltwierd,cn niemanc dan Antwerpen boven fich had,als Lode wij ck Guicciardin , die omtrent het jaer m d lxv leefde, in fijn befchrijving van Nederlant ge-tuyght,wiens woorden,daer hy van defe ftadt fpreeckt, wy hier byvoegen, om datfe de ftaet
derlantfche oorlogen) haer wel konden drucken , maer niet verdrucken ; nochte den loop van haren voorfpoet ftutten en beletten : want in ’t laetfte ongeval, te weten de tach-tighjarige oorlogh, onlangs, God lof, in een eeuwige Vreede verandert , is Amfterdam (bemerektGods wonderlijeke wercking,met, fonder, ja door tegenftrevende middelen!) tot fulck een top van grootte, heerlijekheyt, en rijekdom geftegen, dat die by vele gunft, by andere nijt,maer by een yder verwondring en verbaeftheyt verweckt ; en ick mijn vermogen veel te kleyn beken , om de tegenwoordige ftaet defer groote Stadt te belchrijven 5 doch ick fal evenwel voortgaen, en doen wat ick kan.
lant fich tegen d’overmatige ftrengheyc van den Hertogh van Alva ftelde, en van hem afviel, bleef Amfterdam aen fijne en defijde der
p. D A M.
der volgende Gouverneurs ; foo datfe nocht door lift, gewelt, oft oorloghs-macht aen der Staten fijde in by na fes jaren kon gebracht worden. Doch eyndelijck is in het jaer m d L X X V111 een verdragh getroffen, waer door fy lieh overgaf, om , nevens andere , de vry-:Eeginder hcyt te genieten. Toen fcheen de Voorfpoet uyt den hemel te dalen , om hier haren troon
groot fie
'uoor-f^oet.
Ver^roo-O tina-en.
Laetße
gen.
te vefhen : want de ncering en koophandel groeyde foodanigh , dat men de ftadt moeft vergrooten ; ’t welck, niet lang na ’t gemelde overgaen , en omtrent hondert jaren na datfe bemuert wierd, aen d’oude fijde , by de Gel-derfche kay, begonnen is: want de Laftagie, die alree ten deel betimmert was^ en langs het Y aen die fijde tot aen Monte-Albaens-toren ffoo genaemt na den Hertogh van Alba , die by de lelve een kafteel wilde bouwen, en nae fijn naem AAonte-Albano noemen,) ftreckte, is eerft aen de Stadt gevoeght, en met meerder en beter huyfenverciert.In’t jaer m dxciii begon men oock aen de Nieuwe fijde de ftad met de helft van de Singel (die men nu oock de Konings-graft noemt f van de Haerlcm-mer-fluys af, en weynigh tijdts daer na met d’overige helft, aen die fijde,tot aen de Regu-hers-poort, te vergrooten ; foo dat de wallen toen geleyt fijn ter plaetfe daer nu d’oude Heerc-graft is.Ondertufichen wierd aen d’oude fijde mede allengs met het wijder uytleggen en betimmeren voortgevaren;’t welk met lukkeen yvergefchiedcjdat in eenige jaren al het gene, dat buyten de weftfijde van de Gel-derfche kay en de Kloveniers burgh wal, van Schreyers-hoeck tot aen de Reguliers-poorts-toren gelegen is,aen de Stadt gevoeght wierd.
’t Laetfte vergrooten en uytleggen is in ver-fchegeheugenis; want omtrent ’t jaer m d cxii is fy aen de Nieuwe fijde met een geheele Jfibieu^vemen die lómtijts noemt,ver-rijekt; welcke al ’t gene,dat buyten de ooftfij-de van de Heere-graft gelegen is, begrijpt : foo dat Amfterdam, in min dan dertigh jaren meermael vergroot fijnde,foodanigh een nieuwe jeught en glans aen alle lijden vertoont, dat men met recht feggen magh, dat ’er in een ftadt vele fteden, ja een kleyne weerclt te fien is. De fteene muren, die eenigen tijdt na d’eerfte vergrootingen ftaen bleven,fijn neêr-geworpen ; maer wanneer ’t felve gefchiede toont feker veersken,in die tijt gemaeckt,het , welck wy, om dat het oock andere gedenek-
* van het Stadhuys.
t De Hey-lige-wegs-fluys,en de Haer-lemmer-fluys.
ïn ^tjaer duyfint fes hondert ien Sachmen ßAmfterdam l^eel svondersgefchien -, De Stadts Toren * rechten, De Stadts muren fiechten, Tsoee fieene Sluyfen flichten, Tn fe'yten hondert huyfin richten.
Terwijl men mee het uytleggen der ftadt
en gemeene en byfondere huyfen te bouwen beeligh was, ging de zeebouw,een oorfaeck Grooter van de huys-bouw, niet minder voort : want de Hollanders, en infonderheydt d’Amfter-^*^^^/'’ dammers, (quot;als hen nu alle handel op Spanje VAert, door Koning Philips de tweede verboden was,) onderftonden in’t jaer m d x c i v d’eerfte dieniemp fchipvaert naer China en de Molucken langs het Noorden , en met een naer alle d’andere ■ landen die tot defen tijdt de Hollanders on-bekent waren. In ’t volgende jaer fijn fy de eerfte mael de gewoone wegh naer Ooft-In-dien gevaren : waer uyt eyndelijck d’Ooft-Indifche Compagnie fproot, welcke Van geringe beginfelen , door Godes genade , too oo^-hoogh geklommen is, dat yders ingeleyde hooldfom, menighmael verdubbelt fijnde, ” hen tot gedurigh voordeel dient. Eenige jaren daer na is oock deWeft-ïndifche Compagnie opgerechr,die in’t Weften handelt en oorlogh voert. Oock is ’er een Groenlantfche Com-pagnie , die jaerlijcks eenige Icnepen naer de compA-koudtfte geweften der weerelt fendt, welcke gnien. in ’t gemeen met goede winft weerkeeren.
Sal ick de byfondere koophandel naer an- ^yp)nâe-dere landen befchrijven , waer fal ick begin-nen oft eynden ? want de voorfpoet en handel , daer Guicciardin in de voorverhaelde woorden van fpreeckt, is by de tegenwoordige niet te vergelijcken, jae naeulijeks te noemen : dewijl het niet mogelijck is de fchepen te tellen,oft de waren te befchrijven. Daerom fal ick daer van ophouden , en alleen feggen, dat Godes fegen in defe onfe tijden , door de fchipvaert en koophandel, een gedurigen regen van gout, filver , en allerley koftelijckhe-den over Amfterdam als uytgeftort heeft : en de vlaggen defer ftadt wijder gefien worden, dan certijts de RoomfcheMonarchie haer gebiedt uytbreydc. Dies heeft men feer groote reden , met den achtbaren Heer P. C. Hooft te feigen :
o -voorfpoetfioedigi des my ’t Sconderdoet y^erflommen; Dat ghy ^oo fluks, o Stadt ! ^ult steden opgeklommen, Dn hebben u ge^ct, in 'zjilk een hooghte, daer Zoo meen’ge, te quot;vergeefs, nae flepgert duy^ent jaer !
Tot hier toe hebben wy, na mijn oordeel, van de gemeene faken defer Stadt genoegh gefproken : het is nu tijdt, dat wy de byfondere dingen , en de deelen der lelve gaen be-fien. D’eerfte plaetfe komt toe de gemeene gebouwen ; en, onder de felve , de gene die tot de Godtsdienft ge-eygent fijn.
Hier waren eertijts twee Parochie-kereken, bereken.. d’een aen d’Oude, en d’ander aen de Nieuwe fijde. D’eerfte wordt nu dl Oude Kerck ge- d’oude noemt,welcke omtrent voor twee hondert en »
vijftigh jaren aengevangen is, en lang daer na eerft volmaeckt. Sy wierdt in de namen van S. Jan Baptift en de Biftchop S. Nicolaes ge-wijdt.
wijdt, en in ’t jaer duyfent vijf honderc met jlarf den eerbaren JJ^tüemBggartiUeer tot Pur-vele kapellen vergroot : fes-en-feftigh jaren en teren, daef nac is de toren van de fondamenten af Ht crus-kerck. begonnen, die voor eenige jaren tot een aen-fienlijcke hooghte kunftigh opgebouwt, en een der cieraeden defer ftadt is. Defe kerck beeft eertijts, als fommige feggen,xxx111 altaren gehadt, vele Priefterlijeke klecderen die feer koftelijck waren, een groote ciborie van Lxx marek hivers , feven voeten hoogh-; en een tweede die noch künftiger en van grooter waerde dan de vorige was ; doch defe dingen fijn in andere vcrwiftelt. In defe kerck is nevens ’t Choor het graf van den grooten 'Z.eehcïzfocob vanlfeemskerckiboven ’t welche een marinere en albafte Gedenck-teecken, met een Latijns Opfchrift, fijne daden verva-tende,opgerecht is 5 in’t bovenfte deel van het felve ftaet.fijn wapen,met een goude fcheeps-kroon vereert ; onder is afgebeelt de groote zeeflagh in de baye van Gibraltar met dit veers Heerrakerekjdie dopers door ys en yfer dorße fireDen, Liet d’eer aen 't land,hier *t lijf,'voor Gibraltar het leyten. Aen d’ander fijde van ’t felve Choor fiet He ge- men de gedachtenis van Cornelis Janfo. van dachtfnis Amj'ierdamy gebynaemt het hfaentje, waer in eenige Latijnfche vaerfen van de Profefl'or C. BarUus fijne daden verhalen j en daer onder dit Nederduytfche gedicht van den Heer Laurem Beael : Llicr rufl de Helt, die Dan fjn quot;Vrants fchepen, In feVenmael quamfe^en 'vlaggen jlepen j Bn gaf'vcor quot;t laetfl op t-svee J00 dapper quot;vonek, Dat ’t eene vloot, en ’t ander by hem fonek. Boven de deur, aen de felve fijde van het Choor, ftaen dele twee regelen : TsP'ifl, Hovaerdy en O'verdaet, Doen dat geen huys feer lange ßaet. H’Nieii- De tweede Parochie-kerek , die aen de we kerck, Nieuwe fijde is, wordt de Pbteuwe Kerck ge-noemt. Sy is in ’t jaer m cccc vin, oft, loo andere fchrijven , m cccc xiv aengevangen , en ontrent hondert jaren daer nae eerft laren volmaeckt. Haren voornaemften ftichter Sinhier, Willem Eggarc , een rijck koopman in defe ftadt, en leer begunftight van Hertogh Willem de feftc, Graef van Hollant, wiens Rentmeefter hy geweeft is ; en heeft voor die van Amfterdam , foo fommige leggen, ver-fcheyde privilegiën van den gemelden Grave verkregen : foo dat de Stadt in die tijdt geen aengenamer oft nutter burger had. Men feght, dat hy op ’t kafteel van Purmerent, dat hy felf had laten maken, in ’t jaer m cccc xvii overleden is: fijn lichaem wierd in defe kerck met groote pracht begraven , alwaer men ter lijden ’t Choor, omtrent der Kerek-meefters enßinop. Kamct, tuftcheii twee pijlaers, dit opfchrift pkrtft. leeft : ,^nno m cccc xvii,d^?? xv dagh in folio, |
merc'^nt, fondateur ^an de je capeüe , gedotiert niet tweeVîcanen, rnede fondateur ‘i;an defe kerck, die begraven ü onder deÇe blauzve farek. Sy is gewijdt ter eere van de heyligfte Maeght Maria, en S. Katarine. Men gelooft, datfe eer-tijts xxxiv autaren had , en vele andere ko- ftelijckheden. Het is, nae ’t oordeel der Architecten oft Bouwmeefters, een der fchoon-fte en kunftighfte gebouwen van Europa. Doch is, in ’t jaer m d c xlv , den xi lanuarii, sy wordt jammerlijck door ’t vuer gefchent : dit onge- door het luck is, door ’t verfuym van eenige lootgie-ters, veroorfaeckt. De brandt begon op de middagh,en was ten drie uren namiddagh het dack, torentjen, kloeken, orgels, fchoorbalc-ken, en dat ’er aen vaft was, in de kerck neêr-geftort en verbrant ; foo dat ’cr niets, dan de gevels, muren , eenige glafen, en de pilaren, doch feer befchadight, overbleven. Het her- en weder bouwen wierd onlangs daer haeaengevangen, l^erboat. en byna in drie jaren , frayer en heerlijeker dan te voren , voltrocken : foo dat op den tienden lunii, in ’t jaer m d c xlviii, als d’al-gemeene Danckfegging over d’eeuwige Vre- ' de,tuftchen de Koning van Spanje en de Heeren Staten der vereenighde Nederlanden, ge-daen wierdt, de eerfte mael weder in de felve gepredickt wierd. Aen defe Kerck heeft men in ’t jaer m d c Toren, X L V11 een toren beginnen te bouwen , en is d’eerfte ftcen , den xxvi lunii in ’t lelve jaer, en't teg-door Cornelis Backer , foon van de Ed. Heer gen van hl^ïUem Backer , in die tijdt voorfittende Bur-gemeefter defer Stadt, geleyt. De iSheuwe-fijts-Kapely’dàc men de Uejli- h^ie^rve-. . ge-ßede plagh te noemen , is oock een fraeye fijdts-Ka-. kerck,en met een orgel verrijekt. De Rooms-gefinde Schrijvers feggen, datfe haren ouden naem van een mirakel oft wonderwerck, dat beurt fijn , ontfangen heeft ; en datfe door d’oftèrhanden en aelmoeften der devote lieden, die hier bedevaerden deden, gebouwt is. Wat daer van fy, füllen wy in fijn waerde laten , alfoo het onderfoeck van die faeck tot defe befchrijving niet behoort. De wegh, die van defe Stadt naer den Overtoom ftreckt, nu de Uejlige wegh genaemt, is ten aenfien van defe kerck, en tot gerief van die van Am-fterveen , Sloten , en andere dorpen, die hier mede ter bedevaert quamen, gemaeckt : want die van Amfterveen eertijdts niet dan langs het Loopvelt naer de ftadt konden komen. (Dquot;oude-ßjts-Kapel wierd eertijdts in ’c ge- H'ouie-mcen 5. Olofs-kapel genoemtj en is voor eeni- fijdts.Ka^ ge jaren vergroot en verbetert. Dit is d’outfte kerck van Amfterdam , by de welcke weleer het Stadt-huys was , en een poort der Stadt ftont, welckers toren noch by onfe tijden tot een |
Zuyder~ kerck. A M S T E een gevangenis gebruyckt is geweeft. Sommige gelooven oock , dat het eerfte bouwen en begin der Stadt omtrent defe plaetfe aen-gevangen is,en van daer allengs naer den Dam uytgebreyt, tot dat naderhandt eenige luyden aen de weftfljde oock begonden nuyfen te ftellen, waer uyt tuflehen die van de Oude-flj-dc tegen die van de Nieuwe-fljde grooten haet ontftond , die lange jaren geduert heeft, en van welcke wy by onfe tijden noch eenige kleyne overblijffelen geflen hebben. Maer door de laetfte vergrootingen fljn hier drie nieuwe Kercken van de gront af opgeboLiwt. D’eerfte der felve, de Zuyder-Kerck genaemt, is in’t jaer m d cm aenge-vangen, en vier jaren daer na volmaeckt ; ge- Weßer-kerck , en Toren. oefeninge 'van de Chrifielijcke Beligie ü defe Sujder-kerck gefiicht, anno cio lo c 111 den XXII oAugufit den eerfienfieen geleytft werck rajm i v jaer fiil gefiaen ) anno c i □ i o c x i 'uolmaecktjen op den Binxterdagh d'eerfie Bre-dicatiegedaen. De eerfte fteen van dit gebouw is Aooïjoan Bicker , nu Schepen defer Stadt, gelcyt. De JdBejler-Kerck is hoogh en luchtigh, en met een grooten Toren verciert, op wiens dadigheyt en ’t gunftbewijs van die Vorft,uyt een danckbacr gemoet, ten hemel te verheffen. IBidem de Vry heeft de eerfte fteen van defe kerck geleyt. De tijdt is in de volgende letteren, boven de toreil-deur uytgehouwen, aengewefen : B'ot oejfeninge ‘van de Chrifie-^ lijeke Religie is defe JKefier-kerek gefiicht, anno M D c XX den i x September de eerßefieen geleyt, ende anno m d c xxxi op Pinxterdagh de eerfie Predicatie gedaen. Koorder- De derde der drie nieuwe tempelen noemt men de BBoorder-Kerek, om datfe in t noord-eynd der Stadt ftaet ; fommige noemen haer oock de Kruys-Kerek , om datfe de gedaente van een kruys heeft : want fy is op een gelijck-matige wijfe aen alle fljden gebouwt ; en der-halven feer bequaem tot de Godsdienft. Men gelooft, dat er nooit foodanigh een kerck in loo weynigh tijdts gebouwt is ; want fy is in minder dan drie jaren gemaeckt, gelijck het volgende opfchrift , dat in de felve boven de eene poort uytgehouwen ftaet,getuyght : B'ot oeffeninge ^an de Chrifielijcke Beligte is defi Noorder-kerekgefiicht, anno m d c xx den xv funii den eerfienfieengelejt,anno m d c xxi 11 'volmaeckt, ende op Baefehdagh de eerfie Predi- s.PieterS'- nbsp;nbsp;Macr behalven de voorverhaelden was hier , s. Pieters-Kerck oft Kapel, d’outfte en eertijts de voornaemfte defer Stadt, foo eenige mee-Hollant, |
R D A M. nen j want hct is waerfchijnlijck , feggen fy, dewijl d’eerfte inwoonders viflehers waren , datfe him eerfte kerck na die Apoftefdie ook een viifcher was, genoemt hebben : hoewel andere, gelijck gefeydt is, S. Olofs-kapel voor d’outfte van de ge wijde gebouwen achten.Het benedenfte deel is nu een Vlees-hafl ’t opperfte oft d'ouÂe plaghde vergader-plaets derRethorijckers,die vieefih-'men d’Oade kamer noemde,te fljn : maer is nu gefchickt tot een Collegie voor de Medicijn-meefters j en heeft mede een Anatomie. S. Jacobs-Kerek was aen de Nieuwe-fljde ; s. laxobt^ doch is federt aen erven verkoft. S^Joris-Kapel is aen de felve fljde. Seker s. lorü. onbcKcnt Schrijver feght, datfe eertijdts het Melaetshuys was ; en in fljn tijdt, dat is, omtrent het jaer duyfent vijf hondert,een Oude-mannen-huys. Nu noemt men dele plaets het Pant, daer allerley koftelijcklchrijn-werck te flen cn te koop is. Hier fljn loo vele kloofters geweeft,dat het Klooßers, ten hooghften te verwonderen is,nade kleyn-heyt der lladt in die tijden ; evenwel ftreckc het een klaer bewijs van deGodtvruchtigheyt onfer voorouderen : want aen d’Oude fljde waren ’er drie voor de mannen,en dertien voor vrouws-perfoonen. Het Kloofter der Minder-broeders was,foo ’t fchijnt,het eerfte; ’t welck ^^^nen, nu in wooningen verandert is : de tweede waren de Broeàers van den derden regel van S. Francifcus , oft Paulinianen : de derde woonden in den Nes. Sommige van de felve Paulinianen, die men Bertianen noemde, fljn in ft jaer M cc cc lvii, milfchien om darter hier te veel waren,naer Hoorn vertrocken, daer fy een ftuck landts verkregen , en een nieuw Kloofter met een Kerck bouwden ; als Dodtor Velius in fljn Chronijck van Hoorn getuyght. Van de dertien Vrouwe-kloofters fijn ’er vijf van iBonnender ordre ^an S. aAu-gußinas geweeft ; ft eerfte de Oude, en het X tweede de nieuwe Bronnen , waren dacrnu de Gafthuyfen fljn; d’andere drie wierden S.Maria (K^agdalena, SMgneta (nu de doorluchte Schole,J cn S. fatharine genoemt. De Sußers ^an den derden regel ‘Van S.Francifius hadden fesConventen oft Kloofters;ft eerfte wiert S.Kr- fil oft der elf dißßfint Aiaeghden geheeten , dat nu het Spinhuys is^daer van wy hier na fprcken füllen ; hct tweedejiiu ’t Princen-Hof,noemde men S.Cecilia,het derde S. Barbara^hetyicrdQ S.Clarat'z vijfde 5. Jdlt;«r/^,en het fefte S.dïdar^ gareta. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;allefiorten T!an bekeerde fondarefi fen was hier een Kloofter, van S. Auguftijns ordre, en Bethanien genoemt, ’t weide nn de Latijnfche Schole aen d’Oude fijde is. Hec laetfte was het Convent der Sorori-cellarum, die men oock de Swarte Safiers noemde, die de flecken, en infonderheyt de gene, die met de peft befocht waren, dienden en beforgden: ii E lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dit |
AMSTERDAM.
en Nieu-»gt;e fijde :
en buyten de Stadt-, als de Carthu-
dit was op de Zeedijek, daer federt de Con- mdlxxx tot het Weeshuys verordent,en daef voymeefter woonde , en nu noch d'oude Con~ toe bequaem gemaecktj om dat de arme kin-genoemt wordt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;deren,foo wel als d’inwoonders en de welvaert
Aen de Nieuwe zijde waren vier Kloofters: der ftadt,aengroeyden. Daer nae is tnoch met het eerfte van Nonnen der ordre van S. Augu- nieuwe gebouwen verciert, en de wooningen flinus, S. Geertruyd toegeeygent, dat nu woo- der jongers en meyskens van eickander , om ningen fijn : het tweede van den derden regel befondere redenen,afgcfondert. Voor eenige van S.Francifcus,en Lucim toegewijdr,’t welck jaren waren hier meer dan negen hondert nu het Weeshuys is : het derde der quot;^Bagijnerii in wiens Kerck d’Engelfchen nu predicken : en het vierde der ClartJJ'enjnyji het Tuchthuys.
Buyten plagheen fraey Carthufers-kloofter te ftaen ; ’t welck, als feecker Schrijver feght, vanHertogh Aelbrecht van Beyeren omtrent het jaer duyfent vier hondert gebouwt is. Het is in de laetfte oorlogen verwoeft , en niets daer van overigh, dan eenige oude muren, het Kerekhof, en een Boomgaert ; welcke door
kinderen j tot welckers onderhoudt de Magi-ftraet al d’inkomften van dit en ’t Carthufers-
en Reguliers kloo-
Godts-htiyfen.
de wallen gekomen fijn. Onlangs is de gemelde Boomgaert in erven afgedeelt, die aen byfondere lieden verkocht ujn , en nu betimmert worden.
Aen d’ander fijde buyten de Stadt plagh een Kloofier der Regulieren te fiaen,niet wijt van de poort die de felve naem heeft, ’t welck omtrent het jaer m d vi verbrandt is. Nae dit ongeval hebben de felve Monicken buyten Alckmaer te Heylo een ander gebouwt. Den hof van dit kloofier is tot een Hortud ^Plkfedi-CHS oft Genees-meefters tuyn,door de E.Hee-ren Magifiraten,verordent,en met vele vreemde en medicinale kruyden beplant.
Dit is meefi al ’t gene, dat men van de gemelde kereken en kloofiers feggen kan; want door de veranderingen der tijden en zeden fijn de felve ten deelc verwoefi, en tot andere faken gefchickt, waer door vele van de brieven en befcheyden ( uyt welcke men hare fiichters,de tijt van hare bouwing, en andere gedenekwaerdige dingen,fou können toonen) verloren, verdonekert en vernielt fijn.
Laet ons komen tot de Gods-huyfen,welcke hier vele en in goede ordre fijn ; foo dat Amfierdam daer in meefi alle andere fieden,
kloofter gefchickt hebben. In ’t Hnys fijn Meefters, om de jeught te onderwijfen, daer nae doet men hen eenige kunft oft hantwerek leeren.
quot;t Leproos-hi/js is opgerecht voor de gene Leigt;roos-die met de Ackerfieckte oft Melaetsheydt be-fmet fijn : defe hebben y der hare befondere wooninge; en de vreemden mogen in’t Huys niet langer dan drie dagen blijven, afgefchey-den fijnde van d’andere die hier een vafte woonplaets hebben.
S.joris Hof is een plaetfe, daerfich de ou- s. /tgt;rü de burgers alleen,oft oock met hare vrouwen, voor een fekere fomme geks, die fy eens voor haer geheel leven uyttellen,van tijtlijeke noot-druft verforgen können. Dit is een feer nutte inftelling voor de gene die weynich middelen hebben, enbevreeft fijn datfe daer mede hare aertfche reyfe niet füllen können vol-
ven mach, te boven gaet.
Weeshuys. Het JHeeshuys verdient, om fijn outheydt, d’eerfte plaets : want men bevindt dat fekere eerlijcke Matrone , Haesje Claes Paradijs ge-naemt, in ’t jaer m d x x i i i , defe nutte en noodige fake begonnen heeft; dewijl fy feven oft acht weeskens, op haer koften, onderhield en opbracht. Maer de Magiftraet heeft dit goet begin met hare wijsheycit en beleyt ge-vordert, vermits fy ordre fielden, op wat wijfie men ’t felve beftieren fou. In ’t jaer m d lxi, dewijl d’ouderloofe kinderen feer vermeerden, heeft men een grooter Weeshuys gemacckt. Eyndelijck is het S. Lucie-Kloofier in’t jaer
haer leiven van het tijtlijcke in lekerheyt ^oo immers eenige fekerheyt in het dal der onge-fiadigheydt te vinden is ) te ftellen ; en lich voor d’uyterfie armoede te bevrijden. Het is buyten alle twijfel, dat dit gebouw , met dc nevenfiaende Kerck , welcke de Franfche Gemeente nu tot haeren Godtsdienfi ge-bruyckt, eertijts hetkloofier en dekerck der Paulinianen geweefi is.
Het Gajlhuys (als de voorfeyde onbekende Schrijver, die omtrent het jaer duyfent vijf hondertleefde, fegt) is oock in deJèHeprochici f'verfiaet hier door d’Oude fijde ) en het^der-maertfle Hofiitael 'van heel Hollandt, hebbende meer dan dnyÇentgulden jaerlijckßhe inkomfien^ uyt twee Hojpitalen S.Pieters en S.Plijabethsge^ maeckt, ^an de Hlteuwe fijde daer bjgebracht, Maer alfoo de vorige plaetfen te kleyn waren, fijn de Kloofieren vand’oude en nieuwe Nonnen, de grootfie in de Stadt, daer toe in ’t jaer M D l x x x i i gefchickt. In dit en de volgende jaren is dit Godtshuys, door verfcheyde giften van gemeene en befondere lieden, feer verrij ckt : in voegen , dat het nu te recht het vermaertfic en rijekfie mach genoemt worden.*
Het PeJlhujs is nu buyten de Heylige- refihuyt. weghs-poort, en in ’t jaer m d c xxx gebouwt; gelijck de volgende regelen van den HeerP.^ Hooft) op ’t fielve gemaeckt, te kennen geven :
In
A M s T E In 7 ^eflienhondert en noch driemaeU tienflejaer, Leid hier den eerflenfteen Cornelis Hajjèlaer. Dit is een heerlijck gebouv y dat van verre fich prachtelijck vertoont, wiens weerga 3 tot fulck een gebriiyck 3 in alle de Nederlanden, jae inverfcheyde Koningrijcken ,niec te vinden is. oude- Het Oude-mannen-Hujs , daer oock d’ou-rnanncn- vrouweii woonen , is mede een aenfien- lijck werck, ’t welck in’t jaer m dc ii ge-bouwt is. Seker Schrijver noemt het niet tonrecht, na mijn oordeel, het Paleys der armen: want het is foo cierlijck, vermaeckelijck en heerlijck gemaeckt, dat dc vreemdelingen daer over verwondert ftaen. In ’t gemelde jaer fijn d’armen(die eerft in ’t jaer m d l maer twaek , daer nae vijf-en-twintigh , en in ’t jaer m d xcvii tot vijf-en-veertigh verordent waren ) tot hondert perfoonen , foo mannen als vrouwen, vermeerdert ; en drie jaren daer nae noch vijftigh by devorige gevoeght. Dit gebouw is bynae vierkant, met een doorgang en galeryen verciert, daer nevens de huyskens en kameren der oude lieden getimmert fijn. In ’t midden is een fray en tuyn , cierlijck beplant. Voorts fijn ’er twee groote eetfalen , en andere gemeene vertrecKen. Dit huys heeft oock , als andere Godtshuyfen , door bevel der Heeren Staten , vryheyt vanimpo-Bornput. ften. In het felve is een Bornput, die ccxxxii voeten diep door den flijckigen grondt ge-boort is, en een ader van geheel fuy ver en verfch water geeft ; ’t welck in dcfc Stadt felt-faem, en verwonderens-waerdigh is. igt;ol-hujs. Het T^olhuys is voor de kranckfinnigen in ’t jaer m d lxii , door Henrick Pauwelfz. en fijn vrou, uyt het geflacht der Boelenlen, ge-fticht. Het beftaet uyt twee deelen , als het oude en nieuwe ; in’t eerfte fijn elf huyskens, by welcke in’t jaer m d xcii feftien andere, met een nieu en fraey gebouw, gevoeght fijn. Boven de poort fiet men de wapenen van de gemelde eerfte ftichters , nevens andere cie-raden. Wat voorder is een deel van ’t Godts-huys afgebeelt,daer onder defe woorden ftaen; Die wetkranckfinnigheydt (ijn begaefij Worden hier gejpijfl ende gelaefi. jvalen- In ’t jaer m dc xxxi is hier oock een Wa-Wees- len-Weeshuys, voor d’ouderloofe kinderen van de Franfche Gemeente, opgericht, en met noodige ordre voorfien ; daer oock een tamelijck getal onmondige jonge lieden ge-voedt, opgebracht, en onderwefen worden. Euys-fit- Behalven de voorverhaelde Godtshuyfen, tenhuy- hccft mcu hier oock byfonder opficht op de huys-fittcnde armen : waer b)»verftaen worden, die felf huys houden, en, door quade tijden en elenden onderdruckt, haer huysgefin niet geheel können onderhouden. De Regenten van de Nieuwe fijde hebben onlangs |
R D A M. een cierlijck Huys,om te vergaderen en d’Ael-moeflen uyt te deelen, doen bouwen. Oock is ’er voor twee jaren, door de gemeene Huys-fitten-Vaders, een fraey en groot Weduwenhof by de Carthufers gebouwt, met meer dan hondert wooningen voorfien, daer d’arme Weduwen vrye woonplaets hebben. Des Somers onderhouden d’Aelmoefle- Aelmoef: niers oock eenige huysgefinnen , en hefteden d’arme ouderloofe kinderen, diein’tWees-huys, om dat hare ouders geen poorters deler ftede geweeft fijn, niet mogen komen. Defe hebben oock opficht, dat alle onbehoor-lijcke bedelaryen ge weert worden , waer toe fy een Schout en eenige Provooften onderhouden. De Diakonen hebben achting op d’armen van de Gereformeerde oft pubiijcke Kerck , welcke by hen verforght worden ; waer toe fy in alle Predicatien omgaen, om de ael-moeflen der Gemeente te vergaderen; gelijck oock doen die van de Franfche en Engelfche Kercken : en andere Gemeenten, als Luther-fchen, Mennonijten, Remonftranten, ßcc. Tot befluyt der Godtshuyfen füllen wy ruchtd hier by voegen de Werck-huyfen voor man-nen en vrouwen ; want de menichte van lantloopers en bedelaers in Hollantis oorfaeck van ’t oprechten der felve. ’t Eerfte is het Tuchthnys , dat in ’t jaer m d xc v , om de luye boeven, en dieven te ftrafFen, en tot betering te brengen, verordent is. Hier toe is het Clariflen-kloofter gefchickt, en met een fraye poort verciert, daer voor een gelade wagen, die van leeuwen,beiren,en wilde Twijnen voortgetrocken wordt, uytgehouwen is,met dit Latijnfch veers daer onder ; Virtutis efl domare cun^i palgt;cnt : dat is, Het is een deught ygt;an 't kloeck gevnoedt Te temmen dat elck fihricken doet. Het Spinhuys is in’t jaer m d xcvi inge- Sfinhuys^ ftelt : hiertoe is het Kloofter der Nonnen van S. Urfel verordent en bequaem gemaeckt ; en men heeft terftont vele meyskens, die gingen bedelen, en fich tot quaet-doen begaven, daer in gebracht, om dç felve meteerlijeken arbeyt befich te houden , en daer toe te wen- ’ lt;nbsp;nen. Andere vrouw-perfoonen , die in ontucht leefden , fijn uyt deeerloofe plaetfen in defe ftichtiger gebracht, om , tot groote ko-ften der Stadt, door defe ftralFe en geregelt-heydt tot een beter leven te komen. Boven de poort oft gemeene ingang is de (aßigatio oft Tuchtiging in fteen uytgehouwen, waer onder de volgende regelen,foo geftelt als of fy die felf fprack, van den meergemclden Heer P. C» Hooft te lefen fijn : Schrikt niet. Ik ypreek geen quaet ; maer d'Ssiing totgoet» Straf is mijn handt : maer lieflijk mijn gemoedt. Voor |
AMS |
E R D A M. |
Voor eenige jaren verbrande het meeften- brant Tankras (van Erpecum,)y^/;o^ de Graef, deel van dit gebouw ; doch wierdt onlangs Sybrant Valckenier , en Tieter Sehaep , der daer na weer heerlijeker, dan het te voren was, vernieuwt. Dit fal van Kercken , Kloo- : fters en Godtshuyfen genoegh fijn. Laet ons ' komen tot de weereltlijcke gebouwen ; daer onder d’eerfte plaets verdient Raethnys. Het Raedthuys oft Stadthnys, ’t weick aen den Dam oft Marckt ftaet, en meer dan twee hondert jaren out is, en daerom foo fraey niet als in andere fteden. In wat jaer het gebouwt is, kan men niet feker feggen ; maer het is waerfchijnlijck , dat de Vierfchaer omtrent het jaer m cccc xl van gehouwen fteen gemaeckt is ; om dat de beelteniften van Willem de fefte, fijn dochter Jacoba, en Hertogh Philips de Goede,en noch een wiens naem niet uytgedruckt is, boven de traliën van de felve te lien fijn, ’t Overige deel is ouder, na mijn gevoelen. Oock is het vermeerdert met het Gafthuys van S. Elifabeth ; van weick de ftraet nevens het Stadthuys nu noch de Gafthuys-fteegh genoemt wordt. Het was met een tamelijcKen hoogen toren verciert, wclckc in ’t jaer m d c i, als het voorgaende versken verhaelt, gerecht is, om dat ny aen d’een lij de overhelde ; doch daerna is ’ereen deel afgenomen, om ’t ongeval van omvallen tc verhoeden. Als men nevens dc Vierfchaer opgaet, fiet menomhoogh defe letteren, o/Hdi alteram partem. Hier fijn verfehey-de vercrecken , daer de E. E. Heeren Burge-meefteren. Schepenen , Threforiers, Wees-meefteren , en andere vergaderen. In Sche-pens-kamer fiet men de fchilderyen der naekt-loopers , en de ftralfen over de felve. Een gedeelte van dit Stadthuys is alree afgebroken , om plaets voor ’t nieuw te maken ; foo dat de Heeren Regeerders nu feer weynigh vertreck hebben : in voegen, dat men met dc groote Latijnfche Poëet Cafpar BarUus wel leggen magh : d'ouderdom en bouzuvalligheydt ge^ven dtt gebouw eenige achtbaerheydt. He Stadt die doorgaens heerfjek ^van gebouw is , toont hier hoe eenijoudigh jy ^an outs was. Hit Raethi^s ontbeert felf het cieraet en de ruymte, die het de gantfehe Stadt mede deelt. Hit njerq;alt felf, terwijl alfins nieuwe timmeragien rijfen ; en 't gene eer fl forge droegh ‘voor efen luyfier njan aAmßerdam , is laetß njoor fich felf bekommert , ôcc. Dit ftrecke voor een uytvaert oft lijckftacy van dit gebouw ; want, nae’t verloop van eenige jaren,fal van’t felve,foo Godt niets meer te lien fijn ; maer een Hheuw Stadthuys, ’t weick voor drie jaren • aengevangen , en den cerften fteen van wit albaft geleyt is, als t volgende opfchrift, dat _____ ________ ______ _ _____ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_ _ op de felve gehouwen ftaet, te kennen geeft: falen en kamers fijn met wapenen,fchildcryen Hen eerßenfondamentfieen is geleydt door Ger- afbeeldingen der Ooft-Indifche landen, fteden, Ntcu^v Stadhuys, |
Heeren ^ur^emeefleren S onen en Henjen , den xxviii O^weKj M D c XLVin. De benedenfte het buytenfte is alle van witten gehouwen fteen, en fal een werek fonder weerga fijn. By ’t voorfeyde Racdthuys op clen Dam is d'oude, oock de iT^age, een aenfienlijck en fwaer gebouw , in’tjaer m d lxv , als’t opfchrift te kennen geeft, gemaeckt ; en een klaer bewijs van de rijekdom en welvaert der Stadt in die tijdt gt;nbsp;gelijck ick oock te voren uyt Lo-dewijek Guicciardin , die in de felve tijdt leefde , getoont heb. De oude S. Antonis-poort is, door ’t aen- ef^Nienive walTen van alle neeringen en koopmanfehap-pen, die alle op de voorfeyde Wage niet konden gewogen worden, tot het felve gebruyck gefchickt ; en wort in ’t gemeen de iHienwe ó-genoemt, niet om datfe nieuwer, maer laetft daer toe verordent is. Dit is een van de fraeyfte gebouwen van die eeuw ; want het was een leer ftercke poort, onlangs nae het bemuren der Stadt gemaeckt, gelijck wy te voren aengeroert hebben, en het volgende opfchrift, dat aen de felve in een fteen gehouwen is,duydelijck aenwijft: m cccc lxxxviii den XX vIII dagh in oHprÜ wart de eerße jieen ^an defe poortgeleyt. Hier lijn drie Œ)oelen oft Schutters-ho'ven) TteBoe-d’een van de Hantboge, d’andre vande Voet-boogh, en de derde van de HandtbulTe, oft, gelijck men die in 't gemeen noemt,de Klove-niers ; hoewel men behoorde Coleuvriers tc feggen j nae het Franfchc woordt Coleuvre, ’t weick by onfc Voor-ouders een bulfe oft roer betekende , gelijck in d’oude Chronijck van Hollant blijekt, daer men defe woorden leeft : Sy 'verfagen hen ^an hußen^ bogen, co-lennjren, ende andere tnßrnmenten,^c. Dwers door de hoven van de twee eerfte lijn onlangs twee nieuwe ftraten gemaeckt, die met fraye huyfen alreê bynae gantfeh betimmert lijn. De huyfen van de Doelen felf, fijn ruym en wijt, met groote falen en kamers, in welckc men d’afbeeldingen der uytftekenfte Bevelhebbers en Schutters,in ’t gemeen met hunne wapenen in troepen byeen kunftigh gefchil-dert, met vermaeck kan befien. Het Ooß-Indißh-huys noemt men dick-wils het Bos-huys, om dat het eertijdts het Stadts Wapenhuys was. Het is voor eenige jaren met nieuwe gebouwen vermeerdert; en groot en ruym met vele packhuyfen en folders,om d’Iniÿfche koopmanfehappen te bewaren en te luyveren ; welcke hier verkocht, en naer alle landen verfonden worden. De |
R D A M.
Frincen- Hof fteden , floten en hoven voorfien. In ’t kort, men fiet er de rijckdommen van ’t Ooften , toebehoorende defe Compagnie , velcke krijghsvolck en fcheepsdieden op hare koften aenneemt, brengt legers te velde, oorlooght in ’t ander cynd der weerelt, verovert fteden, overweldight eylanden , reed vloten toe ; en verricht eyndelijck foodanige faken , die niet vele verfchillen van de macht der grootfte Köningen en Vorften : foo datfe geen kleyn deel van de welvaert der Republijcke in ’t gemeen, en van defe Stadt in ’t befonder is. Dat men het Princen-Hof noemt, was eer-tijts het kloofter van S. Cecilie , en is nu ge-fchickt om de vreemde Princen, en hare Gc- fanten te huysveften ; gelijck in ’t jaer m d c xxxviir de Koninginne Moeder Maria de Medicis (wiens beeltenis daer oock te fien is) en omtrent vier jaren daer nae hare dochter de Koningin van Engelandt, hier eenige dagen hun verblijf ^ehadt hebben. De Raden ter Admiraliteyt, die de zeefaken beforgen , als X boven gefeyt is, hebben hunne gewoonlijcke vergaderingen in dit Hof ; gelijck oock doet de Krijghs-Raet defer Stadt. De Beurs. Onder al de nieuwe gebouwen munt voor-namelijck uyt de Borfi oft Beurs,de vergader-plaets der kooplieden. De jongfte foon van den Heer Cornelis Pieterfij. Hooft (in die tijdt eerfte Biirgemeefter defer ftadt,en oock vader van den dikinaels genoemden Heer P.ff.Hooft, Droft te Muyden ) heeft d’eerfte fteen geleyt van dit aenfienlijck werek, op de tijdt, die in ’t volgende opfchrift , aen de felve in een blinekende fteen uytgehouwen , te lefen is : Hoor Godes zwegen vs, tot gerief der koopluiden, defe Porz^e gefltcht, anno c i o i o c v 111, den XXIX Meje den eerf enfieen geleyt,ende den eer-fen Augu^it ci'ö cxm de eerfe ‘vergaderinge gewee^i. Op defe Beurs verhandelt men, by manier van fpreken,de geheele werelt,oft hare rijckdommen. Hier fpreeckt men niet anders dan van de prijs der waren , van koopman-fchappen te halen en te verfenden, van fche-pen te laden en te loflcn,van wiffel, van afTeu-rantie oft verfekeringen, en andere diergelijc-ke faken, die den koophandel betreffen. Weti-in- HetPHe^l-lndifch'huys is eerft gebouwt tot dtjch- een Vleys-hal, maer daerna ten dienft van de ^quot;7^- Weft-Indifche Compagnie grooter gemaekt. ßy de Wefter-kerek is oock een nieuwe Hal. Vlees-hal gebouwt ; en elders een nieuw Stael-hof, een Sy-hal, en andere mindere ge-meene geftichten, te lang te verhalen. Hier plachten wel eer drie , daer nae twee Kameren vanRethorijcke,als men die noemt, te fijn ; maer door ordre der Magiftraet fijn die tot een geworden : daer toe een nieu ge-Schou- bouw, genaemt den Schouburgh, in een ronde gedaente , op de wijfe der Roomfche Schou-burgen , foo vermaert by de Geleerden, ge-Hollant. |
maeckt is ; en feer bequaem, om, door Droef-en Bly-fpelen, de herts-tochten, deughden en gebreken der Vorften en volcken,door levende beelden, in rijm-maet aen de Gemeente te vertoonen , om de rechtlchape gemoederen gt;nbsp;ter deught lieffelijck te locken,en van ’t quaet af te fchricken. Aen de Nieuwe fijde is mede een fmifte en Cefihut-huys om grof gefchut te gieten. Dit kan men met recht Vulcanus-winckel noemen; want ick acht het een der fchrickelijckftc dingen die ooit van menfehen verdicht fijn. Hier worden de metale ftucken met kunft en ar-beyt gegoten. De voornaemfte Marckten fijn den Ham, de Hieuzue-marckt, en de Hoorder-marekt, daer men op de marekt-dagen, infonderheyt des maendaghs, welck de voornaemfte is, al-lerley nootdruft en andere waren te koop vind. De Wefter-marekt is mede ruym en wijdt. v Vele andere fijn tot fekere waren te verknopen, door de Magiftraet,gefchickt. Op ’t Wa- Koren-ter, by d’oude brugge, is de Koren-marekt, die men oock de Koren beurs noemt. Buy-ten de Reguliers-poort is een eierlijeke en feer ojfe-bequame Ofte-marekt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;marekt. Tegen de winter, als de Noort-zee , door Wael. vele ftormwinden fich ongeftuymigh begint te verheften , en d’Ooft-zee toe te vriefen , worden de fchepen, die des fomers derwaerts varen, in een fekere plaetfe, genaemt delHuel, die met palen befloten is,geberght,en tot den naeften voorfomer bewaert. Defe Wael is aen d’Oude fijde der ftadt, en van foo grooten wijdte en lengte, dat ’er een talrijcke menigh-te van allerley groote fchepen in befloten kan leggen. Over de felve is een Opper-Wael-redder, meteedc aen den Magiftraet verplicht; en verfcheyde andere die des nachts daer de wacht houden ; om over alle fchepen, hier als in een winter-leger gebracht, goede forge te dragen. In ’t jaer m d c xliv is een deel van Waei-ej~ d’oude Wael uytgeleyt , en een nieu ftuck lants, het IHael-'eylant genaemt, aen erven gedeelt, en door de Magiftraet aen befondere heden verkocht ; op welcke alree meer dan 15 o nieuwe en meeft groote huyfen getim-mert fijn. Dit eylant is met vier groote houte bruggen aen de ftadt gehecht. Niet wijd van de Haerlemmer-poort is een tweede Wael, niet veel kleynder dan d’eerfte, gemaeckt. Maer ick heb noch niets gefeghtvan de scholen, Scholen, welcke fijn als Seminaria oft Enteryen , waer in de jonge jeught de Latijnfche en Grieckfche talen, en de beginfelen der we-tenfehappen leert ; en alfoo ten dienft des lants opgetogen en bequaem gemaeckt wort. Hier fijn twee gemeene Scholen voor de bey-de fijden der Stadt, in yder is een Reólor, een Conreótor, en eenige Ondermeefters, nae ge-legentheyt en ordre der claften , nevens twee ij E nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Schrijf- |
AMSTERDAM.
Schrijf-meefters : foo dat er in alles twintigh meeftcrs fijn, om de jeught t’onderwijfen, die de Stade felf betaelt en onderhoud. Oock fijn over defe Scholen drie achtbare mannen uyt de Magifiraet tot Scholarchen j en twee Vifi-tatores oft Opfienders, waer toe gemeenlijck een Profeflor en een Predikant gekoren wor-p)g Oude-ßjts-Schole was eertijts hetvrou-wen-kloofter, dat men Betanien noemde, van d’ordre van S. Auguftinus, als ick te voren gefeyt heb ; en is in ’t jaer m d xciv tot dit gebruyck gefchickt. Boven de poort leeft men Erudite Biet at i S. dat is, aen de Geleerde en Kieu- Godt‘vruchtigheyt gewijdt. De iBietiZue-fijts-Jijde, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;achter de Nieuwe-kerck,voor’t welck
het volgende Opfchrift boven de poort ftaet : JDifciphna ^itA Sctpto , dat is, ’t Onderwijs is de ßeun ‘van ’t le'ven ; en defe twee veerfen door D. Cornelias Crocus, van welche wy ter-ftont meer fpreken füllen, gemaeckt :
ArtCyprobuSjprobitate^piuSjpietate^ beatus, Vt Dere ßM hlt;iec SchoU cult a dab it.
Pat is :
Dat gky door kunfi stordt Droojn door Droomheyt oock GodtDruebtigh,
Door GodsDruchtJaligh, en alfo op ’t hooghß doorluchtige Sal dees jeer nutte School u gcDenjfoo ghy eert De yeetenjehape en die met yDer naerßigh leert.
JDoor. In’t jaer m d c xxxn hebben d’achtbare Heeren Regeerders defer Stadt een Gppmna-° ftwme oft doorluchte Schole, opgerecht, waer
toe fy de kerek van ’t kloofter van S. Agneta ichickren en bequaem maeckten ; en tot het lefen der p-fiftorien oft Gefchiedeniffen beriepen 7). Gerardus Joannes VoßtuSj een man in alledeughden en wetenfehappen geoeffent en ervaren,en byfonder inde oude en kerckelijc-ke hiftorien fonder weerga, van welche wy in ’t Koninglijch deel, in de befchrijving van Roermont, breeder fprehen : en met hem B), (jaßpartu BarUus, der Medicinen Dodor, wiens Latijnfche Poefien alle andere van onfe eeuw verre overtreffen,om de Philofophie oft Natuer-kunft te leeren. Daer na is 7). aJ^ar-tintis Hortenftus mede beroepen,omMathefin oft de Wiskunften uyt te leggen ; welcker plaetfen , dewijl fy alle overleden fijn , federt van andere geleerde mannen bekleet worden.
In defe doorluchte Schole is, federt eenige theech oft jäten , de gemeene Bibliotheeck oft Boeck-ka-jjoeck- geplaetft , die te voren in de Nieuwe-j^erck plagh te wefen. Sy is met vele trefte-lijcke boecken voorfien , en ftaet voor yder, op fekere dagen en uren, open : over de felve is een Btbliothecarius geftelt, die voor d’ordre defer nutte inftelling forge draeght.
Macr dewijl ick nu terftont van de twee Scholen voor de jeught gefproken heb ; foo fal het, na mijn oordeel, gevoeghlijck fijn, de edelfte vernuften , die defe Stadt voortgebracht heeft, en die in de felve het fondament
oft grontveft van hare geleertheyt geleyt heb^ ben,hier te laten volgen ; om alfoo te toonengt; dat Minerva hier foo wel als Mercurius woontï
want ick heb te voren van de ftadt in ’t gemeen , en hare gebouwen in ’t byfonder , ge^ noegh gefproken ; maer fommige der felver fijn , door de verandering der wereltfche fa^ ken, oft vernielt, oft worden doord’alvernie-lende Tijdt geknaeght, en neygen ten val ï doch de geleertheydt,wetenfchappen en kun-ften , en d’uytgelefe verftanden die de felve oeftenen,fijn boven alle rampen; foo dat men van de felve met recht foggen mach :
Bgt;e wufe ECetenfehap ‘verßoot
Bgt;e Jdijti de Tijdt j en felle Toot.
Dat Amfterdam niet onvruchtbaer is in
bloeyende vernuften, blijekt genoegh aen jßtcolaus Q^mfierdamuSi die gebloeyt heeft omtrent het jaer m cccc xlvi. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wAnnen.
Her'vicus tiAmßerodamenfis heeft omtrent het jaer m cccc lxxxix , nevens andere ver-
maerde Theologanten, geleeft.
Joannes oAnißerodamus was een gemeyn-faem vrient van Weftclus,eertijts fijnMeefter.
oAlardus Amßelodamenfis heeft vele fchrif-ten nagelaten , en Rudolphus Agricola in hooger achting gehouden , wiens verfcheyde fchriften hy met korte uytleggingcn en aen-wijfingen vercierde , en fommige in een kort begrijp befloot. De groote Erafmus heeft feer wel van hem gefeyt, dat fijn tonge vergelde ’t gene aen ’t gehoor gebrack. Hy is te Leuven in’t jaer M D xliv geftorven.
Joannes Monfenus, Licentiaet in de Heyli-ge Theologie, heeft in’t jaer m d xlvi een boeck van het Sacrament der Euchariftie, oft
Avontmael des Heeren,uytgegeven.
Cornelius (rocus heeft te Leuven foodanigh een voorfpoet in fijne ftudien onder Adrianus Barlandus, Profeftbr der welfprekentheydt, verkregen , dat hy Regent oft Beftierder van de Schole defer ftadt wierd j en is te Romen in ’t jaer m d l overleden.
Gtsbertus Horflius leefde met de gemelde Crocus opeen tijt te Romen: hy was een ver-maert Medicijn-meefter j en is oock te Romen in ’t jaer mdlvi geftorven.
Joannes Sartorius was mede, als de voor-feyde Crocus, Regent der Schole van Amfterdam : hy heeft verfcheyde dingen in de Latijnfche en Nederduytfche talen gefehreven en laten uytgaen ; en drie duyfent Spreeck-woorden feer cierlijck in Nederlants overge-fet,en is te Delf in’t jaer m d lxvi i overleden.
Joannes Timannus , een Theologant van groot aenfien en achting in de ftadt Bremen, heeft omtrent het jaer m d lv geleeft.
lAicolaus Qannius is feer dienftigh aen Erafmus , om Griecxfche boecken uyt te fchrij-ven , geweeft ; gelijck klaer blijekt uyt een lange brief aen Cannius gefehreven, waerin defe
AMSTERDAM.
defe Stadt genocmt vort de behoudenis der szgt;ee, en hjna geboren in hare 'uloeden, ]gt;hcolaus 6‘verhardus, een treflijck Rechtsgeleerde, is, om fijn geleertheyt, van Keyfer Karei de vijfde tot Raetsheer te Spier verkoren. Sjbrandus Occo feer geleert in de goede kunften , is door fijne groote gaven tot het Burgermee ft erfchap deler Stadt verheven. T)irck J^olckertfzj. (oornhart vas een man van feer goet verftant, die, veertigh jaren out fijnde,tvee van dehooft-talen foo vel leerde, dat hy eenige ftucken van Cicero , Boethius van de Vertrooftingder vijsheydt, en andere boecken, in Nederduyts overfette. De groote Lipfius, foo hy noch leefde, fou van fijn verftant können getuygcn. Cornelius Haemrodius heeft, behalven eenige Nederduytfche dingen , het oude Batavia en gantfch Hollant geleerdelijck in ’t Latijn, na die tijden, befchreven. Petrus Opmerus ftudeerde te Leuven onder Petrus Nannius. Van daer in fijn vader-lant gekeert, volbracht hy ’t overige van fijne ftudien fonder behulp van Meeftersj en overleed te Delft in ’t jaer m d xcv. Defen Opmeer doet ons gedencken aen een andere Pieter ^an Opmeer van Amfter-dam , die groote ftaten in Brabant verkreeg, gelijck het opfchrift getuyght, dat men t’Ant-verpen in S. Francifcus Kerck in een glafe-venfter, door hem gegeven, leeft. Q:PM^artinus PEdituus^ oft ICoßer genoemt, 'vierd opperfte Medicijn-meefter van Frederick de tveede, Koning van Denemarcken ; en is daer nae tot de hooghfte ampten in fijn geboortplaets verheven. ^PisTatthiasPoJJemius vierd Cancelier van d’Univerfiteyt te Douay , door Koning Philips de tveede , als hy daer minft op dacht en niet nae ftont, gemaeckt. Hy is in ’t jacr M D xcix te Douay overleden. Joannes Poriiis vas Paftoor van S. Andries kerck t’Antverpen , daer men een Opfchrift van hem leeftj en is in ’t jaer m d c iv ontftapen. Henrick Laurentfzj Spiegel vas een groot beminnet van alle kunften en vetenfehap-pen , diehy oock felf, nevens fijn beroep, oeftende; ’t velck fijn boeck, Hart-fpiegel naemt, en andere rijmen, genoegh getuygen. PoemerP'tJp:her,dc rechte Duytfehe ç^Car-^ tialüi heeft met fijn Sinne-poppen oft Emble-matajCïA Brabbelingen,dat fijn EpigrammatUi genoeghfaem getoont, dat hy een vereldvijs man vas,en vel vaerdigh dat men fijner altijt gedeneke en roeme ; en is in ’t jaer m d c xx den XI Februarii geftorven. D*quot;. Sebafiiaen Egbertfzj is een treftèlijck Genees-meefter geveeft ; en vierd, om fijne befondere deughden en geleertheydt, met de Burgermeefterlijeke vaerdigheyt vereert. |
Petrus Pauw , Doótor in de Medicine, en een vermaert Profeftbr der felver veterl-fchap in d’Academie te Leyden , is door fijne uytgegeve fchriften genoegh bekent 5 en is in ’t jaer m d c xxi overleden. Laurens Reael, eertijts Generael oft Opperfte beftierder van vegen onfen Staet in Ooft-Indien , die dc gemelde Ridder Hooft in fekere Klaght noemt ---hetpuyk Het Ooy^elijn derjeugt 'Van d’Aewflelfche hmdouyoen. Na dat hy in Indien fich eenige jaren dapper in de vapenen , vijs in ’t bellieren def Landen, en verftandigh in de koophandel, getoont had, is hy, met groote eer en acht* baerheyt, en fchatten voor de Compagnie, in fijn Vaderlant gekeert, daer hy, metblyfehap en toeloop des volcks, vervelkomt vierd, eil terftont tot andere hooge ampten gebruycktj en is in ’t jaer m d c xxxvn overleden. Pieter Cornelifzj Hooft, foon van die brave Burgemeefter (fornelis Pieterfz^ Hooft, is hier in ’t jaer m d lxxxi geboren ; en heeft in fijn jonge jaren een yverige genegentheyt tot de vetenfehappen getoont. Sijn geleerde Staet-kunde , overvliegend vernuft, groot oordeel, finrijeke ftijl, en bondige velljare-kentheyt, kan men in fijne Nederlantfche hi-ftorien, en in ’t Leven van Henrick de Groot, overvloedigh befpeuren. In de Poefy is hy fonder veerga en onnavolgelijck , gelijck fijne fielroovende Gedichten gettiygen : vaer door fommige hem genoemt hebben, den Hollantfchen Homerus, de Pacitus onfer eeuw, 7 H o o F T der Poëten en Hiforjfehrijvers in onfè tael, de Vader der dPederduytfehe Zanggodinnen , de Eenix ^an fijn tij dtgenot en , en Drofifonder weerga.Hy is in’t jaer m d c xlvii, den xxiMey,in ’s Graven-Hage geftorven,om eeuvigh te leven , en t’Amfterdam begraven. lek kom tot de doorluchte telgen defer ftadt, die niet om hare geleertheyt, maer alleen door hare dapperheyt, vermaert fijn j vaer onder helder uytmunt Jacob van H e e m s k e r c k , Hm-flerdammer, viens ongemeene manhaftig-heyt en onvervinnelijcke ftantvaftigheyt, in ’t uytftaen van allerley gevaer der voefte zee, felle koude, opgeftapeide ysbergen, verftin-dend gedierte en verfchrickelijeke vyanden, ickin t breede fou befchrijven ; maer om dat het felve veel eer een geheele hiftorie, als defe veynigh plaets vereyfcht, fal ick alleen feg-gen , dat de vereeiiighde Nederlanders hem eeuvigen danek fchuldighfijn ; en verplicht, fijne deughden en daden,tot fijn onfterflijeke lof,aen hare nakomelingen bekent te maken. Jacob ^an Neck vas een kloeck en verftandigh man , en is in ’t jaer m d xc vi i i tot Admirael over een vloot van acht fchepen,die men naer de Ooft-Indien fond , geftelt. Van die reyfe quam hy in het volgenâe jaer , vér-fcheyde verbonden met eenige Köningen ge-maeckc |
maeckt hebbende , en naer ’t verlies van fijn eene handt in fekere Zeeflagh , maer vijftien maenden uytgeweeft fijnde,met groote rijck-dommen weder t buys ; en wierdt met foo groote eerbiedcnis ontfangen, dat men de kloeken van vreughde luyde. Hy heeft vele jaren daer na in aenfien geleeft, en het Burge-meefterfchap defer Stadt, en andere hooge ampten, bedient. Jacob JVtüekens heeft in ’t jaer m d c xxiv de Bahia de Todos los Sanótos, de voornaem-fte Colonie der Porttigefen in Brafil, kloeck-moedigh ingenomen ; en wierd daer na, om fijne verdienften , tot Raedt defer Stadt verkoren. Henric'k Corneltßi, Lonek was Admirael van de vloot, die naer Brafilien feylde, en de ftadt Olinda in Pharnambucco veroverde. Maer ick moet af breken , en kan niet in ’t by fonder fp reken van foo vele andere tref-felijcke mannen,als Jacob de RijekjUirek Uuy-'uelj en Cornelis Janfo ^an Arnderdam, geby-naemt bet HaentjCi wiens Nederduytfch graf-fchrift ick oock in ’t befchrij ven van de Onde-kerek verhaelt heb. Vele andere vermaerde en geleerde mannen fijn uyt defe Stadt gefproten ; maer ick fal van de felve , om datfe noch leven, niet (preken. Na hen overlijden, ’t welck ick bid dat lang uytgeftelt worde, fal ick, oft de mijne, als ick vertrou, ’t felve niet nalaten. Tot befluyt fou wel fchicken de lof defer Stadt hier by te voegen : maer ick fal in plaets van de felve alleen ftellen de xsf^oorden van fommige bloeyende verftanden, diefe noemen Hooft-tack en Kroondraeghfter ‘van Europa , ICleyn-albegrijp, Rechterhand der Staten^ de Scheeprijekft aller fleden, EPoonplaets ^an JAercurtuSjlrinckel ^an alle koopmanfehappent ^s Landts LLoot^riendin , Aenuw en kracht des oorloghs 3 ’t Oogh der 'urje Landen 3 en vele andere eernamen , die , gelijck aen een Keyfe rlijcke kroon vele heerlijcke juweelen blinc-keiijdoor^Jacob LeJe aide in ’t volgende gedicht begrepen fijn : 0 gi oote Keizerin, en Diamant der (leden ! Oogh-appel ygt;an Euroop ; en Jleun derßeakje Leden ; Ew Zuil'vanon'^enStaetjenSchuts'vrou-s^) tgt;anhetRechti En der Onnooflen hulp j Ereê-ipoedfler, ghy beflecht^ Het Dinnighfl’ erf-krakeel ; Cieraet der 'Vrye Landen, En hare Koren-fchuer 5 Op'^ekfler der iferflanden Door Pallas en Merkuur j ó Huis T^an o'})er'vloet, En Goutmijnquot; ysan ons Land^die ^oo ifeel yoondren doet! Heptuins Paleis en Hof yan ^oo 'Veel kleine hoven, Wiens fchoonheitj pracht en kunftgaet alle lof te boven j Prieelingroenf en loof 3 dat tuigh ^oo menigh boom, Die ^oete fchaduyp geeft langs ieder Graft en ftroom 3 Jn^onderheidt die tsteCj die ^oo met gevels pralen Vol heerelijken glans, dat Phæbus met ^ijnflralen Hooit haers gelij k en '^iiag in quot;t Oofl, Hoord, Zuid of Wefl-, Hy vleit niet, die ^ijn reen op quot;^aerheitsproefßeenveß. O yteerelts Wonder ! en Vertoonßer Van haer fchatten, Mijngeeß en kan uyt roem niet met mijn pinnen Vatten,j |
De grootße t^aken eert men nimmer na ytaerdy, ’t Gedacht is vaek te klein. Maer ’t alom^eilend’ T, Dat ponder yteerga leeft in groot getal van fchepen, Zal my verjehoonen, '^^oo mijn dicht is ongejlepen. Eeleeftkeit neemt de ytil gemeenlijk voor de daet. Vaer voort dan, trage pen, Jpijt bittre tyoift en haet, De yoaerheit ßraelt ’er door. Verdreve vreemdelingen Getuigen, datghy ^ijt haer Herbergh. Hooit ontfngen De Hoot en Armoe ^oo Veel hulp als in uyt jehoot ; ’t Strek Hem ten roem, die Heer Van leVen is en doot. Geen Stadt is ooit^oo hoogb in t^^oo veel tijdts geßeigert^ Hier ytoont deVoorßoet daer ’tGeluk geen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ypeigert, Jen ’t loffelijk beßaen. 0 Hemels troetelkint ! En Doel der Hijt, die z^elf uyt hater en bemint. Befchermßer van de fchat der Vryheit, die Veel jaren Verbonken lag-,maer nu haer hooft pronkt met uyt hairen, Ghy ypaert de jchrik der ‘;i:^ee in uyte friffe jeught ; En ieder die u kent ontbet ^ich voor de deught Van uyten Voedßeri^ioon, die Herk’les ßrant dec beVen , Van Heemskerk, die daer bleef, om eeuytighlijk te leven Op ytiecken van ’t Gerucht, verytinner in deßrijt : Zoo leeft een cedle sijel ten trots Van Doodt en Tijdt. Hart-ader van ons lant, en Stroom volgoude beeken , Die bey de Weerelden doet Van uyt ytondren /preeken , Verfchoon my dat ikßtijg. Ik ytenjch, dat ghy de Staet Gedurigh onderßeunt. ’t Ontbreek u nooit aen Raet, Hocht Wïjsheit en beleit, om ’t quaet Van u te keeren^ Hu doe Godtvruchtigheit en Vree uyt heil Vermeêren, De Liefd en Zegen blijf u by en die^e ^end, Geef, dat uyt ytelyaert niet dan met de yteerelt endt. Niemandt geloof, dat de vorige befchrij-ving, en alles wat daer in tot roem defer Stadt gefeyt is, uyt ydelen hooghmoet en verwaen-de trotsheyt fpruyt j want my is genoegh bekent , dat fulcks de Nijdt en Lafter gaende maeckt, om hare tanden te wetten en te verftompen. Maer yder gelieve , nae ’t oordeel der liefde, te vertrouwen, dat het voor-namelijck ter eere van den grooten Godt ( welcke het hooghfte ooghmerek in al ons doen behoort te fijn ) gefchiet ; dewijl alle heerlijekheyt, voorfpoet, fegen en welvaert van Hem alleen afvloeyt. Hy is ’t, die het nederige ten opper-top verheft, en ’t verhevene te gronde fmijt. In fijn vermogen is ’t oock defe machtige Stadt,die Hy in weynigh jaren foo hoogh gefet heeft, in korten tijdt en plot-feling ter neder te ftorten. Dies wenfeh ick, o groote Stadt en waerde Vadcrlant ! dat de Voorfpoet en Maticheydt ( om de woorden van den meergenoemden Heer jP. Q. Hooft te gebruycken) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;te vrede Zy, Ute blijven by, in u geluckighede, En Veßi^ uyten ßoel: Want nergens is ^oo veyl De nietverytachte tal, als cp de toppen ßeyl -Zoo ßibbrig ßaen, als op de kruyn ,• ^oo te bedincken Het gijpen, als Voor ytind, en ^oo gereedt het fjncken. Eyndelij ck bid ick de Vader der volckeren en Opper-Koning van alle hcerfchappy gt;nbsp;dac hy , met fijn genade en ongemeenen fegen , onophoudelijck by u blijve j op dàt uwe voorfpoet en welvaert, toteerefijner eeuwige Majeftcyt, alle tijden en eeuwen verdure. |
Oude is de feile en laetfte van de groote ? lieden van Hollant
te noemen
eettijes alleen hareAf-gelondene op de vergaderingen der Staten van dit Lantfehap hadden.
■ ^^enis Oor-Jpron^.
Eenige Schrijvers meenen,datfe haer naem heeft van een vrouw, genaemt Gouwken,die weleer m-ont-vrouw van defe plaets seweeffc fou lijn. Andere feggen,van de vergulde platen , daer eertijts het dack van den toren en de weerhaen prachtelijck mee verciert waren. Maer ’t is veel waerfchijnlijeker j dat d’oor-fprong van hare benaming komt van het bin-nen-lantfche water,dat men de Gouwe noemt, ’t welck fijn aenvang heeft by de Goutfche fluys omtrent Alphen,dat eertijts derRomey-nen Caflra Albiniana was, en ftreckt tot aen de riviere d’Yfel: foo dat de ftadt aen de felye Yfel op de mont van de gemelde Gouwe gelegen is. De geleerde Adrianus lunius meent, dat Gouw een Deenfch woort is, en een be-dijekte waterloop beteyckent.
^’^^'■f^n-he^n
t i
^^gin.
penen-kennis ) uyt het ftadts Regifter getroc-ken ) beveftigen : Wy Claes Maertenfz^. Go^ wert Jbßttefi,.ende Dirck Andriefz,. Schepenen binnen der Goude doen kond ende certificeren eenen iegelijcken dien ’t behoort ; dat op huyden woor ons gekomen en gecompareert fjnge^ueefi Pieter Pieterßi. out lxxxv jaren, Cornelis APeefz^. out \.xxx\jaren, Tsbrant Alithielfzj. out Lxxxi jaren , Hendrick Adriaenfzj. out L X X V11 jaren)PieterJanfzj. out l x x 111 jaren, Auguflijn Herex out i.xxi\jaren, Gerrit wan JHteringen l x x i jaren , fan Phomafzgt;. out i.xvjaren) Cornelis JHillemfz^,out yxinjaren, Tsbrant fanfZi. out lxii jaren en Gerrit Jacob fzj. out L x I jaren , oft elcx daer omtrent, alle poorters defer Stede ; ende hebben, ten wer-ßecke wan de Burgermeefleren , (alle rechtelijc-ken daer toe werdaecht fijndc) ommegetuygeniffe der waerheyt te gewen)geafiirmeert by heurluy-der cede, die den Baiuieu, Schout defer StedC) henluyden folempnelijcken afgenomen heeft, waerachtigh te fijn ; dat jy in heurliederjonck-heyt, dickwils haer ouders ende andrere perfio-nen hebben hooren wermanen , als d.at omirent een halfejuartier-uersgaens, buy ten defer fladt, op een plaets genaemt’t Oude-kerekhof, gefiaen heeft dteParcchie-kercke defer fede^alivaer oock Sommige gelooven, dat defe ftadt in ’t jaer nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;eenige hugyfenflonden.ende dat ootk aldaer
hangen den x x i Âprilis m d l x i x, ƒ//o com-muni. Op de plijekeflontj ^c. Dit ftrecke tot
Berße flaetß.
UCC1.XX11 aengevangen is ; want het lchijnt in d'aerde ^'oormaels ende noch onlancx de ^e-uyt feker hantveit van Graef Floris de vijfde, finge der feher kercke ende hülfen gefien ende in’tgemelde jaer gegeven,datfe op defe plaets benjondenfijn, Verklaerden 'voort, dat tot een begonnen is, dewijl hy daer in feght : dat hy gehoechenijje ende memorie de ^oorfz^. plaetfe geeft aen eenen edelen manAJeere ßdiclaes 'll an jaerlijcx met een proeeßie generael befocht wort) Catz^e ) Ridder totte •vrydom ^an der Goude, op den leflen beedach in de kruisdagen) ende dat wierdehalf hondertgeerden wan der halwer Tjfel fy depofanten ower de weertigh, wfiftigh, tfeßigh ten brouckwaert ende wierdehalf hondert geer- jaren ende langer, in de felwe proeeßie mede ge-den breedt. Maer Goude is lang te voren be- gaen hebben. Affirmeerden woort ) dat ffy oottk kent geweeft, dewijl verfcheyde Heeren haer wel hebben hooren fggen , als dat de huyfen, naem gevoert hebben, als,onder andere, Heer flaende binnen defer Stede, alhier door de be-Dirck van der Goude , Ridder, een der voor- quaemheyt ende gelegenheyt wan de deurwaert naemfte Raden van Koning Willem,van welc- ende omme naerder aen der Tffele te wefen, ge-ke in feker privilegie, van de gemelde Koning timmert fijUiCnde die plaetfe wan ’t woorfzj. Ou-in ’t jaer M c c lu aen die van Utrecht gege- dekerekhof daer omme wer laten bs geweefl -, alle ven, gefproken wort. Oock kan men uyt het fraude gefecludeert. t Oirkonden hebben wy voorfeyde hantveft van Graef Floris genoegh Schepenen woornoemt elex onfe fegel hier aenge-befpeuren , dat defe ftadt toen niet eerft aengevangen , maer alree te voren was ; en dat hare vrydom alleen vermeerdert wierd. Tot bewijs hier van dient, dat men noch heden, omtrent het vierde deel van een mij Ie buy ten de ftadt, een plaetfe,genaemt het oude kerek-hof,toont,daer eertijts de kerek geftaen heeft, en een wegh,die men de oude Gouwe noemt; welck kerekhof, foo lan^ als de Roomfche Godsdienft opentlijck geoelfent wierd, in de kruysdagen in’t begin van Mey jaerlijeks met een proceftie oft ommegang plagh befocht te worden. ïck fal dit met de volgende Sche-Hottant,
fer ftadt, ’t welck men met andere ftucken breeder fonde können toonen, indien men d’onnodige wijtloopigheyt niet pooghde te vermijden.
Omtrent een kleyne halve mijl van der cnde Goude niet wijdt van Moordrecht, fijn voor wuniege^ eenige jaren vele filvere medalien gevonden , meeft met de woorden HludovicusImp. aen d eenc, guXpistianaReligio aen d ander fijdc, welcke penningen fchijnen ge-
lt; 5CABiNis,Totique Senatui
EIPVBLICÆ
a.. S^e lasts Icerck
h e StaJthi^s
c- ’ jSer^UchtS^oAndionts c^ebts jiaets, ttte S^. ^ni^otus Jlnaetr
J. . »-^jfnsten- 1doo/i. en- water
. S^. Ca^antns klooien, ttu-^'ïucht^i^s
y e Collatie hroel. me Ge^ h . leru/àîems cj^et
i . OuAe mannen- ht^s
k. nbsp;nbsp;Cadaritten yafSniys
t. S^jian^rietenlilao/ler we quot;tyehranle et^
-3)2-
|
6S ^7 68 |
So
S]
73
74
7S
m-a CeUe^ffsns Klaa/let*, ntt hst- School
. Lieofc 'yh'otiJUtcn-^^/Üuts
, a^-yinm-lfnosrs 1(-lsofi-a^iroolsifin^
y . Vfoo^o^ cj^- • r ^anteh cjt^ol
s . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lcle^■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■
t . Xa-cois 00^7 £-1 loi^ Cf^et
-Hf , Z^cmft^n. G-ouw, Lt^O^-rt^
X . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lca^.
y . Ons ■‘VrouM^
hoeden bi-u^ 7)t Galjhiutck. Tfonnen bru^ Lt^mjênjlze 'ibirttarttv keft. eerMi
.Dyckoe JPoort Sloinuuïcn^
'quot;iker StaJt: foÏhuys cn-':Pficrb J)£ nytet^e hrt^.
:?foOtÿoSbs Itatty
J) O meulcn wrf *Pat:£rJlcccJ^£.
-jChtsnJs ‘i^ys Posffb On^t .Doelen msLynh. .DoeUnJleej en peoni^e
II
U D E.
volgens fijn brieven van date den v 11 Maert in ’t jaer m ccc lxxii.
dagen te fijn, ten tijde van Kcyfer Lodewijck de Goedertierene, foon van Karei de Groote, en vader van Karei de Caluwe , die Hollant aen Graef Diederick van Aquitanien eerft te leen gaf, toen de Chriftelijeke Religie in defe landen begon te bloeyen.
Defe ftadt heeft vele jaren onder de heer-fchappy der Graven van Bloys, als Heeren van der Goude , geweeft : d’eerfte was Joan van Henegouwen, Heer van Beaumont, (een jonger fone van Joan de tweede , Graef van Hollant, welcke in ’t jaer m ccc het Graef-fchap by erfrecht, door de doot van Joan d’eerfte , foon van Graef Floris de vijfde, ver-kreegh,) die tot fijn erfgoet in Hollant de Heden Goude en Schoonhoven, met al haer toe-behooren , van fijn broeder Graef Willem de Goede, verworf ; en met fijn toeftaen eerft in defe ftadt de tollen,en de huyfenom die t’ont-fangen, verordende. Sijn nakomelingen wielden door huwelijck Graven van Bloys, in Vranekrijek ; van welcke de laetfte was Guido de Chaftillon , Grave van Bloys, die in ’t
Oude Heeren.
Joan van Chaftillon en Bloys, getrouwt hebbende Vrou Machtelt, Hertogin van Gel-derlandt en Gravin van Zutphen, is Hertogh van ’t felve Landtfehap geworden ; en heeft die van der Goude het volgende privilegie gegeven : JHy Johan ^an Bloys^door Godes genade, Hertogh van Gelderlandt,Gr ave van T^ut-phen, ende lM.achtelt, Hertoginne van Gelder-lant ende Gravinne van Zutphen, vuillen met defe Brieven, dat een iegelijck vuete, dat vjy de gunße ende onß goede genegentheyt,die 'ivy dragen tot onfe lîeve ende getrouwe burgers van Gouda, om de beÇondere dienßen, die fy ons be-Wefen hebben,ende noch bewiyfen (uilen,gegeven ende verleent hebben aen de felve, datfi eeuwe-l(ck [uilen vry wefen van tol ende fchattinge door alle onfe Landen van Gelderlant ende Zut-phen-landt, fonder eenigh tegenspreken, oft van ons, oft van onfe nakomelingen. Daerom bevelen wy aen alle onfe Hollenaren, dat[y de voor-fiyde burgers van Gouda fouden vry ende jaerwcccxcvii overleed j foo dat met hem vranek laten gaen , finder den tol te betalen. de rechte linie en afkomft van Heer Joan van 't ÏHelck,aengefien wy voorgenomen hebben vaß Beaumont uytftorf, en de Heerlijckheden endegeßade te houden, wy hebben doen hangen van der Goude en Schoonhoven, met alle ha- aen defe Brieven onfen [egel, tot Arnhem , in ‘t ren aenhang, die te famen het landt en Bail- jaer m ccc lxxii, den x vi Maert. liage van Bloys genoemt wierden, wederom met de Graeflijckheyt van Hollant, ten tijde van Hertogh Albrecht van Beycren, veree-
Tie Magi ftraet koogt het Marckt-'velt.
Van de gemelde Guido van Chaftillon heeft de Magiftraet defer ftadt het marekt-
O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;111*
Voorts foo hebben de Poorters van der Goude , volgens ’t privilegie voorfz. alle dat felve recht, dat de Poorters van Leyden hebben het welcke by Hertogh Aelbrecht ge-confirmeert en beveftight is, op dcnxxiv dach van Meye m ccc lxxv , en den feften Maert in’t jaer m ccc lxxvii.
Hcrtogh Willem van Beyeren, gebynacmt de fcfte,heefc in ’t j aer m c c c c v 11 d’inwoon-ders defer ftadt vereert, met ^ryheyf der toüen ^jan Heufden ende Worcum : en dat de Schout en Raetsheeren füllen mogen excifen op-
Privilegiën en Voor-y echten.
velt, en de vryhcyt om dat de betimmeren, gekocht ; gelijck blijekt uyt een Extradl, uyt een van de Stadts boecken getrocken , daer defe woorden te lefen fijn : Privilegie ende koop van dat Marcktvelt van Gwy van Chaßillion, Grave van 'Bloys, ôCc. voor drie hondert oude Vranekrijexe Vraneken in gereede fitten en lichten,wanneer het hen goet dunekt,en penningen bet aelt,ende voor noch veert igh fehel- het geit dat daer uyt komen fal, [uilen fi mogen linden Hollants goets gelts 's jaers te betalen op beßeden ten gebruycke der ßadt, nochtans op S. Jan te midfomer ; fes machmen op ’t voorfz,. fulcke conditie, dat fi ons voor[ulck een benefl-Murcktvelt wel timmeren, een Haüe, Raet- cie füllen jaerlijcx opbrengen twee-en-tachtigh huys', IHanthuys, ende Hleyshuys, alfoogroot Pranfihe kroonen, Ó6c.
als quot;t die ßede oirbaer ende nut dunekt te we- Hertogh Philips heeft aen de Burgermee-fen , tot der fiede behoef : de plaetfe leggende fteren,Schepenen,en de geheele inwoonende Gemeente, geconfenteert, die een doodflagh perpetreerde, die foude fijn goet mogen redi-meren en vryen met feftigh guldens , volgens ’t privilegie van den xx v 111 Septembris in ’t jaer m cc cc l i.
Maximiliaen en Maria, Hertogen van Oo-ftenrijek, Burgundien, amp;c. Graven van Hollant en Zeelant, êCc. hebben het privilegie vernieut en beveftight, dat hier een gedurigen Raet van Veertigh mannen fou fijn , die jaer-lijcks een dubbel getal van Burgermeefteren en Schepenen fouden kiefeuj op dat de Vorft,
ontrent de Halle die fal onh et immer t hlijuen. Gegeten te Hoyon in ^irajfe den eerßen julii,
M CGC LXV.
\ Volgens de handtvefte ende privilegie van Grave Floris hier voren gemelt, foo njn aile die binnen de voorfz. vryheyt woonachtigh en poorters fijn , gepriviligeert, om tolvry te varen door alle des Graven landt.
Die van de Regeeringe hebben oock gekocht van Joan van Henegouwen, Heere van Beaumont, de windt, foo verre als hacr vryheyt gaet,om vijfdgh ponde Hollands ’s jaers.
ofc fijn Stadchouder en Raet, daer nyt eea cnckcl getal nemenjCn in de regeering Rellen fouden. Doch de Ed. Gr. Mo. Heeren Staten vanHollant en WcR-Vriellant hebben by een nieuodroyen privilegie, gegeven denxxi December in’t jaer onfes Heeren m d c l , de Bnrgermeefteren en Vroetfchappen vergunt en geauthorifeert, dat fy felvc abfolutelijck mogen eligeren, kiefen en fetten, vier Burger-meefteren en feven Schepenen, by openbaere Remmen en enckel getal, gelijck fyluyden de voorfz. nominatie van het dubbel getal gewoon fijn gcweeft te doen.
De vrydom en rechts-gebiedt defer ftadt was in ’t eerft alleen binnen den omring van hare poorten , veften en muren , en een wey-nigh daer buyten, te weten,over ’t geheel drie hondert en vijftigh geerden lang van de halve Yfel af opwaerts, en te broeckwaerts oock foo veel breet : welck gebiedt daer na,ten tijden van Maximiliaen en Philips,Aerts-Herto-gen van Ooftenrijck, in ’t jaer m cccc lxxxiv een vierdedeel van een mijl rontom de ftadt, foo wel over d’Yfel als elders, vergroot is. De Stadt is oock geprivilegeert met drie jaerlijck-fe vrye paerdemarckten, gedurende clcks drie achter-een-volgende wercke-dagen, ingaende d’eerfte des donderdaghs, dertien dagen voor den eerften daghvan de Vaften,de tweede op den eerften donder dagh nae Dominica let are, re half Vaften , en de derde op den achtften dach in lulio , ofte de felve op den Sondagh komende,alsdan des maendae^s daer aen,vol-gende de relpeólive privilegiën van Koning Philips d’eerfte, gegeven in de jaren m d i i
D • E.
H ellellCl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;qoiïNâa
M.^r LV^oVVICI.
Vrydom
biedt.
Jaer-marck-ten.
en M D V.
Der Goude is in’t jaer m cccc xxxviii dooreen fchrickelijkenbrant bynageheel ver-nieltj foo dat ’er alleen vijf huyfen omtrent de haven overbleven , van welcke noch eenige overigh , en aen haer oude gevels te kennen fijn.Door dit ongeluck fijn oock vele van hare Chartres en oude hantveften verbrant. Reyne-rus Snoyus befchrijft dit ongeval in fijn tiende boeck met defe woorden : Daer is een el-lendigen hrant ontaen , die de geheele fiadt in pulster en aJJ'che lt;veranderde, uitgenomen 'Wej-nige huyfèn j dte omtrent de Ha^en en de Adtn-ne-broeders o^erble^en.Defe brant ontflack eerfl aen de poort ^'an de tiende firaet, en de 'wint was Joo groot dat de huyßn m een ‘voüe ^lam fionden, eer dat 'er noodige hulp (juam om dte te leffchen.Dit ongeual is door eenige teeckens uoor-feyt ; want ick heb ^an oude Iteden hooren verhalen i dat 'er op de kerck brandende vuerballen, en vuerige vogelen, oft liever toverefjen en duj-velfehe geefien , gevallen fijn. Het volgende out Latijnfch versben vervat hetjoertal van 't ongeluck , t Welck op S. Lodewjcks feefida^hge-Jchiede:
jDollant.
lammer-lijck wr-brant.
Doch fy is uyt dieaftche heerlijek verrefen ; Korte be^ want het is nu een volckrijcke en vermakehjc-ke ftadt : van buyten met wijde en diepe graf-ten gefterekt, en binnen met fraye ftraten, en heei'lijcke huyfen, infonderheyt aen de beyde pen. fijden van de Haven , Gouwe en Marcktvelt, verciert. Sy is oock overvloedigh van allerhande lijftocht en nootdruft,door hare goede ge-legenheyt; en om de groote en geftadigedeur-vaert van fchepen,daer mede fy van oude tijden af begunftight is,door welcke d’in woonders dit voordeel genieten,datfe van al’t gene dat Hollant , Zeelant, Brabant en andere geweften, elckanderen tot nootdruft en welluft toefenden , mede deelachtigh fijn ; ’t welck de ftadt volckrijckjfchiprijck, lijfcochtigh,en vol nee-ring maecktjfoo darde gemelde deurvacrt haer een byfonder, ja haer voornaemfte welvaren toebrengt. Haer fayen en greynen,fay-fuftey-nen, lakenen, kennip, vlas, lonten, fuy vel, amp;cc. worden oock allefins verfonden. Sy heeft een feer lóete en gefonde lucht, meer dan vele an- Lucht. dere plaetfen ; loo datfe in de befmettelijeke peftfieckte der gebuer-fteden byna bevrijt bleef, om datfe verre van Zeelant gelegen,en met fuyvere en foete wateren,die allefins door-vlieten,en met de vloer en ebbe van d’Yfel da-gelijcks tweemael ververfcht worden , be-ichoneken is: in voegen,dat’ernaeulijcks een ftraet gevonden wort, daer niet een water oft zijle voor oft. achter,langs oft door loopt; het welck oock veroorfaekte,dat hier eertijts groo-te neering van brouwen was, ja foodanigh, dat ’er, gelijck men feghr, meer dan drie hon- ^cnigh-dert en vijftigh brouweryen ge weeft fijn , die hareuytftijtersin Zeelant,Brabant,Vlaenderen . en andere plaetfeai hadden ; want het befte en voornaemfte bier , Goudtfche Kuit genaemt, was, om fijne koelheyt en gefontheyt, overal in hooge achting, en geen beter te bekomen: maer defe neering is daer na, door d’ongefta-digheyt aller menfchelijker faken, vermindert, en byna verdwenen. In defe ftadt wort oock en andere veel met vlas gehandelt,’t welck men hier fuy- ncenn-vert en opmaeckt, waer mee fich vele men-fchen,inlonderheyt vrouws-perfoonen,genee-ren ; foo dat het geenfins het geringfte deel van haer welvaren is.
Men gelooft, dat ’er in Hollant geen plaets rrucht^ is, daer de jonge boomen , en andere planta- baerheyt. gien, beter en meerder voorrgeteelt en ge-ent worden , als aen de buyten-cingel defer ftadt, die meeft rontom met tuynen en quekeryen van jonge ooftboomen verciert is ; welckers vruchten door Hollant en verdergelege landen met groote winft vervoert woräen.
Goude befit,als een onverftei ffelijck crf-lcen Leen-goe^ van de Graeflijckhcyc van Hollant, de Heer-
ij E 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lijck-
-ocr page 170-E.
De Pa-rochie-ki rek. Kapellen en kloo-Jhrs. Codti-httyjen. lijekheyt van den lande van Steyn , Willens;,, Corceharlen, Vrye-houf, Calveren-brouck en d’appendentien en dependentien van dien;met al hacr rechten en toeDehooren,hooge en laege jtirifdidie oft rechts gebiedt, tienden en cijn-fen. Oock ftaen onder haer Baljuwfchap de Ambachts-heerlijekheden van Gouderack, Blocmendael, Brouck, Thuyl, en ’t Weegh-jen , welcke Heerlijckheyt Keyfer Karei tot verfcheyde reyfen door fijn Gecommitteerden , om de groote uytnementheyt en be-quame gelegentheyt van de plaetfe , verfocht heeft te koopen , volgens des Stadts Vroet-fchap-boeck , op de jaren van m d xxx, M D XXX1 en M D XXX V. De Parochie-kerek, daer in eertijts 71 altaren getelt fijn , is een heerlijek geboux^i', en, foo men acht, grootev dan eenige andere in geheel Nederlant; want fy is fekere voeten langer en breeder dan den Dom te Keulen : fy heeft oock fchoonder en künftiger glafen, dan eenige andre kerek in Hollant,(die meeft by twee broeders, ingeborenen defer ftadt, Dirck en Wouter Cfabeth genaemt, en fonder weerga in defe konft,gemaeckt fijn,)welc-ke van de treftelijekfte Heeren, foo geeftelijc-ke als wereltlijcke, van de Staten van 't Lant, en van fommige Steden en Collégien vereert fijn. Defe kerek met haren toren, die met een feer hooge naelde in de lucht opfteegh,is in ’t jaer M d l 1 i, den x 11 lanuarii, door den bli-xem aengefteken en jammerlijck verbrant, fonder de naburige huyfen,die meeft met riet gedeckt waren,te bcfchadigen : op welck ongeval de geleerde Hadrianus Junius de volgende regelen (die het jaer,dagh en uur, wanneer het gefchiede, vervatten) gemaeckt heeft : LVX bljjena fVit lanl bora yefperenonaj C V M JaCra ïohannïs NNL,Qano CorrVIf Ædes. In Der Goude fijn eertijts twee Paro-chie-kereken , fes kapellekens binnen , twee buyten , en elf kloofters binnen de ftadt ge-weeft. Hier fijn oock verfcheyde vermaerde Gods-huyfen : als een Gafthuys, daer arme , fiecke en kranekfinnige lieden ontfangen en gevoedt worden j een Oude-mannen, en een Oude-vrouwen-huys,dat menS.Elifabeths Gafthuys noemt j een Heylige Geeft oftWeeshuysj een Leproos-huys, en een Aelmoeffeniers-huys, daer men aelmoeften'aende behoeftigen uyt-reyckt, en de weefen der vreemde lieden onderhout , ’t welck in’t jaer m d lxxxvi ge-fticht is,en door goede ordre en mildadigheyt der burgeren, in korte tijt met goede middelen,tot onderftant vandearmen,voorfien.Soo dat uyt het verhaelde genoeghfaem blijekt, dat d’inwoonders altijt een byfonderc gene-gentheyt, om de nootdruftigen te helpen, ge-hadt hebben. |
Hier is oock een fterckkaftcelgeweeft,daer ouâtka-Vrou Jacoba op gewoont heeft ; want Pieter Bor Chriftiaenfz. heeft een misverftant,als hy • r- ini 1 r I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;plaets in lijn elfde boeckleght,dat het van JoanGra- r^anVron ve vanBloys,in ’t jaer m cccc xxxix gebouwt lAceba, was : dewijl men met het privilegie van de gemelde Vorftin , daerby fy de poorters vergunt moer en veen vry te delven, het tegendeel be-wijfen kan,om dat daer onder ftaet : Gege^uen en^fegelt op onfin Slote ter Gouàe, tien âagen mjuniOi in ’tjaer-onCes Heeren m cccc xxvin. Hier uyt blijekt dat het te voren geweeft is,de-wijl dit jaertal elf minder is dart dat van dege-feydeBor. Maer ’t is waerfchijnlijcker,dat het van de voornoemde Joan van Henegouwen, Broeder van GraefWillem de Goede,cn eerfte byfondereHeer defer ftadt,oft eerft gebouwt, oft, als andere meenen, vermeerdert en verbetert is. Wat hier af fy,’t is altijt feker, dat het waeropde vele jaren gebruyckt is, om de gemeene char-tres,brieven en papieren van Hollant te bewa-ren, de welcke, in ’t jaer m d lxxxix , door ren. laft van de Heeren Staten van dit Lantfehap, met toeftaen van de Magiftraten defer ftede, daer uyt gehaelt, en in handen van Joan vander Does en van Noortwijek, als Regiftcr-meefter van Hollant, geftelt fijn, om die naer ’s Gravenhage te brengen. Dit Slot oft kafteel is in ’t jaer M d lxxvi i , met toeftaen va» de Magiftraten, en Capiteynen der burgery, afgebroken en geflecht j foo dat ’er niets van overbleef als een toren, daer in de gemelde Chartren en gemeene papieren bewaert wierden. Het Marcktvelt is groot en heerlijck,in de ^^rekt, gedaente van een triangel oft driehoeck. In ’t midden van ’t felve , als in fijn centrum oft middelpunt , is het Raethuys, feer net en cierlijck gebouwt ; en van de meergemelde Vrou Jacoba,gelijck men gelooft,aen de ftadt gefchoneken, als fy, gelijck terftont gefeyt is, hier op ’t kafteel woonde ; en van meeft al de Hollantfche fteden ( die fich onder ’t gebiedt van haren Neve Hertogh Philips van Bour-gondien,door lift oft gewelt,begeven hadden) verlaten was. Hoewel ’t gemelde Raethuys eerft na hare doot, omtrent het jaer m cccc xl, foo ’t fchijnt,volmaeckt is.Onder dit gebouw is de Hal oft het Vleeshuys, feer konftigh op pylaren , en met een geeftigb overwelfiel gemaeckt ; in voegen dat ’er het vernuft van dc Bouwmeefter aen befpeurt wort. Achter defe Hal plagh het ftraf-tooneel te ftaen, met ftcc-nen colomnen onderftut, daer alle vonniften over de mifdadigers aen hare lichamen uytge-voert wierden j maer is voor weynigh jaren afgebroken. Defe ftadt is niet fterek, als men de he- sterche. dendaeghfche manier van Sterekte-bouw wil aenfien j want fy niet anders als met een muer beflo- |
Gedaente gcaacnte acier itaat is oyna lont. riaer enWapen. wapenis metfes Herren verciert,’twelckVrou ƒ Jacoba,Gravin van Hollant, als fy hier in hare grootfte fwarigheden, gelijck gefeyt is,woonde,met een doorne-kroon omringt heeft. Het oude fegel had maer twee Herren,niet gelijck-formigh het gemelde wapen ; dies heeft de MagiHraet een nieu doen maken , gelijck beOoten is, en op fommige plaetfen met een Nsreynigh aerde daer tegen. Sy heeft fes poorten 5 hare graften fijn wijdt en diep gcnoegh ; maer hare nieefte ftcrckte is,datfe in een moe-rafligh landt leght,en het feive tot allen tijden in vier-en-twintigh uren onder water kan fetten : foo datfe niet te belegeren, en veel minder met grof gefchut te genaken is,dan alleen over de dijcken,die aenwederfijde vand’Ylfel leggen,daer tegen vafte bolwercken gemaeckt fijn : in voegen , datfe door hare gelegenheyt fterck genoegh is, jae byna onverwinnelijck de Srats-ReßiHer te lefen is : o^ den eerflen Se-ftembris in t jaer m d c x v i men beginnen tegebruycken de ßadts nieuwefegels, die njolgende de rejblutie ^an d nvan pjn.de, noan date den v 11 Julii m d c x v, gemaeckt fijn met fies fierren , in plaets dat de 'voorgaende pgels maer tweefierren hebben gehadt , ’t weid niet en was conform ’t wapen 'van de fiadt ; en fijn de patronen oft afdruckfils Schale. Geleerde m/innen. Sy heeft altijt een fraye Schole gehadt, die in goede ordre , door ’t wijs beleyt der Magi-ftraten,beftiert en onderhouden wortjwaer uyt vele vermaerde mannen,als uyt een vruchtbaren acker,voortgekomen fijn,die hareeereaen defe ftadt, als danckbare kinderen aen hare moeder, meêdeelen : onder welcke de voor-naemfte en uytmuntenfte fijn HenricM de Gouda, dus na fijn geboort-plaets gebynaemt, gelijck in die tijdt veel gebeurde ; welcke een Heremijt was van d’ordre van S. Auguftinus : hy bloeyde omtrent hetjaer m cccc xxxv in d’AcademieteHey-delbergh ; en was een der vermaertfte in fijn tijt, gelijck Trithemius, Abt van Spanheym, van hem fpreeckt, die oock eenige van fijn Theologifche wercken verhaelt ; en met een van quot;Joannes de Gouda gewagh maeckt. Quilhelmus Hermanns was feer geleert in de twee talen j en heeft de fabelen vanEfopus uyt het Griecx in ’t Latijn overgefet : hy was oock een goet Poëet, gelijck fijne wercken ^e ^eüo Geir O-Germanic o, Syl^a o darum, T). Hieronü vita (ƒ paßio,cn meer andere geleerde ftucken, die ten deel gedruckt, en ten deel in ’t klooftervan S.Marten teLeuven be-waert worden, genoeghfaem getuygen. Den grooten Erafmus, daer mee hy feer gemeyn- |
U D E. faem was,geeft hem een heerlijek lof; want hy noemt hem den aüerbeflen onder de Geleerden^ en den Geleertfien onder dlallerheßen. lt;s^agdalius Jacobus,een Dominicaner-mo-nick, heeft omtrent het jaer duyfent vijf hon-dert gebloeyt ; en was uytmuntendein de kennis der Grieckfche en Hebreeufche talen : hy heeft, behalven de ^verbeteringen des quot;BijbelSi een kort inhout ‘Van de U. Schrijïuer » dat meer dan twee hondert en vijftigh vaerfen vervat, Jaeobus Goudanus, een Monick van de feive ordre, heeft omtrent het jaer m d v te Keulen geleeft,en is door fijn Theologifche wercken vermaert. (Juilhelmus de Gouda, een Francifcaen van der Minderbroeders ordre, bloeyde in ’t jaer : M D I V. Reynerus Snoyus, een Medicijn,Philofooph ; en vermaert HiHory-fchrijver, is Doctor in de ; GeneeskonH op d’Academie van Bononia in Italien gemaeckt. Als hy in fijn vaderlant ge-keert was, verkreegh hy de vrientfehap van Adolf van Bourgondien, Heere van der Vere nieuweJegels, die, in Zeelant, die hem, om fijn verHant en ge-de Vroetfihap daer leertheyt, beminde, eerde, en mildelijck befchonek. Daer na wierd hy als Gefant naer de Köningen van Engelaut en Denemarcken ge-fonden. Oock heeft hy een der MagiHraten van defe fijn geboortplaets geweeH. Hy was wel ter tael,’t welck hy met een geleerde wel-fprekentheyt vercierde ; en heeït verfcheyde dingen, foo in profe als rijm,in byfondere we-tenfchappen gefchrevenjdoch heeft fijn mee-He vermaerthcyt door de dertien boecken der Gefchiedeniïfen van Hollant verkregen : en is eyndelijck in defe Hadt in ’t jaer m d xxxV ii overleden. Cornelius j^urelius oft ‘Van der Goude (want dus vertaeldc hy de naem defer Hadt in de fijne,) was een Regulier-Canoniek van S. Au-guHijns ordre te Hemfdonek by Dordrecht, en een goet vrient van Guilhelmus Heda, Alardus AmHeldamus, Reynerus Snoyus, en andere. Hy was foo uytHekend in de Poefie, dat Keyfer Maximiliaen , om de lieflijekheyt fijns verHants, hem met de Poetifche lauwer-tack van Apollo , door fijn Ambafiadeur Stephanus van Cracou, als Aurelius fulcks minH verwachte,befchonek. Hy heefr,behalven andere , twee geleerde boecxkens van de gelegenheyt van Out Batavia tegen Gerardus No-viomagus gefchreven, waer in hy be wij H, dat Hollandt een deel van ’t feive is ; welcke de geleerde Bonaventura Vulcanius met eenige andeie heeft laten drucken. Het fchijnt dat hy een LeermeeHer van den grooten Erafmus geweeH is, gelijck men afnemen kan uyt een brief van de gemelde Alardus van AmHerdam aen Aurelius ïvï tjaer m d xv gefchreven. |
waer
-ocr page 172-E.
waer in defe woorden te lefen fijn : ^raf-mus is te Bafil : wy verwonderen ons al/e, dat hy nimmer van h die altijtßjn oprechte vrient en meeßer geweefißjty gewagh maeckt. Hermannus Letmatius eerfte Dodor van de Sorbonne te Parijs, heefc daer na Deken van' S. Marie-kerck t Utrecht, en Vicarius van de Biffchop geweeft. De gemelde Eraf-mus geeft hem een treffelijck gecuygenis en fijn oordeel van hem, in’txvii boeck der brieven, in de gene die aen Nicolaes Everaert gefchreven is, met defe woorden : Als Her-mannus -, fèght hy, eer dat hy fijneßudie in de Godtgeleertheyt begon, de bennis der Gneckßhe tael en goede letteren^ als men die noemt^verkre-gen hadydroegh hyßchßoodanigh in den loop der Sorbonißche Theologie, dat hy, met toeflemming 'van alle menßchen, verdient heeft dieerfle teßjn in die Schole, dte altß voor d’eerfle in die wijße van Anderen gebonden ü. Tgt;och is hy niet adeen geoeßentin dte jbitsßnnige Sophißeryen,daermee fi tegen eickander twi^redenen j, maer hy heeft oock alle de Conciliën, hißorien, en onde TjcoIo-ganten doorlefen,en totßjngebrnyck. Het is een man van een fiherp en goet verßant, en heeft een onverfadelijcke In^l om te leeren, en een te-genwoordigh en haeßi^h oordeel, en is daerbe-neven , ^t we lek in ß^cke mannen ßeldengeßen vjort, ßonder vermetelheyt, fonder gramfchap, en ßgt;nder trotsheyt : want hy hoort een y der met grootgednlt’, en wijckt felfvoorßjn minder, Dit heerlijck verflant is in ’t jaer m d l v , als hy LXi 11 jaren out, en xxv jaren Deken ge-weeft was, t Utrecht uytgeblufcht. Cornelitis Loofins , Canoniek in fijn vader-lant,en daer na Vicarius van de kapel der hey-lighfte Maeght te BrulTel, heeft vele, doch in-fonderheyt in de Theologie,gefchreven ; oock een Regifter der vermaerde Schrijvers van Hoogh- en Neder-Duytflant. Hy heeft wederroepen, dat hy van de ware en valfche too-very op ’t papier gefielt had , gelijck men by Martinus Delrius, in ’t eerfte Aenhangfel van ’c vijfde boeck van d’onderfoeckinge der to-veryen, kan befpeuren. Theodoricns Gerardns cnjoachimns JAar-timis Gregorius,,beyde ingeborenen defer ftadt, hebben eenige boecken van Galenus in ’t Latijn verra elt. Cornelius Schonamp;us , Reótor der Schole te Haerlemjwas een welfprekend en verftandigh Poëet ; gelijck fijne heylige Comedien,die by-na alle Latiniften, onder dénaem van Teren-ttus Chrißianus, bekent fijn, genoegh ge-tuygen. |
BetrusBockenbergius heeft Paulus Leopar-dus tot fijn Leermeefter gehadt, en was Hi-ftory-fchrijver der Heeren Staten van Hollant en Weft-Vrieflant : hy heeft, om dat ampt wel te bedienen, fcer naerftigh geweeft j maer had daer toe, als fommige meenen, niet oordeels genoegh. Vele waren met afgunft tegen hem ontfteken , onder welcke Joan van der Does oock was, die hem, onder de naem van dickmael berifpt ; of’t felve met reden gefchiet, dacr van mogen andere oordee-len. Hy is in ’t jaer m d x v i i overleden, en te L.eyden in S. Pieters-kerck begraven. Coude heeft oock voortgebracht kloecke zeevarende lieden , onder welcke twee broeders, Cornelis en Brederick Houtman,uytmun-ten , die d’eerfte van d’inwoonders der veree-nighde Landen naer Ooft-Indien gefeylt fijn, en daer eenige jaren,ten befte van’tlant,koophandel gedaen. Het ftreckt oock tot groote eer voor defe ftadt, dat den geleertften Hollander Erafmus van Botterdam, een wonder der grootfte ver-* ftanden , en onverwelckelijck cieraet der Nederlanden , binnen hare wallen ontfangen en gedragen is -, maer fijn moeder, om eenige faken te Rotterdam vertrockeh , heeft hem in die ftadt, in welckers befchrijving wy breeder van hem fpreken, ter weerelt gebracht. De regering van derCoude is byna gelijck-formi^h met d’andere fteden van Hollant : want hier is een Hooft-Officier oft Opperschout , die met de Schepenen recht doet ; hy als eyfeher en uytvoerder , en fy als oor-deelders d’eyfch toeftaende, oft matigende, oft ontfeggende. HetBailjuw en Schoutfehap wort nu bedient by den Heer M’’. oAnthoni vander ITblß. Het burgerlijck beftier ftaet by vier Bur- ^»rger~ germeefters, die in ’c jaer m d c l i , als ick dit 1'chreef, waren de Heeren oAelbert AdaertenfZi. Houtman, Mquot;quot;. oAnthoni Voßenburgh, Cornelis CorneltßZj. de Lange, aAdriaen Tl^reyck, De regerende Schepenen fijn de volgende: Sche^e-Govert AertZ^. Hoogenbergh, fan ÏTouterfZj. van Immer feel, Ißaac van den Bergh, tfans Eelbier, M'quot;. Hieronymus van Beverning, aAdriaen van Swaenswijek, D’’. Johan de Vrye. Oock is hier een eewigenRaet oft Vroet- t^roet^ fchap, die uyt veertigh mannen pleegh te ftaen, en, nae haer getal, de Veertigen ge-noemt worden.By het bovengemelde nieuwe oólroy van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staten van Hollant en Weft-Vrieflant,op ’t verfoeck van de Magiftraet defer ftede aen hen verleent, is geftatueerr, dat het getal van de veertigh Raden, daer van eenige overleden waren, foude uytfterven tot acht-en-twintighperfoo-rien. Als dçfe Raet de laetfte mael vol was,be-ftont hy uyt de navolgende Heeren Bieter |
Pieter Hlarmenfzj. Cincq, Cornelis Adriaenfo. Dongen , D*quot;. Martinus Blonck,
Go^ert AertZj. Hoogenberch,
M*quot;. Geerardt Cincq, oAelbert Aiaertenfzj. Houtman, Geerardt Pieterßi,. ‘van Beeß, Cornelii Corneltfzj. Vlack, Pram Hendrickje. Herberts, Pieter Hu^bertz^. ‘van Middelant, J
SSterf,
ItfSO.
ƒ «gt;^1/ Vb' ƒ Lftr I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V t \J\J ff k
Mquot;quot;. oAnthoni Poffenburgh, Jan EVouterfzj, Immer feel, Jan Dirckfzj. Steenwijck, Qornelis Cornelifz^. de Lange i
M’'. Hiclaes vander Graefi^, Dirck Fredrickfzj. Beuckel,
M’'. Florü Cant,
Johan Crabeth, ^aem JdPillemßzj. Abbeßeegh Gerrit Hoftkooper, Ifaac ‘vanden Bergh j Hans Felbier, Harmen Cincq Wantfager, M’quot;. oAnthoni zander JP^olß', Baillieu, Jooß njan den Bogaert, Jan Janßz,. Smith, tiAdriaen Cornelißzj. Hereyck, Æmilius Cool,
M*quot;. Hieronymus ‘van Be'verninq^, fr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;
(aerrit forneuJZj. Ctncq fiAlhertus Zas,
Pieter Haemßzj. Hermeuff^'l^J^J'''’ Gerrit P)irckfz,. Sterre, oAdriaen 'uan Swaenswijek, G ouvert Suys , Johan de Vrye
Lucas de Veth,
Herbert 'vander LPLey, Donatus ^an Groenendijck. Defe Stadt heeft tour-beurte in de Staten Generael om de negen jaren, in de Raeden van Staete alle een-en twintigh jaren , in de Generaliteyts Reecken-kamer alle dartigh ja-ren,in de Reecken-kamer van Hollant om de vijftien jaren , en continuele beurt in de Gecommitteerde Raeden ter Admiraliteyt tot Amfterdara.
Prins ;
De Burgers defer ftadt fijn oprecht, trou en naerftign j en groote beminners van de vryheyt des Vaderlants : gelijck in ’t jaer M D LXXii bleeck,alsfy fich,met meeft al de Hollantfche fteden, tegen d’onmatige ftreng-heyt des Hertoghs van Alva ftelden j en den Koning van Spanje, onder de beftiering van haren ouden Gouverneur Prins Willem van Oranje, eedt deden. Dit gefchiede door Heer
Afrt der ßedelin-
Adriaen 'uan
■te, met een hant 'vol
'VolckSi{‘3X^ de Heer P.C. Ho oft, Droft te Muy-
Hiftorien feghtj^/^*ßede Oudewater den negen- en bewijs tienden ‘van Somermaentfiu 't gemelde jaer,om-fette ; en^ ten derden dage daer aen,oock die ‘van der Goude, fijnde hem, 's morgens ‘vroegh, door JJJJ eenige goetgunßigen ‘uan binnen,de IClaizveeghs-poort met ge'weït geopent. PHaer op, hy felf ‘voor aen, ‘vergefelfihapt metjonekeren, uyt den £nge ‘van Httrecht,en Serklaes uyt den Hage,ge‘volgf}t ‘van fihaers feßigh mannen , ^eraept ‘volck en oolijck ge'ivapent,fichßracks naae iMarckt Joey-de. Een ^an de burgerwacht, die op 't Raet-buys was,ßeurende hem foo fcvack, beßondßjn Jitsbroeders tot Weerbieding te eermanen , en ßjn bus te ‘vellen. LHaer dl anderen beletten hem quot;t afdrucken,en figen het werek met goeden ooge aen. Swieten, treckende om ’tßadthuys, kreegh fslck een toe loop, dat hy in kort fs oft fe'ven hon-dert mannen achter jich ßeepte. En een wey-nigh daer na vervolght hy : Dhans riep Swie- bege~ ten de Vroetfehap te gader, en deê hen eer PI,daer fjd'fjde na de Schutteryen , aen den IConing,famt den Drtnce als jiadthouder, eedt doen.Joncker lCor-nelis ‘van der LAjle, die be^vel over ’t Slot, en veertigh mannen daer op had, meende na Vitrecht om byßant te 'Panden.Dan fijn bode werd gevangen j en hy mits dien benoodight, gelijck getal volcks van den Heer van Swieten boven te laten ; in fchijn oft het daer by blijven foude. SMaer ’t graeuw ruße niet, eer het hem foo moede gemaeckt had, dat hy beneden quam , en fijn buys in derßadt houden, 6óc. Met dufdanige geringe middelen lijn de iteden omgelet, en net fondament der heerlijeke Vryheyt ge-bouwt. De liefde der inwoondcren, tot voor-ftant der felve,bleeck oock in’t volgende jaer, treeken als fy , met die van Delft, Rotterdam en den tot ontfet Briel, tot ontfet der belegerde ftadt Haerlem, onder ’t beleyt van de Baron van Batenbugh, ’ trocken , die van de Spaenfehen geflagen wierd j foo dat ’er, benevens vele andere, vijf-tigh burgers defer ftadt doodt bleven; gelijck oock eenige van Delft, en van d’andere gemelde fteden.
In t jaer m d lxxiv meenden eenige burgers defe ftadt aen de Spaenfehen over te geven ; doch als d’aenflagh ontdeckt was, lijn fommige daer over geftraft, en d’overige ver-fchoont. De ftedelingen hebben oock, vijf jaren daer na,volgens ’t voorheek van verfchey-de andere fteden, haer kafteel, door ordre van en breken de Vroetfehap, afgebroken ; gelijck ick te vo- 't kafteel ren, in de belchrijving van ’t felve, aengeroert heb ; foo datfe lieh niet alleen vernoeghden met de guide vryheyt te befitten ; maer ge-bruyckten alle middelen , om die te behouden. Hier van fal tot een laetfte proeve en bewijs ftrecken hare weygering, om Prins Willem van Oranje tot Graef van Hollant te maken : want als de Heeren Staten van dit Lant-
den, in ’t fefte boeck van fijn Nederlantfche fchap ’t Graeflijck gefagh,met naem en tijtel, Hollant, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ij F ? onder
onder fekcrc voorwerden, de gemelde Vorft opdragen wilden , en de brieven daer van al-rce met de fegels der meefte Edelen en ver-fchcyde Steden beveftight, waren die van Am-flcrdam en defe lùdc daer tegen , gelijck de gemelde Heer P, C. Heoß , in ’t twintighfte boeck lijnerHiftorienjmet de volgende woorden getuyght : JPl^er^als men met het zuerek {verlïaet het voorfeyde aennemen tot Graef van Elollanc ) ‘V o or tsaren nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, maechten d' Amfi er dammers i inge^olght hji die 'uan der Gond-Ci ^roote fivarigheyt amp;Cc. De Ridder (onflantin iP^ygens, Heer van Zuylechiim,belchrijft d’eygenfchap en lof defer ftadt kort en bondigh in fijn ftemmende Steden, als hy feght : |
MpaGoïiSt^c yoert meergouds y mijn 'Srins y Dan Dagus guide grond ter hor[e ygt;an fijn Prins. Hebb meer quot;Tpan hun te baet : Doe mijn gebuerfiadt branden En baedden in haer bloed door haer l^yanden handen Ontf-^om iek hun gevoelt, en duyekten in mijnGow^^ E.n kroop mijn E^el diepp ten hals toe in de mouyo. Spijt oorloghskracht, iek {la ; oock{onder dPude muren Van 't K.a(leleyns gebiedt. Wie ^ijt ghy mijner Buren Die door den neus noch {preeckt, en my p gebreck Toerscijt ? Ickfegge t'mijnen roem, ’k Ben Brill en brillen quijt. |
Otterdam heeft haer nacm van de riviere Rotte, die daer door loopt ; want ly is als een Dam van oft aen de gemelde Rotte. Robertus Cenalis lchrij ft, dat het een leer oude ftadt is, en dus na Koning Rüther, haren bouwer,ge-noemt. Dit wort oock van Trithemius beveftight den, om hare waren op te leggen, betimmert is. die daer by voeght,datlbomtrent het jaer lxxxix Flare welvaert is oock vermeerdert door d’elen-nae Chriftus geboorte gebouwt is • en dat de ge- den van Brabant en Vlaenderen , om dat ’er veel melde Vorft , die de drie-en-twintighfte Koning Wiffe wt‘ Jngeriomen, Plooßcri tn toren. andere feggen, met meerder waerfchijnlijck-heyt, nae mijn oordeel, dat het voorverhaelde t’eenemael ongegront en een enckele verfiering is ; want deHollantfchelaerboecken maken geen gewagh van wie en in wat tijt ly haer begin heeft, ’tls gelooflijck, dat de fchippers, vilfchers, kooplieden en diergelijcke,om de goede gelegenheyt, langs de riviere Rotte eenige wooningen ge-maeckt hebben, die allengs vermeerdert, en eyn-delijck tot de tegenwoordige geftalte gekomen lijn. Doch dit is evenwel lbo lèker niet, als’t gene ick nu fal verhalen. Omtrent het jaer Ja cc lxx is Rotterdam met een wal omringt, en met fladts privilegiën begunftight. In’t jaer m ccc iii is ly van de Vlamingen ingenomen j en in ’t jaer m cccc xvii met lift door loan van Beyeren, oom van Vrou laco-ba , en te voren BilTchop van Luyck. , In’t jaer m cccc xliv is hier een kloofter voor deBroeders vanS. Dominicus ordre gebout ; en vijf jaren daer na den toren van de groote kerck aengevangen. Het kloofter voor de Sufters van der Carmeliten ordre is in’t jaer m cccc L X X X 11 gefticht, gêlijck de brieven , die daer Vosy Sre- van gemaeckt en noch in wefen fijn, getuygen. Ses jaren daer na hebben de ballingen van de ^meetert'^’ hloecklclic pattyc, ondcr’t beleyt van Frans van wff ffr. jßj-gjgj-Qj nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftadt vermeeftert, op voorwaer- de , dat d’inwoonders aen bare lichamen en goederen onbefchadiglit fouden blijven. In ’t jaer M D L X VI heeft een grooten brant, door eens kuypers onachtfàemheyt ontftaen, en van de kracht des wints vermeerdert j hier meer dan negen hondert huyfen en cenige ïchepen vernielt. In d’UtrechtIchc oorlogen hebben die van Pyna ver-hrant. Dapper- hejitderfle- Rotterdam dapper gevochten gelijck Reynerus deltngen. Çnnvnç in fïin nPfTPndf* br'iPrk mer rip woorden te kennen geeft : In mijnen tijdt heb ick, die XXxv jaren out ben j ^ejien , dat yey in d'J^trecht-fche oorlogh hoe langer hoe koflelijeker quot;Verytait ’Svaren ; en onlangs daer na dat de Rotterdammers met die Tan Woerden geflreden hebben. In Ttelcke oorlogen foo Teel burger-bloet geßort is dat het niet alleen een y der neTens my bekent is maer Tele befchreyen ^t noch in onfe dagen. Hooft-kerkz Hare hooft-kerek is een fchoon en prachtigh gebouw,ter eeren van S. Laurens gewij dt -, en met een dicken doch onvolmaeckten teren verciert. Hollant. |
Sy leght aen de Male,op de mont van de rivie- Gelegen-re Rotter , omtrent een mijl van Schiedam , drie ^9^-van der Goude, twee van Delft, en drie van’s Gra- In de laetfte Nederlantiche oorlogen is ly van een geringe ftaet, daer iy door verlcheyde ongevallen in geraeckt was,tot een aenhenlijcke ftadt geworden : want ly heeft in neering en koophandel foo toegenomen , datfe in alle hoecken met rijeke kooplieden uyt die geweften derwaerts gekomen lijn ; waer door de ftadt langs de nieuwe haven met heerlijeke gebouwen verciert, d’oude rtr^^roi^. veften afgebroken, en veel vergroot is ; lbo dat- ^'»5-fe nu onder de befte fteden van Hollant gerekent wort ; en voor niemant in koophandel,dan alleen voor ’t machtigh Amfterdam, behoeft te wijc-ken. Waer van een klaer bewijs ftreckt, de me-nighte der groote lchepen en haring-buylèn, die voor en in de ftadt leggen, naer alle geweften met allerley koophandel varen , en wederkeeren. In onle dagen is ly leer vermaert geworden door het goede bier, dat daer in groote menighte gebrouwen en verlbnden wordt -, ’t welck nu geen kleyn deel van haer groot welvaren is. Tot bevordering van de koophandel fijn hier, bchalven vele wateren, als de Rotte, het Steyger en andere , verlcheyde groote en bequame havens , als de Leuve-haven , de Blaeck, d’oude haven , de Haringvliet, en de Scheepmakers-haven; daer lieh de lchepen in bergen , hare ingelade goederen lollen, en wederom andere innemen. Onder de nieuwe gebouwen munt voorname- Pacthuys lijck uyt het Raethuys, en de Beurs voor de kooplieden. Oock is hier een ruyme en wijde marekt ,• welcke beftaet in een groote overwelfde brugge, daer’t beelt van den grooten Erafmus, waer van wy terftont meer lp reken füllen, ten toon ftaet. Sy is lbo vergroot, datlènu 144 bunderenen Grootte. 430 roeden lants begrijpt. Hare welvaert knn men hier oock uyt afnemen, dat hare wecck-marekten vermaerder lijn ais de laermarckten van vele andere fteden. In dele ftadt lijn geboren ArnoldusTanR.otterdam y die omtrent het jaer M CCCC XXIV bloeyde. Hy heeft veel gelchre-ven ,• waer van ’t voornaemfte is het werek, dat, nae ’t getuygenis van Valerius Andreas, te Leuven in S. Martens kloofter bewaert word , in twee boecken gedeelt, en Vaticantts genoemt is. Hier in handelt hy wijdtloopigh van de feven eeuwen der weerelt, en van de gelchiedeniften in die tijdt voorgevallen ,• doch in’t begin van ’t fclve verhaelthy in’t kort den loop fijns levens : Wtjaer M CCCC XXIV, omtrent de feeßdagh Tan Maria Magdalena, ley t hy , heb ick Arnoldti^ Tan Hollant Tan Rotterdam, DoHorin deKerckelijcke Rechten, (in't klooßer Tan Groenendaelin^t Sonien-bofchby Brußelge^ legen tot een Regulier-lCanonickgeTpijdt') ßlfuytTer-feheyde boecken en Hißory-fchrijTcrs, die ick in Italien te ii G nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bowo- |
V . t-SiMOir
. S. I4a4irotus JCerck
. 'JjCoooh Jlra.e3r
. Latr^ Jleeeh
. OuAo 3Cerck Jlrit»b
. '^teuoi^e ^Cerok JlraO'-b-
. ^etr
. tr'Soshttys ^St^.kerck
. 'U^oß' Jlra^ ett'
^3 . Doiterÿ Jteeeh
33. quot;^hdeke brt^^
33 . t9-dobers Jteeeh
3S • 3Calek Jleeck
33 . luffrou' Cro^ Jleet^
3Ô. (Pat^fleech
3g . Satnejleeck
4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f ,
'/?■ Ä
*
|
'Raem- Jie^^ |
iS. 39aeL
3)e^fclte ^aatir
T^aeri-
»39
»3^ tyt »3^
13 . TCoren dort-tS . dobbe ^flxeeb
. Corte dooftjleech t3. 'Ittaterbont Jteeeb ig . Olypbant JleeeJi zo ■ (Baet Jteeck zt ■ (DubbelXen drentjieeeh Z2 ■ tSer-yiteurs ^eecb Z3 . ^»itaîeke Jteeob z3 ■ OaXe mannen boys Z3 . lanXorts Jleecb z6 ' t G-^Irut days zy ■ 'Vroioiyen bays zamp;. Cafb dstys Zg. (Peft days 30 ■ Dot boys 3t, ■ De Oost Doortr 32 . Slays
^8. ^oamp;me^s Jlttch . ^nttnamp;rtùw Jl^tch
3t . dièa Setiertoo 32 - StaSs 'Xannterbuy:.
33. Groenen Sat 33 . Daawe Jtraetr 33 . Doyaert Jtraer
36 . tZoe S-traet 3y. ^SSmiraïèteyts 3Ô ■ S_p/iet^be (Kgt;o 3g. StaSts Steenhouwer 60 . dooft Doortr nbsp;nbsp;nbsp;gt;nbsp;g
6t . OaSe dooft 62. quot;iit^er dao/ 63 . deine Sehe
(Do
t^8. 'Vroas^ Jîeeoh . Choyer Jleeck t^o . 'Trincendo^ eto (Kerck-tyt ■ LomkertrJlrart! oÿz. (Doet S-teech oyj. Calyer Jleeeh
. l^Ude 3See Jleeok »55 ■ 33elt;dÔBnir oße 'Varckenairtr t,y6 ■ (De'Sutixr Jtoot-
. deere tSiraetr l$8 . »^jtrtinj/ie JCerek i.yg. (Prtnee tS-traetr o6o. (Dannekoeejc JkeetX^ t5t. . (Banquet- Jtrae^ t£x ■ Stènek Jleeeh tôj- ^h^ele/ae^er Jieeek tSj. 330 '\3o^te Sat^ tôg. (Baen- Jlraeir t£S. Lat^eXÀjn Jheech tSj dieio 'Vranche Jleech
t55. t5g ■ tyo.
tyz. ^73-»74-»75-
Vrane^Jloe^dt 'Sree.Jlraet-fitttch t^ees days G-oadèhe 'Wa^en Jiraei-Gov^he J^oortr daey neas JUecJyen
'33nUiy
68 . JCeyfêrs Jlraet 63.37-0^ boe^ 30 . 'Key^^s br^ye
3t . 37yn jiraetr. . Steen jieect
VRBIS HOTTXHD AMÄK SI $
..
R D A M.
D. Erap-mas. Lib. 2, cap. 38. Boiwnien cn te Padua daer ick fludeerde, geflen^n gehoon heb y dit: -^^erck 'y^erjamclt gejchre'})en cn opgcmaeckt. Nlaer ’t {àl, buy ten alle twijßel, geheel Neder-lantjinfonderheyt Hollant,doch meell dele ftadt, tot een eeuwige en onverganekelijeke eer ftrec-ken, dat den Grooten Hollander , dat grootfte Licht der geleertheyt van fijn ceuwe en van al de Nederlanders die ooit door de letteren vermaert ge-weeftfiijn, ïc]^ Deflderius Erafmti^ Roteroda-tniis.binnen hare wallen geboren is. lek heb hem groot, ja de grootlre genoemt j want alle die getracht hebben om hem te verkleynen , hebben fich lèlf, door foo een onrijp oordeel, vernedert. H ƒ heeft fijn ftudie t’Utrecht begonnen, en daer in te Deventer voortgegaen. Alsfijnouders overleden waren,is hy by de Regiilier-Canonicken in’t kloofter Sion by Delft befielt, om onderwefèn te worden. Van daer ging hynaer’t kloofter Steyn, van de felve ordre, by der Goude gelegen ; daer hy, nevens de goede letteren, die hy onder Cornelius Aurelius neerftelijck vervolghde , oock de fchilderkonft leerde. Men fagh certijts, in de kamer van Cornelius Mufius te Delft, een crucifix, dat Erafmus gefchildert had. Onlangs daer na, de loop fijner ftudien volbracht hebbende, als fijne fchriften in’t licht quamen, kreegh hy fulck een groote naem van geleertheyt, dat hy van Köningen en Princen in Duytftant, Italien, Engelaut , en andere geweften van Europa, met groote fchenckaedjen ontboden is. Hy was een man van een wonderlijeke en weergaloofè geleertheyt en naerftigheyt ; en heeft fbo vele tref-felijcke boecken gemaeckt, dat men met reden fou können feggen, dat hy fbo veel heeft cele-fèn , dat hy naeulijcks overige tijdt om te fchrij-ven fchijnt gehadt te hebben. Maer ick kan niet nalaten de lofrede van Francifcus Irenicus, uyt fijn Germania, hier by te voegen : Aen Erafl raus feyt hy, is bujten de heerfchappy der hoofi-talen, met toeflaen y an al de Geleerden, opgedragen ; om dat ypeynigh oude Schrijvers hem in de kracht Van /preken i'Waer in hy d'uytmuntenfle is^ te boven gaen : yeant in defe man blineken Joo Vele rijekdommen Van kon-flen j en foo veler ley deelen Van de geleertheyt, als ’er aen verfchsyde perfoonen gefchoneken fijn-, foo dat hetfchijnt, dat eenen Erafmus in plaets van vele menfehen , om de menighvuldigheyt fijner forgen en naerfligheden, isgeyoeefl. quot;t Is uytermaten jehoon, dat geen yeetenjehap, om 't geluck Van andere, in hem Vermindert oft Verflaeut ; en’t gene aen d’een gegeven vtord, ontrecht hy d'andere niet : maer y der Vi)etenjchap altijdt, door fich feljin gelijekheyt ge'^o-gen fijnde , isfioogoet, en Verdient foo vele, als of de fielve aen een by fonder menfch gegeven vtaer. Onder de jonge Schrijvers fijnder yreynige die hem können genaken,yeeyni-ger die hem gelijeken, en alleryteynighfl ja geene die hem in geleertheyt te boven gaen. Hy heeft foo een bequaem-hcyt aengenomen , die vteynigh menjehen bereycken , geen geveynflheyt kan lijden, en t’eenemaelvyant is Van alle vleyery : defe bequaemheyt heeft hyfoo Vry , Verciert, en joo Volkomenaenvaefi't, dat die altijdtgelijckmatighvloeyt, op haren loop fleunt, met vermaeck in harte der lefers daelt, en de tegenfprekers gevangen neemt. Sijn maniéré vanfpreken is fichfelfgelijckformigh, ytord ongefichent geVordert, versteekt den ifler, houd den Verypeck'ten, en bindt hem met onverbrekelijeke banden, Sijnen flijl is foo vloeyend, Vriendelijck, oprecht, klaer, en foo eygen, dat hy opfulck een ytijfe de quot;ytoorden na de floffe en verhandeling Voeght, dat yderfaeck hare yeaerdy en hoogheyt ver-krijght -yeaer doèr niemant bequamer oft vaerdiger, cm de tael en redenen te Verderen, geacht ytord. Ick Vertrou, dat men de Verflanden det kinderen Jeer fin Verlichten ,Joo men hen t’eenemaelgebeende aen Erafmu-s flijloft maniéré Van /preken, en dafe daer door bequamer [ouden ytorden, om alle vteten/chappen in te drineken : yyant daer is/oo een kracht Van bevallijckheyt in mijnen , ja in uyoen Erafmus , dat men die Jouprijfen, /oo quot;ytel injeen Orateur oft Redenaer in een groote vergadering, als in degemeene Jcholen-, vtaerom die voor’tverfiant der jonge nocht der oude te vreefen heeft. Dus verre Irenicus. Sie daer waerlijck een treffelijcke lofrede , na de verdien-ftenvan fbo een lieerlijcken uytmuntend Licht der Geleertheyt, de welckein’tjaer m d xxxvi , tot groot nadeel van alle wetenfehappen en de beminners derfelve, byna feventigh jaren out fijnde, overleden is. Voor niemant van aide Geleerden fijn meer graffchriften gemaeckt.Beatus Rhenanus heeft fijn leven befchreven ; Con-’ radus Coclenius en HadrianusBarlandus hebben yder een regifter van al de boecken , die hy ge-fchreven heeft,gemaekt s d’eerfteinrijm,end’an-der in profè. Te Bafel is hem een graffchrift door fijn vrienden ; en te Rotterdam een kopere beelt op de marekt, door de Magiftraet der ftadt, opgerecht ; daer de volgende woorden in'deLa-tijnfehe tael onder gehouwen ftaen : Era/mus, geboren te Rotterdam, den 28 Odoberin’tjaer m cccc L X V 11, w Bafel, den 12 Iulius in ’tjaer MD xxxvi, overleden. |
G, nus. Guilielmus Hy emenus is hier oock, in ’t jaer ï 508, uyt een Gelders edel geflacht geboren. Hy is van Keyfer Karel de vijfde tot opperfte Raetsheer t’Utrecht,enPrefident van de kleyneRota,gelijck men die noemde, verkofen. Als hy ’t felve 48 jaren bedient had, ishy in’t jaer m d lxxxiii den 9 November overleden. Niemant was vaer-diger om de faken der Rechtsgeleerden te verklaren , en de fwaerfte voorvallen t’ontbinden. Hy had byna een hemelfche geheugenis, oordeel en verftant, gelijck fijn fchriften getuygen , die van fijn fbon Arnoldus ten deel iiytgegeven , en ten deel noch ongedruckt fijn. Rotterdam is de fèvende, oft d’eerfte na de fes waerUg-groote fteden van Hollant ; en bloeyt nu fboda- hejt en lof. nigh in koophandel, als boven gefèyt is, datfe , naer Amfterdam , de voornaemfte en rijekfte •geacht wordt 5 waer door haer fbmmige by de gemelde groote fteden voegen. Defe welvaert wordt veroorfaeckt, naeft Godes fègen, door hare goede gelegenheyt en bequamehavens,dieptc van de riviere, en nabyheyt der zee ; ’twelckde groote ConftantinHuygens aenwijft, als fijn Ed\ de ftadt aldus doet fju’eken : ’t Zy Wael, ofRhijn, of Maes, of alle drie te faem, ’t Zy Ljfel, Meryp, of Leek, ofdrie in eenen naem, Of fes in eenen buyck, fy moeten t’mijnent buren, En 'gillen niet in lyee, of kujfen eerfl mijn muren ; Mijn muren/oo gereckt, mijn foo gerijckten grond, Hat die my nu befiet kan vragen -ypaer ick flond. O muren, en égrond, ó ytielgevoeghde Stroomen , JLijekt Voor de JHildernis der averechte boomen ; Maer vtijekt voor haergeluck : en,vremdeling,fegt ghy, Hoe verr cn vtint het niet mijn Mafe van haer Tf |
O R c V M oft Gorichem . ookGornicbem genoemt, leght drie mijlen van . Schoonhoven , aen de rechter Zijde van de Wael 5 daer de Linge fich meê vermengt, en hier oock de Merwe ge-noemt word. Het is een tamelijcke ftadt , eer-tijtsmeteen kafteelvoorfien, ’twelckin’t jaer M c c XXX, in de tijdt van Floris de vierde, Graef van Hollant, door Ioan van Arckel ge-bouwt is ; die d’inwoonders van’t dorp Wolfort beval hare plaets te verlaten, en met al haer goet in de fterckte te komen woonen. Ais dit ge-daen was , heeft hy de ftadt met muren en graften befloten, en Gorichem genoemtj gelijck Joannes Leydenfis met de volgende woorden ge-tuyght : In die tijdt by Afckel een flerck Slot dat Ioan d'achtfle Heer ifan Arckel toebehoorde. Hier omtrent •ypoonden eenige leiJIcherS) om dat de riviere Mer-yoe, door het toeHoejen quot;Van de Mafe en Wael hier fneller afloopt j ’teelcke Wael bp Tiel, een fladt 'yan Gelderlant, geflopt yyas , op datfe, na hare gey^oonte, quot;yoortaen niet meer in de Linge fou loopen : maer namaels fich in een dieper en meerder graft naer Bommel keer ende, omhelfl de Mafe in de boygt;enße en onderfle deelen Van de Bommeler-vtaert. En cm dat de ViffcherSj die bp Arckel yyoonden jfeer arme lie-den quot;yoaren, die men eertijts Ghorkens in Nederduyts plagh te noemen, ( gelijck men noch hedendaeghs van d’arme menfthen Ibmtijts ftyt, datft gor en dor fijn ) foo is defe ßadt na de in'^oonders Ghorkum, doch nu Gorichem geheeten. Den Heer van Arckel beVal de huys-lieden Van Wolfort, datfe hare huyfen fouden af-breken , en die met fijn hulp fladts-'yyijfe omtrent het gemelde Slot herbou'yoen j quot;t -yoelck daer na geheylight is tot een Gods-huys oft Parochie-kerck ; en al de kercke-lijcke cieraden met de beelden Van de kerck te Wolfort fijn in de gemelde kerck te Gorichem gebracht, dat tot een fladt gemaeckt en bemuert is door deJelve Heer van Arckel. Hy heeft oock aen d’oofljijde der felve het flerckfle Slot der gantfche heerfchappy van Arckel, daer hy en fijn nakomelingen , Heeren van Arckel, voortaen vuoonen fouden, ge-bowyyt.
Van den toren deler ftadt kan men iz bemuer-de fteden, en een groote menighte van dorpen, buerten en Heeren-huylèn fien ,• ’t welck lèker een aengename en wonderlijcke laeck is.
Hier wort grooten handel in kaes,boter, aller-ley gevogelte, en andere eetwaren gedreven j die uyt d’omleggende plaetlên hier gebracht, en weder door geheel Hollant en andere Provintien ge-voert werden ; waer meê vele burgers fich genee-ren: want ly fijn lchippers en kooplieden te ge-lijck,en voeren hare goederen in hare eygenlche-pen naer andere fteden. Hier toe fijn leer dien-ftigh de nabygelegene rivieren daer in oock allerley rivier-vilch , tot groot voordeel der in-woonders , rijckelijck gevangen wordt.
In’t jaer m ccc iii is Gorcum door loan Hertogh van Brabant met gewelt ingenomen ; en 8 j jaren daer nais ly , door een ongeluckigen brant, byna geheel vernielt. Sedert heeft ly ve-Hollant,
Bouwer-
Noems ooy'
Vermuec]^
Koopmw^ fchap.
Ie fwarigheden , lbo lang ly onder de Heeren van Arckel was , moeten lijden : want loan van Arckel , Ontfanger van Hollant, weygerde aen Hertogh Aelbrecht van Beyeren,fijnen overheer,re-kening van lijn bediening tegeven^waer door des Graefs gramlchap en een feilen oorlogh ontftont, en vele dorpen en kafteelen verwoeft wierden,tot groot nadeel der Heeren van Arckel, en d’arme gemeente , inlbnderheyt der huys-lieden, aen weerfijden. Als dit branden en rooven drie jaren geduert had, heeft Hertogh Aelbrecht dele ftadt belegert,om een eynde van d’oorlogh te maken. Doch daer wierd , door de Ibrge van loan, verkoren Biftchop van Luyck, een verdragh gemaeckt , dat de Heer van Arckel den Hertogh om vergiffenis Ibu bidden; en desHertoghs vaen-del, tot een teeken van overwinning, uyt het kafteel hangen. Maer onlangs daer na , in’t jaer M cccc VIII, als Willem de fefte , Graef van Hollant was, is’t gemelde verdragh weder gebroken ; lbo dat’eraen weerfijden vele fchade gedaen is : doch die van Gorcum , die in groote ellende en gebreck van alle dingen vervielen, hebben de ftadt aen Graef Willem overgegeven, diefe met yoo mannen belette, en de Ridder Philips van Dorp tot Gouverneur ftelde. Hier door is Willem van Arckel, loon van de gemelde Ontfanger loan, leer vergrämt geworden ; en heeft d’onvoorfichtige wachters, door de gunft van een duyftere nacht, overvallen , en de ftadt allbo ingenomen. Als de Flollanders die wederom wilden belegeren , heeft hy hen in de vlucht gellagen ; en kreegh Reynold Graef van Gelder, fijnen oom, met veel krijghs-lieden te hulp ; die hy daer na Gorcum geheel overgaf, om nimmer van Gelderlant gelcheyden te worden. Hier door is een heftigen oorloogh , tuftchen de Hollanders en Gelderlchen, ontftaen ; tot dat ’er in’t jaer m cccc xii een vrede op de volgende voorwaerden gefloten is : dat Graef Reynold van Gelder,met toeftaen van Willem van Arckel, aen Graef Willem van Hollant, de fteden Gorcum en Worcum , cn ’t geheele lant van Arckel, overgeven fou ; en de gemelde Willem aen Reynold hondert duyfent Franfche kroonen voor fijn geleden fchade en oorloghs-koften betalen. Ioan van Arckel'ftelde fich tegen dit verdragh ; dies hem de Graef van Hollant eerft ter Goucle, en daer na te Sevenbergen gevangen ftelde. Onlangs daer na dee hy ’t Slot van Gorcum tot de gront afwerpen ,• en liet een nieu op een bequa-mer plaetfe, aen d’oever van de Merwe, daf^ fchoonder was, oprechten ; ’t welck in ’t jaer M D Lxxviii afgebroken is, en op de lelve plaets in’t jaermd xcvi i i het tolhuys gebouwt.
In’t jaer m ccc xevm is de Kerck ae-maeckt ; en vier jaren daer na tot een Paroclne-kerck verordent.
Als Hollant, in ’t jaer m cccc xvii, met het vuer van inlantfche twiften ontfteken was, hebben de Cabeljaufche defe ftadt met gewelt ingenomen. Hier opheeft Vrou lacoba veel volcks vergadert, en, onder’t beleyt van Walra-■ ven van Brederode , na een bloedigen flagh, 11 H nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 179-.0 ..,Óz,6aQ
.Q
.A^à
.0
-Q-ö ..aö
,-,QÓ ..~QÜ ,
..AÙ.Ô
. a.OaÖ.
..Q-.
..Ö -AQÛ..AÔÛ ..
..aOaÔ..-ÛaQa',
..-Aû-Û -.
■ O-ö..
.QaÓ--
G -Ô ----•
-aÛÛ
.aÔ-a-aOÛ
-ÛJâ
..aOaÔ
-aO
.o-^ÛaÔ--
aO-Ô
...aO aOaQ.--
..aQ '.Q • -quot;»Û
.....Û Ô
.0 .óQ
-aoG
,.-Aûô_Cjû .
„oÔ-aQÔ.-
â .,q0
.,gt;0 Qû
.....dû
ÔaQ-a-
..aQ .-aGaÛ-a..
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.---aaSaOÛ---
è...
a ...aQÔ.-aaQô.
-OÊ-A.
. .aoQ -, -
,eâ___
ÔaÙ
.....’.A-d-û ..-oÛ-.-Q amp;
. - .0 '■Ô «o -o Ô •'
...OÖ ...«ft»©
,J3 -Aûa
..--aO
.a'^- .
. - „O aÔ - aO -.q aÔ
• -r^oâ
..■sOOtà
.ô.-aô___
. ---e A.ô.
.a âû ..,.Adû ..aqQ... .
•ô-â..aû -aOA--
«OftCb ..^qaÓ aoü^
. .,0-0 aÓ -O..
.û ....-O-QÛ ..
___qQ
.,,ÛAÔ ..AÔ..A.
^,.aÔ- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-A
Ö..0O...
-a«oQ ...
. .-,^0 .aÖ -
.-A.Q nbsp;nbsp;..aOaÔ---
.0 - -A
.aÔaÔ — -
..Q .aÛaÔ-~
- . ,aQ -â .-nO-A© --
.ûÔAâoQ
.0 aQ aÔ -
^Û-Ô»âquot;ô■
.ÜAÜ.-
,û-Q ..aûaO
13 aÔ - -
,qÔ-----aoÔ..
-„Q.-.QÖ—
0Ô.,..„OÔ -aOÛ-a
-W,
“[a
- - ,aQ -aQ aÔ ..
aQ
0_Q -.AÖ -S-
,-aaô /’Ö:
_____
A -aO --nô .^Q
Ö --A© \ÖÖ.,Ö _
a AÛ aÛ a© ...
.© «ôr©-3 -O
..aÔ -aÔ_
- - -aÔ . - aO a â aQ ..
.aOaÔ -aaQaQ.x
--aQaQ n ..aQ aÛÔ-
«â«Û..A,ôa0 --A-
.egt;
..-A© ,Û--,aO -QaÔ
©T
..-AÔ/îO ..aÔ*''0 --aQÔ -
.......lî^.
.,.aÔ aÔ
.ê - - -AQotà -- Ô Aa -
. -A© A0 Aù
G o R C de lelve overwonnen ; duyfènt van hen,daer onder Ioan van Arckel en vele voorname edelen waren , gedoot : doch hare blyfchap over dele voorlpoet is, door ’t verlies van Brederode, in rou verandert.
nrfjheyde Twcc jaren daer na belat loan van Bcyercn , Jieere». te votcn Biiïchop van Luyck, dele ftadt en’t lant van Arckel j ’twelck fijn weduwe Eliïabet van Lutfènburgh na fijn door behiel. In het jaer M cccc xLvii is lacob van Abcoude,Heer van Putten en Stryen , oock heer van dele plaets en h lant geweeft ; doch als hy fonder kinderen ftorf is ’t felve weder aen’t Graefïchap van Hollant gekomen. Hertogh Philips van Bourgondien gaf het daer na aen loan van Lanoy,die hy tot Gouverneur over Hollant geftelt had, om voor fijn leven te befitten. Na hem quam defe Heerlijck-heyt in handen van Graef Karei van Charloys , foon van Hertogh Philips , die hier in’t jaer M cccc LX I V, met fijn gemalin Ifabella van Bourbon , terwijl fijn vader op hem vergrämt was, op ’t kafteel woonde, ’t welck hy vermaeck-te en vergroote met twee torens en andere cie-raden. Hy was oock van meening een fteene brugh over de riviere te léggen , om daer over in ’t lant van Altena re komen ; maer dit heer-lijck werek is niet volbracht : want als hy weder •in de gunft fijns vaders was, vert rock hy elders.
Te Gorcum fijn geboren
Geleerde Hewicus de Gorichew , als hy in ’t gemeen ge-noemt wort, Doäior in de Godtgeleertheyt, en Onder-cancelier te Keulen. Hy leefde omtrent het jaer duyfent vier hondert en lèftigh , was oock een vermaert Philofboph , en heeft ver-Icheyde boecken gelchreven, waer van Ibmmigc uytgegeven fijn ; d’overige, noch ongedruckt, worftelen hier en elders in Nederlant met de wormen en motten.
GuUielmits Eßius, uythet edel geflacht der Heeren van ’t Slot Efte en Pieck gelproten , heeft fijn doorluchte afkomft meteen wonderlijcke naem van geleertheyt, die van ongemeene wijs-Iieyt en ledigheyt verfielt was, verheerlijckt. Hy heeft t’Utrecht, onder Georgius Macropedius , fijn ftudien aengevangen ; en te Leuven geluc-kelijck volbracht. Als hydaer tien jaren Pro-fiefior in de Philolbphie, in’t collegie, dat men de Valck noemt, en Regent van des Paus collegie geweeft was,enDoólor in de Theologie gemaekt, is hy te Douay beroepen, om’tKoninglijck collegie der Godtgeleerden te bellieren, en Pro-feflbr in die oppei-wetenlchap te fijn. Dele twee ampten heeft hy dertigh jaren loo bedient, dat fijn wijsheyt, Ibete leden, en den glans fijner andere deughden hem by een yder aengenaem maeckten 5 gelijck loannes Bufielinus getuyght. Hy wierd oock Præpofitus oft Prooll van S. Pieters kerck, en Canceller der Academie te Douay j en is in’t jaer M D cxiii, na dat hy verlchey-de Ichriften tot fijn onllerlfelijcken lof voortgebracht had, overleden, en in de gemelde kerck begraven.
Franco Eflius, uyt hetlèlve gellacht,lbo’t lchij nt, gelproten, heefteenuytllekendPoëet geweell.
Joannes J:Jarius, hoewel hy in geleertheyt niet uytmunte, was een groot beminder van deught
El M.
en wetenlchap ; loo dat hy met groote neer-lligheyt en onuytlprekelijcke kollen een ongemeene Biblioteeck van alle konden en weten-Ichappen , in alle talen, verlaemde. Hy was Ka-nonick in dele Hadt doch heeft daer na , door des Keyfiers gunll, ’t lèlve ampt in de Kapel van ’t Hof in ’s Gravenhage verkregen ; daer hy fioo veel boecken met hem bracht, dat het gemeen volck feyde ,• datfe niet gelooft hadden, dat ’er loo een menighte in de weerelt waren ; dies ly hem Jan met de Boecken noemden. Hy leefde in den Hage noch eenige jaren , en vermeerde ge-durigh fijn Bibliotheeck, diehy in’t jaer 15'31-aen de gemelde Keylèr, by uyterde wil, naliet.
ThomasErpenius is hier in’t jaer duylènt vijfhondert vier-en-leventigh geboren. Hy was foo geleert en uitdekend in d’Orientaellche talen,alsHe-breeus,Chaldeeus, Arabilch,Syrilch, Ethiopilch, Per filch en Tureks, dat de Vorden en voickeren van die landen daer over verwondert en verbaed waren. De Koning van Marocco heeft fijn Ara-bilche brieven, om haer groote wellprekentheyt, lbo hoogh geacht, dat hy die onder fijn juwee-len bewaerde. Ia men heeft hem, om het uytge-ven fijner Arabilche boecken , als een herdelder en vernieuwer van die tael, van den hemel gelbn-den,door geheel Chridenrijck geacht. Hy is dick-mael, met beloften van groote lchenckaedjen, elders ontboden ; om faken, die niemant ver-daen kon, te verklaren. Sijn neerdigheyt en wetenlchap was met een goet verdant en lieffelijc-ke feden verleit, en had weynigh weerga : dies hy leer aengenaem en gemeenlaem was met lo-fephus Scaliger , Ifaacus Calaubonus , Philips van Marnix, en andere uytdeken mannen van die eeuw. Hy is te Leyden , in ’t heerlijekde van lijnbloeyen,in’tjaer m d c xxiv, totgroote droefheyt der Academie,daer in hy eenige jaren Profedor in de voorlèyde talen geweed was, overleden, en in S. Pieters-kerek begraven ; daer hem , tot fijn welverdiende lof en gedachtenis by de nakomelingen, een treffelijck graflchrift, dat wy in’t Latijniche Tooneel der Steden by de be-Ichrijving deler dadt gevoecht hebben , opgerecht is.
In’t jaer M D lxxii, als nu alree verlchey-de Hollantlchc en Zeeulche deden van den Hertogh van Alva afgevallen waren , heeft Gorcum fich oock onder de Prins van Oranje begeven.
Gorcum is d’achtde onder de demmende deden van Hollant ,• wiens vruchtbare landouwe , overvloedigh in allerleyeetwaren, denmeerge-noemden Fleer Huygens , Secretaris van Sijn Hoogheyt, op de volgende wijfie geedigh be-Ichrijft, daer de Stadt IclF Ipreeckt :
Die my benijdelijck ’s hooghs Arckel-huys hefitt
Ter aerden effende yeas y erre y an ßjn ypîtt : iVat gell ick je der t min^ yeat kan ick minder gelden Soo lang mijn muren flaen, en ’t klarer in mijn telden Foor klarer niet en ytijekt ? foo lang mijn y^olle Meryp Mijn ypelgeyprongen melck, mijn altijdhollen teryo Te yoinfle quot;pan my haelt ffoo lang mijn aerde J^unten Het oogh y erbij [leren dat op my derPe munten .?
SeghtdanffeghtfehrerfSlijdtffeght met den hitflen heek, Maer (eght yeaerjchijneliek j Wat ’s Gorichoms gehreek 1
C HIE D A M heeft hae-re naem van de vater-vloet Schiepen dcUaWi oft Sluys, daer raeê fy geftut werdt ; welche Schie met de Gouwe
van Schielandc aende landt-fijde omcinge-len, en met de Mafe een eylant maken. Men heeft van defe ftadt ouder handtveften als van Rotterdam, hoewel die, overmits de gelegen-heydt aen de Mafe, meer opgekomen is.
Het oAmbacht ^an Scye wort in ’t placcaet oft bevelbrief van Floris de vijfde in’t jaer cb cc LXXXII genoemt ; waer in , onder andere, gelefen wort : VVy hebben toegelat en, met raet ^an 'uuijÇe perfoonen, àat onÇe mannen , ^^oonende in de volgende Ambachten, te ijve-ten, ZevenhuÇen, Bleefu^ijck , Rotte, Scye, in het Ambacht ^an Heer Aldev^in ‘van Rode-rifen , Heer Arnefi 'van RVHen , amp;c. En na andere faken, ondermengt van ’t vermaken der dijeken, ftaen defe woorden : Alleen ons Ambacht en Rabîd'OJuÇcha^ uan Scye Cal uyt dit privilegie profijt en gemacb wederbrengen en genieten. Dit placcaet is onder d’oude brieven en regifters van ’t kloofter te Rhijnsburgh te vinden.
De Schiedammers worden dickwils in de brieven der Graven van Hollant Inwoonders van de Riviere oft VV^aterloop genoemt.
In’tjaer clo cccc xxxvii heeft S. Lid-vijt in defe ftadt met een groote naem van lijdtfacmheyt,in ’t verdragen van hare pijnen, geleeft. D’Aerts-Hertogen Albertus cn Ifabel-la, Princen der Nederlanden , hebben haer gebeenten naer Bruflel doen brengen. By Aubertus Miræus,in fijn boeck van de Neder-lantfche en Bourgundifche feeftdagen, is een brief van Mathias Hovius, Aerts-BifTchop van Mechelen , over dit vervoeren der heylige overblijffelen. Joannes Brugmannus, uytge-geven van Surius, en Thomas à Kempis hebben ’t leven van defe Lidvijt befchreven.
In’t jaer clo cccc lxxxvi werdt Her-togh Maximiliaen, Sone van Keyfer Fredrick, den XVI Februari, met gemeene Hemmen der Keurvorften , tot Roomfeh Koning gekoren , en daer nae op den i x April des lelven jaers, binnen Aken , in onfe Lieve Vrouwe kerek met groote heerlijckheydt gekroont ; en wierden aldaer op dien tijdt van hem wel twee hondert Ridders gemaeckt. Defen Roomfehen Koning is den xviii Januari in ’t volgende jaer binnen Leyden gekomen : en acht dagen na fijn aenkomft aldaer , heeft hy fijnen Hérault van wapenen uytgefonden , en
Hollandt.
dede verkondigen een heirvaert oft leger-tocht in alle fteden van Hollandt tegen die van Rotterdam ; en dat lich clck met de fijnen reede foude maken , om met haer Banieren en Poorteryen haren Prince te dienen, die op die tijdt binnen Delft was, verwachtende aldaer de andere fteden van Hollandt. Hier na quam^ oock binnen Rotterdam , Joris de Baftaerdt van Brederode , des Dom-Proo-ften foon van Utrecht. Defe Joris, als een van de overfte Capiteynen van Rotterdam , met een ander Capiteyn genoemt Lepel-tack , was met een deel van de knechten uyt Rotterdam over de Maes getogen , daer fy de landt-lieden beroofden , en allerley moetwil bedreven. En op defen tijdt lagh binnen Schiedam een Capitèyn genaemt Wyten-horft , met een deel knechten van des landts wegen van Hollandt. Defe Capiteyn met fijn knechten , dit rooven en branden vernemende , want fy befcheydelijck den brant fa-gen , trocken uyt de ftadt hen na , en achter-haelden haer , quamen aen malkanderen , en ftoegen d’een den anderen veel volcks af ; doch in ’t eynde hielden die van Schiedam d’overwinning, namen alle de knechten van Rotterdam gevangen , en brachtenfe bin- » nen haer ftadt. Onlangs hier na quamen de Poorteren van de fteden van Hollandt, als Haerlem, Delft, Leyden en Amfterdam, met haer banieren binnen Schiedam ; en die van Dordrecht met die van der Goude , lagen op het water om de ftroomen te bewaren. Defe banieren aldus binnen Schiedam leggende, elck in fijn herbergh , foo waren’er op de fel-ve tijdt oock vele knechten en ruyters binnen der ftadt, die dagelijeks uytliepen, en veel fchermutfelen tegen die van Rotterdam hadden,en ftoegen malkanderen eenigh volck af, dan d’een dan d’ander d’overhant hebbende. Defe Ruyters waren den Hollanderen feer hatigh, en noemden hen rangen , honden en lang-vvambaifen, quetften en ftoegen fom-mige ter doot,foo dat ’er de Hollandtfe fteden mishagen in kregen ; overmits dat de Poorteren en Ruyters niet wel over een komen , en by clckander dienen. De Hollandtfche fteden hadden geerne gefien , dat men daer ordre in geftelt had ; maer die ’t bevolen was, ftoegen ’t in de wint, lieten ’t daer mede henen gaen, en niets anders volghde daer na. ’t Gebeurde , dat de felve ruyters en foldaten eenen wonderlijcken aenflagh en verraet binnen Schiedam opgeftelt en voorgenomen hadden ; want fy heymelijck verftant met die van Rotterdam hielden , en beloofden hen lieden de felve ftadt te leveren, met aile de Hollanders die daer in waren. Dies fijn fy
ü I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;omtrent
-ocr page 182-
omtrent acht uren in den avonck,na de mael-tijdt, ten huyfe dacr die van Haerlem gelo-geeft waren^gekomen, die fy eerft bevochten, en macckten een wonderlijck gebaer met roe-# pen en krijten, fehietende met kioveniers * in oßiia/fei}. de huyfen ; foo dat’er vele gequetft vderden, eer fy ter veer konden komen 5 vant de burgers varen mee ft al boven op de kamers en folders : en de Ruyters fchoten foo van onderen , op dat niemant fouv durven afkomen : vant fy waren beneden,en riepen ; algev^jon-nen , al gev^onnen. Terwijl dit gevechten fchermutftnge duerde , fijn de andere Poorters van Haerlem, die by de Baniere van Haerlem niet gelogeert en waren , maer daer omtrent , allengs verfaemt, om defe knechten te wederftaen , en haer mede-Poorteren te ont-fetten, dies fy riepen : Ilollandi^ HoUandt ; foo datfe moet grepen, en fchoten met haeck-bufien en kfoveniers foo vreefielijck op de Ruyter-knechten , datfe wij eken moeften ; fy drevenfe uyt de huyfen, foo dat de andere van boven af quamen , en ftonden malkander mannelijck by : de knechten weerden hen oock vromelijck aen d’ander fijde, en drevenfe driemael te rugge. Ten Icften quam Heer Willem van Boshuyfen, Ridder, en Baljuw van Rhijnlandt, met die van Leyden en den Rhijnlanders, en ontfette die van Haerlem, foo dat de Ruyters de vlucht namen , fteec-kende buskruyt in de floten van de ftadt, die daer door opberften, en liepen ter poorten uyt naer Rotterdam ; maer daer wert ’er vele in de ftadt gequetft en dootgefchoten, en feer veel gevangen. De fteden hadden luttel doo-den , maer veel gequetften. En aldus hadden fy d’overwinning op de foldaten j macr’t had vreeflijek geweeft , foo de knechten mee-fter geworden waren. De twee Capitcynen , als Joris de Baftert, en Lepeltack, die binnen Schiedam gevangen lagen, quamen in defe beroerte uyt de ftadt, en liepen ter poorten uyt in een fchip , dat een Capiteyn toe-behoorde,geheeten Bartelt Buflehen, die daer van het landts wegen lagh en de ftroom be-vaerde j doch de felve Joris en Lcpel-tack vierden daer uytgehaelt, en wcêrom binnen Schiedam gevangen gebracht. Vele van de Ruyters die fy gekregen hadden, wierden met den fwaerde geftraft,dic van dit verraet en op-fet wiften , en openbaerlijck bekenden : andere van dit volck , die feer gequetft varen , ftorven in de Gafthuyfen. En die van Haer- ■ lem hadden in die tijde feven dooden, daer de |
Banier- |
Banier-drager een af was, ftervende alle met grootc eer ; en d’ander ftedelingen hadden in als boven fes dooden niet. Op aefe tijt was de Capiteyn Wijtenhorft binnen Dordrecht by den Roomfehen Koning, en defe tijding hooiende , maeckte hem wegh ; maer werdt achtervolgt en gevangen, en met Joris de Baftert en Lepeltack binnen Delft gebracht. Dit was fonder twijfel een groote overwinning: maer de Ruyteren,volgens ’t opfet dat fy gemaeckt hadden , begonnen ’t gevecht en ichermut-fingc een ure te vroegh ; want die van Rotterdam op wegh waren om na Schiedam te gaen , meynende , als voorfeyt is, daer in te komen , ’t welck haer voor die tijdt mifiuck-te : foo dat Schiedam van dit verraet en van de Ruyters op een tijdt verloft wierd. Neering. Sy is in redelijck welvaren door ’t uyt-ree-den oft toeruften van vele haringbuyfen ; en vele van d’inwoonders fijn zeevarende lieden: want fy :s welgelegen op de Mafe, en heeft een lange haven. Het maken van touwen en netten bloeyt hier door de fchipvaert, en ha-ring-vangft. Te Schiedam fijn geboren |
Geleerde Gceraeït ^an Schiedam, daer Trithemiiis lieden, van fpreeckt, doch hy noemt hem tonrecht St re dam. Hy was Prior oft O verft e van dc Karthuyfers in ’t huys der Apoftelen by Luyck, na dat hy in‘fijn vaderlant t huys van S. Geer-truyd beftiert had. Trithemius verhaelt het regifter van de boecken, die hy in de Theologie gefchreven heeft; en is in ’t jaer clo cccc XLI 11 overleden. Q^artinid^ 'uan Schiedam heeft een boeck van de Geeftelijcke opvaringen gefchreven , t welck,noch ongedruckt, in de Bibliorheeck van Utrecht bewaert wordt, ’t Is onfeker in wat tijdt hy gelceft heeft. Onder defe ftadt contribueren Roon, Pen-drecht, Poortegael, deHoogevliet, Albrants- onder waert, Pernis, de Hy, de Ketel, en andere I r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dam, plaetien. Schiedam plagh eertijts onder fijn gebiedt te hebben verfcheyde Adelijcke huyfen,wiens ißkehny-korte befchrijving wy hier füllen byvoegen. Mathenes is een oudt doch vervallen Slot, dicht by de muren van de Stadt; en heeft van nes. oude tijden toebehoort de Heeren van ’t e-del geflacht van Mathenefle ; en werdt te leen gehouden van den huyfe van Wena , ’t welck een leen is van de Burgh-graven van Leyden. Van’t huys Mathenes fiet men noch een vierkanten toren, wat hoogh verheven. Het |
SCHI Ri'viere. Spiert nck-hoeck. Hec huys te Riviere,mede feer oudc,placli te ftaen op de riviere de Mafe ; maer ledert dat het landt daer is beginnen aen te walTen , is ’t meer dan duyfent fchreden van daer : het komt toe den voorfeyden Heere van Ma-thenelTe ; en is eertijdts, door een der Graven van Hollandt, aen fijn voor-ouders gegeven. Het Huys te Spierinckhoeck, gelegen tuf-fchen Schiedam en Vlaerdingen, (een edel geflacht, alfoo genoemt, toebehoort hebbende) leght verxroefi:; het landt was eygen aen d’erf-genamen van wijlen den Threforier Generael, M'* Vincent Cornelifz. Heer van Caban, te BrulTel in’t jaer clo lo l overleden; en is nu maer een hoeve. Hodenpijl is eertijdts een Slot, en Ridders Hof-ftede by Vlaerdingen geweeft, en was een eygendom der Heeren van’t edel geflachte van Hodenpijl, maer leydt nu ter neder. Het is voor omtrent lxxx jaren gekocht geweeft by Heer Aelbert van Loo , Commijs van de Finantien te BrulTel, in ’t jaer clo lo Lxxiii geftorven. Het Huys te Spangen, is eertijdts gebouwt by een Ridder van ’t edel geflacht van Spangen , uyt een jonger fone der oude Burg-gra-ven van Leyden gefproten ; maer wierdt met meer andere Sloten verwoeft, door ’t bedrijf van die van Delft, in ’t jaer dn ccc lix, en |
EDAM. by die van defen geflachte weder opgebouwt lijnde , is in’t jaer clo lo lxxiii door den oorlogh weder vernielt; en behoort het landt oft de o-oederen, federt meer dan vier hondert jaren tot nu toe, de Heeren van Spangen,die in Brabant woonen. Het Huys te Steen-huyfen heeft mede om- steen-trent Vlaerdingen eertijdts gelegen, en was de woonplaets van een edel geflacht, Steen-huyfen genoemt, gekomen uyt een jonger ' Broeder van Raephorft ; dan is over vele jaren verfturven. Schiedam is de negende onder de Hollant- waerdt^-fche fteden , en wort meer geprefen om haer en fchoonheydt dan grootte. Den Heer van Sui-lechem , Geheymfehrijver van Sijn Hoog-heyt, heeft haer gelegenheyt, neering, en lof geeftigh in de volgende Rijmen , daer fy felf Ipreeckt, befchreven : *Iyoee Stroomen fcheyden wy ^an ’t acht er Ie pogend land, De derde ßuyt den ring en geeftfe bcy de hand : In ’t midden flaet mijn floel op quot;^elgefteunde ßijkn ; Daeroeffen ick mijnleughd op’t noodigb kennip-quijlen, En ’t ruggeling gefpin, die reckt haer fpinfel uyt *Tot daer het licht en dicht den haring-buyt befluyt, En t’mijnent binnen ßeept, Dan daer hy met mijn brieDen Noch eem ter ^ee geraeckt de yoeerelt gaet gerieDen. Die my kleyn Rotterdam en groot Delfs-haDen noemt^ Heeft niet te laegh gelaeckt j en niet te hoogh geroemt. |
SCHOONHOVEN
befchreven door
D, V. STRALEN, Secretaris der felve Stede.
Choonhoven is een feer oude Stadt, gelegen aen de noort-njdcvan de riviere de Leek, en een frontier oft grensplaets van Hollandt tegen het Sticht van Utrecht. Den tijd vanhaerfon-
datie en begin vint men in geen Chronijeken: oft om haer outheyts wille ; oft om den groo-ten brant die daer geweeft is,eerftin ’tjaer clo ccc Lxxv, wanneer byna de geheele Stadt in dealTe geleyt is, uytgefondert degroote Kerck; oock daer na in’t jaer cb b xvi 11, waer door hare chartres en papieren meed: alle vernie-tight fjn. Dan ’t is feker, dat de Stadt al in den jare on fes Salighmakers b cc Lxxxvii bekent was. GujcciaïdinuSyÇ.n Boxhornius, die hem volght, lchrijven , tot nadeel van Schoonhoven , dat het eensdeels door de ruyne van de Nieupoori: ïoude opgekomen fijn, daer in ïy leer qualijck onderrecht fijn; want Schoonhoven is eenige hondert j aren voor de Nieupoort, en voor den Gelderichen oorlcgh geweeft. Die van Schoonhoven hebben haer lóodanigh gedefendeert tegen de Gelder-fen, dat ïy de ftadt noyt hebben ingenomen; en fijn te dien tijde al wel bemuurt en be walt geweeft, met vele torens langs de wallen, gelijck toen de Steden waren , en met een goet kafteel gefterekt. Wy willen niet ontkennen, dat de h^ieupoort van de Gelder/chen fonde geplondert fijn ; want het was maer een dorp oft een open vleck, die geen borgersvan Schoonhoven mocBtcn. arrefteren, oft men fond haer een brief van af-leydinge van hare vierfchaer, voor de vier-fi'.haervan Schoonhoven j volgens het Privilegie van WiHcm , Grave van Henegouwen, Hollandt en Zeelandt,amp;c. aen defo ftadt in ’t jaer cb ccc XXXII gegeven. Enals die van de Nieupoort in ’t jaer cb b lxix den brief van af-ley dinge van Schoonhoven niet wilden pareren ; maer d’exce-ptie van renvoy, by een burger van Schoonhoven geproponeert, verwierpen; foo is daer over proces ontftaen voor ’t Hof van Hollandt, daer die vande fijn gecondemneert de brieven van af-leydinge te pareren, volgens het diólum van de fontentie , die ick by my heb. Die van de JSHeupoort hebben daernae poorten gemaeckt, om te foftineren dat ly een vrye ftadt waren ; maer indien iemantde fondamenten van de gepretendeerde oude ftadt Nieupoort j oft eenigh overblijffol oft ruyne daer van foecken wilde , hy foude gewis fijn tijdt en moeyte vergeefs hefteden. Komende dan weder tot het verhael van Schoonhoven , ly is de hooft-ftadt van ’t Zandt Van Be/o)’r,alwaer de hooge vierfohaer is,daer onder hoort de ftadt en ’t land van Haeftrecht, de Vlift en Bonrepas, mitsgaders een groot gedeelte van Bergh-Ambacht en Stolwijck; en was Hollandt.
voorde eerfte dijekagie van deLoopicker-waert, die gefohiet is in ’t jaer 860 ( om de goede reede en berging van fohepen ) Schoonhaven genoemt; Cornelius van derGoude noemtfo daerom Bello portas. Maer na de befivaringe van de dijeken van den Loopicker en Crimpender-waert, gefchiet omtrent ’tjaer 1430,o vermits de luftigheyt der landouwen,groene hoven,boomgaerden,en dorpen daer rontom gelegen, is haren naem Schoonhaven verandert in Schoonhoven^cn daerom van Heda gc^ naemt Bella-Curia, dat is, een fchoonen Hof^ om dat, door de vermakelijekheyt van de plaets, de Graven haer aldaer quamen verluftigen. UwT/ï» Beaumont Grave van Beloys, na dat hy de fteden van Schoonhoven en Goudaj en de dorpen daer omtrent met alle haer toebehooren van fijnen broeder Willem , gebynaemt de Goede, Grave van Hene-gou, Holland,en Zeelandt,verkregen had,heeft het Kafteel in ’t j aer m c c c x i i doen vermaken en verbeteren , om aldaer fijn Hof te houden.
Hertoch Willem van Bcyeren, als Grave van Hol- iroo»plMtt landt, defoftevan dien name, tot Schoonhoven refiderende in’t jaer cl3 cc cc xi , heeft daer geroepen den Abt van Egmont, en lohan Heere van Egmont, om den twjft ( tuftchen haer beyden gerefon) af te doen. En daer nae in’t belegh van T/clfteyn, tegen die van denhuyfevan £_g-mont, om fijn krijghs-volck nader by te welen , heeft tot Schoonhoven ( daer alles tot den oorlogh gereet gemaeckt wierde) fijn Hof gehouden.
Vrouyt Tacoba om verfokert te wefon tegen hare vyanden, heeft in defe Stadt haer wooninge ge-hadt, en in ’tjaer 1418 de mueren der folver(om dat de Ingefetenen haer altijdt getrouw waren geweeft) weder op doen bouwen. De Stadt heeft in’tooftenweydenen korenlanden ; in’tweften en noorden fohoone weylanden ; in ’t zuyden de riviere de Leek; en daer over mede fohoone lan-dery en,daer in gelegen fijn de kafteelen van Lhs-Velt en Langerack, alles op het ver makelij ckfte.
De Stadt is in goede ordre, heeft drie toornen met hare kloeken en uur-wereken , oock een beyer-werkop ’t Stadthuys, dat cierlijkgebouwt is. Daer fijn drie fluyfen , en foo veel water-fohappen, waer van het middelfte is hetrivier-ken E/zx^,nu de Vlift genaemt,heeft eertijdts ge-loopen uyt de Leek door de Stadt tot Haeftrecht in d’Yftel; doch door de verhoogingc van de rivier , wert het nu afgelaten door een Zijltje , , dienende by drooghte tot ververflinge van dé omleggende landen : alfoo dat Schoonhoven door het water een groote bequaemheydt heeft om alle toevoer te krijgen ; en waer door men , in tijde van noot, het landt daer rontom onder water kan fetten. De ftraten gaen kruys-wijs, ooft en weft,zuyden en noorden. Heeft een bequaem Godtshnj* Gaft-huys en Peft-huys , een Aelmoefteniers- ƒ»• buys, Wees-huys, Oude-Mannen-huys, Oude-Vrouwen-huys, en Leproos-huys, als mede een bequame Waegh.
ij K nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Van
-ocr page 185-..-.(koaÜt. 6UUgt;
lt; 3 ?
-h
nfflSiW
*-1
9 Î » 1 I « S 9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;: ;'
« 9 « fgt;lt;-l ; ■ a ä i Î ’ '
H }3J
ifîfjüIffÜMflûMui .H
quot;^l^^iifm/SL
3»Ä»
D.D. rRÆTORI,CONSVXIBV5, S cabinis et jSenatui ll/uf-tu Vrhù 'täiuLim- hone. 7), 2). 2) .
loan-^lMv^.
“
'JiiDam.
s;2gt;
'^K^ck,
Sj
}■ ' Gfaott '^Cerck z , Stajf
3 ^^U^oIaJj
3. OuIa
]] ■ Hin. 1^0 tie. jz.'K.e^^rs tMren. J3leOi!j^iclier_^igt;oi'b l.f .lye. 'ieer
]S. 't^er^mrt trutrct jS- Crt^t- t^tn. jg
•j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'5 ■ i ■
rft^ra'i'aquot;
da Û xo d 0.01 (gt; QOf^d'AütQAamp;a
-V-ù-ate,
'RoiJ.e^ ■
9
U « il t
iff (
ïh4l
t-L -itai:afe;V?a
4 « 0 lt;) 1'^ quot;. lt;i lt;i ' ■•LSiiL
.::'''^-quot;isi„^...„
'^limilUiliAl/irire-^
gt;iiif:.Ofut}{i.
‘iii!(iifl„i
'. S '
'■ «
'■'ff.l'f'-'
‘Ijll
SCHOONHOVEN.
Van het vermaerde Kafleel van Schoonhoygt;en, nu vervallen, is hedensdaeghs maer te fien een ronden toren, ftaende in het Keylèrs bolwerck, het pleyn daer af is Betimmert, en met goede huylèn belet. In ’t jaer clo cccc xxiv, als hare Hoogheyt Vrouyee lacoba, toen ter tijdt fijndc in Henegouwen, verftaenhadde dehuldinge en intree van Hertogh lohanipan Brabant, haren Heer en man, door geheel Holland, tegen haren wil ge-Ichiet, en daerom geboden hadde aen Floris ygt;an f oor rrou Kijßocck , Schconho^en in te nemen , is ’t felve aU ^‘^^nomenquot; gclchict door toedoen van de voornaemfte ’ borgers, diedehoogh-gedachterroz/'îregunftigh waren, en daerom deftadt gewilligh overgaven: maer in’t volgende jaer,als den hoog-gedachten Hettogh lohan 'Van BrabantgeCondcniiceit lacob 'Van (»dapper- Qaesbcock , met krijghs-volck , om de gemelde ftadt te belegeren, hebben die van binnen haer foo kloeckelijck gedefendeert, dickmaels uyt-vallende in’t leger van haren vyant, dat den fel-ven gedwongen was, naer omtrent fes maenden belegh, fijn leger op te breken en te vertrecken. Gelijck mede in ’t jaer do cccc lxxxviii,als lohan van Haeltyoijck Ridder ( toegedaen fijnde de partye der Hoeckfe ) was gekomen met een vloot Ichepen, en duyfent foldaten, om Schoonhoven te belegeren , is de felve metfiilcken moet van de Borgers ontfangen en Bejegent, dat hy gedwongen wiert te rugge te keeren, achterlatende vele fehepen en krijghs-volck. Kcrck, De groote kerck is aen S. Bartholomeus ge-wijdt, waer in Olivier van Hoort, die de vierde de werelt omfêylde,met dit grafichrift begraven is: Hic ille eß totum Velis qui circuit orbem A Magellano quartus Oliverius. T-oorten. Hier fijn vier poorten, waer onder de Vecr-poort, die feer cierlijck van blaeuwe fleen ge-bouwt is,met dit opichrift :TemporeClvtii ET Blockhvsii Consvlvm. De ftadt is voor de beroerte en Nederlandt-Iche oorlogen nering-achtigh en welvarende ge-eeft, infonderheydt door den handel op Bergslandt en het landt van Cleef : hebbende van de Graven van Hollandt en Heeren van Schoonhoven ver-Trivile- kregen verlcheyde goede Privilegien , en daer onder mede fèker voorrecht henluyden gegeven by Jean van B^/ö)’j,Hertogh van Gelder,en Grave van Zutphen, enMachtelt, Hertoginne van Gelder, en Gravinne van Zutphen fijn gemael, in’t jaer do ccc Lxxii den 17 Maert in Arnhem, waer by de inwoonderen van Schoonhoven vergunt wert, met alle hare goederen tol-vry te varen in de landen van Gelder,en ’t Graefichap Zutphen, ’t welck hen door de beroerten t’onbruyck ge-maeckt fijnde, wert hen-lieden ’t felve nu t’on-recht by ’t Hof van Gelderlandt gedifputeert : dewijle die van Salt-bommel ten dien tijde ge-lijeke Privilegien verkregen hebbcn,daer van ly in ’t volkomen gebruyckfijn.DeBurgermeefters van Schoonhoven fijn eertijdts , nevens andere Beden van Hollandt, mede befchreven op de vergadering van de Staten Gencrael van Nederlandt, als blijekt uyt de Mifliven, vanwelcke de originelen noch in wefen fijn , en onder andere in de Privilegie-kift deler ftadt bewaert worden. De Steur en Salm-vangft is tot Schoonhoven overvloedigh, oocklèer goet, en wert daerom overal,foo vers,gerookt,als gefouten verfbnden. |
Defè Stadt heeft oock verfcheyden jaermark-ten,waer van de magere beeftemarkt begint den eerften woonfdagh in April. De paerdemarekt is den eerften lunii. De kaesmarekt den vierden lulii. De vette beeftemarekt is den 11 Oktober, foo het dan woonsdagh is, indien niet, den eerften woonfdagh nae den 21 Odober , en noch twee woensdagen daer nae volgende : be-halven noch alle weeck twee marektdagen, als woonsdagh enfaterdagh. Onder andere vermaerde mannen is hier ee- Geleerde boren lohan Van Schoonhoven, een man die veel ge^ fchreven heeft , en werden fijne boecken in vele plaetfèn (met de handt gefchreven) gevonden: hy is geweeft Onder-Prioor van Groenendael der Regulieren Ordre van S. Auguftijn by Bruffel in Brabant. Oock vindt men,dat hy daer na foude geweeft zijn Deken van S. Barber tot Culenborgh. Mede is fèker , dat de Beurfe die Schoonhoven heeft tot Utrecht, is gefundeert by defèn Jan van Schoonhoven, tot behoef van een jongen, om in de ftudien opgebracht te werden. Schoonhoven heeft oock voort-gebracht den wijt-beroemden Chriflophorum Longolium, niet te-genftaende d’eene fèyt, dat hy in Vranekrijek, d’andere, dat hy tot Mechelen geboren is. De vermaerde Deßderius Frafmus Van Rotterdam moet hierin geloof hebben, dewelcke, fchrijvende aen Hamianum Goes, fèyt recht uyt, dat hy een Hollander geboren is , van een Hollantfèhen Vader, in een vermaerde Stadt in Hollandt, die , om de fchoonheyt der hoven, (dit zijn de woorden Erafmi') Schoonhoven genaemt wort ; om ’t welck te bewijfèn, fèyt Erafmi, dat hy ’t van fijn Oom Pieter Longolius, die mede een geleert man was, gehoort heeft. De gemelde Chrifloplr^ rus Longolius is de welfprekenfte van fijnen tijdt geweeft, hebbende een verborgen kenniffe der faken, gelijckfijne eierlijeke Send-brieven en Oratien getuygen. Guicciardin , in fijn befchrijvinge van Hollandt, fèydt, dat de geleerde en aenfienlijeke Anianus, van de Order van S. Dominicus, Biffchop van Afaph, oock hier geboren is. Sedert dat defe Stadt in ’t volkomen befit van merdig;-harevryheyt,neffens andre Hollandtfche fteden, gekomen is , heeft fy mede plaets gekregen ter vergadering der Ed. Gr. Mog. Heeren Staten van Hollandt enWeft-Vrieflandt,en heeft de tiende plaets onder de achtien ftemmendc fteden van defè Provincie. De dapperheyten kloekheyt der inwoonderen van Schoonhoven, en de verandering en lot-wiffel der dingen , die defè ftadt geleden heeft, fijn door den Ridder Huygens, in de volgende regelen kort en geeftigh befchreven,daer Sijn Edk de ftadt felf aldus doet fpreken : De beurt en ypederbeurt van ’t nemmer-ßaende rat ‘ Daer 'svoereltsyterropdfaeyt,heb ick op ’t ruymßgehadt'. Hoch is mijn overfchot van d’eertijdts Schoone hoVen, De Peters Van mijn naem, voor andere te loven. Wat Jchaedt my ’t op en neer i ’k heb mannelijck gelecn, En meeß al vtinnende, minß vtijekendegeßreen, Maer evenwel geßreen. Land-vooghden, die deßangen Van dit gebiedt berecht, ’k weet meer als falm te vangen : Of ’t weer op’tprangen quam,denkt hoe ick voormaels dee, En ßelt in ’t wapenboeck, Schoonhoven ßaet voor twee. |
Riel oft den Briel y denGodsdienft,’tverbont der Edelen, oft,cenigh als men’t gemeenlijck mifdrijf aen kercken en beelden gepleeght , noemt, heeft die naem, voorvluchtigh waren, en op zee de fchcpen aen-als Adrianusluniuslegt, - taften en beroofden) ingenomen 5 en daer door
Rhijns , dat daer breet was j gelijckof men lèy-de Br^W^,waer uyt het woort Brielgelproten is. Dit is ’t gemeen gevoe
len. Het is oock lèker y dat hier d’uytgang van de Maes eiiRhijn (die, eer ly dus verre komen, alree te lamen en met andere rivieren vermengt fijn) overlang geweeft is. Omtrent vier duylèntlchre-den van den Briel leght een dorp , dat men Helvoet noemt, ’twelck buyten twijfel oock fijn naem heeft van’t gemelde ^otlBelium. En al was’er geen ander bewijs, dan dat Stockius, in fijn Hol-landtfche Chronijck, ( die hy in Nederlantlche rijmen geichreven heeft, en daerom in ’t gemeen de Rijm-Chronijckgenoemt wort,) het water, datin’t eylantvan Voorn by Geervliet loopt, Wijdela, als oft men Wijde Helia lèyde, noemt. In d’oude Placcaten oft bevelbrieven wort dele ftadt meeft Brillis geheeten.
Sy is eertijts onder Zeelant gerekent j ’twelck blijckt, om dat de Heeren van ’t eylant Voorn, daer van ly de hooftftadt is , meeft alle Burgh-Graven van Zeelant fijn geweeft : doch door’t affterven van Geeraert van Voorn, die in’t jaer M ccc XXXVII overleed , is dele Heerlijck-heytaen fijn dochter Machtelt van Voorn , en methaer huwelijckaen Diderick van Valcken-burgh, die in ’t jaer m ccc lxxii ftorf, gekomen. Sedert die tijdt hebben de Graven van Hollant ’t eylant Voorn en dele ftadt beleten.
De gemelde Machtelt van Voorn heeft, in ’t jaer m ccc l , verlcheyde Privilegien aen die van den Briel gelchoncken ; en onlangs daer na hier een collegie oft vergadering van acht Cano-nicken verordent.
Omtrent het jaer m cccc xvii heeft loan van Beyeren dele ftadt ingenomen , en met krijghsvolck belet 5 waer door hy Hollant met
Onder Zee-lant.
Privilegien.
Ingenomen.
Sy leght aen den breeden mont der Male, in ’t eylant Voorn, als gefeytis,- en bloeyt meeft dooide fchipvaert, vilfchery en lantbouw ; waer door ly tamelijck volckrijck is. De lucht is hier, dooide naby-heyt der groote zee, wat hart en ftraf : Landouwe, macr ’t Omliggende lant is leer vruchtbaer in
Gelegenheit.
Lucht.
goede tarwe en ander gewas. Hier is geboren
Cornelius Neofladius oft pan Nieufladt, Heer van Sevenhoven, die eerfte Profeflor in de Rechten in de Academie te Leyden , daer naRaetsheer in den HoogenRaet vanHollant enZeelant,en Curateur der gemelde Academie geweeft is. Hy was een man van uytmuntend verwandt, wijsheyt en aenfien : heeft geleerdelijck geichreven van de Hollantlche leenen en Huwelijks-contraden; en isin’sGravenhagein’t jaer m d c vi overleden.
In’tjaer m d lxxii isdefeftadt, door de Graef van der Marck, Heer van Lumey, met de Water-Geufen ( foo noemde men in die tijdt de Nederlantfche ballingen , die om den Herlfel-tlollanr.
C. van
Nteußadt.
taften en beroofden) ingenomen 5 en daer door d’eerfte fteen van ’t fondament der heerlijcke Vryheyt, die de vereenighde Nederlanden nu genieten,geleyt j en oock met ccneloo een brant van inlantlche oorlogh ontftaen, die in byna tachtigh jaren , door ’t verwoeften van loo veel aenfienlijcke en andere fteden, noch dooree-nige rivieren van mcnlchen-bloedt kon uytge-blulcht worden ,• en Ibu, gelijck waerlchijnlijck is , noch duren , indien Philips de vierde , Koning van Spanje , Pacificus oft de Vredelievende ge-bynaemt, niet meerder genegentheyt tot de vrede, dan fijne voorlaten, gekregen had : want door hem inlonderheyt , nacft Godt Almach-tigli, is de Vrede der Nederlanden in ’t jaer M D c xLviii weder herfteltj en d’oorlogh, die lbo veel ontelbare jammeren onophoudelijck voortbrengt , in een gedurige ruft verandert. Maer waer verdwael ick ? want mijn voornemen is uyt de hiftorien dit innemen van den Briel, om dat het lbo aenmereklijekis, wat breeder met fijn oorlaken te vertoonen.
De gemelde Wilhelm van der Marck, Heer Door l»' van Lumey , was van Prins Willem van Oranje tot Admirael der zee , en Barthold Entes van Mentheda tot Onder-admirael geftelt, om de fchipvaert te bekommeren , en den Spaenlchen allerley afbreuck te doen. Als hy met eenige fehepen in Engelaut lagh , is Willem van Bloys van Trellong , Iacob de Rijck, en andere met hunne lchepen by hem gekomen. De Rijck, een man daer d’edele deught in blaeckte , noche beffen nocht tillen kunnende y ( ick fal hier d’eyge woorden van mijnen Neve den Heer P. C. Hooft, Droll tcMuyden, gebruycken ) dat luyden j cerlijckgeboren y hunne Vromigheyt in enckel n^eeßhujmen befleedden, quot;^reef ■^ejch •\elpe en anderen flaeghs deje ßiootheyt door de neus i en dat men behoorde iet loflijckSyCn Van nadruckytot Verlichting desVaderlantSyUen te^aen. Hierbygeviertydat de Koningin [ van Engeland, ] geperfl door den Harfogh Van AlvUy den ytederlpannigen ^ijns Meefiers den howsf op
^^^g^nyhunyOmP Spaenjeh oorlogh Vontgacnyhaer Rijekj en alle nootdruft Van lijftocht daer uyt y Jcherpclijck deè Verbieden. Derhalven y makende Van de noot een deughty fleeken met eenen voorreindt en vierentveintigh fchepen teffens in ‘;sieej en munten V naer Tejfely op hope van quot;s Hertogen oorlooghfchepen aldaer, oft yeel defiadt Bnckhupfeny (ft eenige andereyte vermeeßeren. Maer y na 't nemen Van, tveee fchepen y die uyt Spanje q^uamen y keerde de ytint der yvij^ie j dat fy goet vonden den mont der Mafe te kiefen. Daer na verhaelt hy, datlb den eerften April, in ’t gemelde jaer,met de geheele vloot voor ’t Hooft van dele ftadt quamen ; en dat d’inwoonders meenden, dat het koopvaerders waren, niet eens denekende, dat de Watergeulen lbo fel en lang-durigh een oorlogh meebrachten. Seker veerman y lan Pieterfz. Koppeftock genaemt,kreegh gedachten, dat het van’s Princen volck was ; dies roeyt hy aen boort, en vraeght na Trellong 5 welcke terftont voortquam, en bracht hem by de Graef, feggende, dat hy bequaem was om een bootlchap in de ftadt te doen. Koppeftock,hier
ii L nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;toe
-ocr page 188- -ocr page 189--toe verfocht, was terftont gcreet ; en nam Tref. ’ longs zegelring , in de hack wel bekent, .om dat fij n vader daerBaljuw geweeft was, tot teken der der waerheyt,mct hem. Als hy op’t ftadthuys by dcMagiflraet quam, leyde hy,dat hem by d’Ad-mirael en Treflong geverght was , om acn hen te verfoecken, datje fwee Gcmacbtighden, die men niet mijdoen Jou om met hen te/preken , /ouden leytfenden : yeant/y ytaren dacr met de yiloot gekomen, om hen'yan den tienden penning te quot;yerlo/fenj en tegens de ticranny yyan Alria en de Spaenjaerden te bejehermen. Hier op toonde hy de ring , tot bewijs van fijn leggen. Sy vraeghden hem , of de vloot fterek van volck was : hy antwoort, meer uyt losheyt dan lift, vijf duylcnt mannen. Hier door verlchrickte een yder en ftemden tot belending ; macr nie-mant begeerde gefant te fijn. Eyndtlijck gaen ’er twee acn boort, om ’s Graven voorflagh te hoo-ren: die eylchtdcfi;adtop,uytdesPrincennacm, alsStadthouder des Konings ; geeft hun twee uren beraet j en laetlè na de lladt keeren. ’t Krijghs-volck y ondertuflehen te lande, en ten deel voor de poorten komende, vraeghde den ftedelingen, of men hen opdoen lou, of datlè fich lèlf mollen binnen helpen ? DeMagiflraet marde met antwoorden , en , vol lchricks, pooght het gevaer t’ontvlieden. De twee uren van bedeneken om fijnde, ruckt de Graef toe in twee troepen. D’een leyde Treflong na de Zuydt-poort, en beliep daer denKentmeefler loan van Duvvenvoorde.in J
oplet te wijeken : de foldaten wilden de handen aen hem flaen , macr Treflong belette het, en bewooghhem te blijven. D’anaere troep, onder Roobol, verfaemde peck , rijs, llroo en dierge-lijckbranttuygh aen de Noorderpoort,fteeckt’er het Vlier in , en looptfè voort open met het eynd van een maft. Voor negen uren waren ly mee-ller ; en trock de Graef dele poort, en Treflong d’anderin, met omtrent 250 mannen in alles; ccnldeels Luyckerwalen, een daetvaerdigh volck, maer moetwilligh ; eenldeels gevluchte Nederlanders. Dit verhael heb ick meeft al, niet van woort tot woort, macr verkortender wijle, uyt de Nederlantlche Hiftorien van den gemelden Heer Hooft, om dat het niemant foo omftande-lijck belchrijft, getrocken; welcke daerna'de namen der voornaemfte overften van dit bedrijf aenteekent, en befluyt het eyndelijekmet de volgende woorden ; ïn de hitte y an den o^enal y^pierd de burger rer/choont, en al de geypeldenary tegen de geeße-lij eken gespend. Des anderen daeghsging ’t 0/ eenflormen y an beelden , rooiden quot;yan kappen j koorkleeden kar’^^uy.^ fels, en allerley misge-ytaedt, /amt andere kerek en kloo-ßer-goederen, en bergen yan de buyt in de/chepen. Want fefs Lumey, hebbende geen stijder spit, dan 't gesteß te plondercn j/prack quot;yan deßadt in brant teßeeken, en met die ftanek te ruymen. Zoo groot een fcheel is ’er tußchen de baldadige btryen yian eenen -ypaegh-hals, en d’eerentfejie , delight der grootmoedigheyt. Maer Treflong, Bartholt
Tntes y de Rijck , en Dirck Duyygt;el kantten ’er fich tegens , drijsende j dat het te oolijek een lafhertigheyt spaer^ de betraepte gelegentheyt buyten nootdspang te flaken j en aer/elende, nu men den yoet op den drempel had, uyt/ijn 'Voordeel te Varen. Wat moedt konden de verlangende lant/aten, spelcker hoop op de beloofde, en t’elckensgemiße 'Verlo/sing ten eynde Van adem spas , over houden , indien men dits een fleuteldes lants, spillends, uyt der hant sporp ?
Ba , men had veel eer , nu hun ’tgeluck in den mont liep, den Prince des kuntfehap toe te veirdigen, die den misflagh niet doen fou Van hen verleegen te laten. Voor my , Jiyde de Rijck, menighmael heb ick Godt om een graf op de ßrant mijns Vader lants gebeden : nu /al ’cr my stel een in fe spallen gebeuren. Gaenspe die met de borß ßercken. De menjeh is a!tijts Veigh maer moet ’er keur aen speten, oft hy met fufien, oft met proef doen van Vroomheyt, fijn ~ geeft Vergiff. Lumey, latende door deje en dusdane spoorden fch ’t hart onder den gordel ßeeken, feyt dat hygetroo/l is het uyterß af te spachten. ’t Selfde beloofden d’andere , lieh onderlings daer toe verplichtende. Derhalven fijner Doorluchtigheyt bodegejchickt, de Veften gcßijft, /chut uyt de /chepen daer op gebracht, de bedencklijck/le aen-koomßen toegebol-^erekt met haring en andere Vi/ch-ton-nen vol aerde. Dus verre de Heer Hooft.
Famianus Strada , een geleert Rooms-gefint fchrijver , noemt defe verovering het begin dernieu-spe Republijck , Van Bergierigheyt als haer moeder , de Kettery (foo noemthy den herfteldenGodsdienft, volgens fijnen brandenden haet tot de felve ) als de Vroevrou,en door de Schrick,als dooreen donderflagh on-tijdigh uyt de spateren Voortgebracht. Margarita Van Parma d’oor Jaeck de/er laetßer beroerte onderjoec kende, foo befluyt de Bijfchop Van Namen,daer oVer aen haerjchrij-Vende, dat de Prins Van Oranje met de/en tienden en tspin-tighßenpenning, als met een gefettenprijs, de landen acn de •^ee gelegen, en Jij ne nieuspc heer/chappy, gekoft had. Dus verre Strada. De Flertogh van Alva ontfing de tij ding van dit bedrij f met een onbelchroomt ge-laet, lbo ’t lcheen ; maer men meent, dat hy van binnen anders geftelt was : want Viglius,en andere lieden van oordeel, vertoonden hem , dat dit werek leer verre lagh , en dat het als een fteeck in den ftrot des lants was. Dies Ibnd hy de Graef van BolTu met eenige vaendelen derwaerts, om delen nieuwen oorlogh in fij n geboorte te fiuoren. Maer Lumey en de fijne hadden eerft de ftadt, als ge-lèyt is , en daer na de haven lbo gefterekt, datlè Bolïu niet alleen kloeck afgeweert, maer oock eenige van fijn lchepen , by geval een weynigh van d’andere afgelcheyden leggende , onder het beleyt van Treflong, met groote ftoutigheyt in brant gefteken hebben.
In’t jaer m d lxxxv is den Briel, nevens andere fteden , aen de Koningin Elilabet van Engelant Pirpam en verpant, en met haer volck belet : doch daer na, als Koning Iacob regeerde, weder geloft, en het Engellch krijghsvolck daer uyt gelicht, door het beleyt en wijlen raet van loan van Olden-Barne-velt, in die tijdt Advocaet van Hollant, amp;c.
Sy is d’elfde onder de Hemmende fteden van waerdig-Holland ; en blincktuyt boven andere, om dat de vryheyt , als ick boven gelèyt heb , in haer aengevangen is;dat de meergemeldeRidder Huygens , Heer van Suilechem , oock gedenekt in de volgende regelen , daer de ftadt felfs Ipreeckt :
’k Ln ken geen ïieele meer, en Breehielis my vremd : Nu houd ick ’t met den naem die op den neufe klemt : Dat sperde Phlips gestaer, die door mijn’ Brill-gelafen AU vroegh fijn’ aVont-uer, en hoe ’t ’er noch fou rafen Om Hollants Vryheyt, las. Wat leght my aen den lof -Van uyt de diept gedijckt, van klei gesporden ßof, VanßerckeZec-gebuert ’khebb doorbetfpitsgebeten, Dat heeft vry Nederland mijn’ tanden danek te steten : Daer gaet ’er veel tenßrijd’,€n ’t spinnen spordtgemeen, En volgers spinnen oock, macr Voor en sUnt maer een.
-ocr page 190-Befchreven door
S I E R I C K SIERSMA.
LKMAERjCenflacit des Graeflcliaps van Hof-lant ende Weft-Vries-lantjis gelegen in ’t gedeelte van de fèlve Provincie, van OMtsCaniefa-tia^ ende huydendaegs Kennemerlandt ge-naemt ontrent anderhalf ure gaensvan de
trent den jare d c aldaer de eerHe kerck, ter eeren van Heydenlche afgoden , foude gebouwt hjn. Andere Hellen voor eerHenHichter Agildits, Sone van Radtbout Koning der Vrielên, omtrent den jare dccc lx, ten tijden als ’tChriHen geloove eerH in delb quartieren begoH te fchij-nen door de predicatien van S. IVilbordt. Ende is toen, als gelèyt werdt, hier ter plaetle geHicht d’eerHe ChriHen kerke,enS'. Laurens toegewijdt. Doch kunnen door de outheyt geen perfeólc memorien bygebracht werden , uyt welcke men vaH kan Hellen hoe het daer mede gelegen is : maer islèker,datAlckmaer moet gehouden werden voor eenevan de oudtHe Steden van Hol-landt ende Well-Vriellandt.
Van de opkomHe,voortgang en verlcheyden Opkomßeft avonturen,welcke defe Stadt,vanhaer eerHe be-gin tot defen tegenwoordigen tijdt toe, gehadt heeft, werdt uyt de oude memorien bevonden : EerHelijck , dat de lèlve , geHerckt welènde van haer Landts-heeren de Graven van Hollandt, als een Frontier tegens het geweldt der Vrielèn, om hare invallen in Kennemerlant ende verder in Zuydt-Hollandt te beletten, als op den door-toght gelegen, (dewijle van oudts, vermidts de Veelvoudige meeren, geene bequame palTagie uyt WeH-Vriellant in Kennemerlant v/as, als door ofte voorby dele Stadt) heeft de lèlve in verlèheyden tijden door den oorlogh vele ge-welts moeten uytHaen. Namelijck , in den jare D cccc Lxxxv, ten tijde van Graef Diederick EUende», de tweede , dat ly door de Vriefen overvallen, t’eenemael verwoeH ende verbrant is. Ende daer na in den jare m lxxii (als Hertogh Govert met den Bult Hollandt beheerHe, en zelf daer binnen was) twee maenden langh vaH belegert ; doch de gemelde Hertogh, met hulpe van den BilTchop van Uitrecht, en Heunende op de ge-trouheyt der burgeren, is op de beleggers moe-dighuytgevallen, haer flagh leverende tot Out-dorp by delè Stadt gelegen, heeft eyndelijck de viólorie aen hjn h jde gehouden -, en de Vrielèn t’eenemael ter neder geleyt, lulcks dat wel acht duylènt derfelve opdeplaetlèdootbleven,door welcke nederlage ly tor onderdanigheyt hjn gedwongen. Tot vergeldinge van de vroraicheyt ende bewelène dienft der burgeren, heeft de voornoemde Hertogh de Stadt vereert met het wapen welcknoch gebruyckt wert, welènde een ’tUeden-hlveren Burgh in een root veldt, in plaetlè van ’t oude wapen, ’t welck van eenige gefeyt werdt enOude een Meerman ende Meerminne ; van anderen, wapen, een Ipade • ende noch van anderen, een Iwaert ende lèepter, kruys-weeghs over den anderen leggende, geweeH te hjn.
In’t jaer mc xxxiii is de Stadt wederom van de Vrielèn geplondert,ende t’eenemael met ij M nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
Noort-zee,in een ïèer aengenaem oort oft lants-douwe,tegenwoordigh omringt met vele vruchtbare landen,ïchoone ende vermakelij cke planta-gien,boomgaerden ende thuynen; waar door alles, dienende foo tot ’s menlchen voetlel als ver-maeckjdaer in overvloet is te bekomen,makende fùlcks dele ftadt lbo verciert ende aengenaem, datlè lêlve geen Heden, haer nageburén, en behoeft te wijeken.
^‘iefKs oor- nbsp;nbsp;Van de oude naem deler ftadt wert verlchey-
delijeken gevoelt, of de lelve eertijts Altena ofte geweeft is. Die ’t eerfte meeneh, verlieren dat feker ongenaemt Vorft van Vroon (overoude tijden een machtige ftadt, feerna aen dele ftadt gelegen , en nu geheel vernielt) liende de eerfte be2infelen,aenwas en toeneemen deler ftadt, gelèyt Ibude hebben Alte na, willende daer mede te kennen geven dat het lijn ftadt Vroon al te na was. Waer van den oorlprong delèsnaems loudcvoortgekomen lijn , ’twelck nietgelooft,maer fabuleus gehouden wert: doch voor waarlchijnlijcker aengenomen, dat haer eerfte naem Al-mccr Ibude geweeft lijn , van het groot getal der meeren ofte wateren,eertijts om dele ftadt geleegen , welcke numeeft bedijekt ende tot landt gemaeckt fijn,als; de Schermeer, de Langemeer , Starmeer, Beemfter, Huygen-waert, Egmondermeer, Bergermeer, Vroonjer-meer, Achtermeer, Voormeer, Boekelermeer, Swijnmeer, Daelmeer, Diepsmeer, Terghmeer, tiaerlingermeer , de Kleymeer, de Grebmeer , ende noch eenige andere,die om kortheyts wille alhier werden voorbygegaen ; welck gevoelen oock aengenomen wert by den leer geleerden Adrianus nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;andere,die van dele lake ge-
Ichreven hebben.
Onthej/t. nbsp;nbsp;nbsp;Van haer outheyt ende eerfte begin werd me
de verlcheydelijcken gevoelt : Ibmmige Hellen die van den jaere onlbs Salighmakers y 50, ofte daer omtrent, van eenigh volck welck haer met den ackerbouw en vilTchery Ibchten te genee-ren, als een plaetle leer wel gelegen, vermidts de voorverhaelde meerennende gelijcknoch tegen-woordigh gehen wert,dat de oude Stadt grHicht is op een Hrekc landts de GeeH genaemt, een landtgront leggende hoogh buy ten water,liilcks tot den ackerbouw leer bequaem. Ende dat on-Hollandt,
1
-ocr page 191-«« 4«
ftftO
«ft
!®,« « ^9
$ft «i «»«
(I ^'»ft
àt^ii
4* « t ft «
IrT^'^^^ÄW
C'SSftr
9 9 ? ♦J
J . ’t |
^3 ‘ ’flf^xttr^att^e ■ *Gchermxt ^oarf ^3^ - tjJj^nts ioiJi ^8 . ’i: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cj^lxni- ^9 ■ 'tutters ht^s 80. Quiz HizrKxÿ 3J . QJfi Zùttfttzrhoeck- 3x. SazttJiOßk'. JJ Jàntkolk | |
- Graete JCcrek^ ■ HuJitîn^s 9^ . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ârmtn' îtu^s 5 ‘ Vtausvatv |
3x. Schoutz jirazt 8J. J)t 3tzet 3^ .JCrzhhiJlazch 3S -'JBrezjitazt- | |
8 .^zftnxtt G^fÿit^s -^pe-Jlarkt 9 't- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;huvs |
88 - 'jy^iLJlezch/z 5 JJ gt;nbsp;’t 'ylMMlzr hof 38. 'JPofyzh^ 39 '^uJtzrJh^t | |
Jo nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sehcol |
■9^.. 34^ Ummzt e^ |
8^0 . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ktouivzrs flzfjt |
; IJ ■ OuJa Jboetan. |
3J . 3pizrir^ kutn't |
^3 X^eljtee ch |
1 jx .Icf^e'Doel^n. * J3 • ^i*teUaf^' fti^s 1 J 9 |
38. SzJtxfli'Mt 3J . 't Croat fûzuhtnt 38 . i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tttztJxni- |
Sj Scutflet^ 89.3. »lutta. Jh'xzt-8J . JCaj^zTs Jltaxt- |
J3 .JOe. 1R,0e/ixetu ’ l8 .Vû .MM'cJetr |
39 ‘8if^ÿftz tveyt ■fo :BMI^Hr.fl :VÿltrMt |
88. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ytmx^’z 8 y . Qjtztavz firazt- |
fjr ■ JCiÿrel îtu^^ J9 . He. JCraan- xo .£00fft.^0ar’t 1 x/ . OJiiiu'ela/iJzf'^oart i' xz . JCiHttxmzr jr0ert XJ. Gexfiti^eort x^ ■'Vrixfjt^oort- |
*Jx . Cro0tz •vrvffjfrart 9-3 ■ ZiU'zr^^zzt 99 ^8.111xrJ Jtrazt 93 ^amartbtzu. l^s .:RuÿtmJtccri ■ r •t^ Katujtnut- -iß -^erljlrMt.ÿe JeiiuI . Jüenrenjlnttt- |
88. S.Jazohz^zz3 8j . S. JanxJJrxzl-30 .».^ffzlyizzzh jyj .''Jizcitant-JJ Z. Schofzjlzezh JJ. Zyÿîrazt j9 Latÿ^. jj .TaztvorzJhzeh Jj6. JCoochßrazt |
^8. Oy/if-
^g ■ ’t ^iÏMfükeft- ei^
8ü .’ÜoeJzft^^azt:
8j .3Cotwys -wealf
8x nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ji^ech
8j .He (R^amatt^
8^ . Lztya mx4t Jïaat
8ß. '^aar^J^eech
8 J. nbsp;nbsp;nbsp;flra^
88. j£»t(ér t^^a^ir
8^ . S,'TÜJxr'sJb'O^ ga .X-Ma4 ftt^trcki-
9! -J^liiafruÿZ.yeafJatn^
gy ■ V^^arftP^ackxrf fieej^e . Hor Aft hoÿ
99 . ScJtarttterJlt'iUt
l^a K^uhrtxljücch
■ 9fiiiuvLafiJef ^hxMen T^y/thatten
C . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wt't
de kerek in de alTche geleyt. Gelijck oock in i den jare m c l x v i , doch bleef de kerek toen . Dapperheyt llacn. Wact ua de Vriefen weder quamen in den
MC LX IX, als men op de puyn-hoopen quot;nbsp;’ ende ruynen weder wat begofte te timmeren ; doch fijn door de kloeckheydt der burgeren, met hulpe van Dodo Heere van Egmont, toen Stadthouder van Hollandt, gekeert, verflagen, ende ten lande uytgedreven.In den jare mcc iii Diederick de fevende,GravevanHollandt,over-leden welende , ende fijn eenige dochter ende erfgenaem Ada,trouwende,alleene by raedt van haer Moeder , aen Graef Lodewijck van Loon , buyten bewilliging van ’s Landts Staten , welcke overfulx dapper verftoort fijnde,hebben ontboden Willem Grave van Ooft-Vrieflandt, byge-naemt Sonder landt. Broeder van Grave Diederick voorlz. om den Grave van Loon ten lande uyt te drij ven/t welck gedaen welende,is Vrouw Ada tot Leyden in verlèeckering gehouden,ende Willem voornoemt met meeft alle de Edelen hier binnen gekomen , daer hy van de burgerye met grooter eeren is ontfangen, ende in plaetlè broeders,tot Landts-heere gehuldt. Graef wMiViUem Willem Roomlch Koning , die dele ftadtleer tegnn/hcht. beminde,ende met veel heerlijke privilegiën be-gifL!ghdc,heeft in den jare mcc xxxiv,omdele Stadt beter tegens den aenval der Vrielèn te ftereken, daer binnen welende, dicht onder de wallen een fterek kafteel doen timmeren , ’t welck hy Torenburgh dede noemen,waer van Toren burgh, nu binnen de Stadt gelegen, noch de naem draeght : oock een huys , noch binnen dele Stadt ftaende in de Houttilftraet, op de hocck van de Paerdefteegh,tegens over de ftee-nen pijp van den dijek, van oudts genaemt het Konings huys,binnen korte jaren noch een leen van de Graeflijckheyt vanHoliandt was,’t welck nu afgekoft is^ende daer ach ter oock doen opmaken uyt een moeras de ftraet ofte wegh , nu de Konings-wegh genaemt. Ende in den jare mcc i,xx I I, als Floris de vijfde,Graefvan Hollandt, fone van Koning Willem, wilde wreken de doot fijns Vaders, by de Vrielen ontrent Hoogtwou-de verflagen , heeft hy by dele Stadt een groot leger vergadert, en tuften Outdorp ende S.Pan-kraes de Vrielèn aengetaft,doch moeft wij eken, achterlatende ontrent 500 man, ende hier door deylènde naer Heyloo , is tot daer toe van de Vrielèn vervolght : doch verfterekt met de burgeren ende huyslieden, is op de Vrielèn loo kloeckmoedigh gevallen, dat hy haer op de vlucht bracht ende 800 verfloegh; waer naer de lèlvc Graef, tot meerder verlèkeringe van delè Stadt,in den jare M cc Lxxxvi eendijekheeft doen maeckentotde uyterfte palen van Weft-Vrieflandt, noch tegenwoordigh leggende tot een Hecre-wegh, beginnende binnen delè ftadt van ’t vorige Koningshuys tot ontrent de halve-maens-brugge ofte lan Boyens toe (alwaer den aenvang van Weft-Vrieflandt van oude tijden werdt gerekent') leggende aen elcke fijde tot verftereking de kafteelen Nieburgh en Middel-burgh, waer van de plaetfen en ruynen noch werden getoont. Indenjare mcc xcvi,degemelde Graef Floris omgebracht welende, door
M A E R. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*'• lt;
de confpiratie van eenige Edelenjiebbendie van Alckmaer, beneffens andere Kennemers, geen-fins de minfte geweeft om de doodt van hat. Landtsheer te wreken, welcke oock fijn doode lichaem van Muyden alhier hebben gebracht, en in defe Stadts kercke in een tombe , die huy-den op den dagh getoont werdt, gelet, welende’t Gr,.^ . in de lleendaer op leggende gehouwen ende ge-Ichildert het wapen van Hollandt, een roode Leeuw in een geel veldt, met dit oplchrift : Bier enCr^-cnder is ’t ingeyeandt Graine Boris ygt;an Hollandt, ßhrtft. quot;^erdt Iter flauen Dan Heer Gerrit Dan Helfen Anno ïii^6 den 17 juin. Waer na in den jare m cc xc v i i,als Graef Johan Ione van Graef Floris voorfz. uyt Engelandt, daer hy des Konings Dochter ge-trouwt hadde,overgekomen,ende by de landen, uytgenomen de Vrielen, voor wettige luccelfeur fijns Vaders aengenomen was, is hy met een grooteheyrkracht omtrent Alckmaer gekomen, om de Vriefen tot gehoorfàemheyt te brengen, ende heeft ontrent 4000 van de felve ter neder-
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'uerwtnmng
geleyt, ende is na de vidorie met grooter eeren over de van de burgery alhier ingehaelt ende ontfangen, Briefe». ende heeft het doode lichaem fijns Vaders , op het koor noch onbegraven ftaende, in het kloo-fter tot Rynsburgh doen brengen j maer het in-gewandt in de voorfeyde tomibe alhier gelaten. In denjare m cc c, Joan van Aveenes,Grave van Henegouwen en Hollandt, ontrent Alckmaer een groot leger by een vergadert hebbende, heeft de ftadt Vroon met lift ingenomen*, ende ten gronde vernielt; ftilcks dat geen kennelijeke ‘ overblijffèlen dacr van en werden gevonden. In denjare m ccc xxvi i i is dele Stadt by onge-luck van haer cygenvier t’eenemael verbrant. Indenjare m cccc xxvi, die van Alckmaer met de verdere Kennemers (houdende de ßjde van Vrouwe Jacoba Gravinne van Hollandt, te-gens Hertogh Philips vanBorgonje haren Neve) hun onder lonckheer Willem vanBrederoo-degevoeght hebbende met die van Uitrecht, der Goude en Schoonhoven , Oudewater, Gor-kum,Workum ende Vyanen, de welcke mede de lijdevanVrou Jacoba hielden, ende Haerlem belegert hadden,fijn van daer opgebroken,ende hebben leer haeftelijck den voorlz. Hertogh met fijn volck omtrent Alfen overvallen,^en feer hevigh gevochten, tot dat hy eyndtlijck mofte wijckcn,en met groot verlies fich naeulijcks binnen Leyden konde bergen. Door welcke over-winninge die van defe Stadt en de Kennemers gemoedight,hebben tot eenHooftman verkoo-ren Willem Nagel, om de andere lieden van Noort-Hollandt ende Weft-Vriellandt, met Flertogh Philips houdende , te vermeefte-ren , ’t welckhun geluckt is, uytgelbndert van Hoorn,alwaer denHertogh den Heer van Lilea-dam methulpelbnd,de welcke met de fijnen uyt-gevallen welende, na een hart gevecht, die van Alckmaer met de Kennemers heeft doen wij ken, waer inne haer Hooftman Willem Nagel doodt bleef, ende de ftandert van defe Stadt genomen
• ende tot Hoorn in de kerek opgehangen wierd ,-(welcke ftandert, 56 jaren daer nae, in den jare MccccLxxxii door die van Alckmaer we-dergenomen is, onder ’t beleyt van den Stadt-houder
-ocr page 193-
houder van Hollant Heer Jooft van Laleyn, op-getrocken om die van Hoorn tot gehoorlaem-hey t te brengen : ) naer welcke nederlaege,Her-togh Philips dele Stadt in fijn geweldt gekregen hebbende, heeft de lelve doen ontvellen, en alle Privilegien , rechten en vryheden, die de Poorters tot dien dage toe van de Graven van Hol* landt hadden verkregen en belèten, ontnomen -, midtsgaders defelve en de verdere plaetlèn in Kennemerlandt en W ell-V riellandt fware geldt-boeten doen betalen,onder fchijn dat ly,gehouden hebbende de fijde van Vrouw lacoba , haer rechte landtsvrouwe,daerly met eede aen warcn verplicht, hem hadden wederlpannigh geweell : de rechtvaerdigheydt van welck oordeel wy den goetwilligen lelèr bevolenélaten, ’twelck vertrouwt werdt niet ten nadeele van dele Stadt te kunnen llrecken j maer gehouden moet werden voortgekomen te fijn uyt den toorn van den verwinnenden Vorll, om fijn moedt te koelen , als men gemeenelijck in laecken van Staet fiet gebeuren, van den verwinnet tegens de verwonnen partye,waer van de hillorien van de oude en tegenwoordige tijden ons overvloedige getiiy-geniflenmede deelen. Waer naer Alckmaer in denjâre m cccc xcii mede, nelfenshaerge-irootsfpei. buerftcdenHaerlem, Hoorn,Edam,Monnicken-dam, en Medenblick , mitsgaders de platte landen van Kennemerlant en Well-Vriellant, Texel en Wielingen, haer gedeelte heeft moeten uy t-llaen van de onheylen verweckt door’tKalèn-broodts-volck, als plondering, verlies van privilegiën en vellen,midtsgaders betalinge van fware boetgelden waer door de burgerye,naulijcks op eenigh verhad könnende komen, vermidts de veelvoudige oorlogen, veldttochten en andere verwoellingen (gelijck voren gefeyt is) wederom feer wierden verarmt , alhoewel de belle en rijcklle van het volck ( dewdcke het meelle verlies om dielaecks halven moellen lijden) aen delèlve oproer niet lchuldigh en waren maer wierde meell aengellelt door de arme beroyde , dewdcke door den StadthoudervanHollandt Heer lan van Egmondt geparll wierden tot op-brenging van ruyter-geïdt, vermidts de diere tijdtals doen, en hare onvermogentheyt, tot lóodanigen verbolgentheyt fijn uytgeborllen. Cepiandert In den jatc MD XVII is de Stadt van de Gel-doordeGel- derlche overvallen , en wel acht dagen lang ge-dirfchen. plonJertjCn ten lellen aen brant geileken,lùlcks dat wel hondert huylèn en twee korenmolens verbranden,- doch fijn daerna de Gelderlèn omtrent Heylo gcllagen enverllroyt, door Heer Gregorius van Egmont,Grave van Buren,en na-maels Bilfchop van Uitrecht. Sedert welcken tijdtddè Stadt geene gedenckwaerdige overvallen nochte ellende door den oorlogh geleden heeft, tot in den j are md lxxit , als wanneer fy, benelléns de andere Heden en plaetlèn van Hollandt en Well-Vriellandt haer geburen,haer |
toekomende belegering te wederHaen , en haer vryhey t behouden,gelijck ly met kleynè macht, door de vroomheyt haerder burgeren naell den Goddelijeken fegen, niet alleen haer, maer het geheele landt gedaen heeft, gelijck wy met het volgende verhael in’t korte füllen bverloopen. De Spanjaerden, gelijck als gelèyt is,den 21 Au-gens den Hertogh van Alba : lulcks eenige guHi weder voor de Stadt gekomen wefende, derspa»-oorloghsdaden ’t felve jaer hier omtrent ten hebben, onder het beleydt van Don Frederico platten lande voorgevallen wefende, door dien de Toledo haren Generael,de felve belegert met Uollandti nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ii M z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;feHien begeven hadde onder ’t gouvernement van Willem van NafTouw Prince van Oranje lioogh-loflijcker memorie, om fichte befchermente-Haerlem den g'eheelen winter van de Span jaer-den , onder ’t beleyt van Don Frederico de Toledo , Soone van den Hertogh vanAlba, leer llrengelijck belegert wierd gehouden, en eyn-delijck in den jare md lxxiii op den 12 lulÜ w» gedwongen lieh over te geven. Waer op Don Frederico, vervolgende fijn overwinninge, op den 16 van de lèlve maent, na dele Stadt gelbn-den heeft twee duylcnt voetknechten en drie * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 hondert paerden, de welcke voor de Kennemer-poort gekomen fijnde , is groote verbaellheydt in de lladt, lbo onder die van de regeringe als onder de burgeryè geweell, die in groote twijfel Honden of ly luyden de compagnien van de Prince van Oranje tot haerder hulpe gekomen, wilden in hebben ofte niet; doch eyndelijckeri door de kloeckmoedigheyt van eenige, fonder-linge van Floris van Teylingen, ten dien tijde BurgermeeHer, de compagnien van de lèlve Prince, onder het beleyt van de hopluyden laques Kabbeljau, Ruychaver, laques Hennema en Dirck Duyvel, tot de Vrielche poort ingelaten fijnde, hebben lyluyden ten felve dage een uytval buyten de Kennemerpoort op de Span-jaerdengedaen, en defelve al lchermutlèreride uyt de voorHadt gedreven totFIeyloo toe,Heec-kende de voorHadt in de brandt, van waer de Spanjaerden wederom afgetrocken fijn nae Haerlem, daer ly , vermits quadebetalinge , tegens haer bevelhebberen j in wederljiannigheyt geraeckten 5 ’t welck een groot geluck en waer-ïchouwingé voor de lladt geweell is, om in aller haell haer verHerekinge met nieuwe wereken te voltrecken, die de Prince van Orangien, lèlf alhier wclende ’s jaers te voren, doen fy fijn par-tyeeerHhadaengenomen,belaHhadt te maken, en ’t bewindt daer afaen Charles Boyfot gegeven j doch door gebreck van gelde oft Happe toelicht,was daer aen noch lèer weynigh gevor-dert, ’t welck doen, door de vreele van een be-legeringe,met aller haeH wierde by de handtge-nomen en voort voltrocken , lbo dat de lèlve al voor den 21 AuguHi daeraenvolgende, doen de Stadt met ernH wierde belegert, in goede ver-lèkeringe waren,lbnder welcke onmogelijck was geweell de Hadt te houden : fulcks indien de Spanjaerden in delè haer eerHe aenkomH een ernHige belegeringe hadden gemaeckt, gelijck daer naer gelchiede, Ibude de Stadt, als noch t’eenemael niet verfien en onvaH, naer alle men-lèhen oordeel hebben moeten verloren gaen,én lichtelijck met een geheel WeH-Vrieflandt, daer de lèlve, door delè tocht gewaerlchouwt, met Godes Ibnderlinge beHieringe, vermits de vorige wederfpannicheyt der Spanjaerden, tijdt gehadt heeft fich te können verfien, om de |
C K M A E R.
^ftien duyfent mannen j flaende den Generael, met 41 vendelen Spanjaerden en acht vendelen Stalianen en drie hondert ruyteren, hem neder tot Outdorp. Tot Huyswaert met acht vendelen Don Ferdinando de Toledo. Tot Sint Paneras den Overften Polwijler met elf vendelen Duytfchen. Tot Koedijck den Baron van Li-lt;]ues, doen Gouverneur van Haerlem,en den Baron van Chevreaulx met twintigh vendelen.Tot O |
Bergen Câpres met tien vendelen Walen. In den Nieupoort Otto Grave van Overfteyn met lu-riaen Fronsbeecke, met haer Duytlchen, en dan noch eenige Spaenlche en Duytiche ruy ters,t’fa-men fterek hondert een en-twintigh vendelen. Hebben boven dien noch mee gebracht diie hondert mannen uyt de Borgerye van Haerlem, die ly gepreft hadden om te pionereli. Sijnde binnen de Stadt omtrent derthien hondert weerbare mannen uyt de eygen Borgery,en noch acht hondert lóldaten met weynigh provifie en voor^^ raet,commanderende als Gouverneur den Hopman laques Kabbeljauw, die tot fijn Luitenant hadde Willem van Sonnebergh. In ’t eerfte van de belegering viel vry eenigh misverftantin de ftadtjdoor dien eenige Hopluyden en principael-fte Bevelhebberen verftonden, dat de lèlve tegen des vyants gewelt niet te houden was^lulcks raedtfaemfle dochten,dat men in tijdts met alle de rijekdom, die men mede konde krijgen , behoorde te vluchten,en de Stad te verlaten. Waer onder londerlinge den Gouverneur Kabbeljau, den hopman Coenraet van Steenwijck, Floris van 1 eylingen , en Klaes Harckfe van Houten, Burgermeefleren, wiens namen alhier ter ceren Worden gedacht, hun tegens helden , en relbl-veerden de Stadt met goct en bloedt tot den laetften druppel toe te belchermen, daer fy de goede Burgerye dagelijcks toe vermaenden, en oock ten dien eynde lchreven aen lonckheer Diedrick Sonoy, ten dien tijde Gouverneur van Noort-Hollandten Weft-Vrieflandt, die doen tot Schagen was. Waer doordeeerhe Ichrick t’cenemael in kloeckmoedigheyt veranderde,en eenftemmige refolutie genomen vierde, den vyant met alle gewelt het hooft te bieden ; de-welcke, nae dat hy twintigh fware yfère hucken, Ichietende kogels van veertigh ponden, geplant hadde dicht onder de hadts muuren , heeft hy daer mede de Vrielche poort en de rooden toorn op den achtiende September van ’s morgens tot’s avonts feer vreefelijck wel met 2036 Ïchoten belchoten, waer van foo hier en daer, loo in de muren der huyfen als by de borgers, noch eenige kogels werden getoont. Waer op hy ten felven dage den horm op de Vrielche poort en de rooden toorn gedaen heeft, die feer geweldighlijck en vervaerlijck aenquam, en tot drie reyfen t’elckens met nieuw volck hervat wierde, daerin ly de windt en roock tot haren voordeel haddenj doch wierden van die van binnen feer kloeckelijcken en couragieulèlijeken gerefiheert met heenen en brandende peckree-pen, oock fiedend heet kalckwater/t welck mid-delertijdt van de vrouwen en jongens wierde ge-maeckt en aengebracht : hilcks dat ly met verlies van over de vijf hondert mannen, daer onder oock eenige Bevelhebbers van name waren, hebben moeten afwijeken, achterlatende haer hormbrugge op wijnvaten gemaeckt, dewelcke de bedelingen kreegen, hebbende die van binnen in de lèlve horm niet meerder verloren als omtrent 40 mannen, te weten 24 Ibldaten en 13 borgers. Den twintighhen September hebben fy wederom de myne gemaeckt van den rooden toorn te behormen, waer naer die van binnen hertelijeken Wenlchtenjen hadden haer baneket van heenen, brandende peckreepen, en fiedend kalckwater , door de vrouwen en jongens al weder doen gereet maken: doch alfoo haer horm-brugh aen de eene fijde begohte fincken, en hebben fy niet derven aenvallen , wat neerhig-heyt Don Frederico bock dede. t’Sedert welc-ken dagh Don Frederico,bemerekende de traeg-heyt en genoéghfame openbare onwilligheyc van fijn volck, die niet weder winterleger begeerden te leggen, gelijckly desjaers tevoren met grootekoude en milèrie voor Haerlem hadden gedaen, oock geintimideert fijnde door ’t water , ’t welck vermidts de inlatinge door de huyfen tot Krabbendam en Aertswoude dagelijcks hooger wierd, heeft gedelpereert de Stadt te füllen winnen; en allengsKens lijn bagagie wederom naer Haerlem afvoerende, heeft eyn-delijckop denachthen Oétober, met alle fijn volck de hadtgeheelijeken verlaeten, welcken dagh t’/edertjaerlijeksby deborgery ingedach-tenihe van de felve verlolTinge geviert wert, tot danek van Godes genade en fegen, ’tgeen wel met recht behoort te gelchieden; dewijl defelve niet alleen met haer geheept heeft het ontfèt van dele hadt,maer heeft oock ledert gefchenen de parthye der Spanjaerden geheelijeken onder te gaen en tot niet te loopen, en Godt fijn blijde aenfehijn beginnen te toonen , om ons te ver-heerlijcken met die kohelijeke panden van Religie en Vryheyt, die ons door den geraaeckten vrede nu van haerlelfs fijn geohert,welckely op die tijdt tegens de gewoonten , rechten, en privilegiën van de landen,in regarde van onlè voor--ouderen, met hare macht van Wapenen lochten te onderdrucken, gelijck de exemplen, die by de naerkomelingen tot liefde haers vaderlants in geen vergetinge en behoorden te komen, niet als alle te veel getuygen : door welck ontfet den moedt, de welcke door de Parylche moort, daer nae door ’t verliefen van Bergen in Henegouwen, Mechelen, Zutphen, Naerden,Haerlem en andere plaetlèn, t’eenemael was gevallen, by de Staten van den Lande en de Prinfe van Oran-gien is hervat, en nieuwe middelen tegens de vyanden by de handt genomen ; fulcx dat volgens het oude Ipreeckwoort met recht magh gelèyt werden, ’rgt;an Alcktnaer begint äe Diclorie : gelijck onlangs daer naer gebleeken is, door de hagh op de Zuy der-zee,daer de Grave van BolTu gevangen wert,’t verlies van Middelburgh,’t be-legh van Leyden, en andere ongelucldge ex-ploióten der vyanden meer, die allengskens fijn verbroken en tot niet geraecktjen dele Landen, ïèlf midden in lbo langdurigen oorlogh , in nee-ringe, welvaert, rijekdom, aenfien en heerlijck-heydt tot den hooghften trap gerefen, ’tgene wy |
wy tot lof van defe ftadt, alhoewel buyten de materie,doch aenhangigh, hier wat breet in voegen ; ’t welcke den goetwilligen lefer gelieve te verfchoonen. En ons verhael vervolgende, naé dien tijdt tot nu toe en heeft de ftadt geen oor-ioghs-ongemack meerder gevoelt ; maer is t’fe-dert neffens haergeburen in florifantie en wel-vaert veel verbetert, gelijck fy met Godes fegen onder de wijfie diredie van haer Magiftraet, en goede ecnigheytder burgeryé , noch dagelijeks meer en meer toeneemt ; ’t welck den goeden Godt tot haerder borgeren tijdelijeke en eeuwige welvaert lange gelieve te doen continueren.
Efrße ge- De cerftc groote , forme, en geftaltenifte de-fiaieenife. {{;adt wCft gefieyt,naer dat de felve bewalt oft vaft gemaeckt is, geweeft te hebben binnen de oude gracht,beginnende van den wefthoeck van de Samaritaen-ftraet, ofte Brilfteege, langs de oude veften voorby ’t Rytfèvoort tot de Mala-lcnbrugge,eh voorts achter het oude bagijnhof, nu ter tijdt het Huys-armen-huys genaemt,ach-tcr het vrouwen en mannen Gafthuys tot de beeftemarekt, van daer langs de korte en groote Konings-wegh tot de Lorabaert-fteege, én voort langs de felve Lombaert-fteege achter de Doelens, door de Krebbefteege tot weder ten eynde de Samaritaen-ftraet, daer wy het begin hebben geftelt; ’t welck (alhoewel door de oudt-heytgenoeghfaem verduyftért) echter bèwéfèn wert door de hooftkereke, die genoeghfiaem in het midden van de eerfte ftruéture gebout is, oock midtsgaders dat de Krebbefteege de namé draeght van de krebbingen ofte hoofden , die daer tegens den flagh van’t water waren geley c, alfbo van oudts het water van de Voormeer tot daer toe gefpoelt heeft, ’t welck bewefèn kan werden door dien het nedergedeelte ofte Zuyd-oofteyndé van de ftadt alle te famèn gebouwt is op eylandén uyt de wateren opgemaeckt,gelijck hier naer ter behoorlijeker plaetfe breeder fiai werden verhaelt.
Eerßever- Dc eerfte vérgrootingc gefchiede onder de regeeringe van Graef Willem Roomfeh Koning, ten tijde doen het kafteel Thorenbilrgh , en het Konings-huys (hier boven van vermaent) wierd gefticht, begint van de vorige Samaritaen-ftraet zuydtooftwaert op langs de oude graft, tot omtrent de hooftftraét, van daer tuftchen de nieuwe en oude fteenen brugge refponderende op het water van de Meent, langs de voordam, tot de ftadts wal, noch tegenwoordigh leggende, toe,begrijpende oockin fich ’t vorige Konings-huys met het gunt daer van dependeerde, als de Konings-wegh , tot fiet eynde van dé beeftemarekt; fiulcks dat als doen mede daer in betroc-ken is alle’t gunt aen de noordooftfijde van de Peters^ftraet langs de Konings-wegh ten eynde de beeftemarekt tegenwoordigh leyt, fbo het nu met de wallen daer ter plaetfe befloten is*
^eede, Wacr naer de tweede vergrootinge gefchiet is,doch den tijdt wanneer en wérdt gantfeh gee-ne memorien van gevonden, dewelcke als de voorgaende wederomme zuydtooftwaerts op geftreckt heeft, van de oude wallen ter plaetfe als boven gelegen, recht langs het water van de oude graft tot het ftadts-erf toe, van daer om
M A E R.
de Limmerhoeck en de oude bierkayê tot dé roodetorén, nu ter tijdt de Waterpoort, ge-maecktjvan daer weder noordweft op tot aen de oude walle, by ’t Konings-huys relponderende, met welcke vergrootinge het kafteel van Tho-renburgh binnen getrocken , en apparentelijck gedemolieert is, alloo daer van gcene overblijf-lèlen en fijn , anders als de ftraet het Thoren-burgh génaemt, binnen de ftadt op die plaetle des kaftéels gelegen , en daer van de name dragende. In welcke forme dé ftadt gelegen heeft tot den jare m d l x x i i, wanneer fy met andere fteden aengenomén hadde de parthye van den Prince van Orangien tegens dcSpanjaer-den, welcke Prince daer binnen fijnde nieuwe fortificatién hadde geordonneert te maecken j en de direétie van dien gelaeten aen Charles Boyfbt, gelijck hier vooren verhack is, die regens het belegh in’t jaer md lxxiii ingoede defentie waren waer door de ftadt vergroot is, én daér binnen getrocken alle’t gene leydt tuftchen de tegenwoordige wallen van de mun-nicken molen, buy ten de ftooten achter de Geeft langs gaende tot de Malalenbrugge toe, vart daer langs de oude graft tot het eynde van ’t ftadts-érf ofte de keet-llooté.
En in den jare md lxxv is defelve voor de laetfte reylè vergroot met het intrecken van de Voormeer, en lijn doen de wallen geleydt wederom zuydtooftwaerts uyt, in alfulcken fchijn gelijck die noch tegenwoordigh leggen.
In welcke Voormeer daer naer indenjaere M DC XII uyt het water opgemaeckt is het Veneét/è eylandt, oft dé nieuwe bierkaye , we-lende de platte formé én gedaente van de ftadt landt. genoeghfaqm eén langwerpigh vierkant,aen het noogeofté noordweft-eynde breeder als aen het lage ofte zuydooft-eynde, oock aen het hooge eynde geleyt met een punt het Clarifte bolwerck genaemt, van daer ten wederfijden ontvallende tot aen het munnicken bolwerck,en het bolwerk van deKenneraer-poort, naér welcke forme de ftraten en burghwallen,lbo in de langte als bree-te, alle te fâmén regulier geleydt fijn, ’t welck dé ftadt feer verciert, {onderlinge door dien die daerenboven noch verrijekt is met lbo veele ïclioone, fuy vére en aengename wateren, allbo den omvang op’tminft wel vijfthien éylanderi begrijpt.
Aengaende de publique edificien en gebou- Fiihlique wen delér Stadt, is alhier te fién eerftelijck een /choone, nette en leer konftige gemaeckte kerc-ke, (volgens het oordeel van verfcheyden over-treffelijckeMeekers inde bouwkonft) ten aen-fiénvan de ßvaerte des wereks, en delichtheyt en dunheyt der pylaren, waer méde ’t felve wert ondervangen,diergelijeke in Hollandt jae in geheel Nederlandt niet en is te vinden,ftaende aen de noortweftfijde van defe ftadt ten eynde dé Langeftraet, ter plaetfe waer van oudts jae van de eerfte beginfélen de felve geftaen heeft,wekkers ouderdom en veranderinge uyt de naervol-gende veerièn , gekhildert in een tafereel in de felve kerek ophangende, kan werden afgenomen , ’t welcke wy tot gedachtenifte der memorie goet gevonden hebben hier by te voegen :
Omtrent
-ocr page 196-
€oq» Qmtrent 8Ó0. 90 T.’ H52. lt;328. 1468, ^en Oc, 1470^ 147;. Cintrant geleden duyfcntjaer hier gefielt Kerck en aultaer Den Heydenfche afgoden, ï^iet quot;^el drie hondertjaer daer naef ( Soe de oude memorien fijn Silier j Sijn die yteer u)gt;t geraden. Doen flicht quot;Van Chrifii offerhandt Glinfierde door geheel Kennemerlandt Stichtmen een TGerck ter eer en Van S. Laurens, d’ypelcke naderhandt Dick TPan de Wefi-Vriefen is inerbrant, dDorlogh kant al om keercn. Jdaer doen de yyer kreegh meer kracht Wert daer neffens met goedt aendacht Een Kerck in re'rerency Van S. Mathys gefielt, finiex placht Te fijn onfie yfooroud'ren pracht Het yoerek ssfaerdeert d’intency. Daer na den Thooren Ç^eryeî'maerf) VanS. Laurens flort neder ter aerdt, ’t Welck oorfiaeck gaf te ygt;ellen Beyd d'oude Kercken tot op der aerdt En in haer plaets (als yoerdt yierklaert) Kapelle. Dit heerlijck ycerek te fiellen. Sijnde boven dien in ’t laer 1647 Kerc-ke noch meerder verciert door ’t voltoyen van den grootentreffelijcken en vermaerden Orgel, ’t welck meede een ftuck wereks is diens gelijeke fthier nergens en wert gevonden, ïoo van groote koftelijekheyt en goeden galm, tot welckers lof wijlen den Heer lohan van Foreeft, in fijn leven Raet in denHoogen Rade van Hollandt,gemaeckt heeft de volgende veerfen : En h^ec non tacita efl Cæli modulantis imago : Non finît immunes nos canor ifie fiui : Nee modo quod ygt;clucres acris fieptemplicis orbes, Sed Dariatfipirans machina mille modos. ^pim fibi confientit, quot;yoeem confpiratin tinam, Fiftula tam difipar difiimilifique fibiz Non fiecus ^therii refiondent orbibus orbes, Jtque obeunt curfius fidera qu^equejuos, Tot ficiat hanc fpedlans Preeconia flare Tonantis, Etgracili jundlas quod yidet tere tubas. Non Jatis Alcmariteefipopulicelebraretotoram, En canat huic concors, locus ipfie Deum. Midtsgaders des Stadts Biblioteke, verciert met veelvoudige fthoone boecken in verfchey-den faculteyten befchreven, die mede in defè Kercke gefien wert boven het zuyderportael op een lchoone welgeapproprieerde kamer. Boven dien is alhier noch een Kapelle, onder hetPaufdom gewijdt ter eeren van de Heylige Maget Maria, ftaende aen de noortzyde van de Leet, en in de fteege die daer nae genoemt wert de Capel-fteege, relpondeerende op de nieuwe fteenen ofte visbrugge, mede weïènde een goet en net gebouw van tamelijeke groote , verciert met een Orgel. Welcke plaetlèn beyde nu dage-lijcks gebruyckt werden tot de openbare predi-catienvandeChriftelijeke Gereformeerde Re- Steulthujs. ligie.VordershetStadthuysftaende aendezuyd-zijde vande Langeftraet,’t welck verciert en ge-approprieert is met extraordinäre fraye kamers, zalen en vertrecken , waer in de Heeren Magi- in den jare M dcxxxxiiii de Stadt een ftuck daer van genomen, en tot een nieuwe markt en ftraet, de Heereftraet genaemt, geapproprieert ftraten, mitsgaders andere buyten collégien al- heeft, mitsgaders noch eenige andere meer, die hier refiderende, haer dagelijekfê vergadering wy om de kortheyts wille füllen voorby gaen. Dc |
M A E R. houden, en oock meenighmalengebruycktis om de Stadthouders vanden Lande oft andere groote perfonagien, alhier komende, in te logeren en defroyeren , ’t welck vermits de fraye en aenfienlijeke vertrecken daerin lbo heerlijc-ken kan gefchieden als ergens in eenige plaet-fèn. Noch de Capelle van oudts toegewijdt den heyligen Geeft,in ’t jaer mdlxxxii geapproprieert tot een nieuwe Waege, fijnde in ’t jaer De wœgh, MD xcviiii volbouwt, den tooren daer op ftaende,med€ wefende een heerlijck en aenfien-lijck gebouw, verciert met een goet en konftigh gemaeckt uurwerek en fpeelwerck. Mitsgaders Kriefche-de nieuweFrielchepoort gebout terplaetfedaer de Stadt ten tijde van ’t belegh der Spanjaerden poorten. de vervaerlijcken ftorm heeft moeten afftaen , waer van wy hier voren vermaent hebben,fijnde totgedachtenifte van dien aen de buyten-fijde vande binnen-poort in fteen gehouwen in ’t Latijn en Duy ts de volgende veerfen : Hi/panus hocpulfius loco Ciyes docet niti Deo, Par'paque Sanflorum manu, Fundi impiorum copias. Anno MD Lxxiii Septemb. 18. Spaenfie ga ften hadden hier buyten op'mijn ge fielt Negen fiuckenrat, die fichooten mijn plat ter aerden-, Maer Godt heefii mijn behouypen door mannen en yrou^ •yoen, met gecyeelt, Die hebben mijn ter eeren yteder doen repareren, met grooteryraerden. Anno M D L X X111 den 18 September. Boven dien de Geefte en Kennemerpoort, mede eierlijeke en konftigh gemaekte gebouwen, mitsgaders beyde de ftenen bruggen mette vismarektop een feer bequaeme plaetfe midden in de ftadt gelegen : vorders het oudebagijn-hof achter de groote kerck, nu ter tijt geapproprieert tot het Huys-armen-huys en Tucht-huys. Flet nieuwe Bagijnhof, tegen woordigh Het oude hetWeeshuys, inwelckers kapelle is de Latijn-iche Schole, ftaende indePapeftraet. Beyde de Schutters Doelens, genaemt de oude en jonge, mede inde felve Papeftraet, met ruyme playian-te erven achter uytkomende in de Lombaert-ftege. Het mannen en vrouwen Gafthuys, mits- HetmM-gaders het pefthuys,alle te famen mede nae haer gelegentheden ruym en wel geapproprieert, Gaßhajs ftaen in de kerckftraet. Noch is alhier geweeft een vrouwe kloofter van de witte ordre, ’t welck fiemjlhof. doorarmoed vervallen fijnde met confent van den Bifl'chop van Haerlem aen dele Stadt verkocht is, die het weder verkocht hebben aen lonckheer Diederick Sonoy, Gouverneur van Noort-Hollandt, waer door het de naem verkregen heeft van Sonoys-hof ftaende op de lange nieuwe ftooti Sedert welcke tijdt het lèlve al-tijts een privaten eygendomis geweeft, gelijck het noch tegenwoordigh is, en bewoont werdt by den Heer Cornelis vanderLijn,gewelèn Gouverneur Generael in Ooft-Indien, behalven dat |
5
-ocr page 197-alckmaer.
De kooft- nbsp;nbsp;Tgt;e hooftneeringen die dele Stadt eertijts ge-
neeringen. hadt heeft, fijn ueffcns haer weeckelijeke groo-te en overtreffelijeke fiiyvelmarckt, voornae-mentlijck geweefi het Ibutfieden en grutten ; doch in de jaren M DC v en M DC xvi by on-. geluck grooten brant in de loutkeeten geweefi hebbende, ’t welck de Borgerye merekelijeke lchaedeaenbracht, is t’ledert die tijdt delèlve neeringe allenskens leer vermindert, gelijck oock het grutten : doch fijn in plaetfe van dien wederom t’federt eenige jaren herwaerts leer aengewalfen de brouwerye en draperye-neerin-ge, die nu alhier het befie welvaren geeft,boven den weeckelijeken marektdagh desvrydaeghs naer de middagh en faterdagh ’s morgens ,• gelijck oock, door het bedijeken van de Meeren hierom gelegen, deweeckelijekeluyvelmarckt feer is vermeerdert, fulcx dat nu dickwils in ’t principale Somer-layfoen gebeurt, dat alhier verkocht en ter Wage gewogen wert, op eenen vrydagh na de middagh en faterdagh ’s mor-gens,omtrent de vijf mael hondert duyfent ponden kaes,die altemael in de plaetlèn hier rondtom gelegen geraaeckt, en vande huysluyden alhier ter marekt gebracht werdt.
Trieviiegien Gelijck defc Stadt iu alle voorvallende gele-tn-vryhe- genthedcu leer getrouwe is geweefi aen haer Landtsheeren de Graven van Hollandt, gelijck uyt het gene hier voren verhaelt is genoeghlaera blijekt5 Soo is delèlve in vergeldinge van dien oock wederom van haer Landtsheeren begif-tightmet veele heerlijeke privilegiën en vryne-den, als eerfielijck by Graef Willem Roomlch Koningin den jare mccliv den xi lanuarii, waer by alle poorters en burgers in rechten ver-daeght welènde, geprivilegieert fijn veerthien dagen dagh van beraet te nemen. En daer naer den 4 luni van het lèlve jaer fijn alle burgers en poorters van Alckmaer van den voorlèyde Grave geprivilegieert met haer koopmanlchappen te mogen varen vry,lbnder iets te bètalen, voorby alle tollen vanden Graeffehappe van Hollandt , midts doende betoogh dat fy Burgers oft Poorters fijn , belègelt met des Stadts fegel. In den jare mccc xxxix heeft Willem de vierde, Graeve van Henegouwe en Hollandt, de Stadt by opene brieven vergunt drie jaermarckten,de eerfie midvaften, de tweede lacobi, en de derde Bartholomei, t’elckens drie weecken gedueren-de, gunnénde de koopluyden de lèlve frequenterende groote vryheden, onder anderen dat ly niet meerder voor tol fouden betalen als voor elck paert vier penningen, elck rund twee, elck laecken acht penningen, alle fiepende goederen den hondertfien penning s en wederkeerende dewijl de marckt duert, met gelijcken toi tot fijn wederfeggentoe.In’tjaer m ccc lv heeftHertogh Aelbrecht van Beyeren, als Ruwaert van Hollandt, de Stadt noch met een vierdelaer-marckt vereert, beginnende drie dagen voor S.Matheus dagh en vier dagen naer, op gelijeke vryheden en rechten als die van belooken Pae-fenen, mede tot fijn wederlèggen geduerende. Anno McccLxv heeft den lel ven Hertogh de laermarckt van beloocken Paeflchen, die Paes-maendagh plach te beginnen, verleyt tot drie
Hollandt,
dagen na Paeflchen, gelijck die nu begint, met de ïèlve vryheden als de voorgaende. In ’t jaer M ccc xc, heeft de voorfchreven Hertogh, by goetduncken van fijnen Rade, mede dele Stadt, beneffens de Steden van Haerlem, Delft, Leyden, Amfterdam, Rotterdam , S. Geertruyden-bergh, Oudewater , Solgendinge ,Gravefande, Naerden, Medemblick, Enchuyfèn , den Briel, den Heere van Arckel en fijn Stadts poorteren van Gornichem, mitsgaders de dorpen van Aeckerfloot, Uytgeeft en Wormer, ten eeuwigen dagen vry gelprokcn van alle Stapelrecht en ongelde die de Stadt Dordrecht op hun pretendeerde. In’t jaer M cc CCI heeft delen Hertogh de Stadt oock vernieuwt de privilegiën die fy van Koning Willem hadden verkregen. In ’tjaer Mcccc xiv heeft Hertogh Willem van Beyeren defe Stadt geprivilegieert, dat Schepenen haer vonnifie louden mogen Heden oft uy t-letten eens acht weecken , maer langer niet. In den jaere cIo cccc lxxviii heeft Keyfer Maximiliaen de Stadt Alckmaer beveftight alle privilegiën, hantveften , rechten en vryheden die ly t’eenigen tijden van de Graven vanHol-landt hadden verkregen , en noch boven dien verklaert, dat alle koopmanfchappen , van en naer de jaermarckten gevoert werdende,louden tolvry fijn. Dele en veel andre heerlijeke privilegiën , die wy om kortheyts wille voorby gaen, werden op ’t Stadthuys by de Heeren Burge-meeftersin haer vertreck-kamer, benelfens andere Stadts papieren, bewaert, en dagelijeks in ’tlluckvan policie en jufticie by de Wethouders, in faveur van die het aengaet,gehouden in goede oblèrvantie.
De Regeeringe deler Stadt beflaet eerft en DeRegn-voornamelijck uyt een Collegie vanxxi v Vroet-lchappen oft Raedtsperfoonen, dewelcke geko- Regenten^ len werden uyt de rijekfte, vreetfaemfte en aen-fienlijckfte uyt de Borgery,en dienen haer leven lang, oft dat fy by vertreck haer poorterlchap affeggen. Welckers namen in het tegenwoor-dighjaer clo loc L ii,als wy ditfchrijven,waren , volgens haer ouderdom in bedieninge naer malkander gefielt, de naervolgende Heeren :
lonckheer Thomasygt;an £gmont 'Vander Nyenburgh, nu mede voor de tweede reylè Gedeputeerde ter vergaderinge van de Hoogh-Mogende Heeren Staten Generael der vereenighde Nederlanden.
Nanning l^an Foreefi, oock mede Gecommitteerde in de Reeckenkamer des Graeflijckheyts van Hollandt.
lan I.aurenf^. Klock tegenwoordigh prefide-rende ter vergadering van de Ed. Moogende Heeren Gecommitteerde Raeden van Weft-Vrieflandt en’t Noorder-quartier.
Thaams Gerrit f^.'Vander Do«,Out-Burgemeefter, en oock oudt-Raedt ter Admiraliteyt in’t Noorder-quartier.
Mquot;. Cornelis Schagen, Secretaris en ordinaris ad-junót ter daghvaert van de vergadering der Ed. Groot- Mog. Heeren Staten van Hollandt en Wefi-Vrieflandt.
Mquot;. Cornelis 'Van Sonne'Velt, Out-Burgemeefier, en tegenwoordigh Raedt ter Admiraliteyt in het Noorder-quartier.
ij M j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lonck-
-ocr page 198-ALCKMAER.
lonckheer Cornelis yjan Teylin^en mede oudt Raedt ter Admiraliteyt. ïacob Schagen Hooghlandt^ oudt Burgermeefter. DoôlorDzgt;dr7j)’/’«rçZ),oudtBurgemeefter,oock Ontfanger des gemeene landts middelen. lohan Steenhuys Ryp. Wilhelm Coren f medeBailjuw van de Nyen-burgh. lan Willemfii. Meurs. Cornelis Vander Gheeß. David Vander Meer. lohan Van Steenhuyfen Baartf^. tegenwoordigh mede Gecommitteerde indeReeckenkamer van Weft-Vrieflandt en ’t Noorder-quartier. Iacob Baart. Cornelis van Deylingen Pieterßi. Iacob Van de Nieuyoftadt. Pieter Franß. Ocker. Cornelis lacobß. de Groot. Adriaen Cornelifi^. Sevenhiiyfin. Ar. Hendrick Drujf. lohan Van der Nyenburgh Gerrit/^, en Aernoudt Vander Graefe oock Rentmeefter van des Graeflijcklieyts Vroonlanden,Egmonden en Zypelanden. En by affterven van iemandt werdt het getal van XXIV wederom, by meerderheydt van hem-men , van anderen vervuldt, welcke xxiv per-foonen jaerlijcks op den vier-en-twintighften Decembris we{endeKers-avondt,mede by meer-derheyt vanftemmen,ftellen vier tot Burgemee-fters, dewelcke voor defen jacre fijn de voor-' noemde Heeren, lonckheer Dhomas Van Fgmondt Vander Nyenburgh. lonckheer Cornelis van Dcylingen. lohan Steenhuys Ryp, en • lohan Vander Nyenburgh Gerritß,. En leven tot Schepenen, dewelcke mede in den tegenwoordigen jare fijn, Adriaen Corneliltii. Sevenhujßn. David Vander Meer, lacob Baart. N1'. BartholtvanSteenhuyfen lanßi, Ian Willemf's^. Meurs. Pieter FranJ^. Ocker j en W. Henrick Druyf. Boven dien noch een Thelàurier, dewelcke geftelt is tot een Ontfanger van des Stadts inkomen , en wederom om Stadts lchulden te betalen, dewelcke voor het tegenwoordigh j aer is, Garbrant Hensbroeck. |
werdt defèlve verkiefinge oft eledie ge-Aerfeiv^. daen in dele manière, te weten datydervande Vroedt/chappen eendagh drieoft vier voorde verkiefinge, uyt de name van de Heeren Burge-meefters , werden geinfinueert door een Stadts-bode den tijdt van de verkiefinge, en dat lyluy-den gelieven naer Stadts privilegiën en koftuy-men haer biljet van verkiefinge boven te lenden, krijgende,nelfens de lèlve infinuatie, yder mede een biljet waer op gelpecificeert ftaen de namen der afgaende Magiftraeten, en anderen die voor dat jaer niet kiesbaer en fijn:welck biljet door de felve Vroedtlchappen, ’t ly in perfoon, oft door andre haer Ipeciale gemachtighden werden boven gebracht oftgelonden, inhoudende delèlvc yder in kas van nominatie van een nieuwe Vroet-Ichap drie perlbonen, in kas van nominatie van Burgemeelters, Schepenen en Thefaurier; voor Burgemeefters achtperloonen, voor Schepens veerthien perlbonen, en voor den Thelaurier twee perlbonen, die als dan alle t’famen boven gekomenwelèndebyBurgemeefters, ten over-ftaenvan de prelènte Vroetlchappen, wierden geopent en by de Secretaris de naem aengeteyc-kent, en de naem in regart van de Vroedtlchap die meeft uytkomt, verkrijghthetampt, gelijck oock verkrijgen de vier namen dewelcke meeft uytkomen voor Burgemeefters, de feven namen dewelcke meeft uytkomen tot Schepenen , en den naem meeft uytkomende tot Thelaurier : doch werden meeft ordinaris noch een jaer ge-continueert die gene dewelcke maer een jaer in ’t collegie van Burgemeefteren oft Schepenen heeft gelèten , maer langer niet 5 gelijck oock den Thelaurier wel voor een jaer drie oft vier werdt gecontinueert. Beftaende de macht van Burgemeefters om te regeeren en adminiftre-ren de dagelijckfepolicie van de Stadt, en by difficulteyten ende meerder Iwarigheden , de Vroedtlchappen daer over te beroepen en haer relolutie te nemen , en de genomien relolutie te executeren : de Schepens, omme nelfens den Schout (dewelcke alhier oock by deVroedtlchappen werdt genomineert en gerecomman-deert, doch fijne commiftie ontfangt van de Heeren van de rekening des Graeflijcklieyts van Hollandt) recht en jufticiete adminiftrerenin alle dagelijckle voorvallen, lbo criminele als civile làeken ; en werdt het Schout-ampt tegenwoordigh bekleedt by den Heer NP. lacob Van Veen , dewelcke mede isBailjuw en Dijckgraef van de Heer Huygenwaertjwefen-de ’t officie van den felven Schout in alle criminele laecken ’t recht van de hooge Overigheydt te bewaren , en op alle misbruycken en contra-venteurs tegens keuren, tot welftandt van de Gemeente gemaeckt, te letten, en de boeten uyt te winneuj midtsgaders oock,benelfens Burgemeefters en Schepens, te maecken alderhandedage-lijckfe keuren, en ordinantiën, dienende tot welftandt van de Stadt en de goede Burgerye : Hellen met malkander oock onder haer jaerlijcks op nieuwjaers-avondt twee Fabrijquen , opficht hebbende op des Stadts publique wereken, drie Weesmeefters , drie Kerekmeefters, en voorts Regenten van de Godtshuylèn, AelmoelTeniers, en Bedienaers der armen, tot Ibdanigen getal in yder huys oft collegie als van oudts gebruycke-lijck is : fulcks dat alles feer maetigh, eendrach-tigh,en op een goede voet alhier geregeert wert. Boven dien is defe Stadt mede verheerlijekt te hebben haer ordinaris Gedeputeerde by beur-ten in de hooge Regeringe deler landen, te weten ringe defer oft in de vergaderinge van de Generaliteyt,Raet Lande». van Staten, ofte Generaliteyts Reeckenkamer, endatinden tijdt van twaelf jaren negen jaren vervolgens, in yder Collegie drie jaren, dewelcke omgekomenwefendedan driejaren ftillefitten. Inde vergaderinge van de Heeren Staten van Hollandt en Weft-Vrieflandt, heeft dele Stadt de dertiende plaets, en de twaelfde onder |
C K M A B R.
de Steden. In de vergaderinge van de Heeren Gecommitteerde Raden van Weft-Vrieflandt en ’t Noorder-quartier heeft defe Stadt, als we-lènde de Hooftlladt van ’t fèlve quartier, de eer-fteplaetlè, gelijck mede in deReeckenkamer vandeïèlve. In’tCollegie ter Admiraliteyt in ’tfelve quartier refiderende, heeft dele Stadt mede haer ordinaris Gedeputeerde,gelijck oock in de Kameren van de Ooft-en Weft-lndilche Compagnie , welcke Gedeputeerdens in yder collegie by de Vroedtlchappen werden gefon-den voor fodanigen tijdt als gebruyckelijckis, en dan wederom verandert. Dc juris. De jurisdictie defer Stadt buyten de graften t-en zuyden aengelent met d’Ambachtsheer-lijckheyt van Heylo , leggende in hooge juris-diótie onder den Bailjuwlchappc van Kenne-merlandt, ten weften met het Graeflchap van Fgmondt enheerlijckheytvanWummenum,ten noorden met de heerlijckheyt van Bergen , en ten ooften met de dorpen vanKoedijck en Out-dorp , leggende in hooge jurisdidie onder den Bailjuwfchappe van der Nyenburgh; doch in refort van verpachtinge van des gemeene landts middelen van confumptie, werden daer onder verpacht, Heylo , Limmen , Aeckerfloot, Uit-geell:,Cafl:ricum,Egmondt buyten,binnen en op de hoeve,Backum,Wummenum, Outdorp, Bergen, Groet,Schoorel, Camp, Petten, Koedijck, Sint Paneras, Suyt-lcherwoude, Noort-lcher-woude, OudtkarIpel,Herenkarfpel,Dircxhorn, Krabbedam, Warmenhuyfen,Sint Maerten.den Enigeburgh, Valckooge, Schagen, Haringhuy-len, Colhorn, Barfingerhorn, oude en nieuwe Nyrop, Winckel, Veenhuylen, Elrfem, Ruften-burgh, Oterlijck, Schermeer , Schermerhorn , Graft, Rijp,Huylduynen en ’t Oogh, over welc-ke dorpen en plaeclên Schepenen deler Stadt,als CommifiTariffen van des gemeene landts middelen , mede haer jurisdictie hebben, in laken uyt de lélve middelen refulterende. p.ujtenCoi- Debuyten Collégien, dewelcke alhier haer itgie»alhier Vergaderingen houden, wefende eygentlijeken Je Stadt noch de regeeringe van dien niet aen-hangigh , fijn den Bailjuw vande Nyenburgh met mannen van Leen des Graeflijckheyts van Hollandt,die de hoogc jurisdictie exerceren over de dorpen van Rijp, Graft, Suydt en Noort-Schermeer, Schermerhorn, Ur/èm,Ooterleecq, Outdorp, Sint Paneras , Broeck, Suydt-Scher-woude,enNoort-Scherwoude,opLangedijck en Koedijck hierom gelegen. Den Bailjuw, Dijck-graef, Schepenen en Heemraden van de Zype, Wieringerwaert en Huygenwaert. Den Dijck-grave en Heemraden van de uytwaterende fluy-lèn in Kennemerlandt en Weft-Vrieflandt, van Geeftmeer-ambacht, van de Schermeer, van de Egmonder enBergermeer,en noch vericheyden andre kleyne Bailjuwichappen en dijckagien,die wy om de kortheyts wille voorby gaen ; welcke Collégien alhier in ’t Stadthuys, in eenige fraye vertrecken daer toe geapproprieert, nebben haer ordinaris vergadering en byeenkomften, tot het houden haerder vierlchaer en dagelijck-fe voorvallende beloignes : gelijck oock jaer-lijcksalhier op ïèeckere geprefigeerde tijden, ten overftaen vande gemeene ingelanden die gelieven prefent te fijn, gehouden en gefloten werden de generale gemeene landt-reeckening van de voorfz. polders en dijekagien. |
Uyt dele Stadt, als van oude tijden bewoont Geleerde en ge weeft hebbende van verfcheyden Adelijcke, eerliicke en aenfienlijckc geflachten enfamilien, die haer getoont hebben groote liefhebbers van geleertheyt en der vrye konften, ( allóo uyt feeckere memorie, ons in ’t belchrijven van dele ter handen geftelt, blijekt, dat in de jaren 15'13, ij-iq, 1515, xyióen i ji7,voor den vyandelijc-ken overval der Gelderfchen en Vrielèn, daer van wy hier voren hebben vermaent, de publique triviale Latijnfche Schole defer Stadt geflo-reert heeft met meerder als les hondert buyten-fcholieren, behalven de eygene burgers kinderen , dewelcke in den lèlven overval geheelijck verftroyt wierden, ) fijn gefproten dele naervol-gende treffelijeke vermaerde mannen. Als eerftelijck den vermaerden Petrus Nanmus, die alhier geboren is in den jare 1500 , dewelcke door fijne groote geleertheyt in letteren tot foo-danige vermaertheyt is gekomen , dat hy waer-digh gekent is te beklceden het ProfeflTor-ampt in het Collegie van de drie talen tot Leuven ; het groote getal van fijne fchriften, die hy heeft uytgegeven , fijn getuygen van fijn hooghdra-vend verftandt : hy is tot Leuven overleden in den jare I j77 aen een hevigekoortlè , en aldaer in Sinte Pieters-kerek begraven. D'. Pieter'y)an For^6^,vermaert Medicijn,als ge- v.Pieter tuyghthet treffelijeke nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van hem uyt- gegeven , is alhier geboren in den jare i ƒ 2 2 , en heeft in den jare 157y datelijck na de Inauguratie van de Academie der Stadt Leyden aldaer de eerfte lefTe in de Medicijnen gedaen, en lange gepraófifèert hebbende als ordinaris Medicijn der Stadt Delft, is eyndelijeken in den jare 1597 alhier binnen Alckmaer overleden, en in dele Stadts groote Kerek begraven, uytwijfènde het naervolgende Graf/chrift, op defareken, fijn graft bedeckende, gehouwen, te kennen gevende het jaer van fijn overlijden ; Annus Obitus P. Forefli Alcmar, Med, celeberr. hoe Dcrfu numeratur ; EVICtV^ Pato CV bat haC fVb MöL^ ForeflVs HlppoCrates BataVls PVlt ILL^ PVit. Uyt het fèlve geflacht van Foreefl, daer wy nu aen gedeneken, de welcke van oude tijden alhier haer woonplaetfe hebben gehouden , fijn geboren meer andere vermaerde Mannen, dewelcke, om haer fbnderlinge vromigheyt en wetenfehappen, gepromoveert fijn geweeft tot groote ftaten en digniteyten : als eenen anderen D\ Pieter pan Foreefl, dewelcke al voor de tijden van Petrus FJannius gedacht werdt, die geweeft is Lijf-Medicijn van den Koning van Denemarc-ken. Mquot;. lohan pan Foreefl^ Schout defer Stadt van nbsp;nbsp;nbsp;/ohan den jare 1574,tot den jare 1777. M\ NanningPan Foreefl, eerft Penfionaris defer Stadt, en namaels Raetsheer in den Hoogen Rade van Hollandt, r^eß^ Zeelandt en Vrieflandt. D\ Adam Pan Foreeft,mede vermaert Medicijn, lange jaren geweeft heb-bende Burgermeefter en Raedt, midtsgaders Ontfanger des gemeene landts middelen defer Stadt. |
A L C K jî/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Stadt. M’’. Iacob ^an Force ft Secretaris vande Ed. ^.}»Foreefl. Mo:Heeren Gecommitteerde Raden vande Staten van Weft-Vrieflandt en ’t Noorderquartier. jV. /ohan Gclijck oock fijn lone M*quot;. lohan Foreefl j nae-tf^Foreefl. fhaels medc Raetslieer in den voorfz. Hoogen Rade , de welckeboven fijne groote wetenlckap in de Rechtsgeleertheydt, mede geweeft is een feer uytmuntcnde Poëet, onlangs overleden. J/. Fa»- nbsp;nbsp;nbsp;'M.\ Paneras quot;pan Caflrikum,leer vermâcrtlkcciits- cras van gelecrdcjen veel geemployeert ge weeft in diver-Caßrikf.m. legaticn en anderelandts laeckcn van groo-ten gewichte, t’federt de Reformatie defer landen 5 is eerft geweeft Raetsheer in den Hoogen Rade van Hollandt,Zeelant en Vrieftant,en na-maels beroepen tot Penfionaris der ftadt Groeningen,alwaer hy omtrent den jare 16xo is overleden. /acob M'.Iacob Coren^mede een leer vermaert Rechts-geleerde,dewelcke omtrent den tijdt van leftien jaren geweeft hebbende Secretaris defer Stadt, eyndehjek beroepen is tot Raedtshecr in den voorfz. Hoogen Rade van Hollandt : van hem is uytgegeven leccker bocck, geintitulcert ObßrFa-tiones Perum judicatarum Suprema Curia Hollandia, Zeelandia frißa : behalven verfcheyden andere geleerde manulcripten , dewelcke noch onder lij ne weduwe en kinderen beruften, waer uyt fijne Ibnderlinge wetenlchap, vlytigheyt en naer-ftigheydt feer wel is af te nemen. Hy is in die ftaet in’s Gravenhage overleden, in den jaere 1631 ,en alhier tot Alckmaer in de kerk begraven. D. ^dri4‘ Adrianus Metins Dodor in de Medecij nen, en fonderlinge wetenfehap hebbende in de Aftro-nomia, Geometriaen Arithmetica, heeft den tijdt van acht-en-dertigh jaren de felve facul-teyten in de Academie tot Franiker als ordina-ris ProfelTor geleert, en benelFens dien veel geleerde boeckengelchreven en uytgegeven, die genoeghfaem by alle liefhebbers van geleert-neydt bekent fijn,gelijck mede fijn uytnemendt kloeck verftant en Icherp vernuft : hy is tot Franiker overleden aen een heete koortle in de maent van September in ’t j aer i Ó3 y. Dewijl wy vanden felven Metius alhier geden-Mri- Een, en dient niet vergeten fijnen Vader M'. J-dnaen Anthonißi. van ’t eerfte begin van de Reformatie geweefthebbendeBurgermeefter en Raet defer Stadt, een man van fonderlinge vromig-heydt en experientie , en oock groote kennilTe hebbende in den loop des hemels, landtmeeten en Fortificatie-kunftjwaerom hy al ten tijde van Willem Prince van Orangien hooghloflijcker memorie , gemaeckt is ordinaris Ingenieur en Raedt van Fortificatie : fijn wetenlchap is daer in loo groot geweeft, dat naeuwelijcks een Stadt oft lchans van importantie,den thuyn van’t ver-cenight Nederlant befluytende, gevonden wert, dewelcke op fijne ordinantie niet en is gefortifi-ceert. Den felven 'Mb.Adriaen Anthonif^-heeft noch ee-/acob Me- nen anderen Soon gehadt Jacob Metius genaemt, n»/. in’t eerfte begin van fijn jaren geheel affchu-wigh van ’t gefellchap der menlchen, fulcks dat hy genoeghfaem onbequaemheydt toonde te hebben om de letteren ofte eenige andere goe-. de wetenfehappen te leeren , niet tegenftaende |
M A E R. alle vlytigheden daeromby fijne Ouders aen-gewent, dewe’cke eyndelijck fiende geen nut met hem te doen was , defifteerden van hem ter Schole te houden ,• doch heeft uyt hem felfs luft verkregen tot het ftijpen van eenige glaeskens, ’t welck hy cerft in ’t werek ftelde op een Brille-flijpers winckel, niet verre van fijn Ouders huys welènde, daer hy dagelijcx verkeerde, dewelcke hy in gerolt papier fette, op de wijfe van de huy-dendaeghlè zeebrillen , en allcnskens tot fooda-nige perfeólie van de konft quam , dat boven de zeebrillen die hy fleep , daer door men van een mijl drie a vier langte op een hooghte konde fien eenigh lchrift te leien , hy wifte oock won-derlijcke brant-glalèn te flypen, jae lèlfs van ys met een mes en fijn handt te ronden,dat die met ongelooflijcke fnelhey t deden branden. Nacht-glalèn waer mede hy door behulp van een kaerlè in een fecr verre diftantie op ’t duyfterfte van de nacht alle dingen leer perfed konde vertoonen, oft het by klaren dage ware : doch en heeft de voornoemde Jacob Metius lbo verre niet kunnen werden gebracht, noch door induélie van fijne ouders,lufters en broeder, ofte andere vrienden, ja lèlfs niet door fijn Excellentie Mauritius Prince van Orangien hooglofl. memorie ; fiilcks dat de perfeólie van de konft met hem geftorven en begraven is. Cornelis Drebbelj een wonderlijeke Philolboph, Comebs dewelcke,vermits fijn groote geleertheyt en we- Drebbet. tenlchap , de eer heeft gehadt om van fijn Key-lèrlijcke Majefteyt Ferdinand de tweede, verheven te werden tot fijnen Raedt, en Leermeefter van fijn Soon den Keylèr Ferdinand de derde, tegenwoordigh regerende. Hy is in den Bo-heemlchen oorlogh in’t jaer i62o,in’t innemen van Präge, gevangenmaer door intercelfie van fijn Majefteyt van Groot-Brittanje, en de Ho. Mog. Heeren Staten Generael weder verloft, na welckc verlolfing hy fijn woonplaetlè getranf-portcert heeft tot Londen in Engelandt. By den felven Drebbel is foo grooten wetenlchap in de Philolophie geweeft, dat hy daer door ongelooflijcke dingen uytwerckte, als breeder uyt-wijft fijn uytgegeven boecxken , genaemt, Feu-■spige beypeegingen. Hy isin’t jaer 1634 overleden. M\ Mathijs quot;pan Oudeßein,in fijn leven verlchey-dereylèn geweeft hebbende Burgermeefter de-1er Stadt, oock Gecommitteerde in de vergade- Omieflein. ringe van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raeden van Weft-Vrieflandt en ’t Noorder-quartier, is eyndelijck beroepen tot Raedtsheer in den hoogen Rade van Hollandt, Zeelandt en Vriellandt : hyisin den felven ftaet in’s Gravenhage in ’t jaer 1647 overleden, en alhier begraven. Frederick Houtman, Raedt deler Stadt, heeft tot Fredericks verlcheyde reylèn in dienft van de Heeren Be- Houtman. windthebberen van de Goft-Indilche Compagnie , de Orientaellche landen verlocht, en is eyndtlijcken geworden Gouverneur in Amboy-na en Raedt van Indien , welcke ampten eenige jaren loffelijck bekleet hebbende,is weder t’huys gekomen, en alhier in fijn vaderlandt binnen dele Stadt in ’t jaer 1627 geftorven en begraven. |
BESCHRYVING
van
getrocken uyt de Chronijck van
Raet en Medicijn der felve Stede.
O O R N heeft voor wey-nigh eeuwen niet alleen geen ftadt, ma er ïêlfs geen dorp geweeft ; dan alleen eenSluys met een Overtoom , daer door liet lant fijn binne-wa-ter plagh te loolèn:waer door ly byna de laetfte tot een ftadt geworden isjdewijl de dingen eer uyt iet dan uyt niet voortkomen: doch als ly begon toe te nemen,heeftlè in haeftal d’andereachterhaelt.DegemeldeSluys en rtn9iS, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11-1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;iP nr- i •' nbsp;, |
Overtoom was in de dijck,aen d oolHijde van de Roode-fteen, ( foo wort de marekt nu genoemt ) en diende de lantlieden niet alleen tot de gemee-ge/ct, als Graef Willem de derde, de Goede ge-bynaemt, ’t gebied over dele landen had. Een der lèlve was noch tot het jaer M d l x in welen, gemaeckt van leer groote gebacken fteenen, naer nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt; ne waterloofing , maer oock om daer door dage-lijcks in en uyt de zee te komen. Binnen liep de Tocht daer op, die toen de Gou genoemt wierd, en noch heden by de koepoort is- Buy ten lagh wat voorlants, meeft riet, dat noch een overblijf-lel van ’t lant was, daer eertijts het afgelpoelde dorp Dampten plagh op te ftaen ,• en deur dit voorlant liep lèkere kil ( welcke nu de haven van Nieuwendam is ) in zee, redelijck diep , byna als een Hoorn gekromt, endaerom oock leer veyligh voor de fcliepen , die hier quamen havenen, ’t Lant felf , daer nu de ftadt is, was laegh en moeralfigh, vol kleyne meiren, en bequamer om riet en bielèn dan iets anders voort te brengen : maer ’t gene dat meer inwaerts lagh, was leer goet en vruchtbaer, en befet met vele Ichoo-ne dorpen, die de voorlêyde fluys als m.et een ring befloten , eri geen bequamer wegh dan haer tot de zee hadden. Hier door en om ’t veyligh leggen,quamen daer dagelijeks vele vreemde lieden , om van d’ingelètenen haer kaelèn en ander fiiy vel te koopen, en verlcheyde gemaeckte werc-ken , dewijl’t lant noch Ibnder ambachts-lieden was, aen de lêlve te verhandelen. Onder andere waren ’er drie broeders, Hamburgers, die hen met brouwen geneerden,en hier veel quamen om hare bieren te verknopen : dele fiende de goede gelegenhcyt van de plaets, en de groote toeloop der mcnlchen, vonden goet hier yder een huys te letten , en die tot herbergen te maken, als d’oude geheugh-lchriften leggen ; om daer door , gelijck de brouwers noch heden wel gewoon fijn , den aftreek van hare bieren te ver-P meerderen. Dele drie huylèn waren d'cerfte ge-bouwen van Hoorn,en wierden in’t jaer M ccc xvi Hollant, d’oude wijle, en had voor aen de gevel een ftee-nen lantaren, daer men ’s nachts licht in ftelde j op dat de fchepen, die by doncker aenquamen haer koers daer na mochten richten. Als dit huys, om herbouwt te worden, afgebroken wierdt, en dat men daer by dolf, vont men noch onder d’aerde d’oude lchoeylèlen en palen , met welcke de Tocht weleer aen weerfijden opgetrocken was geweeft,en noch een gront en eenige overblijflels van een O vertoom,fijnde gewifie teekens,dat het felve huys eertijts dicht aen de Tocht geftaen had,en van ’t gene alreede verhaelt is. Dele herbergen waren een groote oorfaeck om de toeloop te verbeteren lbo dat daer voortaen niet alleen de buren, maer, lbo gelèyt is, allengs de vreemden en vergefete volckeren , als de Denen en Ey-derlchen , begonnen te verheeren , die hier van die tijdt af de plaetS van hare OlTemarckt, die lÿ ledert tot in onlè tijdt gehouden hebben, begrepen : lbo dat onlangs daer na meer huyfen ge-bouwt fijn, en de wooningen met het volck vermeerden ; ’t welck lbo voorlpoedigh was, dat in lès oft leven jaren , uyt lbodanigh een kleyn begin , als wy nu verhaelt hebben, een goet en wel-betimmert dorp wierd. Haer naem is altij t van eerft af Hoorn geweeft ; esr» doch waer uyt die gelproten is, daer van fijn ver-lcheyde gevoelens. Eenige leggen van ’t kruyt, dat men Domphorens noemt, ’t welck vele op de plaets , daer nu de ftadt is, na haer voorgeven, plagh te groeyen. ’t Is waer, dat dit kruyt, by den Herbariften oft Kruytkenners Com^a Heknitis genoemt, noch hier en daer aen de kanten van de velden wort gevonden , inlbnderheyt naer Berekhout en de Veenen en dat de holle pijp, die het tot een ftam heeft, een weynigh helheden fijnde , der huyslieden kinderen tot een hoorn , om daer op te blalèn, kan dienen , waer van het oock de naem heeft : maer evenwel . dunekt hetmy ongerijmt, en ick kan niet bedeneken , hoe de ftadt daer van haer naem Ibu ontfangen hebben. Andere meenen , datlê eerft een Horn oft Buert was van het dorp Dampten, ’t welck eertijts, na ’t gemeyne gevoelen , recht nevens haer in ’t zuyàweften gelegen ■ heeft, en nu van de zee ingenomen is ,• en dat de naem, die eerft Dampter-Horn was, allengs ten |
O- ■ y^e/hrpoort i . 'iihttetpoort 0 . S^. Jfamen Cleo/br nu ^iet 'yi^eeshups p CLtroit Cloo/ior g .Tab Ker eie tue S,Tie eertpts J^et •^i^uf^tu- Cloo/ler r ■ TestJupo J*. g£et StaJJups t •TejJ.jg.godten. Coü^. it • Galips en-XJoetoorett-JO. ^■J^Ptatetv topeme^ p . CeciUett Cloofi. ttu- Je Xdpnfe Schotlttt' • SeJiutters Xoeletes g . Too Jejleett Zi ■'^^eh mar Jot-g . TaerJe marckt g . O^jttM/Jfe Kanter g . O^'n^cKepaeKKips 6 .Te -yi^piie •AnplyJimzs D.D. PRÆTORI, CONSVLIBVS, 5CABINIS et toll Senatxii Retpublic» HORJ^AJfÆ ^anc ^’u^trt ttrtiz ta^ulatit T.D.D. loamtamp;s 'XleLctv. P .“^Aincks Kuy^ h . Grooto:iC^rokgt; i. 'Vrotbwttt. JCert^ h.S^Antonif^eteU t -S^.^pniften CU^or mt t^Prmoonbof , 4?, Q^Ur- Cio^. £0 X/otnifAort |
X - Giutreieen Ltna^ märet 8 -X^oreft ttuirekt g • '^re.k'f m marekt JO nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;poi^upA jj gt;nbsp;XipenXpch jz .TaaMant jg. quot;t T^dteJp^en^ . ^^la^ont jg, Ü-AçkeidAfrt' j6 .gAeuwen-^am^ jp. Tottpjïee^, j8. Tuiterjleepf^ jg .ToorJoJieeefi ZO ■ Xdoen- jJtyen-jleeeJi . Groote gJaytnJleech ZZ.^Jppetjîeeg zg. Tro^jieedi . G-eîJ^e Jte^li Zig ■ '^ercXjleech z6 .'Kripsjirdob-zp. G/teuv^e z8.. Tom- yan ^ecKJbecJt zg ' G-ortybe Ji go. tAletJenJîeeJ gj. KiernteleK JbeJt gz. giieKjieeeh gg ■ 'Vromven.iteeJi g^ .g*:latteßeeeh gg ■ *jfler Je yfrom^en. KerK 3$ .TutfJkejh gp. Smeer, porre 38 .Tipt^ieeJi gg I ’vfb^teL y^ett ^0 .XiJen-TaL . leroettjleeeK ^z. StueJeenJeKteie gg. JbfiertjbecK . jJunneKe yelt g.g. Xeelp^aet ^6. VAeuw ianir g.p. •jÿbrJbaetJ |
^Q.lyi^flopers Cioofior , *J?ùtor/2ekjlce-ch go ■ Xrotnttut^Mt S'] ■ t^eJioetjleocfi gz ■ ^rteXzJ^ao^t gg.Toperjîra^t g^. Gray^ Jirdot gg. ItieJon Jiraet-gS nbsp;nbsp;nbsp;O ep gg.Opio JloHeriaektti' g8. Schoiiafdt gg .Ttÿpnnejîeoji ^0. J^iitekamo jitoch Sj •S*'- Xottnisjloech Sz ‘’^^yirudiJioocJi Sg ‘ ^och $g. Groote izUftpjieecl '6g. nbsp;nbsp;nbsp;KbtnpjiooiJf |
’i l^Apen.
Eerße ksrck ,
die wr-hrant.
IdteMïven
HOORN.
deci uytftervende, Horn alleen is overgebleven. Dit lou wat fchijns hebben , foo de naem ïelf hier niet tegen riep , die niet met een enckele, maer met een dubbele O O moet uytgefproken worden , als ’t gcluyt van de lelve duydelijck meebrengt. Doch andere wederom , waer onder oock onlen Adrianus ïunius is , trecken de naem van de kromheyt der eerfte haven , die byna de gcdaente van een Hoorn vertoonde , gelijck dat noch heden eenighfins te fien is : oft van de voor-naemfle der drie gemelde herbergen , daer weleer een Hoorn tot een teeken uything : en dit laetfte is, nae mijn oordeel, ’t waerlchijnelijckfte gevoelen ; want dat die dit teeken voerde , wort by al d’oude memorien oft geheughfchriften be-veftight j en men vint meer Buerten , foo in Noord -Hollant als elders, die op defe wijfe van een herbergh haren naem bekomen hebben. Daer fijn oock fommige , die de naem, Poëti-icher wijle, om de groote menighte van lijftocht, van den Hoorn des Overvloets hebben willen trecken , ’t welck wel geeftigh is j doch is oock te gelooven, als men op d’eenvoudigheyt van dietijdenlet, datd’eerfte inwoondersin’tgeven van de naem daer weynigh op gedacht hebben.
Dit is oock van’t wapen te houden, ’t welck met de naem der ftadt overkomt ; want dat is een rooden hoorn in een wit velt, en fonder twijfel, niet uyt eenige diepe voordacht, maer alleen uyt defelve naem gelproten. Hier mee, dunekt my, fal van d’oorlprong, naem en wapen defor ftadt genoegh gefoytfijn; dies lullen wy tot andere dingen voortgaen.
Omtrent het jaer m c c c xx i i i is d’eer-fte Parochy-kerek gebouwt, en in de naem van S.Cyriacus,als haer Patroon,gewijdt. Dele kerek was van hout en riet gemaeckt, en ftont aen de weftfijde van de ftadt, een weynigh buy ten den dijck : doch in’t jaer m ccc xxviii is die door den blixem oft een ander ongeval, dat on-feker is, verbrant ; en toen bleven d’inwoonders, omtrent 40 jaren lang, fonder kerek.
Als de koophandel in ’t jaer M ccc x L i hier feer bloeyde en toenam , hebben die van Hoorn een Nieuwen dijck van Marinus-dijck tot het gat oft ingang van haer haven geleyt, aen de weicke de groote fchepen , die in de haven niet konden inloopen, fouden aenkomen : dele dijck is daer na betimmert, en is nu de ftraet, die men den Nieuwendam noemt.
Aelbrechtgafhen,in’tjaerM ccc xcviir,vry-heyt van de tollen te Sparendam en te Heulden.
In’tjaer m ccc lxix is de Nieuwe kerek, ter eeren van de heylige loan de Dooper en Cy- klpeßm. riacus , ' met groote kollen der inwoonders , gebouwt. Seftien jaren daer na fijn twee kloofters, ’t een van de Broeders van S. leronymus ordre , ’t ander S. Agneta genoemt, gefticlit. Driejaren nae ’t voorfoyde is het kloofter der Regulieren by de ftadt getimmert ; ’t welck naemaels foo vermeerde , dat het onder de fohoonfte en rijekfte kloofters van Nederlant geacht wierd. In’tjaer m cc cc, en de twee volgende, fijn hier noch drie kloofters gefticht, ter eeren van S. Catherina, S. Cecilia, en S. Geertruyd ; en acht jaren daer na’t kloofter der heylige Maeght Maria : foo dat ’er in alles een mans en foven vrou-wen-kloofters waren , die nu meeft in andere Godshuyfon verandert fijn.
Omtrent het jaer m ccc lxxxix heeft de koophandel van d’olïen, die uyt Denemarcken en d’omleggende Lantfohappen gebracht wier-den , hier beginnen te bloeyen, en foer te vermeerderen.
Door gunft van Hertogh Willem van Beyeren, gelijck by fijne brieven blijckt, fijn in’t jaer M cccc VIII eenigedorpen,denVeenhopge-noemt, uyt de macht van de Baljuw van Medem- quot;nbsp;leek, en onder ’t gebiet defor ftadt geftelt ; wiens namen fijn, Berekhout, de Gooren, Avenhorn, Myfen, den Oudendijck, de Beets, Grofthuyfon, Scharwoude , en vele Buerten : daer Hertogh Philips vanBourgondien, toegenaemt de Goede, navolger vanVrou lacoba, in’tjaer M cccc xxxvi, noch byvoeghde de dorpen van Woggenum, Watweyde, Nuboxwoude en Oudeboxwoude,dat nu Hauwert is ; om dat de burgers met hare getrouwe dienften hem en de Republijck verpliclix hadden.
Wat de regeering defor ftadt, en ’t ftellen van Regeerini. de Magiftraer belangt, dat kan men beft belpeu-ren uyt het privilegie van Hertogh loan van Beyeren, broeder van Willem de folie, en Oom van Vrou lacoba ; dcrhalven wy de folve hier
byvoegen :
lohan by der genaden Gods Palensgraygt;e op den Rhijn^ Her toge in Beperen, Sone^an Henegoïiyten, DanHollant, Dan Zeelant) ^c. doen kondt allen hiyden ; quot;yaant onfe getrowyoe Stede ygt;an Hoorn ons gun^lelijck gege'Ven hebben flicken bede, alsytyop defe tijt Dan haer begeert hebben, Soo hebben daeromme en om meenigen trouyten dienfi^ die fy ons gedaen hebben, en of Godt yail noch doen füllen, alhaergemeenepoorteren, die in der tijt ytefen füllen, ge-confenteert ende gegeDen, confenteeren ende geDen met de^
In’tjaer M ccc Lvi heeft Willem van Beye-ren , de vijfde van die naem , verlcheyde privilegiën aen die van Hoorn gegeven ; en infonder-hey t de felve, die de burgers van Medemleck van Floris de vijfde in’t jaer 1188 verkregen hadden; daer hy eenige nieuwe van ’t aennemen der poor- fchreDen flaen, Hat ^s te yaeten , dat alle de Poorters die teren, en de vryhey t van te mogen tappen fon- binnen onfer ftede Dan Hoorn ytoonachtigh •zjjn, ende tien der tol oft chijns te geven, byvoeghde. In’t lèlve pont fchots hebben of daer en boDen : dat ’s te yoeten, dat jaergaf hen de gemeldeGraef brieven,waer by hy hen vrylpreeckt en quijtfohelt van alle bedreven daden,in d’oorlogh tullchen hem en fijn moeder gefchiet ; en vergunt hen daer nevens, dat foo eenigh poorter defor ftadt met recht fijn lijf ver
fen Brieygt;e alfttlcke Pri'pi/eg/e ende rechten, nis hier nae hc-
fy tot derdehalf hondert Nohelen gegoet quot;z/jn , ofte daeren-
boDen, die julien te lote gaen op den heyligen goeden Dry^ dagh, ende niemant anders, Ende füllen loten negen man^ nen, yoelcke negen mannen kiefen füllen op den goeden Dry-daghDoorfchrcDen , drie Raden als cojlumelijck engeypoon-'
beurde , dat hy niet meer dan Ih' n halve goet ver- lijck is. En de felDe negen mannen füllen kiefen binnen on-liefon lal, en d’ander helft aen fijn vrou en kinde- fer flede Doornoemt op den jelDen dagh een-en- tydntigh ren oft andere erfgenamen komen. Hertogh mannen by den meeflenDolgh: ende onfe Schout Dan Hoorn,
die
H O ■die in der tijdt is, of degene gt;nbsp;dien 'svy ’t hertelen füllen , Jal ‘yfan onfen ’t yoegen kiefen en eeden quot;pan den een-cn-fst'intigh mannen ifoorfchreyen Schepenen op den Paefch-atont daer naefl^olgende, daer den Schout 'zjjn recht mede plegen fal, ende met anders geen Schepenen^ durende tot den anderen Paefch-^a'Vont daer naejilpolgende -, ten 'svare, datfp ontpoortert oft aflijl^igh beierden, Joo Joude de Schout l^oorjhi'e'ven, of degene die ’Sïgt;y’t be'velen , kiefen eneeden eenen anderenSchepenygt;an den een-en-fytin-tigh Ttoorfz, datjaer Schepen teyoefen totten Paejh-atont toe ’TPoorJchreloen. Ende yoaert dat den Schout, of den geleien y dien quot;öy’ ’t hekelen mochten, yan defen een-en-t’yoin-tigh mannen ygt;ootfi. geen Schepenen kiefen noch eeden en quot;Stonde i als 'ï^oorj'^. flaet ,JooJouden de drie Raden , die op den goeden Vrpdagh daer te foren gekoren quot;Staren, by den meeflen flemmen fan hun drien fan d’een-en-tstintigh man foorfg^. Jef en Schepenen kiefen en eeden op den Paefch-maendagh daer naeß folgende,fonder eenige ferbeurnijje tegen ons en onfe hleerlijckhept, en daer fal onje Schout foorfchrefen , die nu is, of hier namaelsquot;Stefen fal, mede rechten en recht forderen, als coflumelijck ende ge’seoon-lijck is, ende met anders niemant, ^c. Gegefen tot Haer-lem, op den fijfden dagh in Augußo, in’tjaer ons Hee ren M C CCC XXII. Geßerckten lu’t jacr Mcccc XXVI licbbcn dic van met veßen Hoom, als d’ootlogc tegen de gemelde Vrou Beyeren verkondight was, haer ftadt met veften verfterekt : en dus is Hoorn onder lacrmarckz ten. Jistunt. aide Weft-Vriefche fteden d’eerftenaer Alck-maer geweeft , die met een wal en bolwercken omringt wierd. Sy heeft drie laermarckten. Hier is oock de Munt van Weft-Vrieflant ; doch gaet na drie jaren t’Enckhuyfèn, en van daer weer hier. Oock is liier’t Collegie van de Gedeputeerden der Staten van ditLantlchap ; die in een out en aenfienlijck huys vergaderen, daer eertijts de Prooft oft Præ-f)ofitus, en daer na de Deecken, wiens geefte-ijck gebiedt over dit gantfche geweft plagh te ftrecken , woonde. Sy is, federt het jaer M d vi, driemael uyt-geleyt ; waer doorfè omtrent een derdedeel vergroot is. Oock is fy redelijck fterck ; en rontom befloten met een aerden wal, behalven tulTchen de Wefter-enNoorder-poorten,daer beneven de wal oock een fteene muur is ; en buyten de wal is een goede graft. Sy heeft aen de lantfijde fesbol-wercken 5 waer van ’er twee op de kant van de zee leggen. Maer harevoornaemfle fterckte beftaet in ’t zeewater, daer mee fy, in tijdt van noot, het ganrlche omleggende lant kan onder water fetten. Sy heeft vijf poorten, als men d’ingang aen ’t Hooft en de zee daer by telt : waer van eenige fchoon genoegh fijn, als de nieuwe Oofter-poort, en de toren aen ’t gemelde Hooft. Hier fijn fra-je breede ftraten , dat een der voornaemfte cie-raden vaneen ftadt is, waer van de vier uytfte-kenfte, behalven twee kleynder, op de Marckt oft Roodc-ftcen uytkomen 5 drie der fèlve eyn-den aen drie poorten, en de vierde ftreckt tot aen de zee. Sy is van binnen oock fèerwater-rijck j en heeft vier groote havens, daer in een menigh-te van de kloeckde fchepen können leggen j behalven noch verfcheyde kleyne graften en watc- HoUant, Her^totin^ Sterckle. toortent Straten. Harens. |
ringen, daer de binne-fchepen hun pïaetfen hl hebben. Sy is nu wel bewoont, voickri jck, en dicht be- weillani^ timmert, en wort noch dagelijcks verbetert en vermeerdert met gemeene en befbndere gebouwen. Sy is fèèr bequamelijck met het grootfte der-dedeel aen deZuyderzee,in een bocht oft inham, ’t Hoorner-hop genoemt, gelegen : en met de twee kleynfte derde-deelen aen eCn vruchtbare landouwe ,• ’t welck men niet alleen kan afnemen 'uyt de menighte der naby-gelege dorpen 5 maer oock uyt de veelheyt van allerley fiiyvel, infon-derheyt kaes, welckers handel hier een hooft-neering , en lbo groot is, dat’er op een dagh byna duyfènt wagens door een poort in de hadr, met allerley huysmans waren , doch meed kaes, gekomen fijn ; gelijck de gene , diefè getelt hebben , getuygen. Als men daer by doet de wagens, die op de felve dagh d’andere poorten inreden; en de menichte der huyslieden, die met fchuyten in de ftadt quamen , fal men eerft recht de groote toeloop op de marckt, en de menighte der eet-waren können afnemen, ’t Is oock te verwonderen , dat meeft al de boter en kaes, die men hier brengt, verkoft word. Vele kooplieden komen dagelijcks uyt d’overlanden, langs de Rhijn en Maes af, op de gewoonlijcke weeckmarckten , om haer van de gemelde warert te voorfien. En vele burgers defer ftadt gcnec-ren haer met do ftlve handel, en koopen de ver-fche kaelèn , die fy op hare folders leggen, om de fèlve daer na tegen de winter oft in ’t voor-jaeraen de vreemden teverkoopen, oftfèlfna Spanje, Italien en elders te verfènden. Door de voorverhaelde groote menighte der huyslieden, die allerley voetfel ter marckt brengen, is de ftadt met overvloet van vleefch, vifch , koren , faet, ooft, en van al’t gene dat tot des menfchen onderhout en vermaeck dient, voorfien. Oock bloeyen hier, om de gemelde oorfaken, allerley neeringen en hantwereken , die tot de dagelijck-fche huyshouding van nooden fijn,om de lantlie-den daer van te befol gen. Hare goede gelegenheyt aen de zee, en hare bequame havens, daer ick terftont van gefj?roken nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* heb, veroorfaken, behalven’t gerief van de vilch-vangft,haren welftant en rijekdom door de fchip-vaert en handel ter zee ; want het meefte deel der inwoonders geneeren hen by de fèlve, ’t fy met fchepen uyt te reeden, oft fèlf te varen, ’t Getal der fthepen is niet wel te fchrijven ,• want fy fijn nimmer gelijck t’huys : maer men kan het ee-nighfins uyt het volgende afnemen ; dat’er in ’t jaer m d c i omtrent vijftigh op een tijdt in Weft-Indien lagen, om daer fout te halen ; behalven al d’andere , die naer Ooftlant, Noorwe- en de inê» gen , Vranekrijek, Italien en elders gereyft wa-ren : en datfe in’t jaer m d c v i i omtrent tach-tentigh fchepen alleen naer Italien en deur de Straethadjuytgenomen de gene die,foogefèyt is, elders heen voeren, ’t Meefte deel van defe fche-pen is gewoon de kooplieden om vracht te dienen , die fÿ veel t’Amfterdam, dickwijls oock op ' ii N i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;andere |
H O (
andere pîaetlêri, als in Ooftlant, Vranckrijek , Engclant, Spanje, Portugael en Italien bekomen. Die haer eygen koopmanfehap doen, varen veel naerBrouage en S.lives,om fout te halen : doch de meefte vaert is naer Noorwegen, van waer fy uytermaten veel hout jaerlijeks overbrengen, dat van hier naer andere Provintien gevoert werd-Hoorn heeft oock haer gedeelte in de Ooft- en Weft-ïndifohe en GroenlantfoheCompagnien: en hare fchepen hebben y behalven d’ordinare rey-fon y in de laetfte eeuwe , meeft al de deelen der wcerelt befocht, foo in Guinea en Angola, als in Weft-Indien,Brafilien,Canada, en de landen van daer noordwaerts op gelegen : doch ly heeft in hare vreemde foheeps-vaert, uytgefoyt opOoft-ïndien , tot noch toe niet veel voorlpoet gehadt. leerde Hoom hceft verfoheyde doorluchte verftan-bedo. »den voortgebracht y onder welcke de volgende meeft uytmunten :
lacobus CeratintbSy oft Hoorn ; want dus plegen de Geleerden hare namen in Griecx oft Latijn te vertalen : foo dat hy,niet uyt fohaemte,als Adrianus lunius meent, maer eer door de gewoonte van die tijdt fich folf dus noemde. Hy was Pro-feftor in de Grieckfohe tael te Leuven, daer hy in’t jaer m d xxx overleden , en by de Minderbroeders , daer men fijn graffohrift fict, begraven is j na dat hy den Grieckfohen Lexicon, en andere dingen , uytgegeven had.
Petrus lunin^ y een geleert man in de Hiftorîen en Burgerlijcke wetenfoliappen ; door hy eerft Secretaris , en dacr ua vijfmael Burgemee-fter defer ftadt geweeftisj en heeft verfoheyde Gefantfehappen aen de Köningen van Dene-marcken en Sweden voor defon Staet geluckigh bedient. Hy is tot tamelijeken ouderdom gekomen, en in’t jaer m d xxxvn overleden.
Hadriambs lunius , foon van de gemelde Petrus iunius , heeft foo üytgebloncken, dat hy met recht de Phenix van Hollant inde wetenfohap-pen, na Erafinus, genoemt word ÿ gelijck de hooghgeleerde Lipfius oordeelt. Hy is in ’t jaer M D XI den eerften lulii geboren, en van fijn teere jonekheyt af in de ftudien onderwefon. Daer ' na befocht hy met vrucht d’Academien van Leuven , Parijs , en Bononien, daer hy de tytel vanDoótorin de Medici]ne verkreegh. Van daer reylde hy door Duytflant j en foheepte over naer Engelant, daer hy fich nederftoegh, en fijn konft oeftende. Hier gaf hy uyt het vermaerde Epitha-lamium oft Bruylofs-gedichtop’t huwelijck van Koning Philips, foon van Keyfor Karei de vijfde , met Koningin Maria van Engelant. Door d’inlantfche beroerten van datRijekvertrockhy naer fijn vaderlantj uyt welck hy door de Koning vanDenemareken geroepen wierd,om fijn foon te enderwijfen : maer hy verliet dien ftaet en’t lant met misnoegen. Onlangs daer na wierd hy tot Regent van de Latijnfche Schole te Haerlem geftelt : hier wierd hy de rampen van die ftadt deelachtigh ; want ly worde indie tijt van de Spaenfohen belegert en eyndelijck vermeeftert; waer door hy vele van fijn goederen verloor, doch beklaeghde meeft twee laken : het eene waren fijne menighvuldige fohriften , die hy met veel arbeyts en waken gemaeckt , en nu
) R N.
overfien en tot het uytgeven bereyt had Ständer waren fijne boecken met de hant gefchrc-' ven , daer van hy byfonderlijck wel voorfien was. Defo groote fohat ( de verftandigen is bekent y hoe hoogh de Geleerden hunne manu-foripta oft ongedruckte boecken achten ) ge-raeckte in de vernielende handen van ’t woeftc krijghsvolck ; en verftrooyde foodanigh, dat namaels weynigh oft byna niets weder in lunius handen quam. Eyndelijck vertrockhy met Prins Willem van Oranje naer Middelburgh, daer hem foo vele dienaers van de Doot ( foo magh men de fiecktenmet recht noemen) beljwongen, datfehem, den XVI lunii in’t jaer M D lxxiv, vermeefterden, als hy l xiii jaren out was. Hy had weynigh wellprekentheyt ,• want hy haperde wat in fijn redenen : foo dat fijn geleertheyt niet terftont te belpeuren was j maer hoedanigh die in fijn fohrijven geweeft is , getuygen fijne boecken beter als mijn pen kan doen. Hy was begaeft met een fonderlinge memorie, een foherp en uyt-nemend oordeel, en groote naerftigheyt. Alle fohriften had hy doorfien, en was feer ervaren in d’outheden en gefohiedeniften. Sprack acht vei'foheyde talen, daer onder de Grieckfehe en Latijnfche, foo verftandelijck, dat fich yder verwonderde : dies hy, tot eer van defo ftadt, en van geheel Hollant, onfterflijck en met acht-baerheyt leven fol.
lacobus Dunius was een focr acngenaem en wel-Iprekend Pocet, gelproten uyt het geflacht der Verduynen. Hy was foo kunftigh, dat hy in fijne La tij nfohe gedichten de geeftigiiey t en foetvloe-jentneyt van Ovidius navolghde j en fohreef oock , gelijck dien aCrdigen Minnedichter , met weynigh moeyte. Doch dit edel vernuft is, eer het naeulijcks te recht gebloeyt had, door quade toevallen, verdort en verdwenen.
Petrus HogerbetiuSy een man van meerder geleertheyt als van naem, is een Doótor in de Medicijne en goet Poëet geweeft. De Magiftraet heeft hem op de ftadts koften met een eerlijeke gedachtenis en graffohrift,om fijne deughden, befohoneken.
Cornelius Vigius was Doótor en Profeflorin de Medicij ne te Dole in Bourgondien, met foo groo’ ten lof, dat hy daer Ridder gemaeckt wierd.
Nicolaus Bulius, een man van groote wetenfohap, heeft vele jaren Schout defer ftadt, en Advocaet Fifoael geweeft.
Byvoeghsel. Theodorus Velius, Raetsheer en Medicijn, heeft de Chronijek vanHoorn uytgegeven , daer defo befchrijving uytgetrocken is, als ick boven gefoyt heb ; waer uyt men fijne geleertheyt genoegn belpeuren kan. Den meer-gemelden en hoogh-achtbaren Ridder Huygens doet Hoorn dus Ipreken :
Ben ick de Moeder-Stadt iPan foo loeel moedigh bloet, Lof, Hat foo i^eel ypondren deê , en foo quot;ïgt;eel ypondren doet, Van Mannen die quot;vermant voor mannen noyt en quot;svekeny Van Zeilers die verfeylt voor Zeilers noyt en flreken j Heb ick Van allen eerfl 't groot haring-nett gebreydt, Van allen eerfi gef)reidt y van allen eerfl verbreyt : Ben ick de Zuyvel-mowyp Van Voor en achter StaVren y Ben ick foo verr ickße de Vrowsve Van de kla'vren, Bn Vraegt men hoe ickHoorn van outs herr heeten moet ? E« heet ick anders recht als Hoorn van overvloet ?
Nckhvysen is oock op den boefem oft inham van de Znyder-zee , naer Vrieflant ftreckende, en drie mijlen van Hoorn, gelegen. Sy heeft haernaem, als fommige leggen , lauerns oorffrong- van de Enckele hf/yfin der VilTchcrs, die hier en daer, dorps-wijfc , aen den dijek ftonden , en allengs toc een vleck , en daer na tot een ftadt geworden fijn. Doch andere meenen , datfe van HarenckhujÇen , om de groote ha-ring-vangft, d’eerfte drie letteren nalatende, hare tegenwoordige benaming heeft. D’ou-de Chronijeken maken d’eerfte maelgewagh van defe plaets in ’t jaer m cc lxxix, in welck jaer fy van Joan van Arckel en Nicolaes van Putten , die nefonden waren om de wederlpannige Vriefen te dwingen en in ge-Verbrant. hoorfaemheyt te houden , verbrant is ; want fy was in die tijdt noch niet gefierekt. Maer daer na heelt fy fcer toegenomen om de be-Haven. quaemheyt van haer haven,dic foo groot was, dat ’er in ’t jaer m c c c x c i v drie duyfent fchepen, als de hiftorien feggen , in leggen konden , daer mee Hertogn Aelbrecht van Beyeren , toen Graef van Hollant, fijn leger in Ooft-Vrieflant overbracht. Ongeval^ In ’t jaer m cccc xxvi is fy in de macht der Kennemerlanders gekomen.In ’tfelvejaer hebben de krijghs-lieden van Vrou Jacoba haer op ’t onvoorfienfte ontrent de middagh overvallen ; en hondert van de voornaemfte burgers , die haer maeltijt hielden , met een groote beroerte, aen hare tafelen dootgefla-gen.Oock fijn hier een groot deel der veften, en vele huyfen, door een hoogen vloet en in-brcuck der zee , in ’t jaer m d xiv , omge- ^enßach der Gel-derfchen. De in-woonders ßjn ver-* fichte zeelieden. worpen. In ’t jaer m d xxxvii hebben de Gel-derfchen , die tegen de Hollanders oorlogh-den , met eenigc fchepen de haven en daer door defe ftadt getracht in te nemen : maer om dat het water gevallen was, konden fy niet verrichten. Junius heeft twee Latijnfche veerfen , wiens getal-letteren ’t gemelde jaer uytbrengen , en in een marmerftcen aen een toren nevens de haven uytgehouwen fijn, ter gedachtenis van defen aenflach gemaeckt : en d’anckers,die de Gelderfche fchepen nalieten, worden noch bewacrt en getoont. Enekhuyfen is oock een van de voornaemfte zeefteden van Hollant, wiens inwoonders meeft al geoelFende zeevarende lieden fijn : wacr door KeyferKarei de vijfde, en fijn foon Koning Philips de tweede,ter zee naer Spanje Hollant, |
reyfende , fich felf beft betrouden op Enck-huyfer fchippers, om datfe die voor de ver-fochtfte in de zeevaert hielden, ’t Schijnt dat haer wapen ’t felve eenigfins tc kennen geefc^ Wâigt;en. want fy voeren drie ongekackte fwemmende haringen , door twee goude fterren afgefon-dert, in een blaeuwe oft azure fchilt, als of fy haer vermogen in de fchipvaert, en hare kennis van bcyde de polen , en den fekeren loop der fterren, daer mede wilden vertonnen. Hare voornaemfte neering en welvaertbe- i^cerin-ftaet in ’t reeden oft toeruften van fchepen,om allerley koopmanfehappen te vervoeren , en infonderheyc tot de haring-vangft ; foo datfe jaerlijeks een groote vloot van buyflen in zee brengen : waer door oock de handel van ’t fout hier bloeyt j en om de felve meer te be-veftigen, fijn hier vele foutkeeten, om t grof fout te rafineren oft te fuy veren , gemaeckt. Hier worden oock vele fchepen gebouwt, en alle andere neeringen en hantwereken fijn door de zeevaert in goede geftalted'oo dat de ftadt in onfe laetftc oorlogen toegenomen heeft, en in ’t jaer m d x c i veel vergroot Vergroo-is. Sedert fijn alle ledige plaetfen met rraeye huyfen betimmert. . ’t Is een ftereke ftadt van nature en kunft, sterekte. om hare goede gelegenhcyt, en de verholen fanden in de zee, die als bolwercken tegen ’t aenkomen der vyanden leggen : want de diepten tuflehen de fanden fijn niet dan met groote behendigheyt te befeylen , en moet met keeren en wenden gefchieden j foo dat het voor d’onbedrevene feer gevaerlijck is. Oock is fy tegen ’t gewelt der zee met ftereke dijeken voorfien. In de ftadt fijn twee Parochie-kcreken ; Kercken. d’een is gewijdt aen S. Pancratius, en d ander aen S. Gomarus. In ’t jaer m d c v is d’oftemarckt van de offè-Deenfche heeften , die hier mager gebracht worden , en dus lang te Hoorn geweefthad, in defe ftadt, tot groot voordeel der felve , verplaetft. Oock is hier, fcven jaren na elckandcr,de Munt. Munt van Weft-Vneflant,die van hier weder te Hoorn gact,en van daer, oock na feven jaren, weder hier komt. Hier is geboren Euardus TapßerMs, een Ruard vermaert man,die vele geleerde boecken uyt-gegeven heeft.Hy was Doctor en Profeftor in de heylige Godtgeleertheyt,Ä/^^zy?er artium^ oftMeefter inde konftcn,enomtrent xxiv jaren Deken der Collegiale kerek van S. Pieter te Leuven; oock Cancelier van d’Academie der felve ftadt. Sijn roem was foo verfpreyt, dat Keyfer Karei de vijfde, en Koning Philips fijn foon, fijn fchriften en geleerthcyt dickwijls ij O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;begeert |
a. . Cttntmaruo o/ic.^'V?^ler ke-rek h ■ ^inùf'ciiiteyts Ceîle^^û.
C gt;nbsp;^ttnter^e vatW^e^^nes lanàt terta yan- t Zu^J^r Cltefitr , . ’tSieJten-^'^efÿiv^s-.^a/artl etcgt;.
eet^tf t Coityttti: vatv S Ceetito-etu 't 'V^e/îer ^KÎooJlt*quot;
e, . tr quot;^retyett-ht^t, ntt t citJt. ^^httttttnh yfftni^etttr ^ai*yoeixtt Idtpjh-
J^ . 'Kru^l. lteni^e ^emant-Lon^-jLc^^rt^urtyts S.âuch^y Cc^-
g . t O-uÀe v^te/ht^t, ut^ts ^tCtny. yatt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■
h .£*: ^attefOUttO ^îe ktreh i . 'De. Jlonntekt 'KereU k . t J/üttwe 'it^ee/hi^a, eey^ti
•è i «
a- quot;bî :
^4mp^. 'PruJ^ttüßp. vira
D-D.PKXTOKI CONSVLIBVS
Scabinis tfSenahu vrhis S,KCJivsA?c tâhulam hotte Tgt;.J).Jgt;. ^UetL
JE'—— | |
-— nbsp;nbsp;■ ■ —T- |
V Y S E N.
begeert hebben, ja oock de Paus felf; gelijck men uytdruckelijck leeft in ’t opfchrift van ’t CoHegicder Theologanten, waer aen hy ftjn bibliothecck bcfproken en nagelaten heeft. Sommige befchuldigen hem van te groote ftrengheydt in lijn ampt van Inquifiteur oft Kcttermeefter ; maar tegen dé waejrhcyt, foo andere feggen. Hy overleed in ’t jaer m d ltx.
Joannes Antoniâes mander Linden Medicijnen Doólor, en onlangs Profeftor in die wetenfchap te Franeker, en nu in d’Acade-mie te Leyden,isoockin defe ftadt den xiii lanuarii m dc ix geboren. lek fou breeder van hem fpreken,maer fijn leven en fchriften getuygen genoegh wat hy is.
In ’t jaer m d l xx 11 is defe ftadt voor de Prins van Oranje , als Stadthouder des Konings , verfekert. Dit is op een wonderlijeke wijfe,door ’t behulp derburgery,tegen danek van de Magiftraet, gefchiet ; want na dat ’er eerft gefchil met Boshuyfen , en om nieuwe befecting van krijghsvolck gerefen was,fton-den de laken der ftadt uytermaten vlot en driftigh; foo dat het behouden voor deSpaen-fchen,cn ’t overgaen voorde Prins van Oranje , beyde even onfeker waren. Eyndelijck brachten de gunftelingcn van de Prins, waer onder fommigc bevel van hem hadden , en eenige ballingen foo veel te wcegh , dat de burgery ( die van de Magiftraet een ftrenge antwoort ontfangen had , waer by fy voorgaven, dat men den Hertogh van Alva en de Graef van BolTu fweeren moeft, oft de ftadt
loanne^ Anîoni-des vander Linden.
Wonder'“ lijcke 'verande
ring.
ruymen, ) t’famcn liep , na datfe een tromfia-gcr door de ftadt gefonden hadden , die in alle wijeken , felf voor ’t ftadthuys, ten aen-hooren van een Burgermeefter , met groote ftoutighcyt uytriep : dat alle liefhebbers des Konings ^an Spanje en 's Trincen van Oranje , in hun geweer, op het Zunder en Noor der Spuy hadden te njergaderen. ’t Volck,verfaemt fijnde, brengt een wagenburghnaerhet ftadthuys , om fich tegen de fchutters j die daer door ’t bevel van de Magiftraet vergadert waren , te ftereken j ja die van daer te drijven; ’t wclck oock haeft gebeurde. Daer op ver-fekeren fy hen van de Overheyt, fteken ’t Oranje vendel op de muren, en verklaren fich voor de Prins tegen den Hertogh van Alva. Daer na ontbood men hulp van ver-fcheyde plaetfen.Lumey font hier Kabelj auw, Ruyckhaver, en andere. Toen wierd de Ma
giftraet verandert, en men koos nieuwe Eut-gemeefters, die, den acht-en-twintighften Mey , den Kontngi Prins, en der fadt Enck-hoy fen^ hulde en trouwe fwoeren : en den Hertogh ^an AHa, fijnen aenhang, tol-eyfchy met namen den tienden en twintighjlen penning^ mitsgaders de tierannige Inquifitie te weder-flaen. Onlangs daer na quam Sonoy in de ftadt , om die , en geheel Noort-Hollant, als Stadthouder van de Prins, te beftieren. Die meerder byfonderheden en omftandigheden van defe faeck begeert te weten,lefe de hifto-rien van den Heer Ridder Hooft, Droft te Muyden , waer uyt wy ’t bovenftaende verhad van de gemelde verandering getrocken hebben.
In ’t volgende jaer had d’overfte Robles i'ergeef-een aenflagn op defe ftadt, om met eenige turffehepen, daer ’t krijghsvolck onder ver-borgen lagh , in de felve te komen. Sonoy Sfaen-kreegh hier kennis af, door een die ’s nachts jehe». daerom te Sneeck over de veft klom ; en be-ftelde fulck een heymelijeke lage van gewa-penden, dat de Spaenfehen , gelijck waer-ichijnlijck is, foo het genoegh gewacyt had, alle om ’t leven fouden gekomen fijn.Nudeê hen deftilte fachter naer hun bederf loopen ; waer door den hacftigen yver der Enekhuy-fers te vroegh op was met fich bloot te geven ; ’t welck veroorfaeckte, datfe beyde hun voornemen niet konden uytvoeren.
Enekhuyfen is de derde onder de Weft- Waerdig-Vriefche en Noort-Hollantfche fteden , en de veertiende van de ftemmende ter verga-dering van dc Staten van Hollant en Weft-Vrieflant : doch d’eerfte die fich in vryheyt ftelde onder al die van ’t Noorder-quartier, gelijck het oock genoemt wort ; ’t welck den Heer Huygens ^an Zuilechum in de volgende regelen niet vergeten heeft, waer in dat edel vernuft de ftadt felf doet fpreken :
Van Enckcf huyfen is groot Roomen opgegroeyt. En ick y^an cnckelc : groot Roomen heeft gegloeyt. En ick ben platt gebrandt : groot Roomen is herboren. En ick ygt;an nieuyos herbowsetfey beter dan te ygt;oren : Groot Roomen heeft fijn jock denSpanjaert opgedruckt, En ick mijn ygt;ryen hals het Spaenfche jock ontruckt. Noort-Hollant,hebt uyp deel in d'eere y^an uyt’Vryheyt: Maer yteet dat d’eerfie fieen ygt;an ’t groote yterek in mp lept.
En, quam de heele buert te deinfen tot den 'ygt;aï, tVeet dat ick daer toe noyt den laetfilen le^en fal.
-ocr page 209-
Zeewijf gevangen. DAMjoft liever heeft fijn naem van de riviere Y, tegen welc-ke het als een Dam en dijck geboLiwt is. In ’t jaer m cc cc X X VI is Edam van de H Kennemerlanders ingenomen. Vier jaren daerna hebben d’Edamfche vrouperfoonen een zeewijf gevangen,welcke gefc hiedenis van Snojjus in ’tlaetfte van ’t acht-fic boeck fijner hiftorie op de volgende wijfe befchreven word.ZV^ dat 'er een ^ootenßorm en onteer feght hy igeltjck hier dickwijIs gebeurt,of gerefin 'was, en na het deurbreken eeni-ger dij eken,als de Zuyder-’^e'wijt enbreet oijer de landen 'vloejjde,feght men,dat ’er een water-•vrouwe, naeckt, en mos-achtigh en vujl we-fende , fich m een ondiepte aen eenige mejskens van Edam,dte in een fchujtjen over de Purmer voeren , om de koeyen te mekken , vertoonde. Sy waren in 't eerfi door de vreemdigheyt van dtt toeval verbaefi j namen daerna een moedt,en trocken 'tgemelde Zeewijf uyt het water tn de fchuyt, en brachten haer tpdam,daer men haer fuyverde, met vrouwe kleederen ver-cierde,engemeene fpjfet eten gaf. dïden voeght’er by , datfe jpmnen leerde 5 maer hehiel altijt een genegentheyt om weder naer 't water te keer en. Sy had een onbekende tael oftgeluyt,en kon d'onf niet verf aen. 'Daerna heeft men haer te Haer-lem gebracht, in welcke fadt Jy noch eenige jaren fou gekeft hebben. Snoyns doet hier by, dat hy al ’t voorfeyde verhack uyt hetgetuy-genis der gene die het gefien hebben. Van loodanige zee-vrouwen leeft men oock by Scaliger over Ariftoteles van de dieren , by. Vincentius Cartarinus van de beelden der góden , en by Bernardus de Butco in’t vijfde boeck van de Portugefche Monarchie. |
In ’t begin der laetfte Nederlantfche oor- waerdig-logen , heeft Edam , nevens d’acht vorige en de drie volgende fteden , ftem en plaetle ter vergadering der Ed.Gr. Mog. Heeren Staten van Hollant en Weft-Vriefiant verkregen; en is de vijftiende in ordre onder de achtien, die hare Gecommitteerden ter daghvaert fenden. Sy is aen den boefem der Zuyder-zee, en edegen-drie mijlen van Amfterdam, gelegen; en ver-maert door de menighte van groove fchepen, die daer getimmert worden : en door ontel-lijcke goede kaefen die men hier omtrent Neerin-macckt, cn overal verfend, welcke men oocklt;?^'^‘ na haer naem Edamfche kafen noemt. In voegen , dat haer voornaemfte welvaren in ’t fcheep-timmeren, en het maken van fuyvcl beftaet : welcke twee eygenfehappen den Heer Ridder Confantin Huygens in de vol- Lof. gendc regelen gedenekt, daer in fijn Ed\ de ftadt felfdoet (preken : Ré Dam j die quot;t Zuy der diep het binnen T onthiel, Gaf my d'Tdammer naem ; dien ick niet langer hiel Dan tot het ^et gerucht yian mijn'gestnlde Kafen De y^eerelt had gefoult, eyi naer mijn aes doen rafen : Sintsnoemden fr'tïet-damdaer fo ygt;eeletensgroeyt. Maer datmen mijner melt joo ygt;err het ebt en yploeyt, Is elders op gelief : hoort, Hollander, de quot;ssiielen Van Viclori-koets ‘zjjn used bes^eilde kielen ; Dat eajjn de mijne meefl ; Behoort niet meefl de danek Den Baden-maker toe yan's yp agens gladden ganekl^ |
MONNEKEDAM.
Onnekedam, gelijck oock de gfdllConneke-mecr, dicht by defe ftadt,heeft fijn naem van fekerKloofter,dat eertijts daer omtrent was. De Chronijeken feggen, dat de Vriefen in het jaer M c c X c V11 met een vloot hier aengekomen fijn, om de BiïTchop van Vtrecht met hare wapenen te helpen. ingeno. In’t jact M ccccxxvi is defe ftadt van de Kennemerlanders, die de fijde van Vrou Jacoba hielden, ingenomen. Twee- In ’t jaer M ccc c Xc IX in Julii is fy door een fchielijeke brant foo jammerlijek vernielt, dat ’er naeulijcks tachtigh huyfen overbleven. Sy is daerna in ’t jaer md xv wederom door t felve ongeval op fulck een wijfe acngetaft, dat ’er byna niets dan de kerek en het Car-mekten kloofter onbefchadight waren. |
Sy leght omtrent een mijle van Edam, en is met fraeye weylanden omringt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hep. Het grootfte deel der inwoonders fijn fcheepvarende lieden. Hier omtrent is een Eylant, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;genaemt, gelegen. De ge melde Heer Huygens befchrijft defe ftadt op de volgende wijfe : 7 Zuyd-oofle Purmer-end befett ick met den Dam Die yan een Monik-Meer yreleer fijn doopfel nam. Meer eertijts, nu niet meer, hoe fen ick uyoe baren Van baren ingeßoekt ? als minder yfijfcheniparen Van die haer meerder ^ijn. En Draeg ick't oock de Faem, 'k En leere geen befcheid 'loan d'oudef baren naem. Al t’ultghy dan mijn fchild' (lact buyten hal-ve-Papenj Om blijyren dat ick ben behoeV ick meer als ’t gapen : Mijn burgers moeten bey Godsdienftigh ^jn en koen-. Hun ytel-^ijn hangtgelijck aen ^t bidden en aen ’t doen. |
Hollant.
ij PQS
P V R-
R M E R - E N D.
V R M E R-E N D hcefc dcfcn naem, om dat hct leght aen t eynde van de Purmer, t welckeen meir oft binne-water was, maer namaels droogh en tot landt ge-macckt. Stichter. Oude Heeren. Willem Eggart, een rijck koopman t’Am-fterdam , ( daer wy in de befehrijving van die ftadt breeder van gefproken hebben ) wort voor den eerden dichter van dit dedeken en ’t kadeel gehouden.Defe heeft aenWillem van Beyeren (foon van Hertogh Aelbrccht, die , om fijns vaders gramfehap t’ontgaeUjgevlucht was J een goede fomme gelts geleent. De gemelde WilTem,tot de regeering gekomen fijn-de, was niet ondanckbaer j maer macckte de voorfeyde Eggart tot ThreforiervanHollant, en begiftighdchem metdeHeerlijckheyd van Purmcr-end , daer hy twee dorpen, als Neck en Ilpendam,byvoeghde. Defe eerde bekende Heer van Purmer-end liet hier,ontrent het jaer m cccc x , een Slot bouwen , dat noc^ in wefen is, en dicht by de dadt leght. Joan Eggart, foon van de voorfeyde Willem,Heer van Purmcr-end , verkocht defe plaetfe aen Geraerdt van Zijl,en trock naer Vlaenderen, om d’inlantfche beroerten t’ontwijcken. De gemelde van Zijl verkocht het weder aen Joan,Burghgraef van Montfoort. Als deNeef van defe van rebellie oft wederfpannigheyt befchuldight was , heeft Maximiliaen van Oodenrijck Purmer-endt geconfiskeert oft verbeurt verklaerE,en gaf het, omtrent het jaer M cccc Lxxxvi, aen Balthafarvan Volc-kedeyn, Veltoverde. Defe gaf het over voor een goede fomme gelts aen Joan, deerde Graef van Egmont.Dus quam defeHeerlijck-heyt aen ’t gedacht van Egmont,by ’t welcke fy tot het jaer m d xc bleef ; want toen hebben haer de Ed. Gr. Mog. Heeren Staten van Hollant en Wed-Vriedandt gekocht, en aen hare Provincie gehecht. |
Purmer-end is omtrent het jaer m d lxxiii, Ceßercht. wanneer de Hollantfche deden fich tegen den Hertogh van Al va deldcn , met graden en bolwercken gederekt. Sy is een groote mijlevanMonnekendam, Gelegenen noch naerder aen Edam , op een aenge-name plaetfe gelegen ; want fy wort van de Beemder, Purmer en Wormer, drie droogh-gemaeckte binne-meiren, en nu feer fchoone landeryen, byna omringt. Omtrent defe dadt fijn verfcheyde fchoone Dorpen en treffelijeke Heerlijckhedcn, onder welcke uytmunten die vanPurmerland en Ilpendam, die nu cygendommen fijn van den Ed. Heer D\ Frans Banning Koek, Ridder der ordre van S. Michiel, Burgemeeder en Raet t Amderdam , en verfcheyde malen Gecommitteerde der felve Stadt op de vergaderingen der Ed. Gr. Mog. Heeren Staten van Hollant en Wed-Vriedant; wiens deugh-den en verdienden, foo hy niet leefde en het met fijn leven felf deê,ick in ’t breedefou befehrij ven. De meergenoemde achtbare Heer Huygens doet Purmer-end in fijn Stemmende deden dus fpreken : Boe oud en ben ick niet die ’t feller niet en yvect ? Hoe quot;Steet ick 7, die Joo jong foo meenighmeeßer fleet? Sints Eggerts dicke beurs den jongen Forfi 'verbonde. Die wy te danckbaerheyd het hooge buys y ergon de. Maer dubbel yeas de gon ft, ailyeas fy by geytall, Van die wijn yoooningen befloten in een VVall: Met yeerd ick Stad genoewtj wet heb ickßadgegrepen In ’s Vaderlants bey^int ; daer fegh ick onbegrepen Qfi Ja, yranneer ’t wy luß- of als ick yoeyger, Heen: Watflchaed wijn kleinicheidldegrootße gijn waer een. |
Befchreveii door den Ed. Heere
DIEDERYCK VAN WIDENESSE
ghefeyt BAENS.
JPlin, No-i Ural. Hi-ßor.lib.iv» top. XV. hmp.AEe-^ib, III.
II.
Codex le~ gnm antiquorum tit. Lex frifntHm, f'ita S.
Ludgeri
lydibaldui amp;nbsp;Othlo-
E Stade z^edemleck
is O u D D o R p )' ende in Holt walde ,
( dat isHooGHTwouDE) ende andere pudHedam plaetfen, als oock daer ende elders van de Tins der koninghlijcke thienden in Alme-RE,(dieCoGSCHULDT ghenaemtwerden ) vermaen gedaen werdt j fonder nochtans dat ter feltder oorfaecke van die voor-
feyde plaetfen by yenianden fulcx wordt ofte ghefeyt kan worden.
Aenghefien dan dat by Jona^ fontanel- ^^tatuter-lenfis in ’t leven van de heylige Wolf- .X*«» R A N N u s, en oock in ’t leven van Gangul-uui in vita fiaer ter plaetfe in’t befonder A l m e r a of- phus, ofte oock van andere onvervalfchte
J- van de tijden der Romeynfehe Heer
ende by de volghende, omtrent den Jaere Chrifti 8 O O, F LI ende oock F l e h a, doch
s. Bonifa- tc A L M E RI, cndc by die van onfe tijden in oude Schrijvers, die van de Koning R a d-X 1x^2 ’tghemeen de Zuyder-zee werdt ghenoemt. b o d u s /ende lijn doen, hebben gliefchre-
tap. XI, amp;nbsp;A LM E R A wctdt ghcdacht omtrent den Jae-d”do »«^^755 byWiLiBALDUs ende O t h l o-
ven, de Stadt, ofte naem van Me dem-
Rollone n u s, en omtrent den Jaere 870 by Dudo HELM uV QHÏntïnï nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ende Wilhelmus
II. Cd/*.
VIII.
Extat tt-biejue in Chronicis
gene overblijffelen van het Dorp Almeer-D o R p, de ghedachteniffe van d’ oude naem noch huyden bewarende.
Daer wordt by veele nieuwe Schrijvers ghefeyt, dat M e d e m l e c k een feer oude Stadt is, ende oock inde felfde het koninck-lijcke Hof van de Friefche Koningh Rad-B o D u s fonde hebben gheweeft 5 doch de Gheleerden in die dinghen,fijn tot op defen dach vande waerheyt van dat ghevoelen, noyt voldaen en vergenoecht gheweeft,met cenighe bewijfen uyt oude ende onver-twijffelde Schrijvers van die tijden ghetroc-ken.
Wei is waer , dat in feeckere oude beze-
L E c K,niet en werdt genoemt,foo füllen wy alhier in ’t kort verhalen ’t ghene met waer-fchijnlijck befeheydt ende met feecker ende vaft bewijs daer van gefeyt kan werden. J o-o / nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a (jerbrandt
HANNES GeRBRANDI £l LeIDA, 111 libre t. fijn Latynfche Chronijek van Hollandt, (de welcke oock van Jan Severssoon in ’t Duytfch, doch met eenighe meerder by-voegfelengevolgt werdt,) feyt vaneenKoning Theodoncus ghelefen te hebben, die tot Medemleck fonde hebben gewoont,met defe woorden ;
ïnhabitata. Primo à quinqus^^iris, feiheet a Rege PToeodorico, à quo Radbodw Rex Frißtz, pofiea descendit , morabatur in ]\/Leden-blyck j quo in loco federn habitationis ^rimitui infiituit. Secundus fuit P)ominus Gerardus uyt den Woude, qui locum ßu manfionls loca^it primo in ‘villd Opdijek.^er-ttus fuit Rolandus de Wier ne s, qui ctamp;pit tamp;di-ficare cafrum in ^'illd Wydenes, quo flatuit ghelijck mede, in feeckeren oude Blaftaerdt Çutamp; Gubernationis domimum. f^uartus fuit der goederen des Bifdoms van Uytrecht, Kemir, filtus Haykonis de Rennenbroek,qui in van de koninglijcke thiende in M e d e m e- ^tlld pr^diSla primb cœpit habit are. Gfynntus fwt bomicellus Olbout , qui dicitiu^eatus Adelboldus de Wtnckel,qui mor ab atur in‘villa V^V^inckel ‘vocata. Hæc hint verba Joan-nis a Leidis libr. i, cap. ii. Dat is : Men
ij. R leeft
itbris Hol- Jen Jaere 985 gegeven, gewach werdt gemaeckt van de vloedt Medemelacha;
IVilhelmns Heda tn Odtlbaldo.
beflot t voorgeleyde vaft gemaeckt werden, ghemerckt ter felver plaetfe van de ko-ninglijcke thienden in A c c a s t o r p, (dat
1. Jiuys Z ■ de lCerele.
deMèttvfe 'derjratin^e . de Bro-eckè Boort . den Over toom
5. 't ‘^epnÿfo
't Braven M^S 8-1 Stecken JBurs ÿ. Conines la. de Banjert Stroet II. de Tnyn Stroet IZ- de Sftewite Straet l^. de Bo^ynen Sn-net 11^. ’t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jSuyS
1,^. de 3da^e
Attipliß. ^ruäentiß?^ ^D. PRÆTORI, COXSVJLIBVS, S CAB IN IS er Senat VI
VRB I s MED EM EE CK i Tabulam. Jiatic ej'ufHem Vrbîs H.B.D. •
Joannes SBlaen.
pîTrrftn V rf
rilU U
M E D E M L E C K.
leeft dat Anno d ccc Weft-Frieflandtbe- 'w^oont is ge weeft ; Eerftelijck van vijf Heeren 5 te weeten van Koningh TJjeodon- j van wie Radbodus Koningh van Fnes-landt naeniaels is afghekomen ; ende by woonde inMEDENBLvcK, alwaer hy het Flof van fijne woonftadt eerftmael heeft gheftelt : De tweede is geweeft (^erardï4S ujt den Wonde , die fijn verblijf-plaetfe nam eerftelijck in ’t Dorp Opdijck. De derde is gheweeft Kolandns ^üan W^ternes, die in’t Dorp W y d e n e s een Bnrgh heeft beginnen te timmeren, door den welcken hy heeft verfeeckert het recht van fijne Regee-ringe. De vierde is gheweeft Kemïr, foone van Haycken van Bennenbroeck^de welcke in ’t voorfeyde Dorp eerftmael heeft beginnen te woonen. De vijfde is geweeft Joncker Olbont, die genoemt werdt den godtfaligen yLdelboldus lt;uan Winckel, de weïcke woon- ■^Hnalej de geßü Caroli Afa-g»i, verßt firipti ad ainnales Eqinhardi ad Annum 782, 791 793- Eegffio Erumienßs ad Annum 88j, de in’t Dorp Winckel ghenoemt. Welck verhael uyt een oudt ende ghe-loofwaerdigh Hiftorifchrijver ghetrocken fchijnt te fijn,als’tniettemin van eenighe in-ghelijfte byvoeghfelen ende gloofen ghefuy-vert is, als naementlijck , dat in plaetfe van Koning ’Theodoricid^ Hartogh ofte Graef *ï7?lt;?öz^or/f;//,ende van ^adbodns Koning van Frieflandt, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;alleen, fonder tby- voeghfel Konin2:van Frieflandt herftelt wer-de j ende dat, in plaetfe , van dat aldaer on-voorfichtighlijck Anno T)omini Drie - hon-dert is ghelefen geweeft,ghelefen werde An-no acht-hondertjde cijfter letter D voor vijf-hondert nemende, ende verftaen werde, dat defc vijf Heeren niet te ghelijk/jnacr op be-fondere tijden, d’een nae den anderen, als ’t door de Deenfche verwoeftinghe niet verhindert is geweeft, vervolghens aldaer gere-geert fouden hebben. De redenen van dit mijn gevoelen fijn defe : |
Eerftelijck dat, omtrent den Jaere onfes Heeren 800, een Hartogh ofte Grave Tkieo-doricns, als Krijghs - Hooft, ende overfte Leydtsman der Friefen,ende Nae-neeve van Keyfer (arel de Groote meer dan eenmael vermeldt werdt, de welcke wel waerfchijn-lijck tot M E D E M L E c K, als fijnde in die tijden, nae den loop van de veel-voudighe Friefche ende Neder-Saxifche oorloghen, een feeckere en feer bequame plaetfe, fijn Hof ghebouwt ende ghehouden kan hebben : Ende voorders, om dat, omtrent den Jaere d ccc lxxxv by Kegino Prumienfis , twee Friefche Graven, als namentlijck Ge-rolfns ende Gardolfns werden vermeldt, ende niet onwaerfchijnlijck is, dat Gardolfids 3 ende die hier vooren Qerardi^s werdt ghenoemt , een ende de felfde perfoon fouden fijn gheweeft,alfoo deefe Latijnfche naemen van een ende de felfde Duytfche naem ge-maeckt werden,ende dat die in dit Ghedeel-te van Frieflandt tuflchen het F l i e ende den K Y N H EIM, ofte Kervloedt ghe- rtta ms, leghen,wel Grave ofte Rechter kan hebben gheweeft. Waer by is komende dat omtrent chis Ade-den Jaere Christ i, d c ccc l xxx een Graef U r-b a n u s byghenoemt Ruofi- conßrifta, kyn 3 niet verre van ’t Cloofter tot E g-MONDT ghewoont heeft, de welcke nae edita,ni/i alle waerfchijnlijkheyt,den felfden ofteSoo-ne van dien fal fijn gheweeft,die hier vooren rwcontra-Roelandm genoemt, ende door een Burgh tot W^idenejfe fijn Regeeringhe ghefeyt werdt verfeeckert te hebben , vermidts vande Deenfche naem Roe ghelijck daer van noch andere overblij fielen tot V^k^ide-nejfe werden bevonden,als onder andere,den Roef-werf, alfoo wel Roufekinm , ende Roefikyndt 3 als Roelandids ofte Roelandi filins ghemaeckt kan werden. Aldervaft doet my het voorverhaelde van jMedemleck ghe-looven,door dien met veele redenen uyt oude Schrijvers ghetrocken , alhier te langhe om te verhaelen, ghenoeghfaem vaft ge-maeckt kan werden ’tgheene vanden vijfden Heer Joncker Albout ^an Winckel daer by werdt gcvoeght, te weeten dat den felfden eerft keyfenijcke Rechter der Weft-Friefen,ende daer nae inden Jaere 1008 Bif-fchop van Uytrecht, daer het woordt Godtfalighen op is flaende, gheworden is gheweeft. lek vinde boven dien in feecker Ecu oudt boeckgen met de handt gefchreven, dat ten tijde Joncker Roe het huys te Wi- gefchrevt» denefie bouwde,twee van fijne Broeders,den eenen tot JAuyden aen den uytgangh van- van die den Vecht, ende den anderen tot federn-leck 3 van gelijcken huyfen fouden hebben bewoont oft getimmert. Dit is ’t gene dat, overflaende verfierde ende onlanghs ghe-dichte verhalinghen, met goede waerfenijn-lijckheyt uyt oude Schrijvers ghetrocken, van de verre oudtheydt van liPitVedemlecki mijns weeten ghefeyt kan werden. Nu fal ick in’t kort verhalen ’t ghene vaft, feecker ende onwederfpreeckelijk daer van kan werden bewelen. De Stadt M e d e m-LECK ofte Medemelec , ghelijck meeft alle oude fchriften ghetuyghen, ende niet M e-D E A B L T c, ofte MedenbLic, ofte,om licht-heydts wille in ’t uytfpreecken voortgheko-men, M e m e l i c k ofte MEDENBLEC,is gheleghen aen’t eynde van een arm ofte uyt-wateringhe vande oudevloedt,eertijdts gheweeft hebbende, ende noch huyden-daeghs lt;?he- |
MEDEML ECK.
ghenoemt wefende de L e e c k , welcke vloedt de twee vierendeelen ofte Ambachten van Weft-Frieflandt, ghenoemt 't Pech-terlandtiCnde Hoochholt'vvouderambacht,anders ghenoemt Leebj^tef ofte 0‘verleecker ambacht,voor defen was fcheydende,gaende weft aen door het ghehucht Weßerleeck 3 ende van daer ten deele tuffehen lïrshem en Opdam door, tot inde Riedt-landen van den Heer Hughen waerdt, ende van daer voorts tot en door Oeterleck inden s’KERMEER,ende anderwaerts Ooft aen, eenfdeels door T^Pe-renßidts-Hoe‘ve3 ende anderdeels door Mede m le ck , in’t water dat eertijdts Plexus3 ende naemaels PU ofte Pleha in’t ghemeen, ende op die plaetfe in’tbefonder Aimera3 ende als nu de Zuyder-zee in’t geheel werdt ghenoemt. Soo dat ghenoeghfaem , foo klaer ende feecker als taftelijck de naem van de Stadt Medemleck vanden voorfz vloedt ende uytwateringhe is voortgeko-‘men,even als oock de naemen van Lecklil^a-ter ofte 0‘verleecker ambacht, van’t gehucht fonibus Medemleckypropè lïoüandiamymoran-Weßerleeck, ende ’t Dorp Oeterleck hier tibus3 in loco incognito ub eijdem ßpultus. Dat vooren vermeldt. lek foude niet feecker Koningh Willem Graef van Hollande Nota. tiat Leeck^ tnde Eem ofte Aem ende ^em~ floot, alt oock^ Ey r, ende A in onde tij~ den, een Mjittvate-ringh be-teeckfnt hebben. L E E c K, eertijdts Medemeleeck, dan of die befondere arm ende uytwateringe daer aen de Stadt Medemleck ghete-ghen is , alfoo alleen by oudts ghenoemt is gheweeft. Mijn gevoelen daer van is, dat die arm ofte uytwateringhe,alfoo ghenoemt werde, ter oorfaecke dat Medemliec foo veele fchijnt ghefeyt te wefen, als een behulpighe ofte tweede eem ofte aem, dat is uytwateringhe vande eygentlijcke vloedt L E E c K. De oudtheydt vande plaets ende Stadt kan daer uyt mede blij eken dat de naem, als fijnde ouder dan de jegenwoordi-ghe oprij finge vande Zee, al eerder aen de plaets fchijnt ghegeven ende toegeeygent te fijn gheweeft, dan doemen de Zee met dij eken ende dammen ghenoodtfaeckt is geweeft uyt ende af te fluyten,vermidts niet Medemeleeckerdam even als Aem^eldam, E-d AM, M o N 1 c k-E-d a m , ende andere van toegedamde uytwateringen,maer als van ambacht 3 met de welcke hy in’t befonder verfoent was, gheen meerder recht behielden dan Medemleck alleen, ende alle een vrye uytwateringe de naeme M e d e m-L E c K is dragende. De aenfienelijckheyt vande plaets in oude tijden kan daer uyt lichtelijck befpeurt werden, dat al inden Jaere ons’ Heeren m c xviii de kercke vande plaets Medembleck, met alle den tins de BilTchoppelijcke kamer raekende, ende alle de CircatJisA^t is ommegangh, ge-volgh ende profijt aen’t Domcapittel vande Canonicken van 5. Martin by feeckere o-penbezegelde Brief vanden BifichopGoDE- |
BALDUS ghegeven is geweeft 3 ende dat uyt kracht van die gifte het felve Capittel de gantfche Proeftije van Weft-Frieflandt ver-Kregen,ende tot deverahderinghetoe befee-ten heeft. Soo dat de kercke van Medem-LECK, hoewel nergens inde tijden van WlLLIBRORDUS ofte BoNIFACIUS Godebal-( foo Janus ^ouz^a feyd ) vermaent ende ghedacht fijnde , niettemin daer naer inde ta Itb. 6» voorfz tijden ghenoeghfaem de Hooftkerc-ke, ofte immers de aenfienlijkfte Kercke van gantfch Weft-Frieflandt geweeft fchijnt te fijn,het welcke boven het voorgaende noch naeder daer by geveftight werdt, door dien alleen den Paftoor vande kerck tot M e-D E M L E c K een Perjonatum ende befonde-re ftoel in ’t Choor vande Domkerck tot Uytrecht onder de Canonicken , voor de veranderinghe heeft ghehadt. lek vinde by Albertus Abbas Stadenßsi welckers woorden aldus fijn luydende. Anno Piomini m cc lvi Wilhelmus PomanorumPeXiOccidituraPre- Koningh Willem Graef van Hollande inden Jaere m c c l v i vande Friefen doot-geflaegen fonde fijn die tot M e d e m l e c k woonden. Voorders als inden Jaere m cc L X X X V111 Graef Floris van Hollandt met de vier Ambachten ofte Poorterfchap-pen van Weft-Frieflant^dat is ’t Rechter-landt 3 Hooghhot twouder ambacht, Çc A n xtt: kt cii Nie u dorp er ambacht, en Gheestman ambacht verfoent ende verdragen was,datfy hem op feeckere conditiën hulden ende tot een Heer van Weft-Fries-landt aennemen fouden; foo heeft hy fonder eenighe foenbrieven met die van Medem-L E c K, die buyten ’t verdrach gelaten wae-ren,te maecken, aen de felve weynigh tijdts daer nae het eerfte Stadtrecht van Weft-' Frieflandt ende een nieuw ende befonder Poorter ofte Burgher-fchap op den xxv. Meert des felfden Jaers by open bezegelde handtvefte gegeven, fulcx dat daer door de drie vierendeeten van hooghholtwouder dinghel! het felfde ambacht betreffende, onder haer beyder naernen en zegelen verdragen ende gefterekt moffen werden. Ghe-hjek feeckere Brief noch overigh fijnde aen-den felfden Graeve Floris inden jaere M c c lxxxxiv bezegelt, waer by hem een ghedeelte Buytendijcxlandt ghefchoneken ende vereert worde , klaerlijck is uyt wij fende : wefende het oude zegel der voorfz Ste-ii. R 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de |
MEDEMLECK.
de een ou der vijs Schip , met derthien mannekens daerinne , ende met defe letteren daeromme, Sigillum Burgencium IN Medemleck. Ende hier is mede te letten dat Graef Floris, ofte door voor-gaende bedeckte kundtfchap , ofte door de aenfienelijckheydt ende gelegentheydt valide plaets,met fonderlinghe ghenegentheydt beveeght is gheweeft^ niet alleen een Burgh ofte Wijck-huys dat is Wapen-huys aldaer te maecken, ofte eerder den ouden vervallen Burgh ende Wijck-huys , van den wekken hier vooren verhaelt is, te vernieuwen, gelijck oock de muragie vande groote Sael, van verfcheyden oude onghelijcke fteenen gemaeckt, ende noch overigh njnde,fchijnt te betuygen j maer heeft boven dien de Munt-plaetse van Weft-Frieflandt, die te vooren in t oude Dorp Hem in ’t Re c H T ER LA N D T altijdt hadde ghe-weeft, aldaer laten ftellen ende brenghen,en in teecken vande verkreghen hooghe Ove-righeydt, over de Weft-Friefen, onder fijnen ende des voorfz plaets naeme penninghen, die teghenwoordig noch overigh fijn, doen flaenende munten, hebbende aen d’eene zijde de ghedaente van een manshooft ter rechter zijde tiende, met defe letteren daer Stet Eraf, roiidtomme F. C O M E s Hoj-LAKnT^’, Elorentius Comes HoUandU, enäte. aen gheninftjn d’ audct zijdc ecii vier-ghelijck-houckigh CcÄ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;letteren, Mone: Me de n- Grave» BLEc.’. ’t wclck is oXonctu JHedenhlcc, t)y noch boven dien is komende, dat watrbeydt dcn fclfdeii Grave Floris aldaer de vier-1gt;Mr^/van ^aii ’t Ooftci-Bailjufchap van Weft-de pennin. Fricflandt heeft ingeftelt 3 ofte immers dat, vooren in tween ghedeelt gheweeft f«ME- zijnde, door de verwoeftinghe ende uyt-^ghfiaghen ^^oeyiiighe van ’t Huys W i d e n e s s e in veerde» ’ ’t Re C HTERLANDT indenjaete M c c Lxxxxvi gefchiedt,weynigh nae fijn doodt aldaer ghekomen ende verbeeldt is gheweeft, behelfende het felve Bailjufehap alfoo verbeeldt wefende, de twee gheheele Ambachten van Weft - Frieflandt, te weeten ’tRechterlandt ende O v Erle e c k e r ofte Hooghtwouder ambacht te famen, aen welck Bailjufehap , omtrent de felfde tijden is toeghevoeght het Dijck - graeffehap over alle de felve plaetfen, ende het Cafteleynfehap vanden Burgh aldaer, fulcx dat die dienft leer groot ende eerlijck in fich felven, ende niet min^ der ten aenfien vande Stadt Medemleck is gheweeft. ' |
lek kan niet anders, uyt d’omftandishe- I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 rgt; 1 • • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1, ri Chronicon den van de oude Schrijvers ende de gelchre- Egmonda-ven Chronijk van Egmond,vermercken,die op t jaer m cc xcvi aldus leyd : Anno jJo^ WW/ Mccxcvi. VI idus Julii Hugo de Affen-delfi laicuSi anjunculïds Homini Hugonü Ah-hatis Ekmondenfis ^igeßmi fèxü , apud jMe-demlec d Erifonihid^ occifus eE:, nbsp;nbsp;chW' eo fexa- ginta fex eodem die ; dan dat Heer Hugo ‘van Ajfendelf een werelts Heer, ende Oom van Heere IJugo njan Ajfendelf^ Abt van E g-M o N D T, de welcke tot Medemleck als wy hier naer füllen fegghen , verflagen is geweeft, zedert den jaere m cc lxxxviii tot M cc xcvi toe het Bailjufehap van Hoochwouder ofte Overleec-KER AMBACHT cndc ’t Caftcleynfchap van Medemleck aldereerft: bedient heeft ghehadt, terwijlen Heer ‘Boude'v^ijn van Naeldtwijck het Bailjufehap van ’t Re ch-TERLANDT cnde’tCaftckynfchapvan WiDENEssE bediende : vandefenHeer Z^Rhy”? Hugo fchijnen diHeer Hughen cogghe tot Werenfridtshoeve,endedSiHeer cT Hu^en^'uaerdt haeren toename ghekre-ghen te hebben. Naer wiens nederlage in den jaere m cc lxxxxvi, is ghevolght Heer F L o R E N s Heeren Wouters foone van E G M o N D T, die ’t huys te Medemleck fcci inaiiuciijvkcn tegens de Friefen op het voorverhaelde jaer in noede nam en befchermt, ende tot net ontfet toe ghehou-den heeft. Ende is dit Ampt daer nae by feer aenfienelijeke en adelijeke Heeren bedient geweeft,als onder anderen inden jaere M ccc XXIV van eenen H. Dirck van Outshorne: in den jaere m ccc xxxxix van H. J A c o b vanden Binckhorst : in den jare m c c c l v i van H. J a n van Brue lis Ridder: in den jaere m ccc lxxxviii van H. Bartholomeus van Rae p-HORST Ridder: in den jaere m ccc lxxxxii van Elorü ^van Alckmade : in den jaere M ccc Lxxxxv van Gerrit •van Heemskerc- siet dt ke : in den jaere m ccc lxxxxvhi van Coen ^an Harlaer : in den jaere m cccc i i i i van Wouter ^an Gendt ; ende het voorfz Bailjufehap voor de laeftemaele in den jaere M cccc XIII van E)aniel •van Cralinghen : ende het Bailjufehap in Steden gefplitft lijnde, als wy hier naer füllen feggen, bet Cafteleynfehap ende Dijekgraenenap alleen in den jaere mccccxix van Heer Egt;irck •van Santhorfi en andere volgende. Doch ghelijck alle voorfpoedt niet feer langhe fonder hinder ghemeenlijck fijn voort- |
M E D E M L
E C K.
dtSum Chronicum E.nnto'ida-num AiS.
voortgangh is hebbende,alfoo is ’t mede aen de Stadt Medemleck vergaen : want recht nae de doodt van Graef Floris inden jaere m cc lxxxxvi is de poorte Medemleck uytgefondert den Burgh door de Weft-Friefen felfs van ’t eene eynde tot het andere verftoort, verbrandt ende verwoeft, ende Heer Hugo van AjJ'endelft met noch fes ende tfeftigh andere aldaer verflagen gheweeft.
Naer defe voorgaende verwoeftinghevan ’t fwaerdt , en oock foo fommighe feg-,gen van ’t vier, is inden jaere m ccc xxxiv oock ’t water ende flach van den Zee de
ken ghefplitft, ende in tween verdeelt, ende mer va» het Dijck-graef-fchap van ’tRechter-
L A N D T tot ende in de Stadt E n k’ h u y- ^re Brief sen ghebracht ende verfielt gheweefi. ^^etuher^ Ende alhoewel alle defe voorfz teghen- toghphi-fpoedt d’eene op d’andere volgende, feer moeyelick is gheweefi, ende de voorfz Stadt XII. No’-' in fijn welvaren dapper heeft gekrenekt, foo is echter (naer dat oock in den jaere m cccc m d m. XXVI den Burgh tot Medemleck, niet fonder onghemack van die van M e d e m-
rr 1 Tgt; 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;5 (entte der
LECK, een ver
Kermers
Kermers hadde uytgeftaen) het alder-fwaerlte inden jaere m d xvn daerop ghe-volght : want als de Geldersche krijghs-knechten op S. Lehuinus dach tot Chronicen ven naeuwelijcx langher houden konde : Werenfridts-hoeve van over Zee komende, waeren ghelandt, hebben fy daeghs naer S. J a n omtrent te thien uuren voor den middach de Stadt Me-
Stadt Medemleck ende Zee - dijeken aldaer, foo laftigh geworden, datmen de fei-
Hornanu»»
Soo dat by de voornoemde vier Poorter-fchappen van Weft-Frieflandt goedt ghe-vonden is gheweeft een groot ftuck landts uyt te werpen, ende den Dijck van Bersi-
AÏ.S. ad
GERHORNE af tOt MeDEMLECK * toe daer achter in te legghen, doch alfoo de Poorte M E D E M L E c K, als forgende daer
dooi* naer
t te moe-
ten worden, hier inne niet en wilde bewil-lighen, ende oock den Heere Grave Willem ^an Henegou‘V‘ven daer in bekommert wierde,is eyndelijck de felve inlage by fijnen fone joneker VViüem^van Henegouwsen, Grave van Zeelandt, toegeftaen ghemaeckt te worden,onder voorwaerden, dar de andere Weft-Friefen den Heere Grave foudcu helpen, by aldien ’t noodt dede, fijne Poorte ende Burgh tot M e d e m l e c k te verfetten, ’t welck de felve oock by open bezegelde brieven, op den Dinghfdach voor S. Annen dach in het jaer m ccc xxxiv, belooft hebben te doen en naer te komen.
Ende op den tweeden Februarii m c c c c X111 is het voorfchreven groote Bailjufehap van Medemleck geneelijeken in Steden verdeelt ende vernietight, ende naer dat alvooren eerft E n k’ h u y s e n ; daer nae FI o o R N , ende weynigh laeter G r o o-TEBROECK, cude dact aen volghende
even groot Stadts- recht verkreghen had-den,als die van Medemleck, uyt krachte van de voorfz Handvefte van Graef F l o-
D E M L E c K verovert, gheplundert, ende van daer treckende gheheelijcken , uyt-ghefondert den Burgh, verbrandt : waer door niet alleen een onverwinnelijeke fcha-de , maer oock boven dien het verlies van alle de oude Handveften , Brieven, ende Befcheyden der 'felver Stadt gheleden is gheweeft, waer onder wel moghelijck alfulcke mede können fijn gheweeft, door de welcke het voorverhaelde fegghen , dat Medemleck de koningnlijeke Hadriawü Woonftadt van denKoningh Raub o du s ^Hi*^Ba~ vau Friefldudv füUdC fijn ghcWCeft, Vaft ghe- tavUcaf^ maeckt, ende bewefen heeft können wor-den.
■ Nu kome ick tot de jegenwoordighe tij-den,inde welcke de Stadt Medemleck niet jeghenftaende alle de voorverhaelde teghenlpoedt, weder als uyt fijn aflche op-ghekomen wefende, een welbetimmerde Stadt, methooghe wallen ende bolwerc-ken naer de nieuwe wijfe ghefterekt, ende op een feer bequame plaetfe aen de Zuy-der-zee is legghende, hebbende twee groote befondere Havens binnen fijne veftin-ghe, inde welcke menighte van Schepen können legghen. Ende is die goede ghele-ghentheydt vande plaets met een fonder-hngh welvaren in defe tijden vergefel-
toe hadden ghebruyckt^is het felve van ghe- ende opmaeckinghe van een feer gr o o te lijcken aen alle die verdeelde andere Ste- nieuwe Haven, ende de menighvuldighe RIS ende andere volghende tot die tijdt den van Hartog V'V'iüem ‘van ^e’gt;^eren mede gegunt ende ghegheven. Ende’ daer nae, inden jaere m d iii, is het Dijck-graef-fchap, het welcke by ’t Cafteleynfehap tot die tijdt toe aldaer was ghebleven, oock van ghelijc-niet alleene de vergrootinghe vande Stadt |
* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;** inr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T nieuwe ghebouwen van Huyfen, maer oock de menichte van Schepen aldaer havenende , door de welcke in Noorweghen , ende Ooften,als oock in *t Weften, ende de Mid-del-landtfche Zeefde naenie der felverStade bekent |
bekent ende vermaert is. Weick welvaeren voor een groot ghedeelte,doordewijfe ende voorlîchtighe beftuyringhe vande Q^agi-ß^aten aldaer is voortkomende, vermidts de lelve een mede-lidt vande vergaderinghe der Ed. Grootmo : Heeren Staten van Hollandt ende Weft-Frieflandt maeckende, niet alleen aldaer een gheleerdt ende ervaren Fenfionaris { welcke plaetfe jegenwoordigh en naeft eenige jaren nerwaens lofFelijck bekleedt is vanden hoogh-gheleerden Heere iSltcolaes Stellingh^'ver^i op wiens verfoeck uyt laft der welghemelte Achtbare Heeren Magiftraten defe befchrijvingh is ingeftelt, by den hier vooren ghenoemden Ed. Heere F)iederijk Wtedenejj'e, gefeyt ^aens) fijn ghebi'Liyckende j maer oock uyt haere Stadts naeme in alle andere (Joüegien committeren luyden van groote ende langhdu-righe ondervindinghe. |
Ick en kan oock alhier niet voorby gaen fonder aen te roeren, dè onghelooflijcke, fwaere en koftelijcke Dijck-wercken, in ende omtrent de Stadt Med^mleck althans ghelegen , de welcke foo hoogh fijn, datmen fonder fchrick van de felve in Zee niet durft af-fien,ende met alfulcke krebbin-ghen ofte Crab-hoofden van fwaere eycken balcken met fchoor-palen gheftut,ende met gordinghen , yferen bouten ende fpijlen in en aen malkanderen ghefloten, ende met fparren onder, ende boven feer fwaere groote fteenen ghevult , ende daer achter feer breede Wierriemen, ende Aerd-dijcken ver-feeckert, dat het onmogelijck is fchijnende, de felvige te können bekoftighen ende onderhouden , gelijck het felve oock inder daet, als van jaer tot jaer noch laftigher werdende , ten fy daer inne door andere middelen ghenoeghfaem voorfien werdt, onver-dragelijck ende onmogelijck fal werden, als komende yeder Roede der voorfz Krab-hoofden te koften wel 482. '(guldens, ende yeder Roede Wierriems van ghelijcken 480 guldens, ende foude by goede reeckeningh könnenblijeken, dat het Hoochwou-DER AMBACHT, ’t welck althans de vier. noorder Cogghen werdt ghenoemt, waer inne de Stadt Medemleck gheleghenis, alreede aen ghemaeckte ende ftaende eycken Crebbinghen ofte Crab-hoofden ende ingheleyde w ierriem is hebbende meer dan de waerdye van 107p 180 gulden, ende dat fonder alle voorgaende ende alsnoch te doen ftaende volgende vernieuwinghen, ende onderhoudeniffe der felver wercKen. Welcke wereken, hoewel foo feer fwaer ende koftelijck, nochtans ondertuffehen, niet alleene van ’t gheweldt vande Zee ghe-krenekt ende afgheruckt, maer fonderlin-ghe daerenboven by goedt weer vanden Yf-gangh buyten alle verwachtinghe om verre gheuneten, ghebroocken, ende de Wierrie-men tot wel twintigh voeten hooghte door-ghefneden ende doorgheloopen können werden , ghelijck in den jaere m d c x x omtrent achter het Raedt-huys aldaer is ghebeurt gheweeft. |
YSELSTEYN.
S E L S TE Y N heeft haer naem van d’edele riviere Yfcl, daerlè aen ge-legenis. DeChronijken oft laerboecken maken gewagh van’t Slot Yfel-Iteyn, omtrent het jaer M cc L. Tuffehen de Hollanders en die van Utrecht is eertijts groot gelchil Qjpj Je befitting van defe plaets geweeft ,• fbo dat ’er felle oorlogen, die haer en andere tot verderf ftreckten , om gevoert fijn. Het welck ick aenroere , omdat de wijtloopige befchrij-ving der felve hier te lang Ibn vallen : want de Schrijvers der oude Hollantfche Gefchiede-nifien hebben byna in yder blat van hare boec-ken iets van de gemelde oneenigheden. Wy lullen liever tot andere faken voortgaen. In’t jaer m ccc xc heeft men aengevangen ’ Yfelfteyn met muren en poorten re verftereken, onder de beftiering van Arnold Heer van Yfelfteyn en Egmont, die omtrent die tijdt hier een Klooßer. kloofter voor de Regulieren van S. Auguftijn van fijne goederen liet bouwen. |
loan van Egmont wierdjin’t jaer m cccc xvi i, van een verraet tegen de Graef van Hollant be-.fchuldight, dies hy naer dele ftadt by fijn broeder VZillem, haer heer, vluchte. AlsGraefWillem dit verftont, heeft hy Ylelfteyn belegert. Doch eyndelijck , door tulfchenlpreken van Egmonts vrienden , fijn ly vereenight, op voorwaerden , ingenomc» , dat dele ftadt in handen van de Graef geftelt Ibu worden j en dat hy aen Willem van Ylelfteyn jaerlijeks twee duylènt lchilden, en aen fijn moeder lès hondert Franlche kroonen fou betalen. Als Graef Willem overleden was , deden ly alle naerftigheyt om de ftadt weer in te nemen , ’t welcK geiuckte : doch die van Utrecht dreven deerhjcit^ hen terftont uy t de lelve j en fineren de muren , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ het Slot en den toren ter neder, en verbranden madver^ de geheele ftadt, uytgelèyt de kerek en ’t kloo-lier. In’t jaer m cccc lxvi hebben de Gelder-Iche Ylèlfteyn door’t vuer verdelght ; en dus heeft de ftadt in d’aftchen gelegen , tot dat Frederick van Ylèlfteyn van Hertogh Karei van Bourgondien verlof kreegh , om de ftadt weerom te herbouwen, en met een muer te belluy-ten. Daerna is lyaen’tover-doorluchtigh geflacht van Naflbu-Oranje gekomen, welckers afkome-lingen, dePrincen van Oranje, haer, ledert vele jaren , beleren hebben. Sy is nu met een Slot, en vele groene en aengename tuynen ver-ciert. |
o ERDEN is, omtrent het jaer M c L X, van Godefridus, d’acht-en-twintighfte Bilfchop van Utrecht, tot een ftadt oft fterekte gemaeckt, om fijn onderdanen in gehoorlaem-
Dan Woerden ingenowen, als hy ’t met ladders beklommen had ,• oft, ’t yoelck yigt;aerfchijnlijcker is, door Derraet. Dit Slot ypas Door de fterckffe plaets Dan Hollant en on-'^innelijckgeacht, als’er befettinginyaas ; Joo datmen het gemeynlijck noemde de Slevtel van L A N T. Maer onlangs daer na fij n de Hollanders met den Burghgraef vereenight, waer door dele ftadt weergegeven wierd.
Philips de tweede , Koning van Spanje , heeft Hertogh Erick van Brunlwijck, om fijn groote verdienften, omtrent het jaer M d lxi, met defe ftadt belchoncken.
In’t jaer m d xciv is de Kerek van Woerden met d’andere van Hollant vereenight, door den arbeyt en y ver van den achtbaren Fleer Henricus Boxhornius, een geleert man in de heylige Theologie en andere goede konften, en grootvader van de hooghgeleerde Marcus Zuerius Boxhornius , tegenwoordigh ProfelTor in de wijtvermaerde Academie te Leyden.
Delè ftadt bloey t nu in groote menightc van burgers -, en is omtrent vijf mijlen van Leyden , en een van Oudewater gelegen. Sy heeft een goet kafteel, over’t welck, federt Ibmmige eeuwen, een Kafteleyn geftelt is. Voor eenige jaren heeft lac. Lindius, een edel en geleert man, ’t felve ampt bedient.
Het treflèlijcke dorp Bodegraven ftaet onder Woerden , daer loannes Beka van Ipreeckt om-trent het jaer m xvii. Seker Theodoricus BaDi, den. feght hy, is by BodegraDen Dan den Bijfchop Adelboldus
ij T nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;begun-
hey t te houden. nbsp;nbsp;nbsp;Biffchop Godefridus, lèght Be-
ka,heeftjtot fijn onfferffelijeken loftereeren Dan S. Marten , Dier Borten oft Sterckten gebouDtt, te Doeten j Hor ff tegen ’t Graeffehap Dan Gelder, Hullenho tegen de Heer-lijckheyt Dan Hrieflant, Monforde tegen ’t Graeftchap Dan Hollant, en Woerden tegen de •ypederfpannighejt Dan fjne)'genftadt. Defeplaetle is oock een van de twill-appelen geweeft , waer door jde Graven van Hollant en Biflehoppen van Utrecht dikwils tegen elckander geoorloghtdiebben j lbo datlè fomtijts het doelwit van de gramfthap der Prin-cen was. Maer als Heer Herman van Woerden
Ä'ow/Äf» in’t jaer m cc xcvi, met Geeraertvan Velfen de Graef en Gij sbtecht van Amftel, een t’lamen-lweering van Hol- fegen Graef Floris de vijfde befloten en ten deel
* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;uytgevoert had, is delè ftadt aen de Graven van
Hollant gekomen.
In’t jaer M ccc L XXIV hebben die van Uitrecht Woerden vaft belegert j maer als ly haer niet konden vermeefteren,ftakenly de voorftadt en eenige verfterekingen, die daer gemaeckt waren, in brant.
Ioan, Burghgraef van Montfoort, heeft, in ’t cccc L XXX, defe ftadt, metheymelijck verftant van eenige burgers, ingenomen. Hen Burghgraef, leyt S noy us, heeft op een nacht het Slot Hollant.
?»
-ocr page 220-begunßight i die niet afiiet Dan Graef Diederick Dan Hol- febendcry Dan de Bagaudifhe ytedeifpannigheyt , amp;c. En Salvianus in ftjn boeck van de beftieringe Gods lchrijft aldus : Sy fijn Bagauden om onfe mifda-den geestorden. Over dele getuygenis kan men ’t geleerde boeck van Conradus Rittershuftus na-O
Lr.f dagelijeks met oorloge te bekommeren. Cornelius d Gouda noemt die van Bodegrave dickwils g au den. D’oorlaeck weet ick niet : doch ’t is fe-ker j dat het woort Bagauden by de Latijnen oproerige en wederljiannige mcnlchen , en die gewoon fijn te rooven,beteekent. Eumenius Pane-gyr. de Schol, inftaur. feght ; Belegert met deßraet~
ben.
îoames Piflorius , een gele man is in dele ftadt geboren.
^orius.
Iohannes Pabeonydorus, die oock loan Dan Oude-’yoater genoemt wort, na de gewoonte van die i^den.
Jnaenomen dtiordie van
Nirecht,
f donr dfi Spaenjehen,
mcnOudeytaerter behoorde te leggen ; want Doaert beteekent een geweft oft hoeck lants : gelijck dat woort noch hedensdaeghs veel gebruyckt wort, inlbnder-heyt in Zuydt-Hollant, daer de Sytijndrechtfehen-ytaert, Papendrechtfehen-Dtaert j en vele andere, wel bekent lijn. Maer dele ftadt lchijnt Oude-yoaert te heeten,om dat hier omtrent oock andere staerden, die men nieuDoe noemt, gelegen ftjn.
In’t jaer m ccc xL ix heeft loan van Arckel, Biftchop van Utrecht, dele ftadt met gewelt ingenomen , en vele burgers gevangen, en hare goederen verbeurt gemaeckt. Het meefte deel der huyfen en gebouwen wierden verbrant. Doch defe winft is niet, dan met een groote neerlage der Utrechtlchen verkregen , dewijl de burgers ftch dapper verweerden , en onder andere ver-floegen loan van Rijfenburgh, de broeders van Lichtenburgh, en lacob, Ioan en Everhardt van Driel.
De Spaenlchen belegerden in’t jaer m d lxxv defe ftadt, na datlè drie jaren te voren de Prins ’ van Oranje toegevallen was, dielyloo vreelTe-lijck belchoten , dat een ftuck van de muer ge-
dte haer verdelgen
Gilcgen-heyt.
Ne cri ng.
ten ftorm ging, waer door fy, na kloeck en man-haftigh tegenweer der inwoonders , de plaets vermeefterden , die door’t woedende fwaert der overwinners en’t verterend vuer loo jammerlijck vernielt wierd , dat byna al de burgers gedoot en al de liuylen verbrant fijn ; foo datfe meer de gedaente van een alch-hoop dan van een ftadt beliiel. Dit fijn de bittere vruchten des lant-ver-dervenden óorloghs. Onlangs daer na heeft men hacr beginnen te herbouwen , de wallen fijn weder hermaeckt j en fy wierd met verlcheyde vry-heden van de Staten begunftight, op datlè allengs tot haren vorigen Itaet fou geraken.
Sy leght op de riviere Ylèl, en omtrent een mijl van Woerden. By defe twee heden waft in groote menichte goede kennip : waer door in de lèlve vele netten en kabels, die de Hollanders en Zeeuwen tot hare Ichipvaert en vilfchery ge-bruycken, gemaeckt worden : welcke neering hier foo groot is , dat vele menfehen fich daer mee onderhouden en rijck worden.
Oudewater heeft een vruchtbare moeder van verfcheyde edele verftanden geweeft : want hier
tijdt, in welcke vele Geleerden de naem van haer vaderiant aennamen , die ly dan in Latijn oft Griecks vertaelden ,• ’t welck oock van eenige met liaer eyge geflacht-naem gedaen wierdt, gelijck men daer van vele voorbeelden fbu können toonen. Dele PaUonyden'us was een Vrouwen-broeder oft Carmelijt. Hy heeft veel gefchreven van de hiftorien fijner ordre , en van de gelchiedeniften der heyligen en is in ’t jaer M D v 11 overleden. Trithemius heeft een Re-gifter van al fijn Ichriften aengetekent.
Cornelius Valerius y een van d’oprechtfte en ge-leertfte Nederlanders, is in ’t jaer m d x i i geboren. Als hy veel gereyft had, is hy te Leuven gekomen, daer hy, in plaets van Petrus Nannius, tot Profeftor der Latijnfthe tael in’t collegie van Buflidius aengenomen is : in welcke bediening hy verlcheyde goede boecken , door fijn groote geleertheyt,lchreef, Hy heeft fijn dienflÇfèyt Schot-tus in den Brief aen ÏPlantijn, die voor d’Aen-merekingen van Pintianus op Mela gedruckt is) foo getrou-^elijck uytgeyoen , dat het fchijnty dat nie.-mant beter en fuy~ï)erder fou können fpreken, dan hy deè. Hy heeft inLatijn een Encyclopedie oft algemeene befchrij^ 'ï’ing Dan alle ytetenfehappen en konflenfoo ytel gemaeckt, dat het by niemant naerjïiger gedaen is ; foo dat ^er byna niet meerder en dienßiger in de handen der kinderen Dan alle Dolekeren Derßeten seord , dan dit boeck. Fly is in’t jaer m d lxxviii , lès-en-ïèftigh jaren out fijnde, overleden ; en in S. Pieters kerek te Leuven begraven; daer Georgius van Ooftenrijck, Overfte van die kerek en Canceller der Academie , die eer tij ts fijn difcipel oft leerling geweeft is, hem een heerlijck gedenekteken in’t jaer M D c X opgerecht heeft.
Geeraert Dan Poo was een leer geleert man , en Opfiender van de Biblioteeck oft Boeck-kamer van Ferdinandus, Aerts-Hertogh van Ooftenrijck. Hy heeft de Gelchiedeniften van Ooftenrijck , en andere dingen gelchreven.
RudolphusSnelliuoi, een treftelijck Mathematicus oft Wiskonftenaer, heeft, na dat hy Europa wel beften had, Profeftor in de gemelde konft in d’Academie te Leyden geweeft. Sijne uytmun-tentheyt in die wetenfehap können ftjne nagelaten Ichriften, lchoon ick Iwijge , overvloedigh getuygen. Hy was in de Hebreeulche en Grieck-Iche talen feer ervaren ; en is in’t jaer mdcxiii geftorven ; {oLtQnAcBBjnBoonWillebrordusSnellius, ■ die te Leyden geboren is, tot lijn navolger.
E V s D E N is een leer oude ftadt j foo men loan-nes Leydenfis lal geloo-' ven , die in fijn vierde boeck aen liet twaelf-de capittel haren oor-Iprong , omtrent liet jaer d cc lxxx i x, aldus belclirijft : Robrechf, lêglit liy, Graef 'Tan Tey-ßerbant, heefl tot een yeapengehadt, als de jongße foon quot;loan't Huys quot;Van Kleef, acht goude Koninglijckefcepters Oorfprong in ccn blacu 'Velt. Maer ’t Graeffehap Vgt;an Teyße-ihiant be-dcr Heeren, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bommeleï-yoeett j Tieler-yeeert, en de landen ^an Arckel, yanHeifden, quot;Van Altena, van Klanen , quot;Van Kulenburgh , en Buren, tot aen d’oude Maes. De gemelde Robrecht ontfng dit Graeffchap_ quot;Van Tejfer-bant quot;Van pjn broeder LodeypijckÇdie’t Kleeffhe lantvgt;an den Bijfchop tKtrecht te leen befat ) tot een leen en eigendom ; en nam tot gemalin Kunegunda, dochter van de Graef quot;van Hoy, daer hy drie fönen by y^wn ; ytaer Van d'eerfte, Lodcytijek genoemt, hem in p beft Van Graeffehap Volghde : Robrecht, de typeede foon , Verkreegh Heufden en Vele dorpen , die een bjfonder Heerlijckheyt ^tierden, en ycias al/oo dPerße Heer Van Heufden y in yeelc-ken flaet hy,fjn outfle broeder te geval, fijn -ycapen verminderde , en Voerde acht fcepters in fijn fchilt, die aen de rechte fijde root en aen de fiineke blaeuvtas: hy ontfng en haer ge- defe Heerlijckheyt tot een leen Van de Graef Van Kleef, omdathydPerfle, en uyt dit geflacht ypas. Dit is dan ’t begin van de voortrefFelijcke ftam van Heulden geweell, wiens gellaclit-regifter dufdanigh is ; Robrecht van Heufden , daer wy van gelproken hebben, die in ’t jaer 857 leefde. Boudeveijn Van Heufden, fijn foon, is in’t jaer 870 overleden. Robrecht Van Heufden , fiorf in ’t jaer 914. Edmond Van Heuflden heeft, in ’t jaer 9x9, ’t leven met de doot verwifielt. Ioan van Heufden is in ’t jaer 95«^ ontllapen. Robrecht Van Heufden heeft de flerlfelijckheyt in ’t jaer 98 2 afgeleyt. Boude-yeijn Van Heufden betaelde de Ichult der naturein’t jaer 1028. De gemelde loanncs Leydenfis befclirijft liet geflacht-regifter der vijf laetfie in fijn levende boeck in ’t dertiende capittel. In P jaer onfes Sa-lighmakers D cccc x 11, leglit liy , is Robrecht, de derde Heer Van Heufden , overleden, die tot gemalin had Adelhejde, dochter van de Graef Van Zutphen , daer hy fijn navolger Edmond by teelde. Hy heeft de dorpen van Poeroyen, Brabiel, Aelfi en anderegeßieht-, en isinP Heylige lant, daer hy de heydenen kloeckmoedigh beßreet, Ridder gemaeckt. Na fijn doot ypas Edmond Jijn foon de vierde Heer Van Heufden, die Hildegonde, dochter van de Graef van Z.eyn, ten hu-ytelijck nam , daer hy fijn foon Ioan by ycon, en overleedinP jaer cji^. Ioan ytierd de vijfde Heer Van Heufden , die oock in P heyligh lant tegen dquot;ongeloovigen geßreden heeft, en tot fijngefellin had Margareta , dochter Van de Graef van Los , daer uyt hy Robrecht voortbracht-, enontfliepinPjaer^jó. Nahem volghde de gemelde Robrecht, en'Stgt;as de feße Heer Van Heujden, die in dPcht verfaemde met de dochter Van de Graef Van Sparegem , die hem Boudeyoijn baerde : hy Hollant. |
florf inP jaer nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;', en fijn foon BoudeVefn vo'ghdehem, en quot;ye^as de fevende Heer van Heujden. Laet ons veort-gaen tot de nakomelingen. Ioan de II Van Heifden overiced in p jaer 107^, Robrecht de IN Van Heufdtn isin’t jaer 1092 ontllapen. Boude'Srijn de II Van Heufden hcelt de llerflijck-heytin’t jaer iiio afgeleyt. Ioan 111 Van Heujden llorf in’t jaer 113 y. IKilhelm Van Heufden heeft in ’t jaer 1153 ^t leven met de doodt verwifielt. Arnold van Heufden, broeder van Wilhelm , die Ibnder kinderen overleed , is in’t jaer iió8 ge-fiorven. Ioan de IV nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;betaelde in’t jaer 1192 d’algemeene Icliult der nature. Robrecht de V van Heufden Iclieyde uyt het leven in’t jaer 1202. Ioan de V Van Heufden ontfiiep in ’t j aer 12 3 y. Ioan de NI van Heufden is in ’t jaer 1279 getuR. Ioan de Nii vanHeufden, die mede in de t’fa-menlpanning tegen Graef Floris de vijfde was, fiorfin ’t jaer 1303. Ioan de VIII Van Heufden heeft de Ichult der nature in’t jaer 1318 betaelt. Ioan de IK van Heufden fiorf in’t jaer 1334^ fonder kinderen. Dele , door het aendrijven van den Heer van Kranendonck en Ioan Ais-liant, heeft Heulden en haer [rebiedt aen Her-togh loan van Brabant verkoft. De Graef van Safienburgh , die Sophia, d’eenige dochter van de Heer van Heulden ten huwelijck had,was hier over leer misnoeght -, maer hy kon by den Her-togh van Brabant niets verwerven : dies voeghde hy fich by Willem de Goede, Graef\'an Hollant, en heeft hem al fijn recht op ’t geheele lant van Heulden verkoft. 1 Hier over is een Iware oorlogh tufichen de Hollanders en Brabanders gerelen Tïnig Off! de want d’eerfie pooghden de ftadt te vermeefl:e-f^‘^* ren , en d’andere tc behouden. Renerus Snoyus befclirijft dele hifiorie feer naerfiigh in fijn âcht-fie boeck. De Graef Van Vlacnderen, leght hy, Ver-kondight dloorlogh aen den Hertogh Van Brabant, de yeelc-ke dPnJe heeft nageVolght, op hope ,P ycelck oock gejchie-de, Van Heujden te Verkrijgen ; ye ant niemant cn fal loochenen dat deßadt met de dependentien niet en Jjngeyreefi een leen des Graven van Kleef en Tciflerbant ,Jlreckende door Zuydt-Hollant en andere quartieren. iKantalsPr eertijts een tyrißgerefen yeas Van de gemelde Heerlijck-heyt van Heufden, tujfchen den Hertogh van Brabant en loan van Heujden, den Hertogh Van Brabant is nederge-drucktgeyaeeß, om dat de Graef van Kleef te verre yoas, dat hy Van hem byftandtfoude können begeeren. Daerom heeft de Heer van Heufden hem begeven tot betrouyren en in bejeherming van de Graef van Hollant, die defen Heer Voornam te bejehutten tegen Brabant. En defe overleden fijnde Jonder kinders, fijn Jußer Sophia Gravin van Saf-fenburgh Heft de Heerlijckheyt geerft ; en als Jy de macht niet en had in P beft Vanhaer erfgoet te treden door P vermogen des Hertoghs van Brabant, die de befetting Van P Slot met geit omkocht en Verblinde, heeftJy aen de Graef Van Hollant om een jekerfomme haer recht verkoft ; hoe-yteldat de Hertogh in P befit der fladt ytas, tot dat Philips Koning Van Vranekrijek, de faken nu alberoert fijnde, ij V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;heeft |
4
JiniQnr^
■■CJWJjj,
'ioîkÂ,Jà.^_jijjijijjj,jj,a,„.,
-irüWÜUUJluni,
fTi^imiiiMij_
- - »iiiiijiniiiiji^ii,
ü*
0. ft^— JL'gt;ÜÜJtWiiO,
Q
--■'O.o/^ ült;Uj^j
’’*))hLiwi’ugt;t)',
jl .nn
----- lt;)jji'-my)mym»_
•-0..z/illl_jllUUhJJJiU(llMUJH2 ..3...^ n
-^- -an.Q
..^j^ nbsp;’-■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j)„i
—-^UÜjjH,^
-^iHjiJimi____„5
A.(L.,:.-a,-..
’«■0,0
3 x7®J3i__UJJUWu - .
-,Gi...
•Al^'
a (i.ii.
'gt;^lt;/lll|ijJJI»lijp|41lt;
lUtiJUnum»! _.c
li 'IktT
\wneroititn
. Ji£, ^êtrJe^ . -firtm/i- SCerck . t'l^eAs-linjr.'s
OuJ^. Jiatttutn Jtuy^
Jfi^s G-^Ïh^'s }■ JCft^^t'huy.t S JGoftJs ZTucJtt-Jif^s
jû ■ 'fnarcJit-
JJ . Ûi(^ Heater^serb-
J3 ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;îtolvgt;j^fc]ç.
■ Qroi^ïi,
JS ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ioJuf.
j6 ■ aJ^ortt- iotw .
JJJ ■ ^uÿdt JfcJxv.
J3, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
iio ■
zt, gt;nbsp;ICeJaitte.
xg. SÎ^'eUe^t*û.
»ƒ. 'Rai -nttuUn.
Ingenomen. Kaßecl. heefi aengenomen de partyen met een quot;Verdragh door hn-yitelijcken te yereenigen. Dat Wilhelm Dan OoßerDant, Jone Dan Graef Willem Dan Hollant fonde ten hitsrelijck nemen Ioanna dochter Dan de Plertogh Dan Brabant : Lo-de-^ijck Dan Hale foon Dan de Graef Dan Vlaendcren d'ander dochter; en Repnolt, Hertogh DanGelderlant hoeyoel hy fich Dyant Dan den Hertogh Dan Brabant Der-klaert had de derde. De briiyloften fjn gehouden, en de Hertogh Dan Brabant font af al ^t recht, ^t Dcelck hy op de fladt en ’t lant Dan Heufden etyfchte. Hier uyt is een gemeen Jpreeckquot;Dcort gerefen, datyty tegen eerlijcke gieri-gacrts gebruycken : Hyfpeelty als Hachelen mijn, Heufden dijn. Dus verre Snojus. Omtrent het jaer m ccc i i i heeft loan, Hertogh van Brabant, Heufden ingenomen. In ’t jaer m ccc xxxviiiis hier eencollegie van vijf Canonicken door Machtelt, weduwe van Herbarnus Riedius, gefticht. loan, Hertogh van Brabant, heeft in ’t jaer M ccc XL het Slot van Heulden,met eenen frae-jen en ftercken toren verciert, doen bouwen. |
Als de Gelderlchen met de Hollanders, in ’t jaer m cccc vi i, om ’t befit van Gorcum in twill waren, rees tuflchen hen een fwarenoorlogh. De Gelderlchen beroofden en verbranden Heek-huylèn by Heulden gelegen. Als loan van Kroo-nenburgh, Gouverneur vanHeufden, dat gewacr wierd, verfaemde hy een goet getal onverfacgh-de krijghslieden ; en viel, onder de gunll van een duyllere nacht, met een groot getier op’t leger der Gelderlchen j welcke door d’onverwach-te aenval foo verlchrickt wierden , dat ly niet dachten , dan om fich door de vlucht te bevrijden : vele van hen verdroncken in de Male ; en, dat het wonderlijcklle en der gedachtenis waer-digh is, die van Heulden namen meer van hare vyanden gevangen , dan ly lelf llerck waren. Godfchalcus Stee^richius, een geleert man , en vermaert Philolooph en Hifiory-lchrijver , is te Heulden geboren. Hy was een dilcipel oft leerling van Viólor Gilelinus en heeft geleerde Aen-merckingen op Apulejus , Arnobius en Vegetius gelchreven. Dele lladt leght aen een water,dat uyt de Maes Gelegenheit rontom de Hemertlche Waert en weder in de lèlve rivier loopt ; en is nu voor een van de llerck-lle plaetlèn der vereenighde Nederlanden vermaert en geacht : want ly is met dubbele graften , vele bolwercken , halve manen en hoorn-wercken omringt en verlbrght. Het Slot oft kalleel leght dicht aen de wallen, en is een ta-melijck fraey en llerck gebouw. |
Eertrvydenbergh is een leer oude ftadt 5 en heeft haer naem van Geertruyd, dochter van 'Pipijn van Landen, hof-l meeher des Könincks van Vranckrijck. Defe edele Maeght, die in ’t jaer lès hondert vier- en-ïèftigh overleden is, heeft in dit geweft gewoont en vermaert geweeft, gelijck genoeghfaem blijckt uyt een oude brief van Hilïêwijd, Gravin van Strye by Dordrecht, in’t jaer d ccc xcix in d’Abdy van Thoorn by Waerd in de Kempen gegeven. De woorden voeght te worden: lek heb gebracht aen de Doorfeyde kereke mijn erfgoet, ycelck den heerdjeken KoningZuendebolchus hadde eertijts gege'rgt;en in mijn lant ^an Stryen^aen die kerek diegeheyliget is ter eer en ~ran de Maget Maria , den Bergh des Oevers, daer de heyligeGeertruyt heeftlichamclijck verkeert, ende heeft een kapeile geheyliget quot;Tpan den heyligen Amandus, de ßede Baerle, met den autaer 'van my opgerecht ter eeren ygt;an den heyligen Belijder Bemigius, het kafleel Sprundel^-heim met al het gene hem toebehoort, gelijck hetßaet op de nYiere Merbata. Maer wat is hier Bergh des Oe'ï’ers te feggen ? Om dit te verftaen, moet men weten , dat het woort Bergh in d’oude Nederlantfche tael een oever , haven , oft een welgelegen legh-plaets voor de ïchepen betekende : dit blijckt nu noch in ’t woort bergen, dat lbo veel is als bewaren en belchermen tegen eenigli uytwendigh gewelt. Bergh wort het Brfgoet der jelygt;e uytigt;erkoren Maget in de brieven van Keylèr Otto de tweede ge-noemt, als uyt het volgende te fien is : In een dorp der Schelde, in de ßede ytan Bergen met drie eylanden, Spränge Waterange, Steninge met de kereke en tolhuys, in de contreye quot;tan Stryen, in het Eï£~ goet der lèlve uytverkoren Maget, den Bergh met d^aenhangfelen Tremella tegen'^oordigh Drumelen, Stur-nahem en al de ygt;ijfcherye aen de Mafe j Sec. . In’t jaer m ccc xxi is het Slot oft kafteel ' nbsp;nbsp;van Geertruydenbergh, ’t wclck ledert door een Kafteleyn befliert is,van de grontaf opgebouwt. , Als loan van Beyeren en Vrou lacoba, in’t insçnomcn. jaer M cccc xx,inoorlogh waren, is dele ge-heele ftadt met de kerek verbrant. De Chro-nijeken oft laerboecken verhalen’t lèlve ongeval op de volgende wijle. Diderjick van Merewede , Baljuw van Zuyt Hollant , regeerde toen het kalieel van Geertruydenbergh, en vermaende de burgers, dat ly haer voor die van Dordrecht, welcke de ftadt pooghden in te nemen^., louden wachten ; want ly loan van Beyeren toe-gedaen waren. Daer na quamen de Dortenatrs met krijghsvolck voor de ftadt, die ly opeylch-ten ; de onvoorlichtige burgers gavenlè over ; maer Diderick van Merewede vertrock lieh in ’t kafteel, dat hy met groote dapperheyt tegen ’t gewelt der beleggers belchermde ; want hy Ibnd vuerpijlen in de ftadt, waer door ly gantlch verbrande : doch eyndelijck was hy evenwel Hollant» |
hen uytgeicyt wierden, als ly naer Henegou-reyfden ; en in ’t weerkeeren wederom ont- genootlaeckt het Slot, behoudende lijf en goet, over te geven. loan van Naeldwijck bevocht, in’t jaer M cccc Lxxxix, met een grooten hoop Ibl-datendeleplaetlè, diehy terftont innam, om dat licll niemant teeren hem ftelde : doch on- O langs daer na heeft hy haer weder verlaten. In ’t jaer m d l x x i i i is ly van Poyet, die Schande-van Prins Willem van Oranje daer gelbnden was, vermeeftert,en de beletting meeft dootgellagen. Seftien jaeren daer na is ly door de loldaten, die haer bewaren louden, aen de Prins van Parma verkoft, gelijck wy terftont in de belchrij ving van haer belegh wat breeder ftillen aenwijlen. Geertruydenbergh leght aen de Male oft byna Gciegen-op ’t eynde van ’t breet water , dat men oock de Biesbolch noemt; ’twelck deRhijn en Male, door’t inbreken oft weghlpoelen der dijeken, in’t jaer m cccc xxi , hier over de verdronc-ke landen gemaeckt hebben, ’tls ledert vele jaren een eygendom van de Princen van Oranj e ge- Heeren. weeft. Sy is omtrent twee mijlen van Dordrecht, Heulden en Breda,aen de lij de van Brabant,gelegen ; doch door de wapenen der Graven van Hollant aen die Provintie gehecht. De Brabanders deden eertijts, alsGuicciardin lchrijft, hare Hertogen, als ly die aennamen , fweeren, datfe louden trachten Geertruydenbergh weder te krijgen ; gelijck de Hollanders aen hare Graven, om ’t felve te behouden : welcke oock tot hier toe van wen fangen en begroet. Sy is in goede welftant door de groote vif- Jt'elvaert. fchery van Steur, en Salm , doch inlonderheyt Elft, die hier omtrent in fulck een menighte is, dat’er op een dagh achtien duyfent gevangen lijn j die van hier, lbo verlch als gelbuten, elders gelbnden worden. Uyt Geertruydenbergh fijn gelproten Adriaen N. een Carthuylèr Monick, en Dodor Geleerde in de heylige Godtgeleertheyt, als Petrus Petræus iteden. in ’t tweede boeck van ’t leven der Carthulèrs lchrijft. Hy was feer geleert in de Letterkunft, en in groot aenfien om fijn goet leven. Oock heeft hy twee boecken van de Remedien der twee Fortuynen verftandelijck nae die tijdt,waer in de geleertheyt weynig geacht was,gelchrcvenj en bloeyde omtrent het jaer m cccc lxxi. Hicolaes Bufïis, Deken der Canonicken van’t Collegie te Hilvarenbeke , heeft uytgegeven de Uytgelelè manieren van Ipreken indeLatijn-Iche tael. Dewijl ick alle middelen aenwende, om de Lelèrs te vernoegen , heb ick raetlaem gedacht een nieuwe Aftekening deler ftadt, gelijck ly nu gefterekt is,hier by te voegen. Wantin delaetfte Nederlantlche oorlogen is ly door de vereenigh-de Staten, en Prins Willem van Oranje,die ly toe- sterc^^te behoorde, lbo wel verlbrght, datlè daer door, en om hare goede gelegenheyt aen de Biesbolch en de riviere Dunge, onder de fterckfte plaetlèn geacht is. Ick heb d’andere afbeelding deler ftadt oock niet willen weghnemen , om dat de ftraten ij X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en |
W o U D R en Iiuylèn cùer in vertoont worden. In defenieuwe kan men befpeuren , hoe de krijghs-wercken deler ftadt, door het byvoegen van eenige nieu- |
I C H E M. we Forten, niet wijdt van hier tot haer meerder verfekering gemaeckt, verandert en vele verbetert fijn. |
WOVDRICHEM.
’t Kaßeel, belegert en ingenomen, Heeren, OvDRiCHEM (gelijck men ineen oude brief dickmael gelchreven vind, en niet Worcum als ïy in ’t gemeen genoemt word, ) is de hooftftadt van ’t lant van Altena. Maer ditlant heeft fijn naem van een leer out kafteel, Altena geheeten, wiens oude en vervalle muren nu noch te fien fijn ; en wiert eertijts , milfchien om de menighte van ’t hout en boomen, Holtena en Oa» tena genoemt. In dit Slot fijn, in’tjaer m ccc xcv, de Edelen gevlucht, dieAleyda vanPoelgeeft,eenver-maerde vrou, dieHertogh Aelbrecht van Beye-ren vierigh beminde, gedoot hadden ,• ’t welck door ’t beftier van Willem van Ooftervant, Her-togh Aelbrechts outfte loon , foo vele fchrijven, gelchiet is.Om dele oorfaeck is dit kafteel van de gemélde Vorft fterek belegert, en met verdragh ingenomen j dies deê hy, tot een teeken van fijn overwinning, twee torens van’tfelve af breken. Dele ftadt en ’t lant van Altena, heeft, federt het jaer M c L, de Heeren van Hoorn, die daer na tot Graven fijn gemaeckt, toebehoort: doch was evenwel een leen der Graven van Kleef, Maer Wilhelm de Goede , Graef van Hollant, heeft d’Opper-heerlijckheyt defer plaetlè, in ’t jaer m ccc xxxii, van Diderick Graef van Kleef gekoft ; en federt is’t een leen der Graven van Hollant geweeft. Sy bleef een eygendom der Graven vanHoorn tot het jaer m d cj want toen heeft Vrou Walburgh ( eerft Weduwe van Philips van Montmorency, Graef vanHoorn, die in’t jaer m d lxviii, door’t bevel des Hertoghs van Alba onthooft is ; en daer na van Graef Adolf van Nienaer en Meurs , ) de Heer-lijckheyt van Altena en defe ftadt, ecn weynigh voor haer doot, aen de Heeren Staten van Hollant voor negentigh duylènt gulden verkoft : lbo datlê de gemelde- Staten ledert volkomelijck toebehoort. |
In’tjaer m cccc lx is Woudrichem met wallen en poorten gefterekt en omringt. lacob. Heer van Hoorn en Altena, heeft aen dele ftadt verfcheyde privilegiën en vryheden, in 11/punten begrepen , gegeven. De Hertogin Maria van Bourgondien heeft daer na met open brieven verklaert, dat haer ’t lèlve aenge-naem was , en die allbo beveftight. Omtrent het jaer m d xi hebben de Gelder- ^irr^cht, fchen by nacht de veften deler plaetlè met ladders beklommen, en, door d’onachtlame wacht der burgers, ingenomen, waer in ly de Graef van Hoorn gevangen kregen, die gedwongen wierd een groote fbmme gelts, om fich lèlf en fijne onderdanen te verloflen , aen hen te betalen. Sy is leer bequamelijck aen de Wael (weicke Gelegen-^ de flineke arm desRhijns is, die fich by Seltene-ken-Schans in twee deelt, ) in een vruchtbare landouwe , fchuyns over Gorcum, gelegen j en wort nu voor redelijck fterek gehouden. In ’t jaer m d lxxiv is ly van de Spaenichen, na drie aengebrachte ftormen, met verlies van lyo mannen,ingenomen : doch is daer na weder on-, der de heerichappy der Heeren Staten gekomen. |
’t H V Y S TE LOEVESTEYN.
en Worcum , daer de Macs en Wael in elckander vloeyen en fich vereenigen , gelegen. Hier van en van andere Hollantlclie Kafteelen en adelijc-ke Huyfèn füllen wy elders breeder Ipreken. |
In ’t j aer c I o i o l x x heeft Herman de Ruyter dit Huys met lift en ftoutheyt ingenomen. Hy, in een graeuwe Monixkap, met drie ande-DapperHjek gaftcu, gcracckt in ’t Slot, daer hy de Kafte-ombrengt, en fich meefter van maeckt, op hope van hulp, die hem de Graef van den Bergh belooft had j doch kon door ’t vriefen en hoogh water hem niet toegefonden worden. De Ruyter hiel evenwel moedt • en begon de plaets, met hulp van 14 mannen, te verftereken. Toen wierd Perea, eenSpaens Kapiteyn,.meteenighvolck derwaerts gelonden. Dees eylchte’t Slot op,maer kreegh een ftoute antwoort ; dies hy ’t grof gelehnt daer voor bracht. De Ruyter, het uyterftc getrooft, en brandende van kloeckmoedigheyt, roept fijn volck byeen, en ftort hen,met manhaftige woorden, fijn onverfaechtheyt in ; lbo datlè t’Iamen befluyten liever heldelijck in de wape-nen,dan op een Ichandigh Ichavot,te fterven. De befchermt; Spanjaerden , lbo veel tegen een , quamen met ladders over de graften ; en, terwijl die van binnen beefich fijn met de muer te belchermen, komen ly van d’andere fijde binnen, en dooden alles wat hun ontmoet. Toen was de Ruyter alleen belbrght,hoe hy fijn leven ten dierfte moght ver-koopen ; dies ftelt hy fich binnen de deur van een kamer fchrap, Iwaeyde een flaghiwaert met bey-de fijn handen, ftuytte alleen den aenval, en deê een vreeflijeke moort ; foo dat fijne vyanden over foo een ongemeene dapperheyt verwondert ftaen. Eyndelijck, door de menighte in ge-vaer, fteeckthy de brant in.een deel buskruyt, te voren op de vloer geftort,- en bracht fich lèft’by-ftanders en belpringers, gelijck om’t leven. |
DE BELEGERING
van
s. GEERTRVYDENBERGH,
door de wapenen der Vereenigîide Staten,
onder ’t beleyt van
PRINS MAVRITS VAN N A S S O V, Velt-heer van hare Legers, amp;c.
Stercl^e. Eertrvydenbergh leght, als wy in hare be-fchrijving breeder ver-haelt hebben , op filck een wijle aen de Oude Maes oft ’t Vlack, dat men oock de Biesbolch noemt, dat hare twee derdedcelen van’t water belpoclt worden.’t Is een kleyne ftadt, maer van groot belang. Sy is leer fterek, lbo dat menie voor onwinbaer acht ; want ly heeft breede graften, bolwercken en ftrijekweeren, die Prins Willem van Oranje , onlangs nae ’t vredeverdragh van Gent, heeft doen maken j dies is ly federt die tijdt een frontier oft grens-plaets van Hollant, en een lleutel enweghnaer Brabant geacht. In ’t jaer is88is l'ait ele he- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_ fettmg ver- (y van de befètting ( die tegen d’Overheyt op-ftonden , de burgery de wapenen afnamen , de paspoorten oft aficheydbrieven der Staten aen de galg hechten, en allerley moetwil bedreven) aen de Prins van Parma voor vijftien maenden föudy oft krijghs-loon verkoft : waer over ly van de Staten en Prins Maurits voor lchelmen en ver- raders verklaert wierden, en de naem van Kooplieden oft Berghverkoopers by een yder kregen. De Spaenfehen deden daer uyt groote lchade op de vaert tulTchen Hollant en Zeelant. De Staten van Hollant en Prins Manrits, over-gtngtver 't wegende hoe nodigh dat het was dele ftadt we-, derom in haer gebiedt te hebben, hielden in ’t begin van’t jaer m d xciii verlcheyde vergaderingen , om fich wel te beraden : maer de Staten van Vriellant begeerden , dat men Groningen lou aentaften , op datle oock eenige vrucht van de gemeene overwinningen in ’t bylonder louden genieten. Andere wilden, dat men de viótorien aen d’ooftfijde des Khijns lou vervolgen : doch die van Hollant konden dele voorhagen niet toeftaen ; maer drongen op ’t belegh datbeßo- deler ftadt : ’twelck eyndelijck , na veel over-te» , nbsp;nbsp;nbsp;leghs, belloten, en vroegh in de lente of’t voor- jaer begonnen wierd, om de Spaenlchen te voorkomen ; en alle fchanften en wereken, tot ver-ftereking van’tleger , gereette hebben, eerly met hunne krijglismacht in’t veld louden ver-fchijnen , cn ’t oelegh naerderen. en aenge- Prins Mautits quam den acht-en twintighften 3quot;” van Lente-maent met lijn leger voor defe ftadt, en belloot haer terftont aen alle lijden ; hy lèlf Hollandt, |
nam fijn quartier aen de weftfijde met de Regimenten van fijn jongfte broeder Hendrick Frederick, de Graef van Solms , Groenevelt en van Balfour. Graef Philips van Hohenlo legerde hem in ’t oofteynde in ’t dorp Raemfdonck, over de rivier Donge, met de Regimenten van Brederode, Lokeren, en andere. Sy belchan-ften fich terftont, en welènyder fijn plaets. De legerwercken voor Steenwijek waren lbo groot geweeft, dat men diergelijeke in den Ne- fferekte van derlandlchen noch Franlchen oorlogh niet ge-fien had : maer die van Geertruydenbergh waren noch foo veel grooter,als de Spaenlchen hier Ipoediger en machtiger konden-komen , om de plaets t’ontlètten. De geheele lantGjde wierd afgefchanft met ftrijekweeren en bolwercken, en op de voornaemfte plaetfen met volkom.enc be-fiote IchanlTen, wiens bolwercken lbo groot en fterek waren, datle een kartoulchoot konden wederftaen. In ’t midden vah de legergraften, die wijt en diepgenoegh wären, had men een dubbeld paelwerek, alle boven ftomp, en met yfere pinnen heilagen, gemaeckt. De wal bevrijde men met gelchut, en’t velt met dierge-onder water ftonden wierden droogh gemalen , en andere hooge velden,daer’t water den Spaenlchen hinderen kon , ondergefet j lbo dat men ’t water tot landt, en ’t landt tot water lcheen te maken. Aen de waterkant was ly met een halve maen van lchepen belloten, die alle vaft geanc-kert en met kabels aen elckander gebonden waren; dies men te water noch te lande eenige brieven oft iets anders in de ftadt kon brengen. De eerfte approche oft naerdering , om bedeckt aen Approchen. de graft te komen, wierd door den dijek begonnen , vermits het velt laegh, en in die tijdt van’t j aer te natter was : want de Ibldaten vonden geen aerde om fich te bedecken, en quamen,als ly be-gonden te graven, terftont met de Ichup in ’t water. Den leften dagh begon men met defe naerdering aen de contrelcharp te komen, maer een grooten ftorm en Ipringvloet vernielde alles. Den dijek, die met graven gelwackt was, brack door ; en een wachthuys met dertigh foldaten wierd door ’t hooge water van ’t leger afgelheden : de belegerde vielen daer op uyt, lloegen eenige doot, en namen Ibmmige gevangen ; en be-fchanften fich terftont buyten de ftadt, daer den dijek en contrelcharp te lamen quamen : wantly ii Ÿ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;waren |
ft a »a 0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. o 9».......ÿâ »3 40
I ’ el 1 tr Geijle aenioomei ƒ vanien. Grasse van
Q. ß.
OB 5 IDI O
geertrvydxnberg
C.onfe.cta- ai lUustr. 'Princ^
AVRITIO H AS S OVIO, e .virtnis OUDD. SELGIC.X. F0KDT.RArje.-, Anrio cIoIoxEv.
4ÿ.lt; 4 4ÿ 8 Ä.
»9 4
* s û ft
0. »dft ûftft
A'Ôô
®P-
lt;2-i
quot;quot;do-
•a
A? 879'8 4
341
998
.......osa 88
........8a4„
»•80 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»3,9^
”^930
A-aftofto
•««
\M£nrä^
................««)
»0 0
) ■ »8
^4
-»-1- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0»
9 0 10 «Oo
ScJsatu
. ■ . ..■■■•3 3 3- 3.5.
\8od
. quot;-4?”
’Jï
■•quot;■ -.A 'i.'i.
319 9-99
99 *99 L
lt;3gt;
» »9 99. A “«»4
. 1
31
»0
»-aa A
aa^ “a
819 30s
aa
a 9â
9
^9
a-
!» a,
’3
?«.r
4.q
AS ^2. a a «9 .....aa
'9 9 a
Aaÿu a£njlt;votnßn,ß^ ■■ l) Q Lyer vanJen.^ave^:^Ji\f^ gt;nbsp;van'AlaiJielr
«sgt; ta
K 4
4
■1
«...S’-?
■Ai
999
a» 9
ftut 'f ’S»’ iÿâ^k.te .4”’ *4 .•.»48,9' 1lt;1
•111
»49. .
g«a4 99.aa(i
, ...loOa
»113 ,1”
■4«1
., .0« nbsp;nbsp;nbsp;»3
«0 ,4« *0 1 / ___^8« 8o,«4Z k
a« ’■»
jQo «d »0
-ö -»« .ÖQ a •®.»19'S^
,» •» 9o9ÿ ., 4 a«! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.988
«I a »4 a9j)9
In'*® quot;
SJtans iyJen G. a 1 van. rHansvelts nbsp;nbsp;s
8 s av
IQ‘ Atom^alen-vtaereneje kJj^or lyn en^ was, en Jar Joo Jiir Jattnet. Jaer jeen hoe iujchen konje krÿ^en.
XO. Groote. Seiasts est. {(tôlier vast Jen. Grave van iljolienloe
zj .iß-eneki of een^laebs van retrasek.
' Jamp;er nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cf. jlßlfenlß att, .
Jo. Schafte ßt-ttr ^LanJtc ■fott^tSoï^jLt teota^ßnjjemt
J/ - OnJ^te titL Dro^ftPße itte 2e.
J^. ScJiofu 2aeft Cai^u^jftr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ujytt.
t£iyeL Quark anJer Tran^iÿs Vter. xS. 'Vlater nulen waer meJe, îr -iÿater wtaot
. Sa
0« ’oj^oj 48» ,Q,^ ^.^,□□0 oO »33 • quot;’a ■ a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;'”'■■■'’■
9 ^^^0 .«1’''''’ J..............’8 ......’'’,,.»000
Stians lÿ Alstnsveltÿetn, » a a a od . ftdo® Oa.........
.......9d
aoO •
59 .9 0 4
»
1 «1*
*4 4» 4
t I «üft.
3 I 5
«Û0 .
•*aa
88o8a®8«® «!»’
4.,.“ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;03.
3«
3«
„aa.i/X ■ .99^
939. 8 a
9 a 8
. 4 nbsp;nbsp;nbsp;,39.04.,
.»so.. ’--,40.9,. .0».....„P a
'fl O'S
cfr.”
ft,à. .... ..OOQ.,
19 9q
^«0000.
0 0 fl
90
X .?c3.f*o îj.^Sîù ft Afl f) .fj
...........r'
oóO'ö;
-»ûo.?2P
r‘ ■
I .*« 4(1..,3» nbsp;nbsp;4
0 „ ‘ 4.1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. '
■0 0^ on ., ...0
«a a»
4Q9
.,..on. ..
gJH.'OO ..
•O 4 , „o p'
lao ''5»« quot;0 9 3.0
■''quot; .. SL
■ 11
.n„o9gt;’ -
O3) gt;lt;g
0 0«
• 0
^aft- vanieai. Gr. -vin. J/ohtitle
îL4-
'.»a
■ Og
Jlwttuke.-LtnJt
H'O’ -edvo
-quot;-FöTT
S^.Geertnç^-denberg-^
«« «»% ’1
’° nbsp;nbsp;'’a®«®
ofi *
41 nbsp;nbsp;nbsp;.11
la «« •«.“a
19 1
aVi •
4 «4 ■
9.
^8
98 4
'49'
,14
a 4488
• 0«
a
’ ®Xlt;8
.oft
.4
19 4
-»a ™
4 !»
'■ quot;44 1 ^4^^
.4 '
««a i
«8 *8
1 quot;^’ 38
® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'Jrenclte tn IBiterye
ten. loeohte^
»4
obo a“»..» .“8-, ...8 9.9^ .9949 .ojS ■quot;......n -Oi'nâl
.......■.»“•■’a,., M...
loOaO ■ quot;QO
9Û crn , ..
.lt;'0 aOï
»300
tiOa
..3Ö
03
’.«Onr» . 9 sdo
-Û.OO
0 3’ Ö Oii
'JaaO:
...nOn. . ,0..
........S 0 ÛQ...'.
0 oQ
„.0909 .......^“»a
..,.411, . ........33. |
'00 OU. aÛQ |
±9. ,..oû |
0 Qft.....,,0Q fc ÛO.........0 |
Jpi .ft ,a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aft .•
......i«,quot; ...... 800
«91 gt;0
'OO.....3o. 0 8
400
• OOft
,”;s quot;
•.9........öa,.
43333 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3
3 J 94gt;...QP ; .
. .0!^
J^ o Ze^filiÊ. eifir nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n^foches.
JS. O(fftß^s~Sjj^ßfir tet nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van2e.
anZßfß nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Schicen'.
J^. Su fißutß Jhukutr 2uf nbsp;nbsp;nbsp;yanJi-jtiiJt.
yuL kft^t yef/cJfoßtuL.
-ZÄ. SßH. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tißf22ß-yßßfcka
2ûirùn2t yßßr JJ-ßnchc..
do.
.. .
»39 , ü03 oO
4aa ofla ■■ , 1
49
^e.Aclv^ latul^
L .. «6 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ ' nbsp;nbsp;nbsp;— - -
-,a
s. GEERTRUYDENBERGHS BELEGE.
F-fn fihavs Çtwannen.
waren cloor ’ï vorige werck gewaerlcliuwt, waer men hen wilde aentaften j foo dat menie met groote moeyte weer van daer mocfl drijven. E-venwel was hier geen ander middel van te naer-deren, als door den dijck, die leer fmal en onvry was door cen bolwerck dat op d’anderen dijck längs de Donge lagh. De belegerde Ichoten dapper met groote Hucken in ’t leger , waer tegen men heb niet dan met Ichanskorven kon bedecken ; want het was niet mogclijck, behal-ven den dijck , iewers te graven.
Drie hondert treden van de ftadt hadden de belegerde een Schans aen de luydfijde, tulTchen
genbofeh te bekomen. Maer waer hy fich keerde , hy vond het Staten leger wel verfterekt j doch vermits den wijden omloop van’t lclve , wierden de Ibldaten, die maer 5000 waren , met waken afgemat, fi)o tegen Mansfelt als de ftadt. Hier door Ibnd men om meer volckuyt Vricl-
Overvloet in’/ leger door de krtjghs-tucht.
Onaetneen fchieten.
de Donge en een moeralfigh velt by den dijck, daer mee ly der Staten volck beletten te naerde-ren. Dies plante men gelchut op een eylant in de Donge tegen over de gemelde Schans , waer door ly haer, behoudens lijf en goet, overgaven. Daer na wierden twee bruggen by defe lchans geleyt, d’een op fchepen , d’ander op maften , om van Hohenloos quartier, leggende aen het ooften over de Donge, gemackelijck in dat van Prins Maurits te komen, om elckander in noot t’ontlètten : dele wegh was , om de kromten , wateren en moeraften, byna drie uren gaens. In beyde de quartieren waren vuerbakens , om tee-kensvan d’aenkomft der Spaenlchen te geven. Allerley eetwaren waren hier lbo overvloedigh en beter koop als in eenige ftadt : ’t welck de goede krijghstucht veroorlaeckte, die hier lbo trelfelijck onderhouden wierd , dat de koeyen onbelchadight tulTchen de Ibldaten in de weyde gingen, en de huyslieden de melck in ’t leger on-verhindert verkoften. Daer was Iblckeenme-nighte van allerley grof gelchut, lbo tegen de ftadt als tegen d’aenkomft der Spaenlchen van buyten,dat ’er, nae’t overgaen der ftadt, door’t gedurigh lchieten op de lèlve, naeulijcks vier on-belchadighde huylèn waren Het lchoon paleys, ’t welck de Prins van Oranje daer in gebouwt had, bleef niet onbelchadight : lèlf’t meefte ge-fchut der belegerden was met lchieten onge-bruyckelijck gemaeckt. Tegen het noorder-bol-werek ftonden les houte kartouwen, daer de be-
laut, die vier vaendelen fonden , met belofte van twee andere te laten volgen. De Graef van Mansfelt bleef Ibl leggen, fonder iets voor te nemen ; ’tlcheenofhy meende dat Prins Maurits fonder flaen Ibu aftrecken : doch als hem dit mi-fte, en dat hy een leger, Ifercker als vele Heden , vond,was het te laet om elders een inval (daer de Staten in’t eerft leer voor vreelHen ) te doen ; want toen hy nu in ’t geficht der fladt was , Ibu hy met aftrecken de belegerde al hunnen moede benomen hebben. Men vertelt, dat Prins Mau-
Mansfelt arbeyde ondertuftchen met alle vlijt, om lbo veel krijghsvolck te vergaderen als mo-gelijck was, tot ontlèt der ftadt. In delè tijdt Cfj/cW tuf^ eenigh gelèhil tulTchen Prins Maurits en Hohenlo : want de laetfte had een fterek Fort te
fchen de Frins en diohenlo.
Jliansfclt komt tot Ofitjit.
Raemsdonek gemaeckt ; maerde Prins vondt raetfaem ,dat men een ander, i yoo treden voor-der, in ’t velt Ibu leggen , om’t ontlèt niet lbo na aen de Ifadt te laten komen. Hier was Hohenlo dapper tegen j maer deVelt-heer gebruyckte fijn geiagh, en fijn meening wierd gcvolght : want men maeckte noch een Schans, die tot het eynd van ’t belegh verdedight wierd. Doch Mansfelt quam hier niet, maer aen de welffijde tegen het quartier van de Prins , daer hy fich met 14000 mannen te paert en te voet legerde, lbo wel van gelchut verfien, alsofhy een ftereke ftadt be-fchieten Ibu. Als hy tien dagen vertoeft had, de fterekte van ’t leger fagh, en gebreck van eetwaren kreegh, brack hy op, en keerde fich aen d’ooftfijdenaer de Langeftraet aen Hohenloos quartier, daer hy hoopte toevoer uyt ’s Harto«
een trompetter om lèkere laken aen hem Ibnd , waer hy tegens ley de : dat fijn Heer gedurigh in fijn wereken en belchanlfing bleef ; hy behoorde fich , als een jong enkloeckmoedigh krijghs-overfte , in’t velt te begeven , cn een gevecht met hem te wagen. De trompetter gaf hem een geeftige antwoord, leggende : SijnExcellentie 'ï^an NaJJbuis noch een jongheer , en quot;^enfcht oock een out /chimprede. krijghsman, als uyoe Excellentie is , te to or den.
In luny gelchiede een heeten aenval op Ho-henloos quartier, daer in de Spanjaerden od-spœnfihcn, tijdt de voorfte waren j twee van hare Capitey-nen, een Vaendrager, en 31 Ibldaten bleven op de plaets, en drie andere hooftmannen gewond. Honenlo kreegh twee Ichoten , d’een in’t dick van fij n been, d’ander een weynigh aen de buyck. Den Ridder Veer wierd oock geraeckt, maer weynigh gequetft. De volgende dagh quamen de Spaenlchen noch naerder, en verloren twee ftucken in ’t moeras. Den lèften luny liet Prins Maurits de ftadt opeylfchen ; de belegerden ant- i^ePadt woorden, hy Ibu lèlf met hen Ipotten, indien ly’t opgaven , daer’t ontlèt in haer geficht lagh. Mansfelt deê groote naerftigheyt, om boden in de ftadt te krijgen, maer kon’t lèlve niet te weegh brengen.
Prins Maurits won ondertulTchen de bedeckte wegh op de buytenkant van de graft, die hy pooghde droogh te maken , bracht galeryen door de graften, en quam aen de bolwercken. Den 14 luly hebben de hooftliedenHaen, Beve-ry en Kalf het noorder-bolwerck met ftormen verovert, door ’t behulp van een biesbrug, die men des nachts over de graft geleyt had. Dit maeckte lulck een moedeloosheyt in de ftadt, datfe rerftont verlbchten te handelen ; ’t welck gelchiede. Sy verdroegen , datlè alleen met hun fijdtgeweerlbudenuyttrecken j doch Prins Maurits lchonck hen, uyt enckele beleeftheyt, het volle gewcer,en ontfing alleen hare lèftien vaeri-delen. Over de 600 gelbnde Ibldaten trocken uyt de ftadt; waer in men vond omtrent 4000 pont kruyt , en lbo veel voorraet van koren, datlè noch geen roggenbroot wilden eten , mits ly tarwe genoegh hadden. Dus is delè ftereke en onwinbaer geachte ftadt in drie maenden, in’t geficht van Mansfelt en fijn leger, verovert, en weder aen Hollant, en den Staet der vereenigh-de Nederlanden gevoeght.
Ondt Naerden t/erivoeft.
Lof van dapperhejt.
Trivilegicn.
Kercki
Gunfîen
•van hare Heeren.
In’t jacr 1461 hcefc Karel van Bourgondien brieven aen defe ftadt vergunt, dat hy liaer, noch geheel Goylant, nooit van Hollant/oude affcheyden.
Als die van Utrecht een groote overwinning op de Hollanders in het jaer 1481 verworven hadden , hebben lÿ gepooght dele ftadt met lift in te nemen, ’t wclck hen geluchte : want lÿIon- genomen en den ’s morgens vroegh voor de poorten vele lol-daten in vrouwe kleederen, die, met korven in de hant, veynfden haer goet te willen verknopen. Als de poorten open waren j quamen ly in de ftadt, ftoegen eenige doot, en gaven een teec-ken aen de gene die buyten verborgen waren. Vijftigh burgers bleven op de plaets, en de ftadt wierdt geplondert ; doch als d’innemers geen meer hulp kregen, begonnen ly te vreelên ,• dies ly befloten de ftadt uyt te plonderen, in brant te fteken, en te verlaten. Het brantftichten kochten de burgers af. Maer in ’t lèlve jaer hebben deNaerders , met de macht van hare bontgenoten, ’tlandt van Utrecht ingenomen , ende ftereke kafteelen vanEmmenefle enWeftbroeck tot den gront toe afgebroken, en in een ftagh omtrent lyoo van hare vyanden gedoot. Van den buyt, die ly rijekelijek verkregen , lieten ly een toren maken, waer aen ly, tot eeuwige ■ gedachtenis van hare overwinning , dele twee woorden ftelden : Swyght Utrecht.
In’t jaer 148Ó is by na degantlche ftadt door 'Brant. een fchielijeke brant in d’alfche geleyt.
Naerden heeft een IchrickelijcKe ftagh in’t jaer Gruweißc^ 1572 , door Frederick van Toledo , ontfangen : want als ly hen,onlangs te voren,onder ’t gebied en andere van Prins Willem van Oranje begeven hadden. Schrijvers. heeft hy fijn leger voor dele ftadt gebracht. De Overheden fijn hem niet ontmoet, om vergiffenis te verloecken, ’t welck hem leer verbitterde : doch als ’t leger naerderde , londen ly hare gelanten, die hen louden verlchoonen, om datlè, door gebreck van belètting , met de Prins ver-eenight waren. Sy gaven fich over, en onthael-den de Spaenlchen met alle beleeftheyt in de ftadt. Maer d’Overfte belafte al de burgers in de kerek te komen, daer ly jammerlijk vermoort nbsp;nbsp;‘
wierden, Ibnder ellendige vrouwen en onnolèle kinderen te Iparen : want de moeders wierden, als vele lchrijven, met de luygelingen aen de borft, o groote gruwel ƒ doorfteken. De geleerde Lambertus Hortenfius , van wie wy hier na in de befchrijving van Montfort meer Ipreken , was toen Reólor deler ftadt, en wierdt in dele algemeene ellende, door de gunft van een Spaens jongman, Veldaniusgenaemt, dieeertijtslijn leerling geweeft had , lèlfgelpaert 5 doch, dat veel rampfaliger is, fijn loon voor lijn oogen omgebracht.
Henricus Antonides Ständer Linden, Doólor en Pro- Geleerde feftbr der Godtgeleertheyt in d’Academie te : Franeker j en fijn loon Antonius 'Vander Linden, : Medicijn t’Amfterdam , fijn beyde in dele ftadt , geboren 5 en füllen , om hare bylondere deugh-. den en geleertheyt, altijdt tot eer der lèlve leven.
A ERDEN is de hooft-ftadt van Goylandt oft 1 Goeylandt -, welck Bal- j juwlchap fijn naem ; heeft van Goedela, Abdis van’tkloofter t’Al-tena, alsBoxhornius en andere getuygen. Men heeft dele ftadt in’t jaer M C cc L beginnen te bouwen , gelijck uyt de brieven van Willem van Beyeren gcnoeghfaem blijekt j waer in men oock liet, dat men fpreeckt van een nieu Naerden te maken , na dat het eerfte , dat men nu ’t oude noemt, verbrant en verwoeft was. Dit oudt Naerden was aen de Zuyderzee gelegen, door wiens gewelt en inbreuck de fondamenten nu uytgelpoelt fijn ; foo dat het water daer over vloeyt : maer als ’t felve afloopt, ’t welck fomtijts gebeurt, liet men de tekenen en oude overblijflelen der ftraten , en inlbnderheyt der kereke. Doch wanneer oft van wie het verwoeft is, blijft onfeker : hoewel Ibmmige meenen, dat het loan van Arckel, Bilfchop van Utrecht, die in’t jaer mccc xlviii een feilen oorlogh tegen Willem van Beyeren voerde, in die tij dt ge-daen heeft ; maer ’t is meer feggen als bewijfen. Oudt Naerden is ’t lèlve , dat Naerdinc genoemt wordt inden brief van Gijsbrecht van Aemftel, in’t jaer 12^3 aen’t kloofter teRensburgh gegeven ; want daer leeft men : Gege'Ven in Naerdinc, in het jaer ons Heeren mccxxxtii, den tienden daghFe-bfuarii ; welcke briefin de belèhrijving vanWeelp terftont volgen lal. De oude Naerders hebben veel lof verworven, alslyfich, in’t jaer 1296, tot byftant en verlofling van Graef Floris de vijfde , die op hare aenkomft van Geeraert van Vel-lèn doorfteken wierd , dapper en kloeckmoc-digh toonden.
In ’t jaer m c c c l v , als dit nieu Naerden onlangs begonnen was, heeft Graef Willem van Beyeren nen met vele vryheden en voorrechten belèhoncken , om haer volckrijck te maken. In’t lèlve jaer beveftighde hy de ftapel der vif-lèherye , die hen door Graef Willem van Henegouwen gegeven was.
In’t jaer 1356 hebben die van Naerden een ftrijt gewonnen tegen die van Amersfoort. In ’t jaer 1380 heeft men begonnen de kerek te bouwen : en in ’t jaer 1403 kregen ly van Aelbrecht van Beyeren verlof om een nieuwe haven te maken. Vier jaren daer na gaf hen loan van Beyeren vryheyt van alle tollen en krijghs-tochten,
Hertogh Philips van Bourgondien heeft in ’t jaer 1459 ingeftelt, dat de Burgemcefters en Schepenen van Naerden yder jaertwaelf notabele Mannen uyt de voornaemfte der ftadt louden kie-lèn, om lorge te dragen , dat de ftadt geen hinder ontfing van de menighte der vreemden , die daer dagelijeks van alle lijden toevloeyden. In’t volgende jaer fijn de Nonnen derH. Maria van ’t kerekhof aen de zuydfijde der ftadt gebracht, als’t blijekt uyt de brieven van de Magiftraet. Hollant.
W E E s P.
Et is onfcker wanneer dat de-ie ftadt gebouwt is. Maer dit gaet vall , datfè byfondere Heeren gehadt heeft, gelijck een brief van Gijsbrecht van Aemhel, die Boxhornius uyt d’oude Regifters van ’t kloo-Rer teRensburghgefchreven heeft, getuyght, en hier volght : Aendc eem'aerdige 'Vronype in Chrifio E. Abdi£è en^ de A. [lifter ^hinden Heere GraDe Honne, ende aen het günftch Confient in Rinsbnrgh , G. Schiltknape quot;iDan Am-Jlel'e y Jaluyt y ende gebeden inden Heere^ Ghy fuit boeten , dat ypy quot;yoor aengenaem hebben y dat ghy tot gebe uyck der Ktrcke moet yferlofen de Goederen quot;nan Buc-kijcope y ende om aen die Goederen te renuncieren. Wy hebben quot;yan onfe fjde geflelt tot Buckifcope den toonder de-Jer tegenyeoordige brieyien, Heer M.enfo quot;yan Wefepe y ende füllen ygt;oorytelgedaen houden '‘t gene dat dieJelye quot;yan onftnt yoege fal doen op de 'yoorjeyde Goederen , als of fy quot;yan ons alfoo 'yerre als ghy fuit gelden ponden Hollant-fhe penningen om de yerlofsinge l^an die Goederen , ende TT)’ hebben yan onfent yoege geflelt den felye M. om de yoorfeyde penningen t'ontfangen y ende ghy fuit houden tot getuygeniffe de tegenyooordige Briefen, tot dat yny füllen aen die Goederenperfonelijck ■ypedergeflyt hebben in tegen-yeoordigheyt yan den Heere Graye yan Hollant. Gegeyen in Nardinc, in ’t jaer m cc xxxiii y den tienden dach yan Februari. |
De byfondere letteren betekenen E. Emefla, A. Ada, G. Geeraert, en M. Menfo. In d’oude placcaten oft bevelbrieven wort de- Oudenaem. le hadt meeft Wefle genoemt. In’t jaer mccclvi hebben die van Utrecht tuenden. Weelp verbrant en uytgeplondert. Als de Gelderlche , in’t jaer M D v , Utrecht belegerden , pooghden ly Naerden met krijghs-lift in te nemen, doch vergeefs : maer in ’t volgende j aer wierd fÿ door Hertogh Karel van Gel-derlant vermeeftert, die onlangs daer na op ïe-kere voorwaerden vertrock. Daer na is ly met een muer verfterckt. Sy is leer vermaert geworden door de brou- f'oornatmße weryen : want hier wort goet bier gebrouwen, en op vele plaetlèn , tot haer groot voordeel, verlbnden. Het is een aengenaem ftedeken, een halve ceiegtn-mijl van Muyden, en aen de Vecht, wiens wa- hey. ter haren rauer belj^oelt, in een vermakelijeke landouwe gelegen. |
M V Y D E N.
Su^arighe-dcn.
’t IJuys Muyde».
U YDE N leght een mijl van Naerden, enoock aen de Vecht, welcke daer midden door vloeyt, en niet wijdt van daer voorby ’tSlotin deZuyderzee. Syis met verlcheyde privilegiën en vry-
heden van Hertogh Aelbrecht van Beyeren , Graef van Hollant, in’t jaer duylènt vier bonder t en drie, begunftight.
Die van Utrecht hebben haer in ft jaer duy-lênt drie hondert en lès-en-vijftigh vernielt en verbrant. Als ly een weynigh verbetert was , heeftle , achtien jaren daer na , van de lèlve ge-lijcke Iwarigheyt geleden : en in ’t jaer duyfent vijf hondert vijf ontfing ly van de Gelderlche een gelijck lot als die van Weelj?.
Sy heeft een leer out Slot oft kafteel, in’t welck, in ’t jaer duylènt twee hondert les-en-ne-gentigh , Floris de vijfde , na dat hy van Geeraert van Vellen gevangen was, gebracht is: maer als de Naerders tot lijn ontlèt quamen, voerden ly hem af, om die t’ontmoeten. Doch als Vellen merekte, dat hy met de fijne tegen de lèlve te Iwack was, vloogh hy toe, en doodde de Graef met 2 2 wonden : hoewel andere léggen, dat hy op ’t kafteel omgebracht is.
Op dit Slot, dat men oock het Huys te Muyden noemt, woont gemeenlijck den Droft van
Muyden, die oock Baljuw van geheel Goylant, en Hooft-Officier der ftadt Weelp is. Voor weynigh jaren wierd dit aenfienlijck ampt bekleet by den Heer Pieter C. Hooft y Ridder der orde van S. Michiel, wiens edel vernuft en hooge geleert-heyt in de Hiftorien , Burgerlijeke wetenlchap en Poèly , lij ne uytgegeven Hiftorien van VranekrijekenNederlant, en lijne finrijekeGedichten genoeghlaem getuygen. Op wiens beeltenis de overgeeftige Vondel de volgende regelen rijmde :
Het brein y gefpitfl op ’t roer yan Staten te regeeren, Fn ’s ycerelts Oceaen met kloeckheit te brayeeren j Den geefl, die Tacituei en d’outfle Dichters tart, Befloot Hatuur in ’t Hooft , herboren uit Sandrart ; Die hooft- en halscieraet des Ridders heeft yergeten y DeDuitfche lattyoerkroony en Franfche Konings keten. ■ Na hem is in delè bediening gevolght Heer Gee- G. Btcker. raert Bicker , Soon van den Heer Andries Bicker, Heer van Engelenburgh, die tienmael ’t Burge-meefterlchap t’Amfterdam , verlcheyde Gelant-Ichappen aen groote Köningen buyten,en andere hooge ampten binnen Nederlant, bedient, en in d’eeuwige vrede , tulfchen Spanje en dever-eenighde Nederlanden,met onvermoeyden y ver gearbeyt heeft ; waer over alle inwoonders der lelve onophoudelijck aen hem verplicht fijn.
Begi». Kaßeel. Parochie-k^rck^ als of die van Diana af-quam. Doch andere meenen, datlè allbo na twee vrouwen j d’eene Lj end’ander lana geheeten,genoemt is ft welck oock niet feker is. De eerfte fondamenten fijn omtrent het jaer M cc xc , door Swederus, broeder van Ioan de derde , Heer van Kulenburgh, aen wie dit ge-weft als vader li jek erfgoet toequam, geleyt. Men leght, dat het kalleel , behalven andere gebouwen, in die tijdtgemaeckt is. Swederus is in ’t j aer m ccxciv in ecn flagh tegen de hey-denen by Bremen gebleven : hy had tot fijn gemalin de dochter van den Heer van Lede , daer hy twee Ionen , Gijsbrecht en Flendrick van Vianen, by won. In’t jaer M ccc xL heeft Swederus, Heer van E E R D A M heeft de naem van de riviere Ling en wordt lbo genoemt by verkorting van Linger dam. Maer de Ling wort dus geheeten van haer langte; waerom loannes Gerbrandi ftcyn was, tot een Parochie-kerek opgericht. noemt. Het is een leen der Heeren van Arckel j ’t welck Ioan de vierde , Heer van Arckel, in’t per duyfènt een hondert en vijftigh, aen fijn foon Folpart gegeven heeft : die , als men lèyt, feventien jaren daer na met fijn foon Pelgrom, van den Duyvel weghgevoert is. Na hare doot is dit landeken wederom acn de Heeren van Arc- Jlemn. kel gekomen. In’t jaer m cccc xcii is Frederick van Eg-mont, Ibon van Willem , tot d’eerfte Graef van Leerdam gemaeckt : want aïs loan van Egmont, omtrenthet jaer M cccc x , Moria, de dochter van loan van Arckel, ten huwelijck verkreegh, is defe ftadt aen fijn foon Willem en ’t gedacht van Egmont gekomen. Van welck edel buys ly, door huwelijck, aen d’aenfienlijckfte telgh van’t huys van Naftbu, die’t Prinsdom van Oranje befit , gehecht is : want als de gemelde Frederick , eerfte Graef van Leerdam , in’t jaer mdiii overleden was, is fijn Ibon Floris hem gevolght, die in’t jaer m d xxxix ftorf,en liet Maximiliaen totfiinnafaet : wiens eenige dochter en erfo;e-naem AnnavanEgmontin’tjaer m d li merPrins Willem van Oranje getrout is,by wie lÿ won Philips,na fijn vaders dootPrins vanOranje,en befit-ter van fijns Moeders Graefichappen Bueren en Leerdam. Als defein’t jaer m dcxviii overleden was , is hem fijn outfte broeder Maiirits, en daer na de jongfte Frederick Henrick gevolght; Hollant-. Tot een Graeffehaj) gemaeckt. Graven. |
Gijsbrecht van Vianen boude in ’t jaer m ccc Toren. Lxxii een frayen toren van de grontaf, by ’tkafteel, dateertijtsBatefteyn genaemt was, met het geit, ’t welck de lbon van de Graef van S. Paul, in ’t vorige jaer in ’t lant van Gulick gevangen , hem fchuldigh was. In ’t jaer m ccccviiiis Walraven van Bre-/ongffe derode , die daer na te Gorcum gedoot is, met Leonora , eenige dochter en erfgenaem van Henrick, Heer van Vianen en Ameide, getrout. Sedert die tijdt fijn delèHeerlijckheden acn’tgeflacht van Brederode , dat men ’t edelfte onder den Hollandtichen adel acht , gebleven : en heeft nu loan Wolphard van Brederode , Heere van Brederode , Vianen en Ameyde , en Velt-maerlchalck van de vereenighde Nederlanden , tot fijnen Heer. Vianen leght aen de flineke fijde van de Leek, twee mijlen van Schoonhoven , en in een aenge- hejt. name landtftreke , met veel geboomte, en een fraey kafteel verciert. Willem quot;Van Vianen, een trelfelijck Godtsgeleer-de , is in dele ftadt geboren. die haer fijneenigh Ibon Wilhelm , onlangs in’t jaer mdcl gefturven, en dele fijn eenige erf-genaem Willem Henrick, tegenwoordign Prins van Oranje, nagelaten heeft. Als ’er tulTchen de Gelderlche en Hollanders, omtrenthet jaer m cccc xcvi, cenoorlogli gerelen was, heeft den Heer van Yfiellleyn ver-Icheyde vyandtlijcke tochten in Gelderlandt ge-daen ; en daer nain een fiagh vele Nimmegers gedoot : waer over de Gelderlche Ibo vergrämt waren, datfe, om fich te wreken, de ftadt en het kafteel van Leerdam innamen ; uyt het welck ly bynadoor geheel Hollandt liepen om te ftroo-pen, en hare vyanden met vuer en fweert te ver- * nielen. Maer als Hertogh Albrecht van Saxen dit ge waer wierd, is hy met een ft ere k leger te Gorcum gekomen, en heeft Alperen en Heuc-kelum , by Leerdam gelegen, verfterekt, en wel met krijghsvolck belet ; oock onlangs daer na eenfterekkafteel by dele ftadt gemaeckt, om diehaer ’t uytloopen der Ibldaten te beletten : waer door de Gelderlche genootfaeckt fijnhaer, behou-dens lijf en goet, over te geven. Leerdam is een vermakelijck ftedeken , aen Geiegcn-^ de riviere Ling, een half mijl van Alperen en Heuckelum , en met de lèlve als op een drie- In’t jaer M d lxxix heeft Chiappin Vitelli, Marquis van Cetona , die de Koning van Spanje diende, met vijftien vaendelen Switièrs en an-dere, defe ftadt belegert, en haer lbo geweldigh belchoten, dat hy haer in kreegh, op voorwaer-den , dat de Ibldaten met hun goet en geweer Ibuden uyttrecken, en de burgers aen lijf en goec onbelchadight blijven. ij A a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A S P E- |
A s P E R E N.
Speren waseertijts een leen der Heeren van Arckel. Guido van Alperen, broeder van loan de tweede , Heer van Heuklum , is van de Vrielen, als men fclirijft,in’t jaer M ccc IL I V j by Staveren verflagen. Geleräe manen, Sijneenige dochter nam ten huwelijck Diderick van Polanen , by wie fy won Otto van Polanen, Heer van Alperen. De dochter van Otto, Alferadisgenoemt. Vrouw vanPo-lanen, heeft van loan van Langerack een dochter , Elburgh geheeten, ontfangen, die met Rutger van Boetlèlaer getrout is, en Alperen aen hem ten huwelijck gebracht heeft : maer dele is, in’t jaer m cccc lxi, in fijn Hot, door Arnolt Pick met een koegel gedoot, als de Chro-nijeken in de gelchiedenilTen van dat jaer breeder verhalen. Sedert is dele ftadt aen ’t gedacht van Boetlèlaer gebleven. Te Alperen, foo vele ick bemereken kan, fijn geboren |
Conradus en Iohannes Ottonls ygt;an Afperen, broeders , bcyde geleerde mannen, beyde Godtge-leerden en Meeflers der konften. Sy hebben te ’s Hartogenbolch in Brabant geleéft, en fijn al-daer in de hooft-kerek van S. Ian, met het volgebiedt, dat vnen de volgende 'Stoorden hier by 'ycege : CoNRADVS, Baccalaureus in de H. Theologie, heeft fes jaren in S. Pietersen een in S. Katarinaes-kerek Pa-ftoorge-yteefi. Jn’tjaer m d lxxi is hy Canonick^en in T jaer MD x c ii i Aerts-Priefler in defe Cathédrale kerek ytettigh en deughdelijck 'Verkoren. Maer niets is 'er gedurigh en eeuyeigh in de yceerelt. Als hy lx i x jaren out ytas, na dat hy een Godfyruchtigh tefllawent ge-maeckt, en een gefladigh inkomen quot;yoor tytee Theologanten te Leuven Iterordent had, is hy, totleet'soefen der Dromen, Door de yoeerelt geflorDen, om in den hemel te leDen, den SLN February, m D c ix. gende opfchrift, daer in haer leven in ’t kort vervat is, begraven : en iiare Ter eercn ygt;an de Derrefene Chrifius. Dii: is ’t graf-^ra-phrif- febift^an CoNRADVS en ÏOANNES VAN A S- . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;PEREN, yowtr» ’sgt;an OttOj Broeders y an nature,igt;ermaert l)an Priejïerdom, Canonißen, en Meeflerfchap in de kon~ fien j fraey 'yanfeden geleertheyt j en Godt’yruchtigheyt. De/e dingen ßjn niet genoegh tot haer lof. De deught die na de doodt leeft, en niet in 'tgraf gefloten kanyrorden, loANNES, Baccalaureus in de H. Theologie, Der-kreegh in ’t jaer m d c ii een Canonifye in defe ßadt, door een oDerDloedigen yDer tot de faligheyt der fielen. Ey heeft mede ’t Pafloorjehap Dan S, Pieters-kerek aengeno-men. Maer in ’t eerfle jaer fljner bediening Dan een fmet-telijeke fieckte geraeckt fjnde, heeft men hem , in fijn jonekheyt, xxix jaren out fjnde, onder de hemellin-gen beginnen te tellen. Dele lladt leght een half mijl vanHeuckelum, Gekyen-op de gemelde riviere Linge , welche lbo facht en lieflijck voorby haer loopt, datfe , als Guic-ciardin lchrijft, hier de Liefde genoemt wort. In ’t jaer m d x v i is ly van de Gelderfchen, £iie„de. indetijdtvan haren Hertogh Karel, metge-welt ingenomen, die daer gruwelijcke wreethe-denmet moorden en branden, felf in dekerc-ken, daer vrouwen en kinderen in gevlucht waren , bedreven. ChiappinVitelli heeft haer oock na Leerdam, ’t welck wy in de belchrijving van die ftadt ter-ftont verfiaelt hebben, voor de Koning van Spanje ingenomen. Doch fÿ is daer na quot;weder onder de Staten en hare bylbndere Heeren gekomen. |
H E V K
M.
Evkelvm heeft oock fijn begin uyt het huys van Arckel verkregen. Hare outheyt kan men befpeuren in ’t kafteel, ’t welck , als lommige feggen,in ’t j aer duy-lènt twee hondert gebouwt is. Otto van Arckel, jongfte loon van loan d’acht-fie , is in’t jaer m cclxxii d’eerfte Heer van Heeren. Heukclum gewordcu ; wiens nakomelingen ’t lèl-' ve tot in ’t jaer m d xcv belèten hebben : want de dochter en eenige erfgenaem van Otto van Arckel, in’t jaer mdlxvii overleden, is ongeil uwtgeftor ven waer door deheerlijekheyt van Eleukelum aen Elifabeth van Arckel, weduwe van den Heer van Caflres, gekomen is. Aiiseirijf Clironijcken melden, dat loan van Heu-van een kelum in ’t jaer m cccc lxi i geit liet fiaen , niet niet fijn eygen , ’t welck hy vermocht, maer, tegen alle recht en reden , met des Graven naem en oplchrift. Hertogh Philips van Bourgondien vermaende hem verlcheyde reylèn, dat hy lulcks foude nalaten -, maer hy bleef ongehoorlaem : dies is hy van den hoogen Raet van Hollant gebannen : doch onlangs daer na verkreegh hy vergiffenis. |
Sijn loon Otto, met hulp van Geeraert van Ku-lenburgh ,fijn oom, heeft met gewelt Heuckelum ingenomen, en fijn vader, die voor luick een on-heyl niet belbrght was , aen Kulenburgh gevan- ’ gen gelevcrt ; want het lcheen,dat Otto dele ftadt aen fijn oom verkoft had. Kulenburgh bracht terftont een goet getal Ibldaten in Heuckelum , die door geheel Elollant liepen om te rooven. loan van Charlois, Heer van Arckel, was hier o-ver leer vergrämt, en beval aen den Gouverneur van’tlant van Arckel,dat hy defe lladt, met hulp der burgers van Gorcum, innemen lou -, ’t welck gelchiede. Eyndelijck wiert ’er befloten, dat de dat geßraft Heer van Kulenburgh en Otto aen de gemelde Charlois dele plaetle louden overgeven ; en op dele wijle fijn vader en loon, om haer ongetrou-heyt, van hareHeerlijckheyt berooft. Doch Otto heeft daer na vergiffenis van fijn misdrijf, benevens de befitting van Heukelum , verworven. Het out Slot oft kallcel is nu t’eenemael ver-woelt en neergeworpen. Reginus, een goet Schrijver, noemt dele ftadt Hercules, en leyt, datlc omtrent het jaer mcc Naem. L XXX I V gebouwt is. Sy leght oock , als Leer-dam en Alperen, aen de Linge, een half mijl van heyt. Leerdam, en drie en een half van Schoonhoven. |
'Toreiz.
Slot.
Naeld-^ijck.
Ravesande is gelegen in ’t weft-lanat, twee mijlen van Delft, en foo veel van den Hage. Defe plaetfe is over vier hondert jaren een bewalde Stadt geweeft : cn had een haven die in de Mafe
liep , en ledert door den aenwas met flijek gelfopt is.
Dit is wel het hooghfle gewelf van Hollandt: want hier fehoone terwe waif , en vette weyden lijn : foo dat men hier uytermaten loete boter en wel-fmakende kalen maeckt, die omhaer goetheyt feergeprefen',ennadefe plaets genoemt worden. Hier is een hoogen toren, die den Schippers tot een baeck in zee dient, daer fy fomtijdts hare fchepen na Jftie-ren. Voor den jare cio cc l , aleer het Paleys in den Hage gebouwt was, hadden de oude ^Graven van Hollandt hier een Slot, daer fy des fomers henvermaeckren^ enoock fomtijdts op ’t huys Vogelefanck, dat eer-tijts buyten Haerlem gelfaen heeft. Als men de fondamenten van dit Slot omtrent het jaer cio lo xlvi met graven ontdeckte, wierden daer eenige oude en geelfige aerde vaetkens gevonden , die meer als cio cccc jaren oudt waren , en van de tijdt dat de Ro-meynen in dit landt woonden.
De gedachtenis van dit Paleys ofte Hof behout noch de Hof-laen^ en het Hof-landt, in ’s Gravefande feer wel bekent : en ’t huys , daer, voor den oorlogh, de Paft oor woonde, plach eertijdts de keucken te fijn van ’s Gra-ven-Hof, dat men ’s Gravefande noemt.
Niet verre van hier is d’oude Heerlijck-heydt van Naeldwijck en Honfelaerdijck, hebbende een feer groot , oudt en fterek Slot, daer eertijts d’oude Heeren van Naeldwijck plegen te woon en , welcke van ouden tijden erflijck Maerfchalcken van de Graven van Hollandt waren, en als opperfte Stalmee-fters gefach hadden over de paerden. Heer Willem van Naeldwijck, Ridder, die in ’t jaer CIO ccc XLV in den ftrijdt te Staveren in Vrieftandt mede doot bleef, heeft hier, omtrent het jaer cio ccc vi 11 , een Collegie van dertien Canonicken gefticht.
Omtrent ’s Gravefande, by het dorp Mon-
fter, is eertijdts geweeft het huys te Polanen, Polanen. daer de Heeren van Polanen op woonden , welcke Monfter mede toebehoorde, en plach te ftaen daer nu de hoeve van Polanen leght, en werdt (gelijck de Chronijeke van Hollandt vermeit) van die van Delft,in ’t jaer cio ccc LI X , met meer andere Sloten verbrant.
Dan het landt of het inkomen behoort toe den huyfe van Nalfou, federt het jaer cio cccc IV , en nu fijn Hoogheydt den Prince van Oranje , Grave van Naft'ou ; Soon van Prins Willem , en Neef van de groote Fredrick Henrick, Princen van Oranje, óCc.
Niet verre van hier is Wateringe, daer eertijts over drie hondert jaren een Slot plach te ftaen, toebehoorende byfondere Heeren, die haren toe-naem daer af namen , als is ge-weeft,Heer Geeraert van deWaterin2,RidäeL* en Kapiteyn van Staveren in Ooft-Vrieftandt in ’t jaer c13 cc xc IX. Dcfe won lan van de Wateringe, die in’t jaer cio ccc xlviii leefde, en was gehuwt met een Dochter van den Heer van Waftenaer,daer hy twee fonen by had : den jongften. Heer Geeraert van de Wateringe, werdt in’t jaer cio ccc lviii van den dollen Willem van Beyeren , Graef van Hollant, in fijn raferny dootgeftagen, en den oLidtften Heer Willem van de Waterin-ge,Ridder, overleedt in ’t jaer ci o c c c lx i v, en had tot gemalin Vrou Joanna van Teyfingen, die het Slot van Teyfingen , door gunft des Graefs van Hollandt voor haer leven befat : hy liet achter Heer Aelbrecht van de Wateringe , Ridder , die fterf in ’t jaer ci3 ccc Lxxxvii;cn wan een Dochter, Vrou Willemijna van de Wateringe,die tot gemael had Heer Gcraert van Egmont,Cafteleyn van Staveren : hy fterf in ’t jaer ci o c c c x c v111, nalatende een dochter. Vrouwe Willemijna van Egmondt, Vrouwe te Wateringe,die tot Antwerpen , oudt lijnde negentigh jaren , in ’tjaer cio cccc lxXxii overleed, en had tot haren Echtgenoot Heer Willem van Naeldwijck, die in’t jaer cio ccccxliv ftorf : haer foon, Heer Hendrick van Naeldwijck, dede omtrent het jaer CI3 cccc lxxx van’t Slot te Wateringe een Kloofter ftichten , voor Monicken van d ; Ciftercien Ordre, dat hy met renten begaefde ; ’t welck in de laetfte oorlogh; in’tjaer cio lo lxxiii , nevens vele andere, verwoeft is.
Hollandt.
ij B b
V L A E R-
f
-ocr page 238-
Laerdingen worde d’outfte van alle Hollant-fche Steden oft Vryheden geacht. In d’oude bevel-brieven wort fy meeft Fier-djjnc genoemt. Sy heeft haer naem van een waterloop , die foo geheeten was, waer van niets overigh is, dan een enckel gewagh in de brieven van Egmont. Men feydt, datfe eertijdts de ftcrckfte ftadt van Hollandt was. Hoort Lambertus Schafnaburgenfis , in’tjaer clo X Lvi I , daer van fpreken. Fde IC^Jer pFen-rick i feyc hy, heeft een krij^hs-hetr te ^^ater door den Rhîjn in Vrieflandi gebracht, tegen Godefrtdiis en ßjn hulper Uiederijek t en heeft daer t^vuee nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;stercke steden, Rinesbvrch en Fleerdingen, in-genomen, wil men klaerder ? Hier komt noch by , dat Contradus, in fijn fchriften , Diederick de vierde, Graef van Hollant, uyt-druckelijck Oi^arck-Gra^ve 'van Flaerdingen noemt. Die meer van dit getuygenis begeert te weten, lefe Boxhornius in ’t eerfte capittel van fijn Tooneel van Hollandt , en lanus Doufa in ’t fefte boeck fijner Hollandtfche Gefchiedenifien. Godefridus, Monick van |
S. Pantaleon, en tijdt-genoot van Willem d’eerfte, getuygt dat de felve Graef, in ’t jaer M cc XVII , uyt de haven van Vlaerdingen met een groote vloot en fterek leger, naer ’t Heylige landt gevaren is. Hoort fijn woorden ; VFilhelm Grave van Plollandt, en Joris-Grave van Wiede, met andere Krujs-vaer-ders van Daytßandt, hegeerende te fcheep te reyfen naer'i Heyligh landt t fijn tot Fler-DINGE op de PFlafie, een van diedelfle rivieren des landts, vergadert. van Vlaerdingen is federt foo feer verandert, 'tegen-dat het nu maer een gering dorp is : want het is maer een kleyn deel van ’t oude , daer wy terftont van gefproken hebben. Sy is nu een dorp , die eertijts Trojen was ; en haer droe-ven or haren fchadeTijcken gebuer d’infwelgende Mafe,met fijn golven en vloeden,ontfangen. De laerboecken poogen ons te doen geloo-ven, dat wy van Vlaerdingen füllen verftaen. |
DELFS-HAVE, N.
Oor-Jprorg. Elfs-haven beduydt ey-gentlijck Haven der burgers van Helft. Aelbrecht van Beye-ren heeft, omtrent het jaer m cccc IV, aen die van Delft, om datfe hem kloeckelijck geholpen hadden , ’t vermogen gegeven , om een haven van Overfchic tot in de Maes te Icyden : en dit is d’eerfte oorfprong en begin defer plaetfe. In ’t jaer m cccc lxxxvi i i fijn de ballingen van de Hoeckfche, onder ’t beleyt van Frans van Brederode, hier gekomen, hebben |
Rotterdam ingenomen ; en daer na Delfs- Verbrant. haven,met eenige haring-buyfen, verbrandt. Defe Vryheyt is met vele huyfen verciert, en bloeyt meeft door de fchipvaert. Sy heeft een feer bequame haven tot in de Mafc. Men fend van hier vele haring-buyfen in zce,welc-ke een byfondere haven hebben, ’t quot;Fuyffe-gat genoemt. Hier is een fraey Stadthuys en Kerck, niet wijt van elckander gebouwt. Sy is met drie ftereke dij eken aen de landtfijde verforgt, d’eerfte noemt men de Havendijekt de tweede de Zeedijck, en de derde die van t::Miatenes. |
E.
O E R E E , in een cylandt gelegen , is dus genaemt, om dat de fchepen, die de Mafe inge-loopen waren , hier een leer goede ree de , tuflehen Voorn en dit eylandt, hadden : want reeden beteeckent niet anders by d’oude Nederlanders, dan de fchepen tot de vaert wel te bereyden. |
Defe ftadt heeft eertijdts foo gebloeyt in TrffzL fchipvaert en koophandel, datfe van andere fteden benijdt wierd. Sy heeft nu veel van haer oude welftant verloren : want haer haven is geftopt, en daer beneven moet fy tegen ’t gewelt der zee worftelen. Als ick , feyt de geleerde Boxhornius, de papieren van ’t Kloofter te Rhensburg over-fagh, vond ick een plaets, daer van den Heer van Gouree gemelt wort ; of defe plaetfe daer door verftaen moet worden, derf ick niet verfekeren. Maer dit Goeree heeft eertijdts onder Zeelandt geweeft. |
gefteltdoor M. P. D. H.V. G. B. D. S.
ten de regeeringe van den lande een wey-nich in beteren ftaet wierde gebracht, ende dat in plaetfe, daer te voren alleenlij ck , nef- voor particuliere inwoonderen ; te meer alfoo fens de Ridderfchap en Edelen, ter dachvaert waeren befchreven geweeft de fes groote fteden, tot de regeeringe mede ingelaten fijn geworden verfcheyden andere fteden van Hol- Stadts en Statelijeke privilegiën van tijdt tot tijdt vereert, en van oudts by de Princen van den Lande, foo in laften als in voordeelen gcftelt, gerekent geweeft onder de belloten gerechticheden, foo wel als andere fteden,begifticht5 foodanich oock, als dat wanneer naer de troublen oft beroer-landt j ten felven tijde die van ’s Gravenhage van gelijeken diverfche reyfen ter dachvaert neffens d’andere fteden befchreven fijn geweeft , ende daer voor erkent : doch haere plaetfe door den overlaft en verdruckinge der Spanjaerdenfeer verdeftrueertgelaten lijnde en ontbloot, door ’tvertreck van de mee-ftc en machtichfte hacrer inwoonders, fijn tot fulcken onvermogentheyt gebracht geweeft, dat fy henfelven in haere voorfchreven gerechticheyt niet wel en konden mainteneren , nochte draegen de koften van de vergaderingen , die meeften tijdt alsdoen in andere fteden wierden gehouden j tot datfe in den jare 1585 tot eenen beteren ftant gekomen, wederom begoft fijn gekent te werden, volgens d’exprelfe refolutie van de Ed. Groot-Mog. Heeren Staten van Hollandt enWeft-Vrieflandt, Staets-gewijfe genomen op den 14 December delfelven jaers : gelijck dien-volgende vele jaeren lang, foo menichmael eenige confenten van gelt-mid delen over de fteden van Hollandt om te flaen gedragen moften werden, die van ’sGravenhage, benef-fens andre fteden,mede behoorlijk fijn befchreven geweeft ; als by de m ifliven van belchrij-vinae, onder anderen van den 2 o Oéfober O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J 158^, van den 2.3 lanuarii 1587, den 4 Fe- en plaetfe van allen tijden gefmeet fijn , en Hollandt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ii Cc nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;noch |
bruarii 1588, van den 17 lunii en 10 lulii delfelven jaers, en van den 10 Iriniiij^^. Waer op voorts van tijdt tot tijdt, foo in ver- Aenwas. grootinge en voorfpoet, als in fonderlinge vermeerderinge van burgers en inwoonders lijnde opgeklommen verre boven hare oude en vorige welftandt, contribueren althans in alle laften encontributieujtot defentie van de gemeene faceke,nevens de voornaemftc leden van de Regeringe. De 2ele2:enheyt en fituatie is, foo van , 'r ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, -in- Gele^en^ nature als by artihcie en door induitne van de Regenten, bynae incomparabel in pronek en vermaeck, lijnde binnen fijne grachten ende aerde wallen verciert ende betimmert met een feer groote menichte van huyfen ofte woonplaetfen , daer van een groot deel meer den grootften Adel van ’t landt aldaer hebben gehadt hare huyfingen, federt dat Graef Willem van Hollandt, de tweede van dien naem, Roomfch Koning geworden, en uyt Duyts-landt in Hollandt wedergekomen lijnde, in den jaere 114 8 in den Haege fij n hof doen bouwen , en de refidentie van de Princen, die te voren tot ’s Gravefande, Vlaerdingen , Hacr-Icm en Leyden geweeft was, in den Hage vaffc gefielt had. Noch heeft den Hage verfchey- schoon, den fpacieufe en opene plainen, tot cieraet en vermaeck met linden en andere boomen naer de konft beplant. Wederom buyten de duynen, die in een half uure de palTanten ge-leyden tot aen de groote zee , verfcheydene gegraven canaelen tot commoditeyt en cie-raet van de plaetfe , waer op en omtrent gelegen fijn magnifique huyfen van plaifance. In fomma, alles dat ofte tot vermaeck ofte tot verwondering dient, bevindt lieh daer en daer omtrent. In den Haege houden oock haere ordinarife vergaderingen niet alleen alle Hooge ende Souveraine Collégien van Hollandt,loo in Politie als luftitie , maer hebben oock hier haer aenfienelijckfte byeenkomften de Gedeputeerden van alle de Geünieerde Provinciën , met de tijtel van Staten Generael :in diervoe-gcn,dat binnen den ommetreck van defe ftadt |
îsaï
'■VJ
jllL
il
h-
■^3
Kgyw -WWl!
A i-Ll.
'KO
^lamp;i
3 th
C»
lt;à
^r' l'ffc
Ij
k
«5
1^
^ir
!S'
'JIW?'I i
I ik3b 'lt; gm^ n ^tu^A
gt;■ H'
/,
(.
JL3Jgt;
Id
[U'
»is
'^-^3
j^rn
nPTH J
TO
i-a-r
iSdt
1g|
If-
miîHs
lÊK^ï
irroen tnarckt
JT'
ili.
LîWBi
'n
J ’-/H.arckt 7
,C
eV
Wî fbW
saq;
y/et
•fî'
1^=^' if
Î0Â W
*»»
%al
_ptaets
ï.
;r
t*« 7} M~? *
^^m tK V'tüi-
4Sî*?'
■b »9 .sJl’W
7.Ä? nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0«*'
«aJ Q9Ö i9«di 9(iji
JàSêJ#
iO
■yf tjt tXk
C ■'C
X. f
r^r
kj t „i iJiJi
Is
bJ'
Kl 9
t 1 f
lt;?
9
quot;5 ' ii'‘ y L
WW
'Visrer
Tfiver
jßtnneti
'tW«
f ni!i^
ll'
Pïl
11l
'Voarliatikt
iaSfi.sÇv;*-Vî-'. agt;^'
iiSâ’ÎK nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2î
TS
161
A»
kquot;*
J ri
lÙLife^Al
;lhm,
Üffi
irv
k 1^X1^ inTû
lüklL
ïfh
\3Je
1^1 taiiîWï
L''quot;w»w^
W®Wh1
i 3»^ l
' Jâ’
lîi I i j 1 i -•■'1
fe 1 ,( Sf
Æ'pj«.:'
jW
ft h
i . CDe Graotel^rck .
a,. IZLioster IZerek..
3. Frea^ d^rck .
4. . £nge^ yKercK .
S • 't studt-îluÿs -
6 . dOe 'Ptf-marck.t ■ y, UeVlees — hal.
amp; . df. amp;eests yiuyjen. .
ÿ . de Oude FrouMierye . la , de 'yfïeUjiie £rouTi,erye 11. diet Schone Ouurtier .
ly. ‘^e. Lam^e. amp;riicfit
14.. yiet Oude . Jyn. yfao^tieyt . . 10 en. 211^-h nbsp;nbsp;:
Jÿnlûjo^ljeÿt .
2^an.
2^arL
i6. Un Doele-ns .
iJ. ’i: amp;^^-1)uys , 18. ï Otide. latine, en.
'Vrou.nfen. fiuys .
a.
i
Jloo^ straet .
Fy/en, striiek .
Veene. strœt .
'ii^a^en straet.. y/et achter om SchooL streust ■
-De, JPoote -j£a uJ:-straft .
gt;0
M4
•9
Id«
^»4’
kl/
*k?
J -i ♦
L J^'i '’quot;POrtf, :iic.. quot;
---^«‘T^FkAO
«1^
1^
quot;iQi'-iSirj I! A* A
KM
.gaaar
tir
SS.iw'î’iWrquot;«''’quot;
«»“4' 1^
i y .lt;* a
llt;!iV-'''quot;Tl
-T;n?v5
.-^^îlli^J \ ——al
gt;'6
«a -
L.î'
0'
3.3 a».
fel
'St£;rJs,{fÿ
mARlÆJ 3?Q.31s.a..8 B. ft l)SA.â
M k»
19 Q i»g !«9 «g
______9t
P* fl tl
»9
99 99
99 »1) ml
----9Q
_____?4
99 »9
.®o 99 99 99
J? ^9
^9 ^9 9 19 9 b(? 'og
'99
J9 .99 19 9
'«^59-2^ 9 9
t t
« «
9
« 9
9 9
9
i } }
9
9
P P ’î :*
noch dagclijeks voltrocken werden alle die grootmoedige deliberatien en dappere refolu-tien, die den Staetder Vrye Vereenichde Nederlanden, door Godts genadigen fegen, hebben gedaen en noch doen beftaen tegens alle vyanden. over he- nbsp;nbsp;nbsp;De Regenten van ’s Gravenhage waren in den. den jare m d c li de naervolgende : lonckcr Gjjtmtijn de F^^r,Bailj uw en Schout. Burgemeefters : DeHecren M'* Philips Doublet,Piccr van Groene velt , Mquot;’ PlendrickBoth njanderEem, Cornells Splinter, Schepenen : De Heeren Euuoudt Brand, lohan Smout, lohan ^an Woumd, M'’ lohan SaUingh, Thomas Cletfeher, M'' Wilhelm ^anderSDoes, Ploris Leenderts, Mquot;' Cornelis 'uan Soutelande, Penfionaris. Mquot;’ Gerard Grafavinckel, Secretaris. Gelegenheit. Groot-moedig-heyt der oude in-ivoon-ders. Ceylon-(iert. Noort-zec, een groote mijl van Delft, twee van Leyden, en drie van Rotterdam gelegen : het welcke, niet door de heerlijeke huyfen,noch verftereking, maer door de menich-te der inwoonders en hare vryheden, tot een ftadt geworden is. |
De oude inwoonders van ’s Gravenhage wilden , uyt enckele grootmoedigheyt, dit heerlijek Vleck met geen muren oftveften befluyten : want het dacht hen roemwaerdi-ger (gelijck Iulius Cæfar en anderetreffelijeke mannen eertijts feyden ) heeren van het noemt, gemaeckt, en alree ten deel met vele aenfienlijcke wooningen betimmert is. Achter ’t hof, aen dander njde van devyver, is een nieuwe Doelen, daer Prins Willem van Oranje,foon van Frederick Hendrick,d eerfte ftecn vel van ’t felve te kennen geeft. Oock is ’t Qh-gemeenlijck noemt,door de gemelde Vorften veel fchoonder en heer-lijcker vernieut. fchoonftc en machtighfte dorp van Europa te fijn , dan van een ftadt, die, fchoon met wallen cn graften voorfien, onder de minfte mocht getelt worden : maer defe groothar-tigheyt is hen qualijck vergaen,en fy hebben-fe ten dierften betaelt,als Marten van Rofiem, krijgs-Overftedes Hertoghs van Gelder, (die wel wift 5 hoe lichtelijck fy in te nemen was, en door der inwoondersrijekdom beweeght) met weynigh volck, en groot gevaerjn’t jaér M D XXVIII, haer deerlijck uytplonderde en verwoefte ; ’t welck hy , foo het bewalt had gewceft,noyt had durven beftaen : want foo men hem weynigh tijts geftut had, al ’t volck van Hollant fou hem op ’t lijf gevallen en vernielt hebben. 1^45^0»? nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jaren vergroot, met een genoeghfame breede graft omringt, cn met veel nieuwe en heerlijeke huyfen aen alle lijden vermeerdert, inlondcrheyt aen de weft- Den Hage heeft een fraye kerck, die in Kercke». ’t jaer m ccc xcix doorHertoghAelbrecht van Beyeren gebouwt is ; welcke met ontelbare wapenen van Graven, Ridderen en Edelen verciert is. Sijn tweede gemalin Margareta van Kleef liet van de gront af het kloofter en de kerck, nu noch 3c Klooßer-kerck ge-' heeten, voor de monicken,dic men Predick-beeren oft Dominicanen noemt, in ’t Voor-hoLit bouwen. Het Stadthuys is een fraey gebouw ; cn stadt-was eertijts,als fommigefchrijven,het hof van den Heer van Brederode. Omtrent den nieuwen ingang van ’t Hof, en aen ’t eynde van de vyver, heeft Graef Maurits van NaïTou, eertijts Gouverneur in craef Brafil, een heerlijek gebouw doen maken, Maurits daer in alle de regelen der Architedure oft Bouwkonft foo wel waergenomen fijn,dat ’er niets aen fchijnt t’ontbreken. Op de fijde nevens de vyver , in ’t opperdeel van de gevel, is een gevecht der wilde Indianen , op een verhevene wijfe gemaeckt, ter gedachtenis van ’t gene dat de Graef in Brafil gewonnen heeft, ’t Inwendigh deel van dit aenfienlijck paleys is vol treffelijckefchilderyen,cnallerleykoftc-lijckheden, die meeft alle van yvoor, cedren, Brafilien en ebben-hout gemaeckt fijn. Hier wierd oock de Koninglijeke Biblio- BibUo-theeck oftboeckery bewaert, vergadert door denvermaerdenloannes Harius,van wie wy in de befchrijving van Gorcum gefproken hebben; die alcijdt eenBeforger oft Opfiender,die men Bihliothecarius noemt, had , welck ampt oock door de Prefident Viglius Zwichemus bedient is ; in wiens tijdt fy door Koning Philips de tweede met vele Latijnfche en Franfchc boecken (door Vrou Margareta, Moeyvan Kcyfer Karei de vijfde , en Gouvernante der Nederlanden, nagelaten,) vermeerdert is. Laet ons oock een weynigh fpreken van Het ’t Haeghfihe Boßh , gelijck het in ’t gemeen se/èh. genoemt wort, daer in een yder fich loo vro-lijckverlhftight. Het begint dicht aen de laet-fte huyfen van den Hage ; en is met fchoonc eycken , beucken , efichen , elfen , en andere groote boomen verciert,waer van fommige in goede ordre op een ry geplant fijn , en des fo-mers met fulck een menigte van allerley kleyne voge- |
's G R A V Ë N Fi À G Ë.
Vogelen voorfien, dathetlieflijck gefang der Hippolytus Perfin , Prelident van den Raet felve niet alleen d’ooren , maer felf het harte fUtrecht, en door fijn wetenfehap genoegh raekt, en de fwaermoedighfte geeften kan verlichten. Hier ma^h men serufi en fonder hin- der in ’t gras oft op de fitplaetfen fiapen, daer men in andereboffehen naeulijcks wacker en fonder gefelfchap durft fijn: want de wilde beeilen lijn hieronbekent,en men vint’er niet dan harten , hinden , hafen en konijnen. De Grooten en Edellieden verluften fich hier met de jaght : de Poëten onderhouden fich in dit Tempe in hare fielroovende foetigheden , en krijgen nieuwe invloejingenjja alle menfehen poogen fich hier van alle moeyelijekheden , met een eerlijck vermaeck,t’ontlaften en adem te fcheppen, om daer na te bequamer hun beroep uyt te voeren. Geleerde Hier fijn Verfcheyde geleerde mannen ge-boren, als loan ^an den Hage, oft de Indagi-ne , een vermaert man om fijne geleertheyt, die vele boecken, welcker regifter Trithemius verhaelt, gemaeckt heeft. Guilielmns Gnacheta, oock Ti^Uonius vermaert. noemt, was eenComicus oft Comedy-fchrij- geleerde van groote achtbacrheyt, heeft in ver, en heeft oock andere fchriften gemaeckt. bloetvcrwanfchap en ftudien feer ge meen faem loannes Secundtss 3 een feer geeftigh jonge- met Pdionyfius Gothofredus geweeft : en heeft ling, en Autheur van ’t aengenaem en hoogh- verfcheyde fchriften in de burgerlijeke Rech- |
JS^ïcolaamp;s Affendelft, foon van de gemelde Geeracrt, was oock een vroom man , en foo een vader waerdi^h. splinter Hargen , Heer van Oofierwijek) was een geleert en ervaren edelman in ver^ fcheyde konftcu. Àrnoldus Cobeliusj Threforier van de Staten van Hollant,een man van goet verftant en kennis in de wetenfcliappen 5 en lijn broeder PAi-Z//?5,Raetsheer in den geheymen Raet, feer ervaren in faken van Staet, waer door hy verfcheyde Gefantfehappen voor de Koning ûyc-gevoert heeft. loannes de Gorda, Penfionaris te Groniil^ ne faken , waer door hy van een yder bemint wierd, doch infonderheyt van de Koning, diö hem met verfcheyde waerdigheden en eer-ampten befchonek. Petrus Qornelius a Prederode een Rechts- |
in ’t Neerduyts Kusjes noemt, en meer ande- nbsp;nbsp;nbsp;In ’s Gravenhage is in ’t jaer m d c xxvbden L)ódr. re rijmen. Het Nootlot heeft hem maer eens 17 Mey,geboren VVilhelm^an dAaffou-Oran-^^ff^tquot;^ aende weerelt vertoont, om’met de Poëet yZfoon van de groote Frederick Henrich en, na Virgilius te fpreecken : want hy is, omtrent XXV jaren out, overleden, en te Doornick lußus Helfius was een Dodlor in de Medicine oft Geneeskonft,en een goet Philofophus, die oock vcle boecken, tot cieraet van de gemelde twee wetenfehappen , fchreef, gelijck men in de Bibliotheeck van Gefnerus kan be-fpeuren. Geeraerd^an o^fffendelßHcct van die plaetfe, was eertijts Prefident van Hollant, en door fijn wijsheyt en geleertheyt feer vermaert. Cornelius Sufius oft Suys , was oock Prefident in ’t hof van Hollant, onder Koning Philips ; een man van edelen huyfe, die groote kennis in de Grieckfehe en Latijnfche talen had : oock was hy een goet Rechts-geleerde en vernuftigh Poëet. |
In ’s Gravenhage is in ’tjaer m d cxxvbden Tiodr^ fijns vaders doob Prins van Oranje, Graef van Nafibuj en in ’tjaer m d c L,den feften Novem-ber,overleden. Op den veertienden der gemelde maent, acht dagen nae fij n afllervcnfis fij nen cenige fone en erfgenaem Vj^tlhelm Uenrick nu Prins van Oranje, ócc. hier oock ter wee- Hier was ’t nu tijdt, om in ’t breede te Lof, fpreken van de groote fchoonheyt, aenge-naemheyt en vermakelijekheyt defer plaetfe foo binnen als buy ten , infonderheyt van ’c weergaloofe Voorhout ; maer dat heeft de groote Conftantin en Ridder Huygens foo vernuftigh engeeftigh, in fijn Pata^va P'empe oft Voorhout, gedaen, dat het felf in de dorre winter fchijnt te groenen en bloeyen : die oock ’s Gravenhage in de volgende regelen bondigh en heerlijck befchrijft : |
Het heele landt in f kleyn , de HVage ^an den Staet » P)e Schalle ^an de leught^ de Schole ^'an de daet, Het dorp der dorpen geen daer yder Steegh een padt is, Qfd)tCaer ^orp derfieden een daer yder Straet een fladt is, T)e rontom groene Puerto het rontom fleenen Hout 3 De Poers ^er'V'vonderingj al komt hy uyt het ^lt;'uoud, F)e Steemans fieedfeh ‘Vermaecki al komt hy uyt de muren 3 Der Vyanden ontpghj de Vrijfler ‘van de Puren, Des VFeerelts leckerny^ des Hemels ^^elgevall : Is ’t daer mee algeßght^ßo ben ick meer dan all.
Hollant,
ij Dd
FÎ O Ë
Ravenhage wort mec recht voor een derfchoonfte en vcr-makelijckfte plaet-fen van de Nederlanden gehouden ; cn heeft niet alleen de gedaentc, maer oock alle eieraden van een ftadc : want fy is met veleaenfienlijc-ke wereken , als wy terftont in hare befchrij-ving breeder getoont hebben , verrij ckt. Maer onder alle de heerlijeke gebouwen is niets uytftekcnder dan ’c Koninglijck paleys, dat men gemeenlijck ’t Hof van Hol-’t Hof li L A N T noemt. Het is in der daet Koningk-de tweede van die naem, GU d’achtiende Graef van Hollant en Zeelant, ( welckc in ’t jaer m cc x l v i i , om fijn ongemeene deughden en groote dapperheyt, door d’eendrachtise ftemmen der Keurvor-‘door de ften tot Roomfeh Koning gekoren , en ■bouwer, d’eerftc November in ’t volgende jaer gc-kroont is) heeft het in ’t jaer m c c x l i x gefticht, gelijck d’oude Hollantfche Chro-nijek in dachtiende afdeeling acn het dertiende hooftftuck getuyght ; en Snoyus in fijn fevendeboeck met de volgende woorden: Hy 3 te weten Koning Willem, heeft m den Idage een ßhoon en heerlijck paleys gehou^'vt, wvaer in hy de ^ierfihaer en het pleythof ^an ddollant, dat te 's Grave^ande ^^as, o^erge-bracht heeft : doch 't is meer fihoon en ^erma-keltjck 3 als ickgefeyt heb, danflerekgemaeckt: foor ten. en ÎS met een groote ^y^er 3 en een groene cin~ gel met eyckeboomen beplant 3 ^erciert, en heeft met ^lt;vtfdt ^n daer een bofch, bequaem om te •v^dandelen en teja^en. Dit hof leght 3 als een kafteel 3 rontom in t watetj en heet'c drie poorten met optreckende bruggen voorfien , daer gedurigh eenige fol-daten by beurten waken. Hertogh Aelbrccht van Beyeren , de fes-eU'twinghfte Graef van Flollant en Zeelant, heeft aen ’t Hof een Kapel gebouwt, daer hy een Deken en een vergadering van Canonic-ken in ftelde. De gemelde Aelbrecht cn fijn eerfte gemalin Margareta 3 dochter van den Hertogh van Lotheringen^en fijn foons dochter Vrou lacoba van Beyeren , fijn in de felve beo-raven : hare o-rafftede is noch te fien, hoewel voor eenige jaren het deckfel door de brant, die de kapel byna vcrflond, vernielt is. Aen de noordfijde van ’t Hof is een groote Vyver, daer nevens een verheven piaetfe is, dcVyver-bergh genaemt, die met eenige ryen linde-boomen beplant is, ’t welck des fomers, om de hitte der fonne te vermijden , een vermakelijeke wandelplaets is. Dit Paleys is, federt eenige eeuwen , de die hyna geheel ^er-briint. Vy'ijer cn Vyver-bergh. |
wooriplaets van d’oude Graven Van Hollant geweeft : cn daer na van de drie laetfte Prin-een van Oranje, en Gouverneurs van ver- cra'ven fcheydc Provmtien , als Maurits, Frederick en Pnn-Henrick,en fijn foon Willem, die alle in ’c fel-ve overleden fijn. Oock is het de piaetfe , die aen ’t heyligh provin-Rccht cn de wetten geeygent is: want het hof van Juftitie, oft Provincialen Race, die de pro-ceffen en gedingen onderfoeckt cn oordeelt, cn in een Prefident cn veertien Raetshecren beftaet, is van dcRoomfche Koning Willem, als boven gefeyt is, hier verordent. In’t jaer m d lxxxii is hier noch een DenHoo-andere vergadering , die men den pCoogen ^en Raet. Kaet noemt, in places van die van Mechelen, opgerecht : dit is als het Opper-hof der lufti-tie, by de welcke alle faken, die tot hare ken-nilfe geftclt fijn , en andere die door beroep Van ’t hof Provintiacl tot haer komen, afge-handelt en gevonnift worden : van wiens vonnis men niet appelleren kan ; doch men mach een Revifie oft overfien van ’c proces verfoec-ken , waer toe dan eenige van de vermaertftc Rechtsgeleerden gefielt worden , die het ge-vonnifde proces naefien , om te verklaren, of daer in gedoolt is oft niet j en nae defe uyt-fpraeck wort geen vorder verfoeck, appel oft beroep toegelaten. HierisoockeenenR^6'r'z;««zzBr^ï:A^«fgefielc, vtn voor de faken die van de fieden oft dorpen Brahunt, van die Provintic , onder der Staten gebiedt fiaende, voorvallen. Defen Raet verricht fijne handelingen met byfonder bevel en ordre van de Staten Generael, op de felve wijfe , als de Cancellarie en de Leenhoven van Brabant gewoon fijn ; op dat een yder fijn rechten en vryheden behoude , en uyt kracht en na eyfch der felve befiiert worde. In ’t meergemelde Hof vergaderen oock de staten Heeren Staten Generael der vereenighde Ne- Generael, derlanden, den Raet van State, de Staten van Hollant en Wefi-Vrieflant , en hare Gecommitteerde Raden, de Raden van de Rekenkamer , de Krijghs-raet en andere ; die yder een byfonder vertreck, om alleen te vergaderen , hebben, ƒ De piaetfe van ’t Binnen-Hof is ruym en wijdt, aen d’een fijde met boomen vercierc, aen twee andere lt;ïj den fier men galeryen oft wandel-plaetfen. Van hier komt men langs eenige trappen op de groote Sael, die aen groo. de beyde fijden gemeenlijck met winckels van boecken , fchildcryen en kramers, daer men byna alles te koop vind, voorfien is. Maer de grootfie cieraedjen van defe places fijn de wapenrocken , cornetten , vaendelen en ftandacrden,die in de veltflagen van Nieu-poort en Turnhout, en elders in den laetften langdurigen oorlogh, gewonnen fijn. Dit fijn de |
defegeteekenen van foo veel overw^inningcn, die hier J tot een eeuwige gedachtenis van de heerlijcke daden en de dapperheyt der Naf-foufche helden, door wiens kloeck beleyt de felve verkregen fijn, ten toon hangen. |
In defe groote Zael van ’t Hof van Hol-lant is in ’t jaer m d c li een aenfienlijcke en ongemeene groote vergadering van de Bontgenoten der vereenighde Nederlanden gehouden : want alfoo in ’t jaer m d c l , door het onverwacht affterven van Prins Willem , onfterffelijcker gedachtenis, nieuwe ordre, infonderheyt in de militie, van noode was, heeft men de gemelde Zael van alle de voorfeydc winckelen ontledight, en met fitplaetfen daertoe noodigh cierlijck toe-gefteltjom een groot getal Afgefondene Heeren uyt alle Provintien te ontfangen j die daer eenige maenden beefigh fijn geweeft, om de Unie en 'Godsdienft te beveftigen , d’een-dracht, liefde, confidentie, en oprechte ge-negentheyt, tufichen de gemeene Bontgenoten te vernieuwen, alle oorfaken vanonluften wegh te nemen, den Staet vaft te ftellen, ordre op de militie ofc krijghs-faken te geven , een algemeene amneftie oft vergiffenis te verkondigen , en om verfcheyde andere loffelijc-ke befluyten,ten dienft der Lantfchappen, hier te lang te verhalen,te nemen. Waer op de gC' melde aenfienlijcke vergadering den 11 Augu-fti in’t felve jaer, met volkomen genoegen van al de Bontgenoten, en een Danck-Predicatie, gefcheyden 1S5 ordre fl;ellende,dat men,tot een erkentenis van Gods onverdiende genade, den armen van’s Gravenhage met duyfent Rijcks-dalers befchencken, en den xiii September alom in de vereenighde Nederlanden Godt Al-machti^h opentlijck in alle kercken daneken fou; en s avonts reekenen van vreughde,als in een algemeene triumf, over foo een goede uytkomft , bewijfen ; ’t welck op den ge-ftelden dagh gefchiet is. Soo dat ’er nu niet anders in die faken te bidden en te wenfehen is, dan dat de gemelde eendracht, liefde en genegentheyt onverbrekelijck van een yder onderhouden worde ; op datfe, met den Staet van defe gefegende Lantfchappen, alle tijden en eeuwen verdure. |
Hoüanï.
ij Ec
C H A G E N is ccn edele en vermaerde HoIIant-fche Vryheyt oft vleck. Het was eertijts , als fommi^e meenen, een wooning der Denen, die uyt haer lant van de plaets, die de (elve naem heeft, welche /y aen dit gewed: gegeven Gelegen- hebben , gekomen fijn. Sy leght drie mijlen van Alckmaer, en fóo veel van Medemleck. Oorfprong De Heeren van Schagen fijn gefproten van der Heeren. Adelbcrtus oft Aelbi ccht van Beyeren , Soon van Keyfèr Lodewijck , uyt Margareta van Henegouwen , Graef van Henegouwen , Hollant en Zeelant, die fijnen natuerlijeken loon Wilhelm , door Paus Nicïaes gelegitimeert oft wettigh ver-klaert, tot Heer van Schagen maeckte, daerhy vier naeftgelegen dorpen , als Verninghorn , Harnichuylen , Colhorren en Burchoren , by-voeghde. Het landeken van Burchoren is op koften van de gemelde Wilhelm, eerfte Heer van Schagen, bedijekt, wort nu l^ieulant genoemt, en leght by S. Martens dorp in ’t eylant de Rijpe. |
Schagen heeft Stadts-rechten , privilegiën en vryheden van Wilhelm van Henegouwe, in’t jaer M cc cc XV, verkregen. Hare Heeren gebruyc-ken en genieten hooge Heerlijckheyt in haer gebiedt , en werden nu noch, gelijck eertijts, tot de vergadering der Pleeren Staten van Plollant en Weft-Vrieflant, onder d’Edelen en Ridderlchap geroepen. Dit geflacht heeft verlcheyde vermaerde mannen voortgebracht,en heeft nu Heer Aelbrecht van Schagen , een doorluchtigh man, om fijnen edeldom en ongemeene beleeftheyt. D’inwoonderen deler plaetlè fijn in’t gemeen /eer vernuftigh en verftandigh. Sy wort voor een der Ichoonlte en vermakelijckfte plaetlèn van Hollant gehouden -, en heeft vele gemeene en by-Ibndere hüyfen De kerck,daer ’t graf der Heeren van Schagen gefienword, is een fraey gebouw. Hier is een grootemarckt,waer nevens het Stadt- 'tHuyste huys Äaet,dat niet te verachten is.Oock is’er een weeshuySjdaerd’arme kinderen gevoedtw’orden. Het Slot oft Huys, dat de Heeren bewoonen , is leer flerek, hier dicht by, en in een aengena-n e plaets gelegen, ’t Omleggende landt is het ^'racht^ vruentbaerfte, niet alleen van Hollant , maer byna van gantlch Europa : want een morgen landts wort hier , om fijn vettigheyt envrucht-baerheyt, eens lbo veel verkoft als in d’andere deelen van Hollant. Om dit meerder te bewij-fendcan ick niet voorbygaen,dat ’er in dele plaets een boom geweefl: is,daer d’eygenaer op een jaer lbo vele vruchten af kreegh , dat hylb voor hon-dert guldens kon verkoopen, Oockis hier een lchaep geteelt en opgevoedt, wiens waerdy byna tot de gemelde prijs gerelbnis; welckdier, om fijn bylondere uytmuntentheyt, en tot een eeuwige gedachtenis, afgebeelt is, en in ’t Vleeshuys t’Amflerdam vertoont wort. |
BEVERWYCIC
Oorfprottg •Vnn de tnettwe. E V E R w Y c K is eertij ts S. Aga-'hen-kerek genaemt , als den Nederlantlchen Chronijek-fchrijver en Heda leeren : het o ver blij fiel van die naem is noch te bemereken in de _______________flraet, die S. Agathen-yicgt;egh ge-heeten wort. Oock wort dele plaetlè Agathen-kerek genoemt in den brief van Willem, Eiflehop van Utrecht, in ’t jaer M LXiii gefchreven, daer men de volgende woorden leeft : Maer fy ytoaren y an Diederijek G raye, en ßjn foen Diederijck , oock y an ßjn broeder F/oris met gcypelt inge-nomen (te weten Flardinge, Kirckyoerye^ Fe/fenenbufghj îîeylegelo, Petthen, van welcke hy te voren gelpro-ken had, haer noemende moeders der Kercken, waer uyt dat men haer outheyt en hoogheyt kan af-nemen) en door de gedurige beroerte der oor/ogen j aile Bijßhoppeüjck recht yerfuymtßjnde, yearen yeederom in de macht des Eijßhops gebracht, door d'autoriten der Sy-node^met d'ondergejchreyen Kapellen : Harago,Schiaj Ri-nesbutgj PFarmonde, Liethemuthen, Rinßaterypald, AJcle-kerytaldj Agatenkirck., Heme‘:icenkirck nu Eleemskerck, Aßcmannedilßs nu Alfendelf, Spcnereyeald nu Sparnc-woude, Slotenj Ecmundcj Alcmare^ Scirmere, Malißyen, EoriyeriuSy Woggingen Aidenthorp, Frorlo, amp;c. Haer hedendaeghlche naem Beverwijek komt af van de menighte der pelgrimagien oft reylèn Hollant. |
van devotie, diedaer eertijts vele gedaen wier-den , en in onlè tael gemeenlijck Beyaerden genoemt worden. In’t jaer m cc xcviii heeft Joan d’eerfte van die naem, Graef van Hollant, aen de bur- gegtwn. gers van Beverwijek verlcheyde rechten en vryheden, in Lxxi I punten beftacnde, gegeven , op ’t verlbeck van Wolphard van Borlfele, Heer van Sandenburgh , die in defe tijdt, foo’t lchijnt, oock Heer van dele plaets geweeft is -, want hem wort in vele artijckelenhet derdedeel der boeten toegeeygent. Lodewijck van Loon, die , omtrent het jaer M cc III, tot fijn gemalin getrouthad de Gravin Ada van Hollant, eenige dochter van Graef Diederick , heeft Beverwijek ver brant. Hertogh Albrecht van Saxen trock , in ’t jaer M cccc Lxxxv, met fijn leger tegen d’oproeri-ge Kennemers, en vernielde dele plaetlè, nevens eenige andere dorpen en floten, door ’t vuer. Sy leght twee mijlen van Haerlem , en heeft een bequame haven aen de Wijeker-meerdoch die is nu lèer ondiep. Het is een fchoone en ver-makelijcke plaets, daer vele acnfienlijeke lieden van Amfterdam en andere plaetlèn hare hof-fte-den entuynen hebben , om lieh in de Ibmerda-gen te verluftigen, en den dagelijcklchen laft der Ibrgen en moeyelijekheden te verlichten. |
V«
US I)*»'«
Steecn
Pe/âr Stfa.ef
4. De Ti.'^ Deelert
K. StaJt Jftiys
D. I’eof Strae
i, .De Kcrck
edes (reontetric
Lvndert is een ftedeken , oft,’t welck my eygcntlijcker dunckt , een Vryneydt , in t eylant van den Kuygen hil gelegen. Het is eertijts Nicu-ype -'Vaert genoemt ; en is een eygendom der Heeren van Stryen. Het bloeyde in fcliip-vaert j waerom de Graven van Hollant hier een |
OnnvMen. groot tol-huys fielden. Maer haere welvaert begon te minderen , en is byna te niet gegaen door ’t overvloeyen van den Soutenwaert, t welck in ’tjaer m cccc xxi gefchietis: want hier door is op een andere plactfc een ingang gemaeckt, füo dat de fchepen niet meer genootfaeckt waren door Nieuwervaert te fèylen.Dit quaet wierd met een ander ongeval vergefelfchapt, te weten, dat omtrent dietijdt, oft in’t vorige jaer, defe fladt door een grooten brant byna vernielt wierd. Maer de Prins van Oranje, Heer deler plaetfe geworden lijnde, heeft haer, in’t jaer M D LXXXIII , met een wal doen belluyten j daer men namaels vafte bolwercken en andere verllerckingen bygevoeght heeft. Sy is nu met een fchoone kerck en toren verciert. |
’t HVYS TE BRITTEN.
Mtrent duylènt en fes lion-dert treden van Catwijck op Zee, en by de plaets daer den Rhijn in de Noordtzee plagh te loopen, hebben de Romey-nen, door’t bevel van Keyler Caligula , weynigh jaren na '^.leins oor/pcKg. Fcru’oefl. T~(tn de zee ein. Out deckt. Chriltus hemelvaert, een leer flerck Kafteel, met een goede haven gemaeckt : van ’t welck ly bequamelijck naer Engelant, en weer van daer herwaerts reylden. ’t Is byna yder bekent, dat Engelant toen Britannia genoemt was 5 want het wort noch hedendaeghs, met Schotlant veree-night, het Rijck van Groot-Britanje geheeten. Hier van komt de nacm van ’t Huys te Britten om dat het recht tegen over Britten-Iant oft Britannia gelegen was. Dit Slot oft Kafteel is daer na, als ’t Roomlche Rijck in macht en heerlijck-heyt verminderde , van de Normannen ingeno-raen , en ten deel verwoeft ; en eyndelijck, door gebreck van noodige verftercking en herbou-wing, van de verwoede zeegolven gantfchover-loopen en bedeckt : loo dat men in vele eeuwen geen fchijn noclit blijck daer af. gelien heeft. Maer federt twee hondert en vijftigh jaren is’t weder gehen , als de zee, buy ten hare gewoonte , feer laegh in hare oude palen afliep. Inlbn-derheyt in ’tjaer mdxx heeft men’t twee dagen byna geheel können hen 3 in voegen, dat men feven groote fteenen daer uyt haelde, waer op Ibmmige woorden en Roomlche oplchriften te lefen fijn.Defe fteenen fijn in den Hage in ’thuys van den Heer van Waftenaer gebracht, daer men die ledert heeft können fien. In ’t jaer m d lii is dit Kafteel wederom tot de gront entdeckt, en bevonden dat het vierkant was, met een gelijcke breette en langte, en negen hondert en lèftigh Roomfche voeten van den eenen hoecktotden anderen. Oock fach men’t overblijffel van een muer die zuydwaerts ftreckt, waer uyt lchijnt, dat de voornaemfte wooningen van dele fterck-te derwaerts geftaen hebben, die nu alle onder ’tlant begraven, en van de duynen overdeckt fijn.De landtlieden hebben hier toen vele graeu-we fteenen uytgehaelt : de fondament-fteenen waren vier voeten breet en drie hoogh 3 oock vonden ly kareel-fteenen van gebacken aerde, een voet in ’t vierkant groot, loo geheel als of ly eerft onlangs gebacken waren geweeft, met dele letteren X. G. 1. welckelchijnen te beteekenen Ex Germania Inferiori, dat is, uyt Neder-Dujtßant. |
Behalven al’t voorlêyde, fijn hier noch vele oude metale vaten , medalien en andere Room- Onthedtn. lche outheden gevonden. In’tjaer m d lxii is dit gebouw meer dan ooit tevoren ontdeckt, ’t welck meer dan twintigh dagen duerde; lbo dat de naeftgefeten inwoonders vele duylènt fteenen van daer brachten , met fchoone meda-lien en vaten, daer ’t volgende opftont : Ex Germ. In F. En dewijl de gedaente en’t gebouw van dit Slot oft Kafteel lbo treffelijck, en out is, lbo hebben wy, ten dienft en tot ver-maeck van de Liefhebbers der outheden, d’af-tekening van ’t lèlvehier bygevoeght. |
die de doorluchtige Vorft
MAVRITS VAN N A S S O V,
Prins van Oranje, Graef van Naflbn , amp;c.
heeft doen maken.
gt; E doorluchtige Vorft a Mavrit s , Prins van Oranje, Graef van tg NaftbujCatfemelibo-H gen, Vianden, Dieft, [À Meurs, Buren , Sec. Gouverneur van Gelig; dcrlanc,Hollanr, Zee-** lant. Sec. Opper-Velt-heer van de legers der vereenighde Nederlanden, en Admirael der zee , amp;Cc. nu in een aengenaeme ruft lijnde , na foo veel heerlijc-ke oorloghs-daden , nae ’c winnen van foo veel ftereke fteden en fchanflen, pooghde met een eerlijck vermaeck , den Vorften be-tamelijck , de moeyelijckheden der vorige groote en gewichtige bcefigheden te verfach-ten. Hier toe liet hy dele Zeylwagen op een wonderlijcke wijfe maken,daerhy en deGroo-ten van het hof ftch fomtijts inverluftighden. Indien ghy acht neemt op de afte,raderen, en diergelijck toeftel, ghy fuit feggen , dat het een wagen is : maer foo ghy de feylen, en het roer aenfiet, en bemerekt dat het de wint doet voortgaen, dan fuit ghy toeftacn , dat men ’t een fchip behoorde te noemen. In voegen , dat men om defe faecken over een te brengen, dit kunftigh ftuck een Schip met raders, oft een Zeylwagen , gelijckAn’t gemeen ge-fchiet,moet noemen. Acht-en-twintigh men-fchen können daer bequamelijck in gevoert worden , en dat met fiilck een gewelt en fnel-heyt, als de wint goet is, dat men die niet onderfcheyden , ja naeulijcks het bewegen der raden lien kan : want in twee uren kan hy veertien Hollantfche mijlen feylen , te weten , van Sehe ver in g , een dorp by ’s Graven hage , langs de ftrant derNoortzee, tot Petten. |
De nieuwigheyt en wonderlijekheyt van dit varen oft rijden, oft eygentlijeker bcyde te gelijck , fcheen ongelood ij ck , en trock yders nieusgierigheyt 5 Too dat vele Grooten, als Princen, en Graven , en de Gefanten van van Vranekrijek , Engelaut, Denemarcken , ja felf van de Keyfer , d’ondervinding hier af begeerden en verkregen. Francifcus deMen-dofa, Admirant van Arragon, die in de Slagh in Vlaenderen by Nieupoort gevangen was, en omtrent ’s Gravenhage bewaert wierd, had luft en verworf verlof om daer in gevoert te worden. De Poëten verlieren, dat Berecyn-thia , der góden moeder , in een wagen van leeuwen voortgetrocken, en lupicer van een adelaer door de woleken gevoert word , dat Diana herten , Venus fwanen , Apollo oft de Son paerden , Triptolemus Hangen , en luiio pauwen , voor hare wagens hebben. Maer Maurits alleen verdiende , dat de winden, die Hollantfche Zeekuften voerden , terwijl ’t gerucht van fijn heerlijeke daden door de gant-fche weerelt klonck. De vinder en toefteller van dit overkunftigh ftuck wereks was Stenin , een vermaert Mathematicus oft Wis-konftenaer, die Prins Maurits byfonderlijck beminde, om fijn uytnemend vernuft in een wetenfehap, die hy niet alleen ten hooghften achte en eerde , maer felf oefFende. laques de Geyn , een kunftigh fchilder en plaetfhijder, heeft defe Zeylwagen eertijts in ’t groot uyt-gegeven. De onfe heeft fijn geeftigheyt niet vergeten in de gene die ick u hier vertoon, en ghy fult’er volkomelijck de minfte dingen , die de kunft kan voorftellen , in gewaer werden. De lof, die een yder van dit feltfaeni werek fprack , was d’oorfprong van vele gedichten : maer boven alle andere munten uyt de gene, die de doorluchtige geeft van de weergaloofe Hugo Grotius, eertijts Gefant van de Koningin van Sweden in Vranekrijek , in Latijn en Neerduyts gebaert heeft ; waer van ick die van d’eerfte tael, omhaer welfprekent-heyt, fcherpfinnigheyt, en diepe geleertheyt, in ’t Latijnfche Toonecl der fteden gevoeght heb : wat de Neerduytfche belangt, die hier terftont volgen, daer van laet ick u lelf oor-deelen j hoewel ick vertrou , dat de verftan-dige füllen befpeuren , dat defe groote Poëet, door fijne onfterflijeke lof-rij men , defe Zeylwagen veel verder, dan de fhelle winden met al haer blafcn vermogen , voert en bekent maeckt. |
HoUant.
H. GR O-
-ocr page 253- -ocr page 254-'■ y
.V
I
H. GROTIVS RYMEN
op de felve
ZEYL-WAGEN.
Oen hier de Wabißh lag foo groot fchier als het ftrant, Daer Catsoijck hout den naem quot;»an ^t oude Vaderlandt, En fagh men nergens nae den Zeeman foo ygt;erfchieten, Ais doen hy ygt;liegcn fagh de ’fielen met de fprieten, Ityfeyd’, is dat een ’ïterck als Argo, of noch meer Dat Pallas heeft gemaeckt haergrijfen Oom ter eef ? Is dit de Wagen niet, ypaer meê den Heer der baren Metfijnen drietandt heeft laetfi o'ver ^t landt ge'ygt;aren, Doen al het Toolck 'Verfchrickt, als Igt;oor denjongflen dagh, Den omgeroerdengront Dan d’aerde beDen fagh ? Sie ick de Nymphen niet daer onder ’t Daenken fpringen , । En Triton op den hoorn met heefche femme fingen ? ^t Magh %jjn dat Boreas Erichthin dien hy mindt, Of Qhlooin Zephyrus gaetfoecken met fijn yoindt. ’^tMagh ^ijn dat Æolus in Hollandt is gekomen, En Dan den Watergodt fijn affiheydt heeft genomen. Hy rade meefi al mis. Dan een ding y^asgeycis Want dit een Wagen doch dergroote Goden is. A/T Aeckt lupiter eenplaets in THemelsquot; Dyer Door my, Op dat ick by de typee een derde Wagen ^y. Ghy mooght my mee met haer inquot;t Noorden ypel gaenfetten. Dat mijn beflooDe raên hetypater niet en letten. Ick heb nu algeleert te mij den's yoaters kant, Deypijl ick hier mijn reys droogh Dorder oDer flrandt : Soo [almynietgefchicn, dat my nietfoudelüften. Te raken quot;t Wefterfch nat omtrent de Spaenfcbe kuften. Doet my de eer dien ghy den Dolphijn en den Stier Wel eertijdts hebt gedaen, en quot;t goudgeDelde Dier. POntDoeren Hellen, of Ar ions, ofEuropen , Is quot;t meer als onder quot;t jock Dan fulck een Heer te lopen ? Dit is genoegh : maer doch alleen de reden niet, Alfoo de krans komt toe de geen die fnelfte Dliedt. Den Arendts Dlucht en mijn en kan men niet Deel liegen : Oock Ledaes lief de Sypaen enfal ’t my niet ontDliegen : Noch Perfius Jnel gehieldt, die door den Hemel Daert : Noch oock Bellerophon uyp ongetemdepaert : hy gefternt die ooyt depaerde-fpan Derfinde, Denckt ypat dat ick Der dien die eerfl Daer met dc ytinden ? |
Menfiet in ’t hocghfte dack het fchip gefchildert fiaen , Dat eerftmael dorfl alleen door natte yeegengaen. Doch ypiltghy niet, ickfal de bergen niet Dergaren : Maer met mijn As en Windt na quot;s Hemels percken Daren. Tr\ It is een recht toonneel des Aerdrijcx. Waerhet mijn, Ick fougelijckden Rus een Wageyoooner -^jn. A Cht en noch tyeintigh 'Hjn Dan dit Gefpan gedragen, •^^’t Getal alleen ons doet Deryeondren Dan de Wagen : Noch meerquot;tgeyeichtDandien doetfchricken ons Derftant -, Oranjen is daer eer ft des Hemels lieffte pandt : Den broeder Dan den Heer der Deenen is daer mede ; ■ Graef Hendrick ; oock die naeft fijn Broeder is de typeede Daer onfefaeck op fteunt ; en quot;t Huys Dan Najfous eer, Veel Krijghsliê ypijt beroemt, en Duytfiche Vorften meer : Den Heer Dan BuJènDael die is daer oock t’aenfthouypen Des grootften Konings heelt, mijn fterftl en Dertrouyyen: Den bloem Dan Engelandt en Vranekrijek Droom gemoet, Zijn tegenypoordigh daer, en quot;t Hollandtfch edel bloedt. Den Spanjaert is getuygh geDangen hier te landen, Die ooyt ypas Admirant der Arragonfche ftranden : En onder al het Dreemdt dat hier is omgegaen, Van fijn Gefanten,fal den Keyfer dit Derftaen. Want ypat quot;^il ick hier doch de Stuurluy gaen Derhalen, En quot;t WageDolck, en die quot;t •^eylhoogen en doen dalen Soo ick my noemen nu by fulcke Heeren magh, quot;t Is mooghTijck dat men my meê onder allenfagh, Aen den Gevangen ADMIRANT. Konineklijeke Stam Dan Arragon, die KleDequot;, EnaVt Weftfaelfche landt nulaetftmael hebt doen beDen, En quot;t ypater daer den Rhijnfijn eerfte hoornen ftaen ; Hoe haeft is uypepracht Mendo-^a nu Dergaen ? In on fes Vorfts Triumph ypert ghy geleydt geDangen, De Wagen die u Doert is met een '^eyl behangen, En hadt ghy fulcken eengehadt op quot;i Vlaemfthe ftrandt, Ghy had mijfchien ontTgt;loón des ODerypinners handt. |
MIDDELBURGH.
I D D E LBURGH IS dus genoemt, om dat het in ’t midden tuf-fchen de oevers der Zee, daer nu VlilTin-gen en ter Vere leg-gen.gebouw^t is^als of men leyde oft Q:j^tddel-ßadt ; want quot;Jßurgh beteekent een flot, kafleel oft flcrcke ftadt : ’t welck noch heden aen de namen '[Burgh-graeß, Burgemeeßer en Burger blijckt. Sommige Latijnfche Schrijvers van de naeflvoorgaende eeuwe noemen haer derhalven Aiedtoburgum, en Bdedium Ca-ßrum : want d’oude feggen, dat hier eertijts een Burgh oft Kafteel geflaen heeft ; tot bewijs daer van dient, dat ’er heden noch een ftraet is, den Burgh genoemt. Oock is het wapen defer Stadt een gouden Burgh in een roodt veldt. Maer dat haer fomraige Metello-burgum, nae den vermaerden Roomfchen J’H6’ffZfz//jnoemenjdunckt my te ver gehaelt, en vertoont meer aenfienlijckheyt door ouderdom, dan fchijn van waerheyt. outheyt. Hare eerfte beginfelen fijn onbekent ; doch foo het op vafte gronden geoorloft is iets te giflen, derf ick voorftellen ; datfe oft in ’t jaer acht hondert fes-en-dertigh, als Eg-gart Graef van Walcheren was, tegen de Normannen gebouwt is : oft ten jongften in ’t jaer duylent tegen de Vlamingen , die toen Walcheren begonden te beft rij den. Derhalven dunckt het my feer ongerijmt, ’t geen feker Schrijver feght ; dat lt;s^iddel~ burgh in ’t jaer elf hondert een-en-twintigh maer een dorp genoemt wiert. Schijnt het niet gelöoflijck , dat hy in eenige oude La-tijnfcne Hiftorien de woorden KtUa de dVïid-delburgh gevonden heeft, en niet wetende wat Villa in het Latijn van die dorre en onvruchtbare letter-eeuw betekende, gemeent heeft dat Villa een dorp was ? Ick heb reden om fulcks -te gelooven. Maer by de Schrijvers van die tijden beteekent Villa een Stadt, het welck een yder, die in de oude Hiftorien ietwes ervaren fijn, genoegh bekent is. He-denfdaeghs wort een Stadt by de Franfchen Ville genoemt ; ’t welck, nelÉens ontallijcke andere woorden, uyt het Latijn fijn oor-fprong heeft. Doch Het vorige onvermin-dert, ’t is onwederfprekelijck, dat in ’t jaer duyfcnt een hondert en fes te dïdiddelburgh een kloofter ftont, dat daer na in een Abdys verandert is en dat hare inwoonders voor het jaer duyfent twee hondert en drie-en-twintigh burgeren genoemt fijn , en ftadts-rechtenvan hare Princen verkregen hadden; want Graef Floris de vierde, Vader van Koning Willem, feght uytdruckelijck in d’oude keuren of wetten in’t gemelde jaer gegeven, dat hy die van Weft-kappel alfulcke privilegiën en handtveften geeft , als die van Bdid-delburgh eertijdts ontfangen hadden. Dat men oock van d’oorfpronck en oudtheydt defer Stadt niet meerder noch fekerder kan voortbrengen , heeft de groote brandt, die Tgt;oor het haer tweemael ten hooghften befchadighde, veroorfaeckt ; want door d’eerfte verbrande’ het Stadthuys, daer veel oude brieven , die kennis van d’oude faken konden geven, be-waert wierden; beneffens een deel der Stadt : in de tweede, de vermaerde Abdye , daer in d’outfte Bibliotheke oft Boeck-kamer was, met een derde deel der Stadt. |
De oudtfte Stadts-keur oft wet, nu noch ^ryhedeit overigh , is in ’t jaer duyfent twee hondert feventien door Graef Willem de eerfte. Va- ]ßu~ der van de gemelde Floris de vierde, gege-ven ; waer in, na vele wetten, defe vryheydt te bemercken ftaet : dat niemant die van Adiddelburgh vermagh te panden, dat is, ar-refteren ( ten fy om haer eygen mifdaet ) in de twee Graeffchappen Vlaenderen en Zee* lant. Daer na in ’t jaer duyfent twee hondert drie-en-vijftigh heeft Koning Willem , foon Willem Ae van de voorfeyde Graef Floris,aen d’inwoon-ders defer Stadt verfcheyde wetten, rechten, en vryheden gegeven en beveftight ; waer van de voornaenifte fijn : dat hy alle poorters van JVtddelburgh, waer fy hen porren, met hunne goederen in fijn geleyde en be-fcherming neemt. Dat fy nare goederen buyten de poort gelegen, foo hen daer in onrecht gedaen wort, met hare vrienden en wapenen mogen bevryen. Oock dat alle faken , die binnen Arnemuyden op den dijck voorvielen , fouden in defe Stadt, volgens hare keuren oft wetten, afgedaen worden ; en meer andere te lang te verhalen. Graef Willem de vierde, gaf hen in ’t jaer duyfent Willem de drie hondert en veertigh de vryheydt, dat fy » voortaen tolvry varen fouden voorby fijne tollen van Hollant en Zeelant. Als in ’t jaer duyfent drie hondert feven-en-veertigh Vrou Margriete, Weduwe van Keyfer Lode wij ck, met naren foon Willem de vijfde, om ’t befit van Hollandt en Zeelandt, in twift geraeckt was, wiert defe Stadt van de gemelde Graef, willemde foo waerfchijnlijck is, (want fy den Graef te- vijfde} gen fijn Moeder te hulp quamen ) vergunt, dat geen Ambachts-heer Schepen der Stadt iij A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mocht |
4 4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4
.444 U 4i^ «lt;lO»D.I)oOi.oaaaoJ'l Q ’S Q
â ^è'
''Ö \iXè4
i» * 4 »
n, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• • rt . •
MIDDELBURG H.
model of patroon, om volgens ’t felve dit te beter uyt te voeren.
Defe Stadt dus opgekomen, gelief-kooft Welven foo veel Vorften, met foo veel aenfien-lijeke vryheden en privilegiën boven andere fteden verfien, hebbende foo veel gefach buyten hare muuren , geftijft met alle noo-dige goede wetten, befocht van foo veel vreemde volckeren , overvloeyende van alle neering en welvaert, voelde in defen hareö. ouderdom een groene en bloeyende jeught, en mocht nu overfulcks onder de geachtfte koop-fteden van geheel Europa gereeckent worden. Doch na dat in ’t jaer duyfent vijf hondert feven-en-feftigh de burgerlijeke oorlogen tufichen de ingefetenen en Spanjaer-den ontftaen waren, heeft defe Stadt, neffens veel andere, haer deel van elenden daer in gehadt ; waer door haren koophandel en welvaren byna te niet ging. Maer federt datfe onder de macht der Staten gebracht is, hebben fy alle vlijt gedaen, om hare voorigc welftant te herftellen, te handthaven en vermeerderen.
Defe Stadt is nu noch, gelijekfe van outs Hare geweeft is, d’eerfte en voornaemfte , niet al-leen van Walcheren , maer oock van’t ge-heele Graeffehap ; en befit de eerfte plaets ' onder de fteden, ah die Staets-wijfe vergaderen ; waerom haer Keyfer Karei de vijfde in fijne brieven noemde : de Hoofi-ßadt ‘van-’Zeelant, Comptoir ‘vanßjne 'uoornaemße ^omejnen, en de ‘Be^'uaerßer ^an ’s Landts gehejmenijßen.
- Sy is gelegen in ’t eylant Walcheren, een Gelegen-mijle van Vliftingen en Camp-vere, in her midden tuftchen beyde defe fteden, en een halve mijl van Arnemuyden, naer welcke een enge en kromme haven van defe Stadt af plach te loopen , en aldaer by de Stadts ketens in zee te vallen ; maer federt het jaer duyfent vijf hondert twee-en-dertigh heeft de Magiftraet een fchoone breede nieuwe haven, van de Dampoort af tot aen de zee , recht uyt en feer diep doen graven; fo dat’er, met hoog water, fchepen van vijf en fes hondert laft bequamelij ck können inkomen.
Sedert feftigh jaren is fy tweemael uytge- vergroo-^ leyt, en wel de helft vergroot ; oock met nieuwe fterekten rontom voorfien, die met verfcheyden bolwercken en punten fich uyt-ftrecken. De graften om de wallen fijn feer breet en diep , met foet water vervult, waer in veel rivier-vifch, tot groot gerief der ingefetenen , gevangen wort. Sy is rontom ver-ciert met ontelbare lufthoven en welbeplan-te boomgaerden , het welck de ftrenghcydt der locht feer verbetert en gefuyvert heeft,
mocht worden. Acht jaren daer na gaf de felve Graef den Schepenen defer Stadt de vryheyt, datfe, om alle gewelt van boos-aer-dige menfchen af te weeren en t’ontgaen , knijven oft lange meffen mochten dragen ; ’t welck feer weynigh perfoonen , buyten ’s Graven hofgelinj toegelaten was.
Neerivg, nbsp;nbsp;Ontrent die tijdt qnamen in defe ftadt ve-
en Koop- üedeii die fich met het maken en berey-lakenen geneerden; oock maeckten hier de Engelfche kooplieden de ftapel van de wolle van ’t felve Eylant : waer over Her-togh Aelbrecht van Beycren in ’t jaer duy-fent drie hondert diie-en-tachtigh, indien tulfchen de Koning van Engelaut en hem cell oorlogh ontftont,haer drie maenden tijt vergunde, om hare goederen, fonder hinder of bekommerniffe.te mosen vervoeren. Den * o
koophandel nam van die tijdt af hier foo dapper toe, dat d’inwoonders van d’uyterfte rij eken van Europa fich herwaerts begaven : en wierden alle vreemde kooplieden, door g^LTclt- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;brieven, in der Graven en der Ste-
haeft en dcii vaii Zcclant befcherming genomen ; en 'vermeer- met vclc andere vryheden van tollen , ’t be-
houden van hunne geftrande fchepen en goederen, (die volgens ’t gebruyck des Graven verval waren) en andere gunftbewijfen, begiftight. De volgende Graven , als X^il-lem de fefte, Hertogh Philips van Burgun-dien, en d’Aertshertogh Maximiliaen , nebben defe Stadt en de kooplieden,oock hunne mildheyt, in ’t vergunnen van verfcheyde privilegiën en giften , tot voordering van de koophandel, betoont. Dit felve deed’ oock Keyfer Karei de vijfde ; want hy hen toe-ftont, dat alle wijnen, van Weften komende, hier eerft geloll moeften worden , eer men die elders moght vervoeren. De Magiftraet oock tallen tijden alle neerftigheydt 'vordeftë aengewent,om den koophandel hier te houden en vermeerderen , door ’t maecken van nieuwe havens en andere plaetfcn tot gerief der kooplieden ; ’t koopen van Ambachts-heerlijckheden ontrent nare Stadt; en ’t procederen tegen die van Arnemuyden, die ten Hove over hen geklaegt, en verfocht hadden , datfe voortaen niet meer onder die van ^tddelhurgh fouden ftaen , belovende den Keyfer voor defe en andere vryheden een goede fomme gelts ; doch die van Arnemuyden konden niet verwerven ; want die van Adtddelhurgh door den Keyfer, naer haer ‘ begeeren, gehanthaeft wierden : die hen be-lafte de Stadt, ( tot verfekering der kooplieden en hare goederen, ) boven de nieuw-ge-maeckte aerde wallen,met verfcheyde krijgs-wereken te fortificeren ; en fond hen een
II
tot
M I D D E L B U R G H.
tot ^root vermaeck der in^îroonders, die nu, nae t oordeel derMedicijns,felden van eeni-ge waterachtige en befmettelijcke fieckten , aengetaft worden. Oock werdt het reyfen uyt de Stadt op ’t landt heen en weder meer gevordert, door het beftraten der wegen, die landewacrts in gemaeckt fijn. Bequaem. De Stadt is vaii haer felf net en fchoon, heyt tot en tot dcii koophandel gemaeckt, hebben-den koop- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bequaemhcden die een koop-ftadt handel.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i- , r- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i noodigh lijn, met twee havens, om een me-nightc van fchepen te bergen : oock heeftfe eenen grooten houwer oft ftilftaende water, daer alle groote fchepen tallen tijden vlot können fijn, foo om met hare lading daer tc blijven leggen , als om overgehaelt en ver-maeckt te worden. Soo dat dele Koop-ftadt nu noch heeft haren handel en fchipvaetc op Ooft- en WeftJndien , Brafil s Guinea, Angola, Levante, Italien, Spanjen, Vranck-rijck, Engelant, Ooftlandt, in de Sont, en meer andere Koninmiicken en landen : want fy leydt op ’t befte inkomen van de Wielingen, en de reedevan ’t Flacke. Hier over is fy Stapel- alleen begiftight met het Stapel-recht,als bo-ven ten deel gefeyt is, van alle wijnen,olyen, fyropen,en andere natte koopmanfchappen, die van Wellen , ’t fy uyt Italien , Vranck-rijck en Spanjen, in Nederlandt ter zee gebracht worden. Beleeft-heyt der iwvoen-ders. d’Abdy. De Magiftraet, burgers en inwoonders fijn tegen d’uycheemfche en vreemdelingen vriendelijck en goetdadigh; foo datfe äen genen die hier komen woonen, oft de Stadt met hare koopmanfchappen befoecken, feer wel onthalen, vorderen en gunftigh fijn. |
Onder alle de geeftelijcke gebouwen defer Stadt munt uyt, om hare outheydt, heer-lijckheyt en rijckdom , d’Abdye van onfer Vrouwen, die noch tegenwoordigh de letel is der hooghfte Machten van dit Lantfchap. Sommige fchrijven dat dit gebouw door GodebSd BilTchop van Uytrecht, omtrent het jaer duyfent een hondert en fes, begon-■ nen is, om daer in op te voeden en bequaem te maecken de kerckelijcke perfoonen , die men tot het leeren van andere wilde gebruy-ken. In ’t begin hebben hier Regulier-Ca-nonicken gewoont, doch defe fijn om haer onftichtelijck leven uytgejaeght, en eenige Religieufen van S. Michiels Abdy t’Antwer-pen in haer plaets geftelt, om daer den regel der Premonftreyten t’onderhouden. Doch Willem de tweede , Graef van Hollandt en Zeelant, en Roomfch Koning, heeft, uyt be-fondere Godtvruchtigheydt, ( waer van fijn boecksken in ’t Latijn,met den tijtel: Owr-denckin^e de wrbor^eiïlheden het hjden ons liefs Heeren , een vafte geruyge ftreckt) defe Abdye , omtrent het jaer dny-fenttwee hondert fes-en-vijfrig , fcer rijcke-lijck begiftight, en haer gebouw een heer-lijcker aenfien gegeven. Hy én fijn gemalin de Koninuin Ifabella , en voor hem vrouw Ada, gemalin van Graef Floris de derde, fijn hier begraven. Floris van Schoonhoven, Abt en Prelaet defer Abdy, heeft, in het jaerduyfent vijf hondert fes-cn-veertigh, ter gedachtenis van Konin^ Willem, ( om dat hy hen en heel Zeelandt veel goets ge-daen , en wederom aen hen verdient had ) een feer acnfienlijcke tombe oft graf-gebou w beginnen op te rechten : doch dit heerlijc-ke werck , neffens vele andere koftelijckhe-den van altaren en konftige beelden, die eer-tijts met verwondering hier geilen wierdeii, fijn door den brandt, doch meeft door de reuckeloofe handen der byna ontfinnige beeltftormers, in ’t begin der Nederlantlche beroerten , vernielt. Eenige fijn van gevoelen , dat hier eertijdts maer een Kloofter ge-ftaen heeft ; en dat het namaels tot een Abdy is verheven. Maer men bevint, dat de Abten in’t jaerduylènt een hondert en fes-en-twin-tigh by d’oLide Schrijvers bekent fijn. D’eer-fte was Albadjcn de lelie iHicolaes de Cajirot oft, ^an der ^ur^ht, die oock d’eerfte Biffchop van Middelburgh wiert ; want in her Dcfe jaer duyfent vijf hondert negen-en-vijftigh is de Collegiale Kerck van S. Pieter, (die in het jaer duyfent drie hondert dertien van Graef Willem de derde gefticht is) door Paus Paulus de derde, en Philips de tweede, Koning van Spanje , tot eeii Cathédrale kcrck gemaeckt, en met de Biftchoplijcke ftoel vereert. Tot desBilfchops onderhoudt wielden alle d’inkomften der Abdy gefchickt, mits dat de Monicken daer uyt een redelijc-kc nootdruft fouden genieten. Onder de diocefe oft geeftelijck gebiedt van ’t Bifdom Jïdtddelburgh wierdèn al de kercken en conventen van defe Stadt, Vlilïingen , Vere, Goes, Ziericzee, Romerswael, ter Tholen, en het omleggende platte landt van d’eylan-den Over-Flackee en Voorne, geftelt. Den rijckdom defer Abdy is allengs foo Rijckdom gegroeyt , dat nicmant in Zeelandt meer landt-goederen befat ; want fy hebben in het ‘ff laetfte alleen in Ambachten, welcke hare minfte middelen waren , drie duyfent vijf hondert een-en-veertigh gemeten, twee hondert feven-en-dertigh roeden in dit Graef-fchap gehadt. Oock is den Abt en Prelaet in macht en-gefagh, felf in ’t wereltlijck, foo hoogh gefet, dat hy ’t eerlle lit van de Staten van Zeelant geworden is : want hy, nef- iij B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fens |
if} M I D D E I fens de Edelen, verfchenen als Staten voor en uyt den naem van ’t platte landt ; foo dat men, fonder haer toeftaen, geen impoften op de lieden , buy ten de fteden woonende , kon fetten. De Prelaet nam oock den Prince van ’t landt, als hy gehuldight wierdt, den eedt af. Defe Abdy heeft niet alleen in vorige tijden een treft'elijck aenfien gehad, en aen de Stadt gegeven, maer behoudt het noch he-denfdaeghs j want al de hooghfte Collégien der Staten en Raden van ’t lant houden hier. van d’eerfte plaets toekomt den Heeren Staten van Zeelandt, die beftaen uyt d’eerfte Edele , die nu is Willem de tweede, Prince van Oranje , ôCc. als Marquis van der Vere cn Vliffingen; ( welcke plaets nu , uyt fijn Hoogheydts naem, by den Heer Johan de Knuyt, die onlangs van wegen de Staten een der Plenipotentiarifen op de Vrede-hande-ling te Munfter geweeft is, bekleet wordt, ) en de Gecommitteerde der Steden Middel-burgh, Zieriezee, Goes, Tholen, Vliffingen en Vere. Oock vergaderen hier, de Gecommitteerde Raden van State der Graeflijck-heydt van Zeelant : de Gecommitteerde Raden ter Admiraliteyt : de Reecken-meefters van de Graeflijekheyts Rekenkamer: de Staten van ’t eylant Walcheren, met de Gecommitteerde van de breede ge-erfde van ’t felve cylant : en de Provinciale Raedt van Vlaen-deren. Oock is hier de Graeflijekheydts Munt in ’t jaer duyfent vijf hondert tachtigh verordent. Het Stadt-huys is een feer aenfienlijck gebouw , waer van de fondamenten in ’t jaer duyfent vier hondert acht-en-feftigh geleyt blevene een jaer regeeren. Oock is hier een fijn. Den toren, tevoren door’t vuur be- Baljuw, wiens jurifdiótie ftreckt over defe Stadthuis. fchadightjs op nieuw hecrlijck opgebouwt, wiens top met een gouden weerhaen, om te beter een kenlijck zee-merckvoor de fcylen-dc fchepen te fijn , verciert is ; waer in een nieuwe kloek en konfligh flaende uurwerek met verwondering gefien wort ; aen ’t welck in alles omtrent hondert en vijftigh duyfent guldens befteet fijn. Nevens 't voorfeyde Stadt-huys is foo een pleyn oft merekt, dat diergelijck inNederlandtweynigh te vinden is : de voorgevel is met de beeldenifien van d’oude Graven en Gravinnen van Hollandt cn Zeelant verciert : foo dat het een treffe-lijck werek is^ dat van de Bouwmeefters geacht en geprefen wordt. Hier gaen de Ma-giftraten dagelijeks te rade, wiens wijsheydt en ervarentheyt de welftant en ruft der Stadt beforgt; welcke deughden in voorige tijden menighmael veroorfaeckc hebben, dat dan- |
dere ftemmende Steden hen alleen harer aller plaetfen in de groote vergaderingen der Staten vertrouden, en verfochten te bewaren. De regeering defer Stadt beftaet by twee Burgermeefteren, elf Schepenen en twaelf Raden; welcke vijf-en-twintigh perfoonen te famen ’t ^eheele Colleffie oft het lichaem van de gantfehe Magiftraet vervatten. Door de felve Burgermcefteren en Schepenen wordt de Juftitie bedient ; en met de Raets-lieden, aile fware faken, die de Stadt in ’t be-fonder, of de Staet van ’t landt in ’t gemèen betreffen , afgehandelt. De Raedts-lieden neu gekoren : doch defe genomineert oft voorgeftelt door vier-en-twintigh mannen , waer van twaelf de Raets-lieden, en d’andere twaelf, aenfienlijcke burgers en vreemdelingen fijn ; «die derhalven nae geen van defe ampten mogen ftaen, en wegens defe bediening Kiefers i om datfe de hooghfte Magi-ftraet helpen kiefen, genoemt worden; welcke waerdigheyt fy niet, dan met hun leven, af-leggen. Defe wet oft ordre ftreckt een helder voorbeelt van een voldoende en be-fcheydene heerfchappy ; waer in de vreemdelingen , door de wetten van de hooge ampten uytgefloten , nochtans, volgens de wetten, tot net noemen en kiefen der Magi-ftraet, die haer regeeren fal, geroepen worden. Defe vier-cn-twintigh komen jaerlijeks den laetften July op ’t Stadthuys, en kiefen dertien perfoonen , welcker namen aen de Stadthouder van ’t landt,die nu is Willem de tweede , Prins van Oranje , gefonden worden ; die daer uyt het eene jaer iès, ’t ander Stadt, haven , dij eken en t’Arnemuyden op den dijck , volgens de limiten een roede beneden den dijck j en over verfcheyden Heer-lijckheden, die onder de Ambachten defer Stadt behooren. D’andere Officiers oft Am-ptenaers fijn , gelijck in meeft alle aenfien-lijcke Steden, de Thefauriers, de Wees-mee-fteren, de Commiffiarifien van de Afieuran-tie-kamer,van de Wiffielbanck,van de Banck van leeninge , van de kleyne faken, van het Landt-recht ; oock vier Colonellen, en vier-en-twintigh Capiteynen over de Burgery. Noch fijn hier verfcheyde gemeene ge- Gemeene bouwen, als de Huyfen der Ooft- en Weft-Indifche Compagnien, de Latijniche Schole voor de jeught , drie Schutters-hoven oft Doelen , het Wees-huys, Gafthuys, Oude; mannen-huys, Tucht-huys met het Spin-huys, en andere. Hier |
MIDDEL Kertken. nbsp;nbsp;Hier Waren eertijts drie Parochy- oft hoofc- kercken, als Noortmonfter oft S. Pieters-kerck ; Weftinonfter oft S. Martens-kerck, gebouwt in ’t jaer duyfent drie hondert ne-gentigh, die nu afgebroken , en de plaets daervan tot een marckt gemaeckt is ; de derde en outfte hooft-kerck was die van de Abdy, die men gemeenlijck bet Kloofter noemde. Nu wordt de Godsdienft: in Neêr-duytfch in vijf kercken gedaen j oock hebben de Franfchen cn Engelfcheri elck hare byfondere kerck. Klooßers. De verfcheyde kloofters en menighte van ge-ordende perfoonen,die hier eertijts,onder t gebiedt des Paus van Roomen , gefticht, gewijdt en ingeftelt fijn, können van de ge-negentheyt tot den Godsdienft, en de niild-heydt der Regenten en Burgeren defer Stadt regens de felve , onfeylbare getuygen ftrec-ken ; want daer waren ’t Bagijnhof, d’Au-guftijner Monicken, Bogarden, ’t kloofter Bachtsgravenhove genoemt, ’t Hofpitael, Templieren, Tertianen, Minnebroeders, het Convent der Cellebroeders , de Swarte Su-fters in ’t jaer duyfent vijf hondert acht-en-twintigh gefticht, S. Aechten-huys, en het Huys der Heeren van de Duytfche ordre. Doch defe kloofters fijn meeft met de opge-kome veranderingen, foo in de Staet als Kercke,tot andere gebruycken geordineert. Kercken- Tegenwoordigh worden de kerckelijcke rxf/. faken by de Kercken-raet, beftaende in negen Predicanten en twintigh Ouderlingen , afgehandelt : doch over lommige worden de twintigh Diaconen, wien de forge over den armen eygentlijck toekomc, oock geroepen. 7 Kerkte- De Predicanten werden verkoren by de A» gemelde Kercken-raet, ten overftaen van vijf uyt de Magiftraet, lidtmaten der Gemeente, die oock hare ftemmen hebben ; waer op men dan d’approbatie van ’t Claflis ver-foeckt, die verkregen fijnde, wordt de gekorene driemael de Gemeente voorgeftelt, en, foo niemant iets tegen hem inbrengt, daer na beveftight. De Ouderlingen worden by-na op de lelfde wijfe, doch in dobbel getal, gekofen ; waer uyt de Gemeynte, met in-brengen van hunne ftemmen in gefchrift, een enckel kieft. De Diaconen worden by de gantfche Kercken-raedt in dobbel getal verkofen, waer uyt de Magiftraet een enckel kieft. Van d’Ouderlingen en Diaconen wort jaerlijcks de helft vernieut, foo dat elck twee jaren fijn ampt bedient. Dapper- De kloeckheydt der Burgeren heeft eer-heydt der tijdts gebleken aen de oorlogen, die fy foo lang en dapper tegen hare oude vyanden de |
B U R G H. Vlamingen, voor hare vryheyc, gevoert hebben j in welcke fy dickmael verwinners fijn geweeft. Maer in de laetfte Nederlandtfche oorlogen (ick wenfeh datfe altijdt de laetfte blijven) heeft hare manhaftigheydt, en die van alle Zeelanders in ’t gemeen, voorname-lijck te water, foo heerlijck uytgebloncken, datfe van hare vyanden felf ren hoochften geprefen fijn : waerom fy niet tonrecht Zee-leeuv^üen en Water-leeu^'ven genoemt worden; ’t welck geeftigh op ’t wapen van Zee-landt, fijnde een leeuw in de zeebaren , ge-fpeelt is. Ick foude van defe faeck veel meer können feggen j maer alle Hiftorien fijn ’er vol van. LTyt defe Stadt fijn verfcheyde Geleerde Geleerde mannen gefproten, oXs Johannes de Clotingen, die veel Latijnfche brieven heeft uytgcgc-ven : Petrus Capitaneus, edelman, der Medicijnen Doótor en Profeffoben Medicijn van den Koning van Denemarcken : Jacohus Jïdiddelburgenfisi een Theologant, en Vica-rius Generael van den Biffehop van Came-rijek : Paulus ^an Aîiddelburgh , Biffehop van Urbino, was een goer Theologant, Mathematicus, Phyficus en Medicus : Plicolaus Eberhardt à Ç:5^îddelburgo, een Schippers foon van’t dorp Grijpskerck ontrent defe Stadt gelegen, heeft veel in de Rechten ge-fehreven, was eerft Prefident in ’t Hof van Hollandt, daer na in den grooten Raedt te Mechelen, en vader van vijf geleerde fonen; waer van Petrus Pltcolai d JPLtddelburgo, Doólor in de H. Godtheydt en Abt en Pre-laet van de Abdyc defer Stadt, d’oudtfte was ; fijn broeder E^erhardiss iSbicolai is eerft Prefident in ’t Hof van Vriefiandt en daer na te Mechelen geweeft ; de derde Plicolaus toe-genaemt Grudïus, was Raedts-heer des Könincks ; de vierde (^Adrianus Marius^ Canc-felier van Gelderlant ; de vijfde Joannes Secundus, door fijne veerften bekent : men leeft datfe alle vijf luft en bequaemheydt tot de Poëfy gehadt hebben. Theobaldus ab Ho-' gelande, een uytftekend Philofophus en Chy-micus : Petrus Ximeruis,ce^D vermaert Theologant en Philofooph : Idugo Fa'volius, een treflfelijck Theologant en Poëet : ‘Tobias Poelfius, was feer geleert in de Medicine ofc Geneeskonft : Arnoldus Helius, een uytftekend Latijnfch Poëet en Matthias MartT nius de VVauccguier , in vele talen en weten-fchappen ervaren. Defe plaets is te kleyn , en den welverdienden lof van de voorfeyde vermaerde mannen veel te groot, om hier befchreven te worden ; den geleerden Lefec fal die in vollen overvloet in hunne boecken vinden. In |
maer een doch gedenckweerdigh belegh ge-roor de leden ; want in ’t jaer duyfent vijf hondert twee-en-feventigh, nae ’t overgaen van Vlif-bclegert nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• c \ nbsp;nbsp;° y r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ringen, is ly door der Staten macht benaeuwt van ’t belegh te verlolfen ; en na hem de groote Commandeur van Caftilien over de Ridderlijcke Ordre van S. Jacob , die met een vloot van feftigh fchepen,die hyin tween deelde, en onder fijne dapperfte krijghs-overften derwaerts fond,de Stadt pooghde te fpijfen en t’ontfetten : doch ’t eene deel defer vloot onder ’t beleyt van den Heer van Glimes is, door ’t beftier des Princen van Oranje,van den Admirael Boyfot geflagen en byna vernielt, des Konings Vice-Admirael liet ’er het leven , en omtrent twaelf hondert mannen. Defe fcheeps-ftrijt, waer in het Zeeufche boots-volck treffelijcke proeven van hare manhaftigheydt toonde, is in ’t geficht van de groote Commandeur, ende Prins van Oranje uytgevoert : op welcke nederlaegh der Spaenfche vloot de Stadt korts daer na nen. Ellenden •van 't be- is, na dat fy langer dan al d’andere Zeeufche fteden des Konings fijde gehouden en vele fwarigheden uytgeftaen had ; want fy qua-men in fulck een hongersnoot,dat fy alle hare peerden , honden en katten moeften eten ; fy backten koecken van mout en lijnfaet,en |
diergelijeke ongewoone fpijfe : foo dat hun- dat fy de verlofTing van foo veel Magiftraten nc ellenden foo groot wierden, dat ’er alleen en burgers van Haerlem te weeg brachten, in de laetfte twee maenden van ’t belegh, na Defe en andere punten geaccordeert lijnde, het fchrijven der Spaenfehen , duyfent vijf trock Mondragon, na dat hy de Stadt byna hondert fes-en-feftigh menfehen geftorven fijn. Waer over de Gouverneur Mondragon, wiens kloeckheyt en dapperheyt hier groo-ten lof verdiende , genootfaeckt wiert den Prins van felt wonde maken, en oock vreefde dat fy den koftelijeken buyt, die quot;t landt verwachte en ten hoochften van noode had, fouden aen te bieden, op voorwaerde, dat men hem en al fijn volck, met hun goet, wapenen en vliegende vendels liet uyt-trecken ; en met al de burgers, die ’t begeerden, op een veylige plaets, onder de Koning ftaende, bracht. De Prins weygerde hen t’ontfangen, ’t en waer fy fich , als de Haerlemmers, op gena oft ongena wilden overgeven : Maer Mon-Mondra- .dtagou aiitwootdc, dat hy en fijne foldaten jg Stadt veel eer tot twintigh plaetfen in 0'^- i^j-ant fouden fteecken ; en daer na, in eenen uytval, fich vechtende acn ftucken laten hacken. Prins Willem, die hen niet vertwij- die quot;vol-bracht worden. voorwaerden : Mondragon en fijn regiment fouden ’t eylandt Walcheren t’eenemael ver-laten, en hun vendels, geweer en al het hare onjerge-meêdragen ; doch laten alle de fortificatiën, ’nen, ammunitie oft oorlooghs-gereetfchap, fchepen en andere goederen onbefchadight. Oock fouden alle foetelaers en anderen (leep der oorloge vry uytgaen ; doch de Geefte-lijckheyt niet dan hunne kleederen mee nemen. Hier tegen moeft Mondragon op fijn trouw beloven , weder in ’s Princen handen te komen , oft binnen twee maenden defe vijf gevangene heeren op vrye voeten doen ftellen, te weten : Philips van Marnix Heer van S. Aldegonde, Capiteyn Jacob Symons-zoon de Rijck Admirael van Kamp-veer,cen Italiaenfch Ingenieur Cittadella gebynaemt, den Luytenantvan Capiteyn Willeken van Angeren, en Capiteyn Joan Pettijn. Met de Burgermeefters en Burgery wiert een byfon-der verdragh gemaeckt, waer van ’t voor-naemfte was j dat de Stadt drie hondert duyfent guldens aen den Prince fonde betalen ; (waer van Hy hen daer na,om harten te winnen , twee derde-deelen vereerde ) en dat de gemelde Prins uyt d’ingefetenen, die den eedt aen hem weygerden te doen, tien mannen vermocht te kiefen en t’arrefteren , tot dat fy de verlofTing van foo veel Magiftraten twee jaeren kloeckelijck verdedight had, in February des jaers duyfent vijf hondert vieren-feventigh, met fijn volck,fwart van honger en ongemack, uyt de twee plaetfen , en wert ter Neufe aen landt gefet. De groote Commandeur was, foo ’t fcheen , lang in twijfel of hy de gevange heeren ontfiaen fou; want de Heer van lant Aldegonde wierdt eerft acht maenden daer na verloft, nae dat Mondragon fijn misnoegen op ’t heftighfte getoont had; ’t welck de Commandeur dec refolveren. Soo dat dit een groote vióloric voor de Prins van Oranje was ; want Strada voegt ’cr by, dat hy, boven de gemelde fom-me, tien hondert duyfent guldens van de koopmanfehappen der vreemdelingen tot buyt bekomen heeft. Sedert die tij at is defe Stadt aen der Staten fijde gebleven. |
9
Z I R I C Z E E.
E Hooft-ftadt, niet alleen van ’t eylandc Schouwen , maer oock van Beoofter-Schelde, en de tweede ftadt van Zeelant, is nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’t Is fe- ker, datfe oudt is, en van de Graven be mint geweeft ; maer wie die gebouwt heeft en wanneer is gantfch onfeker : dewijlfe, neffens de grootfte lieden van Europa, het ongeluck heeft, datfe voortgekomen is in een rijdt, dat de Geleerden en wetenfchap-pen, infonderheydt in defe landen, byna ongeboren, oft'immers feer weynigh te vinden waren, ’t Gene verfcheyde Schrijvers verhalen van eenen Ziringus, die defe Stadt eerft gebouwt, en van wien fy haren name ont-fangen foude hebben, dunckt my meer een ydeie verhering dan waerheydt te fijn, ’t Is evenwel buyten twijffel, dat Ziriazee een van d’outfte Heden van Zeelant is ; want dat hare beginfelen foo onfeker fijn , is felf een klaer bewijs van hare outheydt. Ontrent het jaer duyfent naer Chriftus geboorte , als de Vlamingen die van Walcheren fomtijdts be-ftreden, is defe Stadt meer en meer ver-Ilerckt ; dewijl de Graven van Zeelant hier hare woonplaetfe en voorraet hadden,om de omleggende eylanden , die aengevochten wierden, byftant te doen : foo datfe allengs in grootte, gebouwen, inwoonders en rijck-dom toegenomen heeft. Kloeck- Sy is hierom , en om de dapperheydt der inwoonders over al vermaert geworden j ^del-Lde fy hebben in d’oude oorlogen tegen inrvoon- de Vlamingen als helden met een leeuwen moedt gevochten, en hare ftantvaftigheydt en trouwigheyt voor hare Princen, inlónder-heyt in de fware belegering, die fy in ’t jaer duyfent drie hondert en drie van de Vlamingen geleden hebben, altijt betoont; waerom Wapen, haer wapen met een fwarten leeuw in een roodt veldt, daer een kruys boven ftact, ver-ciert is. Behalven d’oorloghs-rampen fijn hen in verfcheyde tijden byna allerhande ellenden en veranderingen overgekomen ; als jammerlijeke fi:erften,afgrijfelijcke branden, hooge en laftige watervloeden, het droevige blijven en verdrineken van hare burgers met hare fchepen en goederen ; ja fy hebben op een jaer, nae ’t feggen van een out Schrijver, achtien fchepen met het volck en goet verloren : foo dat het een wonder is, datfe uyt foo veel fwaricheden het hooft hebben können opheffen, en niet onder d’ondraeghe-lijcke laden gefmoort fijn. Maer hare Vor- Priwk^ lien hebben hen, om hare dapperheyr, trou-heyde en uytgeftane ellenden, tallen tijden met vele vryheden en privilegiën begun-flight ; waer van de volgende de voornaem-ffe fijn : Koning Willem heeft in fekere Kening keure oft wet belaft, dat men de gene, die Willem een burger defer Stadt met woorden ofc wer eken eenigh ongelijck oft gewelt doet, fal ftraffen op foodanigh een wijfe, als of hy ’t felve aen een edelman van Zeelant gedaen 11 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1^1* |
had. Des Konings zoon en navolger Floris riorù de de vijfde, namaels door Velfen gedoot, gaf hen de vryheyt, dat fy voorby aile fijne tollen , fonder iets te betalen, mochten varen ; ’t welck Graef Willem de derde, de Goede Willew gebynaemt, in ’t jaer duyfent drie hondert leven-en-twintigh beveftight heeft; die oock door fijne brieven verboodt, dat niemant in heel Beoofter-fchelde, de verwers, wevers, vollers i touwers, en wolle-keten-fcheerders ambachten vermocht te doen, dan in defe Stadt ; waer door hare neering en inwoonders feer vermeerdert fijn. Graef Jan de eer- lan de fte vergunde hen in’t jaer duyfent twee hon- * dert fes-en-negentigh,dat men geen inwoon-der buyten de Stadt te recht mocht roepen, maer alleen voor den Baljuw en Schepenen. Jan de tweede gaf hen, in’t jaer duyfent drie hondert en drie , volle macht, om accijfen oft impoften, tot behoef der Stadt, op te fetten, te vermeerderen , te minderen, en af te fetten , na hare nootfakelijckheydt. Graef Willem de fefte gaf hen, in ’t jaer duyfent Willem vier hondert twaelf, een voorrecht, dat geen poorter meer verbeuren kan, dan fijn lijf en leftigh pont aen den Graef, en tien pont voor de Stadt. Hertoch Aclbrecht van Beye- Hertegh ren heeft in ’t jaer duyfent drie hondert ne-gen-en-feventigh de poorters vergunt, datfe voorby Dordrecht tolvry varen mochten met alle hare koopmanfehappen, oock fonder te verftapelen. De volgende Princen, als en Hertogh Philips vanBurgundien,en andere, hebben de privilegiën defer Stadt groote-lijcks vermeerdert. Ontrent het jaer duylent vier hondert, en Neering eenigen tijdt te voren, hebben de inwoon-ders veel groote fchepen gebouwt, om in Denemarcken, Noorwegen, en andere Oo- ' * fterfche landen hunnen handel te drijven. Maer d’outfte neering defer Stadt is geweeft het maken van Sout, dat uyt darrinämoet, filtigh fijnde, gemaeckt wiert; men verbrande de darrinek tot affehen, en de affche daer iij C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;af |
,r. .A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ ‘- r^ -.(K'. .n.
.9.MÄ.Ä.
t~ ^£pi^ SkiÂi- Jjuys.
Vle^ lal onJcr'tSuJAuyj ■
ATHEO UOLI^ANUOacI}. SIJ^SHANO BKLLKJ^O, novum Zelinejttionom. Jicge vh:bis
a, a
' i' /.t'quot; a lt;nbsp;a'
IDe/ti, .
lnys.
Zoris namp;et'.
Celegen-heydt en fierckte.
Stadt-huys.
Regee-ring, en MAgi-firaten ;
V
af begoot men met fout water, dit wiert dan in de foutkeeten t’famen gefoden, tot dat ’er feer witte en fuyvre korreltjes fout van qua-men, het welck dan T^el oft Zilßout genoemt wiert ; maer als men namaels uyt Vranck-rijck en Spanjen fout genoegh bracht,is defe konft verftorven. Tegenwoordigh fijnder drie hooft-neeringen ; de Viftcherye, het fout-fieden, en het meede-reeden, by welcke men tot een vierde de landt-bouwery , die oock by vele inwoonders gcdaen wordt, kan
meente Burgermeeßer genoemt wordt : defe mogen dit ampt niaer een jaer bekleeden, en afgaende niet dan nae twee jaren weder aengenomen worden. De Heer Burgermee-
oock de propofitie oft eerfte ftem in den Raet,behalven in’t maken van Heem-raden,
het welck de Gemeente Burgermeeßer eerft voorftelt : fy doen t famen den Raedt vergaderen , oft fomtijdts oock wel yder alleen. Nieinant magh Burgcrmeefter oft Schepen worden3 of hy fy twintigh jaren poorter ge-
voegen.
Defe Stadt leyt vijf mijlen en een half van
Arncmuyden,cn fes vanMiddelburgh,rond- weeft, noch Raedt oft Threforier fijn, ’t en om in den ring van een fteenen muer beflo- fy hy twaelf jaren ’t poorterfchap gehadt ten, uytgefeyt in’t aeiikomcn van de nieuwe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;quot;
haven, die de Magiftraet voor eenige jaren heeft doen graven ; defe ftreckt een halve mijl buy ten de Stadt,en loopt tot in den arm
heeft. De Bailjuw overleden fijnde, bedient de Gemeente Burgermeeßer terftont fij n ampt, tot dat ’er een ander gekoren wordt ; het
der Schelde, die Zeelant in tween, dat is, in Bewefter- en Beoofter-Schelde, verdeelt.
T^ïrïcz^ee is verciert met een bequaem Stadt-huys, redelijck fraey uyt blaeuwen en witten arduyn opgemaeckt j waer nevens een toren ftaet, die met een doorluchte fpitfe opwaerts rijft , op welckers top een Neptu-nus, een teecken van den koophandel ter zee, te fien is : in de felve toren is een kon-ftigh en met den hamer geflagen uurwerck.
De regeering beftaet uyt twee Burgermee-fters, twaelf Schepenen, vier Threforieren , en vier-en-twintigh Raden ; defe Collégien vertonnen het geheele lichaem der Stadt, en wat fy goet vinden, is gerefolveert en onver-anderlijck, uytgefeyt in groote en ongemee-ne faken, als het verkoopen van renten, in-breuck van hunne vryheden,en diergelijcke^ waer over fy noch twintigh oft vier-en-twintigh van de wijfte, rijckfte en aenfienlijck-fte inwoonders mogen roepen ; door ordre en gunft van Keyfer Karei de vijfde, in ’t jaer duyfent vijf hondert twee-en-twintigh gegeven. Defe Overheydt heeft oock macht om alle wetten en ordonnantiën , by raedt van den Baljuw, in faecken die met geldt te boeten fijn, te maken ; welcke vryheydt hen in ’t jaer duyfent drie hondert feven-en-twin-tigh door Graef Willem de Goede gefchonc-ken is.
de Gemeente Burgermeefters tot Baljuws kieft. De Schepenen worden jaerlijcks door den Raedt in Mey vernieuwt by noeming van twaelf perfoonen , die men uyt de afgaende Schepenen , en uyt de wijfte en be-quaemfte burgers kieft, en dan de Stadthou-der overfent, die daer uyt, ’t een jaer fes ’t ander feven, eenige nieuwe kieft oft oude continueert ; die daer nae in handen van den Baljuw hun eedt doen. De Schepenen mogen maer twee jaer dit amptbedienen, ’t en waer datfe, als gefeyt is, gecontinueert oft in dienft gehouden, oft by verhooging tot Bur-germeefter verkoren worden ; gelijck Her-togh Philips van Burgundien en Keyfer Ka-refde vijfde verordent hebben.
De regeerende Schepenen fijn wettige lurisdf Rechters over het geheele eylant van Schou-wen, fommige dorpen in ’t landt van ter Tholen, en Sommelfdijck, in alle criminele faken, die, volgens de Wet van Zeelant, by de hooge vierichaer van den Grave plegen afgedaen te worden. De mindere Officiers defer Stadt fijn, de Penfionaris, de Secreta-riften, de Commiffariften en Rentmeefter van de vier Bannen van Duvelandt, welcke de Stadt eertijdts gekocht heeft ; de Heemraden van ’t eylant Schouwen, en de Landt-
De Burgermeefteren worden jaerlijcks derfelve. Jen fes-en-twintighften December, dat is de
't Kiefen
Rechters, onder welcker ampt vele dorpen en gehuchten ftaen. Defe Magiftraten en Lof der inwoonders magh men naeft Godt met recht fiedelin-de eere geven, dat fy ( door hunnen raedt, forge, middelen, onvermoeyden arbeydt en meer dan mannelijcke moedigheydt) dit geheel eylant uyt de zee behouden, en tot den
tweede Kersdagh , door de Schepenen , nae datfe een eedt gedaen hebben, gekoren in ' defer voegen : eerft d’eene uyt het felve col-
legie der Schepenen, die men Heer Burger- tegenwoordigen welftant gebracht hebben j meeßer noemt, en die, met de reft der felve, foo dat men wel heel Zeelant, maer infon-kiefen dandere uyt den Raedt, d’afgaende derheyt defe Stadt en dit eylant, de fpreuck Threforiers oft uyt de Gemeente, die Ge-^ van den Zeeufchen leeu : Luiior emergOt
ac
dat is, Ick ‘V'vorllel en ontpv^em, toepafTen magh. Hooft- Onder de gemeene gebouwen munt uyt Kercken Hooft-kcrck , S. Liegens ^onlier ge-noemt, in welcke Hertogh Aelbrecht van Beyeren,in ’t jaer duyfentdrie hondert acht-en-feventigh , een collegie van Canonicken gefticht en begiftight heeft. Men gelooft datfe voor ’t jaer duyfent vier hondert acht-en-feftigh j wanneer fy door den blixem feer gefchent is, veel grooter, fchoonder en aen-lienlijckergeweeft heeft. Evenwel ’t gebouw dat noch rtaet is treflijck, uyt arduyn opge-macckt; van binnen verciert met een fchoon orgel : oock is ’er acn de fuytfijde een groo-te cifterne oft waterback gemaeckt, feer dienftigh en gerieflijck voor de burgery, in-fonderheyt des fomers by langdurige droogte , oft ’s winters by diergenjcken langen vorft. Nevens defe kerck ftaet een toren, in ’t jaer duyfent vier hondert vier-en-vijftigh gebouwt, die vijftien duyfent feven hondert een-en-feftigh ponden Vlaems gekoft heeft; hoewel in die tijdt alle materialen en ’t ar-beyts-loon tot feer lagen prijfe waren ; want het hoet kalck,dat nu tot vijf gulden verko ft wordt, was toen voor twee ftuyvers en een half te bekomen ; een arbeyts-man , die nu des daeghs meer dan twintigh, fomtijdts fes en acht-en-twintigh ftuyvers wint, kon men toen voor een ftuyver en vier penningen, ’t welck men een hras-penmng noemt, een heele dagh aen dit gebouw gebruycken : foo dat de voor-gemelde fomme nu meer dan twintigh-mael foo veel foude belui jpcu. Defen toren, liuewel tamelijck hoogh , is maer tot een derdedeel van de voorgenomen hoochte gekomen ; men was van meyning het tweede en infonderheydt het laetfte derdedeel, foo doorluchtigh en treftelijck te maken, (want het model noch voorhanden, en voor eenige jaren, door ordre der Kerck-meefters, op een plaet gefneden is ) dat hy alle torens van de Nederlanden, ja miftchien van geheel Europa, foude overtroften hebben : maer Godt almachtigh, die alle dingen, oock d’elementen oft hooft-ftoften,be-onge- ftiert, heeft dit werck belet ; want eenen meen on- ftetckeu ftorm heeft foo vele koopvaerders-■ fchepen, die hier f huys hoorden, ontrent de klippen de Keyfer en Keyferin genoemt,foo jammerlijck vernielt, dat hier in eene nacht vijf hondert vrouwen weduwen wierden, be-halven andere ongehuwde jonge lieden en inwoonders defer Stadt, die in groote mee-nighte bleven : door dit ongemeen en ellen-digh ongeval is de koophandel foo vergaen, dat het voorfeyde heerlijeke werck geftaeckt is j foo dat ’er federt geen moedt oft voor-fpoet geweeft is om het uyt te voeren : maer men heeft, om ’t werck te fluyten, op den toren een dack oft kap moeten fetten , ge-lijck nu noch te lien is. |
Hier waren oock veel kloofters, die nu Kloofers. ten deel verwoeft, ten deel tot andere gebruycken verandert lijn, als, het Convent der drie iConingen, daer van den boomgaert en eenige reliquien noch overigh lijn, de fVlinnehroeders, de Broot-fiifiers ijacohijnen, IBagijn-hofA'Si^'^ oock noch iets van refteert, de Bernardijnen , de Graeu- oft S^^ärte-fn-ßers , en de Birmarye omtrent het geleyde Bagijn-hof ; wat ordre dit was, wert getwij-felt : fommige meenen dat de S. Jans-Heeren oft Tempeliers hier gewoont hebben ; welcke op eenen nacht, niet alleen in defe Stadt, maer oock door heel Europa, gedoot lijn. Van dit gebouw faghmen noch voor eenige jaren den ingang,oft een hooge poort van rooden fteen, met beeltenilTen van leeuwen en andere dingen, feer konftigh gemaeckt. In defe Stadt is oock een Oude-mannen- Andere huys , in ’t jaer duyfent vijf hondert leven-en-feftigh door Adriaen Franfz. van Brou-wershaven gefticht, waer toe hy de twee derdedeelenvan alle fijne goederen byuyter-fte wil ordineerde ; maer M'. Daniel Jacobi heeft het in ’t jaer duyfent fes hondert en fes feer verrij ckt ; boven den ingang van dit huys ftaen defe woorden : Seneflutem hüno-ra , dat is, eert den oHd€rd.onLj. Oock is ’er eenWeeshuys, in’t jaer duyfent vijf hondert fc5-cn~iicgcinigh feer vergroot ; een Gaft-huys; Leprofen-huys ; S. Jacobs en S. Antonis, oft Oude-mannen en Vrouwen-huyfen ; S. Rochus-huys ; en het Oude-vrouwen-vilfchers-huys, waer toe het huys van Adolph van Cleve,daer hy hier in woonde, verordineert is. In defe Stadt hebben gedurigh gewoont, Graefijc-gelijck oock noch heden , twee de grootfte keAm^te-Ofticiers oft Amptenaers van de Graeflijck-heyt, te weten, den Baljuw, die hooge Juris-diólie over geheel ZeelantBeoofter-Scheldc, en de Heerlijckheydt van Sommelfdijck, heeft en oeftent ; en den Rentmeefter Gcne-rael Van Zeêlandt Beoofter-Schelde, wiens ampt ftreckt over de Graeflijcke Domey-nen, als ’s Graven duynen, waranden, efpar-gnes, en zee-driften; oock voorliet hy eenige Graeflijcke ampten met bequame lieden : welck ampt nu met grooten lof bedient wordt door den Heer (iAdriani4A Hoß^eru^, Heer in Bommenee, en Oudt-Burgermeefter defer Stadt, een man 'van fonderlinge deught iij D nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en |
C, eleer de heden. en geleertheydtj, die aen fijn Vaderlandt hec befte verdient, en dat ter eere leeft. Behal-ven de voorfeyde refideert hier het collegie van Leen-mannen Beoofter-Schelde^en vier andere Rentmeefters van de geeftelijcke goederen en ’s Landts impoften , over ’t gemelde deel van Zeelant. Defe Stadt is een vruchtbare moeder van veel treftelijeke geleerde mannen geweeft ; onder welcke uytmunten, Amaräus Airï-die eenChronijek der Werelt befchre-ven heeft : nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de treftelijekfte onder de Geleerden niet alleen defer Stadt, maer van geheel Zeelandt, was eerft Doólor in de Medicine by de Koning van Sweden ; daer naer is hy, in fijn Vaderlandt gekeert fijndcj na fijner huys-vrouwen doot Canoniek van de Monfter-kerck defer Stadt geworden j en is door veel vermaerde boecken genoegh bekent : Petrw PeckiHS was eerft Profeflor in de Rechten te Leuven, daer nae Raedts-Heer in ’t hooge Hof te Mechelen ; heeft oock veel goede boecken uytgegeven: ^a'vtd P^heodorw Plafeer, Doótor in de Medicine t Antwerpen : Pranctfcii^ Tjandictis, Secretaris defer Stadt : CjuilielmidS foon van de gemelde Li‘vmidS Lemniud, was Lijf-Medicus van den Koninck van Sweden: Jafon Pratenfis oft de Pratis , Dodlor in de Medicine, en een feer treffelijck Poëet, heeft verfcheyde geleerde boecken in die twee wetenfehappen gefchreven : Ægidius Aurifaber , Monick in ’t kloofter van Syon, by defe Stadt gelegen : Andreas Lemnius, Do-dor in de Medicine : Balduinus Henriet, Dodor in dc geeftclijeke Rechten , en daer na Profefibr te Leuven : Cornelius Liens, or-dinaris Dodor der Medicine in defe Stadt, is namaels Droft van S. Martens-dijck geworden : lAtcolaus fianfientus Boy , Goots-geleerde , en Dominicaner Monnick, wierd van den Roomfehen Stoel gefonden om het Rijck van Denemarcken met behendigheyt onder des Paus gehoorfaemheyt te brengen; doch is in ’t uytvoeren van defen laft overleden ; hy had drie broeders, Leonardus, Cor~ nelius, en P)ominicus, waer van de twee laet-fte nevens hem door hunne fchriften bekent fijn : Begnerus Hiteüius, in Duytfch Reynier Pede genoemt, is t’Amfterdam in fijn be-graeftenis als een der -uytftekenfte Poëten ge-eert : E‘unjout Hlmg, Ontfanger Gene-rael van Zeelandt, heeft vele treflijeke faken in de Godt-geleertheyt, tot verbetering der feden, en opwecking tot Godtvruchtigheyt, gefchreven, doch onder bedeckte namen ; want hy de ydelheyt van een onfterflijeken naem verachte : en zijn broeder Willem T'eling 3 Predicant te Middelburgh, die in Hollant en Zeelandt door vele Nederduyt-fche boecken vermaert is. |
Defe Stadt heeft oock eenige lot-wifielin- Verande-gen in de laetfte oorlogen geleden ; want in ’t jaer duyfent vijf hondert twee-en-feven-tigh, als Vliftingen fich felfin vryheyt geftelt had, met dappere krijghs-o verft en, foldaten, en boots-volck verfien, en met den buyt, de Spaenfehen afgewonnen,verrijckt was,heeft men daer voorgenomen defe Stadt te ver-meefteren. Den Admirael Symon de Rijck Voor de wiert ’er gefonden met eenige compagnien foldaten, en bracht ’er foodanigh een fchrick in , dat hy de Stadt in weynigh dagen voor den Prins van Oranje , als Stadthouder des Konings over Hollant en Zeelant, vermee-fterde. Doch den grooten Commandeur liet defe Stadt in ’t jaer duyfent vijf hondert vijf-en-feventigh , nae ’t innemen van Bommenee , door Chriftoffel de Mondragon fterek bele- Van de geren ; maer fiende dat alle gewelt afgefia-gen en vergeefs was, pooghde die uyt te le^ert hongeren. De Prins van Oranje daer tegen trachte met vele fchepen , omtrent Bergen-op-Zoom gelegen , den Spaenfehen de toevoer te benemen ; op dat fy, gelijck als lelf belegert, door honger van daer gedreven mochten worden, en alfo ’t belegh verlaten j maer ’t was hem onmogelijck dit fijn voornemen uyt te wereken , hoewel hy door veel aenflagen daer naer trachte. Eyndelijck begun ’t gebreck van allerley nootdruft in de Stadt; loo datfe, na een belegh van negen maenden , genootfaeckt wierden de Stadt, met verdragh oft goet accoort, in Junij des en ge-jaers duyfent vijf hondert fes-en-feventigh, roonnen: in handen der Spaenfehen te ftellen ; die den gemelden tijt al hunne macht aen dit belegh befteet hadden, foo datfe elders gantfeh niet verrichten konden ; waer over Pamtanus Strada feyt, dat dit belegh den Koningfehen meer eere dan voordeel toebracht : de waer-heyt van dit feggen heeft te klaerder gebleken , als het Spaenfche krijghsvolck onlangs nae ’t overgaen begonden te muytineren, en, naer Brabant treckende, defe Stadt, die fy met foo veel arbeydt gewonnen hadden, onbedacht verlieten ; waer door hen die viótorie als uyt de handen gevallen , en defe Stadt niet alleen, maer oock heel Schouwen, maer we-Duyvelandt en S. Annenlandt, uytp-efeyt ter 1 holen, met weynigh moeyte, in t lelve jaer weder in de macht der Staten en des Princen van Oranje gekomen, en federt gebleven is. |
Oor-Jpron^ va» haer naem y en wapen. O E S, oft, foo men gemeenlijck feght, Goes i oft ‘van-àer Goes i is d’eenige Stadt in Zuydc-Be-velant overigh, en de derde in de vergadering der Staten van Zeelandt. De oor-fprong en herkomft van haren naem is onfe-kcr. Sommige meenen, dat ter plaetfe, daer nu defe Stadt leyt, eertijdts een fchor was, daer veel ganfen op waren j en in d’oude Duycfche taie wierd een gans goes genoemt. Hier uyt volght,naer haer gevoelen,dat Goes den naem heeft van een gans, die noch in ’t wapen defer Stadt te fien is. Maer het is buyten twijfel,dat het voeren van byfondere wapenen ffeer laet door de Nederlandtfche fleden begonnen is ; en dat vele foodanige , die fy geloofden dat met d’oorfprong haers naems over-een-quamen, aengenomen hebben, uytgefeyt eenige fteden,die van de Vor-ften des lants met een wapen begiftight fijn. Doch my dunckt dat de gene , die de naem hunner ftadt uyt het wapen , of het wapen uyt de naem trecken, veeltijdts groote mis-flagen begaen ; want die fijn dickmael uyt beufelachtige uytleggingen gefproten. Om dat T'er Goes een gans in haer wapen heeft , volght niet, dat defe Stadt haer naem van een verfameling van ganfen,die hieromtrent in menichte waren, ontfangen heeft : maer het volght wel, dat de gans in ’t wapen ge-raeckt is, om dat goes oock een gans beteec-kent. Maer mijn gevoelen is, alloo goes in d’over-oude Deenlche en Nederduytfche talen een feer weelige en vruchtbare aerde be-teeckent, dat defe Stadt, als in een foodanige landouwe gelegen, haer naem daer van heeft ontfangen : hierom werdt fy gemeenlijck , als boven gefeydt is, niet enckelijck Goes, maer ^er oft zander Goes, dat is, een Stadt die in een welluftigen acker leyt, genaemt. Op de plaets defer Stadt ftont eertijts een Slot, naer fijne gelegenheydt Oofiende genoemt , waer van noch T'er Goes de plaetfe en eenige overblijffelen getoont worden. Rontom dit Slot hebben fich eenige landt-lieden, die fich met den ackerbouw geneerden, nedergeflagen : uyt defe verfameling is allengs een aenfienlijck dorp , dat men het dorp ter Goes noemde, en daer ’t Slot in het Fr heden Glidden ftont, voortgekomen. |
en privi- Na dat dit dorp in volck en huyfen toe-legten, gcnomcn had , heeft Vrouw Jacoba van Beyeren, Gravin van Hollandt en Zeelandt, van vrou in ’t jaer duyfent vier hondert feventien, die lacoba , n^ander Goes de vryheyt gegeven, dat fy defe plaets mochten fterck en tot een vafle Stadt maken,en met poorten en graften beforgen; om alle gevaer en fwarigheden , die d’open vlecken onderworpen fijn, daer door t’onc-gaen. Te voren, in ’t jaer duyfent drie hondert vijftigh, had Graef Willem de vijfde Wittemde defe plaetie verfcheyde heerlijcke privile- en gien gegeven ; wiens broeder Aelbrecht van Beyeren hen toeftont, dat fy hem voortaen brecht, geen pontgelt van de vifch fouden betalen, ’t Is waerfchijnlijck , dat defe Stadt, tot ge-heugenis der weldaden van de Vorften uyt het Huys van Beyeren ontfangen , de wapenen van Beyeren en Henegouwen, die in de felve tijdt van de gemelde Vorften gevoert wierden , oock in hun wapen , doch boven de gans, geftelt hebben. Daer na heeft Hertog Philips van Burgundien, Graef van Philips Hollandt en Zeelandt, in ’t jaer duyfent vier hondert feven-en-dertigh, alle hare brieven, rechten , keuren en oude gewoonten , tot noch toe van fijne voorfaten verkregen, be-veftight j en daer by gevoeght de volgende belofte : dat hy defe fijne Stede ‘van der Çoes, noch fijn eylandt Zuydt-bevelandt, nimmer verfetten, vervreemden noch fcheyden fal van fijne Graeffchappeh vanHollant en Zeelandt in eeniger manieren. Sijn foon Her-togh Karei, de Stoute gebynaemt, heeft hen f^arel de oock, in ’t jaer du^jl^nt vier hondert feven-en-feftigh, een treflijck privilegie, wiens ge-lijck geen ftadt in Zeelandt heeft, gegeven ; te weten, datfy felf abfolute meefters fijn in ’t jaerlijcks veranderen van de Magiftraet, fonder dat fich eenige hooge oft fubalterne Collégien daer mede mogen bemoeyen. Eyndelijck heeft Keyfer Karei de vijfde, in en Keyfer ’t jaer duyfent vijf hondert vier-en-vijftigh, defe Stadt vele byfondere gunften en vryhe-den verleent, om haren ondergang, die foo ’t lcheen naby was,te beletten en verhoeden. Welcke ellenden ten deel veroorfaeckt fijn PlUnde» door fterfte en vervreemding, die in ’t jaer duyfent vijf hondert negen-en-dertigh foo ’ groot was, dat ’er niet genoegh bequame mannen tot de regeering te vinden waren. Oock hadden de inbreucken der wateren de ingefetenen foo verarmt, dat de befte fich door armoede onbequaem vonden om de Stadts ampten met behoorlijeken luyfter te bedienen ; waer door fommige , om het re-geeren t’ontgaen, de Stadt verlieten: ’t welck veroorfaeckte, dat de Koningin Maria, fufter iij E nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van * |
-AO-.p.aiî...-
J)efL
P .......-■•^.Ô.S.^-zz,,,,,*
OnickendcfL. „
' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(%—-«1
r Schans
■füïWUJHumm.,,,UZ
jiîi.quot; Q.C3 ..,.„iquot;(--
’‘cXâc«'_Iâ.. _ ,.
jxji_â_
--iUJjji/jjijjjxuiJJL
-UJJJJJJl/l.' .„ô Q ■
-^x' a
■lt;ïka
xxJUJhiuO -pC^* ■
^Igt;111gt;IUUIgt;
- nbsp;nbsp;— TSJJ 1ÜJ} ]) 111'HI IUllUL r^-S^-
___
-ât- lIJiUUiJit'y-it—
- lJL-IJJilliliUj^_Slu!^_,
' rvri...,
p®^-' .iS alUJUuxjuz____
_____
____flUlUU’ia-
=-ei«@____,a_/
triiiuii'-
.’'—-''.(SaiQ____2 njÂJlUJJluZ't;
-ÏXlt;x~
»Scaâ
-üWlUuUuji___
-Z-@—â______ x» a’’
____
Â-â.
--Süiüijiü»'__
ocï^r-^-Q,-. _
® - ■
_____
IIJJH“quot;
Cä.:
^â-Sfep. .jà-
AA
___
A-
-JJjÎuuh-^-^--^
.^ât2-.G- __.
â -
van Keyfer Karel de vijfde, en Gouvernante der Nederlanden , een gebodt uytgaf ; dat nicmant mocht weygeren de ampten t’aen-vaerden , op de verbeurte van vijf-en-twin-tigh guldens. Daer na, iïi ’t jaer duyfent vijf hondert acht-en-veertigh , begon de fout-neering, door het verloopen van de ftroom, waer door men de Stadt niet dan met groote moeyte kon naerderen, byna heel te ver-gaen ; te meer , dewijl het hooft, daer de ichepen aenleggen , door verfcheyden ftor-men foo gebroKcn was, dat men het niet gc-bruycken kon : foo dat de fchippers voorby defe Stadt naer andere plaetfen , om fout te halen , feylden. Doch fijn defe wercken , neffens de torens, mueren, ftraten der Stadt en verdieping van de haven , korts daer na, met de neeringe , herftelt, foo datfe weder begon te bloeyen. Maer d’eene ramp volgh-de dander ; want in ’t jaer duyfent vijf hondert vier-en-vijftigh trefte haer oock een fchrickelijcken brant, foo dat het fcheen,dat het water en vuer, de twee ftrijdighfte hooft-ftofi'en, vereenight waren , om defe geheele Stadt te verdelgen , en hare ingefetenen in d’uyterfte armoede te brengen. Doch Keyfer Karei de vijfde, als ick boven gefeyt heb, heeft hen fijne mildtheydt foo heerlijck betoont , dat fy daer door , en door de goede forge van hare Regeerders, in wefen bleef.
Gelegen- Dit is nu noch een fraeye doch geen over-, groote Stadt, in ’t midden van Zeelant, be-wefien ’t Schelde in Zuydt-bevelandt gelegen ; foo dat men uyt de felve met een getijde in de uyterfte Stadt van defe Provintie poorten, kan varen. Sy heeft fes poorten , en vele engehou- fchoone gebouwen ; waer onder drie verma-kelijcke Schutters-Doelen , een Latijnfche Schole,bequaem tot onderwij fing der jeught in de felve tael, verfien van alles wat tot de ftudie noodigh is : daer fijn drie merckt-vel-* den, en de koren-merckt is de voornaemfle.
Kercke. Sy had een groote kerck,die in’t jaer duyfent fes hondert achtien afgebrandt is; maer is, na drie jaren, veel grooter en heerlijcker, tot groote koffen der inwoonderen , ( want men heeft ’er een-oft twee-en-twintigh duyfent ponden Vlaems aen befteet) opgebout; foo dat’er in Zeelandt diergelijcke , foo in Andere nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dootluchtigheydt, naeulijcks te
Godts- vinden is. Oock is hier een Weeshuys, en huyfin. een Oude-mannen en Vrouwen-huys.
Lucht. De lucht boven defe Stadt, meer dan in andere Zeeufche fteden, is gefont en lief-lijck 5 want de wallen en cingels fijn rontom met nieuw-geplante boomen verciert.
Mogi- De regeering beftaet in een Baljuw, twee ßraten, Burgermeefteren, en negen Schepenen ; die den vier-en-twintighften Juny ,op den feeft-
dagh van S. Jan Baptift, volgens het bovengemelde heerlijcke privilegie van Hertogh Karei, dus gekoren worden : by den afgaen- en 't kte-de Burgermeefter , twee Rentmeefters der^^^^^ Stadt, en twee Verkiefers, worden twintigh^^ aenfienlijcke burgers voorgeftelt j waer uyt den Baljuw, en (iaenblijvende Heeren , een Burgermeefter, en’teen jaer vier, ’t ander vijf Schepenen kiefen, die dan ’t getal der af-gaende Heeren vervullen. Nae ’t veranderen der Magiftraet, worden vier nieuwe Wees-mcefters, en drie CommilTariflen van het Lant-recht gekoren ; waer van de laetfte alle faken, die tuïfchen de landt-faten van ’t geheele eylandt voorvallen, oordeelen.
De Magiftraet defer Stadt fijn oock Hee- lurifdi-ren van de Heerlijckheydt en het landt van Bordelen ; waer over fy hooge,laege en mid-dele jurifdiótie hebben. Defe Heerlijckheydt hebben fy van Charles van Lalaing, Graef vanHooch-ftraten, in’t jaer duyfent fes hondert en vijftien gekocht.
Defe Stadt wordt bewoont van goede en Natuer haer Magiftraet onderdanige ingefetenen, vreedtfaem en minnelijck met eickanderen \^^woo)L levende,en altijdt willigh fijnde in’t opbren- ders. gen van de gemeene laften, die tot den oor-logh en andere faken van nooden fijn. Vele geneeren haer met de landtbouwery, meede-en fout-neering , oock koophandel van granen, die hier, door de grootte en vruchtbaer-heydt van dit eylant, met menichte gebracht en verhandelt werden ; foo dat allerley lijftocht hier tot redelijcken prijs te bekomen is.
Uyt defe Stadt fijn gefproten , UuhertHS Geleerde Barlandïü, Docftor in de Medicine : Corne-IÏ14A ^anBaersdorp, Dodtor van Keyfer Karei de vijfde, die hem Ridder maeckte : Joachime Polites, Grifiier van Antwerpen, en Pro-feftor te Leuven,was een goet Poëet : Gai^ar BarZüAW 3 is een van d’eerfte en beroemfte Jefuiten geworden : Johannes Pame, Pro-feftbr in de Rechten te Leuven : en Petre •van der Straten , Secretaris defer Stadt, die oock een geeftigh Latijnfch Poëet was.
In ’t jaer duyfent vijf hondert twee-en-fe- belegert ventigh, is defe Stadt tweemaels door Tfee-raerts, uyt de nàem des Princen van Oranje, belegert ; doch t’elckens door de dapper-heydt van Mondragon ontfet. Maer vijf ja- ontfit^ ren daer na, is fy door een verdragh oft voldoening onder der Staten gebiedt gekomen, 'verovert^ daer onder fy federt gebleven is 5 en tot dien eynde, in’t jaer duyfent vijf hondert vijf-en-tachtigh , tegen alle vyantlijcke aenflagen , engefor-fterck gemaeckt ; want behalven verfchey-denbolwercken enravelijns,die men rontom* de Stadt maeckte, wierden twee ftercke forten aen de mont van de haven geleyt.
-ocr page 275-Holen oft ter T'holen is een van de van heeft
Staten van defe Pro-vintie. Men kan aen hare oudtheydc niet twijfelen, evenwel is haren oorfprong en begin nu niet te vinden. Haren naem, foo het
Nâems oor-Jprong.
fchijntjwil te kennen geven,dat hier in oude tijden een vermaerde Graeflijcke Tol ge-weeft heeft: ’t is gelooflijck, dewijl de Schippers hier nioeften aenleggen , om de tol te betalen , dat fy fich van alle noodige dingen met een verforghden, en dat daer door eeni-ge huys-gelinnen hier verfamelt fijn, waer uyt allengs een dorp , en naemaels een ftadt geworden is j want het al in d’oude tijden noodigh was, dat men defe plaets, om datfe foo nae aen Brabant leyt, ( wiens Hertogen met de Graven van Zeelandt fomtijdts hef-tigh oorloghden,) met wallen en graften ver-fterckte, en alfoo tot een Stadt maeckte.
Van de gemelde tol befluyt men niet onge-gront 3 dat fy de naem ‘Tholen heeft outran-gen ; waerom Reynerus Snoyus en andere haer in ’t Latijn Tolna, fommige oock The-loniam noemen.
InZ^jaer duyfent drie hondert feven-en-negentigh is defe Stadt weder aen de Graef-lijckheydt gekomen, na datfe verfterekt en verbetert was van Jan, Graef van Beaumont, Broeder van Graef Willem de derde , diefe, met fijne erven , bynae hondert jaren, als Leenmannen van Zeelandt, befeten hadden.
Hertogh Aelbrecht van Beyeren was Graef van Hollandt en Zeelandt, als defe Stadt weder onder de Graven quam ; derhalven heeft hy hen, in ’t jaer duyfent drie hondert negen-en-negentigh , vele byfondere vryheden en Rechten gegeven, waer van de voornaemfte fijn : dat hy defe Stadt en ’t Ambacht van Schakerloo nimmer verkoopen, fcheneken oft vervreemden fal,maer datfe aen de Graef-lijckheydt blijven füllen ; ten ware dat hy, oft fijne naekomelingen , eenen jongeren broeder daer op goeden wilde , ofte die tot fijn erfdeel geven : dat den Baljuw, Burger-meefters en Schepenen vermogen wetten en
I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ö
keuren , tot twintigh pont fwarten toe, (dit fijn de eygen woorden van ’t privilegie ) te maken j behoudelijck nochtans, dat fy geen keuren leggen of maken mogen, die ons oft onfe Heerlijckheydt jegens dragen j en van
P r tuile-^ten en uryhe-àen.
de boeten, die daer af komen, füllen fy d’een helft, en de Stadt en Schepenen d’ander helft genieten : dat men jaerlijeks in de Mey-maent de Magiftraet veranderen fal, en dat de Burgermeefteren deScadts inkomften füllen ontfangen, en die, ten beften van de fel-ve, hefteden , oock daer van jaerlijeks aen den Baljuw en Schepenen goede rekening doen ; en meer andere, te lang te verhalen.
Als Karei, Koning van Caftilien , en daer na Keyfer, in ’t jaer duyfent vijf hondert festien, genegen was om fijn Hertoghdom van Luxenburgh, aen den Hertogh van Lothringen voor vijf-en-twintigh duyfent gouc-gul-den verpant, wederom te loften, heeft hy een groote fomme van penningen van Heer jan van Bergen opgenomen , daer voor hy defe Stadt, Schakerloo en Volfemaer belafte oft f^erpant verpande : oock waren in ’t jaer duylent vijf hondert vijf by Kareis vader,en daer na door Karei felf, op defe plaetfen alreets veel geks gelicht : dus werdt den Heer van Bergen pant-heer van defe Stadt; waer door fy in de beden van ’t jaer duyfent vijf hondert twintigh niet gedacht wordt : oock is fy, gedurende defe verpanding , onder de Steden op de vergaderingen niet verfchenen ; maer wel de gemelde Heer van Bergen-op-Zoom onder het lidt van d’Edelen van Zeelant. Doch en rveder naer hare ontlafting fijn fy weder op de dagh-vaerden , als een lidt der Staten , gekomen ; maer hebben evenwel haer plaetfe verloren : want die van Ter Goes hadden in haer afwe-fen het voorfitten, dat fy federt behouden hebben, gekregen.
In defe Stadt fijn fomtijdts de vergaderin- Gelegen-gen der Staten van Zeelandt gehouden, om datfe bynae aen Brabant grenft; want fy leyt omtrent twee mijlen van Bergen-op-Zoom.
Ter Tholen is nu tuet alleen een leer lufti- sterekte. ge, maer oock een ftereke en van alle noodige oorloghs-wercken vlt;el voorfiene Stadt; foo datfe onder de verfekerfte grenfen van Zeelandt, tegen alle vyandtlijcke aenfiagen, wel magh gereeckent worden : fy wordt oock van foodanige burgers bewoont, die, Dapjter-als ’t de noot vereyfcht, vaerdigh en kloeck-moedigh fijn,om de wapenen inde handt te nemen , en die , tot belcherming van hare woonden. vryheyt, met lof en eere te gebruycken. De ingefetenen geneeren fich meeftendeel met de landtbouwery.
Defe Stadt wordt geregeert van een Bal- flra,ii:n, juw, twee Burgermeefters, en acht Schepe-nen; de negende is d’eene Burgermeefter. y'Fwon De mindere Amptenaers fijn, een Penfiona- den.
iij F nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ris,
-ocr page 276- -ocr page 277-ris, een Secretaris, een Threforier, drie Wees-meefters, en een Griffier. De hooghfte Ma-giftraten worden aldus gekoren: den Baljuw en de twee regeerende Burgermeefteren noemen een dubbel getal van veertien Schepenen uyt het geheeie lichaem van de gemeen-te,die ten minftendrie jaren poorter ge weeft fijn : daer na kiefen de felve, met de regeerende Schepenen, een getal van vief Burgermeefteren 5 waer onder, uyt kracht van het privilegie, geftelt wort de Burgermeefter van binnen : uyt defe achtien perloonen kieft de Stadthouder van Zeelandt ( welck ampt federt veel jaren by de Princen van Oranje be-kleet is) een enckel getal, te weten, acht tot Schepenen , (want de twee bovenfte ftaen om Burgefmeefters te worden, doch foo de Stadthouder hen daer toe niet kieft, fijn fy evenwel dat jaer Schepenen ) en twee tot Burgermeefters, den eenen van buy ten , en d’andere van binnen, die mede, als boven ge-feyt is, dat jaer een der Schepenen is. Alle defe perfoonen, aldus gekoren, doen op den dertienden Mey den eedt in handen van den Baljuw, die mede Dijck-graef is van defe Stadt en ’t eylandt ; en uyt een drievoudigh getal , by Burgermeefteren en Schepenen voorgeftelt, door den hooghgemelde Stadthouder gekoren , en by de Staten van Zeelandt, oft hare Gecommitteerde Raden, be-eedight wordt.
In defe Stadt is oock een Rent-meefter van de Domeynen over Obolen en Vofle-maer, en daer omtrent,’t welck gemeenlijck aen ’t Baljuwfchap dependeert 5 doch is een bylónder Officie : oock woont hier de Su-per-intendent van de landtwachten over het geheeie eylandt, die twee Onder-Majoors , een tot S. Martens-dijck, en een te Poortvliet heeft.
In ’t wapen defer Stadt fijn oock vier leeuwen, gelijck in dat van Henegouwen ; maer of de Stedelingen dit aengenomen hebben , ter gedachtenis van de Graven uyt dat gedacht , oft dat het hen van de felve ver-eert
lindere Officiers.
Wapen.
Geleerde heden.
fche partye toegedaen waren , en moedigh quot;Te uer-op hun geluck en voorfpoet in verfcheyden door fcheeps-ftrijden, getracht defe Stadt en ’t ey-landt voor de Prins van Oranje , als Stadt- beffiron-houder des Konings , te vermeefteren ; het welck fy geloofden, dat hen, om dat de be-fetting foo onfterek was, en de Stadt lichte-lijck af te fnijden , niet milTen kon. Maer Mondragon quam hen haeft befpringen, en trof hen loo dapper , dat ’er Schoonewal, Rolle, Kloot, Steelandt, Courteville, en het grootfte deel van ’t volck,’t leven lietenj Ha-verfchot doodelijck gequetft , en Capiteyn Symon de Rijck gevangen, die namaels met Aldegonde en anderen, nae ’t overgaen van Middelburgh, als ick daer gefeyt heb, door Mondragons belofte , weder fijne vryheydt kreegh : hy was d’eerfte gevangen , die, op hoop dat men vele geheymeniflen uyt hem verftaen fou , in ’t leven gehouden wierdt : dus bleef defe Stadt voor die tijdt in handen der Spaenfchen. Doch in ’t jaer duyfent vijf ^ccor-hondert feven-en-feventigh in April is fy deert wet met de Prins van Oranje, byna op gelijeke voorwaerden als die van Schoon-hoven, ge-accordeert.
Den Hertogh van Parma heeft ter Œboleni ^an par^ in ’t jaer duyfent vijf hondert acht-en-tach-
. , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, tnael aen-'
tigh, tweemael met groote dapperheyt doen gevoch-befpringen ; want hy fondt daer den Heer ten i van Montigny, de Marquis van Renti en Graef Odtavius van Manfvelt, met feven oft acht hondert mannen, die, met een ebbe, door ’t water Vosmeer genaemt, uyt Brabant in dit eylandt pooghden te komen. Graef Georg Everhard van Solms was toen hier met hondertenvijftigh mannen; waermede hy , door’t behulp van den dijek, die daer met borftweeringen bevrijt was, fijne vyan-den te rugge dreef. Het krijghs-volck van Parma, befchaemt over ’t verlies, is ten twee-demaclmet meer voordeel aengevallen; maer Capiteyn de Groo trock hen met verfch volck te gemoet, en deed’ de Spaenfchen doch wijeken, doch konden, om datfe door ’t veel fchieten kruyt gebreck hadden, hen niet ge-noegh naer haer begeeren befchadigen; hoewel daer omtrent vier hondert mannen , daer onder twee Capiteynen, bleven. Graef Odavio van Manfvelt en de Marquis van
Defe Stadt heeft voortgebracht Francif-C14S T^olenßs, in ’t Griecks Artobdus, in ’t La-tijn Pi^lorw, en in Neêrduytich Backer ge-noemt, die een Auguftiner Regulier-Canoniek was, en vele boecken in de Theologie uytgegeven heeft ; en Petrus ‘van Refin, die op een oude kaerte van Zeelandt , foo als in het jaer fes hondert de geftalte daer van was, een korte befchrijvinge gemaeckt heeft.
; Renti kon men naeulijeks met twee fpiefien , uyt het fiijek trecken. De Graef van Solms, foo lang de Spaenfchen hier omtrent waren, was des daeghs in de Stadt, en ’s nachts met fijn volck op de dij eken, daer hy, in groote forghvuldigheyt, meer tijt met waecken dan flaepen toebraght. Dus bleef defe Stadt en
In ’t jaer duyfent vijf hondert drie-en-fe-ventigh hebben de Zeeuwen, die de Naftau- ’t eylandt in de macht der Staten.
Wapen.
T^^ginfel.
Van Willem de derde be-
V L I s s I N G E N.
Lissingen is de f^^eede Stade van Walcheren, en heeft in de vergaderinge der Staten van Zee-landtjonder de ftem-mende fteden , de vijfde plaetfe. Dat fommige haernaem
afbrengen van de Flejjche S. Wille-bord 3 oft van illyßis, is meer belachelijck dan bewijflijck oft waerfchijnlijck ; want men kan defe beufelen met recht by den Roomfehen Metellus te Middelburgh, en den helt Ziringus te Ziriczee , daer van die Steden haer namen fouden hebben , gelijc-ken. Dewijl Vies by d’oude Denen de verandering van het wafTende en afnemende zeewater beteeckent, kan men, naer mijn oordeel, niet ongegront giffen, dat de naem Vleßingen oft Vlßmgen daer uyt gefproten is. 'tis waer,datfe in haer wapen een gekroonde fleffche heeft ; maer den Lefer gelieve te letten op’t geen ick,in’t begin der befchrijving van ^er Goes, van ’t aennemen der wapenen, door de Nederlantfche fteden, gefeyt heb.
De plaets defer Stadt, uytermaten wel aen de zee gelegen , heeft eerft eenige arme vif-fchers aengelockt, gelijck meeft alle groote dingen kleynebeginfelen hebben; daernaer, om de beejuame fchipvaert, die van daer op Vlaenderen, Engelaut en Vranekrijek konde gedaen worden,fijn ’erveel andere en rijeker lieden,die fich met den koophandel op de genoemde landen geneerden, komen woonen.
Vlißingen wordt in de Chronijeken omtrent het jaer duyfent twee hondert feven-cn-twintigh,als Floris de derde van die naem Graef van Hollant en Zeelandt was,gedacht. Maer haren eerften welftant, ftadts-rechten en voortkomen heeft fy voornemelijck Willem de derde, de Goede gebynaemt, te daneken : want hy heeft, in ’t jaer duyfent drie hondert vijftien , een nieuwe haven in fijne poort oft Stadt Vlißmgen gemaeckt ; en om die haven te beteren , en den Poorteren te verftercken, geveft verfcheyden keuren aen defe Stadt gegeven, ftreckende tot welflant der Stede, om d’ingefetenen in goede onderlinge vrede te onderhouden; op dat daer allerhande lieden mochten komen en keeren met hare goederen in fekere befcherming : welcke gunften daer nae , in ’t jaer duyfent vier hondert feven-en-feventigh , van Vrou Maria van Burgundien vernieut fijn.
Onder andere keuren en vryheden, toen gemaeckt, fijn de volgende de voornaemfte:
dat niemantde poorters defer Stadt vermagh Priojiic-in recht te betrecken, dan voor hare vier- gien en fchaer : foo wie een poorter defer Stadt buy-ten hare vryheydt iets misdoet, ’t fy aen fijn ’ eer, lichaem oft leven, die fal dat boeten gelijck of hy ’t felve aen een edelman van Zeelandt gedaen had : niemant fal in ’t gebiedt des Graven een poorter defer Stadt mogen panden oft arretieren dan voor fijn eygen fchult : en eyndelijck, naer verfcheyden wetten , vergunt de Graef hen, dat fy door alle fijne landen van Hollant, Zeelandt en Vries-landt, met alle hare goederen, tolviy mogen varen, tot fijn wederfeggen durende. Prins ^oor Willem van Oranje heeft in ’t jaer duyfent vijf hondert vier-en-feventigh , nae dat defe Stadt fich tegen den Hertogh van Alba en dert. de Spaenfehen geftelt had, alle hare oude privilegiën, als Stadthouder des Konings, be-veftight, en die met vele nieuwe, te lang om hier te verhalen, grootelijeks vermeerdert.
De eerfte inwoonders van ditNieuw-Vlif- Vernein-fingen waren die vanOudt-Vliffingen; want het blijckt uyt de Keuren van defe Stadt, aen den Hertogh van Alba gefonden , dat men ’t Oude alle neeringen afnam , om die, met d’ingefetenen, in ’t Nieuwe te brengen : foo dat den ondergang en het verlaten van Oudt-Vliffingen d’opkomfl: van ’t Nieuwe is ge-weeft. De eerfte ingefetenen waren meeft en hare fchippers,fcheeps-reeders,viffchers en boots- neerwg. gefellen, die fich geneerden met vifch en haring te droogen en te natten ; met kuy-pen, en packen ; feylen, netten, touwen en diergelijeke dingen te maken. De koopman-fchap was verfchen oft gefouten vifch , langen en ftapel oft droogen vifch, ton- en korf-haring en fout. Oock quamen hier veel fchippers en kooplieden uyt andere landen, foo dat defe haven meeft altijdt vervult was met buyffen, boots, heude-fchepen, boeyers, en ander flagh van fchepen , niet alleen van d’inwoonders, maer oock uytlanders. Doch boven alle neeringen bloeyde en nam toe de haring-vangft ; hier mede waren d’ingefetenen foo bench,dat jaerlijeks fekere vacantie van rechts-pleging, de ‘vacantïe der teelt haring^aert genaemt,onderhouden wierc.
Maer gelijck alle wereltfche dingen onftant-vaftigh fijn , defe neering is hen in ’t begin van de Nederlantfche beroerten, als Middelburgh belegert was, ontgaen ; want die van Vlißingen in die tijdt niet alleen de lareken van hare kerek, maer oock hare buyffen en ’ boots de Prins van Oranje gewilligh toefon-den, om hier en daer, tot ftutting der Spaen-fche vloten, gefoneken te worden.
iij G nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Nu
VLISSINGEN.
Koophandel.
Nu drijven de burgeren hunnen koophandel op VranckrijckjEngelandb Spanje en andere geweften ; infonderheydc voorden fy Vlaenderen van alle uyt-en inlantfche koop-manfchappen. Voor weynigh jaren heeft men hier oock de Groenlandtfche vaert, en
Defe Stadt wordt geregeert van een Bal-juwj twee Burgermeerteren, negen Schepe-nen, en dertien Raden : de mindere Ampte*-naers fijn, een Penfionaris, een Secretaris, twee Wees-meefters, vier Threforiers, drie Commifiarifien en een Schout van ’t Landt-
C, riepen-hejAt,
T.er-naent.
Aenivas
en ner-
grootin^.
Sterckte.
Stadt-huys^
Kerck.
het maecken van traen, aengevangem So dat defe Stadt onder de neering-rijckue van Zee-landt met goede reden magh gefielt worden.
Vlißmgen is nu een van de fierckfie Steden , en heeft een van d’allerbequaemfie en gereetfie havens van Zeelandt, een mijle van Middelburg en twee van Ter Vere , op den boordt aen de zuydtwefi-fijde van ’t eylandt Walcheren , en gelijck als in de mondt van de zee , gelegen : Sy mach daerom te recht proncken met de lof-fpreuck vanKeyfer Karei de vijfde , die haer de lConingin enßeutel uan loeder landt noemde, en, nevens andere geheymeniflen van den fiaet defer landen, aen lijn foon Philips de tweede ernfielijck beval, dat hy een befondere forge voor defe Stadt, om die wel tè bewaren, foude dragen. Voor de haven fieeckt uyt een lang en machtigh fwaer hooft,dat metgroote kofien tegen d’aenfiooten der holle en verflindende zee moet bewaert worden.
Sedert het jaer duyfent vijf hondert fes is defe Stadt feer verbetert, en heeft in gebouwen, poorten, neering en rijckdom loo veel toegenomen, dat Prins Maurits van Oranje, in ’t jaer duyfent fes hondert negen, goet vondt de felve te vergrooten^ foo dat ’er daer na een groot fiuck landts oofiwaerts inge-trocken, en een groote haven (daer in etlijc-ke hondert groote fchepen, van fiorm en ysgang bevrijt, können leggen) uytgegraven wiert, die in ’t jaer duyfent fes hondert veertien volmaeckt wierdt.
Behal ven hare treffelijcke gelegenheydt aen de zee , is fy nu , tegen alle vyandtlijcke aenvallen, aen beyde lijden met rondeelen, krijghs-wercken, diepe en wijde graften, hooge wallen, borfiweeringen,bolwercken, torens,en alle andere noodige fierckten,ront-om genoeghfaem voorfien en verfekert. Van binnen is fy dicht en wel bebouwt.
Onder de gemeene gebouwen ( om nu van des Princen huys,en andere diergelijcke niet te fpreken) munt uyt het nieuwe Stadt-huys, in ’t jaer duyfent vijf hondert vier-en-negentigh begonnen, en,na de gedaente van ’t Antwerpfche, doch kleynder, gebouwt by de groote marckt, op de plaets,daer eertijdts twee kloofiers,’t eenvandeCarmeliten,’t ander van de Preeck-heeren, gefiaen hebben.
De oude parochie-kerck is een tamelijck groot en fchoon gebouw,met eenen middelbaren hoogen toorn en uurwerck verciert.
recht, en andere.
In ’t eerfi heeft defe Stadt onder de Gra- oude en ven van Zeelandt gefiaen ; maer in ’t jaer duyfent vier hondert twee-en-vijftigh is fy door Hertogh Philips van Burgundien aen Henrick van Borffelen verpant : doch Hertogh Kareis dochter de Princes Maria heeft-fe in ’t jaer duyfent vier hondert feven-en-feventigh aen Wolfaert van Borlfelen, Heer van der Vere, met Wefikappel, Domburgh, en alle jufiitie en rechten, te leen gegeven , niet dan de fouverainiteyt behoudende, voor de fomme van vijf duyfent kroonen. Van het huys van Bordelen is fy gekomen aen ’t geflacht van Burgundien , uyt den natuer-lijcken foon van Philips de Goede gefproten: d’eerfie van defe was Philips van Burgundien , Heer van Beveren, die defe Stadt be-muert en verfierckt heeft j hoewel andere dit fijn foon Adolf toefchrijven, die een min-faem, mildt en goedertieren Heer was. Naer Adolf volghde fijn foon Maximiliaen, de Icfie van dit Huys, want hy fiorf fonder kinderen. Daer na is defe Stadt en heerlijck-heydt verfcheyde mael verkocht, doch laetft aen Prins Willem van Oranje, wiens Sonen Mauritz en Fredrick Henrick haer vervolgens , onder den tijtel van jMarquü ^an der Vere en Vlißingen, befeten hebben j gelijck Willem de tweede. Prins van Oranje, eenigh foon van Fredrick Henrick , de felve noch tegenwoordigh befit.
In defe Stadt fijn geboren, Goßj^jinnf Geleerde Heecx, een Carmeliter, en Suflf a^aen van mannen. , den Biflchop t’Utrecht : Petrus Cunamp;us, Pro-feflbr in de Rechten te Leyden : Ludo^icus de Pdieu, Predicant te Leyden , en fecr geleert in d’Orientaelfche Talen : ^brahamus J\dellinus, door fijn groot Martelacrs-boeck bekent : Adrïanus Guilielmi, in d’Arabifche tale feer geleert ; en Caßparus Levini, geby-naemt Hoogelande j een groot Rechts-geleer-de, en eerfie Prefident in ’t Hof t’Utrecht.
Hoe wonderlijck en door welcke oorfa- rerande-ken defe Stadt, in ’t jaer duyfent vijf hondert twee-en-feventigh, fich tegen den Hertogh van Alba fielde,en onder’t gebiedt van Oranje begaf ; oock hoe fy, dertien jaren daer na, nevens andere plaetfcn, aen de Koningin van Engelandt verpant, en in ’t jaer duyfent fes hondert festien weder gelofi is, kan men by meefi alle Nederlandtlche Hifiory-fchrijvers nafoecken en lefen.
Gelegen-heydt, en oor-fprong. Aenfien-lijckheyt. Ere, ter Here, oft 'van der Here, wordt oock Kamp-Here ge-1 noemt, om dat men öW oude tijden van hier op Kampen (eer-tijdts een beroemt dorp in Noordt-Be-velandt,nu vergaen,) bequamelijck kon varen j foo dat Kam^-Here niet anders dan een Veer oft overvaert op Kampen beteeckent. Sy is de derde bemuerde Stadt van ’t ey-landt Walcheren, noordt-ooftwaerts óp den zeekant, een uure gaens van Middelburgh, en twee van Vliflingen,gelegen : hier uyt fijn lichtelijck de geringe beginfelen defer Stadt te fpeuren ; want het genoeghfaem blijckt, dat defe plaets eerft van eenige arme veerlieden en viffcherkens, tot gerief van de rey-fende lieden, bewoont is ; ft welck eerfl; een hieken,buurtoft gehucht,daer na eçn fchoon dorp wierdt ; en, ftadts-rechten bekomen heboende, in ft jaer duyfent drie hondert acht-en-feftigh bemuert isjcn ten laetften tot de naem en eer van een Marquifaetlchap verheven. D’eerfte Marck-graef was Maxi-miliaen van Burgundien , die oock de lefte van dit geflacht geweeft is. Te voren (ge-lijck ick in de befchrijving van Vliflingen -genoeghfaem verhaelt heb) hebben de Heeren uyt het Huys van Borflelen defe Stadt, met den naem van Heeren ‘van der Here, en Mark- befetcn ; vatt wien fy op de Ipruyten van Burgundien gekomen is. Ten laetften, naer verfcheyde vcrkoopingen, is dit Marckgraef-fchap aen ’t geflacht van Naflau-Oranje verkocht j foo dat het Willem de tweede, Prins Privilegien. van Oranje, nu noch, met den tijtel van ^^arquü ‘van der Here en- Hlißingen, befit. Graef Willem de derde , gebynaemt de Goede, heeft de Heeren defer Stadt, in ’t jaer duyfent drie hondert acht-en-dertigh , verfcheyde vryheden gegeven. Eduard de vierde, Koning van Engelaut, vergunde in’t jaer duyfent vier hondert vijf-en-feventigh , den Heer, Magiftraten en Gemeynte een heer-lijck privilegie, ftreckende om den koophandel , tuflchen fijn onderdanen en defe Stadt, te verfekeren en vermeerderen. Koning Chriftiernus van Dencmarcken vereerde hen vryheydt van alle tollen in fijn Koningrijck,foo lang Adolf van Burgundien, haren Heer, leefde. Maer in 't jaer duyfent vijf hondert vier-en-feventigh, na datfe fich te voren onder de befcherming des Princen van Oranje begeven had, heeft die Vorft, als |
Stadthouder des Konings, hen met vele wetten , vryheden en byfondcre gunftbewijfen voorfien, waer onder défe niet de geringfte fijn ; dat de poorters en poorterlien defer Stadt niet meer dan hun lijf, en tien ponden Parifis uyt hunne goederen können verbeuren : datfe nergens in Walcheren , dan binnen defe Stadt, mogen te recht geftelt worden om criminele laken : dat den Baljuw niemant magh apprehenderen , en ter pij n-banek brengen,dan met confent derBurger-meefteren : dat defe Stadt een lidt der Staten van Zeelandt fal fijn,en meer andere te lang te verhalen. Defe Stadt wort beftiert door een Baljuw, c^agi-twee Burgermeefteren, negen Schepenen, en nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, vier-en-twintigh Raden, die de Vroetfehap oft het lichaem der Stadt vertoonen; benet-fens een Penfionaris, en een Secretaris. D_efe hare worden, uyt kracht van het jongft-gemelde verkie-privilegie van Prins Willem van Oranje, dus Ä-gekoren : Burgermeefters en Schepenen, die toen regeerden , en de gene die te voren in regeering geweeft hadden, verkoren vier-en-vier perfoonen genoemt, daer van den Prince, als Stadthouder, twee tot Burgermeefters voor ft aenftaende jaer kieft : daerenboven noemen de gemelde heeren, uyt de Vroet-fchap en de geheele Stadt, noch feftien perfoonen , die met de twee genoemde en niet gekoren Burgermeefters achtien makenj uyt welck getal door de voorfeyde Stadthouder negen perfoonen tot Schepenen gekoren worden. De mindere Amptenaers, dependerende Andere van de voorfeyde Magiftraet, fijn, vier Forti- offiden. ficatie-meefters , drie Wees-meefters, vier Commiflariflen van ft Lant-recht, viet Arm-meefters, en andere. Defe Stadt leydt aen d’een fijde vlack aen * de zee, waer door fy, federt haer begin , al-tijdt een bequame diepte, om met ichepen aen te komen , gehadt heeft : daer na is de haven, tot bevordering van de koophandel. Haven. allengs dieper en wijder gemaecktj foo datfe nu een van de befte in Zeelandt is, daer groote fchepen können uyt en inkomen. De inwoonders geneerden fich in ft eerft meeftmetden landt-bouw; maer omtrent neering het jaer duyfentdrie hondert acht-en-veertig fijn fy meerendeels zeebouwers geworden, en federt heeft de fchipvaert allengs toegenomen ; want haren heer Henrick van Borf-felen heeft, in ft jaer duyfent vier hondert dertigh, felf verfcheyde groote fchepen doen iii H nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ma- |
maken, die lay naer Ooften en Wellen om koopmanfchap fond ; waer door fijne middelen en de welvaert defer Stadt grootelijcks vermeerdert fijn. Sijn foon Wolraert troude met Maria Stuart, dochter van Jacob d’eer-lle , Koning van Schotlandt ; dit heerlijck huwelijck was oorfaeck, dat de Schotten in defc Stadt een begin maeckten van den koophandel^ die fy nier noch drijven, want dit is den ftapel van hare koopmanfchap ; en om die te bevorderen, fijn op byfondere tijden verfcheyde contraólen gemaeckt. De Magillraet heeft oock de Schotfche natie een fraey huys, tot gebruyck van haren han-Kcrckcn, del, en de oude parochy-kerck tot hunnen Godts-dienll, verordineert. Defe kerck is in ’t jaer duyfent drie hondert acht-en-veertigh gebouwt ; maer de Heeren uyt het huys van Borlfelen hebben weftwaerts daer aen een groote en fchoone kerck van witten harden arduyn-lleen doen bouwen, van binnen met konflige gaelderyen , fteene overwelffelen , pilaren,trappen,en buyten met twee toorens verciert. Dit is foo een treffelijcke kerck, datfe in Zcelandt geen weerga heeft, niet alleen om haer heerlijck gebouw , maer oock en hare om drie konllige wercken, die haer aenfien-cteraden, lijefc maken, namelijck, het Portael, de Bo
ge , en de Cifterne , die de burgers de fon-teyn noemen ; defe drie aenmerckens-waer-dige dingen fijn met fulck een kond opge-maeckt, dat alle konllenaers in perfpeólive en architeólure,die uyt alle geweften komen om die te befien , fich uyrermaten verwonderen, en de makers der felve den hoochften lof in hunne kond toefchrijven.
Stadt- • Aen de wedfijde van de merckt,die ruym en luchtigh is, daet een fchoon en cierlijck Stadt-huys, begonnen in ’t jaer duyfent vier hondert feventigh,uyt harden witten arduyn-deen gebouwt. Hier daen de vorige Heeren met hunne Gemalinnen in deen argebeeldt, gekleedt na de wijfe van haer eeuw, als Wol-faert van Bordelen met Charlotte de Bourbon ; Philips van Bourgondien en Anna van Bordelen ; Adolf van Bourgondien met Anna van Bergen j en Maximiliaen van Bourgondien. In ’t jaer duyfent vijf hondert ne-gen-en-negentigh is by dit Raedt-huys een loo fraeyen toren gebouwt, dat men naeu-lijcks in Zeelandt fijns gelijck liet, op wiens fpitfe een vergult fcnip, als een teycken van haren ouden en gedurigen handel ter zee, ten toon daet.
jndere Omtrent het jaer duyfent vijf hondert ^c^bou^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Raden ter Admiraliteyt van
* Zeelant hier refideerden, is in defe Stadt een Ammonitie- oft Wapen-huys voor defePro-vintie gebouwt j ’t welck in ’t jaer duyfent
vijf hondert vier-en-fedigh door Philips de tweede, Koning van Spanje, vergroot is. In ’t jaer duyfent vijf hondert vier-en-negentigh is hier oock een treflijck huys,met een toren, voor arme weefen , oude mannen en vrouwen, kranckfinnige, en andere onmachtige menfchen, omtrent de Warwijckfche-poort gemaeckt; en twee jaren daer na, door Prins Maurits van Oranje,als Marquis vanter Vere, een nieuwe vleefch-hal, boven met fchoone kamers, daer fommige gilden vergaderen, voorfien. Oock fijn hier drie Schutters-ho-ven , als dat van S. Joris oft de Voet-boge, S. Barbara oft de Coleuveniers, en S. Seba-diaen oft de Handt-boogh.
is aen de fijde , die naer de zee 'Torens. dreckt, met verfcheyde torens geeiert; d’eer-de is den Jldontfoortfihen torende bouwer Lodewijek van Montfoort, tweede man van de voornoemde Anna van Borlfelen, ge-noemt ; de tweede noemt men het S^^arte gat, en heeft de gedaente van een halve ronde : de derde is den Kamp^eerÇchen toren, die t’zeewaerts ront, en na de Stadt platfor-migh is.
Defe Stadt, foo aen de zee- als landt-fijde, sterekte, is genoeghfaem met mueren, torens, gaelderyen , bordweeringen , bolwercken , aerde wallen, en diepe en wijde graften, voorfien en gèderekt : oock fijn hier twee bequame fluyfen, om het zeewater, naer noot en gele-gentheydt, uyt en in te laten. Behalven dit alles, fijn aen de zeekant, buyten de muren en gaelderyen,verfcheyden houten-en rijfen-hoofden, rijs-bermen , deen-hoopen en andere zee-weeren, die alle, met groote koden, jaerlijeks moeten onderhouden worden. Landewaerts fijn drie poorten, de War-- enpoor-'v^ijekfehe, Sandijekfehe en oArnemuydtfche poorten genaemt. Buyten is de Stadt met aengename ackers, velden, hoven en boom-gaerden verciert.
Het Hot Sandenbur^, de woonplaets der sanden-oude Heeren van der Vere, met de kapel en burgh. andere gebouwen,eertijts omtrent defe Stadt gelegen, fijn door d’al vernielende Tijdt foo vergaen,dat ’er naeuwlijcks eenige gedenek-waerdige overblijffelen van te vinden fijn.
Uyt defe Stadt fijn nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Joannes‘van Geleerde
Borjelen, eerd Profelfor te Leuven, daer na Deken van ’t Collesie van Sandenburgh oft der Vere ; en Cornelias Battns, foon van ja-lt; cobM Battus, een Doólor in de Medicine : defe waren twee goede vrienden van den grooten Erafmus Éoterodamus. Op ’t gemelde flot Sandenburgh is geboren ]\4axi-mïldanus nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gelijck hy fel fin fijn Poë
mata getuyght ; een feer geleert man, gee-ftigh Poëet, en Secretaris van Gent.
A R N E M
U Y D E N.
Pri'Vile-gien.
Gelerren-o heydt.
Naems oor-
men , niet alleen ten
opficht van ’t nieuwe, dat noch ftaet j maer oock om fijne aenfienlijeke outheyt. D’out-fte geheughenis vinden wy in de brief, die Jan Hercogh van Lothringen, Brabandt en Limburgh , in ’t jaer duyîent twee hondert acht-en-tachtigh, ter liefde van Graef Floris de vijfde, fijn bloedtverwant, heeft gegeven; waer in hy de inwoonders van Arnemujàen in Walcheren^en van Brydorp in Schouwen (welcke twee plaetfen de gemelde Graef tot Steden meende te maken) vryheydt van tollen in alle fijne landen fchenckt. Oock heeft Haquin, Koning van Noorwegen, hen vele privilegiën , tot voordering van den koophandel, in ’t jaer duyfent drie hondert feven-tigh gegeven.
Het oude Arnemuyden lagh niet verre van de plaets daer nu het nieuwe is ; te weten, tufl'chen d’oude haven van Middelburgh, en nieu Arnemuyden, op de fant-plaet, die nu leyt omtrent S. Jooft polder, cn de rechte diepte oft kanael van het oude oArnemuj-den ; en was een fchoon, en neering-rijek dorp ; met een goede haven en reede, en een burgh oft kafteel, de wooning der oude Heeren ^üan Arnemuyden, voorfien. Het heeft fijn naem van de Arne, een bequaem water, dat van Middelburgh naer defe plaets loopt, cn het voornoemde kafteel ; want Muydt in d’oude Hollandtfche , Zeeuwfche en Deen-fche taelen een fterekte, flot oft burgh be-teeckent. Door de gelegentheydt van ’t fel-ve water Arne diende het tot een haven, reede en voorburgh oft voorftadt van Middelburgh ; waer door vele, die fich^met den koophandel en fchipvaert geneerden, hier quamen woonen. Doch de zee, door het gewelt fijner waterftroomen, defe plaets da-gelijcks ftrenger bevechtende, heeft Heer Gillis an Arnemuyden aen fijne onderfaten, in ’t jaer duyfent vier hondert acht-en-dcr-tigh, bevolen, dat fy fouden verplaetfen, en hare wooningen op den dijck, daer nu het lAteu'Vije Arnemuyden leyt, ftellen ; om de dreygende ongelucken van het overloopen der wateren tijdelijck t’ontgaen : welcke dijck, hoewel hy eygentlijck Oofthoeck ge-
noemt wordt, nochtans met al de huyfen gt;nbsp;daer op en onder ftaende , de naem oArne-muyden behouden heeft. Dit is ’t begin van Nieu Ar.. t Hieu^vue Arnemuyden , dat noch eenigh-fins in wefen is,en de fterckte en eer van een Stadt, in den aenvang der laetfte Ncdcrlant-fche Oorlogen, heeft ontfailgen.
Ter gedachtenis en ter eereh Van den ge-melden Heer Gillis, de laetfte mans-oir uyt dit geflacht, hebben die van oArnemuyden fijn wapen , met het hare vermengt, aenge-nomen : want hy voerde in ’t bovenfte deel ’t oudé van fijn wapen drie gouden arenden in een def roodt veldt, en in ’t onderfte een fwarten * arent in een gouden velt. Het oude wapen en 't oude van defe plaets was een graeuwe burgh in ’t midden van een velt van filverigh water.
Maer ’t hedendaeghfche wapen defer Stadt, Het he^ gelijck fy het nu voert, en in haer fegel en dendaeg-elders gebruyckt, fijn twee gouden arenden met afure tongen, in een roodt veldt boven, in ’t midden een burgh van graeu koleur in filverigh water,en beneden een fwarten arent in een gouden veldt.
Dit JHieu Arnemuyden behiel niet alleen de neering, fchipvaert en koophandel van ’t oude ; maer vermeerde foodanigh, om de fonderlinge bequaemheydt van de reede, dat die van Middelburgh , vreefende voor verloop van neering en inwoonders, het Ambacht van Oofthoeck , daer defe plaets in leyt, met al wat ’er toebehoort, in ’t jaer duy- Komt dn-fent vier hondert drie-en-negentigh , van der ’t ge-Philips van Burgundien en fijn gemalin Anna van Borflelen, tot een vry eygendom koch- hurgh. ten. Die van oArnemuyden pooghden by Keyfer Karei de vijfde te verwerven, dat de Stadt Middelburgh ( als wy in hare befchrij-ving gefeyt hebben,) geen gefagh meer over haer foude hebben ; maer dat was vruchteloos : dies bleven fy onder haer gebiedt, tot dat Prins Willem van Oranje hen , in ’t jaer duyfent vijf hondert en vier-en-feventigh, daer van ontfloegh en vry maeckte. De Regeerders van Middelburgh hebben, onlangs na dit koopen, foodanige wetten gemaeckt, waer door de hooft-neering en koophandel in haer ftadt verfekert bleet ; en liet die van Arnemuyden de vryheydt van minder koop-manfehap, waer door fy evenwel in redelijc-ke welvaert konden blijven : oock vergunden fy hen, buyten het voorverhaelde , foodanige privilegiën, als de burgers van Middelburgh genoten ; op voorwaerde nochtans , dat ly hen met verfcheyde teyckenen van onderdanigheydt moeften erkennen.
iij I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Niet
ARNEMuYDEN.
Wel-•vaert.
Begeeft fich on-derOran-
Niet tegenftaende alle de yoorverhaelde beletfelen, bloeyde defe plaets feer heerlijck, foo dat ’er een grooten handel en fchipvaert bleef j want daer quamen fomtijdts heele vloten uyt de gantlchc Chriftenheydt m£t allerley koopmanfehappen , waer van een deel hier verkocht en gefleten, en ’t overigh naer andere Nederlandtfche fteden gevoert wierdt : waer door defe plaets, hoewel maer een dorp oft open vleck, in Spanjen, Portu-gael, Vranekrijek, Italien, ja de heele Chri-ft:enheydt,meer vermaert en bekent was dan vele fteden, en felf als een ftadt geacht. Om defe redenen, en voornamelijck de goede gelegenheydt aen de zee, heeft de Graef van Zeelandt hier eertijts fijn tol-huys opgericht, ’t welck noch in wefen, en een verheven gebouw is, aen de weftfijde der Stadt gelegen.
Men kan met recht twijfelen,of de laetfte Nederlandtfche beroerten defe plaets meer voordeel oft fchade toegebracht hebben ; want in ’t jaer duyfent vijr hondert twee-en-feventigh, als die van Vliftingen fich tegens den Hertogh van Alba fielden , en de Prins van Oranje voor Stadthouder hielden, heeft
Arnemujàen ’t felve oock gedaen, en wierdt hier en daer met fchanskens eenighfins ge-fterckt. Maer hier uyt fproten groote fwa-righeden , dewijl Alba terftont Spaenfch krijghs-volck in Walcheren fond, die Arne-mujâen vechtender-handt innamen , en de bjnaver- burgers en foldaten doodt-floegen, verjaegh-’ den, en van hare goederen beroofden. Doch in ’t jaer duyfent vijf hondert vier-en-feven-
en wordt
Tot een Stadt g€-ntaeckt, en be-gunßtgt.
tigh, als Middelburgh door de Prins van Oranje gewonnen was, heeft hy defe plaets tot een Stadt gemaeckt, en met veften ront-om gefterekt, als ’t blijekt by de gegeven brieven ; in welcke fy oock met verfcheyde vryheden voorfien wierdt, waer van een der aenmerckelijckfte is ; dat geene poorters oft poorterften van Arnemujaerii oft haer huys-genoten , in eenige andere fteden oft plaetfen van Walcheren criminelijck beticht oft
fent vijf hondert twee-en-tachtigh , een' fchrickelijcken ftorm, die de voorgevel van Bwarig- . de kerck ter aerde ftortte, het dack oplichte en grootelijcks befchadighde, en den toorn ‘ foo ontftelde, dat hy vereyfchte afgenomen en vernieut te werden. Maer door de goede forge van de Overheden, fijn de verbinde- i^'oude -ringen ge weert, en ter fijden geftelt ; foo dat men wederom kloeckelijck begon te bouwen : hier op groeyde de neering, de fchip-vaert vermeerderde, heele vloten uyt alle ge-weften van Chriftenrijck befochten defe Stadtj men bouwde tot nootdruft,pronck en cieraet ; en, om alles in ’t kort te leggen, de Stadt kon de grootte van hare neering , de menighte der ingefetenen , en den toeloop der vreemde kooplieden en ’t fchecpsvolck, niet vervatten. Dit fchijnen beufelen, foo men haren tegenwoordigen droeven ftact bemerckt ; evenwel is het buy ten alle twijfel : want die oude welvaert is noch in de geheugenis van eenige grijfe mannen, die nevens andere wonderheden verhalen ; dat de fchepen in drie ryen voor defe Stadt la- Vreemde gen, en dat ’er fulck een ebbe ging, dat ma--/^^^^* troos vreefde voor de groote fchepen met de boots te komen ; ja dat ’er foodanigh een diepte was, dat fchepen van drie hondert la-ften, die door hare anekers gaten in den bough kregen, oft anderfins gequetft en ver-waerlooft wierden, fo diep foneken, dat men korts daer na hare vlaggen niet meer kon fien. Maer al defe welvaert is nu t’eenemael Wonder-te niet, en de Stadt byna fonder borgers j om dat het diep verloopen,en de haven met fant ring. geftopt is : want daer te voren,de grootfte fchepen, fonder eenigh beletfel, plachten te varen, kan men nu naeulijcks de kleynfte fchuytjes gebruycken. De gront felf getuygt noch, datfe eertijdts groote fchepen droegh, dewijl die fomtijdts fware anekers uyt de diepte opwerpt,die met verwondering tegen de hoochten gevonden worden : foo dat de doodtverwe van haer oude blofentheyt naeu-
aengefproken mogen worden j maerdatfe, foo fy in eenige der voorfeyde plaetfen gevangen waren , op haer eygen , oft Burger-meefteren en Schepenen, oock des Baljuws juw, en twee Burgermeefteren. Oock is ’er verfoeck, terftont in defe Stadt, ten koften de Tollenaer en Licentmeefter.
bouwen onder haren val begraven leggen.
De Regeerders defer Stadt fijn , een Bal- owrbe-~ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;~ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. den.
de Tollenaer en Licentmeefter.
van de verfoecker, gefonden moeten worden , met de informatien tot haren laft fijn-de ; op dat de Baljuw daer regens procedere naer behooren. Oock heeft hen de gemelde Prins 3 op haer verfoeck, verfcheyde andere vryheden, te lang te verhalen, gegeven, om hen tot het herbouwen van hare huyfen te bewegen, en de Stadt in haren vorigen wel-ftant te herftellen. Doch hier inquamenvele beletfelen, en onder andere, in ’t jaer duy-
De Kerck is een fchoon gebouw,gemaeckt verek, en in die tijdt als defe Stadt met wallen befloten is. Oock is ’er een aenfienlijck Stadthuys.
De pan-neering oft het fout-fieden is de Peering. outfte en geftadighfte neering defer Stadt, die noch hedenfdaeghs met hare keeten de bouw-vallige Stadt onderftut. Tot voorde-ring der felve heeft de Magiftraet een ordinantie gemaeckt, die verlcheydemael vernieut en vermeerdert is.
R A M M E K E N S.
GeleBen-t?» hcj/dt^ Ls Arnemuyden onder ’t gebiedt van Mid-delburgli ftont, en ook te voren, was tuflchen die fteden en Vliflin-gen hier een goede en bcquame reede, Ratn-mekens genoemt , die leer vermaert was, om dat men daer alle groo-te Ichepen in fekerheydt kon brengen. Om dele haven en fchepen te beter te belchermen, heeft Maria Koningin van Hongaryen, en Gouvernante der Nederlanden uytden naem van haer broeder Keyfer Karei de vijfde, aen de ftrant van Walcheren , tuflchen Middelburgh en Vliffingen , een fterekte oft kafteel, Zeehurgh oft Rlanckcrshoeck genaemt, doen bouwen. Aen d’een fijde heeft het de zee , aen d’anderc de fchoone landeryen van’t gemelde Walcheren,-foo dat het op een vermakelijeke plaetfè leght. In de grootfte ftormen leggen hier de fchepen dicht onder de muren , daer fy voor ’t woedende onweer en vreeffelijcke ftormenbevrijt fijn. |
Hier omtrent leyt het dorp Zuydtburgh oft Souburgh , als het in ’t gemeen genoemt wort, Sonhwgh. daer een treflelijck Heeren-huys is, daer op de gemeldeKeyfèr,in’t jaer mdlvi , een tijdt-lang woonde , als hy naer goeden windt wachte , om fijne voorgenomen reyfe op Spanjen te volbrengen. In’t jaer M D Lxxiii isRammekens voor in^enomeM, de Prins van Oranje,door Karei van Boifot,met fchieten tot een goet verdragh gedwongen en ingenomen. Twaelf jaren daer na is het, nevens Vliffingen en den Briel, in ’t jaer 15 8 y, aen Elifabeth , Koningin van Engelant, verpant, die oock hare befètting daer in had , tot dat de Heeren vereenighde Staten defè plaets, en de gemelde fteden, wederom in’t jaer 1616 loften Geloß. oft bevrijden, ten tijden van lacobus , Koning van Groot-Britanje,die fijn volck daer uyt nam. Dus wierddit kafteel weder in de macht der Staten geftelt. |
BEMINDE LESER,
Nadetnael ick de Aftekeningen van eenigekleyne fteden van Zeelant tot noch toe niet heb können bekomen, geef ick u evenwel de Befchrijvingen der felve.
B R. O V W E R S-H A V E N. den, om het te verkoopen, cn door geheel Zee-landt gefonden te worden ,- want in defè Provin-tie toen, door gebrcck van foet water, ’t welck men noch niet gewoon was elders te halen, geen bier gebrouwen wierd ; en hier uyt heeft fy, als een Hallen der brouTi^erSj haren naem en eerfte wel-vaert ontfangen. Defè voorfpoet gaf hen oor-faeck, om oock de viffehery en haringvangft by de liant te nemen, daer fy haer , fèdert dat men in Zeelant felf broude, meeft mee geneerden. In’t jaer m cccc xxvi is, niet verre van defè plaetfè , een ftagh gcfchiet tuffehen den Hertogh van Gloceftcr , man van Vrou lacoba, Gravin van Hollant en Zeelant, en Hertogh Philips van Bourgondien ; ’t welck noch getuy-gen tie doodtbeendcren, die de huysliedcn, in ’t maken van graften en floten, hier omtrent dick-mael uytgraven. In oude tijden ftont Brouwers-haven alleen Zee/eindt, |
onder de Graven van Zeelandt maer is, omtrent het jaer M c c c c, te leen gegeven aen Floris van Kijfhoeck.Dochin’tjaer m cccc ixvii i befat Adriaen vanBorffele, die in’t fèlve jaer overleed , twee deelen van de heerlijekheyt van Brouwershaven, waer door fÿ aen den Hertogh van Bourgondien , als Graef van Zeelandt, qua-men. Het overige derde deel was het eygen-dom van Hugo van Bergen. Daer nac , in ’t j'aer M cccc lxxvii , heeft Maria van Bourgondien de gemelde twee derdendeelen aen Wolfaert van Borftèle verkoft, ’t welck d’Aerts- Oude ren,, Hartogh Maximiliaen van Ooftenrijck , als man van Vrou Maria , beveftighde. Eyndelijck , als Maximiliaen van Bourgondien, Marquis van der Vere overleden was, heeft Philips de tweede, op’t verfoeck der burgers , dele plaets voor twaelf duyfent ponden Vlaems gekoft, op voor-waerde , dat hy nocht fijne nakomelingen haer nimmer fouden verkoopen, oft van Zeelandt affeheyden. Ecnige jaren voor defe verkooping, in ’t jaer M D X L, quam Keyfer Karei de vijfde in defè ftadt, daer hy met alle eerbewijs en dienftvaer-digheyt ontfangen wierd. Vijf jaren daer nae heeft Brouwershaven Ellenden, groote fchade door ’t vuer geleden , waer op iij K nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;d'on- |
W E s T - K gt;nbsp;d’onvruchtbacrheyt tcrftont volgde , welke twee ftrafl'en hen foo arm maeckten, datle de ichat-tingh op de liuyfen ge Relt, niet konden betalen. Oockfijnle met andere fwarigheden aen de hoofden en zeewereken overvallen j waer doorfe verlof kregen om d’impoften voor hen felfte verhoogen. Men heeft hen mede een vrye jaermarekt, die veertien dagen duert, vergunt : en datfè de ftadt mochten vergrooten, doch niet fterek maken , fonder tocftacn van den Grave van Zcelant. ^cKu-as, Sedert heeft fy wederom beginnen toe te nemen in neering en w'elvaert: de ledige erven wierden betimmert, en een laken-hal, meede-hoven foutkeeten , een nieuwe vismarekt en vleelchhuys gemaeckt. Gejierekt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;VooY dc laetfte Nedcrlantfchc oorlogen is fy open en onbewalt geweeft ; hoewel ly de vry-heden van een hadt genoot : maer als die ont-fteken waren, is fy , tot hare verfèkcring en be-fcherming , cerft beflotcn en fterek gemaeckt. Neeringen. iiiwoondcrs gcnecren fich meell; met de viffchery en lantbouw, en fijn nu in een tame-lijcken wclftant. Overheyt. Sy wott befticrt van een Baljuw, en twee Bur-gemeeflers, die recht fpreken , en ’t gemeene befte befbrgen. Geleerde nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftadt is gcfprotcn Matthias TeliCius maKncn. oft yan Cats een afkomeling uyt het edel geflacht van Cats , en Provintiael van de Minderbroeders in Nederlandt : hy heeft verfcheyde boecken gefchreven, en is te Leuven , in’tjaer M D L XX VI, overleden. Oock Petrus y)an Prou~ ‘^'ershaigt;en y alfoo na defe fijne geboortplaets ge-noemt, een Godsgeleerde,die oock eenige boecken gelchreven en uytgegcven heeft. W E S T-K A P E L L E. ICk fal, vriendelijeke Lefer,de jegenwoordigc gedaente deler ftadt, die feker deerlijekis , fonder muren , weynigh huyfèn en inwoon-, ders y en die byna de zee tot een roof geworden is , eygentlijck niet befchrijven : maer mijn voornemen ftreckt meeft, om die in haer bloe-jende en gefègende ftaet te vertoonen. Syis Gelegen- in ’t eylant Walcheren dicht by de zee gelegen : l^ad een bequame haven , daer een grooten toeloop en aenkomft van vele fchepen was. Ha-rrjhede». IC welvactt vermeerde door de vryheden, die hen Floris de vierde , Graef van Hollant en Zee-lant, in’tjaer m cc xxi i i, uyt fbnderlinge gunft by fijne brieven fchonek ,• als defê door de foute lucht, behalven ’t fegel, byna vergaen waren, fijnfê door Vrou Maria van Bourgon-dien weder vernieut en bekrachtight. Boven het voordeel van de haven , was het onderhouden van een oude wet tot den wafdom der ftadt fèer dienftigh, welche beval , dat alle die binnen Weft-kapel het poorterrecht ontfingen,fwecren moeften , datfc daer drie jaren fbuden blijven woonen : oock mocht niemant eenige neering doen,die geen-poorter was,’t en ware met verlof mz/f» Schepenen. Voeght hier by, dat defe plaets met goede wetten beltiert wierd, feer dienftigh om d inwoonders in eendracht te houden : want |
PELLE. een yder was verboden eenigh burger oft vreemdeling ’t minfte leet te doen, ’t fy met woorden oft wereken , op ftrafle van gebannen te worden , oft eenige andere openbare fchande. In ’t jaer md vu was hier een ftereken handel met die van Vliffingen , als büjckt door een verdragh , dat tufTchen Anna van Borflelen , Vrouwe van Ter Vere en Weft-kapel, en Adolf van Bourgondien, Fleer van Beveren en Vlilfin-gen,als eygenaers defer bcyde fteden, gemaeckt wierd , waer by fy fich onderling verbonden tot verfcheyde voorwaerden , daer in uytgedruckr. Hier was een gemeene Wage , daer alle koop-lieden hunne koopmanfehappen, over de twaelf pont fwaer, lieten wegen. Men maeckte hier /Meerenge». vele netten en garen, dienftigh tot de vifïchery, waer toe vele fchepen van Weft-kapel voeren , die fich daer mee geneerden : want voor de beroerten voeren fes-en-dertigh haring-buyfèn uyt defe ftadt, behalven d’andere vifTcheryen : doch d’inlantfche oorloogh dec d’inwoonders Swaright^ van hier vertrecken y om dat fy fich felf in dus-danigh een open plaets niet verfêkert vonden met hare goederen j en niet fonder reden : want fy is verfcheyde rcael door ’t krijgsvolck geplündert , waer door vele huyfen verbrant fij n. Doch de grootfte fchade» heeft fÿ door de ftraffe zee geleden, die hare dijeken fomtijts gebroken, over ’t landt geftroomt, en d’inwoonders gedwongen heeft elders te vluchten ,• hoewel alle vlijt en ongelooffelijcke koften daer aen befteet fijn , om dat men gelooft, dat het geheel eylant, als de zee defe ftadt infwelghde , in groot gevaer fbu komen. De vifïchers vertroc-ken naer Vliffingen, foo dat het afnemen van defe den aenwas van die ftadt veroorfaekt heeft, gelijck dickmael in de weerelt gebeurt,dat d’on-dergang van d’eene d’opgang van een andere plaets is. In d’oude regifters op ’t Raethuys vind men ’t volgende verhael : ' J» ’f jaer m d x l , z/fw deertienden dan lulius y dras hier tot Weß-kapel den hooien , ede/ße y mogenfie y didiorieuße ende ■'^eîgeboren Heere y onsgenadighße Prince y ende vnachtighße Key-fere dan Roome, en Koning dan SpanjOy Carolus ÿ omme alle de nieudsgt;e dijeken te difteren yfoo hier door IVeß-ka-pelle y als oock ontrent te Gaßhu)fe y ende alfdoen deier-den hier eerß die ßaketten geftelt ende gemaeckt ende fchanck die dperckluyden die daer ftenden en hejden y drie dobbele Hucaten ÿ ende dan hier trock hy doorts na IPeß-hodCj by de Prelaet y genaemt Heer Floris, Abt dan onfer Lieder Kroudren klcofter binnen Middelburgh. Hedensdaeghs is men hier noch gedurigh beefich y om de lantknagende zee een ring in den neus te leggen, en een beftandiger werek, als ooit te voren , daer tegen te maken. Sy is nu foo vervallen, datfè de gedaente van een ftadt verloren heeft, en alleen de naem en het recht daer van behouden. Vele huyfen ftaenledigh , doorgebreck van inwoonders. Het Stadthuys is een tamelijck ge- stadthtijs bouw. In de kerek, die een genoeghfamen hoo- en Kerek-gen toren heeft, is een oude fteen , hier uyt de kerek van Oudt-Weftkapel gebracht, en aen d’afgodt Hercules geheylight, daer de volgende letteren op ftacn : Hercvli. Macvsano. VIP RIM INI s. T E TIV s. V. S. L. M. vipri-minis |
Neer innen.
Heer.
Ä'I. Gak“ »tns.
Gelegen» hejfék.
Naems oorfpronn.
Oorfahen •van toene“ ming.
D O W B V R G H.
Tninis Tetius ïs, buyten twijfel, een Romeynlclie, geen Duytièhe oft Zeeulclie naem : w^aer uyt men befluyt, dat dele Heen omtrent onfès Sa-liglimakers geboorte, als de Romeynen dele landen belocht hebben, dooreen van hen ter eeren van Hercules opgerecht is.
D’inwoonders geneeren fich met hét wercken aen de dij eken, en de lantbouwery. Men be-waert noch eenige zee-rechten die men hier dach te gebruycken die meeftendeel overeen-xomcnir.et die van andere Zeeufche kooplieden , wacr uyt genoeghfaem blijekt, dat dit eer-tijts een voornam.e zeeftadt geweeft is.
Syis een eygendom van de Prins van Oranje, die tot Óverheden een Baljuw en tweeBur-gemeeheren ftelt om recht te doen , en’t ge-meene befte te belórgen.
Math-cus Gaknius j Doótor in de H. Godtge-lecrtheydt te Douay, en Cancelier der lèlve Academie , is te Weftkapel geboren. Hy heeft daer tien jaren, van dat de hooge Schole in’tjaer CIO 10 Lxii eerft opgerecht was, met aen-fien geleeft, en fijn ampten bedient, wierd Deken van S. Amatus Collegie, en is in ’t jaer c i □ 10LXXIII overleden, na dat hyeenige boec-ken uytgegeven had. -
D O M B V R G H.
DOmbvrgh is een kleyne, openenonge-fterekte ftadt in ’t eylandt Walcheren , omtrent twee mijlen van Middelburgh gelegen. Indien men haren oorlprong als in de wiege Ibeckt, lbo is ly een van d’alleroutfte j bemerekt men haren tegenwoordigen ftaet, een van d’allergeringfte ; let men op hare goede gelegenheyt, een van d’allervermaecklijekfte.
Sy heeft haer naem ten deel ontfangen van een Bufvh , kafteel oft fterekte , die d’inwoon-ders , om fich tegen hare vyanden te belcher-men , hier gebouwt hebben , en van hare gelegenheyt lantwaerts aen de voet der dujnenj waer van Diij'fibkr^h gekomen, en daer nae in Dom-hurgh verandert is. De gemelde burgh oft fterekte is door de tijdt vernielt, en nu alleep in ’t wapen der ftadt te vinden.
Hetweelige gras, de klaverrijeke w^eyden, en de vette en vruchtbare zaeylanden lockten hier de gene die fich met de landtbouw geneeren j en de nabygelegen zee hen die de Ichip-vaert en de viftchery tot hun oeffening verkoren : wacr door ly lbo toenam , dat het de Graven raetfaem dacht de groote menighte der in-woonders door ftede-rechten en wetten te bellieren , en vele vryheden te geven ; hoewel dat-fe toen onbewalt was, en ledert oock lbo is gebleven : want d’achtbaerheyt van een ftadt be-ftact niet in d’omring van een muer oft graft ; maer in een genoeghfaem getal van burgers , cn ’t gebruyck van llede-rcchten , by de hooge Overheyt gegeven en beveftight j doch wanneer ly die ontfangen heeft,is onleker : maer ’t is buyten alle twijBel, dat Domburgh cen JWfe, cn d’inwoonders Poou s genocmt worden, in de brief der privilegiën, keuren en hantvellen , die Gracf Floris de vierde acn die van Domburgh
ZeeUndt,
in’tjaer m cc xxiii gegeven heeft, endoor Boxhornius in ’t tweede deel der vermeerde Zeelandtlche Chronijek van Reygersbergh gelieft fijn ; waer in, onder andere vryheden, de volgende is : Onje Poerters nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Domburgh falnicmant j^rivilegienZ
arrefleren , noch panden binnen den Greffehepe ., fonder omhaers fivers mifdact.De. gemelde privilegiën fijn van Graef Willem van Henegouwen, in ’t jaer m c c c X, beveftight, verklaert en verbetert. Dooide vermakelijckheydt defer plaetfe quamen vele hier hoven en huylèn koopen oft bouwen, om fich des Ibmers te verluftigen , hoewel ly hun vaftewooning elders hadden : doch de gemelde Graef Willem verordende,ïn’tjaer m ccc xxxvr, dat niemant mocht koopen eenige huyfen oft o’Ven binnen Domburghjhp en ycare ofi-sederde daer m,edepoorter. Onlangs daer na is dele plaets door den Graef tot een leen verkoft oft gegeven aen ’t geftacht van Borlfelen, daer het vele jaren aen bleef.
Het jaer m ccc l i fcheen die vanDomburgh Dontbftrgb hun uyterfte verderf te willen brengen : want Vrou Margareta doemde hen in verbeurte van goet, bloet, en alle hare hantveften en vryheden : d’oorfaeck van dit beangftend onheyl was d’onverlèttelijcken haet tuftchen de gemelde Margareta en haren foon Graef Willem : want byna al den adelen de Heden hielden de fijdc van de moeder,- Middelburgh en Domburgh alleen die van den lbon. Hier op gelchiede een grooten ftagh, die Graef Willem verloor ; waer door die van Domburgh in de gemelde fwarig-heytquamen; doch eyndelijcklietfichde Vor-ftin verbidden, deêhen een boete betalen, en maeckte al de goederen van den Fleer en der verftagenen verbeurt.
In’t jaer m ccc lviii ontfingen die van Domburgh tot Ruwaert, oft Belchermer van Hollandt en Zeelandt, Flertogh Albrecht van Beyeren, gedurende de kranckfinnigheydt van fijn broeder Willem, Graef van Hollandt en Zeelant : waer uyt blijekt, dat die van Domburgh , nevens andere groote fteden , toen een bylbnder aenfien gehadt hebben.
Philips , Fleer van Borlfele en Cortgene, was Heeren'. in’tjaer m ccccxxv Heer van Domburgh.
In ’t jaer m d xxxiv heeft Adolf van Bour-^ gundien, als Heer van Domburgh , den ingelè- weeeb~cn tenen een weeckmarekt op y der dijngfdagh ver^ laermarclt. gunt, met vrygeleyde oft lekerheyt, dat niemant op die dagh om fchulden noch burgerlijc-ke laken mochte bekommert oft aengehouden worden. Oock wordt hier jaerlijeks een vrye paerdemarekt gehouden. De inwoonders waren eertijts meeft viftchers ; doch nu geneeren ly fich met de landt-bouwery.
De aengenaemheyt en vermakelijckh'eyt deler plaetfe können getuygen het huys van Weft-hoven , daer d’Abt van Middelburgh gemeen-lijck des Ibmers fijn verblijf had , de boflehen die d’Abdye van Waterloolèwerven en de Commandeurs te Middelburgh toebehoorden, en de poort van het edele geftacht der Schellaerts. He-dendaeghs is Domburgh noch met eierlijeke boomen rontom beplant. Die van Middelburgh, en andere omgelegen plaetlèn, fijn gewoon vele van de fchoonfte fomerdagen fich hier t’ont-
iij L nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;houden,
R O M M E R S \V A L E.
f'irfihej-de oude np-fchrdten. lioudcn, en maken door’t gedurigli uyt en in rijden deiè plaets levendiger en volckrijcker. Sy ftaet oock onder ’t gebiedt van de Prins van Oranje, die liaer door een Baljuw en twee Bur-geinecfters doet regeeren. Vooreenige jaren fijn hier verfclieyde ftee-nen by de ftrant uyt de duynen gegraven , daer oude oplchriftcn met Romeynlche letteren in-geliouwen fijn. Een daer van had dele volgende letteren : DEO. NEPTVNO. OCTAVIVS. A M M IV S. Op fiimmige ftaet een Godin met een korf-kcn vol appelen en andere vruchten. Eenige vcrtoonen een ftaendc Godin , lommige Neptu-nus j en andere Mercurius. Op een leeft men ; DEÆ. NE H A LE NNI Æ. SVMMA-RONIVS. PRIMANVS. V.S.L.M. Op een ander : L. SATTO. ET. SECVNDIVS. M O-DERATVS. FRATRE S. V.S.L.M. Oock een met dit oplchrift : DEÆ. NEHALENNIÆ. SEXT. NER-TOMARIVS. NE RTONVS. V.S.L.M. En een ander ; NEHALENNIÆ. FLETVS. ÆNNA-LONIS. PftO. SE. ET. S V I S. V. S. L. M. Omtrent de gemelde plaetfie heeft men oock eenige penningen met de beelteniften van lommige Keyfers gevonden. Als men dieper graeft, vint men boomen en wortelen j loo dat, na alle waerlchijnlijckheydt, hier een bolch geweeft is. Over dele oplchriftcn fijnvelerley meeningen, te lang om hier te verhalen, waerom men de lelve oock niet wel kan vertalen : want, om alleen van’t woort Nehalennia een weynigh te lj-)reken, (’twelck eenige nieuwe Schrijvers te ernftiger nalpeuren , dewijl de Romeynen van ’t felve gantlch niet gelproken hebben Jlbmmi-ge meenen dat het afkomt van twee Griecklche woorden , dieloo vele te kennen geven, als een Heerfcherin der nieuyce Andere giften,met groo-tc fcherpfmnigheydt, dât Idehalennia in’tNeer-lantlch Nealent genoemt was, ’t welck nu een Fylandt beteekent : want, leggen (y, E^/ en Aa in deHooghduytlche tael yuater beteekent, waer eertijdts de letter N,gelijck in vele Neerlantlche woorden lommige letteren verandert fijn, byge-voeshtis. O G elf ge n-hegt. At d’alverllindende Tijdt oock heele lieden verderft, daer van ftreckt defe plaets een volkomen, bewijs ; want ly heeft niet alleen, gelijcklommige , hare neeringen wel-ftant, oft haer aenfien en waerdigheyt, oft eenige van hare gebouwen ; maer alles te lamen , ja Iclf hare plaets, verloren : lbo datle, om loo te leggen , niet alleen geftorven, maer oock in de wateren begraven is : derhalven lal de volgende korte befchrijving als een graffchrift, tot hare gedachtenis, dienen. |
Sy was in Zuydt-Bevelant gelegen , en eertijdts de derde ftadt van Zeelant. Datfe van de Romeynen gebouwt is, en haren naem heeft, seloove die wil. ’t Is evenwel fcker , datle een van d’outfte fteden van Zeelandt was. Sy wordt in de grijlè brieven niet RorrMersyigt;dle oft Rcmera-^ quot;^ale, maer Rembursyoei/e genoemt ; welcke naem met die van de Romeynen weynigh gemeen-Ichap heeft. Sy heeft, voor eenige eeuwen, hare eygen Byfo^den bylondcre Heeren gehadt, als Leenmannen van Heeie». de Graeflijckheyt van Zeelant, ’t welck dappere krijghshelden geweeft fijn , en hebben , door hare lolfelijcke daden, tot eer van defe plaets, wiens naem ly voerden, gekeft : maer voor meer dan twee hondert en vijftigh jaren is fy , door ’t uytfterven van ’t gellacht der Heeren, ten tijden van Hertogh Aelbrecht van Beyercn, acn de Graven gekomen, ’t Is in die tijdt een welvarende plaetle geweeft , waer toe lèker privile-gie van Graef Willem de derde, de Goede geby-naemt,in’t jaer m ccc xv gegeven, leer dien-ftigh was , waer by hy hen vergunde, dat alle goederen , uytgelèyt verlche vifch, die uyt Zeelant naer Brabant, en uyt Brabant naer Zeelant vervoert wierden , eerft op de weeckmarekt te Rommerswale gebracht moeften worden : oock gaf hy hen de vryheyt van twee laermarckten te mogen houden. Daer nae hebben ly onder Graef Willem de vijfde, in’t jaer mccc lxxiv, verworven, datle in Hollant en Zeelant tolvry varen louden. In dele brieven werdt Rommers-wale een Vryheyt genoemt ; want lbo wierden in die eeuwe d’onbemuerde ftedengeheeten. In’t lèlve jaer is ly eerft omwalt, oft (lbo als de brie- Geßerckt. ven, daer van lijnde, Ipreken ) begraven geworden : want de gemelde Aelbrecht, Palcns-grave by den Rhijn , Hertogh in Beyeren, Ru-waert van Heynengouwen, Hollant en Zeelant, heeft de poorteren van Rommerswale vergunt, datle de ftadt mochten ftereken met wallen en graften , en gaf hen verlcheyde andere rechten en wetten. Daer nae fchonek hy , in’t jaer MCCC L XXXIX, aen Klaes Kervinek van Rom- • merswale, al hetgorslant en ftijcklant, dat aen’t wefteynde van Rommerswale en Lodijck gelegen was, tot een korenlant te bedijeken, vry van onkoften voor leven jaren. In’t jaer M cc cc xlix heeft deBilTchop van ' Uitrecht, nademael geheel Zuyt-Bevelant in ’t geeftelijck onder hem ftont, dele ftadt begun-ftight, dat hier welen Ibude fijn jurildiótie oft gebiedt van ’t gantlche eylant. Als d’inwoonders fich, vijf jaren daer nae , Dooropmr tegen hare overhey t geftelt hadden , om die te ‘»groot ge-verdrijven, en in groot gevaer waren van ftvaer-lijck geftraft te worden , hebben ly eyndelijck , door ootmoedigh bidden , van Graef Karei van Charloys, lbon van Hertogh Philips de Goede, genade verkregen, op voorwaerde , datle een groote Ibmme gelts betalenfiiuden. Vrou Maria van Burgundien, Gravin van Zeelant, dochter van de gemelde Graef Karei, heeft d inge-lètenen, in’t jaer mcccc lxxvii, alle hare vorige privilegiën en hantveften vernieut, be-veftight en vermeerdert ’t welck Keylèr Karei de vijfde , in’t jaer mdxxviii, oock deê. Maer onlangs daer na hebben haer d’infwek geilde |
s. M A R Grauteßvji-rigbedc» d/e haer {yndelijdt^ verniele». N. de Con- .gendc zeebaren mec alle fellieyt beginnen te bevrijden , die eerft bet voorlandt, en namaels in verlclieyde aenvallen de ftadt lèlf byna verflon-den. Soo datd’inwoonderSjin’tjaer mdxlvii, aen de Keyfer klaegbden dat van alle baren vorigen rijckdoin niets overigb was dan tien oft twaclf foutkeeten , waer van men de befté niet voor twee bondert guldens kon verkoopen. Sy geraeckten in lulek een ßvarigbeyt, dat vele in-woonders y loo geeftelijek als wecreltlijck , be-gonden te wanbopen van de ftadt langer te können bouden , dies ly bare buyfen , foutkeeten y mcelloven en lebuien af brakenden de Hoffe daer van elders brachten : doch op datle niet geheel te niet gaen lou , wierd het Iclve van de Keyfer , op de verbeurte van twintigh guldens en al de Hoffe, verboden. Van’t jaer mdli tot het jaer MD ixiv heeft fy fes hooge watervloeden, die t’elckens een deel infwelghden, benevens een grooten brant y geleden. Sy verfochten in de jaren m d lxxviii en m d lxxx by Prins Willem van Oranje,en de Staten van Zeelant,alle noodi-ge hulp , daer toe fy verfcheyde middelen voor Hoegen , en aenwefen , die hen alle toegeHaen wierden. Doch’t was alles vergeefs : want de zee , Hercker indringende , heeft het landt en de Hadt, in onfe dagen , geheel verHonden , en onder’t water begraven: foo dat’erin Zeelant noch vele te vinden fijn, die defè haer geboort-plaets overleeft hebben. Tot het jaer mdcxxxi neeftfè noch een Baljuw en BurgemeeHers ge-hadt 5 doch federt die tijdt is fy van alle hare in-woonders verlaten ; waer over alle d’ov er blij fielen y drie jaren daer na , als men in een Herfhuys gewoon is gt;nbsp;door de Staten van Zeelant verkoft wierden, waer van omtrent negentigh ponden groot oft Vlaems gekomen fijn, die men aen de lchult-eylchers, welcke preferentie oft voorgang hadden, uytdeelde : fbo dat defè eertijts bloe-jende Hadt, tot yders verwondering , in een in-folventen en onmachtigen Hadt is overleden. Se-ker , een krachtigh bewijs van d’ongeHadigheyt aller aertfche dingen. Nicolaus de Conflita, een vermaert Poëet, was te Rommerswael geboren, en heeft in’t jaer M D XLix geleeft. Als Philips,Prins van Spanje en Nederlandt, namaels Koning en de tweede gebynaemt, hier quam, om den eedt t’ontfan-gen en te doen, bad hy eenige Latijniche veer-fèn gemaeckt, oradieVorH te begroeten, en d’ellende defer Hadt, die gedurigh met de zee moeH worHelen, tot datfe daer van overwonnen is, te kennen te geven. S. M A R T E N S - D y C K. ONder de Zeeufche eylanden is Ter Tholen , daer , nevens een Hadt van de felve naem, hier voor befchreven, een andere kleynder, S. Martens-dijck genoemt, gelegen is. Omfpron^. Dclè placts is liacr begin verplicht aen feker ka-Heel oft Hot, dat met dubbele graften verfien is ; waer by men eenige huyfèn bouwde , die allengs tot een kleyn dorp wierden , ’t welck, door de tijdt aengroeyende , eyndebjck met laege aerdc wallen geHerckt is. |
N S - n Y C K, Sy heeft, Voor eenige eeuwen , byfondere lieeren gehadt : want het was een eygendom ren. van ’t gcHacht van Borffelen , van wie fy tot dat van Bueren overgegaen is ,y en van ’t fèlve tot de jongHe Princen van Oranje, die uythetheer-lijck buys van Naffou gefproten fij n. Men vind in ’t gellacbt-regiHer der Graven van Bueren, uyt het huys van Egmont voortgekomen, dat, in ’t jaer m d x v i i i , Floris van Egmont, Grave van Bueren, Leerdam en YfelHeyn, oock ge* noemt wierd Fleer van S. Martens-dijck en Cort-gene in Zeelant : hy was in d’eclit verfaemt met , Vrou Maria van Bergen , die hem een fbon en een dochter, Maximiliaen en Anna genoemt, baerde. Sy had tot haren eerHen gemael lolèph van Montmorancy , Lieer van Ne vele by Gent, daer fy vele kinderen by kreegh. Maximiliaen verworf tot Gefèllin Vrou Françoyfè y erfdochter van Hugo van Lannoy , die een eenige dochter, Anna genoemt, en Gravin van Buren, Leerdam , Vrouwe van YfèlHeyn en S. Martens-dijck , voortbracht en naeliet 5 welcke, in ’t jaer M D Li, aen Willem van Naffou, Prins van Oranje , tenhuwelijck beHeet wierd; waer uyt een dochter, aen de Graef van Hohenlo gebuwt, en Philips, by ’t leven van fij n vader Graef van Bueren en Fleer van S. Martensdijck, gefproten fijn. Als defè fonder kinderen Huif, heeft fijn broeder Maurits defè heerlijekheyt ge-erft, van wien fy tot hun jongHe broeder Frederick Hendrick gekomen is, die haer,als hy in’t jaer mdcxlvii overleed , aen fijn eenigh foon Willem , onlangs in’tjaer M Dc l geHorven , naeliet; foo datfe nu Prins Willems eenigen foon Willem Hcn-rick, Prins van Oranje, tot haren Heer heeft. Het is een kleyn maer vermakelijck Hcdeken, in een fchoone landouwe, en midden in ’t ge-boomte gelegen. De Prins van Oranje Helt bier een DroH, twee BurgemeeHers, en een Dijckgraef, om’t ge-iTieene bcHe te befbrgen, en de Hadt in fijnen naem te beHieren. C O R T G E N E. N’ Oort-Bevelant is het derde van d’eylan-den , die men BeweHer-Schcldc noemt, en was eertijts fbo vruchtbacr,dat mcn’t voor den LuHliof van Zeelant plagb te houden. Maer de hooge vloet van’t jaer m d xxx heeft het t’eenemael bedurven , waer door het wel fèHigh jaren van de zee befpoelt en overloo-pen is. Hier lagh het Hedeken Cortgene aen Gelege»^ een arm der zee y die men Zuydtvliet noemt, benevens detweefraje dorpen Wiffekereke en EmeliHè, en eenige kleyne, als Hoecke, LiHe, Welle en Koninekhem. Nu fijn hier maer twee dorpen , als Colijns-plaet en Cats-hoeck. Ten tijden van Hertogh Willem van Beyeren stichter. was joneker Philips van BorHèlen RentmeeHer generael van BeweHer en BeooHer-Schelde , die van de fèlve Hertogh, als Graef van Zeelant, de vryhey t verkreegh, om hier een Hedeken te bouwen , dat men Cortgene noemde , om dat het Noemt oor-een korte jegentheyt, oft eygentheyt was, dat is, ey-gene heerlijeke goederen j (oo dat korte eygentheyt foo |
CORTGENE en veel is, als een lieerlijcklieyclt, die kort en final van begrijp en gebiedt is , gelijck de hooghge-leerde Boxhornius dat leer geeftigh in fijn voorgemelde Zeculche Clironijck van Rcygersbergli uytgeleyt en bewefèn heeft, ftedeken omtrent eenjaer gebouwt was , wierdt bet van eenen feilen brant aenge-, taft, die door een back-oven ontftont, waer door byna al de Iiuyfen verbranden : doch ’t is door de gemelde Philips van Borfielen, haren heer, die ’t volck met fijne middelen te hulp quam , weder opgetimmert : die hier oock een Kerckcn Parochic-kerck en een kafteel liet maken j k-^ßeei. ’twelck alles in en omtrent hetjaer m cc cc XIII gelchiede. Heeren. £)en Aerts-hertogh Maximiliaen van Oofien-rijek, en Maria van Bourgondien fijne Gemalin, verkoften in ’t jaer 1478,0m de fware kofien der oorloge, dele ftadt en ’t kafteel met al fijn toebehooren , aen Floris van Borfièlen, natuurlij ck loon van Franck van Borfielen. In’tjaerM d xiv bloeyde Franck van Borfielen, Heer van Cortgene , en een der Edelen van Zeelant. Hy was een foon van de gemelde Flo-' ris, aen wie defe heerlijekheyt verkoft was, als terftont geleyt is. Maximiliaen van Egmont, Graef van Buren, heeft haer daer na als een on-fterffelijck leen be/èten, fonder lchot oft bede, dat is fchatting , daer af te betalen. De gemelde hooge watervloet van ’t jaer M D Fernieh. X X x I I heeft delè ftadt jammerlijck vernielt en ingelwolgen , foo datlè nu noch onder water light. |
WOLFAERTS-DYCK. Flet was de geboort-plaets van lGr.n Rtyz^rsbergh^ die de gemelde Zeeulche Clironijck belclireven, en in’t jaer m d Li uytgegeven heeft. WOLFAERTS-DYCR. It îs een van d’outfte eylanden van Zec-lant j waer van de Hollantlche Chroniken oft laerboecken omtrent het jaer M cc Lxxxiii gewagh maken , in welcke tijdt, als het lcheen dat de zee byna alle delè eylanden wou inlwelnen, dit evenwel het hooft bo-ven hield. Eenige leggen, dat het aen de weft-fijde , die naer ’t eylant van Walcheren ftreckt, noch eens foo groot geweeft is j hoewel het nu noch het kleynfte niet is. Het had eertijts twee dorpen en twee kafteelen , waer van ’t eenc Termude , ’t ander Sabbingen genoemt was. Behalven delè was ’er oock een ftedeken, dat men Piet noemde, daer men noch voor eenige jaren een toren , en d’overblijflèlen van een kerek, die de zee , door een verwoede ftorm , in’tjaer m d xii ingelwolgenheeft,fienkon. In’t ooften van dit eylandt bleef noch een groo-ten hoeck landts, die ten tijden van Hertogh loan van Brabant met het dorp Hongers-dijck bedijekt wierdt. Toen quamen de lchepen in dit eylandt door een breet water tufichen twee dijc-ken : maer nu moeten die daer buyten in de haven van ’t Oofter-landt blijven. De verbolge zee knaeght eh vermindert noch dagelijeks dit eylandt 5 lbo dat ick geloof, dat het nu niet boven de drie mijlen in fijn omgang groot is. |
MiimiiMiiiiil
Haer Mr ER
■■IHM
Sxcudù Çutlfelmus ‘Slaeuw
N/ieuweVAy
^itcrO.
'.en^rsjjrave.
mWHillBIIBI'
23
Vlueten.
EEt-
kerekhûff
£em brug
drechter- dÿck .
LoesilrSnt.
Jiieuw
wa. teryna.
'H^ateryna.
ià ~Wtltenbureli.
CviLENBO
-
’ell-.
VAgt;r
TGJtA.^'T'SC
CVLf
Meridics
va. II Sermo!
Svakenboretj
.^ech. erck
'Ter Schuier.
Sctforpez^el
niicKhttf'jë
iMècrLinder\m-ûiick. CudJireec/tug'\gen
Zin/Icnlforeh-
uci*!aiiaer^rejick.
35EE
swill-
■■BD
Nieuwe naenti waer uyt teuts. Gelegetf^ heyt. Ele Schrijvers fijn van meeni ng, dat deïè fiadt inhaer beginANTO-N i N A genoemt is, nae Antonius , Roomïch Raetslieer, die van Romen, om de wreetheyt en tiranny van Nero , gevlucht , hier aen-quam, en hare begin-fèlen geleyt en veroorfaeckt loude hebben. Ee-nige willen , dat Marcus Antonius, een krijghs-overfte onder Iulius Cælàr , haer eerft «xebouwt heeft, indetijdt als de Romeynen Gaulenoft Vranckrijck innamen, en datfe van hem deïè haren ouden naem verkreegh. Doch andere leggen, dat het van de Keylèr Marcus Antoninus Pius is, die haer wederom herbouwt en verbetert heeft. Maer wat’er van fy , ’tis altijt feker, ( gelijck vele Schrijvers , oude medalien en andere out-heden getuygen ) dat Utrecht een langen tijdt de naem van Antonina gehadt heeft: en datle ïèdert van de Wilten ingenomen en verwoefi is , die hier een Sterckte oft kafteel, Wiltenburgh genoemt, waer van de fondamenten noch te fien fijn , gebouwt hebben. Dele plaetlê is daer na van Dagobert, Koning van Vranckrijck, foon van Clotarius, ingenomen, die haer ftercker maeckte, en Traje^um oft o'Vertocht noemde, om datlè ais een gemeene wegh oft paflagie voor de reylènde lieden was, daer men van alle goederen tol betaeldejwelcke naem,die daer na in Utrecht verandert is , fy in ’t Latijn noch heden behout, doch wort daer Ibmtijts ad Rhcnum, dat is, aen den Rhijn, bygevoeght, tot ondericheyt van Mae-ftricht, ’t welck in de fèlve tael TrajeBum adMojam o£taen deMaes genoemt wort. LambertusHorten-fius, die de Utrecht/che Gelchiedenifien treffe-lijck belchreven heeft, fèyt, dat hy geen ïèker-heyt kon krijgen, waerom en wanneer haer vorige naem Antonina in dele verwiffelt is. Am-mianus Marcellinus noemt haer Vtricefim , dat de hedendaeghlche naem naerder komt. Sommige meenen , datle na Vlpius Trajanus, Rooms Keylèr , K/precht genoemt is : doch andere leggen , datlè na de Wilten , die haer ingenomen nadden, de naem ïVi/trecht verkreegh. Maer Gerardus Noviomagus , een wellj^rekend Hiftory-fchrijver, lèyt, dat hy in oude boecken, over duy-lènt jaren gelchreven, Viltrecht, waer uyt het woort Vfrecht gefproten is , gevonden heeft, welcke naem de gemelde Hortenfius, foo hy lchrijft, beft behaeghde. Sy leght op den ouden gront van den Rhijn , die eertijts, eer dat hy in de Leek vloeyde, door defe ftadt naer Leyden en de groote Zee liep : in voegen, dat noch heden de wateren, die d’in-woonders van alle fijden met graften deur de' ftadt brengen, en van daer deur Woerden en Leyden langs de lèlve wegh, die den Rhijn plach te nemen , doen loopen , alom noch den Rhijn genoemt worden. De muren der ftadt worden van de riviere Vtrech'. |
Vecht beïpoelt, van welcke de Magiflraten der ftadt een graft, die men in ’t gemeen de Vaert De Naert. noemt, tot in de Leek hebben doen maken, die door de Staten van dit Lantfehap in het jaer MD c IV dieper gemaeckt is , om de koophandel te bevorderen door het bequamelijck vervoeren van allerley waren. De fiadt wort van twee wateren doorfiicden , die daer dwars deur loopen , waer van d’eene crafi. oock de Vaert • en d’ander, die de Geeftelijckhcyt en Adel op hunne koffen hebben doen maken , de niew^e Qraft genaemt wort ; welcke beyde aen de fijden met fchoone huyfèn verciert, en mæt vijf-en-dertigh bruggen , alle met flccne bogen en overwelffels gemaeckt, hier en daer over-deckt fijn. Het is een ftereke fladt ,• want fy heeft hooge muren met aerde wallen van binnen gefierekt, breede en diepe graften , vier groote bolwerc-ken met fteene muren, en vijf andere alleen van aerde. Sy heeft vier poorten , en foo veel voorfie-den 5 waer van d eene, de Waert genaemt, met Tjoorßeden. een muer omringt en gefloten is , doch niet fèer fterek. Hare gelegenheyt is foo wonderlijck, dat ick ^.„ruere^ twijfel, oftfy, in’t gene dat ick verhalen fal, haer weerga in de gantfche weerelt heeft : want men kan van hier op eenen dagh, in welcke men wil van vijftigh byfondere befloten fteden , alle hier omtrent gelegen, reyfèn. Koning Philips, hier fijnde , had groot vermaeck , als men hem dit fèyde en vertoonde, ’t Is feker, dat ’er een wedfpel tuffehen drie aenfienlijeke mannen over defefaeck gefchiet is, die de felve foo bevonden , hebben. Ia dat meer is , een m.an kan ’s morgens uyt defe fEadt naer een van fès-en-twintigh Reden , die ’them belieft, gaen wandelen , daer fijn middaghmael houden, en ’savonts wederom t’Utrecht in fijn huys wefèn. Keyfèr Karei de vijfde, na dat hy de weerelt- ’tKaßeei lijcke heerfchappy van ditLantfehap door over- gebouwt dracht van de Biffehop Hendrick van Beyeren bekomen had, liet hier een fraey en flerck kMleel bouwen, dat men Vredenburgh noemde : maer ’t fedve is deur d’inwoonders, die veel fmaet en o-verlaff van de befètting geleden hadden,in’t jaer M D Lxxviijin een oproer en twifl tegen de fol-daten, met toelating van de Staten Generael en Don loan van Ooffenrijck, neergeworpen en af- e« afgebro’’ gebroken : want de laetfle vreefde, dat de Prins van Oranje defe ffadt fou trachten te vermeefle-ren, en haer tot een wapenplaets oft ffereke grens-fladt te maken. Utrecht is groot en machtigh, hare gebouwen fijn fchoon en heerlijck, en vele met groote gewelfde kelders voorfien. Hier fijn fraye kereken , infonderheyt vijf die uytmunten,en Canonifyenfijn, wekkers Cano-nicken ’t eerfte lidt der Staten van dit Lantfehap , fijn, als die van S. Marten , S. Salvator eertijts S.Bonifacius genoemt,S.Pieter,S. Ioannes,en der hcylige Macght Maria -, defe laetffe is een uytne- iiij A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;mende |
9 0. u
Co
k
i'a i
! :^i
444^,;?;^
S ë 'S ftts lt;R
4 b U k k
L à» 5 k J îî r
• w
Hi
^a
Co C
b Ü Ai S ?gt; w m 5gt; è
'1'? •
'' (*quot; ï» iquot;
$ s?
îquot; ii
§
gt;«gt; HO
I**
»„»!«gt;
gt; sa '
ü '.^«Wægt;«EESTSI gt;^O^CXS
*;bs.o
Âje^
’*gt;»«gt;rGgt;4gt;
-I
~li
1
it ♦a?
lt;gt;
1-?®
«gt;
4 .* o '-,* '1^-
1»
iSgt;
U T R E mende welgeboude kerck,door Keyfer Frederick Barbarofla geflicht, tot een boete en betering bem van de Paus opgeleyt,omdathy de heerlijc-ke fladtMilanen, met al hare kercken en heylige plaetlèn, verwoeft had. Vele fchrijven van een groot wonder , dat’er , in’t bouwen van de fel-ve kerck, voorviel : want men vond een open Wnnderiijck^ gjt oft wcl, daci* iTien niet op bouwen, noch ’t lèl-vooivai. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ftecnen oft iets anders hoppen kon, hoe wel men vele dingen dacr in had doen fincken , (gelijck men oock van Dianaes tempel leeft ) doch eyndelijck wierd het met oHenhuyden gehopt en gedeckt, en daer op het fondament oft grontveh gemaeckt, ’t welck toen behendigh bleef ; waer op de volgende vaerlen gerij mt hjn : Accipe poßeritas, quvdpoß tua ßccu/a narres, laurinis cutibusfundo Jolidata columna efl. Dat is: l^aekomer neem het •ponder aen , De plaets, daer defepjlaersßaen Vertel het lgt;ry aenjojig en out Op ojßnhuyden is gebousot. Domkercii. Mact vaii al de gemelde kercken is den, Dom oft Bihchoplijcke hoel van S.Martinus de kohelijck-he en heerlijckhej daer de gemelde KeyferKarel de vijfde in’t jaer m d l v i , het feeh der ordre van ’t Gulden vlies gehouden heeft. Dele kerck is van den Bilfchop Adelboldt, na dat hy de vorige, die hy veel te kleyn achte , afgebroken had , in hare tegenwoordige lchoonheyt en treffelijck-heyt gebouwt ; en wierd van twaelf Bilfchoppen, in ’t bywefen van Keylèr Henrick de tweede, in’t jaer m xxi i i gewijdt. Dele kerck is met een heerlijcken enlècr hoo-rcms~ gen toren , die men oock den Dom oft Doms-toren noemt, en weynigh fijns gelijcke in geheel Ne-derlant heeft, verciert. Hier fijn oock twee acnfienlijcke conventen , Maltilche en ’t ander der Duytlche lijcke orde- Ridders, met fraye kercken en heerlijcke woo-ningen voorhen. Sy hebben yder haer overhe, d’een wort genaemt de Baljuw van S. Katarine , en d’andcr de Commandeur des lants : want ly hebben vele Commanderyen en andere goederen in vele plaetlèn van ’t omliggende landt j daer ly een aenfienlijcken haet op houden , en heerlijck leven, ten behe van de gene die hare mildtheyt deelachtigh fijn. Oock was hier een rijcke en trelfelijcke Abdy van S. Paulus , daer eertiits Monicken van S. Benedidus ordre in Kioofiers. woondcii. Beliaivcn vele andere kloohers van verlcheyde ordren , lbo van mannen als vrouwen : onder welcke twee uytmuntende van edele lonckvrouwen en d’aenfienlijckhe dochters waren , d’eene van S. Bernaerts, en d’andere van der Premonhreyten ordre. Buyten de hadt waren noch drie andere conventen van gelchickte edele Maeghden,’teen genoemt Den Dale,NoetiS. Ber-naert ; ’t ander Oude Wijck, van S. Benediólus ordre 3 en het derde van de lèlve ordre , wierd het Vroirwen-klooßer geheetcn , gelegen ineen verma-kelijk bolch j waer in de maeghden loet en vreet-, laera, vol yver, tot hichting van andere , leefden. Niet wijdt van daer is een ander bolch , waer in de groote Abdy van S.Laurens was,oock van S. Benediótus ordre, daer de Monicken lbo |
C H T. hreng en eenfaem leefden, dat men dit Convent, gelijck Trithemius lchrijft, eertijts de geDungenis der Benediä:inen noemde j ’t welck oock Oohbroeck geheeten was. Een vierdedeel van een mijl buyten de Waertpoort, daer men naer Amherdam reyh , was een vermaert en rijck Carthuylèrs klooher , daer men dagelijcks vele aelmoelfcn uytdeelde. De burgers deler hadt fijn leer beleeft,lcherp-’finnigh en rijck, waer onder altijt geweeh fijn en noch fijn verlcheyde acnfienlijcke en uytheken-de mannen. De ecrhe en groothe plaets verdient Paus Adriaen de fehe , die hier geboren is, ^le en voor meer dan hondert en twintigh jaren de A/Ze. Roomlche hoel beklcet heeft ; een man, die niet alleen het uythekcnhe licht deler hadt gt;nbsp;maer oock van geheel Nederlandt, om fijn on-gemeene deughden en overgroote geleertheyt, geweeh is j waer door hy eerh Doètor der bey-de Rechten geworden is,en verfcheyde trelfelijcke boecken lchreef. Hy was oock een groot Mathematicus oft Wis-konhenaer -, en ontfing in d’Academie te Leuven , daer hy de wetenlchap-pen oelfende, verlcheyde waerdigheden, eer-ampten en rijckdommen , Ibnder dat hy die Ibcht oft najaeghde. Van de goederen die hy verkreegh, en wel wih te Iparen , bouwde hy te Leuven het heerlijck collegie, dat men daer nu noch liet, en, tot fijner eer en gedachtenis , het Pauhijeke genoemt word. Sijne vermaertheyt verlpreyde lieh lbodanigh , dat hy tot Præce-ptor oft Leermeeher van Keylèr Karei de vijfde gekoren wierd : daer nae is hy als Gefant aen den Catholijcken Koning in Spanjen gelbndcn, daer hy , om fijne verdienhen , ’t Bilèhdom van Tortola verkreegh : lèdert is hy , van Keylèr Maxi-miliaen d’eerhe aen de Paus voorgehelt en aen-geprelèn lijnde , tot Cardinael der Roomlèhe kereke gemaeckt : en daer nae, door ’t afher-ven van Ferdinand , en Philips d’eerhe, Köningen van Spanje , is hy eenige jaren Gouverneur van dat Rijck geweeh. Eyndelijck ishy, in’t jaer m d xxii , denlèhen vanLoumaent,met eendrachtige keurhemmen van de geheele vergadering der Cardinalen, uytgelèyt die van Urfin, tot Paus van Romen gekoren : als hy de tijding hier van in Spanje ontfing, lbo hy gereet hont om de Mis tegaendoen, wierd hydaer door geenfins beweeght j maer, als een wijs en hantvahigh man , betoonde veeleer, met fijn hatigh opficht en verhandige redenen , dat hy daer over meer bedroeft dan verblijf was. Hy wou , als hy te Romen was, fijn naem niet veranderen, gelijck de Paulèn gemeenlijck doen ; en leefde maer twintigh maenden en eenige da-, gen in defen hoogen haet , waer in hy met dan raoeyte en arbeyt vont : want hy kon al d’oor-logen en wanordre, daer mee Italien en geheel Chrihenrijck geplaeght was, niet genoeghfaem, naer fijn begeerte , neerleggen, en alles in beter haet hellen. Hy liet, Paus lijnde , t’Utrecht een lèhoon huys bouw'en, dat men noch ’s Paus hiyfinge , tot fijner gedachtenis , noemt ; en met vcrlèheyde fraeye kamers en lalen, en een lèhoo-nen tuyn verciert is. Hy was lèker een Prins m.et ongemeene cieraden des gemoets begunhight ,• fijn deughden hebben oock na fijn doodt heer- lijeker |
U T R E c H T.
lijcker gebloncken : liy was leer danckbaer, beleeft en gemeenlaern met fijne befte vrienden,in welck getal waren Willem Enckevord, naemaels tot Cardinael gemaeckt, Albertus Pighius , daer wy hier na in de belchrijving van Campen oock van/preken, en Adriaen Mar/èlaer, fijn Kamerling , een leer vroom en treffelijck edelman van Antwerpen. Doótor Gonfalvus llle/cas , een Spanjaert, heeft het leven van de/en Paus Adriaen , en eenige andere Paufen, verftandelijck be/chreven. Onder alle de Epitaphien oft graf-/chriften die op hem gemaeckt lijn, vindick , naer mijn oordeel, geen dat beter op hem paft dan ’t naevolgende : Hadrianus fextus hic ßtus eß, qui nihilfibi infelicius in ygt;ita duxb , quam quod imperu-ret ; dat is, hier leght Adriaen de fefle, die iwor hem ia fijn leDcn niets ongeluckiger l^ond dan te gebieden. In de/è ftadt is oock het hooge Hof oft Raet ’t Hooge nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Provintie , daer alle d’andere plaet/èn, quot; ' als aen d’opperfte Rechtbanck, fich op können beroepen oft appelleren. Sy beftaet uy t een Pre-fident oft Voorfitter, negen Raetsheeren , een Rentmeefter, een Griffier, en andere mindere ^Amptenaers. Btfchdom ETtrecht is verciert met een out Bi/chdom, en en hooft- is de hooftftadt van dit Lant/chap. Haer gebiedt was veel grooter ten tijde van Dagobert, Koning van Vranckrijck, als hy Willebord, een Engelsman y hier tot eerfte Biffichop ftelde , die te Romen van Paus Sergius felf gewij dt en Clemens genoemt is, en als d’eerwaerdige Beda fchrijft, in’t jaer d c xxxvi geftorven is. Na hem quam S. Bonifacius j in wiens tijdt de ftadt in groote welvaert en voor/poet was, en verkreegh de naem en waerdigheyt van Aertsbisdom. Maer als de gemelde S. Bonifacius daer. nae in de/è ge-weften gedoodt wierd, heeft/è de/è eer verloren, welcke aen die van Keulen gegeven is, op de Zélve tijdt als /ÿ jammerlijck van de Noormannen, die haergrootfte luyfter verdonckerden , ge-plaeght wierden. Namaels is Zy evenwel weder verheerlijckt door Koning Pepijn en fijn Zoon KeyZèr Karei de Groot, de welcke haer niet alleen de BiZTchoplijcke eere weder gaf; maer vereerde denBiZfchop oock met het weereltlijck gebiedt , cn vermeerde ’t Zélve Zèodanigh, dat het byna over heel oudt Batavien ftreckte ; op dat hy fich te beter tegen fijne vyanden Zou können beZèhermen. De Vriefen , Denen en Normannen hebben haer Zédert dickmael verwoeft , berooft en verbrant: maer Zy heeft t’elckens ’t hooft weder opgeheven , en fich in haer vorige ftaet geftelt. Utrecht was eertijdts maer eenkafteel, daer een Gouverneur over gebood, daer na een Gracf, Zédert een Kafteleyn die fich Burghgraef noemde , en, met de Amptlieden van den BiZfchop, d’inwoonders beftierde, die, na de Burgh, burgers genoemt wierden. Daer na fijn allengs en in vele jaren hetvolck en de huyfen vermeerdert, Zoo datfe een kleyne ftadt wierd , die men met muren beftoot. In die tijdt wierden de gene, die ’t gebiedt over de ftadt hadden , en als Raden waren, Ambachts-heeren genoemt. Als het kafteel door de tijdt vernielt was, is de naem en tijtel van Burghgraeffchap evenwel gebleven ; ïh:recht. |
want de Heeren van Brederode, die onder den HollantZchcn adel uytftcken, en in een gemeene Zpreuck d’edelfte geheeten, worden Burghgra-ven van defe ftadt genoemt, ’t welck hen by erfrecht nevens Vianen toebehoort, en van’t ge-ftacht van Goyen, die het van ’t huys van Kuyck gekoft oft gewiZTelt hadden , gekomen is. In voegen dat-, Zédert vele jaren , de Burghgraef, Schout , Burgemeefteren en Schepenen , het hooghfte gefagh over Utrecht hebben , en het Recht bedienen. In het gemeene Zégel, datZè plegen te gcbruycken,was de gedaente der Stade ’toadeft^ oft Burgh afgebeelt, met dit om/chrift : sigil-l.NM BVRGENSIVM CIVITATIS TRAIECTI. Dit heeft men omtrent tot het jaer M cc lxx gebeeficht : want toen is, dooreen opfoervan ’t volck , de Magiftraet afgeZét en verjaeght; en in haer plaets een andere , uyt de Gilden genomen , ingeftelt, die ’t oude Zégel veranderden , en lieten d’afbeelding van S. Martinus daer in regiering fnijden , om alle openbare brieven en hândelin-gen daer mede voortaen te Zégelen. DeZè regee-ring duerde omtrent twee hondert en negen-en-vijftigh jaren, tot het jaer M D xxix, als defe ftadt en’t geheele landt,door overdracht van den BiZïchop, als ick boven geZèyt heb, aen Key/ér Karei cie vijfde quam : want men nam voor deZè tijdt al de Magiftraten uyt het gemeen volck ; hoewel dat Ibmtijdts d’aenfienlijckfte lieden gekoren wierden. Men had te voren veror-dent, dat men niemant noemen lou, om dele ampten te bedienen,’t en Zy dan dat hy van ’t Zélve ambacht, dat hem voorftelde , was, oft ten minften maegh/éhap van iemant van’t Zélve : in voegen, dat de BiZfchop in die tijdt weynigh ge-Zagli had in de dingen die de regeering der Stadt betreften. DeZè verkiefing der Magiftraten had niet van nooden eenige beveftiging van de BiZfchop, niet meer dan in de vrye Rijeksfteden van Duytftant. In ’t bedienen der luftitie volghde men d’oude gewoonten.De Raet wierd jaerlijeks verandert,- en nimmer mochten vader en Zoon, noch twee broeders , te gelijck in regeering fijn. DeZè Magiftraten oeffenden hooge en lage luftitie , en hadden ’t vermogen om , ten bellen van de Gemeente , wetten en bevelen te maken. YderGild mocht oock eenige ordre voor haer ambacht ft ellen, die evenwel, door ’t beveiligen derMagiftraten , fijn krachten gebruyck verkreegh. Als de Vorften van Oollenrijck (die, door Maria KeyZèr Kareis grootmoeder, erfgenamen van’tHuys van Bourgondien waren,) ’t gebiedt van deZé Stadt verkregen hadden,hebben Zy de gemelde regeering en wetten veran-dert : want de Schout, die men gewoon was uyt gebieden. de Raet te kieZén , wierd toen uyt den Adel genomen; en hy was Zédert die tijdt alsStadthou-der van de Gouverneur der ftadt. Al d’andere Magiftraten en Amptlieden wierden voortaen nae ’t welbehagen van de Prins, oft der gene die hy in fijn plaets over ’t Lantfehap ftelde, gekoren. DeZè ordre van regeering duerde tot dat delè ftadt fich , nevens andere fteden der ver-eenighde Nederlanden, in vryheyt ftelde : hoewel daer in toen geen oft weynigh verandering voorviel, alleen dat de Magiftraten grooter ge- . iiij B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fagh |
fagli dan ooit te voren verkregen. Hier fijn nu, behalven de Schout , twee Burgemeefteren, twaelf Schepenen die de gedingen wijfèn en recht ïpreecken, vier-en-twintigh Raetsheeren, en twee Ontfangers oft Schatmeefters , wacr van eenige gemeenlijck jaerlijcks verandert wierden; in wiens pkrets d’oude Magiftraet een dubbel getal verkoos, daer de Staten ende Gouverneur der Provintie dan een enckel uytnamen. Oock was hier een vergadering van acht mannen, die men den Krijghs-raet noemde, die als Capitey-nen over de gewapende burgers geboden,en eer-tijdts meer macht hadden, welcke, in tijden van oproer, fomtijdts misbruyckt wierd, waer door het te moeyelijeker was,terwijl men d’eerfte Bur-gemeefter uyt de Ridderlchap nam , ’t welck oock veroorfaeckte, dat de Magiftraten toen een voorllander uyt een andere ordre namen. 1 lier over kregen lommige nadeneken, dat de Raet en de Gemeente den Adel te feer tegen was, waer uyt cenigh gelchilen misnoegen tuffehen hen voortquam : dies heeft men , om de ftadt voortaen in vrede te houden , nae ’t voorbeelt der gebuer-fteden , een eeuwigen Raet, die gemeenlijck de Vroetfehap genoemt wort, inge-ftelt ; en federt heeft men de Burgemeefters niet meer uyt den Adel verkoren. Delen Raet beftaet uytveertighmannen , waer uytjaerlijcks, den eerften Odober, twee Burgermeefteren , en uyt d’oude Heeren en voornaemfte burgers twaelf Schepenen gekoren worden. Men noemt een dubbel getal , waer uyt de Prins van Oranje, als Gouverneur van dit Lantfehap , een enckel plagh te kielen. DeBurgemeefteren fijn gemeenlijck twee jaer in bediening. Hier fijn oock twee Ontfangers oft Schatmeefters, die men Käme-bers noemt, waer van d’een de ftadts penningen van d’Impoften en andere faken ontfangt en uyt-geeft, en d’andere de gemeene gebouwen be-lorght. De acht Kapiteynen der burger-vaen-delen worden uyt den breeden oft eeuwigen Raet verkoren, om alle twillen en beroerten voor te komen. Eenige der gemelde burgers waken des nachts, om de ftadt te bewaren 5 en worden, als in vele andere Heden, in ’t gemeen Schutters genoemt. Voorts is hier een Schout, die ’thoogh-fte ampt in dele ftadt bedient, en in ’t gemeen uyt den adel gekoren wordt. De Vroetlchap vergadert gemeenlijck alle maent eenmael metdeMa-giltraten 5 doch word oock wel op andere tijden,
A'fMrflra-ten ,
en hare ver-k.rßrgt;g.
U T R E C H als ’t de noot vcreyfcht, door de Burgemeeftc-ren t’famcn geroepen , om met hen over’t gemeene beltc te raetsplegen.
De Staten van dele Provintie, gelijck ten deel Staten. aengeroert is , beftaen in drie leden , waer van de Geeftelijckheyt oft de vijf Canonilyen het eerfte lidt is , den Adel het tweede, en de Steden het derde. Dele Heeren hebben in’t jaer M D c XXXV, 'in defe Itadt een Academie oft Academie. hooge Schole opgerecht ,• en de lèlve met ver-Icheyde trelfelijcke en hooghgeleerde ProfelTo-ren in de Theologie oft Godtgeleertheyt, de Rechten , Medicine , Philolbphie en Mathematica , voorfien j waer door de lelve gedurigh toeneemt , vermaerder en heerlijeker wordt. Oock is’er, tot vermaek van den jongen Adel en Studenten, een fraeye en lange pallemailje-baen gemaeckt, aen elcke lij de met vier oft vij f ryen lindeboomen leer vermakelijck beplant.
Utrecht heeft d’eer, dat binnen hare muren Defr„iegegt;-de Naerder Unie oft Vereeniging tulfchen de flote». Staten van verfcheyde Provintien gefloten is ,-waer door de banden van eendracht gevlochten fijn, en de Republijeke haer aenfien en luyfter by alle andere Vorften enVolcken verkregen heeft : want als Prins Willem van Oranje be-merekte , dat de Pacificatie oft het Vrede-ver-dragh van Gent gebroken was, en dat de Prins van Parma met alle vlijt arbeyde, om de Provintien onder fijn gebiedt te brengen , (’t welck hem met de Wallche geweften , meer door ver-ftandigh en Staetkundigh beleyt dan door oor-looghs-gewelt , geluckte ) ftelde hy oock al de krachten van fijn kloeck vernuft te werek , om die flagh naer fijn vermogen te breken , door ’t oprechten van een nieu verbont ; loo dat hier in’t jaer md lxxix, den 23 vanLoumaent, eennaerderUnie, beftaendein xxvi punten, tulfchen de Gemachtighden van Gelderlant en Zutphen, Hollant, Zeelant, het Sticht Uitrecht, en de Vrielche Ommelanden tulfchen d’Eems en Lauwers, beflotenis ; onder verklaring , van geenlins het vrede-verdragh van Gent te willen kreneken, maer ’t felve veel eer te beveiligen. Vrieflant en verlcheyde andere Heden hebben ficli daer na oock in dit verbont begeven. En dit is de Unie,waer door delen Staet het ’Verenighde Nederland genoemt wort ; die ick wen-Iche dat onverbrekelijck en eeuwigh by al de Bontgenoten onderhouden werde.
-ocr page 305-AMIS
M I S F O R T , een treflijckc Stadt in het Sticht van Uitrecht, ichijnt van de Eem-ftroom fijn naem ge-kregen te hebben, ^elcke altijdt loo-
t’famen-vlietende, dicht onder de veften der Stadt in een kolck ontfangt en in de by-ge-lege boefem der zee uytftort. Op wat tijdt, en door welcke ftichtcrs het gebouwt fy, ge-dencken de Tijdtboecken niet j dat het eher oudt is, blijckt daer uyt felfs, dat van ’t felve omtrent het dnyfent en fefte jaer des Heeren, als de tweede HenrijckKeyfer,en Aufrid Graef van Teifterbandt, Heer van Haltena en de X V111 Biflchop van Uitrecht was, in de jaer-boecken gewaeght wordt. Dat het in 't begin een kleyne Stadt geweeft is fchijnt uyt de oude veften en graften ; naemaels doch is ’t, by ’t bloeyen der faecken,door het omringen der oude met een nieuwe Stadt,
geweldigh vergroot.
Ten ooften en fuydefi heeft het feer bacrheyt. yruchtbacrc landcii van allerley koorn, en
Vrucht^
fint eenige jaeren herwaerts oock van toe-back,onderfcheyden met dichtgeplante eyc-ken en genoeghhjcke hoven : Ten weften bergen, heyde, beemden en hack-boftchen, jaerlijcks door een by-fondere en nabootfèn-de plantluft genoeghlijcker en grooter ge-maeckt ; ten noorden feer vruchtbaere wey-den , welcke een mijl oft twee van de Stadt door een arm der zee befpoelt worden. Uyt defe zee worden langs de bevaerbare Eem-
ftroom allerley waren in de Stadt gevoert. ceneug- Binnen en buyten is het verciert met ontal-lijeke luftige en welbebouwde hoven, door ’t geruyfch van feer klaere en lieflijcke beex-kens doorftroomt, en duyfenderley gefangen van ontelbare nachtegaelen doorgalmt; om nu niet te fpreken van de H. Bergh , en het weêr-galoofe Randebroeck van den on-vergelijcklijcken Schilder en Bouwmeefter Jacob van Campen,en dat groen en tuftchen uytnemende pijn-boomen, cypreften en andere edele boomen altijdt levendigh Beeck-hoven van den edelen Arnhoudt van Wijnbergen, daer de fomer, om de fchaduwrijeke oevers fonder hitte, en in ’t midden van de winter felfs geduurigh voor oogen fpeelt, en daer ’t alfo door een geluckighfte nabootfing van beter natuur altijdt lente is.
De Stadt felf wordt met een wal en muu-
•i/f» e» Unde-•ryen.
F O R T.
gentheydt der plaets fwack genoegh. De Neerin-burgers oft leven van haer inkomften , oft plegen den ackerbouw, het wolle-weven en den koophandel. Het Stadts recht heeft hun in ’t duyÏent twee hondert negen-en-vijftig-fte jaerHenrijck,Bilfchop van Uitrecht, vergunt ; namaels in ’t duyfent twee hondert acht-en-negentighfte jaer heeft Willem in-geftelt, dat die van Amisfort even het felfde recht, als die van Uitrecht, fouden genieten. Daer na omtrent het duyfent vier hondert drie-en-feftighfte jaer is ’er tuftchen beyde de volckeren een onderling verbont van be- ^^erbondt fcherming gemaeckt.w^’? ^elticke ‘voor^vaer’-J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7^J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ j- A C ■ \ trecht.
de en ‘vryheydt, tegen ieder, die in dit orient woonde, en een van beyde in de gemeene faeck quetfte. Oock waren defe twee Steden leden van dit landtfchap,als ’er lang daer na noch andere byfondere kleyner waren , ieder aen haer Heer onderworpen, het welck de brief van ’t verdragh , eertijdts met de Over-Yftelfchen aengegaen, te kennen geven kan : VVy Steaen Iditrecht en Amüfort ^an defe kant^ en ‘vuy StedenUeventerA'^am-pen, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ^an de andere kant als Steden
'van het gebiedt des IJfels. Onder welcke, na ’t getuygenis van oude gedenck-fchriften , oock Groeningen , Koeverden en de Drent begrepen geweeft fijn.
Het heeft jaermerektendoor gantfeh Ne-derlandt vermaert, van welcke hun twee ‘ vergunt fijn van Biftchop Guido, oft Guye, in ’t duyfent drie hondert een-en-dertighfte jaer: infgelijcks twee Kercken, behalven de J^ercken. ander kapellen, de eene groot en heerlijck gebou wt, de andere kleyner, doch met een treflijeke toorn verfiert. Dit is een Koop- Koop-ftadt van appelen, druyven, nooten, honigh, wafch, meede, hout, wol, en infonderheydt van koorn , fodanigh als in geenige andere Stadt derVereenighde lantfchappenft welck fy lichtlijck gelooven füllen, die weten, dat hier burgers lijn, die voor lieh alleen en by-fonder dickwijls fo veel tarw, rog, en boeck-weyt inkoopen, als ’er op omtrent hondert en tachtigh wagens ingebraght wordt. In de Stadt felf fijn, ’t geen men nergens anders vindt, twee meulens om lakens te maecken, die door ’t water omgedreven worden , feer ongemeen en koftelijck gebouwt,d’eene met een treflijck en ruym hof en huyfing , door ’t aengroeyen van ’t getal der wollen-wevers en wolkopers. Hier fijn oock, tot groot nut der Stadt,over de hondert en tachtigh laken-maeckers winckels.
De Amisforders worden in de gefchichten
iüj. B
de
4
4
-ocr page 306-pl4««
lt;4
tlt;«O
|lt;a,'
Ä 5« a a^
tl-
-LB
Jprd ttufekt:
4a.lt;iè
^^’’Cirrv®
'Den. Xof
A M I S F O R T.
Creote» lof der intvoon-ders. Cods-huyfen. Scheol. de vcrmaecklijckheden van fijn Duytflandt, ^morforders genoemt, van óAmorfortü, de ßercke Itefde, waer mee fy elckander beminnen, altijdt eenfinnigh en eendrachtigh, felfs in de veel-fpaltigheden der Godts-dienften, die elders loo veel quaets berockenen. Sy worden geprefen om haer matigheydt,voor-fichcigheyt, mildadigheyt tot de armen, her-berghfaemheydt tot de vreemdelingen , ge-trouwheydt tot de Vorften, en dapperheydt in den oorlogh , waer van de wapenen van defe Stadt alleen in ’t gantfche Sticht eertijts met een goude kroon vereert • waren. De BilTchoppen van Uitrecht, van haer onderdanen verdreeven, hebben fy dickwijls en mildelijck ontfangen, en grootmoedighlijck in haer ftoelen herftelt,onder anderen Aflue-rns van Kuylenburgh in ’t duyfent vier hon-dert fes-en-dertighfte jaer,Diepholt in’t diiy-fent vier hondert acht-en-veertighfte jaer, HenrijckPalatijn in’t duyfentvijf hondert acht en-twintighfte jaer,die fy niet gewapen-der handt in de Stadt van Uitrecht weêr in-gevoert hebben. Sy hebben oock Vrou Jacoba van Beyeren, Gravin van Hollandt, op haer eyge koften tegen den Heer van Arckel in ’t innemen van Yfielfteyn en Gorkum geholpen , waer van fy oock met ope brieven van haer bedanckt fijn. De macht der Hollanders en Gelderfen hebben fy dickwijls ge-ftuyt. Uitrecht viermael door wapenen ingenomen , het heyr van Hertogh Philips van Burgondien (na’t getuyghnis van Meyer in ’t feftiende fijner jaerboecken) tweemael van haer veften gedreven. Door welcke dingen inde vriendtfehapder nabuurige Vorften ge-raeckr, fy in veel landen vryheyt van tol verkregen hebben : welcke hun oock onder anderen Willem van Beyeren, Palsgraef Jan, Graven van Hollandt en Zeelandt, Walram oft Walraven van Brederode, Kafper van Kuylenburgh, Joan van Egmondt ; ja oock de Köningen van Engelandt in haer heer-fchappyen, en namaeis de vijfde Karei door Gelderlandt en Zutphen wijdts en fijdts ge-fchoneken hebben. In Oude-mannen-huyfen, Ziecken-huy-fen, een Wees-huys en Gafthuys,en gewoone uytdeelingen van Aelmoeft'en wij eken fy naeulijcks voor de voorneemfte fteden van ons Nederlant, alle welcke ten meeften deele door uyterfte-wil-makingen en begiftingen der burgers by een vergadert fijn. Voorts is, om de befte jeught te onderwijfen, nu voor lang een feer wijdtluftigh School opgericht, waer over veel jaren lang geftelt geweeftfijn, en nu noch geftelt fijn mannen in geleert-heydt en feden opfichtigh ; waer door ’t ge-fchiet is, dat de bloem der Nederlandtfche |
jeught uyf de nabuurige landtfehappen hier na toe vloeyde , en foo veel doorluchtige en geleerde mannen op verfcheyde tijden hier uyt voortgekomen fijn,onder welcke, behal-ven fo veel anderen, hier gebooren fijn. Al- Treffe-hert de WijSiQA2XïZ van clen tweeden Maxi-miliaen, tot Konftantinopolen by den Turk-fchen Keyfetj Stelden Laurey en Godfrid J/er- ncn. fleeqen, d’een Opper-genees-meefter van den lelraen tweeden Maximiliaen, de ander van den tweeden Rodolfjyo^w Fonek, na veel ge-fantfehappen, met groot lof opperfte der NederlantfcheRaedt in Spanjen,lief aen Koning en Vaderlandt j bejide SoeJJen , de eene richter in ’t hooge hof van Mechelen,en na-maels Biftchop van ’s Hertogenbofch,de ander Hoog-leermeefter der Rechten in de edele hooge School van Leuven, en feer vermaert door fijn aentekeningen op het Rechtboeck. Aen defe Stadt hebben oock Hollande en Weft-Frieflandt danek te wijten voor haren in de wreetfte tijden Lants-voorfpraeck Pau-Lirts quot;Puys, en diens navolger nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'Olden- barne^eltj Ridder,EIeer van den Tempel,amp;Cc. Bewaerder van ’t groot fegel van ’t gemelde Landt, en eenige reyfen , tot groot voordeel van ’t Gerheen-beft, Gefant by de doorluchtighfte Köningen van Vranekrijek en Engëlandt; eeuTvan de grootfte Politijken of Staetkundigen fijner eeuwe ,die aen fijn Va-derlandc onwaerdeerlijeke dienften gedaen heeïEj want wy fijne wackerheyt te daneken hebben voor de behoudenis van onfenStact felfs voor den inwendigen vyandt, ehhader-handt voor ’t verloflen van ons Gemeen-beft van uytiandtfche fchuldt. Jacob njan Santfort, infgelijeks uyt- nemende Hoogh-leermeefter der Rechten in de hooge School van Leuven, en andere, die noch leven en in haer bloeyfel dertelen , fwijgh ick j mits defe onfterflijckheydt van naem en roem eenige godlijckheydt fy , die den menfeh eenmael navolgr, noyt verfelr. Monte-cuctili in-genoment In ’t duyfent fes hondert negen-en-twinti ghfte jaer is Amisfort van de Spaenfchen en Keyferfchen te gelijck met de grootfte fchrik onder ’t beleydt van den Graef van Monte* cuculi bevochten, aen wien ’t fich eyndlijck gedwongen is over te geven,mits haer fwac-ke muur van felfs ter neder viel : terwijl on-dertulfchen de doorluchtighfte Vorft van Oranjen ’s Hertogenbofch met een wonder* waerdige belegering druckte. Korts daer na Weefel door de Vereende Staten met krijgs-lift ingenomen fijnde, heeft de vyandt defe en verU-Stadt van fclfs verlaten. Die hier van meêr begeert, befie de jaer* boecken van Geerardt van Nimmegen, Meyer, Lyfterius, Elortenfius en anderen. |
WYCK TE DV ERSTEDE.
Verwoest. Normannen hebben haer ecrtijts verwoeft ; Kaßeel. en is daerna in t herbouwen veel kleynder gemaeckt : doch om hare goede en bequame gelegenheyt meeft altijt een tamelijck vermogende ftadt geweeft j en nu noch in goede ftaet. Hier is oock een redelijck fterek ka-fteeljdaer de BiiTchoppen van Vtrecht weleer veeltijts hun verblijf hadden , niet alleen om hare aengenaeme en lieffelijeke landouwe ; maer oock om dat het een feer dienftige ver-treck-plaets is, om fich in eenfaemheyt,en af-gefondert van ’tonmatigh gewoel des volcks, te verluftigen, en tot Godtvruchtige oeffe-ningen on de ftudien te begeven. |
RHENEN. Rh E N E N leght op de felve arm des ceUgen-Rhijns , twee goede mijlen van Wijck heyt. te Ducrftede,en vijf groote van Vtrecht. Het is oockeen feer oude ftadt, die Tacitus in fijn Annales oft Jaerboecken Gr innés noemt. In ’t omleggende landt , dat naer Vtrecht ftreckt, is een groot veen om turven te fteken ; dies heeft men, voor omtrent hon-dert jaren , een mijle van daer een nieu dorp, Venendael genoemt, meer om turf dan iets anderste winnen,gebouwt,’twelck federt vergroot en verbetert is. Thomas Gramaye, en Jan de Calue hebben den eerften ft een van het fondament defer kereke, gewijt ter eeren van den heyligen Salvator, geleyt. lek heb alleen de korte befch rij ving defer ftadt hier by gevoeght,dewijl ick hare aftekening tot noch toe niet heb können bekomen. |
MON
M D Lxxii ingenomen en jammerlijck vernielt wierd : welcke verwoefting hy, als fom-mige feggen , befehreven heeft j doch is, nevens meer andere vruchten van fijn kloeck vernuft, noch niet gedruckt.
Hier is een out en groot kafteel, maer ver- Kaßeel. valt eenighfins, om dat het niet wel onderhouden wort. Het meefte deel der inwoon-ders geneeren fichmet de lantbouwery.Ook heeft dit ftedeken vele fwarigheden geleden : in een van de felve is de kerek met meer (ingeval.
^Ontfoort is aen de wa-H te^vloet Yfel, en een mijle van Woerden, Oudewater en Yfel-
'Een grens-ßadt. Stichter.
L. Hor-ienßtts.
■ een tamelijeke ftereke ftadt, en tot een grens-plaets tegen de Hollanders, door Godefridus, BilTchop van Vtrecht, gebouwc.
Lambertin Hortenfius, een geleert en ver-
maert Hiftory-fchrijver en Poëet , als fijne uytgegeve wercken getuygen , is hier geboren. Hy was Redor der Schole te Naerden,
dan feventigh befondere huyfen verbrant, en als dat ftedeken van de Spaenfehen in ’t jaer vele andere feer bcfchadight.
yirechl.
-ocr page 309- -ocr page 310- -ocr page 311-A^lCl'-tARS
€k
ß'itte^ats 't
l,atÿ
^uctoribiis.
De Vntefchepflact-
... Ludcc^i^
XCliUl-l
---
HindeLoaeh
-Al, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j
CeUntnerSuaech
Cleoßer^
gZ*1
fcnt
■FPc.//l)roaeha.tn
Surhuifler 'Xieen
'rmeer
Op^etui-e $!^J{eord^rdra^Uten SuyÂer drachten
K R Z
‘* ƒ
Fnniunte
Vri^che joelen
Faekei'een.
*Freeherch
/j/erUk.
jDoert^erfuaeû
Fuuke^a.
lenien
4Ä, .Vont^erui ..è. J^obJiunvades
Demhrecck
Feechltn^
0^5,4^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
A-
ÆaA
Q.A
Naemt
van
LEEUWAERDEN.
Uyt de Hiftorie van Vbbo Emmivs getrocken.
eevwaerden, in
Vrieflandt gelegen, is een groote, vermaer-de, lchoone en volck-rijeke ftadt ; loo datlè boven al andere van dele Provintie uyt-fteeckt, en met reden het hooft der felve gc-
noemt word. Sy is tamelijck oudt 5 want men gelooft, datfein’t jaer clo cxc tot een ftadt geworden is, doch kleyn van begrijp, om datfe alleen beftont uyt de plaets die men Niehoygt;en noemde , ’t welck nu omtrent in ’t midden der ftadt isj dat toen een weynigh verheven en dicht by een arm der zee was, die men de Middelzee noemde, welcke tuflehen Ooftergoo en Wefter-goo deurliep, en die van elckanderlcheyde, waer van ick gewagh maeck in ’t negende boeck van ’t eerfte deel mijner Hiftorie van Vrieflant. Onlè voorvaderen noemden de verheve plaetfen in ’t gemeen w’ß^rlt;l,waer door men gelooft, dat dele ftadt van dit woord haer naem heeft, gelijck vele andere plaetfen in dele landen : want men vind in Ooft-Vrieflant, Langyoerd , Ecksïgt;erd , Vifckyperd, Locksverd tulfchen de Eems en Lau-wers , Hol'^erd, Tuck’^erd , Gresverd, Stitsynerd , Siloyoerd Fcrycerd Adasverd , Dorek^erd 5 tulfchen de Lauwers en’t Vlie, fcrypcrd, Foßverd, Tiarcvperdy
behielden haer vorige namen , en de kereken haer recht en gebiedt. Aen de zuydfijde heeft ly oock leer toegenomen , lbo datlè nu omtrent duylènt en les hondert treden in haer omring groot is. Hare ftraten fijn ruym genoegh, met allerley geeftelijeke en weereltlijcke gebouwen , en vele lchoone huylèn van bylbndere lieden, dicht belèt.
Sy heeft feker privilegie oft recht, in’tjaer M cccc XXXII, te Bollwaert, daer de Staten van Ooftergoo en Weftergoo toen vergadert waren , gegeven , by ’t welck de twee gemelde dorpen Oldehoven en Hoeck aen de ftadt gehecht , en haer gebiedt onderworpen worden , niet alleen ’t gene dat ’er van binnen de muren, maer oock dat buyten de lèlve leght 5 ’t welck , gelijck ’t gemelde privilegie lèght, tot nut van ’t Gemeene befte gedaen is 5 en aen alle fte-den en amptlieden geboden delè ordre te ge-hoorfamen 5 die , eenige jaren daer na , door de Hertogh van Saxen , en, in’tjaerM d xvi, door Karei, Prins van Spanje en van Bourgon-dien , en naemaels Keyfer, beveftight is.
Vele oude adelijeke geflachten hebben hier lchoone huylèn laten bouwen, om in tijden van flachte». oorlogh, als ’t platte landt plach verdorven te worden , en anders , als ’t hen geliefde , in de ftadt te woonen , als dat van Camtninga, Vnia, Cawjlra , Minnema, Martena, en Burwana : het
Hoely(gt;erd j Lang-^erd , en meer andere : en van de kleyne riviere Lea, die, niet wijdt van de gemelde plaets daer defe ftadt gebouwt is, in de voor-fcyde Middelzee liep 5 lbo dat uyt dele twee woorden Weerd en Lea de naem Lee^ert oft Leeu-
ypaerden gelproten is. Doch ick geloof liever , datle na lèker Leeu’^ius, heer deler plaetlè , ge-noemt is, op de lèlve wijle, als Lcoyoerd van Ecö; luc^erd van Iuco ,• Fedsoerd van Feddo Adsoerd van
j FoßperdvanFoffa i eenvrou; Tiarc^erd vän Tiarcho ; en Boßperd van Bolon. Dat alle de gemelde plaetfen de namen van hare Heeren hebben , lal by geen gelbnt oordeel, naer ’t mijne, in twijfel getrocken worden: want het lijn alle eygen benamingen, die de Vriefen noch he-denfdaeghs gebruycken. Eenige andere willen d’oorlprong van de naem Ibecken by fekere weerd oftherbergier,die hier eerft fougewoont, en, tot gerief der reylènde lieden, een nerbergh gehouden hebben in de leeuw, oft daer de leeu uything ; maer lèker , my dunekt datle ons een fabel oft verziering poogen wijs te maken.
Als men defe ftadt eerft begon te bouwen , y^aren de twee dorpen Oldehoven en Hoeck dicht by haer in ’t weft en ’t ooft gelegen, welcke daer na binnen de muren befloten fijn, doch Vrießandt.
outfte van dcfe huy/en is Camwinga 5 want op hare landeryen en gronden is aen d’oohfijde een groot deel der ftadt gebouwt , waer omtrent ïy oock een ïchoon kafteel en een dorp, die haren naem voerden, hadden. Eyndelijck, nae’t voortrollen der jaren , fijn defe geflachten foo mach-tigh in de ftadt geworden , dat d’oude vryheyt verdruckt wierd j lbo dat de Raet, in laken van belang en gewicht, niets Ibnder hun toeftaen durfde befluyten. Doch ledert het jaerM cccc XXXII heeft de Magiflraet der ftadt, doorlaft van de Staten van Vrieflandt, de ordre en wijle van gebieden over alle d’inwoonders ontfangen.
Leeuwaerden wierd eertijts na velerhande en belbnderewetten beftiert, die in ’tjaer m dc MerfleiUng XV vcrfamelt, d’overtollige afgelchaft, en tot de volgende gebracht lijn ; te weten ; datnie-mant tot Raet nocht Gelworene verkoren fal worden, die geen openbare oeftening en belijdenis doet van de Religie, dienu ind’open-bare kereken geleert word 5 nocht niemant die geen vafte goederen in de ftadt oft haer gebiedt heeft : ly moeten oock vyanden van al de gene lijn , die defen Staet willen beflrijden oft eenigh leet doen ; van een vroom en on-berilpelijck leven ,• en t’eenemael genegen om de vrydom te hanthaven en befchermen. Dat
V A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de Raet
Ci-
Ma
■fl 18 » 3 fl of
'(t» li lt;è^-HSi
SWuijiuüiljl
IW
üILiaMlBttûàiâiülti^ ,
fftï a t.
(1 a.' 41 • ö '1 as-.* 8 8 a li a
lt;1 â 9 LlL''* '■• i’'ll î 4 'f
-¥^0400«^
SjJO,/A fjjij, S) ■
i ï 4 'i
:i.i
't quot;nbsp;(M ß* « gt;nbsp;i’ï 4 4 ’’gt;- 'ft '1
jà-'A'ü JX^;^_'
2 ■ CLir^e. ket’ch
. ^uuwe liO^sUr kerck 2 ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Uerck
6 . Ctcirÿite kerek
J . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kerck
. irJ^an^kt^s g ■ teoren. jO . Statett^ CpU^ü^ j] ’
]Z • 'tr
. iDe. iBf'ol
17 ‘ tnerctr
^S ■ Ir
. ’t G^huyi zo
ZJ • TMlJltljt^ 22
!zj'gt; Cam/tut^it lii^s 2^ . 3)e- Cfotce-Uofü.
22 ’ (RwrnoftnU fmys 12^ ■ ^twtenu. iuys
1 nbsp;nbsp;- Staats Schoßte
123 ■ (J^e. X^att^t
i 2ÿ . Sehoi^ noch
20 - Ou^ T^^ßcr kerok
aiiö ftö.
evey'i ver' i^'ffèn der
Attrißra-tei«:
vier andere , die sjcen Gelworene noch Bevel-hebbers over de burger-vaendels^eweelf fijn, noemen fal ; dacr nae füllen ly op ’t ftadthuys
de Raet op den laetften December, als fy hare ten kracht verkrijght; lbo heeftle oock , als - ampten een jaer bedient hebben, twaelf van de de voornaemlle , wiens ordre en beftiering bo-voornaemfte burgers, en den eerften lanuary ven d’andere lieden uytmunt, een groot ge-fagh onder hen , waer door hare meeningdick-mael op de làndtdagçp der Staten gevolght wordt ; voeght hier by, haren rijekdom , en d achting van wijs beleyt, datlè by alle hare naburen verworven heeft, welcke oorlaeck fijn, dat geheel Vriellant dickmael ’t voordeel van
alle de gemelde Geßvorene , beftaende in dertien mannen , en de gefeydxï Bevelhebbers ver-famelen,aen wiely bevelen,datfè door ’tlot vier uyt yder vergadering hillcn kielen, buyten ’t getal der gene die te voren door de Raet genoemt fijn 5 en foo ’t lot by geval op een van hen viel, dat men voortga,tot dat men een verkrijght die niet genoemt is ; dan fal men noch fes andere uyt d’aenlienlijckftc burgers kielen, om het getal van achtien te vervullen 5 van dele fal men de helft door het lot affonderen , om de ftadt als Overheden te beftieren; waer van jaerlijeks drie afgaen, als een Burgemeefter en twee andere, die geen Bouwmeefters fijn. Dat de negen gekoren lbo veel andere, in de plaets der gene die afgaen , genomen uyt de twaelf die de Raet
hare voorfichtige raden geniet. De Raet gebiedt over de geheele Stadt, en al de leden van dit lichaem hebben een gelijck vermogen in hare meeningen voort te brengen , en hare Hemmen te geven. Doch in andere laken gaet het -, gelaghderBurgemeeHeren over alle andere Ma- van d'ecrfle giHraten ; want yder vierde deel van ’t jaer heeft een van hen het voorfitten in den gantlchen Raet, die dan oock het lègel en de Heutelen der Hadtbewaert, lègelt en onderlchrijft alle brieven en befcheyden, heeft acht dat de Wacht-meeHer de poorten op fijn behoorlijeke tijdt doet lluy ten en openen , en geeft lèlf het wacht-woort. Hy heeft oock ’t vermogen om alle laken en perfoonen voor ’t Gerecht te roepen, de quaetdoenders in hechtenis te doen Hellen , en door de dienaers alle wetten, bevelen en vonnif-len van den Raet te doen uytvoeren. De Schepenen hadden eertijts fitplaets in de Raets-kamer daer ly de gedingen der twiHende partyen aen-hoorden en lcheyden ; maer nu gelchiet het op een andere wijle. De Amptlieden , die als derBo». BouwmeeHers fijn, handelen gemeenlijck van de Hadts penningen, de gemeene en belbnde-re gebouwen, het bedienen der kereken, en diergelijeke faken , als van de Hraten , wegen , bruggen, dij eken , en meer andere : ly fijn als Ephoren oft Opfienders, en hoofden der Ont-fangers en SchatmeeHers,die gehouden fijn aen hen rekening te doen, op welcke ly acht hebben, datlè d’amptenaers der Hadt wel betalen,en getrouwelijck de gemeene lchatten ontfangen en uytgeven.
De Raet plach eertijts maer een Reclitsgeleer- Eenßona-de te hebben,maer ly heeft ’er nu drie,alle Doólo- rtfen, ren inde Rechten, en met goedejaergelden voorfien , die ’t ampt van Penfionaris bedienen : ly fijn d’overheyt dien High, om alle procelTen oft gedingen van groot belang tuftenen d’in-woonders te beflechten. Een van hen is als Secretaris , en bewaert alle aólen , belcheyden en andere papieren der ftadt ; hy heeft een mede-hulper , die onder hem is , en andere mindere Schrijvers tot fijn dienft , die alle van een eerlijck geflacht en ftaet moeten fijn.
De ftadt heeft vier Threlbriers oft Schat- rhreff meefters, waer van d’eerfte de bediening van nw. alle hare inkomften heeft ; want hy ontfangt, geeft uyt en beftiert het ftadts geit , volgens d’ordre van den Raet, inlbnderneyt der twee
■ Bouwmeefters, die daer toe van de Raet geftelt ' fijn, voorwelcke en voor de Burgemeefteren . hy rekening doet van alle fijne handelingen. De Raet ftelt iemant die haer behaeght in dit ampt ; en hoewel het maer voor een jaer is, ly hebben
f ’t vermogen om hem ’t lèlve langer te doen be-' houden. De tweede Threlbrier heeft laft alle
pen-
haer aen-ften en ge-J'^gh.
genoemt had , füllen Hellen. Dat alle d’af-gaende mogen tot Gefwore mannen gemaeckt worden. Dat niemant ftem fal hebben om te kiefen , die eenigh ander ampt in dele Pro-vintie heeft , oft het Ontfangerlchap oft ee-nige diergelijeke bediening bekleet. Dat de gene die nu een der verkielèrs geweeft is , ’t lèl-ve in ’t volgende jaer niet welen magh. Dat de Raet jaerlijeks eedt doen lal op de lèlve wijl^als men in d’andere fteden doet. Dat de Raet alle procelïen oft gedingen falvonnilfen na’t gemeen gebruyck, ’t welck men in’t hooge Hof en andere Rechtbaneken van Vriellandt onderhoud. Dat’er jaerlijeks, als de nieuwe Heeren hunne ampten beginnen te bedienen, een amniftie oft vergetenis van alle laken lal af-gekondight worden : en eyndelijck, lbo iemant tegen dele wetten en bevelen Ibndight, dat men hem ll;rafbaer,en als een vyant van de gemeene ruft fal oordeelen. Dit lijn meeft al de wetten , maer noch nooit gebruyckt. Van de Gelwore-nen heb ick gefproken,maer ick vind niet dat ’er iets in verandert is , of ick heb het alree aenge-wefen, te weten , dat de drie die van den Raet jaerlijeks afgaen, onder de Gelworenen geftelt worden, ’t welck oock tot noch toe nietgelchiet is ; in voegen dat, volgens dele ordre, jaerlijeks drie andere uyt de gemelde Raet afgaen : lbo dat men d’oude gewoonte onderhoudt, niet alleen in de wijle van verkielèn, maer oock in de bediening der ampten. * De twee gemelde collégien oft vergaderingen fijn van groot aenfien , en hebben oock hare achtbaerheyt in de gemeene faken van dit Lantlchap, als de Staten by elckander fijn : want gelijck het vermogen deler ftadt door ’t onderhouden der wet-
»
In’tjaerw. d cxvi heeft men eenif[e vM d'eerfte der voorverhael-de netten nat verandert, te neten, dat ’er maer de helft van de Raet en der Gefnorenen t op iinen’t lot va^t, jaerlijeks afgaen fal, detvelcke^na haer believen, op deneerften lanttary , andere in haer plaetfe noemen füllen. Ennademaeldat er tnee Bnrgemeefleren in ’t eerße half jaergeßorven naren , 'en dat d overgebleve om defi eer loten moeßen, kpfèn de gene, die defe ordre maeckten , behalven drie Schepenen en een Bonnmeefier , oock dnc nteniigt;e Bnrgemeeflers ujt degene dte dit ampt meer bedient ha dden. In de overige ivetten vonden fy niet noodigh iets te veranderen. Dit gefchiede nae traetsbeflstyt van t jaer D c xv, daerom heb ickraetfaem geacht dit hter by te voegen.
-ocr page 318-L E E U \V A E R D E N.
Kleoßers. penningen , die van de geefielijcke goederen komen, te bedienen ; hy bctaelt daer van de Predicanten , den Redor en andere opfienders der Schole ; hy beforght oock d’arme fluden-ten, die in defo ftadt geboren fijn, en geeft de mindere amptlieden der kercken hare jaergel-den ; en is oock, op dat men geruft ly in fij ne bediening , gehouden rekening van fij ne handelingen aen de Bouwmeefters te doen : een van de kofters der kercken is verplicht hem ten dicnft te ftaen. Het ampt van de derde is alle drie maenden d’inkomfteii in te vorderen van al de landen, die buyten de poorten en in’t gebiedt der ftadt fijn; en de vierde ontfangt al d’im-poften , die op alle waren , welcke in de ftadt gebruyckt worden , geftelt fijn -, hy moet oock d’armen verforgen , fonder eenigh jaergelt oft vergelding. Defe twee laetfte, alfoo wel als de twee vorige amptlieden ,, ftaen geheel onder de Raet, door wiens ordre ly in hare bedieningen geftelt o^ afgefet worden. De ftadt was eertijtsin drie onderfcheyden Parochiën gedeelt, die yder hare kerck en Prie-fters , die wel onderhouden wierden , hadden. In elcke Parochie was een geleert Paftoor, die , die om hare groote bequaemheyt, gemeenlijck tot gewichtige laken gebruyckt fijn , als , onder andere,Brico Aita,wiens verftant en raet de Hertogen van Saxen en Bourgondien, en de gantlche Gemeente fomtijtsnut en dienftighis geweeft. De gemelde kerckelijcke lieden hadden, op lèkere tijden en plaetfen , hare byfondere vergaderingen , daer ly van de dingen , die hare ampten eygentlijck betroffen , handelden. Behalven de Parochiën waren hier noch vier kloofters, als twee van mannen, ’t een van ordre van S. Francifous, en ’t ander van S. Dominicus j d’ander twee van vrouwen, van S. Katarine, Gaflhuj-fe». daer in fèer gefchickte en devote dochters met groote dichting in die tijdt leefden. Hier fijn oock rijcke Gafihiiylèn , als klacr-blijckelijcke teekenen van de Godtvruchtigheyt der voorouderen, dielè met groote kollen hebben doen bouwen, en met goede inkor ften voorfien. Alle dele bewijlèn van Godsdienftig-hcy t waren oorlaeck dat Philips de tweede , Koning van Spanje, als hy verfcheyde nieuwe Bifi-dommen in de Nederlanden Helde, defè ftadt sgt;/tiom,e» oock tot cenBiftchoplijckeftoclmaccktc;d’cet-eerfle Bif- clæ dit ampt bediende, was Petni'S Cunern^ y een Godtgcleerde van Leuven ; doch hy is in’t felve, door d’overkomende Iwarigheden , en de veranderingen in kerckelijcke en Politijcke faken , niet voorlpoedigh geweeft. De bediening der gemelde gafthuylén, opgerecht voor vrem-de , arme en fiecke lieden , is byna delèlve als de Diaconie , welcke , naer mijn oordeel, beter een andere naem verdient. In defe ftadt fijn’er twee, ’teen, het gafthuys van S. Antony genaemt , is in ’t midden der ftadt, waer in gemeenlijck hondert arme menlchen , foo mannen als vrouwen ,ecrlijck onderhouden worden : het is in drie deelen afgclcheyden , en begrijpt oock het Sieckhuys en Oude-manncn-huys , ’t eer-fte deel is van lèkere Bolon gefticht, wiens naem het noch heeft, waer in ’t kleynftc getal der Vrieflandt. |
armen fijn : in dit en d’andere deelen fijn d’ar-me lieden mildelijck en bequamelijck in belbn-dere kamerkens gehuyfi; lommige alleen uyt liefde, andere voor een Ibmme gelts y die ly eens voor al betalen,als ly daer in haer gantlche leven willen blijven , en dat ly oft hare vrienden ’t vermogen hebben : die niets hebben , en uyt Chriftelijck medelijden ingenomen worden,fijn, fonder onderfoheyt, loo wel vreemden, als in-woonders defor ftadt en van dit Lantfohap ; en lbo wel fiecke en gewonde foldaten , als andere fiecke, kranckfinnige , en oude menlchen, die alle gelpijIt, met genees-middelen en alle noot-druft verlorght worden. Wat haren tegenwoordigen ftaet belangt, ’t is feker , datfe nooit heerlijcker geweeft is ; want het is een bloeyende Hadt, met aenfienlijcke gebouwen, foo gemeene als belondere , ver-ciert, waer van d’uytftekenfte fijn , het Hof van Vriellant , en van de Gouverneur : oock fijn hier vele huylèn der Heeren en Edelen, die hier hun gewoon verblijf hebben. De kercken fijn lchoon en wel gcbouwt, de ftraten net en luyver , en doorfneden met vele graften, daer Heene en houte bruggen over leggen ; waer door men, tot groot gemack der inwoonders , met kleyne fohcpen kan varen, en alle waren af en aenbrengen. Sy heeft oock, foo binnen als buy ten, vele fraje tuynen , die tot een aengenaem vermaeck, niet fonder voordeel , dienen. Sy is met een hooge en breede aerde wal, en met een diepe graft omringt, en met vijf aerde bolwercken , waer van vier feer groot fijn, gefterckt. Hare groote is omtrent duyfont lés hondert treden in d’omgang : de ge-daente byna vierkant, maer ongelijck aen de lijden. Sy heeft drie poorten, yder met een PowtcH,. bolwcrck voorfien y die aen de fiiydtfijde is noemt men S. Iacobs oft oock de Widummer-poort ; die naer ’t weften ftrcckt, de Lieve vrou-we-poort ,• en de derde, die aen d’ooftfijde is , de S. Katarine-poort. Hier fijn vier belondere wateren , die in en uyt de ftadt loopen, en leer dienftigh fijn tot de koophandel, die d’inwoon-ders met de vreemden doen. Daer is maer een roorßJt. voorftadt aen d'ooftfijde , die vele fraye huylèn en tuynen heeft, en Vliet genaemt wort naer een graft van de folve naera, die daer deur loopt, en als een haven voor defohepen is. De Marckt, waer op de Wage en een belondere plaets voor de kooplieden is , ftreckt fich uyt nevens een graft, doch meer in de langte dan in de breette. De ftedelingen fijn fodigh, gematight, be-leeft , gelj?raeckfaem , neerftigh , en finlijck Burgen. over hare lichamen en huylèn, waer in hare nettigheyt uytblinckt : voorts fijnlè vrolijck , geeftigh en vernuftigh , genegen tot allerlcy \ koopmanfohap , en andere eerlijcke oeffenin-gen : ly handelen niet alleen m'et elckander , en hare naburen van geheel Vriellant, en andere Lantfohappen van Nederlant, als Brabant, Gel-derlant , Vlaenderen, Hollant , en Zeelant,-maer oock met Vranckrijck, Spaenjen , Engc-lant, Denemarcken, Sweden, Pruylfen, Polen, Litton, en Ruften. Leeuwaerden is in een aengename en leer V A Î nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vrucht- |
Belegen-heyt.
ii'Mcren.
A Ê R D E N.
Dele Hadt heeft d’ecr datlê de geboortplaets is van verfcheyde groote zielen , en datle eenio-e
, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 r 1 • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 niMnct!.
ten noogen top opgetogen heeft, die, door hare ongemeene wetenlchap , uytmuntende goede dienHen aen de weerelt gedaen hebben. Een der felve is, buyten alle twijHel, Petrus Aitca-ma j waer van ick elders gewagh maeck, een groot en verHandigh Rechtsgeleerde , die door ongeluck in een oproer des volcks, als hy het amptvan Olderman bediende, van de Schie-ringers in ’t jaer m cccc lxxxi gedoodt is. Georgius PataUery loon van de MuntmeeHer loan Rataller, was een trelfelijck man, en Raets-hcer in ’t hooge hof te Mechelen ; hy wierd als* Gelant naer fijn MajcHeytvan Denemarcken, door de Gouvernante Margareta van Parma , gelbnden 5 daer na was hy Prefident oft Voor-fitter van’t hof fUtrecht, daer hyin’t jaer M D Lxxx I, in ’t bedienen van dit ampt, overleden is : fijne gefchreve boecken doen hem ' noch leven , en maken fijne gedachtenis on-Herflijck. JAayo Dan Camminga wijvkt voor geen van de twee voorièydewant hy had d’edelhcyt van fijn geboorte, en een ongemeene geleert-heyt, op een wonderlijeke wijle t’faemgevocght : hy was Heer van Ameland, een der cylandcn aen de Noordzee gelegen , en een groot vrierit van de uytmuntende Hollander Erafinus van Rotterdam , die van hem in fijne brieven Ipreeckt : maer hy heeft oock, nademael dat ’er overal nijdige en loopende oogen fijn, die de Ichitterende glans der deught niet können verdragen , eenige vyanden gehad, die hem jam-merlijckin ’t jaer duylènt vijf hondert vermoort hebben. Viglius Zuichemus , oock een van de grootHe mannen van fijn tijdt, was niet in de Hadt, maer in’t omliggende landt geboren ; doch hy is, ledert fijn teedre jaren , hier opge-voedt. Ick lal van fijn lof niet Ipreken, dewijl die’t bereycken van mijn vernuft te boven gact, en heb liever lbo veel weergaloolb deugnden met Hillwijgen voorby te gaen, als van de Iblve verre beneden de waerdy iets te leggen ; want terwijl ick vergeefs Ibu trachten fijn eer en aen-fien te vermeerderen, Ibu ick milTchien mijn eygen‘verminderen.
L E E U W
vi'uclitb Ji'c landouwe gelegen infonderhey t in ’t noorden, waer dat liet met vele kleyne rivieren be/proeyt wort ; oock in ’t weiten, daer ioo fchoone boulanden fijn , als men wenichen kan die allerley gewas voortbrengen.
Het grootfte water, dat in de Itadt koomt is’t gene dat naer Dockum ftreckt ,’t welck twee mijlen van hierleght, en een mijl voorby de felve in de zee loopt , die hare vloet tufichen d’eylanden en’tvalte lantin een plaets Iboda-nigh Hut en ophoud, dat ’er van de Iclvc tot in de hadt diepte genoegh is voor kleyne Ichepen ,• ’t welck de koophandel van d’inwoonders met die van Huefum, Hamburgh Bremen, Emden en Groningen leer dienftigh en vorderlijck is. D’andcre rivier , die aen de ooftfijde der Itadt is, daerfe Vlietgenaemtwort, na datle recht naer ’t oollcn geloopen heeft, keert fich allengs naer ’t luyden, en gaet met vele draeyen en kee-ren fich eyndelijck in een meir Horten, daer ly fich in veel armen verdeelt ,waer langs men naer Sneeck, YIH, Worcum, Hindeloopen, en Bolfi. waerd, met kleyne Ichuyten kan varen ,- eyndelijck looptfe door twee graften , waer van d’eene fich te Staveren met de Zuyderzee vermengt, d’andre vloeyt dwars door Sloten, komt door Takefijl oock in de lelve zee, en dient tot een bequame deurvaert aen alle Ichepen die gaen en Komen van en naer Amfterdam , Mun-nekendam, Edam , Hoorn , Enckhuylèn , Me-demleck, Deventer, Swol, Campen, HalTelt, Harderwijek, Elburgh, en andere Heden : doch eer ly fich met de gemelde meir vermengt, ont-fangtlè aen de flineke hant eenige kleyne wateren, die men bevaren kan ; foo dat men door de lèlve bequamelijck in de Hadt kan brengen alles wat het nabygelegen landt vanOoHergoo voortbrengt , als koren, boter , kaes, hout, turf, en andere diergelijeke koopmanichappen, tot groot gerief lbo der burgers als der inwoonders van ’t landt : ly dient oock tot een wegh, om in de winter naer Groningen te reylèn ; want het is niet mogelijck, omdequade wegen, indie tijdt te lande derwaerts te komen. De derde arm, nae datfe door Franeker en Harlingen geloopen is, Hort fich oock eyndelijck in de zee. ।
uyt VBBO EMMIVS getrocken.
O LswAERTis een van d’outfte fteden van Vrieflant, in ’t land van Weftcrgoe, omtrent Cen groote mijl van de zee , op een verheven plaets, gelegen , rontom van vlacke velden en fcer vruchtbare ackers omringt. Sy heeft naem niet van Bolfuina, gemalin van eor- Haraldns, en dochter van Radbodus, der Jfron^.Koning, als Andreas Cornelius ons pooght te doen gelooven; nocht van’t woort Bodel, dat eertijts de gront oft bodem van de zee oft eenige rivier betekende: maer veel eer, met beter waerfchijnlijckheyt, van Bolo-ne oft Bodelone, den bouwer der ftadt, oft heer van de plaets dacrfegebouwt is, wclcke eerft byna niet anders dan water was, dat uyt een arm der zee, dietuffchen Wefter-goe en Ooftergoe doorliep, herwaerts quam en over ’t lant vloeyde , doch ‘met verloop der tijden allengs afliep cn verdrooghde ; waer door dit geweft, vermits de flijck die overbleef, een der vruchtbaerflie plaetfen van dit landtfchap wierd : d’overgebleve reekenen der dijcken, die men , om ’t water buy-ten te houden, genootfaeckt was te maken, verftrecken een genoeghfacm bewijs van ’t voorverhaelde. Gelegen- Sy leght drie groote Duytfche mijlen van Leeuwaerden , twee van Franeker cn Harlingen, een van Snecck en Worcum , anderhalf van Hindelopen, twee en een half van Staveren, en een mijl, ah boven gefeyt is, van de mont van haer eene haven,die dicht by het aenfienlijck dorp Maccum in de zee loopt, waer door alle koopmanfehappen derwacrts können komen : oockkan men van defe ftadt te water naer Worcum reyfen, met het felve gemack , cn in foo veel tijdt, als naer Mac-kum j in voegen , datfe aen ’t zuyden en we-ften vryheydt en bequaemheyt van koophandel door defe twee havenen heeft ; waer doorfe te voren haren ftaet verbetert heeft : doch de meeften handel,die hier nu.gefchiet,is niet over zee,maer met de omliggende fteden, waer toe veel wateren en graften, die door dit geheele lantfehap loopen , feer dienftighfijn. Bolfwaert is met de Hanfe-fteden verbonden ; in Vrieflant fijn geen fteden , dan fy çn Staveren, die defe eer genieten. Terwijl datfe met hare naburen in twift was,cndat’er Vrießant, |
om haer heerfchappy gevochten is, heeft fy vele, door d’inlantfche beroerten en ver-woeftingen , van de gene geleden , die haer voor hun eygen eyfchten en begeerden , en met Saxifchen en Gclderfchen beftreden : want als Luwo Luwingius met Goflicus, fijn broeders foon , over ’t gebiedt der ftadt in gefchil was, wierd fy door de Saxifche wa-penen,die totdienft van Goflicus in Vrieflant quamen , verdruckt, en eyndelijck de twift der heeren gceyndight. Behalvend’oorloghs-rampen heeft fy noch twee andere ongevallen door ’t ongenadigh hrant. element des vuers geleden ; d’eerfte in ’t jaer M cc cc L X XIV , als omtrent de helft der ftadt verbrande ; en d’ander in ’t jaer m d x v, als ’cr byna niets oft weynigh van haer overbleef. In’t jaer m d xxii i is fy, na vele gelede Onderbet fwarigheden en veranderingen , onder het%^‘^‘*'’ huysvan Bourgondien oft Ooftenrijck( want het eerfte in ’tlaetfte verfmoltenis) gekomen, waer onder datfe begon de foeter lucht van een gunftiger lot en geluckiger ftaet re genieten ; in voegen, datfe niet alleen tot haren vorigen luyfter geraeckt, maer boven haer eerfte voorfpoet verheven is. Sy heeft om- Grootte. trent twee duyfent treden in haren omring, foo dat men ’er in een half ure rontom kan gaen. Sy was eertijts met muren, doch nu met een aerde wal, en, federt hondert vijftigh jaren, meteen graft befloten. Syisvolckrijck na haer grootte , met fchoone huyfen , nette ftraten, en vele graften verciert. Daer is over-vloet van allerley nootdruft. Hctftadthuys is stuthuys. aenmerekelijeker om fijn ouderdom , dan fijn groote : daer nevens is een treffelijk huys, met cen heerlijck portael en aengenamen tuyn verciert, dat eertijts die van ’tgeflacht Longama toebehoorde. O De kerek is niet uytmuntendc, daer een Kerck^ fraey kerekhof oft begraefplaets by gelegen is. Hier fijn twee Predicanten, die de geefte-lijcke faken bedienen , cn de Gemeente be-ftieren. Eerdat de Roomfche Religie hier af-gefchaft was, waren ’er drie kloofters, ’t een enkloo-van d’ordre van S. Francifcus, gebouwt in ’t jaer m cc lxxx i:’t ander van S. lan, dat buyten de ftadt was ; maer in’t jaer m d ix fijn de Monicken binnen gekomen , dewijlfe buyten met d’ondervloeyingen geplaeght waren ; het derde was de Heylige Geeft ge-noemt, door arme Nonnen bewoont, van wiens begin en bouwer men geen kennis kan V B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beko- |
Gaflhuys,
B O L S W A E R T.
bekomen. Als dat van S. Ian allengs vervallen was, fijn d’inkomftenj in’t jaer m D LXX, voor ’c nieuwe Bifdom van Leeuwaerden
Armhttyi,
verordent, en de Monicken elders verfonden.
Hier was oock een fraey Gafthuys, op de felve plaets,’t welcknaemaelsS. Ians klooftcr geweefl is, als de Monicken, gelijck terftont gefeyt is, in de fladt hun woonplaets, en een tamelijcke kerck,door ’t bevel van Paus Paulus de tweede, in’tjacr clo cccc lxxiv verkregen. Hier is noch een kapel , naer de heylige Maeght Maria, doch dooreenige Vriefen naer S. Clara genoemt aen de marckt bygevoeght.
Behalven dit is ’er noch een Armhuys,
Weeshuys,
Aert der ftedelin-gen.
A'fagi-ßraten.
daer alle bejaerde Burgers en vreemdelingen, foomannen als vrouwen,voor weynigh gelt, eerlijck onderhoudt verkrijgen. In dit Felve huys worden oock alle ftedelingen , die arm, out, finneloos, oft eenigh ander gebreck hebben , van woonplaets , fpijfe , dranck , kleederen , en allerley nootfakelijckheden, verforght.
Oock is ’er een wceshuys, door de Bur-gemeefter Nannon Reyns en fijn huysvrou Hidde Heeren , in ’t jacr m d x l i i ge-bouwt, en rijckelijck begiftight.
Wat de feden en hoedanigheydt der burgers belangt, fy fijn meeft alle befadight en goet-aerdigh , groote minnaers van de vry-heyt, en geneeren fich met de koophandel, met hantwercken,oft met beeften te weyden.
De regeering defer ftadt, als fy eertijts in voile vryheyt waren, was Ariftocratifeh, dat is, daer de voornaemften van ’t volck het ge-fagh hebben j en toen beftont de geheelc Mamftraet in xxxvi mannen: doch daer nae , door ’t verdrucken der vryheydt, in de
burgerlijcke oorlogen , is hier in oock, gelijck in andere fteden , verandering gefchiet. De laetfte Olderman Was Gerold Hcrema , uyt het geflacht van Longama van fijn moeders fijde. ’t Getal der Burgemeefteren, Schepenen en Raden bleef ^s ’t plach te fijn ; doch de Opper-vorft , oft fijne Afgefanten, daer toe verordent, veranderden jaerlijeks de Magiftraet. Maer in onfe dagen , nu fy hare verlöre vryheyt wederom geniet, wort fy beftiert door de Burgemeefteren, fes Schepenen die’t Recht aen yder bedienen, en twee Raetsheeren en Bouwmeefters , die alle ge-meene gebouwen beforgen, en alle quaet-doenders voor recht roepen, en hare ftraf bevorderen. Sy worden jaerlijeks vanhundienft en eedt ontftagen , en andere in hare plaetfen verkoren. De verkiefing der Overheden is op de felve wijfe als die van d’andere fteden, uytgefeyt Leeuwaerden en Franekcr : alleen is ’er dit in’t byfonder, als d’oude Magiftraten en hare hun ampt verlaten, kiefen fy andere, doch niet buy ten denRaet der gefworenen , dic'^^'^' dan ’t felve vermogen , als d’overheydt in andere fteden, hebben: de naem en’t ampt van Olderman fijn t’eenemael afgefchaft. Het Geeftelijck gebiedt wordt op de felve wijfe , als te Leeuwaerden, Franeker, en Harlingen, beforght*
Hier is een Schole, daer men de Grieck-fche en Latijnfche talen , en de beginfelen der vrye konften , de jeught inplant, waer over een Reófor en twee Meefters , die met goede jaergelden van’tgemeen voorfienfijn, de forge hebben j en niet alleen de kinderen der inwoonders, maer oock der naburige fteden en dorpen , onderwijfen.
BESCHRYVING
van
F R A N E K E R.'
door
CHRISTIANVS SCHOTANVS,
Profeflbr der H. Theologie.
R A N E K E R hccft fijll het velt,daer kerck op ftaet : dit O® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;velt is tot een ftadt ge- fchickt, eer defe ge-bouwt wierd j van het v^elk de deelen Vraen-acker , Gods-acker en ^Dijl-acker genaemt waren. De kerck is in ’t eerfte deel, daer de ftadt de naem af heeft, gebouwt. De namen van d’andere deelen befpeurt men oock noch in twee wijeken. De kerck is byna in ’t midden van de ftadt. Franeker is van middelbare Gedaen^ gtootte, en ftreckt fich in ’t lang. Sy is met te. een hooge en breede wal, die met vele fchel-pen beftroyt is, en bequaem om ’s winters te bewandelen,befloten. De felve wal wordt van een breede en diepe graft omringt, daer men Poorten, door drie poorten kan in en uytgaen : door vier andere können de fchepen uyt en in varen. De poorten, waer door men te landt en te water naer Harlingen reyft, fijn dicht aen den anderen,d’een nae ’t weften aen de zuyd-hoeck, en wort de Wefterpoort genoemt. De Oofterpoort, waer door men te landt naer Sneeck en Bolfwaert reyft, is aen d’ooftfijde niet wijt van de waterpoort,door welckemen naer Lceuwaerden vaert.De ftadt ftreckt fich ooft en weft. In den hoeck tuftchen ’t noorden en ’t weften is noch een poort, die men de Noorderpoort oft Donjuma noemt, daer door men naer Leeuwaerden,de Bilt,Berlicom en Barrane gaet, en recht daer nevens een andere , waer langs men te water naer de laetft-genoemde plaetfe reyft. Oock is ’er de Don-jumer-pijp , door welcke de fchepen naer de Bilt en Berlicom varen. De ftadt wort van ^eyL^ graften in de langte doorfneden, welcke een groote nettigheytveroorfaken,en fecr bequaem fijn,om'alle waren en koopmanfehap-pen te vervoeren. Den Adel en voornaemfte lieden plachten hier hunne huyfen te bouwen,om dat ’er de lucht gcfont,en door geen onreynigheyt oft ftanek befmet is ; infonder-heyt in d’inlantfche tweedracht der Schierin-Vriedant. |
gers en Vetkoopers, als die van Groeningen haer quelden, omtrent het jaer m ccccxcvi, wanneer Hertogh Aelbrecht van Saxen dit Lantfehap had verkregen. Daer fijn feer veel Addijcke kafteelen en huyfen der Edellieden, van fteen huyfen. gebouwt j foo dat fich de vreemdelingen daer over verwonderen, om dat ’er foo veel op foo weynigh plaets te fien fijn, welcke men by wooningén der Vorften gelijeken kan. In ’t wefterdeel der ftadt, tuftchen de Harlinger en Donjumer-poort, die men oock de Wefter-en Noorder-poort noemt, is een kafbeel, met een graft omringt, Siaerdema Slot geheeten ; siaerde-doch is nu een eygendom vanGeroldusIuka- ma. slot. ma, die oock het kafteel Camminga-burgh, dicht by Leeuwaerden gelegen, befit. Het heeft fteene torens aen de hoecken,waer door diefoofterek fijn,datde Vriefen,als fy Henrick van Saxen, foon van Aelbrecht, daer in belegerden, die niet met grof gefchut konden ter neder werpen. Het leght aen de weftfijde der ftadt by de wal, tegen over de grootfte graft, die van daer naer de kerck ftreckt. In vorige tijden plagh d’cygenaer van dit Slot de heer-fchappy over de ftadt te hebben, om datfe toen meeft uyt velden en tuynen,en feer wey-nige huyfen,oeftont. Men feght, dat het eer-tijts aen d’ooftfijde gebouwt was 5 maer dat het door de tijt verwoeft is.Douwe Aylva,fchoon-foon van Sicco Sjaerda , terwijl hy een hooft der Schieringers was, liet het op defe plaets met de fteenen van ’t oude , omtrent het jaer MccccXLvi, gelijck men gelooft,op ’t nieu herbouwen. Als de voorfcyde Hertogh Aelbrecht van Saxen in Vrieftant quam, vond hy geen bequamer plaets , om d’Overften en voornaemften der Schieringers te huysveften, dan dit kafteel. In ’t midden van de Marckt oft Stadts-plaets is het huys van Bottinga, Bottinga. ’t welck oock als een Slot, en een der voornaemfte is nae dat van Sjaerda. ’t Huys van Martena is, als men feght, van Heftel Klarte- Marte-na , een groot voorftander van de Saxifche hcerfchappye tegen de vryheyt van ’t Vader-lant, gebouwt : doch is nu het befit van Sophia Fervou,die eerft in d’echt verfaemdemet V C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vitus |
«
^4
fô’Q_''ilgt;i.
â,.
*».
.tó-.
1
-•^raiâ _
- -,-âon.ô _'.
ckt
iiiiitiiniutoi
»
OÏHJJJhi.,
Schilca/i^en-
- .^J
' 0 -
•^JJUJwjjîLÎ^''’®
lOANNI ANTONIDÆT^ VAN BJER iINDXN.
^eÜcitici Doctori et- (BroJ^^o-ft, nee mm^.t, ^eebfrt Jtÿn^e tn Celei ierrima. friftérum ^caJemùi jtM Brie t
lt; nekerie, J^^me eju^m. urkù ner^wtMn
, \ elektieaiûntem J). J), nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/
..... |
|
F R A N Vitus van Camminga,Heer van Amelant; en, na fijn overlijden,ten tweede mael huwelijck-te met Joachimus Andreas, welcke vele jaren een treftelijek Raetsheer in’tHof van Vrief-lant geweeft is ; en heeft oock eenige Gefant-fchappen,met grooten lof, ten beften der ver-eenighde Nederlanden, verricht. Het ander huys van Bottinga is tegen over ’t Stadthuys,nevens de noordergraft; ’t welck mede een der aenfienlijckfte,en met een frayen tuyn en aengename wandelplaets verciert is. Het wort nu bewoont door Juftus Domini- Kerch en ■toren. '^inne-^^^ften. Botnia,een eenigh foon van dit geflacht. D’o-verige Heeren huyfen fijn foo fraey niet als de drie voorfeyde ; van welcke het tweede van Sjaerda^en dat vanDekema dicht by de kerck op de Marckt flaen : welcke plaetfe, die byna in ’t midden der ftadt is, kan men langs ver-fcheyde ftratendie daeropuytkomeiijaen alle fijden genaken ; ’t welck feer dienftigh tot de •necring en koophandel is. Hier is maer een Parochie-kerck,van middelbare grootte , met een hoogen en dicken toren verciert. Sy is eertijts aen S. Marten ge-wijdt ; en wort nu by de Gereformeerden tot haren Godsdienft gebruyckt. |
Wy hebben te voren aengeroert dat’er twee graften fijn, die de ftadt in t lang deurloopen en afdeelen : defe komen by de waterpoort, daer men naer Leeuwaerden vaert, weder by clckander. De zuydergraft, die naer de We-fter- oft Harlinger-poort ftreckt,was voor het isin’tjaer m dc xlv gefuyverten vernieut. Sy ftreckt omtrent feven düyfent roeden , yder van twaelf voet, in de langte , behalven hare grootte in defe ftadt. In ’t eynd van ’t gemelde, en in ’t begin van ’t volgende jaer, is langs defe vaert een dijck oft treckwegh gemaeckt, die men te voet en te paert gebruycken kan ; waer door men altijt, fchoon men de wint tegen heeft, reyfen en voortkomen kan,om dat de fchuyten met paerden voortgetrocken worden : fy fijn oock overdeckt tegen den regen en ’t ftreng weder,op de wijfe der Hollanders. Defen dijck oft treckwegh is op de kofteii van die van Leeuwaerden en Harlingen gemaeckt ; en men meent, datfe omtrent hon-dert duyfent guldens gekoft heeft. door verfcheydetLiynen geftopt,niet deur kon gelchiet is. In dele llagh wierden de benden, vloeyen ; maer de Magiftraet gaf in dat jaer die Apronius, Gouverneur over Nederlanr, ordre die te maken gelijckfe nu is. De Noor- gefonden had, meeft alle verflagen oft in de dergraft loopt aen de noordfijde voorby het vlucht gedreven. Uyt Cluverius meening, Stadthuys, waer de vierde graft van de Noor-derpoort irivloeyt. Tuflehen de Kerck en het Raethuys loopt een waterken dwars onder de vismarckt,en kromt fich omtrent Sjaerda,van waer het in de grootfte graft by de Noorder-poort loopt. In voegen , dat de geheele ftadt met graften doorfneden is,’t welck een feerbe-quame gelegentheyt en gerief voor een yder is ; foo datfe daer in vele andere fteden te boven gaet. Hier uyt fpruyt de nettigheyt der huyfen en ftraten , waer door fy beroemt is ; want alle onreynigheyt wort, door de loop der wateren, met een zuydewint in de zee gedreven. O De omleggende landeryen aen de noorden weftfijde fijn de bequaemfte,en goettot de lantbouw : aen d’andcre fijden fijnfe lager, en des winters byna heel met water bedeckt. De graft, waer door men van Leeuwaerden naer Harlingen vaert, vloeyt, gelijck ick te voren gefeyt heb,door Franeker.Sy is hier ook breet en diep, en bequaem om te bevaren j want fy ^y^n. Franeker is tweemael naerder aen Harlin- cebuer-gen, dan Leeuwaerden ; en heeft d’eerfte in \ßeden. weften , en d’ander in ’t ooften ; Sneeck in ’t zuydooft , en Bolfwaert in ’t zuyden. Leeuwaerden is naerder by defe ftadt dan Sneeck, en verder dan Bolfwaert. Indien men van dc wallen ’t gefichtflaet na de bygelegen landen, fiet men vele aengename dorpen, van welcke vele feer groot fijn, en van verre fich als kley-ne fteden vertoonen. Weftergoo is het felve dat onfe voorouders eertijts Jrejlringia noemden, en in drie Vooghdycn,als Waganobrug, Woldenfe en Franeker gedeelt is.IcK vertrou, dat de beroemde veltflagh , daer Tacitus van fpreeckt,welcke de Vriefen wonnen,(na datfe „e», het jock der Romeynen afgeworpen hadden, dat hen Drufus, door Auguftus gefonden, op-geleyt had,) omtrent deR ftadt en Harlingen 'gefchiet is. In defe flagh wierden de benden, ronius, Gouverneur over Nederlanr, welcke feght, dat de gemelde flagh by de Seven-wolden gefchiet is, kan niemant, die de plaetfen wel kent,en op d’omftandigheden der hiftorien acht neemt, eenige fekerheyt bekomen. De Vriefen hadden ’t kafteel van ’t Vlie, een eylantaen de zee,belegert ; maer verftaen-de dat de Romeynen in ’t velt waren, trocken op : doch ’t is niet gelooflijck, datfe hen in ’t weften ontmoet fijnj en eer te vertrouwen,datfe fich naer ’t ooften gewendt hebben.Sy qua-men eerft te Harlingen, na datfe over een water getrocken waren : hier verwachten fy de Romeynen, durfden hen ’t hooft bieden , en foo bevechten, datfe hen verwonnen. Sy konden Weftergoo oock niet t’eenemael van de vyanden bevrijden ; want fy felf,foo wel als de Romeynen, hadden groote moeyte, om door de boflehen, en over de rivieren en armen der zee te komen. In ’t voorbygaen fal ick aenroe-ren,dat de felve Schrijver,welcke feght,dathet kafteelvan’t Vlie in ’t eylant van der Schelling gelegen is, grootelijeks doolt : want hy felf bekent, |
FRANËKêR.
In ’tjaer m d lxxii , als de fondamenten van de Republijck der VereenighdeNederlan- rwgen, den geleyt wierden , om dat de meelfe Heden van Hollant en Zêelant van de Spaenfehen afvielen , en Graef Willem van den Bergh lieh meellervan Over-Yfcl gemaeckthad, fond Prins Willem van Oranje den Grave Joolf van Schouwenburgh in defe gewellen, om Vries-lant en Groninger-lant te beftieren , \Velcke d’inw^oonders van Sneeck , Bolfwaert en Franeker ontfingen. Een w^eynigh te voren hadden fy lieh onder Diederick vanBronckhorlf, Heer van Nederwormter, begeven. De Graef van Schouwenburgh nam fijn woonplaets te Franeker, daer hy oock het Hof Provintiael Helde. Maer de gemeene faken en ruH des lants waren toen t eenemael ongeHadigh : w ant de gemelde Willem van den Bergh, als hyde komH van Don Frederick,foon des Hertoghs van Alba, vernam, (die van fijn vader, na het innemen van Bergen in Flenegouw^en , met krijghsvolck herwaerts gefonden wierd,) verliet de plaetfen,die hy in Gelderlant en Over-Yfelbefat; en,nafijn voorbcclt,vluchte Schou-w^enbnrgh ook met weynigh lof iiyt Vrieflant. Die van Franeker,w^elcke fich foo genegen tot de Prins en Schouwenburgh getoont hadden, quamen hier door in groot gevaer; en konden naeulijcks vergiffenis van Billy,die in Vrieflant als OverHe voor de Spaenfehen gefonden was, verwerven : maer dewijl de Roomsgéfinde des Princen volck met de Gouverneur Doco Mar-tena ter Hadt uytjoegen , fcheen fy genade te verdienen. Sedert bleef Vrieflant in t gebiedt der Spaenfehen, tot dat in ’tjaer m d lxx vi, door de Pacificatie oft Vrede-verdragh van Gent,de faken van ’t lant een andere gedaen-te kregen.
De inwoonders hebben te voren altijt Hant- Dapper. vaHighdeSchieringers aengehangen;’tw^elck infonderheyt bleeck , als die van Groningen geheel WeHergoo ingenomen en defe Hadt belegert hadden; want fy weerHonden kloec* kelijck de vyant,deden hen afwijeken, en on-derftutten toen byna alleen, met grooten lof, de faken van hare partye. Oock toonden fy hunne trou en dapperheyt aen Henrick, foon vanHertoghAelbrechrvan Saxen,die in’tjaer c I o I o van al de Vriefen belegert w^as. Als de felve Aelbrecht fijn foonverloH had,fchonck hy die van Franeker twee hondert bundercn lants, tot loon van hare getrouheyt ; op voor-w^aerde , dat fy de graft tuffchen Franeker en Harlingen fouden luyveren : w^elcke gift jaer-lijcks het inkomen defer Hadt grootelijeks vermeerdert.Maer detwiflen en eergierigheyt hebben dit gewelf allerfchadelijckH geweeH, terwijl d’een d’ander verongelijekte.
Franeker heeft foo veel lants onder haer ge- cehledt, biedt, als eenige Hadt in Vrieflant,’t welck op
V C X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fekere
bekent, dat het in cïe mont van ’t Vlie was. Het felve Vlie liep in die tijdt, en eenige eeuwen daer na, tuffchen het Texel en Vlielanc ; maer der Schelling en Vlielant waren toen noch aen 't vafle laut tot aen ’t jaer c i o c c Jn ’t welck de monicken van Ludingekerck een arm der zee, die tulFchen Ooftergoo en We-llergoo deurliep, verleydcn, en van een eylant twee maeckten : in voegen , dat de zee door menfchen handen een opening aen de mont kreegh, en toen daer deur vloeyde.
Men feght dat Franeker in ’t jaer m c x c i , Qutheyt. Keyfct Hcni'ick de fefte, foon van Frederick d’eerfte,in Duytllant en Italien heerfchte, gebouwtis. In ’tHof worden twee opene brieven bewaert, d’een in ’t Convent van Hert-werd by Bollwaert, d’andere te Ludingkercke by Harlingen, in ’t jaer m ccc xxi i i den x 11 Julius door d’overllen gefegelt ; waer uyt blijckt, dat Harlingen toen onder de jurildi-ótie oft gebiedt van Franeker behoorde. Andere brieven,den XIn Mey in ’t jaer m cccc lxx gefchreven, getuygen, dat Harlingen haer macht overgeeft,om alle vonniflen in civile en criminele faken uit tefpreken,met gekboeten te kaftijden,gevangen te fetten,en met de door te ftraffen. ’t Hof is gemaeckt van de voor-naemfte Rechtbancken,en van de gehecle vergadering. Dit heel gewelf van Vrieflant heeft het recht,om jaerlijekstwee marekten van offen en paerden te houden.De geleerde en wel-fprekende Ubbo Emmius meent,datdit recht niet altijt, maer onfeker en ongelfadigh ge-weell is; doch eyndelijk met gemeen toellem-men vall gellelt. D’algemeene vergadering van Vriellant re Vpftalsboom,in ’tjaer m ccc xxiii gehouden,heeft onder andere belloten,gelijck de hiftorie getuyght,dat de Grietmannen van Franekers gebiedt niet füllen oordeelen na de menighte der getuygen die fweeren,maer nae ’t gewicht en de billickheyt der faken. De Grietmannen van het deel defer Itadc hebben vijf fit-plaetfen, oft Rechtbaneken, daer men op fekere dagen der weke de faken af handelde, te Franeker gehad. Defe vijf Grietenyen wier-. den eertijts de Traneker deelen genoemt ; enin’tbyfonder,! 'Pranekera-deelA'^zx in gelegen is, i Barra-deeh daer Harlingen in leght, 3 Baerdera-deel, 4 ]^enalduma-deel, en 5 Hennaerdera-deel. Yder Grietenye is als een Rechtbanek, in ’t Griecx en beteeckent een plaetfe, daer de gefchillen der huys-lieden bedecht worden.De Grietmans hebben oock eertijts in defe ftadt hare vierfchaer gefpannen, daer fy de faken van hun gebiedt af handelden; hoew/el fy eenige befondere dagen hadden om andere voorvallen te verrichten. Franeker is nu als de hooftlladt, daer men de vergaderingen houd,om van de dijcken,en andere dingen,die dit deel van Weftergoo aengaen, te fpreken.
Vrießant,
-ocr page 327-
FRAN fekere voorwacrdcn.acn de ftadt gehecht was, maer heeft fich by de Grietenye gevoeght ; waer door fy in eenlang proces oft geding tegen de Magiftraetgekomen fijn , voorgevende, dat die het verdragh overtreden hadden. 'i rerkie- Defe ftadt heeft het vermogen om felf hare fcn der Magiftraten, als Burgemecfteren en gefworen ^ßraten nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kicfcn J ’t welck geen andere ftadt in defe Provintie, als haer en Leeuwaerden, toegelaten is.In d’overigenegen fteden wordteen dubbel getal verkoren, waer uyt de Gouverneur van Vrieflant een enckel kieft,om ’t aen-ftaende jaer, in plaetfe der afgaende, te regee-ren.DePrincen van deHuyfen van Bourgon-dien en Saxen hebben eenige jaren defe ver-kiefing felf verrichtj daer na heeft het Hof Pro-vintiael, nevens de Gouverneur, het felve be-forght. In ’t beginfel der vryheyt,als men’t jock afwierp, quamen de fteden met de dorpen in •gefchil,om de ftemmen van hare Gedeputeerden ter vergadering der Staten j ’t welck foo heftigh was, dat de fteden liever in haer eerfte ftaet bleven ; en kofen voor ’t befte fich aen d’oude gewoonte te houden, onder ’t gebiedt van’t Hof,dan de Gedeputeerden defe kiefing toe te ftaen. De Staten Generael verftonden, dewijlfe Spanje afgefworen hadden,datfe hare vorige vryheyt fouden genieten ; en dat het Hof de rechtfaken foude verrichten , maer de Gedeputeerden ’t lant beftieren. Doch de fteden , die gelijeke oppermacht als die van ’t platte lant begeerden,waren niet van meening het gefagh , aen de Gedeputeerden gegeven, toe te ftaen,dewijl die tegen hen waren : want fy lèyden , dat de Afgefondene der lantlieden in defe vergadering ’t meefte feggen fouden hebben,om dat ’er fes van de hare in verfche-nen,hoewel fy maer de derde in ordre fijn ; in ' voegen,datfe d’ander een derdendeel te boven gingen: oock waren fy ’t gevaer der vyanden onderworpen. De befte raet was, dat men de fteden wat toe gafjdewijlfy fich niet van’t Hof wilden affonderen.Leeuwaerden en Franeker befloten hare eygen verkiefing, van de Staten Generael verkregen,tehanthaven;gelijck het betaemde voor nare herftelde vryheyt. D’an-dere negen fteden weygerden dit geluck, om eenige byfondere redenen ; ’t welck beter was voor ’t Hof, om datfe bequamer felf goede Magiftraten konden kiefen , dan die van een vrywillige eergicrigheyt verwerven. Hier geeft yder fijn ftem,verKieft het getal der Magiftra-ten,en denekt op ’t Voordeel dat de heerfchap-py geeft, als fy door een goede bediening bloeyt, waer toe hy fijn eygen raet dienftiger, dan die van een ander acht. Dit overblijffel heeft meer gefagh verkregen,dan ooit het Hof Provinciael onder eenigh Prins had ; gebruyc-kendc eenigh geheym van Staet, om haer vermogen te verftereken. ’t Gemelde Hof |
E K F R. heeft eenigen tijt de verkiefing gedaen ; maef in ’t jaer m dcxxxvi (als het Lantfehap weder in beroerte quam, gelijk dickwijls gclchiet is, door onderlinge gedeeltheden ) hebben de gemelde negen fteden (door begeerte van felf te regeeren , en yverigh om haer eygen voordeel, datfe verworpen hadden, te verkrijgen,) van de Staten defer Provintie ’t recht verworven , om hun Overheden felf te kiefen. Doch dit kon niet lang duren,om d’inwendige tweedracht der ftedelingen: dies heeftGraef tlen-rick van Naflbu, Gouverneur van Vrieflant, (wiens broederWillem nu fijn plaets bekloet,) ’t felve doen ophouden. De brandende hevigheden en gefchillen,tlie voor vele jaren tuftchen de ftadt en buyte-lie-den geweeft fijn , om datfe haer vorigh recht weder begeerden,fouden het bederf van ’t lamt veroorfaeckt hebben ; indien Graef Willem Lodewijck,eertijts Gouverneur, fich niet daer tufl'chen geftelt, en , fonder d’een of d’ander gunftiger te fijn, de twiften vereenight had ; want hy, volgende altijt de billijekheyt, ver-maende de partyen,nu met foeter en dan met ftraffer woorden , tot hun plicht : foo datfe eyndelijck,door fijn wonderlijeke ftantvaftig-heyt befchaemt, de vrede omhelfdcn. De Magiftraet defer ftad beftaet in fes Bur-gemeefteren, die een Secretaris tot hun dienft den. hebben. Defe maken de geheele Raet, beftieren ’t gemeene befte, en bedienen ’t Recht aen ’t volck. In de fwaerfte faken , die de Rechten voortbrengen , gebruycken fy de raet van een goet Rechts-geleerde, die hen als een Penfionarisdienqwanthy onderfoeckt de gefchillen, en verklaert die aen de Heeren, welche in’t gemeen naer fijn gevoelen vonniR fen. Men kan fich van hunne fententien op ’t hooge Hof van dit Lantfehap beroepen;ge-lijck oock van al de mindere Rechtbaneken der Grietenyen en Steden. Defe Magiftraet oeffent groote matigheyt en befcheydenheyt in ’t Recht plegen: oock wort het bekleet van verftandige lieden, die door ondervinding de faken weten t’onderfcheyden ; op dat de on-ruftige gemoederen, die fomtijts van de billijekheyt wij eken, ingetoomt worden. Indien hier eergierigheydt of nijt heerfchte, (\ welck Godt verhoede) alles fou in verwarring komen, en hen, gelijck waerfchijnlijck is,t’eene-mael verderven. Syfpreken geen vonnis over de fwaerfte mifdaden ; maer fenden de fchul-digen oft aengeklaeghden naer het Hof. De Secretaris, van welche ick gefproken heb, blijft altijt : indien hy verftandigh is , oft foo hem d’eerfucht prickelt, verwerft hy groot aenfien by den Raet j want door d’ervarent-heyt der faken komt hy in achting , hoewel hy maer een dienaer is , en niets van hem felf doen han,nocht geen ftem heeft. Bchalven de Burge- |
F R A N . E K E R.
Kercke-Itjcke hs-(iiering. der Ott-derlin-gen, Dia-conen. Burgemeefiers fijn hier noch acht perfoonen, die oock eedt van getrouheydt doen, welcke de Burgemeefiers jaerlijeks in lanuarii verkie-fen, als de nieuwe in hun ampt treden. Twee Burgemeefieren gaen jaerlijks af,foo dat men in drie jaren eennieu'w^e Magifiraet heeft. en Predi-canten. M'ees-huys. De kerekelijke regeering is hier op de felve wijfe als in geheel Nedeiiandt gefielt. Hier fijn twee Predicanten oftLeeraers,die ’t volck tweemael ter weeck opentlijck vermanen en onderwijfen ; en hebben vier Ouderlingen tot hun medehulpers in ’t bellieren derkerc-kelijcke faken , welcke te famen de geheele Kerckenraet vertoonen:defe nemen de lieden aen tot leden der Gemeynte , en verwerpen d’onwaerdigen ; in voegen, datfe een byfon-dere forge over de difcipline oft kerckclijcke tucht hebben. De regeering der Ouderlingen, en den dienfi der Diaconen is in geen Neder-lantfche kerck gedurigh. In defe blijven d’eer-fie vier, en d’ander twee jaren in hunne ampten. laerlijcks gaet’er een Ouderlingen twee Diaconen af, wclckers plaetfen met het felve getal vervult worden ; in voegen dat de Kercken-raet alle vier jaren geheel verandert.’tVcr-kiefen der Predicanten , Ouderlingen en Dia-maer fy worden nier in hunne ampren beve-fbght J fonder het toeftaen van de gantlche Gemeynte : want de nieugekorene worden drie fondagen na eickander in de kerck afge-kondight ; en alle toehoorders vermaent, in-dienfe eenige redenen hebben , oft weten, waeroni de vcrkorene hunne ampten niet waerdighlijck fouden mogen bedienen, datfe het felve in tijts aen de Kercken-raet bekent maken, om daer op te letten. Indien voor de derde afkondiging geen verhindering komt, wortyders ftillwijgenvoortoeftemmen genomenjen men vaert voort met de openbare be-veftiging. De verkiefing der Ouderlingen en Diaconen gefchiet op den eerften Sondagh in. Novemberj want dan worc’er des namiddaghs nae de Predicatie opentlijck gebeden , dat God de felve gelieve te fegenen ; op datfe tot fijner eere, en tot wafdom der kercke gedye. Soo een der Predicanten komt t’overlijden, oft elders beroepen wordt, gefchiet de ver-kiefing op de voorverhaelde wijfe : maer dan moet men de naem aen de Magiftraet ver-toonen , welcke de felve, indien fy hem van eenige lafter können overtuygen, verwerpen; doch foo fy niets tegen hem hebben, toeftem-men ; en dan is hy volkomen gekoren. Daer na wordenfe , gelijck van d’Ouderlingen en Diaconen gefeyt is, ’t volck voorgeftelt ; en als defe met ftilfwijgen de verkiefing toe-flaen , geen wettige verhindering hebbende , wordenfe in hun dienft gefielt. |
Hier is oock een fraey Weeshuys, door de giften van vele Edelen en Godvruchtige lieden opgerecht ; daer dartigh arme kinderen, foo jongens als meyskens, eerlijck gevoedt en opgebracht wordenjmen leertfe lefen en fchrij-ven,en eenigh hantwerek, om hen felven na-maels daèr door te onderhoudenjde meyskens worden daer-en-boven oock met eenigh geit begiftight en geholpen. Men heeft hier mede een Schole voor de Schok. jonekheyt, feer beroemt door de geleertheyt der Befiierderszhier leert men de jeught d’eer-fie kunfien , de twee talen , de Rhetorica en Dialelt;fiica,en de beginfelen der heylige Schrift; van welcke fommigc daer nae eenige kunfien oelfenen , en andere begeven fich geheel tot de fiudien. Behalven al ’t voorlèyde is hier een Acade-mie, waer door de fiadt in de geheele weerelt vermaert is ; in welcke de hooft-talen , vrye kunfien, Philofophie, en de faculteyten oft hooger wetenfehappen, geleert worden. Als men hier voor vele jaren de vyandt in ’t landt hadt, en de gedeeltheden tufichen de lantlie-den en ftedelingen , en tufichen de Gedeputeerden en ’t Hof Provintiael niet bevredight waren, kon hen de fchrick voor de vyandt, nocht de weynigh voorraet van geit, van hen goet voornemen tot dit werek niet aftrecken. Die van Leeuwaerden toonden fich in defe onrufien te hevigh , en fchenen ’t Hof niet gunfiigh te fijn ; foo dat de vergadering der Gedeputeerden daer niet feker was, om hunne vrye en onbedwongen Hemmen te geven. Indefe tijdt, dat is , in ’t jaer m d lxxx i v, quam Graef Willem Lodewijek van Nafibu fdie men met recht een Vader defer Provin-tie, en eenGodts-dienfiigh en wijs Overfie noemtj te Harlingen , om, in plaets van Bernard van Merode, die fijn ampt door ouderdom afgeleyt had,Gouverneur van Vriefiandt te fijn. De Gedeputeerden quamen de Graef daer ontmoeten, en ontfangen. Hy ging met hen naer Franeker ; maer in meening fijnde voorts naer Leeuwaerden te reyfen, om daer de Staten ( op de wijfe die den Hertogh van Saxen ingeficlt had, welcke tot noch toe onderhouden was) te beroepen,wierd hem fulcks van de Gedeputeerden afgeraden , die hem baden in dele fiadt te blijven, en daer een vergadering te wegete brengen: hier toe brachten fy dele redenen in ; dat de verfaming der Gedeputeerden te Leeuwaerden niet feccker was j dat men , te Franeker blijvende , vryer fiem fou hebben ; dat het oock niet noodigh was naer Leeuwaerden te gaen ; want in de vorige tijden der vryheyt , eer die van Saxen ’t gebiedt hadden , fijn de vergaderingen nae oudergewoonte in foo een fiadt, als men na tijts gelegentheydt daer bequacmfi toe oordeelde , gehouden. In voegen, datfe, in vry-heydt |
Jnßelltng der y/f4- hare piaetfi, invoe-ringi FRAN heydt herftek , niet gehouden waren aen de nieuwe wetten der af-gefette Heeren. De Graef, kendehaer onverfettelijckheydt, gaf hen , hoewel Leeuwaerden , na fijn oordeel, bequamer was,foo veel toe, dat hy in de brieven, ter gunft van fijn Gouvernement gefon-den , te kennen gaf, datmen den raet der Gedeputeerden fou volgen. Als de Staten verfa-melt waren , quamen de Gedeputeerden der Kcrckcn van Vriefiandt, en verfochten ver-fcheyden laken , die de fekerheyt en welftant van den kerckclij eken ftaet betreften,welcke fy verkregen. Onder andere voorftellen eyfeh-ten fy een Collegie , om de jeught in de hey-lige Schrift ton der wij fen, De Staten oordeelden , dat hunverfoeck billijck was ; en befio-ten , dat men, ter eerfter gelegentheydt, een Schole voorde wetenfehappen oprechten fou. Jn een andere byeenkomft , die men onlangs daer na hield, wierd goet gevonden, dat men d’inkomfteh derKloofteren tot onderhoud van een Collegie oft hooge Schole,fo veel daer toe noodig waSjgebruyckenfoujen ’t overige der felver goederen ten beften van ’t Lantfehap : want fy oordeelden , dat onfe voorouders die tot een Godvruchtig gebruyck gegeven hadden ; en dat men de felve niet beter hefteden kon. Derhalven gaven fy ordre aen eenige Gecommitteerden,om dit beftuyt uyt te voeren; en verkondighden opentlijck met den Graef in ’t volgende jaer, datmen een Academie te Franeker inftellen fou. De Gedeputeerden kofen defe ftadt, om de twift met Leeuwaerden ; doch de Graef behaecrde die ftadt meer : want hy oordeelde,dat het beter voor vele fou fijn;en dat de ftudenten meer voordeel en ge-mack fouden genieten, indien d’Academie in een groote ftad was: maerfijn goetaerdigheyt ftont af van fijn meening , en list die van de Gedeputeerden voortgaen. Dies wierd defe A-cademie den x x i x lulii met aenfienlijeke pracht in ge voert. Het kloofter der Kruysdra-gersjdat in ’t wefterdeel der ftadt tuftchen het flot vanSiaerdemaen de wefterpoort,niet wijt van de muren, gelegen is, wierd hier toe be-quaemft gevonden ; en met groote koften foo toegeftelt, dat’er drie Auditoriums oft Hoor-plaetfen voorde H. Theologie, Rechts-geleert-heyt,Medicine en Philofophie, gemaecktfijn. Oock is’er een plaets voor de byfondere oefFe-ningen der gener die fich tot het Herder-ampt poogen bequaem te maken , en tot de pre-dicatien verordent. Als d’Academie inge-voert wierdtjdeêde geleerde Abel Franckena, een Politicus oft Staetkundige , en beminner aller wetenfehappeujin de naem der Staten en van Graef Willem,een treftelijeke rede,in het byfijn van een aenfienlijeke vergadering: -w^aet op Henricw Antonides zander Linden , een Theologant,een ander eierlijeke rede,met een vlocyende ftijl en tael, uytfprack. Onlangs daer na begon defe Hooge Schole te bloeyen, die aen de Gereformeerde Kerck,en de Chri-fte weereldt verfcheyde treffelijcke mannen heeft gegeven;dies fy door de geheele weerelt bekent en vermaert is. In ’t begin waren hier maer fes Profeflbren , van welcke twee de H. Theologie leerden, als JHartinns Lydiitt^ van Lubeck, alree van hoogen ouderdom , die d’eerfte Redtor was ; en de gemelde Henriens Antonides zander Unden, van Naerden, feer vermaert om fijn welfprekentheyt enfoete fe-den. D’andere volgen na d’ordre der weten-fchap,die fy geleert hebben,als nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Seho- |
tanns,cen Vries,de Rechten;Anletiw, oock een Vries, de Medicine ; Joannes Urn-fins , uyt Vlaenderen, de Hebreeufche tael; en Petrejns Utara mede in dit Lantfehap geboren,de Griekfche fprake ; defe laetfte,uytmun-tend in’t Griecks, en in de Poefy, had te Leuven foo wel geftudeert , dat hy feer geleert wierd ; en was een der eerfte Profefleurs, niet alleen in d’Academie te Douay, maer oock te Leyden eerfte Redor Magnificus geweeft.De gemelde ProfciTor'vander Linden is,nadat hy eenige jaren fijn ampt met lof bedient hadt, hier overleden,en in de kerek defer Academie begraven , daer hem fijn foons-foon Joannes Antonides ‘vander Linden, nu Profeffor der Medicine oft Geneeskunft in d’Academie te Leyden, in ’t jaer m d c l een Epitaphium oft Graffchrifc opgerecht heeft. Maer daer na,als defe Provintieinrijekdom ^enwas en welvaert toenam, kreeg d’Academie oock meerder aenwas,waer door ’t getal der Profef-foren allengs vermeerdert is;in voegen,dat hare vergadering, als ’t getal vol is, nubeftaet in veertien perfoonen, die een Secretaris tot hun dienft hebben. Men voeghde in ’t volgende jaer by de twee Profeflbren in de H. Theologie , die in ’t begin geftelt waren , een derde , Sybrandns Lnbhertns genaemt, welcke door verfcheyde boeken,die hy tegen de Roomfeh-gefinde, Socinianen en Remonftranten gc-fchreven heeft,feer vermaert geworden is. Jn-Uns ^eyma is daer nae , om de Rechten te leeren, beroepen ; foo dat ’er federt twee in die wetenfehap ge weeft fijn. Namaels hebben de Staten, door hunne eygen mildtheydt, een derde daer toe verkoren; ’t welck doet hopen, dat ’er voortaen gedurigh drie füllen fijn. Oock fijn hier byfondere Profeflbren in de Mathematica oft Wiskunft, de Welfprekentheyt, Philofophie en Logica. |
van de Hiftorie van V b b o N E E c K legnt een groote mijl van Bolf-waert aen dooftlij-de , in ’t felve lant van Weftergoo , en in moeraflige lande-ryen, bequamer tot weyden dan tot ko-ren-ackers : want hier omtrent is een gebroken lant, vol poelen en moeraffen, foo dat men defe ftadt met dijc-ken aen beyde fij den genootfaeckt is te befchermen. Een halve mijl buyten d’Oofterpóort is een meir oft ftaende water , groot omtrent twee duyfent treden in fijn omloop , niet geheel ront, maer wat langer dan breeder : in de langte heeft het duyfent, en in de breette vijf afgeleyt. h ondert treden. Wat verder fij n meer andere, nbsp;nbsp;nbsp;De Magiftract beftaet nu in vier Burgemee- c^rtagi- doch kleynder wateren,en alle foo vifchrijck, fteren, vier Schepenen ; en twee Raetsheeren fimten. die oock Bouwmeefters fijn. De Burgemcefte-ren verhandelen de gewichtighfte faken , die ’t gemeen betreffen : de Schepenen wijfen de vonniffen over de gedingen : de Raetsheeren, de oockThreforiers fijn,ontfangen de gemee-ne penningen , en beforgen de ftadts gebouwen, gelijck in andere fteden. Hier fijn , ten beften van de Gemeente ,xxvi Gefworenen, Meir oft ßaende Wiit£r. datfe niet alleen Sneeck , maer vele andere fteden in Vriefiant met vifch verforgen. Het grootfte van alle wordt het Sneecker-meir ge-noemt, mifichien uyt oorfaeck , dat ’er een graft oft arm uyt ’t felve in een rechte linie nae Sneeck en van daer dwars door Ylft loopt, daer fich die in twee tacken deelt 5 d’eene vloeyt naer Bolfwaert, Franeker en Harlingen; en d’andere door het velt en eenige dorpen , die , na datfe door Woldfend gevloeyt is, ontlaft fich in’tSlotermeir, loopt daer na door de ftadt Sloten , en eyndelijck een half mijle van daer deur Take-zyl in de Zuyder-zee. Uyt het gemelde grootfte meir komt noch een water, dat fich oockin twee armen deelt, waer van d’eene, na datfe door het dorp Aelfum geloopen is, fich tot aen Leeuwaer-den uytftreckt; d’ander vloeyt door Ackerum, en van daer landewaertsin: foo dat d’inwoon- Beßhrij-'Ving der fiadt. fen bequamelijck te verfenden. Sneeck is een oude volckrijcke ftadt, ver-• ciert met fchoone huyfen, en ftereke wallen ; en met allerley nootdruft,infonderheyt vifch, die in alle wateren daer omtrent overvloedigh is, voorfien, waer in fy alle Vriefche fteden te • boven gaet. Vele inwoonders geneeren fich met de viftchery , andere met de koophandel , en eenige met hantwereken ; hoewel fy tot de konften en wetenfehappen niet on- Vr'ießant, |
bequaem fijn : want hier is oock een Latijn-fche Schole, die geenfins voor die van Leeu- Schole. waerden behoeft te wij eken , waer uyt ver-fcheyde geleerde mannen gefproten fijn, onder welcke uytmunt en d’eerfte plaets verdient de treffèlijckc loachimt^s Hopperus, een der grootfte en beroemtfte Rechtsgeleerden van fijn tijdt, die men byna met de groote Viglius ’Zuicliemus gelijeken kan ; want hy heeft veel geleerde boecken gefchreven , en was een groot Politicus oft Staetkundige, waerom hy Raetsheer in den Secreten Raet wierd, van -w^aer hyin Spanje geroepen is, oni eerfte Prefident van den Raet van State te fijn , welck ampt hy met groote eer eenige jaren bedient heeft, en niet dan met fijn leven die’tvolck voorftaen,enhare rechten befcher-inen. ’t Verkiefen der Magiftraten gefchiet op de felve wij fe , als te Bollwaert en te Harlingen. De Raet heeft een Secretaris oft Ge-heymfchrijver, wiens bediening niet voor fijn fterven eyndight. De ftadt is met een muer, van binnen met een aerde wal, en bnyten van hare vyanden,befloten. Byvoeging. Sneeck heeft vele righeden en elenden in de oorlogen der Groningers, Saxen, en Gelderfche, en oock door eenfchrickclijcken brant,geleden: want in ’tjaerM cccc xvii (om van ’tlaetfte eerft te fpreken ) is ’t grootfte deel door ’t ongenadig en verflindend vuer verteert; in welk nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ongev^, foo men gelooft, d’originele oft oor- vuer, fpronekelijeke brief van Karei de Groote, daer de privilegiën oft voorrechten van Vrief-landt in vervat waren, oock verbrant is. In de burgerlijeke twiften , als fy deelgenoten van doorBur-de Schieringers waren, deden fy, omtrent het gertwiß^ jaer c 13 c c c c x c 11, nieuwe graften en bol-wereken, om fich felf re befchermen, van de V D nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ooftcr |
-;’• A-ß.
jiliUiUJij!’
-----''^- -.-rr-Jzz...- ''....... ■.''-■■■(^äPü-^-i: .'jy''2'-rinün_ - _
a--.,'_A
■
-(j'filJUjJDIjWu^rÄ'i—
-iUMWjlJ4*u;,2
Ak
La...ii. (?
(îlI CI
.a^A
(I
ß„Cl
_AAn;^.n
ïLttÇà nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_ _ _0^,fi),.
'Jivssis'-
-Xf^cke
-KK^Qi'C. büiJtUU! ., nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n, f^,o(ä_,j5.
Q,.--
,A'’
CleittK!_palcn,
i. .
- lt;).,„ ...^~
Atr^tiß':‘ (BniJ^ni^imiKKli 'Viris
et 5enatoribu5 vrbi^
'Xahuhwv hone.
X. ':BLt^,
A
.,K_ gt;
en oorlo- gt;^en. Onruß. S N E ooftcr tot de noorderpoort maken. Daer na trocken fyuyt regende Groningers; maer kregen omtrent Barrahuys de neerlage : dies fy met hare vyanden vrede macckten.Onlangs na dit voorval wierd defe ftadt, nevens ver-fcheyde andere Vriefche fteden , van de Gel-derlchen ingenomen : waer over fy,in ’t jaer M D XVII, van de Bourgoenfche oftOoften-rijekfehe belegert wierd ; die hacr , om dat het begon tc doyen , moeften verlaten. De Graef van Meurs , Stadthouder over Vrieftant uyt de naem van den Hertogh van Geldcrlant, vond raetfaem , tot verfekering der ftadt, een fterektete bouwen , omalfoo vreemde foldaten in de felve te brengen , en fijn voornemen uyt te wereken. Als de wierden, liepen fy op ’t Raethuys, verjoegen den Raet, namen de fleutelen der ftadt,en lie- ten de floten veranderen. De gemelde Graef fer Karel de vijfde in ’tjaer m d xx i i felf in van Meurs quam in de ftadt, om kennis van ’t lant quam, en als Landtsheer gehuld wierd, deêhyde Gelderfche uythet lant vluchten. defen oproer te nemen;hy vermaendehaertot gehoorlaeniheyt,en eifchte de fleutels weder. Waer op fy antwoorden , datfe fijn begeerte wilden doen, op voorwaerde, dat hy de vier-en-twintigh duyfent guldens, die de Gelder-fchen hen fchuldigh waren, eerft foude we me , vijftigh laft koren beftellen , dewijl de Burgers, door de dierte en gebreck van gelt, van honger ver^aen moeften ; oft dat hy middelen aenwijftn fou, waer door fy fich konden geneeren en onderhouden. Op defe voor- |
ftelling krecgh hy weynigh tijdt, om fich tc beraden : wacr door hy, vol fpijt en vrees, m alle llilhcyt, verkleet fijndc , de ftadt verliet, enreyfde naer Sloten. Toen nam loncker Michiel Hertfteyn volck aen,dathem van de Graef van Meurs, als Gouverneur van Vrief-lant,verboden wierd : waer door de Capiteyn en eenige foldaten , vergrämt en met een droneken hooft op ’t Raethuys liepen,rocpen-de,fla doot,fla doot. Hier over quam men in de wapens, Hertfteyn vluchte met de fijne in verbittering noch grooter, en quam tot fulck een heftigheyt, hat dc Staten van Vrieflandc de gemoederen niet konden neerfetten en vereenigen : waer overeen gebodt uytquam, dat men die van Sneeck niets foude toevoeren, nochte met hen handelen. Maer als Key- VerAnde- en foo quam fy in een langgewenfchte ruften vrede. In’t jaer m d lxxii fijn de Geufcn, (foo noemde men toen de gene die fich tegen de flrenge heerfchappy des Hertogs van Alva {leiden ) met toeftaen der inwoonders, in Sneeck gekomen : waer door fy de guide vry-heyt, nevens andere fteden der vereenighdc Nederlanden, verkregen heeft, en federt ge-luckigh genoten en behouden. |
van
C K V M,
uyt de Hiftorie van V b b o E m m i v s getrocken.
o c X V M wort ge- Aerts-Biflchop van Ments, die met fijn bloet de ftraten deler ftadt befproeyde, als hy hier van d’onge-loovige heydenen , die hy , door de verkon ding van het heyligh Euangelie, tot het ware geloof en ’t Leven pooghde te brengen , de doodt verkreegh, en de martelkroon verworf; ( want dat eenige van d’outhcyt defer ftadt nyt de verzieringen van Scarlen bybrengen , fijn fiilckc taftelijeke beufelingen, datickmy fchame ’t papier daer meê te bekladden , ) ’t welkin’tjaer m cc lv gefchiedde,als Pepijn, vader van Keyfer Karei de G root,vijf jaren te voren, door de gemelde Bonifacius, in de ftadt Soiftons, Koning van Vranekvijek gekroonc '-’I. £ert dorp. was. In defe tijdt was Dockum maer een dorp, als de Hiftory-fchrijvers van het lijden van S. Bonifacius, en de gefchiedeniffen der Bif-ichoppen van Utrecht getuygen. Nae Boni-faciiis heeft Willehadus, eerfte Biffehop van Breme, hen ’t heyligh Chriftelijck geloof ge-predickt ; en na hem quam Ludgerus, die nyt een edel gedacht, in ’t dorp Wirum niet wijdt van Dockum, geboren was, en in defe kerek tot een Herder geftelt, van waer hy door Karei de Groot, om d’eerfte BilTchop van Munfter te fijn, geroepen is. Daer na, als ’t bloet van de heylige Bonifacius ’t getal der Chriftenen fcer vermeerdert had , ( want het 'uan S. Bonifa~ citts. bloet der martelaren is het faet der Kcrckc ) Rlooßcr Qp nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;plaets, daer hy gedoodt was i tot fijn gedachtenis een kloofter gebouwt ; ’t welck , foo mén gelooft, het outfte van heel Vriefiantis, en federt door d’inwoon- Docktim wort een [tadt. ders foo verbetert en vernieut, dat het tot onfer vaderen tijdt in wefen geweeft is : foo dat het vaft gaet, dat Dockum, na dat d’in-woonders d’afgodery der heydenen verlaten, en de Chriftelijckc Religie omhelft hadden , foo gefegent wierd , dat het van een gering dorp tot een tamelijcke ftadt geworden is : en daer nae, foo waerfchijnlijck is, inde burgcr-lijcke twiften tuftchen de Schieringers en Vetkoopersjcerft gefterckt is tegen een overval : want alle fteden en dorpen waren genoot-faeckt fleh by ’t een oft ’t ander deelgenoot-fchap te voegen , en lieh tegen de vyanden van ’tfelve te befchermen , ja felf diete be-Vrießant. |
fchadigen. Men feyt, dat hare eerfte ver- ^erfihey-ftereking in’t jacr cB ccccxiv neêrge- Ö nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;” ?e(terckt Worpen , envijr jaren daer nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;enont- bouwt , doch andermael na drie jaren ver- walt, nielt is ; hoewel de Schrijvers van defe ge-fchiedenis daer niet by feggen, door wie , oft waerom , oft op wat wijle dit gefchiet is : in voegen , dat federt die tijdt defe ftadt xciv jaren fonder muren bleef, tot datfe, in’t jaer M D XVI, van de Bourgondiërs, die tegen de Gelderfchen oorloghden, weder gefterckt is : doch Keyfer Karei de vijfde liet, omtrent vijftien jaren daer na, alles weder afworpen en flechten j’t welck men t’elckens dus goet vond, oni de veranderingen der oorlogen. Maer in de laetfte beroerten en tweedracht, tuflehen fijn Majefteyt van Spanje en de Staten der vereenighde Nederlanden , is fy van de gemelde Staten met een aerde wal, fes bolwerc-ken,en een diepe graft, in ’t jaer m d lxxxi i , verfterekt en verfekert. Een ongeluck , hen tien jaren te voren overkomen , was oor-faeck van dit geluck : want Gafpar Robles, die eenige Spaenfche troepen gebood , ver-volghde hier fijn vyanden, na dat hy hen op de vlucht gebracht had , doodde vele van hen, daer onder vele ftedelingen waren ; en, daer meê niet verfaet, ftackde ftadt in brant, die meer dan vier hondert huyfen vernielde. Den omring der ftadt is niet feer groot ; Grootte want ick geloof niet, datfe boven de duyfent en^eie-treden is: doch fy is daer tegen foo bequame-lijck gelegen, als men wenfehen kan, vermits d’omieggende landeryen feer vruchtbaer, en foo wel tot weyden als bouwen dienftigh fijn ; ’t welck oorfaeck is, dat vele Edellieden hier omtrent woonen, en dat ’er veel goede dorpen engroote hoflieden fijn. De riviere . Ee, die dwars door defe ftadt loopt, en haer £e, met een breede en diepe haven doorfnijt, en groote fchepen draeght , vermeerdert hare goede gelcgenheyt. Dit water komt van Leeu-waerden, vergroot lieh op de wegh met veel kleyne beeken , en ftort fich eerft in de Lau-wers, cn daer na, tuffehen d’eylanden van Amelant en Schiermonick-ooge, in de mont der groote Noordt-zee , die daer omtrent Scholbalgh genoemt wort : foo dat d’inwoon-ders bequaemheyt hebben tot de fchipvaert en koophandel met Hollant, Zeelant,Engelant, Denemarcken , Noorwegen , Sweden , Lijf-lant, PruylTen , en andere landen die acn de Belt liggen 5 op dat ick van d’Eems,Wefer,en Elye fwijge : waer door fy haer gemeen en V E nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;byfon- |
ifcïïlÊASiCBÏiMJ«
.imjji^i.iMj.^.A,^.^^..v’.
*5Ult;iß,
•^Oî. ,
j4-)iA/n
HÂSH-»—• -
.-îGU. Jï'î lt;*!.■
xiuj-uruj] 11
n'ûûûC
•A-quot; :’W^'JJlJi^,.lX -'■’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--.IIIWMIL .Mli-
- ‘ ii^u£lgt;ûno7JUJu«i}j'lt;A( L
—■ QâS'i^i-
--
•n 1911
tnJ.
GrOPU ^renvan
« *«1
lt;«««
quot;■i^ii^‘t3i.ivu'ijf'^ 2.
■•T nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,ü'gt;^
;i^ü(ui;uitu ■ f. .aïiian^
(i(à.
..n.îlrrfM'--'
•‘'S.A.
ut' XeOfiyflMU'
htOXjfWlr,
V
O_^ De ^e^rpM
^â-aoof^,
,j@** Ti- ,aA.(^'' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.'Jfr-T|,r. ' '
~Q -£Lvj^
»o-r^rr:
ù^®'
^P^^f^tl'JJiUuuixGfc T_
~ • 'Ân:4gt;j(ki ji^_____Q _
‘----’.
_. 0(’ .n .« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;âiî«-lt;d ^r~'7rjî5lt;Wii4)/!»*,
.^nmuiui)^ ■
rw«A-
iiUlniijiJ- —
' - '^quot;i^MWVlllIllUn^
quot;ttkflj/JjjjjjjLLMir -•
---..
■.nA».... -
—uiutu
■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.rv.41. .
- J^'WjümbpJ^.^ûfû.n
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;JX ('Ji
-3-«.û,oï^-. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. -'âu,(Wt4
Ôr/x'r.
r» '
M.
byfonder welvaren kloekelijck vermeerderen. Hoe wel Doccum kleyn is,’t is evenwel een ftedeken j met fraye ftraten en hnyfen , doch niet prachtisjh , maer finlijck , .foo binnen als biiyten, en rijekelijek met allerley jiAct- htiysraet voorden. Hier is een fchoon Stadt-buys , op de waterkant gebouwt i waer over een breede en lange ftcene brug van onge-^rnggen. gfoote gclcyt is, dic met leuningen aen de beyde lijden , om alle gevaer voor te komen, verciert is j oock met groote bogen, die met deuren gefloten worden, gemaeckt, waer door de fenepen van Leeuwaerden uyt en ingelaten worden. Behalven defe fljn hier noch twee andere bruggen over de gemelde haven, d’een op de wegh van Leeuwaerden, in ’t uytgaen der ftadt, op palen gebouwt; de ander is in d’ingang, die men foo hoogh op-strecken kan , dat er de groote fchepen met rtaende maften bequamelijck deur können Haven, varen. Defe haven is aen beyde de fijden met ftereke bolwercken , en met ftaket-felen oft paclwerck foo wel voorfien, dat men in de felve, tegen de wil der ftedelin-gen , niet komen kan : fy fnijt, gelijck ick gefeyt heb, de ftadt in twee, doch ongelijcke deden; want het gedeelte naeftfuyden is veel kleynder als ’t ander,’t welck noch nae ’t ka-fteel, dat hier eertijts ge weeft is, genoemt wordt. In ’t noorder en grootfte deel is de Kerck, het Raethuys , de Wage , ’t huys der AdmiralitcytjCn meeft al de gemeene gebouwen, die haer aenfienlijck maken : oock loo-pen in dit deel veelkleyne wateren , die men met fchuyten bevaren kan, en door pijpen , die onder door de wal gaen, uyt de graft, en uyt d omgelegen landeryen komen ; en eyndelijck in de Ee door de fluys, daer ick van gefproken heb , in de groote haven loo-pen : over dele wateren lijn veel bruggen , tot gerief der inwoonders, geleyt. In dit felve deel lijn twee poorten met valbruggen, en de derde fonder brug , daer een dijek in de mont van de rivier leght, die met een ftereke draeyboom befchermt wort voor de gene die van de noordfijde en d’omleggende roepaden herwaerts komen. In’t zuyderdeel is maer een poort, waer door men naer Collum en Groningen gaet, daer een kleyn wa-terken by loopt, dat fich in de Ee ftort. De beyde fijden van defe rivier ( die te voren met een dijek voorfien was,op datfe niét over het lant fou ftroomen ) fijn nu met fteene wallen in de ftadt verciert en verfterekt. De water-fluyfen, die men binnen de felve fiet, fijn voor de laetfte oorlogen, als fy noch buyten, en op de wegh naer Leeuwaerden lagen, onder het gebiedt ende beforging van d’Abt van Klaer-kampjdie toen groot vermogen had,geweeft. Wijcken. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;yæj- v/ijekcu gedcclt, die yder |
een vaendelburgers, tot befcherming van de ftadt, uytleveren. Sy heeft maer een kerck , ’ acn S. Marten gewijdt. Eertijts was hier, als gefeyt is, een treflijek kloofter ter gedachtenis van Si Bonifacius, wiens gebouw en dc; kerck groot en heerlijck waren , met een to- 'ioren. ren , booger dan die van S. Martens kerck, verciert, waer van nu niets, dan de gemelde toren , overigh is. Hier fijn drie Godshuyfen , om de arme Codshny-fiecken, oude lieden, en weeskinderen van alle, nootdruft tc beforgen. Alle eetwaren, dien-ftigh cn nootfakelijck tot onderhoudt van ’t leven, fijn hier voor een kleyne prijs te bekomen ; want het wort’ervan alle fijden gebracht , om de bequaemheydt van de wate-reujdie oock veel vifch geven : foo dat de boter, kaes, en diergelijeke waren hier foo over-vloedigh fijn , dat men die elders vervoert. Wat het graen belangt, daer fijnfe genoegh-faem van voorfien, gelijck oock van alle andere aerd- en boom-vruchten. Als de ftadt in vorige tijden noch in’t befit van hare oude vryheyt was, wierd fy beftiert door een Olderman, de Raet, en feftien Ge-fworenen. Tegenwoordigh beftaet den Raet uyt fes Burgemeefteren, die ’t felve vermogen als die van andere fteden hebben, uytgefeyt dat haer gebiedt wat meer bepaelt is, en dat van de Gefworenen wat breeder, die nu maer twaelf fterek fijn ; doch behouden evenwel haer oude naem, en worden noch de Seftienen genoemt, fonder wiens toeftaen de Burgemeefteren in de gewichtighfte faken niets können verrichten oft mogen befluyten. Als men nieuwe Burgemeefteren fal kielen, word de Gemeente,op den eerften lanuari, met het geluyd der kloeken in de kerck geroepen , daer fich d’oude Burgemeefters cerft laten vinden, om alle onordrc en verwarring in de groote menighte te vermijden. Als ’t volck verfaemtis, vertrecken d’Overheden ; ende Gemeente deelt fich in vier benden, na de vier wij eken der ftadt , daer na kiefenfe drie mannen uyt yder bende , die, te famen vereenight fijnde , de twaelf Gefworenen uytbrengen. Op de felve dagh worden defe nieuwe Amptlieden door den Raetop’t ftadt-huys geroepen, daer fy drie en drie, gelijekfe verkoren fijn, vergaderen, om vier mannen tc kiefen, daer men dan noch twee ipet omftem-men kieft en by voeght, die t’famen de fes Burgemeefteren maken. Als dit gedaen is, fenden d’oude Heeren haer namen acn de Gouverneur van Vrieflant, en ’t Opperhof te Leeuwaerden, die met d’oude Magiftraet ditwerek voorts af handelen, op de wijfe die te voren aengewefen is.De mindereAmptlieden ende beforgers der Godshuyfen , worden gekoren als in d’andere fteden. Hier was eertijts dc woonplaets van de Zee-Ract, die men dAd-miraliteyt noemt, en d’oorloge ter zee be-forght , die federt eenige jaren , om dat de-fc haven foo goet niet is als fy plach te fijn, te Harlingen yerplaetft is. |
van
HARLINGE N,
uyt V B B O EMMIVS getrocken.
ArlingeN is nu, nae Leeuwaerden de grootfte, machtigde en volckrijckfte ftadt van Vrieflandt. ’t Geluck ishaer foo gunftigh ge~ weeft , datïe van ecn kleyn onbekent dorp, gelegen op de grenlen aen de weftfijde van Naems eorfproKg. ^enugt;as. Kafleel. Weftergoo, tot dusdanigh een treffelijcke ftaet gekomen is. Haer eerfte begin waren eenige huyfen, tuftchen twee adelijcke wooningen ge-bouwt, wiens Heeren Harliga en Harns genoemt wierden : dit was oorfaeck, dat men deft plaets, die allengs tot de gedaente van een dorp aen-groeyde, nu d’eene en dan d’andre naem deftr e-dele heeren gaf, cn Ibmtijts in twijfel was,welche van beyde ly behoorde te hebben ; tot dat de monicken van Ludingkercke ’t huys van Harliga deden af breken, op wiens gront dit dorp uytge-ftreckt en grooter gemaeckt wierd, waer door de naem Harliga meeft begon gebruyckt te worden; in voegen, datft die eyndelijck geheel behiel, welcke ftdert in Harlingen verandert is, Sekere Gefthiedeniften, door Andreas Cornelius vergadert, daer men niet al te vaft op gaen magh, melden , datHarliga in’tjaer mccxxxiv ver-woeft is : maer ’t is gelooflijcker , dat de zee allengs in dit dorp ingebroken is, en ftmmige huy-ftn ingelwolgen heeft, waer door het dieper in’t lant naer ’tooften, niet wijt van Almeno, ’t welck toen onder ’t gebied van Franeker was,verplactft is. Sedert heeft het gedurig toegenomen; de huy-ftn cn inwoonders lijn vermeerdert. Sy verkregen ’t recht van een marekt te houden , en daer na van eenftadt te maken,hoewel ly terftont niet met muren belloten wierd ; en wanneer dat ge-fthietis, hebick in geen hiftorien können vinden : de gemelde Andreas Cornelius maeckt’er eenighlins gewaghaf; maer ick derf het u,op fijn ftggen, niet verlèkcren ; op dat ick niet te licht-geloovigh fou fijn. Dit kan ick met meerder vaftigheyt ftggen, dat de Groningers hier een kafteel, met een wal cn graft befloten, omtrent het j aer m c c c c x c v i gebouwt hebben. Vier jaren daer na heeft Albert van Saxen, die uyt Hollandt komende hier te lande quam, door fijn loon een ander kafteel, ftereker dan’t eerfte , dat t’eenemael over de kuft gebood, doen bouwen , ’t welck, met vele krijghswereken, die daer federt by gemaeckt fijn , tot de volkomen herftelling der oude guide vryheyt in weftn bleef ; want toen is ’t van d’inwoonders vermee-ftèrt, en ten meeftendeel neergeworpen, om allbo de toom der ftadt en’t naburigh geweft te vernielen. Wanneer datft eerft gefterekt is , kan men niet weten ; dan ’t is feker, datft niet teer out is. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vneßant, |
Sy is in ’t jaer m d xl i i i vergroot, om dat ’er een menighte volcks van verfcheyde plaetftn toevloeyde : daer na wederom in de jaren M D Lxxix en ’t volgende door Prins Willem van Oranje nytgeleyt, dieniet alleen van mcening was, om haer de fchoonfte haven van Vriellant te maken ; maer oock door dat middel hen te naeuwer met Flollant te verbinden , op datft een bequame zeeftadt Ibu worden , om daer Ibmtijts ftheeps-vloten toe te ruften, en daer uyt tegen de Spaenfthen te fenden: waerom hy haer oock met een aerde wal, en een diepe en breede graft omringde, na dat hy het dorp Almeno, daer wy van gelproken hebben, daer in getrocken had. In ’t jaer m d xcvi i is ly , tot gerief der inwoonders, die fich kloecke-lijck tot de koophandel begaven, ten derde mael vergroot : want daer waren geen huyfeii genoegh voor de winckeliers en wereklieden, die hier dagelijeks quamen woonen. Men dcc de haven breeder maken, om dat de fchepen te bequamer uyt en in louden komen , en te beter können overwinteren ; in’tkort, ly wierd toen in lbodanigh een ftaet geftelt, gelijckft nu noch is. De zee belproeyt omtrent het vierde deel der ftadt ; doch op dat dit vreellijck element met het gewelt van fijne baren haer niet beftha-digen lou, is ly met fteene wallen, dijeken en andere wereken aen die fijde genoegh ver-lorght. Hare gedaente is byna vierkant, en haer om- CedaeMt. ring een weynigh minder dan die van Leeuwacr-den. De wallen fijn met acht groote bolwerc- sterekte. ken verfien, die foo konftigh geleyt fijn , datft elckander lbo wel als de ftadt können befther- men. Hare gelegenheyt is te ftereker , om datft rontomlaege landen heeft,die men door de lluy-ftn onder water kan letten , lbo datft niet wel te belegeren is. De landeryen rontom fijn vrucht-baer , daer verfcheyde groote dorpen in leggen, die Ibnder de ftereke dijeken, welcke aen de noord-fijde tegen de bruyftnde zee geleyt fijn, Ibmtijts Ibuden ondervloeyen. Binnen en buy ten de ftadt fijn veel kleyne wateren, die fter dienftigh fijn, om alle koop- ^7^-manlchappen naer alle omleggende fteden en dorpen, die tulTchen ’t Vlie en de Lauwers leggen, te vervoeren : maer’t gerief van de zee is aenmerekelijeker j want daer door kan men naer alle vergelegen en naburige landen varen en koophandel doen ; en om de felve te bevorderen en vermeerderen, is hier een breede ha- nafen. ven , daer een goet getal groote fchepen, die hier afvaren en aenkomen , in können leggen. Men liet hier oock veel kooplieden , fcheeps-volck, en allerley waren in overvloet. Een ongeval fchijnt deft voorlpoet te minderen, ’t welck is, dat de vloet der zee allengs veel llijck en fände v F nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in |
in Je haven werpt, waer door Je groote en diep-gaende ichepenhaer niet naerder dan omtrent dnylent treden können komen -, foo datfè gc-nootlàeckt fijn in d’oude haven, lettinga ge-noemt, hun aneker te werpen , daerle voor de ftorm-winden bevrijt liggen, door de landen en baneken, die daer omtrent fijn,waer de zee haer gewelt op breeckt en afhuyt. In’t uytgaen van dele haven is een kleyn eylandt,recht tegen over d’ooftfijde van Vlielandt, ’twelck vruchtbaer van graen is ; doch heeft, om fijn kleyn begrijp, niet meer dan vier hoflieden. Als de groote lchepen op de gemelde plaets op de reede leggen , komen de kleyne uyt de haven om haer t’ontladen ; en brengen hen oock, ledigh lijnde , andere koopmanfehappen aen boort, diele innemen en elders vervoeren : doch als de zee feer hooghis, können ly felfin de haven komen. Voor weynigh jaren hebben d’inwoonders fich oock tot de haringvangll begeven j maer, ' nae vele moeytc en onkollen , konden ly hun Koophan- voomcmen niet met voordeel uytvoeren. Die euan- geenkoophandcl doen, begeven fich tot ver-Icheyde hantwerekenj foo datfe meeft alle kooplieden oft ambachts-lieden fijn. Hier wort jaer- lijnwaet cnleyldoeck gemaeckt. Degewoon-lijcke koopmanlchappen, die men daer acn-brengt en uytvoert, fijn tarwe, garft , haver, kennip, erten,boonen,en diergelijke. Van Noorwegen krijgenfe allerley hout, als oockpick, teer, en andere koopmanlchappen van dat lant. Hier fijn vele plaetfen , daer men het Ibut wit maeckt, ’t welck in groote menichte geloden, en met goede winft vervoert word. Oock fijn buy ten de ftadt op de kleyne wateren verlchey-de papiermolens ; en in d’omgelegen landen een menichte van fteen- en kalck-ovens : in voe- S/rate», Ilttyfen^ Poorten, A^arc^t Knethttys , en Kerck.- gen, dat omtrent dele ftadt tot alle de voor-verhaelde dingen meer turf, dan in alle d’an-dere lieden van Vrieftant, verbeeficht wort. Hare llraten fijn fchoon , groot en fuyver, en vele met wateren doorlheden. Hier fijn een groote menighte huyfen, daer onder vele nieuwe , die, lbo uyt- als inwendigh, wel verciert fijn. Sy heeft vier poorten aen de lantfijde, de vijfde is by de haven. De Marckt en ’t Raethuys fijn kleyn genoegh , naer de grootte van de ftadt. Hier is maer een Kerck, gebouwt op de lclve plaets, daer eertij ts het dorp Almeno was, eer dat het in de ftadt befloten wierd. Overheden. Dc Magiftract beftaetin acht Burgemeefte-ren , die maer een jaer regeeren, nae’t welck ly lbo veel andere uyt de^voornaemfte burgers, inlbnderheyt uyt de Gefworenen , kielen, wiens namen ly met de hare naer het hooge hof van Vrieftant fenden, ’t welck terftont, uyt fijn cygen en des Gouverneurs naem , een van hare leden als Afgelant naer Harlingen lend , om kennis te nemen van’t eerlijck leven en goede leden der verkorenen: dit gedaen hebbende, keert hy naer Leeuwaerden, daer hy fijn weder-enharever- vatcn vcrhaclt. Dan kieft de Gouverneur in den vollen Raet acht uyt de voorgeftelde Icftien, die het aenftaende jaer regeeren; doch met die vry-heyt,dat hy'van d’oude,die onlangs ’t felve ampt bedient hebben, oft van de nieuwe voorgeftel-dc, foo veel mach kiefen als hy goet vind : maer in’t gemeen neemt hy uyt y der de helft, oft vier oude en vier nieuwe heeren; hoewel het oock wel gebeurt, dat men al d’oude doet blijven; Ibmtijts neemt men oock wel al de nieuwe, oock wel van d’ecn meer als van d’ander , na ge-2 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O |
legentheyt. Als de verkiefing gedaen is , gaet de voorfeyde Raetsheer , die te voren afgelon-den was, tegen de rechte tijdt weder naer Harlingen , om , in tegenwooi digheyt van ’t volck, de nieuw-gekore heeren in hare ampten te beveiligen ; die hare regecring beginnen met het verkielèn van acht nieuwe Wijekmeefters uyt Andere d’oude Magiftraten oft voornaemfte burgers, wiens ampten vermogen is’tlèlve als te Leeuwaerden en Franeker. Dele acht Burgemce-fteren bedienen de luftitie oft’t Gerecht aen de inwoonders , en bellieren het geheele lichaem der Gemeente : de Wijekmeefters geven hen kennis van alle noodige faken ; en, als’t gewicht der handelingen het vereylcht, roept men haer in den Raet, om hun gevoelen te leggen , en te helpen beftuyten. De Secretaris oft Geheym-Ichrijver is in’t gemeen een goet Rechtsgeleerde , en heeft fitplaets in den Raet ; in welck fijn gevoelen, om fijn ervarentheytin’t gedurigh bedienen van fijn ampt, van groot gewicht is. Sy hebben noch, als die van Franeker, een ander Rechtsgeleerde, wiens gevoelen ly in ’t uytlpre-ken der vonnilfen gebruycken, van welcke de partyen fich mogen beroepen op het hooge hof te Leeuwaerden. De ftadt en burgery waren in les wijeken en benden gedeelt : maer ledert datlè vericheyde-mael verdroot is , heeft men alle d’inwoonders onder acht compagnien oft vaendelen geftelt. Den Raet alleen fteltde Capiteynen en Vaen-dragers,’'t welck,volgens d’inftelling, jaerlijklche ampten fijn ; doch ly behouden dielomtijts vele jaren. De gemelde Raet ftelt oock ordre over ’t waken , en doet het veranderen, vermeer-* deren oft verminderen, naer haer goetvinden : lbo dat de Capiteyns gehouden fijn nare bevelen te gehoorlamen,waer toe ly oock een Majoor oft Wachtmeefter hebben , wiens ampt is’tlèlve als in d’andere Vrielfche Heden. Dele ftadt heeft oock haer Threlbrier oft Schatmeefter, diedegemeene penningen ont-fangt en uytgeeft j en een Bouwmeefter, die over de gemeene gebouwen geftelt is. Hier is maer een kerck, als gelèyt is, daer in twee Predicanten de Godsdienft verrichten, die leker een Iware bediening hebben ; lbo om dat de gemeynte leer fterek is, als oock om het groot getal der Wederdoopers, die mee vryc oeffening van hunnen Godsdienft hebben. In dele ftadt waren geen andere Gods-huylèn; maer federt eenige jaren heeft de Raet,met hulp van verfcheyde Godtvruchtige burgers, defon-dementen van twee der lèlve , op de plaets, daer Codshup ’t kaftcel eertijts geweeftis, geleyt , die dage-/^^-lijeks toenemen en verbetert worden door de miltheydt en medooghlaemheyt der vrome lieden. Hier is oock een Schole, daer een Reètor Schtie» en drie Meefters, om de jeught in de Griecklche en Latijnlche talen, en de beginfelen dervrye konften te onderwijlen, over gefteltfijn. |
Haems o»r-Cp^ong. Gele^en^ hoogc wallen en torens voorfien : hy liet hier oock trefielijeke lchermfcliolen oprichten, waer in de jeught, na de wijle der Romeynen , fich driemael terweeck inde wapenen oeflende. Sy heeft haer naem van den afgodt Stavo,die, in de dicke duyfternilTen van ’t afgodifch hey-dendom , aengebeden, en by de Vrielèn, ge-lijck eenige meenen , als lupiter geëert is : defe Stavo oft afgod was een onbelchaefde flock oft tronek, die men in’t gemeen de flaf van Frilo noemde, en hier 313 jaren voor Chriflus geboorte als een groot godt geflelt is , tot wie een yder uyt verre landen , als tot een flaf der rey-fende lieden, om raet quam. AtnwM. Stapel, Een Ko~ niniiliicke tDoogt;iplaets. Sy was in die tijdt niet verre van de riviere, ’t Vlie genaemt,waer toe fich hare haven flreck-te, gelegen. De Yfel, die voorby Campen, de Kuynder en Sloten liep, quam in die tijdt aen d’ooflfijde deler fladt, en van daer in de Noort-zee, daerfe haer naem verloor, en had oock ‘een ader die in de Middelzee uytging. 'Sy is allengs lèermachtigh en volckrijck geworden, en tot een groot aenlien en heerlijckheyt geklommen s foo dat alle gemeene faken , die men met de Romeynen , Franlchcn, Denen , en Batavieren , te verhandelen had, hier afgedaen wier-den. In’t kort, fy wierd de ftapel van deNoordt-Iche landen , de treflijekfte koopftadt, en een Koninglijcken ftoel, daer in negen VrielTche Köningen haer hof gehouden hebben, als i Ri-choldus Otto, 11 Odibaldus, 111 Richoldus de tweede, iv Beroaldiis, v Adgildus, vi Radbodus, vit Adgildus de tweede, VIII Gondo-baldus , en IX Radbodus de tweede , welckc Vrieflandt als Köningen omtrent 343 jaren be-heerfcht hebben. Riclioldus Otro , d’eerfte Koning, heeft tulTchen Staveren en Medemleckin’t jaer 463 een ïchoonen tempel gebout, die hy Afyltm oft toethicht noemde , naer welck alle mifdadige en uytgebanne lieden een vrye fcliuylplaets hadden j op de felve wijfe , als Romulus eer tij ts te Rom.en gedaen had. Hy liet hier oockeen kofte-lij ck hof in ’t gemelde jaer oprichten, daer in hy al de Heeren en Hertogen, die voor fijn tijdt in Vrieflandt, vanFriïo den eerften bewooner af, (die omtrent 300 jaren voor Chriftus geboorte leefde ) geheerfcht hebben, heeft laten treffelijck fchilderen , met dentijdt, wanneer en hoe lang hare regcering duerde. Dit paleys was loo uytmuntende dat het gerucht daer van fich verlpreyde in de wijdtgelege landen j loo Vrießant» Ihfrlijc^ Hof, |
dat Karei de Sclioone , de jonge Hertogli van 'Brabant, met vele edellieden , om ’t felve te befien , herwaerts quamen. Dit hof oft kafteel heeft 345 jaren in wefen ge weeft -, want in ’t jaer 808 na Chriftus geboorte is ’t afgebrand : in welck jaer oock de lchoone en hoogen toren van S. Nicolaes, daer d’afgodt Stavo lang in ge-ftaen hadt, door den blixem aengefteken en teren ver-vernielt is. De lelve Richold Otto heeft oock Vrieflant , inlonderheyt Staveren, met heer-lijcke gebouwen verciert ; en, om met fijn edellieden fich Ibmtijts te verluftigen, een aenge-name lufthof irt ’t noordooft, een mijl van dele ftadt, in ’t bolch Fluid , doen timmeren. Odibaldus, de tweede Koning der Vrielèn, regeerde omtrent het jaer Chrifti 513. In fijn tijdt leefde Ivo Hoppers, een heer der landen en plaetlèn, die tuflehen Staveren en Hoorn ( toen goet landt , nu een diepe zee ) lagen : maer als fijn dienftmaeght een levende haring uyt een put, die in ’t veld ftond , gelchept had, verkoft hy allengs fijne landen, en quam in' dele ftadt woonen 5 doch de plaets behield fijn naem Hoppers, oft Hop-heeren , dat nu noch ’t Hoornß Plop genoemt word. Waer uyt blijekt, 't Gefacht dat het voortreffelijck en edel geflacht der Hop-pers uyt Staveren gelprotenis , wiens afkome-lingen hier oock, als de ftadt op ’t heerlijckfte bloeyde,, de hooghfte ampten bedient hebben, gelijekde Chronijeken, d’oude wooningen , loo binnen als buyten dele ftadt, en tot Flemelum , te kennen geven; ’twelck noch beveftight is nae ’t overlijden van de leer geleerde Fredericus Hoppers,die,hoewel in’tjaer 1607 teLeeuwaer-den geftorven , in de kerek deler ftadt begraven wierd. De gemelde Koning Odibald heeft oock een half mijl van hier, op ’t roode klif (oock een out gedenekteken van Vrieflant) een lchoone lufthof gebouwt. In ’t jaer dlxx, als Richoldus de derde Ko-ning regeerde , is ’t gemelde lufthuys op ’t rOO- keumt, de klif, door een ftereken noordweften wint. die drie dagen duerde, nevens 3; groote boomen , geheel neêrgeworpen. AlsBeroaldus, de vierde Vrielche Koning, van Clotarius de tweede, Koning van Vranek-rijck, in’t jaer dcxxx verflagen was, lijn in hen te bi-defe ftadt en geheel Vrieflant vele Godtvruch-tige mannen uyt Vranekrijek gekomen , om d’inwoonders tot de Chriftelijeke Religie te be-keeren ; doch in die tijdt noch tevergeefs. Als Adgildus , de vijfde Koning , leefde , die goet-aerdigh en vreetlaem was , heeft men weder getracht Vrieflant en dele ftadt tot her ^at te» Chriftendom te brengen ; maer d’onderfaten , tuiede op de Koning fiende , die in de heydenlche af-godery bleef, fijn in vele jaren noch niet ge-wonnen en bekeert. Defe Aagildus ftorf in’tjaer D c Lxxix , enwierd met allerley pracht in de hooftkerek deler ftadt begraven. ; Radbodus, de lefte Koning, hiel lijn hof te I Staveren, liet weder een lufthofop’t roode klif ' timmeren, en vermeerde en verheerlijekte lijn |
Pa^e» vMt
Jlartnee-
Rijck door hare goede gelegenheyt. Hy was een groot voorftander van d’afgodery der Noordtlche landen , nam Uitrecht in , ver-jaeghde al de Priefters en Leeraers , en ft reckte fijn Rijck uyttotaenNimmegen,waer van noch heden aen een van hare poorten , daer eertijts de haven plach te fijn , de volgende letteren uytgchouwen ftaen : Hve vsqve ivs Sta-V KI Æ, dat is, dus ^rerre quot;t recht loan Stap eren. En elders: Hie finitvr regnvm Stavriæ, dat is , hier eyndight het Rijck pan St aperen ; foo dat het lchijnt , dat heel Vrieflant in die tijdt Staveren genoemtis. Delè Radbodus is de lèlve, die, tot het Chriflelijck geloof bekeert fijnde , van Wolfranus BilTchop van Soiflbns gedoopt füu worden, welcke hy, met de voet in ’t water ftaende, vraeghde, waer fijne voorvaders nu waren } Als de BilTchop antwoorde, dat alle die Ibnder kennis van den eeuwigen en waren Godt ftorven, in de hel quamen, trock hy fijn voet uyt het water , en lèyde , dat het beter voor hem was met al fijne voorvaders in de hel, dan met weynigh Chriftenen in den hemel te
toont men noch heden vele balckcn,eyckelpar-ren en ander hout,dat op het Kreyl gewalfen is.
In’tjaer 825 isOdulphus,van Aerlchot in Brabant,en foon van een Godtvruchtigh man,Bod-gis genaemt,mct denBilTchop Frederick vanUi-trecht in Vrieflandt gekomen,na dat hy door de gemelde BilTchop onderwelèn was, om d’Ar-riaenlche kettery uyt te roeyen, en verkreeg de groote kerek van Staveren, om die te bedienen. Onlangs voor Fredericks doodt, in ’t jaer 858 , odniphns bouwde de lèlve Odulphus op ’t weft van Stave-ren een heerlijck kloofter , daer hy Auguftinen oft Regulieren in ftelde ƒ t welck die van Enckel-huylèn, in ’t j aer 121 o , lbo d’inwoond ers defer ftad dat niet belet hadden, verbrant Ibuden heb
kichejt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;_
van Radbo- fijn. Hy is oock , iu ’t jaer d cc xix, oft, als an-dere feggen, in ’t jaer D cc xxv, te Staveren begraven : daer men op’t uyt-weft , in’tjaer M D XIX, twee filvere penningen vond , die delè Koning had laten munten.
Adgildus de tweede , de lévende Koning , is oock te Staveren in ’tjaer 737 begraven. Hy Oude munt, liet goudc penningen flacn, Op wiens eene fijde ftont, Ad^Üdus fecundus y Frißorttm Rex en aen
P)s laetfle ■ Konina.
Ont^c rn-ivoondcrcn.
f'orfltifjcke
't Gcßacht van Gal.t-mn.
d’ander fijde, Moneta aurea CiPitatis StaPrienßs van welckein’t jaer 1425^ noch een gevonden is.
Gondebold d’aclithe Koning ßurf in’t jaer D c c X L I X. Sijn navolger Radbodus de twee^x de, de negende en laetfte Koning, wierd door Karel de Groote uytfijnRijck verdreven , en vlnchte in de noordfche landen; lbo dat her on-leker is , oft hy daer oft in Hollant overleden is. Met hen is de Koninglijcke heerlchappygeeyn-dight ; en dele twee laetlfe hebben oockhaer hof te Staveren gehouden. In hare regeering nam het heydendom af, en de Chrilfelijcke Religie wierd merckelijck uytgebreyt.
In deleftadt hebben oock de feven Princen en Hertogen, die, voor de Köningen, Vrieflant regeerden , haer Hof gehouden ; loo datlè in alle eer en hoocheyt verheven was. ’t Schijnt dat d’oude inwoonders deler ftadt de lèlve fijn, die van Plinius Sfz/rzo5'genoemt worden.
hen half mijl van Staveren leght Hindeloo-pen, daer degemelde Köningen en heerenhaer met de jacht der hinden en andere heeften, die uyt het bolchvan Kreyl derwaerts liepen , ver-maeckten : ditHindeloopen is, nadat ’erin 't jaer 910 d’eerfte huylèn gebouwt waren , in’t jaer 1254 tot een ftadt geworden. Het Kreyl was in dietijdt voor de gemelde Princen een treflelijck bolch, vol hinden, harten en andere dieren. Die van Galama , ’t welck een van d’outfte enedclfte Vrielche geflachten is, waren Heeren over de boflehagien en landen , tuflehen hnckelhuyfen en Staveren gelegen ; daer nu de grootfte geladen Ichepen over heen varen. In de kerek defer ftadt en eenige huylèn
ben. Het ftont noch op de gemelde plaets in ’t jaer 1419 , dan door ’t inbreken der hooge wateren is ’t daer na, in de tijt van den Abt Alge-rus, op ’t zuyd-eynd geftelt. Doch ’t kloofter is Sivare otf eyndelijck , door verlcheyde ongelucken van brant, die de ftadt verkleynden, buyten geworden: wantin’t jaer 910 verbrande de kerek der heylige Maeght Maria met 13 huylèn ; daer na, dewtvntr, in 1 jaer 9 3 9, omtrent 329 huylèn ; en ten derde maeljin’t jaer 1420,0p’tZuyd en Zuydooftjyoo huyfen ; hoewel ’t kloofter, om dat het een hard enfterek dackhad,inwelèn bleef} maerwas toen buyten de ftadt. Evenwel moeften de Monicken , door de groote en ftereke watervloeden, die het en ’tiMer, landt dagelijeks aflj^oelden , van daer naerHe-melum vertrecken ; waer uyt blij ckt, dat d’inftvel-gende zee noch ongenadiger is dan’t verteeren-de vuer, dat het kloofter gelpaert had. De Abten behielden niet te min haren naem van dele ftadt, als noch in verlcheyde brieven en glalèn te fien is, daer in ly fich noemen , Abten lian Starreren in Hemelum,
In ’t jaer 1430 fach men de kapel en ’t kloo-ftcr, dat Odulphus eerft gefticht heeft, om dat feUnv£ het kerekhof lèer hoogh was, noch ftacn , dan oduiphm ’tis daer na door de kracht van’t water neerge-worpen. Als ’er in’t jaer ióo8, door een onge-meenc en ftrenge winter, tuflehen Staveren en Enekhuyfen een gebaende wegh over ’t ys was , hebben vele menlchen,door ’t aenwijlèn van hare voor-ouders, deplaetlè van ’t gemelde kloofter , die maer een vierendeels uers van de ftadt is, gevonden , elckander getoont, en vele fraye fteenen uyt de gront, die maer drie oft vier voeten diep was, gehaelt : waer door de lèlve van dc lchippers als een klip wort gelchuwt. Het Grande-boeck delèr ftadt , eenige hondert jaren out, maeckt gewagh van de namen en toenamen der gene , die verlcheyde toegangen in Odulphus velt gebruyckt hebben; lbo dat delè laken buyten alle twijfel fijn.
Staveren is oock een van d’alleroutfte Anze-fteden, en , als Ibmmige léggen, de derde in or-dre geweeft, wiens privilegiën, die door de verlcheyde ongelucken met het afnemen der ftadt meeft verftorvenwaren,in’tjaer 1749 te Geulen, en in’tjaer ióo4te Lubeck,inde vergaderingen der gemelde Anze-fteden, weder vernieut fijn.
In ’tjaer 838 bloeyd'edelèftadt op’t allerheer-lijekfle : hare inwoonders waren d’eerfte , die de Noordtlchelanden en de Sont belbchten, waer-
om
STAVEREN.
om hen de Koninj; van Denemarcken met het 4. f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-»1 voorreent belcnonck datfe voor alle knippers, hoe vele dat ’er waren , eerft louden vertollen 5 ’t welck lomtijts oorfaeck ge weeft is, datk tot Dantzickhare loHing en ladinggedaen hebbende , de khepen die te voren met haer aengeko-ml^n waren, noch in de Sont vonden. Demee-fte enoutfte privilegiën, in Denemarcken ver-Kontno^en woi'ven , fijn doot de brant en’t innemen der kadt verloren j evenwel worden noch eenige in »larckin, ftadts-kift gevonden, daer in, onder den grooten zegel der Köningen , d’oude voorrechten vernieut worden 5 als noch heden te fien is in die van Waldemarus, Koning der Denen , Sclavon en Gothen, in’t jaer 1326 gegeven; welcke brieven, om haer ouderdom, by’t hof van luftitie te Lceuwaerden , in ’t jaer 1599 fijn nagefien, en onder het groot zegel van ’t lèlve Hof bekrachtight : noch een ander van den lèl-ven Koning Waldemar in ’t jaer 1363 ; en een van Koning Chriftiaen in ’t jaer i4*’8 , waer in ly, voor eenige geleende penningen, de vry-heydt verkregen , om van yderlchip maereen Henricus Nobel tol te geven, tot datle voldaen waren. In’t jaer 1599, als’er een heerlijck Ge-fantlchap aen Chriftiaen de vierde, Koning van Denemarcken , gelbnden was , fijn hare gemelde voorrechten vernieuwt en beveftight. Oock wort yder jaer , nae d’oude wijle, met het eerfte fchip dat naer de Sont vaert, tot een kenteyc-ken van hare Privilegien , een Leydts laken gelbnden. l-^roMck:; r,jck^ Sy heeft niet alleen van de gemelde Köningen, maeroock van verlcheyde andere, vele heer-lijcke voorrechten verworven , inlbnderheytin Vranekrijek, van welcke d’outfte oock, door de gelêyde ongevallen, vernielt fijn. Vele der lelve, in de Latij niche en Franlche talen,worden noch inde Stadts-kift met de Konineklijeke lègelen vertoont, die meeft fien op d’oude privilegiën , hen by de vorige Köningen vergunt, als te mogen koopen, verknopen, vry envranekmet hare lchepen en goederen , by nacht oft by dagh , te gaen en te keeren, ’t ly dat de Köningen oorlogh oft vrede met hare naburen hadden j en in’t kort, door ’t geheele land, als d’eygene inwoon-ders, haren koophandel te doen ; waer van de brieven te fien fijn , door Lodewijck de elfde, in’t jaer 1480 , in’tnegentiende jaer fijner re-geering, gegeven : van fijn foon Karei d’achtfte, in’t jaer 1487, in’t vierde jaer fijner heerlchap-py : van Lodewijck de twaelfde, in fijn eerfte jaer , en na Chriftus geboorte 1489 : van Fran-loys d’eerfte , in’t jaer iyi6, en het tweede van fijn Rijck; en van de lèlve Koning,in ’t jaer 1528; van Franlbys de tweede, in’t jaer 15 59, in ’t eerfte jaer fijner regering : van fijn broeder Karei de negende,in’t jaer lyÓT,oock in fijn eerfte jaer. Self inde tijdt van de felle oorloogh , tuftchen Keyfer Karei de vijfde ende F.anlchen , hebben d’inwoonders , ’t welck niemant in al de Nederlanden toegelaten wierd, vry en onverhin-dert in Vranekrijek gehandelt, waer van noch vele vrygeley-brieven in de gemelde Stadts-kift worden bewaert. Sy hebben oock belbndere vrientlchap van VrießaM. |
de Köningen van Schotland genoten, en voor-rechten van belcherming bekomen, als van Ia*» • cobus in ’t jaer 1499, in ’t eerfte jaer fijner hcer-fchappy, en wederom in’t i py , als de belègel-de brieven te kennen geven; die ly oock van Albertus der Sweden en Gothen Koning, in ’t jaer 13Ó8, opS. Iacobs dagh gelcgelt, verkregen Sleeden, hebben. Omtrent het jaer duyfent twee hondert bloey- R de dele ftadt in allehoogheyt enrijekdom; want daer wa.s de voornaemfteftapel en koophandel, in alle landen vermaert: lbo dat d’inwoonders toen in alle weelde en dartelheyt leefden, die lbo buyten alle maet ging, als eenige leggen , datle hare ftoepen en leunen voor de deuren lieten diebovs» vergulden ; dies ly, om hare ongemeene kofte-lijckheytjin ’t gemeen de dartele oft y)erytgt;eende kinderen tgt;an Stalgt;eren genoemt yiderden. Als ly nu ten opperften top van alle weelde en heerlijckheyt was,is ly weder vermindert en afgegaen; ’t welck men ten deel de groote dartelheyt van een feer rijeke koopmans weduwe toelchrijft, waer vanmenleyt: datle een Schipper op Dantzick bevrachte , en hem bevel gaf de befte waren en goederen, die daer te bekomen waren , mee te brengen. De Schipper bracht tarwe, als ’t befte goet, over ; waer over de vrou verftoort fi j nde , hem gebood, dat hy de tarwe over boort in zee werpen Ibu, ’t welcK gelchiede. Daer na is ’er een groot en hoogh fant voor de haven gelehnten , lbo dat men met geen groote lchepen kon aenkomen : defe plaet leght een half mijl van d'e ftadt,en wort nu noch het Vrouy[gt;en-/ant ge-noemt, dat de Schippers als een klip oft drooch-te moeten mijden ; doch leght nu buyten alle hinder van de tegenwoordige haven aen het Zuydtweft der ftadt. Of dit verhael van de gemelde rijeke weduwe waerachtigh ly , derfick niet verlèkeren ; een yder geloof’er loo veel van als’t hem belieft. Dit is altijdtlèker,dat de ftadt allengs afnam : want vele kooplieden vertrocken, en met hen ten deel de koophandel : ly wierd , eu gefiraft om haer groote rijekdom , van andere aenge-vochten ; van den adel des lants gehaet ; door d’inlantlche twiften der Schieringers en Vetkoo-pers belwaert ; en door brant, en overvloeyen der wateren eyndelijck foo verkleynt, dat het een yder ten hooghften verwonderde. Omtrent het jaer iiyo kon men noch met een t^eraude* pols oft Ipringftock van Staveren naer Enekhuy-fen over ’t landt door het bolch Kreyl gaen ; maer onlangs daer na begon de Noordtzee de gaten van Texel en ’t Vlie wij der te maken : lbo dat omtrent het jaer 1400 eenvrye vaert van de felve Noordtzee voorby Staveren , Medemleck en Enckhuylèn tot in de Zuyderzee liep , daer te voren alleen eenkleyne floot plachte fijn; ’t welck door vele finalle graften ( die d’inwoonders van Wieringenen Texel, en andere gebuerlanden , om te beter by elckander te komen , maeckten, ) veroorfiieckt is : want het water der groote zee kreegh daer door ingang , en wierd allengs tulTchen dele ftadt en Enekhuy-len een wijde en diepe zee , die Weft-Vrieflant, oock Noordt-FIollant genoemt, van Vrieflanc affeheyd. V G z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;In’t |
Syoo'rïo-}3t ïn’tjaer 133^ was defe ftadt evenwel noch te^en Tm- van lulck ccu vctmogcn , dat fy tegen de mach-^'8^ fteden Lubeck en Hamburgh oorlogh voerde, welck gelchil daer nae vereenightis door tul-fchen-lprcken der Gefanten van Gent, Brugge , Ypcren , Dordrecht , Middelburgh en Zie-riezee. in tenen de O (irnef quot;uan IloUtwt, E'enden. Met een k/gt;ßeel ^^e-ßcrckt. f^ar. de Geußn in' genomen. Sy toonden oock haer krachten tegen Willem de vierde , Graef van Hollant 5 want als hy in ’t jaer 1347, om de Vrielèn te dwingen, in’t dorp Molqueren in die tijdt Rodewier gcnoemt en van daer op ’t Noordt van S. Odulphiis, toen noch in welen fijnde, gelandt was, fijn de Vrie-fen ( wiens finfpreuck van outs gewcefi: is : Phi'i-/opto Liberta mottem oppetit dat is , liever doodt dan cn'\'''iy y ) hem tegen gekomen , en hebben , dooide macht van die van Staveren , ’t velt behouden , de Graef met leven Baender-hceren en vijf hondert Ridders verflagen , lbo dat ’er omtrent acht duyfent mannen, op een velt by Odul-phus kloollcr, de zuydtvenne gcnoemt by den oever der zee gelegen, aen’s Graven fijde gebleven fijn. Den dagh deler overwinning is daer na van de Vrielen met blylchap gehouden, tot dat het hen van de Saxen, in’t jaer ijop, verboden is. Daer na heeft ly vele elenden , als belegeringen , innemingen, branden, overvloeyingen en andere Iwarigheden uytgcftacn : want ly is aen d’eene fijde d’uyterfte Itadt van Vrieflandt, van welche men in twee oft twee en een half ure te Enckhuylèn en Medemleck komen kan j aen d’ander fijde had fy van d’uytheemlchen d’cerfte aenlloot te verwachten, dewijl ly is als een deutel van dit lantlchap ; waer van verlcheyde voorbeelden, tot groote lchade der ftadt, in de jaren 1414, 1420,12 en 23 , gefien fijn j lbo datlè als een roofneft, Ibnder wallen en poorten, tot het jaer 1516, geweeftisj want in die tijdt is ly aen d’eene fijde een weynigh gefterekt. Maer in’t jaer 1522 heeft Georg Schenck van Tauten-burgh , Stadthouder van Vriellant, hier een fterek kafteel, met een toren en ringmuren op ’t Noordweft aen de zee gebouwt, daer Aelbrecht van Beyeren , Graef van Hollant, te voren in’t jaer 1397 , oock een fterekkafteel geleyt had. Als de Geufen ( lbo noemde men in die tijde de gene die tegen de Spanjaerden oorloghden) in’t jaer 1^72 dele ftadt ingenomen , ’t grof gelehnt van Bolfwaert, Sneeck en Franeker beko- men, en’t kafteel fterek belegert hadden, fijn ly door den Heer van Billy verjaeght : want hy quam met vijf vaendelen Walen, en twee vaen-delen Duytlehen, in 62 turf-lchepen onverfiens in der nacht voor defe ftadt : doch ly vonden-lè ledigh, om dat de Geulen , door de Ichie-lijcke aenkomft, vreelè van groote menighte , t»verlaten, en voor eenige verradery , gevlucht waren : maer als ly van Gaelma Damma wederom vergadert waren , fijn ly verftrooyt, en hondert en vijftigh van hen gedoodt ; waer door het dorp Coudum van de Spacnlclien geplondert, ’t ka- Gerinndert fteel van Staveren ontfet, het derde deel der ftadt ver brant, en ’t overige geplondert is, en veertien mannen acn een brug opgehangen. |
In’t jaer 1580 is het gemelde kafteel oft 'tK^peei Blockhuys, dat toen 77 jaren geftaen had , met ^^^^pafge-ract en toeftaen van Prins Willem van Oranje , ncergeworpen j maer daer na door de Gracf van wrederop-Rennenbergh weder opgemaeckt, die daer toe gemuckt, het muurwerek van de verbrande huylcn ge-bruyckte, de burgers van hare goederen beroofde , en de ftadt leer belwaerdc. Doch in ’t jaer 1581 fijn d’uytgeweke burgers, gefterekt met een vaendel Ibldaten,des nachts overgekomen, hebben hare ftadt met groote dapperheyt inge- belegert, genomen, hetkafteel belegert, belchoten, en eyn-delijck den Gouverneur Dekuma tot overgeving gedwongen. Toen is ’t kafteel aen de fijde der ftadt afgebroken , en ledert onbefet gebleven, weronvor-Dacr nae is ly lèlf vergroot, en met een wal en drie bolwercken, alsly nu noch te fien is, ver-fterekt. Sy is aen de Zuyderzec, op een hooge plaets, die aen Hollant paelt, gelegen, ’t Gene dat ’er heyt, en van de verwoeftende oorlogh en de woedende zee overgebleven is , ftreckt fich meer uyt in de ßtijdt. lengte dan in de breette, langs een wijde graft, de Delft genoemt, die daer door loopt, wiens beyde fijden met lchoone huylèn vercicrt,cn met verlcheyde bruggen aen een gevoeght fijn. Aen de eynden der gemelde graft fijn ftereke fluylèn, die ’t water uyt en inlaten. ■ Die van Staveren hefteden haer vermogen , om fich niet alleen by haren tegenwoordigen ftaet te bewaren , maer die te vermeerderen j want ly vele fchepen naer de Belt, de Oofter-Iche landen en in de Middellantlchc zee lenden : doch om datlè geen goede haven hebben , fijn ly genootfaeckt vele faken voor de Hollanders te laten , die alle koopmanlchappen bequame-lijck in hare havens können brengen. Anders . fijn die van Staveren kloecke zeeluyden , en ’ lchijnen tot de lchipvaert geboren ; want het meeftendeel van d’inwoonders geneeren fich by de zee, varen lèlf, oft reeden aen de lèhepen : het grootfte deel van ’t gemeen volck leeft by de vilTchery, die hier omtrent, om de menighte der wateren, die aen alle fijden rontom de ftadt fijn, lèer goet is : ’t welck oock oorfiieck is, dat men weynigh te lande reyft , dewijl de gemelde wateren d’omliggende landeryen op lèer vele plaetlèn doorlhijden, en aflèheyden. De Magiftraet beftaet in acht Burgemeefte- overhejdt. ren, die’t gemeene befte belorgen, enjaer-lijcks verandert worden. ïn’tjaer 1608 heeft men, met toeftaen van de Gouverneur en ’t hooge liof van Vriellant, en op ’t verloeck van de Gemeente, hier een Raet van Gelworenen ge-maeckt, die jaerlijcks door de Overheyt, uyt de bequaemfte burgers , ten beften van de ftadt, gekoren worden. |
uyt de Hiftorie van V b b o E m m i v s getrocken.
en drie Raden ■ fonder Gefivorenen oft diergc-lijcke Amptenaers van ’t volck. De meefte in-woonders geneeren fich met de lchipvaert en handel over zee.
Hier omtrent, tulTchen’t Vlieen de Lauwers, om dat’er loo weynigh landt en veel water is,fijn verlcheyde kleync Itcden , waervan’tgrootlle deel in Wel’ ergo,en weynige in Ooftergo leggen. Men Ibu noch andere laken van dele Itadt können verhalen j maer om datfe die gemeen heeft met andere , gaick die met ftilfwijgen voorby. De Raet heeft fijn Secretaris oft Geheymfchrij- Mindert ver, de Hadt haer Threlbrier oft Schatmee-lier , en hare burgers in vaendelen verdeelt , die met Capiteyns en andere Bevelhebbers voorfien fijn. Oock heeft men hier Amptenaers, oni alle eetwaren te befien , op dat ’er in ’t koopen en verkoopen geen bedrogh gelchiede j welcke alle van de Magillraten,gelijck als in de voorver-haelde Heden, gekoren worden.
Byvoeging. Dit is d’eenige Hadt in de Seven- Geieoen* wolden, leght anderhalf mijl van Staveren, niet ^9'^-wijdt van de Zuyderzee, in een waterigh landt. Sy was eertijts onder ’t gebiedt vanHarinxma, een deelgenoot der Schieringers. Daer na was ly de Gelderlchen toegedaen, dies ly met een be-legh aengetall wierd, waer in Georg Schenck en Ian van Walïènaer gewond fijn : dies hebben de Bourgoenlche , nae’t innemen van’tfiedeken, de vellen neergeworpen; doch de Staten hebben het in’t jaer m d lxxxi weder Herck ge-maeckt, waer toe het oude huys van ’t gellacht vanHaringa afgebroken is. Het is, om fijn wa-ter-achtigheyt, lchip- en vilch-rijek.
L O O T E N h een kley ne ftadt, doch is byna loo wel gefterckt als een groote j want ly is met graften, wallen en bol-'svercken voorfien. Sy is de hooft-ftadt van Geefterlandt, ’t welck van Weftergoo, daer ’t een deel van is, tot de
leven Wolden ftreckt. Voorby hare wallen loopt een breet water, dat uyt het Slooter-meir komt, wiensomgang een Duytfche mijl groot is. Dit water is feer dienftigh voor dele hadt, om daer door met de gebuerfteden te koopmanlchappen: oock loopt het door de ftadt naer Take-zyl, daer het fich in de Zuyder-zee ontlaft.
Sy heeft niet meer dan twee poorten landt-waerts in, d’eene aen’t wellen , ' die tamelijck Ichoon, de tweede aen d’ander fijde, die kleyn-der is. Men reyft hier meer te water als te land , meer te lcheep dan met de wagen ; want ’t eerfte kan men bequamer doen. Hoewel datlè kleyn is, ly is evenwel volckrijkjde huylen fijn in tamelijck goct getal,maerlaegh en Hecht gebouwt,uytge-lèyteenige wooningender voornaemfie burgers.
Het Raethuys is redelijck fraey. Hier is maer een kerck, en een Predicant. De ftraten fijn wey-nigh, doch net en wel verordent.
Hier is overvloet van alle dingen , die tot het menfchelijck leven noodigh fijn , als koren, vleefch , boter, kaes, en andere eetwaren, die tot een redelijcke prijs te bekomen fijn.
De Overheyt bellaet invierBurgemeclleren ,
Foortea.
Kttethuys, Kercl^f en flraten.
Overvltet.
ßyaet.
BESCHRYVING van W O R C V M,
uyt den felven.
Haven, O R c V M leght aen de Zuyderzee, een mijl van Bollwaert, Hindeloo-oen en Maccum , en twee van Haringen. Plet landt daer rontom is lbo vruchtbaer in alle dingen, als men wenlchen kan : doch dat geluck is met een ongemack verleit, te weten het hooge overvloeyen van ’t zeewater, inlonderheyt als de zuydwefte en noordwelle winden haer ge-welt en krachten uytblalcn. Hier is een haven , maer kleyn , die hoewel het inkomen moeyelijck genoegh is, evenwel d’inwoonders dienlligh is tot haren koophandel. Sy hebben vele kleyne wateren , die over al landt-waerts Kneßant, |
in loopen , en tot d’omgelegen binne-meircn ftrecken, daer ly water van ontfangen ; waer door men leer gevoeghlijck van hier met kleyne lchepen naer Maccum , YlH, Hinloopen, Staveren en Sloten kan varen. Daerenboven fijnle leer vilchrijck , en llrecken d’inwoonders daer door tot groot voordeel. Dele Hadc heeft, ledert vele jaren , open en Ibnder muren geweeH, waer doorfe dickmael geplonderc is : maer daer na heeft men eenige kleyne werc-ken, tot haer belcherming, gemaeckt. Die van ’t gedacht van Hottinga, die hier omtrent haer meelle goederen hebben, lieten ’er een Hot oft kaûcel bouwen. V H nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hier |
I.-
/ . De. Groote kerek |
S. t Ga/f huys |
»tVUet |
j£.De DyÂt: |
Z • t |
De '^aert |
J Z. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Imyr |
jj.'^het 'weyh |
^.De MarcJit |
8^De Caypel |
jy, ^bDokvtrt^ |
j8. blû^er £.n£t |
. ^£t Cbofh!r |
g. ’t ^oorJer Gnlt- |
J4.T)tJ)eÿt |
jg. ^teu-vee Jltiyo |
Dagyne Jlroeh nbsp;nbsp;nbsp;' |
JO.De J/ohtteer |
J g. Cittt^îte Ifuor |
20.. Zee £yck |
WORCUM,YLST en H INDELOOPEN.
gemeene laken indringen wilde, pooghde t’ont-llaen ; in voegen dat de Raet jaerlijeks de gemicl-de XXIV mannen kieft, die d’eedt van getrouheyt aen hen doen, waer by ly beloven ’t gemeene nut te belbrgen, en-niets tot nadeel des volck.s te doenf t welck met de volgende ordre gelchiet; als de XXIV gekoren fijn,lend men hare namen aen’t hooge hof van Vrieflant, om de verkiefing te be-veftigen. Oock neemt men jaerlijeks vier van hen, die , als ’t de Burgemeefteren belieft, in de Raet geroepen worden, en ftem daer in hebben : maer men is niet sewoon hen alle in de verzade-ring te roepen, om dat de Burgemeefters ’t lel-ve voor ’t gemeene befte ondienftigh achten.
Dele ftadt was eertijdts Waldriebum, oock Wol-derkum genaemt, als eenige oude brieven noch „aem. können getuygen ; lelf om ’t lègcl der ftadt ftaet Wolderkum : in voegen dat men daer na, door verkorting , ’t gemelde woort in Worcum, gelijck ly nu noch genoemt wort, verandert heeft.
l iier is maer een kerck , daer twee Predican-ten hunnen dienft verrichten , en op de lelve wijfe, als die van Bolßvaert, Sneeck en Harlingen , de Gemeente beftieren.
Wat de burgerlijcke heerfchappy aengaet, ick heb niet können vernemen hoedanigh die geweeft is, eer fy onder ’t gebiedt van de Her-togh van Saxen quam ; want alles is onleker. Dit blijekt alleen , dat Worcum in die tijdt oock ftadts-rechten , en hare Burgemeefteren en Raden had, en in geen geringer ftact was dan fijne gebuerfteden. Pïedeiidaeghs beftaet de Raet in acht Burgemeefteren, die de ftadtregeeren. Oock is ’er een Raet van xxiv mannen, die on
‘Kerc'k.
•Overheden.
der de heerlchappy en met toeftaen van Keyfer Karei de vijfde, door den raet en’t gelagh van den Gouverneur Georg Schenck van Tauten-burgh en’t hooge hof, op’t verfoeck van den Raet der ftadt, ingeftelt fijn, die fich daer door van’t krijgel volck, dat fich ftlf tot de kennis der
N G van Y L S T,
B ESCHRYVI
uyt den felvcn.
ït is oock een kleyne ftadt, gelegen in ’t midden van Weftergoo, niet meer dan een half mijl van Sneeck , in een drooger geweft dan de gemelde ftadt. Sy is leer final, ftreckt fich uyt in de lengte , en beftaet in een lange graft, aen elcke fij-de met een rye huyfen en boomen van ’t ooften tot het weften befet, wiens water van Sneeck komt , en haer in’t midden doorlhijdt : in’t uytgaen der ftadt deelt het fich in verlcheyde tacken, die alle bequaem fijn om lchepen te dragen, en doortochten aen d’inwoondersgeven, om naer alle d’omgelegen plaetfen te varen. |
Ylft heeft, gelijck Worcum enHinloopen, geen wallen noch muren, maer alleen een graft, die haer omringt en befchermt. Sy leght, als ick terftont gefeyt neb, een half mijl van Sneeck, eengeheelevan Bolfwaerten Worcum, en wat meer van Slooten. De huyfen fijn redelijck wel gebouwt, en in het kleyn getal der felve worden noch eenige aenfienlijeke gevonden j als, onder andere , het Stadthuys, ’t welck niet groot , maer fraey is. Hier is maer een kerck , die eer- Ktrchs tijts aen’tkloofter der Carmeliten, dat in de laetfte oorlogen verwoeft is , behoorde. Over de voorfeyde graft fijn verlcheyde bruggen , en ’t gerief van ’t water is oorlaeck , dat de ftra-ten aen alle lijden net en fiiyver fijn. Men lèyt dat Ylft eertijts veel grooter en rijeker dan Sneeck geweeft is , en de naem en gedaente van een ftadt, had , als d’ander noch maer een gering dorp was, doch daer na allengs vergroot en verbetert is, terwijl dat Ylft afnam : of dit vaft gaet, kan ick niet verlèkeren ,• want iny dunekt dat de Schrijver, die dat lèydt, niet leer geloofwaerdigh is. De inwoonders geneeren fich meeft met de lantbouwery , en het lcheeps-timmeren : want ***' hier worden lbo veel fchepen gemaeckt, als in eenige andere ftadt van dit lantlchap. Dit ftedeken wort van vijf Burgemeefteren beftiert, die recht Ipreken, en ’t gemeene befte belbrgen, Ibnder eenige Gelworenen. |
BESCHRYVING van HINDELOOPE N, uyt den felven.
ßraei. Indeloopen oft Hinloopen is oock aen de Zuyderzee , een half mijl beneden Worcum , en wat minder dan een mijl boven Staveren, gelegen. Hare haven is kleyn, en wort weynigh be-focht ; haer geluck is niet leer groot ; hare mee-fte inwoonders van geringen ftaet, die fich door de lantbouw , viftchery , en het timmeren onderhouden : weynige van hen doen koophandel. Hier fijn oockvijf Burgemeefteren, die jaer-jijeks verandert worden , en’tlelve vermogen als die van andere fteden hebben. Op ’t verloeck van ’t volck fijn hen fes Gefworenen byge-voeght, die ly felf tot hare huipe verkielèn. |
B YV oE G IN G. Sy heeft haer naem , als in de belchrijving van Staveren aengeroert is , van ’t loopen der Hinden , die hier uyt het bolch van Kreyl, daer nu de zee overvloeyt, quamen, waer door de Vrielche Köningen hier omtrent ter jaght gingen. Daer na fijn hier, in het jaer D cccc X , d’eerfte huylen gebouwt ; doch in ’t jaerMccLiv is ly tot een ftadt geworden. De Bourgoenlche hebben namaels dele plaets ver-fterekt tegens ’t belpringen der Gelderlchen ; maer Lange Pier heeft het evenwel , in den naem van den Hertogh van Gelder, met gewelf ingenomen. |
TKATNTSISEXANIA
D OMIXIV7Æ vernacuiè
-Z^^r^oeck
Staveren
SttSlquot;
fi'
CUquot;’
Harder wij cJt
B.ÏBAR-TOXDO WICHERIKGX^^
^^ÖpM‘che£ ttL ^lOltPaiCtPtn: ttitpfo* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;OpSttlUfft^^èedAt
^‘1}V itjfiffïn-i^niJent^ mau, Vai altermj piL.
il^Occàiaitan^arittra^fVtôuit.ii^militamù aac rateri /pectat\ ' *
..äU .
k.
^^ffkroeJh
igt;zlt;zzi
Tt’cU,
J[viettere»t
«7 JCRjrp
fA
-tjt '' Seieoenfe
'V^infchooten
\v
(Dunetrouek'
»W/S
■\lekbft
Cxiileon
len
Seytp oa'^ «4^44.,
gt; .V”
Qriüt-SmäJ^i Smilder Veenen
•tri!'
lóó^
Chtÿj
■ ^3^^ t^Jeer
Iiourt;ance
, . ,:. ö .
Moftrto^f 'foft ■ •
4*’ï,
*■' ■» l «
jâsJn
¥ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l’
.4.4 .
i' jlt;.
W44 4i''
,*| Sx'ick^itn.
Seigt;ooitt.toe
i-,
’'Squot;«-'
y^^efloriot^
£xeel
v^.
J*’“’
äb Ot^eUe
■ Sihiutb^
eeii! groote
C oj\i I
ÜlOOfU
St:!^eLrtc»f -Àh
Sc-hafpe„lg
^uyde
'wußtm.
Grot^
«x '2gt;iuitfr£n.
Seÿtliejtrinit
^ourtanjh; loco., oh palude^s coirt^iuns de^ertiL. et itwin . nbsp;nbsp;nbsp;\
Atoeras.
‘^o^eMtY J
'^onùiyen
Degnecam
-1^
CiOfùtk
Gleikotek.
Gfolhofj
[ C O Af I
SfxMîtftoîo
op de rechte hjdc van d’Ylèl,en omtrent vier mijlen van Swol. Hare gebouwen, lbo ge-meene als bylbndere, fijnlchoon en welge-maeckt; oock is ly lbo volckrijck, als eenige Had van hare grootte ;
Hooftßadt. kortelijckjhet is de hooftlladten de voornaem-lie van Over-Ylèl.
A/arckf.
Sy heeft een groote en wijdllreckende markt, daer een huys is, tot gemeen gebruyck dienHig, waer in de burgers alle nachten en Ibmtijdts oock des daeghs waken. Het Raethuys is dicht by de groote Kerck , en heeft, behalven fijn grootte,niets aenmerekelijekdan fijne outheyt.
Sy is niet alleen door de Natuer, macr oock door konll leer llerck^ want lyis voor vele jaren met dubbele muren, een diepe en breede graft, van de Berghpoort tot aen de brugge belloten, ’t overige deel heeft een breede haven, en d’Y-lèl in plaetlè van een graft:de muren fijn hoogh, met vele kleyne torens voorfien, en dicke wallen achter de lèlve. By de Brinckpoort is een groot bolwerck, tot belcherming der felve, beneden met een laege muer omringt : oock is ’er een groot bolwerck van den gront op met Heen be-kleet, op den hoeck van d’Ylêlbrug gelegen, ’t welck oock de waterlchutting der graften be-Ichermt : tulfchen dit bolwerck en de Brinckpoort is den Neurenberghlchen toren , wiens muren van harde Heen gebouwt,achtien voeten dick, en feer groot en hoogh fijn , lbo dat men daer af de bergen en omgelegen landen ontdec-ken en belchieten kan. Hoewel het lchijnt, dat-lè door al de gemelde wereken genoegh be-Ichermt kon worden, evenwel heeft Prins Maurits van NalTou hier allerley krijghswercken,die d’oorloghskonll in de laetlle eeuwen voortgebracht heeft, doen maken ; in voegen, dat ’er niet meer aen Ichijnt te ontbreken.
Dele lladt heeft het recht van goude en fil-vere munt te llaen, en die met haer wapen te verderen. Sedert eenige jaren hebben de Heeren Staten van Over-Ylèl hier een hooge Scho-le opgerecht, om de jeught in de Godtgeleert-heyt, het Burgerlijck Recht, de Philolbphie oft Natuerkonll, en de Hebreeulche tale t’onder-
RAetïiujs.
Munt.
Hooge Schale^
Deventer is een Keyïèrlijcke vrye Rijcks en Hanfè-ftadt, in een aengename en vruchtbare landouwe van allerley gewas gelegen. Behalven dc weeckmarckten, nebben ïy noch vijf jaer-marckten , daer men van alle fijden allerley koopmanfchappen brengt : d’eerfte wort omtrent in’t midden van de vallen gehouden, d’an-dere vier te S. lan, S. lacob , S. Lieven , en S. Marten.
De hoofckerck is aen S. Lebuinus gewijdt, en in’t jaer cl o !□ lix, als Paus Paulus de derde de nieuwe Bildommen in Nederlandt in-
Oygt;er-Tfe!.
laer/ntvckc te».
Kacken.
. Helde , tot een BilTchoplijcke ftocl gemaeckt« . een andere kleynder aen de llincke lijde daer neven is na de Maeght Maria gen cmt ; de derde,die men de Berghkerk noemt,is op de hoog-He plaets der lladt gebouwt, en aen S. Niclaes gewijdt. Hier waren eertijts vijf Kloofters, vijf Kioofiert^eu GaHhuylèn, en een bylbnder buys voor d’arme lt;jeißiouj/en. Wee fen, De lladt heeft lès poorten, waer van ee- Koom». nige feer fraey gebouwt fijn,als de Brinckpoort, in wiens gevel een zinnebeeldt, te weten den Rijcks-arent,door KeylèrOtto de derde tot hun Wapen, wapen gelchoncken,met het volgende opfchrift gehouwen is :
Dat nobis Aquilam Romana inßgnia C^far luraquc noflrafub his in^iolata manent, Dat is :
De Kcyfer df Aed'laer in ons yeapengafj deesfehild Rcfihermt ons Rechten, doorßjnganft, ßo quot;troom als mild.
Op de beyde lijden llaen twee pilaren, ’top-perlle van d’eene, die aen de rechte fij de llaet, is met de Fortuyn, die wy oock Davontuer noemen , en onder met de volgende regelen ver-ciert:
duce Cattorum gensßeditione coorta ,• HaCj patriam fugicns, arygt;a inarata ßbit^ Atque meo Da'Vonturium de nomine diclum, Plus mille ante annos mceniapaDgt;a locat, Dat is :
Jek hebj door oproerj hier de Catten eerß gebracht DiCj uyt hun landt geflucht, hier lufl en ruß genoten : Ook blceßpnoor duyfent jaerjmijngunfl in hungcdacht-^ Dies Da'rgt;ontuer naer my genoemt is^ en beßoten.
Op de llincker pilaer is Bellona oft d’Oorloghs-godin met dit oplchrift ;
Addidi ego hoc urbi Dallum furialis Enjo, ßpiodfecura ßis hoßibus objiceret.
Tu belli ejß memor debes in tempore pacis y ISle qua tuum feriat quot;vis inopina caput.
Waer van de fin is :
Jekgaß dees al en poort aen deße ßercke ßadty Op datfe onbefchroomt haer pyantßou aßkeeren. Seiß in de quot;yree gedenckt aen 'toorloghs drayend rat y Soo ßalgeen flinckßeflaghuyt)ßcha met ßchandc leeren.
Oock llaet ’er het beeltenis van Keylbr Karel de vijfde nae ’t leven uytgehouwen , en daer by ’t volgende lchrift ; D. Carolo Caß. V , Imperatori max. S. A. P. L. Ttindici P. P. S. P. Dai^ontu-rienßs mcnumentum hoe deßenßonis ergo pojuit anno m. D. X LIV y poßeri diligenter conßer'rgt;anto. dat is: Ter gedachtenis ygt;an de grootße Keyßer Karel de y^ijßde , al-tijtyrermeerder des Rijcks y Beßchermeren Pe^-loßer y^an ^t Vaderlanty is dit gedenckteken door den Raet en 't Kolck yaan Dey^enter danckbaerlijck opgerecht in ’t jaer M. D. XLIV , op dat de nakomelingen de geheughenis ßjner deughden neerßelijck beytaren.
De gedaente delèr lladt is ront,uytgelèyt dat-K fich van de Brinckpoort tot aen de Bergh-poort een weynigh in de langte uytllreckt.
De regering oft burgerlijcke belliering van Deventer bellaet in vier-en-twintigh Burger-meelleren, Schepenen en Raden , die jaerlijcks verandert worden, en dagelijeks vergaderen,om
vj A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;over
-ocr page 353-Gayenheiÿh
--.xlt;gt;-
Æ-
] , Jamp;t Ttae^ku-yo z Se amp;reete kCercte 3 .SeVifttwenkerele .f, . Se Sayti kerck g . Se Sfeer teer ei, 6 Se^eyt^ J .Se TSiujk 8 , Sen. STmek ÿ , Groote Ovetjlraei JO . 'Kleene. Overflraei J] . r^en-Jtmeb J2. Sotijlraei J3 . Jlelekoter ^oori
.Si^n.^oori JS . 'Vtoter Jh-aeb-jS ■ Se 'Meuwe .Miirekt
■ V/l
il
- .A,o—
SC AB INIS, XT CONS ILIARIIS ,
LIB.. IMP. CIVITATIS DAVENTRIEN5IS
ZCttulam, tgt;ane etusiem. Cetntatis S.S, r .^,0
■' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;loan. sLueu..
Smeejïmet JConie Syjête^ Jlreei Sat^ Si^cho^ßruei ,^c)ierieonfiee^k Selt-Jtmei-Sioj^ jlntet-Serjkßrneb
, '^Ryckmitn^Ait-■ 'Soterßf/i^tr
. Stu-rs
j4 . Di Seoir
Jinnies. V/euronhot^or^ooft-■ ‘Se. Srinek^eort-^S .Se JL^el .Suekif^^aeiek ^o ■ v)aitr meten. ^.Suiten.
over alle faken te raetsplegen, en ’t Recht te bedienen. Oock fijn hier noch fès-en-negentigh iTiannciijche ’t geheele lichaern der ftadt vertoornen , envier oft vijfmael des jaers vergaderen , oft fbo dickmael als het de Magiftraet nodigh acht, te weten, als men van vrede, oorlogh (chatting, oft verandering der wetten , en dier-gelijcke faken , handelen fal. Dele verkielên jaeriijcks, op de feeftdagh van S. Pieters ftoel, de Magiftraet, na dat’er een predicatie en openbare gebeden in der oude heeren en hun by welen gedacn fijn, en na datfe gelworenhebben, datle de bequaemfte, wij ft e en nutfte , ten beften van de Gemeynte , lullen kielen : de ver-kiefing gelchiet op de volgende wijle ; in een grootelael dicht by’t Raethuys fijn fitplaetlèn voor twaelf mannen , die uyt de acht wijeken der Stadt genomen fijn j dele acht collégien loten elck uyt een hoet, daer acht witte envier /warte boonen in fijn: die delwarte krijgen, mogen datjaer niet kielen, en können nochtans verkoren worden. D’overige kielen eerft twee U'ejdegrc'Tpen, dat is, O ver ft en van de weyde, die deftadtheeft, te weten, twee aen delefijde, en twee aen gene lij de van d’Yfel ,• daer in een yder, die’t volle burgerrecht heeft, eenftier, drie koeyen, en een paert om niet mogen wey-den. Daer nakielènfe drie Schepenen en Raets-lieeren voor yder Wijck, te famen vier-en-twin-tigh mannen. Indien dele acht collégien, die elck maer eenftem hebben, niet overeenkomen, en yder vier oft gelijeke ftemmen uytbrengen , fbovergelijekt d’oude Magiftraet,de in de naefte kamer fit, dit gefchil, en heeft de negende ftem. Als de Magiftraet dus verkolen is , gaenlc weder in de kerek, om Godt te bidden, dat hy de nieuwe Overheden fijnen legen en genade gelieve te geven, op datlè hun ampt wel mogen bedienen. Eyndelijck Iweeren de verkore Heeren op’t Stat-huys, in tegenwoordigheyt van al de burgers, die daer by willen fijn, datlèhare amptenge-trouwelijcK lullen bedienen. Acht dagen daer na worden de mindere ftadts dienften aen bequame lieden gegeven. Hier fijn vier Secretariften oft Geheymlchrijvers, die hun ampt niet, danmet hun leven, afleggen, ’t en waer dan,datle fichlèlf door eenige misdaet onwaerdigh maeckten. Sedert eenige jaren is in’t getal en de wij Ie van verkleien eenige verandering voorgevallen ; want eerft is ’t getal van x c v i mannen op l x i v, en daer na op xlvi 11 gekomen. De Magiftraet, die uyt xxi v mannen beftont, is tot x v i ge
enhdrewr-
f^trattde-ring.
bracht , ledert dat de Stadt voor de verecnighde Staten gewonnen is, oock wort ’er nu maer een, door de Iwarte boon , in yder vergadering , uyt het getal der kielèrs gefloten.
GerardtiSj om fijn heerlijeke deugden de Groote gebynaemt,die vele geleerde boeckengemaeckt ‘ heeft, is uyt dele ftadt gelprotcn ; en Alexander
een geleert en vermaert man , die Lecr-meeftervan dat uytftekend Licht der geleert-heyt, de groote Erafinus van Rotterdam , ge-weeft is. Oock is hier geboren Jacobus Da^e-a-trzz/y, eentreffelijck Geographus oft Landt-be-Ichrijver, gelijck fijn fchriften getuygen.
Als de Graef van Rennenbergh, in’t jaer Ceifonnen, ein In Lxxvi 11 dele ftadt, uyt de nacm der ver-cenighde Heeren Staten, ingenomen had, heeft hy daer belètting in geley t, welcke de burgers 'grooten overlaft deden; dies ly lbo vele te weegh brachten, dat Rennenbergh met fijn volck ver-trock: hier door was nu de ftadt van krijghs- onhefet^ volck ontbloot, waer over de Staten bekommert waren, te meer, dewijl Parma daer omtrent was, en de burgers weygerden Ibldaten in te nemen. Doch de Graef van Leycefter vond eyndelijck middel, om daervolck in te brengen , en allbo de ftadt voor hem te verlèkeren, waer over hy Willem Standley tot Gouverneur ftelde ; welcke met Taxis handelde , en gaf De- doorverraet venter, dat hem vertroutwas te bewaren, in’t jaer 1587, aen de Spaenlchen over. Maer Prins * MauritsvanNaftouneefthaer in’t jaer lypi den 30 Mey , op de dagh als hy Zutphen gewonnen had, berent, en voorts belegert, met acht-en-twintigh ftucken belchoten , en opgeeylcht , maer de belegerden begeerden daer toe noch niet te verftaen. Doch de Prins liet in weynidi , , , dagen omtrent 4600 fchoten op de Stadt beieg^t^ doen, waer door een groot ftuck van een dubbele muer, daer aerde tuftchen lagh, ter neer gelchoten wierd ; waer op men gereetlchap maeckte om te ftormen, dies de belegerden om verdragh riepen , dat den tienden luny gefloten c„ j „ wierd,« alloo trock het krijghsvolck met hungen‘ geweer en goederen uyt de ftadt. Dus fijn Deventer en Zutphen in foo korten tijdt gedwongen , dat men nyna lbo liaeft van het veroveren als ’t belegeren hoorde, daer van, naeft de God-delijcke beftiering, het voorfichtigh beleyt der Opper-hoofden, de menighte van krijghs-ge-reetlchap, en de gewilligheyt der foldaten , de voornaemfte oorlaken waren.
-ocr page 355-
A M P E N is een fchoo-ne^groote, en de twe-de ftadt van Over-Yfel. Sy is op defe ofc de flincker fijde van d’Yfcl, aen d’ingang der gemelde rivier , vijf mijlen van Deventer, en niet wijdt van de Zuy der zee, gelegen; en is met vele fraeye , foo gemeene als befondere gebouwen, voorden. De grootfte kerck, genaemt de Bovenkerck, fteeckt uyt in ruymte en heer-Rnethujs. lijckheyt boven d’andere. Het Raethuys is niet wijdt van de groote brug,die overd’Yfel leght : en daer omtrent, op den oever der rolhuys. gemelde rivier, is het tolhuys, daer men de grootfte heeren, als fy hier komen, herberght, ’t welck foo wel gebouwt is, dat de vremde-lingen daer over verwondert fijn. |
Infonderheyt is aenmerckelijck een groo-te houten brugh , over de fnelftroomende rivier , op dicke balcken , die in de gront ge-flagen fijn , geleyt, en met jocken, tot gerief der deurvarende fchepen, en om de koften van’t fondement-leggen te fparen, gemaeckt, welcke fommige omtrent negentigh voeten deen van dander ftaen, en foo konftigh met tegen elckander opftaende balcken gewellt, datfe fchijnen uyt de lucht te hangen, ge-lijckfe hier afgebeelt is. Aen ’t eynde defer brug, op d’ander fijde van de vloer, leyt een Fort, met vier bolwercken , om de felve te befchermen. |
Sterekte. Poorten. Wat dc ftadt belangt , die is met een hooge en dicke muer, daer verfcheyde kley-ne torens naer d’oude wijfe op ftaen , beflo-ten. Sy heeft fes poorten , en breede graften, maer niet diep : doch was fonder wallen en bolwercken , tot dat de Prins van Oranje haer op nieus verfterekte. Sy heeft oock het recht van geit te munten ; en d’inwoonders genieten verfcheyde andere treftelijeke voorrechten. De koophandel heeft hier eertijts meer gebloeyt, dan in onfe tijdt ; want de haven is nu dondiep, waer door de fchepen niet wel daer in können komen : evenwel fijn hier vele rijeke burgers , gefchickte en kloecke lieden , en feer beleeft regende vreemden. Sy leght, alsge-Gedaente. ß.yj. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;laeghte aen de rivier, in de ge- daente van een hantboogh, waer van d’ Yfel als de pefc is. Campen wort nu beftiert van tien Schépe-Pegee- ( '^^er van twee alle tien weken als Bur-gemeefters het voorfitten hebben, en in die tijdt oock foo genoemt worden ) vier Raets-hceren ,en acht-en-twintigh Gemejnsdujden. Eertijts fijn hier xx i v Raetsheeren, en xlviii uyt de Gemeynte oft Gemejns-luyden ge-weeft; maerint jaer 1581 is’tgetal derRaetsheeren tot vier, en der Gemeynte tot xxxvi gebracht. Dit getal der Raden is noch ’t fcl-ve, doch de Gemeyne mannen fijn eerft tot XX, en daer na tot xxv 111 gekomen : defe O^jer-Tffel. |
gefworen mannen , oft de Geßj^oren meynte fijn in vier benden, diefe Bfpelen noemen , gedeelt, en worden alleen in den Raet geroepen , als men van de gewichtighfte faken , als C^J^tting, oorlogh , vrede , en dier-gelijcke, n. *delt. Hier fijn twee Rechtbanc-ken , dc laegc en de hooge : in de laege wor- j^echt^ den de kleyne faken voorde tweeBurgemee- baneken. fters van die tijde afgedaen en gewefen. De hooge banek beftaet uyt de geheele Magi-ftraet, te weten , de twee Burgemeefters van die tijdt, d’andere Schepenen en vier Raetsheeren, van welcke de groote en fware faken gevonnift worden , van wiens uytfpraeck geen appel oft beroep is tot andere Rechters. De edele en feer vermaerde Albertus Pt- Atbertffi Pighius. ^hius is uyt defe ftadt gefproten,een man in alle wetenfehappen, infonderheyt in de Theologie oft Godtgeleertheyt ,uytmuntende, die mede tegen Lutherus gefchreven heeft:hy was oock een treffelijck Cofmographus oft We-relt-befchrijver,en feer konftigh in Mathema-fche inftrumenten te maken ; foo dat hy, om fijn groote deughden en gaven , feer aenge-naem was aen Paus Adriaen de fefte, met wien hy, als de felve Adriaen noch in geringen ftaet was, naer Spanje trock, en van daer in Italien. Na de doodt van de gemelde Paus is hy by ’t Roomfche hof in aenfien gebleven , en van de Paufen Clement de feven-de, en Paulus de derde , in hooge achting vj B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ge hou- |
-Jl
5CABINIS ET COlfSILIARIIS,
LIB.IMP. CIVITATIS CAMPT^NTSIS
Taiuläm. hatte yùsaem. CufitatU Œ)-!)-
loemnamp;s iSilazu..
^oótt 'Kere1t \ na httvttie'JCtrcIt
,lt;De. SiUe ^roeÀArt, nu
Clo^. . S. G-eertni^ts .
.He, oMùtler Irroelers of de Hroerett kerck
Vrouu^enrkerk
Ë ^Su^tetvkenek quot;^0, v£et '^RÔet
.'Vù '^oert
IX .iCeiren-marts^oerf
fs ■ ^octrt
iti. Sdle-trinrspiHirb
]S, ^roerabTcsrt-
SJ .S^ lato BSJlnut-
^S. ’KahferlteJit^iin't
;y, jLyfien, la art-
i8.Htn. Tn^
]g . Oit hiojt Catt-
20. SAta^aißroit Z] .^ratrattjinttt ZZ/Dt 'SiuywoL
2s.‘lit fllattJÿôk z^. VAatave- stnut-zÿ ■ OuitJlraet z6.'Savon. Jtaf ßr
zy.De. Gratitjlriut:
SZ.Lie.va -Vrau
SS.r^BOck fie^
S^j.^ri^ett iieiÿ
SS. ^iijtrnten. Rosiesß S6. Dt ’Re^nhaajßee^ SJ ■'Se, 'SreiJiets SS.De'Veene.Jlraet:
if.0. tenter âe. muter
. Lnenmer if.z.'Vißch -mereb Z.S- LoVneses
z8. (rto’jtrae.t vanifAit z$.'V)ÿe.Jiu^lt
.fe). .uit JKnaen,
g.S. ^iiaußiuers Jleylt
4.É ■ Carver Jleea
\f,J. hüt lausj'es jtees ij8. Lenjttiyters Jlteyl g.g .Steyte-n. Itofjlrttet
go.le Jiavett
SJ ■ 'U^Ut-vaeicJe SZ. Calverlieche -iveyh
SS ■ Ji-ieteave muret
S^. 'De Mal
.....
.ft/î ..-'iJJJU.îju,
'_ ____..^:v-_-'ôaJÂl
-W ,vS* ;,„■
.Afcî,
Door de Stilen belegert, CAM gehouden ; in voegen dat h y de laetfte in de Mathematica oft Wiskonft onderwees. Eyn-delijck is defe waerde man, met eer en rijcfc-dom overladen, weder in fijn Vaderlant ge-keert, daer hy eenigen tijdt, tot genoegen van een yder, leefde, en eyndelijck in groo-te lof kleven met de doodt verwifielde. Hoewel Paulus Jovius in fijn hiftorie , Laurentius Surius, en andere Schrijvers, die Jovius daer in volgen , met groot misverftant feggen, dat Pighius in k jaer m d xxx, als Çéyfer Karei dc vijfde te Bolonien gekroofit wierd, in de fel-ve ftadt, door k vail^ van een brug, om kleven quam. ’• • Als dele ftadt in ’t jaer m d lxxvi i i met joo Hooghduytfche foldaten van den O-verften Polwijler, die Don Joan van Ooften-rijck aenhingen, befet was, hebben de Staten gepooght de felve onder haer gebiedt te brengen. Sy maeckten in die tijdt den Graef van Rennenbergh tot Gouverneur van O-vcr-Yfiel, welck ampt hy over Vrieflandt al-ree bediende : defe meende Campen met een aenfiagh in te nemen, maer dat misluck-te , dies ging men het belegeren ; en, na dat men acht kartouwen daer voor gebracht had, dapper befchietcn, waer door een ftuck van de muer neêrgeworpen wierd, dat de graft ten deel vulde, en een opening van omtrent drie-en-dertigh fchreden macckte. De ftadt had in die tijdt geen bolwercken , om |
PEN. de befpringers van ter fijde te befchadigen. Oock quam ’er een gerucht dat Kafimir met veel volcks tot hulp der beleggers niet wijdt van hier was. Men haelde in de ftadt door noot k filverwerck uyt de kercken en kloo-fters, daer van men ftueken van 41 ftuyvers floegh, waer op ftont Extremum fuhfidium, dat is, d'ujterße noothulp. Don Joan vertroo-fte hen met ontfet 5 doch de boden wierden meeft alle onderfchept. Dies waren fy eyndelijck genootfaeckt in handeling te treden, en verdroegen, dat de befetting met hun volle geweer, fack en pack, maer gevouwe vaen-deis en doove lonten, fouden uyttrecken, en veyligh in k Graeffehap Bcnthem gebracht worden, onder belofte van nimmer eenige betaling teeyfchen, en in fes maenden tegen d’Algemeyne Staten niet te dienen : de ftede-lingen moeften de felvc Staten getrouheyt fweeren , k verbondt aennemen, en fulcke befetting ontfangen als de Gouverneur goet vond. Dus ging de ftadt den i o luly over , en is federt onder k gebiedt der vereenighde Staten gebleven. Deventer, Campen en Swol, alle in Over-Yfiel gelegen, en in groote achting, fijn ink jaer m cccc xciv ten tijden van den Room-Ychen Koning Maximiliaen, tot Rij cks-fteden ^7* , gemaeckt , en met vele heerlijeke voorrech-ten, alsd’aenfienlijckfte plaetfen, begiftight. |
OLL
E Stadt S’^oîk is de derde en de jongfte der drie Hooft-fteden in de Provincie van Over-Yffel, eertijdts Middel-quot;^ijck genaemt, om dat het Kloofter, genaemt Bethlehem,in de Bour-Ichap Middelwijck gelegen , een beginfel en Oor-(pronck ende be-ginfelen van deÇe Stadt. de oorfaecke geweeft is, dat delêlve Bourfchap eerft een Dorp geworden is ; fijnde naemaels, in plaetfe van Middebtijck, Syoolle genaemt 3 om redenen,dat de koeyen,ende alle ander vee aldaer weydende, gemeenelijcken veele gefwellen onderworpen waren. Van de beginlelen defer Stadt is uyt den ouden geichriften, tegenwoordigh noch in wefen fijnde, lbo veel bekent, dat de vijf-en-dertigh-fte Biflchop van Utrecht, genaemt Wilbrordus, omtrent den jare duyfent twee hondert dertigh, den inwoonderen van ’t Dorp S’^olle alle Stadts privilegiën ende vryhedengegeven heeft, uyt oorfaeck van hare goede en getrouwe dienften, ende deught, in den oorlogh, die hy tegens de Drenten uytgevoert had, aenhem getoont en bewefen. Situatie Door defe Stadt vloeyt een leer aengenaem ofte gele- Rivierken, genaemt de Aa, voortkomende uyt genheyt. verfcheyde wateringen, vloeyende van boven uytde laege landen, alsmede geleydet uytde riviere de Vecht 3 ende wordt, de Stadt doorge-loopen fijnde, tot aen de zee, toe, genaemt het Swarte-water j niet tegenftaende de riviere de Vecht, omtrent een uyrgaens van de Stadt,hem daer mede vermengt : het is, om de naebyheydt der zee, eb en vloet onderworpen : ’t welcke de principaelfte reden ende oorlâecke is, dat de ftraeten van defe Stadt door de tijdt klaer ende reyn bevonden worden j oock is ly daerenboven feer bequaem om alle noodtwendigheden te fcheepe in de Stadt te brengen. Defe Stadt heeft allenthalven, waer dat men uy tfiet, een feer ver-maeckelijck prolpeót in cierlijcke boomgaer-den, vloeyende water, ende leer grasrijcke wey-den : Iv is, fonderlinge in dele eerfte jaren van vrede, binnen om de wallen, ende buyten om de grachten, met de plantagie van eycken- ende ypen-boomen verciert. Voorfle- Dele Stadt heeft drie feer groote Voor-fte-den en den, buyten de drie Landt-poorten gelegen, als foorten. namentliicken buyten de Camper ( eertijdts Voorfter) poorte, Dielèr- ende Salfen-poorte, welcke poorten ende uytwegen op yder plaetle verdubbelt, ende van uytnemende hooge ende fchoone ftrudure fijn, in manieren als groote kafteelen opgebouwt, ende tot defenfie van de Stadt geapproprieert. |
Behalven defe drie Landt-poorten vindt men alhier noch verfcheyde andere feer fraeye poorten, genaemt de Roden-toren, Steen- ende Vis-poorte, ende noch fommige mindere tot op de Stadts-wallen leydende : en daer-en-boven in de muur, rontsomde Stadtgaende, oock vier-en-twintigh treffelijcke toorens, van een extraordi-naris dickte ende hoochte, om de Stadt met de felve te befchermen ,• tot welchen eynde oock in voortijden gemelde muuren rontsomme boven bedeckt fijn geweeft, foo dat men de ronde des nachts,van den regen bevrijdt,konde doen,fonder ergens van de muuren af te gaen: de gemel-te toorens fijn meeftendeel alle vanbylondere figure oft architecture ; hoewel nu al voor een groot gedeelte vervallen. Waer over dele Stadt in voortijden feer fterck sterckte. gehouden is, ende nu eenige jaren herwaerts noch meerder, vermits de veranderinge van de manière van oorlogen,vaft gemaeckt fijnde,boven de voorfchreven muur en dubbelde graften, met elf voortreffelijcke bolwercken onlangs ver-fterckt,ende daer benevens tegenwoordig noch met een uytnemende fchoone borftweeringe aen de riviere de YlTel als vaft geknoopt, oock met vier uytnemende fortrelfen,tuflchen beyden gelegen , daer van de drie eer kleyne ftedekens als fcnanften fchijnen te welen. Dele Stadt is gelegen twee mijlen van Campen, ende vier van Deventer. De goede gelegentheydt om often teweyden opkomri rontom de Stadt,ende principalijcken in Mafte- '^oort. broeck Çin ooften ende weiten verre bekent fijn-de) is altijdts een fonderlinge middel gehouden ^tadt. van de opkomfte ende welvaert van defe Stadt ; oock de koopmanfchap van eycken-hout, Ben-themer-fteen, wolle, koren, ende andere vruchten,alhier in groote abundantie waftende: eynd-lijck oock hetftercke guarnifoen van krijghs-lieden, geduurende den jongftenoorlogh, lbo van ruyteren als voetvolck. Dele Stadt heeft mede tot verlcheyden tijden Beroer-leer perijckeleule oploopen ende beroerten be-proeft, voornamelijck in ’t jaer duylènt vijf hondert tachtigh, op S. Viti dagh, noch in veler levendige menlchen heugenifle lijnde. De Burgerye van dele Stadt wordt leer gepre- ji^anie-fen; lijnde deughtlaem, ende den liberalen oft ren. vrye konften Ibnderlinge toegedaen ,• tegen de armen ende vreemdelingen mildadigh, die da-gelijcks alhier in groote meenighte, als op een Vryborgh, haer nederfetten. Binnen dele Stadt fijn oock veel voortrefte- Cebou-lijcke gebouwen, lbo geeftelijcke als wereld lij c-ke,benalven andere burgers huyfen,oock door-gaens feer wel opgetimmert. Onder de kercke-lijcke gebouwen mach met recht voor het eerfte geftelt worden S. Michiels kerck aen de merckt, fijnde leer konftig van buyten ende van binnen gefabriceert, oock wel net gepaveyt, ende daer-en-boven voorfien met een uytnemende kofte-lijcke Predickftoel, daer aen over de leven jaren gearbeyt is,als mede met een fchoon orgel ende klocken-lpel op de toren j de toren heeft een extraordinäre hooghte , met een aenfienlijc-ke fpitlè. De tweede wordt o nie L. Vrouwen kercke genaemt, de welcke is begonnen te bouwen in’t jaer duylènt drie hondert vier-en-ne-gentigh, oock met een leer hoogen doch ftom-pen toren. Ende daer-en-boven noch verlchey- vj C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den |
!lt;».
« _ Q
J . S*; JlumeU korck
2 . (BetnleJietns kerde
a . (Rroeren- kerck
6 .S;Da4treets C^met
7 . S- GeerbruÂat
8 . t (Baedtrkuys
a . Dottttes Clertcorumé
jz ■(B'. OoJcenSotp
2 . t (Berckko^
a Sdiooîe.
. ’t 'Kdnaerhtw
■ (De Diy tnerckt-
. VÿcJi mercJt
^2 ■ 'Dùfir poort-
Z Jé . poort-
ZJ ■ Steen. poorD
ZÔ . Vts poort
20 .S^eivjlr
22 ’ (Braeu. ßract
26 ‘ '^oe Jtraetr
22 . Jînut-
22 . 'Viator Jlraet-
d-o • '^oer/ltr Jcraet-
LIB. IMP. CIVITATIS SWOLLÆ
KatnJanv kanc ejuaJetn Ciritaus D.D.
^taedt-buys. Schele, Wapen. Privilegien. Regee-ringe. S W O den andere voortreffelijeke Kloofter-kercken, genaemt Bethlehem, ende der Broeien kereke, in’t jaer 1468 gebouwt. Het Stadt-huys,anders ’t Raet-huys genaemt, is mede weleenden leer net ende konftigh gebouw geweeft, als mede het Wijn-huys, fijnde te filmen uyt eenderhandtgetimmert, alwaerden grooten Chriftoffel vanoudts feer curieufelijc-ken gefchildert ftaet. Daer-en-boven fijn noch in dele Stadt verlcheyden andere publijeke huy-fen, als het Wees-huys, Oudc-mannen-huys, H. Geefts Gaft-huys,Peft-huys, Soldaten Gaft-huys, met feer goede ordre gereguleert : voorts Am-monitie- ende Koren-huys. Alhier is altijt met den beginne van de Stadt een leer vermaerde Latijniche School geweeft, ende tot dienft van de Clereken een publijck huys opgericht, daer de felve ordinaris logeerden , genaemt het Frater-huys : uyt defe Schole fijn,voor ende na, verlcheyden trelfelijcke mannen voortgekomen, Ibndcrlinge Rechts-geleer-den, als fijn geweeft den wehedelen Arnoidus 'van Haerfolthe, Francifcus Sonsbeeck, Paulus Bufius, ende andere, door haer naergelaten boeken genoegh bekent, ’tls feer notabel dat al in’t jaer duyfent vier hondert lèventigh over de vijf hondert Di-fcipulen t’elckens in dele Schole getelt fijn j uyt de welcke mede is voortgekomen den Abt van Spanheym,een geweien Alumnus van defe Stad, dewelcke, tot een teycken van danckbaerheydt, den felven geprocureert heeft,’t recht om alaer-hande RijcKS-munte te mogen flaen, offererende het belcheyt daer van in een filver vergulden fluyt-pocael, tegenwoordigh noch in goede be-waringe fijnde. Het wapen van dele Stadt is in voortijden geweeft den Engel Michaël,ftaende op een draeck, houdende een fchilt, met een kruys daer op ge-fchildert, voor hem j om dat de felve by den ouden voor een befchermer ende Patroon van dele Stadt gehouden wierdt : doch is nu alleen een wit kruys op een blaeuwe grondt. Dele Staat is van outs af, foo wel van de Key-fers als Bilfchoppen van Utrecht, met verlcheyden treffelijeke vryheden vereert j hebbende ’t recht om by arreft in alle faecken te judicee-ren, Ibnder eenigh appel het hooge gerichte van leven ende doodt 3 ’t recht om alderhande Keyfers Rijeks-munte te laten llaen j het recht vanHanze-fteden, van vry geley, fijnde des lèlfs burgeren in geene andere fteden oft plaetfen van defe Provincie arreftabel, ’t en ware ly ter lèlver plaetlèn gecontraheert oft gedelinqueert hadden : enae daer en boven wordt aen dele Stadt van verfcheyden andere kleyne fteden van dele Provincie geappelleert, als namelijck van Steen-wijek, Genemuyden,Hardenberg, Gramsberg, Wilfem, Grafhorft j en andere vryheden meer. De Regeeringe van dele Stadt beftaet in twee leden de acht Schepenen en acht Raden maec-ken het eerfte lidt, de welcke alle ftadts laecken verrichten, loo wel civile als criminele in admi-niftratie van luftiticj ’t ander lidt beftaet in acht- en-veertigh Gemeentes-luyden, fonder de welc- Aen eengoetfirijdbaerTPolckfroemsgt;cgt;eerdigdoorfjn daden, ke d e Schepenen ende Raden niet mogen refbl- Voofigt;echters loan de deughd, eengeeffelloan den epuaden ; veren, in faken van nieuwe impofitien, alienatien Waer door oock defe Stadt is in quot;t loerbondtgekomen, van Stadts domeynen,nieuwe wetten,ende dier- Fn loooT de derdeßreng bj d'andre aengenomen. gelijeke faecken. |
De Schepenen ende Raden worden alle jaer Kiefen op S. Paulus-dagh op het nieuwe gekoren, oock der Ma-wel buyten het getal van de meente van twaelf gifiraten. Gemeents-luyden, dewelcke met boonen daer toe uytgelotet worden : het getal van de acht-en-veertigh Gemeents-luyden, wort by verfterf van iemant, oft dat hy in de Raedt gekoren, oft anders , altijdts op S. Lucie-dagh wederom compleet gemaeckt, oock van twaelf perlbo-nen, dewelcke de vergulde boonen komen te trecken. Defe Stadt heeft altijdt een Gecommitteerde offiden in’tCollegie van de gedeputeerde Staten bin- ^^de Dinen defe Provincie,fijnde Schepen oft Raedtj in welck Collegie alle publijeke faecken, de Provincie concernerende, dienen ende afgehandelt worden,’t en ware iets van hooger gewicht ware, ’t welck gerelerveert wordt tot den tijdt van de Univerlele vergaderinge van de Ridderfchap en de Steden, dewelcke alle jaren onder de drie groote Steden obambuleert, ’t en ware de noot-wendigheyt een extraordinaris t’famen-roepin-ge van de felve vorderde. Daerenbovenisoock meeften tijdt iemant uyt het Collegie van Schepenen ende Raden van defe Stadt, in alle andere Collégien buyten de Provincie, die de generale regeringe der Vereenighde Nederlanden, de welvaert ter zee, en te lande befbrgen, refide-rende j behalven andere mindere deputatien ende digniteyten. De JurilHi^ie van defe Stadt ftreckt fich tame- lurif-lijck verre aen allefijden buyten de drie landt- di£lie. poorten van de felve ; en heeft mede onder hem ’t Schout-ampt van S’^olle beftaende in achtien wel-bewoondeBuyrfchappen, onder welcke Ma-ftebroeck mede voor een begrepen wordt. De Schout wort by manquement mede gekoren van Schepenen en Raden, uyt haer eygen Collegie, by overftemminge. Van de fententien, en decreten van de Schout wort geappelleert aen Schepenen en Raed. In ’t Schout-ampt van S-^olle fijn in voortijden twee uytnemende Kloofters geweeft, ’t eene tot WinlTem, ende ’t ander op S. Agnieten-berg tot Berchum, in ’t jaer duylent drie-hondert vier-en-tachtigh aldaer gefondeert. De Prior van het Klooftèr te WinlTemhadfeventigh andere kloofters onder fich, dewelcke haer regulen van hem ontfingen. Thomas de Kempis, toegenaemt Hamer-lijn, heeft het Kloofter van S.Agniet, daerhy geftorven ende begraven is, feer vermaert ende al de werelt door bekent gemaeckt, ïbnderlinge door fijn boeckjen van de Navolginge Chrifti. Ende dit fal dan genoegh fijn tot de Befchrij-vinge van de Stadt Sypolle, met dit fiuyt-veersken in voortijden in het Latijn aldus belchreven : Sspolla diu Celebris meruit quot;Pirtutibus arma populum fortem nobilitare folent. Inde falutifera ygt;eteri pietate fideque In Tripolim recipi fœdere digna fuit. Dat is : S'ttoUapitan outs 'Ttermaert^heeft door haer deugd ge-^onnen Haer ytapenS) die het recht ipan Adel gelten können |
HASSELT.
Befchreven met kcnnifle van de E. Achtbare
G I S T R A E T
der felver Stede.
»•
A s s E L T , is een
de riviere, genoemt het Swarten - water, de welcke uyt het Graeffchap Bentheim fijn oorfpronck neemt, ende vloeyt door Twente ende
In vorige tijden is defe Stadt HaJJelt mede roor^ verfchreven ende erkent geweeft op gemeene Landts-dachvacrden ende vergaderingen : ende worden oock als nu erkent in gewichtige punólen, als daer fijn, nieuwe oorlogen aen te nemen. Vrede oft Treves te maecken, een Heer oft Stadthoudcr defes Landts te kiefen, landt-rechten te reformeeren, nieuwe
Sallant in de Zuyder-zee.
Waer van dat defe Stadt haer naem heeft, is onbekent.
neffens andere van de Ridderfchap ende Steden daer over te refolveeren.
Vryhe^ de»t
In defe Stadt is in voortijden gefiicht een Gemeene
In ’t jaer duyfent twee hondert twee-cn- feer wel betimmert Oude-mannen-huys, geboH-vijftigh , heeft de BüTchop van Utrecht, als Heer van Over-YIfel, defe Stadt gegeven ge-lijcke vryheydt, recht, en macht, als die van Deventer, Campen ende van Swol. Defe vryheydt hebben de Regeerders van defe Stadt van de volgende BiîTchoppen, tot op Keyfer Karel de vijfde toe, by de inhuldinge . forghvuldigh laten confirmeeren.
Middelertijdt hebbende ingefetenen noch van de BiîTchoppen bekomen verfeheyden als fy haer gctrouweliick in oor-
enPrinji- privilegiën; als fy haer gctrouwelijck in oor-toghs tijdt hadden gedragen, en infonder-heydt tegens die van Groeningen : ende onder anderen van een Biflehop, genoemt Frederick van Blanckehheim , in ’t jaer duyfent
waer in gemeenlijck nen worden eealimt
in de vcerti:
we».
den. Van gelijcken is defc Stadt verfien met een Wees-huys , Peft-huys ende Siecken-buys, nae proportie ende vereyfch van de in-woonderen.
. * De Neeringe vanEycken-hout-koopman-fchap is alhier feer gerijflijck, vermits de H-tuatie ende verby-vloeyinge van de riviere de Vecht, uyt de Graeffchap Bentheim fijn oor-fpronck nemende , ende vloeyende met be-quame diepte , en accommodable navigatie in de Zuyder-zee.
vier hondert twaelf, hebben fy bekomen vry-heydt van tollen : als mede dat geen Schout binnen Hafielt fal gefielt worden, hy fy een burger, ende aldaer woonachtigh.
In ’t jaer duyfendt vijf hondert een-en-ielegert. twintigh , is defe Stadt fwaerlijck belegert ende benauwt geweefi van de Hertogh van Gelder , dickwijls befiormt , ende feer bc-fchooten ; maer heeft de voorfchreven Hertogh met verlies moeten afwijcken : ende Philips van Burgundien heeft in ’t volgende jaer, om dat fy haer vroom ende eerlijck in de belegering gehouden ende ge weert hadden, gegeven de privilegie, dat alle koopluy-den ende fchepen, fonderlinge met proviant geladen, het Swarten-water opvarende, daer moeten aenleggen.
Komt in In ’t jaer duyfent vijf hondert vijfen-tach-heeft defe Stadt vrywilligh haer gegeven in de Unie van de Vereenighde Provinciën , ten overfiaen van de Grave van Neuwenaer, daer toe van de Staten Generael gecommit-teert fijnde.
Oi;er'TJfel.
Defe fiadt leyt rontom in de groene ende situatie gras-rij cke weyden ofte groen-landen , feer playfant ende vermaeckehjck. De geleerde 'Era,ncïÇcvt5 T^ttelmannns HaJJelenfis Philofophus wort gefeydt alhier fijn oorfpronck ende ge-boort-plaetfe gehadt te hebben.
De regeeringe van defe Stadt befiaet in acht Burgemeefiers : waer van vier Schepe-nen, ende vier Raeden genoemt worden ; die de vryigheydt hebben van hooge ende laege jurifdiâie, en wijfen haer fententie by arrefi.
De Schout heeft in de Stadt niet anders, als arrefien aen vreemde Perfoonen, wegens civile aólien. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*
Buyten de Stadt, in Hafieler-ampt, exerceert de Schout mede hooge ende laege jurisdiórie.
De natuur ende fituatie geeft defe Stadt stercht. groote fierckte tegens haer vyanden : ende is daer-en-boven, geduurende den oorlogh tegens den Koning van Spangien , met bol-wercken feer gefortificeert, ende nae vereyfch , met amunitie van oorlogh , ende ge-fchut, wel voorfien.
Schoon-heyt. Kaßeel, O L LE N H o VE is Op den boefem van de Zuyder-zee, en twee mijlen van Steenwij ck feer bequame-lijck gelegen, om al-daer van alle fijden gebracht werden , te . verhandelen. Als fy noch onder de Koning van Spanje ftont, was hier den Koninglijeken Raet van dit geheele Lantfehap , van wdens vonnis geen appel was, doch met die ordre , dat men geen uytfpraeck deê dan in detegen-woordigheyt van de Gouverneur, die daerom in’t gemeen in defe ftadt fijn woonplaets had, en meteen de Provintien van Vrieflant en Groningen regeerde. Maer defenRaet is,in’t jaer 15 78 door Georg vanLalain, Graef van Ren-nenbergh,afgeftelt;’t welck den hoogh-acht-baren Hooft,in fijn Nederlantlche Hiftorien, met defe woorden , w^aer in met een d’oor-faken te bemereken ftaen , belchrijft ; Rennenbergh erkende dien jïach hem ge‘voeght , ( verftaet zijne kiefing tot Gouverneur van Over-Yfel, door’t beleyt der Staets gelinden ) en beliefde der Ridderfchap en den Dro-ßen in vele dingen ; fonderlin^ met het aff ellen van fCanfelier en Raetsluyden , geytlant tot Vollenhove 3 door den Konimr. Het is foodanigh een luftige en vermake-lijcke plaets, dat een groot deel van den adel des lants in onfe tijden daer fijn wooningheeft. |
In’t jaer ciac lxx liet Godefroy van Rhenen , de 18 Biflehop van Utrecht, hier een Kafteel maken, om bet ftroopen der Vliemaer bedongen, datfe , in alle fekerheyt en vryheyc, met hun goederen, gc^vTcr en pact-den uyttrecken föuden : ’t gefchut, en wat meer op ’t Huys was, moefien fy daer laten. fen te beletten , die dickmael gepooght hebben ’t felve te verdelgen 5 maer ly konden tot hun voornemen niet komen. Op dit kafteel hadden de Biflehoppen van Utrecht, als fy in hunnen voorfpoet bloeyden , en defe ge-weften van haer gebiedt befochten , haer ge-woonlijck verblijf en ruftplaets. Roelof van Diephout is op dit flot, als fommige fchrij-ven , in ’t jaer m c c c c xxx , door ’t aen-hoLiden van de Ridderfchap en Steden van' ften derven. Sijn lof, leven , ende namen Over-Yfel, ( dat men toen het Boven-fticht noemde ) tot de drie-en-vijftighfte Biflehop van Utrecht gewijdt : en oock, in’t jaer M cccc LVjOpde felve plaets, overleden. Voor de In’t jaer M d lxxxi is defe ftadt en’tkafteel Stilten in- dooi' Sonoy voot de Staren ingenomen. Hy hadveiRant meteenige burgers van Vollenhove , die hem lieten weten, foo hy daer voor quam, dat het niet vergeefs fou fijn : waer over hy met vier vaendelen derwacrts trock. Op ’t flot lagen eenige Rcnnenbergh-fche Ruyters, die niet lang tegen hielden gt;nbsp;O'uer-TjJeL Buyten defe Stadt plagb bet klooftcr van S. Jans Kamp te ftaen , daer Norrits, der Staten Overfte , als hy tot ontfet van Steendapper uyt weerde , ( hoewel hy oock met den honger vechten moeft, dewijl fijn volcfc genootfaeckt waaien paerde-vleefch te eten ,) dat Rennenbergh, in alle ftilheyt, w'cder van daer in fijn leger voor Steenwdjck gmg , achterlatende al fijn lijftocht, dooden , ge-quetften en gevangenen. Dicht by Vollenhove leght het flot Tau- 'ïauten-tenburgh , ’t welck door twgt;'ee fijner beeren, die de naem van ’t felve gevoert hebben , feer beroemt is geworden : want fy hebben, d’een in de wapenen, en d’ander in de letteren ( die twee heerlijcke loopbanen der eeuwige ver-maertheyt en onfterflijekheyt ) helder uytge-bloncken. D’eerfte vras Georg Schenck ‘van T'autenburgh, een floutmoedigh en onver- doorluch-faeght krijghsman tegen fijne wederftrevers, cn goedertieren tegen d’overwonnen ; waer door hy niet min verfchrickelijck voor fijn vyanden , als bemint van fijn vrienden w^as. Sijn dapperheyt is in ’tbelegh van Haflelt, en tegen Marten van Roflem , Overfte van den Hertogh van Gelder, die ’t lant jammeilijck pion derde en verwoefte , genoeghfaem gebleken ; en fijn wdjsheyt in ’t lantbeftieren , als hy door Keyfer Karei de vijfde tot Gouverneur oft Stadthouder van Vrieflant, en daernae van Over-Yfel, gefielt wderd. De tweede was Frederick Schenck ‘van F'auten-bï4^rgh , die d’cerfte Aerts-Biffehop t’Utrecht, federt het vermeerderen der felve in de Nederlanden , door Paus Paulus de vierde , en Koning Philips de tweede ; en de laetfte van al de BifTchoppen , die de ftoel felf befeten hebben , geweeft is : want alle die federt gekoren fijn, moeten, door de verandering, ’t vrye bedienen van hun ampt en d’inkom-fijner uytgegeve fchriften , als onwederfpre-kelijcke getuygen van fijn gcleertheyt, kan men in het breed leefen in d’Appendix oft ’t Aenhangfel der Uitrechtfehe laken van Suffridus Petrus. Voorts is Vollenhove oock een vruchtba- xioeck- ren hof en moeder van verfcheyde treftebje-■v-«» ke edellieden geweeft , die in oorlogh en vre-de , door hare kloeckmoedigheyt en voor-fiebtigbeyt uytgemunt hebben , wiens lof en daden , te groot en te veel om hier te verhalen , in de Hiftorien te vinden fijn. vj E nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Sy |
iVapen. Sy heeft vijf fterren en een kruys in haer wapen ft welck van een hart gehouden wordt. Joannes Vollenho^iïiS, een geeftigh Pocet, die t’lijner tijc een der cieraden defer ftadt verdrecken fal , heeft onlangs een welge-niaeckte Loflang , ( ex un^e leonis dat is , uyt de klaeu-v^ kent men d.e leeu-w ) tot haer-der cere, uytgcgeven ; ‘’t welck hv met eeni-ge cicract-namen van fijn geboorc-ftadc aldus begint : |
O Vollenhof, aertfih luß^rieel, O ka^ndelaer 'van 's hemels gaijen Cieraet der loHvtren pronckju^^eel Yan 't lant j dat d’Tffèl is te lauen ‘Befieet. En daer na, van haer vruchtbaerheyt Engende , feyt hy feer vernuftigh . Zjie, gy hebt in 't kleen en geeft uuaer des uueerelts kreits by leeft. |
en hare
BELEGERING.
door de wapenen der vereenighde Staten,
onder ’t beleyt van
PRINS MAVRITS VAN NASSOV,
Opper-Veltheer van hare Legers, amp;c.
KercJ^e». Teem wy ck light în’t rondt tegen’trivierken Kq., oock Blockfijl ge-noemt , ’t welck een uregaens van Meppel in de Zuyderzee loopt, ’tls een kleyne ftadt, en heeft omtrent i6co treden in d’omring. Sy heeft drie kerc-ken , als S. Clement oft de groote Kerck, met een hoogen vierkanten toren verciert, daer een collegie van Canonicken plach te fijn, S. Marie-KercK, en dc Gafthuys-kerck. Hier is oock een Kafteel geweeft, dat Georg Schenck gebouwt had; en in’t jaer 1523 afgebroken is. Sy leght op de wegh naer Vrieflant , en in een vruchtbaer koren-lant, waer door hier tamelijeken handel van graen is. Het was eertijts een Iwacke, maer nu een ftereke ftadt ; want ledert het laetfte be- legh fijn hare krijghswereken verbetert. Onder de nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Grave van Meurs, Gelder- dc nacm van den Hertogh van Gelder, be-ftormt s raaer hy wierdt afgeftagen. Evenwel quam ly onlangs daer na onder ’t gebiedt der Gelderlchen ; doch die verlieten haer , als de Bourgoenlche hen wilden bevechten. In onlê laetfte Nederlantlche beroerten heeft ly oock een ruym gedeelte der oorloghs-rampen gehadt: want in ’t jaer m d lxxxi , als de Graef van Ren-nenbergh Coeverden, Oldenlèel, Ootmarlèn en Door Ren- Enlchcde vcfovert had, quam hy dele ftadt be-^bek^en ^^geren : maer ’t leger der Heeren Staten deê alle vlijt om haer t’ontlêtten , ’t welck oock, naer dochoMtfet. vele gelede Iwarigheden in een beleghvan vijf maenden, gelchiede. Doch twee jaren daer ran Taxis na islyvande Spaenlche troepen onder Taxis mrz/rfZ/f«, overvallen, te eerder, omdat Ibmmige Capi-teynen en Ibldaten uyt waren ; waer door d’in-woonders , die te voren loo een fwaer belegh uytgeftaen hadden, in een oogenblick vermee-ftert, en ter genade van d’overwinners geftelt wierden, die, nae’t plonderen hunner goederen, hen dwongen hare lichamen, en die van hare wijven en kinderen, met losgeit,’t welck men boven haer vermogen eyfchte , vry te koopen. De Heeren Staten der vereenighde Nederlanden , de gelegentheyt by ’t hair grijpende, dat O^er-TJJèl. |
Farmâ in den Franlchen oorlogh was , raets-pleeghden om Steenwijek weder onder haer gebiedt te brengen ; op datlè Vrieflant daer door in meerder ruft louden ftellen. Defe ftadt (wiens Sterclte dev ftaetick kortelijck, eer ick tot het belegh me , aenwijfen lal, ) heeft in’t ooften en zuyden hooger landen , dan aen de noord- en weft-fij-de, daer ’t lant laeger is, en bequaem om vee te weyden. Hare aerde wallen fijn feer fterek, in-londerheyt aen de noordfijde, maer Ibnder bol-wereken ; want de Spaenfehen meenden , dat de ftadt aen die fijde de lèlve niet van nooden had, dewijlfe door de laege landen genoeg belchermt was; diesly,om de felve rcden,de wallen niet verbetert hadden. De Ooftpoort en Woltpoort hadden yder een groot bolwerck, en d’ander twee poorten yder een ftrijekweer. Rontom is een hooge en breede graft, met een bedeckte wegh om uytvallen te doen , en een fauftebray aen de voet van de wal. In de ftadt lagen omtrent duy- ender hcfei-lent twee hondert voetknechten,en lèftigh licht- ti»g. gewapende ruyters,onder’t gebiedt van de Gouverneur Antony de Quocquelle , overfte Lieutenant van la Mote , een ervare krijghsman. Oock was hier Graef Lodewijck, jongfte broeder van de Graef van den Bergh, de Heer van Waterdijck, en andere voorname heeren. In den aenvang van’t beleg ,’t welck den 18 Mey Revinvan was , gebeurde een laeck, die de belegerden eenen droeven uytgang lcheen te voorleggen : Maurint want een ftuck van de wal, met het opgeplante vaendel, viel van lèlf in de graft. In’s Princen leger was allerley voorraet in overvloet, waer door ’tkrijghsvolck te moediger is. D’eerfte drie dagen wierden befteet om een dubbele trenché om’t leger te maken ; want den regen en’t qiia-dc weder waren oorlaeck, dat men geen ander wereken kon beginnen. Daer na begon men de approchen oft naerderingen. Omtrent dele tijde wierd een katte van negentien voeten hoogh opgeworpen, daer men drie ftucken opftellen kon , om de belegerde van de borftweering te houden, en alles t’ontdecken : alslè gereet was, quam Prins Maurits daer op, omlèlfvan hare hooghte de gelegentheyt der ftadt te befien ; terwijl hy, tuflehen twee lchanskorven ftaende, daer mee beefich was, is hy met een musket-ko-gel in fijn rechte wang gelchoten, dat’erhet vi F nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;loot |
loot in bleef fteken ; doch wierd in korte tijde daer van geneïen. Twee dagen daer na fchoot men met twee flucken lbodanigh op de watermolen dat hy neerftorte , waer door de belegerden de graft niet meer konden vullen ; ’t welck fÿ J om dat de graften booger dan de rivier fijn, te voren altijdt met defè molen gedaen hadden. Den Ridder Franfbys Veer deê bjn uy-terbe vermogen om de gravers te doen hae-ben, en met hun werek te Ij?oeden , waer over by in bjn been gefchoten wierd ; lbo dat hy, byna lbo lang als ’t bclegh duerde , gewond te bed lagh, ’t welck de verovering, foo men gelooft, te rug belde : want hy was uytnemen-de naerbigh en onvermoeyt , om de werek-lieden voort te drijven. Men maeckte oock een batery van vier bucken tegen de Onnigerpoort, om de belchermers van de wal te drijven. Ter bjden defe batery maeckte men een bouten toren van dertigh voeten hoogh, die ly een lijm^ flang oft kijck in depot noemden : dit werek was vierkant, van maben, die met ylère lchroeven aen een gehecht waren, gemaeckt j het had drie fblderingen, elck lo voetenhoogh, bovendek-ander, die men afnemen kon, en een borbwee-ring en bdchut van kanefas tegen de belegerde : bet wierd aen de wal gebrocht, en met musket-tiers voorben, die daer af niet alleen de wallen, maer oock de braten befchoten, en’t volck de-
Veer in 't becngeßiji ten.
l^eiterß
Houten toren.
Î W Y C K.
delijck bevonden, dat het onmogelijck was daer door te'konnen bonnen, dewijl de wal ( die met de bedeckte wegh , op drie oft vier voeten na, tot aen de borbweering lbo wel belchermt was , dat de koegels’t meebe deel onbelchadight lie- e^ochgee» ten) noch vele hooghten had, en de graft Iber diep , daer in noch nieu gemaeckte dwars-wee-ren en een faubebraye oft onderwal waren.
Graef Wdlem troffen.
Oock bevond men, dathet fchietenop’t oo-ber-bolwerck weynigh fchade gedaen bad, om dat bet leer berck, en met de bedeckte wegh jbnderling wel bevrijt was 5 en dat de raet der Ingenieurs , die niet goet vonden dat men daer een opening pooghde te maken , de bebe was geweeb. Kortelijck , men fagh noch andere misbagen, en dat den raet van Famars beter in ichijn, dan in der daet was : in voegen , dat al dit ongemeen fehieten niets anders voortbraebt, dan dat de belegerde daer mee Ipotten j en toonden, dat het maer als bof was, dat men met beelbmen van de veb kon keeren : lbo dat bunnen moedt daer door grootelijeks toenam. De beleggers in tegendeel waren vergrämt, dat ly lbo veel duylent ichoten ( men leyt van leven ßhieten. duylbnt op een dagh ) te vergeefs gedaen , en meer dan bondert duyfent gulden daer aen verlpilt hadden : lbo dat d’ondervinding hier leerde , dat het Ipreeckwoort der Spanjaer-den , die ’t gefchut fpanta Daillacos, dat is , de moort. den ruymen. De belegerde Icboten niet op de- [chrick der blooden , noemen, niet geheel vabch fy. fen toren, ’t ly datle ’t felve elders noodiger vonden oft dat hy lbo hoogh was, dat demus-kettiers daer op de konbapels konden ben en treben, en hen daer door van ’t gelchut dreven.
Oock is ’t feker, dat men op aerde wallen en Krijghs-les: bolwercken, met dappere krijghslieden , en die haer voordeel wel verbaen, meer met de
fchup,dan ’t grof gdchut winnen falj want op de fèlve bacrt het meer gerucht dan kracht. Al de Regimenten waren in de loopgraven, dicht on- Afenpeoghb der de bàdt, in goede ordre en welgemoed om te forme» i ten borm te gaen : de ruytery bont oock , in troepen verdeelt, vijf bondert treden achter-waerts , om ’t velt te bevrijden. Prins Maurits raetspleeghde ondertuffehen met de overben ; want het Icbeen, dat men , na bilck ongemeen febieten, behoorde de badt te bebormen : maer
adem Icbeppen kon.
Prins Maurits was van meyning, eer men met d’approchen aen de kant van de graft was, de badt vreebelijck te belchieten, en daer door de belegerde te dwingen : doch de gemelde Graef Willem, fijn lchoonbroeder , had een ander gevoelen , en feyde, dat men eerb noch eenige dagen Ibu graven, tot dat men des vyants bedeckte wegh, die men oock contrefcharp noemt, met arbeyden gewonnen bad , en allbo aen de graft kon komen , om die te vullen : want, ver-volghde hy, fonder eerb de contrefcharp te winnen, kan men de graft niet vullen 5 en ’t en ly dat eerb gedaen fy, is ’t niet mogelijck te bormen, dewijlde graften beyl en diep fijn , en niet wel doenlijck aen d’ander fijde op de wal te klimmen. Maer Karei de Lievin, Fleer van Famars, en o ver be Artillery-meeber, geloofde voor vab, dat men van d’opgeworpen hoogbte oft katte over de wal der badt gebieden kon 5 en als men daer van en van andere plaetfen met vijftigh bucken t’evens lchoot, dat de belegerde loo afgemat en lbo vol lchricks Ibuden worden , datlê de badt Ibuden overgeven. Delen raet wierd gevolght, en den derden luny de twee bolwercken aen d’ Oober- en Woltpoort lbo gruwelijck belchoten, dat de punten en borbweering ge-noeghlaem weghgenomen wierden ; doch eyn-
Trins Afanrits raetsplegen
Graef Willems getjoe-Un^
Jut van tumars,
’ t tvelclt^ge-volqht Utotrdi
Den een-en-twintighben Mey wierd Graef Willem Lodewijck van Nabou , Gouverneur van Vriebant, met een vervlogen koegel in den rug geraeckt, fonder dat’er bloet na volghde ; evenwel trefte het hem lbo , dat hy naeulijcks men overwoogb wijbelijck, dat het niet,dan met verlies van veel volck, gelchieden kon : lbo dat -de Raden eyndelijck, Ibnder iets te bebuyten, niet raet-eenige vergrämt, andere bedroeft, naerhun--/^'”-ne tenten keerden j daer fommige, vol Iware ge-dachten fijnde , overleyden , dat dit belegh ^j^datva» van Steenwijck , lbo ’t lcheen , als dat van Haerkm Haerlem en Maebricht, oft mibehien erger, Ibu eyndigen j waer van dat den Hertogh itken. ‘ van Alva d’eerbe, en die van Parma d’ande-re een tijdt lang beftigh belchoot , om daer mee die beden te winnen : maer ly waren eyndelijck genootlaeckt het kruyt te Iparen , en quamen niet, dan door een lang en Iwaer beleg, tot hun voornemen. Men hoorde allerley lelt- f^erfcheyde lame oordeelen en redenen over dele laken, lêlf van krijghs-ervare lieden, die daer niet omtrent ve, ais waren, welcke beh ten hooghben verwonderden, dat vijftigh groote bucken (daer ’t geheele landt af gewaeght, en beh ingebeeld had, dat geen geweldt daer tegen bebaen kon,)niet meer vrucht gedaen hadden. Verdugo, en andere vant^cr-Spaenlcbe overben, die eerb vreefden, dat Prins Maurits Oldenlèel,Grol, en andere Iwacke plaet-
fen
-ocr page 370-’t ß E L E G H VAN STEENWYCK.
'Van Ho-henla, en de Körung van f'ranck^tjk: Lof der Opperhoofden. îen aentaftenlou, waren verblijt , gelijck haer afgeworpe brieven getuyghden , dar by voor Steenwijck lagh j en geloofden , dat by quot;t booft ftooten, en de Gouverneur fijn roem vergrooten fbu : doeb als fy de tijding van’t/ebieten kregen, wielden ïÿ in bare meening gefierckt. De Graef van Hobenlo , die in Hollandt gelaten was, om de grenfen te bewaren , ïèyde opentlijck : men beeft een quaden raet gevoigbt, als ’t leger voor Steenwijek gebracht is 5 ick neb die plaets voor tien jaren gekent, weet datlèvaftis, endacr na is ly noch viermael foo fterek gemaeckt j waer door ick geloof , dat ons volck met lcha en fchande lullen moeten aftrecken. De Koning van Vranekrijek lèlf klaeghde aen Philips van Nafiou, dat Prins Maurits geen beter raet genomen oft gevolght bad j en vertoonde fich felf tot een voorbeelt, dat hy by ervarenis wift, hoe gevaerlijck het was,fl;ercke Heden,wel voorben met kloecke Ibldaten en krijgbswercken , aen te taften. .Andere ivtjfi van Maer al dit gerucht, en al dele redenen , kon d’onverlèttelijcke moet, dapperbeydt, wijsheydt en voorfichtigheydt van Prins Maurits nocht Graef Willem niet doen wanckelen : want ly, als dekloeckfte helden, gelijck de palm onder de laft, booger grocyden ,• jae gelijck de laurier, ( wiens loof hun boven al ander gerechtelijck toekomt) tegen de bulderende buyen en ftorm-winden van’t ongeval, en der verkeerde oordee-len, te heerlijeker groenden ; en hun wijsbeleyt, en andere oorloghs-deugbden,teklaerder deden affiralen. Een kloeck Velt-overfte, welcke naem ly beyde wel verdient hebben, is nimmer on-voorfien van raet: derhalven gebruyckte men andre middelen ; want de Prins liet d’approchen aentafling , naerdemÜTen naer bet parapet van de bedeckte wegb leyden,- de borftweering, dielè be-fohermde , en omtrent een mans lengte hoogh was, gingnederwaerts oft fohuyns naer buyten; waer door de beleggers die vanbinnen foo na quamen, datlè maer fes oft fe ven voeten ver-alle gevaer , daer by en omtrent was,- en fijne foldaten al voor eenige jaren daer ingeoefiènc bad , om alfoo ’t oude gebruyck der Griecken en Romeynen weder in te voeren, die, niet alleen tot nadeel van bare vyanden , in ’t veroveren der fterckfte fteden , hare foldaten deden arbeyden j maer oock fieckten , muyteryen , gulfigheyt, en allerley boosheden, die uytle-digheydt Ipruytcn , daer door plegen te verhoeden. De belegerden deden hiertegen niets, dan dievanhin-met Ipot-redenen d’arbeyders toe te roepen, dat nbsp;nbsp;ff ottert foheyden waren ; in voegen, datlè met kleyne moeyte konden hantgemeen worden, en de belegerde verdrijven. Om de lèlve oorlaeck was men aen de Oofter- en Onninger-poorten bee-fich ,• tegen de laetfte was een batery van twee heele kartouwen, tegen d’andere, een van vier halve geftclt, welcke in min dan een halve dagh de poorten foo befohadigbden, dat’er een deel van in de graft viel ; waer door de beleggers moet en grooten luft kregen , om haer appro-eben ten eynde te brengen, en de graft te vullen : want ly ftonden nu genoeghlaem met een borftweering bedeckt, onder welcke ly d’aerde , die hen aengebracbt wierd, nacht en dacb in de graft wierpen, in ’t aenfien der belegerden, die hen niet fien , nochte het werek beletten konden. Aen de Onniger-poort en het bolwerck voor d’Oofterpoort, quam men oock op de fel-ve wijlè in de graft, en voorts door de folve aen die door de wal , met galeryen boven en ter lijden be-Graef fvd- dcckt fijudc. Dcfc wcrckcn fijn dach en nacht, ^^vm7m nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wackeren yver en neerftigheyt van U erd: Graef Willem, gevordert, die vroegh enlaet, in (fper-TjjcL |
ly fich lèlf van krijghslicden tot boeren en gra-vers maeckten, en, in plaets van bus en Ipies, de lchup gebruyckten. Doch fomtijts wierpen ly eenige vuerwereken op de gravers ; op lèkere tijdt hadden ly een wagen met ftroo , peck, fol- e» fenden pher en pulver toegeftelt, en lieten die ’s nachts van de wal, daerdemeefte wereklieden fton-^^”.”*^ den, afloopen ,- maer dit deê weynigh febade. Het befte middel voorde belegerde, foobet fcheen,was ’t uytvallen; ’t welck fy nochtans met doch doen voordacht niet gebruyckten : want de Gouver-'-ß' neur hield fijn volck altijt binnen , uyt vreelè datlê minderen oft gevangen mochten worden, waer uyt de Prins dan de gelegentheyt en ftaet der ftadt verftaen Ibu hebben ,*-’t welck lèker een wijs en voorfichtigb beleyt was : want een belegerde ftadt lijdt meer febade door ’t verlies van een Ibldaet, als voordeel door de doot van tien der beleggers, die fich weder verftereken können , en ly niet. Den lèften luny quamen twee hondert man- Le hdeger-nen, uyt de belèttinffen van Groningen en Coe-verden genomen, onder t beleyt van Capiteyn Ricquijn van Sandejover de moerafien, tulTchen de Hollantlche wercken, met alle ftilbeytinde ftadt, Ibnderdat iemant van de wacht benge-waer wierden. De Prins gaf ordre dat men , loo haeft alles gereet was , de ftadt beftormen Ibu , om dat de graften alree ten deel door d’ingcval-len en ingeworpen aerde gevult waren. Als de Gouverneur lach, dat ’er niet dan de keur van twee dingen voor hem en de fijne overigb was, oft vergaen oft overgeven , fond hy een trom-flager aen de Prins, met verlbeck dat hy by ge-fchrift de punten van ’t verdragh, daer op hy de naer ver-ftadt begeerde, wilde overlènden. Maer Prins * Maurits Ibnd hem weerom , fonder ander ant-woort, dan dat hy fijn Meefter foggen fou, dat hy eenige Capiteynen mocht uytlênden , om met hen daer van te Ipreken. Terftont gaf Quqcquclle laft aen drie Capiteynen , als Bernard van Montbeeck, David du Wal, en Ricquijn van Sande , die onlangs hulp in de ftadt gebracht had, om in ’t leger te gaen. De Prins fond de Capiteyns van Dorp, Aftuerus en Bouck als Oftagiers in de ftadt. Men ftelde de beleger- dat aenge-den voor, datlè fonder wapenen en vaendelen fouden uyttrecken, en beloven in lès maenden tegen de Heeren Staten in de landen op d’ooft-fijde des Rhijns niet te dienen. Dit dacht hen te ftreng met brave foldaten gehandelt ; maer de Prins bleef by fijn eyfob ; dies ’t handelen af-gebroken wierd , en van woorden weder tot da- . dengekeert. Dc volgende nacht meenden drie vi G nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bon- |
hondcit mannen, met kruyt geladen , door de felve wegh die de vorige genomen hadden, in de ftadt te komen j maer fy wierden ontdeckt, en op’t wapenroepen verftrooyt ; omtrent hondert derlelvegeraecktenevenwel inde ftadt, hon-deit wierden gevangen, cn d’overige ontqua-men door de moeraden. |
Als de mij nen gereet waren, wierdenfè aen-gefteken , daer onder ’t grof gefchut geftadigli donderde; waer op alle ïoldaten , foo binnen als buyten , hun moedt en begeerte toonden, om liantgemeen te worden. Op den houten toren waren Ics-en-dertigh muskettiers , die ge-durigh daer uyt op de belegerde Ichoten. Men had nu twee bolwercken ingenomen , als de Gouverneur het overgeven wederom aenbood ; de Prins bleef by de vorige meyning, en wilde hen de felve voorwaerden geven. Eyndelijck zÜrt jÿr wierd gefloten , datfe fonder vaendelen en an-tcgt;iquot;uord. dere wapenen,dan hun fijdtgeweer, en met hare goederen, fouden uyttrecken, en beloven in fes maenden tegen de Staten , als boven gefèyt Ïs, niet te dienen ; uytgefèyt de gene, die federt in de fladt gekomen waren, welckefbu vry ftaen weder naer hare vaendelen te keeren, om de Koninn te dienen. Hier op trock de Gouver-neur den 14 luny uyt de Itadt, leggende ; Joo wen hem, als de Vos, d’aerde niet ‘Steghgegra'Ven had^ dat hy fich nooit, door'tgruytelijck fchieten, fou owge-^ gey}en hebben. Met hem trocken omtrent acht hondert mannen uyt, waer van twee hondert gequetft waren : men gelooft, dat ’er in de gant-Iche belegering omtrent vijf hondert mannen gedoodt fijn , waer onder Graef Lodewijck van den Bergh, de Capiteynen Blondel en Heffels , de Lieutenant Steenbach , en andere bevelhebbers , waren. Aldus is defè ftereke plaets, tcgen’t gevoelen van fbo veel voorname krijghs-helden , in vijf weken en drie dagen, gedwongen , en aen den Staet der vereenighde Nederlanden , tot onophoudelijcken roem van Prins Maurits en Gracf Willem, gehecht. |
Cedaen-(e. G eleven ~ heyt. Ldenseel is ceil van de kleyne fteden in’t Lantfchap Over-Y fTel/t welck eercijcs, foo men gelooft, van d’olde oft oudc Salii oft Saliers bewoont was,eniijnnacm ont-fangen heeft , van welcke volckeren Ammianus Marcellinus in fijnfeventiendeboeck gewagli maeckt. Hare gedaente is byna geheel rone. Sy leght omtrent een ure gaens van Oetmarfen , vijf kleyne mijlen van Coeverden, en fes van Deventer. Het was by onfer Vaderen tijdt een ta-melijck fterck ftedeken , met een hooge iiauer en torens verfien, op de oude wijfe, en een graft daer rontom ; buytcn de felve was noch een andere wal, met negen bolwerc-ken , en een tweede graft gefterektj foo datfe redelijck vaft was , doch had geen bruggen, en al ’t graft-water wierdt met dammen ge-fchut, ’t welck men kon afgraven. Defe plactfe is , als vele andere , door de laetfte Nederlantfche oorlogen vermaert geworden : want als Prins Willem van Oranje in ’t jaer m d lxxx beefich was, om heel Over-Yflel onder der Staten gebiedt te bren-Door Ho- gen , fond hy de Graef van Hohenlo voor kenlo ge- defe ftadt , die haer op goede voorwaer-innam. Maer in ’t felve jaer is den Graef van Rennenbergh oock daer voor gekomen , die de poort verbrande , en ftorm-dc daer op met groot gewelt 5 doch wierd, met verlies van drie hondert mannen en ee-nige Capiteynen , afgeflagen. Maer de bur-gers, genegen tot de Spaenfehen, gaven hem, nenberg, tegen daiick van de foldaten , de ftadt over, op voorwaerdc , dat de krijghslicden met al Over-TjJ'el. |
het hare vry fouden uyttrecken , en fweeren in drie maenden tegen de Koning niet te dienen. In’t jacr i ypy is Prins Maurits voor defe plaets gekomen , die hy opeyfehte; maer die van binnen antwoorden, datfe fulck haeftigh overgeven niet fouden können verantwoorden : dies liet de Prins terftont loopgraven en bateryen maken , en met eenigc ftucken fchieren. De burgers, voor meerder fchadc vrefende, begeerden dat men accorderen fou; dies eenige van de Bevelhebbers uyt quamen om van verdragh te handelen , twelck noch den felven avont ten elf uren gefloten wierd. De befetting vertrock de volgende dagh,fljn-de den ii Odober, met hunne wapenen en goederen, onder belofte van in drie maenden op defe fijde van de Mafe tegen de Staten niet te dienen ; en ontfchuldighdcn het overgeven met de vreefe en onwilligheyt der burgers, en haer kleyn getal 5 want fy waren maer vier hondert mannen ftcrek. Den Marquis Spinola trock , in’t jacr MD cv, met fijn leger in Vrieflant, en quam in Auguftus voor defeftadt,daer 300 mannen in waren : hy begon terftont te approcheren, quam tót aen de graften , en liet met elf ftucken daer op fchieten 5 waer door die van binnen foo bevreeft wierden, datfe fich op goede voorwaerden overgaven. Eyndelijck heeftfe Prins Frederick Hen-rick van Oranje in’t jaer i voor de Staten ingenomen , die haer van wallen en alle fterekte ontbloot hebben ; op datfe den fol-daten niet meer tot een fchuylplaets fou die- eyndelijck nen, om daer uyt d’omleggende landen met van roveryen te quellenj nocht oock foo vele ver-anderingen van heeren voortaen onderwor-pen fijn. |
- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;SCÎir^
» t» ■ Ol 'JU-quot;^'^ 1* IB lUUP '
pduJ'Uluwu'u. uujiUüuiUiiiw'iui^.- .
. 'Ml
,,.ÇÀ.»*'u«*tuyi«ui??-.........
\
„%
X,, .
'^1
-l-^’AlU/Ul.'I'UUii
X.
'H3 '
X
X
u'gt;Dl'”l'üiUll'il til’ll'
X
Jj)iiu)aia't'! t'iun/i? IJ J‘ju i,nj gt;
Jji). y M1JIJ17JWMJ-.
. .'.8 Q^y^-i'toiun^-
..(^La.gt;siitL..ïife'ugt;Jj^.j(Sbâ
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. -X;
Vt tr-at ainv c^tretur et tnunüùtnej etuj le-. 1 Jiruerentur ah OrJinihus nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Tgederata., / :
}6tS nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 j
'ï^ir^ce. '^henolandicce'
. .Axa,
. .--LùîÂ'Aûiïi.
t-,. .iujiw,illÛiÜBkjîîuj®l?^'^®®’'
-„a,»
■*lt;uu(iuv?igt;tiitült;4it!gt;Iiititli^t^)^i
JjU.ÿ.
.âgt;_,
UUUUAVÏ?À«Ù..
■ ,. .nuuuilXiUl?imilt;pi((iUi
CÎ^UiJlMUUJLukk- :
, LU. LU U ’ ’ J
K V Y N D E R-S CH ANS.
Rivieren- It is een vin de fterckfle Forten van dit geheel ge-weft, en met vijf vafte ból-wercken voorden : gelegen aen de Zuyderzee en aen de riviere Kuynder, daerfe den naem af heeft, omtrent de grenfen daer Vrieflant en Over-Yfel lieh van een fcheyden, in ’t gebeft dat d’ouden ( die dit landt mee onder Vrieflant ftelden ) Bofih-achtigh ï^rieflant noemden. De wateren Linde en Kuynder komen hier dicht by elkander , en ontlaften fich inde gemelde Zuy-der-zee, waer door d’inwoonaers bequame gelegenthey t tot de koophandel en ’t vervoeren van allerley waren hebben. D’oude Nederlantfche Hiftorien maken |
Onjer-TjJU. gewaghvan het dorp Kuynder; en men vind, op ’t jaer c I □ c x c v r, dat de Graef van defe logh plaetfe tegen Boudewijn , Biflehop van Ui-trecht,oorloghde ; doch ditduerde niet lang: want die van de Kuynder waren niet fterk ge-noegh tegen de Biflehop, die in een gevecht vijf hondert van hen gevangen kreegh,en genade fchonek , doch op voorwaerde , datfe ’t verdragh, tuflehen hen gemaeckt, nakomen fouden: een van de voornaemfte punten van ’t felve , tot voordeel van de Biflehop , bracht mee, dat de Kuynder, met fijn toebe-hooren, als de Graef fonder manlij eke geboorte quam t’overlijden , aen het Bifdom van Uitrecht fou komen ; het wclck de Graef, uyt dringende redenen , hoewel uyt flechte oorfaken gefproten, toeftont. vj I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;In |
Cracf In ’t begin der veertiende eeuw verk^laerde h^-e'cht ƒ» ^^^brechc van Beyeren, Graef van Holland, de Kiiyn- d’oorlogh tegen de Vriefen , en qnatn , fcyt de Hiftorie, aen de Kuynder te lande met de hoofden van fijn leger, als Valeran Graef van S. Paul, Karei Albrecht, Walraven van Bre- derode , Geeracrd van Egmond , lan van Arckel, Nicolaes van BorÏÏele , Willem van ivelcke onder de Biffchop komt ; Kroonenburo-h ; en vele andere voorname •O Edelen van Hollant, Zeelant en Henecrou. De Vrielen , om Graef Aelbrecht de wegh te fiuyten, lieten op vele plaetfen, daer de fche-pen konden aenkomen, en ’t volck te lande letten, Fortjes opwerpen, befetten alle plaetfen met krijghsvolck, en bleven met het grootfte deel van hun leger,omtrent de Kuynder , op de grenfen, om die te bewaren. In’t jaer 140^ had de Biflchop van Uitrecht al eenige jaren de Kuynder, als ey-gen goet, gebruyckt ; en federt heeft hy de geheele heerfchappy der felve verkregen , na dat hy die van Herman, Heer der plaetfe, en van fijne kinderen gekoft had: waer uyt daer na d’oorlogh tulTclien de Vriefen en die van Uitrecht gefproten is,tot groot nadeel van de Kuynder , die , om dat het tufichen beyden op de grenfen van Vrieflant en Over-Yfel ( dat toen oock onder de Biflchop ftont ) gelegen is, meeft al de lafl: der felve, als ’t voorwerp van haer gefchil, moeft uytftaen : doch als fy clckander veel Ichade gedaen hadden , is haren twift door fcheyts-liedcn , daer toe wf/ gefielt, met een verdragh bevredight, waer deVriefen in bedongen wierd , dat de Biflchop van Uitrecht en fijne nafaten, een vroom en cer-gebieder in ’t Fort van de Kuynder , met goedtvinden en raet der Magiftra-ten van Deventer, Campen en Swol, füllen fiellen : dat de felve gebieder oock in de goede gunfi der Vriefen, ten minfien in die van de nabywoonende,fiaen fal: dat hy hen geen overlafi nocht eenigh leet doe ; maer fien als een goet vrient betoon : dat hy in alle bil-lijckheyt, na de wetten des landts en der |
gerechtigheyt , over d’inwoonders van de Kuynder gebiede : dat hy oockgeene wetten nochvryheden, die fy van haer laetfie Graef Herman , en van fijne voorfaten ontfangen hebben, eer fy onder ’t gebiedt des Biflehops quamen, verminder nochte vernietigc : dat de gemelde Biflchop en fijne navolgers ordre füllen fiellen; dat het Fort de Kuynder de naburige landen niet befchadige : dat aen d ander fijde aen hem, nocht aen fijne landen die hy befit, eenigh leet oft ongelijck door de Vriefen gefchieden fal : dat niemant den anderen in fijn recht verkorten fal; maeryder in fijne palen blijven , te weten , die van Uitrecht in haer gebiedt, en de Vriefen in Vriefi lant : eyndclijck , dat de punten van dit verdragh onverbrekelijck füllen onderhouden worden , en in geenderley wijfe , onder wat fchijn het ware, overtreden. In’t jaer cb Ia xvu firoopten de Gel-derfchen , onder ’t gebiedt van Selbach , in de landen van Langewald, Fredewald, de Drent, Stellingwerf , en de Kuynder, tot groote fchade der inwoonders. Vier jaren daer na quam Willem van Roggendorp , overfie van d’Uitrechtfchc troepen, en Nicolaes Wendersdorp, een trefielijck krijghsman, met fijn leger eerfi te Steenwijck , en daer na in de Kuynder , daer hy eenigh volck aennam, om tegen die van Stellingwerf en die van Schoteren te oorlogen. In de laetfie Nederlantfche oorlogen, als deSpaenfehenin’t jaercio lo lxxx Steen- spnen-wijek wilden belegeren, lagen inde Kuynder jeheni»-twee vacndelen tot befetting, onder de Capi-teynen Efchade en Roelof van Lange. Des Konings volck fonden eenige benden voor defe plaets, om die in te nemen, welcke haer des nachts overvielen , en waren in korte tijt verwinnaers ; want fy was toen noch weynigh gcftcrckt. Capiteyn Efchade wierd gevangen, en fijn vaendelinfiuckengefcheurt, van Lange liet ’er oock’tfijne, doch hy felf ontquam het : vele foldaten wierden in hare bedden doorfieken, andere gevangen, en weynigh konden ontvluchten. Het vleck wierd ge-plondert en verlaten. Daer na bonden fy’c vaendel van de Lange aen een paerts fieert, en fleepten het, met veel gelchrey en gc-juygh, rontom de muren van Steenwijck. In ’t volgende jaer, als Steenwijck van ’t 'vctIotcK' bclegh door der Staten leger bevrijt was , wierd de Kuynder, in wiens kerek de Spaen-fchen fich fierek bewalt hadden , in weynigh dagen weder verovert. |
fte Forten , die in delaetfte Neder-landtfche oorlogen , door de ver-eenighde Staten, om 't groot vermogen des Konings van Spanje te we-derftaen , gemaeckt fijn. Het is aen de - grooten arm derNoort-zee, die wy de Zuyder-zee noemen, fcer bequame-lijck gelegen, t Was te voren maer een |
L o c K - Z y L is flechte en geringe plaets daer wey-geen van de min- nigh huyfen en inwoonders waren : maer federt foo verandert gt;nbsp;dat het na fijn vorige geftalte niet meer gelijckt $ want het is nu volckrijcker, en bloeyt meer in koophandel dan fommige fteden , het welck aen de menighte der fchepen blijckt, die , bchalven vele kleyne fchuyten , hier meer dan twee hondert t huys hooren ; waer doorfe dagelijcks toenemen, en haren Jftaet verbeteren» |
Over-TJJel,
vj K
BLOCÏC
â. ®A.
..y/i’
.».n Ç?
„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-O.®
f)
~ 414jx4»gt;i
- -lt;,
,4^ 1^4...
■ .iâù.Ap.'5.'
.«ùD.-r.._______
ÄS-quot;
-.,(l..ß..ä.Ä
..ß.ci Ö
ßi’
____
4.A1n^
ô»*-'
.n .ßA.
Ig!
ft.0
ïi
.....n..gt;~o____Oii£L^
•»Uiüüi'U/_____y
gt;û
.ftnggt;.quot;--nl3
,,IA.6,...A...
.Ä
■■'•ut
aÔ-A-Ac,
.9
.•5I-
-^t^'-n^XïEe^.Pî,
Qgt;
H]tÿrtlanJ/cJjt^j^AeM£Ti
■'■G}/.,
quot;Vtr^cC.
.O...„-^,-2 •:iâjlCL0t
^ftû. - - (^.ß
■-„B,,... A.
ZYL
,PÛ.,. 0»-.
.n. aa .ntl... 0.,^ .
-~-- D.fl./«?! „Q
.qH-oÂ
4...
Cijîâo/Q/
pl^Q____
SuP^n ..
jLLP-Q.D
- ‘-Af,
'^■.’-À„.v,-â.'
- - SSSL,
-Â lt;■ J, f),fl
'.....•'i
,âa—
-.C.Oj-.Ctn
Crû,'..
_ Ag.,.3,ÂA;-
■,A.aO,
0gt;^
-A
ita ■t--‘
''
men moet die wegh nemen, om naer Groningen , Embden , en andere naburige plaetfen, te rcyfcn, als men uyt Hollant komt. Al de turf die te Meppel, en een deel van die te Giethorn en daer omtrent gegraven word, brengt men te fcheep door defe plaets, om die naerHollandt,oft elders te voeren en verkoo- » pen. De gelcgenheyt en de wercken maken het tot een fterck Fort, waer in al de huyfen van Swarte-fluys, uytgefeyt eenige weynige en geringe , begrepen lijn j en is, gelijck vele andere Schaniren,dienftigh, om dit lantfchap te verftercken,en tegen alle ge welt te bevryen. |
DE KLEYNE STEDEN
VAN O V E R-Y S S E L, waer van ick d’Aftekening tot noch toe niet heb können bekomen.
Heeren, EEIMVYEN leght op de mont van ’t rivierken de Vecht, dat de Latijnfche Schrijvers Vidrus noemen, en omtrent een ure gaens van IdalTeltenVollenhove, in ’t midden tulfchen defe twee Heden. Sy is met haer gebiedt door loan van NalTou aen de Bifl'chop van Uitrecht met ftadts recht gefchoncken. Flier was ccrtijts een fterck kafteel by de vloet .die men 't S^^arte^vater noemt, waer van niets dan de puynhoopen overigh fijn. OMm E N is omtrent twee kleyne mijlen van Hardenbergh, en oock aen de gemelde riviere de Vecht gelegen. De Biflchop Florentius van Wevelinckhoven heeftdefe plaets,in’t jaer m ccclxxxii, met muren befloten. Wtlfem , Grafhorfl, en Gramslerge worden noch hedensdaeghs meer onder de dor-' pen dan onder de fteden getelt. HArdenbergh is door de BilTchop loan van Arckel, in ’t jaer m c cc l vgt; met muren omringt; en in’tjaer m ccc Lxxxv heeft de voorfeyde Biftchop Florentius van Wevelinckhoven hier een kafteel,en een ftal voor tweehondertpaerden,doen bou-Gelcgen- wen. Sy light omtrent een mijl van Coever-heyt. den en vier van Swol, op de Vecht, die uyt het Graeffchap van Benthem komt, en een half ure gaens boven defe plaets, by ’t huys te O^er-Tjifel. |
Gramsbergh, in de Aa van Coeverden valt, en loopt met de felve voorby Ommen en Swol, daer omtrent fy in ’t Swarte-water komt, met welcke fy doorHalTelt in de Zuy-der-zee loopt. Hardenbergh is in de laetfte oorlogh vermaert geworden door een ge-vecht, daer de Graef van Hohenlo , aen äer i^e^h vereenighde Staten ftjde, in’tjaer clo 'va» h^. Lxxx, tegen Marten Schenck, die toen de Koning van Spanjen diende , de neêrlaeg kreegh , en vele van de fijne, daer onder den overften Wijngaerden , verloor : Hohenlo en vele andere ontquamen het gevaer met vluchten. Tm A R SE N leght drie mijlen van Gelegen. Almeloe : is een kleyne maer oude ftadt,eertijdts meteen wal en dubbele graften voorfien, die door de tijdt gevult en vernielt fijn. Sy is, foo Trithemius feyt, door Odemar, Koning van Vranekrijek, daerfe de naem af heeft, op de felve plaets, daer fijnen grooten vrient Vechtan begraven was, gebouwt. Defe Vechtan was een van d’oude Druiden, dat Heydenfche Priefters ' en Propheten waren, onder welcke hy, om fijn groote kennis in velerley talen en wetenfehappen, een der aenficnlijckfte en uytmuntentfte was. Sommige Schrijvers feggen, dat de gemelde Koning Odemar oock te Otmarfen begraven is. Eenige andere meenen, dat defe ftadt haer naem heeft van de volckeren jMarüi, die hier eertijts ge woont hebben , en dat daer na die naem in Otmarfen verandert is. |
DE FORTRESSEN
INDE
OMMELANDEN.
A
-ocr page 388- -ocr page 389-Befchrijvinge van de Stadt
GRONINGEN,
Door D. E. H. I. H. B. D. S. S.
Hooghte en lengde.
R o N I N G E N in Vrieflandt ( fo byge-? naemt tot onder-fcheyt van de Steden en Vlecken van gelijken Naem in Bruns-wijck, Helfen, Swa-ben, Switfer-lant, en
felver gedeelten liunfigónes,Fejderigóneso ft van de vele wateren en rivieren (nu noch Ee, Ie en Aa) van alle zijden uyt de hooge Drente af-komende, en dit lant in vele kleyne gedeelten doorfnijdende, als daer lijn Hunes-ee, Fi'uel-ee, JAunter-ee, Reyder-ee, Wefier Hunes-ee (nu Peyfer-diep) Hornfler-a, Olden-ee, Schermer-ee, Slochter-ee, FijrHer-ee, Folcard-ee, Pekel-aa, lAedumer-ee) or veel eer van de
ÜAern.
Situatie
genheyt.
Namen der oude inwoon-dcrs.
hooghte van 5 3 graden 18 minuten, en de lengte van i4grad. 5 3 min. Is een feer Oude Riddermatige vrye Vriefche Rijcx-vry en Hanfe Stadt, en onder foo veel Steden van ’t
moedelijck oock de oudtfte, en fonder twijfel de voornaemfte van macht, rechten, vty-heden, wetten, en welgeftelde regeering.
Heeft de Naem van de groene E s s (lijnde een fmalle tulTchen twee rivieren, en groene land-awenvut het Goorecfit afkomende
kleyne Gooen,Ee-gooen, heel oft half-eelan-den of Eylanden, oock Ee en Eie genoemt. Eyndho^. hifi. Aeland. lib. i, cap. 3, als daer lijn die in de oude Brieven genoemde vijf Eylanden van Hummers-ee, Huns-ee~goo, Fi-bel-ee-goo,Emisga of JAunter-ee-goo (nu Old- • ampten) Feyaer-je-goo (nu Reyder-landt) noch als Eylanden a^ebeeldt,door het Om-lants wapen van elf Zee-bladen,gelijck oock noch ontallijcke Dorpen en Perfoonen om defe Stadt van fulcke een (het zy wateren oft eylanden) den naem hebben, als Ie, Eelethe,
hoogeSandhaar,Horft, Rug, Tang ofte Tong, noch aen beyde zyden van de Stadt de E s s oft E SK genaemt,daer op defelve is gelegen ,’' en daerom te recht in de Vriefche Spraeck noch Grien, Es, en by verkortinge Griens, Gruns, Grins en Grens') als mede in • ter Richter of Oplichter) Eeveer. (Waterde felve Tael, oâde Chronijcken, Brieven
Eelder-wold, Enerf-wold, Noord-e’^-dijck, Eeiïngh, Wefter-^’^’-mutha, (nu Wefter-em-den) Eenrhem, Adorp, Aingehorn, Eemetil, Eenhem, als oock Eewald (nu Schepper wa-
genaemt, nae de manier van vele plaetfen in dit landt (als Harfens, Cantens, Lidens, Tuens, Godelins,Leermens,Heuwens) ende benabuerde Landen , als Maten-es, Ren-es, Widen-es, en andere.
Leydt omtrent in’t midden van een landt zijnde het uyterfte en oofterfe gedeelte van het oude,en het middelfte van’t tegenwoordige Vrieflandt, (’c vijfde van de oude Vriefche feven Zee-landen) van oudts , tot omtrent aen onfe tijden, genoemt kleyn Vrieflandt, en in ’t tradaet van ’t jaer duyfent drie hondert een-en-feftighSuyd-Vrieflant,en nu meerendeels Omlanden tulTchen de Eems en Lauwers. Van’twelcke deinwoonders by de Romeynen (ten aenfien van de groot-heydt oft van de vafte grondt van ’t benabuerde Vrieflandt tuflchen de Lauwers, het
veer ten aenlien van de landt of wagen-vee-ren) Sulcks dat Feat. Fhenan. te rechte feght lib. 3 Fer. Germ, de^rehendi I^honum cwita-tem ejfe Frifiü Chauds propinquam drca amnem e^Amifiam : beduydende de Romeynen in haer fpraeck met het woordt d^uitas, het geheele lantfchapjhier naeft aen de Eems en Chauken ( nu Ooftvriefen ) leggende, en dat met groote reden werdt geloott, dat defe Stadt zy (T'aciti Annal. liF. i ^,inßne)no-^a (olonia apud I'uhones, by Onuphrius ge-
noemt Colonia I v h o n v m , nae der Romeynen manier, in plaets van de oude naem, alsgt;Spijr, Worms, Straefborgh, Geneve , de felve doopende met den nieuwen naem Colonia Nemetum, Vangionum , Al-lobrogum, Argentina, en van de voorfchre-ven vele Een of Aen Ptolemæi Phileum.
Is alfoo defe Stadt omcingelt met vijf omleg. kleyne landtfchappen , behalven het landt-fchap Drent, by outs Qmitatus en Confula- ' tHS 3 en der felver Richteren Comités en Con-
Vlie en den Rijn) fchijnen génoemt te lijn Erifit minor es,Er'iÇA'vones,cw Frtßnones (Fries-ee-^lt;voners oft Fries-ee-gooers) en by verkortinge I'V^ones en Hiones (I-'vvoners, Ee-'U^o-ners, oft Egooers, en in volgende tijden der mende, als ’t quartier, Hunfegoo, Ft-vij. A quot;jelegoo.
ß/les genoemt, haeft al te famen aen defe Stadt en der felver Goo oft Goo-gericht ko-
G R O N I by deje üladt. weleffoo , Oldampten en Reyderlandt, in 'uita Lu^eriijm\ jaer Chrifti feven hondert feven-en-dertigh genoemt, quinque pagi, Hugomer-chi, HuniC^a, Fi'vil^a, EmiC^ra, Rederi^a, en oAldammecht, terra Reydenßs, en tuftchen fes diepen en fcheep-vaerten, waer van drie, het Schuyten-diep ( by oudts Hunes-ee ) het Hoorenfe-diep (by oudts A, en Hoornfter-e) en uyt der ferver te famen-loop gemaeckte Reyd-diep , zijn opene en in de Zee uytloopende Rivieren ; op welcker te famen loop en drie-ftroom defe Stadt is gelegen. En de diie, het Damfter-diep ( by oudts Fivel-ee) Hoen-diep en Botter-diep, fijn gegravene diepen, en aen de Zeekant met fluyfen te famen beflooten, uytgefeydt het Hoen-diep met vijf paer fteenen Beeren, en vijf deels en-kelde deels twee en drie dubbelde fteenen boogen ; en door een-en-twintigh deels fteenen deels houten bruggen, in door en uyt de Stadt geleydet. Wordende alle defe rivieren en diepen dagelijcks niet alleen met groote meenichte van kleyne Scheepen bevaren, en de waaren uyt de voorfchreven Landtfchap-pen,als uyt ’et Wefter-quartier langs’tHoen- uyt Fivelingoo langs het Damfter-diep, uyt de Oldampten en de gedeelten van Reyder-landt langs het Schuyten-diep, en daer in onlangs gegravene Oldamfter-diep, aen defe Stadt gebracht. Maer is infonderheydt het voorfeyde Reyd-diep geftuurt. Behalven het Reyd-diep de Zee-haven van defe Stadt,met ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ daeglijcklche vloet en eb van fes voeten, door de oude Lauwers ende Scholbalg, tuf-fchen deEylandenAmelant en Schiermonk- oog in de Noord-zee uytloopende, en tot in de Stadt vaerbaer, met Schepen van hondert , hondert vijftich, en twee hondert lallen. Alle de welcke diepen eerft niet aen defe Stadt hebben geloopen, uytgefeydt de A, (die uyt de opgevulde grondt en overblijffe-len van fchepen en touwen, diep onder de aerde gevonden, ) betoont word over ’t Visen de breemerckt, langs Ebbingeftraet, beneden de Stadt in de oude Hunes-ee, nu Selwerder-diep geloopen, en de haven van defe Stadt geweeft te fijn : behoudende de naem van de A, tot haeft aen de Zee, of tot dat de felve in de naem van’tVlie oftFliet is verandert; gelijck de dorpen A-dorp in Vpga, en Fliet-dorp in de Marne (zijnde mogetijck de Romeynfche Marnarmanis portus Marne-mans Haven) noch aen de felve oude rivie- En fijn daerom de voorfchreven rivieren fehe regeringe alhier, getimmerde Kerck, in |
N G E N. en diepen met ongelooflijcke koften en moeyten aen defe Stadt voor en nae geley-det, niet alleen hetHoen-diep en Botter-diep, en het Damfterdiep van Oofterdijcks-horn oft Borgh-horn tot aen Oofter-hooge-brugh 5 maer felfs oock het Schuytcn-diep en Reyd-diep , lijnde in plaets van de oude Hunes-ee, (met een feer kromme loop van de Waterhuyfen ten weften van Wefter-broéck en voorts ten ooften van Elfer, Helper en Stadts-hammerken, voorby Oofter en Noorder-hooge-brugge; en eyndlijckniet verre ten noorden voorby dele Stadt nae Sei wert, Harfens, A-dorp , en Werum loo-pende ) een geheel nieuw Schuyten-diep en Reyd-diep gegraven, eerft van Oofter-hoo-ge-brugh na de oude Steentil en Poel-poort, en voorts langs de noord-oofter ftadts graft tot in de oude A ofte Selwerder-diep , by de oude Ebbinge-poort j daer na van de Water-huyfen langs de oude Harer en Helper-wa-teringe nae de Hooge-wal, en voorts aen de Seentil-poort j en eyndlijck van de oude Ebbinge-poort langs de oude noorder-ftadts-grart ( hoewel de felve oock nae ’t jaer duy-lent vier hondert negen-en-tfeftigh langs de zuyder-ftadts-graft een tijdt lang geleydc is geweeft ) tot aen de oude rivier beneden Werum, omtrent een miile weeghs lan^. Zijnde oock de A eerft voorby de Hoen-til wefter-ftadts-graft, by de Krane-poort in het gene onlangs met overgroote koften is ge-daen, foo in ’t felve Reyd-diep by de Kampen (in ’t Kerfpel Suyder-dijck) in’t jaer duy-fent fes hondert twee-en-twintigh, en by Garnewert duyfent fes hondert negen-en-twintigh als in ’t Schuyten-diep van de Wa-ter-huyfen af tot in en door de Oldampten, van ’t jaer duylènt fes hondert twintigh tot duyfent fes hondert fes-en-dertigh, met het graven van een geheel nieuwe Scheep-vaert door de Kerfpden Wefterbroeck , Cropf-wolde, Sappemeer, (aen beyde zijden door een feer hooge veen) Suydbroeck, Ekeftede, Scheemda, Midwolde, Ooftwolde, Finfer-wold, Beerta, Winfchoote, Bleyham, Belling-wolde, Wolden-dorp,Termunten, mee-rendeels in ’t jaer duyfent fes hondert acht-en-dertigh fulcks bedijckt, dat de hooge wateren door defe Stadt nae de Zee werden af-geleydet, alles tot groot gerij f van de Stadt en de voornoemde Landen. Van de Oudtheydt van defe Stadt ge-tuygt het over oude gebouw van een ronde, en ionder twijfel geduurende de Romeyn- Gutheyt. |
Vólgende tijden S. ‘Walbtigh tóege-eygent ; en de oude Romeynfehe goude , lilvere en kopere munte, in de Stadt, voor-ftede , jae felfs in de vervallene gewelven en de inuuren nen der nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gemelde kerek, in grooten getal ge- felve. vondeujdaer van eenige hier lijn afgedruckt : Behalven dat de grootheyt van de Merckt, en de plaets om de voorfeyde ronde Kerek, de goede ordening van wijde en rechte Straten , meeftendeels op de Merckt uytloopen-de, de vierkante plaetfen voor de oude Heer-poort en Poel-poort ( om niet te feggen van de Latijnfche naem van Rijpen aen de felve Merckten en Straten) de forme van een oudt Romeyns Leger oft Colonia gelijeken. Het welck te meer blijekt uyt fes, meerendeels fware en koftelijeke, tochten, de welcke de Romeynen meerendeels tot op de Eeun, om, in, en door defe Provincie, en omtrent defe Stadt hebben gedaen, in de tijdt van . omtrent hondert jaren, doe fy Vriellandt van de Middel-Rijn tot aen de Eems hebben in-gehadt. Oerlogen Als Drufus, Stief-fooii van Keyfer Augu-en door- ftus, (behalveii’t gene te vooren van Tibe-Xr nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gedaen ) met een groote Scheeps-ar- meinen made, in ’t twaelfde jaer voor Chrilti ge-in defe boortc, niet fonder gevaer van op de Eems landen, ßj vyaudcn de Chauken (nu Ooft-V riefen) overvallen te werden, als fijn Scheepen met een laegeEb op ’t droogh quamen te fitten, wiert hy door hulp van het naeftgelege-ne Vriefche voetvolck gereden geberght, Suet. in Auguft. En infonderheydt des felfs Soon Germanicus tot twee verfcheyde rey-fen: Eerft in’t jaer Chrifti vijftien,na bellech-tinge van de oproer in het Leger tegen de Chauken by den Overfte Mœnius beftuurt, foo in de heen reys, latende Pedo met de Ruytery hier voorby langs de zee-kant ( fnii ^rifiorum littórg Qcçanï , modice adlahente |
Tacit, lib. i. ) vöor aen gaeh naë de Eems, en felfs volgende te fcheep met vier Legioenen , ( makende niet het hulp-volck omtrent de vier en twintigh duyfent mannen) als in de wederom reyfe , in de welcke P. Vitellius met de ruytery en twee Legioenen hier te lande fecr befchadight fijn, en haer eyndlijck op een hooge Wierd , Es, of Werf (de welcke eenige meenen’t oude Ro-mers-Averf, nu Ranis-wcert, by den Dam ge-weeft te fijn ) hebben gebergt van een hooge Vloedt, van Tacitus lib. i in ’t lang be-Ichreveii. Daer na in ’t jaer Chrifti feventien met een vloot van duyfent Schepen, gelaten in dit Land aen de lineker-fijde van de Eems, de welcke oock in de wederom reyfe op de Eems groote fchipbreuck heeft geleden , Tacit. Annal, lib. i. En eyndelijck de toch- ■ ten van L. Apronius, in ’t jaer Chrifti achc-en-twintigh. Van Cn. Domitius Corbulo, in ’t jaer feven-en-veertigh. Van Didius Avitus, in ’t jaer acht-en-vijftigh* Tacit. Annal, lib.4, lib. 11, en lib. 13. Geduurende welcke tijdt de Romeynen Roemfeh de Eems voor haer Rijcks-pael, dit Landt voor haer Frontier, tegen de Chauken ( nu Ooft-vriefen) meeften tijdts haer vyanden, en booft^ hebben gehouden,en daerom vetmoedelijck llt;:ger. haer Hooft-leger en Colonia in defe Stadt hebben gehad,om haer welgelegentheyt foo te 'W^ater, als infonderheydt te lande voor de ruytery, en uyt de felve beforgt de naeftge-legen Greiis-huyfeii en Kafteelen, infonderheydt het beroemde Kafteel TleumiFle^vumt of Fleth 3 fonder twijfel (na de plaets-ftellin-ge van Ptôlemæus ) Fletum in Reyder-landt, mede in de Dollert vergaen, noch in ’t jaer duyfent vier hondert vijf in de oude brieven bekent,oft een ander aen de Eems-kant op de ooft oft weft-zijde van de oude Fivel-ee, (nu omtrent de dijck noch het oude Fliet, en Maar-Fliet genaemt) het zy wefter-Emden Zee-rijp {Oceani hpa} oft de fteen-klip in’t Kaiteei rietum en mogeiijck diergeiijcke hier omtrent mede onder de vele befittin-gen, oft onder de vijftich Kafteelen by de hoogh-gemelde Drufus,eerfte ontdecker van de Eems, aen den Rijn en aen de Eems ge-maeckt, Florus lib.4, cap.i 2.. Aen het wde-ke fonder twijfel, foo wel Drufus als Germanicus, tot driemael haer machtige heyrlegers te water en te lande hebben by een verga-dert,en op de wederom reyfe weder gedeelt, en de gene die in haer groote Scheeps-ar-maden te water fijn gevaren, uyt- en weder in-gefcheept. En is daerom haeft buyten twijfel alhier vii. B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de |
N.
Schip-brctick op de Eems.
de plaets, Tac. Annal.lib.i, genaemt Hiones Onderndam ) fulcke groote befettinge oft ( of Ivhones ) alwaer in ’t jaer Chrifti feven- vergaderinge der Romeynen is geweeft.
tien na de groote fchip-breuck op de Eems de oevers met peerden en menfehen lichamen bedeckt zijn geweeft, daer heen , als naefte Romeynfche boodem , Germanicus ( by de
Èn fchijnt daerom defe Stadt en Landt te
G P flant tegen de Romeinen ,
die wee Nederlagen lijden.
hebbende) fich heeft vervoeght, fijn volck, hier op de Eems en zeekant landende,weder vergadert, en het felve tegen de flAarfen (nu Twentenaers) uyt en van daer (tot verfeeke-ringe van defe Frontieren, en fchrick van de naelfgelegen vyanden) weder hier heen te rugge gevoert, en aen de Soldaten haer door ’t water geleden fchade heeft vergoedet. Tacit. Annal, lib. x , Keduélas in Hiona ( een
fijn de plaets daer Cn. Domitius Corbulo , orde (beroemt door de groote grifte in Hollandt ƒ gemaeckt) in’t jaerChrifti feven-en-veertigh fich tot den oorlo^h tes-en de Chauken ( nu Ooft-vriefen ) en der felver Overfte ter Zee Gannafcus bereydende, in dit aen de Chauken naeftgelegen Vrieflandt, een Raed (in de Stadt ) Overheden ( in ’t Landt ) wetten en
fiorum Senatum^Magifiratud, Leges tmflofuit, ac ne juffa exuerent prAfidwm ïmmunilt;vït. Tacit. Annal, lib. 11 : en dat daer heen haer
begin of verbetering hebben gehadt de Raet in de Stadt, Vereening van Stadt en Landen
woordt mogelijck gedraeyt uyt het Vriefche
Gronia oft Gronien) miles Utus animi, cjuod in een lichaem door de Landt-dagen {ut Po-adnjerfia maris. En Beatus Rhenanus d. i. a^- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ - • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. . . , „ ,
far et afud I^hiones militum fiationem fuifi'e hybernacula.
Dat daer heen oock de overlaft van de
ma Latium eorumojue Comitia)diç. Redger-rechten te lande, het Romeynfe getal van de drie oudfte Kluften in de Stadt, de oude re-
Romeynfche befettinge, en dien volgens op-ftant tegens Keyfer Tiberii Veldt-heer L. Apronius,in ’t jaer Chrifti acht-en-twintigh, in ’t dooden en kruyfigen van de Romeynfe Officiers en Rentmeefters, hier is begonnen, gelijck fulcks blijekt uyt de vlucht van de Overfte Olennius (mogelijck Ole-Ennes) nae het voorfchreven Pletum, en infonder-heydt uyt de daer op gevolgde eerfte twee neêrlagen, die met groote redenen gelooft werden naeft by defe Stadt gefchiet te zijn, te weten van negen hondert Romeynen in een flagh van twee dagen, gebleven by Pa-duhema lucus , (Beduhemer of Bederwolde)
geeringe van de Borg-grave of Schout, en den Raedt, (PrAfidü ‘vel PrAtorü, Curioi duum-worum njel trium-worum decu-rionum^de oude verdeelinge van den Raed in Confitles, Prat or es Çÿ Senatores, vier Burger-meefteren, vier Redgeva , ( Pationales ) en twaelf Aldermannen,de Seend {Cenfiura) van acht Kluft-meefters, de oude maxime van de Stadt ( dat de felve niet met de wallen en grachten, maer met dijeken, zee, en andere lant-palen wort ge-eyndigt) en infonderheyt defe Stadts oude wetten van erffenifle van de Soons, uyt-boedeling van de Dochters,Vrou-we-boedel, dwars-nacht, (duarum Ldoéiium) het verleggen (fiidio caflitü diminutio debt-torum) en anders,niet met de Juftiniaenfche,
en van vier hondert op de volgende dagh, die,uytvreefe van overvallen te worden,haer felfs hebben omgebracht, by Cruptoricü 'uil-la, (Kreps, Krups, of Krops-wolde in ’t Goorecht oft Grijps-borgh in Lange-wold) Ta- peculium genaemt Stadts-tafel, de naem van cit. Annal.lib.4, fijnae ’t yoorfeyde Baduhen Rijpen,en in’t Goo-recht de overdracht van niet anders als ’t gene men nu Beduen oft Bedhum noemt, het N voor het Vriefche M
maer oudtfte Romeynfche wetten, ten tijden van Corbulo noch gebruyckelijck, over een komende, als mogelijck oock de Stadts vrye
E verandert lijnde, als fulcks blijekt uyt de oude woorden van Plinii Borchana, Ama-fus, A, en andere ontallijcke nu gemeenlijck Borchem, Eems,Ee. Te meer, alfoo noch in de oude brieven feecker Woudt,omtrent Bedhum, Beduhemer en Beder-wolde, is bekent , het fy Suyd oft Noord-wolde of het Roo-wold j en die van Bedhum felfs, en van geheel Innerdijck, int jaer duyfent twee hondert twee-en-vijftig,genaemt the Wald-mon ( de Woldmannen ) alwaer vermoede-
erven of erve goederen Çam Çen rei immohi-^ lù) voor feven getuygen ; en in Wefter-woL de de oude twaelf Doeckermans ( duodecim
Viri) fijnde gefwooren Richters.
Het wort oock niet fonder reden gelooft, dat nae de weder-roepinge van Corbulo binnen den Rhijn, het Nieuw-landt, mogelijck van Corbulo tufichen de Romeynfche fol-daten enVriefen natioPrifiorum confie dit afud agros à Corbulone defiriptos. Tacit. Annal, lib. 11 , van Verritus en Malorix, in ’t jaer Chrifti acht-en-vijftigh , de voorfeyde foldaten afgenonien, fy geweeft ten noorden van defe Stadt, te weten nae de Marne en
lijck, het fy aen de oude Huns-A, oft op de daer omtrent,daer de Romeynfche mate van oude Zijl genaemt Uldeniadom ( nu noch jucken (anders nergens in de Vrieflanden ge-bruyck-
G R o N I bruycklijck) tot noch toe is gebleven, en dat defe Vriefen uyt nijdt oft afgunft tegen de Romeynen, of gunft tegens haer verdreven nabuureiijde Chama'vosj (die Eunapins feght mede op de 7.ec gerooft te hebben ) tes 3 lïfipttes 3 Anjibarios van de naeftgelegen Chauken verdreven j daer henen hebben ge-ftuurt 3 Tacit. Annal, lib. 13 ; oock des te williger de reyfe aen den Keyfer Nero hebben aengenomen , om dat defe Frifi^ones hare landts-liiyden in goeden getale fich tot Romen onder de Keyferlijcke Duycfche lijf-wacht te peerde en te voet hebben laten gebruycken, als blijekt uyt defe oude inferi-ptien tot Romen gevonden : Grut, in op. in-Jcription. Zahrif F L. V E I?i N O* NAT. F R I S Æ V O N E V I X : A N. XX. M. VI. T. F L. VICTOR EQ^SING. AVG. FRAT. bVLCISSIMO F. O. C. D. M. AVR. VER O. EC^SÏNG. AVG. NAT. F R I S E O : T. A E L. GEMINI. VIXIT ANN. XXX. MIL. ANN. XIII. AVR. MOESICVS HER A. O. F. C. HI LARVS NERONIS CÆS ARIS CORPORE eVSTOS NATIONE FRISÆO V I X. A. XXXIII. BASSVS NERONIS CÆSARIS CORPORI eVSTOS NATIONE FRISIVS VIXIT AN. XL. Gelijck dan oock defe Vriefen hacr in der Romeynen dienft hebben begeven 3 als ge-me\ze Stipendiaries Qruptorix, en vermoede-lijckoock Olennius en Mcenius bey de Over-ften van de befettingen tegen de Chauken fijnde de namen mogelijckop fijn Romeyns gedraeyt, uyt de Vriefche namen van Greb-ber Rijekes, Ole-ennes, en Meyne , Mene, Manne oft Menne, ipß ( ait Cerealis apud Tacit, lib. 4 Hiftor. ) plerumque legionihtis noßris praßdetis 3 ipß has aliasque pro^incias regitis 3 nihil feparatum3 claufismque. Grsote nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;F^oija Colonia I^honum in Veen- ’t felve jaer de groote Veen-brandt geweeft, brandt, by Tacit. Annal, lib. 13 in fin. feer aerdigh befchreven, gelijck de felve hier te lande noch dickwijls gebeurt, alfo de lichte Wold, en Segge-landen haer, by oudts ,aen, cn om |
N G E N. defe Stadt hebben geftreckt, blijekende uyt de namen der dorpen van Suyd , Noord , Roo, en Germer-wolde, en van de Segge op de Suyd-wefter-Stadts-graft gelegen. Sijnde ’t felve landt door fulck af branden oft ver-fincken foo verre verlecght,dat het felve van ’t zee-water heeft bedeckt, en alfo met fiijek verbetert können worden. Nae het vertreck van de Romeynen fijn haeft alle faecken van Duyts-lant onbefchre-ven en vergeten, en fchijnt dat de oude en de eerfte ftratingen , foo van de merekt, als ftraten, door brandt, oorlogh, verluymenis, oft oock met wille,fulcks met der tijdt tegen het water oft anders fijn opgevult en ver- Verhoo-hooght, dat de tegenwoordige ftraten twee, nbsp;nbsp;nbsp;de- vier, fes, acht, thien, en meer voeten hooger fijn als de oude ftraten, foo noch alomme onder de merekten , ftraten en huyfen worden gevonden, hoewel in al ’t gene de Vriefen ten tijden van Claudius Civilis in ’t jaer Chrifti negen-en-feftigh, (infonderheydt tot Geulen , Santen , en elders aen den Rhijn ) van Clodius Albinus in ’t jaer een hondert negentigh,en van de eerfte Franfche Köningen hebben gedaen , defe Hooft-ftadt van Vrieflandt fonder twijfel daer in mede haer deel heeft gehadt. Gelijck dan ten tijde van Carolus Magnus, omtrent het jaer Chrifti acht hondert, in feecker Marmorfteen tot Roomen in S. Michaels kerek , onder drie Vriefche Ridderen, Leomot de Staijera, Hia-ro de Slinga, mede wordt genaemt Ilderado Mijpr hepft defe Stadt nae het jaer duyfeiit twee hondert, en inlonderheyt in ’t jaer duyfent vier hondert, door hervat-tinge en vernieuwinge van de oude verbonden met de naefte Vriefche Omlanden, jae door verbonden en oorloogh met de bena-buurde Landen, Potentaten, en Steden, hacr naem feer beroemt gemaeckt. De grootheydt van defe Stadt is aen twee Hare duyfent roeden, van veertien Stadts-voeten, groote in binnen de graft gemeten, behalven de wijde graft , en hondert voeten rondom de graft tot een verdeckte wegh ledigh gelaten. Is in voortijden veel kleynder geweeft,hebben- en van de, als eenige meenen, eerft na ’t weften haer outt. niet verder geftreckt als nu ’t kerfpel van S. Marten , te weten aen Hardinge-ftraet met een houten oft palen veftinge (fonder twijf-fel na Cæfars befchrijving van de oude Duyt-fche en Walfche huyfen cn veftingen ) en bolwerck, oft veel eer pael-wcrek, met leem en aerde doorfpeckt. Sulcks dat het A-ker-fpel ( Ifinde oft een dorp oft een voor-ftadt van viftchers, fchippers en fchuyte-maeckers geweeft ) mogelijck ten voorfz tijde van de Ro- |
Romeynen, oft daer na, aen de Stadt is gehecht. Vanwelck dorp de landt-en dorp-namen van de Woerd (of Wierd) Holm (oft Eylandt) Lane en van Tiade oft Tiad (tocht) aldaer fchijnen gebleven, ende naem van nieuwe-ltadt,ten fuyd-weiten vanHardinge-ftraet, van de voorfeyde vergrooting, afge-komen te fijn. Bare nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ell is defe oude Stadt,aldus de eerlfemael, t^erfchey^ infiuytiiige van de A-kerfpel vergroot, arnntil Hict ceii gtaft Cil Ifeciien muur, met vele Va y y k I flr-^ fteencn toorens, met een ftraet rondomme binnen de felve muur ( noch alomme achter de muur genoemt ) omgetogen geweeft , hebbende op eenige plaetfen noch een tweede graft, en een aerden-wal gehadt. Is daer nae in ’t jaer duyfent vier hondert negen-en-feftigh aen de fuyd-oofter en fuyder fijde, van de Poel-poort tot aen de Marwijeks-pijp j in't jaer duyfent vijf hondert vijf-en-twintigh aen ’t weifen van daer tot aen de Kraen-poort,en in ’t jaer duyfent fes hondert veertien en de volgende aen de noordt-welter , noorder, en ooller-zy, van de Kraen-poort af rot aen de Drenckelers-toorn, voor de vierdemael vergroot, en aldaer en voorts rondomme met een dubbelde hooge en lae-ge wal uyt de graft opgemuurt,met een feer wijde en diepe graft (en daer in een verhoo-len graft) en feventien rondeelen, alfoo verbetert , dat defe Stadt nu onder de voor- enßerck- iiaemlle Velfingen van Europa gerekent kan worden. Sulcks dat de vellinge van defe Stadt, met der tijdt,van ’t voorfeyde honteil-pael-werck oft bolwerck tot een muur, van een muur tot een aerden bolwerck, en eynd- lijck tot defe groote en dubbelde fteen- en aerd-wereken fijn gekomen. Poorten. Heeft in defe veftinge nu feven poorten, en voor ’t jaer duyfent vier hondert negen-en-feftigh maer fes poorten gehadt, lijnde als doe en in ’t jaer duyfent vijf hondert vijf-en- twintigh de beyde water-poorten, van de Kraen en Steentil-poort, oock in land-poor-ten verandert, en alfoo van ’t jaer duyfent vier hondert negen-en-feftigh, oft duyfent vijf hondert vijr-en-twintign, tot het jaer duyfent fes hondert vijftien acht poorten ge- derleye regeeringe ( i PrAfidis vel PrAtorü, weeft, hoewel eenige meenen dat by de al- x Curïa duum virorum decurionum ) van de deroudfte tijden de Ebbinge-poort en Oo- Burgh-graef oft Schout, en den Raet, en der fter-poort maer water-poorten, en alfo maer felver tweederley Gerecht-plaetfen, te weten defe vier poorten fouden fijn geweeft, Bot- ’t Hof ( nu ’t Richt-huys ) en Raedt-huys, tinga-poort, Poel-poort, Heer-poort en A- oock twee groote plaetfen fijn geweeft, als poort ; welcke poorten , gelijck oock een ’t Hof omtrent het voorfeyde rond Kafteel Straten, groot deel van de ftraten, haer naem hebben ofte Kerck van S. Walbrigh, en de merekt van de oude en Edele,nu meeren-deels uytge- omtrent het Raed-huys ; lijnde ’t eerfte foo ftorven geflachten in de Stadt, als Bottinga, groot geweeft dat het heeft begrepen al het Ebbinga, en de Poel-ftraten en poorten j ge- gene nu is ten ooften van de merekt van het |
N G E N. lijck oock Gelkinge, Gaddinge ( nu PellTer-ftraet) Hardinge en Folkerdinge-ftraet, van de gellachten en der felver Ifeen-huyfen omtrent ten oollen van alle de voorfeyde ftra-ten noch Itaende , behalven meer anderen , als Brugh-ftraet, Meenigh-volts-ftraet, fnu krom-eiboogh) en Lamhuinga-ftraet. De Stadt is gedeelt in twee Kerfpelen, van Beding S. Marten, en van der A, en de vier Kluften, Ebbinga-kluft, Gaddinga-kluft, A-kluft en Kluften. Bottinga-kluft, wordende de voorfchreven Kerfpels van malkanderen gefcheyden door de Hardinge en Stoel-drayers-ftraten, fulcks dat de ooft-fijde en alle ’t gene is ten ooften van de voorfeyde ftraeten is S. Martens Ker-fpel 5 en de weft-fijde van de gemelde twee ftraten en van de Stadt is ’t A-Kerfpel j dat oock A-Kerfpel maer een kluft, en S. Martens Kerfpel omtrent drie kluften begrijpt : lijnde Ebbinga-kluft geheel, Ebbinga-ftraet tot half Oofter-ftraet ; Gaddinge-kluft, dc weft-lijd van de Oofter-ftraet en de ooft-fijde van de Hardinge-ftraet. A-Kluft de weft-fijd van Hardinge-ftraet, tot aen ’t Tiad of Stoel-drayers-ftraet ; Bottinga-kluft geheel, de Stoel-drayers-ftraet tot aen de Ebbin ge-ftraet, hoewel in ’t Oldermans-boeck en Brouwers-boeck in plaets van de A-kluft, drie Kluften Wefter-kluft , Utinge-kluft en Aftelinge-kluft, en alfoo fes Kluften werden genaemt, mogelijck de oorfaeck van’t getal van'fes Burger-meefteren, van ’t jaer duyfent drie hondert feftigh tot het jaer duyfent drie hon-derr een-en-tachtigh , alfoo het fchijnt dat voor ’t jaer duyfent vier hondert vijf-en-twin-tigh de Raedt niet over al de Stadt, maer uyt elck Kluft is sekooren. O In de Stadt fijn nu drie groote Merckten, Merck-de Bree-merckt ( de oudfte en voornaemfte) de Vis-merekt by oudts Breede-ftraete (geworden , nae de eerfte vergrootinge van de Stadt, uyt de toe-gedamde A ) en de Ofle-merekt, in ’t jaer duyfent fes hondert vijftien by de jongfte vergrootinge verordineert : behalven de Raa-merckt, Hout-merekt en andere ruyme plaetfen en ftraten, en fchijnt dat in de oudtfte Stadt, nae de oudtfte twee- derde |
GRONINGEN.
derde buys van de Poel-ftraet tot aen de voorfeyde oude Haven en de Ebbinga-ftraet gelaten , oft als een Camppis J^dartiu^ tot dienft van de befettinge, oft als een Luc ui tot de Heydenfche afgoderye, oft mogelijck tot alle beyde ; daer af de naem van Catten-hage en van ’t Hof in ’t Stadts-boeck ( Hof-vaert als oock te Hove komen ) noch is gebleven , en daerom de felve plaets in ’t begin van het Chriftendom in Kerck-hoven , Pa- Hooft-kercken. ftorien, Kloofter-huyfen en Hoven is verandert. Op de bree-nierckt loopen uyt acht lange rechte en wijde ftraten (waer van vijve gaen nae vijf poorten) en op de vis-merckt les of feven diergelijcke ftraten. Binnen de Stadt fijn elf Kercken, en daer onder twee Kerfpel oft Hooft-kercken ; de eerfte is gewijt ter eeren van S. Martijn, na wien fy geiioemt wordt: heeft eertijts onder den BilTchop van Munfter geftaen ; maer is in ’t jaer duyfent vijf hondert fes-en-feftigh van Philippus de tweede,Koning van Spanjemtot een Bifdom verheven : haer eerfte Biftchop '^2.^oannes Knüfi een van de twaelf nieuwe Biftchoppen, ciie de gemelde Koning voor fijne Nederlanden gekooren, en de Paus be-veftigt had. In de felve Kerck fiet men noch een lchoon Orgel, geniaeckt met de eygen handen van den feer geleerden Rudolphus Agricola, een burger van Groeningen. Sy is oock verçiert met een graeuwe ftecne tooren van drie tranfen, hoogh drie hondert feven-en-twintig vocvtujvuddti grof klock-fpel : de tweede noemt men der , oock met een tooren twee hondert acht-en- tachtigh voet hoogh , en een klock-fpel alle vierendeel uyrs fpeelende ; vij f Kloofter-kerc-ken en vier Gafthuys-kercken , behalven de oude, in ’t jaer duyfent fes hondert twaelf vervallene , ronde Kerck van S. Walbrigh. Kloofier- De grootfte onder de Kloofter-kercken fijn kercken. Jg Fraiicifcaner, nu de Academie oft Fran-fche-kerck ; de Jacobijnetj, nu arme Kinder-huys ; Geeftelijcke Maeghden , nu Wees-huys; en de Frater-huys-kerck, nu Stadthou-ders-hof ; en onder de Gafthuys-kercken , de Heyligen-Geeft, en S. Geertruyd, nu beyde feer aerdigh opgcmaeckt , en tot den Godts-dicnft gebruyckt: behalven noch negentien groote en kleyne Armen oft Gaft-nuyfen van mannen en vrouwen alomme door de Stadt. |
Gorfaken Dcfe Stadt wordt volckrijck gemaeckt (behalven de gewoonlijeke handteeringe van ^en^nee-' Steden)voomaemlijck, i.door deRegee-rin^e. finge, 11 de handel van Brouwerye, 111 Bot-ter-koopen, iv Ofie-weyden en Peerde-han-del, v waer by onlangs is gekomen de Academie, in ’t jaer duyfent fes hondert veertien opgericht, v i en de Schip-vaert van groote Scheepen, infonderheydt van de Weft-Indi-fehe Compagnie, meerendeels eerft begonnen nae ’t doorfteecken van de Raacken in ’t jaer duyfent fes hondert ne^en-en-twintig ; en wordt het volck alhier in t Stadts-boeck, omtrent nae de felve handt-teeringe (infon-derheyt in de maniéré van tuygen van grôo-te faecken , van een Raedman , twee Burgers , vier Buuren oft Inwooners) verdeelt in i,Raedmannen of van de regeeringe; 11, Burgers j 111, Buuren j i v, Inwooners ; hebbende de Burgers recht van burgerlijcke neerin-ge,de Buuren van Landneeringe, (alsBeefte-weyden, Peerde-handel en Senipvaert) en de Inwooners geen van beyden ; maer neffens de Burgers en Buuren recht om in ’t Landt gt;nbsp;wegen fchulden en polTeftbre faecken , ter eerfter inftantiete procedeeren voor de Raed oft Hooft-mannen : het recht van Inwoo-nerfchap wordt met inwooninge,oock huys^ huer van een half jaer, de Buurfchap vail de Olderman van ’t Gildt-recht met het Buur-mäal, en de Burgerfchap van de Raedt gewonnen. Sijnde oock al het voorfchreven^ volck, Raedmannen, Burgers, Buuren, en Inwooners alhier, gelijck in geheel Vrieflandt, by de oudfte tijden gedeeldt geweeft in vier foorten, Etelingen, Frilingen, Letzlaga en Schalken, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Litii, Ser^ijex Lrifii, num. tit. i. ibi fibr.ficcama ) maer alfoo met aenneming van ’t Chriftendom de i.A*. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fijn verdwecncn, fijn al leen de beyde eerfte gebleven ; daer onder de Edelingen oft Edelen (in volgende tijden nae de manieren van de Duytfehen Heerenhoven genaemt, eerft Hove-mannen,Hooft-mannen, en Hovelingen, daer na Heerfchap-pen , en nu Jonckeren) van allen ouden tijden alhier in groot getal hebben gewoont, waer van eenige in de Stadt van ouder tot ouder gebooren fijn,en fommige (gelijck de andere Inwooners van defe Stadt ) uyt de Omlanden, benabuurde Vrieflanden, Drenten , Over-Yftel, Weftphalen , alhier gekomen, foo om de publijeke regeeringe en de provinciale Collégien, als hare private pro-ceften, optreckinge van haer kinderen, tufte en luftige gelegentheydt van defe Stadt, en ordinaris mede in de Stadts regeeringe fijn gebruyckt, genietende het felve recht van tijtelen, fegelen, in publijeke vergaderingen te fitten, boeten en breuckeii te geven en te ontfangen , gelijck de Edelen in de benabuurde Landen en Steden gewoon fijn. De .Burgers,neeringe doende,fijn verdeelt cUden. in feeckere Gilden, geregeert by een Older-vij. C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;man |
Jiegee-ring. G R O N I man en tvee Hovelingen ( verfîen met een Gilden-bode ) alle jaren nieuws gekooren , die in haer Gilde-faecken haer vergadering hebben in een feecker buys Jn ’t Geeftelijck Maegden-Kloöfter (by ouds ’t Spreeck-huys) nu ’t Reventer genaemt; lijnde nu in’t getal fes-en-dertigh , waer van achtien ( gemeen-lijck genaemt de achtien gilden ) in haer Gild-laecken ter eerfter inftantie ftaen onder haer Olderman en Hovelingen ; en voor de tweede inftantie onder twee Bouw-meefte-ren, van de famentlijcke achtien Olderman-nen gekooren , blijvende de derde inftantie aen de Raed : de welcke Bouw-meefters en Oldermannen mede litten over de Stadts-reeckeningen , en ftellen mede een Perfoon in de Staats Pondt-kamer ; en worden de andere achtien genaemt de Raedts-gilden, ftaende ter eerfter inftantie onder de Raedt, waer onder het Brouwers-gild het voor-naemfte is, en eygentlijck de Raedts-gild genaemt, lijnde by ouds, als gefeyt is, de hooft-neeringe van defe Stadt geweeft, daerom oock vele Perfoonen van treftelijcken en Edelen geflachte, infonderheyt na de Raedts en andere hooge ampten ftaende, het recht van defe Gilde hebben aengenomen, en ten deel oock de felve handteeringe , volgende ’t exempel van haeft alle Edelen in de Dorpen van Duytflandt, laten doen. Het voornaemfte dat defe Stade neeringe maeckt, is dat uyt de felve en van de vergaderingen, die alhier worden gehouden, defe geheele Provincie van allen ouden rijden ia geregeert, (lijnde oock alhier eenige malen, in ’t jaer duyfent drie hondert een-en-feftigh, en duyfent drie hondert acht-en-feftigh, geweeft de algemeene vergaderinge van alle de feven Vrieflanden) als eerftelijck van de Staten defer Provincie,Landt-daghs wijfe in het Provincie-huys vergaderende, beftaende in twee leeden, Burgermeefteren en Raedt der Stadt ; en jonekeren , Hovelingen , Eygen-erfden, en Volmachten der Omlanden ; ten tweede, de hooge Juftitie-kamer der vier Hooftmannen ; ten derde, het Collegie van de Stadthouder en acht gedeputeerde Staten ; ten vierde , de Reecken-kamer van fes Reecken-meefters ; ten vijfde, het Krijghs-gerecht, van een Gericht-fchout, twee AlTef-loren,en de Hooft-officieren van ’t regiment; ten fefte , behalven de kamer van veertien Bewindthebberen van de Weft-Indifche Compagnie ; ten fevende, de Academie , Raed van de Magnifico, vier Curatoren, en drie Aflefforen ; waer van de Raedt noemt de helft van alle de voorfeyde en andere Provinciale ampten, en de onderhoorige Po- |
ordre •van de Raedt j litijcke, Eccleliaftifche en Militaire Officiers, foo binnen als buyten de Provincie, als Stadhouder en Kapiteyn G ener del, Gecommitteerde in de vergaderingen van de Staten Ge-nerael. Raden van Staten, Generaliteyts Re-ken-kamer, Admiraliteyten tot Amfterdam, Middelburgh, en Doekum ; Overften, Ka-piteynen, Gericht-fchout, Ontfangers, Fif-cael, en andere Officieren ; als mede alleene alle Stadts-dienaers , Syndicus, Rente-mee-fter, SecretarilTen, Stadts-Advocaet, Bouw-meefter, W acht-meefter, Stadts-Schout, uyt-gefeydt, dat de afgaende Raedt het Gild-recht beftelt, oft mogelijck by ouds afgaende in ’t felve (lijnde doenmaels oock van festien perfoonen ) een jaer heeft gefeten; de Bewinthebberen van de Weft-Indilche Compagnie worden gekooren by de Hooft-par-ticipanten ; en de Keur van de Magnificus gefchiet by nominatie van deProfefloren,en approbatie van de Curatoren ; en van de Hooftmannen by nominatie van den Raedt, en approbatie der welgemelde Staten van de Provincie. De Perfoonen die in defe, als oock Stadts Gaal en hooge Regeeringe ordinaris worden ge-bruyckr,lijn vier-en-twintigh oft fes-en-twin-tigh in ’t getal, om dat alle jaren acht Raed-mannen uyt de Raedt afgaen , genaemt de Oude-Raedt, en acht weder aengaen, by de acht Raedt-mannen die een jaer hebben gefeten, te famen feftien ; lijnde defe feftien fittende en regeercnde Raedt, waer onder fijn vki Duigermeefteren en twaelf Raedts-hee-ren, alle te famen fittende rondomme de Raed-kamer op hooge baneken, foo hooge verheven dat de vier-en-twintigh Gefwore-ne daer beneden ( gelijck in de oude Thea-trums ) können fitten, en de fes eerft aenge-gaen fitten ’t eerfte jaer aen de weft-fijde,en het tweede jaer ( gevende plaets aen de gene die weder nieuws fijn aengekomen ) aen de ooft-lijde van ’t Raed-huys , (wordende van den Burgermeefteren prefiderende defe eerft, en alloo de gene die laetft fijn aengekomen left gevraeght) en ’t derde jaer afgaende, en ’t vierde jaer na gewoonte door de keur weder aengaen; ’tlydandacom groote redenen de lelve niet wederom mochten werden gekooren, fulcks dat fy te famen twee jaer in de Raed fitten, de Burgermeefteren gemeen-lijck twee jaer, en de Raeds-Heeren een jaer uyt de Raedt, en de oude Raed blijven, ver-fien met andere hooge binnen oft buyten ’s Landts, Stadts, en Provinciale Ampten. In fware faecken neemt de fittende Raedt dickwijls het advijs van den ouden Raedt, en van de vier-en-twintigh gefwore Gemeente, ■« |
GRONINGEN.
Uxre wâerdig-heyt, en bedrijf. Vdertien byfinde-re Collégien. meente, by oudts oock wel van de wijfheyt van de Stadt ( dat is, de voornaemfte en klocckfte mannen buytcn den ouden Raed, en Gefworen fijnde ) en doet fulcks ordina-ris met de voorfeyde Gefworen, in faecken daer mede de Stadts middelen worden be-fwaert, en andere groote verrichtingen. En heeft de Raedt van defe Riddermatige Stadt (in welcker bedieninge haer van allen ouden tijden vele Ridderen en Riddermatige Edelen hebben laten gebruycken, en aen de welcke Keyfcr Frederick de derde, in ’t jaer duyfent vier hondert een-en-tachtigh, door overgefonden Keyferlijck Oólroy heeft aengeboden, alle doenmaels in de Raedt fittende , en die namaels daer in mochten komen, Ridderen te maecken) den voorgang, voorfit, en voorteeckening in alle Provinciale vergaderingen, handelingen en com-miflien , voor jonekeren. Hovelingen, Ey-gen-erfden, en de volmachten der Om-lan-. den. De Raedt fit des Woenfdaeghs en des Vrydaeghs over Appel-faecken uyt de Stadt, Goo-recht, en Oldampten ; Saterdaegs over Stadts-reeckeningen, en andere politijeke faecken : en de andere drie dagen over de Juftitie van groote en andere voorvallende publijeke faken ; behalven dat in de Paefch-weeck, op de Stadts jaerlijekfehe reeckenin-ge , en ten tijde van de Landt-dagen op de Provinciale faecken gebefoigneert moet worden. |
Behalven het voornoemdt hz:.ogc Coiu„ gie van de regeerende Raedt, als mede van de voorfeyde gefworen Gemeente, en de voorverhaelde feven Provinciale vergaderingen en Collégien, fijn noch in defe Stadt veertien Collégien en laege ban eken , te fa-men verfien met SecretarilTen, Schrijvers, en Dienaers ; ende meerendeels oordeelende ter eerfter inftantie, blijvende ’t Appel aen den Raedt, alles na feeckere Boecken,Wetten,en Inftruólien. I, de vier Burgermeefteren over de verfegelinge, Kercken, en andere Conventen reeckeningen, ende jaerlijeke keur van de Gaft-huyfen Vooghden, op t Raed-huys oft Reecken-kamer. 11, het neder-ge-richte, van een Burgermeefter en drie Raeds-heeren, over kleyne faecken, alle namiddagen op ’t Raedt-huys. 111, de Stadts Reec-ken-meefters, van een Burgermeefter, drie Raedts-heeren, den Syndico, Rente-meefter, en Secretaris over de Stadts weeckelijeke reeckeningen, ordonnantiën , en de Financiën van de Stadt, ordinaris alle Saterdagen, en voorts na gelegentheydt op de Reecken-• kamer. IV, de Kercken-raedt van fes Predikanten en twaelf Ouderlingen,over kerek-lijcke en arme faecken, alle Woens-dagen in de Confiftorie. V, het Gerecht van Selwers oft van ’t Goo-recht, van een Amptman, en twee ( oft nae gelegentheydt van tijden en faecken acht Gefwoorene ) by oudts Etcen (dat is ge-eededen ) over de queftien van de Ingefetenen van ’t Goo-recht, alle Vrydagen en Saterdagen, op ’t Recht-huys. V I, het Gild-recht, van een Olderman, twee Bus-heeren en vijf (by oudts dertien) Gild-rech-ters over het Stapel-recht en Water-recht, alle Saterdagen op de Oldermans kamer. VII, het Kluft-recht, van acht Kluft-mee-fters, over de timmeringe, ftraten, wegen , brandt-gereetfehap, yfen van de gracht, rot-deelinge, en de generale opficht op het leven van de Burgerye, tweemael des jaers, in S.MartenS“choor,zeent-houdende en voorts vergaderende nae vereyfch van faecken. VIII, het Burgerlijeke krijghs-recht,(by ouds Schutten-recht ) van twaäf perfoonen ( een Colonel, elf Hop-mannen) oft oock wel van fes-en-dertig Perfoonen (als twaelf Luy tenanten en twaelf Vaendragers) over wacht-faec-ken, mate, en gewichte, voor-koop, reynin-ge van de ftraten, en opficht op de Mullers, op het Recht-huys. IX, de drie Wees-hee-ren, over de goederen der onmondige kinderen, alle dagen op de Wees-kamer. X, de Bouw-meefteren van de achtien Gilden,over der felver Gilde faecken, in ’t Spreeck-huys oft Reventer. X I, de Kerck-vooghden van drie Kercken, over faecken van graven en lit-placufvix, iii c KZXXÄftorinm, X ï R tWCC ScholarchenoverdeLatijnfche en alle Duyt-fche Scholen. XIII, en de drie Excijs-meefters van de Stadts Pont-kamer. XIV, de Stadts Advocaet, Geweldige en andere Officiers, tot aenklagh en ftraffevande onge-hoorfamen. Behalven de veelvoudige publijeke foo Provinciale als Stadts Commifia-riften, in ’t Provincie-huys, op de Stadts Nieuwe-kamer, en de Wees-kamer. Behalven oock noch een groot getal Collégien van twee, drie, en vier Vooghden over elck van de voorfeyde een-en-twintigh Arm-huy-fen en andere Conventen (alle jaren, daeghs voor S. Pieter, van de vier aengaende Burgermeefteren gekooren ) in haer Conventen vergaderende. Het Wapen van defe Stadt is eerft en ey- oudt en gentlijck een groene balck, elcker fijdts in ^ieu Wa-een wit velt (afbeeldende de gelegentheydt van de Stadt, op een groene E s , tulfchen twee Een oft Rivieren) by ’t welcke daer na (met aenneminge van ’t Chriften geloove^ is gekomen een Kerck, (noch in het Stadts-zegel gebruyckt) en eyndlijck twee Arenden |
GRONINGEN.
Een
Rijcks^ Vrye~ fiadt.
Gebiedt,
en Ittris-dtëite.
Verfchey-de veranderingen.
in malkanderen gevoegt (genaemt een dubbelde Arent) ’t fy van Balduini Flandri over-winninge van Conftantinopolen ( die de Vriefen, en daer onder Ingefetenen van defe Stadt, grootelijcks mede bevordert hebben in ’t jaer duyfent twee hondert vier) oft van dat de Stadt een Rijcks-Vrye-ftadt is geworden.
lek fegge een Rijcks-Vrye-ftadt (gelijck Bifantz en andere in de Borgoenfche Creytz, en Switzerlandt) de welcke van alle oude tijden heeft gehadt hare natuerlijcke vryheyt, allen vryen Vriefen aengebooren , en oock van den Keyferen, Karei de Groote in ’t jaer acht hondert, Wilhelm in ’t jaer duyfent twee hondert acht-en-veertigh, Rudolph de eerfte in ’t jaer duyfent twee hondert fes-en-feventigh, Sigifmond in ’t jaer duyfent vier hondert negentien, Maximiliaen de eerfte in ’t jaer duyfent vier hondert vier-en-negentig, beveftight, als van wetten te maken, opper-fte judicature ( fonder appel oft evocatie ) collecten en impofitien te ftellen , fonder cenige Rijcks ft uren oft laften te dragen, behalven de beftellinge van de hooge Jufti-tie-kamer der vier Hooft-mannen, Stapelrecht , recht van de Groninger bieren in de Omlanden en anders, door tradlaten met de Voorfeyde Omlanden verkregen.
Als mede het gefach over drie-en-dertigh geheele, en de gedeelten van fcven, door de Dollart overloopene , Kerck-dorpen , drie groote Schanfen, en fes Kloofteren, alle gelegen in het Goo-recbt, OU simpten, cn 'W'^e-fterwoldinge-landt (behalven de Redger-rechten van verfcheyde Dorpen in Hunfegoo en Fivelgoo) de welcke alle jaerlijcks van de Raed met Droften, Ampt-mannen. Richteten, en Redgeren werden verfien. Sulcks dat de Jurifdidie van de Stadt na ’t ooften,fuyd-ooften , en fuyden, foo lang en verre ftch uytftreckt, dat men uyt de Stadt in der fel-ver voorfeyde vier Jurifdidien van ’t Stadts Hammerk, Goo-recht, Oldampten, Wefter-woldinge-landt, nae Ter Munten, Reyde , Houwingaham, Bourtange, Ter Apel, vijf, fes, en feven groote mijlen kan reyien, lijnde van Oterdum oft Borchfweer tot aen Ter Apel oock omtrent tien uyren gaens, oft vijf mijlen breedt.
i)ïds uerre de ^oorgenoemde Schrij‘ver,
In ’t jaer duyfent vijf hondert fes-en-feftig, namen de Gereformeerde (die men toen Lutheranen, Nieuw-gelinden, Ketters, en korts daer na Geufen noemde ) de Minre-broeders kerck in, wierpen de beelden af, en maeck-ten die bequaem tot hunnen Godts-dienft, ’t welck namaels eenigen het leven kofte.
In ’t volgende jaer was de Gouvernante Madame van Parma voor defe Stadt bekom
mert , en vreefde dat de burgers, met hulp der Nederlandtfche ballingen, eenige verandering in de regeering of Gods-dienft fouden te weeg brengen ; want daer is geen Stadt aen d’ooft-lijde desRhijns foo wel gelegen, noch fo bequaem tot een ftoel des oorlogs,om dien hoeck in gedurige onruft te houden : dies fy eenigh krijghsvolck pooghde daer in te fen-den, ’t welck haer, meer door kloeck en ver-
ftandigh beleyt, dan door gewelt, geluckte.
In ’t jaer duyfent vijf hondert acht-en-fe-ftigh, nae den flagh van Heyligerlee, is defe Stadt door Graef Lodewijck van NalTou te vergeefs belegert.
In ’t jaer duyfent vijf hondert fes-en-feven-tigh quam fy onder der Staten gehoorfaem-heydt, welcke Rennenbergh tot Gouverneur ftelden, die lieh daer na, met de plaetfen van lijn gebiedt, aen ’s Konings lij de begaf.
Doch in ’t jaer duyfent vijf hondert vier-en-negentigh is defe ftereke Stadt van Prins Maurits belegert, daer in de burgers hunne dapperhey t en moedigheyt genoegh getoont hebben, die, als eenige fchrijven, lo leer uyt-geborften is, dat fy den Heere Prince toeriepen : hy foude eerft lijn A. B. C. gaen leeren, en dan komen om foo een Staat en
volck te dwingen : door welcke al te groote ftoutigheyt Sijn Vorftelijeke Genade bewogen is, om defe lieden het A. B. C. felf te leeren j « aot by deê vier-en-twintigh ftucken met al de letteren teyckenen, en Rhoot daer uyt vervolgens nae ’t A. B. C. met fulcken kracht en gewelt, dat hen daer door,en door ’t geftadigh mineeren en befpringen, de gemelde onvertfaegtheyt ontging ; dies fy de Stadt, nae twee maenden belegs, in handen van de Heeren Vereenighde Staten overgaven , die toen aen de Unie der verbondene
Door Prins Maurits belegert en gewonnen.
Provintien gehecht wiert. Seker Schrijver heeft ter eeren van Prins Maurits, (die in dit beleg foo fel op fijn rondas gefchoten is, dat hy te rug viel) en Graef Willem van NalTau ( die daer tot Gouverneur geftelt wiert) dit jaer-dicht gemaeckt :
,2yiw?iLi in nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fxDvs Groningdina^ 23 luia.
yerfa e^,
Et noya ]SlaJfbN\s trophamp;a virv.
Die meer van de gefchiedenilTen defer Stadt, met hare omftandigheden, die wy maer in ’t kort verhaelt hebben, begeerigh is te weten, die lefe de Nederlantfche Hiftorien van den Cardinael Bentivoglio, Everhard van Reyd, Famianus Strada, Emanuel van Meteren, Pieter Bor, Pieter Cornelifz Hooft, en andere.
Crenfen,
en hare
BELEGERING, door de wapenen der vereenighde Staten , onder ’t beleyt van PRINS MAVRITS VAN NASSOV, Opper-Veltheer van hare Legers, amp;c.
Oeverden is een mijl van Hardenberg, léven van Groningen, van Steenwijck fes,van Swol, Oldenfeel en Lingen vijf, en negen van Deventer gelegen. Het iSjbuyten alle twijfel, een van de flerck-fte plactfen onïer eeu-
we, wiens kafteel en alle bare andere wereken lbodanigh fijn , dat men haer met reden onder d’onwinnelijcke fteden telt ; en is van fnlck een belang voor de gene diefé nu befitten, datfe als de deutel is van Ooft- en Weft-Vrieflandt,en d’ingang bewaert. De natuer van de plaets daer-le leght, geeft haer fterekte ; want van daer tot aen Wedde, aen denoordfijde , fijn niet dan moeraffige landen, onbequaem om wereken op te bouwen 5 in ’t weften is een poel oft ftaende water, die tot aen Haflelt ftreckt ; in’t ooften
heeft fy ’t Graefléhap Lingen , en in ’t zuyden dat van Benthem,en wat meer ter lijden de ftad Hardenbergh.
Tgt;oor ren- Dc Graef van Rennenbergh heeft haer voor nenbergh m- de Koning van Spanje, in ’t jaer cl o I o lxxxi,
, Eenefpens Delffijl,en eenige Forten in d’Omme-Ianden,ingenomen, na dat hy de Graef van Ho-henlo omtrent Hardenbergh geftagen had:doch onlangs daer nae vergaderde de gemelde Ho-Ho- benlo , door ’t bevel der Staten , eenige troepen - uyt Hollandt en Brabant, daer mee hy haer weder belegerde,en tot overgeven dwong : dies hy, moedigh op fijn winft, fijn volck in twee deelde, om Wedde en Lingen gelijck aen te taftenjdoch dat was een vergeeflchen toelegh,want hy wiert wederom van Rennenbergh omtrent Wedde geftagen, die daer op Coeverden , Oldenfeel, Üotmarlén en Enlchede weder veroverde.
feenlo veT' evert y
verden lou weerkrijgen. Defe mèyning wierd eerft wel overwogen, en trock de meefte ftcni-men nae fich : want Coeverden was ongelijck ftereker dan de twee andere, dies moeit men de lwackfte,foo ly meenden, eerft winnen. Graef Craef^U Willem van Naftóu had een ander gevoelen,fcg-gende, dat het lbo Iwaer niet was om Coevcr- coeverde» den te winnen : want hy geloofde , dat het niet tebdigcrea, langer dan Steenwijck tegenhouden Ibu; en dat der Staten krijghs-volck, aengeprickelt door eer en nut, ’t werek Ipoedigen Ibu, waer door VrieR landt, d’Ommelanden en de Drente in ruft fou-denkomen,Groningen als beftoten fijn,en andre voordeelcn, die de gemelde Graef vertoonde ,* waer door de Staten’t belegh van Coeverden toeftonden : in voegen dat het leger , ’t welck noch voor Steenwijck was, bevel kreegh, om ßaen wort, derwaerts te gaen, en quam de volgende dagh in ’t gebied van Vollenhove,en ’s anderen daegs te Swol, waer ’t voornemen byna brack, oft ten minften een groote verhindering kreegh : want Thomas Budley gaf aen Prins Maurits en den Ridder Veer brieven van de Koningin van En- 23^ atawTi-gelandt, die te kennen gaven , dat men een Re-giment Engellchen uythet leger nemen,en naer Engelandt, tegen de Spaenlchen, die ’t lélve meenden te vermeefteren, lénden lou. Delé ty-ding was al de hoofden van ’t leger léeronaen-genaem; en men vertoonde de gemelde Budley, dat het niet, dan tot groot nadeel der Bontge-noten oft vereenighde Staten, gelchieden kon ; daer over y en dat haer Majefteyt ondertuftchen weynigli voordeel daer van hebben lbu:dat het derhalven
tn nieder verloren.
Raetple-gwg der Staten.
een faeck was, die men wel behoorde t’overwe-gen,dewijl dat het den loop van der Staten overwinningen, die léker aenmerckelijck waren,ftut-tenlbu: oock dacht hen,dathet Engellch krijgs-volck, uyt kracht van ’t verbont met de Konin-gin,hier behoorde te blijven. Hier op antwoor-de Budley, dat hare Majefteyts Raden in Neer-landt niet genoegh gekent wierden , en datle in defé ordre geen ongelijck had : want de Staten hadden lélf 20 vaendelen lbldaten,londer ’t lélve
Als de vereenighde Staten, in ’t jaer c I o I o xci I, Steenwijck gewonnen hadden,raetfiaegh-den fy , wat plaetfe ’t leger eerft aentaften fou , die van Gelderlandt en Over-Yftel {éyden,dat’er niet noodiger was dan Grol en Oldenicel, om de de dienaers der Koningin bekent te maken, dan Spaenfehen de wegh over den Khijn te ftoppen, na dat het al beftoten was, aen de Koning van en fijne convoyen oft toevoeringen te ftaen ; en Vranekrijek gefonden^fbo datfe in dit geval niet als dit gedaen was, dat men dan lichtelij ck Coe- te klagen hadden over ’t verbont,dcwij I ly ’t lélf,
Groninger- landt.
naer
Tiacr fijn oordeel, cerft overtreden hadden:als of om dat haren geheelcn omloop maer 150 tre* hyfeggenwilde,ghy fijt lierck genoeg om u felf te belchermen, en hebt geen volck van noode, A/enver- dcwijl ghy ’t fclvc cldcts Icudt. Men verlbcht evenwel Budley , dathy’tregiment van Veer, blijven , ten minllen lbo lang, dat men hare Majelleyt eerlt van den llaet des landts verwit-dat Pndley ^^’ght had ; maer hy wou het geenfins toellaen, hoewel Veer en al de Capiteynen van meyning waren , dat hy ’t behoorde tc doen : dies was mengenootfaeckt ’t felve Regiment in de Heden te fenden. Daer na wierd men uyt de lêlve brieven van de Koningin gewaer, dat ly ’t weerfen-den niet dan met voorwaerde begeerde, te we- !*e Staten blijven evenwel by hun voornemen y ten, lbo het de Staten derven konden,en anders niet, ’t Regiment wierd evenwel niet weer in ’t leger ontboden ; want hoewel ’t gemeen gevoelen was, dat Ibnder ’t felve ’t leçer te leer ver-Iwackenlbu, en niets können verrichten , Prins Maurits en de Raden van Staet waren van een andere meyning, en pooghden evenwel hun voornemen uyt te voeren; gemerekt dat de Had niet groot,en daerom veel volcks tot het belegh onnoodigh was, nadien men haer oock aen alle fijden niet genaken kon, om datin’t ooften en wellen twee groote moeralfen fijn, die fichyder niet min dan fes mijlen uytllrecken, ’t oolle-lijckfte tot aen denDullart, en ’rwellelijcklle byna tot aen de Zuyder-zee ; foo datlè geheel Vriellandt, d’Ommelanden , de' Drent en een deel van Over-Ylfel belluyten , daer Steenwijck en Vollenhove in liggen ; Ibnder dat in de gemelde twaelf mijlen lengte eenen harden en be-quamen wegh is,dan door en dicht voorby Coeverden,alwaer een fandpadt is, omtrent duylènt treden breet, die de twee gemelde moeralfen doorlhijt : want d’andere wegh naer Groningen , Bourtang genaemt, die voorby’thuys te Wedde loopt,is met grooten arbeyt door’t moeras gemaeckt. Waer uyt klaer blijekt, dat, als men Coeverden wel bewaert , naeulijcks ee- tn belegeren Coever-dcn, daer Verdugo volrb^ tu fend. Stercbfe fan 't fleel. nigh vyantlijck leger in Vrieflandt,d’Omlanden en Drent kan komen. In ’t gemelde jaer clo Ii xcii, den feftienden Iulius, quam ’t leger voor dele plaets, daer Graef Fredrick van den Bergh als Gouverneur in gebood -, diebyhemhadde Capiteynen Everhard en Härmen van der Ens, twee gebroeders, V alques een Spanjaert,en Chalon,een fbon vanPalamedes, die de natuerlijcke Ibon was van wijlen René de Chalon, Prins van Oranje. Verdugo fond hen noch hondert Spaeniche ruyters tc voet door ’t moerafch,die hy uyt de cornetten van Mende en Rodrick genomen hadjibo dat ’er in als omtrent negen oÉ: tien hondert mannen in Coeverden waren. Voor ’t kalleel naer ’t oo-ften en zuyden lagh het vleck, ’t wclck te voren open , en nu door de belètting tamelijck fterek begraven was; dochlbo haeft als het Staten leger naerderde, verbranden fy ’t fèlve. Dit Kafteel heeft vijf wclgemaeckte bolwercken, op de lelve wijfeals’t kaheel t’Antwerpen, met sroote en hooge wallen rontom, en binnen twee katten oft heuvelen noch hooger dan de wallen;lbo dat hen niet gebrack dan plaets, want die was te eng , |
den is : de graft is loo voeten breet, en daer in een fterck paelwerck van eycken balcken. Daer loopt een kleyne rivier langs liet vleck , ’t welck het fèlve als een graft bevrijt j doch in die tijdt was die door den regen lbo hoogh geworden,dat men drie heele en drie halve kartouwen met platte lchepen van Swol tot dicht aen Coeverden bracht. D’eerlle dagen van ’t belegh was Graef Willem van NalTou alleen met de Vriel-Iche troepen en ’t Regiment van Uitrecht voor dele Sterekte: want Prins Maurits was met het overige deel van’t leger naer Otmarlum, dat door de Spaenlchen niet wel belèt,en het Staten volck feer dienlligh was, om de vrye doortocht en toevoer van allerley eetwaren, tulfclien Swol en Coeverden, te hebben. De Prins had drie DeTrins kartouwen by lieh , die hy dcc planten ; als ly yder drie lchoten gedaen hadden , begeerden die van binnen ter Ij.'traeck te komen, enver-eenighden op de felve voorwaerden als die van Steenwijck,en datle den twintighHen Ibuden uyt-trecken. Capiteyn Twickel lagh met feventigh mannen in Otmarlum, en Mende met een cornet ruyters, die even voor ’t belegh vertrockeii waren. De Prins verloor hier niemant,dan alleen fijn Artelery-meeHer Karei de Lievin van Fa-mars , die door ’t hooft gelchoten wierd, en doodt bleef. Als Otmarfum dus gewonnen was, vertrock Prins Maurits de volgende dag weder voor Coe-verden, daerhy fijnen neef Graef Willem beefich vond met de wereken en d’approchen te vorde-ren, die hy achter een kerek buyten het vleck aen de luydthjde naer Sallant begonnen , en dwers door de lelve geleyt had: aen de noordtfijde naer de Drente liet hy een befloten fchans opwerpen, daer hy twee vaendelen foldaten in leyde, om de km maeckf Spaenlchen de wegh naer Groningen af te Ihij- een Scham, den. De Capiteyns hadden d’eene fijde van de fchans,die van’t kalleel afgekeert was,een Iluck weeghs open gelaten, om uyt en in tegaen; want ly dachten, dat de belegerden, gelijck te Steen-wijek, weynigh uytvallen Ibuden : hoewel Graef Willem hen geboden had die fijde te belluyten, ’t welck ly niet volkomelijck gehoorfaemden,en lieten noch een ingang, omtrent acht voeten wijt,open blijven. Dele lchans was de belegerden leernadeeligh, waerom fy die oockterllont, als men begon te graven, veel meer dan d’andere wereken aen ’t luyden belchoten. Sy konden de gellalte der felve van hare katten oft hooge heuvelen bequamelijck lien, om datfe lbo dicht aen aen ’t kafteel lagh ; dies ly door d’opening be-weeght wierden, om een uytval op de gemelde lchans te doen , ’t welck ly den 11 Iulius, op den middagh, als ly gefien hadden, dat vele Ibldaten in ’thooftquartier omt’eten gegaen waren, met 300 mannen in ’t werekHelden, die meeH voorby de lchans trocken , en tegen over d’opening, ineen velt met koren bedeckt , lieh verbergh- ujtvaihe-den, van waer ly, door d’opening van de lchans, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» de foldaten der lelve in hun ruggen fchoten ; de overige beHormden terwijl de lchans : doch de twee Capiteyns met hare Ibldaten weerden lieh dapper, en lloegenlb weder van de wal af; maer |
’t B E L E G H VAN met utrhes y^n de Ichotcnuythet koren konden ly fich niet befchcrmt, ]bevryen: Capiteyn Willem HendrickszoonBudding y een out krijghsman , bleef doot, en fijn vaendrager N.van Brunlwijck,een man van vijftig jaren, die het vaendel ten uyterfte toe Iwaey-de, en de foldaten tot moedt en dapperheyt ver-maende met de fargeant van ’t lelve vaendel en 52 foldaten, behalven de gequetften die meerder . waren, waer onder de Lieutenant lan van Kor- tenoort was. D’andere Capiteyn Tiard lanszoon Wederlpan had tien oft twaelf dooden, maer vele gewond : hy felf was heel root, foo van fijns vyants als van fijner eygene foldaten bloet,doch ongewont. Sy deden kloecken tegenftant aen de belegerden, die alle op de wal quamen,en weder afgelmeten wierden ; want de graft was niet boven twaelf voeten breet, en vier oft vijf diep, en de wal van foo veel meerhooghte, alsd’aerdc uyt fulck een kleyne graft geven kon.De meefte lange Ipieften waren in ’t ftormen met ftagh-Iwaerdenafgehouwen,- endeftedelingen fouden in’t leger. : de fohansbuyten twijfel ingenomen hebben, oock twaelfhondert mannen tot verftercking, foo uyt het groote leger geen ontfot toegeloo-beltormers gewaer wierden, fijn {y terftont afgeweken, en lieten eenige dooden leggen,daer onder fommige Spaenfohe ruyters waren,die men aen hun geweer en Weeding kende : oock hadden {y al eenige dooden en ge-quetften, foo veelhen mogelijck was, meegenomen. De volgende dagh verfocht Graef Frederick de dooden, om die te doen begraven, ’twelck hem toegeftaenis. Den {ès-en-twintighften was men met d’ap-prochen oft naerderingen tot aen de graft van ’t vleck gekomen : Graef Willem bevond dat de grontderfelvevanhard{antwas,dieshy jofoldaten,foo pieckeniers als muskettiers, yder inet een {chup derwaerts fond, met bevel, dat ly de borft-weering inwaertswerpen, en fich achterde folve in de wal, dielaegh en fonder ftrijckweeren was, fouden legeren. Als {y daer moe beefich waren , wierd de bevelhebber gewaer, dat men forge-loofo wacht in ’t vleck hiel, dies hy fijn volck De beleg- mocdt in Ipreeckt, en valt fonder laft in ’t folve. gets nemen De belegerden, omtrent lyo mannen fterek, ^l^chten nae ’t kafteel, die van binnen trocken de brugh op,en floten haer eygen volck buyten, hen toeroepende,{y fouden als foldaten vechten: doch als fo van hare hooge wal gewaer wier-maerwoï- den, datjfo foo onfterek waren, vielenfo met dendaer jqq mannen op hen uyt, en drevenfo , ver-lï’hs fy geen hulp uyt het leger kregen , weder uyt het vleck. De volgende dagh is ’t ge-fohut geftelt , om de brug, poort, en de wal doch nemen ’t ylcck te befohieteo , waer in de beleggers met goede ordre gevallen en gebleven fijn. ’De belegerden hadden toen noch een ravelijn voor de brug van ’t kafteel, eenige halve manen , en een bedeckte wegh. Der Staten volckmaeckten een katte oft hoochte in ’t vleck , om over de wal van ’t kafteel te gebiedenden pooghden met naerftigh arbeyden door de bedeckte wegh aen de graft te komen, en ’t water af te tappen , het welck in weynigh dagen gefchiede ; waer door de foldaten van ’t kafteel, die fich meeft met dat water moeften behelpen , groot gebreck leden : Groninger-landt. |
foo datfo fomtijts genootfaeckt waren,met gro.ot gevacr en by nacht, ’t weynigh dat ’er noch op de gront en onklaer Was, tefoheppen en te drinc- nbsp;nbsp;nbsp;, ken. Terwijl dit gefohiedc, verlieten de bele-gerden alle nare buyten-wercken , van welcke igt;aer bujte-{y ’t ravelijn, nae ’t oordeel van der Staten volck, noch wel eenige dagen hadden können houden. Verdugo deê ondertuHchen alle naerdigheyt Krd^go om volck genoegh.bycen te krijgen ; op dat hy däer mee, Ibo ’t doenlijck was, de belegerde ont-letten fou ; maer hy kon, met veel moeyte, niet dan weynigh foldaten bekomen. Eyndelijck kreeghhy , behalven duyfont mannen te voren onder een lchoon out Regiment Spanjaerden onder Manuel de la Vega was, en acht liondert ruyters. Als Prins Maurits dit verftont, heeft hy Prw ’t velt tuffchen het hooft-quartier en ’t kafteel met vele IchanfTen en loopgraven verherckt. ßchj'^^ Men bracht noch tien groote ducken van Swol De Heer van Stolbergen bracht’er die de Staten tot een toeverlaet aengenomen hadden: Graef Philips van Nadou quam met twintigh vaendelen uyt Vranekrijek, die men in de deden , en andere daer uyt in ’t leger bracht ; ’t wcick boven al ’t voorfoyde noch ver-derekt wierd met het Engelfoh Regiment, dar de Koningin ontboden had, daer ick te voren van gelproken heb. Den 14 Augudi liet Prins Maurits ’t kadeel op-cydehen : Graef Frederick gaf geen ander ant-woort, dan dat het noch twee oft drie maenden te vroegh -was. Twee dagen daer nae fond de Prins, op een onfoker gerucht dat de belegerden iemant begeerden te {preken , weder een trompetter , die de gemelde Graef vraeghde, oft hy iemant eyfohte, om van overgeven te {preken ; hy antwoorde, fight de Prins dat hy eerfl de yealfoo plat fihiet als de graft y en daer nae^^ijf oft fis formen aenbreng, dan falick my bedeneken of ick een trotnjlagef '9eil uj’tfinden. Hy verfekerde fich ïè 1 f dat hy ont-fet fou worden, en {prack daerom te douter; het krijghsvoick daer toe was oock, weynige dagen daer na, geen halve mijl van ’t Staten leger. De nacht nae hun komd deê Verdugo vuerteckens aen de belegerde, dat het ondèt naby was. Seker edelman, lan van Steenwijekgenoemt, maeckte teei^ens, Verdugo de daet van ’t leger bekent ; maer lijn jongen wierd, met een brief in djn hair verborgen, gegrepen ; hy folf gevangen, en naer Deventer, om geltraft te worden, gefonden. Denzo der gemelde maent quam Verdugo met fijn volck in de morgenftont, eer’t noch daghwas, kloeckelijck op ’t leger aenvallen ; maer hy wierd met groote dapperheyt geftut : want Prins Maurits, en Graef Willem,die felf ge-quetft wierd, deden foo groote naerftigheyt, om ’t volck moedt te geven, en op alles goede ordre te ftellen, dat Verdugo met verlies aftrock, waer onder de Lieutenant van den Graef van Aren-bergh, en drie Spaenfohe Vaendragers waren , en omtrent vijf nondert (fommige foggen drie hondert) dooden,meeft Spanjaerts en Italianen. In defo tijdt waren vele jaloulyen en misverftan-den onder de voornaemfte hoofden van ’t Ko-vij C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ning- |
ûû 0 qO
oflO
000.
... '...O.'
Oo «9 oft«......0 0 0...,,.
,... 0 «0«......,a,.
„,,.00,.. 0Ö 01.1
..........oft« aÖqQ......0..... oO.....«...9oO............ß..,o 000
'’‘’® nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;............08.,.. «a.........Bo9oOn
fln0.....
0 ..„g
.....ftoaao.....
„ oft.........ftoftft......
«,......O'quot;)..........p«aoo oo........0.......
CAPTA
0« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«0«.......0
»oa...... 09........0..
“0 oOftO 00.,
400,..,,,...0,,,, Pft‘quot;quot;oQ,,
....Oft,.....oüft, ...p.....
,00.....Oo
000...
1 . p8 So......ä?«»quot;.....oa..,a ..'..
Oft...« ..
...... .......8 8» a, quot;« 0«'.....08.........
„.00 80'®......
09o9o«.
SSO — ''........
■^oa.....
ûO 0 09
lt;»0 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0......
quot;« 0 0 ft......«
OOfCfTflr.......ftftft...... nbsp;nbsp;00 onft ,., ...
0'^000..........A ...
ftftflo.........A.,fl,Ho oùoftn......
I...... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......o88 ....-,ö 00 .
0 Oo.,,.nan.........9.......
.......oft«■■-
oOofto..........QaQ
oft........S o S
0 ..... O ) nßft quot;quot;nOO,.......
oo
.a oft na ........0 000.....
89«......
oe......
».0 00 „ .....Oo.....
quot;Ono oa 0^0.......na a8 0 aoô nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- i« -
..........on...'.....OûOO
00. .,.oo„.,99„a nd od«.....
. ..'POO....... quot;'Ift ,
.. ...'00......0 ......
ftft.....9»
...80 oO....■»,..-0,0..9..... o()o......p......
00.
.....üOßftft oft«.......Oft
ftft nO oft (,9p.
o3a oftfl..........9........
■'00 nbsp;nbsp;nbsp;00 On.........Qq
oflnO «Ooft.......»boBa.
... OoSo 8fl,.
0....
?n......
•..I «00
.....Ooo.....0...
80..
09.......o..„...
,.(5.......
00.,, .00,,,
.1.0
oOo
000.........00 O0..„,.0.P,0....... 00 00......
.,»000 00 00..,.
... .,’0ft nftft...........ft aftft,,
00.
n 9 99 nbsp;nbsp;9.
' 0000.......90. ...0
,...........9 a
■quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oft oft0./m-,,,,,f^ 0ft n
oftft... ,.ft.........
00..
,3
90.
,0..
»0 ....QO.....
?0 0...
ft .ftoO.......
oô 00
p......^(gt;0........ft..»
quot;0 .....
GO .....»9« ,,. .. 0 00 oO........oft oft 00 oft« a........
,0«.........0
9 0!^ 0.........
ooigt;a,„9.
oO ....
.ftofton poaO.,,.',
«0.....0
0.....0 .......Oft aO
.......fl 0 ooOn..
ooOO.......0. . ..
.0 ft nOo......6065..... ......
ft.,. Oft ftft
o3o,
0........
® oÖoOft........
oft oft.....o ...
00..........
ftOoo oftn-.-.o,.....
9 8(1.......... nbsp;0 [).....0.......
0 0 80......ft...........
' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....ftOO
gt;'•«ft oft oO oOono.......
,.,.8„0 0 9oOa..'3.......■
3 ftft„
, A,.,.,oOo.,•..,., 000... ,.
• ...» 0«,,
Oft..,,
oflO......gt;00.........ft.......
■■■.98...........0......Oft.
90,..,0 ......
.....pO.:,........oft.
■ «a......
.ft .......
oO.,..,..„,.00 980
,0 o8n.
OO,.
Oft.........8 8 0.0, 0 O.,...o0o90......0........
Oft oft. ,,.0......
......O00....Q..... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......
9« 9 oftoft oftoO ....... 99..........
9 eOo “9oö 0 an.....0
ob 8..
0 0000........
5005. .. amp;.......
.....0...
0 0 o o3o.....o3 0 90
oO.....00,,,,9.....
rdrmts lBe.lÿ. T'oe,j£riitiamp; Httctu, lUustr”^
GÖ®quot;quot;.....ft ....... Q
aa.,,.quot;.....agfla.....fl...... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......
b nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;............
,» 0Ô ag.,,,.......
Oft..... oO
■' lt;gt;00......oO.....9«..
8?........an” 9quot;99 .. .9 n aa 9.......a.....
„00
........,«9 nbsp;nbsp;nbsp;..?.?,
.,..090.......8 ......»’'gt;8................
et G^VILIELM.! LVDOyiCI
- önOJ^ m,9o0 Oa 1'0
.„.ftns..........«a.....
......Aa...,,,ô
ùOo. . . ,. 0
QÖm'
oô3
«08...... „0,.,-,..,ofl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..............«Bquot;
oÔ.....00
.■■■• 0 a AGGi.....,□()£gt;...........
Q B AO
''0 ft 0 A.OrrO 0 Q,,,.,,, I
fl oS oSquot;quot;’'quot;’ .....of
.^So« .......0« nbsp;ÖG.
...ft......
„»0
9 A 0 0......
«o,.,,0o8o........9........
Oh-Û..
quot;‘Oh.Qoo
0A,.
Gû ôn...,R.....
[gt; 00 00,
Q oft 00...... Ö 0 ft oft oft ... ft.,, oQ ofta......a.......
o9 oSifl5ft«aa,
quot;. oOo ... , .....“00.....
09«...........cOoa ............. nbsp;“3 0........onaco......,0 a«.....
■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nP»»'.
gg.....‘
oa ft 0 «........3o ft«
on........0«
,,,0 oO oônô
ftÔ 0 9n.,
..... nbsp;nbsp;nbsp;oft,/....^,,/...nO..,,,.ûft
amp;roRne yelts iicJjofts
00 eOÔ.,.. ........quot;O'quot;'
iioâ o0 oôû
nO...
.....bG,
o'fl........-flo
0 Ô 90 .. ..........9aamp;.........'
08 pOSlJ ...08 ,,, .,..oan....O..9........
ot'.....gt;000
0n,..,ü....... “ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Po......oa
..0«.....900. .. 00......Ô o9 ooft ,..,..
•ooArK^Ö...... nbsp;nbsp;quot;quot;quot;quot;ft a.....Q O®,.,„,„O0
ftO.....,,oO nöft ...Q.....p..
00.......090
Q.......0 oôa.........00000.. ..0-
Oo.....an,,,, . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......nnSa..........
.000 o0oO,
90.....,.
ftfl
,000
Oftft......... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;quot;
00 0 0........00.....0 nbsp;nbsp;.............0 0
.......'■ -'M
«3 «Oft
o9
.. aO «a.,, ,,01,,......
6 a9 .........»9...... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aO ..............nO ortnft«O.....
oOn..........Oft Oft 3........89.........ft «
0 00 ... 8
„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;8 nbsp;nbsp;■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......... . n 90 nbsp;090 0..,. «Oft......
n . ' Il O IJ (ici,, ,, ., I. O., ,1,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;qA OQ
„ftoQa........7.,,. oQn......Q,,,,„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.n
. ..a,ö,ft, .ftofto.....,
- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oOoOa
’......ft 8 Oft.......0(10.......
0.........Oflo0a....rgt;.....
80...........oft 0........9 00.....a.
00.......oOo
sa «n
»a
»9.
0 P 00 ..
».00 0«......0-.
quot;quot;«fta________
.....ß 0..., a...
oft.....960...... oO a.
'^OoôO«'-' igt;.
‘''’®.....,...,O...'ft '» a »50.
.00 Oo ..........
flO ......89quot;............09« ...ft...... oBOft....«.....
8n 0a 9n ...0......
on ....oo,.
.............oft 00,,, 9 ft 0 n 0......
.....0(1 oOo...... nö 00.....,0
•)p.,i,Gü ...... .. GO
.............
‘•n»'’.........,..„ft„
tiOpÖft.....ft.......
......oft oO ftô ooft.
'O.....
..9».....
OooO...........
.........a nn,„.
00 800 ......
o^oftB
Oft.....Oft ......0 aa.....3a.....o......
,a..........
..Û
....0 oO Or,:,
«0...
9 0 1? Oft«........oao9o
00 PO......09,
.,..9..........
oftO..
...........0 0 ftft 5O„.,6.....
ft...quot;'
nöft,.., ....0 00 ftftO
008 00.,,,......0
0 oOn
oaon.....0..........“°..................% 8 »Oo......0......
°«.....'’'’‘»«0..... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.0.....„pp.......„ooOft......”
OÔOCS oOoft.............
oA-.-.O 0Öquot;
,0.
nftoft..
'0..................
Sa........a..... n na.......oöo..... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.............99 o8ofl
'...«na —.....8 Oft 00.........0989
00. ..quot;ft.......
00......0n
9 0 oft»»
0 ft oft,.
0 Ù (^a., 0 nOft.........»soaß oß .........
........ ft oftoo.....0 0 ft 0 ft ,...,,,
.....ÔQ........8
.,00 nbsp;nbsp;nbsp;80.....gt;.P...
oO
......C' 0 00 00.......
0 0 00....1 0«,,.,
.......Oft 00,.....................
»O'k.O
00 .......3a.......na,..9 ...
00.......p...........
00.....ft ...
0 an .,,,0.......
g 8 99 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oO.......'ftOfl..... 00 0.....3
oO.......0 OOO,quot;
0 0') 0..........0
(iOoU« ...0oO
““...ao.
.....ö.-..,. 0
0 0....... 0
..,5(. pPo.......ft 0.....
Stolbergs en.
V^attTLamp;nt
9».....:......flOß.....0........
Q Ö 0 0..........
..,ft..... oftoa 0.
.Öft ........
■•'ft,
Oft
.....ft..,.
pOc* 00 03 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..
■..•.',..oO ÔO0......ft....
........öofta
500« ... .
ftft ,,,,9......
,09
Oft
00..
..0......
. 0 Ooft..
ft,
00...
oft ftoO.......
Oft........„ft ..
»a”0 oft 99 09.....(1 quot;■'^''00......a.......
■,fto
«0 .....GO,.»
0 00 A GO 0 ................
. ...öG......00.....0......
...00.......
«98..........Ooo........9„oo
OO.....0
„988......9p......
, ftoö».'.......
ftO.....
,89...
.90.....0.
'•»Oooop.,,,
•O..O0O
000 09
.......a...
0,
0?.....oa......5ß .,,,, ... G......
.....ftafto............
..... ^ft..,.,.O0 00
.....99
0.......
û0n oOû. ...0...
....a,
f»9a
[!
..........9«o0 oftoftoft ,,A.,,'.
cOnO ........
« O oft....0.......
O0S0....OO
......A On, OflO 0. , , ß......
ftft»
ftOO
G'’ .......Oft...
0 A........ft,
....,0 .......Q n Q'3......0
^^tisterveUs Scfians
■■■'»^.....aa
Onfi-^oOß
.....Û00.......
,oOn
09 00 oO........0...
.....na oO........9.......
80 «00.......
oOO,/,i
ft......ftft,, otftöft.......0........
Oft......fîft
.........
.,0
«9 00 ............’O,
Ç ft ■quot;'3' 0000 3ft.quot;
oo «0......flOo0p.......OoOo«'’......
0 0 00 0.'
.....qO, I,. «Où
.' O 00 9.........
„ f’f'.........0..
a»..........0.......
■ lt;nbsp;O.,.0 A..... A 0 . ...AA
....... .. quot;nbsp;0......
00.....n...
oBnao........a.......
...........a
ft.-'O........
.....0 « 0-
0« oftnao......»Oo
00.........ù où 0.
..9............
....... nO an ..........l\ O...IO......
0«.....
03............
oO 00-
lt;0....... non,... fl......9.......
.....0
0 ß 9o.
..... ......noa... quot;«9,-'..9nft
.....‘’^«■■quot;0,.
00., ,,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
............
......- n«..,
'.......‘’O 889,
•“Ô ftOa
■'*9 .....na ............
.««ft™’“......^''3
..09.'
‘'Sei
nft .....'00.
... »
ftö..
.....■'ft 0.
quot;'.'„oa
........quot;'‘quot;ao
'■î.a
0 ft
3.........'□ a .........
.....0 00.0 oft.....00 ' oO.....0......
9....9.'
oP
0......
oOO
09.........08 9n....a.......
oftn.....«ft ..
•.....90'.
oC......
0 9........00 .... 9
«Ù 00..... ....0.........
‘'■..0.....
00a......ft ,,,
.00 çô
. . . M P 0 0...
0.'quot;
rh Hk rh. rih. rft. Ht
«gpft.,, OO„,Or,0
oO o,, '0...,.
C0O3O..........ft;
nO,.„O o£^Oi.,0...... 0quot;quot;oJ)oCi.........niß.....
»ans.....
....00
09, oOO......9 ......
00 ftOo
no ,...() oft. ,,,,,,0
o9o ..,,8....
û.......
oC^«.., .. ,. 0.....
«Ä ...........n...■
8 0 0 0 »6.
. ». 0o 0«,
................
.......”0«.....a..,
5aft...;...,o “‘'••■■3......
an....9....... ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.........
''............
«n . quot;.190 ... 9 3ri , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■
a«......... «0
ftn.......ft,.,.
a 00.....8.....
..•00
,.,9«
onft 0......
« 8 3 6.....0
OO0
cß..
...0
09....0.....
«öo,...0o
fto...
...ftCl...
...ftp
,, oft«
0 0 00 0......
8 P 9 a 8, 90 ....,9 0 0 ...,a.....• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-
nn ...,0 ftft.
.0 ft 0,........
où où ..... f;,
......ƒ) n Oft......a ...
......00
oft .,.,',9 0'9. (i.o.9n.ft.,,,,,, u............
. t.9o 00
00 0......
0 ft oft., , ,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......
(339
8 9 ft ft.....a........
Oft
't
.... '-aa
''Oft
— nod.
P ...... 39.....Q.,
ftft........9 .. .8......
0........n
9 8 So.....a..... . !gt;89S?........ft...
.......... 0O....Q.......
on-.'öa'
9 08 •■'■0
„8quot; .quot;9
■ ..........oO .....0...
'■ -a 3ü........ ft
o9 .........
59....
oft 089.....
8 9 0 0 P n..., 00
,00
■.....09
af,.. .. .,..9a......
'09
Pfif,
0 0 .....quot;quot;
äft.,,,.....00 ß...
ft.......
......ftft oft !gt; Ô
00.....0...... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«09....0......
.907
oano . ...
..an.....39......oBa.....
quot;^ftS
00
oft
.,0o .....ft '■»
ft« .....00
, OO0......
......Oft ..,.
.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;»ft 0 0
? « Oß.......0 ....
.0«.....
.0,.quot;
o9 p9.......9 ......
...3,81?,'’........Oft
ft 00..- ■■
......0 • 0 0 Oft.....9 ,,
.....Oft.
00 ...
Öftfj
oa
Oft..........ftn
oo........''■’'■ 9 oft.....ft......
9 o(5 0.....0
.338.,., 9..... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■
O'N-OPÓ .....
90.,,,D
''‘’3 '.9......
00....0 ■ .....
oft.....0...
°o quot;nbsp;.9...... oQ......fto.....a......
flO ..... ...........fto
®‘’-P0 ■quot;quot;■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ft.„OO......
00...........
0....0..
09'........
oao.'.'O....
........
«0 ..,.89
«Oft.....0......
.........an.
.....0!) na ,,„9.......
quot;.’»I' 9...ob,.,.
..a
on.....a......
p........
a ..n.
,, 08 ..
. 8 (. 8 0 n ....on
. ..Oft.,
an......8£5.
08.........n ... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;39... , 80...9 .......
......oft oft
09 cP
non,.
.....0..:
n,.,'».....
.....00
0 ft-quot;.0
3 Oft
0.,,.n.....
of).......00.....aoa onP
on-.....,9..... 0
.a oft o.O ■ ona .. . A»
oftcOO 00.....'3
,0 00 oO
-On.
.....»0 Q ...
an.....
Où
oßn.....0,
.....a...
3a
'0 0 00 oO
a.
o3 .....
.....p.
.0 0..... ' „ 00........
.....quot;ap
•'•■ft..,
'•Ooft
oftnß.....
0 00, nbsp;nbsp;nbsp;.........9900..,......
oft fto......... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......'
oOn.........*?».....'
o.n
,o„
.......00.
''0......ft..
, oftft.....
.....9.......
Oft.....0
.....0 ocsn.....0
n ft ft ■■
pfl oon....
oo ftn ,,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q ,,,
oft oftAft ,..ft.......
oft,..ft.,..
0 0 ft ......
0
00.....0.,
nO oO aO 0(5
„ nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0 9a ..„(,0
oBn . .00
. ,.,OoO o»'
oft ft,,quot; ft ’. ,
......
.0 ..
'.•0,,.
oö«......0.....
o Ô oC
00 .,,,f).
0 ,,.:n......
Oft... .....00 .....
quot;quot;Oft ......09......
Oft . ..ft
..09
0 ft 0 ft 9
.?T......
■ - 03
0....d Oft......
00....0.....
910
90 00.........
»... na......
...n na
O Ù
.........Ù.. ■■■' „„OoS^n............ ‘
., oOo.........09 '
0 ft. quot;ft
quot;0
0.....0 Ofi
oR ...
an.,,n
Po.....oO.
oPa ...,P.....
„Oofio
PC Oft.....Oft
.Oft
9 n......'3 na paO
............ , nbsp;'00 3ft„
quot;quot;■oftg
«a
?8ft0..
..............ftft.....
..oa........opoo
Oft..9.
■'.08ft, “ »0...........
00 ..
0 ft'“) . V ..
0 0Ô ft-quot;‘ quot;'Oö '
..,.09
«118.......00 .....0- »Ö*^-.............
oa......an oPn.,.,.....ao......
oa cOn.....
Pa ,,,.9 n 190 0 0... ...,,o........
00 0 .'.'0.......
......33 . ' .......9''....0......
0f) .. .Oa
„9....... Oft
. oOo oOc.'.....,0(8.....
'.OÖ 0?.......
n .8 quot;
oo.....on.....Oo.....
•03 'ft.'.nn...... 00.........0......
«0
o0ci,,.,0.....
oft oftn.....0
009
oft ftß........ft......
of) oS oä o.,,,oO
fto,,
»ft...
»0. oa,...
quot;'quot;ft....
’quot;üft
oO 09 ,.,,0 ......
.139 ...a......
nn.... 0..
00.......P3 00.....,j, „
quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q
80 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..........
9 00.......'(in nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;’........
an ...........9quot;quot; 0
oOf)
»n..
■quot;ft.....
00. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;''quot;'quot;‘quot;^gt;0
quot;■0 «B
ooOOquot;quot;3on .
oO
0 „oao
n.-ao.....
OA 'quot;.ft ,.. ft.....
.00 ....
O....’.quot; 0....
0!) .
0 of
0....,, 0(3
OP..
n...
...a
.... f)
oP
So.........9..
,£) .....Oo
ZT
co.......on
't
oO
ft Oft
quot;’■,9 a. | |
00 , |
quot; '.«t |
ft ft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ft .. Ü quot;''■•'l' |
.....0.,, |
(3o trbtTva.tL£le.Tn^rtt,
ofto..,.a ofto,...c.
oo.,..,O
'“'a nbsp;nbsp;nbsp;8,
'.06 ......
80
^3 .,., 9
0'., O..,,'
...',000......
0..........ft ..
0 ..„on......' oan.....0.
t, 0 .... 0 ...
fl 0.....08
«,.,,ft..,.
oft.... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....
.....-oe...» ojt^
ooPf.
........Sgt;P .....
.........'»»£,
’t B E L E G H VAN C O E V E R D E N.
Prins
naerflig-hcj!,
Gtm/
ninglijck leger,als de Hertogh van Parma,Mans-felt, Mondragon en Verdugo, gelijck men uyt d’afgeworpe brieven van den lactften genoegh-facm verftacn koii.
Nae’t afwijeken van de Spaenfchen,die weder naer ’t Graeflehap Benthem in hun oude leger-placts vertrocken, vorderde Prins Maurits met alle ernd dc belegering , om tot een goet eynde te komen, en liet een bolwerck fappeeren oft ondergraven, wiens punt eenige dagen te voren neergeftort was. Graef Fredrick onder-tuffehendacht meer, foo’tfcheen, opfichte
Wzici-ze- yei-flej-cken en befchermen, dan op ’t overgevenj werekt, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rnaeckte een nieuwe borftweering, en
achter d’afgevalle punt, daer de beleggers op waren, fnijt hy een nieu punt in ’t lelve bolwerck , dat men oock moeft afgraven, aleer men ten ftorm kon komen. Het fcheen hem een
groot wonder, dat des Konings macht, ende oude en geoelfende Spanjaerden foo ftecht fbu-den vertrecken, en niet meer uytrichten. Verdugo , fiende dat fich de belegerde noch niet overgaven , en dat Prins Maurits fich niet uyt fijn leger wilde begeven, om hem te verdrijven,
van ’t kafteel noch wel voorfien was, föu uyt-trecken. Prins Maurits ftont hem alles toe, uyt-gefcyt het lenden aen Verdugo, en ’t uytvoeren kï'igf-van ’t gelchut en allerley voorraet. In ’t kafteel was noch veel rogge , de Droft Everhard van Ens feyde, datfe hem toebehoorde, en verfocht verfcheyde mael,terwijl men’t verdrach maeck-te, dathy die mocht uytvoerenj dies Prins Maurits hem eyndelijck geeftigh toedreef: my dunekt Geeßige dat ghy meer met uyee rogge dan met des Konings ka-fleel, bekommert ßjt. D’omfizaenders lachten, en de Droft,befchaemt fijnde, moeft de rog laten blijven. Volgens de voorwaerden is Graef Frederick, de Droft en fijn broeder Harmen van Ens, Vaf. ques, Chalon, en twee andere benden, met vliegende vaendels , volle geweer, brandende lonten , en hunne goederen, omtrent 500 mannen fterek , uyt het kafteel getrocken s in ’t welck men negen ftucken geichuts , genoeghfaem krijghs-tuygh, en omtrent vier hondert malder rogge vond. Daer wierdendrie vaendelenvan ’tVrieftche Regiment tot befètting ingeleyt 5 en den jongen Heer van Nienoort tot Gouver-
neur geftelt.
In dit belegh is een gedenekwaerdige faeck ji{ro„derii'64 .....:nae’tover- kebode.
doch voelt fich ver-meeßert.
vertoonde fich den eerften September noch eens, op een kartoufehoot na , in volle flaghordreby voorgevallen , gelijck de belegerde ’t leger,daer hy fes oft fèven uren ftil hiel. Graef gaen voor waerhey t verklaert hebben, te weten, Frederick verwachte toen een nieuwe aenval, dathen een hontvoor een bode ofte briefdrager
doch vergeefs ; dies hy een tromflager aen de Prins uytfond, met verfocck , dat hy iemant aen Verdugo mocht fenden , om met hem tc raets-
C« verfteckt plegen ; en dathy daer na veellicht de plaets op ^waerden'quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voofwaerdcn fou overgéven, te weten,
dat hy, en al de fijne, met vliegende vaendels, brandende lonten , paerden, reys-tuygh, ge-fchut„krijghsgereetfchap, en eetwaren, daer
verftreckt heeft, die t’elckens befchey t uyt en in bracht. De dagh te voren,eer Verdugo aenviel, is hy, fonder dat iemant eenighnadeneken had, door de trencheen en loopgraven, op de wal en fbo in Coeverden geloopen, en bracht hen brieven van ’tontfèt, diefoogeeftighinfijnhalsbant genaeyt waren,dat niemant ’t fèlve kon gewaer worden,
E L F s y L is een plaets van groot belang , en als een bol-^^erck voor Ooft-Vrieflandt, Groningen en d’Ommelan-den. De Princen en Heeren hebben altijd gepooght, om de ge ^elegen-heydt, en ioAven. melde landen te verfeueren , defe plaets te verftercken en wel te bewaren. Sy leght aen de riviere Eems, en heeft een haven die noch beter is dan die van Embden. Edlard, Graef van Ooft-Vrieflandt,heefthaer,in ’t jaer duy-fent vijf hondert, beginnen fterck te maken; daer na Hertogh Karel van Geldeiland.Oock had den Hertogh van Alva,in’t begin derNe-derlandtfche beroerten, ’t voornemen om hier een ftadt te bouwen, en die Marsburg te noemenjmaerde veranderingen dér tijden en faken, ende kortheytfijnerheerfchappy,hebben ’t felve belet. Door feker verdragh , tuf-Ceßecht fcheu dcii Kcyfct en die van Groningen ge-æ^eckt,is dit Fort geflecht; maer doord'oor-kottwt. logen,die onlangs dacr na ontftonden, weder opgebouwt: doch andermael neergeworpen; en eyndelijck weder herftelt, op de wijfe ge-VAn de lijck het nu noch is. De Spaenfehen hebben ’t felve, in’t jaer clo lo lxxxi , na dat de genomen. Graet vaii Hohenlo by Hardenbergh gella gen was, mgenomen. CrAcf Graef Willem van NalTou, Gouverneur yzjj^ Vrieflandt ,pooghde , in ’t jaer c I □ I □ L XXX V111 ,alle middelen aen te wenden,om lenAu- Groningen te benauwen, en eyndelijck on-, der de Staten en fijn Gouvernement te bren-gen ; en dewijl hy vreefde dat die hun leger in Vrieflandt niet louden fenden , foo befloot hy met fijn Regiment Vriefen iets voor te nemen ; en de Groningers , naer fijn vermogen , de neering, de toevoer van alle noot-druft, het ofleweyden , de contributien, en ander voordeel van ’t platte landt, af te fnij-den, oft te bekommeren en verhinderen, ge-lijck de Prins van Parma de grootfte fteden in Brabant en Vlaenderen, fonder mercke-lijcke belegering , met diergelijcke middelen afgemat,en eyndelijck vermeeftert had.Maer daer toe aengefien Delffyl de voornaemfte plaets was, daer doorfy ter zee naer Embden koophan-dienfiigh Jfeyen , gefpijft wierden , en de fcheep-vaert van Vrieflandt naer die en andere Oo- fterfche fteden onveyligh maeckten,vont hy raetfaem defe plaets met krijghslift te verraf-fchen : hier toe had hy de felve by ervare en getrouwe krijghslieden des nachts verfcheyde mael latenbelien,die bevonden,dat men, fonder eenige verhindering van water , aen een kleync poort kon komen, en die met cenpe-Cronmger4ant, tard doen fpringen. Doch om die van Delf-fyl alle nadeneken te benemen , liethy eerft i |
1 rgt; I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r- quot;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Aenjlagf} de Schans van Ementil, op de weltlijde van gt;veror-Groningen gelegen,befpringen, omaldacree- denti nen halt blinden alarm oft wapenroep te maken , cn des Konings volck derwaerts te locken. Doch eer dat uytgevoert was fond hy Michiel Hage, een van de outfte Capitcyns, met drie v aendelen te fcheep uyt Vrieflandt voorby Delffyl naer Otterdum , onder fchijn van daer in suarnifoen te2:aen,en d’oude be-fetting te verloflen ; maer de gemelde Hagc quam, met fijn volck, en ’t gene hy te Otterdum vond,met noch eenige andere foldaten, des nachts voor Delffyl te lande,en in alle ftil-heyt voor de poort, die feker Frans foldaet, Pirole genaemt, met een petard, gelijck hy aengenomen had, fou doen fpringen ; defe, om d’eer alleen te hebben,begeerde geen hulp; doch hy was de man niet : want hy verfpildc meer dan twee uren aen de poort, fonder fijn werek te verrichten. Gracf Willem had hem uytdruckelijck verboden , de tweede petard aen de binnen-poort te brengen , eer d eerfte aen de hamcy acngefteken en gefprongen foufijn;opdat die van binnen hen nictgewaer fouden worden , en alfoo den aenflagh entdeckt fijn : maer hy gehoorfaemde dat bevel niet ; want als hy d’eeiftc fonder ontdecking aen de hamey geplant had , wou hy oock de tweede aenhangen ; die hy gevoeghlijck, nac ’t fpringen van d’eerfte,metlèkereinftiinTien-ten aen de binnen-poort had können fetten en aenfteecken: dus beefich fijnde,wort hem de wacht gewaer, en roept. De foldaten van Graef Willem tot den aenflagh, die fich dus lang ftil gehouden hadden , en van koude beefden, hoorende datfe ontdeckt warcn,be- diernis-gonden de hamey met handen te breken, en de wal op te loopen ; maer Hage vond geraden, dewijl de petard gemift had, de foldaten weder af te voeren , en foo is defen aenflagh , gelijck meeft altijdt gebeurt, misluckt. In ’t jaer c 13 Io x ci quam der Staten Ie- } ger voor Delffyl,daer twee vaendelen,omtrent drie hondert mannen fterck, die de Magi-ftraet van Groningen op hunne koften aengenomen hadden en betaelden,in befetting lagen : de graften waren feer diep,cn meer dan hondert voeten wijdt ; de wallen hoogh en fterck, oock was het met vier bolwercken , doch wat te kleyn,voorfien;maer die vanbinnen was meeft fchadelijck, dat de zee-dijck dicht aen de wal lagh, om het hooge water uyt het landt te houden;dcfen dijck had men met ftaketfelen oft houte fparren afgefchuc en verfterekt. Soo haeft het gefchut te lande gebracht, en noch niet gefteit, ick laetftaen een fchoot gedaen was, fijn die van binnen, vij D foo |
foo haeft fy opgeeyfcht waren, met Prins f»^^aurits overkomen, en den x i lulii met hare vaendcls, volle geweer, goet en reys-tuygh naer Groningen getrocken , derwaerts hen, tot geleyde en verfekering, eenige ruyters .v^verge^fchapten. Als fy efaer quamen, ont-fchuldighden fich de Capiteynen met d’on-gehoorfaemheyt der gemeene fdldaten, die om accoort riepen : de foldaten wierden on-. eerlij ck verklaert,cn fonder geldt en affeheyt-brief afgedanekt, omtrent twaelfvan hen ftel-de men in de gevanekenis, om het met hun leven te betalen. De Capiteyns wierden oock bewacrt,om fich felf naerder voor ’t Recht te verantwoorden. gen , kleyne anekers, en lange kabelen aen de hameye op den dijck ftaende, die door de graft ging, en, met groote onvoorfichtigheyt en gevaer van de vefting,aen de punt van t bol-werek geftoten was, hoewel men int bouwen anders verordent had. Sy kregen met fagen Delffyl dus verovert lijnde, heeft Graef foo veel opening, dater vier oft vijf gelijck Willem, als Gouverneur van d’Ommelan- konden doordringen ; maer hetheeleftaket-fel konden fy met de anckers niet neerfcheu-ren. De befetting was terftont in de wapenen , en toonden lieh als dappere mannen ; Ver me Ht tn ßerc- macckt. den J met verfeheyde Ingenieurs oft Vefting-bouwers raedt gehouden, om de felve plaets ftercker te maken : doch hy volghde voorna-melijckdemeyning van den Capiteyn Corn-put J en deê haer geheel vernieuwen , en foo groot maken, datfe,als men ’t raetfaem vond, een tamelijeke koopftadt fou können fijn j dies leyde hy den zee-dijck buy ten om de veiling, op de wijfe van een bedeckte wegh; op dat d’onllerckheyt, die te voren, door de na- fer du- byheyt van den dijck aen de wal, bevonden was, wegh-genomen fou worden. Om dit werek te vorderen, wierdt over d’Ommelan-den een contributie oft fchatting van vijftigh duyfent guldens verordent,en ’t werek de lel-ve fomer foo ver gebracht, dat het op de noordfijde van het diep in befcherming was ƒ maer dander fijde van Fermfum bleef open, doch met een licht werek befloten, om daer na te raetsplegen, of men ’t felve Fermfum daer oock in tracken fou. -7ÖÖ5 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;xciv had Verdugo een ßdgkj ep aenftagh op defe ftercke plaets, die byna ge-Delfjtji. luckt was, waer door hy in een uer grooter overwinning fou gehadt hebben, dan of hy Coeverden, met een foo langdurig en kofte-lijck belegh, gewonnen had. Hier toe had hy omtrent i o o o man uyt het leger voor Coeverden genomen, onder de Capiteynen Wol-fart Prenger en Alexander Grootvelt,dic hoofden van dit werek waren , welckc met hun |
volck verfeheyde omwegen,om de verfpieders te bedriegen, doortrocken, en des avonts fpa-de aen den Dam,een ure gaens van Delffyl gelegen , quamen, daer fy een weynigh ruften j doch in ’t midden van de nacht pooghden fy hun voornemen uyt te voeren , niet bedeck-telijck als bekruypende , maer gelijck offe de Schans met enckel gewelt wilden overvallen ; want fy quamen eerft aen de lantpoort, de fchildwacht riep,wie daer? fy antwoorden, dat fuit ghy haeft gewaer worden, en lloegen met hun trom alarm, en onder ’t gerucht en groote gedruvs vallen fy aen de waterfiilt;le met fa- dapper- heyt aeu-gevun- doch fodden , foo men gelooft, de neerlage gekregen hebben , indien de befprin-gers loo ftout aengedrongen en gevochten hadden, als fy gruwelijck riepen en fchreeu-den, val aen, val aen ; want in ’t uytdeylen van ’t buskruyt in de Schans quam een lont in iemants fack , waer door eenige foldaten verbranden : oock wierd haer eene Capiteyn Tiard lanszoon Wederfpan , in fijn hemt op de wal meteen hellebaert in de vuyft ftaende, daerhy fijn foldaten moedt gaf, doodtge-fchoten ; d’andere, loan Cordenet genoemt, moeft door fiecktc ’t bed houden. Evenwel droegen fich d’anderebevelhebbers,infonder- kloecke-heyt de Commifl'aris Frederick van Vervou , foo manhaftigh, dat de Spaenfehen moeften-^^^^” afwijeken, waer toe Capiteyn Tiard Tiebbes met fijn oorloghs-fchip,niet wijt van daerliggende , geen kleyne hulp deê ; want hy liet fijn fchip een weynigh neerwaerts drijven, en fchoot met fijn gefchut,liggende in een rechte linie , langs den dijck waer overdebefprin-gers aenquamen. Binnen bleven, behalvcn Capiteyn Wederfpan , daer ick van gefpro-ken heb, noch twaelf foldaten , enCordenets Vaendrigh wiert doodelijck ge wond,daer van hy daer nae ftorf. ’t Verlies der Spaenfehen kon men niet feker weten, vijf dooden wierden onder aen de wal binnen de hameye gevonden, die buyten lagen haddenfe a^e-voert, waer toe fy op ’t lactfte noch een val-fchen alarm maeckten. |
Craef
Willem houwt
der plaetfe. Doch de ruyters quamen na fes dagen eerft weder in’t leger , waer uyt men geloofde, dat hy, cens op de Bourtang voor twaelf jaren geflagen fijnde , een ander die eer oock wel gunde j temeer, dewijl hy te-
aen alle fijden onge- Willem enghy, foo ghy hier blijft, fultge-flagen worden ; hoewel hy te voren, als ick terftont gefeyt heb , Gracf Willem moedt gegeven had, die de tijdt, welcke Verdugo ( die Otmarfum belegert had ) hem gaf, wel befteedde ; want den 5 o Augufti waren de wereken van defe Schans foo veel
nakelijekis. In’tjaer
clo lo xciii heeft Graef Willem van Naf-fou. Gouverneur van Vrieflant, op defepbets een ftereke Schans gemaeckt y die de felve naem draeght j op dat hy daer door Groningen , dat hy meende te belegeren , te beter fou dwingen : en dat het oock tot een bol-werek voor’t heele lant fou dienen, om dat van’t flroopen en rooven der foldaten te be-
vryen. Men raetflaeghde eenige dagen over de plaets en gedaente van dit werek ; doch het Fort, eyndelijck begon men een mijl boven Vlaegh-wedde, in een woeft en breet moeras, op een kleyn fand-heuvelkcn, daer de gemeene wegh dwars over ging, te graven ; want een mijl in’t rond kon men geen bequamer plaets vinden : de hutten der foldaten ftonden op den heuvel, en de geheele graft met vijf bol werc-ken waren in’t moras. Flet eerfte werek was
wort van Hohenlo heßcht y
die hent moedt
een fnlalle^rafc van omtrent i x voeten, die men rontom leyde, tot een begin van befcher-ming, en daer nae allengs wijder maeckte : de middel-linie binnen de wal was xlv roeden lang. Terwijl .Graef Willem hier mee beefich was, quam de Graef van Hohenlo , die naer Duytllandt begeerde te reyfen , het welck hy langs den Rhijn door Graef Fredericks o ver kom ft niet dtoen kon, by hem, en begeerde genoeghfame ruyters , om hem, door Ooft-Vrieftant , naer Oldenburgh cn Bremen te gcleyden. Graef Willem kon de ruyters, om dat hy voor fijn vyant te velde lagh,niet wel ontbeeren, doch gaf hem evenwel eenige cornetten meê, met verfoeck, ■dat hy die op ’t fpoedighfte wilde weêrfen-den. Hohenlo vermaende Graef Willem, dat hy met het begonnen werek fou voortvaren,
gevordert, datfe met een dubbele befetting eenighhns te befchermen en in te houden waren : derhalven leyde hy fes vaendelen in dc nieu^ felve , en trock met het leger weder over ’t moeras,langs ter Apel en Roswinckel,naer Coeverden, en legerde fich te Dalen. Sedert dele rijdt is dit Fort noch met eenigc kroonwereken gefterekt , en altijdt onder ’t gebiedt der vereenighde Staten gebleven. Die van Groningen,fiende dat het hen een do-ren in de voet was, pooghden met alle middelen Verdugo te bewegen , dat hy defe Schans daer Ver-fou aentaften, ’t welck hy toeliont ; in voc- dugovoor gen , dat hy een verfoeck daer op deê, en den leftienden September met al fijn macht daer voor quam : maer als de Capiteynen Gee-raerdt Schay ,Joan Sageman, Anthony Hit-tinga, en Jan Janszoon dapper vuer gaven, trock hy terftont van daer : hoewel het Fort doch op ver na noch niet volbouwt, en de droogh- vruchten te foo groot was, dat men rontom in’t moe-ras kon graven. Doch ick geloof, dat hy meer forgh voor Graef Willem , en’t aen-ftaendc natte herfft-weder , dan voor dc Schans had 5 ’t welck ten deel blijekt uyc de woorden, die hy tegen een Commifiaris van Gronino;en , welcke hem tot het belc2:e-ren van de Bourtang feer aenporde,feyde, na-melijck : brengt my eerfl een brief ken 'uan onfen hfeere Çodî, dig^t het droogh ^^eder fal
Gronïnger'Undt.
Vij E
Der Staten •voornemen entdeckt. Ellin G VOLDE is iiict wijdt yan den Dullart, en bcquamelijck gelegen, om O aen die fijde de wegh naer ö Groningen onvry te maken. Sy können, als’t water hoogh is, de fluyfen openen , en al ’t omliggende lant onder fetten ; en, als fy die fluyten, ’twater tegenhouden , dat van de Bourtang af komt. ïn’t jaercio lo xci 11 hadden de Staten van Vrieflant het voornemen van Groningen, dat toen noch onder do Koning van Spanje was, te benacuwen ; dit wierd foo geheym niet gehouden, of fy kregen eenige kennis daer af: dies Verdugo met duyfent vijfhon-dert mannen uyttrock , om alle d’omgele-gen plaetfen in te nemen ; waer door de Staten genootfaeckt waren hun voornemen uyt te ficllen : doch Graef Willem ftuerde daer door fijne gedachten naer Bellingwolde , als een fekere wegh en buyten gevaer voor de toevoer van allerley nootfakelijckhedcn naer de Bourtang ; dies beval hy Tako van Hit-tinga , Lieutenant van fijn Regiment, met acht hondert mannen de grenfen van de Drente en Vrieflandt wel te bewaren. Hy felf ging met veertien vaendelen te fcheep , om naer Bellingwolder-fijl te varen, dat hy, terftont na fijn aenkomft, liet fterek maken. Willem vaert naer Bel-lingwol-derßjl, daer hy een Schans en met krijghswereken voorfien, om daer na deBourtang cn Wedde te beter te vermeefte- twee Gedeputeerden van Vrieflant, als Al- wrt'ver* ren ; want hy moft langs defen wegh allerley bert Evers Boner, en Epo lacobszoon, d’cer-nootdruft bekomen , die hem oock, foo’t f quot; fnaken, en Gc-fanten ontfangt. Graef Willem , om hem te groeten, cn te verfoecken , dat hy goede nabuerfchap en de krijghs-tucht geliefde t’onderhouden 5 op dat fijne onderdanen niet befchadight wierden. Graef Willem kon degefanten ,om dat er/name hoofden by fich had, als Graef Fre- de noot vereyfchte, tot een wijck en toevlucht dienen kon. Hy had naeulijcks twee dagen met dit werek beefich geweeft, of Graef Herman van den Bergh quam hem met twee duyfent mannen belocckcn ; doch hy quam alree te fpade , want de wereken waren nu al bequaem om befchermt te worden , en den Spaenfehen ’t hooft te bieden, die afweken, en fich te Winfehoten, een ure gaens van daer, legerden. In defe tijdt fond Graef Edfard van Ooft-vrieflant gefanten aen noch weynigh hutten waren , na fijn begee-len niet onthalen : want daer was foo weynigh fchuylplaets, dat de foldaten fich niet wel droogh konden houden-, en men fou grooter ellenden gefien hebben, indien men niet eenige houten hutten, van plancken t’fa-men gefchroeft, die men lichtelijck weer los |
maken kon , ( vclckc in t eerft befpot wier- fchand en fchade , door den geftadigen regen , fonder iets te können verrichten , hebben moeten afwijeken ; of de meefte foldaten door ongemack, koude en regen vergaen fijn. Verdugo , fiendc dat hy de bcfchanf-fing op Bellingwolder-fijl niet beletten kon , verfoeckt den wegh van diverfie, en liet fijn ruytery in Vrieflant rijden , om fijne vyanden werek te geven. Terwijl was Graef Willem genootfaeckt om op den lantdagh te Leeu-waerden te gaen ; doch liet defe plaets met acht vaendelen befet blijven , om haer te bewaren en vorder te verftereken. Eenige maen-den daer na quam Verdugo hier weder omtrent, als defe Schans aen de fijde naer ’t water noch niet oft weynigh voorfien was, en aen de landtfijdeook noch veel ontbrack:aen de graften, die buy ten den dijck waren, wierd traegh gearbeydt,om datrnenfe niet wel maken kon; in voegen, dat men met paerden en wagenen daer uyt en in kon komen, want daer waren noch geen palifiaden oft ftakctfels rontom j waer door de Capiteyns enfoldaten, Schans omtrent loo fierek , weynigh moed en hope hadden, om haer te können houden. Doch Capiteyn Cornput,die mede daer in was,ver-ordende terftont een kleyne graft en wal buy-ten den dijck te maken. Oock waren hier druft voor d’arbeyders te beforgen ; wclckc Heeren dickmael daer nae bekenden, dat men de Schans, fonder Cornputs raet en be- corn^uti leyt, fou verloren hebben ; hoewel fy te ren op hem t’onvreden waren , om dat hy, foo fy klaeghden, raedt gaf van veel grootc en koftelijeke wereken te maken, waer door . hy t landt in fware onkofien braght. Verdu- „ z go beging hier een grootc misfiagh, dat hy ^an rer» foo een fchoone gelegentheyt verluymde, en, dugo. foo dicht by dele Fortrefle fijnde, hen tijdt gaf om d’opene plaets te fluyteii, daer hy felf een out er vare krijghsman was, en vele voor- fie Burgemeefter te Leeuwaerden, en d’an-der te Franiker, wiens tegenwoordigheyt en aenfien feer nut was, om geit en alle noot-derick van den Bergh, Mendo , Liaucama , Ens, Splinter, Patton en Carcana. Defe Sterekte is federt gebleven onder ’t gebiedt der Heeren Staten van de vercenighde Nederlanden, die haernu, in defe dagen van vrede, geruftelijckenvredelijckbefitten. |
Winfcho-ten be-•vochten-, Eh A LVE N dc Schans op de KJ Bourtang, daer van wygefpro-ken hebben , die de Heeren Staten lieten maken , om de Spaenfchen het ftroopen in Vricdanc Groningen en de Drent te beletten fijn,door haer bevel,noch verfcheyden andere dorpen en plaetfen ver-fierckt, als onder andere het dorp Winfcho-ten , dat Verdugo, in’t jacr 15^3 , als hy naer Wedde trock, aentafte ; en, om dat het maer een Hechte kerck was, vond hy on-noodigh het gefchut daer voor te brengen 3 want hy meende, dat de befetting, alleen door ’t fien van hare vyaiiden, de plaets fou verlaten. loan Moda, Sergeant van Capiteyn Cornput, lagh hier met 3 o foldaten, die fich te weer fielden : de Spaenfchen braken gaten als deuren in’t oofi-ende , die van binnen.. in quamen , moefi Moda de kerck verlaten, fiack de hutten in brant, waer door dc balc-ken vielen , en de Spaenfchen buyten moe-fien blijven. Moda deê ondertuflchen de kerck met een rafchgemaeckte wal affiuyten, en den santfchen nacht tot den anderen mid-O opening van nooden hebbende , fchoten foo kloeckelijck uyc de felve, dat er eenige der dapcrhe- befpringets doot bleven : maer als die in me-jc erm , door defe gaten, en de glafe venfieren |
dagh dapper vuer geven 5 doch dewijl Verdugo felf met al fijne macht daer was, heeft hy, nadat hy viermael opgeeyfcht was, fichovergegeven , nalatende het geweer : hy felf wierd aengehouden, en de foldaten, van hun bevelhebber afgefondert, moefien fweeren in fes maenden niet te dienen tegen den Koning ; doch Moda fwoer niet, felf Verdugo prees fijne kloeckmoedicheyt, om dat hy fich foo dapper getoont had , en gaf hem volkomen vryheyt. en over- gegeven. LAng-acker-Schans is een For-treffe, gelegen op de kant van den Dul-lart, tufichen de Wcficr-wolt en Oofi-Vriefiant; foo datfe een grensplaets en fchey-ding van defe lantfchappen verfireckt. |
onder ’t gebiedt van de
H. M. H. STATEN GENERAEL
DER
VEREENIGHDE NEDERLANDEN, gelegen buyten en op de grenfen der felve Landfchappen.
Mitsgaders verfcheydc
BELEGERINGEN
E N
F O R T R E S S E N
daer toe behoorende.
-ocr page 416- -ocr page 417-
die de menfchen tot loffelijcke daden be-weeght 3 is de begeerte tot eer en een groo-te naem ; welcke leiden onnut is , en in het gemeen een ware Alexander de Groote, ontfteecken met een |
brandende genegentheydt tot een onfterffe-lijcken lof, heeft daerom verfcheyden fteden in de lantfchappen van Alia, als Indien, AlTy-rien en Egypten, naer fijnen naem doen noemen j Seleucus gaf de fijne aen Seleucien ; Antiochus aen Antiochien 5 behalven foo veel andere fteden, die hunne namen vanCe-far, en andere Roomfche Keyfers ontleenen. Wat meenen wy dat hen hier toebeweegh-de ? niets anders , dan d’onverfadelijcke begeerte van een nimmerftervende gedachtenis; want nevens haere treffelijcke oorlooghsda-den konden fy geen beter middel, als ’t voor-verhaelde, bedeneken. De volckeren van het weften en noorden fijn oock , gelijck die van ’t ooften en zuyden, door diergelijeke eergierigheydt beweeght geweeft ; in voegen dat meeft al de grootfte onder hen , met een befonderen yver, aen verfcheyde landen en fteden hunne naemen, tot een eeuwigh ge-deneken van hare perfoonen en daden , nae-gelaten hebben. De Stadt ’s Hertogenbofeh, in ’t Latijn Sylva 'Tgt;uàs , in Franich ^ois-le-Tgt;ac, en door verkorting quot;Boldue genaemt, , beveftight defe waerheyt ; want fy heeft defe en oor- naem van een Hertogh diefe bouwde, het der^fiadt: ^^l^k, foo men gelooft, van Godefrid de derde, Hertogh van Lothringen, in ’t jaer elf hondert vier-en-tachtigh, begonnen is; fijn foonHenrick, in ’t jaer elf nondert fes-en-negentigh, heeftfe met een graft gefterekt, oock vermeerdert en verciert ; waer door fommige defen Henrick voor den eerften ftichter houden , en datfe in ’t laetft-gemelde jaer eerft aengevangen is. Sy was eerft rondt, cn had drie poorten, die hare namen van de drie Hooft-fteden, ( fy felf is de vierde) Leuven, Bruftel en Antwerpen, om dat men door elcke poort naer een der felve ging , ontleenden ; die nu, door ’t vergrooten der ftadt en voorfteden, en om datfe tot andere faken ge-bruyckt fijn , hare namen verloren hebben. De overblijffelen van hare oude muren fiet men noch by de vismarekt, tuftchen de wif-felbrugh, de marekt, en achter ’t oude hof. Den eerften omring en ’t befluyten der Stadt is in ’t jaer duyfent drie hondert achtien ge- hare eer-fchiet, van de Kruyspoort af, die men eerft de Bruftelfche noemde,by ’t eynde derVuch-'^^'’^^^^'^' ter-ftraet, tot aen Ortendune , en de Piner-poort, foo dat de Hintemer- en Vuchter-ftra-ten daer in begrepen waren : de voorfteden wielden oock met graften voorfien, en, naer eenige jaren , met muren gefterekt. Sy is in tweede het jaer duyfent vier hondert drie-en-vijftigh weder vergroot, en op verfcheyde plaetlen vermeerdert. Men leeft dat in ’t jaer duyfent vijf hondert veertien aen ’t eynde van de Hintemer-ftraet , en twee jaren daer nae van de Vuchter-ftraet , ftereke muren van kareel-fteen gemaeckt fijn,op de fijde die naer Antwerpen ftreckt, tuifchen ’t zuyden en ’t weften, en aen de fijde naer de Grave, tulTchen het ooften en ’t noorden : in voegen, datfe nu op een andere wijfe, dan eertijts, befloten is ; want fy is nu driehoeckigh, wiens eynden foo wijt uytftrecken, en foo een grooten om-loop veroorfaecken, dat een goet voetganger anderhalf uur in ’t omgaen moet hefteden. Sy heeft feer ftereke muren , als ick aenge-roert heb, en is met feven breede bolwercken voorfien ; de graften fijn , door de vloet der rivieren Dommel en Aa, van een ongeloof-lijcke diepte en breette. Daer waren eertijdts Poorten^ feven poorten, waer van ’er twee toegemet-felt, en nu maer vijf fijn ; d’eerfte is de Vuch-ter-poort, eertijdts de Picard-poort genoemr, waer door men naer Antwerpen gaet, defe is feer fraey gebouwt, en met een dobbele graft en twee ophalende bruggen verforght ; de tweede is de Ortemer-poort, die op den wegh naer Bommel ftreckt ; de derde, de Hintemer-poort,waer door men naer de ftadt Grave gaet, defe is oock met een hoorn-werek , en met een dobbele graft en twee bruggen verfterekt ; de vierde is S. lanspoort, die op de wegh naer Heufden ftaet ; en de vij fde S. Antonis-poort,in ’t gemeen de Dij ck-poort genaemt, feer gerieflijck voor hen die van Helmont en Eyndhoven komen. Door defe Stadt loopen veel graften, waer onder eenige foo fterek vlieten , datfe fnel en diep genoegh fijn om fchepen te dragen ; over defe wateren leggen een-en-vijftign fteene,en Bruggen. acht-en-dertigh gemeene houte bruggen, en byna foo veel befondere. De Domkerek, in ’t jaer duyfent vijf hon- Hoofi-dert negen-en-vijftigh tot een Biffchoplijcke ftoel verheven, is S.lan gewijdt; ’t is een aen-fienlijck en heerlijck gebouw, met een feer konftigh en koftelijck uurwerek verciert. De inwoonders defer Stadt fijn feer ftrijdt-a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;baer |
.....
t. aF^ quot;Jiat^eww hZer:^
j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.Ianlt;s ^X,Arc%,.
^.^S^èïoArj Ct^o^terr.
Clcü^iAr 'pan'ÊAfL 'H^wtAlAn- ^erct.
y • î- Ct^^ißr .Aj^rter Ja quot;jTâîlfru^ .
8 . Ctoo^iAr
^ityÎA»lntAjf .
Ch^jjißr ^^an- Ja JiiA: 'Aats i»an (yoriAM,
t^. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
;t4f. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ülti»^ n)t^.
At.
fii
A^.Da ^oriAt.
A^ ‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J^îoAts .-
A^'^ yi^^tisr nra^ir.
rn^a^
SHARTOGW ROSSCHK
. ^à-^rier Ia JBrAATAtt ytroAf-.
’■ (
! « *
. Orat^^ ^{Jm^ata^ .
-ntAt Ja ^mnrt^Alt .
♦a lt;nbsp;J
Inwoon- bacr cn kloecke oorlooghs-lieden foo te voet paerc j foo dat fy , meer dan hare nabu-. ren, den ftrengen aerc der oude volckeren van dit gewed fchijnen behouden te hebben; hoewel fy nu in beleeftheydt, fedigheydt en allerley handel voor niemant wij eken, als die met veel geeftrijeke konftenaers en verftan-dige werde-lieden voorfien fijn.
Marckt. Sy heeft oock een groote en ruyme markt, rontom verciert met heerlijeke gebouwen, en met d’uytgangen van acht der voornaemfte ftraten, waer van die gelijck als ’t middelpunt is. In de Stadt fijn meer dan twee duyfent fchoone huyfen,behalven een menighte kley-ne en van weynigh aenfien. Sy is, door hare gelegenheydt, en de bouwkonft, feer fterek ; want fy leydt in ’t midden van laege en moe-rafiige weyden, die de meeftc tijdt van ’t jaer onder water fijn , en ’s winters foo vol flijck en modder, dat de ftadt byna ongenaeckbaer is, uytgefeyt naer ’t fuyden, ontrent het dorp Vucht, daer de velden wat hooger fijn : waer-om de Spaenfehen, eenige jaren voor de laet-Torten belegering, defe fijde met twee Forten ge-schanf- fterckt hebben ; daer van ’t een, dat naeft aen
’ de Stadt is, S. Antony genaemt, op de kant van de Dommel leyt, omtrent hondert tach-tigh Rhijnlantfche roeden van ’t uyterfte bok werek by de Vuchter-poort, met vier bok wereken, een breede graft, wallen en andere wereken verforght. ’t Ander Fort oft Schans, Ifabella genaemt, omtrent feventigh Rhijn-landtfche roeden van S. Antony gelegen, is met vijf vafte bolwercken, een dobbele graft en andere fterekten voorfien ; en foo-danigh gebouwt, dat de verftandighften on-fer eeuwe daer niets können byvoegen; oock foo wel in alle deelen gefterekt, dat men het onder de onwinnelijeke plaetfen telde. Noch is ’er een derde Fort, dat men de Petteler-fchans noemt, omtrent twee hondert vijf-en-dertigh roeden van de Stadt, met vijf bolwercken, diepe graften, en hooge wallen, bewaert. Alle defe Sterekten fijn buy ten de Stadt, om haer te beter te befchermen. Van de graft rontom de Stadt heb ick gefproken ,waer van de wateren uyt twee verfcheyden plaetfen elck-ander ontmoeten,en t’famen-vloeyen.Daer de Diefe in de Stadt komt, fijn twee ftereke bol-en andere wercken dicht by de wal : de Vuchter-poort wrf/frc- ^ordt met gelijeke wercken bewaert : by de Hintemer-poort, daer ’t rivierken de Aa in de Stadt komt,fijn noch meerder en fterekerva-ftigheden, infonderheyt buy ten de Stadt ; foo dat ’er niets nieu gevonden is, om een plaets te verftereken , of het fchijnt aen defe Stadt waergenomen te fijn ; en foo de Spaenfehen, door ’t vertrouwen op hare gelegenheydt, noch iets mochten vergeten hebben,dat heb
ben de Staten der vereenighde Nederlanden kloeckelijck verbetert, en hun voordeel met hetverfuym van d andere gedaen ; want fy hebben, behalven andere wercken, een fterek kafteel aen ’t eynde van d’Orterftraet, daer de Diefe in de Stadt komt, gebouwt, en met vijf bolwercken verforght. Haren omgang, met ' feven groote bolwercken daer in begrepen , is nu omtrent feven duyfent fes hondert en feftigh treden.
De regeering der Stadt beftaet meeft in d^e bor-twee hooge Amptenaren oft Schouten , die f van edelen huyfe moeten wefen, daer van de ring eene van de burgerlijeke, en d’andere van à^fer stadt. ftrafbare mifdaden kennifie neemt, hoewel fomtijdts een perfoon beyde de ampten be-kleet. De Schepenen bedienen alle faken de beyde Rechten aengaende, als die de hoogh-fte waerdigheden in defe Stadt befitten : fy worden jaerlijeks op nieu gekofen. Eertijdts waren ’er hier maer feven, maer Karei de vijfde, in ’t jaer duyfent vijf hondert vijf en-twin-tigh, voeghde ’r twee by. Sy hebben ’t vermogen, om alle geltboeten, daer de kleynfte mildaden mede geftraft worden, te vermeerderen , verminderen, oft te veranderen. De voorfeyde Keyfer Karei gaf in ’t jaer duyfent vijf hondert een-en-dertigh een verbodt uyt, dat men geen vafte goederen mocht vervreemden , belaften nocht verpanden, dan voor Schepenen, oft voor de Richtbanek, daer onder de goederen gelegen waren. Sy nemen kennifle van alle gefchillen, op ’t ver-foeck der partyen, die over de perfoonen en goederen derborgers eninwoonders ontftaen. Men beroept voor hare banek niet alleen de gefchillen,die voor mindere Rechters in’t gebiedt der Stadt geweeft fijn , maer oock die van Lanàen en Normalen, Niemant kan hier Raedt worden , ’t en fy hy een ingeboren is : oock moet hy ’t geheele jaer fijner bediening in de Stadt blijven woonen ; en als hy fijn tijt uytgedient heeft, mach hy niet, dan naer twee jaren, weder gekoren worden.
Defe Stadt is de laetfte van de vier Hooft- Waerdig^ fteden,oftdeHooft-ftadtvan ’t vierde gedeel- keydt. te van Brabant,onder wiens gebiet vier lande-kens gelegen fijn, als de Kempen,Peel-landt, Maesïant en Oofterwijk ; daer in de ftedekens Helmont, Eyndhoven, Megen, Ravefteyn, de Grave, en vele dorpen, begrepen worden.
’s Hertogenbofch heeft voortgebracht VyU- Vermaer-helm Enckenioorti Cardinael en een treftelijck Prelaet : Georgiui EAa.cro^eàws, een geleert Profeftbr in de drie talen : loan Vladerack, een groot beminnet van fijn Vaderlandt : Egt;irck E^openyCn nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in
het hof van Brabant : Arnont Arlen ; en Go^
Steganus.
van
■sHERTOGEN-BOSCH,
in’t jaer m d c x x i k.
Uytdehiftorievan Daniel Heinsius getogen.
N begin der lente van ’t jaer m d c xxix liepen vele geruchten, gelijck gemeenlijck in tijden van oorloge gebeurt,van verfchey-den aenflagen, die de Prins van Oranje, Veltheervande legers der Vereenighde Staten , tot het aenftaende velt-leger ontworpen had. Welck oorfaeck was, dat yder in de gefelfchappen, uyt nieus-gierigheydt en luft tot de gemeene faken , in njn inbeelding een ftadt verordende , die de Prins fou gaen belegeren ; maer’tmeeftendcel dacht iets anders dan de Vorft van Oranje : want eeniçe wilden naer Breda, andere naer Hulft,en d y verighfte meenden Lingen; doch der meeften roep was van Antwerpen, en fe-ker niet t ontijde, dewijl het voordeel toe-braght ; omdat hetvolck ( ’t fy dan dat dit gerucht, door gaeuwe Staet-kundigen , om des vyandts oogen te verblinden , verlpreyt was, oft door iemandt van de gemeente ver-fiert, ) groot genoegen en blylchap daer uyt fchepte. Deverltandighften prefen den Prins, als oorfaeck van dit gerucht, t welck men gewoon is te laten loopen, om fijne vyanden te verkloecken ; oock gaf het den Spaenfehen eenige ongeruftheydt, en veel overlegging, welck doch des Princen aenflagh was. Drie voorneme Overften wierden gefonden naer Lingen, ’s Hertogenbofeh, en w efel, met laft om die te befluyten , aile wegen in te nemen en te befetten , ’t fy dan tot een belegering, oft milTchien uyt een krijghs-lift. Evenwel prees een yder dit voornemen, en beelde fich in,dat men die alledrie aentaften fou;’t welk, den Staetfehen onbekent fijnde, evenwel by de vyant gelooft wierdt. |
De Prins van Oranje liet al het oorlooghs-gereetfehap en reystuygh eerft wegh trecamp;n, daer na al het krijghs-volck ; en den drie-en-twintigften April uyt ’s Gravenhage gefchey-den, reyfde met fulck een yver, dat hy naer twee dagen t Arnhem quam. Daer beval hy Jacob Wyts, Major generael, oft opperfte Wachtmeefter van’t leger , een verftandigh en dapper man om alle oorloghs-bevelen met groote fnelheydt uyt te voeren , dat hy met eenige vaendelen fekeren wegh befetten fou, dewijl een deel van ’t leger, door tegenwinden en andere ongelegenthcdcn, niet by hen kon komen. Oranje beval oock aen al de naefte befettingen, te Arnhem by hem te komen; en eenige andere troepen naerNimme-gen, een ftadt aen de Wael gelegen, te trecken ; met laft, om den acht-en-twintighften, alle op de Moockerheyde, tulfchen Nimme-gen en het dorp Moock gelegen , te komen, alwaer d algemeene byeenkomft van t leger u^er, verordent was. Op de geftelde tijdt was hier het heele leger , en bleef dien dagh in flagh-ordre ; tot een proef en blijck , dat men in eenige jaren ’t leger met foo een dapperheydt en fnelheyt niet vergadert had. ’t was feker , feer aengenaem al het volck dus in drie hoo-pen, met goede ordre verdeelt, te fien. De voortocht, wien defe eer door ’t lot toegeval- ordre e» len was, beftont uyt vier Franfche Regimen-ten, een Walfch , en twee Duytfche ; wiens ^,lt;,35 overften waren de Heeren van Chaftillon, Courtomer, Hauterive, Candale, Famars; en van de laetften, Dieden en Varie. In de mid-del-tocht waren de Regimenten van Graef Ernft, en Graef Willem, oock Duytfch volck; en de Schotfche van Broch, Hacket, en Bach-louch ; noch een Vriefch Regiment, en een van nieugeworven volck. In den achtertocht waren vier Engelfche Regimenten onder de Colonellen Veer , Cecil, Morgan, en Harwood ; een van Hollanders, over welcke Brederode gebood,en feven vaendelen nieuvolk. De voortocht beftondt in acht-en-tachtigh vaendelen;de middeltocht in feven-en-feftig; en men telde ’r negen-en-tachtigh in d’acn-tertocht. DeRuytery ftont in de felve ordre, beftaende in vijf Regimenten, en vier oft vijf Efquadrons oft hoopen. Stakenbroeck, Lieutenant generael oft algemeene Stadthouder van de Ruytery, geboodt d’eerfte troep ; de Graef van Stirum de tweede ; en de Hertogh: |
van
gt;
-ocr page 421-* .V
r. ;—-^- - - quot;m-.i
-- • _
'Prdirtes. ƒ
'Ru^eau
......
200
-S'®
•Pro-itus
C.
C-Â-aard^
S Hertogenbos ch
ipddoute )
i^ilrcnehement
Ctb
1?.!^
r pierre
^Jchellc de dej^ Cents nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;R-hinlands
doubles v6oofont le tnarbl’^' d'une heure ,
Lyne Je Comma
C. d-jfarJe
laharmes O^îaeiL
itriiiiiin^n'y'nrniFnüiiiiuiîiiiin;
■tllllll
Nouvelle Carte
reprelentant la Ville de BOLDVC en plan
avec les Rempars^roflex^Forterenes d’alentour etc.
n cmble
Les Approches de cliaqjQuartier de ceux de dcliors juïques a la dite Ville .
Par le S'quot;, (/h^ucs Prempart, Gentilhomme ‘Prancoîs
Jtyenicur dit ‘Poy de Swede .
’t B E L E G H VAN
van Bouillon de derde : foo dat ’er in alles omtrent vier-en-twintigh duyfent foldaten te voer, en vier oft vijf duyfent te paert waren. De Colonel Pinfen wiert met vier-en-twintigh vaendelen by Schencke-fchans gelaten, om den vyandt ’t hooft te bieden j oft fich te voegen : die, op alle noodige faecken goe- dagh met het gantfche leger by Moock, een dorp tuftchen de Gravé en Nimmegen op de kant van de Mafe, neerfloegh. De volgende by de ftadt Grave over de Mafekrecken,naer dat hy Stakenbroeck belaft had fich tuflchen Breda en ’s Hertogenbofch te legeren, om te beletten , dat de Spaenfchen eenigh volck, tot verfterckingvan de befetting, daer in fon-den. ’t Leger der Staten had tegen verfchey-de fwarigheden te ftrijden. De voornaemfte was de groote hitte, die in defe tijt foo uyter-maten fterck was, dat de foldaten in ’t fandt foncken, en niet, dan met de grootfte moey-ten, voort-trocken, waer door datfe fomtijdts te rug, en buyten hunne geleden bleven. Dit wiert de Veltheer gebootfchapt, die daer in goede ordre ftelde; want ’s avonts liethy aide Hooft-lieden by hem komen, en beval hen ernftigh, met goede forge hunne ampten waer tc nemen j daer hy by voegde , inàien fy geen acht namen om hunne foldaten in de geleden en ordre te houden^dat de Ojf eters felf ^oor d'overtreders gef raft fouden worden. Door welcke krijghs-tucht een yder foo wel op fijn hoede en in fijn plicht bleef, dat het leger in goede ordre voort-trock,en quam’s anderen daeghs, omtrent een mijl van ’s Hertogenbofch, te Heefwijck, daer een fterekte, die de Spaenfchen voordeeligh was, fich fo ras alsfe opge-’t Voor- eifcht wiert overgaf. Waer op Graef Henrick »fwf» Jen Bergh, Gouverneur van Gelder, (die GrX/ nbsp;nbsp;®ver ’t Spaenfeh krijghsvolck,dat tulfchen de Benrick. Maes en den Rhijn lagh,geboodt,)twijfelende wat hy in dit gedreyghde gevaer doen fou , eerft noodigh dacht, eenige vaendelen naer Wefel te fendenj op dat de Staetfehen op die ftadt niet fouden voornemen, en hy alfoo des |
wat hydoen kon oft fich inbeelde, dewijl fijn geficht te dnyfter was om ’t voornemen van met verwarde gedachten, niet wetende, wat raet hy in defe gelegentheyt voor de befte en fekerfte nemen fou : eyndelijck befloot hy terftont naer Bruftel by d’Aerts-Hertogin te gaen. Den eerften May vertrock des Princen ven volck van Heefwijck, en legerden hun, in des vyants geficht, dicht by de Stadt. Ernft Ca-fimir. Gouverneur van Vrieftandt, met fijn Regiment, en vier andere, half Schotten, half Friefen, en twintigh cornetten paerden, daer de Graef van Stirum over gebood, naderden de Stadt,‘en plaetften fich in ’t dorp Hintem, naer welck een van de ftadts-poorten, waer uy t men derwaerts gaet, genoemt is. Graef Willem van Naftou, met twee Regimenten, en drie vaendelen van ’t nieuwe volck, hadden bevel van de Prins, om fich t’Orten te legeren , en van daer vier benden naer Engelen, een dorp aen de Diefe, tuftchen Crevecœur en de Stadt, te fenden ; om defen wegh, waer fou, wel te bewaren. De Veltheer legerde fich Aenvan^ by de Dommel in ’t dorp Vucht, op de we-gen van Breda en Antwerpen, waer een groot deel van ’t leger by hem was, hebbende voor hem de twee ftercke Schanffen Ifabella, en S. Antony. Terftont wiert bevolen, dat men noch dien felven dagh plaets Liefen , en ge-reetfehap maken fou om de vyandt aen te ta-ften. De volgende dagh wiert befteet, om te befichtigen , en de approchen oft naerderin-gen te verordenen. Antony, Baron van Grob- De Goh-bendonck, iiyt het doorluchtigh geflacht van Schets gefproten, met een befetting van drie duyfent mannen te voet, en drie hoopen ruy-tery, bewaerde de Stadt, welcke,naer veler en fijn eygen gevoelen, niet te beftrijden en on-winnelijck was. Defe krijghsman, gewoon in defe Stadt te gebieden , was van een hoogh gemoet, heftigh, liftigh,omfiende,en die gc-meenlijck getrouwe befpieders aen de handt had , om ’t voornemen fijner vyanden t’ont-decken ; evenwel ftont hy, door d’aenkomft van ’t Staten leger , een weynigh verfielt ; |
na gewaerfchouwt , dat de Prins alreets te oft eenige andere gebuer-ftadt, hun oogh-Moock gelegert was, fondt hy terftont volck merek hadden.
naer Venlo en Roermondt ; maer onlangs In de approchen oft naerderingen was niet daer op verftaende, dat hy over de Mafe was, foo vreeftelijck voor de moedigheyt van des beval hy datelijck eenige benden naer Mae- Princen volck,dan’t aenfien deler Stadt : want legering. ftricht te gaen. Toen trock hy naer Haffelt, men fach aen alle fijden niet dan water, dat van daer te Dieft, na dat hy eenigh volck by overal verfpreyt was ; uyt het midden van het de vloet Demer, in ’t gebiedt van Luyck, ge- welcke, gelijck uyt de fchoot van een bree-laten had, uyt vreefe, dat fijn vyanden lichte- de en ruyme zee , de torens en muren in gelijck in kleyn Brabant fouden komen ; maer daente van fchepen oprefen j in voegen, datfe
eer
-ocr page 423-
cef een vloot fchepen die op ’t water dreven , dan een ftadt die in *t vafte landt leght, gelee ck. siet de Vele fe/dcn, dat dit belegh tijdt en moey-j-g verloren was j want het Jacht hun een on-cramwA- poogen, foo ecii Stadt te willen dwingen* jus. die tienmael de vyandt van fijn poorten ge-jaeght, en foo veel belegeringen, diefe om haer muren gefien had, doen opbreken. Sommige, die geen vafte redenen hadden, om tegen ’t beleg te fijn, foehten eenige waerfchijn-iijke j feydenfy, onÇe fomers [ijn kortten ^eeltiidts kout en^ochügh y en als'd'aenfiaende •voorby is 3 fal t leger leggen ter genade ‘van het ^^ateriflorm, en felle nbsp;nbsp;inter. 'Schoon de kon^l de Stadt met gefierekt had 3 de Natuur heeft/è genoegh ^oorfienj om haer onij'vinhaer te maec-ken 3 de^aiijlfi in moerajfen en ‘verdroneke landen 3 die ongenaeckbaer fijn 3 gelegen is. Oock moet men niet t^‘vijfelen3 oft de Spaenfichen füllen al hun 'Vermogen hefteden, om defe plaets 3 die hun foo 'V'vaerd is, te be'V'varen 3 en onfen 'voortgang te ftutten. Doch niet tegenftaende al defe ongegronde redenen , die men na haer waerdy achte, ging men voort, om de wijfe raedtflagen der Overheden uyt te voeren; want in ’t eerft der Meymaent wiert de circumvalatie oft om-treck en befluyting, door de neerftigheyt der foldaten in acht dagen, beneftens hunne hutten 3 gemaeckt. Voor ’t eynde der gemelde maent was men foo feer gevordert, dat ’er re-duyten opgeworpen, de trencheen geopent, die fes voeten hoogh en feven dick waren ; een graft van acht voeten wiert rontom ’t leger gegraven, en naemaels breeder gemaeckt, als men de noodighfte wereken beforgt had : circ'um- buyten de circumvalatie bouwde men feven •vallAtie, vierkante forten, ’t befte, Vliemen genaemt, hoornwerek ; dat van S. Anna was foo fterek niet,en ftechs met een kroonwerek voorfien ; behalven defe waren ’er negen-en-veertigh reduyten, feftien hoornwereken, en alles wat men in foo een fwaer belegh kon wenfehen. Binnen de circumvalatie oft om-treck naer de Stadt, maeckte men, tot verfe-kering van’t volckdie ih. d’approchen waren, negen-en-veertigh reduyten,en vele batteryen tegen over de Stadts fterekten en bolwerc-ken ; en vier andere vierkante forten, grooter dan de vorige. Den omtreck buyten het leger was veertigh duyfent en drie paffen oft treden ; maer die van binnen twintigh duyfent De Goa~ vijf hondert en fes. |
•verneur Als de Gouvemeur der Stadt fagh dat ’et moeft bereyden tot tegenweer, dcê hy vier van fijn kinderen, en ^eer., al dc onuutte monden , als vrouwen en kinderen , ouden en jongen, armen en fiecken gt;nbsp;alle oude foldaten , ten getale van vijf hondert, om de eetwaren te Iparen, uyt de Stade trecken. De belegerde waren over de neer-ftigheydt der beleggers feer verbaeft ; doch lieten daerom niet vier dagen geduurigh op het leger met twee-en-twintigh ftucken te fchieten , gelijck of het donderde, en als offê alles wilden vernielen. Maer al wat men voorneemt, geluckt niet ; want eenige dagen daer na raecKten fy foo weynigh, dat onfe folda-ten,wagenen,en andere nootfaecklijekheden, byna fonder hinder verplaetft wierden ; waer uyt men befloot, datfe eer kruydt dan moe-digheydt gebreck hadden. Sy ftelden goede ordre tot hun befcherming, verbeterden hunne bolwercken en veften,die door de tijt vervallen waren , verdubbelden de wachten en fentinellen, vermaenden de borgerye, ver-fterekten de vreesachtige , en prefen de dappere ; want fy hadden met fulcke beleggers te doen , die alfoo gereet waren om de Stadt te beftrijden, als hen felf wel te befchermen. De quartieren van de Prins en van Graef Verfien^ Ernft waren wijt van elckander, en door een ftuck landts, dat niet gefterekt was, gefchey-den ; defe plaets was bequaem, om uytvallen daer door te doen, oft oock hulp in de Stade te brengen aen de fijde van Dungen voorby de Petteler-fchans ; maer Oranje fondt daer de Heer van Brederode met fijn regiment en eenige andere vaendelen, t’famen omtrent drie duyfent mannen, om den vyant de wegh af te fnijden , en fich by Dungen te verfterc-ken ; die terftont fulcke ordre ftelde op de wereken, dat fijn quartier in weynigh dagen met trencheen aen dat van den Prince en van Graef Ernft gehecht wierd ; in voegen , dat al de quartieren t’famen-gevoeght fijnde, alle middel van uyt oft in de Stadt te komen, benomen was : en om de vyandt meer in te toornen,wiert het waterken de Diefe met een retrenchement oft af-fnijding gefterekt ; op dat hy de convoyen,die van Crevecœur naer Engelen gingen , niet hinderen fou. Maer hoe naeuw dat men toefagh, de Spaenfehen brachten evenwel een hulptroep van duyfent mannen, geleydt door Balançon Gouverneur van Breda,in de Stadt,die,naer vele moeyten, door ’t moeras en ’t water, weynigh dagen na het begin der belegering, S. Jans-poort in quamen. Als men van Vliemen naer de Stadt wil gaen, moet men voorby Deuteten, een dorp wat hooger dan d’andere, daer de Gouverneur Grobbendonek een treffelijcke hof-fteê, met een vogel-vlucht, naer de Hollandtfche wijfe gemaeckt, hadde leggen. Der Staten bi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Velt- |
ßuarf. iM. C. £e SoIttls
OBSIDIO ET EXPVGNATIO SYLVÆPVCIS
Aufpiciis Ordinum Belgicæ Fœderatæ.Duélu Illu[i:”'tet invi
EXPLICATION DE S NOMBRES
~SarckenJan£k
^ylva çljicis
Au quartier de Bungen.
l8 J^a^ement Je TSreJeroJe. Je quot;ßreJereJe
2,0 Çom^tytties extr,terJinairei ii.
kit g^uartier de Hintem.
** ï'a^ement Ju C. J meß.
i-z ‘Re^im.Ju.C. Jmeß^^Jtlemans 14 com^a^i
^uies . et ‘^rßont g
‘Ftaceleu^J, Contjf.
XvL g^uaj-tier d Of fen 28 JjO^emetit Ju, C, iruiïJaiUHte.
JteC. GiiiUauttte it Cain^.g^llefn.
JO Tfxrick U cotttf.T^ la mette
^u. quiirtier d Engelen.
J t J^ogetneni Ju C. Je Saftftr J i Conifdj. extraerJitiAirej. 20. JJ ‘Vent Je Vattenux lurÎA'Tiitfe. JJ. j/avtret Je guerre enjaeJe. fotth U cenit jitauJernent Je l’AJettwaL ‘Üor^,
mxplicat.des nombkês,. Au Quartier Je S onExceüence. I T.sacmcHtJcj-V,matxJcr:amp;fitU. i ,tiktrm GcaeraLie l^rtilkric
Wjrts Sweant.Majsr i^encroL LAttiilefie
J T^aJcvveff Aifee^ eom^.Je^^/u’Jta-VŸSaxc.ds
C^nJiile cofn^ea^. Cheßltl/cn. coti^t^. Couftetner^ et a^ee^ ^uil^ittite •Jtaßen-neua^e^ tt. eaenjf ■ j£(unerive cotnp.
tu DieJen, to cgtn^.’Flam -11 Tarna,rs et ajarer qti’ il/ut tui
C9^attrice Je nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tJcarr^. ie ’aI.
Angflolj ti yamp;rcit^eoil camp’ ly 'Vetr S com^.
Ct^l. cam^. ï^jUtir^an lÿ catn^r.
Gavailcric,
tèlétjemtnt Jc Stakaiireetk (rené: rxl Je lo-iJxxaJferLt tu. la.mayôtL Je. ^^aniek.
Le^em . Ju-'Duc Je ‘RauiJJett
’t BELE Velt-hecr, fiende dat de Spaenfchen fonder verhindering daer langs in de Stadt konden komen , en dat het weynigh helpen fou, oft fchoon ’t leger rontom de belegerde befloot, als defe wegh open bleef, fondt een uytgele-len hoop krijghs-volck, onder ’t beleydt van Graef Willem, om defe plaets in te nemen ; en fchoon dat ’er maer duyfefit mannen waren , fy was foo ras ingenomen als befpron-gen, om dat de Sapperheydt der foldaten het kleyn getal fcheen te vergrooten. Terftont wiert het moeras met mutfaerden gevult, om daer een trenchee over te maken ; op dat de forten van de Prins aen die van Deuteten en Pinfen gevoeght fouden fijn , en men te ge-mackelijcker van het een in ’t ander quartier komen. Hier door was de vyandt alle hope van de Stadt te helpen afgefneden , die wel verwondert waren, dat des Princen volck in een moerafiige plaets, daer men te voren niet gaen kon, foo veel vaftigheydt, om ’t gefchut te wederftaen, gemaeckt hadden. Het werck wiert dapper gevordert door een groote me-nighte tacken oft wifTen, die van Keyfers-waert gebracht, en door ordre van de Velt-heer gebruyckt fijn, om fes-en-dertigh voeten water en moeras te vullen. In defe en andere faken kon men de onvermoeyde neerftig-heydt van de Prins van Oranje befpeuren, waer door al de werelc in twijfel bleet, welck van beyde meeft te verwonderen was , fijn onverwinnelijcke dapperheydt, oft fijn weer-galoofe wackerheydt, die hem de nachten in t befoecken der werckdieden deê verflijten, welcke, door de tegenwoordigheydt van foo een Velt-heer,hunnen moed en krachten ver-Tyen Hol- dubbelden. Men wierp op de rijs-boffen foo Untfchen actdc als doculijck was, om die te doen waeckL fincken en op een te packen, daer wierden groote palen in-geflagen, omtrent fes voeten van elckander,en met tacken als een palilfade t’faem-gehecht, om ’t werck te verftercken : men floegh omtrent twee voeten van de vorige noch een andere palilfade daer recht te-ten over j de tuffchen-wijdte wiert met rijs-olTen gevult, en met dicke tacken voorfien : en op dat het een werck wefen fou , dat het gewelt van water en windt verduren kon, wiert alles foo wel gevult, gebonden en ge-Dubbele • fherckt,dat ’cr niets dan een dobbele graft ge-brack,'die men oock terftont maeckte, waer door ’t water, dat wijt en breet verfpreyt was, in defe nieuwe graft t’famen-liep, tot groot voordeel van ’t leger ; want te voren konden de convoyen, wagens en karren defe wegh niet, dan met groote koften en gevaer, ge-bruycken , daerfe nu een effen en bequaem padt hadden. Dit treffelijck werck wiert den vol kleyne hooghten en dalen fijnde, te effe- |
Hollandtfchen dijck genaemt, en was oor-faeck dat d’onfe in hun voornemen ftantva-ftigh bleven, met hope van ’t felve uyt te voeren ; en dat de Spaenfchen aen ’t behouden der Stadt begonden te wanhopen.' Defen dijck was dubbel ; ’t een deel ftreckte bynae van de Vuchter weyden tot aen het quartier van Pinfen 5 ’t ander deel, Boffc-floot genaemt, begon by ’t fort Vliemen, en ftreckte tot aen ’t mrt van Engelen j ’t eerfte was lang vier duyfent, en hetlt;weede byna twee duy-fent en twee hondert treden. De nakomelingen füllen naeulijcks gelooven ’t hoogh voornemen van foo een wichtigh werck, t welck met twintigh ravelijns,feventien bateryen,en met fchepen wel van gefchut voorfien, die in de graft lagen, befchermt en gefterekt was, behalven veel andere wereken, aen alle fijden gebouwt. Oock was ’er een retrenchement rde a»-tuffehen de rivieren d’Aa en de Dommel, welcher loop geftut wiert, om datfe door het quartier van den Prince nae de ftadts-graften liepen, en in ’t voorbygaen de approchen oft naerderingen verhinderden; maer nuwierden-fe geleyt om de quartieren van den Prince en van Graef Ernft, daer fy de legergraft vulden, en alfoo tot een fterekte dienden regens des vyants aenkomft : doch op dat defe wateren de byeenkomft van ’tvolck,uyt de byfondere wereken en quartieren, niet fou beletten, liet men noch een graft maken, om haer fnellen loop af te ley den. Daer na wierdt ’er noch een gegraven, die men met groote moeyte fes-en-dertigh voeten breet maeckte ; defe wierdt met wachten en andere fterekten verfekert ; want de beleggers vreefden , eerftelijck, dat het water de dij eken mocht doorbreken, en des Princen quartier alfoo van d’andere niet geholpen worden ; ten tweeden, dat daer door onfe approchen en begonqe wereken belet en verachtert mochten worden , en de quartieren van elckander afgefneden; eynde-lijck diende defe graft,om ’t uytloopen op des Princen quartier te beletten,’t welk de vyandt ongetwijfelt, om dat het wijdt van d’andere, , en moeyelijck te helpen was,befprongen fonde hebben. Om de felve redenen en voor-foo datfe een andere wegh nemende, den omtreckvan ’t leger te ftercker en volmaeck-ter was,dewijl dele tweewateren in haer om- loop eickander ontmoetten, ’t Is evenwel fe-ker, dat groote aenflagen verfelt fijn met groote fwarigheden ; als men meende, dat alles gereet was , was ’er noch veel te doen ; want men fagh dat het noodigh was ’t landt. |
nen.
nen,oiîidat het onmogelijck was te befehanf-fen en bateryen te ftellen , waer door de wachten meer befchermt 3 en de moeylijck-heydt minder fonde fijn : daerom ftelde men terftont veel arbeyts-lieden, om dat werck te verrichte n/t wclck in weynigh dagen gedaen was. V Fort Jfdhella, wort Acn-gftAfi. De Stadt aldus befloten lijnde, begon men terftont d’approchen oft naerderingen van de twee Schanften : de grootfte en fterckfte Ifa-bella genaemt, wiert door de Franfchen aen-getaft, alwaer hunne dapperheydt genoegh toonde 3 datfe uyt dat volck, dat foo veel ontelbare helden voortgebracht heeft,gefproten waren ; de kleynfte,dat men ’t fort S. Antony noemde , is door d’Engelfchen beftreden. Graef Ernft Cafimir, Gouverneur van Vries- landtjhad bevefom de Stadt acn de fijde van Hintem te bevechten : Brederode aen die van Petlar, veel eer nochtans om de belegerde te vermoeyen, dan op hen iets te winnen. Terwijl de laken dus ftonden, quam Chaftillon, Colonel over ’t voetvolck,weder uyt Vranek-rijek, dat fijn foldaten een nieuwe moeten luft gaf, om fijn dappere daden na te volgen. Vier van fijn Regimenten , een van Diden , vier Engelfche, een Walfch, m cenige iiicu-geworven vaendelen onder het gebiedt van Podwel, waren verordent om de Schanften aen te taften : alle avonden trocken hier fes vaendelen op de wacht, drie aen d’eene, en drie aen d’ander fijde, elck onder ’t bevel van ■een Colonel. Aen de approchen wierdt neer-ftigh gearbeyt, en om die noch meer te vorderen , koos men de moedighfte van alle natiën in ’t geheel leger, die yder om ftrijt de li-nien voltrocken , ende trencheen openden. De Françoyfcn hadden de llincke, de Engel-fchende rechte fijde,dieniet en lieten,hoewel vreeflijek met grof gefchut np hen gefchoten wiert, hun werck te vorderen j maer oiu datfe wijdt van elckander waren, en te bloot fton-d.en voor ’t canon, maeckten fy een linie, die hen t’famenvoeghde. Men ftelde op een platte forme een batterye van fes ftücken ge-fchuts, die, om d’approchen te befchermen, op Pinxter-dagh begonden naer de Stadt te fchieten, welcKe dit werck mishaeghde. Men meende datfe een uytval wilden doen, daer d’onfe naerwenfchten,om eens handtgemeen te worden. Brederode met twee vaendelen te Peçkr, en Graef Ernft met fes hielden gedu-righ wacht. Onfe werck-lieden wierden feer gequelt door ’t fchieten van de belegerde uyt ïes ftucken, doch lieten daerom niet nae te . arbeyden. |
van Oranje, beforght dat de ferge, Spaenfchcn iets mochten voornemen op den Hemertfcheii oft Bommeler-waert,fond daer Graef Willem met fes veltftucken, om die te befetten en te verftereken. Op de felve tijdt fondt hy eenige troepen naer ’t quartier te Engelen, daer de Graef van Solms het bevel had, die dat in aller haeft fterekef maeckten, door ’t gerucht dat ’er liep, dat Graef Henrik van den Bergh op ’t allerfpoedighfte met een fterck leger, om de Stadt t’ontfetten, aen-quam ; welcke tijding de ftaperige opweckte. Alle avonts wiert de gewoonlijcke wacht, die van de voornaemfte forten tot aen het quartier van Pinfen gefonden wierdt, met fe-ftigh vaendelen, foo te voet als te paert, vergroot, die in de wapenen bleven 5 rnet bevel dat yder bende maer vijftigh treden van d ander ftaen fou, en alle even wijdt van de trencheen ; dat de ruytery niet verder dan drie hondert treden van ’t voetvolck, om dat te können helpen , indien de vyant op de trencheen aenviel, fou ftaen. Noch andere wachten wierden geftelt tegen ’t uytloopen der belegerde. Een deel volck uyt de quartieren van Deuteren en Engelen fondt men om den dijck by Bofte-ftoot te bewaren. In de quartieren van Graef Ernft en Brederode hiel men oock^oede wacht. Ondertuftchen werekten de Franfchen en Floed: Engelfchen gedurigh met fulck een neerftig- ^9*^^ heyt en kracht in a approchen, dat fy eynde-lijck tot aen de buyten-wercken van ’t fort anden. Ifabella quamen : men meende het t’onder-mijnen, maer dewijl het lang kon tegenftaen, en de mijne moeyelijck te graven was, moeft men andere middelen gebruycken om het in te nemen. Onder al de gene, die fich in defe voorvallen treffelijck gedragen hebben, munten uyt, fonder nochtans aen d’andere onge-lijck te doen,tot wiens naedeel dit niet geleyt werdt, de Fançoyfen, en onder hen Famars en Vitenval, d’eerfte Colonel over een Regiment Walen, en de tweede Capiteyn van dc Garden , beyde doodelijck gewont : dit verlies had fonder twijfelde moedtvan d’onfe verfwackt, indien den Hertogh van Candale daer niet waer geweeft,om die te verftereken: de woorden van foo een manhaftigh heldt hadden fulck een vermogen op onle foldaten , datfe, alle gevaer ten trots, de galeryen over beyde de graften brachten. Hy ftelde een goet getal dicht by de fauflebraye oft onderwal op de wacht ; maer ’t was te na by de vyanden, om hen te doen fwijgen : want fy quamen ’s nachts in alle ftilheydt op d’onfe aen, vijftigh van hunne foldaten hadden by na onfe galery verovert ; doch eyndelijck, naer een hard gevecht, moeften fy afwijeken : de Lieutenant Colonel Douchant ontfing en b 3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vet^ |
’t B E L E G H VAN
vcrvoîghde hen foo vierigh, dat fommige op de plaets bleven, en de reft verbaefdelijck vluchte. De Engelfchen behaelden geen minder eer in defe ontmoeting ; want het fy dat d’eerfucht, oft een edele jaloufye en benij-ding hen aendreeftfy toonden fich foodanige dappere foldaten, datfe met de Franfchen de eer en roem van dit gevecht deelden ; in voegen J dat de Spaenfchen in weynigh dagen in ’t Fort foo geperft wierden , dat fy gedwon-7 Tort gen waren ’t felve in der nacht 3 fonder ge-jjabella rucht, uyt vtecfe van met gewelt daer uytge-ftagen te worden, te verlaten, en fich naer de Stadt te begeven. Dit fterckFort dus gewonnen fijnde,wiert het gefchut naer de Stadt en ’t fort S. Antony geftelt, om ’s vyandts wercken, die men met d’approchen genadert was, te veroveren, het weick oock des anderen daeghs gefchiede , doch niet dan naer een vreenijck gevecht ; waer in Harwood,Colonel over een regiment voetvolck, fijn mannelijcke moedt foo helder toonde , dat hy boven veel anderen , die oock treflijck hun helden-aerdt bewefen,uyt-munte. D’aenkomft van het Fort was feer moeyelijck, de wegh een weynigh verheven, maer feer eng, en daerom, en om dat ’er een travers oft dwarswal was, te gevaerlijcker ; doch op d’aenkomft van Harwood wierdtfe terftont verlaten. Die van de Stadt hadden van daer een linie recht tegen over de galery, die hen te na quam, gemaeckt, om ’t acnko-men van d’onfe te beletten. De volgende dagh wiert de contrefcharp oft bedekte wegh, cn de halve maen, hardt aengctaft, en oock wel befchermt ; ’t weick d’overwinning in twijfel ftelde : de Lieutenant Colonel Afte-leus, alleen vcrfelt met vijftigh mannen, bevocht de wacht en het retrenchement met fulck een dapperheydt, dat hy hen, doch niet fonder verlies, deê wijcken: hier verloor Pod-wel,Capiteyn van de lijfwacht,fijn een oogh; waer tegen die van de Stadt, om te beter te vluchten, veel wapenen naelieten : doch defe winft bracht weynigh voordeel, want men moeft het weder verlaten , om dat het feer kleyn was , en byna bloot voor de buyten-wereken der Stadt. Men fchoot gedurigh met grof gefchut op d’onfe, om hen te verdrijven , die evenwel met wereken en naer-deren voortgingen. De mijnen gereet fijnde, wierdt ’er een aengefteken, die tot een andere , door de vyandt entdeckt, quam j maer door ongeluck werekte defe mijne tot voordeel van de Stadt, en tot onfen nadeel j want d’opening, die d’onfe daer door kregen,wierd heel vervult en geflopt door den val van de aerde der mijne 5 waer door oock veel gravers gequetft, veel foldaten levendigh en half dooot begraven, en de nabyftaende galery te rug eefmeten en gebroken wierdt. Twee an-dere gt;nbsp;niet wijdt van d eerfte, ftack men oock aen,daer Afteleus doodelijck ge wondt wiert: den Ingenieur Dirck Niels, een braef man, die met fijn konft groote dienften in dit be-legh gedaen had, was gantfeh met aerde en ftof foodanigh bedeckt, dat hy hier het leven meende te verliefen ; maer na dat hy, foo veel hem doenlijck was, fijn duyftere ftem uyt dit graf der levendigen had laten hooren, qua-men fijn vrienden toeloopen , die hem uyt d’aerde groeven en trocken , met bynae foo veel blijfchap als oft hy verrefen was : evenwel was te beklagen, dat fijn rechter been gebroken was j doch de groote eer, die hy hier verworf, was genoegh om fijn ongeluck te verfachten en genefen. De galeryen hermaekt ' fijnde, gaven de vyandt een nieuwe fchrick, en d’onfe een verfche moedt. Harwood naer-derde, befprong en perfte de vyandt foo ge-weldigh, dat hy hem de moedt, en, tegens 'f Fort ieders verwachting, dit Fort deê verhelen , daer men foo lang, met weerfijdfche dapper-heydt, om getwift had. Die van ’t Fort meen- wonne». den noch in ’c aftreeben de brugh af tC WCt-pen ; maer d’onfe, die hen te na waren, ga-venfe foo veel tijdts niet. Terftont daer na bevochten en wonnen de onfe oock de travers oft onderwal, by die van de Stadt begonnen, daer fy een batery van drie ftucken op fielden , die de vyandt in fijn naefte retrcnche-menten oft affhijdingen dreef. |
Ernft Cafimir en Brederode, elck in hun quartier, belleden oock hun vermogen, om den vyant afbreuck te doen j doch het water en de moerafien verhinderden hunnen voortgang niet weynigh. Van Brederoos quartier was maer eene w cgh naer de Stadt, alle fijne 3pprochen en wat hy voornam, moeft langs de felve, hoewel feer eng, hebbende de Dommel aen d’een en een breede graft aen d’ander fijde,gefchieden; waerom het niet alleen feer moeyelijck, maer byna ondoenlijck was hier iets gewichtighs aen te vangen. OndertufTchen quamen de Spaenfchen tot Ttespaen-ontfet der Stadt, trocken over de Yfel, namen fihenko-de Veluwe in,en liepen over de felve tot voor de poorten van Arnhem. De Veltheer fondt terftont Graef Ernft Cafimir met vijftigh vaendelen, veertien troepen oft efquadrons, en eenige hoopen van de Graef van Stirum, in alles hondert en twintigh vaendelen, in verfcheyden troepen, uyt het leger : Haute-rive geboodt de Franfchen, Harwood d’En-gelfcnen, Hay de Schotten, en Diden de Hollanders. Sy vertrocken alle,met bevel van de Prins, |
s HERTOG EN-BOSCH.
Prins, om de Betuwe, en de gebuerfteden Zutphcn, Deventer, Duysburgh en Swol,wel te bewaren. Terwijl dit gebeurde, deê Monte-cuculi, die ’t gebiedt over des vyants troepen in de Veluw had, groote fchade aen d’in-woonders , door’t loopen en ftroopen hjner foldaten j nam oock, met weynigh tegen-enri)ïnnen ftant, Amersfoort in ; bevocht en won ’t ka-Amers- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hem j Cil Verbrande Soeft,Venendale, en Hilfcrfum. ’t Scheen datfe op defe wijfe be-gonncn,om d’onfe vrees aen te jagen,en alfoo ’t belegh te doen opbreken ; maer de Prins van Oranje,die alfoo ftantvaftigh van gemoet, als wijs en dapper was, kon hier door niet be-weeght worden ; maer befteede fijn uyterfte vlijt om de Stadt te winnen. Sedert dat d’onfe de travers oft dwarswal by ’t fort S. Antony verovert hadden, quamenfe tot aen de con-trcfcharp en laetfte parapet oft borftweering van de onderwal, over een bies-brugge, tot aen een bolwcrck, daer de gravers met alle neerftigheydt een mijne maeckten,om die te doen fpringen ; de brefie gemaecktfijnde,een Sergeant met dertigh foldaten wiert belaft te ftormen, ’t welck hy deê, en nam het in, met verlies aen weerfijden : dit gedaen, won men de graft van de fauffebraye oft onderwal, die twee hondert voeten breedt en acht diep in- Ondertuftchen veroverde de Heer van genomen^ Diden metverrafting de Stadt Wefel, waer door de vyandt met lchrick en fmaet Amers- Dt Gouverneur verfoeckt te handelen. foort, en byna de heele Veluwe, verliet. Onlangs daer nae verloren de belegerde hunne halve-maen by de Hintenier- poort ; die aen de Vuchter-poort hiel wat langer tegen, doch moeft fich oock overgeven. Nu was ’er geen belet om aen de Stadt te komen, dan een bolwerck , ’t welck men met een mijne , die meer gerucht macckte dan v-ordung deê,liet opfprii^en : de foldaten en borgers ftopren de breffo oft ’t gat foo wel en foo haeftigh als doenlijck was, en maeckten daer een travers oft dwarswal over : hunnen moet verfwackte evenwel niet weynigh ; want terftont na den fchrickelijeken flagh der mijne hoorde men foo een gefchrey , dat d’onfe daer uyt beflo-ten, dat de vrees hun alreede in ’t hart was, en pooghde te vermeefteren. De Gouverneur Grobbendonek, feer moeyelijck dat hy geen ontfet kreegh, als men hem belooft had, was t’onvrede op Graef Henrick van den Bergh, die bevel had om dat aen te voeren. Hy was in twijfel, oft hy noch wachten en fich be-fchermen, oft met den Prince handelen en fich overgeven fou j doch naer dat hy alles wel overwogen had, fond hy een tromftager in ’t leger, om te verfoecken, dat men iemant fenden fou, die met de fijne mochten fpreken. |
De Prins liet d’algemeene Wachü-meefter Jacob Wijts, en Herbert derwaerts gaen^ Grobbendonek fondt twee Capiteynen , die, de noot der Stadt bedeckende, verfochten, dat men , volgens d’oorloghs-wetten , hen wilde toelaten hare dooden , waer onder twee van doorluchten huyfe, wegh te nemen en te begraven. De Prins begeerde hen foo een rede-njckverfoeck,datgeen ander ooghmerek dan barmhertigheyt vertoonde,niet te weygeren; dies hy ’t hen toeftont, met voorwaerde, dat d’onfe felf de ge-eyfehte foecken fouden. Ondertuftchen gaf men Oftagiers oft pant-lieden aen beyde fijden ; de beleggers fonden Brouchum, die over een hoop ruyters bevel had, en Carrio, Capiteyn van de legerwacht, in de Stadt 5 de belegerde gaven de Heeren Obremont en Appelman : als defe iq. ’t leger quamen, was de Prins in de galerye by d’ar-beyders, die fy, hoewel fy by hem waren, niet kenden; want fy konden fich niet inbeelden, dat hy, die fy foo befweet en beftoven fagen, de Velt-heer was. Den veertienden van September handelde men, om de Stadt over te geven. D’afgefon-dene van de belegerde by den Prince waren Françoys Michiel Ophoven, Biftchop der Stadt; Joan Morfius, Abt van Berne ; Joan Hermans, Deken ; en eenige van de Magi-ftraet, die den felven dagh wederom in de Stadt gingen met de punten van ’t verdragh, die aen wederfijden afgehandelt en onderre-kent waren. Den feventiende der gemelde ƒ maent wierdt verordent tot het uyt-treckeii van de befetting; om dat, en ’t bclegh te fien, was hier een ongelooflijcke menignte volcks uyt de gebuerfteden en landen verfamelt, die fich op t hooghfte verwonderden over al de legerwercken, de fterekte der Stadt, en hare verwinning, hoewel men die onwinbaer geacht had. De overwinnende Veltheer veror-dcnde,niet wijdt van de Stadt,een treffelijeke en heerlijeke tente, daer de Koning en Koningin van Bohemen , de Prins van Denemarc-ken, de Hertogh van Wirtenbergh en Hol-fteynquot;, en een menighte groote Heeren en Edel-lieden, die meeft alle ooghgetuygen der gedenckwaerdighfte werekingen defer belegering waren, fich verluftighden, en met blij-Ichap verlangden de laetfte uytkomft van dit treurfpel te fien ; op datfe met hare tegen-woordigheyt defen blijden dagh fouden ver-heerlijcken, en hun deel hebben in de toe-juychingen van ’t volck. ’t Was aengenaem de Veltheer, als een krijghsman gekleet, met fijn Gemalin nevens hem, die foo het fcheen hier quam om deel aen fijn eer te hebben, te aenfehouwen ; want midden onder ’t yreugh-den- |
’tBELEGH VAN ’s H E R T O G E N-B O S C H.
den-geroep , blonck hy onder al de Grooten van ’t leger met foo een heerlijcke luyffcer, dat yder geloofde , dat hem de Fortuyn oft t Geval d eeren-kroon opgefet had, om hem, als een wonder onfer eeuwe , in d’oogen van de seheele weerelt ten toon te ftellen. O Het over- nbsp;nbsp;D’ordre van den uyt-tocht was dufdanigh : troep ruytery ging voor, die, gedurende ’t belegh , tijdt hadden , om fich wel t’oeffe-nen , en in goede ordre te verfchijnen ; het fcheen dat hare paerden,als offe gevoelen van ’t geluck der vryheydt hadden , vrolijck waren , waer door fy ’t braef gelaet defer ruyters vermeerden. Eenige benden voetvolck qua-men na hen, gevolght van veel wagenen,met fiecken, gequetften en reis-tuygh geladen,die tot naevolgers ’t overige deel der lichte paer-den, in drie hoopen gedeelt, hadden. Daer naquam in een karros des Gouverneurs huys-vrou, onlangs uyt het kinder-bedde opgé-ftaen , met haer jong kindt aen de borft der voedtfter, dat veie tot medelijden verweckte. De Prins, die haer had doen befoecken en fijn gunft aengeboden, ontfing haer in ’t voorby-rijden met alle belecftheydt en aenminnig-heydt : fy bedanekte hem met fulck een acu-genaem gelaet, en met foo een edele groot-moedigheydt, dat men van een man geen meer ftantvaftigheyt in foo een gelegentneyt fou können begeerenjhare oogen ftorten niet eenen traen , nocht haer rhondt een eenigh woort, waer acn men de fwackheyt van haer gedacht befpeuren kon : eenige feggen nochtans, fonder dat ick het derf verfekeren, als fy voorder en uyt het geficht der aenfehouwets was, dat fy een vloet van tranen ftorte, met fulck een gew'elt, als fy die te voren belet en ingehouden had. Al de Priefiers en geordende peifoonen mengden fich in andere klee-deren onder den drang van ’t volck, om dat-fe niet wilden de laetlte fijn , en om de fpot- terny den nieusgierigen t ontgaen. Grobben-donekjdie voor de tweede troep ging,quam, naer de gewoonte,fijne beleeftheyt en plichtpleging aen den Velt-heer betoonen ; die hem, om te bewijfen dat hy foo wel ih heus-heydt als in d’oorlogh onverwinnelijck was, met hart en tong betuyghde,dat hy, in’t midden van deer der overwinning, deel aen fijn Dit was ’t eynde van dit gedenekweerdigh belegh, dat weynigh fijns gelijeke heeft, waer Doch de Gouverneur bleef niet lang by den door de Prins van Oranje met de Stadt een Prinoe,want na dat d’aenfpraeck gedaen was, onfterfFelijeken naem, en, nevens de Staet der ’t fy dat hem d’aenkomft van den avont deê haeftcn , oft dat hem de gedachten van fijn ongeluck befchaemden oft ontftelden, gaf hy fijn paert foo fcherp de fporen , dat hy in was. |
Als ’t uyt-trecken gedaen was, gebood de Prins, dat de Colonels benden met eenige andere in de Stadt gaen,en die befetten fouden; daerhy felf onlangs daer na,van fijn hof-gefin en veel adels,benevens een ontelbare menigh- înkomîl te,gevolght,fijn inkomft deê,in ’t midden van t vrolijck geroep en gejuygh van allerley natiën. Soo haeft als men in de Stadt was, klom een zeevarend man op den hooghften toren, daer hy een oranje vaendel op plantte, tot een triumph-teecken, dat de Stadt door de wijs-heydt en dapperheydt van Oranje , naeft de Godtlijcke goetheyt, gedwongen, en aen het vrye vereende Nederlandt gehecht was. De felve dagh liet de Velt-heer de Petteler- Petteler-fchans aentaften, die de konft en natuer byna ongenaeckbaer gemaeckt had ; maer fy had d’overwinner te dicht by haer, om veel te-genftant te doen : fy kon oock niet beter , doeti,als fich met verdragh over te geven,om fich van alle aenftaende onheylen tebevryen. De Heeren Staten, in aenmereking der Banck-Godtlijcke goedertierentheyt, die alle hunne raetflogen foo guiiftelijck fegende, verordenden een openbare danekfegging voor foo een goede uytkomft der faecken ; t welck in de nieuw-gewonnen Stadt, met betooning van ring en verftereking der Stadt, ’t Wapen-huys was feer Hecht voorfien, gelijck my Nicolaes Mijle, een feer vroom en trou man, die laft had ’t felve t’onderfoecken, vertelt heeft; die daer by voeghde, dat hy fich verwonderde , dat men foo een trcffelijcke plaets, daer foo veel aen gelegen was,niet beter verforght had : daer waren nwci vier-cn-twintigh ko- oorloghs-pere Ituckcn, acht yfere, drie duyfent pont kruyt, weynigh groote kogels, twee hondert veertigh granaden, drie duyfent lonten, geen musket-kogels, geen piecken, fchuppen, bij-len, nocht hamers, nocht geen noodigh ge-reetfehap om een ftorm af te flaen : musketten en andere wapenen waren ’er oock weynigh ; en dat ’er was, meeft door de tijdt en roeft verdorven. vereenighde Nederlanden, een heerlijck aen-fien en achtbaerheydt, door de gantfche weerelt, by alle Vorften en volcken, gewonnen heeft. |
Ademael xry alle de verandering onderworpen fijn, en in de werelt de meefte fe-kerheydc in onfeker-heydt beftaet,gebeurt het dickmael,dat wy ongeneucht , ontfan-gen van fuicke faec- ken, daer uyt wy alle gduck verhoopten, ge-lijck men met vele gefchiedcnifien fou können beveftigen.Doch defe Sterckte fal/choon die eerft in de laetfte oorlogen gebouwt is, een genoeghfaem bewijs daer van ftrecken : want fy is vcrfcheyde mael gewonnen en verloren, en heeft hare winners fomtijdts korte vreught, maer de verliefers Cre^ecœw oft hert jeer, gclijck haer naem medebrengt, ver-oorfaeckt. Als de Graef van Hohenlo , in ’t jaer duy-fent vijf hondertfeven-en-tachtigh,d.e Schans te Engelen, niet wijdt van ’s Hertogenbofch, belegert had, quam Haultepen , met eenige troepen van ’s Könincks volck, om die t’ont-fetten ; doch, naer een ftreng gevecht, daer in Haultepen foo gewont wiert, dat hy wey-nigh dagen daer na fturf, moeften de Spaen-fchen afwijcken 5 waer door Hohenlo de Schans foo benaude, dat hyfe onlangs daer Oor- na won, en flechte : maer de Staten deden Jprongy aen de kant van de Mafe, daer de Diefe in de na.em,en rivier loopt, een ander fterck Fort bou-wen, datfe Cre^vecœur, dat is, hertfeer noemden , ter gedachtenis van ’t verdriet dat de Spaenfchen door ’t verlies van de Schans t’En-gelen,en de doodt van haren Overften Haultepen, gevoelden; en,foo men geloofde,door dit nieu Fort noch gevoelen fouden. Defe , Schans is foodanigh , dat’er niet aen fchijnt t’ontbreken ; want fy fterck gebouwt, wel gelegen,en van alles voorfien is; foo datfe een van de eerfte en vermaertfte plaetfen geacht wort ; niet wijder dan een mijl van ’s Hertogenbofch en Bommel , en omtrent anderhalf mijl van Heufden en S. Andries-Schans gelegen. Die van ’s Hertogenbofch wierden d’eerfte werckingen oock gewaer, om dat de daet op de naem volgen fou ; want die van’t Fort lieten ’t water over’t land loopen, waer door die van den Bofch dapper klaeghden, en niet konden dulden dat hen foo veel fchade en fpijdt gedaen wiert : dies verfochten fy in ’t jaer cb lo x c 111 de Graef van Mansfeld,dat hy hen defen doorn uyt de voet wilde trecken: defen ouden en vermaer-Mansfelt krijghsman vergaderde eenigh volck,om belegert, defe plaets,die hy geloofde dat niet feer fterck en onvoorfien was,te winnen, Maer der Staten |
Veldt-Heer deê een brugh over de rivier maken, en gehet fich als of hy ’s Hertogenbofch belegeren fou : defe krijghs-lift geluckte foo door wel, en gaf Mansfelt foo veel faken t’over-peynfen,dat hy voor beft oordeelde, naer een oM/èt. beter gelegentheydt te wachten ; en dat het nu geen tijdt was om te befpringen,maer fich wel te befchermen,en ’t voornemen der Heeren Staten te verfpieden en t’ontdecken. In’t jaer clo lo xcix, als Prins Maurits Bommel met krijghs-wereken verfterekte, fondt den Admirant Francifco de Mendoza den Overften la Bourlotte met eenige troepen in Bommeler-wcert; waer op de Prins de fteden Bommel en Heufden met volck voor-fagh. Doch d’Admirant wierp fich voor defe Schans, die hy fterck belegerde , en op drie plaetfen dapper befprong; maer fy wiert oock Idoeckelijck befchermt : want de Staetfchen waren foo yverigh om de plaets te bewaren, als de Spaenfchen om die te hebben. Doch eyndelijck moet in ’t gemeen de fwackfte voor de fterckfte wijeken; want de beleggers Dóor de perften hen foodanigh , dat fy de plaets met verdragh moeften overgeven.Den Admirant, om defe Sterckte te benouden , liet daer drie bolwercken, en een brugh , met een halve maen gefterekt, maken, om die alfoo aen de Bommeler-weert te hechten. Prins Maurits een klcyn leger in vele Ïchepen voor Dordrecht, waer meê hy de Mafe op-waerts, tot voor defe Sterckte, in ’t voorjaer, als ’t noch kout en nat weder was , quam ; doch foo ras als de lucht vriendelijcker wiert, maeckte men de linien en trencheen,en bracht cn , met fulck een _________ het gefchut o L, uai nvt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;w rtd , rrottnot» als de belegerde de fekere tyding van ’t beleg hadden : 100 datfe ten derden dage dit Fort overgaven.Hicr quam den Staetfchen te baer, dat de bcfetting weynigh weken te voren om hun betaling gemuytineert oft oproer aenge-vangen hadden ; waer door oock twee benden , d’een beftaende uyt Hooghduytfchen , d’ander uyt Walen, fich in der Staten dienft begaven ; drie andere liet men tot befetting, en een andere fond men elders ; fommige eyfchten verlof om te vertrecken, en gingen naer S. Andries-Schans. Die bleven , kregen twee maenden foldye van de Staten. Op de dagh van ’t overgeven meenden vijf hondert uytgelefe Spaenfche foldaten in Cre-vecœur met verrafling te komen, maer wierden in ’t aftrecken van de ruytery van Bergen geflagen ; foo dat de helft op de plaets bleef, d’overige,met den Sergiant Major en twee oft drie Capiteynen, wierden gevangen, en voor c d nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rant- |
rantfoen ofc los-geldt hare viyheyt gegeven, ken, om die van S. Andries-Schans te hel-De Spaenfchen hadden drie vafte bolwercken pen j welck Fort hy terftont daer na beleger-aen defe Schans begonnen , maer noch niet^ de, en, naer eenige weken tegenftant, mee volmaecktj defe liet Prins Maurits voorts op- verdragh veroverde.
maken , en VOOrfagh het foo, dewijl hywift In’t jaer clo lo c xxix, als Frederick ceßerckt. dat het te voren door onfterekte gewonnen Henrick s Hertogenbofch , gelijck te voren en verloren was, dat het voor geen ge welt te gefeyt is, belegert had, was defe plaets als vreefen had. Daer na flopte hy de mont van een wapenhuys en fpijskamer, daer allcrley de Diefe , en liet het water over d’omleggen- krijghs-tuygh, montkoft en nootdruft gc-de landen van ’s Hertogenbofch loopen , op bracht en bewaert wierdt, en van daer naer datfe de wegen niet fouden können gebruyc- ’t leger gefonden.
H E L M O N T.
Elmont is een kleyn fte-deken, drie mijlen van Eynd-hoven gelegen : ’t waterken d’Ade loopt daer door. Het heeft een fraey kafteel, waer door het vermaert is. Hier plachover veel jaren een edelman uyt het gedacht van Cortenbach op te woonen , die de Stadt toebehoorde , en Heer van Helmont genoemc wiert ; oock was hy Burgh-Graef van Vuerenen Duysburgh. |
In defe Stadt is geboren de geleerde oAn- Geleerde dreas ‘van jTelmondt, Dicht by dit ftedeken light het dorp Beke, daer^Joannes Goropinf, naer fijn geboort-plaets ‘vanBeke oft 'Becaniis gebynaemt,een treflijk Medicijn,en in andere wetenfehappen feer geleert, uyt gefproten is. Defe plaetfe, en vele andere kleyne fte-dekens,niet feer fterek lijnde, fijn verfchey-de malen in defe laetfte oorlogen gewonnen en verloren,gelijckbreeder in de Ncderlandc* fche Hiftorien te fien is. |
EYNDHOVEN.
Gelegen-^ heydt. EYndhoven is d’eerfte ftad van Kem-pen-landtjfy light op de vloet Dommel, vier mijlen van ’s Hertogenbofch. Hier is een Collegie van Canonicken in S. Caterinen Kerck. Het is een eygendom van den Prince van Oranje, als Grave van Bueren. |
In ’t jaer duyfent vij fhondert drie-cn-tach- noor tigh is defe ftadt,door ’t bevel van den Hertog van Parma,van Graef Karei van Mansfelc legert,en dewijl hem de gelegentheyt des tijts ’ gunftigh was, heeft hy de felve, naer een kort belcgh,toc overgeven gedwongen. |
RAVE STEYN.
RAvesteyn light op deflineke fij-de van de Mafe tulFchen de Grave en Megen,twee mijlen foo wel van d’een als d’andere plaetfe. ’t Is een goet ftedeken met een Heerlijckheyt en gebiedt, en heeft Kaßeel. een fraey Kafteel, wiens muren byna vervallen fijn, om dat, naer de laetfte oorlogen tuf-fchen Keyfer Karei de vijfde,en den Hertogh van Cleve, volgens de punten van ’t verdrag, de muren afgebroken fijn.Het heeft den Hertogh van Cleve tot fijnenHeer,alserfgenaem Heere», van den laetften Heer Philips van Ravefteyn, ’t welck een treflijck en beroemt man was : maer wordt van den Hertogh van Brabant te leen gehouden. |
Nder foo veel ver-maerde Steden, als ’er I in de Nederlanden ( fijn, is defe ftadt geen van de minfte ; want J fy isjby onfer vaderen U en onle tijden , door verfcheyden verove- Croette. gen feer beroemt geworden.Sy is van middelbare groottenen heeft omtrent vier duifent treden, oft een ure gaens,in haren omring. Haer gebiedt ftreckt wijt ; want het is een Baronie, die achtien dorpen onder haer begrijpt. Sy was eertijdts ’t erfdeel der Hertogen van Brabant : maer Joan de derde heeftfe in ’tjaer duyfent drie hondert vijftigh vervremt; want Joan van Polanen,Heer van de Leck,kochtfe voor een groote fomme geks. Van dit geflacht is defe Baronye int jaer clo cccc iv gekomen Hoc iefe ^en het doorluchtig buys van Naflou,door het fladt aen huwelijk van Ioanna van Polanen, erfgenaem defer heerlijckheyt, met Engelbert Grave van 'fott^£ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wiert door Ferdinand van ïnen h. Toledo, Hertogh van Alba, en Gouverneur van Nederlandt, in ’t jaer duyfent vijf hon-Verfchey- dert feven-en-feftigh,voor Philips de tweede, mad Koning van Spanje, ingenomen. Maer tien na iiam de Graef van Hohenlo die ren. wedct in met verdragh voor Willem van NafTou, Prins van Oranje.Doch in ’tjaer duyfent vijf hondert een-en-tachtig wiertfe ander-mael door Hautepen met verr affin g verovert; en de Koning Philips befat haer ontrent negen jaren : want in ’t jaer duyfent vijf hondert ne-gentigh is fy,door een geeftige krijgslift,voor de Staten gewonnen ; dit gefchiede met een turf-fchip,daerin men feventigh mannen verborgen had, ’t welck met veel ^evaer door ’t ys in ’t Kaftecl, als eertijdts t paert van Troyen in die ftadt, quam. In ’t jaer duyfent fes hondert vijf-en-twintigh is fy van den Marquis Spinola,naer een beleg van i o maen-den,door honger gedwongen fich aen denKo-ning van Spanje , Philips de vierde , over te geven, gelijckwyin ’t KoninglijckNeder-lant vertoonen en befchrijven. Eyndelijk is fy door de dapperheyt van Frederick Henrick, Prins van Oranje, in min dan drie maenden, gelijck terftont volgen fal, verkracht, en aen den Staet der verecnighde Nederlanden gehecht,om, volgens de punten van de eeuwige vrede,altijddaer aen te blijven,behoudens het recht en eygendom van hare Heeren. |
Gelegen- I^cfc ftadt leght byna op d’uyterfte palen heyt. van Brabant, en raeckt Hollandt met haer rivierken de Mercke. Sy is omringt in een kleyn begrijp van verfcheyde kleyne Stedekens en vele dorpen. De landouwe rontom is . leer aengenaem j loo dat de Omciers van den Marquis Spinolacs leger, als hy daer voor lagh , feyden, datfe naeulijcks in heel Europa fchoonder geweft gefien hadden ; in voegen, dat Prins Maurits, niet fonder reden , defe plaets fijn tempe oft luft-prieel noemde. Men fiet rontom de-ftadt byna niets anders dan fchoone tuynen, en groene weyden, die met kleyne waterkens befproeyt en onderfcheyden werden. De boomen fijn naer de konft , in rechte linien rontom de huyfen, diefe bedecken en overfchaduwen, geplant. Niet wijdt van de ftadt fijn vier boffehagien , een van pjn- en d ander drie van eycken-boomen. Sy wert met de rivieren Aa en Mercke be- Rivieren^ vochtight,waervan d’een rontom haer loopt. namen , MerckendaeI genaemt, als :vde , Merck in d'oAa. Defe rivie- De Aa, naer datfe met andere kleyner waterkens landewaerts in vergroot is, komt tegen de muren der Stadt vloeyen , en vult altijdts de graften,door ’t behulp van een fluys ,welc-ke belet datfe, als ’t laegh water is, niet t’ee-nemael in de Mercke loopt,daerfe haer in de ftadt mede vermengt,en een molen doet om-gaen. De plaets daer defe rivieren t’famen vloeyen, wordt, met een koppel-woort van beyde de oft men 1 ren worden van twee muren in de graften van elckander afgefondert, waer van de Mcrkj^ in de ftadt komende , fich in vele armen verdeelt ; en, na datfe fich hier en daer vergroot heeft, loopt eyndelijck by Dordrecht in de wateren van de Mafe en Merwe. Sy ebt en vloeyt oock alle dage,en die van de Stad können met hare wateren, als fy de fluyfen openen, ’t omleggende landt onder water fetten/ ’t Schijnt dat de vloet Aa aen defe ftadt Natmi de naem Bfeda oft Breedaa, als of men feyde de hreede Aa, gegeven heeft. In ’t midden der felve is een toren, die drie hondert feven-en-vijftigh voeten hoogh is,waer van men de naeftgelegen fteden en landeryen wijt en breet fien kan , en bequamclijck teyckenen doen en ontfangen. Daer fijn omtrent twaelf hon- gt;nbsp;dert huyfen. De ftadt fou driehoeckigh fijn, der huy-foo ’t Kafteel, dat in de wallen befloten is ,^”-haer niet met een hoeck vergrootte ; want de dubbele graft van ’t felve , heeft meer dan duyfent treden in haer omloop , daer eenige bolwercken, wallen, en een fraeye plaets,met een groot wapenhuys, ingefloten fijn : behal- ven en den treffelijeken tuyn, welcke ons in twijfel ftelr, oft dit Kafteel meer fterekte, om fich te be-fchermen, oft meer aengenacmheyt,tot ver-e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;maeck |
iterariun Xxplicætio.
. ^a/leet
k . iS^i£tniaerßfvelts koîv^^
. Sourits 'bokverek
- G-utnekes Hoprb h - j/otu Sokverck t- • 'Venter ~ tMeulett, k . ^^üUojtbs kokvereU
■^l . Hartte/velts Hokverek-tn. . -Anbverj^e ^o^rb tv , ItOmkerlfi kßkverck o - M^etewe Ifokverek
tr , He, Jiofck.
ii»4
31 «BBiDWiiinnraFiiiBwininnminOTi
. ^ïevn voort- 'K^ieet , C-roote -Me-rokt , (^oote. lCtrok
, 't iSt-aJtfiu^i , JCtver M^vektquot; . nutrokt-, He l^ee marekt-
. Q^/Üi^s krt^^
. Qevati^ ^oort
jo ‘ J^e^ere hn^ jj . G-mnekei irty jz - 'Tol-krt^
. ^arckenjAeïe kerek
gt; iS^ lans Cap fel loojk Kerok j6 • ^ot- oult Kto^r kerek
j8 . ir
jg gt;nbsp;Kt^tr tneulett
Ceÿ^ùfio (Prinripi
HenricoX
l' D. G-. Afaufionennum Princtpi, . 1
C^müv nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Catbmelihpct, etc.
Belgicæ Fœderatæ Gubematori
i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tt CiÿitanM Ctnerali, tir ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;!
ïphJam ianc nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Vrhis :fireJ,e /
'JitMU- ■ y \ fl
Wullen, maeck van fijne Heeren , heeft. De wallen der Stade fijn niet van fteen , maer van wel-gevoeghde aerde-fooden gemaeckt, waer op rontom twee lyen eycken-boomen ge-Poorten y plant ftaen. Aen dc drie hoecken der Stadt e;? boi- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fteene poorten , behalven die van wrfAï-ÂJ, Kafteei. Daer hjn in als vijftien bolwercken, waer op veel grof gefchut leyt, en eeni2;e wint-molens ftaen. In de ftadt fijn twee heuvelen, die men katten noemt, gemaeckt,van weleke men met het grof gefchut veel verder van de ftadt, dan van de bolwercken , fchie-ten kan. Onder de gemelde katten , en aen de voet der muer by de graft , fijn twee cafematten,die men oock moordtkuylen noemt; men kan door poorten, die onder d’aerde en nevens ’t water fijn, daer in komen. De fauf-febraye oft onderwal is met een doornhage, daer de muskettiers bedeckt achter können Preette de graft. leggen,voorfien. De graft is overal niet even wijdt : daerfe op ’t breetfte is, heeftfe hondert vijftigh , en op ’t fmalfte omtrent feven-s.Aveüjnsy tigh treden breette. Daer fijn veertien rave-andere w^act vau drie de poorten befchermen, ’ en aen de wal gehecht fijn; twee andere worden door de fluyfen , die ’t water ophouden, doorfneden; door een andere ftreckt de brug van’t kafteel. Over de graft is een contrefcharp, die men oock een bedeckte wegh noemt. V van vijf voeten hoog, die fchuyns neêrwaerts gaet. Behalven ’t voorfeyde fijnder noch op verfcheyde plaetfen vijf hoornwereken, als aen de drie poorten , een aen ’t Kafteel, en ’t vijfde by Martinus bolwerck , weleke alle met een graft, dertigh treden wijdt,gefterckt fijn : ’t grootfte is aen de fijde van ’t Kafteel, want het is twee hondert veertig treden lang, en twee hondert breet: al d’andcre hebben in een rechte linie twee hondert twintig treden in de langte,en hondert vijftigh in de breette. Alle defe buytenwercken hebben hare palif-faden tegen de verraftingen;en in yder hoorn-werek is een halve-maen, die het befchermt, en de belegerden tot een toevlucht dient ; oock fijnfe met een contrefcharp omringt, van weleke men in ’t hoornwerk kan komen, wf/ goe- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gemelde fortificatiën oft verfterc- deordre kingen, foo binnen als buyten de ftadt, fijn ge?naeckt. fiftek ceii konft CU bequacmheydt gemaeckt , dat d’inwendi^e altijdt de hooghfte fijn ; en befchermen d een d’ander foo wel, dat men, wanneer de noot fulcks eyfcht, feer gemackelijck kan aftrecken , en van de buyten ft e in een byftaende te rugh wij eken. Het landt is byna rontom foo moerafligh , dat de ftadt by hoogh water niet te genaken is. In een eylandeken van ’t Kafteel afgefcheyden , en met een kleyn retrenchement oft affnij-ding omringt, is de gedaente van een haven, 3aer de fchepen uyt en in varen. Prins Maurits van Oranje heeft al de gefeyde wereken, daer men twee jaren mede befigh was, verordent. De fituatie oft gelegenheyt defer ftadt Defe flad is foo bequaem om haer te verftereken , dar hare Heeren de felve tot eendervoornaemfte fhoie. Scholen van den oorlog,die in Europa te vinden fijn, en al d’andere tot een voorheek kan dienen , gemaeckt hebben. Oock hebben de Heeren Staten geen koften gefpaert, om haer foodanig te maken, dat al den Franfchen,En-gelfchen en Duy tfchen adel hier mochten ko-men,om in de oorloghs-konft onderwefen tc worden. Wacrom fy oock by Prins Maurits |
in hooger achting was ; want als hy van een uytnemende ftereke plaets fprack, ftelde hy defe ftadt tot een voorheek. Hy plaetfte hier dc foon van Emanuel van Portugael, fijn fu-fters foon , met fijn bende ruyters, tot befet-ting der Stadt ; en begeerde dat beyde fijne natuerlijeke fonen , waer van d’eene over een compagnie voet-volck bevel had, hier, als in een fekere plaets,den oorlog begonden te lee-ren. Sijn broeder Fredrick Henrick, onlangs en een in ’t jaer duyfcnt fes hondertfeven-en-veertig, 'voedtfler tot droefheydt der vereenigde Landen,overle-den, heeft hier, eenige maenden voor fijn ^en. doodt, een hooge Schole opgerecht ; en die met treffelijeke geleerde lieden , als Andreas Rivetus , Doótor in de Godtheyt,en eertijdts Leermeefter van fijn Hoogheydt Prins Willem van Oranje , en meer andere vermaerde mannen,voorfien,om alfoo Minerva en Mars, dat is,wijfe wetenfehap en oorloghs-konft,te vereenigen. ’t Is al de werek kennelijck,en daerom on-nodigh hier te verhalen, dat defe Stadt en Ba-ronye lange jaren is befeten by het doorluch- fiaetfi. tigh geflacht van Naftou;en dat dc laetftc Heeren van dit Huys fijn geweeft Willem van Naftbu , en fijne drie fonen, Philips, Maurits, en Fredrick Hendrick, helden van nimmer-ftervende en heerlijeker gedachtenis , die foo vele ja ontelbare treffelijeke daden ten beften van den Staet der vereenighde Nederlanden gedaen hebben ; en dat fijn Hoogheyt Prins Willem van Oranje, (cenigh Soon van de gemelde Frederick Henrick, die men met recht de Groote magh noemen) federt fijn Heer vaders doot. Heer defer plaetfe was ; weleke, in ’t blocyenft van fijn jaren, op den feften November in ’t jaer c lo lo cl, overleden is; foo dat de ftam van NafTou-Oranje toen fonder fichtbare mannelijke erfgenamen was; tot dat op den veertiende der gemelde maent,acht dagen na fijn Hoogheyts affterven,fijn bedroefde Gemalin hare Hoogheydt de Princefte Royale een jongen Prince ter werekgebracht heeft, die, Wilhelmus Henricus genaemt, tegenwoordigh Prins van Oranje, en Heer en Baron van defe ftadt en haer gebiedt is. |
HET
B E L E G H
van
door
FREDERICK HENDRICK
PRINS VAN ORANJE, amp;c.
In ’t jaer m d c x x x v i i
Getrockenuytdehiftorievan Marcvs Zverivs Boxhornivs*
E Staten Generael der Vereenighde Nederlanden , de Prins Frederick Hendrick van Oranje, en den Fran-fchen Ambafladeur Hercules de Charnaf-fc , hadden niet wey-nigh moeyte , om fich te vergelijcken, en van eenerley meyning te worden, als men over dit belegh raetpleeghde. De Gefant, die een van de wellprekenfte mannen was, pooghde de Staten en de Prins ’t felve af te raden, met voor- geven, dat het een ondienftigen aenflagh voor nun verhoudt was ; want hy hadt geen kracht genoegh ona des vyants leger daer door te ver-ÿreyen, en op verlcheyde plaetlèn te trecken : foo dat hy de faken van Vranckrijck niet iou können vorderen. Der Staten Hier tegcu voerden hem de Staten de vol-relt;/ew». ggjj Je gewichtige redenen te gemoet ; het belegeren defer fladt is geen gering 'Voornemen quot;Voor aenflaen-de yelt-leger j deyvijl het een ftercke plaets is en by de Spaenfchen in hooger achting ; ytelck d^'onderytinding geleert heeftom de groote koflen door Spinola in ^t laetfle belegh gedaen : dat Vranckrijck daerom t’onrecht foo een flercke fladt te •^cynigh achte. Indien niet meer aen yvinnen der fel'Ve gelegen is, -^aerom hebben de Spaenfchen dan foo 'veel tijdt, quot;Volck en geit gefpilt, om haer naer een belegh 'van meer dan negen maenden, daer in een koude en natte teinter begrepen St as ^e '^innenl '^as het niet om het flroopen quot;Van d'onfe in Brabant te beletten , en de fchip'Vaert en koophandel tuflehen Hollant en Zeelandt te bekommeren ? De ondervinding heefi oock geleertj dat de Spaen/chen^ federt het -pinnen defer fladt, Vele aenßagen tegen onfen heelen Staet int hooft hebben; derhalven fou men hen met het hernemen eenmael de -^egh Van foo Veel voornemens affnijden. Indien ’t gelackt, dat het belegh kort is, dat fal hunne raetßagen omflooten en doen Veranderen, hare groote moedigheyt Verminderen, en alfoo ’svater in hun vuer gieten : doch foo de fladt niet haefl ge'ïvonnen yeerdt, dat fal de Vyandt foo breydelen, dat hy, gelijck te gelooVen is, niets nieu fal durven aen-Vangen ; want het fou vreemt fijn, dat hy foo een fladt liet verloren gaen , om andere kleynder te winnen, oft deneken op faken Van minder gewicht. Soo de Vyanden fich in Vlaenderen oft Bourgondien begeven , dat fal Vranckrijck tot voordeel, om iets tegen hen te beginnen. dienen. Doch oft de Spaenfchen ’t verlies der fladt niet ter harten namen, en geen moeyte deden om haer t’ont.^ fetten, ja bleven felfin Brabant, uyt Vreefe dat de Prins Van Oranje, latende een deel Van fijn leger in ’t belegh, fich mocht by Jij n bontgenoten voegen , en met haer nieuwe aenflagen Voornemen : dit niet tegenflaende,heeft Vranek-tijck niet tegelooven, dat men dit voornemen tot fijn naedeel neemt ; oft dat men daer foo Vafl aen gehecht is, dat men het niet, om een betere gelegentheyt, fou willen Veranderen ; doch wy fien nu geen beq^uamer : want men kan nu niets anders aenvangen, fonder grooter koflen en gevaer ; foo dat het beter is, dat men, naer alle waer-fchijnlijckheyt, het feker Voor het onfeker neemt, quot;^at belangt het belegh Van Antwerpen, dat fou tijdt, moeyte en geit vergeefs Verfpilt fijn, om dat het foo Vafl bewaert wert j dewijl nbsp;nbsp;wel weten, datfe met het felve Vele an |
dere fleden fouden Verliefen. Als men niet loopen kan, moetmen gaen ; oock is ’t een groote misfiagh veel Von-derflaen, en niet te doen : maer ’t is een Verflandigh be-fj^ voornemenfoo te beflieren, dat d’uytkomfl daer Van te meer Verfekert fy. ’^y fijn niet genegen al te hoogh te vliegen,om niet te laegh te vallen. IVaer toe dienen al de gevaerlijeke raetfiagen, die geen geVolgh oft wereking, dan in de gedachten der menfehen, hebben oft die, foofe iets Voortbrengen, eer fchande dan eer Veroorfa-ken En om te eyndigen, ons behaeght beter een voornemen , dat ons eenfekere uytkomfl fchijnt te beloven, dan een, dat Veenemael in twijfelflaet ; oock befleden wy on-fe krachten niet, om een groot gerucht, en niet meer, te maken ; maer ten beflen en ter eeren Van orfen Staet. Deïè redenen der Staten wierden overwogen,en als onwederleggelijck eendrachtelijck van een yder toe-geftemt. In ’t voor-jaer was de Prins van Oranje be-figh, om fijn aenflagen in Vlaenderen , infón-derheyt die van Huift, uyt te voeren. Dit bevel wierdt aen Broucïaut, die de plaets en ’s vyants fterekte kende, gegeven : na dat hy alle noo-digh gereetlchap hadt beftelt, deê hy in aller haeft een goet getal Ibldaten in W'eynige fthe-pen gaen , om de vyandt, die fliep en nergens aen dacht, niet t’ontwaken : met een goeden windt bracht hy dele in korten tijdt aen de Polder van Namen, niet wijdt van Huift, daer/è in ftilte aen landt gelet wierden. ’s Avonts ftelde men ’t leger in ordre, dat vol moedts voort-trock. De matrolen en hondert en twintigh muskettiers maeckten terftont een brugh, daer-lè over trocken, en naer hen omtrent vier duy-f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fenc |
Breda
.,aôe..
9 -
AxüAoCfoitj])
■n
p- a'a
JVÏAGKO PKIKCIPI iGVILlELMO MAVKITIO Cejy^imt Tredkrici Henrici 3Ltxttnt invict^imi^j
ArÄufionenfium Principis ïilio ; etc . '^aiulam. hanc ^atemtc '^ertituMinis acTi^-. Jcntitc ceîchne ■monumentum ojcf-t in eicetn.-jphitn etJûjtfflcx icMicat
3^• *litacu-.
S' 10 • 11 -
IZ ,
du Hue le Canlaie •Maà/ônneyfiee.
Carteutte lue. C^a^hlîon, Comte .Maunitx cHetiea'b. sltylois
j8 .Si^ Con^i^nits ^TitraorMtnaicei Jouis te- C/^. Me la Garic icjon-/iltjic
JS ■ ^u^tier ic l ^eÂrtiUcric-
xo .Ito^ ic. •MKfreiereic-^nalic iZintMl..
XJ .^omac 'iranien,^ionertM*^icc Chariots XX .'ViUa^c ic- Gitmckcn.
B . Ml C.Guitiaumc ic Chiaßau. uAiarJchal ic Catt^
*5-xe.
V-xamp;.
^5-30. Jt.
ircntl^n^ter. ^lamcnic.
Seycinioccrt. iJ^oUanioû.
VlJnicr^A
oiintontr . ÇfcJSots.
^aniclan-
iBaJiur
3z. Dot^
33 ■ ^i^tccr ic r^tiUcrlc
C , Quartier Mi C. Jictuy ic i}gt;faßati Couveic ^rife
3^ .1to^ù Mti*^. Comte
35 ’ ^jment iui^. Sci^ncur.^rjonc.
38 . hiciüi Colonel Sicûu^èU. eÂUcm,.
3y . oÆjtttA . '^rjonc.
39 . Quartier le l’Artillerie ■ Çuart. le Colonel'VaricJe grande ’^at'c-
MtÀK Cohnet. Mc -■ la- G-cUrc et M^trccMt
VoMrtiUaria.
E- . ^uoHi.Mu Cctnt/^nMciir ‘^ßrena
■ TiA Con^i^ . Coîûttrullc-
e Mtlgttuv. Colon,.
. Son- '^cgintentr
G-. Quartier le la CawiUerte a 'Tetennffete
.^ieliL CavilL.itlieafeiiiiout I .^lela. CaimJl.a.Saseel l^.S.^lt.ta. Cavall.a-llaghe
-^le tt- Cav. atlir.7/tÿie SS ho^ le, VHcol. 'Kieti Commis
^riil les Vivres
S^. les CTlavtres et ISate/uts
^7 ■ tte commentemens les rly t yroeSes lefon~41teße
.^lyproeltes les '^raeu ois
OBSESSA ET EXPVGNATA
Principe Aranhonenfium, Comité Nalïaviæ etc .
t B E L E G H VAN BREDA.
fent mannen, waer van vijftien liondert musket-die mis- tiets de voortocht hadden : doch een droeve nacht, met den regen en onweer, beyde niet al-■ ‘ leen hinderlijck, maer oock fchrickelijck , belette delen aenllagh. Oock kon men foo Ihl aen de fladt niet komen , oft die van binnen wier-den eenigh gerucht en geknars der wapenen gewaer 5 dies ly terftont ordre Helden tot hare belcherming. Als d’onlè hoorden, dat men hch in de ftadt beweeghde, waren ly genootlaeckt den aenval na te laten. De Prins van Oranje, die met het leger te veldt was , om hen te hulp te komen, verllaende d’uytkomll van den aen-' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hagh , keerde naer ’s Gravenhage j op dat hy,
na nieuw raet-llaen , een nieuw voornemen lou poogen uyt te voeren. Als alles belloten was, wierden al de belèttingen verfamelt, en in ’t begin van lunius gelcheept 5 ly voeren langs den Rhijn, de Wael en Male, die de lantlchappen, onder der Staten gebied ftaende, bevochtigen : doch een grooten ftorm-windt dwong hen in de Kil, een engte niet wijdt van Dordrecht, te loo-
lèn van Vlaenderen varen op datlè met hun groot geluyt en getier de vyandt deden geloo-ven, dat der Staten leger naby was. Graef Hendrick van Naftbu , lbon van Ernft Cafimir, die met een goet deel uytgelelèn volck aen den Rhijn gelaten was, om op de plaetlèn daer omtrent en de Spaenlchen acht te nemen , kreegh bevel, dat hy met de fijne in drie dagen , waer ’t mogelijck, voor Breda Ibu komen. Hy, die met een brandenden yver en begeerte tot lof ontfteken was, dewijl hy van fijn jonge jaren in d’oorloghs-konft, gelijck in andere wetenlchap-pen , onderwelèn was, en nu alreede met het Gouvernement van Vrieflandt vereert, liet niet na, op de beftemde tijdt, met fijn volck voor de ftadt te verlchijnen.
Als ’tleger nu verlaemt was, en men geen vyant vernam , wierden de quartieren veror-dent. De Prins nam ’t fijne te Ginneken met de Franlche Regimenten , als Hauterive met tien Compagnien, Candale met negen, Mailbnneuve tien, Charnafte twaelf, en Chaftillon tien : van ’t Regiment van Graef Maurits van Naftbu, die toen Generael in Wéft-Indien was, fes Compagnien ; van d’Engelfchen hadthy , Herbert met elf benden , Goring oock lbo veel, Colpeper tien, en Morgan elf : van de Graef van Solms leven, Brederode les, en les nieugeworven Compagnien onder Glelèr, Capiteyn van SijnHoog-heyts lijf-wacht. In dit quartier waren de Gecommitteerden der Heeren Staten, om in alle gewichtige faken de Velt-heer met haren raet te helpen. Over het tweede quartier, dat in ’t dorp Haegh was, geboodt Graef Willem van Naftbu Velt-Maerfchalck ; hy hadt onder hem fijn eygen Regiment, beftaende in negen Compagnien , en dat van Erentruyter in acht benden, beyde Hooghduytlchen ; noch Beverweert met leven, Wijnbergh les, en Graef Hendrick -van Naftbu met negen benden , alle Nederlanders ; de Schotten waren, Ammont, Balfour, en Sandelan, yder met leven vaendelcn. Het derde quartier was onder Graef Hendrick van Naftbu, Gouverneur van Vrieftandt,te Teteringen ; hier lagen twee Vrielche Regimenten, als dat van den Graef, en Ailma, yder van acht vaendelen ; Steyncalefels met lès vaendelen Hooghduyt-Ichen, en léven compagnien Engellchen. Be-halven dele , waren ’er noch drie kleyne quartieren, uyt voet-volck beftaende, verordent, die nae hunne Overften genaemt wierden j als dat van Colonel Varick, tulTchen de ftadt en het dorp Ter Heyde gelegen, van twintigh vaendelcn 5 Ferens van twaelf, te Ipelaer j en Boshuy-lèn van acht, niet wijdt van Graef Willems quartier. De ruytery wierdt oock op verlcheydc plaetfen gelegert, maer hun grootfte quartier was te Teteringen, onder den Lieutenant Generael oft algemeenen Stede-houder Staken-broeck met fijne acht cornetten, Mets lès, en Beaumont en Rantwijck yder lèven. Het regiment van de Graef van Styrum van lèven cornetten , dat van den Hertogh van Bouillon van lès, en van den Rhijn-graef van lèven, lagen te Heulènhout. Te Bavel waren twee cornetten, als ’s Princen lijf-wacht, en de cornet van Charnafte.
pen. Naer’tonweer voer men naer Ramme-kens, by Middelburgh in Zeelandt gelegen, ’t welck de verlamel-plaets van ’t leger was.
De Spaenlchen waren ondertuUchen in twijfel en vreelè ,• hare Hoofden hielden raet, op ’t gene hen te doen Hont : maer ly konden niet weten of het voornemen van Sijn Hoogheydt de Prins van Oranje op Brabant oftVlaenderen was 5 waer over hare meyningen, aengaende de plaetfen daer men hulp lenden Ibu , leer ver-Icheyden waren : doch eyndelijck oordeelden ly voor ’t waerlchijnelijckfte, dat de Prins naer Vlaenderen fou trecken ,■ dies ly twee duylènt paerden en veertien duylènt te voet, die fich deelden en hier en daer voor een overval ver-Ipreyt lagen, derwaerts Ibnden ; want Ibmmige waren omtrent Aelft en Dendermonde , andere in ’t landt van Waes, en niet wijdt van Huift, en eenige by Brugge. De meefte Ibrge evenwel was voor Huift, dies ly Salvator Beyma, een Spanjaert, om de Gouverneur met raet en daet te helpen, in die ftadt Ibnden.
Doch dat was moey te verloren ,• want de Prins van Oranje gingnaer Brabandt, ’t welck den Franlchen Gefant Charnafte, die tot die tijt iets anders geraden hadt, toen goet vondt. Omtrent het midden van Iulius lichte men d’anc-kers, en voer naer de haven van Bergen-op-Zoom, daer men, met bequaem weder, ’t volck te lande lette. De Prins van Oranje hadt, voor lijn vcrtreck,aen alle Gouverneurs bevolen, dat ly de poorten gefloten houden, en niemant uyt laten louden,- op dat fijn voornemen niet te vroegh , door eenige ontrouwe tong, geopen-baert iou worden. Van Bergen-op-Zoom ging ’t leger recht naer Rofendael, en van daer naer Breda , altijdt in goede ordre, en lbo Ipoedigh als doenlijck was 5 om dat’er gerucht quam, dat de Cardinael Infant fijn leger opgebroken had, cn over de Schelde gekomen was. Doch om de Spaenlchen te misleyden, en andere gedachten van fijn voornemen te geven , liet de Prins een goet getal trompetters en tromflagers in eenige kleyne lchuytjes gaen, en naer de grens-plaet»
Op!ocht n-ier Brabant.
Krijuhs-
HET B E L E G H |
VAN BREDA. |
naïTe. In ’t dorp Haegh lagen de regimenten van Brouchem en Ia Force, yder van leven cor-netten ; endatvan YlTelfteyn van vijf cornet-ten lagh in ’t dorp Ter Heyde : loo dat’er in alles twee hondert vijf-en-veertigh vaendelen te voet, en negen-en-leftigh tepaert, alle wel toegerull; en gewapent, in dit belegh waren.
Men begon terftont de circumvallatie, dat is, d’omtreck oft belluy ting, te maken, wiens uyter-lijcken randt loo geeftigh wiert gemaeckt, datle in een even-gelijcke linie een felve hooghte en laeghte met het omliggende land had j het opper-vlack der lèlve was drie voeten breet,en wel voorlîen met Ichans-korven, gelijck oock de beyde fijden binnen was een borftweering met twee baneken , de benedenfte van twee , en de bovenfte van anderhalf voeten hoogh, en yder vier voeten breet. De borftweering was vier en een half voeten hoogh, en lchuyns neergaende. Rontom wierdt een graft, van twaelf voeten breet, en feven diep, gemaeckt. ’t Was te verwonderen hoe dit werek Ipoeyde ,• want men Iiadt met de Ingenieurs en Werek-meefters bedongen , datfe op lèkeren tijdt moeftengereet lijn , oft datfe geen arbeyts-loon te verwachten hadden.
Men hadt, behalven de voorlêyde, noch een ander graft, in ’t eerft en met ’er haeft, van de boeren, hier toe uyt Hollandt en d’omliggende plaetlên op ontboden, doen graven , die daer-om de Boere-graft genoemt wierdt : oock ver-Icheyde andere wereken door ’t geheele leger, en een goet getal bateryen ; om den vyant op alle plaetlên, en op wat wijfe hy lieh vertoonde, met Kracht en goede ordre te ftutten : in voegen dat daer door de wegen, retrenchementen oft innerlijeke verlchanllingen, quartieren, ap-prochen oft naerderingen en aenkomften ge-noeghlaem bevrijt waren. Voorts was ’t leger met veel halve-manen, reduyten , en andere wereken, aen alle fijden , daer men eenighfins twijfelde dat de Spaenfehen mochten iets voornemen, verfterekt en verfekert. Door’tgefta-digh arbeyden aen den dijck, die men maeckte om de Merck te ftoppen , liep ’t felve rivierken over fijn oevers, vervulde al deleger-graften, en vloeyde over verfcheydè omliggende lan-deryen ,• lbo dat men , uyt vreelè dat het lèlve water onlè wereken mocht hinderen, nieuwe graften, tulTchen ’t leger en de ftadt, moeft graven , om ’t overtolligh water daer in te bergen. Een bolch van pijn-boomen, niet wijdt van’t leger ftaende,lcheen den vyant dienftig te fijn tot embulcaden oft heymelijeke lagen ; maer men voorlag daer in,want alle toegangen tot het lèlve wiel den geftopt,en byna de helft daer van in d’orokring van’t leger begrepen , door een linie die het in twee deelde, die men verlèkerde met een fterek Fort, Pape-muts genaemt, en een re-duyt,die ook diende om d’aprochen aen die fij-dete bewaren. D’ander fijde van’t bolèh wiert oock met gelijckewereken, en die metftereke wacht voorfien : tegen over ’t Fort was een ravelijn en een borftweering , te famen omringt met een graft van fes voeten diep en acht voeten breet; de wal daer van was fes voeten hoogh
Den omtre^^ van't letter ^emaeckt.
Seerê^ gfoft.
uyt het vlacke velt, en boven drie voeten breet, oock aenbeyde fijdenmet lèhans-korven belet. De banek binnen de wal was omtrent een voet oft anderhalf hoogh, en vier voeten breet ; de borftweering hadt lès voeten in de hoogte,en op ’t plat drie voeten breette : aen de beyde fijden van ’t Fort waren twee hooge bateryen ; oock hadt het kroon-werek een ftereker batery, want tulTchen yder half voet aerde waren rijs-boftèn gevoeght: in voegen , dat alle leger-wereken nu volmaeckt en wel gefloten waren, en de foldaten Vol moedts, om die en fich lèl-ven wel te belèhermen, en die van de ftadt te beftrijden.
Ondercuflchen lagh de Cardinael Ferdinan-dus met fijn leger te Rijsbergh, daer hy de fijne byna nacht en dagh oeffende ; op datlè hare vyanden, die aen hare komft niet twijfelden, met goet beleyt en moedigheyt,ter rechter tijt, als hy hen lulcks geboodt, louden aentaften.
De belegerden, dien ’t verdroot foo lang ftil te fijn, Ibnder iets tot hun befcherming te doen, heU^rdm^ deden een uytval buyten de Ginneker-poort, daer eenigh volck van de beleggers verlchanft lagh ; die van de ftadt waren omtrent drie hondert mannen, die ’s morgens vroegh dapper op d’onlè aenvielen , en namen hare reduyt in ; maer gelijck ly ftoutmoedigh ’t gevecht begonnen , allbo wierdenfe oock kloeckelijck geftut, inlbnderheyt van Berings vaendel, ’t welck fich treftelijck droegh, doch meeft hy felf ; want hy Iprong met fijn paert over een graft, en vermengde fich onder de vyanden , die hy floegh en vervolghde tot dicht onder de ftadt. Van d’onlè bleven lès oft léven doodt, maer meer van de vyandt, waer onder de vaendrager van Capiteyn Kroon was ; en Capiteyn Belin wiert doodelijck gewondt.
De brieven tulTchen Ferdinand en de ftadt gingen vaft over en weder, waer in van een al-gemeenen aenval op ’t leger van de Prins ge-melt wierdt ; ’t welck men aen de vuer-tekenen, die ly op den toren en elders aen elckander deden, genoegh belpeuren kon. Derhalven geboodt de Prins, om fulcks voortaen te beletten, dat niemant, op verbeurte van ’t leven, eenige brieven van oft naer de ftadt Ibu brengen ; hoewel men evenwel altijdt iemant vondt, die om ’tgelt fijn leven in gevaer ftelde : vele, door de vergelding , oft hope van genade , beweeght, pooghden door te komen , om hunnen laft uyt te voeren j maer ly wierden gevangen, oft de vreelè deê hen te rugh blijven : alleen een En-gels-man, gemeen Ibldaet onder ’t vaendel van Corradin, geluckte fijn liftigheyt, die geeftigh was ; hy ging by klaren dagh uyt de ftadt, door de Antwerpfche oft Haeghpoort, met den degen op fijde, en een fack op fijn lchouder, makende gelaet,als oft hy eenige kruyden oft wortelen in ’t velt ging Ibecken ; terwijl hy hier mee befich lèheen, lèhoten die van de ftadt met enc-kel kruyt naer hem ; waer over hy fich , veyn-fende ’t gevaer t’ontwijcken, naer’t leger begaf, daer hy als vriendt ontfangen wierdt ; en van daer ftoutelijck, als oft hy niets by fich had, naer Rijsbergh by den Cardinael Infant, die hy f 2 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
-ocr page 441-
HET B E L E G H |
VAN BREDA. |
’t Trjorne-men ven de CoHver-nenr. de brieven van de Gouverneur Fordin overgaf, welcke daer in ootmoedigh badt, dat hy geliefde te dencken op middelen, om de ftadt t’ontfetten ; en, waer ’t mogelijck,te gelijck een aenval te doen , op datfe hunnen gemeenen vyant van daer dreven. Oock was de brenger des briefs van de Gouverneur belaft aen Ferdinand te leggen, dat hy van meening was met achtien hondert mannen op de lchepen van de Prins, die Ter Heyde lagen, te vallen,terwijl hy des Princen leger bevechten ïbu j om allbo der Staten Veltheer op vericheyde plaetlên werck te geven, fijn krachten te doen ver/preyden, en te beter te verwinnen. Eenige Overften in ’s Princen leger vonden goet, dat men een van d’afgeworpe brieven weder toelègelen Ibu, en die door iemant aen den Cardinael fenden ; op dat men alfoo fijne antwoort bekomen, en daer uyt belpeuren mocht, wat fijn voornemen was, en op wat wijle hy de ftadt meende t’ont-lètten. Doch de Prins van Oranje vond fiilcks niet raetfaem; dewijl hy genoegh bemerckte, dat al dit gaen en komen een lèker teecken was dat de Spaenfchen niet wel willen , wat ly beft Ibuden aenvangen, om hunne faken tot een ge-wenfcht eynde te brengen. Sy begonnen oock, lbo ’t fcheen,nieuwe raetllagen te nemen ; want ly overwogen, dat een aenval op ’s Princen leger , naer alle waerlchijnlijckheyt, tot hun nadeel gedyen fou : dies de Cardinael Infant fijn Voarfichtige Rger opbrack. Maer de Frins van Oranje liet daerom niets na van fijn gewoonlijeke fcrgh-he)t, vuldigheyt en neerftigheyt ; als die wel will,dat een geveynft aftrecken fomtijts een feker teken is van een gevaerlijeke wederkomft. Dewaer-heydt hier van vertoonde lieh haeft, want het lcheen eer,dat de Cardinael fijn leger verplaetft dan wegh-gevoert had j en dat hy naerder aen Teteringen gekomen was , lbo men aen d’op-gaende roock belpeuren kon : hierom wierden Tgt;e Cordt- de wachten en fentinellen verdubbelt. Doch w- eyndelijck wiert men gewaer , dat hyin der daet vertrocken was, om, foo ’t fcheen, niet haeft weder te komen ; en dat hy veellicht iets anders in ’t hooft had. De Prins Ibnd, om op fijn voornemen te lettenen dat te Hutten,Wijnbergen , Alard , Rant wij ck en Harcourt, met lèven-en-twintigh vaendelen voet-volck , en acht cornetten ruytery, uyt het leger, met bevel , datlè fich by den Overften Pinlèn voegen, en die gehoorfamenIbuden ; inlbnderheyt,dat-fe de Heden Grave, en Heulden , en de Hemer- lche Waert pooghden wel te verlbrgen en te bewaren; en eyndclijk,datfe de Spaenlchen overal kort volgen Ibuden, om fijne aenllagen te weten , en vruchteloos te maken ; op datlè niets konden aenvangen tot hinder van onlèn Staet. De Cardinael Infant Ibnd twee regimenten te voet, en duylent ruyters over de Male , die , in aller haeft,metgroote daghreyfen marcheerden ; ’t welck d’onlè deê gelooven, dat hy ’t op de ftadt Grave gemunt had : maer Staecken-broeck wierd terftont met vier regimenten ruy-tery verordent, om die plaets te verlèeckeren. Doch dat was vergeefs gelbrght ; want men wierd haeft gewaer, dat hy veel eer de Schans |
van derVoorn,Venlo oftRoermonde aentaften fou : dit gelchiede oock van de twee laetfte, die hy belegerde , en al te haeftigh won, infonder-heyt Venlo , waer van men twijfelde, oft d’on- enwint achtfaemheytofd’ontrouwigheytvandenGou- n r 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Roermond^ verneur de meelte oorlaeck van dit verlies was. Laet ons weder tot het belegh keeren. Als de Prins van Oranje belpeurde, dat de Spaen-Ichen vertrocken waren, en daer door van achter niet te vreelèn had, deê hy, met alle vlijt, ’t belegh vervolgen, om tijdt, moeyte en kollen , benevens de ftadt, te winnen : ’t lcheen oock , dat den hemel hem gunftigh was j want door’t vertreck der Spaenlchen kregen ly, fonder arbeyt en geltfpilling, al hunne gemaeckte wercken , die d’onle tot groot voordeel ftreck-ten : dewijl ly, met al hun neerftigheydt, noch weynigh van de belegerden gewonnen hadden. De Prins , en de Graven Willem en Hendrick vanNaflou, gaven derhalven ordreaen d’Inge-nieurSjde linien te voltrecken,enin yders quartier de bedeckte wegen , en andere wercken, naer de ftadt ftreckende, te vorderen. Sijn Hoogheyts quartier was by ’t dorp Gin- ’t Qt^rtief neken, tegen over een van de fterckfte hoec-ken der ftadt : hier liet hy eenige batteryen op- ' maken, om fijn volck van ’t uytloopen der fte-delingen te bevryen en die binnen te houden : en beval aen de Franfchen en Engelfchen een dubbele wegh,om tot een dubbele approche te dienen, te maken en te bewaren s oft liever, om dele twee volckeren, die met een naturelijcke krijgelheydt ingenomen fijn, om d’een d’ander t’overtreffen , een weynigh te ftheyden j op datlè hun dapperheydt tegen den vyandt, en niet tegen elckander, louden betoonen. Doch ’t fcheen, dat ly hunne gemoederen en kloeck-heydt, fonder aen hunne oude verlchillen te dencken, Flamen voeghden, om, uyt een edele eerfucht, den vyandt te bevechten ; lbo datfe omftrijt fichlbo treffelijck droegen, als men van hen begeerde oft verwachte. Den Ingenieur Perceval, uytgegaen fijnde Tercevai om de wercken der ftadt,die tegen over ’tquar-tier van fijn Hoogheyt waren, te befien, wierdt ontdeckt, en gevaerlijck gewondt j ’t welck een yder , die fijn y ver en ervarentheydt kenden, geen minder ongeneught dan hem lèlf gaf. Onlangs daer na deden die van de ftadt een Andere uytval met twee hondert mannen op ’t quartier ■ van Graef Willem, waer lang en hittigh ge~ ■ vochten wierd. Henrick van Naftbu, Colonel vaneenNeerlandtlch Regiment, belchermde hun wachtplaets, wiens y ver fijn volck, in ’t ge-hoorfamen fijner bevelen, en in het toonen van hun moed en dapperheyt na fijn voorbeclt, wel volghde. De CapiteynVerfchure,nadat hyde Dootva» grootfte proeven van kloeckmoedigheyt gege- Capite^n ven, en veertien wonden ontfangen had, wou de wapenen niet, dan met het leven, verlaten. De vaendrigh Hamilton toonde oock, dat hy een moedigh en treflijck krijghs-man wasj in voegen, dat de ftedelingen, door de krachten van lbo veel vrome Ibldaten geparft, moeften wij eken , en met verlies naer de ftadt vluchten , latende vele van de hare op de plaets leg gen, |
HET BELEG H |
VAN Breda: |
Z Can- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;onder Iacob Cantelino was
teimo. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dagen daer na ftorf.
Dit gevecht was maer oly in ’t vuer, en ont-ftack de moedigheyt van d’onle meer dan te voren, die vaft voortgingen , en quamen tot borftweering van de punt van ’t hoorn-voick^ werck en dewijl hun cenige moeylijckheydt ontmoette, wierd het voornemen van ’t graven op die plaets verandert : want men maeckte een drooge graft, die te voren gegraven was, drie voeten dieper en breeder , en men wierp d’aerde naer de fijde van de ftadt lbo hoogh, om ’t groot gevaer van d’onfe , dat de werck-lieden in defè graft voor de vyandt bedeckt en lèkerder waren : hier toe waren de paliffaden, die men daer maeckte, oock feer dienftigh j daer wierden palen van vier, vijf, en meer voeten lang , in d’aerde geflagen , en boven weder met dwars-palen aen elckander gehecht, en met rijs-boflèn gevult,om de trencheen te decken : lbo dat men , met kracht van arbeyden, en inlbnderheyt door’t verftant en de neerftig-heyt van deningenieur Buat,gevordertwas tot aen de graft van ’t hoornwerck , die terftont met aerde en rijs-bolTen ge vult wierd , om een ^jn Hoo^- weghdaer over te maken. Als Sijn Hoogheyt gen'enfÿn jongftc wctcken quam befien,en die in foo gunflaen ccn gocdc CU wclgcfchicktc Ordre vond, was hooghften vernoeght j ’t welck hy aen Goring betuyghde,als hy hem,over fijne ftant-vaftige neerftigheyt, met alle beleeftheyt om-hellde , en allbo betoonde , hoe aengenaem en waerdigh dat fijne bewelè dienden waren. Hy oordeelde dat het nut was, dat men een mijne onder de voet van de wal van ’t hoornwerck Ibu maken ; maer d’Ingenieur vont’er Iwarigheydt in, om het groot gevaer dat hy fagh , dewijl de aerde niet hoogh genoegh was : doch Goring liet die hooger maken, en pooghde felf,hoewel het hem afgeraden wierd, dit voornemen uyt te voeren : in fijn wederkomft wierd hy van een diegedeodt koegcl getroficn, die hem fijn been brack , tot groote droefheydt van’theele leger, die een dapper en feer konftigh man aen hem verloren. Den Ingenieur wierd oock lbo in’t hooft ge-fchoten, dat, fijn pan gebroken lijnde, deherf-lenen fich rontom verlpreyden. Evenwel had de Mijne haren voortgang, onder de gunft en gordijne van eenen leer duyfteren nacht. De Franfchen , die aen een anderen hoeck van ’t hoornwerck waren, Ipoeyden oock hun werck. Hunnen Colonel Hauterive pooghde de graft Dappere mct rijs-bolfen te vullen maer de belegerden tegenflant beletten ’t hem,en dooden en quetften vele van volck indefe ontmoeting. CharnalTe onde rftond het lelve naHauterive, en beloofde
twee duyfent en vijf hondert gulden aen de werck-lieden, om allbo de vrees van ’t gevaer door de hope der vergelding te verdrijven j in voegen,dat in weynigh tijts den dijk lbo hoogh was, als den hoeck van ’t groot hoornwerck. Ter flincker fijde maeckte men een borftweering, maer lbo laegh, dat ly de gene, die daer achter lagen, niet genoegh bedecken kon, foo dat men genootfaeckt was fich te buygen, om ’t gevaer te mijden. CharnalTe, hier heen en
die, weder gaende, fonder helm oft cafi.]uet,om ordre te geven,betaelde fijn al te groote moedigheyt met een doodelijcke wonde aen ’t hooft ; CkartMjfe dit droef ongeval trof niet alleen den Fran-fchen aen ’t hert, maer in ’t gemeen het ge-heele leger ; want hy was een man, niet alleen met een wonderlijcke wellprekentheydt, groote kennis in alle wetenlchappen begaeft, naer ’t oordeel der Geleerden ; maer oock met lillek een kloeckmoedigheydt in den oorlogh, dat de treflijekfte krijghs-lieden hem in de hooghfte achting hielden.
De Franfchen verloren hier door de moedt Kloeckheyt niet 5 maer, aengeprickelt van wraeck over foo waerden man, en liefde tot eer, die hun aenge-boren is, brachten de faken lbo verre, datfe ter lijden de borftweering dicht by ’t hoornwerck quamen, onder de belcherming vaneen batery en een reduyt: doch men vreefile dat de Spaen-Ichen ’t lêlve ondermijnt hadden, gelij ck men oock in der daet bevond -, dies men,om alle gevaer t’ontgaen, terftont in aller haeft de aerde deê opgraven en openen,’t welck met een diende , om fich daer te verftereken, dewijl de belegerden een travers oft dwars wal, die hen belette vorder te gaen, gemaeckt hadden : maer dit duerde niet lang j want d’onlb die oock inkregen, met een ravelijn, dat men meende met een Mijne te doen fpringen, om den wegh tot den ftorm te bereyden.
De Engelfchen,om haer retrenchement,dat op de gevulde graft gemaeckt was, te beter te bewaren, wierpen aen twee aenkomften twee reduyten op j waer over de mineurs oft gravers pooghden de wal van ’t hoornwerck te doen Ipringen: dit gelchiede door een bedekte wegh, en onder ’t geftadigh lchieten van ’t canon en vier-roers , en ’t werpen van allerley grana-ten,die grooteruymte,en wonderlijken lchrick in de wereken der belegerden maeckten j want hunne lchans-korven wierden omgeworpen,en de klompen aerde vlogen d’een na d’ander van de wal en haer hooghfte borftweering. Men laedde dickmael ’t grof gelchut met musketkogels,om in weynigh tijts veel werck te doen: de Ibldaten, die vier-roers gebruyckten, Ipaer-dengeen kruytoft loot; en’taf-lchieten gelchiede lbo vaeck en lbo kort op malkander, dat de belegerden genootlaeckt waren fich be-lloten en bedeckt te houden, Ibnder het hooft eens op te fteken. Sijn Hoogheyt de Prins van die voor^ Oranje, fiende alles lbo voorlpoedigh en ge-luckelijck voortgaen , Ibcht alle mogelijeke middelen, die ’t gewelt en lift van d’oorlogh kanuytwercken, om dele gewichtige faeck af te handelen; op dat foo een waerlchijnlijcke viólorie verhaeft, en heerlijck ten eynde gebracht wierdt.
De Françoylên,daer Mailbnneuve toen over Mijne der geboodt, ftaken hunne Mijne aen, die lbo een Franfchen groote brefte oft opening in de wal maeckte, dat’er niets overigh was dan een ftorm te doen: ’tv/elck Sincire en fijn volck , met gebogen hoofden en verhevene harten, geftut met andere troepen , aenvingen ; terwijl de pioniers en andere werck-lieden arbeyden, om de were
ken,
-ocr page 443-
HET BELEG H |
VAN BREDA. |
ken, die d’onlê gewonnen hadden, te verfterc-ken en bewaren. en van de DeEngelfchenftaken hunne Mijne oockaen, Engeifcheti. me nbsp;nbsp;wel gclucktc, gelijck die van de Fran- fchen j waer op ly , om de lèlve in geenen deel te wijcken,met een vrolijckheyt,als offe al ver-winnaers waren , naer de brefle vlogen. Als ïy de vyant gedwongen hadden fijn plaets te verlaten, maeckten ly terftont een retrenchement rgt;e Gouverneur IS op Jij» hoede. oft affnijding in de gewonnen werckenop de kant van de ftadts-graft. De Gouverneur dit verftaende , en met een ’t gerucht, dat d’onfè ’s nachts meenden over’t water, en onder de wal te komen, liet terftont een nieuwe borft-weeringaen de Ginneker-poort maken, om die, foo d’onfè ten ftorm quamen, te beter te be-^ waren. Doch, om dit vruchteloos te maken, bouwden d’onfe een nieu werck, daer toe fy omtrent twintigh huyfèn afbraken ’twelck, naer ’t oordeel der belegerden, hen leer fcha-delijck/bufijn. Terwijl men hier meê beefich was , quam Graef Willem vanNalfou over de graft van ’t hoornwerck, en gaf ordre aen Ers-kins, die toen de wacht, uyt Neerlanders en Schotten beftaende, gebood, dat hy allesge-reet maken Ibu,om ’s anderen daegs ’s morgens vroegh de Mijne te doen ïpringen, met een biesbrugh, om over de graft te leggen, het hoornwerck aen te taften,en,waer’t mogelijck, metgeweltin te nemen: dat men, de walge-Iprongenfijnde, vijftig vyci-iucia vi* vier mannen, die hant-granaten wierpen, gevolght van andere kloecke Ibldaten, onder Capiteyn Le-vifton, den eerften aenval Ibu laten doen ; en, foo ’t van nooden was, dat men ’er noch tach- Je^enfpoet der Sc..et-chen. van vorn-fioet ge-V oloht. tentigh mannen, op allerley wijle gewapent, by Ibu voegen ; eyndelijck,dat de Lieutenant fich met het overige volck gereet houden Ibu, om, lbo haeft hy bevel kreegh , oock te helpen. Doch defc/ordre kon niet uytgevoert worden, en wiertuytgefteltjwant de belegerden maeckten de Mijne vruchteloos, terwijl d’onfealles bereyden. Toen gaf de Graef laft,dat men een andere mijne op de volgende dagh omtrent de middag fou aenfteken; dit gelukte oock lbo wel niet, of die van de ftadt kregen ’er kennis af, en waren op hun hoede j dewijl ly fich aen defijde terftont verfterckten,fneden hun werekendeur, met verlcheyde traverlën oft dwars-wallen, Ipaerden geen yfer noch hout om haer retren-chementen oftinnerlijke verfchanlfingen fterc-ker te maken , en brachten allerley inftrumen-ten in hun wereken, om met al hun vermogen d’onfe te weeren en af tekeeren, die hun twee dagen lieten doen wat fy begeerden, fbnder hun in hare verftereking enbefcherming te beletten. Des avonts ftaken de beleggers hunne Mijne aen, maer die deê meer fena dan voor-deel : doch de voorfpoet volght dickmael terftont het ongeval j want d’onfe gingen ten ftorm, enfmeten de belegerden, naer een hit-tigh gevecht, waer in vele van weerfijden doot bleven, uyt hare retrenchementen. Dit gedaen fijnde , begon men aen de galeryen t’arbey-den,dochlangfaemin’t begin, door gebreck van bateryen om d’approche te befchermenj maer als meneenige gemaeckt, en met gefchut voorfienhad, fpoeyde het werk foo wel,dat men onlangs daer na aen de voet van de muren der ftadt quam. |
De belegerden, fiende geenvaerdigh hulp-middel tot harenbenauden ftaet,en datfemoe- paccor^^^ ften het uyterfte verderf verwachten oft fich fen, overgeven,begonden vanverdragh oft accoort te fpreken, en fbnden Matharius een Bourgon-jon, met Everwijn een Nederlander, voor ofta-giers oft gyzelaers aen fijn Hoogheyt, die van fijner fijde in de ftadt fbndt Gentillot en Som-biere, beyde Franfchen en Capiteynen over voetvolck. Om ’t verdragh te maken, kofèn Hunne Ce-^ de belegerden den Opper-Schout.dePrefident Venius, de Burgermeefter Hegelfon, de Secretaris Elckenius, en Ryenius uyt de Tien-man-nen : uyt de Geeftelijcken, den Prooft en Canoniek Malderus j die, over de graft gevaren fijnde , naer ’t quartier van fijn Hoogheyt gingen , en verfcheyde punten oft articulen , die fy verfbehten , in fchrift overgaven : over een ovlr, deel der fèlve was men fèer beefich, om datfe te hoogh en te veel eifchten. Sy verklaerden daer op, datfè ’trecht en’tgeiagh van Sijn Hoogheytgeenfins begeerden te verminderen; maer dat al ’t gene datfè verfochten, alleen was tot welvaert der ftadt,hare borgers en inwoon-ders, fbo geeftelijck als wereltlijck,en tot hant-having van de Godsdienft en Gerechtigheyt ; dat het oock, naer haer oordeel, Sijn Hoogheyt dienftigh was, dat hy fich fbo milt en genegen tegen fijn eygen ftadt Breda , als tegen Venlo, Roermond en Maèftricht, betoonde. De Prins van Oranje antwoorde, dat hy hen verfekerde, alles te doen, ’t gene hy verftont, tot welftant der ftadt,recht en redelijck te fijn. Het befluyt wierd tot de volgende dagh uyt-geftelt, terwijl gingen Venius en Malderus naer de ftadt, om hun wedervaren, en ’t begeeren van fijn Hoogheyt, aen de Magiftraet te verhalen ; ’twelcke was, naer haer gevoelen , te verre beneden haren eyfch: evenwel wierdt des 't^cceert anderen daeghs het verdragh, fchoon die van quot;ƒ verdrag de ftadt niet alles na haer verfbeck verkregen, volkomelijckop de volgende wijle gemaeckt : I.De Gouverneur van de ftadt,de krijgs-over-ften, en de gemeene fbldaten, oock de gene , die de fijde der verbonde Staten verlaten,en fich in dienft des Konings van Spanj en begeven hebben , lullen ter ftadt uyttrecken, hun wapenen en bagagie meê voeren,en ’t gebruyck,in d’oor-logh aengenomen , genieten, en met flaende trommels, vliegende vaendels, brandende lonten, en met koegels in de mont, vertrecken, en met behouden lijf en goederen naer Mechelen gevoert worden.
S}gt;an- |
HET BELEGH
Span jen behoort, fàl getronwelijckovcrgelevert worden ; van ’t welck uytgefondert fal fijn al ’t gene, dat voor de fèfie dagh van Wijnmaent (in de welck men begonnen heeft van d’overle-vering te handelen) aen anderen verkocht isj en men lal om dele oorlaeck geen geding tegen de koopers aenvangen.
V. Al de krijghs-knechtcn, die gewond oft ficck fijn , füllen in ’t gemeengafthuys blijven , tot dat de ftaet van hun gelontheyt hen toe-lact te vertrecken,- en ïy, ge/bnt geworden , füllen , met al hun bagagie , in veyligheydc naer Mechelen gevoert worden.
V1. Men lal fi) veel paerden en wagenen^alsge-noechiSjOm de bagagie en’treys-tuyg te voeren, aen de Gouverneur van de ftadt, en de krijghs-overften en gemeene Ibldaten befchicken. De gene,die afwefig fijn,d’erfgenamen der overledenen,de gequetfien en overlopers füllen een felve gunll: en weldaet genieten ; en niemant fal vermogen ’t gene,dat op de wagenengevoert wort, t’onderfoecken.
VIL De gene , die te lcheep willen vertrec-’ ken,fullen de vloet,langs de welck men gemeene-lijck fijn reys neemt, gebruycken, Ibnder vracht te betalen ; en lbodanige toefienders en wachters, als ly begeeren, ftellen. Men fal oock hun goederen nergens aenhouden,oft die plonderen, en hun lchepen niet verwilfelen, tot dat ly te Mechelen gekomen fijn.
VUL De Gouverneur,Colonellen,Capitey-nen,deByfittersvan dekrijghs-raedt,dekrijghs-knechten, en al de gene, die in Ibldy des Konings van Spanjen fijn , wie en hoe veel ly fijn, oock de heylige ordeningen , hun weduwen en kinderen, en alle anderen, jae tot een toe, lullen in de twee naeftvolgende jaren nae de beveiliging van dit verdracn, hun huylèn , landen, in-komften en eygendommen, oft onder de Staten van Brabant,oft onder de ftadt, oft onder anderen behoorende,en eyndelijck al hun goederen, die fy befitten , roerlijck oft onroerlijck , naer hun believen bequamelijckoverdragen,verpanden,verknopen en vervreemden. Sy lullen oock d’inkomften, volgens’t verdrach van de verhuring, de goederen , die verkregen fijn, oft noch verKregen lullen worden , hoedanigh , en hoe groot ly fijn, de lèlve twee jaren genieten en ontfangen.
I X. Aen de huys-vrouwen en kinderen van allen wort toegelaten de ftadt de twee felve jaren te bewoonen , en hun goederen , ly fijn roerende oft onroerende , te bellieren, fonder dat de Fifous , oft Vorftelijckefohatkift daer op ec-nigh recht hebben lal.
X. Delbldaten, en niemant der gener, die ampten in d’oorlogh bedient hebben,lïillcnuyt oorlaeck van fohulden , oft nu, oft in de twee nacft-volgende jaren bekommert, oft hun goederen aengetaft worden ,• en de fiecken en ge-quetften füllen de felve weldaet genieten. Indien ly eenig verfoeck te doen hebben,lullen lyfulcks monen vervorderen.
O
X I. De foldaten, die in de belegering van de ftadt van w'eêrfijdengevangen fijn, füllen, fonder los-geldt te geven,los-gelaten worden, '
1 ■
i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i
)
!
• . i i
I
I I
VAN BREDA.
echter, volgens ’t gewoon gebruyck, hun koft-geldt betalen.De Herders der Kercken,cn d’art-dere gewijde perfonen, die in banden fijn ge-raeckt, lullen een lèlve vryheyt genieten.
X 11. Yder fal de buyt en roof,voor ’t beleg, oft daer nae denvyant ontvoert, als eygén voor fich behouden, fonder dat m.en om defo oorlaeck iemant met recht aenlpreken lal.
XIII. Als men in de voorwaerden verdragen is , fal men aen de Gouverneur van de ftadt vry-heydt geven, om dit göfohrifc aen de Kardinael Infant van Spanjen te fenden.
XIV. Als de voorwaerden beveftight fijn,lal men aen de Gouverneur,en aen de foldaten twee dagen tijdts vergunnen, in de welcke alles reys-vaerdign gemaeckt fal worden, om op de tiende dagh van Wijnmaent, des morgens vroegh, ter ftadt uyt te trecken.
X V. Om alle twill en tweedracht af te wee- ' ren,lbo lal niemant binnen dele twee dagen vermogen uyt de ftadt in ’t leger, en uyt het leger in de ftadt te komen : maer yder fal fich binnen fijn palen houden, Ibnder fij^n veilingen uyt te breyden, oft eenige vyantfohap aen malkander te bewijlèn. En men fal, tot verfekering van ’t gene, dat beveftight is, gijfelaers vanweêrfij-den lenden en oveneveren.
XVI. De Prins van Oranje lal twee gijfè-laers aen de Gouverneur van de ftadt lenden, en de Gouverneur fal weer lbo veel aen de Prins van Oranje leveren. Soo haeft als de wagenen en paerden van Mechelen weêrgekeert fijn, lal mendegijlèlaers, van weêrfijden gegeven, los laten.
XVII.' Delbldaten oftkrijghs-overften,die wapenen, lchepen,lchuyteo, oft andere dingen, tot d’oorlog bequaem,niet met gewelt, oft dief-felijck,of van elkander te leen befitten,lullen de lèlve behouden, en, lbo ’t hen goet dunekt, vcr-'koopen, oft aen anderen overdragen, fonder dat het aen iemant geoorloft lal fijn de kopers oft anderen om delè oorlaeck voor ’t recht te dagen.
Dit fijn de voorwaerden die met delbldaten gemaeckt wierden. Men handelde ingelijeke fachtfinnigheydt met d’Overigheydt der ftadt, ten dienft en voordeel van de burgers j en daer wierden alleenlij ck eenige weynige voorwaerden van de gene, die men verfoclit, uytgefchrabt. w-
Dcn tienden Oèlober was verordent tot het uyttrecken van de belètting, en ’t overleveren der ftadt ; loo datlè drie dagen tijdt hadden , om hun goet gereet te maken, en ordre in hare laecken te ftellen. Men maeckte een lijft van al ’t gene dat in de gemeene voorraet-plaetlèn was. Men vond koren genoegli voor een heel jaer : de Gouverneur liet het aen d’in-woonders, tot voordeel van de Koning , verknopen , lèdcrthet ftuyten en lègelen van ’t ac-coort ; maer fijn Hoogheyt verboodt wel ern-ftclijck aen hem en â’inwoonders daer mede voort te gaen ; of dat hy, indien ly hem niet ge-hoorfaemden, het verdragh fou vernietigen, gelijckly hier mede lchenen te doen. Men vond foo weynigh oorloghs-gereetfohap , dat het naeulijks de moeyte van ’tlchoonmaken waer-digh was : yder een was verwondert-over fooda-f 3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nigh
-ocr page 445-Fî I' T B E L E G lï VAN
BREDA.
D.'n wvf- Spaerfehc!!. T)e Sflt;i€t-f hea rrecke» hi de Çeadt. nîgli een onachdàcmhcydc, dat men een plaets van fulek een groot belang niet beter verlorght had. Men waf delchulc aendc menielite der ..o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Cz Cibeiers, die, d’ecn op d’ander Rennende, dit verfnyrat hadden: ’t wclck ons leert, dat’er dickmael meer ncerftiglieyt en getronwigheyt by wcynigen dan by een groot getal, gevonden word. In’t Arlènael oh Wapenhnys waren vijf-cn-vijftigh Rucken grof gelchut, foo ko-pere als ylère, en van verlcheyde gewicht en grootte. Men fbndt byna tachtentigh wagenen i n de Radt, om de goederen van de gene die uyttrocken j op te Iaden en wegh te voeren. Op de dagjdatlè de Rad ruymen ßuden,trok de gnarde oft lijf-wacht van SijnHoogheyt en de compagnie van lacob Wyts, naer de Radt, om de poorten te bewaren : de benden der voornaemRe Regimenten wierden in de wapenen gebracht, en, met ontvouwe vacndelen,op een rye in ordening geRelt ; op dat de Spaen-fchen tuRchen hen louden voorbygaen,en ly al-loo eenighfins deel hebben in de heerlijekheyt van d’overwinning. Omtrent de middagh qua-inen lèRien vaendelen uyt, die de voortocht hadden, in twee troepen, en in geleden van vy-ven gedeelt, om meerder te lchijnen danly in der daet waren, en dat men de compagnien in füo een Rechten Raet en kleyn getal niet Ren R)u ; want ly waren, door vele dooden cn ge-quetRen , leer onRerek geworden. Daer na quam haer rcys-tuygh en goederen, het canon en den gehcelen treyn, die met acht vaendelen, en eenige troepen, en eyndelijck met hon-dert en vijhigh Spanjaerts en Italianen, geRo-ten waren. Sy waren in alles omtrent twaelf hondert mannen Rerck. Als ly alle verttocken waren,gingen d’onfè tegen den avont in de Radt, vergelellchapt met een ongelooflijcke menighte volcks, dieuyt nieusgierigheyt van alle piaetlèn, om dit beleg te Ren, gekomen waren. Den volgenden dagh wierd beReet , om Godt hartgrondelijck te daneken over de goede uytkomR van lbo een ncwichtigh voornemen. In de kerek, boven de deur , waren twee tafelen, daer in , tot lof van wen waren ; waer van ’t eene was : Opfchrif-te». AMBROSII. SPINOLÆ. VIGI-LANTIA. BREDA. EXPVGNA-TA. |
Dat is : Door ds Sï'ackj'hiyf: yian Arrbroßus is Brcdd öyferTïgt;eldighr. In d’andere Ront : PHILIPPVS. H1SPANIÆ. REX. G V B E R N A N T E. ISABELLA. CLARA. EVGENIA. OBSIDEN-TE. SPINOLA. HOSTÏBVS. FRV-STRA. IN. SVPPETIAS. CON-IVRANTIBVS. BREDA. VICTOR. POTITVPv. Dat is: Philippins, Konb'i^ yian Spanjen, heeft, onder ’t Stadt-hoïiderjchap lian Ifabella Clara Ëugenia,d9or ’t beleyt quot;pan Spinola, fehoon de quot;pyanden yriichteloojfelijck ontfetpoogden by te brengen, Breda operye^onnen. Eenigcn mishaeghden dele eer tekenen , en lietenlè afnemen ,• macr de Prins van Oranje, daer van kennis krijgende, gebood terRont, dat men die wederom op de vorige plaets Rellen Ibu, en eer te geven aen de gene die men de ecre , om haer verdienRen, Icliuldigh is , en dar lbo wel aen de vyanden, als de vrienden. Doch,niec lang daer na,wiert,om dele Rj ne h eerlij cke victorie onder d’aRclie van vergetenheyt niet te begraven , daer omtrent het volgende oplchhfc ten toon geRelt: AVXILÎO SOLIVS DEI, A VSPICIIS CONFOEDERATI BELGIÏ, FERDINANDO AVSTRIACQ HISPAN. INFANTE CVM INGENTI EXERCITV FRVSTRA SVeeVRRENTE, A XXIII. IVLII OBSESSAM, A XIIX. AVGVSTI OPPVGNATAM, FR. HENRieVS PRINGEPS araVsIVs BP. eDaM eXpVgnat seXta oCtobrIs. Dat is : Door de hulp quot;Pan d’eenige Godt, onder de goede ygt;ooy-» fpoet Pan ’t pereenigt ltgt;lederland,fchoon Ferdinandue paft Ooflenrijek, InfantPan Spanjen, met een groot legerper-geefs tot byflant lt;iuam, heeft Frederick Hcnriek , Prins Pan Oranje, Breda pan de lulitts belegert, pan de i'i Auguflus beflormt, en op de 6 Pan Oéloberop.r'^eldightt |
WaerJi^-hcjdt.
Gedaente.
Noord-Schans.
Zuydt-fchans.
Stercktt (Lr ßijdt.
BE R GEN-OP-ZOOM.
£S geheugh-fcliriften der Stadt getuygeii, eertijdts Zoom geliee-ten wierd. Guicciardin en andere fcggen , dat het ltdve Zoom^ daer hy bekent datfe de naem af heeft, een kleyn waterken is, dat fijn oorfprong omtrent de ftadt krijgt,en fich eenkleyne halve mijlevan de felvein de Schelde ftortjdoch/y dolen hier meeruyt onwetenheydt oft quade on-derrechting,alsgebreck van verftant en geleert-heydt^ want een yder fal liever , naer mijn oordeel,d’oude brieven der ftadt,dan ’t gemeen gerucht, gelooven: voegt hier by,dat het gemelde waterken eerft by onler groot-vaderen tijdt gegraven is op dat men de turf, in de gronden van S. Bernaerdt gedolven, te bequamer in de ftadt fou brengen; en eer’tfèlve gemaeckt was, heeft de naem van Bergen-op-Zcom in gebruyk geweeft: niemant van d’inwoonders weet cock , dat het
gemelde waterken ooit Zoom genoemt is ; maer wel,dat het in de ftadt de naem Greek oft fècreet uyt verachting had,doch buyten de muren geen andere dan graft oft vliet. Soo dat men de gemelde toenaem , als boven aengeroert is, van hare gelegenheyt moet af brengen ; wantfy legt aen de weftfijde op ’t uyterfte eynd van Brabant, dat met kleyne berghskens en heuvelkens befèt is; waer van ly gelijck de Zoom oft hetuyt-eyn-de fchijnt te v elèn : lbo datle van defè berghskens , en de plaets , gelijck Bergen in Henegou van de bergen, haren naem, buyten alle twijfel, ontfangen heeft.
Het is een ftadt in Brabant, en was eertijdts een Hcerlijckheyt;maer Key/èr Karei de vijfde heeftfe, uyt gunft tot haren Heer , in ’t jaer cl o b XXXI iJt, tot een Marekgraeffehapgemaeckt. Sy was rondt van gedaente , eer dat fy fich in ’t lang, naer de Schelde uytftreckte, lbo datle nu langwerpigh is,cn niet cpialijckeen lchildpad gelijck, wiens^rootfte deel de buyck, en ’t overige de hals en neck is: doch daerom niet min fterek; want de beyde fijdén van’t laetft-gebouwde deel fijn buyten met verdroneke landen belloten, waer doorle niet te genaken is. De haven is met twee ftereke Forten belet, het kleynfte is de Noord-lchans genoemt, en leyt aen de llincker fijde als men de haven inkomt ; ly is niet groot, maer evenwel moeyelijk om te genaken; doch is nu maer een reduyt. ’t Grootfte recht over ’t änderten aen de rechte handt gelegen,is de Zuyd-Schans, na de kunft gebouwt, met vijf bol wer c-ken, een graft, een borftweering, en twee andere bolwercken voorfien , en al ’t lelve met noch een andere groote en breede graft omringt. Sy heeft een dubbele graft,die uyt de oude en nieuwe haven van dele Schanlfen in de ftadt komt, welcke met bolwercken,ravelijnsen hoornwerc-
ken, lbo binnen als buyten de graft, en lbo Voor als nae de laetfte belegering , uyttermaten wel voorfien is ; foo dat’er niet lchijnt t’ontbreken, dat tot de volkomen belcherming van een grens* plaets noodigh is .- dies men haer met reden onder d’eerfte der ftcrckfte fteden van den Staet der vercenighdc Nederlanden acht. De Spaen* leken, onlangs nae ’t laetfte belegh , pooghden haer t’overvallen ; maer ly wierdenlbo algewe* fen, datle met verlies en Ipijt te rugh keerden. Om de ftadt lagen eenige heuvelkens, van waer men in de Iblve, en in haer wercken,op de wegli naer Steenbergen gelegen, kon fien , dele wielden alle gelleclit, loo datle daer mede deSpaen* fchen hebben afgefioten,en twee gevreelde qua-den,in tijden van oorlogh, met een flagh verbetert ; ’t eerfte, dat hen d’aenkomft, aen de fijde die hen beft diende, daer door benomen is; het tweede , men kon van de lèlve de haven met lchieten onvry maken, en de doorvaert beletten , dat hen oock verhindert is : want de Iche-pen nu door de haven en ’t Voftemaer, dat eert arm van de Schelde, tuflehen Brabant en Ter ToleninZeelandt is, onverhindert varen; te meer, dewijl men verlcheydekleyne Fortjens daer omtrent geleyt heeft.
Dele ftadt is in ’t gemeen met een ftereke be-fetting,lbo te paert als te voet, voorfien,die eertijdts met uytloopen een deel van Brabant onvry maeckten,en den Spaenlchen vele moeyten aen-deden;ja ftroopten Ibmtijdts tot in Lutlènburg, daer uyt ly verlcheyde mael, met ’s vyants roof overladen, weer-gekeert fijn : doch dat is, door ’t genieten der lieve vrede,nu geeyndight;cn lal, lbo ick hoop en wenlch, nooit meer gebeuren.
Te Bergen-op-Zoem is geboren loannes LatomuS) i. Late“ Prioor van S. Tron by ’t dorp Grobbendonek , niet wijdt van Lier, een leer geleert en eerwaer-digh Prelaet,geeftigh Poëet,en leer vriendelijck en beleeft.
Sy is een tamelijeke ftadt ; maer is eertijdts rijeker en voorlpoediger geweeft, als hare laer-marekten , daer ly van outs mee begunftight is, meer belbcht,en door de kooplieden volck-rijc-ker waren. Daer is in dele laetfte oorlogen wcy-nigh koophandel gedaen ; want de ftadt is in de felve tot een frontier oft grens-plaets geworden: ja lelf voor d’oorlogh was hare neering by-na verdwenen, om dat Antwerpen, dat toen lbo heerlijk in koopmanlchap bloeyde,en hiermaef lès mijlen af leght, alles na fich trock , en ’t ge-heele landt rontom van alles voorlagh , dewijl haer marekt alle andere ver te boven ging ; lbo dat het volck hun nootdruft liever t’Antwerpen op de weeckmarckt,dan elders op de laermarckt kocht : en of lchoon de Marck-graef van Bergen daer in pooghde te voorfien , en , met behulp der Engellchen, de koophandel te herftel-len; lbo heeft hy de vorige welftant en voorlpoet der ftadt (lbo fwaerlijck is’t verloren weder te bekomen ) met al fijn yver en vlijt niet können verkrijgen.
Dit Marck-graeflchap heeft veel landts, met Gebiedt. verlcheyde fchoone dorpen, en een vruchtbaer
g nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;cyl an-
quot;HHt-tnUlIltlvM'
^nitrinmuniui,
rjivfl: 3(i, £( 43VJjf 33uI»I ' :i3VJlf :j/hu 3(43^ '
lt;lt;■
tJV'---------
' 'quot;quot;quot;'HlriilJiF
f/mrrrffi' quot;
imy'FÀntjj/p-^ ■ ^T 33P3y'' 3:ltll3V(; • i, t 3-3Jj33JJ FJSSJ^fniUrf^'- ■ ÿT
■^3V3jfl3jf3/^ ■ r,T 33V3jf 33lij3^ ■ Sf swo^uf'^
g)'“^ lt;)
HUrr.mWjP
. -ÖÖ
quot;''Minir iffi'
irflt;‘'
|y’^'™'n''ïïrirmTr.
quot;e-'-
” V“-
lt;r'‘'V)
' nbsp;nbsp;nbsp;Vquot;'©'
i'Tnn,rnnirnr —
1^0/zf
lt;7»r rffrrjfrrffr» ■ '
......
. - lt;^
'quot;«o—-
quot;niMJ-
-tJ^'
nTTTntrij’
'©quot; quot;nbsp;^--t; ■
’rTririiiïrri^i.-.
'*tl‘
, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gj~ - U'TT’ ©quot;^ rrmmp
■'O'iö'-tl
.......;:.x,. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--*13
quot;êVquot; U5|0«Ü-oVI^-^r
V’-'o’ -gcß'-----. .. _
ißtiiifuing ■ et -gt;[34!Ai TtiJ/C ' jin’Jifjijrvtiwa'x ’ gf 431)^Uili[ntlr ' 3tunj nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3(1 ■ ÿ(
^33’Jlf V33(h^J33^ -S ■ gi iwx^fS' '
U3Mneafl. 3^3t'x ■ ?t ^njjf U3(Kn3afi. 3/01'^ ' T3 1'gt;p/‘ ^a. ' quot;nbsp;:t3VJjf 331ias^ ■ 3t-3l3VJjf Jilf S^3CtflUj3^ • s
-33VJjf ^13/3^:^ ■ Sgt; ^3V^~3tl^33J(; • £, 333VJ^e3lf3g ■
B Ê R G E N - Ö P - 2 O O M.
J^'eerfle
■^arckz
Gelegen-h-ejdt.
'Cylandekenin de Schelde, onder fijn gebiedt. Hare oude Heeren en Marek-graven waren van een out en {eer edel gedacht gc{proten,uyt welche verlcheyde trcffelijcke mannen gekomen fijn, ïn’tjaer cIo lo lxvi bloeyde loan dc G limes, Màrck-gracf van Bergen, die {her rijck , en van Kcyfer Karel de vijfde, en fijn loon Philips de tweede , {cer bemint was ; waer door hy Marck-graef,Ridder van ’t guide Vlies,Gouverneur van Henegou, en Opper-jagcr van Brabant geworden was : doch is onlanlt;Ts daer na als Gelant in ©
Spanje gegaen, om de Koning den daet en Iwa-riffheden des landts te vertoonen : en in dat Ge-fantfcliap in ’t volgende j aer,als hy noch in Spanje was, overleden.
Ick verwonder my niet, als ick de bequamc gelegcnheyt deler dadt acnmerck,dat de Spaen-Ichen Ibo veel moeyte en vlijt aengewent lieb-
men, als d’aendagh entdeckt en ’t voornemen gedutwierd. Als ïn’t jaer cio Io lxxvi dc Over^ Pacificatie oft Vrede-verdragh van Gent bedo-ten, en onlangs daer na gebroken was,gaf {y lieh over in ’t gebiedt der Staten , met hare Hoogh-duytlche befetting, die de Spaenlchen daer in geleyt hadden. Daer nae, als Antwerpen oock gewonnen was, Ibnden de gemelde vereenighde Staten een Gelantfchap aen de Koningin Elifa-beth van Engelandt, om hulp in hare fware oor-loghs-laden; die gaf haer Robert Dudley, Graef van Leiceder, tot een Overde over al het En-gellch krijghs-volck en de hulp-troepcn,welche lijn neve den Ridder Philips Sidney, Ibon van den Viceroy oftOnder-honing van Yrlant, hier tot Gouverneur delde ; en na hem Willem Dru-
JTnyfen, liraten, en tnarckten.
en
CaflhfijfS.
ben, om haer te winnen, en de vereenighde Staten om te behouden ,• want fy leght niet ver van de Oofter-Sclielde , tuHchen de vier machtigde Provintien,als Brabant, Vlaenderen, Hol-landt en Zeelandt heeft Vlaenderen in ’t zny-den, Holland in ’t noorden, en Zeeland in ’t weden. Hare jegenwoordige befitters weten wtI , hoe diendidi datfe hen is, om in Brabant te ko-rnen, en om Hollandt en Zeelandt, die als broeder en dider, ja als man en wijf, verbonden fijn, niet van elkander te fcheyden, en in hunnen on-dcrlingen koophandel te beletten 5 want foo ly in ’t gewelt der Spaenïchen was,in tijdt van oor-Icgh, die onderlinge buerfchap, handel en bin-nen-vaert Ibuheel te niet fijn,en fy {ouden elck-ander niet, dan buyten om over de Noordt-zee, te fcheep können beloccken. Sy heeft, behalven d’oude haven,noch een nicuwe,die naer de groo-te oft Zuyd-lchans dreckt 5 lbo datïè, of Ichoon hare bclegeraers d’eene gewonnen hadden, {y d’ander {ouden gebruycken, om uyt en in te varen, en de dadt open te houden.
Hier fijn Ichoone huyfcn , breede draten, en drie marckten,als de groote, daer de laermarck-ten gehouden worden, de vismarekt, en koren-marekt ; een kerek, die wel gebouwt,en kondigh overwelft en verciert is. De Marck-graef heeft hier oock een fchoon huys, daer hy eertijdts fijn hof hiel. Hier was voor delen een treflijck Vrou-wen-klooder, om hare groote inkomden het Rijcke gebynaemt j doch is nu in een Gadhuys verandert. Daer is ’er noch een buyten de dadt
ray,die de dad,met de Capiteyn Morgan,hloec-helijch belchermde tegen de Prins van Parma, yruchte-diehaerin’tjaer do lo lxxxviii beleger-de , doch niet winnen hon. Sedert hebben de Spaenlchen verlcheyde mael gepooght haer te verralfchenmacr ly is, door Godts voorfienig-heyt, de goede Ibrge van hare Gouverneurs, en dedapperheyt der borgers en lbldaten,in’t gebiedt der Staten gebleven. Na ’t eyndenvan’t twaelfjarigh bedant Ibnd d’Aerts-Eïertogin Ifa-bella den Marquis Ambrofius Spinola , om dele dadt te belegeren, ’twelchhy den 18 Iulius in ’i jaer c I □ I □ cxxii begon, als Louys de Va- den Mar-lalco, Overde van de ruytery, na ’t innemen van Steenbergen,de dadt alree berent had. De Gouverneur , om de dadt wel te belchermen,eylchte meer volchs en voorraet, ’t welch hem terdont toe-gelbnden wierd. Gelijckly van de beleggers heftigh en vol dapperhcydts aengetad is, loo is ly ooch op lbodanige wijlè noch beter belchcrmt; want de Spaenlchen deden hun uyterde vermogen,om de buyten-wercken te winnenpuaer fijn t’elchens met groot verlies afgedagen,enteruglE gedreven : lbo datle, in eenige weken , geen van de lèlve, jae niet een voet aerde,konden winnen.
geweed, macr door den oorlogh, die byna alles verwoed, lbo vernielt, dat’ernaeulijeks over-blijffelen van te lien fijn.
In de eerde j aren van de laetde tachtigh-jari-ge oorlogh was ly onder ’t gebiedt des Konings van Spanje, die haer, nae de doodt van de gemelde eerde Marck-graef, door de Gouvernante Margareta, die daer krijghs-volcklbnd, voor hem had doen verlèkeren : doch ly was byna door de Zeeuwen inaenomen ; want die waren alrce op de muren door ’t zuyder ravelijn geko-
Hier heeft heerlijck uytgebloncken de kloeck-heyt en grootmoedigheydt van de Gouverneur Ryhoven, en van de Colonellen Famars en Hen-derlbn, die de buyten-wercken belchermden, waer van de laetde in ’t belegh gedoodt is. De Marquis eyndelijk,fiende dat hy niets won,maer tijdt,volcK en geldt vergeefs Ipilde, brack op, en verliet den derden Oélober ( de lèlve dagh dat Leyden in ’t jaer cb b lx xiv ontlèt is) het belegh en de dadt, en trock naer Antwerpen : te haediger, dewijl hy verdaen had, dat Prins Maurits met een derek leger, daer ’t volck van Mansvelt bygevoeght was, aenquam , om hem, lbo ’t mogelijck was, te verdrijven , en de dadt t’ontlètten. De vreught in de vereenighde Ne- ' derlanden was lbo veel te grooter , als te voren de vreelè en verdagentheyt over dit belegh uyt-nemende geweed was; lbo dat Ibmmige inwoon-ders, om ’t ontlètten der dadt, waer van ick een oogh-getuyge ben, van blyfchap Ichreyden.
STEENBERGEN.
Buytm ge-ßerckt- TeeMbergeT^ is ceii kleyneftadt, omtrent twee mijlen van Bergen-op-zoom gelegen, dicht by het rivierken Vliet,dat fichirt’tVolc-kerack (een binne-wa-ter dat met de eb door ’t Goereelche gat in de Noort-zee loopt,) ont-laft. Sy is niet .leer fterck, en daerom dickmael van Heer verandert ; en, in tijdt van oorlogh, nu van ’s Konings , en dan van der Staten volck gewonnen , die weynigh gelet hebben om haer te ftercken, dewijl fÿ oordeelden , datlè tegen een Iwaer belegh niet vaft te maken en te be-fchermen was j alleen hebben de Staten (op dat de Spaenlchen, als ly Steenbergen hadden , de vaert tulTchen Hollandt en Zeelant, en de Zeeu-fche eylanden niet louden bekommeren en onvry maken) een Fort dicht by ’t water,met een dubbele graft en vijf bolwercken voorlien,doen maken; en een kleynder daer tegen over, met twee bolwercken en een graft gefterekt, om de fijde naer Hollandt daer door te belchermen. Maer fy hebben,in’tjaercÏo Ió c xxVii,middelae^ vonden, om dele ftadt, en ’t gantlche landt tul» Ichen haer en Bergen-op-Zoom,tegen’t uytloo-pen der Spaenlchen meer te verlekeren ; want ly hebben de drie moeralfchen , die tulTchen dele twee Heden Waren, meteen graft aeneen ge-voeght 5 en op de bequaemfte plactlèn, daer des Konings volck door quam, drie Forten, Pinien, Drie deRoover, en Moermontgebynaemt,gebouwt, daer ’t water,uyt de bovengemelde Vliet getroc^ ken , beneden de ftadt, tot meerder vaftigheyt omloopt,waer door ly onder de fterckfte Forten gerekent können worden. |
’t Landt omtrent Steenbergen is vruchtbaer en van goeden aert ; men heeft,ledert eenige ja- baerhejt» ren, dij eken om de verdroneken landen ge-leyt, om haer droogh re maken , welcke uyt-nemende veel en goet koren voortbrengen : die naeft aen de ftad leggen,worden,naer PrinsMau-rits jongfte broeder , Graef Hendricks Polder, en de grootfte, die naer Willem-ftadt ftrecken,A^f Prw-cen^landt ^cnoemt, ’twelck men, om voor ’t uyt-loopende krijghs-volck te bevryen, met eenige Fortificatiën oft verfterekingen verfekert heeft. |
LILLO en SANTVLIET.
Stercl^ gemaecktt
Liefkens~ hoecl^^ge-houu’t ,
en deerde Spaenfche» ingenomen.
IL L O is gelegen aen de Hont oft Wefter-Schelde , tegen over Liefkenshoek, omtrent drie mijlen van Antwerpen : is een rijeke en aengename HeerlijkheytjdiceertntsPau-lus van Dalen toebehoorde.
Sy is door d’inlandtlchc oorlogh , die byna alles verandert en veeltijts verderft, heerlijker en beroemder geworden; want hare bequame gelegen-heydt isoorlaeck, datfe lbo uytermaten fterek gemaeckt is, dat men haer onwinbaer acht.
Die van Antwerpen, toen noch onder’t gebied der Staten, hebben al voor’tjaer cbbixxxiv, om de koophandel op de Schelde te verlekeren, dele plaets tot een Fortrefte beginnen te maken, daer ly een befetting van hare kloeckfte en uyt-gelelen burgers in leyden. Sy maeckten oock aen d’overlijde der Schelde het Fort Liefkens-lioeck , om Lillo te helpen in’t belchermen van de rivier en doorvaert van hare lchepen ; doch eer het fterek genoegh was, om lieh lëlf te belchermen , wierd het van den Hertogh van Parma op defe wijle ingenomen : hy was van mee-ning Antwerpen te belegeren ; dieslbnd hy den Marquis van Rubaes oft Rijsburgh met lèsduy-fent mannen, die ’t Fort op-eyfchte, en pooghde tweemael ’t lèlvc met gewclt te vermeefteren ,• doch ly wierden kloeckelijck afgellagen. Eynde-lijck quamen d’Italianen, die lieh, daer hun dap-perheyt te kort IchietjgeeHigh van de lift können dienen,onder ’t beleyt van Galpar van Leulè, en brachten vele hoywagens aen , daer fy, dicht by ’tFort fijnde , de brant in ftaken , welcke roock en Imoock de befetting byna verfticktc,en dwong
hen ’t Fort te verlaten ; dies de beleggers daer irt quamen, en dooden alles wat hen ontmoete. De Marquis van Rijsburg doode met lijn eygen handen loan Pettin van Atrecht,die over de befetting gebood,de welcke in lillek een onordre het Fort verliet,dat vele verdroncken,lbmmige door toeval , en andere uyt vrees, om de woedende gram-lchap der verwinners t’ontgaen.
Dit verlies van Licfkenshoeck, gaf die van Antwerpen nieuwe moet, in plaets van die uyt te ^mdra-bluirchen:lylbndenterftont,om Lillo te belcher- gon bevoch-men, dat van Mondragon aengetaft wierd, een » uytgelefe bende burgers en 8 o lchutters, ge volgt van een vaendel Franfchen , onder Odet de la Noue deTeligny,lbon van de gevangen Heer de la Noue, die,in fijn jonge jaren,loodanige proeven van dapperheyt en ondervinding in oorlogs-faken gaf, dat hem de Spanjaerdenen Italianen voor een kloeck krijghs-man hielden. De Ko- diewuch-ninglchen moefteneyndelijck , nae datlè meer teloos ver-dan twee duylènt mannen verloren hadden , de plaets verlaten. Sedert dele tijdt is dit Fortin de gehoorfaemheyt der vereenighde Staten gebleven , die ’t felve , nae datlè Antwerpen verloren hadden , uytnemende verfterekt, en Liefkens-hoeck weer opgebouwthebben,om den Spacn-lèhen de doorvaert te beletten , en voor hen lèlf te verlekeren. Dus begon Lillo toe te nemen in lchoonheytjberoemtheyt en gebouwen,lbo datlè allengs als een kleyne ftadt geworden is. Doch in’tjaer cIO loc xxvii Ibu ly Teer onvry geworden , en in groot gevaer gekomen fijn, hadden’s Konings volck hun voornemen können uytvoeren.Denuytgeleerden engroote Grotius , in fijn Hiftorie van ’t belegh van Grol, daer
L ï L L O en S hy de voorvallen van dat jaer belchrijft, Ipreeckt lt;Aenfagh nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;facck : Eenige overloopers deden de fhsn^op Spaenfehen gelooven,datlè lichtelijck in Zuyd-Zaydt- Be- Bcvclant kondcn komen,als ly maer de lluys van openden,die terllont’t heele landt van der Goes fou doen onderloopen,’t welck geenkleyn voordeel Ibu fijn.Na ’t verloop van fommige jaren , als de beletting van der Goes uyt was, en dat het eylandt, daer de Hont oft Schelde langs loopt, beter te bevechten was, pooghdcn de Spaenfehen haer voornemen uyt te voeren , ter-v ijl dc Prins van Oranje met fijn leger noch voor Grol was,om ’t lèlve te verltercken; want ly ver-famelden t’Antwerpen omtrent vijftigh lbo lchuyten als pleyten, en twee duyfent mannen, die in Zuyd-Beveland vielen,als’er weynig volck was,en’t meelle deel der inwoonders op de Goef-fe jaermaerekt waren : doch ly quamen wat te Ipade , lbo dat de ebbe hun overviel ; in voegen datle in twijfel ftonden wat ly doen Ibuden : eyn-delijck befloten ly, dewijlle hier waren, en nu . een gelegentheyt hadden, die felden voorkomt, datlè een deel volcks te lande Ibuden letten ; dele lagen eenige Ibidaten , die buy ten den dijck fommige kermis-vaendelen plantcn,waer door ly geloofden, datfe ontdeckt waren , en dit volcfe hen met haere vaendelen en gewapent tegen trock , om hen te verdrijven ; dies ly in haere fchepen keerden. Van nier voerenfe nae ’t ey-landeken Rilandt,daerlè de vloet verbeydcn,om fj ^OH' wen ’t Fort op liooger- en een Schani te Santvltet. ISHeuive graft ge-maeckt- hare lchepen van de gront re krijgen; en Icylden lbo' door de Schelde aen een ander kleyn cylam delgen Hoogerwerf genoemt, alleen bequaem om weynighveete weyden , omtrent daer de Schelde en de Hont van elckander lcheyden gelegen, aen wiens rechte fijde een arm van de Schelde loopt, dielè Agger, en aen d’ander fijde een dielè Kromvliet noemen. Hier maeckten ly een Fort,en onlangs daer na een reduyt aen den Agger , om met gelegentheydt Lillo te beter te belegeren. Te Santvliet bouwden ly oock een groote Schans, met feven bolwercken, en eenige andere kleynder wereken op den wegh naer Antwer-pen,ten deel,om ’t gemelde belegh te vorderen, ten anderen , om het loopen van ’t krijghsvolck uyt Bergen-op-Zoom te beletten ; en daer te bcrcyden,’t gene tot de belegering van die lladt noodigh was ; tot defen eynde is ’er een graft van de Kruys-Schans af,die niet ver van Antwerpen leyt,tot aen Stabroeck,en van daer tot Santvliet toe,begonnen,om allerley krijghstuygh en |
eetwaren met kleyne kollen over te brengen. Maer defè wereken fijn verhindert,loo door on* geluck , als door quaet beleyt der Spaenfclien j want den tweeden Oótober fijn, door een on* voorfiene brant, al de hutten, en al dat het vuer vatten kon,in Santvlietverflonden.Beneden Lillo hebben de Ilercke vloeden binnen den dijck vele Ichorren en gorfien van een geruckt, de naefte daer van is Blaeugaren genoemt,van waer een nieuwen dijck naer Lillo loopt : op delen dijck, en tufichen verlcheyden armen van de Schelde , hebben de vereenighde Staten vele Schanfien geleyt. De Spaenfehen , om haer na te volgen , maeckten tegen over Santvliet, aen ’t Fort te het Stoofgat, oock een Fortj maer dit, en ande-re van hunne wereken, met d’oude dijckdaer over men nae Stabroeck gaet, hebben groote fchade geleden van de hooge watervloeden. De Prins van Oranje, als hy dit alles verllont, ge-boodt, dat men ’t grootlle eylandt tulTchen het Stoofgat enBlaeugaren op de rivier gelegen,met een Royale Schans van vier bolwercken fouver-llercken, in de graften twee ravelijns maken, en de rivier wat naerder leyden,om de plaets te ver-kleynen , die de foldaten meteen dijck louden omringen j ’t welck gefchiet is , hoewel die van Santvliet met lchieten enuytvallen’tlèlve poogden te verhinderen, dewijl lyniet meer dan omtrent jyo roeden daer van gelegen fijn. Dit DeSchant melde Fort is Frederick Henrick,naer de groote Veldt-Heer,die ’t beval te bouwen,genocmt;cn geboutft. leyt lbodanigh , dat het de Spaenlchen in haer aenllagen op Lillo kan hinderen.Dus verre Grotius. In’tjaer cl o In c xxxii heeft Graef Wil- Ferfheyde lem van Nafibu de Kruys en S. Iacobs Schanf-lèn, ’t Fort op Hoogerwerf, en verlcheyden an-dere,behalven Santvliet, voor de Heeren Staten ingenomen ; en den Couwenfteynlchen dijck doorgelleecken, door welcke vele dorpen onder water quamen. Doch in ’t jaer c I o loc xxxvi is S. lacobs-Schans weder van de Spaenfehen met gewelt ingenomen , daer 30 Ibidaten ge-doodt, en 48 gevangen wierden. Sy meenden oock,in’t jaer clo lo c xl,deKruys-Schans met I ƒ00 mannen te verralTchen, maer wierden ontdeckt, enafgewelèn; verloren verlcheydc lchepen, vele van hunne Ibidaten verdroneken, vijftig wierden verllagen,en onder dedoodenen gevangenen waren vele Officiers,als de Gouverneur van Callo, d’Overlle van de lchepen, en andere. |
Hierein. Ceßerckt. Noch meer fortifia ceertc R A v E is aen de dinc-kerfijdevan de Ma-le, twee kleyne mijlen van Ravefteyn, en vier groote van ’sHertogenbofeh gelegen : is aenmerc-keiijek, foo om fijn heyt, als andere faken. Sy ftaet onder de ver-eenigde Staten; doch is een eygendom van de Prince van Oranje Willem Henrick, foon van Prins Willem, en neef oft Soons-foon van Fredrick Henrick,wiens vader Prins Willem haer van de Koning van Spanje, voor de Neder-landtfche beroerten , als leen-aoet o-ekocht beert, met toeftaen van de Staten van Bra-bant ; want fonder ’t felve heeft de Hertogh geen vermogen om fijne domainen oft heer-iijekheden te verkoopen , verfetten, nochte vervreemden. Sy is de hooftftadt van’t landt vanKuyck; en men heeft haer , in defe laetfte oorlogen , met bolwercken,ravelijns en contrefcharpen foo voorfien , datmenfe voor een der fterek-fte fteden vanNederlandt acht ; hoewel datfe niet groot is, want men kan in een quartier-uers de ftadt omgaen. Hier was eertijts een vergadering van Canonicken van S. Elifa-bet. Het is voor defeneen tamelijck ftedeken geweeft ; doch is door d’inlantfche oorlogen in geringen ftaet gekomen : maer men hoopt, datfe door de vrede weder toenemen , en tot haer oude wclvacrt geraken fal. Defe ftadt is in t jaer clo lo lxxxvi in’t gebiedt der Spaenfehen , nac een kort belegh, door de blooheyt van de Gouverneur, ( foo men toen oordeelde } die daerom onthooft is, gèkomen. Sy bleef onder hen , tot in ’t jaer c I o loc 11, als Prins Maurits haer weer onder de heerfchappy der vereenigh-de Staten , als wy terftont verhalen füllen , ftelde, die haer uytnemende fterek lieten maken ; hoeweldatfe tevoren,als gefeyt is , alreede tamelijck vaft gemaeckt was : want men vergrootte de wallen , men maeckte de graften wijder,en een borftwecring van ach-tien voeten breet, feven groote bolwercken, die op clckander fchieten können, en vaft gebouwten wel voorfien fijn : over de graft, die wonderlijck breet en diep is , maeckte men een trenché , die vijf voeten breet, en meer dan tien hooch is; en bchalven al ’t voor-feyde , noch verfcheyde hoornwereken , die yder met een byfondere graft, en t’famen daer boven noch met een gemeene omringt fijn ; in voegen , dat het vernuft en de kon ft der Ingenieurs hier niets meer by te voegen heeft : want de Natuer heeft dit alles voltooit ; dewijl fy , als gefeyt is, aen d’ een fijde de Mafc heeft, en aen d’ander , leege landen, ten deel omringt met een waterken datfe àen Raem noemen, ’t welck uyt de Peel, dat moeraftigh |
laut is, afkomt. Des vdnters is fy noch meer verfekert, om dat de hoore wateren van de Maes dan over ’t omleggende laut vloeyen , waer doorfe niet te genaken is. Sy heelt aen de landtfijde weylanden, daer goetgras waft, en vele fehoone paerden gevoedt werden. Een ure gaens van de ftadt is een bofeh daer men branthout uyt haek; en uyt dc moeralfigeoft weecke vcenlanden daer omtrent graven fy torfs genoegh tot dienft der burgers. In ’t Kafteel is een kamer der leengoederen, Kumer tot blijek van hare outheyt, daer onder meer dan 3^0 leenen ftaen , waer van eenige feer out en edel, en door de tijdt allengs van de Hertogen van Gelder vermeerdert fijn,infon-derheyt van Hertogh A mout, die hier, foo voor als na fijn gevangenis,gewoont heeft, in ’tjaer clo cccc lxxxiv overleden, en met fijn Broedçr Willem, Graef van Egmont, en Heer van Yflelfteyn, in een graf geleyt is. De Magiftraet beftaet in een Amptmaii, de Schout,twee Borgemeefters,cn feven Sche-^^'’^^^* penen , die maer een jaer gebieden , ’t en fy dat men haer tijt verlangt, die op den eerften January begint en eyndight ; want dan worden gemeenlijck jaerlijcKs, door de Prins van Oranje,oft fijne Gemachtigden,weer nieuwe verkoren,oft d’oude beveftigt. Na de Schepenen fijn acht Gefworenen,die in dcdagelijck-fche vergaderingen niet beroepen worden, maer alleen, als men handelt over ’t inftellen van nieuwe fchattingen , oft eenige andere ongemeene en gewichtige faken,die de Staet betreffen. De Grave heeft oock vele privilegiën oft voorrechten , als onder andere : datfe van al- gien. Ie hare koopmanfehappen , diefe in Brabant, Gelderlant, Hollandt, Zeelant, Vrieflandt, en vele andere plaetfen, vervoeren, geen tol behoeven te betalen. Het landeken van Kuyck, hoewel feer 'Ku'jk eer^ kleyn,was eertijts een Graeffchapj het is niet boven d’anderhalfmijle breet, en vier lang : nochtans begrijpt het,behalvendeftad,noch feftien oft feventien dorpen ; en wort in twee deelen,namelijck,in opper en neder gedeelt. In de tijdt van Kcyfer Lotharius verloor den Heer d’eernaem van Graef; en het wierd, eenige jaren daer na,het landt van Gelder inge-lijft; doch federt, door ’t Huys van Bourgon-dien, als’t hen toebehoorde,aen Brabant,met liaen van Egmont, Graef van Buren, van den Hertogh van Brabant, met toeftemming van de Staten der felve Provintie,voor een groote fomme gelts gekocht,en wiertalfoo Heer van de ftadt en ailes wat ’et toebehoort ; ’t welck federt aen 't Huys van NafTou , door quot;t huwe-lijck van fijn eenige dochter en erfgenaem Anna met Prins Willem van Oranje , gekomen is, wiens na-neef Willem de derde haer, als boven geleyt is, tegenwoordigh befit. |
Trirn-hotit.
Geleerde lieden.
Duffel.
XVdel~
in ’t gemeen VRYHEDEN genoemt.
Os tervyckïs t^sree I mijlen van ’s Hertogen-bofch selen-en ,• en is een redelijck groot vleck , daer Hmen vele goede lakenen maeckt.
Oorschot is in t
midden tulfchen ’s Hertogenbofch en Eynd-hoven , te weten , omtrent drie mijlen van yder^gelegen; en had eertijdts een treffelijeke vergadering van Canonicken^onder de naem van S. Pieter.
Turnhout Icyt fes mijlen van Antwerpen : is een fchoon vleck, en eertijts een ey gen dom van de Koningin Maria van Hon-garyen , dat haer van haren broeder Keyfer Karei de vijfde voor haer leven gefchoneken was : het is een vermakelijeke plaets tot de jaght 5 en heeft een tamelijck fraey kafteel. Na de doodt der gemelde Koningin is ’t weder acn den Koning Philips de tweede gekomen. Hier is oock een collegie oft vergadering van Canonicken van S. Pieter, die feer rijek fijn. Oock wierden hier vele lakenen gemaeckt; maer federt dat dien handel meeft naer Engclandt geweken is, hebben fy fich in grootc menighte met het melfe-maken geneert , die hier foo fijn en wel-getempert gc-maeckt worden, datmenfe door heel Europa fend. In defe plaets [^Joannes Driedo geboren,een groot en vermaert Godtsgeleerde,die vele geleerde boecken aen de weerelt gefchoneken heeft : cw Joannes Genjardkts een man van groote geleertheyt en oordeel, in-fonderheyt in de Hiftorien, en burgerlijeke wetenfehappen ; voorfien met een trefFelij c-ke Bibliotheeck, foo van gedruckte als ge-fchreve boecken:mèn verlangt m-et ongedult nae de vruchten van fijn heerlijck verftant, en hoopt dat fijn foon GaÇpanis die aen de weerelt, door den druck, gemeen maken fal. Omtrent dit vleck is een heyde,daer in ’t jaer cloloxcvii ’t gevecht gefchiede, dat men flagh ^an TÓirnhoat noemt, daer Prins Mauiits over de twee duyfent van de Spaen-fchen, met haren Overften Varax, verfloegh; waer door fijn roem vergroottejcn defeplaets vermaert wierd.
D v p F E L leght op den watervloet de Nethe genoemt, tulfchen Mechelen en Lier: het is een Baronnye van een groot inkomen en wijtftreckend gebied. Defe plaets heeft in den Gelderfchen en inlandfchen oorlogh vele fwarigheyt geleden, en is meer dan eens geplondert, verwoeft en verbrant.
Waelhem is oock op de Nethe, een mijl van Mechelen en drie van Antwerpen,
gelegen. Over de gemelde rivier is,tot gerief der reyfende lieden, een fraye brugh ge-maeckt. Dit vleck heeft oockjn’t jaer clo I o X L11 , door de Heer van Longueval en Marten van RolTem, die ’t Gelderfche krijgs-volck geboden , vele elenden uytgeftaen ; maer is federt weder herbouwt. Men macckt
hier vele lakenen, en andere diergelijckc koopmanfehappen.
Merchten is omtrent drie mijlen Mereh-van Brulfel gelegen.
Asche leght een mijl van Merchten, en ^fche. twee en een half van Bruflel.
V u E R E N is aen den ingang van ’t So- Vueren. nien-bofch, twee mijlen van Brulfel, en twee van Leuven, gelegen : het is met de waerdig-heydt en eernaem van Burgh-graeffehap bc-fchonckenj en heeft een fchoon kafteel, daer de Hertogen van Brabant, om de goede ge-Icgentheyt tot de jaght, fich dickmael plachten te onthouden en te verluftigen. Hier liggen drie Hertogen begraven , namelijck An-tony,en fijn twee fonen, als loan, die de hoo-geSchole te Leuven gefticht heeft,en Philips, die alle na elckander Hertogen van Brabant geweeft fijn.In dit vleck wort jaerlijcks,door ordre en inftelling van de Hertogh,om de lieden van Leuven enBrufiel in gedurige vrient-fchap te bcveftigen,een fchietfpel gehouden, daer in fy, met houte voctbogen,naer d’oude wijfe, en met groote vreught, yder op ’t befte naer ’t wit fchieten.
Duysborg legt een mijl van Vueren, en drie van Brulfel: het is oock een Borg-graef-fchap , en ’t outfte vleck van al de Brabant-fche Vryheden.
O v E Ri s scHEis omtrent twee mijlen oijerif-cn een half van Brullel by ’t Sonienbofch. 7^^^-
Hulpen legt een mijl van Overilfche, H/iligt;e}t. cn drie en een half van Brulfel : hier is een fchoone kerek , en een collegie oft vergadering van Canonicken.
W A V R E is vier mijlen van Brulfel gele-gen ; een vermaerde plaetfe om haer Prioor-lchap,en fekere heyligdommen,door ’t wclck, foo men feyt,vcel wonderdaden in tijden van fterfte en haeftige fieckten gefchiet fijn , die daerom jaerlijeks met groote ceremoniën in procelïie te Brulfel gedragen worden.
Breyne ALEv(dit oAleu is een oudt freine Franfch woort, dat penfioen oft onderhoudt ^l^u. betekent^ heeft defe nacm,om dat het eertijts tot penfioen verbonden is geweeft ; dewijl voor defe (gelijck oock noch in gebruyckis) devlecken belaft of verbonden,oft ontlaftcn vry gefchoneken worden , na de verdienften der gener diefe ontfingen,en wierden daerom aleki
aleUjÇVï ^ry alen genoemt,nevens andere tyte- : len, die de onderdanigheydt en vryheydc der Heeren en Edellieden betrofFen;gelijk Eftien- ; ne Pafquier, Doótor en Advocaet in ’t Parlement van Parijs, ’t felve in fijne Recherches onderfcheydelijck befchrijfc : Gregorius van Tours, en Aimon de Monick , maken oock gewagh van defe en andere trefFelijcke faken. Dit Breine leght drie mijlen van Brufi'el, aen den ingang van ’t Sonienbofch j ’t is een kleyn, maer leer out vleck : daer omtrent leght een Kafieel, freine le Qjaßean genoemt ; en drie mijlen voorder in’t landt vanHenegouis een ander vleck,dat men 'ïBreme Ie Comte noemt, waer van wy in ’t Konincklijck deel, onder de kleyne fteden van dat lantfchap, breeder fpreken. Defe vlecken , nae ’t feggcn van de hedendaeghfche Schrijvers en r gemeen gevoelen, fijn gefticht en hebben haren naem van den vermaerden Brennus, die , als
. 1 itus Livius in ’t vijfde fijner eerfte ticnboec-ken fegt, met een machtigh leger uyt Vranck-rijck in Italien tegen de Romcynen getrockcn is , 'v^elcke hy by de watervloet Albia t’cene-mael geflagen heeft ; wacr op hy , fijn voor-fpoet vervolgcnde,naer Romen voortruckre, dat hy, in ’t jaer 365 nae ’t bouwen der ftadt^ innam,plonderde en verwoede,en belegerde het Capicolium ; maer Camillus de Diäator oft Oppergebieder heeft hem , ’t fy dat hy te onvoorfichtig; oft te forgeloos was, tweemael
O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Ç
overvallen, en foo gantlch verdagen, dat ’er, als Livius feght, naeulijcks een overbleef,om de tyding van hun verlies in Vranckrijck te brengen. Polybius fchrijft, dat de gemelde Franrchen,als fy Romen ingenomen hadden, vrede met de Romeynen maeckten , en nae hacr landt, om d’inlantfche oorlogen,getroc-ken fijn. Maer Polydorus Virgiliu.s, in fijn Engelfche Hiftorie, feght, dat defe Brennus, die Rome geplondert heeft, een Engelsman enVelt-overfte van de Franfchen wassen dat’er hondert en tien jaren nae hem een andere Brennus, een Fransman , gewecft is , die met een groot leger in Grieckenlandt en Macédonien reyfde : defe, volgens de tijdt-rekening, is de felve, daer luftinus van fprecckt, die met Belgius vergefclfchapt was : welcke krijghs-overften, in hooge achting fijnde, meer dan drie hondert duyfent mannen in Vranckrijck, en in hun geboortelandt, vergaderden , daer mee fy, ten deel door Honga-ryen, ten deel door Italien , in Grieckenlandt en Macédonien getrocken fijn, daer, na veel voorfpoet, het ongeluck hen, milfchien om haergroote moedtwil, getroffen heeft ; foo dat ly beyde , met al hun volck, verflagen fijn: want Belgius, als hy met fijn overgebleven krijghsvolck uyt Grieckenlandt vlood, is in ftucken gehouwen 5 en Brennus, met de
oor-ßrong.
heydt.
Stichter.
tempel van Delphis te pion deren, wierd daer gewond, verftrooyt en geflagen , dies hy van fpijt fich felf doode j daerom fingt de Poëet Propertius :
uorrida facrilegnm teßantnr lumina Bren-nnm.
Dat is, îîet heetgeßcht,datßeets in Brennns 'V^voondo) Stjn kerkroof, enßjn moetij^ilhelder toonde,'' Doch hoe het is, defe fteden,gelijck genoeg-faem blijckt, fijn gefticht en hebben haer naem van d’een oft d’ander voorgemelde Brennus. ’t Is oock aenmerckens-waerdigh, dat Juftinus van de Gaulifehe oft Franfche volcken (waer af defe geweften een groot deel waren) getuyght : De Ganlißchejenght, feyt hy, ^lt;vas in frlek een menigte vermeerdert, dat haer eygen landt hen te Kleyn was ; derhaï-ven ßin ßy ßomtijdts met gantßche legen elders gereyß ; foo dat 'er geen Koning in Afia was^ die hen in ßjn oonogen niet gebruyckte ; noch geen Prins uytßjn landt verdreven , die hen niet tot hulp verficht ; in 't kortAe beroemtheyd der Gallifihe wapenen was fio groot door vele overwinningen geworden, dat d'Orien-taelfihe Vorßen meenden^ dat fy hun heerfchap-py niet konden behouden, oft, verlorenßjnae, weerkrijgen y dan door de dapperheden defier volckeren : jae waren fioo geluckigh , datfie^ d'overwinning gekregen hebbende , als hen de Koningvan Btthinientotßjnhulpgeroepenhady het Pijck met hejn deeldenj en noemden^metßjn toeßaeny het deel dat hen te beurt viel, naer haren naem, Gallo-Gracia. Dus verre luftinus.
Een mijl van dltPreine Aleu,cn vier van Bruf-fel, by de Heerlijckheyt van Clabbeke, wort een fchoonen fteen onder d’aerde gevonden, die men, na de naem der plaetfe, Clabbeken clabbe, noemt : defe fteen toont en glinftert als de ken. Diamant ; doch is veel fachter, verlieft fijn glans als hy fomtijdts in ’t water komt, en heeft niets anders dan den fchoonen fchijn en bequaemheydt om ’t volck te bedriegen. Men heeft daer nae een beter flagh omtrent een mijl van het dorp Henaft gevonden. Guic-ciardin fchrijft, dat het in fijn tijdt verboden was de Clabbeken in goudt te beflaen.
G E N A p E leght een groote mijl van Ni- cenape, veile : hier is een oudt en tamelijck fraey ka-fteel, daer de rechtbanek van ’t hooge hof van Lothier, foo wel in borgerlijeke als criminele en leen-faken, gehouden wort ; doch men kan fich op de Cancelery van Brabant beroepen, behalven in faken van leenen, die hier difhnitijf oft eyndelijck afgehandelt worden; maer de partyen mogen kiefen, oft fy in dit hof, oft dat van Bruftel willen pleyten. Om de goede locht, fchoonheydt der landouwe, ; gerieflijckheyt der jaght, en andeie vermake-
i X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lijekhe-
-ocr page 456-
Gele. lijckheden, hccfc Lodevijck, Dolfijn ofc out-fte Icon van Vranckrijck,ennaiTiaels’Koning, de elfde gebynaemt, hier vijfjaren, als hy m ongenade was by fijnen vader Koning Karei dc lévende , door de gunft van Hertogh Philips de Goede , met fijn Gemalin ge woont, die hem in dit kafteel verfcheyde kinderen baerde j hoewel hy daer na een groot vyant van t Huys van Bourgondicn ge weeft heeft, vele oorlogen tegen hen gehad, en vele van hare fteden en landen ingenomen. |
Gele leght twee mijlen van Herentals, en is een aengenaem vleck, daer voor vele jaren een collegie van Canonicken , ter eeretl van de heylige maeght Dympne,dochter van de Koning van Yrlant, (hier door haer cygen vader gedoodt, en tot een martelarefle ge-maeckt,) opgerecht is. Arendonck is twee mijlen van^ren^ Turnhout. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;domk. D o R M A E L is een grootc mijl van Lan- T^ormAel. den gelegen ; en heeft oock , gelijck ’t fclve Landen, haer beroep ter eerfter inftantie, gelijck fy ’t noemen, tot ’s Hertogenbofch,hoc^ wel het wijdt van daer leght. |
’t BELEGE EN OVERGEVING
DER STADT GRAVE,
Door de wapenen der Vereenighde Staten,
Onder ’t beleyt van
PRINS MAVRITS VAN N A S S O V,
haren Veidtheer te Water en te Lande , amp;c.
In ‘t jaer cio lo c ii.
Qç. defe ftadtjin ’t jaer cio lo Lxxxvi,van haren Gouverneur de Heer van Hemert aen de Prins van Parma overgegeven is, hebben wy in haere be-fchrijving alree aenge-roertjen datfe in’t jaer •van 't beleih. clo loc II is gedwongengeweeft fich weder onder ’t gebiedt der Staten te begeven ; ’t welck wy nu wat breeder füllen verhalen. Prins Maurits,eerft weder-gekeert van den tocht in Brabant tegen den Admirant van Arragon, quam den 18 lulii in ’t gemelde jaer met het leger voor defe ftadt. Hy felf nam fijn quartier oft wijek in ’t ooften , aen den oever van de Maes, Graef Willem in ’t zuyden, en den Generael Veer met d’Engel-fchen in ’t weften; in dit en des Princen quartier wierden twee bruggen over de rivier ge-flagen,om de overtocht vry te hebben, en aile levens-middelen te beter te bekomen. Dit Halve maen gewonnen. |
gedaen fijnde , wierden terftont aile nootfa-kelijckheden uyt Hollandt nae ’t leger gefon-den. ’t Gerucht liep, dat den Admirant, met een leger van twintigh duyfent mannen, om de ftadt t ontfetten , af quam •, dies de Prins fijn leger van buy ten dapper verfterekte , in-fonderheyt aen de fijden daerdeSpaenfchen, naer alle waerfchijnlijckheyt,eerftfoudenaen-vallen. De halve maen,die de belegerden over de Mafe hadden, wierd, als een goet voorteken van d’aenftaende overwinning, van de beleggers ingenomen. Rontom ’t leger , dat wel begraven was,waren meer dan feftigh re-duyten,vele forten en paliffaden,en een graft omtrent i8 voeten diep. De Gouverneur der ftadt was Antonio Gonzales, een Span-jaert; maer dewijl men een belegering vreef-de , wierd Don Inigo Dotaiola , een ervaren krijghs-man , met eenige Italianen en Span-jaerden, en fommige Duytfchen, onder Pau-gus Gallays, Lieutenant van den Colonel Tyfling,in de ftadt gefonden ; foo dat de be-fetting omtrent duyfent vijf hondert mannen Sterckte van de befitting fterek was, behalven de burgers, die maer drie oft vier hondert waren : oock hadden fy op al hun krijghs-gereetfehap en eetwaren goede ordre geftelt. De approchen oft naerderingen van de beleggers wierden ondertulTchen met alle naerftigheydt gevordert de bateryen opgerecht, ’t gefchut daer op gebracht, om de belegerden allengs te dwingen. Terwijl men dus aen wederfijden bcefich was,quam Fran-cifcus de Mendofa , Admirant van Arragon, jdmt-met Graef Henrick van den Bergh,en andere rant hoofden van des Aerts-Hertoghs leger, met hun volck in ’t landt van Kuyck, daer fy een brugh over de Maes floegen ; en daer na tot op een half mijl van’s Princen leger,by’t dorp Lijnde. Soo haeft als fy gekomen waren, gaven fy de belegerde, door ’t affehieten van ’t gefchut, kennis van t felve, die, om hare bly-ïchap daer over te betoonen, terftont op de felve wijfe antwoorden. Drie dagen na hunne komft deden fy elckander vuerteekenen. Den I 5 Augufti deden die van de ftadt een T)e beU^ uytvalop’t quartier van Graef Willem van g^rde Nafibu, en twee dagen daer na op ’t quartier van d’Engelfchen ; maer fy wierden foo hef-cigh afgeflagen , dat fy veel hacftiger wederkeerden , dan fy gekomen waren ; doch dit gefchiede niet dan met verlies aen weerfijden, ïoo van Officiers als foldaten,doch meeftvan de belegerde.Den feventiende der felve maenc deden iy weder een uytval met 700 mannen, naer ’tEngelfch quartier, maer quamen niet aen ; want d’onfe deden hen met hetgefchut terftont in de ftadt keeren. Des Admirants leger quam oock nae.genoegh , doch deden geen gewek, alleen de wachten van weerfijden hadden eenige kleyne gevechten ; maer hy bracht fijn gefchut foo nae aen ’s Princen leger, dat hy daer in fchoot, waer tegen men terftont dicke aerde wallen tot befchanffing moeft maken. Ondertuftchen wierden nu Herlies en dan verfcheyden kloecke mannen gefcho-ten, als den Ingenieur Andries de Roy, die van Prins Maurits, om fijn verftant en weten-fchap in befchanflingen en belegeren van k nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fteden, |
obreKa et expugnata
A-b Illustrißj_mo Principe
Mavritio
ifftien/tu.mŒyzft£:^C
'François 'ï^ee^
'Î.M'ÏA''
IXAAA'»''''''quot;
fl-
-A
rioßA'in'l^ ’
''’. - .J.
• ■ /•Aßpamp;y^^
y
fî .fi-^M/^4.
'n^NÜiû/îO^^/y^fl
du
Cemte. 0‘ttilù
t D Jb L li G ri UbK fteden en dapperheyt in’t aenvangen en be-leyden van d’approeben, feet bemint was ; en Jacob van den Boflehe, oock een Ingenieur: de Capiteyn Meetkercke en Morgan wierden feer gevaerlijck gequetft,en Capiteyn Hamilton feorfvan fijn wondc.Selfden Engelfchen Generael Veer wierd in den hals en wange, Jidendofa, •vertrekt. Rhijn-berck en CMeurs '^eyfirgt. Den Admirant begon gebreck van eetwaren te krijgen,dies hy,voor fijn vertreck,noch een aenval op ’t leger wilde doen , en bracht vele ladders, fchoppen, fpaden , houweelen, en diergelijck gereetfehap by elckander, om ’s nachts tuftchen Prins Maurits en GraefWil-lems quartier in te breken j maer ’t wierd ontdeckt, en de Prins was met het gantfche leger op fijn hoede, van nieening fijnde hem met dapperheyt f ontmoeten en af te keerenj waer door hy in alle ftilheyt vertrock , en liet vele van fijn gereetfehap liggen, fonder iets meer tegen der Staten leger voor te nemen. De Heer van Grobbendonek, Gouverneur der ftadt ’s Hertogenbofch , pooghde hem te bewegen, dat hy, om Prins Maurits alle toevoer af te fnijden, fich foude komen legeren tot Ravefteyn, daer hy felf allerley montkoft beter fou können krijgen j maer d’Admirant vond het felve niet raetfaem,en vertrock naer Venlo. Prins Maurits, ïn twijfel fijnde, of hy iets opRhijnberek oft Meurs mocht voornemen , fond Graef Ernft met een goet deel volcks derwaerts 5 doch Mendofa trachte in Venlo te komen, maer vergeefs, dies hy naer Maeftricht vertrock •. want fijn krijghs-volck was door gebreck heel t’onvreden , infonder-heydt de nieuwe Italianen , die in foodanigh een armoede , en fonder geldt te fijn, noch niet gewoon waren, en derhalven in groote menichte tot de Staten overliepen. D'Dngel-fihen winnen een halve macn, De belegerden waren ondertuflehen over d’Aerts-Hertoghs vertreck feer misnoeght, te meer , dewijl fy aen fijne wederkoinft wanhoopten. Sy hielden fich evenwel kloeck-moedigh , om de ftadt wel te befchermen , waer aen fy alle hunne krachten te koft ley-den. Sommige van hen , om alle fwarigheyt t’ontgaen,begaven hun des nachts uyt de ftad in ’t leger, en verfekerden Prins Maurits, datfe noch van alles voorfien waren, uytgefeyt volck,’t welck fy meenden dat hen eerft ontbreken fou. Men vorderde d’approchen oft naerderin-geii in ’t Staten leger naer vermogen. D’En-gelfchen, onder ’t beleyt yan Sutton, Lieutenant Colonel van den Ridder Horatius Veer, befprongen de halve maen,die watbuyten de contrefcharp van den Beir leght, welcke fy innamen, en een batery op ftelden, waer me- |
de fy’t gefchut der belegerden, dat dickmael op hare gravers geloft wierd , befchoten , en krachteloos meenden te maken. T'wee da-o-en daer nae vermeefterden ’s Princen volck noch een halve maen by de Bergh-poort ; maer fy moeften die , om datfe daer in niet bedeckt waren , weder verlaten : hier bleef Capiteyn du Puis verflagen,en den Capiteyn Vife en den Lieutenant van Stridos gevangen. De belegerden deden daer na een uytval naer Laetflen de fijde van de fteenen beir,op’t quartier van d’Engelfchen,daer in de Lieutenant van Charles Morgan,die wederftandt meynde te doen, doch van fijn volck verlaten was, gequetft en wegh-gevoert wierdj doch Capiteyn Richard ontfette hem, en deê de belegerden weder na de ftadt wij eken : dit was den laetften uytval. Die van de ftadt hadden, naer ’t quartier van Prins Maurits, alle hare buytenwercken ver- nae in de '’ral van een bolwerck dat aen de dat men hen foo na quam, dat de gaelderyen in d’ander quartieren oock haeft gereet waren, dat hun volck door ’t dagelijeks fchieten veel verminderde, en dat ’er geen ontfet voor handen was,) naer een goet verdragh, om de ftadt over te gcven,begonden te trachten,dics fy verfochten , met de beleggers te woorde te komenj hier toe wierd Sidienitsky uytgefon-den, die ’t foo ver bracht,dat die van de ftadt hunne Gemachtighden in ’t leger aen Prins Maurits fonden, en gyfelaers innamenjen dus wierdhetverdragh den September, op de volgende voorwaerden, gefloten : dat den Gouverneur en al ’t krijgs-volck uyttrecken fouden met hunne paerden , wapenen en huysraet, en met vliegende vaendelen, flaen-de trommels, brandende lonten, en kogels in de mont, en 150 wagens tot Dieft toe hebben, doch daer gyfelaers voor laten. Al ’t gefchut, vivres en amunite fouden fy getrouwe-lijck overleveren aen perfoonen daer toe ge-ftelt, fonder iets te verminderen oft te bederven : de befetting fou de volgende dagh ver-trecken, en meer andere punten. Volgens dit verdragh fijn , op de geftelde tijdt, omtrent 800 mannen , en 400 gequet-ften, uytgetrocken. Men ftelde tot Gouverneur den Baron Sidienitsky, en Mabufe tot Sergiant Major oftWachtmeefter. De fob daten wierden in de winter-quartieren gefon-den ; en de Hooghduytfche ruytery door de Staten betaelt en afgedanekt.Prins Maurits is in de felve maent als Pant-hecr van ’t landt van Kuyck gehultj en men heeft op alles, wat tot dienft en verfekerino- van de ftadt ftreck- De hele-, gerden •verfoeken en uytge- •voert word. Gounjer-near- |
A E S T R I C H T heeft fijn naèin, wat oock andere Schrijvers daer van ■gt; mijn oordeel,van d gelegen
e plaets daer-is, ’t welck is
een padagie oft doortocht over de Male ly wort derhalvenin’t Latijn Traje^um Mofi, oft Ti'aje^um ad Mofam genoemt, en fomtijdts Traje-dïum fuperiiis, Opper-Trajeclum,tot onderlcheyt van Trajedlum in/erUiSj Neder-Trajedum,oft Uitrecht. Sy is leer wel gelegen op de gemelde rivier, die daer door loopt, en naer in twee deelt; doch ’tgrootfte is met een heerlijeke heenen brugge, waer van Tacitus ipreeckt j aen’t kleynfte deel, dat men Wijck noemt, gehecht j en is omtrent vier mijlen van Luyck.
Het is een groote, oude en ftereke ftadt, met fraeye huylèn verciert. Sy heeft twee hooft-kereken ; d’eene, daer de Koning , als Hertogh van Brabant, felfs Kanonick is, heeft men aen de heyhge Servaes gewijdt, die , als den Apoftel van dit landt, hen eerfi tot het Chriftelijck geloof bracht, d’eerfte Bilfchop was , en fijnen dienft met loo een heyligh leven, en ontallijcke wonderdaden , als men lchrijft, vercierde, dat hy met recht de naem van heyligh verdiende, en , na fijn overlijden , dat in’t jaer cc c x c v gefchiede, verkreegh. De twintighfte en laetfte Bilfchop deler ftadt was S. Lambrecht, die hier van fijn eygen geellelijcke kinderen de martelkroon ontfing ; waer door S. Hubert, over des volcks ondankbaerheyt en wreetheyt vertorent, de Bilfchoppelijeke lloel, door het toeftaen en gelagh van den Roomlchen Paus, in’t jaer 710 , te Luyck helde. In dele kerekfijn vele reli-quien van de Maegt Maria, en andere heyligen, welcke, met groote ceremoniën , op belbndere tijden, aen ’t volck getoqnt worden. De andere hooft-kerek is aen de felvc heylige Moeder-Maeght gewijdt.
Hier is oock het edel en heerlijck convent,die BiJJèn genoemt, van de Duytlche Ridderen der ordre van de heylige Macght Maria van leru-falem,’t welck groot en wijdt genoegh is om het hofgefin van een machtigh Vorft te herbergen. Maer acngefien dele leer treffelijcke Broeder-fchap het Duytlche volck eygentlijck betreft, waer af dit landt een quot;root lidt is , en hier vier vermaerde conventen oft kloofters, en vele ka-ftcelen , dorpen en heerlijekheden in dit geweft heeft ; foo en lal het,naer mijn oordeel,hier niet qualijck voegen, te meer , dewijl het elders niet gelchiet, dat wy in ’t kort den oorl}-gt;rongder gemelde Broederlchap verhalen. Doch tot meerder yerffant van dele faken , en andere die daer ae*n hangen, is ’t noodigh , dat wy onlè redenen wat hooger beginnen, te weten , van’t jaer c I o X cix , als d’Itaiiaenlche kooplieden van d’onge-loovige Vorhen verkregen , datle te lerufalém , (want die hadt was toen noch niet van de Chri-
Gelegf^ hejft.
Pijfchop“ pc»‘
J^elu^uicft cft over-hlijffelen der hcjli-
Convent der Dttyt-Jcke ordre.
henen gewonnen) een kerek, ter eereii van de heylige Maeght Maria, mochten bouwen; maer daer na, in plaets van een, hebben ly twee kerc-ken met twee kloohcrs getimmert, ’t een voor de mannen, en ’t ander voor de vrouwen,welcke plaetlèn van de vreemdelingen , die uyt devotie derwaerts quamen, onderhouden wierden. Na-maels is daer noch een Gahhuys, ter eeren van S. loan, by gebouwt,waer in men bequame gee-helijcke lieden, als behierders, om de arme Chrihenen te helpen en te bclorgcn,heldc; dele mannen wierden van de Patriarch der lelve plaetle op de rechte fijde met een witkruys ge-tekent, en Gahhuvs-vaderen genoemt ; en uyt dit gering en hecht begin heeft dorure cicr vansjam broeders en Ridders van S. lan haren eerhen-cr-a'iv, oorlprong gekregen;welcke om hare Godvrueh-tigheydt, gelijck waerlchijnlijck is, Godt aenge-naem waren,en fijn derhalven allengsloo machtigh geworden, dat ly, onder andere heerlijeke daden,denongeloovigen,in’t jaer cb cccvin, met gewelt en dapperheydt in de wapenen , het eylandt Rhodes afgenomen hebben, en daer door den tijtel van de Rhodilche Ridders vCr-worven:dit eylant is door hen vele jaren Ridder- dcor hen lijck ingehouden en belchermt, tot datlè ten g^^^'onnen, laethenvan denTurcklchen Keylèr Solyman , met een overgroot en machtigh heir belegert fijn, wiens gewelt en hormen ly omtrent les maenden af keerden ; maer dewijl ly van d’andc-re Chrihenen , die lelf in verderflijeke inlandt-fche oorlogen verwart waren,geen hulp kregen, en oock verraden lijnde, hebben ly uyt hoogen noot,die geen wet heeft,in ’t jaer clo In xxii, dele plaets overgegeven en verlaten ; en dus is, tot groote lchade en lchande van ’t Chrihen- • rijck,dit bolwerck van Europa,en dele belchèrm-plaets van Orienten jammerlijck verloren. Daer na fijn dele Ridders in Italien gekomen, en hebben van Keylèr Karei de vijfde het eylant Malta, tulfchen Sicilien en Africa gelegen, verwor-ven,daer het meehe deel van hen nu noch WOO- fchóneken, nen,en dickmaelmet lof voor’t RoomlcheChri-helijck geloove hrijden; gelijckly,in ’t jaer c I o btx V, metgrootekloeckmoedigheyt, tegen het verwoed en gruwelijck acnvaïlen van net Turcklche lcheeps-heir te wateren te land hre-den , alwaer ’t Iclve quot;roote Ichade leed, en haren Generael oft Opper-?Vdmirael, Dragut Rais lelf verhagen is. Raphael Volaterranus,een vermaert Schrijver,leyt in fijn een-en-twintighhe boeck, dat defe Rhodilche oft S. Ians Ridders van S. Auguhinus ordre fi jn : Hieron Paulus in fijn boeck van de Kercke,ieght het lelve.Dochhaer geehelijcke belofte en verbinding belet hen niet te komen in d’erlfenis van hare goederen, om datly niet uyt de weerelt fijn : maer ly mogen niet nuwelijcken, en hebben alleen de vruchten van hare erfgoederen, fonder ander eygendom; want ly fijn genoeghlaem voorfien metCom-manderyen en andere inkomhen tot haer onderhoudt : foo dat het eygendom van haer erf-fenis, als fy overleden fijn, wederom komt aen
j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;haer
-ocr page 461-■'U.
i-f 'lt;■gt;
■?)■-•*
’V iÖ.
,f«'
'T£r0’'v
ö '
1^“ ■«gt;='’;, '
equot;'
®''V ''
' -'Ö-V’
'l'« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-
^.aBïsaaK
V
7
%.
^quot;ïyoquot;
-1?
y 't'' ■'s’
ft ■
■s ®-lt;i-
. . W '©quot; '
■©quot;’©'■sf-
fe’’*
'«r- /
‘Vquot;’-’
-- « ■
. nbsp;nbsp;nbsp;'^i5--*irr-.,7Cf'^;,''^
' '■rnlrfffffr
I
“©V
, - Tin IflïTCnirP?'
■»•v
‘-®-
.,v/gt;
KVS-OK CrVIVAXO3:iV7IX
,i(.i’'n('CTfr(fj
'ffV-W ‘
,fl'’
.......tr'-'O“quot;
j-e
gr
t) 'quot;V'* • \
' 'nfr^fTrrr
■. .»Kir^
■’■ 'gt;t' ' ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- quot;
.....
îiaer njcfte bloctver wanten, gclijck de geleerde Papon in fijn boeck van d’Arrcften, in d’eerfte tijre! van’t ecn-cn-twintighfte boeck^getnyght, dac vclc vonnideil na dele meening geweien lijn. .Byiia op de lelve wijle , en tot Jiec lelve evnde» Inn.llina . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ t VM dn^dre oocK tc Icruialem, in t jaer cln cxxviii, lèmpe- dc cdclc oi'di'c dci* Ridderlijke Tempelier-broe-’ ders ingellclt j maer na twee hondert jaren , als ly nu leer rijek en machtigh waren geworden,èn in lommige dwalingen en fcliaiidelijcke fonden gevallen , gelijck men leydt, fiijn ly alle op een tijdt, door ’t bevel van Paus Clement de vijfde , Kcyler ?dbert vail Ooftenrijek, en de Koning van Vranekrijek, jammerlijck gedoodt,vernielt en uytgeroeyt, en vele van hare rijekdommen aen de Rhociilche Ridders gegeven. Onlangs nae ’t gemelde jaer do c xxviii, isoock, en dey. Paulus Emilius en Polydorus Virgilius Ichrij-Dayt/che ven,te lerulalem de ordre van de Duytlche Rid-kiddtys, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Broeders van onle L. Vrou, met de lelve meyning, belofte en ooghmerck , als de twee voorverliaclde,cerft in gelet; want ly moeten ook d’arme pelgrims , doch alleen van haer, dat is het Duytlche volck, belbrgen en fijn mee gehouden het Chriftelijck geloof, met kracht en dapperheyt in de wapenen, te belchermen : en dit fijn cygentlijck de TeutonilcheoftDuytlche Ridders, die in dele fiadt, als gelèyt is, het convent, die BiJ/èn genoemt, en meer andere goederen in dele landen , befitten ; waer van breeder by Guicciardin, en andere Schrijvers, te leien is. Maeftricht ftaet onder twee Heeren:’t een deel Staten der vereenigde Nederlanden ‘ van wegen’t Hertogdom Brabant; en’t ander de BilÏchop van Luyk,wiens deel,als loan van Plai-fance Icght eertijdts van Graef Porus van Leuven aen S. Scrvaes,om dat hy hem van een vuy-len ftanek en verrotting der neulè genelèn had te leen gegeven is ,• en of lchoon daer na de Bil-Ichoplijcke ftoel tc Luyck, als ghy alreede ver-ftaen hebt, overgevoert is , foo hebben de Bif-Ichoppcn evenwel de heerfchappy van dit deel der lladt behouden : dies is hier nu tweederley gebiedt, en twee rcchtbancken, fopder eenige merekelijeke lchcyding van uyterfte palen ; foo dat ly,om yder fijnen heer te kennen,de volgende gewoonte onderhouden, namelijck, datfè al-tijtden moederlijken Ham volgen^totvoorbeelt, indien iemant een vrouw ten huwelijck neemt in een van dele twee heerlchappyen , het ly van ’t Hertoghdom oft van de BilÏchop lbo moeten fijne kinderen de lelveHeer,daer de moeder on-. der lïaet, onderworpen fijn : çn.alle vreemdelin-gen, die in de lïadt komen om te woonen, moeten terlïont Verklären'7onder welck gebiedt ly begeerèn te iïaen, en dan worden ly daer onder ontfangen en gehouden. Eertijdts was de Her-j hju dc vcrccuighde Staten evenwel hcjdt Over-Heéren der gantlche lïadt-, gelijck ly in toikemt. verlchcyden handelingen betbonen ; want ly doen daer alleen geldt,munten, en de Her-togh plach in fijn eerlïe inkomlï (gelijck in d’in-treê van fijn eygen lïeden) de mildadigers wc-deiïpannigen,en ballingen van Maelïricht,alsly dan met hem in de lïadt quamen, en fich aen de ft eert van fijnpaert hielden, oft, als ’t getal leer nroot was, aen de koorde die daer aen ^eborV den was, genade en quijtlcheldingte vergunnen. Het is wel waer , dat ’er fallen tijden, om d’opper-bverheyt en het gebied deler lïadt,ver-Icheyden gefchillen, tulïchen de EIcrtogen van * Brabant en Biffehoppen van Luyk, gewcelï fij n, en nooit geheel by vonnis afgedaen ; maer mijn meening is niet,om iets, tot nadeel van d’ecnoft d’andcr, by te brengen ; want de Rechtsgeleerden mogen iegelijeks recht onderlbcckcn , eil daer nae wijlen en Ibreken. |
Uyt dele lïadt lijn voortgekomen Matthecus Glt;:'ccrdeii. Herbentis,Gerardus Marbe^fins^G-n Matthias Mineconius, van vele boecken, gelijck Tiïthemius getuyght, die, om hare uytmuntende verhanden, haer va-derlandt en hen Iclf, hoewel ly voor vele jaren gcllorven fijn, ter eere leven. In ’t jaer clo b lxxvi heeft Maelïiïcht een Iware llagh Van de Spaenlchen ontfangen ; Spaenfihett want de Magilïraet,hellende aen de fijde der Sta-ten, pooghden die natie met verdragh uyt de lïadt te krijgen , waer tegen fich Montefdoca met hevige woorden lïelde , en hulp ontbood, daer mee de Spanjaerden de lïedelingen verdreven,en vele burgers dootfloegen; vele verdronc-ken, en andere verbranden in hare huylên, die door’tkrijghs-volck aëngelïeken waren, welcke voorts de lïadt plonderden, en allerley moedt-. wil en gewelt bedreven. In’t jaer 1579 is ly door de Prins van Parma ranPar^ belegert, en lbo fel bevochten , dat diergelijck weynig gelchiet is.Na dat hy de lïad heftigh be- ’ lchoten had,deê hy haer op twee plaetlèn io per beftormen, dat het fcheen, dat fijne uytgele-lèn edellieden en kloecklïelbldaten de dood voor heftigh lpel,en d’overwinning Ibker achten: doch de be-legerden ontfingenhen metlulck een kloekmoe- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* digheyt,die van burgcrs,boereo,man, wijf,jong, en oudt, geholpen wierd , datfe met verlies van twee duilènt mannen (daer onder fijn neef Fabio Farnele,verlcheyde Grooten,Etlellieden,en omtrent jo bevelhebbers waren) moelïen afwijeken. Daer na deden de ftedelingen,om hunnen onge-kreuckten moed te toonen, verlcheyden uytval-Icn. Parma deé groot gewelt om een ravelijn te winnen, daer mee hy, metfehieten, myneeren, werpen van vuerwerek en lïormen j omtrent vijf weken bcefich was, ’t welck d’eene dagh door d’ander wel 20 menlchen ’t leven kolïe. Men feyt, dat ’cr in dit belcgh 22 mynen gelprongèn fijn. Eyndelijck, na vele andere en d’uyterlïe proeven van dapperheyt aen weerlij den , fijn, de belegerden , door’tlïadigh waken en vechten, lbo afgemat, dat hunne wacht verllapte; dies hebben de Spaenlchcn , fiende van ver dat de wacht Hiep, de wal in alle ftilheyt bekropen, men^ de wacht gedoodt, en fijn allbo ter lïadt inge-lïort, daer ly,nacr weynigh tegenfïant, meefter van wierden, en eenige dagen lbo gruwelijck leefden, dat defeplaetste kleyn en t’onpartij-digh is j om dat met d’oorlakcn, in fijn volle leden, te belchrijven ; dies fend ick de lelèr tot de Hiftory-lchrijvcrs der Nederlantlche oorlogen, als P. C. Hooftp Strada, en verlcheyden andere. |
M ABSTRICH T.
Door de wapenen der
Heeren Staten van de vereenighde Nederlanden i
onder ’t beleyt van
FREDERICK HENRIC K,
Prins van Oranje, amp;c. Veltoverfte van hare Legers, amp;c.
Etjaer m d c xxxii was feer voorfpoedigh voor de verbondene Laiitfchappen 5 want de Heeren Staten, om den Tijt, die foo dier-baer is voor’t fterffe-lijck geflacht , niet vruchteloos te verlie fen, oordeelden,datfe die niet beter en nutter, dan met het vermeerderen van haer heer-fchappy naer hun vermogen, konden befte-oorfaken den. Dit voornemen wierd door de occafle •z/zzw t be- qPj. gelegenheydt begunftight ; dewijl vele ' Spaenfche troepen in Duytflant, tot hulp van Keyfer Ferdinand tegen de Koning van Sweden, waren getrocken. Dies deden de Staten een fterck leger, om een deel naer Duytfland aen hare bontgenoten te fenden, doch infon-heyt om de Spaenfchen te beoorlogen , door Frederick Henrick, Prins van Oranje, verfa-melen , die alle de foldaten uyt hare befettin-gen ontboodt,en beval datfe den xxii May te 7 Leger Nimmegeu fouden byeen wefen. Sy begaven Xrr ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fcheep, maer door tegenftrevende win |
den wierden eenigen genootfaeckt aen landt te gaen, om ten gefetten tijdt op de beftemde plaets te fijn. Ondertuflchen dede men openbare gebeden in de vereenighde Nederlan-den,om voorfpoet en fegen over de genomen . ßerckte i'aetflageii te verkrijgen. Daer nae trock het ^4«! het leger op in verfcheyde Regimenten,als 7 vaen-delen van de Guarden oft lijfwachten, dat van Wijnbergen had 10 compagnien , Veer 13, Morgan 11 , Harwood i l , Packenham 11, de Graef van Solms 7,Brederode i i,Varick 8, Borgue, Buckluck en Balfour yder 7, de Heer van Beverwaert 5), Loo 8, Graef Ernft 11, de Vriefen 13,Graef Willem i l, Ferens 5, Erent-Ruyter 8,Roofenkrans 5,Gent ix,Chafl:illon, Hauterive, Candale en Maifonneuve yder 11, Gracf Maurits 14 , Pinfen 10 , en eyndelijck het Regiment van de Graef van Idanau be-ftont in 8 benden : foo dat er in alles 2.8 Regimenten,beftaende in x 81 vaendclen,waren^ Al dit volck wierd in drie troepen oft brigades gedeelt, te weten, d’eerfte de Nederlanders, de tweede de Franfchen, en de derde de Engelfchen. Behalven ’t voorfeyde voetvolck had men noch 5 8 cornetten paerden,mede in verfcheyde Regimenten en oock in drie troepen verdeelt : d eerlfe troep geboodt den Heer van Stakenbroeck, Lieutenant generael van de Ruytery, de tweede de Graef van Styrum, en den Hertogh van Bouillon de derde. ’tLe-' ger voerde met fich 8 3 foo groote als kleyne 7 Getal Rucken, daer onder 6 halve kartouwen j en 'van'tge-1500 wagens , die allerley nootdruft aen-brachten. Oock ix Aeckjes oft langwerpige fchuytjes, om een brugge te flaen 3 en allerley ammunitie en gereetfehap ten oorlogh dien-ftigh en noodigh. Als ’t leger dus in ordre was,belafte men dat yder foldaet fich voor vijf dagen van montkoft voorflen moefl: j en men trock over de Mokerheyde naer Venlo, het rente welck fich eerlang opgaf,na dat men te voren genomen ’t fort Aerfien ingenomen had. Een deel van ’t leger trock, onder ’t beleyt van Graef Ernft, naer Roermont,welcke fich mede overgaf, na en Roer* dat de gemelde Graef daer voor gefchoten en wonde. gedoot was. Van daer ging men naer Ma-ïeyck en naer Sittert in’t landt van Gulick ; daer de Prins verftont,dat Graef Jan vanNaP fou twee duyfent mannen en veel oorloghs-gereetfehap binnen Maeftricht gebracht had. Den 10 Junii quam’t geheele leger voorde felve ftadt, en yder wierd fijn quartier aenge- firicht wefen. Twee dagen daer na plante men vijf ftucken op een bergh by de legerplaets van Colonel Pinfen,die weynigh fchade in de fladt deden , om datfe te ver geftelt waren. Men fpoeyde ondertuflchen met de legerwercken; invoegen,dat in weynige dagen,door de forge der Ingenieurs, en de naerfEigheyt der foldaten, de trencheen, fchanflen, hoornwereken, redouten, dubbele graften, halve manen, Ipo-ren, traverfen en bateryen gemaeckt wierefen. De beleggers vorderden oock hare approchen m nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;oft |
Q oy:quot;(rgt;
S..A£rre
a aufpiciis Potentiflimorum DD. Ordinum Belgicæ ïi'oetleratæ,V]rtute ill,”quot; PkEDERICiHeNRICI, Araufionenfîuni Principis, etc. cio l'JC xxxii.
-»a.
:: i
“ï-J
fluetier dot /^rifèns
üA/
«‘ J*
Q a cv
a..a
.7-
»5^
■■““««km. ij
■''f» l.-
'•'pp.
it'« Q
.LäXaq-ö'-
.....'x, f t* lt;Â .-W^I^A
Porte de 'HU'merin^en
La vtetUe forte de Landererufa Laporte de^^atehten LaCommanderie
Tlt;ea .sliiiiltns Ceaue Levant de Pierre Porte Sgt; a.^At'tin.
I/Aforte de dCoo^hhruggen Cuyratjes J aie ta fur te C. de
- ''•e ■vsC'4
7£Q
fl'
Z
r Ô'ft .
KSca-.a
«•Ti '.Q cal
'v' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'3
f. --S!
Ari'H-aï'
f 9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;jt■■■'■'quot;d nbsp;nbsp;nbsp;,
s!r.âgt;9
O Jfl .g»
.Q!.»« a »©eo
'jfl . ,\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;9
■ gt;«
•9fP
((-
I '^x’ f -Ô ô
t2, 0KDri^i/J'aùt3_gai-tej ^enl du.amp;ay, Aprex Ia i-itraiete dttC.de Stimm. .
Le lieu, aupoffenheimJ^l dej nbsp;nbsp;oui ta.
Satteriea.
îp] CarfS des garde/
ÔTottea
# ». Haulins A Veoae .
i
'i
-^ \
U {gt;
flt *
3 O .
quot;r ,n rz “x'Y
Qgt; lt;»
-O O a (jk ® if
O Q a
U ' I Muj.
iïZ
-Jîf 3 fl
Die van de fladt Vallen uyt. Santé Croce komt tot ßerckte van ß}n De Prins verßrgt d'overjij-de van de Maes, die feer hoogh was. oft naerdernilTen; maer die van de ftadt fcho-ten foo fchrickelijck met canon, datfe hen daer mee niet weynigh hinderden : foo dat de Prins felf genootfaeckt was fijn quartier te rüg op den top van een bergh te nemen. Die van de ftadt deden een uytval met loo mannen op d’approchen der Franfchen en Engel-fchen j maer wierden met gewelt weder inge-dreven. Onlangs daer na quam den Marquis de Santa Croce met het Spaenfehe leger te Tongeren, tot ontfet der belegerden,nam fijn quartier in een dorp, een ure gaens van de plaets daer de Prins van Oranje lagh , in ’t welck hy op de toren vierde,en lofte viermael na eickander x4 halve kartouwen, om die van Maeftricht fijn komft bekent temaken; welc-ke terftont met al hun gefchut, dat fy drie-mael affehoten,antwoorden, en hare blyfehap betoonden. Seker fpion, die drie dagen met het leger van Santa Croce gereyft had, ver-klaerde , dat het beftont in 178 vaendelen te voet, 76 cornetten paerden, 70 foogroote als kleyne ftucken, en 5^00 wagenen. Terwijl fy ’t leger der Staten naderden, deê de Prins van Oranje met fijne appróchen en andere wereken dapper voortgaen : hy liet oock een travers, leggende omtrent 3 o paffen van’t uyter-fte der Engelfche fappe by de Wijmering-poort, befpringen , welcke met gewelt ingenomen , doch door de menighte der belegerden , die tot een uytval buyten de ftadt gekomen waren, weder verlaten , met verlies van verfcheyde voorname mannen ten beyde lijden. Daer na fond de Prins eenige vaendelen aen d’overfijde van de Mafe, om de Spaenfehen het overkomen, en ’t fenden van verfch volck in de ftadt, te beletten : welcke evenwel met drie ponten vol volck over de riviere voeren, twee der felve hadden alreede 300 mannen aen landt gefet ; waer op de Franfchen uyt een hinderlage kloeckelijck aenvie-len , fonder het gevaer van vele fchoten , die van drie batteryen der Spaenfehen geftadigh op hen gedaen wierden, te entfien ; en vochten foo dappcr,datfe 400 mannen,daer onder vijf oft fes Capiteynen en twee oft drie vaen-dragers waren , verfloegen en gevangen namen. Nae ’t eynden van ’t gevecht wierd den Marquis de Teau, onder wiens beleyt ’t felve gedaen was, met een kanon-koegel gedoodt. Oock bleven de Capiteynen Faullon en Fref-ne, twee Lieutenanten, als Mons de Bois en du Fay, en eenige voluntairen. Der Staten leger had het geluck en voordeel in dit belegh, dat de Mafe feer hoogh gewaften was,’t welck het Konings volck leer hinderlijck was om over de felve te komen : in voegen, dat al de elementen , als hemel, aerde, water en vuer, des Princen voornemen gunftigh fchenen 5 welcke ordre gaf, dat Stakenbroeck met i6q |
mannen, d’een helft ruyters en d’ander vuer-roers, en vele trompetten en trommelen een allarm op fijner vyanden leger fou maken : dit gefchiede meteen feilen aenval,terwijl alle de trompetten geblafen en de trommelen ge- bravade: flagen wierden , ’t welck foo een vreeflelijck geluyt maeckte, dat de Spaenfehe niet anders meenden , dan dat het heele leger hen quam befpringen ; dies fy door fchrick heen en weder liepen, en konden naeulijcks in ’t geweer komen. Stakenbroeck brack door haer retrenchement tot in een wachthuys, daer hy een dootgefchoten Capiteyn in vond. Eyn-delijck quamen de Koningfehen tot bedaren en in wapenen ; dies de gemelde Overfte met vele gevangenen in’t quartier van den Heer van Brederode wederkeerde. Des nachts lieten die van de ftadt een mijne fpringen onder het gemelde travers, maer fy dede weynigh fchade. De Marquis van Santa Croce wapen- sante de onlangs daerna fijn volck, en deelde het in drie hoopen, om, foo ’t fcheen, een proef op der Staten leger te doen ; maer daer volghde niet op,dan dat hy des anderen daeghs eenige vaendelen naer Mafeyck fond : waer door de Prins van Oranje nadeneken kreegh, datfe van daer fouden trachten over de Mafe te komen, of het huys van Graef Henrick van den Bergh innemen, om ’t felve fterek te maken ; dies fond hy de Graef van Styrum met eenige Compagnien voetvolck, en den Hertogh van Bouillon met x o cornetten paerden , om op het voornemen der Spaenfehen te letten j het welck daer door, foo ’t fchijnt, gebroken was, dewijl fy niets aenvingen. Twee dagen daer na veroverde de gemelde Bouillon het ftereke huys Argenteau, t welck aende Mafe tuftchen Maeftricht en Luyck gelegen is, en feer be-quaem om het varen der fchepen te beletten, en de Prins de toevoer van Luyck af te fnij-den. Ondertuflehen wierd dagelijeks heftigh in d’approchen met verfcheyden uytkomften gevochten ; tot dat de Colonel Maifon-neu ve, met toeftaen en in ’t by fijn van de Prins, een mijne aenftack, die wel werekte, waer op de Franfchen met fulck een dapperheyt acnvie- 't Huys Argen~gt; teau uer-meeßert. Mijne ken. en omtrent 100 verfloegeujfonder datfe meer dan 40 mannen verloren. Doch alfoo die van de ftadt gedurigh op dit werek fchoten, konden de Franfchen ’t felve niet inhouden : de Walen, die hen verloften,ftormden noch tot elf uren in der nacht, dreven de ftedelingen uyt hare wereken en namenfe in ; doch dewijl de felve met verfch volck gefterekt wielden , moeften de Walen oock weder in hare wereken te rug gaen. De Spaenfehen poogh- Despen-den verfcheyde mael over de Mafe te komen, fi^^^poo-maer alles te vergeefs, en t’elckens met verlies ^deMa^ van de haren, die dootgeftagen en gevangen tekomem wier- |
vierden, oft verdroneken als men de ponten oft fehepen, die hen over fouden brengen, in de gront fehoot. Terwijl dit in ’t belcgh ge-fchiede , quam Graef Willem van Naflbu in der Staten leger,na dat hy in Zeelant verovert ^do^or^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Couvefteynfehen dijek , Kruys- Craef fch^iis, S. Jacobs-fchaus, het Peck-gat, S. Am-Willem brofius, S. Martijn oft Hooger\verf,en S.Anna oft derGeufen bril. De gemelde Graef kreegh li/n quartier tuffchen de leger-plaetfen van Graef Maurits van Naflou en de Graef van Heete gevechten. Brief-drae^h- Ci fiers gevangen) Styrum. Na vclerley hevige gevechten in de contrelcarpen en andere wercken omtrent de ftadts graften, en het fpringen van verfcheyde mijnen , welcke aen wederfijden veel volcks koften , dede men naerftigh onderfoeck, en ftelde op vele plaetfen fpions, om te beletten, dat niemant uyt oft in de ftadt eenige brieven bracht, op dat men alle verftant oft gemeen-fchap van den Marquis de Sante Croce , en andere Overften , met de belegerde fou verhinderen. Onlangs daerna wierd een vrou, uyt de ftadt komende, gevangen, die een ko-geltjen, daer een briefken in ftack, ingefwol-gen had, ’t welck fy door groote dreygemen-ten bekende ; dies wierd het felve haer door een ftercke purgatie afgedreven. Drie dagen na ’t voorfeyde wierd een foldaets vrou, die mede uyt de ftadt quam,voor de tweede mael gevangen, welcke, na een lang en fcherp onderfoeck, ja dreygen met de galge,eyndelijck bekende , datfe twee kopere dooskens met fwelgen in haer lichaem had laten dalen , en dat in yder een brief ftack, d’een in caratderen oft onbekende teeckens, van de Gouverneur den Baron van Lede aen den Marquis de Sante der brieven ont-deckt. Croce, en d’anderc van de Magiftraet aen haren ouden Stadts-vooght de Graef van la Mo-teric, gefchreven. Men deê haer ’s avonts eenige pillen innemen , daer door fy de vol-endege- gende dagh de dooskens lofte. De brieven heymen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kennen, dat het de belegerde onmo- gelijck was , indien geen fpoedigh ontfet quam , de ftadt langer te houden , dewijl des Princen volck tot in hare wallen gevoordert waren. Terwijl defe faken voorvielen, quam Papenheym, op ’t verfoeck van d’Infante Ifa-bella Clara Eugenia, met eenigh volck uyt ontfetder Duytfiant,om ’s Piincen leger op te flaen,tot fiadt, groot vernoegen van die van Maeftricht. Hy noegh, met hulp van Sante Croce, een brugh over de Mafe,dacr hy een fchans voor maeck- Fapen-hejm komt wede tot te j op dat fy fich , als ’t de noot vereyfchte, by elckander konden voegen. Dies deê de Prins fijn volck, dat over de Maes lagh,in fijn leger komen. Papenheym lofte (nae dat der Staten Veltheer tweemael aen hem gefchre-ven had, daer op hy t’elckens antwoorde) vijf ftucken gefchuts op het quartier van Graef Maurits, waer mee ny hem vyant verklaerde. |
Het fcheen dat ’er tuftchen hem en de bele-tijdt aen en uyt te vallen, dan die van de ftadt waren eerft vaerdigh,en deden met 400 mannen een heeten uytval aen de Maeftrichtfche fijde in de fappe en corps de guarde, daer d’Engelfchen in die tijdt de wacht hadden^ in welck gevecht de Graef van Oxfort, en meer andere brave Capiteynen en Officieren,doodt bleven. Soo haeft als dit gedaen was , quam Papenheym fvijf dagen voor’t overgeven, op den middagh , om die tot een getuyge van fijn dapperheydt te hebben ) van den bergh, • daer hy achter lagh, met fes oft feven duyfent mannen, foo te voet als te paert, in volle flag-ordre afdalen, medebrengende twee veltftucken , die fy een mufket-fchoot binnen de plaets, daer fy meynden aen te vallen, plantten, ’t welcke was op een kleyn kerek-hofje, S. Walburgh en oock Ammy genaemt, daer des Princen linie noch onvolmaeckt lagh, en hagen en boomen ftonden , waer door ly ten deel van ’t fchieten bevrijt waren. De Italiaen-fche Regimenten, die Sante Croce des nachts en vah te voren aen Papenheym gefonden had, kre-gen d’eer van d’eerfte aenval, welcke op ’t ge-melde kerek-hofje met fulck een hevigheydt Maunts. gefchiede , datfe op den top van des Princen retrenchement quamen,daer fy met fijn volck handt tesen handt vochten. De Prins van De Prins Oranje, die fich een weynigh te ruft begeven had, klom terftont, foo ras hy ’t gerucht hier van gewaer wierd, te paerd, en fpoeyde hem, met verfcheyden compagnien te voet en twee halve cartouwen , naer Graef Maurits quartier, daer de vaendelen voetvolck langs de li-nien , en achter haer dertigh cornetten paer-den in flagh-ordre, geftclt wierden: in voegen dat naeuujcks een man .van Papenheyms volck, foo fy door het retrenchement gebroken hadden , ’t leven behouden fou hebben. Sy vernieuden dit befpringen tot drie oft viermalen , om door te breken ; doch konden niet : want vele van hen wierden op de borft-weering gefchoten, eenige met kolven van musketten en back-fteenen’t hooft ingefla-gen. OndertufTchen fpeelden de ftucken van alle batteryen, die op de velden flanekeerden, en raeckten in ’t midden van der befpringers flach-ordre ; de muskettiers fchoten oock heele chargien onder haer. Papenheym dreef met fijn ruytery d’Italianen, die wij eken wilden , van achteren weder aen ; doch fiendc pa^en-dat het vergeefs was, liet haer eyndelijck af-trecken. Dit gevecht duerde van ’s middaeghs ten een ure tot ’s avonts ten acht oft negen %en. uren. Men gelooft, dat de gemelde Papenheym fijn volck liever eerder afgevoert had j maer hy was het tegendeel genootfaeckt, om fijn dooden en gequetften en twee veltftuc-m 2. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ken |
HET B ELEGH VAN
M A E S T R I C H T.
Getal ßiner dûode n.
Mijne der be~
die ten deel ont-deckt wûrdt.
ken af te halen. Hy had in dit befpringen, na ’t verhael van fijn eygen volck, 14 oft 1500 mannen verloren ; en was felf gequetft. De belegerde deden,terwijl de partyen elckander bevochten , een uytval aen de felve fijde uyt Wijck ; de Ritmeefter Heero van Burmania kreegh bevel daer op te chargeren , ’t welck hy met fulck een dapperheyt deê, dat hy daer over verflagen wierdt. De Raets-heer Johan van den Sande verhaelt in fijn hiftorie,dat hy van een voornaeni man , die toen in ’t leger was, bericht is, dat, als Papenhejm ons leger beßormde 3 boven fventigh dnyfent pont pulver in 't felve niet was j 't welck haeU geconfu-meert had können worden, en 't geheel leger in de ujterße noot geraken, indien de vjandt ons haa können gaende houden. Twee dagen nae ’t gevecht was de mijne der beleggers onder de bodem van de ftadts graft, en ver genoegh onder de muren gebracht : men maeckte een barricade van plancken omtrent 14 voeten achterwaerts. In de mijne waren drie kamers, en daer in 18 tonnen buskruyt : doch de ftedelingen entdeckten de felve, en namen daer negen tonnen uyt j d’ovenge negen, hebbende te vele luchts om foo een hooge wal van fteen en aerde om te werpen, maeckten, aengefteken lijnde, foo grooten brelfe niet, als fy anders fouden gedaen hebben: evenwel wierd het fondament van de wal daer door foo be-weeght,dat de fteene muer, vier roeden breet, in de graft nederftorte j ’t welck des Princen volck fiende , vielen mannelijck aen over de fteenen die neergevallen waren, en trocken
en eenige van de Magiftraet, die op de felve plaets ftonden,om ordre tot belcherming van de wal te geven, in de lucht gefprongen hebben. In de ftadt was, terwijl het llormen duerde, een jammerlijck gefchrey van mans, vrouwen en kinderen, en haer groote alarm-klock luyde: want fy vreefden dat het krijghs- Lreefe volck, foofe met gewelt in de ftadt quamen, alles omgebracht fou hebben ; dies riepen fy om quartier oft verdragh , maer kregen geen gehoor, om dat de Prins, foo fommige fchrij-ven, de ftadt aen fijn foldaten , indien fy die met gewelt quamen te vermeefteren, ten beften Qeseven had. De belegerde wierden door
r r 1 • 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 r
dele Itorm loo verlchnckt, dat ly geen twee-de durfden verwachten j want als de volgen
Lellen
quot; ßorm op de ßadt,
de dagh de dooden begraven waren , en die van ’t leger weder begonden te fchieten, riepen fy om in handeling te komen , en ver- die ont lochten,dat eenige van de hare mochten uyt- '^«^dragh komen, om met de Prins te fpreken : hier op ’ wierden van wederfijden gijfelaers gegeven,en ’t verdragh den xxii van Auguftus getroffen, befchreven en onderteeckent. De volgende dat geßo-gt; dagh trock de befetting, 1400 mannen fterek, uyt de ftadt, met twee drielingen, twee halve kartouwen , drie flangen , en twee valkonet-ten. De Prins beftelde hen hondert wagenen, over-om de fiecken cn bagagie te voeren. Onlangs gaen der nae ’t overgaen trock Papenheym weder over den Rhijn; en de Marquis Santé Croce brack oock op , en keerde met fijn leger naer huys. De gemelde Joan van den Sande feght in fijn hiftorie, nae dat hy dit belegh en overgaen kortelijck befchreven had , defe volgende woorden : Tßtis ü defe machtigeßadt, in 'tge-^
elckander op , tot omtrent 70 voeten in de hooghte,tot datfe boven op de bres quamen, daer fy bant aen hant met de belegerde voch- ßcht t^an een Keyferlijck en Konincklf k legert tot opgeven gedwongen, in de tijdt van twee maenden en veertien dagen, De Prins bleef hier tot in November, tot dat de ftadt met
' word.
ning te befchermen , fchoten van de felve en van de rondeelen op de befpringers, en hingen aenelckc fijde van de bres een groot licht uyt, om hen te beter t’ontdecken , fmeten oock handt-granaten, brandende peck-kranf-fen, en andere fchadelijcke vuerwercken van boven op hen af. De beleggers donderden mede fchrickelijck van hare ' bateryen op de ftadt. De ftorm in de brelTe duerde meer dan een half uer : der Staten volck vielen drie oft viermael met nieuwen moet weer aen, in het geficht van haren Veltoverften,die eyndelijck beval af te trecken. In dit beklimmen en vechten bleven aen wederfijden vele officiers en foldaten. Indien de beleggers de gemelde mijne een half uer te voren aengefteken hadden , foo fou, gelijck de ftedelingen dacrnae verhaelden, de Baron de Lede, Gouverneur,
meer wercken gefterckt was ; en fond onder-tuflchen Stakenbróeck, Lieutenant Generael van de ruytery, en de Colonel Pinfen, met eenigh volck , vier Rucken gefchuts en twee mortieren, naer Limborgh , dat fich nae 3 4 fchoten met verdragh overgaf. Graef Willem van NafTou wierd met acht Regimenten te voet,en twaelf cornetten paerden voor Or-foy gefonden, dat hy oock in drie dagen veroverde. Eyndelijck is de Prins van Oranje, met fegen en overwinning gekroont, naer ’s Gravenhage vertrocken , en daer en in alle andere plaetfen, daer hy door reyfde,heerlijck ontfangen, volgens fijne verdienftcn aen den Staet der vereenighdeNederlanden,die dit jaer door vele Steden en Forten aengegroeyt was.
en quot;van Lintburg en Orfoy,
Oude ^gin der ßadt. '•Aenwoi. L u Y s liccft ’er naem van de fluyfen^die liier omtrent op verlchey-den plaetlen , om de zee-wateren in oft uyt te laten, te vermeerderen oft te verminderen naer gelegent-heyt j gemaeckt fijn ; oft miflchien, als löm-mige leggen , naer de gedaente van de plaets, daeiHe gelegen is, die met vele wateren door-fneden, en niet qualijck naer een fluys gelijckt. Haer eerfte oft outfte naem was Lammcns-yliet, die haer van een Engels-man , Lambert ge-noemt, als ly eerft gebouwt wierd, gegeven is ; welche naem ly tot net jaer cIo ccc xxxi, als ly allengs nyt haren vorigen geringen ftaet oprees, behiel; doch ledert die tijdt is ly Sluys genoemt. Julius Lipfius meent, datfe Sigebertus in fijn ChronijcK Clausula dat is, Sluys oite.Sluyüngj noemt. Men vint oock,datlè de hay)en '\gt;an ’f Zysgt;yn geheeten is : want Buzelinus, in ’t eerfte lijner laerboecken, onder Clotarius de tweede, leyt aldus : Niet ypijdt ygt;an daer is de Hallen Dan 't daerde fchepen feerbequamelijck uyt en in können ko ' men : dit quot;stas haer oude naem daer na is fy Sluysdoch federt de ha'Pen quot;yan Sluys j genoemt. Hy voeght ’er daer na by : Tufchen Antyveycn en Boulogne is geen bequamer hayen om aile koopmanskappen o^er te brengen dan die ygt;an ''t Zyeyn, en de graft y an Ooflburgh. ’t Schijnt ûock dat Meyer y an ’t febe geyoelen is, als hy feght: Op de febeplaets^ daer nu Sluys is^ ycas een hayen, die de Ner^iers yeçlgebruyckten,en quot;yan Ario^iflus, Koning der Duytfchen, 'yeryeoeß en yerbrant is. In ’t j aer cio ccc XXXII heeft Willem van Yperen de haven van Sluys ingenomen , daer hy lieh ver-fterckte, en dickwils, tot groote Ichade der omleggende landen, uytliep ; tot dat de Prins van Eifas hem dwong uyt het landt, en in Engelant te vluchten. Doch ick wil dit foo ver niet trecken , dat ick daer mee fou willen bewijfen, dat Sluys toen al een ftadt was : want men vind, dat de Gravin Margriet federt aen d’inwoonders van Lammens-vliet het burger-recht,en ’t recht van Schepenen te hebben gegeven heeft ,• en dat men daer na de helft, te weten de landt-lijde, daerlè van’t water niet belchermt was, met een muer en graft omringt heeft. |
Haer voornaemfte aenwas en voorlpoet had ly in ’t eynde der heerlchappy van Graef Guido Dampierre , wiens loon loan haeren welllant en koophandel, door het toeftaen van fijn Neef Lodewijck, met y ver bevorderde maer die van Brugge quamen hier door in groot misnoegen, en vreelden ’t bederf van hare ftadt : dies ly lieh in’t jaer cl o ccc xxiii wapenden , en begeerden de hanthaving van alle hare rechten en vryheden , die hen van alle tijden door de - Graven gegeven en vernieuwt waren ; en dat de Graef van dit voornemen Ibu afftaen , en lijn Neef Lodewijck de toe-ftemming herroepen : ly belegerden oock dele plaets, die ly innamen en plonderden , en , als ly t’eenemael verwoeft Keru’oeß e» waSjVerbranden^nadatlê de gemelde Ioan,Gracf van Namen, die daer in was, gevangen hadden. Sedert die tijdt hebben die van Sluys niets durven voornemen , dan met toeftaen der Bruggelingen ; want leven jaren nae’t voorleyde , als o^dérdie men van d’opbouwing der Stadt en verliere-king van de haven begon te Ipreken, Helden ly lieh daer tegen j en in’t jaer do ccc lxvi, als de ftedelingen van Sluys iets tegen ’t welbehagen van die van Brugge voorgenomen hadden , lijn ly door de Magiftraet in een jaerlijck-Iclie boete , van op Ickere dagh het vierde deel van al de roode Rhij niche wijn te geven, ver-welèn. Als ly in’t jaer cId cccc xxv ceni-ge koopmanlchappen op haer eygen gefagh wilden llapelen , kregen ly terftont bevel van ’t lèive na te laten. Doch na datlè veel weder-waerdigheyt en fmaet van de Bruggelingen geleden hadden, begonnen fy onder de volgende Graven een weynigh adem te lcheppen want Hertogh Philips de Stoute kreegh haer,in’t jaer Komt onder cId ccc lxxxv , tot lijn eygendom j deê haer met een muer omringen, en de haven met een toren verllercken, die daer na, door ’t bevel van Keylèr Karei de vijfde, afgebroken is 5 men noemde die naer den bouwer , de toren van Bourgondien, oft het kleyn kafteel, tot onder-Icheyt van een grooter , dat Koning Karei van Vranekrijek tegen d’aenflagen der Engellchen bouwde, en in de jongfte tijden leer verfterekt is. In de volgende eeuw, in’t jaer cb cccc5^ won LXX, is de haven breeder gemaeckt,haer poor-ten herbouwt en verhooght, de marekten, hallen, ftraten en huylèn vernieut en verbetert; lbo dat Karei de lelie hier eenige maenden lijn hof hiel, en lijn krijghsvolck vergaderde, als hy in ’t jaer m cccc een vloot tegen d’Engellchen uy t-rufte. Omtrent 150 lchepen, geladen met aller-ley koopmanlchappen , quamenin’t jaer clo cccc LX VIII in dele haven, om daer te landen. In’tjaer cId cccc v hebben ly d’En-gelfchen, die hen belegert hadden , met groot verlies doen vertrecken. Sy geraeckten allengs in lillek een ftaet,datlè die van Brugge niet meer vreelden, enfineten in’t jaer clo cccc xxxvi dat laftigh juck van hunne hallen, verachten hare bevelen, beroofden hare landeryen, en deden hen veel Ipijt ; want ly vertrouden op de belcherming van de Graven, op de fterekte van hare muren en kafteelen, en op de moedighey t en dapperheyt van ’t krijghsvolck, datlè tot bewaring van de ftadt hadden. Wat hare Heeren belangt; van de heerlchap- Heere», py der Graven is ly gekomen aen lan van Namen , loon van Guido , Graef van Vlaenderen, aen wiens erfgenamen ly bleef, tot dat Hertogh Philips de Stoute, lbo om haer goede haven, als om de ftrenghey t der Bruggelingen te temmen, haer van Willem van Namen in wilTeling tegen Bethune verkreegh : naer hem hebben de drie Hertogen van Bourgondien, Princen van meeft al de Nederlanden, lijn lbon en neven/t gebied over |
S L V Y S.
Afagißra-ten.
Gilden.
Komech-ten.
Sy neemt af door oproer,
over hacr gcliadt, tot datfe aen ’t huys van Oo-ftenrijck door huwelijckquam,wiens erfgenaem Philips de tweede, haer weder aen die van Brugge overgedragen, en verkocht heeft.
De regeering beftaet, gelijck in vele andere lieden , uyt twee Burgemeefteren, leven Schepenen , en eenige Gelworenen. Sedert de tijdt van lan van Namen fijn hier vier benden Schutters geweell, en acht Gilden van handtwercks-licden, waer van de {chippers en arbcyders de voornaemlle fijn. Sy heeft van een der Graven de vryheydt van twee laer-marckten en een wccck-marckt verkregen j oock befit lÿ ver-{cheyden andere voorrechten, hier te lang te verhalen,
Sluys heeft afgenomen door de oneenighe-den en burgerlijcke beroerten onder Keylèr Maximiliaen ; en te voren door het ophouden van de vilTchery, die, tot hun groote fchade,om de lchatting die haren Heer in’t jaer cl o ccc XL I daer op Helde, t’eenemael verdween j maer tot yders verwondering, lbo ras als men de lèlve lchatting te niet deê , begon de vangll weer toe te nemen; gelijck of de vilch,cen af keer van die belafbng hebbende, daerom na den buyck der zee gevlucht was : want het is een dagelijcks voetlel der arme lieden, die ficli daer mee, en
en twiß met de •vreemde l^oplieden.
met oellers , molfelen, en diergelijcke Ipijlè, door gebreck van andere, onderhouden. De groote toeloop der Oollerfclie kooplieden, die hen groot voordeel toebracht, is, door’t quaet onthael, in’t jaer clo cccc xxxvi gantlch te niet gegaen ; want ly kregen lbodanigh een gelchil met de ftedelingen, dat’er veertighop de plaets doodt bleven ; dit deê d’overige ver-trecken, hoewel de Magillraet, om te toonen datlè onlchuldigh aen de beroerte waren, d’op-roerigen terllont deden vangen en llralFen, in ’t welcke een gedenckwaerdige laeck voorviel ; fe-ker Eloy lordaen, een van de gene die belchul-dight en verwelen waren, gereet lijnde om de llagh des doodts van de beul t’ontfangen , wiert door een verlchrickelijckc donderllagh, die al d’omllaenders en de beul lelf lbo verbaell maeckte datlè de vlucht kolen, wonderbaerlijck verloft ; want hy had daer door tijdts genoegh om van daer te loopen ; dies ging hy na Welen in ballinglchap , om Godt voor fijn behoudenis te daneken.
Kercken-
ßCooßers,
De geeftelijeke laken wierden eer tij ts te Sluys door twee Paftoren bedient, d’een in S. lans kerek , d’ander in die van de heylige Maeght Maria, welcke Willem van Namen in ’t jaer cl3 ccc xc 111, feer verciert, verrijckt en verbetert heeft ; doch een droevigh ongeval vernie-tighde haer byna, als feker Bifichop,Lodcwijck genoemt ,in ’t jaer clo cccc xii, naer de Roomlche wijle,gewijdt Ibu worden ; want toen quam eenfoo grooten en ongemeenen donder-'llagh op haer vallen , dat het grootfte en belle deel terneer viel, en verbrande. De Heeren uyt het geflacht van Namen hebben hier twee'kloo-llers, ’t een voor de mannen,en ’t ander voor de vrouwen van S. Francilcus ordre, gebouwt. De mannen fijn van Gent door Graef Ioan hier ge
roepen ; maer’c vrouwenklooHcr is door Graef Willem gcfticht, ’t welck ledert door Ilabella van Portugael veel verrij ckt en vermeerdert is. Het rijcklle Gafthuys is fijn begin aen de Gra- Caßhnyfcn. vin Margareta verplicht ; en ’t ander aen befon-dere lieden.
Dele ftadt legt omtrent vijf mijlen van Mid- Ge'egen-dclburgh in Zeelandt, en drie van Brugge. Sy is door haer goede en bequame haven, het Zy^yn jjaw», genaemt, daer men wel yoo Ichcpen in leker-heyt leggen kan , overal leer vermaert geworden ; ja men noemde de lèlve door uytnement-heyt âc Vlacmfche halpcn. Onfe Hiftorien léggen oock, dat KonincT Karei de lèfte van Vranek-rijek hier en in de geburige plaetlèn een vloot van 1400 lèhepen toerulle, ominEngelant te vallenjdoch dat groot voornemen gekickte niet.
De IFadc is gellerckt en wort belchermt met Kaßeel. een kalleel ,• waer in de Hertogh van Bouillon, als hy te Heldin gevangen was, en den Fran-Ichen Admirael Galpar de Coligny,moederlijck grootvader van Prins Frederick Hendrick van Oranje, in den llagh van S. Quintin verwonnen en gegrepen, bewaert fijn. Dit kafleel was eer-tijdts met eenige liuylèn aen de ftadt gehecht, welcke lèdert door die van Brugge neergeworpen fijn. Het is tegenwoordigh een lèer llercke Sterdtte. lladt, en met dubbele muren en graften voor-fien. Sy hééft in’t jaer cb b ixxxvi i een {ware belegering, die wel drie maenden duerde, gen. door de Prins van Parma geleden , welcke fijn uytterlle vermogen deê , en befchoot haer met 30 groote llucken,cn 8 flangen; hy liet de werc-ken ondermijnen, en donderde lbo lang en met {kick een gewelt, dat de belegerden, hoewel ly fich lèer kloeckmoedigh getoont, en meer dan 17400 kanon-lèhoten, met groote flantvallig-heyt, ontfangen hadden, eyndelijck genoot-faeckt waren lich op eerlijcke voorwaerden over te geven. Maer Prins Maurits, der Staten Velt-heer,belegerde haer weer in ’t jaer clolociv, terwijl ’s Konings leger voor Ooflende lagh, cn dwong haer,naer een belegh van drie maenden, door honger en gewelt, als wy terllont breeder verhalen lullen.
Omtrent de haven en in’t gelicht delèr lladt Scheeps^ is den 16 Mey, in ’t jaer c I o lo c 111, een bloe- ß^ijt. dige lcheeps-flrijt gelchiet, door acht groote galeyen, daer over Frederick Spinola, een dapper krijghsman, het bevel had, tegen drie oor-ioghs-fchepen en twee galeyen der Heeren Staten: in dit gevecht is den Overllen Spinola, Doodt te« door een kanon-lèhoot van ’t leven berooft, en nevens hem noch omtrent 800 van de fijne, lbo gedoodt, als gequetfl en verdroneken : van der Staten volck bleef lacob Micliiellz. Capiteyn van de fwarte galeye, en fijn Lieutenant.
De haven wierdt met twee bolwercken belchermt , waer van ’t een, in de mond der lèlve gelegen, de Halè-Schans genoemt was; ’t ander dicht by de ftadt, dat men Beck-af noemde , ’t welck met enckel gewelt door Prins Maurits gewonnen is ; ’t eerfte gaf fich op voorwaerden over. De vereenighde Staten befitten nu dele ftadt j ten beften van haren Staet,
Saetjlot der Steaen.
’t Leger kemt i» Cadfant.
Lrins
Mamits
tBELEGH VAN S L V Y S.
door de wapenen der Vereenighde Staten,
I
onder ’t beleyt van
PRINS MAVRITS VAN NASSOV/
Velt-overfte van hare Legers, amp;c.
in ’t jaer c I □ I □ c i v.
L u Y $ is een der Ife-den,dic de meefle verandering en ongemac-ken des oorloghs in de Nederlanden geleden hebben. Sy is van de Prins van Parma, met een hard belegh, in ’t jaer clo lolxxxvii, aengetaft en verwon
nen , als wy terftont in hare befchrijving aenge-roert hebben; en bleef onder ’t gebiedt des Konings van Spanje, tot dat Prins Maurits haer tot overgeven dwong , gelijck wy füllen verhalen. In de vergadering der Algemeene Staten van ’t vereenighde Nederlandt wierd , in ’t begin van ’tjaer clo loc iv,naveel overleghs, belloten, dat men hun leger, om de Spaenfchen van Oo-ftende , dat ly tot in ’t derde jaer belegert hielden , af te trecken, in Vlaenderen Ibu voeren. Men prelle veel lchepen, daer in men ’t krijghs-volck bracht ; een deel der lèlve voeren naer Zeeland, en vandaer naer’teylandtvanCad-landt, daer ly twee dagen bleven, om eenige Forten te winnen. Maer Ibmmige meenen, indien ly terftont het Zwyn oft de haven van Sluys ingevaren hadden, ly fouden de fladt, om dat ’er foo weynigh krijghsvolck in was, in aller haell vcrmeellert, en een fèer groote lchrick, over lbo een onverwachten en geluckigen inval, in ’t leger voor Ooflende gebracht hebben. Terwijl der Staten leger lbo een goede gele-
gentheyt, naer ’t oordeel van vele, verloor, liet Spinola niet na de ftadt van krijghsvolck, naer lijn vermogen, te voorlien. Prins Maurits won eerl^dc Schans van Coxie ; en daer na die van
eeriç^üc ociians van vgt;oxie ; en tiaer na cue van s. Katari- s. Katarinc , die de Spaenlchen meer uyt vrees dan door noot verlieten , vluchtende met den
s.Philippe, OverftenTrivultio naer ’t Fort S. Philippe, dat ’s anderen daeghs verovert wierdt, en van daer naer Ylèndijck, daer de Spaenfchen vergeefs pooghden meer volck in te brengen. Die van Sluys, ondertuffchen verfterckt fijnde, namen voor der Staten volck van Cadfant te drijven ; ly quamen ’s nachts , omtrent 2000 fterck, met ' veel floepen en galeyen, en hadden al 600 mannen te lande gelet : twee vaendelen Schotten, die de wacht hadden,vielen heftigh op hen aen, brachtenle in onordrê en op de vlucht j lbo dat’er vele verdroncken, gedoot, omtrent veer-tigb gevangen, en acht floepen verovert wier-
den. Na dit voorval won de Prins Yfendijck,en 7^^^. ging voor Aerdenburgh , daer fes vaendelen dijc^ Duytlchen in lagen, die oock uyt vrees de plaets verlieten ; dies ny haer Ibnder bloetllorten innam,en belette : dit is een vervallen lledekeUj eertijdts aenlienlijcker, en bequaem om Sluys te benaeuwen ; Graef Frnfl belètte ’t lelve , en deê voor yder poort een ravelijn maken. Van hier ging ’t leger naer een andere kleyne fladt, Middelborgh genoemt ; ’twelckoock, dewijl het geen valligheyt had, verlaten wierd. Toen Ibnd de Prins eenig volck naer de Soute en Soe-te , (twee wateren, die van Damme en Brugge naer Sluys loopen , en bequaem fijn om te bevaren, ) die Don Louys de Velafco omtrent het fluysken van de wateringe van Moerkercke en Lapfchuer befchanft vonden, wiens ruyters ter-flont en onvoörfiens , dewijl der Staten paerde-volck op lbo een engen en gebroken wegh aen quamen,op de cornetten van Gent en Bacx met lulck een hevigheyt vielen , dat ’er eenige paer-den gevelt en gevangen wierden , en den Rit-meelter Bacx in fijn been gelchoten ,• maer ly kregen terftont outlet van hun voetvolck, dat fbo dapper op de Spaenlchen toelètte, dat’er fihentvor-yoo op de plaets doodt bleVen, en 300 gevan-gen, daer onder elf Capiteyns, en andere bevel-hebbers waren. De volgende dagh trock de Prins naer de Soute , daer hy met gewelt, lbo ’t lcheen, over wilde ; maer hy quam door een andere wegh hen onvoorfiens overvallen, en lbo kloeckmoedigh belpringen , datle alle hunne wercken verlieten en naer Damme vloden.
Toen liet de Prins een andere brug over de Soete leggen, en Ibnd lijn ruytery op de weft-liide van de haven van Sluys : hier op verlieten . de spaenlchen terftont alle hare wercken aen harewerc-die fijdc, uytgelêyt S.loris oft Halègats-lchans, die op de mont van ’t Zwyn oft de haven gelegen is : Capiteyn Cordua gebood over dit Fort, en lcheen het te willen belchermen j maer als ly ’t gefchut lagen, gaven ly het op Voorwaer-denover j hoewel daer 130 mannen en negen ftucken in wryen.
Na dat alle de gemelde plaetlèn lbo gelucke- Le ßadt Iijck en in korten tijdt gewonnen waren, floegh Prins Maurits lijn leger om Sluys , liet de haven innemen,en verdeelde ’t leger in vier quartieren, die hy met trencheen en linien aen een hechte ; maer dit kon foo haeft niet gefchieden , of de Spaenfchen vonden noch opening,om eens 700, ßerckt'\ o nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;daer
,0.? g ^-''
g
■'
.ni»î »?
4 ’Mi» â ,« _g ag^ Q, 0
'S?»
i *4
Î^9«4*
'^Keyidaniicie, .
virtute lU”“ Princ.
MAVRITII XASSAVir
KÂnru) C1213 c nu.
’t B E E E G H VAN SL U Y S,
't Lexertn tlacr na noch 800 mannen , en eenige wagenen wi?r7».îr- rnet meel, in te brengen. De Veltheer nam fijn quartier aen de noordfijde der Stadt by de haven , en verfterekte het met verfeheyden werc-ken, foo van buyten tegen d’aenkomft fijner vyanden, als van binnen tegen die van de ftadt ; het tweede quartier was onder Graef Willem Lodewijek, omtrent een vierde deel vaneen mijl van’sPrincen quartier, oock wel voorden ; Graef Ernft gebood het derde, dat aen de weft-djde tegen over de Soete en Soute was ; ’t vierde was onder de Heer van der Noot, dat in ’t zuyden lagh , die vele Hoepen by fich had , om over de verdroneken landen volck te lenden, «/e jlitdt te brengen, dat belet uert. en de Spacnfehen te keeren, indien ïy op die wijfemeenden iets inde ftadt te brengen , ge-Men lijck onlangs daer na gebeurde : want die van cfn/Mz-e«/« siLiys ßnden vijf hondert foldaten en duyfènt flaven, over ’t verdroneken landt, om daer een toevoer van buskruyt en eetwaren, door Barlai-mont geleyt, te verwachten ; maer fy wierden entdeckt, verjaeght, eenigegevangen, enlbm-mige wagens met meel geladen verovert ; waef uyt men bemerekte, dat de belegerde montkoft van noode hadden : dies Prins Maurits befloot die lbo wel hunnen plicht deden in ’t afkoeren enuytCad-en ftutten der Spaenlchen , dat verlcheyde van hare voornaemfte bevelhebbers en aenfienlijck- nbsp;' de ftadt door honger te dwingen. Al d’over-loopers , die uyt de ftadt quamen, verïèkcr-den , dat ’er fpijlè ontbrack , en dat al hunnen voorract haeft verteert fou fijn : hier uyt meenden fommigen, dat de Spaenfthen, die dele ftereke plaets niet verlielèn wilden,’t belegh van Ooftende louden verlaten ; te meer, dewijl die van Sluys alreede lbo weynigh voorraet hadden, datlè de Haven niet meer konden voeden , die fy dwongen op ’t verdroneken lant buyten de ftadt een kruyt, dat men Ibutenelle noemt, te pluc-Spinou ken, en hen daer mee t’onderhouden. De bele-gerden deden ’s nachts verlcheyde vuerteecke-nen ,• dies d’Aerts-Hartogh Albertus den Marquis Spinola beval, dat hy de ftadt, lbo ’tmoge-lijck was, Ibu ontlètten : de Marquis, tegen lijn fin, lbo men feydt, quam met de Graef Trivul-tio , omtrent les duyfent mannen te voet, en twee duylent vijf hondert ruyters , latende ’t leger voor Ooftende genoeghlaem belet, om fijn voornemen uyt te voeren : hy pooghde ’t quartier van Graef Willem in der nacht op te Haen ; maer hy wierd foo ontfangen,dat hy met verlies te rug keerde. Daer na trachte hy met alle ge-wclt in’t eylant Cadlant te komen, na dat hy de Forten van S. Katarine en S. Philippe ingenomen hadden hy Ibu het oock volbracht hebben, naer alle waerlchijnlijckheyt, indien de Prins niet een goet getal Franlchen , Engellchen en Vriefen fijn vorig volck tot hulp gefonden had. |
fte heeren ’t leven lieten , als de Graef van Peltry , den Marquis van Kenty, Don Alphonlb Borgia, en andere , met omtrent loo mannen, ßalanlbn , Colonel over een Regiment Bour-gonjons,wierd fijn houtc becn,dat hy voor Ooftende aengedaenhad, afgelchoten ; hy droegh fich,lchoonhy dus verminekt was,alseen kloeck krijghsman , en keerde daer na weer in ’t leger voor Ooftende , daer hy aen de lchouder ge-quetft wierd. Als de belegerde belpeurden, dat Spinola vruchteloos gekeert was , en datlè geen bekgev-outlet te verwachten hadden, begonden ly naer een goet verdragh te trachten , dies ly ftilftant van wapenen verlbchten, om iemandt tot den Aerts-Hartogh te lenden, en fijn raet en bevel hier over te nebben : doch als haer dit gewey-gert was,verlbchten ly,datfe al de galeyen,’t gelehnt en Haven Ibuden mogen uytvoeren ; maer ly kregen van Prins Maurits een edelmoedige en gedenekwaerdige antwoort, namelijck, eerflen dagh met hun yaapenen en goederen naer krijghsgebruyck /ouden uptgaen 5 den typeeden, alleen met hun /jd-geyveer ^maer datje den derden dagh tot ßjn genade fouden moeten /aen. Sy vonden niet raetfaem die te misbruycken , dies ly ’t befte kofen, en goede voorwaerden bedongen. Den 20 Augu- en gevende ! ftus trocken uyt de ftadt,en uyt hun elende,om-trent 4000 krijghslieden, cn 1400 Haven, meeft Tureken, d’overige van allerley natiën, die alle hunne vryheyt verkregen, en de Tureken wierden naer Africa gelbnden. De Haven hadden in hunne eUv» vele dagen geen broot gegeten, maer eerft kat-ten , honden en ratten , daer na oude lchoenen, leerfen, gelbde parekement, en het Ibutenelle-kruyt, daer ick boven van gelproken heb, en diergelijck ongebruyckelijck voetlèl. Velebe-Ichuldighden, milTchien t’onrecht, de Gouverneur Serrano, dat hy oorlaeck van den honger en ’t verlies der ftadt was. Men vond daer in omtrent lèventigh ftucken grof gelchut , lbo metalen als ylère,behalven in de Forten, en tien oft elf galeyen, die meeft onder ’t water lagen, Nieuwe» met al wat daer toe noodigh is. De Heeren Sta- Gouver^ ten ftelden Frederick Henrick , broeder van Prins Maurits, en jongfte lbon van Prins Willem van Oranje, tot Gouverneur van al hare ingenomen plaetlèn in Vlaenderen, en de Heer van der Noot tot fijn Lieutenant oft Stadthouder, die, om op alles acht te nemen, en de ftadt te verftereken en verlèkeren , te Sluys quam woonen. |
A n s A N T is een ey- hondert vier,in April,gewonnen hebben; ter- roor de wijl ’t leger van den Aerts-hartogh Albertus, staten onder ’t beftier van den Marquis Spinola, voor Ooftende onbewceghlijck bleef leggen; waer door niet alleen dit eylant, maer oock is, en een ftadt met verfcheyde rijeke dorpen gehadt heeft ; maer dat de woefte golven allengs,en met het verloop van vele jaren,meer dan de helft daer af vernielt en ingefwolgen hebben. fekering,met d’eerfte fpring-vloet, al de dijc-ly’t huwelijck van hare Princes Maria met ken doorgefteecken, en’t water landwaerts den Dolphijn van Vranekrijek, daer toe den in , tot groot nadeel der inwoonders, laten adel en hovelingen feer genegen waren , verhinderden. Oock ftelden fy lieh , met groo-ten yver , en milfchien met te weynigh om- Pays van Cadfant. D0Or de Spaen-Jchen verziekt. Dit eylant is al voor vele jaren bekent gc-weeft 5 want in ’t jaer duyfent vier hondert cen-en-negentigh, als de inlantfche twift en oorlosh in Vlaenderen , tuffehen de Vorften en onderdanen, lang geduert had , en Aerts-hartogh Philips in jaren en verftant toenam, kregen eenige Magiftraten en anderen,die in de beroerten niet ftil geweeft hadden , vreefe en nadeneken , dat hunne handelingen door den jongen Vorft eens, tot haren nadeel, ten onderfoeck, en fy ter ftraffe gebracht mochten worden. Uyt defc bedenekingen wierden de Gentenaers met elckander twiftigh 5 waer door twee broeders, CoppenoUen gebynaemt, die veel gefaghs te Gent haddcn,gevangen en onthooft wierden ; want men befchuldighde haer, dat fy oorfaeck van al de onruft, moetwil en ongeregeltheyt waren : hoewel veel verftandigen hen de behoudenis van Vlaen-dcren en andere landen toefchreven ; om dat en baetfucht van vele vreemde heeren,die,on-der den jongen Vorft Maximiliaen Roomfeh Koning, haer eygen nut en grootheyt, meer dan ’s lants dienft, bevorderden. Door de gemelde doot der Coppenollen is eyndelijck de vrede, die men den Pajs 'van Qadfant noemde, in’t jaer clo cccc xcii in luly ge-maeckt,die by den Aerts-hartogh Philips,nu veertien jaren oudt lijnde, beveftight wiert. In dit eylant hebben de Spaenfehen , om Sluys, dat de Prins van Parma in ’t jaer duyfent vijf hondert feven-cn-tachtigh ingenomen had, beter te verfekeren , eenige fchanf-fen en fortrellen gemaeckt,dic de Heeren ver-eenighde Staten , ónder ’t beleyt van haren Velt-heer Prins Maurits, in ’t jaer duyfent fes |
Yfendijck en Aerdenburgh, ja felf de ftereke ftadt Sluys, voor de Staten , tot trooft over ’t nakende ongeval van Ooftende, tot overgeven gedwongen fijn. ’t Verlies van Cadfant fmartte den Spaenfehen dapper j diesfy in’tfelve jaer den feften Mey , Sluys noch in hun macht lijnde, met twee duyfent mannen en eenige chaloupen engaleyen een inval deden, om ’s Princen D^jorde volck van dit eylant te drijvenjmaer wierden s^aen-foo manhaftigh afgewefen,hoewclal fes hon--/^^^quot; dert mannen, eer men hun gewaer wiert, ge-landt waren,datfe met groot verlies van volck gen, en chaloupen (want d’overgekomen wierden meeft al doodtgeflagen, gevangen, en door ’t water verfmoort,en ’t vaertuygh genomen ) te rugh keerden. In ’t jaer duyfent fes hondert cen-en-twin-tigh, in September, hebben de Spaenfehen , door laft van den Marquis Spinola, met vijf duyfent mannen en vier cornctten paerden , onder ’t beftier van Inigo Brogado Gouver-neur van Antwerpen, wederom een aenflagh andere op dit eylandt in ’t werek geftelt : fy quamen aenßagen met grootc ftilte te Water-vliet, en meen-den voorby S. Catalyne en Ooft-burgh in ßellen. dit eylandt te komen. Doch Haultijn, Gouverneur van Sluys, op fijn hoede lijnde, deê hen vruchteloos wederkeeren. Daer na heeft der Heeren Staten volck,tot haerer ver In ’t jaer duyfentfes hondert acht-en-twin-tigh hebben de Spaenfehen noch een aenflagh op Cadfant, en andere omgelegen plaetfen , getracht uyt te wereken, waer toe fy veel volck en chaloupen vcrfamelt hadden ; doch is oock, als de vorigen, misluckt : want fy, met verlies van vier hondert mannen, afge- llagen fijn. Noch verfcheyde andere dierge-lijcKe aenflagen fijn op dit Eylant voorgenomen , die nooit, door de goede wacht van der Heeren Staten volck , in ’t werek geftelt fijn ; derhalven acht ick hetonnoodigh daer iets van te fchrijven. De grootfte eer van dit eylandt is, dat ’er den hoo^hgeleerden Georgius Cajfander ge-boren is, die het oock met fijn naem verheer- caßan-lijckt heeft : een man in de Theologie oft der. Godgeleertheyt, om fijn vredelieventheyt, uytftekende ; want hy, door de natuerlijeke p 2. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;goet- |
goecaerdigheytdei'KeyfercnFerdinand deer-Ite enMaximiliaendetwedeonderfteunt fijn-de,heeft fijnen vlijt en yverbefteet,om de ge-feheurd^ en verbitterde Chriften kercken te vereenigen en bevredigen; waer door hy verdient heeft altijt in onle gedachtenifTen, met achting en cerbiedigheyt, te leven : ’t welck oock oordeelde dat Hollantfch Delffch Orakel de groote Hugo de Groot, die hem in dat loflijck en moeyelijck werck '(dat meer te wenfehen dan te hopen is) met onvermoey-de fehreden volghde. |
OOSTBVRGH.
O S T B V R G H is een kleyn ey-® landeken, tufichen Sluys en ’t land van Breskens,tegen over In ’t jaer dtiyfent vijf hon-dert feven-en-tachtigh, als de ran Par- Prins van Parma de ftercke ftadt Sluys bele-gert had , heeft hy dit Eylant oock in^eno-men, om dat het hem tot de doortocht dien-ftigh was. Als Prins Maurits van Nafldu, Veltheer |
van de legers der Heeren Staten,in ’t jaer duy-fent fes honden vier, terwijl d’Aerts-Hartogh Albertus voor Ooftende lagh, defe gewefieii van Vlacnderen befprong, en verfcheyde Schanden innam , heeft hy oock dit eylandt vermeeftert; en is by ’t felve,door ’t aengeven en behulp van een Boer , langs defe fijde in Vlacnderen gekomen , om Sluys te beter te belegeren. Naer ’t winnen van Sluys, als ick te voren verhaelt heb, is dit Eylandt met verfcheyde Schanflen gefterekt, infonderheyt met een feer fterek Fort, naer de naem van daer na 'van Prim MauritSt en ver-ßerckt. ’t Eylandt, oock Ooftburgh genoemt, Welckers afbeelding hier by gevoeght is. |
IT is een van d’outfte lieden, en eertijts de voornaemlle van dit gewell J want ly was de treflijcklle van al de Vlaemlclie zeehavens. Buzelinus in ’t eerlle fij ner laerboecken, onder Clotarius de twee- bmgh , ’t welck Ç 1 nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O ken heb-' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Aefdenburgh noemt ypas een moeder aller ben fom- fledcn ‘Van ditge'Çpefl. Sy heeft twee duylènt tre-jgQ æ omrinp; gehadt; en is met een haven, «’»rjjöoock nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i wei nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vijf hondei t Ichepen in te leggen ; twee ka- lleelen, ’t een in ’t ooften ’t ander in ’t lùyden ,• altijt dit kerck , door S. Eloy aen de heylige Maeght lèlve Aer- Maria gewijdt^ een kloollerdat S.Wismarus, demburgh nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat S. Amand gellicht heeft,voorfien ge- dc naera^ weell. Haie muren'waren van graeuwe lleen,nae Roiand-vjA ’t lèggcu vau ecuige oude gelchreve boecken, doort’ quot;Wilcke Heen door ’t llraffc weder bederft. Men verfetten vind geen overblijffelen van de gemelde muren, der eerfte noch vau hare vier poorten. De Hunnen , ktSen Wandalen, Noormannen, en infonderheytde gefchre- Vernielende zeegolven,die de wreetlle van al ha/-venword. vyanden geweell fijn, hebben alle de tekenen van haer vorige grootheyt deerlijck verwoell : in voegen, dat men de voorlede tijt, in welck lyheerlijck blonck, in’t graf der vergetenheyt moet belluyten ; en haer oorlprong oft tweede geboorte met het vertreck derongelluyme volc-keren beginnen: want het is buy ten alle twijf-fel, dat dele lladt voor drie hondertjaren weder met muren gefloten, met een graft omringt, en met poorten en een haven verciertis. In’t jaer 1148 is ’er een vrye jaermarckt des daeghs na den dagh der H. Drie-eenigheyt verordent ; en ly had alree, ledert het j aer 94 8, de vryheyt van een weeckmarckt, om de daegelijcklche nootlàkelijckheden teverkoopen, verworven. De kerck van S. Bavo is in’t jaer 940 gewijdt: die van S. Maria, de fchoonlle die hier omtrent te fien was, en daer vele wonder-daden gelchiet fijn, is in’tjaer 1296 hecrlijck gebouwt. De Biflchop Michiel heeft hier een vergadering van Canonicken gellicht. Vele Köningen en Princen hebben groote giften, volgens hare beloften , aen defe kerck gelchoncken. Philippus Koning van Vranckrijck, als hy Vlaende-ren verovert j en Eduard, na dat hy een Icheeps-hrijdt op de Franlchcn gewonnen had, betoonden hier hunne miltheyt, tot erkentenis van de |
Godd^lijcke hulpe. Die van Brugge hebben hier, liever dan in hun eyge lladt, de zege-te-kenen van hare overwinning opgehangen. Ge-durende d’inlandlche oorlogen, in’t jaer 1202, is dele plaets door die van Kijlfel ingenomen, die door Picter de Koning , overlie van de Bruggelingen , daer uytgejaeght wierden,hct welck oorlàeck was van hare verllercking. In de jaren vier-en-twintigh en vier-en-negentigh der gemelde eeuwe fijn’er noch nieuwe krijghs-wercken bygevoeght : enin’t jaer 1282is ly van de Franlchen tegen die van Gent loo kloeck-moedigh befchermt, datfc niet, dan na ver-Icheyde gevechten en verlies van veel volcks, vermeellert kon worden ; ’t welck de Gente-naers loo verRoorde, datfe haer, in ’t lèlve jaer, tweemael uytgeplondert en verbrant hebben , naeulijcks een buys ongelchent lieten, en de muren neerwierpen ; alleen de lchoone kerck , daer ick van gelproken heb, bleefoverigh. Na dit droevigh ongeval is dele lladt lange tijdt in die llaet gebleven , tot dat de Burghgraef van Melden, die den Vlaemlchen adel geleyde , haer de naem weer gaf, dele onder Crefly had, en nu noch heeft, (welcke van een hoop aerde, wat verhevener dand’andere, afkomt,)waer doorfe allengs tot haer vorigh aenfien gekomen is. Onlangs daer na hebben die van Gend getracht haer t’overvallen ; maer als ly over de graft waren, en de wal beklommen, wierden ly van drie loldaten , die daer by geval wandelden , entdeckt, welcke hen met piccken afweerden , hun medegefellen opweckten, en al-Ibo oorfaeck van de behoudenis der lladt waren. Dus begonfe weder te bloeyen. In ’t jaer 1300 was hier een aenfienlijeke vergadering van de Princen van Valoys, en Savoyen. Graef Lo-dewijek gaf hen een jaermarckt, die veertien dagen duren fou, waer door ly begon toe te nemen : hier toe diende oock het Gallhuys , dat d’inwoonders opbouwden , ’t welck eertijts door de Gravin Margriet begonnen was j en een klooller aen de heylige Moeder-Maeght gewijd, dat nu noch een van de lchoonlle van’t landt loufijn, indien het onweer van’t jaer 1488, en andere, dit trelfelijck gebouw , en verlcheyde cieraden der lladt , niet verdorven hadden. Geplondert en nebrant. GaßhnyS» Klooßer^ De overblijffelen van de kerck fijn dienlligh geweell om Vliflingen te verbeteren. De waf-dom van Sluys heeft Aerdenburgh byna ledigh van volck gemaeckt, d’elenden hebben d’inwoonders verdruckt, en ’t geklanek der trommelen en trompetten heeft haren welftant vermindert : waer doorfe foo verandert is, datfe haer felf niet meer gelijekt. Hare wallen fijn na de bouw-kunll gemaeckt, en können d’inwendige en uytwendige vyanden in toom houden. In de brieven van Boudewijn van Rij fiel, gegeven in’t jaer 1067, wert, neffens Athelard van Strate , van lèker Abbo de Rodanburgh gelproken. Sy heeft eertijts haer bylondere Heeren nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;By finder t hadt j want in’t jaer 1309 llelde den Heer van Aerdenburgh eenige ordre over ’t gemeen gewicht der lladt. Een weynigh boven dele plaets in ’t bolch is het dorp S. Laurens, daer die van Brugge, met hulpe der Franlchen, in’t jaer 1299, een groote overwinning kregen, waer door’tfelve vermaert geworden is. Uyt dele lladt is gelj^roten U^alterus (Valerius in fi in Fallis noemt hem Rotaru-s] Tlcnbran- y 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 C' \ n' ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 rnmnen^ zius, een Godtgeleerde van S. Augumnus ordre, van welcke lacobus Marchantius, in ’t belchrij-ven deler lladt, met lofgewagh maeckt. Carolus Rotcaßus , Rechtsgeleerde, Poëet , Raets-heer en Griffier der lladt Veutne, was hier oock geboren : inCgeiijcksMatthias Lambertus, die een boeck van ’t Catholijek geloof gelchreven heeft. YSEN- |
K.
S E N D Y CK mach met recht aïs een zeehooft, niet alleen-J lijck van een gedeelte, maer van geheel Vlaenderen, ge-noemt worden ; en heeft de naem niet van Ifis , gelijck de Vlaemlche Poéet fingt, maer van ’t ys, dat tegen dele dijck aenllroomt. De re^illers van ’t Bifchdom van Uitrecht. on-dcr’t welck dele plaets eertijts geftaen heeft, maecken gewaeh van de hoeve Ylèndijck, în’t dorp Gaflerne , op de vloet Beverne j daer uyt men belpeurt dat defeplaetle in ’tjaer 984 niet aen de groote zee gelijck nu , maer aen de vloet Beverne gelegen neeft. Wijders , dat toen Yfendijck een hoeve, en Gafterne ( welcke naem noch in GaflerneJßjNäa de zee ingefwolgcn, overigh is} een dorp, oft kleyn landeken heeft geweell, in de welcke ledert kercken, onder de benaming van de heyligen Margareta, Catharina en Ioan gehont fijn. loannes, deBertijn-fche Monick , heeft hier eertijts in eenfaemheyt geleeft, en het kloofter begonnen , dat onder GraefGuido door d'otorlogh verdelght wierd, en noch heden de naem van S. inde IVocfiijne behoud ; ’t welck t’onrecht van ’t gemeen aen d’ar-men toegeeygent word. Yfendijk is tot een fterc-ke veiling en fchans der Hollanders gebout. Prins Maurits vanNalTou , Velt-overfte van ’t heir der vereenighde Staten, maeckte fijn leger daer voor, en dwong haer eyndelijck tot overgeving, gewonae». in ’t jaer 1604 , of om dat ly niet wel van loda-nige dingen voorlien was , die tot befcherming van de plaets nootfaeckelijck waren j of om dat de moed en krachten der krijghslicden, die de plaets belchermen louden , en noodige onder-llant belweeken. De Gouverneur daer af betoonde echter tien dagen lang een held-achtige en edelmoedige dapperheyt in de belcher-ming en tegenweer van dele veiling. |
PHILIPPINE.
door krijghswereken Wel en flcrck verlbrghf; en voert haer naem van Philippus de tweede. De Hollanders brachten haer in hun gewelt in ’t jaer 1Ó3 3,en verflerckten haer daer na met nieuwe wereken , wallen en gebouwen ; en vergroo-ten dele plaets lbodanigh, dat ly ?genwoordigh
® gelegen,ten deel den Spaenlchen Koning ontweldight en uyt de handen gelcheurt, en ten deel van de Hollanders gellicht fijn. Defe Schans eenige duyfent foldaten , tot haer tegenweer eo leght aen d’arm van’de dijck, en aen het valle befcherming, in fich bevatten kan. lant : is door de gelegenheyt van de plaets, en
-ocr page 482-De SLACK BY N IE VP OR T,
tuflchen de legers van
ALBERT VAN OOSTENRYGK,
en de
Staten der vereenighde Nederlanden , onder ’t beleyt van mavrits van n a S S o V.
Getrocken ujt de Htflorie ^an Everhard van Reyd.
N ’t jaer m De hebben de Staten der V ereenighde Nederlanden , door hun aenhouden , Prins Maurits , tegen fijn vorige ineyninge,tot een tocht in Vlaen-deren bewilligt : hier toe werden omtrent om hondert en ïeven- negen hondert Ichepen, Ongeïvoone cn-twintigh vacndclen voetknechten en vijf-en-tetTffflmg. t-^rintigh comcttcn ruyters over te voeren, gereet gcmaeckt, benevens twee hondert wagens y der met drie paer den, vijftigh groote ftucken, hondert treck-paerden, en allcrley montkoften |
oorloghs-tuygh, noodigh voor lbo veel volcks, en tot lillek een voornemen : oock een groote menighte platte roey-lchuyten , en twee hondert ledige viflehers pineken , om op de vlackc llrant het leger aen landt te letten ; jae felf ten overvloet werden noch eenige hondert Ichepen, om, na ’t afvaren van de vloot, op alle voorvallende noot gereet te fijn , aengenomen. De Graef van Hohenlo wiert met drie duylènt mannen voetvolck , en acht cornetten ruyters, op den Hemertlèn Weert by Heufden verordent, om de frontieren oft grens-plaetlen niet t’eene-mael t’ontblooten. Als’t leger eerft van Rotterdam en Dordrecht , daer ’t verlamelt was , vertrock, was hen de wint tegen, daer ly evenwel mede te Rammekens quamen : na dat men hier vergeefs op de wint gewacht hadt, vonden de Gedeputeerde der Staten Ç die de Prins, om by lillek een wichtige aenllagh omtrent te fijn, verlelfchapten) raetlaem, om niet langer tijt en kofteii vergeefs te verfielen , ( dewijl men t’Oo-fiende , door de tegenwint, te water niet konde komen} datmen al ’tkrijghsvolck, met vier halve kartouwen, by Philippine, een lchans tuf-lchcn ’t Sas en Yfendiick, aen land Ibude letten, om lbo naer Oofiende te trecken, en de baga-gie Ichepen , met het gefchut en ’t Iwaerlle goedt, over zee te laten volgen. Naer dit be-lluyt, Ibylde men’s morgens vroegh van Rammekens ; en namiddagh, met een hoogh water, volck in twee uren, op de verorden-de plaets, geluckelijck te lande gefet. Soo haell Graef Ernft met de voortocht uyt de Ichepen was, veroverde hy Philippine, dat hy Hechte. Des anderen daeghs wier dt geboden, dat y der fich voor lès dagen van Ipijle beforgen Ibu ,• en ’t leger quam by’thuys van Airenede,met Span-jaerts belet, die fich, op ’t gelicht van ’t kanon , overgaven. Daer naer wierdt een ordre in alle dorpen verkondight, dat het leger niet quam als vyanden, maer als vrienden, om ’t landt en alle d’inwoonders, lbo geelfelijck als wereltlijck, van de Spaenlèhe overlall: te bevryen,- der h al ven Ibude yder vrymoedigh t’huys en by fijne goederen blijven, Ibnder eenige vreelc van plundering , gevangenis, oft ander gewelt j mits alleen eenige lchatting, gelijck de vereenighde landen, betalende, dewijl men geen oorlogh Ibnder geit kan voeren. Oock hiel Prins Maurits goede . krijghstuchtj want hy liet,op dat hy toonde dat dele aenbieding niet ftreckte om de lieden te locken en t’overvallen, eenige Ibldaten, die op roofgeweell waren, llrengeïijck ftralfen. Maer veel boeren (die wel willen, hoe wreedelijck ly eenige van der Staten Ibldaten gehandelt, want lÿ die met een kleyn vuur gebra3en,cn Ibmmige aen een ylbre haeck, Ibnder worgen, by ’t kaec-kebeen opgehangen hadden) dorllen fich op die belofte niet betrouwen, en vluchten evenwel ; dies hunne goederen gerooft, en hunne huyfen verbrand wierden. ’t Leger in drie llachordens trock voorby Brugge, daer de ruyters vier hondert ftucken vee wechdreven : van Brugge quam men in twee daghreylên t’Ooftende. Ondertufi lchen verlieten de Spaenlchen de Schanlfen te Snaeskereken en Oudenborgh, verbranden hunne hutten, pulver en montkoll,en wierpen ’t gelehnt in ’t water. De volgende dagh werdt de Schans S. Albert,in’t wellen van Ooftende in de duynen gelegen, met vier halve kartouwen be-Ichoten, en opgegeven,- de belètting trock uyt met geweer en reys-tuygh, Ibnder vaendels,belovende in lès maenden tegen de Staetlchen in Vlaenderen niette dienen : hen wierd , gelijck ook die van Philippine en AlTcnede, ’t verdrach volkomelijck gehouden. Dewijl dit te lande ge-Ichi ede, wier den te water, door vier galeyen der Spaenlchen,twee-en-twintigh fchepen, met eetwaren geladen, verrall, en met meed al ’t volck jammerlijckverbrant; om datly fich niet by de groote vlöte gehouden, maer hen met een Iwak convoy-fchip(’t welk maer festien mannen, daer q nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van |
C..rre£4£S(4lt;Kgt;
C SCArnu^d^
IVibtis
CanteZeifityf
le CoateT.iCeiirjf cetnpagtue
ó 'X'St^Jrn
âo.* '
tót
2. Ce^a^n./Ht ehur^eraittei_pretiti Jûf U ehaviUrte tUi £t tats
Cffptarum JÏD. Orimum ^elß'uafœderata_fer portam y/e^erti 'Trat^ltuj l’.Zrmee Jee £Jate le pert Jejûe^art.
Vtrtthtt
‘jioSMitne
fiybi -
L’arriere parie.
Caeite ^tteit.
“ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘ Fri.Hcnri
o.
TABVLA PRÆLII PROPÏ JSTEOPORTVM COMMI5SI II IVLII cio loc.
inter Exercities AlbertêArcbidueuAu^rctj etc.etiDD,OritnnniJtt^^iZei^el^Wie ductse iPnnci^is Alauritp* Camâtes ^n^teviaey etc.
Mentuu veer cehnel
Ziuuiat garie
.ingteu
ßäl yrettctr
Cl
ieJbtir»}r
Cttrafuri
Jteftuj iee ileax JS^tmeeU ^eunel»
Jier^louxiers
h'oMMtt ^arie.
X’ -Aadtnirjuit i'eirr^n.
CatutJtrie iei
Jiett ./t^nue i-MÛlei
^af^tultters
Âataittthi iee^tci^ttej iep z r. JRe^eneentfJfsù^npIi etltdieeU
£abJb«Âf4 jt^vee } JlMimeiite WMetu ttfrbaietJ
van negen vechtende doodt bleven , en kleyne ftucken , voerde , en evenwel hem felfs redde, maer d’andere weynig hulp doen kon)gewaeght hadden: dele galeyen wierden tcrftont vervolgt, en weken by Blanckenborgh onder ’t land,want ly konden in de haven van Sluys (toen noch Spacns ) niet komen, daer ly van les Staetlche oorloghs-fchepcn,die fich op een rye een fcheut-weeghs van clckander anekerden,belet wierden. Prins Maurits,eenen dagh by Oollende,met het innemen van de Schans S. Albert, toegebracht hebbende,wou geen ti j t met d’andere IchanlTen, die hem nuniet hinderen konden,verlielènjhoe-wel hem verwittight wierdt, dat de Capiteyn in ’t fort Ifabella genegen was fich op te geven, en alleen, om fijn eer te bewaren, ’t gelchut verwachte: maer hy Ipoeyde fichhn aller haeft naer Nieuport,daer hy door de riviere trock, om de ftadt in ’t wellen aen te tallen. In dele tijdt was men in den Hage noch vol moets,en in een groot verlangen naer d’uytkomll van delen aenllagh, dewijl de verlpieders t’elc-kens bootlchapten , dat de Regimenten teHa-mont, Dieft en elders noch even feer muytineer-den ; 't welck oock foo was, want ly hun getal met eenige andere foldaten, die ly verleyt hadden, vermeerderden.De Graef van Sor,Don Au-Adoctwil guftino,en den Marckgraef van Antwerpen,door Aerts-Hertogh aen hen gelbnden,beiegen-ttneerden^ , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ii rK- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r denly met allerley lchimp j want ly onthngen een maent Ibudy, op belofte van voort te trecken en wel te doen , ’t welck ly daer na weyger-den. By de ftadt Gelder, daer oock eenige duy-lent wederlpannigh waren,wierden andere Heeren aen hen gefonden, doch veel erger gehandelt, gellagen en gevangen. Alle beloften,drey-gementen, en wat men hén voorftelde, wierden belj^ot. Docheyndelijck , als d’Infante Ilabella hen lèlfs vertoonde, dat de vyanden, door hare wederlpannigheyt, lbo ftout geworden waren, datlè over zee in Vlaenderen durfden komen j en badt, dat ly doch hare Princelfe en Vorft in dele noot niet louden verlaten, maer d’ouden roem van hare natie herftellen, belovende hen betaling,wierden ly gehoorlaemj op voor-i'Mm ivor“ waerden, dat hare Ete', dat is, felfs verkoren Overften, alleen over haer gebieden Ibudenj en dat men hen na de viólorieonverhindert na hare vafte plaetlèn,tot datlè volkomen betaelt waren, Ibude laten wederkeeren : in welcke vaftig-heden ly een tamelijeke beletting ley den, en de gijfelaers, die hen d’Infante tot verlèkering van hare beloften overgaf,bewaerden.D’Aerts-Her-togh Albert nam uyt alle plaetlèn al ’t gene mo-gelijck was, lbo dat men in vele de gewoonlijc-ke wacht niet kon doen: dus bracht hy omtrent elf duylènt te voet, en vijftien hondert ruyters by-een,- en trock daer mede, ’t ly met een vafte inbeelding van overwinning, oft om ’t misnoegen en de naer-yver van fijn voornaemfte Over-llen te beletten, met lillek een lhelheyt,dat men eer fijn komft dan fijn vertrek wift,fo dathy des Princen verlpieders te leur Helde. De belèttingen van Oudenborg en Snaeskerken,lb een leger onverwacht fiendè,gaven fich over,op belofte van ’t leven en vryheyt, naer krijghs-gebruyck: Capiteyn Eyndhoren, die in Snaeskereken met twee vendelen voetvolck lagh, gaf fich in handen der Spanjaerd en , die den voortocht hadden , dewelcke dit volck tegen belofte plonder-den, en, weerloos lijnde, met hun bevelhebbers in koelen bloede vermoorden; want ly, foo lang hunne muytery duerde, de Staetlche Ibldaten veel wreeder handelden als te voren. Capiteyn Piron in Oudenborgh weygerde met den voortocht van overgeven te handelen , maer verwachte’t geheeie leger ; en d’Aerts-Hertogh hiel hem fijn woort en belofte. |
Prins Maurits kreegh ondertulfchen allerley tijding, maer de fekerfte ’s avonts laet door een Ibldaet van Piron, die hem ’t verdragh van Oudenborgh, by Albertus lelf getekent,bracht,- en feyde, dat hy des vyants gefthut met den voortocht naer den wegh had lien trecken, die de Prins voor fijn leger, om naer Nieuport te komen,verordent had. Hier op beval Maurits den Luytenant Generael oft overlie Stadhouder van drev^n^ de Ruytery, ’t welck doen was Graef Lodewijck van Nalfou, dat niemant meer uyt het leger rij-den, en dat hy den Ritmeefter du Bois met drie hondert paerden uytlènden lbu,om de loopers, die vele honderden lbo te voet als tepaerde uyt waren , weder in te halen : ’tlèlve bevel gaf hy aen al de overften van ’t voetvolck. Ondertul-Ichen was de Prins den geheelen nacht befich, om t’overleggen en raetsplegen, wat in fiilck een onvoorfiene en gewichtige laeck beftge-daen was; en belloot eyndelijck, na dat hy alles wel overwogen had,dathy fijn vyand ’s anderen daeghs in ’t gemoed trecken, en hem ftagh Ie-veren wilde : daer op beval hyden Heer van Warmont, Admirael van Holland, in aller haeft een brugge over de haven te leggen. Maer tot een Iwarigheyt lcheen geen raet te fijn ; want de Prins met byna ’t heele leger aen de weftfijde van de haven lagh, en Graef Ernft van Naflbu met veertigh vaendelen voetvolck en lèscornet-ten ruyters aen d’ooftfijde naer Ooftende ; hier over was hy in groote lorge,dat de vyand, door ’t langdurigh hoogh water,en dat de brugh lbo haeft niet kon gereet welen, ’t lèlve volck overvallen, en met een den pas over de haven oft naer Ooftende beletten Ibu, Ibnder dat hy hen ontfetten, oft ly elders wijeken konden. Daer-om vont hy raetlaera Graef Ernft met al fijn volck, als den Overften Edmont met fijn tien vaendelen Schotten,den Heer vander Nootmet leven benden Zeeuwen, en vier cornetten ruy^ ters, met twee halve kartouwen,na lèkere brugge te fenden,tuirchen Oudenborgh en Nieuport over een kleyn waterken gelegen, en de vorige dagh voor fijn eygen leger geleydt ; om aldaer den wegh, die d’Aerts-Hertogh Albert (nadien ’t fort Nieuwendam door derStaten volk bewaert wierd) nootfakelijck houden moeft,te beletten ; op dat hy in deler voegen tijdt won,om met het eerfte laege water door de naven te trecken. Graef Êrnft trock derwaerts in der nacht, en met den dageraet een halve mijl van de gemelde brug lijnde, lagh hy ’s vyands volck over d’ander fijde van de brugh tegen hem aenko-men ; dies deê hy de vier cornetten ruyters met vollen |
DE S L A G H K Ÿ NIE U POR T.
Vollen ren na de brugli loopen,om die afteWer-pen ; maer ly quamen te laet. De Graef, fiende noch een engte, omtrent honderttreden breet, daer de Spaenfclien voorby moeften,fl;elde hem daer voor in ilachordening meer met voornemen van des Princen bevel getroüwelijck uyt te voeren, dan hope van overwinning : hy vont ee-nigh voordeel aen een dijck , daer liy twee halve kartouwen achter helde, en deê die vierraael door des vyants troepen , eer ly aèn ’t vechten konden komen , losbranden j lbo dat hylè lang hutte , maer wierd eyndelijck van de menighte craefErnfl ovcrweldiglit : feventien Capiteyns, en meeh al geflagen. ’t voetvolckjdie tot den uyterhen adem gevochten hadden,wierdenverhagen,en lagen by hunne gebroken Ipielfen en ander geweer; maer de ruytery ontquam ’t : de Spanjaerts namen nie-mant gevangen, maer dooden alle die niet ontvluchten konden. Te Gent, Brugge, en in andere plaetlèn,toonde men met luyden van kloeken, en ’t aflchieten van gefchut, de blijdfchap defer overwinning. D’Aerts-Hertogh lchreef felf aen d’Infante,dat hy de voortocht alreê ver DenAertS' Hertogh rctets-pUeght. hagen had ; en hoopte , dat hy haer der Staten Veltheerhaehlbude leveren : daeroply,foo men leyt, antwoorde, dat ly verlangde te lien, hoe lich Nairou,als hy voor haer gebracht worde , houden lou. GraefErnh alle tegenweerge-daen , en vergeefs getracht hebbende by Prins Maurits te komen , berghde ficli met de twee overhen in Oohende,daerhy de Staten verbaeh en radeloos vont, om dat de grontveh van hare raethagen, dat de muy tende Ibldaten in vier oft vijf weken niet willigli gemaeckt konden werden , geheel ydel was; foo dat hare groote hope nu in meerder vreelè veranderde : evenwel namen ly in dele gelegentheydt den behen raet die mogelijck was ; want ly deden denLee-raer Uytenbogaert,met uytnemend verbant en welljirckentheydt begaeft , een vurigh gebedt h orten,en Godt om lij nen byhant in defen noot acnroepen : leyden oock, dat ly voortaen noyt Prins Maurits tot eenige gevaerlijeke tochten , die hy lclfs niet goet vont, aenporren louden. |
De Graef van Hohenlo (die met twee regimenten te voet en les vaendelen ruyters tot befcher-ming van de Plollandfche grenlên gelaten was,) ’t optreckender gemuytineerdeverhaende,trok terhont na ’t leger, maer quam eerh eenige dagen na den hagh ; dit was een groote verlwac-king voor de Staten; te meer,dewijl GraefErnh oock met al fijn volck was gehagen ; en meer dan duylèndt foldaten te paert en te voet i’n Vlaenderen op buyt geloopen, die men , hoewel op alle wegen volknaer hen gelbnden wiert, ter rechter tij t niet konde in’t leger krijgen.Den Aerts-Hertogh Albertus, eer hy met fijn leger voorby Oohende trock, berade fich, oft hy een quot;nbsp;velthagh loude wagen: fijn outhe en ervarenhe krijgslieden rieden nem Albertus lchans,die een kartou-lcheut van Oohende op de naehe duy-nen aen de^hrant lagh, en weynigh uren tegen-haen kon, aen te tahen , en daer vah te blijven liggen, dewijl het een bequame plaets was,daer hy Ibnder gevaer , Ibnder fijn leger op de gladde baen van onfekerheyt te hellen , ja Ibnder een man te verlielbn, fijn vyants leger van honger en dorh kon doen verfinelten; en alfo,gelijck de wijle Fabius eertijts den dapperen Hannibal deê,mct voorfichtigh beleyt Ibnder bloethorten fijn vyant haen en overwinnen;want Prins Maurits kon nergens wijeken dan naer Galis, oft was gedwongen, indien hy onder Oohende wijeken wilde,den Aerts-Hertogh in fijn voordeel aen te tahen. Maer de gemuytineerdcn hadden den voortocht,en trocken fo vol moets,aisoft ly den vyandt alleen wilden verhaen , naer Nieuport : Contreras,Opper-Commiiraris van de Ruytery, die onder hen en een man van aenfien was,fien-de dat der Staten lchepen van lant haken,en daer uyt oordeelende, dat Prins Maurits fijn leger te lcheep bracht, badt den Aerts-Hertogh fich te lpoeden,indien hy fijn vyand begeerde te haen; op dat hy niet in de lchepen ontquam. Dit be-weeghde Albertus, dat hy in aller haeh met de reh van ’t leger volghde , en de velthagh beho-ten wiertjWaer toe veel Overhen ltcmd.en;invoé- ^cn. gen dat den Hertogh na fijn eerhe geluck niet een uur ruhe.Hy liet evenwel de lchans Albertus opeylfchen, maer een af-haende antwoort krijgende , ruckte voort, en vertoonde hem noch de Iblve voor-middagh by Nieuport in haghor-de. Twee oft drie van Graef Ernhs volck qua-men door omwegen by Prins Maurits,en vertelden fijne neerlage ; ’t welck hy, om lchrick en flaeuhcyt onder de fijne te vei hoeden, hilhiel, en bereyde fich t’eenemael tot den hagh. On-dertulTchen was de zee afgeloopen, dies deê hy Graef Lodewijck met acht cornetten ruyters half fwemmende door de haven lètten,enmaek-te al ’t voetvolk gereet om te volgen. Graef Lodewijck, naulijcKS een kartou-lcheut voortgereden fijnde, ontdeckte d’Aerts-Hertoghsgemuy-tineerde ruytery,engiirende dat ’et lijn broeder GraefErnh was, liet twee man voor uyt hooten, die terhont kontlchap brachten,dat het des vyants paerde-volck was; daerop hy noch 300 treden voort-ruckte,hiel daer hil,en liet Prins Maurits weten,dat hy Ibnder fijn uytdruckelijck bevel van die plaets niet wijeken lbu;hem bidden-de,dathy hem geliefde met het voetvolk tehae-hen, dewijl de vyant alreê lbo naby was,dat men begon te lchermutieren. Prins Maurits deê hem feggen,datdengroothendienh,die hy dien dag van hem verwachte, daer in behont, dat hy den vyant lbo lang ophouden lbu,dathy tijt had om nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' fijn leger door de haven te brengen ; en dat hy den Ridder Veer met de voortocht van ’t voetvolk terhont overlèndenlbu. D es Hertoghs ruytery, Graef Lode wij cks ordening fiende,Iiiel hil, en bleef een kartou-lcheut te rugh,doch Ibnt een kleyn getal om ’t gevecht te beginnen ; dit deê Graef Lodewijck ook,en kreegh een Italiaenfch Capiteyngevangen , uyt wienhy fijn broeders gevecht, nederlage verhont. OndertulTchen quam den Ridder Veer met het Engellche en Vrielche Regiment door de haven waden,en,meynende dat GraefLodewijk te ver geruckt was,riethem fijn ruyters by ’t voetvolck te voegen ; maer Lodewijck was belbrght, dat Ihlcks den vyandt moet geven Ibu; bad Veer derhalven, dat hy met fijn voetvolck achter de ruytery Ibu rucken,en allbo q I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den |
DI SLAG H BY N IE U POR T.
4^cnAyant lchrick,cn de Stactiche onveriaccht-heydt toebrengen. Dus ftondcn fy een heel uür tegeft elckandcr .ftiljtot dat Prins Maurits felf quam,en goCt vont, dat Graef Lodewijck facht afwijcken , en hem nevens de flincker hjde van den voortocht van ’t voetvolk voegen lou. Prins Maurits deê terwijl de reft ftjner foldaten, nadien de brush lo haeft niet kon gereet welen,tot aen de middel,en lom-mige byna tot aen d’armen,door de haven trecken; en kreegh lbo veel tijt, dat hy fijn leger op de ftrant, by laegh water , in lulck een ordre en gedaente ftelde , als de tijt en plaets lijden kon. Over dele fijde van de haven langs de ftrant waren niets dan duynen,en veel kleyne fantheu-velkens by een, den gront tulfchen beyden on-€lFen,en met hoogh ftickelachtig gras dicht be-walTen,- lbo dat 'er tulfchen dele lantberghskens en ’t gebroken land,gelijk het in Vlaenderen is, naulijks lbo veel vlack lant,om de ruytery in ordre te ftellen,overig was. In defe duynen had de Ridder Veer een bequamc plaets , om de vyant te verwachten, uytgevonden, daer de lclve met een diep dal van elckander gelchey den en op het finalfte waren,dochtulfchen beyden en den weg langs ’t gebroken lant Ib veel eftenheyt hadden, dat het leger in flachordening geftelt lijnde,die vlackte bedecken, en met musquetten de duynen,tot aen den gemelden wegh,belchieten kon: op drie van defè KoogKftv duy ucii Ivyde Veer , Emldfcade op dc wijfc van een heymelhcke lage, duylènt uytgelefe mulquettiers en Ipielfen uyt de voortocht; te weten, op den eerften, 300 Engellchen en vijftigh muskettiers van Prins Maurits lijfwacht,welcke duyn van binnenlb veel ingelbnc-. ken was,dat het krijghsvolk voor de naefte hoo-ge fantbergen bedeckt ftaen kon, en allbo door de nature als met een borftwering omringt;recht achter en omtrent 100 treden van defe duyn, was noch een andere veel hooger,waer op de gemelde Veer 200 Ibldaten, uyt de befte benden gekolcn,plaetfte:tulfchen dele twee fantbergen, doch ter lijden en lantwaerts in, was een derde, wat laeger als de twee eerften, dan leer fteyl en ongemackelijck om op te klimmen, waer op hy 500 uytgekoren Vriellche muskettiers Ieyde,die ’t heele velt tot aen den wegh en ’t gebroken landt, en de rechter fijde van de twee gemelde . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bergen,belchieten konden Ter fijden delè,ne- |
■ vens ’t voetvolk van den voortocht op de ftrant, plante de Prins fes halve kartouwen,waer van’er twee, op een van de naefte duynen geftelt, het velt binnen de lèlve voornemelijck wel belcho-ten. Achter ’t gelchut ftelde hy(dewijl de final-ftrant niet toeliet ’t leger in de breette Matfrits. uyt te ftrecken) den voortocht, middeltocht en achtertocht naer elckanderen : over den voortocht, die uyt d’Engellche en Vrielfche Regimenten beftont, ftelde hy de Ridder Veer ; de Engellchen ftonden voor in vier troepen, yder van les vaendelen, op een rye nevens den anderen ; de twee fcharennaeftaen deduynen, was het Regiment van Horatio Veer, achter ’t welk op de rechte hant twee Vrielfche hoopen, elck van vijf vaendelen, d’ecn na d’ander,om elkander te können ontlètten,geplaetft waren; d’eer-fte daer van beftierde den overfte Lieutenant Hittinga, d’andere Capiteyn Crijn deBlaeu: de twee andere hoopen Engellchen beftonden uyt het Regiment van den Ridder Veeiqenaen haer llincker fijde rughwaerts ftonden, in lbo een ge-daente als op de rechter lij de, twee andere Vrief-Iche hoopen, elck van vijf vendelen, over welc-ke de Capiteyns Aftuerus en Geraert Schay bevel hadden. Nevens den Ridder Veer^naell aen de zee,ftont Graef Lodewijck met fijn Regiment van vier vacndelen;en wat achter hem, om t’ont-lètten , Marcelis Bacx met gelijckgetal benden. Over de Bataille oft middel-tochtgebood Graef Everhard van Solms,die tamelijk wijt recht achter den voortocht ftond,in Iblckeen gedaente , dat ’et Franlche Regiment,in twee hoopen ver-deelt,in ’t midden,de Switlers op haer rechte,eii de Walen op haer fiincke-hand waren:waer neven aen de zee drie cornetten van Graef Frederick van Solms,c.n een deel van du Bois Regiment ftonden; want hy Iblf uyt was om de ftroopende Ibldaten in tc halen.De Heer van Corbeke voer-de dien dagh,in ’t afwefen van Graef Ernft, den achter-tocht, die oock recht achter de middcl-tocht geftelt wierdt : ’t Regiment van de lèlve Graef beftont in twee troepen elck van léven vaendelen , had op d’een fijde Giftels , op d’andere Vchtenbroeks Regiment,en in gelijckege-ftalte hare ruytery by hen,te weten, Balens Regiment van drie vanen, en die van Hamilton en Heranguiere. Dus was des Princen fiaghordre. Als nu Graef Lodewijck, na ’t bevel van Prins Maurits, voet voor voet geweken,en fich neven ’t Engellche Regiment in den voortocht geftelt had,was de ruytery van den Aerts-Hertogh onder ’t gelchut van den Prince gevolght, daer op men goet vont,om hen meer aen telocken,twee cornetten ruyters op hen aen te letten, die men beval,naer een kleyn gevecht,achtcr Graef Lo-dewijeks volck te wij eken , met delè meening, dat men door de muskettiers in de duynen verborgen, en door ’t gelchut,des Hertoghs ruytery in wanorde brengen, en op hen eygen voet-volck drijven lou, om allbo den wegh tot Prins Maurits viólorie t’openen : maer dit hecriijck ftratagema oft krijghs-lift wierd door den y ver van de konftapels vruchteloos gemacckt,die,lbo een goede gelegentheyt fiende,in aller haeft,eer Maurits het hen verbieden kon,vuur gaven ;waer over des Hertoghs ruytery terftont afwecck, en fich achter de duynen verberghde. Hier over moeft men in ’s Princen leger op nieus raetfiaen, waer in de Lloofden ernftigh dilj^uteerden, oft men den vyandt tegen trecken en hem aengrij-pen, oft op die plaets fijn aenkomft verwachten Ibu: van ’t laetfte gevoelen was de Ridder Veer, en den Veltheer Maurits volghde hem in delè meyning;gemerckt het gelèhut alree vorderlijk geplant, en ’t leger in goede ordre ftont,die door ’t voortrucken,om d’onbequaemheyt der plaets, nootwendigh gebroken moeft worden, ’t Raet- Hot was dcrhalven,dat men o ven. en alles voorder tot den fiagh berevden Ibu.'ge- 1 •. I . ,, nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■■11 nbsp;nbsp;nbsp;111 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ Lof van dcf lijcK Prins Maurits, terwijl beyde de legers vier staten nit-uren tegen elckanderen in ordening ftonden, lo heer, met voorfichtigh beleyt en raet,als mannelijeke |
volckj aen de flincker al d’overige. De Duytlche én Nederlandlché krijglislieden, omtrent óooo
dapperheyt, al ’t gene dee,wat van een treffelijk Arragon, in dele tijd Generael van al ’i: paerde-Vclthccr,in fuik een haeftige noot,onbequaem- volckj aen de flincker al d’overige. De Duytfohé Iieyt van ’t velt,en ongclijckhcydt van partyen , én Nederlandfohé krijglislieden, omtrent óooo te verwachten is. Hy vermaende al het krijghs- ft€rck,waren tulfclien Oudenborgh en Albertus volck met korte doch krachtige woorden , om lchans by de bagagie gelaten. In defer voegen mcedteht^^ dapper te ftrijden ,- op dat fy , neygt;ensde befcherming was men aen beyde fijden vier urenbefich oni ’f seaerde Vaderlandt, hun eer, lijf en ppants roof fich ten flagh te bereyden-want beyde de legers, tnochten yeeghdragen'. daer op alle natiën,elck ih fijn door ’t vloeyen der zée,Va‘n de ftrant in de duy-tael,met een vrolijckgefchrey, antwoorden jwj’ neh gedreven wierden. Oock oordeelde den soillen met: u le-yen en fler'ven. Daer na gebood hy , dat alle fchepen van landt af en naer Ooftende varen Ibudcn, om tébétoonen, dathy geen ge-
maer met allen anderen ’t uyterfte te verwachten. Oock liet hy de lchipbrugh, hoewel eenige daer tegen rieden,afbrekenj want hy voorïagïi, dat dele achterdeur den blooden oorlaeck , om eerder te vluchten , geven fou , ja lèlfs de befte krijghs-lieden veel licht flaeumakens waérom hy oock eenige fchepen , dieterftont niet vlot wierdcn,deê verbranden. Hier na befaghhy het vélt binnen de duynen , focht bequame plaets , om by hoogh water fijne ruytery te ftellen en te doen vechtenden begeerde dat fijnjongfte broeder Graef Henrik Fredrick,lcstien jaren out,fich te lcheep begeven Ibu ,- maer als die hem met tranen bad, dat hy hem van fulck een oneer be-vryen fou , liet hy hem blijven. Delen jongen held weeck dien dagh niet van des Veltheers fijde , cn droegh fich met fiilck een raannelijeke dapperheyt,dat hy ongetwijfeltingelijcke gele-gentheden fichfelf een onftcrfielijcke naem lal maken.
n« yieris- b)en Aerts-Hcrtogh ftelde al fijn volk in vier Hertoghs grootc vicrkantc hoopen, daer onder waren Ó3 ßach-a^dre. vacndelcn Spanjacrden , vol oude foldaten en Entretenidos, lbo dat Sapena, die daer na gevangen wierd , Prins Maurits verhaelde , dat onder fij n Regiment alleen 700 mannen waren,die voor Capiteyns, Vaendrighs en bevelhebbers eertijts gedient hadden, en nu op voordeelgelt gelet waren: d’andere Spacnfche Overften waren ’er ook wei van voorfien, Voor uyt, naeft de zée, ftont een grootc dagordening Ipielfen van de gemuy-tinecrdc,dié uyt alle natiën eh d’allerbefte foldaten waren , welcke dien dagh, na dé Spaenfohe wijfo, rEJquadron ygt;olant ,'oft na de Duytlche , den ygt;crloren hoop vertoonden. De voortocht was van twee Regimenten Spanjaerden,te weten,dat van Don loan leronimo de Mouroy, en van Louys de Villars , die wat achter d’ecrfte ordening en op de llincke hand der folve ftonden. De mid-deltocht,fijnde ’t Regiment Spanjaerts van Sapena,cn ’t Italiaenfohe van Don Alfonfo d’Ava-los , hiel in gelijeke wijdte als de voortocht ter llincker fijde van de gemelde ordening , om die gevoeghlijk tulfclien beyden te können ontfan-gen. Den achtertocht beftont in drie Regimenten , namelijck , van la Bourlotte, Bulquoy, en ’t Yrfche, ’t wclck in ftaghordre ter llincker fijde van de middeltocht, maer tamelijck ver achter bleef. De ruytery,tuirchendefostienen 1700 paerden fterek , ftont op beyde de vleugels van ’t voetvolk in feer goede ordening. Op de rechterhand aen de ftrant was de gemuytineerde ruytery , onder ’t gebied van den Admirant van
Aerts-Hertogh uyt dé fclioteii op fijn ruytery gcdaen , dat Prins Maurits van voren langs de ftrant en de duynen, met weynigli voordeel te beftrijden was j dies liy goct vont liem in d’on-effen duynen aen te taflen. Prins Maurits bleef in’t voornemen, van d’aenval te verwachten: ter-
wijl Albertus alle ïakén,tot fijn meefte Voordeel, overwoeghifijne outfte én ervarenfteOverften, als Sapena en Stanley , bemerekende dat des Princeh ordening in vele troepen verdeelt ftont, en oordeelende, dat fiilcks hen leer,fchadelijck Ibu fijn, vertoonden’t felve hunnen Vellheer ; ch pooghden op vcrfcheyde wijlen hare groote vierkante hoopen in kleyndere te verdeden, doch ’t was onmogelijck fulcks haeftigh en wél te doen: hoewel Sapena namaels tegen Prins Maurits verhaelde , dat hy , om dit misdrijf té beteren, eenige van de voorfte geleden cerfi:,en daer na d’andere liet vechten. De ftrant was nu, als geleytis , door de zee bedeckt, en meeft al ’t krijghsvnlck in de duynen , lbo dat niet meer dan de twee Engelfche troepen van den Ridder Veer, cn de twee Vrieffehe hoopen vari de Ca-piteynen Afluerusen Schay,achter de vier halve Kartouwen op ftrant gebleven warén , als den Aerts-Hertogh op ’t onvoorfienfte binnen de Aamp;ertut duynen quam aendringen ; een laeck die , lbo ’t lcheen,den ondergang van Prins Maurits meebracht , om dat hy des Aerts Hertoghs voornemen en flachordre door de hooghte der duynen niet bemerekte, dan als die nuloo naby was,- en als hy nootlakelijk fij n gantlche llaghordrcdbn-der eenigh uytftel, veranderen moeft : Want hy had naeulijcks Ib véél tijds, dat hy fijne hoopen in ordre bracht,op datlc,in lülck een onvoorfie-nen aenval, den v^ant gevoegblijek fonden wé-derftaén: dies hy lèlf,in aller haeft,by den mid-deltocht en achtertocht van ’t voetvolck reed, die hy rechts om ftaenen voortgaen liet,tot dat de middeltocht voorby, oft, om beter te ver-ftaen, ter fijden en beneven den voortocht, en den achtertocht voorby oft ter fijden den mid-deltocht gekomen waren : toen beval hy die ftil te ftaen, en fich te herftellen; in voegen, dat de middeltocht en achtertocht niet alleen neven den voortocht,maer oock alle drie een weynigh achterwaerts,en na elckander,met hun aenfich-ten tegen den vyant ftonden. Graef Lode wij ck had hy bevolen, dat hy fich, met fijne twee Regimenten ruyters,op de rechte fijde van ’t voetvolk,binnen de duynen op de bequaemfte plaets die hy vinden kon,ftellen Ibu : d’overige ruyters ontbood hy ook terftoüt daer na alle in de duynen by den rechter vleugel te komen^opdat hy alfoo al fijn paerdevolck, dat verdéylt hjnde te Iwack was,byeen hebben Ibude,dewijl fijn voetvolck aen de ftrant door ’t grof gefchut en de duynen
I.
DE S L A G H B ■dnynen helchermt waren. Maer den Admirant, die ’t bevel over des Hertoghs ruytery, beflaen-de in yoo gemuytineerde Spanjaerts en Italianen, aen de zeekant had, bleef ten einde van de flagh, tot groot voordeel van de fivacke Staetfche ruy-tery,aen de felve fijde.De zon was ondertuffehen naer ’t weften gedraeyt, en begon des Princen volck op den rugh , en den Spaenfehen in d’oo-gen te fchij nen,die oock met de wint,’t fiant,ftof fo dapper vuur gaf,joegen ly de gemelde harque-en roock in ’t geficht kregen. Als nu Graef Lo- bufiers foo kort en onordentlijck in haer eygen dewijek al de ruyters binnen de duynen bracht, faghhy eenweynighterflineker fij de, achter des Aerts-Hertoghs voetvolck,vier hoopen lanciers en drie harquebufiers, om met hem te vechten, aenkomen,die hy(fonder des Princen bevel daer over te verwachten) noodigh achte, met fijn en ’t Regiment van Marcelis Bax,terftont aen te ta-ften; en hoewel de Spaenfche in goede ordre op ’t vlacke velt flonden, en, na Mendofaes eygen feggen,twee honderten twintigh paerden fterc-ker waren, en dat Graef Lodewijck eerft langs Albertus voetvolck, ’t welck hem dapper met Spunßhe musketten groete, en over fmalle wegen rijden rujter)^ ge- mocfl,vcrwon hy hen evenwel; foo dat een deel achter haer voetvolck, doch de meeften tot onder de poorten van Nieuport gejaeght werden, door welcken wijden omkeer Prins Maurits ruytery wederom gevoeghlijck van achteren (hoewel des Hertoghs paerdevolck fiilcks pooghde te beletten) by hem quam. Dit eerfte treffen gafPrins Maurits voetvolck grooten moed, ’t welck met meerder yver den eerften en hartften floot uytflont, en verweckte aen Albertus voetvolk een vreefè,dat Prins Maurits ruytery hen van ter fijden overvallen fbu. Ge-vecht dit treamp;n van Graef Lodewijck,komen ook .de Spaenfche fchutten en muskettiers voor hare Ipiefl'en uyt,en vallen met fulck een gelchrey,als oft den hemel fcheurde,op den Ridder Veer;hy lietfè door fijne fchutten en muskettiers fonder geluyt ontfangen: dit fchiet-gevecht was langen twijfelachtigh, eyndelijck moeflen de Staetfche muskettiers van de duynen afwijeken ; maer als de Spaenfche fchutten foo verre voor hare fpiefi-fèn op de Staetfche fpieffen eerft troffen, fijn fÿ terflont te rugh gedreven, vluchtende op hare flaghordre en fpieffen, waer onder fyeenige on-ordre brachten. Eyndelijck trocken des Aerts-Hertoghs fpieffen de duynen voorby , om met Prins Maurits fpieffen hant-gemeen te worden , hoewel de muskettiers van’s Princen lijf-wacht, van Hohenlo, en van ’t Vrieffehe Regiment, op een hooge duyn,die fy noyt verlieten, dapper op hen fchoten. Aen wederfij den wierd fel en hit-tigh gevochten, om dat yder d’eer fijner natie voorflont, en vol moeds was. De Spaenfche fol-daten, boven dien hooghmoedigh van aert, en verachters van hare vyanden,roemden op d’out-heyd van d’onverwinnelijcke Regimenten,noyt gevlucht noch geflagen , jae noyt in ’t vrye velt van de Nederlanders verwacht; en verblijden fichjdat fy nu eens met hen om eere flreden,fóo datfy aen de viólorie niet twijfelden. Hier tegen moeflen de Nederlanders door noot vechten, haer betrouwende,naefl Godt, op de heerlijeke deughden van haren Veltheer, en op de goede ordre diehy gefielt had.Graef Lodewijck,door des Princen hevel, trof ten tweeden rnael, met drie cornetten harqnebufiers en les cnralïiersop des Hertoghs ruytery , die liaer in de plaets der gevluchte geftelt had: fo haeft des Graven har-quebufiers los gej[choten,enhunnaulijcks,om te treffen,gewent hadden,ruckt des Hertoghs ruytery daer op voort^en dewijl fijnvoetvolck oock curaffiers , dat Graef Lodewijeks ruytery op de vlucht quam. Nu flont d’overwinning fèer twij- d’Overzew felachtigh;maer naefl God wierd die door Prins Maurits verfèkert en behoudenjwant hyfelffleU de fich, met twee vanen ruyters, aen een engen wegh om de fijne te flutten;en was van meening ’t laetflc treffen felf te doen , indien fijnvyand ( noch in vreefè fijnde van den eerflen aenval, door Graef Lodewijk met voordeel gcdaen)niet terflont flil gehouden,en hem alfb tijdtgegeven had,om fijn ruytery achter fijne troepen weder te verfamelen,en in goede ordre te brengen, hy wifl dit voordeel ook wel waer te nemen; want hy beval Graef Lodewijk ten derdemael aen te vallen, die, om de vorige verwarring te mijden, alleen vijf vanen nam,liet d’andere om t’ontfetten in goede ordening flil houden,en gebood d’ach-terflen de wijekende felfte dooden. Des Aerts-Elertogs ruytery, defè meening en ordre fiende, /cheen fich acliLci liun voetvolck (waer van fy dooreen breede floot gefcheydenwaren)te willen vertrecken, doch reed het felve met fchrick en onordre verre voorby ; foo dat den Hertogh op de plaets,daer hy fchuyn achter fijn voetvolk flont, met fijne twee lijfwachten, alleen bleef. |
Terwijl ditgelchiede,was’t gevecht van ’t voet- Ankrij^s-volck in de duynen feer vermeerdert,want yder voick fond de fijne gedurigh nieuwe hulp, fo dat al de Engelfche troepen,uy tgefèy t die in d’embiifcade lagen, handgemeen waren ; en wierd wederfijts foo yverigh gevochten,dat d’Engelfche door de menightevanharevyanden gedwongen wierden^w. de plaets te verlaten, en op de Vriefèn te wijc-ken,die hen,door h are wanorde en d’oneffenhey t der duynen,niet ontfangen kondenreen kartou-fchoot deé hen noch meer verwerten, dies fy in fiilck een onordening geraeckten,dat fy t’famen wel hondert treden te rug,tot achter ’t gefchut, daer fÿ fiant grepen , gedreven wierden. Al de fpieffen van d’andere flachordeningen waren terwijl ook in een dapper gevecht,en drongen elk-anderen in ’t diepe fant, en de gebulte duynen , met een dapperen doch twijfelachtigen moed ; want ’t geluck nu d’een dan d’ander lcheen toe te lachen. Doch Prins Maurits, verflaende dat fijn voetvolk ingevaer was,fc)nd denRitmeefler Balen met twee vanen ruyters, tot hulpe van de fijne,naer de ftrand,met laft recht toe en fonder /chromen op alles wat hem bejegende te treffen; defe,als een oude vos,fiende dat al dit voetvolk niet meer in ordening maer verfpreyt flont, maeckte,in’t voorby-rij den naer de n:rant,dick-wijls gelaet,als oft hy hen aenvallen wilde, waer door hy al ’t voetvolck in groote vreefè bracht^ en quam doen foo gewenfcht en ter rechter tijt by den Ridder Veer, als oft hy uyt den hemel gefbn-. |
DE SLAG H BY NIEUPORT. Des ^erts-Hertonhs r HJ ter ƒ vlncht. Degt;t Ad-mtrant ge-uanaen. Albertus ft}» le- igt;eha’'ve» d'achter-tockt , ^te verflagen Wort. ^ajagen , gefbndcn Wâs;\vant des Princen voetvolk begon alreé te wijcken,en Veer felf, die licli in raet en dact als een treßelijck Capiteyn had gedragen, was tweemael Iwaerlijck in ’t been gewond , het paert onder hem gedoot, (een Engels edelman , Drury genaemt, fette hem achter op ’t fijne) en met veel honderden tot aen en byna in de zee gedreven.Het Spaenfche voetvolck vlooghhier op toe, om ’t gelchut te vermeefteren,maer des Princen conftapels dat fiende , gaven voor de laetfte mael foo dapper vuur,en troffen hen lbo Wel,datlè van elckander lcheurden,en een wey-nigh ftil hielden, daer op de matrolèn van’t ge-lchut,naer haer gewoonte,hen met gelchrey be-Ipotten. Toen beval de Ridder Veer den Rit-meefter Balen ter rechter tijd, dat hy aenvallen lbu,’t welckhy met fulck een moed op ’tSpaen-Iche voetvolck deê, dat oock daer door des vy-ants rechter vleugel,beftaende in 700 Spaenfche en Italiaenfche gemuytineerderuyters,terftont, Ibnder eenig tegenweer,fich geheel op de vlucht begaf,in voegen,dat de gedaente der faken onverwacht omkeerde : want Prins Maurits voet-volck begon wederom moed te krijgen, fich om te wenden , en ’t Spaenfche voetvolck te vervolgen. Den Admirant van Arragon,van elck verlaten , reed alleen met een voetknecht door de duynen,om fich by den Aerts-Hertogh te voe-gen^maer wierd van twee Spanjaerden(te voren overgeloopen, daer van d’een onder fijn cornet had gereden,)bekent,en, met hulp van twee oft drie andere fbldaten,gevangen, en by Prins Maurits gebracht. Na den gemelden laetften aenval van den Ritmeefter Balen,dié terftont na Graef Lodewijeks derde treffen gefchiede , nam des Aerts-Hertoghs ruytery, als gefèyt is , de volle vlucht ; fbo dat den Hertogh lèlf genootfaeckt wierd fich te redden, met die eer nochtans, dat hy met de laetfte van fijn ruytery weghreedt j waer op fijn gantfche leger d’openbare vlucht kiefèn moeft. Het Spaenfche voetvolck,van alle hulp ontbloot, weeck met fiepende fpiefïen, en hen dikwijls omkeerende,pooghden fich te redden. De Regimenten van den achtertocht, als Bourlotte, Bucquoy en’t Yrfche, noch in ordening fijnde,want fy hadden niet gevochten,ble-ven door ’t vermanen van den Yrfchen üverften Boftock ftaen, (hoewel hare twee andere Over-ften met den meeftenhoop geweken waren,)tot dat Horatio V eer,en Dommer ville, overfteLieu-tenant van ’t Franfche Regiment, eenige vaen-delen verfamelden,inordening brachten,en met de felve hen bevochten ƒ00 dat fy van voren en ter fijden metfpieffen enmusketten,envan achter door de ruytery befprongen, eyndelijckge-fcheurt, en meeft alle, neven den gemelden Yrfchen Overften , verflagen wierden. Prins Maurits liet eenige ruytery de vluchtende najagen,en hiel ’t voetvolck met het meefte deel van ’t paerde-volck in ordre 5 want hy ver-moéde,om dat men de Duytlchen,die by de ba-gagie gebleven waren, noch fagh , dat d’Aerts-Hertogh wilde ftand houden : dit was d oorfaek, dat vele haer leven berghden^de vermoeytheyd der krijghslieden, de nabyheyd van des vyands fteden, en ’t gebroken land, verhinderde oock |
ïiet najagen. Daer na fach men niet dan vluchten en dootflaen, daer in der Staten volck t’on-barmhartiger was , om dat hen d’overwinning flaen, veel bloeds kofte, de Schotten en Zeeuwen on-genadigh verflagen, en de befetting van Snaes-kerekentegensbeloften gedood waren: want de Spaenfehen moeften meeft langs Ooftende vluchtenftkrijghsvolck van die ftadt,uytgeval-len fijnde,verfloegen veel gevangenen,die fy de ruyters , die hen om ’t randfben oft losgeit be-waerden, ontruckten. Edmont, Colonel der Schotten,doorftack een,die 10000 kroonen voor fijn leven en vryheyd bood.Dus nam ’t woedende krijghsvolck wraeckover hare verflage fpits-broeders. Prins Maurits bleef die nacht op de plaets van den flagh , maer was genootfaeckt ’s anderen daeghs, om de gequetften, en ’t ver-moeyde leger,dat bynaer vandorft verfinachte, met allerley nootdruft te verfbrgen, naer Ooftende te trecken, daer doen noch eenige honderden van d’Aerts-Hertoghs volck de wreet-heythunner medegefellen,aen der Staten volck gepleeght, met hun leven betalen moeften ; tot dat Prins Maurits opliif-ftraf liet afkondigen , verbet^ 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den wart. dat men alle gevangenen fou fparen en geen leet doen. Den Admirant Don Francifco deMendofa,de Cevange- Gewönne vaendele». loren waren , wierden alle verovert. Aen der cetA der Staten fijde fijn omtrent twee duyfènt vijf hon- dooden aen dert mannen ( de Schotten en Zeeuwen onder Graef Ernft daer in begrepen)gebleven,en vier-en-dertighfbo Ritmeefters als Capiteyns,behal-ven de Lieutenants en Vaendragers. Onder de dooden vond men Hopman Pythaen met vier- tvonderHjc-en-vijftigh wonden,daer van een in de keel doo- bckondt-delijck was, die nochtans eerft genas,hoewelde fpijs en dranekdoor’tgat van de keel uytliep» Een Switfèrs Capiteyn,ChriftiaenIoin genaemt, was immers fbo leer gewont ; want fy beyde, de plaetfèn, daer fy verordent waren , niet wilden verlaten. Het was oock ten hooghften te verwonderen, dat de gequetften en vluchtende,die in ’t moerafch fbneken, fbo veel dagen daer na levend’gevonden wierden, dat het onmogelijck fchijntjdat de menfehen fbo lang fbnder fpijs en dranek fbuden können leven. In ’t kort, het was een bloedige overwinning, en te aenmerckelifc- 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r 1 nbsp;nbsp;• 1 in Doverivtn- ker,om dat men nergens vanlodanigh een leeft, daer fiilck een groot getal van Spaenfch voet- ^tgh. volck by een geweeft, en t’eenemael verflagen is. De grootfte fteden in Brabant en Vlaende-ren vertroofte men met de volgende uytftroyin- Graven van Salm en van Feria,Loiiys de Villar, Sapena,Maiftros del Campo,met vele Capiteyns, Edelluyden en andere, tot 800, wierden gevangen : ’t getal der dooden is onfeker, de geloof-waerdigfte feyden,omtrent fooo.D’Aerts-Her-togh Albertus ontquam ’t, hoewel met het uy-terfte gevaer^want fijn Secretaris,Kamerling en Edeljongers, die naeft by hem waren, wierden gevangen, en wiften niet,oft haer Heer doot oft levend was.Hondert en vijf vaendelen,drie ruy-ter-vanen, (daer onder die van d’Admirant was ) den ftandaert der gemuytineerde, en de fèven-tien vaendelen van Graef Ernfts verflagen volk , met vijf-en-twintigh andere die in den flagh vergenj |
De Spain ■ fchsn proven de hare n wasjdat d’Aerts-Hertogh fijnlchade haeft,maer de Staten langfaem verwinnen louden ; en dat men hen van een groot getal muytmakers hadt verloft : doch dat men nu overal nieu volck ver- Wie d'eer der U’infl tue komt. gaderde en wapende ; en dat de Staten niet dan wcynigh ydcle eer van ’t velt te behouden,macr geen vruchten van d’overwinning Ibuden genieten. Dele Slagh gelchiede in’t jaer duyfent fes hondert, den tweeden luly nieuwe Hijl, op den felven dagh en macnt, als Keyfer Adolf uyt den huylè van NalTou , voor drie hondert en twee jaren door Hertogli Albrecht van OoHenrijck verHagen was. De eer is God alleen toe te fchrij-ven , die boven aller menlchen vermoeden ge-werekt heeft; want aen beyde fijden lijn onver-Ichonelijkc mislÏagenbegaen : de Statengingen, met rijpen raet , in ’t uyterHe gevaer , op een daer geen middel was, tot nootdruft,tot aftocht, noch om bequamelijck te vechten; en waeghden hun waerde Vaderland, Ibnder daer toe gedwongen te lijn,aen een fijdendraet,getij ck men leyt. De Spaenlchen verHiymden hun groot voordeel,want ly Helden hun in ’t gevaer van een veltllagh tegen eenen by na hopeloolèn wijle vhn raden en regeeren dus lierHelt wierdt : vyant,die ly met Hil te leggen, door honger en doiH, in weynigh dagen gewis vernielt louden hebben;dewijl in ’t Staten leger alree foet water gebrack,lbo dat men,om dat te bekomen,in de Äi’sflagen acn Lof va» frtns didaurits, en Graef Willem. duynen groef.Sq men,naeH Godes voorlicht en belliering, de minder oorfaken defer overwinning tracht te weten, die is aen der Staten lijde door de dapperheyt, goeden raet, envrolijck gelaet van Prins Maurits, die alle foldaten een dubble moed en hart gaf,verkregen: hier quam by,dat het krijghsvolk,vele jaren te voren, met keeren , wenden, en andere ordeningen ( door Graef Willem van NalTou uytd’oude vergete-nis weder opgelbcht)neerHigh geoelfent waren,-en dat ly nu door noot moeHen vechten, en al-Ibo aut Ymcere^aut monyàzt ïs^off^innenyofi ft cry en. WM defe De Spanjaerdenlijn geHagen, om datfe haren vyant te kleyngeacht,geenervare Veltheer gehad t, en de llagh begonnen hebben, als ly ver-moeyt van reylen waren. Den Admirant be-klaeghde ook,dat ly ’t metgemuytineerde aen-gevangen hadden ; hoewel men lülcke eertijdts dapper heeft lien vechten. De tijding deler overwinning , die overal te i/.wzzwzw P^^ hep , verweckte een wonderbare verandert derme»- tiog in dcr menlchen herten : de blijdlchap was f hen ge- onuytlprekeliik, nochtans met lchricken en be-iverckt. ven vermengt ; yder een verltont wel,dat,gedurende delen oorlogh,geen der beyde partyen Ib heerlijeken overwinning bevochten had;en vele mcynden,dat daer op volgen fou eenen algemee-nen omkeer in des Aertshertoghs laken, en een volle vrede , oft immers een onbelbrghder en min gevaerlijker oorlogli op des vyants bodem; dat de zeevaert heel veyligh Ibu fijn,dat men de koHen van oorloghs-lchepen Iparen , en daer mede ’t leger te lande verHereken kon,ook veel contributien aenwinnen, en den vyant onttrec-ken; en in/bnderlieyt,dat het aenfien der veree-nighde Nederlanden nu by alle Vorflen aenwaf« fcn,cn’tont/àcli van Spanjen en Ooftenrijk ver |
groot minderen lou,’t wc’ck by de gene,die deer vrees van fijne monarchy en macht dus lang gefwegen hadden,miirchien nieuwe gedachten en raetllagen baren moell , met ontallijke andere voor-deelen,die menmet’er tijt beter verftaenloude. Doch midden in defe vrolijckheydt beving hun een koude lchrik,als ly’t groot gevaeroverdach-ten,en ’tlcheen byna,dat hun de lèlvenoch boven ’t hooft hing; ly bckenden,dat het leger,als Ilrael tullchen Pharao en ’t roode mæir, was bc- klemt geweeft ; en vervloekten den raet der gene,die een loo geregent,rijck en welvarent land, en vele hondert duylent lielen , londer eenige nootdwang,in ’t uyterlle gevaergellelt hadden, om in een afgront van de gruwelijklle elenden, die een volk overkomen konnen,te vallen;want, feydenly, het dreygende ongeluck van defen tocht was foowaerlchijnelijk,dat d’onnolèle Gemeenten in de Hollandtlche Heden , die Prins Maurits door-reyfde,daer eenige ramp uyt Ipel-den,en beklaeghden,met fuchten,’t groot ge vaer dat hem overkomen Ibu.De verftandighften mis- Aïtinoegen. noeghden over dusdanige vermetele raetllagen, en lorghden voor eenige verandering, dewijl de want dus lang hadden de Staten met langmoedig-heyt en gedult getracht tijt te winnen,alleen het hare te belchermen,en niets in’t onleker te ftel-len;nu begonnenfe,fo’t lcheen,de Staet vanher lant minder te achten.ly plachten’t voor winft te houden,wanneer men niet verloor^nu genoegen-» fe fich niet met middelbaer gewin. Als de Velt-heeren eertijts tot olfenfiveii oft belpringenden oorlog Hemden, en een lèkere overwinning voor oogen Helden, konden ly dieniet gelooven : nu durven ly liilcke aenllagen beginnen,die de Velt-heeren lelf Ibrgelijk achten, en porren hen over de Heyle klippen van onvolbrengelijcke voornemens te klimmen:voor weynige dagen vermaen-den ly noch Graef Willem, dat hy Groeningen wel bewaren,en de belètting liever vermeerderen dan verminderen lou;daer na verßvacken ly het lèlf,en ontblooten, met groot gevaer, de beyde lijden van Nederlant.Men voeghde hier by:dat de Bontgenoten in d’Ommelanden Ib Hrenge-lijck gehandelt,en de lcheuringen in VrieHandt voor winH geacht wierden,- recht tegen de oude gewoonten der Staten.De gemeene lbldaten,dic felden belwijcken lbo lang ly moed en ordre by hunne OverHen lien,begonnen eerH na d’over-winning’t gevaer t’overwegen; want het lcheen hen,als oft ly verraden waren,wanneer de Spaen-Ichen hen loo terHont des anderen daegns op ’t onvoorlienHe poogden te overvallen ; dies ly elkander omhellden en geluk wenlchten, gelijk de gene,die, naer een langdurige rcylè,en aller-ley gevaer en elenden,d’een den ander met blij-Ichap ontmoeten.Dus waren twee Hrijdige hertstochten,als vreugde en vreelè,t’lamcngemengt: doch in dele beyde wierdt Godt van de Staten en haer volck eendrachtelijck gedanekt enge-prelèn ; dewijl een yder bekende, dat fijn voor-lienigheydt voor ’t landt gewacekt, en den ondergang van hunnen GodsdienH en den gehee-lenStaet genadelij ck belet hadt. |
^egin. Privilegie. Ramajus, Meyer, en de Kronijk van Uitrecht, noemen dele Stadt Huh flum oft Hulßa, en bren-gen d’oorlprong van haer naem van ’t kruyt Huift oft Steeck-palm, D ’t welck ly in haer wa-pen voert, als een feker blij ck, foo’t fchijnt,dat hare inwoonders altijdt groote beminnersvan de deught geweeft fijn. Sy is een van de outfte Steden van Vlaenderen. Men vind in d’oude lehriften van Otto , dat de hofftede van Malare en ’t kafteel van Huift onder de Kerck van Uitrecht ftonden ; doch het blijekt niet klaer en feker in de Hiftorien : want Philips van Eifas, Graef van Vlaenderen, heeft die van Huift in fij n befcherming genomen, daer van de brieven in ’t jaer clo lxx gegeven lijn, by welche Margareta , Gravin van Vlaenderen en Hene-gou, de gunft van haer voorfaet vernieuwende z, ’t volgende gevoeght heeft : Uy Margareta, Gra^ Hn 'Pan Vlaenderen en Henegou^hier 'Voren genoenit^aen-gemcrekt hebbende, dat het voorfey de privilegie door den Graefof en voorjaet aen d’inypoondersvan Hulfl Vergunt Van den brant der Stadt vernielt is^en dat Jy V felve foo te Voren als daerna^ altijdt gerufielijck en Vredelijck genoten hebben ‘billen en begeeren dat de gemelde burgers en in-yvconders de felve privilegie genieten j en van alle laßen, tollp, impoften, enge'srgt;cone fchatting, die door onfi gehe fe Vrovintie Van Vlaenderen betaelt quot;vorden, in ’t toekomende altijdt Vry en onbefvtaert füllen fjn en blijven, den tol te S. Omar. De tweede geboorte , oft liever, de tweede waldom deler Stadt, kan men met het jaer c ï □ c c c L, onder Graef Lodewijck,beginnen,welc-ke,om de getrouheyt der burgers, van Huift t’er-kennen, haer van alle laften bevrijdde ,• en gaf hen wetten, waer nae ly hun louden beftieren. Dit was in een goede tijdt, waer in ’t volck geen gedachten dan van vrede en eenvoudigheytnad: die van Huift hadden meer Ibrge voor haer by-fondere faken, dan voor de verlèkering van hare Stadt ; ly leefden fonder vreelè , en achten fich meer door hare privilegiën dan hare muren be-fchermt. Omtrent de kerck en ’t out kafteel was een groote en fchoone plaets, maer de ftrafheyt der zee onderworpen, en leer ongeriefelijck om naer Hollandt te varen, tot dat loan, Hertogh van Dijon, kennis hebbende van d’ongemacken die daer uyt Iproten, den inwoonders, in ’t j aer c 13 c c c c XIII, toeliet, datfe de helft van de Stadt met een muer beftuyten louden, en met poorten en graften voorfien. lek weet niet, oft ’t geldt hier toe ontbrack ; want het gelchiede Uaifbe- niet, dan eenige jaren daer nae, op een tweede verlof, door ’t welck de poorten en muren in weynig j aren opgemaeckt wierden. In ’t j aer cH cccc LX wierden de felve poorten veel Ichoon-der gemaeckt, men verfterekte haer met torens, ravelijns en bolwercken, om de vyanden ’t hooft te können bieden. Naer veel arbeytenonko-ften fcheen het, dat ’er weynigh ontbrack in |
’t jaer cb cccc xci : evenwel, dewijl de gelegen« heydt beguaem was, om haer lèer fterek te maken, heelt men by de vorige noch nieuwe wercken gevoep;ht,tot datlè genoeghvolmaecktwas; ’t IS want de forge van de Prins van Oranje,de naer- Seerßen^ Gouverneur, en d’arbcytfaem- g^»faecki. heydt der Borgers,hebben, door de befte Bouw-meefters, de poorten, wallen en andere wercken foo verfterckt en vermeerdert, dat een y der, die haer te voren gefien had, naeulijcks fou können oordeelen,dat het de felve Stadt was. Men heeft het water van een riviere daer omtrent vloeyende, in de Stadts graften geleyt, ’t welck een ge-wichtigh, maer feer voordeeligh werck was. By een van de poorten is een bolwerck, foo wel ge-fchickt, dat het buyten en binnen de Stadt gebiedt 5 in voegen, dat men haer, in defe tijd,mec recht voor een der fterckfte plaetlèn acht; want het is onmogelijck haer aen te taften, als de zee hoogh is, om datfe geen anderen toegang heeft dan ’t water, en eenen wegh naer de fijde van Vlaenderen. Voor 120 jaren waren de huylèn noch met riet en ftroo gedeckt ; maer door de tijdt, die alles verandert, is dat in tichelen en leyen-daken verwilfelt. Sy is, na hare grootte , rirhewt.. tamelijck volck-rijck ; en heeft vele huylèn en gebouwen, en weynigh ledige en onnutte plaet-len , om datlè met boomen en tuynen geeiert fijn. Hier is een haven , die duyfent treden van Haven: de Stadt in de zee ftreckt, volgens ’t privilegie van Philips de Stoute aen hen gegeven, en door Philips de Goede, fijn neef oft foons loon, in ’t jaer c lo cccc xx,beveftight. Keyfer Karei de vijfde liet dele haven in’t jaer clo lo X X VII lchoon maken van al ’t landt en vuylig-heyt, dat de zee daer in geworpen had j maer ly is dele verftopping lbo onderworpen,dat de on-koften het voordeel verre te boven gaen ; der-halven laet men die in de felve ftaet, waer door ly t’eenemael ondienftigh is. Sy heeft oock veel Iwarighedengeledenjmaer Geleden ’t fchijnt, dat het veel eer geweeft is, om haer elende»^ deugt te beproeven en te oelfenen,dan om haer te vernielen. Sy ontfing een fware flagh door door een brant, die byna alles tot alch maeckte, waer ^^*'*’'* van de Gravin Margareta in de voorlèyde brief Ipreeckt ; uyt welcke genoeghlaem blijekt, dat die alleen een ongeluck oft toeval was. Meyer feytoock, op’tjaer cl3 cccc Lii, datlè van de Gentenaers ingenomen en ver brant is ; maer hy ftelt geen andere oorlaeck van dieelende,dan hare getrouwigheydt tot haren wettigen Vorft. ' Selben jaren nae het tweede, trof hen een derde ongeval, waer door de toren van de kerck, de hal, en twee poorten, die van de vorige brant overgebleven waren, van de vlammen vernielt wierden : dit gefchiede door delbrgeloosheydt van een droneken volder,die in flaep viel, en liet het vuer omtrent het ftroo blijven. Schijnt het niet dat den hemel op haer verftoort is, en dat d’elementen, infonderheyt het vuer , haren vorigen voorlpoet benijden.^ De Gentenaers.lijn evenwel haer gevaerlijekfte vyanden geweeft; want |
Q„9^.-S-â
\o.Q
.^a o o.
-aG_,
--■q.q...
.aQ_o o.©'.
oê-o-ö-
.. -Ô 0X3 o 0 0
„POO ■
Q. G -.Q. - -Q._____
OQ-
Ä,
- -o........1»* a“
Q !3l
o©
)9-
.- lt;ä Q .
’la-SLa
. 9 9______.o a ft
a0
—Q-a_a,_.Aa
...O .c
QÆ_.à.Q,
-O:©______OO,,..
-a o.n
@.a.....öftta.
O...
-Q O
oöQ...
--.a O
•oQ O0
@9-
•ö.ö—-
..B.
-Ö
©-J3
qqO
o.Q-
00
o o.
aS-
......00--
„„j3Q
aA
ra@
S..Q___
.|.a.aQ-
5^0 Q
sassassssmiffiEassss ...J3Ö ö -- -O O aft
___
..O© .0
-aft-
.o @.a-
Q_£l-.
ft O- J3_
Hetman
■oQ___QJSJä
e o .a@.
Q öQ_____
-iTo'ä _'oQ
Q....
an den oe
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_____-o Q.a_____
--Ü0.®...9..aj3—„ ftS........
.O o o
.0.0—
-ao.-a
o-0__.aQ.
•oqQ
.,.,-0 ..a.,. _ o.©-,
SSBBBBBSSjDJB*“
â-oO.....oöQ
,.^OQ _.Q :-~O
-O o a Q-------- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Q g
.....ft-© .-o.Q.- “ö®--
.......e o Q d
..-0 0 0.-9
—-0 Q.Q
qQ .
...Ok3 .........O0.....
Aâ
fce.e®.....oQ
-Û
.'.0 ó0.r^,.«’5
„0.0
•,.oâooO
..-.Q.......o o©-.-
.............O □ ö Q-
o O Q-
o OO-
O-S-
.............0.0...
-a®_»_aa-Ö----
.....S lt;1 o o,.
.0 0 oO
-0.0
0-.as
açi.a
®o O-, (3
Q .0©
...a o Ç? o
c» O O____
P .....
.0......J30
..C5 O©
O. O__
n.Q OQÖ..
aS—,-aäk
9-a_aâ.
aQ-Q A-Q
want in ’t jaer cH cc cc lxxxv fonden fy Robert de Lange met eenigh krijghs-volck om haer te befpringen ; maer als hy tot fijn voornemen niet kon komen , wiert hy in ’t aftrecken gevangen, en in de Stadt, om fijn overgeve boosheyt, verbrant : dit was te hreng, fal mif-fehlen iemant fèggen ; maer al de gemelde fwa-righeden, fmaet en fpijt, verlies van goederen , borgers eninwoonders,verlchoonden defè hraf-heyt; ’t welck de Vorh oock fbo verhont, die hen defe daet vergaf, om datfè tegen d’openba-re verhoorders der gemeene ruh, en verbrekers van ’t recht der volckeren , gefèhiet was. Drie jareii daer nae wierdfè door eenige rebellen en muytmakers geplondert, dies de Graef hen, om ’t verlies te verfachten,door een byfbndervoorrecht, van alle tollen en fèhattingen, die de heden Gent, Brugge, en Cortrijck betalen , vry maeckte. Hare elenden waren hier meê noch niet ten eynde, want in’t jaer cl3 l3 lxvi quamen hare vyanden hen wederom berooven, Geplondert. plondctdcn dc huyfen, ontwijden de Kercken , verhieten de Roomfèhe Godtsdienh ; en in ’t kort,fy maeckten van defè plaets een jammerlijk toonneel van verwoehing. Elf jaren daer nae wierdtfè op nieu vandeGentenaersgefèhonden, verdruckt, en byna omgekeert. Maer Farnefè, Gouverneur der Nederlanden, dwong hen,naer feven jaren, fich aen de Koning over te geven. Doch Maurits van Nahou won haer, in ’t jaer clo lo x c i, voor de Staten der veree-nighde Nederlanden, in wiens gewelt fy niet lang bleef : want d’Aerts-Hertogh Albertus , in die tijdt Cardinael fijnde , vermeeherde haer , naer een moeyelijck belegh, met enckel gewelt : fy bleef tot het jaer c 13 loc x l v in fijn vermogen , in welcke tijdt fy, onder ’t behier van Prins Frederick Henrick van Oranje, verkracht is, als wy terhont hier na befèhrijven füllen. Als die van Hollandt en Zeelandt fich, in ’t jaer clolo lxxii, tegen d’overlah van den Hertogh van Alba helden, en de wapenen aentahen, is defè Stadt een frontier-placts geworden : men leyde daer befètting in , en helde tot Gouverneur Nicolaes de la Biche, een man vermaert in d’oorloghs- en andere deughden. Marchantius fèyt, dat Hulh een Burgh-graef-fchap is ; maer ick heb tot noch toe ’t fèlve niet gevonden : dan ’t is waer , dat de Burgh-graef van Gent het derde deel der boeten , en eenige andere kleyne voor-rechten, plach te genieten. Het Schoutfehapheeft eertijeftserflijekgeweeh in ’t geflacht van Liedekercke. De Magihraet behaet van hare outhe tijden af in fèven Schepenen, die de civile en criminele faken verhandelen, en jaerlijeks, door’t bevel van de Vorh,verandert wierden. Hier fijn ooek eenige oude vergaderingen van Schutters; maer de brieven van hare gewoonten en oude infèt-tingen fijn meeh alle door ’t vuer, daer doorfè fbo dickmael befchadight is, vernielt ; uytgcfèyt alleen eenigh befcheyt der vryheden van de Schutters, in Keyfèr Kareis tijdt ; van ’t Sche-penfehap, infijngroot-vader Maximiliaens re-geering ; en van het Schoutfehap,in de tijdt van Philips de Goede, gegeven. yerande-rinien. Ecn fron-ttiY-ßadt geworden. ßutct. Schutte-ryen. |
S T. Sy heeft verfcheyde vrye jaermarekten , die /aermarek: allengs,nevens andere gunften en voor-rechten, * verbetert en vermeerdert fijn, In’t jaer c 13 c c deden de inwoonders , door fèkere vryheyt van impoft, grooten handel in allerley vee. Omtrent twintigh jaren daer nae begaven fy fich tot al-ierley wolle- en linne-wercken , daer van ly verlof gekregen hadden,’t welck door Keyfèr Maxi-miliaen,in’t jaer mccccxc, beveftightwierd. Sy verfochten aen Hertogh Philips vernieuwing en andere van ’t haven-recht, dat hun in ’t jaer clo cccc xx 'vrjheden. vergunt was, om datfe daer omtrent fbutkuylen meynden te vinden, die tot groot voordeel van de Stadt ftrecken fbuden j ’t welck fy verkregen. Toen begon men met y ver fout te fieden, daer Soutfieden, die van Biervliet fich tegen helden, voorgevende , dat hen die vryheyt alleen toequam : doch de Vorh wees hen af, en bevehighde op nieu de vryheydt van de Hulhenaers. lek heb de wetten en ordre , fèyt Sanderus, die de Raedt in ’t jaer cl 3 l3 VII voorde Soutfieders maeckte , felf gefien j en met lieden gelproken,die deketelen, pannen en ander nootlaeckelijckheden tot die neering, gefien hebben j oock heb ick de rie-ven, daer meê Lodewijck van Crelïy al d’arbey-ders van aile tollen en laften in de haven van S. Orner vry ftelde, gelefen. Wat belangt hare jaermarekten in Mey en Auguftus, waer in men alle koopmanfehappen verhandelt,men kan niet weten, van wie, wanneer, en hoe fÿ die verkregen hebben. S. Willebrord heeft hun eerft het Euangelium OeeßeUjeke gepredickt ; federt heeft de Keyfèr , als Grama-jus fèght, defè kerek onder den BifTchop van Uitrecht geftelt. Hare eerfte kerek was aen S. Pieter ge-eygent, en is van de Noormannen verwoeft, doch Robert de Vries heeft haer, in ’t jaer clo lxxii, doen herbouwen. Daer nae is’er een ander , onder de naem van haren Apoftel S. Willebrord, opgerecht, die fèer aen-fienlijck, en metfchoonekapellen, portalen, graflieden, een koor , toren, en tabernakel ver-ciert isjalles is heerlijck,en de regelen der bouw-kunfl fèer wel waergenomen.Men fach hier niet, eer datfè de laetfle mael geplondert was,dan ec-nige marmere tomben oft graven, infbnderheyt een van Albert,Marckgraef van Baden, die in ’t leger en in ’t gevolgh van Keyfèr Maximiliaen ftorf, en hier fijn laetfte wooning verkreegh : Frederick, BifTchop van Uitrecht, en broeder van den overleden , ter gedachtenis van een die hem fbo waerd geweefl was, bevrijde, in ’t jaer c 13 13 II, dele kerek, en al hare Pafloren, beneficiën, prebenden, Prieflers, Overften en Regenten der collégien , volkomelijck van alle Aerts-prieflerlijck gebiedt. Daer fijn meer dan dertigh Priefters, die jaerlijeks goet onderhoudt hebben. Het volck is Gods-dienftigh, en de kerek wiert wel bedient na de Roomfche wij-fè. De BifTchop Rudolphus heeft hier, in ’t jaer c13 cccc L, het fingen der Canonicaleuren ingeftelt. De toren is in de jaren cl3 cccc Lxviiien cl 3 l3 Lxii verbrant ; men heeft federt gepoogt die in fijn vorige gehalte te her- , bouwen, maer ’t is niet uytgevoert. Defè kerek is van de Gentenaeis, ten tijden van d’Aerts- Her- |
HUL HartogliMaximiïiaen, geplondert; en van’t ontleken volck, die de Roomïche Godsdienft verlieten, ten tijden van Philips de tweede, ontwijdt en gelchonden. Sedert is ïy in Iiaer vorige fchoonheyt herftelt; en, oni ’t volck y voriger te maken, heeft men hier een broederlchap van ’t Roïênkransken opgerecht. De Kapellen waren üytnemende heerlijck verciert, door de forge ' en neerftigheyt van Antonius Majet, wiens ver-dienften, wetenfohap , wijsheyten Godtvruch-tigheyt, met het Paftoorfchap en Dekenfohap gekroont fijn. Het Capittel van Cortrijck, en d’Abdyen van Cambron,Trunchijn , Dune, en Baudelo hebben’t recht van inftellingder Paftorenover de Kercken en Kapellen, die in groote menighte in de voorftadt en rontom Huift gelegen fijn. Niet wijdt van de muren was een Francifoaner Kloo-fter, door looft vanKreuningen, Ridder, Raets-Klooßert. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Hai’togh Philips, en Elifabet van Suil den gcfticht,mct toeftaen van Paus Piusde tweede in’tjaer cl o cc cc Lviii-maer de foldaten die in de ftadt lagen, hebben het in ’tjaer cl o cccc Lxxx verwoeft ; dies de Raet hen in ’t fel-ve jaerin de ftadt ontfingen,en verlof ga ven om een huys te bouwen , dat acht jaren daer na be-quaem was, om dienft in te doen en te woonen. Doch een tweede ongeval trof hen, want de vyanden van de RoomfcheReligieditnieu gebou oock ter neder worpen , ’t welck men federt allengs, door de aelmoefl'en der devote lieden,begonnen heeft weder op te rechten. In de voorftadc wuö uvck ccii rs^loolter van Begijnen, dat fijn naem aen de poort,waer door men nae ’t felve gaet, gegeven heeft, diefe noch behout. Daer is oock een huys voor de S. Augu-ftijn-fiifters, voor 300 jaren gebouwt, dat, in ’t ’t jaer clo !□ c iii , in een Gafthuys verandert is ; de Nonnen hebben haren vorigen regel verlaten , en Sufters van Antwerpen ontboden, die daer hare nieuwe ordre en gewoonten , als van de fiecken te bedienen, en andere, ingevoert hebben. lek kan hier niet met ftilfwijgen voorbygaen, dat men by Corneiitis lan/eniit^ leeft, die, van burger en foholier van Elulft, Biftchop van Gent geworden is, welcke feyt, dat een van hare voor-naemfte forgen is,dat de kinderen wel onderwe- |
S T. fen worden in de wetenfohappen ,• ja dat men te Parijs en Antwerpen (dat wonderlijck en nochtans waer is ) oude iûftellingen.en renten vint, die de Magiftraten defer ftadt, om d’arme ftu-* denten van de folve t’onderhouden, beforght hebben. Behalven de gemelde Cornelius Tanlenius, eerfte 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Itcae»^ Bmchop te Gent, een man die met recht een onfterftélijcke gedachtenis waerdigh is, van wie ghy meer by Sanderus kuntJefon, heeft dele ftadt noch eenige andere mannen, die in de ge-leertheyt en befte konften gebloeyt hebben , voortgebracht, te weten, Gilles Moflard J een vermaert Schilder, die te Antwerpen en te Middelburgh inZeelant were-ken van fijnpinceel heeft,daer voor de nakomelingen met verwondering , als ly die belchou-wen, opgetogen ftaen. Hy had een Broeder, als Karei Vermander getuygt, Franfoys genoemt oock een Schilder, die hem in alle deelenlooge-li jek was, dat hare ouders felf hen naeulijcks kon-* den onderfoheyden. Adrianus ButiusoCt But^ius, Monick van’tkloo-fter te Dunen, die in ’t jaer c I o cccc lx v 111 leefde, en iets van deHiftorie van fijn tijdt nac-gclaten heeft. Meyer Ipreeckt van hem, daer hy de daden van Philips van Bourgondien, omtrent het jaer cl 3 cccc l i i i, befohrijft. Cornelius Colonaus, in ’t gemeen '}gt;an Keulen genoemt , een geleert man, en Paftoor te Vlift in Vlaenderen, die de Trooft-Predicatie van S. loannes Chrvfoftomus in Nederlanr« vertaelt Jtieett, waer in die Outvader raet geeft in allerley tegenlpoet, en dat niemant, dan door fich felf, befohadight wort. FranfoysMoßard j oock als fijn broeder, gelijck terftont gefoyt is, een konftigh Schilder, en een van de voornaemfte in fijn tijdt, infonderheyt in lantfohappen, boflehen en velden, geeftigh uyt te beelden. loannes Gerulphus, een Carthulèr, en Onder-Prioor van’t kloofter te Leuven^ een oprechten vriendelijck man , van groote wetenlchap , en kennis in de Hebreeufohe en Griecklche talen, die in fijn eenfaemheyt verfcheyde boecken fchreef,welcke ongedruckt in’tvoorfoyde kloofter bewaert worden , daer hy in’t jaer cl o I □ c V overleden is. |
LIEFKENS-HOECK.
It is een fterek Fort, met bol-wereken en andere vaftighe-den wel voorfien , gelegen aen de Schelde, tegen over Lillo , omtrent drie mijlen van Antwerpen, in ’tlant van Ketenelfe , oft den Doel, |
niet wijdt van het dorp den Doel genoemt. Fletis, federt vele jaren, in de macht der Staten van de vereenighde Nederlanden ge-weeft. Men acht het, met groote reden, een plaetfo van belang ; want dewijl het aend’een fijde der Schelde leght, en Lillo aend’ander, können defo beyde de lelve rivier vry en onvry maken j foo dat ’er naeulijcks een fchip, fonder haer believen, voorby kan : oock dienen ly, infonderheyt Lillo , tot een reede , daer de fohe-pen gemeenlijck ftil houden, en befocht worden. Men kan dele twee Forten bequameliick gelijeken by de twee ftereke kafteelen Kroo-nenburgh en Ellèneur, die oock over elckander aen de Straet van de Belt, de Sont oft Orifont genoemt, in Denemarcken leggen ,• want ly hebben een gelijck vermogen om de door-vaert te befchermen oft onvry te maken, infonderheyt Kroonenburgh, dat t’eenemael over de zee gebiedt, en door koning Frederick de tweede foo bequaem en fterek gebouwt is , dat men ’t onwinbaer acht. Fïoe dit Fort, in ’tjaer cb b Lxxxiv, van de Spaenfohen bevochten en vermeeftert is, hebben wy in de belchrij ving van Lillo verhaelt.' r 2 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;AXEL. |
Klooßer. Have». X E L, van Vredius van Malebrancus Axla genoemt, is een kleyne Stadt, omtrent anderhalf mijl van Huift en vier van Gent gelegen ; van waer,alfoo wel als van Huift, ïooMalebrancus feyt,men de heirbane,oft de wegh van ’t kri jghsvolck kan nemen door Ordborg tot Andoverpos oft Antwerpen. Sy is de tweede onder de Ambachts-heer-lijckheden van Vlacnderen , en was certijdts de flooftftadt van een vruchtbaer landt en goet deel van dele Provintie; ’t welck ledert byna geheel door de vloet der zee ingelwolgen is; doch Axel heeft niet alleen ’t hooft boven gehouden, maeris, als Gramaius legt, daerdoorteftercker, en beter gelegen dfan te voren 5 want lchoon ly vele verdroncken landen oft moeren bynaront-om haer heeft jloo is’er evenwel een ftreecklants die droogh leyt, waer in ’t dorp Beooften-vliet, dat een kerck heeft, aen S. Marten gewijdt, gelegen is,’t welck onder ’t gebiedt is van de Heer van Heule en Zuyt-dorp. Hoewel dat de zee oock een goet deel van Weftdorp endeHeer-lijckheyt van Steeland overweldight had, evenwel heeft Heer Gobert, in’tjaerl o CCC XIII, daer een kloofter,aen S. Salvator oft den Heyli-gen Salighmaker gewijd , doen bouwen, en 33 dorpen aen d’Abdy van S. Bertinus gelchonc-ken, tot een bewijs van fijn Godtvruchtigheyt, vvi ’^oorbeek voor de nakomelingen. De naiuiv nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—-1------- ai- . gemaeckt, om hen tot den koophandel te bewegen 5 men noemtfe Ter om datfe dege-daentevaneen kromme neus heeft : ly hebben oock van Graef Guido recht en vryheyt verkregen, om defe haven met fchepen te gebruycken. Hier is een Abdy, eertn ts ’t Huys der Vreugh-de genoemt, en , na een lchoon en vermakelijck velt , dat aen de voet der muren leyt. Ter Hagen^ in’t jaer c13 cc xxxgebouwtjmaer omdat-lè d’overvloeying der zee te veel onderworpen was, heeft lutta van Bryen de Geeftelijcken een ander en beter plaetfe in de Parochie van Mec-keibeeck aengeboden , daer ly hun woonplaets namen j tot datfe, op ’t verfoeck van de Princes Margareta, die hen grootelijcks begiftighde, in ’t jaer cbccLxxviii, weder in haer oude en eerfte wooning keerden j van waer ly federt, door ’tfchrickelijck geweltder ongenadige zee, verjaeght fijn, en na Gent ver trocken; daer ly, |
om cens in ruft te welen , met verlof van de Magiftraet, een lchoon kloofter gebouwt hebben. De laermaerckten defer ftadt, die Karei de vijfde met fijn Keylèrlijcke macht beveftighde, fijn beter en beroemder geweeft , dan in dele tijdt : want eertijdts was hier fulck een toevloc-jing vankoopmanlchap,inlbnderheyt van vilch, dat men Axel de ftapel daer van noemde j doch nu is die handel oock loo groot niet. In dit Ambacht , behalven de voornoemde dorpen, ( op dat ick Ertingen dat verdroncken is, Vremdijck en Willemskercke, by elckander gelegen, voor-byga ) is Noten begrepen, daer Pieter van Houten ) Admirael van de zee onder Hertogh Philips de Stoute, geboren is; en Andijcken Saem-flacht, na de falm, als men gelooft,dus genoemt, eertijts aenfienlijck door een kafteel, dat Hertogh Philips de Goede in ’t jaer c 13 c c c c l 11 daer heeft doen bouwen, ’t welck federt vervallen , en door de Nederlandtfche oorlogen ver-woeft is. Oock leyt hier een Commandery der Ridders van Malta, dat eertijts een Prioorlchap der Templieren was,’t welk Geeraerd Maelftc-^ltf,Ridder,in ’tjaer cl3 cc lxxxii deê bouwen ; wiens nafaten vele jaren ’t gebiedt over dele plaets gehad hebben : doch ledert is ly overgegaen aen ’t geflacht quot;Tpanden Schoutete. Axel heeft oock fijn deel van ’tftrenge oor-loghs-lotgehadt ; wantin ’t jaer clocccc lii hebben de Gentenaers, die tegen Philips de Goe- « vpAvudvu, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V vifLerckt; dies ly , door ’t volck van den gemelden Hertogh, om datlè die van Gent te veel aenhingen, en verftantmet haer hadden, belegert, ingenomen en verbrant /nd'aor-is. Als de Borgers eninwoonders op hare koften dc ftadt weer opgebouwt hadden, heeft men haer in de laetfte oorlogen lbo verfterekt, datlè voor ’t gewelt van hare vyanden, indien hen felf geen moed ontbreeckt, kan belchermt worden. Sy was weleer de Heerlijckheyt en gaf de toe- Oude naem aen een doorluchtigh geflacht, ’t welck is in’t gene , dat men yian der Gracht noemt, ver-finolten ; die ’t Patroonlchap oft het recht van inftelling in de kerck hadden,en van de lèlve acn dat tfan Liedekercke gekomen. Die van ’t huys van Giflelk hebben oock vele jaren ’t gebiedt en ey-gendom van dele plaets frehadt. Te^enwoor-digh is ly onder de heerlchappy van de Staten der vereenighde Nederlanden. |
TER N E V S E.
Elè plaets behoort niet onder Eygen , maer onder Rijcks-Vlaenderen, en heeft eertijdts haren Schout, Schepenen, en andere Bedienaers van’t Gerecht gehad.De ver-cenighde Staten hebben haer rerßerckt. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;cerft ftctck gemaeckt , en |
met Ibldaten voorfien : ly is oock de moeyte wel waerdigh, want dc Konft,door de Nature geholpen, heeft haer niet behoeven af te flooven, om liaer tot een aenmereklijck Fort te maken; dewijl ly aen de Hont oft Wefter-Schelde, in ’t midden Geie^en-van landeryen, die alle twaelf uren met yder eb en vloet droog en onder loopen,gelegen is,waer doorlè byna ongenaekbaer en niet te belpringen is. Sy heeft haer naem van hare gedaente, om datfe , als terftont gelèyt is , een neus gelijekt ; en is als een Caep oft uytftekendt hooft van Vlacnderen aen dele fijde. Sy leght omtrent twee mijlen van Axel, en in ’t felve gebiedt en Heerlijckheyt : oock is ly gelijck de haven van Axel, waer door ly in de Houdt met hare Iche-pen können komen. |
Door de wapenen der
Heeren Staten van de Vereenighde Nederlanden,
onder ’t beleyt van Sijn Hoogheyt FREDERICK HENRIC K, Prins van Oranje, amp;c. Opper-Veltheer van hare Legers, amp;c.
U L s T is heden een van de voornaemfte Steden van Vlaendc-ren, cn het hooft van Hulfter-amb acht. Van vie datfe ftadts-rech-ten ontfangen heeft, en bemuert, vermeerdert en verbetert is ;
en hoe datfe in ’t jaer m d x c i door Prins Maurits voor de Staten, en vijf jaren daerna door den Aerts-Hartogh Albertus voor de Koning van Spanje, vermeeftert is, hebben wy terftont tevoren in harebefchrijving verhaelt. Dofitvan In ’t jaer m d c xl heeft Sijn Hoogheyt de Graef Priiis van Oranje fijnen Neve Graef Henrick Henrick. Cafimir van Nalfou, Gouverneur van Vries-lant, naer Huift gefonden, by welche de troepen van de Colonel Hauterive fich vervoegh-den, die te famen ’t Fort Naftbu veroverden 5 doch alfoo de gemelde Graef Henrick op een anderen aenflagh uyt was,is hy van deSpaen-fchen ontmoet,en in een heftigh gevecht foo Velttocht gefchoten, dat hy ’er van fturf. Maer in’t jaer •van het M D c XLV heeft de Prins fijn voornemen van defe Stadt te belegeren, dat hy toen fcheen te hebben, hervat : want hy trock met fijn leger in Vlaenderen , en lagh eeni^en tijdt ftil te Ooft-Ekeloo, van waer hy in t laetft van September opbrack, en voerde fijn volck naer Marie-kercke, dicht by Gent gelegen ; van daer naer de Brughfche vaert, die fy met twee bruggen beleyden, om over te komen ; toen reyfde hy naer Lovendegem , Landegem, en van daer door Deynfe over de Leye tot in Pettegem , daer ’t leger des nachts logeerde. Van hier trock het felve door het dorp Gaveren in ’t landt van Aelft , daer de Franfchen onder Gaftion, die by der Staten volck gekomen waren, bleven. Sijn Hoogheyt marcheerde door Melle , Quaetrecht en Wettere j en dewijl te Melle bequame gelegentheydc was om over de Schelde te komen, heeft men van drie gewönne pleyten, onder ’t faveur van eenige ftuckengefchuts,cen brugge gemaekr, daer ’t leger over trock,en door Bervelde naer de riviere Durmc, aen welckers andere fijde
den Generacl Beck fich met fijn volck en een ftuck gefchuts vertoonde. De Prins gaf terftont laft op de vyant, foo met musketten als karton, te chargeren : maer de gemelde Beek Despaen-Omet de njne naer Antwerpen , om die voor een belegering, cn fijn volck voor ongeval te bevrijden , cn kon fijn ftuck gefchuts niet meê krijgen. Sijn Hoogheyt, het vcrtreck der Spaenfehen fiendc, ftelde terftont ordre om over de riviere te geraken.
’t Is ten hooghften te verwonderen , dat foo een groot leger, in foo wcynigh tijts, fonder eenige tegenftant, over vijf groote ftroomen quam. Den vijfden Odober trock het felve naer Lokeren , en van daer te Stcecken , een mijle van Huift, van waer de Heer van Brede-rode , met fijn brigade en twee halve kartouwen , voor uyt gelonden wierd, om Huift te berennen, cn eenige paften te verfekererf. De huIh volgende dagh quam Sijn Hoogheyt met den 'verdt be^ gantfehen train op de geftelde plaets. Ter-liont wierden ó’ooo mannen met haer geweer en fchoppen en fpaden verordent, om de retrenchementen en quartieren af te fte-ken. ’t Fort Absdale hadden de Spaenfehen verlaten. Des middaghs wierd belaft, dat men de Moerfchans, het Santfort, Naftbu en Spinola aentaften fou, waer toe de Heer van Be-verweert, en de Colonel van de lijfwachten als Overften verkoren fijn. Des Princen fol- rver der daten , hoewel fy feer vermoeyt waren door fildaten^ het gedurigh reyfen van feven dagen en byna foo vele nachten, arbeyden met grooten yver en naerftigheyt aen de trencheen , en andere wereken, om ’t leger te befluyten en fterek tc maken. Prins Willem had laft forge te dragen,dat ’er geen volck in de ftadt fou komen: doch dit kon foo wel niet gefchieden , oft de fiadt Spaenfehen vonden middel, om drie fwacke wort met regimenten , onder de Graven van Motterie en Mouferon, en den Colonel Geraldin, dacr in te brengen. De Veltmaerfchalck Brederode veroverde eenige reduyten : oock wierd het Fort Naftbu en andere wercken ingenomen. Twee dagen na des Princen aenkomft befte-de men vijf bateryen tegen ’t aenkomen van de Spaenfehen van buy ten. Het leger wierdt
-ocr page 497-DE BEEEGERINGE-VAN DE STADT HuEST door SynHoo^Iieyt den Brince van Oraußien int laer 1 d 4 5 .
yerclaru^e Jer Sjfer.getalen in J^JCaerte tot aeaooj^uue a elle It:
nQ .^Â
0--
'».a
—Q-Q.
**^QaO.lt;
«o .0
Sa.èefy
..aaO.a.^
aO
Hu]L5T
^nJIoûcfiift ^JenPrtnce ^^anOrat^ie
. . -aO --
,Ô,,aO-a-
-AÛ.A.
lt;9
“y
..O «û -'^
..„a ....ÿ,-..-. .-AaA0.A..
-a oO
* t/fi-oer
..ArtS A.â .
..aaG'
Ô-.,aÔaO-.
,ô‘,® 'r,3
û-A.oa
yan
-aoÛ .»aO*Ô
aO-azgt;.
S.Q
.^na«ô ■
..aaO aO .•;
0,0 .d
-aQ „ô
.oô - -a’''®-aaÔ
ô --AÛ
.Aamp; ..-Q-
,.aO -aO
,ÔAA--
^4_ ttono C^eite Ter TeclceJi
•/ttoien.
•4.r’£^2ei^£
T _____aâ y-^gt;AÛ ß- ExeudiJ^
I Schale j^an J 00 Hjcnlanycie Roeden■ L- -d nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;T nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I
t D ü E G rl v
.Suartie- i» drie hooft-quartieren verdeelt, ’t eerfte was
re^^.
Jchieten.
Nooï fijn Hoogheyt, het tweede voor de Heer van Brederode, en het derde voor Graef Willem Stadthouder van Vrieflant. De volgende dagen dede men groot gewelc op ’t Fort Spinola j ’t welck die van Antwerpen met amo-nitie, vivres en 15 o foldaten gefterckt hadden : twee Capiteynen en een Ingenieur fijn voor ’t felve fwaerlijck ge wont. Kieldrecht wierd vermeeïlert, waer door ’t Fort Spinola alle hulp verloor ; en men avanceerde dapper na ’t felve en de Stadt. Men begon in die tijdt te fchieten , en de mortieren wierden gereet gemaecktj als de Gouverneur Jaques Hennin, een Wael en kloeck foldaet, aen fijnjdoog-heytverfochtjdat fijnvrou en kinderen mochten uyttrecken , ’t welck hem toegeftaen is. Ses dagen nae ’t begin van ’t belegh fijn 3 fchoten uyt weynige ftucken op de ftadt ge-daen ; en men had noch drie batteryen met elf ftucken gereet. De approchen van de Prins en Brederode waren toen tot aen de graft van ’t contrefcherp gekomen. Die van de Stadt deden des anderen daeghs een uytval met verlies van feven dooden ; en wierden de vol-
geen moer ontbrack ; want als fy ceni^e granaten , die weynigh fchade deden , in t leger geworpen hadden, vielen fy uyt met halve piecken , en quetften vier oft vijf werck-lieden ï daer na arbeyden fy aen hare traverfen, om affnijdingen te maken. Ondertuflchen geraeckten de beleggers op de contrcfchar-pcn 5 en maeckten fich gereet, om de traver-len te winnen. De galery, die voor veertien duyfent guldens befteet was, moeft in dertien dagen gereet fijn. Jn de ftadt ontftont, door ’t werpen der granaten uyt het leger in de fel-ve, een brant, die wel anderhalf uur duerde. Sijn Hoogheyt, die alles felf begeerde te fien lt;en te ordonneren, volgens fijne gewoonelijc-
gende dagh uyt hun travers, dat aen de brug-ge doorgefneden was,gcjaeght. Het Fort Spi-. nbsp;nbsp;. nola verfocht oock verdragh , ’t welck fy ver-
JZtfwX. kregen; de Capiteyn van der Verve trock met fijn volck, 2. j o mannen fterek, uyt het felve, met haer volle geweer, vliegende vaen-delen en een ftuck geichuts ; men gaf hen 40 wagens tot haer bagagie, en convoy naer Be-veren. Hier mede waren alle de Forten en re-
't Tort Spinola,
Re dapperheyt en naerltigheyt, was omtrent sjn die tijdt in groot gevaer van fijn leven , door hoogheyt een granaet die uyt de ftadt quam : welcke heftigh aengetaft wierd , foo door gedurigh fchieten als ’t werpen van granaten. De galery Galeryen van de Heer van Brederode wierd overge- o'i^erge-bracht, foo dat men begon te mineren : Sijn Hoogheyts galery omtrent half over fijnde, heeft men met een rijsdam voort de graft, die 108 voeten breet en fes oft feven diep was , gevult, om over te komen. Ses oft feven dagen voor ’t overgaen wierd een jongen, uyt de Stadt komende, gevangen , die een brief van den Gouverneur aen den Generael Beek, in de Franfche tael gefchreven , by fich had, waer van d’inhout in ’t kort dusdanigh was : oEEdjn Heer,ick heb tot drie reyfin mijn heiige- Briefvan daen, om mijn briewen door ’t leger te krijgen , doch ielekens wrxchteloos. EEat het bewaren
duyten rontom Huift ingenomen, ’t Gerucht, dat de Spaenfehen en den Hertogh van Lot-teringen aenquamen,om de ftadt tontfetten, Jek dic fioo lang fiai befichermen, als iemant der verdween foo licht als het gekomen was maer als het vernieut wierdt, fond de Prins
wan de Stadt aengaet u Excell. kan fich wer fieberen , datfie in een klemmende handt is 3 en dat
DesPrin- ccnige vaciidclen foldaten naer Bergen-op-■- Zoom en Breda, om de befettingen der felve te verftereken ; op dat fijne vyanden , indien
kloeckfie krijghslieden,die in 't leger wan den Koning onfien EAeefler fijn. Eoorts maeck ick //
cen 'voor-Jicht en
Excell, bekent J dat de ‘Vjjant aen tTvee fijden in ons contrefcharp ù en ^an acht batteryen, he-hal‘ven 't 'werpen wan wele granaten y gefladigh op de Stadt Jjieelt j fio dat wy dach en nacht te-gens elckander beeßgh fijn, ’t welch weel wolcks
Contri-hutien.
fy die belegerden, werck fouden vinden. On-dertuITchcn quamen eenige Afgefondene van het landt van Vacs, om over de contributien ^ombrengt. E^iaerfiwe Excell. kan oordeelcn, te accorderen : Sijn Hoogheyt fond hen by dewijl de wyant fioo nahy is , dat hy de galery de Gedeputeerde der Staten Generael, aen fielt, hoe weel tijdts hy behoeft, om tot fijn woor-welcke fy negentigh duyfent gulden betael- nemen te komen', want yder plaets moet, door den , om voor dat jaer van alle onordren en gebreck wan byflant , eynaeliick werlooren --------- quot;------1--K . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. r. . gaen,^c.
rampen des oorloghs bevrijt te fijn. Seven-
tien dorpen omtrent Dendermonde, en de landen rontom Lovendegem, wierden mede op contributie oft verfchoon-gelden geftelt. Nae ’t winnen van ’t Fort Spinola begon men 7 schie- vier batteryen met 17 ftucken , die yder ten wordt 2. 4 pont yfer fchoten, op de Stadt te donde-
jen, foo Vele het gefchut verdragen kon ; het welck de belegerde belette,datfe d’approchen niet konden verhinderen : fy lieten hun gefchut oock niet ruften, en toonden, dat hen
De belegerden toonden oock, dat hunne kloeck-kloeckmoedigheydt noch niet overwonnen keyt der was 5 want fy ftaken een mijne aen , en de brant in cenige wereken van fijn Genade de Heer van Brederode, waer door fes foldaten bleven , en drie met aerde bedeckt, die dact uytgetrocken en gefalveert wierden ; fes andere fijn door een granaet geraeckt, waer van drie gedoodt fijn , als een Ingenieur , een Vaendrager, en een arbeyder 5 de drie andere
waren
rgt;e ß.-dt Wirt op-geiyfiht^
en vcr-Jbcikt i'tr-dragh ;
d,ît gfßo-ten , en 'volbracht wordt.
vendigh met aerde bedeckt was. De tweede November verlieten de Spaenfchen het Fort Moncada. Sijn Hoogheyt deê (oo vreeflelijck op de ftadt van alle batteryen fchieten, dat’er in 14 uren 180 fchoten gedaen wierden : toen liet hy, dewijl de galeryen over waren, de ftadt door een trompetter opeyfchen^ waer op de Gouverneur beleefdelijck antwoorde, dat hy die,fonder deer van een goet foldact te verhelen, noch niet kon overgeven. Als men fijn befluyt fagh , maeckte men gereetfchap, om met gewelt te krijgen/t gene hy met ver-dragh niet wilde geven. Doch als de belegerde gewaer wierden, dat het ftormen aenftaen-de en ten hooghften gevaerlijck was,verfochten fy, door ’t llaen op een trommel, dat men in onderhandeling fou komen. Terftont deê men hetgefchut fwijgen,en de belegerde fon-den twee Capiteynen als gyfelaers uyt ; daer tegen Sijn Hoogheyt twee andere van de fijne binnen fond, ’t Verdragh wierd gefloten, en de belegerde kregen leer eerlijeke voor-waerden , op welche den vijfden November de befetting ,700 mannen fterek , uyt Huift naer Antwerpen trock ; en wierden met convoy en vele wagênen , om hare goederen te vervoeren, voorfien. De Colonel Geraldin wou in ’t verdrag niet Hemmen, en fcyde, dat men de fladc noch eenige dagen houden kon ; maer d’andere Overften oordeelden het tegendeel, en befchuldighden hem, dat hy fijn plaets te haeft verlaten had,en datfedaer door van buytcnwercken'ontbloot, en tc eer tot overgeven gedwongen waren. Men vond,be-
halven ’t groot en kleyn gefchut,vijf-en-feven-tigh duyfent ponden pulver,veertigh duyfent ponden lonten , en ander oorlooghs-gereet-fchap in de fladt.Dus is defe fterke plaets in een maent tot overgeven gedwongen ; waer over fekerNederlants Schrijver feght: defe onjer'wïn-ninß Ù niet j fonder een aenmerckelijcke hulp des ^lterhooghfeny'verkregen ; 'wnnt foo l^ng als het oéZwin-helegh duerde,ù het foo een ltejlijckiaengenaem,en Mttg. daer toe dienfligh weder, gewee^ï, als men ^an Godt foti können wenfehen ; dewijl geen koude nocht hitte igeen form nocht onweersnacht nau-lijeks een druppel regen ü gevallensdie het werek en de voortgang van 't leger gef ut heeftjhoewel het foo diep en in 't hevigh/i van den gemeen-lijck natten en kouden herffi was : foo dat d’in-woanders der vereenighde loeder landen die op een hyfondere wijfe Godt moeten toefchrijven,
Sedèrt defe verovering is Huift ftereker ge- Ver'-maeckt, en met verfcheyde nieuwe wereken voorfien ; derhalven hebben wy d’aftekening van hare tegenwoordige uyterlijeke gedaente, gelijck die nu gcfortificeert is, tot meerder vernoeging der lefers, hier by gevoeght.
De Heer Conflantin Uuygens, Geheym-fchrijver van Sijn Hoogheyt , heeft op de wonderlijeke drooghte van de tijdt des be-leghs defe volgende regelen gerij mt :
Ndl^ember is aen ’tgaen, en ’tßnyfl in H V L S t e r landt,
Als flont de yeeerelt in der lange dagen brandt; Gepluymde lonckerkens, die noode fijt beßoipens Beklaeght ditßiiyiten nietj ’t isßof om Godt te lolten.
-t.'ù.ûi.X
Catura^ttb G-anlayet^ ai QrÜnihu^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a
-Q .a A.
lt;?gt;
v.a.lt;î,.-
- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O
- -aÂ-®
(amp; ■'iâ.,
- ^-“A9Q„,.._,.4.,ja...-. „(51.
^lt;3U.
D.tUJlU^'’^
, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....a!^-«--
..a
Ao.gi,
. -.
j«ûw«
-aw-.c»,â.
a*.amp;M^ jiQo,
^ja.
'■ .„,(? A.
.Gif^ * ‘
■'^^‘â-Ühüu^. ^A,û»0
»a.fî
—M.-,lt;3-. 9-.aX77^
,a-.a,.
a.-’-®'
L UUIU4Ü ♦‘W
.a.ft- „a
Ü.-..Æ..
rf'*
J^-
PîT'
. A..a0.
u4uigt;ui«_^
da.û.0
■ûLia^a. .âkplt;a
.9^
j^--9-,a-aA,aAÛ.
=Q.a..5«...
jJWiba'u’
®*-a..A«
r.JttUlUUi.. Q
A .4J,..... nbsp;- -'v^, lt;(9
■.Zä(Ä.
.^,:-..(il......a..
•a.9a-
■-■A
. -ôtûwjg«..
- .^.xï......a.
.n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■
...^ aniiiiiu ___J)»iï iïJïftÆ--
'- ' ..aÂaA .. nbsp;nbsp;nbsp;_ a .i
l/ï.
.dllt;iUlHl»l,...ii.i.l AiiÀaâ, a,a
,9 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....J
•^- üiiuiiM-. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^r-Qeo.
9.*'
,Z'
H -'i*jw9'wîa.9-49^-.--
'iMrtjwniiif a jUZl A û.ft[^ gt;1
^^^'m'mmtmm.111.
___'4 fc •
1^- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;R'-'-'^®-®'“'«»*----
■.üUliU' ■
aÔA^_,^.,jij3_ .Ajab.»J^l 1' 'gt;'»a.4K,......
1«OA^ A^a «61i,„a..AAA,^Q^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jlfl';'‘‘'
■*'lt;V,-9n'!^-quot;*’-
.ô,lt;t-‘'-i''-
•.jM’gt;iquot;iUijjui .,A^.
(\.d
0,0»
-^4j1ü,I4..Q|5,
■ •gt; 1.
.fUrt/A
..a-
— -uIîulItlUtDUUUtU’ '- —_
' ■ * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/Ä P *
zU?®
•-j^_.uliÜiij''imi lt;s2
. ,A.Â,vfSf»—„,a,_fî,a.. „a.®
'**quot;”'“quot;quot;»■quot;111
. ,.3i.lt;3-a_ - - Jfflüi»»ajj»iu.«u-1.!3i-â J2^â fik____.
al*'
X'
AAA_(aa«lt;iîwi..i»*»quot;.j3..'
. ... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ■n...^.l^-..^.lt;A.w-
.'.y;®-;«
......../'‘‘’^-'•^‘^-
•^0..,,»®, a
---
van
■tSAS VAN GENT,
Door de wapenen der
Heeren Staten van de Vereenighde Nederlanden,
onder ’t beleyt van Sijn Hoogheyt
FREDERICK HENRIC K,
Prins van Oranje, Opper-Veltheer van hare Legers, amp;c.
fy nacr Affenede marcheerden. De Heeren Staten deden toen openbare gebeden, om de fegen des Allerhooghften over haer voornemen te verwerven, in alle kercken doen. Sijn
Hoogheyt deê het leger affteken,en een tren-chee rontom opwerpen. Daerna trock d’ar-Nieuwe vaert noemt, mee naer Ekeloo ; en van daer te Heygem oft welcke fich niet wijdt Belleverhoeck over de Lieve, en quam de felve dagh te Maldegem. Aen de gemelde riviere by de brugge maeckte men een fterc-ke redout, nevens noch eenige kleynder op
. van daer in de Hont
oft Wefter-Schelde uytftort : in voegen, datfe daer door het water können in en uydaten na de gelegentheyt des tijdts. Die van Gent heb- de wegh naer Sluys cn Aerdenburgh , langs ben defe plaets,in de laetfte oorlogen,dewijlfe welcke de vivres aengebracht moeft worden.
Als men van daer den 15 Julii opbrack, had de Heer van Bredcrode met fijn brigade de voortocht ; en ’s nachts volghde het gehecle breeckt Bolwerck voor Gent, een Burght voor ’t Lant leger , met al ’t gefchut en andere krijghs-fa- op » van Waes, en een Poort van Vlaenderen. ken. De volgende dagh quamen fy aen de
Gentfche vaert oft Leye,daer la Chapelle met drie hondert fwemmers ’s nachts over ge-
sterekte voor hen van groot belang was,tot een uyter-eneygen- j^aten ftei'cke Fortrefte gemacckt ; te meer, vermits men het met recht noemen kon, een
y er hrAnt en weder e^gebout.
Gorfaken
•VAn het
In ’t jaer m d i. x x i i is defe plaets, door fommige nieuw-overgekomen Engel-fchen , ingenomen en afgebrant : doch die van Gent hebben haer federt weder opge-maeckt. In ’t jaer m d lxxxiii heeftfe de Her-togh van Parma, door de Marquis van Rubais en Montigny,nevens Huift en Axel,doen innemen, en verftereken. Voor eenige jaren is fy noch met een buytewerck vergroot.
De Heeren Staten Generael der vereenighde Nederlanden, en haren Opper-Veltheer de Prins van Oranje, hebben lange tijdt het ooge op defe Sterekte gehadt ; vermits datfe welgelegen is, om hare troepen daer door in Vlaenderen te brengen,en de koophandel der Zeelanders te meer te verfekeren. Dies heb-
v'elcke in ’t jaer m n c xliv gekickelijck voor hen verfcheen : want de Koning van Vranck-rijck had toen een leger in ’t zuydcynde van Vlaenderen voor de ftadt Grevelingen,die hy
t)e Prins 'verfi-melt ßjn
Prins van Oranje in Junii te velt quam,na dat hy fijn volck te fcheep voor Rammekens ver-famelt en te Philippine gelandt had, van waer
raeckte. Toenleyde men biesbruggen omtrent het Fort Riemen over de felve rivier ; waer op Prins Willem, die met fes Regimenten de voortocht had, volghde , en daer op terftont de gantfehen train byna fonder eeni-ge refiftentie ; dewijl onlangs te voren vijf Regimenten, tot ontfet van Grevelingen, van daer genomen waren j in welckers plaets eeni-ge boeren de wacht hielden,die noch duyfent mannen van Gent verwachten, maer de felve quamen te laet. Sijn Hoogheyt, defe goede gelegentheyt fiende, liet terftont de fchanftcn wint verbet Donek, Roonhuyfen, Riemen, Selfaten, ßbeyde ’t Hey-fort oft S. Franfoys, en Santfort oft S. Anna innemen,welcke alle aen de gemelde’^ vacrt van ’t Sas van Gent, om die te beter te verfekeren , gelegen waren. Daerna fijn de Schanften S. Pieter, S. Bernaert, S. Eloy en S. Steven verovert.
Don Andrea de Parado , Gouverneur van en bele-’t Sas, een Spanjaert, begon gewaer te wor-den , wat de Prins voor had j dies deê hy al ’ de huyfen en hoven in Rapenburgh, die hem in ’t befchermen hinderlijck waren, afbran-t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;den j
GANDENSIS
Obsessa et Expvgkata
S^ômenne^
Numerorum Xxplîcatiq
Lotterte ou^el Otm moutài.^ .
CO jTciClll CO
Principe Araußonenßuin,Coinite l^aflaviæ.^^. ..vli^iciLs Dld-OrlinumLeyH Confœlamp;rati
Anno mdcxliv. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;!
Lotterte et Cor^s^ 3e garde
Xitterarum Jßxplicatic^
Les Garles le fondit.
Comte Maurice.
L Cjlr^le.
Colony.
Ouch ont.
ÜB. Ct^lril Com. Guiyelmi
C. Caßra T), le OCortwjfcIz. ^vmtier de VCo ordwÿth..
. Ct^lra Lrincipis Lalmontii.
OLautertve.
Licider
Comte le OÜom..
Ouïe yèrens. CTOutmel.
t3lilorl Gravif^. Gorir^
Jfarhert-.
L everwuert.
Comte le Solmis.
Giyatris. Lefort. iCygilm. StakenbroucTt. ~Udjmhe^en. Lrelerole.
Comte OCemy. ■
ormA ^3jtproc1ies 3ti 'Lrinee Oreade .
!; jicc^vs Lrelerola al SeySarrcA Iftprodtes de ^Rréderôde.
.^c^^us T), le VCorlugt;yck al ier de Ctierdv^cle.
al tmïlanlas terras circunyacentes. ^ue les ememis ont cot^é ypottr imstiler le ^ais.
ft^er tormentu..
i. Laiterie.
C. Cguiiumßles. Cavalerie.
Ceniurig Conwtmtties.
Sjchetde 3aa verges Olferuéßir te lieo £or L nbsp;H - ^Reneut SeJatmeis, jVodiemoticien^.
lt;1 G VAN ’t SAS.
groote voorbereyding maeckte. De guarden oft lijfwachten van Sijn Hoogheyt, de Heer vail Brederode, en der andere hooft-officieren is,op haer ernftigh verfoeck,toegefl:aen en be-volen, datfe twee bruggen fouden overbren-gen,’t welck de volgende dagh,onder ’t faveur van 17 ftucken gefchuts en menighte van musketten, gedaen wierd, met verlies van een Capiteyn,twee fergianten,en de foon van den HeerHerberts,een dapper krijghs-helt,nevens noch omtrent 3 o gemeene foldaten , foo ge-doot als gewont. Het fapperen deê men voortgaen, en eenige ponten in d’aprochc brengen, om daer mee de gemelde bruggen, tot het overvoeren van verfcheyde behoeften, te ftijven. De galery over de tweede graft, die men 180 voeten wijt en i o diep achte, is ondertufichen voor veertien duyfent en vijf hon-dert gulden , en in 11 dagen, aengeboden te maken. De Graef van Hoorn,als hy de wacht had, veroverde een travers ; en men wierp een andere op. De volgende dagh veroverde de lupte-Heer van Chaftillon d’overige travers der
r 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'verovert^
Spaenlchen , met verlies van een Capiteyn, een Lieutenant, verfcheyden dooden en vele gequetften , die meefl van de wal gefchoten wierden. De overgebrachte bruggen waren niet fterek en bequaem genoegh om het gefchut over te voeren, dat men op de bateryen in’t conterfcharp gebruicken fouj dies befloot men een fwaerder brugge te leggen. Oock wierden twee nieuwe batteryen, d’eene voor duyfent en d’andere voor feven hondert guldens befteet. In ’t laetfte der maent wierd het Lenigt werek feer gevordert, en allerhande gereet-fchap bygebracht ; niet fonder eenige fcher-mutfelen te houden over het fappeeren. Die van ’t Sas lieten eenige ftucken fineken , om d’arbeyders te beletten j doch de beleggers hadden fich daer tegen voorfien , en gingen even dapper voort ; waer toe, en om het canon der belegerde vruchteloos te maken , fy oock twee batteryen op het conterfcharp fielden. De Heer van Brederode is ondertufichen langs de Zeedijck foo vele genadert, dat hy tot aen de laetfte doorfnijdinge quam , daer hy een battery voor ’t gefchut, en een voor mortieren opgeworpen heeft, om die van binnen in ’t hart aen te taften ; ’t welck hy in ’t begin van September in weynige dagen volbracht. De belegerde fiende, datfe aen ver- He bele-fcheyde fij den foo fel befprongen wierden,be-floten een goet accoort te bedingen, en fon--' ’ den daer toe twee Capiteynen aen Sijn Hoogheyt j waer op den vijfden September het ver-dragh gemaeckt en onderteeckent is. Des an- en geven deren daeghs is de befetting uytgetrocken: en fich over. alfoo is defe ftereke en vermaerde Fortrefle, die van alles wel voorfien was,in fes weken tot overgeven gedwongen.
DE B E LE G ERÎ] âcii ; en verfocht aen Sijn Hoogheydt, dat fijn huysvrouw en kinderen onverhindert mochten uyttrecken,’t welck hem vergunt is. In ’t laetfte der gemelde maent ontfing de Prins tijding, dat Grevelingen fich aen de Franfchen overgegeven had. Op die tijdt was der Staten leger alreede volkomen gefloten, ' cn met een graft, twintigh voeten breet, omgraven , fonder eenigh belet der Spaenfehen, die omtrent Gent begonden te vergaderen.
7 De approchen,foo van Sjijn Hoogheyts quar-af- tier,als uyt d’Auftrifche polder over het fchor-proche- vcrdtoncken lant, vierden mede aen-naerder-t gevangen I dccrfte fijn in drie dagen foo ge-’d’jrd. vordert, datfe op dc belegerde met musketten chargeerden ; en men beval op quot;t eynde van d’eene approche een batterye tot acht halve kartouwen te maken, waer op die van binnen dapper fchoten , om ’t felve te verhinderen ; maer te vergeefs : want fy wierd in twee dagen foo ver gebracht, dat men den derden dagh ’t gefchut daer op ftelde. In ’t begin van de maent Auguftus reyfde Don Francifco de x^e'Spaeit- Melo doot Gent, om hem tot Meulenftege jehen ko- by ’t Spaenfche leger te voegen : des anderen ^nen tot J^eghs volghdcn hem twee duyfent paerden, en foo veel voctvolck van dén Hertogh van Lotteringen, die fich te Saffelaer, omtrent een mijl van der Staten leger, neêrfloegen. Sy namen al de Forten langs de Leye,die de Prins gewonnen had, weder in ; en trocken over de felve naer ’t quartier van Sijn Hoogheyt: waer op hy in aller haeft ’t gefchut op alle batteryen liet brengen, om hen te verwellekomen. De Graef van Yfenburgh maeckte een lange trenchee op de heyde, en op eenen hoogen heuvel oft bergh een baterye. Tufichen de i'Liyters gefchiede een fchermutfeling foo nae by ’t leger, dat het kanon daer op af brande.
/wj. Ondertufichen liet de Prins fijn leger met horenwereken, halve manen en ravelijns ver-ftereken ; en ging felf d’aprochen befien. De belegerde deden onlangs daer na een uytval met twee hoiadert mannen ; maer wierden , nae een hevigh gevecht,weder te rug tot bin-legers nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;palifTaden gedreven. De Spaenfche
Jchteten fchoteu dapper uyt hun leger op het quartier op eick- van de Heer van Brederode ; waer over in ’t xïwi/tfr. eenige traverfen wierden gemaeckt, en des Konings volck met de felve munt betaeltj ’t welck men met kanon en musketten ver-volghde. De Prins deê de trencheen iade fappe dicker, en de felve wijder maken ; oock wierd de halve maen, gelegen voor de buyte-graft, die 70 voeten wijt is, in genomen ; in welckers hoeck een batterye , en noch drie andere een weynigh ooftelijeker op de rant der gemelde graft fij n gemaeckt, om onder de gunfl van ’t gefchut de rolbrugge over te brengen, waer toe men drie oft vier dagen
met fijne
BE LEG ERI N G,
Door de wapenen der
Heeren Staten van de Vereenighde Nederlanden,
onder ’t beleyt van Sijn Hoogheyt FREDERICK HENRIC K, Prins van Oranje, amp;c. Opper-Veltheer van hare Legers,
den deSpaenfchen daer door in een geftadigc onruft houden. Het was oock als een mage-iijn^oft huys van voorraet, van alle de lieden in ’t over-quartier van ’t Vorllendom Gelder, waer door men de eetwaren,en alles wat men in de landen , onder de Koning flaende , van nooden had, uyt de Vereenighde Nederlanden kon bekomen,die men van daer langs de Mafe opwaerts, ja felf tot in Brabant, behen-digh will te veilenden. Daer benevens was het een gevaerlijcke en hinderlijcke plaetfe voor de Heeren Staten , foo lang het door de Spaenfchen ingehouden en befet wierdj want fy hielden de fcheep-varende lieden op de Rhijn en Wael, infonderheyt als Sijn Hoogheyt de guarnifoenen daeromtrent gelicht en in fijn leger had , in gedurige vreefe. Oock was het hen dienftigh en welgelegen, om daer uyt verfcheyde aenflagen op eenige plaetfen, onder der Staten gebiedt flaende, te maken. De Keyfer Ferdinand de tweede,de Koning van Spanje, en de Heeren Staten van de Vereenighde Nederlanden , hebben in het jaer Neutrael c XXXI een neutraliteyt oft onpartijdig-gemAeckh heyt Van verfcheyden lieden in ’t Landt van der Marck,denHam en Lunen,ócc.befloten: |
waer op de gemelde Staten in ’t Vorflendom Cleve de (leden DLiysburgh,Rave(leyn, Gennep en Roer-oort vry fielden j gelijck oock de Spaenfchen eenige fledekens in ’t lant van Gulick deden. Doch defe neutraliteyt is niet lang onderhouden ; want als des Konings volck, in ’t jaer m d c xxxvi,Schencke-fchans door een aenflagh verovert hadden , hebben fy terflont het Genneper-Huys, ’t welck van op nïe» alle fterekte ontbloot was, wederom geforti- ƒ ficeert ; en fouden ’t felve met Ravefleyn ge- ßhen ge* daen hebben, indien de Vereenighde Staten flerekt. hen niet voorkomen waren : dewelcke beflo-ten , in aenmereking van d’ongelegentheydt hier uyt voor hen ontflaen , ’t felve Huys te belegeren, en,foo ’t mogelijck was,den Spaenfchen uyt de handen te wringen. Tot defen DePrws eynde is Sijn Hoogheyt de Prins van Oranje komt te den vn lunii in ’t jaer m d c xli met der Sta-ten leger van Lit en Littoyen,daer hy eenigen tijdt gelegen en fijn volck vergadert had, opgebroken j en nam fijn wegh naer de Grave, daer noch verfcheyde cornetten ruyteren uyt de Gelderfche en Over-YfTelfche garnifoenen by hem quamen. De volgende dagh quam hy met de ruytery ontrent Gennep , gelijck oock des anderen daeghs het voetvolck, flerk twee hondert en twee-en-twintigh vaendelen te voet,en voerden meer dan hondert ftucken gefchuts met hen. In dit Fort oft Huys van Gennep, dat men naefl Schencke-fchans het flerckfte in de vereenighde Landen acht, was Thomas Prefton , een geboren Yrlander, en Gowver-een out en kloeck foldaet. Gouverneur : defe fiende , dat men de plaetfe aentaflen fou, verliet het fledeken Gennep, ’t welck terflont door Sijn Hoogheyt befet wierdt. Dus is defe Sterekte met het geheele leger ^velckebe^ omringt, en terflont door deVeltheer vijf hooft-quartieren verordent,als fijn eygen, dat van Graef Willem van Naffou,den Overflen ^tartte-Ferens, de Graef van Hoorn , en Graef Hen-riek van Nafiou ; defe wierden in aller haefl afgefleken , en nevens de g-eheele circumval-latie oft omtreck foo fpoedigh opgemaeckt en voltrocken , datfe in acht dageif in volkomen defencie waren. In die tijt quamen ceni-ge vrouwen,met toeftaen van Sijn Hoogheyt, uyt het kafleel, en meenden in ’t fledeken . u nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Gen- |
’t H U Y s TE GENNEP,
Gennep te blijven, maer moeften terftont van daer vertrecken ; dies fy haer naer Venlo en Roermond begaven. De belegerde fchoten fterck op het leger j terwijl de Prins het Huys te Middelaer rontom verfterckte,en een
Venlo. De Volgende dagh vielen die van bin- De hek. nen met twee hondert mannen in de Fran- glt;^rde fche approchen ; maer wierden wederom in-, r r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ifallen,
gedreven ; en de gemelde natie quamen met hare wercken tot op den oever van de Maes, omtrent hondert treden van de belegerde» Men maeckte oock drie corps de guarden tot een verfekering en uytvlucht voor d’appro-cheerders : en die van binnen deden weder
halve niaen voor den ingang deê maken. De mortiers van de bateryen over de Maft deden een proef, en worpen eenige granaden in\ Huys,die fulck een kracht baerden en ellende veroorfaeckten, dat het gekerm in ’t leger ge- een uytval ; doch wierden haeft weder inge-hoort werd : waer op die van binnen de felve dreven. Eenige van de Staten ruyters, die op kuntfehap uyt waren, vonden de Spaenfehen omtrent Venlo, daer fy haer eenighfins he
■Ae?ival der Spaen-.jehen op t le'^er ,
door haer canon feer befchadighden, en byna onvruchtbaer maeckten.
Den twintighften der gemelde macnt qua-men tweeduyfentvuer-roers van Gelder langs Goch, Afperen en Driesburgh, in een groote warande tot dicht onder Middelaer ; daerfe die nacht, wat geruft hebbende, van trocken, en deden een proef op ’t quartier van de Graef van Hoorn , daer langs ly meenden deur te breken ; doch vonden het in fulck een ge-ftaite,datfe na eenigh gevecht raetfaemft vonden , met verlies van eenige dooden en ge-quetften , af te trecken. Op de felve dagh bracht men al het gefchut op de batteryen ,
de ruyters een convoy, dat naer de Spaen-fchen wilde, en veroverden omtrent veertigh
de van verfcheyde fijden te befchieten. Het lt;die weder le2;er ftont oock defe en de vollende nacht in fiagh-orde; overmits het fcheen,dat deSpaen-fchen hun voornemen pooghden te hervatten , doch fy quamen niet aen ; maer lieten
•verwacht warden.
maent heeft men een baterye aen ’t Franfche glt;^‘iockt, quartier gemaeckt, daer drie foldaten en een Ingenieur fwaerlijck gequetft wierden. In ’t quartier van de Velt-Maerfchalck Graef Willem bracht men fes ftucken gefchuts, en fes halve kartouwen op de baterye der Franfchen. In ’t begin der maent Julii wierd dagh en nacht aen d’approchen en bateryen gearbeyt en feer genaerdert ; oock heeft men afgrijfle- ende be. lijck op het Huys van vier bateryen eefcho-ten en vele granaden daer in geworpen : waer ^engetaß. op die van binnen niet ftil waren. De beleg-
gers quamen met hare loopgraven foo dicht aen d’uyterfte wercken, dat d’arbeyders d’aer-de daer in konden werpen ; ’t welck het uyt-vallen der belegerde verhinderde. In defe tijdt fijn de Spaenfehen, die omtrent Venlo lagen, nevens een goet getal vuer-roers, in ’t vlacke van daer hooger opwaerts naer Stevens-weert yelt fien j en dreven de wereklieden, die buy- getrocken. Ondertufichen deê het Staten leger alle vlijt, om hare approchen te vorderen, en nieuwe bateryen en andere wercken tema-
haer, niet \rijt van des Graven van Hoorns quartier, met omtrent 18 cornetten ruyters,
ten het quartier eenige wercken maeckten, veder binnen ; doch gingen daerna van hier naer Kranenburgh. SijnHoogheyt beval eenige ruyters haer na te trecken , om op haer voornemen te letten. Twee dagen daerna vierd de huysvrou van de Gouverneur op een koets, door een trompetter van Sijn Hoog-heyt,van ’t Huys gehaelt j fy had by haer twee van fijne dochters,en eenige huysgeno-cen tot haren dien ft.
ken. Den xiv der voorfeyde maent Julii, des
yippro-ihen he-
jonnen.
morgens ten vier liren, brachten fy aen de weftnjde van’t Fort een brugge over de naeu- srugge we oft nieugegraven Niers, die onder met Ie- o'verge. dige en dichte vaten , om de felve driftigh te houden, gemaeckt was ; in ’t midden waren twee wagen-raders, om die bequamelijck en met weynigh arbeyt fpoedigh over ’t landt te water te brengen ; de gene die dit werek de-
Den XXIV van de meergemelde maent be-gonden de Franfchen te approcheren na het den, fijn yder met een goede fomme vereert, hoornwerek aen de Kleeffche fijde , ’t welck quot;nbsp;' ’ oock uyt het quartier van fijn Genade Graef Willem , onder de gunft van ’t canon, aen d’overfijde van deMafe gefchiede. Defe nacht werd aen de beyde fijden met musketten dap-
die van buy ten gedurigh aen werckten. De volgende dagh quam de Jonge Prins van
De belegerde, dit vernemende, vielen fterck uyt j maer wierden, met verlies van eenige dooden , weder ingedreven. Sy fchoten uyt het Fort met loode kocgels, die van binnen met keyfteencn gevult waren. De Velt-Maer-fchalck Graef Willem van Nafiou wierd in Craef
defe dagen met een musket-koegel in ’t han- Willem gen van fijn buyck door een fchampfeheut
Prins
Willem
^t'^er^ gekomen was, in ’t leger,en wierd met groote van genefen. In ’t quartier van de gemelde '' eerbieding ontfangen. Het Spaenfche krijgs- Velt-Maerfchalckverbranden des avonts aide volck brack op in die tijdt, en vertrock naer hutten van een geheel Regiment j fonder dat
men
men weet, waer uyt dit ongeluck ontftaen is. De belegerde begonden ’s nachts op den Hompen toren vuer-teekenen te doen , doch tot Twee hal- wat eyiide is onbekent. Aen d’ooftfijde ver-loven fy hare halve maen, die terftont met blinden tegens hen befet is, waer uyt der Staten volck terftont approcheerden by de Maeskant henen langs het Schoor, ’t welck dooide langdurige drooghte,en het laege water in de Mafe, breet en feer bequaem was, om van buyten by de wajeerkant de wal van ’t Fort aen te taften,te ondermijnen, en, foo ’t van noode was, te doen fpringen. De volgende dagh is beneden hetFort,dat is,aen de weftfijde,oock een halve maen,op de kant der Mafe gelegen, ingenomen, waer uyt een fappe over de bree-de, oft, om beter te feggen , de doode Niers wierd gebracht, die met rijs, deden en aerde gevult, en met blinden belet is, en de fappe-ringe mede by de Maes-kant langs gebracht; fonder dar het die van binnen beletten koru-den, hoewel fy ’s nachts op ’t gemelde Schoor een weynigh tot hare befcherming opgeworpen hadden ; maer door het gedurigh fchieten van de bateryen over de Mafe moeften fy ’t felve verlaten , om dat ’er géén lijf-berging Boertcry binnen was. Des anderen daeghs nae ’t ver-der hele- oyefen gemelde halve mane deden de be-jgggj-jg -wederom vuerteekenen van den toren ; en quamen daerna in groote menighte op de wallen , wenekende met hare hoeden als of fy iets byfonders te feggen hadden : de Heer van Beverweert (reprefenterende de per-foon van den Heer Wits, Sergeant Majoor Ge-nerael van ’t leger) was toen in d’approche, en trat toe, aenfprekende een officier die voor aenftont,en vraeghde hem,wat fy begeerden? Daer op die van binnen antwoorden , dat fy voorraet van roeback verfochten. D’andere ^ens^e-fchoten. beloofden hen kruyt en loot te geven ; waer op men aen weêrfijden fcheyde , en ftereker dan te voren ’t gefchut liet hooren. De felve colo- dagh is de Colonel Joan Huygens,een dapper vel Huy- Frijghsman, in d’approche van Graef Willem dootgefchoten, en wierd op een befloten wagen,met fwart laken behangen,vergefelfchapt met vele aenfienlijeke lieden, naer Arnhem |
gebracht. De fappe van de beyde lijden langs de Maeskant wierd met groote naerfligheydt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_ gevordert ; de belegerde wierpen gruwelijck Julii, maer oock fio lange tot dat de Gouver-met fl:ecnen,peck-hoepen en granaden op de ” fappeerders oft werck-lieden , die in ’t cerft Sterckte defer flActfe. ren, gelijck eenige oordeelen, als de wcrckcn en wallen van de wijtvermaerde ftercke ftadt Breda. In defe tijdt quameii beyde d’Ambaf-fadeurs van de Koning van Portugael in ’t leger by Sijn Hoogheyt, met wie fy het mid-daghmael hidden ; als hy, na fijn gewoonte, de wercken befien had , ’t welck hy weynigh dagen daer nae deê tot onder de wallen van ’t Fort : want alles wierd vaerdigh gemaeckt om de mijnen aen te fteken. Den xxvi Julii stilfiafit quamen de belegerde wederom op de wallen, met haer hoeden wenekende als te voren î maer dewijl fy, als vcrhaelt is, eens de beleg-* gers befpot hadden, wierd het nn niet geacht, en gedurigh met fchieten voortgevaren , tot datïè eyndelijck betere tceckens deden ; waer op de Gouverneur Prefton ftilftant van wapenen verfocht, en dat men twee voorname perfóonen daer binnen fou fenden, gelijck hy wederom twee foude uytfenden,om alfoo een goet verdragh te treffen. De Colonel Haute-rive, die toen in d’approche van ’t hooft- quartier de wacht had , fond de Capiteyn S. Ger- en 'ver^^ main met defe bootfehap aen Sijn Hoogheyt, die het felve ftracks toefiont. De volgende , dagh is het accoort te Offel, in ’t logement wei een weynigh verhindert wierden, maer evenwel voortgingen, en ondergroeven en mijneerden de bolwercken 5 waer toe het lae-ge watermals gefeyt is, haer feer dienftigh was: want het fou anders onmogelijck geweeft hebben dit Fort foo haeft te veroveren , de- wijl de buytewercken fick fwijge d’ongemee- tranffiorteren in deßadt Gennep, fiüen het ne wallen om ’t Huys) immers foo fterek wa- mogen doen, ende weder nemen, oßelders ö . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o ara^h van de Prins van Oranje, gefloten, en beftont trofiZ in de navolgende punten : l. Den Gouverneur met aüe de Krijghs- Artijeke Officieren ende Soldaten , van wat qualïtejt ende conditiën dat fi mogen Weßen niemandt uytgerlomen , ßIfs de overgeloopene , ßuüen uft het Fort van Gennep trecken finder eenigh htn~ der, oßt beletfil, ende arre^ï hun aen te doenj onder wat pretext dat het z,y , met haer geweer ende bagagie , ßaende trommelen , vliegende vaendelen , brandende lonten , ende koegels in de mondt, in de ordre endeßorme als ßy gewoon ßjn te marcheren, neffiens verfikeringe van aüe hare goederen ende lev en,tot de ßadt Venlo toe.
neur y Officiers, ende krijghs-'volck met hun ba- gagie ende goederen ßuüenßjn gekomen tot Venlo ^oornoemti om hun te dienen tot 'vry geleydt. I V. Dat hun ßuüen gegenjen worden twintigh ßhepen ende hondert Wagens om te ‘voeren hunne gequetßen^ßecken ende bagagie. V. Die gene die hunne goederen ßuÜen wil- |
â.
'n
0 • 9
9-ft«....9.ji.
9 a '“ O';;
Sch^bru^^h
0.4
„Jia _ ‘ .aa.
--‘iM.
, Q-Q
,.O....QQ........d......Ni.
s» 9_________-
;]i''r*,~:v3âtyu«î-ui-.aa
gt;|gt;^1IHM1V.-uAQ-
Ljdft___J—9,0 4.-..
a...*® 0 .^..-. \....ft.S...
Nobilißtmis ac .
Belgy Provinciarum Ordi^nibus Generalibus, 'N'pi: non lUustnßtmo ac belli lauJibns clansstmo Henrico Frederico, FruiapiArtiufiorMn.Comittll^‘^‘»gt;i‘e- eK.Ducie.'cerótus G-enamp;’olt.haM Arcis Gertnippensis o^^uÿnatie at^uc e.-c£uffndt(e tabulam bumiUi'me oÿert Oedicatquc Nicolaus Ioannis Vißcher.
a 4 “ lUUlUUUHuMi'.------'S Q _g
quot;9,9ï
. d O..
Ar lt;
mjinniiH iniiw
Sgt;^
Cl/^nter^nn. _g jxja
_____ aS-^-
......
. , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....«„sXkOÔ^.,^^
/■ Quat ticr ran den. Oi'crßen Ferens
n’Amatutt^
.....
^.jaUkabUlAaXaS
C.Colym,
........OQ,.
tIl
IL (Fvati^olms itiA......-
'a......44-
.9.^^
»Loeras
■ ■û nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■.
......o.A9....a.. O-JI ..............
.QjS-, •9-’-9 '
..-.-a,ß,9.«,9.........,iii,..i-;a.a.. -■
,o.„a..zv.t-.’'’-’n-
-1 --.«v V12 .-J? ,9......
.,0.......Oft,:.quot;-quot;®.....
______„o .0..,.
çif..■.•flt'iUUULäaSLsä.
ft.
HEYDE
\ C.lrentn^t^ Ik nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7
lllßll
.......aa..j89..
® ® rt
.Ault;lAXL
o-fta—
9 9 a,
âtAee
JJ , .quot;ÆT -i*- g
y,- LSLaajSagja^
-----A-a-’^Op._ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r» n aâ A Â3!90
'.-A9.
-----
QLwÜjC».................
......,..,.Ä..
.. JW. 9ft—
O.......,A.9..
-A
Qn^ttsr van.
-^a^ojkASu,...«^:
lt;a9------aA.^.q A..« '
..aa
'igt;ââS).....quot;quot;-Q.A
M.
7-aoA. 'quot;■
,â..QAaÆ.
quot;quot;■quot;quot;.......’‘“-.-.aftQi........
-a^A9_.
-'-Aoflâ
. ZM«'
- ........
- o^._...™i..oa-------Mr a5^ ......./gt;a.....■*!_ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;**»b.,ü ••■_
a a».,aj «Z.
Sa
«•.UUÄÄ,... .
ûCU-^uu^«^’-
tHuys te J
QQjoatâaa
’slîa
''^-......
. a AA-tgtv..
JiÄlSMl’-'-'*
;.:.ftj»-9..9-o '''■.,,J», .9./JJ^ftoS.. ^^-..0 JÏ a -
.....«.9’û-
BOS
vryeljck verbrengen inde tijdt van drie maen- den gefionden met alle fieckerheydt tot de fiadt den, onder de fielfde vryigheyt : oHls oock Juden mogen blijven de gequetften in de fielve fiadt Gennep, Jonder tets voor te nemen tot ondienli Venlo toe. Gedaen in ’t ^eldt tot Offel ? den van defi Landen , om hun te doen cureren tot d^t Jy Julien fijn genefien, ende waer na met een Fas-ced.ul van den Gouverneur van hetfilve Fort Julien mogen trecken naer hun guarnifioen. He begravene dooden Julien Jy mede mogen brengen waer Jy go et vinden, finder hinder oj't beletjel. M I. De LCoopluyden3 winckels houdende, ende anderen, van wat ci^ualiteyt ende conditie dat Jy fijn , Julien oöck mogen uytgaen met hun koopmanfichappen , ende na Verdo vertrecken, ende de Jelve,aldaer gekomen fiijnde3fioo Jy van nooden hebben eene abolitie, Juden JJy de fielve mogen verjb ecken. VIL He iJ^ajeur van ^t gefihut Homo, Jal met de andere krijghs-Gficieren trecken nae Venlo, ende indien 7 hem van nooden is fich te finden tranf^orteren naer Bruffiel, ter oorfiaecke van fijne ongedaene reeckeningen , Jdl tot dien eynde mogen verfioecken paljoort van Sijne Hlogheyt den Drince van Orangien. lt;HlKaer de Licent oj'te Convojy-meefiers Juden fiich hebben te addrejfieren aen de Heeren Baden van State , om fiich te mogen houden ten flatten lande. V 111. Hat ade gevangens fionder difiin-Hie ofite limitatie van tijdt, Juden op hare vrye voeten gefielt fiijn , fionder hun rantfien te betalen, maer alleen hunne montkofien. I X. Den Gouverneur Çal mede nemen t'wee Stucken van twaelfpont^met een Mans-felder, ende fis tonnen pulver, ende koegels nae advenant. Het gefichut ende alle de amunitie van oorloge, item vivres ende provifie , toekomende den Koning van Spangien, van vu at fiorte dat het filfde fiude mogen vue fin , finden finder eenigh bedrogh worden overgelevert aen fiooda-Officieren als Sijn Hoogheyt tot dien ejnde in t voorß:^. Fort Jal fienden. X L Tor verfieeckeringe van de fichepen ende Wagens3 Julien hier blijven twee OJiagiers, ter tijdt toe dat die twee Oflagiers Weder gekomen Julien fijn met de fichepen en wagens 3 ende die twee die hier gebleven fijn 3 Julien dan wor- |
Volgens het voorfeyde accóort is de befet-ting, omtrent negen hondert mannen fterek, ten beftemden dagh, op de volgende wijfc uytgetrocken. Eerft quamen uyt net Fort ^7 Denujt-foo wagens als karren , geladen met eenige foldaten, vrouwen, kinderen, huys-raet en an-dere goederen. Daer na quam een Sergeant met eenige vuer-roers 5 en noch 119 wagens, als de vorige geladen. Toen quamen twee ftucken gelchuts,die ydervan elf paerden ge-trocken wierden ; en noch een ander ftucx-ken , dat men een Mansvelder noemt, daer -vijf paerden voor gingen : hier op volghden noch XI wagens,oock met menfehen en goet geladen. Toen volghden twee cornetten cu-rafliers van der Heeren Staten volck, om haer naer Venlo te geleyden. Na de felve quamen vier Compagnien te voet, doch fonder vaen-dels ; en daer na acht Vaendragers in twee geleden, en achter hen het volck die daer onder behoorden. Toen volghde de Gouverneur Prefton te paerd, vergefelfchapt met eenige ruyteren , en achter hen drie Compagnien curafliers, met blancke wapenen, daer de ftralen van de fon op afftuyten , die den uyttocht befloten. Sijn Hoogheyt de Prins van Oranje, en dksij» Prins Willem , djn eenige foon , nevens een ^ooghejt groot gevolgh van edelen en voorname per-loonen,waren te voren omtrent een halve ure nbsp;nbsp;* op een hooghte ter fijden de wegh , en, om het menighvüldigh ftof, boven de wint, Relden , waer de gantfche menichte en al den train van den uyttocht voorby moeft. De gemelde Gouverneur, als hy hier om- enf^reekt trent quam , trat van fijn paert, klom op de hooghte , om Sijn Hoogheyt te begroeten, die mede terRont van fijn paert afReegh en hem te gemoet ging 5 foo datfe elckander feer vriendelijck aenlpraken, en hadden eenige redenen te famen, na welcke fy beleefdelijck affeheyt namen : de Gouverneur reyfde naer Venlo ; en Sijn Hoogheyt keerde naer ’t leger. Dus is defe Rercke plaets, die van allerley oorloghs-gereetfchap en eetwaren noch wel voorfien was,door kracht van wapenen alleen tot overgeven gedwongen ; en, op nieu, met groote moeyten en koRen, aen den Staet der Vereenighde Nederlanden gehecht. |
OP 't VEROVEREN
VAN
’t H V Y s TE GENNEP,
uyt het Latijn vertaelt.
Gennep! die rontom met wateren en dalen ' Gewapent fijt, en kunt met uw twee Goden pralen , Als Maes en Niers, waer door ghy ’t grof gefchut ver^ fmaet
Van Hollants grootften Helt, en meende dat uw ftaet
Meer dan Numantia oft Maceta fou duren.
Nu fwicht ghy voor de macht des Princen ; uwe muren Vernedren fich door kracht van ’t ooreloghs-gewelt. Ghy hebt de Bataviers met krijghsvolck feer gequelt : Doch nu komt u ’t Geval tot een Befchermfter maken Van ’t waerde Vaderlant, door ’t wiflelen der faken. Men noem u vry, een Muer voor ’t moedigh Gelderlant, En, met de Wael vereent, fchijnt ghy gelijck verplant. Te voren ftont ghy in ’t gebiedt van ’t moedigh Spanje , En nu belooft ghy trouw aen defen Staet. Oranje U mint ; dies eert voortaen de wapens van de Leeuw. O hoe geluckigh vecht de Batavier en Zeeuw, En al het vrye volck ! de Hemel ftort fijn fegen Geftadigh op hen uyt, gelijck een milden regen. Want na het winnen van veel fteden, wijt vermaert, Vermeefteren fy meê de Forten : en men paert Het nutft en noodighft faem. Dat heet de Staet vermeêren, En ’t Oorloghs-quaet van ’t lant, en naer fijn vyant, keeren.
O P
-ocr page 513- -ocr page 514-s E L V E.
E Leeu der Bataviers verfterckt fijn lant en palen. ’ En jaegt het krijgsvolck uyt dit Fort5dat foo veel quälen Aen ’t moedigh Gelderlant veroorfaeckt’, en hy toont Dat hy geen vyanden, hoe dapper oock, verfchoont. Hy heeft nu foo veel lants en fteden overwonnen s
Doch daer door is ’t geluck en fegen eerft begonnen : Want het bewaren is meer kunft en dapperheyt, Dan het veroveren door onverfaeght beleyt. Dies fluyt het moedigh dier fijn klaeuwen, om de banden Van eendracht foo te flaen om de Vereende landen. Dat niemant ooit een pijl uyt fijne pooten ruck. Zoo vrijt een moedigh helt fijn fchoudren van het juck -En is gereeder tot befpringen dan befchermen. Maer edel is de haet des Leeuws. Het droevigh kermen Van den ellendigen verfacht het ftrijtbaer hart : Dies tracht hy naer de Vreê, het eynd van d’oorloghs-fmart. Steeck op het felle fwaert, doet eens het dond’ren fwijgen Van ’t fwangere metael ; foo fuit ghy voorfpoet krijgen. Of is het noch geen tijdt ? Verwacht ghy dat uw Staet Noch hooger rijfen fal ? Zoo fpreeckt men ; en hy flaet De winckbraeuw neder, recht als of hy wou bedaren. Doch Mars verjoegh de Vree ; en laet geen gramfchap varen. Dies heft de fiere Leeuw fijn hart en kop om hoogh ; En toont fijn moed en kracht ; en, met een brandend’ oogh, Schud maen en ftaert, en tracht meer Sterckten te verwinnen Om foo door oorloghs-kracht te buygen ’s vyants finnen: En dat door Gennep, en door andre Steên, fijn lant Als met een ys’re muer en torens fy beplant. Zoo baert den Oorlogh Vree, en eindt met vrolijckheden. Men moet hart, fchat en bloet voor ’t Vaderlant hefteden.
Ferßq;erMer.
^3 luny i£^t r^e^c lies (^Difet-mur^ vrouwe i^t
'^^;T HUYS ':'E GENNEP
o c H is een kleyne Stadt,nu ter tij t hoo-rcnde aen ’t Hertogdom Kleef, leo^^en- 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• de aen de riviere de Niers , vier mijlen van Gelder , en foo veel van Emmerijck en Schenckenfchans, fes van Nimmegen, vij f van de Graef, en derdehalf mijl van Gennep ; is een welgelegen en geneughelijcke plaets, om welcke men niet fiec dan fchoone koorn-ackers, hoven, weylanden, en bleyckeryen. Die van Brabant en andere plaetfen lenden aldaer veel ruw linden om wit te maecken, alfo daer toe goede gelegentheydt is ; heeft oock groote marekten van wit en ruw linden, van welc- üecnng. ke een grroote meeniahte aldaer verhandelt c?, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o wordt ; lo dat de meefte ncerinc en welvaert der burgeren in linden beftaet. In de Stadt wordt oock uyttermaten goet bier gebrouwen , beter als in eenige Stadt van ’t Kleeffe-of Gelderlandt gedaen wort, om dat de granen, die ’t bier goet en fmakelijck maecken, daer omtrent in overvloet geteclt worden. Defe Stadt beftaet onder een Droft-ampt, en is het Opperhof van alle fware faken , die aldaer werden afgedaen. Haer Regeering beftaet in een Rechter met twee Burgermee-fteren , waer van den eenen Burgermeefter regeerende is, en nevens haer feven Schepenen j by de welcke alle burgerlijeke queftien werden ter neêr geleydt. Defen Raedt wert, gelijck op veel andere plaetfen, alle jaer verandert ; doch de Burgermeefter weynigh, ten fy dat hy, om wettelijeke reden, van de gemeente verftooten werdt, anders blijft hy Veyiige langen tijt fijn ampt bedienen. Goch heeft, ^'^Uets' begin der troubelen, een herbergh en de fchuyl-plaets van veel verdreven en gevluch-'vluchte- te menfehen ge weeft, die aldaer van de Ma-lingen. giftratcn wel ontfangen en getradeert wier-den, fonder onderfcheyt oft onderfoeck van religie, latende ieder vry en ongemolefteert in hare Stadt woonen, ’t welck groote nee-ring en welvaert inbracht. Doch heeft defe voorfpoet, gelijck veel Steden gebeurt is,niet altijt geduert ; want den oorlogh,een verderf van landt en luyden, heeft hier omtrent, na ’t verdrijven der vrede, beginnen te woeden, en foo wel ’t platte landt, als de fteden, waer onder defe niet de minfte was, tot d’uyterfte verwoefting gebracht. Na de doot van Hertogh Johan Wilhelm is defe Stadt, nevens de andere Steden in ’t |
Kleeffe en Gulikfe lant, Veel ongeluck ovet-gekomen ; want ieder van de pretendcerem deVorften trachte nadefe velgelegén plaets, om lieh meefter daer van te maken. In ’t jaer duylent fes hondert elf fondt ’er codi denVorft van Brandenburg fijn guarniloen binnen,dat ’er korts daer na ^eêr uytraeckte» In’t jaer duylent fes hondertdertien quam Lambrecht Kareis,Gouverneur van Nimme« Door gen, voor Gochj om het voor den Keurvorft f van Brandenburgh in te nemen, ’t welck hy dus geluckigh uytvoerde. Hy quam met fijn ingené* volck en drie veldtftucken ’s morgens om- ‘ trent tien uyren voor de Stadt, en liet eenige fchooten met de felve daer op doen j ’t welck de goede burgery met droefheydt aenhoor-den. Den Gouverneur van Nimmegen fond een trompetter aen de Magiftraet, haer vermanende fich aen haren V orft en Lantsheet over te geven,of hy hadde volkomen laft om haer met gewelt daer toe te dwingen,en dan louden ’t de goede met de quade bekoopen. De burgery dit hooiende fijn te famen ge-« komen, en hebben het Stadthuys, daer eenb ge onwillige burgers in waren , befet en ingenomen , die fy tot overgeven nevens haer dwongen. Dus wiert defe Stadt met Staten volck befet, die daer bleven tot dat den Brandenburger fijne befetting daer in fond. In ’t jaer duyfent fes hondert twee-en-twintigh den feventienden Julij des morgens heel vroegh , is Graef Hendrick van den Bergh met fijn leger voor defe Stadt gekomen , daer drie Compagnien Brandenburgh-fe foldaten in lagen, waer op hy met lijn ge-fchut eenige fchooten heeft laten doen, haer daer na op-eyftchende, tot het welcke fy ter-ftont refolveerdcn ; en wiert de Stadt nevens ’t Kafteel noch op dien felven dagh overgegeven. Prins Maurits verhoopte het overgeven voor te komen, alfo hy in der haeft eenigh volck by-den anderen bracht, waer mee hy derwaerts trock ; maer eer hy daer quam was ’t guarnifoen al veraccordeert. Daer na heeft den gemelden Gouverneur van Nimmegen,in’t jaer duyfent fes hondert vijf-en-twintigh in Januarius, andermaelde Stadt van Goch , met een aenllagh ingenomen , als volght ; Daer waren twee burgers kinderen van Goch^ die haer in der H. Staten daeïquot; HA door Graef* Hendrick van den Bergh Î WedercM voor de H. StateMgt; met çen aenßagh. dienft begeven hadden : defe hebben fleets getracht hoe fy de Stadt uyt de macht der Spanjaerden mochten redden. Sy gaven haren aenllagh den Gouverneur van Nimme-gen te verftaen, diefe, na eenigh beraet, voor goet kende : en heeft fich, na dat hy dit met X nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Prins |
TmoX
( :»'e « ® » ;’;D0DDUU
\ ' /y'.
'V3jaagt;x T:}vtri^ igt;-3g'^ a^}alt quot;^w^a^ajg^ ■ z-^ sja^^ng^ ijr Milt wtCai^aÀâjg^ ‘ (quot;k Jiif ïM/Cefi • oir nfptaut ^Q • S£ S£
■Vijnna H34üey[- C£ lajmiu-itn^ Ji oog^-gç
quot;■Zi^' quot;■■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ; •• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'. ƒ'■
^.7 .’,.'i;'ü:V
....... '■.-3'.'-,... '' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
jÏJÖjKÖ'ï;
uyjHÿsâjâîîâj,
wsfsiâVÂï
aDSflffij
DüDûflî
[Illuo Di I
L«’ lt;■ i
^5^ 5 îï'q^'îÿlkVlk'W
... J'-’ ...,-».-q.rwi nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;——~r
iJutUtOïJ
Jlt;S5ï:‘
g;^y,«!?'jO’Ç»U''^.
Ji‘ft ?gt; ■ À.
iuiuEiiutu] »w
|g,»!ff'
iuuiiLi) r' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' lt;1 amp;4K*|MS1’
^^EEaWib «Wjte
J ^iiuuTU
:33V^33^
^ZVJjf 13^- gr
^v^-nnjc. 3(L • ffz
3^r^no -Cz
Itnai'l nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-Sz
^3V3^3?^0T^ Z^
rgt;?5
K«'
■^My[ 7M- ‘'UimnO^fi, MO/i ‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S
0^03^ ia ‘^‘gt;111 laujifi’g; q ' {'
Prins Maurits en fijnen Raedt overleyt had, met feven hondert mannen te voet, vijftigh ruyters, en defe twee aenleggers van den aen-flagh, uyt de Stadt begeven, nemende fijnen wegh verby Goch ; maer keerde quot;s nachts weder derwaerts : omtrent de Stadt begonnen de peerden feer te brielfchen ; den Gouverneur van Nimmegen , haren Commandeur, dat hoorende, ieyde tegens de aenley-ders : onfen aenfiagh fal door ’t briefichen der peerden entdeckt worden ; want alles was in en omtrent de Stadt feer ft il. Neen, feyden de beleyders,den wint is van de Stadt af, ’t is onmogelijck dat fy ’t können hoorenj en tot meerder feeckerheydt willen wy gaen fien hoe ’t daer binnen met de wacht gefielt is. Sy bekropen de wal, en na dat ly alles befichtight hadden, keerden weder te riigh. met tijding, dat ’er geen fwarigheydt was , men foude maer aenvallen : want de dubbele wacht, die den Gouverneur befielt hadt, op den roep van ’t Staten volck,cn haervrolijck gemaeckt hadden in amunitie wij n tot des ' morgens ten vier uyren, was al afgetrocken en na huys gegaen, feggende ; wy en hebben voor dees tijt geen noot,latende de Stadt met enckele wacht, die, als d’afgetrocken, droneken waren, befet. Het guarnifoen was omtrent fes hondert mannen. Omtrent vijf uyren ’s morgens fielden de aenleggers haren aenfiagh in ’t werek , treckende tuffehen de Vos- en Vrouwen-poort, door de Stadts gracht, die op een plaets, haer lieden wel be-Kent, feer ondiep was, den wal op ; en liepen na de fchildt-wachten,die fy doodt fioe-gen. Een van de aenleggers liep met noch vijf foldaten na ’t wacht-huys aen de Vrouwen-poort, doodtfiaende al wat fy daer vonden , hingen dadelijck een petardt aen de poort, om die te openen, maer dat mifiuckte haer : toen liepenfe tot een Smit, daer fy dapper op de deur klopten en hem toeriepen : Ruyfch doe op, doe op ; hy fiont hae-fiigh op, en deê de deur open : terfiont vielen fy in huys en namen van fijn voorha-mers,met de welck fy de fioten van de poort op fioegen, en quam alfo het refieerende Staten volck binnen. Sy hadden by haer feven trompetters die terfiont allarm bliefen. De merekt, ’t Stadthuys , en de corps-de-Despaen- garde, wiert by haer verfeeckert. De Spacn-ïche dit fiende, en niet wel tot wederfiant Ï^onnende komen , namen de vlucht na het ßeeli Kafieel, en Steenpoort, die fy dien gant-fchen dagh tot ’s anderen daeghs ’s morgens inhielden. Het Staten volck drong nart op haer aen , maer wierden kloeckelijck af-gewefen ; doch niet langer de veelvoudige aenvallen könnende wederfiaen, verlieten fy de poort, latende die voor der Staten foldaten. So haefi die meefier daer van waren, trocken fy na ’t Kafieel, plantende gefchut voor ’t felve. De Spaenfche deden ’er eenen ^oen uytval uyt, dry vende het Staten volck van haer gefchut, en fouden veel meer quaet ge-daen hebben; maer wierden door de kloeck-moedigheyt van kapiteyn Mullert met groot verlies ingedreven. Middelerwijl quam ’er volck van Gelder tot haer afiifientie, maer eer fy op ’t Kafieel waren wiert kapiteyn Mullere haer gewaer ; en trock met een goet deel foldaten ter poort uyt, latende het Kafieel van ’t refieerende volck naeuw befet blijven, op den vyant aen,doodtfiaende al waer fy by komen konden; hy felfs fiackop den feftien-den man fijn rapier aen fiucken , nam een deel gevangen, en eenige geraeckten op het Kafieel ; tot wiens ontfet, korts daer na, hondert drie en-feftigh mannen van Venlo, Wefel, Stralen, en Gelder quamen, die alle van drie Staten ruyters en een trompetter gevangen wierden. Die van ’t Kafieel, hoorende dat het ontfet gefiagen, gevangen, en geen ander voorhanden was, hebben beginnen na een goet accoort,gelijck men haer geprefen-teert hadt, te luyfieren; en wiert befioten dat fy naer krijgs-gebruyck fouden uyt-trecken. Sy waren omtrent duyfent weerbare mannen fterek. Is alfoo defe plaets weder aen der Heeren Staten fijde gekomen. |
In’t jaer duyfent les hondert een-en-dertig is ’er, door tulfchenfpreken van verfcheyden Heeren, een accoort gemaeckt, dat alle de Kleeffe, Gulickfe, en Bergfe Steden fouden neutrael gemaeckt werden ; en alleen Wefel, Emmerijck, en Rees, met Staten volck , en Gulick, Orfoy en Sittert met Spaenfch volck befet fijn;’t welck alfo gefchiede. GöfAwierd toen van foldaten, en wallen ontbloot. In ’t jaer duyfent fes hondert vijf-en-der-tigh, nae ’t innemen van Schencken-fchans, is defe Stadt,nevens meer andere den Spaen-fchen dienftigh , weder van haer gefierekt : want den Cardinael Infant, die nu eerft in Neêrlantwas gekomen,is met Graef Jan van NalTau, Duc de Lenna, den Marquis d’Ayto-na, en vele Heeren binnen (^och geweeft, om dat te befichtigen,en lieten ’t dadelijck fortificeren. Weynigh tijdt daer na is den Marquis d’Aytona, op den achtienden Augufti, binnen Goch van een haefiige fieckte geftor-ven. Na het weder-over-gaen van Schencken-fchans is Goch noch eens neutrael gemaeckt, gelijck het noch tegenwoordigh is. 7 Kaßeel geeft fch ever. G och VAT.’ wallen onthloet'f en weder geforti-ficeert. Marquis d’r!yïona ferft. Goch weder nett-trael. |
en hare
BELEGERING,
Door de wapenen der
Heeren Staten van de Vereenighde Nederlanden,
onder ’t beleyt van Sijn Hoogheyt
Prins van Oranje, amp;c. Opper-Veltheer van hare Legers, amp;c.
Chencken-Schans is gelegen op ’t uytei-fte eynde van dc Betuwe, genaemt ’s Gra-ven-weert, daer den Rhijn fich in twee deelt, en ter rechter fijde fijn naem behoudt , maer aen de flincker fijde de Wael geheeten wordt,welche fich beneden Dordrecht wederom nevens den Rhijn, als die door de Leek geloopen is, in de Mafe te famen voeght, en loo met elckander by den Briel in den Oceaen oft Noort-zee ftorten. Defc Schans is in ’t jaer m d lxxxvi van Stichter. Matten Schenck, een onverfaeght krijghs-man,van welcke fy haer naem heeft,door het bevel van Robert Dudley, Graef van Leycc-fter, gebouwt j om daermce de Vereenighde Nederlanden te befchermen, en aen die fijde te befluyten ; foo datfe als een Bewaerfter en ler-nn- Regente over de twee gemelde rivieren ge-worden is, dewijle geen fchepen op oft neder mogen komen,oft fy moeten hiereerft befien werden, en tol betalen : waer door haer fom-mige een Sleutel der Republijcke,en de fterek-fte en noodighfte Fortrefie der felve aen de landtfijde genoemt hebben. Door de voorverhaelde eygenfehappen is Jüoor Francifcus de Mendofa, Admirant van Arra-gQQ -beweeght geworden , om dit Fort in ’t ^etigetaj, M D xcix aen te taffen , na dat hy dc fte-den Rhijnberck, Rees en Emmerick ingenomen had; op dat hy door ’t vermeefleren van ’t felve de rivieren voor de Spaenfehen fou bevrijden. Doch Prins Maurits had de felve te voren wel voorfien, en op alles foo goede or-doch ver- dre gefielt, dat hy, geen voordeel fiende, we-der aftrock,niet fonder verlies van veel volck, ’t welck gefchoten wierd. |
In ’t jaer m d c xxxy is defe Schans op het onverwachtfle in de macht des Konings van Spanje gekomen ; ’t wclck ick, met haer belegering en verovering voor de Staten, verhalen fal ; op dat foo een gedenekwaerdige facck buyten het graf der vergetelheyt blij ve, en de nakomelingen tot leering en vermacck flrecke. Frederick Henrick, Prins van Oranje, met goetvinden der Heeren Staten Generael, heeft in ’t gemelde jaer haer leger naer Brabant ge-voert, daer fich een ander heir van Sijn Maje-fleyt van Vranekrijek byvoeghde ; welcke al-foo vercenight ’t geheele landt deden beven. Als defe macht eenige fledekens verovert had, fijn fy, dewijl hun eetwaren ontbraken, weder te rug gekomen. De Prins ververfchte toen fijn leger eenige dagen by de Mafe omtrent Roermond en Venloo,en beval daer na Graef Willem van NafTou, die met eenige troepen te voet en te paerd by Nimmegen lagh , dat hy met de felve hem by dc ftadt Gennep fou komen ontmoeten. De Graef nam uyt alle plaetfen daer omtrent foo veel volck als doenlij ck was, om ’t felve bevel na te komen, waer door defe Schans maer iio foldaten tot onflereke befetting behiel. Des Konings volck tot Gel- befitting. der, hier van kennis krijgende, hebben ter-flont vijf oft fes hondert mannen, onder Ca- jenfiagh piteyn Eenholt, (die d’aenflagh, gelijck men derspnen^ feyt, lang te voren begrepen had ) derwaerts » gefonden , welcke den xxvi Julii des nachts tot aen het Spuy oft fluysken aen de vaert van Kleef quamen , van waer fy haer de volgende dagh verfpreyden omtrent de huyfen Halt en Bynen, en hadden eenige platboomde fchuyten oft aecken verborgen, waer mee fy ’s nachts over de Wael quamen. Toen fijn fy, vol moet en dapperheyt, langs den dijck, voorby de huyfen die buyten flaen,tot aen de drooge graft voor de Schans gekomen , daer hen de fchildwacht van de pontgaflen eerffc gewaer wierd, en toeriep, Wte Sy gaven y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geen |
SCHENCKEN-SCHANS,
die de Schans naer deren.,
geen antwoort, doch naerderden ; dies hy op noemt was. Graef Willem quam met fijn ap-naer los-brande,waer door die van binnen ter- proche tot aen de Tolkamer, dreef die van
ftont in alarm geracckten : maer ’t vas noch
binnen uyt hare nieugemaeckte wcrcken , en
te fpade, om dat ’er geen water, dan een kley- maeckte daer terftont een batery van fes haine kille, in de graft wax, en de paîiffaden foo ve kartouwen. Die van het Huys te Bylant out en verrot,datfe die als ftoppelen ter neder wierpen. Die van binnen pooghden de be-fpringers af te flaen , en quamen meeft alle,
twee werek oft weftelijckfte punt te famen. Doch '^^lbrM^e~ een deel der Spaenfehen hen hierbe-’ fich hiel,fijn ondertuftchenden meeftenhoop der felve ter fijden de Schans door de faufte-bray tot aen ’t bolwerck nevens des Gouverneurs huys geloopen, daer fy met menighte tegen opklommen ; foo datfe hen oock van achteren overvielen , ’t welck men door het
fchocen dapper op dit quartier, om het voort-vereken te beletten : maer men ftelde daer fchans-korven en andere dingen tegen ; foo datfe veynigh fchade doen konden. De Spaen-fchen brachten fes kleyne veltftncxkens in dc Schans, en een vereering van vijftigh diiyfent gulden aen Capiteyn Eenholt, die d’aenflagh Eenholt bevel had.
Die van binnen vielen uyt op d’approcheer-^^^J^“^ ders 5 maer vierden met ge welt weder in gedreven. De Prins liet een brugge over de
en ver-meeße-ren :
*t welck de Prins gcboot-Jchagt wordt,
die ordre ßelt,
kon. Den Gouverneur Wcldercn,een Gelders edelman, en dapper krijghs-helt, quam in fijn onderkleeren toeloopen,om fijn volck moedt te geven , doch werdt terftont gefchoten en doodelijck gewond ; hoewel hy daerom niet naliet de fijne tot manhaftigheyt te vermanen. Maer al hun tegenftant kon niet toereycken j dies de Spaenfehen binnen quamen , en floc-'gen alles doot datfe in wapenen vonden: waer door fommige de vlucht namen naer het wa-ter-poortjcn,om van daer met eenige fchuyten het lijf te bergen; onder welcke de Predicant, Commijs, en andere waren. Dus is defe wijt-vermaerde Fortrefie den xxviii Julii/s morgens ten drie uren, in de macht des Konings van Spanje gekomen.
De Prins van Oranje ontfing de felve morgen ten acht uren de tijding van dit voorval ; daer op hy terftont 600 wagens , en op yder fes mannen met vuerroers , nevens xoo ruyters naer Nimmegen en in de Betuwe fond. Oock heeft men de boeren rontom de wapenen doen aentaften , en op alles na vermogen ordre geftelt, om de voortgang der Spaenfehen te beletten. Des anderen daeghs quam de Prins met vier duyfent muskettiers te Nimmegen ; waer ’t geheele leger onlangs daerna quam. Hy fond de helft van ’t Neder-lantfche heir naer Duffelweert, die des avonts weder quamen , om dat haer geen foetelaers durfden volgen , en datfe dernalven levensmiddelen fouden gebreck hebben ; te meer, dewijl fy verftaen hadden , dat des Konings leger en de crabaten alreede te Kleef en daer
Wael byPaenderen leggen,enmeteen hoorn-werek ftereken, om Dcquamelijck foo over defe, als te brugge te Emmerick,aen de Kleef-fche fijde te komen.
Den elfden Augufti quam de Cardinael te He car-Goch, verfelt met Graef Joan vanNaftbu,den Hertogh van Lerma, den Marquis d’Aytona, * en meer andere voorname perfoonen : vân d waer fy allerhande nootdruft in Scheneken-
omtrent gekomen waren. D’overige helft van ’t gemelde leger trock in de Betuwe, en floe-gen fich te Panderen en daer omtrent neder : tuwe leyt. de Volgende dagh gingen fy nevens het Tol-huys over de brugge aen d’ander fijde des Rhijns. Pichler, overfte Lieutenant van het
en een deel van ßjn leger in de Be-
Duytfche Regiment , veroverde de halve-macn, die daer van oudts lagh, en Spijck ge-
Schans fonden ; en verfpreyden hacr volck in Kalcker,Santen,Kleef,Vden en Karvendonek, daer de krabaten overal grooten overlaft deden met roöven, branden, en andere gruwelen. Eenige dagen daerna wierp men vijf gra-naden in de Schans,waer van twee hun werek feer wel deden. De Prins beval eenige vuer- Kleyne roers, datfe de krabaten in de Duffel befprin-gen fouden, welcke dc volgende dagh weder quamen, en brachten omtrent 5 o paerden tot buyt mee , daer van fy de meefters gedoodt hadden. Over Rhijn wierd een quartier afge-fteken , ftreckende van den Elterenbergh tot aen ’t Spijck. Ter fel ver tijdt quamen eenige krabaten voor ’t leger braveeren,waer op men eenige cornetten ruyters nevens cenigh voet-volck uytfond, die hen in onordre brachten, en vele gevangen kregen. Oock wierden weder drie granaden in de Schans gefonden,waer van twee in de felve hun kracht bacrden , de derde viel over ’t Fort in een fchip, in ’t welck wondert de Spaenfehen de wacht hielden, dies het daer kracht door aen fpaenderen, en met foo grooten ge-welt in de gront gefmeten wierd, dat ’er twee * ftucken van de granaet over de Schans en de Rhijn, by na tot aen de plaets daerfe afgcfcho-ten was, te rug quamen. Des nachts fijn eenige waeghhallen uyt het leger aen de Schans gefwommen,en haelden vijf ponten vand’ou-de fchipbrugge, daer van fy de vier in ’t quartier by ’t Toihuys brachten, maer het vijfde geraeckte op een drooghte. Den xix der gemelde maent wierdt in t leger gebootfehapt, dat de Marquis d’Aytona te Goch aen een d'Aytona, haeftige fieckte overleden vas. Oock bracht overlijdt.
men
men vele paerden der kiabaten in ’t quartier. Vele overloopers quamen van de Spaenfchen in ’t leger, die alle over groote elende en dier-te klaeghden. Vier dagen na de voorfeyde was een alarm oft wapenroep in Emmerick, waer door de Gouverneur Pinfen alle wegen naer de felve ftadt, en ’t Fort daer tegen over, wel befette ; te meer, om dat de Cardinael Infant het ftedeken Griethuyfen ingenomen had, en op de Hennepcr-waert eenige fterek-ten poognde te maken ; ’t welck hem door Capiteyn Schcy, daer omtrent gelegen, met gedurigh fchieten van fijn fchip verhindert wierd. Toen maeckte de gemelde Cardinael een baterye te Griethuyfen, en een aen de Beeck,om de vaert van Wefel tot Emmerick, na fijn vermogen, te beletten, cn over Rhijn te komen. Doch de Prins van Oranje , om dat voornemen te ftutten, deê de geheele Rhijn-kant, van fijn leger af tot boven Orfoy, met de ruytery,onder ’t gebied van den Over-Aenßiigh ften Stakenbroeck, befetten. De Spaenfchen «y» hadden oock een aenflagh , met feven fche-pen, boven met rijs en onder met foldaten geladen, op Orfoy : maer de Gouverneur, die daer af eenige kennis had , groette het eerfte fchip op fulck een wijfe, dat d’overige met hun voornemen keerden. De laetfte dagen der voorfeyde maent fond men noch veertien granaden in de Schans. De Prins van Oranje en Graef Henrick van den Bergh quamen te famen in het quartier van Graef Willem van Naffou ; en na datfe daer omtrent twee uren by elckander geweeft waren,fchoot men meer op ’t Fort dan ooit te voren , foo met kanon en musketten, als uyt de mortieren. Weynigh dagen nae ’t voorfeyde vertrock dc Prins naer Emmerick en Rees, om daer, na dat hy alles wel befien had , goede ordre te ftellen. Den Overften Stakenbroeck en andere brachten dagelijeks vele gevangenen en paerden in het leger. Die van binnen fchoten oock fterek, wacr door nu en dan vele van de beleggers gedoot en gequetft wielden. De Graef van Yfenbroeck, die de Koning van Spanje diende , had met omtrent drie duyfent mannen fijn quartier te Rinderen, ’t welck hy met een Veel gra- retrenchement befloot. Men fond omtrent feftigh granaden in de Schans, daer over de belegerde foo een groot gebaermaeckten,dat men het op de naeftgelegen batery kon hoo-en't leger ren. Ondertufichen wierden de wereken van verßerkt. ’t leger hoogei' en dicker gemaeckt, ftrecken-de lich aen de Elterfche njde , van de brugge by ’t Tolhuys tot by het Spijck aen deRhijn-kant, omtrent half wege ; en met een groot quartier, en langs heen met vele redouten be-fet : defe wereken waren in ’t gemeen elf voeten hoogh , de graften om de felve vier-en-twintigh voeten wijt en acht diep. Den x 11
September quam de Prins, met veel adelijeke perfoonen verfelt , weder in ’t quartier van Graef Willem ; en ging met hem de batery over den Rhijn aen d’Elterfche fijde befien , van welcke men toen dapper op de Schans vuer gaf : na de middagh befagen fy mede d’approchen. De volgende dagh hebben die van de Schans haer torentjen afgebroken. Eenige troepen, omtrent duyfent mannen fterek, trocken over de brugge te Emmerick, om de Spaenfchen in hun quartier te Mon-terbergh te overvallen j maer dewijl defen aenflagh ontdeckt was, fijn fy, fonder iets te verrichten , weder in ’t leger gekomen. Der Staten ruyters kregen aen de Kleeffche fijde in ’t bofch een Ritmeefter van de krabaten , die duyfent ducaten tot rantfoen oft losgeit aenbood. De Spaenfchen fielden fes ftucken Vreeßißk gefchuts tuftchen ’t Huys te Bylant en de SchansjVan welcke en van ’t Fort fy foo vreef-fclijck op de nieuwe batery, aen de Waelkant gemaeckt,fchoten, datfe de felve, nevens drie ftucken gefchuts en tien perfoonen , geheel befchadighden. Des nachts is de Cardinael De car^ Infant uyt de Duffel opgetrocken naer Gen-nep, het quartier van Cantelmo befet latendej en deê by’t ftedeken,daer hy felf binnen was, een brugge over de Mafe leggen. Ondertuf-fchen toonde d’oorloghjhoe vele onvcrwach-te en ftrenge toevallen hy dagelijeks voortbrengt : want van de batery van ’t Spijck wierd een fchuyt met vijf oft fes perfoonen in ’t overvaren in de gront gefchoten : en op den derden Oólober reden vijftigh ruyters uyt, die des anderen daeghs by Unen een convoy, naer Schencke-fchans gaende, aen-troffen,’t felve floegen,en 5 v paerden nevens twee pagien inbrachten. Den felven dagh wierdt weder een aexken oft fchuyte met cenigh volck, in ’t overvaren naer de Schans, gefchoten : en ’t Magefijn in der Staten leger 7 j^^age-^ op nieus met allerley ammunitie , vuerballen fijn wordt en granaden voorfien. Seftigh vuerroers van Emmerick gingen uyt, die omtrent Kranen-burgh dartigh krabaten ontmoeten,van welcke fy eenige dootfloegen , en twaelf paerden tot buyt inbrachten. Oock wierden in die tijdt wederom dartigh granaden in de Schans geworpen,die groot gefchrey veroorfaeckten. Het quartier van Graef Willem is mede verbetert , om tegen het hooge water te können duren ; en op dat men oock , foo ’t noodigh was, daer in fou können overwinteren : waer toe de retrenchementen verfwaert,verhooght, en in kleynder gedaente begrepen fijn. In ’t laetfte der voorfeyde maent is den Overften Stakenbroeck met twee duyfent ruyters naer ’t landt van Kuyck gereden , daer hy eenige Compagnien krabaten geflagen en d’overige verftroyt heeft 5 en kreegh vele gevangenen,
eenige
-ocr page 525-L, Len 'Retrenchement met a 'Redonten
tot bevrpding van deKribb.
2,. 'Raterpe om
gloei'ende Cogels tp het Schiphoeß te werpen.
. .Jtortier 'Raterpen om granaten in. de Schans te werpen.
d-. Gemene Raterpen.
quot;Baterye om de ponten te verntele“ doer die vande Schans mede oueruâi
'Aedouten,de Spaerßhen ß.
'Jiaterre doer iHnps mede hßhoie wer ^ilhter lach de Schiplrugh als der H, JJ,Staten valch. aver marcheerde
Fe graote Pedout nu toteeJJaortoerehgen
. SlBrtgh bp hetTolhups l'erlept
het Fortificeren van ’tUups .
IL. 'P.pshoaJ3etotbevrpdingeder'JJpchen.
12,. 'JJer beleerdenuj/terfle werch.gcn'ccjt. . t'Governeurs hups in Schencheßbans ig.. IDedJieuweJCerck.. tg.de OudeRerck..
iS. 'JJegirnente van Gl^TOillem vanNißa
i7. 'Regimenten rmn den ColvnelFerens.
Co1onelJi2iderhalt ^.dlelis oufeCapit^
221. Fxtra,a,i'Reau.vßrßndeFrwifjß
12. Vriefn ag.G-raefHendrick vanNafo Governenr van Vriefandt. 2g..Frent'Ru.pter.
2g. gu. vandeoirtelerpe.
'! Taonden.onder Ti^otcr ge, '■ Si- fit door het fi^^ppen. van de Cte^ch voert ende het Spupi^egedomt ® bp deLetterenl. endeK,,tegen het
aenhomen der Spaenfehen leagende totCleß.
Hc-t nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o^o/i
Syn G-enaÄe. ûroâ^Si^iU^m
Ghele^eiîtlieyt ciideBclc^lierin^E
bCHENCKEN -S CHANS ƒ- Curg'-eus gemeeten ende geteed^ent bp den ^^eri’ciretilngenteiir Ia antics hteabi Schort
I d .3 5-
•O«.«..
a-,
aO.O.
r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/ -ält; ' -- -
Aa.
quot;.«ft. ■ »0'' o.O
fi ’
.«Q„.
iS.Q.
a.....ftn.
Ö-P-
-ûi
lt;’.^30
J’» quot;'
’O-.
-a-û.
■■^Q. OOzx...
o Q ngt; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n Q.AiH2-Q
..r.a..dOldi
Schons tot Th^eho.
.Cgt;a ß-nde t’Sfuartier , FrnnewitA
y .fônQ-û ..^. 0'^.û ft
’’ *0i,
vtm
Schans op het Spyck
genaemtAnieli a?
Het qraotfiuritrtter op het ‘^Sp'pcK om ter noot Je gehruycken daerin 3 000 man kan logeren
■ooeren
Echans
'Siamp;rniitnà huy
S^jettfche'Se^ngi, yrnGenadeGrj^t,
t Huys te Halt nu tf ena emt Byhindc
M.,
Sgartier van dF: Colonel .^idrieh van Jdaerdetdiurg
..,a
lÀ.
î ■'
^trenehementen en. duhbel Retrenchementen met twee verloren grachten tot Jirtaen, tdem. eni^e Linien met een verlorengrachtgeteeckenl tneC de letter,F
Pr^il van daln^dwaAr^che. Schans geteeckent met de letter, Q-
Troftl van tHett enchement hitmen t'^^tier tatHrinengeteeckent met
de letter, H
SO voetten --so Pteds nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;c, „ nbsp;, nbsp;-ne-,
I lefeheUe des ProßUs
'ttn. de. zooo maecken utt tfemene myl van. tg in een graet
Ve^es de 'F.inlande, zoop en unJaieu de i5^‘'en un degre .
F.en deel ccuige pacrdeii, en anderen buyt. Ondertuf-fchen is het meefte volck in de fteden , als ^^‘er‘^^ïde Nimmegeii, Arnhem, Emmerick, Rees, de ^ßedenge- Gi'acf, CU daei' omtrent, in befetting geleydt. Jonden. Gi'aef Willem hiel fijn winter-quartier in de nieuwe Schans en hetTolhuyspp de Betuwe, partie- Coloucl Waerdenbui'gh op ’t' Spijck, en den Overften Pinfen met eenige vaendelen te Biflich , om op d’overvaert te Jetten. Oock T)e CAr-dinael vertrekt. T)e Prins doet de Jijne weder ver- ■ gdderert, trock de Cardinael Infant met fijn meefte macht, die omtrent de Mafe lagh, naer Brabant, en rufte op de wegh, om fijn volck wat te ververfchen , in eenige dorpen. Van daer ging hy felf, heerlijck vergcfelfchapt, naer Antwerpen , daer hy van de Magiftraet tref-lijck ontfangen, en van de burgery met groo-tc pracht ingehaelt wierd. Als de Prins van Oranje verftont, dat de gemelde Cardinael vertrocken was, en alleen de fteden Kleef en Gennep , nevens ’t Huys te Bylant, en eenige redouten omtrent Schencken-fchans, fterek befet had, heeft hy in haeft een groote macht van volck te voet en te paerd uyt de naeftge-legen fteden , die feer wel met foldaten voor-fien waren, gelicht, en naer het quartier van de Vcltmaerlchalck Graef Willem van NalTou doen trecken : oock is de fchipbrugge van Paenderen hooger aen tot by d’oude Wael, oft het out quartier van den Colonel Waer-denburgh, gebracht, om van daer de Kleeffche fijde te beter tovervallen. De gemelde Graef trock , met eenige Regimenten voetvolck, vier halve kartouwen en twee mortieren, nevens Graef Henrick van Solms, en een Regiment Franfchen onder Monfieur de Pie-montoysjover de voorfeyde brugge : daer hy terftont een groot quartier noordtwaert van |
ßfid hen naer het Fluys te Bylant deê affteecken en begin-, nen ; en beval eenigh volck, datfe een redout, Bßant^^ de Waeldijck omtrent zuydooft van het voornoemde Huys,fouden innemen; ’t welck middagh daer in voortging,dat ’er wijde bref-fcn oft gaten in gefchoten wierden , foo dat men van buyten byna alles watfe binnen deden kon fien. Die van ’t Huys weerden fich mannelijckj maer fiende geen ontfet, en vree-fende overvallen te worden,begonnen fy omtrent de middagh een goet accoort te ver-foecken /t welck haer toegeftaen is,te weten, datfc met haer volle geweer, flaende trom- en vervals, fack en pack fouden uyttrecken, die ge-font waren naer Breda, en de fiecken en ge-quetften naer Kleef,met een redelijck convoy voorlien. Van ’t Huys trocken 150 mannen. Men had van wederfijden weynigh dooden, maer wel eenige gequetften. Nae ’t winnen der voorfeyde plaets begon men terftont een retrenchement en forme van een quartier aen de Waeldijck, om alfoo allengs de Kleeffche fijde te befluyten , en eyndelijck Scheneke-fchans alle toevoer te beletten. De fchipbrug-ge van Paenderen is oock hooger aen tot by Nieu Schencken-fchans gebracht ; en van de Kleeffche fijde dapper inde voorwereken van de Schans, welcke aen die fijde open waren, gefchoten. Graef Willem gaf ordre, dat men Gmef de buyte-wercken, op de Betuwe voor de cl nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r viLi doet de gefchiede : want na dat die van de redout drie lchoten op haren vyant gedaen hadden , riepen fy om quartier, dat men hen vergunde : en vraeghde' haer , hoe veel volck dat ’er op ’tHuys teBylant in befetting wasjfy antwoorden, doch buyten de waerheyt, vier hondert mannen. Een andere troep had laft, om noch 'een redout, verder buyten de Waeldijck gelegen, te vermeefteren ; ’t welck oock gelucke-lijck gefchiede. Ondertuflchen quam ’t Fran-fche voetvolck uyt de fchepen over de gemelde brugge met veertigh cornettcn paer-den, om het velt te befchermen, en te fuyve-ren : en men maeckte een baterye van vier halve kartouwen achter de Waeldijck, om datfe be- vaii dacr ’t Huys te Bylant te befchieten , het Jchjeten, ^velck men ’s anderen daeghs in de morgen-ftont op de muren van twee fijden van ’t lelve Huys begon, en met foo grooten ernft tot de Schans gelegen , innemen lou j dies hebben eenige Hooft-mannen het lot om de voor- aentaßetti tocht geworpen, ’t welck viel op de Capitey-nen Sander, Turek, en een Schots-man , die d’aenval met groote kloeckmoedigheydt be- j te meer, vermits der gönnen en vo Scaten volck van haer batterye aen de Kleeffche fijde gedurigh op de belegerde fchoten, en groote fchade deden, om dat alle de gemelde wereken aen die fijde mede open lagen ; foo datfe eyndelijck oock eenige van haer eygen volck befchadighden. Defen aen-val begon des middaghs omtrent ten elf uren, en een uur daerna waren fy meefter der gemelde buytewercken; die de belegerden,hoe- dierneeß wel fy haer mannelijck weerden,moeften ver- ingeno-laten , met verlies van meeft al haer geweer, eenige dooden, en tachtentigh gevangenen. Toen vluchten fy in de Schans, doch de be-fpringers konden fulcks niet gewaer worden, en de ftemmen van de hare aen de Kleeffche fijde door ’t gedurigh fchieten niet hooren ; want die riepen geftadigh , val acn, val aen : dies hebben de belegerde haer naefte werek, dat byna de gedaente van een groot hoorn-werek had, noch behouden, te meer, dewdjl fy befpeurden, dat de beleggers daer niet invielen. Der Staten volck verfterekten hare ingenomen wereken tegen die van binnen. Aen de Kleeffche fijde deê Graef Willem de wereken vermeerderen en verbeteren, en het Huys te Bylant met een halve maen en hoornwerc-ken voor de poort, en een halve maen voorde brugge, verftereken. Den Hertogh van Nieu-burgh |
EN HARE BELEGERING.
burgh liet in defe tijt te Sittert, en vele andere fteden, Keylerlijcke bevel-brieven aenÜaen, datfe haer aen hem fouden overgeven , fijne befcherming aennemen, en al haer volck af-dancken en verfenden. Den eerften dagh der laetfte maent van ’t jaer m d c xxxv is Capi-Doot van teyn Eenholt, die, als gefeydt is, Schencke-üe Goh- fchaiis ingenomeii, en daer als Gouverneur gebiedt had , na dat hy van een fchoot in fijn rugge geftorven was, te Kleve begraven, nalatende een eeuwige gedachtenis van fijn kloeckmoedigh beftaen j dewijl hy getoont heeft, dat dit ftercke Fort, ’t welck men tot die tijt voor onwinbaer hiel, door lift en dap-perheyt te winnen was. In de felve ftadt is Dencom- Capiteyii Turck , die de Spaenfchcn diende, tnandeur oiithooft, om dat hy ’t Huys te Bylant, daer opperbevelhebber was,fonder een ft orm Bylant tc vetwachten , overgegeven had. De Prins onthooft, van Oranje kreegh kennis, dat de Graef Piccolomini, en andere Keyferlijckc troepen, in de Vooghdye van Gelder gekomen waren ; dies deê hy uyt de naeftgeleg:en guarnifoenen meer dan vijftigh vaendelen te voet, en een goet getal ruyters te famen komen, om op de lelve te letten. Doch de Keyferfchen, dewijl fy overal de huyfen en fchueren ledigh vonden , keerden te rug ; dies is der Staten volck oock weder in hare befettingen gefonden. Omtrent defe tijdt wierd het leger metverfch volck voorfien, en de gene, die dus lang in ’t beleg geweeft hadden, in de fteden geleyt. De Spaenlchen befetten al de Kleeffche fteden met haer eygen en des Key fers krijghsvolck, en maeckten Kleef en Griethuyfen ftercker. Door defe inlegeringen is het gantfehe landt foo afgeteert, datfe gedurigh met convoyen 't Hooge gefpijft moeften worden. In defe tijdt begon de Rhiin foo hoogh te worden, dat de loop-de hele nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vol watet liepen , en men met meer gers. kon approcheren. Ondertuftchen verfterekte men de wereken , en arbeyde tegen het toenemen van ’t water. In ’t begin van ’t volgende jaer fijn beyde de fchipbruggen,foo by het Tolhuys over den Rhijn , als by ’t Huys te Bylant over de Maes, afgebracht, en voor on-geval in de naefte havens bewaert. In’t laetfte weGou- der eerfte maent is de nieuwe Gouverneur verneur jfj- belegerde Fort, die in de plaets van de ■ voorfeyde Eenholt gekomen was, oock overleden. De dierte in de landen Gulick,Kleef en Bergh vermeerde dagelijcksj foo datfe door d’overlaft der foldaten t’eenemael uytgemer-gelt, en d’inwoonders, na dat hen alles benomen was, verjaeght wierden. De dierte van vele eetwaren in de landen des Konings van Spanje vermeerde grootelijeks door ’t ftuyten van de licenten, volgens het bevel der Heeren Staten Generael. De Prins van Oranje ver-ftont, dat de Cardinael Infant eenigc royale wereken, foo aen ’t Spuy als tuftchen Rinde- Decar-ren en ’t Fort Ferdinand , meende te maken, en dat aen ’t Spuy alree een Fort afgefteken was; dies liet hy in haeft het krijghsvolck d’omgelegen plaetfenf Arnhem onder’t bevel /^en: van Graet Willem vergaderen : fy waren, foo te voet als te paerd, omtrent vier duyfent mannen fterek, en trocken naer Nimmegen, en van daer naer ’t Kleeffche Walt, daer noch |
’t welch de Prins belet, en doet at de werc-hen inne men. eenige troepen van gelijck getafuytdc fteden Deventer, Zutphen, Emmerick, Rees en Wefel , by quamen. Dit volck hiel fich feer ftil, en trocken foo naer het ftedeken Griethuyfen, in ’t welck omtrent vier hondert mannen, die fich Keyferfchen noemden , in befetting waren : maer het Staten volck, die oorloghs-lift wel kennende,hebben ’t felve met gewelt aen-getaft en verovert, alle die fy in ’t geweer vonden gedoot, en 5 o malder koren, die men in Schencken-fchans meende te brengen, tot buyt bekomen. Van hier fijnfe naer ’t Spuy gegaen, datfe oock innamen , en veel gereet-fchap van fchoppen , fpaden cn kruy wagens kregen : defe plaetfe hebben fy terftont ver-fterekt, loopende met een linie van daer naer ’t Huys te Bylant, om de Schans allengs van hare vrienden te fcheyden, en rontom te be-fluyten. Griethuyfen is door hen foo gantfeh geflecht, dat daer niets dan de kerek bleef ftaen ; op dat de Spaenfehen daer niet weder fouden komen. Ondertuftchen reden hare ruyters geftadigh rontom , om des Konings volck overal binnen te houden. De Kleeffche vaert wert mede eenweynigh boven het Spuy toegedamt,om ’t water daer door op te fchut-ten, achter de nieuwe wereken om te leyden, en ’t laege landt onder te fetten. Daerna hebben de Staetfehen het Schansken Ferdinand met gewelt ingenomen ; den Commandeur weerde fich rnannelijck , maer wierd eyndc-lijck met een pieck gefteken, daer hy af fterf; feftigh foldaten bleven doot en vijftigh gevangen, daer onder een Lieutenant en een Vaen-drigh die fwaerlijck gequetft was : van het Staten volck fijn er weynigh gedoodt, maer tamelijck veel gewont, oaer onder twee oft drie bevelhebbers. Graef Willem befette terftont dit Fort met twee hondert mannen , en liet een baterye daer in maken. De gevangenen van Schencke-fchans feyden, datfe noch met allerley voorraet, en met achtien vaendelen foldaten, voorfien was. Het Staten volck was nu meefter van al de wereken der Spaenfchcn aen de Kleeffche fijde , die fy befetten, en maeckten te Brienen , en om de DulFel-waertfehe kerek twee ftercke quartieren, welke fy met dubbele graften omgroeven , en met horen-wereken , redouten .en linien aen elckander bonden. Graef Jan van Naftbu fJXy ƒƒ* quam met twaelf duyfent mannen te voet, Kleve V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vier |
lb
, I' 15'î'*’'*îl'i lu ili H i ISs’î«? I» mil •' • 'îïi
CHRIS TINA üli isr lEV 5 C H K N C K T N S C H AN S , is cmsk Scham Amelia .
px WAXX.
SCHENCKEN-SCHANS.
en doet tceckens aen de be-ie'/trde
die hefn antwoorden.
vier duyfent te paert, en een groote menighte tewereken Verloren ; en die van buyten fcho-van wagenen, te Gennep over de brugge, daer fich de Graef Piccolomini byvoeghde,en qua-men foo by de ftadt Kleve , van waer fy aen de Schans teecken deden met lofTen van het
die van de Schans af te matten en moedeloos
gefchut over hare komfte. De belegerde lieten oock niet na hunne blyfchap op de felve wijfe met fchieten en geroep te betoonen.Des nachts omtrent elf uren vertoonden haer eeni-ge cornetten van de Spaenfchen by het quartier van den Colonel Pinfen; maer dewijl den Overften Staken-broeck buyten het quartier wacht hiel, keerden fy te rug : doch het Staten leger bleef evenwel de gantfche nacht in wapenen, De belegerde fchoten verfcheyde reyfen na het oorloghs-fchip dat boven het Huys te Bylant lagh ; maer vergeefs. Oock wierpen fy vijf granaden in het quartier van Bennewits, recht over de Schans j doch die
te maken.Graef Willem van NafTou gaf oock laft aen Euftachius Pichler , Overfte Lieuce-nantvan lijnRegiment,met twee-en-twintign Compagnien de Schans aen te vallen. De belegerde , fiende fulck cen menighte op haer aenkomen , verfochten met Graef Willem in
gefpreck te treden ; daer toe fy twee van de hare in ’t leger fonden , twee andere van de beleggers daer tegen gingen in de Schans. Die waer op van binnen verfochten eenigen tijdt ftilftant,-/^^ó^^quot;^ om haer met de Commandeurs van Kleve,en
deden anders geen wereking, dan datfe twee foldaten quetften. In ’t begin van April waren Hyberaet fte gemelde Graef Jan van Naffoii, de Prince ßch over nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-- nbsp;nbsp;nbsp;- nbsp;nbsp;-
't ontfit ;
quot;quot;t welck onntoge-lijck ge-oordeelt Wordt.
Thomafo,en andere hoofden der Spaenfchen, te Kleef op den Swanen-toren ; en befagen de gelcgenheyt van ’t Staten leger met een ver-re-kijcker : waer op fy onder elckander oordeelden , dat het onmogelijck was de Schans t’ontfetten : ’t welck de Prins Thomafo oock te verftaen gaf,want hy feyde, No?/ poßible. De volgende dagh vertrock Graef Jan met fijne troepen naer Gennep,en de Graef Piccolomini ging ter fijden af naer Monderbergh, omtrent Calcker , en liet de ftadt Kleef met I 5 oo mannen befet. D’oorfaeck van dit fpoe-digh wederkeeren was het gebreck van voe-
van Gelder te beraden j doch dit wierd hun doch af-plat afgeflagen,waer op d’Afgefanten aen we-derfijden terftont vertrocken. Sijn Genade ’ Graef Willem liet daer op met heftigh fchieten en approcheren voortvaren , en beval op en een nieu de belegerde met alle gewelt aen te ta- t'^^ede ften j tot dien eynde fond hy Graef Maurits mec twee duyfent üytgelefc foldaten in d’ap-quot;^ prochen, en twaelf floepen, met matrofen en foldaten voorfien , aen de brugge boven de Schans, om van daer, nevens eenige andere floepen, met uythangende lonten, en naceft al de tamboers van het leger, op de Schans af te drijven, en een grooten alarm te flaen. Als de belegerde dit gewaer wierden, ftaken fy hare hoeden op , en riepen om een goet accoort ;
’t welck men Graer Willem bootfehapte, die terftont den Sergeant Major Huygens en Ca-piteyn Lire binnen fond : uyt de Schans qua-men in ’t leger de Capiteynen Boekop en Kleef. Toen wierd het verdragh getroffen, en overge-onderteeckent. Daer op is de Gouverneur Fondrijn , Overfte Lieutenant van Balanfon,
Nor»gt;its gequesfl en ge~ •vangen.
na heeft de Capiteyn Norwits met een goet getal uytgelefe foldaten op het buytenwerck van de Schans een kloeckmoedigen aenval gedaenj maer terwijl fy eenige paleffaden wilden uyttrecken , is de gemelde Capiteyn in fijn hooft gefchoten , dies hy een weynigh te rügh ging j doch wierd, door het werpen van een fteen in fijn neck, ter aerden gefmeten,en van de belegerde overvallen, die hem gevan- angels, een groote menighte koegels en longen binnen brachten: fijn rantfoen is terftont gemaeckt,en hy op fijn hant-teycken gelooft
de volgende dagh met de befetcing,beftaende in meer dan vijf hondert gefonde mannen, met elf vaendelen,nevens een groot getal fiec-ken en gequetften , uytgetrocken. In de Schans vond men omtrent i o o mudden rogge, 40 mudden haver, eenige mudden garft, 100 tonnen buskruyt,twee tonnen met voet-
ten , en eenige ftucken gefchuts j foo datfe noch met allerley voorraet wel voorfien was.
Men ftelde tot Gouverneur in de felve de voorfeyde Euftachius Pichler, overfte Lieutenant van het Regiment van Graef Willem. Dus is defe vermaerde en ftercke Schans, die
roorraet in de Schans»
’t Laetfie buyte-werck gewonnen.
tier gebracht. Vier da^en na d’eerfte deê men een tweede aenval op t gemelde werek, daer op de belegerde hare mijne deden fpringen, doch tot haer groot nadeel, om datfe achter in weynigh uren door onftereke befetting uyt fprong. Hier op de beleggers met groote dapperheyt invallende, veroverden het meergemelde werek, behielden ’t, en verfterekten net in aller haeft tegen die van binnen. Hier mede hadden de belegerde nu alle hare buy-
verloren was, met een lang belegh, groote moeyte en onkoften, onverfaeghde dapper-heyt,en enckel oorlogs-gewelt,weder gewonnen, en op nieu aen dén Staet der Vereenigh-de Nederlanden gehecht.
T^ieuwe Gouverneur.
Haem.
0or~
Befchrijving der Stadt
E M M E R I C
Uyt hct Latijn van
Warnher Tefchenmaker van Elverfeld, overgefet.
Ornelis Marlianus en Althamerus meenen dat Emmerick eêr-tijts Afchiburgh ge-noemt geweeft fy, dieBertius in fijn befchrijving der Iteden van Duytflandt we-derleght. En wel te
recht. Want Afchiburgh is gelegen , tegen over Duysburg, in ’t Graeffchap van Meurs^ en heeft dicht by fich het dorp .Ç)O^en lîKVÙ^ genoemt.
Deshalven trecken andere defen naem van de nabuurigheydt des Rhijns j oft om dat, gelijck de Dichter fingt,
Htc fitulas tumidis Ehen^s adimplet acquis. Dat is :
^eEhijrij die met fijn loop door ^'voefie landen krult 3
n ‘V^oefie 'V'va-
Hier d’holle emmers met fin
tren ^ult.
Oft om dat aen defe felve vliet, even als door een emmer uytgeput,eengroote ruym-te voor ’t bouwen der Stadt gelaten is, welche nochtans heden foo wederom met wateren overftulpt is, dat fy door dijcken, met groote koften onderhouden, moet bedwongen worden. Andere eyndlijck, en wel aller-beffc, haelen de naem van een edel geflacht, welck drie emmeren in fijn flam wapen vertoonde , en brengen de felve op het Hotto-manfeh geflacht, daer heden noch een ftraec in defe Stadt de naem af heeft.
Dit is feker, dat een Collegiale-kerck, al-daer in ’t jaerfeven hondert,oft daer omtrent, van S. Willebord Biflehop van Uytrecht, ter eeren van S. Marten Biflehop van Toers,ge-fticht, tot het opbouwen der Stadt oorfaeck fegeven heeft: hoewel daer toen in ’t begin, ehalven de kerek en eenige bygelege woo-Hingen van regulier Kanonicken , niet meer dan vijf huyfen van voorneeme burgers ge-weeft fijn , van welcke daer nu noch twee , te weten de floten der AflTwienen en Swal-venburgen, van welcke het laetfte heden den Steins toebehoort, die oock nu noch fwalu-ven in haer wapen voeren, in wefen fijn ; tot dat in ’t jaer duyfent twee honderdt drie-en-dertigh, Otto Prooft der Kerek, en Ge-rardt Lucius Deken,met het gantfche Kapittel , overmits de nabuurige Heeren van den
Bergh en Wifch in ’t ontfangen van haer in-komften hen moeyelijck waren , den Grave van Gelderlant en Zuytphen,Otto de derde van die naem, tot haer Schuts-heer oft Voor-fpraeck aengenomen hebben, die in ’t felfde jaer op den tweeden kalender van Julius (dat . is de laetfte van Junius ) aen de Stadt van Emmerick even gelijcke voorrechten met de Zuytpheners gegeven heeftj en na dat hy van Henrijck, Heer van den Berg, niet verre van daer gelegen, het recht, welck hy binnen fijn landtfchap en ’t gebiedt van Emmerick pretendeerde,op Palm-fondagh des jaers duylent twee hondert feven-en-dertig verkregen had, fo heeft hy op de vijfde kalende van September (dat is de acht'Cn-twintighfte van Augu-ftus ) met toe-ftemming van Fredrijck de tweede en fijn Soon Elenrijck de fefte, de felve verder beveftigt, een heerlijeke Stadt, met muuren, graften en toorens voorfien, van de felfde gemaeckt, de welcke oock onder de voorneemfte Elanze-fteden gerekent wordt; roor-Otto heeft het recht der Stadt aen fljn Soon rechten. Reynhold den eerften, en defe aenReynhold den tweeden,ecrfte Hertogh van Gelderlant, overgegeven : van welcke dèfe,op Vrydagh naeS.Bonifaes in’t jaer duyfent drie hondert, der felve ftede met recht van weerden, recht der burgeren , en plaets tot een galge dicht by de Heerlijckheydt van den Berg, aenvat-ten der mifdadigen en die voor den Rechter te ftellen, uytvoeren van gevonnifd geding, vryheydt van toi en wegh-geldt, befchonc-ken heeft, in de tegenwoordigheydt van Wouther van Keppel, Otto Halts, Everhard Ulftan en Johan Bryn, mannen van Ridder-lijcke waerdigheydt. En fijn Soon Reyn- Defe Stat hold de derde heeft in ’t jaer duyfent drie hondert vijf-en-vijftig defe Stadt aen Johan, eerfte Graef van Kleef, voor twee duyfcndt een hondert en feven fchilden verpandt ; maer fijn fufter Mechteldt heeft in ’t jaer duyfent drie hondert twee-en-leventigh het pandt op drie duyfent acht hondert fchilden , aen Matthias Adolf van der Marek , acht-en-twintigfte en laetfte Graef van Kleef, vermeerdert; tot dat Reynhold, Hertogh van Gelder en Kleef, beyder Neef van Stifters wegen , in ’t gevecht van ’t Kleeffche bofeh in t jaer duyfent drie hondert negen-en-feven-tig van Adolf, Hertogh van Kleef, gevangen , de felve, op Cecilien avont des jaers z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;duy-
-■-.......
J3lt;tjlt;! QUay . .
ÛQ.J.i.,.—AUe nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;S.o»i*Ji*,
*.quot;gt;—i-aÄtlÄ .'5?, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,u,*Mgt;U.XmÄ.9
.«,9
i)ó*
• .P
■se-.Ä.«
k«-
uaa,.,...
SSUSaSa
•K'
■ éJ
„1.
usa.
,9jâ§^.^...,Jh..-.a4-.lt;aâia-.»'-a.......■m,-i9?4ù.-..^-. .,.^gt;..a:ÆSa
89lt;?
-----û-d,,, „„Ä......„.l^Q^.___.,,,,,_a',4gt;9....-..,.v53.'3-33'3:a ............X,f..t..e4„-—......... nbsp;nbsp;Jgt;4, i.ô,9.s,..àa ---—--,îrx -x^-û-aâa-'.
’.aÂaaû.««û.Qfgt; i'f’
..!^xlt;!^«»8a.,5aâa4^=Mta«.-xJ? jia^jajiuQ4!axui.x.u,u^ié^i0jaL98^
. \ k nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_____
r.€o.s^_a,9,.*_-»M..........................b-a.-..«iQ-,,âs^„-
,...^;------.^.a£ka-ç,.ÔJ . .,-,.,GS4,Sgt;-âu^»...
-‘ï nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;____
-.flââ». nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-O;:,.Aji3Q ; j:'quot;’’ • *• nbsp;nbsp;ftae»=gt;««aL.=xiu-:xx
•v»»*.'‘“uSXÔ. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r ----- .„z/îrT)-.quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.-quot;Saty^fti
-a .Âua.a««xjja^.,.x-Tlâ .J3*-«»«'.'Sgt;:-»-aSa..........9.49 '■«9Q___£.Çai4'^i3S':£3C
0 9 ält;gt;Ä.4Oi-~-
.54.4';
-4.90.35..
'R.hÿnLudfcht V.oe^„
u»-89.„lt;.89s^-.'““«‘'.i-iJgt;8-8o.9.4«u........
.....4UI.-..... ..».9,ft.-ai*.......
^‘-‘■-4-'.''..,.A.a8
•J Ù IM Xk‘ttJ va*'U • • • •
da.
i ,£003.....s®.lt;sa..,..ca.easÂ-a..
4»ao_,.. s nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-^ . ■
-vAcîia.
;ïU»^/î
* quot;’n- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;............
.;Si nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;—■—-
-U......onOfti. nbsp;nbsp;......ifu/
9»......BiSI__
:~â4..ââ
.....
_jgt;ja
tàMLS““
œfiji.'a.aâa;
41
-BMa..'
ûa2a
aS2^—.
..juaft...—aa9j3
Bâ.------------------------
lt; ,9i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...................
-..«.au.a.Â.u,..,8.44,,
“^*^.a594^?ù
-M,____
^3.,.,._-ê$_3_ja,41Û.ÆLâ09-4a-.
x_ „.-45 a.-9_Jâa.aâblX«iun ..u=x.3iu._...
..........X ' t
rw T,’cr,
Vryhe^ den.
EMME RICK.
duyfent vier hondert twee nacuwer verpand, de Staten befettingen in te nemen. In ’t jaer en geheel aen hem verkoft heeft. Defe Adolf duyfent fes hondert veertien heeft haer Mau-heeft haer in ’t'jaer duyfent vier hondert rits van Naflau ingenomen , en is federt van acht-en-veertigh aen Johan de eerfte ; defe in de Staten befchermt.
’tjaer duyfent vier hondert een-en-tachtigh In ’t jaer duyfent vijf hondert twee-en-aen Johan de tweede; en hy in’t jaer duyfent negentigh fijn de Jefuiten binnen defe Stadt vijf hondert een-en-twintigh aen Johan de ingevoert ; de welcke, hoewel fy tweemael derde ; en die eyndlijck in ’t jaer duyfent vijf in dat felfde jaer , en in het jaer duyfent fes hondert negen-en-dertigh aen Willem , alle hondert negen-en-twintigh wederom daer Hertogen van Kleef, nagelaten. Adolf heeft haer in ’t jaer duyfent vier hondert drie vry-heyt van Huyflcnfche, Lobitaenfche en Bui-
In ’t jaer duyfent vijf hondert twee-en-
wyz gedreven fijn,nochtans haer woonplaets hier binnen houden.
Kercken.
rickfche tollen vergunt. Johan- de tweede heeft in ’tjaer duyfent vier hondert twee-en-tachtigh alle lieden en goederen aen weêr-fijden van den Rijn aen de Parochy van Emmerick,’t geeftlijck; aen de Schout, in het wereldtlijcke, onderworpen. In ’t jaer duyfent vier hondert vijf-en-tachtigh heeft hy haer ’t gericht op maendagh alle weken, aen den burgeren om fchulden en fchaeden vry te bedienen , tot beroeping toegeftacn : ‘in het jaer duyfent vier honderdt negentigh heeft hy der Stadt de keur van Schepenen voor feven duyfent florijnen overgelaten,het welck hy namaels nochtans herroepen heeft, en verklaert om veel oorfaecken niet meer te füllen toelaten ; ’t welck fijn Soon Johan de derde aen de burgers , die met haer Overheydt twifteden , en door eenige ruy-ters in orde gebracht, fommige der felve onthooft , de overige in genade genomen lijnde, beveftight heeft. Ja defes Soon Willem heeft een nieuw gefchil,in’t jaer duyfent vijf hondert negen en-dertigh , in de Stadt komende, felf nedergcleght. De felve heeft in 't jaer duyfent vijf hondert vijf-en-feftigh, als Willem Graef van den Bergh van fijn voorgegeven recht binnen fijn landt en de graft van Emmerick afftont, van weêr-fijden paelen geftelt.
Defe Stadt heeft twee treflijeke Kercken,
De Hervorming van alle de kercken en kloofters is hier, door laß; der Staten, in het jaer duyfent fes hondert acht-en-twintigh ingeftelt, om dat het felve tegen ’t verdragh te Wefel eerft gefchiet was.
Ick heb goedt gedacht hier by te voegen, uyt het lof-dicht van de Kleeffe Steden, ge-maeckt by Herman E^^vich in Latijnfe fpra-ke, de vaerfen van Emmerick, aldus vertaelt; iHu draeghtßch Emrijck 'uoor de Sang-god-dinnen,
Qm in derßeden rejßjn lof t’ontginnen \ Al'v^vaer de Ehijn,na fo ‘veel lants doorkrult. He Emmers met onßujm’ge ^^atren ^ult.
Hit ’s VHefels ‘V^eer-gd, ’t fy men ’t oog 'V‘vil ßrecken
Op'vliet,die komt haer rechter oe^er lecken*^
’t Sy op ’t ge'vaer, dat dit en dat beßond, Als(ßfars heyrßch op haer ackers Tond, Of} d’heugel ^an Auguß,als Hrußts trachte He hollen ’s Tffels , jVaer-naem-houdßers, grachten ;
En Elten niet vergeefs ßjn naem behiel, Alits aen den Romers hier het hoo^h befiel. Komt oock ’s geloofs begin in acht, [y beyde Aen^eerden ’t door S. HHillebrords geleyde ; So dat dees door fo fchoon een aen^anv rocht Hot julck eenpronck, dat het Schoon heeten mocht.
Laet ghy ’t geßcht op kercken, toorens ßhou-~ ^uen,
de Collegiale van S. Marten , naer welcke Op dichtgehuys, op heerlijckegebou^'uen, fy genoemt is, en de Aldcgundifche der bur- Op marekt en poort,op Raet-huys of op Schoot, geren, welcks gronden in ’t jaer duyfent vier nbsp;nbsp;Op fihepen, ^lot opßjnergraften hooi,
hondert drie-en-tachtigh geleght fijn. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Alfinska ”
'ülooßers.
Hier fijn noch de kloofteren der Kruys-
Uathet
Lmrijck ^0 aen t oogh behagen, recht de naem ^an Schoon mach
Veranderingen.
broeders en Gregoriaenfehe broeders j en daer-en-boven het groot en kleyn Nonnen kloofter,van welcke dit, anders Marienkamp genoemt, in het jaer duyfent vijf hondert twee-en-negentigh van de Jefuiten is ingenomen , die oock eyndlijck een School op het midden van de groote marekt opgericht hebben.
Defe Stadt ‘is verfcheyde veranderingen onderworpen geweeft ; want in de Neder-lantfche oorlogen is fy in ’t jaer duyfent vijf hondert acht-en-negentigh gedwongen geweeft nuderSpanjaerden, nu derVereenigh-
dragen.
Aderckt^jy de headers oft de nj'vijfen aen, ^Dießch op ’t recht oft an^^re ‘V^jet ‘uerfiaen, Op t Keyferlijck gericht, dießch ‘verfeilen, Het fchijnt ’t gemeen des Haderlandts ther--fieüen.
Heur alle kunfl en 'vijat men keuren mach, Wat oßt njoor fhoon een keurig oog asnfach, Hit ’s Emrijcks pronck, dat aen ‘vermaerde lieden
He naem ‘uan Schoon ieder aen moet bieden.
Befchrijving der Stadt
Uyt het Latijn van
Warnher Tefchenmaker ^an Elberfeld overgefet.
E E s is, ofc van de overvloede der dingen, (gelijck of men ley de rijek van faec-ken,) oft liever van de veelheydt van rijs en riet, ( welche in het Hoogh-duyts 3'^Ûfcv ofc genoemc worden , getij ck oock de Ridderlijcke ftam der Reefen, bouwfter van her nabuurigh lloc van Sleed'enhorft,)genaemc.Wancdefe plaecs is naeft aen den Rhijn gelegen, vol riec-, ftrnyck- en haegh-bolTchen, moeralfchen cn meyren, van welck oock een deel voor weynige jaren van de doornen gefuyverc is. ’c Selfde gecuyghc hec oudc opfehrife van de nabuurige Kerck te Beenen , gefneeden op een fteen boven deSuyder-deur, welck aldus luyde: Olim fint ofia ^eenhorß ocefique fofia, l^am tunc pra'vorum foerat fbelunca latro-* num Sic fompfit nomen ex Oßibus hüßbi ’ïBeenen, Anno nongento beenen dedicate memento Eccleßam feßo Lamberti) Eex memor eLlo. Dar is : Eertijdts ü Eeenhorll een graft ^an doodts-beenderen ge‘V‘vee^, Want t ^lt;va5 toen een ßelonck ^an moor-* denaerS) daer men voor vreeLl ; En ßo heeft beenen de naem van deß beenen gekregen, Gedenckt dat, in quot;t jaer van hondertmael negen) quot;Beenen de Kerck heeft gevvijdt aen S. Lam-brechtsfeefl. 0 Korùng dit doch gedachtigh vveeE:. Wane de moordenaers, hier culTchen de doorn-bolTchen en graften fchuylende, hebben eercijdes de reyfende luyden aengecaft, ende beenen der vermoorden daerwegh-geworpen, ’t Selfde beveftight eyndlijck het luyden van ft klocksken van Rees,fo om hec overvloeyen van den Rhijn, als om defe moordenaers te verdrijven, een fehlet. |
tijdt lang ge- 'Begin. Sijn begin heeft het te daneken aen het Kloofter eerft van regulier Monnicken, onder een gemeene Prooft levende, als noch heden uyt de kcnteeckenen van de onder-fcheyde Cellekens blijekt, maer die namaels by verloop van tijden in wereltlijcke Kano-nicken verandert lijn. Van dit Kloofter heeft Irmgardt, Gravin Fon^aHe van Zuytphen , in ft jaer duylent en tien na Chriftus geboorte, de eerfte grondt geleght : welck allen ex vermeerdert, en van Keyfer fier tc Henrijck de derde door brieven te Uytrecht gegeven voor goet gekent : en heeft twee jaren daerna de Aerts-biftchop van Keulen, in ft jaer duyfent en veertigh, ft felvige ge-wijdt, als het volgend opfchrift der Kerck, daer op de deur van ’tKoorlrmgardts beeldt bygevoeght is, getuyght : oAnno milleno Chrißi pariter quadrageno (ondidit hoe templum folix Irmgardü amoe-* num Obtulit idque pia quod protegat ipfa Klar ia. Dat is : Ln het duyCendt en veertifoße jaer ]Ka Chrtßus geboorte, men houdt het voor vvaer ) Heeft defe Kerck geßieht de geluckige Irm-garde ) En aen Klar ij gevvijdt ) om van.haer be^ fchermt te warden. En de Aerts-biftchop Arnhoudt heeft, in ft jaer duyfent een hondert acht-en-veertigh, het verdragh tuftchen het Kapittel en lijn boeren gemaeckt, van de tienden, gemeen-lijck Schepel-tienden genaemt, met fijn on-derteeckening beveftight. En een andere Arnhoudt, infgelijcx Aerts-biftchop van Keulen, heeft de Fondatie-bricf van Irmgard, op dat fy van ouderdom niet verging, overfien. Derhalven waren’er in het begin in dit Rees ) behalven de wooningen derMonicken enbrocderen,ende kerck lelf, oft geene oft feer weynige andere huyfen : maer by verloop van tijdt is het, ft fy door godtvruchtigheydt,ft fy door d’inkomft der aenvloeyende aelmoeften, meer andere huy-fingen daer gefticht lijnde , allencx tot een Stadt gegroeyt. De eerfte vryheyt om lieh tegen ft aenloo-pen der vyanden te ftereken , heeft het ver-kregen van Henrijck van Molenarck, Aerts-biftchop van Keulen , op de veertiende van Julius des jaers duyfent twee hondert acht- |
en-
Z
-.........o:.ô.
„?a9aüo3o , »quot;O.ga
c 9 9 09.,
9930.3
.............
9 Q 3 S aaatà!______
S.
cn-wntigh. Maer als,in’t jaer duyfent twee hondert vijf-en-veertigh, de Kerck van den blixem geflagen,en des felfs kloeken gefmol-ten waren , Reeft in ’t volgende jaer , op de tweede dagh voor S. Barber, Koenraed van HogRfted, Henrijcks navolger in ’t Aerts-bifdom , aen defe Stadt en aen Santen ge-lijcke vryheden , als de ftadt van Nuys te dien tijde had, gefchoncken. In ’t jaer duyfent twee hondert fes-en-ne-gentigh onder Sieghfrid van Wefterburgh , Aerts-bilfchop van Keulen, vafter gefterckt lijnde , heeft ’er d’Aerts-bilTchop Henrijck van Vierneburgh , op den vijfden dagh na Allerheyligen,den burgeren, boven de voor-gaende vryheden, het vry vilfchen en jagen vergunt. Gver- In ’t jaer duyfent drie hondert twee-en-draght negentigh is het, ten deel door verwilfeling zLX nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gebiedt van Linnen en de verkoo- 'van ping van de tol van Keyfers-waerdt, ten ƒ• deel door verpanding voor feven-en-vij ftigh duyfent goude florijnen van Frediijck van Saerwarden Aerts-biflehop van Keulen, met byvoeging van de heerlijckheydt van Afpel, de helft van ’t Bockhums gericht, het dorp van Swelm en Hagen, aen Adolf van der Marek, Graef van Kleef, en fijn buys-vrouw Margriet van den Bergh, en defer fonen Adolf, eerfte Hertogh van Kleef, Diederijck en Gerard, Graven van der Marek, gegeven. Hier na heeft Johan , de tweede van die naem, de derde Hertogh van Kleef, foon van Johan eil neef van Adolf, aen de felve, be-halven de vryheydt van tol, oock de vrye keur van Overheydt, in ’t jaer duyfent vier hondert drie-en-tachtigh, toegeftaerÈ Van welcke voorrechten het laetfte in het jaer duyfent vijf hondert een , en infonder-heydt in ’t jaer duyfent vijf hondert vijftien, om d’oproer der burgeren , van den felfden Hertogh herroepen is, het beftemmen der Schepenen voor fich behoudende. Nonnen- Het huys der Nonnen in defe Stadt is in ’t j aer duyfent vier hondert fes-en-dertigh ge-fticht, de welcke tot het jaer duyfent vier hondert negen-en-vijftigh in de Collegie-kerek ter kerck gegaen hebben : want toen fijn fy met een eyge biecht-vader begiftight. Ver inde- nbsp;nbsp;nbsp;Voorts is de Stadt Rees veel veranderin- ringen, gen onderworpen geweeft. In’t jaer duyfent drie hondert acht-en-feventigh is in de felve de gantfche nieuwe ftraet afgebrant. In het jaer duyfent vier hondert vijf-cn-fcftigh heeft de breuck der Rhijn-dijck de kamp van Be-refwijekj en in’t jaer duyfentvijf hondertne-gen-en-feftig,feventigh,en een-en-feventigh, de groote kamp, genaemt de Wanwijekfe, over-ftroomt en met veel fandts beftrooyt. |
In ’t jaer duyfent vijf hondert negen-en-negentigh is Rees, geduyrende de Nederlant-fe Oorlogen, van de Spaenfe ingenomen ; en in ’t jaer duyfent fes hondert veertien van de Staten der Vereenighde Nederlanden, onder ’t beleydt van Graef Maurits van Naflau, die het toen heel fterck gemaeckt, met garnifoen voorfien hebben, en nu noch belchermen. In ’t jaer duyfent fes hondert vier-en-twintig is ten dienfte van de Gereformeerde aldaer een kerck gebouwt; en in ’t jaer duyfent fes hondert acht-en-twintigh is hen oock de Pa-rochie-kerck gegeven, alfo de Spaenfe ter fel-ver tijt,tegende accoorden,te Wefel den Gereformeerden de kercke ontnomen hadden. Als in ’t jaer duyfent vijf hondert negen-en-negentigh de Spaenfe defe Stadt ingeno-men hadden, en ’t Keyfers krijgs-volck onder Simon Grave van der Lip trachteden de felve daer uyt te drijven, fchoten fy fterck op de Rhijn-poort, fo dat fy ter neder ftorte-de, en is in ’t volgende jaer van de Magiftraet weder opgebouwt, gelijck het opfchrift der felve getuyght : Occupât nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ReefamiCum lonÿus Germanns miles me petit hifiegtobis. Rormai quaplacui cHnUis^ ^ßate fequente, Hac, me Reefinfès reflituere Ratres, ’t Latijnfe veers, tot lof van Rees by Herdman E^^ich gemaeckt, luyt in Duyts aldus : ® Rees, de minß niet 'uan de Kleßfche ßeden ; IÏW korenlandenj'velt en^njc^denßin noch heden Seer ^ruchtbaer : en ßjt oock 'vruchtbaer ^an den Rhijn j O groote figen Gods! ghywaert en fuit noch fijn Een njruchtbre ^oefier van de vruchtbaerße verßanden, T)ie (waerlijck vruchtbaer Rees!) verçieren onße landen. Dus verre E'eßchenmaker. In ’t jaer duyfent fes hondert veertien, als Prins Maurits Rees voor de Staten verfekert had, gemoete hem, omtrent de felve Stadt, een hondt,die door flijek endreck geloopen hebbende , hem vleyde en op ’t lijf fprong ; als de dienaers hem weghdreven,verbood het de Vorft, behield hem , gaf hem de naem van Rees, en heeft hem federt foo bemint, dat hy hem, by uyterfte wil, voetfel voor fijn leven beftelde. Rees is nu een middelbare, maer ftereke Gelegen-Stadt, behoorende onder het Hertoghdom Kleef, aen de noortfijde van den Rhijn, drie mijlen van Wefel, twee van Santen, twee van Kleef, anderhalf mijl van Emmerick, en vier van Gelder. |
dat men defe Iladt h;t Gogb der C!esf|ch^ Sreden noemt. Van liaer oor-Iprong hebben de Schrijvers geen eener-ley gevoelen. Adrianus lunius hout haer voor Alyfbna oft Alylia,eer- tijdts door de nederlage van’tleger van Quinti-lius Varus, die daer omtrent gelchiede,fèer ver-maert. Sommige meenen,datfe haer naem heeft van Vifellius Varro , Gouverneur van Neder-Duytflandt, daer Tacitus in hjn Hiftorievan fpreeckt : andere, van Phefula, een Colonie oft volckplanting in Italien bekent J doch Herman-nus Novæ aræ, Graef der Ulpien, fchrijft in hjn Commentarien van ’t Neerlants Vrankrijk, datfè eertijdts Lippe-mondt genoemt is, naer de riviere Lippe , die omtrent dele Stadt in den Rhijn vloeyt. Defe naem is daer na verandert in Welel, nae de menighte der wefelkens, die hch in ’t by-gelege bolch onthielden , dus genoemt j, gelijck eenige Latijnfche veerlen, in de Kerck defer ftadt uytgehouwen, te kennen geven. Het was eertijdts een groot dorp, aen de t’fa-men-vloet der gemelde rivieren gelegen, waer tegen over een kloofter gebouwt wiert, dat, nae hjn gelegenheydt, Averdorff oft Overdorp genoemt is. In’t jaer clo c xxv hebben Gode-frid en Otto, twee broeders. Graven van Cap-penbergh, hier een kloofter voor edele nonnen n van d’ordre der Premonftrevten doen bouwen. Kloojter. _ , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I /- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;] Men vond dele plaets oock leer bequaem tot de koophandel, dies ly allengs tot een tamelijcke Staat geworden is, die, door de kloeckheydt en naerftigheydt der inwoonderen , feer verftan-digh in koopmanfehap, lbo vergroot is,datfe ledert met recht de voornaemfte onder de Cleef-Iche heden geacht is , ’t ly dat men de Ichoon-heydt van hare gebouwen, oft haren rijekdom , waerdigheydt, en menighte der inwoonders be-merckt.Ioannes Angelus Werdenhagen,Rechtsgeleerde , in hjn boecken van de Hanlb-heden, verfekert, dat Keyler Otto de derde, in ’t jaer c 13 X c V , als hy negentigh Keylerlijcke heden telde, Welel daer onder rekende : doch dele Schrijver doolt t’eenemaelinde tijd,enlpreeckt tegen de gelchreve Cleeflche Annalen oft Taer-boecken, die getuygen, dat Theodorus Luifius, Vry heer vanDingslaken, wiens gebiet tot aen dele Stad hrcckte,haer,in’t jaer do cc LII,alle de vryheden, die ly ledert gebruyckt hebben , gelchoncken heeft : en dat Rudolph van Habs-burgh , Roomfeh Keylèr, (wiens nicht Margareta , dochter van Everhard, aen Theodoricus de achthe , de vier-en-twintighhe Graef van mfeitot Cleef, tot fijn tweede gemalin gehuwt was,) haer onder de Rijeks-heden gchelt heeft ,• en in’t jaer cl3 cc xc de vryheden van Duys- genoemt wort, terecht behoorden te haen. iKMckt. burgh, Ringelbergh en Kranenburgh vereert, Hy maeckte oock, in ’t jaer c I 3 c c c x vi , tot erkentenis, datlè met groote kloccknioedig- op de dagh van S. Simon en ludas, eenige wet-b b nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ten, |
Et is niet buyten reden, heydt de vyanden des Rijeks wedcrhaen hadden : hetwelckin’tjaer clo cccc xcv, op de vergadering te Worms,door Keyler Maximi-liaen d’eerhe,in tegenwoordigheydt van de Staten des Rijeks, bevehightis ; foo datlè , federt die tijdt, niet alleen onder de Keylerlijcke vrye Rijeks-heden , maer oock onder de Elanfe heden gerekent is. De gemelde Theodoricus heeft, in ’t jaer cl3 cc L X X V11 ,acht dagen na S. Margrieten feeh- priviiegu» dagh,aen dele hadt verlcheyden privilegiën ge-geven ; te weten , dat men van alle erf-goede-ren,lbnder het toehaen der borgers,geen fchat-ting aen hem lou betalen : dat d’inwoonders deler had niet gehouden waren voor andere rechtbanken in’t Cleeflche land,als alleen hun eygen, te verlchijnen : dat hare Overigheyt niet alleen de civile oft borgcrlijke,maer oock de criminele oft lijfhraffende faken mochten behechtemdat-fe oock van alle plichten tot den Overheer , tollen , renten , erfgoederen , en alle gelchillcn en ordren over ’t broot en bier , kennis mochten nemen : datlè oock lelf hun eygen Magihraten mochten kielen. Welcke vryhenen fijne drie lonen ten deel bevehight,en ten deel vermeerdert hebben. Sijn outhe foon Otto heeft in ’t jaer c13 c c c VIII, naer dat ’er een groot gelchil om ’t kiefen “° ’ van de Overheden onthaen was, verordent^ dat achtien oft twintighvan d’eerlijckhe borgers, uyt het volck genomen , dele verkiefing louden doen : dat de ßurgermeehcr en de Sekepenen ’t vermogen Ibuden hebben, om de burgers loo-danige lchattingen en impohen , als hen goet dacht, te doen betalen : dat de Magihraet, als ly eenige nieuwe gebouwen wilden maken , oft d’oude verbeteren , gehouden waren fulcks aen de Gemeente te kennen te geven , die oock we-tenfehap moehen hebben , waer aen dat men d’inkomhen der hadt beheedde : en eyndclijck, dat niemant eenige t’lamen-rottingen oft by-Ibndere vergaderingen houden Ibu,- oft dat men d’overtreders van dit ^ebodt, nae ’t believen der Overheden, hrengelijckhraffen lou. Theodoricus, de tweede loon, en erfgenaem ßjnbrotder, van fijn broeder Otto,bevehighde in’t jaer c I 3 cccxi, de gemelde privilegiën , en voeghde noch eenige nieuwe daer by, die het herek maken der Stadt, de vryheyt der burgeren , en de belcherming en wapening der lèlve , betroffen ; ’t welck in de tegenwoordigheydt van Bonon van Strunekede, Theodorus Koertlof van Malden , Weifel de Boezelaer, lordanus en Wigge-rus, alle Ridderlijcke mannen, gelchiede. Den lèlven Graef helde oock ordre in ’t lelvejaer , faterdaghs nae S. Servaes , infèker gc-fchiljOver ’t verkopen van’t graen gereïen,welche twift in twijfel helde, of de koren-koopers oock voor deMagiftraeten ’tKeyièrlijcke Schependom,dat onder Tremoneftaet, en Vehm Schc~ |
W nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E
ten, aengaende de goederen en eenigc fchattin-gen dc borgeren toe-behoorende, en de maten der natte waren, die even als die te Geulen moe-llen fij n. IÎy weder-riep en vernietighde in het jaer cl3 cccxviii,de fèfte dagh nae S. lans onthoofding, eenige vryheden der dootflagers, die ongeftraft bleven, dieven , roovers, en uyt-gebanne mi/dadigenjen d’ordre op eenige week-en jaer-marckten , om het groot misbruyck dat in alle defe faken geïchiede j ’t welck de Magi-ftraet met hunne brieven , met het Stadts fègel bekrachtight,beveftighde. In ’t jaer clo ccc xix, des woensdaeghs naer Drie Köningen, maeck-te de voornoemde Graef Theodoricus eenige wetten, aengaende het appelleren oft beroepen der boeren in ’t gebiedt defer Stadt, ’twelck des Sondaegs voor S. Lambert plach tegefchie-den, en gemeenlijck Hejmailgenoemt wiert : en vereerde hen met een ander privilegie, gelijck die van Goch hadden, van’t weven der lakenen. lie de hoven der borgeren maeckte hy vry van de tienden. Hy gaf haer oock macht, om alle faken en gedingen, die in ’t Kleeffche landt uyt fchulden, fchaden, oft ongelijckenfproten,voor hare vierfchaer te beroepen j vergaf haer alle vergrijpingen 5 en beveflighde alle de privilegiën , die fy van fijne voorlaten verkregen hadden. Wederom in’t jaer claccc xxxii, den dagh voor S. Pieters floel, begroef hy demifda-den der borgers van Wefèl in een foete verge-tenheyt ; en, op nieu hare vryheden beveftight hebbende, verboodt, dat men niemant van hen om eenige mifdaet, onder wat deckfel het oock was,aenïpreken oft onderfbecken fbu. Noch gaf hy hen , in’t jaer clo ccc xxxv,’smaendaghs nae S. Gillis, (op ’t verfbeck van fijn Neef Gee-raerd van Vierneburgh, Graef van Steeland , in tegenwoordigheydt van den Ridder Willem Rees, Gouverneur van de landen over den Rhijn ; van Theodoricus Palmert, Overfte van ’t collegie te Zephlice ; van Rieckwien van Birten, Kapellaen van ’t hof,) na dat hy hen weder op nieu alle misdaden vergeven had , een belofte , dat hy de moeraffen van Fluirene , in ’t gemeen Vehsveidt genoemt, van Magalfamere en Glaciale , niet verdeden maer, tot gemeen gebruyck der borgers, in haer geheel laten fbu : en die buy ten Wefelen bofch leggen, voor hem behouden. Eyndelijckin’t jaer clo ccc xlvi, donderdaghs na Chriflus belhijdenis, boven de beveiliging van alle hare privilegiën en gewoon-ten,te voren gegeven,gafhy macht aen deBur-germeeller, dat hy van alle leet en hinder , dat iemant fijn naellen met woorden oft wereken doet, kennilfe nemen en oordeelen Ibu.
Graef fijndoot is Ioan,de derdelbon vanTheo-/m» , doricus de achtfte , en broeder van Otto en Theodoricus de negende,de lèven-en-twintigh-lle Graef van Cleef geworden ; en heeft in’t jaer c I o c c c XLVII, op S. Margrieten avont, aen d’inwoonders deler lladt alle hare privilegiën oft voor-rechten, die fÿ van fijn voorlaten ont-fangen hadden, bevefiight 5 en dat de Gouverneur alle de voorwaerden , daer de Graef lieh lelf met eede aen verbonden had, wel nakomen Ibu : dat hy daer geen hof oft rechtbanek Ibu
S E L.
hebben : dat al de koopmanfehappen, in kleyne lchuyten geladen , geen tol Ibuden geven, maer als Ibldaten goet geacht worden : datlè vry Ibu-den fijn van den tol te Linne en dat hy d’amp-ten van Schout en Schepen , noch het burger-fchap aen niemant geven Ibu.
In’t jaer clo ccc lui, ’s maendaghs nae S. Marten, is ’t gelcliil tulTchen de Graef en Wefel afgedaen, op voorwaerde, dat hy hen ont-flaen Ibu van de tol die ly hem lchuldigh waren; en dat ly hem 950 oude lchilden Ibuden betalen, voor welcke ly den tol te Burick ( die eer-tijdts beneden Teutenbergh was, maer daer na te Welèl verplaetfl ) tot onderpant Ibuden hebben, en ald’inkomften, tot dat de gemelde Ibm-me van 970 oude lchilden betaelt was,genieten.
Theodoricus , toegenaemt LuylF, de jongfle Graef van Cleef en Sarbrugge , bevellighde in ’t jaer do ccc lviii, het houden van een weeck-marckt,die fijn Vader en Broeder aen de Stadt gegeven hadden.
Ioan heeft, in ’t jaer do ccc Lix , het erfrecht van ’t Schepenfehap te niet gedaen^en gaf d’inwoonders de vryheyt, dat ly jarelijcks , des Ibndaeghs nae Paeuchen, de Magillraten , be-llaende in twaelf perlbonen, Ibuden kielen, die by beurten Ibuden gebieden.Maer Ioan de tweede , die de derde Hertogh was, heeft in’t jaer do Io XIV ’t lelve weder verandert. In’tlèlve jaer do ccc lix heeft de voorfeydeIoan de Stadt van fekere Ichatting, die op alle koopwaren gelleit was, ontlafl; en beloofde in ’t jaer do c c c L X VI, dat hy alle gelchillen , die tulTchen hem en dc lladt Ibuden ontflaen , door den gewoonen wegh van lullitie , en op geene andere wijle, Ibu laten beflechten.
Door de doot van de gemelde loan was het mannelijck gellacht van ’t Huys van Cleef uyt-geblulcht ; loo dat Engelbert en Theodoricus, vandedric lonen van Adolf van der Marek en fijn gemalin * Margareta van Cleef, die de dochter van Theodoricus de negende was, dele landen erfden ; welcke niet alleen, in ’t jaer do ccc Lxviii, alle hare vorige privilegiën beveiligden,-(gelijck oock dee in ’t lelve jaer haren broeder Adolf, die mede-erfgenaem van ’t Cleeffche landt, uytge-leyt de Heden Welèl en Duysburgh , geworden was) maer beloofden oock, dat Wefel, in tijden van oorlogh,niet meer Ichatting dan Hammont betalen fbu ; en datfè fèlf over de mifdaet van dootflagh fbuden oordeelen; en eyndelijck, dat hy de fladniet meer,dan fijn grootvader Theodoricus, met impofl belaften fbu. Theodoricus van der Marek vergunde, in ’t jaer do ccc L X X vi 11, aen d’inwoonders , datfe ’t geldt, by hen felfgemunt,in’t Graeffchapvander Marek mochten uytgeven, fbndcr dacr over eenighfins belet oft moeyte t’ontfangen. In ’t jaer do ccc LX XXIV, op S. Maria geboort-dagh, ontfloegh hy hen van alle boeten , om wat oorlàeck het oock was ; gaf hen eenige vryheden , die het la-kenwereken betroffen; en liet de Magiftraet den impoft van ’t bier behouden.
GraefEngelbert fchonk hen in’t belbnder,in’t jaer clo ccc lxx xvi , de helft van den tol te Burick, ’t welck fijn broeder Theodoricus in ’t fel-
-ocr page 539-
’t lèlve jaer beveftighde ; die oock,in’t jaer c I o G cc X c I, nae dat de Magiftraet hemeenige weylanden in ’t gebiedt van Oye gelchoncken had, ha er vryheydt gaf, om rontom ’t lèlve ey-landtteviftcnen. In’tjaer clo cccxcv vereerde de gemelde Theodoricus d’inwoonders van Welèl, om datlè veel ten achteren waren,de moeraflcn van Fluirine en Magellamere, met de omleggende landeryen, die hy droog gemaeckt en belaeyt had , fonder dat hy eenige tienden daer van begeerde. Eyndelijck begunftighde hy hen, in’t jaer clo cccc iij met het afletten van den tol, die ly den up «ntgt; tpn noemen. Sijn broeder Adolf, eerfte Hertogh van Cleve, heeft, na fijn doot,in’t jaer cb cccc iv, niet alleen alle hare privilegiën beveftight; maer die oock met verlcheyde vryheden en voorrechten, de vilTchery aengaende, vermeerdert. Hy maeckteoock,in’tjaer clocccc xviii, een naeuwe verbintenis met alle de Heden van fijn Hertoghdom, inlbnderheyt met dclè ftadt. De gemelde Hertogh Adolf gaf, in’t jaer clo ‘ cccc XXX, de burgers van Welèl de vryheydt, dat men hen op de marckt der ftadt niet mocht arrefteren- en verordende, op wat wijle dat men de citatien oft rechtsvorderingen,de appellatien oft beroepen, en d’executien oft uytvoeringen , beleyden Ibu : en hoewel Herman van Loith, Gouverneur van Ringelbergh, een borger van Wefel, Rutger nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;genoemt, als een roo- Ver op de marckt had laten vangen; lbo beloofde de Hertogh hen, dat lulcks niet tot naedeel van hare vryheden Ibuftrecken, ja niet meer ge-Ichieden. â'4» Hir- ^oan , outfte loon van de voorlèyde Adolf, en toshhtMt tweede Hertogh van Cleef, heeft inde jaren cb cccc XLIV en cbcccc xlvii i alle de voorgemelde privilegienbeVeftigL.Hv beloofde oock,in ’tjaer cIo cccc x lvi,dathy d’oorlogbc fcnillen van Sufaten, Ibnder hettoeftaen van ’t Hertoghdom Cleef, de Heerlijckheyt van Dings-lakcn, eïi de ftadt Wefel, niet af handelen Ibu. In’t jaer cïo cccc l heeft de gemelde loan het gefchil over de verkiefing der Schepenen vereenight,datdoor twaelf mannen gelchie-den moeft,aen welcke de Heeren, acht dagen te voren, eenige voorftellen der kiefers gehouden waren te beantwoorden. In ’t lèlve j aer , als die van Wefel duylènt kroonen, tot betaling van het deel van des Hertoghs Broeder Adolf, dat hem van fijn vaderlijck erfdeel toequam, en tot de 3 500 Kroonen,die men denHeer van Brederodc, van wegen Gennep, noch lchuldigh was, opgebracht hadden; beloofde Hertogh loan hen,dat lulcks niet tot vermindering van hare privilegiën in’t toekomende Ibu ftrecken. In’t jaer cId cccc lix ftelde hy ordre, aengaende de palen van den Staet;de verhindering van de verkiefing loan, ae leven-en-twintigülte üraet van Cleet, der Schepenen ; de redenen van’t pleyten tegen is dele ftadt byna geheel verbrant, Ibnder dat de Magiftraet ; van de jaerlijckfclie betalingen het kloofter der Dominicanen verlchoont bleef, der rechten en inkomften, en de wijle van het 1 uytvoeren. In’t jaer cId cccc lxvii maeck- 1390, onder’t Burgemeefterlchap van Thomas te hy eenige wetten,die de vryheyt van een laer- Steck, weder lchoon en heerlijck opgebouwt. marckt, die men feven dagen voor en feven na In ’t jaer 1506 is ’t opperdeel der kercke, daer S. Severijns-dagh houden lou^betrolTen, Hy gaf het op ’t grootfte was, metgroote konft op nieu |
S E L. » henoock,in’tjaer cÏd cccc LXxiii, eeni-: ge vryheden van tollen. 1 Sijn lbon loan, de derde Hertogh van Cleef, • beveftighde, in’tjaer cId cccc l xxx i i • alle hare voorrechten,en het verbont der Cleef- ’ lche fteden. In ’t lèlve jaer verpande hy aen dele ftadt vijf duylènt kroonen jaerlijcks, die men van den tol te Lobithan t’ontfangen had, en tot ontlafting van de lchatting defer ftadt ftrecken louden,-’t welck gelchiede tot een erkentenis van de goede dienften, door die van Welèl in d’oor-logh tegen Gelderlandt aen den Hertogh ge-daen. In’tjaer cb cccc lxxxvi ontfloegh hy Welèl van alle arreften van’t Hertoghdom Cleef. In’t jaer clo cccc lxxxix wierd het verbont der fteden, over de beftiering van Hertoghloangemaeckt, dat hyin’t jaer clo Idi beveftighde. In’t jaer cId cccc xciii ftont hy toe, dat het rechts-plegen voortaen in ’thofgelchiedenlbuj enin’tjaer cId Id ii, dat men al d’inkomften van den impoft op ’t bier ten beften van de ftadt gebruycken Ibu. Hy deê oock,in’tjaer cId Id xiv, heterf-amptder Schepenen te niet, en vergunde de ftedelingen, datly jaerlijcks nieuwe Ibudenkielen. Hy ftelde oock ordre , hoe men aen den Opper-Schout, en andere Overheden, den eedt fou doen. In ’t vorige jaer cid Id xiii waren de bor-gers deler ftadt in wapenen, en verwoeften het tol-huys, dat Willem van Horft,Gouverneur van Dings-laken, aen de mont van de Lipp-ftroom geftelt had. Ioan,lbonvan de gemelde loan,heeft,in’t jaer cId I D XXV, alle hare voorrechten en vry-heden, door fijne voorlaten gegeven, beveiligt* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ In fijn tijdt, te weten in ’t jaer 15x9, nam de riviere Lip, die te voren de voet der muren be-Ipoelde , een anderen loop, na dat ly over hare oevers gevloeyt, en hare dijeken gebroken had; Jr.r'b rite wierdeoiu’t volgende jaer,metgroote koften en arbcyL,w^rlf‘r hprmaeckt, en den loop der gemelde riviere in fijn vorige plaets geleyt. Eyndelijck Wilhelm, loon van loan, de vijfde , Hertogh van Cleve , heeft, in de jaeren 1539, 1748 en 1549, en naer hem fijn lbon loan Wil- ƒ;» /»«*• helm, in ’t jaer i ypy, alle de voorlchreve privilegiën , door de miltheyt van hare voorouders gegeven, beveftight. Hier fijn twee kereken, d’een binnen, en d’an- tereVentn der in de voorftadt ,• en drie kloofters voor de Dominicanen , d’Auguftinen, en de Canoniken buyten den regel. Oock is hier een Commen-darie-huys van S. Joan, en’t kloofter van Aver-dorp, wiens Nonnen alle van edele geflachten afkomftigh fijn ; en eyndelijck noch een Vrou-wert-kloofter , dat ledert in een illuftré Schole, om de wetenlchappen te leeren, verandert is* in ’t jaer 1354, den levenden Augufti onder loan, de feven-en^twintighfte Graef van Cleef, Het Stadthuys is na dit ongeluck, in’t jaer R^thuyj, In’t jaer lyoó is ’t opperdeel der kercke, daer |
ver
W E S nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E L.
vcrciert.Den toren van dele kerck,die leer hoog vas, is in ’t jaer i y93, den elfden lanuaiy, van den donder geflagen en in brant geraeckt, en ’t overige door ’t fèlve vuur gantïch vernielt maer in’t jaer 1594 ende volgende, op dege-meene kollen, weder herbouwt. In defe ftadt is oock een aenmerckelijck ge-dencktekenvanGodvruchtigheyt door d’ouders Gvdtshuys Henrick Olivierszoon Baers, Kancelier van voorde CU- i r n \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i 1 ieiitdeu. Cleef, geiticht ; te weten, een Gods-nuys, daer d’arme oude lieden, tot hoogen ouderdom gekomen , eerlij ck gevoedt en onderhouden worden^ wiens inkomften federt, door des foons lof-felijcke miltheyt, vermeerdert fijn. In ’t begin der laetfte Nederlantiche oorlogen was dele ftadt een toevlucht en herbergh voor vele baliingcn,dic uytHollant,Zeelant,Ar-toys, Vlaenderen en Brabant derwaerts quamen vluchten j en, door hun vernuft en vlijt, haren welflantenrijckdom ten deel vermeerden. Maer als de Spaenfehen bemerekten, datfc geen open deur hadden om Hollandt tebefprin-gen , dan door de landen van Cleve en Gelder , wierd dit geweft met doortochten en inlegeringen van krijghs-volck gequelt. foefel ge- nbsp;nbsp;nbsp;In’tjaercio lo lxxxvi wierdt defè ftadt piondcrt, ^eerlijck iiytgeplondert door het krijghsvolck van den Hertogh van Parma. Als den Admirant van Arragon,in ’t jaer c I □ 13 xcviii,indeCleeflche fledennafijnwelgevallen leefde , is Wefèl van die gemeenc ellende niet bevrijt gebleven j wanthy dwong haer,dat-fè hem duyfent dalers, en duyfènt mudden rogge moeften geven : en beloofde hen daer voor van alle inlegering der Ibldaten te verfchoonen. Gebraut- Onlangs nac ’t verdragh,rees gefchil om ’t felve, over de waerdy der dalers,want hy begeerde geen gemeyne,maer Riicks-dalers ,• waer door de beloofde fomme de helft vergrootte. Maer als die van Welèl mannelijck antwoorden., datlè liever ’t uyterfte wilden verwachten, HcvfLhy fich met gemeene dalers genoegen laten j en dus bleef de iladt voor die tijdt van alle Ibldaten bevrijt. In ’t volgende jaer cb b xcix fchreef de gemelde Admirant feer ftraffe en dreygendc brieven aen dele had; waer in hy hen beval,datlè op haer ftuck fouden letten, en befien, dat de mey-ning van fijn Majefteyt van Spanje en van den eu feer Aerts-Hertogh niet anders was, dan dat ly, nae gedrejfght. vooibcelt van hare voorouders, de Roomlche Catholijke religie fouden behouden: dat des Konings wapenen fi:reckten,om de rebellen te ftraf-.fen, en een ieder tot fijn plicht te dwingenj dat-fe fich derhalven des Konings gunft waerdigh fouden makenden datfè oock de beloofdefomme fouden betalen. Eyndelijck beval hy hen op het aller-ernflighfte,op datfe Godt,de Paus, de Koning, en haer toekomende Princefïe,een aenge-namendienft deden , de Roomfche Gods-dienft in haer vorige flaet te flcllen , de Geeftelijcke goederen weder te geven,de Calviniflen te bannen, en hare vergaderingen te weeren ; en datfê al ’t voorfèyde met eede beloven fouden te gc-hoorfamen. Tot wekken eynde hy haer fond Pieter van den Bofrche,der beyde Rechten Do-(^or, en Auditeur van ’t leger, die fy van ’s Konings wegen geloove fouden geven ; op dat hy niet gedwongen waer ftrenger middelen met ’s Konings leger te gebruycken. Die van Wc fel, door defe dreygementen verbaefl, verboden de Gereformeerden hunnen Godtsdienft, en alle * oeffening der Scholen 5 en lieten den Biffehop van OfTero, des Paus Nuntius te Cculcn,hicr gekomen fijnde, deKercken wijden, en de Roomfche Religie herftellen. |
In de volgende jaren fijn hier noch verfchey-de veranderingen voorgevallen ; want als loan Wilhelm,Hertog van Cleef, geHorven was, hebben den Keurvorft van Brandenburgh en den Hertogh van Nieuburgh,die yder een fuflex van den overleden getrout hadden, fich in ’t befit van fijne landen gefielt : maer als fÿ twifligh wierden,nam Nieuburg den Koning van Spanje te hulp,wiens leger,onder ’tbeleytvan den Marquis Spinola, op ’t onvoorfienfte voor defè fladt quam^de flcdelingen,hier door feer verfebriekt, gaven fich,na twee oft drie dagen bcleg,in’t jaer c 13 13 c XIV, den 7 September, over aen den DoarSpi» Marquis, die daer een flercke befètting in ley de. Dus bleef Wefèl in de macht der Spaenfehen tot denXIX Augufti, in’t jaer cl3 I3 cxxix, op welcke dagh fy, door een wonderlijke krijgs-lift, van der Staten volck op de volgende wijfe ingenomenis.De Spaenfèhe troepen,by deKey-ferfèhe gevoeght, waren uyt het landt van Cleef op de Veluw gekomen, daerfè Amersfoort in- ‘ namen, engrooten fchrick rontom maeckten ; te meer , om dat fijn Hoogheyt Frederick Hen-rick,Prins vanOranje,metder Staten leger voor ^»ar de ’s Hertogenbofeh lagh, welcke, niet gefint fijn-de het belegh te veiïaten en op te breken, een gswtnne», aenflagh op defe fladt, daer de Spaenfèhen en Keyfèrfchen alle hun eetwaren en krijghs-faken in bewaerden en affbnden, verordende : hier toe vertoonde fich d’occafie fèer fchoon van voren ; wnnr op lommigc plaetfèn waren de oude werc-ken afgebroken en nieuwe begonnen 5 oock was een groot deel van de befetting uyt, om de toevoer van allerley nootfakelijekheden na de Veluw te geleyden. Dus nam het Staten volck de gelegentheyt by ’t hair,befprongen deflad,daer fy byna open was, in den morgenflont, en wierden in twee oft drie uren tijdts meefler van de fèlve : ’t welck fèker een fèer geluckige en wel te paffe winfl voor de vereenighde Landen was. Sedert is fy in de macht der Staten geblevcn,die daer gedurigh een flerckc befètting in houden ,• en in’t jaer cl3 I3 c XXX cenigeGedeputeerden,met vele ervare Ingenieurs en Werk-meeflersfonden,omeen groot enflerckFortaen ferekt. de mont van de Lippe , op een plaets de Hooge Scheeren genaemt,te maken^foo dat Wefèl nu een van de iterckfle fleden, die de Staten befitten, geacht wort. Sy fielden Otto van Gent,Heer van couver-Dyden,die den aenflag uytgevoert had,totGou-verneur der Stadt^ en,nac fijn dood,Graef Mau-ritsvanNaffou,Stadt-houder van denKcurvorfl van Brandenburg in fijne landen van Cleve,Gu-lick en Bergh, amp;c. eertijdts Generael van dc Wefl-IndifcheCompagnie over alle hare conque-flen in Brafil, en America, die hy , met grooten y ver, befchermt en vermeerdert heeft. |
u RI c K oft Bourhhf is dus genoemtna de vruchtbaerc bouwlanden , die het om-ge Latijnfchc veer-lèn getuygen. Het was eertijts een ey-lant dicht by de ri-etheyt en vettigheyt, neerftelijck bebouwt wierd. loan, de naeft- jongfte Graef van Cleef, heeft het op S.Mar- grieten-dagh , in ’t jaer duyfent drie hondert • Dit ftedeken is oock niet vry geweeft van fes-en-feftigh,meteenigeprivilegien,als’tver- doorloghs-rampen, maer is verfeneyde mael mogen om felf haer Magiftraet te kiefen , en ’ de vryheyt van de Cleelfche tollen , begif-tight ; welckc, na fijn doot, door de broederen Engelbert, Adolf en Diedrick, Graven van der Marck, beveftight fijn, die hem, door’t recht van haer moeder Margare-ta,dochter en erfgenaem van Diedrick de ne-gende,in ’t jaer clo ccc xc i, in het Graef» fchap Cleve gevolght fijn. Oock fijn fy van Adolf, d’eerfte Hertogh van Cleef, en foon van Adolf van der Marck , laetfte Graef van Vri'üile-gien. Ueeren^ Cleefjin ’t jaer clo ccc xcv, metgunft-bewijfen vereert ; gelijck oock van fijn nakomelingen,als loan d’eerfte,fijn foon,in de volgende eeuwe; en loan de tweede, fijnen neve, in’tjaer clo cccc lxxXi ; loandederde, lijn nae-neef,in ’t jaer clo lo xxiijcn eyn-delijck door Willem , foon van de lactft ge-noemde,in’t jaer clo lo xxxix. Infonaer-heyt heeft de gemelde Hertogh lan de tweede hen, in’t jaer clo cccc lxxxii, alle hare oude privilegiën en vryheden, die hacr door fijne voor-ouders gefchoneken waren, vernieuwt en beveftight. Vroteivtn^ Henrick Ameldunck, in defe ftadt gebo-kloofier. ten, heeft hier, in ’tjaer c I o cccc lxviii, z een Vrouwen-kloofter aefticht, aen ’t welck o hy al fijne goederen naeliet, en heeft d’cerfte Pater oft Vader van ’t felve geweeft, gelijck de Latijnfche veerfen, die in ’t kloöfter op ’t graf der Vaderen uytgehouwen fijn, te kennen geven, die dus-danigh fijn : Hic re cubant hujus Conic entus corpora Pa-' trum |
QiMrum primut crat AmeUunek Henricus idem In Bourich natut primut fundatör hahetur, Defe ftadt leght recht tegen over Wefel, tceligen-op dander fijde van den Rhijn, van Rhijn-berek anderhalf mijl,twee Van Orfoy,twee en een half van Gelder,en omtrent vier van Rees. Dcfe ftadc is niet groot gt;nbsp;maer hare kleynheyt wort genoegh vergoctdoor hare welgelcgen-heyt j en de vruchtbaerheyt van d’omliggen-de landouwe. De inwoonders geneeren iich ten meeftendeel met de lantbouwing. gedwongen geweeft van meefter te veranderen , en d'overwinnaer placts te geven : want in’t jaer clo lo xc, terwijl Parma tot hulp van de Ligue in Vranekrijek was, heeft het Staten volckdit ftedeken,’t kafteel en fchans ingenomen^met een ander Fort,beneden Bu-rick aen den Rhijn by’tkloofter te Grayf, door de Spaenfchen , tot verfekering van dc brug, gemacckt. In’tjaer clo lo xcviii heeft Francif» eus de Mendoza, Admirant van Arragon, als raft âen-hy Rhijnberck belegert had, defe ftadt, tot verfekering van fijn aenflagen , in genomen, na dat hy die eerft opge-eyll had; waer op die van de ftadt antwoorden , dat fy ncutrael oft geenerley waren : den Admirant daer op,om te toonen dat het hem ernft was,liet de poort petarderen oft opïpringen; ’t welck d’inwoon-ders foo vcrfchrickte, dat fy hen terftont, behoudens lijf en goet, opgaven ; en ontfingen * foo een befetting als de verwinnaer begeerde , die, foo te paerd als te voet, tot groote befwacrnis der inwoonders, in groot getal was. Als de Staten der vercenighde Nederlam den , in ’t jaer duyfent fes hondert negen-em twintigh , onder de beftiering van Je Prins de Stattn^ Oranje, met krijghs-lift Wefel ingenomen hadden,hebben fy fich oock meeftervan defe ftadt gemaeckt ; en die foo verfterekt, datfe,mct een dappere Gouverneur en kloec-ke foldaten voorfien fijnde , ’t ge welt der vyanden fou können afweer en. |
oor- Gekgen-keyt. f^erflerckl. Jl^endofa ej/fchtd'm-gang deßr ßndt, R S O Y heeft fij n naem, als eenige verfieren , van’t out geflacht der Vrflnen in Italien ; oft liever van de Ourlèn oft heilen, die fleh hier, als men feyt, onthouden hebben. Maer ’t is waerfchijnlijcker, dat men, in plaets van Orfoy y veel eer Roßoy oft Ro/ypey, als een velt oft weyde voor de paerden, behoorde te fchrijven ,• en dat die naem van de drie paerts-hoofden, die men in haer wapen fiet, afkomt. Ioan de leven-en-twintighfte en naeft-lefte Graef van Cleef, heeft, in ’t jaer c I o c c c l i, hare privilegiën beveftightj en vergunde de burgers deler ftadt, datfe in de naburige landen van ’t Graeflchap Morlàn , als op haer eyge, vry mochten jagen. Dit is een van de kleynfte fteden van ’t Her-toghdom Cleve , gelegen op de luydt-fijde van den Rhijn, omtrent vijf mijlen van Dulfeldorp, anderhalf van Roer-oort, twee en een half van Wefel, vier van Gelder, en een mijl van Rhijn-berek. Het is leer fterek, en daer is een Fort oft kafteel, dat de Hertogh van Cleve , op de felve wijle als ’t Antwerplche, begon te bouwen, waer van dat de fundamenten al geleyt waren; doch flende dat d’onkoften te hoogh jouden loopen, veranderde fijn voornemen. ' Hertogh Willem heeft eenbolwerck voor de ftadt, op de kant van den Rhijn, doen maken. Sy heeft oock, gelijck meeft al de Cleeflche fteden, d’ongelucken van delaetfte Nedcrlant-Iche oorlogen gefmaeckt ; want ly is mede nu van d’eene, dan van een ander party,die daer de fterckfte was, vermeeftert. Mendola, Admirant van Arragon, quam, in ’t begin van ’t jaer cb b xcv 11 i, metfijn geheel leger voor dele ftadt, en begeerde , dat men hem , dewijl hy over den Rhijn wilde trecken , de poorten opende ; maer Horft, Maer-fchalck van Cleef, voorgevende hare neutrali-teyt, weygerde ’t lèlve, en toonde, dat het hen niet geoorloft was de Spaenlche troepen in de ftadt te laten. Mendola, over dele antwoort ten hooghften verftoort,nam felf een bijl in de hant, en wou daer mee de poort opflaen , toonende fich, nae mijn oordeel,kloekmoediger dan voor-fichtigh : terftont daer op gaf hy lalt aen fijn Ibh daten, datfe de ladders van de wagens, by ge-breck van andere, om de plaetlè te beklimmen, louden nemen ; ’t welck terftont gedaen wierd. Die in’t kafteel waren weerden lieh mannelijc-ker dan de borgers : d’Admirant dat fiende, quam , metfijn Aelmoeflenier, en de beul, met touwen in de hant,by de ftadt,en dreyghde hen, dat hyle alle, fonder iemant te verfohoonen, fou laten ophangen, foo ly fich niet terftont overga-ven. Het meefte deel, vreefende de werekingen dwang, van fij u gramlchap,deden lij n begeerte,en open-poorten.In de ftadt fijnde,fchreef hy aen den Hertogh van Cleef, dat hy alleen daer in ge* komen was , om over den Rhijn te gaen, en dat hy die, naer vijf oft fes dagen, wederin vryheyt ftellenfou. Maer de wereken quamen niet over een met de woorden; want fodert begonhy haer te verftereken, en bouwde een Fort op d’ander fij de van den Rhijn, dat hy den Graef van Buc-quoy,met drie regimenten te voet en twaelf cor-netten te paert,deê bewaren ; foo dat fijn veror-dendt werek in vijf weken opgemaeckt was.On-dertulTchen deê hy een brugh over de Rhijn leggen, die, onlangs daer na,door de kracht van de ftroom, brack en weghdreef. Daer na wierd dele ftadt aen den Hertogh van Cleve, diefo toe- e» behoorde, weder gegeven. |
In’t jaer clo lo c xiv, als’er een groot gefohil ontftaen was, tulTchen de Hertogen van Brandenburgh en Nieuburgh , over ’t befit van de landen van Cleve, Gulick, en andere, heeft de Marquis Spinola, in de naem van den Her- spinda togh van Nieuburgh, defe ftadt met de volgen-de krijghs-lift ingenomen : vijf oft lès troepen /«. ruyters, uyt Rhijnberck getrocken , quamen ’s morgens heel vroegh voor de ftadt, even op die tijdt, als de huys-Iieden uytgaen om hun koeyen te melcken; dele, fiende dat ’er foo wey-nigh volck was,om de poort te bewaren,vermee-fterden die in der haeft, fonder veel tegenweer, en hieldenlè foo lang in, tot dat haer ander volck, dat oock tot den aenflagh gelchickt was, aenquamen,die alreede daer omtrent,en lès hon-dert fterck waren, mede voerende twee velt-ftucxkens ; dit volck voeghde fich by de ruytery, en quamen, fonder moeyte en gevaer,want nie-mandt hen tegenftont,in de ftadt, daer ly belèt* ting in leyden. In’t jaer 1631, als de Prins van Oranje Mae-ftricht verovert had, fond hy Graef Willem van Nairou,met acht regimenten voetvolk en twaelf cornetten ruyters, naer delè ftadt,om die te be-legeren. Hy quam den tienden voor defl;adt,en 0-den Baron van Dyden, met 60 compagnien voet- ranje beOe-volck, by hem. De Graef nam fijn quartier in ’tdorp Walshem, op d’overfijde van den Rhijn, daer hy op de kant van de riviere een batery dee makea,en begon daer van op de ftadt te lèhieten. Den twaelfden begon men temineeren;dender-tienden maeckte men noch een batery; want dewijl het alreede laet in ’t jaer was, kon men niet veel tijts in dit beleg verquiften.De inwoonders, fich te fwack bevindende om fo een groot gewelt tegen te ftaen, verfochten een goet accoort,dac hun den lèventiende toegeftaen wierd : den lèl-ven dagh ruymden ly de ftad,die in min dan acht w». dagen gewonnen wierd.Den Ritmeefter Vincent Ylelfteyn wierd tot Gouverneur geftelt. Sijn Hoogheyt, de tijding van ’t overgaen verftaen-de, vertrock van Kempen,en reyide naer ’s Gra-ven-Hage, daer hy met foo veel vreught en toe-juyghing ontfangen wierd, als ’t getal en de grootte van fijn overwinningen,en de voorlpoec van foo eengeluckigen velttocht, verdiende. |
en haer
BELE GERING
voor de Staten der Vereenighde Nederlanden ,
onder’t beleyt van Prins Maurits van N assou.
Hynberck is een Stadt, onder ’t Aerts-Bildom van Ceulen be-hoorende , gelegen op deluydt-fijde van den Rhijn, tien mijlen van Ceulen, twee van Wefel , en lbo veel van Roer-oort , een van Orlby,en drie van Gel
der. Is eer kleyn dan groot, en gefterekt met dubbele wallen. Hare gelegenheydt is leer be-quaem, lbo ten oorlogh als tot neering ; en is voorfien met een grooten tol over alle goederen die den Rhijn op- en af-komen. Sy is, in de lactfte tachtentigh-jarige Nederlandtlche oorlogen, verlcheyde mael,foo van de Spaenlchen, als der Staten volck,ingenomen en ftereker ge-maeckt.
Als den Ceulfchen oorlogh tuftchen de twee Aerts-BilTchoppen van die Stad begon,isRhijn-berek eerft onder de macht der Heeren Staten
y an quot;Par» mabele^
fn verleen :
dear Var-rabon her^^'
en door ^dansfe'd *n^en»nKn.
van de vereenighde Nederlanden gekomen, die haer, tot verlèkering van denRhijn-ftroom, eenige jaren tegen d’aenllagen der Spaenfehen, belchermt hebben, inlbnderheydt tegen den Prince van Parma, die, nae ’t innemen van Nuys,in’t jaer duylènt vijf hondert fes-en-tach-tigh , met grooten yver op dele Stadt aenviel ; maer wierd , naer een belegh van vier weken , gedwongen die te verlaten ; doch lietlè met vele lchanften befet. Daer nae heeft de Marckgraef van Varrabon ’t belegh hervat, in wiens gelicht de ftadt menighmael gefpijft is 5 tot dat hy, pogende op’t onvoorfienfte in de achterhoede der ontlètters te vallen, en die lbo te llaen, felve ge-llagen is,door ’t beleyt van den Grave van Over-fteyn, en den Ridder Veer, beyde Overften voor de Staten onder Prins Maurits. Graef Karei van Mansfelt quam oock met 70 vaendelen uyt Brabant, meenende der Staten volck,die de ftadt t’elckens opnieulpijlden,in’tintrecken oft uytkomen te flaen ,• maer alles was vergeefs : want de Overften,die het toe-vocren vertrouwt was , waren voorfichtigh op hun hoede. Niet te min heeft den Prins van Parma voorgenomen de Stadt te dwingen , gelijck hem oock geluck-te ; wanteyndelijckin’t jaer clo lo xc hebben ly haer aen Mansfelt overgegeven, die het
innam in de naem ,
, van Erne-
ftus van Beyeren, Aerts-Biflchop van Ceulen j
maer was in der daet voor den Koning van Spanjen, gelijckd’ervarentbeytnamaels geleert heeft^ om alfoo den Rhijnftroom te vermeefteren, en de vereenighde Nederlanden van Duyts-land a£ te fnijden j een open deur te behouden nae de Overlanden j en Zutphen en Over-YHel met gedurige brantlchattingen te quellen.
Dit by de Heeren Staten en Prins Maurits aen-gemerckt,hebben lÿ belloten dele ftadt te belegeren , om meefter van de lèlve te worden , en alloo den Rhijnftroom vry te hebben , en hunne landen van den overlaft te bevrijden. Dies ly Prins Maurits, in ’t jaer do lo xcvii, met een welgelchickt leger nae dele ftadt Ibn- belegert, den, om die te belegeren, gelijck hy oock ge-luckigh heeft begonnen en uytgevoertj want hy 2^“quot;®*** nae tien dagen belegering de plaets vermeefter-de. In ’t begin van dit belegh wierdt Graef Lo-dewijek van Naflbu in het dick van fijn been gelcnoten ; doch is van de wonde, allbo die niet gevaerlijck was, haeft genelcn.
Nae dit innemen heeft den Keur-vorft van 'DenKew^» Ceulen terftont Gelanten aen Prins Maurits gefonden , verloeckende ontruyminge van de stadt. * plaets, als een ftadt hem toebehoorend^e ; en dat hy buyten d’oorlogh, die tuftchen den Koning van Spanjen en de Staten was,fich altijt neutrael focht te houden , en dieshalven behoorde men hem de ftadt niet te weygeren. Prins Maurits vraeghde : waerom de Spaenlchen , volgens hare belofte, haren Vorft die niet ingeruymt hadden ? Sy lèyden, datfe die noytuyt haer handen konden krijgen, verhopende datfe van fijne Vorftelijeke Doorluchtigheyt beter louden gehandelt worden. Maeromdatlè metlbogroo-te koften van de vereenighde Landen was gewonnen , en dat Prins Maurits noch de Gecommitteerde Raden, die hy by hem had, daer toe niet gelaft waren, wierdt haer dat geweygert, en men Ibndt haer nae de Heeren Staten Ge-nerael : van wie den BilTchop van Ceulen, nae lang aenhouden, de ftadt verkreegh. Sy wiert om die oorlaeck niet verfterekt, waerom ly ge-nootfaeckt was fich in ’t volgende jaer aen den Admirant, die met een groot leger daer voor
' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o, Si.« Admirant
quam,over te gevenrte eerder,om dat den Gou- verovert. verneur Schaef, en meeft al het guarnilben van de peft geftorven wasj en al haer bus-kruyt,fijn-dehondert en vijftigh tonnen, ongeluckelijck aengeftcecken : al het welck d’overgebleven Ibl-daten niet alleen leer verbaeft macckte, allbo d d nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;daer
daer door een groot deel van de ftadts-veften omtrent de Rhijn-poort omgeworpen, en een groote openinge gemaeckt was ; maer oock tot het haeftigh overgeven veroorlaeckte : want ly niet machtigli waren om de ftadt langer te be-Ichermeu. Wederom door Prins Maurtts Sterckte van de hefeSttng. Als Rhijnberck van den Admirant gewonnen was , en de belètting de omleggende landen met contributie te halen, en andere overlaften, lèerqueldc,en dat’eteenplaets wasdaer de Heeren Staten veel aengelegen was, hebben ly defe ftadt andermael door Prins Maurits doen belegeren. En alloo die teyckening van dat belegh in onlè handen gekomen is, lullen wy den goet-willigen lefer , die, nevens de belchrijving van ’tlèlve, mede deelen. In’t jaer clo lo ci, in de maent van Junius, is Prins Maurits met omtrent 150 vaendelen voet-volck, en drie-en-dertigh Cornetten Paerden opgetrocken,om de ftadt Rhijnberck,hoewel ly fterck en met goet guarnilben wel verfien was,te belegeren j gelijck hyoock geluckelijck heeft aengevangen en uytgevoert. Daer waren binnen de ftadt tot belètting, nae des vyants eygen uytgeven , negen hondert Italianen, onder den Sergiant Majoor lohan Baptifta Pecchio, noch vier hondert Spanjaerden, leven hondert Bour-gonjons, dertien hondert Duytfchen,twee hondert Bootsgelèllen, en vijftich Paerden, in alles 3 y y o mannen;onder welcke waren veel verraders De Gouverneur _ der fladt. en overlooperSj die, foo men meende , het uy-terfte gewelt verwachten fouden. De ftadt was oock wel voorfien van gelchut en alderhande krijghs-gereetfchap, als twee-en-dertich ftuc-ken grof gelchut,twintich metale,onder de welche drie kartouwen waren, en twaelfyfere gotelingen.Oock leef-tochten andere nootlakelijck-heden na behoorcn^ uytgenomen alleen,lout en medicijnen,welcke haer grootelijcks ontbroken hebben , hoewel die in een belegerde ftadt ten hooghften noodigh fijn. Het Stadthouderlchap ftont by Don leronimo Lopes de la Villa, geboren van Spaenfche ouders, in Barbaryen, beroemt voor een kloecken welgeoeffent krijghsman , en leer by den fijnen betrouwt. Defe heeft, op het aenkomen fijnes vyants , fich felven buyten rontom de ftadt ge-legert, en met looplchanften en tegen-punólen omgravensoock eenige weyden ingenomen voor de paerden en het vee, het welck men, mits het gebreck van lout,op voor-raet niet doodenkoude. Heeft oock fijnen uytlegger, en meer andere lchepen, in den gront laten booren, om de lelve fijne vyanden onnut .te maken. De Veltheer Prins Maurits heeft terftont alle fijne uytleggers den Rhijn opgelbnden, niet te-genftaende het geweldigh Icnieten uyt de ftadt, waer mede ly nochtans niet te wege brachten , dan dat ly een van de Ichepeu geraeckt Den Rhijn- licbbeu. Dclè den Rhijnftroom tot Geulen toe Aoow be- belettende, hebben onderwegen eenige van des vyants Ichepeu, die om meerder voor-raet en nootlaecklijckheden warenuytgelbn den,gevonden, en haer ’t wederkecren verhindert. Die van de ftadt hadden een lchans op de Mid-del-weert, welcke Graef Ernft Cafimir,door laft |
van Prins Maurits, op den 18 lunius ’s morgens heel vroegh, allbo fijn en des Graven van Solms quartier daer omtrent was, heftigh heeft be-khoten ; en toen alles gereet was om de Schans Sckansvan^ met gewelt aen te taften, heeft men gefien, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot; dat de belegerde uyt de lèlve nae de ftadt fijn geloopen ; die Graef Ernft Cafimir met eenige ruyters den wegh naer de ftadt meende af te fnijden; maer quam wat te laet. Ondertulfchen heeft Graef lan van Nalfou, die toen ter tijdt in ’t leger was gekomen, om aflchey t van Prins Maurits,en fijn Broeders,als Graef Wilhelm Lodewijck, Graef Ernft Cafimir, en Graef Lodewijck van Nalfou, te nemen, allbo fijn voornemen was een reys na Lijfland te doen , met het voetvolck,’t welck daer toe geordineert was,ter-ftout op die lchans, onaengefien dat die van de ftadt fterck met grof gelchut lchoten, beginnen te trecken j en is Iqn Genade van de eerfte daer in geweeft,niet vindende als dooden en ge- i-w de quetften: hy hiellè in, en leyde daer Ibldaten in, om die te bewaren. Het leger wiert voorts met alle naerftigheyt u* omgraven , en met belchanlfingen, reduyten, graften en paliiraden,poorten en valbruggen aen de wegen verfterckt, lbo van buyten tegen het outlet, als van binnen tegen die van de ftadt, de welcke met groote hoopen gedurigh uytvielen. Want eenige dagen hier naer hebben de belegerden op den 20 lunius, aen de CalTel-poort, ° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--r- k J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J / Debeleeer- met omtrent vijftien hondert mannen, verdeelt Gendom in drie hoopen, die d’een na d’ander aengevoert ee» ujtvrd. wierden, eenen ftercken uytval gedaen op het Franlchequartier , in’t welckDommervillegebood, llaende aldaer over de vier hondert doot,-doch wierden, nae een hart gevecht, weder ingedreven , achterlatende eenige dooden en gevangenen. In wekken uytval den Franlcheu O-verften Chaftillon in ’t dick van fijn been ge-quetft wiert, en den Stadthouder van Rhijn- wnew berck , Don leronimo Lopes de Ia Villa , in fijn wange, lbo hy ftont op ’t rondeel om de Icher-mutlèling aen te fien ; waer door hy voor eencn tijdt Ipraeckeloos geworden is, en gedwongen het oppergebiedt te ftéllen in handen van den Ritmeefter Boetbergen, en Francilco Nello, eenitaliaen. Op dele tijdt was Prins Maurits, Graef Ian, en Graef Willem Lodewijck van Nalfou, met eenige andere Heeren tepaerde gelèten , om in de aprochen oft naderingen te rijden, en te fien wat in den voorgaende nacht gevordcrtwas ,• daer mede befich fijnde, wiert Prins Maurits en fijn gevolgh van den uytval verwitticht, die dadelijcks nae de naefte Schans, daer de Colonel van Giftelle commandeerde, reedt 5 en met allen yver verlbrgden dat de Ibl-daten mochten outlet en verloft werden, het welck allbo gelchiede.Graeflan van Nalfou, nevens d’andere Colonellen,met hare by-hebben-de Ibldaten,dreven den vyant weder in fijn werc-keu, daer ly uyt gekomen waren. In delen uytval is den Lieutenant van Graef Ernft Cafimir, leer gequetft fijnde, gevangen 5 maer wierdt door de kloeckheydt van desPrincen Ibldaten weder verloft. Daeghs daer na is Graef lau van Nalfou , allbo hy ’t eynde van defe belegering niet |
’t B E L E G H VAN RHYNBERCK.
Graef Im vertreckt. Andere »ytvidlen. nieuwe haterjen. niet kon uytwacliten, nac dat hy van Prins Maurits , en fijn broeders afïclieyt genomen laadde , vertrocken en heeft ficli op fijn voorgenomen reys nae Lijflandt begeven. Op den 16 luny deden de belegerden met looo mannen weder eenen uytval op ’t quartier van Graef Ernft Cafimir j en den 28 quamen ly op ’t felve quartier weder aen, dringende met groot gewelt in een van onle loop-graven , waer uyt ly,met groot verlies,gedreven wierden. Prins Maurits is fijn vyants wercken, die ly buyten de ftadt hadden, met graven dagelijcks meer genaerdert : heeft oock vier bateryen om de ftadt opgeworpen, en op den eerften en tweeden luly met dertig ftucken gefchuts voor-fien , van de welcke Ibmmige , door des vyants gelchut, Ichadelijck gelchoten wierden. Hy liet oock op de lchans van de Middel-weert, twee halve, en twee heele kartouwen hellen , door de Ordre op de leeftocht in de fladt, hrieven uytgefin^ den f welcke , mitlgaders van de andere bateryen, de ftadt feer befchadight en doorfchoten wiert. Den 4, y,en 6 luly deden die van binnen, ten noorden uyt de Sant-poort, weder ftereke uyt-vallen ; m^er wierden van d’onfe geftut, en, met verlies van eenige Ibldaten, ingedreven. Den 7 luly heeft den Gouverneur ordre ge-ftelt op de leeftocht, en yder menlch een half pont broot des daegs toegeleyt. Heeft oock laten beginnen de Marckt, en de Kerck, tot een uy-terfte vertreck-plaets, te befchanften. De belegerde , naer dat meeft al hare boden, die ly uyt-gelbnden hadden, achterhaelt waren , hebben, om haerontlèt te bevorderen, eenige boots-ge-fellen bewillight, die haer te water begaven, en onder de Oorloghs-lchepen door duyckten , cnlbo haer brieven aen Graef Harmen van den Bergh brachten, die haer met alle hoop van ontlèt troofte; doch quam met fijn volck telaet. Eenige van defe Iwemmers wierden oock gekregen, en, nae dat ly ondcrfocht waren, en over-loopers bevonden, opgehangen. |
Omtrent defe tijdt hebben die van Rhijn-e» Tlt;««r-ze- berck alle nachten vuur-tekenen gedaen, daer Gelder gedurigh met tegen-vuuren op antwoorden, en daer door hope van ontfet gaven. Tot het welcke den Aerts-Hertogh lcheen wel genegen te fijn : makende tot dien eynde verlcheyde vergaderingen omtrent Maeftricht en Roermond, die nochtans alle wederom ge-Icheyden en na Vlaenderenbelchrevenfijn.Gc-lijck oock daer na het nieuw aengekomen volck Schijn van uyt Italien, van de welcke eerft acht hondert,en daer nae vijf-en-twintigh hondert mannen, nevens noch twintigh uyt elck der overige vaende-len, naer Ooftende ontboden fijn. Niet tegen-ftaende lchenen ly nochtans tot het ontlèt van Rhijnberck, onder het beleydt van de Graven van Barlaimont en Bucquoy,gelchickt te welen, die daer toe een grooten voor-raet binnen Geulen gereet hadden , en vele wagenen aengeno-men,die fy genootfaekt waren weder af te daneken j welènde alleen des vyants meninge, door den lchijn van ontlèt, die van Rhijnberck te moedigen, om het uyterfte te verwachten^ en alfoo ons leger,dat verre van der handt was,lan-ge op te houden. Terwijl dit gelchiede, wiert by den Aerts-Hertogh belloren , dat men , om T)e Stalen Prins Maurits van Rhijnberck af te locken, Oo-ftende op het onverfienfte Ibude aentaften j en fende pogen, terwijl het leger lbo hooghin’t landt was , daer meefter van te worden. Op delè geruchten wiert Prins Maurits genootlaeckteenigh volck,’t welck hy felfs wel van nooden had, om alle onheylen voor te komen, derwaerts te lénden j lèhrijvende dieshalven aen den Colonel Françoys Veer , dat hy met het volck, dat tot dien eynde in Zeelandt gelaten was, fich na Ooftende fou begeven, om aldaer op des vyants voornemen te letten, ’t welck hy met dat volck weygerde te doen : maer verlbcht fijn twintigh Compagnien Engellèhe daer toe, en lbo haeft men hem die fond, was hy gemoedight daer in te trecken, als welènde volck dat hy beft konde gebieden, en daer hy den beften dienft van Ibu-de genieten. Soo veel volck als den Colonel Veer begeerde, kon men uyt het leger niet wel milTen , om dat omtrent delè ftadt veel moerafi-lèn lijn, en ly met een fterek guarnilben van binnen wel voorfien was,dat de beleggers geftadigh quelde met uytvallen : dies Prins Maurits ge-nootfaeckt was fijn leger groot, wijdt, en fterek te maken, lbo van buyten tegen’t aenkomen des vyants, als van binnen om de uytvallen tegen te ftaenjwant daer moeften alle dage acht-en-twin-tigh Compagnien Ibldaten op de wacht trecken , foo dat ’er veel volcks van noden was tot dit bc-legh: en indien men ’t leger lbo veel verlwackte, Ibu men dat in groot gevaer ftellen. Evenwel tiœr Iran. Ibrid Prins Maurits op den Sluliiacht compa- • T- 1 r 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, rnet jtjn gnien Engeilchen nae haren Colonel, met cic Engeifihen welcke hy niet te vreden was , en d’ander twaelf gefi»den oock begeerde, die hem den 14naegelbnden wierden. Defe vermindering van volck lcheen O de voortgang van ’t belcgh wat te ftutten : maer Prins Maurits liet eenige andere compagnien, die in de guarnilbenen gebleven waren , in ’t leger komen s en ging, met een vafte relblutie en jgrini ftantvaftige naerftigheydt, in het appro dieren op de ftadt geftadigh voort ,• lbo dat hy (eer de twaelf compagnien vertrocken) op den elfden lulii aen den wal van ’t contrelcharp,ten zuyden de CalTel-poort,buyten alle vermoeden,geraek-te. Welchen wal Prins Maurits terftoht deê ondermijnen, en den lèftienden, na dat alles gereet was, delèlve oplpringen, daer veel volcks van binnen doodbleef,wordende allbo meefter en be-fitter van een goet deel des wals. Doch eer delè mijne aengefteken wert, had Prins Maurits veel vuurballen in de ftadt gelchoten, en oock eenige ftucken gelèhuts op de contrelcharp geplant, by de welcke fich veel mulquettiers vertoonden, als oft men die hadde willen beftormen j ’t welck ge-fchiede ommeer volcks derwaerts te locken, die in groote menighte fich aldaer vertoonden, en dapper vuur gaven uyt het contrelèharp, jae be-gonden Griecx vuur en ander uyt te lèhieten , waer door ly een tonne buskruy t in de trencheen nbsp;nbsp;» in brant brachten, en daer mede nroote lchadc onder ons volck deden. Daer waren op de contrelcharp omtrent twee vaendelen Duytfchen en een vaendel Italianen. Den Sergiant Majoor van de ftadt, achterdeneken krijgende van dat- d d nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ter |
z
■■--■-■’■■/Il
P*r »- .
»•IIHHJU,,,,
1*'
hUuUKUu,,,.
.iV^^ i'aZ
«■fcUJXUJ
**^0
..âua,^
A..(iA
-lt; -fî.
-J9UUt/V'J’
»0
• iP'.
’ïamp;.
• - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•- ■ -Ji''
L-’' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.zquot;
.UI.BAAcAa/L . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.IL.
’i^ÜiJUuigt;fIU.Ui|
‘J*j»bUWÛj
pvik/Vü,».
.-y’“* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;«
— - -----
9..,ji-tgt; jAv _ A jtiiwi»»»' ■ -■=-*-'S' -A.®-
’ijiwiJUWllüJIDUIJJJJVUJJUUUülJIJllJlil 'y— .'
SE9’
quot;quot; J3i U «JUUJly^HllM UU*Uimui;.
k/ uï.-7-aO**
'■. ,jwj*ui»hW******^*^“'“'
l‘(.'0uiiuiwilt;.t4lgt;ugt;gt;|iuuugt;l'*«»«^
-S,^
O
-*''^'liJU,uuuauiu,„^,^. Z’quot;''’”
iWJUUiMiii,
-----
■'*^A,(|,„
' -ILaZquot;*
.JL A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A,
.....
z
- niuiUHiu)nmHUgt;v)*V
iMWunaiiuiii'M»»“.
■ .lt;..,u..u...i.ii.uuinlimiliUMHninfMiiiflllil
jjpTuün Uj' M£A*4gt;lt;3i .z
A.
■■^JWiôZS/
UUiiiiJu^
.aSÜAiüjjtuiinJi'-
s’...........
Z'quot;
_________
*K)jjujijuuiHi?nJi|iitó.?^.rTCSMÜJïinBlgt;*3
,,., nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘quot;’‘J'quot;‘1.1I11J,U,U11U.
^WlUaUHlUWIWUMMlu,,.
.»«
:-9i.
-«-Ä.
,j,,y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•-■'l't)fta«O^r
A A
,..z.9
-iC-.«, l-a 1 A
a.
a
..A.
.» tt ■ • quot;'.-....a«
.Ü a
..:gt;'* â ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ **
-A... z. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J
.9-^. .?.' LA..aA..
-a
.9
:“®a. 9, .9^ '......S..-
A
1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-lt;9.9.^^quot;
-A.,,«,
■ -'^ -----—quot;
___ . «-Ä a 9 * *■ rt .® -a®'. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A a. 9.
.............. A.»,' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'quot;
..•-».^(l-.-.nr/'.Z', _.ƒ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..A,- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-'^
..a_e '■
.Î
c J
______
, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•■'’■•quot;--la 9
«Jî dî
e^i^tte
. --lt;*Xf..
a .-.-JliÄ;
.....»„
.'quot;illiiuui,,,,,, ,Pujwx.-.i*
■ff tin,ii,i ümi)n 11_;;_;^
•- - -
-•■WxZW^OmunnlU^
rîd-^ Üïj-âJi. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ati^
/quot;X .tl^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*
Ar--
JlàA
-.A-,,.
,A .
«tA___
Qiiö^n.
J'UJUlu«. J,,
;-üe-..o8i..
...
Z
/
. -.-î^
A
.. .5^0
■..(i
vôl\ ■•
-W- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.ƒ..,,.l.s...j,^.A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-
/!» ■ ƒ A ' '
4^ -...,'4Ç’z''fw’'''''
3gt;*' nbsp;nbsp;nbsp;;'g ._...^,,lt;î,
(a
,»,Z
.4,ùlt;fl,.,JlU._,^
li''''''
..-/„Sisiy'
••s^-iijï
j|v „
XQ,..-'.
.^3 nbsp;nbsp;!
.a (U
„»^a.o.-â9A!!_.......
quot;“ quot;AjQ^Z' -
0*0
.-zAOl
-qhm wESsnoD
__g, Miifflirni
Z
lt;»1
«I
A.
- . ____■■•“•■quot;'•
’^'»U.u.......
X 'l
-x- ...Z, .«.CO
■•■........
•••“V,^«ft ._
^.-ô.h .«k-Gi
B. .-A
'Aoâ.
'AtHwW... (W)
■ «»••lt;'
U3(»’^Z-
-(X ;lll^
!—. -'^süiiJFj *.CLa' X • ‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■
........^Ol.
,1.
A»..
I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ ■- 5^~ ' ' ^'' ■ -a'umjiW““
•““W.bui.l/y.,-!-;--
iS^Uiv».
.....
âa^kZ ... gt;-.
v«!*:2='
-ä
.9.
«'J-.
yy-- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«J
'ijj‘4miquot;“‘i“«» -. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.-'.'^‘'ï'Af'- -• -I
1(3
1-^
L®.
'yiifi ml rif^Tiunh.
?’iyinvjjjiu
RHENOBXRCÀ
.9-
A»**
D.«^' Z
IV^.
'lime
Xft-
Arinis
^CZQJCÆ ^CCDeji^j-.^
, ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^ïtctic
illquot;^Trt^ipu nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;KassovjiJ,
Cimitis ,£tc
iwiiiWuïniHinnuhn. wlimiiM l■I^BHiæ3M
’t BELEGE VAN RHYNBERCK.
ter volglide , was even binnen de ftadt gegaen, om den Gouverneur te waerlchouwen , dat hy voor cen mijne vreefde^waer op by den Gouver-
Iaten,en eenen uytval te doen, om allbo cen dis— ordre in de mijne te brengen, en de fèlve onnut te maken : maer eer hy konde wederkeeren om dit in ’t werek te ftellen, fprong de mijne,die wel £en mijne wcrcktc ; waut fy gaf ccn geweldigen flagh: twee Italianen wierden uyt het contrefcharp in ’t leger gefmeten, waer van d’eene feer gequetft was, maer d’andere weynigh ; defe wierden van Prins Maurits fcherpelijck ondervraeght,omuyt haer de gelegentheydt der ftadt te verftacn, het welck fy goetwilligh deden ; en fèyden , dat’er, door het fpringen van die mijne, wel twee hon-dert gebleven waren, alfoo ’er veel volcks by een was. Op het fpringen van de mijne ftonden omtrent drie hondert Franfche fbldaten vaerdigh, om een aenval op de breffe te doen, die terftont de plaets innamen en befètten, en d’andere ver-baeft overvielen en in de vlucht nae de ftad dre-
die ^roete ^chade doet.
ven : maer de belegerden dreven de Françoylen die volghden weder met grooten moed te rugh ; doch foo niet,oft iy behielden en befetten eenen
hoek van ’t fèlve contrefcharp; niet vermogende op die tijdt het fèlve geheel te vermeefteren, om dat ’er een courador oft bedeckte weg was, die de belegerde op voordeel tot befcherming van ’t contrefèharp gemaeckt hadden, waer uyt fy dapper fèhoten ; foo dat’er wel veertigh van de beleggers doodt bleven, en fèventigh ge-van quetft wierden. Onder de dooden waren vijf Ca-den jongenMarquette,Lieutenant van Prins Maurits lijfwacht, een kloeck jong Edelman, die fèer beklaeght wierdt; fijnlig-haem wiert te Wefèl heerlijck, met alle krijghs-ceremonien, begraven, vergefèlfchapt van de . ’ Graven Ernft Cafimir, Lodewijck van Naffou, met veel Heeren en Capiteynen, nevens de ge-
graven aen de Santer-poort fülcken voortgang gehadt, dat de belegerde , vreelènde het Iptingen van de Mijnen , de geheele contre/charp Het con-^ oft courador op den ló ’s nachts, meer uyt vrees dan noot, verlieten ; om dat ly des daegs gehen hadden, dat noch een kleyne mijne in ’t contrefcharp aen de Caffel-poort gelprongen wasjwaer door die van binnen gedwongen wielden haer geheel in de ftadt te begeven j en werden daer door hoe langer hoe meer benaeut.
Op den 28 lulii heeft Prins Maurits, na dat Ten tireede alle de Mijnen gereet waren om te laten fprin-gen,de ftadt andermael doen op-eyftchen, waer na de belegerde begonden te luyfterenjverïoec-kende,eer men tot eenigh gefpreck van accoort foude komen, poften na Gelder te mogen uyt-ïènden, om na haer toegefèyt en lang-verwacht ontfet te vernemen : ’t welck haer wierdt gewey-gert, en rondt afgeflagen; en men ftyde,dat den tijdt fulcks niet konde lij den. Waer op fy eynde-lijck , na eenige onderhandeling door den trom-petter,relblveerden den Ritmeefter Boetbergen, met Francifto Nello cen Italiaen, in ’t leger by Prins Maurits te lènden,de welcke op den 30 lulii aldaer gekomen fijn, en van dien ïèlven dagh ’t ^ccoari noch het ver dragh hebben gefloten,bedingende nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;
Dootit
Calerjen hefieet ,
tn ten over-gebracht.
heele garde van Prins Maurits.
Den i8 lulii dede Prins Maurits den anderen hoeck van den ielven Courador oock mineeren, maer die van binnen verlieten die den twintigh-ften. Dies wiert terftont een galery befteet te maken , om aen den wal te mogen komen ; en des anderen daeghs noch twee andere gale-ryen. Terwijle men daer aen arbeyde, waren de gravers voor de Santer-poort, tot verfcheyden plaetlèn , oock dicht aen ’t contrefcharp gekomen , en begonden den 13 het felve te onder-■- graven. Daer wert oock een galerye overgebracht aen de Caflel-poortnae de wal van de ftadt,daer men den 24 der lelve maent onder be
gon te graven oft mineeren.
De ftadt nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;PHns Mauiits had op den 2 y lulii de ftadt la-
•p-gtejfiht. ten op-eyffchen, maer kreegh tot antwoort, dat fÿ noch maer twee dagen waren belegert ge-wceft, rekenende van den dagh dat fÿ de contrefcharp verloren hadden j en haren Gouverneur was geen kint,macr cen fbldaet, die men betrou-' de dat fijn plicht fou doen; dies konden fy tot de overgeving noch niet bèfluyten. Evenwel vuurden fy des nachts dickmael op haer torens, ais ickerc teeckenen van benautheyt.
Ondertuffehen heeft hetfappeeren oft onder-
fèer goede voorwaerden voordeftad, burgeren, en Ibldaten. Dus is defè ftereke ftadt Rhijnberk, die met veel volcks voorfien was, in feven weec-ken gewonnen.
Op den eerften Augufti is , volgens het ac-coort, den Stadt-houder Don leronymo Lopes de la Villa, met het guarnifoen uyt Rhijnberck getrocken, beftaende infèftien vaendelcn voet-Knechten, en4j ruyteren, nevens 80 boots-ge-fellenj uytbrengende 1247 gefonde en weerbare mannen, nevens 370 foo fiecke als gequetfte foldaten,en 209 wagenen om de bagagie en haer kraneken op te voeren. Daer volgde een groote menighte van vrouwen en kinderen , nemende haren wegh na Gelder.De ftad was door ’t fcbieten fèer befthadight ; en men fèyde, dat in dit beleghwel iroololdaten gebleven waren. Men vont’er vijftigh tonnen bus-kruyt,en noch voor twee maenden leef-tocht ; maer medicamenten, en andere nootlakelijckheden voor de fiecke en gequetfte fóldaten, ontbraken haer.
By de Heeren Staten , en Prins Maurits wert befloten, dat men defè ftadt, als een Frontier, wel foude bewaren, (fijnde een plaets wel weer-digh, om met gemeene koften des Rijeks be-waert te werden, op dat ’er geen vreemde heyr-tochten meer mochten overkomen,)fbo weiten dienft van de verecnighde Provintien, als voor hun gebuurendes heyligen Rijeks verwanten, die aen de bevrijding des Rhijnftrooms veel gelegen is.Hebben derhalven die dapper laten ver- '.JerflmTe» ftereken, en een grooter fchans op de Middel- de/eßadt, weert ofte Eylandt des Rhijns laten maken , die noch eer ’t leger vertrock voor een groote fbm-me gelts befteet wierdt. Den Colonel Edmondt van Giftelles werdt by de Heeren Staten Ge-nerael en Prins Maurits voor Gouverneur bin-nen Rhijnberck geftelt, een man van kloecke dapperheyt, die wel waerdigh was,dat men hem fóo een ftadt betroude.
HET B E L E G H
van
R H Y N B E R C K,
Door de wapenen der
Heeren Staten van de Vereenighde Nederlanden,
onder ’t beleyt van FREDERICK HENRIC K, Prins van Oranje, amp;c. Opper-Veltheer van hare Legers, amp;c.
I^eor Spi- Ls dele Stade door Prins Maurits in’t jaer M D c I, gelijck wy ter-ftontvernaelt hebben, gewonnen was,is ly onder ’t gebiedt der Heeren Staten van de Vereenighde Nederlanden gebleven tot het jaer MD c vi: want den Mar- qyjj Spinola haer toen voor de Koning van Spanje veroverde j waer door de landen van Gelder, Zutphen en Over-Yflel onvry wierden , enten deel onder contributie quamen. Derhalven hebben de gemelde Hog. Mog. Heeren Staten Generael,en de Prins van Oranje, in ’t jaer m d c xxxiii, weder befloten defe Stadt ' te belegeren, en, waer ’t mogelijck, te winnen om daer door de voorïêyde landen van d’over-laft te verlofTen, den Rhijnftroom te openen, en dele landen , om loo te Ipreken, als aen Duyts-Der Staten landt te hechtcu. Tot delen eynde fijn alle oor-loghs-gereetfehappen, tot foo een belegering dienftigh en noodigh, de Rhijn opgefonden j en aen alle guarnilbenen patenten afgevaerdight, datfe haer ter beftemder tijdt naer den Elteren-bergh, en daer omtrent, louden begeven, om al-loo ’t leger te vergaderen. In ’t laetlle van April fijn de Prins van Oranje en Graef Willem van Naflou uyt ’s Gravenhage naer ’t krijghs-heir gereyfl:. De Rhijn was in delè tijdt uy ter maten hoogh, ’t welck hem leer verhinderde ; lbo dat den gemelden Prince eerft: den feilen Mey met fijn volck en paerden, die in omtrent twee duy-lènt Ichepen waren, by de Beeck en den hoogen f» kpmt bergh by Santen is geland. Hy Ibnd de ruy-“staelf^^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;opwaerts naer Rhij nberck, en volghde wey- |
nigh dagen daerna met het gros van ’t leger van Santen naer de felve Stadt, by welcke hy des avonts logeerde : en liet Graef Willem met eeni-ge Regimenten naer beneden gaen. Den xiii der gemelde maent Mey fijn de quartieren om de Stadt afgelleken. Die van binnen loden hun gelehnt de lelve dagh verlcheyde mael over S. An-nenbergh inT quartier van de Prins,fonder eeni-ge Ichade te doen. De volgende dagen werden de retrenchementen bedeet en begonnen , van Be^i» vati het quartier van de Prins tot aen dat van Graef Maurits j en dracks daerna om het gantfehe leger. Die van de Stadt fchoten verfeneyde mael met hun canon in het gemelde quartier van de Prins , waer door eenige Ibldaten gedoot en ge-quetd fijn. Men begon op twee plaetlen naer de d'eerßeap-Stadt te approcheren , te weten , d’Engelfchen * over de Lut, de Franfchen en Nederlanders te làmen over de Grift, die men toedamde , waer door het water beneden den Dam naer de Stadt gantfeh kleyn, jae byna droogh wierdt. Men maeckte oock een brugge nevens een dam door het lage lant over de Lut, om bequamelijck naer d’Engelfche approche te komen. Het approcheren gelchiede in ’t eerd met lulck een llilheydt, dat het die van binnen niet gewaer wierden. Maer de volgende dagen begonnen ly leer derck op de Franlche approche,en,gelijk te voren,in’t quartier van de Prins te lchieten,waer door verlcheyde perfoonen doot bleven. De beleggers antwoorden hen met vijf ducken van hare eerde enbaterjf. baterye, diele op S. Annenbergh opgerecht hadden j en gingen gedurigh met hare approchen voort : foo dat d’Engellcnen met de hare tot aen een wintmolen,omtrent 40 roeden van de buyte-wercken der dadt, quamen. Oock wierd eenige dagen acn wederfijden met heftigh Ichieten, tot onderlinge Ichade en verlies van volck, voortgevaren : want die van buyten gedadigh naerder-den.’t welck de dedelingen met hun kanon poogden te beletten. Seker koegel, uyt de Stadt komende , doegh de tent van den Lieutenant ge-nerael van d’artillery ter aerde -, doch hy lèlf, en die by hem daer in waren,bleven onbelchadight. Als’t beleghomtrent acht d^gen geduert had, vermeederden de Franlchen en Nederlanders, onder ’t beleyt van Graef Maurits, dormender-handt een aerden redout, daer ly terdont een baterye van maeckten. De Engellchen avanceerden oock dapper met hare approchen, en verloren in een nacht acht wereklieden. In de lelve kreeghde vermaerde Ingenieur Theodorus Niels Dcnino«-door ’t Ichieten een doodelijeke wonde,waer van hy twee dagen daerna overleed. De gemelde Engellchen fclioten oock van hare nieuwe baterye d d 3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;met |
OB SIDIO
ctdr^muiL exp-çjjct ciun stds dùrtcisi'.
nrnici o_periz Celebris' et ù Jrt^lcis Tetri ^antenn lacobi Culeri-burgh ^ntig. iSaj.
/Ua,') n9.rASi-. ri
Ogt;Â
- Ml-.,.
‘f^roecfthu^i
. ~Vitei.d.
A^'
9 i2/A»
Welel
5anten
Zonlbeecl-
'amp;iÿ:ter wacht
î.nei’ Sek
jl Aom Tlu ■■ g
ringen. □
° s.
O i7#/*Zc
Q ylerum-
'^enraiL J
iV? '
nO»-^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beaannen. iGerck
TtW
van Solnis
SiîîrcîJ
t Logeman
'•^po^h
C‘.lt;evclt
SuechtAl
'Labirecht-
• flj» ,.î^ ,
’Onßd
xTÛUeiL t
Veilem W
5te vens
.Atafc^clt
«Jf
.a lt;4 “ sA io
..^----- ,, O’JI
a. .. - QiA^A^I^a® ’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ta f»a. A
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«AwOo
-og^^-£tiffeyôhe Aproche
A......
.....
...A I
Hu/èn
.. . ^.9.. ■
t^^ÿirttcr van Je *Sootf -a^Uen J^r StaJtf
ifei O£ S.^
La.eafj£
\/a.
•■% 9k^vgt;Xlt;gt;UMU'U»’Ugt;'^
-^^9gt; nbsp;nbsp;nbsp;-, nbsp;nbsp;.......
'**• ilt;a 'UleylanJett.
_____
uartier vau
rHeer van BredenroJe
l eenHoni/en JtSoaeti toom.
2 het TC^eeL
J het Arnonitei att^e de amp;rootc JCerck g het “Raet jft^s É de Aarckt P het Governetire Sfnys S jfooae Katten, a “ßeneckee taech voortheogelan. xo Sliyjèn. ofi:e verlaten ti Tdater vHolen tz idervallen verck 1} Sant Toort xgLut ‘Poort tp Ci^fêl Poort xS'RynPaart^aet niet buyten. xp quot;Redout by GHitourits verovdi tS Pedont bif de Gt^egêi aen^epraven 10 txvec wint vdolenf
Aê '''quot;Vi»
Bott crgen
‘Betrèncieet
.....
.....
LF'«
ft
Si^ laonJert
•iiI’UV’iI'TomT
=ii=:ï^ -xQÂÆo
iiiniiirriiiilIrlIiiijnnvi.x’flSS nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;**
1 .-HiftW
.,3’'
■■zg .
Mourits van Xa/ïou.
lt;XV.£Lûfl
A
ÔmCLtl'S iLopiinentr van. Graef Âourits-
® ...
~ .,roo?:^-S-lt;gt;^ - - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■■'g, ...........
- Het », a ..ftft a» , .^nroeck „ -*quot;quot;quot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Z’.;-;
a ÎZS-quot;'-*--Z ...ai-/'* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;5.....„Z quot;’quot;Z,«.-!.,
■ ‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-ft...'quot;’'quot;'a
0.... ..elt; 01-Ä-®. JSL»-».® , o'i '1^-'-»a..«-a -- ’ quot;j? quot;nbsp;■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ft ' 9L- 'a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’a.
'.quot;.„ft nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«-
.îquot;'quot;S'-4ï“'Ss» »«AÎgt;'lî’°-8'â‘4-,•
a nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■’ S.g^9 «.....-gt;.',a
a. „ -ft »' a a ■'--» -gt;r-quot; --quot; a-.« Âftftâ. ft*“-
» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;ft A;;îiL^gt;
, ê............ft.....
A- A., a Avc.^-'' - nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■''.....’ ®Z.
•»wytin.,,,
amp;lt;»
Tdaetnijiet van Jit Tren'l I
t^leyckeryc voor de SolJatetL
'. 3ë1elfev'0, -
Nicolai Ioanni5
meer E)o veel als te voren op des Princen quartier hun gelchut loflen. In de Franiche approche en Capàey» evcnwcl wierdt Capiteyn Villers door een mus- l''illen nt- fchoten. ften dagh der volgende maent lunii is een trom- fipebiye plaetfien,met deperfioonen die een ieder tot beyta-petter in de Stadt gefonden , om van wegen de Hoogh. Mog. Heeren Staten Generael en fijne Princelijeke Excellentie de Stadt op te eylchen,-waer op van wederfijden het Ichieten ftil ftont, ^y/cbt. niet fes halve kartouwen op de Stadt,terwijl men op d’andre bateryen niet ftÜ ftontj in voegen dat de belegerde loo veel te doen kregen, datlè niet ket-koegel gedoot. De laetfte dagen der gemelde maent Mey is niets anders gedaen , ftan byna gedurigh Ichieten en approcheren van de beleggers, waer op die van binnen dickwijls antwoorden, Twee perloonen gingen op de gemelde wintmolen,by d’Engellche approche ftaende,om van daer de wereken van de belegerde, die ly tot hare be/cherming maeckten, te befien. Den eer-hoewel men met graven voortging. Doch hier volghde niets anders na, dan dat men tegen den avont op nieu aen wederfijden ftereker, dan ooit te voren, begon te lchieten,’t welck tot het midden van de nacht duerde ; toen riepen die van binnen om ftilftant, en fèyden,datle het accoort, dat haer de Prins van Oranje voorgeftelt had, X. Dat die gene die yan yoegen de Koning yan Span-volkomentlijck toeftonden en aennamen. Dit jen eenigh beytind ofit adminiflratie hebben gehad, fioo yan wierd de Vorft gebootichapt, die terftont beval, dat men niet meer fou fchieten. Daer op wierd des anderen daeghs het Verdragh getroft'en, van ’t welck de voornaemfte punten waren : Titnicnvan ]Kat aengaet de exercitie yan de Room(che religie tKerdragh. Rhijnberck, de Hoog. Mog. Heeren Staten Generael Dereenighde Nederlanden, (uilen met den Heere Cheur-yuffi y an Ceulen , malkanderen daer oyer ytel yerfiaen, en (al dien yolgens een iegelijck, fioo geefielijck alsyyerelt-lijck , fich hebben te reguleren naer 't gene by de hoogh-ge-dachte Heeren daer innefial yperden goet geyonden,mits dat alle Geeftelijcke in hare goederen fiullen yterden gemainti-neert. Gelijck mede dat alle religieufie Drouyy-perfioonen in haer kloofiler yry en ongemolefieert fiullen mogen blijyen ypoonen, en dat de priyilegien yan defiebe Stadt en derfiel-yer borgerye, fiullen blijyen in haer geheel en onyerkort.
|
Koning quot;pan Spanjen toebehoorende, fonder eenige fraude, geleiJertfiullen ytorden in handen Dan den genen,die Jijn Ex-cell. daer toe (al committeren, geen 'yan dien uytgejondert.
Volgens ’t Verdragh fijn op de ïèlve dagh na de middagh in de buyten-wercken der Stadt, en in de twee Schanfien aen de beyde fijden des Rhijns, eenige van der Heeren Staten volck ge-trocken, om die te befetten, na dat de Koning-fchen de lelve ontruymt hadden. Den vierden Overge^ lunii is al het guarnifoen der Spaenichen, be- ’quot;»X-ftaende in dartigh vaendelen te voet en een te paerde,met haer volle geweer uytgetrocken,mc-de nemende twee van de befte ftucken gefchuts. In de Stadt vond men noch xxxii lbo metale als ylère ftucken,eenige tonnen buspoeder,en ander oorloghs-gereetfchap. Dus is defe Stadt in drie weeken door ’t leger der Heeren Staten, onder |
MEVIS en haer B E L E G H,
voor de Staten der Vereenighde Nederlanden,
Onder ’t beleyt van
PRINS MAVRITS VAN NASSOV,
Opper-Veldtheer over hare Legers, amp;c.
In ’t jaer clo Ij xcvii.
Eurs leyt omtrent cen • mijl van denRhijn,acn de wefl-fijde, en werdt : allôonae dé Graeflijck-J heydt genoemt j is de ƒ Hooft- en eenige Stadt P, Heeren. .Aenfla^ dp defè van Ordingen en Or-Iby, en foo veel van Roer-oort, twee mijlen van Rhijnberck, en vier van Wefel. Wert voor een ftereke Stad'., gehouden, voorfien met een lchoon en fterek kafteel. Dit Graeffehap is aen ’t Huys van Nalfou gekomen na de doodt van Walburgh, eèrft weduwe van Philips van Montmorancy , Grave van Hoorn, door den Hertogh van Alva ontlialftj en daer nae hertrout met Adolf, Grave van Meurs, Niçnaer,en Alpen,Gouverneur van Gelderlandt en Uitrecht, die in ’t jaer duyfent vijfhondert negen-en-tachtigh Ibnder kinderen ftorf, en maeckte fijn gemalin de voornoemde Walburgh tot erfgenaem fijner goederen, de welcke het Graeflchap Meurs aen Maurits van Nalfou,Prins van Oranje, gegeven heeft, die het fijn broeder en erfgenaem Frederick Henrick naliet,van wien het op fijn eenige lbon Prins Willem van Oranje, in ’t jaer cb b c l overleden,gekomen is^ door wiens dood fijn lbon Willem Henrik,acht dagen nae fijn afftervengeboren, Prins van Oranje, en Graef van Nalfou, van Meurs, amp;c. geworden is. Dele Stadt is, gedurende de laetfte oorloge, twecmael van Prins Maurits belegert en inge-nomenjvan ’t eerfte belegh,’t welck het grootfte was, is de Teyckening ons ter handt gekomen, en hier bygevoeght:maer wy lullen eerft de toevallen na net innemen verhalen, en dan de be-Ichrijving van de belegering. |
In’tjaer cb b xcviii,inde maent Van Meert, hadden de Spâenfche eenen aenflagh met Ichuy-ten, die alreede in ’t meir Waren gebracht, op de ftad van Meurs,dewelcke haer milluckte.In’t lel-ve jaer,in de maent vanluly,heeft de Voornoem-de Walburah, Gravin van Meurs , nae lans ver-fôo genoemt wîert die den Vorfl: van CÎeef daer in geleyt hadt,om de ftadt en ’t Graeflcliap voor hem te verfèeckeren : daer Prins Maurits niet wel over te vreden was j want hy verftont, dat het Graefîchap hem toebehoorde door gifte van de gemelde Gravinne. Hy Ibndt derhalven denóAugufti desfèlven jaers den Ritmeefter Cloet, en den Colonel Edmonts, mét ii cor-netten ruytérs , om de plaets in fijnen naem op te eyfichen,maer het guarnilben wilde niet hoo-ren noch wij eken: waerom Prins Maurits de volgende dagh fèlfs daer voor gekomen is, met 2 y cornetten ruyters , en 35 vaendelen voetknechten , met lès halve Canons j die van binnen dit fiende, hebben haer goetwilligh oVergege- , ven y en fijn daer uytgetrocken. Prins Maurits heeft toen lèlfs guarniloen daer in geleyt, en ee-nige ordre gegeven om ’t kafteel te ftereken , en in vijf bolwercken te leggen, ’twelckover de hondert duyfent guldens gekoft heeft : hy wiert daer , op den ii Augufti, met alle behoorlijeke ceremoniën, voor Landts-heér gehult. die nentrael gen, om het kafteel en de ftadt van Meurs neu-niogcQ befitten ; heeft oock gelijeke verklaring van de Staten Generael derVeree-nigde Prpvintien verworven; en lbo is haer’t lèl-ve vry overgelevert. In ’t jaer cl:j lo C i, lagh in de ftadt en kafteel van Meurs , na de doodt van de Gravin , cen befetting van hane-veeren, volck dat al- wort. In’t jaer c ï□ In c v, op den 2jlulii, is de oude ftadt van Meurs geheel afgebrant, fonder dat men wift wie dat vuur ontftéecken had,- men vermoede dat het behendelijck van de Spaen-fthe, die daer omtrent het gantlche landt doorliepen , gedaen was ; maer men konde noyt rechte fekerheydt bekomen. Delen brant gaf geen kleyn nadeneken by Prins Maurits,te meer, allbo hy verftont dat Wachtendonek fich lbo haeftig had overgegeven^ dies hy belloot Meurs wel te vcrlbrgen,lond noch leven vaendelen voetknechten daer binnen , en een Ingenieur, met laft, om in alle haeft daer buyten-wercken aen temaken,om de plaets beter te belchermen,lbo daer belegh voorviel : maer de Spaenlche en quamen niet aen niet te min liet Prins Maurits voor die tijdt Meurs ftérek belet blijven* Dus ver van de ftadt ; wy lullen nu ’t belegh van Prins Maurits vervolgen. Graef Herman van den Bergh is in ’t jaer cb lo XCVII den 21 Augufti met omtrent twee duylcnt te Voet, en leven oft acht cornetten ruyters, binnen Gelder gekomen ; het voetvolck wiert beleyt by Don Alonzo de Luna , Gouverneur van Lier, en de ruyters by Francüco de Pa-diglia,van jneening lijnde, lbo Rhijnberck noch niet overgegeven en was , dat te ontlètten , en volck in te brengen j maer verftaende dat Prins Maurits het gewonnen had , is met fijn by-heb-bende volck weder vertrocken, en heeft fich tot Arfen by de Mafe gelegcrt. Daer nae is hy over e e nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de |
’£ BELEGH V de Ma/è getrocken, daer de flagh by Turnhout ■ gcfchict was ; cn fondt binnen Meurs omtrent i vier hondert mannen boven de twee liondert ■ die twee dagen te voren daer van Maeftricht in- : gekomen waren. Om Meurs te ver/èkeren, had den Gouverneur fijnen Lieutenant, Arent Boe-kop , bevolen, dat hy de Camille-Schans verlaten loude , en met fijn volck binnen Meurs komen j ’t welckde voorlz. Boekop’s nachts nae den 24 Aiigufti, als hy verftont dat den Grave van Hohcnlo met eenige ruy ters op de been was, die niet anders dan met fijn huysvrou naDuyts-landt geconvoyeert wiert, met lulckcn hacft ge~ daen heeft, dat hy drie ducken gelchuts in de Schans heeft gelaten ; namelijck , een Canon, een half Canon,en ccnveldt-ftuck. Dele Schans was genaemt na een Italiaens Capiteyn, Camillo Sachino, diele hadt doen maken, een vermaert Godtloos menlch , hy lelve noemdefe MutiUana allbo men gelchrevcn vont in een Kapelleken ftaende binnen de Schans ,in Latijn als volght: Mutiliana me fecityMutihanam fupra lihenumfiindayi, ubi moriar nefcio. Ego Camillus Sachinus, hanc inexpu-gnabilem arcemycum loir tute ammi propriapecuniafun-daygt;i, Anno falutis clo lo Lxxxvii, militans fub Alexandro FarnefiOjinJerDicio Regis Catholici. In quo loco Atila Gotthorum Rex fundamenta urbis AJciburgi de-ftruxitj olimfundati ab Vlyjfe à Pub. Ennio Confule Romano reflaurati. dat is : Mutilianus heeft my ge-maeckt i en ditMutilianaop den Rhijngebouyot-, ypaer ick fleryen fal, yoeet ick niet. lek Camilla'S SachinU'S heb defe feer flereke Schans door mijn ytermogenen op mijn eygen koflen ge flicht in ’tjaer der Jaligheydt c I o I o Lxxxvi I, oorlogende onder Alexander Farnefe,in den dienfl 'Van den Catholijken Koning.In yoelckeplaets Attila der Gothen Koning de grontyeflen der fladt A/ciburghj eertijds quot;yan Flyffesgeflichtyenygt;an Pub. Ennius Room/ch Burgermeefler herboicyot, 'pcr'ypoefl heeft. Deien Camillus heeft langen tijdt Gouverneur van Meurs geweeft, veel daer aen laten bouwen , en de for-tificatien,loo aen ’t kafteel als de ft ad t, doen verbeteren 5 gevende door fijn wer eken veel lieden quaet vermoeden, dat hy fijnen doel aldaervad letten,en metter tijdt dit Gracflchap onder hem trecken wilde. quot;Tly wierdt, na de doodt van den Hertogh van Parma, toen d’Italiaenlche natie veel gund te Hoof verloor , nacr Brulfel beroepen, en is op die reylè haedelijck gedorven. Prins Maurits liet de verlate Camille-Schans afbreken cn dechten : cn, verdaen hebbende dat Graef Herman van den Bergh over de Male met fijn volck vertrocken was, heeft den 26 Augudi Meurs en hare gelegentheydt befichtight, ver-gefellchapt lijnde met elf cornetten paerden, cn omtrent duylènt mannen te voet ,• weder-keerende door de Camille-Schans, befioot de lelve dadt aen te taden. Tot welchen eynde,alloo het paerde-volck, dat den Grave van Hohenlo met fijn huys-vrou, de Gravin van Buren , nae Duy tllandt hadden verlèllchapt,nu weder gekomen was, is Prins Maurits, na dat hy dc fchepen had belad nae de Camille-Schans op te varen , den 28 Augudi, des felven jaers , met het gant-Iche leger gemarcheert nae dele dadt,welcK be-dont inlediïih vaendelcn voetknechten,en een-en-twintig cornetten paerden,dc welche hy noch
Camille-Sc^ms.
ten lèlven dage in twee quartieren daer voor leyde. Het eene , welènde wel het grootde , voor de Kerch- en Heen-poorte, alwaer hy Iclf met negen-cn-veertigh vaendelen voethnech-ten, en al de ruytery lagh. Het ander voor de Poort van de nieuwe dadt, wacr den Heer van Kloetingen met les vaendelen van fijn Rcgi-ment,en vijf van het Regiment van Wed-Vrief. landt, onder het beleyt van den Overden Duy-venvoorde , gelogeert waren. Daer was voor Gouverneur binnen Meurs een Spanjaert, Don Andreas de Miranda genaemt,met acht hondert en vijftigh mannen, meed Spanjaerden , van de welche men groote tegenweer, om de roem-gierigheydt van die natie, verwachte; want dele plaets leght een mijl van den Rhijnlandewacrts in, aen de wed-fijde, daer des Cardinaels macht bed aenhomen honde. In ’t naderenvan ’t leger fijnder eenige lchermutlèlen gevallen voor dc Kerche die buyten de poort is , welche den vy-ant inhiel tot op den avont, dat twee Schotlché vaendelen quamen,óm de Vrielen,die de wacht aldaer hadden, te verlolTen. Daer naer lchreef tuaerphoa-Prins Maurits een brief van waerlchouwing aen den Gouverneur , hoe fijn meening was het ha- . deel aen te taden, dat hy fijn bed daer tegen te doen had, cn de dadt, die hy doch niet houden hon, verlchoonen, en opgeven lou, om geenoor-lacch van ’t bederf der arme burgers te fijn, die neutrale Rijchs-onderlaten waren, enwien den oorlogh niet betrede, oft hy wilde fulchs op fijn perlbon verhalen. Hy antwoorde doutelijch op delen brief : de Stadt is my bevolen te bewaren ftjn ant-van des Konings wegen,ickwil daer in mijn bed doen, ter eeren en diend van fijne Majedeyt, cn verderf van die my dillen aentaden. En lbo den Koning daer door gedient ware,wilde ichdedad, alwaer ly lchoon mijn eygen, in brant deken.
Des anderen daeghsheeft men fich begraven, en des avonts de loop-graven beginnen te maken , met vijftien vaendelen voetknechten, namelijck , vijf van het Vrielche Regiment , vier van ’t Engelfche , vier van ’t Schotlche, en twee van den Grave van Solms : de Vrielen voor de Steen-poort, de Schotten met die wan Solms voor de Kerck-poort,en de Engellchen tulTchen bey de poorten. Op delen avont wierdt den Schotlchen Capiteyn Waddel doodt-gelchoten. Prins Maurits hadde twaelf ducken gelchuts doen'’brengen, de welckehy des nachts den 31 De Stadt Augudi heeft doen planten, en met eenige des anderen daeghs de dadt beginnen te belchie-ten. Op den navolgende nacht is men met de , loopgraven gekomen uyt het quartier van de ■ Vrielen, tot op de kant van de graft, deweicke naeu en ondiep was ; maer overmits dat men op andere plaetfen , door den grooten regen en quaet weder,lbo na niet was geraeckt, heeft men noch op den tweeden September niet van al de batteryen gelchoten , gelijck Prins Maurits had semcent ; met voornemen om daer-en-tulTchen te gaen logeeren op de graften,en onder’t faveur van ’t fchieten, met behulp van de nieuwe gcin-venteerde biesbruggen, die men in de graden , kinder groot gerucht te maken,kon lcggen,over de felve in de wallen van de dadt te komen.
Graef
L
..Ooftft------
gO, ,900
00 .... 0®
oOn . '
aftquot;«9.......... Qö .....
.0(10« .
ftOóöO nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.K
»... ..... •0'’
''^ÛqO.„pQ' 9
...........PoO' ■ ’ • quot;nbsp;0 ,
... ,OÛ,
...oO
Qft
...... o PÖGü......
.....0'0003...............
90 ....
,60. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...
.00.,,
...03
Q nO a.....9oft
.'00..,.Q...... nû».
...fl« ......00 ....
0......9o ......,00^---/l «nriOft, ,,ÓP, 60 '• 'O -
...........ooft.
.......QoO.....0.. -■■
ooa.M.o,
„.O,, «lt;T....9 00 ...........
.90.
,oOo8,...,li..a a 9 Pm/......ö 080'.....■. a.
O‘\lt;5o9 ,...^o3oo ,,..0oo,
Oamp;p Ö0
000^......a...
.onQ,
ÛQ....................
9$......9.0.
.00
aa „Ooo,.....npo««
0.
.0
,0.....O. a.'.
..........quot;quot;ûÔ 0Ô9 ö.....quot;’ .....000®
.......ÔO^OOQ ....-0......
.ftSoÖ. ,.ön....... ......o'Oft.
o o..................oOoO......
.«3oQ9......
“PSoop
n(r
t)a 30
.igt; û®-
0Ä,..
Q 00.
... Afl oO......îftO®ô......
.9 ••
„^aaO......00®......'...............
09..............00
o9 o«”?.. ......oaOo,,
.....3Û0..
...oqoo.......
..03..
.lt;Q 003
..... ClôÛ.,
0n...
,pftQQ......ftO’*
'quot;.»0000., „0na..........00quot;
.,00 ft Oft. ......Oft... ■■ .......so.
•00.oOO..
0Ô fto »0 oft.............
ooÛ.Q,.
oao.......®ft'
po..
oClO ■
..9o^ .....O,
.n9 ....on
hOo'in
qo.,
.0 OftQ........
aüo„
.....O »0,.. ,,a a 09 ...o,.,..
• ' «o.......
.....o.....
,ooo.........on..
oOopftO'
oO.
0.....
OO ......00.....
• quot;0 ......
ArmAs
'■ fifi ' ... 00 ft 00
O '-..P'..........
.00 00. , . . o®
.oOft______
on.....O.
o « £K00.
(......ooaa......0..
.....O
o O oft o,,.........ft...
000
OO o3ft
0quot;
..o
.....o9 00
o OoO’
n0n3ftO....O, .
’»Onönnoft. .,q.,
ft oG,
,. 0 0 0 f)9 _ oftO............Î ,3 oft ftO-.'’'ö........
.......oftoft..quot;®quot;'
,0.;.
.. ..fioft,. o on.......1. eoftftO.
nOó. 00. ..:.■.
0 o 000
oß..
'90.....
-Oquot;
ao..... on.....ft ... ..........O ft 0«.
»0..........p......
...... Of)..............90
■.....ftft .........on ftft
.(ictOn
ft....Ooft
a.
'...Ooo......
A nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;00.......o.
^ûûnft... 66.........
., ,,...9oOoo......
ó»0............ftOft ' quot;O
oft,,.. 0 no.....
.................
qQ.....0........
ftö
•Oft ft
000
Oft.......,.,,0.....8ft.. .
........000, .«cO,.....f»® ...O 00.......Q...J...
..00.....0,.„, .....aa ,. . ..o.^oo
nn 0.0-.. ■0quot;
o?.?.™, o o.....
.....»8.......
oS.......0 lift........rt J) .
.00».......oPaJQ......oöO.......
,P 0 90.....
........................0 Dfl...........a»..;..a »00.. ,40_____afioo —
«do ftft o
.o9...........0«.............
o 00..... lOoÔûO.....Ö)......
•■■•■• ........ 00
, .....a 08......ft........
......Oftop .......... ... 0066 . .,
S. £x^G-ra^ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fn^£ S-ra^ Zifillem
?quot;........008...........a a
«000,...0....... “
oSap
,00 8P.............
..Oft ®^.. ..,, .. .9....... oft............non?.«
' 0quot; quot;nbsp;ft 0ft 0 oQ O 9
Anna
. .. Oft «0,
aft.......0000......
......0 p n 00
ooft.....ft '•quot; ........O,.,
0 0 »ö 999
0 c9a ...-.....
. vci£- e-ra.tc£.
•d.........
■ ...O......... ftS on,,,,.,,,7TrrTh..ftOO
......p.quot; »9......
,0..,. oPOP............0.'
pO...............■
.....9'),,,,!5 00
9.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,.9 0...... o a a.......
•y ft
.......oa on o
ftü o ..... oqQft
’t B E L E G îî
Lm nbsp;nbsp;Gi acf iiin van NaiïoUjCn fijn broeder,defè be-
t leger. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verftaende, fijn, uyt nieusgieriglieyt en
luit tot den oorlogli, op Iiaer eygen kollen, met weynigli dicnaers derwaerts getrocken, en hebben niet alleen met groot gevaer , in het Stift Munfter, maeroockniet ver van Meurs, door des vyants leger moeten trecken.
d oen de Gouverneur Andreas de Miranda fach, dat Prins Maurits hem foo na quam, heeft hy, buy ten yders vermoeden, (hebbende gebrek van pulver, daer hy meende wel van voorfien te welen, maer de vaten geopent lijnde, heeft men bevonden dat het niet anders dan falpeter was,en onmogclijck om in lulckcn tijd daer pulver van 'vmieur ' makcn,)eencn Tromllagcr korts na den mid-wrrothiac- dag aen Prins Maurits jrelonden om te accorde-ren,gt;begccrcndc twee Oil agiers voor degene die hy uytienden lbude,’t welck den Prins aen-nam, • lendende daer binnen den Fleer van Giftelles j Gverfte Lieutenant van den Grave van Solms, alfoo fijn fchoon-moeder binnen delladtwas, met Capiteyn ingenhaven : en quamenuytde Had by den Prins, Capiteyn Boekop,Lieutenant van den Gouverneur, en Capiteyn Muchet, die na lange ondcrhandeling,eyndelijk noch op den tweeden September fijn veraccordert ; datlè de dat hy wr- Had en kalled aen Prins Maurits overgeven fou-«'«’A j den, mits dat hy de Gouverneurs huysvrou , die in ’t CeuHche landt was , in de lladt loude leveren , ’t welck gelchiede want de Prins Ibnd op den derden September een trompetter met ee-nige wagenen nae de vlccke van Lint, daer de Gouverneurs huysvrou haer onthielt, om haer af te halen. Soo haeH als ly in de lladt was gekomen ,heeft het guarniloen fich gereet gemaeckt dies hy de OOI uyt tc trcckcn. Daer trocKen omtrent acht over-^ hondert en dertigh mannen,meell Spanjaerden, ' uyt, met vaendelen wapenen , en bagagie , nemende met haer omtrent veertigh wagens, volgens het accoort,voor de welcke Capiteyn Boekop in gijlèling bleef. Daér wiert een kartouw , fchietende vijftigh ponden ylèrs, gevonden; den Gouverneur verlocht, om eers wille , aen Prins Maurits, ’t felve te mogen mede nemen : hy lchonk het hem al lachende,doch met dele conditie, dat hy Miranda immers geene Heden daer , mee lou belchieten, ’t welck hy beloofde. Dele z'an’tfiivc. heeft fich , meer uyt vrees dan nootshal-ven, opgegeven ; want hadden ly ’t noch eenige dagen gehouden, en het weer in die geHalte gebleven , ’t leger hadt daer voor moeten opbreken , om dat de loop-graven en trencheen vol water Honden, doch buyten weten van die van binnen , loo dat men die niet meer konde ge-bruyckeu; en daerom alrecde byna buyten hoop van overwinning was.
In ’t leger voor Meurs quara, twee dagen voor Deiiertogh ’t overgeven,den Hcttog van Courlant by Prins ’vanCom- Mautits, om hem te belóecken,en ’t leger te be-rZi?- ßclitigen , die hy , nae ’t overgaen, door Gracf lan van NaHou, en fijn broeder, in de Hadt liet
A N M E V R S. brengcn,omhemdie te toonen,gcïijk gelchiede. Toenly nu alles befien hadden,en wederom uyt de Hadt over de valbrugh louden rijden , is de * lelve gebroken , en vielen de Flecren iii ’t water,doch quamen onverlèert daer weder uyt. Op die lèlfde tijdt is oock de brugge van ’t KaHeel, allbo die niet wel gefloten was , opgefnapt, en vielen drie paerden in de graft. Den Hertogh, fijn aflcheyt nemende van Prins Maurits en d’an-dere Heeren, vertrock den levenden September uyt het leger.
Prins Maurits liet de graften en wallen, voor fijn vertreck, vermaken en verbeteren , Hellende tot Gouverneur den gemelden Heere van GiHelles met twee vaendelen voetknechten, het semeur. eene fijn eygen, het ander van Capiteyn Gyle-laer. Op het KaHeel wierden vier Hucken gc-fchut gevonden ; drie batery-Hucken , als een canon van een ongemeen gewicht, twee dry-lingen,en een veldt-Huck. In ’t wapen-huys vont men oock vier groote kabels yder van 8000 ponden Iwaer, die te Keulen gemaeckt waren , om op groote Ponten te gebruycken, die men na Flollandt fond ; en noch een heel Canon, met een drieling wiert ’er van ’t huys gehaelt.
Den Gouverneur, neffens de andere Capitey-nen, tc BrulTel komende, fijn aldaer, om het ongeiuckif^ haeHigh overgeven van de Hadt Meurs en ’t ka- eyndeva» fted, onthalft.
Hier heeft voor eenige jaren een jonge doch- ' ter, Anna Vliegh genaemt, omtrent dertigh jaren gewoont, die, lbo men meende , oock lbo lang ken van Ibnder eten, drineken , oft iets tot voetlêl genut te hebben,geleeft heeft. Defe Vrou was mager, en blceck van couleur, als offe geHadigh fieck waer geweeH, quam oock weynigh in de lucht, bleef meeH in haer kamer, en yder een die haer lâgh, geloofde dat men van haer leyde,te meer, allbo ’er menichmael proeven van genomen waren,en men noyt had können lpeuren,datle at oft dronckjlbo konHigh wiH ly te veynlen. Daer wierden verlcheyden teeckeningen cn printen, jae walfe beelden, uyt nieusgicrigheydt, om dit wonder, nae haer beeltenis gemaeckt ; en men noemde haer gemeenlijck het Vroukenyfan Meurs, Doch haer geveynllheyt is ten leHen aldus open-baer geworden ; ly wiert fieckelijck, en door dele Iwackheyt te bedt blij vende,worde ly,allbo ’tgewoonlijck voetlèl haer miHe, door den honger gedwongen eten te eylfchen ; want ly kon niet langer vaHen, oft Ibu van honger geftorven hebben. Dus quam ’t aen den dagÏi, fy bekende terHont dat het een geveynH vaHen geweeH was; daerlêniet alleen de burgers, maer de Graven van Meurs,ja de gantfche werelt mede bedrogen had, om dat yder een geloofde,dat het een won-derwerek was. Sy wierdt om dele bedriegery cn valsheyt van de MagiHraet gevangen , maer uyt medelijden haeH weder los-gelaten; en is on-« langs daer nae van hertfeer, gelijck te gelooven is, geHorven.
iscen fterck ftedeken, op de noordt-fijde van den Rhijn gelegen, by de mont van de riviere Roer, daer het fijn naem af heeft, die uyt Weftphalen komt, en hier in den
Rhijn valt,niet ver vanDoesburgh,van welche het maer een halve mijl verfchcyden is , van Broeck en Orfoy anderhalf mijl, en van Anger-oort en Meurs een geheele mijl. Adolf de eerfte,Hertogh van Cleve, heeft defe ftadt in een welgelegen, vruchtbare en aengename landouwe gebouwt.
Dit ftedeken is in ’t jaer duyfent vijf hon-dert vijf en-tachtigh van Marten Schenck, een onverfaegt krijgs-man,en die d’oorloghs-konft foo wel als iemant van fijn tijdt- en ftaet-genoten verftont, met verraffing oft krijghs-lift ingenomen, uyt den naem der Staten Generael van de vereenighde Nederlanden; ’t welck op de volgende wij fe gefchie-de : hy fond daer eenige foldaten , die onbe-kent in de ftadt quamen, en des nachts, fien-de dat fy fterck genoegh waren, fich meefter vandeplaetsmaeckten; dicmenterftont daer na met krijghs-wetcken vcrfterckte. Dit was, indien ick my niet bedriege, d’eerfte overwinning van Schenck op de Spaenfchen, na dat hy haren dienft verliet, die hy met moet en trouheyt betracht en beyvert had ; maer was om eenige gefchillen,tuftchen den Prins van Parma en hem, van haer gefcheyden ; tot een klaer blijck en tey eken van fijngroot-moedigheyt, dewijl hy de fijde van een overwinnend en machtigh Koning verliet, en begaf fich by een Staet, die fwack, nieu, en gering was ; en onfekcr, offe ooit hare fwarig-
Stichter.
Voor de Staten door Schenck ingeno-men,
tn 'uer-fierckt.
Schencks groot-moedig-heyt.
héyt, daerfe in die tijdt in lagh, fou te boven komen. Hy droegh de wapenen toen onder de Graef van Meurs en Nienaer, Gouverneur van Gelderlant ; en heeft fich door verfchey-de dappere daden, en infonderheyt aenflagen op fteefen en fchanften, die evenwel niet alle geluckten, feer vermaert gemaeckt.
De Spâenfchen hebben defe ftadt daer na, in ’t jaer duyfent fes hondert fes, weder befe-ten ; ’t welck hier uyt blijkt : als Willem Verdugo , natuerlijck foon van Francifcus Ver-dugo, de ftadt Brevoort ingenomen had, en ’tgebiedt ’t kafteel, door gebreck van bus-kruyt, niet kon vermcefteren,hoewel fy gefchut genoegh hadden, hebben die van Roer-oort vijf hon- uytfen-dert foldaten,met bus-kruyt geladen,tot Ver- den, dugoos hulpe,na Brevoort gefonden; welcke gewaer wierden, dat der Staten volck Brevoort wederom belegert hadden,dies fy haren laft van fich fmeten, en pooghden weder na de plaets, van daerfe gekomen waren, te vlieden ; maer fy wierden van Thomas Viller en welche ge-eenige ruyters by Boreken achterhaelt, ^c-ßagen flagen en verftrooyt. De boeren verfamelden het weghgeworpe bus-kruyt, en verkochten ’t felve tot haer eygen voordeel.
In ’t jaer duyfent fes hondert een-en-der-tigh, door ’t verdragh tuftchen de Hertogen van Brandenburgh en Nieuburgh , over de ran alle befitting van de Gulickfche, Cleeffche en krijghs-Berghfche landen gemaeckt, is defe ftadt van '^^^^hen alle krijghs-wereken ontbloot. Maer als de Cardinael Infant daer na, fonder op dat verdragh te letten oft dat vachten, Gennep liet fterck maken, hebben de Staten van de ver- doch we-eenighde Nederlanden dit ftedeken en Ra- der ge-vefteyn weer doen verftercken,die daer door-^^'^^^* in fulck een ftaet, als fy nu noch te fien fijn, quamen.
-ocr page 560- -ocr page 561- -ocr page 562-■t BELEGH VAN GVLICK,
in de naem der Hertogen van BRANDENBVRGH en NIEVBVRGH, door
PRINS MAVRITS VAN NASSOV, Velt-heer der vereenighde Staten, amp;c.
N ’t eynde van’tKo-ninglijck Nederlant , in de befchrijving defer ftadten hare Vor-aen,maeck ick gewagh van d’oorfaken deler belegering, fal derhal-ven nier met de eneke-le befclirijving voort-gaen.
De Vörften van Brandenburgh en Nieu-burgh verfochten Prins Maurits van Nafïou gt;nbsp;Velt-overfte van de Staten, en Gouverneur van meefl alle hare Provintien, dat hy felf in per-fbon voor defe ftadt met het leger fbu gaen, om ’t belegh met goede ordre, buyten alle wantrou en naer-yvervan andere krijghs-overflen, tot een goet eynde te brengen ; ’t welck hy, hoewel de Algemçyne Staten van andere meening waren , aennam.
Den XXIX lulii in ’t jaer M D c x quam Prins Maurits tuflehen Merfch en Gulick, dicht by de ftadt , die hy berende en befloot, ordonnerende van ftonden aen alle de quartieren van ’t leger, en begon noch van dien avont te approcheren, hebbende noch niet by hem dan fijn troepen , en die van den Vorft van Anhalt , de welcke niet over de vier duyfènt te paerde en te voet fterek waren., Den Marefchal delà Chaftre, die mede tot hulp van de Vor-ftenuyt Vranekrijek quam, gelijck haer den Koning toe-gefèyt had , bleef met fijn volck by Trier leggen , die niet voorder wilden trecken , voor dat fy meerder verfèkertheydt en ge-leyde hadden.
Gedurende dit gefchil beneerftighde en vorderde Prins Maurits fijn approchen om tijdt te winnen. Die van de ftadt, wefende boven de twee duyfènt mannen fterek, deden dapper haer plicht in ’t befchermen van haer buyten-werc-ken, die fÿ buyten het kafteel hadden j daer Prins Maurits meeft op aendrong : het kafteel was feer fterek, en met vier groote bolwercken voorfien.
Terwijl men vaft de ftadt en ’t kafteel naderde met de approchen,wert ’er gerapporteert oft ontdeckt, dat den Marefchal de la Chaftre fonde laft hebben de ftadt Gulick in fijn handen te doen fequeftreren , ’t welck by de Vorften , die fulcks quamen te hooren,groot nadeneken baer-de. T.'e deler oorfaeck liet Prins Maurits de approchen te meer vorderen , om de eer van dit ftuck te hebben, en verfocht evenwel dat het
ChUcI^ belegert.
Franfche fecours doch fbude voortkomen,dewijl men geen onheyl voor haer vernam : want de Marquis Spinola hielt hem ftil op fijn tegenweer : en Prins Maurits liet aen de Marefchal de la Chaftre feggen, indien Spinola met de troepen van den Aerts-Hertogh, die hy by hem had, iets tegen hem wilde voornemen, hy met het gantfche leger hem wilde te gemoet komen ; ’t welck de Marefchal tot voort-trecken deedt befluyten.
Den 9 Augufti nam Prins Maurits een halve ^^„^aiien inane in van de buyten-wercken der belegerde, van Prins Den 14 dito dedehy eenen aenval doen op de half mane, die voor d’afgebroken poort en brug-ge lagh; maer fijn volck wert kloeckelijck van de belegerde afgeflagen : ’s nachts ’tfelve hervattende, kregen fy die in,fonder merekelijk verlies.
Den 15 dito dede Prins Maurits aenvallen de twee halve manen, leggende buyten de graften, tegen over de twee punten van de twee bolwercken, om alfbo fijn gefchut voor de punten te planten , en te infonceren de twee Cafèmat-ten achter de bolwercken leggende,gevende van het eene te befpringen laft aen de t'ngelfche, en van het ander aen de Françoyfen : de Engelfche namen de hare in,diefè behielden,maer de Fran-çoyfèn werden afgeflagen : doch de volgende nacht hervatten fy ’t weder, kregen die in, en wiert by haer behouden:waer mede die van Gulick oiit,bloot waren van al haer buytenwercken. CuUck^ont-Prins Maurits dede drie nieuwe batteryen ma-ken, de twee om de voorfz. cafematten te in-fonceren, en de derde tuftchen beyden feer wereke». groot, om breffe, en alle de tegenweeren wegh te fchieten. Hy dede gereet maken het hout-werek, om in der haeft door de graften, die droogh waren, galeryen te maken , om aen de wallen te komen, en alfbo met mineeren, fap-peren en breffe te fchieten,meefter van de plaets te worden ; waer aen eenige dagen kloeck^ijÇk' gearbeyt wiert.
De Marefchal de la Chaftre is de Moefel ge- Aenkpmße paffeert, en voorts nae’t leger voor Gulick ge-trocken, daer hy den 18 Augufti met fijn troc-f pen aenquam. Den 19 dito liet hy fijn volck in flagh-ordre Hellen,die de Vorften en Prins Maurits gingen befichtigen. De Franfche Cavalle-rye waren fraye mannen , wel te paerde gemon-teert, en veel met vergulde wapenen maer dc Nederlandtfche waren meer met yfer en ftael neladen. De Franfche Regimenten voetvolck O nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;o
waren tamelijck wel gewapent, dan mede niet foo fivaer als de Nederlanders.
Prins
- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;....... •■''quot;■»u.,.V!l,ft
Jont yenue, leyttnt VHo le IuJtier.i Jo tj . ‘ l'dtntft tSta
Chjufamp;*e.
„X
• ■‘'•■•Xf«__.J**^*^^ X» 4^. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ '^- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•
' - -'-»lifer. ■MJWJJJI*'________
, a^xO.
‘•'•W nr^,
e-'
ß ./LtbX..
-1! .
.a.4-.fó.
AÓUfjijixi^ii -gt;lt;.^04;
........
4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■0....0..Æ^.
X-s.®. .
.^4--fl, 410 _ .^-..efi-Jiquot;. -
..n ÄC4.--egt;.
-..A-e . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;--z- ;9.
iâCi
.lt;*lt;iixu.iuuiiiu.^^js..UV'u£V.i(V-i. .
A? .MDCXI.
• •Jpprocheg le Jio^eitr Cltajiiüon . omettes le d^oyleur le Jieltune.
juQt^w'i.. -
4 jU-te
.O...©.- ..4».tl,. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-
-û-ftA
JCirleri^
; .Äamp;^
3 . ..^proches le Mairie Comte lo
3- ■ A^prootes les ■'lattoits, Alemans, frÿéns, et vn-Itejiment Anstois le Aloy Jloraee 'Pore
5 ■ „poches les lenx iReatments Trancois le Mien,
_;«^Uimiui4H'»,jB__
SS'
tbilt; (^. jCL_/tMÛ »C .4,1
tl.®-4«_!u
• ' -', ■JiHUbnn.njj
e
--f .-A—Æî,j„a/iûa_*fî,._ÄÄka
.tt//
.-iÄzv...©,e...4fe ..ft-AÊamp;^. .£iD..
.0-“-'
amp;...©, A.'
o c
- tw,‘t i-_£»wvf»un£.(jSgt; _ ,.O - •^■
.S4..fgt;...„fâ
V-tg.
^9 ■ 20 .
2t . Z2 , V-2^.
^3 ■ 3°■
..ji-.Cjh
-JT -rgt;-^ -.
«-Q.
- -n..
-- ---s-iifa.tlÈt't-tóïï
lt;4ue ftji
jne fon ix, çe Cavallerie lee trois Armees
lt;u».A«4.
......èS '
- ..n. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Fgt;,4r\
'S-.f'. nbsp;nbsp;i»tl»4.UJ41./l„((l
.^o,4£,.O.
jtx.Cr.
..ty g
.h.6 - , ft-*'
vib-a.Crf »
quot;^SiJ^'’.
fe-4.„ t\
quot;*'wMu.44..j\
■ ■ -‘--'ll, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
.-*“''”•..€1414».
“■'■lu, .Jjll..
.,„.S)»Igt; ■' ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.r^
. nbsp;nbsp;4.4(14(1..
Æ-6' ■
*--t- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,^A„, «WiüwiUKW.
Vs.
«r- -««,
Ji
-ttquot;
^^rangen ‘tt
_ terc^ ..
Mafi.e-.'l-lA'
Son. £,xc
ruj)
--e-e..,..'.^*’........,4.,4),^ nbsp;nbsp;«.1414,«-.-.:.''?-
■jft, ft.
f^':V -'
-ft”-«)....».-
-
ZrXceJÜ-en-cc , '
Con^. lu CimtU loh an. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;natfàu ,
ts ■ Compa^t^ Anÿlois In Tii^snt le
i^ace Ttere. cemmonle' pnr Sletterclte .
. Cott^aynies G-nrles . dit^anliers ,
y . Conÿp. ifrancois le .Moy? le i^B^lnme tp . Con^. iPrancois le Moyi le ChaJ^Hen.
S . Cm^. ~Srilins. dla^aJfiin le T Artillerie ,
Cai^j à ^oul^e J-e Canon.
CArtre onfon. Cnoelenoe aHoü- voir a-oec la UtettAie . Me^mm les Gabions et Racines
Onariier les Cbariots les vôtres et-
Tentes lu nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1' Anhalt.
lentes lu GenerA Cyd.
10 . Con^. Artois Chiecle .
to . Hin^. Anpiois iPalzenham .
to ■ Con^, Anstois Aolis .
to , Comp 4 ycybis CaleÜ ,
tÿ . Cony. Alemans ,
Atasaein lu iPrtnee 1’AAalt,
'«quot;‘UUM.UWV..
■-«--.oft.
...^■
•ÙC
gt; bAs
-®A-®. ..Ä. ..M.^fi~
jUyôn le Ztnleniercl,
SSÄdfölfcs
A
^Oltr lej baiaiU^J
Prins Marrits vertoont fijn ruytery aen de Fran- Groet ge-welt van (chief en op de fiadt , Galderye» voor de fladt ge-Kaecl^'. Opgeeyfcht. J-Jet minee-ron he^on- O Prins Maurits liet daer na fijn acht-en-dertich vanen ruyters in ftachordre met haer volle wapenen komen , die hy aen den Marelchal vertoonde , de welcke hy en de andere Franfche Heeren met verwondering aenfagen , bekennende datfè beter gewapent waren dan de hare. In ’t leger wefènde Icheeii den Marelchal alle voorgaende jaloufien geheel verlaten te hebben , bewijfende groote eer aen Prins Maurits ; met open verklaringe dat daer niemants bevel dan het fijne foude gevolglit worden. Prins Maurits , hebbende alles gereedt gemaeckt dat tot de voorfz galeryen van noode was, heeft dapper op de Caièmatten om die neer te werpen , en op de defentien van de wallen , doenfchieten ,• en den vijf-en-twintichften Augufti op twee plaetièn de buyten-muur van de graft doen doorbreken, om allbo door de graft aen de wal te komen j ’t welck ly onder ’t faveur van ’t lchieten lbo wel deden , datfe den lès en-twintichften ’s nachts, Ibnder merckelijck belet van die van binnen , op-rechten en deur broch-ten twee galderyen aen een bolwerck, daer doormen bedeckt konde komen tot aen den voet oft walle van de felve ; welcken wal oft muur lÿ bevonden met grauwen ardiiynfteen opgemetlèlt te fijn : dies de mineurs oft gravers terftont begonden de fteenen uyt te breken , om allbo in’t bolwerck te mogen mincer en. de van geen antwoort. De belegerde quamen op den gelètten tijt niet uyt, dan den eerften September des avonts heel laet,medebrengende de articulen met weynige verandering onderteec-kent, nopende de conlervatie van het goet van den Maerlchalck Rulfenburgh. Prins Maurits noen udci iivuLci nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gi vui-v uuvivitwuvo, dc articulcn ovcrfiende , vond daer geen fwaric- endertee- kareelen oft moppen, die beter te breken en heyt in, Ibndt die aen de Vorften om te t eeke-uyt te nemen waren. Den negen-en-twintich- nen, lbo lÿ haer aenftonden , deweicke nu al op geven. ften quamen fy door alle het ftéenwerck tot in haer ruft waren j dochlÿ teeckenden die alle, de aerde , daer lÿ beter in mineren oft graven oock den Vorft van Anhalt, daer na den Mare-konden, en wierdt den lèlven en den volgenden lchal de la Chaftre en Prins Maurits ; en is de bedach weder fterek op de calèmatten, en de de- lètting, fterek omtrent 1500 mannen , op den fentien van’t kafteel gelchoten. Die van binnen tweeden September onder denMaerlchalck Ruf-lènburgh uyt Gulick getrocken , leverende de Den feven-en-twintichften dede Prins Maurits de ftadt op-eylfchen, die voor antwoort gaven, dat lÿ drie dagen uytftel en ftilftant verlbchten, om hun te beraden , ’t welck haer wiert afgella-gen. Sijn Excellentie liet de mijnen dapper vorderen, foo dat de mineurs den acht*en-twintich-ften door de grauwe fteenen quamen, vindende noch daer achter gemetièlt groote backfteenen. de belegerde wiciden het mineercn gewaer, dies lÿ ten lèlven aengefieken, Hagc ’s macudaeghs een mijne , die lÿ gemaeckt hadden , deden Ipringen, daer door vier oft vijf gravers van Prins Maurits doot bleven ,• dies den Prins mede een mijne dede aenfteken en Ipringen, die eenige fteenen uytfloecli en een gat rnaeckte , tot groote Icliade der belegerde. Den leften Augufti begon men weder met de |
mijnen aen te gaen , en wiert Prins Maurits gewaer dat de belegerde tegen hem aen mineerden ; dies hy, vreelende voorkomen te worden, daer is uwen wegh ,• als Iprekende tot haren on-dede in der haeft fijn mijne ftoppen en twee ton- derlaet. De volgende dagh wierd het kafteel Bre-nen buskruy t daer inleggen en liet die felve Iprin- denbent mede overgelevert. Is allbo dele ftadt gen , waer mede hy die van binnen voorquam , die doende waren om haer mijne te ftoppen. enbydebe- Der Bcleggcts mijne aengaende, dede groote operatie, en ontftack mede de mij ne van die van binnen , ftaende lbo beyde op malkanderen , veel fchade acn de beleger'Se doende , maken- de een fèer groot gat in haren wal, wacr door ly feer begonnen te vreefen , te meer allbo ly niet twijl^'lden of men hadde noch meer mijnen ge-reet om te laten Ipringen. Dies lÿ ten fclven da- De beleger-^ena-middagh een tromftager uytlbnden,om verlof te verloecken , dat des Gouverneurs ß^.^cntjt. huysvrouwe met den Marelchal de la Chaftre mocht komen Ipreken ; waer op Prins Maurits , die daer omtrent was, lèyde, dat de Vorften lelfs daer voor waren , en dat ’er met niemant dan met haer te Ij^reken was ; en lbo lÿ de plaets niet wilden overgeven, behoefden lÿ niet te verlbec-ken , om van iet anders te Ipreken : daer mede keerde den trommelftager weder na binnen, en men vervolghde het lchiefen. Op den avondt Ibnden lÿ eenige Capiteynen capiteyne» uyt met diverlb articulen by haer geftelt, in de ugtdeiladt welcke lÿ verlbchten gelchut , amonitie en an-ders uyt te voeren. En allbo op dele tijt de Vorften , de Prins van Anhalt , Prins Maurits en andere, in ’t quartier van de Marelchal de la Chaftre vergadert waren 5 wierden de Capiteynen met hare articulen aldaer gebracht : geleien lijnde , lloegh men die rondt af,- en wierden andere articulen in die vergadering in-geftelt, daer mede men de uytgekomen Capiteynen na binnen fondt, met laft om haer daer op te beraden , en morgen na den mid-dagh ten vier uren belcheyt te laten weten, Ibnder eenige ftilftandt van wereken. Prins Maurits dede de mijnen even dapper vorderen, en^ fterek op de defentien lchieten, want men hoor-' ftadt en’t kafteel in banden van de Vorften. Toen Ruflenburgh omtrent de Vorften quam , tradthyvan fijn paert, die groetende, beleef-delijckna eenige woorden fijn aflcheyt nemende , kufte fijn handt, gaf die den Mareftlial de Ia Chaftre, meenende ’t lèlve mede te doen aen den Vorft Ernft van'-Brandenburp;h , die hem een re Vorften en Heeren deden, leggende : gaet voort, in vijf weken gewonnen, voor de welcke en oock van binnen veel volcks is gebleven ,• met welck overgaen al het volck van Leopoldus uyt de landen fijn vertrocken, en de Vorften fijn in volkomen befit geraeckt : op welcke viótorie dit navolgende jaerdicht wiert gemaeckt: IVLU robVr VI M^VrWVj DVX. |
Befchrijvinge van de Stadt
LINGEN,
En haere
BELEGERING,
Onder ’t beleyt van fijn Excellentie
PRINS M AVRITS, GravevanNaflau, amp;c.
In’tjaer cio lo lxxxxvii.
In G E.N is een vrye Heerlijckheydt, be-ftaende in de Stadt, Kafteel, en vier Dorpen, daer de Stadt haer naem af heeft : is gelegen een wey-nich van de Eems, op een kleyn rivier- ken, omtrent vier mijlen van Benthem, twee en een half van Northolm, en twee mijlen van Meppen ; fijnde de uyterfte Frontier-plaets van Nederlandt : wefende een ftercke sterekte. Stadt, verfien met dubbele grachten, veften, dry bolwercken, en twee ravelijnen : en met een kafteel dat veel aerde rondeelen heeft. Defe Heerlijckheydt, met het Graeffehap vanTeckelenburg,en de Heerlijckheydt van Reyden, heeft Keyfer Karei de Vijfde, in het jaer duyfent vijf hondert fes-en-veertigh, by confifcatie , den Grave Coenraedt van Tec-kelenburgh, mits hy fijnde van het Smalkal-difch verbondt,tegen hem oorloge gevoert hadde, en voor rebel was gefententieert, af-De Graef genomen : gevende dat te Leen aen Maxi-'vanPu- niiliaen van Egmondt, Grave van Buren, getrouwe dienften den Keyfer beef» leen, wefen. Daer nae verfoende den gemelden Grave met den Keyfer, en dat met die con- ditie j dat Lingen met haer Heerlijckheydt fonde blijven aen den Grave van Buren; want den Keyfer van fijn woort niet afftaen wilde. Daer naer heeft Graef Nicolaes van Teckelenburgh, Oom van Grave Coenraet, die daer over niet wel te vreden was,fich feer beklaeght fijns Neefs halve, èn aen den Keyfer bewefcn, dat het een Gelders Leen was : den Keyfer dit verftaende heeft het weer in handen gekregen, en namaels daer van ge-difponeert na fijn welgevallen. Defe Stadt heeft in de Nederlandtfche oorlogen veel uytgeftaen ; infonderheydt |
twee belegeringen, d’eene van Prins Maurits, Tveentdel die wy hier by voegen ; en d’ander van de belegert. Marquis Spinola, die in ’t Koninglijck Neer-lants deel te vinden is. Prins Maurits heeft in ’t jaer duyfent vijf hondert feven-en-negentigh , den vier-en-twintighften Oélober, de riviere de Dinckel doen befichtigeii, en een pafiagie daer over doen maken , fendende den Droft van Sal-landt met tien cornetten ruyteren,en fes vendelen voet-knechten Vriefen, om den wegh prMs na Lingen alomme te bereyden, en voorts te Mauritt berennen en alles tot beleegeren gereet te maecken. Ten felven dage fijn drie jonge j Graven van Benthem, met den Grave van Weda, by Prins Maurits binnen Oldenzeel gekomen, beneffens de Gefanten van de regeeringe van Munfter. Sijn Excellentie heeft oock den Capiteyn Ewout den Bout met brieven aen de naeftgefeten Droften uytgefonden, om met fchuyten , balcken, plancken, en ander materialen, een brugge over de Eems te helpen maken, om met fijn leger daer over te können marcheeren. Den fes-en-twintighften Oótober is Prins Maurits met het leger van Oldenfeel opge-trocken, en met de voor-tocht tot Noort- tot Benthem gctrocken, met de Princefie van Orangien, de Jonckvrouwe Brabantina van Orangien, en een goet getal van den voornaemllen Adel, alwaer fy feer heerlijck en vriendelijck fijn ontfangen van den Grave van Benthem en de Weduwe Pfalts-gra-vinne, die haer daer onthiel : ’s anderdaeghs keerde de Princelfe te rugge ; maer Prins cnkowt Maurits vertrock na Eenisbueren by het le-ger, het welcke den acht-en-twintighfien Oktober over de Eems palTeerde , en quam voor de Stadt en Kafteel van Lingen. Defe Stadt was feer wel verfien : want behalven dat het Kafteel veel ftercke aerde rondeelen heeft. |
Frede-riick he-(chermt de Stadt : en laet nytvallen doen. heeft, foo was de Stadt befet met dubbele vefien en grachten, drie bolwercken en twee ravelijnen, rnct een guarnifoen van omtrent fes hondert‘foldaten, beftaende in drie vendelen voetknechten, en een cornet peerden, onder ’t beleyt van Grave Frederijck van den Berge j den Droft Indeveltj Leaukema, Luytenant van Françoys Verdugo, met aile andere nootfaecklijckheden tot een belege-ringe dienende. Graef Frederijck, Gouverneur van Over-YlTel , hadt voorgenomen defe Stadt, alfo daer veel aengelegen was,fel-ver te dcfendeeren ; liet ten felven dage eeni-ge huyfen en fchaeps-ftallen buytende Stadt af-branden , om de inlegeringe te beletten : fo dat Prins Maurits het krijghs-volck op de naefte Dorpen moft leggen,könnende overmits het winter-weêr, in geene hutten fich behelpen. Des anderen daegs fijn de belegerde uytgcvallen, en hebben eenen meulen voor de Stadt verbrandt, houdende eenige fchermutfelen tegen de Schotten, tot dat fy weder in de Stadt gedreven fijn. Die van de Stadt en ’t Kafteel nebben, allo ’t volck hier en daer begonden te approcheeren , den gantfchen nacht, en een deel van den volgenden dagh fo dapper gefchoten , als of fy geheel in ’t v’uir hadden geftaen. Den der-tighftcn Oólober fijn noch fes vendelen Vriefen in ’t leger gekomen ; en die van binnen fijn ’s avonts ten acht uyren , met hondert en vij ftich mannen,in de V riefche wacht gevallen, alwaer Capiteyn Pieter van Leeu-waerden met fijn Sergiant, en noch twee of drie Soldaten , doot bleef j waer mede die van binnen, oock eenige van den haren ver-looren hebbende , weder na de Stadt keerden. Den een-en-dertighften Oótober, en den eerften November, zijnder eenige ftuc-ken gefchuts geplant, en daer meê op de de-fentien ofte weeren begonnen te fchieten, cfh alfoo de approchen beter te vorderen. Des nachts daer na fijn fes ftucken op een batterye geplant, en de foldaten fijn ten felven dage tot aen de gracht van’t ravelijn voor de Meulen-poort gekomen. Den tweeden November fijn de negentien fchepen met gefchut en amunitie, die den een-en-dertighften Oólober tot Embden quamen , voorby den Oort, niet tegenftaende dat die van ’t kafteel dat wilden beletten, gekomen. Den derden en vierden November fijn de approchen en loop-graven, van alle kanten, feer gevordert, fo dat de foldaten in ’t ravelijn voor de MÄlen-poorte foo verre fijn gekomen, dat fy een Mijne van die van binnen hebben gevonden, uyt welcke fy ’t buskruyt met hare hoeden meenden te dragen ; niaer |
die van binnen wierpen foo fterek met brandende peck-kranften dat het kruyt ontfte-ken is, en eenige foldaten en mijneurs doot bleven. Den vierden en vijfden November, als die van binnen noch een mijne, in het ravelijn voor de Leucke-poorte, hadden doen fpringen, hebben die van buyten het felve ravelijn ingenomen en terftont befet. Den vijfden November fijn de Gefanten Cefinten van den Konincï van Denemarcken , name-lijck den Heer Cantzeler Witfelt, en den Heer Barnekou, uyt ’s Gravenhage met een ftatelijck gevolgh, en heerlijck convoy, over Zwol oock in t leger gekomen, en hebben meeft alle de loopgraven, niet fonder groote verwonderinge, befichticht,en onfe neerftig-heydt en wetenfehap in ’t ftuck van oorloge feer verwondert en geprefen ; en fijn des anderen daegs met een fterek convoy na Dul-manhorft vertrocken. Ten felven dage heeft men de wereken dapper gevordert, en op den feften November drie galderyen befteet, d’een voor feftien, d’ander voor vijftien, en de derde voor veertien honderc guldens ; te liberaelder, om dat de Staten van Hollandt tien duyfent guldens, tot betalinge van de wereken, in ’t leger gefonden hadden : fo dat men verre begon te komen in de ravelijnen voor de Meulen-poort en Leucke-poort, om de water-dammen af te fnijden. Op den fe-venden en achtften November hebben de beleggers de ravelijnen voor de poorten beginnen in te krijgen , en het water hier en daer af te leyden. Den negenden en tienden November is het refteerende gefchut en noch veel amunitie, welcke over de Watten gefonden was, en door den tegenwindt niet hadde können komen, eyndelijck in ’t leger gearriveert : en heeft Prins Maurits alle dien en den elfden dagh noch een batterye van vier-en-twintigh ftucken gereet doen maec-ken , om het Kafteel met gefchut aen te ta-ften ; op het welcke, na dat Prins Maurits ' op den twaelfden , van de nieuwe batterye , van omtrent acht uuren ’s morgens op de weeren van ’t Kafteel hadde doen fchieten , rondeelen begonnen te ondergraven , heeft hy de plaets doen op-eyfchen : waer op die Maurits van binnen een uur haer beraet begeerden, mits dat men daer en tuflchen van fchieten en graven foude ophouden ; ’t welck Prins Maurits haer niet en wdlde confenteeren : waer op die van binnen twee Gyfelaers hebben verfocht, om twee uyt de Stadt aen Prins Maurits in ’t leger te fenden , welcke waren Bartholomeus Sancho Luytenant van Gijfe-Françoys Verdugo , en den Droft van Coe-h h 1 verden |
’ '’®p.....oQ on oft quot;P00oO Oft ß..........pnfto.,..,.00
... o Oo .... 0 nO
ft,
, ßO Oft.....
■ ß Ho
I,, 0 0 0 o 0
„0 ß Qo
■®o9 «, oft
ftOnOrtoft
.000 ..
.....00 0 Oo no ______ß ô.ftft
.Oft.......amp;otgt; ®0 f'O......où®
••..nOoOo.....
„„9n
ftOa
nO........
C-on^amp;cta. di JPrÙLcÿ^e lÄAyr-RT'rio Ksso'Vio, ctc. .Armts Orii:^e^i.ca'i‘’^ierai.e.A'’. Iggy.
«gt; ct«fl .........n CS ft 0 oft,
.nrtft
0 oOo
Pî^opo ......coO.,
. ... M oö n ri n........ 00
oQ nOo
OOoo
f ?n
ßOoo
.000 ... ..... Oo
.1 (}0.
ft -,ß 9.000)* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...o pft 90 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'.0,oO o.oOoPrtO
..„Q ...»f J'gt;oO(5
no.........
9P..
0 0 Oft
5.5SO. ..,,00
» ...... 0 0
...,.lt;) ftön..... „ß oöft nfto. »oftn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oft. ß 9 o 9 |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ft 00 OpOoo. |
Oft.
Oft oOo,
OoOft
.Onft 0'
.ft
000-
.00,
.0lt;gt;
....ooft.:
,9
...ft.....
.....Oft......ooft
.,.,090...,,......OrtO,,,
9 000
oO 00Î5,
.9,gt; j o OO.
.Oft
ftOo
.,,,00
..Ô o!)
0 ft
„08 noao’......’
' oft 00 Oft..... ...... 0 ..... .....noOn........■
_ nbsp;nbsp;___ ___ -..9 0-r,.....Ó0 0 ftft
oft ......0.,,. oO 0
,..oo 0
0 Oft
ft öftft.....no.
0 0 0 00 , fla ........ nbsp;0 ft 0 Oft rt O.,.i,o9
,_oö oOß,.,
lOo 0
.?o3o ..
ftOrt.....
oOcsOQ.
.Ort
,00
»„s»
•OpO-
, «ippP. Oc)QO
o 0 oO.pO
,tgt; oO fjOóP.
. *tAn 0«
fOftO
n(\nn,
'0 oOo,
ftoOrt
09
.pOft.
Oß,
.pp^oOo,
.q.9.
0 oOo.
ooOo
,3 äßßft......Öp
0ft oft
. ft 0 ft 0.
,0 0 o Oö
,0 «ft OO.
Ooft
.000
ftp
Pöoöo
Qoo
......O0ft
0«...........
ftOO quot;quot;'0'
ftßO ,...A ..
.... 0 ..
0,.,,
nc,
.....na
n o a» .... a
pO 0
ft9o.
5nO.
.9nOO.i.
oftrtft
.000 o9oOo
,.,9«oo,.,..
00 oOrt. ..
ortrt
ooBft
.i.Oi 0 0 qO ....I,,0pfgt;^'
...poftoO
ftO 0 ft®ft 0 »0 | ||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||
0 9 OQOQ oOn |
Q ft 0..... nbsp;ft ft
................,.,.,0^i QO0ft9ft......OOP
Qiuirtt£r 2^a:n^SyTi£. ^x.Ci^^G'ra^rf,
'r:.................oft 00
n oO oft......n ÖftOA*C..ftn
................^ö0y....a^.....fto
jfon, à. b-. u-raej
ft 0,., .ƒ.., 0 oOo.........neo,
Loii£Mrg-c.K. amp;ra:3^ ..........oO O (ÏTtOÛo ofio OOP............
0Ô
ipft 00
oOßO
nO
oOO.(jO
ooO «öfto
•0 00,
.öoOo-
Oo.
'oft.
...................ofto.........
oOnöftO')^
'0 P/fft ooft.
OoO.
ioo
,0 ciftp,
oop.
.OftOOft.
.pooOoOo
oft oft
Oftft,
ooft
,OO
'PO PftrtOCA
fto ftopo.
'BOon.
ft oft o.
,oO oOo
«00 (jOftOOP
.ftrtrt......OOO
oOftO.
,00.
oßoo
OPooopgt;
nOftO,
.oO,
o.OGk».
,,®o0o99ort......9 oOnOo
...0 ft .......oftO.....
...oflOft............ Oft..
.....
o Oft
ftOQ,
•'■•Oo.
.00 Oft
'OÖoO,
.0 oOftO
o9oo nß oOftOO«
0 oOß.
oß oßoOft
000 0 o 00......
00 rtftOO............OoO.......
.00,
'0 oO 00
oö«ft,.,,.,oOort......
«ft 0Û Boß iV
9o9oeo oOigt;.
ftOO
.Oftn
.00 Q.
aO
Oft,,
,0 nOO
oft oft f|00....... oftt^ofto
''ftoOa Oft
oO ooOo 0
»Dort ......« Oft,
tiOoamp;C)
rtQ.
ftOO.
ßüft ßoß......OpaQo
.0 00......
Oo,i ,, -.OpQ
0»,
uO,
aa,...ts.
do
99....0......
90..,.,:.
q8«.......8....0......
0.0 «0__/T
flftôo ■■ ' ..'Ofto.-
..n ftftO.
Ooo................ooft
0 oc)n ■■■■•“ft oft-
aft ..... ortortft
... O.o 9 nOp. ■
..oO.
oO...,
......Porta
,0,8»a
.oOoOo
,naft
000’
OQrt
-0«^,
.On
ftOn
.. ,9oßoftft..... n a oft
.órt-t.«,. Oft oO
O0ÓÓO
, n oftrOOA
,00
.,,0 a ftooo.........Oo ooon.....
:,Q,,90Ü)^bUJ)
oOo?,?.
.00090
.ftQ90
•Oftßft
000.
0 ftrt
.ft oOrt
,oftOCk.^P^
„3- 1gt;9'-
Ö 0 ......
..9
,QQ -
QÙ.3,,
o on o^ctOc
n «Oft
OcOft
00,
Ort
'üftö.
3 99a....a..Ù7.......®
•oaftftctQrt
iß®’’.
.-Ortrt
.0 nOoQ nÖft.
i.ftoOa
.«oO,
.74)000
.Oft oOft;
.,0 000.
oaft-
,q9op..
LINGEN.
Men Accordeert, vcrden Evert van Ens : en fijn omtrent den donckeren avont veraccordeert, om des anderen daegs met peerden, wapenen, kornetten en vendels,mitfgaders hare bagagicjover Rijn en Mafe te trecken j mits leverende alle de boecken en papieren , aengaende de do-meynen van den Lande, in handen van Prins Maurits, of die hy daer toe fal gelieven te ordonneeren ; en dat men haer vijftigh wa-genen foude gunnen voor de eerfte dagh-reyfe : wel verftaende dat alle Officieren en Burgers fes weecken binnen de Stadt füllen mogen blijven , om hare faecken te verrichten , en dan tot haren beliefte met paspoort mogen vertrecken. Dit accoort is ge-maeckt in ’t by wefen van den Hertogh van Lunenborgh, de Grave van der Lippe , de Grave van Swartfenborsh, en den Grave van Bentheni,de welcke eenige dagen te vooren in ’t leger gekomen waren om Prins Maurits te groeten. Is alfo defe ftereke Stadt Lingen in feftien dagen gewonnen. Des avonts is de Grave van Solms, met Grave Ernft en Graef Lodewijek van Nafiau, by Graef Fre-derijek en fijnen Broeder Graef Adolf van den Bergh, op het kafteel gaen eten, en des nachts in het leger, welck noch aen alle fij-den met wachten befet was, komen flapen. Graef Frederijck toonde voor fijn vertreck aen Prins Maurits eenen brief van den Car-dinael,hem af-feggende alle hope van ontfet, en belaftende hem, fijn perfoon en ’t krijgs-volck ( om den Koning op andere plaetlen cn met beter gelegentheyt dienft te doen) in geen gevaer te ftellen ; maer by tijdts naer een eerlijck verdragh of accoort te trachten. Daer uyt men kon mercken, indien hy eerder opge-eyfeht waer geweeft, hy foude het opgegeven hebben; doch fonder opeyfehen konde het met eeren niet gefchieefen. Den dertienden November is Graef Frederijck van den Bergh op fijn verfoeck noch toege-laten dien dagh te mogen blijven , mits dat fijn volck van het kafteel trock, en Capiteyn Maerten Cobbe , dien het Commandement aldaer werdt gegeven , met zijn vendel daer op , en Teylingen met fijn vendel in de Stadt quame. Daer werden gevonden, een heel kanon, twee halve kanons, een flange, drie halve flangen, een falconet, een mortier, met een geborften ftuck, in als tien ftucken o-efchuts, met veel dubbele haken, en noch wel twaelf duyfent pont bus-kruyt. Den stAdt veertienden November is het guarnifoen uytgetrocken,fterckfijnde omtrent vijf hon-dert weerbaere mannen te voet, en een cornet ruyters van omtrent vijftigh peerden ; wierden geconvoyeert van vier cornetten ruyteren, en bleven den eerften avont te Sals-bergen in ’t landt vanMunfter. Den vijftienden November trock Prins Maurits en Graef Willem van Naflauw, van Lingen, met de reft van ’t leger, en quamen dien avont tot . Ulfen, daer fy ’s anderen daeghs van malkander fcheyden, brengende haer volck in guarnifoen, alfo de winter op handen was. Sijn Excellentie keerde viólorieus weder in ’s Gravenhage, daer hy van veel groote Heeren op ’t heerlijekfte ontfangen, begroet en gewelkomt wiert. |
Doen het leger van voor Lingen meeft ge-fcheyden was, en dat men de amunitie in fchepen en ponten geladen had om wegh te brengen, fo is ’er eenen fchielijeken brant in onge-vier ponten, de lefte fijnde, gekomen ; waer van twee geladen waren met omtrent twee hondert tonnen bus-kruyt, d’andere twee ponten hadden kogels en twee ftucken ge-Ichuts in, die daer na meeft uyt den gront van ’t water gevifcht wierden. Defe brant is, foo men gelooft, door onvoorfichtigheydt van een vrouw, die fcheep gebleven was met twee boots-gefellen, en eenigh vuur by haer hadde, veroorfaeckt. De fchade hier van wiert begroot op vijftien duyfent guldens. Het was een groot geluck, dat d’ander fchepen waren a^edreven,anders foude de fchade veel meer geweeft fijn. |
Eer-nnem,
Ondenftem.
Outhejt.
van
E M M I V S hiftorie tret rocken.
I te van volck, in groot-heyt van haer handeling , en in bequame ge-legenheyt al d’anderc fieden vanOofivrieflant verre overtreft, en om defe oorfaeck 'tooghj niet alleenlij ck van dit lantlchap , maer oock y an geheel Vrießant genaemt magh worden. Sy wierd eertijts Emetha geheeten, gelij ck ick haer naem in een der oudfie boecken, al over drie hondert en
perfie, dewelcke een Opfiender van de gewijde ordening was. De fiadt genoot ondertuffehen hare eyge rechten en vryheden, gelijck de andere fieden, die ick alreê genoemt heb, en had onder de Hautlingen haer eyge Raet en Rechters ; en de fiedelingen gaven dele naem van Raet aen d’Overigheyt van de fiadt. Ditam^ptvan Ove-righeyt , met de lèlve naem genoemt , was noch over eenige jaren in gebruyck, toen de Hamburgers , de lefie der Abdeniers verdruckt hebbende, de fiadt, metbehoudingvan haer rechten , innamen. Een weynigh daer na, te weten in de tijt der lèlve Hamburgers, wierd de naem van Rechters in de naem van Burgermee-
veertigh jaren in Vriellant gelchreven, vind j en flers verwiffelt : ’t welck, gelijck ick belpeur, in ’t was een kleyne fiadt, in enge en fwacke wallen belloten , en had echter haer plaets en burger-lij ck recht. Men belpeurt haer outheyt, en haer voornaemfie recht over al dele geburige plaet-fen uyt het lelve bovengenoemde boeck, ’t welck oock vertoont de gewichten, en de munt, d'Eme-thacnfche genoemt, die men al over 370 jaren daer gebruyckte. Want daer in word verhaelt, dat,
die verandert mord.
toen d’Amafaners, Broeckmoerers, Nordaners, en andere volcken van dit gewefi door een twaelf-jarige oorlogh neêrgevelt waren , in ’t jaer van Chrifius geboorte m cc xxxiv, delaeck tuf lchen hen bygeleght, en in deler voegen veree-night wierd : Dat de Nordaners, quot;ipentonnen Jïjnde, duyfent march ’rgt;an fuyyer gout, en ygt;ijfduyfent march ßl-yer ygt;an Emethcnfche geypicht en munt aen de quot;yerypin-nersfouden letalen. Dit betuyght het quaet geloof, of ten minfien de grove doling der gener, die aen de Ihlcke , die in de Vrielche laken onkundigh fijUjgepooght hebben diets te maken,dat Emden Dooling, voor IÓO jaren niet anders dan een Hecht en ongeacht dorp was, en niets, dan een deel viffehers hutten, in fich begreep. Maer in de volgende eeuw , toen d’eerfucht der edelen deur geheel Vriellant machtigh begon te worden , en niet al-leenlijck aen de vryheyt van ’t lantvolck , maer oock aen de fiedelingen lchadelijck te fijn , begonnen d’Abdeniers oock by d’Emders ’t hooft op te fieken : uyt de welcken d’eerfie, Wiardus, Lu-verdus loon , niet Hautlingien, gelijck by na d’an-heer- Heten uyt d’edeldom , ’t welck d’Opperfie bete-/chappj/, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;maer Droßen noemde, ’t welck een macht
aenwijfi,die men van een ander ontfangen heeft, en een benaming minder dan d’eerfie was ; hoewel fijn nakomelingen fich oock Hautlingien hebben doen noemen , gelijck in de lèlve eeuw by de Snekers de Boccama, by de Leeuwaerders de Camminga , by de Franekers de Sijarda, en by de Bollwaerdcrs de luwinga oft longama en de gene, die onder hen de voornaemfie van’t geflacht was , gebruyckte oock de tijtel van Üp-
jaer Chrifti m c c e c x l , of in ’t naefte daer aen gebeurt is. Want ick bevind dat in’t jaer M cccc X LI Î, en daer na de gefchriften en brieven van voorwaerden en verbintenifl'en gedurigh van de Burgermeellers belègelt fijn. Defe gewoonte is ledert onder de Graven in fiant gebleven , en tot aen ons gekomen. Maer defe Burger meefiers en Raetsheeren bleven altijtinhun ampt, gelijck ’tgevolgh derBurgermeefiers, in ordening gefielt, aenwijfi. Sy waren geen die-naers der Graven, en fionden niet onder Jiun gebied,- maer onder de belchutting en heerlchappy der gener j in wekker verkkering Çy gclijckelijck met de fiadt waren. Sy bevorderden de welfiant van de gemeente , Ij^raken recht voor de fiede-lingen j en de Graven , aen hen fchrijvende, noemden hen al over hondert en tieii jaren hun vrienden ; en indien fy iets begeerden , dat tot het gemeene recht behoorde , loo verkochten ly
dit meer by bede, dan door gebied ; gelijck fulcks veel brieven , van Theda , JEnno , en Ed/ard ge-fchreven, die noch bewaert worden aenwijlèn. Maer dewijl dit allengs vervallen is, foo is de laeck eyndelijck loo verre gekomen , dat de gene , die het Burgermeefierïchap en Raetsheer-Ichap bedienden j fich geen belorgers en voor-fiaenders van de gemeene keek, maer dienaers van de Graef beleden, en kyden dat ly aen hem alleen gehoorfaemheytlchuldigh waren. Dit was Beroerte ’t faet tot d’ophooping van grooter qualcn in de fiadt, in de welcke fware beroerten fproten, waer door, in’t jaer na Chrifius geboorte m d xcv, de fiaet van de gemeente in de fiadt omgekeert wierd. Want de burgers , dele algemeene Raet Ji’aer door afgelèt hebbende , fielden een nieuwe Raet in, regetrin» in de welck vier Burgermeefiers en acht Raets-heeren louden fijn. De Staten der vereenighde Nederlanden, van weêrfijden tot byfiant ver-locht , effenden de laeck door hun tuffehen-Ipracck , by welck verdragh het gene, ’t welck van de burgers gedaen was, in ’t oprechten van
i i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
E N.
’t welck door ’t meerder getal van Remmen gc-oordeelt was, aen de Rechtsgeleerden van eeni-ge hooge Schole, oft aen de banek der Schepenen lenden , om daer onderlbcht en geproeft te worden; en indien het goet gekent wierd, lbo Ibu men’t vonnis daer uyt voeren : maer de vreemdelingen Ibuden aen ’t vonnis van de Graef, en van fijn Redehouders gelaten worden. De Raet Ibu over de nieuwe Radt, Valdcra genoemt, die tot aen die tijt onder de Redchouder van de Graef geRaen had , het felve recht, en de lelvc macht hebben als over d’oude Radt, en foo wel in d’een als in d’andere plaets de wettige en goet-gekeurde Ibhattingen ontfangen, de middelwal, die tot aen die tijt de beyde Reden van malkander gelcheyden had , aAverpen , en , tot aen de gront geflecht, ten gebruycK.van de Radt verkee-ren, en de Graef met een Ibkere Ibmme van penningen voldoen. De Burgh van de Graef, die in ’t begin der beroerten van de burgers ingenomen , en naer de fijde der Radt van alle tegenweer ontbloot was, Ibu nimmer weer opge-bouwt, en de graft gevult worden. Men Ibu geen Schout van ’t gerecht aen hen geven, dan Iboda-nigh een, die aen de Reddingen aengenaem was. De Graef Ibu geen nieuwe veRing, binnen oft buyten de Radt, voornamelijck aen d’Eems, boven oft beneden de lelve Radt, maken, door ’t welck de handel eenighfins belet kon worden. De vryheyt van deKerck,inBedienaers des woorts te verkielèn, in vergadering van Ouderlingen, en andere ClaRen te houden, en in d’andere oelfe-ningen te plegen, die ter godtvruchtigheyt dienRigh fijn, fou ongequetR bewaert worden. Men Ibu geen andere leering, dan de gene, die al van overlang aengenomen was, opentlijck in de Radt leeren, en geen plaets tot d’oefl'ening van ver-fchillende GodsdienR geven ; en geen anderen , dan de Raet, Ibuden toelicht over de Scholen hebben. De Raet van veertigh mannen Ibu niet vergaderen , dan als men verlof van de Prefident oft voorfittende BurgermeeRer verlbcht had, en lèlf de plaetlèn, die by verRerving , oft door ee-nigh ander geval leegh Ronden , vervullen met navolgers,uyt het geheel lighaem van de Radt by Remming te verkielèn ; welcke nakom^ers, verkolen fij nde, van de Voorfitter van de Raet beëedigt Ibuden worden. Dit alles wierd toen van weêrfij-den goetgekent en belègelt , en met eenen van d’algemeene Staten der vereenighde Lantlchap-pen verlbcht, dat ly, met ondertekening en bele-geling , dit beveRigen , en de bewaring en be-Icherming daer af tegen de verRoorders aenne-men wilden. Dit wierd toen volbracht. De BurgermeeRers en Raetsheeren,en de gene,die in de gefwore Raet verkoren worden, belweeren dit, als ly in d’intreè van hun ampt fich aen de Graef en Gemeente verbinden , en by de Voorfitter van de Raet d’eed doen. Dit verdragh van Delffijl word gewoonlijck naer de plaets genoemt, daer men ’t felve gemaeckt heeft, en is d’eerRe grontveR van de gereformeerde Staet der Radt. En dit is d’oorlaeck, om de welcke ick dit hier breedelijeker belchreven heb. Het wierd oock, om de blijkelijeke billijekheyt, van woort tot woort afgelelèn, en in ’t jaer i jp/ noch plechte-
E M D
de nieuwe Raet, beveftiglit wierd. Sy verdroe-dat de Raet en fijn in- ’ van vcertigh mannen^ die al overlang van de bur-gers verkolen was, om de rechten en liantvcHcn van de Radt tegen de Raden van de Graef,en van d’oiide Raet te befcliermen , in de Radt fbu blijven ; om tot lbodanige dingen, die men hier na noemen fal, gebruyckt te worden : dat het ampt van BurgermecRer en Raetsheer voortaen niet meer dan voor twee jaren fou fijn, en dat ly echter niet alle gelijekelijek hun ampt en waerdig-heyt louden afleggen ; maer dat jaerlijeks twee BurgermeeRers en vier Raetsheeren louden af-gaen, en weer foo veel anderen in hun plaets komen : dat dele verwiReling jaerlijeks, met het begin van lanuarius, en in deler voegen louge-fchieden. De Raet van veertigh mannen , op d’eerRe dagh van lanuarius in ’t Raethuys vergadert , Ibu , lbo uyt fich Iblf, als uyt de geheele menighte der burgers , by Remming vier mannen uytlètten , die bequaem waren om ’t ampt van BurgermeeRers te bedienen , en noch acht, die tot het ampt van Raetsheer dienRigh waren, en hun namen fonder vertoeven aen de Graef fenden , die uyt de vier cerRe twee Burgermee-Rfers, en uyt de andere vier Raetsheeren fou ver-kielen,en nen t’Emden, op de levende van lanuarius, van ’t Stadthuys doen afroepen, en hen door iemant van de fijnen met eed verbinden , in de welcke ly beloven moeRen , dat ly de Graef en Radt getrouwfouden fijn, ongekrenekt, fonder haet, en fonder gunR vonnis vellen , en naer hun vermogen ’t verdragh van Delffijl onderhouden. Even lbo veel andere BurgermeeRers en Raetsheeren , welckers beurt het was , dat is, die alreê hun tweejarigh ampt uytgedient hadden , Ibuden dan terRont ampteloos afgaen , en plaets aen hun nakomers geven ; ’t welck dus ge-durighlijckomgaenlbu. In defer voegen wierd de Raet vaRer beveRight, en tot twaelf mannen gebracht , die in de naeRvoorgaende jaren van de Graven, hun recht misbruyckende, Ibmtijts vermeerdert, en oock dickwijls, naer hun believen , tot een kleynder getal gebracht is. Daer wierd oock ingeRelt, dat dele Raet, gelijck gewoone Overigheyt,deRadt Ibu beRieren, recht Ipreken, ordening in de burgerlijeke faken Rellen,de gene, diehy begeerde, tot ampten verkiefen, en’tgene, dat tot bewaring van de Radt, tot de wapenen, tot de wacht, en totdiergelijeke dingen behoorde , naer fijn believen belchicken,de wetten der burgerlijeke vergaderingen, gelijck die van de kooplieden,zeelieden en ambachts-lieden in fijn macht hebben, die met hun lègel beveRigen, verwiffelen en affehaffen, na datfe tot welRant van de gemeente dienRigh vonden , palpoorten voor de handeling ter zee aen de lchippers ver-, leenen , de misdadigen te vatten , en vangen , de burgers, inwoonders en vreemdelingen naer hun verdienRen te Rraffen, doch Ibnder hen aen ’t leven te komen, en de gene, die dootlchuldigh waren , in de bewaring van de Graef te leveren. Maer indien ly burgers oft inwoonders van de Radt waren , lbo Ibu hun lacck gelijekelijek van de Graef en Raet, oft van hun volmachtighden, in gelijck getal vergadert, onderlbcht, en’t gene.
-ocr page 573-
E M 1 lijchervan Keyfer Rudolphus de tweede beve-ftight, alleenlijch met uytfluyting van denaem Nederlantlche Staten, daer d’achtbaerheyt ’ van die van Cæfar ingeftelt wierd. Dat meer is, tnvernieut. dclè ordonnantie van de Keylèr wierd vernieut in’t jaer m d xc i x , nae ’t overlijden van Graef gemeene geit te bedienen, en waer te nemen, en Edfard, toen van de voorwaerden van te gebie- de macht daer af bepaclt ; van ’t welch op fijn den en gehoorfamen, tuflehen Graef Enno , Ed-fards loon , en de Staten van ’t volch gehandelt wierd. Dit is gelijch een regel en grontflagh der handelingen en verbonden, van de Graef lèlf ge- Groef Enno gehuld. 't Haeghquot; fihe ver-dragh. bruyckt en aengenomen , en dus door een nieuw verdrash , en door een nieuwe ordonnantie be-vedight. In ’t felve jaer, in de ma ent van November , is by d’Emders gevolght d’inhulding van Graef Enno , in de welche hy, met voorge-fchreve woorden beloofde,dat hy naer dele wetten Ibu heerichen ; en de dadt beloofde oock dat ly fich naer de lèlve wetten tot gehoorlaemheyt fchicken Ibu. Maer dit alles wierd weer overhoop geworpen , tot dat de macht en achtbaerheyt der geburige Staten daer weer tuflehen quam,tot de welche de Graef lelf, een eynde van d’óor-logh begeerende, fijn toevlucht nam, en de laeck van nieus weer verhandelt wierd. Dit verdragh, dat naer de plaets het Haeghfche genoemt wierd, was niet alleenlijch als de bron der andere goederen , die ledert aen de gemeente van’tgeheele lantlchap gehomen fijn, maer verbeterde grote-lijchs het recht van de ftadt Emden. Want hier |
door wierd de macht, van de Raet te ftellen, Bur-' germeefters enRaetsheeren te veranderen, oft in hun ampt en waerdigheyt te laten, jaerlijchs op d’eerfte van lanuarius aen de Raet der veertigh mannen vry gegeven j doch de beveftiging, en d’eylch van d’eed is aen de Graef gelaten, div dit recht oock voor d.’uy tgang van de levende dagh van lanuarius moet gebruycken , oft anders fijn echter de handelingen der veertigh mannen vaft en bondigh ; en de gene , die van dele veertigh verhofen fijn, doen d’eed aen de Raet. Men heeft ooch aen de Raet toegelaten de voorfte-Afochtva» den , die groot fijn, met de ftadt te vervoegen , graft t’omringen, die onder fijn f echtlprehing te houden, en daer niet min, dan in de ftadt felve, recht te plegen , en voor dele overgeving de Graef met gelt te voldoen , oft naer ’t beding onder hen lèlve, oft naer de goet-vinding der goede mannen , van weerlij den ver-kofen. Men heeft oock aen de ftadt toegelaten fchatting van ’t hunne te vergaderen,tot bekofti-ging der nieuwe veilingen, en tot ander gebruyk, doch fonder belafting der Staten. Wijders , tot bevordering van de gemeene ruft is aen de Raet toegelaten lès oft léven vaendelen vänkrijghs-volck te werven, t’onderhouden, en in de ftadt te hebben,tot koften van al de Staten van ’t gehele lantlchap, en daer een overfte over te ftellen, die fich met eed aen de Graef, aen de Staten, en aen de ftadtEmden verplicht, dat hy dit krijghs-volck niet gebruycken fal, dan tot befcherming * van de ftadt, tegen ’t gewelt van buyten , en tegen d’uytwendige beroerten. Dit verdragh wierd ind’April-maentvan’t jaer m d c iii bclègelt,daer weynigh tijts daer na de toeftemming der Staten, die’t lèlve oock ten deel aenging,op volghdc. En hier na ge/chiede weer d’överdracht met d’Em-ders, van de belading van’t fefte deel aller Iaden, die aen ’t geheele lantfcliap gemeen fijn. Voorts, in’t begin van’t jaer m d c vi wierd een vergadering van fes mannen opgerecht, om het plaets gelprohen lal worden. In defer voegen wierd alles weer tot veylige ruft en eendracht gebracht. Maer eyndelijch wierden oorlahen tot nieuwe beroerten gegeven. De voorgenoemde geburige Staten Ibnden , om dele beroerten te IHllen, en op ’t verlbech en bidden van de Graef, trelfelijche Geläuten in ’t jaer m d c x i der-waerts, door welchers vlijt en getrouwe wacher-heyt t’Oofterhuylen,in d’algemcene vergaderin- 'tKri-ool» gen des volchs,alle twiftenen verlchillen tuflehen vanOoßZ-de Graef en fijn onderlaten in’t gemeen,hehalven een uyt oorfaech van verbetering , geluchelijch beflecht fijn , en veel dingen in beter ordening gebracht wierden en al ’t gene , ’t welch ich van de Iahen van Emden gelprohen heb, weer be-klaert wierd ; en dat men de lèlve geburige Sta-ten van Nederlant voor wrehers van d’overtre-dingen verhlacrde. Dit gelchiede in ’t bovengenoemde jaer, in Maymaent. De Gemeente van Emden is ledert dele tijt in een gerufte ftaet gebleven. Men rechtte een Raet van twaelf mannen op,namelijch van vierBurgermeefters,en van acht Raetsheeren, die, als ’t hooft van de ftadt, jaerlijchs van veer tigh mannen, vplgcns’t verdragh van den llacgh, verhofen worden. Men houd in’t verhiefen van dele Raet dusdanigh een ordening. Na dat y op d’eerfte Bagh van lanua- 7 Eerkiefu rius, de heyligc dienft in de kerch gedaen is, vergaderen de veertign mannen in t Raethuys te twaelf uren op de middagh. Ais yder daer fij n ftede genomen heeft, begint de Voorfitter van de Raet te Ipreken , en hen alle te vermanen dat lÿ, aen de trou gedachtigh, die lÿ aen de gemeente verplicht fijn , de beften füllen verhielen, die voor’t aenftaende jaer over de ftadt füllen heerichen. Hy vermaent hen ooch crnftelijck tot gebeden, die men aen God behoort te doen, op dat hy hen met fijn gunft byftaen wil. Als dele dingen gedaen fijn , doet de Voorfitter weer een vermaning , terwijl ly alle in ordening naer een tafel gaen, die op een bequame plaets tot defe faech, tuflehen de hamer, geftelt is , daer fy in een briefje, die daer veel gereet gevonden worden , de namen van vier mannen lchrijvcn, die ly de bequaemfte achten , om het Burger-meefterlchap in dat jaer te bedienen. Sy, het briefje toegerolt hebbende, werpen dat in een houte hruych, welchs hals niet wijder is, dan dat de hant daer door ingeftehen han worden. Als dit vanyder gedaenis, grijpt de Voorfitter de felve briefes by ordening, en d’een na d’ander , uyt de hruych, die voor hem geftelt is , en leeft opentlijch , datyder het verftaen han, de namen, die daer in gelchreven ftaen. De Schrijver van de Raet vergadert de namen , die geleien fijn, en ftelt die op een ander papier ; daer in hy dele ordening houd , dat hy yder naem , hoewel dichwijls weer voorkomende, niet meer dan eens h k nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aen- |
M D E N.
acntcckcnt. Dan worden fonder vertoeven al de briefjes, die uytgeliaelt fijn , in’t vuer geworpen, en de namen , van de Schrijver opgetekent, in de felvc ordre daer in ly van hem opgefohreven fijn, uyt fijn papier weer met luyde ftem voorgelelèn. Daer na worden twee honte fohuttels omgedragen , in d’ccn van de welcke 40 kopere ftucken munt, yder een halve once fwaer, leggen, daer dit beveftigende woort la op getekent is. In d’an-dere fohuttel leggen gelijck getal en evenwichtige penningen, daer Neen op gefiieden Ilaet. Als yder van de 40 mannen uyt defe beyde fohuttels een penning voor fich genomen heeft, leeft de Schrijver terftont uyt fijn papier de naem , die voor aen gelefon is , op dat die in ftemming fou komen. Soo haeft als dit gedaen is , dragen twee uyt de Raet in ordening oock twee houte kroe-fon, die eng van hals fijn , by de rijg om , in de voorfte van de welchen yder, op fijn ftede fittende , fijn ftem geeft, ’t ly dat die dit beveftight, oft beneent, naer hem belieft. Maer in d’andere kroes worden alleenlijck d’andere penningen vergadert, tot gebruyck van’t gene, dat daer na volght. Daer na worden al de penningen , die alleen macht om te ftemmen hebben , uyt d’eer-fte kroes aen’t opperfte van de tafel, daer de Voorfitter fit, uytgeftorti gelijck oock d’andere uyt de tweede kroes op het ander eyndc van de folve tafel. Soo haeft als dit gedaen is , foheyd de Voorfitter, met drie van fijn arapt-genoten , dienaeft hem fitten, (want daer fijn vier in de Raet, die by beurten voorfitten ) als onderfoeckers , de ftemmen , die beveftigen, van d’anderen , die beneenen, die gefamentlijck van hen getelt worden : en’t getal, fonder vertoeven, met luyde ftem van de Vöorlitter uytgc-ƒproken, met de naem folf, van de welck de ftemmen onderfocht fijn , word van de Schrijver op papier opgefohreven. Men houd een felve middel en wijfe in al d’anderen , welckers namen voorgeftelt, en van de Schrijver op ’t papier ge-fchrevenfijn. En de gene, die, naermenbevind, de meefte beveftigende ftemmen verkregen hebben , worden voor Burgermeefters, die wetteüjck verkolen fijn, gehouden. Men gaet dan terftont op een folve wijfe en ordening in de verkie-fing der Ractsheeren voort. Want yder van de Raet fohrijft op papier de namen van acht mannen , die ly boven anderen bequaem achten, om voor dat jacr’tampt van Raetsheer te bedienen, ’t Overige word dan in fiilcker voegen volbracht, gelijck alree verklaert is j en men maeckt geen cynde van defe handeling,voor dat d’achtRaets-heeren, door’t meerder getal van ftemmen, verkolen lij n. Daer is feker wet, die gebied dat men al’t gene, ’twelckdaer verhandelt word,tot aen de levende dagh van lanuarius verfivijgen lal 5 in welke dagh de Graef,door brieven Ipoedelijk van alles bericht,volgens de wet iemant van de fijnen lend, die de handelingen van de Raet in fijn naem beveftight, en de gene , die verkolen fijn, d’eed Tedt afvordert, namelijck in ’t folve Raethuys, en in aen de tegenwoordigheyt van de volle Raet. Doch in-órrti?/. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Graef milTchien niet wilde, oft verwaer- |
loolde dit te doen , lbo word echter, gelijck ick te voren getoont heb, de verkiefing voor vaft en bondigh gehouden ,• cn de gene , die verkofon fijn, doen d’eed by de lelvc veertigh mannen , in lbodanige woorden, als hen van de Voorfitter in de Raet voorgefeght worden. Dan worden eyn-delijck de namen der gener die verkofon fijn,eerft van de Burcermcefters, cn daer na van de Racts-heeren, uyt een uytftekendc placts van ’t Raethuys, voor d’ooren van een groote menighte, die lulcks aenhooren,afgelelèn. Sy lu’ecren in fooda-nigh een fin, als ick hier voor vei haelt heb, toen ick van’t verdragh van Delffijl Iprack ; cn ly beloven uytdruckelijck , dat ly van de handelingen en verbonden niet lullen afwijeken j maer datly alle vlijt en naerftigheyt füllen doen, om die te verfokeren, en te befohermen. Ick heb oock daer van de macht des Raets gelproken , die fodert door de volgende handelingen niet vermindert, maer met heel klare en volkomender woorden, dan in’t verdragh van Delffijl , beveftight is. ’t Ampt van defe Raet is de gemeene laeck van de ■va» ftadt met hun forgh t’omhelfon , daer over te raetspleegcn , en te befluyten ; d’andere ftaten en ordeningen van de ftadt, als’then belieft, en die ly begeeren, t’ontbieden, en hun raden te ver-ftaen ; over alle heerfohappy, volgens de wetten en ’t verdragh, te hebben 5 de gemeene ampten van de ftadt te begeven,en te vcrwiftelen,en oock, lbo lulcks ten dienft van de ftadt nodigh fohijnt, nieuwe ampten op te rechten, foodanigen, als ly begeeren , daer in te ftellen , de macht lbo lang , als ’t hen belieft, te verlangen, en af te fetten als ly willen ; en meer andere dingen,hier voor ver-liaelt. Sy hebben alle gelijck recht in de Raet, om hun mening t’openbaren, en hun ftem te geven. Maer de Burgermeefters overtreften d’an-aci vxa lil waciüigbeyt, achtbaerhcyt, in de placts, ^^Ètdcr ja oock in macht over veci amguu. Want ly heb- ßumjrmee-ben in ’t fitten altijt d’eerfte plaetfon, en aen hen gt;nbsp;word, als Vorften van de Raet, eerft de gevoelens afgevraeght , en ly foggen d’eerften hun mening. Sy hebben hun dienaers , en by beurten drie maenden lang de voorfitting in de Raet. De gene, die Voorfitter is, verhoort eerft de laken, die, volgens de gewoonte oft wet, ten mee-ftendeel voor hem gebracht worden, beroept de Raet te famen, ftelt daer de faken voor, onder- en hun ver-Ibeckt de gevoelens, vergadert de ftemmen, be-lluyt, en Ijpreeckt het gevoelen in de Raet uyt. Hy geeft gehoor aen de Gefiinten in de Raet, en aen d’anderen, die iets verfoecken. Hy geeft den pleyters macht om te dagen , t’arrefteren, en in de Raet te Ijpreken. Hyis de bewaerder der legden , van de ftadt, en oock der fleutels, met de weicken de poorten en havens, en alle toegangen naer de ftadt, gelloten en geopent worden. Hy geeft, door de Majoor oft Wachtmec-ftef , het woort aen de nachtwakers, en heeft macht om te roepen en aen te taften. Hy , en oock fijn amptgenoten , mogen echter niet verder gacn, fonder’tbelieven van de Raet, die oockeen Rechtsgeleerde heeft, de welckly Syndicus oft Penfionaris noemen,welcks wijsheyt en 'Penfonarrs. kennis ly ten meeftendeel in de gemene en befon-dere faken gebruycken , cn die om defo oorbeek gemccnlijck by de Raet en beradingen is. Defo, hoewel hy geen recht van ftemming heeft, ver-magli |
E M D E N.
Secreta.- jindcre Raet van veertiiih t tn ftjns forgh. magn echter veel door ßjn acïitbaerheyt, als hy fijn gevoelen verklaert, voornamelijck by degene , die op hunne eyge voorfichtiglieyt mistrouwen. De lelve Ract heeft, belialvcn dele Penlio-naris , noch twee Secretarifien , voortrefidijeke mannen , die ’t gene, dat te ïchrijven is , acntec-kenen y de boecken waerneemen, de killen van ’t Raethuys bewaren,en veel dingen t’liuys en buy-ten uytwercken. Dele hebben noch andere ichrijvers onder fich, die ly gebruycken y en die gedurighiijckin de Secreet-kainer verkeeren, en met lchrijven beficli fijn. D’ampten van Penfio-naris en Secretaris (fy my geoorlóoft hier deïè benamingen te gebruycken, hoewel fy verbaftert in de tacl fijn ) fijn gelijekelijek heel eerlijck en niet fonder gewin. Daer fijn foo veel dienaers , als Burgermeefters, die de bevelen van de Raet en van de Burgermeefters uytvoercn. Sy hebben noch een deurwachter,die hoogcr in ftactis,dan de dienaers,en dic’t Raethuys, en de Raetkamer fluyt en weer ontfluyt, en als de Raet vergadert is , geftadighlijck aen de deur van de kamer fit, en de gene , die van de Raet geroepen worden, inlaet, en oock weer uytleyd , en meer dierge-lijcke dingen beforght. Daer is noch in de dadt, de naefte aen defo Raet, een andere Raet van veertigh mannen, van de welck ick alreé dikwijls gelproken heb, indefo lede tijden opgerecht, eer de Gemeente haer geftalte kreegh , en toen de vryheyt aen ’t quijnen geraeckt was y en foer naeu geprangt wierd : in welcke tij t de bede uyt al het volck verkofon, en met macht en bevel verforglit wierden, om d’overgebleve deelen van de vryheyt tegen de Raet en Graef, welcks fiaef de Raet geworden was , te befohermen ■ en om ’t gene , dat alreê vervallen was, weer op te rechten, voor foo veel de foeck toelict, maer fonder beroerte van de menighte , en door wettelijeke wegen van ’t recht y gelijck iy dat noemen. Toen de laken bedecht, en de daet van de Gemeente verandert was, gelijck ick te voren getoont heb, wierd defo Raet in de dadt gelaten, niet, gelijck eerd, om d’andere Raet tegen te daen , maer by hem aengevoeght, om in gewichtige laken met fijn berading d’andereRaet te helpen, en by te daen, met fijn toedemmingen vlijtd’achtbaerheyt van d’andere Raet behulplaem te fij n, en aen de gene, die iets, dat gerechtigh was, voordelde, tot by-dant te verdrecken ; oft, foo hy iagh dat ’er iets anders gedaen oft voorgenomen wierd, ’t welck tegen de vryheyt of weldant van de dadt dreed, en, foo de faeck fulcks foheen te vereydehen, de lelve Raet fodighlijck en ootmoedighlijck te vermanen , verbetering van ’t gene, dat misdreven was 5 te verfoecken, de burgerlijeke eendracht, foo veel mogelijck was, te voeden en befohermen , en toe te fien dat de dadt niet met vreemde fchulden, en de burgers niet met onnodige laden befwaert wierden ; en eyndelijck, ’twelck de gront van de faeck is , behulpfaem aen de Gemeente te fijn in ’t verkiefon van de gene , die jarelijeks ’t ampt van Burgermeeder oftRaets-heer Ibu bedienen, en in de naem van de gcheele dadt de gene , die verkolen fijn, d’eed af te nemen. En tot noch toe is dit in defer voegen onderhouden, dat de hoogcRact,foo hy eenigh nicu werek van groote koden,ofteenige verdereking aenving,en foo men overwoogli om lchatting van de burgers t’eylTchen, en nieuwe tol op te fetten, oft d’oude te verhoogen, niets fou beduyten, foo men met defo Raet niet gcraetspleeght, en toe-demming daer afhad, en defo vergadering, met deRaeteendrachtigh,in defo dingen de beradin-gen en wil van de folveRaet met groote naerdig-heydt voortduwde. Dele vergadering van veertigh mannen voeght oock , ais men in de vergaderingen van’t geheele lantfohap iets verhandelen lal, by de gene , die van de groote Raet verkolen fijn, ten meedendeel fijn eyge Ge-machtighden, tot bevordering van eendracht, niet door foker recht, maer door toelating van dehoogeRaet. Maer ly vermengt fich niet in eenige andere faken, ’t en ly datfo milfchien geraden vindt de Ract van eenige dingen te vermanen, ’t welck aen haer, gelijck oock aen d’andere leden van de dadt, geoorloft is. In defo vergadering fijn, gelijck ick gelcghtheb, vier voorfitters , even als de Burgermeeders y die de vergadering bedieren. Ydervan defo heeft op fijn beurt in defo vergadering drie maenden lang de voorfitting, en roepen, als de lacck fulcks ver-eyfoht, de vergadering door hun Geheymlchrij-ver. Maer defo vergadering magh niet beroepen worden, of te fomen komen , fonder toedem-ming van deBurgemeedcr, de Voo; fitter van de Raet, van de welck de voorfitter genootfaeckt is verlof, van de vergadering te beroepen , te verfoecken, ’t welck hy lichtclijck van hem verwerft , foo hy d’oorfaeck van de beroeping aen de lelve Burgermeedei- vertoont. Het merek-teecken van de beroeping is een kopere penning, die aen yder gefonden word -, in voegen , dat ’cr veertigh foodanjge penningen tot dit gebruyck fijn y die van de Voorfitter bewacrt worden. De gewoone plaets, daer in dele veertigh mannen vergaderen,is in’t Raethuys, in een vertreck, dat van de Raetkamer van de hoge Raet afgelchey-den is. De Voorfitter doet het voordel in de vergadering , en volvoert voort het overige , gelijck de Burgermeeder in de Raet. Defo ver-gadering heeft geen gebied en heerfohappy , en heeft alleenlijck macht, foo ly noch eenige heeft, om tulfchen te Ipreken, en geen ander. Als in defo vergadering eenige plaetlen open fijn, plaetd de folve vergadering de bede uyt het geheel getal der burgers , by demming, gelijck ick te voren getoont heb, verkofon by d’andere , om de plaets te vervullen ,• en de Voorfitter van de vergadering neemt de gene, die dus ingekomen fijn, d’eed af. Tot hier toe is van de twee voornaemde leden van de dadt gelproken. Daer Ordre der koomt by defo twee leden noch een derde , dat van groot gewicht en nuttigheyt is,en tot d’orde-ning der wapenen en wachters behoort. Dele daet, die foer goet en diendighis , wierd van de dadt opgerecht, foohaedals de Gemeente in dant geraeckt was, en is dusdanigh. De geheele dadt, uytgefondert de voordeden, is in cen-cn-twintigh vaendelcn burgers gedcelt, van de welke dertien in d’oude en acht in de nieuwe dadt, die Valdera genoemtis , getelt worden. Yder vaendel heeft fijn Capiteyn , Lieutenant, en |
Vaen- |
EMDEN.
Vaendrager, alle uyt d’eerlijckfte ftaet der burgers verkolen , en tot dele ampten bequacm, en behalven dele noch andere amptenaers, tot de minftetoe, gelijckinde krijgnsvaendelen , die met loldy aengcnomen worden. Daer fijn , behalven de Kapiteynen , noch vier mannen , die fy Wijckmeefters noemen , twee tot belbr-ging in d’oudc , en twee tot de nieuwe ftadt, die ongelijck getal van vaendelen onder lieh hebben. Dele, met de Kapiteynen der burgers, maken dele vergadering, die , gelijck ick gefeght heb , in vijf-en-twintigli mannen beftaet, in de welche ly de voorfitting hebben, en d’opperfte macht befitten. Sy worden van de Raet verkolen , en ontfangen haer macht van hen aen de welck ly lieh oockmet eed verbinden, en getrou-lieyt en gehoorfaemheyt beloven. Eyndelijck , ly hacn geheel in’t believen van dele Raet, en blijven loo lang, als ’t aen de lelve Raet belieft, in nun ampt. Maer de Kapiteynen der burgers , als ’er eenige plaetlen open fijn, worden van dele Wijckmeefters, en van d’overigevergadering, dat is van de lelve Kapiteynen, uyt deielve vaendelen , daer in het Kapiteynlchap open ftont, verkofen, en ingelèt, doen d’eed naer’t voor-Ichrift van de Raet, en verplichten fichplechte-lijck j geiijek oock dc vier Wijckmeefters , tot belcherming van de Godsdienft , die opentlijck aengcnomen is. Indien iemant van hen uyt de gebuurt van fijn vaendel in een andere buurt verhuyft , foo leght hy fijn ampt af j en een ander word in fijn placts verkolen. De Lieutenanten en Vaendragers, en de gene die mindere bediening in de vaendelen hebben, worden van de vaendelen lelve verkolen. Dele vergadering koomt by malkanderen in’tRactliuys, èn plaets, die tot defe verfameling gelchickt is. Sy vergaderen felden meer dan eens ter maent, en dickwijls naeuwelijcks eens in geheele drie maen-den ; in welcke vergadering ly de faken , die onder hun toelicht fijn, verhandelen, en ordening daer in ftellen. Indien iemant uyt het getal der Kapiteynen daer niet tegenwoordigh kan fijn , lbo word de plaets ten meeftendeel van fijn Lieutenant oft Vaendrager vervult, die anders geen plaets in de byeenkoomft oft vergadering hebben. De Wijckmeefters , en de Kapiteynen der vaendelen belbrgen oock, dat men de dagh-en nacht-wachten wel houd , en dat al de gene, die onder de vaendelen ftaen , volgens ’t voor-Ichrift, wel in de wapenen onderwelèn worden. Want men belaft Ibmmigen , naer de maet van hun middelen , met Iwaerder, en anderen met lichter wapenen : in voegen dat alle vaendels, naerde wapenen diely voeren, in verlcheyde ftaten onderlcheyden worden ; van welcke eenige over ’t geheel lighaem , van dc top des hoofts, tot aen de kniejen, anderen alleenlijck tot onder aen dc buyck, en anderen op ’t hooft alleen met ylèr bedeckt fijn. Eenige gebruyc-ken groote en fware llaghlwaerden, die ly niet, dan met de beyde handen konden ßvajen, andere hebben lange Ipietlèn , andere musketten en finekroers. Maer ly dragen alle de degen op fijde, ’t welck ly voor een nootfakelijck geweer achten. Defe vaendelen houden hun beurt in ’t ronde, cn hebben dç wacht, nu een , dan twee, en dan drie gelijck, naer dat het dienftigh is , oft’tgevaerlulcks vereylcht. Dc burgers, fich ter wacht bereydende, vergaderen écrit met hun wapenen, d’een voor en d’andcr na, voor ’t huys ordrera» van hun Vaendrager, cn , ledert met vliegende vaendelen, in een lange en gelchickte ordening gt;nbsp;deur de Wij eken en voornaemfte plaetlcn van de ftadt gegaen , houden ftant op dc ruymte , die tulfchen ’t Stadthuys en dc houtc brugh is. Sy , daer liet woort voor die nacht ontfangen hebbende, verdeden fich in verfcheyde Wij eken van de ftadt, die tot wachthouden gelchickt fijn. Al ’toverigh word dan naer de gewoone krijghs-or-dening gedaen, en de wachten worden deur de geheele ftadt geftelt, en naeukeurighlijck op y der uur verwilfelt. Dit alles word met toeftemming van de Raet gedaen, van de welck de vier Wijckmeefters , en de Kapiteynen der vaendelen huri bevelen ontfangen. De belètting der krijghs-lic-den , die in de ftadt is, doet oock niet anders, door’t gebied van d’overfte van de geheele belet-ting, en door de bediening der Kapiteynen j maer niet, dan naer’t believen van de lelve Raet, onder welcks gehoorlàemheyt hun ftadtsvooght is. De burgers en Ibldaten houden gelament-lijck de wacht, maer in verfcheyde plaetlèn. Men heeft oock over eenige jaren door een wet belchickt, dat in yder Burgervaendel twintigh mannen, als van uytfteekender ftaet, verkolen Ibuden worden, die, als kinderen der edelen, hun naem van adeldom voeren , en Adelborften ge-noemt worden. Dele , die vry van lchiltwachc fijn, verdeden fich in twee gelijcke benden, en doen by beurten op gelette uren tweemael 11. a« xiaUiu ronde deur deWijekenvan de ftadt, befichtigen dc wavlxttn, en fijn gehouden de gene, die , hun ampt niet waerneemen, aen te taften,en te ftralfen. Sy hebben tot hun ge-leyde twee mannen , die men korporaels noemt. Dit is van de krijghshandel genomen. Maer dele ordening en beletting der wachten is wardij ck een bewaerfter van de geruftheyt, en van d’openba- ‘ re behoudenis, en de kracht van de ftadt. En lè-ker, indien ly in defe naefte gevarelijeke tijden niet geweeft had, lbo Ibulbnder twijffd de tegenwoordige ftaet van de Gemeente al overlang on-dergegaen fijn. De Wachtmeefter, tot des lèlfs behulp gemaeckt, is van’t getal der burgers, en \r, van de Raet verkolen. Dele hadt het woort van de voorfittende Burgermeefter, brengt dat aen de wachters, wij ft aen henplactlèntoe,die hen by loting ten deel gevallen fijn, befichtight met anderen dickwijls de wachten, ontfangt de llcutels der poorten van de Idve Burgermeefter, en, van twee dienaers en vier Ibldaten verleit, lluyt cn ontlluyt de poorten, en brengt de lleutels weer by de lèlve Burgermeefter. Daer is noch een ander, die by beurten op gelijcke wijle het lèlve ampt bedient, en onder de krijghs-ordening ge-telt word. Maer uyt dele drie voornaemfte vergaderingen van de ftadt, gelijck ick getoont heb, behoud deRaet alleen volkome macht van recht in de ftadt te Ijirckcn. Dele Raet, om te beter in gewichtiger laken bcefigh te fijn , heeft een laeger Rcchtbanck opgerecht, in de welcke de |
LäoeRecht-O (A 'fhrefiriC'' re». zieken-mee-fiers. E M D de mindere gedingen, die niet boven de vijftigli goutgiilden fijn , gelijck’er veel fieclite lieden in de fladt fijn, diefoodiinige verlchillenhebben y gehoort en gevonhift worden. Seker , een feer nutte inftelling voor de gemeente. Want indien dit dus niet was, foo louden de befte uuren met dusdanige twiften , te gering voor de Raet, als de hooghfte vergadering van de ftadt, en die met gewichtiger laken beefigh behoort te fijn , vruchteloos verloren gaen. De Raet ftelt voor-fichtelijckover dele minder Rechtbanek geen ander Prefident oftVoorfittei'jdan een ftatigh man, die te voren het Burgermeefterlchap bedient heeft,en voeght tot Bylitters noch twee daer by, die oock in de Raet geweeft hebben , oft die in de kennis derRechten niet onkundigh fijn. De Voorfitter van dele rechtbanek hellicht dickwijls t’huys veel dingen, die geen grooter onderloeck behoeven. Voorts, dit recht heeft fijn plaets in’t Stadthuys , van de Raetkamer afgelcheyden , en Ipreeckt hier het vonnis met fijn byfitters j en is mét defe laeck alleen beefigh. De gene, die fich door’t vonnis van dele banckverongeli jcktacht, magh fich op de Raet beroepen, om dat te over-fien, maer niet langer pleyten. De Rechter lelf, en fijn By fitters worden, gelijck ickgetoont heb, van de Raet verkolen, onder de welck ly geheel beftaen. Sy worden lomtijts veel jaren lang in hun ampt gelaten, en Ibmtij ts na verloop van een, twee, oft drie jaren verandert. Dele Rechter heeft belonderlijck cenDeurwaerder, en dienaer van ’t Gerecht, met een felve kleet aengedaen , als de deurwaerders der Burgermeefters , ja fim-danigh , dat men dele van d’anderen niet onder-Icheyden kan. Wat lal ick van de Threfiniers , oft Schatmeefters feggen ? De ftadt heeft’er twee, die al hacr geit handelen , en jaerlijeks, oft meermaels rekening daer af by de gene doen , aen de welcke dit bevolen is. D’een van dele heeft de toelicht over’tgelt,dat van d’oude fchat-tingen en accylèn,en van d’andere verfcheyde in-komften van de ftadt gemaeckt word ; en is ge-meenlijck een van’t getal der Raetsheeren , oft die’t ampt van Raetsheer bedient heeft. D’ander heeft de lorgh en toelicht over’t geit, dat uyt de nieuwe lchattingenen tollen voortkomt, enisge-meenlijck een van de Raet der veertigh mannen, die pachters in plaets van opeyftchers gebruyckt. Want dele, lbo groot een nieuwe fchatting en tol ly in de fes maenden opgebracht hebben, foo groot een Ibmme worden ly gedwongen yder lés maenden aen hem te leveren. De rekeningen fijn verlcheyden, voor lbo veel ’t oude aengaet : en indien ick dit wilde verklaren, loo Ibu ick lang en verdrietigh fijn. De voornaemfte, die de toelicht hier over hebben, fijn de meefters der vaer-gelden,accylèn,der wage,der kranen, en der tollen. En gelijck deletweeThreforiers onderfchey-de geit vergaderen en ontfangen,lbo fijn ly oock over verlcheyde betalingen,ftadts laften en koop-manlchappen, daer toe ly hun bevel hebben. Sy fijnbeyde gehouden , om rekening aen de vier : mannen,dielyRekenmcefters noemen,te geven, in dele naefte jaren met believen en wil van de Raet uyt de vergadering van veertigh mannen, en uyt der felve raet voortgekomen. Hun ampt Iprcycl fich wijt en brect uyt. Want ly fijn gehouden dit ampt met y ver te bedienen , en ec-nigh deel van’t gemeene geit te handelen. 'Sy vergaderen driemael ter weeck, des namiddaghs, oft lbo dickwijls, als de laeck lulcks vereylcht, en ter plaets, die in ’tRaethuys tot dele laeck ge-Ichickt is , en belbrgen daer het gene , dat hun ampt aengaet. Sy eylfchcn rekening ,• hooren , onderlbecken, en oordeelen die jarelijeks , oft oock meermaels, als ’t hen lbo belieft, en nemen acht op al’t gemeene gel t,dat van de ftadt verhandelt word,en dit in tegenwoordigheyt van de Gedeputeerden uyt de Raet. Sy maken een regifter van dele rekeningen door hun Schrijver , die ly hebben , en bewaren dit remfter , om die vaer-digh te hebben, als de noot fulcks vereylcht. Sy bevlijtigen dat het gene, ’t welck men aen de ftadt Icnuldigh is, op fijn tijt betaelt word , en klagen de gene, die uytftellen, voor de Raet aen. Sy beforgen dat het gemeene geit tot geen ander gebruyck verkeert word, dan tot het gene, daer het toegelchickt is. Sy hebben ’t oogh op ’t gene , dat uyt de gemeene lchatkift betaelt moet worden, en ondertekenen dat met hun handen. De Threlbriers oft Schatmeefters vermogen oock niets, Ibnder d’ondcrtekening deler Reken-meefters aen iemant te betalen, lbo ly fichlêlven buy ten lchade willen houden. Sy ontbieden yder weeck de Threlbriers by hen, en beften de quijt-fcheldingen van’t gene dat fy betaelt hebben. Sy onderlbecken en beftechten de vcrlchillcn der pachters die ly onder malkander, oft met de burgers hebben ; cn verhoeden dat de burgers van de pachters , en de pachters van de burgers bedrogen worden. Sy eyflehen oock rekening van de uytgift en ontfangft der Gelanten, die om de gemeene faeck buyten’s lants gelbnden fijn. Sy houden volkomen regifter van de woeckergel-den , daer voor de ftadt fich verbonden heeft, oft verbind. Sy hebben oock uytlchriften en ko-pyen der fchultbrieven en hantlchriften , die te boeck geftelt fijn, gelijck oock een regifter van al de laken, die de beyde Threlbrieren gehouden fijn gewonelijck af te doen, die ly in hun kalfen , tot hun dagelijcks gebruyck, houden. Eynde-lijck, ly hebben , met de meefter vati’t Wapen-huys, met d’Overften van de Wijeken, en van de wapenen, oock de toelicht over de dingen , die tot het krijghsgereetlchap en tot de koften daer af benooren. Ick ga noch diergelijeke andere dingen voor by , om mijn belchrijving niet al te lang te maken. Ickfal, tot een beftuyt , dit eenige hier noch byvoegen, dat het in’t believen van de Raet is, iemant van de hunnen, lbo ly willen, hy ly Burgermeeftcr oft Raetsheer , by dele vergadering , gelijck een Op-fiender te voegen. Het Bouwmeefterlchap is Bo»r^eefier~ oock een der voornaemfte ampten in defe Ge-meente • en degene , die dit bedient, heeft de toelicht over al de gemeene wereken en gebouwen ; en bevordert dat het gene, ’t welck ge-timmert word, gelijekelijek tot nuttigheyt en betamelijekheyt van de ftadt ftreckt. Hy heeft het gebied over de timmerlieden , en d’andere wereken van de ftadt, op dat ’er geen bedrogh in defe geheelc Gemeente gepleeght Ibu worden. |
11 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Daer |
EMDE N.
Üverfien der Schatters . tirantmec-fters-^ Dacr fijn oock vier mannen, Overften der Schutters j dicly y gelijck ick geloof, hierom dus noemen, dat fy , door’t handelen met de boogh , oft met minder krijglisrufting , de jonekheyt plagh-ten t’ocHenen. tïun voornaemde ampt is toe-ficht te hebben op de gemeene plaetfen, marek-ten , ftraten havens , graften , en andere dier-gelijcke dingen, die dienftigh hjn om de ftadt van alle flijck en vuyligheyt t’ontlaflen ; gelijck oock te voorfien dat’er geen verwarring onder de fchepen rijft , als ly in de haven komen , oft daer uy tfcylcn ; en dat ’er in de winter oock goede ordening onderhouden word. Dit ampt duert vier jaren lang: in voegen dat’er jarelijcks een van defe vergadering afgaet, die , hoewel afgaen-de, met fijn andere amptgenoten, weer een vierde uyt d’eerlijckfte burgers in fijn plaets ftelt, die van de Raet beveftight moet worden. Daer fijn noch tien mannen, Brantmeefters genoemt, om de brant te weeren, en te dempen , van dc welc-ke twee en twee in yder vijfde deel van de ftadt woonen. Hun ampt is niet alleenlijck toe te fien dat de ftadt geen lchade lijd , oft dat’er geen beroerte rijft , als’er by ongeval brant ontftaen is, en dat het vuur foo haeft, als ’t mogelijck is , ge-blulcht word j maer oock ’t oogh te hebben, dat het gemeen en belonder gereetfehap , ’t wekk hier toe behoort, vacrdigh en bereyt ftaet, en dat’er altijt overvloet van water is. By yder twee Brantmeefters is een Ràetsheer gevoeght, die hen met hun raet en hulp byftaet. Men vind Havcatnee- daer oock Havenmeefters , die oock op d’andere Aquot;- accijlèn toefien , eerlijckc en treffdijeke lieden, die opentlijck hun fetel aen de haven hebben. Daer fijn oock vier Beforgers van de dagelijck-fehe toevoer, die in dc ftadt ingevoert, en ojp de marekt te koop geftelt worden , en toelicht over de gewighten en maeten hebben ; en voor-namelijck hier op toefien , dat de hackers het volck niet bedriegen , en dat het bedorven niet voor goet verkocht wordj op dat de voorkoopers de minfte dingen , die ingebracht fijn, te koop brengende, niet eenigh ongerijf aen d’andere burgers veroorfaken fouden : ly bevelen dieshal-ven, dat men defe en diergelijeke dingen nergens anders, dan op de marekt, te koop fal brengen. By defe is oocK,gelij k een voorfitter en beftierder, een uyt de Raet bygevoeght, die fy om defe oor-faeck Marcktmeefter noemen. Daer is noch een ■ever deef-ii'orcn, ander uyt de lèlve Raet, die, naer de waerde van’tgraen, ’t welck in prijs hooger en laeger word , naer ’t believen van de Raet, aen de backers , in d’uytgang van yder weeck , ’t gewicht van ’t broot voorlchrijft ; die oock de naem naer fijn ampt voert. Wy moeten niet met fwijgen voorbygaen de Belbrger van allerley wapenen en f« flwr dt Erijghstuygh , uyt het getal der Raetsheeren ge-ïi.ï/.w«. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bequame plaets in’t Racthuys tot |
nooyt iets aen gebreeckt ; maer oock de toe-ficht over’t grof geJfchut heeft, dat op de wallen , bolwercken en oorloghlchepen gebruyckt word, gelijck oock over’t buskruyt, over de groote yfère, loode en fteene koegels, en oock over’t ander gereetfehap , dat tot het grof gelehnt behoort. Vier meefters van ’t gelchut hebben’t beleythier af, wekkers hulp hy gebruyckt ; dele worden gemeenlijck Conftapels genoemt, Conß^^pcis. Waer toe de gene bygebracht, die alle linne en en wolle lakenen , van buy ten aengekomen, in’t. gemeene huys, ’t welck lÿ Halle noemen , ont-fangt, befiet, meet, op de gemeene trou be-waert, Ibo lang als ’t van noode is ? Dele word meefter van de Halle genoemt. Waer toe oock veel van de overfte der gemeene gevangenis ge-feght, die met fijn gewapende dienaers gedu-righlijck deur de ftadt wandelt, en indien hy bevind dat iemanteenige beroerte maeckt, oft iets Iwaerder bedrijft, hem in de gevangenis llcept ? ’t Gemeen volck is oock , naer de gewoonte der aide». andere fteden , in verlcheyde gebroederlchap-pen en gilden onderfcheyden, gelijck dat van de kooplieden, lcheeps-lieden , en van allerhande ambachts-lieden, die yder in ’t belonder hun inlèttingen, wetten, t’famenkomftenenVoor-fitters hebben. Sy noemen dele Voorfitters en overften Oldermannen, naer wekkers believen de gildebroeders veel dingen , die twift in fich heb- m». ben , en tot het gilde behooren , bellechten en bevredigen. Maer ’t gene, daer ly niet over können komen , word voor de Raet gebracht. Hun inlcttingen en beftuytingen fijn niet krachtigh en bondißh . lbo ly niet van dc Raet beveftight worden j welcks ampt bet is die aen te nemen , te veranderen, af te Icliaffen , en eyndelijck aen hun medebroeders vaft te ftellen. Dit gebroe-derlchap heeft in ’t gros niets gemeen, en ly raken niet aen eenigh deel ; maer doen alleenlijck ’t gene dat hun laeck is. De gebroederlchappen worden gilden genoemt, en fijn tot twintigh in ’t getal, van wekke eick machtiger dan ’t ander is. Maer hun grootfte en kloeckfte gilt is dat van de zeelieden, onder ’t wekk niet alleenlijck de gene , die de zee en vloeden gebruycken, maer bock de rijekfte burgers, die fich met de zeehandel geneeren, en hun geit daer op gedaen hebben, getelt worden. Over dit gilt gebieden twee Oldermannen, diealtijthun ampt behouden, en groote moed en achtbaerheyt betonende, met de vier uytdeelders,die niet altijt in hun ampt blijven, groote dingen verrichten. Daerfiet ghy de weerlijeke ftaet van dele ftadt ; en de gene, die de ftant van de kerekelijeke ftaet begeert te weten , neem fijn toevlucht tot de hiftoric van lïbbo Emmius, daer dit verhael, als ick boven |
R-O
op de famenvloeying van de Eems en Lede.
Getrocken uyt de hiftorie van
VBBO E M M I V S.
P de famenvloejing van d’Eems en Lede is de vermaerde veiling Lier-oort, van d’enge hoeck lants, daer in fy gelegen is , dus ge-noemt ; feker , een wonderlijke gelegen-heyt, die van den heu
vel Ply ton langs de laege velden,by d’oever van d’Eems, niet verre van daer gelegen , aenge-fchouwt word : want de vloet Lede , die veel bochten heeft, vloeyt in een omkeer van de vloet d’Eems foodanigh in defeftroom, datfe byna een eylant in een enge hoeck maeckt, niet grooter, dan tot de grout van de veiling, met haer bolwercken , nootfakelijck is. De Hamburgers,eertijts de bequaemheyt van de-fe plaets vernomen hebbende, ( toen fy, met Edfard en Ulrich, broeders van Grietfijl, ver-
voeght, inVrieflant met de wapenen tegen Locco oorloghden , ) bcgonden op de felve een veiling te ftichten, en wierpen een kaileel gebourvt. op, naerde gelegentheyt van die tijdt, daer fy befetting, tot veel dingen dieniligh, inleyden. Maer fy,federt van de Graven met fware werc-ken verilerckt, is buy ten twijffelde ilerckile „ der Kaileclen in Vrieilant gemaeckt, voor de wclcke Henrick d’oude, Hartogh van Brunf- ? wijck, met grof gefchut getroffen, gefneuvelt is, toen mijn vaders oom,diemetmyeen felve naem had,Preiident in deRaet was. Haer ilant cedaente. is foodanigh,dat fy,naer ’tzuyden ilrcckende, met Lera naer’t noorden , en Bingum naer 't ooilen,ecn driehoeck maeckt,van de welcke yderfijde omtrent feven hondert paffen groot is. Indien men naer de fuydiijde het,foo heeft fy het klooilcr Mude aen de rechte hant ; en aen d’over-ocver van Ledcjtcr ilinckehant,dc beydeEfclumen.
thtiys te JltadeL zfeert
b. De. dCerdè^
c, t! R^teilmyi i^ : '. l dTilu^s ett MotM e , De .dda^n. ffidtery
d^oorder Sehans
^(Ute^ -tHUi- bondertr dR-oe-detv.
G R I E T-S Y L,
Naer de befchrijving van
VBBO EMMIVS.
van die heerfchappy is, en om dat fy de fetel en ’t oud-fte erfdeel van ’t huys van Sirekfenia geweeft heeft, uyt het welck Graven gefproten lijn. Sy heeft oock een feer bequame haven aen ' de graft, die aen ’t kafteel gevoeght is, en die, na de haven van Emden , voor geen andere VOOÏ de binnenfte haven een heel bequame -en groote reede voor de fchepen, daer een diepe en holgaende graft, tuftchen d’eylan-den van Borciim en Juift deurvloeyt, en, een boefem in t lane makende , door de hooghte van d’aerde van de noorde wint befchutting vruchtbaerheyt in dit geweft is foo groot, dat tulfchen d’Eems en Elve geen diergelijck, of feker geen grooter gevonden kan worden. Dit is mijn geboortelant, ’t welck byna feven duyfent paften van Emden is, en lieh naer ’t noordweften ftreckt. Defe plaets heeft acn graft uitftort, en het dorp in twee deelen deelt, de noortlijde de ftadt Norden, wcynigh min , dan drie hondert duyfent paften van daer gc- fter-Eems. De haven heeft lijn oorfprong en wefen van defe graft, die, lijn water ten meeftendeel uit d’Eems vergadert hebbende, dat met groot gedruys en opfwclling deur fijn |
Seker, een wonderlijckgeluck van defe plaets, it^cnbdt. en dit alleenlijck van natuur. Want indien in de voorgaende eeuwen de naerftige men-fchen y en de gene, die fich tot de koophandel begeven hebben, hier af geweten hadden, en indien defe plaets toegenege mcefters had gehad , foo fou fy ongetwijffelt van een middelmatig dorp al overlang een groote ftadt ge-weeft hebben. Terwijl ick ditfchrijf,foo komt my in geheugenis de reden van een ftatig en ernftig man, die kennis van veel faken had,en om ’t vervolgen van de Godsdienft,uyt Neder-lant in ballingfchap ging. Defe, de plaets be-fichtight hebbende, en by geval met my, die toen noch jong was,over wegh gaende, feyde uyt boertery, dat’er aen dele plaets, om tot Geeilige hoogheyt en geluck te geraken , niets anders rede, gebrak, dan datfe van blinden bewoont wierd. Want de vruchtbaerheyt-van ’t landt is dien- |
tVEREENIGHDE NEDERLAND!,
in dit Deel begrepen.
Arnhem, pl. Brevoort, en hare belegering, pl. ’t Belegh van Grol door Prins Maurits. pl. —---- door Fred. Henrick. pi. Hardei-wijck. pl. Doesburgh. pl. Eiburgh. pl. ------- • pr.1 Bommel, pr. ƒ —— pl. ’t Belegh van Bommel, pl. Wageningen. pl. Kulenburgh. pl. S. Andries-Sclians. pl. Do Svliam viiu Vuuiy. pl» HOLLAND T. Dordrecht, pl. Haerlem. pl. Delft, pl. Leyden, pl. Amfterdam. pl. Goude. pl. Rotterdam, pl. Gorcum. pl. Schiedam, pl. Schoonhoven, pl. Briel, pl. Aickmaer. pl. Hoorn, pl. Enckhuyfen. pl. Edam. pl. Monnekendam. pl. Medemleck. pl. Purmer-end. pl. ’t Huys van Medemleck. pl. Woerden. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;! Heufden. pl. ----- nieuwe tekening. pL^ |
’t Belegh van Geertruydenbergh. ’t Slot te Muyden.j Vianen. Leerdam. . Alperen, p * Heukelum. j Gravelande. quot;j Vlaerdingen. ' . Delfs-haven. p * Goeree. j ’s Gravenhage. pl. ’t Buyten-Hof. Het Binnen-Hof. Beverwijck. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[ Glundert. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;p ’t Huys te Britten, j De Zeylwagen van Prins Maurits, Z E E L A N D T. AÆ Iddelburgh. pl. Zirickzee. pl. Goes. pl. Tolen. pl. Vliflïngen. pl. Veere. pl. Amemuyden. pl. Zeeburgh, oft Rammckens. pl. v T R E C H T. TZ Treeht. pl. Amisfoort. pl. Montfoort. ] Wijck te Duerfiede.jp ' A N D T. T Eeuwaerden. pl. Bolswaert. pl. Franeker. pl. Sneeck. pl. Dockum. pl. Harlingen. pL Staveren, pl. Sloten. Worcum. Ylft. Hindeloopen.J OVER |
O V
«
Eventer.
Campen.
Swolle. pl.
Haflelt. pl.
Vollenhove.
E R-Y S S E L.
GRONINGEN.
pl.
Steenwijck. pl.
’t Belcgli van Steenwijck. pL
Oldenfèel. pl-
Kuynder-Gcnans. pl.
Block-Zijl. pl.
Swarte-fluys. pl-
Roningen. pl.
Coeverden. pl.
’t Belegh van Coeverden. pl.
Delffijl. pl.
Bourtang. i
Bellingwolde.jp*
Lang-acker-Schans. ) ,
Winfchoten. ?P ’
Steden en Forten die de Vereenighde Staten verovert, en in befcherming genomen hebben , foo in Brabant en Vlaenderen , als langs den Rhijn en naer ’tNoorden gelegen; mitfgaders verfcheyde Belegeringen der felve.
’s TJ Ertogenboich. pl. ’t Belegh van ’s Hertogenbolch. pl. D’approchen naer de felve ftadt. pl. Crevecœur.T Helmont. ypl. Ravefteyn. J Breda, pl. ’t Belegh van Breda door Pr. Fred. Henrick. pl. Bergen-op-Zoom. pl. Willem-ftadt. pl. Steenbergen. ] nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' Lillo, en nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;pl. Eenige mindre Forten, j Grave, pl. ’t Belegh der ftadt Grave door Pr. Maurits, pl. Maeftricht. pl. ’t Belegh van Maeftricht door Fred. Henrick.pl. Sluys. pl. ’t Belegh van Sluys. pl. Aerdenburgh.^i Y/èndijck. gt;pl. Philippine. J Cadïand. 1 . Ooftburgh.jp * De Slagh by Nieupoort. Huift. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 Li. TerNeufe. Liefkens-hoeck.j |
’t Belegh van Huift, pl. Denieuweverftereking van Huift, pl. ’t Sas van Gent. pl. ’t Belegh van ’t Sas van Gent. pl. Het Huys te Gennep, pl. ’t Belegh van ’t felve. pl. De Stadt en het Huys. pr. Middelaer, en andere, pr. Goch. pl. Scheneken-fthans. pl. ----- —---- — belegh. pl. ----- — pr.meteenigebyvoeghfèls. Emmerick, pl. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;: pl Wefel. pl. ' Burick.i , Orfoy. |P'-Rhijnberck. pl. ’t Belegh van ’t felve door Prins Maurits. pl. ---door Pr. Fred. HenricK. pl. Meurs, pl. ’t Belegh van Meurs, pl. Roer-oort. pl. ’t Belegh van Gulick, pl. Lingen, pl. ’t Belegh van ’t felve door Prins Maurits. pl. Emden, pl. Lier-oort. pl. Griet-fijl. pl. |