F M E T INGEN
der HOUTEN EN DEK IJZEREN DEELEN
VAN DEN GEWONEN, DEN MAGAZIJNS-,
EN DEN BOM-KRÜIWAGEN,
DE DRAAGBERRIE, [
DE DRAAGBAKKEN,
DE DRAAGBOOMEN en
HET HELPZEEL.
FEBRUARI 1825.
-ocr page 2-De gewone, de magazijns- en de bom-kruiwagen
benaming de r DEELEN. |
Afmet ma gewonen 1. |
i n g e n i at van t magazijns- |
n |
kruiwagen. | |||
Houten deelen. r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ I van willigen 1 2 en 3 van ijpen J lang........ Ç nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f voor aan tot op 15'030 van vo- 1 breed lt;nbsp;ren...... j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;{ aan het achtereinde . nbsp;nbsp;nbsp;. I / 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voor aan tot op i','o3o van vo- 1 dik nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ren...... L nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan het achtereinde . z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voor aan tot op i el van vo-
Zijn lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voor aan tot op 0'^645 van vo- j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ren......
1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;op 0^'200 van het achtereinde V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan het achtereinde . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r aan het vooreinde . , nbsp;nbsp;nbsp;, 1 op 05'300 van het vooreinde ter breed lt;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, 1 lengte van 05'595 1 aan het achtereinde . De twee boomen r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r voor aan tot op 05'890 van vo- of liggers. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘ nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' j 1 op eenen van het vooreinde J waterpas gemeten afftand van / 15'340...... \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan het achtereinde De buitenkant der boomen is regt; van i is de bovenkant mede regt, en de boomen aan den wagen bevestigd, deze op een waterpas vlak Gaande, maakt derzelver bovenkant, verlengd zijnde, met dit vlak eenen hoek van 7 graden. De onderkant van het achtereinde is boven 1 het verlengde van den onderkant van het 1 vooreinde verheven . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. 1 De boven- en onder-kanten van het achterfie 1 gedeelte worden gevormd door twee cirkelbo-J gen, waarvan de voorfle het regte gedeelte 2 en 3 lt;nbsp;, , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j. , \ der boomen en de achterne bogen, die door 1 het einde der boomen gaan , de voorGe raken. 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f van den achtcrGen ƒ bovenkant 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 boog aan den nbsp;nbsp;nbsp;| onderkant nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. 1 Straal lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;a z 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 j van den voorGen ƒ bovenkant . \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t boog aan den ( onderkant |
1,440 0,050 0,035 0,075 ’ 0,045 |
1,620 0,050 0,034 0,070 0,062 0,058 0,098 0,600 0,600 3,320 3,320 |
Afmetingen in elle-maat van den
benaming der DEELEN. * |
gewonen I. |
inagazijns- 2. |
bom- 3. |
kruiwagen. | |||
z Afftand van derzelver achterkant tot aan 1 het achtereinde der boomen 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f lang . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. De nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[ diep..... handvatfels. \ De uitrondingen in de ftrekkiiig 1 der lengte gefchieden met bo- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
B nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;z boven de handvatfels over de breedte rond be- 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 werkt, I en 3 onder aan het achtereinde ach- 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 ter de handvatfels uitgehold, ter diepte en met 1 Zijn / een ftraal van...... 1 aan den wagen bevestigd, bin- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. , 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vooreinden . 1 nenwerks van elkander ver- lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;. , 1 nbsp;nbsp;nbsp;.... nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;achtereinden . wijderd aan de z loodregt op het vlak, hetwelk door het 1 midden van den kruiwagen gaat. 1 meldenvoorkantrhet voorde De waterpas- 1 van de voorein-. i en 2 het middelde fe gaten | den der boomen[het achterde voor de ver- lt;nbsp;met den bovenkant van den bovenkant VervoliT nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bindings- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;der boomen. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. dukkenzijn nbsp;nbsp;lang....... De nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;breed....... twee boomen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan de einden met de halve breedte bij- of liggers. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\ gerond, z De as van hetzelve f Hetgatvoori daarmede loodregt | den bovenkant . denverbin- lt;nbsp;op bovengemeld | het vooreinde nbsp;nbsp;nbsp;. dingsbout. 1 vlak en van nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 1 Is in middellijn.....
Het gat 1 „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.., nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f den bovenkant. I Staat met het midden van lt;nbsp;, voor de lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t het vooreinde. fpil van 1 Is in middellijn..... het rad. ( z Staat met het midden in het midden der 1 breedte en, aan den bovenkant, van 1 het vooreinde......
1 Is in middellijn ■! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, 1 en 2. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( onder . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. Het gat J De as van dit gat gaat van 2 regthoekig door voor den j de boomen, doch van i fchuins naar voren, kopfehoor. j makende nagenoeg met de lengte derboo- 1 men een hoek van 45°, Haat wijders een 1 weinig binnenwaarts naar de ftrekking van 1 den fchoor, wanneer deze laatlle aan den wagen in het gat van den kop is gedoken. |
0,050 0,125 0,010 0,010 0,010 0,017 0,185 0,470 0,450 0,635 0,830 0,018 0,065 0,018 0,038 0,785 0,013 0,035 0,215 0,020 0,110 0,023 0,018 |
0,034 0,120 0,012 0,012 0,012 0,154 0,460 0,510 0,712 0,906 0,015 0,038 0,015 0,035 0,875 0,013 0,203 0,036 0, 020 |
0,050 0,135 0,020 0,039 0,025 0,017 0,222 0,440 0,466 0,830 0,020 0,060 0,017 0,038 0,790 0,013 |
Afmetingen in e 11 e-inaat van den
;r.- nbsp;benaming der DEELEN. •______________________________________________________________________________________________________________________________________ |
gewonen I. |
magazijns- 2. |
boO' 3- |
kruiwagen. | |||
ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;C nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.aan den on- (achter het handvatfel ; lil derkant [voor hetzelve ter lengte van Vervolg. 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^lbevin-pan den bovenkant, voor het rond be- 1 De af- , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, De nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• 7 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\ werkte gedeelte ter lengte van . twee boomen | nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zich li, 2 alleen aan den bovenkant voor het gat of liggers. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 voordenkopfchoorentusfchenditgaten 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dat voor de voorde verbindingsrigchel; Izijn over eene breedte en dikte van . / van eikenhout, z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f I en a ... nbsp;. 1 de voorde ; 3 gelijk aan den afdand der 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t boomen buitenwerks. 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f I en 2 gelijk aan den lang ? demiddelde afdand der boomen bui-Zij nlt; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t tenwerks. 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r I en 2 ... nbsp;. 1 de achterde 3 gelijk aan den afdand der boomen buitenwerks. breed....... f aan de einden...... Tip nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;\ oik 1 . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.j, f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[in het midden...... verbindings-duk nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Staan aan den bovenkant met het mid- ken« den in het midden der breedte ; derzel-ver as gaat fchuins naar achteren, die ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voor de zijdefchoren mede een weinig De gaten voor nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, binnenwaarts, makende met de breedte de zijde- en nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;, een hoek van nagenoeg 45 . de voor- 1 fchoren in j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j 1 nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, . De twee voor de der lengte van het het voorde 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ verbindingduk. verbindings-1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;... ° 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zijn in middellijn 1 De twee voor de zijdefchoren daan met 1 de binnenkanten gelijk met den biiitcn-\ kant der boomen, en zijn in middellijn. / Is van vurenhout. Wordt gelegd op de verbindings-ftukken, de voorkant gelijk met den voorkant van het voorde ver-bindings - duk. r r lang....... De bodem. \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l I ) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aan den afdand der boo- 1 nbsp;nbsp;nbsp;j men, binnenwerks. 1 en 2. / nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(dik...... 1 Wordt op elk der verbindings - dukken » nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 met drie fpijkers (lasch-ijzers) vastge- v nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( nageld. |
1 0,240 0,240 0,015 O549O °,5^0 o,o(iS 0,018 0,026 0,060 0,02 3 O5O23 0,018 |
°gt;I35 Oj23O 0,010 0,364 0,430 0,038 0,015 0,028 0,434 0,013 |
0,4^° 0,4'^*’ o,oi3 o,c6o » |
BENAMING der DEELEN.
Is diibbeld; de draden van het hout van den onder
den zijn in de drekking der lengte, die van bovenden in die der breedte van den wagen,
{lang.....
breed, gelijk aan den afdand boomen buitenwerks.
dik . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
Qcritc i
1 Wordt op het voorde verbindingsduk
den
der
met
Eervol?.
O bodem.
3.
twee en op het achterde met drie fpij-kers (laschijzers) vastgenageld.
De hovende.
Is
■ even lang en dik als de ondcrde. breed, gelijk aan den afdand der boomen buitenwerks.
I en 2, De kop.
Afmetingen maat van |
i n e 11 e-den | ||
gewonen I. |
inagazijns 2. |
boms' | |
kruiwag |
s n. |
Wordt op elk der boomen met zes fpij-
kers (laschijzers) vastgenageld.
Smet het midden in het midden breedte en van den voorkant des dems......
de bom 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ,
1 • -jj 11quot; f boven
IS I in middellijn lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,
( onder
” 1 van wilgen-, 2 van ijpen-hout.
f lang
J breed
Is lt;
dik
in het midden aan de einden
der bo-
Heeft boven een boogs-wijs beloop, befchreven
met een draal van ...... Wordt overal afgekant 5 behalve aan den onder-achterkant, ter breedte en dikte van . nbsp;nbsp;nbsp;,
Staan met het midden inhet midden der breedte van den voorkant en uit het midden der lengte Van den kop
De as van elk gat maakt met den vooikant een hoek van nagenoeg 45°, loopende wiiders een weinig buitenwaarts naar de drekking der fchoren , wanneer dezelve in de gaten der boomen zijn gedoken.
De twee gaten voor de voorfchoren gaan regthoekig door het midden der breedte en daan uit het midden ' der lengte van den kop
|De twee 1 gaten
I. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I voor
De zes ga- j de kopten voor de \ fchoren. fchoren.
0,424
0,020
0,205
0,260
0,210
o» 54° 0,060 05075 o,c68
2j45°
0,012
0,161
0,060
Oj59o 0,060 0,048 0,048
|
3- lie- |
-gt; BENAMING der D^EELEN. 1 |
Afmetingen in elle-maat van den | |||
gewonen I. |
magazijns- 2. |
boms' | ||
k |
r u i w a g e n. | |||
Vervolg. I en 2. De twee i zijdefchoren zijn | |
'a aan de einden gelijk met den onderkant der boomen en gelijk met den bovenkant van den kop afgefneden. Het boveneinde wordt tegen den kop met een, en het ondereinde , hetwelk aan de binnenzijde fchuins isweg-gefneden, buiten tegen de boomen met drie fpijkers (lasch-ijzers) vastgenageld. I van wilgen- 2, 3 van ijpen-hout. f lang......... |
1 0,600 |
0,578 |
0,458 |
Zijn 1 breed . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. *..... |
0,070 |
0,060 |
O5O7O | |
1 dik......... |
0,058 |
0,060. |
0,055 | |
f van het ondereinde |
0,225 |
0,248 |
0,297 | |
De infnijding aan den bin- 1 lang .... |
0,075 |
0,070 |
0,105’ | |
nenkant voor den boom ,1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[ nbsp;nbsp;nbsp;f onder 3 mede voor den boven- j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;) nbsp;’ nbsp;( boven lien bodem is nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• 1 achter. De infnijding aan den voor- r van het ondereinde . |
0,012 0 0,070 |
0,011 ' 0,007 0,077 |
0,020 0,025 0,073 | |
kant voor het verbindings- 1 lang . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. |
0,055 |
0,047 |
0,055 | |
Huk der poten is nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t diep .... |
0,015 |
0,012 |
0,015 | |
twee poten. |
Het waterpasfe gat voor den verbindingsbout is gelijk aan dat voor den bout in de boomen, en deszelfs plaats wordt bepaald door het gat in deze laatlle. Zijn van onderen zoodanig afgefneden, dat, de kruiwagen zamengelleld zijnde , het onderlte in een vlak ligt met het onderlle van het rad. De hoeken aan den buitenkant in de {trekking der lengte van de poten, die aan den binnenkant onder de boomen, 2 aan den bovenbuitenkant, 3 mede boven de boomen en het boveneinde van rondsom zijn afgekant ter breedte en dikte van...... |
0,015 |
0,013 |
0,015 |
Het |
f De buitenzijde van het bovenfte gedeelte heeft op 1 van het ondereinde eene helling buitenwaarts 1 van........ I en 2./ 1 De binnenzijde boven de boomen , waartegen de 1 zijde (tukken rusten, is fchuins weggefneden, V tot op eene dikte aan het boveneinde van ƒ I van wilgen-, 2, 3 van ijpen-hout. lang, wordt bepaald naar den aflland der poten buitenwerks bij de voor hetzelve bellemde infnijding, de poten aan den wagen bevestigd zijnde. breed.......... |
0,300 0,030 0,010 0,055 |
0,318 0,020 0,013 0,047 |
0,055 |
verbindingsftuk |
/ dik.......... |
0,022 |
0,020 |
0,022 |
der poten is |
afgekant aan den geheelen voorkant en aan den achterkant tusfchen de poten, ter breedte en ter dikte van.......... |
0,015 |
0,008 |
0,015 |
tegen elke poot met twee fpijkers (lasch-ijzers) vastge-V nageld. |
j |
1 |
t benaming der D E E L E N. |
Afmet ma gewonen I. |
ingen i it van d Diagazijns-2. |
n ell®'S en 9 boW B 3« 1 |
kruiwagen. | |||
van vurenhout. / j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ de bovenkant ..... 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 lang 1 onderkant..... 1 Zijn/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f ....... 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;voor 7 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 hoog nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 2 gelijk met den kop. II nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;achter....... 1 V dik......... 1 De achterkant ftaat loodregt op den onderkant. I en a. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;! a wordt achter aan den bovenkant afgerond door een De twee quot;nbsp;lt;nbsp;cirkelboog, wiens ftraal is..... zijde - (lukken. pg onderkant heeft het beloop van den bovenkant der boomen. I zijn boven aan den voorkant uitgefneden naar het beloop van het gedeelte van den kop, hetwelk in dezelve infchiet; wanneer de voorkant van de zij-dedukken gelijk gelegd wordt met den voorkant van de zijde-fchoren. Elke wordt met drie fchotfpijkers tegen de poten vast-V genageld. /” r van ijpenhout. Is ) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......... 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 in doorfnede een gelijkbeenige regthoekige drie- 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(, hoek, waarin de fchuinfche zijde lang is De klamp 7 pg jjoeken aan den bovenkant bij de einden worden voor de zijde- | ggjj weinig afgerond. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• (lukken. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 1 Wordt gelegd gelijk met den voorkant van den bodem 1 en met vier fpijkers op denzelven en op het voorlle V verbindingsHuk' vastgenagèld. / Ç van vurenhout. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ 1 lang....... nbsp;. Is \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, f boven i breed I 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 onder nbsp;....... , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dik . •........ I en 2._ Het voorftuk. i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bodem en fluit tusfchen.de zijdeftukken, I ook tusfchen den bodem enj den kop. De onderkant wordt gelijk met den bodem fchuins weggefneden ; a de bovenkant gelijk met den bö-\ venkant vaji den kop. |
0,618 0,484 0,295 0,290 0,016 0,280 0,425 0,350 0,016 |
0,842 0,500 0,245 0,013 0,068 0,300 0,035 0,442 0,492 0,320 0,013 |
H kla zijc 1 3' s On tei |
BENAMING der DEELEN, iin' |
Afmet mai gewonen ï. |
ingen i it van d magazijns-z. |
n e 11 e-en bom- 3- |
kruiwagen. | |||
Vervolg. f I wordt met drie fchotfpijkers op elk der voorfclioren 1,2. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;{ en a met zes fchotfpijkers tegen den kop, en tevens Het voorftuk. t met vier, tegen den voorklamp vastgenageld. ƒ van vurenhout. , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 lang, gelijk aan den afftand der boomen buiten- 1 werks. De dwars- nbsp;nbsp;/ breed....... nbsp;• nbsp;nbsp;nbsp;. klamp achter de j dik.......... zijdeftukken is 1 op de boomen, rakende aan de zijdeftukken, met V. twee fpijkers (lasch-ijzers) vastgenageld. / van vurenhout. , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f in het midden...... lang ■{ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, . , ( aan de einden...... voor, wordt bepaald naar den afftand der breed nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zijdeftukken. _ achter ........ Het nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;A achterftuk is nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.......... afgekant aan den bovenachterkant ter dikte van op elk der hierna volgende klosfen met drie fchotfpijkers vastgenageld, en de vooronderkant naar het \ beloop der boomen fchuins weggenomen. ƒ Zijn van ijpenhout. ! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Worden met de binnenltanten gelijk met de binnenkan- i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ten der boomen op elk derzelver met twee fpijkers (lasch-ijzers) vastgenageld, met de achterkanten op een afftand van het achtereinde der boomen van. Dikte.......... Hebben eene driehoekige gedaante, waarvan de onder-De klosfen ) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;langfte zijde naar het beloop der boomen is , , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. \ bewerkt, onder het ach- i ttrthil. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lengte der f quot;quot;nbsp;*= nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..... lt; van de onderfte..... zijden 1 1 van de achterfte vóór de uitholling De ach f '^’^S^rond door een cirkelboog, wiens ftraal terfte j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*..... zijde nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;binnen- en buiten-kanten in het 1 wordt f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;afgekant ter breedte en dikte van . \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(. loopeude de afkanting naar de einden te niet. |
0,075 0,017 |
0,220 0,206 0,460 0,013 0,008 0,430 0,033 0,160 0,220 0,105 0,108 0,005 |
Afmetingen in ellequot; maat van den
BENAMING der DEELEN. |
gewonen I. |
inagazöns- t r u i w a g e n |
bom- 3- • |
, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f van ijpenhout. 1 lang ......... Ziinlt; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f in het midden..... 1 hoog { nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;. , 1 nbsp;nbsp;nbsp;1 aan de einden ..... ( dik, gelijk aan de breedte der boomen. De onderkant wordt gevormd doof vijf cirkelbogen, 3’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;welke elkander raken, zijnde de middelde, benc- De twee ver- | nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beide uiterde bol, en de beide overige hol. hoogings- duk- / nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de uiterde bogen of afrondingen aan ken waarin de A ßg draal is van nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' fpil van het rad J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;middelden boog . nbsp;nbsp;nbsp;. ï nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(.de beide holle bogen . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. f .. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;daat met het midden in het midden 1 Het gat voor de , , i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 r -1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;{ der lengte en van den onderkant . 1 Ipil van het rad . . nbsp;nbsp;nbsp;.7, ( nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;IS in middellijn .... 1 Worden onder tegen de boomen met zes fpijkers (lasch-1 ijzers) vastgenageld ; het midden daat op een afdand \ van het vooreinde der boomen van .... |
■ |
Oj375 0,095 o,oi8 0,020 0,078 0,145 0,040 O,ol5 0,225 |
Beftaat uit vier velgen , een'e naaf en
I uit zes
2 , 3 uit acht
fpeeken.
Het rad.
Is in middellijn *
De velgen.'
De naaf is
van ijpenhout.
hoog......
dik.......
2 en 3 aan den binnenomtrek ter wederzijde afgekant ter breedte en dikte van......
De gaten voorde fpeeken
liaan met het midden
I in het midden van twee tegenoverllaan-de velgen; en in de twee overige uit het midden der lengte .
2 en 3 uit het midden der lengte van alle velgen
zijn in middellijn
van ijpenhout.
I en 3 vierkantig, 2 achtkantig.
lang
dik, gemeten van het eene tegenoverllaande; vlak tot het andere ,
in het midden aan de einden
05390 |
0,474 |
c,4quot;5 |
0,060 |
0,058 |
0,062 |
O5O35 |
0,046 |
0,045 |
0,006 |
o,oio | |
0,020 | ||
0,034 |
0,030 | |
0,018 |
0,016 |
0,020 |
0,215 |
0,186 |
0,218 |
0,079 |
0,110 |
0,10° |
0,079 |
0,092 |
0,038 |
BENAMING der DEELEN.
{in het midden . aan de einden .
TT nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 z- .. . f I rond 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..,
liet gat voor de fpil IS { nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. , Jen wijd.
(2,3 vierkant)
Vervolg.
\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I Haan
De naaf. | nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;। nbsp;mer
De fpeek- ) “ nbsp;nbsp;lt;
I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;nbsp;nbsp;het
I nbsp;gaten nbsp;nbsp;A
I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;midden
Vervolg..
Het rad.
/in het midden der lengte en nemen derzelver rigting naar de as der naaf.
I in twee tegenoverftaande vlakken in het midden, en ' in de twee overige vlakken uit het midden der breedte.
I 2 en 3 uitf , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1
I , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;., I 2 Vier I
I het mid-c , . J tegen»
I , I 3 de vier | den vant 1
V overftaande vlakken, zijn in middellijn
van eikenhout, lang . . .
i,., . , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. , f in het midden .
dik in het vierkant •! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...
( aan de einden
aan de einden, welke in de velgen ge-fioken worden, gerond en aan die, welke in de naaf gedoken worden, een weinig taps bijgewerkt.
I De fcherpe kanten in het midden zijn een I weinig afgenomen.
\ Worden in de naaf ingelaten ter diepte van
dee 1 en.
De bout. (
De bout, welke de poten met de boomen verbindt, met moer en opfluit-fchijfjes.
lang zonder den kop .
[ in middellijn
I aan het einde van driekante fchroef draden voorzien , ter lengte van zijnde dezelve diep en wijd.
onder den kop vierkant bewerk , ter lengte van .
De kop is een halve bol, wiens mid dellijn'is.....
1T f in het vierkant . '’dik.....
De hoeken zijn aigenomen ter breedt van......
Het gat in het midden is in het vie
kant.......
Afmetingen in oliemaat van den | ||
gewonen I. |
magazUïis- 2« |
bom-3« |
kruiwagen. | ||
0,012 |
0,010 | |
0,022 |
0,018 | |
0,020 |
0,016 |
0,015 |
. 3 | ||
u ' T | ||
o,oo8 | ||
0,020 |
0,017 | |
0, 020 |
0,016 |
0,020 |
0,175 |
0,200 |
0,215 |
0,020 |
0,017 |
0,023 |
0,020 |
0,017 |
0,020 |
0,023 |
0,020 |
0,030 |
0,560 |
0,430 |
. 0,510 |
0,013 |
0,013 |
0,013 |
0,040 |
0,040 |
0,040 |
0,003 |
0,003 |
0,003 |
0,040 |
0,040 |
0,040 |
0,023 |
0,023 |
0,023 |
0,035 |
0,035 |
0,035 |
0,004 |
0,004 |
0,004 |
0,010 |
0,010 |
0,010 |
0,013 |
0,013 |
0,013 |
|
ba öle in |
Afmetingen in elle-
uiaat van den
BENAMING der DEELEN.
magazÿns-
2.
bom-3*
gewonen
I.
kruiwagen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
De draagberrie.
Afmctin-
BENAMING der DEELEN.
gen
ellemaat.
De berrie is van eikenhout.
lang.
over de fpanning gemeten
Zijn
breed
in het midden . aan de einden •
. zijnde de buitenzijde regt.
r in het midden . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;... nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;•
1 op o''i67 van de einden...... dik of hoog { liggende deze punten in de Jijn, welke de fpan-
I ning genoemd wordt.
t aan de einden........
Lengte der pijl van het holle
to
De onder- en boven-kanten worden gevormd door drie ciikelbogen, ' waarvan de middelde door de drie bepaalde punten gaan, en waarvan ! de uiterfte de middelde raken en tevens door de einden gaan.
;C j.
Beginnen op ,eeu afftand van de einden van
De
twee boomen. handvatfels.
{lang diep
De uitrondingen in de ftrekking f ,.. , nbsp;nbsp;. ,
, , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;-. . , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ” I bij de einden .
der lengte gefchieden met bo- t , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;...
, - , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I naar het midden
gen waarvan de dralen zijn
Zijn over de breedte rond bewerkt.
Zijn
, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, , nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, f met een draal van
onder achter de handvatfels uitgerond •!
[ ter diepte van .
. boven de handvatfels over de breedte der boomen rond bewerkt.
Staan met den bovenkant van den bovenkant der boomen.......
De gaten voor de vijf dwars-rigchels.
Het middelde in het midden der lengte, alle even ver van elkander op eenen afftand van . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;.
flang.......
breed . nbsp;nbsp;nbsp;......
aan de einden met de halve breedte gerond.
Zijn tusfchen de handvatfels en tusfchen de uiterlle gaten voor de dwars-rigchels onder en boven afgekant, ter breedte en dikte van
i,74lt;’
o,o4‘’ 0,034
0,075 0,068
0,060
0,05°
O,o5°
0,120 0,020
0,065 0,042
o,o4Ó o,oiS
0,02°
0,097 0,067
BENAMING der DEELEN.
Afmetin-
gen in ellemaat.
De vijf dwarsrigchels.
ilang............
, f in het midden......... breed lt;
1 aan de einden.........
f in het midden .......
dik 7 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• j
( aan de einden .........
onder en boven afgekant ter breedte en dikte van .
aan de einden, naar het beloop der gaten, een weinig bijgerond.
De beide uiterfte rigchels worden door middel van houten pennen, welke door het midden der breedte van de boomen gaan, met dezelve . yereenigd.
0,565
0,078
0,067
0,027
0,020
0,005
De
houten pennen zijn in middellijn ,
0,015
De draagbak met deksel en koperen beslag.
Afiaetf' gen i» eiIeiiJ»*quot;
BENAMING deh DEELEN.
Houten deelen.
De bak is van
greenen hout. | ||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||
De bovenkant is regt. |
De vereeniging van de verfchillende hoogten gefchiedt door twee cir-kelboogen, welke elkander raken, de bolle raakt het regte onderfte gedeelte en de holle gaat door het, bepaalde punt.
o,c9° 0,3°°
0,0/5 0,12° 0,025
0,025
0,289 O,o23 o,oc9
bollen hollen
Straal der bogen,
van den
Beginnen op eenen afftand van de einden van
Zijn f ‘“S.........
( diep .........
De uitrondingen in de ftrekking der lengte gefchieden met bogen, waarvan de Braai is • nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
Zijn over de dikte rond bewerkt.
De twee zijdeftukken.
De handvatfels.
uit het midden der lengte breed ....
diep ....
De loodregte infnijdingen gen aan de binnenzijden voor de eindftukken zijn
De waterpasfe infnijding onder aan de binnenzijde voor den bodem is van gelijke afmetingen als die voor de eindftukken.
r ter breedte en dikte van.....
I aan den bovenkant over eene lengte, te rekenen Worden afgekant lt;nbsp;van de einden, van......
I aan den onderkant het ronde gedeelte, en de ein-l den.
De twee eindftukken zijn
f lang..............
I hoog ..............
j dik..............
tusfchen de zijdeftukken in de voor dezelve beftemde infnijdingen geplaatst, rustende met den onderkant op den bodem hieronder omfchre-ven, met vier van den buitenkant van elk zijdeftuk ingeflagene fpijkers V (lasch-ijzers) bevestigd.
o,oo7
0,47°
0,5'^ 0,252 O,o23
De bodem is
Het dekfcl.
Afmetin
BENAMING der DEELEN.
breed • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;........., nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
tusfc-hen de zijde (lukken in de voor denzelven beftemde infnijdingen gelegd, en aan elk der zijdeftukken met zes, van de buitenzijde ingeflagene, fpijkers (lasch - ijzers) vastgenageld.
tvan greenenhout.
’«gt;8........ nbsp;•
breed (beftaat uit twee in elkander geploegde (lukken)
dik..........
Ilang...........
breed..........
dik...........
van boven volgens de lengte en tevens aan den vooitant op de halve dikte afgekant.
elk, het midden op o;'o6o van de einden van het dekfel liggende, met zeventien koperen fpijkers (lasch- ijzers), in drie rijen, zijnde in de middelfte vijf, op gelijke ver-deeling vasrgenageld.
Koperen deelen.
gen in
ellemaac.
0,624
0,518
0,023
0,721
0,566
0,020
0,566
0,100
0,020
De twee banden.
regt uitgelegd lang, het oog er onder begrepen, .
, nbsp;nbsp;nbsp;, f bij het fcharnieroog........
breed lt;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. .
( aan het einde.........
dik........ . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
[lang.........
.f uitwendig..... in middellijn lt;nbsp;.
t inwendig.....
De gaten voor de achttien halve koperen fchotfpijkers en dat onder het fcharnieroog voor het klinkboutje liaan in het midden der breedte, en zijn gelijkelijk verdeeld over de lengte.
Worden om den bodem en de zijdeftukken met het midden der breedte tegen over de eindftukken gelegd zoodanig, dat het fcharnieroog boven den bak uitfteekt • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;........
Het gat voor het klinkboutje is in middellijn......
1,120
0,030
0,025 0,003
0,010 0,010 0,004
0,010
0,004
De twee hengfels zijn
lang . breed
bij de oogen aan de einden
. nbsp;nbsp;0,340
0,030 . o, 020
B E N A -M .1 N G e r D E E L E N.
gen i”
elleni”'' | ||||||||||||||||||||
|
)
J' c!
b
!
il
-ocr page 19-De draagbak met ijzeren beslag zonder deksel.
BENAMING der DEEL EN.
gen i”
elleoia»'*
Houten deelcn.
De bak is van dezelfde foort van hout en fchreven draagbak met dekfel. |
heeft gelijke afmetingen als de hier voren be- |
IJzeren deelen.
/ ƒ regt uitgelegd lang........
0,110
0,025
0,003
I breed ............
Zijn lt;nbsp;dik ............
De twee banden.
I aan de einden over de breedte afgerond met een ftraal, gelijk I aan de halve breedte.
De gaten voor de negentien halve fchotfpijkers ftaan in het midden der breedte en gelijkelijk verdeeld over de lengte; het eerde ftaat in het middelpunt van de afronding aan het einde.
Worden om den bodem en de zijdeftukken tegen over dé cindftukken
V liggende, vastgenageld.
-ocr page 20-De draagboom met
ijzeren koperen
beslag, kettingen en haken.
De boom.
benaming der DEELEN.
Houten deelen.
ƒ van esfenhout. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vereenigingen van de verfchillende dikten gefchie den door twee cirkelbogen , welke elkander, en waar van de holle boog het dunnere en de bolle het dikkere in de aangegevene punten mede raken. |
De uitrondin-gen voor de fchouders zijn
met het midden van de einden...... lang...........
{in het midden ....... , , . , ... .
op oquot;ooo uit het midden der uitrondingen
gevormd door drie cirkelbogen, welke elkander in de aangegeven punten raken en waarvan de uiterfte bogen door de einden der uitrondingen gaan.
Ïdik........... ... ... in middellijn......... over de breedte gerond met een ftraal gelijk aan de helft dier breedte.-
Ijzeren 1
J. deelen. Koperen J
Grootfte middellijn
Kleinite middellijn
Zijn dik
gen in
ellefflsaf*
tW( | |
ron | |
i,8óo 0,070 |
016' |
0,050 0,0^0 0,050 0,035 |
0,3’° 0,19° O,01J 0,01°
o,o;3, o,o4a
hat rin
De twee langwerpig-, ronde plaatjes met kram.
In elk derzelve zijn twaalf gaten voor gelijke afltanden van elkander, van de
platte kopfpijkeis, Itaande , op kanten.....
0,16° o,o8ï o, ooi
o,oo7
Worden over de breedte omgezet naar onder en boven in het midden der nageld.
het beloop van den boom en, lengte, aan den boom vastge-
Door het midden der lengte en der breedte van het bovenlle plaatje gaat een kram, welke dient om te beletten, dat de ring, waaraan de haak hangt, niet verfchuive.
--■— |
1 |
Afmetin- | |||||
in- |
B E |
pç nbsp;nbsp;nbsp;M I N G |
der D e e L e N. |
gen in | |||
n |
!■ |
cllemaat. | |||||
af |
'i | ||||||
H |
Vervolg nbsp;nbsp;nbsp;f De nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 twee langwerpig* 1 ronde plaatjes 1 met kram. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;L |
De kram, |
1 nbsp;■ j- f iang • nbsp;nbsp;.... nbsp;nbsp;. nbsp;• Is uitwendig ■! , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ( breed . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. Het ijzer is dik in middellijn....... Steekt boven het plaatje uit . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. |
0,070 0,050 0,007 0,026 | |||
0 0 0 0 / |
- |
• |
De beide vereenigde haken (laan in een zelfde vlak, in eene ' tegenovergeftelde rigting; aan het boveneinde is een half bol- , vormige knop welke op den binnenomtrek van eenen ring rust, en onder tus'fcben de haken is eene plaat met een gat, waarin de hovende fchakels der beide kettingen hangen. | ||||
Aflland f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;boven den knop tot onder aan de plaat ' . ( van de eene punt tot de andere .... |
0,127 0,115 | ||||||
f onder den knop ....... Middellijn J onder de punten..... t bij de plaat....... , , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. f hoog ...... De bolvormige knop is ■{ . nbsp;nbsp;nbsp;.,, [ in middellijn..... |
0,015 0,009 0,013 0,010 0,030 | ||||||
Het gedeelte van den haak onder den knop, ƒ lang . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;. hetwelk in het gat van den ring fteekt, is | in middellijn |
0,006 0,010 | ||||||
:3, i:’ ?!? ^4 |
De haak ring. |
dubbelde met platten j |
De dubbelde ' haak. |
De onderkanten der haken ftaan beneden den bovenkant van den knop .......... ( boven den onderkant der haken .... 1 breed ......... \ lang....... nbsp;. _ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 aan den bovenkant dik..... De punten) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. , nbsp;nbsp;nbsp;, r nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, , lt; over de breedte afgerond met een halven cir- 1 kei. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• 1 over de breedte van onderen met het overige ge- I deelte van den haak vereenigd door cirkelboog-jes , befchreven met een draal van . / lang ... nbsp;nbsp;..... |
0,080 0,040 0,020 0,017 0,004 •» 0,004 0,052 | ||
j7 |
De plaat i onder de s haken is 1 « |
/• nbsp;nbsp;nbsp;ƒ bij de haken .... j 1 Eoven | nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;... breed lt; j over het midden van het oog of in mid- ( dellijn....... f boven bij de haken .... dik 1 j ( onder . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. |
0,015 0,020 0,033 0,012 0,006 | ||||
( |
van onderen over de breedte afgerond met een draal, gelijk aan de halve breedte. |
benaming der DEELEN.
y^finetin-gen in elleinaat.
Vervolg.
De dubbelde haak met platten ring.
Vervolg.
De dubbelde haak.
De platte ring.
1Ç ftaat met het midden in het midden van * I het ronde gedeelte en is langwerpigrond.
H )
«et gat/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rgrootfte middellijn in de ftrekking
I Is wijd, I der breedte van de plaat . [ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[kleinfte middellijn .
tin middellijn uitwendig....... breed....... .
dik..........
Heeft in het midden der breedte een gat in middellijn. .
Het gat wordt zoodanig in den ring geflagen, dat het ijzer zich ter halve wijdte van het gat, ter wederzijde van hetzelve , over de breedte uitzet.
Eene ketting beftaat uit negen fchakels, een wartel en een haak.
Een fchakel.
T nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f lang .
Is uitwendig lt;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;,
I breed
Plet ijzer is dik in middellijn ......
Beftaat uit een ring en een haak met halfbolvormigen kop.
ivan onderen plat, heeft overigens dezelfde gedaante als een fchakel.
f ,
I lang . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
uitwendig lt;nbsp;,
I breed .....
De wartel.
De ring. / Plet ijzer is dik in middellijn.
ff dik.
is lt;
{ breed heeft in het den haak,
in middellijn, midden een gat voo in middellijn.
De twee kettingen.
ils lang. ........
Het ijzer is dik in middellijn.....
Plet omgezette gedeelte ftaat met het midden tegen over het regte bovenfte gedeelte en is inwendig in middellijn .......
. f hoog ......
De knop is j . nbsp;nbsp;? ,,
( in middellijn.....
lang
I breed
Is /
over het oog . onder het oog .
. aan de punt
De haak.
boven
aan
dik
in het midden van de bogt aan de punt . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;.
De punt ftaat boven den onderkant van den haak
Is wijd . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
Het oog is inwendig in middellijn .
0,01^ 0,01® 0,11° 0,02® O,oo5 0,°^^
o,olt;^5 0,033 0,007
o,o6o 0,040 o,of9 0,00^ 0,025
0,010 0,077 0,00?
O,o^° o,o°9 ü,oi8 0,150 0,032 0,014 0,035 o,oo5 0,009 0,002 0,022 0,040 0,008
bg
be
üe
De draagboom met touwen
en
ijzeren
BEN A M 1 N G der DEELEN.
gelijke afmetingen als de draagboom met kettingen.
boom heeft
in het midden der lengte over de ƒ breed dikte eene groef voor het touw ( diep
( lang, de fplitfingen er onder begrepen , De touwen zijn j
( dik in omtrek......
De haken zijn gelijk aan die van den draagboom met kettingen.
Het helpzeel.
Afnicti«' | ||
B |
EN AMI N G deh DEELEN. |
gen |
. ellefflä”' | ||
- |
f van zeemkoeleer. Zijn '“S nbsp;nbsp;nbsp;............ 1 breed............ 1 dik van 05'004 tot 0^'005. |
0,^1° 0,0^! |
' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r ftaan in het midden der breedte en van De gaten voor de touwen Î de einden...... 1 zijn in middellijn ..... |
0,02^ 0,01° | |
De vier hoeken zijn afgenomen ter lengte en breedte van . |
o,oio | |
De twee draagriemen. |
f f lang en breed...... 1 Zijn lt; 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;{ dik van 0'5003 tot 0,004. 1 Hebben in het midden een gat voor de tou-] wen in middellijn...... De vier belegftukken. / 1 De vier hoeken zijn afgenomen even als die van 1 de draagriemen. |
0,055 OjOl’’, |
1 Worden op de draagriemen, gelijk met de einden, k vastgenaaid. | ||
Worden in het midden kruislings, met de belegdukken naar buiten, over elkander genaaid, zoodanig, dat twee tegen over elkander liaan' . de hoeken, regts en links van den draagriem, 100 graden maken. | ||
De twee draagtouwen. |
z nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f lang, de knopen er onder begrepen,..... Zijn 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;[ in omtrek ........... 1 Door de gaten van de draagriem gedoken zijnde, worden aan de einden ronde of ftropknopen gelegd, welke tegen de belegdukken rus-L ten. |
1,^0° O,03^ |