-ocr page 1-

31 December 1917.

□L'


BIJDRAGEN

TOT DE

STATISTIEK VAN NEDERLAND.

NIEUWE VOLGREEKS.

Statistiek itei Spaai- en Leenbanken in Nederland, over het jaar 1915/1916.

(Samenvatting der uitkomsten over 1915/16 in vergelijking met die over 1914/15).




Gedrukt bij Gebrs. J. H. van Langenhuysen, *s-Gravenbage.

-ocr page 2-

-ocr page 3-

BIJDRAGEN

TOT DE

STATISTIEK ÏAN NEDERLAND.

NIEUWE VOLGREEKS.

Uitgegeven door het Centraal Korean voor de Statistiek.

N’. 252.

Statistiek der Spaar- en Leenbanken in Nederland, over het jaar 191b/19I6.

(Samenvatting der uitkomsten over 1915/16 in vergelijking met die over 1914/15).

’S-GRAVENHAGE, GEBR. BELINFANTE.

1917.

-ocr page 4-

-ocr page 5-

VOORBERICHT.

Vermits de tijdsomstandigheden nog steeds zuinigheid noodig maakten, is van den jaargang 1915/1916 ’) van de Statistiek der Spaar- en Leenbanken alleen de samenvatting der uitkomsten over 1915 in vergelijking met die over 1914 gepubliceerd.

De copie der tabellen blijft echter bewaard en is ter beschikking van belangstellenden.

Evenals het vorige jaar is aan staat 8 der uitkomsten de kolom toegevoegd waarin de gemiddelde rentetax is berekend, gekweekt uit de totale belegging.

Deze berekening, die aan het Bureau is gemaakt van de voornaamste banken, welke nauwkeurige opgaven verstrekt hebben van de gemiddelde rentetax van de beleggingen van verschillenden aard, is op de volgende wijze geschied.

De gemiddelde rentetax is gedeeld op de rente verkregen uit elk onderdeel waardoor men verkrijgt het gemiddelde belegde kapitaal. Deze gemiddelde belegde kapitalen zijn te zamen gevoegd en gedeeld op het totaal bedrag der rente, zoodat men dan verkrijgt het gemiddeld percentage van alle beleggingen.

Voorts is weder achter de samenvatting der uitkomsten van de Spaarbanken eene opgave toegevoegd van het gemiddelde saldo tegoed per inwoner en per boekje van de voornaamste staten der wereld, voor zoover althans daaromtrent gegevens beschikbaar waren, in vergelijking met Nederland.

Aan de samenstelling van dezen jaargang is medegewerkt door 293 Spaarbanken, 953 Boerenleenbanken, 23 Spaarkassen, 77 Hulpbanken en 17 Banken van Leening, in het geheel dus door 1363 instellingen; voor den vorigen jaargang waren deze cijfers respectievelijk 295, 926, 27, 82, 17 en 1347. Uit deze getallen blijkt, dat het aantal medewerkende Banken van Leening stationnair bleef, terwijl het aantal Boerenleenbanken is gestegen met 27 en het aantal Spaarbanken, Hulpbanken en Spaarkassen is verminderd met resp. 2,5 en 4.

Van éen zelfstandig werkende Boerenleenbank, is na herhaalde aanvrage, geen opgave ingekomen; van alle banken aangesloten bij de Centrale Banken te Eindhoven, Utrechten

Alkmaar zijn gegevens ontvangen, dank zij de welwillende medewerking ondervonden van de administratie en inspectie dezer banken.

Hieronder volgt het saldo tegoed der inleggers over: 1913 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1914 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1915

bij de particuliere Spaarbanken, ƒ 129 751441,— nbsp;nbsp;ƒ 118107 996,— nbsp;nbsp;ƒ 121020838,—

bij de Rijkspostspaarbank. . . nbsp;„ 183 791 105,— nbsp;nbsp;nbsp;„ 184 585 446,— nbsp;nbsp;nbsp;„ 189 107 089,—

bij de Boerenleenbanken . . . nbsp;„ nbsp;52 182 567,— nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;56 599157,— nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;81673 539,—

Totaal.

ƒ 365 725113,— ƒ 359 292 599,— ƒ 391801466,—

1) Deze jaargang omvat de instellingen, waarvan het boekjaar geëindigd is op eenigen datum, liggende tusschen 1 Juli 1815 en 80 Juni 1916; eenvoudigheidshalve wordt in de publicatie gesproken over het jaar 1915 waar eigenlijk 19J5/1916 bedoeld wordt.

-ocr page 6-

In dezen jaargang is het saldo tegoed der inleggers voor 1913, 1914 en 1915 vermeld, ten einde een overzicht te geven van de spaargelden in het jaar vóór den oorlog, het jaar waarin de oorlog uitbrak en het eerste jaar van den oorlog.

Zooals uit de opgaven voor 1913 en 1914 blijkt, is het uitbreken van den oorlog in Augustus 1914 van invloed geweest op het saldo tegoed der inleggers op het einde van dat jaar. Waar toch gedurende de laatste jaren (1910 t/m 1913) dit saldo steeg met gemiddeld ƒ 19 000 000,— per jaar, verminderde dit saldo in 1914 met bijna 6'/j millioen gulden, terwijl einde 1915 eene vermeerdering valt te constateeren van 32'/, millioen gulden. Opmerkelijk is, dat deze vermeerdering hoofdzakelijk is veroorzaakt, door stijging van het saldo tegoed bij de boerenleenbanken (25 millioen gulden).

Het Bestuur van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven heeft in het verslag over 1915 gemeend hierover onderstaande mededeeling te moeten doen. „Het afge-loopen boekjaar heeft zich bijzonder gekenmerkt door geld-overvloed. In de eerste vier maanden wijken onze „beschikbare middelen” weinig af van vorige jaren. Vanaf de vijfde maand bleven de deposito’s steeds stijgen. Buitenstaanders meenen daaruit te mogen opmaken, dat de landbouwers schatten gouds verdiend hebben. Wij willen heelemaal niet ontkennen, dat de landbouwers meer voor hunne producten hebben ontvangen dan in vorige jaren en dientengevolge een beter jaar hebben gehad. Maar daartegenover staat dat het winnen der producten gepaard gegaan is met enorme onkosten en met eene zeer belangrijke productiviteitsvermindering van den bodem. Immers ofschoon niet of onvoldoende bemest, er moest toch gezaaid worden. De in den bodem uit vorige jaren overgebleven voedingsstoffen zijn mede ingeteerd. Wie zal dit verlies onder cijfers brengen? Vast staat, dat daarmede enorme sommen zijn heengegaan en dat de landbouwer zijn overgelegd geld straks weder zal moeten uitgeven om zijn bodem in goeden staat terug te brengen. Daarbij komt nog dat èn de individueele landbouwer èn zijn aankoop ver eeniging nagenoeg geen voorraden hebben, noch van meststoffen, noch van voederartikelen. Het geld eerst in het bedrijf benoodigd vindt thans geen emplooi en wordt ingelegd bij de boerenleenbanken. Daaraan is naar ons oordeel de geldovervloed bij onze aangesloten boerenleenbanken en bij ons toe te schrijven.”

’s-Gbavbnhage, 30 December 1917.

De Directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek,

H. W. METHORST.

-ocr page 7-

Samenvatting der Uitkomsten van de Statistiek over 1915 in vergelijking met die over 1914.

I. SPA A R B TXT K: E HXT-

Voor den jaargang 1915 zijn gegevens ontvangen van 29.3 Spaarbanken, die aan het einde van het boekjaar op 2 202 209 boekjes ƒ 310127 926,86 verschuldigd waren, terwijl voor den vorigen jaargang van 295 Spaarbanken inlichtingen ontvangen waren, met een saldo tegoed der inleggers ad ƒ 302 693 441,55 op 2 181 575 boekjes.

Niet ingekomen zijn de opgaven van de volgende 5 Spaarbanken, die in 1914 wel meewerkten:

Spaarbank van de St. Paulusvereeniging te Oisterwijk;

Spaarbank genaamd „de Spaarkas” te Epe;

Stuiversspaarbank van de Afdeeling Haarlem van den Volksbond te Haarlem;

Schoolspaarbank, opgericht door het Departement Abbekerk en Lambertschaag der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen te A hhekerk;

Zaanlandsche Spaar- en Voorschotbank te Krommenie.

Van de volgende 3 Spaarbanken, die voor 1914 geen opgaven hadden ingezonden, zijn voor 1915 gegevens ingekomen;

Spaarbank van „de Volharding” te ’s-Gravenhage ;

Nutsspaarbank te Ilpendam;

Nieuwe Spaarbank te Uithuizermeeden.

Van de 6 hieronder genoemde Spaarbanken, die dit jaar voor het eerst in het Algemeen Register voorkomen zijn geen opgaven ingekomen;

Spaarbank van de Vereeniging „de Hanzebank” te ’s-Hertogenbosch ;

Spaarbank „de Hanzebank” te MUI c. a.;

Spaar- en Voorschotbank „Boaz” te ’s-Gravenhage;

Spaar- en Voorschotbank der „Eerste Nederlandsche” te 's-Oravenhage;

Spaarbank van de Hanzebank te Beverwijk;

Spaarbank van de R. K. Werkliedenvereeniging „St. Joseph” te Kampamp;)z.

De Spaarbank der bijzondere school te Mill c. a. is opgeheven.

Ook thans zijn, ter bevordering eener juiste vergelijking, in deze inleiding door loopend, zoowel bij de Spaarbanken als bij de overige instellingen, in dit werk behandeld, dus ook bij de Boerenleenbanken, Spaarkassen, Hulpbanken en Banken van Leening, alle instellingen geëlimineerd, die niet in beide jaren opgaven verstrekt hebben, tenzij opheffing of oprichting de oorzaak daarvan was.

-ocr page 8-

Bij de overige Spaarbanken bleek het saldo tegoed der inleggers op 1 Januari 1914 en op 1 Januari en 31 December 1915 achtereenvolgens te hebben bedragen ƒ312007574,—, ƒ301896927,— en ƒ 309810985,— en is dit derhalve af-, resp. toegenomen met respectievelijk 3,24 en 2,62 pCt.

In het geheel vertoont de Inleggersrekening voor:

Aantal en bedrag dor inlagen.

191 .

1916.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

290 instellingen.

290 instellingen

Aantal inlagen gedurende het boekjaar...............

2 400 792

2146 904

— 10,58

„ uitbetalingen gedurende het boekjaar.............

1711418

1 324 398

— 22.61

„ boekjes in omloop aan het einde van het boekjaar........

2177 417

2 200 632

1,07

Bedrag van het tegoed der inleggers aan het begin van het boekjaar . . .

f 812 007 B74

!)ƒ 301 896 927

— 8,24

„ der inlagen (zonder rente).................

118 402 248

107 763 152

— 4,97

,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ aan inleggers toegekende rente.............

8 880 018

8 079 672

— 3.68

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ uitbetalingen (uitbetaalde rente inbegrepen).........

131 892 804

107 928 766

— 18.17

„ van het tegoed der inleggers, rente inbegrepen, aan het einde van het boekjaar.......................

1) 301 897031

309 810 986

2,62

Voor de Kapitaalrekening zijn dit jaar door 256 Spaarbanken gegevens verstrekt, tegen 260 in 1914. De staatjes 2 en 3 geven een overzicht van de Actieven en Passieven en van de verhoudingen tusschen de desbetreffende cijfers voor 1914 en die voor 1915 bij dein beide jaargangen voorkomende instellingen.

Tevens blijkt daaruit, hoe op het einde van het jaar de actieven en passieven percentsgewijze samengesteld waren :

2.

In totaal.

In percenten

Toe-, respect.

ACT I K V E N.

1914

1915.

afneming sedert nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in

— ■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' — 1

■ ■ ■ ■

1914

1915.

250 instellingen.

260 instellingen.

percenten.

Effecten................

/ 230 867 424

f 244 963 604

68,76

72,95

6,11

Kantoormeubelen e. d............

44 493

40 844

0,01

0,01

— 8.20

Onroerende eigendommen..........

3 203 644

3 232 740

0,95

0,96

0,91

Hypotheken...............

42 884 669

40 979 480

12,76

12,20

— 4,33

Prolongatiën...............

28 254 160

14 736 166

8,42

4,39

— 47,84

Andere voorschotten............

2 228 659

2 480 988

0,66

0,74

11,32

Gelden in handen van derden........

4 386 075

4 612137

1,31

1,37

6,16

Gelden in kas..............

2 479 616

3 688 714

0,74

1,06

43,93

Tekort (verlies)..............

21 436 986

21 207 680

6,39

6,32

— 1,07

Totaal......

/ 335 736 426

f 385 822 252

100,—

100,—

0,03

1) Het verschil tusschen deze beide bedragen, vindt zijn oorsprong in fouten, die, in vorige opgaven van de Spaarbanken ontvangen, voorkomen en, hoewel verbetering voor den betreffenden jaargang, ondanks met de besturen der instelling gevoerde ’correspondentie, onmogelijk bleek, thans hersteld zijn.

-ocr page 9-

3.

PASSIEVE N.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 191-1 in percenten.

1914*.

1915.

1914.

1915.

Tegoed der inleggers............

f 296 872 666

ƒ 304 544 027

88,42

90,69

2,68

Bedrag van de reserve...........

18 692 622

11 149 279

4,05

3,32

— 17,97

Overige crediteuren............

26 270 238

20 128 946

7,53

5,99

— 20,35

Totaal......

/ 835 735 426

ƒ 336 822 262

100,—

100,—

0,03

Voor de Winst- en Verliesrekening zijn in 1915 van 214 Spaarbanken, tegen 219 in 1914, gegevens ontvangen. Uit de verzamelstaten blijkt, dat de baten en lasten, bij de in beide jaargangen voorkomende met de in 1915 voor het eerst vermelde instellingen en haar percentsgewijze samenstellingen zijn geweest, als in tabellen 4 en 5 aangetoond wordt:

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect.

BATEN.

1914.

1915.

1914.

1916.

afneming sedert 1914

209 instellingen.

209 instellingen.

in percenten.

Renten van effecten, hypotheken, enz......

ƒ 12 824 449

f 12 608 016

96,42

94,49

- 2,47

Huren van onroerende eigendommen......

80 870

86 412

0,60

0,66

7,52

Waardevermeerdering van effecten door koersverschil

27 771

34 871

0,21

0,27

26,67

Winst bij verkoop van effecten........

275 872

311 340

2,08

2,35

12,86

Baten uit anderen hoofde..........

91 686

296 657

0,69

2,24

223,91

Totaal......

ƒ 13 300 048

ƒ 13 237 296

100,—

100,-

— 0,47

5.

LASTEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1916.

1914.

1915.

Aan inleggers toegekende rente........

f 8 078 354

f 7 775 602

33,09

51,02

— 3,75

Administratiekosten............

1 267 464

1 643 798

6,19

10,79

29,69

Waardevermindering van effecten door koersverschil

13 522 860

4 508 189

66,89

29,68

— 66,66

Verlies bij verkoop van effecten........

9 414

44 432

0,04

0,29

371,98

Lasten uit anderen hoofde..........

1 637 082

1 267 36.3

6,29

8,32

— 17,55

Totaal......

ƒ 24415 164

f 16 239 374

100,—

100,—

— 37,58

Voor de Kapitaalrekening waren in 1915 geen gegevens verstrekt door 37 Spaarbanken, welke die wel voor de Inleggersrekening ingezonden hadden ; deze 37 Spaarbanken waren op het einde van 1916 op 18912 boekjes f 4992227,99’ verschuldigd.

Voor de Winst- en Verliesrekening waren in 1915 geen gegevens verstrekt door 79 instellingen, welke die voor de Inleggersrekening wel ingezonden hadden ; deze 79 Spaarbanken waren op het einde van 1915 op 41610 boekjes ƒ 12167264,45’ verschuldigd.

-ocr page 10-

256 Spaarbanken met een totaal bedrag tegoed der inleggers op het einde van het jaar ad ƒ 305135698,51 hebben voor dezen jaargang opgaven verstrekt nopens den aard der beleggingen barer kapitalen. In den vorigen jaargang waren door 260 Spaarbanken zulke opgaven ingezonden, met een saldo tegoed der inleggers op het einde van het jaar ad f 298 634 327,75’.

6.

Aard der beleggingen.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect afneming sedert 1914 in percenten

19H

1915.

1914.

1915.

245 instellingen.

245 instellingen.

Staatsschuld : ten laste van Nederland.......... ,, nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;andere landen.........

Schuldbrieven ten laste van publiekrechtelijke lichamen: in Nederland............... ,, andere landen............. Aandeelen : binnenlandsche.............. buitenlandeche..............

Obligatiën en pandbrieven: Dinnenlandsche.............. buitenlandeche..............

Hypotheken................

Prolongatién................

Belegging van anderen aard..........

Totaal......

f 06 130 290

7 846 869

63 342 746

1 464 417

1 258 044

291 208

44 862 866

7 894791

42 266 908

28 243 644

6 823 269

f 299 113 032

ƒ 107 206 634

6 216 196

63 310 227

1 228 924

1 346 660

156 286

49 629 470

6 809 295

40 418 423

14 715 146

7 049 115

f 298 086 276

31,80

2,62

21,18

0,49

0,42

0,10

15,00

2,64

14,18

9,44

2,18

100,—

36,96

2,09

21,24 0,41

0,45

0,06

16,65

2,28

13,56

4.94

2,37

100,—

12,69 — 20,77

- 0,06 - 16,08

7,04 — 46,33

10,62 — 13,75 — 4.36 — 47,90

8,06

— 0,34

Tabel 6 toont, hoe de Spaarbanken de haar toevertrouwde gelden, naar de verschillende groepen van beleggingen verdeeld, belegd hebben en tevens blijkt eruit in percenten, welk aandeel voor rekening van elke groep komt.

Naar dezelfde groepen verdeeld bedroegen de gekweekte rentebedragen in totaal en in percenten:

In totaal.

In percenten

Toe-, respect.

Renten gekweekt uit:

1914.

1915

afneming sedert 1914

203 instellingen.

203 instellingen

1914

1916.

in percenten.

Staatsschuld ;

ten laste van Nederland..........

f SOU 166

f 4 201170

32,81

36,87

6,60

,, nbsp;nbsp;nbsp;,, nbsp;nbsp;nbsp;,, andere landen.........

279 899

261 236

2,33

2,23

— 8,87

Schuldbrieven ten laste van publiekrechtelijke lichamen:

in Nederland...............

2 363 674

2 434 330

19,60

20,78

3.43

„ andere landen .............

62 088

53 990

0,52

0,46

— 13,04

Aandeelen :

binnenlandsche..............

56 230

46 756

0,47

0,40

— 16,85

buitenlandsche..............

12 562

11 876

0,10

0,10

— 5,46

Obligatiën en pandbrieven:

Dinnenlandsche..............

1 706 364

1 800 907

14,20

16,37

5,60

buitenlandsche..............

300 167

265 980

2,60

2,27

— 11,39

Hypotheken................

1 526 810

1 644 617

12,70

13,19

1,23

Prolongatiën................

1 844 501

956 791

13,69

8,17

— 41,82

Belegging van anderen aard..........

130 077

135 348

1,08

1,16

4,05

Totaal......

f 12 011 625

r 11 712899

100,—

100,—

— 2,49

Uit de ontvangen opgaven nopens de gemiddelde rentetax in pCt. gekweekt met de verschillende categorieën van beleggingen, is, voor zooveel betreft de spaarbanken, welke op 31 December 1915 een saldo tegoed hadden van een half millioen gulden of meer, en aan deze statistiek hebben medegewerkt, het in Tabel 8 vermelde samenvattend overzicht bewerkt. Totaliseering dezer gegevens is uit den aard der zaak niet mogelijk.

-ocr page 11-

8.

NAAM

DEB

GEMEENTE.

RENTETYPE GEKWEEKT

UIT :

Staatsschuld

ten laste van

Schuldbrieven ten laste van puhliekrechtelijke lichamen, (provinciën, gemeenten, waterschappen) in

Effecten van anderen aard.

Hypotheken.

Prolongatie.

Anderen

hoofde.

De

totale beleg-giog-

Aandeelen.

Obligation en pandbrieven

Nederland.

Andere landen.

Nederland.

Andere landen.

Binnen-landsch.

Buiten-landsch.

Binnen-landsch.

Buiten-landsch.

Kijkspostspaarbank .

4-,33

_

4,06

_

_

__

4,26

_

_

5,12

_

4,31

Spaarbank v/h JNederL.

Onderw.-Genootschap

3,66

3,8.5

4,95

6

4,533

’s-Hertog'enbosch . .

_

—,

_

Tilburg-.....

,1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....

Arnhem . . • . .

3,96

3,73

4,01

_

_

_

4,18

4,27

4,38

6,28

3,89

4,18

Barneveld.....

3,8

4,3

4,3

4,5

3

4,4

4,5

4

3,6

3,5

4,15

Borculo.....

_

__

__

Lochern .....

4-,37

6

2,71

6

4,71

5

4,46

5,4

4.45

Nijmeg-en.....

4,43

4,66

4,21

3,53

5

4,61

4,13

4,23

5,19

4,36

4.329

Tiel.......

3,B

4

.5

3,5

4,5

4,039

Zutphen.....

— .

’s-Gravenhage . . .

8.97

4,47

4,91

4,11

4,11

——

- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11

■ ■■

5

■ 1

5

Delft .....

3,93

4,71

4,1

4,23

4,19

4,27

3,71

4,5

5

4,26

Dordrecht.....

3,89

4,69

3,84

__

_

_

4,38

3,92

4,13

3,69

4.218

Gorinchem ....

Gouda......

__

Leiden......

4,82

4,96

3,91

4,39

Nieu-w-Lekkerland .

__

4,75

4

...1

4,3

4,7

4,3

4,1

4,335

Rotterdam ....

4,07

3,70

4

5,20

_

4,26

4,4

3,75

4,6

2,75

4.32

Rijnsaterwoude. . .

4,9

4,3

4,9

4,3

4-

4,6

4,342

Schiedam.....

4,25

4,25

_

4,667

5,126

4.78

Vlaardingen....

3,1

3,0

3,76

6,6

6,8

4

3,91

4,38

4,7

4,75

Amsterdam ....

3,8412

4,3771

4,0208

4,4591

_

4,1297

4,6434

4,2917

5,1205

1,8708

3,86

Haarlem.....

4,99

4,32

4,61

4,49

4,53

4,42

3,61

6

4,49

Assendelft ....

_

4,6

_

_

6

4,5

4

_

Beemster .....

_

4,48

_

4,69

4,96

4.33

2,70

4,62

4,72

Zaandam.....

5

3,76

3,75

4,5

4.334

Zierikzee.....

•4,43

6,28

4,09

4,34

5,39

4,93

4,881

ütrecht .....

4,36

5,67

4,43

4,9

6,9

4,55

4,57

4,91

1,18

4,72

Leeuwarden ....

4,23

5,03

4,45

_

_

_

4,64

_

4,49

3,41

_

4,6

Harlingen.....

_

_

.—

_

Idaarderadeel . . .

Z-wolle......

4.177

4.177

Almelo......

_

_

_

Deventer ....

_

_

_

__

_

.—

__

Kampen.....

4,85

3,87

3,66

3,94

3,99

3,92

4,47

6,3

4,19

3,99

Groningen ....

4,88

5,72

4,27

4,94

6

_

4,52

6,38

4,66

4,63

4.71

Appingedam....

'—

1

II

— .

Bierum......

5

_

_

_

4,25

4,25

4,6

Hoogezand ....

5,06

4,09

_

_

__

4,43

4,37

4,32

Loppersum ....

5

__

4,25

_

4,1

6,3

4,3

3,875

4.306

Wildervank ....

4,8

6

4,8

6,5

.5

5,25

4,5

Ruinen......

4

4

4

4

4,5

6

4,5

3

4

4.12

Maastricht ....

4,34

4,86

3,87

3,39

_

_

4,3

4,14

4,5

_

3,5

4.1

Venlo......

4,03

4,64

4,01

4,18

4,16

4,23

3,6

4,29

2

-ocr page 12-

10

De 293 Spaarbanken, die voor dezen jaargang van de statistiek gegevens verschaft hebben, waren gezamenlijk verschuldigd aan de inleggers op het einde van het jaar ƒ 310127 926,86, waarvan komt ten laste van de Rijkspostspaarbank met 1570 kantoren ƒ 189 107 088,95 en ten laste van de overige Spaarbanken f 121 020 837,91.

Einde 1914 was de Rijkspostspaarbank met 1549 kantoren f 184 585 445,88’ en waren de overige 294 Spaarbanken ƒ 118 107 995,67 aan hare respectieve inleggers verschuldigd.

Einde 1914 waren bij de Rijkspostspaarbank in omloop 1 671 498, bij de overige Spaarbanken 510 077 en in het geheel 2181 575 boekjes. Einde 1915 waren deze getallen achtereenvolgens 1 690149 512 060 en 2 202 209. Einde 1914 was er één spaarbankboekje op de 2,91 inwoners en einde 1915 één op de 2,93 inwoners.

De aantallen boekjes waren naar de grootte van het tegoed als volgt verdeeld :

9.

1914.

1915.

Boekjes met een

tegoed :

Rijkspost-spaarbank.

Overige Spaarbanken.

Totaal.

Rijkspostspaarbank.

Overige Spaarbanken.

Totaal.

1549 kantoren.

276 instellingen.

1570 kantoren.

276 instellingen.

Van minder dan f 1,— . .

........

513 275

87 917

601 192

603 070

89 609

692 679

„ ƒ nbsp;nbsp;1,— tot beneden f

10,—.....

365 623

93 786

469 309

370 852

92 762

463 614

,5 M nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*gt;*gt;

100,—.....

398 764

121 379

620 133

413 616

126 350

639 866

« ,, 100,

1000,-.....

1) 336 861

132 654

1) 618 615

1) 393 953

132 067

1) 526 020

„ „ 1000,— en booger. .

........

8 086

27 107

3.5 192

8 768

27 868

36 626

Totaal ....

1 671 498

462 843

2 134 341

1 690 149

468 666

2 168 806

Tabel 10 toont in elk der jaren 1914 en 1915 de percentsgewijze verdeeling der spaarbankboekjes naar de grootte van het tegoed en voorts de toeneming der aantallen boekjes in percenten in elke groep sedert 1914.

lO.

Boekjes met een tegoed :

Samenstelling in percenten.

Toe-, resp. afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1916.

Rijks-postspaarbank.

Overige Spaarbanken.

Totaal.

Rij ks-post-spaar-bank.

Overige Spaarbanken.

Totaal.

Rijks-post-spaar-bank.

Overige Spaarbanken.

Totaal.

Van minder dan / 1,—.........

30,70

19,—

28,17

29,76

19,12

27,45

— 1,99

1,92

— 1,42

ƒ nbsp;nbsp;l,— tot beneden f 10,— ....

21,87

20,26

21,52

21,94

19,79

21,47

1,46

— 1,09

0,94

„ „ nbsp;nbsp;10,- „ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;100,-. . . .

23,86

26,22

24,37

24,47

26,96

25,01

3,70

4,10

3,79

„ „ 100,- „ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;„ 1000,-. . . .

23,09

28,66

24,29

23,31

28,18

24,37

2,10

— 0,44

1,46

„ „ 1000,— en hooger.........

0,48

6,86

1,65

0,62

6,95

1,70

8,32

2,81

4,07

Totaal......

100,—

100,—

100,—

100,—

100,—

100,—

1,12

1,26

1,15

1) In dit aantal is begrepen een klein aantal boekjes met een tegoed van f 1 001,— tot f 1 200,—.

-ocr page 13-

11

De cijfers doen zien, dat bij de Rijkspostspaarbank de saldo’s van ƒ 1000,— en booger en bij de overige Spaarbanken de saldo’s van f 10,— tot beneden ƒ 100,—, het sterkst zijn toegenomen.

Het gemiddeld tegoed bedroeg;

H-

In het jaar.

Rijkspostspaarbank.

Overige Spaarbanken.

Totaal.

Per hoofd der bevolking.

Per boekje.

Per hoofd der bevol king.

Per boekje.

Per hoofd der bevolking.

Per boekje.

1914. . .

ƒ 29,11

ƒ 110,43

ƒ 18,63

ƒ 231,65

ƒ 47,74

138,76

1916 . .

..........

„ 29,32

„ 111,89

„ 18,76

„ 236,34

„ 48,08

5'

140,83

Derhalve zijn deze bedragen

sedert 1914 toegenomen in percenten met :

12.


1,60


0,71


2,07


1,32


ü,73


Voor de beroepsstatitiek zijn door 125 Spaarbanken de beroepen aangegeven van 120 428 nieuwe inleggers, waarvan 100106 nieuwe inleggers zijn van de Rijkspostspaarbank, en 20 322 van de overige Spaarbanken.

Tabel 13 geeft een overzicht van de uitkomsten dezer beroepsstatistiek in totaal en in percenten over de jaren 1914 en 1915.

13.

Klasse.

Inleggers, werkzaam in of behoorende tot:

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914* in percenten.

1914

1916.

1914.

1915.

09 V bc bc o ■fl i-i

4) bc

® 'E o «ö œ .SÎamp; S.s

§ Sa

5

OQ

V bc bc lt;p 'S •—1

© bc

90 -g .lil si amp;nbsp;§ a-c W ö

90

© bc bc © ’n

© ft«

V2 o fcj •a-s amp;

§ Sa g

e © ft« ft« © s

© ft« 90 ‘g ® flö œ .aÏamp; B-S § ® 3

g quot;

I-XVII

Nijverheidsbedrijven.....

22 217

13 783

19 203

14 390

26,93

80,78

26,78

32,76

— 13,67

4,40

xvni-xix

Landbouw, visscherij en jacht .

6 986

6 886

8 931

6 690

8,47

13,14

9,31

16,23

— 0,79

13,86

XX-XXIII

Handel..........

18 795

13 063

14 760

12 693

20,38

29,17

19,81

28,89

— 12,12

— 2,83

XXIV—XXVI en XXIX—XXXIII

Vrije beroepen, onderwijs, ambten of bedieningen......

9 790

4711

9 206

4 933

11,87

10,62

12,36

11,23

— 5,97

4,71

XXVII, XXVIII en XXXIV

Personen, huiselijke diensten verrichtende, losse werklieden, gepensionneerden en personen zonder beroep.......

26 339

7 341

23 289

6 222

30,72

16,39

31,26

11,89

— 8,09

— 28,87

Vereenigingen.......

1 360

1 104

1,66

1,48

—18,82

Totaal ....

82 487

44784

74 493

43 928

100,—

100,—

100,—

100,—

— 9,69

— 1,91

-ocr page 14-

12

Tabel 13» geeft een overzicht van het gemiddelde saldo tegoed per inwoner en per boekje van de voornaamste landen der wereld, voor zoover althans daaromtrent gegevens beschikbaar waren in vergelijking met Nederland.

13».

Per boekje.

Aan-

LAND.

Jaar.

Inwoners.

Boekjes.

Saldo tegoed.

Per inwoner.

merkingen.

Australië . . .

1914

4 940 952

2 108 496

ƒ 1 019 202 933,—

ƒ 206,28

ƒ 483,38

1916

4 931 988

2 273 740

1 117 247 537,—

226,53

491,87

Beieren . . .

1913

7 064 925

1 143 006

420 310 970,-

59,49

366,12

1914^

1 147 276

420 310 374,-

888,36

België ....

1912

7 571 387

3 013 298

608 570 288,—

67,17

168,78

Bulgarije. , .

1910

4 829 108

280 776

27 826 732,-

6,43

99,11

1912

1912

4 482 427

340 315

30 263 387,—

6,83

88,93

7 487 000

710 275 802,—

95,12

Aantal boekjes

Chili ....

1910

3 415 080

298 018

83 057 567,—

24,32

278,70

niet bekend.

Denemarken.

V41918

1/4 1914-»Vs191''

1913

19H

2 859 000

1 367 654

569 983 180,—

199,36

416,79

51 nbsp;nbsp;...

Duitschland . .

88 978 000

67 790 000

1 393 889

23 871 657

24 606 482

683 423 774,—

11 720 861 700,—

12 208 867 806, -

176,—

180,10

418,56

490,99

496,18

Egypte , . .

12 356 000

291 640

14 462 866.—

1,17

49,59

1913

191*

1912

1913

1912

1913

12 500 ono

239 646

9 034 314,—

0,72

37,70

Finland . , .

3 196 700

67 880

10 982 271,—

8,44

161,79

3 245 400

69 536

11 425 847,—

3,62

164,32

Frankrijk. . .

11 nbsp;nbsp;...

39 660 000

14 734 630

2 739 860 068,—

69,08

186,96

39 674 000

15 086 008

2 806 878 711,—

70,72

185,98

Groot-Britannië

191*

1916

46 089 249

15 432 758

2 982 613 014.,—

64,71

193,27

en Ierland. .

18 146 816

2 900 427 439,—

179,63

Hongarije. . .

21 030 104

2 719 905

1 999 343 776,—

96,07

738,76

1911

21409 718

2 744 881

2 00.5 708 543,—

93,68

730,71

Italië ....

191*

1916

1912

35 697 784

8 593 868

2 198 361 969,—

61,76

265,81

36 120 118

2 188 272 441.-

80,58

Aantal boekjes

11 ....

Japan ....

52 522 753

20 996 400

451020 617,—

8,59

21,48

niet bekend.

63 362 682

21 893 787

449137 028,-

8,42

20,51

Nederland. . .

191*

6 339 727

2 308 206

359 292 699,—

66,67

155,66

1916

6 449 348

2 347 932

391 801466,—

60,75

168,87

11 nbsp;nbsp;...

2 486 674

1 176 157

433 796 624,—

174,46

369,14

Noorwegen . .

191*

2 512 08.5

1 217 062

492 002 708,—

195,86

404,26

Oostenrijk . ,

_

4 404 608

3 234 348 046,—

_

734,33

1912

4 615 843

3 322 106 447,-

735,86

Pruisen . . .

1913

191* 19ü9/19^®

1911

1913

191*

41 649 062

14417 642

7805 137 840,—

187,40

541,36

42 223 453

14 936 190

8 119 199 686,—

192,29

543,63

11 nbsp;nbsp;...

Rumenië . . . Rusland . . . Saksen....

11 nbsp;nbsp;...

6 966 002

167 920 000

218 6£0

7 949 736

29 505 225,—

1 938 226 000,—

4,24

11,83

134,92

243,81

4 934 500

3 437 807

1 183 322 769,—

235,75

338,39

4 984 600

3 496 430

1 208 651282,—

242,48

345,68

Ver. Staten van Noord-Amerika

98 846 491

11 109 499

12 440 211459,-

126,11

1 119,78

1916

1913

100 284 486

11 285 76.5

12 694 219 153,—

126,61

1116,94

11

W urtemberg. .

2 603 000

841 511

871 224

372 855 440,—

409 687 006,—

148,96

443,08

470,23

Zweden . . .

191*

5 679 607

2 333 280

701 447 222,—

123,50

300,83

1915

6 712 740

2 390 327

757 045 333, -

132,52

318,71

11 nbsp;nbsp;...

Zwitserland . .

1908

3 647 479

1 899 332

765 319 901,—

207,08

397,68

-ocr page 15-

13


De gegevens zijn ontleend ;

voor Australië,

„ Beieren,

„ België

„ Bulgarije

„ Canada

„ Chili

„ Denemarken

„ Duitschland

„ Egypte

„ Finland

„ Frankrijk

„ Groot-Britannië en Ierland

„ Hongarije

„ Italië

„ Japan

„ Nederland

„ Noorwegen

„ Oostenrijk

„ Pruisen

„ Rumenië

„ Rusland

„ Saksen

„ Ver. Staten van N.-Amerika

„ Wurtemberg

„ Zweden

,, Zwitserland

Bevolking uit: „Population and Vital Statistics”.

Saldo te goed en boekjes uit; „Official Year Book of the Commonwealth of Australia”.

bevolking uit: „Statistisches Jahrbuch für das Königreich Bayern”.

saldo te goed en boekjes uit; „Statistisches Jahrbuch für das Deutsche Reich”.

uit: „Annuaire statistique de la Belgique”.

„ „Annuaire statistique du Royaume de Bulgarie”.

„ „The Canada Year Book”.

„ „Anuario estadistico de la republica de Chile”.

„ „Statistiek Aarbog”.

„ „Statistisches Jahrbuch für das Deutsche Reich”.

„ „Annuaire statistique de l’Egypte”. O

„ „Statistiek Arebok iör Finland”.

„ „Annuaire statietique de la France”.

„ „Statistical Abstract for the United Kingdom”.

„ „Annuaire statistique Hongrois”.

„ „Annuario statistico Italiano”.

„ „Résumé statistique de l’Empire du Japon”.

„ „Statistiek der Spaar- en Leenbanken”.

„ „Norges Sparebanker”.

„ „Statistik der Sparkassen in den im Reichsrate vertretenen Königreichen und Ländern”.

bevolking uit; „Statistisches Jahrbuch für den Preussischen Staat”.

saldo te goed en boekjes uit : „Statistisches Jahrbuch für das Deutsche Reich”.

uit: „Annuaire statistique de la Roumanie”.

„ „Annuaire statistique de la Russie”.

bevolking uit : „Statistisches Jahrbuch für das Königreich Sachsen”.

saldo te goed en boekjes uit ; „Statistisches Jahrbuch für das Deutsche Reich”.

uit: „Statistical Abstract of the United States”.

bevolking uit: „Statistisches Jahrbuch für das Königreich Württemberg”.

saldo te goed en boekjes uit; „Statistisches Jahrbuch für das Deutsche Reich”. ©

uit: „Statistisk Arsbok för Sverige’’.

„ „Statistisches Jahrbuch der Schweiz”.

Hierbij dient in aanmerking genomen te worden dat het gebruik dat van de Spaarbanken voor belegging van gelden gemaakt wordt, mede beïnvloed wordt door de bepalingen welke daarvoor zijn vastgesteld. In het eene land is het maximum voor het saldo tegoed hooger dan in het andere land, elders is dit aan geen beperking onderworpen. Ook de hoegrootheid der rente is van invloed en de bepaling of éen spaarder meer dan éen spaarbankboekje mag bezitten. Door deze en dergelijke verschilpunten in de bepalingen, die voor het gebruik zijn vastgesteld, zijn de gegevens van land tot land niet zonder meer met elkander te vergelijken. Door dit verschil zullen het ook in het eene land hoofdzakelijk „kleine luyden” zijn die hun geld in de spaarbanken in bewaring geven, terwijl

-ocr page 16-

14

elders ook andere klassen der bevolking van dit Instituut gebruik zullen maken. De bo vengenoemde tabel geeft dan ook meer een beeld van den omvang der bemoeiingen van de Spaarbanken in de verscbillenden landen dan van bet sparen. Immers in hoeverre nog van andere spaargelegenheid gebruik gemaakt wordt (verzekering, deposito’s), dan wel aanstonds eöecten gekocht worden of gelden in handel en industrie of op andere wijze belegd worden, blijkt uit deze cijfers geenszins. Het zou zeker, indien het mogelijk ware, aanbeveling verdienen, elk van deze punten nader te onderzoeken. Wat de verzekering betreft, zouden de maatschappijen eene splitsing moeten maken van hunne verzekerden naar de nationaliteiten met vermelding van de gestorte premiën en het verzekerd bedrag.

De herleiding der vreemde munten in de Nederlandsche munt heeft plaats gehad overeenkomstig de tabellen voorkomende in den Post-, telegraaf- en telephoongids, voor de postwissels naar het buitenland.

II. BOERENLEENBAKrKE IST.

Van de 955 in het Algemeen Register genoemde lokale Boerenleenbanken waren op 31 December 1915 aangesloten bij de Centrale Bank te Utrecht 518 bij die te Eindhoven 386 en bij die te Alkmaar 36, samen 940.

Bij de Centrale Bank te Utrecht waren op 31 December 1915 aangesloten de locale banken te :

Aalten, Aar (Ter), Achlum, Akersloot, Akmarijp, Alphen, Alkemade, Almen, Ameland, Ame-rongen, Amstelveen, Andijk, Anerveen, Angerloo, Anjum, Anloo, Annaland (St.), Anna-Paulowna, Apeldoorn, Apelkanaal (Ter), Appelscha, Appingedam, Arnhem, Asperen, Avenhorn, Azewijn, Baarn, Babberich, Baflo, Bakhuizen, Balk, Barendrecht, Barneveld '), Barsingerhorn, Bathmen, Bedum, Beek, Beekbergen, Beemster, Beerta, Beets, Beilen, Bellingwolde, Benedenknijpe, Bennekom, Bergambacht, Berkel en Rodenrijs, Berkhout I, Berkhout II, Beverwijk, de Bilt, Blaricum, Blauwhuis, Blija, Blijham, Bodegraven, Bodegravensche-Meije, den Bommel, Boornbergum, Borculo, Borger, Borgsweer, Borne, Boschkapelle, Boskoop, Bourtange, Bovensmilde, Boijl, Bredevoort, Breedenbroek, Breukelen, Broek in Waterland, Broek op Langendijk, Brummen, Buinen, Buinerveen, Bunnik, Bunschoten, den Burg, Burgerbrug, Burgwerd, Bussum, Buurmalsen, Clinge, Cloese, Colmschate, Cubaard, Dalen, Dalerveen, Dalfsen, Dedemsvaart, Deinum, Delden, Delft, Diemen, Diepenveen, Diever, Dinteloord, Dinxperlo, Dirkshorn, Dirksland, Dodewaard, Doniaga, Donkerbroek, Doornspijk, Dragster-Compagnie, Dreischor, Driel, Duiven, Dwingelo, Edam, Eelde, Eemnes, Eenrum, Eerbeek, Elden, Elkerzee, Eist, Emmen, Emmer-Compascuum, Enkhuizen, Epe, Ermelo, Erica, Etten, Exloo, Ezinge, Farmsum, Fijnaart, Franeker, Gasselte, Gasselternijveen, Geldermalsen, Genemuiden, Gerkesklooster, Giessendam, Giessen-Nieuwkerk, Gieten, Gieterveen, Goor, Gorinchem, Gorssel, Gouda, Gouderak, Graauw, ’s-Graveland, ’s-Gravenhage, ’s-Gravenzande, Groot-Ammers, Groot-Schermer, Grijpskerk, Grijpskerke, Haaften, Haaksbergen, Haamstede. Haarlemmermeer, Haarzuilens, Hardenberg (Ambt-), Haren, Harmelen, Harreveld, Haskerhorne, Hattern, Hazerswoude, Heeg, Heerde, ’s-Heerenberg, Heer-Hugowaard, Heino, Hekelingen, Hellendoorn, Hengelo (G.), Hengelo (Ov.), Hengstdijk, Herkingen, Herwen en

1) In het verslag van de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht wordt vermeld dat op 31 December 1915 het aantal aangesloten banken 620 bedraagt. Aangezien echter de Banken te Barneveld en Leeuwarden niet het karakter van een boerenleenbank dragen, zijn zij niet in het Algemeen Register vermeld.

-ocr page 17-

15

Aerdt, Herwijnen, Hillegom, Hoedekenskerke, Hollandsche-Veld, Holten, Holwierde, Hommerts, Hoo-gersmilde, Hoogeveen, Hoogezand, Hoogkarspel, Hoogwoud, Houten, Huizen (N.-H.), Hulst, Hijlaard, St. Jan-Steen, Jisp, Jorwerd, Jubbega-Schurega, Jutphaas, Kamerik, Kampen, Kamperveen, Kapelle, Katwijk a/d Rijn, Katwijk aan Zee, Klaaswaal, Klarenbeek, Kloetinge, Kloosterburen, Kloosterveen, Kloosterzande, Knollendam, Koedijk, Koegras, Koekange, Koewacht, Kollum, Kortezwaag, Koude-kerke, Koudum, Krabbendijke, de Krim, Kruiningen, Kwadijk, Lamswaarde, Landsmeer, Langezwaag, I.angweer, Laren (G.), Laren (N.-H.), St. Laurens, Leek (de), Leens, Leiden, Leiderdorp, Lekkeikerk, Leeuwarden *), Leeuwarden (N.K.), Leeuwarden (O.Z.K.), Leusden, Lichtenvoorde, de Lier (Kom), de Lier c. a, Linschoten, Lippenhuizen, Lisse, Loenen (Veluwe), Loosdrecht, Lopik, Loppersum, Losser, Luinjeberd, Maarssen, St. Maartensdijk, Maasland, Makkum, Markelo, Marrum, Maurik, Meeden, de Meern, Menaldum, Meppel, Middelie, Middelstum, Midden-Beemster, Midsland, Molenaarsgraaf, Monnikendam, Monster, Moordrecht, Murmerwoude, Mussel, Musselkanaal, Naaldwijk, Nederhorst den Berg, Netterden, Nibbixwoud, Nieuw-Amsterdam, Nieuw-Beerta, Nieuw-Dordrecht, Nieuwenhoorn,Nieuwe-Niedorp, Nieuwendam, Nieuwe-Pekela, Nieuwerkerk a/d IJssel, Nieuwe-Schans, Nieuwe-Tonge, Nieuwleusen, Nieuw-Namen, Nieuwolda, Nieuw-Weerdinge, Noordbroek, Noorddijk, Noordeloos, Noorden, Noorddijk bij Neede, Noordscharwoude, Noordwijk, Noord wij kerhout, Norg, Nunspeet, Nijbroek, Nijega-Opeinde, Odoorn, Oene, Oldeboorn, Oldeholtpa, Oldehove, Oldenbroek, Ommen-Stad, Ooltgensplaat, Oostburg, Oosterbierum, Oosterend, Oosterhesselen, Oosterland, Oostermeer, Oosterwolde, Oosterzee, Oosthuizen, Oostvoorne, Oostwoud, Ophemert, Oranjedorp, Ossenisse, Oud-Beijerland, Ouddorp, Oudega, Oudehorne, Oudendijk, Oudenhoorn, Oudenrijn. Oude-Pekela, Ouderkerk a/d. Amstel, Ouderkerk a/d. IJssel, Oude-Tonge, Oude-Wetering, Oudkarspel, Ouwerkerk. St. Paneras, Papendrecht, Peize, Pernis, Petten, St. Philipsland, Pieterburen, Poederoijen, Purmerland, Pijnacker, Raalte, Raamsdonk, Rauwerd, Rectum—Ypelo, Renswoude, Rheden, Ridderkerk, Ried, Rijswijk (N.-B.), Rijswijk (Z.-H.), Rockanje, Roden, Roelofarendsveen, Rolde, Roodhuis, Roorda-huizum, Roswinkel, Rotterdam (Charlois), Rottevalle, Rozenburg, Ruurlo, Sassenheim, Schagen, Schagerbrug, Schalkwijk, Scharnegoutum, Schellinkhout, Schermerhorn, Scherpenzeel, Schild-wolde, Schoonebeek, Schoorl, Schoterland, Silvolde, Sijbekarspel, Sint-Nicolaasga, Sleen, Sloten 1 (N.-H.), Sloten II (N. H.), Sloten (Fr.), Sloterdijk, Smilde, Soest, Sommelsdijk, Souburg (O. en W.), Spanbroek, Spankeren, Spijk, Spijkenisse, Stad a,h. Haringvliet, Stadskanaal, Stavenisse, Steenderen, Steenderen-Drempt, Steenwijkerwold, Stolwijk, Stompwijk, Stoppeldijk, Stoutenburg, Strijen, Ten-Post, Terbregge, Ter Neuzen, Terwispel, Tholen, Tijnje, Tzum, Uitgeest, Uithoorn Uithuizen, Uithuizer-meeden, Uift, Ureterp, Ursem, Usquert, Utrecht, Utrecht en Achttienhoven, Vaassen, Valkenburg, Varsseveld, Veendam, Veenendaal, Vinkeveen, Vierpolders, Vlaardingen, Vlagtwedde, Vollenhove (Ambt), Voorburg, Voorhout, Voorschoten, Voorst, Vorden. Vries, Vroomshoop, Waddinxveen, Warffum, Warga, Warmenhuizen, Warmond, Warns, Warnswerd, Wartena, Wassenaar, Wateringen, Waverveen, Wedde, Weerdinge, Wekerom, Wemeldinge, Werkendam, Werkhoven, Wervershoof, Westerblokker, Westerbork, Westerbroek, Westerlee, Westervoort, Westwoud, Westzaan, Wezep, Wieringen, Wieuwerd, de Wilp, Wilsum, Winkel, Winsum (Fr.), Winsum (Gr.), Winterswijk, Wirdum, Witmarsum, Wol-dendorp, Woltersum, Wommels, Workum, Wormer, Woudenberg, Woudsend, Wouw, Wijdenes, Wijdewormer, Wijk aan Zee en Duin, Wijk bij Duurstede, Wijnbergen, Wijnjeterp, Wijster, Yerseke, IJzerlo, Zaandam, Zaltbommel, ’t Zandt, Zeddam, Zelhem, Zevenaar, Zevenhuizen, Zoeterwoude, Zuid-Barge, Zuiddorpe, Zuidhorn, Zuidland, Zuidlaren, Zuid-Scharwoude, Zuidwolde (Gr.), Zuidwolde (Dr.), Zunderdorp, Zutphen, Zwaag, Zwaagdijk, Zwaluwe (H. en L.), Zweeloo, Zwindersche-Veld, Zwolle (Groenlo) en Zwijndrecht.

1) Zie noot bladz 14.

-ocr page 18-

16

Bij de Centrale Bank te Kindhoven waren op 31 December 1915 aangesloten de lokale banken te :

Aalst, Aardenburg, Aarle-Rlxtel, Abcoude, Acht, Aderden (Geld.), Afferden (L.), Albergen, Alphen, Altforst, America, Ammerzoden, St. Anthonius, Appeltern, Arcen, Asten, Axel, Baardwijk, Baarlo, Baexem, Bakel, Barendrecht, Barger-Compascuum, Barger-Oosterveld, Batenburg, Beegden, Beek (L.), Beers, Beesd, Beesel, Beifeld, Bemmel, Berg a. d. Maas, Bergen (L.), Bergen op Zoom, Berg en Terblijt, Bergeijk (’t Loo), Bergeijk (’t Hof), Berghuizen, Berkel (N.-B.), Berkel (Z.-H.), Berlicum, Best, Beugen, Bladel, Bleiswijk, Blerick, Blitterswijk, Bocholtz, Boekel, Boerhaar, Borkel, Born, Bornerbroek, Boskoop, Boxmeer, Boxtel, Breda, Budel, Buggenum, Bunde, Caberg, Cadier en Keer, Gasteren, Coevorden, Cuijk, Dalmsholte, Denekamp, Deurne, Didam, Dieden, Dinther, Dommelen, Dongen, Donk, Dreumel, Drunen, Duizel, Dungen (den), Dussen, Echt, Eckelrade, Eede, Eerde, Eersel, Eysden, Eijs-Wittem, Eli, Elsloo, Epen-Wittern, Erp, Etten, Fijnaart, Gaanderen, Gassel, St. Geertruid, St. Geertruiden-berg, Geesteren, GeSen, Geldrop, Geleen, Gellicum, Gendringen, Gendt, Ginneken, Goirle, Grathem, Grevenbicht, Groesbeek, Gronsveld, Grootebroek, Grubbenvorst, Haaren, Haarle, Haarsteeg, Haastrecht, Haelen, Halsteren, Hapert, Haps, Haren, Hatert, Heel, Heer, Heesch, Heeten, Heeze, Heino, Helden (dorp), Helvoirt, Hengelo (Geld), Herkenbosch, Hemen, Herpen, Herpt, Herten, Het Schijf, Heumen, Herveld, Heijen, Heijthuijzen, Hoensbroek, Hoeven, Hoogeloon, Hoonhorst, Horn, Horssen, Horst, Hout (den), Houthem, Houtrakpolder, Huisseling, Huissen, Hulsberg, Hunsel, Ittervoort. Kaatsheuvel, Kerk-Driel, Kerkrade, Kessel, Kethel, Keijenburg, Klimmen, Koningsbosch, Lage-Mierde, Lage-Zwaluwe, Langenboom, Langeveen, Lattrop, Ledeacker, Leende, Leeuwen-Beneden, Leeuwen-Boven, Leidschendara, Leveroy, Liempde, Lierop, Lieshout, Liesset, Linne, Lith, Lithoyen, Loon op Zand, Lopik, Lottum, Luiksgestel, Lutjebroek, Lutte (de), Lutterade, Maasbommel, Maasbracht, Maasbree, Maashees, Maasniel, Made, Malden, Maren, Margraten, Mariaheide, Mechelen (Geld.), Mechelen-Wittem, Meerlo, Meerssen, Megen, Melick, Meterik, Meijel, Mheer, Middelaar, Mierlo-Hout, Milheeze, Mill, Moergestel, Mook, Montfoort, Montfort, Munstersche-Veld, Mijdrecht, Naaldwijk, Nederweert, Neer, Neerasselt, Neerbosch en Hees, Neeritter, Neerkant, Nieuwenhagen, Nieuwkuyk, Nieuw-Schoone-beek, Nieuwstadt, Nistelrode, Noordbroek, Nootdorp, Notter en Zuna, Nuenen, Nunhem, Nuth, Nijmegen, St. Odiliënberg, St. Oedenrode, Oetfelt, Oegstgeest, Oerle, Ohé en Laak, Oirlo, Oisterwijk, Oldemarkt, Ommen (Stad-), Ölst, Oostburg, Oosteind, Oosterhout, Ootmarsum, Oploo, Ospel, Ossendrecht, Ottersum, Oudenbosch, Oude-Tonge, Oudewater, Overasselt, Overloon, Overschie, Oyen, Panningen, Pey-Echt, St. Pieter, Poeldijk, Posterholt, Princenhage, Puiflijk, Pijnacker, Raaite, Reek, Reeuwijk, Reusel, Reutum, Reuver, Reijmerstok, Roggel, Roosendaal, Rosmalen, Rossum, Rotterdam, Rucphen, Rijkevoort, Rijen, Rijsbergen, Rijswijk (Z.-H.), Saasveld, Sambeek, Schaesberg, Schayk, Schalkhaar, Schelle, Schimmert, Schinnen, Schin op Geulle, Schinveld, Schipluiden, Schoten, Schijndel, Sevenum, Simpelveld, Slagharen, Someren, Son, Spaarnwoude, Spaubeek, Sprundel, Standdaarbuiten, Steenbergen, Steenwijkerwold, Steggerda, Stein, Stevensweert, Stramproy, Stratum, Strijp, Susteren, Swalmen, Teteringen, Thorn, Tilburg, Tongeire, Tubbergen, Tungelroy, Twello, Ubach over Worms, Ubachsberg, Uden, Udenhout, Ulestraten, Urmond, Valburg, Valkenswaard, Varik, Vasse, Veghel, Velden, Veldhoven, Velp (N.-B.), Venlo, Venray, Vierlingsbeek, Vinkel, Vlierden, Vlodrop, Vlijmen, Voerendaal, Volkel, Vorstenbosch, Vortum, Vught, Vijlen, Wagenberg, Wamel, Wanroij, Wanssum, Waspik, Weerselo, Weert, Wehl, Well, Wessern, Westdorpe, Westerhoven, Weurt, Wilré (Oud-Vroenhoven), Winssen, Wintelre, Woensel, Wolvega, Wijchen, Wijlre, Wijnandsrade, IJsselmuiden, IJsselstein, IJzendijke, Zeeland, Zesgehuchten, Zevenbergen, Zevenbergschenhoek, Zuid-Beijerland, Zundert, Zwolle en Zijtaart.

Bij de Bentrale Bank te Alkmaar waren op 31 December 1915 aangesloten de lokale banken te : Akersloot, Alkmaar, Anna-Paulowna, Assendelft, Beemster, Bennebroek, Bergen( N.-H.), Boven-

-ocr page 19-

17

karspel, Castricum, Driehuizen-Velzen, Egmond-Binnen, Haarlem, Harenkarspel, Heemskerk, Heemstede, Heer-Hugowaard, Heiloo, Hoogwoud, Ilpendam, Landsmeer, Limmen, Loosduinen, Medemblik, Noord-Scharwoude, Obdam, Oosterblokker, Opperdoes, de Rÿp, Schagen, Spierdijk, Uitgeest, Warmenhuizen, Westerblokker, Wognum, ’t Zandt en Zuid-Scharwoude.

De Balans op 31 December 1915 der Coöperatieve Centrale te Utrecht luidde:

14.

Actieven.

Balansrekening op 31 December 1915.

Passieven.

Aandeelhouders ...........f nbsp;nbsp;611 760,—

Beleeningen u/g......15 08B000,—

üitgezette Qp^ieenten en Waterschappen . „ 2 089 193,53 gelden.

Schatkistpromessen en -biljetten. „ 1 999 873,65

Kas................. 999,86

Kassiers.............. nbsp;4?56 660,78

Eflêcten..............3 182 506,13

Koersverlies effecten (nader te verrekenen) . „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;72 058,11

Effecten ter belegging van de reserve. . . „ 105 058,81

Kantoorgebouw........... nbsp;25

Interest nog te vorderen........ nbsp;82 870,76

Huur verschenen in 1916. . . . f —

Hierop ontvangen.....„ 674*,—

Zoodat nog is te ontvangen.....

Meubilair............. nbsp;4-600,05

Voorschotten in Rekening-courant ....

ƒ 24 590 24'7415

/ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;643,69


Crediteuren.............


Kapitaal Ie aandeel.......... nbsp;266

„ nbsp;nbsp;nbsp;verdere aandeelen....... nbsp;379

Reserve.............. nbsp;106 338,64®

Deposito o/g in Rekening-courant .... nbsp;nbsp;nbsp;23821 844,44®

Winstsaldo.............« nbsp;nbsp;nbsp;15 620,66®


De Winst- en Verliesrekening over 1915 luidde:


15.


Winst- en Verliesrekening over 1915.


Verliezen.


Winsten.


Onkosten.............ƒ

Koersverlies effecten...........

Winstsaldo...............


46 686,69 6

20 000,—

16 620,66 6



ƒ 81107,36


Interest............../ nbsp;nbsp;nbsp;68 762,97

Betaling bij toetreding........

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ uittreding

Jaarlijksche bijdrage der aangesloten banken, ingevolge art. 7 der Statuten.....,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;16 440,39

Huur...............


/ nbsp;nbsp;nbsp;81 107,36


3

-ocr page 20-

18

De Winst- en Verliesrekening sluit dit jaar met een bedrag van........ƒ 15 520,66’

Voorgesteld wordt daarvan :

Af te schrijven op de rekening „Meubilair”.............. nbsp;600,05

Zoodat overblijft een bedrag van ... ƒ 14920,61’

Hiervan moet in het reservefonds worden gestort:

volgens art. 7 sub h der Statuten, de gelden die de leden bij hunne

toetreding betaalden..................f

volgens art. 7 sub h der Statuten, de gelden die de leden bij hunne uittreding betaalden..................„

--„

Blijft .... ƒ 14790,61’ en voorts dit bedrag, overeenkomstig art. 40 der Statuten, in het reservefonds te storten, dat daardoor zal stijgen tot ƒ 121 259,26.

De Balans op 31 December 1915 der Coöperatieve Centrale te Eindhoven luidde :

le.


Balansrekening op


31 December 1315.


Actieven.

Passieven,

Aandeelhouders — voor nog te storten — . ƒ 1 04.2 200,—

Kassa..............„ nbsp;nbsp;121 972,146

Vreemd geld............ nbsp;R 431,12

Coupons en losbare stukken...... nbsp;36 458,85

Effectenfonds............„3 d98 254.50

Beurskoersdaling 1015. Effectenfonds . . . „ nbsp;nbsp;201 845,77

Hypotheken............ nbsp;807 800,25

Gebouwen.............„ nbsp;nbsp;nbsp;70 686,21

Meubilair............. nbsp;6 000,—

Prolongatiën u/g..........„ 2 108 026,—

Leeningen met onderpand....... nbsp;864 270,38

Gemeenten, Polders en Provinciën . . , . „ 1 663 260,—

Diverse Debiteuren.......... nbsp;662 612,00

Boerenleenbanken.......... nbsp;762 150,25

Kassiers.............. nbsp;966 306,60

Wissels.............. nbsp;150 189,16

Effecten-Leendepót.......... nbsp;280 910,—

Bewaarneming van titels . . / 628 900,—

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ vreemd geld „ nbsp;nbsp;6 818,60

Renterekening, voor loopende rente nbsp;nbsp;. nbsp;. nbsp;. nbsp;,, nbsp;nbsp;nbsp;70 420,68

Onkosten — nog te ontvangen — . nbsp;. nbsp;. nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 062,07

ƒ 14 398 586,766

Kapitaal.............,/ 1 168 000,—

Boerenleenbanken........... 12 423 620,12

Diverse Crediteuren......... nbsp;300 493,54

Nederlandsche Bank.........„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;373,67

Diverse Deposanten Effecten-Leendepót , . „ nbsp;nbsp;280 940,—

Bewaargevers van titels ... ƒ 628 900—

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ vreemd geld „ nbsp;nbsp;8 618,60

Marken — deposanten........ nbsp;100 749,80

Reserve gebouwen........... 11600,—

„ effecten — koersverschillen nbsp;nbsp;. nbsp;. nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;120 283,716

Renterekening voor loopende rente . nbsp;. nbsp;. nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 502,81

Onkosten — nog te betalen —.....„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;033,32


De Winst- en Verliesrekening over 1915 luidde:

Winst- en Verliesrekening 1915.

Verliezen.


Bijdrage pensioenfonds......../ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 227,80

Safehuur............. nbsp;40,—

Onkostenrekening — voor het saldo — . . „ nbsp;nbsp;nbsp;21 506,22

Reserve gebouwen.....f 1 600,—

Afschrijving meubilair . . . „ nbsp;nbsp;nbsp;637,25

Reserve effecten — koersverschillen —.......„ 70 042,416

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;82 070,666


Safehuur..............

Boete Algemeene Vergaderingen.....

Provisierekening...........

Renterekening — voor het saldo — nbsp;. . .



Winsten.


ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;80,—

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;110.—

„ nbsp;nbsp;nbsp;10 676,96

„ nbsp;nbsp;nbsp;03 087,816


ƒ 104 853,77’

/ 104 853,77’

-ocr page 21-

19

De winst is als volgt verdeeld...................ƒ 82 079,66’

waardoor deze rekening blijft staan op ƒ 5 000,—

waardoor deze rekening stijgt tot f 11 600,—--„ nbsp;nbsp;2137,25

te boeken op rekening „Reserve Koersverschillen”, waardoor deze rekening stijgt tot

ƒ 120 283,71'.

De Balans op 31 December 1915 der Coöperatieve Centrale Christelijke Boerenleenbank te Alkmaar luidde:

Balansrekening op 31 December 1915.

Actie ven.

Kassa...............ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;5 5-27,03 6

Rente effecten t/o...........„ nbsp;nbsp;nbsp;10 587,43

Debiteuren.............„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3 829,89

Noorder-Bank Alkmaar.........,, nbsp;nbsp;13 000,—

De Lange en de Moraaz, Alkmaar . . . . „ nbsp;nbsp;nbsp;80 000,—

Prolongatie u/g...........„ nbsp;nbsp;nbsp;73 000,—

„ nbsp;132100,—

„ nbsp;nbsp;nbsp;6

Belegging met effectenonderpand .... nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;9 000,—

„ nbsp;nbsp;nbsp;3

Belegging Ned. Schatkist........ nbsp;199

Veeverzekering............„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2 188,33

Aangesloten Banken Voorschotten.....„ nbsp;nbsp;nbsp;84 935,18

Kfïeeten..............„ nbsp;nbsp;416 539,64

Hypotheken............. nbsp;10

Meubilair.............. nbsp;179,15

Aangesloten banken nog te storten . . . . „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4 900,—

Verlies 1913 en 1914 .... ƒ 18769,23’

Aandeel verl. 1 uitg. Bank . . „ nbsp;nbsp;nbsp;507,27'

--------------- „ nbsp;nbsp;nbsp;18 261,96

Verlies 1915.............„ nbsp;nbsp;nbsp;66 886,89'

/ 1 129 577,51

Passieven,

Crediteuren.............ƒ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;879,17

Brandverzekering...........„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3 186,68

„De Boerenbondquot;...........„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;677.23

Aangesloten Banken Depots.......„ nbsp;nbsp;972 292,43

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ Termijn......... 1543,—

Storting vereenigingen.........,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;100,—

Aandeelenkapitaal........... nbsp;86 000,—

Waarborgfonds............. 105 000,—


De Winst- en Verliesrekening over 1915 luidde:

19.

Winst- en Verliesrekening over 1915.

Verliezen.

Salarissen............../ nbsp;nbsp;nbsp;1727,50

Presentiegelden............ nbsp;392,86

Inspectie.............. nbsp;162,15

Onkosten.............. nbsp;616,94

Afschrijving op effecten........ nbsp;60 509,80

W insten.

Rente...............f nbsp;nbsp;nbsp;5 483,19'

Provisie............... 329,68

Transportassurantie.......... nbsp;124,07

Uittreding Banken.......... nbsp;25,—

Rijkssubsidie............. 330;

Verlies 1916............. 56 886,89’


ƒ 68 298,74

ƒ 63 298,74

-ocr page 22-

20

Voor wat het bedrijf der Centraal banken aangaat, ontleenen we aan haar verslagen over 1915, dat bij die te Utrecht aan het einde van het jaar f 22 947 367,68 in deposito was en ƒ 874 476,76’ aan voorschotten uitstond.

Gedurende het geheele boekjaar konden alle voorschotten worden verstrekt uit de deposito’s zoodat geen promessen behoefden te worden verdisconteerd.

De waarde der onderpanden voor de belegde gelden overtrof steeds, het uitgezette bedrag met meer dan het verplichte surplus ad 10 pCt.

Het bepaalde maximum, hetwelk aan een lid tot wederopzeggings toe werd verleend, bleef gehandhaafd op / 50 000,— en werd, indien daarvoor termen aanwezig waren, overeenkomstig het Huishoudelijk Reglement, verhoogd tot een maximum van ƒ 70 (gt;00,—, over een bepaald tijdsverloop of tot een bepaalden datum en steeds tot wederopzeggings toe. Waar zulks noodig bleek, werden deze credieten opnieuw vastgesteid.

Met machtiging van de individueele leden van den Raad van Toezicht bleef aan een lid een crediet van f 100 000,— en aan een ander lid een crediet van ƒ 500 000,— en werd bovendien aan het laatste lid een extra crediet van f 500 000,— toegekend, vanaf 1 Juli tot 1 November.

De rente in Rekening-Courant bedroeg:

*

a. van 1 Januari—30 Juni 4 pCt. ’sjaars, van 1 Juli—31 December 3,25 pCt. ’sjaars, door de Centrale Bank te vergoeden voor alle stortingen van — en te berekenen voor alle betalingen aan de locale banken, zoolang deze van de Centrale Bank te vorderen hadden;

5. van 1 Januari—30 Juni 5 pCt. ’sjaars, van 1 Juli—31 December 4,25 pCt ’sjaars, door de Centrale Bank te berekenen voor alle betalingen aan — en te vergoeden voor alle stortingen door locale banken, zoolang deze bij de Centrale Bank in voorschot waren.

Provisie, porti, assurantie-kosten of eenig percentage van de door de locale Banken gemaakte winsten, werden niet in rekening gebracht.

De Coöperatieve Centrale te Eindhoven zag het aantal locale banken, dat zich bij haar aangesloten heeft, met 8 toenemen, dientengevolge bedroeg dit aantal aan het einde van 1915, 386.

Het kapitaal der bank bedroeg einde 1914..............ƒ nbsp;756 000,—

378 Boerenleenbanken met elk 2 aandeelen à ƒ 1000.—. Ingevolge de gewijzigde

Statuten moesten deze Boerenleenbanken elk nog 1 aandeel van ƒ 1000,— bijnemen „ 378 000,— In den loop van 1915 traden 8 Boerenleenbanken met elk 3 aandeelen à

ƒ 1000,— toe...........................„ nbsp;nbsp;24 000,—

Zoodat het totaal aandeelen-kapitaal per einde 1915 bedroeg.......f 1 158 000,—

Op de 386 aandeelen à f 3000,— is gestort 10 pCt. of..........,, nbsp;115 800,—

Zoodat nog te storten blijft....................ƒ 1 042 200,—

In 1915 werd voor deposito’s een rente vergoed van pCt. en voor voorschotten eene rente berekend van 4'/, pCt.

Bij de Coöperatieve Centrale Christelijke Boerenleenbank te Alkmaar was op 31 December 1915 ƒ 972 292,43 in deposito, terwijl ƒ 84 935,18 aan voorschotten uitstond.

Het maximum crediet van ƒ 50 000,— bleef even als vorige jaren gehandhaafd.

De rente voor deposito’s gedeponeerd voor onbepaalden tijd, was dit dienstjaar aan

-ocr page 23-

21

schommelingen onderhevig, t.w.: van 1 Januari—1 Februari S'/j pCt., van 1 Februari—30 Juni 4 pCt., van 1 Juli—1 September 3^/2 pCt. en van 1 September—31 December 2’/* pCt.

De rente van voorschotten aan de Banken was dit dienstjaar eveneens aan verandering onderhevig nl.: van 1 Januari—30 Juni 5'/j pCt., van 1 Juli—1 October 5 pCt. en van 1 October—31 December 4,25 pCt.

Voor Kapitalen op langen termijn gedeponeerd, werd bo pOt. meer rente vergoed, dan voor deposito’s voor onbepaalden tijd.

De bank genoot een rijkssubsidie van J 500,—.

Voor den jaargang 1915 zijn gegevens ontvangen van 953 Boerenleenbanken, terwijl dit aantal voor den vorigen jaargang 926 was.

Van de Boerenleenbank te Vledder, die vorig jaar geen gegevens inzond, zijn ze dit jaar wel ingekomen.

De nieuw opgerichte Boerenleenbank te Raamsdonk, die dit jaar voor het eerst in het Algemeen Register voorkwam, kon wegens den korten duur van haar bestaan geen opgaven verstrekken.

Voorts hebben 26 in den loop van 1915 opgerichte Boerenleenbanken opgaven ingezonden; n.1. de banken te :

Dinteloord, Blrp, Helvoirt, St. Antonis (Gemeente Oploo), Ermelo, Ophemert, Leeuwen-Beneden (gern. Wamel), Zalt-Bommel, Rotterdam, Purmerland (gern. Ilpendam), Bunnik, Renswoude, Ooster-bierum (gern. Barradeel) Murmerwoude (gem. Dantumadeel), Marrum (gern. Ferwerderadeel), Nijega-Opeinde (gern. Smallingerland), Scharnegoutum (gem. Wijmbritseradeel), Diepenveen, Kampen, Ommen (Stad), Raalte, Eenrum, Ten-Post (gem. Ten Boer), Nieuw-Amsterdam (gem. Emmen), Gasselte, Geleen.

Ook voor de Boerenleenbanken volgt hier een overzicht, dat een vergelijking toelaat tusschen de werkzaamheid dezer banken in 1914 en die in 1915; evenals bij de Spaarbanken zijn, ter bevordering van eene juiste vergelijking, alle instellingen buiten rekening gelaten, die niet in beide jaren opgaven verstrekt hebben, voor zoover opheffing of oprichting niet de oorzaak daarvan was.

De .Inleggersrekening vertoont voor :

20.

Aantal en bedrag der inlagen en uitbetalingen.

1914.

1915.

Toe-, reap, afneming sedert 1914 in percenten.

926 banken.

9B3 banken.

Aantal inlagen gedurende het boekjaar.................

122 279

150 987

23,48

,, terugbetalingen gedurende het boekjaar..............

80 141

72 734

— 9,24

„ boekjes op het einde van het boekjaar in omloop...........

126 630

14.5 678

15,04

Bedrag van het tegoed der inleggers aan het begin van het boekjaar.....

ƒ52 182 693

l)/60 600156

8,47

„ der inlagen gedurende het boekjaar (zonder rente)..........

34 954 457

56 561 988

61,82

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ aan inleggers toegekende rente...............

1 717 044

3 106 Ö99

22,69

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ uitbetalingen (uitbetaalde rente inbegrepen)...........

32 255 037

33 616 557

4,22

„ van het tegoed der inleggers, rente inbegrepen, op het einde van het boekjaar.

1) 56 599 157

81 652 185

44,26

1) Het verschil tusschen deze beide bedragen vindt zijn oorsprong in fouten, die, in vorige opgaven van de Boerenleenbanken, ontvangen, voorkwamen en, hoewel verbetering voor den betreffenden jaargang, ondanks met de besturen der instellingen gevoerde correspondentie, onmogelijk bleek, thans hersteld zijn.

-ocr page 24-

22


Uit de Voorschottenrekening blijkt:

21.

1914.

1916.

Toe-, reep, afneming

Aantal en bedrag der voorschotten en terugbetalingen.

sedert 1914 in

92ß banken.

952 banken.

percenten.

Aantal voorschotten nog loopend aan het begin van het boekjaar.......

35 731

37 023

3,82

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verleend gedurende het boekjaar............

12 081

10 363

— 14,12

1, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,5 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;afgelost nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,5 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;............

9 258

10 646

14,99

,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nog loopend op het einde van het boekjaar........

44133

43 394

— 1,67

Bedrag der voorschotten nog loopend aan het begin van het boekjaar.....

ƒ31 381 244

1) ƒ 33 096 526

6,47

,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verleend gedurende het boekjaar..........

12 021729

11 827 397

— 1,62

,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;afgelost door leeners gedurende het boekjaar.....

10 264 731

11 643 436

13,43

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,• nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ borgen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.....

11 189

27 716

148,14

afgeschreven wegens oninbaarheid gedurende het boekjaar.

162

220

35,80

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nog loopend op het einde van het boekjaar......

l) 33 126 913

33 252 563

0,38

De beide volgende staatjes geven een overzicht van de Actieven en Passieven der Boerenleenbanken in de jaren 1914 en 1915 zoowel de percentsgewijze samenstelling als de betrekkelijke toe-of afneming van elk der samenstellende deelen.

23.

ACTIEVEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, resp. afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1915.

1914.

1915.

910 instellingen.

936 instellingen.

Effecten ..................

ƒ 2 085 995

ƒ 2 493 709

3,24

2,80

19,65

Kantoormeubelen e. a. roerende goederen......

132 060

190 780

0,21

0,21

44,46

Onroerende eigendommen............

276 462

221087

0,43

0,26

— 20,03

Hypotheken.................

234 805

348 667

0,36

0,39

48,49

Voorschotten tegen onderpand van effecten.....

22 827

31 816

0,04

0,04-

39,38

Andere voorschotten..............

32 610 491

32 782 386

50,69

36,76

0,63

( de leden.....

10 848 448

12991 176

16,86

14,67

19,75

Gelden in loopende rekening met j Centrale Bank .

14 716 262

35 133 945

22,88

39,39

138,74

Andere deposito’s, uitstaande renten, provisiën, enz. . .

270 366

520 130

0,42

0,58

92,38

G-eldeo in kas {coupons inbegrepen)........

3 106 622

4 416 066

4,83

4,96

42,12

Tekort (verlies) ................

24158

66 132

0,04

0,06

128,21

Totaal.....

ƒ64 328 496

ƒ89 183 873

100,—

100,—

38,64

PASSIEVEN.

Tegoed der inleggers op het einde van het boekjaar . .

ƒ66 686 987

ƒ80 231 928

86,41

89,98

44,34

Bedrag der reserve (fonds)............

1 343 664

1 601 861

2,09

1,68

11,78

Kapitaal verschuldigd in 1 met de leden......

2 992 350

6 729 749

4,66

8,43

91,48

loopende rekening nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;) met de Centrale Bank . .

4 334 660

1 626 298

6,74

1,82

— 62,48

Kapitaal opgenomen bij de Centrale Bank......

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ derden..........

Overige crediteuren..............

72 046

94 047

0,11

0,11

30,54

Totaal.....

ƒ64 328 496

ƒ 89 183 873

100,—

100,—

38,64

1) Zie noot i) op bladz. 21.

-ocr page 25-

23

Omtrent de wijze van belegging der gelden, zijn de gegevens van de Boerenleenbanken niet zoo ruim als van de gewone Spaarbanken, wat vermoedelijk verband houdt met de omstandigheid, dat de boekhouding der Boerenleenbanken zoo eenvoudig mogelijk aangelegd is en bij vele dier instellingen in de balans nog geen onderscheiding is gemaakt naar de verschillende groepen van efiecten, waarin de waarden belegd zijn. Toch zijn de ontvangen inlichtingen reeds belangrijk genoeg, om ze hier te vermelden en tevens ruim genoeg om reeds vergelijkingen te trekken tusschen de beide jaren 1914 en 1915. Uit het hiervolgend overzicht blijkt, voor zoover de ingekomen formulieren hieromtrent inlichtingen gaven, hoe de gelden der Boerenleenbanken door deze belegd waren, welk aandeel elk der groepen van belegging in het geheel had en de toe-, resp. afneming van een en ander van 1914 op 1915.

24:.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect.

Aard der beleggingen.

1914.

1915.

afneming sedert 1914

---- — . -------

1914.

1915.

908 instellingen.

934lt; instellingen.

in percenten.

Staatsschuld ten laste van Nederland.....

/ -

ƒ nbsp;nbsp;nbsp;51 147

0,06

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, nbsp;„ nbsp;nbsp;„ andere landen ....

9 878

5 934

0,02

0,01

— 38,69

Schuldbrieven ten laste van 1 in Nederland . . .

850 832

801 664

1,40

0,95

— 6.78

publiekrechtelijke lichamen ) „ andere landen. .

4 030

0,01

Aandeelen :

binnenlandsche............

271 961

392 023

0,45

0,47

44,15

buitenlandsche............

6 921

6 140

0,01

0,01

3,70

Obligatiën en pandbrieven :

binnenlandsche............

689 944

883 047

1,13

1,06

27,99

buitenlandsche............

54 773

71767

0,09

0,08

31,03

Hypotheken...............

234 805

348 667

0,39

0,41

48,49

Prolougatiën...............

22 827

31 816

0,04

0,04

39,38

Belegging van anderen aard.........

58 337 912

81 297 953

96,02

96,65

39,36

Onroerende goederen...........

276 462

221 087

0,45

0,26

— 20,03

Totaal......

ƒ 60 765 115

f 84 115 26.5

100.—

100,-

38,46

Wat de gekweekte rente betreft, bleek het bij de eenvoudige wijze van boekhouding, door de Boerenleenbanken gevoerd, niet doenlijk deze naar dezelfde groepen, ook voor efiecten, te verdoelen ; voor de hoofdgroepen van beleggingswijzen geeft tabel 25 intusschen een overzicht;

2S.

Bedrag der renten gekweekt uit:

In totaal.

In percenten.

Toeneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1915.

1914.

1915.

910 instellingen.

936

instellingen.

Effecten................

/ nbsp;nbsp;61053

f

76 068

2,45

2,62

24,69

Hypotheken...............

8 237

11 894

0,33

0,41

44,40

Prolongatie...............

759

0,03

Voorschotten..............

1 522 262

1 613 472

60,89

55,63

5,99

Anderen hoofde.............

904 492

1 200 592

36,18

41,32

32,74

Huren van onroerende goederen.......

3 053

3 401

0,12

0,12

11,40

Totaal......

ƒ 2 499 856

/

2 906 427

100,—

100,—

16,22

-ocr page 26-

24

Voor de Winst- en Verliesrekening zijn voor 1915 van 938 banken gegevens ingekomen, tegen 916 in 1914. Uit den Verzamelstaat blijkt, dat de baten en lasten bij de voor de vergelijking tusschen beide jaren in aanmerking komende Boerenleenbanken en haar procentische samenstellingen zijn geweest als in de beide hiervolgende tabellen 26 en 27 aangetoond wordt:

26.

BATEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914lt; in percenten.

1914.

1916.

1914.

1916.

910 instellingen.

936 instellingen.

Renten van effecten, hypotheken, enz........

ƒ 2 496 804

/ 2 902 026 ■

93.41

94.30

16.23

Huren van onroerende goederen..........

3 053

3 401

0,12

0,11

11,40

Waardevermeerdering van effecten bij verkoop of balans.

3 440

^02

0,13

0,01

— 94.13

Baten uit anderen hoofde............

169 618

171 781

6,34

6,58

1,83

Totaal der baten......

ƒ 2 672 816

f 3 077 409

100.—

100.-

16,14

S’Yquot; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;LASTEN,

Bedrag der aan spaarders toegekende rente.....

ƒ 1697 810

f 2 103 789

70,28

71,53

23.91

Renten van opgenomen kapitalen.........

331489

299 571

13,72

10,18

— 9,63

Administratiekosten..............

187 939

212 988

7,78

7,24

13,32

Waardevermindering van effecten bij verkoop of balans .

12 06.3

76 599

0,60

2,80

58I,99

Bedrag van het verlies op voorschotten wegens oninbaar-heid afgeschreven..............

182

221

0,01

0,01

86,42

Overige lasten................

186 327

248 143

7,71

8,44

33,18

Totaal der lasten......

f 2 416 790

f 2 941 291

100,-

100.—

21,75

Hoe de aantallen spaarboekjes, bij de Boerenleenbanken in omloop, aan het einde van het jaar, naar de grootte van het bedrag verdeeld waren, blijkt uit de volgende tabel, welke tevens doet zien de percentsgewijze verdeeling dier boekjes naar de grootte van het tegoed en de toeneming der aantallen boekjes, in percenten, in elke groep sedert 1914.

28.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

Boekjes met

een tegoed;

1914.

1915.

1914.

1916.

869 instellingen.

895 instellingen.

van beneden

f 10,-......

18 980

18 356

18,53

16,81

— 8,03

van f nbsp;nbsp;10,— tot beneden

„ nbsp;100-......

28 384

30 124

27,79

26,96

6,13

1* nbsp;nbsp;nbsp;100, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,5 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,

„ 1000,—......

40 869

47 010

39,52

40,50

16,45

„ „ 1 000,— en hooger .

...........

14 468

20 590

14,18

17,74

42,31

Totaal......

102 161

116 080

100,—

100,—

13,64

-ocr page 27-

25

Ten slotte geeft tabel 29 een overzicht van de aantallen der verleende voorschotten, de verdeeling dezer in percenten naar de grootte van het bedrag en de afneming sedert 1914.

29.

In totaal.

In percenten

Toeneming sedert 19 Ilin percenten.

1914.

1915.

926 ingtellingen.

962 instellingen.

Aantal

leden op het einde van het boekjaar

90 292

97 0«»

7.47

Afneming

Voorsehoiten verleend:

875 instellingen.

901 instellingen.

1914.

1916.

sedert 1914-

in percenten.

Beneden ƒ 50,— . . .

382

363

3,40

3,64

— 4,97

van f

50,— tot beneden nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;100,— . . .

811

749

7,19

7,51

— 7,64

ion,- „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ 200,— . . .

1 900

1 656

13,86

15,60

— 18,11

200,— „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ 300,— . . .

1 514

1 415

13,42

14,19

— 6,54

300,— „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ 500,— . . .

1 766

1 652

15,65

16,66

— 12,07

500,— „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ 1000,— . . .

2 052

1 758

18,20

17,62

- 14.33

1000,— en hooger........

2 852

2 582

25,29

26,88

— 9,47

Totaal.....

11 276

9 976

100,—

100,—

— 11,64

III. S 1= .A. A K K: A. S S E IST.

Voor den jaargang 1915 zijn van 23 Spaarkassen gegevens ontvangen, tegen 27 in 1914.

Niet ingekomen zijn de opgaven van de navolgende 4 Spaarkassen, die in 1914 wel meewerkten :

Spaarkas „St. Antonius van Padua”, onderafdeeling van den Nederlandschen R.-K. Volksbond, afdeeling ’s-Gravenhage te 's-Gravenhage;

Spaarkas, onder patronaat van den „H. Antonius van Padua” onderafdeeling van den Nederlandschen R.-K. Volksbond, afdeeling Gouda te Gouda;

Vereeniging „de Spaarkas” te Franeker;

Spaarkas onder patronaat van St. Josef te Venraij.

Van de 2 hieronder genoemde Spaarkassen, die dit jaar voor het eerst in het Algemeen Register voorkomen, zijn geen opgaven ingekomen ;

Spaarkas v. d. Ond. Bijstand te Dinther;

Spaarkas „St. Antonius van Padua” te Purmerend.

30.

Deelnemers en deelnemingen.

1914.

1916.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

23 instellingen.

23 instellingen.

Aantal deelnemers gedurende het boekjaar.............

2 775

3 043

9,66

„ stortingen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;.............

38 057

36 576

— 8,52

Bedrag van het tegoed der inleggers aan het einde van het vorig boekjaar.

/ 388 367

ƒ 370 196

— 4,68

„ der inlagen......................

148 692

177 649

19,47

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ rente en premiën..................

13 477

14 334

6,36

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ uitbetalingen (in geld)................

176 813

129 767

— 26,61

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(in natura)...............

3 528

1 990

— 43,59

„ van het tegoed der inleggers aan het einde van het boekjaar . . .

370 195

430 432

16,27

-ocr page 28-

26

De staatjes 31 en 32 geven een overzicht van de Winst- en Verliesrekening betreffende de jaren 1914 en 1915. In 1915 werden voor deze rekening door 19 instellingen gegevens ingezonden, tegen 21 in 1914.

31.

BATE N.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1916.

1914.

1915.

18 instellingen.

18 instellingen.

Rente van belegde gelden..........

/ 14 382

ƒ 14611

84,38

77,50

0,90

Giften en bijdragen van anderen.......

722

661

4,24

3,63

— 8,45

Inkomsten uit bezittingen..........

1 742

1 793

10,22

9.58

2,93

Andere baten...............

2G2

1 768

1,18

9,39

770,30

Totaal......

/ 17 048

ƒ 18 793

100,—

100,—

9,83

32.

LASTEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1916.

18 instellingen.

1914.

1916.

18 instellingen

Bedrag der aan inleggers toegekende rente en premie

ƒ 11 540

ƒ 12 493

69,08

77,86

8,26

Administratiekosten............

1 980

2 154

11,85

13,42

8,79

Andere Insten...............

3 185

1 400

19,07

8,73

— 56,04

Totaal......

J 16 705

ƒ 16 047

100,—

100,—

— 3,94

I - V- HTJLPBANKE IST.

Voor den jaargang 1915 zijn van 77 instellingen gegevens ingekomen, tegen 82 in 1914.

Van de volgende 6 Hulpbanken, die vorig jaar opgaven hadden ingezonden, zijn voor 1915 geen gegevens ingekomen :

Coöp. Middenstands-Credietbank voor Gouda e. o. te Gouda;

Zaanlandsche Spaar- en Voorschotbank te Krommenie ;

Coöp. Spaar- en Voorschotbank „Boaz” voor Zwolle e. o. te Zwolle;

Hulpbank te Zwolle;

Hulpbank van het Departement Groningen der Maatschappij tot Nut van het Algemeen te Groningen ;

Fonds tegen den Woeker te Groningen.

De Coöp. Spaar- en Voorschotbank „Boaz” te Vlissingen, die vorig jaar voor het eerst in het Algemeen Register voorkwam, heeft dit jaar opgaven ingezonden.

Van de 5 hieronder genoemde Hulpbanken, die dit jaar voor het eerst in het Algemeen Register voorkomen, zijn geen opgaven ingekomen ;

Voorschotbank, verbonden aan de R.-K. Spaarkas van den R.-K. Volksbond te Breda;

Hanzebank (Credietbank) te St. Geertruidenberg ;

Credietbank de Hanzebank te Oosterhout;

Spaar- en Voorschotbank „Boaz” te ’s-Gravenhage;

Spaar- en Voorschotbank der „Eerste Nederlandsche” te ’s-Gravenhage.

-ocr page 29-

27

Het volgende staatje geeft een overzicht van de aantallen voorschotten:

^3^3- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Aantal voorschotten.

1911.

1915.

Afneming sedert 1914 in percenten.

76 instellingen.

76 instellingen.

Gevraagd '................

9 595

8 141

— 15,15

Geweigerd................

1 129

780

— 30,91

Verleend................

8 466

7 361

— 13,05

In den aanvang van het jaar nog loopend ....

12 74.8

1) 11666

— 8,45

Gedurende het jaar geheel afgelost of afgeschreven.

9 587

8 090

— 15,61

Op het einde van het jaar nog loopend.....

Ij 11 622

10 937

— 5,89

Tabel 34 geeft een overzicht van de bedragen der voorschotten, alle berekend zonder rente.

Bedrag der Voorschotten.

1914.

1915.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

76 instellingen.

77 instellingen.

In het begin van het jaar nog loopend ....

ƒ 3 158 510

1) ƒ 2 938 424

— 6,91

Gedurende het jaar verleend........

2 018 358

1 688 598

— 17,56

Door leeners terugbetaald.........

2 230 782

1 809 929

— 18,87

„ borgen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;..........

31 287

31 901

1,96

Afgeschreven wegens oninbaarheid.......

4 328

1 086

— 74,91

Op het einde van het jaar nog verschuldigd . . .

1) 2 938 471

2 784105

— 5,25

Door het volgende staatje wordt aangeduid, hoeveel van het op voorschotten afgeschreven bedrag per J’ 1 000,— door leeners en borgen is terugbetaald en hoeveel als oninbaar op de voorschotten afgeschreven is, met de verhoudingsgetallen dier bedragen in de beide jaren.

35.

1914.

1915.

Toe , respect, afneming sedert 1914 in percenten

Door leeners is terugbetaald.........

ƒ 984.29

ƒ 982,10

— 0.22

„ borgen „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.........

13.90

17,81

24,53

Wegens oninbaarheid is afgeschreven......

1,81

0,59

— 67,40

Niet door alle Hulpbanken zijn voor de Kapitaalrekening en die van Winsten Verlies gegegens verstrekt: in 1914 resp. door 63 en 58, in 1915 resp. door 58 en 56 instellingen.

De beide volgende staatjes geven een blik op de Actieven en Passieven der Hulpbanken op het einde van het jaar.

36.

ACTIEVEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1915.

1914.

1916.

56 instellingen.

57 instellingen.

Door deelnemers verschuldigd (zonder rente) . . .

ƒ 2 522 544

ƒ 2 369 488

78,67

75,16

— 6,07

Onroerende eigendommen..........

71 348

80 365

2.23

2,65

12,64

Gelden in kas..............

112 984

118 289

8,52

3,75

4,70

Effecten en andere waarden.........

350 000

374 049

10,91

11,86

6,87

Overige debiteuren.............

149 832

210 476

4,67

6,68

40,47

Totaal......

ƒ 3 208 706

ƒ 3 152 666

100,—

100,—

— 1,69

1) Het verschil tusschen deze beide getallen vindt zijn oorsprong in fouten, die in vorige opgaven van de Hulpbanken ontvangen. voorkwamen en, hoewel verbetering voor den betreffenden jaargang, ondanks met de besturen der instellingen gevoerde correspondentie, Ónmogelijk bleek, thans hersteld zijn.

-ocr page 30-

28

37.

PASSIE VEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1915.

1914.

1915.

Aan aandeelhouders verschuldigd.......

ƒ 1 333 723

f 1 328 020

41,59

42,14

— 0,38

Eigen kapitaal of rejerve..........

363 040

401 010

11,34

12,72

10,28

Kapitaal bij derden opgenomen.......

1 330 780

1 224 807

41,60

38,85

— 7,96

Overige crediteuren............

178 557

198 223

6,57

6,29

11,01

Totaal......

ƒ 3 206 700

f 3 152 006

100,—

100,—

— 1,09

Tabellen 38 en 39 geven een overzicht van de Baten en Lasten, volgens de Winst- en Verliesrekening.

38.

BATEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1915.

1914.

1915.

52 instellingen.

58 instellingen.

Renten van voorschotten.......... Boeten................. Inkomsten van bezittingen......... Giften en bijdragen............ Baten uit anderen hoofde..........

Totaal......

f 147 818

474

15 808

6 142

2 706

ƒ 130 450 335 14215 3905 3 992

85,94 0,27 9.23

2,99 1,57

85,87

0,21

8,95

2,40

2,61

— 7,09 — 29,32 — 10,42 — 24,00

47,58

ƒ 172 007

ƒ 158 897

100,—

100,—

— 7,62

39.

LASTEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1915.

1914.

1915.

Renten van opgenomen kapitaal .......

f 87 330

ƒ 79 40.5

66,06

60,68

— 9,07

Restitutie van rente en premie........

1 832

1 040

1,39

1,26

— 10,48

Administratiekosten............

32 374

33 308

24,49

25,41

2,89

Afschrijving wegens oninbaarheid.......

2 701

928

2,09

0,71

— 66,39

Andere lasten..............

7 889

1.5 787

5,97

12,05

100,11

Totaal......

f 132 180

ƒ 131068

100,—

100,—

— 0,86

Voorts blijken uit de Kapitaal- en de Winst- en Verliesrekening de volgende Passieveii:

40.

PASSIE VEN.

1914.

1916.

Toe-, resp. afneming sedert 1914 in percenten.

Kapitaal aan de banken toebehoorend.....

ƒ 303 040

ƒ 401010

10,28

Bedrag der winst.............

39 921

27 829

— 30,29

Waarvan uitgekeerd of nog uit te keeren aan aandeelhouders ..............

15 158

16 732

10,88

Netto bedrag der winst..........

24 703

11 097

— 56,19

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;„ in percenten......

6,SI _

2,77

— 59.82

-ocr page 31-

29

De in 1914 en 1915 verleende voorschotten waren naar de grootte der bedragen als volgt verdeeld :

In totaal.

In percenten.

Afneming sedert 1914 in percenten.

Voorschotten in bedragen.

1914-.

1916.

1914.

1915.

63 instellingen.

64 instellingen.

Beneden ƒ 26,—.............

520

488

6,76

7,16

— 7,75

Van f

35,— tot beneden f 100,—.....

3015

2 433

38,52

35,70

— 19,30

S«| nbsp;nbsp;nbsp;11

100,— „ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;„ 200,—.....

1 803

1 700

23,04

24,95

— 5,71

200,— „ nbsp;nbsp;nbsp;,. nbsp;nbsp;„ «00,—.....

928

880

11,86

12,91

— 5,17

11 nbsp;nbsp;11

300.- „ . nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;„ 500,-.....

768

642

9,81

9,42

— 16.41

600,— „ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;„ 1000 —.....

431

368

6,51

6,40

— 14,62

11 nbsp;nbsp;11

1000,— en hooger..........

362

304

4,50

4,46

— 13,64

Totaal.......

7 826

6 815

100,—

100,—

— 12,92

■V*. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;X.B E 1gt;TZZNquot;O-.

Voor den jaargang 1915 zijn, evenals voor den vorigen jaargang, van 17 instellingen gegevens ingekomen.

Dit onderdeel der Statistiek bepaalt zich overigens, wegens de onmogelijkheid om van de particuliere leenbanken de noodige gegevens te verkrijgen, evenals in vorige jaren, tot de gemeentelijke banken van leening, zoowel die in eigen beheer als de verpachte.

Het hier volgende staatje geeft een overzicht van de aantallen panden.

42.

Aantallen panden

1914.

1916.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

17 instellingen.

17 instellingen.

Aan het begin van het jaar nog aanwezig ....

428 110

416 919

— 2,81

Gedurende het jaar beleend.........

2 136 747

2 184 942

1.32

Binnen 8 dagen gelost...........

1054 901

1 128 428

6,97

Na längeren tijd.............

1 019 861

1 008 616

— 1,10

Verkocht ................

73 176

67 200

— 8,17

Aan het einde van het jaar nog aanwezig ....

416 919

377 818

- 9,43

Tabel 43 geeft een overzicht van de bedragen der Beleenersrekening.

43.

Bedragen der beleeningen.

1914

1916.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

17 instellingen.

17 instellingen.

Bij het begin van het jaar op de panden nog verschuldigd (zonder rente)

f 2 637 354

ƒ 2 647 988

0,42

Gedurende het jaar op de panden voorgeschoten..........

8 988 821

8 033 027

— 0,61

Bedrag der aflossingen (zonder rente)..............

8 676 001

8 838 628

1,87

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ voorschotten op gedurende het jaar verkochte panden . . .

802 186

277 002

— 8,33

Op het einde van het jaar nog op de panden verschuldigd (zonder rente)

2 547 988

2 366 386

— 7,13

-ocr page 32-

30

De beide volgende staatjes geven een overzicht van de Actieven en Passieven op het einde van het boekjaar, volgens de Kapitaalrekening, in totaal en in percenten.

44.

In totaal.

In per

centen.

Toe-, respect, afneming sedert 1914- in percenten.

ACTIEVEN.

1914.

1916.

1914.

1916

17 instellingen.

17 instellingen.

Bedrag van het aan het einde van het jaar op de panden nog verschuldigde.........

f 3 647^88

ƒ 2 366 386

70,76

69,20

— 7,13

Onroerende eigendommen..........

629 698

540 616

14,71

16,81

2,06

Gelden in kas..............

181 422

197 798

6,04

6,78

9.03

Efiècten en andere waarden.........

67 373

39 024

1,87

1,14

— 42,08

Overige debiteuren............

274 4Ü5

276 026

7,62

8,07

0,59

Totaal.....

/ 3 600 786

ƒ 3 419 747

100,—

100,—

— 5.03

45.

PASSIEVEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 191 in percenten.

1914.

1015.

1914.

1916.

Eigen kapitaal der banken.........

ƒ 1 351 641

ƒ 1 347 664

37,54

39,41

— 0,29

Kapitaal bij derden opgenomen........

2 014 278

1 826 635

56,94

53,41

— 9.32

3a1do der beschikbare overschotten......

31 149

40 363

0,87

1,18

29,55

Overige crediteuren............

203718

206 195

5,65

6,—

0,73

Totaal .....

f 3 600 786

f 3 419 747

100,—

100,—

— 6.03

Tabellen 46 en 47 geven een blik op de Baten en Lasten, volgens de Winst-en Verliesrekening.

4e.

BATE N.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 191 in percenten.

1914.

1916.

1914.

1915.

17 instellingen.

17 instellingen.

Renten van panden............

/ 360 078

f 350 578

68,27

68,38

0,14

Opgelden en terugbetaalde waarborgrechten . . .

21 724

21 469

,2

4,19

— 1,17

Aan de banken vervallen overschotten.....

19 710

17 690

3,84

3,43

— 10,76

Inkomsten van bezittingen.........

10 503

11 043

2,05

2,16

5,14

Terugontvangen van administratiekosten ....

16 881

18 80S

3,29

3,68

10,19

Andere baten..............

93 920

98 436

18,31

18,22

— 0,52

Totaal.....

f 512 816

f 512 718

100,—

100,—

— 0,02

-ocr page 33-

31

47.

LASTEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, resp afneming sedert 1914 in percenten.

191 .

1915.

1914.

1915.

Renten van kapitalen............

ƒ 102 082

ƒ 99135

18,19

16,91

— 2,90

Administratiekosten............

834 838

353 300

69,63

60,26

5,51

Betaalde waarborgrechten..........

2 909

3 436

0,52

0,59

18,12

Tekorten na verkoopingen..........

6 079

3 977

1,08

0,68

— 34,58

Vergoeding op verniiste of beschadigde panden . .

218

976

0,04

0,17

347,71

Andere lasten..............

116 315

126 435

20,64

21,39

8,78

Totaal......

ƒ 661 461

ƒ 686 259

100,—

100,—

4,42

Wat de Verkoopmgenrekening aangaat, zij hier opgemerkt, dat in dezen jaargang wederom evenals in den voorgaanden, sedert 1899, niet alleen opgenomen zijn de verknopingen van panden, wier opbrengst een tekort of een overschot lieten, maar ook de verkoopingen van panden, welker opbrengst het voorschot met rente en onkosten juist dekten en die dus nog een overschot, noch een tekort lieten.

Het hier volgende staatje geeft een overzicht van de verkoopingen :

48.

VERKOOPINGEN.

Panden welker verkoop een overschot lieten.

Panden welker verkoop een tekort lieten.

Panden welker verkoop noch een tekort, noch een overschot lieten.

1914.

1915.

♦3 s . «- © gt;» © *^ 0-0 0 m dl ©

« ©

a

é a .s o ® .

os

1914.

1916.

'S g

» s

s'S ©

1914.

1916.

9 © a © g ® U

fl a.2 ©

os

16 instellin-gen.

16 instellingen.

Bedrag der verleende voorschotten. . . .

ƒ 186 347

ƒ 208 363

11,81

ƒ36 896

ƒ 29 143

— 20,58

ƒ 66 334

ƒ40 349

— 39,17

Bedrag der verschuldigde rente.....

16 503

20 432

23,81

3 557

3 288

— 7,66

6 486

3 778

— 31,13

Betaalde waarborgrechten e. a. uitgaven bij den verkoop ..........

4Ü40

6 021

24,28

696

492

— 17,45

1 066

766

— 28,24

Ten bate der banken komende opgelden. .

12 143

8 000

— 60,69

1 769

1 161

— 34,56

4 161

2 380

— 42,80

Opbrengst van den verkoop......

247 409

297 709

20,33

32122

26 791

— 16,60

72 362

44 415

- 38,62

Door koopers betaalde opgelden en waarborgrechten ...........

14 826

9 676

— 86,41

2 121

1 601

— 29,23

4 683

2 859

— 38.95

Andere ontvangsten bij den verkoop . . .

152

16,5

8,65

2

Bedrag der beschikbare overschotten . . .

43 360

87 634

56,02

Bedrag der tekorten.........

8 38.5

5 781

— 30.89

-ocr page 34-

32

Tabel 49 geeft een overzicht van de bedragen, voorgeschoten op de panden, die in de jaren 1914 en 1915 verkocht werden, en van de opbrengst dier verkochte panden.

49.

Gedurende het jaar verkochte panden.

Bedrag der op de panden verleende voorschotten.

Opbrengst der panden.

1914.

1915.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

1914.

1915.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

Van welker opbrengst een deel voor de leeners beschikbaar bleef . . .

ƒ

186 817

f

208 863

11,81

f

247 409

/

297 709

20,33

Welker opbrengst niet voldoende is geweest om de schuld der leeners te delgen..........

36 696

29 143

— 20,58

32 122

26 791

— 16,60

Weiker opbrengst voldoende isgeweest om de schuld der leeners te delgen, doch geen beschikbaaroverschot liet.

66 334.

40 349

— 39,17

72 362

44 415

— 38,62

Totaal ....

/

289 377

f

277 86B

— 3,98

f

351893 .

f

368 916

4,84

Ten slotte geeft onderstaand tabelletje een overzicht van de Overschottenrekening.

60.

Overschottenrekening.

1914.

1916.

Toe-, respect, afneming sedert 1914 in percenten.

17 instellingen.

17 instellingen.

Saldo der beschikbare overscbo’ten aan het begin van het jaar.

ƒ 37 966

/ 31149

— 17,95

Bedrag der beschikbare overschotten na gedurende het jaar gehouden verknopingen...............

46 121

67 6.34

46,64

In den loop van het jaar uitbetaalde beschikbare overschotten .

33 227

40 839

22,91

lu den loop van het jaar bij de bank vervallen overschotten

19 710

17 690

— 10,78

Saldo der beschikbare overschotten aan het einde van het jaar .

31 149

40 863

29,55

-ocr page 35-

Publications du Bureau Central de Statistique des Pays-Bas.

(En vente chez Belinpantb Pbères, la Haye.)

Annuaire Statistique du Royaume des Pays-Bas : Le Royaume en Europe 1898, 1899 (épuisés), 1900—1912; par année.........fl 1,25

1913—1915; par année

1916................„ 2,50

Les Colonies 1897—1912; par année

1913, 1914 ; par année.........„ 0,90

1915

Bulletin semestriel comprenant des chiffres mensuels et autres renseignements périodiques, concernant les Pays-Bas et les Colonies. Nouvel] e série

Nos. 1-29 à..............„ 0,30

Id. Nos. 30—32 à............„ 0,35

Appendices au bulletin mensuel;

à N». 2. Natalité et mortalité enfantine selon le degré d’aisance dans la ville de Rotterdam.

à N». 4. Natalité et mortalité enfantine selon le degré d’aisance dans quelques villes et un nombre de communes rurales dans les Pays-Bas (communes rurales et résultats généraux).

Revue du Bureau Central de Statistique, l^« livraison avec supplément, comprenant un aperçu des grèves et lock-outs en 1901 (1902); 2meiivr.

(1903); par livr............. nbsp;0,25

3/4quot;'« livr. avec supplément, comprenant un aperçu des grèves et lock-outs en 1902(1903). „0,40

5quot;'« et 6quot;quot;« livr. (1903), 7ngt;«, 8™', 9™« et 10“« livr.

(1904), 11'quot;«, 12“« et 13“« livr. (1905), 14“«, 15“« et 16™« livr. (1906); par livr......„ 0,25

Supplément de la 7™« livr., comprenant un aperçu des grèves et lock-outs en 1903. . . „0,10

Supplément de la 8“« livr., comprenant une statistique du jugement des contraventions à la loi sur le travail et à la loi sur la sécurité des ouvriers en 1903 ..........„ 0,10

Revue mensuelle du Bureau Central de Statistique, année (1906) livr. 1—5; par livr. . . . „0,10 Supplément de la 2“« livr., comprenant le bulletin des salaires et de la durée du travail pendant le l«' semestre 1906.......„0,10

2“« année (1907) livr. 1—12; 3™« année (1908) livr. 1—12; 4“« année (1909) livr. 1—12 (avec suppl. de la 4quot;'« livr., comprenant un aperçu des salaires et des heures du travail des charpentiers); 5“« année (1910) livr. 1—12 (avec supplément de la 7“« livr., comprenant un aperçu des salaires et des heures du travail des maçons et aides-maçons); 6“« année (1911) livr. 1—12 (avec suppl. de la 7™« livr., comprenant un aperçu des salaires et des heures du travail des peintres, stucateurs et blanchisseurs dans le bâtiment); 7“« année (1912) livr. 1—12; 8“« année (1913) livr. 1 -12; 9“«année (1914) livr. 1—12; 10“« année (1916) livr. 1—12; il“« année (1916) livr. 1—12; 12“« année (1917) livr. 1—12; par livr...........„ 0,10

Supplément de la 9“« livr. (1907), 10“« livr. (1908), 10“« livr. (1909), 11“« livr. (1910), 12“« livr. (1911), 12“« livr. (1912), comprenant le bulletin des salaires et de la durée du travail resp. pendant les années 1906—1911; par livr . . „0,10 Supplément de la 1*« livr. (1915), comprenant

un aperçu des salaires minima des ouvriers

adultes et du maximum de la durée du travail dans les travaux publics mis en adjudication par les municipalités et par les gouvernements provinciaux.........../ZO, 10

Statistique mensuelle du Commerce des impor

tantes marchandises, par livraison . . . . „ 0,60

Par année.............. nbsp;7,20

Statistique des entrées ot des sorties des navires

de mer et de rivières dans l’année 1916 . . „ 0,75

DONNÉES DE LA STATISTIQUE DES PAYS-BAS. (Nouvelle Série.)

Aperçu sur la Hollande par M. d’Alphonse (Quelques chapitres de 1’)........fl 3,60

Histoire de la Statistique dans le Royaume des Pays-Bas (épuisée).........„ 2,50

Statistique de la population.

Résultats du huitième recensement général de la population du Royaume des Pays-Bas au 31 décembre 1899 (à l’exception du dénombrement professionnel ot de la Statistique des

habitations). Vol. 1—12; chaque volume . . „ 1,— Idem du neuvième recensement au 31 déc. 1909,

Vol. I—III; chaque volume.......„1,—

Appendice vol. I. Densité de la population des communes, des provinces et du Royaume et liste alphabétique des villages, hameaux, subdivisions des communes, etc., avec indication des communes et provinces auxquelles ils appartiennent .............„ 0,60

Appendice vol. II. Tables de mortalité déduites des données de la période 1900—1909, par

Dr. A. J. v. Pesch...........„ 0,75

Appendice vol. HI. Rapport en pourcents de la population totale des personnes appartenant aux cultes principaux pour chaque commune des Pays-Bas. (Avec 5 cartogrammes et un tableau grafique)............„1,60

Résultats du dénombrement des professions dans le Royaume des Pays-Bas, fait au 31 décembre 1899, Vol. 1—12; chaque volume.....„ 1,—

Idem, fait au 31 déc. 1909, Vol. I......„ 1,—

Vol. II, livr. 1, suite et 2, volume IH; par livr. „ 1,— Introduction des résultats du huitième recense

ment général de la population du Royaume des Pays-Bas au 31 déc. 1899 et du dénombrement des professions et des demeures habitées.

Livraison I. Résultats du dénombrement de la

population proprement dit........„ 1,—

Livraison IL Résultats du dénombrement des professions et des demeures habitées . . . „ 1,—

Introduction des résultats du neuvième recensement général de la population an 31 déc. 1909 et du dénombrement des professions et des habitations............„ 1,—

Statistique du mouvement de la population des Pays-Bas 1900—1912 (1904 épuisée); par année. „ 0,40 1913 — 1916; par année.........„0,50

1916................„ 1.75

Statistique de la mortalité d’après l’âge et les causes de décès 1901—1912; (1910 épuisée); par année................„ 0,75


-ocr page 36-

34


1913—1915; par année.........fl 0,90

1916................,4,30

Statistique de la mortalité (hommes) d’après la profession, l’âge et les causes de décès pendant les années 1896—1908; par vol......«0,50

Idem pendant les années 1908—1911 . . . . „ 1,75

Statistique de la mortalité d’après l’âge et les causes de décès. Supplement concernant les 24 principales communes 1901—1904. . . . „0,50

Statistique sanitaire.

Aperçu des malades traités dans l’armée des Indes orientales néerlandaises, 1912 et 1913; par année..............„ 0,50

1914.................„ 1,75

Supplément à la Stat, médicale de l’armée Indonéerlandaise, pendant 1912/1913 et 1914 . . „0,20

Statistique des bibliothèques.

Statistique des bibliothèques publiques et des bibliothèques populaires 1908.......„ 0,25

Statistique des faillites.

Statistique des faillites dans les Pays-Bas 1902— 1912; par année

1913 et 1914; par année

Statistique financière.

Statistique des voies et moyens du Royaume des Pays-Bas en Europe 1908,1904,1905/1906, 1907—1912; par volume

Id. 1913—1916; par volume........„ 1,26

Statistique des finances des communes 1896— 1899; 1900—1911 (comprenant aussi une statistique des finances des provinces); par année „0,75 1912—1914; par année.........„0,90

Statistique des institutions de prévoyance dans les Pays-Bas 1898—1906, 1907/1908, 1908/1909, 1909/1910, 1910/1911, 1911/1912; par année. . „1,25 1912/1913, 1913/1914 et 1914/1916; par année. „0,50 1915/1916..............„0,70

Statistique des hypothèques, 1901—1907 et 1908—1912; par volume

Statistique judiciaire et pénitentiaire.

Statistique judiciaire du Royaume des Pays-Bas 1900—1910; par année

Statistique criminelle du Royaume des Pays-Bas 1900—1904; par année

1905—1912; par année.........„ 1,60

1913—1914; par année

1915

Etudes d’étiologie criminelle; Nquot;. 1. Les attentats aux moeurs; N».2. La délinquance sénile; p.livr. „ 0,26

Statistique pénitentiaire 1900—1912; par année „ 1,—

Idem 1913..............„ 1,20

Idem 1914..............„ 0,60

Idem 1915..............„ 1,—

Statistique du jugement des contraventions à la loi sur le travail et à la loi sur la sécurité des

ouvriers en 1904—1912; par année.....„0,10

(Pour l’année 1903 voir le supplément de la

8quot;'« livr. do la Revue du Bureau.)

Statistique du jugement des contraventions à la loi sur le travail, à la loi sur la sécurité des ouvriers et à la loi sur le travail des tailleurs

do pierres en 1913..........„ 0,15

Statistique des écoles de correction et des établissements d’éducation de l’Etat 1906—1912; par année.............., 0,50

Statistique de l’application des lois pour la protection de l’enfant; année 1912......„0,75

Idem 1913 et 1914...........„0,90

Statistique des électeurs et des élections.

Statistique des électeurs 1901; 1902—1914 (avec

supplément de la statistique des élections); par année............../Z 0,30

Idem 1915-1916; par année

1917

Statistique des élections 1901, tome I, 1904, 1907, 1910 et 1913; par année

Statistique des électiens 1901, tome II, 1905 et 1909; par année

Statistique de l’enseignement obligatoire.

Statistique de la fréquentation et des absences de l’école primaire 1902 et le 15 janvier 1903, 1903 et le 15 janvier 1904, 1906 et le 16 janvier 1905; par année..........„ 1,—

Statistique des salaires.

Aperçu des salaires et des heures du travail aux travaux de l’Etat en 1899, 1902, 1903, 1905 et 1908; par année.........„ 0,75

Aperçu des salaires et de la durée du travail dans les travaux exécutés par adjudication pour le compte de l’Etat en 1918 (suite de l’aperçu des salaires et des heures du travail au

travaux de l’Etat)

Statistique des salaires des ouvriers, assurés selon la loi sur les accidents du travail, prov. de Gueldre, 1904 ...........„

Statistique des salaires des ouvriers dans l’industrie textile assurés selon la loi sur les accidents du travail pendant 1908.....„

Statistique des salaires et de la durée du travail des ouvriers dans l’industrie des métaux, assurés selon la loi sur les accidents du

travail, pendant 1910

Statistique des salaires et de la durée du travail des ouvriers assurés selon la loi sur les acci

dents du travail dans l'industrie du papier, pendant 1911.............„

Statistique des prix.

Prix moyens des céréales au marché d’Arnhem de 1644—1901

Prix des céréales au marché de Middelbourg, fermages de terres, et contribution annuelle pour l’entretien des digues et autres travaux, dans le polder Walcheren (en Zélande) de 1801—1900 .............. nbsp;0,50

Statistique de l’assistance publique.

Statistique de l’assistance publique 1902—1905;

par année..............

1906—1909, 1911 et 1912; par année .... „0,25

1910

1913

1914

Statistique des syndicats-ouvriers.

Statistique des syndicats-ouvriers dans les Pays-Bas, Vol. I (1907), Vol. II (1905) (épuisée); par volume..............

1907—1909; 1.quot; janvier 1910, 1911, 1912,1913; par volume

1quot; janvier 1914, 1916 et 1916; par volume . . „0,15

Statistique des grèves et lock-outs.

Statistique des grèves et lock-outs en 1904,1905 (épuisée); par année

1906—1912; par année

1913

1914 et 1915 par année.........„0,1-5

(Pour les années 1901, 1902 et 1903 voir les suppléments de la Revue du Bureau.)

Statistique des demeures habitées.

Résultats de la statistique des demeures habi

tées au 31 décembre 1899 ........„ 1,—

Id. au 31 décembre 1909 .........„1,—



-ocr page 37-

35

Uitgaven van liet Centraal Bnrean voor de Statistiek,

bij de Naaml. Venn. Boekhandel voorh. Qebrs. Belinpante te 's-Gravenhar/e verkrijgbaar gesteld.

Jaarcijfers voor het Koninkrÿk der Nederlanden : Het Rÿk in Europa 1898,1899 (beide uitverkocht),

1900—1912; per jaargang........ƒ 1.26

1913—1915; per jaargang

1916

Koloniën 1897 — 1912; per jaargang

1913, 1914; per jaargang

1915

Maandcijfers en andere periodieke opgaven betreffende Nederland en do Koloniën. Nieuwe volgreeks Nquot;. 1—29; per nummer . . . . „ 0.30

Idem Nos. 30—32; per nummer

Aanhangsels bij de Maandcijfers'.

Bij N°. 2. Uitkomsten van een onderzoek naar het verband tusschen welstand, nataliteiten kindersterfte (Gemeente Rotterdam).

Bij N”. 4. Uitkomsten van een onderzoek naar het verband tusschen welstand, nataliteit en kindersterfte (plattelandsgemeenten en resumtie van het geheele onderzoek'.

Tijdschrift van het Centraal Bnrean voor de Statistiek, Ie afl. met bÿv., bevattende een overzicht der werkstakingen en uitsluitingen in 1901 (1902), 2e afl. (1903); per afl......„0.26

3/4e afl. met bijvoegsel, bevattende een overzicht der werkstakingen en uitsluitingen in 1902 (1903)................„ 0.40

5e en 6e afl. (1903), 7e, 8e, 9e en 10e afl. (1904), 11e, 12e en 13e afl. (1905), 14e, 16e en 16e afl.

(19(56) ; per afl.............„ 0.25

Bijvoegsel van de 7e afl., bevattende een overzicht der werkstakingen en uitsluitingen in 1903 ................. 0.10

Bijvoegsel van de 8e afl., bevattende een statistiek van de berechting dei overtredingen van de Arbeids- en Veiligheidswetten in 1903. „0.10

Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Sta

tistiek, Ie jaarg. (1906) aflevering 1—5; per afl. „0.10 Bijvoegsel van de 2e afl., bevattende gegevens betreftende loon en arbeidsduur gedurende het Ie halfjaar 1906 ..........„0.10

2e jaarg. (1907) afl. 1—12; 3e jaarg. (1908) afl.

1—12; 4e jaarg. (1909) afl. 1—12 (met bij voegsel van de 4e afl., bevattende een overzicht betreffende de loonen en den arbeidsduur van timmerlieden); 6e jaarg. (19)0) afl. 1—12 (met bijvoegsel van de 7e afl., bevattende een overzicht betreffende de loonen en den arbeidsduur van metselaars en opperlieden); 6e jaargang (1911), afl. 1—12 (met bijvoegsel van de 7e afl., bevattende een overzicht betreffende de loonen en den arbeidsduur van schilders, stucadoors en witters in de bouwbedrijven); 7e jaarg. (1912) afl. 1—12; 8e jaarg. (1913) afl. 1—12; 9e jaarg. (1914) afl. 1—12; 10ejaarg. (1915), afl. 1—12; 11e Jaarg. (1916), afl. 1—12;

12e jaarg. (1917), afl. 1—12; per aflevering. . „0.10 Bijvoegsel van de 9e afl. (1907), 10e afl. (1908), 10e afl. (1909), 11e afl. (1910), 12o afl. (1911), 12e afl. (1912), bevattende gegevens betreffende loon en arbeidsduur resp. gedurende de jaren 1906—1911; per aflevering........„0.10

Bijv, van de Ie afl. (1915), bev. een overzicht van

de minimumloonen der volwassen bekwame werklieden en van den maximum-arbeidsduur volgens de bepalingen in de bestekken van gemeente- en provinciale werken.....f O.Ki

Maandstatistiek van den In- en uitvoer en van het entrepotsverkeer der meest belangrijke handelsartikelen; per afl.........„0.60

Idem per jaargang...........„ 7.20

Statistiek van de In- en uitklaringen van zee-en rivierschepen van het jaar 1916 . . . . „ 0.76

BIJDRAGEN TOT DE STATISTIEK VAN NEDERLAND. (Nieuwe volgreeks).

Aperçu sur la Hollande par M. d’Alphonse (Benige hoofdstukken uit het)......ƒ 3.50

Geschiedenis van de Statistiek in het Koninkrijk

der Nederlanden (Uitverkocht)......„ 2.60

Bevolkingsstatistiek.

Uitkomsten der achtste algemeene tienjaarlÿk-sche volkstelling in het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 31 Dec. 1899 (met uitzondering van die der beroepstelling en dor woningstatistiek). Deel 1—12; per deel. . . „ 1.— idem der 9e volkstelling, gehouden op 31 Dec.

1909. Deel I—III; per deel........„ 1.—

Aanhangsel tot deell. Berekening van de bevol

kingsdichtheid der gemeenten, provinciën en van het Rijk en alphabetische lijst van dorpen, gehuchten, buurtschappen en wijken, met vermelding der gemeenten en provinciën, waartoe zÿ behooren..........„ 0.60

Aanhangsel tot deel II. Sterftetafels voor Neder

land, afgeleid uit de periode 1900—1909, door

Dr. A. J. V. Pesch............ nbsp;0.75

Aanhangsel tot deel III. Percentsgewijze ver

houding voor iedere gemeente van Nederland van het aantal personen, beboerende tot de voornaamste kerkelijke gezindten, tot de totale bevolking (met 5 grafische kaarten en een grafische voorstelling)........„ 1.60

Uitkomsten der Beroepstelling in het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 31 December 1899, Deel 1—12; per deel...... „ 1.—

Idem, gehouden op 31 December 1609, Deel I „ 1,— Deel II, afl. 1, vervolg en 2, Deel III per afl. . „ 1.— Inleiding tot de uitkomsten der achtste algemeene tienjaarlijksche volkstelling op 31 December 1899 en daaraan verbonden beroepstelling en woningstatistiek.

Afl. 1. Uitkomsten der eigenlijke volkstelling. , 1.— „2. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ beroepstelling en dor

woningstatistiek.......... h —

Inleiding tot de uitkomsten der negende algemeene tienjaarlijksche volkstelling, op 31 Dec. 1909, met daaraan verbonden woning- en beroepstelling.............„ 1.—

Statistiek van den loop der bevolking van Nederland over de jaren 19(K)—1912, (1904 uitverkocht); per jaargang.........„0.40

over 1913—1915; per jaargang .... nbsp;„0.60

over 1916 . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;............„ 1.75

Statistiek van de sterfte naar den leeftijd en naar de oorzaken van den dood over de jaren 1901—1912 (1910 uitverkocht); per jaargang . „0.75 over 1913—1916; per jaargang......„0.60

1916................„4.30


-ocr page 38-

36

Statistiek van de sterfte onder de mannen, met onderscheiding naar het beroep en in verband met leeftijden en doodsoorzaken in de jaren 1890—1903; per deel..........f O.BO

Idem in de jaren 1908—1911 .......„ 1 76

Statistiek van de sterfte naar den leeftijd en naar de oorzaken van den dood. Supplement betreffende de 24 grootste gemeenten in de meest uitgebreide nomenclatuur over de periode 1901—1904...........„0.60

Ziekte-statistiek.

Overzicht van behandelde zieken van het Nederl.

Indische leger in 1912 en 1913; per jaargang 0.50

1914.................. nbsp;1.76

Bibliotheek-Statistiek.

Statistiek der Openbare Leeszalen en Bibliotheken in 1908 ............„ 0.26

Faillissements-Statistiek.

Faillissements-Statistiek over de jaren 1902— 1912; per jaargang...........„0.60

Idem over 1913 en 1914; per jaargang . . . „ 0.60

Financiëele Statistiek.

Statistiek der Rijksinkomsten over 1903, 1904, 1906/1906, 1907—1912; per nummer . . . . „ 1.—

Idem over 1913—1915; per nummer.....„ 1.26

Statistiek der Gemeenteflnanciën over 1896— 1899; over 1900—1911 (tevens provinciale financiën); per jaargang.........„0.75

Idem over 1912—1914; per jaargang . . . . „ 0.90

Statistiek der Spaar- en Leenbanken in Nederland over de jaren 1898—1906, over 1907/8, 1908/1909, 1909/1910, 1910/1911, 1911/1912; per jaargang................,1.26

over 1912/1913,1913/1914en 1914/1915; perjaarg. „ 0.50 over 1916/1916............„ 0.70

Statistiek van het grondkrediet over de jaren 1901 t/m 1907 en 1908 t/m 1912; per deel. . „0.50

Gereohtelijko en gevangenisstatistiek.

Justitiëele Statistiek van het Koninkrijk der Nederlanden over 1900-1910; per jaargang . „ 1.—

Crimineele Statistiek van het Koninkrijk der Nederlanden over 1900—1904; per jaargang . „ 2.— Idem over 1906—1912; per jaargang . . . . „ 1.60 Idem over 1913, 1914; per jaargang.....,0.76

1915

Bijdragen tot de Crimineele aetiologie: N”. 1. De sexueele criminaliteit; No. 2. De criminaliteit op leeftijden van 70 jaar en hooger; por afl. „ 0.25

Statistiek van het Gevangeniswezen over 1900— 1912; per jaargang

Idem over 1913.............„ 1.20

Idem over 1914

Idem over 1915

Statistiek van de berechting der overtredingen van de Arbeids- on Veiligheidswetten in 1904—1912; per jaargang

(De statistiek over het jaar 1903 komt voor in het Bijvoegsel van de 8e afl. van het Tijdschrift.)

Idem van de Steenhouwerswetten in 1913 . . „ 0.16

Statistiek van het Rijkstucht- en opvoedingswezen over de'aren 1906—1912; per jaargang „0.50

Statistiek van de toepassing der Kinderwetten over het jaar 1912...........„ 0.75

Idem over 1913 en 1914.........„ 0.90

Kiezers- en Verkiezingsstatistiek.

Kiezersstatistiek over het jaar 1901, over 1902— 1914 (tevens aanvulling der Verkiezingsstatistiek); per jaargang...........ƒ 0.30

Idem over 1915 en 1916; per jaargang. . . . „ 0.40 1917...................1.—

Verkiezingsstatistiek over 1901. (Eerste gedeelte),

1904, 1907, 1910 en 1913; per jaargang . . . „0.30

Over 1901 (Tweede gedeelte), 1906 en 1909; per jaargang...............„0.25

Leerplichtstatistiek.

Statistiek van het Betrekkelÿk Schoolverzuim in 1902 en het Volstrekt Leerverzuim op 16 Januari 1903; idem in 1903 en op 15 Januari 1904; idem in 1905 on op 16 Januari 1905; per jaargang..............„ 1.—

Loonstatistiek.

Overzicht betreffende de loonen en den arbeidsduur bij Rijkswerken in 1899,1902,1903,1906, 1908; per jaargang...........„ 0.75

Overzicht betreffende de loonen en den arbeidsduur bÿ werken ten behoeve van het Rijk bij aanbesteding uitgevoerd in 1913 (vervolg op het Overzicht betreffende de loonen en den arbeidsduur bÿ Rijkswerken).......„0.26

Statistiek van de loonen der volgens de Ongevallenwet 1901 verzekerde werklieden, in de provincie Gelderland, 1904 ..... nbsp;0.25

in de textiel-industrie, 1908 .......„ 0.10

in de metaal-industrie, 1910.......„ 0.30

Statistiek van de loonen en den arbeidsduur der volgens de Ongevallenwet 1901 verzekerde werklieden in de papierindustrie, in 1911. . „ 0.15

Prijsstatistiek.

Overzicht van Marktprijzen van granen te Arnhem in de jaren 1644—1901 .....„0.60

Overzicht van Marktprijzen van granen te Middelburg. Pachtprijzen van landerijen en Polderlasten in den polder Walcheren in de jaren 1801—1900 ...........„0.60

Statistiek van het Armwezen.

Statistiek van hec armwezen over 1902—1906; per jaargang

over 1906—1909, 1911 en 1912; per jaargang. „0.25

over 1910..............„ 0.60

over 1913

over 1914..............„ 0.75

Vakvereenigingsstatistiek.

Statistiek der Vakvereenigingen van Werklieden in Nederland, Deel 1 (1907), Deel II (1905) (uitverkocht) ; per deel

Beknopt overzicht van den omvang der vakbeweging over 1907—1909, op 1 Jan. 1910,1911, 1912, 1913; per deel

Op 1 Jan. 1914, 1915 en 1916; per deel. . . . „ 0.15 Werkstakings- en uitsluitingsstatistiek.

Statistiek der werkstakingen en uitsluitingen in 1904 en 1905 (uitverkocht); per jaargang . „0.10

in 1906-1912; per jaargang

in 1913 nbsp;nbsp;nbsp;

in 1914 en 1915; per jaargang

(De statistieken over de jaren 1901, 1902 en 1903 komen voor in de Bijvoegsels van het Tijdschrift. Zie hierboven.)

Woning.statistiek.

Uitkomsten derWoningstatistiek van 31 Dec.1899 „ 1.—

Idem van 31 December 1909 ........ 1.—