-ocr page 1-

April 1922.

BIJORAGEN TOT DE STATISTIEK VA» NEDERLAND.

NIEUWE VOLGREEKS.

UITGEGEVEN DOOR HET CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK.

No. 339.

Statistiek dei Spaai- en Leenbanken in Neiieiianiii HEH «EI jim i]igfi!;i.

(SAMENVATTING DER UITKOMSTEN OVER 1919'20 IN VERGELIJKING

‘8-QRAVENHAQE — QEBR. BELINFANTE — nbsp;192 2.

■Bd

Gedrukt bij Qebrs. J. amp;nbsp;H. van Langsnhuysen, 's-Gravenhaqe.

-ocr page 2-

-ocr page 3-

BIJDRAGEN TOT DE STATISTIEK VAN NEDERLAND,

NIEUWE VOLGREEKS.

UITGEGEVEN DOOR HET CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK.

No. 339.

Statistiek der

Spaar- en Leenbanken in Nederland,

OIE» «EI Jlll I!I!/I9;O.

(SAF^ENVATTING DER UITKOMSTEN OVER 1919/20 IN VERGELIJKING

MET DIE OVER 1918/19).

'S-GRAVENHAGÊ



GEBR, BELIN FANTE


1 9 22.


-ocr page 4-

VOORBERICHT.

De jaargang 1919/1920 gt;) van de Statistiek der Spaar- en Leenbanken geeft thans uitsluitend een samenvatting der uitkomsten over 1919/1920 in vergelijking met die over 1918/1919.

Om redenen van bezuiniging moest ervan worden afgezien, niet alleen om den jaargang met volledig fabelwerk te doen versehenen, maar ook, om, evenals het vorig jaar, de verzamel-tabellen van de verschillende rekeningen van de Spaarbanken, Boerenleenbanken, Hulpbanken, Spaarkassen en Banken van Leening, benevens het Algemeen Register te publiceeren.

De copie der tabellen blijft echter bewaard en is ter beschikking van belangstellenflen. Mede ter beperking van de uitgaven is deze Statistiek in beknopter vorm uitgegeven.

’s-Geavenhage, 29 April 1922.

De Directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek,

H, W. METHORST.

1) Deze jaargang omvat de instellingen, waarvan het boekjaar geëindigd is op eenigen datum, liggende tusschen 1 Juli 1019 en SO Juni 1920; eenvoudigheidshalve wordt in de publicatie gesproken over het jaar 1919 waar eigenlijk 1919/1920 bedoeld wordt.

INHOUD.

Sladz.

Inleiding ...... . . . . i ............. .

Statistiek der Spaarbanken (I)

Internationaal overzicht

Statistiek der Boerenleenbanken (II)

. Coöp. Centrale Raiffeisenbank te Utrecht

Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eindhoven

Coöp. Centrale Landbouwbank te Alkmaar

Statistiek der Spaarkassen (III)

Statistiek der Hulpbanken (IV)

Statistiek der Banken van Leening (V)

-ocr page 5-

Samenvatting der Uitkomsten van de Statistiek over 1919 in vergelijking met die over 1918.

INLEIDING.

Aan de samenstelling van dezen jaargang is medegewerkt door 288 Spaarbanken, 1155 Boerenleenbanken, 19 Spaarkassen, 71 Hulpbanken, en 17 Banken van Leening, in het geheel dus door 1660 instellingen; voor den vorigen jaargang waren deze cijfers respectievelijk 292, 1106, 24, 78, 17 en 1616. Uit deze getallen blijkt, dat het aantal medewerkende Banken van Leening stationnalr bleef, terwijl het aantal medewerkende Spaarbanken, Spaarkassen en Hulpbanken is gedaald met resp. 4, 6 en 7 en het aantal Boerenleenbanken is gestegen met 50.

Ook thans zÿn, ter bevordering eener juiste vergelijking, in dit overzicht doorloopend, zoowel bij de Spaarbanken als bij de overige instellingen, in dit werk behandeld, dus ook bij de Boerenleenbanken, Spaarkassen, Hulpbanken en Banken van Leening, alle instellingen geëlimineerd, die niet in beide jaren opgaven verstrekt hebben, tenzÿ opheffing of oprichting de oorzaak daarvan was.

Dank zÿ de welwillende medewerking ondervonden van de administratie en inspectie der/Centrale Banken te Eindhoven, Utrecht en Alkmaar, zÿn van alle aangesloten Boerenleenbanken gegevens ontvangen.

Hieronder volgt het saldo tegoed der inleggers over;

1917.

1918.

1919.

bij de particuliere Spaarbanken. . .

. . f 152 433136,—

f 176 407126,—

f 206 249 841,—

bij de Rÿkspostspaarbank.....

. . „ 222 840 058,—

„ 241 755 345,—

„ 268188392,—

bij de Boerenleenbanken . . . . ,

. . , 149079 692,—

„ 196 841622,—

„ 227 765 201,—

Totaal . ,

. . f 624 352 886,—

/ 615 004 093,—

/ 701203 434,—

Uit dit overzicht blÿkt, dat het saldo tegoed op het einde van 1919 is gestegen bij de particuliere banken met 28i/j millioen, bij de Rÿkspost spaar bank met 261/2 millioen, bij de Boerenleenbanken met 31 millioen en in totaal met 86 millioen gulden.

Einde 1918 waren deze cijfers resp. 24, 19, 471/8 en 901/8 en einde 1917 resp. 16, 16, 36 en 68.

Aan de samenvatting der uitkomsten van de statistiek der Spaarbanken^s weder eene opgave toegevoegd van het gemiddelde saldo tegoed per inwoner en per boekje van de voornaamste staten der wereld, voor zoover althans daaromtrent gegevens beschikbaar waren, in vergelijking met Nederland.

-ocr page 6-

I. SPAARBANKEN.

Voor den jaargang 1919 zÿn gegevens ontvangen van 288 i) Spaarbanken, die aan het einde van het boekjaar op 2 490 496 boeÿes ƒ 473 438 233,85 verschuldigd waren, terwyi voor den vorigen jaargang van 292 i) Spaarbanken inlichtingen ontvangen waren, met een saldo tegoed der inleggers ad /• 418162 470,61 op 2 377 914 boekjes.

Bÿ de in beide jaargangen voorkomenden Spaarbanken bleek het saldo tegoed der inleggers aan het begin van het boekjaar 1918 en aan het begin on het einde van het boekjaar 1919 aclitereen-volgens te hebben bedragen f 376 284 847,—, f 417 484 103,— en f 473 313 648,— en is dit derhalve toe-genomen met respectievelÿk 10,95 en 13,38 pCt.

In het geheel vertoont de Inleggers rekening het volgende beeld :

1.

11)18

1919

Toeneming sedert 1918 in percenten.

AANTAL EN BEDRAG DER I'LAGEN.

286 instellingen.

286 instellingen.

Aantal inlagen gedurende het boekjaar ............

2 748 644

3 347 961

21.80

„ uitbet«lingen gedurende het boekjaar...........

1 543 1107

1 661 62.5

7.34

„ ,boekjes in omloop aan het einde van het boekjaar ... nbsp;nbsp;nbsp;. .

2 375 353

2 490 388

4,84

Bedrag van het tegoed 'der inleggers aan het begin van het boekjaar. .

f 376 284 847

2)/417 484 103

10,95

„ der inlagen (zonder rente)...............

.. nbsp;nbsp;„ aan inleggers toegekende rente............

187411 884

244 422 878

30,42

10 679 515

12 442 403

16,51

„ nbsp;nbsp;„ uitbetalingen (uitbetaalde rente inbegrepen).......

„ van het tegoed der inleggers, rente inbegrepen, aan het einde

163 878 819

201 006 736

28,13

van het boekjaar................i nbsp;.

8) 417 497 427

473 343 648

13,38

' T......

Voor do Kapitaalrekening zijn dit jaar door 238 Spaarbanken gegevens verstrekt, tegen 243 in 1918. Door 50 instellingen, welke wel gegevens voor de inleggersrekening hadden ingezonden, zijn voor de Kapitaalrekening geen opgaven gedaan; deze 50 spaarbanken waren op het einde van 1919 op 19 454 boekjes ƒ 9 376 435,17 verschuldigd.

De staatjes 2 en 8 geven een overzicht van do Activa en Passiva (in totaal en in percenten) en van de verhoudingen tusschen de desbetreffende cijfers voor 1918 en die voor 1919 bÿ de in b' ide jaargangen voorkomende instellingen.

2.

ACTIVA.

In totaal.

In percenten.

Toe-, resp. afneming sedert 1918 in percenten.

1918

1919

233 instellingen.

1918

1919

233 instellingen.

Effecten.............

f 327 604 299

ƒ 343 534 331

73,34

88,79

4,86

Kantoormeubelen e. d.........

62 211

90 237

0,01

0,02

72,83

Onroerende eigendommen.......

3 413 52.5

4 741 831

0,76

0,96

38,91

Hypotheken............

Prolongatiën............

45 916 285

54 205 411

10,28

10,8.5

18,05 87,

16 149 827

22 230 402

3,62

4,46

Andere voorschotten.........

5 612 012

6 318 941

1,2.5

1,07

— nbsp;nbsp;6,22

Gelden in handen van derden.....

13 749 168

14 304 989

3.08

2,88

4.04

Gelden in kas...........

8017 381

6 881 732

1,80

1.38

— nbsp;14,16

Tekort (verlies)...........

28 168 446

48 114 733

5,86

9,63

83,87

Totaal......

ƒ 446 883 164

ƒ 499 422 807

100,—

100,—

11,81

1) Vau de volgende 2 Spaarbanken, die vorig jaar geen opgaven hebben ingezonden, zijn ze dit jaar wel ingekomen: Spaarbank van de St. PaulusvereenÏging’ te Oisterwÿk\ Coöperatieve Spaar- en Voorschotbank „ten Oijke te Pieferburen {Gemeente Eenrum). nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

Niet ingekomen zijn de opgaven van de navolgende ß Spaarbanken, die wel voor den jaargang 118 m^werkten: Nuta-apaarbank te Nijkerk^, Spaarbank van de R. K. Werkliedenvereeniging „St. Josef” te Tiel\ Spaarbank te Jiensicoude\ Spaarbank „Scheerada Rexta” te S^Keemda', Spaarbank „Nieuw-Scheemda” te ^heemda\ R. K. Spaarbank te Vilkuizen.

*) Het verschil tusschen deze beide bedragen vindt zijn oorsprong in fouten, die, in vorige opgaven van de Spaarbanken ontvangen, voorkomen en, hoewel verbetering voor den betreffenden jaargang, ondanks met de besturen der instelling gevoerde correspondentie, onmogelijk bleek, thans hersteld zijn.

-ocr page 7-

3.

PASSIVA.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming, sedert 1918 in percenten.

1Ü18.

1919.

1918.

1919.

Tegoed der inleggers . .

. . . .......

ƒ 408 403 346

ƒ 463 210 68(1

91,43

92,76

13,43

Bedr«g van de reeerve ,

..........

8 640 616

6176 839

1,93

1,24

— nbsp;nbsp;28,51

Overige crediteuren . .

..........

29 639 192

80 006 088

6,64

6,01

1,23

-—-------

Totaal......

ƒ446 683 164

ƒ499 422 607

100,—

100,—

11,81

Voor de Winst- en Verliesrekening zÿn in 1919 van 188 Spaarbanken gegevens ontvangen, tegen 196 in 1918. Door 100 instellingen, welke wel gegevens voor de Inleggersrekening hadaen ingezonden, zijn voor de Winst- en Verliesrekening geen opgaven gedaan; deze 100 Spaarbanken waren op het einde van 1919 op 66 750 boekjes f 26 903 264,621/2 verschuldigd.

Uit de Staten 4 en 6 blÿkt, dat de baten en lausten, bÿ de in beide jaargangen voorkomende instellingen en haar percentsgewijze samenstellingen zÿn geweest als volgt:

4.

BATEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming, sedert 1913 in percenten.

gt;____________

1918.

1919.

1918.

1919.

186 instellingen.

186 instellingen.

Renten van effecten, hypothekefa, enz.

. . . .

ƒ 15 891 674

ƒ 19 033 948

93,16

87,81

19,77

Huren van onroerende eigendommen .

a

96 281

94189

0,66

0,43

— nbsp;nbsp;nbsp;2,22

Waardevermeerdering van effecten door koersverschil

84 257

1 092 342

0,60

6,04

1196,44

Winst bij verkoop van effecten . . .

428 708

686 212

2,61

2,70

86,74

Baten uit anderen hoofde.....

659 651

870,628

3,28

4,02

65,67

Totaal .

....

ƒ 17 060 571

ƒ ƒ1 677 269

100,—

100,—

27,06

5.

LASTEN.

g quot;nbsp;‘

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming, sedert 1918 in percenten.

1918.

1919.

1918.

1919.

Aan inleggers toegekende rente . . ,

ƒ 10119 120

f 11631 989

36,18

26,41

14,95

jfdiiiinistratiekosten.......

1848 215

2 443 611

6,41 nbsp;nbsp;nbsp;•

5,34

32,67

Waardevermindering van effecten door koersverschil

16 535 857

30 261 357

64,01

86,07

94,72

Verlies bij verkoop van effecten, . .

. . . .

16 249

8 396

0,06

0,02

— nbsp;nbsp;48,33

Lasten uit anderen hoofde.....

1 247 604

1 448 087

4,34

3,16

16,07

* nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Totaal

....

ƒ 28 762 045

f 45 788 440

100,—

100,—

69,18

238 Spaarbanken met een totaal bedrag tegoed der inleggers op het einde van het jaar ad / 464061 798,70 hebben voor dezen jaargang opgaven verstrekt nopens den aard der beleggingen harer kapitalen. In den vorigen jaargang waren door 243 Spaarbanken zulke opgaven ingezonden, met een saldo tegoed der inleggers op het einde van bet jaar ad f 409 442 822,415.

Tabel 6 toont, hoe de Spaarbanken de haar toevertrouwde gelden, naar de verschillende groepen van beleggingen verdeeld, belegd hebben en tevens blÿkt eruit in percenten, welk aandeel voor rekening van elke groep komt.

-ocr page 8-

6.

AARD DER BELEGGINGEN.

In totaal.

In percenten.

To3-, respect afneming sedert 1918 in percenten.

1918.

1919.

1918.

1919.

220 instellingen.

220 inatellingeo.

Staatsschuld: ten laste van Nederland.......,

ƒ 1 3 421 23.1

f 140 031 877

37,11

33.77

— 2,36

,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, andere landen......

4 985 899

4 224 706

1,29

1,02

— 14,9-2

Schuldbrieven ten laste van pnblielcrechtelijke lichamen :

in r^ederland...........

98 288 291

108 466 722

21.91

26,68

10,57

,, andere landen..........

787 171

848 243

0,20

0,16

— 17,90

Aandeelen ;

binnenlandsche ...........

1 71.5 883

2 663 118

0,44

0,61

48,79

buitenlandsche...........

246 811

261 605

0,08

0,06

5,99

Obligatiën en pandbrieven: binnenlandsche...........

67 714 466

66 507 331

14,93

16,80

13,60

buitenlandsche...........

6 230 410

4 771 402

1,36

1,1.6'

— 8,78

Hypotheken.............

V 41 780 936

49 232 879

10,81

11,87

17,84

Brolongatien........'.....

16 880 687

21 768 273

4,04

6,26

89,20

Belegging van anderen aard.......

18 762 048

19 196 363

4,86

4,63

2,88

Totaal......

ƒ 386 533 686

ƒ 414 648 309

100,—

100, -

7,27

Naar dezelfde groepen als in de vorige tabel verdeeld bedroegen de gekweekte rente-bed ragen in totaal on in percenten: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•

7.

RENTEN GEKWEEKT UIT:

In totaal.

B

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1913 in percenten.

1918.

1919.

1918.

1919.

178 instellingen

176 instellingen

Staatsschuld;

ten laste van Nederland.......

„ nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;„ andere landen......

Schuldbrieven ten laste van publiekrechtelijke lichamen; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

in Nederland...........

5, andere landen..........

Aandeelen:

binnenlandsche........... buitenlandsche...........

Obligatiën en pandbrieven: oinnenlandsche........... buitenlandsche...........

Hypotheken.............

Prolongatiën.............

Belegging van anderen aard.......

Totaal......

f 6 966 865 142 725

8 061 146 85 687

94 580 8 707

2 364 071

142 992

1 492 772 543 804 219 604

/ 6 927 544 132 785

4 677 335 27 636

110 766^

8 311

2 845 731 219 827

1 708 731

831 075 375 813

40,70 0,97

24,91 0,24

0,85

0,03

16,13 0,98

10,18 3,71

1,50

39,44 0,76

28,08 0,10

0,63 0,05

16,06

1,25

9,73

4,78

2,14

16,12

— 6,98

26,87

— 22,62

17,11

124,20

11,91

63,73

14,47

52,83

71,09

ƒ 14 656 703

ƒ 17 56.5 453

100,—

100,—

lt;

19,86

Uit de ontvangen opgaven nopens de gemiddelde rentevoet in pet gekweekt met de verschillende categorieën van beleggingen, is, voor zooveel betreft de Spaarbanken, welke op 31 December 1919 een saldo tegoed hadden van een half millioen gulden of meer, en hiervoor gegevens verstrekten, het in Tabel 8 vermelde samenvattend overzicht bewerkt. Totaliseering dezer gegevens is uit den aard der zaak niet mogelÿk.

Tevens is aan deze tabel een kolom toegovoegd, waarin de gemiddelde rentevoet is berekend, gekweekt uit de totale belegging. Deze berekening, gemaakt ten aanzien van de voornaamste banken welke nauwkeurige opgaven verstrekt hebben , van de gemiddelde rentevoet van de beleggingen van verscliillenden aard, is op de volgende wijze geschied

De gemiddelde rentevoet van de verschillende soorten van beleggingen is gedeeld op het rente-bedrag verkregen uit elk dier soorten van belegging, waardoor men (na vermenigvuldiging met den factor 100), het gemiddelde in die soort belegde kapitaal verkrijgt. Deze gemiddelde belegde kapitalen zÿn te zamen gevoegd en gedeeld op het totaal bedrag der renten (eveneens vermenigvuldigd met den factor 100), zoodat men dan het gemiddeld percentage van alle beleggingen verkrijgt.

-ocr page 9-

8.

NAAM

DER

GEMEENTE.

RENTETYPE GEKWEEKT UIT:

Staatsschuld

ten laste van

Schuldbrieven ten laste van publiekrechtelij ke lichamen, (provinciën, gemeenten, waterschappen) in

Effecten van anderen aard.

sa v

g

O

w

iæ n o

'S

4!

O

o o

Cl

ö ◄

a ’Sb tlD 4» és

*3 o

« Q

Aandeelen.

Obligation en pandbrieven.

Nederland,

Andere landen.

PnkT 1 Nederland.

Andere landen.

Binnen-laudsch.

Buiten-landscb.

Binnen-landsch.

Buiten-landsch.

Rij kf postspaarbank. . Spaarbank v/h Nederl. Onder w.-Genootschap. Arnhem......

.......

Barneveld..... Borculo...... Lochern...... Nijmegen..... Putten...... Tiel....... Wageningen .... Winterswijk .... ’s-öraveuhage . . . Delft....... Dordrecht..... ’s-öravenzande . . . Leiden...... Nieuw-Lekkerland . . Rotterdam..... Rijnsater wonde . . . Schiedam..... Vlaardingen ....

Amsterdam..... Haarlem...... Alkmaar...... Assendelft..... Beemster..... Enkhuizen..... Zaandam .....

Middelburg ... ; Vlissingen..... Zierikzee.....

Utrecht......

Leeuwarden..... Bolsward..... Idaarderadeel....

Zwolle...... Deventer..... Kampen..... Lonneker.....

Groningen..... Beerta...... Bellingwolde .... Bierum...... Hoogezand..... Loppersum .... Slochteren ..... Uithuizen..... Wildervank .... Ruinen......

Maastricht .... Venlo......

4,6

4,65 5,42

8.8

6,76 6,19

5,42 4,35

6,2 4,63

5

4,9 5

4,43

6,45 6,6

8,6984 4,84 5,63

4,5 5,38

4,5 6,2

. 6,29

6,62

4,795

4,08 6,5

4,647

4,6

4,70 6

6,5

4,6 4,75

4,5 6,07 5

6,58

3,61 8,07

4,2

4,4 0,92

1,76

4,25 8,17

6

3,64

1,6

4,3247 6

8,72

6,68

5,18

1,889

3 4,28

2,774

3,14

1,18 5

2,17

4,84

4.83 5,46

4,5

4,65 4,83 5,86 4,26

4,58 4,78

4

5,05 4

4,25 6,33

6,44

3,6081 4,36

5,43 5,5

6,66 4

4,3

4,49

4,27

4,439

4,11 5

4,441

5,01 4,60

5,6 4,75

4,35

6 4,48

6

4,77 4,58

4,06

4,6

4,57

3,75

6

4,447

6,22

4,8

3,6

12,6266

3,43

4,40

4,604

4,50

6,691

5,06

4,10

4,76

6

4,21

2,32

3,78

4,5

6,2

7,18

12,9

6,0

7,01

12

6,48

10

5

9,317

3,02

8

2,32

3

3,066

4,7

-

4

4,82

4.64 5,08 4,6

6,44 4,94

6,16 3,8

4,63

4,6 4,79

4,5

4,06 6,66

4,8

4,0168 4,16

5,08

6,16 4

4,3

4,29

4,708

4,88 6,3 5

4,877

4,6

6,23

6,6 4,76

4,54

4,26 4,615

5

4,99

4,83

6,04 4,99 4,6 3

5,3 6,09

3,62

3,75 4,30

5

0,63 0,75

8,2156 3,97

3,88

5,17

4,83

4,481

4,63 6

4,316

4,73

6,5 4,375

4,781

3.58

4,8 4.63

4,76 4

4,5

4,67 4

4,5 4,69 4,333

4,67 4,75 4,77 .5

4,666

4,61 4,9

4,6

4,8

4,8

4,4141 4,55

4,67 5

4,8

4,5

4,5

4,26 4,86 4,93

4,504

4,52 4,60

4,76 4,71

4

4,44

4,6

4,6 4,26 4,48

4,35 4,37

4,636

4,86 6,32

3,94

4,08 8,9 3,56 3,6 6

6

3,9 4

4,87

3,83 5

3,96

3,887 1,76 3,0

4,6

3,8

8,9767 8,99

3,66 3

2,5

3,36

3

3,79

4,25

2,80

•8,16 3,81 3 8,7

4

4 5

8,31

3,6

4,69 3

2,65 5

8,63 3,40

4,8

1,0616 5

4,53 4

4,76

3,6

1,89 8

4,338

3,63 5

3

6.15 4

4,25 3

4,75

3,5

4 3

_

4,68

4,5 4,48

4,40 4,08

5,7

4,94

4,69 6,94

3,96 4,383

4,41 4,01

4,7

4,75

4,29 3,54

6,11 4,6 4,807

4

3,8363 4,209

4,83

6,26 4,89

4,192

4,42

4,26 4,73

4,666

4,14 4,25

4,7 4,43

4,84

4,71 4,76

6,111

4,6 4,45

4,289 4,477

4,75 4

4,38

4,6

-ocr page 10-

De 288 Spaarbanken, die voor dezen jaargang van de Statistiek gegevens verschaft hebben, waren gezamenlijk verschuldigd aan de inleggers op het einde van het jaar ƒ 473 438 233,86, waarvan komt ten laste van de Rÿkspostspaarbank met 1700 kantoren ƒ 268188 392,46 en ten laste van de overige Spaarbanken f 205 249 841,41.

Einde 1918 was de Rÿkspostsp arbank met 1661 kantoren f 241 756 344,81® en waren de overige 291 Spaarbanken f 176 407 126,69’ aan hare respectieve inleggers verschuldigd.

Einde 1918 waren bÿ de Rÿkspostspaarbank in omloop 1 816 735, bÿ de overige Spaarbanken 561 179 en in het geheel 2 377 914 boekjes Einde 1919 waren deze getallen achtereenvolgens 1887 362 603 133 en 2 490 495. Einde 1918 was er, ééft spaarbankboekje op de 2,85 inwoners en einde 1919 één op de 2,74 inwoners.

De aantallen boekjes waren naarde grootte, van het tegoed als volgt verdeeld :

9.

BOEKJES MET EEN TEGOED:

1918.

1919.

Rijkepoat-spaarbank.

Overige Spaarbanken.

Totaal.

Rijkspost-epaarbank.

Overige Spaarbanken.

Totaal.

IGSl kantoren.

349 instellingen.

1700 kantoren.

249 instellingen.

Van minder dan / 1,—........

„ ƒ 1,— tot beneden / nbsp;10,— . nbsp;.

,, nbsp;„ Ié, nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;100, .

„ „ nbsp;100,- „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ 1000,-. nbsp;.

„ „ 1000,— en hdoger . .......

Totaal.....

490 637

397 160

417 440

1) 467 733

13 759

92 461

. 97 638 126 021 142917

42 924

683088

494 704

573 461

610 650

56 683

491 982

405 875

464 137

1) 609 751

15 617

93818

102 840

138 509

168 759

51 330

686 600

608 515

602 646

868 610

- nbsp;nbsp;66 947

^816 735

601 851

2 318 588

1 887 382

544 868

2 432 218

Tabel 10 toont in elk der jaren 1918 en 1919 de percentsgewijze verdeeling der spaarbankboekjes naar de grootte van h e t t e g o e d en voorts de toeneming der aantallen boekjes in percenten in elke groep sedert 1918.

De cijfers doen zien, dat bÿ de Rÿkspostspaarbank evenals bÿ de overige Spaarbanken de saldo’s van f 1000, en hooger, het sterkst zÿn toegenomen.

10.

BOEHCJES met EEN TEGOED:

Samenstelling in percenten.

Toeneming sedert 1918 in percenten.

1918.

1919.

Eijks-post-spaar-bank

Overige Spaarbanken.

Totaal.

Rijks* post-apaar* bank.

Overige Spaarbanken.

Totaal.

Rijks-postspaarbank.

Overige Spaarbanken.

Totaal,

Van minder dan f 1,—,...... ƒ 1,— tot beneden f 10,— .

27,01

18,42

25.15

26,07

17.18

24,08

0,27

1,26

0,43

21.88

19,44

21,34

21,50

18,84

20.91

2.19

5,23

2,79

„ „ 10,- „ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;„ ion.- .

24,83

26,11

24,73

24,69

26,42

24,78

8,73

9,91

6,09

,, „ 100,- „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;„ 1000,- .

26.75

28.48

28,34

27,01

29,14

27,48

8.98

11,08

9.48

„ „ 1000,— en hooger......

0,76

8,6.5

2,44

0,83

9,42

2,75

13,50

19,68

18.11

Totaal.....

100,—

100,—

100,-

100,—

100,—

100,—

8,89

8,67

4,90

Het gemiddeld tegoed bedroeg;

ïl.

IN HET JAAR:

Rijkspostspaarbank.

Overige spaarbanken.

Totaal.

Per hoofd der bevolking.

Per boekje.

Per hoofd 1 der bevolking.

Per boekje.

Per hoofd der bevolking.

Per boekje.

1918..........

ƒ 36,67 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1

/ 133,07

/ 26.02 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1

' ƒ314,35

ƒ61.69

ƒ175,85

1919..........

39,26 j

142,10

30,04 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1

340,30

69,30

190,10

Derhalve is het gemiddeld tegoed sedert 1918 toegenomen in percenten met :

Tabel 13 geeft een overzicht van het gemiddelde saldó tegoed per inwoner en per boekje van de voornaamste landen der wereld, voor zoover althans daaromtrent gegevens beschikbaar waren in vergelÿking met Nederland.

I) In dit aantal is begrepen een aantal boekjes met een tegoed van ƒ 801,— tot f 1200,—,

-ocr page 11-

-

13. LAND.

Jaar.

Inwoners.

Boekjes.

Saldo tegoed.

Per inwoner.

Per boekje.

Aanmerkingen.

Australie . . •

1918

5 030 479

2 783 737

.ƒ 1 419 846 682,—

ƒ 282,16

f 613,68

1919

6 247 019

2 945 839

1 668 011 800,—

298,84

532,28

Beieren....

1916

1918

1 259 269

1 408 817

461 842 053,—

497 313 025,—

_

386,60

363,—

„ • • •

1917

1 677 632

688 268 912,—

850,66

• • • •

1918

2 018 614

829 876 722,-

410,88

België ....

J912

7 571 387

3 01.3 298

^608 570 288,—

87,17

188,78

1913

7 638 757

3 116 958

628 611 890.—

68,19

169,68

Bulgarije . . .

1910

4 329 108

280 775

27 826 732,—

6,43

99,11

1912

4 432 427

340 315

30 263 387^ —

6,83

88,93

Aantal boekjes niet bekend.

Canada....

1914

1915

8 075 000

8 136 000

677 922 878^ —

658 817 276,-

83,96

80,98

Chili. . . . . Denemarken . .

1910

3 415 060

298 018

83 067 667,—

24,32

278,70

1/1 D**'/“ Sl/s 1918

1 568 262

764 832 650,—

484,71

i/i 1918-

1811 554

862 036 836,—

1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;__

528,70

SI/S 1919

Duitschland . .

1917

80 788 088

16 108 916 997.-

490,74

1918

•—

32 769 470

18 908 692 282,—

1 nbsp;nbsp;_

676,06

Egypte. . . .

1918

12 907 000

221 352

21 106 778,—

1,64

95,85

1919

13 086 000

236 275

26 070 749,—

/ 1,92

9,84

108,11

Einland . . .

1917

3 348 863

99 048

31 264 028,—

816,54

1918

3 331 814

100 697

86 863 044,—

10,91

861,47

Frankrijk . . .

1914

1915

14 551 000

14 600 000

2 617 330 960,—

2 673 818 580,—

——

179,87

178,22

,, ...

1918

14 604 000

2 160 234 400,—

148,94

,, • • •

1917

w—

14 387 000

2 266 634 800,—

166,86

5, nbsp;nbsp;...

1918

14 520 000

2 497 766 000,—

172,02

Groot-Britannië

1918

182,27

en Ierland. .

16 762 716

3 066 367 716,—

1917

17 282 820

3 118 459 397,—

180,66

Hongarije. . ,

1911

21 030 104

2 719 906

1 999 343 776,—

96,07

788,76

1913

21 409 716

2 744 861

2 00,5 708 543,—

93,68

730,71

Jtalië ....

1917

36 716 622

9 246 268

2 965 374 183,—

80,76

320,71

/

1918

36 740 000

3 821717 341,—

104,02

Japan ....

1916

56 638 603

24 613 962

618 619 265,—

11,12

25,13

1917

56 335 971

. 27 325 252

888 616 707,—

14,88

80,89

Nederland. . .

1917

6 726 053

2 491786

624 362 888,—

77,97

210,43

1918

6 778 699

2 594 487

616 004 093,—

90,73

287,04

,, • • •

1919

6 831 231

2718016

701 203 434,—

102,66

258,46

Noorwegen . .

1918

2 658 394

1 630 807

1 066 159 663,—

400,88

695,82

1919

1 628 202

1 260 360 699,—

768.88

Oostenrijk . .

1912

4 404 508

3 234 848 045,-

734,33

736,66

1913

4 515 843

8 322 106 417,—

Pruisen . . .

1917

38 374 483

18 718 205

10 083 346 178,—

262,78

638,69

1918

20 642 092

12 915 610 941,—

——

628,74

1919

SI 239 618

20 755 838

16 831 757.943,—

461,74

810,94

Kumenië . . .

1910/1911

7 086 796

228 847

30 653 921,—

4,33

133,96

1911/1912

7 230 418

233 003

81 421 656,—

4,35

134,88

1912/1913

7 361 885

226 ISO

26 610 433,—

3.62

118.20

1913/1914

7 771 341

236 261

28 642 232,—

3,89

121,76

Rusland , . .

1911

167 920 000

7 949 735

1 938 225 000,—

11,83

, nbsp;nbsp;243,81

Saksen ....

1916

3 623 425

1 176 238 602,—

324,62

1917

3 860 678

1 31.5 423 896.—

340,73

1918

4 119 687

1 597 967 302,—

387,89

Ver. Staten van

Noord-Amerika .

1918

105118 487

11 379 563

13 788 381469,—

131,17

1 211,68

1919

10 984 881

14 874 494 040,—

1 354 09

Wurtemberg. .

1913

2 603 000

841611

372 856 440,—

148,96

443,08

1914

871 224

409 667 006,—

470,23

s

Zweden . . .

1917

5 800 847

2 60S 646

983 268 413,—

169,50

377,65

i

1918

6 813 860

2 751 604

1 164 899 644,—

198,65

419,73

Zwitserland . .

1908

3 647 479

1 899 332

756 319 901,—

207,08

397,68

De geg^evens zijn ontleend: nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;‘I

voor

Australië, Bevolking uit: „Population and Vital Statistics”.

Saldo te goed en boekjes uit: „Official Year Book of the Commonwealth of Australia”.

Beieren, Bevolking uit: „Statistisches Jahrbuch für das Königreich Bayern”.

Japan nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;uit: „Bt’^umé statistique de I’Kmpire du Japon”.

Nederland nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ „Statistiek der Spaar- en Leenbanken”.

Noorwegen nbsp;nbsp;„ „Norges Sparebanker”.

Oostenrijk nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ „Statistik der Sparkassen in Oesterreich und Ländern”.

Saksen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Bevolking uit: „Statistisches Jahrbuch fur das Königreich Sachsen”.

Wurtemberg „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ „Statistisches Jahrbuch für das Königreich Württemberg”.

Beieren. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;)

Saksen ! saldo te goed en boekjes uit: „Statistisches Jahrbuch für das Deutsche Reich”. Wurtemberg ,

Voor de andere landen zijn zij ontleend aan de Jaarboeken.

-ocr page 12-

10

\

BÜ dit overzicht dient in aanmerking genomen te worden, dat het gebruik, dat van de Spaarbanken voor belegging van gelden gemaakt wordt, mede beïnvloed wordt door de bepalingen welke daarvoor zÿn vastgesteld. In het eene land is het maximum voor het saldo tegoed hooger dan in het andere •land, eldere is dit aan geen beperking onderworpen. Ook de hoegrootheid der rente is van invloed en de bepaling of één spaarder meer dan één spaarbankboekje mag bezitten. Door deze en dertrelijke verschilpunten in de bepalingen, die voor hot gebruik zÿn vastgesteld, zijn de gegevens van land tot land niet zonder meer met elkander te vergelijken Door dit verschil zullen het ook in het eene land hoofdzakelijk „kleine luyden” zÿn, die hun geld in de spaarbanken in bewaring geven, terwÿl elders ook andere klassen der bevolking van dit Instituut gebruik zullen maken. De bovengenoemde tabel geeft dan ook meer een beeld van den omvang der bemoeiingen van de Spaarbanken in de verschillende landen dan van het sparen. Immers in hoeverre nog van andere spaargelegenheid gebruik gemaakt wordt (verzekering, deposito’s), dan wel aanstonds effecten gekocht worden of gelden in handel en industrie of op andere wÿze belegd worden, blijkt uit deze cÿfers geenszins. Het zou zeker, indien het mogelÿk ware, aanbeveling verdienen, elk van deze punten nader te onderzoeken. Wat de verzekering betreft, zouden de maatschappijen eene splitsing moeten maken van hunne verzekerden naar de nationaliteiten met vermelding van de gestorte premiën en het verzekerd bedrag.

De herleiding der vreemde munten in de Nedorlandsche munt heeft plaats gehad overeenkomstig de tabellen voorkomende in den Post-, telegraaf- en tolephoongids, voor de postwissels naar het buitenland. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;____________

II. BOERENLEENBANKEN.

Van de 1169 aan hét Bureau bekende lokale Boerenleenbanken waren op 31 December 1919 aangesloten bÿ de Centrale Bank te Utrecht 629 ï), bÿ die te Eindhoven 469 en bÿ die te Alkmaar 46, samen 1143.

De Balans op 31 December 1919 der Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht luidde:

14. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Balansrekening op

Actieven.

Kas en Kassiers.........f nbsp;nbsp;276 200,645

Uitgezette gei len.........,, 83 875 951,03 5

Effecten............. nbsp;6 024 290,94

Effecten ter belegging van de Reserve . nbsp;,, nbsp;nbsp;nbsp;299 905.07

Onversehenen rente van de Reserve . nbsp;. „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4 298,87

Hypotheken nbsp;......... 8233600,—

Debiteuren............ 173 808,54

Rentelooze voorschotten........ 4 000,—

Onversehenen interest......... 127 943,38

Gebouwen............. 20 000,—

Meubilair............ nbsp;843,41

Materieel............. 10 760,49

Voorschotten in Rekening-courant . nbsp;, nbsp;. nbsp;„ nbsp;9 905 189,15

.31 December 1919.

Passie ven. |

Kapitaal Ie aandeel. . . f 823 000,— „ verdere aandeelen „ nbsp;nbsp;937 600,—

ƒ 1 260 500,—

Af nog te storten . . . „ 1 209 450,— ------------- / nbsp;nbsp;51 060,—

Reserve............. nbsp;316 363,425

Nederlandsche Bank........ nbsp;4 431 795,21

Crediteuren........... nbsp;18 720.425

Te betalen coupons........„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;14 392,—

4 pCt. Deposito-obligatiën......„ nbsp;7 081 700,—

Uitgelote Deposito obligatiën..... nbsp;42 200,—

Deposito 8 voor 1 jaar vast.....„ nbsp;3 291 200,—

Deposito’s in Rskening-courant . . . . „ 40 844129,30 Winatsaldo...........„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;65 183,85


ƒ 56 958 734,21

/ 65 966 734,21

De Verlies- en Winstrekening over 1919 luidde ;

15

Verlies- en Winstrekening over 1919.

Baten.

Interest.............f 428 622,225

Betaling bij toetreding........ nbsp;' 65,—

Betaling bij uittreding........„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;75,—

Jaarlijksche bijdrage der aangesloten banken

ingevolge art. 7 der Statuten.....„ nbsp;nbsp;38 064,72

Provisie (abonnements provisie)..... nbsp;4 680,16

Provisie van Hypotheken.......| 6 280,75

ƒ 473 787.85 5

1) In bet verslag van de Coöneratieve Centrale Raiff-ùsenbank te Utrecht wordt vermeld, dat op 31 December 1919 bet aantal aangesloten banken 63-2 bedraagt. Aangezien echter de Banken te Barneveld, Alkmaar en Leeuwarden niet het karakter van eene boerenleenbank dragen, zijn zij niet in de statistiek opgeuomen.

-ocr page 13-

De Verlies- en Winstrekening sluit dit jaar met een bedrag van. . . ................f nbsp;66 183,85

Voorgeeteld wordt daarvan af te schrijven:

op de rekening „Meubilair”.............................. nbsp;SW,!-!

Zoodat overblijft een bedrag van.......f nbsp;64 336,44

hiervan moet in het Reservefonds worden gestort:

volgens art. 7, sub i der Statuten, de gelden welke de leden bij hunne toe- en uittreding betaalden . . . „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;140,—

Blijft......J nbsp;64196,44

en voorts dit bedrag, overeenkomstig art. 40 der Statuten, in het reservefonds te storten, dat daardoor zal stijgen tot / 380 689,866.

De Balans op 31 December 1919 der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven luidde :

æ. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Balansrekening op

Actleven.

Aandeelhouders — voor nog testorten— f . 1 269 000,—

Kassa............ nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;119 392,99

Vreemd geld............7 739,84

Coupons en losbare stukken..... nbsp;16 684,03

Effectenrekening..... nbsp;. nbsp;. . „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;942,50

Kassiers............. 3 419 202,97

Disconto’s.........\. nbsp;. . „ 6 245 611,61

Deposito u/g . ........... 6 360000,—

Prolongatie u/g.......... nbsp;560 000,—

Effectenfonds............ 8 930 723,25

Deelname Nederlandsche Landbouwbank „ nbsp;nbsp;162 600,—

Schatkistbiljetten.......... 6 648 876,—

Leeningen met Effectenonderpand . . . „ 13103 680,11

Provinciën, Gemeenten en Polders . . . „ 11 202 983,95

Crediethypotheken.......... 1 916 626,88

Hypotheken............ 2 526 341,35

Boerenleenbanken....... nbsp;. „ 1 660 446,65

Diverse debiteuren........„ nbsp;6 341 965,89

Gebouwen............. 79 586,21

Meubilair............. 3

Effectenleendepót.......... 311

Bewaarneming van Titels......„ nbsp;1 848 860,—

Be waarneming van vreemd geld . nbsp;. nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;13 372,10

4% tienjarige schuldbrieven in Portefeuille nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;110

Renterekening — loopende rente — , nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;190 648,68

Onkosten — nog te ontvangen — . . . „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;612,50

f 71 915 628,19

31 Deceipber 1919.

Passleven.

Kapitaal............f 1 410 000,—

Boerenleenbanken (Rekening-Courant) . „ 43703 364,67®

„ (Deposito met een jaar opzegging)........... nbsp;9 830 600,—

Diverse Crediteuren........ nbsp;1 424 073,88 ® ,

Kassiers............ nbsp;6 096 828,91®

Beleening o/g..........„ nbsp;3 826 000,—

40/0 tienjarige Schuldbrieven.....„ nbsp;3 000 000,—

Markendeposanten......... nbsp;62 447,98

Te betalen Coupons ......... nbsp;nbsp;49 360,—

Te betalen Dividend........„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;4,—

Reservefonds (gewoon)..... nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;100 587,36

Reserve „B” Crisisfonds......„ nbsp;nbsp;nbsp;102 228,40

Reserve gebouwen........„ nbsp;nbsp;nbsp;18 000,—

Fonds tot oprichting eener onderlinge inbraakverzekering........ nbsp;10 680,68

Diverse Deposanten Effectenleendepót nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;311140,—

Bewaargevers van Titels......„ nbsp;1 848 860,—

Bewaargevers van vreemd geld. . nbsp;. nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;13 372,10

Renterekening — loopende rente — . nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;148,46

Onkosten — nog te betalen — . . nbsp;. nbsp;. nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1811,84

Winst............. nbsp;65 248,04®


De Verlies- en Winstrekening over 1919 luidde:

Verlies- en Winstrekening over 1919.


17.


Debet.

Onkostenrekening..........f 113 354,31

Koersverlies op Effecten........ nbsp;698 239,44

Bijdrage Pensioenfonds........ nbsp;2 933,69

Safehuur...........: nbsp;• n 40,—

Reserve Gebouwen......... nbsp;1 800,—

Afschrijving Meubilair........ nbsp;1 000,—

Winst.............. nbsp;85 248,04®

f 882 416.48®

Credit.

Saldo Onverdeelde winst 1918.....f nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;54,26®

Renterekening............. 350126,53

Provisierekening..........« nbsp;22 607,20

Restitutie O. W. 1916........ nbsp;9 270,

Safehuur..............

Boete Algemeene Vergadering..... nbsp;157i60

f 882 415,48®


-ocr page 14-

12

De winst ad ............ *.....................f 65248,04*

is als volgt verdeeld:

a, Cit te keeren 4 pet. (maximum) dividend over het gestorte kapitaal ad f 141000,— ƒ 5 640,

. i. Bijstorting in het Reservefonds (10 pCt.).................. nbsp;6 524.80

- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;- „ 12164,80

ƒ 53 083,24*

c. Over te nemen van Boerenleenbanken haar aandeel in het bestaande Crisisfonds, voortaan te noemen

Crisisfonds I, bedragende inclusief opgeloopen rente................... nbsp;662,70

Over te brengen op nieuwe rekening.....f nbsp;13 430,64*

De Balans op 31 December 1919 der Coöperatieve Centrale Landbouwbank te Alkmaar luidde:

31 December 1919.


18. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Balansreklt;|niug op

Actleveii.

Kassa............./ nbsp;nbsp;nbsp;10 521,66

Kassiers nbsp;nbsp;nbsp;...... „ nbsp;nbsp;nbsp;39 870,20

Debiteuren met effeotenonderpand . . . „ nbsp;nbsp;250 776,—

Gemeenten, polders, enz....... nbsp;S^9 900.—

Schatkistbiljetten..........„ nbsp;nbsp;100 126,76

Effecten . •.......... nbsp;1 337 682,92

Hypotheken u/g..........„ nbsp;103 800,—

Deposito u/g..... nbsp;■.....„ nbsp;nbsp;181 914,68

Diverse vereenigingen.......„ nbsp;nbsp;nbsp;38 458,80

Aangesloten banken Voorschotten. . . „ nbsp;nbsp;714 976.72

Accepten............„ nbsp;355000,—

Meubilair............„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;179,15

Rente.............„ nbsp;nbsp;nbsp;32 578,68*

Onkosten............ nbsp;708,48

Aangesloten banken nog te storten . . „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;8 000,—

Verlies vorige jaren . ....... „ nbsp;129 920,37*

Verlies 1919 nbsp;nbsp;. . nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;........ 64 444,39


Passleven.

934 900,—

42 000,— 963 482,36 847 100,— 355 000,— 355 000,—

7 248,91 499,67 350,—

45,25 198,66

16,03

198 000,-45 000,—


Beleeningen o/g..... Prolongatie o/g...... Aangesloten banken Depots , „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;Termijn.

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;Accepten

Nederlandft’che Bank Disconto Rente......... Onkosten ........ Salarissen........ Presentiegelden...... Inspectie........ Propaganda ....... Waarborgfonds...... Aandeelenkapitaal.....



ƒ 3 748 837,68

De Verlies- en Winstrekening over 1919 luidde :

19

Verlies- en Winstrekening over 1919.

Credit.

28 286,84

259,30

64 444,39


Debet.


Salarissen............ƒ nbsp;nbsp;4 993,—

Presentiegelden........... 1 128.40

Inspectie......-...... nbsp;782,72

Onkosten............ nbsp;1 598,98*

Propaganda...........„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;284,42*

Afschrijving effecten........ nbsp;84 203,—


Rente . . , Provisie . . Verlies 1919



f 92 990,53


ƒ 92 990,63


Voor wat het bedrijf der Centrale Boerenleenbanken aangaat, ontleenen we aan haar verslagen over 1919, dat bü de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht aan het einde van het jaar het bedrag der uitgezette gelden ƒ 33876951,03* bedroeg, welke gelden gedeeltelijk waren uitgezet à deposito of op prolongatie, gedeeltelijk belegd in kasgeldleeningen a'an Cieineenten en Waterschappen, in leeningen op korten en langen termijn aan vereenigingen, bedoeld bÿ art. 2 al. 3 der statuten en ten Slotte belegd in Schatkistpapier. Aan voorschotten stond een bediag van /■ 9 905 169,15 uit.

Gedurende het geheele boekjaar konden alle voorschotten worden verstrekt uit de deposito’s zoodat geen promessen behoefden'te worden verdisconteerd.

De onderpanden voor de à deposito of op prolongatie uitgezette bedragen, hadden steeds een overwaarde van meer dan 20 pCt.

Het maximum-crediet, hetwelk aan een lid tot wederopzaggens toe werd verleend, bedroeg f 70000,—, overeenkomstig art. 16 van het huisho ideltjk reglement.

Met machtiging van den Raad van Toezicht werd aan enkele aangesloten vereenigingen een hooger crediet dan f 70 000,— toegestaan.

-ocr page 15-

13

De rente in Rekening-Courant bedrbeg gedurende het boekjaar 1919 :

Provisie, porti, zegel- en assurantie-kosten ten behoeve der locale banken besteed, of eenig percentage van de door de locale Banken gemaakte winsten, werden niet in rekening gebracht.

De Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven .zag het aantal locale banken, dat zichJjÿ haar aangesloten heeft, met 34 toenemen. Het totaal aantal aangesloten banken bedroeg aan het einde van 1919, 469.

Het kapitaal der bank bedroeg einde 1919................ f 1 410000,—

(4)o Aandeelhouders-Boerenleenbanken elk met 3 aandeelen à ƒ 1 000,—.) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

In 1919 werd voor deposito’s in rekening-courant een rente vergoed van pCt. en voor deposito’s met een jaar opzegging 3^/^ pCt. Voor voorschotten werd eene rente berekend van 4 pCt.

Bij do Coöperatieve Centrale La ndbouwbank te Alkmaar was op 31 December 1919 f 963 432,35 in deposito, terwÿl f 714 976,72 aan voorschotten uitstond.

De rentevoet was als volgt;

Voor voorschotten 4*/2 pCt., voor deposito’s met acht dagen opzegging 3^2 pCt.

Voor bedragen, welke voor een jaar of een half jaar vast gedeponeerd werden, werd resp. 4 pCt. en 3’/4 pCt rente vergoed. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

Voor bedragen gestort in het waarborgfonds, werd vergoed 4 pCt. zijnde de gemiddelde rente tusschen voorschotten on deposito’s met 8 dagen opzegging.

Voor den jaargang 1919 zijn gegevens ontvangen van 1155 Boerenleenbanken, terwijl dit aantal voor den vorigen jaargang 1105 was. •)

Ook voor de Boerenleenbanken volgt hier een overzicht, dat een vergelijking toelaat tusschen de werkzaamheid dezer banken in 1918 en die in 1919. Evenals bÿ de Spaarbanken zijn, ter bevordering van een juiste vergelÿking, alle instellingen buiten rekening gelaten, die niet in beide jaren opgaven verstrekt hebben, voor zoover opheffing of oprichting niet de oorzaak daarvan was.

De Inleggers rekening luidt als volgt:

20.

AANTAL INLAGEN EN TERUGBETALINGEN.

1918

- 1919

Toeneming sedert 1918

S) 608 banken.

2) 608 banken.

in percenten.

Aantal inlagen gedurende het boekjaar..............

138 837

149 050

7,51

„ terugbetalingen gedurende het boekjaar............

70 303

86 791

23,45

BEDRAG DER INLAGEN EN UITBETALINGEN.

lüTt«

1919

Toeneming sedert 1918

nos banken.

1151 banken.

in percenten.

Aantal boekjes op het einde van het boekjaar in omloop........

216 356

222 620

2,85

Bedrag van het tegoed der inleggers aan het begin van het boekjaar . . .

ƒ 148 831 351

3)/198 594 252

32,11

„ der inlagen gedurende het boekjaar (zonder rente).......

135 642 876

156128 339

16,19

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ aan inleggers toegekeude rente ...»..........

4 942 272

6 498 599

31,49

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ uitbetalingen (uitbetaalde rente inbegrepen)........

„ van het teg^oed der inleggers, rente inbegrepen, op het einde van

92 721 350

132 131 319

42,80

het boekjaar.....................

3) 196 595 149

227 089 872

15,51

1) Van de 6 ten vorigen jare opgerichte Boerenleenbanken, gevestigd te Almkerk, Lepelstraat, Berkenwoude, Langerak en Eext, die wegens den korten duur van hun bestaan over dat jaar geen gegevens konden verstrekken, zijn dit jaar wel gegevens ingekomen.

De in 1919 nieuw opgerichte Boerenleenbank gevestigd te Groenio, kon wegens den korten duur van haar bestaan geen opgaven verstrekken. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

Voorts hebben 43 in den loop van 1919 opgerichte Boerenleenbanken opgaven ingezonden, n.I. de banken te:

Capelle, Cromvoirt. Helenaveen (gein, Deurue c.a.), St. Michielsgestel, Hulsel (gern. H. en L. Mierde), Sprang. Waalre. Apeldoorn, Appeltern, Angeren (gem. Bemmel). Angeren (gem. Bemmel). Doornenburg (gern. Bemmel), Stokkum, (gem. Bergh), Borculo, Varsselder (geni. Gendringen), Weede, Rietmolen, (gem. Neede), Hattemerbroek (gem. Oldehroek), Steenderen, Tiel. Beek bij Nijmegen (gem. übbergen), Leuth (gern, übbergen), ïwello (gem. Voorst), Vorden, Puttershoek, Vianen. Graft. Bruinisse, Phihppine, Jellum (gem. Baarderadeel), Holwerd (gem. Westdongeradeel), ïernsard (gem. Wost-dongeradeel). Almelo, Dalfsen. Deventer, Hellendoorn, Kuinre, Rijssen, Mariaparochie (gem. Tubbergen), Deurningen (gem. Weerselo), Finsterwolde, Oirsbepk en Vaals.

De banken te Noordbroek en Mierlo, die over het vorige jaar wel inzonden, hebben dit jaar geen gegevens verstrekt, daarentegen zijn ze van de banken te Berchem, Heemstede, Land.smeer en Hoogland dit jaar wel ingekomen echter niet in 1918.

8) Dit aantal is zooveel kleiner omdat van een groot aantal banken dienaangaande geen opgaven konden verkregen worden.

3) Het verschil tusschen deze beide bedragen vindt zijn oorsprong in fouten, die, in vorige opgaven van de Boerenleenbanken, ontvangen, voorkwamen en, hoewel verbetering voor don betreifeuden jaargang, ondanks met de besturen der instellingen gevoerde correspondentie, onmogelijk bleek, thans hersteld zijn.

-ocr page 16-

14

Uit de Voorachottenrékening blÿkt ;

21.

AANTAL DER VOORSCHOTTEN EN TERUGBETALINGEN.

1018

gt;) 657 banken.

i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1919

1) 557 banken.

Toeneming sedert 1918 in percenten.

Aantal voorschotten nog loopend aan het begin van het boekjaar. . . • . „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verleend gedurende het boekjaar.........

1» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;51 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;afgeiost nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.........

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nog loopend op het einde van het boekjaar.....

23 908

8 085

7117

24916

24 428

10 481

7126

27 783

1,79

30,44 0,13

11,51

BEDRAG DER VOORSCHOTTEN EN TERUGBETALINGEN.

1918

1103 banken.

1919

1161 banken.

Toeneming sedert 1918 in percenten.

Bedrag der voorschotten nog loopend aan het begin van het boekjaar . . . „ nbsp;nbsp;nbsp;,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verleend gedurende het boekjaar.......

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;afgeiost door leeners gedurende het boekjaar . . .

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11 borgen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, nbsp;nbsp;nbsp;. . .

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;afgeschreven wegens oniubaarheid gedurende het

boekjaar ................ „ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nog loopend op het einde van het boekjaar . . .

/ 42 231 075

28 198 081

17 647 286

54

2) 62 881 818

2)/62968 676

49 657 769

24 208 314

470

78 312 661

26,40

75,76

37,93

770,37

48,09

De beide volgende staatjes geven een overzicht van de Activa en Passiva der Boerenleenbanken in de jaren 1913 en 1919 zoowel de absolute cÿfers alsook de percentsgewijze samenstelling en de betrekkelÿke toe- of afneming van elk der samenstellende deelen.

22

ACTIVA.

23

In totaal.

In percenten.

Toe-, resp. afneming sedert 1918 in percenten.

1918

1919

1918

1919

1033 instellingen.

1131 instellingen.

ElFecten................

/ 10259711

f 13463516

4,81

5,41

31,23

Kantoormeubelen e. a. roerende goederen ....

168 732

308 426

0,08

0,12

82.79

Onroerende eigendommen..........

310 609

545 571

0,16

0,22

76,66

Hypotheken...............

509 159

605 240

0,24

0,24

0,01

18,87

Voorschotten tegen onderpand van effecten. . . .

13 000

Andere voorschotten ............

61766 728

76 588 914

24,26

30,80

47.91

Gelden in loopende rekening met j ceXaleBank

28 604 120

105 380 595

49 145 023

89 674 412

13,36

49,39

19,77

36.07

72,41

— 14,90

Andere deposito’s, uitstaande renten, provisién. enz.

Gelden in kas (coupons inbegrepen)......

6 810724

7 371 628

2,72

2,96

26.86

10 569 883

10 768 608

4,95

0,04

4,33

1,98

Tekort (verlies)..............

79 536

167 430

0,07

110,61

Totaal.....

ƒ213340796

ƒ248 631 659

100,—

100,—

16,54

PASSIVA

Tegoed der inleggers op het einde van het boekjaar

ƒ 192 265 688

ƒ221 846 757

90,11

89,23

15,89

Bedrag der reserve (fonds)..........

2 693 614

8281818

1,26

1,32

21,84

Kapitaal verschuldigd in j met de leden.....

16 921 718

17 083 353

7,93

8,87

0,96

loopende rekening (met de Centrale Bank. .

1 373 486

6 178 666

0,65

2,48

349,71

Kapitaal opgenomen bij de Centrale Bank ....

17 598

199

0,01

— 98,87

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11 derden........

38 223

101 268

0,02

0,04

164,93

Overige crediteuren............

49 621

141 611

0,02

0,06

185,39

Totaal \ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

ƒ213 849 796

ƒ248 831 669

100,—

100,—

16,54

1) Zie noot -) op bladz. 18. Zie noot ’) op bladz. 18.

-ocr page 17-

15

Omtrent de wÿze van belegging der gelden, zÿn de gegevens van de Boerenleenbanken niet zoo ruim als van de gewone Spaarbanken, wat vermoedelijk verband houdt met de omstandigheid, dat de boekhouding der Boerenleenbanken zoo eenvoudig mogelijk aangelegd is en bÿ vele dier instellingen in de balans nog geen onderscheiding is gemaakt naar de verschillende groepen van effecten, waarin de waarden belegd zÿn. Toch zijn de ontvangen inlichtingen reeds belangrijk genoeg, om ze hier te vermelden en tevens ruim genoeg om vergelijkingen te trekken tusschen do beide jaren 1918 en 1919. Uit het hiervolgend overzicht blijkt, voor zoover de ingekomen formulieren hieromtrent inlichtingen gaven, hoe de gelden der Boerenleenbanken door deze belegd waren, welk aandeel elk der groepen van belegging in het geheel had en de toe-, resp. afneming van een en ander van 1918 op 1919.

24.

AARD DER BELEGGINGEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1918 in percenten.

1918

1919

1918

1919

1078 instellingen.

1122 instellingen.

Staatsschuld ten laste van Nederland.....

/ 1 04« 4«S

f 1 666 969

0,62

0,66

48,78

,, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,, nbsp;nbsp;,, andere landen ....

4 822

12 853

0,002

0,01

178,08

Schuldbrieven ten laste van | in Nederland . .

1 284 671

1 840 446

0,84

0,78

48.26

publiekrechtelijke lichamen „ andere landen .

5 561

21 761

0,002

0,01

291,18

Aandeelen:

binnenlandeche............

687 968

1073 622

0,34

0,45

66,04

buitenlandsehe............

2 134

3 819

0,001

0,001

78,96

Obligatiën en pandbrieven:

binnenlaudsche............

6 192 999

7 996 498

3,07

3,38

29,12

buitenlandsehe............

60 219

43 824

0,03

0,02

—12.73

Hypotheken...............

609 169

605 241

0,^6

0,25

18,87

Prolongatién..............

13 000

0,01

Belegging van anderen aard........

191 462167

222 769 872

94,99

94,20

16,35

Onroerende goederen...........

310 609

646 871

0,18

0,23

76,66

Totaal.....

ƒ 201 566 662

ƒ 236 473 366

100,—

100,—

17,32

Wat de gekweekte rente betreft, bleek het bij de eenvoudige wijze van boekhouding, door de Boerenleenbanken gevoerd, niet doenlijk deze voor de effecten gespecificeerd op te geven; voor de hooMgroepen van belegging geeft tabel 25 intusschen een overzicht:

25.

BEDRAG DER RENTEN GEKWEEKT UIT:

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1918 in percenten.

1918

10.52 instellingen.

1919

1918.

1919.

1099 instellingen.

Effecten................

ƒ 237 398

f 853 092 -

3,72

4,17

48,74

Hypotheken...............

8 291

11 011

0,13

0,13

32,81

Prolongatie...............

11 007

20

0,17

0,0002

— 99,82

Voorschotten..............

2 204 637

2 878 242

34,61

84,04

30,65

Anderen hoofde.............

8 918 628

5 210 966

61,85

61,62

32,98

Huren van onroerende goederen.......

7 686

3 220

0,12

0,04

— 57,65

Totaal.....

ƒ 6 387 442

f 8 456 651

100,—

100,—

32,39

Uit de tabellen 26 en 27 blÿkt, dat de baten en lasten bij de voor de vergelpking ' tusschen beide jaren in aanmerking komende Boerenleenbanken en haar procentische samenstellingen zijn geweest als volgt:

-ocr page 18-

16

26. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;BATEN.

\-

■■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■

1

Tn totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1918 in percenten.

1918

1062 instellingen.

1919

1918

1919

1099 instellingen.

Renten van effecten, hypotheken, enz.

ƒ 6 379 860

ƒ 8 463 330

95,46

96,12

32,50

Huren van onroerende goederen.........

7 588

3 221

0,11

0,04

— 57,64

Waardevermeerdering van effecten bij verkoop ofbaïans

517 •

3 663

0,01

0,04

689,17

Baten uit anderen hoofde...........

296 569

334 608

4,42

3,80

13,17

Totaal der baten . . .

ƒ 6 683 62S

f 8 794 620

100,-

100,—

31,59

27. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;LASTEN.

Bedrag der aan spaarders toegekende rente.....

ƒ4 868 777

f 6 339 490

77,87

76,85

30,21

Renten van opgenomen kapitalen........

486 111

662 594

7,45

8,03

42,16

21,46

Administratiekosten..............

384 431

466 874

6,15

6,66

Waardevermindering van effecten bij verkoop of balans Bedrag van het verlies op voorschotten wegens oninbaar-

139 832

208 153

2,23

2,52

49,07

heid afgeschreven 1 . . -..........

54

470

0,01

770,87

Overige lasten...............

393 695

571 176

6,30

6,93

45,08

Totaal der lasten .... /-------------------------------------------------------

ƒ6 252 700

ƒ 8 248 756

100,-

100,—

31,92

Hoe de aantallen s paa r b.o e k j e s, bÿ de Boerenleenbanken in omloop, aan het einde van het jaar naar de grootte van het tegoed verdeeld waren, blijkt uit de volgende tabel, welke tevens doet zien de percentsgewijze verdeeling dier boekjes naar de grootte van het tegoed en de toeneming der aantallen boekjes, in percenten, in elke groep sedert 1918.

28.

In totaal.

Tn percenten.

Toeneming sedert 1918 in percenten.

BOEKJES MET EEN TEGOED:

1918

1)7559 instellingen.

1919

1918

1919

1) 559 instellingen.

Van beneden f 10,—......

13 489

14 541

11,98

11,63

7,80

van f

10,— tot beneden „ nbsp;nbsp;100,—......

26 633

30 147

23,61

24.12

13,19

100.— . „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ 1 000,—......

41 646

45 335

36,91

36,27

8,86

1 000,— en hooger...........

31 049

34 965

27,52

27,98

12,61

Totaal ....

112816

124 988

100,—

100,—

10,79

Uit dit overzicht blijkt dat bij de Boerenleenbanken de boekjes met een saldo tegoed van ƒ 10,— tot beneden [ 100,- het sterkst zÿn toógenomen.

Ten slotte geeft tabel 29 een'overzicht van de aantallen der verleende voorschotten, de verdeeling dezer in percenten naar de grootte van het bedrag en de toe-, respect afneming sedert 1918.

29.

In totaal.

Toeneming sedert 1918 in percenten.

1918

1919

1103 instellingen.

1151 instellingen.

Aantal leden op het eintje van het boekjaar ....

126 273

137 731

9,94

VOORSCHOTTEN VERBEENDl

l) 531 instellingen.

1) 531 instellingen.

In percenten.

Toe-, resp. afneming sedert 1918 in percenten.

1918

1919

Beneden ƒ 60,—......

van f nbsp;60,— tot beneden „ 100,—......

„ nbsp;nbsp;100,- „ nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;„ 200,- ......

„ „ 200,- „ nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;„ 300,-......

„ „ 300,- „ nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;„ 500,- ......

500,- nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ 1000,- ......

„ „ 1000,— en hooger...........

Totaal . . .

72 241 728 655

1 097 1 548

8 383

66

209

729

793

1 237

1 764

5 094

0,93 3,12 9,43 8,48

14.21 20,02 43,81

0,87

2,11

7,37 8,02

12,50 17,83 61,50

— nbsp;nbsp;8,33

— 13,28

0,14 21,07 12,76

14,10

50,58 ,

7 722

9 892

100,—

100,— «

28,10

1) Zie noot op bladz. 13.

-ocr page 19-

17

Voor den jaargang 1919 zÿn van 19 Spaarkassen gegevens ontvangen, tegen 24 in 1918 Van 5 Spaarkassen zÿn in 1919 geen gegevens ingekomen ’).

30. nbsp;nbsp;nbsp;DEELNEMER.S, STORTINGEN EN

löis.quot;^

1919.

Toe-, resp. afneming

INLEGGERSREKENING.

t

19 instellingen.

19 instellingen.

sedert 1918 in percenten.

Aantal deelnemers gedurende het boekjaar........... „ stortingen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;. . . ........

Bedrag van het tegoed der inleggers aan hot einde van het vorig boekjaar .................... „ der inlagen................... „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ rente en premiën............. . •

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ uitbetalingen (in geld).............

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(in natura).......... nbsp;.

„ van het tegoed der inleggers aan het einde van het boekjaar.

2 824 86 074

f 638 481 818 847 23 925 280 333 200 695 722

3 629

36 065

f 696 722

380 933

28 492

809 800

795 847 ■

24,96 — nbsp;nbsp;nbsp;0,02

9.83

19,47 19,09

10,61

14,32

De staatjes 31 en 32 geven een overzicht van de baten en lasten volgens de Winsten Verliesrekening betreffende de jaren 1918 en 1919. In 1919 werden voor deze rekening door 16 instellingen gegevens ingezonden, tegen 18 in 1918.

31.

BATEN.

/

In lotaal.

In percenten.

Toe- resp. afneming sedert 1918 in percenten.

1

1918.

1919.

1918.

1919.

14 instellingen.

14 instellingen.

Rente van belegde gelden..........

Giften en bijdragen van anderen......

Inkomsten uit bezittingen..........

Andere baten..............

Totaal.....

f 24 784

622

1 629

8 436

f 31142 445 730 1 163

81,61

1,72

6,38

11,81

93,04

1,33

2,19

3,44

ib,ßb

— 14,76

— 65,19

— 86,43

ƒ 30 370

f 83 470

100,—

100,—

10,21

32.

LASTEN.-

In totaal.

In percenten.

Toe- resp. afneming sedert 1918 in percenten.

1918.

1919.

1918.

1919.

14 instellingen.

14 instellingen.

Bedrag der aan inleggers toegekende rente en premie

ƒ 20 709

f 26 055

65,83

50,66

20,99

Administratiekosten.....* nbsp;......

2 474

2 218

7,86

4,48

— 10,36

Andere lasten..............

8 276

22 188

26,31

44,86

168,10

Totaal.....

f 31459

ƒ 49 461

100,—

100,—

67,22

Voor den jaargang 1919 zijn van 71 instellingen gegevens ingokomen, tegen 78 in 1918.

Van 9 Hulpbanken zÿn dit jaar geen gegevens ingekomen, echter wel in 1918 2). 2 Hulpbanken hebben dit jaar wel gegevens ingezonden, echter niet in 1918®).

S) Leidsche Hulpbank te Leiden-, Nutsvoorschotbank te Middelhnrnis-, Middenotands Credietbank te Sreskens-, Midden-stands-Credietbank te Fiissingen-, Middenstande-Credietbank te Zeist-, Hulpbank te Workum-, Rentelooze Voorschotbank te Kampen-, Volksbank Hoogezand-Sappemeer te Sappemeer-, Groninger Voorschotbank te (kroningen.

3) N. V. Eerste Leidsche Hulpbank te Leiden-, Coöp. Spaar- en Voorschotbank „Boaz” te Zwolle,

-ocr page 20-

18

Het volgende staatje geeft een overzicht van de aantallen voorschotten:

33* AANTAL VOORSCHOTTEN.

1918.

62 instellingen.

1919.

52 instellingen.

Toe- resp. afneming sedert 1918 in percenten.

Gevraagd ................ Geweigerd............

Verleend...........z nbsp;. . . .

In den aauvang van het jaar nog loopend .... Gedurende het jaar geheel afgelost of afgeschreven. Op het einde van het jaar nog loopend.....

B 702 610

B 162 7 966 6 360 7 268

6 200 734

6 466 7 270 B402

7 334 (

7,60 20,33 6,09 — nbsp;nbsp;nbsp;8,74

— nbsp;nbsp;nbsp;7,82

1,OB

Tabel 34 geeft een overzicht van zonder rente.

de bedragen

der V00rsc 11 0

11 e n, alle berekend

34. bedrag der voorschotten.

1918.

1919.

Toe- reap, afneming

60 instellingen.

69 instellingen.

sedert 1918 in percenten.

In het begin van het jaar nog loopend.....

Gedurende het jaar verleend.........

Door leener.s terugbetaald.........

„ borgen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;. . • ......

Afgeschreven wegens oninbaarheid . . . , . . . Op het einde van het jaar nog verschuldigd . . .

/ 2 8 6 243 1 918 263 1 784 64

11 762 10 7 i; 3 017 223

1) ƒ 3 016 143 2 683 09B 1 769 433 4 043 623

3 924 239

6,93 89,87 2,02 — nbsp;nbsp;66,63

— nbsp;nbsp;60,06

30,06

Door het volgende staatje wordt aangegeven, hoeveel van het op voorschotten afgeschreven bedrag per f 1000,— door leeners en borgen is terugbetaald en hoeveel als oninbaar op de voorschotten afgeschreven is, met de verhoudingsgetallen dier bedragen in de beide jaren.

35.

1918.

1919.

Toe- resp. afneming sedert 1918 in percenten.

Door leeners is terugbelaald.........

„ borgen „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.........

Wegens oninbaarheid is afgeschreven......

ƒ 992,67

6,73

0,60

f 997,43

2,28

0,29

' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0,43

1 nbsp;nbsp;nbsp;— nbsp;nbsp;66,12

— nbsp;nbsp;61,67

De beide volgende staatjes geven een blik op de Activa en Passiva der Hulpbanken op het einde van het jaar.

36.

ACTIVA.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1918 in percenten.

1918.

46 instellingen.

1919.

46 instellingen.

1918.

1919.

Door deelnemers verschuldigd (zonder rente) . . .

ƒ 1 620 698

f 2 010 93B

63,66

71.60

24,08

Onroerende eigendommen..........

37 743

88 107

1,4*8 3,07

1,35

0,96

Gelden in ka.s..............

78 240

73 162

2,60

18,93

— 6,49

Effecten en andere waarden.........

40B 278

891684

16,92

— 3 36

Overige debiteuren............

404 367

298 748

1B,88

10,62

— 26,12

Totaal ....

f 2B46 326

/ 2 812 636

100,—

100,—

10,46

37.

PASSIVA.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1018 in percenten.

1918.

1919.

1918.

1919.

Aan aandeelhouders verschuldigd.......

ƒ 946 76

ƒ 1 118191

37,14

39,76

18,28

Eigen kapitaal of reserve..........

426 090

377 3B2

16,69

13,41

— 11,23

Kapitaal bij derden opgenomen.......

790 069

918 331

31.03

82,65

16,23

Overige crediteuren . . '..........

3SB 403

.393 762

15,14

14,18

3,47

Totaal ....

ƒ 2 646 326

f 2 812 636

100,—

100,—

10,46

1) Het verschil tusschen deze beide cijfers vindt zijn oorsprongquot; in fouten, die in vorige opgaven van de Hulpbanken ontvaD^ren, voorkwamen en, hoewel verbetering voor den betreflenden jaargang, ondanks met de besturen der instellingen gevoerde correspondentie, onmogelijk bleek, thans hersteld zijn.

-ocr page 21-

19

Tabellen 38 Verliesrekening.

en 39 geven een overzicht van de Baten en Lasten, volgens de Winst- etl

38.

BATEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, resp. afneming sedert 1918 in peccenten.

1918

1919

1918

1919

41 instellingen.

41 instellingen.

Renten van voorschotten ..........

ƒ 83 278

/ 94 033

53,17

54,68

12,91

Boeten.................

291

322

0,19

0,19

10,65

Inkomsten van bezittingen..........

7 318

6 822

4,67

3,97

— 6,78

Giften en bijdragen........... nbsp;.

fil 438

64 071

39,26

81,44

— 12,03

Baten uit anderen hoofde..........

4 268

16 727

2,72

9,72

292,84

Totaal.....

X.

/ 166 813

f 171975

100,—

100,—

9,81

39.

LASTEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, resp. afneming sedert 1918 in percenten.

1918

1919

1918

1919

Renten van opgenomen kapitaal.........

f 38 531

f 43 402

28,86

29,98

12,67

Restitutie van rente en premie........

1 185

1 181

0,89

0,82

— 0,3l.

Administratiekosten............

38 677

42 922

28,97

29,65

10,98

Afschrijving wegens oninbaarheid.......

1 307

120

0,98

0,08

— 90,82

Andere lasten..............

63 816

67 139

• nbsp;nbsp;40,31

39,47

6,17

Totaal.....

ƒ 133 606

f 144 784

100,—

100,—

8,43

Voorts werd uit de Kapitaal- en de Winst- en Verliesrekening de volgende staat omtrent het kapitaal en de gemaakte winst samengesteld.

KAPITAAL EN WINST.

__

1918

1919

Toe-, resp. afneming sedert 1918 in percenten.

Kapitaal aan de banken toebehoorend.....-,

f 426 090

/ 377 352

— 11,23

Bedrag der winst.............

23 108

27 212

17,78

Waarvan uitgekeerd of nog uit te keeren aan aan-deelhouders..............

12 648

16 391

80,63

Overig deel der winst...........

10 660

10 821

2,47

„ nbsp;nbsp;nbsp;« nbsp;nbsp;„ . « in percenten......

2,48

2,86

16,32

De in 1918 en 1919 verleende voorschotten waren naar de grootte der bedragen als volgt verdeeld :

41.

VOORSCHOTTEN

f BEDRAGEN.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1918 in percenten.

1918.

53 instellingen.

1919.

1918

1919

68 instellingen.

Beneden f 25,— . . •

218

169

4,56

8,16

— 27,06

Van f 25,— tot beneden

ƒ

100,—......

1589

1 304

33,40

25,96

— 17,94

88 88 100,— nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;88

88

200,—......

1 364

1 662

28,46

32,à8

22,01

300,—......

592

802

12,46

11,98

1,69

„ 3ü0,-- ,1 nbsp;nbsp;nbsp;«

88

600,—......

404

497

8,49

9,89

23,02

1-, nbsp;nbsp;88 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;”

88

1000,—......

269

844

6,45

6,86

32,82

„ „ 1000,- en hooger

.........

341

466

7,17

9,28

36,66

Totaal.....

4 757

6 024

100,—

100,—

6,61

-ocr page 22-

20

V. BANKEN VAN L E E N I N G.

Voor den jaargang 1919 zÿn, evenals voor don vorigen jaargang, van 17 instellingen gegevens ingekomen.

Dit onderdeel der Statistiek bepaalt zich overigens, wegens de onmogelijkheid om van de particuliere leenbanken de noodige gegevens te verkrijgen, evenals in vorige jaren, tot de gemeentelijke banken van leening, zoowel die in eigen beheer als de verpachte.

Het hier volgende staatje geeft een overzicht van de aantallen panden.

42.

AANTALLEN PANDEN.

1918.

1919.

Toe-, re.apect. afneming

17 instellingen.

17 instellingen

sedert 1918 in percenten.

Aan het begin van het jaar nog* aanwezig .... Gedurende het jaar beleend......... Binnen 8 dagen gelost........... Na längeren tijd............. Verkocht................ Aan het einde van het jaar nog aanwezig ....

/ nbsp;nbsp;nbsp;.30« 760

2 112984 846 834

1 aio 775 52 236 360 879

/ nbsp;nbsp;360 879

1 973 5B3 966 757 992 941

63 952 310 782

— nbsp;nbsp;nbsp;1,60

— nbsp;nbsp;nbsp;6,60

14,16 — nbsp;nbsp;18,60 ,

22,43 — nbsp;nbsp;18,88

Tabel 43 geeft een overzicht van de bedragen der Beleeners rekening.

43.

BELEENERSREKENING.

1918.

1919.

Toe-, respect, afneming sedert 1918 in percenten.

17 instellingen.

17 instellingen.

Bij het begin van het jaar op de panden nog verschuldigd (zonder rente). .

ƒ 2 603 942

f 8 397 302

30,47

Gedurende het jaar op de panden voorgeschoten...........

14 072 962

14 674 870

4,28

Bedrag der aflossingen (zonder rente)...............

13 006 667

14 749 746

13,40

„ nbsp;nbsp;nbsp;„ voorschotten op gedurende het jaar verkochte panden.....

272 92.5

408 021

49.50

Op het einde van het jaar nog op de panden verschuldigd (zonder rente). .

3 397 802

2 914 406

— 14,21

De beide volgende staatjes geven een overzicht van de Activa en Passiva op het einde van het boekjaar, volgens de Kapitaalrekening, in totaal en in percenten.

44.

ACTIVA.

In totaal.

In percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1918 ’in percenten.

1918.

17 instellingen.

1919.

1918.

1919.

17 instellingen.

Bedrag van het aan het einde van het jaar op de panden nog verschuldigde.........

f 3 397 302

/ 2 914 406

70,95

65,77

— 14,21

Onroerende eigendommen..........

640 955

536 482

11,30

12, if k

— 0,83

Gelden in kas......-.......

. 411 626

448 210

8,60

10.12

8,89

Effecten en andere waarden.........

42 577

16 200

0,89

0,37

— 61,96

Overige debiteuren............

89.5 767

616 621

8,26

11,63

23,24

Totaal.....

/ 4 788 228

f 4 430 899

100,—

100,—

— 7,46

45.

PASSIVA,

In totaal.

Tn percenten.

Toe-, respect, afneming sedert 1913 in percenten.

3918.

1919,

1918.

1919.

Eigen kapitaal der banken.........

f 1 293 912

/ 1 288 116

27.02

29,07

— 0,45

Kapitaal bij derden opgenomen........

3 167 441

2 756 586

66,16

0’2.21

— 12,97

Saldo der beschikbare overschotten......

100 922

103 669

2,11

2,34

2,72

Overige crediteuren . ...........

22.5 951

282 629

4,72

6,38

2.5,04

Totaal ....

f 4 788 226

f 4 430 899

100,—

100,—

— 7,46

-ocr page 23-

21

Tabollo*! 46 on 47 geven een blik op de Baten en Lasten, volgons de Winst- on Verliesrekening,

46.

BATE N.

In totaal.

In percenten.

Toe-, resp-afneming sedert 1918 in percenten.

1918

1919

1918.

1919.

17 instellingen.

17 instellingen.

Renten van panden............

f 378 630

f 432 750

64,65

60,79

14,29

Opgelden en terugbetaalde waarborgrechten . . .

26 168

49 652

4,29

6,98

97,28

Aan de banken vervallen overschotten.....

35 613

39 676

8,06

6,67

11,63

Inkomsten van bezittingen..........

10 897

9717

1,86

1,36

- 10,83

Terugontvangen van administratiekosten ....

20 420

25 216

3,48

3,54

23,49

Andere baten..............

115 923

154 909

19,76

21,78

33,63

Totaal.....

f 686 581

f 711920

10«,—

100,—

21.SÎ

47.

LASTEN.

Tn totaal.

In percenten.

Toe-, resp. afneming sedert 1918 in percenten

1918

1919

1918

1919

Renten van kapitalen...........

f 118 255

f 145 699

18,06

16,05

23,12

Administratiekosten............

468 268

627 705

63,61

64,91

34,06

Betaalde waarborgrechten..........

2 306

2 389

0,32

0,25

3,64

Tekorten na verkoopingen........ nbsp;,

1 664

10 200

021

1,06

662,17

Vergoeding op vermiste of beschadigde panden . .

2 749

2318

0,37

0,24

—16,68

Andere lasten..............

143 066

178 880

19,43

18,60

26,04

Totaal.....

f 738 197

f 967 091

100,—

100,-

31,86

Wat de Verknopingen aangaat, zij hier opgemerkt dat in dozen jaargang wederom evenals in den voorgaanden, niet alleen opgenomen zijn de verknopingen van panden, wier opbrengst een tekort of een overschot lieten, maar ook de verkoopingen van panden, welker opbrengst het voorschot met rente en onkosten juist dekten en die dus noch een overschot, noch een tekort lieten.

48.

VERKOOPINGEN.

Panden welker verkoop een overschot lieten.

Panden welker verkoop een tekort lieten.

Panden welker verkoop noch een tekort, noch een overschot lieten.

1918

1919

. nbsp;nbsp;00 c

® .2 2 o

8^ g ,* © 4- Ui §.S-S H ” ïa

1918

1919

QC^ O) .2 »

S nbsp;«

® nbsp;g

« ® 2 o H S g

1918

1919

««2 g s œ s aquot;quot; g © -ta ü

H g g

17 instellingen.

17 inste -lingen.

Bedrag der verleende voorschotten .

ƒ254 884

ƒ325 995

27,90

ƒ 6 829

f 34 403

403,78

ƒ 1! 332

f 47 718

321,09

Bedrag der verschuldigde rente . .

22 453

29 299

30,49

616

3 005

387,82

1001

4166

316,08

Betaalde waarborgrechten e.a. uitgaven bij den verkoop......

6 072

8 961

14,64

77

61«

662,34

223

880

294,62

Ten bate der banken komende opgelden

21 896

40 080

83,05

283

2181

670,67

895

4 759

584,75

Opbrengst van den verkoop ....

486 690

519 671

11,36

6 069

27 394

361,38

12419

62 299

321,12

Boor koopers betaalde opgelden en waarborgrechten.......

26 413

46 010

70,41

334

2 504

649,7«

818

5 224

638,83

Andere ontvangsten bij den verkoop

116

21

—81,90

1

14

Bedrag der beschikbare overschotten

187 816

162 267

—13,60

Bedrag der tekorten......

1400

10 200

828,64

-ocr page 24-

22

Tabel 49 geeft een overzicht van de bedragen, voorgeschoten op deanden, die in de jaren 1918 en 1919 verkocht werden, on van de opbrengst dier verkocirte panden.

49.

GEDURENDE HET JAAR

VERKOCHTE PANDEN,

Bedrag der op de panden verleende voorschotten.

Opbrengst der panden.

1018.

1010.

Toeneming sedert 1018 in percenten.

1018.

1010.

Toeneming sedert 1018 in percenten.

van welker opbrengst een deel voor de leeners beschikbaar bleef. . . .

/ 2B4 884.

/ 326 005

27,00

ƒ 460 600

ƒ 610 571

11,35

welker opbrengst niet voldoende is geweest om de schuld der leeners te delgen...........

8 820

34 408

403,78

6 060

27 304

361,38

welker opbrengst voldoende is geweest om de schuld der leeners te delgen, doch geen beschikbaar overschot liet.

11 332

47 718

321,00

12 410

52 200

321,12

Totaal . . .

/ 273 046

f 408 116

40,47

ƒ 485 078

f 500 264

23,64

Ten slotte geeft onderstaand tabelletje een overzicht van de Overschottenrekening.

50.

OVERSCHOTÏENREKENING.

1018.

1010.

Toe-, reep, afneming sedert 1018 in percenten.

17 instellingen

17 instellingen.

Saldo dor beschikbare overschotten aan het begin van het jaar . . ,

ƒ 81468

/ 100 706

23,78

Bedrag der beschikbare overschotten na gedurende het jaar gehouden verkoopingen.....................

187 815

162 266

— 13,60

In den loop van het jaar uitbetaalde beschikbare overschotten. . . .

132 042

110 718

— 0,05

In den loop van het jaar bij de bank vervallen overschotten ....

35 543

80 676

11,63

Saldo der beschikbare overschotten aan het einde van het jaar . . .

100 706

103 660

2,85

-ocr page 25-

-ocr page 26-