Spaarkassen

Aantal stortingen en deelnemers

Inleggersrekening

Winst- en Verliesrekening. .

Verzamelstaat van de aantallen stortingen en deelnemers

gt;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;nbsp;nbsp;nbsp;« Inleggersrekening

» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» nbsp;nbsp;» Winst- en Verliesrekening

Hulpbanken

Voorschottenrekening

Kapitaalrekening

Winst- en Verliesrekening

Overzicht der verleende voorschotten

Verzamelstaat van de Voorschottenrekening

• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;» Kapitaalrekening

» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» nbsp;nbsp;» Winst- en Verliesrekening

.. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;• het aantal verleende voorschotten

Overzicht van de Hulpbanken 1853—1901

Banken van Leening

Aantal panden

Beleeners- en Kapitaalrekeningen

Winst- en Verliesrekening

Verkoopingenrekening ...

Overschottenrekening

Verzamelstaat van het aantal panden

» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1. nbsp;de Beleeners- en Kapitaalrekeningen

» nbsp;nbsp;» Winst- en Verliesrekening

gt;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» nbsp;nbsp;» nbsp;Verkoopingenrekening

» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» nbsp;nbsp;gt;■ Overschottenrekening

Overzicht van de Banken van Leening 1883—1901

. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» nbsp;nbsp;nbsp;» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1830—1901

Samenvatting der Uitkomsten van de Statistiek over 1901 in vergelijking niet die over 1900.

Voor den jaargang 1901 zijn gegevens ontvangen van 259 spaarbanken, die aan het einde van het boekjaar op 1 260 603 boekjes ƒ 173 772 447 verschuldigd waren, terwijl voor den vorigen jaargang slechts van 253 spaarbanken inlichtingen ontvangen waren, met een saldo tegoed der inleggers ad ƒ 164 636 858 op 1 178 028 boekjes.

Niet ingekomen zijn de opgaven van de Spaarbank der Vereeniging «Nut en Genoegen» te ■lalsmeer, van de Ursemmer Spaar- en Voorschotkas te Ursem, de Spaarbank der St. Josephsver-eeniging te Sneek, de Coöperatieve Spaar- en Voorschotbank te Bergum, (gemeente Tietjerksteradeel), de Gemeentespaarbank te Deventer, de Spaarbank te Noorddijk, die een niet op zich zelf staande bijbank is van de spaarbank te Harkstede-Scharmer (gemeente Slochteren), de Spaarbank van de Vereeniging «de Vriendenkring» te Uithuizermeeden en van de volgende Nutsinstellingen : de Spaarbank te Haastrecht, die van het Departement Oosterdijk te Andijk, die te Zaandam, te Mijdrecht, te Wonseradeel (Departement Makkum), de Crediet- en Spaarbank te Winschoten en de Nutsspaarbank te de Wijk.

Voorts ontbreken bij de Spaarbanken de opgaven van de Voorschot- en Spaarbank te Eijsdcn, welke gebleken is eene bij de Centraalbank te Utrecht aangesloten Coöperatieve Boerenleenbank te zijn en de opgaven van de Spaarkas te Deventer, die, in overeenstemming met haar naam, inderdaad geen spaarbank, doch een spaarkas is.

De volgende spaarbanken, die voor 1900 geen inlichtingen toegezonden hadden, hebben daarentegen voor 1901 wel gegevens verstrekt: de Spaarbank, genaamd «de Spaarkas» te Epe, de Spaarbank voor Noordwijk e. o., de Spaarbank «Vianen» te Vianen, die te Twisk, de dorpsspaarbank te Tzuni (gemeente Franekeradeel), de Spaarbank van de Tiandbouwvereeniging te Hoogezand, de Spaarbank opgericht door de landbouwvereeniging Harkstede-Scharmer te Slochteren en de volgende Nutsinstellingen: de Spaarbank van het Departement Doesburg, die te Haarlem, te Purmerend, te Murinerwoude (gemeente Dantumadeel), te Halluin (gemeente Ferwerderadeel), te Almelo en de Spaarbank van het «Plaatselijk Nut' te Blijham (gemeente Wedde).

Voorts verschijnen in dezen jaargang voor het eerst opgaven van de Spaar- en Voorschotkas «Rerum Novarum» te Goirle (opgericht 1896), de St. Paulusvereeniging tot bestrijding van drankmisbruik, afd. Spaarbank, te Waalwijk (opgericht 1900), de Spaarbank der afd. Schiedam van den Nederlandsche R. K. Volksbond, onder patronaat van den H. Thomas van Villanova, te Schiedam (opgericht 1900), de School- of Kinderspaarbank te Dantumawoude, gemeente Dantumadeel, (opgericht 1880), de Coöperatieve Landbouwersbank en Handelsvereeniging te Steenwijkerwold, de Stuivers-spaarbank van het Departement Finsterwolde der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, te Finster-wolde en de Vaalser Arbeiders Spaar- en Bouwvereeniging te Vaals (opgericht 1900).

VIII

Eindelijk zijn thans voor het eerst in het Algemeen Register de navolgende instellingen vermeld, die echter nog geen gegevens verstrekt hebben, n.1. : de Spaarbank der St. Paulusvereeniging te Baardwijk, de Spaarbank opgericht door de St. Josephvereeniging te Cuyk, de Spaarbank onder de leden der jongens-congregatiën te Drunen, de R. K. Spaarbank te Tilburg, de Spaar- en Hulpkas der Werkmansvereeniging «Arnhem» te Arnhem, de Landbouwersbank en Handelsverceniging «Bennekom» e. o. te Bennekom (gemeente Ede), de Coöperatieve Landbouwvereeniging te Varsseveld (gemeente Wisch), de Spaarbank te Sybekarspel, die dit jaar alleen voor de beroepsstatistiek gegevens ingezonden heeft en de Coöperatieve Spaarkasvereeniging «Fortuna» te Neuzen.

Ook thans zijn ter bevordering eener juiste vergelijking, in deze inleiding doorloopend, zoowel bij de Spaarbanken als bij de overige instellingen in dit werk behandeld, dus ook bij de Hulpbanken, Spaarkassen, Boerenleenbanken en Banken van Leening, alle instellingen geëlimineerd, die niet in beide jaren opgaven verstrekt hebben en voor zoover opheffing of oprichting niet de oorzaak daarvan was.

Bij de overige Spaarbanken bleek het saldo tegoed der inleggers op 1 Januari 19C0 en op 1 Januari en 31 December 1901 achtereenvolgens te hebben bedragen ƒ 154 226 340,—, f 161 697 444,— en ƒ 171 662 506,— en is dit derhalve toegenomen met 4,84 en 6,16 pCt.

In het geheel vertoont de Inleggersrekening voor:

Voor de Kaiiitaalrekening zijn gegevens verstrekt door 245 Spaarbanken tegen 239 in den voorgaanden jaargang. De staatjes 2 en 3 geven een overzicht van de Activa en Passiva en van de verhoudingen tusschen de desbetreffende cijfers voor 1901 en die voor 1900 bij dc in beide jaargangen voorkomende instellingen.

Wijl verschillende instellingen niet altijd de activa vermelden geheel gescheiden naar de in die staatjes voorkomende rubriceering, stemmen de totaalbedragen niet overeen met de sommen der erboven vermelde bedragen.

Tevens blijkt daaruit, hoe op het einde van het jaar de activ.a en passiva percentsgewijze samengesteld waren ;

Voor de Winst- en Verliesrekening zijn in 1901 evenals in 1900 van 234 instellingen gegevens ingekomen. Uit de Verzamelstaten blijkt, dat de baten en lasten bij de in beide jaargangen voorkomende met de in 1901 voor het eerst vermelde instellingen en haar percentsgewijze samenstellingen zijn geweest als in tabellen 4 en 5 aangetoond wordt.

Voor de Kapitaalrekening waren in 1901 geen gegevens verstrekt door 14 Spaarbanken, welke die wel voor de Inleggersrekening ingezonden hadden : deze 14 Spaarbanken waren op het einde van 1901 op 4 054 boekjes f 638 422,— verschuldigd.

Voor de Winst- en Verliesrekening waren in 1901 geen gevens verstrekt door 25 instellingen, welke die voor de Inleggersrekening wel ingezonden hadden; deze 25 Spaarbanken waren op het einde van 1901 op 10 369 boekjes ƒ 1 657 259,— verschuldigd.

245 Spaarbanken met een totaal bedrag tegoed der inleggers op het einde van het jaar ad ƒ 173124 025,— hebben voor dezen jaargang opgaven verstrekt nopens den aard der beleggingen harer kapitalen. In den vorigen jaargang waren zulke opgaven ingezonden door 243 Spaarbanken met een saldo tegoed der inleggers op het einde van het jaar ad ƒ 164 113 374,—.

XI

Tabel 6 toont hoe de verschillende Spaarbanken de haar toevertrouwde gelden, naar de verschillende groepen van beleggingen verdeeld, belegd hebben en tevens blijkt eruit in percenten welk aandeel elke groep verworven heeft.

Ook hier dient opgemerkt te worden, dat de totalen in tabel 6, evenals die in tabel 7, niet overeenstemmen met de sommen der erboven vermelde bedragen ten gevolge van de omstandigheid dat niet in de opgaven van alle instellingen de verschillende beleggingen en de daarmede gekweekte renten gerubriceerd waren als gevraagd.

Naar dezelfde groepen verdeeld bedroegen de gekweekte rentebedragen in totaal en in percenten :

De 259 Spaarbanken, die voor dezen jaargang van de Statistiek gegevens verschaft hebben, waren gezamenlijk verschuldigd aan de inleggers op het einde van het jaar ƒ 173772447,—, waarvan komt ten laste van de Rijkspostspaarbank met 1 335 kantoren ƒ 93 771 664,— en ten laste van de overige spaarbanken f 80 000 783,—.

Einde 1900 was de Rijkspostspaarbank met 1 319 kantoren f 84 697 014,— en waren de overige Spaarbanken ƒ 79 939 844,— aan haar respectieve inleggers verschuldigd.

Einde 1901 waren bij de Rijkspostspaarbank in omloop 896 761, bij de overige Spaarbanken 363 842 en in het geheel 1260 603 boekjes. Einde 1900 waren deze getallen achtereenvolgens 829131 359 690 en 1 188 821. Einde 1900 was er één spaarbankboekje op de 4,36 inwoners en einde 1901 één op de 4,17 inwoners.

In dit staatje komen de totalen niet overeen met de sommen der erboven vermelde getallen ten gevolge van de omstandigheid, dat niet door alle instellingen de boekjes werden gerubriceerd naar de hoegrootheid der bedragen tegoed, als hier aangegeven.

Tabel 9 toont de toeneming der aantallen boekjes in percenten in elke groep sedert 1900 en voorts in elk der jaren 1900 en 1901 de percentsgewijze verdeeling der spaarbankboekjes naar de grootte van het tegoed.

derhalve zijn deze bedragen sedert 1900 toe- resp. afgenomen in percenten met

Deze cijfers en die van het onmiddellijk voorafgaand overzicht doen zien, dat bij de Rijkspost-spaarbank zoowel als bij de overige spaarbanken de kleine inlagen relatief het sterkst toegenomen zijn.

Voor de beroepstatistiek zijn door 145 Spaarbanken de beroepen aangegeven van 124015 nieuwe inleggers, waarvan 106 599 nieuwe inleggers zijn van de Rijkspostspaarbank, en 17 416 van de overige Spaarbanken.

Gaat men de uitkomsten dezer beroepstatistiek na, dan toont de verzamelstaat op blz. 220 de verdeeling van de inleggers, of van de kostwinners der minderjarige inleggers, in de beide jaren naar de hoofdgroepen dezer statistiek aan.

Tabel 11 geeft hiervan een overzicht in totaal en in percenten.

Verlies- en Winstrekening over 1901.

Verliezen.

Saldo A. P. (nadeelig saldo)...../quot;I 550,206

Gebouwenrekening nbsp;nbsp;(voor afschrijving). nbsp;„ 1 328,26

Meubilairrekening nbsp;nbsp;nbsp;( „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ ). nbsp;„ nbsp;nbsp;161,42

Reserve Hypotheken ( „ gereserveerd). nbsp;„ nbsp;770,—

Onkosten nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;( „ nbsp;het Saldo ). nbsp;„ 2 909,70

Netto winst:

waarvan 4 pCt. rente van het gestorte op de bewijzen van deelneming, gedurende de volle maanden, waarover werd deelgenomen, ter bijschrijving op die bewijzen, volgens Art. 49 2».......f nbsp;21,73

Reserve volgens Art. 49 1“.

en 3».......... 434,—

Saldo op nieuwe rekening . „ nbsp;nbsp;5,586

---„ nbsp;nbsp;461,315

f 7 180,90

Zooals hieruit blijkt, en reeds in het «Samenvattend Overzicht« van den voorgaanden jaargang raeege-deeld werd, was op 31 December 1901 bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven het verlies van voorgaande jaren geheel verdwenen om plaats te maken voor een saldo winst ad ƒ 461,31’.

Wat aangaat de cijfers betreffende de lokale boerenleenbanken, die in het hierachter voorkomend fabelwerk afgedrukt zijn, is vergelijking van deze met die van het voorgaande jaar niet doenlijk omdat het aantal instellingen, dat toen haar medewerking verleende, te gering was om vergelijkingen te trekken of verhoudingsgetallen te berekenen, die niet een valsche voorstelling zouden geven. Doch voor de Kapitaal- en de Winst- en Verliesrekening zou het ook om een andere reden niet kunnen. Toen de formulieren ter invulling voor den jaargang 1900 dezer Statistiek van de verschillende leenbanken terugkwamen, bleek al aanstonds, dat de in die formulieren gevraagde gegevens wel aansloten aan het kader van de Statistiek der Spaarbanken, doch niet aan de administratie der boerenleenbanken, zooals die naar een door de Centraalbanken gegeven model gevoerd wordt. Voor den volgenden jaargang werden derhalve andere formulieren ontworpen, waarbij die klip ontzeild wordt, en tengevolge waarvan nu niet meer, evenals in den vorigen jaargang, de boerenleenbanken eerst als Spaarbanken en daarna als Hulpbanken, doch slechts als één gecombineerde instelling verschijnen, met vermelding achtereenvolgens van inleggers-, voorschotten-, kapitaal-, beleggings-, winsten verliesrekeningen, opgaven van aantallen spaarboekjes en van aantallen voorschotten, derhalve een samenvoeging van Spaar- en Hulpbank tot één instelling, zooals de boerenleenbanken inderdaad zijn.

Intusschen stelt het Verslag van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbanken te Eindhoven in staat enkele cijfers mede te deelen omtrent al de bij haar aangesloten lokale banken en blijkt daaruit, dat die 62 banken op 31 December 1901 telden 4501 leden, aan welke zij op 4211 spaarboekjes ƒ 1037 881,02 verschuldigd waren, doch van wie zij ook ƒ 364 277,48’, welke op 1350 voor-schotboekjes in voorschotten verleend waren, te vorderen hadden. Onder deze opgaven zijn intusschen niet begrepen de cijfers voor de banken te Acht, Eerde (de), Meyel en Swolgen. die niet tijdig haar opgaven bij Eindhoven ingezonden hadden, en die van Oploo, welke wel 25 November 1901 opgericht is, doch eerst in 1902 in werking is getreden en ook niet begrepen is in de 62 op 31 December 1901 aangesloten banken.

Het aantal Spaarkassen, waaromtrent gegevens in dezen jaargang voorkomen, is evenals ten vorigen jare 16, ofschoon de medewerking niet van geheel dezelfde instellingen is gekomen. De Spaarkas van de broodbakkersgezellenvereeniging «Bijstand zij ons doel«, te ’s Gravenhage, die der werkmansvereeniging «Vooruit», te Purmerend en de «Algemeene Spaarkas» te Zwolle, die voor 1900 gegevens hadden ingezonden, hebben dit voor den jaargang 1901 nagelaten. Daarentegen zijn voor dezen jaargang wel inlichtingen verstrekt door de vereeniging «Spaarkas» te Franeker, en door de Utrechtsche B. K. Spaarkas te Utrecht, welke die voor den vorigen jaargang niet ingezonden hadden, terwijl, zooals reeds bij de Spaarbanken vermeld is, de Spaarkas te Deventer, die vorig jaar onder de Spaarbanken opgenomen was, thans is overgebracht naar de Spaarkassen en in dezen jaargang voor het eerst gegevens verschijnen betreffende de Spaarkas van Baarn, die in 1901 is opgericht.

De staatjes 17 en 18 geven een overzicht van de Winst- en Verliesrekening betreffende het jaar 1901; slechts 12 instellingen hebben voor deze rekening gegevens ingezonden.

htjbpban'ke kt.

Het aantal instellingen, dat voor dezen jaargang gegevens heeft ingezonden was 71, dus 5 minder dan voor 1900. Niet ingekomen zijn de opgaven van het Leenfonds van de Maatschappij tot Nut der Israëlieten in Nederland, afd. den Haag, van de Nuts Spaar- en Hulpbank te Gouda, van de Nutshulpbank te Oudshoorn, van de Ursemmer Spaar- en Voorschotkas te ürsem, van de Nutshulpbank te Hallum (gemeente Ferwerderadeelj, van de Coöperatieve Spaar- en Voorschotbank te Bergum (gemeente Tietjerksteradeel), de Nutshulpbank te Groningen, de Hulpbank, genaamd «Leenfonds», eveneens te Groningen en van de Crediet- en Spaarbank «de Volksbank» van het Nutsdepartement Winschoten, terwijl, zooals reeds bij de Boerenleenbanken aangestipt is, de Coöperatieve Voorschot- en Spaarbank te Eijsden, die gebleken is aangesloten te zijn bij de Coöperatieve Vereeniging van Raiffeisenbanken en landbouwvereenigingen te Utrecht, uit dien hoofde uit de afdeeling Hulpbanken, waarin zij in vorigen jaargang verscheen, overgebracht is naar die der Boerenleenbanken. Voorts is door de Hulpbank «de Bischoffsheini Vereeniging» te Amsterdam, medegedeeld, dat zij door omstandigheden onafhankelijk van haren wil, voor 1901 geen inlichtingen noch verslag inzenden kon. Daarentegen verschijnen in dezen jaargang opgaven van de Nutshulpbank te Doesburg, de Hulpbank der Vereeniging «tot Plaatselijk Nut» te Zaandam en van de Coöperatieve Voorschot- en Spaarbank «Trijnwouden» te Oenkerk, gemeente Tietjerksteradeel, welke die voorden jaargang 1900 niet ingezonden hadden en zijn bovendien voor het eerst opgenomen gegevens betreffende de Coöperatieve Landbouwersbank en Handelsvereeniging, in 1901 te Steenwijkerwold opgericht, (zie ook bij de Spaarbanken), de afdeeling Groningen van den «Bond van Orde door Hervorming» en van de Spaar- (zie ook aldaar) en Voorschotkas «Rerum Novarum» te Goirle.

In de hier volgende recapitulatieve overzichten zijn, op overeenkomstige wijze als hiervoren met betrekking tot de Spaarbanken en Spaarkassen vermeld, de jaren 1900 en 1901 vergelijkbaar gemaakt.

Het volgende staatje geeft een overzicht van de aantallen voorschotten;

Door het laatste staatje wordt tevens aangeduid, dat van het op voorschotten afgeschreven bedrag per f 1000,—.

Niet door alle Hulpbanken zijn voor de Kapitaalrekening en die van Winst en Verlies gegevens verstrekt: in 1900 door 66, in 1901 door 50 instellingen.

De beide volgende staatjes geven een blik op de Activa en Passiva der Hulpbanken op het einde van het jaar.

Tabellen 24 en 25 geven een overzicht van de Baten en Lasten volgens de Winst- en Verliesrekening.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat in het totaal aantal in 1900 verleende voorschotten 285 en in het totaal aantal in 1901 verleende voorschotten 38 waren, die niet onder een der genoemde rubrieken gerangschikt konden worden.

B KT ZK E nsr VJk.3Sr L E E KT I N G-.

De Banken van Leening, die voor den jaargang 1900 gegevens ingezonden hadden, hebben dit ook voor dezen jaargang gedaan, zoodat het aantal, ook vergelijkbare, instellingen 23 is. Evenals vorig jaar heeft ook thans de Bank te Harlingen wederom geen opgaven voor de Overschottenrekening verstrekt, zoodat ook hier het aantal vergelijkbare instellingen (22) gelijk zoude blijven aan het aantal instellingen, dat inlichtingen gegeven heeft, ware het niet dat thans ook van de Bank te Gouda voor deze rekening gegevens ingekomen waren, terwijl die voor 1900 ontbreken, zoodat voor de Overschottenrekening het aantal vergelijkbare banken 21 is.

xxn

Het hiervolgend staatje geeft een overzicht van de aantallen panden.

Hierbij dient rekening te worden gehouden, dat in deze opgaven niet begrepen zijn voor 1900 ‘29 012 en voor 1901 31 514 panden, waarvan niet bekend is of de lossing plaats gevonden heeft binnen 8 dagen of na langer tijdsverloop.

Het volgende staatje geeft een overzicht van de bedragen der beleenersrekening.

De beide volgende staatjes geven een overzicht van de Activa en Passiva op het einde van het boekjaar, volgens de Kapitaalrekening, in totaal en in percenten.

Tabellen 32 en 33 geven een blik op de Baten en Lasten, volgens de Winst- en Verliesrekening.

Wat de Verkoopingen-rekening aangaat, zij hier opgemerkt, dat in dezen jaargang wederom, evenals in dien van 1899 en dien van 1900, niet alleen opgenomen zijn de verknopingen van panden wier opbrengst een tekort of een overschot lieten, maar ook de verkoopingen van panden, welker opbrengst het voorschot met rente en onkosten juist dekten en dus noch een overschot, noch een tekort lieten.

Het hiervolgend staatje geeft een overzicht van de verkoopingen.

35.

Bedrag der op de panden verleende voorschotten.

Opbrengst der panden.

Gedurende het jaar verkochte panden. «

1900.

1901.

Toe- respect, afneming sedert 1900 in percenten.

1900.

1901.

Toe- respect afneming sedert 1900 in percenten.

Van welker opbrengst een deel voor de leeners beschikbaar bleef...........

f 135 274.—

f 137 361,-

1,54

f 195 667,—

f 190884,-

— 2,44

Welker opbrengst niet voldoende is geweest om de schuld der leeners te delgen......

„ 36 797,—

„ 32 090,—

—12,79

„ 30 881,-

„ 20 220,—

— 15,09

Welker opbrengst voldoende is geweest om de schuld der leeners te delgen, doch geen beschikbaar overschot liet . . .

„ 9 703,—

„ nbsp;nbsp;6 067,—

— 37,47

„ 11188,—

„ nbsp;nbsp;6 794,—

— 39,27

Totaal . . .

f 181 774,—

f 175 518,—

— 3,44

f 237 736,—

f 223 898,—

— 5,82

57 bij Hardinxveld

100

in kol. 5 staat 929,68

lees: 928,68.

» Oudendijk ').

» gt;* 1 *’

Oudendijk

i39 - Friesland

0 nbsp;nbsp;2

8

. 18.

242 » Het Rijk

» nbsp;o']»

910,17

» 1 020,17.

242 '* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'*

» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;» 9 »

57 560,67

1' 5)7 450,67.

257 ■' Zuidholland

» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;» 9 ”

243

» ----

260 gt;■ Aanmerkingen

. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.. 8 »

blz. 253

.. blz. 283.

328 » Limburg

” » 11 ”

58 449

gt;■ nbsp;nbsp;58 449 in kol.

ö § o S o G s 1

Naam der Gemeente.

Naam der plaats van vestiging.

.S gt;

quot;o

“ §

c

«c

Naam der Instelling.

Aanmerkingen.

1.

3.

3.

4.

5.

G.

1

’s Hertogenhosch.

—

1894

1,1

Spaarbank v/h Bepartement ’sHertogen-

»

bosch der Maatschappij tot Nut van ’t

jAlgenieen.

2

1.3

—

1893

1,1

Vereeniging ,,de Katholieke Spaarbank”.

3

11

—

1872

1,1

Hulpbank v/h Dept, ’s Hertogenhosch der

M. t. N. v. ’t Alg.

4

11

gt;-

1853

1,1

Gemeentelijke bank van leening.

5

Almkerk.

1877

1,1

Spaarbank v/d Ver. tot bevordering der

Spaarzaamheid.

6

Baardwijk.

—

1900

1,1

Spaarbank der St. Paulusvereeniging.

Gegevens omtrent deze instelling konden nog

niet verstrekt worden.

7

Bakel.

Milheze.

1900

1,1

Boerenleenbank.

Gegevens omtrent deze instelling werden

niet verstrekt.

8

Berkel.

—

1899

1,1

Boerenleenbank.

9

Berlikum.

_

1900

1,1

Boerenleenbank.

Gegevens omtrent deze instelling werden

niet verstrekt.

10

Best.

—

1900

1.1

Boerenleenbank.

Als boven.

11

Beugen.

1899

1,1

Boerenleenbank.

Als boven.

12

Bladel.

—

1900

1,1

Boerenleenbank.

Als boven.

13

Boxtel.

—

1897

1,1

Coöperatieve Boerenleenbank.

Als boven.

14

Breda.

—

1829

1,1

Spaarbank v/h Dept. Breda der M.’ t. N.

V. ’t Alg.

15

11

—

1887

1,1

Hulpbank v/h Dept. Breda.

16

11

—

1830

1,1

Gemeentelijke bank van leening.

17

Cuijk.

_

2

7

Spaarbank opgericht door de St. Josephs-

Gegevens omtrent deze instelling werden

vereeniging.

niet verstrekt.

18

Bieden.

—

1899

1,1

Boerenleenbank.

Als boven.

19

Binther.

—

1900

1,1

Boerenleenbank.

Als boven.

20

Brunen.

—

?

7

Spaarbank onder de leden der jongens-con-

Als boven.

gregatien.

21

11

—

9

•i

Boerenleenbank.

Als boven.

22

Eindhoven.

1898

1,1

Coöperatieve Centrale Boerenleenbank.

23

Etten.

—

1899

1,1

Coöperatieve Boerenleenbank.