-ocr page 1-
fatyfaa
-ocr page 2-
AV/A<,(;;}
'm
4
-ocr page 3-
<v#
fc
-ocr page 4-
i í l -
§^** '
fife^A
/
-ocr page 5-
T—ttutdw 3?ecit.
j
^^SS^t^W Wptó
ffLmmw»
-ocr page 6-
'GALLERYE
Der
UITMUNTENDE
VROUWEN:
Of der zei ver
Deugden en On deug DENj
In Byfchriften en Sneldichten,
vertoond,
Metferklaaringenen Konfiplaatm verrijkt,
Door.
Ltf'DOLPH S ì é üs. Ì. D. Groningamj?: ·
f Á Ì S Ô E L D Á M»
By Jf á ê o â van Royen, Boekverkoper
deKalverftraat, by deOfle-flui*» .f<%>0°.·
-ocr page 7-
r?
Ì
' ."■■ i~ ó
•DO
ÏS:o
s £ I
; i.i 'ij ij
. : > â
« ij
■ lil
| 2 <
3 es
-ocr page 8-
Ï Ñ D R Á G Ô
Aan
Mevrouw
KaTHARINA . HOCHEPIEDT s
Huisvrouw van de Heer
Mr. Nico laas Witsen,
Regeerend Burgemeefler en Raad.
O Deugd, die de ondeugd, op den drempel
Van dit gebouw, deeze eere-tempel
Van 't fiere Vrouwelijk geflacht,
Verwint met onweêritaanb?re kracht,
En uwe fpiets drijft door de lenden, '
Wil uw gezicht eens herwaars wenden !
Ziet hoe de Dichters treên in 't perk,
En kroonen, met hun gunft , dit werk
Vol heldedaên , en zedeleffen
Van Koninginnen en PrinceiTen.
De Schilder voegd zich aan hun zy,
En cierd der Vronwm Gallery,
* 3                    Om
-ocr page 9-
OPDR AG Τ.
Om ook 't nieuwsgierig oog te (treden.
Met aangenaame tafereelen.
Maar, ach, uw arbeid is niets waard..,.
O Konftgenooten! fpaard, ei (paard
Uw veerzen en uw teekeningen!
Een fchoonder glans komt haar omringen >
Katryn, Heer Witsens eed'Ie vrouws
Verguld het hoofd van dit gebouw >
En onderfteund de poort, en irylen
Met Eurgemeefters bundelbylen j
Een eer, die onzer Vrouwen Deugd
Verfchrikt, en met de fchrik verheugd.
Amftdittm-, den
%9. Aj>rïl>
1690.
Ludolfh Smid», M.D.
(jroninganus.
TOOR,
-ocr page 10-
doorreden:
DAt (aangezien alle dingen twee handvat%eh hel··
ben) deeerte bequaam is met gewichtige redenen
. te prijken en te verheffen, het geen een ander met
dezelve kracht Van bewijzen kan taakenen onderdrukken*
'word ons zonneklaar in het loven en lafieren van hei
VROUWE L Õ Ê Geflacht geleerd.
Heteerflebewtjfi het fneldicht van de gceftrykeJere-
mias de Dekker, aldus luidende:
'Men maald het fterflijk fchoon, op dat het tafereel
De verven leven doe, die op de kaaken fterven;
In veerzen maal ik u, mijni pen is mijn pinceel;
Op dat het bloeje in int, dat dorren mogt in verven ï
Hoewel u niemand kan afmaaien net en wel,
Iu veerzen als Afoll, in verven als Apell.
Het tweede word met volgend fchinipdiebt van zeken on-
itkende
J. C. in $ç Winteravonds Tydkortingen be*
vefligd,
Klarette, ik hoor gy zegt gy weinig had verwacht
Ik icherpen zou mijn pen zo tegens 't Vrouw-gefifickt >
Hier hein ge dat de Mans, tot feil-erkenning» treft,
En, boven hun, da\lo£van'iVro/tw-£eW%cfotlen{eft'?
Wy Mans (ofm' ons voor beft fchoon reken)
Zijn vol van feilen en gebreeken;
Slechts twee in VROUIVEN zijn,te merken.,
Dat's, quaad van woorden, quaad van werken.
Doch dat haan deugden haar e gebreeken verre oyerweegtn,
en vervolgens dees>e fixe meer lof als lafler vzrdiend , is,'
bchalven de aloude dichters, Klaudianus (in het Lof van
'Sercna,. &c.) enhifiorifchrijvers, Plutarchus, (inz'ijn
Voorbeelden) &C. in on^cn tijd omflandelijk vertoond
-door den geleerden Geneesheer
Joh. van Beverwijk.,
* 4 ,                 Al-
-ocr page 11-
VOORREDEN.
Al'MArom hy ook my moor architekt en humeefièrW
in het grendflag leggen en optimmeren van deeze
GAL-
J.ERYE der UITMUNTENDE VROU-
WEN , heeft gediend ; terwijl hy van de Franfche
X>e Moync , en de Italiaanfchc Marino , met het mo-
del hunner
Galleryen, wierd bygeflaan.
Dus quam dee^e Gallerye, in het jaar 168 f>
J>inr.en mijn vaderlijke flad Groningen, onder de titel van
PROEF mijntr Dichtoefeningen , te voorfchijn', al-
leen in
Fabelen en Hiftorien ruwelijk verdeeld , en,
Ïmder etnig cieraadvan pinten of afbeeldingen
, %&·
er lijk. verklaard.
Zeden welken tijd zy het oordeel %o der waar e Kjwfl-
•genooten, rechtfehapen Liefhebbers, en eerlijke begunfli-
gers, als der eenzijdige Lettervhgels
, Dic'atgifpers, en
Spelde^oekjrs , heeft uitgeflaan', eensdeels tot mijn ge-
noegen; aangezien, volgens
Saluftius, sequa laus eft a
laudatis laudari & ab improbis improbari ; men ont-
fangt evenveel door het loven der lofwaardige als het laflt-
ven der beriffelijks menfehen : en anderdeels tot mijn
leering; want
, naar het peggen van de wij^e Thales
hy Aufonius,
Gum vera objurgas, fic, inimice, juvas.
Gy doet my voordeel, ö tegen flryder, als gy , velgsns.
de waarheid, my beflraft.
Nu breng ik d*n dezelve weder voor den dag > doch zt
vertimmerd
, verplaatfi , vergroot , en vercierd , dat
haar de Liefhebbers als iets nieuws ( en niet als iets ouds
door een tweeden Druk. herbooren
) behoorden aan te nee-
wen-
Want 1. zijn haare Tafereelen onder vyfthien Inhou-
den, 8 Deugdelijke en 7 Ondeugdelijke betrokken;om dus
niet alleen de Dichters mijne Kjnflgenooten > maar ook
de Schilders, Beeldhouwers, en Graveerders, verjehei-
denefloffen tot letrzaame Hifioriefitikken Mn dt hand tg
geven.
' 2. Is
-ocr page 12-
VOORRED EN
t. Is onder het Byfchriftdicht vanhder Tafereel de
Hiftorie en het Verhaal dir toegedragene zaaien ge-
flaatfi.
J. Zyn de Verklaringen vergroot, en met veel aan-
werkelijke %aaken , uit de leerzaams Almdheid getrok-
ken
j verrijdt.
                                        *
' 4.. Is zj met zqkonflplaatenverchrd; van welige twin-
tig de
Gallerye van gemelde Le Moyne $n ontleend 1
ds overige hebben
David van der Plaes, jakobus de
Rijk, en Cornelis Viffer ons vereerd ; hoe mei vjy
deezes laatflen
Teekeningen, als in de zaort van erdinan«
t'e
, en grootheid van beften geheelqk, van de andere ver-
fihillende, of het koper niet hebben kpnien brengen
, pon-
der dé'luifler van haarefihoonheid te verdoven
, en gewel·
dig, te onderdrukken.
Ontfangt dan, onder gemelde naam , dee^z mijn Dicht-
oefeningen, gentene Liefhebbers, doch met bermhartiv
heid en oogluikjnge; welke ver^oek,geen edelmoediz hee^er
tny kan afflaan-
Laat ons anderer menfchen vermaak
met een vaerdig lof bejegenen, %egt Plinius, (17 Br. dis
9 B.) ten einde wy in onze verluftingen verlof mogen
verwerven.
Want ik. zo mijn vrienden als mijn vyanden zeeren %ou .
dwingen te geloven, dat dit werk, (gelijk, onlan$s xo noch
heden) by der hand genoomenis by kebrek.vannutter be-
%khiden
; en even als Cicero (3 O- van de Redenaar)
getuiid van de arbeiders; dewelke, wanneer hun hes
onweder , of gure wind, van het werk houd afge-i
fcheiden , met de kaart, of teerling, of ander tjd-
verdrijf, zich ophouden.
En fchoon een eenzijdig ondelaar mogt zeggen, dat
daar vjel een gevoeglijker tijdverdrijf te vinden %ou wee*
zen ;
i^ antwoarde ( en %o fprak." Plinius in %ijn tijd,
3 Br. desfB.) dat ik. my niet fchaame de handen aan
vodden en beuzelingen (zonoemdmen immers alle
Dicht-
oefeningen) tefieekjn, waaraanllag-deGroot> Pet.
* y                        Kom.
-ocr page 13-
VOORREDEN.
Korn.Hoofd, beideHdmJëa, Jak.Katz, Joh.Wef·
ierbaan, Konft. Huygens, en andere wijze, treffelijk
en achtbaar e mannen 3 by ledigen tyd, gearbeid hebben.
Doch eer «4 eindige, moet ik. eenigzins poogen te voldoen
die leene
, welke {nut Kunsus , Heinfius , Gravius,
en andere mannen , aan dat euvel %ickr,ïjndè) alle Affec-
tatie , of Figuurlyke manier van ff reeken , met gtmeene
flemmen verwerpen, en in Treur toneel - Lier- en Hel-
den-dicht te eenemaal iieroütdeelen en afkeuren.
De fchtrp^innige Angelus Politianus /preekt, in zijn
Iriefaan
Bartholom. Scala, in dee^er voegen - Quod
vos AfFeétationem dicitis, potius innata Poïjeos eft qui-
dam divinitas; gy noemd het gezochtheid in de Dicht-
konft, datwy een aanzebaorcngodlijkbeid heeten-
Met tuien voorts o verzenkotmen de fnedkfle en verft an-
diffle Italiaanen
, Fulv. Tefta, Virg. Caefarius, Joh.
Ciampolus, Ant. Thebaldeus, Maf', Barberinus, &c.
ja %elf
Johannes Viktör Rofckts , onder de naam van
Janus NiciusErythrieus£ei(y;Ki/, die wel op deeze wij%e
durft fchr'tjven
· In duas iactiones efle ingenia diviia
patet ; & ianè quae spud Senecam dicuntur Affeétata
ca ian&itatem quand am prs fe ferrc videntur, & ilmt:
verum requirunt faltus admirabiles, & extentum fu*
nem Horatii. En een weinig verder ■ Optima inge-
ïiia qui argutè, tersè , & eleganter loquuti profciffi
funt ab invidis , quod ftatim non intelligantnr , ut
Saluftius , &c. Et eorum poemata , licet egregia
paucos habent admiratores. Sic olim Claxium poë-
tam omnes, prater Piatoncm, deftituerunt; & quod
Mecenas &. Cinna prater morem acute dicebant&af-
fecfabant, ridebat Amuflus , aüterias clafTis & ièétie
membrum.
Ze blijkt dan dat de Vernuften in tiaee partyen zijn
•verdeeld', en waarelij k_ %aakcndie
, £/Senefaf , gedocht
geheeten worden > dicfcujnen zekere heiligheid by zich te
hebben y ja zy hebben dien indtr daad T maar %y verei-
fchen
-ocr page 14-
V O O R R Ë DE N.
Jfhen wonderlijke fpromen, en gevaar el ij ke koordedanfjen"»
&%4_-Horatius [preekt. De allerbefte vernuiten, die
fraai, net, endiepqinmg fpraaken, %ifnvan de nijdige
inisbandzld, om dat %y hen miet in een qelfde oogenblik_
"^erflanden , ge lij k_S&luAias,&c. En weiniie verwonderen
%ich over hunnefraay? gedichten. \ Zo wierd eertijds de
dichter
Klarius, va» ieder een , uitgenoomen Plato , met
dem\aangezien; en het geen
Mecenas en China, met
ten geoorloofde gezochtheid', fcherp en bondig [praalden
,
wierd (volgens Suetonius, 86 Hoofdfl.) van de M^etzer
Auguftus, een litmaat van detegenfirydmde bende > h-
fpot en uitgelacchen.
Men zie mede Dionyf. Longimi.s , ðßîÀ v7r<ra<rt
van
hoogdravende zaaien , en Demetr. Falereus,
¼áç de verhevene Spreekwijzen; welke beide van gewe-
ien zijn, dat men, inal'erhandezeortvan fckriften ,een
diipzinni&hetdi'anfchilderende fpreekwijzen
, en krach-
tige kowflwoorden , doch met een welgegronde kennis
, en
een rechimaatig oordeel, mal gebruiken.
JAaar waarom toch \o veel waters vuil gemaakt, en ze
trnflelyk, Vo!>r de verhevene ffreekieijztn in de Dicht-
konit gepleit ? wat is ook, het diepiinnigfle , en in alles
"volmaakfle
Dicht ?
Ik. hoor m,y van bovengenoemde Dekker beantwoord >
voorwaar zeer ge flig , ter gelegenheid van een roemwaar-
dig
Punt- of Sneldicht, met déeze woorden :
Een puntdicht magmen by een ichoone vrouw gelijken,
Die, om haar aardigheid en ichoonheid, word gemeen}
sMaar eens gemeen gemaakt, haar ichoon gaat heeneftrijkrn,
En is zo walgelijk als wenfchelijk voor heen.
Op
-ocr page 15-
óp de icunftige
GALLERYE
van
L U D. SMIDS.
V W' heerelijke GALLERY,
O SMIDS! gaat alle pracht te boyen,
Verdoofd de koninglyke hpyen,
Daar gy, met uwe poê'fy,
Schakccrd zo aangenaam de verven,
En hoed de fchilderkonft voor fterven.
Zo levend beeld gy alles uit
Door uwe konft en meefterftreeken!
Gy leerd de ftomme beelden fprecken
Met zulk een aangenaam geluid,
Als ofze, door uw pen herbooren,
Op nieuw wêcr konden zien en hooren.
't Pinceel vermaakt alleen 't gezicht;
Uw zangheldin ftreeld oor en oogen,
En voerd, met wonderbaar vermoogen,
De deugd der Vrouwen in het licht,
Waar door ze zyn in top verheven.
Zo naoetge, als zy, onfterf'lyk leven!
KATRYNE LlSCAILtï.
Op
-ocr page 16-
Öp de zelve.
Diriiquevidcbit
JPcrmjftastoo'inas.
jVT u hoeftmen, om 't gelaat van kuyfche en dapp're YrouwK|
. In beeld offchildery op't konftigft te befcbouwen,
Tofcaner kabinet, Parijfchegaüery
»
Noch Pauftijk Vaticaan te zoeken: sny zijn vry
Van 't reyfen ■■ Nederland komt door deez
Smids te winnen
Een
Gali.sR.ve van Uitmuntende Manninnen:
Hier, nahetmeefters keur op't beft tmhaaglyk deelde
Daar zoo het fweemfel in 't natuurlyk weefen fpeeld
>
Na 'tuit defpiegel van haar braave dadenftraalde,
' Of, zoo't haar eygen geeft na levens groot te maalde.
Deez tafereelenfchenkt ons de ijverige
Smids»
Die zijn geleerde pen verflrekte een trouwe gids
^m't zinrijk èy werk niet in marmer, hout, of doeken s
Maar, injuweelen van haar deugden, op te zoeken
By Griek, Romein, en Perfs, Hebre'ér, Vrank „ en Brit-
Éy maakt ons deelgenoot! van 't kofielijk bezit,
Έη doet
» ah -waar in hem Prometheus konfi herboren,
Verheven redcnkonfl uitfiomme beelden horen:
Die hadfieelfwyfi een vonk van 't Sonneradgeroofd,
Afóllojchonk aan
Smids eenginfier van zyn hoofd »
Die, met een heilig vuur, ontfonkte zijne zinnen j
Om, door een godlyk dicht, de zielen dier heldinnen-
UitdeElyzeefchebeemdtedaagen, uit elks mond
Te hooren -mat geval, of ramp, haar 't Nootlot zond.
Dit weet hy met depenfoo krachtig af te maaien,
£W daar geen verwen hoogte ofdiepzel by kan ha/den:
Want het volm&kft pinceel toondflechts des lichAms leeft»
MmrDiiihtkonft treft de ziel > en tochten van de geeft.
Lams· Bi ut ooi
BLAD»
-ocr page 17-
BLADWYZER.
I. ï Í Ç O U &.
I. Liefde voor htt Vaderland.
i. DEBOiRA, Barak moedigendetotdenitrijd. pag'i
i. JAHE.L, gereed om Siièra te dooden.
                        5
3.  jfUDlTH v dragende 't hoofd van Holofernes op de
hand.                                                  ,              5
4.  KL ELI Á, fwemmende over den Tyber,.                   7
5.  JOH ANNE van ARK, gewapend, met een vaan-
del inde vuil. ,                                             10
II. Haat tetens het Vaderland'
g.
ÔARPEJA,mctfchi'denenbeukdaarenoverdekr. 14.
III. Liefde tot de Ouderen.
7. ANTIGON&i.IeidcndedenblindenEdipus.         if
IV. Haat tegens de Ouderen.
%.
TUL LI Á, den koning Servius Tulliusoverrydendc.
V. Huwelijks Liefde en Getrouwigheid.
9. ALCESTIS, het leven bewaarende van Admetus. 2. j
10.  HYPERMNESTRA , om haaren bruidegom ge-
kerkerd.                                                          26
11.  ATALANTA, beichermende Meleager regens zijn'..
vyartden.                                                         19
ii. E U Á D Í E, zich zelven in het lykvuur van Kapaneus
werpende.                                                       3 1
n.ALCYONE, dragende de doodbus van de verdronkene
Ceyx.                                                              35
14.  PANTHEA, metAbradatesftervende.                  37
15.  KAMMA, wreekendededoodvanSinatus.             39
16.  ARTEMISIA, drinkende de lykaich van Maufoleus. 41
17.  KORNELIA , ontfangende den gevluchten Pompe-
jus. ·                                                          45
18. POR,
-ocr page 18-
 L ·Á D W YZER.
ïS. PORCIA, in de dood Bmttis volgende.                   47
19. ARRIA, in den dood Ñ anus voorgaande.              51
10.  PAULINA, nevens Seneka haateaderenopenende. 5} .
11.  Winberger. Vrouwen > haare mannen den vyand ontdraa-,
gende.
                                                                  5 5
at. ISABELLA, getrouw aan Zerbijn.                       57
*3· ISABELLA, geneezendedengequetiftenEduard. 4a
VI. Huwelijks fchenderye.
2.4.  ROSEMOND, toeleggende op het leven van Alboïn.
VII. Liefde tot dl Kinderen,
2.5.  NIOBE, op de lijken haarer kinderen verfteend. 65
iè. Defiervende Moeder > van den fchilder Ariftides.
          68
2.7. SALOMONEj nevens haar 7 zoonen irenende. .71
VIII. Ji4dt tegens de Kindere».
2.S. Ê L É O Ñ AT R Á Koninginne van Sy«e»» Antiochus Gry-
pus naai het leven ftaande.                                  74
IX. Kuisheid.
2.J. ELISE , of DIDO, kiezende fterven voor hertrou-
wen.
                                                               77
30.  LUKRETIA , de onteeringe op zich zelven wree-
kende.                                                             8i
31.  STRATONIKA, vetbergende de liefde tot Antio-
chns.                                                               8S
31. 2 E Í O ÂÉÁ, na de dood van Odenatus de wapens han-
delende. .
                                                       8S
33. Vranfche Maagd, haar eer verdedigende tegens de gewel-
denaar Amolon.
                                               91
34· GENOVEYA, inhetbofchomfwervende.
            94
3 5. Nicofiaanfche Slavin , doende het Tuikiche rooffchip
. ipringen.
                                                         9?
X. Onkuisheid.
3»« KLEOPATRA Koninginne vm.Bgipm , boeleerende
met Markus Antonjits.
                                    103
2CÏ. Gitó-
-ocr page 19-
BLADWYZER.
XI. Goedaartigbeid en Wraakehosbetd.
37.  TANNIA, herbergende de gevangene Marius. ïoÉ
38.  KONSTANTIA, haaren vyand vergeevende de dood
van Koenradijn.                                              ut
XII.  Gramfcbap enWraal^gisrigheid.
39.  ANTI OPA, pogende het echcfchenden van Theièus te
wreeken.                                                       114
XIII.  T{amf%dlïgheid dtr Vrouwen.
40.  PSYCHE, de uitflag van haar noodlot verwachtende. 119
41.  THISBE, ftervende met Pyramus.               , 112,
4z. ANDROMEDA, hetzeegedrochtvoorgefteld. 115
43.  ANNA, beweenende de dood van Elife.                 jz^
44.  KALLIRHOE, zich zclven doorfteekende.         131
45.  ARMIDA, verlaaten van Reinoud.                      135
46.  BERENICE, gefcheiden van Titus Vefpafianus.      139
47.  MARIA STUARD, onthoofd.                      145
XIV.  Geduld enGroetb*nigheidinramp[aligbeden.
^8. IFIGENIA, aan Diana opgeofferd.                    147
φ. itASSANDRA; dedoodbraveerende.               152,
jo.· ANDROMACHE, genoodzaakt haardoodvyandte
beminnen.
                                                     157
51, OLYMPIAS, Moeder van Alexander de Groote: om-
gebracht van Kaffander.
                                   161
51. SOIONISBA, doorMaflaniffavergeven. x6&
53.  MARIAMNA, vèrdraagende de wreedheden van He-
rodes.                                                           16 f
XV.  Ongeduld en Mifiroofiigbeid in rampzalig*
beden.
54.  MONYMA, poogendedoorde dood van Mithridates
, zichteontflaan.                                           '174
GAL*
I.                           *
-ocr page 20-
'Pag. f
ALLE1YE
Der
UITMUNTENDE
VROUWEND
Of derzelver
Deugden en Ondeugden
In Tapereelen vertoond.
Eerste Ι ν η oud der Tafereeleii.
Liefde voor het Vaderland.
ï. D E Β O R A,
Barak rhoedigènde tot den ftriji.
In frxlia diiïis
Hartathr.
Virgil, ii iEneid;
Aat Sifera vry op zijn ivagens ftoiFen,,
Én leiden 't heir van f abin in het veld,
! Ik zie zijn moed en waan reeds nederploffen ï
Nu Debora zich aan haar palmboom field 1
En "Barak aanpord, met gewiffen zeege.
Trek op, zofpreektzy, dit, dit is de dag,
In welk de Heer hem geeft aan uwen degen.
Held Barak trekt naar Kiiön, tötdenilag *
En Oehora begint, met heil'ge klanken,
«enHetr· dmGedvanIfraël, tèdanken,
Λ                              Η jf
-ocr page 21-
I GALLERYE DER
Historie.
Jabt'n, koning der Kanaanijten, bezittende, van de dam-
irie Neftali, de ftad Hazor, poogde mede de andere fteden
met geweld naar zich te trekken. Zend derhalven St fera, een
wel geoefend krygsman, om de Ifraèltten dat landfehap af te
dwingen. Deeze komt, met negen honderd wagens, in her
veld,,en flaat zich by de beeke Kiibn neer. Doch de veld-
heer Barak > door Debora ( die 40 jaaren de ftammen Ifraëls
richtede, en op den berg Efraim, ondereen palmboom , tut
fchen Rama en Bethel , huis hield ) aangemoedigd zijnde ,
vernield het geheele leger van Stfira , en jaagd hem zelf uit
het veld. Deeze neemt zijn toevlucht tot de tenten van Heber,
zijneskonings bondgenoot, ftaande by de eike van Zanaïm,
byKedes. Maar Ja hei, de vrouw van f/eber, het weivaaren
van ///vjS/ftellende boven de vnendfehap van de koning Jabm,
en de wetten van gaftvryheid, dryft Stfèra (naar eenigever-
verfchinge, in een geruften flaap gevallen ïijnde) een nagel
door hethoofd 5 enverloftedushet volk van Ifrail van het jok
der Kanaanitifche ilaverny. ' Waar op Debora, met een def-
tige zegezang God den Heere dankt en verheerlijkt.
Ziet het boek der Rechteren , 4 Hoofdftuk, 14 en 11 veers,
Sec. "Votdeisas HtfteriaSacra, of isViri illuflres vanGesrg,
1'abrictus Chcmmcenfis,
3 B. 80 Hooidfl. de Hoofdmannen
van W.Sdufl, de Barthas, of den derden dag vanzijn tweede
week; ca het over heerlijk treurfpel van Dionys.Petavius.
V E R Κ L Α Α R. Ι Ν G E.
Diios·*] Met deeze begint P. Ie Moym zijn Gallerye, vertoo-
aende twintig grootrroedige Vrouwen in (o veel afbeeldingen:
diewy, wegens haare cierlijkheid , ook in dit weikjen hebben ge-
jdaatft : doch zijn klinkdichten zijn eenigzins donker , en zijn
ïlogia, of lofredenen , wild en wydlaopig Voorts beteekend
J>cb»r» (zo Tchtyven de oude) een bye: Zie/. Drnfitis, over S«l~
gitixs Smerus,
145 p.
Ileü'gi klmifn ] Zie haar zegezang , door Sctvtla SammaT-
tbmns,
en AaotTetatias! in boven genoemd treurfpel van Siftra ,
in LatynTche veerfen overgezet.
2. JA-
-ocr page 22-
õÀºÌÑͺBJVBÈ VROUWEN, f
2.. J Á Ç E L s
gereed om Sifera te dooden.
In curfltf animuf variot ahit. Ovidius 9 Metam·
.O. Ier xietmen Bekers vrouw , gedreeven heeil
en weer,
Gelijk een boot, gekaatft van zaam geftooten baaren *.
Haar moed is groot; haar aart is vriendelijk en teer;
Zy twyfeld en blijft ftaan,te bloode om voort te vaaren.
Terwyl ligt Sifera in haare payeljoen,
Enflaaptenronkt, vermoeid van flryden, en van vlie-
den.
Ga laat die nagel, en die hamer, wond'ren doen:
Sodlaat, 6 fabel» door uw handen dit gefehieden,
Op dat de fwakk c van den fterken zegepraal!
Ga; klink dan 't yzer door zijn flaap* en herfen·*
fchaah
V E R Ê t Á Á R1Í G Ei
Hikrt j Xees het geen wy tetvfond van haar gezegt hebben l
sis uit het boek der Rechtere» , en <S Fahricita, &c. getrokken.
Bott ] zo vergelijkt Ovidim , % B. Metair^ de twyfelende
~Mthe&, by een f chip, door wind en ftrooni, op dezelve manies
heen en weder gtflingerd:
Ut que carina,
guam ventus ventoque rapit iontrarius aftus.
Vriuwen <*&rï ] By Vctmms worfteldze , op dezelve inafliei?
Slet haar veiichillende hertstochten.
JudtalitpiidDeo
Juthofe dignum, nulla qvuiiftkut dies :
Sexumquefiipera, Qutdl neceinfandaboffitif
Sacratavtulesjura? refi'mdasp'ms
Cumregepaclumftdus \ ah.' facirnufreme.
Á %                                  Érgl
-ocr page 23-
% & Α t L Ε Ε.Ύ Ε OER
Ergo illeabibitvivus? hancmanibusfinam
Sffugerepr&dam\ CS"C·
Beftaietsdat men de naam van Gods werk mag geven ; enwaaï
ifde nakoomeling mag fpreekeo. Toon dat gy niets minder als
een vrouwzyc. Hoe? zal ik dan, door een verfoeyelijkemoord,
het heilig rechc van gaftvryheid fchenden.' het verbond, met de
koning jahin ingegaan, alkreerlt breeken ï neen; laat af zulks te
doenï maar, züSifera dan levendig weder van hier gaan ! zal ik
dèeze prooy rriy laaten ontflippen! enz.
Smkkf] Zo fpreekt Dthré, by genoemde Petaviut, tot ΒλτλΚ,
onder andere:
Nee tarnen viBorïü
Potiêrefolus. Lau dis hunc titulum minor"
Prariptethoflis: quamquevix credas, dabit
Minemhuiclabon muiter. HacprofugusSifar
Dextrttperibtt. Video trajeBam caput
,
~&imiquefixum. Tuditeferratoprocul
Per utraque clavus temport* impaBusfonat·
Êxantmq ctrpus cerno.
Gy zult, ö Barak, deeze verwinning ook niet alleen verkrygen.
Benrhinderevyand zal in deeze roem deel hebben, en eenvrouw
i 't geen ongelooflijk fchynt ) zal deeze kryg ten einde brengen.
Door haar hand zal de veldvluchtige Siferat fneuvelen. Ik hoor
van verre reeds de nagel door zijn herfenfehaal kloppen. Ik zie
sijnlicchaam al roerloos en zondeileven.
Hcrftnfih&alJ Marino roemd deeze label in zijn pryzenswaardige
Gallerye, in een konftftuk van Jofeph Arpinas: en de geeftri jke Remi·.
Jlaflc zet volgend byfehrift by Tempefiaas Afbeelding vertoonende
deeze heldendaad:
O Sifar! proefden drank van Jahel ingefchonken :
Ofheeftitu, doordenkop
, eenfpijkerheengeklonk.en'i
ZofihoeidGodskrygsheldin, vat Itftenonbevreefiy
Een mannelijke moed op vrouwelijke leefi.
hJVj
-ocr page 24-
UITMUNTENDE VROUWE Ν, y
3. JU D I TH,
draagende't hoofd van Holofernes op de hand.
Ltfvaquer.ecepum
SpeBat atroxbofiile caput.
Statius, 8Thebaid.
Zy fprcekt:
-O Iet hier de weêuw, door wien Bethuiljen, en
Haar burgers zijn verlou van krygsgevaaren.
Of twyfeld gy licht dat ik \uiith ben,
Aflyriër ? neen, ik voel dat üvy hairen.
Van fchrik opryzen, dat xich 't bloed ontroerd,
En dat de kop poogd uit mijn hand te rollen
Uit fpy t, dat hy word van een vrouw vervoerd.
Bethuiljen, val dan uit! 't heir is aan 't hollen;
't Vliegt door malkaêr, ctt vlucht met groot getier.
Volg \ volg! dit hoofd ftrekke u tpt een banier.
Η I S TOR I E.
Betliulien (eenftad op een berg geleegen in het Joodfche
land ) door Holofernes , veldheer van de koning der Afly-
xiers, belegerd zynde; mngjudïth, een ryke, en eerbaarewe-
duwe , op des Heeren almoogenheid betrouwende , in des
vyands leger, van voorneemen zijnde het Vaderland, in haar
üiterftennoot, byteftaan, en te verloiïèn. Holofernes haar
Ziende word daadelijk verliefd, en oiithaaldhaarmetallezooit
'van beleefdheid. Gaf haar ook de vryheid van uk en in het
ieger, en waar zy ook wüde, te gaan. Op zekeren tijd ver-
Zoekt hymethaarvrolijk te moogen zijn, datzy, behoudens
naar eer, hem bewilligd. Waar op de veldheer zich, bo-
ven gewoonte, met ipys en drank opvuld, en eindelijk naar
?ijn ruftplaats gaat, om de fchoone Judith aldaar te verbeiden.
Maar deze neemt de gelegenheid waar, en flaat Holofernes,
leeds in een, diepen ftaap gevallen zijnde , het hoofd af; er»
Α 3                     ,' , kengt
-ocr page 25-
6 ύ Α L L Ε RY Ε DER
brengt het zei ve binnen Bethulien. De burgers, teneenemaal
door dien gelukkigen uitilag herfteld, fteeken het hoofd ten
toorenuitj vallen met alle magt op den vyand aan, en bren-
gen om al het geen zy achterhaalen.
Ziet het boek Iudith, 14 Hoofdit. en boven gemelde Fabri-
ctusy
7B. 166 Hoofdft.
Weent» 2 BereaUhu meend het een veriieiinge te zijn, Chro-
jiolog. 3B.4 Hoofdft. Ooft blijkt het uit de woorden VinHitro.
pj/mus,
overHag. ic. dat al eer daar meedeis aangetwyfeld. Ziet
Jkxgnfljin van deftad Gods, % S, 26Heofdft. cnDrnfitu, 211 pag.
ever SnipMts Seoerat.
Mg» harti ] Zy word van verfcheide konftenaaren in Tafe-
jeelt;n en Afbeeldingen vertoond als Ruftel, Ruihens.Vignon^e
Tatttre . Λ Bojfi, Chrifiof, Bronz'no:
en geroemd van de dichreren,
ScontnstnHesrmltsrk, in hunne Tooeelfpeelen, Mtrim R Anfle,
tnji» Vos ,
inhunne ISyfchriftên J voorts acbtiaeFairicii, Bctf-
hens
en Sterringszijn verraalder, behalven Jac.Bjdirmannus, 3life·
IJsrodiados, 48 cap. haar dus verbeeldende;
Illic
Educli>qu»lttglaiio]\iiiai3.cub»ntem
Ebrtaquc dtfyrto volvtntemfomnmleiio t
■AuJ'antcidederit, juguloque rcpentèrefióie,
Una virago viros , fine mtlite, fuderit emnes.
Hïer was geichüderd , hoe de ftoutmoedige Jadith den ovei-
ladenen veldheer > op zijn Aflyrifche veldkoets leggende te
flapen, met het bloote fwaard te keer gaat , en , door zijn ont-
hoofding, alleen, zoadei byftand van gewapende, de vyanden op d§
Vlucht diyit.
+ KLE-
-ocr page 26-
VITMVN7ENDE VROUWEN. ?
4. Ê L Å L É Á*
fwemmende over den Tyber.
Trangensundampumlausulnis.Stims, ßï Â. Pun.lib,
Ï foelie Tyber, die met ongetemde ftroomen
Pen üeilen oever fchuurd , en holle klippeD,
BteneKielïa, met haar gezelfchap, binnen Romen,
Die *s vyands overlaft nu, door dit vluchten, wreekt,
Voift Forfena kan 't geen hy zien moet naeuwgeloo-
ven ··
Dan valt hem KoUis in, en de afgebroken brug;
Dan Scevola, te los in 't leven hem teomrooven.
Trauwanten, roept hy Schiet haar py len naar de rug!
O ihelle Tyber, breng de maagden binnen Romen,
Zo fluit ik,' in haar lof, het lof van uwe ftroomen.
Historie.
Forfena, koning van Hetrurien, nam het leed van dever-
jaagde Tar^nicn-zo ter harten, dat hy , om haar tetoftel·
len, zijn geheele krijgsmagt voor Romen brocht. Maar de
dapperheid van Hor anus likjes (alleen den vy and op de brug
van de ftad afweetènde) en de moed van Mutius Scevola ( op
zijn leven toeleggende, en na den miüukten aanilag zijn hand
verbrandende') deeden hem een verdriet krijgen m de belege-
ring. Hy verdroeg zich dan met Romen; en de gijzelaars wier-
den aan wederzijden ukgewiffeld. Onder die tot Porjena gin-
gen was eene Àößéá, ontrent 12. jaaren oud. Deeze, gelegen- ·
heid ziende ranty ontijde over den Tybei (aan wiens oever ha
leger zich uitftrekte) tegeraaken, moeide de wachten, iwora
(met eenige andere jonge maagden) de rievier over, en cjuam,
van denmand ipet een hagelbuy van pyten gevolgd, behouden
Á <j.                                              w
-ocr page 27-
Â È Á É L Å R Ô Å DER
úç de ftad. De koning eifchte haar door zijn gezanten wedei^
bm, zijnde anders gezind het verbond te vernietigen. Doch
iy zach haar niet weder in het leger, of (door haar deugd en
kloekmoedigheid bewoogen , ) ftelde haar op vrye voeten,
floot op een nieuw de vrede, en verliet Romen. Terwijl de
dankbaare ftad haar beeldeuis te paard, in het befte deel van
Romen, oprechtedè.
Zie Ltvius , Dionijs. Halycarn. Plutarcbus, Florus, enz.
Verkla aringe.
Tytef] Wy volgen de oude ScMger, wiens Sneldicht van Vellenbove,
ïn zijn Heidcnfcke Dapperheid uit deGriekfcheen Latijnfche Poè'te»
«rertaald, aldus is verduytfcht:
O vader Tyber , dte WW oevers , vry van toom,
f; Beknabbeld, rOfun fiuit of yoorfiuwd met uW ftroem.t
Verfchoon de iMakheid í an dees maagden uit ontfermen-,
£n voerde aan d'overZiy
, alrê vermoeid van ermen.
Eibelguniet
s ai miftge üwbrug, nu neërgeftort,
Zo Klelia gekeert een í aft e firoombrug word.
Klelia] By Tlittmchus leeft me dat deeze daad V&Uri», de dochter
van dedeugdzaarne Burgemeefler V&kritts Pepli^ela (alzozy mede
onder de gyzejaaren was } word fpegefchreeven: doch het gemeen
gevoelen is aan de zijde van IQetia : van haar jongheid ichriffS
§ilins, lp Lib, Bell. Funic.
Bis C\a:Yia.fenos
NpndumcompUrat frimttvt corporis atmos.
Êe jonge l(lelia had noch geen twaalf j jaren.
i Bfeng] Swemiriende volgens Silms, in gemelde boek:
Regehtc, (g'fcedere,.($'annis
Et fluviofprctis, mtfantem mferrita Tybrin
"tr&navit, frangens undamfuerilibus ulnis.
Acht flaande noch op den koning, noch op het verbond , noch
âñ haar jaaren , noch op de ricvier , is zy onbefchroomd den
Tyber ( die zich over dit -zeldzaam ftuk icheen te verwonderen )
eloorgeiwommen, rhet haaf kindfche en tedere armtjesroejende,
talie golven van malkander 1 cheurende *.
Niettepaarderydeiide,gelijkeenige Schilders haar afbeelden. Ñß«·
iprchm
fteld (in Pailik..) dat Ïorfina haar , om haar manne moed,
ö én deftig pairduit de koninglijke ftal gefchonken heeft, en nier
op ditzs te paarde de» Tyber was doorgeiwommen,
À,ïâ
-ocr page 28-
UITMUNTENDE VROUWEN· £
£<>ƒ ] De Heer Hoofd zet volgend byfehrift by IQsliaas afbeel·
dinge:
Geen Vieg is ongebaandvoorvroomheid: ζ,ο de maagden
Ons leer en, die of β'toom haar lijf om vryheid Waagden
j
Maar Vendel dit by de Schildery van Stekade:
De RoomfiheKMi&ontfwm , met de ed'le maagden ,
De gijzeling ■> en't oog derfchildvtacht, en de dood:
Waarom zypulks Porfenne, en al den Raad behaagden ,
Dat de eerfie} of'svyands eyfch } een ridders beeld gei
nood·
En eindelijk Ua Vos op de zelve !
Uier ZÏetmen Klelia de gybeling ontfivetnmenï
Zo Voord een vrouwen lift vereend met mannemeedi
Haar IMcht tot vryheid laat Zjich niet van boejens klemmen,
Menpreeft, om vry te ïSijn „ door/Wal, doorfivaard
en bloed.
Ziet ook haar lof by Cafa nova, Saheus, en Segtthtts , by /. Vollenhe-
'M vertaald : ^oorts by Virgitius , Manilias , Silias , &c. Bed.
tiis, Mercmus, Marino, Van der Horft, Beverwijk, tater Ie Moyne^
eniSWfrjinsiJn Reomfche IQelit, vol cierlijfceHiftoiy plinten.
4 1            "*· J°*
-ocr page 29-
to GALLERTE DER
5. JOHANNE van ARK,
gewapend, met een vaandel i ç de vuyft.
lalfi fub im4gine [exiis. Statius, 1 Achill.
Zy ipreekt:
jf\ L ben ik een boerin , dit glinfterende wapen,
Ja, die banier verfchept my in een oorlogsheld,
De minnaar moet zich aan mijn gogen niet vergaapen;
Haar blikfemen joeg vaak de Britten uit het veld.
'k Heb Orleans ontzet, en had pas achthien jaaren;
Doch 't was het nootlots onontworftelbaar beftuur.
Nu ben ik in 1 et wild ge ë eld van 's vyands fchaaren;
Die doemen my ter dood, en tot een vlammend
vuur.
Laataf, 6 Engelsman, op deeie wraak te brommen $
Door 't vuur heeft Hercules het hoog gefterat beklom-
men.
Historie.
Als K^treldeVil, koning van Vrankrijk, vandeEngelfche
koning , Hendrik. de'^T, overwonn.n, by naar zijn geheel
rijk hsd vcr'ooren ; zo dede zich, in de grootfte wanhoop >
een middel op, die de vyanden verichrikte, de ïnboorehngen
verquikte, en de koni g en het rijk wonderbaarlijk heifteHe.
Het was /me de Ark · oud 18 of 2 o laaren, gebooren in zeker
doipvan  rros, uit gi-rmge ouders', die met beeften te wei-
den zich ond.-rhieldqn. Deeze begaf zich, in marme klederen,
by gemelde koning; ontzettede Orleans, floegen verdreef de
Enge'fche, die deeze ftad bcnauden, en brarht te weeg dat
Kjtrel binnen Rheims de kroon wierd opgezet. Docfe men ving
haareindelykweenuitvaJ 3 au men lang had getracht haar te
ver-
-ocr page 30-
VTTMVNTENDË VROUWEN. TS
■Verrafièn, Dus wierd zy aan dm Hertog van Bedfort overgele-
verd, en niet als een oqrlogsgevangene, maar als een toveres»
temen Roaen, in het jaer 1431, verbrand.
Ziet Efi/en Pafquter , Recherches de la France , 5 B.
6 Hoofdft. de Annales Francia:, A. Crutffens Deugdstoneel,
BeverVftjk. lle Moyne. Sinccrus, in het Reisboek van Vrankrijk,
εη la Pucelle, ou la France delivrèe, het gedichte werk van
Monfr. Cbafelam, verrijkt met de konftpnnten van Λ. Sojfi.
Verklaar in ge.
Een Boerin] Wy hebben den Duytfcher , Maximil.Vriintmt
«leeftendeel gevolgd , wiens fneldicht aldus hiyd:
Rufticafum, fed pltn* Deo ; fed peSore forti ;
Sed micat eximto regius ore decor,
CaflravtrAm
, fid cafiafequir: duce virgine fatum
Vertitur > et cantant virginïs arma tiiri,
Sedditus bocfceptris teftahere, Galle ,paternis;
Tuquenecidpulfus , ftve Britanne , neget.
Quodvicï>t>ereo: flammascurobj'tcts, Anglet
Etnos Herculea fcandimus aftr* via.
'k Beneen boerin· maar vol Goddelijke invlöejingen, enkloek-
ffioedig, en heb een ontzagchelijkheid in mijn weezen. Ikbenin't
manneleger, doch eerbaar en onthoudende. Door de dapperheid
van een maagd is de kans verkeerds enAe krijgsknechten zingen des
heldinnen lof. Deïranfchekoning, in zijn erflanden herfteld, be-
veiligd die roem 5 en de onbermhertige Engelsman, door my ver-
dreven, kan het ook niet ontkennen. Doch de zege is mijn bederf,
herwijt my evenwel de manier van mijn dood niet. Langs de weg
Van het vuur, door Hercules gebaand, gaan wy naar den hemel.
Doemen ] In la Francs Metalli^ae word een Medaüe vertoond,
öragendehaarhoofd met een helm gedekr,ftaande defce woorden daat
Oridzom: JANA LOTHARINGA DIGNA HEROI-
NALIBERATR1XAURE i.loaana van Lottringen.een roe-
menswaardige krijgsheldin, ontzetfter van Oileans ·, op wiens ver-
keerde zy, loann» met een ftandaard in de vuyft, iie tooren
Van Jargeau , met gewapende bezet , beklimd-: rondzom lééft
men deeze letteren : BELLATRIX AU DETQ.. VIR ï S-
CONCURRERE VIR G O: De oorlogende maagd durfd de
mannen tegenftaan. Ziet een diergelijke in Ricettil ikepHtfieurs E«ig-
Wl4iriiDtv>fHi&lMii*ill(Sa
I6$4» uitgegevea byi. WaasUrgtn.
-ocr page 31-
Ï ËL LÅÊÔÅ ¿ ÅÊ
ñ
Ssemitï] De Schotfchedichter Reiertus Aytomt poogd, rrsef twee
fneldichten, datvanPrasfi'Hfte ontluifteren enteveraöovenj wei?
ke aldus luiden :
Si, que,de Jana jaêiantur, f alfa fuerunt',
Quts pudor e ft falfis veile parare fidem.
Si, qu& de
Jana jaaantur , ver ë fuerunt,
guts furor alterius Ictude nocere fibt ?
Semper inopprobrium Gxlli Lotbxringa caneturj
Et gemtno infatms ertmtne Gallus erft,
Jgrtavus, quifieptra cola deberefaietur
,
Ingratus, non dam debitajleptra colo.
Indien het verzierd is het geen van loanna word verteld, zoo is
het wel fchaamteloos met valfcheverdichtfclen dé tydboeken op te
fmukken. Ea indien het waaris dat men van haargewaagd.zo'ishet
een dolheid met het lot vaneen ander zichzelveute befchadigen,
De eerdichten van de Lottringfche loanna zullen altijd den Frans-
man tot fchande verftrekken, en hem aan een dubbelde misdaad
fchuldig maaken : want hy is niet alleen blode en kleinhertig, die
bet ryksbeftier aan het Vrouwen gefiacht moet verfchuldigd blij-
ven, maar oolj ondankbaar die dezelve het wettige kroonrecht.
onthoud.
lamineos quid, Galle, /uvat jaclare triumphos,
Vixeft f&mtneïi dtgna Joanna jWe,
Tü&ccineplena Deo, magicis qu&fretajufurns
Vifafuit (tuitis nomen habere Dei î
£uam perminxerunt calones at que bubukr,
H&cctne cafla virum caftra Jequuta f uit?
Jimevtri, quos fcemmei pr&poftera virtus
              ,
Exemplt, et folus traxit ai AÏmk 'furdr \
Mutavit fatum
Nemeiis, nonf&mma vindex;
Nee, nifi femivirt, faminea arma canunt.
Lauda ergo, ad libitum, flammam, nonmvidet Anglm
Herculcam Gallo, quapetat aftra, viam.
Wat ftoftgy, öFranfchman, op de zege doot een vrouw ver-
Jueegen 5 Het fpreukje van loanna kan by de vrouwen zelf niet aan-
genoomen worden: is zy vol goddelijke invloejingen, en zien de
dwaazen niet dat alles in tovery beftaat ? Was zy eerbaar en onthou-
dende in het manneleger, diemetrrosboeven en veehoeders heeft
te doen gehad iNeirajed3tm.an.neji, die» op het voorbeeld van
eea
-ocr page 32-
UITMUNTENDE VROUWEN: %
Seaverfoeyelijkvrouwmenfch door zekere dulligheyd tot dewape^
oen aangedreven zijn ? DeGoddelijkewraak verkeerde de kans, en
'iyniet; haat lof word ook alleen van lafheitige en verwyfde uitge-
broken. Doch, lufthetu, roem en fny op van het vuut; deEn-
gelaiider gund den Franfchman het voetpad , waar langhshy» op het
ipoor van Hercules, den hemel kan beklimmen.
. z*> hebben alle dingen twee handvatfels; endeeen isbequaammeï
gewichtige redenen te prijzen en te verheffen, het geen een ander mes
dezelve kracht vak bewijzen zal haken en onderdrukken: alwaarorrs
naar Stsph. lafiafet j in lctnum libro, in deezer voegen doet klaa-
gen:
Xw&vocor; Genttbo nutnen , Medea Brïtanw;
Bis meretrix ; aitts fabulacauta*Hnmx.
Viva ego ψι& Uceri Jtabiüvi meent» regni,
{Hei mth't!) f ra meritts mortua nunc laceror,
ikheetI««»eo; die van Orleansbenikby naar een God; even ge-
lijk Egtri» was aan Kxma ; en den Engelfchman een tooverende
Meita, eneenvuylehoer. In het levenzijnde heb ik het hellende
koningrijk onderfteünd , eii verzeekerd. Doeh na mijn doöS
< helaas) is het loon mijnei TeidUnftcn dat men mijn achting
f<:héad«i onteerd.
TwEEf
-ocr page 33-
ß4 ® Ë L L Å R Õ Å ¼ Å È
Tweede Inhoud.
Haat tegen het Vaderland.
é. Ô Á R Ñ E J A,
met fchilden en beukelaaren overdekt.
Vendidithacaurofatriam· Virgil. 6.jEncid;
Ç Ier ligt Tarfeja (die het lieve vaderland,
Het onvoltooide Rome, 6 gruwel, heeft verraaderi
Voor goud , en 't fierfel van des krygsmans ilin-
kerhand,)
Met fchild en harrjasplaat beftulpt, en overlaaden.
Dus leerd de ontrouwe, dat de vyand het verraad
Wel vriendelijk omhein; maar den verrader haat.
Historie.
Als Romulus i ftichter en eerfte koning van Romen, deSa-
bynen had beledigd en verongelijkt, zo trokken zy op onder
T. Tatius (wiens naam by hen, en de om gelegene volkeren ,·
in achting was) met hunne krygsmagt, en belegerden Romen.
Het flot van deeze itad wierde bewaard en verdedigd door
■zekexenSfurtusTatfejus: wiens dochter, op de gouden arm-
ringen (waar mede de Sabynen, volgens gewoonte, zich ver-
ckrdert) verflingerd zijode, beloofde aan Tatius het kafteel
te leveren voor het geen de krygsluyden aan hunne flinker arm
droegen, Openddaar op de poort, en laat de Sabynen binnen,
Deeze (de laft van Tattus volgende) wierpen Tarfeja toe al
hetgeene van hun flinker arm gedraagen wierd ; dat is, zo wel
fchilden als armringen : waar mede zy de verraderes bedek-
ken , en genoegzaam begroeven. Ziet Diontjs, Hdycarnaf-
f&us, Plutarchus, liviut, -gloria, FeieriuiMaximus, Pro-
pertius, &€.
Tarftjd]
-ocr page 34-
VITMVNTE Í¿Å VROUWEN, if
Vekklaab-ikge.
j Tarptja"] \yy volgen hiei de algemeene dwailing; want deai-
Jercudlteichryvets hebben geloofd dat 7arfejaaan gemelde verrade·
ï "iet fchuldig is geweeft tlxttrthm verhaalddezaak alsev ç volko-
|öSnevetfieringe,en voegt'er een tweedeïertellinge by.X/iwKj üoetnd
•j^t ook een fabel i mtztL.Ïifi getuigd by Ditmijs. Halycarnajpeus,
dat ze de vyanden de fchilden heeft afgeeifcht, om hen ontbloot van
ditbePcbermtuig, in der Roffseinenhanden te leveren, en te doen
ombrengen Voorwaareen roemwaaidige krijgslitt, indien het ge»
*uk daar was bygefpiongen, En »k kan gelooven, dat de Romeinen
y°oihaar, alseenlaiidverraderes, een aanzienlijk graf hebben ge-
bouwd } haar beeid in de tempel van Ja^ifer gefield? haar meteen
Pkchtige jaargetijde vereerd, de berg Taiftfa, binnen Romen , na
P'ar genoemd i Zie gemelde Kfi, en Àö«s , f'chrijvende van liet
jjedd van Tarfeja. Wie kanookaannecmen dat de Êurgemcefterlijlts
^amhuifen derÏetronimenTitxrieti, vandeSabijnen herkomftig,
^n fchclmachtig.en om haar verraad geftiaft vrouwmenfeh op haate
■Medalien hebben afgebeeld 1
Onder die van de Vttronünontmoet onseene, op wiens rechte zij-
"e het hoofd van jlngufms word vertoond, met dit byfchiiit: Á U-
G.USTUS CJESAR; jiag*f$m Keizer: en op de verkeerde
edeeze Tarpija, met eenöapel 'chiiden Overdekt; nevens dk
W
d
g
y.'chiilt: TUK PILIAN'JS IIIV IR; r«r^/7«BM,ecnedei
'jemannen van de Munt. En op die van de Xif«Mf» ziet men een
aard manshoufd, met een laowerrak daar nevens
r'ft; SABIN. A. PU: Tam Tatïns, Sabyner.
, en dit op-
Van het ge-
e chrijvinge van het Roomichc Capiiolium van luft.Rycquiits,
"e Uurgcmeefiertijie Almanak van Hui. Gelttcius, en de penningen der
^itmafitrlijks Stamhuyfen van Fat* ¼öçêé, vermeerderddooï
en naaukeurigen verzaamelaaïK<iri/»f Patima.
°»M/iwA ] Zoo beicrmjit Vrtpmists aardig , in beneeden
*?ngetrokkei, minnedicht, dezelve ftad gering van omtrek, aan-
*len , envermcogen; teweeteniadteerfre jaaren ( by manier van
3Pteeken) van haare jongheid, toen deeze zaak is voorgevallen.
1 ë *^-' ^e åïåºå naam van onze Tarpeja heeft evenwel voor de
aner en opfpraak moeten wijken. Zo fchriift Yakritu Maximus (q B.
■i^°°fd(t ) datzy voorliet genet van ponden aimiingen het ka-
eelheeft overgeleverd, Maatfekere Antigonns, iby Tlntarchns) 'is
do ê'" ''zont'e,: en ongemeen gevoelen, te weeren 5 dat Tarftja, de
S £ r Van "*"'T"**"* was, datRonwlnsmaewelbekenderoofdet
aaöynfche maagden , haai vewoeide , en tegens dank ten wijve
aiarsi,
-ocr page 35-
iS & ΑΙ £ l E RT E DEK
nsm, en dat zy deshalrenby gelegenheid van gemelde belegering
Hit wraak, het flot aan haar rader over gaf.
De Minnedichter Infertim daarentegen fteld, met een Poë'ti-
fche viryheid, dat zy op de vorft Titm Tatiat verliefd geworden
zijnde, deeze euveldaad beftond, even als ( by O-cidim in het SB.
der Herrcheppingeh) Siylla aan deKretifche koning M>""> mèt
wiens liefde zy bevangen was, de ftad Megara overleverde. Ziet
het4gedicht van zijn 4 Boek, alwaar hy haar verliefde hertstochten,
vryagie, verraad, enftrafomftandiglijkverhaald.
Qntfmwè] SiliusIttlkm handeld (I ï B.Bell. Funic,) zeer onzacht
met haar; in de befchrijvinge van de He!, en de ftraffen der gedoem-
de zielen, in deezer voegen van Tarfeja fpre ekende:
lila aute'm qu& tondetur fr&cordia rofiro
jilttis (en quantum refonat flangtntïbus al/s
Armiger ad faftus rediens
Jovis) hofiibus arcem
Virgo (immane nefas~) adamato frodidtt auro
Tarpeja, etpaffis referavtt clauftra Sabinis.
Ziehier Tarpeja, wiens ingewanden van de adelaar, de wapen-
drager van lapiter, worden verfcheurd, en ingeflokt. Deeze gaf
het Hot de Sabijnen over , voor loon trekkende het goud , waar
mede ?y bekoord waS.
Derde
-ocr page 36-
VnMVNTENDE VROVWEN. if
Derde Inhoud.
Liefde tof de Ouderen.
i. A.NTIG ONE,
leidende den blinden Edipus:
"zijnde haar aangezicht niet voldaan.
Aan Maria . , .
Ceeci f arentis regime». SenecaThehaid.
't S Chijnt ofgy, met die maagd, hebt eenen borit
gezoogen,
Die meede aw moeder, en haar fwakheid, ondcr-
fleund:
Ziet, hoe die gryzaard op zijn ed'le dochter leund *
Haar fchouder is zijn kruk > haar voeten zijn zijne oo-
gen.
Watzagzeal, naar hy zijn gezicht had uitgeboord!
Het deerlijk fneuv'len van haar uitgeteerde moeder,
Van haar oprechten, en haar trouweloozen broeder;
HethofvanThebedoodfch, en woed door moord
op moord!
Doch geen elende kan haar van hem afdoen wijken.
Maar, vraagtge, jvaarom blijft het hoofd hier on-
voldaan ?
Des fchilders wanhoop, ö Maria, liet het flaan ;
Die zocht een dochter die dien dochter mogt gelijken.
Nu ftaat de Konilenaar, met zijn palet, al reê j
Leen herri uw wetten; gy, gy xijt4ρ(%<»Ψ· J
-ocr page 37-
xt GALLERYE DER
Historie.
Antigona was de dochter van Edïput, enjokapa, zijnes va-
ders weduwe; enzuftervanEteokfestnPolynices. Haarvader
ftak zich zelve beide de oogen uit, van ipijt; gewaar wordende
deonnoièlebloediêhande door hem begaan, Haare broeders
brachten malkanderen om in een twec-itrijd, wegens het ko-
ningrijk van Theben. Haar moeder ftak zich , op beide die
lijken, het hart af. Dit alles even w el verkropte deeze dochter,
en bleef een onvermoeide leidfter van deezen koninglijken blin-
deman, in zijn ballingfchap.
Ziet Sofokfes, Seneca, Rotrouy en Rctcine , deeze Antïgme
te voorfchijn brengende in hunne zielroerende treurfpeelen.
Verklaaringe.
Ouhter 1 In Senceaas Treurfpel van ΤΜλϊι Tpreekt de blinde
Mdijmi zijn dochter , zich over haar deugdzaamheid verwonderen-
de, aldus aan:
Vnde inmfandafpecimenegregium d»mo\
Vnde ifta generivirga dtfftmtlisfiio\
Ïertuna credts \ aliquis e/i ex mefius \
Nonejjetimcjuam (fatabenènovimea')
Nifi ui noceret.
3Hoe komt zulk een heerlijk voorbeeld van deugdzaamheid in
cenverfoeyelijkftamhuys? en hoe komt zy van zeden zo ongelijk
Ban haare naafte bloedvrienden ? Fortuin, kon gy dit gelooven ? is 'et
iemand godvruchtig en deugdzaam uit my gefprooien! neen; ik
3ren mijn rampzalig noodlot alte wel; zy is mede niet geboeren als
emmytebefchadigen, en mijn leven, tegens mijn dank, te ver-
lengen.
Uroedtrj Ai&ojttwotd niet alleen sis een deugdzame dochter;
niaarookalseen vroomezuftei, doordeDicht-enSchilder-konft,
ons voor oogen gefteld. OvtJwi vertoond haar zodanig aanzijn huys-
vrouw, Tnft.j B.3.£leg,
Jratrem Thcbanapercmptum
Supftfnittumnley Rege vet ante, foror.
De
-ocr page 38-
¼ÀÔ̼;ÅͼŠFROUWEN. rS
De maagd vaa Theben , heeft x^ensdewil van den koning haai
omgebrachcen broeder ter aarden beïteld.
ünFihfimttts befchrijft (jB.) een fchildery, waar in zy, by
«aaien nacht, het licchaam van naaren bioedei zoekt, om (vol-
gens haar gewoone deugdelijkheid ) dai ter aarden tebefteüen, zelf
tegen het verbod vanden regeeienden koning Kjnm. Hierafheeuie-
f'hla een deftig treuripel uitgegeven, dien Uw™» naderhand heeft
gevolgd.
9«der dat zoeken is haar Argi», de vrouw van haaren broeder Vt-
tytices
, ontmoet, dienzy met dicze zielroerende wooloenaan-;
3£*eekt by den vcrduitfchten Franfchman ;
Zijt gy't Argta> ah, mijn7jufler\ nimmer quanten
fPj-, by ZsijntijJ, byeen: rmvoegtzajn dood ons tarnen %
IkiiezJjnV/eduvte, enhebnoottz*ijn vrouw gez,ient
£en droeve ß,áá^,É
, Ia voorwaar, een ontmoeting, waardig om met die van Sttthu,
öcfchreven in het ïab. des Thebaanfchen oorlogs, vergeleckente
worden:
Doch zie verder haar gevangenifle. en dood, en daar op de dood
^an haaren minnaar, Hemen, Kreonz zoone, by genoemde ichrij-
»ers; jaleeszeif de brief v&nAmigine, aai Hanmu'u denkerker
gezonden, onder de Heldinnebrievtn van M. Akx. Bodins; ot haarc
lachte in de Meletemata Hypogsa van Thtm. S%hcttus twee Schet-
lsile dishteis.
                                      " "
 %               YSEB,»
-ocr page 39-
$6 GALLERTEDER
Vier.de Inhoud.
Haat cegen de Ouderen.
iï Τ U L L I A,
den koning Sërvius Tullius overrydendc.
Patriot fregit qui currihus anus · Silius, Β. Ρ. 13 lib.
Τ Oenge over 's vaders borfl hoogmoedig hebt ge-
reen,
Met dart'le paarden, en medogenlooze rad'ren,
Waart gy meer dier als menich : neen > wreede
dochter, neen;
De dieren fehrikten 't Hik vanTullius tenad'ren.
Zy toonden dat een vrouw, van deugd en kunne ont-
aard,
AfgryiTclijker hold als 't ongetemdik paard.
Historie.
Tulliavras de dochter van Servius Tullius, de zefte koning
van Romen ; getrouwd aau Lucim Tarqumius, bygenaamd
Superbus, of de Verwaande. Deeze hovaardige en itaatzuchtige
vrouw was, dag en nacht, onophoudelijk beezich met haar maa
de regeerzucht ie te boezemen, hem aanporrende naar de ryk-
ftaf tegrijpen, 'zonder hetfterven van haar vader af te wach-
ten. Hy, uitdeg aart eergierig genoeg, door geduurige ver wij-
tingen noch meerder aangemoedigd, beloofde haar de heer-
ichappye; trok-, met allerhande foort van beweegredenen de
Raad op zijn zijde, brocht zijn fchoonvader in verachtinge ,
Het hem ombrengen, en verkreeg zo de beftier van het rijk.
Tullia vloog daar op naar het raadhuis, om haar man, met
de naam van koning geluk te wenichen ; maar, van daar keeren -
de, ontmoete zy het lijk van haar vader midden op den wég,
(kar zy de verichrikte paarden dwars over heen liet loopen.
JÜCLtvius ■> Dienyfius, JFlorus, Valerms Maximus, &c.
■ Ver-
-ocr page 40-
UITMUNTENDE VROÜJVMN.
SA
Ver KL ARi ν ge.
«roonzuchtigc reden van deeze Tullia rot Taramnim vêrïüiaïd "heb-
enac» C»n het 6 B, zijnes Mmanais) brengt haar s
-''«/λ carpento patrios initura penates
wcitpermediasaltaferoxquevias.
Qorpusueajpextt lacrymts aurtgaprofafis
Refiitit; bunc talï corrtpitillafeno.
Ktdisï an exfpeStas f rectum pietatis amarum?
Duc, inqustm, invttas ifjh per ora rotttsi.
?' d°Cutel ' wiIlende naar het hof van haar vader zich begeven .
^t.vanhoyaardyopgeblaazen,opeenhoogen wagen. En als de voet-
fto λ ^ va" ('en konu,g midden op de weg zag leggen ,"i traancn
ortede, en UU hield, zo beftrafte zy hem, met deeze woorden j
beid'"? '' "*' l°°" "°"r"c"ac>'t £? "ch w deeze ingebeelde deugdzaam-
'
' *k. Zeg , ry vstrt, m jaag dl fc/iumve {aarden daar met geweld
\,Siereia1 Ziebeide fneldichten vinMarino opdeeze onmenfchelii-
*e daad van Tullia, en Silius (in het 13 B. der ftmifehs Oorlozen) dus
h»« onder dehelfchegeeftenaffchilderende:
               , *
Patrios fregit qu& curribus artus,
Zf \,ct,t adduéits fuper ora trementia fr&nis]
ullia, non ulloi fatis exbaufiura labores,
'frdentï Phlegetonte natat.
|ie daarfwemtïVto in de gloeiende fwavelpoel van Phlegeton,
ie met deraden van haar kar haares vaders L-dematen vermorzelde,
°enze, met geweld, de bevende ρ aarden daar over heen dreef.
λ®ΆΒ? St'hem <iri zi)'n Gnomologia, otZiufrreuihtk) fpreekr
«e JJlyipelfchrijver Menander van dei vrouwen wreedheid aldus ·.
cum multa 'm terra martque fer& βηί3
Omnium maxima muiter f era efi.
■Een vrouw is het wildfte en wreedfte dier vaa alle die of op hst
-ardrijk, 0fln net warerzich onthouden.
SOriieml Dit word. var, yeifcheide rehrijviis Riafccniig ««#"■
-ocr page 41-
22 'â Á L L Å R Õ Å ¼ ÅÊ
merkt: de plaats van Silius is boven aangetekend. Florus Tpreekt
van de verbaas Ie pairden (tB,7C) indeezer voegen : ntvimmre-
gem falatartt
, fuptrcrHtntttmpatrem, ttSa earpents , confiernatoi etptts
t£it:
Om des teeerderby haar man te komen, en dezelve met de
»aam van koning'e groe :a, dreef zy de vericraikte paaiden van
kaar w 3 gen over het weg geworpen lijk í an haat vader.
Tuttim] Volgens Lhius was hy de zoon van Stremt Tullius , een
aanzienlijk heer binnen Koinikulum; welke ftad ingenoomen zijn-
de de vader is omgebracht .demoedei, befwangerd zijnde» onder
de andere gevangene na Romen gevoerd, en van dekoninginne
3V»«j<ra/in het hof ontrangen. Alwaar hy is gebóoien , en (nadat
ancn zeker voorfpook van eenvlamme vuurs op zijn voorhoofd had
gezien,) zorgvuldig opgevoed: regeerde 44 jaaren*
Opeenzilveretnedalie.byGVizi»», (in de7 Tab. van zijn Burgc-
mtefllrlïjkfii Almatuh)
ziet men hem, meteen g;ebcgen neus, een
wllige baard . gekrulde hairlokken , en met een koning lijk hoofd-
fnoer vercierd , en dit byfchiift ; SE RVI. DECULA: ver-
toonende de aver-chtfehezyde een man, nevens een paard ftaande,
jmeteenfluyerkleed omhangen,enditbyfehrift; M.TULtlUS,
Ì.Ã. datii» MmnsTuUim, zoo» van Ë&Çíáß.
Vyf-
-ocr page 42-
VlTMVmENDE VROVWEN. 2|
Vyfde Inhoud.
Huwelijks Liefde en Getrouwigheid,
i. ALCESTIS,
het leven bewaarende van Admetus.
Ïtxminei vhtutis ofus. Claudianus, Laud · Serenas.
JLj. lef word Alceflis, door Alcides kracht herfteld j
'Alceflis, 't voorbeeld van rechtichapen gemaalinnen.
Die, zelfs tot in het graf, haar echtgenoot beminnen:
Alceflis ^ tergftervandedood, en zijn geweld.
■Admetus twijfeld óf het waarheid is of logen,
Hy trekt zijn hand te rug: neen ι vorft, zy is het ïelfs
Alcides heeft haar, uit het onderaartfeh gewelf,
Weer in den dag gebracht; geloof uw eigen Oogèn»
Zy is het zelf, die, zogelaaten, wierd een lijk,
Toen jeder was verzocht voor u te willen fneeven;
En vader, moeder, vriend, elk weigerde zijn leeven.
Ga toon haar aan uw hof, en aan uw koningrijk :
Dat zal Alcefiis nu niet weder laaien flerven
Zo lang het koper heeft, enmarmcrfleen, en verven.
Historie.
Apolh, tfe blikfemimeders (na dat zijn zoon was omge-
bracht) gedood hebbende , wierd van lufiter uit den hemeï
gedreven. Des zocht hv verblijf by Admetus , koning, der
rereërs inTheflalien. Die bejegende hem met alle vriendfehap,
laatende (0m onbekend te blijven) zijn yee 4©or hem hoeden.
S 4                           Voos
-ocr page 43-
a| G Α L L E R TE DEK
Voor die beleefdheid gaf hem -Afollo dat hy (wanneer hy dood ·
ziekwierd) zou blijven leven, by aldten iemand voor hem be-
geerde te fterven. Die tijd genaakte. Hywierdziek, en ver-
zocht wel hertelijk alle zijn vrienden en bekenden; zijn afge-
leëfden vader, en zijn ftokoude moeder. Maar niemand had
tot die zaak genegenheid. Alleen zijn vrouw, Alceflis, doch-
ter van Peliai, (door Medeaas liften omgebrocht) ging voor
hem ter dood. Doch van HVr^wfoindehel gevonden zijnde,
is zy van daar gevoerd , en weder aai haar man overgeleverd.
ïiexZuriftdes, in het treurfpel van Alcefits, Hyginus , &c.
Mens. deScudery, inde 35 harangue van zijn Femmes Ulu-
fires
, ou les Harangues Heroïques; Alexand. Hardy in Jl-
ceftis
, tragedie; voorts kortjes, en als een voorbeeld toege-
paft, YanOvtdivj, 3 B.desMinnekonfts ; ^B. 14 El. zijner
Treurbrieven, &c. Claudianus, in't lof van Serena ; Sene-
ca
in een rey van Medea ; Stalius-, 3 Sylv. in het Lijkdicht van
lUetrufcus ■> &c,
Verklaaringe.
'Mcidu ] Eenbynaam van Herkalet by de Poëten genoegzaam be-
kend 1 van het Griekiche woord Alee, beteekenende lyncht en flerik?
te:
zo word naar hem Pallas , van de Macedoniets ■ ook Alcidas ge-
ïieeten»volgensLhius, inzijnfzB. van den koningïerfiushande-
lende.
Vwieeld] Vollenhive doet haat, in meer aangetrokken UeidcnfcU
Dapperheid
(daar hy ,behilVinSenecaen Saixus, den ouden Scaiigsr
Vertaald) aldusfpreekea:
Vemchters onZ>erfexc, ei leerd nu van een vrouV)
Hoever gyfehtet tekort mongekyeukte trouw!
Daalde
Orfeus, met z,tjn lier, uit min, ter hellen neder >
Hy epiam 'er levendig, en keerde levend Weder ,*
Geen rechte trouw groeid aan , i,y leeft Wel door de dood.
Wie^t lijf ten beftengeeft, benündz^ynechtgenoot.
"Deez>e eerkreonhoord uniet; ik,firï]\pe veel gereder,
ledtr\ Zo {preekt Apolh by Earifidts in boven genoemd treur-
fpel, dooi Bwhmmus in bet iatijn gebracht;
g*»i»;
-ocr page 44-
¼ÀÔ̼&ÔÅÍ¿Å VROUWEN'. 25
Suumque amiüsfet Me amicos, omnium
Expertusanmos,
pa.tr ts, acmatrisfenis
Qu&peperit ipfum
, neme frater conjugem
InvcntusUHam efl, CS'c.
Als hy by zijn vrienden aanhield, zo zag hyhaaft, hoeiederhem
genegen was 1 zelf zijn vader, en zijn afgeleefde moeder, die hem
ter waeield had gebracht. Hy vond dan niemand als zijn vrouw,
I^eper] Statius, in het gedicht op het tafelbeeld van Herlgtlis roeg&
«Qk aldus dceze ftoffen by malkanderen,
Hk tibi, qu& ioBo multum vigilata Myioni
Mr á , labonferivivantquamarmoracieJ»
Praxitelis,
Linea, qu& veterem longè fateatur Apellem 3
Monflrahit.
Hy zal u vertoosen de kopere gietzels vsn den konftïgen Myrnn ,
de marmere beelden van den arbeidzaamen frttxitila, endealouds
ishilderyea van den weeigaloozen J{dht,,
%: hy*
 y
-ocr page 45-
%6 C Á L L E RY E *D E R
2. HYPERMNESTRA^
om haaren bruidegom gekerkerd.
Íïçßâßß dignacatenit. Ovidius, 4Mecam.
Zy Ipreekt:
C3 Quelling! ó verdriet! ä frnart ß
Verlaat, verlaat toch eens dit hart,"
Drukt vry mijn armen met die keeten,
Gy flormd vergeefs op mijn geweeten.
Wat ondermijndgc mijn gemoed
Zo zuiver van 't geftorte bloed!
Ë1 heb ik 't lemmer opgenoomen,
Ik ben niet tot de daad gekoomen.
Waar waehtge na ! dat ik het hair
Uittrekke? 'tklecd fcheur vanmalkaêr?
De borft, met nagels, oopenrijte ?
Of op dit fnijdend yzer bij te?
. Gaat heen: mijn zufters hebben fchuld;
Vervoer die tot dit ongeduld:
Laat deeze zuchten, kermen, klaagen ,
Ik zal hier lijden,, en verdraagen·
Maar hoor! men fchuift de grendels af.
O kerker! nu word gy mijn graf.
Daar vallen de afgerukte floten;
De kop're deur word opgeftooten.
Hoe Lijnceut ? maakt gy dit geraas ?
Verloft gy my} uw lief? helaas!
Wat donkerheid bezwalkt mijn oogen?
sKbefwijk: de vreugd heeft meer vermoogen,
OtroB
-ocr page 46-
UTTMUISITENDE VROUWEN. 27
O trouwe L'tjncem, op dit hart
Als quelling, en verdriet, en imart.
Historie.
Uit verfcheidene vrouwen had Danaus, zoon van Belus Prifi
kffyby
verloop van jaaren, 50 dochteren gewonnen; gelijk
ZiJn broeder Egiptus, doorveelvoudigherhuwen , v-der vari
zoonen was. Deeze ν erzochtdie dochteren voor zijn kin-
aeren ten huwelijk; maar Danctus, uit zeekergodipraak, wee-
teiidedathy, door de hand van een fchoonzoon, ter eeniger
ty"> zou {heuvelen, fioeg dit verzoek af, en begaf zich uie
Eg'pten , over zee trekkende na Peloponnefus, en het land-
lchap dej- Argyven. Doch Egiptus zond zijn zoonen, met
cengeweldige' krijgsmagt, derwaarts om hunne oom zijn
oocfitersmet het ftaalafte dwingen. Deeze bewilligd daar op
de huwelijken; doch geeft, op de bruiloftsnacht, aan yder.
dochter , een pook om haare bruidegoms daar mede in den
flaap omtebrengen. Zy volbrengen zijn laft , uitgenoomea
Hypermneftra, die haaren Ljnceus opwekte, en uit het hofdec
vluchten. Hier om liet Danaus haar in de gevangenis Cnijten 5
doch Lynceus (of Lmus, zo eenige hem noemen) keerd mee
een leger uit Ègipten , dood Danaus in een veld;lag, en ver-
*oft zijn getrouwe minnares uit den kerker. Won naderhand
by haar Abas, die de vader van Jkyipus is geworden, wiens
dochter Danai by Iuptler, in fchijn van een gulden regen,
Hiep.
2.iet JEfiylus, in zijn Sufplkes, of het treuripelvan at Bid*
dende;Ovidtus,inzijn
14 Heldinnebrief,door JJ<jiMjaeuw ver-
^nJtfchx,Horattus,m zijnes 5 Boeks ii Lierzang, door Vondel ver-
taald; Hyginus,&.c.vooits Mons. Abedk-im zijn L/nceè,rxigedk,
VERKLAAR.IN6E.
8*SAndJ Zo fpreekt Stnte* f 3 Aft. Troadis) van de ketenea t
jiut vinclis'manus
Secanti&us pr&flriêïx.
dat is, gelijk Wcfierlen» het overzet, en berijmd:
8&eondatz,tjn boeyen, ontmijn banden dichtgcflootcn,
tojJnedmdoorhetvd,<&c>
-ocr page 47-
28 GA'LLERTE DER
Ziiflers] Die van IsLcmefianus (in het begin van zijn jagtbefchry-
vinge) dus worden omfchieeven :
Banaïque cruentum
Imperium, fponfasquetruces, Jub f iedere primo,
Dulcta funereis mutantes gaudia t&dis.
%y dichten van de bloedige laft van D*na«s, en de wreede brui-
den, in deaeerften aanvang van het trouwverbond de zoete brui-
lofsbedvreugd verwilTelende in een doodfche jammerklagt. Züet
mede de 7. cleg des4B. van Vreftrtius,
Zommigefcnrijierszijncvenwel van gevoelen, dat, nevens Hy.
fermnepr»
, eai andere zulterBiérj's geheeten , ook haren bruide-
gom, Hippoljfttisgeaoema, in het leven bewaard heeft» LeesJVia-
rctus , over de 3 tleg. des é Â vanj Ti&allxs fchryvende, en Åáâ'&-
tbius
, uitlegger var. Dimyfins, aantrekkende. De naamen deezer $0
zutteren vindgy by gemelde flj^iBuj.inzijniyS, en 170 vertellinge.
Micrvermoogen] De eerzuchtige Chimene, op het verfierde voor-
gevenivan Rodrigoosdood, inonmagt vallende,zofpicekteenom-
Sander van haai aldus:
Maar piet, hoe z,y befivijmt, en Vtilt toch eens beginnen
ln\dit haar fvtijmen, heer
, de Werking in het minnen ,
Haar herteleet hee, t haar geheimenis endekt.
VochChimene, tothaarzclven gekeerd zijnde, en het tegendeel van
gemelde boodfehap hoorende, poogd deeze droefheid te ontvein-
zen , en fpreekt in deezer voegen:
freugd 7j> Viel als droefheid'fivijmen doet.
Vernoegens o-vermaat ontzenuwd otaLx krachten,
En
V hart, daar door verflauwd, cejjn plicht niet kan be-
trachten.
Ziet de onverbeterlijke CU van Pctr. KsmtiUe, van de Hr. van Heems-
isrk.,
tet loop doch zuiver en natuurlijk, verduytfchtenberijmd.
Deezegefchiedenisofveifieting { menlaatmytoedit aanhetflot
vandeezeverklaaringe te voegen ) waste Romen, weleer, ineen
gallerye, ofopenbaare wancelplaats (ongetwijfeld op verfcheidene
tafereelen) gefchildejtd, 'gelijk dat geiuygen Qvidiat in zijn é Â. yaa
dfMinnekonft, &c.
3'. ATA-·
-ocr page 48-
UITMUNTENDE VROUWEN. i9
3. AT AL ANTA,
befchermende Meleager tegens zijn vyanden·.
Hts mnoï nnus erat. Virg. 9 JEn.
't X S Atalanta > die dat bloedend fwijnshoofd draagt:
De borftelige vacht bedekt haar fchouderbladcn.
Al 't heldendom benijd die koningrijke maagd:
Elk mompeld by zich zelf van moorden en verraaden.'
Zy, leunende op haar boog, enflaandeop'tbofch-
gedrocht,
Lacht Meleager toe, geknield aanhaase voeten.
Als of ze fprak: mijn lief, heb ik hem omgebracht,
Ik derf de priniTen ook met deeze fchicht ontmoeten.
Ruft Meleager; fteek uw zabel in de fchee ,
Wie't vel maar aantaft, die vind Atalanta ree.
Historie.
Eneus, koning van Kalydonien, de goden de eerfte vruch-
ten van het jaar opofferende , had Dtaria , by'geval', verbyge-
gaan. Deeze ( gelijk gemeenlijk de goden in de Heideniche
verfieringen 'zeer wraakgierig zijn) daar over gelloord, zend
cen ongemeen groocwildverkenin de koorenvelden, en wijn-
gaarden van Etolien , dat daar alles bedorf en om ver fmeet.
Hier op fteld Eneus een algemeene jagt aan -, in welke Ata-
'■inta-,
de dochter van eenen jafius-, een Arkadiër, het beeft
aliereerft queute, en Meleager, zoon van Eneus, het zelve
t leven nam. Maar als Meleager het hoofd en den huyd van
net verken Atalanta, alsde verwinftervanhet boichgedrocht,
aanbood , zo rees 'er een groote oneenigheid onder de prinflen,
die mede de jagt hadden by gewoond. Onder welke, byzon-
d«li;k, zijnes moeders broederen de maagd deeze prijs poog-
den te ontrukken.
Zie Homerus, 9 Iliad. Dit/dorus, $ lib. Gvidius, in 't 8 B.
ïijner
-ocr page 49-
3o G Á L L E R Õ Å OER
zijner Herfcheppingen, Hygmus» yi.Fab. Anton. Liberalif,
á Fab. Metamorf h.&c. ai Mare. Aiexand. Bodtw, indebrief
vaa Atalanta aan Meleager.
VERSLA ARINGE.
Atalanta] Hetutrus ndemd haat Kleopatra, gelijk ook Ant.I-l-
foralis,
op bovengemelde plaatzen: voorts zietmen haar. nevens.
Meleafer en de andere jagtgenooten , het eyerhvyn befttyden ,
opeen oud ftuk marmer , afgereekend door "jak? ß ■ inzijnAfe»-
geliagen dei geleerde Alottdheid; die het beeld van Atalanta tooidat
van IMana neemt, en derhalven zich bekommerd, hoe die godin, in
deeze ja^t, «Is een medehulpfterkanvcrfchyuen, daarhaaregram-
ichap het reiken in Etolien gezonden heeit.
Swijnthtefd] Ten tijden van de Kerzet A«£uftiis waaren de tanden
van die verken noch in weezen, enalsalouceheiligdemmeninhoo-
gen waarde: zo dat deeze vorft, na de zege verkreegen over
Antmias, dezelve uit Arkadieii naar Romen gevoerd heeft, vol-
gens getuigenis van Paufaniasin zijn Arkadilche verhandelingen.
Een van dezelve, ia de lufthoven vanCe/ir.inde tempel van Bacehut
zijnde opgehangen, was een voet en een vierendeel lang. Zie Na-
taiitCemes-,
in zijn gefprek over de Verdichtzelen ,'7 Ë. 4 hoofdft.
coPnctpixs, 1 B. der Goitilcheoorlogtn, 15 Hoofdft.by wienstijd
ook binnen Beneventum, inltalien, eenige tanden van dit Kaly-
donifch verken wierden bewaard , die wel eer Vin Ditmtdes (een
voornaam krijgsheld in het beleg van 1 rojenj aldaar gebracht waa-
ien.
OmgehrKhf] De jOHge Ïhihflratus , de geheele jagt van dit wild
verken befchiijveiide (in IcmeAtalanU) maald deezejaagetesme-
de als zeer kloekmoedig af.
Meleager \ Als deeze rampzalige zijn bruid van den overlaft der
nijdige prinflèn bevrijde, en de twee broeden van zijn moeder het
levennam, zo beef t Althéa, (de liefde tot haar kind ftellende6e-
nedendie rot haate broederen) zeker noodlottig brandhout (waar
in het leven vtmMeleagerbeüond) in hetvuurgeimeeten . enopdie
manier haar zoon omgebrocht: gelijk dai zeer cierli;k, in het 21
Tafereel van der Mttfin Tempel van den Abt Miebelde Marolles, word
afgebeeld.
Z.ie Ovidim , cp de gemelde plaats; Alexand. Hardy , in zijn Al·
thee,
tragedie ; Marino, in zijn fneldichr o^> de ichilderye van
ïetr. Paal Ruitens; en Vutlenhne, inzijn Heidenfche .Dapperheid,,
eenige teerzen van Oxidias vettaalende.
4. E VAD-
-ocr page 50-
VITMVNTENDE VROOWUN. 3t
4. E V Á DN E,
zich zelven in het lijkvuur van Kapaneus
werpende.
Communes, ardente viro, mtftura favilUf* Claiid»
Laud. Seren.
Auw ïag Evadne 't hout ontftecken
Rondfom de doodbaar van haar held,
Of %y begon aldus te fpreeken:
Vergeefs mijn hart tot traanen imelt:
*k kom hier niet uw afch vergaaren *
Maar wil die met de mijne paaren:
O Kjiianeus! lieve echtgenoot:
Gefiort van Thebes oude wallen,
Ontfang my in uw kille fchoot
Ach, laat ik in uw armen vallen.
Al ftaat dit hout in lichten brand,
'tZy ons een bruilofts ledekant.
^it hadze, en klom, langs eiken trappen,
Den deerelijken flapel op:
(Wat heldenhart zou niet verllappen ?)
De fmook vervulde 'er keel en krop;
En 't vuur, met niemands leed bewoogen»
Verflond haar, zonder mededoogen.
Historie.
: Etheokles en Polynices, zoonen yan Ediput, koning van
Theben, waaren met malicanderen verdraagen, datjeder om
het andere jaar de koningrijke waardigheid zou genieten en ge-
bruiken. Maar als Etheokles, deoudfte, eenjaar in het bezit
wasgcweeft, zo weigerde Iiy õèì zijn broeder derijkftoelop
te
-ocr page 51-
3* G Α L L E R Ύ E D E R
te ruimen. Polyntca zoekt midlerwijlen heul by Adrafius,
der Argiven koning (met wiens dochter hy trouwde) en komt
met een leger voor Theben. Onder zijn bondgenooten was eene
l^paneusjten godloos en verwaatenkrijgsoverfte. Welke in een
itorm op de ladder ftaande, en de goden beichimpende, van
den blikfem is neêr^eflagen. Naderhand zijn ooü de andere
bondgenooten, in verfcheidene uitvallen omgekoomen. Wiens
licchamen , naar 's lauds wijze, .op houtftapels gelegt zijnde
om tot afch verbrand te worden, zo klom. Euadne, uit Mars
enlfiit
gebooren, by dat van haar man Kapaneus, en wierp
zich midden in het vuur, dat het lijk verteerde.
Zie het treurfpel van de Biddende (Supplices) van Euripides -,
alwaar haar deeze daad wordafgeraaden; het ι Deel van het
Jieeldeboek.yXR Philoflratus, alwaar zy in een tafereel de houd-
ftapel opklimt, terwijl dezelve van eenige [(uptdeotjes, met
röortzen, word aangeftooken.: en, als in het verbygaaii, Sta-
itus,
ι ζ Β. Tbebaid. op het einde ; Ovïdms, 9 B. Herfchepp.
&c. voorts kortjes, en toepaflèlijk Ovïdms, op vericheidene
plaatzen: Propertius, 15 klaagd. zynes ι Β. Virgilius, 6 Β. JE.
weid. Mart mits, 4B. 75.£held.
Ver.KL ARiN ge.
Onttïtekfit ~\ De aloude hadden de gewoonte van de dooden Hc-
chaamen hunner vrienden te verbranden, op dat die begraven zijn-
de, doordebitterheid der hen beoorlogende vyanden , of door de
verwoedheid de wildedieren , nietweder uithet aardrijk geruktzou-
den worden. Om evenwel iets ter gedachtenis te bewaaren, ver-
zaamelden zy de vermorzeldebeenderen, eu flooten dezelve in gou-
de, zilvere, kopere, marmere, of aerden potten.
De zaak is bekend. Van de Grieken getuygt Uamtrus ^Virgilius,Sta-
titts,tkc.
Van de Romeinen Silins, Ïlutarchns, Livisa, &c. Vande
oude Duitfchers, Taeittei, Alexxnier ab Mexandro, Philip. KJuveras,
Schediiis.Sic.
Van de Gallen 3«i.C«/ir, Eudathtus, &c. jazelfsvande
Noordfche volkeren, de Hemlers, d£ Venedi, de Wenden, de Sar-
nraaten . de Swaben, Sec. in Deenmarken en Noorwegen, eu ontrent
dcViftelwoonende, 'Job Ïil&tri, in zijn Antiquiteiten van Drenthe.
en de omgelegene Landlchappen; êhrifi.Adolfh. EmldMnns, in de Se -
fchrijvinge van d iergelijke P«i«n,in het jaar t674 , in Duiifla.nd opge-
dolven; Jak. Metten, inde Verhandilinge over de aarden Ltjktnffen,
inhetjaar 1675, inFolengevonden.
Uit welke ik geleerd heb dat de Deodfaffin, in het jaar 1685, bui-
ten Eorgei, een dorp in Drenthe, ondsi eene dei vermaarde Steen-
·■                            hoopeu,
-ocr page 52-
xJiTMVNTEWDE VROUWEN. 3$
Eioopen , of der Kmg.en graifteden, (lUinehddsn gemeenlijk gehee~
ten) opgegraven, «n.met baare verbrande beenderen voor eeri
groot gedeelte, aanmy gefchonkcn , aldaar niet gezet zjjnvande
Komdiren, maar eer door de Su:ven , of Schwaben , en andere
2teerd.msir.ne», inliet jaar ?o .( of daar ontrent) voorde Gcbeortt
onzes HÏE1EN deèze landen dooifwervende en bevol-
kende.
■Ziet de "96 van rai\n Natuurkundige en Gemcskpnfiige Aanmerkin-
gen, gevoegd achter her Builan <ch Jxarregifler </..n Steyh. Blan-
baari
, eervaaren A&<tej»«ee/ier, aiom vermaarde Scbripir , en mi ju
b; zondere vriend.
■AfiR ■xrgaarcn'] Wy volgen Ovïdiui in het 3 B. zijnes Minne»
konlts van Euadne dit fchrijvende:
Accifeme-f Capaneu, cmereimifcebimus-iin^uii
Iphias 3 tnmedtos-defiluïtqmrt/gos.
3t geene van Vulenhne ,m meergenoemde Hiidarfihc.D&p£erhtid,m
^eezer voegen word verduyticht:
Ontfangme ö Kapaneus, ik. meng onie Mjfchen voort,
Sprak.l£$ Jfrutt, enffrongin'tijkjuur, op dat Woord*
Echtgenoot] Aanmerkelijk is het dat Otidiui, doer zijn oneerbaat-
ïieiden boeleeringen berucht, zijn vrouwtje gcduuiig deeze kuy,
■èhe getrouwheid voorhoud , als in de 15 Klaagbr,des 5 5.
Ctrnisut Admeti cantetur, Ö" Hedoris uxor ?
Jkifi quetn α ccenfis Iphias irerogesi,
iet hoe mende getromvheid racmd van Alcijih, enAndrmKh»·
vnEiijidne
, die nevens het lijk vsn haai man zich verbrandenlisr.;
Ml ia de 1 Brief uit Pontus , 3 B.
■ Iphias ante oculos tibi. crit fonmdci, volmti
Corpus 'm accenfos nuttere jor/è rogos.
Gy moet op het voorbeeld van Euadne zien, die ziels nevens haai
Wans lijk in her vuur wierp ; 't (icen m'y doet voorkoomen-cs woor-
den geiprooken van Dorante (in de KlagendeKJcazjenir \JïnAditm
I\sre!s)
tot Tbrnndirhami oiigetrouwen echtgenoot»
G
''t On
-ocr page 53-
3$ Ï Á L L Å R Õ Å ¼ Å R
'e Oneerlijk, vuur Viord maar voer m'mgenoomm
Jn u sen u\vs gelijk; Die van my ff reeken ·> fchroomtn
My niet te noemen trouw-en eer-loos. Zo æ* mée
VanuViatz,eggen-> 't is; hymïndmaar
Doriftee.
JQim] By verfcheidene volkeren is deeze gewoonte onderde vr ou=
«reningebmik geweeft, teweeten; datzy, om haare oprechteea
onbevlekte Bmeilykititfit en gétrouwigheid te betoonen, levendig
in het vuur fprongea, dat de licchaamen van hunne afgeftorvene
mannen verteerde. Mela, in zijn TVaereldiefihrijtin^e, ïrtfertits ? B,
&c. getuygen dit van de oude Gallen : tl&lianns. inde 17 Vir-
«ellinge
zijnes 7 B. van de Indiaanen, (die noch tot op heden dit
gewoon zijn te doen.) Düderm, in zijn 17 Â van de Kathaaren,
mede een Indiaanfch volk; Solinns, in het 15B. van zijn Vedvmiift
jftfiirit,
van de Thraciers: en indelijk de Engelsman Vauefridui,
inde Brief aan den koning Ediuirii, van de Wenden j Sclaven, ca
oude Thui'ingeis,
ß· Á L»
-ocr page 54-
ÑÉÔ̼ͺŹ¼Å VROVWEN. 31
·5· Á L C Õ Ï Í 'Å,
draagende dedoodbusvande verdronkene
Ceyx.
Vulchro in moerore. Statius, 4Thebaid.
*\ Lcyone, die de aich van Ceyx befchreid,
^ergecfme dat uw rouw my kan vermaaken-
Geen hartstocht geeft zo veel bekoorlijkheid
En cierzel noch aan oogen, noch aan kaaken.
' Het fchoone toond, in uw gelaat, zijn kracht:
t Lokt aan; het ftort in ons een mededoogen.
Waar zijt gy die de ichiiderkonit veracht?
Aanfchouw dit beeld met onverfchillende oügen.
Het is zeer fchoon, is't niet? maar gymind licht
Een vrolijk, ik een treurend aangezicht.
Historie.
Ceyx, zoon van Lucifer, was gegaan naar Klaros, (eea
ftad in joniën) om aldaar de kerk van Afollo te bezoeken:
hebbende Alcysne, dochter van Eolus, zijn vrouw (die hein
Hauwlijks verlof wilde geven) beloofd binnen korten tijd we-
der te keerem Doch op de Egeefche zee zijnde, overviel ben*
*en ichrikkelijk onweer, die het fchip in ftuiken ftiet, en
hem dêe verfmooren onder de golven. Ondertufichen begon
-djcyone te vreezen, door dien haar lieve man, op de geïlelde
üjd, niet weder quam: als wanneer haar, in een droom, zijn
rampzalige dood wierd geopenbaard. Dus vloog zy, met her
?anbrecken van den dag.naar den ftxand,alwaar zy het licchaam
,n zee vond drijvende.
ïKiOvtdius, het ii B. zijner Herfchepp. Luctnnus'm AL
tjone;
&c. voorts Meur fit (in Epift. Heroïdiim) brief var»
^lcyone, &c.
               J
Cl                    VsR«
-ocr page 55-
º6 GALLEÊ-¾Å DER
VERKL· AARINGE.
Vragmdedi dooditis~\ In diergelijken geftalce worden te voot·
fchijn gebracht Elcktrz , zufter van Oreftcs, doorStfitftrj Alhpie-
ote
, moeder van HerknUs , door Sewe^a; Agrippina, vrouw vars
Cermanicet, aabiSmderj ; I(irneliay vrouw van Pompejits, door F.
V^rnülU; en eindlijk Sttrge, moeder van i/i/, door Fmdcl, in zijn
?'ƒ"·■
Sife>«»s] Met de fchoonheid der treurige aangezichten hebben
verfcheidene Dichters en 5chiIdersbyzonderIijkg-rpeeld, Wegens
het weezen van de ifowe CHRISTUS doet .Deiiw~"(iiihet4 Hoofdft.
aanzijn 6'»«þ Vrydag) deeze vraag:
éßßËËß , duntyu , Tjijn gelaat
Mihminnelijkaïs'tplag, omdat het droever flaatl
           ,
Ey de minnedichter fte/M fin zijn door hem zelf afgekeurd Treur-
spel} vraagt Acbm&s aan Pdixena:
Helaas, Pólixenaj als gyuWM>ang betraand,
Verder d hetfchrejen
, ofonc'terd het uwgedaant J
rwyfelvnt te ^«f/: V ?»i<! i/i«w <?ƒ onteieren,
l^Vfeet wel, 'tbuigt mijn hart ep veelerlei manieren.
Enby Lattr. lordaanz. (ºá zijn prijzenswaardige Studentenhavsr}
entmoet ons voigend puntdicht opeenbekoorzaame Treurige:
Welfchoon, üelrooffter, tsuVi> vrojelijkgelaat:
Maar fchooner noch, Wanneer 't van droej heidjvtangergaat:
Dan leeft 'er iets, het geen my onbekend is, m
Een.lieflijl^trekje tot medcgenheid en min;
Zo vol bekooren, dat ik, {kon het z,ijn, mevrouw!)
V Wenjchte nooit te i.ien ais droef; Vaas 't zjoyder rouVv.
Hoe? zelf by Ovidins vind ik een aanmerkelijke plaats, tewèeteii
tp het é B, van zijn Minncfanfl :
elamdbat, flebatquê fimul; fed utriimque decebat :
Nee faéïa eft lacrymis turf tor rllajuis.
'Ariadne fchreeuwde en weende tegelijk; beide voegde haar wel;
eozy wierd fchoon-r door haar traanen.
Voorts zie&M». Hoigflraatens s B. Ü Hoofdft. van zijn SchiUertfrift,
fchrijvende van de Ichreiende Magdahenen, van titiaxn en ren i>)jXi
|,de Bruins é B. 2 Hoofdft. 2 Deel, zijnes Wafiiins, &c.
& FAN-
-ocr page 56-
VITMVNTENDE VROÜWEM. ^|
6. PAN Τ Η Ε Α.,'
met Abradates flervende.
Heu, qualis j>ietas! Martialis Sy epigr. 61ih»
HZy fpreekt:
Elaas! kan ik uw bloed niet met mijn traaneniïel-
\ pen;
Mijn Abraiatesl ach! wat word gy koud en klam!
Getrouwe Liefde, wild gy 't braave paar niet helpen,
Daar gy dat frnolt in een door zulk een blijden
vlam ?
Vlieg! haal my 't kruid, wiens iap uw moeder in de
wonden
Van haar Eneas goot "■ maari ach, het is gedaan!
Hy ifrektzteh uit;hy fterft:?ijnwe,aari elkaêrgebonden,
Zo toef noch wat, en laat mijn ziel met de uwe gaan ?
t)an zal de volgende eeuw nooit echtgenooteo roe-
men,
Of ons, ons allereerft, mijn Abradates, noemen!
Historie.
Panthea was de huysvrouw van Abradates , koiiino der
^ufiaanen, de ichoonfte van geheel Aficn. Zy wierdvanCy-
rus-> der Perlïaanen koning, (tegen de Aiiyriers oorlogende)
Slangen, terwijl haar man by de Baktriaanen zeker gezant-
schap bekleedde. Bleef hem evenwel getrouw, ea verifnaad-
"e de liefde van eenen Araffes, die haar bewaarde. Maakte
ook Cyrus van vyand een vriend van Abradates. Welke, na-
"«rhand, om aan Cyrus zijn dankbaarheid te betuigen, te-
gens r{refuf} Iconing der Lydiers, en de Egiptenaaren, te vel-
°etrok, en ïlag leverde: doch ontrent de rievier Paktolus
iiieuvelde. Als nu Panthea, (die hem. zelf de wapenen had
•ingetrokken j by het doode iicchaam quam, deedze haar hoi·
wet en bedienden ter zijden gaan, ilak haar zclven met een
C J                                 '
-ocr page 57-
%g G ¢ L L E R Õ É OER
fwaard de keel af, en haar hoofd op de borft van Abradates \
lefo-ende , fcheidde mede uit het leven. Ter welker gedachte-
nis men een zeer heerlijk graf heeft opgerecht, waar op de
naamen van Abradates a\ Panthea, inde Syriiche taal, zijn f
uitgehouwen.
                                                                              ,
2,ie Xenophonjn zijn Onderwijs van Cyrus , het 5 , 6 , en 7B. j
Philofiratus , in zijn Beeldeboek > Sec. voorts Le Moyne,
Scudery
in zijn 9 Hsrang. Beverwijk , Alex. Hardy en de
Schot, J.LeochM'j, in hunne Treuripeelen van Panïhea.
Ver klaaring e.
ÉæôééßéÉ'] Zie vanditwondekmid, hetn B. van Virgijh (,-&neis i
gelijk het ons V^edelindeczei voegen heeft vertaald en berijmd ;
Eneas mdeder, om haar æ,ïïçé verdriet oniield,
En onverdiende pijn, plukt, m'tlyretenZfrveld,
Of 1de , een kruid tn 't V/ild, dat %vy paleje noemen;
Wtcns jonge hladn natuur vercierd met purpre bloemen:
De 'Wilde geit behelpt ijch met dit kruid in nood s
Wanneer de pijl tn 't lijf blijft fleeken na den febeot.
Mljnz'eO Velhnbne noemt met recht het zo genaamd helden'
ftuk'van zelfmootdeiye een gruwelftuk, ook van de Heidenfche
ichrijvers mispteezen'en verworpen. De treuripeldichter EnripV
des
doet zijn Herknhs aldus fpreeken , gelijk gemelde puikdichtei
het vetduitlcht :
Ik. denk , verlaat e ik 't licht, hoewel met duttend plaagen
Belaèn , ojdeop(praakdusvanblêheidz,y te ontgaan.
Want die de moed ontbreekt om rampen te verdraagen,
Hoe æ,ïéé hy ooit een man in 't harnas "Wederfiaan
?
Van het zelven gevoelen is Martialis {u B. yy Sneld.) zeg'
gende:
Van''t'levenfcheid men licht, doorveelverdriets gequeld :
Wie dit verdraagen kan , is een rechtfehapen held.
Zie van deene ftoffe meetder beneden ondti hn vierth-ende Tfl'
houd. Hierom prijft Ithan. Thom.Mjifttriiu: .in zeker (neldichti
Vi&sria Kfilnmna? enitddhaarloïbovcn die van Torcia ; aangezic'1
2y(na dedood.vanhaarman , de Marquis van PiskaiïaJ in't Je'
ven wilde blijven, om haar-.verlies altijd te beklaagen, en nis*·
SO las meteen geweldige dood, haaihaiizeei eindigen.
7. KAM:
-ocr page 58-
UITMUNTENDE VROUWEH '3$
7, KA Ì Ì Á,
wreekende de dood van Sinatus.
fukhra o folaiio lethi- Stat. 9 Theb.
Zy fpreekt:
A'S Sinorix 3 door't gif, den hcrtaêr afgebrooken,
Mijn ziel, dan is het tijd dat ik u glippen laat!
Nu is Sinatus, door zijn weduwe, gewrooken,
Terwijhe, ia fchijn van bruid, voor't brandend
alter ftaat.
'k Heb blijde't overfchot van't moordvenijn gedron-
ken,
Als ik mijn bruidegom zag wotft'len met de dood;
Nu fterft uw prieiterin geruit; het is geklonken,
Heb dank, Diana, trooft en toevlucht in mijn nood!
En gy, ftaatjuffers, ftut uw ftortende vorftinne,
Die, om Sinatus fterft, in onverbreekb're minne.
Ç I S'T O R I E.
Onder de viervorften van Galatieu waaren de vermoogenitc
Sinatus en Smorix , in bloedverwantfchap malkanderen be-
fcaande. Smatus was getrouwd met eene t(amma, priefteriiv
ne van die Diana, die van de Galaters wierd geëerd. Om haar,
wegens haare bekoorlijkheden, te bezitten nam Sinorix zijn
amptgenoot, met bedrog, hetleven, ßæáçé>çá kropte dit fchelm-
ftukm, verloofde zich aan.den verliefden moordenaar, gaf
«em haar trouw voor het beeld van Diana, en dronk hem,
naar 's lands wijze , de bruiloftskelk toe. Maar deeze was
vergiftigd. jym sinorix na den dronk overleden zijnde, ichei-
dezy, de dood haares mans gewrooken hebbende, met blijd-
ichap, uit het leven.
Ziet Plutarckus van de Doorluchtige vrouwen; en Bcver-
■"toijlt:
voorts de Treurfpeelen van Pater Hoyeras , en Pttr.
/(erneiüti
en K&mmans U&dAzwi Jertm.de Dekker.
-ocr page 59-
3$ © Α L L E R r E DER
Verklaaiinge.
Geironiti>~] De trouw met een onderlinge dronk ie beveiligen sas
êeó aloude gewoonte by de Galaters; gelijk dat Alexaxder al· Zflexan-
drs
bewijil met-de'? ze. geicbi'.'denis van Kamma: aeluehuwlfjkspiech-
lighcid van Ïelr.Kjirneilh ir, 7\\nR-oiogmie, tot de üyriers, tegens
de waarheid, is overgebraeht.
In tegendeel hadden de Macedonië s een gebruik van een brood
jmet het {waard aan tweeftukkente fnijden , die wederzijds te proe-
ven , en op deeze wijze hunne huwtijken te voltrekken; volgens
JCart«<( >■. § B, 4 Hoofd il, VeïhsatttBde het trouwen van Altxtttdtr
de Groots met Rgxane. ZieaeTaftlredmenvan Lak. Lydiat wegens
de Bttwcljjks-gewomtcn en Brmlcften der oude en heaendaagfchs
•volkeren.
Diana'] Deezegodin wierdby de ouden, zo Grieken ais Romei-'
3?en. op verfcheidene plaatzen, met grootere en kleendere roeloop
geëeid, bezocht, en genoemd naar de fteden, die de aanzienlirkiie
tempelen , endevermoogenfte beelden van haar bezaaien. Dus,
even gelijk heden de liofmfche l{crii, in haar bekommernis-
ienenvetlegenheden , gewoon is aan te bidden de tew Fr«»evari
Xiaïza, Tan Loretten, van Montelertato,, van Scherpenheuvel 3
Va» Kevelaar, vauHalle. vanDuftelc, van Laken , van ivalforr,
van Sonjesbos, van Alfemberg, eindlijk Onze Lzeve vrouwe van B</~
ftanè
binnen Bruilel» en duizend andere; zo aanriepen zy de Dianx
vanden berg Aventinus , van het bofch van Aricia , vani'ylus, van
Terga , van Patara, vanGnydus, van Delusen den berg Cynthus,
VanLaodicea , vanTauris, vanEfefus, &c.'enwel inyerfcheidens
gedaanten ; of als een jageiis opgefchort, o( géhaoiend , of heel
-eedrochtelijk, met onteibaare mammen en borften opgepronkt,
§£C                                                                                                                                                                              '..'■·'
Doch in wat gelaat haar de Galaters hebben geëerd, is ons tot
noch toe niet bjkend, aangezien my, op de penningen van 'Ancyia,
lioofdftad van Galatien, dan deveeiborftigeZ>i.3M, en dan de god
Vnuis., ofDwMuiinmaniiegewaad ,tevoorenkonit. Maaihieiaf
beloof ik elders te zullen fpreeken.
■■*. Α R.
-ocr page 60-
íð̼ÍÔ¸¹¿¸. VROUWEN. 4?
; 8. Á R Ô Å Ì ß S ß Á,
drinkende,delijkafch van Mauïbleus.'
Sepulcra riact, Statïus, Geneth. Lucan.
JL/ ie Koningin verloor haar lieve man.
Zy drukt het hertzeer uit met ftil te■Awijgen,
En iticht een «af zo prachtig als ze kan-
Koch konnsn Min en Trouw veel hooger ftijgcü.
Terwijl men all'het marmer ïaamenhaaia,
En flerelijk 't vierhoekig grat doet waffen,
Wiens wondre kruin. 4e waereld overftraald i
Trekt ïyien vuur uit haar Maufakm alchen,
En mengd en drinkt dien in: dus is ïj zelf
's Mans graf, totipiJÏvan'tvorftelijkgewelfi
Historie,
■drtemifia was de dochter van Zkatamims-, een koningsken
Vafi Katiëri , zuiter. en vrouw .van Alaufiieiis. öeèze, m ck
106Olympiade, dervende, lichte Artemtjla, hemtereeten,
CeHgrafop,, 't geen' onder de 7 wonderen des waareids word
gereekend. Doch , deeze prachtige tuameragie haar niet
■Voldoende, vermengde zy haar nïatis lijkaich met köftelijj-
*e reukwerken, en dronk dezelve gelijk een henverfterkend
geneesmiddel.
ZJeStraba, 14 B. Cicero, ƒ B. der Tuskulaaniche vraa-
gn , Val. Maximus , 4 B. 6 Hoofdft. Plïnius, 3 6 B. 5
Hoofdft. Gtiltus, 10 B. 19 Hoofdft. Luciamisi inder ^f~
g?(iorvenen
zaamenipraak, Suf das, Sec. Le Moyns, Bever-
^'Ë÷ enScudery, mzijneetilc Harangue.
Ver klaaring e-
rraebtig] Het geen by haar leven niet voltrokken is 5 sangfïie»
•■f twee laaien naai hem ftierf» te weetea ia de jc7 Olympiades
c y                               vel·;
-ocr page 61-
4.2 G Á L LEKTE DER
eolgende haar ia de rijfesbeftieringe Idrietts, in het derde jaar van
genoemde Olympiade. De afbeeldinge van dit gebouw ontmoet
ons op een verdichte medalie onder die van den hooggeleerden Heer
Cisb. Kuper zijn verklaard. Wiens eene zijde een geiluyerd
vrouwenhoofd doet zien» met dit byfehrift; ÁÑÔÅ ÌÉÓ IA 2
ÅÁ2ÉËÉ22Á. De Koningin Artemifi*. En op de averecht-
iche een vierhoekig gevaarte, 3 Zolderingen hoog ; beneden met
een rijgel püaaren , int midden nset ftaande beelden, en boven
mecdiergelijke beelden en fcheep-ftevens vercierd: voorts gedekt
van een grootepyïamide, trapgewijs opgaande; op wiens top de
koning, op een triomfwagen ftaande, van de Verwinninge word ge-
kroond, Het byfehrift is: Ì Á ï s Ù Ë EI O N. DoordeM*»-
foleïrs gemont. Waar roede overeenkomt de befchtijvinge van'
Slinins, maar geenzins die van Vitrarrius, inzijnes 2B. SHoofdlt.
Min ere Trou&~] Verfcheidene Poëten gewaagen ook ran dit graf,
alsmede van het drinken van de lijkafch; als Propirtias, 3 li, 1 Ged.
J-ncanns, g Fharfal. liartialis , iB, 1 Sneld. en 10 B. 63 Sneld.
fzc. Moks. Marjchal , in Ma&folee tragedie; Marino, Boisfttrdus,
Scafytri enSaixfts, wiens Sneldicht, dooi VMtnhtvs, in deezei
voegen word veiduitfcht;
Te \leen is voor mtjn man hef groote grafgebou,
Ì ksft dat Wonderwerk, mtjn koninglij ke fchatten,
Bejtfttchte ik. in my z,elve een merk. van rouw, en trouVj >
En eedier graf, en dat voor eeuwig hem ß,áÀ vatten.
Leef daar Mauibol, ruft hier: datbouWduWgemaalin :
Vw naam ter eer: maar dit k&n tuygen -van haar mm.
Trekt z'i] Daar is ook een Artemifia (voor welke zomtijts de
onze genomen word ) dochter van Lygdamides , die , onder
de Feifiwnfche koning Xerxes de Giiekcu beoorlogde , en
zich dapper queet inde zeefiag van Salamis, teweeten in het eer- !
ite jaarvar)(ie7i Olympiade. Vandeeze fpreekt de Griek Arips-
fhanesin
zijn kiuchtfpel van Lyfiflrata, fchoon Leo Allatïm twij-
feld , en <^ Seft. Horens daar vergeeffch tegen aan gaat: nademaai,
volgens de onae (chrijvers , deezekluchtfpeldichter, inhetlaatfte
van de 97 Olympiade , is oveileeden. Van haar fchrijven ook He-
todotus,
7 en 8 E. Jnflinm , 2 B. li Hoofdft. Ps><fiinias inde La-
konifche zaaleen , er. Ortfins , j. B. 10 Hoofdit. van wienze Artemi-
dora
word geheeten. Lees de Verklaïiingen van aangetiokkene pen-
aingby degemddeHeeii(_!;|>»·.
<?. Kop.-
-ocr page 62-
VlTMVNTENBE VROUWEN. 43
9. Κ O R Ν E L ÏA,
ontfangende den^gevluchtert Pompejus.
cimÜorum lutnina'folvit
lnlacrymaï.
Lucanus, SPharfal.
O Ier ftaat Pompejus voor zijn adelijke vrouw ;
Niet blijde, en praalende op de yvoore ïegepagen;
Maar krom van droefheid, en yerbijfterd, en ver-
flaagen;
En leunende aan een brok van een vernield gebouw:
Zijn bloed bevrieft, en ftreind van hartzeer, en van
rouw,
Nu hy deboodfchap van zijn neêrlaag zelf moet draa-
gen
Tot zijn Kj>rnelia, zijn trooft, zijn welbehaagen,
In de armen van haar ftoet gelegen, ftijfvan kouw.
I
Terwijl zy beide ftaan als onverzetb're fteenen,
Ziet hier haar maagden, daar zijn trouwe krijgsliên
weenen,
Dien deeie ontmoeting, mcêr als yiucht en neêr-
laag , roerd.
Treur niet, getrouwe , nu Pompejut is geweeken;
Maar als gy hem van drie verraders ziet doorfteeken %
Treur als hem 't ongeluk na 't valfche Egipten voerd.
Historie.
De vermaarde veldheer, en Roomfche burgemeefier, Pom-
fejus
de Groate had Julia, de dochter van Juiim Cefar, tot
zijn wijf genoomen. Welke trouw de gemoederen van deeze
w^SP mannen , met een byzondere cenigbdd > te zalmen
bond.
-ocr page 63-
^4 GALLERYE DER
bond. Deeze, door een zeldzaam misverstand , getroffen,
ftervende, trouwde hy (noch binnen 'de treurmaanden) I(or-
neüa
, dochter van Luc. Sc/f10 Me'tAlus, en weduwevan Pui/.
IQ-affus
(zoon van den Rijken iQ-affus) die, in Aiien, aan den
Eufrates, tegens de Parthen tg velde trekkende, nevens zijn
vader verflagen wierd. OndertmTchen de btirgelijken oorloog
tuiichen den frhoonvader en den fchoonzoon aanvangende,
wierd zy, om verzekerd te zijn, naar het eiland Lesbos ge-
.zonden.' Maar Pomfejus, uit 3e rampzalige veldflag van Par-
falos wijkende, heeft haar weder van daar geveerd, vanmee-
ningeom haar, in veiligheid, by Ptolcmeus ëii [(leopjtru-, kin-
deren van Ptolem.Dionyiuus,komngen van Egip.:en te brengen.
Maar het ongeluk volgde haar , waar zy zich keerde, op de
hielen. Zyzagde ftranden van Egipten niet, of zag met een
haaren beminden Pomfejus, in een boor, van dnc fchclmen ,
^chillas, Seftimius, en Sahnus-, verrader-ijk dooraeeken.
Ziet Plutarchus , Florus , Lukanus, j en 8 B. van den
Farfaltfchen oorlog. &c. Vabtus Chifius jóf liever Paus A-
lexandér
de VII) en Petr-Cornetlle, i é hunne ireuripeelen van
Pomfejus; Pater Jak.. Walltus, inde4Eleg- van zijn Vrede*,
qlyj
, Segetus in zijn 11 gedicht der Perz,oonverfitrmgm.
YeRKL AR INGE.
¥tmfijm~\ ziin beeldi'nis ontmoet ons , op een medalie , by
Vrfinus . in ispag. aantrokken boek; en in het aanzienlijk Afc-
d&lykabinuvan mijne Mecenas, deHeer JAKOB de WI L I> E i
xy
vertoond, tuiichen een wicchelfiafen een offerkroes, een volfla-
gen ongebaald aangezicht, boven de oogen gerimpeld, met opgeres>
zen voorhoofdhaïren y gelijk hem flntarehtts aimaajd . en Sitias
{inliet 13 Xi. zijn:s meermaaien gsnoemden wereks) met deezc
woorden:
llle hirt/t cut fubrigïtut cofnafrutttf } deccrum
Et grMum tcSrh
Magnus cttfut.
Bit is PempejusdeGroote , die het hair , op zijn voorhoofd , eo
opgeheven ftaat, een man die de waereld veci dierut gedaen heeftr
hebbende dit opfehrift·. MAG. PIUS IMP. ITER Sextet
pmpsjes,
zoon van Ìáòçêß, de Gedvmehtifc, voorde tweede keer
-ocr page 64-
UJTMÜNIÈNUE 'rZOVWEN. 39
Krijgsmcrjle. Op wiens mgge&akfempejtis de jonge wederom zijn
Vader doet afbeelden, in de gedaante \mNeptmns, meteenfeheeps»
vercieifel'iri de-vuift , op een fteven met de rechtervoet ftaande,
iuffclien de Kataneefche broeders , Anapus en Amphimmus, die
hunne ouderen uit den brand vin den berg Etna gedragen hebben ï
åç dit volgende gefchreeven: F Bc JE. F. GLAS. ET OJ.fi
MaR.it, EX S. C, opziender van de zeehavens en zeemagt.
Boor 's Raads befiuit. Ziet de'Zaaraenfpiaaken van Am. Áê-
t'tfimss,
&c.
AMykf] Ziindegefprooten uit het overoude en zeer vermaarde
ftamhujss aaKjindkn; aangezien haat vader was (gelijk gezegt is)
Lttcim Scipie Metsllm , die, na de nederhageu van Theffalien en
Afrika , zich zelvcnombrocht; haar grootvaders rader Ï'nbl.Kjr.
'"el ScipioÍáâáé,
die tekens Jiignrtha, koning van Numidien, oor-
^Ogde; dcezczijnffaderP»W. Kjrnel.ScipuNaficii Senpicn, die de
oprperige T, Qracchtts het leven nam ; weder deeze zijn grootvader
2' Kam.ScipiQ Nafica, die, wegens zijne deugdzaamheid, waardig
geoordeeld om heizeldzaame beeld vande Frygiaan/che Cyklebin-
aen Romen re ontrangen-ikc.Z .dat (om kort tegaanjdit Geflacht-
Kgifter opklimt tot aan dentwecden oorlog regensd; Karthaginne-
fes, met welke de Scipioos, door hun manhaite daaden, beginnen
doorluchtig en beroemd tewörden· Ziet Glareatsas, iazijn aantee-
keningen oveiLivim.
Droefheid] Wy hebben de ftofrc van deeze beweeglijke zaamen-
Komft getrokken uit het 8 B. des Farfalifchin oorlogs van Lte$*rms ;
eie zijn taai verftaan zullen wel doen met dat eeas op te zoeken,
en dit Byfchriftdaaraanteioetzen.
Doorflte\en~\ Zie haar jainmerldagt, eareuw, bedreeren over ds
«ieod van baaren Pampejus (aan den oever onbegraven leggende )
by Stibxia , in deezer voegen door VdUnhuit verduitfcht:
Pompejus Word of> zee moarddaad.ig omgebracht·
Dies
we/'Kornelia aan 'tjam'ren met deez klagt >
■TerVfijlze't liji> van graf en lijkdtenfi zag verfieeken:
Deez held heeft al de zee van reofgeWeld bevrijd
;
Al't land met vorfienroof verheerlijkt > Wijden zijd. "
Ondankbaar? aarde en zee, wat baardge al gritWeltree\en'
VVie van u beide maakt het erger ? de eene gaf
Dtnnioordfleek.; de
etóref»»^ Pompejus zelf geen graf,
Zddx.aammhiieril/md'} JttlU \vs$ een fchoon vroawmenfeh, van
«en onbefpïoQkftn leven, en derhalven van Vompijm ten uiterften
•mimikU Céeorzukvanhaar dood was deeae. Xe Hemen, in
een
-ocr page 65-
4^ ÜALÈBÊ.YÉ 2>£Zt
«η rijksvergaderinge, gefchil, en daar op een gevecht, zijnde ont.'
jlaan , zowieid het oppetkleed van Pompejm, met het bloed van
wekere gequetfte, befprenkeld. Des zond hy dit kleed naat huys,
cm een andeï weder te hebben. Julia daar bloed op fpeutendej
en iets ergets vreezende, kreeg een miskraam, enftierfnaathet vei-
ïoffenvau devmcht. Zie Ïlxtarchm , Valtr.Max. 4B.H.&C.
Bsvengenoemde Sa beits doet deeze deugdzaame dochter, en met
een getrouwe gemaalin , aldus Ipreeken in een fihoon fneldicht >
ook van Vnlhnht-κ vertaald!
Waar Julia geen lijk voor 't opgaan van den brand
Des oorlogs
, 'tltjkvuurvan t elendigvaderland,
Zy ijou dus, rood bejchreid, tot Man en Vader Jprteken:
Mier kan my t effens heil en onheil niet ontbreeken.
Wmtgy ofgydenftrtjd, de iege is my gemeen,
Maarjheuveldgyofgy: V/eemy, ik (neef met een1.
't Waar fchand -voor
Julia, ί,ο zy nietjlorftegader
Of met ZA groet ten Man; of met Μ groot een Vader l
ïu.POR^
-ocr page 66-
ÜIÏMUNTENDE VROUWEN. '4$
10. Ρ O R C IA,
in de dood Brutus volgende.
Genus φ mifembilehthi. Ovid. Trift. ι, 2,.
JlJ It is de weduwe van Brutus, leven szat,
*oen2y de wreeker van 's lands vryheid moeit oni-
beeren:
Zy toonde met haar dood, hoe lief zy Brutus had,
Terwijl elk arbeide om het flerven af te weeren.
Zy riep: vergeefs ontneemt gy vrienden roy'rge-
weer !
Zwolg gloênde kooien in, en zeeggroothartig neir.
Η I S TOKTE.
' JuliutCefar, na zijn gelukkige oorlogstochten ruilende,
<ag nauwelijks allerhande eeretitels en eerampten zich opge-
' ^raagen, of gevoelde met eenen van de oudfte en edelfte ge-
dachten zich benijd en gehaat. Welke deez'en hoogmoo-
genden amptenaar met geen goede oogen konnende aanzien, te
^aamen rotteden, en beiiooten hem van kant te helpen. On·*
«er deeze was Mark. Junius Brutus, zoon van Servtlm, waar-
schijnlijk zelf by Cejar (gelijk hy, volgens Plutarchüs-, ge-
loofde) jn onechte gebaard, die nevens Kjffius (zijn zuiters
^iiJL-enandere zaamgefwoorene, in den vollen Raad, met >
*3 fteeken hem het leven naamen. Doch hier door kreeg de
^taat llaar vryheid, gelijk zy geloofden, niet wederom. Want
oe oppermagt floeg over tot okf*vius, wegens luim kinds
fcindvanCe/tfr, die met Mark. Antonius en Mmyl.Ltftdvj
«en Driemanfchap maakte. Hierom verlieten Brutus en /<«ƒ-
j'us Romen en voorts geheel Itaiiën. Doch Oktavtus en An-
*°nlus
trokken dezelve na, en deden hen in Macedonie'n ftand
«ouden. Dusgefchiede, ontrentdeftadFüippi, een veldilag,
«il de zeege Weef by de genoemde. Waar op js&jpuf van zrja
-ocr page 67-
ñ g: ë l l e r ô e oer
ïotgezellen zich het hoofd liet afïïaan. Maai Brutus flak zicfl
Zei ven, weimgen tijd daar na, het hart af. Porcia-, zijn vrouw»
'dochter van. %»te (die, in de voorige Butgerfrijg , binnen
Utifca zich'fiet leven nam) hier ai de tijdinge hebbende ontfau-
gen, wilde haaren Heven echtgenoot niet overieeven ; en als
taare vrienden allerhandemiddeleh (waarmede zy zich ZoU,
hom<s& 'eed doen)haai pnttrbkken,zogreep zy gioejende koo-
,lenwndenhaartilede, en nam, dezelve Mikkende, op een
vreemde wijze zich herleven.
Ziet Plutsrchus in Mruto, ^ppiar.. 4 B.desBurgerkr. £>/«>>
47 B. Val. Maximus , 4B. 6 H. Florits, 4 B. 7 B.:^ur.Vik? \
tor, Sec.
voorts Lipfius, Scudery, Le Moyne, BeverVttjk,
ca Zeer,ip
inzijntreuiipelvan Brutus enl{jjfius, &c. en de
Sneldichters, Martialis, Grudms, Éæáâçïíá, Sabms, Se-
getus, Benedtéi»s, Scattger, ea Mexlmus:
.VeRKLA AR1NGE.
Srutsa] In der Ifiniën geflachtpenmngen by Vttbe. XJrfaitt ont-
moet hv ons bloodsheofds en É-oniki baard , niet dit byichrift :
BRUf. IMI. L ILAET CEST Brutus veldheer.' L»i-.
ïlJstvTimms Ceflin-ims ,
munret van deeze penning ; veitoonende-heS
ïuggeftuk een hoed tufichen tstc pooken , d U5 omfchreey en: EIIV
MAB.. Den é) Meert, demcorddagvanJtditaCtjir.
Voorts zijn dood aangaande koomeh de fcfirijversrüet overeen ß I
T)ie, Merm , enOmfim zeggen dat hy zich van iermndvan zijn ver- ,
troihveiingen liet doerfteeken. LHius , faterktilus, Pluiarckus , ■
Jlffinnus
en Æïìëãáã melden dat hy hl zijn eigfii hvnard voor ovei
itojtedi:. enoirdertuffcheneemge woorden van Berkples, uitzeeket |
Grkki'di ßêéçÃñï! getrokken , gebruikte. De f tanfehe dichter
jiv.g.Ïnist volga deeze, Isatfte iö een fneldicht , van VüUnhni ·
«Sus overgezet:
Tos ç Brutus j die grootmoedige oorlogsheld
Verloffer van Æ,Þç vaderland, tn 't veld
TeJvtitSfuiel, al z,ijn be'tr het ïã moeflgeven,
Bad hy æ,éÀç volk, om 't einde van z,ijn leven ,"
Mnfprak (gelïjk^voorbeene Aikmenes æ,ïïç)
■Rrtmpz^talge
Deugd ! hoe fieldge niy ten toon!
ik volgde 11 trouw met onvermoeide fchreden ·.
'%Ueb, als iets.groots, Yrtv goedheid aangebeden.
Mam' ·
-ocr page 68-
Maar gy begeeftme in nood, en fchiet te kprt\
Nu een gedrocht
, Fortuin\ u\v meefier %vordl
i^tóij EvengeUjkdc eerfte Bmtiis, verjaager dei onjyüelijlta
Tat^uiniën, na de vêrKracHting van Lnfcetiai Komen »an dwing-ri.
«ndy pogende ie beviyen. Daarom hebben de Hamhuizen dei Ksrne-'
wneal^affien,
mede aan de toeleg op Cc/ars leven handdaadig., op
«aare penningen gezet een vrouwen hoofd jZomwylen gekapt zomwy-
^ngeimiierd, dns geteekend : C. CASSLJMr. LElBER-
T A S K&jnt Kgffiui veldheer: „te Vrybeid. Wieus aveiechtfche
Zyde een wicchelitaf en een offerkan verbeeld, met die byicarifet
MNTULUS SPINT. Lentnlui Spint her, te' weeten diê mee-
"e onder de zaamgefwoorene geteld wiiae weezen, fchoonhy,
Volgens Jppimus, aan de moord geen deel heeit gehad. Ziet meer-
Bïaalen genoemde Fiih. XJrfinus.
Wat verders de Vryheid aangaat.dïe «as, in devo'gende tydcii,alleefli
een bloote fchaduwe, een fchooniciiynende naam, dochvanverr
Bioogen krachteloos, met welke de Keiieren het blinde Romen Hef-
«oofden Of Jiéver-befchi nipten. Zo leeftmén op de penningen vare
^alba Vitellim.mVefpifiimui, LIBERTAS RESTITUT A*
Uerfielde Vryheid, ot L 1 Β £ R T. V. K. RESTITU T. VryheiM
™en R.uomfchenvolke herfield:
met het zinnebeeld van een Keiier 5 die
*en knielend vrouwtjen opheft, of van een'ftaande vrouw dieeen
hoedjen aan een fluijer vaftgf-hecht in baar hand houd; oi alleen van
5en eikënkrans. Ziet de Reomfche Mogenthiid van lunch, Oadmm,
■ %y riep ι De Ffanfche fneldichter Ludov. Ahdmttt doet ia een
t>euoon Stilering , na haar dood , Ïerciat voiger.s deversaaiingQ
f^Veiieahoi>e, jhdeezer voegen fpreekefi:
I
•Liikrees is vry vanfihuld, maar niet van hoon gebleven j
Gefchonden, eer&è ί,/cb om hals bracht'met haar hand ζ
^e hand des vaders moefi
Virgyn de doodfteek^geven,
Om voor een geil tjeran te bergen V liejfie f and :
Maar my 'Werd van mijn liefde een brave dood bevalen
;
Toen Brutus ftorf, door wien mijn eer in 't Roomfihe land
foor alle vrouwen ging: mijn ingewand fivolg kpolen
Van binnen half of heel verteerd door minnebrand,
' irginie en Lükiees! gelukkig moogtge fneven,
En dafper: maar 't geluk, d(end, meekers my noch meêïi
ï\ βοή van loutre min t die eertijds Was mijn leven,
Heel XMiver·, 'nooit belaagd, noch lydende in mijneer.
ivnn V/as deez,e erfenis van dapperheid ook, nader \
Vat held voegd grooter moed dan my} bedroefde yi/êeulv"*
D                          Bk
-ocr page 69-
Ôø ¼ Á É L Å R Ô Å D Ó &
Pk Brutus ttt een man, die Kato tot een veder,
Ten vyemd Cefer heb, m dees verbafierde eeuVtl
Qntmim') Wy volgen eenïjzins het 41 fneldichtdes é Â Tanlfef*
ößßß, van Dtl&tr aldus veïduitfcht.
Als Porcia verfiond de dood van hamen man»
E», d'ttr haar vrienden, æ,ßþ van yz^er vond verfieeken^
Moe , rieft,e, ïjjt gy z.ot \ die fierven Ivil die kan;
ü?i> V immers klaar genoeg aan vaders dood gebleekgni
Enfiikkgnde daaropaan \golen in denhaart,
Gaat, fpralepe, Vteigerd nu eenmoedig hart hetjvtaardl
J\ieeiffliilenaangetïokkener»W«j£<™c heeft ditfneldiehtmede, ea
,»ietmmderaangenaam, vertaald, het geen de Leezei in zijn Heides,
jjfr Detgsrhid vinden zal.
il. Ä Jl·.
-ocr page 70-
il, Α R R I A,
Pxtus in den dood voorgaande.
Fid<e peBus amicitte* Martialisj ijepigtp lity
tl s Arria, die gy ziet neêrgezeegen.
Als Kjaudius haar Feiax had gevaên,
En 't vonnis iïreek; trok deeze vrouw zijn degen*
En liet dien in haar eigen boezem gaan.
Voort toogze, kloek, het lemmer uit de wonden,
En gaf het hém, noch druipende van bloed,
En fprak '.-gemaal > *k hci> uooit de trouw gefchonden:
'k Heb u gevolgd: volg nu mij η grootfeh gemoed,
Vataan! wat queldu met inwendig wroegen!
Het doet niet zeer! ik fneuvel met genoegen ί
Historie.
Zeekere Scribonianus ftond met de wapeaen op tegens ie
Keizer r</<W/wiihIllyriëneuDelmatien. Cecinna Petus, eerj
^bomföh burgemeefter, was mede onder zijn aanhang; wierd
^erhalveii, na dat Scrfoovimus, - van zijn krygsmagt Yïrlaa-
ten, zich het leven had benoomen, gevangen en naar Romeit
Sefleept. Hy fcheep gaande bad Amït \ zijn huysvrouw (by
?je Keifèrmne Aleffalma zeer geacht en geliefd ) de krygs-
Knechten om mede te vaaren. Doch tevergeefs. Dus huurde zy
Cen vifTchers ichuitjen, en volgde 'tgroóteichip. Te Romen
§ekoomen zijnde zochtze Petus inden dood vooï te gaan, hoe
ïeerde raadsheer Trafeas, haar fchoonzoon, ditTOomeemeo
poogde te beletten. Stiet haar hoofd tegens de wandom hrt
*elve te verpletteren. Wierd evenwel in het fterven beier.
eindelijk als nu Petus zich, op wat wyze hy begeerde, de
dood moeit aandoen, zo trokze zelfde pook om aanhemte
aeven j dochj oj» kwa aan te .moedigen, ftaj; zy her ftaal
D £                           eêtft
-ocr page 71-
Ρ σ Α L L Ε Κ Τ'Ε OER *%
eei'ftinhaareborft, trok het weder bloedende uit, enlangd6
het dus OYer ,»■ met deeze woorden : Petus , het doet geee
zeer!
Ziet Dié, êo B. PlHus, 3 B· 16 Brief; SeverV/yk, Lt
Mijne, Juj}. Ltpfus,
die ( 5 Honderdtals %x Brief aan de
Nederlanders ) deeze aanmerkelijke gefchiedenis van Okt.
Vmtus
begeerdgefchilderd te hebben, en Lamb. vanden Bofih
in zijn Treurige gefchiedeniflen , &c. Martialis , 1 B. 14.
Sneld. &c. voorts Segetus, welke ook ƒ>?/«/op de reden varr
zijn getrouwen Arrta doet antwoorden. Beide zijn fneldich-
tenvindmenin de Heidenfche Dapperheid, van Vollenhovt ver-
iiuiticht.
Verklaar INGE.
IQaudiasJ Van het öpftaart van ïurm, x^tmtllas ScrihnUmis re-
gens deezen Keifer, en de ichielijke dempinge deezer muiteiyezie
Suetonias, 13 ea }{ Hoofdft vatiKJaud.ea het 1 Hóofdft. van Qth.
Orepas
, 7 Β 6 Hóofdft· Sec. Doch van IQandiftt zelf zie mijn
KEISERS enKEISERINNEtf.
Niet zeer] Vergelijk dit fneldicht met dat van Manulls > dO0I J4
Hl. van Paffenrode (behalveni. Ingtn, en Vellmhevt) opdeczewij-
2S vettaald -
Als Arria de kling uit haaren toezem rukten
fgjr gafz^e 'er man dat hy die in de ïjjne drukte }
JEnZjei: ó Pcte, V/eet dat ntymijnVtond met fmart~l
Maar die gy maakm iMlt raakt my alreê aan 'f bartl
w% fa υ*
-ocr page 72-
plTMVNTENDE VROVWUN. 57
" 12. Ρ AU LI Ν Α',
nevens Seneca haare aderen Openende;
Vcïimit tyrarmus lenh. Seneca in Thyeft.
1 Aulmekait, een trouwe zonder ga;
Wiens eerbaar hart zich fchaamt een uur te leven,
En 't leven zien van ha.i ren Seneka
In 't koude bloed aan laager walgedreeven.
Men ihy<I dan ook h*ar armen vinnig op:
Maar Nero, door eenavrechtfch mededoogen,
Geeft laft, dat haar dekrygsknecht de ad'rèn fïop.' ;
Ach! zegtze en weend, tieran, gy ayt bedroogen.
Het leven is my nu de fcherpile pyn.
Pes dood my, dan zultgy mêelydend zijn',
Historie.
Nero geen goed oog op Seneka, ïqti zedemeefter, hebben-
f6 ('t zydatzijn'viyppftige vermaaningen hem verveelden,
1 Zy dat deeze hem laagen leide) liet hem door een hoofdman
«e dood aanzeggen. i>och Seneka ontfing die boodfchap zon-
der onfteltenis ?"ea nam daar op affcheid van zijn vrienden en
Zijn getrouwe huisvrouw Pompeia Pauima. Maar deeze be-
geerde met hem te fterven. Znceden daar op beide de aderea
^an hunne armen open. Doch Seneka, of wegens zijne oud-
heid, of wegens zijn vermaageritige niet veelbloeds uitftór-
ïende, liet ook de aderen van zijn becnen open fiiyen. Onder-
tuflehen Nero kundfehap krygeode van het doodüjk voor-
fieemen van Pauima, wien hy geen byzonderen haat droeg»
gaf aanftonds laft haar fterven op te ichorten. Dus hebben,
op het aanhouden der afgezondene krygsknechten , de ftuis-
dtenaaren het bloeden gcltelpt, enhaar armen verbonden. Zy .
D 5
                             Pvc
-ocr page 73-
^4 GALLERTE DEK
overleefde dan haar man, doch weinige jaaren, geftaadigee»
blceke beftorvenheid in haar gelaat behoudende.
Ziet Taeittts, fi Jaarb. 63 en 64 Hoofdft. Dio HftJJïwi
$3.B„&c. LeMoyne, fieverXvyk., Sic. Marino, &c.
Verklaaringe.
~S»nUnt] Zie haai lof in de 104 Biief van haaien lieven Stnth*,
elders.
Sene\a] Zijn pi jnlijk ftetven in een rond waterval word ons, doos
'tfetre, niet onCieilijk in een print vertoond, even gelijk het in
toetsfteen binnen Komen, in den Bitrgtpaanfcben 1 uithof te zien is.
Ziet het 14 Beeld actHonJerd Beelden van Frans. Ferrscr, dooi ia»
£)«/«» tot AmftekUmnageëtft.
Niru] Ziemeeivan ïijne onmenfchelijke wreedheden.begaanaan
isijn vrouwen, broeder, en raosdei , in mijn Κ EISERS e»
§EÏSE»,1NNEN,
|j. \Vin5
-ocr page 74-
yiTMVNTENOE VROUWEN. ||
13. WinbergerVrouwen»
, haare mannen den vyand ontdraagcnde.'
Qgiienimdetermwanusl Stat. adUxorens.
■W Ier ipriiagt het wreede flaal uit 's overwinnen
hand»
Hyftaat verwonderd, opgetoogen, enverilaagen,
Terwyl die vrouwen, op haar fchoaders, 't befte
pant,
(Haar lieve mannen ) zijn getergde wraak ontdraagsaj
Men zegt, Ewedj· ïo't Argoliich vuur verwon,
Zijn vader torzende uit het brandend Ilion.
Historie.
?(eatraad de III , Keizer van Romea , regens Guelfwf J
Hertog yan Beyeren oorlogende , belegerde in Swaben-
land het itedeken Winbergen. Welk gedwongen zijnde
om zich over te geven, zo neeft hy de vrouwen toegelaatens
datzyal het geen zy draagen konden mochten mede neemen.
£y lieten haar huisraad en alle koilelijkheid achter , fchorten
ïiaare mannenop haare fchouderen, en brachten dezelve, op die
Wyze, uitdeftad. Frederik, des Keizers broeder, dit zien-
de, riep dat zy het verdrag braken, en met bedrog omgingen?
Maar [{oenraad prees deezer vrouwen fchranderheid en ge-
trouwigheid, en liet haar onbeichadigd, met haare mannes
Vertrekken,
'ïx.tHub.Golttius, in zijne I(eiferen, ijec -i j J'beeld,- Ce4i
/'•'e^JKZijn Chronykj Smrwjkt &C
Ui
Vï'Sf
-ocr page 75-
ø aJLLERYEDES.
V Å R Ê L Á Á RÉ Í G Å.
SW&Mnfera] Batrwiji, i Â. j Hoördft. deeze gefchiedenïs í«5
liaalt.iuCt voegd daar noch by een dierg. lijken daad van de vrouwen
vanKreraa. die, van de keizer Friden\Ber!>en>ffh, in genaden zijn-
de aangenoomen , haare ouders, mannen, kinderen, en bloed-
vrienoen uit deftad droegen; envandesoverlt-n vrouw van deftad
Slunidfeid, welke , ten tijden van Keizer MuMmiliaande I, van
de Switzeis overweldigd zijnde, zyhaar man op haare Ichouderen
4« Wad uitdroeg
Befiepaai] Degeleerde Daniel' Heinfiiis heeft, in zijn jongheid,
' «ieezJr vrouwen getrouwigheid ook in zijne ixedeiduitiche Gedich»
teo gepiaatft, haar aldus doende fprceken!
é De I(etfer heeft deftad, de [(cifer heeft de Vt allen;
ffj ïjijn in 's vyands Viïl, en tn sji/n magt gevallen:
Vns mannen gaan ter dood, en al haar vroome daad,
'
         En heeft haar nteuwers toe·, dan tot de dood gebaati
Jiasr leven (laat in ons: ons is v/at toegelaaten,
Zo wy dat Wel befieên , dat ß,áÀ haar jonnen baaten.
Men ieder V/ord gejond al dat hy dragen \an,
Wy laaten hem ons goed
, tyy neemen ontken man,
Vum\, Wy zien op de plaats van-Na/w : Pontusbrief de? é B.ïl»
ffiptt hy van het Griekfchvuur opdezewijzefchrijft; -
Cumforet JEmx cervtx fubjecTa farenti,
Dicttur ifjii vtro fl/imma dedijje viam.
' Als Eniins zijn vader op zijne fchoudcren wegdroeg, zo zegtmen
$at de i'lan men voer hem hebben plaats gemaakt. Even zo ipreekr
%Uniiitms van het vuur van den Siciliaanfchen berg Erna, Ann-
fks
en Amfinormts hu.nne ouderen uit de brand vaa de ftad Katl-
jia wegvoerende;
Jufta tjuibus rctfid» cefftt reverentie flamm& ?
Et m/rata vagas reppultt JSxan f aces.
voor welke als eerbiedig het alverilindend vuur van Etm te mg-
$eweej< , en, vol vcrwonderinge, voor hen ruyrribaan maakte.
Tartende] Even gelijk hy ons word vertoond inde fchoone print
fanfred. Bancins, en op de gedenkpenningen van Ctfar . en zijn
dochter lulia ; van dtttomus Pim ; tnluli» , dochter van Tiins, &c.
Xie Fuh. Urfmns en Httb. Gtli^iuSf co, bvzonderlijk, Trifienttt op zijn
ßö IZA*
-ocr page 76-
uiTMumuíþ'å m oxjwe í-.
4. IZABELLAj
getrouw aan Zerbijn»
"Amiciti<sfaUacis imagim. Ovid. 8 Metaffij
É
Talien, gy ftreefd de fchrandre Griek vcrby
Metuwepoezy
Zovo] bekoorlijkheden
Van tedre tochten, zoete reden.
Voeg eens uw ºáâ~â by de grootfche Sofel{les s
é
OïArioflo by de wijze Euripides;
Laat een§ Angdiken, Kjorinden, enArmyden
Met hunne ftuure vrouwen ftryden l
Italicn, gy wint:
Het werk is zonder ziel waar in men niet bemind.
Ziet Anofioos ïfabclk
In Hgdrmonts geweld en magt:
Hoe 7 al het die princes hier ftellen -' "
Zy mift haar WtiZcrbijn, zo onlangs omgebracht,
Hoch laatzc zich niet van den dollen roover fchaaken.
Korn, zegtze , 'k zal u 't lijf önquetsbaar leeren
masken;
Schenmy dan niet. Die lift gelukt;
Zy zoekt kruid,hloem,en wortel;
Zy bryzeldze tot mortel;
Zy gaard het vocht,zy kookt;zy wafcht haar nek;
'
                      zy bukt
Á en laatften, om de proef aan hem te toonen, neder.
Hy trekt van leder.
Prins,roeptze,fla; rhijn hals is harder als een fleert
Uw zabelfpringt in (hikken.
Zertyn » dit is het eind van al onze ongelukken.
Ñ f                        3ü«ö
-ocr page 77-
G'Α L L E Rr E DER
Zerbijn ... met flaat hy toe: maar 't ftaalgaaï
doordeleên.
Hy ziet, met hartzeer, 't hoofd van 't licchaam.
afgefneên.
Historie.
IZjt&ellct, was een ftaatelooze princes van Galiffien, zuiler
•?an Aftolfo , die door de fchoone Acme in een myrteboom
wierd veranderd. Deeze, nier haaren minnaar Zerbijn, der
Schotten koning, inzekerebofch.agie.wandeler.de, 20 vin-
denze de weggeworpene wapenrufting van deu razenden Roe-
land.
Waar mede bezig zijnde haar Mattdnk^ri, eenTar-
ter, ontmoet, die Zerbijn het leven neemt om dat koftelijk
harnas te bezitten. ïi^tbeUa bgeefi zich hierop by eenklui-
iènaar. Maar Rodomont, konmg van Argier, verftoord haar
in die eenzaamheid, dood den gryzaard, en voerd haar uit het
fcofch. Iz,«bella ondertuiichen zijn genegenheid,. filaande, en
ietsquadersvreezende, keerd zich tot bedrog> en ondekt hem,
een konft om het licchaam hard te rnaakeu. Zy bereid zich
daar op quansjuis met een kookzel van eenige kruiden , en
beweegdhemeen proef te neemen. Rodomond, verblijd mee
zulk een uutten zaak, flaat toe; doch fcheid het hpoÖ van het
licchaam.
Ziet Arioflooi U) Gezang van zijn Roeland; de Medicijn
Sam. i<ofierfta de Ridder Rodenburg-, in hunne Trearipeelea
Verklaar ing E.
' TaJJi] Schrïjrervandatin aanfjenaamheid weigaloozewtrk, het
Vcrlefle Imtzalem, vol hondetil fchoone gedachten ; waar af meer
fceneden by liet taièreel van jirmijc: voortz zie Marino . in zijn Gat-
ttrj-, deeze uitmuntenden dichter roemende, en beklagende, al»
Sijndealle de dagen zijnslevens rampzalig en ongelukkig geweeft :
en des zo-krankzinnig dat hy, binnen Ferrare, in het dolhuis heeft
moetengeneezai worden., volgens het fchrijven van Kjirn. Ttllitu «
ïnhec Byyoegzel van Dir Geleerden Ruifpiplfgiittd, het werkje van
jtb, Fiïrua fVeriansn^
-ocr page 78-
ÜITMUNTENDE VRQVWEN. $%
■ËÐöï'] wiensOrUndoFuriofi mede is vol byz.ndere vindin-
gen van Oljmpia, Angdikft, AUine, Deralice, «c. bequaam tot
Ichoone fneldichten. konftige treuil pelen, en cierlijke biftorifch.il-
^yen,, Doch scan nee grooten verüand enkonft deeze Lxdewijk
■ãÀßïâï
geweeftisj liy heeft der tijden ondankbaarheid, zo wel als
«e voorgenoemde, moeten proeven, terwijl men hem zcnaer man-
'e'> TïieteengefcheurueUjiTOk, Unisdeftraatenzaggaan; gelijk
•jydus van de deftige dichter Gerard Brand, in zijn lnleidinge tot
"c Bqfchtijviuge der Vertooningen van de Ofkomfl dei Batavieren i
1,161 een nadruk word afgebeeld.
j Hietom roept Martiaüs (é o B. 76 fneld.) op de Roomfche on··
~a»kbaarheidenzeekeredichter, Mtviutby hemgeheeterj. hetoog
^nde, aldus uit:
Hoc, Fortuna, tib't videtur &quumf
ClVis non Sjrittve j Pcvttht&ve,
iVfï de Cxppadpcu eques cataptij
Sed de plebe
Remi, Numxque tiernat
Jucundus
, probus, innocenst amïcus,
L'mguit doétus utr.ique, cujus unum
e/l
Sed magnum vitium, qued eff poet á s.
Pulk
Mxvius alget m cucullo,
Cecca muite fulget Incitatus.
***t (dezinonzetijdenzijnde toegepaft) tezêggenis: dunktui
^Fortuin, dit redelijkenbillik te zijnidat eenwelgebooren Nedei-
lanaer, geen gatlekker of hondsjongen uit Vrankiijk overgekoomen,
eenman vermaakelijk, deugdzaam, nederig, vriendelijk, iiihec
Giiekfch en her Latijn geoefend, en die maareene (doch een groo»
*e) fout over hem heeft dat hy de Dichtktnfi aankleeft; dat deeze,
2egik , qüaliik een gelapt greinen rokj-n om zijn lijf heeft,daar die
vreemden dansmeefteihieimet een geborduurde fchailaken mantel
*Wd omhangen \
VanHliccha*m~\ Hoe wel dit alleen een veiiieringe is van den groo-
ttTiArufli,, zo vierd evenwel de Roomfche Kjr\ zeekereJWf«rfe/a«jf«»
die, om haar zuiverheid te. bewaaren, op de zelve wijze zich liet
ombrengen. Ziet de fchoone Legende 4ei Heiligen, ea Jt*4r> Brmm
%tri Maiiaat\fchcn Almm^h
'IJ? IZ45
-ocr page 79-
15. Ι Ζ Α Β EL LA, 1
geneezende den geqnetften Eduard.
Contigit & thalami mihigloria rara.
Martial. 63 epigr. ι o lib·
W At doet de liefde niet ! zoon van de vorft dei
Britten,
'k Geloof dat gy de reis naar Joppe niet beklaagd ,
JMa gy die wondartz, op uw legeripond, ziet zitten,
Die voor uw leven, als Alceftis, 't haare waagd.
Zy xuigt de wonden, die de pionierende rover
U met zijn fchichten gaf, gedoopt in heet fenijn,
En ïiktze \ liefde wild gy meer ? wat fchiet 'er over ? )
Zo zacht en teder, dathyflaapt, verloll van pijn.
Rijs Eduard, rysop, om I^abcl te flreelen,
%Jw fuiv're wonden zijn aan 't fluiten, en aan 't heelen, j
Historie.
Eduard de I, bygenaamd van Wincheffer, zoon van Heit'
fik.deJU, koning van Engeland, naar Palefrina gereift zijn- :
de, om het graf onzes Heercn te bezoeken, wjerd, bydeftad
Ptolemaïs, door een moor, met een vergiftige pijl getroffen.
Welke wond ongeneeflijk zijnde hy gedwongen wkrd naar
huis te kecren. Alwaar zijn deugdzaame gemaallin, It^Mia,
*fe Kaftiliaanichen konings dochter, met een uieuw en onge»
lioord middel zijn quetzuur deê geneezen. Zy likte da*
gelijks dezelve, en zoog daar bet vuurig bloed uit; waar op de
wond, van deeze quaadaartige itoffe ondaft, zichalknskens
jeeilootcngetiss.
Ïvê
-ocr page 80-
Ziet de Schry vers der Engelfcbe Gs&hkieuMeü i RodwW
*«»<!?«<ƒ> LèMoyne, SeverVeijkt &C.
VeRKLA ARINGE.
Britten] of firittannen; want dit is der Engelandeten otldfte naaiöj
*an het woord jBriiA (dat is, g'evcrfd) oorfpronkelijk; zo dat Brit-,
*ania in onze taal gezegt zou weezen het landfchap der gefchiUerde
«olkeren ; g-elifb wy dat in OKANJES OVEPITOGT
Psg' uit Wïlh. Kamidetn hebben aangeweezen.
"AUefiisX Ziewatwybovenvanhaargerrouwigheidgezegthebbes
"yfaeteerite tafereel van de Him>elij(sliefde, zj en 24-pag.
Rner] Vande Arabieren, doorgaans de reizigers moejelijfc val-
gtide aan de zuid- en noord-zijde van Palcftina , zie hidgaure t
^"tper
ι en andere Reisbel chri jvers.
lO^ie] Evenhetze!veverhaald5i»cci»yi. (;B. 7t5pag.J vaude
>rouw van Retort, koning van Engeland, j mede met een vergiftigd
«ra»d ia SyiJM geqeetft.
§SSPS
-ocr page 81-
&ALLERÏE ¿ Å ¢
$ å S D e Inhoud.
Huwelijks fclienderye.
º. R Ï Æ Å Ì Ï Í Dj É
toeleggende op het leven van Alboïn:
met de pen geteekend dooi
CoRNELis Visser.
Now facile fecum verfat aut medium fcelus.
Senec. Med.
't I s Bj)!{emond: let hoe ty opryft\ treurd, en weend s ^
Beziende en weer beziende een fchaal , half uitge-
dronken ;
Zy kend het overfchot van 't vaderlijk gebeent',
Enkaauwd de fchimpicheut daar de wyn mêe wierd |
geichonken;
Zy fmek tot water; maar, als dat zijn vloejen.laat,
Vorft, beef dan voor het vuur van haar verkropten j
haat!
Historie.
Mhoïn, dè thiende koning der Longebardeti, nithetDeen-
fche Schoonen naar Duittchland getoogenzi')nde,had in Panno^
nien, met hulp der Hunnen, de Gepiden overwonnen, dekoning
ZQmimond verflagen, en Roi^emona, deezes vorften dochter, ten
Wyvegenoomen, Op zekeren tijd, het geheelertjk bevredigd
zijnde, was hy binnen Verona met deeze vrouw vrolijk. Liet
«êç drinkfchaal, gemaakt van iQintmonds bekkeneel, op de .
iafel kcomen, en brocht haar een dronk toe, met de woorden s j
drtvk metuVi vader eens! Maar Roï^emond, het vernieuwen
jan s vadeis rampzaligheid niet verdragen konnende, daar en i
woycH hetdïiutaouit hajr. vaders herfenpan gewaar wordende) ■
neernï
-ocr page 82-
vnMVNTENDE VROUWEN. jgg
foor Alhoïn om te brengen. Ondekt haar voor-
geniën aan Helmigh , des konings icbildknaap. Die „
?°or 's koninginnes arqiiftigheid gedwongen >. den kenin»
"j1 zijn (kapkamer vermoord. Doch de burgery op
'e beenen gekoomen zijnde , vlood Raz,emond , benevens
?elmigh , met de konmglijtce ichatkift , naar Ravenna.
*«er floot zy een nieuw huwlijk naet den ftedeliouder
~»nginus. Des, om zich van Helmigh teontilaan, biedzy
?a de baden hem eenig vergifaan. Maar deeze, de werking van
^t zelve inwendig gevoelende, trekt zijn degen, doetdekonin-
E11! het overgeblevene uitdrinken, en op dïe wyze haar vloek»
^aardig leven eindigen.
£iet Paul. Diakonus, van der Longebarden krygsbedryven,
* δ. 27 Hoofdft. en 2 Β. 2. 8 Hoofdft. Gregortus Turonens. 4 B,
41 H. Erjc. Puteant Hiftoiia: Iniübricx , ζ Β, Emman.
efaurus
, in Del regno d'Italia fotto i Barbari ; Bau-
far/iui,
&c. voorts Jak.. Zevekptms en ]oh. Struis in hunne
tl'euripeelen van Roiuemoni; VmdelmTyazzngevzngzaz Voor·
^'denaar-, Nk.CreflienmLafengeance-,
tragedie, &c.
Verklaaringe.
tJ^fferl By de liefhebbers der fchilderkonft, wegens zijnuitmtm-
j?öde graauwen (gelijk ay die noemen) in de huizen dei aanzien»
j'kfte lieden van Amfteldam gephatft · zeer geacht en bemind;
ch ©m het fchoon en enberifpelijk zinnebeeldweik aan alle zij·
~e», op het: MMiekAhintt van de Heet JAKOB de WILDE
iCzet> meeft prijzenswaardig. Hy fchenk my deeze Vergramde
"temend,
geiijkookde Trtnnnit Niiie, beide meeftetlijk met de
Pen geteeüend, als wanneer ik der liefhebberen en mijn groot ge-
ilen van zijn konft in deezer voegen poogde »it te drakkee i
Viilèr, gy Word niet gevleid,                         1 ;
, Sn t% laat geen roetnlu.fi blykeni
. Waarheid en gerechtigheid
Hier een Vtettig vonnis flrj\eni
Deelde uVi Vferkm geven lof,
Die het keurtgfle oog bekporen
Met haar aangenaame ftof
Ze vm
droefheid als. van tooieB \
Pk getnofderm entreerd
-ocr page 83-
f4 G Α L L ï %: r e DEK:
Voor .V geiveld van deet£ tochten,
ι,.
          Op iratf T/iijzJ hy Ivili beroerd,
r Die heeft de eerekyans bevochten,
Niobe in Roiemond»
ViJlèr, toonenV/at gy kpndi
KeiititoA 2 Rezi*»ondt hertstochten zijn by gemelde Tieurfpeï"
dichters te fraai om van dezelve niet een ftaaltje den Leezer mede t«
deelen. Dusfpreektzedan onder.andere byZevckptins, inzulk een
geftalce, als zy door genoemde Viffer, op mijn veifoek, is afgebeeld *
Marïtüs ίβα conjugif horrefctt loqui
Attontta Itngua
s fauctbus adh&rens meis,
Crtimncjue quod gufiavït, effari timet.
funefie, non Jat juerat tmmcrttum fuu
Spoliatie
j regno ? majus audendum nefas
Major α dtrits aufa fuggefftt furor.
: Catvam farentts fiibdotit. gemma tegens j
Abommandi fnxtt in furmamfcyfht,
Dirtqueplenam Majjici nat& obtulit.
Age Roiïmonda, fenitüs in furias abt!
Ïtd humde tot jcelertbus ojfenjam decel
Agitare natam: totiis armetur dolor.
Quod
Aiboïni fraude commififoetus,
Luet
Alboïnus'.
Doet een man dit aan zijn vrouw? de verbaaftheid beneemt my^6
Ipraak 5 de tong blijft aan het vevhemelte hangen, en vreeft de mis'
daad te uitten, waar ai zy üe proef genocten heeit. Washetn^
genoeg j rampzalige, eenen, die u nooit beledigd had, uit ιϊΆ
jtroonteftooten'' en het leven .te neemen ί moeft uw verwoedhei"
nochhoogerfteigeren, en iets yfielijker, byderhand neemen ? H/
doet het bekkeneel vsn den vader met gefteenten overdekten, ΐ"1;
daarafeendrink'fchaalmaaken, omme.tdeeze den dochter (ógïfrj
wel!) dewyntoetebrengén. Wel aan Rtzemtnd, geef uzelvenoosj
aan uw getergde gramfchap over J, een dochter, zo baldaadig geJ '·
lioond, moet niet gemeens befluiten. Uw hartzeer moet zich gebee*
ïn de wapens fteeken. Hebt gy, door Alttïn misleid, een fchelrft''
iluk bedreven, laat Alkïn daai afhet loon metzichdraagen! êcc.
Verft] Welke, door de veldheer Νλγ/μ, ten uiterften wreckend* .
sie fchimpfeheut van Sofia, gemaalin van de Keifer Jnflinm, in It*'
lien gelokt was; gelijk Vendel dat inzijn aangevat:gene Rozemmd heeft
aangeroerd. Ziet zijn overkomft en oorlogsdaad: η, bv genoemd6
i.ftb'ïVSlS» C0zijn»ibeeI4i.BgbyzPBdeilijkby£»a, Thtftnnu.
2eve*
-ocr page 84-
VrïMVNTENDE FROtimN. Óf
Zevende Inhoud.
Liefde tot de Kinderen.
i. ΝΙΟ Β Ε ι
op de lijken haarer kinderen veriteendt
met de pen geteekend door
Gornelis Visser*
Omguitqucmalis· Ovid. óMeti
/L, IeN/oie> de Frygiaanfche vrouw,
In 't veld verftikt door al te een grooten rouw \
Omringd, helaas, van tweemaal zeven lijken!
IVlaar, hoe? noch laat het beeld zijn droefheid blijkcril
Die grauwe fteen vertoond zich even bang,
En flort een beek van traanen langs de wang.
O moeder! uw elende ivord ohfterflijk ;
Hetfchreien maakt uw licchaam onbederflijk!
Neen, neen; het waar al door de Tijd vernield 4 „
Had Viffsr u niet wederom bezield.
Historie/
isTiobei dochter van der Frygiaancn koning Tantatus, én
gemaalin van dmfion, koningvan Theben, was zo hovaardig
op het groot getal haarer kinderen , dat zy zich boven jLdtontt
ftelde, welke alleen moeder van twee kinderen was. Wilde
deshalvén datmeri haar, en niet Latona, godlijke eer zou be-*
*7zen. De godin, door fpijtontfteeken, kjaagd dit aan haat*
*2öón Apollo en dochter Diana, üeeze ftcHen daad^ lijk de wraak
in het werk. Dé zoouën wierden, in een oogenblik > ïnhe<*
i?or>veld ? γο01 Xheben, doorfchooten,, fin. de dochters önt-
-ocr page 85-
gft 0 ji L L E RY E DÈ8
fingm, indelijkftaatzy, hetzelrelot. Deeze kinderloosheid
doet den vader zich zelven dooriteeken, en de moeder , vajt
droefheid overftulpt, in marmerfteen verkeeren.
Ziet Ovtdius, 6 B. der Herfbhepp. Hyginus, $ΈΛ>. Joh,
Tztt&es
4B. 141 Chiliad. Gellius, zo B. 7 H. Natalis r(o-
tnes,
6B, i$H. Afolltdorus, 3 B. &c. Profertius, Seneca>
in tó*p. 3 Bedr. en Raaixnd.Her\. 1 Bedr. Stattus, 1 e»
3 B. des Theb. oorlogs* Juvenalis , 6" Sehimpdicht , &c.
toorts het Griekfche Bloemhof, wiens overgeeftige fheldichten,
<3oor vetfcheidene Latijniche puikdichters, om ftrijd vertaalï
zijn ; naamelijk Aüfituus, Sealiger de oude, Paus Vrbanus,
Thom. Mortis, Seibms, Alciatus, Paul. enfienr. Stefanus,
Wilh. Lilius, Paul. Meliffus, J.Sleidanus, Cotl. IQilkag'
mnuSp Angel, polttianus, Lautetbacchius, Vchtmannus, Cgc.
Verklaaringe.
Ίϊί«ί«3 THnius gedenkt van haat, %6 B. f H. met haare kinde-
ïen, vetwonderens waardig in marmer uitgehouwen; welke noch
lieden (alwaatom ook de Heer Kttper, in zijn Herficretes, daat
over een gèfchrift belooft) te Romen , in de luflhoven dei Mc-
dicei'o
word bewaard ; even geliik het ia het Betldtbuk. van Fréucu.
Vtrrier
word vertoond. Ziet ook haar geftaltverwifieling in het
44 tafereel van der MnfenTemfA, vim den Abt Michtl de Merellts,
sierlijk afgebeeld,
VrygUtnJM] Zy word van het fneldicht van Aafonms, het Griek-
fche Blmmhtf ontleend , en door Vetttnbint vertaald , ingevoerd
©j> deeee wijze, klagende:
*k Ben Thebet koningin, op Sipil nueenrott,,
ftrmitumtjntongdegoón,
Latotiaas krooft , niet ff aarde,
Of tjeven wonen en »f toeven dochtren trotz, j
%Zag paveel lijkkenuitgedraagen als ik baarde.
tïoch heeft mijn onheil met dat huysverlies niet uit.
^ Verliet my zélve met mijn menfchelijke leden;
t>e rouVi iiit noch in't hart, hoe vafl de fieenrots fluitt
pe &jlte (maneren vloeid nu noch naar benetden,
ecli}
-ocr page 86-
UÏTMÜNiENDE FR OUWEN, ëf
' Qcb! %>ijn de goden ζ,ρ oplopende van aart *
De witiw u Weg; alleen haar jammer blijft eerwaard!
Li/itn"} Wegen het getal dei kinderen komen debovengenoerh-
«e ichrijvers niet over een, Ovidim tê!d 14, maar Tiet&s noemd
alleen 12 : welke ook van gevoelen is dat doordepijlen (waar me-
de
zy van Λ/οΙίο en DUnx zijn dooriehooten ) een quaataaidig®
ïickte, endaaropeeiilchieli,jkedced,veiftaanmoetworden·
Steen'] Palefatitt meend dat men geloofde Nieie in fteen heri
Wimd te zijn , dewijl zy haai beeld van marmer op het grar haareè
kinderen had doen oprichten. Citin is van gevoelen dat deeze fteen»
wordinge ie veifierd, om het geduurig ftilfwijgen in haar droefheid;
Wasr Ïiufanits verhaald, in zijn k\.u(c)xe Verheuddinien > dat hy
Afoiibov nopdenbergSipylm zelf gezien heeft j van naafby, zegt
«y , heeft de fteen noch weezen, nóch gelijkeniile 5 maai van vcrrS
vertoond die een fchreiend vrouwenbeeld
Wedermi] 2odoendefneldichtenf in genoemd BUem-hkf, haai
%eeken. door een overkonftige hap<t, in marmer uitgehouwen;
*ie de vemalinge van Séitia, dooi Vbllenhtvt dus verdukfeht 1
Eiti rouVt "tont v*or mm ramp, en eène dood alleen
Gering: dies heeft de
Konft my levend Weer geklonken
          j
Üit fteen, en aan de Wraak der goden dus gejehonkfni,
Op dat ik eeuwig fterj s of dat »4 etuWtg wee».
-ocr page 87-
■0 â 'Á L t ÅR Ô Å JD ER
3. De ftervende Moeder,
van den ichildêr Ariftides.
Nee tarnen moriens adhuc
Vefenit animor.
Seaeca, inTroad.'
Ç
Ier geeftmen fïad en Hot aan's vyands grim te»
beften.'
Het ftaal vereend zich met het vuur,
En berft door 't ftuivehd puin der afgeftormde veilen.
Het volk betaald de weêrftand duur.
Ginds ftorten borgers en zoldaaten.
De wraak en moord zijn uitgelaaten:
Zo dat het bloed dit ftuk van fchoont beroofd, I
En alle verven doofd.
O Artflidei-, Wy zijn door uw konft bewoogen;
Doch op de voorgrond toond gy meerder uw vermoo^
Daar ligt een flaanwe JMWer neder
         (gcn>
( Miffchien zo daadclijk eerit weêuw ) geboord in 'l
hart.
Zie, zie de zuigeling! hoe teder
Kruipt hy ze naaren lacht (onnoozeljom haar frnart?
De Moeder poogd htm af te keeren,
(Al flerft het hart, noch leeft het moederlijk gemoed)
En, met haar witten hand, van haare mam te weeren;
Het trok > voor melk, licht naar zich fchuimen^
bloed.
Ja, fch ij nt ç och krachten te vergad'ren
Om 't bloed te ftutten in de doorgekorven ad'ren.
Helaas* hoe wonderlijk verrukken ons de verven,
Vermengd, gebroken, gefchakeerd,
Bevallig op den doek gefineerd !
ïDtSs kan een goed pinfcel ons menigmaal doen ftcrvclJj
Waoacer liet zich aan tte«ïitofl'bi#d,
gn,
-ocr page 88-
plTMVNTENVE móXJWMN. ί$
En, met bebloede fchilderyen,
Verwekt cnichrik, enmedelyên.
O meefterftuk, waar in een moeder Ieflèn vindt,
En ieerd, hoe zy niet moet begceven
Haar jongen krooft, ook op den oever van haar Ie vw[
Verklaaringe.
Ariftidet] Een Griekfch fchilder, van Theben geboortig, .heb-
bende geleefd ten tijden van AUxanier Griote , van fit-
««*x, 3j B, 10 H. geroemdals die allereerft de hertstochten en
beroeringen des gemoeds in de troniën zijner kouftbeelden heeft
Vertoond. Die ook derhalven beneven deezeMoeder , zijn ootmoe-
«elijk SmtehStt&e , zijn Zieteard , en zijn fteivende .Bmdtrtitm»
ïrijft,
MeederJ Gemelde Poswwr befchrijft heel kolt, doch krachtig, dit
*tuk met deeze woorden t Hujns piSftra φ, oppido capto ad matriz
"wieatii tx -minere mammam adrepens infant , inulli$iturqut fentirt
fater, &timereMeemiirmcUSe/angmnt>ninfa«ilamèat.
Be vrouwe
'n zijn-^hildtiye van een overrompelae ltad verwekte de rceefte ver-
wondering; welkedoor een fwaaie wonde in.'onmagt liggende, haar
kuipende zuigeling van haar bebloede borïten zoekt af te weeren-*
"'nt gelijk zy het naderen van het kind in haar uïterlle fchijnt gewaat
te worden, zo geeftze h.ar moederlijke bekommernis genoegzaam
te verftaan , niet lijdende dat de zuigeling het verfche bloed ia
iUatze van den veiftorven melk zou infwelgen.
Ook prijzen het, de fchilderkonftbefchrijvers van onze eeuw vol-
mondig , als Kar. Vermtnder, in zijn leerzaam Dicht; Fr.Janim, 3 Β,
4Η. ψ Lid; Sam Heoghfiraate», 3 B. ÏH.
Medelijden] De ©ud vader Gregorius Kyjjenus (in zijn reden over df
2'dheid van den Zotn, en tien ff. Geeft ) ipreekt van lxA»h oflèr-
"ande in deezer voegen : ik heb menigmaal deeze gefchiedenis in
£ee fchilderye met weenende oogen aangefchouwd, zo krachtig was
«et offer door de konft voor oogen gefield.
Dus gelijk wy { zo Peiatus zegt in zijn lofreden tot de Keizei
Thetdcfius ) doot het aanfehouwen van zodanige fchilderyen , de
jttfde Tan een onfchuldigen handel en wandel door de oogen in-
stinken , zo word ons gemoed ( volgens Senek/» , van de Gram-
fchip
, 2.B. 2 H. ) door de vervaarlijke fchilderye des droevigen
Wtkomfts yan een rechtvaardige ftrafle , ook ontroerd : gelijk dit
•Alexxnder4gGroetegebeurde, als hy, na de dood van zekere Ari-
flmifas,
binnen Etefenj in een tafereel zag het ombrengen van den
E 3                                   on-
-ocr page 89-
6J1LLERYE DEK
«nfchuldigen PaUmedes. ZiciFotiut in zijn uirtrekzel uit deHi«>
itorievan Itolemem Htfifltm, by de Vertaalde Jtmita, ι Β. 4. H«
4 Lid.
L'Jftn'] JinVes , willende bewijzen dat de Schilderyen ook kerest
en fticluen roept van het Oordeel, gefchildeid dopr den grootea
Mieha'e'lAngelo, aldus uit:
Hier freest men door pnceeltiU
Xven alsl>4». He rtfimvinOUo Veem Emblemata HorAtiana fgreekf,
Sneen fneluicht, jathy niet deze woorden befluit.
JJa&enus humana fapientia voce locuta efi 5
Huncfrtmum bumani pingtturtUamamu
ïot noch toe wierd de wijsheid door de fnont geuittet, nn fchildesl
3s Bjiesalsh haar met zijn hand.
l", SM
-ocr page 90-
UITMUNTENDE FRÖÜfrER >f
3. S Α L OM O NI,
nevens haar 7 ζοοηεη ftervende.
Twtisanimus omnium mmtetferit. Sen.Troad.
*\ Anfchouwers.-, geeft het beeld van &cezc$akmm%
Met haar itandvafligheid, u niet een neep in '§
hert?
Zult gy niet zuchten om haar allerjongfte zoone;
Schoon 't kind geen Mijken toond ook van de rninöf
■ finert?
O ja; dit ièhouwipel moet u treffen enfeweegen, ;
Hier ftrijd de Godsdienft met de tedere Natuur :-
Doch de eerfte triumfeerd. God gund haar deese tt·
gen;
En Stf/ewwwe tart jfn(iochur, en't vuur.
2y pord haar zooneü aan, en, tot op 't Iaatft verfcho^
ven,
Wenfcht zy voer uit' te gaan, naar'themelfch hqfj
hier boven.
Η 1 S Τ O R I ?.<
•dntïochus de IV, bygenaamd Eftfimèï ; zoon vati Anthchus
\?ïïuaate''
honing van Syrien> door eenkrijgsiift, Jeru&lenj
hebbende vermeeiterd, deteiripelvancieraaden ontbloot, het
prisfterfchap verkocht &c. mishandelde de loden meteen op-
gehoorde wreedheid, dreigende van jeruialem hunne algemeen
graftemaaken» Onder die hy, op allerhande wijzen, afgfijip
felijk pijnigde en ter dood broek, waaren de 7 zoonen van £--
leader, dés wets uitlegger a\Sdemone; de kinderen derMac-
chabeën gemeenlijk genoemd. Deeze, gelijk veel andere ]o*
««t Wilde-hy dwingen tot het eeten van verkenriceich, Als
-ocr page 91-
ãæ G "Á L L E RT Â DER
%y dit weigerden beval hy ze, de een na de ander > met roeden
te flaan, de tong uit te fnyen, handen en voeten afte hakken, en
in gloeiende braadpannen te werpen .De 6 eerfte ftonden dit ftil-
fwiigeiide uit, terwijl Salomone alle, en ieder in 'tbyzonder,
aanmoedigde , en den weg naar den hemel aan wees. De
jongde evenwel poogde Antiochus in het leven te behouden, en
beval de moeder het kind tot gemelde misdaad aan te porren.
Maar zy dede het tegendeel, en het kind verachte des konmgs
beloften. Dus wierd die zevende zoon, op een wreeder ma-
riet , ter dood gebracht, en eindelijk ook de kmderiooze moe-
der.
Ziet der Macchabeïn é B. 7 H. Flav. Jofefus in het boek van
jje 7 Macchabeen; Sulfi/.Severus, jB, G. Fabrtcius, Hift.
Sacr. 8 B. 3 zi Ü.Sutdas, &c. Emman. Thefaurus, in Elogiis
3>atriarcharum> LeMoync, Sec. Kjiff. BarUus, het 15 dicht
2ijnes Bibelftoffe j Bidermannus, j B. 9 H. Yan zijn #ere«
Am> Sec,
Verklaarisge,
Saltmtne] T5e Zaamenfteller der Belneuwfche gefchiedeniffeij
poemd Siaar Banna Of Ann», volg ijs I Drujïas, in zijn doorge-
leerde Aantekeningen over Sulpit S verm, 255 pag,
SfrjrWJ DieigelijkenftriidmerkrOviJiwaanin Agtmcmnm, zijn-
de geel ivongen om lfigtnit, zijn dochter, ten beften fan de Staat ,
op het fl chtaltaai t? brengen , 11 B, dèt Herfchepp. met deeae
Scoorden:
Ñöøéáéç fietatem publica caufa 3
üexcpie pajretnvic/t.
Wanneerde kinderliefde* yoor 'slands welyaa ren week, enhetbe<
langen van koning dat van vader overwon> zo Sec,
Ëé*] Dus woidze by Biderntetmas in deezei voegen afgefcbil*
derd.
Stabat natorum ïnfunere mater
SffeêÏatrh
, ferrumque v'tdens ignemque fuf'mis
Jtrtubus aamotum, nihil ayerfata rejugit é
-ocr page 92-
VTTMV$rrnNi)E vrouwen, ^
Nee fletu lentre ftri frtcordta regis
fcemmeo , mt frecthvis veniam conata tnolefih
Pofiere.                                                                  .·'■'■_'
Zyftond, inhetmidlenhaarerzoonen, zonder eenige tekent»
Vanlchrikofveriiageiiheidtebetooneii.hen in het í uur ziende fter-
Ven, nergensmindeiomdenfenie^Is om het hert van den wree-
den kening met een vrouwelijk gefchrei te veimurven, of mei bid"
wenen fmeeken vau hem genade te verzoeken.
■Anthcbnt] Omzijnonbezuisde wreedheid is hem fpotsgewijz in
plaars van de dwaaze naam 'Mpifintts, of zichtbaare God , die Van
^pimanet, of den dollen, gegeven : Men ziet hem in Veillasts
Imperium SdewiMmm, opeenmedalie, jong van weezen , tnetde
«Malkroon van ApMo, en den koninglijken hoofdband vercicid %
wiens ruggeftuk veKOond een zittende Afnll», houdende een pijl
»ndeeene en een boog in de andere hand , dus buitenfpoorjg ge-
teekend : ÂÁ2ÉËÅÙ2 ÁÍÔÉÏ ×Ïã ©ÅÏ÷ E Ð1ÖÁ-
Í O r 2; koning Antkehtu , de zichtbaate en tegenwoordig?
g°d.
Ziet zijn krijgsbedrijven en euveldaadeti \>y Appitnttt, ToljHut^
Athtmcus, lafiinns, Jcjefm,
en de InkiMngc tot de Bibelfche wij**
N*> v»ndi«natbeidi*araeapndej;zQete Wüh,<hiTK, Scc^ '
Ac»*-
E<*
-ocr page 93-
|4 'G Á L l ER Õ Å ß) Å Ê
Á c ç ô D e Inhoud.
Haat tegens de kinderen.
ï. Ê L E O Ñ Á Ô R Á,
koninginne van Syrien,
Antiochus Grypus naar het leven {taande, '.,
Mem uhimatemal Ovid. 8. Metanï.
O Ntruk die wreede vrouw de ted're naam van moe*
der,
                  -
Vervaarlijk woedende op de vruchten van haar *
fchoot!
Baar ligt, reeds door haar ï waard geveld, den oud··
fien broeder.
Hier dreigd haar moordkelk ook den jongden met
'de dood.
Ik twijfelde of men dus Medea quam vertoonen;
Doch haar bedrijfis hier een mindere euveldaad ;
Zy wreekt de ondankbaarheid van laqm op de zooneflj
Zeg Kjeopatre, waar verdienden deeie uw haat ?
Zy mengde 'er gramfchap met een moederlijk meer
doogen;
Maargy, gyyoerdhctuit> verhard en onbewoogen.
Historie.                 S
JOemetrhts de II, bygenaamd Ntkator,, zoon van Demetyius
Soier,
koning van Syrien, by de Parthen in hechtenis zijnde»
^iculbetrijksbeftierwaargqjgwiTienvan éöïñáßôá-, dochter
TOide Egiptifche koning Êfeitmu filometff; tea tijde van
taag é
-ocr page 94-
VITMVN7ENDE FROÜtVÊN. ff
haar mans gevangenis hertrouwd,1 aan zijn broeder Antlochui
de Vil,
.oegen<ia:ndi^i?«; doordien Tryfan, naar het rijk
ftaande , is verwonnen en omgebracht. Nikutor los gelaatee
lijnde, keerddaarop inSynen, in zijn gevangenis getrouwd
^aRodogune, zufter van de Partifche koning Fradtes. Word
^a^lcxandcrdeïl, Zebtnna bygehaamd, een opgeworpen
Voril van onedelen bloede > geilagén, en van rüeojmtrst, om
2ijn hertrouwen ver-ramd', b'y Ptolemais gedood. Doch
«ieeze Alex ander wierd wedrr overwonnen en omgebrach: van
^nttocbus de VIII, toegeiiaamd Grypus , jongfte zoon van
Ktkator; dien [{Jeopatra koning maakte op voorwaarde dat
hy de naam en zydedaad in het rijkbeftjer zou hebben. Want
£y had den ouditen zoon, Seleutyt de K, die, zonder haar
bewilliging , dekoninghjkertaam enhoofdcieraad gebruikte»
het leven benoomen. Maar haat ftaatzucht leed noch bepaa-
Kng nochdeelgenoodichap. Zy moeit alleen regeeren. 'Ook
verminderden de veelvoudige verwinningen van Grypus haat
gezag en waai digheyd. Dus bood zy hem, van zekere oefe-
ningen vermoeid , een drinkichaal met vergif aan. Grypus »
dien deeze lagen waaren ontdekt, verzoekt haar (in eerbiedig-
heid quanfuis de moeder voorkomende) eerft te willen drinken.
Op haar weigeren komt deverklikker te voorfchijn, en over-
tuigd haar. Zo fchoót'er, tot verweeringe van haar feit, mei
over als het drinken. Zy drinkt en iterft.
Ziet Jufmus, ; 9 Β. ι H.; Jppianus, G. Fabricius, Γ. rail·
wnt.Begerus,
&c. de Rodagune, tragedie van VetréKernulk i'
ste Rodogunc, Roman van d'sigue d'lffremont, &€.
Verklaaringe.
Frcmo] Zy was eerft getrouwd aan koning Alexaedir de 1, by-
gcnaamd Bóla; maar Fihnietor, deezen zijn dochter ontweldigendes
S»f zeaanNM*""·; welk huwelijk zy veibiak om aan Si/tof* te trou»
V'cn, zo gezegt is.
De medalien , vertoanen by VuilUnt, Begerut, en Spanhtmiut,
Kl^patrans en haar jongfte zoons hoofd nevens malkander , doch
de haare , gefluijerd , op de waardigtte en aanzienlijkfte plaatsï
«ebbende , onder andere , op het ruggeftuk, een voortftappend
Vl^inmnskiUi enloatient hcïzslyeeengefteints, hetraeiktee-
SÖïS9
-ocr page 95-
ø ø ¢ L L E RY Å ¼ Ì R
ken van Antiochien j nevensdit verwaande byfchrift: BASIAïS·*
2H2 ÊËÅÏÐÁÔÑÁÓ ÈÅÁÓ ÊÁÉ ÂÁÓÉËÉÅâÓ ÁÍÔÉÏ×Ï×
Pc godin, koningin KJftfetra, en de koning Ë ntuchus.
Medea] Haatvlucht met Jaz/mixit Kolchos, zijn hertrouwen met
IKjreaf», en daar op Medeats wraak geboet aan zijne kinderen , is
ieder een bekend uit Ovidiat, tel.ïlahfr*· &c. en de bew-eglijke
treurrpeelen van Eurifides, Scnek.", Pttr, Kjtrntïlk, ISix en 1. Vt$,
Verdiende^ Aangezien Grypm zijn moeder met eerbiedigheid be-
jegende , en met ontzag beminde; waar door hy ook de b\ naam van
Silmnent, Moederliever, verkregen heeft, volgens de Scaligeriaen-
fihe
uittrekzelen, by Sfanhtmim , in zijn ; Redeneering avei de
Toortreflikheid en het gebruik der Medalien, 410 pag.
Mtngdt] Het geen by de Griekfche pnikdichters een overfchoon
Voorwerp van fcherpzinnige fneldichten is geweeft Het Bltmtêf
fceeft'ereenige, diedoordeLatiiiiftenrcedsinhunuetaalzijnover-
gebracht, en wederom > t'onzen dierift, door Vollenhne verduitfcbt:
uit 7verfcheidene heb ik het volgende uitgekeurd, en hierin doen
yloejen:
De gee/l des meefters, die Medea fchildrenZMi,
Beroert door kindermin, en 't krenken vanhaar trouw,
Ging lang tç arbeid , om 't gemoed , nveezJns bevioogen,
Te maaien met een merk van liefde, en tokjian haat.
Noch trof de kunft haar Vttt. Zie't beide meen gelaat?
De traenen dreigen, endeVirok. isvol meedogen.
Verhard] In de vertaalde Agripf» van gaiaMlt word van deezte
«ngevoelijke verhardheid aldus geipiooken:
WieZjonder ftrijd is, beeft dieWertcl inbaar jeug4 «
'f Hart afgeftooken.
Ne-
-ocr page 96-
V Π MV ΝΤΕ Ni) E 'VROOWEN. jfj
Negende, Hoofdstu^.
Kuifcheid.
ι. e L ι s e;
kiezende iterven voor hertrouwen.
Tanta paratur
Scena fudicitix.
Claud. Laud. Seren'
^                           Zyfpreekt:
Irgiil,ïkhebmijnborftmetdeeze pookdoofboörd$
'K beken 't, de wanhoop heeft my tot die daad ge-
dreven.
Mijn deugd en eerbaarheid zijs oorzaak van mijn
dood;
Terwijl ik die bewaar, helaas, verlies ik't leven!
Dus liegt gy, lafteraar> wiens zoenelooZen haal
My> omeenFrygiaan, oneerlijk fterven laat.
Hl S Τ O R I E,
DievanTyrus, beroofd van hunne koning Se/w-r s droegen
net rijksbeftiér op aan des zelves zoon Pypnalton. Deezes
Zufter was Elifi, gehuwd aan Stch&üs-, haares vaders broedèrj
prieiler van den Tyriichen Her\ules, eenmanvanovergrooten
^ïijkdom. ïygmalionaxe. fchatten pogende tot zich te trekken»
brengt Sicb&us om den hals.Maar Eitje, de vermogenfte der Ty-
liërs'eu Fenicié'rs op haar zyde getrokken hebbende, geeft zich
by nacht, met gemelde rijkdom , op de vlucht. Landet in
Afrika, koopt daar zo veel velds als zy reet eenoflenhuidkor»
everdekken, en boud (286 jaaren voor de komft van Eneat
'Qltalien) de ftad Karthago, die naderhand de Romeinen zo
vselwcrksgegeYcató?. Midierwylen.ftmrHs 1 k>nw»gdet
Meer
-ocr page 97-
^S t? Á l L Å R Ô £ D Å &*
Mooren, hetopgroejen deezet* ftad beichouwende, begeert? j
rnet bedreiginge van geweld , Eltfe ten huwelijk. Zy neemt
eenigentijd om zich te beraaden. Op welkers einde zy , ia
fchijn van een offer toe te (tellen» in de ftad , een houdftapel
gereed gemaakt hebbende, boven op het zelve, met deniwaar-
de zich het leven neemt, Zederc van de Kartaginenfors als eea
godin met tempelplechten geëerd.
Zie JufiinuiiiK B.4j 5 eri «H, 't Griekiche Bloemhofi
cnhaarLatijnfchevertaalders, Stc. Beverwijk) &c.
Verkl á arikge.
EtifeJ Die na haar dood, omdatze zich zo mannelijk hadomge·
brocht, VU», dat is, Virago, Manninm, genoemd 'is;,volgens
Servius op het 4 B. van-È»ei>. Haar aibeelding vind ik op eeö
fehoone. doch verdichte, medalievan zilver by de H?er J Á Ê O Â
de W ï L D JE,· welke op de eene zyde vcitoond een vrouwen borft-
beeld, wiens hoofdhairen cieielijk zijn gevlochten en zaamenge-
Itnoopt, nevens dit byfchriitj ÄÀ'þßß ÂÁÓÉËÉÓÓÁ, de ko-
ningin Did».· enop het tuggtiUik e nhooge ftad j roet vierhoekige
muuïen omringt. hebbende 3 oorlogs cbepen in haar haven leg-
gen» geteekend: Ê Á ï × Ç Ä ßúÍ , de ftad harthago.
Vintoerd~] Haar dood ( gelijk zy van de Poëten Vitgilius en Sti
Hut
word befchreeveh ) leveid ten minften dtie fiaaye uieieelea
uit; als:
I.  Waar in zy gereed is zich te doorlteêken, leggende op haaré
Itnyen.en fpreekende, metdedeegeniudevuitt, deezelaatftewoor-
den uit Virgil. 4 Emid.
JDtdces exuvix, dumfaiadeusiju.efinehtmt?
Acctftte ham ammam.
(jgv.
O riagelaaten kleederen en lijfcieraaden, my aangénaarri en waard
so lang het god, en het lot beliefden, ontfangt deeze ziel. &c. < ',
II.  Waarin zy zich dooiftéekt.
III.  Waar in zy doorftooken ligt: in welke laatfteik weder levea
omftandigheden aanmerk, te weeten t
ïi Een zeer hoogen houtftapel; gelijk zy is van Á.Âö, íïïé'ß
#B» van £«»'* is afgebeeld e volgeasSüm, Slib Beli.ïun.
-ocr page 98-
mTMUNTENDÏÏ VROÜlVÊÏf, ?"?
Pyram > iay«/ de Je de dabatur
Cernen cunfl:a fret λ
, Cf toittmCartbagints urbem,
fen houtmyt van wiens top men geheel Karthago en de C!B%»
gcnde zee kon omzien.
II» Zeerkoftelijkgewaad, opdeFrygiaanfche wiieegebordiimdi
ongetwijfeld een gefchenk van £»e«; volgens Silim:
Hic Phrygiam veftem', £*r baccatum mdutamonile »
Poftquam. {^c.
Nadat zydeFrygiaanfche Wederen had aangetrokken, endepai·
'elfnoeren omgehangen.
III.  Hangendhairj weder volgens Silims
Refelutaque crinem
Mvafit... incelfam,,. (yrtmi&c.
Het hair en tbonden hebbende klom zy op den hoegen houtmijt.
IV.   Het fwaard van Mmas , waar voor eenife Schilders een ftilct '
Ot pook/e neemen; volgens Virgili«t·.
Alt os
Cenfiendit fur'ibundarogos■, enfemque recludit
t Dandanium, &c.
inhaare razernye den houtftapel opgeklommen zynde, trokzyliej
* 'ouanlch fwaaid uit de fchede,
.,Τ· Het leggenin defchoot van haar zatter Anti» 5 volgens fis·»
Sem'tanimemque fitm germ&mm mnfkxa fovebm
Cutn gemitu.
fezufterhad, al zuchtende, haar, zieltoogende, in haarfctent
•Pgevat.
VI. Het leunen op den elleboog 5 volgens den seifdees
£trfifi attolens, cubitoqueinnitceUvavit & .
**r rtxoiut» ter» φ.
-ocr page 99-
fp 'G Α L Ζ Ek TEDER
t>rïemaal richtte ay zich overeind, ruftende öp haarelleboog 3 &u£ïï
iJliemaal rolde zy in het bed weder neer.
■ JVII. Eindelijk opgeflaagenoogen; volgens den zelfden s
lila giravet aculos cmata at telere, rurfits
Deficit.
Zy poogd heel pijrielijk haar pogen naai den hémêl te hefién ?
taaar heeft geen krachten genoeg.
Dit alles bynaar is van den Fenixfchtlder Ger, Lairtffè waargenoom
rneninziJHKonfttafereeivandeftervende Dido ; wiens weergilooie
behaaglijkheid my dit Klinkdicht op het papier dede ftellen;
Hoe cierlijk dei Virgül de droeve Elile fierven,
Toen by dat dicht fchreef dat het haaft beVtoogen hart
Eens teer en leeiers
, door onlijdelijke [mart,
in een doet krimpen, en vanfehrik. zj]n Warmte dervenl
Noch cierelijker flerft Z>y door LaireileS verven.
Haar blanke boez>em fvteet, ten uit erfi en bemrt;
Haar fchreieiide oogen fiaan met arbeid opgefpard ;
Als o/ie noch de draad haar 's levens moefi Ziien kerven*
Terwijl het fVfdrte bloed uit de open Wonde lekt j
't Gewricht e z,ich verdraaid, en uit z,tjn voegen rek/%
Alle ad'ren ft/tellen, en de blauweJpieren lillem
Dus is de pen tefivak om tegen hei pinceet
Te wortelen ; en't vaers Wijkt voor het tafereel.
JE/, z,acht! 'tzijniu/lers, en dte pafjengeen gefehillem
Bewaar] 't Is aanmerkelijk, hoe Diiees dood, door haare be-
weeglijkheid, en tweederhande oorzaak , aan de uitmunt nftepoêV
tenvandeezeen de voorige eeuwen tot Treurdicht, Heldendicht,
en Sneldicht heeft ftoff gegeven;.te weeten (bebalven Virgiliat eft
Siliut) aan Otidita .. Alexand. JHardy , ίίι'ί. Frifchlirius loeft ·».
Vendelens, And Pels, lak^ van der Deet; het Griek' ιhe Bleembej, Att-
fonias, Marulltts, Sanazarim, Statiger, Ëezjt, Mtneritts
, MerceriKS,
Mtllajus, Buebananns Marine,
&c. MeergenoemdeVellexheve,ir»
aijh HeidenfcbeDapperheid, fneldichten tepas biengendehe«it,ott-,
«φ 8n4cie, dat yin jScaiqtr 4e eude aldus verduitfeht .·
Jt 2schi<
-ocr page 100-
Ü/TMUNTENDB VROVWÉ& ff
'kZochtj /o«iik Jaïbasmm, geweld, enlagen vloodj
Hn vondby Ikkdienfi hulp, begimfltgd van de dood.
Maargy
, Romem, die vUfth mijn eer beklad met togen j
Koord dit te boeten door mijn hand en rtjksvermogen.
Eneas volk,! betigtgeen Penen met verraad
NocbontroUf 7L,<igyL,eljuVitrov.Vibedfihelmt verlaat.
'•^pcraxr'] MahraUmgeloofd, (Jlib,Satiinalium, 17cao,) «Jat
Ptrgilius , als een rechtfchagcn Romein quanfuis, het trouwen in
lelieiden van Dido en Emai verfiierde uit haat tot de Karchaginen-
?Ws s der R omeinen gefwoorene vyanden. Ten minften het is zee-
*er dat EHJt de ftad Karthago bouwde z86 jaareii na dekomftvan
*»e*r in Jtalieu ( zo hy daar ooit heeaisgegaah ; want dat word in
twijrèl getrokken van Sam; Bochartns: ) 882 jaaren voordes Hecreu
Geboorte, en 13» jaaren voor Romes ftichtinge, welke in het jaar
75o voor des Betreft menfchwordinge is gefchied. Ziet hetjuar-
**eifier achter de Roómfche Hiflorie van Florns gevoegd ; Vikttrrin.
""■'geliiis,
over jB/2ii)8iichrijvende, 50en215 pag. enThcm.Faf.
Meiitts,
in zijn aanteekeningen overliet i en4B. v&ii den Eneïs.
Evenwelis het veidichtzel van PStftfieibyde treurrpeldichters,
*thilders,en beeldhouweis,gelooiwaardig gebleven; en de taltejijkc
Waarheid van de kuifche Dido door devermaakelijke fchriften vaii
"etnen zjjne navolgeren geheelijk onderdrukt, Zie M*krsHus, ia
k'jne aartgetiokkènc Saturnalin.
'■ Dus Onderfchryft Anir, Ïeh, de Konftplaaten vaii zijn DU» { dopt
w,£iKVejpgeteekind,) met dezelve buitenfpoorigheid, opdeese
Verbodeen dartle Mih ontvluchte nooit z,ijn 0raf;
£>e Woede en Wanhoop rukf hen voer de tijd in 'tgraf-1
En
"us deerlijkjheuvelde Kjirthagoos koningin 5
Minfchrikig en Viacht e Zjtcli voor ongebonde mine ■
F
ï. LIJ-*
-ocr page 101-
%% € Á L ß E RY E D Â R
i. LÜKRETI A,
?Je ontccringe op zich zelven wreekende,
Morifatiuf vit ë quamfmt puderem.
Claudian. Gildon. Bel.
Zy fpreekt;
Á Lziende zon! dring met uw ftraalen in mijn borft '·
Zie>5 zie daar ofmijnkuisenriooit bevlekt gewiflèn,
Met deeze onteeringe, in het minfte ook is bemorft ?
Kendgy me zuiver? oi moet ik mijn achting miflen ?
i Wel'aan! dan wil ik niet meer leven: 'k zoek de
dood;
Doch kan mijn deugd de naam van lijdzaamheid
metdraagen,
't Is echter dapperheid als ik dit lemmer ftoot
In deeze borft, waar in die boofwicht nam behaagen.
O vader, 'k heb geleefd! vaar wel, ó Kj>llatijn f
Gy Brutus, wreek me, en ftraf dien weeligen º0'
quijn l
Hl S Ô O R I E.
'De Romeinen tegens de Rutulers oorlogende, en voor
ftad Ardea in het veld leggende, rees'er onder de hoofde"
van het leger, over tafel, een gefchil wegens hunner vrouwen
deugdzaamheid. Elk prees de zijne. l{oll&ttnus, bloedvel'
v.'-antvan AtTarquimtn^Viis van gevoelen dat daar af een proe*
f;<aoomen moeit worden. Men rijd dan uit het leger y en vin*
'e koningin by een welluftig gezelfchap gaftmaalen; maal
lukrttM werkende, in ftilligheld, onder haare dienftmaag'
fei. Dus bleef de prijs by deze,de vrouw van gemelde ÉæïßÀáççéû·
Weinigedagen daar na keerd Sextus Tarqutnms alleen binnen
Kollatia; word heufchelijk ontfangen; doch gaat des nachts»
snethetfwaard in de vuift, in de ilaapkamer van Luk.nt<*>
ÜCtthyQYerwddjgteu^dttacht, Maar» met het aanbreek"
■■■Ñ ·ôÀ3É1
-ocr page 102-
VÏTMVNTENDE VRÖVWE& $$
banden dag, ontbied zy haar vader, haar man, en haar mans
Vrienden Srutus en Falerius ; ondekt hen den vuüen handel
Van de jonge Sextus, en fteekt daar op, met een mes, zich
Zeiven het hajjt af. Waar na de bloedvrieuden zamen ipannea
tegens Tarqumtus de Verwaande, en hem met zijn vrouw ca
Zoonen uitkomen doen vluchten.
Ziet Ltvius , en alle de Roomfche ièhryvers; Ovïdius»
* E. zijnes Almanaks, Sec. Aidwxsui, Scudery, LeMoyne-ï
Severvi.ijk,
&c. voorts de fneldichters zo haarlovendeals laa-
iende , Tbeod. Re-La , Egid. Menagius , Petr. Egidius ,
Scaüger de oude, ï(afanova, Hadr. M&rius, Georg. Bene'
Aiclus, Artur. Jonfiónusi Lud. Alcctlmus
, Kard. Lepidus ,
-ftpoftolius
, Gymldus, Modeftus, Marino. &c. r(ajf>: Sar-
^winzijnklachtdicht, door Sterringa verduitfeht, &c. ■
Verklaaringe. ,
. Onftttmgc] Welk ik eens in een tafereel, door SïektJegedaanl
*n zeekeraanzienlijk huis'binnen Groningen, heb gezienj waai dj*
let volgende gedicht als toen van myis gemaakt:
,, Tarquijn > ik kun u niet bekyven
( Datgy, em onbeleefde gaft,
Die M&nke lelie of dit Zjuiver bed verrafl i
Stokade^ae/ my mei die dertelheid bedryven:
Mactrjy drukt ι enbeL.uisd, depoefleledenneèrl
£ndoetba»rt mctu'wVtapens, z>eer .'
Schrei niet; gy moet hem toch verladen i
Lükretia, ditblufchtgeen brand.' ■',.
Vvt traanen zJin te/Wak j e» vecht gy met uV) hand ?
Zyfivijgt; en'kzsiedefchaamt-, methufcheroi^ebladent
JBefibaduvten haarfcheot, dat uitgepikt yvoor;
Vergeeffib: hetfloutgeV/eld breekt door.
. *W ] Haar zelfmoorderye word van gemelde Aleelmta, met
«en fpeelende vryheid ( de Poëten toegelaaten ) verdedigd %
" ^gendeel berifpt van Beat, met een fneldicht dopt Jer. * DihJ^
Pdeeze wijze vertaald:
'Za«, Lükretia, desfihendenidaadbeviel,
2°kondgy, uitwwdood, noch loon noch lof verVierven:
°f^o mijfchien 't gemoed z>ich onbezaedeld hiel,
Φ& dulhttd \ms V defihuld eens anders ƒ e beftervm.
'- "                 Fa            "                      V%
-ocr page 103-
?4 GALLERTB Ï>Ë%
VV>daaddan was, Lukrees, nochloffelijknochgoedJ
GyfheuvelA, hoe men''t neemt, offchuldigofierWoedv
Maar in dat w& AU&lmut hoprdmen haar in een Vei%wmerjlerittg
(
volgens VMenhetst oveizettinge) de waereld aldus aenfpreeken l
Tarquijn, die metgeW'eld mijn huwlijksbedfchoffeerde,
Was 'i licchaammeefter; maai' onwinbaar bleej'tgemoed*
JE» ïjO de minfie lufl gedwongen leen onteerde ,
'k Heb met mijn leven dit Wel rtjkeltjkgeboet.
Ik leerde Rome, hoe mijn ramp-en finaat-genoot én
( Al blijft haar naam by elk. van of ff raak onbefmet)
Wiet reinz,ijn, ί,ο haar bloed niet, mannelijk vergoten,
Zelf't onbedreven quaad afwaffche van haar bed.
Dusbergdentoond de dood mijneer noch ongefthonden,
Terwijl ik ftraffe dan my , het geeniknooit misdreef.
Mijnvoorbeeld lijd nttt, dat een vrou ooit ongebonden
a
Η ter door gemoedigd, eer en kuifcheid overleef.
Maar luft de halve fchuld van 't lafterftuk ie dragen ,
Die 't leven
, na 't verlies der kuifcheid, kan behagen.
GeltefJ>] Op haar beeld door naald, beitel, of pinceel gewrocht»
Sijn in allerhande taaien ontelbaare fneldichten gemaakt ; doch
onder deezejjehaagde my allermeeft dat van Anhm. lonpmm op
aeLuhntia door IziMta Seton, gravinhe van Laüderdale, gebor-
duurd; 't geen Vollinhnt ie deezer voegen verduitfcht:
ZiehierLaktethhaarkuifcheborfdoorfleekeH,
£ens anders misdaad met haar eige misdaad wreeken ;
Jiadr naam leeft eeuwig door twee dingen, hand en bed:
De hand van doodfehrik vreemd, het troubed vry vanfinef.;
TSo&fronktix met een f rijs Zjojchoon door
Setons naaide j
Ms ooit haar ft out e band of zuiver bed behaalde.
'Bruto*] Deeze Lee. ltmius Brutas was een züfters zoon Tan de ko-
ning l··· TanjuiniHs de Hoagmetdigt ; dien hy nochtans, na de vet"
faachting van Lnhjtti» , ten troon uit fchupte, de vryheid te Ro-
men stlleieerft invoerende, en door het halsgerecht zijner zoons*
(roet de dwingelanden in het heimelijk verbonden) handhavende.
Xeeft van zijn beleid en dapperheid Liviat, Ditnijs. Haly^arnaffeii',
ïïlxtarehus mÏtplik, i<c.
en ziet zijn afbeelding onder degeihchf
f«lwg*Bdeï Jeniisby F«i».l>J»w.
3. STRAi
-ocr page 104-
PITMVN7ENBE FRÖÜWEN. ff
3, STRA ΤΟΝΙΚΑ,
verbergende de liefde tot Antiochus.
Torretur «fiutacito. Scnec. Hippol.
't 1 S Stmonika, die 'k op 't prachtig!? hier vertoond
Kom, blijfniet hangen by de vorftofbyxijn zoon j
L Maar merk 't ontroeren aan van deeze koningin i
De fierheid worfteld op haarkaaken met de min;
Aanfchouw, door h vel, in 't bloed een vreeficli jk gety £
Het rood verdwynt en rijft ook in de fehildery;
Ι- 't Verdoofd by beurten hier het wit, en't word ver-
doofd ;
Terwijl het jagend hert zich heimelijk verloofd
i Aan prins Antiochus, die meê die ftrijd gevoeld.
Stiefmoeder, die welmind, maar op geen ichelm-
ihik doeld
I Als Fedra, 'k zie de ftrijd gefluit, het bloed bedaard,
Ό, met dien braven zoon, rot's vaders ruft, gepaard.
Historie.
Jnthchus de 1, bygenaamd Soter, zoon van de Syriiche
faraing Seleuius del, Ntkator toegenaamd, beminde met eert'
Uitnemende tederheid zijn ftiefmoeder Stratonikfi ■> dochter vah
de Macedonifche koning Demetrius Poltercetef. Duïëie even-
Wel die opfpraakelijke liefde aan niemand openbaarèn. Dus
ftr.ïet 'het verbergen deezer quelling de prins in het bed. 't Geeq
I de koning ckde treuren , ja hst geïieele hof, de dood van den
«jujjnenden Antiochus verwaclitende. Doch de geneesmeefter
èrafifiratus brocht deeze verlegenheid terecht, en verjoeg het
ongeval, dat het rijk over het hoofd fcheen te hangen. Hy
merkte, in het komen en weg gaan van Stratonikfl ,zeer fchie-
hjke veranderingen in des princen weezen, ademtocht, en ader-
flag; ea-ondekté daar uit een kgekrept minnevuur. De va-
der, de reden van zijnes zoons krankheid verftaande, en wee-
I fcende gewilliger in zijn vrouw als. in zijn erfgenaam te verlie-
pen, gafdennuii»eziekerif/r*fOT/fc»terilmwdijk,
-ocr page 105-
%â G Á L L E RY E DER
"Zie Jpptanus-, in zifn Syrifche oorlogszaaken; plutarchus
in hét leven van Demeirtus; DtodorusStcul. inde Petrefaaari'
fche
uittrekzelen, Val. Maximus, 5 B. 7 Hoofdft. Quinnult
in Straton'tka-, tragedit, &c.
Verklaar ing e.
Str&tcnifyï] Het Bcjluitfchrift van die van Smyrna , by Seldenm (ia
aïjn Oxfortfeliemarmettteenen) geefthaai.de naam van godin; ea
in het Verhndfehrift van die van Smyrna en Magnefïa ; by den zelf-
den, wofdPiBx.1:, binnen Hierapolis gevierd, nahaarde naam vart
VtnmStratonicis gegeven ; van welke ook Tacittts , Jaaib. 3 B.
63 Hoofdft. gewaagd. Zie Zaaien*! van de Syrifche Vernis, oilnnsi
gelijkze by Tlutarchits 'm het leven van I{raJJki v.oxd genoemd.
M. Baudeltt de Dairval , in zijn boek van het Vvordeet ,
ontfangelyk uit het Reizen , vericheidene Griekfclie Meda-
ïïen van Afiatifchevorften en vorftinuen optellende, noemdookdie
van SirRtmi/i,a, geiïiaalin van de koning Antitchxs Soter ; doch, alzo
my dezelve toch noch toe niet te vooien is gekoomen , zal het ge-
noeg zijn dat ik het ten minften heb aangeroerd.
Vorfl~\Selmk}ttdel, gelylc gezegtis( i&^tforofOvetwinnaar,we-
gens 23 doorhem veikregene overwinningen, toegenaamd ) was de.
zoon van Jlnimchics, de voornaamfte der veldoverften van de Mace-
doni'fche koning Filippus; oflieyervan Jiptlle, gelijk zijn moedet.
£«*'«geloofde, volgens juftinus, I5B. 4. Hoofdft, Ziet van zijn
krygsbedryven Appianm ,Jnflinm, Oiedor. Sicttlns, Pltitarchui, Stc.
Op zekere medalienby meergenoemde Vaillant ontmoet hy ons
ongebaard, en met een leeuwenhuid ( naar de wyze der Macedont-
iche koningen van Hercules quanfuis afkomftig) overdekt: wiens
lüggeftuk e'én dreigende ftier( de reden zie by Appiamis) vertoond 5
«vens dit byichrift : ÂÁûËÅÙÓ 2ÅËÅÚÊÏÔ , des konings
Seleuci.
Æùç] Wiens afbeelding mede by Vaillant op een medalie is te zien,
vertoonende hem ook ongebaard,en met den keningiyken hoofdband
omgord , tuffchen welke iers uitkykt dat ik liever voor een hborn (de
ïédenzk by Spanhemitts) als voor een vleugel volgens Vaillant, zou
aanneemen: op wiens verkeerdezyde jlpMo, zijn ingebeelde groot-
vader , met pyl en boog gewapend zit; mede eenvoudig getee-
kend: ÂÁÓÉÁßßû ANTIOXOr. des konings Antnebi.
Rood] Vergelyk met dit eens het ontroeren van Senekaas , o!Re·
eints
V oi fmdonsFedr'a, tnVondelem Jempfar ; doch voomaamelyk
inetcle'keiferinne Fauflavm Bern, Stephmias , die haar ( Krtfpnsi
-zoon van KtnUantijn de Grote, en haar ftiefzoon, boven maaien be-
minnende, en êuhter, als deeze Stratonica, haar liefde verbergende }
SB het 3 toneel des 2 handels yan zijn treuifpel, dus beichryit:
■ç ì Ë.
-ocr page 106-
VIT MUNTENDE VROVWEN. 87.
Pallet, ignefcit, colt/t
Nenunuscrrati //milisattontto, modo
Exantmis alket vultus, amijfas prior
Modi flamma vires reparat, (ff varia vicet
Ïugat (fffugatur ons ingenui rubor.
Zy verbleekt, en ftaat weder als geheel in't vuur, doch haar verfver-
anderd ieder oogenbiikj dan is het weezen wit en dpbtich ; en daa
brandend en ontfteeken 5 waar door het eerbaai roodhaarei wangen»
by beurten» weggaat en wederkomt.
VotW] DitiZeWe geval word van Sorames, inhet leven van ffiffe-
Ardtes, Ptrdiiki"
detwaelfde koning van Macedoniër) toegefchre-
ven 5 welke getuigd, dat hyopfjj/ß, deby/it van zijn overledene
Vader jilex*nder,zyn zin gezet hebbende mede {waariyk krank wasge-
wordenjdoch door de fchranderheid van Hifpokrates hetfteld en gene-
ze» Zie Joh. Henr Meihmius ia het 20Hoofiift. zyner Verkleringttt
over den Eed van ffippofyratet.
Stitfinieier] Inde hiftorie vind ik nergensdatzy opdepiins in
liefde wasontfteeken; maar ik heb,voor cenigen tyd.dit uit de treur-
fpeelenderB.m*nz.ieksFranfchen gehaald; die (terwij 1 zy alle groot-
iche voorvallen met hunne laffe minneryen bederreti, en omzenu-
wen) van der treutfpelen oogwit geheelyk afdwaalen: wantin het
marmere zinnebeeld van devergodingdes Griekfchen hoofddichteri
Homerus (door de Heer Gisb, Kppcr zo onverbeterlyk uitgelegt) word
het T«w#»/indegedaantevaneenman verbeeld, aangezien zy ko-
ningen , vorfteu. en helden in hunne rampzaligheden vertoond»
daar alleen het Blyfpel (des ookin gemeld marmer als een vrouw ver-
fchynende) onteerde maagden en verliefde hoeremin hunne minple-
gingen op het toneel doet veilshynen, volgens Lektentim t o B.
2o Hoofft. zynes Qnderwijz.
FeilraJ Die wel op Hipptlytns, haar ftiefzoon, verliefde, doch
ß nietkonnende^ot haar oogmerk geraaken) hem valfehelyk be-
schuldigde en ter dood farocht. Ziet, behaiven genoemde Treurfpel-
dichters, (Hiiias, 8cc, de Sneldichters van het Griekfche BfMsjief»
hturetas, Sabms, &c. uithetS/Mmii/vertaalde ë//ß»Á··»·ß dit vol-
gende.
X>e kuifihcid en de min, tVvee nimmer eens gezinden-,
Zijn
V eens, en ■WorsTlen om t\veezielen te verflinden:
Want
Fedra raakt om hals door ratsend minnevier,
En de ced'kkuijcheidftaat
Hippolytüs TM dier.
F 4 -■■                   4. ZE"
-ocr page 107-
%$ G Á L L E R Õ Å DES
4. Æ E NOB I A,
naar de dood van Odenatus de wapens han-
delende,
Stravijpi feras immitis nmahat. Sil. iBel.Pun.
D lt is ZenobiA, vorftin der Palmyreenen;
Zet zy den filv'ren helm eens af,men ziet een vrouwe
En had haar boezem door de fluyer niet gefchcenen,
'k Weet dat men , indatftaal, een krijgsman zoe-
ken zou.
Zy proefde'er kracht, in't woud, op tijger? en leeu-
winnen,
Dien zy de kop vergruifde, of in de lenden fchoot.
De liefde zelf bon op die jageres niet winnen >
Een fiere weduwe naar Odenatus dood.
*t Was dar, geen wonder dat zy legers aan dorft voeren,
fgipten dreigen, en heel Azien beroeren.
Ç ISTORIE.
Als onderde lafhertige en achteloozebeffiering des Room- 1
fchenryks van denkcilei: GaUienus, in alle gewetten de veld-
overften, door hulp der krygsknechten, tot" vorften zich op-
wierpen j regeerde Odenatus Palmyra , en de omliggende
oofterfche landen -van Syrien. Zijn vrouw vi&sSeftimtaZe- \
tiobta,
in hcldachtigheid , geleerdheid, en eerbaarheid uit-
muntende; die zich van hem nooit liet bekennen als om te ont-
fangen , en ontfangen hebbende dè manheiykcn ommegang ten
eenemaal ontweek. Haar man omgebracht zynde, nam zy>'
Op denaarri van haar zoonei), de regeeringe byv der baad', met
den koninglyken hoofdband en helm op het hoofd, en een pur-
pere krygsmantel om de fchouderen, in het leger verfchynende.
©orlpgde tegens de Perfiaanen, Egiptenaaren, en Romeinen.' I,
Iferwönnen» ten miniten. verfwakt zijnde, gafze zich over aan;
-ocr page 108-
VITMVNTENDE VROVWEN. 8$
den keizer Aurdianus, op voorwaarde dat zy met haare kinde-
ren hem naar Romen moeitvergezelichappen. Zy ging dan,
benevens haar zoon Vabalathut, voor de triomfwagen van
den keizer, met goude ketenen, gefteenten, en allerhande
•kpftelykheid zo overladen, datzy, om haar adem te hervat-
ten , zomwijlen moeft ftand houden. Voorrs is haar het Jeven
gefchonken, en vergund, met haar kinderen, op een hoffte-
de ontrent de ftad Tibur (niet verre van Romeh ) in eer en aan-
zien haar leven te verflyten.
Ziet Trebell. Pollto in het leven van haar en Odenatus, Kt*
rodes, Tetnkjis-, Sec. Flav. Poptskus
in het leven van -iurelia.
*>us; okk»y Medwbarbus
, Ρ atmus , en andere uitleggers der
Keiièrlykemedalien, Ltp{ius,Saiderj,LeMoyne,BeverVi>yks8ic·
Klaud.deQriek.
in zijn treuripel van Zenobia 5 en de fiieldicfe
ters, Scaliger, Marino, &c.
Verkla arin ge,
I>it is ] Zo plachten weleer de fchilders ,of beeldhouwers, ondei
*Je voornaamfte beelden van hunne hiftorietafereelen de naam te
fcluyven; volgens getuigenis van P<mfantas( 10B.) Ipreekende van
"M beeld van Heimat, in de fchildery van Troies verwoefting, ook
Zonder het byfehrift ( fchoonhat'etnevensftond ) te kennen Al-
waaroni Lucianta (ia Rerodot.) in hét tafereel, het Huwelyft van
■dlexander de 'Grnte en Rexane verbeeldende , twyfeld van war
Jongeling Befefthn onderfteund tvord ,· aangezien zyn naam daal niet
waat by gefchreven ; gelyk dit word aangemerkt va η dik maals aan-
getrokkene K^perus in de verklAaring der vergoding van Homertcs, '
Palmjwenm] Een oofterlijk landfehap van Syrien ■, zynnaam dra-
Se«de van de ftad Palmyra ; welke van ftinitts ( j B. 25 Hootdft.)
Wegens haare gelegenheid bovenmaaten word geroemd, Zyisge-
geboud van de koning Saloman, en heet Thadmoi in ParalipomeiSi
* Hoofdft. 8 veers; Ziemedejifephes, 8'Β. ζ Hoofdft. der Joöd.tcii.
Qttdh, Doch is naderhand aoov.-4nrelimm , overwinnaar van Zentbia 3
vernield engefieebt; volgens Vepiskps'ia het leven van dien keïzerv
Jie de Aanmerkingen van Thtmns de iinedt over het Stedmgtficr van
oHfarmt,
Vtem» ] Die (zich roemende afkomftig te zyn van Ptelemëfts, zoon
VSn'Mar^. Antmius en Kleop&tra) deshalven deeze koningin tot
Wn voorbeeld en richtfnoerhaares levens neemt in de brief tot den
keizer Jlurelianus; te leezen by gemelde Vtfisips.
• Opde medalien welke ons Segnirms, Spanhemins, mVatimsves-
toonen, verlchyntzy metoverdektefchouders,omgeboogenhait-
lokken , en een myter op het voorhoofd ; nevens dit opfchiift s
c.EnTIMIA ZHNOBIA CEB., Dekeiferin ieptimia Zencbia.%
wiensruggeftuk draagd de bceldenis V3n de Heep tuflihen daestó
Jetteien; h.E. ■· ,
                        ï j                            Ge-
-ocr page 109-
pï G Ë Æ L E RY E DER
Genoemde Segtinui, in de verklaringe zyner uitgezochte medi»
lien, 2 Hooldft. de é? Medal. zeer geleerdeiyk over de bynaam van
Stptimm redenerende, geloofd Zcmbi* uit een R oomfch geflaeht ge-
iprootentezijn, engeeft onsin bedenkinge of Siptimitts, eene de£
moordenaaren van Fempejas de Grnte, aan de F f temen vermaag-
fehaptjdeez-oveioude ftammein Syiien tot aan deeze vorftinntet
heeft voortgeplant.
Helm ] Ik val» het fneldicht Scdiger den ouden; handelende vaa
Smirxmit in' deezer voegen:
Tolle gravem galeam, ettollet fi ftwiïn», folum
ToUeuterum\ inventes corque antmumque vtri.
Nsem den helm van het hoofd, en daar zal zich een vrouw op-
doen é wend uw oogen van de teeldeelen af, en ç zullen met een
manshett en een mannemoed bejegenen.
^tygsm/m'] Ziet diergelyk een helderiaart in ftntiafilt* by Si
Qmyrmetts, inKamillaby Virgilias , iaMarfife
by Ariefie, en iulü«-
rindt by den onvergelykelyken Ôö,
Wmi~\ Ik vind dit nergens als in onze Afbeeldinge, ongetwyfeld
meteen poëtifche,vryheid ontworpen en voltrokken. De poéten(TOl-
gens Sekrttes by FUte inFtien,) moeten verfieren en niets n*ar de
waarheid fpreeken ; het is haar gewoonte (zegt Strafo, é B. der >»««-
nld bejebr.) in de hiftorie haat aanvang te neemen, doch ook dezel-
ve , met by voegzels te vcrmecrdeien,en een voegelyke cieilykheid te
geven,
j. De
-ocr page 110-
VT7MV ÍÔÅ NDE.VR OOWE Í.
5· De Franfche Maagd,
haar eer verdedigende tegens de gewel-
denaar Amolon.
LUiumquenontaBum- Martial.ylib· 39epigr.
O Ñ leliën, als die, draagt Frankryk roem.
De kuifcheid kon nooit hagelwitter fcbynen
Als op getooid met zulk een fuivre bloem,
En in de ichoot van zulk een armely ne.
Vorftamolon, vantegenftandvermoeid,
Valt op zijn bed in flaap; zy vat den degen,
En quetft hem dat het bloed van 't leger vloeid.
Hy fchreeuwd; de wacht houd deeze fuditb tegen.
Neen, roept hy, laat haar gaan; indien ik fterf,
Mijn rykdorn zy die kuifche tot een erfi
Historie.
Zekere jonge dochtervan Kampanje, een deel van Frankrijk,
ten tydt van koning Co«iraH,ontrent het jaar 58o,Iangen tijdge-
vryden aangezocht van eenen hertog , Amolon geheeien, ftond
op het punt van, door zijn baldaadigheid, haar kuiicheid te
verliezen. Maar zy vermoeide hem, reeds door een geweldi-
ge dronk bevangen, zo met haar tegeniland, dat hy van ilaap
overwonnen, in zijn bed neder zeeg. Als wanneer zy zijn ge-
weer trok van meeningc om hem liet leven te beneemen. Doch
hy wierd wakker in het treiFcn. En als, op het gerucht, de
kamerlingen toefchooten, zo prees hy die maget, en bevai
dat men haar zou laten gaan, aangezien hy, naar zijn verdien-
den zich vond geftrafr. Zy wierd evenwel voor Gontran
gebracht,die haar ook het ombrengen yan Jmdon met verwon*.
sering vergaf,
TM
-ocr page 111-
ø È Á% L ER TB DER
Ziet Gregorius Tmronenfis , 9B. 27 Hoofdit. LeMoyne}
VEK.KLAAR.INGE.
Z,dkn\ Eenige fchrijvers gevoelen het wapen der oude Franken
t^heftaan in ? fwarte padden, of vorichen. in een gulden veld, mo-
^elilkmethetbyfchriït; MIHI TERRA LACUSQUE , Ik ho*dt
„, ot het v»fie land en in ie motrige ■ fulen ; ter gedachtenis van de
boelen' meeren, enmoeraffen, hunne allereerfte fchuilplaatzen:
«vengelijk, volgens MttroMns, de oude Alaanen, Schwaben, en
Duitlchen, een.-Kat ( als het blazoen vin hunne vryheid) inhunne
vaandelen voerden.
Andere daarentegen meenen dat zy geen 3 vorfehen s maat
2 kröonen in een zilver veld vertoonden : wat 'er ai zy, 't is zeeket
«lat deKonin»· Khdtwm æâÉ¢íéË inde oude fchriften ) Cbrijtm
geworden zijnde, 3 vergalde Leliën , ineen blauw veld , van den
hemelquaniuis hem toegefonden, heeft aangenomen. Zietdei/*-
ttu HutnawsYinPttr. Sertli4»tt, TB. i8Hoofdft.
Fwnfe-p ]Dè Franken waaren eigentlijk vrye en franke DuitfcherS,
diedeeze hunne'naam'krecgen ,tocnze onder het dekzel van 's vry*
heidsfehoonenaam, het Roomichc juk afwierpen, enzichtegens
den geweldigen meefter opftelden.Ziet Prctffms, 1 B. desGott. oerl.
aBderWendiOoil. Agathim, Jttnandes, &c. Lagen aan de zee-
örand, í an den Rhyn en de Elbe omringd en bepaald; erneerendc
zich met vrybuiten » volgens Ammi&nm , 27 B. Orafins, 32 B«
MAmertinm in zijn lofreden, &c. Baar naam , by Tacitus onbe-
kend wierd onder de Keizer GtUUnut eerft gehoord j als wan-
jieer zy zich van de Gallis (hunne tegenwoordige woofiplaatze )
hebben meefter gemaakt,'verkiezende een zeer vruchtbaareen va.
{té grond voor hunne weeke moeren en onvruchtbaarewoeftenyen.
Ziet , de lofredtmurs van de Keizers Diekjetianm , Kjnflantius , IQ»·
iiantitwi; znSUonim Apollimris.,
van zekere Confentias in déezei
•sroegen fchryvende:
TuVidrum, Vahalim, Vtjurgtm-, Albin,
ïYitneorum et penitij/ïmas falades
Intrares, veneranttbus
Sicambijs, &c.
Oyzoud moeten deurftappen de Vecht, deWaal.deWezer, Ü^¸\-
tie, en der Francs» binuenwaarts gelegene moeraffen, daarudeft-
ambri zouden ontzien.
Dus moeten immers de verwaande Franfchen heden, ïn hunne
?Siwyfde galanteiyen , bekennen dit zy telgen en uiefpruitzei»
-ocr page 112-
¼Ð̼ͺÅÍ¿Å VROVWlli. gj
tan onze voorvaders, de moedige en dappere Sicambri, Batavi.}
Wfii, Saxones, en Chauci; dat is, Overisalers, Zutfeneis, Kleef-
Janders, Weftfelingers, Embders, Bremers, Ofenbruggeis, Linge»
**"<s , Benthemers, Twenters, Drenthers en friezen zyn. Ziet de
Batavia van Hadr Junins, de Drentfche Anti^uiteitm van J'l>. ÏV4-
■Armdyn] De Natuurkundige zeggen dat dit dier (mus Ponticus
Van Vilnius geheeten) metflijken modderbebolwerkt, eeidaarin
beflooten wil blyven, en van honger fterven, als (een weg door die
vuiligheidmaakende ) zynhagelwitte vacht befmeuren::dus fpreekc
fttrarcha, in het Zegeliii van de Sunerhêid, vin het zelve, als eca
minnebeeld voor «11e kuifche verftrekkende, in deezer voegen:
'tZeegteeken in deez> daff're ftrijd Z,alz,ijn
In't groene veld een Viitten armelijn.
Ziet zijn af beeldinge hy"jak. J$*ts, met het byfchrift : Malomerê
•/nam fiedari;
'k wil liever fterven als my befmetten ; voorts de ie».
«altgia, of uitbeelding des verftands van CxfarRipa, by Pudicitiaof
fceisheidji^vc/Z. a Ïttr» Sen3a,ieSymMii Heioic· I E. 3 Hootdff.
&c.
gtittfl] Diergelijk en by naar het zelve verhaald JBenmijk. van
eenes Advokaats dochter binnen Rijflei , tegens een Spaans ed.el»
«nanzichverweesendes 3 Â, «Hoofdft.
jf. GE-
-ocr page 113-
p4 G'ALLZRYEDEtt
6. G E Í O V E V Ë ,'
in het bofch omfweryen.de.
nee merfus acerbis
Extat honos. Stat.4Thebaid.
Iet hier de kuisheid zelf, dezuyv'reGENovEvE »
Noch, buitenkennis van Ztegfridm, in het leven:
Het byzijn van haar krooft verminderd haar verdriet,
In wiens gelaat zy den bedrogen Paltzgraaf ziet.
Onnozel kind ! 't kon ook uw' moeder niet verveelen ,
Wanneer'üW handjes haar bekreeten wangen ftreelenj
' Wanneer uw' kleine mond haar traanen binnen
flokt,
Terwyi u'flieve rhee, mst volle tepels, lokt.
Neen i neen: dit zielvermaak doet haar haar leet ver-;
geeten:
Zy ichynt van Gok, en zijn haat, niet meer te weetert}
Zy wandeld, in dit dal, zo wel met u te vreên,
Als waar dit hol haar een paleis van marmerfteen,
En 't onbefayfd geboomt een rijgel hofpilaaren.
O fchoone! 't is een laft zijn' oogen te bewaaren
Voor 't hagelwit albaft van uw' ontbloote nek,
Õvoore fchoudcren, en boezem zonder vlek:
Doch, 'k voel zo haait geen vuur, door deeze le'en,
ontfloken,
-Of zijn geweld terftond, door dit gezicht, gebroken:
Uw'droef heid wederhoud myn welluft, enmyn
hand;
EBblufcht, met traanen, dien onreedelijken brand.
-ocr page 114-
yiTMVNTENVE VROUWEN. $|,
HlSÏ O Κ. Ι E.
Ziegfridut {getoeenlyfc s'tfrooy genoemd '■) üit de Herto-'
gen van Brabandafkomftig,PaltsgraafvanTrier,onderden wyd-
beroemden KarelMartdl,ttgex& deSarazeenen te velde trekken-
de,gafde belangens van het graafichap en het hof aan zekeren Ge»
lo. Weke, na dat de Paltzgraaf naar Frankryk was vertrokken„
tot oneer verzocht 'des zelven eerbaare huysvrouw Gtnoveva.
Die\ in haar mans afweezen, een zoon ter waereld had gebracht.
Cole , tot zijn oogmerknictgeraaken konnende, befchuldigde
haar van echtbreuk, als of dat kind by haar in onechte was ont-
fangeh. Veroordeelde voors, uitlaft van Sifioay, .haarom,
nevens haar kindeken, ineenbofch, in een poel verdronken te
worden. Doch die dit werk was aanbevoolen lieten haar leven j
enbrochtenGö/ff 'tvereifte bewys van haar onverdiende dood.
OndertuffchenlVorf^eno-ïJeMinhet woud, terwijl haar zui-
geling van zeker ree dagelyks wierd geipyft. In het vyfde jaar'
baares ballingfchaps, teweeten in het jaar onzes Heer en 750»
ontmoete zy met haar kind denpaitsgraf,by toeval op de jagt zyh-
de verdoold, die haar zo uit de onderlinge zamenipraak , als
Wel aan zeker litteeken in haar aangezicht (eertyds ontfangen in
Braband) wierd kennende, enmetgrooteblydichap weder ten
hove kocht. Alwaar zy, den 7 April des zelven jaars, is over-
leden; na dat ter gedachtenis van deeze herkennis, een kerk,
Maria Sojfitatrix (of Ons lieve Vrouwe de Bevtaardfter)
toegewyd, άοοτ Stfreoy , in het boich waar opgerecht.
"LietMolamis) Andr-Srunnerus, Andr.de Bocye-) de oude
RegiJiirsYaaaziQtirthiitZjérste^oblenij, Scc.de Herftelde on*
'f-oz^lheid, het Ïtemfyt1. van Anten. Franc.Wmthers, Sec.
VeR'KL Α ARINGE.
Ziegfiidus} Het Ichiy ven en leezen deezernaamcndoetmerelkens
^et een nieuwe eerbiedigheid onze Mcedertaale bejegenen, die
voorwaar in fchoonheideu vermogen noch de Griekfche, noch de
■patynichefpraak,behoefd te wyken, Tenminften iszyueeeiftege-
'ïk indekracht der eigene naamen 5 welke, zynde kcppeiwoordena
"Jt een aloud Duitfch of Saxifeh woord meerendeels Jjvjnue jneè>
fl*nge en beauideiüik ontfMgen, als by voorbeeld; '
ym
-ocr page 115-
féé Ó Α t L E R Τ Ε Ό Ε Ά
Van Gaft { dat is . een heerfchei, enoppergebieder over hel
Omgelegeneland ') komendenaamenvaniWagaft, LMriegsü, Wié-
atigaft > ia/agaft , Hildegiü , &c, by C/efar, Orefius, Clatidiatms, &C»
ons ontmoetende.
Van Meyer , Muit? ( Maitr domtts , opperhöofdmeefter % en
veldheer) komen dievan Ormar,'Virdemn, Indncimau , Segïmei;,
&o by Lnim, Tacitnt, &c. te vinden.
VanDréfA (volk) komt Dkttrich , enzovoorts: gelijk van Zg*<
of Ziege > eu Frid de naam van onze Ziegfridtis; beteekenendewéi-
riefampaeem, een zeeghaftige vrede.
Behalven dat ons veel oóïfptonkelijke woorden inde eigenenaa·»
jnen te vooren koomen , waar af de beduide-.iis t'eïnemaal is verioo-
ienënverduiftetd; gelijk als in Amulf, Relh, Krede, Gelo, &c»
Deieden is dat onze Voorvaderen, alle de oorlog volgende, niets
ofzeerluttel (cndatnoch in het Grieks volgens Cefar en Tacitus )
belchreeven, en de voorvallende zaaken aan het geheugen van hun-
ne zingende Bardes (waar af Lueatms , en dmmianus) overgaven.
Veel lichts evenwel hébben wy wegens de woorden in de naaméri
der landfchappen, fteden, dorpen, en vlekken zich op doende, hei-
kregen . te weecen; &c.
Haar (een hoogte verhevener als het omliggendeland i eneverir
wel geen berg ) in de Vafte Haar by Kovorrfen.
iee (een diergélijke hoogte ) i η Tónge lei aan de Eerkei, Teffan-
der/««aandeDemer, Tonger/u», Hulitèr/oo, Schaker/si, &c.
, Waan, rsaert, weert ( laagland dat met hooge vloeden onder-
loopt ) in Holwwi ontrent Kovorden i Tkmgewaard, Adveert, 8cc»
fcy Groningen; Langeroaari en Η oogenveri by Leiden; voorts aan
denRhyn, Keizerswaart , 's Gravenroaart, Stevenswaari, Tile-
3»aart, Bommele»>a«rt3· en ontrent het verdronken Zuid Holland ·,
jMuggewaarf, Kiemswaart, Έ'κιτοααη, Krimperwaart, &c.
Geeft ( een zandige plaat in groene weilanden ) in Ïadegeeft'
Otügeefi
, de Geefl, &e, ontrent Leiden.
Ge, Ga, axGeuw, (land of grond) in Ofter^e, Wefteijij Sec.
in Friefland; HuniÏB|#, rivelin^!1, onder Groningen.
Gart , geard,' of geert ( een hutt met boomen rondzom be»
flant ) in Staigarf, Beljar/, Bremgart, Orgart, Torp^arf, Emel-
gart, GrammeljaM , Oftrap£arf, Kugart, 8cc. in Jutland, °P
fttóaB^Fuinen» en elders in die landftieek.
Brink. ( een groene doch onbezaaide grond) in .SM'»£hiiyzen»
Stnlfrtni, 8cs. inOviiiielefiWeftfalen!                          ^ ,
-ocr page 116-
Ό Π MUNTENDE VKOVWEN. '$%
Α»Α (afgebrande beide ) indedorpetituflchende ElbeendeWe*
Κεϊ> by Grubenhage, Mansfeld , 6cc. tsweeceii; WeistWs,Bleich-
r'dt, Oldejireafe , ÉisperaA, iCeartde , OfteiiWe , Grefcn/i&i
Hatskirnifc. Sic.
Doch de aarsgenaamhesd deezerftoffe zou my hier van het ίροοε
"Kngen , en dat zou miflchien den Leezer önvermaakelijk zyn j
geniaal de Duitfcbe taa! met de nek word aangezien van die zich
•loot de gewaande betóoviringen van de laffe fpraak der f ranfcher*
•aaten verrukken.
ging het wel eer ook zo binnen het welfpreekendRomen nïei „
toen zy dooi der overheerde Grieken zeedelooze dertelhedefi en
weIlu(ten was ontzenuwd en verfwakt? hoe walgden haareburgers,,
^aahunne moedertaal, dat aanbiddelijke Latijnï JuyenMitklaagt,
c* dus over in zijn 6 Schïmpdicht! ,
Qutd rancidius ■> ejuam quod fe non futat uil»
jFormofam
, nifi qua de Thufca Gr&culafctSta efl \
&e Sulmonenfi mem C eer o f is
* omnta Gr&cé ,
Cum fit turf e mag is nofirts nefcire Latmè>
Hoc fermone pavent, hoc tram, gaudia, curas
j
Hoc cunéïa effundünt animi ficreta ; quid ultra \
Concumbunt Cr&cè. d^-'c.
^st (de zin onze tyden en het Frans fpreeljeri zyndetoegepaft ) te
Seggenis: wat i's 'er flordiger alsdat een Nderlander geloofd zich.
Jiet aangenaam en bevallig te zynstenzy hy ineen Fransman is her-
ichept, en word van een zedige Amfterdammér een trippelende
ïarifiasnJ Alles moet in hét Franfch uirgeiproken worden. daaC
het immers ons een uiterfte ichande is dat vvy geen volkomert
Duitfchverftaan, In het Frans worden zy bevreeit, vergramd, ert
veiblyd; in het Frans ondekkeri zy aan malkanderen hunne gehei-
Jtieniiïcn. Wild gy meer? zy gaan ook flapen op zyn Frans, &c.
Dus zullen wy het gefprek Over de voortreffelykheid onzeÈ
iloedertaale uitftellen, en den Leezer wyzentot Mark..Zmr. var»
Soxhoms Antwoord op de Vraagta ontrent de Domburgfche Ntiallt-
Μλ , Sim.
vjB Lettmens Batasia illiiflrati, Hadr. Junitts, J. Pi%-
k*rd,
8tc.
GoU ] Die wel fchelmachtig uitvoerde het dreigement, waar me--»'
de Tarqayn de kuifche Luiretix vervaard maakte, a!s hy eene dei
liofbedienden op liet bed van Giniveva fmeet en aldaar daorftak;vaU
gens gemeld treuiipel vande Hr. Wmthm.
§ffgilMrsw1 Be weergalooze dichterPJ^Btcfdg ia zjja heer-
β.                               IM
-ocr page 117-
$% UALLERTE, DEK
Iyke3*w, tempels en pileizen met een boichagie vergelykendei
f éhiy ft onder andere dit volgende :
Wat marmerfieene vloer ïmi ook iich kennen roemen
Sy voettapijt van kruid) gespikkeld met haar bloemeni
Wat vvandenrifk vermaald, of Vsat beeldhouwery,
Wat orde van gebou is zjtlke, datzje by
£enf(bed,utyrijke beemd in majefleit mag halen?
En een weinig Yerder:
Wat um, het Vieetan by depilers der bofchagient
Zo rijug, en gekapt met Vteelige flumagien
fan aartigvloeiend lof; by flammen nimmer los
Van klimop^ geborduurd op green fluvteelen mofiM
Het k*ftelijke koor Æ,áÉ de oogen haaft verveelen ,
Maar nimmermeer het frifch der fiheemrige prteelen;
Welk
> alt gy 't duizendmaal en duizendmaal bezJiet l
fan dui&endmad aanfchouVid op een gefialte niet.
I
-ocr page 118-
VÏTMVNTENDE VHÖVWEN. $$
7» De Nikoziaanfclie ilavin,
doende het Turkiche ropfibhip ipringen."
Hac tam fceminea vidimm aSa menu.
Martial. 6 ipeflac.
^ \J Ud Cyprus brom niet op de toorts van haar go*
*v
          in;
•Die 's minnaars herten doet in dolle liefde branden;
Maar op de toorts, waar mee die dappere ilavin
Deplonderzieke Turk grootmoedig aan durfd randen.
Dus, Rome, ftaak de roem van uwe ScevoL·,
Alleen in 't offervuur verzengende zijn ving'ren;
Hier ziet men) opdeilrand, voor't hoog Nikofia^
Door buskruids blikzemilag i een maagd aan flenters
lling'ren.
Noem *t edel heldenhert; hoe heet die maagd ? de
Vaam
Slechts peinzende op haar daad, vergat van vreugd
haar naam.
Hl S Τ O R J-E»
een der beroemfte landftederi van net eiland Cy~
ν 'ir ,n ^et iaar I57I > door ^?rtt Mullafe., krijgseverfte
.n -Keizer Selim de II, na 15 ftormen overweldigd zynde ;
■Wierd al Jiec vermogen,der burgeren de krijgsknechten ten
roof gegeven, en zy zelve, met heone vrouwen j zoonea,
5? dochteren gevangkelijk weggerukt Onder de bloem der
yperiche jeugd, die men ( benevens de kofrclijkfte buit) met
3 fchepen naaf Konftantinopolen wegvoerde j was een jonge
°cnter, de edelfte der gevangenen t ^ Deeie veinsde zich ziele
weezen 3 alleen om een middel uit te vinden van haar eer v&
G 4                             bewaa-
-ocr page 119-
55o' 'G Á L L E RT Â DER
bewaaren, enhaare lotgenooten van der overwinnaaren fchimp
en fmaat te bevryen. Dus krèegze de vryheid van over he*
ichipte mogen wandelen. Zy, dezelve gebruikende , vona
gelegenheid om in de kruidkamer te komen, en vuur daar
in te werpen. Waarop zy met het fchip, al den roof, en zo
wel de overwinnaars, als de overwonnene, is in de lucht ge-
vlogen. Eenige weinige evenwel ontfwommcn hunne dood 5
naderhand geloofwaardige getuigen van deeze groothertige hel"
dendaad.
Zie Biz,arus, in zijn Eefchrijvinge van den Cyperfchen oor-
Jog
; Tbuanus, 47 B. en L. vanden Bofch, in zij á Oude NieuW
der Oüdekte waereld > 10 Hoofdft. Le Moyne, &e.
Verklaaringe.
GedmJ Verwonderêns waardig is de overeenkomft der hedendaag"
fehe Roomlche met de aloude heidenefl van Italien en Griekenland.
Als de eerde onze Lie^e Vrouwe in konftige hiftori rafereelen» of
pronkbedden, willen vertoonen, zo verbeelden zy een welgemaakt >
somtyds overprachtig, zbmtyds heel zedig gekleed, vrouwmenfen j
dan in tegen deel hunne mirakuleuze Lieve Vrouwen van Loretten,
Halle, en Scherpenheuvêl, nochermen , noch beenen , nochee-
nige leeden hebben; alleen ronden, gelyk een fuikeibrood, fpits op-
gaande ; met hooid en handen onkunftig opgefchikt.
Op de zelve wyze handelden de laetfte (behalven AfoUofy Me, D''
atia,Ium, ÑáÉÉáé, Ceret, &c.) met de godimie Fsmot ; hoefchooa
word zy niet verbeeld op de zilvere medalien van de keizer lulius£c-
fiw,ea
dekeizcrinneEirefaiWjahoe bevallige» bekootlykwas zy V3»
jmrmeriteen ( het konitwerk van Prtxiteks , waat af FUniits en laai*'
mis
)by die van het eiland Knydus! enoudertuflehen washaarbee"1
vanraitakelbydievanPafos, opheteiland Cyprus, een maakz"-
loozefteen , rond en fpits opgaande gelyk een (pijnappel! Vfllgcns
JFacittis , 2Hift. 3 Hoofdft. en Maximal Tjirim.
Op de medalien , by Hui, Geltzim, vind ik haar dus afgebeeld ·»
het2Ïtafereel zyner Eilanden; teweeten gelyk een pyramied op- |
waatdsopgaande, in het midden van'ten aanzienlyke tempel, «>c,;
ditbyfebrift: Ê ÏÉÍÏ Í KïnïinN,met gemeene ftem-
men van die van Cyprus,
Maarzieteens hoe veel veiliger hadgy, óRoomfche fïogytoch
de verblinde heidenen in de godsdienft na woud volgen j de 3loU"e
Scythen en Dukfchers, in plaatz van de Latynen of Grieken > toc
Bwe voorgangeren aangesioomen,
                                               "
-ocr page 120-
VlfMVNTPNDE VROÜtVEN.ióï
Van deeze fchryft de ftaatkundige en zeer bereisde Txeiirn , in
"et boek van der Duitfchen zeden , 9 Hoofdft. datzy noch beelden
"°«i tempelen, in hunnegadsdienft,gebruikten; als of zy, mid-
5,cn in.hunne onweetenheid , merkten dat de oneindigheid vaneen
°*Μ weezen in dusdanigen engte niet begrepen kon worden.
_ "et zelve doet der Dichteren Horfd,in bovengenoemd treuripel vaa
*'* > zijn bofchpapinneZegtmendop deeze wjzezeggen;
-°e goedheên, die z,ich i,elfs ons ooit te nut uitdeelden ,'
Verheffen Xvy als Goón, maar eerent* in geen beelden.
Want fferflijk. hoofd verfier d (hoe diep het xjch beraa")
Geenmaakpel, of het gaat hunn' heerltkjjeidte na.
Oo£ zjjn Viy ongevioon 't geen dat iiich niet begryfen ;
Van al de ■waereld laat m tempels te benypen.
MaarVfyen Viel, tot eer des heiligbeen, in'fWoud
Een levendige fark^van ongekorvenhout ,
tWelk.f met z,ijn telgen breed, en hemelhtoge toppen $
Het dertel mankend licht befldat den V>eg te floppen
;
En field v/tn binnen toe een akeligen dag ,
Die 's menjchen hart befiulpt met ootmoed en ontzaag.
Doch ziet Scbedius van der T>mtCchen jifgtden; Saaiertfts van det
Jflden Offerhanden- en Boxhorn in aiin Aniwoord op de Vragen raaken-
°e de Zcelandfche Kthalleni*.
jj.?cn'.*'*J V'O wiens welbekende daad (behalvende Roomfchc
Utorieichryvers ) Menttius t B. zyner Sterniifthrjtting ; Silms
B'der Punifche Oorl. in de befchry ving van een befchilderd ichiJd,
ge Martialis I B. 22 Sneld, en 8 B, 30. Sneld. Scaliger deoud?.
"dr, Marim, Fattfl. Sahem, Gearg. Btntdiïïm, wiens fneidkbt
^tVollinhnt in deezcr voegen is verduitfcht:
Haar hert heeft Porcia , triaar Scevola itjn band
Geroofi metgloejend vuur: hy voeld, zyfivelgt den brand.
■Bei' "Waard hun vaderland ; maar
Porcja met reden
De ivaardfie , had&e dit voor 't vaderland geleden.
Nu wint hy
V> die uit min voor 't vaderland dus leeft,
't Welk\
zy , haar man ter liefde, al fl ervende begeeft „
Üi^g-j oif.DappergevoeldCindeBefilirjviitgedei'EiUndenrm
^l'Ar<:hipelendeMidlandlche Zee) dat Nikofia of Likofia vart
Ata ^,uteon ofLedrum. en namaals Leucofia,is genoemd geweeftj
t?Kj'"'' het veroveren van Nikofia verhaalende, geloofd
'feinH · men naar certvds Tiemithus noemde, en-datzy nader-
β ί5 "«gegroeid uit de ruïnen van het gebemige Amathus, doot
q 3
                                   Risharê
-ocr page 121-
'302 G Α L L E RT E DER
Richard del, koning van Engeland,vernield. Wie 't allerbeft ge-
ladenheeft, dat ftel ik aan de liefhebbers van de Landkaaitkunde.
welke ons deeze ftadaanwyzeninhet midden van Cyprus, aan de
beek Pedeus, in de vaileye MeiTaria geheeten.
Fattm~\ Welke , om haar geiwindheid, met vleugels word afge-
beeld; volgens Virgil, 4B. t^&nui. Valer. FU^ips, 2 E, Argmaut.
KlauiiamiSj
2 B« van StiUk., &c. Alwaarom de fchrandere fnel-
dichter Anten,TtiaUau de paarden van FredtrikGonzaga, hertog
van Mantua, wegens hunne ïnelheid willende roemen , deF««ï»op
tjceze wyze toefpreekt:
Xnceladi Coekjue_/«»*«»", qua, nunctaveri
Et falfi', montes traücts et maria ,
Vis fier 1 folito velocior : exite fennas,
Gonzaga; que citis utere regis cquit.
O Fmm, zufter van de reuzen Cent en Enccladm, die bergen
en zeen o vertrekt om overal zo waarheid als logen te verkondigen·
wild gygefwinder uw boodfehappen doen i legnw wiekennederi
εη gebruik de fnelle paarden van denhertog Gtnzaga·
Ziet by Seb. Erizzt, en Ccfar Ripx, in zijn lanohgii.zekere Giiek-
ïche medalie van Antincm, waar opMer%itrittt een vliegend paard
by de toom vafthoud ; by hem de FamaChier*,o{ de doorluchti-
ge, naam, zinnebeeldig beteekenende.
TiHEN*
-ocr page 122-
plTMVNTENDE VROUWEN. iy|
Thiende Inhoud,
Onkuifcheid.
é. Ê L E O P.A-T R A,
Iconinginne van Egipten,
boeleerende met Markus hntotmsl
Omni
Veile procul jaBa. Ovid. 4. Metam.
\7
V Ergaap u langer niet aan Lesbiaaniche vrouwen;
Maar wil de geilheid van die koningin aanfchouwen;
Die trotze en weelige, die} zonder eenig kleed,
Hier naar de flaapkoets van de Roomfche Bacchus,
treed,
Om, met het poezel naakt der blanke ledemaaten,
Hem op te houden, die miilchien haar zou verlaaten ,
Terwijl Okfavius zich tot den firijd bereid,
Wiens zufler, vruchteloos, met traenen, voor hem
pleit,
't Gelukt die Venus; zy raakt hem niet met haar han-
den,
Of't halfgefmoorde vuur begint op nieuw te branden ,
Waar door hy de oorlog en Ofaaviut veracht.
Zie daar de Deugd door weelde en dertelbeid ver-
imacht!
Historie.'
Kleapatra, uit het aloud geflacht der Egiptiiche Ptokmeên
afgedaald j was fe (jocJjtej van ptokmeus D'tonjfus , enge-
G 4                      maafe
-ocr page 123-
Ï04 G Á t L E■ R f £ DER
tnaalin ( volgens het onwettig gebruik deezer koningen) vaö
haar broeder Ptolemeus. Vermaard meer door het bekoorlijke
vanhaar fchranderheyr, a!s het aanlokkelijke van haar ichoorH
held. Al - de zegepraalende Cefar, nadedoodvan Pomfejus,
in Egipten lande, zo bezocht zy hem op eenovergdle wijze*
en wierd zijn byzit. Na wiens dood zy den drieman Markus
^fntonius,
in zijn veldtogt naar de Parthen, aantrof, en, 'met
haat dertelheden en overdaad, v&nOktavia, zijn deugdzaams
vrouw, t'eeuemaal vervreemde. Maar dit verwekte een ooi-
log tuiïchen hem en haar broeder, zijn amptgenoot, Oktavtus.
Welke by.Aktium , (den vermaarden uithoek van Epierai»
heden Cabo Figalo geheeten) met een zeeflag eindigde. Alzo
jiniontus en T(leopatra ichandelijk de vlucht naamen. Na dceze
nederlaag zocht zy Oktavius tot haar te trekken. Doch de ktii-
iche veldheer walgde van haare dertclheid. Des zy, na dat
jintmius in zijn eigen fwaard was gevallen» met het vergif vaa
een adder zich zelv-en heeft omgekocht,
           v
Ziet Plutarch 'm het leven van Ces. tmJniun. Dlo, Pater'
\ulus, Florus, Suetontus-, en£<ei>. 7orrentius zijn verklaar-
der , Mart.ScookjnAugufi. Jak.. Fiitp. Bergomenfts, l(o~ffe-
teau, Scudery, BeverVvyk,
&c. Balthas. CafltLion&us , en
Sr. de la Chafetle<; Sec. )ak.i(»ts , in zijn Trouwring, Ëåë-
F/no, Segetus, &c,
Verklaaring t.
- 2Lis£i*anfi>>i~] Te wceten Sappho en haaren aanhang 5 wegens haat®
buitenfpoprige oneerbaarheid genoegzaam bekend-in de (cluiften
van de minnedichter Ovidius. Ziet de Lesbiaanfche medaiien by
Juni. Gohzins, inhet i^TafereelvandcGiiekfcheeilanden..
Bacchns'] Tot zo verre vasjlntonins vandeRoomfche zedigheid
6ntaatd,dat hvssichniet fchsamde met een kroon van klimop op het
hoofd , gelijk een Hittme Bacchns, Alexandrien in te ryden ; volgens
de getuygenis van ïatercHhu, 2B.S2Hoofdft. Dit $% Â. Pfot*r'
Ondsrdei Antonié'iigeflachtpfnningen by Fulv. XJrfirms ontmoet
?)ns eene waarop het hoofd van Markpt Anttmitts, metkljmopge-
kroond , nevens een wicchelftaf , binnen een krans van klimop »
öaat afgebeeld, dus geteekend: Ì. Á ÍÔÏ Í IUS. Ulï. C»*
JPESJG.ITER.ET. TERT. Ì AnUnim , veldheer' ™"
-ocr page 124-
VITMVN7ENDE VROUWEN, úïî
der - en derde - maal verkoozen Btirgtmtefitr. Verbeeldende de
averechtlche zyde een vrouwenhoofd op een offerkifl: ftaande tuf-
fchen twee flangen ; nevens deeze letteren IIIVIR R. P.'C.
Dritman om den Heat vaft te ftellen Zie mede Sptntiemim, in het
5 Deel van meermaalen aangetrokken boek.
Zufier^ O&Szvia, die op allerhande wyzen Antoniasvan IQeipa-
tf
poogde aftetrekken , en hem weder met Oktavists te verloenen 5
doch hoe zyuok ontrent haar man arbeide , de koningin van Egip-
ten bleef meefter van hert enzyn genegenheden. Zieïlxtarchm,
Zy is te befchoiiwen op zeekere opmerkenswaardige penning by
<ie keurige Fetr.Scgnintis; ftaande haar hoofd tegens die van 0\tarmi
en^isjiOBiwoyer: wiens juggefttik het Siciüaanfche teeken vandrte
fcheenbeenen nevens een oorlogicbip vertoond; en daar nevens die
afgebroken byichrift : —- ITES. ÏRAEF.
Gemelde Sigmnns geloofd die ter gedachtenis van haar huwelijk,
en het verbond, binnen Brundufium, tuflehen die beide veldheerea
geilooten, gcflagen te zyn.
Venm~\ In wiens gedaante en gewaad KJevpatrs allereerft Ante-
mus,
opderieviere Cydnus in Cilicien, ontmoete , volgens f /«-
turchits; doch zy heeft naderhand ook , zo de zelve getuigd , de
naam en kleding van de Nieuwe Ifis ( gelijk Anltaiess die van Ofiris \
fpottelijkaanganoomen: Ziet de Heer Kjtpirs verklasring over ze-
ker uitgekipt Opfchrift; Spenhemim op boven genoemde plaatsj en de
uitlegginge van Jeh pa6er van Bamberg over de afbeeldingen dei
DotrIuchtigeManne» en Vrouwen van Fuh.XJrfinm.
Haar hoofd verfehynt op drie verfebeidene manieren op de me-
dalien v,n Mark. Antmius, onderde geflachrpenningen van gemel-
de \Jrfmm:
I.   Qphetruggeftukalleen, meteen myter, endehairenzaamen
gewrongen; ftaande een lcheepsfteven ontrent haar borft; nevens
dit hovaardig byfchriit : REGINAEREGUM FILIO-
HvM REGUM CLEOP ATR AE; Ter eeren van de ko-
ningin der koningen, ( verftaïtehmmsCxfario , AltxunderenlQt'·
t*tr&')
zoonen der koningen > ( te weeten Juliai Ce/ar en Mar%.
Antonim ) KJofatra :
veiicliynende op de andere zyde het hoofd
■van Antmms, met een Armenifche kroon onnent zyn nek j dusom-
fchreven: Á Í Ô O ÍI. ARMENIA DEVICTA, Antonim,
Aimenien overheeid.
II.  Tegens dat van jlnttnius over, met een muts gedekt, om
denhals gepaercld; ftaande ontrent haat nek een fcheepsfteven ; dus
geteekend : M. ÁÍ Ô. IMF. IT. COS. DE SIG. IIIVIR,
Srt g. C. M, Antmwt $ andermaal veldheer , rerkoozen Burge*
-ocr page 125-
ïö£ C Á t L E RY E ¼ Å Ê
saetjltr, Oriema»ovx&ti\St*at vaft te ftellen : op wiens niggeftuk
een zeilend ootlogfchip gezien word, en ontrent haar deeze letter
ien: 1' R Á E F. C L Á S S. F. C. Gebitder ( Gebistper volgens de
TcrklaaringevanF«t«»8f) van de vloot.
III. Met dat van AnUnihs vereenigd, enals zamengejokt; met
den koninglyken hoofdband vercierd, en om den hals bepaereld ;
dus geteekend · Ì. Á Í Ô O Í... CLEOf... Op wiens ver-
keerde zy mede een zeilend oorlogsfchip, en weder deeze letteren
jezien worden, ÃÊ.ÁÅÚ. CLASS.
Dtttdhöi ] Hoe fchandelyk en vloekwaardig haar oneerbaar leve»
by de fchryvers word aangeteekend, hiar edelmoedig ftervenheb-
benze echter gepreezen, en bynaarbenyd; want ais zy merkte dat
zy de kroon verliezen moeft, caOifatius haar, gelyk een flavinne,
in triumf voor zyn wagen wilde doen gaan, zo heeft zy , om die
ichande te outwyken, haar^zelven omgebrocht. Zie flattrckm, f/«r»jr,
Btratias, die ( IB37. Lierx..) dus van haar apfnyd:
Deltberata mortt ferocior;
Savis liburnis [etiket mvidens
Prtvata deduci fuperbo
Won bumilts muiier triumpho.
Moediger zynde geworden op een voorbedachte dood, heetezy
het onvei'dngelykvancen hoogedel geflacht tezyn . en, gelyk een
geringe flavin, van ecu opgeblazen overwinnaar, in triumf gevoerd
ie moeten worden.
En Statias, Sylv. 3 B. in het Affcheiddicht van JAetins l'tler, pp
deeze wyze haar roemende:
                                                         ,
Mande qua merfa veneno
Aclias Jufonias fugit
Cleopatra catenas.
Door een flaapvetwekkend fenyn omkoomende ontweek de over-
heetde KJttftr* de B-oomfche ketenen.
JiTbom. Sfgetus doet daarom haar vrymoedig den overwinnaaï
aanipreckenineenlheldicht, door Vallenkme in deezer voegen vet·
•ïaald:
Achtgy me dan, Romein, van itiborfi r.» veraardt
æ My, kpnings moeder en. uit koningen gefprooten ,
Vyiens rykftdf Rome ztlf noch onlangs heeft vervaard 1
£>e groene van Antoons m Cefars bedgtnoottn )
-ocr page 126-
ΌΠ MUNT END E VBiO ÜW EN. χ οχ
Dat ik., uit levenslufi , u%v vroltk. -uegefeefl
Zou eieren tot mijn hoon
? o neen, uVt Rome teelde
Geen Roomfche moed alleen. Een vrouw,niet laag vangeefti
Zelf van
Kanopus land, door dertelheid en Iveelde
Befaamd, gaat mannen voor. <Uw z,ege Zjelf, hoe groot
En heerlijk. 9 Ceiar; mag niet haaien by mijn dood !
Maar de manier van haat dood aangaande verfchülen defchry-
Veis ongemeen van malkanderen, alhoewel tot zo verre overeen-
komende dat zy door vergif is geftorven.
Flerm■ ,Virgttms , Bcratius Sec. gelooven dat zy door het byten van
*eη adder is omgekoomen: en hier doet zich weder een tweede ver-
Ichïlop; aangezien zonimige ftcllen dat zyindenerrns én zom-
pige dat zy inde boift wierd gewond.
Voor het eerfte gevoelen pleit Vetr.ViitoHtis, die de aloude ver-
zegelfteengravers en de hedendaagfche hiftoriefchilders berifpt dat
zy Kjeipetratnet adders op de borft vertoonen ; Zie by Lemerd. Ax-
gnflini
het 78 beeld van het I D. zynes Beeliebocks, door Ja^.. Greao-
"x'is
verklaard i en by Abrah. GlrUus, het Ï46 beeld van het 2 D.
Zyner Verzegelfieinfoelden: en alhoewel Baldiis Angelus Aèiatittsheia
vvederberifpt ; geloovende waarfchynlyk te zyn, datzy den afpis
ophaarborften gezet heeft, zo word hy'echter geleerdelykverde-
digd van K*Jp' itofiatmntit , Variar. Leóliimam I Lib. Ziet mede
*hem. Broun> J J3. 12 Hoofdft, zyyxziAlgenictmDwaalin&en.
DeoverwinnaarO^i/siw heeft het voorfte gevoelen aangenoomen;
doende, volgens Ïlaterchta, het beeld vsnlQeefatra-, met een ad-
der aan haar erm, voor zyn zegekoets dragen,
Van welke afbeelding Vnpertms , 2 B, 9OD. in deezer voegen
Brachia fpe&avi facris admorfa colubris,
Et traher e occult ummembrafoforis /ter.
Ik heb de aan l/is geheiligde flangenaan haar ermengezien, en de
«oninginne zelf alsvan een aangenaameilaap bevangen.
Vltt^rchns fchryft dat eenige meenen dat men in een mand voS
Vygebladen , ofin een waterkruik, een adder tot Kleef atra heeft ge-
bracht ; dat evenwel in haar vertrek nergens znlkeendierisgevon-
°en: alwaarom OU , en de Schryver des boeks aan Pifi van den
^biriaai. , getuigen dat zy haar arm met een hairnaaldgequetft,
*n daar op de wond , met het fenyn van een afpis , vergiftigd
heeft. En hier mede kormTlatarchns overeen, yerhaelende, dat
zv fenyn ineen uitgehold fcheermes, tufichenhaar vlechten veibor-
gen had bewaard. Zie Francis. Rbedi ia zijn Aanmerkingen over de
Aaa«cn,                              -
El· F*
-ocr page 127-
%öS ó Ë L L E R Ô E DER
Elfde ïnhouo.
Goedaartigheid en Wraakeloosheid,
i, F Á Í Í É Á3
herbergende de gevangene Marius.
rAltimis odia damnata excidant. Senec. Thyeft.
Zy fpreekt:
vJ Õ zijt gevangen, en aan Tannia gegeven;
'k Bezit dien rechter, die zo ftreng en vinnig was:
jMaar, ó rampzalige, begeerde ik nu uw leven
'k Waar onmedogender als't Minturneefch moe-
ras!
Neen; kan mijn hert de frnaat van 't vonnis niet ver-
fwelgen,
'k Wil Marius niet als in 't rechterampt verdelgen.
Historie.
*
K/tjuf Titinnius van Minturnen , zocht zijn huysvrouw
jFannta, van wien hy wegens bsgaane echtbreuk was afge-
scheiden , ook haar middelen te onthouden. De Burgemeer
fier Marius, hier over te recht gezeten zijnde, veroordeelde
haar alle beide ; belaftende hem de goederen weder over te
geven, en haar in een fwaare geldboete beflaande: Als nu Ma-
rius,
van de Roomfchc Raad vyand verklaard, indemoeraf-
£èn by Minturnen zich had verfteeken, doch van de ftedelingen
daar uitgetrokken, gevangkelijk naar de ftad gevoerd, en in,
het huys van Fannia in verzekering was gefteldj zo toonde zy
geen geheugenis van hetyerkdene te hebben, bejegende hem
-ocr page 128-
UITMUNTENDE VkÖVWËN, ÏB$
met alk beleefdheid, en bezorgde alle kt geene tot zijn nooi
orutt wierd vereifcht.
Ziet Plftarchus in het leven van Marius, Vder. Maximus
j^B. iHooMt. .3 voorb. Jffmnus é B. der Burgerij
VeB.KLAAS.INGE;
Snze^'£ Ã "deriZki7dc R°°mfehe fchryvers bekend dSo£
lorl·*^,         eft m?ge." gebei"en : maar gelyfc hy door zijn
«df ilenerVeIWInÏnSendenRoomfchenSi-i^rverplich-
vv«eZ™m0°« WAemaal."^mfeerde' Ì het tweede, derde, ea
he eerfteiXf·^' '"^ afweezen ■ verdiende; zo heef hy
gekoch^.eÜ"vler.de,i0M bedrog veikKgen, het zefte met gelei
luwz mé r^or, ?de' Ô °Pe?!aard g^eld genoomen en öet
&efle^ht?r; eryi" bczoedeld <n bevlekt; doch bekleede het
X£J«r, Ô Ë £ dagC? ' VOlgens de getuigenis van Flutarckus,
WZ Vb -^ZSn
O0ll°S; *-W^· *B. 19 Hoofd*
lieríççË, .H00fdft· ?*"·. 77 Inhoud 5 ter.', in zijn rede-
enL
            ,?' entegens-ft/ij 0«>x, y B. lo Hoofdft. &c
* i S"dT« hT een ge,!ukHS ^0OSwkht Bieten van ™4fc
Preelnel/Ë lWeÏ ""<*·*/**< ß gdyk dat van meerge-
preezene W,A»( byzekergelukwenfchvaersisaangetekend.
i!achtDden^f,daliei V^ d~ Heer G"eliltm> ™Ö*wasonderde ge-
« Se! ß der^lBeene(byi'^U^«Wnoch ifcr. pSf.
vinvoorenr,nWaar01'^',rXrVJeit00nd wield· °°g<*aird, kaal
voorT IUVg van achter-hoofd·,· nevens dit byfehrift: Cos. VII
op°érechlVende m"W£' l «aandeop het rnggeftnkieï
opgerechtewapentxonk, dus geteekend: VIC. CIM' ter aedach-
van de Jivier Ltós m, rari^S"1?' "" "F^ ·>°™ç «temend
woèft hehhïfjt' ii Gailg.1,ano graten: is te eenemaal ver-
bure 'eentooren
         '" eeB,Se°verblyfzeIen van een ronde fchou-
vaal' heden fuflVh,ne^ mte.ll^d^ behouden; en een over-
denaamta barcafc 7"mddefted« Formieen Sinueflè, met
iUMmTnenh, ft°å1 GaM2hano' aanmerkelyk : behalven dat uit
iw temen het fieiekeaTsiewhmgerfpMBgBCWt,
i/ij,
-ocr page 129-
tïö & Λ t l ERYE D E Ê.
Moer*s~\ Ziet de genoemde fchtijvers , en £«&»«(«, 2 B. dsè<
larialiich.ooilogs, onder andere, ait van hem fchiijvende:
Poft Teutonicos Lybicofque triumphos
Mxul limofa
Marius caput abdidtt ulva.
Na de Cimberfche en Numidifche triumfen heeft de in balling-
fchap gezondene Marius zich in het modderige lifch der moeraikn
moeten verfteeken·. en Q~cidms 3 Tcntifiht B. des4B. op dcezewijl
Ze wijze hem gedenkende·;
Me Jugurthino clarus Cimbroque triumpho j
Quo viclrix toties confule Roma fuit,
In coeno Marius jacutt, cannJique paluflri,
Pertuht et t4nto multa pudenda viro.
Die Marius, door de t? umidifche en Cimberfche triumfen zo wijd
betoemd ; in wiens burgemeefterfchap Rome zo dikmaals haare
vyanden overheerde, die moeft in de flijkeiige biesboffchen det
jtioeraffen zichverfchuilen , enelenden en rampen uitftaan, waa-
relijk te onverdraagelijk voor zulkeen man.
Onder welke geenfins her geringlte is, dat hy, in Afrika, onder
de ruïnen, en op het puin van het vernielde Karthago, vangebé*
deid brood heeft moeten leven.
Ziet zijn ongevallen van Immalis (io Schimpd.) dus opgeteld:
Exilmm, et carcer, Minturnarumque paludes,
Et mendkatus viétA Carthagine panis
,
Hinc caufas habuêre.
Door het; loflyk konitgenoodfchap van Kil vslmtihtsardmentyei'.
«aald.'en beiymd:
Wat heeft toch Maritis in ballingfchap ver&onden ?
Wat heeft in klutfters en in boeyens hem gebonden \
VVat deed hem fchuilen in mora/fchen, vol gevaar
>
En maakte, dat hy moeft-, gelijk een bedelaar,
In het verVtionnene i{arthago brood gaan bidden?
len grootffh voorwerp voor de tüttoriefchilders; alwaar om ik
hem als een fchouwfpel der waereldfche veranderingen, (ZieK*-
Ur.Maximus, 6B. 9 Hoofdft. ) op het overfchot van het veiwoefte
Karthago zittende. in een Taiereel heb gebracht; het geen men, te
zynertyd, zal vinden in myn GALLE&YL da uitmuntende
MANNE'N.
•i. KON-
-ocr page 130-
pITMVNTENDE VÈ.OOWEN. tit
2.KONSTANTIA,
haaren vyand vergeevende de dood van
Konradijn.
Refpuere effe»fas facilis, Claud. 2 Stilic.
As Kerels vader die prins Konradijn dêe fterven.
Dus treed die jongeling naar 't zelfde moordfchavot,
Om't, ook onfchuldig, met zijiikofllijk bloed te ver-
ven,
Vrymoedig, en te vréen met 's oorlogs wreede lot»
Blijfflaan; Ronfiantia, Salerne, fchenktu't leven!
Gy zult niet fterven om uws vaders euveldaan ;
De wijze koningin wil wreeken door vergeven,
En haar doodvyanden met vriendfchap tegen gaan»
Dus is ze een Livia; neen, die moet voor haar ilrijken,
Gelijk 't een heiden paft voor Chrifienen te wijken-
Historie.
De rampzaligel(onradtjn, door /(arel van Anjoii geflagen, en
gevangen, wierd,benevens zijn boezemvriend Fredenkym Óo-
ftenrijkjophet aanraden van Paus l(lemens de IF, in het jaar
1168. het 17 zijner ouderdoms ,bii uien Napels opentlij k onthalft.
i^och die wreedheid is, 14 jaaren daar na, gewrooken metde Si-
"dliaanfche Vefperen ; waar in, op het luyden der VefyerkloK, on-
trent de 18000 Franfcben, in SiciJien zijn omgebracht. Als
Wanneer dit eiland Petrus van Arragon,aan /{onff/mtia (dochter
van Manfredus,l(onradijns vaders bafiaardbrpéder) getrouwd,
*ot koning heeft aangenoomen. Weinige tijd hier na ving
Roger.Dorta, de ammiraalvaukoning Petrus-, de jonge Xd-
re*> prins van Saierne , zoon van JUrel vanJniou., 'm een
a«eiW, fjct geen de vader, mi het jaar 12,84, van hertzeer
«
-ocr page 131-
ϊι* β Α L t E R r E DER ,
enmismöedigheid dede fterven. Voorts vvierd de prins, uit
laft van Petrus én Konfiantta, de dood aangeiegt 5 die zicfo
Verblijde dat hy, zijnde onfchuldig, op die dag, op weiks de
fleert Chrtflus onfchuldig was ter dood gebracht, uit hét le-
ven zou fcheiden. Maar f(onftantia zijn verduldigheid ver-
ftaande, wil, zeize , de prins van Salerne, ten aanzien van
de goede Vrydag, met genoegen fterven, ik wil, ten aanzien
van die op deze dag overleden is, hem bemiheragheid bewij-
zen. Brocht 1 der op te weeg, dat hy, in het jaar 1288, tegens
de wil van het geheelerijk, op vrye voeten wierdgefteld.
Zief Pandulj' Kotlemitiv.s, $ B. dèr Napolitaaüfche gefchied.,'
Thom. Fai^üus % D. der Siciliaanfche gefchied. 8 B. 3 Hoofdft.
Kufpintanus in het leven van Koenr. Rttius van de Siciliaan-
fche koningen: Paul. Êmylius van der Franken krijgsbedrij-
ven ; De Suabiiche jaarregifters; de Chromjken van K.trrto,
Godfried
, en Kalvtfius ; Juft. Lifftus m zijri Staatkundige
Vermaaningen; Zvtingelius in z'jn Taoneel des ivlenfchelijken
levens; Fulgofius ; Nauklerins, lak,, de Strada, GuazjLo, P.
Motna , Beverwijk,
&c» de Konradinus, treuripel van Ver-
nulius,
de Kvnftantia, treuripel van Pater L'Ahuis , K?nra~
dyns
brief aan zijn Moeder, van Pater Jak- Btdermannus ,&c.
VERXLAARIN GÈ.
l^snradyn'] Zoon van keizer Ksmraai de II, FredeH^szoon ; en
£.lii.ababs, Otte van Beyerens dochter: word eigentlyk van de Duit-
Ichen Kernraad , doch van de Italianen , hem weinig achtende,
I^enradinë, dat is, Homratdjt, fpotsgewyzegcheeten.
Sterven"! Op 3 valfehe befchuldigingen, als τ. Dat hy Kj?rclvisi
Anjounaar het leven had gedaan; 2. Dat de tuft vandeiCi^dooi
hem was geftoord 5 en j. Dathy zich de naam van koningvan Na-
pels had aangemaatigd, Zietmyn KONRADYN , in welke treur-
fpelik alles, wat hetlevenen dedoodvan dien ongelukkigen prins
aangaat ( niet zonder toedoen van LAMB. BIDLO , groot oefe-
naai der aloude en hedendaagfehe letterkunde) uit de bovenge/
noemde fchryreij hsb yeizameld·
ΗίϋΤ*
-ocr page 132-
, ¼ÉÔ̼ͺÅÍ¿Å VROUWEN, :ir£
'iZelfJe] By manier van bedreiging laat ik de rampzalige Prins
snhet 3 Ton van het 3 Bedr. rnynes tremfpels van deezeop volgen·
de wyze Tpreeken:
Ì 't geen aan ons gebeurd „ kan aan tjjn \roofi gefchiên*
Zijn Zjoon, prins
Karel, kan ook uit een veldflag i>//ff«j
Men k»n, hem vangen , en ook in eenen kerker flor ten,
En, met de zalfde byl, zijn levens draad verk/n'tin,
OFrederik, die by tot enz* nek bereid!
Livia ] neeze ziende dat de wreedheid van jixfuflus ontrent de
niuitelingen en zatnenfweerders meet fchade als voordeel aan-
bracht , ried haar man met bermhertigheid en vriendfchap de
vloek verwanten tot hunne plicht ce brengen. Alwaarom hy ook
üxc. Kornelias Cinn», dochters kind van Ptmfejus de Grttte, den
toeLeg op zyri leven genadig heeft quytgefcholdén ; volgens het
verhaal van !>'», Semk.t, en de latere fchryvers, Bevtrwj/k.; Vur.'
fyntille
in Csnne Tragedie^ P*ffmrtdt in bet tieufpsl ã»À}Ëô%1,
Twaalf·
Ì
-ocr page 133-
xi4 GALtERYE DER
Twaalfde Inhoud.
Gramfchap en Wraakgierigheid.
é. Á Í' Ô É Ï Ñ Á*
pogende het echtfchenden van Thefeus te
wreeken.
Conjux viduatattedis
Ardetetodtt. Senec.Med.
J~> Ö valt een bófchleeuwin op haar befpringers aan $
Gereed haar klauw en tand hen in het hert te flaan»
Vlic Thefeus, tempel noch altaar zal u bevry en
Voor de Amazone, en haar gezarde razernyen!
Alcides reisgenoot, flaak deeze tweede trouw,
Is Minos krooft uw bruid, Antiofe is uw vrouw,
Die, u noch minnende in haar onverduldig wreeken,
Alleen uw minnaares het hart poogd af te fleeken.
Doch 't mift haar; Thefeus, trek geen fwaard ; zie
wat ge doet?
Trouwlooze! ondankbaare! ach,, daar wenteldze
in haar bloed!
Puikfchilders! nu aan 't werk met verfehe konftpin-
ceelen;
Hier vloeid een fchoone verf tot droeve tafcreelen!
Historie.
Herkfiles de koninginne der AmaXjOonen, Htffolyte, met
geweld ten hivwelyk' eifchende, trok met een groote krygs-
magt naar Pontus, om haar te beoorlogen. Op welke reis
Thefeus , zoon van Egeus der Athenienferen koning, v*
liever Neptunus ", hem rerzelde. Die ( terwyl Hiffoljte
ihaar de Fafis vluchtc ) Antitf» , haar zufter , gevangen
kreeg i
-ocr page 134-
¼Ð MUNfENDE VROUWEN, ôé f
fcrceg, naar Griekenland met zich voerde, ten wyve nam, en
by haar Hippdytus teelde. Hier uit rees de vermaarde oorlog
der jimazjionen ■> die, onder Htppolyte-, in Europa vallende
gewapenderhand de geroofde Antiopa poogden weder te ha-
len. Doch zy iheuvelden, voor het grootfte gedeelte, in het
veld van Marathon, in de eerfte veldflag. En Hippolyte week
naar Megara, daar de naimert van de neder laage haar leven ein-
digde. Naderhand trok Thefeus {om zijns vaders onderdaa-
neii van de laft,hen door koning Minos opgelegt,te bevryen)naar
het eiland Kreten, Keerde overwinnaar weder met des ko-
nings dochters Jriadne en Fedra. De eerfte ( hoewel de
voornaamfte oorzaak zijner overwinningen ) liet hy achter op
het eiland Naxus. De tweede met zich naar Athenen voeren-
de om te trouwen. Maar dit was de Am^z^oone getergd.
Welke, op den trouwdag, mee haaren aanhang, in den tem-
pel dringt, en op Fedra aan valt. Doch, in het treffen mif.
tende word zy van den echtfehendenden bruidegom door-
fteeken.
Ziet den dichter van Thefeis by Plutarchus, in het leven van
Thefeus ; jSrrtanus, in de veldtogt van Alcxander de Gr oo-
it ; Lykofrm ,
in f^affandra; Ijokyates in Panathenaïco i
Ovidmsm Fedraxs brief; Scneca, in het Treuripel van Hip-
polytus; ÑËÀéâçÀËß
indcAtriiche zaaken; Joh. Meur/ius ■ in
Z'jn Thefeus ; Peer. Petitui , van der AmcttAonen leven en
fcrygshandel, &c.
VerklaarInge.
Bufchlemmn'] Vyfnvtnalis (ófchimpd-) is een vergramde vrouw
erbatygridepejor, boozer als een tygerin. die men haat jongen heeft
ontroofd; maar Oiidius rergelijitt haai by alles by naar wat zich
inde wilderniiTenboosenwoedende vertoond ( 2. J»> vandeMinu·-
feüiift ) in deezer voegen:
Sed neque fulvus aper media tam f&vus in tra. e/f,
Fulmmeo rapidos dum rotnt ore canes,;
Nee ka cum catulis laitentibus vbera pr&bet
;
Nee brevts igmro vipera UJa pede.
Geencverfwyn, midden in zyn grimmigheid, de jagthondenmet
*va verhitte houwers veimoizelende; noch leeuwin, haare jongen de
¢ æ                                bcsft
-ocr page 135-
ntf G Α L L E RYE OER
boxft toereikende; noch adder onverziens met de voet getreeden »
was immer zo toornig en verbolgen.
Amtz"ne~] De fchryvcrs twyfelen zomtijds of daar ooit een ge-
heel voik , Amxzjitmtn geheeten> in de waereld is geweeft; docrj
worden hier in geleerdelijk onderrecht van fttr. Ïctitni in zyn ge-
fchrift van der Am&z.cmin wezenheid en bedryven in vreedeen'ooi-
log. Het gemeen gevoelen echter is >
I.  Dat zy in Kappadocien, binnen en ontrent de flad Themiscyïa,
enderievier Thermodcon, haar verblyfplaatz hebben gehad. Zie
Straie, 12B. van zyn'Waereldbefchry ving. Sic.
II.   Dat zy ( daar zy haar naam afdragen ,. alzo μ&ζαν eet»
borftbeteekend ) haar rechter borft (om den arm van die zyde dus
vafter en fterker te maiken ) niet afgebrand, maar met kruidzap-
pen en wïndzelen kleen gehouden hebben ; volgens Hipftkretis ,
ran de Locht, 8cc. GaUnits, over des 7 deels4s Kortbondige fpieuk
van Hipptkrat. &c. tegensde meeningevanStraio, Juflinxs, Ba-
fiathins, lfiimts,
&c.
III.  Dat haare wapenen zyn geweeft eenByl; volgens Arrianm
indeveldtogt van Akxandtr; flinim, 7 B. s6Hoofdft. Virpliits ,
ii Aneid. Horatius, 4B. 4gezang, Sec. Boog en Fylen; volgens
Virgilms , in't zelfde B. &c Spietz en Werpfchicht; volgens Vir,
giliKS
, Lmianm in het Gefpre^van de Beelden , H^Smjtrnxtu , 2 B.
ïaraliponv &c. Eindelijk een Schild, hebbende de gelijkeniffeof
vaneen luite, of van een klimopblad, of ( en wel doorgaans ) van
een wallende maan > volgens Vlnterchus in het leven van Thcfsus,
Nama, inf'mpt'jas; Oimyfitii Halykarn. 2 B. Paufamai in de Atti-
fche zaak. Ïellux, I B. uit Xemfm i Virgilias , I &a. Ovidias, St-
ntkit,
&c.
IV.  Datzyinde veldflagen gebruikten Trompetten s volgenshet
bekende fneldicht van de keifer Hadrianm; Egiptilche Ratels; vol-
gens Ifidona, in der Biginzele» z B. 21 Hoofdft. en 18 B. 4 Höofdft.
'Aiet pypen en Fluiten; volgens Martian. Kjpella , 9 B.
V.  Dat zy te paarde vochten ; volgens VirgiHnt, II Β. Aneid.
AnUrtmm gemelde Veldtogt; Hipptkrates.yinde Locht; Filtflr*-
tns,
inzynHeldebeelden» Smjrntm 1 B. Paralip. &c.
Ziet haare Afbeeldingen uit Latynfche en Grieklcbe medalien
en marmerfteenen gehaald, en by malkander gebracht doorgemel-
de Fetifas: daarenboven de aloude lampby Firttin.Lieetus, waar-
op ( volgens Vlatartbsu in 't Lev, van Dtmtflheuis ) zekere Tbtrmt-
dtin
eengequetfte Amtztont in zyn armen houd.
JhiaUt] Opeeneder medaüen v»ndekeiferJV/*fr«"»»ibyTW/7'»-
-ocr page 136-
VYTMVN7ENDE VÈ.OVWEN. éé7
nm-, ontmoet ons Hertples, met de rechter zyn knodze opheffen,
de, ernnetdeflinkerhand Bippolpe, 0}> een fltigerend paard geze-
ten, fey de arm valt houdende: welke dusisgeteekend : ÇÉ¢ÊËÅÉ.
■AC EN nONTil, gemunt by die van deïontiicheHeiaklea.
Pletarchus {in Hdlenicis, of de Griekfche zaaken) verteld dat
HerktiladeJJyl van Btppolytc, alseenoorlogsioof, aanO«»jW«, ko-
ningin van de Lydie'rs Vereerde 5 dat naderhand de Lydjfchekonin-
gen die Byl, als het teeken vsn koninglijke waardigheid . hebben
gebruikt; en dat (?/,£« j'sade dood van Kgndattlts, die dit gebruik:
affchaftej dezelve tot Mylaia, in Karien, in de kerk van Jxpiler
opofferde, en het beeld van dien god, in plaatz van de blik/em ,
( ziet de medalie , van de koning Iiriïus by Sigmtms en Spanhs-
turnt)
te dragen gaf; die daat af zedert van deLydiers ( by wieneen
byl x&fif» word geheeten ) de naam va» "Jttpiter Vahradtus, dat
ii, tyldrager, ontfangen heeft
Ziedeezebyldragendeja/y/oyn een tempel ftaande.op de Griek-
fche penningen by meergenoemde Ïetitus.
Reij^cnist. j Volgens Anltts Sabinnt, in de brief van Dmofctn aan
Fillis , op deeze wyze van hem gewagende:
£hii modo pcltiftras fudit M&otidas anisis,
Alcida: magni non minor effe comes, .
't \yelk ds Rechtsgeleerde "jtnas l{aielj*Hw, in zyn Treur brie-
vendirsoverzet:
Wiens vtapenkracht floeg de gemaanfchilde Amazooncn,
Daar hy een waard gezwel des groote Alcides Vi/ter.
Voorts gelijk hy. in het gezelfchap van Heritda, de Amezoinen
heeft bevochten , zo was hy, met Ïirhhma, in de kryg der Lapi-
then, tegens de Centauren ; met Melteger op de jagt Tan het KaU-
dohifch everfwyn ; met &zArg<m&utm in de togt naar Kolchos,
wegens het Gulden vlies. Ziet Jpnllcdcrus é Â. der Verfieringen ;
Otid. in de boeken der Htrfchtppitigc boven genoemd.
Ja zyne heidachtige bedryven behoeven die van Berhfttet
niet te wyken i aangezien hy verwonnen en vermeefterd heek.
de ftropers , ftruikrovers , en moordenaars , ïtrifttas , wiens
knods hy zedert altijd heeft gebruikt ; Scinis; Fia , gemcen-
lijkhec Kremyonifeh verken geheeten ; Scjrcn; Cercien ; Fe».»
krnfles 5 de geweldige ftjer van Marathon ; ter welker gedach-
tenis hy miflchisn met een gehoornde ftierenhuyd op het hoofd is
afgebeeld in het 8f Beeld van dikmaals geroemde Kgnhii ; de
XretUche Minotaurus ; &c. Zie Plutarchus , in zyn leven ; l'au-
föuias in zyn Attifch. zaaken; Strabo9B, Catttllusïn zyn Brui-
lofsdicht van Peleus en Thetk; Ovidius in gemelde Herfchepp. Se·
ntcg
ia Hippolyt. Si/Hint, 123. desTheb, Oorl. &c.
Ç i                                Bruid \
-ocr page 137-
ïi8 ' G ALLE.R XE DER
Braiil Fedra, dieikvind in de 22 Afbeeldin.ge, uit een me-
èaiie gei tokken , by Rjmini ; van gelaat niet onaangs-
aaarn. met hangende hairlolsken, en de hoofdhairen ongevloch-
ternnde nek zaamen geknoopt: Haat leven en bedrijf zie by tl»·
ttrchas, O-aidms, Senek", Viodorus, ?an_(anUs, enHyginns.
ÏçÜâçÉö*ÌÀ~± AlwaaromFedra, by OsidtHS, van liern aanHif·
filytas
dit is Tchryvende:
Prima ficurigeras 'mter vtrtute puellas
Te peperit, nati digna javore parens.
Si qu&ms ubt fit>
Thefeus latus enfi peregit ,
Nee mater tanto pignore tutitjuit.
Dat gemelde Kghtlj&ttw aldus vertaald:
De moedigfle heldin der bylgearmde vrouVfen ,
Heijt ugeteeld; een TirouVt Viel "waard ß,ï grooten ÆáâÞ-
En vraagtge "Waar z,e bleef? zy is ter neêrgehouwen
Van
Thefeus -,'voor Z.o groot een f and k.reeg z,y dien loon.
Ja, by Smek», erinneetd de voetfter de wreedheid van Thefeus aan
Ïtdr* op deeze w yze:
Immitis etiam ctnjugi caft&fuit;
' Expert» f&vam efi barbara
Antiopa marwih
Dat is, gelijk het Vendel vetdmtfcht:
Hy viel ook. flreng genoeg z,ijn h.uifche bedgenoot-,
D'ongriekfche
Antiopa bezuurde 't met de dood,
Wentcldze ~] Zekere medalievande vergode keiler Trajanus, by
Adtlflkki, vertoond ons de Grtekfche Achillts op dezelve wyze Pe»-
tAe/ï/eodoorfteekende. Merk midletwylen, ter gelegenheid vandeeze
en diergeiijke Vertellingen, drie tijden aan in het geheelbeüagder,
waereliche Hiftoiien , teweeten:
I.  Ohfcmnm; zich ftrekkende van der eetfte menfehen Scheppinge af
tot aan de groore Wxttnlud; waar in alles dooi een langduurende
vergetelheid word verdonkerd.
II.  Faixlcfum; beginnende met de Waienhed, en bereikende hes
allereerttejaarder Olympilehe febnffeka; waar in veel verüerir.gen
en verdichtzelen van gebeurlijke dingen aan den dag koomen.
III- Hiftoricum; van het alleieerfte OHmpifch fpeel jaar tot in arze
tijden nedetdaalende; die ons de getrouwe en onvervaHchtewaar-
heid det gebeurde zaaken voor oogen fteld. Ziet deeze verdeelinge,
uit Tercut Varro getrokken, by Cjw/i«»e i, zi Hoofdit, zijnes boeks
van de Güsortedag.
Der-
-ocr page 138-
UIT MUM 7 EN DE VROUWEN. if$
Derthiende Inhoud.
Rampzaligheid der Vrouwen.
é. Ñ S Õ C Ç E,
de uitflag van haar noodlot verwachtende s
gefihiiderd door
Petr. Paul. Rubens.
Terrg defixam oculit i$ multa timentcm'.
Sil.8.Bcll.Pun.
"t \J Rakel was wel wreed, ä R&hens; gy noch wree-
der;
Gy laat haar al te lang op 't hoog gebergte (laan;
Zet haar, doorZefirur, eensin de daalen neder;
Doe Pfiche naar 't paleis van haren bruigom gaan J
Zyfchreid, %y fchrikt, zy weet niet waerze zich zal
wenden.
Ach Pfyche, Rithns zoekt zijn lof in uw elenden!
Historie.
pfyche, cenes konings dochter, waszoichoon en bevallig
dat men de godinne Venus onder haar ftelde. Dit ipeet dceze en
bad deswegen haar zoonKupido die hoon te wreeken. Maar
hy, deeze dochter naderende, word zelf verliefd. OndertulTchert
wierd den vader door ËñïÉßï belaft haar op een hooge berg te
brengen. Waar af haar de wind in hetpaleis van KuPtdb voer-
de. Daar wierd zy met allerhande zoortvan beleefdheid ont-
haald , en eindelyk te ilapen geleid, Doch gupido liet zich
nimmer uiterlyk aan haar zien. Des haar beide zufter s de on-
nozele rieden met licht in de fl'aapkamer te gaan, en haaien bed-
genood (in dien hy volgens Afolloos godfpraak een llang was)
dralialsaftefnyden, Zyftelddkinhctwerk: maarvindeen
H 4
                                   zeer
-ocr page 139-
Ï20 G Λ L L E R Ύ E OER
Zeer fchoone jongeling. Het mes dan wegwerpende zo valt
terwijldeheete olie uit haar lamp op de fchouder van Kupido.
Diedaaraf wakker word, enwcgvliegt. Naderhand is zy van
Venus met groote wreedheid geplaagd; tot dat eindelyk juf mr, -
meêlyden hebbende , haar opgenoomen , en aan Kupido ten
huwelyk gegeven heeft.
Ziet Apulejus, 4 en 5 B. zijner Herfcheppinge ; Fulgentius,
3 B. der Verfieringen, 't Gulden Kabinet des Scbtlderkonfles van
Rornel.de Bye &c. de Pfyche, tragedie van Molière; &c. lan.
Lernutius, Nik-Grudius, Marino,
&c.
Versla ARi ν ge.
TpcinJ Door het Grieks woorden, word, gelyk bekendis, de
ïiel beteekend; alwaarom men inde 74 Afbeeldinge des 1 Deels der
Beelden van Lemtril Agajtini, een FafU/o, of boteikapelleken, (het
Zinnebeeld van de ziel; opde boezem van het borftbeeld van Ρβ/che,
uit een Kjrnitle genoomen, loopen zier. ja in de 1 f o Afbeeld, uit
diergelyk gefteente getrokken zit zy op haare knyen, met de
nar>denopderug,en,evengeiyk dat beeftje.gevl-ugeld.Zietde Ar-
teekemng van het fchoone gefteente van F. Li^oriashyjak. Sfcnius,
in meer aangetrokken boek, waar in Pfvehe, gevleugeld en geheelyk
overdekt, van KjtpUt ter bruiloft word geleid.
' Èrm^em] Haar aanflag op de flapende Kupido isdoor Mahmha,V*'
ftri, Vmït,
en anderepuikfchildets, metgroote bevalligheid ons
vertoond 5 doek onder de print vanden laatften konftenaar hebife
volgend fneldkht gevonden:
Cxde foporatum, blando nee parce fipori,
Pfyche, o quot mfidias contegit Ulefepor!
C&4efoporatum, ne, dumcunStaris Amorem
Perdere , te vigili vulnere per dat Amor.'
Quidjujpenfii timesï miferos ulciscere amantesl
Pendet ab hoc uno vulnere totafalus.
Steek toe, ö Pfyche, en yerfchoon dien aangenamen flaper niet 5
aangezien zo veel liften en lagen onder die flaap verborgen liggen.
Steektoe, want zo gy te langzaamzytin hemhetlevente neemen
auhy flaapi, gy zult het uwe verliezen wanneer hy. wakker word.
wat vreeftge toch ï ei wreekde rampzalige verliefden; wiensgehee-
le welvaart is hangende aan het uitvoeren yan uw vooineemen.
£.'!
-ocr page 140-
VI7MVN7ENDE VROVWEN. UI
ElmAtiï] Het geheel verdichtzel van decze fchoone, doch een»
voudige, Pjycke is door Ialii Rtmaia afgebeeld in 30 konftp'inten,
ten onrechte , zo men my bericht, de gi oote Rafaêl toegefchteven.
2ί32τBarthohm- Spraxger heeit, ondeiandere, debiuiloftvan haar
en Kitpido > ineenaanzienlyfa' afbeeidinge uitgegeven, nevens een
Latynich veers; 't geen. wegens zyn aangenaam* zimykheid , met
Rcht hiei een plaats mag genieten:
En tbctlamos Pfychcs, & cotle/ieshymenttos!
Invtfamque nurum
Vencri, fed Amoris amerem.
(Fasfit}
Apuleii commenta baud vana fagacts.
Segta f ragentes et proles tertta, Piyche,
Sed vultu rofeo , fed jorm& prtma'decore,
Infe thurtcremos
Vêneris traduxtt honores.
Indignata dect efi, gnattque
Cupidinis artes
Implorat; vifi fed virgtnefrotirms ardet
Ilammtger tilt puer, mandata que matris
tntqy.es
Syncero
Pfyches jiagrans mutuavtt amore,
DileSam
Zepliyris ad dia palatta ducens ,
Conniibiique pde fociems, vmcloque jugali.
Felicem prima fortem invidère firores,
E que aula technts exturbavêre beata.
Sacrati divtna thort nam jura fidemque
Elevat , et vants &quat jraus&mul.t manfiris.
Illaproco fraudata dee , etfeltcibus arvts ,
Pafi exantlatos terr&que marisque lab er es,
Connivente Jove
, et tandem ex orante maritol
Arce recept α poli e/l, peperitqueenixa perennem
Diva
Voluptatem , fuperisque admtfta triumphat, Sec.
De verduitfehinge zal ik , met believen van den befcheidene
leezei, overihan; aangezien men de bovenbdchrevene Hiftorie,
alleen met andere woorden, hieriot zynen lafle zou moeten Ver-
naaien,
Η ?               2. TIS-
-ocr page 141-
122 G Á É É Å R ¾ Å DER
Ï. Ô Ç É S Â Å,
ftervende met Pyramus.
Geminimonutmnta cruorit. Ovid. 4 Metam.
jiLlet, hoe de blceke maan het lampfwart byftand
doet,
Om Tbisbe met een fpreed van nachten te overtrekken;
Doch 't helder wit, van u bepurperd met haar bloed»
Laat zich van fchaduwen of fwarraels geemins dek-
ken.
Wat boezem', die, gelijk een zuiv're middagzon >
De maancnuwpincecl, mdeeze nacht, verwon.
Historie.
Pyramus en Thisbe, binnen de ftad Babel, twee gelieven vaa
cenen ouderdom , beminden, buiten kennis van hunne oude-
ren , malkanderen boven maaten. Op zekere vroege morgen-
ftond quamenze over een by malkander te komen in een
bofch, onder zekere boom, ontrent het graf van de koning
Ninus. Tbisbe aldaar eerft verichijnende, \vierd verfchrikt en
verjaagt van een leeuw, die , naar het aazen op zeker wild
dorftig, by toeval uit bygelegene fontem quam drinken, Dee-
ze boet zijn luft meteen kleed, dat Tbisbe had laateu vallen, en
vertrekt. Pyrmius, op de beftemde plaats komende, vind
het bebloede kleed , geloofd dat Thisbe van een bofchgedrocht
is verfcheurt , trekt zijn degen , en doorfteekt zich zelven,
Thisbe, zich een wéinig hebbende herfteld , keerd weder, en
vind haar minnaar in het gras uitgeftrekt. Dus neemt zy den
degen, en ftoot dien ook in haare boezem.
Ziet Ovidius-,4B. der Herfchepp. &c. 7. Owenus, P. Melijfw
ïTS.Scafenatius, I.Sti^eitus, Marino
, Lml'os, &c. Vrudo
ltt P:r/vmp ma^A-ip- _ Hrr
,
m Pirame tragedie, Sec.
Ver·
-ocr page 142-
vnMVNTENDE VROXJWEN.izi
Verïlari nge.
Thisbt"\ Zy is van de overedele Schilder-Sny en-Ets-konfteneeij
gemeen en oveial ontmoetend voorwerpt doch ik had haai, han-
gende in zeker huys binnen Groningen, naar de tekening van Schut
gelchilderd, voorocgen, toenboirengeftelden volgend fneldichc
ier neder zijn gefteld :
Moefl Thisbesborflde nacht van dit panneelveriaagent
En flreek het "Wit voorst fwart der ongedekt e leen
?
En 't ongevoelig oog kj>n deei,e fmaat verdraagen 2
Tart met een diamant albafl of marmerfleen i
Ia, fivijg; dtfchilder heeft ijch treffelijk gequeeten,
Maar Z.J had, troofieloos, haar oogen doof geh^eeten.
Nachten'] De iiachtftukken worden by de liefhebbers, wegens
hunne aangeniame zomberheid , geliefd en hoog geacht. Welke
achting ook verdiende het nachdluk van Lttnard, Bramer, op ko-
pergemaald i waar in de ouders van fyramm eaThisbe ,-by toortslicht
de lyken van hunne kinderen opzoeken: weshalven ik ook met dit
fneldicht de genegentheid tot dat koftelyk tafereel, poogde te
uiten:
Eerwaarde grijsheid, v/at z,oek_t gy 5 by naaren nacht >
Met toortslicht aan dit graf van Ninus ? '/ is de vader
Van Pyramus, en het is Thisbes moeder; Tracht !
HoeZMliendeeuetvtee Ziich houden, freênZje nader !
Hter ligt de minnares in 's minnaars bleeken arm.
O ongehikkfge , ó medoogentVtaarde lijken!
Elk Word i,ijn kjnd gewaar ; i,te beider droef ge\arm !
De moeder knikke^eent > hy flut haar in 't bejïvijken.
Doch, onder't fintten, -Leeghymet de vrouw haaffneër,
Bad Bramer hem met, met de kracht van kloeke verven,
GefierkJ , 't bloed met een nacht gedekt, en't moordgeWeer
Verborgen in het gras
hy foogdhaarz^elj van ft'erven
Te vryen, met metaal gehard; dus ïjullen i,y
Hier eeuwig treuren, m een kpfre fchildcry.
Sceaem ] Gelyk deFranfche geduurigalle tüftorien en verfierin-
genverknedea, enir» walgelyke Romans heilcheppen, zo maakt
de
-ocr page 143-
■i»4 G Á L L E R Ô E ¿ E R
de treurfpeldichter Vrtion Thish een kind van eenen Nerial, gedood
door den veldheer Arfaces. quanfuis de vader van Ïyiarnxs} doen-
de haar roede beminnen van Belus, zoon van Amaftris; welke ko-
ningin op Pjrremut haar zinnen had gezet. Laat haar eiadelyk, by
é nacht, uit door gemelde minneryen verward hofkrakeel vluch-
ten, en ( in die vlucht malkandermifièmde') zichzelven doorftee-
kcn. Doch wy houden onsaan de aloude verfi'ringe, welke ook
inde Btidinfehe Dapperheid word ingelyfd van ViUeaheve , verduit-
ïchendedit Incldicht van den bovengenoemde Italiaan Sttjm*·
tint:.
De droeve Thisbe Jprek. ditwauV), gereed te velgen
Met een rampzalig emd haar troulven mingenoot:
Stond beider dood dan vafl door't Noodlot, dus verbolgen)
Och, "waar tk. voorgegaan! il^fterfeen dubbte dood.
Maar neen 5 dan fiorfVjraam W tlveemaal, al te onfchuldig".
IKjier dimde z,elf dit lot, enlj't met recht geduldig.
3. AN-
-ocr page 144-
VlTMV ÍÔÅ Í¿Å VROUWEN. «*
3. AND R Ö Ì Å. D Á,
het zeegedrocht voorgefteld.
Jiia maternis queritur livere eatenii
Btachia-
Propert. 4,. L. 7 Eleg.
Zyfpreekt:
iJ Elaas.'wat zie 'k? erbarmd zich de opgezwollen zee?
Waarom beweegd mijn klagt de droeve rots niet
mêe?
Van'deei word ik geb'oeid, en by het hair gegrecpen;
Daar die zy ç golven ftild, en van de ftrand laat fleepen!
Alcyones, en gy befchaamd die harde (leen;
Gy treurt, enichreid, en klapt uw wieken tegens
een,
En overlommerd mijn gezicht, en droogt mijn voe-
ten ;
Of deeze dienirbaarheid mijn hartzeer mogt verzoe-
ten.
Orotzen! klippen! hoort dit deerelyk geluid!
Breekt de yf're ketenen, ofipuwd.de krammen uit!
Ik zie van verr"t gedrocht het ruime pekel fcheuren ,
En ach , van niemand zal mytrooft noch hulpgebeu-;
ren!
Historie.
I(affiopea, vrouw van Cefcut> koning van Ethiopien, was
wegens haare ongemeene ichoonheid zo verwaand, dat ze de
Zeegodinncn geloofde voor haar te moeten wyken. Hierom
wierd haar door Juf ster Ammons godfpraak bevolen Andro-
meda,
haar ecnigfte dochter > om van een zegedrocht vernield
te worden , aan, den oever te zetten, p.trjeus , uit Panai
-ocr page 145-
'xz6 G Λ L L E RY Έ, DER
(door een guldene regen befwatigerd ) gebooren , door
deezelandftreek trekkende , ziet deeze maagd aan de klip-
pen {taan. Verliefd op haar ·, en , van de beide ouderen
trouwbelofte ontfangen hebbende , verflaat het gedrocht,
en verloft de maagd. Met welke bruiloft houdende hy van
lineus. des köningsbroeder, zyn medeminnaar,woidbelpron-
gen. Doch dien hy, met alle zyn aanhang, overweldigt, en
van het leven beroofd.
TietOvidius, 4B. der Heiièhepp. Mantlius 5 B. der Ster-
rekunde; Herodotus in Poiym. Lucttmus, in zyn B. van het
Huys, en in het Geiprek der .Nm^en; Achiü.Statmt, 3.B.
der liefde van [φα] on en Leuctffe; Ïüoflratus, 1 B. zynes
Beeldeboeks ; Paufantas indeKorint. zaaken, &c. voorts de
jln iromede , tragedie van [(ornetlle; de üieldichten van het
Griekfche Bloemhof, Marmo, &c.
Verklaaring e.
Geheid ] De ftaande Andromedt van Titiaa» is bovenmaate»
ichoon , dooi Motcling in het twatt gevolgd 5 even bevallig zyn die
van BhematrtyFermander , &c. De zittende en liggende AndrtmedMt
hebben, mijnes oordeels 1 minder aartigheid ; aangezien het ver-
eifchtc naakt inde ftaande beelden zich in een volmaakter fchoon-
heid op doet en vertoond : hoewel zy mee haar klederen aan de rot-
zen valtgehecht was, volgensjic/;.Tatitis, eaManilmsi dievandi-
zelvedusis ipreekende:
De flus ére βην,5humeris, fugitque lacertos
Vefits, et ejfiifï fcopults h&fire capilli.
Het fwierende afhangzel gleed van haare fchouderen,^ en het af-
zakkend gewaad ontblo*ote. de armen. haar uitgefp reide hairen in de
icherpe klippen verwerrende.
Voorts , het by naar in alle hiftoiieftuklten gezochte naakt
aangaande, ontmoet my, inatWintera-rxmds Tyikfrtm-t van de on-
bekende J.C. een dubbelzinnige quinkilag, die, wegenshaaraar-
tigheid, verdiend hiet nevens gevoegd te worden; :
Zs eêl is 's Schilders kfltifl, dat ue , in verfcheidenflof,
llaar
\onftennars beloond met veelerhande lef,'
In landfihap
Keerens f raald , en Mompert m z.i;n rotwn-,
Naar't kven
Holbeen kan de zantfebe v/aercld trotse»;
,             Vm
-ocr page 146-
V Π MV NT EN DE VROUWEN.': af
Van Dijk mëe ; Rubens in htfiori; Olivier
- In tsijnverltchtery ; tn keukens Lange Pier;
In fcheefen Vroom ; Steenwijk tn perjpekttve kerken ;
Maar,
Kousnaar, uV/ vermaak ts tn het Naakt te vterken!
Stild ] Ik volg Manilms , het geval van Andrgmed» met eers
byzondere aangenaamheid befchiyvende ; wiens woorden deeze
zyn:
          '
Ad tua continuit fluffusffeéïacula fontut,
A/fuetasque fbi defiit ferjundere rif as.
De zee (getroffen door dit jammerlijk fchouwfpel) bleef onbe.
weeglijk ftaan, en verbood de golven naat den oever ce rollen.
Alcyones'] Dit word vertoond in het 40 Tafereel van deiMufen
Tempel van dch Abt de Marolles; doch degedachi en verfchafte hem
ongetwyfcld gemelde Manilim, van'die vogelen in dcezer voegen
ichryvende:
7 e circum Alcyones pennis planxêre volant es,
JFleveruntque tuos, miferando carmtne, cajus.
Et tibt contextas umbram Jecêre f er alas.
De ysyogels omringden de rofzen, haare wieken deerlijk zamin»
klappende, enmet de zelve uw hoofd befchaduwende; terwyl zy ,
op haar manier , uw rampzaligheid betchreiden.
Viettn"] Vanhaar fchoonheid gewaagt volmondig, behalven de
aangetcgenefchryvers, Ovidiusin genoemd; Hetkhepp. hoewel hy
(2en ; 1'. des Mi»nei,onfies ) gelooit haar een bruine moorinne ge-
vveeft tehebben , doende ook de dcitele fiajfi dus aan fao ichrvven ;
Candida β non firn, flacuït Cepheïa Perfco
Androjnede, patrix fufia colcrejua.
Dat is, volgens de vertaalinge van Kafoljaaw :
Ben ik ntet blank , zAe hoe ie Gnekjche Perièus branden
Op 't geel landaardig kx°<fl van een
Andromede.
Alwaaromzyook in der Mnfen temfel niet blank maar bruin van
ledemaaten is afgebeeld.
Gedrocht'} Welk door de hiftoriefchilders of in de yedaantevan
een vliegende draak of van een overgroote vifch woid uitgebeeld ;
Wieu beenderen, uit de Joodiche iUd Jcppc gevoerd. door M*r\.
Scturus
-ocr page 147-
IjraS '0 Á L L E RY E DER
Scmms te Romen zyn gebracht; weezen zyn ruggcgraat anderhaldc·*
ve voet dik, en ieder ribbe 40 í oeten lang, volgens de Vertellers des
ongeloovelijke Zeldzaamheden, PHniitt, 9Â, jHoofdft. eni*i«-
ani , 47 cap. Verhaalende de laatfte ook dat · binnen genoemde
aloude itad 1 noch tot aan zyn tyd wierde bewaard (ongetwyfeld
als een heiligdom) de fteen {zo Ach. T&tini getuigd, gelijk een
graf uitgehold ) waar in noch de overblyfzelen van de ketenen
jneE welke Aadromsdnvias vaftgehecht, waaren te zien.
Van WK» ] De hulp van Terfius haar beweezen word mede op
vericheidene wyzendoor dezelve konftenaars vertoond; dikmaals
tegens het gevoelen der bovengenoemde lchryvers; als by voor-*
beeld: zy fchryveneenpsarig dat Ferfeus, met de wieken van Mcr-
iferins
aan zyn voeten in de locht hangende > het zeegedrocht be-
ftreed; en evenwel doen hem de fchilders meeftendeel, in die (tryd,
op de vliegende feg&fas zitten. Doch de aloude meeilersnaamen
ookhunne vryheid in de manier van haar hechtenis, verloffingen
ontfluiring ,· gelijk men by Lncianus (in der Htrüdm Gefpr.){zieti
al waar Andromed» aan een paal gebonden ftaat, enifyiwhaar, de
voetenop zyn handen necmende, van de klippen laat aldaalen ; en
weder by Fihflratns , die door een minnegodjen haar ontflooten
verbeeld ( van welke Kjrmille de Winden maakt in zyn treurfpel )
teiwyl reinest op de klippen zich te ruften legt. Gemeenlyk even-
wel beeldmen Ptrfexsa, haar zelf de boeyen van de handen ftroo-
pendej gelijk my, voor eenigen tijd binnen Groningen , in een
fchildery van Sukade is ontmoet 5 als wanneer ik die verliefde ver-
lofler opdeezewysjiaardeedeaanfpreeken:
Androïneda, vergun dat tk aw ZMchten hand
Van dit hardjt^er vry
! het monfler is verflagen ,
En dobberd hter met doorgekomen ingevtand !
HeH^toe; z,y moet
, m plaati, vanyt>er, peerlen dragen !
Schaam u voor Perfeus niet; hy flaat zjjn oogen neer t
Steeds door de glans gequetfi van uVte ledematen.
Schrei ook n'?f langer , ó mijn fchoone! fihret niet meer!
De tüd wil dat de jchaamte en droefheid u verlaaten.
Geef my wlv hert; en, eer 'k de flinkerhttnd ïçßâá,
Set aal mijn arbeid, ach, met deez^e, Andromeda!
Hulp] Op dezelve wyze, als deeze onfchuldige dochter, word
Befione, om de misdaad vanhaar trouweloozen vader, derTroiaanen
koning Lttmtim, een zeegedrocht voorgefteld; en, met de dood
van het zelve, door HerkpUs verloft by Ovidiat, in het IIB, derHei-
fchepp. Doch Andrtmtdaat verfieringe heeft de verwonderenswaar-
dige Jto«/?«, in zvn Rogier en Angdify, nagevolgt ih het loGez·
tja zyn Razende Rttlmi.
4. AN-
-ocr page 148-
øÐÌíÍÔÅÍ¿¸. pROÜWÈti. iï|
4· Á Í Í Á ,..';
beweenende de dood van Elife:
door
Petr. Testa.
Ïletumque cruori
Miscuit.
Ovid. 4. Metam.
Zaamenfpraak.
D. 't 1 S niet genoeg dat Oidoos zufter ftaat 4
En deerlijk fchreid, in ongegord gewaad j
Maal haar ook ftortende in het zwaard
Scb- Neen, Anna word van 't noodlot hier gefpaardj
Datjaagd, en werpt haar op Laurentis boord,
Daar zy zich in Numicius verfmoord.
D. Ach, zo zy toch in 't water fterven moet,
Waarom terflond niet in een traanevloed ?
Historie.
Annct , na de dood van Elhu (waar af hier vooren op
77 pag. is gefpröoken ) gewapender hand , door Hiar-
bas ,
haares zuiiers minnaar , uit Kanhago ; en door
Pygmalton-, haar broeder, uir Cyrenen gejaagd, begaf zich
uit Afrika zeewaart; doch quam, na veel omiwervens, ondes,
de kuft Van Italien , voorde ftadLaurentum , fcbipbreukte
lyden. Geftrand zynde vond zy een landftreek haar te eene-
maal onbekend. Als wanneer de Trojaanfche Eneas, ( ;.ii
het koningryk van Latiuin in ruft en vreede bezittende) in het'
gezelicbap van Achutes en Askcmtus, haai onvoorziens ont-
moet. Deontfteltenis in beider gemoederen is allerbeft af te
meeren naar de reden, die daar toe ieder had. JEneas, eert
Weinig bedaard zynde, brengt haar in de ftad en inzyn hof,
I                          " Maas
-ocr page 149-
ï3o G Á L L E RY E DER
Maar Lavinia, zyn gemaalin, door minnenyd zynde inge-
iioomen , legt aanftonds Anna lagen. Des zy , Van haares
zuftersfchimi?,ewaarfchuwd, by nacht ten ventier uitipringt*
Doch aan de Numicius komende, en nergens heul of trooft vin-
dende, werpt zy zich in die rievier. Alwaar om men haar, met
de naam van Anna Perenna, in het getal der goden heeft ge-
field, en in de maand van Maartby de Romeinen gevierd.
Ziet Ovidius, 3 B. zynes Almanaks, en Silius 8 B» dei
Pun. Oorlog. Makrobms, in zijn Saturnalia,
VerkÏaaringe.
't Is niet'] Dit vriendelyk gefprektuflehen de Dichten Scbilict'
Hpnfl
etinnerd my haai Züfterfchap, waar at 80 pag. in het klink-
dicht opLairejfet Dido, gefprooken is. Welk maagfehap 'ookaan-
gemerkt word van de jonge Filcftratm in den aanvang zvnes Beelde-
toekj
; Fa^atuslt) zyn Lofreden ; l{ornelis de Bye in het Gulden K^hnet
des Schilderkonfies; en de geeltryke J. C. in zyn Winteitntni^"
Tydkenivg,
op de volgende wyze:
Hoe naar vermaagfehapt i,ijn de Schilders en Poëten!
Zy moeten, te gelijk., íËç alle dingen Weet en;
Goed oordeel, vtndmgi geeft, en vreemde fantaiy
Celijk haar nodig æ,Þç , en malle drollerj.
De pen (en ß,ï 't ftneeel) moet meefierlijk een leven
. En geefltghetd aan 't Werk. tot eeuWtgduurtng geven,,
Zot Word een kLaek^gedicht bejpraakte Schildery ;
Een Viel gefchtlderd ftu\ een ftomme Poëzy,
Oekfi'rtende] Hoewel ik aangaande de zo genoemde Didaes dood
my geheelyk aan de waarheid van Juftinus houde , heb echteï
jtnnaas tafereel ( ter liefde van de ongemeene verfierinfr ontren'
haat mêdoogenswaardige rampzaligheid ) niet willen miifen: des-
halven verzoekik dat de genegene Leezerdeverfcheidenheid mijn"·
gedachten, ontrent dee^e twee tafereelen, hcufchelykgelieve ov«
het hoofd te zien.
Laurentis] Een ftedeken in Latium, het vermaardfte deel van
Italien, niet verre van de ftad Lavinium; heden onder zyn ruinen
begraven op een plaatz, tuflehen Ofiin en Antium, welkei*»» t->'
remis,
volgens Ltti^.Helpenius, word geheeten: Ondertuffchenzie
4tt op 31 pag. gemelde brief yan den doorgeleerden S*m, Bicher'** >
1
-ocr page 150-
Vç̼ÍÔÅNDÅ VRÏÜPVËN.ú3f
waar in i fatEmss Italien nooit aangedaan heeft, zonneklaar word
vertoond.
NamieiutJ Een kleene rieviere in Latitim, of in het Roomfche
deel van Kampanieh, uitEekerroeii zyn aanvang nemende j heden
il B-ivo de Remi genoemd.
lyaentvlced] Zo doet de Hr. Co»pant. Hajgem, inzynTetrede»
Arm»t THrfis,
of den Hr. van Walienaar, tot zyn bruid, Mtriais
Marenes, vrouw van Haferwouw (in het jaar 1618. verdronken,
zoalshyhaar, meteenfleetjen, over hetys wilde ichuyven) ondei
andere fpieekeni
l Vftda tuos netdt; iinda meos fuhmerget ocellot j
Et poterunt lachrym* qttodpotuiftis , aqu&i
Het water , welke uw oogcn heeft vernietigd, zal ook de mijne
tfoen verdrinken. Owateien! 't geen gy gedaan hebt» kunneaoefc
Aetraaneudoea.
i % >' $. KAL·
-ocr page 151-
i3i GALLERTE DER
5.KALLIRHOE,
zich zelven doorfteekendc:
enfem media in f racerdia adegii. Silius, 8B.Pun.
O. Ad gy Kjirefus door uw oogen omgebracht,
Het heilig offer mes waar onbefmet gebleven,
Kfllirhois, hy had met vreugd die dood verwacht,
En gy het ftaal niet door uw blanke borft gedreven.
Zag u de wijngod nu, zo kon (tig afgemaaid
By 's priefters lyk,hy riep: rampzaligheid der vrouwen!
'k Ben niet gcvoeleloos, mijn hart is niet vsrftaald,
Efl, zonder traanen. kan ik hier u niet aanfchouwen.
Al heeft de dichter my het treurfpel toegewijd,
Ik haat het, als een vrouw daar in onfehuldig lijd.
Η ISTORIE.
ï(orefus, eenederpriefterenvan Sacchus, beminde, binnen
Kalydon in Etolien, eene [(alltrhoi. Doch zonder voordeel.
Aangezien de grootheid van haar afkeer die van zijn genegen-
heid verre overtrof. Hy riep dan zijn beichermgod Bacchus
te hulp , en kreeg gehoor. Die van Kalydon overviel een
doodlijke ziekte , by manier van rafernye en dronkenfchap.
Waar op het Orakel van Dodona wierde raadgevraagd. Welke
antwoorde dat de geftoorde Bacchus diende te vreeden gefteld te
worden; doch op deeze wijze: I(orefus oil^alltrhos-, of ie-
mant van haarent wegen, moeft voor zijn altaar geflacht wer-
den, [(allirbeè dan, die ftraf niet afbidden konnende, en de
ouders hunne hulp haar ontzeggende , liet zich, gelijk een
ilachtoffer opgefchikt, ten dienit van het land, in den tempel
leiden. Maar Korefus, wiens beurd het was het prisfterampt
waar te neemen , hervatte zijn oude liefde, en ftak, in plaatz
fan hst offer te treffen, zich zelven het hart af. Welk deerlijk
fchouw-
-ocr page 152-
VITMONTENDE FROVWEN. i$j
fchouwipd het gemoed van Kallirboë ïo venuiderde, dat zy
mede zich zelyen de keel afiheed.
Zie Paufanias in de Achaïfche zaakeri, en Ma>\. Antotitus
Kanani,
over de 15 af beeldinge van zijn broeder Jt/h. Angel,
^antnijt
Bceldcboeic.
VER KL AARING E,'
Oogen~\ Daarom zegt Snfsrtitts (,4E. 9klaagd.) van zyn ver»
gïaindeMinniaies:
Fulminat illa oculis, (Jfc
Haar oogen blikzemen : en het is aartig dat Oif. Vcnms , meefter
Van dengrooten Ruimt, een fchoone pylen uit haar oogen ichie-
tende, in het 7J zynei liefde-zinnebeelden , uitteekend, daar by
Ichry vende:
Ecce eculis telum nefira fuella gerit >
Zie mijn vryfter draagd pylen in haar oogen: en hierom neemt
tiei'rs, by dè geeftige fneldlchter MarMas, Kjtpido boog en f'cbichten
af; doch ( door het bittet fchreyen'van denjongengeraaktzynae )
langdihettuyg wederom, en ftierd hemheene, zeggende datzy de
itïinnaar methaaroogentrof, engeenfehiehtenvandoenhad.
Diergelykezoetigheden van de oogen zal een liefhebber by Gua-
**ni
, Sidnii, &c. in hunne puntdichten, en by $. lngen, iii zyn
Getrouw Hsrderin, 13} pag. tonnen vinden.
Trmrfpel] Volgens Athtnens (2B. 3 Hootdft.) hebben het Bfy-en
^reurfpd,
inlkarium, een dorpin Attica , haat aanvang genoomen
pnder de woelende dronkaarts, ten tyde van wynoogft. Bacchus roet
jaarfpeelen vierende.
Altooshet Trrar/Jwiisbyzöriderlijkde Wiingod Bxcehmgeheiligd
en toegewijd , in het Griekfch Tf «tjWV*, Tragnii* , datis, Bokser-
dieneniitreurgezanggeheeten; aangezien de dichters, om ftrijd on-
fier malkanderen^^^^^^fijvende, den overwinnaar een bok-
jen opdroegen; volgens Htratim,in üijn Dichtkonft dus fetuijvehde;
Carmine qui tragico vilem certarit ob btreum.
ï>ie om een geringebok te verdienen treuivaaizen heeftgeiihievenj
-ocr page 153-
134 'â Á L L Å R Õ Å DER
En waarom meer een bok als eenig ander gedierte? dewijl die by»
Konderlykaan.B<i«W wierdopgeofferd, en hem tereerengeflachts
alseen vyandlykgeorocht dat zyne wyngaarden bedorf. Alwaarom
hyOvidias, des Almenahs é Â,, de bok op deeze wyze word toege-
fptooken.
Rode caper vitem; tarnen hitte, citm flabii-ad aratn,
In tua quodfpargi cornu* poffit, erit.
Verba fidesfequitur: noxs, ttbi deditus hoflis
Spargttar affufi cornua, Bacche, mero.
Knaag de wijngaard, riepeenen,öbokjen, in ftukken; zyzalnoch
de wijn geven, die voor den altaar op uw hoorenen uitgegoten zal
worden. En het gebeurde zo: die vyand van Btahus, hem opge*
offerd zijnde , wierd met wijn befproeid. Ziet hier ook de geuiyge."
• iüi van VirgUiut, »B. van zijn Landbouwkunde,
Eaccho caper omnibus ttrïs
C&dttur, (s veteres ineunt profcenia ludi.
Aen alle de altaaren van itaWflachtmen bokken, Sec. gelijk
by hui. duCktul. in zijn Verhandelinge van der oude Rom.Gods-
dimfl
, op een Giiekfche medalie van denkcifer Hadriatms, en op
een oude vetzegelfteen, word vertoond. Ziet de Aanteekeningen
Van Thom. Farntlrint over de aangetoogenc plaats van Viriilim.
Hierom wierden ook aller Dichteren hoofden zowel met klimop
Jkranffenals lauwerbladengekroond , volgens Btratins, é E. é Gez·
en I B. 3 Br.j Virgiliui 8 Herders gez Ovidias, 5 B. zynes Almnnai! s
eni B. deózynerTreurbr. aldustotzynvriendenfehryvende:
Si quis habes nofiris Jtmihs 'm imagine vidtus,
Deme meis hederat, Bacchicajcrfa, comis.
Ifia decent l&tos jeltcia fignapoetas.
Zo gy miffchien een goudene veizegelfteen met mijn afbeelding*
bezit, doet'ertochdeSactóaj toegewydeklimopkranifenaf; aan'
fezienhetdevrolyke poëten illeeu toekomt zulke gelukzalige tec-
enentedraagen,
6. Á R"
-ocr page 154-
VTTMVNTENDE VROVWEN. 135
6, Á R Ì I D Á",
verlaaten van Rcinoud.
latumfpeBaèatiniequor. Ovid. 2 Remed.Ana,
L·/ E dageraat verlicht alom de vlakke zee,
En helpt Armide in 'tichip van Rcinoud naar te ipeuren »
Ik zie haar, overftelpt van fmert en hertewee,
Haar krachtelooze kond, en zyn vertrek, betreuren.
Had Rginoud haar gezien in die bedrukte fland ,
Çykoos, voor oorlogs eer, 6fchooneliefde, uw
fchand.
Historie.
Als, in het jaar 1.099, ckCbrifieneVtmcen, onder het be-
\leid van Godejrooi -van Buillon, het Joodfche Land eenpaarig in-
trokken , om de ftad Jerufalem ß en alle gedachteniilèn van de
Heer e Christus de Turken te ontweldigen , zo ipan-
de de Hel alle zyn krachten' in om deeze zo genoemde kruis-
vaart te ftutten en te vernietigen. Onder andere maakte hy
een tovenaar op, geheeten Hydraoth, koning van Damaskus.
Deeze wift door de argliftigheid van de ichoone 4rmide, zyn
nicht, de voornaamfte kruishelden uit het leger te lichten.
Welke evenwel weder door Remoud, (wegens het ombren-
gen van de Noorwegifche Gemand uit het leger geweeken)
deeZe toveres, op de weg, zyn ontrukt, sirmida, dit po-
gende te wreeken, krygt, door haar konft, Remoud, op de
rieviere Orontes , in een befwooren ichip, en toverd hem
door gezang in ilaap, met opzet van hem het leven te be-
neemen. Doch het bezien van dien fcheonen jongeling ,
nairwlyks 15 jaaren oud zynde , haar in liefde ontitekeride,
Brocht zy hem, geboeid, met haar vliegende wagen, bui-
ten Afrika, pp eene der Gelukkige eilanden; daar zy, in eeu
ogenblik , een aanzienlyk paleis voor haar deed timmeren.
OndertuiTchen had men deezen jongen held in het beleg van
1 4                         Se-
-ocr page 155-
jj<? GA L L E R Ô E DER
gemelde ftad van nooden. Dus vergaf hem Godefroot de dooi
van Gemand ; en twee afgezpridene gingen hem , met
een betoverd ichipi opzoeken. Vonden hem m een thuin, leg-
gende in de armen van de bekoorlyke Armida. Die tot haar
toverboeken 2ich begevende , de twee hoofdmannen ge-
legenheid gaf van zich te ondekken , en hem in zeker be-
fwooren lchild zyn ichande te doen zien. Hy van zyn welluftig
leven walgende, maakt daadelyk zich gereed om met hen te
vertrekken, Armida, haar arbeid , in hem op te houden ver-
fpüd hebbende , vernield het paleis; en ryd, met haar wa-
gen, naarGaza tot het leger van den Soudaan van Egipten, &c.
Ziet Tor^uat.Taffo, het 14, 15, en 16 B. van zij^ver-
lofte jerufalem ; vercierd met de konilprinten van Ant, Tem-
fefla; Qumault
in Comedie lans Comedie; A. Ptys in de To-
yeryen van Armida ; Scudery in zijn 40 Harang. Marino, &c£
Verklaringe.
Armi(t&~^ Devjrfierde iieflcoozeryenvan Rtinmden Armidehetk
de weê*gal>»oze Tajfi uit die van de HimtrifchtXJlyffis en de tovereiiè
Circe (o'ook Kjdjpjo) getrokken; doch wat heeic hier in de aloude
en deshalven ünbefnoeide Griek by dien volmaakten Italiaan! niet
als de bloateen ruwe vindinge.
Voorts hebben zy de hiftoriefchilders tot aangenaams en ziel-
verrukkende gedachten ftof gegeven: als
I. AinAnton.VmOyk\ die Armida vertoonddenflapendenRei-
mud met bloemkranuen bocijende ; volgens Taffo , of f zo men
wil ) het gezang van meer genoemde Hoofd , beftaandein deeze
sveiliefflyke woorden:
De fchoone toveres s
Voor Wie Damasko boog
Door
Hydraottes les,
aL· z,y om roof utttoog,
En
j mar haar uenfch , den enverWonnen Reinoud Zjtg ,
f>ie t doorpluimflrykery íáçâááñ, veroverd Lag,
DitZj tjege z,eiz*; gy
Zuit mijn gevangen zJjti
,*
Maat.
\                                           ·■·■·■■
-ocr page 156-
UITMUNTENDE VROUWEN. 137
Maar om uw leen.ivat vly
Ik
, yz,er bed of lyn \
Neen, neen
; voor geen geweld ulv flerkheid βν/cht ·, men moet
Haar maakfn dwee, door trek. van eenig fmeekfnd zjtet.
Stal hiel haar Zioete taal:
Toen gluurde V oog rondom ,
En, met een jchoone firaal,
Uitptktue een jchoone bloem ;
Toen noch een, toen noch een ; haar rijk? fchoot die fviolt
Tot dat
zyp v/as van rooi·, ligufire, en lelt vol.
Zy firengelde de roèn ,
En daar V haar voeglij\docht,
Zy tujfchen
V vrolijk, groen
Nu blank nu blos in vlocht;
En, hem terwijl hy fliep-, met deez^e zielen (loot,
En voerde daar hem nooit z^tjn vangenss verdroot, (ffc.
Waar op ik . metbefchroomthcid , doe volgen , ais een fleep-
dragende dwerg zyn princes, het fneldichtje, cioor my op gemeld
meefterOtuk ( op het friucelyk huis tot Hondsholredyk te zien )
ontworpen:
De Schoonheid maakt xjch licht verwinflervan't Geweld:
Hoe wet toond dat Yan Dyk in 't boeyen van dien held'.
II. Aan zekereN. N.deezetoveres, volgens §uim>tsh, meteen
fchicht in de vuyft voorde flapende Reiniml aïbeeldendt; welke
aangermme fchüdery ik gedwongen wieid met deeze gedachten
te omhelzen:
Hier dreigd een Schoonheid haar erfvycmd met een fchicht,
Kupido foogd haar het geWeer met kracht te ontwringen,
Let, hoe i,e rukt, en trekt, en Worfteld met het wicht,
Terwijl baar deez,e zjtcht jcbijnt uit het hert te ffringen :
Armida, vecht niet meer met Reinoud, en dit k>nd!
'k Voel toch tn 't hert dat die verWonnene u verwint.
Ondertuflchen ook den graagen aanfchouwer, wegens Rtinmd,
ïsiet dit ineldicht tocipreekesde:
l S                            Wek,
-ocr page 157-
ï38 6ALLERTE DER
Wek Reinoud niet; laat toe dien ced'len minnaar leggen.
Ali.ag hy , met eenfchicht, Armida voor hem β aan,
fiy i>ou niet Viiiken
; maar dtt tot die fihoonheid i,eggen:
VVt oogen hebben het al, voor uW Jchicht, gedaan!
pe
ii/f/ Word eens door deeue, en die meermaal onttoogen.
Dus vrees t\s_ min u%v fihtcht
j en meer, helaas> WWoogfn!
III. Aen Ant, Temftli* , in het van een rukken deezer gelieven;
waar in onze TW?» het zielroerend fcheiden van MaroDs Ene»s en
Diic t'eeneraaal heeft na gcbootft, datvan Kafoos Thtjmsen Arixd-
iit
daar evenwel aanlaiTchende·. welke laatfte ook van Ariefio ( zieE
het io Gez. zynes Rttlmdt ) in zyn Birtims en OlimjU is ge-
volgd.
RtiKoud~\ ZoonV2.nR&rtkoldnitn$efia, geboorenbinnenVeronaj,
eenitadin Italien, aan de iieviere Athcfis; van welken het geilacht
van de Eflen is afgedaald , volgens de uitvinder van deeze bevallige
Verfieiinge , het befchilderde fchüd van Keimud befthiy veode iö
ifn.71 Gehang,
6. BE-
-ocr page 158-
VITMVN7ENDE VROUWEN. 135»
7. Â E R E Í I C E,
gefcheiden van Titiis Vefpafianus 1
vertoond door
L E Ñ Á U Ô R E,
Neuterque recedent
SufiinuitdixiJJevale,
Lucan. s Pharfal,
L·- E Pautre lal hier Berenice trekken
Van Titus: maar ik zie zijn arm pinfeel
Den onmagt met een grootfche rijkheid dekken
Vanfries, en boog, ennis, en kapiteel.
Hy wykt ver af van 't welvcrrukkend fcheiden,
En toond het oog een keiferlyk zalet;
Maar 't oog laat zich niet van die pra cht verleiden j
't Heeft zich al op de voorgrond neergezet.
Daar zoekt het hartzeer en bekommeringen
In 't aangeiicht van prins Vefpafiaan,
En hoopt dat die prinfes zich zal bedwingen,
Vergrammen , en gewillig heene gaan.
Daar fteld het zich in 't midden der gelieven,
Envleid en bid den irerkiteri, om toch niet
Den fwakften met het hard vaarwel te grieven; , *,
Maar liever zaarn te iterven van verdriet.
Ufchilder, u vergeef ik't ondertuflchen
Dat gy dees vrouw, en dien verlegen vorft
( Die 't minnevuur, gedwongen, moeten bluffchen )
Niet, met uw konftpinfeel, aantallen dorft:
Die fcheid ende zij ç fwaarder uit te drukken,
Ais moorden, en bebloede gruwelftukken»
Ç is-
-ocr page 159-
i4o GALLERYE DER
Historie.
Titus, zoon van Fluvius yefpafianus , Roomfch keizer,
aanvaarde, na de dood zijnes braven vaders , het rijksgezag
«iet , of wierd van zijn gewoone wulpfcheid afkeerig , en
verdreef alle hoeren en haare dertele en welluftige bedienden
uit zijn paleis. Onder deeze was Bercnice , dochter des ko-
nings vanjudia, Herodes de III, toegenaamd Agrtppa. ïy
had iéjaaren toen haargodddooze vader o veileed, getrouwd
zijnde met haar oom , Herodes de IV , koning van Chalcis.
ÏSla wiens dood (twee kinderen van hem hebbende ontfangen)
zy weduwe bleef ; midlerwijlen met haar broeder , koning
Agnpfa de jongere, in onecht levende. Doch als dit rucht-
baar wierd, zo heeft ze, om alle opipraak te vermijden, Po-
lemo ,
de koning van Pontus, getrouwd; maar na een kor-
ten tijd vcrlaaten , en weder by Judeaas koning zich ge-
voegd. Met welke zy te Romen komende, in het keiièriijk
hof is gehuisveft van Titus; die haar voor zijn boel gebruik-
te. Doch zy hoopte vergeeffch op de trouw van cSen jon-
gen erfprins. Want de Roomiche Raad zijn gemeenichap met
een uitneemfche koningin qualuk neemendê, moeit zy, re-
gens dank van Tttus, Romen verlaaten en weder naar Syrien
vertrekken.
7xetJofeftifi63. der Joodfche Oudh. en ι B. derjoodfche
Oorl. Suetomus, iu 't Ltv. van Titus , 7. Hopfdit. D10,
(SéB. Mrel.Vikfor in Tito ; &c. Jitk..Strctda , byzynMuür
tebeelden; Scudery , in zyn 8 Harang. 5 &c. {(prneiUeea Ra~
sine
in hunne treuripelen v«r Êerémce; &c.
VêrklaaRinge.
Bermke] ISy Ttcitm (2 B. Hiftor. 81 Hooidft.) rtgina fltrent «-
tatc firmaqae , een koningin in het bfoèyëntt haaies levens , en
fchoonheid. De medaliekundige Kjfr Patirm: zet , by gemel-
de plaats van Sstttonim , wel een beeld van Bertnice , naar de
wijze der Afiatifche voiftinnen gefluyerd ; begeerd evenwel niet
dat men haar voor de koninginne van Chalcis zal aanneestien. Ook
ipreekt van naar · en haar zufter ttrüptte, het Boek van deHander
Jiiigen der Jlpo$eUn, in hec ?.$. Hoofd it. Doch zii hifr haar ge-
fltthtfaim,
uit gemelde Boeken yan J'jtfas zaarnenjefteld:
-ocr page 160-
plTMVMTENOE FROUWEN. 141
Geflacht van Berenice.
Salome Herodes de Groote '
"Mariamna 9
door haar man
met het fwaarci
gedood.
gehuwt aan
eene van
haarbroe-
deis.
zoon van Antipxter de I Af-
kalonijt; vriend van Mark.-
Antonius ; door KJt'patr*
vader van Fitippxs ; door
Dofis van Antipmer de II i
door een Samaritaninne
y uil Heredes de II, roege-
naitaaA»tipai,eaJlrcbelaus.
'AriftobulusdelV.
oudfte zoon;
Berenice.'
Alexander oclll$
geworgd.
Her odes de III,
bygenaamd jigripp».
Herodes de IV,
koning van Q">his.
Herodias,
gehuwd aan
de viervoift
FiUppus.
BiRENicE, A^ripp4 de II, Dmfilla, Mariamnat
gehuwd aan
Feflm.
gehuwd
haar oom de
koiüug van
Chalets.
vriend van delloom-
iche keizer KlattdptSy
by Segmnns , Span·
birnius
, en Begerm,
op medaJien afge-
beeld.
gehuwd aan een
burger van A»
kjcandryen.
Pefpafiaan'j Zijn vriendlijkheid, beleefdheid, en andere deeg»
den. hebik eldersgepreezen, en het beeld ontmoet ons overal óg
goude, zilvere, en kopere medslien.
trwfesj Gemeenlijk saeren deFranfche Treiufpeldichters fmif-
fchien dit de kuüche Lelivorft in hunne ftukken vereiichende>
Jn hunne Trsgedien, Klytemneflre , Fedra KJeopatra , &c eer-
baar, mauieriijit en behaaglijk in , daar zyze nochtans by Eiiripi-
·'«, Ovidins, en Seneca, oneetbaar, fcheimachtig . wreed en af.
grijflik vinden. Dus beeld Racineookdeeze Bereniceaf, alseehze-
dige en kuilche priules, in het 2 Ton zijnes 2, Bedrijfs, met de
woorden zijner veitaaideien, dus van haar fpreekende:
MenZjegt, zyy heeft een hart gelijk een Rom eininnet
Mn duizend deugden-
: in
-ocr page 161-
i4s ÜALLERTE DER
En wat verder:
Die ZiOrg voor mijne min , die liefde, en die i,e teer»
*t Behaagd my alles 3 haar volmaaktheid, deugd, en eer.
Gelijk mede in het 4. Ton. des 4. Bedt.
Wie V/eet, ί,ο Romen ééns haar deugden komt te aanfihou*
Iven,
Ofzy haar ielfniet voor een Romeinin xmI houlven.
Maar men hoor liever naar Juveiiaüs, volgens de waarheid, in het
6 fcliimpd. van Kaai bloedichande in deezer voegen fchrijvende:
Deinde adamas notijjimus, et Berenices
In digito fadus fretioftor ; hunc de dit olim
Barbarus tnceflu , dedit hunc
Agrippa forori,
Obfervant ubt fefta mero pede Jabbata reges,
Et vetus indulgetfentbus dementia forcts,
£n dan die vermaarde diamanrring, noch kofteliker geworden zijn-
de, zederd haar Berenice aan de vinger heeft gedraagen ; de 011-
ïoomtche-<*£«#>« had deeze tot een pand naarer bloedichande aan
zijiizuftergefchonken, inliet Joodfcheland} teweetendaar dewee
het eeten van verkenvlcefcli verbied, en de giooten ongefchoeid
ter kerken gaan.
ïajakj Bidmamtms, in het 2.8 Hoofdftj des 3 B. van zijn Hert'
4ias,
hem volgende:
Hunc Agrippa minor, fieleris foflrema faterni
Effigies; hunc ipja foror male nupta fequetur
Agnofcenda proeul
Berenice.
Deeze word gevolgd van agrippa de jongere , het fchelmachdg"
evenbeeld van zijn ueugdelouzen vader; deeze wedet van zijn op
een ichandelijke wijs getrouwde zufter è die kennelijke Berenice,
Liever ζλλιβ ] Niemand heeft de gefteltenis van hunne gemoede- -
ien in dit fcheiden uitgedrukt als Suettmus , in het 7 Hoofdft. fchrij-
vende kort en zinrijk: Snmptam fiii Be; enicen flatim ab «rit dimi-
fit ,imitm in-vitsm ;
tegens zijnen dank heeft hy de tot zich genoo-
mene koningin, ook tegens haaren dank, de ftad uit laaten gaan:
welke weinige woelden de grontflag van Racines tjeurfpel zijn.
8. MA-
-ocr page 162-
UITMUNTENDE F ROUWE Í. itf
8. MARIA STUARD,
onthoofd.
dirofdcrum caput enfe recidis. Lucanus 8 Pharial
Ì Aria, zal ik u verfoeyen, ofbcklaagen?
Ik ken uw vyanden, en weet wie voor uftryd.
Helaas.' 'tmeêdoogen zou zich onverfchillenddraa-
gen;
Maar.'t is een vrouw; een beeld vol teêrheid dat
hier lyd.
Moet ook een vrouw haar hals voor de yi're rechtbyl
buigen ?
, Ach ! daar het weinig bloed noch op de boomen zit
Uit Thisbes aad'ren, als het gloejend rood kan tuigen;
Wat is 't dat Engelandsgebergt blijft even wit,
Daar æõ veel edel bloed fleeds zypeld van haar top-
pen?
Offtortdeonnoofle melk in plaats van purp're drop-
pen?
Ç é s ô o R ß e.
Als', nalietoverlyden van de Engelfche koninginne Maria.
dochter van Hennk de VIII, de zufter Elifabeth, het rijks-
gezag aanvaarde, zo heeft ook Maria, de Sciiotiche konin-
g!nne, dochter van ]akpb de V, (als of Elijabeth onwettig
Waar) de naam van koninginne van Engeland gebiuikt. Ge-
iende een oorzaak tot groote verwernngen , en rykgefchil-
len. Tot dat zy van haar baftaardbroeoer Mauraj , bene-
vens haar ondankbaare en baatzuchtige onderdaanen is ver-
volgd , afgezet , en naar Engeland gejaagd. Als wanneer
oeeze ongelukkige de Engelfche, voor 's rijks weiftand be-
kom-
.
-ocr page 163-
144 &' Α L L ERTR & £ R
kommerd, hebben in het net getrokken, de voorftanders vaii
de Roomfche Godsdienft tot gevaarlyke raadilagcn aangedre-
ven , de afwezeende gehe:michrijveren (welke omgekocht
fcheenen) door hunne gstuigtmiien onderdrukt, en de Rechters
van Eltjabeth verkoofen (het eene verraad na het ander op-
ftaande) in het jaar 1587, het 46 haares ouderdoms, en het
18 van haar gevangenis, op het kailëtl vau Frodingam met de
byl onthoofd ι
7AeKambdenus, 9 B. en andere Engelfche fchrijvers; Tbua~
mis.,
8ö B. £/?.' Pajqwer, 5 B. de Recherches de la Trance *
I7Hoofdfti Jak. van Oorts, ongelukkige Hcerfchappye der
Stuurden; leMoyne, BeverWyk , Lamb. van den BoJchSiC·
Vondel'w.
zijn Treuripi.l; de Schotten Andr, Melvmus en Georgy
JBucbananus,
Sec. in hunne tneldichten.
Verklaaring e.
Mari*] Aangezien pater LeMtyni, met het lof van deze ramp"
talige koningin, zijn Gallerie des Femmes Fartes poogd op te pron-
ken , 7.0 ben ikgenootzaakt, gebruikende zijn ciertïjke afbeeldin-
gen , haar mede in dit werkjen een aanzienlijke plaats te gev-ïn ; want
wegens de gefchiedeniflên onzer tyd voeg ik me gaerjn naer't ge-
voelen van Andr. Pels, die (in zyn Geirxilien Misirail^desTo-
iieels ) ziende op Engelands ftaatveranderingen , de Dichters i«
deezer voegen onderteek:;
Op manken dte ontrent
Onz,eeeu'Wgefchtedz,ijn, is't met raadzaam i,tch te leggen.
Gj moogt vin
Edipus m Klytemndtra t-eggen
Al wat u invalt; maar van Karel Stuard niet,
Hoe light verffraa^tge u; 't ts te korteling gefchied j
En ,t is ueer neet tig vatr 0] tegen Majeffeiten
(V Zy gy hen martelaars of fchiddig noemd) te fleitem
Zie nu , met aandacht, die ver/chetden poffen van
Maria Stuard, en johaune Graai, eens an;
Wie deel·* voor/laat, Jchijnt die ongelijk, te geven
;
Wie beide voorflaat, 'Word van alle Viind gedreven.
Bekladen] Waareliik is Stxards ongelukkige Heerfchappye be-
Magerss waardig. volgens zekere T. H, voor bovengenoemd Boel*
van l»kf!> vin Certs dceze vaarzen ftelleadc:
-ocr page 164-
UI7MUNTENDE VROUW ÉN. 14I
Wat heeft het huis van Stuard harde fagett
En ongeval getreft! . ·
Het Schotfche rijk vms nauw haar opgedraagett
Of iS hebben't ftrak? beseft,
Afó Robeit ie Éexil'iquam't ongeluk, beklimmen
Zijn lipnt,nglïjk.en troon; ■ .
: UeifLeer verend den
Tweeden by de fihimmen'
/. ,, Door't vangen van i,ijn ί,οοη;
                      ; /
De broedermoord hielp Jakob de Eerfte om't leveWt,
De Tweede bleef mfti'yd;
Yfie Weet Waar dat den Derden is gebleven \
De "Vierde is uit ter' tyd:            ',. .,;··:_ »;
Door oorlogsramp ; dit deé de Vijfde ook. qutjnenl ,
, En retïjen naar het graf ,
Wat onheil (putm den
Zeften niet verfchijneni
■ .
          Doch God die keerde 't af.
De nioordlufi had een droeve val befchooren
Mariaas bedgenoot;. ( ·. .
*'t Vernielend kruid deè hem in't puinverfirtooretii
';,'■
· . Dus raakt die vorfl ter dood:
Zy komt in't fivart het treurt oneel betreeden %
,, In Fodrmgam gerecht>
En offerd aan de bijl en blok haar leden*
Betaald 't gewijde recht,
&C.
. Kie de verklaaringè deezerin het Geflachtiegifterfa Stneriml
te vinden op 6$ en 66 pag. van O B. ANJES ÖVERTOGT.
Voor» J Teweetende Paus Vriaaxs de Vlïl, de EiiTchop van
Munfter Ferdinani v'an ï'urftenberg, &c. in hunne fneldichten;
dochbyzondeilykde fènixdichtef Jtofl viiiVhndekm, zoinaange-
toogen Treurfpel , ( de Gtmartiïdt Majefitit by hem geheeten }
als in volgend ineldicht:
Zo bloeide Stuards jeugd, eer haat haar' hoofd Uig rollen,
ÊerZiC , óp't verWoed Jchavot, van herteWte gefWollen
,
Onnoifel ftorf,, onthalfl na die gejmeede wet,
*. Zo Word Mafy omhelfl van nicht Èliiabcth!
Tvtee 'ptntcn hebben haar de byl door 't vieéf'ch gedreven^
Haar eifrecht tot de kroon, en haar
Katoliich leven.
i δβ»»>ί«] By Ov'dim fpreekr de rampzalige Tbiifa (van we-'ke tas
pag,) dernoeii-bezieboor» , waaï ouder zy «iih xeiïsn oaibïochc,
*et deeïS woorden ssa ;
-ocr page 165-
J4~c? ý Á l L ERYE ¿ Å R
é At tu öé& ratnis arbor miferabile corpus
Nunc tegts umus s mox es teéfur-a duorum ,
Signa tene c&d'ts , pullofque et luiiibus af tos
ó'emper habe ftetus
3 gemmt monument» cruoris·
Maargy > ó boom , die uw rakken nu over eeneen terftond ovef
twee rampzalige lijken zult uitfpieiden, bewaar de tekenen van dee-
ze moord j en draag voortaan treurige en roode of liever bruine
vruchten, ter gedachtenis van het tweemaal vergooten bloed.
Tftt] Dat Engeland wel eet de naam had van <AMm, wegens
het krytachtigaardrykvan dat landfchap, en de witte blinkende
ïotzen waar mede vy is omringd ; dat daarom ook de oude Eritan-
nifche dichters haar Ims -wen, of het Witte eiland, hebben ge-
nöemd, is in de aangetogene ORANJES OVERTOGT, opi5
gag. aangeteekend. Doch byzonderlijk waaren de krytmijnen on-
trent de ftadJiorbioduEum, in Wilfchire; daardekoopman (»'"
%ottor cretarius Britannicianus, in een BeloftfehriftaandeZeeuw-
fche Nehallenia , byTsmthirn genoemd ) al van oudsgrooten han-
del mede gedreven heeft.
CHie/y Van het meik-in plaats van bloedvergieten , in eenige
menfchen voorgevallen, zie de Aanmerkingen der Geneesheeren
Thora. Hxtthel'.niH, &c. in het Directorium Medico-praêticui»
van M*thaut Morontis.
Doch de Roomfche Kerk geloofd dat toen den Apoftel P*»t*t*
te Romen > uit laft van de kcifer Nero , wierde onthoofd , jD
plaats van bloed, zuivere melk uit zijn romp isgeloopen. Ziet
deichrijvers detMartelaatsboeken; de fneldichttnde Paters Joh.
Chevalier,
en Laareni. LtBrtm 5 den Italiaan Joh. Math. Caryfhy
ius,
&c. Behalven dat zy het zelve ook van de Egiptifche ÊË'Ë'
tin*
getuigd, volgens gemelde Schrijvers, tri dit fneldichc vaB
Jater jak_, liUsrmantts:
Vncorum rabitt jdm fruBn, furorque rotarum,
Et reitquum eitfiim futmine.pegma [uit,
Cum Catharina caput t'A'i dentque fufiulit en/is,
Ctpitque attanttum laffe mudeye folum.
Quippe videns pugnas in vïrgine terra, wrikt,
.'»·.· Lac nip vtdijjet, crederet efle virum.
Detnoordilelligie, r»derenen haaken , door de Mikfem verniel*
xijnde, heeft men, ö'Kfthmin», u met het fwaard onthalft; als
wanneer j in plaats van bloed, gy meikuit uw doorgefneden adere"
ïiet vloeyen; Hetaardryk, dat u zo mannelijkE.igvechten, k011»
voor zy de melk zag, dat gy een vrouw waard, niet geloven-
. VifR'
-ocr page 166-
VltMVNTENÜE VROXJWETH* Ï47
ViERTHiENDE Inhoud.
Geduld en groothartigheid in ramp-
zaligheden.                       ,
1. ï F ï G È Ν, Ι Α,
aan Diana opgeofferd:
om ftryd vertoond door
Testa en Racine.
Cafiumque datura cruorem
Ïhnt'tbm ante aram fietitlfhigenia minifirit,
Ovid. 12 Metam.
V Reugdhaatfter, droeve ziel, waar heen ?
Blyftge inde fchakcls van Rgcines treurfpel hangen ?
Of kan u Tefla, met ziiri, krachtig etzen, vangen ?
Of mind gy den poëet en teekenaar ? neen, neen;
, Gy zult de konft van 't ipel,of van de print verkiezen,
En dit of dat verliezen,
Al zijnze beide uw tydverdryf en leer!
Kies een, en toon melyên.
Hoe prikkien 't hart de graafnaald, en de veer!
Hoe worfteld het met deexe Jfigenjen !
Die jonge maagd verdiend mijn rouw,
Neerzittende als een lam, getrooft de dood te lyden;
ï)och haar gelaatenheid doet Agamemnm ftryden,
En zard de gramfchap van zijn zinnelooze vrouw·
Zie, zie de vader, meteen flip, ziin oogendekken;
De moeder't hair uittrekken i
Ach, hoe verrüktmy Tefiaas fchobne print!
§■■               Κ 2                 Bé'
-ocr page 167-
j4§' GAlLERTÊÏÏER
JUgeine , uw poê'zye
Heb ik, inmijnonwetenheid, bemind,
'k Veracht haat, en pry s deeze Ifigenji-
Is'tmogelyk? mijn ziel, gydroomd,
Of zuft; wend uw gehoor naar ons toneelikllagie,
Daar hecht Aabillzijn fmart aan's koninginsquellagie:
Let hóe de liefde van dien onbefchroornden
ichroomd.
Waar blyft gfTefla, met het jammeren der oudren ?
't Werk leund hier op de Ichoud'ren
Des ted'ren mins;uw vader fchiet telioft,
Ik werp uw print ter zyên,
Daar niemand fpreekt 5 daar men het offer
ichort,
En Hechts een hind flacht toor Ifgenye.
Zo wyk ik van dit offer af?
Ö neen; mijn Gallery verlangt naar tafereeleft.
Wel hoe? die ftryken voordefchreyendetoneelen?
Vertoonderstongenoog de meeftegaf,
Een treurfpeldichter vaak de minfte ftof tot traanen:
Dit is geen ydel waanen.
Befluit, enzeg, wie deeze tweeilryd won;
Gy met uw fchildery en;
Wiens teêrheid, zo natuurlyk j als een zon,
't GeAernt verdoofd der Franfche Jfigenjen,
Historie.
AÏs Paris {Akx ander rormffkn ook genoemd) 20011 van
priitmu! 1 der Trojaaneii koning, orn Jiet wegvoeren van He-
fione
, zvns.vaderszufter , te wreeken, naar Griekenland rei-
zende > de fchoone Helen» , in het afweezen van Menelaus?
haar man, uit Spatten gefchaakt en te Troyen had over ge-
bracht ; zo quamen van alle kanten de Griekfche Prinifen by
malkaoderers, met voorneemen om 3 ondör het yerkooren op^
per.-
-ocr page 168-
VYTMVN7ENDE VROVWEN. 149
crhoofd, Agamemnen, koning van Mycenen, gewapendèr-
and de geroofde vrouw, den fchaaker weder teontweldigen.
Maar zy in de Beötiffche zeehaven Aulis , hunne vergader-
plaatz, naar een vooripoedige wind wachtende, doorièhoot de
opperveldheer, onverhoeds, een hinde juyft.D/«»fMtoegewyd.
De wraakzuchtige jagtgodinne zend daar op een doodlyke
krankheid onder de krygslieden. Welke ( volgens de uit-
fpraak van den aartswicchelaat Kalebas) niet als met de dood
van Agamemnons dochter was te Hutten. De vader, gedwon-
gen zynde de kinderliefde achter des volks wel vaaren te ftellen,
doet Ifigenia in het leger koomen. Dienaar 's vaders, niet
*s moeders, driften Imiterende, met een zeldzaame verdnldig-
heid haar ongeval braveerende, zich ter fJachtbaak laat leiden.
Ziet üiktijs de Kretenzer , ifi. des Trojaanfch. Oorlogsj
Lucretius, é B. der Natuurkunde; Ovidtus, iz en ijHer-
ièhepp. Euripides, Kofier, Vondel, Rotrou, en Rac'me, in
hunne Treuripeelen; &c. Emmatt.Thefaurus in zijnVorite-
lijke Huts-veriterfekn ; ifgtnittas flachtoffer van Kom* Cfo'-
fHtUSy &C
VER.KLAARIKGE.
Ti/?*] Gelykde Dichters zö hebben ook de Schilders omftiyd
gezocht op het allertedeifte deezc rampzalige ten toon te voeren
onderdelaatfte was den Italiaan Ïetms Tefi* niet de minfte; ge-
ftorven in het jaar 1650. Ziezijnafbeeldiiige, leven, en regifler
ïijnet onvergelijkelijke konftftukken by Jeacb. Snnirmt , in zijn
Boek van de Schilderkonft ; enK01-w.de Bye, in het Gulden Kabi-
net
des Schildetkonftes. Voorts zie behalven zijne de Irinten van
jf. W. Btmr , Fr. Klein , Le fetttre, &c.
Maagd} Zy ontmoet my, met de hairen voor en boven het hoofd
gevlochten , en in de nek met een offerhand zaamengeiirikt, en
niet bekleede fchoudets, op een Grkkfche medalie van zilver,
hy de Heer JAKOB de WILDE, met dit byfehrift :
ÉÖÉÃÅÍÅÉÁ ÁÃÁÌÅÌÍÏÍÏß. Wiens ruggeftuk een
Sachtoiferhandevertoond, geteekend: ÅËËÇÍ ÅÍ ÊÁËËÉ-
EPHMA; der Grieken zoenoffer. ZieondettufTchenhaargelaat
*"geftaItebefchreevenvandenFrygiaanfcheni?<irc/, in zijn boek-
* v»n den TroJMnichf ç owlog.
X 3                           s*^l
-ocr page 169-
15¼ GALLERYEDER
Dood] Zo moeit d.in ie reis der Grieken naar Trojen met het ver-
gieten van maagdebloed zijn aanvang neemen; op welke wijze zy
van het overheerde Tiojen naar haar vaderland ook zijn vertrok-
ken i de onnozele Pilixena (quanfuis om de geeft van Athilla, haar
vrycr, tebevredigen; voor het graf van dien wijdberoemden krijgs-
held fneuvelende.
Als ik deeze , door de hand eenes priefters, in een prime vas
tneergepreezene Cer. Lairtffe, zag flachten, heeft het medelijden
jny dit Byfchrift op het papier doen ftellen :
Geen minnaar trekt den degen uit,
En wond xjfnfchoone bruid.
Ovidius, gy fihiept nooit yffelijker logen'. '
't Is Pyrrhus niet, Viiens (laai die maagd deborft ontfluit.
En''s vaders jfooke»
» wet dat bloedvergieten , fluit.
Leermeeffer van de min, hoe kon 't
«Tv hartgedoogen!
Laires fchikt beter ; die Ueet Vtat de mm beduid;
Die geeft het meseenfaaf, fiokoud en onbev/oogen ,
Zet
Pyrrhus in een hoek., en dekt ß,Þç lekende oogen.
Geen mtnnaartrekt den degen uit >
En wondz,ijn fihoone bruid!
Zie haar ook zeer fraai afgebeeld door Le Ptutris&c eninveerfen
door, O-vidius , Smet», P. C. Hoofd, S^ofter, Vendel en fradsn , in
hunne Treurfpelen; Scttdtrj, Marino. Segetns, &c.
Lem\ Daarom is het bevallig, en mijnes oordeels beweeglijk, dat
LePauire haar als een tenger meisjen , en niet als een huwbaare
dochter, verroond jnademaa) dietederejongheidbyzonderlykons,
methaare onnözeligelaarenheid, tot medelijden verwekt.
Veder] Behalven deeze lfi£enie had hy noch andere dochters, als:
JfianoJJa, Ltodiee, Chryfithemii, en de kloekmoedige Elektra; doch
maar een eenige zoon, t^weeten Ortfies ; volgens Birip. Ïj/Udas,
in het 5 B. zijner Heldtp»mmtn.
Slip ] Naar de vindinge (hoewel Eurifidet ontleend) van de*
Griekfchen fchilder Thimas, die daar mede zyn onmagt bekende,
om, naar den eifch, de droefheid en inwendig hertzeer vande"
vader uit te drukken: gelyk dit van hem getuygei Val. Maxixttu »
S B. 12 Hoofd», SVoorb. Plinins, ifB. 1 o Hoofd, S»intilianu'·
2B. HHoofdft. zynes Onderwvz Vorders Junius, 3 B„j 3 Hoofd»·
>Toogpra*im, 3 B. 8 Hoofdft, 'en Nik.· Â*ö·, i« zya fneldicht;
-ocr page 170-
ZJITMVN7ENDE VROVWEN. iyX!
Wind] ZowilTW?», Demin, Benen,Fr.Klein, Ban·er , Dmdytit,
enandeie, in hunne Beelden; Etaripidcs, Ovidim, Diifyt, &c. in
hunne Schriften: maar Lttkrttius, Profertias, tn Borntias (behal-
lenEfijrlHseaS'fokla, Ïindttrm en Panfanias in Sxot.) zeggen dat
Ifigeni* waarelyk is geiïachr. Waar mede ook ecityds overeenq uamen
die van de twee Kappadbcifche fteden, beide { bjDie, 35 B.) de
naam dragende van iüomana: welke f even gelyk heden de Reerafche
ßæßé-jtfpictzen, pylen, fwaarden, nagelen, en duizend andere, wergtuy-
gen , waar mede hunne MartcUarta ier dood zyn gebracht, aisaan-
biddelyke heiligdommen bezit, en op zekere tyden te vooiichyrt
brengt) omitryd zorgvuldig bewaarden en vertoonden hetwaare
i'waard, met welke lfgenie in Aulis was opgeofferd-
Zo dat de Verzieringe van lfigtnie en deGefchiedenis van ?<ƒ**«
- dochter ook hier in overeenkoomeu, dat de dood deezet maagdea
niet genoegzaam aangeweezen kan worden. Zie van de laatfte de
verfchillende Godsgeleerden by Sattiertas in zyn ai Hoofdft. van
der Ouden Offerhanden; Drxfim, in zyn Aanteekeningen over Seil-
pit. Severus,
146 pag, en de vermaarde Vojfws in het Eyvoegzel va»
zyn jifpdcndienfl, &c.
Doch vreemder fchryft Stefichirm.hyT*«f*mat'm de Kotint. zaa«
ken, vertellende dat de geofferde lfgenie was niet Agtmemnom, maal
•Thejim dochter; in onechte gewonnen by Helene, en, gelijk haar eige-
ne, opgevoed bf Klytemnepra. Alsofquanfuisdekuysheid-Uevende
Goden het wederhalen van de geïchaakte Helene niet wilden zegenen
noch begunftigen, voor en !aker, met de dood van deeze dochter ,
de moeder van haare misdaadeu was gezuiverd en ontiaft. Welk ge-
voelen Racine, in zyn roem verdienend ueutipel, heeft aangenoomen,
en uitgevoerd.
Ê 4               ÷. KAS-* '
-ocr page 171-
ïjï G All £ RY E ¿ E%
a. KASS Á Í DR Á*
de dood braveerende:
vereeuwigd door
KATHRYNE LESKAILLES .
Treurfpel j ·
JAKOBUS de R Õ Ê S
Teekening.
W kuifche prieftêrin, Apoll, is in gevaar \.
JDe fchelmfctie Egifius, en de dochter van Tindaat,
Staan yoor 't paleis gereed met uitgetoogen fvvaarde; :'
j)aal neder in Mycene, en hef haar op yan de aarde!
! Trojaanfche 2 alias, help! Kfiffandra moet'er aan.
Waar is uw hemelfch vuur,uw blikfems om te Haan?
Hier treèdxe treurig, en verbaaii, en opgetrokken,
*t Gewijde lauwerblad bedekt haar bruine lokken,
Terwijl het alterkleed op 't zedigft neerwaarts
plooit. :: '
Schoon Yallas> wrokkende op uw itam, geen blik·
'· '· fems ftrooid,
^ folio, wreed en onbarmhertig, fluit zijn oogen,
Ónze Amftelaaren zijn', ä maagd, met u bewoogen'.
Gy word hierdoor deR.^onfterflijk, tnKathrijn-,
Wiens verf uw vleefch en bloed,wiens dicht uw ziel
zal zijn:
Dus zal men, eeuwen lang, I^affandra zien en hooi en
Als nimmer omgebracht, of wonderlijk herbooren.
J
Histo-
-ocr page 172-
íÀºÌ¼Íº¸Í¿Å PROU!VEN.xf$
Historie.
ApolL· Kaffandra , dochter van Priamus, der Trojaanen
koning, beminnende, gaf haar te verzoeken al het geen zy
inogt wenfchen 3: 'mitz hy de vruchten van haar wederliefde ge-
noot. Dus begeerde zy de geeft van voorzegginge ; doch 'die
hebbende ontÊmgen, weigerde zy de voorwaarde naar te koo-
men. ^//«/bedrogen zijnde , en het gegsvene haar niet kon-
nende ontneemen, werkte door zijn vermoogen uit dat me-
mand haar voorzeggen geloofde. Waarom -Zf den onder-
gang van Trojen, endebloedftortingendaar in zullende voor-
valleo, ook vergeeffch voorfpelde. Wanneer nu de argliftige
Grieken Trojen, in die rampzalige nacht, overrompelden, en
aan alle kamen in brand ftaaken,wierd zy door^-wc uïleusm de
tempel van Ñ diets verkracht. Doch, na desftads verwoeftinge,
heeft haar Agamemnon buiten het lot naar zich genoonren. Met
welken zy binnen Mycenen komende, door de zaamenfwee-
tinfe van de koningin Klitemnefira , en haar boel Egïfihus,
( pogende zy de dood van ïfigeme , en hy het lect van zijn vader
Thyefics door Atreus aangedaan te wreeken) is omgebracht.
Ziet Lykofron in zijn f(a[fandra ; Vtrgtl'mt é en æ Â. JEneid,
Diktys
de T{retender, 5 Â'. Efcytus en Senek.it in hunne Treuripe-
len van Agamemnon ; Fïloftmtus, ÷ Â. in het Tafereel van Aga-.
memnons
dood; P. Mujjardus van de Sibyllen en voorzeggen-
de Vrouwen;/^. filij). Sergomenfis,zy¥iöo{dii.irondeHa Pa·
lamedes;
Pater Affeiau in zijn Agamemnon Tragedie , onverbe-
terlykdoor/(eirvraeXc/c««^eVerdiiiticht; &c. Marino. &c
VeRKL AARiNGE.
Fra/?«»i»] Zy word ook Altxmir» geheeten, volgens Qel Rtdi-
ginrn,
÷öÂ.ä Hoofdit. welke naam beteekend, dat eymet voor-
zeggen demenfehen behulpzaam was; jamede, na iiaardood (vol-
geus het verhaal van ïiatarchm in't LevenvmAgis) Fafifië, om-
dat zy ieder een hun lot voorzeide. hebbende een van alle kanten
bezochte tempel binnen de ftad Thalamis in Mefiènien. M«ar
aaumerkelyk is de vertellinge van de Kantteekenaar over de Ilias
van Hsmtrnr; Schrijvende, 2 E. dat op zekere tijd, HelenusttnKjip·
(anire
, kindeten van friamiis en Htkui» s ia de .tempel van de
-ocr page 173-
ïf4' GALLERrE DER
Thymberfche Apelh bleeven flapen , door de onachtzaamheid in
dienftmaagden zijnde achtergèlaaten. "Welke des anderen daags
wederkeerende, de kinderen van Hingen zagen omwonden, eu ge-
lijk het i'cheen geworgd; doch dieop haargefchreeuw wegvlodeu,
en onder de malie lauiieien zich verborgen. Ondertuflchenhad-
. den de kinderen, zonder eenig ktzel zijnde, op deeze wys de geeft
van voorzegginge ontiangcn.
Apallo"\ Het is zeker dat de Poëten ( voot de eerfte vinders van
goddelyke en menfclielykewysheidby de aloude bekend ) alle wee-
tenfchap onder het loofwerk van Fabelen begrypende, aangaande
hunne goden, nooit geloofd hebben her geen zy van haar fchreeveii;
aangezien zy dezelve fchandelyk ten toon ftelden, en hen misver-
ftand , misilagen, alderhande rampzaligheid engruwtyke boolheid
toédichteden. Wat vindmenal hoerery , overfpelen bloedfchan-
de, wat al onderling'en haat, wrok en twitl , wat al verdrieten
droefheid, watal bedrog en Ichelmery onderdegoden by Hemtrxs,
Virgilmteji Ovidius
ï Alwaarom ook de wyfte heidenen met zulke go-
den fpotteden; gelyk zekere Cimfiss, die Timothms, van welke, in
eenlotdichr vznDiana, diegodinnerazend, woedende,en dolge-
noemdwierd, zulkeendochtertoewenfehte. Zie Piut/irchasinzijn
Onderwijs
van het gebruik der Poëeten.
Ja dit was by haar de bron-ader van At Ongodifteryt , terwyl de
verdejziende beter hielden geene dan gebreklyke goden te dienen ;
want dat dezo genaamde Qngedifl snhy de heidenen, deeze vervierde
goden eerbefcliimpten dandegodheid heel verzaakten, is by I<Je-
mens
Alexandryner ('inzïwiVirmisnrcdt aan de Heidenen) wel aan-
gemerkt, en word vznVoffuu (inden aanvang zijnes Eoeks van de
Afgoierye ) met deleere en Godsdienft van Anaxagoms en Sokratts
beweezen. Verfta dan, by voorbeeld , dooiVcmts geregelde of onge-
regelde liefde, door Vulk&«n het vuur, door Mars den oorlog, door;
Ncptnmtsdezec, door Apellt de vrye konden , &c. en niet anders;
gelyk dat van VMtahtte in een Reden , ontrent zeker Bruiloksg'e-
dicht, wydluftigerword vertoond.
Tynda*r\ Zie deeze vertooning by Γβ»Α/ in zijn deftige fjtUmsdts,
door de voorfpellende Ncptunm op deeze wyze afgefchilderd.
Kaffancka, vol van god-, komt razende ingevlogen,
BeVfyft den*lykf'en romp noch de allerutterffe eer
Met haare rooz,enhoèd;
"f i,egaatt,e fluks te kfff
JAet haar bebloede byl, en dekt den t^telelooiLen
Met z<ijnefchoonc buit, dte-, vallende, de rooiden
En frijpe bloemen kreukt ι en verfd den elfen ft oei.
Leg, roept de moorderes, legdaar, ikpnmgsbotl!
O fchandvlek van mijn bed ! o feft van z,uivre zieden!
* v'nAgtmtmniin. f TtytentmQr»,
■TtlUs}
-ocr page 174-
UITMUNTENDE VROÜtVEN. ï'ff
VilUs~\ Welke denaam wel droeg Tan beichermgodin der Trojaa-
nen,docri waarelyk in alle voorvallen haar beichadjgde; volgens Vir-
gilim,
ι en 2 Β cls£neid. Ja haar beeld waseeneder noodlotten ; welke
zorgvuldig bewaard zijnde't geflacht van Dardanus nooit uitgeroeid
kon worden,zc dat getuygd Oiidixs 13 B. der Herfcii. iUutas, in het
Blyfpel van de Bacchidesj ÓJSmymxus 1 * B, Silius i en 13 B. der Puni-
tehe Oorl. &c. Alwaar om de looze XJlyffss, met de dappereDimedes
verzeld, dat zelve, ten rainften zijn nabootzel, eerft heeft moeten
fteelen, endoor zijn behendigheidTmjtn ontweldigen; volgens Din-
nyfius
Halykam. Stlinm, i Hooidft. O-iidim en Virgiliui op de «ngeto-
geiie plaatzen. Ziet de Verhandelinge wegens de eer/Ie In-emenderen van
Itaüen , en de komit van Emas in dat geweft , van Tieed. Kybjas . de
gevoelens vau Sam. Bochmtus, en iilip, KJuyerns kiachteïvk V«-
ydelende.
Uw Blik(ms~\ Met welke zy Jj&x Oilms, wegens zijn begaane
kerkfehenderye in het verkrachten van K^tgandra , doodgeilagcn
heeft j volgens Sentk* in het Tremfpel van Jgamtwntin, Virgilius
l B.e^£neid. Heratim,
in Toezang, 8cc'.
OpeenigeLatynfcbe tnedalien van de keifer Domitianas by I(*r.
Taiiniis,
&c. ftaat zy met debiikfemindevuyft ; dochepdeCiick-
ichevan denkoning Amigonm Tutn by Spanhemwi, ja op dié van
de Olympiëes, vertoond zich een uil, haattoegewyden dus haaibe-
teekenende , die eenblikfem in haare klauwen draagd, by Hab, Guls.
zeis,
1 β Tab· van Griekenland ; behalvendat opeenbyzonderevan
Anunintts tim, by gemeldePatra», der goden fmid Vttlkmus een
nieuwgefmeédeblikiem aan Valhi overgeeft. Zie van haar bliïciem
Servmsa^ Virgiiii ty£n. Li-oim, 12B. en de Harpkx&ta vanmeer,-
maaien geprezene Hr. Gisb_ IQiper,
DeTlyk~} Alvan ouds hadden de GriekfehefchiWers en beeldhou-
wers, alsFidiat, Praxiieles, Zeiixit, Afelles, Thin)*s , &c. de ge-
woonte vande beftedichtcïenhuDneiehoonite vindingen, en cier-
lykfte gedachten, te ontleenen; welke de italiaaiuci.ewondeibaarlyk
zijn gevolgt : 20 behelpt zich
Da Vinci                                manieren                                Hemcmt
Polydoor        *}              f*    grootteheid         ζ"    Virplias.
Angels            f               \     diepginnigheid f \     Dantes.
R*faU            >metde<      bevalligheid         {*van<      Tetraeh*.
Mantega* \              ƒ     wysheid                 \ /      Sa»«zaritu
Tittaan         ·»'              ^*    veranderingen     **     Arieflo.
Ziet he.t gulden Kabinet des Schilderkjinfies van Kern. de Bye.
T>icbt~\ Veelekonnendit niet geloven, vervoerd of door een dom-
me enweetenkeid, ofdooreenboozenyd; terwyl ( hetzij» dewoot-
den yan -dndr, ?eii in het Gebruik, en Mishruiijxs Teneeis )
Men
-ocr page 175-
Men hier te land
AlViM geenlvinfi geeft acht iwor z^onde, tkjlvygvoorfchand j
Zo dat hy m de vloek, dei Hemels fchynt geboot en
Die tot vermaakj, of nut der menfihen
> heejt verkooren
Een eefening, V/en z/ygeen tafilyk. voordeel geeft.
En een vieinig verder:
Hier te lande
Alleen veriïrek* de \ççâ tot 's Dichters fchade enfchandr.
Maar deezetnogenzich zelven met de volgende zinfpreuken ver·;
tlooflenenvleyenjVanOWifósi, l B. deiMinned. 10 u.
Scinduntur vefies, g emm&franguntur (g? aurum;
Earminaquam trtbuent jama perennis ent. ,
Kleederen, goud , en gefteenten > biceken, verflyteiii en vergaan,
«laai de goede naam; die de vacifen toebrengen , is onbedeif-
lyk.
                                                                                    '·'
En 4 B, 8 Fontifche Br. op dit voorwerp nadei paflènde:
X>ii cjueque carmtnibus, â f as efl dicere, fiunt %
Tantaque maiefias orecanentis eget.
Bevaerfen, zomen het zeggen mag» maken goden, enhaar ea£·»
saggelyke rnajefteit moet ush van dichters bedienen.
3- AN-
-ocr page 176-
UITMUNTENDE rKOVWÉ'ïï. tff
3. ANDROMACHE,
genoodzaakt haar doodvyand te beminnend
■Fjrrhin' cmnubial Virg. 3 iEneid.
ƒ* admnachz > men doet de Gallery tekort
In dien het tafereel haar ooit geweigerd word
Van uw grootmoedigheid, in-zo veel ongelukken >'
Die, beurt op beurt, hetafgepynigd harte drukken-
Ikfteludan, beroofd van ftaat en van gemaal,
Voor Pijrrbui knielende; fchoon Uek.tor door het
■ ftaal ',..,.·.
Zyns vaders ineéfde, en't lijk diens wagen na moeiï
fleepen,
En ichryven Trojens val in 't veld mtt purpre flrêepen.
'k Voeg Fyrrhuï voor ü, bids en onverbiddelyk,
, 'tEnzy hy van uw min ziet een gewiiiè blyk 3
En gy niet langer fchreid; maar Iaat de veege traaneü
Aan de ongelukkige en omfwervende Trojaanén.
slflyantix plaatze itc (het voorwerp van uw fmart)
Alhier, en toon hoe hy omhelit word van uw hart,
Terwijl uw armen naar dien trotzen Vjnhus reiken,
Dat fteenen beeld; helaas, die onyerzetb'ren eiken!
Wat zultge doen ? gy moet, of door de trouw > zijö
throon
Opklimmen, of de val aanfchouwen van uw zoonï
Bewaar hem en aanvaard de ftaf van Pyrrhus ryken;
In onweer moet mên 't sxil©f minderen of flrykea»
Η is*
-ocr page 177-
f 5S 'β Α L L E R Τ Ε Ό Ê E
Historie.1
jtndromache was de dochter van Eétion, -konjngsken van
Theben' in Cilirien, door Jchilles vermeefterd en verwoeft.
Haar trouwde Hektor , de zoon van koning Prtamus ,
dienzy uitennaaten beminde. Des was haar droefheid ook
weergaloos , toen zy zijn lijk achter de wagen van -^chilles
rondzom Trojcn zag fleepen. Had meede deel aan het hartzeer
van Prtamus en Hekuba in het verlies hunner (indeveldfiagen
omgebrachte) zoonen en ichoonzooncn. Trojen overheerd,
verbrahd, en vernield zijnde, moeit zy verdragen dat men Aflja·
aax-jeéa
haarer zoonen,dien zy vergeefs poogde te vcrbergen,Yan
eer tooren afwicrp.Waar nazy,nevens haare oTerige zoonen, in
delooting der gevangene vrouwen, Pyrrhus,%oonyan de moor-
der haaresmans , is te deel gevallen. Welken Hermione-, voor
Trojen, door Menclaus haar vader, ten huwelijk gegeven
was; hoewel, te Sparta, door Tyndarus haar grootvader, aan
Oreftes verloofd. Alwaarom deeze, van zijn bruid verireeken,
Pyrrhus met Indromacbe in E pieren gekomen zijnde ,te Delfos
in dé tempel van Afollo heeft doorlfooken , en Hermione naar
Mycenen gevoerd. Als wanneer -^ndromache, reeds van een
zcon, Molojjus naderhand geheeten,rnoeder zynde, met de Prie«
fter Heknas-, haar mans bloeder, is hertrouwd.
Ziet Dik*Js de Kretenzer, éB.desTtoj.oorlogs; Virgil'tus
1 B. JEneid. OviJius , Eurtpides , Seneka ,Prad on , Ractne, en
Sam. {(offer, in hunne' Treuripeelen van Andromache , de
Tr ouden , en Poiyxena, (g-e, Scudery in zijn 31 Harang. Sec.
Ver klaar, in ge.
SchuimfehiUtrj ] Fareia, de vrouw van Bruins, van welke boven
47 pag.isgefpiooken, giag dagelyks voor da fcriilderyvan deeze
Jtuilroeuthi ftaan, oni hartzeer mef hartzeer, en daarentegen groot-
moedigheid met gro otmoedigheid on te wekken; naar dé getuigenis
van Ïlutanhm in het Lev. van Bratm. _ .,
Slapen] Ziet dit deerlyk fchouwfpel in de print van Tctr. Ύφ*
vertoond; enJees endertuiTchen he; 22 E. van de Griekfche lUas;
.ofhet iB.vandenLatynfchen£««« , alwaar hy, volgens de yer-
taaljngè van YenM, op deese wyze word befctiieeven ;
*                         ,                                                                 Wuff-
-ocr page 178-
VITMVNTENDE VKOVWEN. i^
Wanneer my in den droom, als uit het grafgeVihkt,
De geeft van Hektor fiheen heel drukktg voor m'jn ocgen ,
Te flaiin, met eene V/olk. van traanen droef betoogen ,
Gelijkhy-eertjds, vvtilvanbl'oed , op's vyands Jpoor,
En met de leoordeim 't been, en tuffchen beiden door
Se beenen, di\en}iol, gekneveld en geflagen, .
Oefteurd wierd achter aan
Achilles oorlogiwagen.
Trijiit] Deeze zo »eimaafdeftad (nooit,op zu Ik een wyze als men
voorgeeft ingenoomen > en mishandeld; zoRnferim inzijfiffi/ï.
XJniwjdis meend ) lagin Tmas, ofkken Frygicn, aan de rieviere
Xanthus ook Scamander geheeten, tuflchen de zeeflrind en den berg
Idaj wiens ruïnen en overblyfzelen»ten ivde van Strais ("volgens
Mjn fchryveni3 B. deswaereldb. ),zowaaren verdweenen, datmen
ook het minfte teekeu daar af niet kon befchouwen; zijnde mogelijfe
haare ftcenen tot herbouwiijge van andete nabygekgene ftedcn ge-
bïuikt.
Waar mede Luktma overeenkomt , in het 9 B. des Fsrfal.
Oorlogs, de bynaar ν eiriieti gde ruïnen van Tiojen op deeze wyze be-
icluy vende:
                        :.
Circuit exufl* nomen memorabile Trois ·,
Magndque Ph&b&t qu&rtt vefitgta murt,
Jam filyxfteriles, £§· putres robore trunci
jiffaract pretere domos, et templa deoru/n
Jam lajfa radice tenent: ac töta teguntur
Pergama dumetis
: etiam per tére ruin&,
T>t zegcnpnalende Cefir, in het landfchap Troas aarigekoomen zifri-
de. kreeg een iuftomdieplaatzen te bezien, ciiedoordegedichten
van Homerus en andere een onvergankelyke naam hebben ontfangen,
ging rondzom het verbrande TVojen, en zocht naat de overblyfze-
len van de murtren die Felms en Ktptanus wei eer hadden gebouwd.
Doch alles was veranderd in eeo wddc en κ oefte böflcbagie, die
de geflooptepaleizea van ^Affar&kus> en der goden neergeftorte
tempelen, met haar bootrten, door den tyd om ver geworpen ,
ovesdekre ; enhet gcheele ierganmm roer ftmiken en ftruwelkn
zoverduifterde, dat zelfs geen bouvallige ovei blij-iV.eiea te vin-
den waareo.
Het tweede Troicn of (Hum, (#elkeTriftanm , zO de Hr, O'ii'i-
Kjtper
wil,, gelobid, doch ren onrechte, des Grotten ^ilexanderi
Alejtandria Troas te zijn) !ag nader aan de zeekant, en was t« f»
tijdevzuidit£ujl>ii, en de yuigendc keifeïen , een aanzienlijke
fta.d;
-ocr page 179-
iSo G Ë É É Å RY Å BEË
ftod; gelijk uit de keiferlijke medalien by Vttims; PUnias $ %
33 Hoofd ft. TaciiBi 4 Jaarb. ^jHooidft. en 12 jaarb. 5$ Hoofdft»
Sttiioniasin het Leven van Jtiütis, 79 Hoofdft. en KJiadias ,25
Moofaft.j'o/Zmsi, 3i".B 8 Hoofdft. en Ëß-âßï, op de aaagetogene '
plaats Waarlijk is te zien.
En van deeze, niet van dealoade, (geuren nocrt heden de verby-
vaarende reizigers de bouvalligheden en overblyfzelen, van de
Turken EskjStambowl genoemd: jaLygoivgetuigd in zijn Reis-
befchnivingc, dat hy langs het muutwerk van Trojen gewandeld»
en tioch drie verroefte Hukken gelds daar in gevonden heeft.
"Pyrrbtfs~} Van eenige geheeten Necptclemtts, atoön van *4c#Sk
les . gewonnen by Deidamta, eene der dochteren van Ljkpmedts ,
koning van het eiland Scyros j toen Thesis zijn moeder hem i in
vrouwe kleederen., aldaar verfteekende, van Trojes belegeriftge
poogdeaf te houden; volgens Si*tuis.,i B. van inne-AchUleïfyOiii-
ditts
,. 13 B. der Herich. in de pleitreden van Vlyfjes i Hyginws, ö
Verfiering. &C.
T/ctj] Zo was ook zijn vader van inbotft, gelijk hem Horatins
inzija Dicht\oxfi_ (
in de vertaalinge van xAn&r. Pels ) aftnaald, op
decze wijze fchrijvende:
Wanneerge op Ww tooneel den varfl AchïllcS field,
Verbeeld hem dapfer
> onverbidlijk , firaj , verbolgen ;
Hy V/eïg're "wetten } recht, en redenen te volgen
,■ \
Sn laate, aVt geen hem raakt, affluiten of z,ijn l^ling.
, lAftyimax] Ieder weef dat Vhffes den kleencn ^Aflyanax, vaa
Humer»! somwijlen Scamander genoemd, van de muur liet werpen>
wSenekfi, caSam.KfJier, in gemelde Treurfpelen ; en Ovid'ms,
f 3 B. der Herfchepp. Maar, volgens de ftellinge van Petr. Rtwfard
(1
 van zijnFramiiis , :tsaar in hy der Franfchen oorfprong
haald van ^Afiytnax, zo hy verfieid, naderhand Frankas geheeten,
heeft lAndro-mashe , den waaren AflyAnax verbergende, een ander
kind in zijnplaatz , overgelangd. . In welk verdiehtzel hem Ka-
$i»e,
in bovengenoemd Treurfpel, heeft nagevolgd.
Doch deeze vinding nam buiten twyfel haar aanvang in het â Â,
van Dikiys den Kretenzer, welke fchn'jft dat Pjrrhus , naar Del·"
fos gaande om ËñïÉÉï, wegens de zege voor Trojen behaald, zijne
beloften te betaalen, te buis liet ^Andremache, eji iao'damas die
Van Hth£m aopnenallien was overgebleven.
Sjr matj
-ocr page 180-
VITMVNTFNDE FROUWEN. T6t
Cjmtet] Gemelde Pi£fjri fchrijft dat de jalceifcheSfwwue, mes
Ore/te.' gepaard , na 't overlijden van fyrrbus , van haar vader Mint.
lam
verzocht de dcod des zoons vztijlndromache die met deezewas
weggevlucht; ïm'ïThetis , vieezende dat Ortfies en zijn vrouw Ook
naar het leven van de fwangere jindromahe niogten ftaan , zond
haar weder naar Epicrcn; alwaasze Molojpts baarde > benevens zyn
broeders Fitlas en Vergemm > de voortplanter van het huis der Easi-
din
, koningen van dat landichap.
Epkren'} Een landfchap in Griekenland , naar het'Weiten, gren-
zende eau Theffalien en Macedonien ; van wiens hoofditad, Buthro-
turn genoemd, gebouwd door Hdentis, zie Vtrgilws; 3 B. van zijn
Hnt'u ; en Lisdev, Monniut, inde vesklaaringe des 5 Taf.van litA.
Goltz,
Griekenland.
              ;
Dit landfchap had Tyrrhns, van het vernielde Trojen kierende 1
opderaadyan Hdtnus, aangedaan , geheel verwerpende het va-
derlijk koningrijk van ThefiaücH ; volgens ïexfunim t in zijn At-
Siiche Verhandelingen.
4. OLYM*
Λ.
-ocr page 181-
%ê% GALLERrEDER
4. OLYMPUS,
Moeder van Alexandcr de Groote:
omgebracht van Kaflander.
"Settuïit intrepidos ad fata novijftma vultUf-
Ovid. in Metam.
Zyfpreekt:
'k £5 Raveerde't iwaar beleg, enPydnaashongers-
nood,
En's Macedoners baat; zouiknufchrikkcn, klagen,
. En, met de traanen op de waugen, gaan ter dood?
Verdonk'ren dus de roem van mijn doorluchte magen?
Neen:·ζο, iii'tfterven', mijn grootmoedigheidbe-
fweek,
Wie zou geloven dat'k, in't leven, hengeleek!
Historie.
jiUxander'aeTS\.i toegenaamddeGreate, koning van Ma-
cedonien, in zijn 5 3 jaar uit het léven gerukt zijnde, ftonden
de ftaatzuchtige Legerhoofden tegens malkanderen op , we.
genshet rijksbeftier; na veel twilrens, door het lot eindelijk
onder hen. verdeeld. Doch uit die loting reezen verfcheidene
oorlogen, terwijl ieder een zijn toegevoegd gedeeh^poogde
te vergrooten, en verder uit te breiden. Onder deze was eene
Palyjferchon, die, om in de gunft der Macedoneren te geraa-
ken , -Olympias , de koninginne moeder . eder uit Epieren
deede brengen. Welke nauwhjks in Macedonienwasgekoo-
men, of zy, deed de konjng Art deus , en Eurydfce zijn ge-
maalin, die haarden toegang tot dat landfchap hadden ontzegt»
aanftouds ombrengen. En sis «ds (Qtjjander, w&Eurydice
-ocr page 182-
UITMUNTENDE VROUWEN. x£j
te hulpgeroepen» met zijn krijgsmagt begon te beweegen, zo
heeftze Ntkjznor, zijn broeder, het leven benoómen, en de
begraafplaats van iotew, zijn andere broeder, omvergeirnee·'
ten, en vernield. Om welke onwettige wreedheid der Mace-
doneren genegenheid in haat is verkeerd. Zodat {Ktijfimder
Macédonien naderende) zy met haar vertrouwelingen, en ver-
icheidene vorftelijke vrouwen , na de Macedonische zeefiad
Pydna zich heeft moeten begeeven» Doch hier heeft hy haar
bezet, en^naar een fw aar beleg, tot de overgaaf gedwongen;
En .alhoewel zy daarin d; behoudenis van haar leven hadbe*
dongen , zo heef: die boosaartige !i'a[fahder de Macedoners
tegens haar opgeruid ; welke, onaangezkn haare verdienden .
en voorige majefteit, haar ter dood hebben Veroordeeld. En
toert deed die dervende moeder Alexanders groothartigheid
noch inbaar gebaaren uitmuiittn; iivkoninglijken gewaade,
alleen van twee ftaatdochteren verzeld , de doodflagers tege-
moet tredende, en, zonder ecnig misbaar te maakec, de cjuet-
zuuren ontfangepde.
                           .
Zie Jufiinas, 14 B. 5 en 6 Hoofdft. Dtodorus 19 B, 5 5, en
jiHoofdft. Pemfanias indetAtdfch.Zaaki Ludov Nonmus,
in zijn Ve.klaaringe des 3 5 Taf. van Hub. 'Qoitza Griekenlaadi
VïRKLAARINGEi
'HBrnniril·'] In de 76 Afbecldinge des 1 Deels der Btttyen van
1 tm.Augtiftmi ontmoet ons het tiorfibeeld'van Olfmpas , liif een
Camcits genoomen. wiens hoofd met een koningüjkenhoofdband>
en wijng'aardsbladen', volgens degewooiicsiragt der Macedomfcbe
dochterèn op de fefcften van Bacckiis en Orfeut, is vercierd. ' Met
w.elkgcftéente overeenkomt Zekere oude medaüe van ftopei by de
Heel JAKOB de WILDE, dragende (hoewel zondc-t aanmerke-
lijk byfehrift) ciiergelijke een afbeeldinge van Olymfias , 't geen
wy te veiliger gelogen , om dar een rijde* ( hy zy dan Filifptts of
Alexmtler) ophet luggeiialcword gezien.
                .-'■:'·
Doch by Fuh.XJrfims vi>id ik, inde 6 Afbeeldingen uit "een
Kjrniokgetrokken , capitujtignta , dat is, haar hoo'd nevens dat van
AttxandirdtGraitt; tufichen welke degehoorndr kop van"jnpitir
Ammm
komt uitkijken; gelijk men dezelve, uiteen Camim ge-
noomen, byeenen anderen ziet afgebeeld, in des konings hoofd-
eieraad (zyndehet eerfieeèn hoofdband, en het tweede een helm)
alleen verfchiilende.
13                                    fyd-
-ocr page 183-
GJL.LERTE DER
Ïyimas] Eenftadin Piëria, een gedeelte van Macedonien, gelegea
aan de rievier Aiiakmon, daar hy ia de Thermaïfche zeeboezém zich
ontlaft, volgens Straia, 7 B. mede Citrum, en volgens Stfianus, hedes
Chitro geheeten. Ontrent welke, in het 166 jaar voor des Hteren Ge-<
boeite Perfeus, de laacfte koning der Macedoneren, ineenveldiiag
van de Romeinfche krijgsoverfre Lat. c^£mlmt Panltts, is overwon-
nen. ZicLmas, -j^B» óHosfdft.
Onder de medalien van de Heer JAK O Â de WILDE be-
waard een ze>r ongemeen penningsken van koper de gedachtenis
vandeezeftad ; vertoonende op derechte zijde het hoofd vanden
jongen Herkpks , 'of liever (volgens het opfehrift vandicrgelijke
ook ongemeens penningskens) van Amynt&s, met een leeuwenhuid
overdekt; en op de averechtiche een adelaar ftaande op een üang,
dien hy met zijn bek fehijat te verworgen; en boven hem dit op-
fehrift: ÐÔÄÍ AI ON, door die van Pydiiageilagen.
Haat] Verfta %affandirs , welke van Tclffperchoa tot Antigomts,
de landvoogt van Aften , was overgegaan , door dien Antipatsr ,
zijn vader, voor zijn overlijden , de aanzienlijkftc plaats , in het
lijksbeftier nevens Arideas, deezsn had opgedragen. Door wiens
on«erzoenli;ken haat Alcxindtrs damhuis geheelijls is uitgeroeid
en vernietigd. Van zijn krankheid efi affchuwelijk einde, ichrijft
Ïisiefinini in de Bzot. zaaken- Zijn beeld ontmoet ods by Çéþ.
GsltzJKS,
in de asngetogene Tafel, niet met een koninglijken hoofd-
band verciert, (aangezien hy, volgens Plntarcim in'het Lev. van
X)cmetr, dat teeken, gelijk ook de titel van koning, nooit gebruik-
te } maarslleen, naaidewyzeder Macedonifche vorften , meteen
leeuwenhuid overdekt; hebbende het ruggeftuk een rijder, nevens
dit eenvoudig byfehriff. Ê ÁÓ2 ÁÍäÑÏÔ; J^affanderi munte,
üfiet tegenihande zijn onderdaanen zomwiilenhem den. koninglij-
ken titel hebben toegevoegd , zettende by hunne muntebeelden :
ÚÁ2ÉËÅÙÓ KA22AN&POT, des koning? Kjffzndtn.
Zie Sfanhemim
, 47 3 pag. van meermaalen aatigetogen boek.
Magen} Te weeren dewijdbetoemde dchilles en Akxander; aan-
gezien zy den eertten beftond als dochter van Ntoptekmut, en znfter
van AUxander, koningen van Epirus , uit genoemden krygsheld
voortgefprooten. TAet Lnd. Nonnins, in zijn Veri^Aarin^n over de
medalien van Vyrrhus, in het 5 Taf. van H. Goltxii Griekenland.
Zijn afbeelding geeft ons Kanini in het 24 Beeld uit een kopere
mcdalie getoogen; hebbende dit byfehrift: AXIAAETC; Achil-
ki:
waar inhy gezien word jong van weezen, zijnde zijn verfpreide
hairiokken met een gekamden helm bedekt: (vettoonendshetruj.
geftuk een Theffalifch paard , nevens de naam van NI KOM Á×ÏÕ,
Miiemecktti, de muntmeeller of ftedevoogd.
Doch
-ocr page 184-
VTTMVNTENDE FROVF/EN. i5j
Poch de tweede als Moeders gebaard by Filifpus (volgens Lui.
HenniHs,
zoon van Amyntas de IV) koning der Macedoneren; on-
aangezien men voorgaf dat de Cyrenaïfche Jufiter Amman, in de
gedaante vaneen flang , de plaats van Filifpus in haai bedhadwaar-
genoomen 3 om het welke te bekrachtigen op zekere medalie, inde
34 Taf. van QtltxM Griekenland , een neêrgezeteae vrouw (buiten
twyfel Olympias) een kronkelende flang bv de kop vaft houdende,
is verbeeld. Zitfluttnhns in'tiev.vznAlex»nder.
Oj> de medalien word hy vertoond, of (naar de gewoonte vsnBae-
chus,
zijn voorganger in het overheeren der Indianen) met klimop-
bladen gekroond, of (als van l{*rarms, nazaat ïinBr(»/«, af-
komftig) met een leeuwenhuid overdekt,' ofmet den koninglijkea
heofdfnoer omgord; ofmet deezen en een ramshoorn, op het voor-
beeld van zijn ingebeelde vader-gemelde jupitir Amman , vercierdj
doch (nevens de twee laatfte gedaanten) altijd een fnel gezicht»
en een voot uit gedrongen hals. Zie Jeh. Fabcr, Hiib. Galtz,ins ,
Lud. Brgcrtis, en l(ar, Ïatimis, in meeimaalen aaiigetogeiie Me-
dalybotken.
lenige brengen hem ook zomtyds met een gekamden helm.te
voorfchijn; doch nademaal het borftbeeld van Mintn», by deMa-
cedoners toegenaamd Akidts , zo dikmaais op zijn medaliea
(het byfehtift .; AAESANAïOï, of BA21AE.QÏ Á-
ËÅ Î Á Í Ëß O Ô , des konings Alatimitrs , op het ruggeftnfc
hebbende) word gezien, zo gelovende lieihebbers , dat K^nini
(zie zijn i2, 13 en 14de Beeld') en andere zomwijlen het eeue voor
het ander hebbeu genoomen,
Ondemifïchen zie van zijn geboorte, opvoeding, krijgsbedrij-
ven, en dood (ofdoorfenyn of onmaatigheid gefprootene kootts
veroorzaakt) VlitUrchm, E^Kjtnius, Arriams, Jiiftintis, Vitdi-
rus,
endeuitleggetszijnermedalisn.
L 3             5. SOFO
-ocr page 185-
i66 G Α L LE R TE DER
5. Sp F O Ν I SBA>
door MaiTaniiTa omgebrocht:
gefchildeid door
JOH. VOORHOUT.
Mortis -amon [uferba. Stat. ia Theb.
Hi er fterftde dochter van den ftrengen Afdrulal,
De vrouw van Srfax; .en haar bruidegoms gevangen;
De malie Fatrbtut naald dus haarbcnydeval,
En fchift metblaauw vergif het purper van haar wan-
gen.
Dit fchonk haar minnaar, doch gedwongen, tegens'
dank.
Zy, zonder naar't gemoed yanhdie dit zond te vragen,
Nam 't aan, en iprak; ó welk geluk! ó lekkre drank!
Nu zietge, 6 Rome, my nooit voor uw fiaatzy wagen!
Dustoondzy, in haar dood , een edelmoedigheid,
Die &'cifiobehaagd; maarMaffanis befchreid.
Historie.
'Als Syfax , koning van Numidien, ter liefde van Sofonifia,
•van de Romeinen tot de Kanhaqinenzeren zich begeven heb-
bende , van Puk', {(ernd. Sctpto Afrikanus ,\' in een veldilsg
was overwonnenen gevangen; 20 wietd ook der Romeinen
bondgenoot Mafi.tnijft , door Syfax uit zijn throon gezet,
dehoofdilad van Numidien Cirtha overgegeven. Welice al-
daar Sojomjia ontmoete, die (zijnde de dochter van der Kar-
thaginenzeren'veldheer Jidrubul) met ootmoedigheid ver-
zocht , nu gevangen zijnde , van de Roomiche overlaft be-
vrijd te mogen weezen. Het geen hy , verliefd op haar
fchoonheid (zonder den verwinnaar daar in te kennen ) be-
willigde , en een huwelijk met haar inging. Doch Safto,
haar als de dochter van dei» Romeinen erfvyand aanichouwen-
de, en , uit ter aart kuifch en zeedig , de redelooze liefde
verfoeyende, beftrafte deeze jonge vorlt, en begeerde dat men
&.'■
-ocr page 186-
VITMVNTENDE VROZtWEN. i6j
haar a!s een krijgsgevangen hem zou overleveren. Maffanif·
fa
van de iinaad der gevangenis haar niet als door de dood kon-
nendc- bevryen, zend een beeker met fenijn aan haar, waarme-
'de zy, als een komngin pogende te ftcrven, grootmoedig haar
leven eindigd..
Zie I.ivius,' 3 o B. Plutarchus in het leven van Scifto; Lif-
fius
in zijn Staatkundige Yermaaningen ; Zevekotnts in zijn
Aanmerkjngeri over Florus en Suetonms; Beverwijk j Scuderjt
in de 5 Haiang. Jak.Iil. Sergomenfis ; D, v. R. 111 Zijn Afri-
kaanfchc Sojonisba ; I. Eou\art in het treurfpel van HannibaU
Nederlaag; [{alderm in dat van Don lan de Tbeffandier·, K??'
néille, fnxGuil. v&nNieiiVteland
, inhxtivae.Sofonttbaas; &c.
de iheldichten van Scaliger de oude, Segetus en Suchananus ,
door Vnllenhove verduitlcht ; Mctrk^ Aiex. Bodms , in zijn
Heidinnebrieven; Soiontsbacts klachre van Jerem. de Dekkfr* &c\
Verklaaring e.
i/n/i]Wegenslietwel-afbee!<!en van ftervende menfehenwerden by
de aloudeeenige Schilders byzonuedijkgepree*en en geroemd. Zie
Ïlinius 3515, loHocdfft. fchrjvende νinj4ptlUs,cti 34 B. 8 Hoofdft.
van Ctefilus, di© zekere gewonde zieltocgcnde zodanig vertoonde,
dat men duidelijk kon zien hoe veel levens dat'er in hem noch ovet-
fchoot. ,
Mattm~] Hei was mede een ongemeene konftby de aloude Schil-
ders in de aangezichten hunner beelden allerhande beweegingen
van fraeit en pijn te brengen; om welk naar behooren uit te voeiea
Fanhafus , een vermaard Schilder van Athenen , by Senefa,
löB. de 6 zijnet Pleitftoffen , een zeldzaam doch ongeoorloofd,
hulpmiddel heeft gebruikt. Want zullende Ïromtthens, door de ade-
laar van Jufiter mishandeld» in zijn duldelooze fmerten uitbeel-
den» bond, wrong, en pijnigde zo lang een bejaarde ilsaf, totdat
die, zijn dcodlijk lijden met de fronzelen en trekken zijnes aajige-
zichts uitdrukkende , hem een levendig voorbeeld verftrekte. Ietï
diergelijks verhaald men vanden grooten Michaïl Angels, pogende
het lijden van de Reen C Η RI S Τ U S aan het kruis op het allerna-
tuurlijkfte afte maaien ; hoeweldit degieckonftenaars wonderbaar-
lijk, met gemengde metaalen, in hunne beelden witten uittevoeren.
Hus, by Platarchas, Sympof 5 L. 1 Quasft.zekerekonftgiefer.de
ftervende Jofyfla wil lende vertoonen, vermengde zijn koper met ee-
nig zilver in haar aangezicht; waar door hyde waareverbleeking en
doodverf in het weezen verkreeg. ZiefV. jtmim, ^B -iHooidft, j jr,.
Edelmoedigheid] By Sctidery , in zijn 6 Harang. verwerpt de kloeke
■ZencU» (hoewel ook flavin, en derhalven genoodzaakt met kete-
nen voor de triomfwagen van den keiler Aurelianm te gaan ; zie 88
pag» deeze manier van teven, als in geenerhandeveoivalpaiTendi
ï. ί                     .aan
-ocr page 187-
ióS' GAL L E R Τ E D E 1
aan een waareedelmoedigheid; gelijk ook de fneldichtei MartUhi
van dar gevoelen is, 2 b. Sofneld. in deczer voegen , volgens V4-
tenketo
ovcrzettinge, eenen Fannim bcicbimpende:
Heeft Fannius, terwijl hj 's vyands degen vloot,
Geen belden(tuk. bedreven ?                                             \
Hy nam z,ich i,elj het leven.
O dolheid! dat men fierft uit vreest van de dood.
ÏaSenela, in de dood van Herl&Iet, tot afraadinge dei zelfmoor»
deiye, deeze zinfpreuk gebruikende:
, W ie zjch vermoord van ongeduld y
Bevlekt onfchuldig z,icb metfchuld.
Waar mede de VM. Sjms overeenkomt, aldus fchrijveiide:
Wie Zitth verdoet, van flervensluft gedreven ,
MeZjOedeld en bejchuldigdLetjfzjjn leven.
Scifi'2 Die byzonderlijk van geilheid en ongeregelde minnetoch-
tenwalgde, en den bekoorlijken ommegang der gevangene vrou-
wen Schuwde; des, tnet zulk een zedigheid, in de verovering van
het fpasnfcheKarthago, de gevangene oruid ongemoeid den piin«
ce AttncH weder ter hand ftelde. Ziet de fchoone print van den
tidder Petrus Beretinus Horton ; en meêraangetogene Aan-
merkingen van Èponim; welke een aloud fchild befchrijU, zijnde
van fyn zilver, over de 2 voeten hoog-, en 21 ponden fwaar, in
hetjaa.1 i6?6, ontrent Avignon gevonden in de ricvier Rhodanuss
op welke die gadclooze dsad van Scifit , volgens het veihaaLvaii
LMhi , 3 B. könftelijk was gewrocht
Majpenis^ Wasdezoon van koning Cal* : V3h welk* idviis, 29 Bi
vader van ΜαηΛβ abilis en Mikffja ; grootvader van Hiempzal,
Ganda,
en Jtigitrtha verwonnen en door Marint in tiinmf naar Ro-
men gevoerd ; overgrootvader van Jtiba; wiens zoons zoon Ïttk-
maus
^etreuwd was ajn IQeopatra , dochter van Mark. Antmhts
en IQeopatr* , koningiiine van Egipten; volgens de gedacht-aftee-
keninge van lafy Sponins, in zijn Mengelingen der Geleerde Alondheid^
Hy ontmoet ons by Leontrd. Axguflini , in't I Deels 39 Beeld,
■uit een Ametbift getrokkeii, lang van baard en hoofdhaar , gering-·
luaagd en genei» d ; nevens het beeld van een naakte Venut, en ee-
nige Funïfche letteren 5 hebbende zijn helm van vooren een zee-
paard , ter zijden een renwagen, en achtereenjagthond.
Zie de Verklaaringen van lak.. Gronovins ovetdeszelves Beelden;
van welken ook een koftelijke Sardai, te Romen in liet veizegel-
fieenkabinct der Barbarynen te zien, word aansetoogen , waar Op
de koning MaffaniJJa zittende, en zijn drie zoonën voor hem ftaan-
de, door de graaikoniienaar zijn afgebeeld.
Maat in eene der hUioryptinten van gemelde riddci/v»rtim znlt gy
hem vinden sittende, en door zijn dienaar het vergif riaar Sofmiii*
iendend?, met een veiwontierens waardige bevalligheid 3 feebeeld.
6,'M Α*
-ocr page 188-
VITMVN7ENDE VROUWEN. x6$■'
: 6. Μ Α Κ Ι Α Μ Ν ΑΛ .
rerdraagende de wreedheden van Herodes,
Fortis
Egreditur, magnci cum majefidte malorum.
Stat. 7 Thebaid.
DZy fpreekt:
It hof verfchriktme met haar marmere portaalcn,
Nu de Idumeër haar doet rooken van het blped,
Waar in ik zie de zon der Macchabeïn daalen.
Ach ! 't zugt en fchreid al wat zija koningin ontmoet.
Is 't nietgenosg dat ik grootvaders trooft moet miilèn ?
Dat, onderfchijnvan fpel, men my mijn broeder
roofd?
         .-..·'
Dat mijne moeder quijnd in haar gevangcniflè ?
Eifcht ook die dwingeland, die wreede beul, mijn
hoofd?
Verlangt zijn jalouzy mijn levensdraad te korten? ·
Ween dan niet; wil hy bloed, laat ons geen traanen
ftorten·
Historie.
Martamna was de dochter van der Joden koning Mexander
de II, gehuwd am Herodes de Groote, die haarent halven Du-
ns,
verièiet. Zag, in haar huwelijk met als elenden en rampza-
ligheden ontrent der Macchabeén ftamhvrys; haar grootvader
de goede Hyrk.cmus, van Jnt tgomis gebannen , én van He rodes
ai'gliftig herroepen , van zijn eigen volk verleid , en als.een
verrader omgebracht; haar broeder de fchoone Artftobulus,
zijndehoogepriefter, en hebbende.naulijks 17 jaaren, inde vy-
vervanhetjvomnglijiï iiiïthof tot Jericho, gedompeld en ver-
ffikt ; haar moeder Alexanira , als muitende en met l(leo-
f«tm
koningin van Egipten handelende, in het hof, als een
L 5 ■                             gevan-
-ocr page 189-
j7o GALLERTEOER
gevangene, gadegeflagen. Toi dat men haar eindlijk, door
Salome haares mans zufttr, van overipei, verraad, en gifmen-
gingebefchuldigd, heeft onthoofd.
Zie lofefus, é j" B. der Joodich. Oudheden, Ciorg. Fabricius,
ßï B. 41 Hoofdft. Scudery , in zijn 2, Harang. Le Moyne, I. Ftl.
Bergomenfis-,
£5 Hoofdft. het Deugdtoneel van Nik.. l(*uftms
door A. Kjrufffen overgezet; de Chronijk vaii Codjried; Hctrdy,
Triflan, 1'F.rmite
, Emman. Rodrsgues, en Dan. Moffard in
hunne Treur jpeelen; Marmo,Scc.
Verklaaring e.
Vtrfchrikfmc] By naar op dezelve wijze begint de klachte van de
X.ooiuichekeiletin0^evM (welken om de juyfte gelijkheid haarel
lampzaligheden, bovengenoemde Tripmtm zijn Martamne buiten
twijfel heeft gevolgd) by Senekp aldus luydende: .
Tcleranid qimmvis f&titfr , hdud unqnanv cjuettnt,
' Ntfi morte tnfti
, noftmâçéôé mala.
Cenetrtce c&fA, f er Jcelus rapt o pat re,
Orbata jrtttre , mijerus , lucfsi obruta
,
M&rore freffa, conjugt tnvifa, Ëæ me ë
Subject ÷ famulee , luce non gratafruor. Slc.
Hoewel mijn ongevallen verdragelijk fchijiien; echter zullen zf niet
als doot een elendig ftervcn ten einde gebracht koenen worden.
Jlijn moeder Mtffalina , mijn vader Xliujins , en mijn broeder
Sritanniiiis heb ik door een geweldige dood verloren; en nu moet ik
inbeklagelijke rampzaligheid mijn leven veifiijten , Van Wer» mijn
man gehaat, en van Pcffee Subina een mijner volgmaagden over-
hee<d.&c. Zie haar rampzalig leven, en deerlijke dood in reijn
KE1SER1NNEN, I7eni9pag.
Macchabtïn] Welk gcflac'ht begint met Matathias , toegenaamd
de Hafamonecr^ na wieo allé nazaaten Hafameneïrs of, zo men ge-'
meenlijk (preekt Macchafaïn worden genoemd 5 doch byzonderïijfe
"Judas die , volgens het gevoelenderifeirrf», alleen deczebynaartt
irvoer worden tcegefchreeven- Ziet de geleerde Aanteekeningen van
1, OrufimovaStilp Se-vertts , 235 psg.
Grottttdtr] Om alle miaverftand verwekkende verwarringen in de
naamen van MiCrinmtmen ouderen voortekoomen, luft ons het ge-
heel Gtflachtregtfier der Joodfche koningen hie.,· ter neder teilellen ,
met zijn vetklaiiinge, geuoornen uit gemelde Georg. Fakricitss
Cbimnicenfis
;
Geflachfr*
-ocr page 190-
UiTMUNTENDE VROUWEN.
Geikchtregifter van Mariamna.
TMtatathias
de I.
        Simem de I. Hajjamm.
Eetfte voorftandtr der vry-
heid tegens^BiwcW, ea
uitroeyer der afgoden.
Ftir. jazHoofdlt.
I
*7I.
Jobannes de I;
bygenaamd
Gadilxs , van
die van Jam-
bri, op de paa-
ien van Ara-
bien gevangen
en oingebragt.
Fair, 323.
gleazjtri
byge-
naamd
Aiaron 5
bleef
ύ JOÜ C«. '
der een
nederge -
fiorteele-
faat.Faif,
326,
Simeon de II;
bygenaamd
Thajjlxs , tot
Jeiicho , van
zijn lchoon-
zoon , over
tafel ver-
moord. Fair.
3H-
Judas Mac-
thaims;
dien
onverwinlij-
ken krijgs-
held ; in de
veldflag re-
gens Bacchi-
dis
van de
zijne verla-
ten» en ge-
dood. Fair.
32J·
byge-
naamd.
Jtpphus ,
gedood,
zijnde
misleid,
door 7r>-«
ƒ«». f«4r.
327.
Afatdthiasdell;
nevens zijn broeder, op
de zelve tijd, omge-
bracht. Fair. 360,
Judas de II j fohannes de II j
over tafel ver- bygenaamd Hj/rkfl-
moord , inde mus , 31 jaaren hoge-
blo:m. van zijn priefter. Fair. 357.
leven > van zijn
zufters man.
Fair. 359.
Alexander del;
bygenaamd Ianneas ,
de twede koning ;
ftierf in het leger, ia
het 27 jaar zijner re-
gering. Fair- 397.
Wiens vrouw was
AUxandra de I, ook
Salome geheeten ,een
ftaatkundig wyf.
Fair, 398..
Ariflobulus del;
de eetfte der Match»-
ban
de koninglijke
naam voegende by die
van hogepriefterjdoch
ftetvendeinhet eerfte
jaar var. zijn reuring
op dezelve plaats daar
hy zijn broeder had
omgebracht. Fair,
394·
Antigonus de I;
door zijn broeders
toedoen overrom-
peld , envermooïd
onrreiit Cefarëa ^a-
leftinac. Fair. 395.
Jthan"
-ocr page 191-
G Á L L E R Õ Å
OER
I
*72
'fobannes de III > oiHyrkjtnus de II, Ariflebulus de II,
de vierde priefter en koning j in het 80         de vijfde koning, met
jaar zijnes ouderdoms geaood van
Herodes aeGrootc.Fair, 399.
fenijn omgebracht
door de aanhangers
van Ïompejas.
Fair.
400.
Altxundfa, -
in haar leven
rampzalig, en
ongelukkig, na
de dood haarer
kinderen , als
Je ailerlaatfte
fetMacchaiteti·,
vanHcr«iMom-
gebracht.F**'-,
407·
- Alexdnderdell;
binnen Antiochien
onthalft , door de
aanhangers van Pom·
pe'pis. Fair,
404.
Antiganus de II;
die zijn oom Hyrka-
rms
de ooren dede
affnijden; door het
bevel van Mark.- An-
Uniits
met de byl
onthoofd ; zonder
manlijkoirnatelaa-
ten ; de laatfte ko«
ning der Maichaheen.
Fair. 405.
'jrillohulus de III; MARIAMNA, —Herodes %
hoogepriefter, inhet 17 met hit fwaard           
zoon van
Antipater de
Askalonjt ,
broeder van
Fafelm, J0-
jaar zijnes ouderdoms
uit laft van Herodes
verdronken. Fair,
4.06.
gedood, uit laft
van haar argwaa-
nendeman.
Fair. 414
fippns, Fero-
ras,
en Safo-
me. Fair.
Broeder'] Mar\. Antonixs, toen hy À ç Egipten zich ophield, deeze
jongeling by hem ontbiedende, wilt Herodes geen weg om de toorn
van den Drieman te ontwijken , terwijl hem Mmamna ried, het
hoogepricftetfchap Arifloiulas op te dragen ; aangezien dit ampt
zijn bedienaar niét toeliet elders heen te reizen. Hy volgde dan de
raad van zijn gettouwe gemaalin; doch ziende dat de juyehende ge-
jneente dien jongen ptieiter te zeer beminde en#nhing, envree-
zende dat eensde gehaate K^leipatra dien denkoninglijke waardigheid
mogt aanbieden) dedehem , zelf op het feeft der Loserhntteu, op
die wijze als gezegt is, ombrengen.
Moeder] Alexandra, dien Herodes vreefde als geduurig handelen-
de metdekoninginneKleopatra; tot wien zv ook, met Arïfiobtilus
kaar zoon > gevlucht zou hebbeu , indien Herodes haare pogingen
niet
-ocr page 192-
VÏ7MVNTENDE VROUWEN. ï7j
iiiet had veiydeld. "Welke zoon, in de keur van een opperpneilerj,
verby gegaan zijnde, zond zy de afbeeldingen van ArifleittlKs en
Mtriamne naar Egipten. om KScipatri tot haar onderftanc te bewe-
gen. . Ja, toen deeze op een deerlijke wijze was omgebracht, wijt-
ze , door brieven, het zo ver te brengen, dat KJeepatra, (bovcn-
maaten den jongeling bemind hebbende) Mark^, Antmms aanhit-
fteomdeeze moord op Bendetic wreeken. Doch zy vreesde Heredes
zo wel als hy haar, Alwaarom M&riamna, naar haar fterfplasts gaan-
de (.quanfuis om den dwingeland te believen) met zeer bittere en
fmadelijke woorden van haar wierd bejegend ; gelijk dat Joftphus osa-
ftandelijk verhaald in het 15 B. 11 Hoofdft. aetleii. Oudheden.
BwingtUnd"] M&ri&mnt was in fchoonheid,eetbaarheid,en huwlijkj-
trouw ; heulchheid, grootmoedigheid en deftigheid; doch ook
in fpitsvinnigheid uitmuntende, waar mede zy het geduld van Hero-
des,
die haar teerder als alle zijne andere vrouwen beminde, teby-
fter tergende, zich zijn dodclijben haat heeftop den hals gehaald.
Ziet Iiifefxs op de gemelde plaats.
Mijnhtofd~] Hy had al te voren aan zijn broeder Jeftfoi bevolen, haat
in zijn afweezen om te brenger;; quaniuis, opdat (zohy miiTchien,
quam te fterven) niemand,naar zijn dood,dielchoone zou mogen ge-
nieten; te weeten , toehy te Laodicea vanA&r^, Antmins, zedert
eenigentijd verliefd cp Mariemna, was ontboden-, om zich wegens
de moord van Ariftefotliii te verautwooiden, Zie UjtfHS op de
aangeweezene plaauen.
/
'■<· Υ r <
-ocr page 193-
I74 GAL LEKTE DER
Vyfthiende Inhoud.
Ongeduld en mistrooftigheid in ramp-
zaligheden.
é. Ì O Í Õ Ì Á,
poogende door de dood van Mithridates zich
teontilaan.
Arftis colla laqueis inferi
Frohiècèis?
Sen.Thebaid.
VZy fpreekt:
Erwacht ik dan de dood van Mithridates hand ?
Elendig hoofdcieraad , wild gy me niet verworgen ?
Onuegtge Mpnyma die dienft ? heillooxe band >
Gund gy geen eind aan mijn verdriet, en aan mijn ijor*
gen?
Neen, ikhebichuld; gyzijtdoorwaterd en verrot
Door al het fchreyen , van dat ik dien vorft moeft
minnen,
Die my niet mind, zo lang beroofd van zijn genot.
Help uit haar droefheid toch, ö ihoer, een koninginne!
Ly, die gelukkige met uwe glans omvangt,
Dat de ongelukkige zich in uw ftrik verhangt!
Historie.
Mithridates Eupator, koning van Pontus, op de fchoonc
Monima, binnen de ftad Mik tus in Iönien zich ophoudende,
verliefd zijnde, kon op geen andere wijze haar tot een huwe-
lijk met hem beweegen, als met het toezenden van den vorft*
lijken hoofdband, en het cpdraageri des iconinglijken naams.
Zy verliet dan Iönien, en ging naar Pontus. Doch, hebbende
meer een heer da» een man, (die, terwijl hy buitens lands te-
getlS
-ocr page 194-
VITMVN7ENDE VROUWEN. x7f
gens de Romeinen ooilogde» haarmdebewaaringe vau onbe-
leefde oisgrieken fteidc),geleek zy eer een gevangene fiavin,
ais wel een heerichende koningin. Tc meer, toen die vorii,
door Luc. Lkinius Lukmlus geflagen, en op de vlucht geke-
ven, zekere Bacchtdesnaariao.aceaSierde, om zo wel zijn
vrouwen Manyma en Berenice , als zijn ongehuwde zufters
Roxane en Stilt,'ra, herleven te beneemeni en dus van der-ver»
"winBaarc'nmoedwiliigbri.rteverioiièn. Die ieder van haar de
vryheid gaf van een dood ,-dietaa.r de allerzachtfte en gemak-
kelijk! te icheen, tevexiaesai. Dus ftietven Berenue, Roxa-
nc,
en Stat tra ■, door vergif. Memyma pogende zich ie ver-
hangen , d'ê den koninglijfcen hoöflbandom haar hals; doch
als die, door de fwaarre van haar licchaam, in Hukken brak s
wierp zydezelveverachieEjfcweg, enhttzich door Bacchtdes
dekeelafïhijden.
Ziet plutarchus in het Leven van Lubdlus; Appianus in de
Mtthridat. r^Yioo'AÏt. Xtfilmas-, I. Lipfius, é B.yHoofdft.
Vmzijn Staatkundigeveiiwanungm: ÈtverV/ijk, Le Moyne s
&c. Racme in Mtthridates , tragedie ; Menymaas klachte'
Yiv.h'rem. de Dekker, '&c
Verklaaringe.
[. Mithridates] Bvgenaamd.S«>j«fw, ën fomwijlen Dienyfns ofBde-
chus
, zoon van Mttbridates Exergitfs ( uitgenomen Alexunder de
Groote de magtigfte onder de koningen zijnel tydi na een oorlog
'\ van 4.0 jaaren regens de Romeinen , dooi de geiukkigheidvan
SM», de manhaftigheid van ZathjUlHs, en de njagt val! Fimftjat
overheerd; en eindelijk , door zijn zoon Farn&cis verraden , van
zijn eigen handen omgebrochc} ontmoet ons op de medalien, by
Bui Geltz'us, 4 Taf. zijner Afiatiiche Mcdal. dragende lange
hairen ; rüw en wild uitgefpteid t met den koninglijke hoofdband
v'erderd. Op wiens raggeirakken , binnen eenkrnns van klimop,
een weidende hinde (van welk zinnebeeld lAfflaniu,* E. 40 Hoofdft.
leden geeft; word verteond ; en dit feyfehrift : Â Á 2ÉËÅ ß12
ÌÉÈñáäÁÔÏÔ EIBAT0Ï02, koningh Mithridatm
£r;pater.
Zie van denaam Dhnjfns, Lieer, oiBacchtts, £doorhemgebruikS
zederdhy , gelijk Bacebns , fchadeloos van de blikfem was ge-
troffen^ Cicero in de pleitreden van Fl»i$ju, Dia Prufiem, in njn
37 Reden; Sbaeretm, ie aiju M**U'ithraim, j JS, 6 Vx, Affi*·
.«*, êcs,
Minnen}
-ocr page 195-
tj6. G Α L L E R Τ £ DER
Mimen] De Fraufche Racitte heeft in zijn Treurfpel de biftone
van Mithriiates en Mmymx (de oorlogen tegens Lnktillm , en die
tegens Vempejiss onder jen mengende)raet «en onverdragelyke ftout-
heid verwaid , en mishandeld. Brengt een verliefde zoon, Xifani
geheeten, hy Menymx (geenzins, gelijk hy fleld, de dochter van
Filopemenei) welke van Af pimus (in het 245 Hoofdft.) gezegtword
dooi zijn vader Milhridaiei omgebracht te zijn, door dien zijn moe-
der Stratmikfl, eenzangfter, omhaarzoonin der Romeinen gunit
tedringen, zeker kafteelaan Fompijus had overleverd Doch lang
na de dood van Minyma; van welke alleen , volgens Ïlutarchm,
Ïomfejusat
brieven, onderde veroverde geheimeniffén van de veld-
vluchtige MiihrUetes heeft gezien.
Ontzxgtge] Vanditbeklagelijk geval, gedenkt Pater Bddtiin. ίζ*.
ieljanTf in volgend fneldicht:
Frompta mort Monyme textum diadema lapillis
Induit in nodum; trifte pependit onus;
~Rumpitur; Ma c'ttdit vitam qua perfida fallit 5
. Fafcia, debuerat fallere nolle necem.
Metsyma, te fterven voorgenoomen hebbende, deed de met ge=
fleentenbezaaidehoofdfiuyer om haar hals; maar, dezelve teon^
ftérk zijnde, heeft zy zich niet konnen verhangen; als of die band,
in hét leven haar met gehoopte hoogheid misleid hebbende, ook in
het fterven haar bedroog.
Help uit ] De vervloekte zei fsmooiderye was by de uitzinnige Hei«
denen zulk een hylzaamen onfeilbaar hulpmiddel om hen van eer.ig
verdriet, ramp en ongemak, tebevryen, datzyook, van in-of uit-
wendige ziekten befpiongen, zich zeiven het leven benaamen.
Zievandeae afgryflijke miltrooftigheid het Grtekfche Bloembcf,
wien de lovenswaardige Vtlhnho-ne, ouder andere, dit fneldicht heeft
ontleend, enteonzendiehfteverduitfcht:
De dappere Elius, een krygshoofd, overladen
Met goude kroonen, en -veel fchoone rykscieraaden;
Herdacht* terwijl de koorts verfiond zijn lijf en leem
Zijn dapperheid
, en (om voortaan geen lof te derven)
Viel met 'zijn borftirt 't /waard; hyfpmk dit woord alleen;
Het pafi een vrouw van ziekte, een mem vanflaal tefterven.
Dus was ook dé keizer Hadrianus, in de Bajen ziek leggende, iti
zyn pynen, zo onverduldig dat hy zich onverziens wilde doen door-
ftesken; doch als dit aan den dag gekoomen was, zo liet hy den on-
dekker van dit vOorneemen ombrengen»gelijk ons νan Spirtianut, in
zyn Leven, word medegedeeld.
Niettemin ontmoet ons op êene zyner medalien dit opfehrift:
ÏATIENTIA AUGUSTI. COS. III. Dm kjifrs hfa.
£*4tëW<i«B£tó8/<i;inzynderdeburgemeefterichap,
DIR Rij.,:          :Rsft-Elï l&RÏfclJr 1