HISTORIE
VAN DEN
NIEUWEN AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG.
|
|||||
.;
|
|||||
'■SI
|
||||||||||||||
HISTORIE
|
||||||||||||||
VAN DEN
|
||||||||||||||
NIEUWEN AMSTERDAMSCHEN
|
||||||||||||||
C H O U W' B U R G.
|
||||||||||||||
MET FRAAIJE AFBEELDINGEN,
|
||||||||||||||
/
|
||||||||||||||
,;ièÉÉÉë4
|
||||||||||||||
et fecifc:
|
||||||||||||||
TE AMSTERDAM,
By G. WARNARS en P. den HENGST.
MDCCLXXV.
|
||||||||||||||
B E R I C H T
VAN DE
UITGEEVERS.
Het Stukje 5 dat wy thans onzen Lezer en
aanbieden t is uit gefchrevene aanteékeningen j wegens welker egtheid en nauwkeurigheid wy ons met reden verzekerd houden, opgemaakt. — Wy hebben den Titel van historie, boven dien VAN BESCHRYVING VAN DEN NIEU-
WEN AMSTERDAMSCHEN SCHOUW- BURG, verkozen* als beter gefcbikt naar de byzonderheden, welke 'er in voorkomen* Want fchoon het voor een groot gedeelte wel be- ftaat uit eene Befchryving van het Gebouw en de Tooneelen, meenden wy egter dat het geen tot de direktie behoorde, en verfcheide- |
||||
'I
|
|||||
B E R I C UT. ;
ne andere omflandigheden 9 welke men bier zal
gemeld vinden, niet gevoeglyk onder den ti- tel van Befchryving konden begrepen wor- $ejn. ■*— Voor hst overige kan dit Stukje ah
een Vervolg op de Historie van den vorigen
Schouwburg aangemerkt > en met dezelve behoor* lyk inéén Boekdeeltje gebonden worden. >/ BERICHT aan den BINDER.
Af b. van den Nieuwe Amft. Schouwburg met een ge-
deelte van het Leidfche Plein tegen Bladz, 15 ,_—.
zien -■■
-,------..
|
|||||
H I S-
|
|||||
HISTORIE
VANDEN
.;■'■■',;. !■■■:. " é
NIEUWEN AMSTERDAMSCHEN
SCHOUWBURG.
tienigen tyd geleden hebben wy onzeü inleiding,
Landgenooten, ter gelegenheid van den ver- fchriklyken brand , door welken de Amfter- damfche Schouwburg is vernield geworden, cene beknopte Historie wegens de Opkomst, den Voortgang en den Ondergang van Amftels Schouwtooneel medegedeeld. Onmiddelyk na dat noodlottig geval, wensehten alle regtge- aarte liefhebbers van onzondige uitspannin- gen, dat de Tooneelvermakcn , die, behal- ven dat zy de jeugd aftrekken van verderflyke tyd-en gcldverfpillingen, ook dienen kunnen om den geest te verlustigen, op eene wyze, die het vernuft befchaafc en het hart verbe- tert, weder mogten ingevoerd worden. Wel- haast zag men doorflaande blyken van' de ge- negenheid der Agtbare Regering, om de ver- vulling dezer welmeenende wenfchen te be- A vor-
|
||||
£#f *">„ -.-féin fat. *td l*Yfo,:"ïe/. £\/h
|
ó*. ^fétrJrofSr t& j£r, "dcn^rJ&tta.vt, fT&euiï*
|
||||||
Al1]BMIiJDÏ^(& yaii '«Ie ja. WlJEITWMW AMSTJSMMAM^€MJS2f ®ClKOtrWMITMJa~ van de
JLieidLicUie straat te zienu
|
|||||||
2 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
|
||||
vorderen. De noodige maatregelen tot hec
oprigten van eenen Nieuwen Schouwburg werden genomen; men beraamde fchikkingen om alles, wat tot het Tooneel en deszelfs be- fliering behoorde, te regelen, en het werk, werd mef allen mngelyken fpoed voortgezet» Wy oordeelden het niet ongevoeglyk, by wyze van vervolg op ons vorige Stukje, eene Befchryving van deze nieuwe Stigting op te flellen,en deden ten dien einde ons best om de egtfte berigten wegens de vograaamfle byzon- derheden, daartoe betrekkelyk, magtig te wor- den; het geen ons in zoo verre gelukt is, als wy het ter bereikinge van ons oogmerk noo- dig agtten. Gebruik, Eer wy egter tot het verhaal dier byzonder- liet welk
van den heden overgaan, zullen wy ons kortelyk bezig
op de Oude houden met de befchouwing van het gebruik,
geftaaT "* het welk van den grond waarop de Oude Smkt ge-SC" Schouwburg geftaan heeft, is gemaakt gewor- worden. ^^ __ |^en weeC ^ ^-le gr0nd, na het af- branden van het Gebouw , door de Heeren Regenten van het Roomsch-Katholyk-Ouden- Armen-Comptoir werd ingekogt, en dat op denzelven het gemelde Comptoir is aangelegd. Koomsch- Reeds twee Eeuwen geleden , was het be- Katholyk- , T , rr y i
ouden-Ar- kend onder den naam van de Beurs der Katholyke
Ar-
|
||||
^.tty'itrhart? dr jft, den, .y&njjt, /JcfiuL
|
||||||
^;>.At.y&7jj£«. £><9&Fèt/. <£•/&
|
||||||
AmEEÏ.BIDW -Ta.ii AfeM WlMITWJEW Am^TMIHBAM^CHEW ScfflOWWMWMG, Tan TOó^eÜ.
|
||||||
'■'''■■". - ■' »■ '
|
||||||||
ffFT
|
||||||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG. 3
Armen, en uit dezelve was men alleenlyk ge- menComp-
toir befchre*
woon oude Armen te onderfleunen. Dit oude ven.
Comptoir flond omtrent het Jaar 1630 onder de beftiering van twee Regenten, die in den Jaare 1632 twee anderen tot hunne medehel- pers verkoren. Ten alen tyae, en nog lang daarna 3 hielden zy hunne vergaderingen in eene gehuurde kamer» doch eindelyk hebben zy een huis aan de Oostzyde van den Nieu- wezyds Agterburgwal, digt by het Spui, gekregen 3 waarvan de Regenten, gedurende eenen geruimen tyd, flegts eene Voorkamer tot hun byzonder gebruik hielden, terwyl het overige gedeelte verhuurd werd (a). In het-eerst kwamen de inkomften van dit
Comptoir uit de vrugten van eenige giften en legaten 5 die van tyd tot tyd aan het zelve ge- maakt werden. Naderhand heeft men deze in- vennde- komften merkelyk zien vermeerderen, door het Svaifdit doen van Collecten aan de huizen der Roomsch- SEe'* gezinden, en vervolgens door het verzamelen S[eVaa van liefdegiften in de Kerken, in navolging van plaatle* het loflyk gebruik9 het welk in de publieke en andere Proteflantfche Kerken is ingevoerd. — Dit liefdewerk nam met algemeene toejuiching der
O) j. wagen, dmfterd. lilde D. bladz. 344.
A 1
|
||||||||
I
|
||||||||
$€WOtrWJB1[TM<&9 .met een'
|
|||||||
gedeelte vam. liet J^elcLidlie. Plyin
|
|||||||
4 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
der Gemeenten zynen aanvang, op den eerften
van Wintermaand des Jaars 1771. Het getal der Armen, tot dit Comptoir behoorende, is ook van tyd tot tyd zeer fterk toegenomen. Gedurende vele Jaren is het gebruiklyk ge- weest dat aan Iedere Kerk , naar mate VSll de grootheid der Gemeente en het getal der
Armen 5 door de Regenten om de drie maan- den , zekere fom gelds werd toegelegd , die door den Pastoor, volgens zeker bepaald ge- tal van briefjes, inhoudende de namen der Ar- men , en de begrooting der gifte, voor ieder van dezelven gefchikt, werd uitgedeeld. Be- ven deze uitdeeling in geld, gefchiedde'er ook jaarlyks, door handen van den Pastoor, eeni- ge uitdeeling van Kaas en Gort (b). Doch eindelyk hebben de Heeren Regenten goedge- vonden zelven alle de Armen te bedeelen. Het een en ander was oorzaak dat de gemelde Hee- ren , ter bereildnge van hunne oogmerken, ee- nen ruimen grond noodig hadden, van welken zy zich voorzagen door het erf, waarop de Amfterdamfche Schouwburg geilaan had , te koopen, met voornemen om daar^hun Comp- toir over te brengen, Op
(&) j. wagen, als bov. bladz. 217. enz.
|
||||
MÊSSJMM^r. des
|
||||||
WlMVWMW Al£®TEMJD>AM®CM]EW &üMévfjBITM,^N? -van iét .
To oiié e 1 te m iem..
|
||||||
I
|
||||||
's
ÜMSTERDAMSCHEN SCHOUWB ÜRG. 5
Op dit erf heeft men alles zoogefchikt> als Wyze,
waarop men
tot eene fligting van dezen aart vereischt het erf van
denSchouw-
werd. —* De Poort aan de Keizersgragt is in burg be.
bouwd
denzelfden ftaat gebleven , waarin zy zich heeft.
van ouds vertoond heeft, alleenlyk is ter we- derzyde een Yzeren Hek gemaakt geworden.
—■ Het Woonhuis, waarvan niets anders dan
de Kap afbrandde, is mede in de vorige orde gebleven, uitgezonderd dat 'er van het groote Portaal, v/aarmede men in den Schouwburg ging, eene Zykaraer gemaakt is, ten diende van den genen, aan wien het gemelde Huis ver- huurd is, met uitzonderinge van de eerfle Voor- kamer. In dit vertrek, van ouds de Regen- tenkanïêr genoemd, het welk zeer fraai ge- maakt, en van allerleie kasfen en gemakken voorzien is, wordt nu het Gomptoir, van de Heeren Regenten gehouden. Het uitvoerig en fraai Schüderftuk, dat in schoor- fteenftuk in
het vertrek op den Agterburgwal voor den de Regen-
tenkamer.
SchoQi'Iteen ftond , is nu in deze Regenten-
kamer voor den Schoorfteen geplaatst gewor- den. Het zelve is door den beroemden ja- kob de wit, in den Jaare 1754, en dus kort voor zynen dood, gefchilderd. Het ver- beeldt, in een rond Steenen Tafereel, in het gvaauw, de Euangelifche Gefchiedenis der A 3 ar.
|
||||||
\
|
||||||
Wfff. uMuhXu.. ai{ Wr?M. A £c.
|
|||||||
WlMTtrWM'ir -Am^TJËM^MAM^GMMN 'S€M0WWJB1UM,&j naar iet '
■Toomeel te .zieno.'-" |
|||||||
AMM&MKG-' -yaai dern
|
|||||||
6 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
arme Weduwe, en vele ryken, welke hunne
gaven, in de tegenwoordigheid van den Heere Christus en van zyne Apostelen, in de Offer- kiste bragten. Men leest boven het zelven de vier laatfle Vaarfen uit marc. XII. Het Ta- v
fereela voor het welk een gordynopgefchoven
is, wordt door eenen fchoonen Jongeling, die de oogen aandagtïglyk omhoog Haat, met de ee- ne hand vastgehouden, terwyl hy met de andere een Huk gelds in eene Armbos fteekt. Aan de an- dere zyde ziet men nog eene hand, insgclyks ccne gift in eene andere Armbos ftekende. Voorts liggen op den voorgrond eene derde Armbos, een zak gelds en eenige briefjes (Y). Andere Behalven dit fluk, het welk voor een der Schilderyen
in deze Ka- fchoonften gehouden wordt van allen, die van
de wit voor handen zyn , is deze Regen- tenkamer nog verfierd met twee zeer fraaije en zinryke Schilderyen, gemaakt door de be- kwame hand van den Konst-Schilder j. euis , en verbeeldende den godsdienst , het ge- loof, de hoop en de liefde. De Heer j. f. delsing , Regent van dit
Comptoir, heeft, ter verklaringe dezer ftuk- ken, het volgend Vaarsje,door hem gemaakt, met
' (/) j. wagen, dmft* lilde D. bladz. 344.
|
||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG, 7
met Gouden Letteren 9 ter zyde, laten fchry-
ven: ,.
|
|||||||||||||
Daar Godsdienst, biddende opgetogen.
Het Offer van 't Geloof befchouwt, Hetwelk, eerbiedig neergebogen, Op Jefus lietlryfc Kr«ia vo«»urot, _„..,.•>—'---,
Doen Hoop en Liefde een Eerzuil flichten,
En keren uit Gods Wet haar pligten, |
|||||||||||||
De Heeren Regenten der Oude Armen, vwdereby*
zondcrhe-
hebben in deze Kamer eene groote uitgemet- den in deze
ö ö Kamer.
felde Brandkas , ter bewaringe der Effekten
en andere Papieren van aangelegenheid, doen vervaardigen; en 'er eene zeer fraaije Mahog- niehouten Balie laten zetten 3 welke zy, bene- vens alle de andere ornamenten voor hunne ei- rekening hebben laten maken. |
|||||||||||||
Aan het einde van den Gang, beneden in Het Ni
|
ieu«
|
||||||||||||
, TTT , . , , we Gebouw
het Woonhuis, komt men aan eenen tweeden beaiueven.
Gang, die tot het Nieuwe Gebouw behoort. Ter regter zyde treedt men in eene wel gere- gelde Bedeelkamer, en aan de andere zy- de is een vertrek, het welk tot eene Spreek- kamer gefchikt is , en waarin verfcheidene kasfen, tér berginge van Boeken en andere dingen, geplaatst zyn. — Dezen tweeden Gang doorgegaan zynde, komt men door ee- ne groote Deur, die in vroeger tyd voor aan A 4 het
|
|||||||||||||
'l
8 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN het Woonhuis geplaatst was , op den verde-
ren grond van den afgebranden Schouwburg. Die Deur of Poort flaat met zyne Kolom- men op een verheven ftoep, en maakt eene zeer fraaije vertooning, waarin eene bouwkun- dige fchikking doordraait. Boven dezelve ziet men, in witten Hardftecn, het volgende
Tydvaars , het welk uit de penne van den reeds genoemden Heere j. f. delsing is voortge- vloeid: befCho-VW op nleVW een hVis, Waar nog het LVstlgkroost
Van IJ Ver D'oVDen ftok Iu zijne eLenDe troost. Onder het nieuwe Gebouw, het welk op de
oude ftërke Fondamenten gezet is , zyn de- zelfde ruime Kelders , die tot den Schouw- burg behoorden , gebleven ; en dezen die- nen nu tot berging van Gort en Kaas, welke onder de Armen worden uitgedeeld. De grond tegens de Runftraat en van agtcren ligt nog geheel onbebouwd; zynde de Heeren Regen- ten voornemens op denzelven een Armen-Hof- je, te ftigten, zoo ras als zy door de liefdadig- heid der Gemeente de penningen, welke ter bereikinge van dit oogmerk vereischt worden, zullen verzameld hebben, jj Wy vin4en gemeld dat het getal der be-
&&■ Jioef. |
||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG, £
hoeftige Huisgezinnen,met welken dit Comp- <*ie tot dit.
Comptoir
toir belast is, ruim 2300 bedraagt. De Ar- behooren,
en wyze
men komen daar wekelyks, des Woensdags waarop zy
° bedeeld
namelyk, om het een of ander, waarmede zy worden,
bedeeld worden, te ontvangen. Zy komen van de Prinfengragt in, en gaan, door den Gang van den gewezen Schouwburg aan dien kant, in cenc ruime Gaandery, dewelke, door middel van Hekjes ïn onderfcheidene vakken verdeeld is; zynde die Gaandery gezet op het Fondament, waarop voordezen de Loges geilaan hebben. Aan het einde van dezelve leest men, op een gefchilderd Bord, deze waarfchouwing, door den Heere j. f. dels ing in digtregelen op- gclteld: Draagt zorg, Ó Armen! dat ge elkaêr hier dringt noch (toot:
Zyt ftil : misleid ons niet door onrechtmaatig klaagen: Tracht ons, naar waarheid, uw behoeften voor te draagen, En dankt uw' God! Hy is 't, die u bezorgt in nood;
En gy, Eefchouwers! deelt ge in 's Hoogden ;;zegeningen, Vertroost dan de Armoe, die om uwen byftand fchrejt!
Oiitfluit uw milde hand, opdat Barmhartigheid
U plaatfe in 't zalig Choor' der blyde Heineliïngen. Vervolgens komen de Armen twee aan twee [
in de Bedeelkamer, en gaan, langs een ander Hekje dan waar langs zy ingekomen waren, den GaDg aan de Prinfengragt weder uit. At De
|
||||
ÏO HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
Getal der De Heer wagenaar heeft aangeteekend
Heeren Re-
genten, en dat de Heeren Regenten van dit Comptoir, Namen der
thans leven- zederd meer' dan eene Eeuw vier in getal ge-
den.
weest zyn , en doorgaands voor hun leven die-
nen , wordende, by het ovcrlyden van eenen derzelven, door de drie overigen, eenen an- deren in deszelfs plaatfe verkozen, uit de aan- zienlykfte Roomsch-Katholyken van de Stad (d). Thans is het getal , uit hoofde van den zwak- ken toeft and van den oudften der Heeren Re- genten , welke dien post reeds meer dan vyf- en-veertig Jaaren heeft waargenomen, tot vyf gebragt geworden. Dezelven zyn, terwyl wy dit fchryven, de Heeren Mr. l. p. occo, J. SCHADE7, J. F. D ELS ING, J. Jl A P T.
VANEECKHOUT en p. charle'. Heden
zyn 'er meer dan driehonderd Collectanten, die het liefdewerk in de Kerken, ten nutte der Armen , beurtelings waarnemen. Daarenbo- ven zyn 'er vier-en-veertig Wykmeesters ge- field , om de behoefte der arme Huisgezinnen na te gaan; en de Heeren Regenten houden, op bepaalde tyden, hunne Vergaderingen, om alles wat tot de .bedeelinge behoort, en an- dere noodige zaken , die het Comptoir be- tref- Of) j. wAgen. Amjl, lilde D. bïadz. 344- |
||||
' .1
|
|||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG, II
treffen, te regelen, en daaromtrent de ver-
eischte fchikkingen te beramen.
Nadat dus de grond , op welken de Oude Raadpiee.
Amfterdamfche Schouwburg geftaan heeft, gens het op-
verkogt j en door de koopers tot het bovenge- eenen Nieu-
wen melde gebruifc gefchilct geworden was, is het schouw- by de Agtbare Regering, gedurende eenigen burs'
tyd, een ftuk van raadpleeginge gebleven, of
men weder eenen anderen Schouwburg zoude
t
oprigten. — De Vrocdfchap benoemde , uit haare Vergaderinge, de Wel Edele Agtbare
Heeren Mr. pieter hartsinck, Mr.
1SAAC SWEERS, Mr. JAN VAN DE POLL
pietersz. en Mr. nicolaas .faas,,
om de zaak nader in overweging te nemen, en na te gaan, wat, in de toenmalige omftandig- heden , dienftigst moest geoordeeld worden. Ook zyn de bovengemelde Heeren, in gevalle de redenen voor het aanleggen van een nieuw Tooneel hun gewigtïg mogten voorkomen, verzogt om eene bekwaame plaats voor eenen Schouwburg uit te denken, als mede om te overwegen wat beter ware, een Gebouw van Steen, of eene Loots van Hout, ten dien einde op te rigten. Na rype overweging heeft men eindelyk ge- Beflu!t hier
oordeeld, dat verfcheidene redenen famenlie- .. . pen
|
|||||
12 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN -
|
|||||
pen, om het befluit tot het aanleggen van een
geregeld Tooneel te doen overflaan. Behal- ven dat het zelve dienen kon tot Opbouw van Taal-en Digtkunde, en tot aankweeking van \Yelfprekenheid, was het niet wel mogelyk in ene Scad, die zoo VöfferyK Is als Amfterdam, en waarin zich zulk een groot aantal van vreem- delingen bevindt, zulk eene uitfpanning te ontbeeren. Op den agtften van Grasmaand des Jaars 1773, heeft men in de Vroedfchap de oprigting van eenen Nieuwen Schouwburg vastgefleld. — In de volkrykfte Stad van ons Vaderland , waar weinige Vlakten gevonden worden 3 welke voor een Gebouw van dien aart gefchikt zyn, kon die opr/gting naauw- lyks ergens met minder kosten en belemme- ïinge gefchieden dan op het Leidfche Plein, uit welken hoofde het zelve ten dien einde werd uitgekozen. Het maken Na het nemen van dit algemeen befluit, is van de noo-
dige fchik- verder aan hunne Edele Groot Agtbaarheden >
langen tot
den opbouw de Rcgeerende Heeren Burgeraeesteren over-
eii Inrigting
van eenen gelaten om al het noodige te beramen , en
Schouwburg
■werd aan de zoodanige ontwerpen en fchikkingen vast te
Edele Groot
Apbare ftellen, als zy zouden oordeelen te behooren.
Heeren Bur- _
gemeefteren __ Zooras als aan Hunne Edele Groot Agt-
overgela-
ten- baarhedcn door den Heere j,:e,de witte,
Di-
|
|||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG. I3
Direkteur Generaal over de Stads Werken en
Gebouwen verfcheidene Ontwerpen, ten onder- zoek waren aangeboden, behaagde het hun een derzelven goed te keuren. Weinige dagen na deze goedkeuring, zag men reeds de hand aan het werk flaani want op Maandag den lyden van Grasmaand dcszelven Jaars , heeft men de ontgraving begonnen, en op Dingsdag den 4den van Bloeimaand, maakte men reeds een begin met het Heiwerk. Volgens het gemaakte en aangenomen Ont- Afinetin- ° gen van dis
werp, moest dit Gebouw eene langte van 160 c-bouw.
voeten, en een breedte van 80 voeten bui- tenswerks hebben; de hoogte moest tot de 1 dekplaten toe 46 voeten zyn, alles naar de Amflerdamfche maat gerekend. Niettegen- staande de grond vry vast en zwaar bevonden werd, heeft men egter 306 Palen in denzel- ven geheid, op welke de Steenen Voetmuur, waarop het Gebouw rust, gemetzeld is, zyn- de voor het overige het gantfche Gevaarte van Hout opgemaakt. Op Maandag den i7yden van Bloeimaand, is spoed inde
de eerfte Steen gelegd geworden door den van die Ge-
„• r- bouw. Heere pieter van der lyn, Zoon
van den Heer cornelis jacob van der lyn, Wyders is met het leggen van
|
|||||
!
|
|||||
14 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
van het Fondament zoo veel fpoeds gemaakt,
dat men op Maandag den I4den van Wiede- maand , de kapitale Bindten tot den Opftal heeft beginnen te rigten. Niettegenllaande deze Bindten van eene ongemeene zwaarte eii dikte waren, is alles egter, tot eïks verwon- dering , met eene oiigelooflyke vaardigheid verrigt geworden door Stads Arbeidsluiden, die, onder het beftier van den bovengemel- den Direkteur de witte, den Opbouw van den geheelen Schouwburg ten einde toe volvoerd hebben. Boiuvkiindi- ; Uit de Grond- en Stand-teekeningen, welke, Ing nSet naar de orgineele Teekeniug, door de Kunst- van°SeS graveerders r. en h. vink e les in het Koper werk?" gebragt zyn, kan men de.Bouwkundige Ver- deeling van dit Gebouw en van deszelfs Bin- nenwerk gemaklyk opmaken. Met behulp van dezelven kan men ligtelyk nagaan hoe dit Gevaarte, in zyn geraamte ftaande , verder is opgetrokken; en hoe het nevens het Dak, dat door Yzers zynen eigen' last draagt, en tl . waarvan de bovenfte de onderfte Balken van- gen, kunftiglyk in malkanderen gewerkt is;
zynde de buitenfte bekleeding gefchikt naar de Iönifche Bouworde, en voorzien van een Rustiek Onderwerk. —• Wanneer men ook
de
|
||||
'amsterdamschen schouwburg.15
de Platen, welke tot dit ftukje behooren,
inziet, zal zulks zeer veel toebrengen, om de verbeelding, onder het lezen van de volgen- gende Befchryving te hulp te komen. — Men behoeft flegts het oog te flaan op de Plaat, waarin de Nieuwe Amfïerdamfche Schouw- burg van voren vertoond wordt, om te zien dat de groote Voorzyde van dit Gebouw, uit- Voorzyde.
zigt hebbende op de Baangragt, en ten Zui-
den ftaande , vier-en-twintig Schuifkozynen heeft. De zyde, welke haar uitzigt heeft naai- de Leidfche. Straat, en in het Oosten ligt, oostzyde. ■ heeft 'er (gelyk in twee andere Platen duide- lyk wórdt aangewezen) veertien, gelyk ook de westzy^, ten Westen naar de Poort toe westzyde. ftrekkende ; doch dé a^rgpvel, die ten Agtergevei Noorden ftaat, is blind, en beftaat uit een fyJl°ord" enkel glad befchot. — Wyders ziet men, den Ingangen ia Schouwburg van voren onder het oog hebben- vJJzyde. de,, ia de groote Voorzyde, eenen Vooruit- fprong met drie Deuren, of Ingangen, welker eene zeer ruim is, terwyl de andere kleiner zyn. Door dezelven komt men in het Voor- portaal, waarin de Trap naar het Tooneel ter linker zyde geplaatst is. Aan de regter hand is een zeer groote Bordestrap naar,,de bo-"' ventte Loges, gelyk ook het ComRtolr.'..en'dé |
||||
Ï6 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
ingang der Koffie-Kamer; ■rcgtuit is eene net
befneden Deur,dcor welke men toegang heef e tot den Bak en de Balkonloges, die dooreen Bimienpoitaal van eikanderen ..zyn afgezon- derd , om togt voor te komen , zyn de het Voorportaal tevens gefchikt voor de Bedien- den , die genoodzaakt zyn eenigen tyd te wag* ingang aan ten. — Aan de Oostzyde is een ruime ingang de. met een Portaal, waardoor men aan de Twaalf en Zes Huivers Plaatfen komt, en ook naar een
Nooddeur Comptoir gaat. — Aan de Noordzyde is ee- san de .
rvoordxyde, ne Nooddeur, door welke men m de Agtcr-
balkons en tevens in den Bak kan komen, zynde deze Ingang mede van een Binnenpor- Deur nnn de taal voorzien. *— Eindelyk is in den Wcster-
tZy e' of Afftereevel pp"c oeur, door welke men van buiten in de Machinekelder, gelyk mede tot het Tooneel, toegang heeft. Frontefpice In de Plaat' waarin de Schouwburg , ZOO
van de voor- ajs ^eze\VQ zich van voren vertoont, is afge-
beeld, ziet men duidelyk dat de Vooruitfprong een Frontefpice heeft, welker Trommel ver- fierd is met een Medaillon, waarin men het Hoofd van Apollo ziet, nevens zes Kindert- jes, drie namelyk ter wederzyde van het ge- melde Hoofd, als mede eenig Bywerk, zin- fpelende op de Treur- en Blyfpelen. — Boven
op
|
|||||
i
|
|||||
AMSTERDAMSCHENSCHOÜWBÜRG. I?
op de Zygevels, ten Oosten en ten Westen, EpontUjrf-
r J , een van de
ziet men ter wederzyde, tusfenen de Balluftra- Zygeveis.
de, het zinnebeeld van den Byenkorf, ver- fierd met een' Oud' Man en een Burger-Wees- meisje, nevens de Vazen, ftaande op de hoe- ken en uitfprongen der Gevels; alle welke fieraden door den Stads Beeldhouder a. zie- senis zyn vervaardigt. — Wyders is het Ge- Jjjj1^6 bouw door eene Yzeren Balie afgefloten, en de JJ]|n|Jeiro££ grond aan alle kanten op zulk eene wyze ge* bouw* ichikt, dat men zeer gemaklyk rondom het zelve kan gaan en ryden. Wy oordeelen dus genoeg wegens den bui-'
tenftcn omtrek van den Schouwburg gezegt te hebben, er» zouden, nu gevoeglyk tot de Be- fchouwing van het üiuucnworir kunnen over* gaan, indien wy het niet nodig agtten vooraf eene aanmerking by te brengen, die ons aan de hand gegeven is, en by ons van te veel be- lang gehouden wordt, om 'er niet in het by- zonder op flil te liaan. Zeer weinige menfehen zyn 'er , die met Aanmerking
genoegzame naauwkeurigheid weten wat tot vereisehien den Opbouw van eenen goeden Schouwburg schouw? |
|||||||
burg.
|
|||||||
vereischt wordt. Onder de bekende Kuntlen
of Wetenfchappen, zoude men haast zeggen
, dat 'er geene is, die 'er niet op de eene of
B an-
|
|||||||
WÊÊmmmmmmmmmmm
|
|||||||||||
18 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
andere wyze in te pas komt. Om 'er eenig
denkbeeld van te geven, en uit vele flegts eer nige weinige algemeene byzonderheden te noemen, zoude men drie Hoofdverdeelingen kunnen maken , en overwegen waarop in het Bouwkundige, in het Mechanique of Werktuig- kundige, en in het Schilderkundige te letten ftaat. — Het Bouwkundige beftaat voor eerst in de uitwendige gedaante, in het aanzien, in de fterkte van het Gebouw en in de grootschheid dervertooninge, waar naar de Kap of het Dak behoort te worden ingerigt. Ten tweeden ia het Amphitheater, of de plaats, die voor de Aan- fchouweren gefchikt is: en ten derden in het Tooneel,waarop de Stukken worden uitgevoerd. In ieder van d^«juaericheidene deelen zyn by- zondere fchikkingen nodig, en te zamen moe- ten zy, behalven aan de regelen der Kunfle, ook voldoen aan het groote oogmerk deroprig- tinge van eenen Schouwburg,men moetname- lyk overal wel kunnen hooren en wel kunnen zien; alles moet op de gemaklykfte wyze ge- fchikt zyn, zoo wel voor de Spelers als voor de Aanfchouwers en voor de Oppasfers. Alle de deelen moeten een goed en geregeld Gebouw,' dat met fmaak aangelegd, en op eene vroly- kewyze verfierdis, uitmaken*
Het
|
|||||||||||
Het Bouw-
kundige. |
|||||||||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG. 19
: Het Meehanique of Werktuigkundige be- Het Meeha-
!■ o © nique of treft alles wat tot• het Tooneel behoort, het Werktuig-
kundige. loopen namelyk, den ftand en de gefchiktheid
der Schermen, Friezen en Stopdoeken; de verandering der Tooneelen en alles wat op dezelven moet vertoond worden, als Vliegen, Zinken, afbeelding van Zee, Rotfen, Wol- " ken en van meer andere dingen, die in de Na-
tuur plaats hebben, of tot fieraad kunnen die- nen. Alles, wat hiertoe vereiseht wordt,moet 'er niet flegts te vinden zyn, maar het behoort alles in goeden Haat en orde gehouden te worden,om dadelyk gereed te zyn tot dat ge- bruik, waartoe het gefchikt is, zoodat men *ér zich by ieücr© voorkómende gelegenheid van kan bedienen. Het Schilderkundige betreft de verbeelding Het schil-
der Tooneelen. Tot dezelve wordt, behal- ven de kennis der Schilderkunst, die der Op- tica of Gezigtkunde vereiseht, gelyk ook die der Perfpectief of Doorzigtkunde. Daarenbo- ven dient de Schilder wel in zoo verre geoe- fend te zyn in de Bouwkunde, dat hy alles in eenen goeden fmaak en natuurlyk kan ver- toonen; en eindelyk moet hy niet; onkundig zyn van de Gefchiedenisfen, van de Oudhe- den, en van de gefteltenisfe van ieder Land, B 2 om
|
||||||
20 HISTORIE VAN DEN NIEUWE»
|
||||||||||||
om dus ieder Tooneel in zynen waren aart,
met de noodige juistheid-, te kunnen doen voorkomen. ,/i Wanneer men dit alles by eikanderen voegt,
en overweegt dat niet eene der gemelde by- zonderheden kan ontbeerd worden, dat iedere van dezelven zoo moet gefchikt zyn, dat zy alle de andere te hulpb kome, en geene de minde belemmering in het geheel veroorzake, dan kan men zich ligtelyk verbeelden wat het in nebbe, de hand tot het aanleggen van ee- nen Schouwburg te leenen. In een geval, dat zoo zelden voorkomt, en waarin men van het oordeel van kundigen en onkundigen afhangt, kan men by geene mqgelvkhpid van berispinge bevryd blyven. Wanneer men egter den Nieu- wen Schouwburg aan de Regelen , welke in de bygebragte aanmerking begrepen zyn, wil toetfen, zal men ten vollen overtuigd worden dat dezelve onder de fraaye Gebouwen van onzen tyd verdient geteld te worden, In de befchouwifig van het Binnenwerk,
valt onze opmerking in de eerfte plaatfe op het Orchest: het zelve is zes-en-dertig voeten lang, agt voeten breed, en ruim genoeg voor zes-en-twintig Muzikanten. Ter wederzyde van den Bak en onder het Tooneel heeft men |
||||||||||||
Fraaïhald
van den Kieuwen Amfterdam- fchen - Schouw- burg. |
||||||||||||
binnenwerk
befchrcven. |
||||||||||||
toe-
|
||||||||||||
■ •.
|
||||||||||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG. 2Ï
toegangen tot het zelve» — De Bak is zestig De Bak*
voeten lang, en tweeënvyftig voeten breed. In denzeiven zyn agttien Zitbanken, op wel- ken driehonderd en dertig menfchen plaats kunnen vinden , fchoon men 'er al eens vyf- honderd in geteld heeft. De Staanplaats is vyftig voeten lang en agt- De staan-
plaats. tien voeten breed3 dezelve heeft eenen rui-
men Opgang met een Portaal, waardoor men toegang heeft tot de Koffiekamer, gelyk ook tot de Twaalf ftuïvers Plaats en tot het Betaal- comptoir. In de Baluftrade , die de Staan- plaats van den Bak affcheidt, is wederzyds eene deur, opdat men, in geval van nood, gelegenheid hebbe om zich door dezelve, eoo wel als door het vuorgornelde Zyportaal te kunnen redden- — Nog heeft men , zoo in den Bak als in deze plaatfe, de noodige ge- makken en Waterbakken. De zoogenaamde Balkon Loges zyn agt in De Balkon,
getal. Iedere van dezelven heeft de breedte s"«. ™& van zeven .en een' halven, en de diepte van zes voeten. Tot dezen behoort een byzon- dere Gang, die vyf voeten breed, en van de noodige gemakken voorzien is. Voor het ove- • rige zyn zy voor zes of agt perfoonen gefehikt; welke in deze Loges plaats begeert, betaalt 8 3 Cwee
|
||||
SB, - m 1S TORIË V AN DEN NI EUWE BT ■
|
|||||||||||
twee guldens en tien Huivers. — Boven de-
zelven zyn zeventien andere Loges geplaatst* *— De Loge, die regt over het Tooneel ftaat, en tien voeten groot is, is gefchikt voor de Opperregenten ; eene andere ter regter zyde var) dezelve is voor de Regenten van het Wees*. én Oude-Mannen-huis, en eene, die daar naast aan ftaat, is de Tour-Loge. Voor het overige is 'er eene over de Kamer van Heerea Gecommitteerden geplaatst om ten hunnen ge- bruike te dienen. De andere Loges worden ieder voor twaalf guldens verhuurd, mids dat 'er niet meer dan zes perfonen in zyn, moe- tende voor elk, die 'er boven dit getal plaats ia neemt, nog twee guldens betaald worden. Wanneer zy ni&c verhuurd zyn, kan men 'er ook plaatfen in bekomen. Hare grootte is ge* lyk aan die van de Balkons. De Gallery of Twaalf Huivers Plaats, is
ruim genoeg om aan omtrent driehonderd-en* vyftig menfehen zitplaatfen te verfchaffen. Ter wederzyde heefc men drie Banken, en agterwaards een wel ingerigt Amphitheater. Men heeft toegang tot de Loges langs eenen
ruimen Bordes Trap, die in het groote Voorpor- taal uitkomt; en de toegang tot de Gallery is langs
|
|||||||||||
Opperregen-
ten - Regen- ten- en an- dere Loges. |
|||||||||||
De Gallery,
of Twaalf ftuivers ï'iaats. |
|||||||||||
Toegangen
tot de Lo- ges en de GaUery. |
|||||||||||
*
|
||||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG. 23
■ #■
langs eenen dergelyken Trap, uitkomende in
het Zyportaal. > Wyders is 'er over het geheele Amphithea- foepeiiag
f ° *•:■! over net
ter cene Koepeling van Stukadoorwerk, ver- AmphUhca-
' r ° ter, en an-
. fierd met verfcheidene Afbeeldingen, welke <lcre ^zo11-
0 devheden t
tot de Digtkunde en andere voorname Koiuten (!:iartoc hi'
, ü ho oreade.
ene byzondere betrekking hebben. Men vindt
'er namelyk de Zinnebeelden van Apollo en van de negen Zanggodinnen ; te weten van Kliö , Euterpe , Thalia, Melpomene , Poly- hymniaj Erato, Terpfichore, Uranïa en Kal- liope. — Daarenboven zyn 'er Afbeeldingen, die gefchikt zyn tot aanduiding van de Oud- heid- Historie-en Aardrykskunde; van de-Star- re- en Beeldhouwkunde; van de Schilder- en Rederykkunst; van het HeiccHigt, van het Lierdicht en Herderszangen. — Benevens het Oude Wapen van Amfterdam, In het midden van deze Koepeling is ene groo- te opening, die, naar mate het meer of min- der vol en benaauwd, of naar mate het warm of koud is, kan geopend of gefloten worden. Dit Amphitheater wordt verlicht door een groot aantal van Waschkaarsfen, ftaande op Girandoles, op Blakers of in Lantaarnen. Daar- enboven vindt men het nodige licht in de Gangen, op de Trappen en aan de Uitgangen. B 4 Bo-
|
||||||
MMBHna
|
||||||
^ "HISTORIE VAN DEN NIEUWEN*
De Regen* Boven den Ingang van het groote Portaal is
de Regentenkamer. Naast aan dezelve heeft men ene Spreekkamer en een'geheimen Trap, langs welken men op het Tooneel komt. De groote Kamer is naar den hedendaagfchen fmaak geboifeerd, en van eenig Snywerk en gefchilderde Doekramen voorzien. Het Plat- fon is verfierd niet het Stads Wapen, met het Zinnebeeld van den Byenkorf, en met dat van Treur- en BlyfpeJen. — De Schoorfteenman- tel bevat de Wrapens der Heeren Gecommit- teerden tot de direclie van dit Gebouw. Voor het overige vindt men in deze Kamer de no- dige Kasfen en alle andere gemakken, welke in een vertrek van dien aart vereisclit wor- den, v. M, Sew.0ffieka" V& Iiet bovengemelde groote Portaal komt
men in de Koffiekamer, die met den Bak en de Loges gemcenfehap heeft. Langs het Zypor* taal is de toegang tot ene andere Koffiekamer, welke gefchikt is voor hun, die zich op dezes en twaalf Huivers Plaatfen bevinden; en in ieder van deze Vertrekken kunnen verfcheide- ne ververfchingen bekomen worden, mïds dat men daar voor de bepaalde pryzen betaalt. Woning van Boven deze Kamers is de Woning van den
den Kaste- " #
icia. - Kastelein > beftaande uit ene zeer ruime Keu-
ken *. |
||||
AMSTERDAMSCHENSCHOUWBÜRG. 25
ken, en twee Kamers, die naar eisch betim-
merd zyn. ■■*< >
» Naast deze Woning, of liever vlak agter de Kamer,
waarin de
Loge, welke voor de Opper-Regenten ge- beste Kiede-
° ren bewaard
fchikt is, heeft men ene groote Kamer ge- worden,
plaatst, die ryklyk voorzien is van Kasfen» en gebruikt wordt om de meeste en beste Kle= deren van de Adteurs en A&rices te bewaren j over welken eene Kleêrmeid het opzigt heeft* Eindelyk kan men op den Zolder komen Toegangen toe de 7,oi-
door middel van enen Trap , die agter het dept
Tooneel geplaatst is , gelyk ook langs enen ruimen Trap, die naast de Gallery van de twaalf ftuivers plaats uitkomt, en langs welken men mede naar enen Kleerzolder klimt. Nog vindt men boven de Regentenkamer,
gelyk ook boven de woning van den Kaste- lein, ene ruime plaats, die, door middelvan zeer groote deuren , gemeenfehap heeft met het Tooneel r en gefchikt is„ om Schermen en andere Tooneelfieraden uit den weg te ruimen en naar boven te halen, zoodat men, in de .,. oprigting van het Gebouw, is verdagt ge- weest om niets van de ruimte, waarvan men eenig nut heeft kunnen trekken, onbruikbaar te laten. De ruimte, op welke het Tooneel is ge- Langte,
• _ - , breedte en
B 5 bragt
|
||||
26 HISTORIE VAN DEN NIEUWE»: ft
hoogte van bragt geworden, heeft ene langte van zeven-
het Tooneel. 'D ft e
ënzeventig, en ene breedte van vyfënzeven-
tig voeten. Het Tooneel is zestig voeten, diep; van voren tusfchen de Kolommen ne- genendertig voeten wyd, van agteren dertien voeten; de hoogte is van voren drieëndertig voeten en neemt naar agteren toe dermate af, dat zy maar elf voeten blyft, zynde het Oog- punt, waaruit men alle de Perfpedtiefteeke- ningen voor de Tooneelen heeft bepaald, ge- nomen op enen afftand van negenendertig voeten, welke de wydte van het Tooneel van voren is. |
||||||||||||
Schikkingen
onder het Tooneel. |
Qnder de ruimte van het Tooneel is de Ma-
chinekelder, nevens ene Kamer voor de Mu- |
|||||||||||
zikanten. Nog heeft men 'er twee Gangen
met ene andere Kelder en ene Werkplaats, voorzien van de nodige Trappen. Daarenbo- ven zyn 'er drie deuren, ene agterdeur name- lyk, ew twee die gemeenfehap hebben met den Bak. Agter het Tooneel is een Magazyn om Too-
neelfieraaden te bergen: het zelven is agttien en twintig voeten in de langte en breedte: ook heeft men hier de Kagchelkamer, die twaalf en agttien voeten in de langte en breed- te is, met vyf Kamertjes, waarin de Actrices zich
|
||||||||||||
Schikkingen
agter het Tooneel. |
||||||||||||
•bmMI
|
||||||||||||
AMS TERD AMS C HEN SCHOUWBURG. 2^
■zich kleeden, een Kamertje 3 dat gefchïkt is
voor den Tooneclmeester, en een Poeijerhok. Boven het Magazyn is de Kleedkamer voor de Danferesfen, en boven de Kagchelkamer die voor de Danfers. Boven de Kamertjes der ACtpices, zyn de Vertrekjes van de Acteurs» allen voorzien van de noodige Kasfen. Ein- delyk is 'er eene byzondere Werkplaats, die- nende tot het vervaardigen of in orde brengen van allerleie Tooneelfieraden. In het Tooneel is een groot Luik, voorna- Luiken ïn hec Tooneel.
melyk gefchikt om , by het vertoonen van
f A Ê ton voor den Val van den Wagen en de Paarden gebruikt te worden. Daarenboven zyn 'er vier kleiner en nog twee grooter Zink- luiken. Om het Tooneel te kunnen verlangen of schutdoeken
verkorten, heeft men, in vier onderfcheide- JSice'verl ne plaatzen, Stop- of Schutdoeken; als eenen veSten!6 na de twee voorite Schermen, eenen tweeden na het derde Scherm, den derden agter het vierde Scherm , en de laatfte is die, door welken de langte van het Tooneel bepaald \ wordt. Men heeft verkozen de vier voorite Scher- v^aarora
men fchuinsch te itellen, en dezelven op wa- JJJjJpJ} de terpas gelegde Galeijeti te doen. loopen,ftaan- lf™QXX de
|
||||
28 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN'V
ftah„ücihlvehr!n de d,eze Schermen evenwydig aan eikanderen:
kozen heb- maar de overigen, die verder van hec Oog- punt af zyn, ftaan allen regt, — De redenen, waarom de Maker van het Gebouw aan den fchuinfchen ftand der Schermen den voorrang gegeven heeft boven den regten, zyn (gelyk men ons berigt heeft) voornaamelyk de vol- gende. Vooreerst heeft men minder fchuia- fche dan regte Schermen noodig. Ten twee- den beflaan de fchuinfche Schermen minder T gronds in de breedte van het ïooneel dan de regte, Tm derden zyn zy veel beter gefchikt om te ftoppen. Ten vierden kunnen de Scher- men , wanneer zy fchuinsch ftaan, merklyfc breeder vallen dan de regte,en bygevolgheeft men meer plaats om 'er iets goeds op te Schilde- «,-.* ren. Ten vyfden is de fchuinte natuurlyker wyze gefchikt om de Perfpeclief te bevorde-
ren, onderfteld zynde dat de Schilder dezelve volkomen kundig is. Ten zesden is de tus- ichenplaats van het eene tot het andere Scherm, 'door dezen ftand, grooter; en dus valt het den Acteur gemaklyker om 'er door te gaan, en zich met genoegzamen fpoed aan het oog f,, der Aanfchouweren te onttrekken. Ten ze- venden gaat al het geluid, dat van agter de
Schermen komt, door derzelver fchuinte naar
^ ;,j den
|
||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG. 29
den agterkant van het Tooneel toe, en ver-
oorzaakt dus geen hinder aan de Acteurs, die zich op het Tooneel bevinden , terwyl het ook weinig of niet van de Aanfchouweren kan. gehoord worden. Ten agtjlen is, door de fchuinte der Schermen de terugkaatfing of wedergalming van het geluid, tot het oor der Aanfchouweren, wanneer twee A&eurs op het Tooneel tegen eikanderen fpreken, veel beter dan zy zyn zoude, indien de Schermen in ee- nen regten ftand gefield waren enz. Alle deze Schermen loopen op waterpas ge- Gemakiyke Beweging
legde Galleijen 5 waarin Yzcren Staven en Me- van de
° Schermen.
talen Katrollen zyn vastgemaakt, zoodat zy
op eene zeer gpmaklyke wyze kunnen bewo- gen en verwisfeld worden. ^ J)e bewerking van de Friezen en Stopdoeken gefchiedt, by derzelver vqrwisfeling, mede op eene werk- tuiglyke wyze. Zy loopen over Schyven, al- len voorzien van de noodige Tegenwigten, welke door houten Kookers van eikanderen zyn afgefcheiden; en hoe zwaar dezelven ook zyn mogen, worden zy egter s ftuk voor fïuk, met weinig moeite door een mensch gerer geerd. — De affluiting van het Tooneel* waardoor de Sehouwplaats van de Vertoon- plaatfe wordt afgezonderd, gefchiede door • het |
||||
$0 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN \
het Gordyn, het welk met eene verwonder*
lyke en byna onbegrypelyke vaardigheid wordt opgehaald en weder nedergelaten. — Men zegt dat 'er zeer veel moeite noodig geweest is tot het vinden van eene Werktuiglyke fchik- king om een f tuk Doeks, dat twee-en-veer- tig voeten laDg en vyf-en-dertig voeten breed is, in minder dan eene halve minuut tyds naar de hoogte te doen ryzen, en het met gelyke fneU heid weder te laten vallen.—Wanneer het Gor- dyn neder hangt, dan wordt het Werktuig, waardoor het in beweging gebragt wordt, op- gewonden; en nadat dit gefchied is kan het tot tweemaal toe zyne werking verrigten; het kan namelyk het Gordyn <?ens optrekken en weder neerlaten , zonder dat 'er iets anders noodig is, dan dat men het flegts door een zeer eenvoudig middel in beweging brenge. —« Tot al het bovengemelde heeft men voorna- melyk gebruik gemaakt van een groot aantal Koperen , en Pokhouten Katrollen, die op den Zolder boven het Tooneel aan verfchei-: dene Blokken zyn vastgemaakt, en op meer dan agthonderd gefchat worden. Alles wat hiertoe behoort is vervolgens door middel van Koorden naar de Zuidzyde van het Tooneel geleid, waar meer dan tagtigduizend ponden* ge-
|
||||
\
|
||||||||||
AMSTEÉÖAMSGHËN SCHOUWBURG. 31
gewigts hangen, om alle dié Werktuigen in
beweging te brengen. Dit alles is overwaard dïg om met de naauwkeurigite opmerking be- fchouwd te worden, en heeft de verwonde- ring van vele Konftenaaren , die het gezien hebben, weggedragen. Ter verlichtinge van dit Gebouw zyn tag-, wyze,
tig of vyf-en-tagtig ponden Kaarsfen noodig. Gebouw, en ■ , _ , rt inzonder-
Aan den voet van het Orchest zyn twee Smeer- heid het
of Lichtbakken , voorzien van honderd-en-zes- verlicht |
||||||||||
wordt.
|
||||||||||
tig Pieten, die onder het Tooneel worden
aangeftoken , en die men ook, door middel van tegenwigten, kan laten ryzen of zakken, naar mate men Dag of Nagt verbeelden moet. — Ter verlïchiiusc v^n de voorite Schermen ïs aan weerzyde nog een Koker, üie met Y- zer bekleed, en van dubbele Lichtbakken voorzien is. Agter de overige Zyfchermen hangen Blikken Blakers, ieder met twee kaar- fen voorzien , in houten draaikokers. Wan- neer het Tooneel verduisterd moet worden, gefchied zulks, door houten met dubbeld Blik beflagen Schuiven voor de Kokers der voorfte Schermen te laten vallen, en de andere kaar- fen met derzelver Kokers, het agterfte voor te doen dreaijen. Men heeft agter de boven- gemelde Schermen zoo genoemde Oploopen, die
|
||||||||||
32 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
|
||||||||||
die op de wyze van Ladders gemaakt zyn,
om in het aanfleken der lichten , of ingeval van onverhoopt ongemak, overal fpoediglyk te kunnen bykomen. Tegens het laatstgemelde geval heeft men
in het byzonder zeer groote voorzorgen in het werk gefield. Op het Tooneel is eene Pomp, een groote Waterbak, en eene Brandfpuit, die in den tyd van twee minuten water kan geven. Wyders zyn 'er verfcheidene Brand- emmers, Flodders, en andere noodige Werk- tuigen, behalven, dat alles, zoo veel als mo- gelyk is, ter voorkominge van Brand is ge- fchikt geworden. — Eindelyk hebben de Kas- telein en de Oppasfers eene byzondere In- ilru&ie , naar welke zy zich , wanneer het ontfluiten der Deuren, die allen naar buiten open gaan, noodig wordt, behooren te ge- dragen. De Kastelein is verpligt om terflond alle de
Buitendeuren van den Schouwburg open te maken, als mede om de groote Deur, die aan de Vest agter het Tooneel is, te ontfluiten. Ten dien einde moet hy de Sleutels, welke hem zyn overgegeven, fteeds by de hand heb- ben, en, ingeval van nood, buiten omgaan, om alle de Deuren van buiten te openen. — De Bc
|
||||||||||
Voorzorgen,
welke ter voorkornin- ge en ftui- tinge van Brand ge- • dragen zyn. |
||||||||||
Indrukte
voor den Kastelein » en voor de Oppasfers aan de ver- fcheidcne posten. |
||||||||||
Mmm"
|
||||||||||
T"^' ......T-:—y^r-
|
|||||||
AMSTERDAMS CH EN SCHOUWBURG. 33
Bediende, die aan het Balkon ftaat , is ge-
houden om ten allerfpoedigüen de Zydeur open te zetten, van welke hem eenen verze- gelden Sleutel is ter hand gefield, gelyk hy ook eenen Sleutel ontvangen heeft van de Baluftra- de aan dezes ftuive'rs Plaats. —- De post van den Ontvanger aan de twaalf ftuivers Plaats, is om de Deur, welke in den Gang van de Loges uitkomt, gelyk ook die van den Zolder aan de gemelde Plaats , zooras als 'er eenig ongemak vernomen wordt, te openen , tot welk einden hy van eenen verzegelden Sleutel is voorzien geworden. — De Soldaten , die de wagc aan den Schouwburg hebben , moeten zich terftond aan alle dQ neuren posteren,om wanorden te weeren, en het roovcn van goe- deren , die aan den Schouwburg behooren, voor te komen. — De Timmerluiden, de Kaarsfenfnuiter en verdere bedienden van den Schouwburg, ftaan onder de verpligting om, zoo veel als mooglyk is , by on verhoopten brand, hun best te doen, denzelven te helpen blusfchen, en van tyd tot tyd rpnd te zien of 'er ook eenig gevaar te vrezen zy. —f Ook moeten zy , indien 'er eenig ongemak moge ontftaan, de Brandfpuit terftond in gereedheid brengen, enalles verrigten wat tot vermindc- |
|||||||
34 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
|
||||||||||
ring van den nood zoude kunnen dienem En
opdat zy de noodige bekwaamheid en handig, heid tot dit werk mogen bezitten, moeten zy ' <le Brandfpuit niet flegts eens ter maand be- ■.„':' hoorlyfc nazien, maar zich ook met dezelve, zonder 'er egter water in te hebben, oefenen. Eindelyk moeten zy bezorgen dat de Pomp met dubbelde Zuygers, die zich agter op het Tooneel bevind, altoos gangvaardig is, en de Tonnen vol water zyn, welke weeklyks moe- ten ververscht worden tot voorkoming van ftank enz. Wyze, waar- Het Tooneel is van het Amphitheater af- tiVï v?.n hst gefcheiden door een en net verfierden Boog, wr1?]"^?-" rustende op vier Kolommen, gemaakt naar de fciieiden, Kotmthifchc Bouworde. Tusfchen dezelven zyn de Beelden van melfomene en tel&lia, met de Hoofden der twee oudfte Digteren van Treur-en Blyfpelen, geplaatst geworden.—-1 Alle de verdere fieraden , van de Bal. kons, de Loges, de Gallery en de Platfons, zinfpelen Cgelyk wy reeds te kennen gaven) opdat geen, waartoe het Gebouw werd ingerigt. |
||||||||||
Ruitnre van
liet Amphi- theater. |
Op het Amphitheater is gevocglyke plaats
voor ruim zestienhonderd Aanfchouwers, die |
|||||||||
allen volkomen kunnen zien wat op het Too-
neel omgaat, gelyk zy ook zeer wel kunnen » '"". hoo- |
||||||||||
A MS TE RDAESCHIN SCHOUWBURG. 35
hooren, wanneer de Acteur ïïegts luid genoeg
fpreekt,en de vereischte fïilte iri den Schouw- burg plaats heeft. Mén heeft. opl fommïge fpeeldagen ruim twaalfhonderd guldens ont- vangen ,• en de ondervinding heeft geleerd dat men beter kan hooren,naar mate het Gebouw voller is. i: 'Alles j waarvan wy tot nu toe gesproken
hebben, is in den tyd van omtrent zeven- tien maanden gemaakt geworden; en niet- tegenilaande de kortheid des tyds is het met #200 veel fmaak en Konst uitgevoerd, dat
het de goedkeuring der Aanfcfaouweren ver. :.■> kregen heeft. ;'' ' 'i :.,:? :: j. £,X*%
In hat.vervaardigen der Tooneel/ieraden en
Schermen,hebben verfcheidéne bekwameMees- ters onder het opzigt van den gemelden Direk- teur ijE.wiTTE de hand gehad.—De Konst- fchilders j. a n d r i ë s s e n en n. nu m a n en Comp* hebbeh het Gordyn gefchilderd, waarop Apollo uit eene.Wolke komt nederdalen. Het zelve is daarenboven nog verfierd met eene Festonnade met muzikaale en andere Inftru- menten,zinfpelende op de Treur-en Blyfpelen. — Op eenigen afftand van dezen is een Ge- denkteeken of Eerzuil geplaatsts waarop het Zinnebeeld van den Byênkorf ftaat, verfierd Ca met
|
||||
/
|
||||||||||||
36 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
|
||||||||||||
met het Stads Wapen, en gedekt door den
Land- en Rivierof Y-God. . Door de genoemde Meesters zyn ook twee Tooneelen gefchilderd geworden, de Italiaan- fche Straat namelyk en de Antique Hofzaal. — De Italiaanfche Straat beflaat uit vyftien groote ftukken, te weten agt Schermen, een Voorfcherm ., twee groote Schutdoeken en .vier Friezen. — De Antique Hofzaal, welke mede moet dienen om een Vorstlyk Paleis te vertoonen, beftaat uit veertien Schermen, ze- ven Friezen en vier Schutdoeken, waarvan de eerfte flaac by het vierde Scherm van voren, en gefchikt is om den Troon te verbeelden,; V de tweede, by het vierde Scherm ftaande, verbeeldt de Gallery; de derde , ter zelfde plaatfe gefield zyn de , vertoont het Portaal; en de vierde, die agter het zevende Scherm is, dient tot den Tempel. Daarenboven zyn 'er drie doorgeflagene Schutdoeken , die tos ftaande Kolommen verbeelden. De bovenge- melde Meesters hebben in het vervaardigen van deze ftukken b%ken gegeven van hunne
yer gevorderde konst, welk getuigenis ook al- len, die aan de andere Tooneelen, van wel- ken wy nog moeten fpreken, de hand gehad hebben, zich waardig maakten. • ;, De
|
||||||||||||
De Toonee-
len be- fchreeven. |
||||||||||||
De Italiaan-
fche Straat. |
||||||||||||
De Amique
Hofzaal. |
||||||||||||
A M S T £ R D A M S C H E N S C H O U W B U R G, 37
i ■..'-.■■
, De Nieuwerwetfche Hofzaal is gefchilderd d2 Mep.
|
|||||||||
wei wot-
|
|||||||||
door den Konstfchilder johannes van fiftiijtö
dregt. Dit Tooneel beftaat uit agt Scher- men, vier Friezen, twee Schütdoeken enee- nen Stopdoek; daarenboven behooren tot het zelve drie losfe flukken , zynde een Troon en een Sehoorfteen. Het Bosch met zyn toebehooren is door den Het K°sch r metzyntoe-
Konstichilder a. van der g r o e n vervaar- behooren,
digd geworden. Tot het zelve behooren de Rotsfchermen, de Molenbuurt f de Zee, de Bergen , de Waterval en meer andere losfe flukken. Het beftaat te zamen uit twintig Schermen, vyf Schütdoeken met eenen Lugt- doek en zeven Friezen. De gemeene Buurt, welke het werk is van De Cemee-
den Konst-Schilder j. g. w a l d o r p , beftaat ne 13uurc* uit agt Zyfchermen, twee gropte Stopdoeken, eenen kleinen Stopdoek, vier Friezen, en twee los ftaande Stukken, die tot fieraad dienen. De Tuin, welke beftaat uit veertien Zy- De Tuin.
fchermen, drie Schut- of Stopdoeken, en twee Voorfchermen, is het werk van den Konstfchilder j A K o B A p p e L s. „ Eindelyk zyn door den Konstfchilder p.
barbiers, vyf Tooneelen vervaardigd ge- worden; te weten: i. De Veld-of Legerten,t, De Veld. of C 3 be- Lesertent-
|
|||||||||
38 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
beftaande uit veertien Zyfchermen, zeven
De Klooster- Friezen en twee Schutdoeken. — 2. De Kloos- terkerk, mede famengefteld uk veertien Zy- fchermen , zeven Friezen en twee Schut- De oude doeken. — 3. De oude Burgerkamer , heb- wurgerka- bende zes groote Zyfchermen, drie Friezen, |
|||||||||||||||
mer.
|
|||||||||||||||
De Gevan- en eenen Schutdoek. — 4. De Gevangenis,
geniSé waartoe zes Schermen, drie Friezen en twee De Moderne Schutdoeken behooren. — 5. De Moderne
Kamer,
Kamer, beftaande uit zes groote Zyfchermen,
drie Friezen en eenen Schutdoek. |
|||||||||||||||
De Konst-
en Vlieg- werken. |
Behalven de Twaalf Tooneelen, welke wy
hebben opgenoemd, zyn 'er ook reeds vele |
||||||||||||||
Konst- en Vliegwerken, gemaakt, die by ver-
fcheidene gelegenheden te pas komen. Onder dezen munt inzonderheid de Wolk uit, die een zeer fraai fluk is , én haare werking op eene natuurlyke wyze doet. Zy komt van de Zuidzyde van het Tooneel, en gaat, na zich geopend te hebben, naar de Noord zyde van het zelve, in het gezigt der Aanfchouwe- ren. Schoon zy tneer dan drieduizend pon- den weegt, brengt één mensch, zonder dat iemand hem de hand biedt, haar aan het wer- ken , door het omdraaijen van een Rad. Het werktuiglyke, dat in dit geitel is waargeno- men, is ongemeen kunftig, en verdient met op*
|
|||||||||||||||
AMSTEKDAMSCHEN SCHOUWBURG. 39
opmerking befchouwd te worden, -r- Voor
het overige wordt ons berigt dat men nog be- zig is met het vervaardigen van meer andere Konstwerken 5 welke dienen moeten by het vertoonen van Armida, van Reinout in het betooverde Hof, van Medea, Circe, den toets der Minnaars en andere foortgelyke Too- neelftukken. Toen men met het een en ander zoo ver ge- verflng dcot
vorderd was, dat men binnen korten tyd ee- Groot Agc-8 nen aanvang van fpelen hoopte te maken, wegens <\ea hebben de Edele Groot Agtbare Heeren J3ur- JJffif^ gemeesteren aan den Agtbaren Raad voorge- geÏÏi?hap dragen j dat zy, volgens qualificarie, hun op den Sflen van Grasmaand des Jaars 1773» door de Vroedfchap verleend, eenen Schouw- burg hadden doen vervaardigen} op het Leidfche Plein, voor rekening van het Wees- en Oude Mannen-huis, om in denzel- ven3ten behoeve van de gemelde Godshuizen, onder bepalingen 9 die nader ftaan vermeld te worden , te vertoonen Nederduitfche Too- neelftukken; dat het zelve Gebouw, met al zyn inwendig toebehooren, zoo ver was ge- vorderd dat eerstdaags een aanvang zoude kun- nen gemaakt worden met daarin te fpelen; doch dat alvorens op het een en ander orde C 4 dien*
|
||||
40 HI S TORI E VAN DEN N I EU W E N
diende gefteld te "worden, waaromtrent Hee-
ren Burgemeesterèn raadzaamst oordeelden, het goedvinden van den Agtbaren Raad te , vernemen, Wyders deden Hunne Edele Groot Agtbaar-
heden ,' by deze gelegenheid, de volgende Voorflagen omtrent de Direktie van den Schouwburg, voornagen Eerjlelyk, dat de Direktie van dezen Schouw- Sktïctn burg diende te worden toevertrouwd aan vier ^schouw- Gecommitteeïden 3 daartoe vóorgefteld wer- den de Heeren Ml*. TAN FREDERÏK. BEREW0UT,.
Mr. JAN JACOB HARTSINCK, .;
JACOB GUILLOT,
CORNELIS JACOB VAN DER LYN. -rj
Ten tweeden, werden de navolgende fëhik-
kingen, met overleg der vier bovengenoemde Gecommitteerden beraamd , ter overweginge voorgedragen. Dat de gemelde Heeren, die zich, op verzoek van Heeren Burgemeeste- ren 3 reeds genegen getoond hadden om de Direktie van den Schouwburg op zich te ne- men , dezelve zouden voeren, onder het op- zlgt van Regeerende Heeren Burgemeesterèn ' in der tyd; en dat tot alles derzelver fchrifte- ly«
|
||||
AMSTERDAMS C H EN SCHOUWBURG» Q.I ;'
lyke goedkeuring en toeftemming zoude moe-4 v
ten worden vorzogt, waarvan "ook telkens ,, aanteekening zoude moeten gehouden worden in de Kamer van Hunne Edele Groot Agt- baarheden. —Dat de vier Gecommitteer- den alle Jaren, Rekening en verantwoording doen zullen van hunne Direktie en Admi- niflratie aan Heeren Regeerende Burgemees- teren , zonder daarvan aan iemand an- ders cenige opening te geven ; welke Reke- ning onderzogt, en, wanneer zy in behoor- lyke orde gevonden wordt, goedgekeurd zal worden. — Dat niemand op het Tooneel zal worden toegelaten, wiens dienst daar niet vereischt wordt; en dat de Bedienden of Sup- poosten , indien zy mogten overtuigd worden van eenige aanleiding tot overtreding van de- ze vastflelling gegeeven te hebben , zullen worden afgedankt enz. - Alle deze gemaakte fchikkingen,. en ge-. Refofutieop
dane vöorflagen omtrent de befliering van den at&n™èïïL Schouwburg , werden, by Refolutie van de men' Vroedfchap volkomen goedgekeurd; en dus is die beftiëring, onder de aangeroerde bepaa- lingen, door Heeren Burgemeesteren aan de Befiierders |
|||||||
vier reeds genoemde Heeren, welke als Ge- van den
|
|||||||
Schouw-
G 5 com. bnr*
|
|||||||
44 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
|
|||||||||
committeerden waren voorgefteld, opgedra-
gen. Nadat hun op den 28ften van Hooimaand ,
des voorleden Jaars 1774, deze was aanbevo- len, zyn hun nog twee Regenten toegevoegd, om de noodige hulp in alles wat tot eene be- hoorlyke befchikking van zaken vereischt wordt te verfchaffen, te weten de Heeren matthias lambertus vonck, Med. DoEi. en abraham de veer junior,welke voor de dienften, tot hunnen byzonderen post behoorende, betaald worden. Zooras als de pragtiglyk uitgevoerde Schouw-
burg, genoegzaam in ftaat was om gebruikt te worden, werd dezelve, op den I5den van Herfstmaand des Jaars 1774, in tegenwoor4ig* heid van de Leden der Regeeringe, en van ver- fcheidene andere genoqdigde perfonen, on- der welken zich ook de Tooneel-Digters en Digteresfen bevonden, geopend. — By die ge- genheid , werden twee Nieuwe Stukken ten Too- neele gevoerd.—Het eene, het welk zeer kort was, voerde tot titel, de Inwyding van denAmfieU damfchen Schouwburg, en was door den Kapel- meester van het Orchest bartholomeus lüLOFPS opgefteld. — Het andere, Jacoh Simonszoon de Ryk, is een voortreflyk Treur- fpel van de beroemde Digteresfe lücretia
wil-
|
|||||||||
Verdere
Schikkingen omtrent de beftiering gemaakt. |
|||||||||
Inwyding
van den Schouw- burg. |
|||||||||
AMSTERDAMSe H EN S C HO U WB ÜR C.43
wilhelmina vAn winter, geboren
VANMERKEN, — Men had dus het genoe- gen van den Schouwburg te zien openen mee een oorfpronglyk Hollandsen Tooneelftuk, waarvan het onderwerp niet flegts uit de Va- derlandfche Gefchiedenisfe genomen, maar in het byzonder tot de Stad Amfterdam betrek- Jyk was. Ten dezen aanzien had dan de In- * wyding van het Nieuwe Tooneel eenige over- eenkomst met die van het Oude , het welk men opende met het deftig Treurfpel Gys- brecht van Amftel, uit de penne van den voor- treflyken vondel voortgevloeid. — Twee dagen later, op den i7den van Herfstmaand namelyk, is de Nieuwe Schouwburg voor het algemeen geopend geworden, en zederd heeft men de vertooning van de bovengemelde Huk- ken, tot groot genoegen der Aanfchouweren, verfcheidene malen herhaald. |
||||||||||
Wy agten het niet ongevoeglyk hier de na- Afours
|
en -
|
|||||||||
men der Acleurs en Actrices, welke by de ^einwy6-
Inwyding ten Tooneele verfchenen zyn, op Tofnede te geven, en tevens te melden hoe de Rollen ™"fchenca onder dezelven zyn verdeeld geweest. In het ftuk, ten titel voerende: de ïnwy? " ding van den AmfieldamfchenSchouwburg* wa- ren de Sprekende Perfonaadjen ï APOI>
|
||||||||||
J
|
||||||||||
44 HISTORIE VAN DEN NIEUWEN
APOLL0 A. W. HILVERDING.
|
|||||||||||||||
JufFr. c. EOüHON, geboren GY-
EEN.
H. ANGEMEER. S. KNUEM. C. PASSÉ. Danzende Perfonaadjen waren:
JufFr. HUURMAN, voor Zang.
,:■ A. EUZIDA, voor Dans. j. BouHON, de* Vader , voor
Dans. A. SCHIPPERS, voor Dajw.
J. BOUHON , de Zoon , voor
Dans. JufFr. c. PHAFF, geboren van
ZANTEN, voor Dans. JufFr. M. HESSE, geboren de
VEER, voor Dans. ., JufFr. E. BOUVELLI, voor Dans»
JufFr. c. BOUHON , de Dogter
voor Zang en Dans.
|
|||||||||||||||
DICHTKONST
VERNUFT
OORDEEL YVER De Zingende en
ZANGKUNST
ROEM /V'' OEFFENING VERMAAK
UITSPANNING VINDING
LEERZAAMHEID
DANSKUNST
VROLYKHEID |
|||||||||||||||
GEVOLG VAN ZANGKUNST. R. SCHMIDT enz.
|
|||||||||||||||
In
|
|||||||||||||||
AMSTERDAMSCHEN SCHOUWBURG. 45
In het Treürfpel Jacoh Simonszoon de Ryk, was de
verdeeling der Rollen als volgt! . DON LOUIS DE REQUESENS A. VAN MAERLEN.
CHRISTOFFEL MONDRAGON C. PASSÉ,
DONNA ELVIRE DE MONCADA Juff. C, BOUHON, geboren GY-
BEN.
DON FRANCISCO DE BOVA- H. ANGEMEER.
DILLA DON OZORIO DE AUGULO S. KNUEM.
JACOB SIMONSZOON DE RYK A.W.HIL VERDING.
MARGARETHA hooft Juffr. de Wed. ZEIMS, gebo-
ren ELBURG.
NICOLAAS NICOLAASZ. HOOFT J. DE WAAL.
ALFONZO - N. KNOLLEMAN.
HENRICO C F. BARTHOLOMEL
SPAANSCHE BEVELHEBBERS.
RPAANSCHE LYFWAGTEN.
|
|||||||||||
Wy
|
|||||||||||
«•
|
|||||||||||
M
|
fr^e-^BW^wiBSt^
|
||||||||||
- 46* ü JïIST'ÖRIÉ VAN DEN KIEUWEN
Tydciigt op Wy kunnen, van de oprigting en opening
denSchouw-
burg* van den Schouwburg fprekende, niet nalaten
het-zoetvloeiend Tyddigt op denzelven, door
den Heer j. f. delsing gemaakt, hier te > plaatfen. thans zaL De bij, op nIeVW,In febVs kVnstlioor zWeeVen,
en 't eêLfte, 't WeLk ze 'er Leest, Voor Wees en arMen gee Ven. Verdere by- Toen alles tot volkomenheid gebragt was,
zonderhe-
den» b?tTf- hebben hunne Edele Groot Agtbaarheden den
fende de be- °
dSÏSoui- meer gemelden Direkteur Generaal gemagtigd
burg.
om dit Geftigt aan de bovengemelde Heeren
Gecommitteerden over te leveren , het geen op den eerflen van Oogstmaand dezes Jaars 1775,gefchiedis, wanneer hun ook degeheele Direktie van den Schouwburg is opgedra- gen; over welke Direktie de Heer jan vos, reeds op den 25ften van Louwmaand van dit loopende Jaar, door de Edele Groot Agtba- re Heeren Burgemeelteren tot Boekhouder was aangefteld, om van de Refolutien welke Heeren Ge-
|
|||||
%
|
|||||
üMSTERDAMSCHEN SCHOUWBUR G. 47
Gecommitteerdens met goedvinden der Heeren
regeerende Burgemeefteren van tyd tot tyd mogten nemen, nette aantekening te houden.
1 . .. ;v . ■ , / ■, . . „ ';;■■"
Wy hebben dus aan het oogmerk, het ^ÏbJ-0
welk wy ons voorftelden} voldaan , eene c iryvins' Befchryving van den Nieuwen Amfterdam- fchen Schouwburg gegeven , en de voor- naamfle byzonderheden 5 die tot denzelven behooren , aangeroerd. Om dit Stukje op de gevoeglykfte wyze te befluiten, merken wy aan dat het den Heeren, welke .de beltiering van dezen Schouwburg is aanbe- volen , altyd tot eer zal verftrekken, de Kleeding, en andere fchikkingen, tot hec Tooneel betreklyk, met zeer veel fmaaks geregeld te hebben. Daar zy in dit geval noch moeite noch kosten fpaarden ; daar zy blyken gaven van het ware oogmerk der oprigdnge van eenen Schouwburg te begry- pen, heeft men reden om te denken, dat deze Nieuwe Stigting niet flegts een on- zon- |
||||
f. '48 HIST. VAN DEN NIEUWEN AMST. SCHOUWB.
zondig tydverdryf zal verfchaffen , maar
ook dienen om het vernuft meer en meer te befchaven, en het hart te verbeteren. |
|||||||||||||||||||||||||
«'S?*
|
|||||||||||||||||||||||||
&
|
|||||||||||||||||||||||||
^ 1
|
_ m
|
||||||||||||||||||||||||
JU
|
|||||||||||||||||||||||||
&
|
|||||||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||||||
(^) ^
|
|||||||||||||||||||||||||
*
|
|||||||||||||||||||||||||
*
|
|||||||||||||||||||||||||
O P
|
|||||||||||||||||||||||||
v
|
|||||||||||||||||||||||||
OP D E M
|
|||||||||
NIÈÜWÖËËOUWDEN
|
|||||||||
AMS TERD A MSCHËN
|
|||||||||
SCHOUWBURG.
|
|||||||||
Juicht Amfteldichters! juicht! fpant nu vaa vreugd de (haaren$
Smoort vry het denkbeeld van dien droeven avondftond*
Toen 't aiverflindend vuur van rust wist noch bedaaren, Daar 't ónzen Schouwburg floopte en yslyk wierp ten grond 1
Thans zien wy de Amftelftad weer met een* andren pronker! * , En aan ded Burgeren, door *t loffelyk beleid
Der Achtbre Vaderen, op nieuw 't vermaak gefchortkert „ Dat hert weleer zo rtut verkwikte in ledigheid,
ging vrolyk, Hemel telg! gy Voediter van de zederit Vergoode Dichtkunst die, door uwe aanminnigheên^
Verheven zielen boeit, als ge op 't tooneel komt treeden, Daar ge uw beöefnaars ftreelt met kern van wyze reent
£> 2iflg
|
|||||||||
/
|
|||||||||
Zing vrolyk, daar ge u weer, met de allernaauwfte banden,
Aan 't nut tooneel verbind, en, hoe de laster fmaalt,
Hoe ftout by 'tSchouwfpel wraakt en zelfs u aan durft randen, Thans met een' nieuwen Burg grootmoedig zegepraalt S
Het lust me in fchaduw van Apolloos braave Zoonen Het nut van 't Speeltooneel, tot lof der Poëzy',
Voor aller Burgren oog vrymoedig aan te toonen. JCom, «edle Dichtkunst! kom, en zet my krachten, by!
Als geestige Thalië op 't Schouwtooneel komt treeden, Maaltze in een zuivre taal, waarvoor elk vatbaar is,
In 't leerzaam Blyipel af, de hedendaagfche zeden, En hekelt elks gebrek, doen zonder ftoorenis.
Zy toont den eigen aart der feilen, zonder vreezen» Dus oefent ze op de ziel een aangenaam geweld,
Die ongevoelig , zo 'er hoop is van geneezen, 't Gevolg van 't kwaade laakt, tot deugden overhelt.
Zy leert den Vaderen de dwaaze en wulpfche tochten Van de onervaren jeugd, met veel voorzichtigheid
bedwingen, opdat zy door zulke Zielsgedrochten Niet word van 't pad der Deugd en buiten 't fpoor geleid.
Den Gierigaart, nooit moê van fchraapen en van ipaaren, Schoon niets, dan zorgen voor zyii' fchat, hem ftrekt ten loon,
En hem elk oogenblik 't geritzei kan vervaareriy §telt Éfi tó QSn* Gerard, Vrek of Warenar 'ten toon, |
||||
C 5i )
Ais Schyndeugd haar gedrag met valscheid op duf ft fmukkeny -
Thalia fielt haar r^s in eenen lichten dag,
En loont, daarze onverwacht haar 't masker af komt rukken * Haar met befpottihgen met algemeen gelach,
Zy doet een' Zwetzer, die op houwen, vechten , fteeken* Verveelend roemen durft, wanneer hem niemand deert,
Op 't zien van 't blanke ftaal en 't fchyngevaar verbleeken? Terwyl.zyn fnoevery in laf gefmeek verkeert.
Zy toont ons hoe men vaak, by zo genaamde wyzen» JDaar de een in zotheid juist niet veel voor d'andren wykt*
Uit loutre beuzlarye een zwaar verfchü ziet ryzen, En dat een wyze altoos niet uit den tabbaard kykt.
Beftond ik 't verdre nut van 't Blyfpel af te maaien, Veeleer ontfchoot my tyd, ja! eer ontbrak my krachta
, Wat kan men hier een' fchat van nutte lesfen haaien * Waar uit men leert wat best gemyd dient of betracht I
Dit alles gaat verzeld met zo veel' lieflykheden, Dat onze geest, die meest op 't aangenaame doelt>:
Meer overtuiging hier, dan dikwerf jn de reden Van menig Philofooph of School geleerden voelt.
Maar, hout Thaliè' ons hartin 't Blyfpel opgetoogen; ? Wat word het niet verrukt, als fchoone Melpomeen,
Haar Treurtooneel ontfluit voor 's kunstbeminnaars oogen*
En draaft op eenen trant verr' boven 't laag gémeerii g,
D a Hief
|
||||
(50
Hier ziet men Koningen het grootsch Toorteel betreeden»
Hier fchemert ons gezicht van vorstelyke pracht,"
Paar alles treffelyk, naar alle omftandigheden, Word in een voegzaame orde ap 't Schöuwtooneel gebragt*
Hier zien we, al fpeelende, ons de vorstelyke Kroonen, , Als wagglende op het hoofd des geenen die ze draagt,
Ja, zwaar te torsfen heeft, recht in haar* aart vertoone», En hoe een Koning vaak daar onder zucht en klaagt.
Hier zien we een Varanes met fiddren en met beeven, Ten troon geklommen, eerst verkregen door geweld»
In wroegend naberouw zelfs eindigen zyn leven. En jongen Arzafes in. 's Vaders erf herfleld.
Hier leert Herodes ons, dat wie de deugd durfthoonen» Een' worm, die altoos knaagt, in zynen boezem teelt *
En hoe de Hemel fteeds de kuifche min wil loonen » Wordt hier in Orondaat en Statira verbeeld.
Wat doodelyk vergift de minnenyd kan voeden* Leert hier't verwoed befluit van wreede Oétavia■»
$n hoe des Hemels gunst de onnoozlen wil behoeden, Zien we op het klaarde aan ons vertoont in Porcia.
In 't kort hier toont de deugd, haar heerlyke eigenfchappeiT» Daar ze in den grootiten druk de fchoonfte vruchten baart»
Terwyl de boosheid» die haar ftout op 't hart dorst trappen» Rechtvaardig bukken moet voor 't gliniteren.de zwaard;
|
||||
C 53 )
Dit alles zienwe» en daar 't ons oog en oor kan ftreelen,
Word middlérwyl de ziel met leerzaam nut gevoed,
Terwyl eenfiille vreugd allenskens, onder 'tfpeelen, De zinnen houd by een, en fluipt in ons gemoed: #
Een vreugd, waar door de ziel geheel word ingenomen, Die tevens 't zaad ontvangt van waare tederheid ;
Zo datze in tegenheên, die andren overkomen, Door Medely' geraakt, als of't haar zelv trof, fchreir.
Wie voelt zich niet ontroerd als hy de droeve klagten Die kuisfche Vredegond voor Karel uitftort, hoort?
Wie velde ook 't vonnis niet alreeds in zyn gedachten, Als fnoode Reimonds nek door 't zwaard moet zyn doorboord?
Wiens hart is zo verfteend dat hy niet raaKt aan 't zuchten, Wanneer hy Neêrland ziet gedrukt door 't Spaansch geweld ,
End'Eerften Willem, daar men't grootst gevaar moet duchten, Door een verraaders hand moorddaadig neergeveld ?
Maar welk een tederheid treft onze ziel door de oogen, Op 't zien eens Jongelings die zich verbinden mag
Met eene Maagd, wier deugd hem gantsch houd opgetoogen; Zy juicht wanneer die praalt in eenen heldren dag;
Ze ontflelt wanneer ze hem verfchrikken ziet en beeven ; Ze is raadloos, vind zy hem van hulp en troost ontzet!
Maar naauwlyks zal de hoop tot zyn behoud herleeven, Of ze is verheugd dat hy word uit den nood gered,
D 3 Wi9
|
||||
—^wp——^^
|
|||||
(54)
Wie juicht niet met Gustaaf» daar hy de fnoode laageil Van Ghristiè'rnus, die een' prys Helde op zyn hoofd,
Ontkomt, en tot zyn heil een vrolyk licht ziet daagen, Beklimmende den troon, hem door geweld ontroofd ?
Ja! wie, wie kan de vreugd uit zyne zinnen weeren, Als hy de deugden van een braaven Peruaan,
Gedwarsboomd doof den nyd, ziet heerlyk triumfeeren, Daar zyne lasteraars verftomd en fchaamrood ftaan?
Wie word ook niet verliefd op de eedle vriendfchaps trekken $
*
Als hy 't gedrag befchouwt van teedren Eduard, Die, yvrig om den ramp zyns boezemvriends te ontdekken,
Den droeven Lucas helpt met een genegen hart?
Laat vry een minnaar vau Historiekunde boogen» Op eedle fchatten, hem zo gunstryk meê gedeeld J
Nooit komt een zaak zo klaar, zo levend ons voor de oogen,,* Dan als ze op 't Schouwtooneel voor ons word afgebeeld.
Laat vry de Schilderkunst het oog door haar tafreelen Verrukken; laat de VeêJ eenftemmig, wel gefnaard,
Door een bedreven hand gevoerd, vry de ooren ftreelen; 't Is Hechts een korte poos dat dit ons blydfchap baart.
Want neemt men 't konstftuk weg, en wil men 't fpeelen fhaken ? Haast ziet men hoe dat zoet de ziel ontvloogen is j
Maar 't Schouwfpel, doelende op voortreffelyker zaaken
Laat haar een ryke ftof ter nagedachtenis» •
Ver*
|
|||||
C 55) '
Verrnkkelyk vermaak voor edele verftahdén t;'
Dat van uw zuiverheid het fchopnfte kenmerk draagt,
Met reden zietge uw' roem verbreid in alle landen,rü- Daar deugd en wetenfchap aan 's menfchen hart behaagt. .
Laat een, wien 't nimmer luste om 't nutte te onderzoeken > Het geen Tooneeldichtkunde aan haar beminnaars geeft,
Vry braaken gif en gal, en 't Schouwtooneel vervloeken; • Hy toone of de ondeugd ooit daar meerder voet door heeft.
Zo lang de Schouwburg van het oogmerk niet verwildert; Zo lang de Dichtkunst geen bederf van zeden baart-;
De Deugd en de Ondeugd op het klaarst zyn afgefchilderd, Zal fteeds 't vermaakelyke aan 't nutte zyn gepaard,
Grootachtbre Vaders, die /den burgren zo genegen,
't Onfchuldige vermaak hen niet onthouden wilt!
Gy toont hoe 't nutte altoos het onnutte op kan weegen, En acht geen moeite of geld aan 't Nieuw Tooneel verfpild.
Gunt dat der Dichtren Rei u met verheugde klanken, Daar hy zyn Kweekfchool ziet zo luisterryk herfteld,
Voor uwe zorg en vlyt op 't nederigft' moogJ danken, Daar Amilels Burgerfchaar alom uw' lof vermeld.
De nieuwe Schouwburg blyve en bloeije lang na deezen l , Ja wyke nimmer van het zuiver oogmerk af!
Lang moet de nyvreBy, hier de êelfle vruchten leezen, De blanke Deugd ten prys, en de ondeugd tot een ftraf!
Daar
|
|||||
|
|||||
• (56)
£)aar dus 't Tooneelfpel fticht, door nutte en wyze lesfen*
Legt dit den laster* zelv' een breidel in den mond t
Ja vlecht een' eerkrans voor dé Dichtren en Dichtresfen $ En bouwt zyn nuttigheid op een' onwrikbren grond;
Dat Taal- en Dichtkunst fteeds haar* luister zien volmaaken! Nooit raak* de Schouwburg weer ten prooi aan vuur en vlam!
Maar dat hy voor den geest, vermoeid door hooger zaaken, Een nutte uitfpanning blyve in 't werkzaame Amfterdam l ,
, .* - MYNDERT de BOEE,
|
|||||
^g% mm m
|
|||||