AFMETINGEN
Ë N
W IJ Z E
VAN
CONSTRUCTIE
VAN de metalen en ijzeren mortieren, DB METALEN HOUWITSERS
E N
het blok
VAN DEN GOEHOOR N-M O R T I E R.
J U N IJ 1822.
-ocr page 2-AFMETINGEN en wijze van CONSTRUCTIE der metalen moi^ tieren van 39 duim ,(00 Ö? steen), 30 duim (16 æ steen) en van den coehoornmortier van i5 duim (16 ijzer).
Afmetingen in van den |
ellemaai | |||
BENAMING der DEELEN. |
morti epduim. |
er van 2oduim. |
coe-hoorfl' mortis van 1 gdiii®' | |
f ziel (kaliber)........ |
• • |
'0,2914 |
0,2014 |
0,131’ |
Middellijn der s , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f voor........ 1 kamer lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ( nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( achter nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;....... |
• • |
0,2914 |
0,0883 |
0,0523 |
• • |
0,0785 |
0,0883 |
0,0523 | |
ƒ achter den kulas tot voor aan de tromp . |
. AE |
0,8415 |
0,5832 |
0,2605 |
1 nbsp;nbsp;f bodemduk nbsp;...... |
. AC |
0,3379 |
0,2266 |
0,09® |
, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;) het lt;nbsp;middellluk...... |
. CB |
0,2850 |
0,1553 |
0,091» |
Lengte van j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...... |
. BE |
o,2i86 |
0,2013 |
0,078} |
1 f ziel tot aan het begin der kamer . |
. EF |
0,3292 |
0,3357 |
0,163} |
k ( kamer.......... Afiland van de tromp van den mortier ƒ middelpunt der tappen . nbsp;nbsp;nbsp;. ED van 29 en van 20 duim tot aan het nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( midden van het oor . nbsp;nbsp;nbsp;, EG z mortier van 29 duim. De vereeniging van den bodem en de wan-1 den is een cirkelboog, befchreven met een ftraal van De kamerJ mortier van 20 duim is gefloten door een halven bol. van den 1 coehoorn-mortier is gefloten door een fegment van een bol, wiens 1 middelpunt gelegen is in de fnijding van de voorvlakte der ka-k mer met de as der ziel. De ziel van den mortier van 29 duim wordt met de kamer aldus ver-eenigd: Men befchrijft een cirkel met een firaal (oa), gelijk aan die de zijden van de kamer raakt, en rigt uit de raakpunten (a en a') op die zijden onbepaalde loodlijnen (au en a'u') op ; voorts trekt men evenwijdig aan de monding eenc lijn (hl?), op een gelijken afiland (bh = b'’h') vóór het punt (b) van zamenkomst van kamer en ziel, als op welken de raakpunten (a en a-), gemeten op de zijden der kamer, achter hetzelve (b) liggen ; dan zullen de fnijdingspunten (u en u') van deze lijn (hh'') met de verlengde flralen (au en a'u') de middelpunten zijn, waaruit de vereenl-gingsbogen (ah en a'h') van kamer en ziel worden befchreven. De ziel van den mortier van 20 duim en die van den coehoorn-mortier worden met de kamers vereenigd door een halven bol, wiens ftraal gelijk is aan de halve middellijn der ziel. |
0,3336 0,5625 0,4371 0,0262 0,1435 z |
0,1259 0,4616 0,2664 |
0,067^ | |
, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;, , - , f Metaaldikte...... Aan het bodemftuk. •{ nbsp;nbsp;nbsp;,, |
. cd |
0,1621 |
0,0860 |
0,045^ |
( Middellijn nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. |
. cc' |
0,5203 |
0,2603 |
0,1439 |
A k . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, f Metaaldikte...... Aan het middellluk. f , „,, ,,. |
. ik |
0,1144 |
0,0546 |
0,0262 |
1 Middellijn...... |
. kk' |
0,5203 |
0,3106 |
0,1835 |
. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, f Metaaldikte...... Aan het mondfluk. ■! |
. lm |
0,0872 |
0*0336 |
0,0^9^ |
( Middellijn...... |
. mm' |
0,4658 |
0,2686 |
0,1704 |
Afmetingen in
ellemaat van den | ||||||||||||||||
|
1 BENAMING de |
R DEELEN. |
Afn elletr mortic |
letingen iaat van :r van |
in den coehoorn-mortier | |||
29duim. |
2oduim. |
van ; 13 duim., | |||||
punt (L) va borsten gaat, wordt, De ronding befchreven u mortiers. Sieraadsban-den aan dei tromp Sieraadsban-' den achter aan^ het mondftuki |
n deze lijn m het middelpi achter bij de it het fnijdings van den mortier van 29, duim. van den mortier van 20 duim en van den coe-hoorn - mortier. van de mortieren van 29 en van 20 duim. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;J |
et de lijn (xM), die door het achtereinde der tap-int zijn waar uit de uiterfte boog (xy) befchreven plaat van den coehoorn-mortier is een cirkelboog, punt Co) van den bodem der kamér met de as des lt;Het platte ƒ Breed . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. bandje. | Middellijn .... nn' f Breed...... 1 Grootfte middellijn . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. PP' De ronde '1 Straal van het ronde . band. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j Het middelpunt ligt in het ver- 1 lengde van het metaal van het t mondftuk. r Breed...... De holle band) Het laagfte ligt boven het metaal . achter den lt;nbsp;Straal van het holle . ronden bandJ Het middelpunt ligt in het verlengde ( van den voorkant van den band, e f Breed...... „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 Het laagfle ligt boven het metaal .
( van den voorkant van den band. De platte bandjes voor enj Breed . nbsp;nbsp;nbsp;. achter den hoogden band. ( Middellijn . nbsp;nbsp;nbsp;. nn' De hoogde ƒ Breed...... band. nbsp;nbsp;{ Middellijn .... pp' De holle band/ Breed...... achter het 1 Het laagde ligt boven het metaal . achterde ' Straal van het holle platte band-J Het middelpunt ligt in het verlengde je. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( van den achterkant van den band. r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f Breed......
De holle nbsp;nbsp;nbsp;1 _ nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;, ,, lt; Straal van het holle 1 Het middelpunt ligt in .de verlenging t van den voorkant van den band. Het platte ƒ Breed...... bandje. ( Middellijn . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. qq' |
0,0087 054833 0,0392 0,5269 050305 0,0131 0,0044 0,0131 0,0120 0,0044 0,0120 0,0044 0,4920 |
0,0126 0,0044 0,0168 0,0044 0,3022 0,0168 0,3106 0,0168 0,0044 0,0168 0,0168 0,0044 0,0168 0,0044 0,3022 |
0,0044 0 0,0044 0,0044 0,171° 0,1835 0,0044 0 0,0044 |
bg bet 'gt;od( D, niic De tapb niori 29 e De de t: mot duin K den 29 duii |
44 44 44 44 44 ri’-ie' fl till'' |
|
Vervolg.
Het zundgat.
i, r
De plaat achter aan den coe-hoorn-mor-tier.
.4 4
benaming der DEELEN.
/■ Het middelpunt van hetzelve is boven op het Vervolg. 1 metaal van het bodemftuk op een afiland 1 van het achtereinde van het middelftuk van cg
Van den mortier van ftp duim.
Van den mortier van 20 duim.
Van den coe-hoorn-mortier.
lang
jg gt;nbsp;breed I dik
De afmetingen van hetzelve alsmede die van den
zundgatstap zijn
den
De as de
tap van het
is mede in
gelijk aan die van het gat en kanon van 24 fg.
het verticale
vlak, hetwelk
as der tappen regthoekig
maakt met de as des mortiers 66^ graden.
Het middelpunt van hetzelve is metaal van het bodemftuk in vlak, hetwelk door de as der
doorfnijdt een hoek
boven op
en
van
het
het verticale tappen gaat.
De afmetingen van hetzelve, alsmede die van den zundgatstap zijn gelijk aan die van het gat en den tap van kanon van 3 fig.
De as ftaat loodregt op de as des mortiers en
op een afftand den bodem der
[ Is cilindervormig
Staat zoodanig aan den mortier
vóór het hovende punt van kamer van . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;.
en wijd
dat de verlengde as der ziel
juist op het midden der plaat valt, en dat het vlak, hetwelk door het midden van derzelver lengte gaat, in hetzelfde verticale vlak ligt als de as van het zundgat.
De twee vierkante gaten voor de fchroef-bouten
daan met het midden der breedte en van de kanten der plaat......
zijn wijd
DE
De mortier weegt ongeveer in nederlandfche ponden
Afmetingen in ellew^at van den
monier van
aoduim.
0,1864
1190
247
COi' hoori’-
vaa
13 dd
0,00^3
0,0033
o,ai5^
0,13°^
o,oi4’
o,oi53
35
ft ei k(
Ui ei dl W lï ii
AFMETINGEN en wijze van constructie der ijzeren kogel- en steen - mortieren van 3 9 duim.
Ê'
:iï' lO jiiif
BENAMING der DEELEN,
ziel (kaliber)
Middellijn der s nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f voor .
I kamer j
( nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I achter .
Afmetingen in ellemaat van den
kogel-mortier.
fteen-mortier.
0,3900
0,1646
0,1308
o,3900
0,1050
0,0780
Lengte van Afftand van |
|
De kamer wordt tegen den bodem afgerond met een ftraal van
Van den kogelmortier wordt de ziel met de kamer vereenigd door een cirkelboog, waar van het middelpunt (Y) het fnijdingspunt is van twee loodlijnen (TY en ZY), Baande de eene (TY) loodregt op de ziel, op een afdand van de monding van . Tl en de andere (ZY) loodregt op het midden van eene lijn (TU), welke getrokken wordt van het gemelde punt (T) in de ziel naar het -begin der kamer.
Van den fteenmortier wordt de ziel met de kamer aldus vereenigd; met befchrijve uit een punt (r) in de lijn (Ch'), die, evenwijdig aan de monding, door het achtereinde van het middelftuk gaat, met een ftraal (sr), gelijk aan het J gedeelte van de middellijn der ziel, een cirkelboog (sqo), welke de ziel (in s) raakt ; voorts trekke men uit het middelpunt (r) eene lijn (rU) naar het begin der kamer (U) ; op deze lijn (rU) befchrijve men een halven cirkel (rqU), die den eerstgemelden boog (sqo) in een punt (q) zal fnijden ; eindelijk trekke men van dit punt (q) eene regte lijn (qU) naar her begin der kamer; dan zal deze lijn (qU) en de gemelde cirkelboog (qs) de vereeniging van de ziel met de kamer zijn.
I50345 0,8170 | ||||||||||||||||||
|
Aan het bodemftuk, metaaldikte over de kamer.......ed |
0,2005 |
0,1100 | |
f Metaaldikte..... nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. hs |
0,1177 |
0,0770 | |
4’ |
Aan het middelftuk.] | ||
( Middellijn nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.........hh* |
0,6254 |
0,5440 | |
53 |
f Metaaldikte...... nbsp;lm |
0,1144 |
0,0720 |
Aan het mondftuk. ] | |||
( Middellijn.........mm' |
0,6188 |
0,5340 |
BENAMING ber DEELEN.
Afmetingen in ellemaat van den
kogel-mortier.
steeH' raortif’'
Het metaal aan het bodêmduk loopt evenwijdig aan de kamer ; aan het middelduk wordt hetzelve bepaald door een regte lijn (hm), die van het achterde einde (h) van het middelduk tot aan het vooreinde (m) van het mondduk gaat; het metaal van het mondduk loopt evenwijdig aan de gemelde lijn (hm) en ligt onder dezelve . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.............. |
0,0153 |
o,oi3® |
De platte band voor aan het mondduk is breed......EI |
0,0540 |
0,052’ |
De boogjes waarmede de platte band met het metaal van het mondduk en dit laastgenoemde met het middelduk vereenigd zijn, zijn cirkelbogen, befchreven met | ||
dralen van ............. |
0.0153 |
0,013° |
Van den kogelmortier gefchiedt de vereeniging van het bodemftuk met het mid-delftuk door twee cirkelbogen (I/o' en o'M), welke elkander en tevens het metaal raken. Om de middelpunten dezer bogen te bepalen, trekke men eene lijn (h'M) van het achterfte punt (h') van het metaal van het middelftuk naar het fnijdings-punt (M) van de, aan de monding evenwijdig getrokkene, lijn (HM), op een affiand van dezelve van....... EH
0,6460
met het metaal van het bodemfluk, en deele deze lijn (h'M) in twee gelijke deelen (in o*), het achterfie gedeelte (o'M) weder in twee gelijke deelen (in p) ; voorts rigte men uit het laatfte punt (p) op de lijn h'M en uit het punt M op het metaal van het bodemfluk loodlijnen (pL en ML) op, dan zal het fnijdingspunt (L) dezer lijnen het middelpunt zijn van den achterflen boog (o'M). Om het middelpunt van den voorden boog te vinden, rigte men op het metaal uit het achterde punt (h') van het middelduk een loodlgn (h'K) op, en make deze gelijk aan den draal (ML) van den achterden boog ; voorts vereenige men de punten K en L door eene regte lijn (KL), en rigte op het midden van dezelve eene loodlijn op; dan zal het fnijdingspunt (R) van de beide verlengde loodlijnen het middelpunt van den voorden boog zijn, en het raakpunt (Q) der beide bogen in de lijn (LR) liggen, welke derzelver middelpunten vereenigt.
Van den deenmortier gefchiedt de vereeniging van het bodêmduk met het middelduk door een cirkelboog, bêfchreven uit het fnijdingspunt (P) van de loodlijn (h'P), getrokken uit het achterde punt (h') op het metaal van het middelduk en van
-ocr page 9-
BENAMING der DEELEN. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. . |
Afmetingen in ellemaat van den | |
kogelmortier. |
steenmortier. | |
de lijn (PZ), welke loodregt ftaat op het midden van eene lijn (h'p'), getrokken van het achterfte punt (h'J van het middelftuk naar den voorkant (p') van het platte bandje over de kamer. /• f breed ........ 1 Is j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' f '1 ' Het platte bandje over de kamer 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;middellijn.....pp' van den lleenmortier. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;In, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;v nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• • v • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. k .. 1 Straal van het vereenigingsboogje met het me- , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( taal ......... Van den kogelmortier ligt het middelpunt der bolvormige ronding van den kulas in de fbijding van de as der ziel met de loodlijnen (Xd en Xd) , welke door de (niet afgeronde) hoeken (e en e) van de kamer op het metaal van het bodemftuk worden getrokken. Van den lleenmortier ligt het middelpunt (X) der bolvormigê ronding van den kulas in de fnijding der as van den mortier met eene, op het metaal van het bodemftuk opgerigte loodlijn (gX) uit een punt (g), hetwelk even ver ligt van het fnijdingspunt (K) van het verlengde metaal van het bodemftuk met de langs het achtereinde van de mortier, evenwijdig aan de monding getrokkene lijn (Af), als dit punt (K), gemeten in de laastgemelde lijn '(Af), van de as der ziel is. Het metaal voor aan de tromp is uit- en in - wendig afgekant ter breedte van . nbsp;nbsp;nbsp;. f Het middelpunt ligt op de as der ziel. De tappen. { nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( lang........... / Zijn lt; [ dik in middellijn ........ ( De vlakten loopen evenwijdig aan de as der ziel en ftaan van 1 elkander........... 1 Van den kogelmortier zijn over al breed..... De tapborften. \ 1 Van den fteenmortier ftaan alleen vóór de tappen, hebbende 1 eene breedte gelijk aan de middellijn van den tap, ter lengte van ............ ( vereenigt de tapborften met het fmalle bandje over de kamer. De wig van den J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r de borst......... fteenmortier 1 jg breed bij ] ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( het bandje........ |
0,0040 0,1526 0,2224 0,5810 0,0502 |
0,0130 0,3285 0,0090 0,0040 s 0,1050 0,1600 0,3805 0,0497 0,1600 lo,o8oo ij |
BENAMING der DEELEN.
Het oor beftaat uit een bewegelijken beugel, welke door middel van eenen bout
aan den mortier, waarop een, door een gat doorboord, opzetfel is gegoten, wordt bevestigd.
’ Staat met de lengte in de ftrekking van de as der ziel boven op den mortier, in het verticale vlak dat, de mortier waterpas liggende , door de as van denzelven gaat.
{van de monding , EG boven de as van den mortier ai den bout |
t is in middellijn........
Is breed .
nn'
Het opzetfel.
De bovenkant wordt gevormd door vijf cirkelbogen, welke elkander raken.
( middelden boog ....... voorden hollen boog ......
J achterden hollen boog.....' nbsp;nbsp;.
I uiterden boog of de afrondingen aan de einden .
Het middelpunt van den middelden boog is het middelpunt van het gat voor den bout; dat van elk der holle bogen ligt in de fnijding van eene aan het metaal evenwijdig getrokkene lijn, op een afdand, gelijk aan de fom der dralen van elk der holle bogen, en van dien der afronding aan de einden, en van een cirkelboog, befchre-ven uit het middelpunt van het gat voor den bout met een draal, gelijk aan de fom der dralen van den middelden boog en van elk der holle bogen ; dat voor elk der uiterde bogen of afronderingen aan de einden ligt boven op het metaal, en tevens in den verlengden draal, welke loodregt op het metaal daat, van elk der holle bogen.
, Wordt over de lengte ter wederszijde afgekant ter breedte en dikte van .
De beugel met 1 fchroefbout \ De beugel is en moer. /
van gefmced ijzer.
geheel hoog ....
dik in middellijn .
elipsvormig ; lengte der ƒ g^ootde inwendige middellijn ( kleinde
bb'
Afmetingen in ellemaat | |
van |
den |
kogel- |
steen- |
mortier- |
mortier |
0,53” |
0,3920, |
ogt;3476 |
0,2990 |
0,0349 |
0,0250 |
0,0785 |
0,0570 |
0,0567 |
0,0425 |
0,0311 |
0,0185'1 |
0,0676 |
0,0425 |
0,0044 |
0,0060 |
0,0040 |
0,0040 |
0,1896 |
0,1500 |
0,0327 |
0,0218 |
0,1177 |
0,0944 |
0,0760 |
0,0560 |
BENAMING der DEELEN.
Afmetingen in ellemaat van den
kogel- steenmortier. mortier.
dik
in middellijn
0,0317 0,0118
0,0800 0,0600 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De moer heeft gelijke afmetingen als de kop van den bout; heb |
bende in het midden een gat, voorzien van fchroefdraden van zoodanige afmetingen, dat de moer op het fchroefeinde van den , bout kan worden gefchroefd.
Hét zundgat.
De as van hetzelve gaat bij belde mortieren door het raakpunt van den bovenkant der kamer met het boogie , waarmede de hoek aan den bodem der kamer is afgerond, en bij den kogelmortier boven door den bovenkant van het metaal, ter plaatfe waar de verlengde bodem der kamer hetzelve fnijdt, en Haat bij den fteenmortier loodregt op het metaal van het bodcmlluk.
Is in middellijn .
o» 0053
0,0053
De overige afmetingen zijn gelijk aan die van het zundgat der ijzeren \. kanons.
De mortier weegt ongeveer in nederlandfche ponden
1510
615
AFMETINGEN en wijze van constructie der metalen houwitsers van 20 duim (i6 ® steen) en van i5 duim (24 ffi ijzer). _
« BENAMING der DEELEN. |
Afmet in ell van houwit loduim- |
ingen emaat ; ? den 1 ser van i 1 15 duim.' |
V Si 1» i ’^0] f |
Middellijn der f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;............. 1 kamer............. ƒ den houwitfer van en met het fmalle bandje achter den kulas 1 nbsp;nbsp;tot voor aan de tromp........EA 1 nbsp;nbsp;nbsp;f bodemftuk..........EC . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 het lt;nbsp;middelftuk..........CB Lengte van lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;| nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\ t mondftuk ..........BA 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;druif met de verfterking van den kulas nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. GE ' 1 de ziel tot aan het begin der kamer ...... 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;kamer ........... Aflland van achter het fmalle bandje tot aan het middelpunt der tappen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. EI De kamer is gefloten door een halven bol. De ziel wordt met dé kamer vereenigd door eenen halven bol, wiens ftraal gelijk is aan de halve middellijn der ziel, , nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;, . „ , f Metaaldikte.........ar Aan het bodemfluk. lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, t Middellijn.......• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. aa' A 1. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-jj in. 1 f Metaaldikte.........bs Aan het middelftuk. •{ ......... ,,, 1 Middellijn.........bb' , nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;jn. 1 f Metaaldikte...... nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ct Aan het mondftuk. I ...... , 1 Middellijn.........cc* Lengte van den ftraal van afronding aan hét achtereinde van het middelftuk . Het metaal loopt bij de drie hoofddeelen evenwijdig aan de kamer en aan de ziel, / nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f Het fmalle bandje voor en f Breed '..... 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 achter den hoogften band. [ Middellijn . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. ii 1 achter aan 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_ , nbsp;nbsp;nbsp;„ , nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f Breed..... 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;v j 7 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Le hoogfte band, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,, 1 het bodem- \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l Middellijn . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. dd 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r n II nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f Breed ..... Sieraads-y nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Le holle band. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 Het laagfte boven het metaal . banden \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 Straal van het holle ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Breed ..... 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De holle band. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Het laagfte boven het metaal . voor aan het 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Straal van het holle , bodemftuk. | 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;4- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..... [ Het platte bandje. {Middellijn . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. .. |
0,2014 0,0923 ogt;9734 0,3^45 Oja.596 0.3893 0,1984 0,6462 0,1984 0,4867 0,1108 0,3139 0,0733 0,3481 0,0563 0,3139 0,0044 0,0051 ]o,3437 o,c6io 0,35^5 '0,0203 0,0044 0,0203 0,0203 |O,OO44 0,0203 |o,oo5i 0.3394 |
0,1517 0,0780 0,7587’ 0,2529 0,2023 0,3035 0,1651 0,510° , 0,1728 1 ( 0,3793 0,0875 0,2529 0,0716 0,2950 0,0506 0,2529 1 0,0058 0,004a 0,2992 0,0506 , 0,3035 0,0169 0,0042 0,0’69 0,0169 0,0042 0,0169 0,0042 0,2834, 1 |
BENAMING der |
DEELEN. |
Afmetingen in ellemaat van den houwitser van | |||
aoduim. |
15 duim. | ||||
achter |
Het fmalle bandje. |
[ Breed . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. [ Middellijn nbsp;.... 33 |
0,0051 0,3394 |
0,0042 0,2908 | |
aan het mondfluk. |
De holle band. |
■ Breed ...... Het laagde boven het metaal Straal van het holle |
0,0203 0,0044 0,0203 |
0,0169 0,0042 0,0169 | |
Vervolg. De Sieraads- * banden |
aan de |
De holle band achter den hoogden band. De fmalle bandjes vóór en achter den hoogden band. |
Breed...... Het laagde boven het metaal . . Straal van het holle . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ƒ Breed...... [ Middellijn . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;44 |
0,0203 0,0044 0,0203 0,0051 0,3437 |
0,0169 0,0042 0,0169 0,0042 0,2992 |
tromp. gt; |
De hoogde band. |
[ Breed...... [ Middellijn . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ee^ |
0,0305 0,3525 |
0,0253 0,3035 | |
De voorde holle band. . |
’ Breed ...... Het laagde boven het metaal Straal van het holle . |
0,0153 0,0044 0,0203 |
0,0126 0,0042 0,0169 | ||
r De druifbol is in middellijn......... De hals is in middellijn bij het dunde gedeelte..... |
0,1006 0,0683 |
0,0934 0,0590 | |||
De druif-1 |
. Is dik |
0,0305 |
0,0253 | ||
bol inct ' deverfter- , dng van ' den kulas («)• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 |
De vér-1 fterking van den kulas. |
Wordt over de dikte gevormd door twee cirkelbogen, welke 1 elkander raken, en waarvan de voorde holle het bandje / achter den hoogden band en de achterde bolle het j fmalle bandje voor den hals raakt. ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f breed...... Het bandje voor den halsis-t . J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[ in middellijn nbsp;nbsp;nbsp;... nbsp;55 |
0,0051 0,1593 |
O5OO42 O5Ï433 | |
r Derzelver verlengde as ligt onder de as der ziel |
0,0126 |
0,0126 | |||
De tappen. |
i v f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ • • [ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dik in middellijn |
0,1308 0^1175 |
0,0916 0,1155 | ||
De tappe n met tap-borften. |
1 De tap-I borden. |
j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f voor de hovende helft.....
1 De hovende helft loopt evenwijdig aan de tappen en de onder-[ de helft wordt gevormd door twee bolle cirkelbogen , welke de hovende helft raken en zich in het onderde punt fnijden. |
0,3525 0,0131 0,0392 |
0,3035 0,0084 0,0262 | |
(«) De wijze hoe dezelve tafels der afmetingen en |
mnet worden geteekend, is dezelfde wijze van conftractie der kanvns. |
als die voor lang kanon, befclireven in de |
Afmetingen [ in ellemaat van den '1 houwitser van
aoduim.
iSduini'
• Staan midden op het middelftuk; de vlakken in welke de doorfnede van elk derzelver over de lengte ligt, gaan door de as des houwitfers en maken gelijke hoeken met de as der tappen.
van het eene oor tot het midden van het
Afftand van het midden andere, gemeten op
het metaal
o»1259
0,1155
00'
Hoog boven het metaal
op
0,0755
0,0674
Lang buitenwerks
0,1427
qq'
0,1349
De o oren.
.0,0294
0,0253
f breed of in
De voet is {
( dik
middellijn .
0,0392
0,0371
0,0022
0,0023
Over de dikte is derzelver binnenfte gedeelte rond en heeft het buitenfte gedeelte de gedaante van een achthoek, befchreven om cirkels, wier middellijnen gelijk zijn aan de dikte van het oor en aan de breedte van den voet. .
Het zundgat.
De houwitfer
Straal der binnenronding aan de hoeken
lt; Staat met het midden boven op het metaal vóór den hollen band
De verdere afmetingen van hetzelve, alsmede die van den zundgats-tap zijn gelijk aan die van het gat en den tap van kanon van 24
De as ligt in het verticale vlak, hetwelk de as der tappen regt-hoekig midden doorfnijdt en maakt met de as des houwitfers een hoek van . nbsp;nbsp;nbsp;..........
weegt ongeveer in nederlandfche ponden
0,0207
0,0305
76’
602
0,0202
0,0218
871'
342
AFMETINGEN van het eikenhouten blok van den Coehoom mortier.
benaming dbr DEE-LBH
{lang . breed , dik .
De ligplaats voor den mortier.
De driekantige inzinking, zijnde de ligplaats deropfluit-piaat, tegen dewelke de moeren rusten der fchroef-bouten, welke den mortier aan het blok verbindt,
De twee inzinkingen aan den onderkant voor de op-fluitplaten , waartegen de moeren rusten der bonten tot de handvatfels.
/ Is in het midden der breedte, en het achtereinde is van den achterkant van het blok verwijderdl .
Het vlak, tegen hetwelk de onderkant der plaat van den mortier (de achterkant) rust, is van gelijke lengte en breedte als'de plaat, makende met den bovenkant een hoek van 45°. Het voorfle gedeelte wordt naar liet beloop van den mortier zoodanig uitgehold, dat de mortier in de holte fluit, wanneer de plaat tegen den achterkant rust.
De gaten voor de fchroefbouten gaan regthoekig, door gemeld vlak, ftaan in de verlenging van die in de. plaat, en zijn in middellijn......
Ter wederzijde van her uitgeholde voor den mortier,, wordt het blok ndg rond weggefneden, oen einde, de noodige ruimte ' te verkrijgen, om de, fchroef-bouten door de gaten van de plaat en van« het blok te kunnen fteken.
f flaat met de lengte in het midden der breedte van het blok; het vlak, waartegen de opfluitplaat rust,
I nbsp;nbsp;loopt evenwijdig aan het vlak, waartegen de plaat
I nbsp;nbsp;van den mortier ligt ; hetzelve flaat met het mid-
I nbsp;nbsp;den der breedte over het midden der gaten voor
\ nbsp;nbsp;de fchroefbouten, en is even als het andere vlak
(door welke beide de driehoekige infnijding gevormd wordt, en welk laatfte loodregt op het eerst gemelde flaat,) breed..... nbsp;.
V is lang. .........
Staan in bet midden der breedte, gelijk met de einden, van het blok.
Slang
breed........
diep........
De twee gaten voor de houten in elke inzinking
ftaan ■
Afmetingen in elle-maat.
0^20
0,362
0,160
0,206
0,070
0,270
met het midden van de einden . - .
uit het midden der breedte
zijn in middellijn
■ I
0,270
0,075
li
0,017
0,052
0,092
0,017
BENAMING der DEELEN.
Af®«* tiiig^® in elle-maat'
Vervolg.
Het blok.
. f gaan door het midden der dikte van het blok, De twee horizontale gaten I flaande met het midden van de einden . 'voor de fchroefbouten )
zijn wijd........
IJzéren deelen.
Elke
fchroefbout.
De twee fchroefbouten , welke
ƒ lang zonder den kop ....... dik in middellijn ........ aan een der einden van driekante fchroefdraden voor-jg J zien, ter lengte van.......
1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f wijd..... nbsp;.
I zijnde dezelve )
I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( diep.......
onder den kop vierkant bewerkt ter lengte van.
0,11°
0,02°
den het den de
mortier met blok verbin-, benevens moeren en
opfluitplaten.
De twee handvatfels met vier fchroefbouten , moeren en opfluitplaten.
De moeren
De plaat.
De twee handvatfels.
De kop is eene halve bol, wiens middellijn \ Wordt van boven ingeftoken.
Ir dik.......
zijn •{
I vierkant; elke zijde is lang . / . hebben in het midden een gat, voorzien van van zoodanige afmetingen, dat de moeren kunnen worden gefchroefd.
{lang.......
breed.......
dik.......
o,i5'ï O,oi5
0,027 o,oo3 o,coï 0,055
0,030
O,OlI 0,033
fchroefdraden op de bouten
De gaten voor de fchroefbouten zijn in de verlenging van en gelijk aan die in het blok.
Zijn
regt uitgelegd lang.......
dik in middellijn........
aan de einden een weinig verdund.
aan het blok bevestigd door elk einde, ter lengte van 05'055 regthoekig buitenwaarts omgezet, door de oogen der na te melden bouten te fteken ; moetende , het handvatfel regt opftaande, de buiten de-oogen uitflekende einden naar den mortier worden omgezet.
Worden zoodanig omgezet, dat het middelfte gedeelte of de greep regt en lang is.......
Het gedeelte der greep, hetwelk niet regthoekig omgezet, buiten het blok zoude uitfteken, wordt zoodanig regthoekig
0,2^7
0,050 o,oo3
o,63lt;gt; 0,01?
0,13^
benaming der DEELEN.
Afmetingen in elle-maat.
Vervolg. De twee lt;nbsp;handvatfels. |
omgebogen, dat hetzelve langs het blok nederhangt. „ , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. r zoo lang als de greep. De beweeglijke buis | nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;° nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;° . , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;nbsp;j., . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f uitwendig . om de greep is nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 dik in middellijn { . 1 inwendig • nbsp;nbsp;nbsp;. | |
y Ç lang zonder den kop....... 1 dik in middellijn........ I aan het ondereinde van fchroefdraden voorzien ter Is lt;nbsp;lengte van....... | ||
Elk der vier |
1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•• j j 1 f wijd....... 1 zijnde dezelve! V. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( diep. ...... | |
Vervolg. De twee hand-vatfels met vier . fcbroefbouten , moeien en op-fluitplaten. |
bouten. |
. nbsp;nbsp;r f hoog ........ 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 dik ........ 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 Is lt;nbsp;breed . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. ^ . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 1 De kop.Z 1 over de breedte afgerond met een ftraal ge- 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( lijk aan de halve breedte. 1 Het gat Haat met het midden in het middelpunt V der afronding, en is in middellijn . f dik........ nbsp;. is s 1 vierkant; elke zijde is lang. • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. |
Elke moer |
heeft in het midden een gat, voorzien van fchroefdraden van zoodanige afmetingen, dat de moer op den bout kan worden gefchroefd. |
Is
Elke opfluit-plaat.
■ lang breed
. dik
De gaten voor de fcbroefbouten zijn in de verlenging van en gelijk aan die in het blok.
Van de twee, welke op het blok liggen, worden de hoeken een weinig afgerond.
f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 |
f f lang zonder den kop . nbsp;nbsp;nbsp;...... | |
1 in middellijn......... | ||
1 aan een der einden van fchroefdraden voorzien, ter | ||
, 1 lengte van....... | ||
De twee hori |
Is lt; | |
zontale bouten |
Elke fchroef- gt; |
) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- j j , f wijd....... 1 zijnde dezelve ! / |
met moeren en ' |
bout. |
1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 diep....... |
opfluitfchijven. |
V onder den kop vierkant bewerkt ter lengte van |
De kop is een halve bol, wiens middellijn is
Een der beide wordt aan de regter- en de andere aan de linkerzÿde ingeftoken.
0,020 o,oi6
o,i6o 0,015
0,027
0,003 0,002
0,035 0,012 0,036
0,015
0,012 0,030
0,266 0,050 0,003
05390
0,020
0,027
0,003
0,002
0,060
0,038
Afme-
benaming »er DEELEN.
ting^“ in
elle-
jiia3£'
f dik . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. i ......
quot; ( vierkantig; elke zijde is lang.....
(
hebben in het midden een gat, voorzien van fchroefdra-den van zoodanige afmetingen, dat de moeren op de bouten kunnen worden gefchroefd.
0,040
be
Iin middellijn ........
dik ..........
uitwendig afgekant op de geheele dikte en ter breedte van .........
Die voor de kopzijden hebben vierkante, die voor de bout-fchroefzijde ronde gaten, beide wijd . nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;.
0,07« o,ooi
0,003
0,00’
D.
ï
Ser ’^Üt
BIJVOEGSELS tot de na te noemen TAEELS.
Achter ds tafel van de afmetingen en wijze van leggen der beddingen, moeten de afmetingen der piketpalen worden gevoegd.
(van eiken hout, lang......
ij'ioo
0,078
0,065
0,105
f aan den kop dik in het vierkant lt;
{ aan de punt
De punt is lang . nbsp;nbsp;nbsp;•.....
De kop wordt van boven afgekant.
In de tafel, houdende de afmetingen en conftructie van de houten en ÿzeren deelen der bele-geringsaffuiten, moeten de volgende bijvoegfelen en veranderingen plaats hebben : op de 4de bladzijde bijtevoegen tusfchen den i4den en 15^011 regel het geen hier onder (a), en tusfchen den sssten en 34sten regel hetgeen onder (b') voorkomt.
Afmetingen in ellemaat van
24 æ- I I 12 Ég.
het affuit
tot houwit-fer van aoduim.
De Haart met het ftaartftuk van het houwitfer-alfuit. I
De boog van vereeniging van den Haart met het HaartHuk, is een cirkelboog,befchreven met een radius van .
Of naar den bovenkant der wang op een afHand vóór het punt B van
Vervolg, Eene zijwang.
0,811
De ligplaat-fen der • kalven.
0,131 0,275 0,300
Op de 5de bladzijde te veranderen, Haat in de 5de kolom tegen over den roden regel 0,137, moet zijn 0,123, en op dezelfde bladzijde en in dezelfde kolom, tegen over den eisten regel. Haat 29477, moet zijn 0,457.
-ocr page 20-ocnz 133^502^1^