-ocr page 1-

STATISTIEK YAN NEDERLAND

SPAAR- EN LEENBANKEN

- OVER HET JAAR 1928/1929 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.

3 7 ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' ' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;;

JAM VJ3U

CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK DECEMBER 1929

ADVERTENTIE

N.V. NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK

Opgericht 1906

Heerengracht 495 - Amsterdam C

Geplaatst Maatschappelijk Kapitaal.......f 2 500 000

Gestort Kapitaal...............f 1 000 000

Reserves f 810 750

COMMISSARISSEN:

Jhr. G. Ch. Quarles van Ufford, te Bloemendaal, Voorzitter en Ged. Commissaris Mr.C. H.Guépin,te Santpoort, Ged. Commissaris, tevens aangewezen door de Trustee H. M. van Bemmelen, te Haarlem Prof. Mr. Paul Scholten, te Amsterdam W. C. Deenik Zzn., te Amsterdam

DIRECTIE:

TRUSTEE:

De Centrale Trust Compagnie, te Amsterdam

L. P. de Stoppeiaar, te Aerdenhout

H. A. J. Baanders, te Amsterdam

ACCOUNTANT:

C. van Uden, te Amsterdam, Lid van het Nederlandsch Instituut van Accountants

Uitgifte van

5 7o GRONDBRIEVEN

in stukken van f2500, f 1000, f 500 en flOO

Coupons 2 Januari en 1 Juli

-ocr page 2-

N. V. KANTOORBOEKHANDEL

Th. J. DE KONING

KANTOOR-, SCHOOL-, SCHRIJF- EN TEEKENBEHOEFTEN - PAPIERHANDEL

PASSAGE 36—38, ’S-GRAVENHAGE TELEFOON 10036 - POSTGIRO 12918

»N.V. CENTRALE HYPOTHEEKBANK |

ANNA PAULOWNAPLEIN 3 - 'S-GRAVENHAGE - TEL. 31358 W • nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TIJDELIJKE UITGIFTE VAN nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gt;

5 pCt. PANDBRIEVEN à 100 pCt AFLOSBAAR DOOR VERPLICHTE JAARLIJKSCHE UITLOTING. DE PANDBRIEVEN BEHOOREN TOT DE BELEGGINGSFONDSEN OER RUKSVERZEKERINGSBANK, VAN HET KROONDOMEIN, VAN VERSCHILLENDE PENSIOENFONDSEN, LEVENSVERZEKERINGMAATSCHAPPIJEN, SPAARBANKEN EN ANDERE INSTELLINGEN.

niRPCTIE- I ®- edersheim.

DlKECilt. Q p LANGLOIS VAN DEN BERGH;

Statistiek der Spaar- en Leenbanken in Nederland over de jaren 1898—1906, 1907/1908, 1908/1909, 1909/1910, 1910/1911, 1911/1912;

per jaargang........................f 1,25

over 1912/1913, 1913/1914, 1914/1915; per jaargang.........„ 0,50

„ 1915/1916, 1916/1917, 1917/1918, 1918/1919; per jaargang

„ 1919/1920, 1920/1921; per jaargang

„ 1926/1927

., 1927/1928, 1928/1929; per jaargang

N.B. Een lijst der volledige uitgaven van het Bureau komt voor in de „Jaarcijfers voor Nederland”.

-ocr page 3-

Aa N.v. ALGEMEENE HYPOTHEEKBANK ANNO IÖÖ9 gt;1

iV nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;AMSTERDAM - HEERENGRACHT 416(C)

STELT VERKRIJGBAAR:

472% PANDBRIEVEN

Behooren tot de Beleggingsfondsen der Rijkspost= spaarbank en van diverse andere Spaarbanken.

Gepl. Maatsch. Kap. f 2.700,000,—

Waarop gestort . . . f 376.100,— Reserves ruim. . . . f 1.100.000,—

? Pandbrievenomloop plm. 27 millioen gulden lt;

De Directie : Mr. L. J. van Toulon van der Koog. Mr. K. S. van Kappen.

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

BATAAFSCHE HYPOTHEEKBANK

WETERINGSCHANS 124 AMSTERDAM (C.)

ANNO 1889 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;TELEFOON 36555

GEEFT UIT:

4^ en 5 pCt, PANDBRIEVEN

GROOT ƒ 1000,-, f 500,- en f 100,-

COUPONS JANUARI EN JULI

BIJKANTOOR: Rotterdam, Wijnhaven 69 (Firma C, de Ruyter)

-ocr page 4-

N.V. MAATSCHAPPIJ VOOR HYPOTHECAIR CREOIET IN NEDERLAND

GEVESTIGD TE ’S-GRAVENHAGE

N.V. MAASTRICHTSCHE HYPOTHEEKBANK VOOR NEDERLAND

GEVESTIGD TE MAASTRICHT

5 pet. en 4? pet. PANDBRIEVEN tegen beurskoers.

Aflosbaar à pari door uitloting binnen 25 jaar

N.V. DE STEDELIJKE HYPOTHEEKBANK

NOORDEINDE 144, ’S-GRAVENHAGE.

Uitstaande Pandbrieven ruim 19 millioen.

COMMISSARISSEN:


P. G. A. Gerlings, te Amsterdam.

J. C. Jknegt, Assuradeur, te Amsterdam.

J. Bernard Timmermans Wzn,, Gedelegeerd Commissaris der Levensverzekering-Maatsch. „Noord*Braband'’, te Waalwijk. Mr. A. R. Zimmerman, Oud«Burgemeester van Rotterdam, tijdelijk te Arnhem.

* H. 6. van Nouhuijs, Notaris, te ’s-Gravenhage, Secretaris.

* Leden van den Raad van Toezicht.


Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman, President van den Hoogen Raad der Nederlanden, te *sgt;Gravenhage, Voorzitter.

Mr. Dr. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, Oud-Voorzitter van den Octrooiraad en Oud*Directeur van het Bureau voor den Industrieelen Eigendom, te Wassenaar, Onder-Voorzitter. Mr. R. Bouwman, inspecteur van den Rijksaccountantsdienst D. B., te ’a-Gravenhage.

Mr. N. C. M. A. van den Dries, Raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, te ’s-Gravenhage.

Mr. P. Droogleever Fortuyn, Burgemeester van Rotterdam, te Rotterdam.


De Bank geeft thans uit:

5 EN 24.i7o PANDBRIEVEN

tegen Beurskoers, in stukken van f 1000,— f 500,— en f 100,—

aflosbaar à pari in hoogstens 25 jaar, door verplichte jaarlijksche uitlating van minstens 4 pet.

van het in elk jaar uitgegeven bedrag.

Daarenboven neemt de Bank van bona-tide beleggers haar pandbrieven — zonder verbinding — terug.

De Pandbrieven komen voor onder de belegging van de gelden van de Rijkspostspaarbank, de Rijks-

verzekeringsbank, Pensioenfondsen, Levensverzekering-Maatschappijen en Spaarbanken.

DE DIRECTIE: Mr. B. C. L. VAN DEN STEENHOVEN. Mr. B. A. DROOGLEEVER FORTUYN.

-ocr page 5-

STATISTIEK VAN NEDERLAND

SPAAR- EN LEENBANKEN

------------ OVER HET JAAR 1928/1929 =

Tous droits réservés.

L’empruntde chiffres etdu tableau graphique est permis à condition qu’on en indique nettement la source.


Auteursrecht voorbehouden.

(Het overnemen van gegevens en grafiek uit deze publicatie is echter toegestaan, met duidelijke bronvermelding.)


Bewerkt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, Oostduinlaan 2, ’s-Gravenhage. Uitgegeven en gedrukt door de Algemeene Landsdrukkerij, Fluweelen Burgwal 18, ’s-Gravenhage.

Voor abonnement op deze publicatie wende men zich tot het Centraal Bureau voor de Statistiek. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de Algemeene Landsdrukkerij. Prijs t 0,50 per exemplaar. De inning der gelden geschiedt hetzij per postkwitantie, hetzij onder rembours.

-ocr page 6-

VOORBERICHT.

De Statistiek der Spaar- en Leenbanken bevat wederom de gegevens, welke in economisch opzicht als de meest belangrijke moeten worden beschouwd. Ter wille van de noodige beknoptheid zijn daarin geen gegevens van zuiver administratieven aard verwerkt.

De spaarbanken, welke een commercieel karakter dragen, zijn buiten de statistiek gelaten.

Deze jaargang omvat de instellingen, waarvan het boekjaar geëindigd is op eenigen datum, liggende tusschen 1 Juli 1928 en 30 Juni 1929;. eenvoudig-heidshalve wordt in de publicatie gesproken over het jaar 1928, waar eigenlijk 1928/29 bedoeld wordt.

Wat de boerenleenbanken betreft waren er nog geen gegevens over 1928 beschikbaar.

Ten slotte worde hierbij aan allen, die door het welwillend verstrekken van opgaven de verschijning dezer publicatie mogelijk maakten, een woord van dank gebracht.

De. Directeur.Generaal ran de Statistiek,,

H. W. METHORST.

’s-Gkavenhage, December 1929.

INLEIDING.

SPAARBANKEN.

. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(Caisses d’épargne).

Onderstaand overzicht, dat een beeld geeft van den ontwikkelingsgang van de Rijkspostspaarbank en de particuliere banken vanaf 1900, stelt in staat om de hoofdcijfers over 1928 met die van een aantal vorige jaren te vergelijken. Bij het treffen van een juiste vergelijking moet rekening worden gehouden met de toeneming van de bevolking en de waardeverandering van het geld. Wat den eersten factor betreft, de invloed daarvan werd ten aanzien van het saldo-tegoed en het aantal in omloop zijnde boekjes uitgeschakeld door het maken van een berekening per 100 inwoners. Beziet men de aldus omgerekende cijfers van het saldo-tegoed, dan blijken deze zich voor de gezamenlijke banken sinds 1900 bijna onafgebroken — alleen het begin van de oorlogsperiode gaf eene inzinking en het begin van de laatste crisisperiode eene tempering te zien ■— in stijgende richting te hebben bewogen, ook nadat de in den oorlog opgetreden waardevermindering van het geld tot staan was gekomen. Het saldo-tegoed per 100 inwoners stond in 1928 dan ook niet onbelangrijk boven het bedrag daarvan in die jaren, toen de waardevermindering van het geld het sterkst was. Ongeveer dienovereenkomstig verliep de toeneming van het aantal boekjes, welke bij de gezamenlijke banken op het einde van het jaar per 100 inwoners in omloop waren.

In de laatste jaren waren het de particuliere banken, welke in beide opzichten den grootsten vooruitgang konden boeken. Nadat het saldo-tegoed der R. P. S. jarenlang dat der particuliere banken had overtroffen en deze voorsprong in de oorlogsjaren nog grooter was geworden, hebben de particuliere banken sindsdien het nadeelig verschil in snel tempo ingehaald, zelfs overtrof in 1928 het saldo-tegoed der particuliere banken eenigszins dat van de R. P. S. Deze ontwikkelingsgang teekent zich, behalve in de grafiek, opgenomen op blz. 12 Ook af in de volgende percentages. Terwijl het saldo-tegoed der inliet overzicht opgenomen particuliere banken op het einde van 1913 70,6 pet. van dat der R. P. S. uitmaakte en in de jaren 1914 en 1915 het percentage tot 64,0 daalde, steeg het vervolgens in de jaren 1916 t/m 1921 tot resp. 65,8; 68,4; 73,0; 76,5; 79,4 en 84,7. Voor de jaren 1926, 1927 en 1928 waren de percentages resp. 95,4; 99,4 en 104,1.

-ocr page 7-

3

Vergelijkt men de in het retrospectief overzicht vermelde totaal-bedragen van de inlagen en terugbetalingen, dan blijken de eerste alleen in het jaar 1914 onder de exceptioneele omstandigheden van het begin van den oorlog door de laatstgenoemde te zijn overtroffen. Over 1928 werd f 19,1 millioen meer ingelegd dan terugbetaald, tegenover f 17,9 en f 14,2 millioen in de jaren 1926 en 1927. In de latere oorlogsjaren en het begin van de na-oorlogsperiode was het saldo van inlagen boven terugbetalingen hooger, maar toen stond dit onder den invloed van de beginnende inflatie, waai bij nog kwam het terugvloeien van gelden, welke in het begin van den oorlog uit vrees voor een financieele catastrophe waren opgevraagd.

Bij de behandeling van Hoofdstuk IX der Rijksbegrooting 1929 in de Tweede Kamer drongen sommige leden in het belang van vele kleine spaarders, die daardoor uit de handen van woekeraars zouden worden gehouden, er op aan, dat de rente, welke door de Rijkspostspaarbank wordt vergoed, tot 4 pet. zou worden verhoogd. De Minister van Waterstaat antwoordde, dat weliswaar in de laatste jaren door koersstijging van de effecten, waarin het kapitaal der inleggelden was belegd, een reserve van eenige beteekenis was ontstaan (ultimo 1927 bedragende lO’/^ pet. van het inleggerskapitaal) doch nog slechts weinige jaren geleden moest de balans sluitend worden gemaakt met een vordering op den Staat van bijna f 50 millioen, zijnde ruim 18 pet. van het toen aan inleggers verschuldigde kapitaal. Daarom achtte de Minister het voorloopig nog gewenscht de exploitatiewinst aan het reservefonds ten goede te laten komen. Ook bij de behandeling van dit Hoofdstuk der Begroeting in de Eerste Kamer werd het verlangen tot vermeerdering van de rentevergoeding der Rijkspostspaarbank (tot b.v. 3,5 of 3,6 pet.) naar voren gebracht, en wel op grond van de sterkere toeneming van de saldi van inlagen en terugbetalingen bij de particuliere spaarbanken dan bij de Rijkspostspaarbank, en de winsten door de Rijkspostspaarbank gemaakt. In haar antwoord wees de Regeering er o. a. op, dat renteverhooging wel veel geld naar de Rijkspostspaarbank zou doen stroomen, maar voor een groot deel zou dit bestaan uit deposito’s en spaarsaldi, welke elders belegd waren. Een dergelijke toevloed van kapitaal, die voor een deel slechts verplaatsing was, had uit een oogpunt van algemeen belang geen zin en zou voor de Rijkspostspaarbank ernstige moeilijkheden bij de belegging tengevolge kunnen hebben, te meer omdat het in de bedoeling lag te bevorderen, dat het rentegevend maximum bij de inlagen der Rijkspostspaarbank zou worden verhoogd.

In spaarbankkringen (van particuliere spaarbanken) is men van meening, dat niet de hoogere rente de sterke toeneming van het aantal spaarders bij vele particuliere spaarbanken veroorzaakt (immers bij zeer vele spaarbanken met de hooge rente van 4 pet. is deze toeneming uiterst gering), doch veeleer de zeer actieve wijze van exploitatie, welke de laatste jaren door tal van particuliere spaarbanken wordt toegepast. Van die zijde wordt erop gewezen, dat de sterkste toeneming van spaargelden valt waar te nemen br die particuliere spaarbanken, welke een rente uitkeeren, gelijk aan of slechts zeer weinig hooger dan die, welke wordt uitgekeerd door de Rijkspostspaarbank (’s-Gra-venhage 2,75 pet., Rotterdam 2,64 pet.. Eindhoven 3 pet., Hilversum 3 pet., Haarlem 3 pet.).

De beperking van het rentegevend bedrag per boekje bij de Rijkspostspaarbank heeft de vergrooting van het aantal boekjes, (b.v. door het nomen van boekjes ten name van echtgenooten en/of kinderen) in de hand gewerkt. Desondanks was de toeneming van het aantal boekjes bij de particuliere banken in de laatste jaren veel grooter dan bij de Rijkspostspaarbank. In het algemeen gaven de particuliere banken vooral in de groote steden in den laatsten tijd blijk van groote activiteit o. a. door het openen van bijkantoren, het plaatsen van spaarbusjes, het bevorderen van schoolsparen, het exploiteeren van een afhaaldienst van spaargelden en het verleenen van bemiddeling bij belastingbetaling. Door de Rijkspostspaarbank werd aan een aantal poststations de uitvoering van den spaarbankdienst in overeenstemming gebracht met die aan de hulppostkantoren. Het aantal voor inleg geopende postagentschappen werd uitgebreid en aan een 25-tal dezer agentschappen werd bovendien de

-ocr page 8-

gelegenheid opengesteld tot het vorderen van terugbetaling en andere spaar-bankhandelingen.

Ss

Inlagen.

(Versements.)

Terugbetalingen.

(Utmibwvrsem ents.)

Saldo-tügoed der inleggers op het einde van het jaar. (Solde dû aux déposants à la fin de Vannée.)

Saldo-tegoed per hoekje. (Solde dû par livret.)

R. P. S.

( Caisse (Vtpargne postale.)

Part.Sp. (Caisses particU’ Hères.)

Totaal. (Total.)

B.P. S.

(Caisse (Vépargne postale.)

Part. Sp. ( Caisses particulières.)

1

1 Totaal.

1 (Total.)

1

R. P. S.

Caisse (Vépargne postale.)

Part. Sp. (Caisses particulières.)

1 Totaal, j (Total.)

K. P. S.

((\iisse d'épargn postale.)

' Part.Sp.

(Caisses e particu-

1 Hères.)

Totaal.

(Total.)

.39 213

X f 1000

20330

59 543

34 932

X f 1000

2133.'!

56265

84 097

X f 1000

79 939

164 636

t 102

f 222

f 138

1910

78 859

37 316

116175

79126

36 601

115727

164 278

110 879

275 1 57

109

24-5

140

1913

86818

47 799

134 617

84 256

45 816

130 071

ia3 791

129 751

313 542

111

255

145

1914

74 595

40 572

115167

78 499

55 319

133 818

184 585

118108

.302 ßi«

110

232

139

1915

67 688

40 314

108 002

67 763

40 307

108070

189107

121 021

310128

112

236

141

1916

86 556

55 461

141 017

72 800

43 674

116 474

206 860

180172

343 032

120

261

152

1917

89 798

63 978

153 776

79 240

51 443

130 683

222 840

152 4:1.3

37.5 27.3

126

28.3

163

1918

104886

82669

187 554

91 768

65 218

156 986

241 75.5

176 407

418162

1:1.3

314

176

1919

137 836

106 613

244 449

117921

83105

201 026

268188

20-5 240

473 428

142

340

r.H)

1920

124 983

101 958

226942

127 038

96 770

222 807

272 956

216801

489 757

14:1

350

194

1921

125 306

110 786

2:j6 092

121 852

101 177

22.‘i 029

28.3 449

2.39 976

52:3 42.5

148

365

204

1Sgt;26

125 693

141 W

267 657

124199

125 582

249 781

320 997

306 222

627 219

160

379

22.3

1927

127513

153 251

280 764

127 373

139221

266 594

:129 3:«

327 346

656 684

162

378

226

1928

1.32 746

171 239

303 984

130005

154 867

284 872

;14O 505

3.54 419

()94 924

165

389

233

Ä «

03 5

lt;C S

si

Saldo-tegoed per 100 inwoners. (Solde dû par 100 habitants.)

Aantal boekjes op het einde van het jaar in omloop. (ï(oml)re de lirret.s en circulation à la fill de Vannée.)

Aantal boekjes op het einde van het jaar per IW inwoners. (Nombre de liorets dlafmde

Vannée par 100 habitants.)

R. P. S.

(Caisse d'épargne, postale.)

Part.Sp.

(Caisses particulières.)

Totaal. (Total.)

R. P. S.

(Caisse d'épargne postale.)

Part. Sp. (Caisses particulières.)

Totaal.

(Total.)

R. P. S.

(Caisse (Véparmie postale.)

Part. Sp. (Caisses particulières.)

Totaal.

(Total.)

1900

f 16.35

f 1 544

f .3 179

829131

.359 690

1 188 821

16,0

6,9

22,9

1910

2 76.3

1865

4 628

1 5ioa33

451 747

1 Dili 780

25.4

7,6

.33,0

1913

2 958

2089

5 047

1 648 720

509 8.%

21.58 5.56

26,5

8,2

.34,7

1914

2 911

1 863

4 774

1 671 498

510 077

2181 575

26,4

8,0

34,4

1915

2 932

1 876

4 808

1 690149

512 060

2 202 209

26,2

7,9

.34,1

1916

3142

2 068

5 210

1 7,30 178

622 689

2 252 767

26,3

7,9

:J4,2

1917

3 314

2 267

5 581

1 702 019

5.38 986

2.301 605

2lt;i,2

8,0

34,2

1918

3 567

2 602

6169

1 816 735

561 179

2377 914

26,8

8,.3

.‘15,1

1919

3 926

3 004

6 9.30

1 887 362

60.3133

2 490 495

27,6

8.8

:16,4

1920

3 990

3173

71(^3

1 908 305

619 807

2 528 112

27,9

9,0

:i6,9

ngt;2i

4 077

.3 415

7 492

1 914 863

65lt;)412

2 571 275

27,5

9,4

10,7

:{6,9

1926

4 265

4^9

8a34

2 007 902

807 010

2814912

26.7

37,4

1927

4 319

4 293

8 611

2 038 326

86.3 049

2 901 375

26,7

11,3

.‘18,0

1928

4 405

4 585

8 989

2 069 222

904 190

2 973 412

26,8

11,7

.‘18,5

Omvang van de Statistiek. Voor den jaargang 1928 zijn opgaven ontvangen van 296 particuliere .spaarbanken (van 12 bij hot Bureau bekende banken worden geen opgaven ontvangen), alzoo van hetzelfde aantal banken als voor de statistiek over het jaar 1927. Tegenover 3 nieuw toegetreden

banken staat een zelfde aantal banken, welke in 1927 medewerkten en thans geen opgaven verstrekten. Aangozien een aantal banken geen volledig ingevulde telkaart inzonden, hebben de onderscheidene gegevens over 1928 niet alle op hetzelfde aantal instellingen betrekking.

In la gen.en terugbetalingen, liet bedrag der inlagen bij de Rijks-postspaarbank dat in 1927 f1 820 000 grooter was dan in het voorafgaande jaar, nam in 1928 met een bedrag van f5 232 000 toe. Ook hot surplus van inlagen boven terugbetalingen zijnde f2 740 000 was hooger dan in 1927, in welk jaar dit overschot slechts f 140 000 bedroeg. Toch werd de groei van do Rijkspostspaarbank in de laatste jaren ver in de schaduw gesteld door dien van de particuliere banken. Bij de 290 particuliere spaarbanken, welke zoowel over 1927 als over 1928 opgaven hebben verstrekt, stegen in laatstgenoemd jaar de inlagen met f17 562 000 en bedroeg het overschot van de inlagen boven de terugbetalingen f16 088 000 tegenover fl4 01B000 in 1927.

Blijken.s de cijfers voor de afzonderlijke provincies heeft de groei der particuliere banken zich voorgedaan over het geheele land. Bijzonder sterk was de toeneming van het bedrag der inlagen wederom in de provincies Zuid- en Noordholland (resp. f6 986 000 en f4 103 000) en meer in het bijzonder in de gemeenten ’s Gravenhage en Rotterdam (resp. f2 838 000 en

-ocr page 9-

5

f J 655 000). In de provincie Noordbrabant is het bedrag der inlagen bij de particuliere banken bijna verdubbeld, voornamelijk dank zij de sterke ontwikkeling van de Nutsspaarbank te Eindhoven.

Het aantal inlagen nam bij de Rijkspostspaarbank toe van 2 295 770 (in 1927) tot 2 405 980 (in 1928) en dat der terugbetalingen van 1 276 020 (in 1927) tot 1 300 262 (in 1928). Het gemiddeld bedrag van de inlagen bedroeg f65,17 (in 1927 f66,54) en dat der terugbetalingen f99,98 (in 1927 f99,82). Het is merkwaardig hoe weinig deze gemiddelden van elkander verschillen.

Omtrent het aantal inlagen zijn opgaven ontvangen van 283 particuliere spaarbanken. Bij deze banken zijn in het jaar 1928 2 123 848 inlagen gedaan (gemiddeld bedrag van de inlagen f77,56) waartegenover 938 167 terugbetalingen stonden (gemiddeld terugbetaald f 168,92). Bij vergelijking van de cijfers der 272 particuliere banken, welke over 1927 alsook over 1928 opgaven verstrekten, blijkt het aantal inlagen te zijn gestegen van 1 881 320 tot 2 107 433 — alzoo veel sterker dan bij de Rijkspostspaarbank — en het gemiddeld bedrag van de inlagen te zijn gedaald van f78,06 tot f77,56. Het aantal terugbetalingen dezer banken nam toe van 838 570 tot 934 493 en het gemiddeld bedrag der terugbetalingen daalde van f 169,62 tot f 168,57.

Het aantal nieuw toegetreden inleggers bedroeg bij de Rijkspostspaarbank in 1927 127 224 en in 1928 129 101. In 1927 werden van 283 particuliere in,stellingen hieromtrent opgaven ontvangen en in 1928 van 279 instellingen, volgens welke het aantal nieuw toegetredenen in die jaren resp. 93 513 en 97 156 bedroeg.

De beroepen der nieuw toegetreden inleggers. Omtrent dit onderwerp waren in de vorige statistiek eenige gegevens over 1927 gepubliceerd, welke slechts op een beperkt aantal particuliere banken betrekking hadden. Voor het jaar 1928 breidde de kring der banken, welke opgaven verstrekten, zich uit. Over de jaren 1927 en 1928 worden n.1. de opgaven van resp. 78 en 116 particuliere banken met resp. 36 679 en 40 917 nieuw toegetreden inleggers ontvangen (zijnde resp. 38,2 en 42,1 pet. der nieuw toegetredenen bij de resp. 283 en 279 particuliere banken, welke het aantal nieuw toegetredon inleggers opgaven). Aangezien de in groote gemeenten gevestigde instellingen onder deze banken een aanzienlijke plaats innemen, kunnen de cijfers niet als representatief voor het geheele land worden beschouwd.

Het saldo-tegoed en de toegekende rente. Het saldo-tegoed van de inleggers bij de Rijkspostspaarbank nam toe van f329 338 000 (einde 1927) tot f340 505 OOO' (einde 1928), alzoo met f11 167 000 (3,4 pet.). Daartegenover staat een toeneming van het saldo-tegoed der inleggers bij 290 particuliere spaarbanken, die zoowel over 1927 als over 1928 gegevens hebben ver.strekt, van f326 641000 tot f353 600 000, alzoo met f26 959 000 (8,3 pet.). Neemt men de Rijkspostspaarbank met deze instellingen samen dan blijkt het saldo-tegoed te zijn gestegen. van f666 979 000 tot f694 105 000, alzoo met f38 126 000 (5,8 pet.). Hierbij neme men in aanmerking, dat de bevolking op 31 December 1928 tegenover den laatsten dag van 1927 een vermeerdering van 1,4 pet. aanwees. Voor alle provincies nam het saldo-tegoed der inleggers bij do Rijkspostspaarbank toe, doch overal, behalve in Noordbrabant, w’as de toeneming bij die instelling kleiner dan bij 290 vergeleken particuliere banken. In het bijzonder trekt het de aandacht, dat in de provincies Zuidholland, Noordholland en Groningen het saldo-tegoed dezer banken niet onbelangrijk toenam en wel met resp. f8 969 000, f5 595 000 en f3 337 000, terwijl de Rijkspostspaarbank daar toenam met resp. f2 622 000, f2 384 000 en f271000. Bij de vergeleken particuliere banken te ’s-Gravenhage en Rotterdam steeg het saldo-tegoed resp. met f3 157 000 en f2 203 000.

Het totaal bedrag der aan de inleggers toegekende rente (onverschillig of deze bij het tegoed der inlegger.s is gevoegd dan wel aan hen is uitbetaald) bedroeg in 1928 bij de Rijkspostspaarbank f 8 430 000 (in 1927 f 8 206 000)

-ocr page 10-

en bÿ 296 particuliere spaarbanken f 10 892 000 (in 1927 bij 293 particuliere banken f 10 083 000). Brengt men deze cijfers in ..verband met die betreffende het saldo-tegoed, dan blijkt hieruit duidelijk de hoogere rentevergoeding bij de particuliere banken.

Groepeering der spaarbankboekjes naar de grootte van het saldo-tegoed. Wederom komt duidelijk in de desbetreffende tabellen naar voren, dat bij de Rijkspostspaarbank de boekjes met een klein saldo-tegoed een grootere plaats innemen dan bij de particuliere banken, terwijl het omgekeerde zich voordoet ten aanzien van de boekjes met een groot saldo-tegoed. Zooals uit de in het retrospectief overzicht opgenomen cijfers blijkt, was het saldo tegoed per boekje bij de particuliere banken dan ook aanzienlijk hooger. Aangenomen mag worden, dat de bij particuliere spaarbanken bestaande bepalingen omtrent het toekennen van rentevergoeding over grootere bedragen, tot het aanhouden van meer belangrijke saldi bij die banken aanleiding geeft.

De beleggingen. In tabel IV treedt duidelijk de invloed van de meerdere beleggings vrij heid der particuliere banken in het licht. Speciaal de belegging in hypotheken is bij die banken aanzienlijk. Daarentegen waren de buiten-landsche beleggingen nog steeds gering.

De rente door de spaarbanken gekweekt uit de beleggingen bedroeg in de jaren 1927 en 1928 bij de Rijkspostspaarbank resp. f 16 899 000 en f17 567 000 en bij de particuliere banken, waarvan opgaven zijn ontvangen (in beide jaren 274 doch niet geheel dezelfde instellingen) resp. f 16 794 000 en f 17 020 000.

BOERENLEENBANKEN. (Banques système Raiffeisen.)

Ten slotie volgt hieronder een retrospectief overzicht van de ontwikkeling der boerenleenbanken. De gegevens over 1927, welke in dit overzicht voorkomen,' hebben betrekking op 716 banken, aangesloten bij de Coöp. Centrale Raiffeisenbank te Utrecht, 549 banken aangesloten bij de Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eindhoven, benevens 8 zelfstandige banken.

JAREN. (AwiéeB.)

Inlagen.

(Exclusief rente.) (Versiwents ; les intéréts non compris.)

Tor u gbotal i n ge n. (Bembwtr-sements.)

Saldo-tegoed der inleggers op het einde van het jaar. (Solde du aux déposants à la finde Vannée.)

Saldo-tegoed per boekje. (Solde dù par livret.)

Bedrag op hot einde van het jaar nog op de voorschotten verschuldigd.

Montant des avances pas rembo^irséà la fin de Vannée.

X f 1000

X f 1000

X f 1000

X f 1000

1900

192

81

211

*

178

1905

4 528

3 081

5175

f 347

2 701

1910

21956

17 693

30 334

419

16 812

1913

38 158

32 316

52183

462

31 381

1914

34 954

32 255

56 599

447

33 127

1915

56 572

33 620

81 674

560

33 260

1916

82 714

54 326

113 043

676

37 472

1917

99 713

67 301

149 080

784

42 306

1918

135 728

92 819

196 842

909

53 000

1919

156 693

132 624

227 765

939

78 662

1920

151 828

148 305

238 361

897

101 494

1921

191 508

150 742

289 710

945

119 087

1922

162 692 9

147 318

300 574

946

127 518

1923

155 755 9

156 482

299 186

866

138 515

1924

176 301 9

160 801

313 058

895

149 068

1925

198 056 9

163 989

342 777

954

160 316

1926

194 450 9

178 921

300 021

913

174 310

1927

202 956 9

177 201

386 006

916

180 431

* Voor hot jaar r900 zijn dionaaiigaando geen gegevens bekend.

I) Inclusief rente.

-ocr page 11-

SPAARBANKEN.

(Caisses d'épargne.)

TABEL I.

(Tableau I.)

BiMlrag (1er inlagen en terugbetalingen.

(Méontanl des versements et des remboursements.)

------ ---

1026

1927

1928

1926

1927

1928

Bedrag der inlagen gedurende het boekjaar.

Bedrag der terugbetalingen gedurende het boekjaar.

Indeeling. (Division.)

(Montant des versements pendant Vannée administrative.)

(Montant des rsmbaursements pendant Vannée administrative.)

303

296

296

303

296

296

particuliere instellingen.

particuliere instellingen.

(inMitvtivns particulières.)

(institutions particulières.)

X f 1000

X f 1000

X f 1 000

X f 1000

X f 1000

X f 1000

Noordbiabant......

1328

1559

2 707

1310

1371

2 057

Golderland.......

17 056

18 573

20 410

16 563

17 513

19 236

Ziiidholland......

57 555

63 860

70 845

51180

58 576

64 892

w.o. ’s-Gravenhage . . .

23 M9

20 03i

27 871

20845

22 545

25 481

Rotterdam.....

19ÖS3

22324

23 979

17 777

21 276

22 740

Noordholland.......

22 814

26 074

30180

19 793

23 005

26 486

le.o. Amsterdam . . . .

17 870

12 231

12 648

10389

11179

11870

Zeeland........

1650

ITÿô

1950

1410

1393

1688

Utrecht........

8,11^

9 359

10 925

7 463

8 801

9 765

Friesland.......

7 406

6 967

7109

6 515

6 402

6 760

Overijssel.......

6 700

6 918

7 610

6138

6167

6 742

Groningen.......

12 436

12 228

12 805

10 060

10 564

11421

Drenthe........

608

513

521

569

503

511

Limburg.......

5 077

5 465

6177

4 579

4 026

5 309

Totaal particul. spaarbanken

141 064

153 251

171 239

125 582

139 221

154 867

Rÿkspostspaarbank . . .

125 603

127 513

132 745

124 199

127 373

130005

Totaal-generaal.....

267 657

280 764

303 984

249 781

266 594

284 872

-ocr page 12-

TABEL Ia'

Bedrag der inlagen en ternghetaliiiKen van die spaarbanken

(Montant des versements ct des remboursements des caisses d’épargw

H

; af

' nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1927. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1928.

Toe- resp

Bedrag der inlagen gedurende liet boekjaar. fyfoiitaiü des urminenis iiendant Vannée adininistratiw.)

r'

it)

____gt;

Part. Sp. (Caisses particulières.)

290 instel (instil

Totaal.

(Total.}

291 ingen. liions.)

1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1

Part. Sp. m r 1 Rukspost-j nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Totaal,

spaai-bank. ' l'lt;n-tiailüre.s.) i (lotal.)

dMsiou.) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;! Rÿkspost-

Rijks-postspaarbank.

ƒ Caisse a épargne postale.)

i-'

f

1 0

1

spaarbank.

ƒCaisse d'éparme postale.)

290 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;291

deiTaryne nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'

postale.) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;instellingen.

1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(insiihitions.)

Noordbrabant .... (reltlei'land..... Zuidholland ....

iv.o. 's-Oraeenliage. .

Rotterdam.. . .

Noordliolland ....

w.o. Amsterdam . .

Zeeland......

Utrecht......

Friesland.....

Overijssel..... Groningen..... Drenthe...... Limburg......

Totaal . .

X fl000

19 431

Il 407 32 102

33 594

3 963

7 128

2 692

7 103

2 294

1164

6 642

127 513

X f 1000

1 535

18 522

63 860

25 034

22 324

26 074

72 2.«

1736

9 359

6 894

6 918

12 214

613

5 465

153 088

X fl000

20 969

29 929

95 962

69 608

5 688

10 487

9 586

14 021

14 608

1677

12 107

280 601

X 1' 1000 nbsp;X f 1000

21 618 nbsp;j nbsp;nbsp;nbsp;2 707

11641. nbsp;! nbsp;nbsp;20 335

33 050 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;70 845

27871

23!)79

34 637 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;30 176

12 648

3 975 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 960

7 382 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;10 491

2 729 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7 065

7 255 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;7 010

2 520 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;12 772

1 163 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;621

6 975 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;6177

132 745 nbsp;nbsp;nbsp;170 660

X f 1000

24 325

31 870

103 896

64 713

5 925

17 873

9 794

14 805

15 292

1 684

13 162

303 395

11.2 1,2 3,0

-,8

0,0 3,0

1,4 2,1

9,9

— 0,i 5,0

1 1 i

1

1

1,1

TABEL II. (Tableau TT.)

Saldo-teKOcd der inleKgerN. (Solde dû aiix déposants.)

Tegoed der inleggers aan het einde van (Solde dn anx dejiosants (i la (in de:)

1 n d e e 1 i n g.

1926 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1927 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;■ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1928

(Division.)

311 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2'07 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;297

instellingen, (institutions.)

X f 1000

X

f lOOO

X f

1. 0(M)

N oordbi’abant..........

(15)

4 739

(10)

.5 129

(15)

5 876

Gelderland...........

(40)

36 446

(391

38 010

(39)

40 976

Zuidholland..........

(52)

89 390

(50)

98 419

(lgt;0)

107 388

w.o. 's Graveuhage.......

(7)

2:3499

(5)

25 622

(0)

28 780

Rotterdam.........

tl)

32191

(••1)

36 306

(•7)

:18 WO

Noordliolland..........

(53)

53 400,

(52)

58 591

(fgt;4)

01 192

uj.o. Amsterdam.......•

1'7)

33600

db

.75 856

(•7)

:17 714

Zeeland......... . nbsp;.

(8)

4 197

(6)

4 493

(6)

4 902

Utrecht............

(12)

15 329

(13)

10 30i)

(14)

18 273

Friesland...........

(38)

19 760

(33)

18 740

(32)

19 670

Overijssel...........

(18)

17 058

(17)

17 731

(17)

19 llt;)4

Groningen...........

(61)

61 069

(57)

63 451

(57)

.56 828

Drenthe............

(6)

3 063

(6)

3 190

(6)

3 323

Limburg..........• nbsp;.

(7)

11 752

(7)

12 077

(0)

13 894

Totaal particuliere spaarbanken .

(310)

306 222

(296)

327 »4«

(290)

3.54 419

RiJkspostspaarbank......

(1)

320 997

G)

329 338

(1)

340 Wé

Totaal-generaal........

(311)

627 219

(297)

656 084

(297)

094 924

De cyfers tusschen haakjes geven het getal banken aan, dat Inlichtingen verstrekt heeft.

-ocr page 13-

I®' (Tableau la.)

rib Welk,, zoowel over 1927 als over 1928 gegevens hebben verstrekt.

Tn ont fourni des données sur l’année 1927 et sur l’année 1928.)

’^P; afneming

•’2' in pCt.

iliminutii

fourcent.'i.)

sedert

n depuis

1927. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1928.

Bedrag der terugbefcilingen gedurende het boekjaar. CMontant des remiioursements pendant Vannée administrative.)

Toe- resp. afneming sedert 1927 in pCt. (Au/fmvntation ou diminution depuis nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en p/n/rcenfs.)

i

’ 1

— 1

Particuliere spaarbanken. (Cubisespar-ticKlières.)

Totaal. (ToUd.)

Rijks-post-spaar-bank.

(Caisse d'(par(jn£ postale.)

Part. Sp.

(Caisses partiel/litres.)

Totaal.

(Total.)

291 ingen. fions.)

Rijks-post-spaar-bank.

(Caisse /^épargne posfide.)

Part. Sp.

(Caissespar-tici/lieres.)

Totaal. (Total.)

Rjjks-post-spaar-bank

(Caisse d^éparone postale.)

Particuliere spaarbanken. (Caissespar-ticulières.)

Totaal. (Total.)

290 instel (instifi

290 instel

(iii.'ititi

291 ingen. tions.)

i

1

76,4

9,8

10,9

17,3

7,4

15,7

12,4

12,1

2,5

10,0

4,6 1,0 13,0

11,5

16,0 6.5

8,3

8,5

4,2 8,4

2,2 6,0

5,4 0,4

■ 8,6

8,1

X f 1000

18 707

11 712

32 010

33 831

3 942

7 200

2 840

7 133

2 501

1174

6 323

127 373

xf 1000

1 351

17 469

58 576

22 545

27 276

23 005

77 779

1 393

8 801

6 346

6167

10 543

503

4919

139 07.3

X f' HK»

20 0.58

29 181

90 586

56 836

5 335

16 001

9186

13 300

13 044

1677

11 242

266 446

X f 1000

19 816

11675

32 652

34 308

3 875

7 367

2 843

7 242

2 385

1 141

6 701

130 005

X f 1000

2 057

19 218

64 892 2à481

22 740

26 484

11 870

1688

9 525

6 733

6 742

11 402

511

5 309

154 562

X f 1 Oüo

21 873

30 893

97 544

60 792

5 563

16 892

9 576

13 984

13 787

1652

12 010

284 567

5,9

— 0,3 2,0

1,4

— 1,7 2,3 0,1.

1,5

-- 4,6

— 2,8

6.0

52,3 10,0 10,8 13,0

6.9

15,1 6,3

21,2 8,2

6,1 9,3 8,1

1,6 7,9

11,1

9,0

5,9

7,7

7,0

4,3

5,6

4,2

5,1

5,7

— 1,5

6,8

6,8

TABEL lia. rrfflöZraM lia.)

Saldo-tegoed der inleggers b^j die spaarbanken, welke zoowel over 1927 als over 1928 gegevens iiebben verstrekt.

(Sollte dn au.r déposants des caisses d’éparijne, ijni ont fourni des données sur Dinneé 1927 et sur Vanna; 1928.)

I n (1 e e 1 i n g. (Dicision.)

1927

1928 *

Totaal.

(Total.)

291 ingen. /tions.)

Toe- resp. afneming sedert 1927 in pCt.

(Aug.neiitution m diminutioii depuin 1027, en pourcents.)

E.P. S.

1415 kantoren.

( t 'aisse d'épar/jne jiostale, 14 Ib Imreaux.)

Part. Sp. (Caissespar-ficu Hères.)

290 instel (instit

Totaal.

(Total.)

291 ingen. /lions.)

R. P. S.

1692 kantoren.

(Caisse tV éparyne jtostale, 1(192 bureaux.)

Part. Sp, ( ( 'aissespar-ticu/lières.)

R. P. S.

(Caisse (Véparyne postale.)

Part. Sp.

(Caisses partici/-lières.)

Totaal. (Total.)

290 instel

(inatit

X f 1 IK»

X 1' 1000

X f 1000

X f 1 IK»

X f 1000

X f 1000

Noordbrabaiit . . .

48111

5 063

53 174

51 114

.5 875

56 989

6,2

16,0

7,2

(lelderland ....

31 874

38 519

70 393

32 427

40 918

73 34.5

6,2

K,2

Ziiiilliolland ....

79 731

98 419

178 150

82 353

107 388

189 741

3,3

9,1

6,b

u\o. ’s-Grai'iuluiije .

2-6 622

28 780

72,.9

liotterdaui . .

36 306

38 7)09

lt;gt;,1

Noordliolland . . .

76 152

.58 591

134 743

78 536

64 186

142 722

3,1

9,5

5,9

w.o. Auisterdiiiu. .

30 8Ö6

.97 714

5,2

Zeeland.....

14 008

4 494

18 502

14 374

4 902

19 276

2,6

6,1

T,2

Utrecht.....

18 434

16 309

34 743

18 994

17 861

36 855

3,0

9,5

6,1

Friesland.....

8 568

18 420

26 988

8 619

19 424

28 043

0,6

5,5

3,9

Overijssel.....

21 473

17 731

39 204

22 004

19194

41 198

2,.5

8,3

5,1

Oroningen ....

7 316

53 298

60 614

7 587

56 63,5

64 222

3,7

6,3

6,0

Drenthe.....

3 455

3190

6 645

3 514

3 323

6 837

1,quot;

4,2

2,9

Limburg.....

20216

12 607

32 823

20 983

13 894

34 877

3,8

10,2

6,3

____________

Totaal . . .

329 338

326 641

655 979

310 505

353 600

694 105

3,4

8,3

5,8

-ocr page 14-

10

TABEL III. (Tableau 111.)

Aantal spaarhaiikbuckjes in (»inloop, verdeeld naar de grootte van het saldo-tegoed aan het einde van liet boekjaar, in percenten van het totaal.

(NumJire dv livrets'eu circulation, répartis selon le montant du solde dû à lu fin de l’année, en pourcents du total.)

1920

9

192quot;

1928

Boekjes mot eon tegoed van: (Licrets avec nn solde de:)

Rÿks-postspaarbank.

Part. 1

Spb. , Totaal.

(Cuisses, (Total.) partie.)

Ryks-post-spaar-bank.

Part.

Spb.

partie.)

Totaal. (Total.)

Rijks-post-spaar-bank.

Part.

Spb.

(Caisses partie.)

Totaal. (Total.)

( Caisse d'épargne postale.)

Tn 1 274 instellingen. (institutions.)

f lt;nbsp;'aisse d'f'giargne postale.)

2()0 instel (instit

ingen. (fions.)

( Caisse d'lpargne postale.)

2(i7 instellingen. (institutions.)

Minder dan f 10,—......

(moins de ff. 10,—.

van f 1(1,— tot ben. f 100,— . . (de ff. 10,~ jus(iu' an dessous de fj, 100,—.

van f ](X), tot btni. f l(X)0,— . (de ff. 100,— fef jnsqu) au dessous de fl IftOO, .)

van f loon,— en hoogtr . . . (de fl 1000, et au dessus.)

23,0

24,9

4.6

34,0

23,1

30,4

12.6

44,0

2.3,4

26,2

6,4

46,5

23,(i

25,3

4,(5

23,4

28,8

11.4

23,6

26,2

(),5

4-5,9

23,7

26,7

4,7

36,0

2.3,7

21t,0

11,3

43,1

23,7

26,6

6,6

Aantal ( “ percenten . . sp. boekjes , b'ii pourcents).

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

■ • •

\ (chiffres absolus).

  • 1) Hieronder 203 769 boekjes

  • 2) „ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;89 710 nbsp;nbsp;nbsp;„

=’) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;0(5 810 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„

2 007 ‘.X)2

waarvan

n

»

’) 807 010

do vot'd

»

n

1) 2814 912

oeling na

» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

» nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I

2 0.18320

4ir de gro

n r

21 86.3049

)tfc(5 van

1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;«

n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;b

2) 2 901 37.6

het said b nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’

n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;b

2 009 222

o-tegoed

3) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;3»

‘.(04190 ,2 973412

liet is opgegeven. n n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;M

n n nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;”

TABEL IV. (Tableau IV.)

Overzicht van de beleggingen aan het einde van het boekjaar.

(Aj)erçu des placements à In fin de l'année administrative.)

AAIU) HER BELEGGINGEN.

(Placements.)

1927

]it28

1927 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1928

In percenten van het totaal. (En pourcents du total.)

Rÿks* postspaarbank.

(Caisse d'épargne postale.)

Part. Spb. (Caisses paii.)

Rijks-postspaarbank.

/Caisse d'épargne liostale.)

Part.

Spb.

(Cuisses jiart.)

288

instell.

(institutions.)

Rl1ks-post spaarbank.

( Caisse fVépargne postule.)

Part. Spb. (Caisse.^ (part.)

287 instell. (institutions.)

Rÿks-post-spaar-bank.

f Cai.vfe d'é^sirgne postale.)

Part. Spb.

(Cui.sses part.)

instell. (institutions.)

287 instoll. (institutions.)

Stiiatsschuid ten laste van Nederland.

X f 1(100

14.3 401

X f KXMt

43.569

X f 1000

158 820

X flooo

41 346

36.0

12.2

10,7

„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;n „ nbsp;nbsp;nbsp;„ (Ie Ned. Koi.

11 «S‘16

10 794

11 446

10 822

3,0

3,0

2,7

2,8

„ nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;„ andere landen

Obligatiön ten laste van andere publiek-rechtelijke lichamen, (prov., gem., watersch., enz.) in Nederland. . . .

138140

7 311

60 072

155192

8 069

6.3 666

34,7

2,0

16.8

3t),3

2.1

16,.5

Idem, in de Nederlandsche Koloniën. .

Idem, in andere landen....... Overige binneiilandsche obligatiön on pandbrieven (Nederland en Nederl.

511046

1 397

18.33

-52 774

.^)8 959

1 054

1 509

57 040

14.1

0,4

0,4

14,8

13,8

O/l 0,4

14.7

Overige buitenlandsche obligatiön on pandbrieven........... Binneniandöche aandeelen (Nederland en Ned. Koloniën)........ Buitenlandsche aandeelen......

Hypotheken...........

Prolongatiën...........

16 236

5 303

3400

49 128716 11 143

IGlilG

5 508

2844

47

144

13 980

4,1

1.5

Ij» 0.01

36.0 3,1

3,9

1,4

0.7

0,01

37.3

3.6

Voorschotten...........

Golden in handen van dordonfdeposito’s, uitstaando renten)........

11 910

5118

7 10.3

12 188

6 616

8173

3.0

1,4

2.0

2,9

1.7

-’,1

Onroerende eigendommen......

r.17

4 797

602

4 873

0.2

1,3

0,1

Andere beleggingen........

19 440

14558

11! 600

16 878

4,9

4,1

3,2

4,4

Totaal . . .

397 620

I);i63;î96

427 5-‘j;3

2)395638

100,0

100,0

100,0

100,0

1) Hieronder f 5 969 000 niet nader gesplitst.

2) nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;„ nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;8 893 000 „

-ocr page 15-

11

TABEL V. (Tableau V.)

Iixleeliii!; der nieuw toesïetreden inlesïirers naar de beroepsgroepiui.

I liépurtition des déposants noiweUement aa-édés par proupe de nwtiers.)

In percenten van de groep. (En pourcents (h( groupe.)

In percenten van de groep. (Cn pourcents dxi groupe.)

1927.

1928.

Hoofden van ondernemingen, tKuîryfs-leiders, enz.

(Chefs (Ventreprise, gérants, etc.)

Werklieden en bedienden

((yuvriers et employés.)

Inlegg. wier kostw. beh. tot do des-Ix'tr. groep. (Déposanis de qui le gagne-pain appartient au groupe concernant.)

'l'otaal.

(rotai.)

Hoofden van ondernemingen, bedrijfsleiders, enz.

(Chefs d'entreprise, gérants, etc.)

Werklieden on bedienden

((htvrie^'s et employés.)

Inlegg. wier kostw. beh. tot de des-betr. groep. (Déposants de qui le gagne-pabi appartient au groupe concernant.)

Totaal.

(Total.)

78 particuliere instellingen. (institutions particuHères.)

115

paiticuliere instellingen.

(institutions particulière.^.)

21.3

3(b0

44,2

86,9

22,0

31,1

14,5 42,8 42,0

24,7

100,0

100,0

100,1)

100,0

8,8

28,2

32,8

42,.3

78,3

42,1

29,5

32,9

17,9

29,7

37,7

24,8

100,0

100,0

100,0

100,0

8t),l

99,2

13,9

0,8

1C0,0 100,0

81,8

93,9

18,2

6,1

100,0 100,0

66,6

44,4

100,0

61,6

38,5

100,0

75,1

24,9

100,0

75.6

24,5

100,0


INHEEIJN'i.

( iHTisiiiitj


Nijverheid........

Landbouw ........

Jacht en visscliery......

Handel en verkeer......

Vrije beroepen inclusief ambten of bedieningen, verpleging, onderwijs, enz........

Huiselijke diensten......

Zonder beroep (eigen inkomsten hebbende), gepenaionneerden en beroep onbekend . . . .


Totaal......


INDEEIJNO.

1927

1928.

Hoofden nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,,

van onder- Werklieden nemingen, nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;en

bedrijfs- bedienden, leiders, enz.

(Oumcrs

(r(‘ntre2)riflt;e, et employés.) gérants, etc.)

Inlegg. wier kostw. beh. t ot de des-b(!tr. groep. ( Déposants ûe qui le gagne-pain appartient «î/ grwpe concernant.)

Totaal.

(Total.)

Hoofden van onder nemingen, bedrijfs leiders, enz.

(Chefs (l'entreprise, gérants, etc.)

Werklieden en bedienden. (Ouvriers et employés.)

Inlegg. wier kostw. beh. tot de des-betr. groep. lt;nbsp;Déposants de. (pd le gtKjne-pain appartient an groxipe, concernant.)

Tülual.

(Total.)

70 particuliere instellingen. fbisfitufitiHN parfimlièref^.)

115 particuliere instellingen. (institntnni.s parfic^ilières.)

S'il verheid......... Lïlndbouw.........

Jacht en viascherij...... Handel en verkeer...... Vrije beroepen inclusief ambten of bedieningen, verpleging, onderwijs, enz........ [luiselUke diensten...... Zonder beroep (eigen inkomsten hebbc'ude), gepenaionneerden en beroep onbekend.....

Totaal........

Vereen, en instellingen .

Totaal-generaal ....

1256 nbsp;nbsp;( nbsp;nbsp;nbsp;9858

309 nbsp;nbsp;nbsp;1 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;520

18 nbsp;nbsp;nbsp;i nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;11

1 625 nbsp;nbsp;nbsp;; nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1 143

2 991

2 378

5 828

()2I

21

906

482

20

4(gt;52

8589

I.'IOUI

1 409

60

3 674

3 473

2 398

10 480

1 291

567

20

1 7e^

3'^

2(

7

10 735

847

18

1 371

99

71

85

2 620

599

23

1 Oî«

777

173

4 496

9 724

14 646

2 013

61

4 172

4 276

2 844

11681

26 987

34 526

29 969

39 693

1 153

1224

36 679

40917

(Zie de grafiek op blz. 12.)

-ocr page 16-

5PAAR- Ln LLL^tBA^^E^1. (insTiTUTions Lt PRLVoYAncE.)!!

TEÛOCB ÙED inLtóóLDó OP het ElinLEl JAAR in NILLIOEntn ÜULLLnS. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j

bolbe: bù AUX bÉPOôAnTô A LA nn ùe rAnnÉL en niLLions ùe rLOoinô. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;i

DLIK5P05T5PAADBAnK (CAI55E û’ÉPARûriE POSTALE).

_______PAPTICULIEPE ôPAADBAnKEn (CAISSES PAPTICULIEPES], --- ----- ------BOEDEnLEElIBAnKEn (BAHOUES SYSTÈME RAirTElSEn ).____________________


400, . .

4600 . .

440iL.

4200 . . 4OOIL-J__.

' 380:

iseok....... i;340i^ .. _ !S2o' . .

4oo.

'280 . .

( 260 ,

440' , , 1:220|l . ..

2001' , 1 180 ' 160, L

J20!|

000' ;iôo;

60 î 40 !






480‘


460i;


440; 420{i 400il

380 360j^ 340p 3201^ 300i

260ji 260Îi 240 220 200 lôO 160 140 120 100

60

60, 40 20

Lcl


tgt;0


L _!Ô612 3 4 5 6 7 8 9 90 1 2 3 4 5 6 7 S9I9OOI234567Ô9I0 I 23456789201 234567Ô 930I 23456 76 940

rcÈrÏTPAAL BUREAU VOOR bE STATISTIEK. BLJPLAU CE.nT0AL BE 5TATI5TIQUE DES PAY5-BA5.~


-ocr page 17-

-ocr page 18-