Kast 228
PI. F N°.34 |
||||||||||
|
||||||||||
|
||||||||||
º>'*Á
|
||||||||||
VUXIS
|
||||||||||
rffft
|
|||||||||
é
|
|||||||||
CAT'ALOGllS
VAN EENE AANZIENLIJKE VERZAMELING KONSTIGE
|
|||||||||||||
SCHILDERIJEN,
van oude Nederlandsche Meesters, onder welke
Veele in kwaliteit uitmunten, b e η e ν e η s
MARMERE ën" GEBOETZÊÉfcbE BEELD-
WERKEN, enz. enz. Aües nagelaten door
Wijle den Wel Edele gebooren Iiecre en Mr.
D. G. van der BURGH van KRONENBURG,
Waarvan de verkoping aan den meestbiedende zal
zijn op Maandag· den 6 September 1824.
beginnende des voormiddags ten
10. uren precies
op den
HUIZE en SLOT KRONENBURG %ij Loünën.
De dagen van bezichtiging voor een ieder, zullen
zijn Vrijdag en Zarurdag den 3 en 4 Septem- ber 1824. des morgens van 11 tot des namiddags 2 uren. |
|||||||||||||
*<>©f®i©-t"S55!E=»
|
|||||||||||||
De Catalogus is te bekomen, te Utrecht bij den Konst-
fchilder C. van HARDENBERGH in den Munster Trans en bij den Boekhandelaar J. ALTHEER en te Loenen bij den Notaris Mr. J. SANDERSON, en verder alom in de voornaamfte Steeden des Rijks, mits betalende 2 Stuivers. |
|||||||||||||
BERIGT en CONDITIEN.
Daar de overleden eigenaar dezer verzameling,
thans de liefhebberen aangeboden,. zijn goed ge- voel raadplegende, vooral verkoos het oog te ver- lustigen, door konst", die zin- en belangrijk zijn- de, ook door contrasterende onderwerpen te meer- der eiTect deed: zoo treft men in- dezelve verfchil- lende rangen van Meesters, naast elkander geplaatst; zijnde de Nos gevolgd zoo als de Hukken han- gende volgen, en de daarop gevonden namen op- gegeven. Alles wordt voetitoots verkocht, zoo als het ge-
zien of niet gezien is, voor Guldens van twee en twintig Huivers; zullende de betaling en aflevering dadelijk, na den afloop der verkooping, of acht dagen na dato gefchieden. De verkochte (lukken, zullen, door daartoe aan-
geileldé perzonen, met alle mogelijke zorg; be- waard worden, tegens betaling van 5 cents of 1 fhiiv. per koop, zonder voor vermis of fchade in- teftaan. Iemand het door hem gekochte, niet, binnen acht
dagen na de verkooping afhalende, zal de verkoo- per het regt hebben, om hetzelve, ten piricule van den eerlten kooper weder te verkoopen, en meerder geldende, zal den gebrekigen kooper, geen aanfpraak op het furplus, vermogen te pretende- ren. Liefhebbers kunnen behalve den gewoonen dag
voor de verkooping, de fchilderijen bezigtigen ge- durende een maand te voren, tweemale per week; des Vrijdags en des Zaturdags van elf tot twee uren 's morgens, mits voorzien van een biljet, ge- teekend door den Notaris J. Sanderson, refide- rende te Loenen, en waarop hunne namen en den datum zijn ingevuld. De Verkooping zil beginnen des morgens, ten
tien uren precies. |
|||||
/
|
|||||
Í Ï f É Ô É Å
V Á Í
SCHILDERIJEN*
ÖP DE SCMILDERfj-KAMER Í°. ß.
Beginnende lij het raam aan de deur der Zaait |
||||||
N". i. vvolosftle overblijffHs van prachtige
gebouwen en beeldwerken, zoo rond als iii basrelief; Colommen, Capiteelen, enz. in een üfcgeitrekt Italiaansch Landfchap , met fraaije en eigenaardige ftoffagie. Helder en uitvoerig, dbor B. Breenberg. $. Dood wild en andere voorraad, keuken-
gereedfehappen, een kat enz. waarbij eene jeugdige vrouw, verbeeldende Mar- tha; in een opkamer, de Zaligmaker, Maria en andere péribnen. Alles zeer rijk en natuurlijk, door A. van Nieiilandt. |
||||||
( * )
|
||||||
Í'. 3· É" een befneeüwd ruim Hollandsen Land-
fchap, ziet men op eene bevrozene ri- vier, bij een Dorp en Boerenwoningen,- een menigte Volks rijdende of wande- lende; anderen met Sleden enz. Hel- der, krachtig en breed door Th. Rombout s* 4. Een Alchimist en zijn Huisgezin , zitten-
de in zijne werkplaats bij het vengiter, fprekende met een hem vragend Jonge- ling , het vertrek rijk geftoffeerd met veel toepasfehjk bijwerk. Aangenaam van licht krachtig en geestig, door T. Wijk. 5. Een Huisgezin biddende voor den maal-
tijd 7 in een oud burgerlijk binnenvertrek. Natuurlijk en fraai, door Cvatt Breke* lenkamp. 6. Samfon ilapende in Delias fchoot, wor-
dende de hairlokken afgefneden. Een fraaije ordonnantie van veele figuren, aangenaam voorgefteld, door W. P. Bar' cius 1632. *, 7. Een ruime rivier met Schepen, verlicht
door de rijzende maan; ter zijde worden bij een brandend vuur, vaartuigen geka- lefaterd , door J. de Beer. |
||||||
N\ 8,
|
||||||
t 3 )
|
|||||
^ί°ί 8. Ëenige manfchappen, fcbijnende krijgs-
lieden , en eene vrouw; vermaken zich bij een trom zittende met de kaarten; verder anderen enz. Goed van ordon- nantie en fehildering $ door Ai Palamedes; £>; Gezigt over een Stads Gracht op Ge-
boomte , Gebouwen, Torens enz* Ruis- daalaehtig i, door ü> Zeemarti ié>; Een uitgeilrekt bergachtig Landfchap
met eene rivier, geboomte en rijke ftof- fagie , door Ά Zachtlevem ïi. De vooritelling van Christus aan het
Kruis, waarbij Maria j Johannes ,. een menigte krijgslieden en aanfehouwers. Alles zeer helder en expresfief, door S. Franks; 12. Dit zeer aangenaam Landfchap vertoont
veel en hoog geboomte, gebouwen, een waterval, brug enz.- De iioffagie in den trant vart Berchem ^ verbeeld Jofeph en Maria met het kind rustende; verder, Herders, Schapen en Reizigers.· 13. De aanbidding der Herders; eenëfchöoTO
en rijke ordonnantie, meesterlijk, itouc en krachtig gefchilderd, door j. Jor- A % ddam
|
|||||
Χ 4 3
|
|||||
iaam. Ook bekend bij de plaat na de·
zelve. N°. Ï4. Een fraai Landfchap, niet geboomte,
gebouwen, water en een vrolijk ruim verfchict. Warm gefc'hilderd en geftof- feerd, door A. van de Velde, met dan- fende en fpclende lieden , fchapen, geiten enz. breed en zenachtig., door/. Hakker't. 15. Dood Wild, beftaande in een Haas, Pa-
trijs, Eendvogel en eene menigte ander gevogelte. Uitvoerig en natuurlijk, door A. van Utrecht. 16. Een Zeeflag, lijk in voorwerpen; zijnde
van de beste en zilverachtigfïe ordon- nantien, door A. Stork. 17. In een duinachtig Landfchap ligt een
digt bosch, op den tweeden grond voor- aan , fchoone ftoffagie; zijnde Jagers te paard en te voet met hunne honden. Er is in dit ftuk een toon als van Hobbema, hetzelve is uitvoerig en zonachtig, door T. Verhaegt. 18. Dit zeer natuurlijk kunstfluit vertoont,
witte en blaauwe druiven, pruimen, abri- kozen , perziken en andere vruchten. Door-
|
|||||
'×'5.0
|
|||||
Doorfchijnend en delicaat gefchilderd j
door A. Mignon. N·. io. Voor een Herberg ftaat eene flede niet
volk en andere rijtuigen, gereed om.te vertrekken; ter zijde op de bevrozene rivier, veele figuren. Alles geestig en fiksch gefchilderd, door/, van Ostade. 20. Een deftig gekleed, vrolijk en lagchend
jeugdig man, het hoofd gedekt met een purper fluweelen bonnet of muts, hij houdt een pijp in de hand enz. Zeer uit- voerig, helder en teffens krachtig ge- fchilderd , door W. van Mieris, 2i. Een boomrijk Landfchap met koeijen ,
fchapen en geiten. Aangenaam en warm gefchilderd , door J. Berkheiden. 22, Perziken, druiven, noten, infecten enz.
Zeer natuurlijk voorgefteld, door R.Ruisch »3, In eene keuken zit voor een tafel, waar»
op fpijzen zich bevinden, een biddende oude vrouw, hebbende op haren fchoot een pot met melk. Alles in zijne bree- de en vette manier gefchilderd, door Q. van Brekelenkamp. 24, Christus aan het Krui*, waarbij Maria
wee*
|
|||||
e â 5
weenende en anderen zich bevinden.
Edel en uitvoerig yoorgefteld, door-
tC. Poelenburg. N', 55,26. In een aangenaam, rijk, afwisfelend en ruim Brabandsch Landfchap , ziet men on-
der anderen veel groot en klein vee, dat door eenen man te paard en een ander * gaande, door het water wordt gedreven, De niet mindere wedergade vertoont in een dito Landfchap ook groot en klein yee ; op het veld ftaande, rustende of grazende. Beide ftukken zijn bevallig, dun en delicaat gefchilderd, door B. P. Ommegank. 27. Twee drinkende en vrolijke boertjes. Na-
tuurlijk van ordonnantie enz. door A. van Ostade. 28. Een uitgeitrekt gevecht van ruiterij enz,
omftreeks eene vesting, rijk van voor- ftelling en fraai gefchilderd, door J, van Hugtenburgh. §9. Sophonisba, houdende den beker in de
regeer hand en leggende met de linkerhand het dekfel op een tafel, waarop een kleed. Uitvoerig gefchilderd, door H, van Lint*, borch. W>. 3°<
|
||||
C 7 >
|
|||||
30. Langs een weg met hoog geboomte, ko-
men voorwaarts, koeijen, fchapen, eene boerin melk dragende, en een boer, ver- der meer vee; en over het veld een flot en bergachtig verfchiet. Fraai gefchilderd s " door J, Berkheiden, ê 31. Bij een fteenen nis met basreliefs, ftaat
eene oude vrouw, houdende eene aarden
kan gereed om bloemen te begieten; langs de nis, waaraan een vogelkooi hangt, klimt een wijngaardsrank enz. Alles de- licaat en fchoon gefchilderd, zijnde eene fraaije ordonnantie van G. t>ou. 33. Maria, in aandacht zittende bij Jezus;
ter zijde Martha in bezigheid. Uitvoerig en
·> krachtig voorgefteld, door A. Elshaimer.
33. Een Landfchap, waarin een molen, beek
en weg over eene brug, waarop iloffagic. Dit ruim en vlak gezigt vertoont eene der laagfte landftreken van Holland. Na- tuurlijk, door S, Kuis daal. N% 34. In een bosch en duinachtig Landfchap,
wordt, van een op de Valkenjacht zijnde en bij zijn wit paard ftaande Heer, de hand befchouwd door een waarzegfter, waar-
|
|||||
C 8 >
|
|||||
waarbij een knecht enz. Zijnde eene aan-
gename ordonnantie van Ph. Wowwermaiu W.
35, 36. Twee fluks; het eerste, een Postwagen,
aangevallen door rovers; het tweede, een
partij jagers, honden enz. ter Jagt zijn- de. Beide voorvallen gefchieden bij hoog. en digt geboomte, dat zeer ruisdaaladi- tig is; dezelve zijn van de beste kunst ; van B. Gaal. 37. Dit breed en meesterlijk behandeld fchtt-
derij, vertoont voornamentlijk een man te paard en een bedelende, in een duin- achtig Landfchap. Door of in de ma- nier van A- Cuijp^ 38. Bij een gebouw, muur en poort, wordt
een paard heilagen, meerdere beelden, beesten en voorwerpen ftoffeeren daaren- boven deze ordonnantie; zijnde een Ita- liaanfche pleisterplaats, door J. van der- Bent, Discipel van Ph. Wouwerman en, A. van de Velde. 39. Een jonge Dame, gekleed in eenen over-
mantel met bont omboord, houdende eenen brief in de hand, over welks in- houd zij nadenkt. Bevallig en teder, gefchilderd, door G. Netfcher* 9 N°. 40.
|
|||||
e 9 y
|
|||||
N/'« 40. Een duinachtig Landfchap, met geboom-
te enz, met fraaije floffagie, door of als J. TVijnants* 41. Een aangename, welgecontrasteerde groept
Kindertjes of Engelen, dragend 2 het Kruis. Emblematisch voorgefteld. Krach- tig en fchoon van Coloriec, door een Italiaansch meester op marmer gefchilderd, 42. Dit natuurlijk Landfchap vertoont rijzen-
de en dalende , dorre of bewasfen zand- gronden, ook hoog en veelerlei geboom·: te, het verichiet is op bergen, geftof-, feerd met rustende beelden. Meesterlijk en met gevoel gefchilderd door jf. Wij' nants, 43. De uithoek van een Bosch , voor aan een
, moerasfig water; in het verfehiet een tad aan den voet eens berg, geftorfeerd met
reizigers. Natuurlijk gefchilderd. 44. Een gevecht van Ruiters en Voetvolk
omftreeks een gcdenknaald, het ve'rïfchiet op gebergte, door TV. Verfchuring. 45. Déze ordonnantie die breed en goed van
licht is, verbeeld de aanbidding der Wij- zen, die gefchenken aanbieden, In de. krach-
|
|||||
< ï? )
|
|||||
krachtige ftouts manier van Rembrand
gefchilderd, en uit zijne fchool. JST- 46. Een Famielje, wandelende op een land-
goed in een boomgaard, waarin eenige koeijen grazen enz. Zeer goed en na- tuurlijk van wijking, door R. Kamphui- zen. 47. In een rotsachtig landfchap bevindt zich
een aantal Vee, waarbij eene Vrouw op een paard gezeten, fprekende met eenen man enz. De ordonnantie is fraai en rijk en alles meesterlijk gefchilderd, door 4, Bcgyn. 48. Een doode Haan, Patrijzen en ander ge-
vogelte , liggende of hangende. Zeer kun- ftig en natuurlijk gefchilderd, door G, van Aalst, 49. Conon gelaaft van zijne Dochter in de
gevangenis, door J, Bytaart. 50. Een Italiaansch boomrijk Landfchap,
waarin zich onder andere voorwerpen van bouwkunst, eene Fontein bevindt; ver- beeldende, de Fontana di Draconi a Ti·» voli \ de keurig uitgevoerde en uitmuntende rijke ftoffagie beftaat, in Paardrijders, Wan-
|
|||||
€ » )
|
|||||
Wandelaars, jagers met hunne honden.,
Alles in den ftijl als van Wouwerman, door W. Schellings, Í°·5À. In een bergachtig landfchap met dartel
geboomte, ziet men nabij cene waterval, een bonte Os, witte Geit en meerder groot en klein Vee , eene Vrouw dra-s gende een Lam, gevolgd door eenen Man op een Ezel gezeten enz. Dit aan» gename ftuk'is krachtig en fchoon ge- fchilderd gem. N, Berchem. ga. Een Boeren huisgezin, waaronder eene
Kraamvrouw mee haar Kind in een ba- kermat zittende, door H. Heemskerk, 33. Een groep Geboomte, door het welk
een weg heen flingerd, vooraan, rus- tende Reizigers met een hond, het vcr- ichiet op gebergte. Fraai gcfchilderd door A. JVaterloo, 54. Een Waterval en een langs brokkelige
gronden droomend Water enz. geilolTeerd met vliegende Eenden, door IVithoos. §5. Een aanzienlijk fpeelend en mulrkerend
Gezclichap, in een aangenaam bot
Landfchap. Uitvoerig en kunilig ge- schilderd, door M, Wulf raat. FT. 5$
|
|||||
C « )
|
|||||
Ν".56. Eene oude Vrouw lezende in een boek;
zijnde zeer karakteristiek en meesterlijk gefchilderd, uit Rembrants fchool. 57. Een onftuimige Zee, waarin een ontred-
derd Schip, wortelende mèt de golven bij klippen, door D. Smit. 58. Een wel gegroept en dun gefchilderd
Bloemftuk, door E. Stuven. 59. Een aangenaam welgeiloffeerd Landfchap-
je , door Zwynkhart. 60. Eene onftuimige Zee bij onweeder, door
J. Parcelles, 61. Maria met het Kind, uitvoerig in ovaal,
(5a Een dito - dito met dito. 63. Een fraai en uitvoerig Mansportraitje, door
/. Uittewaal. 64. De heilige Familie, door F. Scherts,
in een fraaije uitvoerige Bloemkrans, door D. Zeegers, 65. Het Stadhuis en Markt binnen Haarlem
met de omringende gebouwen, rijk ge- ftoffeerd: ook met den uit een gaande ïUad, van welken, fommigen in groe- pen |
|||||
( 13 )
|
|||||
jjèntê zamen fpreken. Het Zonlicht valf
door een Zijftraat op de markt en doec cene uitmuntende uitwerking. Alles is helder, breed en uitvoerig gefchildercr, door G. Berkheide. N\ 66. Een ter jagt gaande Gezelfcliap', be-
ftaande uit eene Dame en twee Heeren te paard, Jagers en houden; verder bij een prachtig gebouw, nog eene Dame te paard en verfcheidene paarden , gereed om beliegen te worden: vooraan een fontein , Diana toegewijd , waarbij eett Heer te paard. Dit alles en meerdere beelden vertoonen zich in een alleraan- genaamst landfehap, met een fraai en ruim verfchiet. Uitvoerig heider en trans- pirarit gefchilderd, door P. Wouw er man. 67, 68.Twee ftuks Italiaanfche Landfchappen,
met overblijffels van gebouwen, met ge- boomte, water enz. geitoffeerd met'vee- Ie beelden , waaronder op Ezels gezeten, Veehoeders, Balfpeelders, en anderen. Zijnde beide ftukken warm en filtsch ge- fchilderd , de ordonnantien bekend bij de geëtfte prenten, door J. Both. 6$. Een Wintertje met Sleden en Schaatfen-
|
|||||
e η )
|
|||||
rijders. Helder ën zeer goed, door ft.
Molenaar;
N°. 70. Een Boeren huisgezin, zittende bij eehe
ftalling roet beesten j door C. Zachtleven. . 71. Eeri zinfpelend onderwerp; zijnde eeri
aantal werkende beelden bij een gebouw in een Landfehap, door A. Both. fz. Een inval eri plundering door Maarten
van Rosfem, door J. Le Dud 73. Een zittende dronke Vrouw in éenë
kroeg · verder een Man, den kelder in treedende om te tappen. Meesterlijk breed voöfgeiteld^ door/. Steen. ^4. Twee ftuks, eeri uitvoerig Mans eri eert
dito Vrouwen Portrait in het ovaal, doof M. J. Mierevetdi 75. Twee uitgewerkte welgeftoffeerde Lanl·
fchapjes ^ door van Battum. f6i Een woelend Water met Vaartuigen enz;
Helder en fiksch gefchilderd, door A. van Everdingen. ff. In een Winter met Sneeuw, ziet men!
bij.een brug en gebouwen, op de rivier |
|||||
C Η 5
|
|||||
Bijt·, hakkers éri andere figuren. Kitnitig
en helder, door JV. Schellinks. NV78. Twee ftuks welgefroffeerde Laftdfchap*
pen; het een, met Jagers; het ander, met aankomende Reizigers bij een Herberg ^ door B. GaaL 79. Twee dito; het eerite., een Dorpsher-
berg, waarbij rustende en drinkende Rei- zigers ; het tweede, met aankomende Paarden enz.^ door denzelfden. 8 6. Een Gehucht ingaande met eene Ophaal-
brug, waarbij geboomte, geitoffeerd met Kegelfpeelders, Rijtuig enz. In den toon van J. Both. 81. Deze aangename Schilderij vertoont eene
jonge Vrouw mediterende, houdende de Zendbrieven van Paulus met hare linker- hand voor zich, bij lamplicht, dat uit- muntend werkt. Alles is krachtig en fmeltend behandeld, niet minder als van zijnen meester G. Schalken , door A* Boonen, 8a. Een Boeren binnenhuis, waarin eene
Vrouw ihande aan eene tobbe, bezig met de flagt van een op de leer hangend Var-
|
|||||
C iW
|
|||||
Varken, dat door een man bezigdgci
wordt: terwijl de kinderen zich met de blaas vermaken. Dit en een menigte bij- werk, is geestig eri fiksch gefchilderd, door J. van O stade. Ν-.83. Eene bejaarde en deftige Vrouw;biddende,
gekleed met eenen roden mantel met bont, zittende aan eene gedekte tafel met fpijzen. Dit krachtig en meesterlijk uitgevoerd ftuk is gem., A> van Dijk. 84. Twee kleine Stukjes , zijnde Ruïnes i
Grotten enz. met ftoffagie eri landfchap. 85. Vruchten en Bloemen , te zamen in eene
aangename groep vereenigd. Natuurlijk voorgefteld, door M. van Oosterwyk. 86. Bij een hevig gevecht van Ruitenj, tui-
meld een Man door een pistoolfchot ge- troffen van zijn wit Paard; anderen lig- gen dood. Het vechtend leger ftrekt zich verre uit, en woelt onftuimig door elkan- der; licht, vuur en rook zijn kondig waargenomen. Zijnde dit ftuk eene der fijnfte van D. Maas, zoo goed als J. van Huchienburg. 87. Eeri vogelnestje met eijeren ,■ tusfcheri de
bia-
00
|
|||||
t ι? )
|
|||||
bladen van fraaije "planten, wiiarbrj ha*
gedisfen, capellen en andere infectem Alleruitvoerigst en natuurlijk, door Ö. Marcclis,
N°i88. Velerhande fchoone bloemen, prijken los
en zwierig in ecne kristallen vaas; in- fecten zweven of zitten om en öp de- zelve. Een rijke ordonnantie, allerkapi- taalst in frischheid van couleur en Uit* voerigheid, door A. Mignon. 89. Öp eene voorname Boeren bruiloft, zit-
ten Bruid en Bruidegom mee een me- nigte vrolijke gasten , aan eene wélvoor- ziene tafel ; daar anderen fpelen , danferi enz., terwijl de nieuwsgierige buren zicfl voor de open bovendeur verzamelen. Ei- genaardig voorgeileld, door j. M. Mole- naar. 90. Een geweldige brand, waarbij eeri groot
volksgewoel van vlugtende, bergende of blusfehende enz. Zeer natuurlijk , ert eene der beste van E. van Asr Poel. 91. Eeri dito, zijnde hét afbranden van hec
ouden Stadhuis, binnen Amfterdam. pa. Een alleraangenaamst duinachtig Land-
B. fchap |
|||||
c ia f
|
|||||
fchap ïïtQÏ geboomte en een ruim vrolijk
verfchiet. De fraaije ftofïïigie door of . als van A. van de Velde- , beftaat in een' man te paard, fprekende met eene vrouw j verder, herders met fchapen. Uitvoerig cu natuurlijk, door J.Wtjnants. N'-o/J. Een dito niet minder, het doorzigt over
eene rivier , op een bosch en bergach - tige ftreek, geftoffeerd met jagers enz. als boven- door denzelfdert, , 94. Een Christus beeld bijna naakt, hebben- '
de de middel omgordt, de armen ach- terwaards gebonden aan een ibort van pedeital, waar achter een man roeden rapende, na de gewoonte van" Rembrand, Uitdrukkend krachtig en fchoon gefchil- derd, ook gemerkt R. 1637. 05. Eene aardige jonge Dame, geleidt door
een' prachtig gckleeden Heer, en eene oude deftige Vrouw, geleidt door een' bejaarden man, komen uic een gebouw langs een bordes, waarop vele perfonen, en treden na een gereed ftaande koets enz. Een aangename ordonnantie,.hel- der, door L. de Jong. 96. In een fraai HoUandsch Landfchap , be-
|
|||||
C 19 5
|
|||||
vinden zieh eene kerk en andere gebou-
wen, met hoog geboomte; vooraan ge- ftoffeerd met ftaand en rustend vee, bij manefchijn : de fpiegeling der maart in eene kabbelende rivier, is wel waarcre- nomen, en alles in dit natuurlijk tafreel, vet en meesterlijk gefchilderd, door A. vdn der Neer. IS". 97. Bij de ruïne eens tempels ilaapt eene
vrouw, befpiedt wordende door eenen man achter haar geplaatst, tegen wien een hond blafc; verder trekkend groot en klein vee in een Italiaansch Landfchap. Stout en krachtig behandeld, door /. B. jVeeninx. 98. Eene woelende rivier bij een Stads hoofd,
door J. Beerftraten. 99. Eene onftuimige rivier met fchepen,
door S. de FUeger. ïqö. Velerhande vee en drijvers, langs eene
brug na voren aankomende. Eene rijke ordonnantie breed gefchilderd, in den tranc van N. Berchem. lol. Een manefchijntje zijnde eene rivier, de
oevers bezet met gebouwen, geboomte,
Ba en
|
|||||
C ad >
|
|||||
én toepasfelijke ftoffagie, fraai door J.
de Beer. N'. los. Eene vrouw zittende op een Ezel waar-
bij een herder en fchapen; verder, een man drijvende osfen en koeijen , die zwem- men en waden door de rivier nabij eene half vernielde brug, in het verfchiec gebergte. Zeer aangenaam en fraai, zijn- de geteekend iV. Berckem. 103. Een bevallig Landfchapje met gebouwen
en goede itoffagie. Warm en helder, door P. van Asch, 104. Eene aanzienlijke Protestantfche Kerk van
binnen, met veel ftoffagie bij zonlicht, dat, nevens de doorzigtkunde in deeze fraaije ordonnantie, uitnemend goed van werking en wel waargenomen is door£, de Wit, 105. David en Nathan, kloek gefchilderd.
106. Eene vrouw knollen fchillende, zit bij
een menigte huis en voorraad, in een uitgeftrekt boeren binnenvertrek; waarin onder anderen, kinderen met een bok fpelcn. - Zeer rijk , krachtig en goed gefchilderd, door E. van der Poel. f N°. 107.
|
|||||
( « ·)
|
|||||
Í", é o 7. Een op het menfchelijk leven en fterven
zinfpelende ftilleven , rijk in voorwerpen. Kunftig en uitvoerig, door D. de Heem. io8. Een Landfchap, met gebergte en ge-
bouwen bij eene rivier gelegen, voor- aan geiloffeerd met rustende beelden, drinkende Ezel en bijwerk. Warm en vet gefchilderd, A. Cuip. ioo. Eene Italiaanfche Zeehaven, met prach-
tige gebouwen, en eene rijke ftoffagie· Meesterlijk , docr J. Beerflraten. 11 o. In een prachtige Zaal, met eene Gale-
rij, aan welker einde Lazarus fchijnt te zitten, ziet men een aanzienlijk gezei- fchap fpijzende. Uitvoerig, door D, van Deden en S. Franks. ju. Een Landfchap waarin een Herberg,
en voor denzclven een menigte volk; verder, een weg langs duingronden, op een dorp. Vrolijk en fraai, door K. Molenaar. Ç3, Een Italiaansch Landfchap, ftout ge-
fchilderd. 113. Een landfchap met geboomte en zwem-
mend of vliegend gevogelte, door A. van Borsfem. N\ 113.
|
|||||
C * )
|
|||||
N°. 114. Mordechai te paard, geleid wordende
door Haman, waarbij een menigte volk, als L. Bramer. 115. Riviervisfchen, ftortende met het fpat-
tend water uit eenen omvallende Em- mer. Zeer uitvoerig en helder, door ƒ. GiïUg. i\6. Een vrolijk drinkend Boertje, Geestig,
door Diepraam- 1 ] f. Een rustend oud Man.
118. Twee aardige ftukjes, zijnde Schapen in
een Landfchap , door van der Does. jip. In een vertrek zit aan eene tafel, bij
kaarslicht, een net gekleed jeugdig Man, bezig met zijne viool te ftellen; uit het vertrek ziet men in een ander , worden- de door eene meid, die eene kaars houdt, ingetreden. Zeer fraai en na- tuurlijk in den trant van G. Dou, door G. ƒ. Palthc. 120, Een, tegen het licht water beziende,
Docter. Goed gefchilderd, 12.1. Een Ketellappertje, bij een' boerenwo-
ning. i\ardig in den fmaak van Temen: Í*. 12á.
|
|||||
C ç )
|
|||||
Í*. 122. Het hoofd eens Jongelings.
123. Een vrolijk drinkend en fpelcnd boeren
gezelfchap, door J. M. Molenaaf. 124. Petrus door den Engel uit de gevange-
nis geleid, door de Poorter. 125. Eene op het veld liggende Koe en Bok.
Fraai gefchilderd, door A. Klomp. 116. Een groep handelende Visfchers, in het
duin aan den oever der zee, door J. J. van Goden. 127. Een Doctor in zijn ftudeer - vertrek, be-
zig met het gereedmaken van genees- middelen, in den trant van Osiade. 128. Een Mansportraitjc, door Mierevelt.
129. Eene jeugdige Vrouw en een Man,
converferende en te zamen drinkende, IL M. Zorg. 130. Een oud Schoenmaker, in zijne wo-
ning zittende te werken, wordt door eene Vrouw fchoencn over de onderdeur aangereikt. Goed van licht, vet en geestig, door O. van Brekeknkamp. N°. 131.
|
|||||
( 24 )
|
|||||
$Γ. 131»Een Duingezigt, fchijnende het dgr-p
Petten aan zee gelegen' 132. De zeven werken van Barmhartigheid.
133. Een, op de guitar fpelend Man.
135. Een capitaal Vischftuk.
136. Een boomrijk Italiaansch Landfchap %
Ezeldrijvers en andere itoffagie, in den fmaak van Both, 137. Een bergachtig Landfchap, met veej
ftoftagie, door D. Dalem. 138. Een boeren Jongen, zittende met een
mand, waarin Eijeren. OP DE SCHILDERIJ.KAMER N*. II.
ieginnende bij aet raam, aan de deur der Zaal,
N°. 139. Een Jager, toonende een dooden haas;
rustende, verzeld van zijne honden, bij een' boom. Kqnltig eu fraai, door J, van Pée. |
|||||
C 25 )
|
|||||
N°, i39*Eene oude Vrouw aan haar toilet door
twee Kameniers gekleed wordende, door Rubbens.
140. Badende, rustende en jagende Nijmphen,
fchijnende Diana met haar gevolg, in een zeer aangenaam boomrijk Landfchap. Zeer delicaat en goed gefchdderd, door D. Fertange. 141. Een hangende Patrijs en liggend klein
gevogelte. Natuurlijk en kunftig, door G. B. Wesnlnx. 142. Perzikken, Druiven, Kersfen enz.Malseh
en breed behandeld, door J. de Heem,, 143. Een doode Patrijs en ander gevogelte,
door Pierfon, 144. Een goed Fruitiluk, waarin een opge-
fneden Perzik enz. 145. E,ene in het geboomte liggende boeren
Woning, met goede ftoffagie, door B. Gaal. 145* Twee Bedelaars-jongens etende dru'ven
en meloenen, door Mor Mos. 146. Een Landfchap waarin een Veldilag ge-
leverd fchijnt; wordende gevangenen en met
|
|||||
C a6 )
|
|||||
met buit beladenc wagens, over het
zelve vervoerd, N'. 147. Twee fluks, met vruchten, Stilleven en
fraaije Kapellen. J48. Eene jonge Vrouw, fchikkende en be-
fchouwende een menigte koper en tin huisraad, waarbij een Moor, haar kers- fen aanbiedende. Krachtig en fchoon behandeld, door A. van Diepenbeek. J49. Een Landfchap, met badende nymphen
bij geboomte. 150. Afbeelding van ongemeene groote hier
te lande gewasfen Druiventrosfen, waar- bij een Inkhoorn enz , door D. Da- lem. 15r. Een Man, zijne pijp aan de kaars ont*
ftckendc. 152. Twee fluks, zijnde Jagten, Üïïú C. van
Esfen. 153. Een zeer fraai en kunflig gefchildcrd
Portrait van cenc jonge Dame. Ï54. Een dito, uitvoerig gefchildcrd,
Ï55, Twee fluks met Visfchenj zijnde het
eene,
|
|||||
C *? )
eene, Rivier; en het andere, Zeevisch*
Zeer natuurlijk, door yan Duinen. N°. 156. Eene Rivier met zeilende Schepen.
157. Het kasteel Argenteau, tusfchen Maas-
tricht en Luik, nabij Vilet, waarachter eene infcriptie. 158. Het kasteel Vreedenburg te Utrecht,
zoo als het zich in zijnen weliland ver- toonde. 159. Een aangenaam Land- en Rivier-gezigt
met geboomte, door J. Wils. 160. Een Zeeftrand met Visfcliers, door P.
Bont.
161. Eene rivier met Schepen en een hoofd.
162. Een rivier met Vaartuigen bij een' wacht-
toorn, door J. J. van Gooien. 163. Een Zecilag, door Mooi.
164. Uitmuntende gefchilderde Rivier fVia-
fchen, door J. Gillig. 165. Een Historieel, door A. J. Gaek.
166. Een rijk Historieel met gebouwen.
167. Het Portrait van Prins Maurits
NV168.
|
||||
C 3S )
|
||||||
No. 168, Een fraai Mansportrait, gedekt met een
ronden hoed. Frisch gefchilderd, door F. Hals. ^ji^ïéo, Een Manege, waarin Paarden gedres·
feerd worden, door Kalraet, discipel van A. Cuip. 170. Twee zeer fraaije Fruitftukjes met Stil-
leven. Dun en natuurlijk, door J. Ring. 171. Een Winter, waarin, bij een Kerk en
Kerkhof met geboomte, op de bevro» zen rivier Arrefleden en Schaatfenrij- ders, door J. Beerflraten. 172. Twee ftuks hevige Batailjes, door Bour-
guignon. 173. Christus voor den zetel van Herodes,
waarbij veele omftanders, door G. de fVykerfloot. Zijnde deze -Schilderij voor een kerkftuk zeer geichikt. 174. Portrait van eene Dame, bij lamplicht,
als van Schalken. 175. Een dito van eene dito.
176. Een dito van eenen Krijgsman, A. Pa*
lamides. |
||||||
N\ 177.
|
||||||
C *9 1
N°. 177. Twee ilitks met Stilleven, hélciër eft
fraai, geteekend C X. 178. Een bosch en bergachtig Landfchap „
waarin de ruïne van een aanzienlijk Ge- bouw, op eene hoogte geftoffeerd met een' Man te paard, enz. Warm en uit- voerig, door J. Sonjé. 179. Twee ftuks met Vruchten en Stilleven»
ï 80. Een Landfchap met geboomte , mei
eenen Jager en honden. 181» Twee ftuks met Jagthonderi in Land-
fchap, door A. Beeldemaker. 182. De afgodendienst van Salomo. Krachtig
en rijk van ordonnantie, door L. Br ti- mer. 183. Een boomrijk Landfchap, met heeren
Sloten en andere Gebouwen, Vijvers, Laneri ent veele ftoffagie. Zeer uitvoe- rig en rijk, door J. Breugel. 184. Een Rivier - gezicht met fchepen.
185. Een Corps de Garde, met krijgstuig
en andere voorwerpen. χ 86. Een Stilleven, fraai gefchilderd, in detï
ftijl van A. Mignon. W. 187.
|
||||
( & )
Ν\ 187. Een Jongeling verwonende een opcnge-
flagen Ei. ïS8* Een mee koeijen en ichapen geiloffeerd
Land- en Water-Gezigt, bij raane- fchijn, door Jt J, jfanfon. 189. Portrait van een Vorftelijk perzoon.
190. Een dito van den Admiraal de Ruijter,
191. Een dito van de Wit.
192. Een rokend Boertje.
193. Een dronken boeren gezelfchap*
194. Een Landfchapje met geboomte.
195. Een Mansportraitje.
196. Een dito Mans hoofd.
197. Eene oude Vrouwe dito*
198. Boertjes als/. Molenaar,
|
|||||
BEELD-
|
|||||
c si. y
BEELDWEPvKEN, BOETSEERSËLS, >
RARITEITEN enz, S\ i. Een kind uic Ivoor gefncden, op eeiï
pedestal. Ui». i. Samfon flapende iti Dclias
Schoot. 3. Abrahams offerhande. /boetzeer-
l fels
4. Eene liggende Magdalena. >door d'en
5. Araphitrite op eenen ^lfijn|^de^;i
gezeten. 6. Een liggend Vrouwenbeeld.
7. De fchaking van Proferpina.x
8. Een groep dan drie Kindere-/Geba,kke
ï >- η η , en gebron- jes, de lente vooriïellende. >(j.e dico
|
||||||||
! door dito.
|
||||||||
9. Een dito van dito, de Herfst
voorflellende. / 10. Een pleister Borstbeeld van een Vader-
landsch Perfonaadje, op een zwart voet- ftuk , onder een ftulp. 11. Een ftaande Venus levensgroote van mar-
mer, itaande op een pedestal. N9.12,
|
||||||||
C ν )
iSf·. ia. Een groep van twee Kindertjes niuii-
cerende van dito. 13. De Sabijnfche Maagdenroof, een groep
van drie Figuren op een pedestal. 14. Twee fluks, een Jongen en een Meis-
je, muficerendé, marmer. 15. Een Leda met de Zwaan ditoj
i6 Een Microscoop.
17 Een groote openflaande Chambre obfcur,
en wat verder zal worden te vöorfchijri gebragt, |
||||