A F M E T I N G E N
V A w “E Handspaak, de besdagene handspaak, den Koevoet, Oen bombaak, den dubbelden BOMHAAK, DE PATROONKOKERS, DE BUIZENZETTERS, DEN SEAGER tot buizenzetters, DE BEURSTON, de SLEGGE, den pikethamer, den aardstamper, DE blikken ZUNDERBUS
E N
DE VERNAGELPIN.
-ocr page 2- -ocr page 3-De handspaak, Fig^ I,
Rijnlandscho
benaming der DEELE N;,
Elkmaat.
maat.
Vt.
Dm.
De handfpaak is van gejkloofd esfenhout.
Het onderfte gedeélte is vierkant, het middelde achtkant, het overige rond.
|
het einde der |
15962
0,490
0,49°
°,'^oS
fpaak gaat, en derzelver onderkant op den bepaalden afftand raakt.
/
van het ondereinde
in middellijn aan het boveneinde. . nbsp;nbsp;nbsp;......
0,072
0,046
,,
,, )
2.
5,
5 !gt;
hi
it
'S'
handspaak j Fig* H*
benaming der DEELEN.
De handfpaak is van gekloofd esfenhout.
Het onderde gedeelte is vierkant, het middelde achtkant, en het overige rond. f Geheele........
Dc
Van
het
Van
het
vierkante gedeelte. .
achtkante. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
1,962
0,4^0
0,490
Lengte.
Van
het
bijgeronde ondereinde
0,105
»1
De fpaak 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1
zonder bedag. j Het vier-j kante ge-I deelte is i
Het bijgeronde is een cirkelboog, die door het einde der fpaak gaat, en derzelver onderkant op den bepaalden afdand raakt.
f breed.
onder aan J
I dik.
0,072
bij het achtkante
in het vierkant.
Is in middellijn aan aan het
boveneinde.
0,059
0,065
0,046
«9
Bedaat uit twee veren , wier
dikke einden met elkander vereenigd
zijn , en aldaar een op de hovende veer loodregt daand nokje hebben.
/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r , nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f de hovende.......
ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 lang J
I I I de onderde. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....
1 breed .
Zijn lt;
1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f bij de vereeniging. .
ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I aan de boveneinden.
De veren. lt;nbsp;De
0,510
0,549
0,070
0,007
OjÓOI
Het ijzeren bcflag.
aan de boveneinden met de halve breedte afgerond.
hovende is regt.
onderfle is gebogen naar het beloop van het afgeronde ondereinde der fpaak.
Hebben ieder vier gaten voor de klinkboutjes, waarvan het hovende in het middelpunt der afronding, de twee middelde op een derde der breedte aan weerskanten, en het onderde in het midden der breedte, en op eene gelijke verdecling tusfehen het eerstgenoemde en het nokje gelegen zijn ; dezelve zijn in middellijn .
f zoo lang als de veren breed zijn
Het nok, I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f buitenkant .
I hoog aan den )
je is
binnenkant.’
( dik. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
Elk der vier klinkboutjes is in middellijn
0,013 | |||||||||||||
|
4 |
be flcel.
Pc koevoet, Fig, III,
benaming der DEELEN.
iis van geflagen ijzer en is geheel lang...... * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X ■
weegt ongeveer 6 nederlandfche ponden (13 amfterdamfehe ponden).
Ïlang............
vooraan over de breedte afgerond met een radius van.
breed vooraan. .........
{lengte van .
hoogte van .
* De hiel is hoog* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....
Is over de breedte met den fteel vereenigd door cirkelbogen, wier radien zijn. .........
Is in het midden‘over de lengte gefpleten.
!Ç welks as loodregt op den voet Haat, eindigt met eenl
lt; op een afftand van voren van.
rond gat, I
t hetwelk in middellijn is. .
r voor ..... i . i
is wijd lt;nbsp;f boven....... j achter J
( nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( onder..... nbsp;.
Tusfehen de fpleet en den Heel is de voet verheven. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;.
welke verhevenheid met een rond beloop naar alle zijden is bijgewerkt.
De zijden hebben eene helling van......
Op den grond rustende, moet het einde van den fteel boven den-, [ zelven verheven zijn. ........
Is gedeeltelijk vierkantig, gedeeltelijk rond, en hét ronde eindigt met eene wig.
Ellemaat.
1,099
0,078 0,157 0,098
0,003 0,003
0,011
0,105
0,052
0,015 0,020 0,015
0,004 0,004
0,0'03
0,654
Het vierkantige gedeelte is Het bovenlte gedeelte . . J |
|
h 99 99 2 99 » |
lUjnlaixdsche
maat.
Vt. I Dm. I Im.
3
»
» 99 h
ff 9f
ff
99
99 \ 99
99
99
99
99
a
ó
3 6
3 «
99 h
99
99
99
9
i
lï
5
2 » n
i, »
1
9 t
1
6
I
1
7
9
7
2
2
lï
3
3
4
3
3 »
De bombaak, Fig* I
Rijnlaoïbcb*
BENAMING DER D È E L E N.
EUemaat.
maat
Dm.
Ln-
De bombaak, van gefmeed ijzer, is, regtuit gelegd, lang.
Het handVatfèl.
z Is elipsvormig.
De grootlle middellijn is nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
De kleinfte middellijn is. . « * 1 . !{ op het dunst bij het gedeelte, dat haak handvatfel vereenigt ....
op het dikst, er tegen over.
Ligt in een vlak, dat loodregt ftàat op dat, waarin dé haak gelegen.
en
is
05 549
.Û5I07
0,056
0,012
0,015
21
Het gedeelte, dat de haak met het handvatfel vereenigt, is
lang
0,131
)»
De haak
j-i • -jj n- , •• f ^aak. . dik in middellijn bij I
j het handvatfel
i regtuit gelegd, lang. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
f bij het begin.......
dik in middellijn ) '
[ op 0,007 el (3 lijn) van de punt. . nbsp;nbsp;nbsp;.
aoodanig omgebogen, dat de punt gelijk komt met het begin, en de haak overal wijd is........ De punt ftaat een weinig buiten- en de haak een weinig achterwaarts.
0,013
0,014
0,091
0,013
0,008
0,024 I
if
gt;«
ii
De dubbelde bombaak, Fig, F',
Bijnlandsche
BENAMING DER DEELEN.
Ëlletaiaat.
maat«
Dm,
De dubbelde bombaak bcRaat uit twee haken van gefmeed ijzer, die aan een touw
vastgemaakt worden, hetwelk in het midden voorzien is handfpaak wordt gedoken, ten gebruike bij het plaatfen van 50 gg fteen.
/• Is zonder oog regt uit gelegd, lang Het oog is in middellijn inwendig.
van een oog, waardoor eene der bommen in den mortier
05303
0,037
Een haak. .
Het touw. •
Is rondgebogen zoodanig, dat de openin
is
wijd, 0,009 el (4 lijn) van de punt gemeten,
diep
ƒ om het oog . nbsp;nbsp;nbsp;........
1 onder het oog.........
Is dik /
I 0,009 el (4 lijn) van de punt, dewelke een weinig buiten k waarts ftaat.........
fregt uit gelegd lang........ van vier ftrengen en dik in omtrek.....
Het oog, waardoor de handfpaak gedoken wordt, is in middellijn in wendig ..........
De oogen voor de beide haken zijn in middellijn.
Om het groote oog te maken , wordt een einde des touws tusfehen twee flrcn gen doorgehaald, en aldaar kruislings met geteerd marling omwonden
De kleine oogen worden gevormd door de ftrengen uittehalen, omte liaan, te fplitfen, en het gefplitftc met geteerd marling te om woelen.
Lengte der einden touw van het groote oog tot aan de andere.
0,033
0,013
0,016
O5OO9
1,100
0,060
0,078
0,013
0,144
3i
4a
99
6
De patroonkokers, Fig, FI.
BENAMING DER DEELEN. |
TOT KANONS VAN | ||||||||||
Elle- xnaat. |
4 fë Rijn nn Dm. |
lands, lat. Ln, |
1 Oliemaat. |
8 W Rijn m Om. |
lands, at. Ln. |
1 Elle-maat. |
2 fë Rijn ma Dm. |
ands. at. Ln. |
Elle-maat. |
1 „ f' Dm- ’N 4 « 99 ” 3 w 2 . i ” i ! i ! 3° | |
De patroonkokers zijn van eiken wagenfcliot. Is inwendig { nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;vierkant. .’ f nbsp;nbsp;lang .... De vier zij-J nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r , ƒ de 2 ingezonkene. de (tukken \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 de 2 breedfte. . 1 worden met 16 heele fchotCpij-t kers aan elkander genageld, f is in het vierkant gelijk aan de 1 inwendige wijdte van den ko-j ker. £)e De bodem lt;nbsp;is dik 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 zinkt met de gehcele dikte in . . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 en wordt met 12 heele fchot- * nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V fpijkers vastgenageld. z nbsp;nbsp;lang .... 71in! nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..... 1 nbsp;nbsp;•' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f in het midden 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( aan de einden. 1 worden tegen de fmalfte zijde-De draag- J (lukken op de kanten van de klampen \ beide breedfte vastgefpijkerd. (taan van den bovenkant . hebben in het midden der lengte en der dikte een gat, hetwelk 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is in middellijn . 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;V z Beftaat uit twee (lukken, die op elkander 1 worden gefpijkerd. Het onderfte (tuk is in het vierkant 0,001 el (5 lijn) minder dan het inwendige van den koker, en is dik . z dik..... 1 gelijk aan het uitwendige Het nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;van den koker, heb- / nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;bende daarenboven aan dekfel. j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;twee tegenovérftaande
j Het ^o'^enfte is / nbsp;nbsp;nbsp;teelten, elk voorzien
1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;klampen ; dit gat moet I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;met die in de laatstge- \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;v nbsp;noemde overeenkomen. f Is f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• .• 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 in omtrek. Het touwtje, dienen-j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ ^nden, het touw- de tot handvatfel . . S tje door de gaten van het 1 dekfel en die der draag-1 klampen gedoken zijnde , t worden [knoopjes gelegd. |
0,314 0,^53 0,327 1'0,130 |O,’53 0,179 0,013 0,179 0,039 0,020 0,007 0,118 0,007 t 0,020 0,013 0,790 0,016 |
12 5 12 5 6 6 1 w 4 ,1 30 |
»1 10 6 6 10 10 6 10 6 9 3 6 3 9 6 3 -.1 |
0,288 ■0,301 10,130 0,137 0,163 0,013 0,163 0,039 0,020 0,007 0,105 0,007 0,020 0,013 0,790 0,016 |
II 5 II 5^ 5 6 n 6 I » 99 4 99 30 |
15 3 6 6 3 3 6 3 6 9 3 99 3 9 6 5 |
0,262 Ö,12C 0,13c 0,12c 0,146 0,013 0,146 0,039 0,02c 0,00; 0,091 0,007 0,020 0,013 0,790 0,016 |
10 4 10 4 5 » S 1 3 ,, gt;, 30 |
« 1 6 6 1 1 (, 1 6 9 3 6 3 9 6 3 72 |
0,209 0,096 0,222 0,130 0,096 0,122 0,013 0,122 0,039 0,020 0,007 0,065 0,007 0,020 0,013 0,790 0,016 | |
Zÿnde de lading van eene patroon het eeM derde van het gewigt des kogels. |
De buizenzetters, Fig» FII.
BENAMING DER DEELEN. |
Van Sofigfteen. |
Van 16 Êg fteen. |
Van 24 fg ijzer. |
Van 36 W ijzer. |
Van handgranaten. | ||||||||||
Elle-maat. |
Rijnlands. maat. |
Ellc-maat. |
Rijnlands. maat. |
Elle-maat. |
Rijnlands, maat. |
Elle- znaat. |
Rijnlands, maat. |
EUo-maat. |
Rijnlands, maat. | ||||||
Om. |
Ln, |
Um. |
Ln. |
Urn. |
Ln. |
Om. |
Xm. |
Dm. | |||||||
De biiizenzettcrs zijn van esfenliout. Geheele lengte. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. • nbsp;nbsp;nbsp;. |
0,163 |
6 |
3 |
0,163 |
6 |
3 |
0,163 |
6 |
3 |
0,163 |
6 |
3- |
0,163 |
6 |
3 |
f van boven tot aan het begin 1 van het holle . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. • nbsp;nbsp;nbsp;. |
0,091 |
3 |
6 |
0,105 |
4 |
99 |
0,105 |
4 |
» |
0,1x8 |
4 |
6 |
0,1x8 |
4 |
6 |
Lengte / 1 van onderen tot aan het be-gin van het ronde . |
0,030 |
I |
2 |
0,028 |
I |
I |
0,028 |
X |
X |
0,028 |
X |
X |
0,028 |
X |
I |
ƒ boven (het koperen bandje 1 er onder begrepen) |
0,037 |
X |
5 |
0,035 |
I |
4 |
0,035 |
I |
4 |
0,028 |
X |
X |
0,028 |
X |
X |
Middellijn / 1 bij het begin van het holle |
0,046 |
1 |
9 |
0,039 |
I |
6 |
0,039 |
X |
6 |
0,033 |
X |
3 |
0,033 |
X |
3 |
t onder .... |
0,074 |
2 |
10 |
0,06] |
2 |
4 |
0,061 |
2 |
4 |
0,044 |
X |
8 |
0,044 |
X |
8 |
De vereeniging van het bovenfte met het onderlle gedeelte is eene kromme lijn, die uit twee cirkelbogen beftaat, waarvan de eene het bovenfte gedeelte, en de andere het on-] derfte raakt. z diep |
0,009 |
99 |
4 |
o,co8 |
35 |
0,008 |
» |
02 |
0,007 |
99 |
3 |
0,007 |
99 |
3 | |
Het uitgeholde i J in middel- Ç boven. |
0,052 |
0 |
99 |
0,041 |
I |
7 |
0,035 |
X |
4 |
0,03c |
X |
2 |
0,024 |
99 |
II |
in den voet is. . | nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•! t lijn .-. ( onder. |
0,055 |
2 |
li |
0,044 |
X |
8 |
0,037 |
X |
5 |
0,033 |
X |
3 |
0,026 |
X |
» |
De rand van den voet is aan de 1 buitenzijde een weinig fchuins weggenomen. 0,002 el (i lijn)' beneden het boveneinde wordt een koperen bandje, met deszelfs geheele dikte ingezonken, f breed |
O5OI3 |
» |
6 |
0,013 |
5? |
6 |
gt;»0’3 |
99 |
6 |
0,0x3 |
99 |
6 |
0,013 |
99 |
6 |
gelegd, zijnde. . . ] ( dik . . ., |
0,003 |
99 |
I5 |
0,003 |
99 |
Is |
10,003 |
I5 |
0,003 |
99 |
I5 |
0,003 |
99 |
I5 | |
Gelijk met den onderkant wordt 1 een koperen bandje, met deszelfs ' geheele dikte ingezonken, gelegd, breed .... |
jO.OIf |
« |
7 |
ï 0,00; t |
7 |
0,015 |
» |
1 |
0,015 |
7 |
0,015 |
7 | |||
zijnde • ■ 1 dik . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. |
^0,00' i |
» |
1; |
gt;5 |
1, |
0,002 X ! |
99 |
X |
0,002 |
,, |
X |
0,002 |
t) |
1 |
De hamer (slager) tot buizenzetters gt;nbsp;Fig^ FUI,
BENAMING DER DEELEN.
BUemaat.
De hamer is van esfenhout.
voor . nbsp;nbsp;nbsp;..........
achter........... Is
I breed ............ ( dik.
De voor- en achterkanten van den kop zijn cirkelbogen, -welke uit De kop. . . \ een zelfde middelpunt -worden befchreven, hetwelk van den voorkant (laat......... . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
Heeft in het midden der lengte en der dikte een gat, in middellijn. (de lengte, ter breedte van . nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;,
de breedte en dikte, ter breedte van .
lang
lt; Is lang tot aan den kop
Middellijn van het gedeelte
dat buiten den kop fteekt
‘ voor en achter.
in het midden.
De fleel . . / Het gedeelte, dat in den kop fteekt, is tapsgéwijze bijgewerkt tot
I op de dikte van.......• .
I In den kop geflagen zijnde, wordt dezelve van voren met eene hou-V. ten wig opgelloten.
0,183 nbsp;nbsp;nbsp;7 ”
f. ó
0,170 o
0,081 nbsp;nbsp;nbsp;3
0,074
0.^667
0^020
0,026
O5OO7
0,242
0,033 O5O26
0,026
25
I X
I X
n
9
I 3
1 X
I ”
De beurston j Fig*
RijaianâSche
De beurston zonder kap.
benaming der DEELEN.
geheel hoog
îîïlcmàat.
maat.
iin het midden. .
bij da kimmen. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i
/ niet minder dan veertien in getal en zoo veel moge-
lijk gelijk.
A.
De eiken pijp. J
duigen zijn. . 1 '' j dik.
In het midden
Bij de kimmen.....; nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;.
Derzelver fcherpe kanten worden fchuins wegge-fneden ter diépte van. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;.
De kimmen zijn lang
fbeftaat uit twee Hukken.
is dik
(Aan de beurston bevinden zich elf gefchilde hoepen, 3 onder, 3 op I gedeelte, 3 op | gedeelte van de hoogte
I en 2 boven. De twee bövenfie Haan van boven . nbsp;nbsp;nbsp;;
Zijn breed ..........
! worden tegen over elkander onder de tweede rij hoepen , ieder met 8 koperen kopfpijkertjes, vastgenageld.
f regtuit gelegd lang...... 1
zijn breed. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
f Is van zwart kalfsleder;
Is hoog..... nbsp;4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;
De omtrek is gelijk aan den omtrek van den bovenrand van den tort.
Is aan den bovenkant gezoomd en voorzien van twee ftroppen, om dezelve opentetrekken, en van twee lederen riemen, dewelke tot fchuiven dienen, om de kap toetetrekken.
De koperen ronde kopfpijkertjes, waarmede de kap boven öm dén beurston wordt vastgenageld, liaan van elkander .
Ouder de koppen dezer fpijkgrtjes wordt een lederen riemtje gelegd ter breedte van . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.
0,445 |
I? |
h |
Oj34o | ||
0,305 |
II |
8 |
0,007 |
99 |
3 |
0,009 |
99 |
4 |
0,003 |
9» |
lï |
0,020 |
--S» | |
0^00$ |
h |
4 |
0,026 |
I |
99 |
0,015 |
99 |
1 |
0,248 |
9 |
6 |
0,026 |
I |
99 |
0,003 |
» | |
0,248 |
9 |
6 |
0,020
0,013
SLEGGE.
pikethameR-
BENAMING DER DEELEN.
Rijnlandscho maat«
Rijnlandich® maat.
BUemaat.
BUemaat.
Dm.
Dm.
ivan ijpenhout.
lang .
1 breed .
dik.
Alle fcherpe kanten zijn afge- | lengte.
kant volgens de * nbsp;nbsp;nbsp;. | breedte en dikte.
Is aan de einden ter lengte van 0,065 el duim) taps bijgewerkt voor het opdrijven der ijzeren banden.
Staan van de eitlden.
Zijn
breed
De ijzeren' banden.
dik.
Elk derzelver wordt met 4 punt-fpljkertjes bevestigd, die tegen de voorkanten worden geflagen.
Het gat voor den fteel is in het midden der lengte en breedte, en in middellijn .
if van gekloofd
I lang tot aan
) in middellÿn is lt;
- I kop (leekt
esfenhout.
den kop. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;t
voor het gedeelte dat buiten .den
I voor het gedeelte dat in den kop (leekt, taps-gewijze bijgewerkt tot op eene dikte van
V wordt vooü met eene houten wig opgefloteu.
|
9 9 I 5? D Î 45 li ff 6 |
tl
be
flampcr. . .
De Heel is.
De aardstamper, Fig, XL
BENAMING DER DEELEN.
van ijpenhout. achtkantig.
Is lt;nbsp;hoog.
I nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f bovenvlak.
j in middellijn aan het ■lt;
V nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( ondervlak.
Het gat voor den fteel
De fcherpe kanten van
van greenenhout.
jSlkmaat.
0,379
0,111
0,137
Rijnlandsche
Dm»
Ln.
14
lt;?
diep, is
in middellijn.
het boven- en ondervlak zijn afgekant.
lang tot aan den Hamper .
in middellijn. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;......
aan het in den Hamper Hckcnde einde een weinig taps bijgewerkt.
0,183
0,036
0,007
1,282
0,039
49
Pi*-*
De. blikkenzunderbus, Fig, XII,
BENAMING DER DEELEN. |
JSUemaat. |
maat’ | ||
Djn. |
J.0 | |||
De zunderbus is van dubbeld blik. | ||||
• |
f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f hoog.......... Is inwendig ( in middellijn......... |
O» 255 0,098 |
9 3 |
9 9 |
Heeft op nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;........... van den bovenrand een rondgaand naar buiten gedreven bandje, |
0,007 |
3 | ||
' zijnde breed............ |
0,004 |
j | ||
z nbsp;nbsp;nbsp;( regtuit gelegd, lang. nbsp;nbsp;nbsp;.... 1 zijn ] nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( breed........ |
05059 |
2 |
3 | |
De bus zonder |
0,009 |
4 | ||
dekfel • . . |
\ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 de twee onderfte flaan van den bodem. |
0,026 |
1 | |
1 De vier blikken 1 nbsp;nbsp;nbsp;^^^e bovenfte Haan van den bovenrand. 1 pasfanten, waar-) 1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lt;nbsp;ftaan twee en twee boven en twee en twee te- 1 door de riem j 1 geftoken wordtj |
05033 |
I |
3 | |
K worden zoodanig omgezet, dat, f lang. « 1 aan de bus gefoldeerd zijnde, j |
0,035 |
I |
4 3 | |
gt; |
1 de opening voor de riem is L hreed. r f van boven bolvormig. |
0,007 | ||
i Is lt; [ hoog in het midden. nbsp;nbsp;... z ... nbsp;. |
0,052 |
2 |
fi | |
Het dekfel. . . |
/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f hoog . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;........ 1 De rand is lt;nbsp;in middellijn zoo wijd, dat het dekfel fluitende om de { bus gaat. Wordt gemaakt van twee driehoekige ftukjes blik; dat, hetwelk |
0,035 |
• I |
4 9 4 |
Het fcbarnier . |
1 aan de bus wordt gefoldeerd, is gelijkbeenig, en elk been is lang. . j Dat aan het dekfel is gelijkzijdig, en elke zijde is lang. [ Staat midden tusfchen de pasfanten. f van zwart koeleder. |
0,046 0,035 |
1 I | |
De draagriem is- |
1 regtuit gelegd, lang.......... |
2,198 |
84 | |
1 breed.......... nbsp;. t aan het éene einde voorzien van een gesp. |
0,026 |
I |
» |
De vernagelpin, Fig, XIII,
BENAMING DER DEELEN.
ËUemaat. |
Rijnlandscïie maat. |
Dm. Lu. ______- |
van gehard ftaal.
1 lang is 7
; 0,150
' bovenaan dik.
0,004
vierkant en
_ op O5O26 el duim) van de punt .
O5OO2
vernagelpin
loopt puntig toe.
heeft op elk der hoeken zeven hakkels , beginnende bij de punt
en eindigende op een afftand van boven van .
0,052
welke hakkels liggen in twee tegen over elkander ftaande vlakken.
-ocr page 16-