V E li s L A G

AAN nE

KONINGIN

betrekkolijk den dienst der

RIJKSPOSTSPAARBANK

IX

NEDEGLAND

OVER

1902.

VERSLAG

K O NI S O IS

betrekkelijk den dienst der

RIJKSPOSTSPAARBANK

IN

N E ü E n L A N n

Aan

Hare Majesteit de Koningin.

Bij Koninklijk besluit van 22 Maart 1902 n®. 36 is, met ingang van 1 April 1902, eervol ontslag verleend aan den heer J. M- van Bosse , als lid van den Raad van Toezicht, en als zoodanig benoemd de heer L. C. van Heukelom.

Van de Rpkspostspaarbank is, overeenkomstig de bekende, in vorige Verslagen aangeduide regeling, door het Marine-personeel, buitenslands vertoevende aan boord van Hr. Ms. schepen , wederom op bevredigende wijze gebruik gemaakt.

In 1902 zÿn er 782 nieuwe boekjes uitgegeven, tegen 828 in 1901, terwijl in 1902 is ingelegd een totaal bedrag van t 201 279,41, tegen f 186 560,01 in 1901.

Onder den Directeur was, aan het einde van 1902, ter Directie werkzaam het navolgende personeel :

1 onderdirecteur ;

1 hooldcommies ;

• 1 commies ;

• 14 adjunct-commiezen ;

• 13 eerste-klerken ;

• 53 tweede-klerken ;

• 12 adsistenten ;

• 1 concierge ;

• 1 bode ;

• 5 adsistent-boden , van wie één als portier dienst doet ;

1 vaste knecht, die als stoker fungeert;

• 72 tÿdelÿke ambtenaren , onder wie één, die — als machinist — de verwarmingstoestellen bedient.

Ingevolge overeenkomst, den 16den September 1883 tusschen Nederland en België gesloten, zoowel betreffende de overdracht als de terugbetaling van gelden , hetzÿ in de Nederlandsche Rpkspostspaarbank, hetzij in de Belgische Caisse générale d'Epargne el de Retraite ingelegd , werden in 1902 :

• a. overgedragen op onze Rÿkspostspaarbank :

39 Belgische boekjes, ten gezamenlijke bedrage van f6 311,94, uitmakende het geheele tegoed dier boekjes ;

• b. overgedragen op de Belgische Caisse générale d'Epargne et do Retraite ;

29 Nederlandsche boekjes (het geheele tegoed), te zamen ad f 7 563,24;

3 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, (het gedeeltelijk tegoed), te zamen ad f 493,29 ;

I'. terugbetaald ;

• 1”. inet betrekking lot 120 Belgische bliekjes, in Nederland: op 101 het gpheele tegoed, te zamen ad f 17 290,75 en op 19 het gedeeltelijk tegoed , ad f2 301,19;

• 2°. met betrekking tot 150 Nederlandsche boekjes, in België: op 110 het geheele tegoed, te zameu ad f 18 666,63 en op 40 het gedeeltelijk tegoed, te zamen ad f 3 557,72.

Voorts werden 93 Nederlandsche boekjes, waarvan de inleggers in België verbljjf hielden, door tusschenkomst van de Caisse i/éiiéralf d’JEpargiie et de Itelraili;, en 3 Belgische boekjes, waarvan de inleggers in Nederland verblijf hielden , door tusschenkomst van de Nederlandsche Rijkspostspaarbank voorzien van het over het jaar 1901 verschuldigde rentebed rag.

Het totaal der overgedragen gelden beliep alzoo te zamen f 14 368,47 tegen f 15 843,30’ in 1901, terwijl in het geheel werd terugbetaald de som van f 39 816,29, tegen f 48 522,66 in 1901.

Het totaal bedrag der inlagen over het geheele Rijk en per 1000 zielen , bedroeg op ultimo December van de jaren :

1881............f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;263.41’

1882............ 504.34

1883........... 674.21’

1884........... 901.64

1885............ 1 150.18

1886............ 1 546.34

1887............ 1 786.57

1888............ 2 169.76

1889............ 2 683.23

1890............ 2 852.30

1891............ 2 933.78

1892..... ....... nbsp;nbsp;nbsp;3325.53’

1893........... 3 78012’

1894............ 4 247.40

1895............ 4 841.88’

1896............ 5 893.77

1897............ 6 439.14’

1898............ 6 935.42’

1899............ 7 538.14

1900............ 7 617.59

1901............ 8 432 99’

1902 ........... 8 896.84

Het verschil tusschen 1901 en 1902 is dus f 0.15.

Gelÿk hieronder blijkt, wijkt de percentsgewijze verhouding der inlagen , gesplitst naar het 8-tal daartoe aangenomen klassen , tot het totaal der inlagen over 1902, in geringe mate af van die over het vorig jaar.

2*

10

11

Over 1902 bedroegen de terugbetalingen 28.3 pct. van de soin der in lagen over dat jaar, vermeerderd met bet saldo-tegocd over de vorige jaren. Die verbondiiig bedroeg in 1901 28.8 pct.

1er zake van de terugbetalingen, nl. of zÿ al dan niet reclitst reeks (d. i. sonder of mvl voorafgaande machtiging van den directeur der Ilükspestspaarbank) hebben plaats gehad , volgt hierachter een opgaaf naar de verschillende provinciën :

13

OVERZICHT van het aantal terugbetalingen, zoowel rechtstreeks als op orders van betaling (Provincie’s-gewijze), gedurende het jaar 1902

13

OVERZICHT van het aantal terugbetalingen, zoowel rechtstreeks als op orders van betaling (Provincie’s-gewijze), gedurende het jaar 1902

14

Het getal reclitstreeksche terugbetalingen , in verhouding tot dat der terugbetalingen op orders, vermeerderde in 1902 met 0.1 pet.

In het derde kwartaal van 1902 werd het meest ingelegd , en het minst terugbetaald.

In welke mate van de in 1885 geopende gelegenheid, om de overbrenging van aanvragen om terugbetaling en die der betrekkelpke orders tot terugbetaling door middel van de telegraaf te bespoedigen, werd gebruik gemaakt, kan uit het volgende staatje bljjken:

op geheel afbetaalde boekjes, eene som van...........f 71 214.38

Wegens rente werd aan het einde des jaars op de boekjes bijgesclireeen 2 413 850.08

Zoodat de som der uilgelieerde en bijgesclireven rente bedraagt. . . f 2 485 004.46

Over 1901 bedroeg die som............... 2 201 004.42

Dus m-rr in 1902 ...................f 224 060.04

Met inbegrip van de bovenvermelde som , wegens bÿgeschreven rente , bedroeg

het gezamenlÿk tegoed der inleggers aan het einde van 1902.....f 101 589 579.38*

Aan het einde van 1901 bedroeg het............ 93 771 663.84

Zoodat het vermeerderde met..............f 7 817 915.54*

15

Wegens belegging van gelden werd in 1902 eene gezamenlijke rente verkregen Belegging, .........................f 3 219 258,28’

Waarvan werd uitgekeerd of bijgesekreven ten behoeve van de inleggers

boven)....................... 2 485 061.46

Zoodat aan rente meer werd ontvangen dan uitgegeven.....f nbsp;nbsp;734193.82’

In 1901 bedroeg dit.................. 667 645.28

dus meer in 1902 ...................f nbsp;nbsp;ßß 548.54’

Het gemiddeld rentebedrag in de jaren 1881—1902 verkregen was :

a. wegens inschrijvingen op de Grootboeken en andere Nederlandsche Staatsschuld, in :

S”. staat, aanwÿzende het aantal in omloop zÿnde boekjes en het tegoed der inleggers aan het einde der jaren 1881—1902;

4quot;. staat, aanwijzende het aantal der op ultimo December 1902 in omloop zijnde spaarbankboekjes , gesplitst naar het bedrag van het tegoed ;

5quot;. beroeps-statistiek over 1902;

17

6’. overzicht (provincies-gewüze) der reute, betrekkelijk het jaar 1902 , die :

‘ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a. nbsp;nbsp;werd uitbetaald op uit deu omloop getrokken boekjes ;

! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;b. nbsp;nbsp;werd bijgeschreveu op de rekeniugen-couraut ;

J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7°. staat, aanwijzende de rente-bedragen :

I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a. deu inleggers uitbetaald ;

! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;b. toegevoegd aan hun tegoed ;

8. staat, aantoouende de percentsgewijze verhouding vau het aantal inlagen door middel van formulieren met aangehechte zegels (post- of spaarbankzegels) en van het bedrag dier inlagen, tot het totaal ;

9quot;. overzicht van de volstrekte en percentsgewijze vermeerdering der in omloop zÿude boekjes en van het tegoed der inleggers over 1881—1902 ;

10quot; overzicht betrekkelijk : a. de inlagen , b. de terugbetalingen en c. de inleggers ! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(jaren 1881 tot en met 1902) ;

!

11°. overzicht omtrent;

aantal en bedrag der inlagen en terugbetalingen ;

ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ uitgegeven en af betaalde boekjes , betrekkelijk het tijdvak 1881—1902 ;

j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het saldo-tegoed en het aantal in omloop zÿnde spaarbankboekjes, geconstateerd

i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan het einde van 1902, een en ander betreffende particulieren en vereeuigirigen ;

i

. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;12°. twee tabellen , aanwÿzende de verkregen rente :

• a. wegens belegging in Nederlaudsche Staatsschuld, benevens in effecten en pandbrieven ;

• b. wegens belegging op prolongatie ;

13°. twee tabellen , aanwÿzende :

• a. de aankoopen van Nationale Schuld, ten behoeve van inleggers ;

• b. de door bemiddeling der llÿkspostspaarbank ingevorderde renten der ten behoeve van inleggers aangekochte Grootboek-ingchrÿvingen.

Ter aanzuivering van de totaal-sora, door de Rijkspostspaarbank verschuldigd wegens de over 1901 te haren behoeve door het Rÿk gedane voorschotten , werd iu 1902 een bedrag van f 512 687.25 (waaronder eene som van f 147 417.93®, betrekking hebbende op den aanbouw van het nieuwe Directie-gebouw) aan ’s Rÿks Schatkist terugbetaald.

De kosten per operatie bedroegen in 1902 f 0.19° , tegen f 0.21 in 1901 , diefper inlegger beliepen over 1902 f 0.39® tegen f 0.42® over 1901.

Wegens de verschillende onderwerpen zÿn respectievelijk in 1901 en 1902 uitgegeven de volgende bedragen :

3*

gt;) Aangezien de kosten over 1902 thans nog niet ten volle verevend, en eerst aan het einde van 1903 met volkomen lekerKeid bekend zijn , hnnnen enkele der hierna volgende posten later blijken niet volkomen juist te zijn geweest.

19

De definitieve balans over 1901, benevens de voorloopige over 1902, zÿn — als bÿlagen M en N — hierachter opgenomen. De bÿlage O bevat eene aanduiding der bezittingen, vzelke op 31 December 1902 bÿ de Nederlandsche Bank aanwezig waren. De rekening, bedoeld bÿ artikel 8 der Instructie voor den Directeur, komt in dit Verslag voor als bÿlage P.

Ook in 1902 oefenden de hoogere beursnoteeringen weder günstigen invloed op de marktwaarde van een zéér belangrijk deel der bezittingen.

Als gevolg daarvan is het boc/z-verlies, geconstateerd in het Verslag, over 1901, thans geheel verdwenen en wijst op de balans over 1902, de rekening : „waardewijziging van inschrÿvingen en fondsen’, een voordeelig saldo aan, groot f 347 830.34' (zie de voorloopige balans over 1902, bijlage N, hierna).

De vergoeding aan de postambtenaren , voor hunne bemoeiingen met betrekking tot den dienst der Rijkspostspaarbank, beliep in 1902 f 73 398.00 of 0.07 pet. van het saldo-tegoed aan het einde van dat jaar ; eene percentage, gelijk aan dat van 1901.

Aan het einde van het jaar waren alle post-, bÿ-en hulpkantoren , met uitzondering van 1 hulpkantoor, voor den dienst der Rÿkspostspaarbank opengesteld.

Op 3 of 0.2 pet. dier kantoren vonden geene inlagen of terugbetalingen plaats ; in 1901 was dit aantal 7 of 0.5 pet.

20

OVERZICHT van het bedrag der inlagen en terugbetalingen, het aantal uitgegeven, afbetaalde en in omloop gebleven boekjes in 1902, alsmede het saldo der inlagen en terugbetalingen over 1902 en vorige jaren.