OUDHEDEN e í GESTICHTEN
VAN
DELFT
EN
DELFLAND,
Mitsgaders van
'S GRAVENHAGE.
|
|||||
.3:
|
|||||
OUDHEDEN en GESTICHTEN
VAN
DELFT
ELFLAND,
Mitsgaders van
'S GRAVEN Ç AGE;
O F
Befchrijving van de Kerken, Kloofters, Gods-
huizen , en vordere Gceilelijlce Gebouwen, die vantijd tot tijd te Delft,'s Gravenhagc, en onder Delfland zijngeiticht; benevens een verhaal van haarc ïnkomften, wif- felvalligheden, Overften: vorders van de Geleerde mannen die te Delft of onder Delfland gebooren zijn. Getrokken uyt de oude Handschriften van Kerken en, Klooflers 3 en uyt veele andere gedenkjlukken j ten meefien deele noit in V licht gegeeven, Uyt het Latijn vertaald, En met AANTEKENINGEN opgehelderd,
Door H. V. R. Met Koopere Platen,
|
||||||
TE LEIDEN, ^fesriV
% CHRISTIAAN VERMEY, é^~Ô |
||||||
.'■ ' » ■ "!. ' ''
|
||||
Voorrede
van den
VERTAALEER, oo zijn wy dan gekomen tot
de Oudheden en Geflichten van Delft en "Delfland'j 't welk de Leezer, zoo ik vertrouw > met geen minder lui! en vermaak doorwandelen zal als hy 'rganfche Stinken " daar by Zuit holland, Schieland, en Rhijn- land, doorwandelt heeft. Wy willen hem met geen lange Voorrede of met veel wind- I breekens ophouden : een ruftige reiziger wil liever alles met eigen oogen zien , als I van anderen hooren vertellen. Ik zal dan ■ maar zeggen , 't geene ik by andere gele- gendheden noch gezeit hebbe, dat de eer- waardige Schrijver, die ons en 't Gemeene- I beft der geleerden re vroeg ontvallen is, het I geluk heeft gehad van een goed getal van ou- de brieven en gedenkfchriften, die zoo lang ergens achter de bank of onder het ilof be- t> en j^el egen hebben,of ookonderde ou- de ftukken van de Oudheits Minnaars be- waart ofverfteeken zijn geweeft, in handen Be krijgen. Dit heeft hem fchoonegelegend- hcit gegeeVen om verfcheide zaaken raa- kende de Oudheden en Kerkelijke of Kloo- ï-rerlijke Gebouwen van Delft en Delfland °p te helderen j daar niemand tot noch roe ■j- £ van
|
||||
VOORREDEN.
|
|||||
van gefproken heeft ,· of waarvan? opzijn
befte, niet meer als een ruw ontwerp , een flauwe fchets , in 't licht is gekomen. Ik beken dat de Heer Bleiswijk den weg
hier geopent heeft; en dat Delfland, doch voor al de itad Delft, dien Heere voor zijne trouwe dienilen en moeyelijken arbeideen onfterfeüjke dankbaarheit ichuldig is. Ik ipreek zoo als ik het meen: ik wil niet een aasje van een anders lof afneemen , om de ichale van onzen Schrijver quanfuys zoo veel hooger te doen rijzen. Neen, de Heer JBkiswiJk hebbe zijn verdienden lof: en ik beken dat niet alleen de fakkel door hem aangeiloken is ; maar dat hy, met het licht in de hand, voor uy t is gegaan; en, om de wereldfche Oudheden nu daar te laaten, zeer veele kerkelijke oudheden ontdekt en aan- geweezen heeft. Maar hy had, om zoo te Ipreeken, deileurei van alle de vertrekken niet: en dus is't hem niet te wijten dat hy alles niet konde open doen, en overal niet konde by koomen. Ik wil daarom niet zeggen dat onze
Schrijver alle de ileutels gevonden, en al^ les open gezet zoude hebben $ onze ken- niilen en wetenfehappen zijn doorgaans onvolmaakt, en zullen onvolmaakt blijven. 'c Is voor ons inzigt genoeg dat hy zeer veele en aanmerkelijke zaken gevonden en aangeweezen heeft, die tot noch toe in de iJuifterniilè gelegen hebben : dat hy van andere
|
|||||
VOORREDEN.
|
|||||
andere zaken , die vry wel opgehelderd
fcheenen , gewigtige omftandigheden ont- dekt heeft·, die als een andere gedaante, en een nieuwen luifter, aan de zaak fchijnen te geeven j dat hy ons in verfcheide dingen te recht helpt, daar we niet uyt te koomen zagen. Wat is 'er daar de liefhebbers, om dus te
fpreeken, t'hans zoo verlekkerd op zijn, en daar ze vieriger na toe loopen, als de oude brieven en fchriften onzer Graven en Voor- vaderen: en wat is'er ook, daar onzeVa- derlandfchc Hiilori een grooter licht uyt feheppen kan ? De Heer Bietswijk heeft ons een goed getal van zulke brieven opge- levert, en 'er het zijne met vernuft en oor- deel uytgetrokken. Ook moet ik bekennen dat onzeSchrijver dezelve dik wils te baat ge- nomen , en'er zijn voordeel uytgetrokken ixecft. En geen wonder: die oude gefchie- demflèn befchrijft, kan geen hiftorie uyc zijn hoofd verzinnen : maar hy moet zich van alles bedienen dat te pas kan koomen j en zoo wel het geen reeds befchreeven als dat onbefchreeven is vermelden. Maar het believe den Leezerdeoude brieven en pam- pieren , die onze Schrijver uyt allerhande holen en gaten eerft opgeftommelt heeft, m acht re neemen , of 'er een regifter van te houden: en hy zal bevinden dat weden Schrijver op dit ftuk, ik zeg in 't ophelde- ren van de Kerkelijke Oudheden der ftad t 3 Delft,
|
|||||
VOORREDEN.
Delft, niet minder verfchuldigt zijn als den
Heer van Bleiswijk. Hier zal de Leezer het oude Gafthuis,
het Begijnhof, en meer andere Kerkelijke of Kloosterlijke gebouwen > als uyt hunne aiïchen zien verrijzen: hier zal hy Konings- veld, Koningsveld zeg ik, dat Vorftelijk en voortreffelijk gebouw , zeer omftandig befchreeven vinden > van 't welke wy tot noch toe ilegts een fchrale en magere ken- nis gehad hebben. Hier zal hy van 't kloo- ller Sion , van de Abdye te Loosduinen, van 't kloofter re Wateringen, om niet alles over hoop te haaien, klaarder en veel om- itandiger befcheid vinden als elders , en by wat Beichrijver dat het zy. Het zelve zeg ik van den Haag : daa'r de Leezer omtrent de Parochikerk , de Hof kapelle , en de Klooiters, verfcheide omftandigheden aan- gehaald zal vinden > die te vergeefs elders gezocht zouden worden. Maar ik dien mijn woord na re koomenj
en den Leezer , die mogelijk al aan 't rei- zen wil, door geen lang getalm op te hou- den: Ik zal dan ilegts noch een bericht of twee, geeven, en daar op mijn affcheid nee- men. Menig Leezer zal waarfchijnelijk in die brieven en pampieren, die ik zoo hoog fchijn op te haaien , zoo eene voldoening niet vinden: ja ik wil wel gelooven dat hy *er zijn voorhoofd fomwijlen over fronfeii zal j
|
||||
VOORREDEN.
|
|||||
zal 5 en wel eens zal vraagen wat de Schrij-
ver in die brieven gezien mag hebben j dat hy die met zoo veele moeite heeft lakten uytfchrijven , vertaaien, drukken , enz. Maar het belicve zoo een Leezer deze be* denkingen in acht te neemen : i. Dat gaac doorgaans zoo dat alle zodaanige brieven niet even nut en om zoo te zeggen pittig zijn: die de moeite wil neemen van Ant» Matthaus, Heda, en honderd diergelijkê "Schrijvers na te zien; zouw daar ook, in~ dien hy zoo vies wilde zijn , een goed ge- tal dienen uyt te monfterem 2.Datdeneer- ften, of den tweeden, of den derden Lee- zer niet en dient, dat zal den vierden of den vyfden dienen. 3. Het geen zoo eenen Leezer niet en dient,die enkelijk. maar lee- zen en de zaak weeten wil; kan een ande- ren Leezer dienen, die zich metter tijd toe het fchrijven zoekt te begeeven, Jk bevind het dagelijks dat fomtijds deilegtfte enon- noozelfte brieven, die op verre na met de onze niet te vergelijken zijn, tot ophelde- ring van fommige zaaken, als van de tijd- rekening , van de oude naamen der plaac- zen , enz. wonder wel te paiTe koomen. 4t Menig Leezer zal er de naamen en fom- tijds de daaden van zijne Voorouders vin- oen : hy zal 'er zien wat ampten datzebe- Kleedc hebben , en met wat yver dat ze aan- gedaan zijn geweeilom den dienft des Hee- fG en de zaligheit der zielen voort te zetten. t 5 ■ B^
|
|||||
VOORREDEN.
Behalven alle déze ftukken, die de Schrij-
ver uyt het ftof als opgegraven of van an- dere Liefhebbers bekomen heeft, hebben wy ook een goed getal van diergelijke brie- ven en handfehriften bekomen. Eenige zijn den Schrijver zelf > na 't afdrukken van 't Latijnfche Werk, of onder het drukken, ter hand gekomen; die hy ons, tot meerder luiftervan,tWerk,medegedeelt heeft. An- dere zijn den Drukker uyt verfcheide plaat- zen toegezonden of door dezen en genen Heer ter hand geftelt. Veele heb ik zelf van de Eerw. Heeren J. C. van Er kei, en M. Oo/ïerlwg,van den Heer G. V, Zr..en van andere te leen gekregenjn \ kort,wy hebben alles by een gezocht 't welk eenigzins ter ontdekkinge van de Kerkelijke Oudheden konde te pas koomen : en ik meen, zonder roem gezeit, dat we ter ophelderinge van de gemelde Oudheden al iets geholpen hebben» Ook heb ik't hier zoo wel als in de voor-
gaande deeltjes daar op toegeleic , dat de Leezer, die mee al dat geeitelijke nier ge- dient mogt weezen , fomwijlen een foort van een uytfpanninge zouw hebben Of, om mijne meening anders uyt te drukken; ik heb mijn befte gedaan , dewijl de fmaa- ken niet eenerley zijn, om bok verfcheide gerechten voor te dienen. Zoo iemand meer Van Wereldlijke Oudheden mogt houden, die zal hier ook niet raisgedeeld zijn ; en zal,
|
||||
V Ï Ï RREDEN.
zal, zoo ik vertrouw, zijne lufl: ook eenig-
zins konnen boeten. En om dat alles, dac men5 welzouw willen;ophaalen} in zoo een werk niet te pas gcbragt kan worden ; zoo heb ik, ten dienfle van zodaanig een Lee- zer > een Inleiding vooraf laatengaan j daar ik eenigc aanmerkelijke zaken rakende de Oudheden van Delft en Delfland tracht te verhandelen, en uyt deduiirernuTen te trek- ken, dewelke mijns wectens van niemand zoo ornftandig verhandelt en in 't licht ge- fteic zijn geweeft. : Wat 'er de Leezer van oordeelen zal > moet ik afwachten \ en ik zal my ook met het oordeel van de rechte kenders te vreede houden* Maar ik durf my belooven , met of zonder reden zal de uytkomfte leeren, ik durf my belooven zeg ik dat ik alle onpartijdige Leezersen recht- fchapene Liefhebbers geen ondienft zal ge- daan hebben. Noch dientdeLeezer te weeten datinde
Aantekeningen op de Abdy van Egmond onderzocht zal worden of de Stichter van Delft, ik meen e Covert met den bult, te Antwerpen is dood gedoken , zoo als vee- Ie Schrijvers getuigen j dan of zulks in Hol- land , ja binnen Delft zelf, voorgevallen is. Die zouw beter in de Inleïdinge te pas gekomen hebben , ik beken 't : daar was Zljn rechte plaats. Maar toen ik de Inlei- ding opfteldje, had ik de Anale fla van den Heer *Dumbar, en vervolgens het Kronijk- f 6 j®
|
||||
V O ORREDEN.
je van Klaas Kolijn, noch niet geleezen. Daarenboven , dewijl ik by de gelegendheit van Egrnond eenige bemerkingen over Klaas Kokjwwüdc maaken* en Klaas Ko- lijn de gelegendheit tot dit onderzoek geeft, was het vande andere kant alzoo goed, alle die bemerkingen over Klaas Koltjnby mal- kander te voegen; |
|||||||||
- D RUKFOUTEN.
Inleid, pag. xxx lin. 31 •weggeeisen\\tt%niet weggee-ven
Inleid, xxxi lin. ij" lees dat de Heemraeden vat* Delf- land de Ambachtsbewaerders van Ryswijk enz. Daar zijn ook verfcheide fouten tegen de zinfnijding ingeflopen : dat lichtelijk kan gebeuren, als de boe- ken in de eene ftad gedrukt, in de andere nagezien worden» |
|||||||||
DELF.
|
|||||||||
* Pag. *
Delflandsche
oudheden. INLEIDING*
jjl bat tftbernomen geb batfom*
nrige peeren en Hiefijeüoer^/ Die be boojgaanbe beeïtje^ ban öf^eQudheden en Gcilichten QCt
ïeesen Ijtbhm/ gaerne gezien Jjab*
ben bat 'er be opfcomfie ber fïe* ben/ en't genebo^er^ Öet bjerelblpe raa&t/ toat ö^eeber berganbrit toaar getoeefi j en oat be$e guntte öegeerte mg niet tyeemb en onbil* lijft boo&uam i jjeö ftt goebgebonüen op ftct eene en 't anbere / raaöenöe be tuereiblpe oubgeben ban «Drift tn ©rifïanb/ fcoatlangec te bigben (laan* jjlaar ümi}l aUe^inbeifiante* fceningen niet tepa^geu^agt bantoo^ben, en op bat be aantekeningen Éantebemngen ^ouben bigben / en geen fcoijöloopige ^erïjanbelingen of Traktaaren ^ouben tuo^beiïi geb ü\ get bi'enftiger en gebocgïper geoo^beeït/ êen foo^tban een In- leidt nge booj af te ïaaten gaan Jfoijju eerfle boojneemen foa$/ een &o#e befeg^bmg ba» 3Mftop te fieiicn ι maar/ begaiben bat30ö ren toerft ban te groten o^igt en uaflcep im$/ enaï te beeï tp$ bereifegte; $00 gaö ik in öe tneefïe 3aften niet beei anber£ te seggen/ al$ reeb3 ge^eit i$ boo^ ben ifeer Bieiswijk. <Bu een enftelb na-5egger ban een anber^ hjoo^ben te 3gn/ en alïegban mannetje tot mannetje in t ho# of cben lang na te fcg^ben/ begalben bat 'er toeinig eer en Imnft in jieeftt/ i§ mijn * aat*
|
||||
Ι
ιι Delflandsche
aart en ge&oonte niet; en ^oube booi mg be
g^ootfle berflerbiog ban be toereïb 5p Jp geb ban goebgebotiöen 't een en 't anber/ bat ü\ ö$ bepi of genen ^eg&ba* gebonöen gaö/ en baar mp^ öebunben| b#? bjat op te peggen tea$/ sebtg te oiiöer^oelten., Cafï in seifer* gen^ m$/ iïs bjiï op mijne beurt ooft fcoeï op een negoo^Ipe fogse onberioesen en te reegt geholpen tooien. %i'ee bieitèe boo,? πί beöerucgte g^aft ban
Korbulo niet ongemelb obergefïagen te fcoo^ ben : maar / om recgt~«£t te fp?eeften / bat berfegsï $ ober en bjeer boo^ be fcg?anberfïe ban 0115e 'ïiifltsri-enSanb-beffij^ber^ 50001η* ftaabtg en met $uift eengberberganbelt/ bat ift 'er meóiig of uietiueet ög te-boegen* ^aar^ enöoben baar get eigentlp in befiaat/ en be boo^iiaatnfïe betoijprebenen boo^ be ^>eif* ι fegc Watt/ saï be %m$n in bc^ante&enmgen op «Delft aangeroerd btuben.
■Bcift wan. ©at oe ftaa ©cift gefïicgt $ booten ber* neer en maarben ïf artOg Govert. mee den bult T b)0|b
door wie» öja on3e^i|ionfcö,^ber^boo^eengeb)iffetDagri
gedicht. geit gCgou3jcll. cïl niag 'Ct? ixieï uoo^ gegoubert bsoibeiï. Hedaα feg&ftget unttyuftnelp:Schri-
veniis b geeft get in een ouöe fóronp gebons ben/ öebeïïie bzn naam boerbe ban Floranum Temporum, en op franep gefcgieeben \m§ 3^e ^cgfëbcr ban be <é|öte e ïtronp ban^eberïanö ( getuigt 00bbat get meen oubeï&ronp te ïee* 5en fïaat. ^ctïironpjeban Veidenaer, ober
meer aï$ *ro jaar en gefegieeben/ frg$ft get $elfbe* goo bwt ooit get «eoubfege Ikronpje/ ter^onöe gebint int jaar 1478. Buchelius α In Wilhelmo ïpifc. Ultuïr.
b In de Graycu yau Holl. oiubr Goyeit enz» c Pag. 12,3*
geep
|
|||
ÉMÜ
|
|||
Ö υ β η Ι ρ t ν* 11 ε
fjeeftVr bit tegen bat Beka en be^tlj^ber ba»
betöpihi-onp ban bit flieljten banMft flik 3tDggen, <Su baaeom nieent j$ bat ei* eerfï hm ben gemeïben Hfartog een (ierjfff opge* toepen j|/ bctoeüte uietteitijb aangegroftt 3£ tot 300 eene ftab jjHaar op bat een 3aafi toJ.ae5P/ en' im$ toaar aangenotoen toaj-be/ moet 3ε juifi ban alle ftfogöM/ geen een of tiuee irotgesoubei'b/ tefja&Itof ftthtftiQttoop ben I j&cr3toggen Beka en Mei is Stok ■ bat 3e toen tot een ffaö opgeSoutot i$ / 5$ feeelten ooft ban geen fïerate : toaarom (jet eene ban ïieber aangenomen aU {jet anöere/ bat booj 300 beeie en oube ^(ggtyerjp be^e&ert itioJb I 4S.ii $ ^eift baarom liet tot een ftab opge* boutöb / en met pookten en fÏab^brfltn boo^ 3ien boo^arrog Gov-rr, cm bat M-ii.sSroke en ik ka bat be^ioifgen * 500 50iibe baar unt ijoïgen bat ©elft ban suemana opgebonbjt β) tn pmfim en beften gefcreegen ïjeëft: fcoant imtlj otoke, noUj Β·. ka, naeö iemand ban be balgeobe βφ0η$/ toeeten ienianb ander$ op te gecben / bie ÏBtlft geöoubjt en öelaaifc 3onbe j)cbbeii. «Sten 3a! iis ooft seggen ·, bse/ f η bie/ en die fr§?gbct£ ffeeeften ban ïjet op*' fcautoen ban ^eiftmet; 300 $ Jet Dan opdien en bim en Dien tijd nietopgeöan&t %\z, 30a berregaat men/ en iiisuilte ongeiegenbgeDeii berbalt men/ ai£ men a! te naubg£5rt in \)t% tocficmmeii ié / en geen maat in ïjet bitteii boette gouden. jflèaac of ï^elft toen ban met o^geto
men ψ ·, ban of er te boren aï een bo:p of rte> gucijt onber ben naam ban mift gefraan mag ijebben / baar ober 3p 3e 30a eend;agtig * f Zie Skiswyk in ayn i, Hqcifdffc,
* *" , ■ wist
|
||||
IV ÜELFL Α NDScHTÏ
met. Cen onbeftenb en naamïoo$ &ronij&
fef)$ber / ti)bgenoot ban Karei V, getuigt niet alleen bat öe boo^noembe Govert be fïaö 3Mft geflicïjt geeft ·, maar ooft bat 5e een bolftplanting 3oube.3ijnban2£#ïbanber$·, bat ψΐ bat jfe eenbeel^abanber^outboben ïjeeft om be nieutoe fiab te beboïften. <ên öieroni glagten be ^eibenaar^/ tnbien men bien &φψ m ber geïooben 501110/ beleef beren gefeöaaföerte 3jjn aï$ be ingejeteoen ber anbere fïeeben, en 30 aerben nieer naar beS^abanber^, lüaarnaaar bat j)g 3P 5eggen ban baan gejjaaït ijeeft/ tttelbt Ijg1 niet: enBoxhomiusenBieiswyk, bie be$e 3pne0etiii0eni^ ooft brengen/ toeeten't ooft niet te 3eggen. <βη om ble reben bjiïlen 35 jjet niet boo? of tegenf^eeften. ïï&# 3nï* ien ooft 300boen: niaarïjet ftonbe toeï 5ijnbat ^artog Govert, bie bese pïaat^ tot 3ijne ber- 3efteriti0 bontobe / ofaltljan^ fïeeb^gefcoij^ ber* fierftte en toteenfïab oprecïjte/ tot 3tjne meer* bere bersefteitijeit een fjoop ^abanber^ ont> boben/ enïjier te neer P5et öeöbe fjnbien bit 3eg0en bmz be toaarljeit aan*
genomen toierb > en ©elf! met alleen tot een flab opgeboufcot / maar ooft beboïftt i$ on* ber Govert met den Bult 5 3oube baar imt feljijnen te boigcn / of fommigen 3onben baar miffcjjisen «git treftften / bat bit be eer* fte opftonijte ban be plaatse if getoeefï ·, en bat 'er te boren noeg NÜ / nocf) gegugt/ noci) bebolftte pïaat$/ gefiaan 301100 Öcbbetï. |fóaar ïjet boïgt 'er nkt noobsafteftjft ngt: ge·* lijft icber een ban 3clf fcueï batten \mi: en 300 *t er al ugt boigbe/ 30Uöe ïjet 5?ggfti ban cm jongen en bnbeftenteη feö?£ber booj geen bafl öefcrnj^ ftonnen berftreftften. <6n Jjet i$ 5?ftcr bat
|
||||
Oudheden. v
bat 'er aï een <2Mfc getoeefï t§ booLj be aan#
fcomfïe ban I|artog Govert} bat $ boo^ get jaar io7z« ipant I8|aaf Fioris i, befoeine be3C ïanben ban 't iaat;* $048 tot 10 fa met grooten roem geregeert geeft / geeft * twee manfen by Delft , en bejieffens Delft over
de 9 manfen , aan de Abdye van Egmond vereert. %a g^eïft \$ al benenö ügehjeefi
onoer ^aaf Aarnout, bebjelne gefloten $ in 't jaar 99 3; toant be «égmanöer jjèmmift Leo, δη f Bieiswyk aangegaalb/ getuigt öat<0;aaf , Aarnout met 3gne b^outo Lutgardis aan'tfcïoo* fier ban ^gmonb gefegonnen geeft een Jantu» goeb/ of eenige tieilben/ tuflehen Delft en
Sch ieland. è
Haar be2lee3er goube getmg ten goebe bat
iit ter gelegenbgeit ban be3e plaats tipt bert Jl&onnfö Leo een hjeinigje buiten mgn befïeït treebe j en tm bienfïe ber genen öiebe gifïorien ban öt$ $aberlanb op get nautoueurtgfïe be*· ffciöeeren een lto#e aantenening maane. ^e 3|eee Bieiswyk gab ban ^ener Siiefgebber ge* toegen be graffeg^ften ber 5|olïanbfcge <&z& ben/ bie te €gmonb begraben 3gngei»eefi: beiiejfen^een korte legende van haaroverlyden^
en haare piae donationes , of godvruchtige ge* fchenken, aan eenige kloofterlijkeof kerkelijke geftichten gedaan: be3eïbe graffeg^'ften toaren
in ben jaare 1 & ten txfit ban tm Kibt Jo- han van Hillegom germaant of bannieub$ op* gefMt booj een^iefier unt btUbtye ban€g* ntonb/ met naameLeo: alzoo de voorgaande,
3eit begeer Bieiswyk, door ouderdom genoeg- zaam vergaan waren, ftgt bit *\U§ blpt bat * Bieiswyk tweede hoofdft,
idem ia syoe Narden» *3 · bit
|
||||
VI DELFLAïiDiCHB
$it öeseïfbe Leo $/ öetoeïïte ικώηφΐηΰ ugt*
gegCebCH i§ ÖOO^ Ant. Maitharus, CI1 geörtlftt
flaat aCfttfcl'Chroriicoti Égrnondanuriïjolvanms
a ï.eidis:^η teWtmt pit $ moeite lotï boen
fjnn Öesen Leo fttófert/ 3aï öebinöcn Dat aiie öfe nèrffla%g omffanbigpöen op öem paffen/ rnbatöe Lep ban Bkmvyk gêenanbcrc Leo Mn 3tjtl a!^Öe Leri bail .Anr.Marrha:us. ©tt
. tbil ra ban seggen dat Êrê tooojöe ri ban brscti
Leo, ölebg Biri^vvk aangepalö ftaöii/ met Seborücn tooien tti' öen $eiben Leo, 300 aïg ög jPf&'fL (laat af ijter öe ïitomjl* ban gggraonii: HP begin fraai'er ban fcuoo^ö tot tnD'oröi A«- ïiVDomini 093, 13 PUuOftobrK óbiit Arnul-
phus Comes Hollandiae tertius, fiiius Theodo- liet fëcündi Comft.iS, a Frifonibus Öccidentalïbus apli'd Winkel * )'ri ade occifus, nabens in uxo- rjbrh Lutgardim filiam Theophani magnipoten- ïf| Irnperatoris Gra?'corü'm .vel Conilantinopoli- taHL, föiOremTheÖphanis Imperaükh ^Grxco- rlM. Quae fcilicet Luigardis obiit.tenjo idus jVlaii: quorum corpora in hoc fepiilcnrö pan- ter requiefcurit. ΦοβΙ* 0$? bölgeil Ög Bleiswyk tic öifrni/ blfe 5g öeibcgaar aan öe ISöbge op*
^ageil ΡΡέίί %nbeil Leo, W, A.MauharUS
! tigtöégeben / tbojoèn bie giften niét geen en*
idf tDPO^b anngei'oert 'ï&t mee|ieHe5er^3iiïIen ti'rr foeinig m blagen
of 500 een fc&gber/ ai§ Leo i$/Mlw\ntn of niet böïBomen itgtgcgeeben:f§ boo^ A. Mauharus: iiiaat aiEöere / öie $icQ tot ftet fcg^ben üegee? ben / en aïle$ ugtpluisentoifleli/ dienen op w ft$ αφ te geeben / en aüe^ te toeten, Φίί α Zoo ftaat'er op de Leo van A. Matthxus: bydeeHee*
Bleiswyk ihat apud \yinkelmadc occifas, ' k»By■ Bleiswyk ftaat Romatioruj», t
• . '■■·■·■;■· · t '■ £p
|
|||||
Ο υ b η É D e N. vi r
uitgang ^omieti fog gier ugt ïeeren bat be ge*
melbe jici)$ber/ stieten een ban 3ijne ^aniifcQ^tf^ ten op eene pïaat^ b$ tmj&ïoopiger i$ aï$ een anber öanbfcffêift / bat fjet op meer plaatsen tótjbloopiger fcan 3jjn : en berbolgen^ öat een Stefgebber/ 500 een ganbfefeift in ganben ftrggenbe / öet 3elbe / a$ reeb^ geb^ufct en beèboigen^ onnut/ niet beöoeft te bertoerpem maar fonttogïen grooten bienfï aan be lïepu* blijft bei* geleerben 30u.be boen met bat ïjanb* fcfeift booi te leesen en5. Cen ttoeebe bolgt gier ugt bat men be ngtgeeber^ ban boeften niet aanfï onb$ ban ontrouio berba gt moet Sou* ben/ oföefcöulbigen/ a$3g een^cö$beeee* tutomê bermiuftt in get Iteljt geeben, 3|eber begrgpt fcueï bat A, Match asus geen be minffc reben jjab om besm Leo bermin&t u$t te gee* ben i en bat j$ al te geoote 2£ief|)ebbee ban on$eï|ifiorien en aïteopreegt foa$/ om tet$ te beröonfieren. ïjft; 3a! ftegt^ een affcij^ift ge# Öab fiebben/ bat 300 boïftomen niet toag aïg bat ban Bieiswyk: en/ bie toat geïee5ën ge&- ften/ toeeten bat bit meermalen gebeurt* $&# billenber maareenfïaaltje banbrjboegen ugt beuberoemben Jinus cDouza:betodfte befcmjfïbat be beltenbe ^ifiortfcjj^bee Sigebertus Gembla- cenfis 5eer berminUt ugtgegeeben i$. 3$ant Cramzius tueet eenige om^anbiggeben ban be ^mannen te berteïlen > en boegt 'er n%u Ö^Uftheïp &ρ / bat b?5eïbe bg Sigebertus Gcm-
blacenfis öefrï^eeben fïaan: baai* nocgtan^Si-
gebertus , 500 üi§ öy g^uftt i$/ geen een toaoib ban öle omjïaubigïieben getoaagt* 3$at.mi begemelbe giften belangt/ betoek
tie in trni |&oimitt Leo bg ben 3S|eec Bieiswyk „,..;. Ad iiucm Libti 3,
* 4 ms
|
||||
vut Delflandsche
ugtgeb#iKt fïaan* bie ioojben ooit bermetbtnt
Chronicon** Egmundanum jeïf ·■> jjoefcuei bat'ec
eenig onbetfcïjeib $ tuffcijen be naamen oati
fommige $>ïaat3en jAaatl om toeber naarï^eïft teMeeren: ugt
be b^gefeagte pïaat3en bipt bat 'er ai een gë$jf ma^fcoo? ben bultenaar: maar of get jugfï een bo^p foa$ / geïp tieeïc uetoeeren, ban of get maai' een geütigt/ of een fïeriite/ of iet anber^ gemeefï 5g> baar ban 5onbe/ 3onber ttaarber betog$/ geei^eltergeit gegeeben non* nen toosben. <feei§eer ftleiswyk Jjoubt &er'ecg« ter boo^ bafï bat ftet aï een ba® ma^boa^ ^ar* tog Go ver es tijb / om batmen niet en baibt bat be tnuuren Xmn ®t\ft oit ngtgeset $ija j en get niet te benlien fïaat bat men ijan tm Deginne 300 een groote fïab 3ouöe aanleggen/ iiibien 'er geen goeb getaï ban iw!3en gedaan jjab / bie binnen be meniue befïen en mnnren nonben bctroMien tooien, P* bril Ijet geeii&ing tegenf^eeïten bat
3^eift eerft een bo&i 3g getoeefl: en/ om bit in 't boo;bg> gaan aan te merken / in 31e niet toaarom bat begeer Altingijeböen ioii bat Set maar een rentïjof e 5$ gemeefi onöer feeiser Aarnour. Cn aï ioaar flet onber ïiim liti$tt / bat$ omtrent get jaar 888/ niet meer ge* toeef£a$eenre»t§of/ ofeenjjoebe/ ofmanfus, geïp ïjg bo^er^ 3eit/ 300 nonbe ïjtt ïigteïp boo^ ïjtt jaar 1083 aangegroeit 3p tot eet? bo^p. $&aar iït 31e ganfcj) geen reben maar* om bat ïjet toen fïegt£ een rentïjof / of een manfe, getoeeji 30ube3ijn: ïjoetoel bat begeer Alcing baar in gelp ftMnt te öeoöen/ bat 'ec d Cap, 14.
f Pattc if in tocc Thcol&» v
|
|||
■
|
|||||||
Oudheden. ιχ
Uiten oetoben ö^irf banütri^er fAarnout of
Arnulphus. OO0| Theole 0Ït$m ïïlOtt WO#etf
Theolf j en bat öit Tbeojï niet onberfeïjeiben
$ ben tDeïft ga 3009e bat ïjg baar in geip fcgijnt te fytffim toant booi eerfl 3ijn alie öe plaatsen/ tntm bmitmMn ï^ftigtgeb^unt ftaan / omtrent <©eïft en oen ^aag gelegen. €en tteeebe $ §tt$thtv öat be &atfjmfïen ba» bw miböeifïe tijben be letter D of be ietterg i>t/ in be eigen naamen/ bsnbufë beranber* tnTheo# <®ü$ öeböen3p banDideryk gemaant Theodoricus ·, ban Dithmaar Theodemarus ;
hm Dietlof Of Diedolf, Theodulfusj ban Diet- bm Theodebertus, enz. <€eil becbe ïtan b$ letter τ / geïp be 3|eer Ahingpofcaanmerat/
3eer ïigteïp beratibett foojben t'n een E. JjEaar fegoon bat in ben genielben feief ba»
Thcoif of Deift gef^owen too$/300 i^baarcm ®efft taen geen rentgof of manfus getoeejï· ^ar r*(laat bat be üei3er eenige ïanben/ en onber fliibereeenlanbïjoebe/ ofmanfe, of30ogptoilt rrntïjof/ onber of in ©elftgeïegen/ in eigene bom obergeeft aan ben <feaaf Geroifus. In loco qui dicitur Bodokenlo hobam imam : in
Aalburg hobas duas; in Hornam hobarn unam ~
• : ♦ . & in loco Theolf manfum i. ïlot bfett S^Jj^
öpief ïtan ooft geen3ii$ öefloten tooien batinThtoiff
SMft öjp bien tijö een ho&$ getoeefï: anber# «*»eift: 5öiito men fiet 3eïbe ooit ban be ioo^n öniten ™"r jaa» ®elft/ en ban aïïc be pïaat3e« bie baar ber^a£ Theeolf ttieïö fïaan / bienen te 3eggen. Jlaar 't $cen hoeve OH£ nn genoeg/ bat 'er opit Set tegenbeei nietwas· «# getroftnen fcan tooien. f Zie dezen brief bypchrivcrius, in iijnc befekryringe dat
5«κο, roerat |
|||||||
ν
|
|||||||
M^H
|
|||||||
Ρ ÖELFLANDSCHi
^oo ίοίϊ m ban toe! bettennen bat $efc eené
500 bjel aï^'t anbere/ te foeeten of f>et een
bo$p ixa§ of niet/ bgö fm$zUw t& ?Bt gif*
fingen ban ben 3|eer Bleiswyk , en 3tjne re*
benen boben bet-metö / 31)11 niet meer aï$ gif*
of Delft fnigetv <ên bat be fïaö ban bm beginne 500
van den be-groot begreejmi 50UE) 5tjn aX$ 3e tegenbjoo^btg
ginoe 200 |g / cn j,e fïaö^-nmuren noit ugtgeset souben
liepen is 38» / fcöünt ooft 500 3eto niet, fEïtSang
leweeit, ais binb ih tnbe groote t Uronp bat öefïab^eïft
Eet tegen- irérmeerberb en bergroot i$ booj honing Wil*
^ootdtg «,letn |^ermeeröeren en bergroten of ïieber
toijber nietten/ augere & ampliare, paft be*
ter op öet ugt3etten ban be muurenen beften/
aïf on ïjet bermenigbulbigen ban be ï)ui3en,
^u baarenboben i£ |et beemenigbuïbigen ban
be |)i!i$en eigentïp öet toerft ban be fakete*
tien w5 Öet nietten ban be beften, en natu*
ren i§ ïjet bxrh ber Bojfteu ·, boo^ 300 beeï a\§
3g 'et* puntte teeftentnnnge toe geeben,
MartogGo- * ^e gemeiöe ^rouijitfrö^bei4 roerfct ooft aan
Tert plagt oat be meergemeibe ^artog Govm in bc3C
imraityute j|aöy aï£ öetuiogeip toaf/ aïtp bernacöte.
yeruac te ^^ g^ toonber*, fe toifï bat Ijg be tngesete'
jtenban t ganfeïje ïanb tegenjsjaö; enbatgn boo?
βϊί# nacf}t$ eeribeütge plaat Jbienbe teöeböen,
bf hier een W* ^tn Bleiswyk ï)oub ïjet geboeïeu ban
wachïtoren fommige ^cö$ber$ boo? niet ontoaarfcBpc^
gettaan itjtt/ bat Öet onöerfte ban be oube fittW/ in onöe
w«ft. jtjj&en $]$ 't fenp noeö toat toiïber lag/ een
bjatïjttoren tó: getaeeft; en ten beeïe gebienï:
fieeft om be tollen ber boo$ggaanöe fcjjepen
,t Quod oppidum poftmodum gloriofus Wilhelmus, Re*
^frrnanije & Gornes Holiandüe, aaxil & ampliavit, confe· icns ïpfis prima ipforuoa Privilegie Sc plebi&ka» Cbr©mcofi· hUgn* ücleij j ut iupr*. ■ 011^
|
|||||
-
|
|||||
antbangen·, ten beeïe tot een togburg gebient
geeft tegen ben aanbaï ber bgaitden / of bent opioog Derbieeniöeiingen ofnabuuren. '©eoubf geit ban fiet gebouto / öe dniffïeenen die ooft ban een oud maaï^ei 3jjn/ jar niet meer ge* maaht tarnen tooien / get onbe toapen ban be fïab/ berbeeidende tbaee bierftante toacgr- toren$/ feiiflnen but geboeien boïgen$ gem tt bccnuifisgen. jBaar in eene 500 duifïcre en on» tüiJTe saafe toil i« ïiener ftii3baygen / en niet mp breieny él§ gebaar ïoopenban onboo^igtig te OD|öceIen. ©at be fïab ban imb§ 500 een biagen φ owAc fh<$
boeit geeft i$ baaar * en bg Bieiswyk fïaart^P"· tbaee diergeïpe baarenen met tbaee baacgt to* mi§ afeebeelb. Φοΰ geeft gg'ee een/ baas het onderfïe ban een ouioerbaetfegen toren öf burg/ bocg^pnDerbaater/ afgebeeld fïaats en altoaar iigt een g^oote jjao^t/ met ramenen baoj* 3ten / een brullende ïeeuba m$ aangef&ongett ftoomt; gondende tn 3gn boojfïe gooren eert fcgildje/met een3iït<eren of fajitbeïb/met tbaei tierrgaanbe 3baarte fireepen geb^oliefi. <ö*noit foo$ noeg tegenfcoooadig in be 3epï$ rer zaa- iuh gebauiftt- daarom bèse baacgttorert^l tipt get 3Mffege toapeit gelaatett φι/ eiï of pAl\§ opgebomen i| alp be fïad doo^ %artog /Xülbert berobcrtengeftapybttoierbi ban óf3e aï ban oub$ dooj be onaegtsaaiiigëlt ban bè ^cgilder^/ en om be niinfie moeite / daar ugt# gelaaten 5gn ■ tyeet ih ai300 uaeinigaf# bê meèfr gemelde ifeer B) Mswyk. q^e oudfïe * Jkgrgber^/ ÜttmM ïjet Ban*r - ..
ioen ban be fïab ®e!ft betgaaieu / boegeti £2? * ♦ Ghtonicon mag». Bdgii· tok Vilienaar, Üet ΟοιιΜ-
fchc Krouijkjc, De gtootc Krenijk» baap
*
|
|||||
<·
|
|||||
■
|
||||
XII DELPtANDSCHE
baar ög bat 3|artog Govert op hm $elfben tijb
öibaar een fïerït en fegoon ïtafïed liet maafeen: ' maar toaae bat bit feafieel gefïaan mag geb* fcen/ baar g^eftmen get mitifïe blijft «iet ban: m bie 'er itt$, ban $eggen foiflen / fïaan 'er fïegt^ al güffenbe na } en ban ïtoomen $g in pnne giffingen nocg niet ober een ^e eene geit op itoning^-ngtgof / bntten be botter* Dkmfege poojt ·, baar naberganb be Wsty $*o* ïiiljggbelö gefiaan geeft «£en tbjeebe^eit/ op Bet jfearfttbdb ·, tér pïaat3e baar get ^tabgnig iègenfoooabig flaat. 3^icgt aan be flab/ $eit be berbe; ora be fïebdingen onberbebbiang te gOltbcm *Simon van Leeuwen , bie get met
Buchelius goiibt / en be fïab ^eift ban ben
bultenaar niet gefïiegt tofl geöben / meent get fieff ban aïïente toeeten* ϊ|ρ seit ban batï|ar* tog Goverc gtm ftaö aïgier gefïiegt / maar flegt^ een ïtafïeeï opgebjo^pen geeft: en bit fiafïeeï/ 300 gg on£ benefiet-t/ geeft gefiaan ?eh mupetfegoot ban be fïab taefïibaart^ op/ op een pïaat$ genaamb de Made. $&aar baar upt 5o«öe boigen bat 'er ban Govens gebonto tiitt met alien obergebleeüen i§ : be fïab self geeft gg boïgen$ bat geboden niet geboutot: get ïiafïeel/ bat gn gebonfaüt geeft/ $ te niet gegaan: eii5· <®at fïaat ggboïmonbig toe* en jjg meent bat be naafïbqïgenöe <0#iben/om alle# tuat onber een getoelbige regeeringe gemaaïtt ioa^te bernieïen/ get nafïeel gefïecgt en om berre getoo^pen gebben. i|et bontoen ban be fïab 0003 ben bultenaar gelooft gn niet? om bat Me- lis Stokeen Beka baar ban 3b>ggent ^etfïiegrett en get fïeegten ban 't fcafïeeï/baar sg ooft ban α Sim, van Leeuwen Coftumcii, Keuren eode Ordooantiea
V*h Rhplancl,, Jakiding, ,Wi \ 'f
|
||||
O U D Η E D
|
|||||||||
E H*
|
|||||||||
xirï
|
|||||||||
^toggen/ toiïijgimmei^gelöoben $&aat*bat
oUergefiatren > hsaat op fïeunt bit nieuwe ge* boelen/ bat fjet Jtafïeeï gefïaan 3owöe fleöben op Made ? ^Jet bericljt/ 300 go jeit/ ban
den oudiievcnden en nauwkeurigen onderzoe-
ker Jr. Aarnout van Brakel, bat begtonöen ba» 't nafïeeï baat* nodj onber öe aaröe leggen.
<enöie pfaat^/ $titffgbo$tv/ t^nocg tegen* fooo^ig een fjooge ïjcnM/ met $tjiie g^afreti ombangen/ en toj: een boomgaard gemaakt. 3f& fiaa jfjem toe 't gene j$ tot ïof ban 3fon* net van Brakel bermeïbt: en iöiï ooh geloot ben bat be$elbe Sfonltee in bat geboeïen ge* foeefï i$ j&aar m meen bat bit nietiio geboe* ïen/ 't fcoeïli op bie gronben onber be aarbe ïeggenöe opgebouiot i$ / geen&in£ bafï en fïaat, SfnDien Made een ^eetengui^/ ja een êtam§u$ getoeefï i§/ gelp aïie on3e^eï)^ ber$ be^eteen/ en van Leeuwen 3elf in 3ijn Batavialiiuilrara toefïaat/ beïjoeft men tigtbie gronöioerEsen niet anöer^ te befmiten/ al^bat bit Made een beftig pf$ $ gefoeefï. €mbe* ïp/ na aïièf / bat be pïaat£ ban jjet ©elfëffc ïiajÏeei raabt / opgesocgt en opgebjoogen u jjeböen / 3uHen tou moeten betonnen bat toe iiorjj ebeiiimjs bigben. Bieiswykb getuigt bat hit genootfeöap ober
beelegouberben ban jaaren 5|jn begin genomen Ηο^«β* 6«ft j|©aair Simonc van Leeuwen 3eit baarop"* d ff
bat Bieiswyk geen ouoer öanbbefï bnfyengt a$ ^, c *
ban't jaar 13 91; etuiocj) ten b?iiefbani!artog Aaibert, *oati 't jaar i$7f: baar banöet^eem* raaofeïjap ban ftgtjnïanb seitfln/ albipge* bonöen too# in een bptf ban Wüiem II, ban 't jaar ixj-z. o^ït luibt eben een£/ a$ of 'e* * PJg· f ff· ^ e Batar. IJl. pag. aio,
toe*
|
|||||||||
%\γ DelflandscMS
toe$m$ pt ^fcmrabfcöap ban ©eïffc. seeif
twiiKi* 6!p bm$ ïjanben toa^ a$ ban 't jaati 1575· ·, én aï^of berttoïgcii^yet^ecinraaafcQap Êrn Édöen/ 30a beel a$ men betogen han/ 503 beeï ouöer foa$ afê öat ban <@eïft jj&aatf van Leeuwen gaalt J)iet* meet bingen oberfjoopi betorffo/ ten minfle booj een g^oot $ebeeïte/ «η 30a a$ 3e mg boorfiöometi/ öe p;oef natf fcödp$ 30iiöcii ugrffaan* #m er befcöeiöent* lp ban te oo^seelen / bicnen 5pe tooo^öen bao? af te gaan ; Delfland , 3eit ijg/ daar de itad Delft de Hooftftad van is,.,, wanneer het
zeivebcdykt en van Rhynland Is afgtfeheid^n,en is niet feker, want het te vorens onder het Dyk- graaffchap van Rhynland behoort heeft , fro noch ker onlangs de dorpen Μon fier \ Terheyde, fflaterwge * Lier , Ryswyk en Foorburg , onder liet Baljufchap van Rhynland behoort hebben; Dewelke mede hri jaar 15*81. aan Foy <ϋ α ή Broek- hoven, doen ter tyd Baljuw van Rhynland, als fyne onderhorige, den nieuwen eed vangetrou- wighcid gedaan en gefworen hebben aan Prins ffiillem vanOranjen, als hem gedeferecrr zynde de hoge Overigheid en Regering van deGraaf- lijkheid van den lande van Holland, Zcland en Vriefland : foo dat eerft by het maken van de landfeheidinge tuflen Rhynland en Delfland, het Dykgraaffchap en Waterfchap van Delfland met Maafland is vereenigt, en van Rhynland is afgefcheiden: dog lange daarna het Baljufchap en Manfchap van Delfland is opgeregt , die te vorens ten deel e onder Maafland, en ten dee- len onder Rhynland behoort hebbenj want het blijkt by Sententie van den Have van Holland va* den 4. Mey 15^7. dat Ryswyk doen noch onder den Baljuw en Welgeboren-mannen van Rhyn- land |
|||
OUDH ErD ÉN. ,3to
land gehoort heeft, en by gelijke Sententie van
den 4. Maart j 5*32.. dat de huysluydenvan Delf-; land doen noch onder hetBaljufchap van Maas- land behoorden, als daar van breder te fien in feker Sententie boek van Sententien en gewefen faken van den hogen en Provincialen Rade in Hol" land, indenjare ióö2..uytgewefen, (leesuytgs- geeven) pag. 103.cn pag. 304., Wat nu het Heemraadfehap van Delfland aan-
gaat, daar van fchryft wel den Burgermeeiter Bleiswyk in in fyn Befcbryving van Del ff, pag« f 57, dat de initellinge van dit Collegie al veel honderden van jaren iyn begin heeft genomen 5 doch hy brengt daar van geen ouder Handveit by, als dat van de verkieiïnge van de Heemra- den van Hertog Aalbregt, van den zo. Novem- ber 1301. en noch fekre uytfprakc van den fel- vcn Hertog Aalbregt, des Sonnendags, na Sinc Blafius-dag , van den jare 1375". tuiTchen de Heemraden van Del ff, en de Stad van Schie- dam , wegens de Heul van Overfchie, daar van het Heemraadfehap van Rhynland alblykt by Handvefl van Koning Willem, van den f, idus O&obris irfl. 3$ρ Snlïen met get ï|oogQeemraaöfdjap öe*
9innen: ®an Ijet ^eemraa&fcijajp ban Φεϊρ iano 30U&S geen onber nip gebonben tobben, aï$ ban 't jaar 137^ ♦ jilaar aejjter aan m 't Selfae toern/ op jfjet iyo^öje/ 0eeft ö^scïf een ïijft op ban be ^pgraben en ï^oogijeen!* taaöenban^eïfïanai öeojnnenoemet [jetjaac M|3 > en einöigenöe met jjetjaar 1081. %\\ foü daarom op fjem niet fmaaïen; ïjn Han öie jöfi na 3ijn eerfïe fclj$ben öenoomen fybbtn: üoehjeï öat gn ban ben &ee5er op 't einbe ban 2Ö*i toeeft fiab bejjooren te foaarfc{jou&cu. jjEaac
|
||||
Delfl andscüe
|
||||||
£Vï
|
||||||
j&aar ton toiïïen 't 300 nauto niet ïteurett·, tn
tUiUeil maac Uit van Leeuwens eigen $t&$m
betoonen bat ©elft aï beel bjoeger ^eemraa*
tien geeft gei}aö a$ boo^ïjet jaar 1375-. Uuf§ bo!gt uyt öe3e ïtjfï niet bat be Sooge
3$eemraaben ban ^elflanb niet ouber 3ottben 3ija al^Set jaar 13^2.3: bseöe ïtjfïcerfï ïufcfytt* tan geeft/ 3a! 3e 300 ïjoog begonnen ïjebben/ ölé jjn· ¥senn$ tan be öttöe ^eemraaben pb: öie %$ niet henöe / fton ön ooft op öe ïtjfï niet getten. <®at ï>et alau£ gelegen i$/ 5a! blpen tint een b^tef ban <0jaaf Willem ï11. Jpaac ton töiïien een anöeren b^sef of ttoee boa? af laaten gaan i baar eenige onifïanbigpeöen raa* Imsöe be fjooge ^eemraabenban^eifïanö bcr* gaait tooien. %n ben fcoïgenben feief ban 3|artog Aaibert
fcrggen öe gemelöe^eemraaöen berlofom gun toapen te blagen/ en3, * Δ 'Eibercht^ by Godtsgenaden, Palrnsgraveby
. denRyn, Hertoch vanBeyeien, Ruwaert van Henegouwen, vanHollandt, vanZeelandr, ende van Vrieflandt: doen condt allen luyden, dat wy oorlofF gegeven hebben, ende geven ttiitsdefen brieven,onfen Hcemraet van Delflandt, elck van hen, mit een knecht, ende hoiren bo* de, ende dat fy heuren wapen dragen mogen, over al binnen onfen (leden, in haren bedryve, «ndc ontbieden, ende bevelen onfen Schoutten, tn Schepenen, over al binnen onfen lieden voofz. dat fyfe daer aff onberuft, ende öngemoeyt la- ten, dienende tot onfen wederfeggen. In oir- conde defen brieven, ende onfen iegel hier op gedruét. Gegeven finte Geerdenberge op fïnte Matheus avondt, in't jaer ons Heeren 1379. * Uit een Verzameling vaa ongedrukte briefen, haudveftert,
privilegiën, enz. ^0, |
||||||
O U D Η E D E ïff XVII
&e ï|eemraaöen ben <2Nïfïan& foarett lang
te boren opgekomen / 300 a$ ölpt tipt bc» boigenöen fyief ban Willem V, ban 't jaar XUfiïem , Hertoge in Beyeren , Palensgravé
van den Ryn, verbeydende derGraeffelic-» heit van Henegouwen, van Hpllandt, vanZee- landt, ende der Heerlicheit van Vricilandr, wy ontbieden u onfen welgeboorcn Hiemraden van Delfflandt, dat ghy aenvaert de fehouwe binnen uwen bedryve \ ende die fchouwet , en hantiert,, alfoo als ghy fchuldich fydt te doen, ende men hier voortytsgedaen heeft, en- de daer toe fiet, in alle manieren, dattet lande immer bewaert ly, ende dat wy, ende onfe goe- de luden daer geen fchade by en lyden, endc waert faecke , datter eenige keure voorgeleyc ware , die gebroocken waer, off noch geleiE worde, diemen brake, dattet alfoo berecht wor- de, datghyste ruilen waert, ende onfen lande daer mede bewaert Ware, ende waert dut faec- ke, dat ghy dit niet aen en vinget, ende onfen lande nieten bewaert, als ghy fchuldich fydt te : doen, ende ons, ende onfen lande voorfz daer afif fchade quame, dat foude ons duncken, over- mits u toequame, ende fouden dat houden aen , u lyfF, ende aen u goet, want wy u te hulpe comen willen , alfoo als wy fchuldich fyn te 'oen, ende defe faecke aenvaert, fonder mar- ren , ende wes ghy daer toe doet, om oorbaef des lants, desfullen wy u volftaen. In oircon- de defen briefF befegelt met onfen Tegel, gege- ven inden Hage des donredaechs na finteServaes dach, int jaer ons Heeren 134$. |
|||||
4 * Jgfa,
|
|||||
xvïïï Delflanösche
ψεν ftan men in 't W$M aaan 'aatmier^
Ben pe bat Willem , eec bat Èg booj ^aaf aangenomen töierb / en ög 't ïeben ban jjjne' moeber / gefcïfêeeben geeft 3 verbeidende de Graaffelijkheit van enz*
$gf en timntis jaaren te booren fjab Wil-
lem ïll tm berfcïHÏ beceffenttiiffcöen beneem* taaben ban ^eïfïanb aan be eene/ en bte ban ftfjtjnlanb aan be anbeee 3jjbe. VjiïΥ Willem , Graaf van Henegouwen , vart
Hollandt, Zeelandt, ende Heere vanVries- landt, maecken condt allen luden^dat wyöver een gedragen fijn met onfen gemeenen welge- booren Heemraden beyde van Rynlandt, ende van DeliRandt, om dat die van Rynlandt hém plegen m tebecronen, dat hem te cortgefchiede stn hornen Zydtwinde, dat bnfe Heemrade van DelfBandt fullen doen maecken, ende doen hou- den, hoeren Zydtwinde te veenewaert op , al- foo als fy gaet, buten onfer lude coit van Ryn- landt, maer fy fal leggen, ter beyder oorbaer, waert dat an die Mafe inbrake foo foudefe die van Rynlandt te befchudden comen, ende tot hare behoufte llaen, waert oock dat faeeke, dat inbrake te Sparendam, off elwaert $ ibo foude-1 fe tot dierbehouff van Delfflandt te befchudden I ihen , ende defe Zytwinde ialmen immer dicht J houden, ende meeren, ende niet minderen ·, ende | want dat wy dat valtc ,ende geftade willen heb- ben houden, foo hebben wy defen brieff open befegelt, met onfen fegeU Gegeven tot Haér· lem , opdendertyenden avont, int jaer ons Hee* ren dufent, drie honden , ende drie en twifl' tich. * Dat is bekreunen , klaege». lip
|
||||
Oudheden^ χιχ
j&aar om te toonen/ 't gene tog öoben be*
goimen te seggen / bat be gemeiöe it|fi oei* 5§remraaben geen betoi$ geeft bat öe ï^eem^ raaben ban ^eifïano eerfï o$8geitomeii jtjn in h iaat* 13x3 ï, 500 stiïien top gier ïaatrn boigen *en fyief of bergnnning ban öen 3eïben <2!%aaf "Wüiem, ban't jaar 1319. TjTTγ Willem , Gruve van Henegouwen , van
Hollandt, Zeelandt, en Heere van Vries- hndt, maecken condt allen luyden, datwyge*» geven hebben, en geven, by Radenoofergoe- der lude, en trouwer man, den Heemraders van Delflandt, dat felve recht,, dat de Heemraders van Sparendam hebben gebadt,ende noch heb* ben van ons, en van onie Voorvadeis , in alle manieren, alfle zydt voormaels hebben gehadc, ende noch hebben. In oorcondt defer letteren, befegek, met onfen fegel. Gegeven inden Haech* Int Jaer ons Heeren, dufent drie hondert en ne- gentien , des donredaechs , na onier vrouwen dach. in Septembri, mi boo^reegt f$ aïtïjan^ bier jaaren onber/
afó be ouöfie ijf eemraaben ban 3M$anb / bie in Van Leeuwens itjff nntgeb,U?ïtt fïaail, <&αβε
too$ ban geen aanfïeïïinge ban 3|eemraaben
gefp^en ·, maar aan be ^eemraaben / bie reeö^ in 't Öiji't ban bie bebieninge toaren/een boo^reeïjt gegeeben. goo bat !jet in'# ontoaar* fcjjgnelp i§ bat m ban^eift niet beei jonger of ganfefj niet jonger snïlen 3i|n al f bit ban ïlBijnïanir. Φηι öeaaïsnoefjmeer opteïjeïberen/ snïïeii
fc$ be ï|eemraaben ban ^eïjieianö gier ooit te ÖCrbe béngen, Simon van Leeuwen 50t?be tod
* * % ge,<
|
||||
xx> Delflandsche
geïooben/geïp ïjg «iWf^/ e bat Wc' ban
^cgielaiiti b$ jonger 3p; om batïfartog Aal- bert , in eene uotfj^aalt ban 't jaar 1375·/ ö# toagmaalst ban be%eemraaben ban<Peïflanb/ tn ban be fïab ^cijiebam; sonberbe ileentraa* oen ban Jscïjidaiiö te bermeïben. <Êa betotjl |ρ pa^ re boren 300 f&aii/ aï^of be %eem* raaben ban<&elfïanb nietbeeïouber maren aï$ 't jaar 1 375·; soitbe baarugt boïgen batbse ban ^§cgieïaiiii nocjj b$ ïaater opgekomen tsmtiu ®it 3cit ga in 't begin ban 3p toei'ft: maat acïjter f aan / toaarfeijpelp beter onberrecljt/ begint Jjg be lijfi bei· ifeemraaben bm ^cljie* ïanb met get jaar 1343* ^raar 5p ge reeb$ omtrent 40 jaaren enber: en nocjj bolgtermet ngt bat 3e mgefleït 3P tn 'tgemeïbejaar 1343" toant boo^ eerfi geeft j)y ooit be ïrjfï ber ©p* g?aaben ojj/bememe 8jj met fjet jaar 13οχ be* gtnt: baar $ai hjaarfcljpcïp geen ï^pg^aaf gebjeeil 3p jonber ^ermraaöcn* <2Bn om aile ttoijfeï fcneg te necmen j 300 ïaatcn iog ïner een fyief boïgen ban Willem III, baar beneem* taaben ban ^tïjiclanb al bcrmelbt toojbcn tn 't jaar 1316, Sap* Wilkm , Grave van Henegouwen, van
Hollandt', van Zeelandt, ende Heere van Vriesland!, maecken condt uilen luden, dat wy willen, dat foo wat bedrift datonfe welge- boren Heemraders van Schielant hebben,om or- baer des gemeenlants van Schielant, Gerechte worde by hen, en by haren Baelju. Gegeven des faterdaechs voor palmen Sondage. Intjaer ons Heercn dufent drie hondert,cnde feltiene. e Bacavia UI. hg» ƒ Ib*
|
|||||
\
|
|||||
Oudheden: χχι
ga tl geu èenouben fyfcfttv Ijanbe ban Jan
I, öaai* be googe 3|eemcaaöen ban ^cïjielanii al bermeït toojben tn 't jaar 1299, Moerende dat Graeff Jzn van Hollandt neemt op fin
geky'de- de Hooge Heemraden van Schielandt. Wy Jan Grave, van Hollandt, van Zeelandt,
en Heere van Vrieslandc , maecken eondt allen luyden, dat wy den Heemraders van den bedryve van den dycke,ende vanden watergan- gen vanden Baillyufcheppe tuiTchenSchie}ende Goude, hebben genomen op onfe geleyde,ende waer dat faecke dat hem yemant hier boven ee- nige dingen dede, anders dan tgoede, dat fou- den wy houden aen fyn lyff,ende aen fyn goet. Defe brieff was gegeven des dinxendages na be- loken Zinxen. Int jaer ons Heeren, dufent, twee hondert, negen en tnegentich. Inden Hage, ψΜ too^iï fiet ?|eemraabfe|ja# ban^cljie*
km niet opgerecgt -, maat öe %eemraaben/ inte 'ec mb$ toacen/ töojoen onbee '^^abcii befcjjemringe genomen ^00 naarberen hjp aï btifi tot ï)et Jaar np.: en om bat'er geen ou* bcr fyieben foegen^ bie ^cemraben booj gan* ben 3ijn / bolgt §ct geen$in$ Dat $$ 'er 30a tyoeg niet 3jjn getaecff a$ bie ban j&jijnïanb: Set toeïïte §et ^oog-öeemraabfcgap ban <Peïf* lanb ooit toegepafï iian bjojben. 25ρ bejegeïegenbljeit 3iiïten big gier nocg een
@2aaffeïpen ojief of ttote Iaaten boïgen/raa* &enbe jjet ï^eemraabfeBa» ban ^eïfïanö ©e terfïe b^ief raaftt Jet berden ber ieemraa* bm, ** 5 * Ael-
|
||||
*
|
||||
sxiï Delflandsche
kElbreeht, by Godts genade, Palensgrave op-
ten Ryn , Hertoch in  yeren, Grave van Henegouwen, van Hollandt , van Zvelandt, ende Heere van Vrieslandt , doen condt allen luyden, dat wy aengefien hebben, 'tgrooc gc- breck, in onfen Hiemraetfchip van Deliflandt, als onfe goede luyden van DelfHandt aangebracht hebben, ende ons wel condt is, ende wy, by pnfe goede luyden Rade gcordonneert, engefet hebben JJeeren Philips van Palanen , Geryt va» Egmonde , Willem van Naeltwyck , Dirck van Hodenpyl, ende Dirck van Cattendyck, onfen Heem- raden van Deljflandt te wefen alfoo lange, als (y leven, Ende wat defe voorfchr. Heemraden keu- ren , off wy fen> by heuren eede , tot ons lants porbaer, daer en lullen wy , noch niemant, je- gens leggen, Ende waert datter eenich oflyvich worde van de fen voorfchr. Heemraden , zoo [ouden, die Hiemraden ander kyfen, ende eeden, [onder we- (lerfiggen van ons„ Voort lbo hebben wy g-ge- yen en geven mitsdefen openen brteve , onfe Heemraden voorfchr. offdie namaelswefen Tul- len í niet te verletten, noch off te doen, alfoo als voorfchr. is, Ten ware, off eenich van on- ie Hiemraden voorfchr, off die namaels wefen fullen, alfoo teeder van ouden , off van fiecten ware , dat hy dat by fijnen eede name , dac hy ons nochtans lants oorber niet en ware, zoo mochten die Hiemraets eenen ander ky[en, als voor- fchr. is , ende waert dat onfe Hiemraden voor- fchr. fcheelden inden kyefen, dats te verltaen, waer de meefte meenichte waer, daer foudede keure gaen, ende waer dat fy gelyck waren, â» [ouden wy eenen overman we[en ,inden kyfen vopf? fchr. ende wy willen dat men niemandt Hiem· faet ^yfen en fal noch eeden ? by en is gegoet tot ë×': ' '' '" íö
|
||||
Oudheden* xxiïi
vyffttch margen lants toe ^ binnen den Heemraetfchip*
ende woonachtich binnen der fchuwe van Delflandt voorfcbr, Ende wyernen kyefet, dat hys hem niet weeren en mach, op fulckeboeten,alsoa- fc Heemraets daer wyfen Tullen, voort foo fulle» onfe voorfchr, Heemraden fchou, en recht doen, die nu fyn, oflfnamaels welen fullen, mit onfen Baillyu van Delfflandt, als hy daer toe vermaent wordt, ende waer dat fy dan niet en quamen, ende fys te doen hadden, zoo mogen onfe voor- fchr. Heemraden cenen Dyckgrave fetten van heure gefellen , daer fy mede fchouwen, ende recht doen, fonder mifdoen jegens ons, ende op die tyt. Voort foo fullen onfe Heemraden felvc fetten, Clerck, Bode, en Schutters by heuren eede, tot ons lants oorbaer , ende anders |nie- mandr, Ende, om dat wy willen, tot eewi- gen dagen , alle dcfe voorfchr. poin&en wel, ende wettelicken gehouden hebben van ons, en- de onfe nacomelingen , onien Hiemraden voor- fchr! oifdie namaels wefen fullen, foo hebben wy defen briefFopen befegelt, met ónfen fegele. Gegeven inden Haech twinrich dagen in No* vembri. Int jaer ons Heeren dufent, drie hon* dert, een en tnegentich. ®e bofeetiöe öjfef 51'et op bt utmn / öte §m#
m fcpen htvlmm/ m öe fpaaöe op tien öijfc ftteMh Jb^Elhrecht, by Godts genaden , Hertoge in
Beyeren , Palensgrave by den Ryn, Ru- waert van Henegouwen , van Hollandt, van Zeelandt, ende van Vrieslant, onfen lieven, en- de geminden Heemraet van Delfflant, wy laten weten, hoe dat wy in dickwille, by pnfenRa- * ** 4 de
|
||||
't ■ ■ , _·'.-.' ι
xxiv Delflandsche
de, aengefproocken hebben, ende doen togen,
hoe onfe ambachts luden alle jaer groot geit ge- reek en,t hebben van eenigerhande Dycken te maecken ψ gelegen aen die IVJaesdyck , ende hebben int waer vernomen, dat wy daer in on- ïedelyck belcyt fyn, ende verfchaeckre, want wy lange den dyck becófticht hebben, (onder landt, alibo veele als billick alfulck dyck op be» hooren mochre ,^ende hebben vernomen, dat voprtyts lu-yden die fpade op den dyck gefteee- ken hebben , ende overmits dien hebben die luyden den voorfchreuen dyck op ons dus lange laten-ftaen, opt welck wy met onfen Rade , en- de mit fulcken luden, die hem 't dyekreeht wel •verftaen , gefproocken , ende raedt genomen hebben , dient onrecht dunckt , dat wy alle cjuade dycken maecken fouden, daer dat eruè des dyx niet waerdich én ware, maer fchiedich fyn op den onwilJigen ongeld te leggen, ende dyen dyck te doen maecken, ende op den helft meer acn gelde , jofFvier waruen an panden, ende joffmen des niet en vonden, dat men dan den dyck niet op ons , mer opt gemeenlandt, dat binnen der Hiemraetfchap voorfchr. gele- gen is keerde, joff.op landen,die geen dyekaets en hadden , waerom wy u ontbieden , ende bevelen alfoo naerftelieken, als wy mogen, dat ghy dien dyck, daer wy dus lange in hebben verfchaeckt geweeft, aenvaert, mitten lande, ende dien maecken doet vandes gemynens lants wegen , ende naerftelieken daer toe alfoo veel doet, joff eenich lant is, daer dit lant in ge- < tneeneri bofem mede geweeft: heeft, dat ghy den dyck daer op wij ft, ende en vint dy des niet, fcöo doet dezen dyck deelen opt gemeene landt, fnder Heemraetfchap voorfcjhr. alfoo dat fy dien |
||||
^
|
||||
Oudheden. fcxv
gemeenen dyck te famen mareken, ende bewa-
ren, want wijt aldus van onfen Rade, ende der Vroetfchap van dyekaetfen gevonden hebben. Hier in doet alfoo, dat onfe landt daer by niet verfumet, noch befchaet en blyve ,ζοο datghyt voor ons verantwoorden moget, ende met ons in ruften blyven. In kennifTen derwaerheit,be- fegelt, met onfen fegel. Gegeven te Berghen op finte Maertijns dach inden Zomer. Int jaer ons Heeren dufent , drie hondert, negen, ende tfevemich, $öc8 moet ih ben 2tre3ertoaarfdfatttoenbat
be lijft berp|oog|jeemraaben niettenemaal bol* ïxomm fcötjnt te 31311: toant tti grt geflagt bet Vandei Duinen, 6« Simon van Leeuwen fraat
Reinier vanderDuin bermeïb aï^ïüoogjjeemraab
ban ©eïfïanb/3ijnbe gefio^ben in 't jaar t ?o$: betoelfce nocgtanjé op be gemeïbe ïijff obetgefïa" gen $. ^00 3ien tog ban bat Simon van Leeuwen Bal/W-
#tlj bergifi geeft omtrent ïjet ^oogïjeemraab* iffa.aP **»
fcfjap ban ® effïanb. $n gaan to» tot ïjtt c ' SaaïjuiofcöapbatraBdjïanb oberj 'ttoetöe/300 S« ter feïbe plaat3etoer3eftert/ïange jaaren na be fcfleibinge tuffcöen fó!)jjnïanb en ^eijïanbf $onöe opgekomen 3911, 3a ngt een Sententie ban ben 4 jiföaart if 31 3onbe blpen bat be ^ufëltiiben ban ®eïflanb in 't 3eïbe jaar ηοφ gefïaan 3ouben gebftcn onber Jet 23aïjtitofe][)ap ban $&aafïanb ®it i§ toat toonber^ en b& 3onoer& eu btenbe/30ufcö get ingang binben/ tod klaar en buibeip öetoee3en, %p torjfi on$ rot ren Sententie-boek «13. gebeukt in 't jaar \66z. ν■ ?°4« toant p· 105 baar Ijg on$ ooft gene» tajfï/ $tet op ftifêtop, gp fïae öaC Senten- |
|||||
«
|
|||||
as$KJt Ρ E $ 91 Α Ν DSC HE
tie·" boek open: en ïee$ öe Sententie ban 9t
jgemeïöe jaar / en ban 't aangeven 3$rje/ ttoeemÊaï öoo^ 3ί& ï^3^ oa^r ban toelgeöoa* rene lEannen ugt ïjet öo$n en atnöacjjt ban jjüaaplanö * öetoeï&e öoo^ öen töentemeefïei? ban ^oo^öïjoïlanö gep^aamt toteröen om öun beeï in 't &t§at en öe treimtaaïen op te feen* jen/en öoo^ 't ï|of ban i|oiïanö b$gefp|o&en 5tjtn <0eenen&eïö too3$ ban 't ^aljutofcjjap Imn l^aafïanö, of ban öe üj>ut$!uibtn ban ^tlflanü onöet bat ^aljutofcïjapfïaanöe·, of ban iet$ bat öe ouöpt ban 't «Peiflanöfcïje J^alintofefjap in 't nunfïe benaöeeït. 01 tegenöeel fiaat 'er toeï uitbèuhMffi öat
be boo^ncemöe toeïgeboorene jEannen met öen öoipe en get amöaegt ban $®aafïanö waren gedeicendeei't uyt edele itammen, doende land-
Meeringe ende anders, ende akyd daar voor ge- acht , gehouden , gereputeert in Delfland en daar omtrent: hadden altyd, als zy 't vermaant Varen geweeft by den Baljuw van Delfland, met den zelven Baljuw rechten juftitie helpen doen, enz. iloeJ&an 'erftïaaröer fïaan öat 3e on*
ber get^aijutofejjap banïPeïfïanööeöoo^öeni berber^toerb 'erin 'tganfcïjeboe&ban jl&aa^ fenö niet getoaagt. ©itsaï een öefcgetöen 3Cee5er om3tgtigöoen
5jjn om 39« bo#er3eggen ooft niet ai te ligt/ en 3onöee Waar öetot$/aanteneemen Φαφ/ «et öat toe bo$ergaan/en3gneanöere betoij^ reben obertoeegen/ öienen ton öe ouöïjett ban £ ^eiflanöfege ^aïjutofcijjap aante togfen. j^een/ öatSMjutofcijap ï$ 300 iaat nietop<»
gekomen :en/ om $uli$ te betogen / fM ik Van geeuwen toeöerom tegen Van Leeuwen. #p
fiet 1 f q6 $öje banjgngBauviii ΙΙΙμίΙαε», baas
|
||||
OUDHEDEW, XXVI f
fitt bt ^pgraben ban Griffen* ogteït/ fïaar
Aamour van Dorpe a$ SMjnto en opgraaf ban ©eïfïauö op lytt jaar 13^3* <tf*nFiorisvart Bouchorit,bit öe ttoeeoe }>ïaat$ öefïaat / ίϋοφ a$ opgraaf en SMJnt» &an <©*lfïfl«ö ber* melöt op 't jaar »330-, ©oigen^ öe jeibe ïrfff $ Aenr Vranken 2$aïjuta en ©pgraaf ban Griffend getoeefiin 't jaar 1494: en ian de Huytc» in t jaar ij-oc. <£n of iernanö 3eg# gen ÖJOUfcObat Simon van Leeuwen 300 iöti Op
oe eene plaat^gemifï ftan jjebben aï| op öean*
öere; en Dat 3ijn 3eggen berbolgentf tot geen bolïtomen bebnj^ ïtan fïrefc&eni 300 3aïiït8tec ttoee ouöe fyieben brengen/öetoeifce oe 3$a# fcen buiten tioijfei fïeifen. w/Y Willem , Grave van Henegouwen , van
Hollandt, Zeelandt, endeHeere van Vries* landt, maecken condt allen luden, dat ivy der* nout manden Dorpe onfenBailljaw ende on/èn Heem- raden van Delfflandt , om oorber ons gemeens lants, bevolen hebben, ende bevelen, dat zj een watei fchuttinge doen maecken van hoeren Zijdswijnde,tot aen Schielandt, endedenHo* geveen, tuifchen den palen voorfchr. hoe dat zy dien fchoeren,dat fy ajfoo heel bl ij ve leggen ongedolvcn, ende wat onfen Bailljuw , ende onien Heemraden voorfchr. hier toedoen, dat houden wy vafte, endegeftade. In oirconde defen brieff befegek , met onien fegel. Gegeven te Middelburch, int jaer ons Heeren dufènt, drie hondert, drie ende twintich, des maendaechs liaer Paeflchen. $e tfoeebe fyfef ff «wtë ftm Willem hl
|
||||
^xviM Delflandsche
^iTWem, Graeff van Henegouwen , van'Hol-
■ '^ landt, ende Heere van Vrieslandt, ontbie- den onfen getrouwen Uiden Heere Jan van Po* lanen, onfen Baillju in Rynlandt, endevanden lande; van Woerden , ende onfen welgebooren Jr3eemrade,n van Rynlandt , Ftorh vander Boec- porfi onfen Baillju van Delfflandt, ende van Schie- landt) ende onïen welgebooren Heemraden van pelfHandt, dat ghy van onfen wegen, vaert op hoeren Zijdtwinde , ende doet maecken eenen "tyaterkeeringe , tot Schielandt toe, vierende twintich roeden breet , alfoo alfmen eens jaers over een gedragen was, daer ghyfe vindt, by cede j. dat fy oirberlixft leyt beyde onfe landen, des en laet niet, en wat ghy hier toedoet,dat houd η wy vaft, ende geiladé. in oircondede- fen brieff befegelt, met onfen Tegel. Gegeven tot Valenchyn , èes woondaechs na beloocken Paefchen, int jaet ons Heerendufent., drie hon- den, ende fes -ende derticru €n treimj! tn öe gemeïtre &#'eben met geen
enltdötooo^ oftutteitenennen gegeebentoo^ti fcat int ^aljutofeöaü toen opgerecï)t imerö/of ï»a£ opgerecïjt toa$ » mag men tod öefïmten fcat get ai mi iange mh$ ban jaaeen m toee- jen toa^ getoceft Mat nnöe &o$ml}t%itt/ fflwnfttt/€w
tjeiöe/dateringen/ en töijgtopüeïangt öaes banftan in niet 3oogroote scftttljtiti niet f$ee# hm-, en get jeggen Van Leeuwen Dan ontoaar* jjeit 50$ tmttielp niet obertutgen. Jïfcaae pit 3aï öe öefcöeiöen &ee3er toeftaan öat men/een fcatmen φι peggen öegoeffc aan te neemen/ öwftrlfe ölglen mag eifleljen 3®ant booj eer ff ïuiöt Jjct toat foonöetfp öflt öie öojnen 5&Wt
|
||||
Ö Ü D Η EDE N." XXI3Ê
3ebert Ijct jaar in* / ja fomntige febertfjet
jaar ι f 81 / ban fójjgnianb afgefejfjentt en om <ZMfïanbgei)erï)t30uöen3i)n/ 3oobcr öar eenig ^efj;ybee baar ban vtpt-, of niet eeiieetug tooo$ te Bennen geeft iuat ^oijiiiasib tot 30e eene milbaabige gsfte öetoogetf man fieööeii. Centtoerbe geeft get mgtoonber bat w Gout- hoeven, betoeïlie 300 &o# na ïjtt jaat ifSó/te toeeten in 't jaar 15-87/ geoooren $ / aïïe bic plnatsen onber 3^eifïanb$»Iaatfï/3onbere£mg gehjag ban bie beranberinge te maalten : en bat Boxhornius oolVbetoeïfregeöooren $in 't jaar iffn/ ban We beranbering niet toeet te f&ee* hen/ en jfèonfïer blaft ugt onber ^eïflatiH pïaatfï. g^e anbere iwtpm melbt ÖP nfet/ om bat ïjji'er ntet öp3onDer$ ban te 3egge« Öab, ^fiibienebentoeïbe rebenen ban Van Leeu- wen 3ooftrac|jtig 3911/ bat3e met ojjgeÏQfïftotu» «en tooien/ ban moeten aiïe bie ontoaarfefjiF tielpfjeben berbaïlenj ift beften't. jjBaar in* bien 'er ooft iet^/meteenige toaarfegpelpgeit tegen ge3eit ban tooien } ban bunftt ηφ bat 3ijn ^ggen/ ten minfïe tot naarber öetoi?$/ booiïojenon3eftermaggeöonben toorben <^nt tot be 3aan te ftoomen ·, in be $5efeö$binge ban g <2Mft fïaat aangeteftenb bat bie bati 3Mft/ om 3icïj ban 3eftere moegelpjjeöen te , berïojfen/ in t jaar ipx berftreegen en nt pacijt aangenomen ïje&ben get ^aljniofcSap ban ^cïjielanb: en ïjet 3eibe gefleït fiebbenojp ben naam ban Adriaan van Dorp,^aijuto batt ^eïfïanb : jjoe foei bat 3η j)et 3eïbe ^afjnfa* fryap eenigen tjjö baar na/ om nifl en bjebe/ obrrgegecben ïjebhm aaneen ön3ijb!g perfooit. fsou&en be peeren ban Seiben niet iet bierge* BJcüwijk , p. 31» ^
|
||||
DfcLFLΑ NDSCHT5
|
|||||||||||||
*Kt
|
|||||||||||||
ι
|
|||||||||||||
ïp£ fiomtettin 'tmerïï gefïelt fjebben omtrent
get ^auutofefjap fean &afïanbS <®at bafïge* pelt 5pbe ffonöen be gcmeïbe bo#pen niet on* oer get SMiumfcöap ban ïlïjplanb / maat fileeben onber bat ban 33Mfïanb} boeg 3000a- Éii0 bat get 3eïbe 2$aïmbifeöap öebient toierö booj ben 23aïiubj ban ftgimlatib. <gn bient tm be3e op3igte aangemerkt bat
get a5aïiuiDfc&ap ban ^eïfianb eu ^cgielanb noeg meer bodeen ben 3e!ben perfoon öeMeebt i§ getoeeft <&tt bipt ugt ben 500 eben ge* meiben Ojief ban Willem II, baai' FioHs van Boukhorit bermeïbfïaat a$ Mini» ban 3Mf<< ïanb en ^cöieïanb. ?&it $er naar geraaben·, ift 3eg 'er niette*
gen: maat' beHee3er oo^beele 3elf ofget ineen 300 buifïere 3aan 300 fleemt geraaben i$. 3^at nu be bo?pen jO^otifter/ Cerjjeibe/ 3$a*
teringe/ ïïij^mp/ en be Hier in 't ög^onöer aan* gaat i om baar iet$ omfïanbiger ban te fp^ee* len/ bienbe föben eeb/ booj S, van Leeuwen gemelb/ en op foat o$er aïïep toegegaan $/ ter jjanb te ïjeböeu. ©oef) aÏ5oo iïi öet berïjaaï ban bleu eeb nu nergen^ binben itan/ ben ifi genoot5aaItt een boïöomenber en effenöer ant* tooou?b tot beter geïegenbïjeit ugt te fieïïen. 3Dau fösjstop Öeu β b® ebenfori te 3eggen
bat^artogt Philips m't jaar t4fo/ boo^tcl) 3eïben en boo,j 3pe na3aaten/ aan be fïaiï ©riffc belooft ijeeft bat fjgbejjooge fjeerïpgeit ban fóij^tpp tn öan ^cöipluibe weg geeven, verkoopen of verzetten, noch in iemands han-
<Je of bewinde opdraegen , vervreemden , of ©vergeeven zoude| zoo dat iemand daer eenigc |
|||||||||||||
t ZicBleisw, pag. 2>,
|
|||||||||||||
heef
|
|||||||||||||
O V Ό Η Ε D Ε Ν. XXX*
heerlfjkheit of jurifdi&ie zoude hebben &ïgb£
<0jaben 5^f· ü
©at meer \$/ tn*t jaar 15-40 ben ^ #^ep*
tember/ geeft get iof ban ^oiïanö iigtf^aaft gebaan tuffcgen be fïab ban ©eïffc en be §eem* raebenban ©elfïanb/nnt^gaber^be Imbacgt^ betoaarber^ ban eemgebo^pen onber ©elft be* goörenbe* rn geeft aan bie Dompen berboben/ geen berfcg foaterm be polbergi en be anibaeg* ten in te iaaten 3onber toefïemnring ber fïaSl ©elft <Pie njoojben / onber ©elft begooren* be / fiaan ?ee niet bg / maar be anbere bo^peit begoo^Den onber ©eifïanb. mtöm bte bo#pet? iWb&y^topooK genoemtj enbaarfïaatnocö bn bat be §eemraaben ban ©elfïanb / en bc Bmbocgt^befoaarber^ ban ®οφιιν$/$ί#§ϋφ/ %ttM/ ggnafcer/ ©eifganfo/ en be ïteteï by den hove van Holland hebben doen befehryvea.
<6en tenen/ 3ooaï$ befooojbenfegpen teuu>
hm! batseaïiegaber/ en berbolgen^ töi$bjp ooft / nocg onber ©elfïanb begoo^ben in 't jaar Ι5Γ40, ©n$begoo#e föjj£top onber ©effïanti in 't jaar 1 f40: get begoo^be baar onber ten tgbe ban W. Goudhoeven bie gebooren i$ int jaar 1787: 2j|oe nan get ban onber ftgijnlaiifr begoot gebben/a$op be boo2gemeïbetög3£* ^etbIptuntbenl|eertBieiswyk bat ©elft e ,
ban onb£/ m't opbrengen ban fcgattnigen/v^fiBh£ altgb eben tieeï opfyagt aïgEeiben; bati|aer; ïem t tneefï ban alien opfyagtj baar ®eift en optragï» Steiben aegter boïgben / «13. $&aar get bipt «gt een open fyief ban «s&aaf Johan, ban 't jaar 14.14/ bat bie ban ©elft/ aï^aanimben/ roagt engoeberen bermtnberb/ eenrgaffïag ts * Pag. 7oif. - ·
ï Pag.7j7, cij^
|
||||
xxxit Delvla isrDScöE
De fcfjatttngen ban gemelöen 3|artog bertoe^
gen ijeööen/ en een fefltenDe Deeï minöer 30U* Den o^engen ai$ De 3iesöenaat$· \7Oort alfoo onfe goede luyden ende Poorte-
ren van Delffons ons ootmoèdelick ce ken- nen gegeven hebben ende befcheydeiicken on-, derwyft hebben , hoe dat zy tot delen dag an luyde an macht ende an goede alfoo gedeelt Zyn , ende vermindert dat zy tot foo groote taxe noch fettinge van geit noch van dienften niet ftaen en mogen als zy tot haer toe gedaen hebben; Soo hebben wy haer geitant doech- deliek aengefyen ende hem alfulcke gratie ge- daen, dat zy voórtaen in allen beden, vergel- dingen, dienden ende beervaerden tot geenen hoogere taxe ftaen én fullen noch gelden noch dienen dan een feftiendeel min ende lager dan oie van Leyden inder tyt ftaen Tullen, alle arch ende ΥϊΆ vuytgefcheyden. Ende om dat wy voor ons ende onfe nacomelingen Graven te Hollandt onle ftede van Del ff defe vryheden, gratiën ende rechten tot ewigen daghe willen gehouden hebben , foo hebben wy onfe fe- gel &c, In den Haghe opten leften dach in Februario, int jaer 1424 na den loop van on* fen Hove. 3Poejj te5tbtv$imnin$ moet ffeen boojtgang
geïjaïï öeööen/ of 3a! niet gegoiDen Jjeböen ög %artogPhilips: foant öetölptugt Den gemei* Den 2|eee Bieiswijk Dat i&tlft ttoeemaal in 't* jaac 14.17 / en toeDeeom na ïjtt jaar 1468/ to eDerom thm beeï ogb^agt aï| SeiDen. 't fff ooft foaatfejjrjnelp Dat <^eift toe! gaaf! aap fem gefeDept/ en toeDenimgeöïoeit3aï ïjeb&en til§ te boren. maw |
||||
Ó Ü D Η E D E M, XXXiii
Wanneer nu or fïao^Mft/ om 300 te fpteet voorga,
ten/ jjaat* boïitomen befïa# ifjaa/ en merö&tcu aan dic Ittiijh toegenomen m$/ fyetft <&?wf Willem™ Ddfl Ii, üoo^gaan^ ïioning Wiilemgenaamo/ïjaaet0£:i:eiiaa^ mtvMijlie boo^veeïjten en h?#bommU toe$e* ; ._ j fïaan ; öefcoeïhe naötTljano tm beek bzneftigt en ten btelc brniueroert 3jjn 000^ anbeve<è$a<> ben. W>otl) / om öar be ganftijc ittgoub ban αίίε toe boo^ccïjreii te foijöiaopg: .30110e 3|jn/ tnUm%etpev berMetig 301100 ballm/ ïjtfo ben ujd goeögebanöen een &o# unttre^eiban oe^eiben op te geeben/ 500 a$$ toe bat ii$u tvehtfi fin Si van Leeuwen * jtebonoen heb* ben. \ ..j-i ·.. |
||||||
PJ Artdveft van Grave ivtlhm^ inhoudende vfy-
dom van tol door alle de landen van Koning j*/24^.
Willem i dat niemand over Poorters van Delft an~ v*y·-· ders hebben fal dan Schepen vonnifle,vanPoor-Poorrc terfchap te kopen, ende van poort-regc, van 00Tres' daginge, poort-geding , oirkundc , ende ver- wmj vrede leggen ende vredebraek, vegt boe- ten, ende noodweer. Item, dat een Vrouw Vrouwe* die backen ende brouwen kan, tot nadeel vanpiucliogj haar Man een bakte brood ende een brouwte bier, borgenende verlieten mag i fonderweder- leggen van den Man. Item, een Vrouw die met linnen om gaet, magh een fteene vlas ver- handelen. Anders mag een Vrouw niet meer geloof hebben als tot vier denier. Dat die Potfr-Hof-rcgÉ, terg van Delft den Grave voor diegiftc voor den vrydom fijner Hofdienften gelden fullen* jaer- «1« /uilen betalen 40. ponden Hollands \ ende waert laeke dat den Grave een Vrouwe zouw trouwen, ofte Ridder geflagen foude werden,öfte * Handreften en ptiyilcgien van Rhyuland p.41*. * * * fceö
|
||||||
xxx rv: Delflandsche
aen des Keyfers hof ontboden wierd, die Poor-
ters van Delft hem betalen Tullen twintig pon- den Hollands} ende of fijn Broeder, Suiierofte " Dogter trouwde, vyftien gelijke ponden, en- Hecrvaerr, de iuilen hem ter heervaert dienen met 4.0. Man- nen, &c. Gegeven 'des anderen daegs na fint Tiburtyus ende Valeriaens dagh Anno 1245. Nader geconfirmeert by Hertog Philips van Â'w gonjen voor Paeflchen Anno 1448. |
||||||||||||||
y
|
||||||||||||||
'iltfi Privilegie van den felven Graef Ç'Mem inhou-
u Jn!cn.iicdende vrydom van huyrland chyns ende land-
gC, winninge voor de Poorteren van Deltt, Gege- ven op S. Georgen dag 1x4.6.
ïtf?* Verklaringe van Schepenen ende Raede van
Srede von- *sHertogenbos , dat die van Delft indient van
njfle tot n00ijen wacr by Schepenen aldaer ende nergens bostcfialcH.anc*ers *·§' mogen vragen. Gedaan in Julio
Anno izyp. |
||||||||||||||
•
|
||||||||||||||
tl6^ Handveft van Graef Floris aengaende de vry-
ToFVry. dom van tollen, gegeven op SintPontiaens dag
í ' Annoiztfd. i27o. Vidimus van de Handverl· van Graef Floris^ in- f
Vrydom houdende vrydom van Gruten ende Gruytgeld,
vangruyt- yan (Jen jare l%j0
geld, ' / nóS. ^ die-Ouwe Delft te regt (al ftaen voet ,
Ampiiatic die Schepenen van Delft , ende men die erven j
van jurifdi-fal winnen als men die op die Nieuwe Delft doer. j ftic* Gegeven by Graef Fiom op Sint Andries dag I Anno 126*8.
|
||||||||||||||
F/o-
|
||||||||||||||
->
|
||||||||||||||
,r?
|
||||||||||||||||||||||
~#χχν*
|
||||||||||||||||||||||
O U Ό Η Ε D t W.
|
||||||||||||||||||||||
ploris Grave van Holland, dat by d/e ftedeuS(^;
van Delft den Muddenpenriing gegeven heeft, Muddcew des Sondags na Sint Wouburgen dag Anno 1180. penning. Flor as Grave van Holland, dat Wanneer uyt- Ii87-
heemfe luyden tuften Maas en Zijp vervallen in- peennninc* ^ der poorte van Delft, van vegten of verboden de breuken wapen, ende met Schepenen verwonnen wer- van ityt- |
||||||||||||||||||||||
den, alle Baliuwen den ftede van Delft haèV'!
|
||||||||||||||||||||||
Maas
|
||||||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||||||
fel
|
||||||||||||||||||||||
derdendeel fullen inpanden. Donderdags naecujc2jj„
fint Niclaes dag Anno iiSy. Handveft van Graef fiïóriis* daer by bydiei2p?.
ftede van Delft geeft een Broodbuys ende 'Vlees- B'o°<%y* |
||||||||||||||||||||||
CCS»"
|
||||||||||||||||||||||
haile,-op fint Michielsdag. Anno 119$. baflli
|
||||||||||||||||||||||
Gifte van de Butterma*t gedaen by Magtelt t
Abdiftê van Ryn*burg ten pagt van vylr ponden uutterraaeti *s jaers. Sondügs na fint Piecer en Pouls dag Anno 13 £9 Confirmatie van de vrydom van tollen gege* I?ir;
ten by Hertog Willem, vrydag na onfer Vrou- ToVnf* wen dag te midden Oegfl: Anno 1 $ 11. Handveft van Hartog Willem, dat die Brou- ,ί40,
wers van Delft niet meer van hopgeld ende Hopende gruytgeld en fullen geven als van elke tien vaten Sïuyrgcld. die men te Delft brouwt, alfoo als dieCoopman denf Brouwer beraelt, twaelf penningen Hol- lands Η vaten van acht vierdens. Vrydags nader- tien dag 1340. Handveft van Hartog Willem, dat die vanden ^
hove van Delft binnen Delft mogen werden be- HofVatf fct. Item, dat die van Delfc met vyf Schepe-DdA, # # # % ' , ■ neö '
|
||||||||||||||||||||||
xxxvi Delflandsch tf.)
nen fchouwen met de gefwoorcn vanDelflaridt» LombIr*d åéê^ ^aar^y geefthydie vander ftede der Lom- Maet, wa-barden huys, die laaken maat, fegelarie van den^ ge, Scholc, lake wage, die Borye, MUkelaerdye, met dat vismarekr, Uytfetten van den Toorn, Buttermate, Schole, Vismarkt , Bode te fetten , ende het Tchrede ambagr. Woonsdagnia St. Katrynen dag An- no 1342-· : ,..;;< 'ßúø* Gifte van het Schryf-ambagt der ftede poor-
Schryf*am- te van Ddft-, gedaen by Hertog Willem Vry dags
3* * voor Kersdag Anno 134/L. ; r Aliancie tuflehen de fteden Dönf, Delft ^ Haef-
AlUricie ^em"> &&&$* $& Geerdenberg, Amfterdam, Akk*
van degro-tnaer , Oudewatcr , Schiedam , Rotterdam , <l/e'- tc fteden denblkk ende Fiaerdingen , tot maintenue endc voo,r,iffr" gemeene befcherminge van Hertog wr7/*« ende
iogWillem»°. , , r ,», , & , , ,
0 fajne faeken ende ichulden met gemeerder hand
te redden. Item , o ft faeke wacr dat eenige
twift van den eenen tot den ander ontftond,dat die ander ftede *c fel ve mogen verfoenen ende ver- lijken. Ende by verderven van den Graaf gee- nentjecr te ontfangen als met gemeen bewilli- gen. Des Maendags nae Sinte Mauritius dag Anno 135º. Overdragt van HeerPhihpsvan Waffenaer, ra-
Viiic'f,erve kenc^de viflcherye, van hetSieken voor Delft,
ia HcSchie.ÏJRi in.de Schie voor by Ketel ambagt tot in de
Maas toe, van date heyligeKruys avond Anno
1410. .......·
ije.7, Quytfchelding van 30. pond Hollands om de
Lombard overgifte van hetLombardhuys gedaen by Her-
tuyj, "i0g uillcm den,.^ Oktober 13^7. Haed·
|
||||
Ï õ ì u m D éß í* ÷÷÷íé é
Handveft van Hartog sielbregt dactby aender'
ftede van Delft wert overgegeven geen dobbel fchool, quaakel bort ofte andere fpeelen te hand- teren, dan ter plaetfe daer 't Geregt nut ende oorboir dunckt, des Maendags nae Sint Aegten dag Anno 1366. .;,,/ m m ' '■ .',. "' f '■ ■ %' ' '(* -
Vryheyt van te mogen fchieten. een *Vrye
|
|||||||||||||||||||||||||
Dobbel
fchool, Qnaakci- bord, &c |
|||||||||||||||||||||||||
vaerttot in de Maas, Verboden neeringen bin-
nen de áïñ,.roeden na op de vaert, dan land- neeringe uvtgefondert die woonen in der dorp der Oodertchie. Schouwe van de felve vaert, |
Vrye vaerB
tot in de Maafe etidc jurifdidte op «kiclve* |
||||||||||||||||||||||||
dyken , wegen, fluyfen, &c. by den Schout
ende Schepenen van Delft te doen, niernant op defelve vaert te befetten dan by den Schout van Delft , onvertogen regt gegeven by Hartog Aelbregtop onfer Vrouwendag Nativitatis Anno |
|||||||||||||||||||||||||
i.ö- û
|
|||||||||||||||||||||||||
■ ■ ■
|
|||||||||||||||||||||||||
Van den fel ven Hertog delbregt ^ dat die Kin- Voogdve
deren tot Delft onder Voogdye iullen ilaën tot Ë.^* haer twintig jaren ongehuwelijkt. Ende foo '™ æã ' wat Baftaerd fterft , iïjn goederen vry fullen Baftaar£ic0 erven op êjn naefte erven. Op Sinte Niclaes iUcccifie. dag Anno 13S9. Confirmatie van alle voorgaende Privilegiën,
|
|||||||||||||||||||||||||
gegeven by Hertog. Adbregt op onfer Vrouwen
dagConceptionis Anno 1385*. .:. Handveft van Hertog jielbregt-awx hy die van
Delft haör vryheid werd vermeerdert, van de Hage poort uytwaert ter Sieken toe, aen bey- den fijden van de twee wegen twaelf roeden breet, nog van den Poorthuys tot den water- |
CofiSrmatie
van Privile- giën* 11*9·
Vermeerdei
Ting van vryheyt efl« de juiiïJ.u
fttC |
||||||||||||||||||||||||
toot uytwaert, nog dat den Schout mag vangen
### j twin-
|
|||||||||||||||||||||||||
\
|
||||||||
xxxvi é* Beibxindsc çÝ
.ë- twintig roeden bnyten de, vryheyd. Op.onfer
Vrouwen dag Annunciationis 1389, ,1 1^4* Privilegie van den felven Hertog Jelhregt^
i^°lthuy" daer.by die van der ftede van Delft wert ver-
gunt Poorthuyfbn te maeken, deuren daer.iri te Stede vry- hangen, veilen diepen ende wijden. Der fte- aoai, de vfyheyt binnen den buyten wegtr ende-$0, roeden breed uytwaert van de Ketel poort noortweftwert om , tot ;dat KeteL poorthuys Bewind van toet Nog dat niemant bewind nemen fal van (0íßÜ Auyien » ipoeyen , &c;. dan het Geregt van &c. ' Delft, nog> van de vuTcheryé van den Sieken Coufifcatic huyfe totin der Mafev Item, om geene breu- tot ix ende^^ meer ge verDÈuren dan fijn lijf en tfcitig AUebTeukc pond. uyt,fijn goed £ dan een doodilag met tag- binnen tig pond*^ Ende dat alle breuken binnen de 's jaers te vryheyd by den Schout beregr moeten werden beregten. bi[mcn ,s ^^ yan den â july ,^
140SV ,, [] By Handvefl: Van Wmo^Wilhm > het Geregt
Vefhieü- jjjgj. mter ajs gens »s jaers te vernieuwen ende yhcLmu ^at °P ^ev dag, dac ^e QUde Raedfluyden haer
ende«ereg- reekenirige doen füllen binnen vyf wieken nae *c. dat haeren eed verdragen is. Dat niemant van den Geregre, Schout, Schepenen, Raede, Klei> Niemand .fcerli $oc}e, niet pagten mogen of borgen of rnede- reecSmo"ilandcrs wefen mogen. Van den pNovember gen pagten. 1408. . .. ..... sKtóHqwodQ 2410. _ - . : Brief van Heer Philips van Waffenaar rakende
V#heit ia- fe vryheyd inde Schie , foo verre als Ketel % ? j*j ambagt (trekt. Op heyligen Krixysavond An- |
||||||||
I '
|
||||||||
Frir
|
||||||||
^^^^^
|
||||||||
OUDHfiDE Ν.' XXXIX
|
||||||||||||||
Μ Π*
Schattinge op de goede van Delft· Sticceflïe van de gea- Jimmteerdc in het Su- fterhuyf. Van de Ba« ftarden, |
||||||||||||||
Privilegie vanden iel ven Hertog Willem, dat
die van Holland nog van Zeeland op den Pöor- teren van Delfs goederen niet meer fetten en iullen dan op haer felfs goeden. Item, vrye fucceflïe van de alimenteerde in het Sufter ofte Broederhuys. Ende van Baftarden fucceflïe op haer regten erfgenamen, foo fy vier^jaer Poor- ters geweeft fijn. Van den i. Augufti^ij. |
||||||||||||||
Verplaetfinge van de Wanthuyfen van wolle 1417.
endelinnelaekenen opdenLombardhuyfe of el- Veikiefinge ders anders, mits betalende een jaerlijkfe erf- vaf ^"s&ï pacht van fevenenvyftig ponden. Vergunt by endeSche-J Hertog Willem den i.Augufti 1413♦ penen» Handveft van Vrouw Jacoba, datroen het Ge- corruptie;
regte der ftede van Delft niet verpagten nog beleenen fal, ende men alle jaers fetten fal vier Burgemeefteren ende feven Schepenen, goede eerfame ende redelijke luyden , ende die niet en déelen aen 't Schout ambagt ende niemant fal Burgemecfter nog Schepen wefen hy en fy vyf jaer Poorter geweeft, ende yemant dieyet gave om Burgemeefter ofSchepen te worden, die fou- de Verbeuren duyfent Vranckrijkfe fchilden ofte * kroonen. Van den 10. December 1417.
Handveft van Hertog Johan van Henegoumuen, j-4*8· ,
dat den oudite Burgemeefter den Schout van sltmtvm Delft, ende Baliuw van Delfland den eed Ctlfta- Deiï» ende ven eer fy hacren dienft aentaften in praïfentie Baltiu* vaa van 't gemeen Geregt der iiede van Delft, Van Dc,fland· L den xj\January 1418. Johan voorfz. van het vleys buyten het vleys- *4*o.
huys te verkopen > of elrewaerts daer het den vt*FWëi |
||||||||||||||
###
|
||||||||||||||
Wet-
|
||||||||||||||
4
|
||||||||||||||
KL Del %ñ-$. $g üs e ç35·
Wethouders genoegen faj.. Van den i» Juny
;'_■;; 142.Q, ·,.\...' . & -.v »<« :?'>■-
't- Privilegie van Hertog Jan van Braband, daer
Vivhtyt by die geenedie fuydwaerts-uyt van de iiede van
v$a Ïö. Delft wonen tot in der Maafe toe, gelijke vry-
»/ lieyd met die van Delft Tullen hebben. Teem,
ReraiiEe; van den tax ende fchattingc inde bede
tot een Yeftienden deel min als die van Leyden,
%r,. '. Van- den- leiten February é 410., ,;, j^
f424. ê :.*i Confirmatie van voorgaende Privilegiën. I*
Confinna- tem , van geen Ampten te vergeven dan aan fie>|a Á Hollanders. Qcen vrydom van rollen aen rte- JMrifeeico,den j ^ndeh, nog lüyden bayten de palen van 1 s Holland , nogte munte te verlenen , dan mee goetdunken van den Rade ende Steden. Gege*· ven by Hertog Jan van Beyeren den, leften Fe- bruary 1434. j - Confirmatie van Hertog Philips van alle voor*
Confirma- gaendePrivilegiën. Vanden i^.Augufti 1425".
tl*?, Overdragt tuilen die van Delft ende Oude-
Exueende water 5 dat die een des anderen Poorteren geen
ppndgeJd, ?xue of pQqdgeU*van erfïenuTe af nemen faj. Van den 4. Maert 1417« ■Aü ' ...
■ í '. * ■ ■· ■ v ' '"'■■:' : - '■' ß
l?3t' * Ì Rcmi-flïe van alle regt aen het marktgeld, om
seJemlt- ^e reparatie van de gevangenis plaetsgedaen, by cceru Hertog Philips den laatllen Juny 1456. / Regiêring Privilegie van Hartog Philips ^ daerbyhydie
ende ver. van Delft confenteert ende ocliroyeert, dat die kicfing van Vroedfchap ende Rijkdom der voorfz, (lede, ftraeï.3^1* Ml^f mogen kielen by hojren eede veertig Pei>
fponen j
|
|||
O U D Η E D Έ Ν.' Xhl
foonen, die rijxfte, eerbaerfte , notabelfte, en"
de vredelijkiie, van wat conditie ofteftate daC iy fijn, dewelke den tyd van tien jaren langen- de daeren teynde tor weder ("eggen toe, ale jaer eenen dag, voor den dagdie men gewoonlijk is het regt te vernieuwen, kielen ende nemen ful- lcn, by gelijken eede, t weent wintigperfonep, uytten allerrijkften , notabellen , eerbaerlijk- ftcn, rekkelijk (ten envredelijkitelVlannen , en- de iiillen die prajienteren ende overleveren aen, den Grave of fijnen Gecommitteerde, om uyttea felven gekorcn ende geordonneert te werden, vïcr Burgemeelteis ende feven Schepenen totte gouvernemente van de voorfz. Stede van Delft, dat jaerichaer duyrende, Enoje voort dat die veertig fullcn gehouden bekent ende geropen wefen in alle der voorfz. ftede faeken, gelijck die andre van de Vroedfchap ende Rijkdom, te Weten, in de matei yen, ende tor allen tyden , gewoonlijck devoorlz. Vroedfchap endeRijck- dom te vergaderen. Ende dac de voorfz. veer- tig eed doen ende fweeren fullen den Grave en- de der voorfz. ftede goed ende getrouw te we- ien, fijnen regten, hoogheyt, ende heerlijk* heyt ende der iïedc regten, handveften ende privilegiën te bewaeren ende onderhouden, ge- trouwelijk te raeden ende te vorderen , fijn ende der voorfz.oirboir ende profijt, ende alles te üoen dat goede ende getrouwe luiden mogen ende fchuldig ijjn te doen. En of't gebeurde oat yemand van de voorfz,aflyνig wiert of hem ontvryde van fijn poorterfchap, fullen die an- öreblyvende by hoiren eede ende confeientie, eenander m deszelfs plaetfe kiefen, fulke ende Jnder manieren voorfz. Gegeven den 7. Sep- tember 1445-, ° /- r 3--ïj # # # γ £Ja$
|
||||
1446 Dat de Burgefneeüeren binnen vyf Aveeten
$tjds*rekc- naer dat haer eed ende dienft verlaten is, ree-
«iug. kening moeten doen, aen negen Perfonen uyt lieVroedfchap, daer töé te verkiefen, op pey- ne van twee hondért pond te verbeuren , ge- lÈonrlrmeert ende vernieuwt by Hertog Philips *ΰΜ Borgonjen, den 2,3. Odober 1446. Handveft. ênde Oéfcroy van den felven Hertog
poorten Philips^ om poorten, toornen ende rrtüyren te toornen en-maekert, van te mogen bannen by de Wet der demuyren..{|é^e vanDelft, ende de gebannen weder in de f·3'nCP'on ^a^c kotttende en<^e nem bevrydende op heyli- hiiyfui op ge tnde gewijde plaatfen, daer weder aft e hae- éo! roeden len. Item , geen huyfen nog woonfteden op nae de viy- tJeftig roeden nae de vryheyd vandeftadte mae· fccy ken. Gegeven voor Paeflen 1448. I44Q. * Renveriael ende Verpandige daer by die van
Veifcheyde Delft voor het refponderen ende verborgen van
^laea" een'ge lijfpenlïoenen verfcheyde domeynen in
der ftede banden werden geftelt, om defelve in te winnen,
geitek» als den Remmeeiler Generael doet van 's Gra-
"Ven góéden. Als het höpgelt, denhinderdarrt,
tneyfehot , ende herbftfchot, wanthuys ende
Viflcherye in de Schie, haverpagt- van Pinaker,
marktpenninge, ftraetgeld, ende paerde tollen,
hoénregek, SCc. Gegeven by Hartog Philips
voorfe 7.July 1440. Nader beveiligt ende ge-
tönfirmeert by den felven Hertog Philips op
den ö\ Febfuary ï4jro\
Schipiuy Dat die Garef nogh fijnen Nacomelingen
ηοσ Rijs- nimmermeer van de GraefTelijckbeyt en fülleh ™'k ^.^vervreemden, nogh Verkoopendie hooge Heet- hckie ver"Jijckheden van §cbipluyden, ende van Rijswijk- geraden* * *^6* |
||||
O Ü D Ç Â ¼ Å Í. ÊÌÉÉ:
Gegeven by Hertog Philips van Borgonjen den
g. Mey J4f9. |
||||||||||
3
|
||||||||||
OcTrroy tot een Watermolen tot vcrverfingei^ffï \'Z
van het water binnen de itede van Delft, om Watermol daer uyt te brouwen. Gegeven by den zelveniefl^ Hertog Philips den 13. Juny 145-0, |
||||||||||
■·■
|
||||||||||
Hand veil van Hertog Philips van Borgonjen, M?0;
dat die rot x. pond gegoed was , borg mogpTotwat werden te regt te brengen , voortaen· gegoed™"^ ^ moet welen pm borg te werden tot nondertIcl.fgttc goudc Rijders van vyfrig grooten 't Huk Vlaem- brengen* fcher munte. Van den 3. July É4$ü, < O&roy van Hertog Philips^ tot het vergroo-14^.
ten enda verwijden van de vaert ende haven Vcrgrotin· naer deMaes, ende die vryheyt van dertig roe-!"§|Jf \^c den breed aen elcke fijde van deielve vaert ende Haren» ' haven, ten eynde de andere veertien roedm, facit vierendertig roeden. Van den 5. July i4fi. Confirmatie van Hertog | Philips, daer by 14^2ö
die van Delft beveiligt en geconfirmeert wer-Co"fi'matiè den, alfulke Privilegiën als haer van [ohaaa Her- ™" v,00r". toge' van Braband, als Grave van Holland, ver- vilegicn» '*"' leent waeren^ Van den ix. Maert 145*^. : Overdragt tuffen Delft ende Rotterdam, dat If4 ;
den een des anderen Puorteren geenexué, ofte txue enJe> pondgeld van erffeniiTe afnemen fal. Van denpondgei^" ÉË, September j4^3, Gelijke overdragt tuffen die ftede van Delfs
£Pi|e pordregt., . JJ Coii·»
|
||||||||||
XfcTV: DEL F L ΑΝ DS CHS s
§4f4# Confirmatie op feekrëüytfpraek tuffende ftad
\jytfprack Delft ende den Dijkgraef ende Heemraden van'
ftif Delft Delfland i gedaan by den fel ven Hertog Philips en de Dijk- van den 21. Mey 145*4. Inhoudende defelve «racf ende uytfpraeke : Dat elclc Ambagt inde WehVam- Hccmraden- bagte van Delfland , fijn Ambagtsbewaerders l^d* nemen, hebben * ende kiefen fullen , die daer over wefen fullen, als die Dijkgraef ende
< Heemraden van Delfland, keuren ende ordon- nantie fullen maeken, van de werken der dijka- gie ende van dammen, fluyfen, heulen, we- gen , wateringen , &c. om de gekeurde wer- -ijfcen elek in den fijnen te belleden , ende daer van openbare rekening te doen. Dat die Heem- raden jaerlijx voor heuren loon ontfangen ful- len twee penningen op elck morgen. Dat die acht iluyfen int Weit-ambagt van Defland ver- fcheyden ende gefmaldeelt fullen wefen ende blyven elekop fijn aóOo.morgen. Dat ter fae- ke van eenige infpeétie daer dijkagie aenroert, het pondgroot dat deHèemraden op gefèt heb? ben fal af wefen, ende de Heemraden van die geene diefe behouven fullen, niet meer nemen , · en fulleii, boven haer twee penningen van de tiir morgen , als fevenentwintig fehellingen Hol- lands naer ouder coftuymen, Dat die boete op
de eerfte fchouwe van de werken der dijkagie niet hooger weien en faï dart tien fehellingen Hollands, ' &c, «47«. Confirmatie van Vrouw Maria van Bourgon-
Vt'rkicfitrgc/^, daèr by het Privilegie van Hertog Philips
van de 40· van den jare 1445*. rakende de verkiefinge van ^a(le"ft «r ^e vcert'S Raden, vier Burgemeeiters ende fe- ?cn, ende Yen Schepenen, nader wert beveiligt ende ver- Schepenen, nieuwt, te geduyren van nu af ten eeuwigen *ü;:0, "' dagen j ■ |
||||
Oudheden· xl^
dagen, inhoudende alle poin&en in het vöorfz.
Privilegie van Hertog Philips begrepen. Ge- geven in die maent van Maert Anno 1476. Sententie van den hove van Holland tuffen if2^
dieBurgemeefters ende Regeerders der ftede van Binnen «Ie Delft y ende Cornelïs Dinifz. alias Reynuyt ,<·. roeden ende Adriaen Jacobfz. alias mijn Jonker, daernacr dc by verklaert wert, dat defelve uyt kragte van' oeed. het odroy, van binnen de hondert roeden riaennge cc de vaert geen neeringe te mogen doen, dandocn* landneringe, uytbefondert die van Ouwerfchie, &c. niet en vermogten te tappen, ofte tappe* rye op te fetten. Van den leften Maert ifi<?* Octroy van Hertog Karet, tot een fluys in é&>
de Zjjdwinde, tot ververfchinge van het water"s,«ysfnrfe van de ftede van Delft. Van den ia, Ju\y^¥^^ »473- Confirmatie van Hertog Maxim'üiam ende É4ãô,
Vrouw Marie , op fekre handveft ím Hertoginnen Philips , daer by die van der ftede van DelftbuvtcH Je, vergunt wert te mogen bannen binnen endej^f"1^ buyten de vryheyd van de ftadt, anderhalf uyr int ronde. int ronde. Item, dat de Poorteren van Delft Poorterea nergens in eenige Dorpen nog Ambagts-heer^VinI]e]ft lijkheden buyten de vryheyt gelegen, gearre-]"£^et"e fteert mogen werden om eenige perfonele a-arrefterea
clien. Gegeven in de Maent van Augufto An-omPcrr°n*
no 1477. Icadicn. Renverfael van Maximiliaen ende Marie ; daer 1478.
by die van der ftede van Delft voor het ligten Vcrfcheyrfrf van verfcheyden penningen , verlijd wert «enJomeynen rente van fes hondert Phüippus Bourgonfchc'Sffi^ ichil- fiad.
|
||||
$1~ΫΙ De.L^L ANdSCHE
fchil4en's jaers, ten laften van des Graefrelijfe-
heytt· domeynen, daer voor haer in veriekenngg verpand ende in handen geftelt werden, alfo- danige parchelen van goeden ende domeynen als zy ah ede by andre brre^e van Hertog Phi- lip· in handen badden , als het hopgelt aldaer geldende jaerlijx ontrent vyf hondert twem- twintig ponden , den hinder<Jarn binnen de yryheydt der felver ftede , met fijn toebehóo- ren, geldende jaerlijx twee hondert, ende veer- ,a tig ponden. Item, het Mey en ie Herbltfchot aldaer, geldende elck 's jaers achtenfeitig pon- tien. Item, die erfhuyren ende verthijns geld van den poortlande inden hof van Delft, belo- pende jaerlijx hondert ende achtentagtig pon- , den. Item, het marcktgelt, ftraetgek, ende panele fhollen tot Delft, belopende jaerlijx .ir, tweentxyintig. ponden. Item, het hèorngelc binnen der Mede van Delft, ende buyten ind# hof van Delft, belopende jaerlijx vierendertig ponden veertien fc hellingen. Item, de haver- pagt totPynaker, belopende jaerlijxtwee hon- dert fevenentnegentig ponden negentien fchel- lingen, alle tot xl groten't pond, daer van heE overfchot alleen aen den Remmeeiier Generael Tal werden verantwoord Gedaen met confenc van de Gecommitteerde op 't ftuek van de do- meynen ende fmantie den ipvMaert i47§. DeDeJffche Confirmatie van Hertog MasttmilhMn, op fe-
andrko"p!ker handveil van Graef Willem, dat niemand xhaofchap- op de Delffe bieren ofte andere koopmanfchap- reunie? pen geen honger laft, nogh meerder prijs (cv bè!°ftCr tei ten en ^ ^an ^v °P naercygen g°eden gelteit
intire op hebben. Item , dat diegeene die in hctSufter- ftaereygco huys ofte Broerhuys komen, haer goed fal er* |
||||
O U D Η E DE Ni XLVri
ven ende bederven, die twee deel op haer reg- sucicffie
te erfgenamen, ende het ander derden deel op van iictSsi : den huvfe daer fy in fterven. Ende lbo wat Ba- jf"huy* ilarJ binnen Deirt af lijvig worde, ende vierhuySt jaer't eynden een Poorter geweeft was, haerBaiUerdea ,<& goeden die aen den Grave komen, erven fullen iucceife. &j3 op haer regten erfgenamen van fwaert fijde, gelijk of hy een getrouwt kind geweeil was. Gegeven den 30.dag in Mey 1487. Uycfpraeek van Hertog Philips ^ dat de execu-149&' m
itie op de fes groote iteden eeril fal werden ge-^cutieo^ dacn op Dordregt , Haerlem , dan op Delft,^dco.8"3
■ende foo voort op Leyden, Amfterdam , ende Gouda. Van den zo. September 14.96.
Sekre Artieulen aengaende die Veertig endeiioa
{Vroedfchap binnen Delft gegeven by KoningycrWcfinge mPbilipS) inhoudende dat die Thefauriers gefa-r^*"f# Imentlijkehandelinge fullen hebben van ontfang lende uytgeef. Datmen niemand tot Thefau- frier kiefen en fal, hy en fy boven de dertig ja- *ren oudt. Item, datmen geen twee Broeders, veertig» ïogte die Vader ende fijnKint in de Veertig fal aeien 9 ende niemand daer toe te kiefen hy fy lertig jaren oudt. Item , en falmen niemand Eleéb'e rm rm die Veertig in deeleéiie van de Wet bellende wet, lie Vader ende 't Kint , nog twee Broeders in fijnre cedullen, ende of fulx gebeurde, fal lie eerfte Item me hebbende fijne ftemme ge- >ruyken, ende de andere fal dood ende teniec jwefen. Item , dat die Have-meefters in den -aed ende Vroedfchap van de ftede wefen ful- -n. Datmen alle jaers de keuren van de nerin- gen fal doorfien , corrigeren ende veranderen, IQ. Gefloten den rj. September ι f 00, Prif
|
||||
XLVIIÏ Dïï. L^LANDiCHÈ
ïf 5«, Privilegie by Keyzër .&'*?/ aen die verbfafP
Reniiflkcn- de ftede, ende Poorters van Delft gegeven r in-
de fubiidie houdende onder anderen exemptie van alle be- |
||||||||||||||
a
|
||||||||||||||
Delft om de ^en i fubventien y ende petitien , den tijd van
|
||||||||||||||
f
|
orefï twintig jaren. Item , qtiytfeheldinge ofte gif-
end* te van het overfchot van de hop ende gruytgel- |
|||||||||||||
de , herbftfchot , meyefchot , viflcherye, &c.
aldaer vallende, jaerlïjx t'famen bedragende on- trent acht hondert pond, voor den tijd van tiert jaer. Item, een fubfidie van vyf hondert pon- den te xl. grooten eens» Verkopinge van Sint Jeronimus convent, ende aenflag van de' vrugten van de memorien, feven getijden en- de gildens, tot het repareren van de parochy Kerken , een nieuwe vaert door 't land , endd twee verlaten met een kolek aen den Leyfen- dam, vrydom van hét ftapel-règt vanDordregt voor eeftige jacfen over de materialen tot tim- meragie dienende. Vrydom van alle gemeen- lands contributien ende ommegeflagen den tijd ' van de vrydom der beden geduyrende. Con- firmatie van alle Privilegiën enderegten, daer van fy ingebruyek waeren. Dat debiefen niet hooger lullen werden belait dan andre bieren^ ende dat de felven bieren volgen fulleri alle vry- dommem die op andre plaetfen de bieren wer- den vergunt. Ommeflag van twee ftuyvers op elcke morgen in Delfland gelegen. Datdieuyt- fpraek tuffen Delft, ende die van Voorburg * ende Tedhigerbroeck , raekende de diepte van de vaert van Delft tot den Leyfendam , fal wer- den onderhouden ende in treyn gebragt. Ende die van Rijswijck Van gelijcken daer toe te dwingen. Onderhoudinge vaneen vfye weeck- ...»■ inarekt des donderdags. Dat den Baliiuw ende Heemraden van Delfland regtdag houden fullert ia
|
||||||||||||||
Ö υ β η ε ©ε m* tttü
in» de ftede vart Delfr. Dat haer voigen Tal op
die Schic ende op die Have dar haer toekomt; Sjrcheanrie en uytitel'van beralinge van alld' voorgaende ftede renten vanden jare ίƒ54. en- de ifóp ende nog fes andre navolgende jaren 5- ende dan te beginnen daer die laetite betalingc gelaren is^ voort furcheantie van betalinge van alle haerluyden (bhuiden , gemaeckt ende ge- contracteert voor date van den brand, voor den tijd van een jaer >- ende indien fy verder fur- cheantiebehoeven, fulien 't zelve te kennen nfo- gen geven. Dat alle grondrenten op verbrande huyfen te niet fulien weien voor den tijd vari vyf andre jaeren, endedaernaé re betaelert vyf andre jaren half geit. Dat de Burgeren voor elck vat bier tot excijs volftaen fulien met drie' ftuyvers, ende die Tappers Ces ftuyvers^ voor; den tijd van thien jaer. Dat fy hondert mor- - gen lands van de Heyligen Geeft mogen verkoo-
pen , orn tè diftribueren onder die fchamele perfoonen willende timmeren, mits aillgnerendc' den penning vierentwintig. Dat alle erveri ; binnen de twee jaeren moeten werden getirn- mert, ende daer voor gecaveert* of ia!'r eyndc h jaer 't felve erf by d<:n Schout ende Schepe* nen roegefchat werden die 't feive betimmeren Wil. Setcinge op de onverbranden huyfen Jn recompenfe van de vryheyt die met de verbran- de Poorters genieren tot reparatie van de harde daekeri, Gedaen op den 20". Juny ende 1j. July if'37. π Confirmatie van Keyzér Karel, daer by die ·,
van der ftede van Delft wert geconfïrmeért en- i^Vaft <^e vermits het verlies in de brand van den j'aere exue. *ƒ#* vernieuwt wert het o&roy by het welk |
|||||
■
|
|||||
f.
|
||||||||||
haer gcconfenteert is te mogen heffen ehdeont*
fangen van alle goeden fuccederende, ofte an* deriints gaende buyten der voorfz. ftede muyren, den, twintigften penning, mitsgaders oock ge- neralijken foo veel te mogen nemen ende ont- fangen van de Inwoondersofte goeden uyt der felver ftede gaende in andere plaetfen, als die Wethouderen aldaer nemen van de ïnwoonders uyt der felve pleeke vertreekende, komende, bin- nen der ftede van Delft, ofte foo die ïnwoonders van Delft moeten betalen van die goeden die hen uyt andere plecken opkomen, 't zy de tienden, twaelfden, ofte vyftienden penning, hetwelk genaemt wert exuengelde» Van den 17. MaerE 1 |
||||||||||
O&roy van Keyxer Sarei, daer by die van
Delft wert vergunt, dat niemant en zal mogen eenige kalckóvens ofte fteenovens maeken of fetten op een half mijl na aen de ftede van Delft. Van den 3. Augufti if4J. Sententie van den Hove van Holland tot het
afbreeken van feekre huyfinge in Schoonreloo, regens het Privilegie der ftadt Delft getimmert* Van den 21 «April 15*39. --, Uytfpraek by CommifiarilTen van Mecheler*
tuflen die van Delft en Delfèhaven gedaen, óvet" feekre keuren ende ftatuten by die van Delft ge- maeckt, opt leggen van de buyfen in de oude haven , packen en den brand van den haring, aenkomende tot Delfshaven. Item, op de* tim- meragie ende reparatie van de huyfen ende'iedi- ficien op die vlecke van Delfshaven* Van den derden November 15*48. · 4 \\ Op-
|
||||||||||
JY47»
Geen ftecn «ftc kalck-
ovene op tenti.iUmyl aae aen de ftadc DelFt te itcUen, * 519·
Schoonre-
i00i
|
||||||||||
ÏJ48.
Leggen van
ile buyfcn, packen vao ie haring, •nde timme- ren van de huyfen tot Dclfi haven. |
||||||||||
öpdragt van de Ambagts-heerlijkheyt!Scho-J^j^
nerloo met Coel, ende het halve veer, oie vU-h^iijkhiji
fcherye ende biertolle aldaer. Item, den ha-^Schoner*
verpagt van Pynaker aen die van Delft gedaen^0> enc3e
tot afdoeni nge van de iaflen daer die van Delft Ylil\Z^izt
voor gerefpondeert hadden. Gedaan by Keyzer aen die vats
Karel den iz. Maert iffp. Delft ver.
, kofu
OcTrroy van Koning Philips, om tot verval Iftf0#
Van de nieuwe werken ende havenen, den tyd Jmpofitfcog van veertien jaren te mogen heffen , ligten,de "aring ende ontfangen ten behouven ende profijte van Joc ^ - de ftadt Delft, van alleStierluyden arriverende ende komende met heurenfehepen, buyfen ofte boten ter haring* varende op Delfshaven een Ca* rolus gulden eens, voor eleken ïa'ft haring al- daer komende, twee ihiyvers voor 't gebruykvan de haven, ende reparatie van de kaye ende pla- tinge, van allen Coöpluyden die haring zullerx vervoeren van Delfshaven ongepackt gelijke twee ihiyvers"voor elck lafl, van den Coopluy** den willende haeren haring doen packen op' Delfshaven , ende den brand daer op geitelt te hebben fes ituyvers , ende van den buyfen be* gerende in dezelve plaetfen te bergen, Voor bergloon van elke buys boven de dertig lailers fes guldens 's jaers, van twintig, laften ende diierenboven tot dertig laften vier gelijke gul-" dens , ende daer beneden tot tien laften twee gulden , ende onder de tien laften eene gulderi sjaerS, mits verantwoordende daer van ten pro- fijte van zynK.M.jaerliix dentwintigften pen- ning. Van dato den zz·. October if'6'o. Üytfpraeck van die van de rekening tuifen die"
itade Rotterdam ende Delft, daer by verklaerfl |
||||
XII ÜELFLANDSCHÈ
wert de Vifleherye in de vaert van de Biilèrticf
Heul tot de Heul van Overfchie, dien van Rot- ,- terdam toe te komen, het Delffe bier Tonder hooger exeijs dan ingebrouwen bier binnen Rotterdam te mogen verkopen, mits van ge- lijken het Rotterdamfe bier binnen Delft ende Delfshaven mag werden verkoft, endealfoover ende weder in andre koopmanfchappen. Nog dat die van Delft het Baliuwfchap van Sctóeland by henluyden gepagt, cnde doen Hellen op A- driaen van Dorp , fullen refigneren ende doen ftellen op Heer Gerrit van AiTendelft Ridder, of Floris van Kijfhouk, mits genietende reftt- lutie van de acht hondcrt ponden by henluyden daer op geleent, nog aengaende het fchouwen van de brugge van Schiedam, van de Ouder* ichiefe endeBilderfe Heul, datmen die lal laten foo die te vooren gedaen is , ende meer andre ftucken, alles op een peyne van Huyfent Philip- pus guldens te onderhouden, Gedaen op den . rg.Maert if 13,. t 40. Ordonantie van den Êd» Hove van Hollandt
Rakc'ndehetop de difFerenten tuiTchen der ftede van Delft,
water Her cnde die Heemraden vanDelflandtmet denAm-
ftadt DeJft. bagtsbewaerders van Voorburg, Rijswijck, Ber-
kel, Pynaker, Delfgaeuw , ende Ketel, daer by
den Heemraden van Delfland wert bevolen den
voorfz. Ambag&en geen confent te verleenentoc
ihet inlaten van buyte water, als naervoorgaen*·
de communicatie ende advys vandie Regeerders
der ftede van Delft, om te weten of 't felvediè
ilede niet hinderen wefen en mag, Vanden
23, September.
|
|||||
0r=
|
|||||
I -Il
|
VM^M
|
||||||||||||
Ο υ
|
|||||||||||||
D Η Β D Ε Ν.*
|
L'IH
|
||||||||||||
Ordonantie endelnftru&ieopde adminiftratie rm,
van den öntfang der ftede van Delft, Delfsha- Thefaurya
ven ende datter aankleeft. Vanden jare icri.-Jer i*ad
J * * Delft,
Sententie van den Hove", daer by verftaen ijj8. ■
^ende geconfirmeert wert het Privilegie van Her- Coafifcatiei tog Aelbregty van dat een Poorter van Delft by confifcatie niet meeren mag verbeuren dan zyn '" ·* lijf ende tfeftig pont üyt fijn goet. Van den 2. Oótober 15-38, , , Confentby die van Delft gegeven aen Jonker r454;
Philips yan Spa»jen, tot het deurdel ven van den Dem-rlefre» Havendijck, ende ftellen van een Heul by den van<JenH*. den Spaenfchen molen. Vanden %^}u\y 1464.Tcnd,-ck· Confent van Heemraden vanDefland om twee ir7j.
verlaten met een kolek aen den Leydfchendam Twee" ver!*: te hebben , mits dat die van Delft de brugge fc"met ee» tot Ouderfchiefoo wijd zullen uytdelven als de ÏÏÏi? Schie wijd is, ende tot fuiken tijde als het land fcaW van Delfland met het water belaft is, de fluys- van Delfshaven zullen openen, ende open hou- den foo lange alft van noden is, ende tot meer- der genjf de binnenfte iluyfen op de Haven zul- len verwijden, tot fulcken wijteals diebuyten- fte fluyfe ter Maeswaert is. Van den 17, O&o- oer 11*78, Pöroy van Koning Philips, daer by gecon- if*7·
nrmeert werd de coituymen Van het uytfetten Weeska- . der Weeskinderen penningen op Weeskamers racrï rc«* regt, dat de Rendtfchuldige de löflinge ende rcititutie van de hooftpenning tot allen tijden "aeJ waerfchouwinge van een halfjaar te voren als de Kinderen tot haar mondigen dagen fijn ##*:# J Οζη
|
|||||||||||||
■
|
|||||||||||||
gekomen, ofanderiints de Voogden oprdeka
defelve van doen te hebben, fal moeten pp leg- V :gen., Van den 2.3. July 1 f<$j, 4 ?97„ ......Q#rpy .van de Statm van Holland^ daer by die
RakcRfJe .4«. van, Delft i$ geconrenteert dat geen Herberge^
Lérticrgcti yavernen ofte Gabaretten mogen werden gc- f^Deifc. maefo ofte gehouden;, buyten de Qoftpport tuffen desStads yryhe^t.ende Dclfgacuw, buy- ten" dë Zuyd ende 'ïvetelpoort tuffen d»e Stads yryheyt ende den overflagh, buyten de Waterr ilootfer Ppprt 9 tuilen de- Stads vjyheyt ende PijxWprn, genaemt den Hporn, ende,buyten |
||||||||||||||||||||||||
•jlia ή
|
de 'jjiaagp,QQ.rt tuften de Stads vryhey-t ende de
|
|||||||||||||||||||||||
'Haprpprügge,.',, endTe voort de plaetfen tuffen
bèyden 'gelegen, naer advenant defelve diitantie. Vanden 30, Augutfi jjte& ' |
||||||||||||||||||||||||
»3»-ijii>;
|
||||||||||||||||||||||||
e»»
|
||||||||||||||||||||||||
teiffbeic- Hae^afcoe W>tlbtmw$/ 0002 oe algem&ne
gere «n ^ttpmfp) |jaa«ö£ geniaa^t / tegen'. 3|a£ta$ fcwjk" Aaibert opgefïaan jpj ι Jjpe qnalpt fcat |^« bje piMagte ta|ebdij£JtM*omen $* Joe öat $e tot , obergabe geöbjangeü / fyunw pookten/ ittutam/ en tareu^/ moeffen 3?en ffectjteu m ter aatoe terpen-, en foaarenööben 4e onisenti wtófcjtfïoen/tot &qete/inoefïenopfeengeiu en &at öaar ^mmM sicbotot.iS/ öeöoef ί& pjec niet omfïan&ïg op te gaaien. Me onseigifïo* jptfe^pber^ berteiien ftet iörjaloojJig genoeg* m bieeten ban oe t$ftiaöeit oer ïPeïbenaami/ in ïjet berboïgen oer ^oeftfeïjen/ tekenen, |
||||||||||||||||||||||||
■1
|
$®aar ö» öe$e gdegenbljeit acjjt inöet mpen
|
|||||||||||||||||||||||
pïigt te 39«/ oen fieeser omtrent een generen
m$f?ag ban fommige fcjj$ber$ te bjaarfcfjou* |
||||||||||||||||||||||||
-^CT
|
||||||||||||||||||||||||
-^—__
|
||||||||||||||||||||||||
O U Ρ Η», Ε Ό,Έ.,Χ *<Ϋ
*η at^rrccgtfcö fcSfëben &an fbmraige noot*
3aftelp op gec öooipaü en in een toarneff 5outo moeten raata, i&et bcfïaat jjter in bat eemge fef#pber£ / baar 3η bit belegeren ban ®tlft berteiien/ be ïloebfegen «1 ï$aöe« jautofrljen booj maSftanber bertoarren: Dat $ tegen Jiabeiiauto^ üoebg / en teg^ti I|oen£ $tabeuaub$ 3eggen. Boxhomius, bit rumoer befej#gbenbe/ berteït bat i|actog Aaibert ben ^aiiutO bantememcdanö/ Jan Bloemen ftein,
afteset gebbenbe / tn 3gne pïaat$ aangefMt
jjëeffc Reinout van Brederoden; enöatbeïfoelt^
0C3tnDctt ött $eer eubeï opgenomen/en ben niew
toen 23aljnto bnnaa boobgefïagen Fjebben: ban boegt ïjg'er bn tjoe bat öe %oen$ge3mben 3ieïj ten beeïe opgefïoten Rebben / en öooj ï|artog Aalben belegert 3ijn/in Jet fïot %eemperbei ten beeie gebiugt 3ijn naar 3M#: en bat be 3Mbenaar£/ fïern $oen£ge3nib/ gen met al· ïe beleef ïjeit ingejjaalt gebbem enj. Cn jmff j)ab ï^artog Aaibert meer 3ueïjt booj behoeft* fcjjen ; Bloemeftein toa^ Éabeïjauto^-eit Brei?
derode üoen£-ge3inb ; m ft toaren.be fyefotb
jauto^ge3inben / bie een toeleg op get ïeben ban Brederode gemaabt öebbenbe/naar^eïfi: 3yn gebïugt §ab Boxhornkis aïïeen gemijt 't gebaar ban bertoarb te tooien 5oube 3011 groot niet toee5en: maar be ^eer t Bieiswyfc $eïf/ bit belegeren beefjaaïenbe/ geeft 'erbe3e reben ban/ bat be fïab be ^oebfcjje partge te $eer begnnfiigt-, en 31CÖ tegen^ ^tn ^aafnpt goofbe ban eenig nrifnoegen aangebant ï)a&, 3a be groote ïüronp fci)$fr ooft bat bie ban be lloebfcge partye f)et afêetten ban Bioeme- item, en ftet aanfïeiïen ban Brederode, jeeu * Pag. <4·
|
||||
fcyi DE t f L 'AN Ö SC HÈ
$uaïp tnmbü nameny en ben %mé Bfede-
tooe iasen 0dcit öeööen. <Bat 3e baar op booj $lm Aaibcrt j6d0gat 3jjn op jjct 8U$ $|eem£Hèi4isc: en bat bie ban 3Mft/afëtyieri* öen en tneöeflcnöerg bec genen öte op igeem^' fcerne belegert fcuieröen/tegen ïfattog α albe re opgefiaan sijn* ©«: ife3$peii ban w gcoöte l^rpngti^al Boxhornius en Öen Wtté Bleiswyk
'op; j?et οοοϊρεο gegoïpen öeöoen * en Goud-
hoeve- 5elf t$ er oor öoo? bedeiöt Want jjn iaat #e öie tooo^öen ban öe geoote Jiromjft oitfjeranöerö ·,. baar §g anöeeö öe fonten/ öie j$ hinbt of boo? fouten aanzet/ gejoooon $ te boeteeen -3E>aai? geoöen ton blei? goeöc #eÖ$bet$ / bit ï*abeï)aiito$ boo^ J|oe8# en iiogb^ boo? Haöeïiaauto$ neemen. <®t meefïe aeeja^ Iee5en bekorte met suïne om3igtig;< fteitniét/ bat ρ 3tc|j tegen alïe miffïagen ge? toapenb öoubeii: en raaften ou$ in öe fyftovit bednarö °3ït ïjeb öén^eïf bm mifflag, omtrent bc 3|oeh£ en $*aöeïjauÏö$ge3inöen ooit tn anöere öeïegenööeitbei'iiomen.^egemeïbe Goudhoeve, geen onöillp &t D$bee/ seit in' t gefïagtregifïer Öee WaiTenaarcn öatjan Waiïenaar, Jakobszoon,
öe $aöeljauir$ge3inöen titt Seiöen ijeeft Beï^
pen beroepen: en Simon Van Leeuwen fcfeijft pt hJOO^ben ban Goudhoeven fïegt$ Ugti eïl
begaat aïöi$ öen 5eïf öen miffïag
«Pat th in ïjet reeö$ berjjaaïöc gelpgeb/en
bat bc gemeiöe ^|)$ber$ öe üoehfcgenenüta^ beljatttofcöen toaarip öoo^ malnanöer b^aöbe* len / 3αί memanö ontftenncn öie be ouöe ge* fcpieöenifTen met opfettenöïjeit geïec3cn geeft gjfn toiiöen %tt^tt gier maar berichten öatnie* ■tnatiö aiïe$/ biat be %oenf en HabeIjaHfa$ge;' §möenraafct/ ödmopter op maïfianöer Utw 1 * melt/ |
||||
Ι
|
|||||
Ou D Η E D E N. LVr?
tneït/en netter berganbeït geeft/a$J,Heems-
kerke in 3tjne 2$atabiffcge Arcadia: Ug$ fpffr
ben ^cfetjber ift bit nocg met een bjooL?b aan-
merken toii/ bat be I|oebfcge parigboo^gaamj boo^ be befïe 3aab banrnte/ maar b£ Jiabel# jaurofcge beter öeïefb en pberleg gab/ en öu^ boberi bjeef jftaar. bat beter beieib en oberieg befïonb eigentlp gier in/ bilt $e beter J|obe* ïingen foaren ben &o;ffen mifïen te ftreetenefi te fïeemen·, gunne tegenpartg bg be Pooien 3bjarttemaaï$en/ ens. ®e^dbenaar$/ bu£ geftafïgb/gebben bfe
bïaïr booa gunne troume bïenflen meï gaafl ugtgemifcgt/ en be gunfï ban ben 3eïben$02fï gemoimen, daarop i$ geöoïgt be bergnnning ban ||artog Aaibm Jjier boo? met bo^te tooo^ben aaugetoogen> ban be pookten te mogen fluu ten/bebefïen te biepen/en3. 8Ncg al3oo baar geen gebsag 'ήοόή gemaaïit ban be muureti foeber op te gaaien/ en bse muttren met to# remjenanber3n$te berfïerben/ $gunget3efc be in't jaar 1448 toegefïaan ρ bergunt booi Philips van Borgonje/ jj&aar iög bienen giet? norg eenige aanmeldingen ointrent be bQ02# rccgten ber fïab ^elfc te maaheni en fommfc ge met bo#e fcpoo^ben te berbïaaren. ®e boojgunning ban een gabe te mogen
fWeten tuffcl^m «^rfcgie en be jj&afe ff be opftomfie getbeefï ban ^cïfégaben: fommtge ^fgnjber^ bemeeren bat be <Peïbenaar£ Hit boojreegt berbreegen 3ouben gebben/ om bat 5c hm <0t?abe in ben ^ieflcgen oorlog een grooten bienfi gebaan/ en be «èugelfcgen ter if oïïaiïöfcge befoïbinge fïaanbe / en ban be &jte 3turonbom be3et/gemeïbiger ganb ontset gafo» Pftt, q^oeg bie ^c&gber^ gebben geen acgt |
|||||
• Ι
|
||||||
μ,γιτ ι Del έχα ndsche
jjegeeben op ïjtt jaar: 3tjnöe öe gemeïöe hm
gunning getewenö in 't jaar 1389 > en öe <to grifcgetröoa; öe <&clbtmav§ oM$tt in 't iaat: ©£0$τβ.«# inöe ^cjjie/öie ïjtn èooj ben
^cïbenjfartog toegcffaau ioa$/ fcoierö gen enk trent öc Hetet bettoifï iioo^ Philips van Waili- naar Heer ban öe üetel: maar/ na öat 3e öen jjemetöen ü|eer öe^foegen baiöaan ijaööen/ |)eeft gp ften öe b&e bijfcJjern bn open ö^ebe ioegefïaan. : <Pe b^ijeit Ö002 3g artog Jan, m 't jaar 14^4
aan öe fïaö bedèeoö/ te fcoeeten öat öe genen ife toeöersp^ iang^ öe ^eïue binnen öe 40 roeöéniööonen/ ban; öe fïaö af tot öe J&aag' tot'/ poojter^reeöt 3o«öen jjebben/ beröient ooft Ö^are opmerïting; te meer öeixnjl 3η öe Êebefïigsng öer 3elbeb^eït in't jaar igt 1 koe* öerom bezorgt en ner&reegen fytftbm ban §ώ£ tóg Philips ifeensouöe bennen öat Jjet^ofëtig Èoo^ öe fïaö toaar/ en tot beter öebolfting ban öe fïaö 3onöe ftrenfien / öat öe ömtenuriöen 300 ijmt tygljtit niet en gaöben, <$on geeft Jet öe ftao§ oberfjeit naöerijanö 300 Öegreepen > en geeft öat boo^reegt/ of öie bergunning/ ban 5rif# ïaaten berbaïïen. pp 5onöeöan geiooben fcatöe 3Mbenaar$/ 3ienöe fjunne fïaö3oöaa* ma groegenen öioenen/ en öemer&enöcöat5e ïang^ öe f aben/ en öoo^ öe gemeenfcöanmefc fce 0W# 1 &$ èm groten toebloeö ban rp* öom en toeïbaaren nreeg / en noci) grooter te bertuacïjten jjaö / en öaar % / 300 3η meenöen/ niet te b^en Jjebbenöeöatöe anbjoonöer^ni f ene 300 toeïbaareuöe flaö bertninöeren 3011* öeiii jft 3onöe geiooben / $eg in /öat 3eaï|e# m mn een (φΜήψ ban %ηψη IjMm Μ* .,; # ψ ■'" leii
|
||||||
. t
|
||||||
Ö Ü D Η E D JEN. tl*
Un maarten tuffiöen <®tlft m be f aben. <tfhi
m 3uïicn/30ö a$ ifc ïjet &e£$p/ geöooptöefr ben bat bede peeren en $enteniei$/ on Jjet buitenieben ge^et / en 000/ be aangenaamleiÉ ber pïaat5e en get itfaifleriö g^t^t bei· booiög baarenöe ^cgepen berioftt / en baar bg ttooi bese b$öeben aangemoebtgb / a!<? om fïega tracijten jonben een toonpiaat^ aanbe &c{|it te berfirijgen, <Bmtwit 1& fyanbbefie ban 't jaar 1343/
j&ïptbat Sier al m bien tijö een Somöertönisi geeft geffaan. ligt get boïgenbe geeft men 't ooit bat 'et Η
<®clft een 2toniöertgn$geftaan geeft -, ban toeU hc aombeitguisen tog b^bloo^ig Btf#&%W XUY Willem, Grave ick, doen cond dataïlei?
■ " inden dat wy om dat overgeven dat ons onfe ilede van JDeffl overgegeven heeft, dat iiuys dat der Lomberdenhuysgeheten is hen quytge- laten heb daer voor dertich pont holiants of* te flacn vanden ouden pacht die iy ons jaerlicxge-· ven ewelick duyrende, in te gaen van Mey nu naeiicomende. Jn oirconde defen befegelt toe Dordrecht opten xxiiijeq dach vanQ&obry an* 00x35:7, Üet |aï gto foei tegaffe Zoomen onse^aw*
tekening op be 10inbetrbgM3en en 25anfeen ba» Seeningen ■/ fïaanbe in be ^uitgoïianbfcge^niv gcöen/ met een iooo^b of tioee op te gelberen; 3ö 3eg baar bat booj be £omöecbgni3cn/ be* bael&e tn berfcgeibefïeben ban^olianbgeflaa» geööen/ niet berfïaan moet bierben be gemee* W ^an& ban %mwmm bat&e3&utëenba» |
||||
1& DelfLandsche
$tmin&t in 't jaar π 13 / tn ïatt0 baar na/
tiocö tilt op0erecöt toen. jjföaar ifc boe0'ec tel ten rainite door openbaar gezag. <ί£π ölt
$aï bgben Befepben 2£ee3ee 0enoe0 3911 om
mp 3e00«t in een 0Oében 31η/ en ban öe3oo* genaambê Reenen ban öarmf}erti0ljeit/ te ber* ftaa^ 3[fe bJiï öaarom niet 3e00en ^at bie 3£om6erbj)ui3en wfc 0ebient 3ouöen öeböen om aan öe öegoeftt^e menfejjen 0eiö te ïeenen/en éehi0ë ioinfï baar boo^ te neemen: 0een&in& fenift beften boïmonbi0 bat 'et? 0eïb in ttjöban «ooi* te fcri&en toa£; en bat er panb 0e0ee* Sen toïero, 1 $£ be3e 0eïe0enb8eit 3a! fft nocg:·ΐ een en
't anbere omtrent be reeïjte S&anften ban 2£ee*
tiin0en aanmerfcen. ICïïe Eee3er$ 3UÏIentoaar*
fci$neip niet bieten bat er boo? bee3en 30a
beel jjetWtë $ bberöe^anften ban Seéiiingeti ί
en bat ;er £00 tbeT onber be töoomgtëatolpen /
a$ onber be ^otefïanten/ beeie f beraadt?
getoeefi / bte be gemeïbe ^anften af fteurben /"
tn ugt0erdeit bjiïben ïjebBen,
~ $ooj al bient 0cioeeten bat ψ briebergan*
be * $£>anften baii Seeninae/ of 3OO0enaambe
%m$tn ban bai'niïjertigïjeit / ten gertjbe ban
behoeftige ïniben ugtgebonben 3ijn. &e
rcrfïe beffonben gier in bat fommi0e0obtyuc8'
tM menfegen een 0pebe fomme seïbi / of een
grootenboo^raab ban teen/of ietbier0elp$/
ög ngterfïen foilïe nalieten / ofbgïeebenbeuj*
be opfegoten -, om be bejjoefti0e menfeïjen baac
ugt op 3elteee boo^toaarbenteljeïpem^eboo^
naamfïe boo^foaaarben quamen ijitv op ugt/
bat 'er maar een 3eftere fomme 0eu)&/ enniet
Λβ Navarf. άς Uüxr, υ, 5?ι Bquacina «ie Contraft, diip«
3* 'q* },' * - ,1'. 3&C · ' ■ ;< <■ *, fcïtfy*. . -
|
||||||||
'*» ΛΓ.
|
||||||||
Soo?
|
||||||||
Oudheden. , lxi
googer/ geïeent toierD: Dat ïjet geïeenbe ötti^
nen seteen tijD tocöeroiti geöjagt meefï ioo^ Den. <Z^at De ontbaker/ tot bekering ba» 't0eieenDe/ Dennitresteeenseener panD ter ganD inoefï fieïien, #at De «itreiïter ieDere maaiiD een ptofijtje mogt tteMen·, cmDenöe* Dienaar of De beDienaar^ ban 3oDani0e 2$aif ïien te öeioonen l Dat / f noten ïjet geieenDe op Den gefïeïDen φ metfoeDergegeeben iöierD/D* panDrn berftoe!)t/ en 't oberfcfjot ban De on* ftoffcn aan Den eijgenaar ban 't panD foeDerge* geeben moeff ioa^Den $erfej)eibeneiloom$Ra* ïpe J>e!j$ber$ ijeö&en De regeimatigöeit bart Drse iëanfteii b öctfcoffï/ of ten minfïe in tb#> fel c getroUen. p)nnne boo^naamfïe reDenew fcmren Dat men fjier 0eïD moefl geeuen boo^ 't ieeneii ban goeD of geïD ;en Dat foa$ naar jjnit begrip tooelier. <&\\ goehjeï Dat berfefjeiDe J£au* 3eil/ aï$ Paulus JI, Sixtus IV, Innocenrius
VU, en einDeïp Leo X in De ïtobergaDerin*
5e ban Eateranea 3ooDani0e 2$anften goeDge* üenrt jjaDDenj Dat «onDe ïjm niet gernfi ftel· ïen. <®e Jansen/ α 3eiDen 5η/ jjaDDen aiïe De omfianbïgöcDen ban Die bannen niet goeDge* feenrti of/ 300 3$ aïie$ aï goeDgeftenrt IjaD* \ Den/ 3oDaani0e gefeöiOen/Debjelfte en&elpop De natunrlpe reDen fïennDen/ en uit De %, fejj^ift nietuitgeb^en fionDentoo^Den/beöoo^ Den niet tot De ^auffeipe ijitfpmait 4£inDe* lp &>a£ aïïe£/ 300 30 3eiDén D002 jjetgdguifi niet aangenomen i t toeln iniie iiernbergaberni* ge ban ïïateranen bafïgefïelt toa$, <£>e tfoeeDe foo# befloiiD gier in/ Dat 'er tm
fommegelo^ op jaarlpfcöe renten opgenomen b Cu'etan. t,i, ppufc. 6* Dom. Soto iib. 6, qu. i, art. 6*
Arragon. qu, 78, art. 4, ς Siiye/ter V. Ufura, «* Soto ibij, bfierD*
|
|||||
/
|
|||||
tltïT ÖELFtANDÖCHË
föierb» om ftt öeïjoeftigen / omtrent op Uti
$eïfben boet ül§ öoben/ in tijb ba» noob tt grijjcn. Cegen be3e ttoeebe foo# 3pn beeï grooterett
menigliulbiger 3biarigöebett ingttyagt; bebjel* ïte gier niet te pa$ 3ouben ftoomen. 3|et 3a! genoeg 3ijn een ban be boomaamfïe rebenen te fcermeïben : Slfet geib / 3eiben 3$ / fcoo^b opge* nomen / en be rente gebefïigt / op be banft ban ïeeninge 3eïf. <ên Mc banïi ban ïeenin* ge/ 3eiben ygf laat $ öie anber$ aï$ &et geïb 3eïfl «En 300 3onbe ïjet gelb een onberpanb/ of befïei#/moeten 3jjn ban 3!eö3eïben of ban be rente: bat ge!b gaat ioeg/ en in berfcijeibe anben·, en 300 3o«ben alïe bie fjetgeïb ont- angen/ ooft be3iuaart fooien met bien ïaft*· ^it pafi 300 aï$ 3g get berfïonben/ een ion* ter öebL?og/ een tijteï 3onber 3afte/ eü3* jpocï) töierb 'er ingeöragt bat 'er öaojgaan*!
ten groote en oberniaatige tainfl genomen toterb: bat be armen meer ugtge500]pen &\$ ge* ïjoïpen toierben : ^e berbe foojt öefionb ten beeïe ngt penningen / boo? ïiefbaabige mm* fcgen om be armen te öeïpen nageiaaten* ten beeïe uit penningen/ öetoeï&e ten3elbeit einbe opgenomen i en δρ be eerfce / aï$ bie «iet berre genoeg en fïreiïten/ geboegt baieiv ben, l>ocj) na beeï tfcoifien$/ en jfjarrcfoar* remj / i$ be 3&aft ebentoeï op beeie plaats ^en in ge^uifc gebleeben-, en 3jjn aiïe bie 5ioa# rigjjeben mettertjjb ban 3eïf£ berbtueenen of in 't bergeetboeft geraakt, $&$ be j^otefianten tè 3eer bmnig/en met 3eec
grootcn nabjuft/' geferateït ober be bg3onbe* re %omÖerijui3en -, en ober be 3£eentafeien/be<< fcjeïlie öieti te Janbe ηοφ na 't jaar 1600/ j& top
|
|||||
—^1
|
|||||
O V Ό U Έ £> Ε Ν. fcfcïïJI
tuffcljeit i^aoen 164.0/ biïtaï^ boo^Sftaïiaa*
nen en ^abojaerben öebient foterben. * $ee* fe^eb&antnjjebben bse öanften of tafelen ban feeimigenbati ö^onbereperfoonen/ aï ioacenr 5e öooi De googe a^bergeit toegeiaaten/ afga* feeuct, en geböenbefjonberg? banjobanige ban* iten banbe tafel geiaeert ^erfeïjetbejPiebiiUHi* ten en Ciaifesfjebben een gelpe agtf^aaitobet? Die 3tafte gegeben ·, maar aiibere^cj^per^ en J^ebröanten fyebben Sie fntben/ en jnllie tafe* ïeii bai* ieeninge / met geen minbet fcraefifc boojgefïaam ggti get i^rafttaötje / Res judicata, toojbetf
beljalben berfcfjeibe ^uteftantfcijt&otytlmn ben/ toel 30 pwbinnaïe ^anobenbggeö^agti ioelhc 3tcf) tegen be Sombarbïj^en berfcïaa* ren· *®t jtDarigöeït befïonb gier in/ bat bie 3lomöarbier$ öeïjalben öet panb/ bat 3^ tot gunneber3elieringe fcreegen/ ooijeenigmterefi of tooefier genooten ; toaar tnebe be armen/ boigen$ be $ feïfêift/ niet be3to?art mogeit toojben? ©at 3e aïïerganbe panben/ tot be ftlebingeen noobige fianbgereebfcöappen toe/ 5onber betoeü&e be arme menfcfjen 3?cl) niet beijeipen ftonben/ tot gnnne ber3eftenng aan* namen: bat 3eaï te groote bjinfï tronen. Ban bit groot tooe&erenbient gier een tooo^b of tinca aangeteftenb. ^00 bient ban getoeeten bat f Jean Jaques Gerbm , tafeïfjonber te jpramSer/ in 't jaar i6z<> een boeltje nttgegeeben geeft» " α Zie het Dufefche Traktaatje onder den naam ran-Res judi*
•ara door G. Vottius en zync Medeftaoders uytgegeeen. b Zie. Noodige Verancw. voo< de Ban&ea van Lecmn» doet
1 Zie xdc deel ?an Res iadicata,
|
||||
tXlV ï) E L F L Α Ν D S C Η È
toaar in berraetb fïaat bat be eerfïe tafeïpuV
ber^ §}ooben gijn gebieeil; / en getooon toarett tbiee jftiibcr$2 ter beeft ban ieber ponb te nee/ tnén: bat M$ meer / 300 al$ $$ 3etf ngt* renene/ a!$ tegen 86 gxünm en 13 ffotiber^ ten jjonberb tn 't jaar* *fên bah begkiben ί m nocf) alïe be panbeti / betoeïïte op Hm ge*5 gèfXelben bag niet geïofï en toierben : toeïite pan* titn 3g noit' jjooger / eE$ bo02 .be fjaïbe toaar* tui bcgeerbeo aan te ueetnen. <&aar na troff* ften be Eombarbejt b^ie g^oot ban ieber ponb ier bjeeft/ bat i$'6f im j}onbert: enbefjieiben ooit be panben / öle b:ar ober §et jaar en èe feg totthtn geffoan ïjaöben ^aberfjanb 39« $é uit fjrt ga: fcijc lanb bcïjaagb/ en boo^ bie ban lltrecïjt aUereertt toeber ingelaten: toan^ «eer gun berïofgegeben i$ omeene fiuiberban ieber ponb ter fcoeeïte te treMietn beb<mageude in 't jaar ruim 4-3 gulbeu ter ixseeu. Mat ïaater i$ Ijet intjtrefï ap een blanft/ bat i$ $ι m mi ïjaif ten fjonberö j en baar na op een gal* ie fïuibei* ter tueeu/ bat $ 2.1 guïben en 13 ö' pïbe fiuiber ten öonberb / gebaaït <ênljit\t bpbïecf ïjetten tijbe ban bengemelbenGerbin, fcolgciig 3ijn eigen fc&rgben / meefï ober al paan. $&aar be tafe$ ban ïeettmgen / en be Som*
barben 3eïf/ 3ijn oon niet onberbebigb gebïeeben: Marefius, be öerucgte Saimaiius, en beeïe au* beren ïjebben booc? be bg3onbere bannen baiv kettingen/ enboo^ be ftonber^ ban be leehban* hm/ met geen minber gber gcflreeben/ al$'ec anbere tegen geffceeben ïjabben : ^ocö be3e tbjijt ïiep boo^namentïp öp be tafelt of bannen ban b^onbere mm0%mü #mw banueu ban leeningen/op o^ber ban m »
|
||||
Oudheden* χχν
3&ajéfïraat opgerecgt en ban gaarentbjege be*
öienö/ of berpacgt/ gabben be befïrgberp ber gemeibe ieenbannen 50a bceï niet in te ö^en^ gen. 3£e ganbbeften ban be jaaren 1170 / of be*
bet* τ ijl74 / 1340 / en ban meer anbere jaa- ren/ mag in 300 niet boo$o fiappen/ jonbetf iet$ ban 0e TCffcge fyoubjergen te $e$Qtn. <Dat<iE»raaf Kloris banbe fïebenngenban^eïfï niet meer grmtgelb afgebo^berb bjilbe gebben/ ais be Iniben buiten be flab tooonenbe baar boo? betaaiben / φ een tenen bat be fyontoe* rijen te a^elft aï bjoeg in 3b>ang gegaan geb* ben 3^ocg Bieiswyk geeft baar 300 imjöïoo* jtig ban gefeg?ecben / bat Ιυρ 'er niet$ ba te boegen gebberi. 30ρ 3UÜén gier maar 3cggen bat be bergnnning ban Willem IV bant jaar 1 4°/bat be ^ontoer^ ban <®eïft 3»eïf# mog* ttn goppen/ bat $ nietgegonben toarengtm* ne gop#e banbe <e«?aben te ftoonen/ g^oot boojbeei aan be ®elbenaar$ gegeeben geeft* Φι$ 3ijn be <&elffcge bieren tn groote acgting geraakt* 30obamgbat 3e allertocgen bei^on* ben toierben. ^ier toe geeft ébeeï gegolden/ bat geene fïeben ban ï^oïlanb of Eeeïanb / bol* gen$ eene bergnnning ban Willem Vi, en ban Maria van Borgonje , be <E^elffcge Öitt'en met
googer imuofïèn mogten belafïena$ gunneet
Qt bieren. Door dit middel, 3egt $ 3eta &Φ&
ber/ is deze ftad ryk en magtig geworden bo- ven haare gebuuren: want byna het derde deel der itad waren brouwerijen : Zoo dat de koop- inanfchap van terwe, gerft, mout, boekweit, t By van Leeuwen (laat 1170; maar by Eletswyk is ie*
handvefte gctelient 1174, * Vervolg op Guicdurdyn, In Folio. #*##■# lijs-»
|
||||
ixvi Delfland se hè
haver, hoppe, hout^ én alles wat tot de brou-
werijen noodig is, hier ook meer bloeide als in andere ftéden ♦ ♦ ♦ . Hier wierden Verfcheide bieren gebrouwen j als Delfs-Luyks, Delfs-En- gelfch, Delffche Pbarao, Delfs-itiaë) -y dewel- ke door de kracht van de mout en hoppe altê- mets de hoofden van de huisluiden op hunne maaltijden doet omkeeren. Voor *t gemeene volk word dunne bier gebrouwen , genoemd Delffche keuir, 3Daar buerben boïgeil^ Bleis- wyk norjj anbere fooien ban bieren geb^ott;'
tuetlj a\$ Meufelaaf, Valle , Kuys enz» È&t
get beröe öecl ban be flab ngt bjontoenjen be*
ffaau 30110e gebben / ï$ iDaarfcgijiielp toat bergroot. «ggnbangonbe oelïaönaar aïiefcfjijn niet geer groot 3911 getoeefï: t baar noci)tan$ ïiMft/^eïfjsgabrbaar onoer begreepeo/ nocï) in 't jaar ι y 15 be f rootfle fïab op een na ban ganfcjjïtolianbtoa^ 3^ pböen gemeenen man loei gooren geggen batWeettijögste 3Mffc 100 bjontoerjjjen gefban Rebben : maar bat i$ Öe gaafcintegenöeeJ becbleint. ^e^geer Van Bleis- wyk telt meer aï$ 100 foontoerijen ojn beioeïbt febertïjetjaar i0"°° afgebroken gijn: en ï)g meent bat' er wel} berfegeibe / baar Dg geen ttennfjS ban fleeft/ te niet gijn gegaan. f|oe bat bie berminbertng bggebomen ίφ -, te toeeten bee$ boo^nabeeïrge o^bonaiitgien ban peiger Karei, beeï^öoo^ ben #0^03 met Spanje ioaarbooj Det bergenden ban bieren berginbert toierbj beel$ 00b boo? ïjet beröiiigenbanbe^oubier^; betoelbe te ^aarïem/ te ^o^eeïjt/ te^eba/ te föotterbam Qin^tn tooonen / ftmt ooft bg Bleiswyk bertneiö. <Φη om bat toe boben ban tm ^aïjubj ban t Bleiswyk, pag S/»
|
||||
OU D Η E £> E Ν.' £XV.II
Mfianö ïjeööen beginnen te fg^cfon/salgetvan den
ooft niet Émiten oen fjaaft 3311 öat me ïjier iet^ Boe.™ a- ban' öe bjelgeüoorne H&anften 3eggen, mb ψ f1 e|v,f toaar öat öst 30a toe! pnöcc öe auöere jleöen bWen?" jouöe paffen aï$ onöer 3Mfr: maar öat ober Mannen al pafï/ moét ergen$ ttptt$ gtfyaflt baaien van ^1 <£n ipe$e jaaït/ om beeïe onifianöigöeöeu öie ^lastco te baar in boo?ftonien en öetamffe ban öenaöeizyn" raauen/ foei toaaröig/ om foat fopioopiger berïjanöeït te toedoen : te meer / om öat @et beelen miffel|m baojfeoomt öat 300 beeïe 25oe* ren/öie 't ampt ban foeïöooren J&anbeuleeöfc jjeööen / eöeï souöen 3p » «1 boo? aöelpe peefuonen moeten ge^onben foojöen. 4$u ϊί% geloof öat 'er beeïe |jn / ö:e ban öen boe* ren Éöeï niet bee! gepoft en Rebben: en öie 't niet onberinaiteïp 5aï 39η/ öen ugtïeg ban tiien fïöeï te foecten. Boxhomsus berjjaaït er* get$ nnt öe ütaüanöfcïje Iftronp öat <èjaaf Kloris V 4Gbanöeaao5ienïpfïeen Bemiööeïöfie gn$miöen beraöeït eujUiööa^ gefïagcn Beeft: en ijg meent öat Ïjetöe3eïbe $11/ öefoeïüe öooj öe fcoanöeüng foelöoore of foeigeöoorenejfèan^ nen genoemt fooien. #£aar n$t öan boigen 3ouöe öat öe3oogenoemöe foeïgeboorene jBan* mn foaarlp eöeïban afiiomfle 5p :of / om be* ter te fppthm/ eöeï 3pgefoeefl/ 300 lang 0$ 'er in 't berm^en öer welgeborene |&an* nenopöeafhomfïe geïeti^jHugo * de Groot 3eit ergen$ öat 5e oneöelfoarem en meent öat 3C300genoemttoieröen/omöat 3e bauaber tot aber ban b^ije en eeripe luiden: gefp^teufoa* ren/ enöat3eöetreeï}tïjaÖöenom.haar wapen, dat is, geflagt reiken, opentli jk te voeren,te rijden
meteen fpoor, en fchotvry te zyn« $&aaröèfoijl <* Inleid, I boek, £4deel. ***** z fcat
|
|||
ϊ,χνιιι Delflandschë
bat aïïe^guiben booj get fttfyiiib met anberen
jjemeeen i§ gemaant / bïgft aïieen bat onber* fegeib/ 3eit g&/ bat ioeïseborenejUkannenge* bluiRttoojben Μ rregter^ ban be$ SSaïj< b$ gof/ in plaat3e ban leenmannen \ en baar booj ï>$ 3ifnt»an totget ^egepenf ampt berftoren tetOO^ben» Simon van Leeuwen, bk een b^OtV
ïrer iCraïftaatje ban be <êMm en toeïöorenen
in ï|oïïanb sefeg^eeben geefr / ftoomt in bat jCrantaatje I300 berre met Grotius ober een/ bat 3e niet ebeï ban geboomte 3911: maar bat 5e b$geitsegab 30«ben gebben ban gmt mapen opentlgn te boeren/ met een fpoo? te rtjoen/ fegotb^n tt 3fln/ en ooft b$ te 3gn ban get ^cgepen ampt; bat aïïe$ fielt gg onaer be fabelen, $003 aï mag gn 'er niet ban gooren oat^aafFioris 40 banberpfïegu$mibenof boeren ïïibber^ sefïagen 3onbe gebben. ^ρ fiaatmei toe bat bebjelborenej&anneneertgbis aa«3ien!per maren a!| teöentaoojbiojs bat fom* migenban gen get reegt gegair gebben ban be b$e jajjt y ja eenigen onb'er be ebeieti 3gn ge* renent: maar bit l| mogelp baar booj ge* fcgiebt/ 300 a$ gn get berfiaat / bat 'er eeni* ge ebelïmben tot get autpt ban toeïbore Am tien beroepen mierben. Φιη tt beto&en bat 3e niet fegatbae maren/ brengt gg befenb^ief Êg ban Willem III,
VJΎ Willem, Gravc van Henegouwen, Hol-
landt, Zcelandt, Heere van Vrieslandt, &c, doen condt allen luyden, &c. Hoe ons Wei- boren· luyden een twift hadden jegens de ge- meinte, &c. waer afF wy haer eenen dagh ley- den in den Haghe, daer wy toe ontboden had- den , ende daer oock waren Edele luyden, on- |
||||
/
|
|||||
O. p D Η ΐ Ρ. Ε Ν. LXIX
fe lieve ende getrouwe mannen, Heere Gerrit,
Heere van Voorne , Burghgraeff van Zeelandt, Heere Gye van Vlaenderen, Heere van Putten ende Stryeri , Heere Jan, Heere van Arckel , Heere Pieter., Heere vander Leek, Heere Gys- bert van Ifelfteyn, Heere Zweder van Abcou- de, Heere Jan van Cruninghen, Heere Dirck, Burggravevan Leyden, Heere Sim on van Ben- them, Heere Daniel ende Heere Glaes van Mer- wede, Heere Jan vander Duflen, Heere Herba- ren van Rieden, Heere pirek van Oefthoorn 9 Heere Dirck Boekei, Heere Willem van Naeldt- wijck , Heere Dirck van Suydtwijck , Heere Arent van Omnevelde , Heere Jan van Sreen- voorden, Heere Jan vander Zijl, Ridderen ί en- de andere Ridderen ende Knapen, veel die on- fe mannen zyn, &c. ende voort gePamentlijck die Schepenen van de Steden van Hollandt en- de Zeelandt, &c. ende in de daghvaert befloten is, dat die gheen die niet bewyfen en konden datfe Edel waren van affcomfte, Schot (dat is, Schattinge ) moften geven met die gemeente, ende hebben dat bezegelt met onfenzegel, ende gebeden onfe lieven ende getrouwen mannen, Heer Dirck,·» Heere van Brederode , Willem vm Haerlem^ Dirck, zyn Broeder, Willem van Mg- mondt, Claes zyn Éroeder, Gerard van Eemskerc- ke Knapen, dat zy defe letteren gemeen met ons zegelen, ende h gefchiet in den jare ijoj. <®m bat og bien bööbaart Befloten toieril
bat niemanb fcgot b$ toa£/ ten toaar gn 39« ebeïbom betogen ftonbe/ befluntpn Datseban geen abeï/ enberbolgen^ ooft niet fcöotb$/ 3jjn öcioeefi: toant/3egtïfê/mtmtyban abel gétoeefl/ enöoo^jaafFions betabeit/ 301* ####* 2 be
|
|||||
Lxx Delf LAN DScttE
be $Ê$ Binnen ben tij/b hm? tien jaaren itt $w
m ümaxtnbfyw 30o ^eraabt, ( " ■$ocJj> fecngt m tmm b^ief ög ban Philip»
van Borgonje , üOber töfttS &Ct ^dfÖC SCfCÏJU
foebei? opgetanen tm§ : iu Ïöelftenlfefef Ditbe*
fcpcit» 0C0CC^il 030$ bat3g betoon enbdcheid
van hun welborenfch-.tp moeflttt Oberïeberen ΙΠ ïjaoben ban Den ^tebeöonber en ïïaab ban
^oftanD: bjelhe Jitebeöouber en&aabbatfon* behoeften ώώέή j[)oe bat be semeïbc fcöclbare* ttemannen oe genidbe b$i)eit banoub$ genoom tcngaböen. <De3efyicf/ 0eïpieDer3iet/ öient luc!iH$ ter jaftc j en 't barnet meer aï$ rebe* ïtjivDat be gewen / bid ïn fym vttl}t getjanb* Jiaaft bslöen bjeesen/ $p en boo^ aï beiuifê ban öiiu recijt iiïoefren geeben. > ' φ$ een anbere plaats/ te toeetent <n oe koiUmcn, keuren, en ordonaiiuen vari het Ba-
linwfclrap van Rhynland, be&eert {$ bat be ïuibcti ban Dit öefuejï ban oub£ berbsielt 3ijn geftttCfl lil. Edelen , dienftbaaren , bat ψ on-
vryen^ eil ίίϊ welgeborene: Welgeborene, 3eit gg.ba^ter^/ bsaren Degenebie ban Delijfeigen*
fci)cip en Dfcnflbaargr.it ontflagen tóaten; 300 bat t)gbe tüdgcborenen onbet De ebeien niet eu reneut/ tn ban De ebclen onbrrfeijeiöt. 3fn bit fcoerii beftent gp ttfyttv bat De Welgeborene mamten meer aï? zm$ bg ben gobe fiöot- tn Iot-b$ 3fjn berniaart 1 I lüaar in 3|jne Batavia Illuftrata ftoomt gg
naatber * en gg Öenent baar bat De 3®eïgcbo*
refte mannen ten platten ianbe/ te toeeten 30a iang öï|S men op bc gefïagten pïagt te letten/ ban abeï 3ijn getoecji/ en baar bg b$ toaren f>an fcfjot en lot; en bat 3g in ajOtebebijputn/ '|| |njci<j, {>♦ 8. en 9» ,
|
||||
•
|
||||
ΙΟ U D Η E D E N* LXXI
bie baar ober gemeefï 5ijn/ altgb in ï)un recgt
geptiböaaft mti/ 300 mei ög be <i&aben al# ug be <éemöt|&onen. % ft toü m bese 3a&« a$ norö ö^n bonnig
belle»: maar iït jalaïleenlpeenige öemerlmt* gen öpgeeben, bemelfte bien boeren abel/ of be abelpe af &oni#e ber melgeborenemamten/ aï b^ fc&tjnen te begunfïigen. Booj eerfï be naam 5elf ban wdgebooren fcöijnt ög on3e ^cö^be^ niet anberj te öeteuenen aïg iig* een abeip gefïagt gef^ooten tfllg be ^eeui* raaben ban <Deljïanb / ban töïnjnlanb / baw ^cplanb/ eii3 mbeonbebjieben tber <i&a? ben be melgeborene^eemraaben genoemt too^ tooien/ milïen be «Raaben geen&in^ 3*00*» bat3e tipt be bienfïöaare ïuiben gefloten / elf ligt bie bienfïbaaföeit berlofï fejaren: maar 3» milieu 3eïterlp 3eggen bat bit ïüeemraben φ Romfltg maren ban een abeïijft gefïagt %w bien itien belijfi ber boornoembeni|eemraebett % s, van Leeuwen ftul tuften; men 3al betoitP ben bat alle be geenen/ bie met Bun toenaam ugtgebjunt (laan / ban abel toacen : 300 bat Ijet 3elbe ban be anbere memigen / bie 'et^on* ber toenaam bermeïbt tooien/ ooft te betmett (iaat gouben bie peeren/ maar onber beeïe ftiöber^ maren / 3ic& niet geöelgt geöoubeti Öeböeti ober ben tgtel ban meïgeboeen ·, inbien een meigeboren mamigt bienfïbaace ïuiben ge* floten ma£* <ö!n m$ be ïie.3erin Margarc- lf Brief van Hartog halhétt;%iu 't ji|ar 13^1 * ^Jcs wocns-
Jagsna S TKomak d*g* Brief >γ;-;π· Willem j. van 't jaar 152?,
Brief van WÜlemj. van't jaar 15?6.
Brief van Willem f, ran 't jaar 1547« op S. Picters avond
ϊπ 4c wiutci enz.
##### α t%
f
|
|||||
■**->m»«man__tm
|
|||||
i/xxii Delflandsche
ta t in 't jaar 1345. aan bie ban$oo#So!ïanb/
bat i$ Dan OMfïanb / &J$nlanb / m* beloof* be oat3C niemand tot haaren gezwooren Raad f
zoude aanneemen, hy en waar een welgeboo- ren man : ψ bat tt &#$€η/ fjpΜ foaae biUtbe bienfïöaarïjeit ontfïageu, en berbolgen^/ l)ae
aan^tenlp bat &ρ toee3en mogt/ eben&iei u$t bienft&aare ïuiben gefp^ooten * JJfft meene neen: en ift meen öat be ebeïuriben/ tóe met ^ulfte plaat3en geiend toaren/ en 'er ooft νηϊβ toe ïjaöUen/ ooft neen baar tegen groeit 3ouben jjebben, <€en ttoeebe/ baar be3aaft booi§etï|of öu>
ioïll bepleit i$ getoeeff/ en ben bjelge&oorene mannen aïtijb toegeioee3en ï§J fcgfint be 3aaft binten aïïe ttoijfd gefïeïb. 3Jn 'fc jaar 1^:0/ ben 2,1 iföaart /tiöierbenöe toeïgeboorenemauii nen ban ÜMterfïoot gebaagt booj ben ï|obe ban ïloüanb/ om bat 3$ be gjoote ïafïen ban jjetbojp/ beneben£beanberei)u$ïuiben/ niet tmïben blagen; en jjunne goeberen onber ee* be ttfêt ioiïben opgeeben. 3®aar op 3£ ant* fooojbben bat3e afftomfïtg fcuaren ban goede edel» iiamme: en bat bien^bolgen^ 3gt / en gun^ «e boo^baöer^/ aïtjjb 300 beree b$ ioacen ge* toccft/ bat 3e in be gemeene ïafïen ban fejjot/ ïot/ bottinge/ enanbere ongeiöen/ niet meer begoefben op te brengen a$ ïjet ttoeebe beel. Φ\ baar op ié be 5aaft tot gun boo^beeï unt* getoeeseii. <ün fïaat aantemeeften bat be taefc geboorene mannen ban alle be nabmirige bo^ pen / 500 a$ bie ban tfiftfterfïoot tot jjunne berbebiging iubjagten/ jjunne goeberen ook op fyrn enftelbtooojb en 3onbee eeb inbjagten/ en * Senteau'en yan den hoogen en Provinc. Raad van HoIIf
??s- 30*.
tjtet
|
||||
Oudheden* lxxui
tn'et meer a$ tfoeé beeïen betaaïben. Φ$
ben 3riföcη boet 31311 be toelboore mannen ban 30é/ ben ^«guin; 15-38-/* b$ gef&onen ban be uoeMbuinen metffeïm te beplanten goo eene iturfnjaaR iftv oor gegeeben booj
be toeïgeboorene mannen ban üaffrinpin ben 1 f. Jfufn 1 f 38: baar oor boo^ be toeïgeboore* nen iiigebiagt tornt) bat 3öluïben b$ toaren ban aUelaften beïjaibenbanbe bebem m bat 3e 3eïf£in be beben niet meer betaaiben ban ttoee ■föijijnfelje guibei$> aï£ be gemeene j)n$Iuibetj feie ïljjpfeöe gnïben^ öetaaïben, b%ü 't jaar '15^7/ ben^^iï/ 3ptetoefc ebórene mannen ban ^ebenf)ui3en eben een£ 003 iitn i^obe ban Hoiïanb fefjot- en ïot b$ berMaart 3®aar omtrent aangemerkt moet bjo^ben bat boïgen$ ttoee^aapïpe pnbbe* fien/ be eene ban Fkuis V. ban fiaïf bafïen ixpi / be anbere ban Fan van Henegouwen,
ban 't jaar 1303 / niemanb b$ ijS banfeljot en
ïot te betaaïen/ ban bie goe£e blpen Rangeer ben ban 3pen ebeibom. lanmeritelp ièU ugtf^aaK/ betoelne ben 4.
cfj&aart 15-3*. gebaan $ten boojbeele ber toefr geuoorene mannen ban|&aafïanb: toeliie unt^ ffeaaR bjn boben al/ ter geïegenböeit ban een anbee beefcp/ te j»a# gefyagt Ijebben, '%ti bit proee$ boen be boojgemelbe Welgeborenen geïben batinï|oïlan§i bjieberljanbe fooien ban toeeelbïpe ffaaten toaren; tr fcieeten Ridder- fchap, Welgebooren, en Huisluiden. Dat de
Ridderfehap waren luiden van edelen oorfprong gekomen, hen ridderlijk houdende zonder am- bachten of landneeringe te doen. Welgeboren f ibicl. p, n$t ■
* 1b. p, 79« ##### j* luiden
|
||||
tiM.IV DeLFLANDSCHE
Ruiden Έ$$β%,W edele ftamme neder.gekomen,
^en niet ridderlijk boudendcj maar hen itellen- de tot^mba-cnten, landneeringe of wat anders te doen. De Huisluiden ftelden hen tot am- bachten of Ja,^,dneeringe·, en waren van geen e- 4ele {lamme of welgeboren luiden nedergeko- men. De Ridderfchap ende welgebooren Lui- den waren* vty en ongebonden der Koninklijke Majefteir, als Grave van Holland , jaarlijks te feetaaien eenige riemtaalen, fchot > en hofdiea- ften of andere fervituiten te doen: maar de hu is.* luiden waren daar in gehouden. Zeggende .voort-9 dat de impetranten waren welgeboren iBannen* nedergfkomen uit edele ftamme, doen- de landneeringe 5t en altyd daar voor geacht en getouwen., in Delfland enz. €möeïp '0i öe gemeene Qtü^ai^^u ban
getfrntjobm/.' j^enhjebeeii / üalfïageu en l&fc ttêlfiaart tien ι jèaatt ι.$γ 6. een üeeöe in öun Êrffcijotbermiinaeit/ otnöat öe b^lgeboiw mannen öat^elbe, |pp lèm? %Φ$$* ^BttQQ Philips oiefce 'ugt^alijjaf/ Raamde be< ioeïgeboreiie i^annen, jm^ tM |et betaalen: maar/ sfenöe öat $&wmw guj^luiben öaae ium te Vsed Dealpa^..bjaréti/ gaffjen een öer* fcen tol afifïag.' §§y ^geoe aïie ftif#mtfci$i\t fcf £C fOïjaeu/' Barrjioiornaius Vieerrnan fcöierÖ
ontier öi$ todgefijoojk' mannen baii <®rffïa!iö
niet aangenomen/ -ümi öat fm bn ft§ aöeipe getuigen ban $ju géftag(3 öèeo Mpen öat βρ ban aöel toa#/ É BCüoovtn Μ ufitöemaaö* fci)-r?3) baiï Goirle$yelingen. *
&u$ fcöÖ"t Ö# l>öfï genoeg te fïaan öat öe
tpeïgeooouenelUiöen/ boo^ Ijet beranöemiban öe latiöregeennge / bbo£ eöeiïuiöen 3tjn t&how fcen $a öie beeanöering t$ 'erin, Jet beïtsie? . V'Zic Vander fjoure Baniveftkron» en?·.
3*"
|
||||
Oud he D e *r* r,xxir
5en ban öe fcoeïgeboore mannen / öie met öe
^aiutfcuen öer öo&ien o# öe recgtöagen hm feijpen moeten/ 300 geen αφ gegeeben op öe reegtebJëlgeboore iuiöen: en foojöen öean* öere gui^hiibett/ 3onöer naar gunne geboomte te blagen/ ooft tot öat amptgeno3en J&aat? öaar u#t boïgt niet öat Öie genen / öie toonen nonnen öat 5e bjaarlt)& foelgeöoore Iuiöen 3rjn/ en upt öe ouöe toeigeoooreneti oföoeren-aöel booitiioonien / ban fjunne eecjjten beefleene» φι. 3n tegenöeeïc S, van Leeuwen getoaagt ban eene ugtfniaaft/ öetoeïue- boo^ öe toelge* bootten ban ©elfïanö tegen ben 23aitubi ba» «&eif!anö gegeeben i§ ben %* $t% 166f. <Bn öen aö^ept 1614.. 3tjn öetoeïgeboore mannen feanUgtgÊefïboitf een öeröe öeeïb$ berWaarfc banperöfHieJiei bottingen/ enbjoonfcijuföen: <6n in ben ober eemge jaaren ban goeöeröanti Oïiöerrecp öat 3eto N, vander Valk te $aaiö* imjn/ tegen eemge Cöeïïmöen gebjeöt geboend öe öat jjg 300 foei u$t jaagen mogt gaan aï$ 3£/ Ü# ï^oce^ boo^ öen^obe ban ^onanögeo» iöonnen geeft <ên ift met Set 3eer toeï tmt Jjg/ fcie anöer$ foberip aan öe nofï ίίοη «00* men / ban tijö tot tijö ugt jagen ging. Jïüaar nu 3ouöe öe fyage 39η jjoe öat öré
foefgeboore Iuiöen aan gunnen aöel genome» 5ίίη; tnïjoe ouö öat öie boeeen aöeFtoel foee# 3en mag. %ier omtrent 3ouöe een bieröerganb anötooo^ö gegeeben nonnen hjo^öen, 1. ©at een gemeene aöel ntet anöer^ te 3eggen $ al$ öat een aöeïp perfoori/ ban aber totaber/ ban b#e/ eerlpe / en om 300 te fi^eeften/ pnöienfibaare perfoonen gefptaten i§, «; ©at öie toeïgeöore mannen/ gelp beeié oebjee* ren/ öe nakomelingen 3ö« fcan W fini^ f fiat. Illuftr. p. 34«,
nu>
|
||||
E5CXVI D EL F L Λ Ν D S C Η Ε
Imöen of noeren/ öetoelfee öoo$ djsjaaf FloWs *
tot &iÖöer$ gefïagen 39η. $·. 5^at öie toefen öoore mannen öumieu a&cï booj gelöbanbe Iiei3et$ ijerteegen gebben <üf ten bieröe/ iiatse afnomfïig jonöen 3ijjn ngt öe öefienbe a* öeipe en riööerJgne fïamgnjsen? en öat gun= tjeboo^ouöer^/ 't 35 tot seringen fïaatberbal* ïen/ 15η om anöere reben/ 3ic§ tot öenlanö* tab) begeeben gebben. 3Dn 3u!ïcn eeeft ban 't ttoeöe beginnen. #f <0^aaf Fioris 40 boeren tot j^iböer^gefïa^
gen geeft of niet/ 3aï iü nn niet onoe^oeften ·, pm bat m öat beefegil niet bniöelp genoeg en naarieöer^ genoegen te öefïiffen 3ie, |Ilaai? genomen/ gg gab get geöeati* öie 4°^iööer$ 3ouöen al 3eer berniemgbuïöigt moeten 3ijn -, inöien aiie öe inefgeboore mannen / öie 3eöeri? get jaar 1195* tot get jaar 160c tol/en ïaater/ baar boo^ öeftenö 3jjn geineefï/nnt öie beertig ban baöer$ toegen aföaeïöen lint get boo^gaanöe/en uit öe lijft öer melgeboowe mannen ban föjjijn* !anö bnst vanLceuwen,fc gijnttebipenöat öe öo^pen aï temaal/of meefï altemaal/meïgeboorei' tje mannen gegaö gebben: en mat i$ 'er een getal ban boenen in ^nnt-en ^oojtgollanö* ®oeg£ baar b£/ flater op een entten seiföen tijö 300 beele meïgebaprene mannen 3ijn gemeeftin eeq fco# 3n öe 3aan7 gangenöe tnflTcgen öe bjeigeboore mannen en öe gemeene gui?iuiöeii ban Jfèaafïano / mo^öen meer a$ 3 o. meïgebore mannen opgeteït / baar öan noeg bn fïaat/ met haare conforten. <j£nÖgt Van Leeuwen, ήί
öe gnïetöinge tot öe no|ïuimen/ neuren/ en
o$onantien banfógijnïanö/ïian nage3ten mo^ ben goe beele toelgeboore mannen öat 'er in öe I Koituisncn nn Rkynl* in de Inleid» ;j
|
|||||
)
|
|||||
Oudheden. oxvYï
bierfcBaee ban ffljynlanb ut$tetm ftttiöm $&
öerb get jaar ι roo, i|et i$ ontoaaefcöijneip/ 3eg tft/ öatömberöiöciöe boeren 300 bermcmg* bnïb!gt3onben 3tjn/ eftsicö 5oobanigberf#>eib£ 3ouben gfööri? boo$aïtèbebo$e'n tanfèolïaufr tn 3©ep$efïanb. &oegf gier6gt bat be foeïöoore mannen ober
ijet betaaïen ban fcgot al «1 't jaav: l$$< ge* wéktiii poten met be gemeente/ bat $ 3e gemeene jjii$miben; en fratöie5aaïf in't 3eibe jaar geb^agt $ ■ bao^ w i 11em 111 3^e ugtfpaaait/ bte'cr op gegeeben iöierb/ öefïonb gier itij bat be grenen/ bie gun ebeïboin niet öeimjseï* fconben/ fcf)ot moeden geebenmet be gemeen* te. ^ntjim be Möoore mannen niet ouö'cr tuaren al$ §et jaar 119 f / en toentöibber^ ge* fïagen maren * fioe δοη 'er in 300 tto#en ttjö/ bat 'i$ tttn jaaven baar na / tbjgfeiing en ttaffï geree3en 3|jn ober ïjW ebeibom * Φι foat moer* te öegoefben 35 toen te boen/ om öefcmj^ ban ganne abeïpe afïtomfle te binben * %t be3e jjanbbefte fejjijnt eer te ölpen bat be toeïge* boore mannen b$ onber moeten 3t)n *, om bat b? bïpenban jjnn ge/ïagt al eenig3u$ berbni* fïeet foaren / en ogg^ocflt moeflen fooien, ïf et ioeiite noeg bnibeiper feöiint re bipea U^t be ganbbefïen batte fan van Henegouwen,
tn ban /"Florisv. 3elf. il^ant a^Fions V/ ög
boojöeeïb/ berltïaart bat be gene/ die geen ge- tuigen kan doen van fwaerd fyde, fchor. fal gel- den met de buyren , bat igttWt be boeren of Sn$Mben; ban mien ftan ö» anber$ Reenen
atë ban be ioeïboore mannen j beiaeïïfe naber* ganb ober be 3eïfbe 3aaft 300 bifttoiï^ met be d Zie van teeuwén Redenering van hn recht der Edele»,c.u.
e Van *t jaar ijoj, f Van 'c jaar 1291, |
||||
,χχνι ι χ Dei,flandscht3
jjufëUttöen ober goog geïegen geööen fc-goe
fcijpt ptöan&aff te fïaanöatijet ttaëeöean& toooib geen plaat^ nati jjeööen > eo öat öe jx&iffc | fjoote mannen niet af ftom'flig tarnen jjjn fcatt ' iiie 'boerfcfie fö&ööercii* 3jr»ösen m 'öan öat riö* tierfïaan op pet gesag taï oef oöanöfrï>e&ro' np 3ouüJi»!iïenbO0^fiaan en bertoeeren/souto fn een Memenöjaanaanöesaali of aan öeber* telhnge ban öenfóronpfcfeobér geeben 3[ft jonöe peggen/ 't gene reeöj genaegsaam öe# toeesen ρ / öat 'er aï meïgeuooraie mannen of aiieipe boeren toarem maar öat Fiori s V. beer- tig ban öe fcoojnaasnfle en Öeniiööeïöfle tot öe riööer-o^öer berïjeeben ijeeft. <&itftounit!'n aïïe Heden wet öen ïüronpfcflinber ober een ; i§ tninöer aanfïooteïp en onioaarfcljpeïp aï^ öatön en&eïöe boeren/ aï^totfpgt en fcleinaclj* tinpban öen onöen aöeï/ tot öe riööerïpe töaaröfgöeit bergeeben sonöe Ije&ben '1 en ffcgöt niet tegen öeboojgemdöe ganöbefïen. jm öe* topöeoB^aaf öeiansienïpfïeen fatsoenïpfie fju$Iiüöen öaar toe ge^en 3000e -gewen; en öe aöeïpe jjtii^ïuiöen 3eïierïp boo^ öe aan* 3ienïpfïe en fatgoenlpfïe gejpuöen moeien tooien i 300 blpt öat öe5e betiilaaring niet aïïeen toaatfcBpelp/ maarganfeDnooi^afee; ïp ψ <tBtljttt fyibhen ton öaar öoo^öe eerfïe opBomfie noeö niet ban öe Mtöoore-.mannen* ^mjnoomen ton tot Jet öeröe anttooa?ö* öat öe bjeïboorene mannen gunnen aöeï boos gelö genoegt gouden waffm ban öe &ti$&$. Wu öit 3onöe lemanö Itonnen treata mjt een Janöbejle ban Jan van Beyeren, ban öen 27. W
j$l i^xti ioeïneganöbefï gier/ tot Maaröer
ibebatttngè öer 3ane/ öient opgeïebert tebw Juban
|
|||
^^^^mmm^m^mt^^^^^^^^^^^^mmimmmmmmmmimm'i
|
|||||||
-*
|
|||||||
Oud aveS N. Lmix
JOte* bf der gracie Godcs , Palensgrave op
den Rhyn , Hercoge van B^yeren, &c, Laè- te weeten al onfe Baljuwen, Schouten, Reelt- ' teren, Edel-mannen, Schepencns, Gefworenl, Afingen ende Boden over al in den Lande van HoUandt, hoe dat wy dagelijckx veel vervolge werden, dat fomraige vande gemeneHuys-lta^- den in de Dorpen gefeten, by den Allerdoor- luchtichften onfen genadigen Heere den Rooms- Koningh geweeftzyn, endefommigealdaergé- fchickt hebbenom privilegie, ende vrvheyt van Edeldom , die fy van fynre Mogentheyt ver- kregen hebben, in groot achterdeel onferHeef- lijekheit. Ende want onfe meningeniet en is^ ons Genadigs Heeren, des Koninghs brieven te krencken , fo wy wel kennen dat het in fijne Konincklijcke maght wel is, den onedelen te edeln, nae dat hem Godt ende die weereltlijc- ke wijsheyt , tot de Keyferlijcke Moogheydc verheven heeft, maer meynen dat hy ons bil- lijck aen onfendienlle met fijnen gifte niet ver* minderen, noch buyten onfe conlente niet ver» achieren en fal , Γοο ift dat wy u ontbieden, ende bevelen op onfe hulde, dat ghy voortaen op fulcke Konincklijke brieven, als vóórfchre ven is, niemands aenbreiigen en hoort, nóch en vordert, noch vonnifle'dacr op en vraëght, noch en wyft, ten zy datonfe brieven van coiï» firmatie daer by zyri4 Ende ofFcr eenige tot de- fen daghe toedeurgegaen zyn, voor u ofte voor uwer èenigh, ende heure brieven vangetuyge, daer aiFbuyten ons gekregen hebben, foo wil~ len wy dogh dat hun die geen ftaetnochte back- te en doen, maer dat fy in Huys-luyden ftaet welen ende blyven Tullen, &c. Datum inden Hage den 2,7. April j^.zié UU
|
|||||||
ί,ΧΧΧ ÜELFLANDtfCHE
lier ugt ïjebben fa?» aïtjjan$ bat fomnng€
jjm£luiben/ 3eberlpbanj)et rpfleflag/ t>^ ben ban abel ooo^ braeï|fc ban gelb Ifjeb&en toee* ten te berbiijgen* ©u$ binbt men ook bat lener Laurens van Overveft ben abeï bcbomen geeft ban Iiei3er Sigismundus $ 't fcoeln op <§>< Jacobs bag 1415-* bebefïlgt i$böO£ Willem van
Beyeren. %$ï)€t feflpt Uit bCIlfyfef tatt Jan van Beyeren te bïpen bat bit getyufë al 3eer ge*
meen $ getoeefi Uivaar in 31e niet bat bit oj$ be onbfie brêk
gebooecne mannen gepafï iian tooien; en j)et boomt ηψ 500 boos / bat eenige bjeïge3cetene {ptt£uitbtn / 3ienöe fommigen ban fpinne gebim* ren of anbere ïjuisiuiöen met bm naara ban ebeïUuben ponnen / Bet am$»t ban HMge* boore ntannen of ban &ecï)ter$ bebïeeben / in fytt opbrengen ban betfefjeiöe lafïen boo^ bygegaan bigben / of mintier betaalen / eti bui öetgoofö bobcn begemeene fjin^inöeno^ fïeeben ; ooft gaanbe gefcoo^ben 3tjn/ om 300 eene ttroon on 't jjaofb te brggen/ en om met ttunöer te $11 ban aagten / at$ ïuiben bte bihtöifê minber ioaren ban magt. <ï^it geloof in baaronii ten eerjle om bat 300 beele^aa* ben 30a rennelp niet getoeefï 3ouben 3p/ m 300 gereeb niet gefïaan 3onben {jebben/ om ben fcoelgeboorene mannen be pnb aïtijb boben >t gooföte ijonben: te meer/ baar 3U&e boo^ reegten nabeelig toaren boo^ begjaaffeïpe na& εη be <0?aaben 300 beeï ont3ag^ boo? be ΜΦ 3erlpe bjieben niet beïjoefben te tybbm* iCen tiottbt/ $ get noeö ontoaatfei)tjniper oat be recïjtfcïjaöe eDelltiitictt / tot be ^ibberfeöap toe/ bien boeren abel/ W 3ooboo^braei)t ban geïb bernteegen toa$ / met 30b S»^e oogen mi
|
||||
Oudheden. lxxxi
aangeven/ en aïttjbuegunftigtsonbenfteöüen.
mmt ίορ 3ien batbe^aaben/ m alle betwt* f&aaaen bie 3g boo^ ben boeren abe! oesee* hmöeööen/ Set büo?3aan$0ebaan fieööen ten oberfïaan ban be&!bbetfej)ap mhan ben boo*»1 ijaamfïen abel iCen berbe/ inbtm 3e alïena* ter of booj 't g^ootfïe gebeeltebooi bcïUmvé berabe t maren ; 3ouben #/ 300 get fcfittat/ be imeben ban jjnnne berabeiiiig/ Die Ren 30a bed geïö en moeite öeftofï öaböen / meï b& toaart/en be£ iioobig 3ijiibe berroont lieööen.' €n norötai$ öip£ i3et bat 3e finn abel boo?> 0aan^ met anber^ Beiafeenfconben qU boo^ De getuigetitf ban fymim maagen/ ban be ftuit* ren/ens. IMeeitf ben fyief ban Fioris V. moeft 300 een méiöooren man 31111 netnmen bmn ban staar*-3»*/ of het ware dat den baljuw kennelijk ware, met goede luiden die
hy betrouwde, dat hy edel ware, en alfo be- iturven, dat hyfyn geruygenniet docnenmog- li'jk/I ï1™' Vlcerma'n, gier Böbetl it* meib/ beeö 3nne getuigen^ hy fes zijne edele
en welgeboren magen, diëten heiligen zwoe-
ien. Ctt Dirk Klaaszoon, Dg M.vanderHou- 1Vl„^ ΐ?η tu^ van adel» rl! 3tooer baar
on ten feingen, en bier ban stine toefrjebore lilden 3b)oeren na öem/ «15. ©etoeigeboo.
ren mannen ban Mmplmb/ boHen ooiï ber* lt?L^n ?™vtt M&n bat^éaïtgb boo;
*oei öcfjouben maren gemeefc m^cManb. ©e mSSSTÏÏ inmi bmi ^fïriftom 3eit ooft met
ÏÏSS/ ai^ bat ÏJ® flïtöö baar boo^ geaeöt en B^men ta£ ©ie ban SOEtóerffoot beriepen hm 2?ΛΜί ^5*?'"* ^n on^emjgdpe φ
w« *«& 30iiöer tyief ofaiiberöefoifê booste « 2. Bock 16, HoofJft.
****** b;cn*
|
||||
Lxxxii Delflandsche
beogen. <Pu$ fejjijnt te ölpen öat öese betv
aöeïing/ öie öooj öe Iteisergi gefeïjieöe/ maai· nu en San pïaat$ geïjaö 3a! Rebben: en öat toe nocö een anöereu oojfp^ong ban öien lanö-aöeï ötenen op te fpeuren. φι aïöu$ fïappen fon tot ïjet bietöe ent/
fccoo^Ö ober ; en 3UÏÏen tiu on&er3oeften of öie
öoetfcïie aöeïtoei een affp^uitjei mogt 59η ban
öeouöfïe mttotlfteftanfyiiscn. <£n möeröaaö/
öaar 3tjn aï berfeijeiöe toaarfcïnjneïpïjeöen /
om op ïjet $atytftt te fp^ecben/ öe&elbeïjen
500 een ïjooge afbonifïe fcggnen toe te bnj$en
5P tuü nu niet onöer3oeben of 300 een boeren
aöel fioog te αφηι 3η s en of 3ulbe eöeiiutöeo
met öe biegeï en öe ratfibojft in tse ganö / en
tnet öe boeten öageip$ in öe noe-mifi en
fcgaapeuö^eb / meer berguïö ban toat anöer#
a\§ ban gouö/ en meer gbnipenöe ban buiïig^
geit al§ ban bbnbenöe iBapen^/ gaoote reöen
ïjebben om op pn aöe! te pochen j en of ïjet
l)tn boou? een g^oote eer gerebent mag iooaöeu
oat 3e öe pieb en öen öegcn berioiffeit Ijeüöen
tegen öe fpaöe en öe fcpp > en ban öe aöelif*
be oeffeningen tot 300 een mojffïg ïeben obër^
gegaan of berballen $11. <êct of geen eer/
öat raeft tï\ uu niet aan ·, öie öit geöeeïte ban
0113e ^aöerïanöfcïje Difiorie maar 5oeb op te
ïjeïöerem Φι/ inaiim gebaïïe/ 't φ gen ten
tpe öer <0iabeiv ja na öe <&;aben 3elf|/ booi
eer gerebent getoeefïi gcUjft een ieöer uit öe
boo^gemeïöe boo^recijren batten ban; en men
3oni» get boeren ïeben aïsoo toei bonnen roe*
men/ en met öe getuigeniffeu ban öeftige
fcgjper^ aÏ3oo fcjjïiöerig bonnen opfeöibben/
déïjtt öaar Xeïp afgeniaaït $♦ #m öan tot
öe 3aab te (toornen ■, boo? ccrfï 5$ f)et Jjier/
öoo?
|
||||
OUDHEDEN. LXKXIll
boot öe QtbumiQt oorlogen / bjaatfcögneïp
toe gegaan 3tjn / geip pet in anöere ïanöen gaat-, bat beifegeiöe I)ui$ge3nmeii/ $üf$ ba» get Befte fïag/ öoo^ öe jgeöuurige oo>iogen tot öe öeöeÏ5aii geb^agt 3911/ of ten miiifïe 5oöaa* «13 3ijnberbalien; öat $t Mn tang onöetfjuii^ geïpen niet nonöen ïjmibm ·, en/ imlöeii 5e niet ban fjooget bergaan / of tot oe öebeljatt berbaiien/ genootsaabt i»icrörii ïjet eene of't anbere bg öefiar.ö te batten* b (ém tltseeöe/ öehiijl öe jjeedpfjeöen,/ aan öehjelbe recot^ge»- fiieö en fïaaifeije bjaaröigïjeitgeöeeljt loa^/on* öeeibaat bjaten/ en ongefcjpnöenopöen οηο* fïen 300η ïioomen moefïen -, 300 ging öe ouö> fïe öiuioi!^ met ïjet nmftt geöeelte ban öe goe* beten geen : en öe jongflebinöeren/ boo^ aï 300 3^1 bjattaïep maten/ gaööen't quaaöom te getaaben / en nioefïen fomtjjö^ een goeö jjeen noomen gotnen. ^at 31)11 nocg mant giflTmgen / boo^ 300 beeï a!$ 3e op öe fcueige* booten ïuiöen fïaain tft oenen Set; i& S^^f'& tot nocij toe niet jjooget op5 maar bic giffïti* gen öienen om öen iucg tot baaöete benn$ te. baanen. M$ öe toeïgeöoorettenbaii|Eaa^ïanö3eiöeii
öattöiööetenstrfne litibtn imieh\\ öemeiheban eöeïen fiammegefeotei^ïjnöe/ 31CÖ tiööedp gieïtien / 3onöet ambagt of lanöneeringe te öoen: öat öe toeïgeborene mannen ooft tt^t een eöeïe fïamme gefloten maten/ maat giet in ban öe töiööet| betfcjjeeïöe» öat 3e atnbagten of ïanöneetinge öeeöenj iwo^ö öe afnomfie bau öe ftiööet^/ en öie ban öe toeigebooten man-' nen/ öaat niet in een gelpen gtaaö gefïcït* Φ\ naöien jjet bonra^ / op fmnne reöcne» / tot y Zk Van Leeuwen Redemng cn2. Kap. 4,
****** % pst*
|
||||
lxxxïv Delfland sc hè
gun boo$eeï uptgef&onen too^b % ntag mm
ïüet seggeii bat ïjct Ifof ooft öë 5aalt aibmjbe* •greepen Beeft $ #n 't geene benïmoop fegtjnt toe te gaaien/ 3g moeten gun'ebeïböm ergen£ ban baan gekreegeo griften i en geööen hm 3CÏben niet ban bc ftrsat opgeraapt: Φι beiv bolgen$ / mijten 3g of gttmte boo^oitber^ niet berabeit 31311 ^oo^ Floris V , en gun abel ooit niet geftoegt Rebben» fegtjnt get ban 5elf^ te tooïgen bat 3c telgen moeten 3*30 ban ben ous ben abel «éecerjïe manier/ of get cerfïe ant* fcnoo^b ban aiïen/ fïeïien top 300 ïang ter $ψ be 5 om bat me bat alïerïefï berganbelcn 311Ï* ïcn: en in alïesi gebaïïefêoo bte eerfte manier/ bic toe ïefï ottbirsoeuen gullen/ ietnanbtoaar> fegtjneïper mogt boo^toomen/ 30110e ijrt on? fcerfegeib ebentoeï 300 gjoat niet torejen. jfeaar om niet ö» enheïbe toaarfegtjneïp-
geben/ gtffingeti/ en gebolgen te bigben; en om ooit op be enïtelbe getmgenifie ban bc |&aa$ïanbfcge toeigcboorrtien niet te Ölijben fïaan/ suilen ton eentgetoelgeösorene mannen opgeebeti; öetoeihe seiicdp mjtbe oübefïam* glli5Cn bOO^tgCfp^OOtCtl 5ijn. Simon van Leeu-
wen geeft een gahbbeffe gesten ban Philips van Borgonje , geteïtetiÖ ben 14. 3|HÏg 1446:
feaar in gg bcrlffaart gesien te gebben toettige
öneben en öefegeiben bat Hendrik Perfyn., Klaas Gysbenszoon , toa^ CCtt fcgiïtÖOOrtg CH
toclgebooren man ban ottber gcrnomfïe. l>an
öc3en Hcnorik Periyn i§/ ban baberé 3gbe/ bOO^tgeitOOmen Willem Periyn van Ouwen-
dijk te g' ^abeinaube ·, Mm§ boo^otiber^/ geïijh Van LeeuWeriigetuigt/ in «Deifïaub en fsgönïanb aïtgb erlient 3ijn booj toclgebooren , c Batay. UI. p.ig, 3.41«
|
||||
O U· D Η E D E N. LXXX7
luibttl. ®at be$e Perfynen of Ouwendiiken
u$t get aaïonb gefïagt öer Perfynen getéom*
pQ3W/ feggnt niet alken ngt ben naam te myken: maat th toeet bat öe ^eet Kornelis Perfyn van Ou wend ijk., Öie lil» $m Wtï W,
ftenö i$ getoeefï/ en öie öe 300η ïna$ ban ben
bÓtynaemben Willem Perfyn van Ouwendijk,
Sfjn geflagrregifïer opgemaaftt geeft} en baat
in getoont geeft öat5ijiï geflapt een affemtsci &a£ ban öe onöe Periynen. <ên' op öat me* manögter aanttogfelen 3ouöe/ 'geeft g« öat gcfïagtregifïer te oubev$Qtï\en gegeeUen aan om iferotit öer foapenem öie get op öe öe* Wipe fotfn goeöge&enrt geeft, goo fïaat υρ oen 3eiben Van Leeuwen te Ïee5en goe öat öe ftiööer / Dirk van Aflbndeift , in 't jaar HH- boo^ fijnen neeferfcent geeft Takob van Aflcn bjoonenöe te mfen ; en öat Philips van vvaflenaar, 2Snrgg?aaf te %eiben / in t jaar 145-0. oooj 3jjnen neef eitat geeft Willem van Leeuwen, öie febeii mergen ianöé onöer Uh fen gaö ieggem moo geeft öe ^eer Dirk van Awicten m 't jaar »499, een öiergeïpe getm> geiii|]e gegeeben aan Jan Svmoniz. poorter te I <e^abe3anöe; en geeft bernïaart öat g£ nat oeVan Zwiecens ban baöer^ 3göe gefpjooteu map. 4£n Van Leeuwen berhiaart nocg bop per öat 3^ö» 5gnen tgö berfcgeiöen imöcn pt öe OUöe geflagten öer Van lollen , Van
fcgoiondenj VanZwietens, en Witzenburgen,' tnmeeranöeren/ fommige ön bomiig/ anöe*
« op obergrfte/ booj eöeïe en meïgeuoorene mannen erkent 3tj" *> en berboigei$ onaegon* otnberhïaartb3ieröenomfegot/ ïot/ of riem* Walen tebetaaien benevens de andere gemecne
fcuisiuideni 300 öat 3* sebolggelp ooft gm&
****** 3 Imöcn
|
||||
jLxxsvj Delflandsche
ïtsiöen toaren* <6n/ om öatgg ban öe Van
Tollen fp^eeist/ 3al i& aanmerken öat ίίί te 3&ï# een öoeffmit $thmt fythbt-, öetoelketmfc bi UUht Van Ί'ollen gefp^ÖOteil &8#/ Hl 3911
pflagtregifïer in 31)11 «amer jfjaö gangen. ΦοΗ
hm i5 ban goeöerganö onöerrecjit Öat fomnw g£ Van der Houvens, fefe ttïl üttlt bant pïat*
tt tafêö in öe ftaö obergegaan 39η/ ten öeele
iïoe| op fjet platte land tooonen/ toonen non* mn öat 3e gefp^ooten 39η ugt öe ouöe en aöe* ïpg Van der Houvens.
Sfn&itti'c iemonömfie meer moeite te öoen/
tóe.50Uiie 3elet1pmeer öiergelpe toelgeboore meunen onöer öe pi^ïuiöen foinoen : §oc fcoei Jet toaarfcgpelp $ öatbeele ban öieimöen/ fcöett öat 'er in 't berden ban toeïgeboore mannen op öe afnomfie geen acjjt gegeebeu too^ö/ öe öetoij^fiiiïiiïen ban pnne afïiomfïe bertoaadoofï 3iiï!en ijeböen. Φο& blpt gier ligt öat öe aöeiijlte toenaamen of vannen , Die Ν pi^ïuiöen in groot getaï boeren / niet ah tp opgeraapte naamen 39η ·, goetoel ifr öat 3eïf£ öifttoi^ geöacijt ijeböe: maar öat fommfc gen öie naamen of toenaamen / feöert öat öe toenaamen/3eïf^ onöer gen/toat meerin3toang ueginnen te gaan/ nnt gunoe gefïagt-ö^ieben/ pf upt öeöeipy^-fiuïs&en öie 3«-ban gun. gefïagt ïjaööeii/ 3uiïen aangenomen geöben, §oetoei get ooh toaarfcrjjjnelpii$ / öatfommigen öie naamen a$ opgeraapt/ ofbanpes'en en genen 3|eer ontleent 3uUen geböen. jfl&aar nu öient get eerfïeanötooo^ö einbelp
onöer3oeöt; of 500 een aöeï toe! meer te 3eg* gen$/ aï^öat3ooeeueöelman/ ban abertot aber/ ban typ/ eerlpe/ en on^ootefpjee* J*en/ onöienfïöaare Ituöen boo|tgefp^ootea i& |
||||
Oudheden. lxxxvii
Grotius d, bic be tneïgeöoore mannen boo^ geen
ebeïlniben jjottbt/ i$ ban geboden bat befceï* geöorenen 3«tfieiniben sijnbieban aver tot aver en3. %m ttïaaht Ö£ ban onberfeïjeib tnffcjjen ebeïïmben/ en be 3obanigen/ die van aver roe aver CI13. W^ ftonoen bit onberfejjeib maar bok gen s en gabben ban fïeefit^ te seggett bat be recjfjte tueigeöoore ïuiörn / 300 a\$ toe fefiijnen Öebaeesen te jjeöoen/ niet aiïeen onber bte na* ïtoraelingen ban b$e en eeripe Iniben/ maar onber be reepte ebeiïniöen / gereftent moeten tooien: en bi$3ouben beioeïgeöoorene man- nen/ baar bit onbe^oei» opsiet/ ebenfoeiom* twnt in een gelpen graab met be rechte tbtU iuiben fïaan. jjt^aar van Leeuwen « öebjeert ergen^ bat
be iuiben ban bit gefoefïe ban onb$ berbeeïb 3i)n in b^iebeeöanbe fïaaten. 9fn ebeie of b$e Iuiben / in bienftüaare of onb$e/ en in b$y gemaaftte, 3Daar ngt 3oube bolgen/ of om beter te fpjeefcen 't i$ 3tjn eigen peggen/ bat aiie b$e ïuibeii / te iueeren bit aïtijb b$e fut» bm getoeeft toaren/ en ugt geenonbjtje ïuiben boojtfjsjootcn / niet onberfcijeiben foaren ban be reeijte ebeïlniben. Johannes Pontanus f, en meer anbere £tfratf#/ feeeften eben a$ van Leeuwen, ifeïe bit geboeien boo^fiaan 5eggen eigentlp bat 'er geen anbere lut> ben b^ toaren ban berfcfjeibe bienfioaarlje* ben/ l&efoeïfce ten bienfïe ban ï)tt ïanb of ban ben $02fï gebaan moefien tooien/ aï| be <0^ öeïluiöen. ®it ftanban geen^in^ gebutbt too^ ben tot berminbering ban ben abeï; baant/ of d Inleid, tot de Holl. Recbtjg. t.bock 14. deel,
e inleid, tot de Koftuifneo enz. 11« 8. ƒ Qrig* Fnwcicar» Jib. 6, e. ι f. ****** 4 fcgOött
|
||||
Lxxxviir Delflandsche
fegoon t'emanb tot beenleinmg ban Den aöeï
fcmlDe 3eggen/ alle b$e ïntDen toaren Bgt u ïiebeti ban aDei: men gaDmaar totanttooo^D te 3eg* gen ·, geen wonDer / mant baar toa$ niematiD tög buiten De recfjtfeïjaape eöeiïuiöen. Φι 300 50iibe get ooft in 't miiijïc niet öorn tegen Den aoeï Der toeïjebotene mannen ·, tnbieit iemaiiD fïaaiï&e toouto ïjonöen Dat De 300-genaamöe iueïgeboore mannen eigentïyft De naftomebn- gen inaren ban Die ouDe b$e ïuibein ^oej Jjet Deröe anttooojb / te toeeten Dat De
toeïgebore mannen affpmit3e!$ of af3et3e$ ban De bebenbe flanigtiisen 3tjn / t£ toe! 300 toaatv fefjijtieïp. i&rn tetftc behoeft men Dan Den on- Den aDri 3öDaamg niet te bennenigbulDigen/ 0Ï0 gn bcrmenigbulöigt 3onto tooien / inDien 'erbegalbeii De bebenbe ffomf)ut3£ii Derabeïpc jieifoonen nocg auDere fïamïróen boo^ De3e iabeipe boeren opge5ocijt itioeffen too?ben. <€en ttoeeDe ïjebben to» eenige niet otitoaaifcI)ijnb> ïte eeDenen opgegecben ·, beurt e fommige ebèï* luiken tot berminbering/eir berbo!gen$ tot Den latib&otito/ geb^agt nonnen fjeöben, (CenDerbe geböen tog bet/egeiDe ftaaifje$ opgegeebenbmi beige boorene mannen / Dte 3eït crhjft uot Die behenDe en abeïpe fïanipÉ3en boo^tgefeoo* tentoaren, Jfóaar iemanb 3onbe gier bonnen bL?aagen of
Dan De toelgeboorene mannen niet moeten ge* gouben tooien boo^ Die fiaïbe «ébeïiitibeif/ batt betoeïbe Jan van Henegouwen getoaagt in ee- «en fyitf ban 't jaar ï 303: Wy jan Gi ave van Henegouwen , van Hollandr, van Zeelandr,
}Aere van Vrieflandt, maecke kondt allen luy- den dat wy by raede.onfer goeder luyden van onfe landen hebben een reehtgemaeckt tuflehen den Utkffi 4· rtiïW
|
||||
Oudheden.1 lxxxix
edelen luyden in Kenemerlandt die half edel fijn,
off daer beneden , ende van onie gemeente in Kenemerlandt, tfl$, «JHttgier Op 30ttbe 0ei»möfc ïtonnen tooien bat fomniige oude %anbvetfy
terg/ betoememet be <6beiïuiden gelp buide» gaan / niet meer a$ met eene fpoo^ mogteii rijden, <#nmen 3onm 'et· be3ereden nonnen bg* boegen: bat bie foeïgeboore ïuiben / goefoel ban abeïpe af nomfïe / ebentoeï niet a$ ebete ïuiben ktfpm / geen abdpe oeffemngen l}m\* teerben $ ja/ op een 3etee mijse/gunnen adel &\§ beten baaren* s, van Leeuwen g, in 3pe iftebenem nge ober öet reept ber <£deien/toil bien gaiben eöeibom ben gingen ïiebcr toegepafE ïjeöbeiii befoeine ooft/aïg een foo^t bainteïj* terg 3ijnbe / ben «ruin mat googer 3oegten op te fïeencn* <Pan van Leeuwen, bebjeïne ben abel ber meïgeboore mannen inbatiCrantaatje metaïle magt tegenfpL?eent/ iguaberganb ge* ïp me reebg ge3cit ge&ben ban geboeien ber* andert. 2P kan ban ntet anberg 3ien of bic gaïbe ebeibom/ en bat rijden met eene fpooj/ aan 3eer meï/ en alleeöefï/ op be meïgeboore mannen gepaft mo^bem ©it 3outo'er tegen in gefyagt nonnen mo^ben/ bat be toelgeöoore mannen / ban baberg 3gbe u$t abelpe fïam* guiten gefp^ooten 3pbe / boo$ retgte ebeïlui* ïtm gegouden moeten mojben ·, en / gelp öo* ben bemce3en i$/ altgb booj recgte ebdmideii geïjouöen 5ijn gefoeefï. %% fïaa get toe bat 3e/ eigentïp gefp^oïten/
ban abel ioaren / en booi abeipe perfoonet* gegouben 3ijn getoeefï. |®aar/ demgÏ3ngeen* jmjö alg ebeliuiben ïeefden/ m be ïanbueermg |
||||
XC DEL FL Α Ν DS G HE
oeffenbeii/ ja op een $tftmti 3111 een abeï ïw
mi baaren 5 ig-get oor geen toonber bat Jan van Henegouwen gen boo^ een öaïf fïagje/ ge* lp mm $zit/ aange$ien geeft* ^efcmji oe IM-ebeie Hfeer Perrus «afe
Mark, jJ£cnfiona?i$ oer fïab Seiben/ be goeb* geit geïjab ïjecfe ban on£ &et geboïg oer ΦΡ* graben en ^eemraaben ban ©elfïanb / Die ut Van Leeuwens Batavia Illultrata Opgeteldfïaan/
f er jjattö te fïelïen, jjeoben ίο» goebgebonben
Öe ganfeije lijfi oer gemelbe «Ppg^aben en sgeemraben gier te laaten bolgen. DYKGRAVEN
van Delfiandt.
1313. Aarnonr. van den Dorpe, $$aïjUtö ttl
SPpg^aaf ban ©eïfïanto
1336* Floris van Bouckhorft , ^aptO eil
144.6. Dirk Potter, <&ij&g£aaf.
146Ί. Jan van Egmont, <É>pg|aaf* 1-469. eh tj8f. Cornelisvan Dorp, ©pg^aaf. 1476. Willem Floris,<$Uoe-^p0^f/ fce^ meïööen4.3|i%
1476. Kornelis van Dorp , aï$0UÖe/ en Jan
Splinter él§ ntentoe «©pgjaaf.
14S6. Jarob Lambregts, *E>pg£aöf*
1494. Arent Vranken , ^CgoUt ban 3Mft/ ^aljuto en «Ppgjaafv
1 f00. Jan de Heuyter , ^Cgont batt O&CÏft/
2$a!jnb> en ®pg?aaf/ totert ^pg^aaf ben
ra. j^obemöer ifoo. 15-07. Jan Aalbregtfz, ^pg^aaf.
if 14. Pieter van Roon, ©pg^aaf.
|fer. Tan Jacobfz van Utregt, bja£ lattge ja*
ren ^pgiaaf j te taeeten tot ben jare 1536·
«ff 3·
|
||||
Oudheden: xci
ï 5-f 3. Frans Duyft van Voorhout, 3&t)&g|ttóf
fcan tjaat in<s. tot öetjaai: 157$·
^cöeit beil jare ijTf 3- Jooit vanOuwelant.
ι f f6. Jan van Bodegem, iüittt ®pj#eftf ben u.ftiugnjïi 1576.
15f9- Adriaan vander Does, «SMjftg.jaaf.
ifó'g. Pieter van der Goes, ^Dijfïg^aaf. Tf7f. Willem van Dorp, «Ppgjaaf/ foa$ ooft ^cgout ban ©elft
15-9^. Aalbert Storm van Wena , S5aïjUÖJ
en ^ij^aaf 0etoo^en oen 25% 2uïg 1 j οχ,
1619. Gerard van Randeroode van der A»
J|é*c ban^ebenoeiys&tfjufo en^ijitgjaaf aeti
2i,<Pecemte 1619, JÖ33. Willem van der Hoef, S3>aljttta £H
^ij^aaf 2f ♦ maart 1 63 3.
\66%, Didenk van Koolwijk , S^aïjUi» tti
?pp0iaaf/ oen t%. %\x\q ι ββζ.
ι68ρ. 4·ϋ&φ· ©eÜeeEenJ&eefïeeGerard
Putmans, ïïaaa en sènrgemeefiee öec fïaö ©elft ι6ρ9# 8.|0]#ft· Adriaan Bogaart, 3|eet? batt
%t\m§/ ^urgemeefïeeenföaaö öeefïaö^eïft
i7°8. lö^aatt ©e^eeeen J&eefïer ja- kob Vredenburgh van Adrichem , föaao Zï\ 2$Ur*
gemeefïee öec fïaö ©elfh
*7J4« 9* $obeinöei\ ©e ^eer en ji&eefte Maarten van Hoogenhouck, Jiaaii en 23UC0C^
mcefïer&e* fïaii ©eïft/ oienog ïebenoi&
HEEMRADEN
ί?λλ Deïflandt, ϋ«£ϊ? Arent van Hoodenpyl, WÜm/ Itefttë
geec Diderik van-dec: Woert,ïfaoöer.
Klaas van. der Poes. |
||||
xcii Delflandsche
^ettGyiland van der Made, föttftflV
ï§eet* Hendrik van der Lier , fóföfrètf. %ttt Philips van Pohnen , HiOöetV Utfbt MH* ' ' .....
Arenc van Naaltwijk, Jftötiet!.
^ttt Diderik van Hoodenpyl bCWldÖ
3|CCr Arent van Dorp, Jftlttöet?.
N. Dues.
N. Polanen. r !t/
Dirk van Kattendijk. ^,
< N. van Okkenberge, '^ '" fi^t Gyfeiyn van der Made, föftltia?· 3§cec Roeland van Groenevelt, ^litliSer*
. l^ttt Gyfeiyn van der Lier, ^ett Hendricx 500η*
- $£€tV Arent van Du venvoorde.
$j)€Ct Gysbert van Diepenburg, töiööeE/ Utp hein't jaar 1400,
l i(§egr Dirk;van Naeltwijk.
l^Ctt Gerrit van Egpont, ^m 1)311 ,ΙΦοί^ tfingr/töiötrer.
. I|ee£ Jacob van Spangen, ï&liliier*
^Ctt Arent van Dorp, bibber*
$£ttt Dirk van WafTenaar.
Willem van Naaltwijk , tölö&etV fcetwRl III
em Oj^enÖ^'èf hall 3|ertO0 Aalbregt van Beyeren ^cet? Jan van der Lier , ïjf ea* fcatl <Ρΰ#ί.
IfetCV Arent van der Qoes. ,., Godfchalk Oem, bmtteïö i4?3· Jan Vos van der Woert, lïerni0Ï£t 1446, ; ;$)(· Philips van Spangen, Jfïaat inÖe«3|obe ban goïïano,
φ£· Bdüdewyn Hert van der Woerc , ^ttt
1 ' in
|
||||
Oudheden.'5 xciii
in lööenöjoefc / en &φηί tot ®kVfty jjeeft
αϊφ ^eemraat gi^egdr anno +^8.
Gi-rrit van Abbenbroek , hjgrè ^cèïtltaab Ötlt
iz. ®mnfbet ^69 tn plaats ban 5tjn baOec
Boudewyπ Hert.
Johsn Ruygrok van der Werve, ïliöto. Willem Broeder tot Egmont, .^gföbfUl §§p feïfïein.
Gysbert van YiTelftemy
Johan van. Marenes.
Gysbert O-m van Wyngaarden.
Willem van Alkcmade Francen. v:
Johan Broeder tot Egmont, ^€tt tOt 3^00^
burg/ üöom
i^fer Hendrik van Naaltwijk , J^arfcgaïft
ban ïf oïïanö / jfttöoer/ aï§ ï|eemraaö gemdo
14.66.
ï$t$V johan van Waflenaar, 25ni'00^aaf tut
%t$bm.
$tt. Dirk Poes, 4$;ifffer ban om ï|obe ban
loaaniïi oberleöcn be§ b^öag^ na$t;Mi- chiél 1471.
Jl&r. Jakob van BoriTelen.
Gerrit van AfTendelft , töiÖÖet / ^ttV batt
3£ffenbeïft m?&tfo$m /ftaafc in oen |obe ban
^oiïanö / toï'crö ï^cemraap b^Dag^ na &t. Mi- chiel 1471. in plaatö ban Dirk Poes.
Jj&l\ Klaas Ruygrok van der Werve, ïHtööetv
Willem Hart van der Woert van Abbenbroek, ïtiöaa\
Jacob de Baftaart, UibC 3jj!t ÏÏïttpt ntbtttm
beSoebebanOttovan Egmont,op oeim.j&eg
1481. i
ïfeer Orto vnn Egmont van Merenfteyn ,
<§ctv tot ïienentag/ Mbotv.
l$m Kornelis van Dorp, Sloper/ ^eerbal!
23nit|3ui3cn bermela 140+· ^ttt
|
||||
xciv Delflandsche
3|eerJohan tot WaiTenaar, ^urgg^aaf tot
%tmn
1$m Klaas van Aflendelfc, &Mtt / %ttt
ban füffeniielft/ en?.
^ttt Kornelis Kroefïnk, ^tttban2$entjf)ngi>
feit / ^ontbefïec ΰάηφοΗβιώ.
Floris Oem van Wyngaarden , Floris 30011 /
3|eer tot Jfffeïmonöe,
Dirk Sonk Janfz, ^CJjOHt ban ^dffc Hl 't
jaar 1487.
Jakob vanAlmonde, föaatöe^üoning^ban <®ofïenrp*
Adriaan van Dorp, IfeetV Kornelifz. IfettZ
ban Φο&/ beroieïö ifoj«
i|eec en Jf&}« Floris Oem van Wyngaarden
Janszoon/ töiö&er/ mm^agt^geet ban gjffel*
monbe/ föaat oe^ ï*eifet$ in ben i^obe ban ^olianb, jakob Gout, töentnteefïei* ban $οο£1}Φ
ïanö/ büert 5|eemraat tn gjanuarg ι 50i* fiierf ben 11, j^obember ι f ι o. Johan de Heuyter Janfz, ^C&0Utban&t\ft/
luiert ^eemraat inpïaatfe ban Jacob Gout öeti
iz.^obemöer ι?·ο. Ysbrant Oem van Wyngaarden.
Vrank van der Meer Pieterszoon, fcöect 3|eent- raat lil plaat^ ban Floris van Wyngaarden Dell if j^obember ipo,
Jakob Stalpert van der Wiele, Adriaans zoon,
^eemraat 15-18. fitof if37-
Kornelis van der Hoog, Gerrits Zoon, "^mw
raat ι ρ 8.
Kornelis Suys Pieterszoon, J^eft&ent ban ïjf OÏ*
ïanö if 38.
Willem Kornclisfz Schans,
|
||||
Oudheden. xct.
ffettt Andries van Bronkhorft, l|eerWillems
zoon, 15-xi. ilipiaat^ ban Willem Schans. 4©3 Johan de Heuyrer Janfz, inplaat^ban 3JJtt $aber ben J»cj)out ban ®eïft/ ï^eemraat in*.
Willem Gout.
Jan van Almonde, %eemraat ben 10 J&tttmt
htv if 37. l'!l plaat^ batl Jacob van der Wiele. Ji&r. Kornelis Suys.
3Bt, Kornelis de Jonge, 3|eer bat! ISmttfi
tnp/ &eeto«eefïerbani|oiianb/ ügeemraat
hm >4· Hp^!Ï 1 f44· ï" plaatjbat! Willem Gout.
^ecr Otto van Egmont , Mbhtt/ ^ttV töfc Ücnenöuc0/|ïHaa^ïaiiöen^cöipiniö«i/^ren^
raat oen 10. i^uarg 15-47. in piaat^ ban An- dries van Bronkhorft. Johan de Heuyter Janfz, ï} emiraat hm f.
I&aart ι ss 3.
Dirk Coebel van Loo , ?|mwaat hm to.
Pieter van Bronkhorft, 3|eer Andries zoon, oen 14 gfunnifóO.
Abraham van Almonde, 3|eer batt 2$euM$*
h$Ï& m ICÏtena/^ucgemeefiei? tot 3Mft/i|eem?
raat ι r66. Jj&r, Arent van der Meer Vrankenfz, &tkttf
tm# oer fïab <Peïft
JjÈr. Pierer Hanneman,<Ö$#fptt ban ben ïgö*
be ban ï|oIïanb / fïonö af nart $tjn Sfimpt in
ganöen oer ^oo00 ^eemraöen oen 13.jFe6.if9i. i^eer Johan van Matenes, ï|eer ban ï&ibie* ren/ ϊ|οο0 %emraat ben 17. gimct ι f 7P- Cornelis van Myerop van Kuyk , ^eere ban
Ioo0tfcooube/Halfïa0enetc. hm 11. jiobemöer
Jacob van Egmonc, $eer totüenenouro/ ben 1. fip$ ifP3. in plaat^ ban Pieter Hanneman,
Johan
|
||||
xcvi Dtelflandsche
Johan van Oldenbarnevelt,ï?it0üer/ï|eet:batt
ben Cempeï/ΊΒηΜ/ ïioobem^/ ttt. tüb*
boftaet ban ^oüanö / 3|eemcaat ben 14 tfi* Jakob Huygens vander Duften, ïfeer t0t5|a^
vingfy^avfpil/ ttt. föaat en ^nrgcmeefïee te
3Mft/ imertïteeineaatben17 jpc&iuary 1 r^8. Aelberc van Schagen , 3[onCKÏ)eere tOt^c|a#
gen/ üeere tot ^nrööoo^n/ ^eemraatben/.
,1{®eg 1<5°4·
||eei* Dideryk van Belois en Treflongh , jfclb*
berber ^nntfcïje <&$&/ ïtoabjnterenb i&onv
manbeni'ban jEae$iaiibt/ baer naEanb-föom* nianbeut / ï|eemraabt ben 20 jpeb^narg 161 ο. Reinier van Oldenbarnevelt, ïftjÖber/ ï|CCi?
ban ben Cempe!/ ben 2,5-. 2fi$#I i6n, om in
pïaet3e ban jijn baöee in be^eïf^ aftoce^en te bienem Dideryk van Schagen , nijgeer tOt Φΰ\Χ*
bjiaen/ tot^tfnbert/ lï^aböinï^been/ etc.
ijeemraat ben 7. j^atsemöec 1611. Antonis van WaiTenaer en Duivenvoorde ,
^eerbanben^ofcïj/ ben i8 ji&cg 16Ί6.
Johan van Roon, ben 17. 3dp£il f619.
Dideryk de Bye, ïfeee ban Éïöjant^foaaet /
ben 16 ^atvti6ii. Arent Jakobfz vander Graef, ïftaat en $$ÜVQtï
meefïec te ©elft/ tsm 16, jjfèeg 16x3.
Niklaes vander Duyn , ümbaöt^-geee ban
ftipop/ '£<$>?abcmoei;/ beni8.2CpLnI i6rS.
Willem van Winl'cn,bibber/ ItOinmanÖeUC
te J&ae$ant/ ben 20. ^famiaen 1030.
Aelbert van Waflenaer, ^itV ban W&&
mabe/ etc. ben ;. H&eg «631/
Jakob Frederik van Zevender , $bttt M*
üênenönrg/ ben ιοΜίίρ$ 1636.
Jacob
|
||||
■■
|
||||||||||||
EDEN*
|
||||||||||||
XCVJÏ
|
||||||||||||
O U D Η «
|
||||||||||||
\ * Tncob·" vandcrGracf, ^tCV bat?^OOQtbten/
rrcïSaat enp$uv$enmflcv te «Drift/ ^miwatt
oen 14 M$$ ï 6$7. oberfrocii tteii 15- ^feb;. 1 <5f 1 ♦ iso;{j/ Cariufff/ etc. <d%iffïcr tombe Éc00Ö
jtóog. peeren graten <0eneraei/ ben 14 £§j$ï 1043. *«$ obcrieöcn ben ïe ©cccmöer 1650. Willem Stalpart vander Wicle, $|Cet' lianÖC
3IDerbe/,1 ieubsertaeif/etc, öeηt \. %iü& 16'fé:
Adnaari vander Myle , %^ttt baiïÖCl' Jpgfe/
©uöÜeiöam/Möia^/ ttc. ii.®tmnbevi6to.
Dirck Gcrriifc Meerman , JÈcfööCE/ ïfcrrbilll
J&ofenacr^-gjaef/ iïnet en 3$ura8mrcf?£i* tot
P.etei van WaiTenaar, ïïiööer ÖÉT ©nptfcgC
<0jtye / ïfeet* ban ^terrenöurgi) / etc. Den 6t
december itfjj. Didericfc Pauw, MïtiltV/ %>UÏimil 4tariliflfc/
ïfaac Paauw v ïïtööer / IgCCI* liflH fögtfettljfl* ^•300,5 jpoif; eerren ^Men<0:rneraei/ÏE^
frer-fcnaefi ban ijoliaubt/öen 2 3 0lTtober 1 660, Philips Jacob vanden Boerfelaar, 23arOH bail
Ufpeven/etc. l^eftaerenbe itiaat inbe <Bcconv
mitteeroe fóühcn banöe <#&, «ü^aot $&O0. ï|ee* ten Staten ban foliant en fl&eft-tyicfkmlk/ oen 18 Sfanuarp 1665·. Daniël van Wvngaerden , ^eerbatl Z&CtliCtlfi
öam/etc. <0mjmniitteeröe ter ^reaaberinge
ban be^o.^og. peeren ^taten ètoierari ngt Wy zgilen in 'e gevolg Van Leeuwen en her handfyljrifr
panden JHUer Mark itcgts uytfcofijven , zonder iets iu ik |
||||||||||||
■
|
||||||||||||
—
|
|||||
xc.viii Delflandsche
öe Φ$ρ ban be fóiöbeefeïjag ban ^oïïanbt /
öen s 0ktobct i6<so. jéeefïer Adriaan Boogaart, 1$m ÜmMoig/
lïaeten^nrgemeefïerberfïab^eiffc/en<&eeom*
mitteerbe in'tCoïïegie ban be <£b. Jl&ag. Igee^ ren <eecomtmrteeröe föaöcn / ben t. M$$ü i6$u Simon van Beaumont, ^ecretan$banbe<i£ö, <0£Oöt $&O0, peeren ^taten ban UfoHanö en Sl^eft-bjtefïanö/ öen i.SC&il jö8i. <&e^ttV Carel vanden Boetfelaar, ||eecbatt
^ientobeen/ ïfïaab enfóenenmeefïeebanlitols
iant/ ben 13 december 1080. en $obedeöen öen 28 gannarg 1708, ©e %eer Adam vander Duyn , i^eec ban
$'<02abemnoer/ öen i% december L689, mi$ cbedeöen in ©eeember 1690. ©e tym Joan Pauw, £f eer ban öijnenbncgö/
jlEeefïer ütnaap / ben 1 o ^eb^uargt 1691. en $ obedeöen öen lo^eptembee 1708. W illcm Schuylenburgh , ^ee£ ban 3&Ug&etV
ïmvsfy/ttc* ben lo^efyuarg 1691. en i§ obet*
ïeöen 1706, ©e ^eet* „jBr. Antony vander Heym, &aaÖ
öerfïaö-<IMft/ iïeBenmeefïeebaniloïïanb in
p\aat§ ban be%eer ban23eIo$g bie ^pg^aaf &a^ gehjo^öen/ öen 11 j[&eg 1699. *n *ί °&eï^ ïeöen öen ι ζ <2>ecemöee 17-14. ïPe ïfeee Jan van Ruytenburgh, l|eet! ban
EMaaeöinge/ iïaab teriömtealiteit in'tj^oo?' öer <®naitiet* ban ïjfoüanb/ öen i$>$obemöec 1699, en $ obedeöen öen Hjpeö^narg 1719. <Ε*£ tyttt Joan Theophile van WaiTenaar,
5|eee ban föugben/ Öenxo jfefyuarn 1708. en
t$ obedeöen öen 10 jfebjuarn 1711. jflttr· Franco Pauw , ^eeeeead^ ban öe ftv
fmmmw ban ^ollanö/öen η gjannarg i7°9- |
|||||
O U D Η E D E N." XCIK
$j)Ctt Willem Lodewyck van WaiFenaar, l^ttt
ban iïugben/jilaagfïui^enj^aa^iaiiö/ föaaï*
tcv Uommlittit op öe $&aa$ / SMjuto en ^cjjotit tim ^^abengage / om <4 «paart iji ι. en ίύ oberleöen oen 28 gjanuarg 1710. JEU\ Adriaan vander Goe.% ïfeei* Uail$atW$/
ïiaaa en ifcirgctiieffiei* tot ®dft/oen 11 jjföaait
Cornelis van Aerfen, ^CCtÜm &0§ÏJOl/om
18 Jlaart 1719*
SECRETARISSEN
van V //ϋί^ι? Heemraat ft hap van
D E L F L Α Ν D Τ. I45"x. Mr. Reynier.
1468. Hugo van Dam.
1473, Cornelis de Bruyn.
1483, De Camp.
1484. Pierer Dirckfz.
ïyof. Cornelis Came'rouwer.
15-10. Vrank van Zonne, ifi8. Vranck van der Houvc, oittOt&vfofi $it\X\}t fjaööe Willehoort Uyttenbroeck. if4f. Daniel de Domans. 15"4<5, Willem van Bercndreght. 1 Ï76. <Deii6\ %ρμϊ/ Vranck van Berendregr, êecretar$ grtooj&en / bmtffcng fijn ba&rc
Willem van Berendregr.
1573. tOt if88. Simon Storm van Wena.
15*88. töt' 16ip. Pieter Verharen. 1Ó14. ^n 3. |Bacrt berïtrceaJ) Hendrick
Verharen rcfijjlïatie ban pjll baöer Pieter Ver-
haren, en öeötenöe ïjct ^ecretat$-2ïmpt/ oiip trnitamm i4tu m beröere jaren. |
||||
c Delflandsche
\6ij. <©en 8,$obemöer tuiert Andries de
Reeck, ^ecretar$. ι(548, <©ei1 p. |teaect/|&J. Cornelis de Jonge.
1679. <®m 1. UWÜ/ #&J.Jacob Meerman. 1711. JjKtt· Philip Quiryn van Beaumont* bie get 3ciiic amgt noeïj bebienb.
$£ρ Rebben Qirr booren 0C3ctt bat be ïij(ï beu
^pg^aabeneniSfeemraaben/booé S. vanLeeu- ■wen ugtgegeben/ twtbotttutnenfë) en jttlleti öaarotn beanbere ïaaten balgen/ bteboo^ gem obergeflagen jijn. DYCKGRAAVEN.
1480. Jan Splinter.
i5"ff. Francois van Bodegem.
15-62,. jpteefïec Corltiaan vander Goes.
ÏOOO0l)ecmcaaÖ Reinier vander Duin, obCC*
ïeben 15-93
^i'er bg ooft be Stjfï bei· genmng-nteefïer^/
«^ntfangerg of gnialberibei'§ ban ©clflanb / 300 beei beseïbe befcenö 5jjn: 1479. Arend Piecerfz. <&lltfatlgcr«
1488. Willem Corftiaaniz. <&Utf. i^Df. Cornelis Sybrantfz. <2^Ittf. ip-y. Prieter Franke Boon, <&ïltf, 1 f60. Franc vander Houve , ^lltf. 15-34. Antony Aertfen, ^iraalbeelbe^ 15-86 WillemDirckfz banbeJtNfÏ-amöagtem
15-86. Adam Direkfz. ban be «©ofï-ambagten. 1588. Jfêr.Pieter Verhaeren, ban Oe ffltft*
15-88. Adriaenjanfz. bail be <®0fï...
I fpx. Huyberc Dirkfz Rodenburgh, JDetltUttg'
mee fier foo ban be JïDefï aïg De #off-
ambagten. \6oy |
|||||||
Oudheden. et
i<$o$. Adriaen van Kerkhoven, OOil ban oeibt,
16^. Cornelis Michielfz, Soetens , ttiebe ban 1669. J&r. Pierer Soetens, penning-mttfttt
ban be IPefï,
1670, Gerard van AiTendelfc, bail be 0Oft*. ♦
1686. J&t*. Pieter Pieterfon, ban be 3$efï ♦ ♦♦ iffpo. jjjlr, Jaeob vander Efch, batl be 3&£fi, i6"pi. jfer. Nicolaas Boogaert van Beloys, ban bc Φα%
i6pp. ©j.Gerard vanderEfch,ban be$>efï«*« öp tefignatie ban 3ijn Sloeber.
17°7- z 9fatt. Λ*?» Adriaen Boogaert van Be-
loys , ban be <^ofï... ög b$toiiïige af~ fïanbban3ün^oeber· $a bat bit Utofije bu£ berce afgebet
toa$/ geeft be toel ebeïe %eer bc J^enfiona* ri£ ban ïeiben/Petrus Mark, aan ben ^uitliet: banblt30Ïbe l^erit/ Chriftiaan Vermey,n0CÖ
ten ouböanbfc&ift ter ïjanb gefïelt 5 't ioelft
gier b^onber toeï te pa| 3aï {toornen· i|et i§ een ö^ief ban Fioris ν, betoeïfte on*
3e 0tf7ïii0 toegen^ be (^u&öett ban 't <PeIffc{j ^eeniraabfcïjap öebefligt / en in boïftome 3e* tageit fielt ^ier boo^ / op get χι χ 3tjbje/ gcö&enbjg getoont bat'ei; al öefc|)eib ban 't ge* melbe ï^eemuaabfegap gebonben too^b op get jaar i^o: en/ om bat get 5elbe ï|cemraab' fcgap in ben D^icf ban^aaf Willem in,ban 't jaar 1319/ niet bermelb bao^b a$onïang£ ingefleïb of opgereegt 3ijnbe/ geöben tog baar een toaarfegijnelp öefïuit u$t getroii&cn bat get in oubgeit niet of 3eer toemig begoefbe te tonto booj 't ^eemraabfegap ban ftgijnfanb. #u tegoeben fog niet ai gtffenbe te fp^eelten: #*## ### 2 baar
|
|||||
CU ÖELFLANDSpE
tsaar Fleris ν 3df ban bit ^eemraaöfcïjap m
be I|eemraaben geluaagt, |§et ίφ jammer bat be jaarteïtemng niet üap
bfr te ïee?en i§ a$ duizend . . , 3^e ö^ief Mn 300 toeï uVt begin ban jgne regeeringe/ bati$ eben na iiff / opgefïelt 5tjn a$ omtrent ïjet embe/ofebenboo^ 1196* <©oci)betoöl toe baar ban met geen geb}i$)eit fpiee&en nonnen / en get ganfeö on3e&er i§/ 3uüen ion ïjet ooit al$ oiïtö$ en opener baar ïaaten : en aUeenïp aaumernen bat jjetilfeemraaöfcïjap almeberom niet bermeïöt tao^ö a\§ pa$ opgereeïjt 3i?obe» f en berbolgcn^ / inbien Fioris ν boo^ ben %n* fieiber aï geijonben moet tooien / bat get naar nïïen fcfjijn aï eeltige jaaren booj 3tjne boob 3a! opgereeljt toreen, feat t& ^m fykf aan Fioris V toefegjpe / ïjoetoeï bat'ereniielp fïaat Fiorens by derghe-
nade tnp- ίφ oniïjet einbebau ben öjfef: Gege-
Iven op onien htiyie in de Vogelianck en3« 't $£η$φ
ttWOêëzwW ofinbe$ogeÏ3ang/ $boIgen$ bc <&uht t &ronp gefïicfjt gebjcefSboö2bee3en Fioris ν: en/ nabien in geen eenen ^eö^ijber ncn bk bat in tbnjfei trent of tegenfp^eent / en 1 ooh geen crue reben toeet oinffet tegen ttfp$w hen/ of in thnjfel te trenlten/ 5a! in jjembooj ben fiicljter öonben. ^e Eee3er jict oofc in bee5enfeief/ en geeft
boben 00H m anbere b?ieben gesien/öoebat er gponnrtg gefp^often ioojb ban be ||eemraaben en J)et §eeuiraabfcï)ap ban ©cifïanb, €n S. van Leeuwen jcïf / geujhi»greeb$ aangemer&t gebben / telt be ifeemraaben en ^pgjaben j Iran ilï)ij!!Ïaiib / en bie ban 3£ciflanb / ui ty» Ijonbere ujfïen op: en ïjn maant een bnibeïij^
t Divif, 19« coj). if» MtotP |
||||
I .
----— - - J
|
||||
Oudheden. giii
|
|||||
jgtoffMi tnfftym 't ^eemtraabfcjjap ban
SMfïanb m bat ban föfjfjnlanp. H&igeliebebe %tt$w in $m Bebenfting te nttmm jjoe bit tsa* Wen fïaat met van Leeuwens *>tQQm bat <?Mf*
ïanb in ai bien tijb / en bat tot be ió eenfoe
toe/ gefïaan 3oube jjeööen onber ftötjnïanb. jp lorens by der ghenaden Gods Grave van Hol-
landt, doent cont allen luyden, dat wy onfen welgheminden Heemraeden van Delflandt, ende die alinéfc ende al gegeven hebben alle de fchou- wen ende koeringen, ende te berechten al dat den Heemraet raecl: ende te raogen koeren tot onfe luyden van Delflandt behocff in allen fte- den ende dorpen beleghen in Delflandt, alwairt dick deur ende in onfen huyfen inden Hageen- de 't Sande , welcke koeringe wy aftervolgen fullen off doen aftervolgen nu ende tot eeuwigen daghen , Ende wy en willen niet dat yemant den Heemregt onderwint, alfoe wael in fteden in 't landt, als op ten dyck dan alle die Heem- raeden voornc. Ende waert datter yemant hier tegen dede ofte aede doen, dat fullen de Heem- raeden mogen verhalen op fijn lyff ende goet, welke hantveften wy willen ongebroken heb- ben tot eeuwigen dagen, want het ons alfoe nut ende geraden is. Gegeven op onfen huyfe inde Vogclfanck, op onfen Liever Vrouwen'Nativi- tas, in 't jaar duyfent. . . Kolkgie van de Hooft-Ingelanden van Delflandt.
$ocÖ geeft be H^eï-ebeïe tytct Pet rus Mark
ón^mintfeip tet fjanb gefleït de infteiimg van t Kollegieder Hoofd-ingelanden van Delf-
land <£n befogl biemfïemng/ 3oobeeïmpbe* wuft i#/ bff niemanb ban on3e &tb$btt$ ge* |
|||||
r r \
èiv Delflandsche
bonben foo^b /sa! 'toaif ber moeste ioaarbsifit
|
||||||||||||
be^elbe giet· te laaien balgen,; }üX' ;./-;';'V'
|
||||||||||||
■ 'titolieoje öer^ooft-^ilïgelanö^n^an^Hf^
ïanbt f£ l)n öe peeren j§taatcn bati^golianöl·1 enöe 3$efï -3&ie$an& opgereeïjt baï 1 \ gjjufe if 89/ en öefïonb uit tttUm pnfébnm ; tók fee alle be gerenene. berfcgtUen m. «Dclfïanii tiifTcfl^n oen ^ijciig^aaf en ^oogïjeemeaaberi ban (Belflanb tev eenre / en be Μηώ&φ§-ΰζ* toaarber^ tev anberen $jbe [ ttc. öefïifïen; &)tffte^oofb-3[ngeianbrnmt uocg aïïe jaaeeii öjj ben ïnatfïen 3&mg£bag In be niaanb jè.egi. be fteeftrtitngrn ban <l^d$anb ..ppneemeu en, fluiten/ en op öien $eIbeo b# na.bereifcgbati. jaancii ben oniflag ban be ^ïiii# of jHerge*-, pe<öen reguleren». |
||||||||||||
Inflitutte ofte Ereblie van het Cpllegte V"
τλ;ϊ» Hooft- Ingelandern van Detüandt. ".' . ', ' J"*\ E Ridderfehap , Edelen ende Steden van?
.-•f Hollandt ende WenSVrieilandt, Repre- fenterende de Staren vanden fel ven Landen, Allen den geenen die defen fuljlen, ficn, Saluyt. Alfoo de notabel fte ende printipaelfte Ingelan- den ende Ingeerfden , midrsgader? d'Ambachts- bewaerders vande acht. Wc<tï$uyien van iDelf- lanr, ons geremonftreert hebben, dat in de Maent: vanjunio left leden, op't verfóeck aenOnsghe* tiaenby de voornoemde Ambachts-bewaerders, by ons befchreven zijn geweeft: de notabelrte ende principaelifce Ingelanden van Dellfhndt , omme beneffens eenige Gedeputeerde uyr. onie Gecommitteerde Raden, eeniamentlijck eenige vande Luyden vande Reeckeninge der vooiTz i-anden.,. ten meéiien dienfte > -welvaert ende *:"l'id α "· " ■'-' ■ min- |
||||||||||||
Oud η e d e n. cv'
mïnfte koile van den Lande ende Tngefeténen
vdn'Delflandt, te adviferen op de beflcchtinge. van'de 'queitien ende geichillen uytitaende tuC- fcheri den Dijckgraef ende Hooge Heemraden van Delflahdc ter eenre , ende den voorfchre- vcn Ambachts-bewaerders ter andere zyde, ende omme op goede ordre inden voorfchreven Lan- de van Dêlfhndr te adviferen regens ghelijcke ende andere queitien voor den toekomende tijde. Dat mede ten felven tyde, op der voorfz Am- bachts-bewaerders veribeck, by ons Was in fur- cbéantie gehouden de executie vande Keure vande Hooge Heemraden voornoemt , inden loopende Jaere gemaeckt opde verlenginge van het Hooft voor de Maeilander-iluys ter Maes- waert ten wederzyden van fes en dertigh Roe- den, ende opde verhooginge ende veriwaringe vande Maesdi'ck omtrent Vlaardingen , vande Suytbuyrfche Wech totte VranekelanrichcKa- de toe , ter tijde toe dat naer de voórfchreve Vergaderinge vande principaelfte Geërfden en-, de'Ingelanden van Deïflandt naerder daer óp gheleth, ende voorts by ons geordonneert fou- de wefen naer behooren. Ende dat dienvolgen- de benèffens eenige van onfe Gecommitteerde Raeden , ende vande Lnyden vande Reecke- ninge voornoemt , de principaelitc ende nöta- belite Ingelanden van Delflandt inden Hage by ' den anderen gecompareert zijn geweeft , de welcke gehoort hebbende de klachten vande voornoemde Ambachts-bewaerders , dat mits- dien de Hooge Heemraden van Delflandt in *c bedienen van heur Officie hun niet en reguleer- den nlfe alfulcke Ordonnantien, Sentemien en- de V^erklaringen, alsby hooger ghedachté Her·' togh Philips van Bourgongien, als Gravevani ##*#>## j. Hol-
|
||||
«Syi D E L F L Á Í D S C Ç Å
Hollande , den feilen May inden, Jaere 145-4,
endeby Üòç Stadthouder ende Raden van Hol- landt, ten overftaen van verfcheyde Edelen en- de Notabelen vanden voorfz Landen inden jae- re *4f4·; op den elfden May, ende ten leften by hooger memorie Keyfer Kaerle indenjare ifzz. opten negenden Martij opte bcdieninge van hec Orücie van Hooge Heemraden voornoemt zijn gemaeckt, ghepronunchieert ende uytgegeven, veple ende verl^heydenqueftien, ghefchillen en- de ProceiTen uifichen de Ambachts-bewaerders vande voorfz Sluyfen in 't gemeene , ende den Ambachts-bewaerders vande refpe£tive Ambach- ten ende Sluyfen, ende d'Ingelanden der felver in't particulier, endeek voorfz Hooge Heem- raden van Delflandt ter andere fyden, aireede ont- ilaen ende gherefen zijn, ende vorder gefchapen zijn te ontltaen ende verryfen, totgrootequel- lagie vande Ambachts-bewaerders ende d^Jnge- fetenen, ende fonderlingen intereit vande Inge- landen ende Geërfden van Pelflandt, tot wiens lafte de koften die ten weder fijden uyt oorfaec- ke van dien werden gedaen, komen. Dat oock by de voorfz Hooge Heemraden verfcheyden ex- orbitante ende befwaerlijcke Keuren gemaeckc worden fonder kennifle vande Hooft-Ingelan- den , hoewel in andere Heemraetfchappen an- ders gebruykt wert, ende namentli jck in't Heem- raetfchap van Rhijnlandt , alwaer de Hooge Heemraden egeen ProceiTen en mogen fuftineren tot kofte van't ghemeene Landt, dan by con- fent van de Hooft-Ingelanden , van ghelijcken niet en mogen maeckeneenige nieuwe befwaer- JijckeKeuren, nochte yet anders doen daeraen den Lande yet merckelijck gelegen is , fonder ghelijcke kennifle ende confent. Ende yerfoec- kendc
|
||||
O V ì Ç Å ñ r^ Ni CVi£
kende de voorfz Arnbachts-bewaerders, foo om-t
me de Landen vande koften vandie ProceiTen te mogen bevryden, als oock voor den toekomen- de tijde ordregheftelt te worden tegens 't opryr fen van gelijcke ProceiTen, midtfgaders ten eyn· de de voorfz exorbitante Keuren voor den loo- penden [aere ghemaeckt,gefurccheert ende ge- modereert foude werden , dat op alles behoor- lijeke g:let , ende nootlijcke remedien ghead- vifeert ende gberefolveert foude werden, Soo was naer voorgaende communicatie ende openin- ge daer van aende voorfz Hooge Heemraden van Delflandt ghedaen, ende den felvendaerop ge- hoort , tot nut ende oorbaer van den Landen van Delflandt goet ghevonden. Dat de voorfz Or- donnantie ende Verklaringen inden Jaere i4f 4. vanden Stadthouder ende Raden van Hollandt, ende de Confirmatie van Hertoge Philips van Bourgongne, alsGrave van Hollandt, daer op gevolght, mitsgaders de Sententie, Ordonnan- tie ende Vérklaringe vanKeyierKarel alsGrave van Hollandt inden Jaere if%%. opte bcleydinge der faecken van bet Hooge Heemraetfchap van Delflandt, ende 't geene daer aen kleeft, als tot dienfte vanden Lande van Delflandt ftreckende, voortaen fouden werden achtervolght: Ende om- me daer op behoorlijck te letten, dat verkooren foude werden eenige notablePerfoonen,meeft in Delflandt ghelandt endegheerft wefende,dieniet alleen opte obfervantie van dien foude opficht hebben , maer oock geauthorifeert wefen de contraventien der felver van wegen 't ghemeen Landt van Delflandt af te weeren. Dat voorts de felve als verkooren Hooft-Ingelanden van Delflandt gelijcke authoriteyt foude ghebruyc- ken in Delflandt, als deHooft-Ingelanden van- Rbijn«
|
||||
CVttt D E L F L Α ND SC Η Ε
Rhijnlandt in den jaere ι f 49. is gheaccordeert
te ghebruycken in Rhijnlandc : Ende na- ': inentlick , dat fonder kennifie ende confent vanden felven , of het meerendeel van dien, de· Hooge Heemraden van Delflandc , tot lafte vanden Landen van Delflandt geen Pro- ceifen en fülleri mogen fuftineren, oock geen ommeüagen noch fware Keuren maecken. Dat van gelijcken deAmbachts-bewaerders in't ge- nerael ofte particulier, van wegen den Ambach- ten van Delflandt, jegens Hooge Heemraden voornoemt geeri Proceifen en fullen mogen in- tenteren , fonder kenniiTe ende confent vande · ielve verkoórèn Hooft-Ingelanden. Dat mede de ^voornoemde verkooren Hooft - Ingelanden; foüden beforgen, dat Hooge Heem raden voor- noemt bedienende haere Ampten conform de voornoemde Ordonnantien , Sententien ende Verklaringen tot der Landen welvaert, ruite ende veiTeeckeftheyt, gheréfpecteert ende ge- obedieert foüden worden als naer behooren. I- tem, dat de felve Hooft-Ingelandén foüden be- vorderen , dat de voorfz Keuren in queftie ge- furcheert , ofte nae den noot ghemodereert foüden werden .· Ënde dat de Proceflen die al- thans by de Hooge Heemraden ende Ambachts- bewaerders in 't generael ofte particulier tot koftevanden Lande voornoemt geluftineert wor- den, ende allen andere gerefen difFerenten, met goede middelen foüden werden neder geleyt, geflicht , gheaccordeert, ende goede vrundt- fchap ingevoert, daer toe fyluyden oock geau- thorifeerc foude wefen tot lafte vanden Lande van Delflandt, ende den Ingefetenen van dien te confenteren. Dat Hoogh Heemraden van Delflandt van haere vacatien ende anders foudp ■'..Li wer- |
|||||
-
|
|||||
<■'.
|
||||||
Ïõ ¼ Ç Å D ÅÍ. CJX
werden getracteert ende ghecontenteert, fulcks
als Hooge Heemraden van Rhijnlandt getra- cteert ende ghecontenteert worden. Ende was by den felven befchreven Ingelanden verftaen, dat 'c voornoemde Collegie vande Hooft-Inge- landen van Delflandt foude beftaen van ne- gen Perfoonen , die te famen , ofte het mce- rendeel van henluyden (al befchreven zijnde) foude befoigneren : Was mede goet gevonden daer toe by provifie voor den tijdt van vier ja- ren eerftkomende te laten ghebruyckcn een by Ons, een by de Luyden vande Reeckeninge voor 't interefl: vande Domeynen van Hollandc, een by SyneExcell.een by Rurgemeefteren der Stede van Delft, een van wegen de Gods-huy- fen binnen de felve Stede, ende een van wegen de Stede van Schiedam , alle in den Landen van Delflandt in cygen goederen wel gelandt ende geeift zijnde, teverkiefen, midtsgadersjonck- heer Jacob van Egmont , Hcere van Kenen- burgh , Jonckheer Gerardt van Wijngaerden, Raedt in den Hoogen Raede , ende Meefter Dirck van Leeuwen , Raedt inden Provin- cialen Raedt. Wefende voorts by de voorfz Vergaderinge goet ghevonden, dat Burgemee- fleren ende Regeerders der Stede van Delft, by provifie van wegende Hooft-Ingelanden voor- noemt, de convocatien vande voorfchreve ne- gen Perfoonen fouden doen, foowanneer fulcks noodigh wefen foude , ende dat aen Ons , als reprefenterende de Hooge Overigheyt der voor- noemde Landen, verfocht fouden werde con- firmatie ende agreatie vande voorfz Refólutie, ende behoorlijcke Brieven daer toe dienende, alles naer brceder inhouden vande voorfz Refo* lutic, beneffens de voorfz Requefte vande voor- noemde |
||||||
1
|
||||||
£x Delflandsche
noemde Ambachts-bewaerders, mette AppoHille
daer op geftelt, ende de voornoemde Senten- tie, Ordonnantie ende Verklaringe geinfereerc inde Brieven daerdeur defe jegenwoordige zijn getransfixeert: Welke Refolutie daer naer ge- communiceert zijnde, noch veele ende ver- fcheyden andere principale Ingelanden van Delflam by de felve mede goet gevonden, ende over fulcksby henluydenonderteyckent is. En* de alfoo de Supplianten verhoopen dat de felve Refolutie in treyn gebracht zijnde , de obfer- vantie van dien fal itrecken tot nut ende wel- vaert van 't ghemeen Landt vanDelflant, ende groot foulagement van vele fchamele Weduwen ende Weeien, daar inne ghelandt zijnde. DaE {y oock verftaen, dat niemant beter enkanoor- dcelen wat profijtelijck ende dicnftelijck voor den Landen van Delfiandt is, als d'Ingefetenen ende Ingeerfden van dien, tot wiens profytede Hooge Heemraden haere Ampten zijn bedie- nende : Soo hebben de voorfz Supplianten aen Ons verfocbt, dat Wy de voorfz Refolutie wil· len aggreeren, confirmeren, ende daer op on· fe Brieven van aggreatie ende confirmatie in behoorlijcke forme doen expediëren. Dmn te weten , dat Wy genegen wefende ter begeerte vande Supplianten , Begeerende dat de voorfz Landen van Delfiandt ten meeffcen nut, wel- vaert ende verfeeckertheyt in goede rufte, eenig- fteyt, ende tot contentement vande Ingelanden vandien, in iaecken het Heemrecht ende'tgce- ne daer aen kleeft aengaende , geregiert wer- den, hebben geaggreeert endegheconfirmeert, aggreeren ende confirmeren by defen de voorfz Refolutie, voor foo veel aengaet: Eerft het on- derhoudt vande voorfi Sententien, Ordonnan- :',..',- j.;. tien |
|||||
■ηms
|
|||||
O U D Ç E D E Nv ÉCXï
tien ende Verklaringen van de Jaeren 14^4. eb-
de É5Ã2.Æ- de verkiefinge vande negen Perfoo^ nen als Hooft-Ingelanden van Delflandt 4 de la ft vanden felven ororae opte onderhoudingé vande voorfz Sententien , Ordonantien endc Verklaringen te letten, ende de contraventien van dien af te weeren , hec accorderen vande ProceiTen tuiTchen Hooge Heem raden ende Jkm* bachts-bewaerders althans uytilaende, het aen- nemen van eenige ProceiTen tot kofte vanden Landen van Delflandt, foobyden Hooge Heetn.- raden , als by de Ambachts-bewaerders voorfz voor den toekomende tijdt, het furcheren ofte modereren vande voorfz Keure in queftie, en- de voorts , dat de voorfz verkooren Hooft-In- gelanden in andere faecken gelijcke authoriteyc in Delflandt fullen gebruyeken , als de Hooft- Ingelanden van Rhijnlandt inden jaere 1549. is gheaccordeerc te gebruyeken in Rhijnlandt. Item, dat de befchrijvinge vande voorfz Hoofr- Ingelanden by provifie by Burgemeefteren van Delft fal werden ghedaen, ende dat de iëlve ver- kooren Hooft-Ingelanden , den Hooge Heem- raden van Dclflanc bedienende hare Ampten en- de Officien, volgende de voorfz Sententien en- de Ordonnantien, tot der Landen welvaert endc verfeeekeringe fullen doen refpeéfcerenendeobe- dieren naer behooren, endehenluyden van hare vacatien doen betalen , als de Hooge Heemra- den van Rhijnlandt betaelt werden , midts dat de voorfz verkooren Hooft-ingelanden de voorfz laft alleenlick by provifie op een preuve fullen ghebruyeken den tijdt van drie jaeren eerftko- mende, omme daer nae opte continuatie ofte veranderinge der felver, nacr voorgaende ad vis vande principale Ingelanden ghedaen te werden, als
|
||||
Delf landsche
|
|||||||
«XII
|
|||||||
-als tot roeelte nut ende dienfte der voorfz Lan?·
den van Delflandt Tal bevonden werden te ilreo fcen. Ladende ende ordonnerende dat de voorfz Poinéfcen van nu voortaen Tullen werden achter- volght. Ontbieden daer omnje ende bevelen den Stadthouder, Prefidenten ende Raden foo van- den Hoogen als Provincialen Raden van Holland, Zeelandt ende Wcft-Vrieiland, den DijckgraefF ende HoogeHeemraden, oockden Supplianten ende andere Ingelanden van Delflandr, ende al- len andere Rechteren ende Officieren, dat (y ende een yegelijck van henluyden foo veel hen aengaen mach, defeonfe Brieven van Aggrearie ende Confirmatie vande voornoemde Relolutie, inde voornoemde poinclen onderhouden ende obferveren, doen onderhouden ende obferveren van poincl: tot poinct, Tonder daer jegens te doen ofte gedoogen ghedaen te werden in eeoi- ger manieren, Alfoo Wy'tTelve tot dervoorfz •Lands dienfte noodigh bevonden hebben. Ge- daen inden Hage den zi Julij Anno vijfthien- hondert negen en tachtigh, Ënde ghereiumeert zijnde den negentienden Octobris inden Telven .jaere, is geordonneerc dat defe Brieven beTegek Tullen werden met den grooten Zegele der vooriz Lande naer behooren. |
|||||||
Öü DHEDEN- CXHÏ
Refolutie der negen verhoren Hooft- Ingelanden
van Delflandt, raeckende V Hooge Heemraet- fcbap van den /elven Landen, met jipprobatie vande Ed: Groot Mogende Heer en Staten van Hollandt cnde Weft - Vricflandt , vanden twaelfden Januarij 1^91. De verkooren ingelanden van Delflandt, ge-
ilen ende rypelijck gheexamineert hebben- de de Sentenrien ende Verklaringen vande Jaren 14^4. ende ι fii.gementioneert indeAéfce vande Heeren Staten van Hollandt in date den een en twintighilen Jnlij, ende negenthiendert O&ober'sJaers if 89 , ende't geene van wegefn de Hooge Heemraden van Delflandt in ghe- fchrifte daer tegens is overgelevert , de beant- woordinge vande Ambachts-bewaerders van Delflandt, mitsgaders het vorder gededuceerde foo vande voorfz Hooge Heemraden, als vande Ambachts-bewaerders by monde ende gefchrif- te daer op gedaen , ende naer onderlinge confe- rentienendecommunicatien daer op metté voor- fchreve Hooge Heemraden ghehouden , cnde vifitatie van feeckere generale ende geconcipi- eerde Keuren by.de voorfz Hooge Heemraden overgelevert, ende 't geene van wegen de voorfz Ambachts-bewaerders is gheallegeert , hebbed tot beilechtinge van alle uytgaende gefchillen cndediiFcrenten,endeomrne met goedeordre 'c Landt van Delfland inde faeclce het Waterfchap ofte Heemraetfchap, metten aenkleven van dien aengaende, ten meeiten dienft ende minfte ko- «e te doen bedienen , volgende de voorfz Sen- tentie ende Verklaringe goet ende noodich be- vonden : Inden eerften , dat Dijckgrave ende |
||||
cxiv Delflandsche
Hooge Heemraden van Delflandc Tullen gedoo-
gen, dat de Ambachten van Delflandt Tullen kie- fen ende nemen hare Ambachts-bewaerders daer mede Ty bewaert zijn, midtsdat die Tullen woo- nen in't Dijckgraeflchap van Delflandt, Tonder dat Dijckgraeifende Hooge Heemraden by Keu- ren opte qualiteyt vanden Ambachtsbewaerders yets Tullen vermogen te ordonneren , oTte den Ambachten te prelcriberen , ende indien gebreck inden Ambachts-bewaerders oTte den Penning- meeiier , daer van hier naer geTeyt Tal werden valt vande betalinge van eenige befteden ende opgenomen Wercken, de Dijckgrave Tal dat uyt- leggen,ende 't Telve verhalen op den Ambachts- bewaerders oTte heurluyder Ambachten t'fijnder keure , die haer verhael Tullen hebben aenden Pcnningh-meeiter, Too verre 't ghebreck by hem is, ende indien den Dijckgrave des veribcht zijn- de als't behoort, onwillich ofte in gebreecke ware uyt re leggen, Too Tullen Hooge Heemra- den op gelijke recht ende executie 'c Telve mo- gen uytleggen ende inwinnen. De Dijckgrave van Delflandt Tal mede over
het keuren wefen mette Hooge Heemraden , ende in 't Telve keuren Tal hy ftemme ende opi- nie hebben ais een vande Hooge' Heemraden, ende en Tullen Dijckgraeifende Hooge Heem- raden niet keuren , Tonder daer op den Ambachts-bewaerders daar vooren te roepen als 't behoort, ende indien deTelve ten beteycken- den dage niet en komen , ofte een Volger in haer plaetTe Tenden , Tullen Dijckgrave ende Hooge Hcemraden als dan mette keure voort- gaan mogen: Desgelijcks Tullen Hooge Heem- raden mogen doen, indien denDijckgrave niet en
|
||||
1
|
|||||
Ï õ è ç e D å í. cxv
en compareert, ende dicKeurdagen Tullen ghc-
ordonneert ende geleyt worden by den Dijck- graeflfende Hooge Heemraden re (amen; ende lullen Hooge Heemraden in ende over het keu- ren weien ten minften over'/.eedijck, ende dat buyten wereken aengaet drie , ende in hinne- landtfche gemeens ofte nieuwe Wereken»·twee, Ende fal van nu voortaen in pkctfc dat de
voorfebreve keure by een Bode plaeh gemaeckt tewerden, denüijckgrave meteen vande Hoo- ge Heemraden, ofce in abfentie van Dijckgra- ve , twee vmde Hooge Heemraden defclve voorkeure maecken, de welcke den Ambachrs- bewaerders acht dagen voor den keur-dach in gheichrifte fal worden overgheleyevt, omme de ielvete overfien, ende daeron Tommieriick (hel- len 'by gefchrifte 't geene (y achr.en voor de Landen dienftich te weien, 't welck fyluydcn tydelijk opren Keurdach Dijckgnieffende Hoo- ge Heemraden Tullen over leveren , op dat in 'å keuren daer op geleth mach werden naer be~ hooren: Ende indien OijckgraetT ende Hoog'; Heemraden opten keurdach bevinden noodich te weien min ofte meer wereken te keren, als by de voor-keuren geraemt zijn, *t fèfvc Tullen fy den Ambachrs-bewaerders opten Dijck opte plactfcn daer die keuren vallen Tullen, (alwaer mitsdien de Ambachts-bewaerders felfs , ofte haere Volgere gehouden Tuilen wefen te compa- reren) acngeven, omme hun ad vis daer op te verftaen , ende daer naer keuren ten meeden nutte ende dienfte van Landen : Alle welcke Keuren oen Ambachts-bewaerders binnen acht dagen daer naer in geTchrifte authentijcquelijck Tullen werden overgelevert, ende indiende Am'· «### #### é bachts-
|
|||||
ex vi Delflandsche
bachts-bewaerders daer uyt bevinden , datter
eenige nieuwe Keuren van groote Weicken, als Sluyfen, groote Hoofden , ofte EliTe Dam- men , groote verfwaringe ofte verhooginge van- den Dijde, ende andere diergelijcke Wercken van importantien te feer befwaerlijk zijn ge^· maeckt , fullen' het felve binnen thien dagen daer naer mogen remonftreren aenden verkoo- ren Hooft-Ingelanden, omme by de felve daer op geleth, ende by den Dijckgrave ende Hoo- ge Heemraden t'famendijk by ghemeen ofte de meeile Hemmen vande Comparanten foo van Hooft· Ingelanden als Heemraden daer op .ge- daen ende geordonneert te werden naer behoo* ren. Ende fullen Dückgrave ende Hooge Heemra-
den voornoemt keuren ende fchouwcn alle Wercken opten Maesdijck , Santdijck , Zee- duynen, alle buytcndijcxe Wercken, de Hou· ve Zijdtwint, Landtlcheydingc op alle gemee- ne-landtfche Vaerten, Vlieten ende Wercken, die tot lalle van 't gemeene Lant van Delflandt^ 'c zy vande Weit ofte van Ooft-ambachten ghemaeckt ende onderhouden werden , ende berechten alle queltien ende gefchillen dié ter faecke vande felve Wercken fullen mogen val- len ende opkomen, van ghelijcken allequefticn vallende tuflehen twee ofte meer Ambachten ofre Polders. Item , fullen boven dien alle Wercken d'ic van nieuws tot het voorfz Wa- terfchap dienen, ende tot laile van eenige par- ticuliere Polders ofte anderen fullen gemaeckt werden, als nieuwe Molens, Bruggen, Heu- len, Weegen, Zylen , ofte diergelijcke voor ifeerfte reyfe ftaen ter ordonnantie» van acn V- . ..·' "-, -:; * · "*:,:' Dijck- |
|||||
!
|
|||||
O U D Ç E D E N. CXVII
Dijckgrave ende Hooge Heemraden voor-
noemt , ende in alle andere binnelandcfche Wercken, Ë Waterfchap ofte Heemrechc van Delflandt, ende den aenkleven van dien aen- gaende, fulen in de refpeetive Ambachten ofte Polders achrervolcht , onderhouden ende ge- executcert werden by den Schout ofte Molen- meeilers, mette Schepenen, Gefwoorens, Croos ofte Slijck-Heemraden de Keuren ende Ordon- nantien daer op henluyden te leveren , fonder dat DijckgraefF ende Hooge Heemraden hen dies fullen bemoeyen , ten ware dat de felve Schout, Molemeefters , Schepenen , Gefwoo- rens , Croos-heemraden , Slijck - heemraden , ofte andere die het aengaat in gebreecken wa- ren , inwelcken gevalle Dijckgrave ende Hoo- ge Heemfaden de felve Schout ende Gefwoo- rens bevelen fullen daar inne te verfien binnen cenen feeckeren bequamen tijdt, die fy de fel- ve daer toe fullen Hellen; ende indien Schout, Molenmeeirérs, Schepenen, Gefwoorens, Croos ende Slijck-heemraden, ofte anderen die 't fel- ve aengaet, alsdan daar af noch in ghebreee- ken blyven, foo fullen Dijckgrave ende Hooge Heemraden 't felve als dan felver doen hefteden ende maecken, tot koften vanden geenen die'E behoort naer Dijcks rechten. De beftedinge van ghekcurde werc&cn fal
by den Ambachts-bewaerders ende Penningh- fneefters van de Ooft ende Weit-fluyfen refpe- ctive gedaen, opcnbaerlick naer voorgaende Kerck gheboden ende aifixievan billietten, op feeckeren korten dach by henluyden daer toe te beramen , ende fal de befteedinge gefchie- den ten overftaenvan den Secretaris van de Hoo- |
||||
cxviiï Delflandsche
ge Heemraden, dm daarvan Contrerolle te hou-
den, fonder dat Dijckgrave ende Hooge Heem- raden eenige befteedinge fullen doen* ten ware de Ambachts-bewaerders des vermaent wefen- de , 't felve verfuymende waren te doen, in Wekken ghevalle de Dijckgrave ende Hooge Heemraden de befteedinge iulien doen tot lafte vande felve Ambachts-bewaerders, ende als naer dè tweede eerfte fehouwe de Wercken onge- maeckt blyven, fullen Dijckgrave ende Hooge Heemraden de felve befteeden tot lafte vande Aennemers ende haere Borgen, ende in fubiï- dium tot lafte vande Ambachts-bewaerders, Ë'nde indien Dijckgrave ende Heemraden be-
vinden eenige Vuyrwercken noodich , fullen de felve keuren , ende fullen by den Ambachts- bewaerders beitelt, ende tottet maecken der Telve'r geprocedeert worden , fuleks als vande principale gekeurde Wercken is gefeyn Dijckgracff ende Hooge Heemraden voor-
noemt fullen de Ambachts-bewaerders laten be- gaen in't innen der penningen die de Wercken koften fullen, elck inden fynen omme te ilaen ende te eaderen , fonder ter contrarie van dien eenige keuren te maecken, fullen oock gedoo- gen dar. d'Ambachts bewaerders, ende een ye- geüjck van hen hare penningen , loo wel de Wèrcken van Dljckagie als de binne-wereken acrigaende , mitsgaders haer Margen-geit inne winnen , 't zy voor DijckgraeiF ende Hooge Heem raden, ofte binnen den Ambachten, ofte elders daer fy het felve beft fullen weten teghe- "kvijgen, fonder't''felve meer te verbieden op de 'boeten ende cbrrectien.
De
|
||||
O U D Η E D E N. CXIX
De Ambachts-bewaerders Tullen mogen be-
voorwaerden in 't beiteeden van hare Wercken, dat men het Hout, Yfer, Steen, ofte andere ftofTe ende materie tot de Wercken noodich, van wegen 't Landt niet en fal betalen, maer dat fy van 's Lants wegen, mits betalende den Aenncmer , vorder quijt ende ongehouden lul- len wefen tegens den Crediteuren vanden Aen- nemers, aengaende de ftoffen ende materie aio de Aennemers t'borge Tullen halen, ende aen 's Landts Wercken verbefigen, ten ware dat de Telve Ambachts-bewaerders oftePenningh-mee- ilers die afgefproocken, ofte daer vooren ghe- Teyt ofte gelooft hadden, op dattet met eerder betalen quijt mach wefen, 't welck alfooopen- baerlick ten dage als men 't beftect Tal verkon- dicht werden. De Ambachts-bewaerders Tullen volftaen ,
doende jaerlijcks reeckeninge elcks in heuren Ambacht by den Schout, Schepenen, Ingelan- den ende Rijckdom naer ouder gewoonte voor den eerften Februari): ende Tal den dach ende tijdt dat (y reeckening Tullen doen , verkon- dicht worden openbaarlijck tot alle plaatTendaer 't vanoutsgebruyekt isgeweeft, ende in plaet- Te van Smaldeelders Tal voortaan een Penningh- meeiler over de Weft-Ambachten , ende een Penningh-meeiter over de Ooft- Ambachten ghe- houden , ende by veranderinge üyt drie ghe- qüalificeerde ghenomineerde vande Ambachts- bewaerders vande Weit ende Ooft-ambachten refpe&ive, by de verkooren Hooft-Ingelanden gecommittert ende ghe-eedt werden , wiens werek wefen Tal te doen, 't gunt voortijdts de Smaldeelders plagen te doen. Item, Tullen de |
|||||
ι
|
|||||
exx Delflandsche
Penningh-meefters penningen ont fangen cndc
ijyrgeven, ende fullen de penningen mogen in- winnen't ly voor Di.ickgraveen.de Hooge Heem- raden, ofte anders ibo Cy defelve beft (uilen we- ten te gfiékrygen. Item, fullen opte beftee- dinge vaiidé Wcrcken de Ambaehts-bewaerders affi (teren , ende harer adminiftratie jaerlijcks voor de verkooren Hooft-Ingelanden behoor- licke reeckeninge ende bewijs doen binnen Delft of inden Hage, ende dat alle jaars voorden vijf* den Januari], ten pverftaan, van de Ambaehts- bewaerders ende andere Ingelanden die daar by begeeren te compareren, daer toe den dage van reeckeninge acht dagen te vooren indeKercken vande Ambachten fal werden verkondicht, en- de voor haare adminiftratie fullen de voorfz; Penningmeesters Hellen borge , te weten den Pcnnjnghmeefter vande Weftambachten voor Vier duyferit ponden, ende vande Ooftambach*· ten voor twee duyfent ponden, ende fullen de fclve Penninghmeefters den Aennemers der Wercken, opdeCedulle vande opnemingeder fel ver Wercken, van den Di jekgraefFende Hoo- rde Heemraden gehouden wefen te betalen, ende d'ordinaris gagie vanden DijckgraefT, Hooge Heemraden, beuren Advocaet, Secretaris, Pro- cureur, Boden, JLandtmeeter, ende andere ordi- naris lafteri fullen fy mede betalen ter ordonnanr tje, vandé Hooge Hcemraden, ende d'extraor-f flinaris laften by kennifteende terordinantie vaq de verkooren Hopft-Ingelanden, pp acht Weft fluyfen van Delflandr fullen
voornen yerfcheyden ende gheftnaldeelt blyven ||c|;QÏ> fesen.twintich hpnq^ft margen, gelijck; yan, oudts té wefen placji, # '■/< '* Ende
|
||||
O U D Η È DE Ν, CXXI
Ende Tullen dé Ooft-ambachten mede ghe-
fmaldeelt blyven naaf ouder gewoonte. De Privilegiën van Hooge Heemraden voor-
noemt , en fullen geen itandt grypen in alfulcke poinclen daer inne by de Sententie vanden jaere 145-4. eenlamentlick de Verklaringe vanden Stadthouder ende Raedt van Hollandt daar op ghevolcht, ende de Sententie van den jaere i^a. (inde poin&en hier vooren geroert niet gemodereert,) ende in defen anders geordon- neert. Sullen Dijckgrave ende Hooge Heemraden
jaerlijcx houden drie Rechtdagen naer de oude ghewoonte, daer vanden eerilen fal weien den eerilen dach naer den Kersdach, den tweeden den eerilen dach naer Odulphi fchouwe, ende den derden den eerilen dach naer Jacobi fchou- we, ende quame eenige van defe dagen op een Sondach , foo fal het wefen daechs daeraen, ende fullen Dijckgraeff ende Hooge Heemraden t'elcken dage de faecken voor henluyden val- lende termineren, ten minilen ten heften dage vande voorfz drie Rechtdagen, dat dan allepar- thyen ghefcheyden zijn, ende fullen Dijckgraeff ende Hooge Heemraden omme d'abfemïe van een ofte twee van hen , de felve Rechtdagen niet mogen verfetten , maer fullen d'andereghe- nouden zijn voorts te procederen, ende de Rechtdagen te houden} Ende fullen partyen die te rechte op eenige vande voorfz Rechtdagen gheroepen worden , daer af de wete aen hen- luyden Perföon, ofte woonftede ghedaen fal we· fën, ghehouden wefen te compareren ofteghe- machticht te feynden op verwonnen ende ver- #### #### *· vallen |
||||
£XX, DEL FLANDSCHE
vallen te ø,åÃåç,, te namptiferen de fomme daer
fy geroepen fullen wefen ten minften op cautie. End e Tullen in Delflandt ghehouden worden
4ne ofte vier Boden, daer van den Di jckgrave 4*eene helft 5 ende de Hooge Heemraden d'an- <Jer helft , of anders by beurte de verkiefingc nebben fullen : Ende lullen foo wel d'eene als ö*andere aepden Dijckgrave ende Hooge Heem- raden den behoorlijckcn eedt doen. Item, ful- len foo wel Dijckgrave ende Hooge Heemraden, als Ambachtsbewaerders van Delflandt, mits- gaders denStadthouder ende Prefidenten vanden Hoogen ende Provincialen Raden, hen ghehou- den wefen naar de voorfz Poin&en, mitsgaders de Sententie ende Verklaringe van den jare 145*4., ende de Sententie vanden jare 1511. inde poin&en hier vooren niet ghemodereert te re- guleren , ende tegens den geenen die daar te- gens fullen doen, decerneren alfuleke provifie van Jultitie, als naer Rechten fal bevonden wer- den te behooren, ende ais men in gelijcke faec- ken gewoon is te doen.,, Den Dijckgrave ende Hooge Heem raden van
Delflant, haren Secretaris , Boden , ende den Land t meter ^ fullen by provifie voor den tijde van driejaereneerilkomende, voor haerendach- gelden vacerende in 's Landts faecken , getra- öeert ende betaeldt werden tot lafte van 't Landt van Delflandt 5 volgens d'Acle daer van apart gemaeckc, ofte noch te maecken. . Aldus gedaan ende eendrachtelijck gherefol-
folveert J3v den voornoemden verkooren Hoofc- Ingelanden, inden Hage den twaelfdenjanuarij |
||||
O U D Ì E ¼ E Í. CXXI
vijfthien hondert een ende tnegentich. Onder
ftondt, Ter Ordonnantie vande Hooft-Ingelan- den voornoemt. Ende was geteeckent, 2V. Doublet.
■ ■ ' ■ ' ."...· ■ f*. i,-/>ii}\ ir.'. . ,
7Ë e Staten van Hollandt , Gefien hebbende
de Requefte by Hooge Heemraden van Delflandt op huyden geprefenteert ende daer op gehoort 't rapport vande gekooren Hooft-Inge- landen van Delflandt , van 't gunt by henluy- den was gebefoigneert op te voorgaende la/t en- de Commiifie vande Staten , tot goet beieydc ende welitant vande faecken vanden Heemraet- fchap van Delflandt voornoemt , ende daer op gefien de Poin&en ende Articulen die tot dien eynde byden felven Hooft-Ingelanden eendrach- telijck goet endenoodich bevonden waren, den Staten voornoemt övergelevert , hebben naer rype deliberatie met goede kennifTe vanfaecJken vcrklaert ende geordonneert , verklaren ende ordonneren by deien , dat niet jegenftaende de remonftrantie vande Hooge Heemradeu voor- noemt , gekooren Hooft-Ingelanden voorfz^ volgende haerluyder voornoemde lattende Com- miflie, in haerluyder befoigne fullen continue- ren gheduyrende den tijdt daer inne geftelt en- de geordonneert. Ende alfoo de Staten de Poinéten ende Articulen voornoemt mede heb- ben goet gevonden ende gheapprobeert, La- flen ordonneren de Staten, dat dien felven de provifie gheduyrende den felven tijdt achter- volcht ende onderhouden fullen werden. Au- thoriferende den voorfz Hoofc-Ingelanden van Delflandt van wegen de Staten voornoemt, de ) Pro- |
||||
cxxiv Delflandsche
'Procefleri ende andere Acten inden voorleden
jare ifpo. in prejuditie van haren laft ende Commiiïïe begonft ende ghepleecht, tegens al- len den geenen die 't felve aengaen mach, by alfulcke beveelen ende interdiftie Poenael, als iyluyden fullen noodich bevinden, af ce doen, ende voorts bygelijcken beveelen den innehou- denvan haerluyder voorfchreveCommiffie, en- de de voorfz overgeleverde endegheapprobeerde PoincTien ende Articulen by allen ende eenenye- gelijcken des noot zijnde, den voorfz tijdt ghe- duyrendé te doen achtervolgen , ende jegens den onwilligen ende Contraventeurs van wegen den Staten tot executie der voorfz beveelen en- de penen te doen procederen, niet jegenftaende cenige oppofitie ofte appellatie ter contrarie. Gedaen inden Hage onder 't Zegel vanden Sta- ten voornoemt 5 hier op ghedrukt den twaelfdcn Januarij Anno vijfthien hondert een ende tne- gentich. Onder ftondt, Ter Ordonnantie van de Staten. Ende was geteyekent, ;;-,.·:":'■ t, :· ■■■t "\ ''„. r '·....■.; . :·,;.?÷'< : . ,
* f ' "* 1 ■ 1 * ' J - * r *\ * ■ í .· ■■'! ? é : .. . ■ ; , .... w v „
v« V* ...:..< ... ).. ^ t. ■ 1 .: t^ .... ■ ..; , t ., . é ,.* ,,. ; '; f ., . ; .; ^ -, ^ ;
C. de Rechtere.
(, \ f. 'Ë Ê..· <J Si J^i is-t ;.' "'..;. 5 ,s i. ■ .. . , Ô '()
■■'..:',',; ■ U ui >", '„ , iïi !j>:.., '''i!ï'; " .''S^fi'j ,'. ; ' \ '-■,{";''"-■ ' ß " i >','
... ; í > f ■·■■■·■■■ ·■· · «
-'..».:■ ::Iü':.j .'r^iiü' f;·:'·;·,:' -'<' :;'/;.".i ■ ,■ ?;t« ,;.';'■; ■:'';";
-:/-' '..-; . .'.5 *:i. :-jlAU '■■/ : ' :· : \;'j\t ',' '"riyiii ·.■ _ ':'-"''
?*% f. Ëû · : ÃÉ- f·; . ü.' -.. é .j ■- . ;/"-\.ru; ;.■;.! '*',) ' d ','ÇÐ '-ß·í.; .'.' <. .-. i". :V;?;■«> ■ ' , ;-<''■ '; -.;;v.:i r : .v'.(di.--t<^;* ■;;!,... '■■:;;(■.■■; f .f..f; ■ ■ s ,·.■■· ,-:>, f ,.· - i ' / ri m, 3f;h , fr»J.rV /:,.; : :. · -.;.. , ■·... · '' "U,". .ït·*'' ;.< i'jv' (y'1'. ·',)!.;* :«:.'.;''i '..!,■■' t'. ., '-. ..f Ar ' ,j
, ,'.......'. :. .. .,''....., ., ô *■ ,· ,· "i. „ C-L ,:" -V;J..^ÜV ..../.·« ,,../ Ð'. ;;r, .,„ - ,i;j,.....';. /
■i
|
|||
O U D Η E D EN. CXX?
Continuatie van V Collegie van Hooft-Ingelanden
over Delflandt voor alïijdt> vanden \%,Julij 1632. J) e Ridderfchap, Edelen ende Steden van Hol-
landt epde Weft Vrieflandr, Reprefenteren- de de Staten vanden felven Lande, Allen den geenen die defen fullen iïen , Saluyr. Alfoo Burgemcefteren ende Regierdcrs der Stede van Delft, als wefende de Hooftftadt van Delflandt, Ons vertoont hebben, hoe dat met dit ioopendé Jaer foude expireren de continuatie van het Col- legie van negen verkooren Hooft-Ingelanden over den Heemraetfchappe van Delflandt, by ons inden Jaere vijfthien-hondeït negen ende tach- tenrich voor feeckeren tijdt in geftelt, ende van tijdt tot rijdt, endelaeftelijck den achtentwin- tichften September feithien hondert een ende twintichvoor thien jaren ghecontinueert. Ende dat den dienft , ruile ende eenigheyt van 'c voorfz Landt van Delflandt vereyfchte, dattcc voorfz Collegie daer door veel onluften, Pro- ceiTen ende andere onnoodige koften waren voorg;hekomen, abfolutclijckcn ende Tonder li» mitanevan tijdt werde gheconrinueert, op foo- danigen laft ende authoriteyt als 't voorfz Col- legie tot noch toe heeft ghehadt, ende daer op t lelve by ons originelijcken oock is geinftitu- cci*t, Verfoeckende dacrom inde voorfz quaii- tcyt, dat ons believen foude te accorderen, dat- tet vporfz Collegie voortaen abfolutelijcken,en- jJe fonder limitatie van rijdt, foude zijn ende b|y ven gheconrinueert op foodanigen. laft, macht e"de. authoriteyt als't feive originelijcken is ge- J tjtueert D°m te weten, dat Wy genegen we- lende ter begeerte v.ande Remonttranten , ende be-
|
|||||
■·
|
|||||
cxxïv Delflandsche
begeerende dat de voorfz Landen van Delflandt
ten meeftennut, welvaertende verfeeckenheyt in goede policie, rufte , eenigheyt, ende tot contentement vande Ingelanden van dien , in faecken eenichiints het Heemrecht, ende 't ge- ne daer aen kleeft aengaende,geregiert werden, ende tot dien eynde de continuatie van 't voorfz Collegie, daer door veel onluftenende Vroce{- fen zijn voorgekomen, geheel noodichende in aller manieren dienftich vindende , hebben uyt onfe fouveraine macht ende rechte wetenfehap het voorfz Collegie van Hooft-Ingelanden over het Heernraetfchap van Delflandt gecontinueerr, gelijck Wy 't felve tot wederfeggens toe byde- fen continueren, abfolutelijcken fonder limita- tie van eenigen tijdt, ende dat op /bodanigen laft-, ordre ende authoriteyt, als 't felve Colle- gie tot noch toe gehadt heeft, ende mede by ons originelijcken ingheftelt is. Lattende ende ordonnerende allen ende yegelijcken die delen foude mogen aengaen , hen hier nae te regule- ren , ende den voorfz Collegie t'obedieren ende ,refpe£teren als 't behoort. Gegeven inden Hage onder onfen grooten Zegele hier aen ghehangen op den achtienden /ulij fefthien-hondert twee en dertien. Ende was gheparapheert s J. D. Wajfsnaer^ «,
Op de Plijcque ftondt,
Ter Ordonnantie vande Staten,
j Ende was getekent,
C.vanderPFelf.
Hebbende een uythangende Zegel Van rooden WaiTche. |
||||
O Ü D ti È D is til CXX*
%ct felbe Coïïcgie öefïaat tïn jegMhmofifo
uit αφ perfonen en be §>mmvi$/ 3önöe fti rang beef* nabolgenbe: ' -l·. 3>e ïfOOgHMgeOOreil f$m Willem van
WaiTenaar, ï|eeee ban ^terren&urfö / etc.
foegen^ i|aar <£beie €>joot JEogenbe be ïfee* ren ^tatcn ban^oïïanb enbeilDefH^iefTanö/ en δρ ^aar o£ö* €>£Oot jfèog. baar toe berïi<i= ren ben *8,g[ung 1714- II. <Pe 3|oüg Welgeboren ^cer Aelbregt Nicolaas van Schagen , ^ZttZ balt i^OUb^aan/
etc. foegen^ be Éainer ban tofteninge ba»
^aar^or^oot Jfeogwi&e ©omennen/ en&g* be feïbe Camer baar toe gecommitteert ben ι \ |Baart 171«^. - UI. ^e ^oog J^d^e&oren I|eer Wigboia
vander Does, ïgetre tan j^oojbtotjclv etc, toe* ges$be peeren i£beïen/nit een nominatie bati een öuïtót ψΜψΜ &e peeren %ooft-3[ngfcs landen geftonimt / ög ifaar <êMt é^oot |&ogenbc bernoren ben ζ $♦ j$an 1714. IV. ©e ï|eer J&r. Hubrecht Rofenboom,
I^eereban Jlci#ei3e$recot/etc. ^efloentban
öen ï|oogcn fóabt in^oiïanb/ foegen^öenfeï? ben ï|oogen ïtabe/ uit een nominatie ban éen bubbelt geiai / bg be peeren ^ooft-Sfngeiani ben gefopmeert/ög ^aaWö:^>ot$tëogenö* bernoreu öen 20, j&aart 1 tfp8. V. <&e ^oog 3éeï-geboren 5|eer Adriaan
Pieter de Hiniofla, j^efiöent ban ben ï|obe ^obintiaal ban ^oïianb / megei$ ben felbe ïfobe / uit een nominatie ban een bubbelt ge* taï / &ρ be peeren ^ooft-angeianöen gefo^ meert/ &£ f aar €öele <0|oot j»og. berhoren ν™ x3*#fcaart »714-. •c; ?o - Vf#
|
|||||||
üi^B^MM
|
|||||||
exxvm Delflandsche Oodh.
VI. %&t^ttt EngelbertGraswinckel, timb
tn SSnrgemeefïec öec fiaö Z&clft/ ttc. foegen$
De felbe fiaö / βρ öe peeren 2&trgemeefïerett en töegeeröer^ öer fïaö ©elft öaae toegecom* tnitteert öen 2.6, Jlaart 17 »r. VIL ^e ^eec Johan Meerman , föaaö ΐϊϊ
^nrgemeefiee öet* fiaö ©elft/ etc, toegen^ öe
<0oöi§ugfen Binnen öe felbe fiaö / βρ öe %ee* ren sfenrgemeefïeren en ïïegeet'öer^ öec fiaö ©elft öaar toe gecomnntteeit öen 27 ©ecem* fier 1704/ VIII. Scheet: Adam van der Heim , Jftaaö
tn 2$nrgemeefier öer fiaö &c&febam/ etc* toe*
gen$ öe felbe fiaö / βρ öe peeren 2£urgemee* fïeren en ^oeöfcSappen öer fiaö ^cöieöara Daar toe gecotnimtteert öen x-j $ka$ 1691. ©e <§ecretar$ ban 't felbe Collegie i§ ©e Heer |j$r· Pieter Marcus^aaö en^en* fSonar# öer fiaö ftegbeti/ βρ öe peeren 3|ooft- 3|ngelanöen tot ^ecretar$ aangefielt öen 28, |
||||
tOi ar
OUDHEDEN ek GESTICHTEN ' VAN
|
||||||||||
D
|
||||||||||
Ë L F L Á Í H
|
||||||||||
DEKENSCflAP van DELFLAND.
DE OUDE KERK TE DELFT.
DE NiBUWE KERK TE DELFT. NOOTDORP. Ñ Õ Í Á Ê Å R. SCHYPLIEDE. (SCHIPLUIDEN.)
't WO U Ô. MAASLAND, WATERING E. DE LIER. NAALTWYK.
's G R V E 1 Á Í D É.
MONSTER.
's G R Á V E Í Ç Á G E.
'sHARTOGS KAPELLÉ;
SCHEVENINGEN.
EVKEN DUINEN,
R Õ s w ã ê.
VOORBURG.
|
||||||||||
Ì DELFT.
|
||||||||||
3 Oudheden en Gestichten
Delft.
|
||||||||||
!MFs oude
naam» |
<&%$<€ t§ ban onö^ / boïgettf
|
|||||||||
öe gatöe ugtffeaafc ban öie φ
ben / Theolf genoenit getoecft 3Bant aïöu$ moet bie naam ge* if5cn fooien; baar be ugtfcljlg* ber in öe lefie letter geinig ïjeeft/ tn in be plaat^ ban Theolf gefcfbeben ijeeft Theole.
Dcszcifs g[n 't jaar 88s>+ toas? Set nocö maar tm renf*
eeuftebe. g0f/ offjaffïeöe/ Ö£ ^utöaröe^ïjagej öfaan s,n# bc 3Uïöer grengfctjeröing ban Genolfus <BmP fcïjap. <&% öen 3elföen tp i§ gct/ met nocïji jeben anbere ijoffieöen/ gegeben aan ben ge* nieïöen <ü%aaf G roifus. <&at get naberïjanb 3tjne ©$-ijeereii geïjaö fyteft / öetoeilc ooft gunnen gefïagtnaam ban bese #ïaat$ ontleend ïjdiben/ biptugt ten open bpef/ öooj<0^ bmne Ada «gtgegebeniu 't jaar ixof. <®oft |eefc Willem Adaas neef/ in eenen ojief ban 't jaar 1**2/ geiaagban <3Mft gemaant (i) Wanneer ftet tot een fïaö aaangeiaaffen i$/ binöt men met geen 3eUerIjeit befclj?ebein <&&t get eejjterai een fïaögetoeefï $ in t jaar 1160/ Mpt ligt weiteren b^iefbp* Boxhomius b^ge^ bjagt/ toaatr aan öe ^eijepenen ban ©elf jjet flteö^egelint 3elfbe jaar gegangen gebben. Aanwas ^ opfïeiöee ban öe Gmote Krohijk van Nederland fefegft ergen$ geïe3eii te ïjebbenbat get ÖOO^Goverc met den bulr OJJgebOUfet !$ Hl
't jaar 107$.} toaar booj onsejaarboeken ïjct
jamr
|
||||||||||
Ir Α Ν £>T?tFLANÖ* |
faati r 07f. fïelïen·, ai gg borgt 'er ög bat get
bergrot en met berfcgeioe boojrecgten öegutt^ ftigt i$ booj ïieiser Willem. <®it ï£ 3chctr bat get ban ober ïang een3eet?
gjoote tin niagtige #ab $ geujeefï * enbttitVQz jriaat^ onöer be 3|oIfrubfcge fïeifen Öe&ïeebt geeft / en tegentt>o0$ig noeg bcMceot. j|et i£ aibu$ genaamb ban delven ,· om bat 'er een &aft ban öe Jj&aa^ tot in be fïab $gefegoreni en be$e g;aft $ boïgen^ get gemeeue geboeiett ine bermaarbeg^ft banCorbuio, b^Tacims bentteïb. ©oeg bat bc $tëft ban Coi bulo be* %cifïit gjaft 30ube 3|jn/ öeiadfte tegenfooo^big te Seiben begint/ en boo^ <&tift naar jjlaa^ ïaiibfïu^ toe loopt/ fïrijötboIgen$cAli ingre* geïrecgt tegené öe getuigen^ ber %öiïanbfege jaarboeken (ί) bctoeïfte get jaar en ben aan* legger ban Ut nieutoe ioerit öuibelp aantog* gjn 't jaar in6/ ben brrben j&en/ i$ be*
3e flab bo0^eett3toaaren öjajiö ielp gegabents toanneer/ boïgen$ get feg^ben b.iUdPieter Opmeer, eene gebeufttuaaröige 3aaïi t^i boor* gebaïïeu. 3$antern€>gebaat7 te bercreefgar* beibenbe om gaare jor»gen/ bieneeg nietbiie* gen nonben en boben op get gu$ ban bert legout Johan de Hutrer nefielben/ ügt belf
fyaub te rebben; geeft 3icg 3eïben oon in get
buur gefmeeten i ai£ niet ujiiienbe gaare jon* gen gobïoo$p oberleeben. <&e bermaarbtf Jpoeet Cornehus Muiïïis, geeft een fraag ge* öiegtteeeerebau gen*eïbe#gebaat$ gemaakt, * Lib. iT, Annal,
c Nótir, Germ. iof. part. I* pag. 48 6c Adrianus Junïus Bae,-
in defer Delft. d Üpeiis Chröiiol, p« 782»
IS X vMf£
|
||||
4 Oudheden en Gestichten
p>e oude «<®*W ïjeeft tfoee booinaame jparorfjfött?'
feerk. Ren/ en noc9 beertien anöere fterïfen getjab. <Pe eerfïe/ öebjeïhe noeö be <$nb£ nern $t* noemt i»o,?b / geeft *et 300 lang gefïaan / bat gaat* cerfïc begin na«ip$ nagefpenrt Kantoor öen. 3^e onirerfïe fleeiten/ bie ttgcneemenb ïjarDt tn fïetïi0 jfjti/ boen be ïief geboerd giffen bat 'ereerff een madjrtorenfieeftgefiaan, ^enerïf jeïf $ nocï} aan3ien!per boo^ 't oitiöcrtöetfcöc maal^eï ban flaar geöoub) / al§ booj fjaare fra^geit. (?) Sommigen meenen öat 3e ge* ÖÖtiiüt $ ÖOO? Govert den Bultenaar} op ben1
jeïf ben tp aï^ 'er aan 't bontnen ban be fïab
Éoierb gegaan, ^ocö toegen^ Ijet opbontoeti ban be Kern bsnbt men ba#a· en 3e&erber be* fejjeib in een ondenSatpfciJenöiief; bie boof Hemicus, 23iflTcgop ban ïltrecgt/ berleent$ in 't jaar 1168, gn bf3en b#ef ίΒο$ nor een onben bet'bjagb^tef / bie toen noeft in toe3en toa^ / raïienöe 3enere gifte aan 't ïjf, Geerts gaftgufê gebaan/ begetiisgeni^ bngeb^agtbaif tfoee ebeïe en b?aome mannen. <ëen ban be* geïbe mannen toierb genoemt Barthoiomceusj Seh'utheer tn f*aat ^ηιε& ö^ oc patroon en be fïïcöter
' ban be parocïnTierït te^eifr, 3®atben fcfjnt*
geer of patroon berfter&e beïangti daar zyr*
*er, zcgifFosmerus, dewelke be weeren dat de-
ze kerk den Zaligmaker Cbriflus toegewydt is geweeftj dewyl hy alhier, ter verheerlijkinge van zyn Kruys , veele wonderen heeft gedaan, enz. En voorwaar, zegt hy vorder, als de gemel-
de kerk, het Itadthuis, en bynaar de ganfebe itad, door den voorgpmelden brand, op den dag e Vosmmis in Pra:fat»
f Ibid, p. 6. |
||||
■■i
|
||||
van Delfland." $
*'an Kruysvindinge, verflonden wierden ·, heeft
de Raad eene ordonantzie gemaakt dat'er jaar- lijks op dien dag eene Mis gedaan Zoude wor- den; ten deele om het teken van den levenden Godt volgens her oude gebruik, en zoo als on- ze voorvaders gedaan hebben , godsdienniglijk te eeren; ten deele op dat de vcrwoefting van dien dag in de geheuggenifTe der burgeren ge- prent zoude blyven; en dat zy aldus uyr vree- ze voor arger, 'n dat eeren (van 't Η Kruys) niet zouden vc flappen. 2$n ben ^ahgmato i§ naberljanb &. Hip- s HiPpo!^
poivm boo^ ttoeeben fcjiur$tjeer geboegt: en u.u in,!e Daarom ναφ b^e teft noeïj & Hippolytus If^^ tliXtiS*
iiennaam Dan £>. Bauh olomaius toegefajijbt»
500 b\$ onöcr anösren bipt tigt tm onbenul* te/ öoo£ Bonifat-i-us Vil ί untgegeben in 't jaas ïi^p, g|n be3e SSuïle tobbenben genen/ bie ïjnnne m^aabigijeit aan be gemelbe tefte booi jjaare |&$gciöaaben en anbere fterfccieraa* oen julien betoonen/ eenige afïaaten bergiint «βη be gan$ iioegt 'er naö^unheip 6« bat be 5cibe ton/ bie toel bnibdp ^ Baftooma;us fcern m ^eïfr onbe r ïjtt 25#bom ban filtreert 5enoemttoo?b/ g^oote keeoeteeingen ban nooi» &en ïjab. I&aar goo# ben gemeïoenVosmeciober be?
3e beranberingebanben fcButöciïiö 5ijnc0eba0^ ten een$ UötÖoe3emen: Onze Voorvaders, zege
hy, hebben $.Barihoiom<eus t eenen Apoftel van Chriflus, afgezet ; en den heiligen Martelaar Hippolytus , in deszelfs plaats , voor patroon van de kerk en de ftad verkoren. Dit hebben zy gedaan, om datze zekere voorrechten, die Zy door deHoekiche en Kaheliaufche verdeelt* fC 3 hedeq
|
||||
£ Oudheden en Gestichten
heden verloren hadden , op S. Hippolytus dag
wederom gekreegen hebben j ter oorzake dat zy den Graaf AcUbert , in den oorlog tegen 4c Vriezen, grooten dienft gedaan hadden, 'c Η ugt roy met wat plcgtigheit, met wat yver, met wat rood-blinkend kerkcieraaden de gedagrenis van «den heiligen Bartholom<zus, toe de laatite itaat- verandering toe , geviert is grweeft. <ptalf \\\tÓ& Ö» \&$m aan JJOC bat het gemtene volk, door heimelijke preeken gaande gemaakt, op den dag van S, Bartholomceus de kerken ge- plundert , en de heilige ftandbeeiden en fehil- fleryen van ha-are plaatzen en van de outaaren af- gerukt en verbroken heeft. <&nbtv öc5e ftariöfeiöe» en fcïjifóei'gen bja*
reilde mee/ Uk öobeti öcanöere ugtflaftm. i|et cerfïc toa^eeii flai&fceöi ban Mana van jeiTe; 't iwlk km btn 3*100*1 ν Jjo't maathei ban ht t&nbehtvli betoont/ &k %νφ befcij^ben \$φ; In de Oude kerk was een houten beeld van
Maria, Cbriflus Moeder, zittende^ op eenitoel, en met eenilool omhangen j dochzodanig, dax ze de jaarenen detronievan eene Maagd fcheen te hebben. Op haar rechter knie zat het kind Jefis9 't welk zy midden om zyn lijf omhels- de. Het kind zelf had in zijne flinker hand een gouden wereld-klood, met een kruys daar op. De rechterhand, dewelke half ópen was, ftak het recht uyt, als of het iet wilde betekei· nenofwyzen. Beide die beelden, hoewel van soo outlen herkoomen, en naar de oude zwier en kunft gemaakt, zyn door het woedende volk, benevens de andere kerkbeelden , aan ftukkeu geilagen, gebroken -, en, 'c welk te lelijk is om te vertellen, midden op het marktveld rot aflclie
|
||||
van Delfland, f
aflche verbrande* Dicht by deze kerk, aan de
weitzyde van de ftad, (laat 3. Aachten klooftér. De kei k zelf is noch aanzienlijker door 't ouwer- wetfeh maakzel van haar gebouw, als door haare frayheit. Binnen tegen de gevel ftond het koor, waar in het hoofd outaar ftond ; 't welk door Willem van Tetrode f, een Delffch burger , van Alabafter- jafpis- en Toet fteen was gemaakt; en wiens weerga in ganfch Nederland nimmer is gezien. Aan de rechter zyde, zoo als ment rer kerke quam ingegaan , ftond het koor van 't H. Kruys De flinker zyde had een hooge vleugel; nefFens welcke vleugel het derde koor ftond, grooter als het tweede. In dit derde koor ftond een outaar; daar het beeld v^n Maria van Jejfe, van 't welke wy nu fpreeken, te pronk was ge^et. Dan ftond 'er noch eene kapel van de zeven Ween van Maria; van wiens weldaa- den wy noch te fpreeken zullen hebben. Inde kapel komende, zag men aan de rechter zyde een pylaar ftnan, waar aan men het gemelde te-· ken van Chrifius kruvs zag hangen. #a bat j)n öe ge&aönte tón bit J®arien«
hetlix btfcfyubm fytft/ fïapt ögtot bt mivev fttlttt Öbtt. Maar wat zullen wy van de mira-
kelen zeggen: datGodtten allen tyde,enfchier op alle plaatzen, wonderen heeft gedaan, en te- genwoordig noch doet; zal van niemand, die geen goddeloos menfeh is, gelochent worden* t Op dip werk, 't welk naar de Do iflche wyze gemaakf
wa* , heeft Cornelh Mufius de volgende veer zen gemaakt. Hoc opus auguflum diverfo ex marmore pulchrè
Perfeéium } ut t/ufquam cullïus itrvemas,
dker Praxitejei , β non Ulujirior Ulo e β, v Delphus apud Delpbos Tetrodms ftatuit. Μ 4 ^aac
|
||||
% Oudheden en Gestichten
Mirakelen ^0^ °# &mt S& Ög foontettï / Öeiödïtë
die aan t 'boo? 't gemtfite öeeïö gefcjjieöt 3911/ in 't togö
beeid van en ö^cö öcfcg^iten, ^tt 3al on$ genoeg 3tjn van lelie r > · j Ei· j ru
gyngc, In t jaar 1327. word een blind vroumenicq.
fchkdc. g nezen > 't welk de aanleiding heeft gegeven
t,o.r een openfearen feeftdag. (4) In 'c jaar 1 365*. word een kind3 dat op 't ys
doodgevallen was, weder levendig. In 't jaar 1371. krygt een knechtje, 't welk
in een.bierkuip verdronken was, het leven we- derom. In 't jaar 1374 ,s een onbekende jongen, die
te Delft verdronken was, op het voorbidden van eenige luiden weder ten leven herftelt. In 't jaar 1 $86. is eene vrouw, die haare be-
loften niet nagekomen was , wonderlijk geka- flydt. In 't jaar 1438. is een jongman, die van den
duivel bezeten was, voor dit beeld verloft. In 't jaar 1439, is een kind, 't welk aan een
ilukje houts geftikt was, weder levend gewor- den. In ?t jaar 1430. is een kreupele vrouw gaande
en ftaande geworden. Alle deze mirakelen zyn gefehiedt op de aan-
roepingvan Maria van Jefe. Maar dewonder- daad, die ik nu gae vernaaien, is gebeurt aan eene Maagd, die gelofte had gedaan van den regel der KlariiTen; na dat de maagden van dat 'Monnekloofter de H, Maria, onder het kruys van haaren Zoon weenende , ter hulpe van die el- lendige Maagd aangeroepen hadden, In 't jaar ι f 10. is eene Maagd , dewelke
deerlijk van denfteen geplaagt wierd, wonder- lijk genezen* ©at?
|
|||
van Delfland· $
^anioa^cr «ocg ren fianoöeelo fcati'tZa-
ligmakend Kruys, 3» een ongctyttftt $&otft)t ban Oese fcerft
Ponoen hetfcfytiH tBrioaaöen o#$eteït} öetoete fee 0113e ^aligmaïier ae η De genen/ öte irit 6πιη$ in De <$uöe ïierfc quamen behoeften/ benden geeft, ©e tijtel ban aüe öe toeloaaoen fiaart fin Vomeer öeiinopteïrjïi op öe noigenöe 1ΰφ 5e uptgefeöieben, /« '/ y«<ir 141a.
ï. Eene Vrouw van een harden en afgrijiTe- Mirafccfei
lijken kanker genezen. voor 't H* z. Een heimelijke en hardnekkige quaal ge- Kruys>enS»
nezen, 3. Moejelijkheit jn 't haaren geholpen.
4* Een Man, en zijne Vrouw, die langen
tijd aan de koorts gegaan hadden, van de koorts verioftf f ♦ Twee Vrouwluiden hadden aan het beeld
des Zaligmakers s 't welk het gehairde Chrifius genoemt wierd, het hair al lachende afgefnee- den: waar op de eene door haar eigen hair fchier orn hals is geraakt, 0. Een Man van eene langduurige koorts
verlöft. ö '*" 7* Een Moeder,die om het lang wegblijven
van haar uytlandigen zoon in groote kommer is j vvord onverwagt dooreen goede tijding verquikc. 8* Eeqe Vrouw, met grpote buykpijn ge-
beld, wordfchielijk genezen. 9· Een kind 't welk de koorts had, en gevaar
liep van te fterven, ter gezondheit herftelt. 10 Twee Vrouwluiden, die langen tijd aan
een quaadaardige koorts gegaan hadden , gene-* 2CM* Hy 11. |
||||
r$o Oudheden eh Gestichten
éé# Een Vrouw , die langen tijd in barens-
nood gezeten had, is aanftonds, zoo ras als zy fiaare gebeden in 't hevigite van haare pijn aan het kruys van Chriffus gedaan had , aanilonds en zeer gemakkelijk van een kind bevallen. \t„ Eene Vrouw van een kanker inde tong
genazen. 11 Eene Bleyswijkfche Vrouw van de koort»
35e genezen. '" ƒ«*/ Jaar 1415.
14. Een Vrouw, voor by een huis gaande,
dat van nieuws getimmeit wierd, krygc een grooten boekiteen op haar hoofd: daarenboven b zeert zy haar zelve aan eenen balk, die op de aarde lag, en krijgt een zwaare wonde in haar oog. Als zy daar op drie dagen blind en doof gelegen had ; word zy fchielijk van alle bezee- ring<j en letzel genezen, é f, E<n Ñ iefter uyt Zeeland, die hier lan-
gen lijd zeer krank gelegen had, en zoo wel van de Geneesheeren als van zijne Bloedverwanten opgegeeven wasj word, nadat zijne Ouders ee- ne gelofte gedaan hadden, binnen een half uur van zijne ziekte verioilt , 16 Eene Adelijke Vrouw van Naaltwijk
word van een gevaarlijke koortze veiloft, 17. Eene Maagd , die een ongeneeslijke,
quaal aan de borften had, krijgt gezonde en gaa- ve borften, 18. Een Man te Voorburg van eene langduii*
rige en laftige koorts genezen. 10. Gelijk ook een kind te Loosduinen,
, %o, Eene Vrouw te Schevehngen in barens- nood zittende, en niet kennende vcrloflen, vak door
|
||||
van Delfland. χι
éioor de hevigheit der pijnen in onmacht, en
•ftaat als op den oever van de dood: de Vroet> vrouw, en at andere Vrouwen , hebben geen moed op de verlofïïnge: echter is zy binnen *t half uur fris en gezond 5 en brengt een gezond kindje ter wereld. 21. Een Kind, 't welk fchier geduurig met
de vallende ziekte, of S. (ƒ) Comelis ziekte, gcplaagt wierd, wonderlijk genezen. 11. Een Man van de derdeudaagfche koorts
verloir. 23. Een Boerengaft te Voorburg , die van,
een bloedvin aan de vinger als dol was gewor* den, en daar by zijnen arm in 't goojen gebro- ken, en 't eene been gruwelijk (gsqueit hadj worcj volkomemlijk genezen, In V Jaar 1414,
24» Eene Vrouw te Kuilenburg, die een hei·*
lijke' verzweering in de borilen had, word na het doen van eene gelofte geholpen. 25% Een Vrouw niet weetende dat zy zwan-
ger was, en fchier geduurig hikkende , wal- gende, en een af keer van alle fpijs hebbende, zonder dat zy zelf, gelijk gezeit is, of deGe- neesheeren de oorzaak daar van wifteri, bevalt van een kindje, en krijgt haare gezontheitwe- deromf 26, Een Jongman, oie op het fchoenmaaken
ging, word in zijn rechterarm met een elfen Zodanig geqtictft, dat hy zij i werk niet konde doen. Maar na dat zijne ouders een gelofte ?oor hem gedaan hadden $ is hy kort daar na Weder aan 't werken gegaan. 27. Eeqe Vrouw s in baarensnood zittende
|
|||||
en
|
|||||
ia Oudheden1 en Gestichten
en gevaar van haar leven loopende, word door
de gelofte van een andere Vrouw geholpen; 't •welk ik, om de deftigheit der zake, goedge- vonden hëb hier by te voegen. Een van de Vrouwen, dewelke rondom zaten of Monden, krijgt deernis met de in arbeid zittende Vrou- we; Zoo heeft zy dan, om niet. arger te zien, belooft zoo veele ponden tarwe , wijn, en wafch te zullen offeren,als het Kruysbeeld zwaar wasj in welker plaats de Kraamvrouw , na dat ze verloit was, brood , wijn , wafch, goud, en xilver, g levert heeft, • 2,8. Een Kind van eene deerlijke ziekte en
van de dood verlof!:. ao Een Delfiche Vrouw, die met pijn in
d- maag en voor het hart gequelt wierd, ge- pezen. 30, Een Knechtje , wien de pis drie dagen
opgeitopt was g weeft, word door de belofte van ziine ouders wederom bequaam om zijne pis te loozea. 31, Aan een Kind van elf jaarenwaaren twee
tanden met eenen (leen uytgegooitj zonder dat 'er? in vijftien maanden tijds , nieuwe tanden opquame?\ Maar na dat zijn vader een gelofte gedaan had, zijn ze binnen 14 dagen zoo hoog opgefchoten als de andere. 31. Het zelfde is de Zufter van 't gemelde
Knechtje wedervaren , dewelke van de zolder vallende eenen tand had verloren * zonder dat 'er, binnen negen maanden tijds, een nieuwequam opich*eten. 33, Eene Wateringfche Vrouw, aan eene
onbekende en ongeneeiTelijke ziekte quijnende, Word fris en gezond, 34. Een Rotterdamfch Knechtje, Υ welk
|
||||
van Delfland. ip
van onverdraagelijke pijn niet deed als kermen
en geduung hikken; welke pijn van tijd tot tijd noch verzwaarde door de koorts ? word' door hemelfche kracht geholpen. In 'f Jaar 141 f,
3$\ EeneMangd, onder 't geweld der koorts
Se bezwijkende ? word van de koorts verlotl. 36. insgelijks een Mm, die anderhalf jaat
aan de koorcze hatl gaan hangen. 37. Een Jongeling van· ró" jaaren ging door
het geweld der ziekte aan als een dolle, b?et y en brak de banden, met dewelke hy gebonden •was, aan Hukken. De ouders, meenende dat hy bezeten was, vonden goed dat hy gevoert Zou- de worden naar Woertgeevt·, by een menfeh dewelke zich, zoo als hy voorgaf, opdequaade Geeften verftond , en hen uyt de bezetelingeri konde verdrijven. Maar dit voorneemen wierd van een Godsdienftig Man tegengefproken; de-, welke hen vermaande , her H. Kruys, in de oude en door zoo veele wonderen vermande kerk, te gaan bezoeken, Zy gaan 'er naar toey zy doen 'er eene gelofte. De Jongeling, 's avonds gegeeten hebbende , bedaart \ koomo weder tot zich zelvenj en heeft naderhand van geen razrrny geweeten. 38. Een Kind, 't welk een fchielijke lam0·
migheit in de beeneri gekreegen had, en door geene Artzen of Heelmeefters te helpen was,is door 't zelfde middel weer rad geworden, 39* Een zeker Jongetje was van een ver-*
gramd en boosaardig menfeh deerlijk, geflsgcny met voeten getrapt , en Z'">o ongenadig g ba- nene en geflmgert, dat hy drie volle uuren voor dood
|
|||||
na
|
|||||
tl OnDriEDENT EN GESTICHTEN
dood bleeHeggen 5 endaar na, noch 14 dagerl
lang, niet anders nuttigde als een weignigje zui- ker, zonder ander nar of droog te proeven : daar^ enboven was hy blmdcn kreupel geflagen. Echte*1 heeft hy, nadat zijn vader een gelofte had gedaan* Zijne volkome gezondheit wederom gekreegen. '40. In 't Opperquartier van Delfiind wierd
een Avbeidsman fchieiijk met laramigheit in alle zijne ledert geflagen : en na dn hy langen tijd te vergeefs onder Genees en Heelmeefters handen geilaan had; zijn zijneleden, na het aanroepen van Chrifius H. Kruys, binnen een etmaal weer rad geworden. 41. De borft van zekere Vrouw, dewelke
door een ongeneesbaren kanker opgevreeten wierd, zoo dat hy vuyl etter opwierp en onver- draaglijk ftottk , is door dat middel volkomen gezuivert en geheelt. ' 4X. Op dezelfde wijze wTord een Vrouw, die
in arbeid zat, uyt het gevaar des doods ge- redt. 42. Zoo word ook een Haarlemfch Jongetje?
van zijne ziekte, en van een quade gefteltenifle
des ganfehen lichaam s, gebeterd 44. Het zelfde mirakel is noch aan een ander
Jongetje van de zelfde Had gefchiedc. 45·. "Een Delfiche Drager ging aan een lang-
duurige en hardnekkige koorts quijnen; en was door geene artzenijen te helpen. Zoo is hy dan geholpen door eene diergelijke gelofte. 46« Even eens is ook een Arbeidsmtm inDelfs*
land geholpen. 47. Aldus heeft ook een Man van Alkmaar,
die zich zelven by onvoorzigtigheit het eene oog met een mes uytgeftoken had> het gezigt we- derom gekreegen, |
||||
tan Delfland. ïjf
In *t Jaar 1430.
48. Een tweejaarig Mey&je, h welk ichielijfe
blind geworden was, even eens genezen. In 't Jaar 1431.
49. Een zekere Vrouw had een grooconge-
mak , en zwaare pijn , in den eenen voettf en was al van de Moelters opgegeven Maar na her doen van eene gelofte is haar pijn verdwee- nen: dies heeft zy een zilveren voet georTert. fo. Een Jongman van 17 jaaren, dieher gra«
veel had,heeft door een baarblijkelijkernlpues hemels veeie en groote ileenen uyt zijne biaas gelooil. γ „ Zekere Vrouw was, zedert dat ze be-
zwangert was, geduurig onpaiTeiijk en onge- daan. Dewijl zy dan voor haar eige behoude- niife , en voor die van haai e vrucht, bekom- mert was; heeft zy een diergelijke gelofte ge- daan , en al haare hoop op het Kruys des Za- ligmakers geflelt. Verloit zijnde, en geen ge- fchrey hoorende , vraagt zy van de Vrouwen hoe het kindje vaart; en krijgt tot antwoord dat het dood is,en reeds begint te Hinken.Zy,, hoe wei door die woorden verflagen, laat haar betrouwen daarom niet zakken: en geeft toe antwoord dat zy het H* Kruys wel zoo groote kracht toefchrijft, dat het Kindje weer levend zal worden,en zoo lang levend zal blijven, toC dat bet zijn doopzel ontfangen zal hebben. En dus is het ook gefchiedt. f ^. Een zeker Kind had S. Korneih ziekte.
De ouders zijn geduurig op de been, ora over al
|
||||
º6 Oudheden ek Gestichte**
al raad op te zoeken·, maar te vergeefs 'Einde'·*
lijk keeren zy zichzelven tot het H,Kruys,erJ worden van Godt verhoort. 5*3. Een ander Jongetje , zeven ofachr jaa-
jren oud, doet eenige dagen achter rnalkandejf niet anders als krijten, kermen, en iteenen: de ouders doen e'ene gelofte voor hem ; en zie, daar koomt een fteen uyt zijn yoorhuit krui- pen* } jn '/ Jaar 1431,
5*4, Een Vrouwsperfoon was door eene ïÞÀ*
fteeking aan den voet, door een gezwel, en door de zwaare pijnen van eene verzweeringe', op 'c uyterfte gebragt : maar is, na zoo eene gelofte, van alle ongemakken verloft, ff. Een Delffch Burger was met zwaar gra-
veel gequelt:zoo heeft hy dan hulp by't Kruy's gezocht, en is eindelijk eenige (teentjes quiji geraakt-, dewelke hy, als hy zijne gelofte voldeed, infgelijfcs ter getuigenifle van de ontvange wel- daad heeft geoffert. 5·6í Een Kind, omtrent vier jaarénoud, had
drie dagen te bedde gelegen, en niet anders ge- daan als krijten en huilen* Eindelijk heeft het, na dat zijne ouders eene gelofte gedaan hadden, een fteentje gelooft. 5-7« Een Kind van zeven weekenwas, terwijl
de moeder om voor de keuken te zorgen naaf de markt gegaan was, door het omvallen van de wieg gefmoort. De moeder t' huis gekomen', en de wieg 't onderfte boven ziende leggen, rent 'er naar roe, en beurt de wieg en het Kindje op. Maar ziende dat het dood was, roepc zy (de Buurwijven te zamenj dewelke niet ophoii- |
||||
vak Delfland* ty
den met het Kruys des Zaligmakers te aanroe-
pen , toe dat het weder levend was gewor* den. > * ln't Jaar ·\\ι\.
f8. Eene zekere Vrouw , hebbende alvoo-
rens eene belofte gedaan, looft tweegroote ftee-· ncn. Die fteenen beflaat zy met zilver 5 brengs ste naar de kerk, en voldoet aldus haare be- lofte* In 't Jaar 1454.
5"p. Te Schevelingen wierd een y iiTcher,
met naame Qysbert Govetts, van een Zec-üdder- flang ( dus vinde ik aangetekend) in zijne hand gequeril, en wierd door de hevigheit van de pijn zoo razend-dol, dat hy naulijksyan vier mannen kon vaftgehouden worden. Zoo heefe hy dan, op de aanraading van zijne vrouw, ee- ne belofte gedaan: en is wederom gezond van lichaam en bedaard van zinnen geworden. ïn 't Jaar 143 f.
60. Eene Boerin van Wateringen, met namÊ
Margriet, was door de pijnlijkheit van haare ziek- te uytzinnig geworden; en dagt een gruwelikik tegen haar zelve en haare kinderen uytie voeren. Eindelijk heeft zy haar, op het fterk aanhou- den en fmeeken van haare zufter Lysht> laaten gezeggen* is tot inkeer ingekomen*, keert haare gedagten tot het H. Kruys van Chrifius ; rijft uyt haar bedde; en ontbiedt dertien mannen γ eewelke benevens haarin linnen g ekleedt eti % bleoi*-
|
||||
ÏÏÏ Oudheden ën Gestichten
blootsvoets in bevaart naar de oude Kerk gaan.
Daar quyt zy haare beloften, en is zedert ge- Zond van herfFenen en van lichaam geweeit. In 't Jaar 148a.
61. Zeker Man te Goch woonende , maar
aan de rivier de Oede Zaal geboren , en bynaar" oOjaaren oud, met name Johan van·der Mark9 hadop'theimeÜjkfte van zijn lichaam een vuyle enettterachtigepijpzweer ftaanj die al fesjaaren> «iet zonder vreefielijke pijn, dat gedeelte had geknaagt: en al de kunil der Geneesheeren en Heelmeefteren te leur Melde. Zoo heeft dan de gemelde Johanvan- der Mark ,op aanradingevan den Priefter Hendrik Tou , eene belofte gedaan van een pond wafch te zullen offeren: enalshy niet verhoort wierd, heeft hy zijne belofte ver* dubbelt, en wederom verdubbelt} en heeftbeloofc dat hy in de plaats van een pond twee , daarna drie, en eindelijk vier ponden wafch zoude of- feren. Eene wondere zaak l de pijpzweerdroogt op 5 het gat of de wonde groeit toe, zonder dat hy oit eenige pijn aan het litteken heeft ge- roek. In 7 Jaar 15*11*
61. TEen Del fiche Vrouw, met name Qeer-
truid WUlems Dochter, reisde naar Ter-Veer in Zeeland; om zich met haaren Man Fforis, die van haar gefcheiden was, te verzoenen. Maar in 't voor by zeilen van de Eylandendie tuifchen de Schelde en Hellevoetiluis gelegen zijn om- trent S. Anne-land en Kats ('t-welkeen ftede- deke van Noordbeveland met eene zeer gemak* ke-
|
||||
'
|
|||||
V A$ ÖEt FL ANÖ, 10
gelijke have is geweeit , maar naderhand fnet
de andere lieden, en met ganfch Noordbeve- land door de Zeegolven is verftonden, begorï ^iet zoo geweidig ie waajen en te ftörtifiren') dat de Stierman zHt , den moed opgevende, heé , volk vermaande om zich ter dood te bereiden. Nu ftond de eene zijde van 't Schip al,onder water\ en een ieder begon even jammerlijk te' kermen, te huilen, en te fchreeuwen, Wanneer het Geertruid toefcheen alsof ChriflusH. Kruys, zoo als het te Delft in de Kapelle van de Oude Kerk ten toon ftdnd, door de verbolge Zee- baaren quam aanzetten, en tot hen allen in hun- ne doods nood naderde. Zoo begint zy dan fïet zelve Kruys met hert en mond aan te roepen: en het Schip koomt tegens ieders verwachting behouden in de haven* De reis afgedaan zijn- de, koomt Geertruid weder te Delft: daar zy haar Man , of liever zijne gedaante , in klaar zilver offert: en U, O behoeder der Schip- breukigen , groote Godt, voor uwe weldaa* digheit looft en bedankt. ®t built tot htvht fïtiat tti De ouDe teln i™pt &
htfffim aïtiu^ befeï^efcen: ^e. vin' 'tChoer is lanck 84 voet,behalven de huyftj ^.Clk#u e"
wijt de buyte kant 58 voet. Die Achterkerk Van de Choer tot den Toren es lanck navoer, wijt 4.1 voet, luttel min of meer van wijte en lanckte, enz. ïlotiDam Den €&ren ffoanfeier ffikimiêtémt*
W'i 't tucïlt öoIgen$ eene infïeïimg On$tvl$uap baDeren beöunDt Dat De3e litth '{i) bier min* fcere imhm onDerïjaae geeft fïaan Retoren 1$ooft uoo^tenmet grootenfoltften/ Deio'stt ïjnae Bo^onöecen naam gebben. <®t groo> $e toetD gesefé 18000 ponDen te toefen: eti |
|||||
ao Oudheden en Gestichten
gaai? saïm of gdutb nan ober be J&aas/ b£tè
mijlen buiten be fïab/ 0eï)oo# lueröcn. <$# be hlofi fïaan öe bolsenbe bioo^ben in 9t%at$n til fyCbtVbllltfclj te iee3eil/ Sacrofan&ac indivi-
duse Trinitati Uni foli Deo vero & vivo S.Defe Clock is gegoten ter eeren des hoechwairghe heylige Drievuldigheyt, eens waerachtichs on- verfcheyden Godheyt doer HeindrickvanTrier in 't jaer ons Heeren ι ƒ70. Kerckmeefter we- fende Sasboutsfoen, ende Lambrecht Michiëls- foen. φ# be ttoeebe Woif fiaat bit opfcfyift met
oube üonmn^Iettcren / en met beeno^tmse &m ittOO^bcn: Anno lf$6, Wilt wel verftaen,
heeft my den brand heel doen vergaen, maer door genaden van boven hoych geprefen, bin jek Maria 'tjair 39 weder gerefen. Gerrit van Wouw ende Jan Ter-ftege goeten my. I^orïi ip'et een Hippoiyms ütou/ eu5, (9)
3^c heftige ^cjjiiberijenban Heemskerkeen
ban d§. Schoi ei jjeböen/ boïgen^ïjet fcÏMben ban # Braun ,een groote ïuifïer aan be5eïte& geseben 9e be3eïbe 39η ooft ban oub^ bet* fcgeibe napiien/ ontaaren/ stïbeu/ en bto rijen sefiicöt en opgereeïjt jgetoeefï 3N5eIbe ftaan ten beele ög ben ïfeer Dirk f Bleiswyk, ten beeïe iu een oub gantifcg^ift oubee mg öe* rufïenbe en j)et ©enenfcöap ban <PeIffanb öe* fefeijbenbe / opgetelb* Φηΰζν be üapellen 3911 be bolgenbe be*
ïienk <&e &apcl ban 't H. Kruys.
3Ne ban be 7 Ween.
* In de Bcichryving van Delft.
t Theatr. Urb, 1,3. n, 29. m
|
||||
van Delfland. αϊ
<Pe ï|eemrash£ napel :öaar jter eere ban ben
3ftmuraal Maarren Harpertz, Tromp , Öiem 't
jaar i6r$« ugt ïjet ïeben fcjjeioe/ een nofieip
J^aai&af i§ opgerecïjt. ^, Kornelis ÏJiapéï *
φε Reliqui-ïlapél f 3£an oe fóapeüantjen of IMtatfjen 3jjn be
bolgenoe tot onje l\umi$ genomen: ®e ©iftarn ban ,§. Sa! vator , ίΠ £ Joris vikarycn:
€ijooj4 ' *
3N $iftatn ban ^ Barbara : öefcüelne ü$t
be^aöe Hern gefyagt fë in &e$ieubjej enge*
plaat ft aan 't Stóaac ban öensoeten naam Jeius.
^Ct t§ be ^ttt Pi eter Veerman, Öefaeïne Itt
β, Hippoiyiusftecne/ aan & Ba>baraas ontaar/
tn ïjet jaar 1 ror, eene biharn geeft gcflicöt ter eerc ba« oen ïjeihgen Hipafïei Petrus0ηban öe Öeiiige J&aagii Barbara: 3|n geeft öe binar» beïafï met bier toeeneujnfcBe J&jffen, en ten oien einoe gegeebenbier mergen lanö£ onbergnna* ncr gelegen: noeg ttaee anöere mergen ianö§« aïöaer gelegen : en einöeïp/ ai toeoeront onoee ^nnaner / bier mergen en biet gont. Judocus, ifc 3oon ban Dirk Sasbout, en nee* neïjjn perfoon onöer Bet 2$$öom ban Φ trecgt/ geeft öe gemelöe binarg booj öe eer#e maai öeöient* V"!"' ' * ■■■' ■■■ ■ ■ :T, IrüTL ?*Τ''Ώ'; - ''ί ' ''■'■?* -V '' **fi ^■■'-
* De kapel, ftaande aan de izuidzydc, noch achter h?t
kleine orgel, itaat tegenwoordig op het grafiegifter aangetér ««υ voor S. Komelis kapelie. : * ' * .Van deze kapelie znllcn wy beneden, onder ^Egidius Joye»
n°h X*"* en t>at:i4er a'1nhaalen ; maar uyt het gene pag.. iun- gehaalfc ftaat, zoumen dienen te befluiten dat de Reliqui-kapél w 4e nieuwe kerk heeft geftaam ^ 7 \ 5PC
|
||||
%ι Oupheden en Gestichten
<®tbMt% bant'*$i FJigius $ in öcn faat?e
15-08 in^Hippolytus toligejlitötïioo? eenm Jan Arentfz. \-VWli "iïti"*jpf. μ ή.«f
Τ iV <&» ##»2f des Heer e, Amen** Cond t ende ken-
lick fy allen ende eenen yegelyck die dit je-
genwoordigne publyck Inftrumenc 1 fullen ilen
kezen ofte hoórèn V dat indëri jate der ■ Gehoor?
: / te deflelffs Heeres 1 f08 , ter elfde indictie\ op
ten ii. dach des maents February, ter Vefper* tytoft dien ontrenten het VyfFde iaer des Paus- cfbms onfev4 beilichftè·Vade^m Ghnifto ende Hee* jres, Heeres JhïU^ idoor dégodtlycke voorfich- ticheit de tweede Paus van dier name, compa- reerde in*£etfbene voor my 'Notaris puhlyek, èrtfefe voor 'deh ondérgeichreven getuygen hyer itèè byfohder geroepen end© veifocht, devoor- fienïgé ^m^jfrertiffiu ^^^-Po^rfer der ftadt Üelft/ o^der{^;B^tliQm Van liJu^tteeht: Bege- rèndfe Tfoë fry'vérclaefcle i> fynstytlycke in een wige, eWd*eêdie%ertfche! 'iti hemetfche goederen ièïr1 sfulrgë* cöü prnanfch&ptf iöjvermiulgelen * toe v&rmeerdennge des godlycke diertiiy ende voor als daërmen 'üldërgëweercH^h fte 'B&erdenckcede Vbrholentheït ónfer verlofli^ö ,iséitóe gehoegeniff fé houdt dfes'lydeqs GhriftljOtoittóf ende glo- rie der heylige ettde^nverfëkiylièfiiDrievuldic^ heyt , ende der alderfalichfte moedor Gods.en* de maget Maria, mitsgaders der geheele hey- ïige Overicbeytfidès hème1§ int generael·, maer fonderlinghe ter peren vantfintLöy Biflchop en* de Confeilber, mede voor der fieïen van hem 9 Van Agathaty Cjlaes' Feemans dochter fynre Hiiys- y.rou faliger gedachte, oeck voor fy'ne.. en'de; haerder ouders voorraderen» kinderen, vrienden v encje wekjoenders, levenden ende dpoden, fa*
Ucheyt,
|
||||
irVAN Delfland. zg
licheyt, heeft géilicht ende begaeft, ilicht en>
de begift, een eeuwige Capellanieopt outaertvan lint Loy, in de Parochie kerke van fint Hippoly?· tus binnen Delft te bedienen (geduyrende 't leven van Mr. Qorndis fyne fcoone) met eene MiiTe, maer naer deflelfs overlyden met twee MjUJen ter weekenj in welcker MiiTen djenRectoeirder voorn. Vicarie jnder tyt wefende,- zal byfundere gedenckeniffe houden van fan■ Arentffz funda- teur, vm jigatha, Claes Veemam dochter zyn- der huysvrou, ende van de haerliederbeyderou*· deren ende voorvaderen, haerder kinderen, vrien- den ende weldoenders,-levende ende dooden. Maer aengefien geeftelyclte dingen fonder d§ tytr lycke nyet lange mogen {kende blyven, heefe de voornoemde fundateur der voorfeyde Vucal- ,rie tot begiftinge van dien ende tot onderhoudt des Rectoers (metter daet ^fhandjch makende;) vuyt fynetytlyeke goederen gegeven by weu- lycke ende onwederroepelycke gifte, (diernea noernpt gifte ónder den levenden.) In den, eerr ften heeft hy gegeven ende beweefen twee ende een halff margen landt leggende genteen ende ongedeelt inden Ambachte van Maeflant, beleat ten ooften mette landen van wylenPietpr-Corr nelifizoen,; ten zuyden de cade geheeten de ca~ de vanHodenpyUvten weften de Hodenpylfehp wateringe, 'endenten nodr^kn de gemeenewceh genaeittpt .de Gaechwech ,, van welcke landen den ielven fundaceér anderhairF margen heeft gecoft ji^nde !t reüerende margen by ervenifiib vercregèn, 'gelyelc verfcheyden brieven dae-tv&n gernaeÓ; breder zyn inhoudende. Item eeojendc een hal«et tmirgen lants inden Ambachte) vati £)uderfchie^iiimeen ftuk'vin iii> raargen lams 5jntfeöi5tcW^vmSpaenge, belent aen dejM>ft- w,3öv $β 4, zydc |
||||
$4 Oudheden en Gestichten
zyde de lande vanden Heer Philips vanSpangent
aen de weitzyde, mitsgaders aen de zuyt ende noorteyndens,de landen van Juffrouwe ende we- duwe van Duvenvoorde, gelyc de brieven daer van gemaecT: dat volcomelycker vuytdrucken» Tem la'iten heeft gegeven ende bewezen drie goude Wilhelmus Schilden , verzekert op drie margen lants gelegen in Maeflandt in de hoeve van wylen JacobYewyns Heyegemeender veu- te met ander landen, welcke belenden ten we- llen de Maesdyck, aen 't oofteynde de kerck- ■wech, aen de zuytzyde de landen van de Duyt- fche Heeren , ende aen de noorttzyde de landen -van Jacob van Alkêrhade, die jaerlycx verfehynen Voor d'eene op Voorfchoter, ende voor d'ander helfteop Valckenburger mar£fcen, gelyc de brie- ven hyer van gemaecT: oock voleömender fyn in- houdende. Ende heeft den voorn, fundateur die voorfz landen ende renten opgedragen, en- de draecht op tot de voorn. Vicafie, zonder ee- nich recht oft eygendom voor hem oft fynen erven inde felve te behouden. Tot welker Ca- pellanie hy heeft geprelenteert ende prefenteerc voor d'eerfte reyfe den Aldereerwaerdichfte va- der in Ghrifiö ende onzen Heere Bifchop van Uy> treclk, oft fynen Eerwaerdige Vieario in 't gee- itelyck, den eeriamen man Mr: Cornelis Janjfzy Priefter zynen wettlyckenfoöfte'4 als fynde hyer toe nut ende bequaem, mits behoudende voor '4eiri zelven gedurende fyn leven trèoht van Pa- tronaetfchap der voorn. Vicarie , naer wiens door vervolgens ten eewigen tyden't felve rechc Zal comen op tenöudtften ende naeften van den bloede des voorn, fundateurs \ *z (y tnari ofte vrou- perfoen , weleke patroen inder tyt zoe fnenjchmaels als de voorfz, Capellanie compt te j",. - ..
|
||||
van Delfland» % f
vervallen, zal daer toe prefenteren eenen vande
bloetverwanten van de ielve fundatcur bequaem zynde, oft gebrake dien, eenen vreemden van den voorfz. bloetverwanten, enz. ^OUÜJ Wilhelmina van Haefren , b}ütfp
trcnnenbe tocbutoc ban ben tytcv ban %ffm*
beïfl/J|ecmfïebe/ e«3 toa£m'tjaaci57;,oe bcQttfttv ban 003e titon· 9jn tjaac 1619. jjaö Anna, ^oniöbanSCp
feiiöeïf/ feemperne/ llaffrinora/ en3. ïjet recjjt om be$e bifearn tt bergeeben ? toelfte bi* Karn in 'r$ribe jaar opengeaaiïen booj be bood ban ï|eer Niklaas vaii Batenburg , ^efittt ttt
ïtanonmn tef^preï&unrfïebe/ boo^ beboo^
noemöe l^oufcö berneeben $ aan be^elf^ fyoe* bet/ 3[ontoPhii)p? van Battnburg.
®e l^iKarn ban be ψ%+ jlE^rteïarenCofmas
til Damianus.
®e $inar» ban 't % Kruis.
*® e Binarn aan .£>.) 00 ft en ontaar / met rfoee
l&iflen foeeheïp^ beïafï/ en 'g jaar 18, ^ol* ianöfclje ponben opbrengende / i$ in 't jaac 14οι geflfcftt bOOi Hillegond, Meetter Niklaas
doehfer. ^e^margban^ Lnurens.
<t£tm biffarn of fcapeflann aan £, Jeroen?
outaae. "ij5.'.Fakobs bton/ öelafï met eene i&iffe
tacefceïpg/ en jaaripg s>. feoUanbfcJeponbe» |
||||||
<£en binarn aan *t autaar ban £♦ Jan den
*°£Pet*' Ofban^, Niklaas.
<2Ecne biftarn aan ■£. Erafmus outaar> to't
ffooj ban be ^. |®aaBö Maria. % f eet*
|
||||||
c
|
|||||
%6 Oudheden en Gestichten
<êmt MMv% bati öe%. i&aagb Maria, in
tenUapdkbaa& rfcppu'yuisfterlie-, fïaanbe ter berge ebinge ban be ^oïlanafeöe ofeaben, ^e bebeffigingguam ben ftet£biafteit ban ïl* treeijt tot: be tnnomfien üepen jaarlpö op %j guïbem ^e &*ftati£ toa$ geïjouben toee* ^dp^ .eaie-jj&tg te ieeje^ J&cö een anbere bïiarn aan t seïfbe on*
taar ·, en fïaanbe / etoen ai$be booigaanbe/ ter ^ergeebmge en bebefïiginge ban be «i^aben «n ben lart$ïfoïien baojnaemb/ ö|agt'$jaat$ 33 ^oïianbfcïjepoiiben op/ en toa^ öeiafïntet <êzm biton ban ,§· Pieter, ^efïiegt boo^
Gq« rir WUlemszoón ,;i ^itfttV f ftOllt «1 't jaar
163+. ter taoeminge ban Simon jacobszoon
te%aarïeni ,-; . c*g ' «fenebiïtarg ban be $$. ^pofïelen'festrus
<êene biïtarn aan 't oittaar ban ^.Biigïda,
jiaattbe ten rba'gcebingr iban be |f öffanbfcïje ^iaben/b^agt jaadgltfup 6 ^oüanbfcflepon^ üm / m iaa$ öeiaff met eme bjeeéejpfeile «Benebifiaru bic gefiicljt foa$ ter erre lian
be 3|. Maria, ban ^.Jacöbas, WbaH &Jan
den ^Q^eKfcn ij tl ■ satl jo ι lafel 3.*'' · «^enebittarn/ befoeïïte op £>♦ BrigidaasjOö*
ter gefiitt}t toa$ tor eecejitón ^. Gèr|i|^rel, ÉHft b^t ^&itotelaa* Ge$tgi$s *. ban be»; %jjïm[t fcjjop Maremus, en ban be ^.jl&aagbeaQi- «?ené bftarg aan ^: An^qif outaar.. r ^{
Ctuee Aargen aan^. Andries pntaar^ be/ focfóebaac op ben ii.bm&Mmfmi mt*
m
|
|||||
^BB
|
|||||
van Delfland. 27
fttptïjt toamt b00£ 3|cer Pieter, Jakob Oli-
vicrszoon 3?e3ClbC ft!C|)t!ll£^nocjj ίϊΐίφψ bc jaar / en op ben if.ban beieïfbe maönö/
frebetiist boo^Wahavcrr SftfTcgggi ban fttrecBk 3jl$ bese bi&argen open fcoardi geballen boos DC ÖOOb ban^eCl' .Andries Klaaszoon, $φ\ be$eU
J)0OOO^Wouiei Timmermans, enMichiel Vos- iner , Μichic lszpon, btC jet tetïjt ban boo^fïefr ïinge öabben;./ in 't jaar 1^00 gegeben aait
Adam Vosmer., pichielszoon. ÜMlie begCC*
bin0 boüybe ^taaien ban%oïiaiia ra ffltfe
tyiefïanb gocbgeïseurt m ·, tnit^ bat ïjet öcrbe bed oer inftomfïen uptgelieert 3pubc bjerbcn tot onber&oub ba* J^coiftanten.', , r\: . $Qan bese bifcarnen 3911 gegecben 10. gemeeo
teji !ani$ onber fbe l|oojn gelegen, . (fêene bihar^aan't outaarbanbeil.^aagii Miria , boo^ be^ioanbeïmg genaamb uyt de ftarame van, feile^
<$tm bi&atg aan J>, Α nnaas outaar.
>r£ene bitog aan 't ontaar ban ^. Jan den <#ene bi&arn aan 't outaae ban ben φ, βί&>
bcr Georgius, ,, . , :
<0ene biten/ bic gefïïcöttoa'S ter eerebatt
m Uïlttl)ti\iQflttn onbecbeelbe 3^tebuïbigö«t/ Imn bei^J&aagbMiri», ban $ Jan den Duo± per/ ban bÉrnü, martelaar Jeroen, en ban bc ÜH· Jl^aagben Catbarina en Barbara.
€eue biöarnin §> Joris j&agelïe $ befoelfce
baar gefïteöt N# ter eere ban Urn Zaligma- ker, baube ï|,#feaagb Maria, Ctt vanalleHei* «gen., '. " ..· .· Jf,.....,,. Vy ,.,. , ,iiS
<£ene biïtarn ban β. Andriesi
^t$t bUiarg/öclijft ge$egtt$/ $ gefluit &00J Pieter ]^φ Qiiviers, fjiffïCPi f Π # ong |
||||
28 Oudheden en Gestichten
öe fitrgtmgtyfef self niet lang geïeöen in Jan^
fcenöeUaUen/ 'en $ ban't jaac 44-r* Ondt ende kenlic fy allen gelovigen Kerfte-
nen luyden die defe letteren lullen fien ofte hoeren lefen, d;it ie Pktor Jacob Oliviers, Prie- fier, angeleyt mirten geeile der godsdienftiger devocien , begerende die aerdtfche dingen in hemellche , ende dat verganclick es in 't geen dat eewich es falichlijk te keeren , ende dat ick lange inder begeerten gedragen hebben by der hulpe ons Heeren tot volcomenheyt tebrin- gen , Soe heb ick vanden goede dat my Godc verleent heeft gefticht ende ftichte mit defen tegenwoordigen brieve enen ewigen godliken ende kerckliken dienit ofte arapt ter eeren der Jieyliger Drievoudicheyt, Maryen der gebene- dider moeder ons liefs Heeren, ende des heyli- gen Apoftels finte Pieters, voor falicheyt ende kveniiïe mynre zielen ende mynre ouder zielen, vaederende moeder, ende der geenre daer ick aelmiflen ende wektaet of ontfangen hebbe; :*Tpt welcker ftichtinge ick clen voorfz. diehft; bewyft ende gegeven hebbe , bewyïe ende ge- ve ick die renten van twintich gemeten lants, gelegen binnen den ban van Nyeuwenhooren^ aen twee ftucken , dat een ftück fes gemeten |*r</o'ty- ende fyn gelegen over dat huys dat Gil* Jys Danckaerts nu ter tyt toebehoort, bynnen defe lantmercken , die Heerwee han die wefl> 2yde , ende aen *ft nbortéinde Jacob Willem Claesffc ari die ooftzyde, ende Jan Danckaertsfz an *t zuyreynde alrenaeft. Ende dat ander iiuck yierthyengemeten groot gelëgèri zuytwaert van- oen voorfz, huyfe binnen defe lantmercken, die Jrleerwech aendienoortzydéj ttade aen dat ctoft- eynde
|
||||
van Delfland, 29
eyride des Heeren Vrilandc aen dre zuytzyde,
ende Clement Pietersfz. erffnamen an dat weft- eynde alrenaeft. Ende ick doe ofdal vanden voorfchreven lande voor my ende voor mynen naecomelingen ende erven van allen aenfpraec- ke ende erfenifle , ende begeere ende wille dac drie die outfte ende naefte mannen van JacobO- liviers mynen vaeder, ende Aechte mynre moe- der, ewelycken defe vonrfz. diende ofte ampte geven fullen, Behoudelyck altoesdat ick alibe lange als ick leven lal, daer myn wille offheb* ben fal felve te verdienen off te doen geeven dien ik wille, nut, diende ende laft, groot of cleyn, ende tot wat deden my dat gelieven fal ende guetduncken fal te verdienen. Ende ick Pieter voorfz. gonne ende geve puerlicken om Goodts willen defen voorfz.diend h/lr.Jacobvan Bufcb Priefter, alfoe dat hy ende die geenedaer hy diend overmits pcrmutatien eens anbringen fal nyet vorder belaft en fullen wezen, dan mit een miferere mei Deus, ter weecken eens te le- zen, mer nae die tyt dat fy beyde des diende* weerloos worden , of die befitter des.diends weerloos wort overmits diefchuk der natuerer5 ende ick Pieter voornoemt dan in der ryt nyec enwaere, foe zullen die renten van den voorfz. lande gelyck gedeclt worden in tween benefi- cien endeCapelrien, ende die zullen twee per- foonen gelyck verdienen in fint e Tpolytus kereke tot Delft op ftnte jindries outaer, mit daegélicx Mifle tefamen, elcx over ander dach of over ander weecke, als fy dat te fa men vredelycs ende bcquamelycs zullen ordineren. Behoude- lyck altoes dat fy den Prieiter des Viscoopcrs gilde die dat outaer gedicht hebben, nyet hiri- derlyck en zullen wezen in fyncn dienden·, öiaer als
|
||||
30 Oudheden en Gestichten
als hyt begeert foe zullen fy hem laeren hebben
een iëker ure iynen dienite te doen : Ende als Xy de MilTe gedaen hebben foe zullen zy elcx jyn beurte viineren dat grafd;iermyn vaedeï1 ende moeder in bqgraeven leggen, en leien een tniferere mei Deus ende de Profundh, mitterCiw- mendacien voor die zielen metter CoUecle, Deus in cujus mïferatione anim^e &c. Walraven baa?n0emb/ hit tüt25ifftïflp balt
tttrrrfjt berïiooren fcuap' / fyuft be gemelde
fftcgttng goebgefceurt en öebefftst in 't jaat Ϊ44Γ-
<ëme &ΰ\βη* aan 't oittaacban üty Mem
htV l|. e|^aa0Ö Maria.
<&ene ©i&arg aan β, Hippolytus ontaae.
<t£mt tnftarg bail §>. Margarera ; öetöCiite
geflscjjjt toa$ aan §>. Paters oittaar,
<Ö*ene £)tttatg aan 't otïtaac ban isen 3|. A- drianu",
«tëene Ml\ax\} aan 't outaat* ban bc ι o. dui-
zend Martelaren. <a£ene $iïfarg aan ^>* Eligius ontaar; tor*
farilte in 't jaatM f 08, gefïicijt $ boo^Johan A- renrszoon. Kornelis Janiz. J^ieftcr / t\\ öe
300η ban ben fïfc Bter jcïf/ $ öc mfte bestel*
ban öc^e ©itog gettreefï. X&tMlmg/ aan 't ontaarbanbcnïjeiïigett
SBifftlpp m lèacteïaar Nicafius, $ in't jaar 1476 gefli'CÏjt bOO£ ï^ecr Johan Warbmits: olW
$er bit bebing bat 'er toecftïp^ bier giffen
aan g, Nicafius oiitaat geleeden mocfïen tuo^ ben,
Τ ν den mme der heilige en onverdeelde Drievuldig'
beit) Amen, In 't jaar na'sHecrcn geboor- te |
||||
van Delfland* 31
te 1475, in de 9 ind:kcie, op den itf.Februa-
ry, te vier uurenna den middag of daar omtrent, in 't vyfde jaar des Pa'.sdoms van den heiligften Vader en Heer in Cbriflus, Sixfus den vierden van dien naam , is voor my openbaar Notaris onderichreeven, en voorde onderitaandegetui- gen , dewelke byzonderlijk daar toe gerofpen en verzocht waren, in eigen perfoon verfchee- nen de eerza>me en vroome Heer Johan [Var- boutszoon : hebbende met ryp overleg hy zich zelven overwogen hoe loffelijk en Gode behaag- lijk het is, de goddelijke dienden re vermeer- deren; en hoe aangemam dat het Gode is, zy- nen lof te zingen, en hem de offerhanden des lofs op te draagen , 't welk de Heer der Ç e ir- fchaaren zelf aan zynen byzonde>en vriend Moi- fes te kennen gaf met deze woorden. Kies ce- nige mannen , die de gierigheit haaren , om recht te doen over het volk : maar gy zelf neem die dingen waar, dewelke Gode aangaan; mee lof-offerhanden aan Godr op te draagen y en zy- ne kerkdienften te verrichten. Zoo heeft daif de gemelde (lichter, op dat hy a'le voornoem- de (kerkdienften en lof-offerhanden) tot ver- nietiginge, afwaiTching, en verg-eving van al- le zync zonden en misdaaden , en van de zon- den en misdaaden zyner ouderen , Gode zynen Schepper Zoude doen betaa!en en opofferen, be- geert dat 'er uyt zyne eigen goederen, dewelke hem door de dood van zyne ouders aanbeilor- ven waren, Gode ten eeuwigen tyde offer ban- den zouden opgedragen worden, överzulks heeft hy , ter eere en tot lof van den Almagri- gen Godt, van de H. Maagd Maria, van S Ë7- cafius in 't byzonder, en iç 't algemeen van alle zaiige Geeften en Gods Heiligen , 'm de oude Kerk,
|
||||
*$% OUDHEDEN" EN GESflÉHTÉtf
Kerk, aan 'c outaar van den H. Martelaar NL·
eafius voornoemd , opgered t en getticht eene Vikary of kapellany : dewelke hy daarenboven met de onderftaande goederen en inkomften be- giftigt heeft. En hy heeft de onderfchreve lan-« deryen en renten , zuivert ijk en eenvoud iglijk- om'Gods wille, ter vermeerderinge van Gods lof en eere, voor de vergeevinge van zyne zon- den, en van de zonden zyner ouderen, te weeten van zijnen Vader en zijne Moeder, mitsgaders van alle zijne vrienden, aan dezelve kapellany voor haare inkomflen gegeeven en toegewezen. Voor eer ft heeft hy daar toe be weezen en ge- geeven fes mergen in het ambacht van Maafland gelegen 5 dewelke land en veurgemeen zynmec met de landeryen van Jakob jillerts kinderen: welke fes mergen Porterimlk tegenwoordig ge- bruikt , en voor acht Hollandiche ponden en twee Goudguldens in pacht heeft: waar van wy den huurbrief gezien hebben j dewelke,· op her, verzoek van den zelven Porteriville bezegelt was met het zegel van een eerlijk man, met naame ^an KlaaJ/e, En hoewel de oorfpronkelijke ïandbrieven, gelijk de voornoemde itichrer ge- tuigde, in den brand van Vlaardinge ve. brandt Waren, zoo is het echter aan ieder een kenne- lijk en openbaar, de algemeene fpraak getuigt net ook , dat hy door recht van erfeniife , en ter gelegendheit van zijne ouders dood, in het bezit van de gemelde landeryen gekomen is. ^Daarenboven heeft hy voor eene vaile inkom- iie aan de voornoemde kapellany gegeeven, ge- schonken , en toegeweezen de helft van feven en een halve hond, ook onder 't ambacht van MaaÜand in 't nieuwe Noordland gelegen ; zijnde land en veur gemeen met de landeryen van
|
||||
van Delfland» ij
vin Willem Jrentszoon, en Jan Janfz. en ftrek-
leende van den Nieüwendjjk tot den ouden JVlaasdijk : in welker hoorder gedeelte gelegen zyn de landeryen van Jan van Hodenpyl'. en de- welke beweiie paaien aan den divarsdyk met de mient j zoo als in den oorfpronkelijken koop- briefduidelijk uyrgedrukt ftaat $ en gelijk ik, rhet de ondergefchrevene getuigen, zelfs gezien heb. Deze voornoemde landeryen gebiuykc Pïcter nükmszQon ,voor drie Hollandfche pon- den jaarlijks* Noch heeft hy ten behoeve van gemelde kapellany, en tot onderhoud van den Regent derzelve, gegceven feven hond en een half, gelegen in 't ambacht van Wateringej land- en veur- gemeen met de landeryen van zij- nen oom Arent Jansz. voor dewelke jaarlijks Vier Hollandfche ponden betaak worden. Ein- delijk heeft hy aan de voornoemde kapellany, tot haar vaft inkomen , gegeven drie mergen lands j gelegen onder het ambacht van Maas- land , land- en veur- gemeen met de landeryen van Arent Janfz, voornoemd , en van Willem Pyn, Burgeren der ftad Delft; voor welker ge- Druik jaarlijks betaalt worden tien Hollandfche ponden. De brieven over den eigendom en de verkooping van de voornoemde landen heb ik zelf, gelijk gezegt is, met de onder iraande ge- tuigen gezien en gelezen. Van alle welke lan- den en inkomiten , met alle en iedere rech- ten, vrydommen > voorrechten en p'rofyten tot dezelve landen en inkomsten behooren- de j en dewelke den gcevcr en /lichter voor- noemd eem'ger wyze mogtên toebehooren, hy (geever en itichter) ten behoeve van de gemel- de kapellany door het overgeevdi van een halm ^fgeftapt is , zonder eenig recht of eigendom C daar
|
||||
34 Oudheden en Gestichten
daar aan te behouden. Echter heeft hv de bc-
iïiering en als bezitting van gemelde kapellany, met alle de rechten daar aan behoorende, voor zyn leven lang, vry en önbelaft van eenige Mif- fen, aan zich zelven behouden. En heeft ge- melde Stichter begeert dat na zijne dood, door den Patroon die 'er als dan weezen zal, tot de voornoemde kapellany voorgeftelt zal worden Heer Mouter, Gerrit Bindyklziöon, des ftichters bloedverwant : anders heeft hy de begeeving en voorftelling , dewelke ( 't geen Godt ver- hoede ) daar tegen aan gedaan moge worden, vernietigt, krachteloos en onwettig verklaart j en heeft begeert en bevolen datze voor ver- nietigd gehouden zal worden. En zal de Re- gent der Vikarye of de Vikaris, die het na de dood , van den Stichter weezen zal, ten eeuwigen tyde gehouden en verbonden zyn om voor de ziele van den Stichter , en voor de, zielen van des-. Xelfs Vader , Moeder , en vordere vrienden* wekelijks vier Miflen te leezenj of om dezelve door een ander vroom'en béquaam Priefter lof- felijk te'doen leezenj enz, (8) #nte ht %$mbwftX)appm öf <0jïöen ban
bilden, φφαφΰ tofe5ö«0c MgEiibc beftenCr. 'Ü^Ct 0iilïe ba« öe Aller heiligfte Drievuldig-
hm. ;^·:\;-·! . ; ;
'- - 'ÏtëiTfitt Allerheyligfte Sakrament. (pTt
©0Ïgèil$ttn 'tefteUUoeft bail Chriftiaan van Ad'richc'm Wtéfö&^.fö stïïöen/ ban bemig pjobtd)./
aan üiftómèn 0cgab/ *' v^ *■ b&n <^. Anna7--y>:\ 'JA
- - ban tfe ϊ£· Maagd en Moeder Gods Ma-
< n*V '(ioj '; ' ' · , \, ,r 'u,.,,
iwaY -3 · u^ï, · itn »b<. * ba»
|
||||
ι
|
|||||
^_, .V.4 Ν, ΐ> EL F L λ Ν ti» J ƒ
*f* bail ^Barbara.
*· - ban dS*Antpnius. ' - - batl & jEgiHiuS* *:;,'"'
iï booi |et jaar 15· 11. $ te ©eïft itt bc Sm
lie nern een gènöotfcjjap f ter naboïginge ban de ix.Sfipoffelen/ opgerecljt gehjeeft onöer öé benaammg ban Bet füpofïötifcg ^oeöerfcjap* O^nöer öe iueiöoenöer^ ban bit ^oeöerfcjjag iDojb eerfï ban aïïen opgetelt φΜψϊ--Jakob Aalbertiz;ïtbfcKjé fierföag
aangeteïtent fïaat d$» get jaar 1 f V1. J&a (jen*
fïaan öe böïgeiiöetoeiöoènber^bermeïö Mifci, ftn Kornclis Αremfz. ^iibeVjpafïOÖ? lil öeMtttL
ïfcer Johan Ysbrandfz. #iiöerpafïaa; te jp**
tering, '|&CCftO;'Lambêrt'Willemfz ^OOfï
te Warmond/ en Jpafïoo| ban öe €Hïöe fierii
te «Delft. t0eefier Jakob'Gen-itfz. %kmtimi in öe mecBren/ $afïqo? Jban be Φπϊιγ nern. jiBcefrer Willem jakobfz.'BraiTer, Siceütiaafc in bc ^oöMmöe/oberleöen in jaar Mtfjfo <% een boefje/ met eigen fjanöe ban Chri-t ftiaan Adrichom, andereKruyk, gefcffceebcn/ fïaan öe boipiiöe i»döaenöcr$ ban 'tgehfride ^oebevfcöap aangetekend % Sim o η , ^ohne* pater ban §>> Agncs fconbent/ gefloten in 't jaar if.8'z. Adn'aan, J&oofï ban 't '$Éelaat$* Öu$/ gefio^enin 't jaar"ι f.6z. KomelTs vöe: ïtofïer / gcfft^ben in 't jaar ι f 6^ Pauius Ta- pte sv jfofioo^ ban öe $t£üfoe iterti Vin- cent Braüdrf oberïeöen int jaar ι f?z. Johan-i Bol. johan Gysben iz gefmjben in 't jaar ι \i%i Pietcr Beb J\iarcinus Duncanus, #eÏMJ/ ■ j&a*
JÏÖÓi/. etl5. BonifaciusKornelifz. gejfö^bej^l'SÏ.', 't jaar j* 6 o. Wilkm Pot, gefloten in 't jaar
*f 6.iy Niklaas Bor, geftÓ|be4i^;t jaar I5ó>!Jj
Ghfifttaln Adrichom. Mobiel Docloosfz. αΙ\ε^/-" |
|||||
j6 Oudheden en Gestichten
ïeben in't jaar 15-65-. Gerrit Pieterfz, ï&üptk
ïaan. JakobNiklaafr. ItapeUaail, Johan Bus gefloten Ut 't jaar 1 578. Barthoiomams Rei- nierfz. Johan Faber. Andries Niklaafz. ^a* #eïïaan* ö
<®e ojbonantsten of ttt^ctttngeii ban ïjet
^oeberfeïjap ber tCpofleïen te <Buft / met Adrichoms eigen Ijanb gefcfeeeben in 't jaar 15-70/ berujïen onbee mijne betoannge. cetyden. omtrent Jet jaar ï 45:0, i$ in beselfbe fterïie
ingefïdt Bet bageïp^ 3ingèn ban be(iV) 3eben <Ö3etjjben: 't ioeïfc booj be Regenten ber fterlte en be j^tejïeeg» moefl; bjaargenomen fcöö$en. <2£e j^afïoo^ toierb gemeenip genoemt Per-
fona. i|et gafioo^-ampt toierb booi bc<&}& hm begeeben : get bebeffigen gefeïjiebbe boo^ tm iart^biafcen ban ïUrecgt mé paflorgr ïukoraftcn ttöfi een fcafïe inïtomfïen '$ jaae| omtrent 8.
der paito- ^ïaanifcge ponben betoeïfte op eenige ïanbe-
*y«· rgen en fpiseu ïunnen ^eïft gébejfigt toa*
rén. IBïïe be toebaïïen / be lafïen baar on* ber gêreïtent / bejoegen 36.a$aamfeï)e pon* ben V toeïlte fomme in 't jaar 15-14. genoten , geeft|^eefïer Antoni van derMarke. 2§olgen$
een anber jjanbfcF^ft bejoegen be innomfïetf
300 ï*jjpfcfje gnïben. *®t i^afïooj jjóiö geen bafïe toconpïaat^: en toa$ gejjonben bage* ïpg een^iiigenbe $hi$ te ^atn. (12,) Paftoors 3in '* ^mt 12,6f/ ö$ Hendrik van Viande
ben ^iffcïjoppdpctt ^toei ban iHtrecïjt be*
HÏeebe/ toa$ Wilhelmus be Perfona ban bt
#nbe uerne te .©élffc ^aar i§ nocij een on*
be b^ief ban 't ?eïfbe jaar in toe3en·,* toaar inr be boo^noembe^ificïjop aan 3cf«r^iejïcr/ bie beftapeïle bati't oube gafïöu$ ö!$ ftapcliaan '* BlcisWyij ïkfclïr, vanüelfu
li'is,'..·! ·£ 4^: ï\£;
|
||||
van Delfland, 37
Öebienbe/ bttlof $€tft om de Sakramenten aan
éc broeders en zuiters van 't zelve gafthuis te bedienen j behoudens nochtans dat de offergif- ten en gerechtigheden, die den Plebaan van de kerk te Ddfr toekoomen, hem zullen gewor- den. Niklaas van Hondepyl , bief ban Jan van
Leiden Hodenpyl foo$ Qmotmt/ t$ Óltttrettt Bet jaar 1300 üapeiiaan ban be <&ubt- of ^
i-Jippolytus ïterft getoeefï. i|o foa$ een j^fe* per ban een bjonbeeöare gobtb^ucötigöeit: m a$ ïjg buiten get gesigt ban srfne öloebbee* barnat m bjienben baa£/ «ing ög een fluit ö^ood aan beïjui3enöebelem 3|n bjaibebieeS^ bader ban Geertmid van Ooften j een toaaruig raadsman booj 500 eene maagb j m berecöte leeman/ omfiaar op get fpooj oer beugbeu te geieiben, 5to't jaar rg 11 foa£ötee$afïooj|&2.Simon. 3[H tjaat' 1300. 3|eee Hendrik Willemfz.
Gysbert Heerman , fóanotmfö te ïttreeïjt/ Ψ in 't jaar 1440. de Perfona, of eerfïe Jpa*
floo^/ ban ^. Hippolytus neeïte te #elft ge* toeefï, <©nber be &erimieetfer£ ban be <2£ube ïierö
bmifïen ttoee aurentyke fyieben ban genieïbm Heerman, met eeneii ojief ban oen 2£sffeï)op ban ïttt?eej)t; bje booj ben eerfïen ojief ban Heerman gefïo&en i$: toaarm be gemeïbega* WO} 3icy 3eiben berömdt om ben bageipfegen öienfi ber 7 i^ettjbeu/ bte in be boojnoemde «eclte pa£ ingefïeit foa£/ op be gefielde tijben en uuren te sinten; en be bozere j)arber$a* tfen met 3tjne ^apeilanen befioojlp toaar te * BelIan<Ui.AfttSS,ad6.]uuex MSS.EccL D.Martim Tcaj,
|
||||
38 Oudheden en Gêstïchtem
• '-Sjtl 't jaat! ι'3Φδ·. ^ea' Steven Malion,
iEgidius Joye , ttatlOlUiiti faan βχ. Donatus tonè te fbwigfif Ikapeiïaan ban Den l|artoo;
ban S^o&jonje/ i$ omtrent l)et iaat* 1460. J£a* fiooi ban öe #itbe httb getueefï. 3jn Bet nomton* ban be föefcnmeefïer^ bes
φη$% Imht toojb een autentyke en besegeloe Öjtef banöesen J^afloo? öéfoaarts öeioefóe on jjet boo^noembe |aar $ getenent > en niet bese booten begint: lek '(?*//« Joye,, Priefter, -Paften van de Ou-
den Kerken tot Delft, Canonnik van S-. Do- natus tot Brugge 5 Capellaen van myns genaden Heere van Burgundien, &c. doecondt alleluy- den, dat ick ter eeren Gods, ende alle lieve Heyligen, ende om immer de Reliquven te bec gehouden enóe verwairt te zyn, iiaende ende \veiende in eenre Capellc aen die zuydzyde van ■mvnre Kercken voornoemt, &c. "5fn 't jaar 1477, i$ een ïfeer Martinus Φιν
berpa|tpoc2 ban öe Φηϋε htilu getoeefi ·, en i§ int beetttgfle jaar ban jijn ïebeti gefloten. Ce» tijöe ban Karel den Stouren toag· Α·
driaan van Naaldwyk ^noerpafÏOÖ^ ban §· Hippolytus tefte ί en fcoserb op ïjet bebel ban
tien 3eïben Ifartoo;/ ter geiegenbfjeit ban öe fcgattmge bïé ï)g nntgefcifpebeh Jaö/ booj ben googen töaab ban j&ecfeien ontboben JjEeeftec Lambert Willemszoon , U»t een
#nrgetneefierip gefïagt teMffc gebaren/^
icentiaat in öeiöe öe φμρφεη / f^aofï te jjle* wen/ öie be jonnen ban ^Katrynen ïtoti^ bent te^onba eenige jaaren ïang^eer ïoffeïi)^ aï$ «^berjïe geregeert fjab / bJierb in 't jaat? iTH tot JMfto^ ban J». Hippolytus HvtyW
Wtlft aangefteit.
<I-7 " Cpr-
|
||||
van Del t e, Α Nb. 39
Gornelius Muiïus., fgannee? gg 5tcQ tt ψύΡ
tkt$ in $?anftrp opijielb '/ geeft aan be$m
3|eer Lambert, öie onteng$ jpafïooj getoo;öen ioa^/een Siersang opgeb^ageh over de piigien van een waarachtigen Η uder : ÏMllit pïigtetl
go baar ban fftul tot fïnn omfïanbigïp öe*
fcö$ft, * Sloeber Theod'oricus Loker a Straris ('van
der Srraaten) $iftar$ ban be ïfeartgm'3er^ te
ïiCUleit/ geeft 3tjne vy f boeken vandeingeevin-
gen der hemelfche godtvruchtigheit in 't jaar 15-36. opgedragen aan den zeer eerwaardiger! en geleerden man Heer Lambert ff^illemszoon^ Li- centiaat in de geeftelijke Rechten, Paftoor der ftadDelft, en Overfte van S.Katrynen konvenc te Gouda. Jakob Geraardszoon, tm <$>0ütöenaar/ be*
toêUle tt Hoben in 't Hoïïegie ban 't $arfce»
gefïubeert geööenbe/ in 't jaar 1743· be bgfbe p!aat$ in be promotie öcïiomen gab / i§ Lam- bert Willemsz, in be paflorg ban j^ Hippo- lytus tttrfce OpgebOÏgt. Hy was, $Cit Opmeer,
een deftig man, die zich tegen de ondeugden, en voornamentlijk tegen de ketteryen, meteen uyterden yver heeft aangekant. jÜabatgn gjooten en menigbnlbigen arfceiö
mtt ttm ifeonbere gobttyucgtiggeit ttgtge* fïaan gab ; i$ gg in bic bjeeffeïpe pefï/ be* toeine opbien tgbte ^eiftsoofcg^itftelp to.ae* be/ in't jaar κ 5-7. met byf andere mebetoetf feer£ of üiapeUanen ugt get leben gerunt* Want die Kapellanen altemaal , $C!t Opmerus,
hebben zich zelven, als zeer vette rammen die üyt de kudde desHeerenuytgekipt waren, voor * Deze Lierzang is te vinden ia het 2. Deel tan Uct Laiiju-
fchc Batavia Sacra, oj> het zzo- zydje. C 4 de
|
||||
4© Oudheden en Gestichten
de ondankbare Had vrywillig, en om Gode tot
waardige en welriekende offerhanden opgediV gen te worden , voor de woedende peil bloot geftelt. Cornelius Mufius fyttft ijUilUC tigtfcaart tttefc
(enlpsans Vereert: hjaartn önaan be^cïf*
fege öiirgei'i» tren aanfïaaniifa af bal boordt/ en ïjm ter ïioettëaaröigöeit optoe&t Wn $uh ïen Um Kp^ang ten Dirnfle fcau bc %itftytte far§ uerraaien. Weeklagten over net afilerven van den
zeer wakkeren Harder der Oude Kerke, en van vyf zeer deftige Priefters, des zelfs Kapellanen; dewelke in't jaar ifyj door die zwaare peft weggerukt zijn. Kermt mannen , kermt vrouwen, kermt be-
nevens my jongen en ouden. De rechtvaardigen daalen ten grave : en nie-
mand laat'er zijne gedagte eens overgaan, E)e barmhertige mannen worden on,s onttronen; en de een word na den anderen weggehaalt: en niemand fchrikt of beeft 'er oyer: niemanL tracht liet gemeen verlies te bevroeden. Ik zal 't ui. zeggen, zoogy het niet begree-
pen hebt : de rechtvaardigen worden by tyds uyt het leven gerukt, op dat zy de fchrikkelij- Ice onheilen van deze zoo rampzalige'eeuwe niet zouden befchouwen. Jakob van Goudaw die pverdeftige rn^n, die
onvermoeide uytroeyer des ondeugden en plan- ter der deugden , die onverwinnelijke kapitein van dit nieuwe marcelchoor ; zoo bereidwillig als by altijd ge weeft is om aan zyne fchaapen het voeder der Katolyke leeringe en godtvrucri- t'ge werken voor te dienen > zoo getrooft is hy ^ - ^ - ' ' '' ■ · *' . ' ooj^ |
||||
van Delfland. 41
#ok geweeft zyn leven, gelijk een goeden Har-
der paft, voor dezelve ten befte te geeven. .ËÌç is''er dan noch iemand, die zijne rouwklagten
over het verlies van zoo een deftig man niet uyt en boezemt ? Niklaas , ook een Gouwenaar , een rechte Gcftervcn
Man Gods, eenvoudig en oprecht van harte,den ï-.van en daar by een naarftig Kerkdienaar en eentrou- ^o^iTaar' we mede-werker, heeft de kerkelijke bedienin- gen zoo langbevlytigt, tot dat hy in't pleegen yan de godvruchtige werken geftorvén is. En hier over word niet eens gezucht? Hendrik van Zomeren, ryk van deugden, arm Geftorvcn
van geld 5 liep altyd zoo vrolyk en welgemoed den *j Au.
om zyne bedieningen te verrichten,als een ion- Suftl>alsÇ
___ë·',- , ó , ã-.! r 1 J 19 waren
ge ree, die aan teeten valt. En hy is door geene oud W4St
vermoeitheitzynerkloekmoedigheit, maar door
de bezvvyking van zyn lichaam , van hier ge icheiden. . En dit kpnt gylf met drooge oogen aanzien en he-
zen ? Noch een andere yakob, een Delvenaar, heeft Geftorvén
de witte Stool blymoedig, en alsof hy te brui- de» 6 van l.oft ging, aangegrepen, om Gods bermhartig- Oftober.irj heit over zijne overtreedingen te verwerven, en (lom^an^ zich zelven tot een levend flagtofFer aan den jaaren, hemelfchen Vader voor zyne medeburgers op te dragen . ■.' - wiens dood niemand genoeg kan heklaagen*
Jobau van Olem (Olemius) lieftallig van om- ®eftorvca
^t-gang, een zeer gehoorzaam kind van S.Fran- Jftobe^in cifcus order ; en daar by zoo groot een yveraar den ouder- vpor Gods huis als iemand. Door de deugd dom van jj apr heilige gehoorzaamheit voort gedreven , N*60· qaam hy uyt zijne celle, even als een lammetie üyc de fchaapftal , aaoftappen j en is ontydig |
||||
4,2 Oudheden en Gestichten
en tot ons ongeluk, maar tot zyn groot geluk»
geiVgt Geftorven jgö wat droefheit is groot genoeg 5 om zoo een
den y°viin veriies naar waarde te betreuren
dcitiafte^ Renatus , te Dort geboren , een vriendelijk
jear.0 jongman·; en daar by bevallig en fchoon van ge-
laat , maar noch bevalliger en fchoonder naar de ziel, quam als Gods bruidegom aangetree- den En hebbende delenden omgordt met den goidd van kuisheiten van goddelijke liefde, en met den lchilddes gclooFs gewapend, heeft zy- ne handen alzoo gezwind aan den ploeg geila- gen alsde voorgaande; en hy heeft niet omge- iceeken , of den ploeg los gelaaten , voor dat hy den laatiien fnik gegeven had. En berd gyl. noch niet in traanen uyt ?
Johan Ysbrandsz , licentiaat «l be<0ODiiUtt*
bt i§ m 't jaar iffi. tot^afioo? ban be Φηΰζ
btvïï aangefMt, 3"ft fleb enber mijne papieren ttïitn b,?icf ban Antom Perenot, 25iffcfjop ban Mtmlft / aan Johan van Goch , j^oofiban #üömuufïer te ïttrecjjti toaar in ober ïjet oanfïeifen ban gemeiben Johan Ysbrandfz. tot gafte? ban ^.Hippoiytus nerïte bJ0$ fttffin* beït. Martinus Duncanusf ï^teïtempeil/ Ollbcr
Martinus gct ge&ico cntS3igbom ban Heulen/ geboren
«ocaaus. ftltjaar If0f/ öaa0^ hm ^Maarrensfeefï*
gijn baïier Hendrik, en stjne ntoeber Sofia,
toaren tiatoïpe en begeïpe luiben \ maar ge* ring naar bc btereïö / en ganfeïj niet bemiböeib. 3§g laaieen ttoeeïing/ en5oofclem ban gefïaï' te / bat ï$ / w be luuren gefoonben 5pöe / in $p baber^ öoo^blolt/ bte boo^ een toieg bim* ... .·ί.ίί #.J ï.^l ; . & ■-,*.·..· rf
t Uyt VaUAadrcos, Joh, Hcfius, en»,
bc
|
||||
van Delfland. 4;
"be/ fcmerb geïeit ïfgt 300 Meine öeginfelen φ
gg eben a!$ Móiies, mien men in tm rg5en fto^fje op be genabe ber ioateren ïiefc gene tyty iien/ tot een groot man opgebjafTen. 3^e Ea* ttjnfege taai geeft ggtej^immegenöp be$^oe* ber$ ban'tgemeene itbm geleert/enioa^boo^ gaan^ be eetfïe ban't fegool φ %obm Qeeft gg in 't Roïïegie ban ^tanbonft getooont: en geeft oon be eerfïe piaat$ in be promotie ber i»gïïofopgen bekomen, j[laberganb / g^cfioent ban t noüegie gebio^ben 3gnbe/en henn$ met Ruardus Tapperus gemaaktgeböenbe / geeftgg gieg met groote bïgtiggeit in bc <ÉB>obgeleero* geit geoeffent/ en ten geiben tgbe be teMg# fee en toereïöfege gifiorien boojöïaöert. <&aav ö^ geeft g£ be ïterfcelpe^gnoben/ m be ugrt> ïeggingen bet «Subteberen/metbeeï öïoMtens* boo^geIe$en/ en be<0nenfegeen%eb^eentofcg? taïe geleert ^afïoo* ban lijmer in t$oo#H|QÏÏanbge*
tooien / geeft gg baat een fcgoie opgereeijt; en geeft beeie leerlingen tm top öcrgeieerbgeit aangeboert / en in 't merg ber godtbaucgtig^ geit onberaden, <2Mt geep: gg een groot ge* taï ban %erbooper| tot get gdoof bcfteert. $a bat gg 17 jaaren te $^mer gab ge* Zyn levens
fïaan ·, $ gem/geïp in ten ban 3gne oplage- gcvallcn · fyieben geie5en ioo$ / boo? ïim fóoning ban Spanje be j^afïoro ban «§♦ Hippolytus nttft te <Peïft opgebjagem ^00 geeft gn ban bien 3foaren ïafï ben ber*
benlugufl! 1 f 8 f op 3gne fegouöeren geïa&en: ?W geeft met be aangangerè ban L ithcr, Kal- vyn , Zwinglius , en David Joriflen gebUUn'g
moeten Rampen, daarna $gg Wüheimus
Lindanus in Jet ^eftenfegap ban *# <0jaben* |
||||
44 Oudheden en Gestichten
Dageen in get amptbantöaab^geer opgeboïgt:
en geeft/ a\$ Sanbbeften/ ïjet op5tgtoberbee* Ie jiaftooren gegab* f et $afïoo$-ampt Beeft gg te TOft noeg
fcenieebt ïn 't jaar 15-71. jHaar a$ be^ieïm
't jaar 1 f71 booj be 31£atergeu3en öemagtigt
toa$ / i$ gg met be «^paanfege öe3ettmge ter
pebe ugtgctroitïien: en geeft te toeeg geujagt
bat Johan Fabri (anbergi Smits) een ^eïvienaar/
bie boo? gem tot get jïubeeren aange3et toaj*
rretoeefï/gemtot opbolger toierb gegebeu. ügt
Speift bertrohnen / geeft g$ 3ieg nocg ttoee
toeetien te * &otteröam opgegouben. $an baat*
i$ gg naat· ïttrecgt gereifï ·, en geeft baar be
l^afïorg ban be 2&nuraerli tien toeefcen lang
Scbient. ^nbectuffegen toierb gg bersocgt be
ψα$ον% ban fSinflerbam te aanbaarben:■ baar
gg bat! in't^eiföe jaar/ ben 1; ban <§eptem*
Ser/ naar toe getroftfteu i$. ^Bu§ i$ gg baar
fe$ jaaren Hang J^afïooi ban^. Kan-ynen telt
getoeefï / en geeft ten 3eïben tgbe get ep|tgt
ober ttomtig ^afïoren gegab. |Eaac aï£ be
e$ïeutoge3Mbeii te 3Ünifïerbam in 't jaar 1578
renen oploop tegen be t*atoïpenmaakten/en
met een tooebenbe rasernge te toerït gingen/
toierb gg ög get 3Upjoo$-])ui$ öniten Slmfle^
bam onber be galg geleik 3^aar op toierb gg
beneben^ Jakob Buik, ^afïoo^ ban benouben
ïfoeït/ en meer anberen/ ineenbaartuig^on-
ber roer ge5et/ om op be genabe ban toinb en
jee genen te bigben : boeg $ met 3gn ge3el*
fcgap/ booj <&&$ bermgartiggeit/ in get bo#»
kiemen gelanbt: ban toaar gg in alle fpoeb
paar ICmer^foo^t $ getroltiien*
? £ie boven in &,otterd.im.
'ïf ώ ," ét
|
||||
van Delfland: 4. f
<&e lïimer^foo^t geeft gg/ in 't jaar ι^/ωΛ4
3pöe in 3gn bgf-en-tacgtigfïe jaar getreeörn/ 3p ïeben^ioop ge-einöigt: rit i§ aïöaar in <$é Aachten begraben. <^ber aï iuaar gg gcfïaan geeft/ geeft gg met tooo^öen / p^ebiiiaatjien/ en gefcg^iften / tegen öe onltatoïpen geffree- öen / en beeïe 3ieien öen Kgeere aaiigefcionnen. «Meraï geeft gg ban öe oproerigen en nieniö* ge3tnöen beeï te igöen gcgaö j ja i§ ban gen meer ai§ tm§/ goetoel balfcgeïp / aï$ een ïanö-rebel befcgnïöigt % geeft beeiebmegten ban3p berfïanö eii
gdcerögeit / 300 in öe 3Catijnfege .alg ^eöer* öwtfege tale/ nagelaten ·, öefoéïncögValenus Andreas opgegebeii töo^öen, Duncanus ïeben i§ in öe j^eöeröuitfege taïe
öefeg^eben öoo^ Johan van Hees, g#efïer; fajaar L ban tog onp merncïp beöient gebbeiL l?a gem 1$ geboïgt Johan Smit, onöeröe 2£atinifïen Faber en Fabri genoemö/ om öat gg in 3pe jonïfgeit op get fmeeöen gaö gegaan / maar öoo,? get ber^ fmiïien ban een ribbe onöecwaom tot get bier* ften ma$ gemogen; 35g Die geïegenögeit geeft Ορ 3ieg in öen nerneïpen fïaat Begeben / en i$ Mmi$ teïltrecgtgeiuo^öeiL ^aar na$ gem/ bg get affïaan ban 3pen onöermifeer en Ma> cenas Duncanus,get ^afïOO^fcgap batl.gi.Hip-
poiytus ten opgeo^agen : maar om öe b$*
öo/fïige belpenip ban 3P geïoof micro gem öe ffao ont3eit. l^ geeft 3ieg eenïgen tgö U Zoomin opgegouöen: tertógï öe gemeente ban 3Mfi/ fcan gaaren tengaröerïeroofö/ in een erbarmelpen fïaat i»a$: öemeïne bg Sasbout met iebenöige bermen ftaat afgetnaatófc m$ gg naöerganö meöert'gu$ gekomen ma$ï 4 W onöer fcggn bai^gnen ö^oeöer in m^. ftanes*
|
||||
4,6 Aantekeningen op de
ïtancit té besoeben / met boo^aabrb^ieben batt
be $aber£ 3|efngten naat Bomen g^Bm^fu^ Μ && Ê$$ alöaat be'gröet' / en ban :j$km-
Aquav.iva , ben generaal bet? ^efugten / een boo?ffeaaM$ef ontbangen gab / $ jgi iöebee naar 3jj!ïe beilaate ft«ööe %t$mti bebjeibë Jg jebert sn 't öcünelpbebieiïbe. <g*mbelp i§ gg in 3pe geboomte fïab ψίί$/ in ben ou* becöoni ban'60 jaaren/.gcffr^ben: en i§ mee? obee ggnetigber/ al$ ober 3ijne boo^sgttggeit en boïfianösge goöb^ticgtigöeït / Qt#}t$tn t$& baeefi ίΖψ afBedb3ri öangt te^eift tepiowft" in 't Mf;&a» ben ÉWp; % ïest te 3Mft aan ben boet ban <§>. * Annaas ontaat begraaf ben. i&evtotjï Puncanus be $!*ajförg ban be ^ube
lmï\ té. ®eïf]t.t«otö'bébiehbe/ $ bc ΦηΐΜ« ÖafïQPj bft fte^eibe toïs/'met ben föéeto? beu %ati)iifrf}g fcijolen / om-'bat 3^ ban 't geloof gebeetó blaren /gebangen genomen /en naat? ben'Jgaag/ om baat* gefïraft te tooien / ge* boeuV !'\' f'^yv'' &t J$afïoö$ ban be ïaatftc eéubrpuilen b$
beneben ópgeeben,
κ S <■ - = ';· ].= , n Jü'iïh': ι ·'":;:. ; ; ^5
• -Galendari Bel», '-' Ji'iUiUm"^?iVii\\ ,,:'; "ïi ï};fifiii
„, r ■»-. ... ,, ."'. '' "> ■ *' " > _ *i tï"''
;'■' *-·:ί'■<""> ,€ρ,. i<* 'l ili , l , - 'V-i.'»*? ''/' ' 1 ρ . ..,;■ ! ,,,,.,'i-v*j
■? 30 Α: N'T E Κ È;N Ι Ν G E- R
t. t^lft,word ook vermeldt in een open brief vari
IFloris I j. de Welke het Graaffchap bedient heeft ^.vaii 't jaar 1048. tot jc6ï. Deze edele Graaf, %c\t de Ou- de grooteKfonijk ,hefffiigdi het kloofter te Egmónd mét een fluktfknds m EfcenuM.Ddfi, betalende jadrltjkt $,.ppnt efceMsöüèé\ 'm Bofebbjiize» een hpeve,betalende *t jaavi piute ptocen j ty Qelfó tyveehoeven $ e» neffens Delft isege.n< hfteye&t \ - -. ■ ; ι · ■ |
||||
Beschryving van Delfland. 47
Dan ftaat het ook vermeld in een ouden brief van
't jaar 993; behelpende eenige giften, die Graaf Λar* ttout, met zijne huisvrouw Lutgardis, gedaan heeft aan de Abdye van Ëgmond i, Dé Hollandiche jaarboeken melden nérgens
wanneer en door wiens lalt de bekende gra t, die van .Leiden door Delft naar ivlaailandiluys toeloopt, ge- dolven zy. De opbouwing van de iiad Delft itaat by haar vermeld ; maar van het ichietén van de graft, Delft genaamd , weeten zy geen Woord te fpree- ken. Dit doet dan niets tegen betgemeenfteen waar- fchijnelijküe gevoelen , dat dit is de bekende grafr/ van Corbulo, en dat Delft aan Corbu/oös graft is gedicht. Dit gevoelen heeft Phil.«Lluverius met vede rede- nen bewee/en. De voornaamite reden zoude hiec op uitkoomen : Corbulo heeft naar het verhaal van Taeitus b tufjchen de Maas en den Rhyn e ene graft doen Jchieten van 13. duizent paffen, om de onveitigheden vaH de zee te beletten. "Loo fchryft ook DiocCaJ/ïus uat Corbulo van den Rhyn tot de Maas toe een graft de dé fchiéten ter lengte van 170. ftadïen , op' dat beide die firovmen, door het opzwellen van de zee te rugge kee- rende niet zouden overioopeη·. Geen eene graft zai men aantoonen daar alle die omüandigheden op paP- fen; beha! ven de Vliet, die van Leiden op Delft, en van Delft op Maailandfluis loopt Dé lengte van die graft koomt op 17c. itadien , of 23'. duizend paffen uyt : De Vliet is gefchoten tullchén den Rhyn en de Maas. Deze landffreek is dicht by de zee gelegen ; en vervolgens was het nier allernoöf/akelijkft de ri- vieren van 't opzwellende* ff room- en zee1 water't# ontlaflen. Maar om dat'er andere zeer geleerde man- nen even krachtig tegénfremmêh , lul ik Voor eerff fliyn oordeel noch wat opfchortéiü 3.. Het is bekend dat de Oude kerk aan dé eerte
ïyde wat overhelt, én fchynf te zakken," Hier van* ïeit de Heer Bleiswyk , wofd: dik wils verfcheidéntlijl en zonder oordeel gefproken; en TriiTimigën zyn hië ionder vreze dat döganiëhé toren i by zivaikc ftorrri; Winden, wel mogf tér-aarde uortenv '■■· ja ■'', Ή gee« α Ciüvcr. de trio, "Rlieni alyeis,
c Ub. 6*.· ,
|
||||
4^ Aantekeningen 9P dé
aanmerkelijk is , d die van S. Aachten en de Öudé
kerk hebben wel eer een kontrakt aangegaan dat die van de Oude kerk een gedeelte van den toren zouden afneemen, om S. Aacbten-kloofex van eene ongeluk- kige verpletteringe te bevryden. Ook heeft 'er een Prior in S. Aachten gewoont , hebbende zyne kamer voor aan de itraat en dicht onder den toren. Deze Prior had het hart niet om by zwaare ftormwinden ίη zyne kamer te blyvenj maar ging zich ergens in een* achterkamertje, dicht aan de veilen, verfteeken. Doch de Heer Bleiswyk heeft zich van ervarene Bouwmee- meefters laaten onderrechten , en zeit het zekerlijk te weeten, dat de toren voorbedagrelijk, en om de zeldzaamheit van 't werk, zoo krom isopgemetzeld.- Even, zeit hy, gelijk de vermaarde toren van Bolo- nie in Italië, Garijenda genaamd j wiens top gezeïE word 9. voeten buiten het grondwerk over te hangen. Ik wil dat voor noch tegentpreeken: maar de Heer MiJJon fpreekt ergens 'm zyne Reizen ook van een krommen toren in Italië, dewelke naar het zeggen der burgery voorbedagtelijk, en om's meeflers konft te toonen , in een kromme geftalte zou zyn opge- metzelt. Maar , indien ik het wel onthouden heb* lacht hy met zodanige konft; en meent dat die krom- me geftalte vooreene onvolmaakfheit moet aange^ zien worden· Doch dit verlchil wil ik liever van gauwer Bouwmeefters , als ik ben , laaten beflech- ten. . eüi.ivi 4. «Niet alleen is *er een ommegang uyt dit mira-
kel onrftaan; maar het heeft gelegendheit gegeven tot de jaarlijkfche kermis. Want ter vierige begeerte van de burgers heeft de Majefrraat eene wet gemaakt dat inen jaarlijks, zoo lang als de ftad ftaan zoude, op den eerften zondag na S, OdulfusH het beeld van O. ii. Vrouw van jtfCe 'm een plegtigen ommegang door de ftad zoude draagen : waar op dan tot befluitde Hoogmis wierd gezongen. En om den grooten toe- Joop van menfchen , die uyt godyruchtigheit van alle (anten quamen aangevlogen, wierd's anderendaags ie jaarmarkt geopent: welke jaarmarkt S.Odulfus of d Bleiswyk Befchryving v.in Delft, 137, Ij8»
* BIcisw. j>ag, 146.147. Γ '"-· • ffi s Si
|
||||
Besghryying vak Delfland. ^
5, Olofs markt wierd genoemt, en ook wel begrepen
Wierd onder den algemeeneii naam van den Delficherc ommegang. Otn dezen ommegang noch grooter luiiier^ aan te letten, en de menfchentot het bywoonen van den zelven aantemoedigen , heeft Bonifacws IX. al- len den genen, die den zelven ommegang met eene behoorliiKègefteltenilieen voorbereidinge zouden vol- gen , twee jaareii Aflaais verleent. . DeBulle^ dewel- ke in'tkomptöör der Kerkmeeiïeren berull , isalvan ouds op de volgende wyze vertaalt: .- *« , ,. ,. . Dewyt dnn , gelytk ons ter oir en is gekomen , feecker heelt der heiliger maget Maria jlaende is in die frochy-kercke van S. YppolitUSö^ ten autaer d't.r felver maget Maria in der feher kercke voornoemt der flede van Delft, ge- legen on dert heyftge Chrifdom van Utrecht ^ tvelcke heelt tnefi givtjo.'nlyckdti is tut allen jaren des fonnendaechs^ volgende na finte Odulfus Confejptors-dachy eerlycken ome : te dragen in der voorjeyder β e de, met wtwendige ende fcoenre procejjien ± tot "Wekker omedraghinge ofte procef-l Jie niet alleen van den bucren die binnen den lande wa~ tien als dun fich hief ter plaetfe laten vinden , mer oick mede groeten hopende overvloedighe.it van volcken dcr- waerts aenkomende wt verre landen , overmits Gode, om -de eerbiedinge onfer Vrouwe, diske aldaet veele en nota' bile mirakelen uytwerckt: fulcx wy \dan begeerig fyndè dat de geloovige noch foo veel te liever tot defer omme- j draghinge ofte frocejfie te famen komen , om dair doer groeter hope te vercfygen , tot haerder zielen bate, zoéi hebben ivy vajlelyck vertrouwende op de ontfarmhertig- heyt dés AlmachtigenGodts, ende het vermogen der hei- liger Apoflelen finte Pieter cndefinte Pouwels , genadig- , lyck verleent ende verkenen ly'defe, alle den ghene dié op de voorfz. fonnendag defe ommeganc ofte proceffie , <?«*:· Vermits devotie Met waerachtige biecht en berouwende . leetwefen over hare fanden , hebben bygeweefl, tweeja· ren Aflaets ofte ontjlaginge van haere fonden, en t-wcé carinen van penitentien haet opgeleit. &c. Gegeven te Romen by finte Pieter de vierde nonas ,
( dat is den tweeden dag ) Decembris , in ons | Bis doms ende Paus doms dat tiende, jair. f. Hier koomt het wederom te paiTe , 't geen ik elders , zoo veel als 't my voórftaat , »1 verhandelt fceb j te weetën dat de cene foori· van vallende ziek- |
||||
5^ Aantekeningen <** *>«
te, door het eenvoudig volkje, ƒ aan S.-ya*.a*D*o~.
per, de andere aan S. Komelh, de d.er-ée aan §.. kik- kert enz. toegefchreven wieid. .: 6- Dat vier zodanige fpitzeii, of kleindere torens, een. teken zyn dat'er juiit vier mindere; kerken otidef zoo een kerk geftaan hebben, zoudq ik zonder naar* der bewys niet durven verzekeren;. Ik weet y»t\ dat dit ook het zeggen is var» S'tmongvan hcemueny maar Ñá»Leeuwen* getuigenis, in zoo cene zaak y is geen vaft bewys. Ik wil 't hem ten beilerij houden; dat hy zulke kerken, die't gezag over andere kerken hebben, katedraU kerken noemt; welke benaming al- leenlijk aan de BiiTchoppeli]ke kerken, %\$$. Maar- ten kerke te Utrecht, S Bavaos kerke te Haarlem*, toekoomr. Dezen misflag, zeg ik , wil gaern door 4e vingeren zien in onroomfeheSchryvers; dewelke in die half-duitiche en half-latijnfche, of om beter te fpreeken , onduitfche en onlatijnfche naamen van Roomskatolijkekerkzaken ligt konnen dwaaien.Maar» om by de 4. torentjes te blyvcn ; hy getuigt zelf dat
3er noch verfcheide kerken met vier torens gezien ■worden. Zouden die altemaal het gezag jnift over vier kerken gevoert hebben? Ik zoude dan liever met den Heer VanBleiswijkie^en dat vier zulke torent-, |es een teken is geweeit van zodanig een voorrechtr en hooger gezag, boven eenige mindere kerken; 'rzy dan dat 'er twee, of drie , of vier of fes, of acht ker- ken onder geilaan hebben. En 't is om deze reden ©ok, zeit de zelve Heer Van Bleiswtik, dat er ook vier fpitzeu, hoewel kleinder, aan S. Urfulaas kerk gezien worden. , 7. Noch is'er eaiHippolytus klok, zijnde de oudfte
en kleinitevan allen, waarop metgroote letteren te leezen naat ; Retina eoeJi Utare alleluia Anno- Demi»» 14.50. Regina'n my*mem,myngalmtzyGodebequaetit, 8. Hier nevens de flichtmgvan eeneVikary aap &«
NicafiHs outaar , in de Oude kerk , ßç 't jaar 1479.. den to. July. Het is eigentlijk een oude vertaling van den Latijnfchen brief : maar ik meene dat hef een affchrift of kopy van de vertaling is, en dat de ƒ Zie La-vin, Lemnius de occullis na& mïrac* Ub, 2 c*p, :fc;
g Batav. lüuftr. p»iU ; . , C ê |
|||
BeSjChr^ving van Delfland; ft
köpy van een yroüwperfcon, of ten minfte ongefïtl·»
deerd mansiperföoa is gefehrèêven. ? ·■«>■: - '.<, .>;*> ...-, . - .v, \ ' «-f-'.-jfhsb
*yN dèn mem mi He et· en ^ Êmen v. : Sy feeènelf c ial«
Γ" let» en eenen ygelyek dyedefe -.regen wooi'dyge bryeven fullen fyen ofte hoore leefen dat in den ja^ ren 14. hondert feven en fevendch op den 29, isepf; den eerweerdigen en voorfyenigeri nian M. Mattyi Jan{ Janfz. ) van. Delft, Lycentiaet in deCanopycke rechten endePaitoOr van deparocbykercke van¥oor- hout, gelyek het den almagtigen Godt belyeféheeftv defêr wereldt is comenteoverlyden, eerft gemaeeki hebbende gelyek het bctaemtfyn wettelyck teftemenry int weicke hy als" executeurs ende ftdeicoramtöariiFen·. van fyn teiïarrjent ofte uyrcrile wille geordöneert ge-i kofen en gemaeckt heeft dyskrecfe mannen, te wee-i ten yi.Johan Dyrcks Delft fynen neef, Mcéfttia'ct irt deCanpnycke rechten, de Heer Cormlys BeiiensRent- meeiter van het Suiterhuys van fynte Barbatentot Delft, en f TheobatentWilltm Reéloor Rcntmr, van het heyllege Uegyrtenklooirer in Leeuw enhorft, aen AeH wel eken dé voörf. teirateur heeft geconfenteert ende gcgeeven geheel'e en· volle macht over alle fyn gqe- deren foo roerende als onroerende te dyftfijbueercn, te geev-en, eiidé te ordeneeren r en alles te doen foo! als het heylfaemis, en beil tot fynen faÜcheyr föudé konnen geichiéden, Aaiïmerckende dan datbét hey- fich' en godtfalyehijs; akyt Godes eere te verbreydeneri den Godrd^«fits; te vermeerderen, foo ijit dat dé bo*· Vegefcyde ejêecutenrs in den naem van den voorhael- den tefrateur hébben gefondeerr, gemaeckt ende ge- geven ,' foiideréra maken en geven uyt de goédererï van de vooüf, teilateur, feekeue eewy.ge vïkarye f>fte cappelleryé: in deOude ketcke vin Dejft behorende m UelftluwAt te bedyemen ten. eewygén 1 tyde op' hes Outaer Van fynte Nycofyus Marïelaer ende Pryefter, tot lof ea«eere van den aUraactetysgén' GoJr en de al- derheerelyekfte Moeder ende Mséger Maryd, Van den! godtfalygen Apoitel Bartvl&marus^ als .mede van godt* folyge mannen Bypolyèuf en Miiafym Martelaerentbt vermeerderyngen van denGodsdyenüs, omme f η deit heemel voor dye eewyge glorye te verltïygen fergyf- ïncen acdér fiai)dfcl)rifrftaar .ffieobffWusv "'
<g) $ iéïifé
|
||||
ft, ι Aantekeningen op ttê
fenys van alle de fonden van teftateurs, fyn vader en*
de alle fyn weldaden (weldoenders ) en dat op de al- derbefte myddel en manyeren als iy het fullen kon- nsen ofte vermogen te doen ; en tot onderhout vart den Pryefter ofte Cappellaeti dye. daer in fal dienen hebben fy op hem gegeven entoege-eygent, en geven en tpe-eygenen , tot ende vor een gyfte van voorf. vicarye ofte capellcrye eewyglyclc en qnverroepelyckj de renten en landen hyer onder gef. en vérhaelt : te Weeten eerft vyer en dertien fchellyngen Hollans tsa- lelycks ftaande op drie hnyfen en erven aen anderen gelegen van WylhynWyllemfen in Delft, gelegen aen het ooftcn van Wylkms, aen weften Willem Wyllem- fitiy fych ftreckende achter Delft, te weeten aan de gr;acht, en worden betaelt voor de eene helft Alre- heyligen , ende vor .de anderhelft in de maent van Mey. Item noch dertych Schellyngen Hollans jaer- ïyeks, ftaen op een huysinDdft op de voorf. plaets, hebbende ten weften Pyeter Pyeterfe, ende ten ooiten Wyllem W\lkmfey fych ftreckende als voren , ende worde betaelt als boven, gelyck uyt de bryeven van £&op hyer voren gemaekt claer blyckt ·, Ytem noch xyf-ee en dertych groote Vlaems ftaendeop het huysen eFvén van Jan VFyllemfe van Leydot in de S. buyrt, bebbe aen hetoofte het huys van IFilhm Docjfem; ten' wetlen het huys vziïWyllem H'illemfen, ftrecken fych OQcken worden betaelt als vooren. Ytem noch twee en dertich groote Vlaems jaerlycx ftaende op het huys van Wyllern Doet,, 'm de vorfchr. buert, hebbende ant olteu het huys van Claes Mychyelfe , eoi aent weiten het huys> van Wtllemfen, voort in alles als boven. Ytem noch twee en vyftich Schellyngen Hollans en twee fljiv*. yaerelycx, ftaende op de voorfchr. plaets op het huys van AnntFiskoper, hebbende ten oofte NyceUes Ryck·., en van den tyt van betaelynge andere dyngeu coomt het over een met de bryeven van coop merde rente voorfchr. Ytem noch een margen lands gelee- gen int Voorhout, hebbende ten weften een margen lands behoorende totte vicarve van de heylyge maget Marya, gelegen in de berk van Vorhóut ten ooften Fre- fkkVranchn den tymmerman, ten fuyde Λlust 'J'anfet ten noorden ftreckende op die Wateringe. Ytem eer* marge iant. gelegen inhetdyftryétvan Yorhout ach^r hei
|
||||
s
|
||||||
Beschryvinc tan Delfland, j-j
het huys. van Symon Tanfe, gecoft van Reynnyer Bye*
terfe Claer , hebbende ten ooiten en ten weiien M;. Matys Paftoor vant Vorhout, ten fuyde de voorfchr. Reynyer , ten noorden het cloolier van Leeuwen- tiorft. Ytem noch een ftuk lant van twee hondt, ge·· legen oock int Voorhout, gekoftvan voorir. /^j»«- nyer, hebbende ten noorden en weften de voorfch?> M. Matys, ten noorden het voorfr, kloofter, en te fuyde voorfr. vycar^a van de heytyge maget Marya in Voorhout. Ytem noch een margen, lant gelegen int Voorhout, gekoit van Μ Tohan de *Twyth after het huys van Symme Janfe , hebbende aen.t ooiten de Voorfr Reynnyer Pyeterfe Claer, aent weften de Sufter ren van Vvarmont, ten fuyde een ftuck lants gefcydt Vranckiyck tegen Noordyck, toebthoorende aan te Gelyeren (Regulieren) van Leyderdorp, ten noor- den Dirck. Bramer. f Ytem noch een margen lant van vyf horit gemeeten , ook gelegen in Voorhout, hebbende aant ooilen het lant van den Paftoor van Voorhout, aent weften Η en M. JanFyllypJwLee- nicke van eenen brak tot den anderen. Ytem noch twee margen lant , ofte daer omtrent , gelegen in Vlaerdyngh , dye tegenwoordig worden gebout by 'jfacob en Tsbrant Burger verfr. volle broeders , ge- meen met vyftych margen met Adryaen Jacobfe Ma* yen van Schiedam en Gerryt Gerrytfe tot Vlaerdi'ngb, hebbende aent fuyde de voorfr Gerryt i-errytfe met fe<* ven margen , en aen *t noorden den voorfr. Jacob Mayen , fych ftreckende ten ooften op dye groottf vaett, en ten wetten opdebruyekwech. Ytem noch een margen lants gelegen in Vlaerdyngh in de negen margen, waer van twee deelentoebehoren het heyli- ge Geefthuys tot Schyedam , en het derde deel het heyligen Geeithuys in Vlaerdyngh , hebbende aen *C fuyden de pofleiTye van Dyrck Goemans, aen (van) achter de Maesdyck, aen't weften de Poeldyckfe wa- teryng, aen't noorden dat lange landt. Ytem noch een margen landt gelegen in dyftrycT: van Mafelandt, * Müïciuen de Wit, of naar de fpdling van dexen brief de
Wyt: want men moet den Schryvcr in veelc woo;den wat toc- geeven. r Hier fchaenen ecnige regels twee maal gefchrceven te
® 3 'twelck
|
||||||
SI
|
||||||
$| AT Α Ν Τ Ε% Ε Ν Ι Ν GT É Ν Χ? Ρ V Κ
^ïyPeTck btfbcnit'Wordt t>y eenen Wilkm Lms, hëb>
feilde aen de oöftxyde de Groenewêch en het oude gaftbuys van Delft, tien het wettende d« Poeldyckfe Wateryng ,' aen hefc' zttyden en noorden Bartei Dyrckr "v J)fteren^öveÏi fob hebben de voorfeyde Executeurs
4teiv ^boefje van deyöpffr.vycarye ofte capellerye en tot ypoffeyde gebriryck opgedragen, en dragen opf ft ét-recht-, eygendom/ beerfctiappye, van dezelve lan- lüe en renten met allen rectit en al!e f dat) daer toe fcoHjde mogen bèhooren op de al'derbefte man y er en ? Inyddel, ende oorzaeck als zy het beft foude konnen •ofte '■"( moeten ) <|oen. Daerboveït zoo wyllen en or- ■iieneefcen de verfr. Executeurs dat (de } poiTeiïeurs van <3ez,è voorleyde vikarye zal zyn VyUyppw ibone van "Jaésh yai/fe\> te weeten de broeder' van de voorir. te- fiat*ei|f3 malcander van vader en moederzyde beften·* <de*" J£n om dat deie voorfr. Vyllyps na de dood van h/i.Johem Uyrckfe, rreve van den voorfr teftateur nu "wachtende (is) deprouvevaniynne vicarye gelegen In <ie nyeu kerek van Delft, en byden voorfr. tefta- teur gèfondeert ofte gegeeven, opdat dan de voorfr. Vhpjps nyet en zouée wordenbeijtter vah meer ben- fytyen als een ,'■' twelk teencmaal is ge weeft tegene ■tjeii· fyn en meynynge van den teftateur , geblyckt ( gelvek blyckt) by de fundatie van benefytyen zoo irfde oude als in denyeuwe ketck door den teftateur ïelff gefondeert, daerom zoo ordyneeren en wyllen lle/voorfr. Execütearsdat tot de voorfr.vicarye in dg %eu kerek, gelegen, na dat defelve na de doodt van Voorfr. M.' Johmt ral comen tefaceren ( vaceeren ), •?,;al geprefenteert worden Tvmas Dyrts, te weeten des teftateürs M. Matys fufters zoon, van vader en moe- der? zyde malcander beftaende, 7.00 hy tot hetPrye- frers ampt wyl kootnen ; behoudens dat in hem tot dye vicarye (teprefenteeren) en oockïn allediegené die tot die tegenwoordige vicarye zullen geprefen- ieert worden , gefchuywet werden depluralyteyt van benefytyen, waer medezy deconfeientien vandenae*· fie yryenden hyer onder gefr. foo intgemeen als van yder fut byfonder wyllen en begeeren belaftte fyn. En fullen de patroonen van voorfr. vicarye fyn, foo
«lyckmaels dezejvefal cqmen te vaferen, dewelcke :■ 'S Φ
|
||||
BESCJHRÏVING VAN DeLFLAN». f$
<ïe naefte ryn van de vycarye van Synt Anna in de
kerck van Delft door den voorfr.teftateur in fyn lee- ven geiïycht , te weeten de Prene ( Prior) voor deu tyt van het cloofter van Synt Barwrdus in Warmont van de ordreCyüern . . en deRecloor voor den tyt van bet Sufteren eloofter van Sinte Barbara in Delft van de derde ordere van Sinte Franfyjj'ecuys , en de nacfre man ofte vrouw van fynne van de verfr. refta- teur de oudfte van de rechte en nedergaénde linie. (Soo ) nochtans dat de naefte man voor de vrou fal worden geprefereeet. en'. 9» Dit gilde van 't H. Sakrament is by deie gelé-
gendheit opgekomen. DeHuiTyten in Bohemen, tot eene ont?,achelijke fekte aangewaiTen , durfden 4b opperfle magten , 700 van de geeftelijke als van de tijdelijke wereld, tegenftawd bieden; en waren met de ganfche magt van Keizer Sigismundusniet te dem- pen \ ïoo wierd 'er dan , de ganfche Chriftenheit door , een aigemeene kruysvaart tegen de Huflyten afgekundigt; en allede preekftoelen dreunden en da- verden "van't geroep dezer krygspredikanten. *De Hollanders waren de traagfte niet, om ter kruystogt op te trekken : maar hunne fteden leverden ganfche - benden, om.de Huflyten te helpen dempen. Doek voor al hebben*de Delvenaars, die altydin uyterlijke godvruchtigheit uytgemunt hebben, hun,yver en kloek- hartigheit doen blyken. Ook hebben ty , naarheUeg- gen van Piettr h Opmeer, hunne dingen loffelijk in Boehemen gedaan; en ?yn naar een jaar uyrblyvens, met groote glorie, naar huis gekeert. T'huis geko- men hebben 7.y, met oorlof van de Wethouders , hét gilde des H.Sakraments in de Oude kerk opgerecht; fen hun vaandel, waar onder lyten kryg gegaan wa* ren + in de telve kerk opgehangen. Maar of de Del- venaars . gelijk ook de andere Hollanders, ja alle de krüVsvaardets die tegen deHnfTyten opgetrokken zyn» ttiet veele lauwertakken t* huis gekomen /yo, daar tóude iV ten hoogfte aan twyfelen. Alle de Schry- vers, althans die ik van Ziska.is daaden gelezen heb, katolijken en ohkatolijken, getuigen dat de legen in tlte veldiiageti altyd aan iyne kant is gebleven : ea • Plemv. pag 3 9?«
h Öprkcrwe iiï i>p«r$ Chronol. ai .mö 14«;
ψ 4 di»t
|
||||
0i> Ë Á Í Ô Å Ê ÅÊ É Í G Å Í \ Ï f É) Å
dat zyne vyandcn , hoe talrijk dat 2e ,ook waren,
hem noit zonder merkelijk verlies aangetail hebben. Dit doet evenwel niet tegen het verhaal van Opmeer. De Delvenaars konnen zich in zekere voorvallen e» eenwel loffelijk gequeeten hebben, en daar door aan? gezet zyn gewcelt om zoo eene heerlijke tocht , ge- lijk zy de zaak begreepen, te vereeuwigen. io. ïn'tjaar 1347. is Kapellaan van't zoo genoem-
de Vrouwen gilde geweeit Niklaas..van. Schouwen. Deze Kapellaan , die geen andere latten.van de gemel- de kapelïany had, als eens 's weeks eene Mis aan 't outaar van de H. Maria te leezen, en eeus de Vefpe- ren te zingen, moet daar noch te veel wei ks aan ge- had hebben : want hy wierd byWillejn den vyfden, die rfeGraarTelijkheit noch maar als zyn moeders Stad- houder bediende , over verzuimenuTe aangeklaagt: waar op gemelde Willem V. de al te groote vryheit -Of' loiïigheit der KapeUanen door den volgenden brief beteugelde: _b ";;. r f Illem Hertoge Ëð Beyereren, ftalensgrave van
den Rhyn, verbeidende der Graeflicheden van Henegouwen, van Holiant , van Zeelant, ende der heerlicheden van Vrieflant, maken cond· allen luden, want die Ghildebroeders van onfer Vrouwen Ghilde te Delf, by jconfent van den Cureite plagen te doen fingen alle vrydagen ave'nts Vefper, ende alle fater- daghens ochtentsMifle in onfer Vrouwen eren , ende die voerfeyde Ghildebroeders ghene fameninge heb- ben en moeten , ende fy wat gheldekijns vergadert hadden , ende fom haer dode Ghildebroeders wat ren- ten dair toe befproken hebben, wtlc geit ende renten die voirfeide Ghildebroeders in onfer Vrouwen dienft als voirfcreven is, Welc (taende te houden gegeven ende gevoegt hebben om die proven die hier voirmaels Meeiter Dammaes maecfe, ende die nu te tyden Claes van Schouwen heeft, in defer maniere dat Claes van Schouwen, alfo lange als die proven heeft» ende alle die gene die fe na hem hebben fullen ,den voorfeiden In qnfer Vrouwen ere fullen verwaren of doen ver- waren, tot allen tijden als 't voorfeyt is, ende ghene andere wu(;elijke. fake en beneemt. Ende om ^tnien |
||||
Beschut ving van Deiflan». S7
hopende is dar defe yoirnoemde proven noch meer
beteren; fal, ifl: datter Kappellanen der proven voor,- ieyt onfer Vrouwen dienit wel bewaren als men tot hier toe gedaen heeft , foiiillen fy verbonden wefen fo wanneer (i den dienit wekelix verfumen als voir- fcreven is , alle die renten die nu die Ghiidebroeders an die proven bringen, of renten die van andere goe- de luden noch dair toe gegeven fullen werden, in on- ier Vrouwen ere , vallen in oirbaer des Godshuys ende des heylige Gheelts van Delf na den beloep van itn weken dat voorfeyde renten itrecken moghen, alfo dicke, ende alfo menigwerve als 't fonder wit- telike fake vtrfumet wordt. Ende wy Hertoghe Wil- lem voirfcreven ., om dat wy Gods dienit ende onier Vrouwen itarcken willen , fo willen wy voir ons en- de voir onfe nacomelinghen dat dïeCapellaen dieje- genwoordich is, of dieCapellanen diefehier namaels van ons of van onfen nacomelingen gegeven fal wer- den, totdefen dienit voirnoemtewelic verbonden ful- len weien, in der manieren als voirfcreven is. Ende om dat wy willen dat dit vaite ende geftade gehou- den werde, fo hebben wy defen brief betegelt met on- fen fègeIe. Gegeven in den Hage int jair ons Heeren 1347» op finte Pieters avent in den winter. Door den gemelden brief, beruftende in het kom-
ptoir der Kerkmeefteren, is een Latijnfche brief ge- ftoken s den welken wy aldus overgezet hebben: #y Philips , opziender en Deken van Rynland, ma-
ken bekent aan, uil e de genen 3 die den tegenwoordigen brief zullen s&b, dat Niklaas van Schouden, ten dien èïnde voor ons verfcheenen zijnde , zich verbonden heefty en bekent heeft, dat hy uyt hoofde van zijne kapellany waarlijk verbonden is om al het gene in den tegenwoor* digen brief van Mijnheer den Hartog, V welk met zij» eigen zegel bezegelt , en waar door deze onze brief ge- fioken is, uytgedrukt ftaat. Tot oirkonde dezes hebben wy goedgevonden het zegel van ons Dekenfehap aan den tegenw oor digen brief'te hangen. Gegeven in''t jaar des ¥?f?$M$< Donder daags na h,et Qktaafvan de Ëñïâú* hn Pitrüs f»'Paulus„ ••4 Ø 5 . !!*
|
|||||
i
|
|||||
ι f ι. V<an dirdageltjkich zingen van de 7 Getijdei
is -.veel, werks gemaakt, en eehe keur of ordonautzie* tot rmtibctoooriiiLquyten van deze plegti^heit> duo* -de ftad· uitgegeven lü 't eerltepunt der ordonantzie -HÉ ierd gezeit dat het Gerectit roeüond en ordoneerde f ddieJvvw getijden eernacrlijCken ende devotelijtken te bótt- «ufo? en ft men fingen in haer onderkennen in die eére Goeds -tnugwfynrè liever Moeder , ende in gehoetheniffe [ynrv ?&ey(fgen Ipafiien, ende in dit éenn van ellen Heyhgeut ;«#£■ binnen den jair e in der heilige kereken ghe-eert ende gehwdm werden. Üp dat dit alles des te ordentlijker -tewerk sraiude gaan, wierd vallgefteltdat het gerecht alle jaren, op S. Maartens dag in den winter, 2011de ^Verkiezen drie of vier Zangmeelïers, anders Seven» getijde-met fters genaamd, die 't opzigt zouden heb- ben over den ontvangen den uytgift: enz. In het atweede punt wierd bevolen: mirt [o is ge ordonneert ende wy bevelen enfen Stoémeeflers^ die nufyn offnamüelt foejèn/uilen, dat [y hem altoes heylieh avonts ter vefpe- :ten^ ende heylich dagen ter metten, ter Mijfen , ter ve* [peren, in dsr felver ketcke tomen . ende biiven in boren 'fieperpellickn meieen bonnet op haer hoeft [onder cêproeiï, "tttde die getijden voir[z. metten kinderen fon manterlijè- ken fingen, ende dat cboer joo eerbaarlijken te regieren^ als hem van αΊ,τ gbenegefeyt ende bevolen fal wordenr die zran der ftéde'en van d^r kerken wégen detir toe gkorJo· fieert fulleHwefen., [onder bem in eenigèr manieren dair tegens tefergtn ofte doen, op hêirëtidiinfl te verbeuren. Dan word 'er vorders verklaart hoe veele Priefters dat aanditzinden tepa^zullen koomen, te weetehfe- ven of'acht:, ofalzoo vee] als deKerk*e||leZaflg-rnee- öers goed xullen vinden. Die ook d^equaamlle en vroomfte daar toe verkiezen möeften. De Koftér, dié doorgaans een geihideert periooft was , rnoeft ook helpen zingen. Voor allede gerteri . die fcöt het lOprechten en onderhouden van dezen kerkdienft fets ©pgefchoten hadden , moeit dagelijks na de Pri- men óp het hoogoutaar'i, indien'er niets noodzakelij- ker te antrx was , een hoogmis gezongen Worden. Dan moeft'er alle jaaren, op den eerftfen dihasdag aa Drie Koningen-dag, een dlgettleene öytvaart of f Skiswyfc pag, ifa. i6t.
|
||||
Beschryvjng van Delfland, fk
jaargetijde gehouden worden voor alle a%eftorvenfe
weldoenders. Voorts waren alle de Priefters, tot dit genootfchap behoorende, gehouden op alle voorname hoogtijden ter (/e/peren en ter Mijfen te dienen : na- mentlijk, gelijk in de ordonantzreuytgedruktftond, twee Provïfores, een Epifiolair > ende een Kvangeliair, [onder uyt te doen, ofuyt ten Choor te gaen3 eer φα dien* jien gedaen [ouden wefen. Dit gebruik, 't welk een van de voornaamftedienfl-
plegmgen in S.Hippolytus kerke geweeft is , en waar van de Heer Bleiswijk heel wïjdloopig fchrijft, heeft ten mihite ftand gehouden tot het jaar 1544. Ditblykt uyt een beregelden verdragbrief, van't gemelde jaar 1544 , tuiTcheii Mr. Lambert Willemszoon , Paftoor van $. Hippolytm kerke binnen Delft voor hem ea ?yne nazaten , ende de eerzameHeeren Kerk- of Fa- brijkmeeitèrs, mitsgaders de Zeven·getijdén-meeiterf der voornoemde kerke , rakende zeker gefchil over het verrichten van de kerkdienften. Onder andere punten word daar bedongen dat de Kerkmeefters van toen af, en voortaenaltyd, ongehouden zouden zyn ^an de Paftooren of Kapellanen van S- Hippolytm kerke, om het volk op den Predikfloel tot het beden- ken van dikerk aan temaanen, eenigepropinen (dat is fchenkaadjen ) van hoechtyden of'bonetien, of eeni- ge andere vereeringen, te geeven : En dat zy des niet te minder zouden moeten voortgaan met het volk, zoo op den Preekftpel, als in de Biechten by de Zie- ken, tot het bedenken van de kerk te vermaanen. Alle die zangers moeiten ook hunne geftoeltett,
hebben: dus hebben de Zang- of zevengetyden-mee-r fters van 't jaar 1457 , te weeten Jafob 'Zye Jafaht Zoon, enDirkvanBleiswijk, Dirkszoon, met de Kerk·, meefters, te weeten Gerbrand Jakobszoon, Klaas Mat* thys zoon, en Klaas Fkris Hart, mitsgaders met den Becldfnyder Komelis Klaaszoon, een akkoord aange- gaan ; en hebben den gemelden Beeldfnyder aanbe- fteedt het maakenvan zes-en-dertig Stoelen , van het Zelfde maakzel, en immers beter maar niet argeralsdie •van Antwerpen : zullende zy, aanbefteders, anders tot geene betaling , ja nergens toe , gehouden zyn. Um voor zoude de gemelde meefter Komelis ont- vangen |
|||||
m
|
|||||
έο Aantekeningen op de ,
vangen 5? pond groot Vlaamfch geld, opverfcheide
en daar tóe geitelde tyden te betaalen. ii. In de meergemelde lijft vandepaftoryen en an-
dere geeftelijké ampten, die ter vergeevinge van de Hollandlche Graven geftaan hebben, ltaat aaugetekent dat de paftory van ï>. Hippolytus kerk te Delft jaarlijks öpgebragt heeft 300 gulden. Éer wy de oude kerk dus toefluiten, hebben wy
noch een en't ander van't outaar , enz te zeg- gen. Ik vïn,de Jat de Heer Philips van Uytemejfe in 't jaar i^tóeeneVikary of eene kapel heeft geftichtinS. Hippolytus kerk te Delft: welke vikary in 't jaar 1450. vermeerderren verbetert is door Philips van Spangen. Dan ftaat 'er noch dat gemelde Philips van Uyttemeffe in S Hippolytus kerk een Kanonniks prouve gefticht zoude hebbén. Hier door giife ik dat een andere ka- pellany of vikary verftaan moet worden. Van den ko- ftelijken inboedel, dat is goude en zilvere vaten , kan- delaaren, beelden; van de prachtige Altaar en Mis- gewaaden, enz. zullen wy uit Bleiswijk dit laten volgen:' Ditbehoert tot onfer lieve vrouwe van Jeffle. In den
eerden, een root gulden laecken Mantel, meteen witte bonte lijft. Item een gulden blaeuwen mantel, met een witte bonte lijft. Item een witte damaften mantel met goude blommen daer op, ende met een root gulde laecken lijft daer om. Item een root flu- weelde mantel met goude blommen van paerlen daer op gevrocht Item een blauwe fluweelde mantel, met een witte ferneerde lijft. Item een fwerte fluweelde mantel Item noch een oudt groen mantelgen. Dit [yn haer outaer kleen, In den eerften een root
gulden ftuck tot een Autaerkleet. Item een fwert flu- weel autaerkleet Item een root damaften autaerkleet. Onder aen fiont : welcke autaerkleen toebehooren 't gilde van onfe Lieve Vrouwe, mer wy hebbenfe me- de in onfe bewariage met die gordynen in allen ma- nieren als die andète kercken goeden. Want dat au- taer behoort het gilde, ende 't Beek die kerck. Onfe lieve vrouwe van den fevcn ween heeft defe nae-
iefchreven autaerkleen,, In den eerften een root gulden ftuck
|
||||
BéschryVing Van Delfland, tfi
ftuektot een autaerkleet. Item een root fluweel au-
taerkleet met een gouden parek daer in. Item een Ta* piiïerie autaerkleet, Item een roodt fayen autaerkleet, ende daer in ftaet orife lieve vrou met bloemen ge- borduert. Item noch een oiidt fayen autaerkleet. . Dit Jyn haer mantelen, In den eerden een roodt gul- den laecken mantel met een witte bonte Iijit. {tem een blaeuwe gulde laec!en mantel met een witte bon- te lijlt Item een witte damaiten mantel· tnet goude bloemen, ende met een root gulden laecken lijft daer om Item noeh een blaeuw guitien laecken niantel met een witte camelotten lijft daer om. Item een root zijden mantel met bloemen, ende met een fwar- te fluweelde lijft daer om Item een fwarte fluweeld©' mantel met een wiite camelotte lijft daer omr Item noch twee oude mantelgens. Item twee j?aar roodt faeye gordynen. Dit 'zyn cafuyfle» toebehorende tot den autaer van
den je υ en ween'. In den eerften een roodt gulden laec- ken cafuyfel. Item een roodt fluweelde caiuyfel met gulde bloemen daer op gevrocht Item een paers flu- weelde cafuyfel. Item een fcbarlaecken cafuyfel met blommen daer op gewrocht, Item twee paers laecken cafuyfelen. Onder aen Jiont: Item noch twee catuyfe- len , te weeten een fvvart fluweelde cafuyfel ende een roodt fchairlaecken cafuyfel, toebehoorende't gilde van de H. Drievoudigheydt, ende zyn mede in onfe bewatinge. Item 24fitkuiTens voir de kraemv rouwen toebehoerende die Capél Dit behoert tot het heyltge Kruys autaer met het hair.
In den eerlten een roodt damaften autaerkleet. item een roodt faeyen autaerkleet mettet heyfigeCruys daer op Item noch een roodt faeyen autaerkleet. Item een fvvart damaiten cafuyfel. Item een paer roodt faeyen gordynen. Dit is dat Tnventarium tandenReliquièü. Λο. Ycvr,
S Ypolttus caiTe Die Monftranci vari den Ï3aft. Eén Monitranci van S. Andries Een Monftranci van S. Bartbolorneus. Een Monftranci van S. Steven. Een Kerckgen van Maria Magdalena. ' S Adriaen. Dat kinnegen. Een filveren beelt van S.Barbara, en be- hoert dat gilde tuef Sf Anthonis, en hoert dat girde tue.
|
||||
Zi Aantekening en op de
*' - ■.. ■ · -
tue. Twee Engelen met S. Joris, ende behoord daé
§ilde tue. Twee Engelen met S Urfelen Reliquieri.
.Sebaftiaen. S.PetronelknMoniirancigerj. JEenkleyn Monftranci van S.Apollpnia. Eencleyn Monftranci van S. Blafius. Een cleyn ipigelgen van S. Katharinai. Mauritius met een feelae ende twee fchiven ende eert coperen vergulden halsbant af kettynek. Dit is hout, verfilvert : Twee Éngeleri met onfe
vrouwen cleet. Twee Engelen meteen lic van S.Pie- ters vinger.^ $. Martyn, 'S.Nidais, S. Ltjurys, S. Clara, S. Cicilia. S. Lucia. Een coperen vergulden! kettync voir fhite Caffianus,. Een zwart laken met 5Ji ftuc.k filvets. Noch een cleet met twee rkmen vier hatigerges., ende tyen vijftighen ónder groot ende Cleyn. Êen Tabbartgen voir Caffianus, en is van root fulde laken. Een gruen fluweel Tabbartgen voir S'.
Jriula, ende een hangergen met een root crale vijf- tigh dair men. S.Ürfula mede gordt. Dertyen valhuen die S. tlriulerj Maechden opc hooft hebben. Vier tyen £aerleii trec'ken. Ses halsbaen met paerlen. Drie 2 war · te, halsbaen met iilveren doppen. Twalef coperen hecfelen, endq twee en tnegéntich hpcfelen, ende drie grote fpannen an die trecken en an die valhuen T fo- ma Γόο fijnder in als hondert en vier hexelen diie drie fpannen niet gereeckent , defe hexelen Öaen an die halsbaen. Vijf Bifchup Miters met iilveren doppen. l7ier cüerde crenfen. Een kwarten fluwelen Tabbart- gem , ....'...'"·;.. ,;/./': .·.;,·:
Dit fijn'ate deer en ende anders die tot datotitair voir
den reliqMienJtte; behoren'. Een root laken vani dam aft öutaireket, een blaufayerioutair cleet. Een dagelijks ioot fay aufaircleet. Een root camelot outaircket?- gen tot die grote banek opt outair met eera dwaelgsn öair tue. Ses.dwalen. opt;putaip. Een rooü voetcket op die voetfch'amel. vier ryeudwalen daiitiaerl· die god mede deckt int graf binnen die Cappelle. Twee ifode gOEdin.en boven an die· tafel , ende twee witte gpcdyqen. Een wit outaircleet met twee citeren voir tiie t.afè|,,f én twee gordynen?. Brie róode gordynen Voir dieïttali.erfc. Èea nwmt, Qütaireleetgen dairmeri ïijede v'otri kuer ii'r. Die> cleerendie tot die (leÜinQ horen : Eengröpt cleet
ijén fevldaeck dairmeia dis ÖeEine eefft mede deckt. Vijf
|
||||
Beschryvihs vau Deiflanp. $%
"Vijf roe fayde ckrendtemen op die, ^ellipc; hand. Eeipt
root fav outair^l)ceti^tjeearal^t..Sev,eii dwalen daif mm die liellinc mede deckt. , , ^ .: χ Dit is alfulc coperwcrc als in den Reliquiea Capelle ifi
Een groote methalen croon van negen pi'pen of tac- ken. Twee groote candelaers Drie cleyne cande- laertgens. Een candelacf met twee pipen, JUrie can* delaers of pannen ionder voeten. : Dit nae&efehreven iyn alfulcke ttucken als die ©p*
petcolter heeft 'm zyn bewaringbe van goadi ende üU ?er, In den eerften een groote monftraniie van they^ Jighe ('aciament, noch een cleyne monflrantie van tfa- crainent , item derthien k^lc^en onder groot ende cleyn, item een broor bufle met Hypolitus dair boven op, noch drre paer filveren pullen met een wierooct fcheepghen: twee filveren wicroocxvaten , een wy~ wateis quait met drie ciboriën daermen mede wtgaet totte (keken , noch een ciborie daermen mede opt lant vaert in een buerfle : item een cleyn arck daer men op Hoochtijden mede municht , noch tbeeldt vande feven ween: tbeeldt van S Hypolitus met eeii filveren fchale : twee filveren paesbcvrden ende een* Jetiis met een filveren cruys : item drie cappen van gulden laken ende een cafufel met twee roocx var* gouwe laken mit haer toebehooren : item noch drie cappen oeck van gouwe laken genoemt die niewe me| een cafuffel ende twee rocx met haer toebehooren 5 item noch drie gulden laken outaatcleen met een gul-» den banck cleetghen: item noch een capelle van rooi-, fluweel gebeelt metrbloemen , noch een capelle me? al haer toebehoort van moreyt fluweel: irem noch eer* capelle van blaen d,amait met gulden bloemen met ai haer toebehoort met een blaudamailouraerclett'iten» lïoch een capeLle van wit damail metguldqn bloeme«t ïnet; haer toebehoren; item noch een capeJlqvanblaiUft ■Woefler met haer toebehoort daermen facramepts mifl<8 mede fincht : kern noch een capelle van fwart woeflTeft met haer toebehoort daermen onfe vrouwemifle mf?t 4e fingt: noch een roo damaft outacrcleet, noch\qp\$ fwartfittweelen outaercleef! van ons liefFvrou , iterj» twee roo damarte vanen, noch twee blau vanen, noch· t^eft oude ν stier* ; pack tw^^Ak^wö ioo damaft^ i vanen», |
||||
f- -λ λ mi e i 'S" XX : ' itt ■'·· * V V S' ïf 'ï "* f' -f
*4 · A'ANÏEKENINGEN' ÖP^E'
vanen: eën root earmeiïjn flnweëlen outaereleet, · eif*
de een witdammafibütaercleet met gulden bloemen^ noch een capeile van fwart faey daërmen Requierii ïhede fingt.' .!.""-'^λ ?'K >i Specificatie van fcekëre filvér géiröÏhen iiyt beyde
die Parochyè-kercken , Conventen eh Capelleii byrt- ïien der ftede van Delft, mitsgaders van eenige dof- pen ende cloefteren , ontrent defer Üede gelegen ,,,/iie 'tfelve den Burgemeefteren" in 'bewaërnifiè' gelëVërt hebben, en by den voorfz, Burgemeëirereri deurör* donnantie en bevel van denPrïnce van Orangfe Gou- verneur ,&c. den ftaelt leflen November, de ly f^iS 4 Decembris Α,ο. 71. aen Ffanfóis van Valckertfiein Ontfanger Gënerael vande Staetën des slandts van Hol- Jandt by feeckere gecommitteerde" 'Gbutftneden toe- gewoégen ënde óvergelevett is. Van tiilver vande Oude Kerk binnen Delft : tvvëe
vergulde kelcken',' met een back: van een coopere kelïf, Iioch 1 vergulde patenen' wegende të Tarnen f> mafck, ^ oneen, 7 engels. Ses filvere fchalen met knoeperï onder, wegende"7 ma, ion. 7 èiigV't' verguit van de twee grootën fifveren ëruyëert weg\13 ma. ι on. Dte VOOrfz, twee groote filveren crlicëdv wegende te fa- men 27 ma. 10 eng.' Een filvere paesbört met een il 1* tere quifpel, weg; 2 ma. 7 oric. ï+ehg. Twee ver- gulde kelcken met twee patenen en eenige vergulde' ftucken van een areke, ende een britie , wegende!té famen ixrna. Noch eenigh ander verguit werek rart den voor h. arekeënde Britfe, weg. 8'.'ma. f on. 3 ertgv Die voet van den voorfz. arek wefend'e wit fïlvèr^ Weg. 16 ma. -^Noch ander wit filvér van de voorfz; afeke , weg. ló'ma. 16 eng. Noch ander wit filvér Van de voorfz arek , weg. 16 ma. Twee filvere cibo- riën , een filvere wieroocx-Vat, met noch eenigh wit filvér van de voorfz. arek, weg. "i<S ma. Noch een filvere wieroicx-vat, fes filvere pullen ï\ metnochee- nige cleyne fchaltgens ende ander gedreven wëtek 'i ïirèt' een wieroïcx-icuytgen,een filvere paesbort, nóch eert filvere ciborie, weg t<5ma. Diverfche parrhyeri f ara wit filvér,van eenige beelden afgedaen, wegende1 3 trial 3 on IT eng. Die grote vergulde "ciborie aen d'i- Vérfche parthyen gewbegen, belopen 27 ma. 6on if I - eng. |
||||
BESCHRTVIN5 VAN DïtFLAlfD. 6f
eng. Een verguit tabetnaeckcl genaempt 't hoofken*
weg. ïóma. ion. Een filvere Hypolitus, weg.ig ma* De Heer Auteur Heeft al rriéf een Woord" uyt Mtë
chiel besmeer vermeldt hoe dat het hoofd-outaar door den konftrijken en zeer vermaarden beeldfnyder Wl~ lem van Tetrode van alabafter , jafpis , en toetiteerï was gemaakt. Dit is eigentiijk gefchiedt ria de cerfte beeidftorming: wanneer'er het hoofdoiitaa'r daar't grootfte geweld Op aan gekomen was, niet anders' uyt?.ag als een romp. Daar óp. is den gemeldén Tet- rode het maaken van zoo een kofteiijk outaar aanbe* ïteedt. Guiccwdyn*getuigt van dat outaar dat het een deftig iruk werks was ; én, zejfs van .de befré meefters , met verwonderinge aangezien wierd. In. de Fratlfche vertalinge ftaat 'er by gevoegt daf ver* icheide menfehen uyt vreemde landen gekomen zyri, om 't zelve te beichouwen. Ook is de Heer Bleiswyk van luiden die het wel meendente weeten onderrecht dat op 7t gemelde outaar twaalf alabafte beel jen , ver- beeldende de iz. Apoiielen , hebben geflaan. Docht in een oude Aantekeuinge, komende van cch onbe^ bend perfoon, maar die goede kennis van '-zaken fchynt gehad te hebben, en veele omftandigheeden weet te vertellen , wort vermeld dat die alabafte Apoiielen geltaan hebben op een alabaifen outaar, op het hooge koor. Dan voegt hy 'erby dat de Prins van Oranje,' "leenvenïter van S.Aacbtcn leggende, het befchadi- gen van t afbaffen outaar, en de alabafte beelden , leert doen beletten. En noch vorder, dat hy k ge* melde outaar, voor-eenefenenkaadje gezonden heeft aan den Graaf van Ζwartzenburg in Hoogduitfland; en dat de \%. alabafte beelden, zoo als gezeit wterd' te straatsburg m de kerk gezien wierden. d/niü7Ls heeft deze kerk niet alleen gepronkt met je: overfchoone fchilderyeh van Maarte» van Heems- ironft-Cn d5i\ Kanotinïk Sckorel,'-maar ook van den fven IS6" fch,lder 4dnaan B!okIsiU i welke rchilde-
üëhèL t*» 3 ,die verni'el^de beeldftormcry aan
. IZel ΓΏFhrken' üok kierden de gefchilderde
doorat ft;, rkC ''T Pr0cmt : düch 7-yn al"i»aat
or t tpringen van 't kruidhuis vermorzelt. |
||||
66 Oudheden en Gestichten
|
||||||||||||||
D
|
mftljteft tm$m $oote matU\ baar
een fcöoou en pjaci}tig raabötm^ op |
|||||||||||||
ffaat ■
De nieuwe #p of tegen be mat'Bt fïaat be ttoeebe ïjooffc
kerk. iterit·, betoeïfie tn ben beginne/ te toeeten in 't jaar ? 38 j/banijout$op0etmnnert:nabatmen foaar bertig jaarenïano/ 500 a$ 'er altïjan^ hertelt too$ / in be Xutlyt fiab 3ien gangen: *n ί$ allcrccrfi ter getagteniffetan bejjeingiïe jfeoaaöMaria, en nabergaub ooft ban^.Ur- iuia, iugeb#it. %n 't eerfï ?ijn 'er maar bjie outaaren m gefiieïjt, let eerfïe/ of öetijoofb* altaar/ toa$ <0obeen bc ^. J&aagb Mana: het ttoeebe / ftaanbe aan be noc^ybc / ben 'Zaligmaker en bt§$tif$ Bedrukte Moeder toe*»
|
||||||||||||||
Pauoonen.
|
||||||||||||||
setüübt: getberbe/ bataan be3mb5£befïonb/
fcpaë geimjbt op ben naam ban ben $. Ifcpofïei r^auius , om bat be gemelte bertoonmg in be ïucïitaïtijb bing^bagnaPauius öeneering te 3ien toaö rscfcüccfï. ©it getfgt/ 300 a$ be bertel* Imaïmbt/ ioierb onber anberen bertoontaan b?ie goösaïige (1) J&aagben ·, Catharina van KoudcnhoveeeneabeipeH&ebjaufco/ enGcer- truid van Ooften: toaar Op be geilteïbe Cafha-
rina vanKoudenhove aanfÏ0tlb$ tien Otlbe gOW be fcörtben/teropöoutoing ban een «ern/öeeft
°%téfiw be «erft in't jaar i\Uj in befierfli
boïtinmtert b3a£ i i$ 3e in be boïaenbe bafïen/ ei) ftet feeft ban Marius 23oobfcï)ap/ onber ïtet pau^om ban Urbanus VI, bOO? Folke.üs
ÉWffcljop banlttrecöt tugetoöbt- ^g Mg
ftcrUimjbiuge 31)11 aan be geloobigcn φ#Μ* aflaten bergunt ·, betoeïfte naDerijanb boa.: oc Utreeötfeöe ^3iffcöoppeu Fredcricus tn¥Wen' |
||||||||||||||
van Delfland.
tius, en &0O2 he ï&öcmiffge ψΜ#η Urbmu$
VI en Bonifacius IX, lïocg 3ijn temeeröerr. &t$t l\tü\ fytcft tmcïj in öe fefïienöe ceüisiï niet 3cet* feonfifee frgiibcrpen en ngtseöoniDc bedDen ban öe brftigfïe ineef?et$ gep^oniit. ^\et neben^ ern ugttreïtséï n^t een ongeö^iiht! börltjc/ 't toeShbah öe Sasbouten geftomeii $/ en baai* öet δεβίπ en be boo^gang beitjg». Ur- jfujaas telte öcfefecbcn foojix 17 e R s τ worde gemaeér. int jaer ons Heererï
1381. in de ibmer*opt MarcÏvelt,ter plaetib daer men Juftkie plach te doen, ende daer die openbaringe ende vifioen wel 30. jaer lanckge- fciet was, een houte Kerck tot een veibeteren, gedeéfc doergaende met riet, befyde mede, met houte ende horde wegerende mit houte pylaren midden inden midden der kercken , ende defe kerck itaende inde leincte ooit ende weit door-* gaende even breet: alfo dat rende int ooi'te (taan- de (tonden drie outaren befyde mencander, en- de dat middenite van drien dat worde gcwytals tot den hogen outaer in der eeren Goodts ende" onfer Lieve /^rouwen , ende dat andere outaer itaende an de noortfyde wqrtgewyt in de eereh van finte Salvatoors ende fynre waerder bedruo tcr moeder, alfo hy ons door zyn bittere lyden en padie vei lolt heeft van den ewigen doot, en- de op defen outaer worde gefedt dat beelt ter Doot Goodts van Maria (V) ende dat derde outaar * in foro , ubi Cantgs pledi folent, ad Cut'ix adytum in*
fcriptum hoc Onicuhim ; H^C DOMUS ODIT, AMAT, PUNlT,
CONSERVAT , HOMORAT,
NEQUITIAM,PACEM, CRIiMINA, JUKA, |
||||
68 Oudheden en Gestichten
an de zuidtzyde worde gewyt in de eerc Van fin·*
te Pouls Apoftel, alfo dele vifioen ende openba- finge altoos dinxdaechs'na finte Pouls bekeryn- gc gefciet was ende gefyen, cnde die kercke wydinge ende of kermiffe defer kercke ende oock van alle defe ouraren gelyek worde gcleit des Sondaaehs na der Øôáçâáßúå van finte Maarten in de fomer. Ende defe kerck door begeerte en- de toe gcneich der devotien des gemeene voicks ende byfonderdes ryckdomsderfelver iledeworc terltont gewyt in een Prochie-kercke mit een grote icone kerckhof daer om gaande, alfo elck tot alfulcker heiliger plaatfe gaarne verkeerde , ende elck namaals zyn ruft gaarne ende bcgra- vynge daar wel begeerden. Ênde doirgrotetef vermaertheit incorten tyden ende doer veel tey- kenen ende miraculen die daar dagelicx gefcie- ócn fo was daar alfó groten verfoockinge ende toevlucht der devocicn, to datmenbinnen ij. ja- ren daar na , als in den jaren 83. noch toe gc- leit ende gèfondeert heeft teindc ooftwaart van defer houte kercke eencruiswerckin een hoocli chore ende al van iteen werck : alfo dat den eer- ftein.daar of gekit worde daachs na finte Louris dach in de oeit, ende leide met groot afFe£lie Heer Jan van Ghenvelt , Ridder ende Poorter in der itede van Delft. Ende dit voorfz. cruis- Werck met den hogen choor tenden an defefi - kerck voorfz. geveiticht wefende ende veree- nicht; Soe wort omtrent den jare van 89, daar na dat hooch outaer boven opt choor gebrocht ende dat andere outaar daart heelt der noot GoodU dat worde gefedt met den (elfden heelde in die nooitzyde vant kruis werck ende daar worde on- fer Vrouwe ter noot een Capelle gemaüót:, be- flaande die heele noonzyde vant kruiswerek % end§
|
||||
VAM De lfland» 69
cnde dat derde ouraar van GntePouïs voirnoomt
behilt tot fynre oude plaarfe zyn ftede , ende daar dat outaar van de noot Goodtsgeftaan had- den , daar wort weer gefondeert een ander ou- taar cortelick daar na in de eere van fmte Pieier. In defer tytalsmen dit voorfz, cruiswerck opVaneea
maacte quam hier te Delft eencoitelick Crucifix oaciL· dit. ende was in Brabant gemaecT:, rwelck geprocu- k'Kt in Jer reert worde in defen Goodtshuife te wefen , en-;kcrckci) &■* , . , j. 1 eeven wort» de wort overmits de grote geordineert ende ge-0
maacT: te leggen in een cripre ofte cafle na de
maniere van onfer Qodt in den grave nïïo meri naaft mochte , ende dit wort gemac£r. in den noortweilen hoock van de voorfz. Capellen^ daar mede veel devotie voor gepleecht worden; ter eerc der Paffie ons Heeren , aifo darter me- de mirakelen gefcieden , ende tot dier. viiltaty oock oflate gegeven waren, waer doirgemaecl: Wort een groen Cruis in der manieren van een ront groen hout, ende dat worde ir» de ftede van den Crucifix 'm der ProcefTy mede mitter noot Goodts omme gedragen. In defer tyt overmits dat defe devoty dagelix .
aldus wies vant gemene volck, fo wafTer een ryek oorfproQC Heer ende Canoniek, gebore van Naaldyc of des heiuch daar omtrent van Watorynge, ende was Dcecke KruisGiWc»' t' Uitrecht tot finte Marien , geheten Meefter Jan de Wit, defe by tyde fomwylen hier te Delft ende hier omtrent tot zyn vrienden comende, ίο vernam hy mede van defer devotye ende gra* tie die hier gefcieden , ende zyn hert onrfoncte hem alfo dat hy defe devoty mede wilde helpen vermeren, aldus fo heeft hy begeert in dj voirfz. Capelle te fonderen een ewige Ficarie, als van dien ft weeckeliex te doen fyngeri een Mifle en- de Vefper ter eeren der Paffie ons Heren ende «0 3 nooc
|
||||
fo Oudheden en Gestichten
noot onfer liever Vrouwe , defen dientt is by
confent der geeilelickheit ende der waarlickheit minlick toe gelaten, Ãï is defe devoty noch meer en meer verwackert onder der gemeente, ende daar is by cOhfent ende wille van Meelter Jan Voorn, een fchoenBroederfehop gefondeert van den heylige Cruy's, ende Meefter jan verwerf de- .ie'r Biuerfchap fchonegraty ende oflaten, en tot meie voortganck een fcoen Paeus Bulle metten lode, alfo hy grote'kennuTe int Hof van Rome hadde, want hy Cortiian ende Officier van den Paeus Bonefacius geweeit hadde. Ende dtfe JBruerfcap wort gevelzicht by den Pailoren de- fer kereken Heer HeynrickvanSanden, ende ge- 'fconfirraeert by den Bifcop Freciericus, ende ge- ronfirrneert by de Graaflicheit als Hertoch Ad- hrecht? Ende alle voorfz. gefchjede 'm den jaare ende daar omtrent' ñö ende 97. Van die eer- In der voorfz tyt, als Anno 'po. of daar om- ite niewe trent , als het voorfz cruiswerk ende hooch tiifcl opt choor volmaael: was of by na , fo worde mede ?a°jCi U" Ïeiieet een fchoon tafel tot ten hoogen outaar, welcke tafel icoen verguit worden binnen corte jaren daar na , alfo datfe binnen tjaar van 94. •heel volmaacl; gefedt worden > ende daar was toe % ,. veel zeggens of datter binnen Delft geen beter en was, ende dat heilige Sacrament dat worde daar beneden int outaar beüoten. Van den ïi) defer tyt als ontrent den jare voorfz. doe goeden dit Goodtshuis aldus gedicht was, fobegandic voortganc ^]e ftede van Delft fcer te ryfen ende te verbe- ftede door teren, die tot defer tyt toe luttel voortgancks ^cKerk gehadt h*dde : als in geeftelicke ediflcie ende timmerage vanClooilere, Capelle endeGoodts- liuifen , als fint Aechte Suflerhuis, 9t Heylige-Geeft 'huis , flnt Gcmiis Qapel, ende meer andere. Voirl
|
||||
van Delfland. γι
Voirt in alrehande outare in beyde den Prochie
gelijck die daar te voren hierin déftede nergens geweeft en hadde. Voirt in alle andere Godde- licke dieüfte en ceremonie ende oock mede in waarlick edifytie ende timmerage, als in Poort- huilen ende andere vercieringe der itede van binnen en buiten, Oock mede met goeder Po- letie ende neeringe onder den gemenen volck , ende dat na rade der heyliger Euangrlye, feg- gende ; foeór. eerfl: dat ryeke Goodts, ende alle dinge u noot wefende, Tullen u toegeworpen worden. Als dat voorfz. hooch choor mitten cruis· van Jea
werek al volmaeét ende vervallen ende betaclt nieuwen was, fo is corts daar na begonnen ende toege- Tore" die leit een fcone Thoren te timmeren, die noch^V0"*"
ie'1 j η t· ι /· « deerde an cyerlicker ende coltehcker weien foude aant ^efe ^^
voorfz. choor met den cruiswerek, ende wort
begonnen te fonderenopt ende antweft endean
deler voorfz. houte kerek, ende daer of wort
den eerften fteen geleit int jaar 1396". den ó*.
dach in Septembry : ende deden vier Raetslui-
den van der Wet der ftede van Delft, als Arent
Vrydach, Jacop Èartelmeefz, Jacsp van. Bleyfick
ende Heinrick Bugge. '[*
Hier na omtrent aen jare 1404. wortgemur- s< Ur-
mureert als vanfomige van deferllede ende nietfu|a, h'pczy
van de minfte , ho dat die oude Prochie oock eei ft me Je'
eerfl; was gewyt in de eer onfer liever Vroue, P«#Jnew
ende hadden nochtans daar onder eenPatroen,* *
als, CmteHipolytuS) ende meende dat de Nieukerck
dc$ gelycx oock alfo mede een ander Patroon,
daer onder der noot Goodts behoorde te heb»
ben Dit aldus een luttel tyts blyve ftaende, fo
Worde overleyt hoe dat hier in defer Nieu-
kereke waren een weinich van den Reiiquien
<$ 4 der
|
||||
'ηι Oudheden en Gestichten
der x \ M« Maechden, ende hoe iïnte Hipolytw en-
de iïnte UrfüJa te Kolen famen in· eene kercl^ ruilende waren als hoor beyder lichaam aldaar naeit men kanderen legende in een fcoenecaffe, fo feyde fommigê dattet oock wel Joude vogen, Goede ende Marie daer by niet te cort doende, mer indien zy daar tfamen ruilende waren zyde anzyde, dat zy ter 'ceren Goodts ende Marien oock hier inder ftede van Delft Tarnen ge eert foude; worden', ende dat de meniche feer goet Öenckénde foewontet toegelaten ende geconfir? meert by den Bifchop van Wtrecht Frederkus. ., , . Omtrent clen iare 14.11. wort befteófc temaec- we'tafclin fen eenfeoen outaar tarele in der voorfz. Lapel- tk Cecile, Ie, als vqn der Broederfcqp des heyligen Gruice, chdevant enc}e w0rt sjaars daar na anno iz. in de Capelle <·„ r.ucl .** "gebrocht, ende op den outaar der noot Goodts gefedt, fcoonvergult endegeitorFeert, ende ta- bernakel daar befyde het outaar wat hooch ge- fedt,. énde dat Crucifix daar voor of ge feit is, darter lach in derCapéllen om, wat meer ruim- te in der Capeliep te heben ajsmen wel behoef- de, in dien die voorfz. Broederfcap meer wyes fo worter een cleinCapelleke tendenander noo£ Goodts Capelle gemaaft weilwaart, dat namaals der Relyquie Capelle geworden is, ende dacr » - wort dit Crucifix allo gefeyt. , Vatuk caiïe In dier tyx als dit voorfz. clein Capelleke ge- van iiiyn' maacr., fo ifler ge weeft een doochdelick, edele, Vrou van hooch geboren Vroue, AlytΛ Vrou van Borfile, punyn&en, gnfeCruinïnge, defe heeft defer kereken begaaft rok iij. vercierdecaffen van veel Reliquien, daar zy veel oflaten toe gecregen hadden. Ende daar Hier doe twie gefedt in. der Capellen der noot Goodts, ende int papelleken vant heilich Cruis £>fte Qrucifix het andere, ende door defe graty ende
|
||||
í áí Delfland. ç%
ende oflaten toeten andere voorfz. aldus verdob-
belt wefende ende vergrootet , fo is de ViGta- fy van defen Cipellen oock dagelicx meer ende v meer an gewaflen , ende van der gemeente ge- vifiteert, endè hier zyn brieffe of by den Kerck- meerters, In defer tyt worde mede in defer kereke , fo v
int cruiswerek, fo beneden in der houte kereke 0lft"rc™ daart te pas quam veeloutarengeftichc: als fint itichten m Joris oqtaer , van cle Voetboechs Scutters , S, ai(e dcfe ^#£» outaar, §.Sebafiiaan, S Antonis, S.Ka-ksiCk<W% trygy S. Obert, S. Joofl , S. Jan'Evangelifi, S. Elyfabeth , ende corts daar na meer andere , als fpmmige wc minn ende fommige van den Am- boochte, alio dat met confent der geeitelickheyc ende der waa,rlickheyt toegelaten ende gcordi- neert worde, ·.., . In defer voprfz. tyt worde mede opt hooch Van een St-
eiloor een heilich Sacraments-huis gemaakt an ci-amcms- de noortzyde befyden thoocb outaar, ende daar Uls* worde doe die Sacramenten bewaart ende ge- floten in totter tyt toe geftaan haddein de tafel van den hooch outaar voorlz. Omtrent de voorfz. tyt , int iaar ons Heren Va«?iO"«e».
ÀöÀÀ. als den voprfz. nyewe Thoren tot deler mifjdcJ ty? toe gebrocht was int viercant , als tot ten kerck, vo©y bomelgate toe, als daar de iiij. kleine torengesâ %§Ö,ß beginnen, fo wort over een riedekap gemaakt,keic!c* ende men liet dat werek alfo een wyi ruften 5 ende men begante met te graven ende te delven Qrn die middel houte Kerck voorfz* te verbete» ren ende of te breecken, ende die alfo te pro-, portioneren mitten toren, cruiswerek en voorin. choorj mer hetleden welvyf jaar eerde fonda- menten van de pylaren midden ende in zydc kerck al gelyck der aaide gebrocht worden, fo. é ã dit
|
|||||
/
|
|||||
74 Oudheden en Gestichten
dat die oude Kerk daar na ruim noch fo lange
totten jaren 10. eer men die of began te breken. , In den jaare ons Here 1410. began men naaf- £ kwek ^ic^ te cimmeren an de voorfz. middel-kercke
tiku te ver- ende zydtkercken ende die zydt eapelle van dié timmerem zydt kercken, alfo dat binnen 10« jaren daar na cndedczyde aije onder dack waren , ende die eapelle Veel befedt worden met den outaren.
Vandemid- B>nnen de voorfz. 1 o* jaren als Anno 2,0. ende del'kerck jo. howel dat men doorgaande timmerden an èndeander den heele middel kerck voorfz. nochtans was cyraatge men mede naarftich om dit Goedtshuis van bin-
van binnen. . nen te cyeren in veel mameren.
Van de Anno 2,2,. worde gemaaéb die blaau damafte
blaau da- capperï, mit ten Kafuffel van den dorren boom
mafte cap- aifo geheeten, ende dat lake datter toe was quam
9en* wt den Hagevan den Hove, endeen was geen
nieu laken mer der kercken in aalmis gegont,
ende daar worde mede toe gegeven ander laken
• dat noch ouder was , een ander blaau van eiber
daarmendie Vefper-kappe enderocksof maa&e,
mer die en diiirden niet lange , overmits datfe
feer verfleten waren.
Van den Anno 23. worde gemaact die beelde bezyden
bedden be- den högên öutaar, itaande onfe Lieve Wou■ cn-
%ïdca. de Urfüla mitten Tabernakelen , ende worde
thooch ou- , i * . λ η· ^ ' r . 1.. taarftaande. daar na Anno 25·. geitofreert in icoon vergult.
Van ecu (il- Anno 26. worde gemaaét een vergulde Cy*
vere ver- boryé totten heiligen Sacrament mede te dragen,
gulde Cy- de maa&eivCto IVilkmfz, ende wooch acht
bory des , .·„ . / . r , ,„
Sacramcnts. marek ende omtrent io* loot , mer dele is na-
maals verbetert ende groter gemaakt.
Vanden fil- Anno 2,7* was hier vercregen een fcoert au-
verenCmu ^entVck· ftück van den heiligen CruiceonsHe-
<ce tintten ,J , , , ,. ,_ Ρ . - , ,lör, heïlioca re , ende daar worde die Bruederfchap van uen
hom* heiligen Grüice föet töé verweet als dat men daar
«& ~ : eco
|
|||
van Delfland, y$
een filvereCruicetoe make foude, als raendedc
€n wooch an fiiver omtrent )34marck. Anno 28, wort gemaaét een fcoen groot ta- Van gtQ.j_
vereel van S. Criflnffei *, daar veel te gegeven was, ftoffdin ende hadde gemaacl; een guet Conllenaar, ge-een tafel heten Dirck, de Maler, ende worde eerft gehan- g^1""1"?. gen opt hoot;h choor an de noonzyde bezyde het Saciaments huis an de muir. Anno 28« worde mede gemaacl een grote y-
fere door , als fotter Sacriftyen mede te beflui-„r^oteyfere ten , ende dele Sacrifticn ftont in den zuitweftendour. hooc van cruiswerek gemaacl doe men dat cruis* werek eei ft timmerden. Ende in defen Sacri- ilien totter voorfz. tyt was daar een dief in ge- coroen, en hadde daar feve kclcke wt geftolen, ende defe door wort namaals geordineert totter niever Sacriftye after den trans die naderhant gemaacl worden 5 endedefe dore hadde gemaacl: een conftich Smit , Meeftcr Everaerdt , ende weechc 403* pont, clck pont een cromftaart, comi 25·, Arnoldus gulden ende 3. cromftaart, , ..„ Anno 28 wort mede gemaacl: die grote Cy- x^wM
boryeofte Monftrancie verguit, die boven in den vergulde Criftalle verguit ende verciert worden mitalre-Monitran- handen Reliquie, ende wasoock gemaacl; van een^e jf1"^* Güut-fmit Claes Claefz^eii fonderlyn Conllenaar. , Anno 28.ende zp.wroehtme doorgaande antVao den houtwerek van de middel kcrck ende zydrkerc-mi.^elker^ ken mit den capeile boven, endedat blote tim-"y"cCj^rjt" meren mirretfagen coftealleen mittetfagen 548,code capeL goud e feilden, Ie bovc Anno 2p. ende 30. wort een groote niewe Or- fcp *f·
gel begonne temaecken, geheten Urfula an de vandeOr noortzyde midde in de middelkerck, van een gel Urful» * Zie hier van onze Aantekening Of> Wyk te Diwrflede ia de]^,
tiiftorie mi 't V treciufchc Ëisdoni* » ; 'J * Mee-
|
|||||
/
|
|||||
ê}6 Oudheden en Gestichten
Meeiter wt Brabant geheteft Joannes, ende alle
dat werek daar toe alstimmere, beldefnye, ver- we, tin, loot, hout, yfer, leer ende anders daar toe behorende heeft de kerek buite beeo- fticht onder onfen Ambochtej enaejoannes had alleen voor zyn conit ende wereken daar ofpf* Wilhelmus feilde en 17 Philippus feilde» Tot defen Orgel wasOganift omtrent 21. jaar een eerlickPrieiter, die hem wel vermocht ge- heten Heer Michiel Claes Touwenfz die gecomen was van Ermgart Pynx , die S. /innen outaar dichten met de Officium aldaar, ende defe Prie- Irer en hadde sjaars niet meer dan iz. Philips feilde endeomme^ancs daar toe een vette Gans. . Van den jare 50. tot den jare 47. toe, wort Thoicll dickwil weder gewrocht an den Thoren boven
voort op te om die voorts te volmaacken , mer nochrans timmeren, wort mede toe veel gemaa6fc anende inderkercr Îû?.°« ke beneden, om die te verderen, als hier na
mede aa~ > n > /',
derfins. . geicreyen ttaat ende veel meer. i
Noch van Anno 30»ende 3 f, brackme de riede cap we· ètnThoren &tY yan denThoren , ende metfelde daar z. jaar byfouJer.10 ^anc^ 1 a'^*r beginnende voort een acht cant van witte Arduin opgaande, ende wort toe ge- Van den brocht tot boven die bomelgaten, mer niet en portaal bui-wort gedaan toe tot de vier kleine thorentges. ten an den; x Anno $z, wort dat portaal gemaa<5fc van fteen- van^den" wcrc^ emie gewulft, ende daar wort doe mede wulfzeibin-dat wulfzel gelek vande eerfte folder binnen in «en bene» den thoren; é a u h den m den ^nno 23. wort dat kerekhor voir den thoren thoren. 1 ■ vT
Van de \t. verkregen groter temaken, ende wortgemaacc
pleinen als die ix. doorgaande pleine ende oockgewyt, joorgaiQ- daarme de Bifcop of fceinéte te deucht elf feilde, Van een til- Anno Ç*wort gernaaét een filver Wierqecx- ym wie- W^ai en^e wooch ö, marek z. loot, daar was eerft
|
||||
• VAN DELFLAND» ff
éérft toe gegeven ra- Wilhelmus feilde, ende [°^***a*·
tander bccollichdendekerck, gegeven vanrnaa- ^agc" ken 8 feilde. Van werc- Anno 24.. wrochtme weder anden thoren bo-ket' bovce
j· é é ,«« au den th'o-
ven die bommelgaten. ■ reiu
Anno 34. ende 3?. wrocht men mede bitiüenvanden ca-
die middel-kerck, om die zydt kerek ende ca- pelien int pelle te wulven, ende die Gilden ofoutaren -diep™"1 daar ftonde hebben elcks na hoor vermogen daarj"1^·1^ in gegouden. keick'e. Anno 3 f wort mede gegoten dat font, ende vaut fon
Wooch dufent en 30. pont trois gewichte, elck t?J™ïlv hondert voor 17. Rinsgulden, beliep famen met^ctaa}# coft ende reyfen 182 Rinsgulden, noch gege* ven Willem van Siohrdyc vant yferweick daar men dat font mede op ende of fedt 11. feilden * ende weecht 242« pont, van tde- Anno 36. worc dat belefroit vermaect ende M« te ver-
won grooter gemaecT:, ende coften te timme-"1^? °™ ren met hout, yfer ende lage in als omtrent 330. tchangc> feilden. van een gei
Des jaars daar voor was mede gegoten een sote doek
grote ebek ende die fchoorden. , . diefcoordei D * ,. ^ j n. vaneen
Anno 37. wort die noot Goodts gemaact eennICUWe fir_
nieu filvere croen, en wooch 4: marek en izwerecroen loot, gegeven van maacken 1 $. Phillips fciidenj to«c*noot compt vant mare'k by de 3,feilt. hoTff' ^' Anno 37. ende 38." was die grote diere-tyt,
ende do wortgegoten een middelbaar kloek van van doeken 1600 pont, eerit geheten-fineer Niclaas. Corts^ $]Ö?ßâ daar na noch een als voor dalder grootiten, ge- tyrnen"ecn hieten Redemptor, ende wooch by de 7000 pont daar oraV" ende die Meeiter daar off hiete Pkter van Dor-tknt. wen, ende waren beyde feer goet 5 ende die fel ve 'Meeiter goet mede ontrent defCfi t-yt die grote . doek op Stadthuis. Anno
|
||||
78 Oudheden en Gestichten
vaadVV. Anno 59« was die grote fterft, ende doe qua-
grotc kan- men de z. grote candelaars die beneden voir 9i dehaasbe- hQOCh outaar ftain.
nedcnt ou- jnt fe|ve jaar v/orde mede fcone vane gemaaéfc
an die cruicen vancafyn, ende coilen van ichil-
dercn mine frarge fameniy.fchilden.
, Auno 40. op Afcentioensdach, onftac die rie-
vant barnen , ,T r 1 j- 3 _ l 1 r ·-
opdentho-decapboven optenthoren die over dat belerr.oit
rrnvandcn ftont als van den blixem, en hier of ftaet meer
blixeau gefcreven in zyn plaatfebyde miraculen Ende men wrocht zeer dit jaar ende dit verleden jaar an de 4. cleine thoremges, voort wrocht men &eer an den thoren doorgaande tot het jaar van 47. toe, ende doe was die lantaren binnen ront gewulft, ende die pylaars waren gebrocht om- trent gelyciv.elcks een roede, ende in dienhoocli^ tefonder meer werckcn bleef defenthoorenlan- ,'»;-jv , '"-ge ftaan.: :%v-y* ))-:■■ Ü -φ·,
tafidegro- Anno 39. worde mede in de grote fterft ver-
JeclocSfCrgoten die grote clock geheten Redemptor^ die 5jj£; gefcoert had geweeft als voorfz. int jaer 36. diedcgioo-:·.-. Anno 43. wort te vier .gedaan ende gegoten ftc wm famen 44.00, pont fpys, als tot eene clock ge- il " t* hete &&fóh%tife een clein preeck clockge, 2f§£»r/ende defeclockeallen, als S. Severus clock,ende fleync 'de priem clock S. Jacop gehictcn , die maacten 4fJ§ckcR*' ü\]e pieter van Dormen voorfz. en al omtrent de- fcn tyt.
η : Mf , Anno4.7, maafte Dirck van Dam,een vergul- '2nCv?"ydcCybQrie' ^cltcc maantgen daarmen theylich
vah den . Sacrament in ilatie ende Proceffie in dragen fou- heyjigé Sa-^g ■ en(je wooch j^ marck 6. loot mit het craiücntc maantgen ende tglas , ende die glafe wcge 19, loot ende een vierendeel,
van de 4. Α·000 47* worde mede gemaa& de vyer lee- iectaars» raars int cruiswerek met hoor tabernakelen. · ( Anno |
||||
van Delfland.
Anno 47. worde becofticht ende gemaacktvan<|eiruj;
die Ornarnente cappe, cafuiFel ende rocks vantdeOrna- gulde lacke, ende daar toe eeril gecoft 2,9, ellen mentco» gulde laken, de ellen om ia,, faluiten, facit69. pont groot ende 12,, fcell» Noch na 17. ellen gul- de laacke tot n.ialuite elck ellen, facit 4.1. pont 8 fcell. groot. Somma hondert en elf pont grooc op z. jaar te betalen, ende dat boorrwerck wor- de gemaacT: hier binnen Tergou ende tUtrecht in drie manieren. Anno 49. worde gemaeét drie filvere vergul- vancje *£
de fpannen, om voir an de borft van de voirfz. filvere ver- cappe te dragen. Item die fpannen met den noot gul<le fpan» Goodts weecht vier marek vier engelfcelfe minnen* een loot ende een vicrendel loots, die fpanne met S. (Jrfula weccht drye marek 1 f. loot, die fpanne met finte Maarte weecht 3, marek enÖ# loot. Anno 49. wort op de middel-kerek boven l,0"c„ ^"f6
ront omme die feuge gefedt, ende elcke vuet fo de middei- die nu ftaat cofte vyftien ftuivers. kerdc. Item int zelvejaar voorfz. opS Barbaren dach vandeMin-
wort dieMiiTe gedaen hier int der Minnebrue-nebrueders, ders ClooÜer. van den Anno 49. wort mede dat Crucifix gefedr. 0f?luclfix
»>«u é. lui ° "at voort
gehangen boven voort hooch choor. cuoor
Anno 49. ende ƒ0. worde gemaact die blaau- hangt»
we fluwele ornarnente ende cappcn ende cafuf-van de ^M
fels, ende rocx mit paarlen die cappe was out ^e fl"weelc
éë ' ,. , 1 r ïl , TT l Capeile van ÀËÊåç , dier kereken angecomen wt den HagcpaarJc.
door goede coop daar an hebbende, ende dat ca-
fuiFel met de rocks was nieut laacke. Anno f 1, worde die blaauwe ornamenten van wnj[c^^*
den dorren boom verbetert, fodatter een niewe rc° bo(mï,r Vefper cap ende ^. rocks toe vernieut worden van. blaau daraalch laacken., Anno
|
||||
8o Oudheden èn Gestichten
vemeeaOr- Anno fi. worde een niea■ Organi.ft aftgenö-
ganift. men , een jonck Paftoor , geheten Mr. Lani'
\ur. brecht. ■■» »c
Van den Ende int felve jaar corts daar na wordt befteedt
ruis-or- dieheylich Cruis-orgfl, om der voo'rfz. Organiit
wille , en die becoÜichde meeft het heylich
Cruis Gilden, ende wort gefer int cruiswerek
boven S.Joris outaar in den zuit-ooften hoóck,
, ende was een zeer ejoet vermaart werek van zyn
van der tyt o J dat men . groote.
cetit de oe- In defer tyt worde hier mede begonne die fe-
tyde hier ven getyde te fyngen. ■??$*" Anno f4» op den zo, dach in Maart * wort
van ceri den eerilen fteen geleit van den trans buiten orn
iikuwe 't Choor mit die Sacriftyen, ende deden i. Prie-
fcrans tebc- fterS} a}s Httr Phillips Dirckfz. Plasman, Vice-
Underen? Cureyt, ende Mecfter Dirck Scalck, Capellaan
defer kereken, ende Daem Bartelmeefz. als Bur-
gemeefter doe van defer (lede, ende daer waren
doe Kerckmeeilers Dirck, Huich Dirckfz , jah
*ut Picterfz.van Buiten ende ÈuigevanWaeiDirckfz.
ende dit werek «wort in twe fomeren binne twe
jaren gewrocht terhoochte van een roede bovè
der aerden, ende alfo bleeft ftaen om te befter-
yen totten jaren ó"o, dat men daer niet meer an
; \ en wrocht.
i* In den felve jarewort gecofteen fcoeri root
wen hcy- laacken van damafch' van den Gilden des heyli-
lich Cruis gen Cruis , daar oock fcoon ornamenten voor
ërnatnen- ^cn fe}ven Gilde of gemaaél worden, ende om-
V trent i.jarendaarna, overmits dat de derde Ve-
1 fper-cap daar niet en was , fo becoftichde diè
t.y ,..· . jcercfc jie om by wylen die voorfz. ornamenten
of Capelle totter kerekdienrt mede te befygen»
ende gaven behalve 't laecken loof van Wtrechc
als van de boorde mie den caproen 6, pont %*
fcellynv Ao«<*
|
||||
van Delfland. #ί
x\nrio f4- en %$. door verfz, wercks als dieV3f) ^
orgel die cortelick gemaeèfe was voor den heili- g,oüdlc gen Cruis Gilde,als vanzynfeoonheit engenoe* Orgei enès chelickhëit zyns geluit, ende overmits dat defetwaiJ. °m Meefter Lambrecht een (onderlinge conftenaar was , ende indien oock dat de Meefter orgel-; maacker Adriaen Pienrfz. hem int voorfz. werclc Γο vromelick gequeten hadden, fo wailer veel van der macht defer Prochye mit de Kerck- meeftërs die de conft ende eer.defer kercken feer beminnen* ende daar wort gefloten, datmenee, , groot j fcoon Orgel van defen voorfz. Adriaen iotide late maacken.ende fetten int weft-endc" van defer kercke als an den thoren, Twelck de- fen Adriaen vermat temaacken van (onderlinge waarde, als dat men nergens geen beter noch fcoonder en foude vimk noch beter: defen ^ driaen heeft naaritich geweeft in dezen wercker^ ende hertelick zyn beft gedaan om dit werck tot zynre eere te volbrengen , ende heeft dejf- kercke op grote cofte gebiocht, fo dacmen daarê geen coft art en fpaardenj mer int einde fo en ift dit Werk nietfo fcoon van geluit geïuyde alit, cc-fte na advenant was gevallen, ende alit wel cierlick ende eoftelick gewrocht was, nochtans en heeft dezen Adriaen hem fel ven in dit werck n'et gefocht alft welblycte, fo dat hy hem daar mede verderf, ende defen hadden daar of van «er kercken behalven veel andere oneoflbri yari grof werck, datdekerck noch buite betaalden,! fomma i88.pont 6, fcell, 3 groote. Ënde noch daar toe tot zvn lyve an rente 10. Rins gul Jens sjaars, des foude hy dit vooifz, werck in raack 'm daack houden al zyn leven lanck, ende defe Mr. Adriaen leefde lange daar na,- fodat hy woonde namaals hier int Oudeman-huis ende ftarfdaar Anno 80. f Anno |
||||
Bi Oudheden en Gestichten
van Ie ctt- Anno <rj\ began Meefter Sybrant é'\Q Scoel-
itectófc.tnt meefter hier iti der kercken wt liefde op hoge
T% M? dagen Mufyck te Tyn.gen , alfo dat hy iommige
luergefon- acolieten daar toe leerden mit fommige Priefte-
gcnwott. f en ende waarlteke mannen die daar fueticheic
in hadden , ende haddc niet vander kerck dan
jaarlicx een propyn of fcenkinge daar zy famen
in vrolickheit mochte vergaderen. .;·..· «.
Anno f6. worde beflegen int filver van Ctaes
ii)vclf> Hcffd *. filvere hoofden om daarop hoochtydc
houHe- ftacie mede te houden , ende waren van S Ür-
firia Maachden, die hier in de kerck lange te
vore geruft en geweeft hadden.
Anno CT. op te Oclrave van S. Pieter endt Post-
*Me iQ:weh des nachts dofe was grote blixem endedon- ^gnrCqUail)ifè, ende diedumelhadde een groot gat gemaa£b in den thoren van defer kercken, ende d ie η£ςΙ dore van Sinte Nklaes outaar waren an ftucken gèbroocken j éndte die beeld e die worden daar wt geworpen dat al een fcoen nieu werek was, ende die dorèvan imte !Cnfloffeh outaar die wor- den mede gebrbècken, ende op S. Sebafliaens öotaar dat yférwerek daar men die doore me- de "fluit. Anno f%, worde der kereke gegeven teffens
*aUci"ege*drye kelckcn van goede vrienden , een van f4*
leti! C * ^oot fi^vers ï enc^ twe tftuck van 4$*. loot fii-
vers, alfo datter corts daar voor kelcke weder
geftolen waren wt der ouder vorfz.Sacriftiedie
beneden ant cruiswerek ftont.
vanS.Urfu- Anno γ9, reformeerde Meefter Swits eens-
len Oigd deels S. ürfulen orgel, ende h-idde daar of over
refomucy. vyftich Rins gulden , behalven andere grove
onco.ften die de kerck daar of noch daar buite
hadde,
Anne
|
||||
van Delfland. *.£'
Anno ó"o. 6º. 61. ende63. wort veel gewrocht Ë v4
sm den voorlz. niewe trans , om die voort te0pweickeis
vervolge, na dat zy toegeleit was mit de Sacri- van dett ftie, ende wort daar en binnen gebroeht rot den£uas» dake, ende bleef alfo ftaan tertyt dat de pylaars van den choor mede gefedt waren, ende dat nieu- we choor daar op geproporiioneert worden, dac men began hier na in den jaren 6f. , Anno 60. wort feer gefolliciteert ende gear-Van den Re*
beit om Relyquien hier ce crygen, ende die wor-iyquien hos de gegeven tot behoof van beyde onfe Prochy-^ hler kereken te Delft, alfo darter veel Relyquienecr ^ waren, onder alle van den gefelfchap van S.ÜTr- fitïa, ende worde meeit gegeven defer itedetn- de gegont ter lieften van deien nieuwen Goodts- huife van Miraculen, indien S. ürfula daar Pa- troneil'e was, ende doe dele Relyquien hier te Delft ingehaaltfoude worden, fo geboerde twiffc als dat Zy die in de oude kerck al houde wilde, als zy dede, ende worde op S. Antonis avont anno 0*1, ingehaalt mit fchone proceiïye ende mit alle den gilden , alfo dut van der Stadthuis of geboden wort, ende alle die dienfte voirden. van der ftede die mofte comen aldaar met ber- nendetooi'tfen , alfo dat alfulcke fcone ftatyeal·» hier daar voiren niet veel gefien en was. Anno 6% door eoede vriende die dat voorfZ, r
* 1 é * Vil Ð OTißâúÀ
mishaachdtn, hebben gefolliciceert te meer om K.dyquicjE»
m defer kereken mede wat te crygen, ende heb- ben oock noch veel andere Reiiquien vercregen van alrehande heiligen, endebyfonder mede van S« Urfula gefelfcap , ende noch de waarde arm met de vinger van der faliger Maria Magdalena^ yelcke Reiiquien oock mit fcoenre folemniteyt ingehaalt ende gecomen is in defer nieu kerck m den voirfz. jare als in den winter des daachs B* S. Maarten". jfc %■> Ah |
||||
84 Oudheden en Gestichten
—-■ , ^ Als defe reliquie voorfz* hier aldus gecomen
ran de Re- - Ί ,. , . ° r liquieeapel- waren , io worde geordineert dat men int voorlz.
kte tim- clein cappelletge van den heyligen Cruis, als
mere, ende daart Crucyfix lach, daar voor of gefeit is in den ï Re η'0 iare van ■ maacke foude een outaar, ende dac men die andere ombeflote capelle die daar tende an ftont, daar toe S. Oberts outaar ftont, daar mede vereenige foude om de ruimte daar in te crygen, twelck alfo gedaen wo<rt ende S. Oberts outaar wort daar naait weftwaarts in de ander capelle gefedt, ende dat Crucifix bleef mede in de reliquie capel, ende wort gefedt in den noort- "weften hooc derlèlver capelle, ende daar wor- de*fcoen yferetralyegemaa£t voor defercapelle, ende wrocht Pouls de Smit in de Coorftraat. Indefertyt ware deKerckmeefters naarftich om den outaar in de capelle van den relyquien te ltorTeren ende vercyeren den nieuwe back mie den reliquien, ende daar worde veel reliquie cor- telic fcoen verciert ende mit filver overtogen, ende fommige mede verguit na de behoorten, ende dit werek wrocktmeeft Claes HeJ/el Gouz- Smit, ende hy maaéfce doe mede den filveren arek daar men Paafchens die Sacramente in re- ferveert, ende is vierkant ende wooch^i. marek filvers, en die arm van Magdalem wooch 4*marck iilvers 15·. loot, 't hooft van Creatiighs ende ■wooch 6. marek, S. Marcellus hooft ende wooch ƒ8 loot, S.Niclaesfó,loot, S.Blafius f6.loot, S. Balkna 5. marek; ende meer ander reliquien dieint RegifterderKercken niet enftaan. Item S.Urfule filvere heelt is namaals verandert anno ijo8. van Jonge Jacop Lambertfz, Gout-Smit, ende weechtnu δ.marek min i. lootis vieren- de! coels gewicht. Ende als defe voorfz. capelle mee de reliquien aldus verbetert ende verciert wort.
|
||||
van Delfland. 8?
wort, fo wies die devotie daar toe, ende daar
wort van de kercken wegen mede grote gratie ende oflaten daar toe vercregen, fo dat ter een Bruederfcap vercregen wort, gehieten van S. Hippoïytus endeS. Urfula, daar veel volcx toe in quam, endedefecapelle wort mede feer veifochc ende veel devotie daar in gepleecht. In dezelver tyt worde mede fcone gratie en-
de oflate in beyde dele Prochy Kercke vercre- ^der^g^ gen, daar hem oock feer veel dede infcriven,tyde. ende was tot vermeerderynge desfeven getyde te fyngen. Anno <5f. began men te breecken dat oude
, ' j. ° , ei ë íÁçÀ oude
choor, om die pylaars te fonderen van de me- cj,00r 0ftt
ven choor, alfo dat mitden voorfz. trans accor- breecken deren foude, ende tot defenwercke fo wort an- om'tnicu genomen Meefter Jacop van derBurch, Meefterte fondcrcn* van den Dom t'Uirecht, om dit werek te or- dineren. In defer tyt wort ofgebroocken ende vercoft
dat Sacramenthuis datopt choor ftont, ende cof? me[lt te ver" ten die Kerckmeefters van Hillegersberch om 6*. fetren tendc pont groot, ende dat Sacrament wordegeordi-choor. neertte ftaanin depylaar vant cruiswerek onder den leerre S. Jeronymus. DieBruers van5ïo« coften't houtwerekvant
oude choor, om an hoor kerek en cloofter teJJ^r°u ò verbefigen', ende gaven daar voor 54. pont 12.. fcell. 6. groot. In defer tyt wort mïldelick gegeven totter vaB jcr
timmeringe van den niewen choor, alfo datoUCtwilIi- fommige ryeke luide gaven met hem tween, gcr ham- fommige met hem dryen heele -pylaars. reykingc* In defer tyt der timmeraadfe voorfz. als Anno
$J. ordineerdp die Scutters van de Voctboochs !£„„£„ 4er ftede minlick mit mencanderen, als dat zy gevcn. f 3 dat/'
|
|||||
.
|
|||||
%6 OuDHËDEïf -m Gestichten
dat jaar hoer fcieten wilde latenter lieftedefer
Kercken, ende die pennynge die zy daartoe foude boeren van der ftede, foude gaan die twe deel totter timmeraetge deferfCercke, ende dat derden deel tot timmei aetge der Minrebrueders, en rio'ch fo lieten zy hoor fcieten, alfomedewt minnen Anno 69, ende die penninge daar of , foude boeren die twe deel die Minrebruers, en- , de dat darden deel dé Nieukerck, ende hier of ♦ i' 'Badde deze Kefcke ontfange in als tot haar deel ij .pont groot Vlaams. Anno 68. worde veel giften gelts enderenten
*3f 'cnSA Wéëèvëti ende vergadert, om den dien ft onfer. lisyartwl· vrouwen ter noot Goodtsmede té vermeren in poodes. der c'apéJ'e, alfo dattér begrepen wort een Broe- dèrfchap, ende daar lieten hem veel voïeks in- fchrimi, d^ir men Regiftrereri noch onder de Kerckmeeftcren of Vinü. Mer die Duivel fayde 2yn iaat ,, alzo dattet niet lanck en ftorit, daar , frèrri de Bmed'erfcap in doudeKerck véél mede y:nfü~ófêê^ ende overmits dé oudeProchie die ou- fïë, ryckfte ende maeritichfte Hti volck is. So ïs defe akyt van dé fommige van 'dié benyt ge- weéft, hoewei dat m'en wel niér&dat Godtdie Heer.die hant hiel an horen vercorert Goodts- .;.. Üuis, nochtans oordéitélck altods na dedoocht fiie irlhém isj den verftandigeisgenöechgefeit. Arthc- 69. overmits oütheit tfan den voirfz. Swit^hoe '4b**** Pïeterfz. die Orgelmaaker, indien dat liv t grote nier by wyle diende fonderlingeCónftenarevan Verckwac Organifte, endê dié Kèrtk dickitfils grote coft jefötnieer- géleit haddé antgröotfte Orgel, ende fo dat oock |
|||||||||
w*
|
|||||||||
een fuiverlick werek was intgefiefrtë, ende dat
getuit daar na niet en hadden, aldus ontboden zy als nu Meefter S-wits, die over p.of io.jare daar voor S.Urfuïën wer/ck gereformeert hadde, |
|||||||||
MMHHB
|
|||||||||
van Delfland·
wantzy Mriaen íï\÷(æ. niet langer dit werck
te rn !ñ ç en betrouden. Maar delen Swits, ha wel hy daar wel of geloont worden, nochtans en verbeterdehyt met zeer, ende aldus vieltdir. werck voort tot meere cofte ende fchade. Anno 7o. wrocht mentterck ant houtwerck v.nt tï«
boven vanden choor ende trans, fodatter sjaarsg^ daar na boven al voldecT: en gemaaót worde, en- vant choor de worde in van binnen daar na in drie of viercnde den jaren gepaveyr ende den rnns gewulH:; cnde-t"·"· binnen die tyt wort oock tUitrecht belteet een coftelick wtgehouwen S^craments-huis. Anno 73 ende 74 waiTer grote twift fo 1«-v^dcn
eer fo meer, tuifchen deferOuyre ende der ou-fclu,nd»oude der Kercken, om de ProceiTie wille op heylige Kerck ende Sacraments-dach, daar veel onruft ende lm*dele Kjr<k dracht of quam onder den volcke, alfo dat Mee-:sJciamfnts. fter Pitte -van Sluis, Partoor, daar om recht andach. leyde tot Wtrecht tegen der oude Kercke, dat tot groter coft geviel der wederpartye, overmits dat zy niet veel gelycks en hadden , mer ten laatften worttet gefchiet, als dat men altoes jaar^ lix op ten voorlz. dach die ProceiTie beginnen foude in de oude Kerck ende inde meu Kerck volcomelicke met alle alfulcke folemnyteyt als zy wtgegaan was in d'oude Kerck : ende daar worde grote peyne op gefedt om te onderhou- den daarbrieffe ofgemaad worde, befegelt met fegel vandeBifcop, en leggen onder de Kerck* meefters defer kereken. Anno 76. den 6. dach in Mey, wort gewydt Van de Wy-
de nieuwen hogen outaar , in de eer van ^JjJF?· Lieve Vrou ende S Urfila, ende dat oude in- J™"^ dien den outarftien clein was, worttet gefedt in& den trans, recht midden after den voortz, oü- . Uar, oock mede worde toe gewijt den choor $ 4 met
|
||||
ép Oudheden ten Gestichten
met den nieuwen trans , ende,een -deel Kerck?
hofs in de zuytzyde defer Kercke : ende dit dee, Biicop Godefridus, > ;-fw.i.in' ι <».,,,:, Vaneen Omtrent de voorjTz, tyt began te comen een
gi-oot deel groot deel van den Sacraments-huis, ende wort
«Ις> Saaa- vair. gefedt ende gemets opt hoech choer, ter ment! huys p].aatfe ^aart noch ftaat, ter hoochte als totten dat oeiedt f n , , .. ,. ' . _j .
pptu lyiten ront om recht boven die traliën die Pouls
de Smit recht te voort gefedt hadde, ende ge- maakt: als ditwerekeenweinichtyts aldus inde voorfz höpehten geilaan hadden , fo was een dief by nacht in der Kerck gecpmen ende had- den de Cybory van fiiver, daar men mede tot ten fiecken gaat mitten Sacrament wtgenomen, ende die Sacramenten op ten hoge ouraar daar neder wtgeilort, wanttet Sacraments- huis noch niet te degen beforcht en was fonderlinge boven : indien dat ander werc als boven fjie traliën noch niet gemaacl: ende gecomen eo was. Ende niet en cpnde ment recht vernemen wie dit gedaan liadde. VanhevhVe-'ï Anno 77. worde in defer voorfz, Kercke een Sacraments rfcoen Broederfcap begonnen ter ecren den hey- pilden. Jigen Sacrament, daar een eerlick ende ilatige dienit aUe Donredaachs of gedaan wort alle weecks ende noch gefciet. Wair doir cortelick veel andere. Goddelicke dienfte daar na zyn op- gecomen, diedaar voir nieten waren : alstLof van den beyligen Sacrament in de oude Kerck, dat heylich Cruis Lof hier in defer Kereken, , 4t, '\<j die heylich Cruis Mille hier in d'oude Kerck, die Love onfer Lieve Vrou des Dyncxdaachs 9 Woensdaachs, Sonnendaachs ende Manendaachs. Want in lange daar voor en was geen Lof fa- vonts in defer Kercke gefongen, dan alleen op ten Saterdach van onfer Vrouwen, Ann©
|
||||||
Φ- \iê *$■$*
|
||||||
VAN DELFLA "NX>.
_ Anno 79. ende 80. hadde Meefter Jan vanV3n den
jintwerpen die Orgelmaacker angenomen ende grote Or- reformeerde dat grootlle werek , dat grootfteg^ heel te Orgel, ende maaóte daar een heel andere PYP* ^"tf r"~ werek in een niew lade, ende home balgen , formeren, ende daar en bleef mee in van dat oude werek dan alleen die blote buire caiTe, ende hadde daar of f ^. pont groot Vlaams, ende daar toe alle dat oude werek , ende doe dit voirfz. werek vol- maact ende gelevert was, fowort hem cortelick daar na mede befteedt dat heylige Cruis Orgel, jdat ttondt int cruiswerck, te verletten ende te brengen in de middel Kerck , in alre manieren mitden pypwerek ende anders, allo die int cruis- werck gertaan hadde , ende hadde daar of van · Zyn arbeit 100. Rins gulden. Anno 77, quam dat nieuwe werek van dat vant nieuwe
Saciaments huis boven de tralie opt choor,ende^aciament- wort van ilonden an geledtenheelbinnensjaars^^"^ gemaacÏ , ende op ter plaatfen int cruiswerck Cruys* daar tot dier tyt toe dat heylige Sacrament g'> ftaan hadde, daar worde doe gefedt ende beilo- ten om dagelix dat daar te verfoeken dat heylige filvere Cruis met den heyligen houte voirfz. Anno 77. des manendaachs na onfen omme-van de Pr*r
ganck, door een merckelick Mirakel dat corte- ce/iie der lick gevallen was, endedaar men op den omme- ™i0t gancks dach eerft befceit of vernam , fo worde 5at beek der noot Goodts doe weder omme ge- dragen mit Proceflïe na ouder gewoonte. Anno 83. in de winter, began men defen van ^ nc;
Kerck als vant cruiswerck nederwaart feer die der Kerck aartryck te ryferj , alfo dat wel gedrooch die3'»' van Jioochte van een bierton , ende byfonder after f°Z°rtt i- j τ/* . 1 1 j ir «er weit te
in der Kercken vandenzyd dooren tot ten tho- hoae.
rep toe, daar altoes meer en meer die aartryck 3r f daal-
|
||||
$o Oudheden en Gestichten*
; daalde end^ laach was, ende meelt alle die ou-
taren wo de daarom gerefe, ah oock noot was, want die meert alle te laach (tonde , als dat me op Blote vJoere itaande daar wel MirTe op ge- daan foude hebbe, dat tot groter coft gedyde, want alle fifbancke ende befcienng:· alle der ne- der kercken d 'or , ende ra den outast opelle ende alle die kerck door motten daar om gere- ten ende veran iert wefen , ende des jaars daar na lier die ftede dat heele ma clvelt hogen noch immer ίο hooch alfo dat die kerck binne noch al veel lager viel, ende dat kerekhof wort doe mede daar om gerefen alfoot oock doe nodich was'. AnncT 84. worde mede befteet Meefter Adri-
sLtttafcl. mn tUit recht die Beelde-fnier , een coitelkk "fcóute gefneden nieuwe tafel opren hoge nieuwe \ öütaarVals dat hvfe maken foude by naalfulcke ,,,·, werek é% hy conelick daar te voren rot S. Ma- •ï^ii-ién'binnen Wrrecht hadde gemaaéfc , wélck werek feer geprétèn was, tot welcketafeleveel geit toe geprocureert ende gegeven wort, ende quam omtrent twe jare daar na al volmaaét, en- de dele tafel· coften in als v^ndefe voorfz. Mee- fter duifeht Rins gulden corrent, ende die oude tafel worde gefedt after in den trans op hetoii- de hoocih outaar , daar zy te voren op geitaan hadde.*M Anno 84. waren die Kerckmeefters met fom-
tfan den mige van den ryekdom defer Prochie alfo be-
Thorcbo-> ^0Cnt 5 dat zy den thoren boven , alfo hy lan-
ven* ■ ge geftaan hadde, alfo hy niet volmaakt en was
s> Wilde voort volmaacken , ende hebben ontbo-
/ dèh eén Meefter Steenhouwer wt Brabant,daar
%j raat of namen en lieten het voorfz. werek
fcefyen, ende hebben alfo in Brabant befteet een
\ deel
|
||||
'■
|
|||||
VAN DbLFLAN©. $l
deel wercks van harden arduin gehouden totter
hoochte van eenre roede, omgaande op tenach- te pylaars van delantaren, alfodiealfodoeftont. Ende een jaar of twe daarna, als dit gehoude werck hier quam ende veel hoop maarkte, en- de daar waren doe andere Kerckmeeiters van andere finne, iorgende dat d.fen thore den laft des fteens die feer groot fceen te wefen, indien hy fo gefpreyt lach niet en foudc mogen dragen, ende daar walTer oock veel toe van dier opyoye* aldus fo hadde zy rouwe van de berreJinge des gebrochten wercks, niet te min zy voldeden den JVIeeiter en lieren dit werck lumen fetten, ende lagen befyden onder den thoren, daart bleef itaan omtrent 8, ofp. jaar eert opgebroeht wort. In den voorfz. jaar van 84. als S. Loys dach ,
fo was den Smede cnape gegonr datzy diecloc- yandegra». ken foude mogen befigenende luiden tot horen te doek cc feeftdach na ouder gewoonte, ende zv luide al- VCj§iettXf 10 dat die grootltedock icoorde, het welckeen cen aaar feer fcoen vat was van geluk zynre grote ende toe. altoos feer geprefen hadde geweeft., geheten Redemptor. Dit gefciet wefende is omboden die Clockgietervan denBufch Metüer Gobel, ende hebben hem beftcet een ander te gyeten in der ftedè van dyen. Aldus worde in de Vaften daar na onder de gemeente veel cloefpys vergadert daar toe, ende daar wort weder gegoten een kloek in de ilede van dyen, omtrent S.Jacops- dach Anno 84. ende wort geheten Maria. Doe defe Maria gegote ioude worden aarlgcfyen da£- ter wel toe geven was , wort defe Meefter mede noch een clock befteedt, daer hy terftonc na defe ander an wrocht, alfoodat zy mede ge-, goten worden omtrent ΑJreheylige dage int iel- ve jaar, ende wordegchkte Jbefusi indeindien |
|||||
92 Oudheden en Gestichten
defe clocke meer ende groter waren dan te vo-
ren , (o wort vermaacl: dat belefroit van Jan Heinrickfz, Timmerman, alfo dat de clocke ver- hangen worden al meed op andere ftede om der ruimten willen in de belefroyt, als dat het oock veel coften : Marya was g^raamt te wegen p. duyfent pondt, mdcjhcfus tuiTcen u. ende 12« duyfent pont, van de Met- Int vooriz. jaar van 84. omtrent Vaftenavont, ren Jer ico- Co wort by der ilede geordyneert in beyde Kerc- j etever*ken door oploopynge der Scoolmeeiteren, als ö dat men voortan des heylige daaens niet meer metten fyngen en foude mettet fcoel klercken, als
men lange tot dier tyt toe gedaan hadden, het wekken te beclagen was, ende die Priefters of Sangers van den getyde foude als dan die Met- ten mede fyngen, gelyck zy dede dagelicx op wereke dagen. Mer die Scoelmeefters en foude niet gehouden wefen mit horen Clercken tot eenyge Metten meer dan tot 8. die meefte h'ooch- tyde in den jaren alleen fonder meer, ende op ten Quatertemper Saterdage die Mifle , ende op ten Paaich ende Pynxteravonde ende plage in de voorfz. tyt mede die Ho*mis te fyngen alle de Vafte door met deQuatertempore. Anno 86. omtrent tegen Kers-avont, wor-
yan 4· onfe ^en vee] mften ende aalmiiTe van gelde en rente
ven Love, ve**gadert ende geprocureert tot behoof van φ.
die nu wee- onfer lieve Vrouwe Love, die men voortan fou-
keücx op de dagelicx favonts hier in der Keicken foude
quamen. ^oen fynèbti, als op ten Sonnedach, Manendach ,
Dyncxdach en Woensdach ; alfo defe Kerck
lange dagelicx fonder alfulcke dienit favonts ge-
ftaan hadde , ende men voortyts geen Lof fa-
yonts gefongen en hadden dan alleen Saterdaachs
op onier liever Vrouwen dage, ende anders op
geen
|
||||
'■ :■
|
|||||
van Delfland. 93
geenHoochtyde hoe groot zyoock waren, be-
halven datcortelick hier voor opgecomen waar twe Love , als Donredaachs van den heylige Sacrament,endeVrydaachs van den heylige Cruis, ende dit anvairde die Sangmeefters van den fe- ven getyde wege, ende dede dat doen van den geryde fangen opt hooch choor die voorfz, vier dage ter weeck, ende begonne mitten voorfz. Kers-avont. Anno 8γ. wort den trans rontom by na ge-van «
pavcyt mit herde fteen, wit enblaau gdcackeert, [^ '" die daar te voor tot die tyt toe gelegen haddevycn. ' ilechtelicke gepaveyt met baciteen rontom. In delen jaar van87,begonde te ryfe ende op . nl
te comen hier in defer Rereken een fcoon nieu TüZfat Bruederfcap ende Gilde van den fuetcn naam ^n Jhe- JhefuSy ende dat hadden begrepen eerft die ge*fus* - lellen van den Retorycken, ende wort begon- nen op S. Joris outaar, dat zy vcrcrcgen van den Voeiboochs Scutters, die dat voonyts op gehouden indien die overgegaan waren alle 'm die oude Kerck. Defe Bruederfcap voorfz. door fcone Goddelicke dien Men ende ceremonie die men daar dede, ende die men den Gilde-bruers endcSufteren nadeden int leven ende na de dooc door die devotie minne ende liefte , die men met recht is fculdich te dragen totten waardi- gen honichvloyende fueten naam Jhefus, fo i# defe Broederfcap feer gewaiTen al dre ftede door en oock hierbuiten, allo datfe feer vermenich- voudichde van volcke , ende door gebreecken die gcmer£t worde namaals onder den Regier- ders yan die ende den Rethorycken, overmits dat al fulcke Bruederfcap te bet in zyn weferi ende eerwaardicheit biyven fouden indien zy fo overvloedich was ende fo langfo meer worden. Soc
|
|||||
^4- Oudheden en Gestichten
Soe verfagen hem daar na omtrent vyf of fes
jaren die Heren van der Wet, en hebben toe. Regieidcrs gemaacl van ódhr Bruedeifcap die getyde Meciters van den feven getyde in defer Kercken. Binnen den jaren van 88. 89, ende oo, over-
wc prcccIc.tïiits grote ryfynge vant geit ende oorloge van ftocl, Joncker Frans, ende na door hach fettynge des geks, fo en wort niet fonderlyns getimmert of gemaa£r., dan een niewe Preeckftoel coilelicke gcfneden , int jaar van po. van vcdre- Annopi.endepi. worde defe Kerck tot veel ïiande ïepa-plaatie verciert, als mie latrynen in den tram, rade, cndemjt vrouwen fittynge van bancken in de middel anders dat |£ercfc ^ mit gangen boven in de middel Kerck over denbalcken, met folderen boven in den belefroyt onder ende boven de doeken-' om tge- luit te bet te fchieten over al, ende die Libe- rarye wort mede vcrmaacl: ende verbetert. En- de noch tot veel plaatfe worde dit Goodtshuis verfyen van buyten, ende van binnen in klein .timmerynge ende reparatye , dat te lanck ai waar te verhalen. ;:; λ , Anno pi. waft een redeheke fterft van der
Jkïft-, en .Peftilcntye ende daar ftorven veel Priefteren.
S. Uiiülen Ende in defe jare worde hefteet te vermaken S, Orgel te Urfukn Orgel: Meefter Jan van Antwerpen, 'm vcrnw welcke werek hy heel nieu pypwerc maaóte, ende dat oude werek al heel v.erandeF&ide* alle» datter outs niet an en bleef dan die ptiincypaei caflc, ende hy nam dat oude werek an hem, ende hy maa&e daar een nieu Pofitief buten an den iluele daar men fit, daar te vooren niet en ilont, ende dit werek worde opgelevert Anno P4- omtrent Pinxterj ende hy hadde hier ofip» pont groot Vlaams j noch hadde hy bedongen fyf-
|
|||||
-i„
|
|||||
van Delfland» $f
lyftocht op ter Kercken die hem op Kers avonc
daar naait volgende ofgecoft worde mit izponc groot Vlaams. Anno p4 inde Varren, begonnen dieKerek--wn red
meeiters veel huyfenof te breecken ende te co- fculfcnoft6 pen van de zuytzyde van der Kercken, «mr^rekhof Kerchof te vermeren, beginnende vant endelile wille, huis after der Kercken an dezuytoolkn hoock, weitwaarts omtrent p. of io huifen, ende die felve plaatfe worde toegemaacktende gepavey-t, ende oock gewyt binne den felve jaren; ende noch mede wortter toe een nieuwe muur geleir. tegen den water , ende daar waren noch twe hu(fen blyve ftaande ter werre die men in de voorlz tyt niet crygen en conde, mer zy wor- den noch daar na een jaar of twe der Kercke op geholpen ende of gebroocken, ende mit den anderen kerekhof vereenicht. Áççïñö. worde mede in defer Kercke ge-vanfijveré
maacr. fommyge dyngen die van node waren: builche, als filver bufche daar men die Sacrarnenten me- <lair mtr» de myniftreerden , als een grote filvere bufch ^1"1"""1* :„ ë ~ ij j j é ■ ceert ende
m de grote areke, ende mede ander wat clem au<jcr,
der, ende een monftrancy die men an den hals hanér. in een boorfe om te landewert mede te monnigen, ende meer andere cleinode daar toe dienende , ende een fcoen tafel ofte bort, bin- nen mit fwert flaweel overtogen , daar oic Sa- cramenten op ten outaar tegen vertonen. Int voorfz jaar wort mede begonne op ten nt
Sonnendach doorgaande alle wetck een eertte Mtffc
MiiTe fmorgens vrooch, die daar voor niet ge- Weeft en hadde in defer Kercke, ende namen an die Broederfcap van den fuete naam Jhcfus op hoer outair van Jhefns voorfz. |
||||
5>£ Oudheden en Gestichten
Tao dc me. Anno 94- int lefte van de Maart worde gf
taleuttalye fet voorden heyhgen Sacrament s-huis die mera* die voort ien tralye, ende hadden gemaacl: Rohbrecht van l™*™Dti*Blaesvelt tot Mechelcn, ende wogen 1486 pont of daar omtrent, êlck hondert om 1 f. Rins gul- den, comt in als 37,pont 3, fee), groot Vlaams, ende doe wort mede gemaacl: dye yfere kandelaar voort heylich Sacrament ftaande, ende maaéteri Jan TVymnsz. Smit , en weecht 15·. pont of daar ontrent. In den felve iaar van 94* omtrent lJaaichen
van den be^on men te Seygeren an den Thoren boveïi
Thoren. jnfhoocfrftèh:,ende men fóudén den herden fteen
van pytare daar voor of gefeit is de* lantarens
Anno 84. boven fetten ende métTen als de ftel-
Jaoye ende refchap gemaaft was op ten 9. dacfi
inMey fp wort daar of deneerften fteen g.Heyr,
ende deden drie jongefcllen, élck doe een Kerck-
meeftere foen wetende, als doe Michtel Gerrtt
IValichfz. Michiel PVaïhhfz. Cofyns, ende Claes
Bufch Janfz. ende men metfende an deie pyïaars
al de lomer door tot alreheylygen toe j én biri-
neri defen tyt nam Pouls Janfz. Steenhouwer,
doe der Kercken Graafmaacker wefende s dye
anderen harden fteen die daar voort an gebrack
ielver an hier binnen te wereken mit fynen
knechten, ende hy wrocht in de winter alio dat
llY de fomerdaar an volgende doörgande mede
werekende hiel, alfo dattet werek van vander
·.- - heelre lantaren totter cappe toe m defelve anr
dere lomer op quam , ende men begafι doe, ter-
ftont te maacken beneden voor den! horen dat
houtwerek van der cappe totten alrehoochtte
toe , als men dat dagelicx fyen mach , welck
houtwerek began eerit, ende h-idden angeno-
jDcn te wereken Gysbmbt te Timmerman mit.
|
|||||
^^^B^^a^B^
|
|||||
,vasn Delfland. $?
2yn mede hulpers, als men dat in der Kercken
Regi rters betcreven vint„ Ende in den jare $f. den 30 Octobri op ten middachte'..1%, wreri, Worden den le'ften.itecn gefedt ëii volmaakt al* daf hoochfte van de wendelfteen van de vöorfz. lantaren, ende dut by Pouls jdnfa. onfe Graaf- maacker, Steenhouwer vöorfz. ende Pieter Hèin- rkkfz. Metfdaar, bcyde als Meefters van defen wei eken , ende Pouls Janfz. vöorfz. zyn foera geheten Jan Poulfz. out ontrent v'yf jaar, heeft den leiten (leen gefedt, ende dat mede gefciet wefende onder den vöorfz. Kerckmeefters die dat ander de jaar mede al gebleven waren. Ende in den jaren oó\ twelck eensdeels te" vanthooefc-
Verwoiideren was, ende wat fonderlyncx is in-*fte(ies ^®- dient onverfyenovergeleyt Worden, tot wat ty- de men den eerften fteen van den gront des vöorfz. Thoren eerft leyde, fo vant men war- achtich in der Kercken boke befcreven daitet gefcyede in den jare 1396" als hier oóck vöorfz. ltaat toner behoorlické plaatfe den 6. dach int Septembry, ende nu gecomenzynde in den ja- re van 06. fo datmen alle dat houtwerek bovert gefedt en gerecht hadde, ende meri talderhooch-* ite, te weten, hetCruys daer op feüen foude,· fo gevielt alft wefen wilde' onverfienlick, dac effen in dat honderile jaar, op tenfelven dach 4 als Anno 1496. ende oock op den felven dacri in Sepcembry fo was defen Thoten opgebrochc van dendieplteneridelachflen totten alrchooch* fte, ende dat Cruis Worde gefedt ter vöorfz. tyt hy Juguflyn Claefz. ende Was Claes Eufchjanfz^. een van de vöorfz. Kerckmeefters jonclle foon* , ende het gefcyede met groter vroïickheyt erde danckbaarheyt tot Gode, ertde met fueter me- lodie ; als met Orgele ende Mufyck, alfo da% * φ bovejt .
|
||||
5$ Oudheden ek Gestichten
boven op ter ftellage gebrocHt was een PofltyF,
ende daar, waren dieSangers van Mufyck ende fonge <fe Deum Laudamus, Gode en Maria lo- vende ende danckende dat zy hoorGoodtshuiS bewaart hebben, mit alfulken vredelicke vort- ganck, alfo dat.men oock nye en wift te feg- gen datter yemant vant voorfz» timmere hem gequetft hadde.» of gevallen hadde geweeft, daar hy eenige leemte of verdriet of gehoude hadde 5 't is wel· waar dat die Meefter die dit voorfz. Cruis gemaad hadden enhaddetzyn be- quame proporty niet gegeven na der hoochtë. ■ ,f dattet ftaan foude ,„alfo dattet te fwaar van yfer . iv,.;. ende anders te groot was, waar door dat het op ;S. Victoors dach.'daar, na omtrent vyf weeken, door grote (iorm ende wint die doe was ontrent een wre na den middach van boven neder {tor- ten, ende bleef hangen in dendacke der mid- delkerk , als veel menleendoe wel lage, noch- tans en wafTer niemant misquaam of hinder or weette of gecomen ·, ende daar worden van fton- f!en an een ander Cruis gemaa£i van bequamcr proportye, ende opgefet als men dat nu ter tyt noch fien mach ftaande, vandeApo- Binnen den voorfz. jaren dat men alduswrocht ftelcn. ant hoochftevan den Thoren ende daar omtrent, fo worde veel Apoftelen gegeven ende gepro- cureert, mede an de pylaren andenhoochChoor mitten Sahator op ten hogen outaar, die fom- mige mede daar na gedoteert worden mit can- delaren en waslichte daar voor barnende, als men bevint in der Kercken regifteren. f , Anno p8. van jaarsdach op te fcryven op ten der drie kq. Sonnendach na ^er tvenen dach na de FejperiQ magzn, 4.wren, fo worde hier in der Kercken eenfeoen ipul gefpeeh van den drie Coningen, datPrie- flere
|
||||
Van Delfland* 39
fiers waren, ende quamentotverfceyde döoreri
in te paardjeri, clcx met zynen geiinne verga- derendein der middelkerck v ende öpt grote Orgel waren Engelen ringende , Gloria in escel* ft$) ende daar beneden Harderen fpelende5 en? de daar was gemaact een vieryge iterre, fcie? tende naden hogen outaar daar die bleef iiaan j vvyfende aldaar den drie Goningen die niewegc- boren Coninck der Jode in Betleem, twelcfc gemaact was mit levendige perlbnen properlick op den outaar, daardefenConingen properheid ende devote!ick fprekende, ende eensdeels fin- gende haar offerande dede , ende na defe fpele fo was veel lopens en bellens,, fodatter deheele ftede medeberuert was, ende defeKercken was doe fo vol volcke, datter nye ib veel volcke in defer Kerck gefien en was* Int leile van defe voorfz, jare van 98. als in . .
de Kors heyligee dagen, op S.Jansdach na den\ètdia daar middach, fo wort hier in derKercke een Man-defeu kerck daat gedaan vanlntcrdick ende ceffe als een of- "méHe heiaft latingc ende nederlegginge alle GoddelickeworciLBV dieiiiten vanGetyde, MiiTeende alle andere ce- remonyen, fander alleen Sermoen te doen ofte Predyken, dat men in alfulcken tyt niet verbie? den en mach, ende dit began op alre kinderen dach fmorgens vrooch , tot na Vro.u lichte MiiTe daachs na S.Blafius dach, durende te weten 5". weecke en 3fdagen, ende in deClooileren hier binne van defe Prochye las men Miffe meefl? mit beöoten dqremerniet in defer Kcreken, en- de men moft in defer Kercke geen dode graverf in dier tyt, noch kindere Keritene', noch Bfuks trouwen, noch Kérckgange van Vrouwe doen % noch wtvaarde houwen; mer defe dingen waf* ae gedaan als van de yoorfz. Prochye we#e inr |
||||
lpo Oudheden en Gestichten
de oude Kerck op onfer lieve Vrouwen Choor;
Daar alle Exequye, Vigilie, MifTe en andere dienfte onfen Cuyren angaande gedaan worde ende offerande ont fangen worden , ende onfe doiie worde alle in de oude Kerck ende Kerck- hof begraven na der manieren als men hier plach, Tonder eenich achterdeel van onfe Paftoor in aU Ie dingen , ende dit quam door een machtich ende ryck man wonende tUirrecht, die groot was in den hogen Hove, ende hadde rente op te gemeen vyf fteden van Hollant, als Delft, Leyde , Goude , Haarlem ende Dordrecht, overmits dat hy quade betalinge creech, fodat hy verworfen hadde te laten gefcyen j mar hy en wift niet anders deze nieu Kerk en waar ge- weeft die princypaal Kerck van der ftede, alfo zy midden in der ftede ftont by der Stadthuis, ende alfo was dit ongeluck op dezer Prochye alleen gevallen, als men na vernam, anders fout gefchiet hebben in d'oude Kerk. Daar of te duchten is fommige als men toe wilde zeggen fcult in hadde. yan den !aft Van den voorfz* jaar van 98. voortgaande 4. vanfcuiJe of f. jaren of daar omtrent worde niet fondcr- derKackenjjnge Q( weynich getimmert an defen Goodts- fooTden ifefe* anders dan tot fommige ftede reparatye ThurcD» ende klein timmeringe van weynich coften, en- de dat overmits den Kerckmeefters in dier tyt, dienende feer veel heete fculde gelate waren», die binnen dier tyt op dage ende termyne be- taalt moften zyn, oock mede waren daar noch- tans veellos rente vercoftgeweeft, gedragende sjaars wel 100. pont groot Vlaams; ende alle ctefe voorfz» fculde ende vercopinge van renten waren alle gefciet int jaar van 94. ende 9?+cai 96. ende 97* als om dat timmeren van den Tho* ren
|
||||
^an Delfland; t&i
ren boven, dat zeer veel gecoft hadde, howel
dattter nochtans binnen de voorfz. tyt ièer veel toe gegeven was, waar of de reeckeninge noch! leggen onder Kerckmeefters; ende in de tim- meringc waren oock nochtans vercoft veel co*·' ilelicke cleynodie van filver ende van gout, alk' men plach in der Proceffie om te dragen voor den noot Goods aan den clederen hangende, en- de van der noot Goodts cyraatgen, als cóftelic^-;;-k*. ke riemen ende vyftichen, ende anders dierge- lycke, noch mede kelcke ende cleinodye wtter Heylichdoms Capellen , noch hier en boven waren verfedt ende belient geweeft andere co4* ftelicke juwelen van filver, ende alle defe fcul- den ende rente ende beliende cleynode mofteri defe Kerckmeefters die daar na quamen betalen^ reeden ende of quyten, ende aldus mocht men anders weynieh doen: mer Godt ende die mue- der Goodts hebben die Kerckmeefters alfulcken byftant gedaan, dat zy defe fculde ende onge- reetheyt vromelick gereet hebben, ende veel verhaalt datongefidn was, ende die voorfz. vér- cofte lyfrenten gedragende sjaars ande ioo.pont groot Vlaams, hebben der Kerck noch lange na den voorfz. jare gefmerttet, fo die gaande bleven, dat men noch in den jare 15-12,. qualic- ken yet repareren mochte of timmeren^ hoewel dat Godt ende Maria graty gegeven hadden, ; datter binnen defer tvt nochtans al wat gedaan is> ende meer dan men vérmoyt foude hebben, als hier fommige na gefcreven ftaan. Anno ifor. wrorde gewrocht van MeeftérVan der«-
jan van Swanenbroock,. in dei twee grootlleOr-pamrie ία gelen, alfo dathy alleen voorfynen arbeyt had-dctwec den tot dier tyt hadden van dér Kerken ^R'ns-^gcicL· gulden, endetyoiit uTer.dicmaal gewrocht an Φ 5 den
|
||||
3^92 Oudheden en Gestichten
den voorfz. Orgele ,;ende by fonder an S. ■£fr/#-
lm Orgel, daar na binnen 7, óf 8. jaren * fo dat men daar rot verfcheyde Meyiterenby nootfaac- l^e o,ver gehadt beeft, ende dieKerckdaar bin- nen grote coft gehadt heeft van dien, als men int Kercke Regifter irtl brede wel befcfeven |
||||||
„nInt yoirfz, jair van 1. wort ootic béfteedt en-
Iku uber- ^jaars daar na in 4f$ Capelle gsfedt teen fcoen nakd tot oieu tabernakel in hout gefrieden^tOtier* noot die noot Go/odtsjn te Uaan5 daaf boveingewrocht de 7. Goois inteperc]ie van (je 7, ween onfer Vrouwen*, ende maacfe doe gierman Jajifζ. ende otn die taber- nakel .wel te proportioneren totter; plaatfen^ fo woiter gemaal; mede een! nieuwe portaal daar men deie tabernakel ©pfette tot fynen eyfcheny ende andere dinge van der maeehde fittinge en·» ge.beho;Vinge, als lllrvnengeftue^eni ende dier- geïyxken totten ;tyichs éiide b^rage van de Van een I ;Ann0 *·* wasoqck gecomë in der Rereken
nicu Beth- een gefnedenin hout een .Betleetn : als men dat leem van lette, van Keiisrniile tot Liehtmi0e jaarlicx be- buite gecor fydp't hooch ehoor na ouder gewoonte. Anno 2.. en 3. worde öoek gemaaél: een fcoe-
Van een ne roo^e Capelle van ornament^ r-als cappe en- ?Ieu Ρ de roeks.. ende was root Engels woeitem laac- leornamen-,- , ι & Λ ":'V jA
ten van root ^eni>1°P; y?clcke ornamenten Worde doorgaande
woeftein, to borduirt van eoels Gout grote feone blorne hier binden der l^ede die boerde ende eaproenen die waren ooek hier binnen gemaal ende forn* jxiige buiten * merdac eafuiFel dat ;Worde 4, .01 £♦jaar daar na genia'aqt , te weten dit; boorc- -,m w€rcki tot Wtreco|* endedat ander*e wérekdaar ï>f hier binnen, ende dat o vermits, dathien alrc perft doe men defe. Capelle au leyde te werke» fi'\¥\ 5 fa P"^
|
||||||
doe waiTer een cafufFel van roede wolie laken,
alfo mede diergelycke gebloomt als defe Capel- le , dat corteiick daar voor deie Kerck hadd&j doen maken, daar men defe Capelle fonder den cafufTel van den felven laken nu na gemaact heeft, ende mede tot dier tyt toe gebeficht had-; dé, ende deze Capelle zo voer Zo ha eerfe vol- maacT: was coften over de ioo. Rins gulden in als, mar het was vant beginfel óf geordineercï als dattet Gilde van den Heylige Sacrament de* ze Capelle voorfz. doorgaande mitter Kerckerr half en half becoiligende ende betalen foude, ende daar voir die mede foude befigen tot haren;. hoochfte feeften, daar die hooren Bruederfcap ende Ghilde toe eyfchende' waren , ende daaih toe worde toe feeckere dage ende tyde befcre·^ ven an beyde zvde, als feefte derKercken aan- gaande ende feefte den Ghilde aangaande, daar een tafel of gemaa£fc worden ende gehangen nr der Kerckenkamer, ende hier of betaalde defe Kerck de helft, ende't Gilde voorfz. de helft. Anno 7. 8, en 9. wort de Kerck verfienen- ^ aIrc:
de in reparaty ende anders tot veel plaatfen ver- hancle repa. ciert, als de tralye vant Sacramentshuis te ver-raty. gulde boyen op ten choor ende trans buiten fbye ende hqute lenen te fetten, ende die ver- wen metten venfteren als tegen verwateren, ende die bakken boyen in den choor die in der muir fpmmige vergaan ende verwatert waren te ver- fien, daar men ftellagie om mofte maacke: voort boven in .den Thoren atrehande repa- raty, ende ander dingen diergelyck boven en- de beneden, daarom oock alle gröote cofteatt gedaan worde , ais men int Regifter van digi vint opt langfte. ";ϊΓ 64 Aim·
|
||||
164 O'UDHEDEtf ΕΝ GeSTICHÏEN
Van der Anno xtfiende die Kerekmeefters dat die Ca*
wtltttynge pelle des heyligen Cruys ende der nobr Goodes
der Cruys f?er naau ende clein was naar hoor behoofte, uztïl^Qïil' ende naauwer.geworden wascortelickdoor den portale der noot Qpodts daar zy boven itont, ende den latrynemende iittynge ende anders dat- ter nieu gemaa6twaf. So worde daar raat op genomen alfo dat, zy die CapèlTe noptwerf. wat wtfettenmochten tot meerder ruimte yart binne tt crygen. Twclck Zy volbrocht hebben : be- ginnende dear om te del ven alfo Verre al ft Kerck- boT ftre£te, daachs na onfer Vrouwen dach Ge- boorten buiten der t^apelle, ende hebben ind'an- dpr weec.k daar na/pm den Meifèlaars om den ιήίηΛςη coil een groten bogen beneden duen i]aan, op te fondamenten van beydéde wtfteec- kende pvlaafs 'ende', fcorinq;e dès crüiswerck, daar men voort, opgaande de nieuwe muire dei' Qapeije op gemetfelt Heeft έ'ραψ verenicht met den voort wtfteeckende pylaar , ende de(e wt» fteeckynge van defer niewer wterftè muire mit- . :; r!f;7te^ liarniias. ende.glafen; voort 'die* óf breeckirl·* rnsevan.der ouder binnemuir, mitden bogen der '1***%yen gei|ege'ende wulfiel r om 't oude werek daar op te maackèn, te vangen ende te ruften» bebben tfamen veel wercx in gehadt, ende veel Óocorteri zyn daar pp gecomen , veel meer dan men we| vermoyde , alfo dat men alle de win- ter ,daar(an volgeqde mede mëeft doorwrocht, alil noot was , ende noch daar toe die fomer (Jaar an volgende, als int greyen van defer Ca- pellen van binnen, ende int maaefcen ende fet- ten? d£s hputjv^èrck daar men metale tralye in letten foude voor defer Capelle. Welck hout- werek der tralye eerft reede viel in den voor· winier $aar na voJgen.de Anno if i|. |
||||
van Delfland. ίο?
%η ftet $dte j^tóerfcuitfcge Boeftje fcofet t m
regifier Der nitraten / öctettlen fcen oïm φ tipn en genaDigen <0öDt/ in sloten getaïlcn tot tUt öeeiö fieeft geiteben te ïaten gefcfiiciien, i. Een man die rer doot verwefen was, woré
verloft, 1381. Z. Van een kint dat blinf geboren was, en wort
fiende, 1381. ^Van een man die verdronk in de Veft, en
wort levendig, 1384. 4 Van een kint dat verkrepelt was alle die Ie*
den door, en wort genefen, 1384. £ Van een minne of voefter die haar'kint ver-
legen hadde, en wort levendig, 1384. Ó: Van een kint dat feergefchoortwas,en wort
genefen, 1384. 7. Van een kint fiek van Dr, Corhelis'Euel, en
wort genefen, 1384. 8. Van een man die verdoolt was , op te wecfi
te Rome waart, en komt te regt, 1384* 9< Vaneen verkrepelt lam kint van | vierendeel
jaars, en wort genefen , 1385V 10. Van een blint kint vander geboorte tot 3«
vierendeel jaars, en wort fiende, i)Sft 11. Noch van 't felvekint een ander mirakel*
12. Van een verkrepelt man , die in een back
hem fel ven voort fchoef. 13. Van een man die zyn bien van quetfinge
gefwollen en feer vervuylt wasa dat ment of- gefec foude hebben, ende wort genefen, 1387. 14. Van een kint dat krepel en ftom geworden
isuyt een fiekte, en won genefen, 13P4. if. Van een maagt tot Abbenbrook , gequelt
van den Duyvel, en wort verloit, 1306.
16, Varj een jonge maagt van Lcyden , die een ΐ
|
||||
ïoö Oudheden en Gestichten
vallende euel hadde, en wort gefont,,t $$$.
17. Een verkrepelt wyf van Waterynge, wort, gefont, 1400. ,r[' fóltfi
iS, Van een man die van de Donder enBUxem verkrepek was, en wort genefen, 1401I
ία. Van een kint van hier binnen , dat,in* de Delft verdronken was, ende wort levendich,
20 Vaneen kint van hier binnen Delft , dat
, Jange blint ge-weeft hadde, en wort fiende en gefont, 1406. *
21. ,Van een verdronken kint uyt het Rietvclt binnen De^ft , en wort levendig, 1407.
£2,.Van een verdronk^ kint buyten de Haach- poort-by; de Sieken, en wort levendig, 1408.
23, Va"n êen kint verdronken; tot Öuwerfchie,
en wort levendich , 1408/, :, 24. Van\een,kint dat verdrankJïier binnen int
Rietvelt, en wort levendig, /1410. ',:.,.,;. 2j, yan5ee,n kint dat verdrank hier binnen in de
Vlameftraat ,. en wort Jpyendjg , 1413. 26. Van,eenrnanvanLeyden , die in een groo?
tekrankheyt ;zeer verkrepek was, engeneeft, 27. Van, ^en kint verdronken te Nieue Veen
buyten Delft,-=en wort levendig, 1417.: . j 3$. Vaneen $m Gekte wege eomende hier uyt
Èngelant bedevaart, en wort genefen, 1420. 2p. Van een kint uyt de kier dat aldaar ver-
dronk ,. en wort levende, 142.1. ajq; Van. een man die op kricke reet % en wort
gefont,;;J4^3:· - ■ ..> irrèi
51. Vaji een man ter Goude en hadde die Pe- ir,ftilentie,1 en wort gefont, 1426. 31. Yan een ;wyf van Amfterdarn , die van een ^kors ftien verloft wort, 14.19. ·.... 4» 1 33'Van
|
||||
η *y α ν ι D ει, fxan d» 3 107
lp Van éen kint dat verdronken Was te Dieft
in Brabant, en wort levendig, 14Jöl^ 34.'Van een kint dat verdronken Was by den
overflach op Schie ih die oudePróchie , en wort levendig, 1436V 35T. Vaneenvrou van Naaldwyk , die ih on-
macht lach van haar fel ven, als vattder popel- cie, ende wort genefën, 1440. 36. Van merkelyke Teykenen en Mirakelen,
die hier gefchiet zyn van defe Goodtshuyfe, doe die riedé Gap van den Thoren ontftak van de Blixem, 144*/"· 37. Van een kint hier after der Kerken, én wort
levende, 1446. ■ ■· bcsg e3niid jw 38. Van een rriaacht inde Burchwal die ilom
Wits,^ en fprak, 144& 39;; Van een kint buyten die HaaghpoorC, dat
met een ileede over gereden was, eri wort
gefonc, ï$$o. * ■''■■ '
40« Van een man hier binnen an de Molslaan, die byiinnich was, en wortgenefeh> 1462.
41. Van een kint hier bintien dat fefcrgëfehoort haddê göweefty en wort genefen, ïi^S^,
4x^ Van een kint dat int omwerpen -van èëa wagen ψ m een floot Verdrank ^ en woft 1&
vendig, 14^7. - r OW na
451 Van een kint uit derFMam , dat verdrank* in de Delft, en wort levendig, 146^.
44. Van een verdronken kint op Direxhoren, èn.wort levendich, 1469.
4f. Van eèn verdronken kint tot Pyha'acker, ende wort levendich, ï65p.
4<5» 'Van een vrouwe Uit de Haach die blirtt ge- voorden was in fiekre, eri wort fiendeji^p. 47. Vati éen vrouwe Van Haarlem, die heel kre-» pel gewerden was > 4h: wort geföht, 1470,
m 48. Van |
||||
ïoS Oudheden en Gestichten
4§. Varneenkint van Leide komende krepel en
krankiinnich, en wort geibnt, .1470.
4p, Van een man wonende ter Veer in Zeelanc j die lange feer krank gelegen hadde, alfoodat hy handen noch voeten roeren en mocht, en
wort genefen, 1470.
f O. Van een wyf die verkrepelt was, wonende te Schiedam, en wort genefen, 14.JZ.
5-1. Van een kint dat van een fteen verloft wort, en die loefde, 11476.
f'p. Noch van een kint dat verloft wort van een fteen en loofde, 1476".;
f$. Van een kint dat fiekwas van de pockenen wort blint, en nu genefen, 1476.
ƒ4. Van een jonge knecht van iz. jaren, die van de fteen verloft wort en gefont wort, en
fterf na Vicecureit van de oude Kerk te Delft,
s 1477·, . ■·.'■/ ' 'i'J?-: V \':"
ff, Van een maacht van 1 f. jaren die feer ver-
krepelt was, en wort gefont, 1477. f6* Van een wedewe die verkrepelt was , en
. wort gefont , 1479,^ . - , ·; ;; : fjt Van een verdrpnken kint wonende opi Schie,
, en wort levendig, 1481. 5-JS - Vari een kint dat verdronken was by iïnte
Cornelis Capelle, en wort levende, H^7· fp. Van een kint dat verdronken was, en wort
levende, 1488^ -.·-. ; r/ .. Ri-;Cl 'Su-tit 60» Van een jonk knecht van 18. jaren dié foo
lam hadde geweeft in beyde zyn beenen, dat hy in een wagen moft fitten , ende hy wort weder geiont, 14Ρ3. ., ;b ;i -10*7 ; :> 6*1. Van een kint dat van een folder doot viel,
en wort levent, 1494. ; fa. Item yan defer tyt af, tot den jare ifof.
zynder noch veel Mirakelen gefchiet en teyke- nen |
|||||||
*
|
|||||||
-1
|
|||||||
van Delfland. ie$
tien .die feer merkeiyk waren, ter eeren Goods
ende Maria ter noot Goods, ende waren ook wel befchreven ende geauctentifeert bi han- den der Notarien, alzoo daar ook dicwil fon- derlinge Proceflle mit den Beelde der noot Goods om gehouden waren, mee verfuminge en verilippinge waren die inftrumenten daar afgelaten onder fommige Cappelanen, welke door hoor oflyvingeende fommige hoor ver- latinge binnen defe tyde zyn verlooren en verbyftert, foo dat men ze hier ter Boecke niet en heeft conen gekrygen , dat ook op andere tyden voirmaals ook mede alzoo dik- maal geboert is. 63, Vaneen jonge maacht van i8* jaar, een
Poorters dochter, die lange gink an gebrek van den. ftien, ende verloit werden , ijoy. 64. Van een kint dat vcrioit wort van de ileen,
hier te Delft, 15-05·« 65, Van een kint dat krepel en lam was van' f.
jaren out, en wort genefen, i^of. 66. Van een vrou perfoen, die van de ileen ver-
loiTet worde, ifao*. 6ã. Van een kint uit den Haach dat feer ver-
krepelt en lam wort twe werf, en wort ge- font, 1 f 06, 68. Van een kint van hier binnen Delft , dat
feer gefchoort was, 15*06, f * 69. Van een vrou uytZeelant, die feer gequelt
was met rafery, en wort gefont, é f 06. 70. Van een kint dat zyn water niet maken en
mochte, en wort genefen , 15¼6". 71« Van een verdronken kint ineen Buftel-put
. te Pynacken , en wort levende , ifoji 71. Van een jonk knecht die gefchoert was, en
worde genefen , 1 foj. 75. Een
|
||||
ι ιο Oudheden en Gestichten
73· Een merkelyk Mirakel van een knecrïrge
van iö, jaren dat fonderlinge gebreken kreeg door laft van de fteen, en wort gefont, i f o/. 74. Van km kint dat te Pynaeker verdrank, en
. wort levende ? 1 j*op
75·. Van een Poorter van Delft die anderhalf
jaar gegaan hadde an-eën qüaat been, en wort genefen by der genade der noot Goodts i tf 1σ. 76. Van een Poorter te Delft die feer krank lach
, · van de Gicbt, en wort genefen, jfiö, 77. Een jongelink van 18 jaren, van de Pefti-
lentie leggende, wort gefont., 15*10. 78. Van eeu Schipper die gevangen geweefi:
hadde van de FYancOifen , ende was feer kre- pel en lam gepynicht,hy was van Haarlem 5 en wort gefont, ïpo. 79 Van een Priefter en Meefter en Canonik
tot Abbenbrook, dieby nadoet gebluet was* en wort gefont door defen Beelde, i 5Ί r. Só. Van een kint dat verdronken was te Sue-
terrneer , en wort levende, ïfii. 81. Van eert kint dat lam en krcpel geworden
was, en wort gefont, ij-11. §2. Van een jonck knecht die fiek lach van de
Peftilentie, en wort genefen, ifiz. rï 83. Van een jonk maagdeken wonende hier aan
■* 't Merófcveit, van 5. jaren our, fewortover- gereden , mit een wage vol volks, en worC
Weder genefen, if 13. !i!! 84. Van een jonk knecht te Delfshaven, die
ί een lange groote ladder inde cop boven van zyn hooft, mie den haac gevallen was 9 en
wort genefen 5 ïfi4* By, Van een maacht uyt ^eelant van 17, 'jaren* f 4ie Tonder fpreken in baar uytterfte Sacra- menten , ende wort gefont, ifif. 86, Van
f |
||||
van Delfland. · m
$6*. Van een verdronken kint te Leerbrbok by
Gorichem, en word levendig, i$if
87. Van een kint dat gefchoort was, van hier binnen, en wort genden, iyif.
So\ Van een Klerk van Parys, die ter doot toe gequeft was i en wort genefen, tyif.
§p. Van een kint dat feer gefchoort was, en genas, 151 i>♦ ïïi
^e3e foonöeren (3) fïaan fcn #Boxhomius,
Μ 5Ön|9eïpen/ tcfioeftbOOI loutere verdicht-
zeis' of verzinningen van het rnenfchelijk vcr- iland. jj^aar öe ^oöantgen öiööe in oat 3e io^
geti^'öe msralteïen/ 0003 öetoeïfie öeliernt*ait Chriftus ban 'tnegtn af tot omtrent ö^ctijöen toe berïjeerïpt i§ getoeefï / tmlïen na5ien ï)et Hand- en Huisboek van Francois van S; aden-j-j
in 't fneïite ooft öe liöomaamfïe geloof^er*
fejf)iïïen opgegeïöert en opgetoogen tooften. St^ant baar toont van Sr aden am/ om 3pe
fcopfoogiger öeimj^entnnojte tooo^öenöïeraati te gaaien/ Data Chi-iftus aan De beritonöiger^ ban 5jjn <g£bangeSie niet alïeen magt geeft ge* geben om toonbertoerfteti te öoen j maar ooft De bjonöertoernen tot een * tenen fïeït; toaac aan öe genen / öie't geloof aangenomen iytfo ben/ geïient ïtonnen tooien: suifenöe ook öe genen «/ öie tn ftem geïooben $nl\m/ öe 3eiföe en nocö g^ooter toerRen öoen k *&at öe mirane* ïen of toonöcriuernen biel boomamentip tot ten teïteii of &ïp betfïrennen aan öe ongelo*» * Theatr, urb. Holj. In de Befchr. van Delft,
t vooral in'teciftedeel, 3 ttoofdftuk §, 11, λ Matth, 10. v.8. * Mare; 16, ν 17.1 e,
e Joann, 14, v» u. ^ ι Cör. 14, τ. si. ;ΐ <*" 's -: · 2.
bigen:
|
||||
ιtx Oudheden en Gestichten
bigen: maai* bate <0obt bt$ niet tegengaan-
de/ scïf^ na bat get geloof otibee öe ongtfobfr geil beCÖ^eiöt lg gebjeefï / by be uame gele-
gendhtit aanzienlijke mirakelen heeft: gedaan; 3t 3g ter Öefteèringe ban tanbfeïjappen/bfe fjet
geioof aocj) niet ontbangen ijabten ; 't 35 ter fiebcftigng ban tm geïoof^artpeJ / 't toelft in ttojjfei getroli&en of brfÏreöen tmrra ·, t33 ter tergeeriping ban een 3|ein'g/ toien^ bie* ring <0obt in sbiang lailöe lengen. &ι\§ 3ien big bat 3elf$ te teltelpe <£5e*
fcïjieSt-fcfeperp ban jtmagbenburg / in fléfc 13 ïjooföjlnnban ieöec pnberrgctal/ betoan* öer-tefcenen of mirateien ban eïïie eeisto nau* fceurig opteïien: a$ b$ boo^beeïb/ be mmht* lm bith® Sulpjcius Severusopgetelö fïaan/ en öie be ï|. Martinus &002 Ijet teïien be$ geiü'geu ïirut^ ïjeeft geöaao. ïpeüjontseren/ biebelÉ. Auguttinus öefel^eben geeft 5 en betoeïÉieopDe -aanroeping ban <g> Steven , of ban öe fjeilige martelaren G- r ν * π υ s en Prot a fi m gijn gefcljseök <Pe genen öie 000^ oen ttoeeten Augufti.nus, üi toiï seggen ben ÉpQfie! ban ingeland / en öoo^ be$ gelfS ra$ - en amprgenooten gebaan 51311111 &;oot>23?itanje / tn öoo^ bm groten Grcgorius, bie getti öerbjaart ge3onben fjaö / foerïjaaït fooien : bie be lf. Bemudus, bol* gen$ ïjet bergaaï ban Godcfridus % ji&onnift ban ïsïarebaï/ in J^aainrp öeefr gebaan ^ie ter bebcfïiging ban Chniius toe5cntIpe en Utfya* roeïpe tegenbjoojöigjjejt inïjet %. J^anrament öe$ ontaard / ten tijbe ban öen netter Bereu- c Aug. (1c Civitat. Oei, ,,
f Lil>. it de Civ. Dei c. 8. Item Serm. 524» Item Libr,
ConfeiT. 9- c, 7* g In viu S. Bernardi lib, ;♦ c. f, 8c 6. gariufi
|
||||
Ι'
|
|||||
VAN DELFDANDi U$
jriHüs gefcftfettgfn/ bg * Ρ Damianusbefeg^
ben fïaan. €n f laat te ierten isat aïïe öese mt>
taMm aan geen anöeee/ a$ aan öe $oom$* ftatoïpe ïierne/ met eenige gïmip ban toaac* geit nonnen toegefcipeUett tooien s öetotiï öe gemelöe leer-jluftfeeii ban &et ceren en aanroer pen öer ^etligén / en ban Chvitus tegentooor Dtaöeft in ïjet ^anrainent öe£ ontaard/ öooj öe^eibeHerft tegen öe uieubriggeben ban tiroft- cn fegcunng-siefte tncnfcgeti geganögaaffc en beröeöigt toog&en. · Λ >. ®an 't jelbe footf en eben geloof öaatv $t)n
öie mfeafiefen./ öetoeïne boigeng get be#w ban * Pontanus en Dapper jtt get jaar 1,345' te
Hmfïeröam #n gefc&ieöt: gelp ooft toe me*
nigbnlötge en berfoonöem$-foaaröigennraiie5 Iïeii / öetoeïïie in öe $eïföe en tn öe boïgenöe
eentoe te ©ejft stjn boojgebatïen %, en bie een öoo?geïeerö &cfeflbcr / in öe seiffïe flaö n$t eene 2$urgenieefietfp geffógt geboeen / 3icij getoaarbtgt geeft «gt öe flairê boenen op te moeiten / en in een openbaar gefcg^ift ngt te gee* ben. $&$ benennen gaerne öat alltg/ ;t geett men boojmira&eïenberboopentoiï/ boajgeenc miraneien begoeft en bient aangenomen te bw ben. m$ benennenöat'ei* fomtftttf baïfegemt* caïteïen onöee ïoopert/ en öat öir lumjfje al ten tijbe öer O^nöbaöeeen benent $ getoeefï ; ja öat 'et nu etl öan monftcrs van mirakelen , om ÖC
taal ban MelchiorCanustegeöjinlenV cnbee*
fe ontoiffe betteïïingen booj oprecgte hitra&e^ ïen/jgngebeiït enopgegeeben* ©at toéeten top 5eer toeï / en beïiennen get bolmonöig. Cu öaaromii get ooit öat öe Herhbergaöetttiji ban k In epift. ad üefider. Caffincni. Monachum,
' In de Befchr. van Amfterdam. *vj· i, .
|
|||||
ti4 Oudheden en Gestichten
(tenten alle miraMen 3onö&* oniterfcöetb niet
teil aangenomen geböen ·, maar begeert bat men enöeefeieiö tuffegen miraMen en mirakelen; bröo^namentip ontrent öe ntentee msrafteïen/ 3&Ï maaien, J&aa? öaat'om moeten öe 3oöa* nigemet pene onöesnigöe ligtbaarötg&eit ber* toojpen tooien/ Öetoellte tijpelp onöersocöt/ op eenetoettige toij3e goeö getart> öooi 23tf^ fcï)öppenbanïitrecitfeebefï!gten/ö0öu? öe getui* gemflen ban öe3$et öerfïaö^eift Mraefjtigt gijn getoeefï : öie mirafteïen / 303 xft / öie öe bnrgaf ban feïft / 3eöert öe ecrfïe fïicjjtifig Jtmnerfterfien/ alttjöinöenmonögeöaö/ en Dooi fiun geöiag bebefiigt Jjeüöen ·, en ont öe* toelftc gunne lmmi§/ tot op öen jjuiöigentoe/ aïtijö omtrent j& Odulfus öag i§ gegonörn, $^iïöe men alle öie mirafteïen 300 maar een$- ftvttkg ugtfclfêappen ι öan 3ouöen öie Deftige en ^nrgemeefletlpe mannen ban öen otiöen tijö / (op toeïfter afftomfïe menig ö?aaf i|eer nocö tegentooo$ig roemt) en öetoeïfte öie teon^ öeröaaöen na rijp onöersoeft aangenomen/ öe* befïigt/ eninguiuie fïaö$ regifïer^ opgefïoten ïjcöben/ boo? onöe$ui^öe/ goööeïoo3e/lengen* acïjtige/ en bggeïoobige menfeöen öienenaan* gejien te tooien, 3n JR Urfulaas fterft / anöer£ öe IHentoe
üerft genoemö / geböen ooft / geïi|ït ngt öe boüjgemelöe befcfeybingebipt/berfeoeioe fta* pellen gefïaan: aï$ öe ftapel ban 't i|· Kruis > öie ban öe fe; jj^aagö Mam ·, öie ban öe ftcït* Qusen. grifte 3elföe öefcfepinge fïaan oofttfê outaaren Öer fterfte opgeteiö: foaar onöeroon gereftent moet tooien Set ïjooge miraar/ 't tod» öen 6. jfiï^cg 1476, öoo? Godefridus SJiflTeÖ0? banïltreeöt i$ingctogöt, ^olgen^ P. opmeer |
||||
van Delfland. iif
ff be pzin$ ban franje öe&iaben ter plaatst/
éaar §tt fjooge outaar gaö gefïaan ^ft jjeerippjaaï-öraf ban Willem L MM$
ban franje fïaat ög ben ï|eer Bleiswijk . in 3jjne Κ $ifi$0Êtsfi ban <IMfc / omfforibig mftfjït\)tÜ4 3« een gefcïfeében regifïer ban Set beften-
fcöajj ban l»elfïanb fïaan bérfcijeiöe bfnargeti opgêteïb / Detoeiïte aan bc booifcïfêeben outaa* ren nefiicgt stjn getoeefi <®iiber auoere b)o$ 'er bermeïb tem bito
tyj ofaltp-buurenbeuapeïiaitg/ banbené.v ebatl0e!ifï Lucas.
<©an ioa^er nocg eenbinarn bm&.hkob.
<êtwbilm$ aan't outaar ban be I iéaaöti Maria.
€ene biTtarg ban't Éj. Kruys, in be Bapeïïc
ban öe 3§.|fóaago Maria. <itae binarg aan 't outaar ban ben zoeten
Naam Jefus, of ban bén φ Jkartelaar Geor- gius.
€ene bitog aan 't outaar ban be Mme'
Jilaagb Maria van Jefle.
iPocïj tem ösergêïpe bi&arp,
Cene biaarg bie ter eere ban be %, jfèaagft
Mana, ban alïe Heiligen, en boo^namendijft ban be jjeiïige Erafmus en Jemen, b?a£ geffocijr, <£eue bihai'P ban t^m Ijeuigen 23iffcöo#Hu-
benus.
€ene binarg aan 't outaar ban turn i» Se-
Verinus.
€ene bifiarnban 0kGcorgïus, tljmgban
Den zoeten Naam Jefus.
<£enc binar^ ban ^. Erafmus, aan en oar
Pt outaar ban ■£, Sevcm. \ Pag. 160 cnr.
|
||||
ïi6 Oudheden en Gestichten
<ècne biltarg aan get ontaai; ban be geiïige Era (mus en Jeroen.
<£ene bstog aan ^ Pieters outaat*
<èene bi&ati? ban Öe 1|. j^aagb Gat hart na. «ëVUC btnar^bail ben zoeten Naam Jefus, Of
fcan ben |&arteïaar Georgius.
<$ene binatgban öeni^jpartelaat' Georgius. 4&tm biteg aan §>. Roehus ontaar. Cene biftarn aan 't ontaar ban &. Jan den Dooper.
Cene bteg aan't ontaatban^JanEvan-
gelift.
^encbinargbanben % Geeft.
Cene bitog aan'tomaat; ban 'tïf.Kruys,
in be na#e!ïe oan be 3|. $©aagb Maria. Ccne biteg aan $· jakobs putbar * fïaanv
be tei* bergebmge ban iïe d^aben/ en ter w tulbtuge ban ben ffiattgöia&en ban tfttecïjt.
$e 3Mtar$ genoot ugt beifcïjeibene ianögoe* beten eene jaadpfcpeinltonifieban i4,^öötti fcflegoiöen^i enioa$ met ttoee jjUMfTcn bjeene* 'ïpg bef aft <èene biïtarg aan 't ontaat ban *§. Jan den Dooper > eil ban ÖC elf duizent Maagden.
€ene bifeartj ban «g>. Pieter,
«Bene biftarg aan 't eutaat* ban öen eetflen
l^arteïaat' §· Steven.
<ö*ene bitag / betoeïite eerp in be ^nbe fterfi
aan £>. Α η naat, outaar toa$ gefïicjjt * en nabet·* ganb op jj& Stevens outaar / in be $ieutoc teh/ igbcrglaatft <j£ene biliarn aan g. Stevens ontaat.
<£ene aan J>, Niklaas ontaar.
<5i*ene aan β. Baftiaans outaar»
«fêene aan ^ Jakobs ontaai\
Cene aan β. Michieis ewtaar,
Chïi-
|
||||
van Delfland, tij
Chriftiaan Adriaanfz. Kruys jjab 'tt ttïlt
li$ gefïieljt ttt eere ban be $: ©jiebulbtg*
geit? betueihe '$ jaat$ b#e gnlben^ optyagt. Bi)!gen^ pt jgeméïbe Boeltje 3gn Ijiee ooftcndcns of
berfcöeibe giïben getoeefi. ^etonbfïe ban allen J-r°eder' i§ bat ban't f Kruys: banimen^ tnfteiiinfc ppcB' gier booi bjo$ geöanbeït. ^ jofefs giibe/ booj be (€tmmermai$.
J». Jans 0iïtic/ booj betaipei$.
^. Stevens 0iibe/ boo^ be^oiitoet^-gafïem
^Erafmus gMt/ booj beSjnnen-bïeber&
^; Adriaans gllbe / bOOJ be Volders m
%oo0feljeerbei$.
^ Jakobs giïbe/ boo^ beJ»cF)ijjpet$.
4> Chriftoffcis 0ilbe/ boo$ be ^aftfyaget^
en 25!eeb2agei$. ^. Jan den Doopers 0tïbe / bOCtf be $5tmt*
toerftet^ enijMine oiïbe-genooten: foaaeonbee
be oube itïeerftoojifïer^ ooft begrepen tuaeen: g>* Catharinaas gllbe / bOO^ be ^Cljoemtia*
ï\tv§.
&. Lucas giïbe / boo2 be J£cPbei$. & Vi&ors giibe/ boo^ be jj&oïenaat$ j&Michicls gilbe/ boo^be^eiloergen^Mi? ftet$.
$, iEgidius giïbe/ booj be^egutter^
't <6>iibe batl Mariaas Boodichap , bOO| be
ftleerma&ee^.
& E-iigius giïbe/ boo^ fte&mitgL ^. Elizabets giïbe/ boo£belilppeiftO0jpfïer& ^ Hippolytus en 4§i. UrCulaas 0Êlbe.
't & Sakraments 0tibe«
't <èiïbe ban O L. Vrouw ter Noot.
• Φο& toa$ 'ee in ^.Urfuiaas fteefi een S^oe-s. Niki^
betfeüap ban ben ^^tffcftop Nicolaus ·, en£iidc· foa£ toel een ban be gjootff e en bo^naamfïe. ί 3 Φί
|
||||
ïi8 Oudheden en Gestichten
W-t o$onaiit3ien ban bit^oebeefcjjap/ wet
öe naamen der S^oeberen/, 3sjn οοβ met Van Adrichoms eigen ïjande op een boefje gefcljjee* iseti * 't bjellufc ouder mijne pampieren befcoae* re, Zit ^eberfcöap / ban t toeiite * Dirk iBieiswyk meet' enifïanbigöeedeisberöaeït/pïagc op 0>t Niklaas Ssag/ dat $ op den 64 ban ^e? ermber/ een gafepjtige maaltijd te ponben, ligt de3e lijfï 3011 men licjjt giffen bat 'er
Wtigt giloen ffe de €>ude naar be j^ieutoe ïte# 3öu Qbergefyast; en Hat 'et* in BeMfde 'ftapelfe/ ja o$> öet jelfde ontaar/ fombjtjïen jtuee en meer ftapeHamjen φι gefiïcgt, (4) 3^e Regent ban be J&feutoe teil / bie ooit
Bcgecvers p€rlona jjjjecjj getioemr/ hjierd in$geïp$ be* ïtoiy,pa* iï£scmt &00? fe* llolïandfdje <0#u*ben. en in ?t
• * öesit grfcelt deo^ den tüattlöiaten ban uitveegt Wt sisiioinfïen der pa|lorge beiiepen omtrent tytelÊHeatnfcge ponben; enaïïe iafïen baar on? j&er gereftenb {tonden 30 dertig $Iaamftï)e pon* ben ijaaicsL Dalgen£ een ander Sanbfcïfêift liepen de iiiftomflen (τ) op ι zo.töljijnfcψ guï* tsen: en ma^ be pafipoj berpligt bjeelteipg! 6- Ringende jéiffea te boen. ©e Itoflei^ ban beide be ïieriten mierden
öoö?be fïaö aangefïeït: deraeïïie/ 500 a$ 3e
ftónpsenhon/ 'iirt jaar 147MQO een boo^reeïjt
gab ontbangen ban Karcl den Stouten,
3$u 3iilïen gier ooft be naamen ban eeniae
fnicrezid iNïoomi *n <®nberpafïooren/ 300 beeïe «lg
lièitierdeis. '^on^boo^geiiomen3ijn/ laaten bolgen.
Hendrik van den Zanden i§ omtrent gCt JÖÖC
I ^p4- onbet Frederik vanBlankenheim, denf· ^ijfcijop ban lltrecjt/ f>afïq$ ban b* $»^
f Bcfclir, van Delft v.fyl* . r ■:■■:■. ff i . ■■: .
|
|||
van Delfland. 119
toe ïterïi geioeefï <£n a$ j^afïoo^ ban gemeï*
öe feerfte geefc gg 't giïöe ban 't %.Kruys, t toeift in een fcapeïïe öerseïbe fcerfce opgcrecgt imerö/ goeögefeeurt, 2:n 't jaar 142.1. Albert van der Steek.
Philips Üirkze Vlasman geeffc gier Omtrent get jaar i4n* tooi <®nöerpafïoo£ gefïaatL
^3e Vlasman geeft ut 't gemeiöe jaar/ öene^ ben$ Dirk Staiküapdlaan ber seïbe ïier&e/öeti eerfïen fïeen ban öe ^aïtrifioe geïett ï|eer Philips Heiiaert fcóa$ gier <2£nöerpa*
(ϊοοί in 't jaar 1476: manneer een ï|eer Wy- brand gier eene biftarg öeöienöe, 4(Heefïer Pieter van der Sluife tpa$ <^ttber-
paffoo^ ban β. Urfuiaas ïteriie in 't jaar 1475*
%n 't 3elbe en in 't naafïbolgenbe jaar i$ 'er een 3taaare ttoifï tuffcgen öe $sfïoo$ ban öe #uöe-en$ïeubje-fterïÈ ontflaan ter gelegenö* geit banöenommegang/ öebieme jaarip^ op 3|. ^afcramentgiöag plagt gegouöen te mo^ ben. i^et geftgiï t§ boo^ öe bierfcgaar ban öen ^iffcgop ban ïiitrecgt gefyagt/ en aïöaar op Öe3eb3rj5ebefïec6t: bat öe gemeïöe ommegang metöe3eiföe pïegtiggettenfïaat3te 3onöeboo^ gaan naar öe Jiienme feerft/ en aiöaar 3ouöe etnöigen} gelp 30 begonnen toag in öe Φιιοε fcerk (6) Willem Staall, <£nöerpafïoo$ in 't jaar ώρ£ Hugo de Groot, ugt een 3eer otiö gefïagt teï^elft geboren/ i^gafïoo^banbejiieutoe fterft gemeefï omtrent get jaar 14-96. 0nbtv ftem ψ öe toren ban öe J&ieume fcerïi baltsoü* fien: foaar op öe boigenöe beertje! gem^afet faneröen j öemeifte nocg op öen muur aan öe |
||||
iao Oudheden en Gestichten
pip P'iflpor doen was van delen kercken ,
Was Meelter Bygo de Groot van goeden fa·? men,
ivJichiel Gerric Colynsz. Godt wil hem fterr ken. enz.
.φι aan cm antoe fiant fïaan öe boföenöe
pttvgjig te ke$en: De Paitoor was genaamt, Meeiler Hugo de
Groot ,
Dees hebben 'r. begonnen werek vqldaan, Wiltie doph helpen als iy is i.n noor„ &tV Hendrik'JanTz. $la$e!iaaU ;; Heer Hendrik Goyerciz.||a|3elïaan UIT- jaay ^S^Cl4.Takob Oudewater geeft UI Öe3elföe
eenfoc ïitt$aftoo$ amptttan öe^ieniöenerïi
feeWee^t: m geeft/ 30a tueï aï$ öe Φι\$μ&& <ίθ0^ Willem Sraall, get $0tm$ aillpt/ böl*
jjeng get rje^niK ban öie üfim/ wh öeöient.
jjjfkV* Engelberc van Heemilede L J&JOOfi tt
J^aaftricgt/ $ in 't' jaae i.jrUj ψ^φβί tan
,§>< ÜiTulaas |iei'fcë QtiüCtft.
Nikolaas Fioriiz, $&ftoo$/ oberïeöen 156*4
Paulus Taphseus , jpafïOÜ^ batl öe Jjlieufcté
ïterïi en g)ater ban ^, Ui Tulaas fronbent te
<®eift /'lp/ een tgöe α\§ öe fïaö aan 't goïïen raaate en aï toat geefieïp ba$ aantafte/ nut öe fïaögebjeenen: en $nabeeï öooien^enfiuV feeïen£/ en met 3onöer 0;obt0ebaae/ begon* öen t'ittrecgt 'apngeEtomen. 3£g gaö in 39« 0e3eïfeöap een j&oot getaï ban $tet öeftigé Wtfflbtö'l aïtemaal MotU 3Êelt)öet$ ban Je- (us chnilus, en eben 0^aa0 naay bc niartefc ftrOOll. Pierer Opmeer , Öaat toe Öl't ngt 0e*
teoiiïten ge&öen/ geeft öen *'« J&cg 15*70. een
iPiiöloopiseii fyief aan Taphacus gefli^eében o* w
<
|
||||
van Delfland, hm
3ber ïjet ieben en be martelboob ban ben 3eer
mani)aftigen bloeb-getnige Comeiius Muiïus. 3M$ öe moeöcöer ïjoiienbe gemeente toat be*
baaitma$/ $ Tapbar, om 3ijneRUbbecpte paffen / toeber naar öe fïab geneert. Jjn 't jaar ι fm* jjeeft gn aan bm öoogtoaaröigett üterffboogb S&sboUijtia, bie te ïieulen ut bal* ïingfejjap ieefbe/ eenen ö^ief gefc&eeben; in \mb nen b#ef/ gelijh ooti in beSanteneningen ban Sasboidus op ben geinen i$ef / Tapbars aï$ ^afïoo^ban ^; UnuUas nertte en jpater ban 't Uriuiaas fconbent fïaat bertneïö, %\\ bt^m o^ef geeft Ta pha-us aan béngen
meibenllernpielaat berieljt ban eenen aanfïag bie bg 't i^of in ■)$ a^abenljage tegen gem ge* bjontoen fcuerö; maar ban Fiori> Hey &anoite nm ban ^,Pankras nerne/ &e toen öet ampt ban ^bbonaat in '^^abenöage bebienbe/ ïjem ïjab bertoittigt. <£mbeip $a Taphccus bm ι ©eeember
ι Γ99 / na bat ïyg ïjet öeb ttoee bagen geïjon* ben jjab/ te 3Mft ban onberöom gefto^bem tr r- '■■ ; * r . !Λι-'( f r ■" · ! ■»■. ·'■■ ■'■
Laatere Ραβοοη van S» Hippolytus kerke.
*an#-johan Smith oberïebeit toa$/ $öooj
ben ^anffeïpen ^inarig in $ijne plaat^ ge*R , 30llben Bemard van Steenwijk. ^e Van 5™™
Steenwijk < aïbt$ naar ^tjne geboomte pïaat$ J'
genoemb/ foa^in'tjaar 15-96 te ^aarlem ge* «omen j&aae / beimj! be peeren gtaiten öem aïbaar niet milben bnïben/ i$ fjn naar ®eift gereifï -, en aïbaar/ na be boob ban Jo- * Sasbold. ad Tilman. an. 1^99. 4. Dcccmb,
* VerhaaJ vm ], de la Torre.
f Uyc eenen brief yanSasboklus,
|
||||
Ï22 Oudheden en Gestichten
han Smith, tot föernïjarber aangefïeïr. <*l|n
fooonoe op öetSBegijnjjofj en öceft be oberge* öieebene $*atoïpen aïjg een tronbi ï|aröer ge? goebt /til 't geloof bebefïigt / en bermenig^ bnïbsgt ^a bat be3eer gootbjncötige man gebntirenbe oen tijo ban ^.jaaren g^oote ρ$ψ Men/en beel ftommer en berb|iet/ untgefïaan gad i f£ gg/ na bat fy$ norij oaag$ te boren/ jn get öiiï| ban eenen meefïer Frederik, eene 3eeröefttge p£ebiftaat5ie geoaanïjab/ op oen 12.3?ufij 16.1.2. 3icti geb)o?ben: en on ben bijf* ben ban be naafïboïgenbe maanb ICngnfïn$ $ in lm ben ij|eere gemfï. 3[η &et boobboen berï|ou*anbfcSe nerne/ op
ben oag en fjet jaar boo^noemb/ fïaat 3ijn ïof mtt öe boigenöe bjoo$en bermeïö: Mr. Bernard , een Steenwijker , Paftooren
Begynen-pater te Delft, honigvloeyende van woorden, en een Engel in zijnen ommegang. Zijn afbeeïö3eï jjangt nocö te 3£elft in get
giti^ ban $w na3aatcn. èe boo^gemeïöe van Vliet, fcgjpenbe aan
ben Hernboogö Sasboidus, toenfeïjte bat Ber- nardus van Steenwijk eetl&l Bernardus tOt tia^
3aat mogt nrijgen.
Suirbertus f purmerent, in r# <£5jabenjjage
in 't jaar 15-87 / ben bierben ban december/ nnt een aati3ienlp geflagt geboren / toa$ oe 300n ban ben Üiöbofoaat Hendrik Pieter Pur-
merent. Suirbertus, en $M fyoeber Petrus, 3J|n ban eene bjagt ter toereib genomen -, en Ijeö*
ften «iet tilkm malnanber ban inbojfï/ 3ebeii/ w tronie geienen » maar jjebben baarenbobcn $Ue beiben op be <£obïumbe geflubeeet* 3Ön d Uyt 4c aantekeningen na den Heef johari Roos.
alfe
|
||||
van Delfland, 123
öïïc öeiben D^iefïer gefoojben / tot be $eïfbe
ïsernelntte öebiemngen gebo^bert / en fcgier in alle$ mamanber gèltjft geraeefi* Suitbertus , nocg 3eee jong 3ijnbe / $ met
3jjnen bjoeber Petrus te beulen ter fcgoïe be*' fielt. É\$ gg baar beSiaignfege taaie/ be jpi* iofofë/ enöe <0öbftunbe/ ugtgelecrt gab/ en fOeentiaat in be v&oögeieerbgeit toa£ getoo^ ben; %$ gg boo^ Rovtnius in t jaar tiSx'i tot *0berfïe ban t »ggngof en ban & Aichcen iUoofler/ init$gabee$ ban be maagben aïbaar bjoonenbe / aangefïeif #or geeft go boo^ be 5eïbe $&aaaben eenen iïegel / of eetrige 3eec gobb^negtige en 6otj3e 02bonant3ien/ opgefielt* befcelÉse Rovemus geïesen / goebgeiteurt / en in 't jaar 10*37 wet eigen ganbe onbertenent geeft 3^aar oj> geeft g» nocg in 't $elf be jaar 3eben nseutoe begijnen aangenomen -, en baar onber eene Mary Simons, bie be eerfïe in rang toa£ / en aï boo^ Bernard onberrecgt ina£ ge* toeefï. Daarenboven,op dat de andere ingezetenen der
ftad Delft des te beter verzorgt mogen zijn, get 5ijn be inoo^ben ban ben bob^noeraben Mavt$»
^Diffcgop Rovenius, hoe dat'er meer perfoonen
zijn die op het bevorderen van hunne zalighein paffen , zoo verleene ik VE. de magt om de Kerk-harderlijke bedieningen , in de ftad Delft en de omleggende plaatzen, als een waarachtig Paftoor zonder onderfcheid te verrichten. . . . Welverftaande nochtans , get 3gtt noeg aï bfc fooo$en ban ben gemeïben fiernboogb / dat
gy met den eerften Paltoor en Aarts-Priefter,
die door ons aangeftelt is » goede vriendfchap en onderlinge gemeenfehap onderhoudt; en hem, «kar liet behoorlijk is, eerbjedigheit betoont* zijnde
|
||||
'lt'4 OuÖHEDEN EN G E STICHTEN
zijnde van weerskante bezorgt om de eendrag-
tigheit.der gemoederen altijd te bewaaren door den band van vrede. ï|ö 5iet ojjjohan Stalpaerd van der Wielen,
öetoefee aï re bomi tot boo^aamtienga(ïöo|
en tot Wm§-$}\tftev toa$ aangefïclt* Iföaar-aè-Johaa Staipard int jaar 1630«
Obei'ïeöeil foa$/ ί§ Suitbertus Purmerent, böl*
Qttt$ |Ct BerQaaï ban Jakob de la Torre, tOt eetfïen J&afïöoa ban &> Hippoiytus nern aan*
gefteït ©oeft in be anten ban Rovenius fïaat aangetehent bat $iüh$ gefegiebt i§ tn't jaat 164.75 na be boobban Staiparts na3aat/Johan Bekom. ;-
. . . Nademaal wy verft aan hebben , $tQt
Rovenius, dat de Paftory van S.Hippoiytus kerk, of de Oude Kerk der itad Delft, onder 't Bif- dom van Utrecht, door het affterven van den Heer en Meeiter Johan Bekom zaliger gedagte- nifle open is gevallen , en zoo lang open heeft geilaan, dat ze voor deze reizc ter begevinge en volkome fchikkinge van den Apoitoliilchen Stoel ftaatj zoo is het dat wy,door dengemel- den heiligen Stoel genoegzaam daar toe gemag- tigd, de gemelde Paftory, met alles wat'er toe behoort, aan U, eerwaardige en zeer beminde Heer in Chriflus, Meefter Suitbertus Hendriks- zoon. „ . , opdraagen. Den if. der maand Oc- tober, in't jaar 1647. 361 !ang te boren/ te toeeten in't jaar 1623/
foa$ Jjp boo? ben 3eïben Rovenius tot Itanoiii iifftban β. Pieters tane teïttrecïjtaangefïelt, (Cen tijöe ban Purmerent geööen be jaanen
31CÖ gier aUengJnen^ 3obanig ten goebe begin* nen te ftfyMm ; bat ög/ jjoctoei met 3toare Iwjlen / beeïof &eeft getoeegen om ben n$tt& |
||||
VAti Delfland, ' ïzf
ïpen te&öienft / beiaeme fcBciiöig berbalïen
\sa$ I eenig5iii| op te beuren, ^oo geeft gg ban op get2$eggngöf een gttig ge£socgt * en een anber / met een ner&je baar aan / ban niéuto op getimmert: en baarenboben bg öe altaatcie* raaöen en ïiernbaten / öse öe plunberinge ont? {tomen ioaren / noegitieübiecteraaben/ en bjat bö$er$ tot ben te&öienfï noobsg toa^/ ge- böegt %fee toe toierb gggegolpen boo^bemifc babigijeit ban berfcgeibe gobtb^tegtige mand- en bioim^-perfoonen: maar onber ö^té suffer^/ ligt een befttg gefïagt te ©elft geboren / te tüeeten Maria , JNiiinna , etl Elizabet vander
DuiTen, ugtgemtint geböen,
ê φι$ geeft men giet begonnen op 3eaere en fiepaalbe tijben ben <£atecgifmu^imt te leggen/ te p?eeïten/ be %oogm$/ be^efperetn en 30a bonberbaag^ aï^ 3aterbaag$ get lof te 3ingen j be getijben bagelp^ in be herft te ïeesen > en be anbere nernp!igten en pïegtiggeben ban ben lilbbent en bewapen te berriegten. 9[n'tïKi#/ be ganfege nerfebienfï/ bie booj eene langton^ rige berboïging gefïremt en aegtergeiaten ina§/ i$ booj Purmerents toeboen meber ïebenb ge* tooien. Jkaar baat* boo^ berfïapte gg niet irt getboo^ettenban be tniaenbige gobb^uegtigy geit / en ban be aanbiöbinge in ben geefï ent toaargeit» befceï&e Chriftus boo? aï ί»ίί begare tigt gebben* <tën niet aïïeen geeft gg Öe fïab ^eïffc op bit
totfee bienfï gebaan: maar / bemijl g^ tot 3Eart^· ^iefïer ban «©eïfïanb berboren tmerö / geeft Ög aüe be berhen ban bat gemefïe / ja ban 't ganfege 2S$bom ban lltreegt / booj 3jjne gee ïcerbgcit boojgelicgt/ m?t raab en baab bgge* mm/ enmet3gngeïögegoïpem <£inbeïpi$ ïtë/
|
||||
12Ó Oudheden en Gestichten
fin / om soo menige troume btenfïcn / tot ïla*
mttu-hm ber ïltrecötfdje teïte behoren, Cerhml Ö5 aïot$ $pe proet^gmi öe>
bïntmt / i^ er een $nmv onteer tegen mi Mavt$-btWtlm R-ovenius.o^öecQen : mant d£ &ooge éegenten ban 't #aoerïanb/ dooi m* fccer&e onoerrecötingen tmM%/ Mm ïjtmttt ooob ojwoetom 31" &* 3^fi*^ cmtoeei? $ ?oft oinc Smtbertus, begetronmemeöe-bjernerbati Rovcnius,fettoBften i en/ gelpeeniot^reit ut* öeütsgeermge naberpno ber&aaït öeöben/ ter 000b opgesocïjt gemee& S2oo toa^ m ban aenootsaant jfeft eenige maanöen te berfcijnii ïen / en beeïe oageniaft&en n»t te fïaan : ter tm toe öat öe ïooge <®btYljtit/ ban ^m ge* iroumïgpt tot Jet ©aoerianö beter onöer* wcïit / jjem ba*Iof gegeeben ijeeft om bieder t' fiui$ en te bootfeljijn te hoornen. ^ ianoertüffcöen ψ figin een gtoaart boete p?
fïasen: maar Ijeeft §et berüé£ ban 5tjne φρ ïnïte öoeoeren met bjengbe blagen: mant 300 rp &$ ft» m$ ban nmum I $00 acnl
toaé Ijn ban geeft <^o& beeft 8« ï}et boen ban Janfemui, eer
bat bet afgebenrt m$l en Daar inöe leer ban hm lartébaber Awguftmus, bencbemj %nt\\ hmm liirus, en ïjet pnmje ban 01150 <&tv flclijftBeit/ bootene ioffepegetingem^goe^ öeilln m s«ft» ^ ïwc^tot &* ÉS*
.«tin* ïeten^ toe/ met 5pe bjoo^öen en %m
Welben gefïttïit/ en meteen onbesbjeebengber SgUL' €mbelp$im/ na tot ft? Ag* ren UW in geönnrige fe&bcton en nacijt^ togen obergebjagt ïjaö / ben * 3. f^mïli • Doodbbek der Hollaodfchfc kerke. %
|
|||
van Delfland. 127
itffó. in een googen onöeröont $efïö|ten: e»
geeft meefï aïiesijnegoeöerai ögugteifïen \mh te aan öe armen nagelaaten. %g $rfagt boo* een 5infp#u&tegeö|üto!: Een zaak beftaat in het doen en uytv.ocren.
i&,Öan0t te ipelft ngtgefcMöerö in 't fiuté
ban 5tjne nasaaten. $g ö^efi een öeftig man tot nasaat gefteeegen: te toeefcenjohan Scha- de, eenilttrecj)tenaar/ en ngt een aan5ten!p gefïagt boojtgenotnen, fg toieiftftt3ifnt jonfe geit/ om öefiiofofg te ieeren/ naat* %obm momen; öaar ï)g in eene taïrpe promootte De fioogfïe piaat^öeeft geljaö, $aöer&anö Μ mtQt googleeraar oer filofofgt gefcosen/ en auceiitiaat in öe <0oötgeïeerööett getooröen. mu toa£ j)n ?eeö£ aangenomen/ om/ na öe wöoojlpe piegttgöeöen/ boo^ %maat in öe jpootlitmoe ngtgeroepen te tooien ♦, toanneec m öooi öe foilanöfcije fóeefi-oberfïen naar ψι baöedanö entöoöen toierö·, om spe mt* fteelienöe gaben aiöaar met nocl) groter bmciit » toerft te flellen. ^00 i$ ïjtm öan/ m öe plaatse ban öen afgefloten Suitbmi», het eei'fïe 0f boomaamfïe ©aftootfeöap ban %. Hippoiytus tefce/ öet laet^iefïccfcftnn ban f elft m MWanö/ en öaar bn fjet #n&erbfc Kfn?fcöap ban gngtgolfenfc opgeöjagen. fón «J*#efli man sonöer toeerga/ in öe goööeuile en ner&elpe toetten ten öoogfie eebaten; een groot toelooenöerban öe boeïioeffenaarê \ ban tm 500 Uötfïeeitenöe geleeröBeit/ goötbrncit* «SOeit/ oo^eeïenbooBigtigijeit/ emöeip tn |
||||||
f!!/.a^ lF eenenjj&eöepper int jaar ifjfö
^n^ijne^eiiigöeitbegeeröe/ onöer meer an* öctre
|
||||||
128 OmHEDEN EN GESTICHTEN
öere ïiojifïuMttn ban be <J5eefMp§eit ooft οι**
$en Schade geeft opgegeeben #m 5jjnc ngtmuntenöe öengösaanigeit en
b^oomiggeït / toa$ jjg 500 bjelfcg öe «eeefïebih* geit / al$ bg öe bïoofiei^ieiter^ / en bg geü bo!& 3df/■ in $roote acgtmge en 3cer bjel ge* 3ien. |&aar tevbofji §%hu$/ banbeföe tot <èoöt
en bc menfcgen biaftenöe / 3ijne gemeente op get fpoo? öee beugben boo?itegt/ en $iti) $tU ben ten bienjie ban öe merfc met een onber* tnoetöen gbee ngtfïooft/ iöo$ gt> na eene aeg^ ttenjartgen arbeÉbonöcr't beöienen öer Jteftra* menten ban öe pefl bcbangen. Φ\ a\§ Ijg baar op naee Uitrecht b)a$ gpttift/ om 'er een googe fïaat$ie te ïjeipen bieren/ i§ gg öanr ben 4« ban September 1665*. in ben fegoöt ban 3pen tegboogö / ] ohan van Neerkaflel, tot eene algemtene ö^oef ijeit oltetleöen. Φη* ber get fïeeben geeft gg gljue gemeente niet öe* 5e tooo^öen ban öen 3cben-cii-tbmitigfteit Jpfalm öen ^ppcrgaröer aanbeboïen: Behoed uw volk o Heere,
En zegen uw erfdeel, Beftier en verheerlijk hen in alle eeuwig- , heit. %% geeft een boeftje in öe ^eöcrönntfcijr
taïe ngtgegeben/ onöer öen naam ban Manier om wel te biechten.
Tohan Roos, een ïïotteeöammer ban öeftt*
gen 81113e/ ma^ Öe 300n ban Hendrik Roos,
Sfiöbobaat enj^ebretan$ öer flaö fóotteröam/
Cl! ban Margareta Kievit. ïffi tua$ 1« Öe ■%&
$mögeit öer Remonftranten opgeboeöt/ gaan*
be ter berbe bg öen 3eer bemegten g^eömani SiïïK>n Epifcopms 5 en gaö ji'éj in 3ijnc jonfr3 |
||||
■
|
||||
—^—■------!-----------------------------:------------------------ —"wifipwpw
|
||||||
β
|
||||||
V Α Ν D Ε L Ϊ L Λ Ν Ö. ϊϊ£'
geit tot ire «oonmanfcgap öegeebeü j^aac
geööenbe een$ ben gemeïöen Epifcopius foat fiatMtp§ gooren rebeneeren ober be €fobtgeit; ban Chriftus, en in 't öinnenfïe hmi spe iw gefcoanbcn baat ober ontroerb / geeft gn be jKonftregeïen öer nieutoe ge^inogeit b>at iiauto' ftenriger 0aan onöersoeftem fetg geeft gn/ ten beeie boo? be ititoenbige opbieftfs?n0 ban 't gobbeïpt genabe-ïicgt/ ten öeeie öooi be on* bcrrecgtingeti ban syneöioebberfoanten/ te bjee* tenbe fcogtöeroemöe Wa!enburgen,getboo$eeïb ban 5ijn otibff en fyoeber f akob, öie lang te boren öefteert tdaf / nageöoigt ·, i*e" fcgenring afige* $iuoren; en bcïpcntf ban 't ^oomgnatohpege* ïoof 0e&aaan< ©aar op $ g# naar ^a&ant / tn tofitt
naai*^an!irglt/ 0eref|t i baar g$ een ïit ban 'é erator! $ geb^ben, M$ïj$ Daar 300 toeï in fce 0obb;iicgri0ijest a$ inbegeieerbgeit begoot lijft oiiberutëseii / en te^ïean^ tot ^licentiaat gcbo^beit bm$ ·, foicrb gp uequaam gcoo^beeït oui get ampt ban iier&ieeraar in 3911 $aber* fcnb te gaan öeMeeöen; be afgeMuaaïbe fcga* pm öjeStèr op get rergte fpoo,? te béngen ; en be ïiatolpen in 't 0eioobe te öebefïigen, ^00 toierb gu ban eerfï / in be jplaat^ ban ben af* 5£fÏO?ben %Wt Pieter van der Kloes , tOt ψ&
ffoo^ ban be 2$unrherfte te lilrecgt aangefïeïtï
mi ituerb baar ban spe gemeente in groote foaarbe öegonbcm l&aar aï^onbertnffcgen bcïfeerjofian Scha-
de ti£t get ieben fcgctbe/ i§ gg »t 't jaar r 66 f f afloop ban ^. Hippolytus fcer&e en ban 't $fÖpgof getDo^bem ©ocg gier ψ de Roos, a$ jen ïeï» tnffcgen be bootten/ ban eenï0e b^ebe* %c cir^e maagöenfontfijb^ge^ftneïtcn g** |
||||||
ijo Oudheden en Gestichten
ffoften getaeefi <&'nbeïp ί§ ΜΙ o# *™$*™
ban 3peketbienfïen/toteen iib ban'tmtteejSjt* fege üapitteï en tot fïatt^iefïee tanMm
ïanb gef^eitj en geeft ooft langen tnbgetbe* töïiiii ober be tijbelpe goebetenfran *t^ap!ttci gegab: teelfte bebieninge gi? /rtj &?. teftenftunfï meefïetip betfïaanbe / seetöeiiipteip en met gtooten ïof geeft toaatgenomeiL %\§ ïjem ein* öelpget gegoojbegon te öegeeben / m pm oogen ooft begonnen te fcgemetein geeft ψ ïiet Matt$-mit$ttfcljm bati ©efflanb / en t gemelbe betoinb obet 'φ ïiagitte$ goebeten/ in 't iaat ι<5οη obetgegeben aan ben feet Jo- han Chrirtiaan van Erkel. ΦΰΙ\ί$gg^m 3ö«^
$afep afgefïapt ten begoebe ban ü|eet Maj-
ihias Oofterling. ^oo öeeft Μ ban / ban alle ftetft-bebiemngen ontflagen en 83 jaaten oua eetoo jben / be toereïb nerïaaten op ben 1 f mm ti 't jaar 1703. % geeft berfegeibe gm: öontoj ge fcgjiften/taftenbe be geioof$-betfcgiUin/ m 't ïiegt gegeben, - j . ,.,ft Matthias Oofterling, Öiebe fatfotg/ flCOjtt
500 eben gegeit# / al ftö get leben joan ïfeec
Roos obet genomen gab/ $ een aanuna ban geboomte / en te 3£oben in be «^obtftunoe oniierfW3en.;..«ff. ft* te booten 300 giet 300 baat booj #oobgu!p geflaan -, m$ $φΜ W 't&oogïanb öniten $metgfoo?tgetoeejl/ent)ao ooft be^afïoi^anfilmfïetbam na Mot derzon boob een top W$ bebient m \f ψ ™$l in tuien beelerganbe gaUen en beugben ugtöun ften : ff te «omen beo? jïleetaat in be.#Jg ftunbe aangenomen ·, en giet te ïanbe tot fc | nieefïet bet boeften aangeffelt. <^nïaii0#«f g: ooft/ om3ijnebetbienfïen/ toteen iibban W megtfegefeapitteïaaugeuomeu, , baD |
|||
..μ.,,,.·· ^—«——■■^^^■■■««■■■m
|
|||||
JohanBeen (Benius) SiCent3taatinbe<0Obt°-
geïeerbgeit ρ / 500 a$ men meent / te Wtlft
geboren in 't jaar 1 f88. 0$ bat gg fee <&obt* ïumbe te %obm ygtgtftm gab/ en 'et %icmt* 3iaat gebroken ina$/ Beeft gg be <$abtgeieerö* geit in be Kibbue ban <0uanibetgen buiten flftpf' feï boo^gelesen. gn 3911 baöerïanb focberge* Jeerb/ geeft g£ IPaffénaar/^eflgeefï/ SS fengcm / Stiffe / ^ffiegom/ W be anbere bo^ pen tuffegen ï^ariem en Ste&en bebient. Sn t $ergaai ban ben teu|#elaat Sasboidus bW be ift aangeteiient bat Benius boo^be f£ab£<<& bergeit ugt Xeften $ bcrbaunen, j^aberftanb 9 ÖP ftapenaan/met f afïoojémagt/ èeüaari» ïem getoojben: boeg geeft in t jaar 162.S flfc jïanb ban bit öebiemiige gebaan. <&e &αοηφ ftatoïpe fcern ban % otfaiib $ geni ten googfïe berpligt / niet alleen om sgnni bcelbuïbigeu aröetb; maar ooft om bat !jp get ^ollaubfcöe ftoilegie 3oö miïbelp geeft be^t ^ρ è t£ <peïft / na bat g$> langen tp aan be teering gab gaan -qupneii/ oUerledeit in't jaar 1 f>6f. Johan * St-.ilpard vander Wielen, eelt fèaaeV ■
in beiöe be «eeftten en ttbotoa in 3tjfier'ÏÏtteE
boo^e-plaat^ getoeefï. |&aar naberganb/ met JWMl tufi bebangen/ en naar tornen ge* rcifi/ 1$ gg baar boo? %eeraar m be <βο^ηη> «jtefc , de Graaf, Sasböucs saaihöesowter/on*
oer anberen aan gemeïben Sasbout Btfcïpebm i My dunkt dat ik in Stalpard iet meer ais ge-
meens zie uytfchijnen* 'tzy dat fnen zrjnénV ver beziet * 't zy dat rften acht geeft op zijntf ': Unit 1lfck Τokk S ΎBet t * ? nfche Bat™· ^
*a cen bji^i vatj dciï zy April 1Λ09.
|
|||||
132 Oudheden en Gestichten
veelvuldige geleerdheit. ^n tm atlfeeil %$kf aan ben boo?noemben gelaat p$fï gg Staipard
ober 3gne begaafbgett in 'treeften / ober ^rjn netten enöebalïigen tip in't feg$ben/enobee 3gne ugtneemenbe beugben, WSf Öl? W 3Ön baberianb aangenomen toa^/'
geeft Sasboldus gem tot J&affoq? ban $. Hip- polytus fterne aangefMt in 't jaar iói ι. Ro- vcnius, Sasbouts na3aat / geeft gem in 't jaar 162,1 tot taionnin ban j& Pieters talte te ïltrecgt benoemt* ï^aar ön $ gg ^aufifelpe ^otonotari^ en 3?art$-f^efl;ei* ban<&elftanb geiötefl. 3$afïooL3 stjnöc geeft go toaadp op 3|in tCpofïeï^ geïeeft j en -geeft jici) $eïben ge* geeï enaï/ en al fcoat fly gaö/ beffeebt om gct ïiatoïp geloof te beetoeeren / op te geibcren/ en tigt te bleiben, üfier toe bicnben 300 beeïe boeifje^/ en baar onDer beele ύψ tijm/ Ut gg terberbeöinge banoii3cn<D»9b^btenfi/ boeg 3011* ber naam/ in 't ïicgt gegeben geeft: &£ boo^ ïieeïb DeRoomfchereisvan PieterdeReyzerj han-
delende van de pellegrimaadjen , hec ceren der Reliquiëii, het aanroepen der Heiligen , en5* Het leven van S. Agnes , of verachting van
*t vrouwelijk gewaad, op fgttt* Extra&um Catholicum , of verfcheide liedjes
over de voornaam fte geloofs- Hukken, tegen de Anders-gezinden.
Het gulden jaar: behelzende verfcheide lied-
jes over de Zondagen en Feeftdagen. Oogenzalf tegen Oomine. . .
<èinbeïgÏI geeft g»3etoe Aantekeningen, bie
fce3Daber$3|efuitenop bebeftenbe enfoeber3ijtJ$
batï-9e|ïeïbel>eebL?ag-pnnten gemacnt/en te &^ me« ingeiebert gabben/op get behoeft ban ben |
||||
van Delfland. 13$
Nuncius Ö002 ïïatgnfcjje SHantcftenfttgett opge/
geïbert «1 itieberleit* <Poel) Pie 3i|ti noit in 't liegt gefcomen, · <$tnbelp $ be gobbjncgtjige en geleerbe
man / in 'trnibbm ban 3911e oefeningen/ ugfc get ïeben geruïtt in 't jaar 1630 / op ben ber* bm $ter$ba& ί^ρ gab 3ίί» eigen ngtbaart in rijm opge^
fielt: 't toelÈtin 't&arijnfcgeBatavia Sacrana* gezien ftan tuo^ben, <^nber $ijn j^ent of φ öeeib3el fïaan be boïgenbe beer3en te Iee3en: Stalpard, die waaide man , op deze plaat ge-
fneden,
Vermaard in eer, en deugd, enChriftelijkefe- denj , / Die in zijn leven was in Goddelijke tucht,
En Rechts-geleertf heid meed', een Doctor wel berucht; Taal wetend', conflrijk , wijs, voorzigtigh in zijn daden,
En voor zijn naafte menfeh een hulper wel beraden.
Hy heeft zijn naam en beeld gelaten op de aard*,
En 't lichaam : Maar de ziel die word by God bewaard. „$a Staipaards oberïijben i$ in 3tjne ykat$/
öocfl al$ ^afïooj ban £>. Urfukas nerne / ge* nomen Johan Bekom, een tïtreegtenaar / %U «ntsiaat in be <0obtfinnbe / üapitteWjeec te Uttecgt j geöbenbe eerfï te <^nbeioater gefïaan, % toa$ een man ban eene meer a$ gemeene peerögeit / en in be <$>obmmbe bgsonber er* bapcin M$ gg in't jaar 1647 naar <€er-<iEtoube Jjja| gerei ft/ om'erbebergaberinge berïiajJit* peeren öntetooonen/ ié gn'eefcgieipsieiÉ 3 $#
|
||||
ï'34 Oudheden ten GesTïchteh
geboden / m op $en 19 te maanö %n\n $i* . Johan de Bout , pOÏÏ ttïl UimfytmaOK j CU
boteenicn ^aéete in i>e ^atithctr / ί§ ίη Be-
kom s pMt^ Wt ïMffö02 ban &. Unüia** fter* ïte αί$ί$έ& #a feat ïjn öte pofi raim *3 jaa* ren toegenomen Jjafc/ i| 8ρ m 't jaar 1671 / jteüzi J&ep/ te «^eift gefloten; en ijttfttot opbölger %tï\Ïtt$m Nik kas van Er kei, ttïi |BontfOÖ$et / til S5a'
eefe iti öè ea&tgeïeetmjeit ^g toa$ een man
ban een baanderen gber / en ngtfieenenöe goo* b^nc|tï0öeït ·, en öaaren&oben een g^öot ïtef5 gabber en boo^anöer ban 't qtmtmt beft, tyn ïjaö/ om 500 te fp^eenen/ öepioefMaarenban spe f^tefferlpe beöseniitgen in öe nféêrmftgeit Oari sfüieniaoe/ dnöer öen beroem&en mitoni van oer Plaat, gebaan; j^aoedjano !)ab $&H|tV $e*gtoöutre/ üontieteit/3iejtierl3ö?ii/en3+ a$ j^afïoo^ bedient en opgepafl; |g $ -ttoft een ïft bah 't ftttecïjticSe üapit;
m) w mart^^ieftec ban tófftórtS getoeefê· jfKI dat ijo oe Wnfft§ï$k0fy lange {fikren
toa^tgenomen !)ad(/ en tot een öoogen onder* ^dm geftomen Üaè/ i$f$ te 3k!ft op den 20 ban September leyg m denveer óntfiapeiu en $ boou2 al ober 3ijne f)er&erg3aamïjë!t en inïlbgrit $érormt &etoeeft Sp ïjaö jpegaffri' t*n aï Ön 5fjn lebèn afgéflaari aanlijn b^oeder^ Joon Johun Chriiliaan van Erkel , tè itttttfjt
geboren en %ktntiaat in Besdebe föeeftten i ecu
utan/ ommt ban fijnen gbetboo? 't geiodbenitf te Reenen / ban ects 3eer bondig oordeel ett eene itfitmuutÊnttë geïeértöeit, Jfier ban $Φ fjgbiperi gegeben in berfefjetde gefrï}?iften/tfi beëdigingen ban 6e reegten dèt ïjfoiïandfcP iierïte. AAN- |
|||
van Delfland* 13 f
AANTEKENINGEN.
ï. Van deze verfchïjninge, over dewelke wy niet
veel papiers meenen vuil te maaken ,' ftaat by meer- gemelden ületsw.ijk een wijdloopig verhaal, 't welk hy uyt eene oude aantekeninge heeft getrokken. 2- Rakende dit beeld, v»n de noot Godf, is een ou-
de Aantekening overgebleven, dewelke hier ook wel eene plaats mag hebben: Van den heelde der noot Goodts,
Voorts fal men weten , tgeen men oock niet en
behoort te verfwijgen. In den voorfz. tijdt als men dit Godts-huys eerft begon te decken en boven.dicht te maecken, foo iifer gevallen een merckelijck teyc- ken , ende miraeul, namentlijck dat hier te Delft wilde door-paiTeren een konftenaer ende meefter met eenigerhande Beelde-werck , dat hy ter jaermar£fc wil- de brengen tot Antwerpen , ofte te Brugge \ fonderr linge met hem brengende een Beeldt van onfer lieve Vrouwe inder noodt, alfoo zy onder den Cruyfé fat droeffelijck met haren ghebenedyden kinde op haren: fchoot leggende. Defe meefter, vermits kennifïe die hy aen een goeden vrundt hier binnen woon ende hadde, foo wilde hy niet voort pafièren eer hy fijnen vrundt" gefproocken ende verfocht hadde , wekken vrundt defen meefter goedelijck getouft ende inftantelijck gebeden heeft, om aldaer tot fijnen huyfete vernach- ten, en dan alfoo des anderendaechs voort tereyfen, 't geen defen meefter eyndelijck confenteerde; ende beeft fijn werek ende Beelden voorfz. uyt den fchepe daer ten huyfe doen dragen. Defe fijne vrundt woon- de hier aen de Volders-graft vier ofte vyff huyfen van de plaetfe daer namaels het oude Man-huys gedicht ende ghefondeert is. Dit vernemende die goede man- nen die de forge van defe Goods-huys te timmeren, bevolen was, foo fijn zy gecornen ten huyfe daer dit voorfz. Beejdt van Maria ftondt, en hebben den mee- fter ghevraecht off hy 't verkoopen wilde, hy antwoor- de dat het hem veyl was, en heeft het de goede man- nen op geldt gheiet^twelckhen-luyden te veeldach- 9 4 te
|
||||
\%ó Aantekeningen op de
te te wefen, dies fy onverrichter faecke fijngefchey-
den. Des anderendaechs defe meeirer meenende met (ijn Beelden en werck voor te rey fen, foo en konde hy dit Beeldt voorfz. van daer niet verporren , wat arbeyt hy daer tóedede, foo dat hy feer werd verwon- derende, weshalven hy ontboodt de voorft. goede mannen van den Godtshuyfe indien fy dit Beeldt be- geerden te hebben, fy fouden met hem redelijk mo- ghen overcomen, ende hy fonde te vredenzyn , ende dien Beelde hen· luyden laten ; daer na als men het fel- ve Beeldt wilde verporren omin den Nieuwen Gods- huys te brenghen foo heeft men feer lichtelijck der- waerts mogen vervoeren , ende aldus is dit Beeld hier gebleven, ende in denl\iieiiw?n Goodtshuys gebracht, waer door van flonden aeu gefchiede veel groote tee? keuen ende mirakulen vanalderhande iïeckten als van Ctiörfen, Gichten, Landt euvelen, Verleemtheden, erideZeerfcheden aan kinderen, mannen ende vrou- tven , alfoo dat die miraculeti dageliicx meer ende meer ghefchiedcn , én feer menichvoudich vermaart "VVorden: voirt van verlofljnghe van perjculen des doots, yan blinde dieijendc worden van kreupelen die gaan- de wierden, van verdroncke menfchèn djie te lijve we- der quamen, van fchenriTelcn en van dieby miraeul yan den Heen. yerloft' worden , voirt van ihenigherhande iïeckten, van befeteu menfchèn van den vyandt van alderhande euvelen, als van Sr.Cornelis, St.Jan, £>r.. Autonis, St Hubrecht, S. Ontcomtjr, ende van al- derhande Heylige: dierghelijcke fo van Peitilentie, van Quinantie ; yan vrouwen in arbeyt gaande die niet verloft en conden gheworden , van verdoolde men- fchèn die uyt dert wege verdoolt waren , van men- fchèn die te water en te fchepe in noden yan haren lijve waren,~van gequefte menfchèn ter doot toe die lichtelijck gebetertzyn, belovende hier bedevaart, van verlooren goederen \ van plagen in paarden , koeyen, fchapen, verekens ende andere beeiten. Item hoedie Noot Godts <kh openbaarde in der maniere al$ fy irj der kereke ftaat , én haar heeft vertoont den fiecken, ende miftrooiHgen in haar vifioenen , als hoe fy be- geerde in defen Goodtshuys ge-eert te wefen ende ver- focht, gelijck fy oock goedertierentlijck genas. En-t dé fpirjmige luyden buyten der ftedc wootjende als fy 'haat
|
||||
Beschryving van Delfland. 137
haar hier in der kerckeverfoucken fouden dooralfulc-
ke openbaringe, alhoewel zy oock noyt hier geweeft en hadden, bevonden hier diefelfdeghelijckeniiïevan Beelde, als die hem veropenbaart hadde , ende defe teeckenen gevielen hoe langher hoe meer alle daachs, ende foo watter tot kenniile vanden Perfoonnere de- fer kereke of Capellanen, of Goodtshuys Meefters geopenbaart worde, met getuyghen, dat hebben 77 doen befcbrïjven. Doorwelcke wonderlijcke teyeke- nen, openbaringen, miraculen, en door de gehenge- niiïë Godts en Maria, en vurige devotie des gemeen yolex foo wel van buyten als van binnen defer ftede, is dit Goodshuys verre yermaart geworden, alfoo dat binnen twee jaren na de wydinge voorfz. worde toe- gheleydt de houte kerek Ooit-waarts van fteenwercfc een fchooneChoor meteenkruyswerek datfeervaar- d»ch voortganek hadde totte volmaacktheyt toe door hertelijcke vurige genegentheyt die daar was onder de Regeerders van dien, alfoo wel in de Geelrelijkheyt als inde Politie , welcke Choor met een kruyswerek voorfz. t'eenemaal volmaackt zynde ende alle onco- ften betaelt en te boven wefende in corten jare, foo is voort t'eynde defe houte Kereke aan de weit-zydc gefondeert enen fchoone ftereke tooren (die noch coirelijcker dan 't voorfz. kruyswerek was) aangeleyt geworden van harde (leen ende back-fteen t'famen, ende werd oock cortelijck vervolcht ende opgebracht tot den bommel-gaten toe , ende met defer voortco- niinge der devotie van defe nieuwe Goodthuyfe , foo "«gon van (Tonden aan die gheheele ftede van Delft raerckelijek te verbeteren en noch meer toe te nemen, alfoo darter gefondeert werde cortelijck daar na ver- Icheyde Gloofteren, Conventen, en Capellcn, ende ooclf veele outaren in beyde de Proehy-kercken. Dus verre dat verhaal, maar aangaande die onbe-
Weeggelijkheit van het beeld dient aangemerkt, dat er ijt diergelijks verhaalt word van O. L. Vrouw te Haxswyk, en te Schiedam. Vn λ fchip dat het bee,d van de H· Moeder Gods
wvtTn·,^ * 7' Β· G™™™ye > bleef hier (te Haus- l/ {ff "aan , tot een zeker teken dat de goddelij- He?r ■ ïing dexe P^ats S^M had , op dat de
ficiiige Moeder daar ge-eert zoude worden. |
||||||||
*
|
||||||||
4pud VVichmap. in BrabantiaMariana pag. $γίψ
~ % Het
|
||||||||
X3& .(Aantekeningen o p de
Hetwelfde vertelt^Wichmannus van O.L. Vrouws
beeld te Schiedam. Zeker koopman wilde dat beeld van Schiedam naar Antwerpen voeren > om het daar op de kermis te verkoopen: maar het fchip was niet voort te krygen. Deze reden gaf genoeg tekennen, ïoo als daar opgemerkt word, dat het beeld te Schie- dam wilde blyven. Menbragthet dan in dekerkenz. Is het geen jammer dat de menfchen thans 200 hard- geloovig zijti,, en alle die zoete vertellingen niet wil- len aanneemen ? r 3, De geloften, waarvan in dè voorfchrevenemi-
rakelen zoo dik wils gefprooken word, quamen veel- tijds hier op uyt; dat zy , ingevalle van geneezinge, eenige eetwaaren, of zilver en goud, of and ere dof- fen als waich en wol, ter zwaarte van haar lichaam aan 't gemelde beeld zouden offeren. Sommigen be- loofden ook dat zy zulks zouden offeren van gebedel- de aalmiiTen; andere beloofden den beften penning dien zy in huis hadden : anderen wederom wat an- ders. Dan wierd 'er doorgaans noch een belofte by- gevoegt, van met de ganfche buurt, ofmet eenzeker getal van bnuren s een bedevaart te doen ter eere van Ó.L. Vrouw. Doch meeft altijd verbonden zyzich zel- ven, volgens de aanmerking van den Heer Bleiswyk die het uyt andere aantekeningen getrokken heeft ,ïúç al tyd å,áúïï lang als ze leefden de pellegrimmen van zoo een Beeld, of van zoo een Sant ofSantinne, te wee- zen : dat is, alle de procefTië'n en ommegangen, daar het beeld van zoo een Sant omgedragen wierd, by te wóorien; eri dat dikwils in linde klederen en barre- voets. Ten dien einde quamen veete van buiten hier woonen *. ©min allerhaade ommegangen by der hand te zijn, en het omgedragen Beeld te konnen volgen. Ten miniren verbonden zich de vreemdelingen, die eenige gu'aft ontvangen hadden, om eens *s jaars op'&ea grooten ommegang der parochie te verfchynen ; en, indien zy tiet vermogen hadden, eenige vereeringen te offeren. Van deze pellegrims, en hoe dat zy den ommegang bywoonden eft volgden , tal vtfat fraais opgeleverf worden in de 6. Aa'ntekeniflgè. Die van den ftee« vérlö# waren , deeden dien fteen dikwils mzilvbr beflaaflø ea fefagten den zelven tot eenege- Mb-s/fP1^
■:■■ . <t , j
|
|||||
i
|
|||||
■'
|
|||||
Β ES CHRYVJNè VAM ÜEtPLANI). ï%f
dagtenis in dé kerk. De krepelen , die nu zonder
krukken gingen , lieten dezelven ook in de kerk bly- ven ; of in de plaats rwee wafTche beenen. Alle de genen, die door mirakelen geholpen en genezen wa- ren, quamen in 't geielfehap van getuigen zich in de Kerken-meelters rekenkamer aangeeven aan den On- derpaftoor , én aan 1e fierk mee/ter s en Kapellanen die daar toe gefchikt waren. Voor al gefchiede dit op den jaarlijkfchen ommegang, als/y hun beloofde be- devaarden quamen doen: 't welk zy dan voor Nota- ris en getuigen up hun geweeten , en ter goeder trou- we, in plaatze vaneenen eed, moeften verklaarem 4.. Wy willen debefchfyving van S. Urfulaas kerke
zoo niet beiluiten, zonder noch eenige aanmerkens- waardige zaken, noopende de zelve kerk en den td- ren, aan te raaken. Het gantfche gebouw, zegt de Heer Bleiswyk fprtekende van den toren, heeft naar tttyn onthoud de hoogte boven de 310 roede voeten. Dan de Heer c Leeuwenhoek, die de hoogte van den zelven toren met den landmeefter Spoors opgenomen heeft, begroot de hoogte maar op 299. voeten. Naar dezen toren, die zeer fraai en cïerlijk is, hebben die van Rlienen hunnen toren, hoewel in kleinder geftalte, laaten maaken : zoo dat men den Rheenfchen toren ziende, ook het maakzel van den Delffchen toren ziet. De klokken , dewelke hier hoven uyt eene oude
Aantekeninge vermeldt worden, zyn in den grooteh brand, daar elders van gefproken is, allemaal bedor- ven. De luyklokken, die t'hans in den toren han- gen, zyn ongemeen zwsiar. Op deéerfte ftaar te ke- zen : Dooi) duvel, noch hel en mag rity niet fchaden> •want mynen naem is Jefus vol genaden ent. Op de tweede Maat dat haar naam is Urfirfa.
Op de derde ftaat dat haar naam is Vryheid.
Vorder heeft 'er vóór dezen een zeer vefrnaard è»
fchoon beyer-werk op het Stadhuis gehangen: 't welk Iia den gemelden brand daar uytgenornen, én na on- gemene verbetering in den torenvan S.U^fttlaas kerk gehangen is. Deze verbetering, en overvoering is gefchiedt door eenen Jan Kal, Uurwerk-maaker te Nirmfègen, én den ëerfliëii uyrvinder der kopere £. Leeuwen hoeks Zendbrieven , p.Jg.4jV
fpeej*
|
|||||
14» Aantekeningen op de
fpecltonnen enfpeelfchroeven. De ton, diegegoten
is door eenen Frans Hemons , is met meer als vier duizent fteekgaten , voor de fpeelfchroeven , opge- maakt door den voornoemden Jan Kal: Ook is dit al- les eerft hier ter ftede in 't werk geitelt; en niet te- gengaande dat het de eerfte reize was , is alles zoo wel uyigev allen, dat'er volgens den HeerBleiswyk, alihaiis'vopr zoo veel hy bewui'twas, nergens ter we- reld beter klokken-gefpel word gevonden.<2 Dit voortretfelijk en kunilig fpeelwerk beftaat uyt
fwederhande geipél ; den Voorflag, en 't Beyerwerk. Voorflagen zyn door ganich Europa genoeg bekend; en gefchieden door het uurwerk met de fpeeltonne; de- welke, op de maniere van een radt, de hamers doet beweegen, die buiten aan de klokken hangen : heb- bende daar toe een ongelooffelijkemenigte van kleine gaatjes j om de metale noten tot allerhande wyien of voizen daar in tekonnenfchroeven, en tot den voor- flag toe te ftellen. Want die worden iedere maand verandert , om wat nieuws te laaten hooren. Het VQorfpel vaode half-uuren duurt half zoo lang als die van de heele uuren. De quartieren fpeelen eenige zeer weinige maaten; doch om de andere reis eene byzondere wis. e Het beyerfpel , laat het my geoorloft zyn deze be*
fchryving van den Heer Bïeiswyk, die in ieders hand- den niet en is, teontleenen: Het beyerwerk, zegik, beeft ganfch geene gemeenfchap met het uurwerk ; maar word door de handen en voeten van Meefrers gedaan ; en was, ten tijde van den zelven Bleis- wyk , noch in weinige landen bekent. Evenwel is het al van ouds binnen deze ftad in gebruik ge- weeft. Dit gefchiedt met klepels ; welkers onder- fte einde door dikke yzer draaden, dicht aan den on- derften binnenrand der klokken, vaftgehouden word. De draaden , behoorlijker wyze nederwaart geleid, 2yn daar in een huisje of afgefchoten kamertje ge·* hecht aan ronde houte klawieren : dewelke, gelijk die van een orgel ofklawier-cimbel, met de vingeren bewogen worden, Deze nederdrukkendebeweeging doet de fchuins hangende klepels tegen de randen der klokke aanflaan : wordende de basklokken met den. d Bleiswyk p, 22$. 2*6. > e Ibidi |
||||
BESCHRYVIÏiG VAN DELFLAND. 14Γ
voet getreeden door 't middel van een voet-klawier.
En aldus kan men alles naar zyn welgevallen daarop fpeelen, enverfcbeide toonen teffens laaten hooren. 5. Indelijft vandepaöoryen, die ter begeevingeder
Graven ftonden , ftaat ook dat de paftory van S. Urfit- laas kerk 120. Rhynfche gulden aan inkomften be- zat. Maar hier moet in acht genomen worden dat beide
de kerken, behalvenhaare vafte inkomften en renten ten allen tyde noch eenige vervallen en profyten by voorbeeld , uyt de graven , van het beluiden der doo- den, enz. genoten hebben; In een oude ordonantzie, opfrrancyngeichreven, word de boete aangewezen, die een doode , buiten de parochikerken begraven wordende, moeit betaalen. Dat [00 wie binnen Delft wonende aflyvieb werdt, endefyn fefulturc tot eenige an- dere fie de begeert dan in eenige van de twee parocbyen* Merken, ofte in datgaflhuys onfirflede , dat [yn erfnamett duir overge/den ende betalen [uilen den Godibnys-meefters tot der kereken behoef in welcke parochie by aflivigb ge- wordtn is, een van de vier Jlalkaarjfen die men <%er de dooden barnen fal, ende die f al ten minfle vyf pont we* £.·#, ende dair toe vier gouden Engelfche Nohelen , of pa- yement harerwairde, die deGodshuys-meefiers vaneeni- genonfenparochykereken, aldair dat in geboeren fal, wt des dooden reedften gueden inhalen ende inpandtn [uilen , off met jchulde wair. Dit alles was met ftads-zegeï ' beveiligt en bengelt op faterdag, zijnde SS.Pieters en P**/*, dag, iVt jaar 1411. Doch in 't jaar τ4ςρ. is öie geldboete afgefchaft; en konden deerfgenaamen, in zulk een geval, met het leveren vaneene ftalkaars oei taan, In 't jaar i$x%. wierden de wafch-lichtrnaakers ver-
bonden om voor ieder pond van zoo eene ftalkaars te betaalen vyf ftuivers, Daar-enboven was 'er vart- gcltelt hoe veel dat ieder van .elk pond wafchlicht dat op de graven brande , ten voordeele der kerke nioeft opbrengen. Noch hebben beide de kerken , in ouder tyden
haar voordeel uyt het verkoopen van de graven ge' trokken Maar tegen dit verkoopen van de graven «welk door de Pauflèlijke wetten verboden was, is / By BleiW. p, t$yt~ ,
|
||||
142. Aantekeningen op r> e
al vroeg de volgende ordonantzie uytgekomen; de-
welke wederom vernieuwt is in 't jaar 1445?. CChondt, Scepenen ende Rade derdeden van Delft
*3 hebben by guetduncken van der Vruetlcap gtordi- neert dat men geen graven binnen der Parochikerc- ken, of opte kerc-hoven derfelve ftede, copen noch vercopen en fall, noch nyemant enyu;hen eygendom an gonnen of coufenteren, alfoet openbaerlic inden geeftelycken Rechten verbodenis; Mar datdie Kerc- meefteren in der tyt wefende, fonder eenige voir- wairde of comenfcap dair oftemaecken, den ghenen die fy willen om Goodswillen wel feilen moghen gonnen die brugewair van den graven in alfulcke fchyn en manieren dat die gheen die die bruyewair dair of gegont word , ende iyn erfgenamen ende na- comelingen dair in begraven fullen worden , ende nye- mant anders, tenfy by fynenoffynen'erfgenamen en- de nacomelingen willen , of dat men die felve gra- ven Van\node te doen heeft : ende waïrt datmen' die graven van node te doen hadde , dair foudt men dan om kavelen van wat eynde datmen beginnen foude. Ende die gheen die die bruyewair gegont wordt, fel men teyekenen in den grafhoec ter plaetfen dair hy dat graf begerende is, ende en quaem nyemant van fynen bleude, fo fel dit graf bedorven op fynbruederen en- de zufteren, of op ten genen-dievan hairen bluedege* comenfyn nahaire doo^naScependornsrecht. Ende verftorve yemant opwien enich graf in dengrat^fboec geteyekent rtaet , alfoo datmen niet beproeven en conde dat van hem yemant after gebleven wair die die bruyewair mocht e befitten na der formen voïrfz. ίο foude dat Goods-hnys dat graf weder tot eygen an- vaen, ende fynen wille dair mede duen. ;f: . Doch rnettertyd is het, om de grootevonfcoftendie
de kerken te draagen hadden, weder ingevoertdat een ieder , die de bruikwaar van zodanig een graf had, mar dat het op een aanzienlijker of geringer plaats ■gelegen was, twee, drie, of vier EngelfcheNobelen ïoude betaalen. Voorts op'<dat de kerken by haare fchuldenaaren
niet te kort mogten koomen , is, haar van ouds het Volgende voorrecht vergunt; W* |
||||
Beschryving van Delfland. 143
Vf7y Burgemeefteren, Scepenen endeRaïde der ftede .
™ van Delf doen cond ende kennelyck allen lui- den , ende certifkieren mits defen onfen jegenwoir- dyghen brieve, hoe datcp ten viertienften dachinDe- cembri in den jare van zeven-ende-'tzeventich over- dragen, gefloten ende geconienteert was byder Vroet- fcip, dat alle fculden die men die oude kercke ende nyeuwe kercke fchuldich is ende namaels fchuldig worden mach, die Kerkmeefteren eerft ten mynften eens eyiTchen ende manen fullen den gheenen die fé fchuldich zyn -, ende ift faecke dar die fchuldenarea alsdan nyet en betalen, zoe zullen die Kerckmeefte* ren die fculden mit der ftede Bode moghen halen, ghelyckerwys en in alre manyeren oft binnen achte daghen van gueder reeder cornanfchippe waïr. In ken- niife dat dit aldus gefchiet ende wairachtig is , foc hebben wy Burgemeefteren , Scepenen ende Raide voirfz. onfer ftede zegel ten zaecken hier onder aen defen brief doen hangen. Gedaen in ?t jaer ons He- · ren duyzent, vier-hondert vier-ende-tachtig, op ten 29. dach in Novembri. Was onderteycken
]. WTREGHT. Noch heeft een zeker Mr. Pieter gedicht een zoo-
genaamde gulde MiiTe : zijnde een zingende Mis, dewelke gedaan moeft worden s'woensdags in de quatertemper-dagen voor Kerfmis , tufïchen vyf ert fes uuren s'ochtends: zoo dat'er daarenboven s'dings- daags en s' woensdaags s'avonds ook lof gezongen moeft werden. Daar voor had hy de volgende uy^~ deelingen befproken: „Eerft den Officiant van de „MiiTe te fingen 4 ftuyvers. Die Predicant die onder „ die MiiTe preeken fal 3 ftuyvers. d'Opper-cofter fal „ in de MiiTe ende Loeven wtlangen die ornamen- „ ten, ende fal hebben drie ftuyvers. d'Ünder cofter „ fal doen luyden dynsdaachts ende woensdaachts sa- „vpnts tot die twee loeven mittegroete clocke, ende j,smorgens tot die MiiTe des woensdaachts, eerftwerf, ,, anderwerf, ende die hoop, oeck mede mie die groe- ne clocke , ende fal dair voeren hebben 8 ftuyvers. )>DIc Graafmaacker fal doen luyden dynsdaachts snoens
|
||||
144- Aantekeningen q? jse
,,snoens ten half twaleven , ende swoensdaachts ori-
„ der de Te Deum Laudamus des morgens, endenoch „dynsdaachts savohts te fes uren naa't lof: alle defe „voirfz. poefen mitte jjroettle clodke, ende noch ofi ■ „der beyde die loeven ende onder die Miiiè feeckerè „beyerpofen nair oüwer gewocnte, eridefaldairvoif „hebben tf ftuyvers. Die maaghden in de Capelle „elcx twee (luyvers. d'Onder graafmaacker om die ,3honden \Vt te jagheri , en die bröitdronke kinderen „te regieren, iftuyver. Item die Sangers en dienairs „van der kefcken fullen mede fingen in beide die „loeven ende die Miife , ende fullen el ex hebben ge- „ lijeken een van die Saeraments-heeren. item die „Saeraments-heeren voirfz. fullen doen barften onder „die loevenende Miife vier toortfen, ende fullen die „coralen ofte jonghen hebben van houden el ex een „halve ftuyver, coömt 2 ftuyvers. Item die jongen „ofte Choralen van de verikulen te iinghen onder „die loeven t f amen 2 ftuyvers. Item die twee loeven „fullen die Sacraments heeren dienen micte roe wt- „fette ornamenten , ende die Miife mine gulde or- „namenten Item d'Organiii mitte Blafer rfamen 6 „ftuyvers. Item die Heeren voirfz. lullen duen fêt- eren drie barnendc caarien upr graf van Meclrer Pie- ker voirfz. ende die Miiïè wt wefende , fullen zy , gefamentlicken mitten Sangers lefen miferere ende ■^de pro f uk dis mie twee colleclen. Item dat hief van „ overfehietfal, falraen deelen die Heeren , Dienaers „ende Sangers die prefent in de loeven ende MilTe ,,voirfz, geweeft zyn. Ook hebben zeer deftige Schilders in het opfehikken
van deze kerk hunne kond te werk geftelt. De heerlijke en fraaie kerk, Zeit de bekende Georgins* Braun } de- welke S. Urfula toegewydt was , is van de deftigfle baa* zen, als Heemskerke, Frans Florifz. Autoni Blok- lant, en Lange Pier, met zeer uytfleekende fchtlderye» lierciert geweefl. "Dus fcheen de Schildèrkunft, het j, zyn de woorden van DirkBleiswyk, alhier de gaven „van haar liefde en iiytnemendfte voe(lerlingen,alsin „een magazyn en principale fchatkamer, byeen ver- „zathelt te hebben." Maar alle die deftige werken |
||||||
• By Dirk Blelsw* f, 14?»·
|
||||||
iyii
|
||||||
Beschryving van Delfland, i+f
zyn benevens andere kouelijkheden en pronkcieraa-
den door de woedende ketkplunderüig vernielt en verbrijzelt. 6. Wy zullen 't hier te pas brengen hdë dat 'er vart.
ouds tuiTchen beide deParochi-kerken, om allerhan- de oneenigheit voor te koomen, eenige verdragpun- ten zijn gemaakt omtrent het houden vandenjaar- lijkfchen ommegang: dus is in 't jaar 1450 het vol- gende akkoord wederzijds aangenomen: Tn 't jaar ons Heeren 1450 föe wort övergedraghera
A ende gefloten by den Scout ende goede luden van den Gerecht van Delft', die procerïïe op ten omme- ganc te houden ende omme te gaan in den manieren hier na verclaart. In den eerilen als die proceffle van den gilden en van den fpele geleden is , dat dan dair an fullen volgen die pellegrims diegecleet gaan , dair an fullen volgen die pellegrims die in haar hembde gaan, dair an die pellegrims die naaól gaan. Dair an fullen volgen en gaan alle die pellegrims die naa£t 'm paniien gaan, dairan fullen ghaan die Barvoten broe- ders van den obfervantien, der an die Clercken mit- ter Prielreren , dair an die juwelen wt bode de kerc- ken. Ende alle jair alsmen fchrijft even, foe fait beelt van onfer liever Vrouwen wt dair Nieuwer Kercke voir gedraghen worden , ende't beelt van onfer Vrou- wen uyter Ouder Kercke after. Ende aile jair als men fchrijft oneven, fal men't beelt van onfe liever Vrou- wen uter ouder Kercken voir draghen , ende tbeelt nter nieuwe Kercken after. Ende ghien pellegrims noch nyemant anders en fal moeten ghaan tuiTchen den twee beelden van onfer liever. Vrouwen, Ende defe beelden en fal nyemant hem moeten onderwin- den te dragen dan die ghene die by den Gerecht of by den Goidshuys- Meeflers in elcken Kercken dair toe geordineert fullen worden. Ènde wairtdat yemant in eenich van den pundten onverhorich Worde , ende' contrarie van dien dede, dat foudmen an dien al foei corrigeeren dat hem een ander foude wachten. Tot het onderhouden Vin onderlinge vriendfehapf
en eendragtigheit hebben de Getijde meeflers van de- 2e twee Parochikcrken, mitsgaders de Getijden-mee-' S* ft«f#
|
||||
ίφ Aantekeningen t>t de
iters Van S.pkobt kerke iVsGravenhage, te ηι över-
llaan van Schout, Schepenen ett Rade dtf ^%vf Delft, en den Baljuw, Schout, Schepenen, en Kade Van 'éin Hage , ?ri 't jaar ιφ f» ^kkoofd Λ ver- dfrt gefloten , 't welk al afgegaan er» gefloten was gewed! in 't jaar i * ι1, té Wéeten : /J-i zo <w*»nut éemté Zanger fofy Ptiêfler ofte geeft tan der Mufycke, (jftfoyck Qoetalen Zeher, oorlof neemen ofte oorlof gege- ven wordt'in de voorfz. twéé Parocky kerken binnen Delft, ofte fint Jacobs Kercke in den Hage, dat dejelve m\eene van de andere defcr drie fonde mogen aengem- men werden omme aldaer te fingen ofte anders eemge Jat- laris te-winnen binnen twee jaren van der Μ dat hem oorlof gegeten is ofte oorlof genomen fat hébben op $e verbeurte VaH eéH geldboete Uf [omme vak hondert La- rolt ν tilden, ënz. , _ Αλ
Om dat hier van den vermaarden Ommegang, de-
welke op H. Sakraments-dag plagt gehouden te wor- den , gefproken word; zullen wy hier UfHtt or-dö- nantzie, raakende den ommegang op Heilig oaicta- ments-dag, laateti volgen. Dit b dié Ordonantie van der Proceffie op des
hejüges Sacraments dag. '* f Ν den eerfien ίο feilen dair geordineert worden
-1 achte fedigë jOnghe Clercken , dre noch in der ftemmen niet gemuteert en fin, Ende dei. feilen alle gelyc gecleet wefen mitalveti en roode tumcalen ais Diakenen in ehéhoechniiTe des rootbloedighen lydens ons liefs Heren JcfmCbrifti, ende fy feilen ^elyc^ ke fampiclen op haer hooft hebben , etide haer Clercks crunen verfch gefchoren , ende een ygelic van den achten zei hebben een witte dwaèl om hn hals, dair fi die wapen ons Heeren oitmoedelicke ende met ghrooter reverentien dragen zeilen als hier na gelcnre- ven ftaet. Item die eerrte zei draghen die columne mït fnoeren dair art. Item die ander In die een hant een geeflèl, ende in die ander hant een fcarpe roede bebloedet. Item die derde die doorne croon op een fuverlvckcufïèn. Item die vierde een groen cruysrnir ghaten duerboert. Item die vyfte in die een hant een :> Üeuw. pag. *8q* bamer ?
|
||||
Beschryving van Delfland. 147
hamer , ende in die ander drie naghelen. Item die
fefte een rode fpeer , ende dat yfer ienden bebloet. Item die fevende een grof riet , of een ftock , ende dair boven een fpongiean genaghelt is, ende dair zal boven an hangen een canne of een Vlefch mit edic. Item die achtende zei draghen dat fudarium gehangen an eenen roden (toe na die manier eensbanniers. En- de wanneer die Hoechmifre wt is fo zeilen defe Clerp- ken alföe toeghemaed als voirfz. is te famen verga- deren in den toorn , ende zeilen devoteh'e gaen dit een na die ander te choeirwaert ende fingen mit Ju·· der (temmen dateerde vaers van dieyrnen vexillaRe- gis , ende dair mede gaen tot die graden van den Choer, énde dan zeilen die feven oitmoedelic knielenop die nederfte graet van den Choer » ende die dat cruys draecht zei dan fraen op die hoechfle graet mittent aenficht jegen dat volc , ende fingen mit luder ende luder ftemmen drie warf Ecce iïgnum Cruch , ende dan zeilen die feven alfo .knielende fingeri dat vaers 0 crux ave, dan zeilen ii opilaen ende gaen toten ho- gen outair, ende die wile zei dat choer fingen Tefum- maDeiTrinitas&c. Ende die wile dattetchoer (Inget dat vaers Tefumma, zoe zeilen die acht Clercken te famen opftaen ende gaen devotelic die een na die an- der van den graden des Choers, tot an den laechtflen graet van den hogen outair, ende dair zeilen ii alle' te gader te famen knielen na die Ordonantie als iï comen gaen, fo dat die dat cruys draecht fel comerf te knielen te middel waeirt voer dat hoech outair, dafr dat heylicge Sacrament ilaet, eride wanneer dat vaers Te ftimma wt is, foe feilen die achte al te famenfin- ghen mit luder fternme alfo knielende Tantum ergo Sacramenturn, ende dair nadat Choer .... Ende wanneer dat dit aldus gefciet is, fo „feilen die Prïefte- ten -iTift alre reverentien dat heylige Sacrament om- dragen , ende die Provifores feilen dan beginnen re üntirFen 0 facrum , ende dair mede fel die proceffie beginnen te gaen , alfo dat die achte Clercken voirfz. recht voir dat Sacrement gaen feilen datter nyemnnt,, iwiifchen en ga dan een Clercgen of twee die dat licht* ende die belle dragen, ende die achte Clercken voer die Prielreren , ende voir die Priefkren die Scolyers e»de toir-earffen , ende alfo te famen gaendc feilen' |
||||
ia% Aantekeningen o γ de
die Glercken voirfz.ende die Prieileren bj beurtefin-
gheri nadat die Scoelmeefters dat ordineren fullen, ènde alre tamelicite is. Eer wy deze kerk verlaten, ïullenwy de lijft van
het filverwerk , dat in de beroerten aan de Heeren Burgemeefteren overgelevertis, hier noch laten vol- gen:""' ;, Een groot filverCruys aen diverfche partien gewoe-
ghen, en wtbrengende te fainen 24. Marck 6. Engels. Een grote filvere vergulde Ciborie, eenfilver verguit Croentgen endeeenigh ander vefgultwerck, wegen- 8e 12. mark. Een vergulde Kelck Tonder patine, en- de noch eenfgh ander kleyn verguit werek, wegende 3. mar. z.ouc. 13. eng. Twee iïlvere Ciboriën, twee filvere Schaltgens, ende twee filvere overdekte Voet- gens, een Oly-bosgen, wegende tefamen 13.mar.4. onc. Een filvere Groen, twee overdekte filvere Cop- gens, een Oly-bosgen , een iïlvere Wy· waters quaire, wegende te iamen 6. mar. t. onc. 17. eng. Diverfche partièn van witfilver dat af-'gedaen is van eenigeBeel- den, wegende te famen 10. mar. Noch eenige ande- re reftanten van wit filver vergadert en af-gedaen van eenige Beelden, wegende 6. mac. τ.onc. Noch an- der verfcheyde wit filverwerk af-gedaen van eenige Beelden, wegende 4.mar. ó.onc. 3. eng. Noch an- der verfcheyde wit filverwerek af-gedaen van eenige Beelden, wegende 3 mar. 1. onc. Noch diverfche filvere Rommeling meefi verguit wefende, wegende 1. mar. 3.onc. 10.eng. Wy zullen hier noch Taten volgen de (lichting van-
een Vikarye in de Oude kerk oi'S.Hipp»lytus kerky door ons aldaar overgelegen, In den jare i?oe. heeft 'Joofi Dihfz. in den Hout-
tuin , en deszeifs Huisvrouw Aleh Willems dochter f een Vikarygefticht ende begiftigt vanS.Laureftt; hier nevens de iiichting-briefzelf: Λ Llen den gheenen die defe letteren zullen zien of
-^* horen lefen, wy Joofi Dircx zoen ende AleytW'tl- lems dochter gheechte man ende wyfF, kenniife der waerheyt dat wy begerende den dienft Goids te ver- meerderen, ende byfonderdaer inne dat het Lichaeirr ende Kloet ons Heeren gsoffert worde voir onfe falie- heit y |
|||||
\
|
|||||
Beschryving van Delfland, r^
heit , endeonietytlyke goeden te veranderen inewige
goeden, hebben ten lovederHeyligerDrievoudicheit, der glorioier moeder ende maget Marien , ende alle des heinelfchegefelfcaps, ende byfonderSintePieters ende Sinte Jam Apoitelen, ende tot laveniiïe ende falicheyt onferzielen, onfer ouderen, voirdersbroe- deren, zuileren, magen, vrienden ende alle der ghe- nen die ons goet gedaen hebben, ende dair wy fcul- dich zyn voir te bidden, ghefundeert ende begaeft, funderen ende begaven een ewigevicarie oftecappel- rie diemen tot ewigen dagen toe zal bedienen in iïnte Tpolytus prochie kercke binnen Delf op finte Laurens outair mit vyff iMiiïen ter weke, in welke Miifen die Vicaris of Capellaen defer capelrien, of die de Miifen doen zei, zei byfonder gedachtich wezen ons Joofl ende Aleyt voorfz. onzer beider ouders , voirders broederen, zufteren, magen, vrienden ende die ons goet gedaen hebben, ende dair wy fculdich zyn voir te bidden. Ende hy zei gehouden wezen te lefen in- den MiiTen een Colleét voir ons Fundateurs alft die tyt gehenget. Ende na den Miifen zei diePriefter le- ien op onfer beyder graff noortwaert vanden outaer inden dwersganck, Miferere mei Deus, &c, de Pro- fundis &c. Pater nofier&c. Ave Maria &c mit Col- lecten daer toe dienende, voir ons ende onze ouders ende vrienden. Tot welcker capelrien begavinge wy geven ende bewyzen. In den eerften vyftalf morgen lants gelegen inden ambocht van deWateringe, ende hebben belegen an die oeftzyde tcloefter van Laus- duynen, an die weftzyde Jorys Geryts zoens erfgena- men j ant zuyteynde de Zwet, ende ant noorteynde tcloefter van Coninxvelt. Noch anderhalf morgen lants luttel min of meer gelegen in den zelven am* bocht in zes morgen lants gemengeder aerden ende gemeenre vuere mittclooiter van Lausduynen voirfz, mit dieHeylige Geeft te Wateringen, ende mit Engel Gerytszoon, ende hebben belegen an die oeftzyde Pier ter Dircx zoon, an die weftzyde Dirck Dircx zoon, van Beeft erfgenamen , ftreckende van den ban wech ^uytwaert tot an tcloofters van Coninxvelts lant. Ten laetften twee ponden groot sjaers erflicke renten Verzekert optOude gafthuys binnen Delff ende optal- le tgafthuys goeden., die verfchynen halffMev_e ende Il } halff
|
|||||
ι
|
|||||
rifo Aantekeningen op de
halff Alderheyligen dage, van welke lande ende ren-
ten wy Fundateurs verlicht doen voir ons ende onfe nacomeiingen , met daar an te behouden dan onfè bruyckwaer offte by leventen lyve vanden lancftlivi- ge van ons beyden , ende nae onfer beyder doot die bruycwair ende vruchten van defen lande ende renten voirfch. dan voort tot ewigen dagen te comen anden freiltter defer capellnen dan wefende, en zei alsdan die voirfcreven Mïflèn ende andere laften terftont be- ginnen te doene, ende voort te achtervolgen tot ewi- gen dagen in manirevoirfz. Ende wy prefenteren nu voir die eerfte reyfe tot defe capelrie an den hoichgebo- ren Vorft ende onfen alderwairdichilen Vader in Gode Heer-Fredenc, Marckgrave van Baden, Biffcop van Utrecht off fynen eerwairdigen Vicaris in geefteliken ^aken , Heer Jacöp van Nysvjelande Priefter als be- quaein daer toe, houdende au ons, ende and"-n lancft- iivigen van ons beyden die macht ende dat recht om- me te prefenteren tot die zelve capelrie alfo dicwil alifen verfehinen zei. Ende na on2er beyder doot -zei die prefentacie comen an den Prior van denCar- thuyfers cloefter byDeltf, an die Pater van fintejero·· nimus huys binnen Del ff, ende an die outile Hooft- ihan van die Metfelaars ghilde, welke oute vanden Hooftman men zei rekenen nae oute vanfyneu dienft, niet na jaren zynseygenperfoens, die alle drie tfamen pffteininfte tmeefte deel van hemdden fullen die ca- pelrie geven ende daer toe prefenteren eenen goeden -eerbaren fcamel en Priefter, out wezende niet min dan dertien jaren , die anders geen geefteltke goeden oft 'Miffen en heeft, noch oeck geencrigen ofannemen en zei, merzel onbelaft wefen ende blyven van alle andere vordert laften, Ende hy zei te Delft'wonende blyven ende ?.elve zynen dienft doen , nootïaicken .van zieéte off onmachtïcheit off diergelyken vuytge- ifeit. Noch hy en zei defe vicarie nimmermeer mo- gen permutereii, Ende indien dat hy yet ter contra- jie van dezen dede zoe zei die capelrie vaceren, ende die Collateurs voirfz, zuilen een ander daer toe pre- senteren. &€» - Noch ftaat 'er in het zelve handfehrift een Latijö*
fche brief vmDiderykddamfiï va» Wonde, Qnderpa- ftoor
|
|||||
/
|
|||||
Beschryving van Delfland. 15-1
floor van S.Hippolytus kerk, waar in de gemelde Dr deryk aan jfeofi Dirkfz in den Houtuin verlof geeft, om in zijne kerke zooeene vikary te flichten; mits dat de bezitter der vikarye, in alles dat eerlijk en ge- oorloft is, onder den Onderpailoor zal ftaan. |
||||||||
rBdft §ttft ban onb^ berfcïjeibe ïtonbenten KIoüfterg
ban ifóoimiftften m Jannen 0ega& €n mm eerfï btnben big jet Mwfttv Uw Minne-
jEinneöjoebereiii/ bte ben 3§. Frandfcus booj broers §nnnen $®$ta,ttbtt erftennen. <Pese jft!mne*kIo°fo™· bmto&é/ te* ttj$.&mwin't jaar 1439. booj ^ Bernardinus tot ïjet nautoet; onbeeïjonben ban benaftegeïberöonbenbiierben/ en baarom ben naam ban Obfervanten aangenomen jjab* ben/ qnamen met ganfcje troepen naar %oh ïanb af3annen. <^it 0in0 500 0jof batPhilips van Borgonje, «E^aaf ban üoHanb/ ineenen open~£$ef ban ben iS.ban^cto&ei: i44f-0?oo* teip^ baai- ober ïiiaagbe/ en gun 0etal öe- <ên al&t m 't jaar 144°* 00& te 3Mfc qua*
men aanjetten* %Mm be 3$etï)onber£ ban «©eïffc &en niet anber$ toilïen inïaatón ai$ o# Setaeboogaarden/ betoeine in'tboen banbe ^tab^ ganbbefïen / in be ïabe E , betoaart tooien i en ojj Ijet boÏ0enbe ugtnoomen. * i. Dat ze niet meer als eens ter weke hun
brood langs de ftraaten zullen gaan bedelen, x. Dat ze in gehuurde huizinge zullen woo-
nen ; zonder zich eenig recht op hunne hui- zing, of op de erve daar zy op woonen, aan te matigen.
3, Dat de quaaddoenders ter ftad uytgeban-
aen zullen worden,
* Zie Bleiswyk pag 55^ _ n -
lx 4 4· üat
|
||||||||
f.
|
||||||||
ί
ι$% Oudheden en Gestichten
4, Dat zy niet meer als 20. Monnikken zul·*
len aanneemen. 5·. Dat zy vorders de beveelen derMajeflraat
zullen gehoorzaamen. 6. Dat zy, om het bovenftaande te ontwij-
ken, zich met geene voorrechten, of met be- velbrieven van een kerkelijk Qverfte zelfs niet van denRoomfchen Paus, zullen behelpen. üïïe öe3e ©er^agpnnten geeft fyathtv Gil-
lis Fluweel, $Mta$ fcan öen^obinciaaï/ ftt 't jaat 1449» óp ben 14. I&ep/ goeögciteiirt/ «n 'ee get 3C0ei öe$ ïiiooiïer^ aangegangen: %&$ 3uiien ben n$'ef giet* ïaten t?c%en/ gelp öte in Bieiswyk fïaat: VJ(7y Gielis Flueel, Vicaris Provinciaal der Min*
rebroederen van Obfervantien in die Provin- ciën van Colen , ende ghemein Convent der iel- ver Minrebroederen van Delft, doen condt allen luyden , ende belijden mit defen tegenwoordi- gen brieve, datwy mit onfen.vryen wille, on- verfocht ende onbedwongen van iemant, gelo- ven voor ons ende onfen nacomelinghen ten eeu- wigen dagen, dat wy in onfen Convent binnen der ftede van Delft ftaan lullen ende leven in ghehoorfaamheyt onfer Prelaten, ende in Apo- iiolike armoede , na inhoudt der Regulen van Sinte Francifcus-, niet eigens te hebben ofte koo- pen, noch lande, noch geldt, noch rente, noch erve beuren, heymelijck noch openbaar, maar onle broot te bidden, elckeftraat niet meer dan eens te weecke. Voort bekennen wy ende belij- den , dat wy niet eigens en hebben noch en ful· len nebben aan die ftede of timmeringe des Cloo- liers, daarwy inwoonenfullen,oftein woonen, maar dattet ons geleent es, ende dat wy daarin gheherberght zijn om Godes wille , endewairc ψ fake |
||||
van Delfland. 15^
fake dat wy of onfe nacomelingen niet en leve-
den naar der heyliger Obfervantien van onfer voorfz.Orden, endedieVroedtfchap ende Rijk- heidt der ftede voorfchreven dat bewijfen moch- te mit eerbare geeftelijcke geleerde Perfoonen, fo moehren de Heiligegeeft-meefters van Delft voorfz. die nu zyn, oft namaals wefen fullen, uytten beveel vander Vroetfchap ende Rijkdom voorfz. mitten voorgenoemden perfoonen, vry- licken fondermifdoen,die Broeders voorfcreven uytfetten , ende ander Broeders van der felver Obfervantien weder infetten, indien dathec die Vroedtfchap ende Rijckdom alfoo beliefde; ende wairt dattet die Vroedtfchap ende Rijckheyc niet beliefde eenigh andere daar in te.fetten,foo fóude die Heylige Geeftmeefters van Delft, uyc bevel der Vroedtfchap ende Rijckdom voorfz. diefelve erve ende huyfinge die de Broeders nu ter tijt oft hier namaals befitten, mogen aanta- ften in rechten vryen erven ende eygendom, toe den armen huysfitten behouf der voorgenoem- de ftede van Delft, fondereenich weer te doen - * *
oft dat te wederftaan mit eenigen rechten, gee-
ftelick oft weereltlick. Voort fo geloven wy, dat wy, of onfe nacomelingen , geene Brieven of Privilegiën van den Paus, of van eenich ande- re Prelaten, fullen felve impetreren ofdoenim- petreren tegen de voorfz poin£ben tot eeuwigen dage, ten fy mit wille, rade, ende confent vander Vroedtfchap ende Rijkdom der ftede voorf. Ende waart datiemant, twaar by onfer weten, of mie eenige brieven of privilegien,defe voorf. poincten tegens gaande, impetreerde, daargelooven wy v°or, in manieren voorfz.dat wy tot geenen dageen ons daar mede behelpen fullen. Voorten fullen wy tot geenen tijden ontfangen binnen onfe Convent Ü f meer
|
||||
1^4 Oudheden en Gestichten
meer dan twinticb perfoonen % ten waar by con-
fcnt ende goetdunckcn der VroedtCcbap ende Rijckdomvoorfz. Ende waar 't dal die Vroedi> fchap ende Rijckdpm voorfcreven in toekomen- den tijden meer pun&en in defcn Brief begeer- den te hebben tot meerder vaftigheyt dienende, 'daar willen wy altoos toe verbonden weien te befegelen. In kennifle der waarheit, fo hebben wy broeder Gillis Fluweel als gemeen Vicaris,, den ghemeen Zegei van onièη Officie, mirten Zegel des Convents van Delfc , hier openbaar aaingehanghen in't Jaar ons Heeren 1449. opten veertienden dach in Mayo, Φρ ben 4 ©OWmÖer / bat i$ UJJ £», Barba-
Sfiswan- ra3S öaS to '* ümfcfathtn jaar 14ΦΡ/ # be
neer by hen ZtV$t |ti$ ίίΐ bt MWftttkttU §tüam. %ft
gedaaa* mmtot €ljooz t# m 't jaar» 4^p / baa0$ m m*
Urfuh, bOÖ$judocus $&$ί\ΤΦ# bW%ltWtijt
jöaa* $g Sabbejj niet ïang temüfö setopotit»
of 5° SdWfcn be ^afïooren/ naar ft^t teljaal ia» Dirk vanBleiswyk, IJl gmiiie itf CJjtfll &l**
feö^t; taat* op be flcmdbe §a$m$/ tn bwp
tta«$c«tïp öie tal be ntentoe Heeft/ g^aöt^ Jp$ öta' flen gefeiaa^t öeöïkn, ^öcöJohan Launpv , bfe be ^tftbgoiifte? ban ben ifartog jtatt^p&imfctae^/ fteefto# get bereis be? getüdöe liEiiiH^ocbenen tm öwnwn fcoo^ï aa» bc jïèaieifraat Dan SMft -gefefteeben. ©£ Mefy baai§enigefcteiien/ fïaatög ben ^ê# van Bleiswyk gfïffceftie ICCSCili $1 ïtttb albU^i
j^j;rje ^erwaardichöe Vader in Gode, Heve
< , ^fldegheminde Hene, wy gebieden m$ t9t #w$f l^emaardiebeyi 9 als wy oeimoe^eücite kon-
|
|||
van Delfland, i^
konnen ende mogen, endeu lieve Heer gelieve
te weten , hoe ons te kennen ghegeven hebben, die Gardiaan ende ghemeente der Minre-broe- deren ende vander Obfervantien tot Delft, dat fy mit gheenen redelicken of gevoegelijcken faacken overkomen en konnenmitten Cureitder nieuwe Kercke aldair, diehunbehouflick ende nootlick fyn , ghelijck anderen vander fel ver Oerden gebuert, in meer notabelen fteden daar fy refidentie houden, ende om dat wy waal we- ten dat onfe genadige Heer van Bourgonie goe- de affectie tot hen heeft, foo bidden wy uwer eerwaardicheydt mit rechter oetmoedicheydt, den voorfz Broederen van ons voer gherecom- mandeert houden wilt, ende hun in horen faken, die u lieve Heer waal te kennen gegeven fullen werden , gunilelijc ende vorderlijc wefen, by alfo dat hun van den voerfz. Cureit ghefchien moge 't goent dat redelijck ende befcheydelic ys, daar an fal uwe eerwaardicheyt onsdancke- hc doen. Onfe lieve Here God moctu lieve He- re altijt nemen in fynder heyliger hoede. Ghe- fcreven tot Leyden op ons Liever-Vrouwen dach Nattvttas, onder ons genaden Heer nVnet dat wy ίο fijner genaden faken alhier te Lande gebruycken. De onderteyckeningwas
Uwer Eerwaardicheydt oetmoedige Johan, Heer tot Lanoy ende tot Ruine, ende andere die Raden mijnes genaden Here van Bourgonie , geftelt ten faken van Hollant eade Zeelandt. .<®ttónnt Sotitot jaarai oam? m/ aag m
*t !f%£>fte bec 500 setraamöe fcefamaaS
W/ IjtWm tmi%z m&nte bpmmm/ of |
||||
τ$6 Oudheden en Gestichten
jjeïïebeegen/get nïoofïer öjpgeö^oïtenj aïïe£/toat
jjaarte boren qiiam/ meteen jjeïfcfje boOiggeit aan fïn&Ren gefnieeten; en aiïe öe monnik ften / öegalben eetiige foesnigen öie zitfy ergei$ in goe&en of gaten berffonen gabben / ber* jaagt, Maar kort daar aan, fcïfêjjft* Dunca-
nus, is alles wat om verre geworpen was weder- om veel fraayer opgetimmert: zoo datdeFran- cisfcanen met het vernielen van hunne goederen Zeer wel geftaan hebben: als hebbende vooreen deel oude, bouwvallige en vermolzemde tim- iDeraadjenj alles nieuw wederom gekregen. j^aöien be fïojmöug in 't jaar if7*. op
tiienb) begon on te toanneren ·, geeft be <&avt öiaan ban ïPelft gun berlof gegeben om te I)ertren6en ·, en gun öaar toe een geIeg»E$ef fcerïeent. W$ geöben 't goeb gebonben gier een formulier ban 300 een gelei-öjief/ bieög fcen ^eer Bieiswyk gebonben faojb/ te bertaaïen: \U Υ wenfehen allen den genen , die dezen
brief zullen zien, de eeuwige zaligheit in eien Heere. Nademaal deChriilene godsdie η ft in Holland, eilaas, door de ketters en geuzen op eeneallerjammerlijkile wyze vertreeden word, dermate dat de kloolterluiden hun leven ganfeh niet verzekert zijn; zoo is het dafik onzen me- debroeder Johan ί Diaken en te Antwerpen ge- booren, die de kloofterlijke geloften in ons Idoofter gedaan heeft , verlof hebbe gegeven ora te gaan ter plaatze daar hy de grootfte vei- ligheit zal vinden : ter tijd toe, dat 'er een ge- rutter tijd door Gods hulpe zal opdagen. En Wy bidden de Paftooren en alle katolijken van liarte dat ze hem y achtervolgens de regelen der f InEptft.adSeaat»Delph,anteTraaat,dcP*do-baptifma, broe-
|
||||
van Delfland.' 157
broederlijke liefde, beleefdelijk willen onthaa-
len , uycnodigen , en befchermen 5 gelijk zy zelf indiergelijke noodzakelijkheit zouden wil- len gehandclt worden. Vaare wel in de inge- wanden van Jefm Chrifius. Metcer haait; uyt ons konvent der Minnebroederen te Delft. h\ \ jaar ifj%. den ζφ ]uly. Broeder ADRIAAN HUGARDE,
Gardiaan der Minnebroederen te Delft. 3|ettóibent/ boo^ be 23ecïbfïo?met$ afar*
poften/ t$ in een bjeeneïpfeïje öee?fen-marb beranöert: bebjeïne tot De$e tijben toe oen naam ban 't 25$οεφι# geeft öejjouDeti, <Be: Mejriaanen/ atioög Ceütfipctei* »αγ«ι™
noemb/ öeöoen tot patroon gelden j|. Aie- of cdic-J xms; Die Doo^ 5#ii eei]5aamen beröo^gen ïebenbtoerSt fimicgt $ getoo^en. gg tobben gter ban ouD^/ gelp in De natoïpe ïanöen tegenga:* big norjj/ gefi^iint om De feilen te Dienen/ en De DooDen ter aarDe te öefielien. ©1$ fkö* öen 3p oon een Moofier/ met een ItaW of tierde Daar aan/ te ©elft $φια: Doei) nioo* pr / nernje / napel / en aifeg/ $ 00« ober Jong berDeigt en in gi^en en burgere-tinnen beranbert. mkenlifi i$ De naam ban Ceïle* tyoer^-fieeg ban Dat aïle£ obergeMeben. m ψ sullen m imm'm teiuent banHieremi.
?£Sd?i 0fiC1Ï<eil V^ C gemeene leven «SSSr
j&* f*»11* oto öe ^iento-ftraat/ foat
5Uiöeïnfter op / geeft gefïaan. %n fcieröeu ooii KoiUatzi- broeders en^oeber^ bangoeDcti öJïüe genoemt: en toaren aïieeeerfï te mbeiu ter DOO^ Gerrit de Groot IHgefMt. ©OCft 0m
oat öuninfielDer op De rol Der ïfein'gen niet on.
ί*ΓΦ#κη toaf/ öeuuensi? bei%HieronymuS tot
|
|||
158 Oudheden en Gestichten
tot patroon berftoren: en baaeom geööen 3η ben
ttaamban Hieronymianen öeïjonben/geïp gun ïtonbent Hieronymus- oal ioierb genoemt. ^it ïtonbent fëfti't jaac 1403; boo^ bemiïböeitban be ;H£etgeeber$ opgenomen -, 3pöe ten öien einbe eenige^?oeber$ ban^ebenterjjerioaart ontboben. j^aberjjanb geböen 35 ben berben 3He0eï ban ,g>tFrancifcus aangenomen: en fcoe* öerom bjat ïaatee/ te toeeten in 't jaar 1453/ ben ïftegel ban ^. Auguftinus boo^ be ric^t* fnoee ban jjun nloofïer-leben ge^en, * Daar na hebben zy, mee de toeiteramige van den Or-
dinarius, al den inboedel en't huisgereedfehap, mee de omaren en de reliqiïien der broederen , mede genomen 5 en zijn bui een de ftad gaan woonen opeen plaats, diezy den berg Sionge- noemt hebben. En dus zijn onze Broeders weder in 't bezit van de verlatene plaats gekomen. IHöO geööen be ïtoüaatsifooeber^ ban bese #\mt§ ïae*
öeeom befooont *, tot bat 331 ook/ in 't jaar if74/ hmtfyttfyct opftoonieu ban be 300 ge* 'ïioemae föeftymaatstc 3ün untgr roeit, ©it Λ* bent öer ïf icronnnganen te &&ft ijceft ook eene tooUtpianting naar liteeeöt gesonben ; geïp tug onbee ïltreelfjt uut Am. t Mattharus aange* ta^en öeböem <ϋφ bese ttoee pïaat3en / ge? ïp elber$ eon / maanten 5$ ïjirn toerft ban boenen ugt te fejjjgbtti/ en be jeugb te en&cr* bjrjsen. ^e ^teeontmpnen ban 3Mfr geuöen on
tmee boo^ttc{)tige ijtteeneïingen te roemen > op Adrianus Florifx. beioelfte baar na / onberbeu naam ban Adrianus VI, ben^anffeïpen^toei * Uyt de Aantekeningen van.de Broeders, by J» Lindenofn
in de Bcfchr» van 't Deventeriche Bisdom·. v · t Fuadat» & Fat* lil>· i» |
||||
van Delfland, 15-5)
ÖeMomtnen fjeeftj m Gerrit Ketelaar; bttütl·
fcengt jjaatbantftatolpe geloof/ geïp bjg
elberé iöijbïoopiget berïjaaït geöben/ opeene uatbaarfcöe wtfee mi$f}ant$tlt en m booö toe geflagen fp getoeefr* gn be ftaptite ban bit fconbent foaren fe^vifcaryeü.
hihatgm gefïicfft, Φ00? ben b^eeffeïpen bjanb ban 't jaat
if?6/ hiaat boo? onbet anberen be ttoee pa* roeptertten met eengroot getaï Mooftetenbet* nieittoierben/ i§fyun ïtfoofïet oofcatgebianbt: en obermtt^ fpm be niagt ontöjaft om ïjet bic* betont op te timmeren/ of anbere lafÈen ban Jj&iflfen/ gtaatgetpen/ gieïmtffen/ te b?aa* gen* 300 i$ öet ^eïbefconbent met be toefiem* mtnge ban ben Wtictt$tftï)m 23iffejijop Geor- gius van Egmond, en onbet 't goebbinbenban be Wet bet fïab ©elft/ beranbeit tn een &Φ ïegiej 't Mli be eetjïetien jaaren ngtbiet/ en baat na ugt $eben ïiapelianen 5oube befïaam <^nbet anbeten tm$ beöongen bat beRe&or, na be bOOb ban Kornelis Simons bie toen Rec-
tor foa^/ boo^ be eerfïe tnaaï*geïtö$en 3oube tooien bpo? ben ^tffegop ban ïitrecïjt: maat bat baat nabe betftiesmg baneenen Reaoraati be fóapellancn sonbe fïaan ·, tn ïjet teef)t batt te öebeffrgen aan ben iketliboogb $oubeMt}bene <&it allt§ fiaat ioijbïoopiget ngtgeb^nfit in 't fmeeftfej^ift htt gemelbe toebeten / tn in be toefïemmtnge ban bc be boo.woembei^et* geebet& * fier bgt 5aï tft ιψ een onb jjattbfeï$ft noeg
boegen be öebefttgrng ban Georgius van Eg* mond boomoemb·, bie ben ^eet Bleiswyk mv * By Dak van Bleiswyk, befchiyvino; van Delft, p. 3^.
fceitenit
|
|||
i6o Oudheden en Gestichten
Mmb i$ getoeefï/often minfiefcan gemafci?' ÃÆ Eorgius van Egmpnd , doof de genade vart
Godt en van den ApoftolüTchen Stoel ,ÂßÃ- fchop van Utrecht , ter toekomende en altijd- duurende gedagtenifleder zake. Terwijlwyaan het roer van ons harder-ampt zitten, zoo trach- ten wy de godvruchtige en heilzame begeerten der gelovigen, dewelke tot vermeerdering van den goddelijken dienft en tot de zaligheit der zielen konnen itrekken , met de genegendheit van een goedertieren Vader te begunftigen. En op dat de zelve begeerten de gewenfchte uyt- werking mogen hebben , zijn wy zeer bereid- willig om dezelve door onze hulp en byftand te bevorderen , en door onze beveiliging te be- krachtigen. Van wegens de beminde Hëeren* Kornelis Simomz. van Loe, Reólor , Geraardvan fVaalwiKProcurator, Marinus van Everswaert^ alle drie Priefters, en Johan Pelt, Diaken, Broe- ders en inwoonders van het Broeders-huis te Delft, Hieronymus-Dal genoemd, is ons onlangs voorgedragen een vertoog en verzoek van den volgenden inhoud-: Dat, vermits in 't jaar é y jöj den derden Meydag , op het feeir. van Kruys- vindinge, fchier deganfche ftad Delft, met de twee Parochikerken en verfcheideKloofters,en daaronder ook de kerk en het huis der Broede- ren van Hieronymus-Dal· voornoemd , door aeu brand is vernielt; dat, zeg ik, zy vertoonders, overweegende de vernieling vari het konvent or huis voornoemd; en echter wenfehende dat het zelve konvent of huis, gelijk ook de gemelde kerk , voor het gebruyk van den goddelijken dienft wederom in itaat gebragt en opgetimmers mogen
|
||||||
■
|
||||||
van De l f l á í d. j6j
mogen worden, by malkander rijpelijk overleir^
overwogen en op her papier geftelc hebben ee-L nige ordonantzien en artykelen j met byvoegin- ge van eenige bepalingen, bedingen , en voor- waarden: waar door de goddelijke dienft, mee de kerk-getjjden , mifTen , en dienden voor de overledenen , op de gewoonlijke Zondagen en Feeftdagen , voortaan in de huizinge en kerke voornoemd zullen konnen onderhouden worden : alles onder het goedvinden van den Apoftolif- fchen Seoel, van den doorluchtigften en onver- winnelijkften Vorft Kar el, Roomfch Keizer, altijd overwinnaar, en het onze; zoo als in den brief, door den welken deze open-brief gedo- ken isjbreeder en omftandiger ftaat uyrgedruktr. En vermits de vertoonders voornoemd ons ooc- moediglijk hebben doen bidden dat het ons moge believen de voorgemelde ordonantzien, artyke- len, punten, bepalingen, verdingen, en voor- waarden , dewelke, gelijk gezeit is, na een rijp beraad en overleg gemaakt waren, door onsordi- naris gezag te ftijven j en alles wat zy in deze' Zake volgens dengemelden brief tot onderhou- ding en vermeerdering van den goddclijkert dienft vaftgeilelt hebben, achrervolgensonsor- dinaris gezag voornoemd benevens hen vaft te* ftellen; al het bovenftaande aan hen toe te ftaan,' en het zelve goed te keuren en te beveiligen. Zoo is het dan dat wy Georgiits, BifTchop, be- geerende dat de goddelijke aknü: vermeerdert Worde j en verwittigt dat de voornoemde ver- toonders behoorlijk en rijpelijk overal hetgeen in den voornoemden brief, door den welken de- ze tegenwoordige brief geftoken is, begreeper» ftaat gehandek en beraadilaagt hebben; en dac zy met zoo een rijp overleg al het bovenftaande^ % mee
|
||||
i6z Oudheden en Gestichten
rqet de voorgemelde artijkelen, punten, verdin- *
gen, en voorwaarden aangenomen ; en daar by voor zichzelven en voor hunne nazaaten belooft en begewilligt hebben dac ze dezelve willen en zullen onderhouden; dat wy, zeg ik, het voor- noemde verzoek billijk achtende , en alles wat in den gemelden brief bevat is in acht neemen- de, al het bovengaande achtervolgens onzehar- derlijke pligt door ons ordinaris gezag ook vaft {tellen; en al wat'er boven uytgedrukt is, en ieder van't zelvein'tbyzonder^nwilligen, goed- keuren , en in Gods name beveiligen j met«de MiiTen, zoo als in den gemelden brief uyrge- drukt ftaat , tot een minder getal te brengen9 en aan de Broeders den eed , dien zy in hunne Wijdinge gedaan hebben, in Gods name quyt te fchelden. Welveritaande nochtans dat het gemelde nieuwe Kollegie , en de Prieilers töt het zelve behoorende , altijd onder onze ge- hoorzaamheit , en onder de gehoorzaamheit van den Utrechtfchen BiiTchop die het1 dan wezen zal, micsgadersvan deszelfs algemeenen Vikaris in geeitelijke zaken , zullen moeten ftaan; en gehouden zullen zijn den eed van getrouwig- heit en gehoorzaamheit aan ons en aan hen te doen j en alles te doen, te volbrengen, en na te koomen , 't welk in den meer gemelden brief befchreven itaat: behoudens altijd het gemeene recht, het recht der moe'derkerke, en ons Aarts- biflchoppelijk recht. Gegeven onder ons zegel ter voorvallende gelegendheden , in 't jaar des Heere 15*38 ,· den o. der Meymaand/ ;u Was ondertekent, K JOH. BEYER, Sikret.
> ' > f ■'is'"3
■■■ / , 1 ■ -,'.,,"' , ;.■■;. ß ... -j. ■■■%-;·'■ ·■ : ■ '■"■ "- ■■'..■■;' '. ■■ ''■"'' Ë".ß ' :,,'f l' '' '' * '
AAN-
|
||||
VAN D E L F L Α Ν Ö, j £4
. AANTEKENING; ^
ï. Ons is door N.een oudhandfchrift ter handge-
ofteld : waar in de Rektor en de Kapellaanen van S, Hieronymus'dal den Heer Vincent Korneliszoon en des- zelfs erfgenaamen, om vericheide dienften doorhem gedaan , voor hun iïichter aanneemen ; en hem de vergeevïng van de fes Kapellanyen opdraagen. Eu dewijl 'er eenige onhandigheden in ftaan , die den liefhebberen van zulke kennifle niet zullen mishaa- gen; en de brief noch by den Heer Bleiswyk noch el- ders, mijnsweetens, te vinden is; hebben wy goed- gevonden den zelven hier ganfch en geheel te laaten volgen: JN den naem des Meeren , Amen. Alzoet den zeer
t EerwaerdigenHeere den Bifchop van Utrecht, by lijnen oepenen brieven van datum van deiïen, end© om de redenen daer inne verclaert, belieft heeft tcon- vent'-van fint Jeronimus-dael te Delft te muteren een collegie van een Re&oer ende zes Capelanen ofte Officianten. Ende dat de goeden denfelven collegie jegewoordelijck toebehoorende nyet en moegen fur- neren tot de reparatie ende opmaeckinge van heur kercke metten huyfe voorden Rcitoer ende tot ali- mentatie van de Capelanen voerfcreven. Maer is denfelven van noode anders ende breeder hulp van goede vrienden, het zy by incorporatien van eenige yicaryen ofte anderffins. Ende dat onder andere die Deken van Oudemunflerprefenteert denfelven colle- gae by confente van Mr. Vincent Cornelifz. Raet ende
gecommitteerde vander Financien vandeKeyzer zijn
vader , over te geven ende te incorporeren in zijn vicarie tot Leyden in finte Pieters leerek opt heylich Cruysoutaer, met allede vruchten, prouffyten ende wten daer tocllaende, daer afT den voerfcreven Mr. ^W»iCol]atoer is, alfoe verre alft mijnHeere van Utrecht beliefde inde trausfereringe en de incorpora- tie van óefave vicarie tecoufenteren.Behoudende den- leiven Deken alleenlijck de heffinge van de vruchten 2n dien zijn Jevcn lanck, ten waerdat zy denfelven Q^r of contexteerder, of elders bewezen. Item de |
||||
,<j4 Aantekeningen op xm
woérfcreven Mr. f^«* heeft noch een collatie alter-
natie vicibus met deWedu we ende Kinderen van wylen Mr FiorisOemvanWyngaerden, van een andervicarie indekerek te Voerburch, die alsnu by collatie van- der felver Weduwe befit Jacob van Duvenvoorde, die de voorfx. Meetter 07»«»* oock tevreden isvoerxijn· deel metten prouifyten ende latten daer toe ftaende, den voorfx. collegie te incorporeren omme daerat te cebruyeken nae doode vanden voorfx. Jacob-, or dat hydaarafgecompenfeert xal wefen, xoe verre mijn Heere van Utrecht belieft te confenteren inde trans- ferinee ende incorporatie als voeren. Daarommede Reöoer ende Capelaenen ofte Officianten oitmoede- liick bidden. Verfoucken oock dat mijn voorix. Heere van Utrecht believe den xelven Recloer ende Collegie te continueren ende te incorporeren , ende te onderhouden alfulcken recht van Patronaatfchap ofte nominatie als de Redoer oft Pater tnte conven- tuale dus lange toebehoort heeft, ende byfonder om vemant van hem geprefenteerti te worden tot een v,- carkHn finte Ypolitüs kerke te Delft, hier voortijts «fondeert by eencn fan Jacobfz. achtervolgen* de fundatie ofte vuyterfte wille jan den felven funda- toer Daar af als nubefïtrer is Heer Corneïis Swtottfe. Re£toer vooricreven die de vruchten van dien allee- nelijck 7-ijn leven lanck ontrangen zal, ende daar nae die te blyven als gecorporeert aan den voorfx Colle- trie Item overmits behelp ende dienden die hem in defen ende andere divcrfche haere zaecken gedacn ende bewexen xijn by den voorfx. Mc KncéntCorne- iiht endedieiy hopen dat dexelvenoch hemzal moe- gen doen ende bewyxen. Oock in recompenfie van de voorfx. incorporatie by hem geconfenteert van de Toorfc even vicarien te Leyden,ende halve vicarie te Voorburch: Daar van.geen reden en waare dat hy ïïjne collatie verlore : Soo hebben den voorfx Re a'oer ende Cappellanen den voorix. Mr. Vwcentι voor hem ende xijnen erven Ambochtsheeren van de Ketel, ofte den genen die hy daar toe van ïijnen erven no- mineren xal, gecoiren ende genomen voor haer fun- dateui ende patroon, ende denfelven voor xoo veet ί in hem i; voor hem ende haare Succeffcuren gc- Renende gelccordeert de collatie ende prefentacie |
||||
Beschryvins van Delfland. i6f
van de voorfz. zes Gapelanen of Officianten, zonder daariniie tebegrypen deplaetfevan denReótoer, daar of by den voorfz. andere brieven gedifponeert is. En- de zal dezelve Mr. Vincent Cornelijz. aen de huyfingc die voer den Re&oer by zijn advis getimmert zal wordden , oock daar inne of aan moegen doen maaken tfijne erde logys omme daar of metten erve daar toe te ordonneren, tegebruycken voor hemen- de zijnen erven Collatooren voorfz. Ende of hier naemaels eenig ander beneficie tot dezen collegie ge- incorporeert wordden, daer af zal de collatie aan de Collateurs van dien blyven, ten waar dat de Colla- teurs daeraf tot yemants anders profyt dat overgaaven of difponeerden. Ende indien eenig ander capelanie hier naarmaals van t'overfchot ofte conquede vande gemeen goeden vande zelven collegie geerigeert word- den , daarof zal die collatie ende prefentatie van dien daan ende behooren den Re&eur ende funda- teur voorfz. Biddende mijn voorfz. Heere van U- trecht al tgundt dat voorfz. is, by zijn openen brie- ven te willen believen confenteren ende confirme- ren zoo dat behoort. 1 'oirkonde van dien ons handt- fcrift gelijckelijk hier ondergedelr, ende tot meerder zeekerheyt ons gemeen convents fcgel, want wy noch anders gheen en gebruiken, hier onder aengehangen den negenden dach in April, in 't jaar 1537. naar' fcryven sHoofs vanHollandt, voer PaeiTchen. On- dergeteekent, Heer Cernelis Simonfz vandèr Cou, Recïoer, Gerardusfz, ArnoldHugen deVPaelwyck, Pro- curator. Marcus, Anthoni. Everzwaert 3 Procura- tor, ende Johannes T&eodrki Pelt, Diaconen: gefe- gelt met hangende tegel , ende dobbel fteert, hier ftont gefcreven aldus. Gecollationeert tegens den originalen brier en is bevonden accorderen, vuytge- daan dat die date beneden inteynde van den brief, te weten negenden , is in Rafure. By my was gete* kent L. de Zoete. Achter deezen brief ftaat een brief van Gu'sdo, BiC·
fchop yanUtrecht, waar in hy alles, wat inden eer- flen brief begreepen is, bevedigt. Noch daat 'er een brief van Karel V. waar in de
Verandering, van een konvent in eenkoHegie, door % 3 "e5\i
|
||||
j66 Aantekeningen öf õ 5
hem, als Graaf van Holland, goedgekeurt en bcv-e-
fligt word. En vermits dezelve Hieronymiancn , toe opbouwing van" hunne afgebrande woanftede, en tot andere noodwendigheden, eenige landeryen voor 4e ibmme van ^800. gulden verkocht hadden ; word hun in den 2elfden brief van 's Keizers wege ver- lof gegeeven , om weder zoo veele landen, te weeten ter fomme van 2800. gulden, en niet meer, in te lcoopen. Waar by noch deze voorwaarde gevoegt •word, dat zy geene leenlanden zullen mogen koo- pen. ,
f Noch voegen wy hier een regifter by van de lan-
deryen en inkomlten, die 't zelve konvent bezeeten heeft' en die in hun verzoek aan den Biiichop, om hun konvent in een kollegie te veranderen , uytge- drukt ftaan. Wy znllen hunne eige woorden en uyt- drukkingen gebruiken. ; "Item toeten zelven Collegie zullen blijven
55 die goeden en renten , ioebehoorende denzelveii "Couvente , die zy tegenwoordelijk houdende ende "befittendezyn. . ' ' ã / _■' "Als thien margen in Vryenban, geldende'sjaars
" ÷. f.
V item zeven margen Poortlants 3 geldende 6. pon-
^den 3. f.14· ·· ' ■ " ' ,, ,
' " Noch aan de Corftange drie margen, geldende...
"Noch aandieHaechwechij-.margens, geldende '*'sjaers.,.
1 "Item in Wateringe \6. margens.
"Item aldaer aen deZwet dorthien hont Iants.
"Item byQuintsheul thien margen,
"Item in Naeltwijk drie morgen, vier hont, gel·
„dende 30.ff grooten, ,,.,, ,„.oi "Item inMaeslant 4. margen 30.ff. grooten.
"Noch aldaer 6, margen een hont 3*,. ff. grooten.
V Item in Barkeldrye margen een hont, iq.ff.groo-
'* teri. »,"' <·
"Item inC3ttich lo.hont, 12.ff'
.■..■?' Item aen de Lierhamd acht margen, vier ponden gr. " Item te Nyeuwerkerk vier viertelen.
"Achter die landeryen volgen verfcheide losren-
t$n; enz»
|
|||
Beschryving van Delfland./ 167
ΦοΚ geeft be fiat» ®eïft niet berfegeibe j^on*
ite-ftïooffei^ö^aaït ^nber anberen geeft op j^Xsn~ be <sB>afïgu$laan een Moofttt met eene Uaptl· ie gefïaan; betoelfte in 't jaar 145-4 boo^Judo- AJs vao cus n^g&iflTcQop banïltrecgtop ben naam ban s. urfui* g>. UriLiia en ban gaar 0e3eïfcgap ingeftjpc ioa^ <INcg in 't jaar 1 f96 $ {jet ganfeg af*? geloften / en booj 't geö.m^ bet; EMaainfege neerinöen in berfegeibe gu$je^ berbeelt, H&ene Alida van der Burgh j£ iti'4: jaar 145-0
$kmiie in bit ïtïoofïetr öefoeefL S|n 't |aat« 15-5-8 i§ Kornelis Kornelis 300η/
in be üeteï gebooren/ aïgierj^onne-jkïter
getoeefi 3Pegifiorieban ^ UrfiJa enbe r iooo maag*
tien/ beioeï&e in be be^arneïinigeban L.Surius flaat/ $ban faöeïen opgepept i en bjo$ te» önreegt toegefeg^eben aan bm ïjf♦ Kunibertus, ^ïffcfopban Beulen/ betoeïfein be 7.eeutoe geeft geleeft* Boiiandusgab onleen nauiufceu* rige befcg$bing ban get ïeben be$er marteïa* reffen belooft / maar baar f$ nkt§ ban geto men: boeg get fïaat te goopen bat be berbol* ger$ ban 3tjnen arbeib be Beïoofbe 2£eben$- &efcg$bmg on^ embelp $uiien mebebeeïen. ^nbeituffcgen ïtan be %tt$tc / terbrijï gg naar bie aeben$-befeg$bing biacgt / een$ na3teii toat UiTerius, in 3t)tlC BriranniiTche Oudheden,
en Baillet, in 5gne * ïïeben^ ber heiligen/ baar
ober gefegjeben gebben. #nbee anberen ?al men bg Baillet aangetefienb binben bat eeltige 4B>eIeerben/ enbaaronber Vaiefius, bat ober* S^oot ge3eïfcgap ban & Urfula tot eenen per* foon berminbert gebben/ befoelfce bm naam 300* be geboert gebben ban ündecimiila. ©p den ai. OftoU Zie ook onze Aantik, op Leiderdorp.'
% 4 $0Cfi
|
||||
168. Oudheden en Gestichten
Ki-uiiTen <$oc8 &Φ mn &* paariiê-titö^t een β*
fclóo'ier» Κ Waas Moofleν boo^ bc fotariffen ban Den fïrèn* ger tucgtrr^el gefïasn : böcö öat $ seöeetöe Meergemelde fïaatberanöermg ten öeeie in een jjaïujui^ ban faïjieter / en ban 't geen bo$ec tpt get maauen ban uu$poejéc bereifeïjt too^ii/ nrit^pöet^ ban anöere w$lo$§->Qmtbft§a& j/m/ beranöert getueefi (i) %n 't jaar 15*24 t£ Jannetje Ariaens uOCgtt?
üöö$ in 't nïoofïec ban &. Klara getueefi.
AANTEKENIN G.
1. In de 16. eeuwe hebben deze Klariiïen tot Pater
en Biechtvader gehad den vermaarden en godtvruch- tigen Minnebroeder Petrus Slupik. Valerius Andreas zeit dat hy aldus genoemt is naar het dorp Slupik by Ter-Goude; en in zljnregiiter geeft hy hem vooreen Slupiker'op. Maar Dirk van Bleiswyk, aitBoxhermus daar in tot voorganger heeft, rekent hem onderdege- leerde Delvenaars : hoewel Boxhornius zijne godt- yruchtigheithooger roemt als zijne geleerdheit. Vol- gens de getuigenis van Valerius Andreas is hy een zeer deugdzaam man, een onvermoeide betrachter van de EvangeliiTche yolmaaktheit , en om zijne uytdruk- king te gebruyken , een onbezweeken Preeker ge- weert. Te Delft en onder Delfland alleen heeft hy over de 6duizentSermoenen, met eengrootevrucht, gepredikt, üyt Delft door de Andersgezinden ver- jaagd, is hy naar Haarlem geweeken; en heeft daar het zelfde ampt, van Pater en Biechtvader, by de Kla- ïiiTen bekleedt. Eindelijk is hy den 30. van Decem- ber, in 't jaar 1574, naar een beter leven vertrokken. Hy had in zijn leven een Traktaatje over het Gebed ie$ Heeren uytgegeeven. |
|||||||
V
QPatt
|
|||||||
is
|
|||||||
van Delfland· 16$
3£an geeft'et? noeö een £. Annaas fcïoofïer/s. αοπ«ϊ
tnet een fterftje baar aan/ gefiaatt} en onder kbofteu de Öe5oeftina,e ban 't Zions itapitteï beijoo#. |&aae ban dit ïtïoöfïer/3edert datïjetnrtjaar 15-36 met be andere ftloofier^doo^ deblatnmen betteert fcpierd / i$ foeinig befefjeid obergebie* ben, (O ;,:■:. AANTEKENING.
i. S. Λ»»?» kloofter heeft op de Nobelftraat dicht
aan den hoek van St. Anneilraat geftaan. Uyt*een Kaart van de ftad Delft, die na den bekenden brand van 't jaar 15-36. uytgegeven is , blijkt duidelijk dat dit klooiler indenzelven brand onbefchadigt is gebleven, een zeer heerlijken prachtdadig gebouw is geweeft: en een groote en zeer lange kapelle heeft gehad. De- ze kapel geleek, in Jangte en getimmer, naar de her- bouwde kapelle vaa S.Aachten kloofter. Naderhand is het ganfeh getimmer ontfloopt, de kapel afgebro- ken, en alles in huizen en tuinen verandert, In't jaar ι ƒ 5 8, was AdriaanJanfz.Noixnz Pater aldaar* * Zie den Heer Bleiswyk p. 348·
%\\ &. Acnes (O Moofïer / gelp een %&t$ Agn*
tynfege fyief ban 't jaar 15-42- duidelp uymijft/ klooit»· Öeüöen Reguliere Hanonni&ïiefren ban & Au- guftinus ojdergefooont alt Wc 3elbejaar fïaat een goeder Diderijk a$ ^berfïe of Jpater ban dit ïüoofïer bermeld, 3(n 't jaar 1475- toa£ ee f eer Judocus $onne-pïter, $U£ Karei de Stouce de geefMpegoederen met een fcjjattin* öeöefofï gadde/ en daar ober tm aïgemeene- bei*öaderiii3 in 't ftïoofïer der töegnltere &a* aomtötöMt buiten Eeiden unrgefcïfêeben m$/ ^d de 3|eer Judocus, Biechtvader vanS. Ag-
ne« Convent in de ftad Delft*, aï^detfoeededetf |
||||
$JO OUQftEPEN EN jGeSXIPHTEN
bier gemagtigöcn oggeteït ^n 't jaar 1484
**rr>cA > löftS' Thomas Janszoon Ifférihim öé ^iecjjtba*
1 oei* ban öitüonbent. -
0$t% binöt men &e boïgenöe 3ujtet$ban bit
Jiïöoff er aafigetenent: C %ïï 'tjaat* 1490, J^Otltö Heil wig van Abben-
^OltiO Margareta van Alkernade.
Si^QtltXl Hildegond van Almmonde. ^OtihJ Magdalena van Almmonde 5 öi£ get §U$ ban .Almmonde OJJ §tt ^egijuljof getint' ^iert peft ;:.'/,'· ";„ ;
l!( 3ftt.^tjaar 1 'f6.6. ^pUiiJÖeertruid Eversdij k.
ii 1 · ; ί%0ΜΕΕ! Cornelia iEversdijk. «π: ν li^öttto Barbara Eversdijkv J^ÖUtö Machteld van' Egmond.
^ÜM^WMM $$* $$$< WW Oo'ftefling: c.eii' imjg€p;üüt öoehje.^ban."^, Agnes fton*
tiéjnt tm^Bïé QtfttltiM't tueïfc in öe töe*- genten /. irift£ge&er£ öe goeöeren eit toftomfftn lmn% jelbè nonbent /500 aï$ 3e gier balgen/ gjebottöen geböe: ., , :,;i_, ,, . Ν onne-Paters of Regenten van SV Agnes
ters'm* "^J^f ^^.Piecer.'öérntsZM.:.".'-'-' '.
S. Agnes. -ui ^flR!25fc.Birk van Kaailrecht: !/
;!;;■;'.i:*Tιά.^i.Dirk',.:;ν'',, ; ~';;" Γ^,ν^ν
, ,if 2$. ,if Jo.' £j& Jan Jakobsz."
;i|ie;t neben$ m lyft ban öe goe&eretttn Φ
ttmiitfctt. öe$ £emeïöen ftonbent$: ^'4;Poht Holl, op de Weftmolen ageer het Bc- »
' gynhöè ;v",,"./;. .; :/:,■. ■
t %o Schellingen opeen.hu.ys m'tRietveit.,.; ,,,;
|
|||||
VAN DeLFLANP,', , ,×Ôß
é Pont Holl. op een huys aan de Sufterlaen.
é Pont Holl. op een huys aldaar. ,
é Pont Holl. op een huys naaft de Valck.
é Pont Holl. op een huys aan de Verwersdyck.
é Tuynen, groot i hont, aan de Koppefteeg.
3 Margen é bont, buyten de Ïïßßñïïç.
Ibid. nog 4 Margen 75- roeden.
ïbid. 8 Margen poort lants.
In Delf gauw 1 9. margen in Kraeyenhurg.
- - - 9. margen by de Abdye van Commvelt.
- - - margen. ;i
In Bieflant 2. margen., - . , In Pynaker, 14. margen en 25% gaerden.
Op de Schie op Ruiven , 25*. margen. In Ouderfchie 3 margen, In Mathenes 1 f Ééïçø , - - - eèn jarelijkfe rente van ao.fchellingen,
In Schiedam een jarelijkfe renten van f o fchell. .» - - op een huys aldaar 20 fchell. " .V "°p een huys in de Goyitraat, 4-goude
Arnoidus guld. r f - - - op een huys by de Vismarkt,. 2. pont
6 fchell. ,., éß,êß-ß -fl . ,.· .J-. ' .-- »0 , ,- - - op een huys aan deAgterweg, eenende
een halve goude Philps fchilt. In de Ketel4f. margen t. hont inde Lkshoek.
Aan diverfe parceelen 23. margen.
In Flaardingen 21 .margen 2. hont. >
In Flaandingerwout een fatelands, met een huys,
lijnde 22,. margen. ■*·',, Ë —.'■·»-- ó*margen, ß
- - - 2,pontHoli.renten,op 7, margen lands.
In Maaflant, 9. margen land* , . % '., .
- f - 14. pont Holl, losrenten*
In Lier 8. en een half margen. In Naaldwyi 3. margen 11. roeden.
Ë ;\ - tWCC |
||||
ijl Oudheden en Gestichten
' ■ - - - twee en een half hont.
- - - p. fchell.losrenten.
- - - 8. pont Holl. op 't Kapittel.
In Gravejande ix. margen z. hont. - - - 4. pont Holl* losrenten.
- - - i-o. groot 't jaars op 't Bagijn-hof.
In Monfier 4. margen. In Poeldyck 3 margen».
In Lofduynen 5·. pont Holl. renten. In den Haag, z. pont iy. fchell. op huyzen ja- reïijks. - - - ophethuysin denRynck, 6« pont Holl.
item %. pont. - - - op het huys in de Lely 3. pont.
- - - op het huys in't Keyzerrijk 30. fcell.
- - - op een huys in't Agterom,bydeSpeuy-
ftraat, 4. pont. ~ - - op het huys in 't Paradys, 30. fchell.
- - - op een huys in deVlamingftraatz.pont.
- - - nog op een huys aldaar 30. fchell.
- - - op het in de halve maan 5. pont.
; - - '->■ op een huys in deMoleftraat x8. fchell.
TeEykendttynen p.pont HoU. erfelijke renten. - - - een woning van viereneenhalf margen.
- - - 4. margen. 1
Te ÏVaJfenaar, 6. pont Holl. renten.
In Ryswijk, 2.2.. margen. - - - 4. margen inde hoffleede Steenvoorde,
- - - 4, pont Holl. renten.
In Moerkerken, 10. margen z. hont.
fVilgersdijck, 16. pont Holl. jarelijkfe renten». In Vofmaer, 10. gemeéten 80, roeden. - - * S.pont Holl. rente.
|
|||||
Α Ά Ν-
|
|||||
van Delfland. 173
AANTEKENING.
I, S.^w^kloofter, wasopdeZuitersIaan, die een
gedeelte van de Gaithuislaan is, getimmert; nïet ver- re van deOoftpoort. De kapel van dit kloofter was van't zelve maakzel, als die van S. Urfit laas kloailer. Het is ook in woonhuizen verandert, en met een dwers-ftraat van malkander gefcheiden. Eenige jaa- ren herwaarts word het niet anders genoemt als 't Sfieringskhojier: f in 't jaar 1444. is zeker Pater, met naame Pieter
Gerritfzoon de ÓverÜe van S,Agnes konvent te Delft geweeft. Want onder de genen , die de oprechtiiig van 'tSionfche Kapittel getekent hebben, Üaat hyals Overfte van 't zelve kloofter uytgedrukt, en heeft de gemelde vereeniging ook ondertekent, Uyt de- zelve ondertekeninge blijkt ook dat het zelve kloo- ft er den naam van Jofafatshuys voerde : Want dus luidt de ondertekening: Broeder Gerrit Pieterfz. Re- gent des konvents van S. Agneshuys 'Jofafat genaamd. * t Bleiswyk ρ. ??4· ?;f·
* Zk Ant. Matth. Fata Eccl, p. iiz,
|
||||||
$&aat ttottMouftw$ / bat ban &. Agntha
CIl ÖQt ban £>* Barbara, gcÖÖCÏl ÖC fttQOll ÜQ*
ben alïe oe anöere gebannen.
* i|et uïoofïer ban j& Agatha geeft 5ijnes.A gatkaas tcrfïe OpiiOtnfïC gCfiaÖ m'c nieuwe land aan deklooiter,
Geerwcgb > baat eerfï eenige $afttt$/in 't iaat:
1480 / ög mafëanfór gefooont geööen in ten Sefjnnröe gtiisinse. jpaaum'tjaae 1590 geeft 3e&ereb)eimhje/ niet name Alida Bufers,gaac eene fooonfiefce/ niet een jaatfpfeg inïtomen/ öcgeben bg oe <an&e ïtecn -, m geeft 31'cl) ooft niet jjaate öoegtec Aacht ia 't 3eïbe ftonbent , * Uyt den oaamrelie raa sfdrichmiw by Lindthom. in Ne-
«K, Epifc. Dav. ' fcegee*
|
||||||
i74 Oudheden en Gestichten
öeigeeben. . jStft 8u$ of ftonbent toa$ genoemé
naat; öe !♦ Agatha , een inaagb en marteïa* liefje ban ^aïermo : en $φφ boo^ öe $on* «en/ ine öen iieröen ïlegeï ban ^. Francifcus 3ouben beïeeben. $at»eefianti foierö gct beteer nigt niet öe bergaöeringe ban & Jam- Kamp bg 3&aifetiijo<: toeïïte becgaöenng öoo^ öefoan* öeïing'tHapttteï ban ttteeeïjt toierö genoemtv &it fumbent i$ nntttv ttjö tot een i^aeïjtis en rp ^aijjöen-pi| aange^oeit s en Ö£3a£ |onöeit niet'gen ïmib§/ öie aïtemaaï öicgt on- bet öe $aö$ inmieen ge!egen foarai* ^e beiv maatöe iRtöigei;/ Geórgius Braun, fi^eentafc M$ ban ölt &> Aachten nïoöfïei* : Wat zal ik
y/an S.. Aachten konvent vernaaien? want 't zy dat mendekoilelijkbeit van 't gebouw bemerkt} daar dikwils. Vbrftelijke mannen t'huis gelegen hebbenj 'czy dat men den rijkdom der inkom- ilen en renten overweegt 5 't zy eindelijk dzt men zijne oogen flaat op de prachtigheit der kerke ; reder in 't byzonder zou ongeloof baar ichijnen. Want door dien dat 'er eene zeer nau- 4re, vriehdfehap was ftmchéiv den wakkeren iSTon'ne- Pater en zeer roemruchugen Poëet Cornelius Mufms, en den zeer vermaarden Schil- der* Hsèmskerke , te Haarlem woohende 5 zoo was de ganfehe kerk van binnen tenemaal be- kleedt met zeer fchoone en uytgelezene fchil- dervën. ; 3[n öe Kamer ban Mufius toa<S booten tcïï
ftMPgfcclö te 51'cti; 'tfeelit Erafmusm 't Mow éèt 'SS 'Μφ Öaö oefeïjiitat:/ aï^ fig öaoc Beneffen$ Ijet Bftracöteu ban öe geïferöficit mim jlcïjfïöet'-iiiinft ïceröe. <0$ ï)et #!be fïotiöen öese ttüce latpfeQe titft$jf$ te lec «en: |
||||
van Del f lanö»*: iyf
■ H^c Defiderius * »<? ff er nas, pinxti Erapnus,
Olim in Steinga quando latebaf agro. * öebjeï&e fcog aïön^ bertaaïen:
Die Schildcrftuk, wil 't niet verachten ^;
Quam van Erafinus kaniiige hand* Als hy, om \vi}sheic te betrachten, Verborgen zat in 't Steinfche land. ®xfott tie afceïpe jonnen ban Uit ftïoo/to
Üi'nöt ÏIWU fttttlUlb Jobanna van Brederoden,
ï& $ttft€t iJall Gysbert van Brederoden; öefoei Se in 't jaar Hf f tot IBiffcïjop ban lütrecïjt
foierö berftoren, 3fn 't jaar ι fy^.^fUffir. Geertruyd, van Alblas.
SlttfftOUtO Cornelia van Alblas.
N« van Alblas.
Ifabella Niklaas dochter van Grypskerke,
&efcpeïfte niet aïieen öe Stöföiftjp iüU $ztt Μ
fconöe fp^eeften > maar ooft in 't Satijn ftonöe fclj$btlh ïj^aar J^aöer/ Niklaas Evertz. van
Grypskerke, iBa£ ban föaaö^fjeer in den ^qo*
ten töaaö ban ijteecijelen / fytffaent in Smt igobe ban ïfoüanö; en naoerijan&J^efiöent in ben boo^noemöen ïïaao ban Mecntïm $etuo$* öen. e' <2£e gemeïöe Johanna, ge&öeniïc get ampt
ban Mater of Üïoofïer-boogöefFe ^ jaaren iang toaargenomen / en 68 jaaren ona geiuo^öen/ t§ öen 23 ban öe jjEepiaana in 't jaar if /. ugt öe toereiö gefejjeiöen. 3jn'tjaariff7. Lysbet Klaas öorïjter/j&oe;*
tier in §>. Aachten, oberïeeöen Den zz. $&t$. %n 't jaar 15-80/ taaren in get fcïoofïer Uan
^. Aachten noeg 29,inioonenoe jonnen / en ïiocjj 14,01e reeöjg buiten get Moofïer iooonöen, ^eHüiaterbJa^Rynberch, Ciin'iriaans iïoeg'
ttx/ 5önöeöela^tfïe j$ater ^eiyeefï, €er $tU
ben
|
||||
176 OUDHEDEN EN GESTICHTEN
btt t$bztoa§l)kt beföentmeefïeeManyn Hen-
drikfz in be ItOO^: bOO| tuien Cornelis Fran-
cois zonn ïftentmeefier toa$ getoeefi
W# snlïen ïjiec bgboegen ïjet boo^feifêift
banöe ïtloofïei* belofte3 300 aï$ Dat in eenoud jjanbfci$ft fïaat: lek N.love hogelicken ende openbaarlicken
Góde en zyn Miniilro by den heiligen Goods geftadich in defen Cloofter eeuwige Reinicheyt mijns lichaams : niet eygens te hebben : ende gehoorjfaamheit u Moeder N. en u naecomende Moederen: ende nae den derde regel van Peni- tentie die S, Francifcus ingefet heerc, ende nae de Statuten ons generaelsCapitrels te leven , na onfe Vifitatores ende onfe Bieehtvaders wille. No $an be ^onne-patet$/ of ïtïoofïci? boog*
laSt p * ben/ $ίμι geeneanöeren beitenb alweerTho-
mas Utenkamp j öie pater toa^Hï 'tjaat* ιφρ» enoberïeeöen 1484.
§ttV Johan Kolman, l'n 't jaar ι $f. .
-%bt ïaatfïe ,$onne-pater / en Kolmans na*
3aat / i$ getueejl CorncHus tCornelius Muiïus, öfftomjil'S■ bfltt WiOUW
Muiius. bingen / maar te ï^eïft geboren oen 13.9[ung/
ifO$* %\yi\Z OtlOeegj/ Johan Muis Pieterszoon,
cnLysbet van Wouw, jjebben meer in bernuft
en gobb^ugtigljeit aï$ tn rijltöom uitgemunt 5©e 3Catijiifcöe taal geeft ï)g in 513η baoerianb geïeert / onbee ben beencjten f^aaftmeefiei* Johan van Naarden. J^aacHoben Qtttlft/ fyttft
fiy op be ^piïaföfp ban Arütoteles gefïubeert in
't Caftrum ; enjeeftÖg ConradusGocleniusOM
öe&atijnfcöe/ en bgRutgerus Refcius om be
t Uyt de Boekzaal van YaU AnJrcas»
|
|||
iVan Delfland, 17*1
«^enfege taïe te ïeeren / bïgtig ter fcïjoït
gegaan. ®nbtt meer anbere boojteejfeiijfte mannen Beeft ()ρ Gerardus Moringus etljohan-
nes HaiTelanus tot fef)oOimaMm$ gegab. &Mt aoben toierb ïjg naar $5ent beroepen / ont
baar be jeugb te onberb^en* j#aar jéarg^ gereifï/ bjjcrb gja ban Karel Coqum, Wat batt * ♦ ♦ . met eemge jonge ^oeïiutbcn naar ψφ tivc$ ge3onben, ©aar öeeft jjg 31'clj tbiee jaa* tsen opgegoaoen * en mei oe oeroembepoeeten/ Joachimus Poiices, Julianus Havretius, Salmo-,
nius Macrinus, tïï Johannes Secundus, gocbe aenm$ gemaaiit.
$61$ Muilus nu boo^genomen gab met3ijnem tyküh Jacobus Sand'igarundus CCtlJtOCljt naat
Sftah'e te boen ·, i$ be gcnieïbe j^onne-parce
Johan Kolman fc|ieujit obeilrbeih <E5aar op i$ aan Mufius, bie ahbertuffegen te^elftaan* genomen ioa$/ &c iiioofierboagDg opgebviagen. ®it ampt Jiféfr jjp 36. jaaren lang geer toffe* ïi$ oeöient j toa$ ug een tegeip toonber tueï ge-sⅈ mflbaötgiegen^ ben armen/ in g^oot aandien δρ be geleerden tsan5ttnentijai Öeieefa en bioïgls baoaarb / en fnebig ban beefianb. ©oei) Mufius fjab niet genoeg aan be !an* toechrang öer ©tcjjrftmiöe: ïjg öeeft 'er te %tibm een thjeebe lautoerftran^ / te toeeten öer martca'e/ bwgetoegen. ièant Willem Lumey, Die öoïie eiiuntfpoorigefeöoft/ geeft °»3en Mufius, eenen man 71* jaaren onb en 5j°02 aï 3ijncn aröeib ngtgemergeït/ na onbe* benaeïpe en 5eee fcjpaneipe tormenten/ "a fjet affnuben ban neu#/ ooren/ bingeren/ taonen/ tn be jjeimelpe fe8aamoeeIen> obec c? fheento boen fïeepen naar be mariit / en aan een galg opjangen, <E>ug $ Mufius met ffi be
|
||||
17% Oudheden en Gestichten
öé niarteïnran^ geftroont op ben io, ban ®e*
retnöer/ te tien uuren 'g abottbg/ in 't jaar jjr^'i enif teSeiben/ optie noofógfee ban * Picters nerftSjof/ ftegjatoen· ^ρ Wilhelmus Eftius, tn 5tjne jjifïorie oer
|&arteïaren ban <0o$um/ enön Pieter Op- meet , in gjtt boen ban be toüanbfclje HM^ teïaren/fïaat 3tjn leben en martel* foijbloopiger berljanbeit/ m§ mnt fcpften fooien in be óeöevïanöfcöe SSoeftsaal ban Vaienus Andreas opgeteït, ig po in 30» ïeöen bit g?aftfcö?ift booj 3i'cö 3eiben gebicgt: ;t &fod Cornelius Mufius
Hoc infepulchro cïauditur,
JSIemo indecore lacrumet,
; v Vivens refurget denuo. 3|n pïagt ttoee 3tnfp?eu&en te geb^ufnen:
ïfet eerpe toa^ : Non fine faco ; öat 300 beeï terggen i$/ üi§ Niet zonder Gods befchik-
kinge. J|et tfcöCebe/ Non fine Chrifto, i$ tt peggen/ Niet zonder Chriftus. Wanneer be l&artriaarg ban <&o#mra op
fee ïijft oer $tflt0en te bonten opgefcfeebeii tüieröen ; geeft be ^oïïanbfcïje «Seefïelpijeit bg 't fóoomfcöe ï^of aangeïjouben bat 'er Mu- fius oor op gefïeitmogt fooien. Sasboidus, üaitgöifTeÖop ban fttrecjjt/ l)abreeb$ bege> tijben/ ugtp. leflfen befïaanbe/ ter eere ban Mufius opgefïeït: betoeïue ton nocïj in betoa* tin$t ïjebben* ®o$er£ k Set Moofïer / baar be ψμη$ ba»
franje foei eer 39η ï)of geï)ouben fteeft/ na* öerfjanb ten beeïe in een «gag-pi ten beele m ren ïtaritaatöu^beranbert, öe&aïben bat ocit een goeb gebeeïte totöurgcr^öuiseH f$ bertmt* |
||||
VAN De L £ ί, Α Ν Ο* 179
merk ®e fterfc $ aan öe ifranfcöe "J&e*
folianten/ om 'er in te Reenen/ ingewiimt· 3^at £. Barbaraas «onbettt Ugt β. Agathaas
fiïoofier booL?toefeoten i§ ölpt ugt tenen■·$#?·,*^xtm
öeröuitfcgenöjtefban'tjaar 1405: %n melfcen ofter* ojief Eva , Dirks öocgter / get $eibe n»t iren naame ban gaar taibent metöaali&aargeitöe* «enti en gaar 3eïbe met gaar nonbent tot get onöergouöen ban öe boïgen&e toetten berbinöt: *S$ υ Ave Diricx dochter, Miniftra ende ghe-
meen convent der Sufteren in den oerden van Penitentien ghehieten , woenende in den hufinghen óieGberit Boffcbaerispl&ch te weezen, mt zuut-eynde binnen Delft , doen cond allen Juyden, ende belienmitdezen openen brief: dat in voerleden tyden ons ende onze convent den befloten Sufteren desconvents van finte Aechten binnen Delft voerfz ; Na dat wy eerft in Gode beghonden te vergaderen, menichfins troeft en- de onderftant gheweeft hebben, zybifonderhe- den wel bewyft hebben · Indien dat zy uut aen- fien onfer armoede puurlyck om Gods willen : allegen ende al , ons ende onfen convent quyc ghelaten ende ghefconken hebben , die twee- hondert ende tleitich pont Hollants payements, die wy hem noch van den coep onfes huys daer. wy nu in woenen fculdich ghebleeven waaren, behouden dat wy , ende die naa ons inden hu- hnghe voornoemt wonen feilen, den Sufteren van finte Aecbte voerfz alle jaers uutreycken en- de gheven zullen tot enen ewyghen pacht fes loot fulvers fyn ende fwaar ghenoech van ghc- Wichte of payement hoore waarde; die wy Mi- niftra ende ghemeen convent voernoemt voer ons ende onfe naacomelinghen hebben gheloefc, 2, en-
|
||||
i8o Oudheden en Gestichten
ende loven mit defen openen brieve an den Su-
fteren van fint Jechten voerfz ende haar naaco- melingen j wel ende wittelyk te betalen alle jaar tot Alreheyligen dage : ghelyk dat in alre ma- nieren die brieven die fy ons daar van ghegeven hebben begrepen hebben en houden. Ende want voerfienighe inzettinghe , ende nauwe verban- den den goetwillighen niet en hinderen , ende denonwyzendicwylente ftade comen. Sce heb- ben wy om Gods willen ende om allerhande din- ghen voer ons ende o ç Ce naacomelinghen te voer- hoeden: ende om te vaiter ende een krachtiger minne twiflen ons, ende onfen Sufterenvan line jiecbtw voprfz: in thoecomende thyden althoes te blyven onszelven die nu zyn, ende naamaals weezen zullen daarthoe verbonden, dat wy tot gheene thyden ghcen Sufteren binnen onfe con- vent voernoemt. aannemen, noch uut zetten en zullen. Dat is te verftaan om yet onsalfoe lange als zy leven fel, te blyven: of die wy eens naa onfen ghewoenten aanghenomen hebben , van ons ende vut onfen convent gheenreande faac- ken, welck zy zyn of wezen mochte uutzetten en zullen, ten zy by mede weten ende des con- vents of der gheenre dies van des meeften deels des convents van finte Auhten voernoemt mach- tich zullen wezen. Mer wantet dicwylen ghe- iciet dat goedwillighen luden van ener iaacke twierhande bevoelen hebben , hier om waar dat iaacke dat die Sufteren van CmiJcchten voer- noemt ende wy in 't aannemen ende uutfetren enigher Sufter als voerfz is alleens niet en ghe- veden , foe zullen wy, ende zy ons ghenoe- chclyck ende vredelycx laten ghenoghen daar in te doen by rade ende goedunken onzen Vifi- teurs ende Minifters ende haar ConfeiToers. : , ~~ Õïòç |
||||
van Delfland.' i8i
Voert want wy ende oniTen convents huyiinghe
alre eerft vuten convent van fint Aecht voornoemt ghefproten is: zoe willen wy , ende het dunct ons wel redelyck te wezen, waar dat zaacke dat God verbieden moet, dat in eninghen thoeco- mende thyden wy of onfe convent voornoemt alfbe verwanden , dat wy ons fceiden van ons ghemeenCapitteL Ende hem onfe Capittel voor- noemt overmits onrelycke reglement, ons con- vents voorfz niet onderwinden en wilde , in of waart oock dat wy ons zo ongheeftelyck hadden in onzen reglement, ende leven dat wy begon- den te verftroyen : ende die een Sufter van die ander verfcheiden woerden. Ende diehuyfinghe ons convents voorfz alfoe een vierendeel jaars vander bewoninghe ons convents verwoeft bleef, dat dan fonder ons of ymant van onfen weghen enieh thoezeggen daar in te hebben, die Suites- ren van fint Aechten voernoemtalinghedie huy- finghe ende erf ons convents voorfz weder na hem te trecken: ende zetten daar in een guedt convent van onfer oerden voorfz indien dat fyfe crighen conden; of te minden ander goedwilli- ghe Maachden of Weduen, alfoe dat die huy- finghe altoes naa haren beften wetenfcap tot den dienft Gods ghefcict bleven. Om dat wy alle |
||||||||
s
|
||||||||
deze puncTren vaft; ende gheheel menen te hou-
den, zoe hebben wy in kennifle der waarheit, Want wy zelve gheenen zeghel en hebben, otn Gods wille ghebeden der Clerrifien ende Broe- deren onfer oerden voornoemt binnen Delft, dat ïy dezen brief voor ons befeehek hebben, int jaar ons Heeren 140^. up finte Marcusdeshey- f Jl ^j ua. l'gen Evangeliilen avont, met haren ghemeen / 7' p" convents zegel.
|
||||||||
i8z Oudheden en Gestichten
fomto/ geeft op öe <$uöe <Mft gejïaam Adrichomius ίηΐ'ίΐϊβ 01$ OOÏI Itl 3gn 011005»
ö|til!t Itromjnje/ bat 'Jet Moofïee ban ^.Bar-
bara itï 't jaöt 1400. lïöt Öafc ban fi\ Agatha
boöjtgefpoten i$: en/ naöatget eenigentjjö
geen baflepïaatp gegaö gaö/ in't jaar i401* is'oo^ eene toeöntoe met name Hafe Dirks, ijte öe eerfte■ j^atec ban 'tMoofÏeegetoeefï i§/ en 'ei* met tfcnee öocgteren fcoa^ingetreöen/ ψ* f!?cgt s$ aan öe <^uöe 3Mffc / en met g^oote in** fiomfïen Begiftigt ψ Sfn 't jaar 1417. ψ 'es een ïierft aan getinimerfrs en tn 't jaae 1418« öe o$piiting sngeboerfc. <2^ocg in 't jaar ..„öen öeröen Uileg/ t#
|et afgei^anöt; en niet sonöee mec&elpe on* ïtoffen gettfuimetó. ®efllnöer£ge3tnaen/ fe? oert Dat 35 giet' meefiergebjo^öen 39η/ geÖÖen 'ee een 3&ee£gnfë ban gemaakt* ^e eet'fïe beginselenen öe boo^tgangbanöifc
ftloofter / mit$gabei'$ öe naamen ban öe ψ& ttv§ tnjjüfoatetg'/ ofliïoöfler-boogöen endoog* beffen/ ff aan in een ongetyuftt öoetsje aange? teftent: 't ftelit j$& Jan janszoon, be acgtfïe |É)atee be^eiben Moofïei'l/ met eigen ganöen gefcö?eben geeft: ^ocg bat naöerganö trnoi Chriitiaanvan Adrichem bittonnen $♦ <ê\\Ottt
bat öe ^eeu Dirk Biciswyk ban bit boenje gee*
neftemifë gegab geeft/ oftenminfieöaacban niet getoaagt/ geööen ton öienfïig gegaö get aïgiee te iaaten boïgem JDie eer (ie oerfpronc ende beghinfel van dat Convent
van finte Barbaren binnen Delft: alhier befcre- ven met te handt van Mr. Jan Janfz. Pater des zelve Convents. 'QMcrent dat jaer ons Heeren dnfent driehpn-
■ dert ende tachtieh, als die devotie hier in Hol-
lans |
|||||
*
|
|||||
van Delfland. ι t$
lant feerverflapt ende verlopen was, foe datter,
weynich Conventen in Hollant waren daermen eenich regiment hik of reformatie, foe fynder fommighe devote maachden geweeft binen Delf, die die gheeft Gods haar harten beroert heefc tot een ofghefceyde leven te leiden, ende want fy niet en faghen hoe dat fy dat foude moghen beghinnen, foe daerweynich Conventen waren binnen Hollant daermen eenighe reghel hilt of reformatie, foo fyn fy mit malcander overcomen,. ende hebben mit den anderen ghehuurt een huis andieGheerwechintNiewelant, ende was een houten huis, ende hebben daar hy eenghewoonc. Ende hebben huer titelike gueden int ghemeen ghebrocht , ende hebben gheleeft van hueren arbeit fonder eyghen, ende in ghehoorfaaroheic fonder nochtans eenighe belofteniiTe te doen. Ende hebben verwillicht een guet eerbaar Heer. ghehieten Heer Jacob Jan, ende hebben diever- coren tot een bieehvaar , die feer naarftich gheweeft heeftom defe maechden ten beften te raden ende te leeren , ende heeftfe gheregeert; thien jaren lanc, ende doen is hy wt devorien, ghereyft te Romen daer hy onder weech ghe-* Üorven is. Defe Jacoh, Jan, overmits devotie die hi had-
de tot defe maachden, fiendedaghelix huer eer- like converfatie ende voertganc in doechden, eer. dat hy wt ghereyft is foo heeft hy ghenoit eenen fynneve een guet eerüc Priefterghenaemt Meefler Maarten uhpbrechtzoon, ende heeft hem ghebeden datliy foude willen forch dreghen voor defe fcamele vergaringhedeferdoechtiara]- gher maechden, die dat oec ghedaan heeft en- de heeftfe geregiert twintich jare lanc. Ende foe ds hy vriemfcap had met een rike wedue I® 4 gto*
|
||||
i$4 Oudheden en Gestichten
ghenaemt Aht Bufers, heeft hy die mede daer
toeghebrocht dat fy huerfelven met heur doch- ter Aecht ghenoemt*, ghevoecht heeft by defe devote vergaringhe van maechdcn, ende want fy ryck was heeft fy wt huer evgen guer'ghc- eoft een huis by die oude kerc, daer nudat Con- vent van $. Aechtcn itaat, ende is daar felf een fuiler geworden. Soe ift naemaals ghefciet datter een van defe
maachdèn isgheweeil die niet wel en heefcon- nen overcomen met die. andere maachdèn, foe dat die felfde by raet ende wille van die vifi- teerders dat doen ter tyt cerlike devote Prie- iters waren, daar fy hem onder ghegheven had- den , wt die verghaderinge van fint Aechten ghefet wort. Defe al wad dat fy wt defe ghce- itelicke verghad'éringhe ghefet wort, foe hecfc afy nochtans akyts een eerlick ende gheeftelic leven ghelcit,/mlt den werken bewifende dat fioer die ghceif. Gods niet verlaten en haddé. Ënde heeft een huis ghehuert in dat Rietvelt, ende heeft aldaar tot hoer ghetoghen eenighe dnderefcamele ghoede vurighemaachdèn, dien fy in die wech Gods met woorden énde werken gheöuert ende gheleert heefr, Ende hebben Chrrftüm in armoede nae ghevolght van eenre tafel levende int ghemeen van hoeren handen arbeit. Ende hebben daar ghewoent anderhalf jaar.
Daar nae hebben fy, om die kerc naarder te
wefen, ghehuert dat huis van Bouwen Hart the- ehens die Nieuilraet over an de oude Delf over dat H* Geeft huisje, daar nu Frank 'Pieten in woent, ende hebbén daar ghewoent een jaar lancv Ende hebbén voor een Biecht vader ghe* hadt Meefler Maerten Ghybrecbtszwi, die ooe Biecht-
|
||||
van Delfland. 185
Biechtvader was van die fufteren van fint Aech-
teri. Defe woende in diePapeftraet, ende die fufteren die biechten hem binnen lïnen huife ende hilden fteets daar oec huer capittel over- mits fynre ouderdom en crancheit, ende hy re- gierde de fufteren van finte Barbaren twee jaar lanc, hier en tufchen , want die fufteren'van finte Aechten ende finte Barbaren onder eenen Biechtvader ftonden, hebben (y veel converfa- tie met den anderen ghehadt, (foe dat die van ifint Aechten fommighe vandiebequaamfte per- fonen van die vergaringhe van finte Barbaren ghewilHcht ende tot hoer vergharinghe gheto- ghen hebben, ende hebben ter pkatfe van dien weder eenich van hueren perfonen fo bequaara niet wefende, ghevoecht onder dievergaderin- ghe van finte Barbaren , dat die van finte Bar- baren niet wel ghenomen en hebben , ende fyn clachtich gheweeft an huer vifiteerders , doe dat ghemeen capittel hier te Delft lach: dieom vrede tufchen beyden te houden gheordineerc hebben , dat die fufteren van fint Aechten die als doe befloten Waren, hem voortan niet en fouden vervorderen te nemen of ontfanghenee- nighe perfoon wt eenighe onbefloten vergarin- ghe als die fufteren van finte Barbaren doe noch waren , ende fetten in die ftatuiten dat men gheen perfoenen wt die onbefloten buyfen in die beflóten huyfTen nemen en moften. Int jaar ons Heereni405\ toe hebben die fu-
fteren van finte Barbaren ghecofc van dat Con- vent van fint Aechten die plaats daar iy nu, wo- nen om honden Nobelen , daar of bevorwaart is, dat fy fouden wtreyken an eeuwighe ftaan- de renten dat Convent van fint Aechten een No- Μ sj&ars, en noch oem Jacop acht pontHóH. $& S sjaars
|
||||
l.%6 OUDHEDEN EN GESTICHTEN
sjaars. Ende fyn in dat jaar voernoemt op die
plaats gbecomen ontrent Meye. Ende huer eerfte Pater als voer ghefeit is-, isgeweeft Ί} ; Meefter Maerten Ghysbrecbtsz. ende regierden
% jaar. Obijt A<\ 141 o. ende leit begraven inde oude kerck, in onfe Vrouwe capelle, voeronfe Vrouwe outaar. Ende was eer fy op defe plaats quamen , die
tweede Priefterwas τ Hr. Claes Butiïel Dircksz. ende regierde tot
finte Barbaren 7 jaar. Ende heeft naamaals ghe- regeert dat Convent van fint Aechten. Ende iiaahem wort ghecoren den derde Pater Hr. Pieter Gherrytsz. en regeerde ontrent 7.
jaar. Defe was die tweede Redoer van fint He- ronymus dal binnen Delf, ende was overfte Minifter van der derde Oorden van S. Francif- cus, dat eer il een firn ple vergaringhe ghe weeft Was, ende naa dat defe Pater aldaar ghecoren was, foe had hy dat Convent ghebrocht onder die profeifie van den derden Regel van S.Fran- cifcus, ende naamaals doemen fcreef 14.18. nam hy an met die fommige van fyn ponventualen die oorden van finte Auguftyn ende fyn Regu? liers ghewordem. .Onder defe Pater is dat Con* vent van finte Barbaren fèer voert ghegaan, en- de die eerfte kerc is onder hem ghemaac"fc ende ghewyt gheweeft als men fcreef 1417 op finte Benedictus dach , ende was doe Sondach mit- vaften, ende die cormis wort gheleit des Son- daachs naa -finte Pieters dach ad wncula. Ende ten felven jare ontrent een maant naa
4a t die kerc*ghewyt was, te weten op finte Marcusdach, foe hebben hem de fufteren willich* lic overghegeven ende hebben begheert beifoten te wefen, dat alfoe oec ghefciet is int ji»r daar
aa
|
|||||
;
|
|||||
van Delfland» ι%γ
an volghende , te weten doe men fcreef 1418.
op fint Jacops avont. Ende dit fyn de namen van den ghene-n die doe befloten iyn: Hafe Mosder. Piette. jflyt: Rusjen.
Heyltgen, Buste.
Matgen. Oede.
Jan Lyshet. Meyns. ;'
Geertf uit Willem Ge* Lysbet.
wyns. Aecht Phillips dr.
Fifgen Barents. Maritge Gerryts Maef*
Griètgen. lans dr.
Katryn Dircs dr. Beatris Barthohmees dr,
Willem Marguet.
Defe bleven buiten fufters:
Baelgen. Jlyt Mathys dr. Β et ge Flor is dr. Katryngen.
* Cofieris.
Defe fyn al te famcn ten felven tyt befloten
by den eerbaren Heer Meefter Jan Galencoep^ Doctoer in de Godheit. En des daachs daar an> te weten op fint Jacops dach, foe heeft <h'e Pater voern. Hr. Pseter Gerritsz. Priefter van fint Hie- ronymus ende vanfinteBarbaren, mit nochHr·, Willem Clincart Minifter General van den derde, Regel, ende mit noch meer ander derfelver re^ ghel huer profeiïïe ghedaan onder die reghel van finte Auguftyn, en hebben angheriomen die oerden van die Regulieren in dat Convent van finte Hieronymus Dael binnen Delft. Naa dac defe Heer Pieter Gherritsz. anghenomen had die oerden der Regulieren, heeft hy oec naarftich gheweeft om dat Convent van finte Barbaren mede daar tue te brenghen , mei want fy hemt daar gheen ghehoer in gheven en wilden , foe heeft hi oec dat regiment laten varen,eöde heeft die
|
||||
ïS8 Oudheden en Gestichten
die Γμfleren laten varen. Ende fy hebben doe
een wyl tyts fonder Pater ghebleven. Ende die tyt Heeft Hr, claes Dircfz. Butfiel alsdoe Pater tot fint Aachten die fufteren van finte Barbaren in dat biechthoeren gheryft. Ende in dateyn- de van denfomerdes jaars van 1410. is daarghe- comen den vierde Pater. Hr. Jan Golfi Claesfz. ende regierde dat Con-
vent 17. jaren. Deze Heer Jaa Claesfz. Golfi was eeji broeder van fint Hieronymus , ende was gheprofefiyt onder de derde Reghel van finte Francifcus,mer als die Minifter Hr.P/V- ter Gherrytfz. voorn, met fommighe anderen convëhtüalen hem ghegheven hebben onder de oerden der Reguliers, foo en heeft hy daar in niet willen eonfenteren, en heeft anghenomen dat regiment van finte Barbaren, overmits dat die mede onder den derden Reghel ghebleven wa- ren, ((Jaar nochtans Hr.Pieter Gherrytfz.Vnor van den Regulieren niet wel toe ghefint en was, want hy heeft den felven ontboen weder thuis tecomèh, xnde heeft hem ghenomen integhen- woerdicneit van den overften Prior Hr. Willem Clmcart érifieyandat heele Convent, ende heeft BerAgKëbÓdên in prefentie van Notarius ende fuygheni (d^tfcy fyn obedienciefoude doen, daar clathy gheantwoort heeft, dat hy beleet dat hy beloefthad teghen dat capittel of reghel der Re- gulieren niet, te doen, mer dat fyn meeninghe piet gewée^, en was hem daar duer eenichfins meer te beTwarên dan hy befwaart was, mer dat hy hem felven noch hielt voer een broeder der derden Regele van finte Francifcus, en isajzo© ghebleven ,.en dit ghefciede den negheniien dach van November Anno 142.0.) Défe Hf. Jan Claesfz, Golfi en w^s die befle
fan-
|
||||
van Delfland* 189
fangher niet, mer hy had redelike grscie van pre-
ken, en alshy gheregiert had ontrent 17.jaar, is hy verlaten van fyndienil, ontrent Auguftus, ende heeft daar naa noch'gheleeft zeven jaren , ende want die Reguliers ghefceit waren wt dat Convent van fint Hieronymus, ende hadden hueir Convent begrepen te Sion, foo is hy daarmede ghethoghen, en is daar gheftorvcn en begraven doemen fcreef 1444« Naa dat defen verlaten was, foo is ghecomen
den eerften Augufti Ann. 1437. de vyfite Prie-v fter Mr, Jan Say Dirc Aemfz , en heeft one
Convent gheregiert 2.9. jaar. Defen is inghe- leit op finte Pieters dach ad Vincula , ende was eenguet gheléeft man, die zeer naarftich was om die gheeitelicheit voor te ftaan, ende wort gheconfirmeert by Hr. ïhitnan Braem gene- raal vanden oerden, ende defe Mr. Jan is gheftor· ven den 3. Juny int jaar 1466. ende liet ons al zyn tytelicke haef, ende leit alhier begraven voort hoochautaar in onfe kerke. Ende nae hem is ghecomen die feftc Pater
Mr. Willem Claesfz. van·der Gouds , ende re-
gierde 3. jaar, ende heeft dat huis weder verla* ten des daachs naa finte Bonifacius Ann. 1469, (ende dat Convent heeft gheweeft fonder Pater tot des daachs naa finte Margrieten. Want die fufteren hadden gheeoren tot een Pater een genaamt Hr. Cormlh die bi hem wonach-' tich was , dat noch een jonc man was, mer die Vifiteerders angemerct fyn joncheit en heb- ben hem niet willen confirmeren, die fufteren des niet teghenftaande hebben hem willen hou- den, zegghende datmen' een doechtfamen man overmits fyn joncheit nietenbehoerde teverfet- |
|||||
■·
|
|||||
ïpo Oudheden en Gestichten
ten, foe dat fydie reys niet en hebben connen
vëreenighen, mcr ten leften fyn fy noch ghe- accordeert) en hebben ghenomen totdenfeven- iten Pater N Hr. Walkh Pietersfz van Oeflrop , ende re-
gierde ontrent 46 jaar, defen is daar ghebrocht op die fceyding derApoitelen dach Anno 1469. ende was. een conventuaal van fint Hieronymus binnen Delf» Ende heeft regiert totten jaere 15Ί5*. toe, ende is doen gheilorven ende leit begraven in S. Hieronymus. Mr. Jan Jansfz van Delft, is Paftoor gewor-
den Anno ifif. ende is ongeleit op Arfenius dach den lp. July , out wefende 44. jaar, en- de heeft geregeert a8. jaaren lang, ende is ge- Horven op den zj. April Anno if43- out we- fende 72. jaaren, ende was een zeer goodsvruch- tich man, en liet het Convent alle fyntyteiick » goet. Mr, Michiel Doenfz vau Delft , is Pater ge-
worden ende ingeleit Anno 1^44. op den 1 3 De- eembris op S.Nicafiusdach, en was out 31. jaa- ren, ende heeft geregeert 21 jaaren, endeïtarf Anno ι fóf. den i3.Augufti, out wefende ƒ 3. jaaren. Hr. Chrïfiiaen Adriaensfz. Cruys van Delft, is
Pater geworden ende ingeleit Anno 15*65*. op den'fif Augufti, out wefende 32, jaaren , ende •worden ingeleit by broeder fPillem van Horjfen Generaal van de derde oorden, en Mr. Cornelh Mup Pater van S. Aechten. Maters van finte Barbaren Convent
,*; , ·. binnen Delft: Hafe Dmk Jan Ramsfz Weduwe, die eerfte
fundatrix tnèt haar α. kinderen, is Anno 1405". gecorendïe cerfte Mater ende miniftra van fintc Bai-
|
||||
van Delfland. isi
Barbaren Convent, ende heeft geregeert 24.jaa-
re , ende is geftorven A. 14.19. op den 7. Augu- ili, en leit begraven in onfe kerck opt choer beneden voor't hooch outaar. Jan Lysbet Tewyns dr. is gecoren die 2. Mater,
int jaar 1419. PFillem Margriet Philips dr. is geweeft die 3.
Mater. Wouter Aechte Jam dr. is geweeft die 4. Ma-
ter , en is geftorven int jaar 1487. • JefPhillips dr. is gecoren die f. Mater? Anno
1487. ende heeft geregeert 18. jaaren, ende is geftorven int jaar ifof. Neelge Egberts dr. is gecoren die 6. Mater A.
irof. out wefende 37. jaaren, ende heeft gere- geert go", jaaren, endeis geftorven Anno 1^41, op den 18. January out oefende 73. jaaren. Ida Jans dr. vandë Graef, is gecoren die 7. Ma-
ter Anno 15*41. out weiènde 47. jaaren , ende heeft geregeert 3 3, jaar, en heeft overmits haar ouderdom ende gebreckelickheit hetofficy ver- laten Anno i5Tf4· endeis geftorven op den 7, Mey Anno 1777. out wefende ãã· jaaren. Martina Temansdr. van Bommene-, is gecoren
die 8. Mater Anno 15*64. op fint Jansgeborten- dach, ende heeft geregeert 6. jaaren. Anna Ar ent s dr. van hongeren, is gecoren die
9, Mater Anno 1570. donderdaachs int octaaf van Pynfter , out wefende 37 jaaren , en de heeft geregeert ÷ jaaren, en de is geftorven van de peft. Agniet Ar ent Buys dr. van Dordrecht, is geco-
ren. die 10. Mater Anno ifyi. op ten dach van onfe Vrouwe in de Snee den f. Augufti, out oefende 44, jaaren , en heeft geregeert ♦. jaa* ren. ;, *
Chri-
|
||||
ip2, Oudheden en Gestichten
Chriftianus * Crucius Adrichomius , Of Ö|l
Xïm mttmtmitfdj/ Chriftiaan Kruik vanAdri- choni, een ^elbenaar/ en geboren op g>. va-
kntinus bag in 't jaar 15-35/ *«£ *e 3?ron ftan,
AdriaanKlaafz. een bjooin en beugöelnft man/
en οίε ten ugterfie je Je φ toa^ aan ben feato*
Kiften soösöicofi ftot onboont/ ban moe* berg jttDe/ geeft ïjggeöab ben öeriicgten Mar- tinusDorpius, $aagleeraar ber «aEtobïmnbe te Bloben, Van Adrichom i§ fjtefter seimjbt op ben T.ban Jttaatt 1 y66; en toierb na be boob ban Michici Doenfz. tot <0berfïe ban ^.Bar- baraas ftloofiet aansefïefc. % ï«flwin f00/
te oemeenfcSaü met Cornelius Mufiusj enftona *cer öiep in be gunfï ban Maximiliaan ji&arfo Laaf ban t&ee-^eer ·, bie ïjem aï öocetenbe Siagt te noemen B*pfaas patser. $p tmerö ίη be ecrfïe geloofgöeroecfcen beröjeenen ·, en ïieefc #1 leben ten beeïe te cpec!jelen/ ten ■öeele te litt-ec|)t en te Heulen/ oberöjagt: en ïtóCft 3!Ci| btaföaaU$ Chfiftwms Crucius iaa*
ttn noemen. #p öien naam ban Cruaus geeft
flp ill 't ïicfit öegebeil fiet Leven van Jefus
Chrittus, mtüt bier «tëuangeufïen üefmopte>
m e samen oefïeft. ^lc&ter aan bat Wérfcje ftaat Eene^raat^i over de Chnitelijke .zalig-
heit; öctoelRcSs in een aïgemeen kapittel ban
■'t jaar 1 y7°< Ψ* ugtsetooften· . @eïieuIentoooneiitie öeeft go sniicn tn& ge*
fleeten met be obecöUjfseicn ban be pab Je» faïent en ban be ganfclje oubïjdt te mÊm** km Sin 6at'onöec3oeUen en omtogoeten $ !# met rooote oolcttenöijeiten naiitofeeiwlfij&eit te tméToegaan \ öeijaiben batBerofus, Mane- thon · en biergeïpe ïniben / bie boo^ Anmus * f alcr. Andrcas .liiWiot, Belg. U.'e
|
||||
van Delfland* 195
Viterbienfis UUtgegeebeil 3gn m bOO£ bet'bïCgte
&φίβ&$ gegouben tooien/ fomnnjien al te
bed ingang uu gem binden, t&8$ geeft g^jgc? fc^eeben f het Toneel des heiligen Lands, etl 't
5eibe met meufcoe lanbftaarten opgegeïbetrt.
^iCtuerEi 1$ !ia Van Adrichoms bööb !l! ÖIaa$
g^oote ugtgeftomen ·, 3ijtibe teüeuleu m'tjaar
1 f93.en lóOo.gebmïlt tig Aarnout van der MyL
Cfcoee-en-buftig jaaren onö getoo?bcti/ enöci^
ticg jaaren boo^ t geïoobe in ïteïlmgftgajj ge* Stuojben geböenbe/ geeft gg op öen xo* %m\# 15%. be fcoet ber nature te Heulen boïbaan-, en is in 't nloofïer jflasaretg/ bat go eemgeii tgb aï^jMergeregeert gab/ öeg^aben. ©aar i§ naöergaub tjper eereget boigenbc g^af* fcg^ft opgeftelt: Ter Gedagtenifle van den eerw. en geleerden
Heer Chrifliaan van Adrichom^ van Delft,
Klooftervoogd van S* Barbaraas konvenc
te Delft.
Hy ftierf den zo4 Juny* in *c jaar if85T.
in het f2. jaar zijns levens ί
hebbende voor 't geloof dertien jaren lang in
ballingfchap geleeft.
3i£g geööen onber on£ öerufien 3tjne ^er^
moeuen i öie b$ geieerb 3gn / en bedienen 3ouben op be b$iiper$ geïeit te tooien. Wanneer Adrichom nocij {jet ampt ban$oït*
ne-pater te ©elft oebienbe/ geeft Kqs v. get 3oogenoembe kapittel ban fütrecgtafgefcgaff. ^etbjieriiaiön^genoenit/ om bat Öefcioofïer^/ tot bat kapittel ofbiebergaöcringöegoorenbe/ en booj een onberïtngen öaub bercemgt/ ge^ %en fcuaren onber get jitift ban lltrecgt. φα-* feg^be nonbenten geu&en get goofb ouörr U t Thcatrum Terra· 5. j
$ 0^
|
||||
i94 Oudheden en Gestichten
getoeïbenarn gebogen: ntaar anberen tyitöm
wefierftand^u^pjj 000^ gunne b^oommen in be toeer «en Vcoien" öettaan. ©e^onnenban jl.BarbaraasKonbent/
her aflchaf. bober be aanboermge ban ben ïtïoofïerboogb A-
icn van 't drichomius, een bapner boojfïanber ban 't ge;
icapitrei m^ kapittel en bie tod eer Definitor ban 't
yao tree ι .^^ Qt^c^ \$a$/ geBben b*dj aï untgeinnnt
©aar op tooien be semeïöe jonnen / 300
toeï a$ be $ ater jelf/ öooi ben 2£iecj)tbaöer
ban ben Igiartog ban tüiöa/ en öoo^ anbere
Jfeonuftiften/ be£25iecï}tbaber$ tralaanten/ op
tmt onbefeïjofte b?ij5e bejegent * tot 30a berre
bat 3« faeigben ben ban tegen ben piter u$t
te bbrenien/ en ïjem in ben tofcer op te fïui*
ten, ©atmeerij/ öetganfefje fconbentfoicr»
tegen öe toetten ban't «èbangeli aan/ en 3011*
ber boo^afgaaiibe bennamngen/ in t^m hm
gebaan. 3? e J&onniniten 3eif beiienben be on*
iuettiglfeit banden (jaubel: en be$ Hiertegen*
fïaanoe tstooiigen 3$ be ^ufïeren / aï$ of 3*
frijuïbtg naaren / be ontflagmg te be^oelten.
«jisiaï^ 3e3i«l$aï gebaan gabben/ tuieroen
35 ebenbjeï ban bü3eifbe „ponniMsen / onDer
get iidjten ban ben romer/ boo^ bjeberfpaii*
sngen itgtgemaabt. Center öaö 'er oit nioo^
fier/ en meniganber niooffer in ^oïlanb/ toeï
bn gefïaan/ bat ïjtt 3icjj aan be kettingen of
ojbonant^ien ban 't 3oogenoembeï!apitteï ban
lltrecöt gegouben gab. ©e gemeïbe ii^etnti;
gen/ met Van Adrichoms eige ïjanb gefc&e^
ben / ïjeö in onber mg bernften.
<$nber be ïjeiïsamc o|öonant3i'en berbienen
be boïgenbe in acijt genomen te tooien. Het isbefloten dat de Minnebroeders niet ver-
mogen de biecht der z'ufteren te hooren ; noch- te voor haar te preeken j nochte voor de tra-
r hen |
||||
X.
|
||||
«'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Delfland. '19$.
lien met de zuileren te fpreeken $ als in de te-
genwoordigheit van eene of twee zuileren, die door de Overiten daar by geftelt zullen wor- den De Kloofterbezoekers zullen in alle konven*
ten onderzoek doen naar de boeken engefchrif- ten van Luther, en diergelijke. Het is door'c algemeen Kapittel vaftgeitoteii
dat geen Pater eenige zuilcr, 'c zy het een op- geilote zuiler is of niet, in zyn huis aan zyne tafel zal laaten koomen om daar te eeten , óf haar te vermaaken: 'c welk zal dienen om groo* ter gevaar te vermyden. . .;» Ook is de oude ordonantzie vernieuwt, dat
het Boek der Gezangen;, deBybel, en zelfs héc Nieuwe Teilament , die zedert eenige jaaren gedrukt zyn, achtervolgens het Keizerlijk be- vel niet gedrukt, en in de konventen der zu- fleren nier bewaart zullen worden. H£n laaten giet* ooft WgmM \#ft ban öé
ÖOCÖCrcn/ öetodfie &. Barbaraas ÜOUbtttt fa*
3ectcn geeft:
in Maeslandt aan verfcheyde parceeleft f o mer- Goedcrcii
gen 1. hont, brengen jaarlyks op é guldens van van s*,Bar4 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
40 grooten, . .»;.,*,
In Poortlant 24 mergen,
In de Ketel 45-, mergen, *
Tn Vlaerdivger-Ambacht 23 mergen
Ghont, . . « In Oud Matenes 12/ mergen j
In Ryswyck 17? mergen,
In Schiidams-Ambacht 1\ mergen,
In Ouwerfchie 17] mergen,
ïn Schyeveen 4 mergen ± hont,
Op de Scbie 12 mergen lóhont,
In Menfier 4 mergen, ...
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r\
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
196 Oudheden en Gestichte^
Ih JFateripgen $ mêrgen, .'..,·: ιτ. ~ 6
In de Ryswykerhoek 20 mergen, 2 hont, . ,: ; -s ιαο - o
In de Lier 8 mergen, . 5-4-0
In Schipluyde "h mergen, . 12 - o
In Schoonderloo 3 mergen 2 hont, 9-0
9[n 't jaar 1570* trofc bit ftonbent ugt atibe*
regoeberen nocg baarenboben m6 - 1. φοί* ïanbfcïje munt." 3(« 't jaar iff7· $ bebonben bat be atyv
meene veltenmgban^.Barbaraas feonbent jaar? ïij6|bib?o€0 2138-16-2. bc gulben op 4o^iaamftöe sloten gerefcent. 3|ter mag ooft taeï gepïaafï tnófim een
fmeebftlpift in be$eberbuttfcï)e taïe opgefïeïö/ en boo^ be |©ater en ïjet ftonbent ban ^.Barbara aan be peeren ^taten obergeleberb in 't jaar %S7T* om een jarelp^ onbeegoub.te bei^oc? ïien; Aen den Staten van Hollant.
Qheyen in alderonderdanicheytende reveren-
Smeek- rie te kennen, de eertyts Mater ende gemee-
fchrifcen ne conventualen Ste. Barbaren convent binnen
barTaf koii-Delfc» hoe dac zy inc beghinzcl van 't jaar 73.
vent aan
ae den fhat van alle landen ende andere goederen
Staaren o- van 't zelve convent getrouwelyk, ende zonder
vergdevctt.eenige achter te houden ^ overgelevert hebben gehad in handen van den CommiflariiTen van de Reeckeningen , dewelcke alsdoen. bevindende dezelve zeer fober endekleynte wezen tegens de menichte van, de perfonen die daar wt waaren te alimenteren, haar eerit toeghelaten ende ge- confenteert hebben , by provifie te moegen in- nen ende onfangen de lantpachten ende andere 1 jaarlicxe incomen van dien verfchenen 101 Petn ad Cathedram 74 fiifo comrrnw, ende daar naavan |
||||
van Delfland* 197
gelycken mede de iricomen van de n.ivolghende
jaaren verfchenen tot Petri ad Cathedram 74. flilo communi: omme haar-luyden daar mede te ali- menceren ende onderhouden, ende voorts's con- vents fchulden, die niet weynich en waren, te betalen. Dis nu zoo dat 's convems landen meeft al gelegen fyn ontrent Schiedam, de Ketel, Vlaardinge ende Maaflant , waar van overmits de groote defolatie ende veritroyihge nu over de twee jaaren aldaar gewecir. zynde, fy Supplian- ten tot noch toe qualick een penning hebben weten t'ontfangen, ende hoe langer hoe minder noch van te verwachten Haat. Ende die landen die 'c convent ontrent derilede van Delft heeft leggen (daar mede zy alleenlick haar tot noch toe hebben moeten behelpen,) inden voorleden jaare yf. van diverfche Burgers van Delft beleent ende geexpignoreert zyn. Oock mede de renten haar fprekende opte ftede van Delft niet betaalt en werden. Endealfoezy Supplianten noch zeer vecle in getale zyn, wezendetvierendeelal ou- de ende impotente perfonen die haar tot noch toe inaldereerbaarheyt, ilillieheyt ende obedicn- tie, onder tgouvernement van zyne Excellentie gedragen hebben , haar mit geftadigen fwaaren arbeyt ende int iweet haares aanfichts zeer fo·* berlik onderhoudende, endeboven dien niet als fcherp bier ofte dunne bier drinkende, die weU ke men niet en behoort van honger te laten ver- fmachten, twelk immers gefchapen is tegefchie- den, indien by u myn Heeren daar itineniet ver- hen en wort: Soe keren zy Supplianten haaraari uwe moghende E. ootmoedelyk biddende dat defelve uwe moegende E. compaifie ende mede duldicheyt hebbende met haar arme defolate $upplianien 3 haer elcx zoude willen toevoegen . $ 3 ende.
|
||||
ï5>8 Oudheden en Gestichten
ende decerneren een jaarlix onderhout ende ali-
mentatie haar leven lanck geduerende , gelyk mee il alle conventualen ende andere conventen gedaan is, ten welken fynezy alle haar conven- tualen namen gefpeficeert hier aangehangen heb- ben. Ende ordonneren Corn. Franchoys van Bodegem Rentmr. van alle de conventen bin- nen ende ontrent der itede van Delft gelegen, haarluyder wt alfulke goeden als myn E.Heeren daar roe fullen vinden van nu voort aan tfelve onderhout wtreyken ende betalen : zullen zy arme Supplianten wederomme bidden voort twelvaart van de genieene zaaken ende van u Edele mogende Heeren. Op te marge ilont ge- fchreven , de Staten sLants van Hollant com- mitteren ende auctorizeren die Burgermeellers ende.Regeerders der ftede Delft den Supplian- ten elx jaarlix alimentatie naar de qtialiteyten van den perfoenen zoe van jaren als impotentie toe te leggen zulx zy bevinden zullen te behoo- ren5 innegaande Mey dmgcifjf. leitleden,en* de dat vuyten incomen vanden goederen vanden zelve conventc «, weiverftaande dat eerft ende alvooren affgetogen fullen worden alle lallen ende renten daar op ïlaande. Ordonneren den Rentmr. vanden voorfz. convente Cornelis Fran- ehoys van Bodegem de betalingen an den Sup- plianten refpectivelyk ;te doene op fulke ter- mynen ende inder voegen de voorfz» Burgermee? iters ende regeerders van Delft ordonneren zul- len. Ende jmits brengende hemlieden ordonnan- tien ofte auórentyk ende op alleibetalingenbe- hoorlyke recepiirVzil vnytgeven, den Reekenmr* gepafieert worden. ^Gedaan tot Rotterdam den ï*7.January if 76. naar gemeen fcryven. Teror- donnancien van zijnder Excellentie ende Staten, tïefltns hem gecoiiimitteert. A, GENlEFS* |
||||
van Delfland. 199
fcgriifc ober öesdföc 3afte sngdebert:
^&# die Edele, wjp/ii, vermogende Heer en ,
*#£# Heeren vande Staten des lams van Hollant. Gheven in alle reverentie te kennen de Mater ende gemeene Conventualen van S. Barbaren binnen der ftede van Delft, hoe dat geleden on- trent drie jaaren fy Supplianten aan u men Hee- ren van de Staten des lants Hollant verfocht hebben behoerlycke alimentatie naa den ftaat ende quantiteyten van des convents goeden en- de incomften die den Supplianten getrouwelyc- k*e overgelevert hebben, ende hadden den Sup- plianten door Apoftille vercregen dat den Burge- meefters des voorn, ftede den felfden Supplianten elcx naar haar ouderdom ende impotentie fou- den toeleggen, ordinerende Cornelis Franchois van Bodegem Rentemeefter de felfde geordi- neerde alimentatie te betaalen, die inneganck hebben foude te Meyanno75\ fulcx hier by Co- pieblyckend is hier aangehecht. Maarden voorn, Burgemeefters den voorfz Requefte ende Apo- ftille ontfangen ende gefien hebbende , hebben daar mede denSupplianten gerenvoyeert aan Cor- nelis Franchois voorn, die den felfde Requefte metten Supplianten onder men Heeren vande Finantie gebrocht hebben , omme in de voorfa faacke te ordineeren ende te refolveren naar be- hooren, alwaar het originaal van defe Requefte beruftenden ende gebleven is. Maar wat follici- tatie ende vertoefden Supplianten doende zyn, ende hebben tot noch toe tot eyntelyck antwoort ende alimentatie niet kennen geraacken, wtge- fondert dat hen Supplianten by u men Heeren al temet eenige Som me van penningen taegeleyt ■ 4 ie*
|
||||
200 Oudheden en Gestichten
daarvan zy , ende voort van den arbeyt baar-
lieder handen tot noch toe foberlyck in eerbare armoede geleeft hebben. Maar overmits dat veel vande Supplianten door ouderdom ende gebreo kelyckheyt voort aan met fpinnen niet veel en kennen winnen, ende datfommige van haar jon- ge conventualen gehilicl: zyn, ende darter noch veel nu van henlieden begheeren te fcheyden, ende garen weren.fouden wat een yegelycke van henlieden vande Rentmeefter zouden mogen cyflehen ende ontfangen, ende oock want zy Supplianten althans met veel fchulden belaft zyn, alfulcx dat zy nu in de wterfte noot ende defo- laatheyt zyn, ende niet langer en weten te maa- Jcen, jp ift dat fy alsnoeh wederom oetmoede- jyck verfoecken aan u men Heeren , dattet u believc te ordineren ende haar toe te leggen be- hqorlycke alimentatie, cenen yegelyck van hem Supplianten naar haarderouderdom , impotentie, ende gebreekelykheyt, fulcx als altans by u men Heeren allen anderen Conventen gedaan is, ende datter u mede believen te ordineren Maartyn Henricx ende als Rentemeeiler, dat hy den vooriz Supplianten de penningen die tot haar alimenta- tie toegeleyt zullen worden, een yegelyck van lieden wil betaalcn alle vierehdel jaars op datzy daar of mogen leven, ende datzy door honger, armoede ende gebreck niet en vergaan, 'twelc- Jie altans gefchapen is te gefchicden, tenzy dat by meri Heeren der inneveriïenen wort. Die doende &c. De Staten van Hollandt hebben geauthorifeert
ende authorifcren by dezen den Burgermeefters \ ende Regeerders der ftadt Delft omme te pro- cederen tot bcgrotinge vande alimentatien der ponventualen Supplianten alhier, naar d'incomp- f· i fte |
||||
van Delfland. 201
fle van de goederen des Convents in dezen ge-
roert, ten eynde tzelve gefien op'tverfouk van den Supplianten voorfz, ende op de voorn, be- grotinge by den Staten voorn, eyntelick gedif- poneert mach worden als naar behoren. Ghe- daan in den Haghe den 19 Mey 1579. enz. Burgermeefteren en de Regierders der fiedc
van Delft hun geinformeert hebbende op den ouderdom , impotentie en de gebreklicheit van vele van de Supplianten, in defengeroert,dunc"fc onder correélie dat uwer S. de ghene diegepaC- feert zyn de vyftich jaren, wefende tot twaalfF in getale, die niet fonderlings en weten te win- nen , tot alimentatien behoirt toe te leggen jaar- licx de Somme van thien ponden Vlaams, ende de anderen beneden de vyftich jaren, wtgheno- men eene LysbethCIaasdochter, Neeltge Cor- nelis dochter, ende Ariaen Cornelis dochter, die welcke naar advenant van haar Renten, diezy naa haar genomen hebben, zoo veel min behoirt te genieten, feven gelyckeponden, Aófcumden 27. Juny 1579. Die Staten van Hollant ordonneren ende be-
velen by dezen Maarten Heynricks Rentmeefter van de goederen van den convente van finte Barbaren tot Delft, jaarlicx vuyt te reyken en- de te betaalen vuyt d'incompften der zelver con-» vente alle die conventualen van dien tegenwoor- dich noch in't leven zynde, ende die haarlieden vyftich jaaren gepaiTeert zyn , zynde twaalff Jn getaale , elcx de Somme van thien ponden Vlaams, ende den anderen conventualen die be- neden de vyftich jaaren zyn , elcx gelycke fe- ven ponden grooten Vlaams; mits den fel ven deducerende ende affcortende alfulke Renten a^szy naar bun genomen zullen mogen hebben, $ f End*
|
||||
201 Oudheden en Gestichten
Ende mits overbrengende voor ds eerfte reyfe
Copie autentyke van dezen , ende t'elcker reyfe behoirlyke RecepiiTc van de zelve conventualen zal tzelve den vooi fz Rentmeefter in rekeningc gepaflecrc ende geleden worden als naar bchoi- ren, neffens ingaande dato dezer. Ghedaan in » den Haghe den 27. Juny Anno if 79. Kapeïlaanen vatt S. Barbaraas konvent.
if43· Jan Janfz. oberleeben.
15-60. Marcus de Graaf. ,
i<y6^. Lambert Varich.
15*78. Joannes Campanus; «egyohof. ^egaïben be gemeïbe ïtonbenten $ te 3^eïft
al ban onb$ een ^egöngof gzimeft. #nber oe begijnen/ bie baargetooont geböen/ geeft in geiiigöeit -battleben ngtgefcïjeenenGeenruid van-Ooiten, te $oo$ueg geboren: banbefoeï* fee in 't eerfïe beeï ban 't Eatijnfcge Batavia* Sacra imjbïoojng i§ geganbeït <Pe fterfcban't $$egijnöof$ober ïangen tip
toeggeraaftt: maat; 't lof $eïf ίβ nocïj m toe* 3eii} en plagt boojgaan^ ban Mopitf/ of ten ttimfïe ban iiatolpe perfoonen/ betooont te toapèn. (O ^aarenöoben geeft be flab S^elft met ber*
fcgeibe ftapellen of mmbere fcerïtje^ gepjon&t onbee anberen geep: 'et· tene jK Kornelis ftapel op be 25iuten-#aterfïoot gedaan ·, betoeïfte bg h® ben ben J|eee t Van Bieiswyk öefcgjeben foojb. ; "*P*g* "*3·'»84» t P«g, 29e.
■' ■■ t\ 'S * ■ ■■* .-■:- ■ '·.'■■ *-·Ή ^> ■■*■ ■ " ί jJ"v ' ■' 'f"V!;*f'.'"'"'' *'." :'* Ή ■ . * ν', ■ t t ' 'T"'V'r'"- i 5 i,-' *
|
||||
AAN-
|
||||
Beschryving van Delfland. icj
AANTEKENING.
I. De Heer Bleiswyk zeit in zijne befchryvinge
van « Delft dat de brieven en papieren van Mt Begyn- hof, mits den oorlog en de veranderingen van tyden ^ge- dolven en in de aarde begraven zijnde, ganfcktlijk ver· gaan en onleesbaar gezvorden zyn , enz. Echter zyn ons door den Eerw. Heer Matthias Oojlerling vericheide oude papieren, raakende dit Begynhof, ter hand ge- irelt; waar in veeieomftandigheden, zoo omtrent het Begynhof zelf als omtrent de Begynen , gevonden worden. Voor eerft blykt uyt een oud boekje, op francyn
gefchreeven, dat de Patroon van dit Begynhof geweeft is de H.j^tf»»^ Evangelilt, wiens beeltenis voor de Begynhofs-poort van ouds geilaan heeft, en noch te- genwoordig ftaat. Hy ftaat daar afgebeeld, als zitten- de in Patmos, en met verfcheide dieren omringd, zoo dat de Heer Bleiswyk verkeerdelijk gilt van een S. Antonius temtatie daar genaan te hebben. Wat de kerk belangt; Bleiswyk bewyft uyt oude
kaarten dat 'er op't eerfte vak een kerk met een re- delijken toren plagt te itaan ; en dat het tweede vak voor 't kerkhof diende. Hy heeft ook ergens gele- zen dat'er noch geen kerk ftond in 't jaar ï 35-8. In 't gemelde handfchrift ftaat voor eerft dat het Begyn- hof drie Bewaarfters (of Regeefters) had ; dewelke doorgaans allejaaren verandert wierden, en daar op- geteld ftaan van't jaar 1500. tot 1 $67 : Dan zien wy in 't zelfde handfchrift dat 'er op dien tyd een kerk ftond, dewelke al vry deftig en fraay, en daar by re- delijk groot,'is geweeft. Want voor eerft was'er een ichoon koor, met een noofd-outaar voorzien, daar een H, Kruysbeeld op ftond. Dan had de kerk noch acht of negen outaaren ; altemaal vercierd met goude en zilvere outaarcieraaden ; als Remmftrant- zien , Hoflidooz^n , Wierooksvaten , zilvere kandelaa- ren en ander outaargereedfchap ; zoo als uyt de menigvuldige teftamenten blijkt; "waarby aan die ou- taaren eenige legaaten befprooken wierden. Dan was 'er een outaar van S Catharina.
Een outaar van de 7. Ween ^ meteen ikoftelijkbeeld
van de 7. Ween, « P» 314. Àøé
|
||||
aof Aantekeningen op de
Een outaar van de 7 Bltjdfchappen onzer L. Vrou-
we , met een fchooubeeld boven op. Een outaar van ■Spereen.
. Een van 't H. Kruys.
Het Noot-outaarof van de Noot Gods.
Een outaar van den H. Martinus.
De kofïdijke beelden gaven geen kleine luifter aan
de kerk; die altemaal, zoo als uyt het zelfde hand- fchrift blijkt, met goudeen zilvere cieraaden opge- lchikt waren. Voor eerft ftond 'er achter het hoofd- outaar, in 't koor, een beeld van Chr'iftus} die zijn kruys op zijne fchouderen gelaeden had. Tegen over het hoofd outaar ftond een beeld van
O. L. Vrouw. Dan was 'er een beeld van S. Anna , een van S.
Jan den patroon : een van Maria Magdalena. Dit laatfle heeft miifchien op een outaar van de H. Mag- dalena geftaan : want daar worden veele vereeringen vermeld, dewelke aan 't Tabernakel van de H. Mag- dalena gedaan wierden. Dan was 'er een beeld van S. Rochus, een van S.
Paulus ·, een van O. L. Vrouw in de Zonne.; dat is snee een Zonne omvangen. Dit laatite was deftig op- gefchikt, als met een zilvere kroon, enz. Een beeld van den Nood Gods, ook koftelijk ver-
cierd: een beeld van S. Adrianns : een van S. Job: een van S. Leonardns: een van S.Pieter; een van S. EUzabet; een van S.Agaiba: een van S.Brandarius: een van S.Jacobus; een van S. Lambertus, In de zoogenaamde Gerfiiamer was een koftelijk
beeld van den gekruyiten Chriflus. Niet alleen was de kerk van binnen zoo vercierd;
maar pronkte niet minder van buiten. Voor in de gevel ftond een Kruys beeld : bezyden de kerk ftond een beeld van Chriflus, zittende op een kou- den fteen, zoo fpreekt het handfchrift; aan't welke veele legaaten befproken zijn. Noch ftond 'er een beeld van den kruysdragenden Chriftus. Noch ftond'er een Lieve Vrouwen beeld op de Graat,
?.oo (laat'er in het handfchrift, een kruysbeeld op de Graat; eenS.Jans beeld op de Graat. Dan was'er ïn de kerk een koftelijken Epiftel, met Engelen ver- cierd ; aan't welke veel zilverwerk vereerUS. Noch een zilveren beeld van ons L, Vrouw. BIn- |
||||
 E S C II R Õ V É Í G VAN D Å É. F L Á Í Ñ. 2CjT
Binnen de kerk ilond een koftelïjk H. Graf; dan
was 'er een gilde van't H. Sacrament; 'c welk wee- kelijks met een lof wierd geviert. Eindelijk fiond 'er by de kerk een zoogenoemd
konventhuis. Dewijl de lijft van de Bewaarders d'es Begynhofs,
dewelke daar van het jaar 1500. tot 1567. uytgedrukc liaan, al te lang zoude vallen ; en datze niet anders genoemt worden als by voorbeeld, Trynije Pieters, Mary Jans, Neeltje Gerrhs, enz. zullen wy dezelve overflaan. Alleenlijk dient aangemerkt dat op ieder jaar aangetekend liaan de teilamenten en giften; de- welke tot onderhoud van de kerk, outaaren, kerk- gewaaden, enz. gemaakt zyn. Ik vindc daar jaaren , opdewelke50, ico, zco, 300, ja 400 guldens, ten voorfchreven einde by uyterften wille zyn befpro- kcn. Het blijkt uyt het zelfde handfehrift dat 'er meer
als een Prieiler op 't Begynhof was. Hier nevens een oude bpief, behelzende het ak-
koord of de ordonantzie; volgens dewelke de Over- iïe Prieiler, of deBeflierder van't Begynhof, gehou- den was zijnen dienft waar te neemen. T^Efe naghefcreven punten begheren onfe Bewaer-
■*^ fleren mit haer ghemeenSufleren op onfe Over- fte Prieiler die den Hof dienen fel. Item alle God- like dienfle te doen na goeder ghewoente desHrves. Alle heilighe daghen Metten te lefen ende te fes uren MiiTe te lefen. Item noch felmen Metten leien op enyghe ander heilighe daghen. Als Blafius, Antho- nius , Jheronimus ende iinte Aechte , ende fommi- ghe anderheilighe Maechden. na ouder ghewoente. Item om den anderden heilighen dach te preken als die eerfte MiiTe uyt is des ochtensi Ende om den anderden dach in die vaften te preken die Epifiel en- de Ewangely. Itemalsmen Memorihout desavonts vygeli ende des anders daghs MiiTe. Item alle daech Vefper en Compleet. Item des wereke daghes maen- daghes, woendaghes, vrydaghes MiiTe te lefen. Item noch fo fel onfe Overfte Prieiler preken dat Avont- mael des avonts, en des nachts die Paffi, ofte doen preken, Ende dit fel hi doeu om dat anderde jaer. Item
|
||||
2o6 Aantekeningen op «e
Item hi fel felver preken die vier prinfepale Hoeehti*
den ende op onfe Kermis dach , al eu waert fyn boerï nier. Item hoerre alre biechte te horen in fieck-r ten of ghefont als dat den ryt fel eyifen in onfe kerc alit Hoechtyt is ende tot allen anderen tidenals- men begeert. Ende mitden hèilfghen Sacrament en- de muren heilighe Uly fel hi alleen wtgaen tot den üeken als den tyt fel eyifen, endete abiolveren ende penitenti te letten. Item na onfe oude ghewoentete beforgen die Sanghers elx in fynre tyt, ende die ten eten te hebben na onfe ghewoenten. Item als hi de- ie voerfcreven dienlle niet en vermach felf te doen, overmits iïeckten of feerten, of redelike faken , fo en fel hi daer nyement in fetten, danbiguetduncken derBewaeiileren mit haermedeSulteren. Item voert fo iit onfe begheren dat hi hem fympel wil houden in fyn habytnaonfe oude goede ghewoonte, alsgheeu nyeue ffieè van cledinghe te draghen , noch gheen wtwendighe voerage, mar een lammeren voer of hi wil. Item fo iit noch onfe begheren vandieBewaer- fteren als dat hialtytfel houden een joncwyf die hem fyn huys ende .fyn tuyn regieren fel, ende een cleercf of hy wil. Ik vinde maar de volgende Priefters , als Vaders
van 't Begynhof of Begynen-^/w, vermeld: 1530. Heer Dirk Daemfz* _,';'.
1535. Heer Jahh Johanfz.
3 ƒ59. Heer Adriaan Martynfz.
Dat dit Begynhof 100 wel voorzien is geweeft van
inkomiten als de kerk zelf , blijkt uyt de volgende lijft van inkomiten, die het jaarlijks trok: en detvel· ke in die geldelooze tijden al zeer aanzienlijk waren , In 't jaar tj"72. den 17. September, hebben de Be-
* tvaarfters van 't Begynhof aan de Heeren Burgemee- fteren overgegeven eenkisje met dit onderftaande zil- verwerk:* een zilvereTabernakel: een grootezilve- fe Hoilie doos, of Ciborie met een cronement, eeiï Tabernakel. Noch een kleine zilvere vergulde Cibo- rie met een glas daar voor. Een zilvere Wierooks- vat. Een zilvere Kroon van onze L. Vrouw van de 7. ween. Een zilvere Vyftig of Rozekraus, wegen- de een pont. , Land' » Het ïyn L· eigen woorden yan de lijft> enz*
|
||||
Beschryving van Delfland. 207
Landhuuren in Schipluy, onderden ban van Maas-
land : elf morgen, en hier trekt den Abt~ van Egmont jarelijks af18.il. en werden verhuurt voor 43. Rhyns guldens, dit is altyd te verftaan vrygeld. . . 7. morgen en een half hond , jaarlijks 40. pond:
Holl. In de Ketel 7. morgen, voor de eene helft het Be-
gynhof, de andere den armen, 5-0. pond Holl. In de Lier 6 morgen, voor 6.pond Vlaams. Op de Schie aan de weihyde, 2. morgen j·. hond, dewelke het BegynhjSf met de Monnikken van War- mond te zamen hebben, voor 41. Rhyns guld. Onder Monfler ÷ en een halfmorgen, doen 15. Rh.
guld. Onder Watcringe 2 en een half morgen, doen ñ»
Rh. guld. In Papjouw 2 en een half morgen, voor 13. Rhyns
guld. By de Galg 3.hond, voor 5. pond Holl.·
In den Ban van Maasland ƒ. hond , gemeen met
Koningsveld, doen f.Rh.guld. Land-renten, onder Soetermeer op diverfe landen,
18. Carolus guld. In Berkel op 6. morgen, ô. Engelfche Nobel.
In Maasland op 13. morgen, 16. pond Holl.
In Wateringe op eenige landen, 3.pond Holl.
In Schipluy 7. pond Holl.
In Papfiuw 2. pond Holl.
In Pynaker op verfcheide landen, 14. KaroL guld.
Item, 6. Rh.guld.
Aan den Over/lag, 3. pond Holl.
In Nodorp, ÷. pond Holl.
Op't Gemeene land, te weten, op dievyf groote
' fteden van Holland, 9.ponden 's jaars. . Op de Graaffelijkheit 30. ponden Vlaams. Item noch op de Graaffelijkheit 2c. ponden.
Op de ftad Delft 8 en een half pond.
Op 't Gemeene land 2. ponden.
Een los-rente op de groote Steden van 12. Rh.
guld. TT · !--'■ '1
Huist-enten.
In Jan-Gyfenflraet op 3. huizen, tezamen 3.pond
Hol!. 3 r |
|||||
Í
|
|||||
iö8 Aantekeningen óp de
In de Gerrit Nagelsfteeg oï Breetfleeg op 3.huizen,
te zamen 3. pond, 37. fchel. Holl. 5·. ft. en io. pen. Op de Foyenlaan of Gaflhuislaan op diverfche hui-
fcen, 8.pond, ïSLii en 20,groot. in de Hoeyflege op een huis 10. ft.'
In de Suivelflraat op diverfche huizen 3. ponden.
In de Jan Molslaan op een huis 1. pond.
Aan de Noorthoek van de Jan Molslaan op verfchei-
de huizen, 2. pond , 12· ft. en 10. grooten. In de jan Molfleeg op een huis 10. ft.
In de Suyvel/lraai op diverfclte huizen 13. ponden.
In de Jacop Gkeritsfleeg op diverfche huizen ., 8.
pond en 55-. ft. In de Niewcue poort op een huis i.pond.
Op den L&ngendyk op 3. huizen, 4. pond en IQ. ft*
In 't Öoflende op 1.huizen 1. pond en 33. ft,
In Harmen Kokelaan op 3. huizen, i. pond, i.Rh.
guld.en 10. ft. Op den Nieuwen langendyk op 1. huizen , 1. pond en
10, ft. Achter de Nieuwe kerk op een huis , 1. pond en
31. ft-
Aan de zuytzyde van '/ Martveft op een huis 3. pond.
Noch aldaar op een huis , 3. pond , ίο. ft. en 17. groot, Aan denoortzydevan't Martvelt op diverfche huizen,
4 pond. z.goudePh.fchilden , U, jtcn. en 5S>'.ft· In de FÏamingfiraat op eenige huizen, 1. pond 26.
ft. en 5.grooten. Op't kietvelt op diverfche huizen, 7. pond en 35·. ft.
Aan de Geerwech op een huis 1. pond.
Over de 1/erwersdyk op eenige huizen, 9. pond en
10. ft. Op de Foldersgraftop diverfche huizen , 1 pond sn
9. ft. Aan deVismartop een kamer, 2.pond en9. duiten.
In de Koerflraat op diverfche huizen , 4. pond en
S9· ft·
In deKapelfiraat op een huis 10, ft.
Op de Koerflraat npordzyde op 2. huizen, 3. pond
en 20. ft. Op een huis by de Steffensfieeg z. pond.
In de Mokflraat en daar by op verfcheide huizen,
te xamen. 3, pond en 66, ft. W |
||||
Beschryvinc van Delfland. zc$
Op de weflzyde van het nieuwe Delft op eeiu'ge hui-
zen, 4. pond en 15. ft. Op het oude Delft op verfcheide huizen, 6. pond
en 19. ft. Op 't Nieuwland eenige huizen, 1. pond, 3. Rh.
guld. en 77. ft. Op een huis van het oude Delft,Af, pond,
In de Dirk Laagefleegop eenige huizen , 3. ponden 27. ft. Op een huis in de Schutte laars (leeg 17. ft, ;
Op het oude Delft, op een huis 4. pond. Te Waterjloot binnen, op eenige huizen 11. pond en 2. goude Philips fchilden. Te Waterfloot buiten, op eenige huizen 1©. pond en
9. ft. Noch op het oude Delft op eenige huizen, 4,pond,
i.Wüh. fchilt en 15. ft. Op de Hoekfiraat op een huis 1. pond. In de Peper/heg op verfcheide huizen, 4^. pond én (o, ft, Op het huis by de Gheer 1. pond. De renten in den Haag en op de Steden, tezamen 4°· guld. Waarby de Leezer bevinden zal dat het Begynhof,
het gedeelte der armen of anders afgetrokken, om- trent jaarlijks, voor 700 veel als deze rekening ons uytwijft, aan inkomen had 280. ponden Holl. 66. en een half pond vl. 202. Rh. guld. 32. Karolus guld. i8. Goude fchilden en een Engelfche nobel. *BehaIven dit groote Begynhof is 'er een Oud, of
Fali-begynhof geweeft, en heeft geftaan op de zuidzy- de van het Rietveld' Doch t'hans is het niet anders als een flot of inham > rondomme met woonhuizen bezet. Een plaats, zeit de Heer Bleisivyk, voormaels meer dan tegenwoordig vermaert; dewelke hoewel in onze dagen zeer flecht, weinig geacht, en ten naeflen by onbe- kent is, nochtans in voorige tyden zeer berucht en rucht- haer was. Ja dezelve Heer, befchryvende het leven van S. Geertruid van Qoflen , ftelt dit Fali-begynhof voor haare woonplaats. Maar wat laager fchynt hy zich te bedenken, en begint het ten minfte in twyfei * Blciswyk p. 507«
Φ .:· <ϊ . te
|
||||
iio Aantekeningen op i>e
te trekken. Want in eene oude Aantekeninge ftaat
het volgende van S.Geertruid vermeldt. Anno 1358. op drie Coningen avont fier f alhier te Delft op '£ Begyn- hof de vermaerde fufier Geertruyt van üoüen , cnde •tuierde begraven 'benevens den toren van de oude kerek ^ iilfoo ter dier tydt opi voor f ζ Begynhof noch geen kerek en -was, ende nu oock eenigen tydt herwaerts niet en is te fien geweefl. Uyt welke woorden, vergeleken by de woorden van degrooteKronijk, wel zoude ichij- nen te blijken, xeit de gemelde Heer, dat S. Geer- truid op dit groote Begynhof gewoon* zoude hebben, én geflorven zoude zijn. Want op het Faly-begyn- hof, voor zoo veelhy. bewult is, heeft noit kapel of kerk geftaan : De woorden van de groote f Kronijk luiden aldus: En de fy (Geertruid van Ooften) flierf in^t jaër ons Meeren 1358. opten heyligen drie Koningen dach y ende fy worde ootmoedelicke begraven buten die doere van den kérkentoetne van der ouder kereke an die zuytzyde, want die Bagynen doe geen kerek noch kerkhof en hadden: Ik houde het ook voor eenevafte zaak dat zy op het groote Begynhof gewoont heeft en geftor- ven is. Dit word niet alleen door de reden van ge- melden Heer bewezen: maar üeunt op eene oude en algemeene overlevering van de Klopjes enBegynties, die op het groote Begynhof woonen. Zélfs word de kamer, waar in zy geüorven is, noch ten huidiger» dage aangewezen. Maar 't geen dezelve Heer daar by voegt", dat dit kamertje als noch by de bygeloovig- fte Roomfchgezinden in groote eerbiedïgheit gehou- den word; en dat veele Begyntjens en andere blind- yverige zieltjes hetzelve jaarlijks met haare gewoon- lijke gebedekens metier douzynen in bevaart en ander- zins bezoeken ·, Dit meen ik, behoudens de eerbiedig- heit die ik de gedagteniile van den gemelden Heer fchuldig ben en toedrage, dat hem op eene zeer ver- grootende wyze , en door een ruime hyperbole , is aangedient. Ik heb ookalcenige jaaren over en om- tï-SQt dat kamertje gewoont ; maar hebbe noch de eerfte tijding van die bezoekingen en bevaarden te hoorer*. Ik wil echter den gemelden Heer zoo verre gaeme gelooven dat eenige eenvoudige klopiés , én welmeenende zieltjes , de voorfpraak van S. Geer- truid aldaar fomtijds verzocht zullen hebben. |
||||
Beschryving van Delfland.
|
|||||||
zit
|
|||||||
£ & Jons fca^elioa^ $th$en aan β. Joris m$*
ÖWf i J foe& M-m cm fegaarbi $ aefoeefï/ gep be Uw Bleiswyk bat noemt/ baar ake tyeembenngen feniöcn φ moeten fieröeraeit mtenacötetï. f èt i$ nabergan* in tm tmb {PU? btranbeit. - Willem van Beyeren rjabööO*
ben fcolgenben feief aan be fïab ö*t rrcfit bcci
gunt ban baat: eenen&apeïïaan naar ftaac föet* seböilen aan te (tellen, WILLEM by der êenaden Goids PalensGrave
op denRyn, Henoge inBeycrcn, Grave van Henegouwen, van Hollant, van Zeelarit, endeHeere van Vricflanc, doenkondtallenluv- oen , dat wy om fo-nderlihge gun ft , die wy draagen tot onfer getrouwer Stede van Délff, ende om méenigen gueden dien'ft wille dye zy ons gedaan hebben, ende bft Godc wil noch ooen lullen, der ielver onfer Stede van Delff gegeven ende'geconfenreeft hebbén, geven en- de confenteren mitsdefen BryefF, 'dat zy tot cu- wigen daigen GhifFccrs We'fen zullen van eenre J-apclryen ilaande in finte Joris Gafthuys. int ■Noort-eynde binnen onfer Stelde voornoemt, tot x. 1, sjaars toe. ende want wy dat onfer gue^ de Stede voorfz. vafl:, ende 'geftade gehou- den willen hebben , voor ons , ende onfe Na- komelingen, ■ foo hebben wy des in getuygeneflë onfe Zegele an defen BryefF gehangen, Gege- ven op onfen Huyfe totGorichum op finte Mi- cnyels dach int Jaer ons Heêren 14.07. ftinAnt0nlS WM Ψ fe ·«*»» β*5.Α*ο*
owehmi50 e*fflWf-Berft of fiapd/ ffaanbe^f A
wr öe mmmt fcSÖnt gcföcèt tesön ίη£ϊ^Λΐ |
|||||||
%τζ Oudheden en Gestichten
't jaae iify. ^eüageïiaan öan bt$t üttfo gatt
get rec§t Ottl aan de broeders en zufters de Sa-
kramenten te bedienen; behoudens nochtans de ofFergiften en gerechtigheden, die den Plebaan der Delffche kerke toequamen ; 't iödft lil ïtèW iioïjjenirert fyitf fcaat ugtgröauht:
TJenricus, door Gods genade BifTchop van
Utrecht, wenfeht allen den gcenen, die den tegen woord igen brief zullen zien, de eeuwi- ge zaligheit in den Heere. Bewogen door de nedrige gebeden onzer beminde broederen van 't H. Geeft gafthuis te Delft in Holland, onder ons Bisdomj en door het verzoek van de door- luchtige Vrouwe, onze beminde Nicht, Me· vrouwe V. de huisvrouw van wylen Joban van jivennes , hebben wy aan dezelve Broeders, zonder iemands recht te willen verkorten, oor- lof gegeven, gelijk in den brief daar over ge- maakt uytgedrukt ftaat, om in't zelve gafthuis, in 't welke de arme en magteloze menfehen ter herberge ontvangen en liefdadiglijk onthaalt worden, te mogen hebben een kerkje met eencn Priefter-kapeïlaan, dewelke in de gemelde ka- pelle de Mis voor de Broederen en Zufteren le- ze. Daarenboven, willende hun ten voordeele van den godsdienft , en om Gods wille , zoo- veel 't in ons vermogen is begunftigen, verke- nen wy hun uyt krachte van ons gezag , era door den tegenwoordige brief,ivolkomen verlof? om...... een kerkhof te hebben, daar de
Broeders, Zufters, en armen van 't voorfchre-
ven gafthuis , als 't nodig zal zijn , begraven mogen worden: en daarenboven dat hun Prie- fter-kapellaan de biecht derzelven mag hooren, en hun voor hunne misdaaden een heilzame boe- te* |
|||||
V ... . /
|
|||||
van Delfland. ar 5
te, zoo als hy 't in denHeere dienftig oordee"
len zal, mag leggen, en de vordere Sakramen- ten der kerke bedienen: behoudens dat de Ple- baan der Delffche kerke de ofFergifcen en gerech- tigheden, die hem in't voornoemde gafthuistoe- koomen, zal genieten, en dat niemands recht verkort zal worden. Gegeven by Amersfoort, in 't jaar des Heerc 116 f, den naaften Zaterdag voor Simon- en Judas dag. Daarenboven zy ui. kenbaar dat ik van woord
tot woord gezien en hooren leezen heb zeke- ren brief, behelzende het verdrag en de toe- flemming over het bovenftaande, tuiTchen de edele en eerzame mannen > namentlijk Willem, de Perfona van deparochikerk te Delft, enBar- Itholomam {de Mada), den patroon en ftichter
der zelve kerke, van deeene kantj en de Broe- ders en Zufters van 't voornoemde H. Geefts- gafthuis te Delft aan de andere kant ; welke brief niet doorgefchrapt, niet vergaan, of in eenigen deele bedorven, en met de zegelen van de perfoonen voornoemd , en van den Plebaan der parochikerke te Delft, mitsgaders met het zegel van de ftad Deift, bezegelt zijnde, aldus luide: Wy Willem, de Perfona van de parochiker- ke te Delft, en Bartholomaus (de Mada) patroon en ftichter derzelve kerke, doen kond allenden genen die den tegenwoordigen brief zullen zien dat, aangezien tuflehen ons aan de eene, en de Broeders en Zufters van Tc H. Geefts gafthuis aan de andere kant, een gefchil ontdaan was ter gelegendheit van zekeren brief, aan hun door den hoogwaardigen Biiïchop van Utrecht ver- leend , dat wy, zeg ik, alle ftoffe van gefchil en krakeel ter zijde ftellende, willende ontrent Ψ 3 bn.
|
||||||
ii4 Oudheden en Gestichten
het voorfchrev.en gafthuis een werk van barm-
bef tighek doen , ten opzigte van Godt , uyt 2,M$|i tot de herftelljng van vrede en eendrag- tigheit, en door de tuflchenkomfte en voorfpra- ke van vroorae mannen , ons door de ootmoe- dige fmeekingcn van de gemelde Broeders en Zulters hebben la&ten beweegen: en aan die van 't. zelve gafthuis vergunnen, en met eenevolko- me toeitemminge begeeren, dat zy de volkome gunft, die deHeerBiiïchop van Utrecht tot hulp en gemak van 't gafthuis toegeftaan heeft, zon- der dat ze van ons, of van onze Broeders, me- de-erfgenamen, nazaten of vrienden , of zelfs 't geen Godt verhoede , van den Plebaan der Delfiche Kercke, eenig belet of tegenfpraak te verwachten hebben , ten eeuwigen dage vreed- zamig en geruft zullen genieten j zoo als inden brief der voornoemde gunft die de gemelde Heer BiiTchop hun toegeftaan heeft breeder uytge- drukt ftaat : te weeten dat de Broeders en het gafthuis voornoemd een kerkhof, en een klok por voor de kerkdienften te luiden, zullen heb^ ben : daarenboven dat zy een bcqyaam en eer- baar Kapelkan tot hun welgevallen mogen aan- neemen; die voor hen, voor hunne zieken, en voor de anderen die den dienft daar willen hoo- ien , de kerkdienften verrichte , hunne biecht hoore , hun eene heilzame boete oplegge , de ftervende van 't zelve gafthuis met het H.Olyzel beftrijke, en dezelven na hunne dood op hun kerkhof begraave,eindelijk hun alle de kerkelijke Sakramenten bediene. By 't welke dit noch ge- voegt is dat, indien de voornoemde Parochikerk door eenig geval onder een byzonder interdikt quam te vervallen , de Kapellaan des gemelden ■gafthuis vijftien dagen lang, volgens ouder ge- woont e? |
||||
VAN DELFLANDt 21 $
woonte, den Goddelijken dienft zal verrichten·
Doch indien de gemelde Parochikerk langer on- der het interdikt mogtblijvenj dat dan dezelve Kapellaan, op zoo een uure van den dag als de Plebaan hem opgeven zal , de Mis zal leezen: en vorder dat 'er in't gemelde gafthuis maar ge- luidt zal worden voor eeneMis, fchoon dat'er meer Miffendoor de Broeders, of door wat voor Religieuzen dat het waar , op eenen dag gele- zen mogten worden. Doch op het jaarlijks reeft van de Inwijdinge der kapelle of des gafthuis voornoemd , en bet geheel octaaf door, zullen de offergiften die de Kapellaan dan in handetr zal krijgen, met den wille van den Plebaan der Parochie , volkomentlijk befteedt worden teri· behoeve der armen. Behoudens, in al het bof> venftaande , de offergiften en gerechtigheden der Moederkerke. Tot getuigenifle en bekrach- tiging van dit alles, hebben wy den tegenwoor- . digen brief met onze zegels, met het zegel van den Plebaan te Delft, en met het zegel der ftad Delft doen bezegelen. Gegeven en gedaan te Delft in 't jaar des Heere iió8, op hetfeeftvan denH. ApoRd Jndreas, Tot oirkonde dezes heb ik , Dirk van der Made vornoemd , het tegen- woordig affchrift, op het verzoek van de Broe- ders en Zuilers des meergemelden gafthuis, mee mijn eigen zegel bezegelt. Gegeven als boven. #et jeïbe gafïgufê foojö in oe onöe fefeben Am!ereMa-
fotntoglen 't ^egïijgen-<éeefï-0afïöu^/ fero*men van't toijïen £; Lysbets gaflj)ui£ genoemt. <®öh $ °udc £aft- Set toeï £.Chriftoffels en β Lysbets gatfÖW3 hms'
Senoenit gefcoeefï; om öat ïjet op be naamen
ban öese tfoee^etligen ingetopt foa^: öe Iaat? (ïe fcenaaming *je& ifc in een ouü SanOfWft
Φ 4 m%
|
||||
216 Oudheden en Gestichten
frec ïlteeeïjtfrlje tefte gebonben. gjn 't 3elbe
gaf^uté i§ boo^ besen eene bte» of altijb* buurenbe baueïïatig geflicïjt geiöeeft: bjant in ?t gemelbe ïianbfclfêift binbe in Bet boïgenbe aangetefcenb: In S.Cbriftoffels enElizabets gafthuis is devi-
kary, openftaande door de dood van Heer Pie- ter Jansz. in 'c jaar 1^72-. gegeven aan Jan yansz. van Zueren. 3$n fythhzw een engeb^uit Boefc of ganb*
frïfêift beftomen : in 't hjeift be fïicïjting / De recijten enb&ljeben/ en meee anbeee jaaöen/ bit oube gafïïjui£ öetreffeube / aangeteftenb paan, 3Ü>aar uit teg ïüaadljïi $ien bat bit Saffgut^cen banbe WbflegeefMpe geöoufcoen beu jïab^elfc i#/ ja beeï oubee i$ a$ beïfeee Bieiswyk meent/ bie be$3elf$ begin 033 öet jaar 1163. fltelt JStant uit be 25ulie ban^aug Innocentius ban 't jaat' iafx / bi)Ö£ 011^ O|)0e^
geben onberbeH&bnc ban &omti$£brit/ toojb
ïjet 3elbe ai niet 31311 goeberen en inftomfïen aan beseïbe %\fow gegeben / 300 bat ijet toen aï in bolftomen flanb i§ gebjeeft: en te öeöen* ïten jïaat / bat ijet ai ïang gefiaan 3a! öeböen* tBnber$ binbt men in busbanige b^ieben gemeeld ïp ugtgeö^ufet/ batljet geöoubj of nerluueu* Μψ:4 gefficöt i^gefcneefi ^00 bat fytt in oub* geit/ i$ ïjetniet oubce/ niet be oubê nern biel 3al nonnen geïp paan. Hit bit Jjanbfcfpift öïptoat bit gatfgufë/ bg beu ï|eeeBleiswylc ï.ysbeis gaftpni^ genaamt / eertijb^ ooft & Mariaas gafifjui^ genoemt i^getoeefï: toant onbet' bie benaaminge foecb üet bermelbt in be $5itilt ban $m$ Johannes onbee be ffcöb^e ban lioitinggbelb, Mm ttoetbe Dïpt baw «gt bat Μ eemdfoe |
||||
VAN DeLFLAN D« 2 IJ
pftguigi/ met be&elf$ goeberen/ ben ^oo#
fïen ban föoninggbeiö boo^ öe2$nlïe ban inno- cemius te befïieeen$ gegeben / geïp aïbaarte 3ien \$ : en beirboigen^ / bat be #eec Dirk Bieiswyk be j^oojïen ban toitnggbeïbtenon* rccïjt öefcöulö!0t/ alg Ijabben 3g 5^8 3^ben in get öefïiecban't gemeibe gajign$ ingebjon* gen omttent §tt imt ι roo, Φΰϊι onam öe bergeebing ber J^ageïpe $oe*
be ben gboofï ban Honinggbeït toe: geïp be boïgenbe ï$ef/ bic tot nocij toe ongebaufct φ gemeeft/ opentip aafflmjfï U yjj υ WilUm , Grave van Henegouwen , van
Hollant , van Zeelant , ende Here van Vriefland, maken cond allen luden, dat wi van- den twiftdie gh e wee ft heeft twiflcen onfen goe- den luden van onfer porte van Delf op die een fyde , ende den Proift van Conincxvelde ende den ghemenen Convente op die andre fyde, als om die papelike proeven vanden gafthufe te Delft, wel verfien fyn na der befter waerheit die widaer of hebben ghevonden biden ghenen dien wyt bevolen hadden ondervonden hebben , ende bekennende dienProift die ghifte voirfeit vander papeliker proven vanden gafthufe voir- fchreven, ende willen dat hife gheef to welke tyt datfi verfemetenen goeden reckelikenwair- liken man die Priefter is, of binnen tjaar Prie* fter worden mach vander tyt dat hife hun ghe- vet, gave hife ooc yemand die hun alfo quali· ken regierde , dat wyfe mit redene omfettea mochten, fo fouden wyfe ontfetten, ende toe dien tyt enen anderen goeden man in fynre fte- de fetten die die papelicke proven wel ende rec- keiiken regierde , ende na des mans tyden t$ φ f bc-.
|
||||
%\% Oudheden en Gestichten
behouden dien Proift fynre ghiften ende fyns
rechts. In orkunde defen brieve befegelt mie onfen fegele, gegheven in den Haghe des anders daghe na Afceniioens dach, incjair ons Heren I33Ö,·:"·. : /"
Wzltylegging ban 't berpaïde betfeP tuf*
(φη den J^afïoo^ en de éatiöuiöi-toedek geefe noci) lange jaaeen daae na moeten be- befïigi'ng tooiden doo^<£>jaaf Willem van Beyeren : baeiiie bebefiiging/ 300 al$ 5e ïjtet bolgt/ en iigt ïjtt Satijn bertaalt$/ top ooft in ïjtt boo^ioerode jjandfcïfêiffc gebonden ïjefc »ett: yXfv-'Willem Hartog van Beyeren , Paltsgraaf
aandenRhyn, verwachtende naar deGraaf- fchappenvan Henegouwen, Holland en Zeeland, en naar de Heerfchappy van Vrieiland , maaken aan allen bekent dat wy de genade gunft, dewel- ke de eerzame mannen Willem Paftoor te Delft > en Barthoïomaus van der Made Patroon derzelve kerke, aan de Broeders en Zufters van't Heiligen- Geefts-gafthuis te Delft vergunt hebben , en dewelke in dentegenwoordigen brief door den- welken deze onze brief geftoken is uytgedrukr. ftaat, goedkeurenen beveiligen, en als goed- gekeurt en beveftigd van ons zelven en van on* ze nazaaten willen onderhouden hebben. Waar by wy het volgende noch gevoegt hebben j dat Öe Kapellaan van't gemelde gafthuis vrye raagt tal hebben om het Woord Gods aan de zieke Broeders , Zufters en zieken van 't zelve gaft- huis, en aan alle andere godvruchtige geloovi- gen die daar verfchynen, op bequaame dagen, 's iöchtens. voor de Hoogmis, uytte leggen: zo- 1 - danig
|
||||
ν.
|
|||||
van Delfland. ζι$
danig 'dat de predikaatzi ge-eindigt zijnde de
parochianen,die daar tegenwoordig mogen zijn, tijd hebben om op hun gemak en geruftelijk in hunne moederkerk, voor het beginnen van de Hoogmis , te konnen zijn, en de goddelijke dienlten daar te konnen bywoonen. Tot oir- konde dezes is ons zsgel aan deezen brief ge- hangen. Gegeeven in s'Gravenhage, 'smaan- daags na het oktaaf van de Α portelen Petrus en Paulus , in 't jaar des Heere 13^0. ï|ïet* acfiteü fïaat in 't sdfoe ganiifc^ift öc
M9fïlbC&^fiimi3|e0C Steven Malion,pafi00j
te 2Mft:
TT/Y Steven, bygenaamdMalion, Paftoorvan
de Delffche kerke, maaken aan allen be- kent dat wy door het geloofwaardig verhaal van onze parochiaanen onderrecht zijn dat 'er in 't gafthuis aldaar veele barmhertige werken gedaan worden; en dat hetzelve gaithuis niet zal konnen beitaan, zoo het niet geholpen word door de aalmiflen der Chriitene geloovigen. Daarom hebben zy ons verzocht het gemelde gafthuis, omtrent de predikaatzien dewelke al- daar door den Kapellaan gedaan zouden worden, de behulpzaame hand te bieden. Zoo is hec dan dat wy, door hunne ootmoedige gebeden bewogen, aan den Kapellaan van 't voornoem- de gafthuis toegeftaan hebben , toeftaan , en zonder dat het door ons of onze Kapellaanen zal konnen wederroepen worden, verleenen een vrye magt om het Woord Gods aan de Broe- ders, Zuftcrs, en zieken van 't zelve gafthuis, en aan alle andere godtvruchtige geloovigen aldaar verfchynende 5 op bequaame dagen , 'ff |
|||||
2%o Oudheden en Gestichten
ochtends voor de Hoogmisuyt te leggen? zoda-
nig dat de predikaatzie ge-eindigt zijnde , de jxirochiaanen , indien 'er eenige tegenwoordig zijn, tyd hebben om op hun gemak en gerufte- lijk in hunne moederkerk voor het begin van de Hoogmis te konnen zijn, en 'er de godde- lijke dienften te konnen bywoonen: met dit be- ding nochtans, dat het recht der moederkerke, door de gemelde vermaaningen en predikaat- zien, niet benadeelt weide. Tot oirkonde de- zes is ons zegel aan den tegenwoordigen brief gehangen. . Gegeeven te Delft, in't jaar 1348. op den dag van de HH. Martelaaren Petrus en Paulus. ©an bolgt 'et* in 't gemeloe ganöfefeift een
tyitf ban $&af Fioris, öetoeine ön Bieiswyk gebonöen too$. 3Ê>aac atï)ttt bolden nocg mme ftufyt§ ban geen of nlein beïana> Sfti % jaar 1530* haaren Dirk Wiggemoon
en Jan Oem <0afïöu$meefïer$: en in 't jaar 135-1* bergunöen De ^cj)eepenen en itaöeii öec fiaö 3Mft aan öe <0afïijn$meef!eeen öafc 3e aiie öe tenten ban get öafïl)u$ mocgten panden. dutten get nooj banoe ga$fjn$ltei?& flonti
een ontaar ·■> 't fcoeïn ^oeoer Ricardus, $&ifi fcïjop ban €jjennopoïen/ algemeen $inari$ ban öenlilteecötfcöen25iflïïjDpJohannes, met bersunnin^e ban eemse aflaten/ gefoijat geeft in 't jaar 13 p* <&e bolgenbe ö#ef / oaac ton Ut in nebonöen geböen/ (iaat ooft in 't meew gemelöe {janofefeift: Vü"y Broeder Ricardus, door Gods genade Bif-
fchop van Thermopolen , algemeen Vika- |
||||
van Delfland.' 22 e
|
|||||
ris in 't Biflchoppelijke van den eerwaardiger!
Vader in Chrifius , Heer Johannes door Gods ge- nade Biflchop van Utrecht, maaken bekent aan allen dat wy in 't jaar des Heere 135Ί , donder- daags na de vervoering van den H. Martinus , met de medewerkinge van de zevenvoudige ge- nade des H. Geefts , gewijdt hebben een ka- pel isbehoorende tot het gailhuis van Delfts daB wy vrydaags daar aan in h zelve gailhuis gewijde hebben een outaar ter eere van de HH. Joban- nes den Dooper, en JohannesQvzngzMil jendac wy zaterdaagsdaar aan een gedeelte van 't kerk- hof in de gafthuis-kapelle gewijdt en geheiligc hebben. Hierom is het dat wy (leunende op de barmhertigheit van den Almagtigen Godt, en op het gezag van de HH. Apoilelen Petrus en Paulus, aan alle waare boetvaardigen, hunne zonden gebiecht hebbende , dewelke jaarlijks op de wijdiflg van 't gemelde outaar godtvruch- tiglijk zullen verfchijnen (welke wijding wy op den eerilen zondag na S. Maartens vervoe- ring , om op dien dag ten eeuwigen tijde ge- viert te worden , overgebragt hebben en door den tegenwoordigen brief overbrengen) en die het gemelde gailhuis, op den dag van des zelfs Patroonen , uyt godvruchtigheid zullen bezoe- ken, en de kerkhoven van't zelve gailhuis zul- len omwandelen, zoo dikwils alszy hetboven- ftaande volbragt zullen hebben, door den tegen-, woordigen brief veertig dagen afflag van de op- geleide boeten genadiglijk in oen Heere verlee- nen. Gcgeeven in 't jaar , en op de dagen, als boven. Willem, $afol)ta!ts$egettn/ <&mfhm
$oHfttft/ ïjeeft aan te &t%w#mm mti&ixn |
|||||
212 Oudheden en Gestichten
oer fïab <®tlft/ in 't jaar 13 f o berïof ge^eeben
om aan 't nienfoe ouraar ban 't $. Struif een ïtapeHang ofte bitog te fïieöien: sooaamgöac g» öe öegeetiittg oer Wtog aan 3icf) jeïben öe? |ielö : en oeseibe ten tnmfïé met 4. jj&iffen ter hjeeft oeïafïe: 3|aer nebeng öe fyfef.feie tot tiocj toe niet getigtt&t igl getoeefï: W"? Willem Hertoghevan Beyercn,Gravevan
Hollant, van Seeland, Here van Vriefland ende verbeyder der Graaflicheidt van Henego- wen , maken cond allen luden dat wy gheghe- ven hebben ende gheven met onfen opene brie- ,ve Tonder wederfegghen van ons ende van on- fen nacomeunghen onfen gueden , ghetrowen luden Scepene ende Raid van onfer poirts van Pelf te ftichten ende te maken enen niewe Ca- pelrie inden gafthufe van Delf ewelickte ftaene behoudende ons ende onfen nacomelingen die ghiftedervoirfeideCapelrie. Ende die te verdie- nen opten niewen outair vuten choere voir den cruce. In defer manieren fo wie men defe voir- feide capelrien ghevet ofte gheven fal, die felfe verdienen te miniten mit vier Miflen ter weke te doen opten voirfproken outaar, Ende welck tyt defe voirfeide Capellaan enighe MiiTe dairof verfumide van defen voirfeiden.lVJillen, ende die fonderhindernifTedoen mochte van beflagheder prochien of des gafthuis, fofouden hem diegait- fiuis nieeiteren of corten van eiker verfumender mJiTe na den lope van iinen renten. In oirkun- den des hriefs befeghelc mit onfen feghele ghe- ghéven te Delf des zonnéndaachs na alre heili- ghen dach , inden jare ons Heren dufent drie- honderr. ende vyfrich, |
||||
/
\
van Delfland.. , 222
$tomn£betti/ in .ucntod&eii gg öefïicijtiog tsati
fc£ fóa$ettangeÏie£3t.fórii!£ i$oo$ φχζ #&ΐϊίφ tii^ öebüjligt: "W Υ Johan , by Gods toelaatinge Prooil van
het klooiter Koningsveld van de Premon- itreit-order (welkklooitergewoonisdoorProQ- ften geregeert te worden) en Matthys van ds Biirch beveiligde Paftoor van de DelfTche kerk? rnaaken bekent allen den genen die den tegeqg- woordigen brief zullen zien of hooien leezen, en wy verklaaren het voor al de wereld door hec aanhangen van onze zegels, dat wy in't jaar des Heere 13^9, 's maandaags na het oktaaf van δ. Maarten in den winter, gezien, geleezen, en .behandelt hebben drie brieven door malkander geftoken: te weeten twee in de Duitfche en een in de Latynfche taaie -9 dewelke niet vergaan, niet doorgefchrapt, nochte in eenigen deele be- dorven , maar ganfch gaaf en buiten alle ach- terdocht waren. De eerfte van deze brieven, £00 als ten eerilen aanzien gezien konde wor- den , was bezegelt met de waare zegels van de befcheidene mannen , Aaïbert Tfoua Prierjer^ Jan Pauwehz. Matthys Reiniersz. en /iremf$£fl· lemsz. leeken : en luide van woord tot woqnj, 2.00 als hier onmiddelijk volgt : Wy Albertus Prieiler in Delft, Jan Powweïfz0
Matthys Reinierfz ende Ar ent ïFillemfz. ma- ken kont en kenlick allen luden, dat wy dair-, en in over gheweefl hebben aldair Katryn Ciaes Copparens zoons wyf was, befprack Jan Coppert Clais zoons zone haren neve tot eenen teftamenc tien pondt Hollants jairliker renten tot eenre ; pape-
|
||||
2 24 Oudheden en Gestichten
papeliker provende alle jare in te nemen alzo
langhe als hi levet, ende tende zijnre doot zo Zeilen deze voirzeide renten comen antGafthuis te Delf ewelick ftaande tot eenre papeliker pro- vende, om dat wy Aelb$ert Pricjter, Jan Mat- thyfzcn Aerend voornoemt over en waren, zo hebben wy dit bezegelt mit onzen zeghelen, gegeven in 't jair ons Heeren ï 35-3. des manen- dachs na finte Lucim daeh in die winter. • ^oo? iiesen ï$ef foa$ een anöere bocö $e*
Sxertiuitfcïjc Bncf gefloten 5 öefcoelfte met |et3e* gel m 3atteii iser |tai» ©elft Regelt toa#/ en 'altm$Infte: Α LLEN den ghenen die defen brief zullen zien
of horen lezen, doen wy cond, Scout, Sce- penen ende Raat der ftede van Delft , dat Ka- theline Clays Coppaertt zoens wyf was , maaóte in renten tot eenen outaar tien pont Hollants vyf en dertich penninghen ende eene haïling *t sjaars, die binnen dervriheden van Deifghe- legen zyn ende't Gaftbuis van Delft in zyn re- giiter heeft die 't^Gafthuis van Delft Jan Coppaert Claes zoens zone jaarlicx wtrecken fal alshi Prie- fter is. In orkonde defen lettere zo hebben wy dezen brief open bezeghelt mit onzer fteden ze- ghle ter zaken, ghegeven in 't jair ons Heere 155-5. des-dinxdachs na finte Gbeerden dach. <®om fatoz bese ftjfefecn toa^ een &atijnfcöc
ö?ief geloften / öefcoelfce met ïjet toaare ^egel Han öen ïltcecijtfcijen 25iffct}0|3 Johannes bt$& $eït too^i 3ijntie ban öen boïgenöen iiiöoutr: fo-
|
||||
van Delfland. 225*
JoMAN door Gods genade BiiTchop van Ui-
trecht 5 Allen den genen , die den tegen- woordigen brief zullen zien , zy kennelijk daE wy de godvruchrige maaking of befpreeking der vruchten, inkomften, en andere goederen, dewelkedoor de godvruchtige Vrouw Catharma wijle weduwe van Niklaas Koppertszoon^ gedaan zijn ten behoeve van de eeuwige kapellanye in hec gaithuis te Delft, en vermeld liaan ineenen brief die daar over gemaakt en door dezen brief ge- ftoken is; dat wy, z?g ik, die maakingen be- fpreeking, zoo verre als ze rechtmaatiglijk en godtvruchtiglijk gedaan zijn , voor wel gedaan houden , goedkeuren , en uyt krachte van ons ordinaris gezag in Gods name door den tegen- woordigen brief beveiligen. Wy ordoneeren dat de landgoederen, inkomften,en alle andere goederen , de voornoemde kapellanye bewee- zen, kerkelijke goederen zullen zijn, en de ker- kelijke vryheit voortaan zullen genieten. Ein- delijk beveiligen wy den befcheiden man en Prie- iier, Jan Kopper tszflon, dewelke ons tot de ge- melde kapellany aangeboden is, door den tegen- \ woordigen brief in dezelve kapellanye , en wy verkenen hem voorde eerfte reize de vereifchte in Helling. Gegeeven onder het aanhangen van ons zegd in 't jaar na 's Heeren geboorte 13Γ4. 's avonds voor het fee Μ van den Martelaar Lau- reniius. &anbo?0g!!/m 't huO}nomUïjanbftï$ift/tiit
mnaavtn iian be <&aftljni§4\tvh: te tueetcn ïjel ïsoof b-aïtaar / fiaanb^in öet&eo^·, mljtt atv> bete outaar/ fïaanbe be^ipen get ftoo^aait be smbsijto. ©opberg fïaaii 'er ooft Vtcrmeib be J&ieben&en ber boo^nocmbc outaat*u> be naa* $ mm
|
||||
2i<S Oudheden en Gestichten
men banöe öegeerjet^, tie ïafïen/ Mtbt$$it*
fier$ te biaagen öaötien 3 en meer anöere öin* pil/ «oit tïooaöesen m 't ïit&t gegeebeti. Uier zynbeteikent alfulke renten als intGaft-
huis horen tot eiken outaar, ende die Uaft- huismeefters des Gailhuis voorfz. zo wiezyzyn in haren tiden, die manen dierenten diere toe- ftaan allejairin mit des Gailhuis anderen renten, endezy fullenfe alle jair weder wtreyeken ende betalen van des Gafthuis gueden den ghenen die deze Miflen doen , als hier na befcreven ftaat. Ende en deden zy die Miflen niet ghcli- ken hier na volghet, zo en foud men hem die renten niet gheven. In den eerften tottcr proven vanden hoghen
outaar boven int choir (laan xvi. pont sjaars en- de vier Miflen ter weeck , alfo als die fundacie dair of inhout. Defe voirfz. proven vanden ho- ghen outaireoomt te gheven an den Prooft van Coninxveldt, ende die zei hi gheven tot alre tyt als zy verfchijnt eenen goeden reclickken, eerbaren Priefter die wairiick is bi rade ende goetduncken der goede lude vanden Gherechte te Delf, ende dair tGafthuis niet wel an en wair dien en falmen int voirfz. Gafthuis eten noch drincken, noch camer noch anders niet gheven dan xvi. pont sjairs. Ende zo wie dat deze voirfz. xvi. pont sjairs hebben zei, die moet vier Miffén ter weke doen int voirfz. Gafthuis opt hoghe outair als voirfz. ftaat. Defe proven voirfz. comtan den Pi ooft voirfz. te gheven, mar die Prooft en heeft gheen macht int Gafthuis yemant enigen coft of enich bewint te gheven buten dengoeden Uiden vant Gherecht. Wair Qock dat fake dameProoftdie voirfz. proven ye- mant |
||||
van Delfland* 227
mant gave die tGafthuis niet te wille en wairs
fo moghen die goede Jaden vanden Gherechte tot alre tyr als zy willen int voirfz. Gairhuis enen anderen Prieiter fetten ende gheven hem defe voirfz, xvi. pont sjairè, behoudeliken den Prooft fynre ghiften na des mans tiden, hier zyn goe- de hantveilen ende brieven of. Item totter proven vanden laghen outair be-
nedenst choir an diezuytfyde ftaanx pont tsjairs ende drie Miflen ter weke, ende defe x. pont sjairs eomen an den Gaithuismeefters vut te reiken gheliken als van den xvr. pont sjairs voirfz. itaat, ende die defe MifTen niet en doet als voirfz ftaat, die en zei men dek x. ponc sjairs niet gheven, ende defe proven vanden x, pont sjairs c.omt an myn Hcre van Hollant, gheliken die fundacy ende brieve inhouden die daar of zyn. Int jair ons Heren 1432. tfdinxdaghes opten
heilighen dertienden dach wiede Biifeop Gillis dat outair benedent choer an die noirtfide int Gailhuis. Énde dair heeft Heer Jacob Scout den Gafthufc toe ghegheven vi, pont s'jairs, dair felmen een Miife ter weke om doen opt voiifz. outair, ende dt(e vi.pont voirlz* fullen die Gafthuismeefters des Gafthuis voirfz. wtrei- ken ende betalen alle jair half tot Meye ende half tot alre Heilighermis, ende tot fuiken terminen felmen alle defe andere voirfz. renten betalen: ende die Gafthuismeefcers voirfz, fu Hen tot alre tyt als zy willen dc(è vi, sjairs voirfz. gheven enen goeden reckeliken, eerbaren Prieiler, en- de dair in en zullen zy nietfoeken noch rnaach- fcap, noch zwagherfcap, noch om niemants be- de wil, mar van minnen ende puirliken om Goeds wille te gheven enen goeden, reckelï- ψ 2, ken
|
||||
22.8 Oudheden en Gestichten
ken Priefter diet wel verdient. Ende wair dat
zake dat deze Priefter die MiiTen alzo nietende- de als voirfz Maat, als datter den Gafthuismee- fters mede ghenuechde , zo moghen die Gaft- huismeefters tot alre tyt als zy willen enen an- deren zetten ende gheven hum defe vi. pont sjairs vvantet een beneficium is , dair niemant ò heen zegghen in en heeft dan die Gafthuis- meefters des Gafthnis voirfz die nu zyn, of hier namaals eomen zullen. Hier is beteikent alfulke Ordinancie ende regule als
een Priefter fculdich is te houden dts int voirfz
Gafthuis wefen zal, ende dien dair die
proven ghegheven wort als voirfz is.
Eerft zo zei die voirfz Priefter die den Gaft-
huizen endeden goeden luden vanden Gherech- te te wille is , hebben int voirfz Gafthuis die camer ende dair in wezen befchicker van des Gafthuis goeden alscuftumelikenis, ende hi zei dair int voir Gafthuis hebben finen vrien coft van eten ende van drincken tot zvnre eerbaar- heit te fitten biden joncfrowen ende laten hem ghenueghen mit alzulken coft ende dranck als men hem gheeft. Voirt zo zei deze voirfz Priefter MiiTen doen
int voirfz Gafthuis al ft den Gafthuize ende den ziecken alre beft dient ende prediken aldair uit twoirt Goeds als cuftumelikenis, ende die zie- ken die aldaar int voirfz Gafthuis legghen vifi- ticren, biechten, olyenende monigen ende die doden begraven; hier toe dat befte te doen en- de hem alzo dair in te bewaren als dair toe ftaat tot Goeds eer. Voirt zo en zei deze Priefter die int voirfz
: ',.... ë ■· ë . - Galt- |
||||
van Delfland» 229
Gafthuis wezen zal gheen vreemde gaften dair
in brengen dairt Gafthuis coft of hinder of heb- ben mach, endehi en zei int voerzeide Gafthuis gheen zeggen noch gheen bewint hebben an- ders dan voirfz ftaat, Itenjj want wy in onzer ordinancien ghefchict
ende gbeordineert hebben , hoe diePriefteren- de ioncfrowen inden Gafthuze binnen Delf hem hebben zeilen , zo zullen wy nu fchicken ende ordineren vanden dienresin den zelven huzeals vande knapen ende jonkvviven hoe en in wat manieren zy hem hebben zullen. Ten eerften zullen zy hem croweliken zoeken tedoen elk van hemalzuike dienften als hem vanden joncfrowen by goetdunken der Gafthuis-meefters bevolen zullen worden, dair hem zelven in te quiten als zy voir Gode ende voir den menfchentameliken verantwoirden. Oick zullen zyin alre manieren viiteliken ende mie groten aarnfte hem pinen eerbaarliken te wanderen, alzo dat men in gheen- rewys of fpreken of quaat vermoeden op heb- ben en mach , ende zo verhoeden van alzulker wanderinghe woirden of wyze dair die eer Goeds of des huifesof hoireygneneer ende goede ghe- rutt in verneeret mochte worden want wair daar ghebrek in dat en zoud men in gheenre wys ghehenghen. Voirt zullen ßú hem pinen te biechten denPriefter die inden zelven huze die- nende is tot zulken tiden ende als hize dair, toe vermanen zal , ende ten Heilighen Sacrament ghaan na dat hair devocie eyfehet ende hem die voirfz Priefter raden zal. Voirt fal die knecht of diemen dair toe fcickenfal hem pinen te hou- den alfulke wife ende maniere mitten Wande- renden gaften inden afterhuife die te befcicken als tameliken ende oirbairliken is. Dat is te ver- $ l itaan
|
|||||
*
|
|||||
230 Oudheden en Gestichten
Haan dat fy des Sorners, dats tuiTchen Paafchen
ende des heiUchsCruys dach exaltatio, tuiTchen achten ende voir neghenen die voirn gaften ont· fangen ende befluten zullen, dair zy behoren. Ende na Bamiiïe tot Paefchen, tuiTchen zeven ende achten ende niet dair na te beiden, ende die mannen bi malcander ende die vrowen per^ foonen bi malcandèr, alzo als dat tameliken en- de behoirliken is, opdatter gheen fcandalizacie offcade af en gcfciede. Ende ymmer en ial- men hem na dien dat ii befcicl: iyn, gheen kar- fe nocht licht laten omme te verhoeden dobbe- len of andere trufery, die onder fuiken gheiel- feap al bi uden pieght te ghevallen. Voirt wil- len wy dat die boden alle heilighe daachsMiife horen, ten wair dat hem noot faken voir vielen, wair om fys niet doen en mochten. Bier is befcreven alfalfa Ordinancien als men hou-
den fel á f ter in oude Ïáâhuis, die welke die Scout m'itten goeden luden van den Gherecht over een ghe- draghenfyn^ ende hebben/e doen ghebieden in bey- <\.den keuken openbairliken, opdattet eenyeghelick
opeten mach, Ende hebbent okk die Gafihuys- mee fiers bevolen te houden, in manieren als hier na ghefcreven fiaet. ïn den eerften en moeten afterint oudeGaft-
Jiuys gheen vreemde gaften ilapen of herberghe Jiebben .dan twie nachten of drie ten langiten. Endein dit voirfz.after gafthuis en moeten gheen arf-fflwen flapen , op hair befte cleet te verbue- ren>, ende enen dach an die kaak ghebonden te Voirt fo en moeten in finte J&rys gafthuife
sheen vreemde gaften langher ilapen of herber- |
||||||
van Delfland* 231
ghe hebben dan twie nachten of drie ten lang-,
ilen. Ende in dit voirfz. finte Jorys en moec gheen mannen volk flapen, een yegelik op fyn befte cleet te verbueren, ende enen dach op die kaak te ftaan. Voirt fo ift een oude cuftume ende een ordi-
nancie datmen after int oude gafthuis gheven fel van des gafthuis gueden , alle avonts eiken ar- men man die aldaar int voirfz after gafthuis comt ende gheherberghet wort, een fcotel bonen of graawerweten, ende anderhalf hondert of twe- hondert turfs na dattet weder cout is, um goet vuer mede te maken midden in den Vierfchair hem tfavonts bi te warmen. Ende defe voirfz ordinancien vanden bonen ende turf voirfz feli men beghinnen tfynte Martyns miflein den win* ter, ende fel duren tot Vaftenavont toe, "W y Johan van Briedheeck *, by de verhenge-
niflê Gods, Abt van finte marienwairt,en· de Willem van Doetsburch, Proeft vant eloeftet te Coninxvelde, ende Pieter Ryck^ Paftoir van den Parochiekerke inden Haghe, maken condt allen den ghenen die onfe tegenwoirdighen brief toe comen fal ende ghetoent worden , hoe die Eerwaardighe vader in Gode Here Symon^ bi die verhengenhTe Gods Abt Generaal van die Premonftreyten oerde, wt goeder meninghe be- roert , begheert heeft te reformeren ende in goe- de ftaat te brenghen alle dat ghene dat tot finen dienft ende forghe behorende is: Soe ift dathy fommighe merkelike ghebreken vernomen heeft, in die converfinnen dienende in dat oude gaft- huis te Delft. Ende dair om ons bevolen heeft mit finen befeghelden brieven die waarheit te * Hift» Epifc. Vetr. ρ. 419, Exalia charta Braetsbeek. @ 4 on-
|
||||
231 Oudheden en Gestichten
onderzoeken, ende tecorrigierendatter te cor-
rigieren wair , ende te reformiren datter te re- formiren wair, behoudelik dattet 't cloefter te Conincxvelt in horen rechte niet vercort ert worde. Ende want wy in deze fake volcomelik geinformeert fyn, cndegheilen hebben alle dat- ter in te ovcrfien is, ende oik onsghetoont is alle datmen in defe fake moghelik thonen fou- de , ende wy fonderlinghe eenen brief ghefien hebben van Hartóch Willem Grave van Hollant befeghelt hoe dattet hem belieft ende ghenoich ïs datter een converfinne in dat oude gafthuis wefen fal , en niet meer, Soo ifl: dat wy wt die macht die ons in defe faak bevolen is ordi- neren, dat nae óqCc twe Joncfrowen doet voirt au niet meer dan een profeflïde Joncfrou wefen en fal, ende die wairlick moghen wefen , en- de die ftede van Delft fal die wairlike Joncfrow of en an moghen fétten als hun dat behagen fai. Ende die ghene die dair profeflyc weien fal, die falghekoren worden van die ilede van Delft. Ende voirt die ilede falfe die Proeft vanConinx- velde prefenteren, op alzulke maten dat die an- ders gheen en kiefl: dan die vier-en-dertich jair oudt is. Ende want wi willen dat defe ordi- nancie ewelic duren fal: Soe ift dat wy in tei- Icen van dien onfe zeghelen hier an ghedruófc hebben. Int jair ons Heren 14.60. opten ij*. dach van Junio. Dit is Se Ordinancien ende regulen der Broederen
t'i ende Zufleren in den Gajlhufe van Delft. -y:Niclaes, bider ghenade Goeds Proift van Co-
ninxvelde, in die ere der Heiligh' Drievoudie- heit; §yn wy over een ghedmghen, jnetwifen luden
|
||||
van Delfland; 235
luden Scepene ende Raat van Delft, nader befter
óirbair der armer ende des Gafthuis van Delft. GhetreeÏ vuyt Hantveften , Previlegien ende confirmacien die't gafthuis van Delft heeft, van onfen aardfchen vader den Paus van Rome, Bi- feopen ende Graven van Hollant, den Broede- ren ende Zufteren van den voirfeyden hufe, te houden fulke ordinancieendereghule, alfehier naghefcreven ftaat. Inden eerften zullen die voirfeide broederen
ende zufteren gheteikent fyn mitenen abite,die broederen mit enen witten rocke, een grys fca- pulier, met eenre graawer cappen. Diefufteren mit enen witten rocke mit rumenmowen, ende mit nawen hoofgaten, dair over een graaw fca- pulier mit eenre witter falien, ende al harecle- der te wefen niet van dierbaren laken. Ende onder defe abitetedreghen fulke cleder als hem die vut Meefteren gheven. Noch fy en moeten ghiene cleder copen tot hairs felfs oirbair, buten orlove der Meefteren. Noch diefufteren en moe- ten ghien dierbairdoekedreghen,ende alledoe- ke ongheftaircT:, ende niemant en moet 't sgaft- huis guet wech gheven buten orlove der Mee- fteren. Inden anderen punte zeilen broederen ende
zufteren, te haren tiden lefen dertich Pater no· fier te Mettene , te Prime zevene, te Ter de ze- vene, te Zextezevene, teNoenezevene,teFef- peren twaleve, te completen zevene , te Fighilien vyftich. Ende als een broeder of zufter dootis, alfo langhe hi boven der aarden ftaat, te lefen enen yegheliken vyftich Pater nofier daghelicx tot al andere finen getiden. Inden derden punte fullen (i vaften die vier
Quater-Umpora, ende alle vridaghe binnen den |
||||
*34 OUDHEDEN EN GESTICHTEN
jare, den Advent van Kers-avont, ten minden
drie daghe in die weke , ende viertien nacht, voir Sinxen;, drie daghe in die weke: ende als Papen, Nonnen, haren Vaftel-avondt houden, fullen fi den-haren doen. Ende wairt dat hem kenlike zieöe belette , fo zoud fi verlicht fyn bi haren Qureit van den gafthufe. Inden vierden fo en fullen zufterennoch broe-
deren fpreken over maaltyt, ten ware om oirbair des huis, ende dat mit corten woirden , noch twiflcen maaltiden te eten, ende nergens buten jhpve te eten, en fi mit orlove der Meefteren. Inden vyften verbiedtmen fcarpeliken onder
hun fcelden of enigherhande warringhe tema- ken, Ende gefcieder enighe onrufte, dat bevelen wy den Wtmeeileren bi hare zielen te brengen a.n den Proift , ende dat hi corrigeren als dair toe behoirt, ende hun die Scepene beloven. ... Inden feften ièllen fi ter maant eens biechten haren Cureit des huis of den gheoirlofde vanha- ren Qureite, ende ten minften vierwarf t'sjairs te onfen Her e gaan. ? Inden zevende punte en moeten ii nerghens
buten haren huqmwerfgaan, nochbuter poirte varen fonder oirlof der Meefteren, mar tot Delft moeten fi ghaan pm water, ende die twee ghe- moenliken te hoefne, ende te verwaren na der tyf vanden jare. Ende een yegelik broeder ofte zuftere bereyt te wefen tot fuiken arbeide ende cÜenfte trouwelike te hantieren, dair hi toege- vochet wort. Ende niemant en fel hum bewin- den enich dinks te berichten dan dair hi toege- fet won, ende ^at.niet mit onruften noch nie- mand enigherhande propriteyt ofeyghendom te, hebben buten orlove der Meefteren. Ende die broederen ende zufterea; felmefi cleden in gaft- |
||||
VAN D E t F L Λ Ν D. 2 $5*
hufe. Ende defe voirfeideide regule ende ordi-
nancie gbebiedmen enen yegheliken te houden bi gbehoerfaaroheii. Endefo wiefe brake foude gbecorrigeert worden van den Proeft Co dat hem een ander hoede, endeScepeneende Raadeghe- noechlyk waren. Ende alle dcfe voirfeide punten te verwandelen ende te verbeteren na gut den- ken der voirfcrevenre luden. ; ί Voirt foe heeft die Proeft matten ghemcnen
Gherecht ende mitten gafthuismeefters over een ghedragen, foe wat broeder of zufterindeng.au;- hufevan Delft ontfanghen wort, daar en fel men niet aanfien anders dan die ere Goeds, ende oir- bair des huis voirfz.noch maachfcap,moghentheic noch ghienrande bede. Voirt wair dat fake dit enich van den broederen of zufteren hem alfo qualiken ende onreckeliken regierden ende le- veden, fo dat dat gafthuis dair mede onneerc wair of ghehindert, zoe machmenfe uten gaft- hufe doen, bi den Proeft van Coninxvelde, bi den Gherechte, ende bi den gafthuis Meefters van Delft, die nu iyn of hier naamaals wefen fulien. Jooft Dirkfz. in den Houttuin, en btfötlfê
fiïli|Ö|OUto Aleit Wiliemfz dochter, öte Öe W «ai;p Öan J^Laurens iaoe^Hippolytusnerïf Utfiüfyt geóörn / fyébhtn ooit een untaeding
ban öiooö in 't «Siioe 0afïïju$ #φφ: ^m mbm$ öc ffófjtingfyief self: XKFy Burgermeefteren, Scepenen ende Raide
der ftede van DelfFoirconden cndecertifi- cieren dat Gerryt van Montfoort , Gerryt Bokek zoen ende ^acob Jan Bruyns zoen, als Gailhuys- meefteren van toude gafthuys binnen Delf, heb- ben |
|||||||
■
|
|||||||
\
|
|||||||
2.36 Oudheden en Gestichten
ben by raide, wille ende confent van ons vercoft
Joofl Dircx zoon in de Houttuyn ende Alyt Wilkms dochter fijnre huysvrouwe , een ewige jairlixe ghemeene Deelinge voor allen armen menfchen die ten deele comen, een ygelick menfche ge- vende een deut broot wel gebacken van gueden tarwe» int feive gafthuys ewelik men voerenfal int deelhuys ende aldair alle jairedeelen den ar- men menfchen op onfer liever Vrouwen avont Concepcionis voor Kers avont, beginnende opten eerften onfer liever Vrouwen avont Concepcionis als Joofl ende Alyt voirfz beyde oflivich fullen welen. Gelijck ende in alre manieren als die ou- de Gafthuys-meeileren hoire twee andere dee- lingen jairlicx laten doen , dair voir Joofl ende Alyt voirfz hebben gegeven puyrlick om Goeds willen den ouden gafthuyfe voirfz. an gueden gereeden getelden penningen hondert ponden groot Vlaams den gouden Koervorfters Ryns- gulden tot vier fcellingen endeachte penninghen groot Vlaams gerekent ende alle andere paymen- te dair na. Ende men fal jairlicx in dele delin- ge den armen menfchen aldair comende verma- ninge doen ende feggen , dat fy willen bidden God almachtich voor Joofl Dircxzoen^ AlytWiU hms dochter fijn huysvrouwe , hoiren ouders ende vrienden ende voir allen den gheenen die hemluyden guet gedaan hebben. InkenniiTeder wairheit foe hebben wy Burgermeeileren voorfz. onfer ftede zegel ten faicken hier angehangen. Ende omme die meerder zekerheit wille , foe hebben vjy Aelbrecht Jam zoen van buyten ende Jan Coflyns zoen Scepenen , voor ons ende voor d'andere Scepenenonfe medegefellen,defenbrief mede befegelt mit onfen zegelen hier beneden angehangen opten if dacg in February int jair ç ons |
||||
van Delfland. %u
ons Heeren duyfent vyf-hondert endethien, naa
beloop sHoofs van Hollandt. 2£g tilt ouöe gafï|)U$ i$ een ttottbt gene*
men oniïtt öen naam ban &. Magdaienaas- öafHju$. ©an- $ '^ tt ©elft noeïj een ψφ jjutë / een ©oH)u$/ een 3ia3aru£-gu$: 't toein buiten öe ^aagpoo^t fïaat / en in een tDOonfjui^ $ beranöert jjEeec anöere qq& b^ucijtige geöomnen / öie öe f£aö ©elft bereiettf ïjeböen / flaan imjöioopig genoeg öefefeeben bgöen meepgemelöen*Oirk van Bieiswijk. • Pag» 496, eoz»
AANTEKENING.
«Op de ooftzyde van de Üude-Delft, even voor
by de Nicullrant, zuidwaartop, heeft het H.Geefls- zujlerhuis geiiaan. Wat voor kloofterzuiiers daar ge- woont hebben is onbekend. Dit weetmen dat de zu- fiers gewoon waren dezieken, in allerhande krankten, te gaan bezoeken en op te paffen : zy gingen in 't zwart gekleed, tot et η teken van geduurige rouw. Devoot-* gemelde üichting van S. Urfulaasbkerk geeft te ken- nen dat dit gebouw ontrent van gelijken ouderdom is met deNieuwe-kerk : en het ouwerwetfeh torent- je, dat 'er noch op fïaat, wijil genoegzaam uyt dat het al over honderden van jaaren opgetimmert is. Op de Verwersdijk, te£ plaatze daar nu de nieuwe
Doelen Haat, heeft voor dezen een konvent geftaan, onder den naam van Maria Magdalenaas kloofïer: van 't welke geen ander befcheid te geeven is als dat het daar al gellaan heeft voor 't jaar 1450. cBy de Ketel-poort, op het plein voor de brouwe-
ry van de Papegaay, op het hangen van de brugge, heeft een H.G^^-Xö/>//geiraan;dewelkezedert den brand van 't jaar 1536, merkelijk is vergroot, en voor dezen met λ Blctswyk pag, 331» , »■:. :·*■«.»Vu
b Vyïdt Artykel: zie boven»
s Bldswyk pig, 295» een
|
||||
φ Aantekeningen op de
een vry hoogen toren pronkte. In deze kapelle plag-
fende misdadigen , dewelke me* de dood geitraft zou- den worden, en van ouds buiten de ftad altijd gerecht wierden , haare biecht te fpreeken, en de Mis, voor de laatite reize van hun leven te hooren. Dit ge- fchiede in de tegenwoordigheit van Schout en Sche- penen i dewelke daar met hunne lange tabberden aan, daar de Stads naam met zilvere letteren op pronkte, ©p order quamen zitten. Noch heeft over't Oude-manhuys-iteegje een Ou-
êe-mans kapel geitaan; dewelke federt in een Gilde- kameF van S. Lucas gilde verandert is. Ook is er een Oudwyfjes-kapél geweeft , dewelke merkelijk grooter was als die van de Oude-mannen. Onder de kerkelijke gebouwen mag ook wel gere-
kent worden het zoogenoemde Lazarus-buts, buiten de Haagfche poort; als hebbende van ouds ook eene kapel gehad, en klok èn.Jklepel gevoert. Van den Pater of Kapellaan, dewelke deze kape'l bedient heeft in 't jaar 1536, word een zeldzaame zaak verhaalt: re weeten dar hy, zijnde een vroom en godzalig Prie- fter, den rampzaligen llag die de ftad over t hoofd hing, ik wil zeggen den brand van't jaar 1530* Jo°r «roddel ijke openbaaring- voorzien zoude hebben. Dies ?ou hy de gemeente over haare baldadigheit en moet- wilHgheit in 't zondigen dagelijks beftraft en ver- maant hebben ; vreezende dat de ftad eerlang in.een afsrond zoude verzinken, en van. den aardbodem ver- flónden worden. Dien aangaande zijn verfcheide kleinéprentjesuytgekomen; waar op de ftad, in vollen brand ftaande, in 't verfchiet ftaat afgebeeldt: daar bv ftaat een Vrouwsperfoon, kloppende aan de Paters deur ; en hem deze woorden, die 'er by te leezen ftaan, toeroepende ; £><# brandt: De Pater zulks noorende, en zijn venfter openende, geeft tot antwoord ; God zy geloofd: als wel genoegt zijnde over eene zoo genadige ftraffe. Het heugt my dat ik 200 een prentje in handen heb gehad ; en dat oude en befcheidene menfehen veel werks daar van maak- ten A De Heer Bleisvjyk * zelf, dewelke quahjk een mintkeltje of vertellingtje dat hem al te paapfeh», of te eenvoudig , of te fabelachtig , fchijftt te luiden, |
|||||||
d Pag. j6i.
|
|||||||
on-
|
|||||||
Beschryving van Delfland. —.
on gehekeld en onbefehimpt laat doorfcbieten/y ver-% haalt het zelve zonder hier de IigtgeloovIgheiY.^'aft4 zulke vertelders te beftraffen. Wat ray belangH ilc fcheid' 'er at zoo als ik 'er aangekomen ben: hee ist in allen gevalle, maareen verhaal: een ieder kaftiei; het zijne van neemen. js Noch moet onder de geeftelïjke gebouwen , Αφ
buiten de ftad gefraan hebben, gcrekent worden"het: klooiter der Premonftrc.it-monnikken of liever Prè^ monftreits-kanonnikken, dewelke door Koning Wil- lem y den tweeden Graaf van dien naam, naar Mid-i delburg gezonden wierden: gelijk in de befchryvinge van Koninksveld breeder vermeldt zal worden. Van Koninksveld zelf behoeven wy niet te fpreeken; om dat het onder Pynaker befchreven word, 2%be reeb^ gemeïbe <I^eibenaar$ snïïenitt»
nocf) be bolgénbe/ mttft <0aDtgeieerben / tot een fïaaïtje boegen. iEgidius van Delft, ül toien^ OmmegangÈ- GeieerJe
rafmus 0TOOt tomaat fcfytptt/ i§/ naar Uit Delveiiaars, tijisen te ffeee&en / geen onbiïbjn goeet m
«éobtgeleerbe geioeefï. [an van Delft tg centgen tijb3$gbiffc|jop ban
^traat$nirg getoeefï ; en ïptft $$am naam boot Set ugtgeeben ban eentge fcï^iften ber* eenbugt jjE^ Dirk van Delft, een gneeMmg tam
Aalbert van Beyeren , t£ be^eïfi? ^Qf&CCiier
getoeefi
Hugo Boietus, eerfï $μο} in be fUbbgeba»
<£gmonb/ geeft bat amptnabcrljanb/ teniet ttn omtrent Jjet jaar ι $6f / Müttot bg be iuvt* Suiser^ ber bapeïle ban Ébingen ju ^encgou* toen. ? Pieter siupik, ttn geïcerb jpmnefyoeber.!
Adam Sasbout, een beftig gobrgeïecrbe ban
be oiber ber Hïtinefyoeberen/ en bg ügtnv ment*
|
||||
140 Aantekeningen op de
tnentgeit erbaten in be Statijnfcge/ ^leïifcöé
tn mefeeentofcge taïe/t$ te ïoben in 't jaac 1 f τ $* ban 'töïoebfpemtöen gefloten/ en ög be |&inne&2oeber$ öeg^abem Chriitiaanvan Adrichnm , een biftf0 0uöt0Cs?
ïeerbe / en ög nntnemenbgeit öeö^eben tn be
neenelpe oubgeben* Francifcus Rolandus, OOÏt CCtt gobtgeleetöe
ban be o$e? bec $Einne&|oeberan
Martinus Dorpius, ban iöieii big öoben aï gefl}#BRen geböen.
Michiei Vosmeer} be neef ban t^m gemeïben Adam Sasbout, geeft Sgll Ö0ttl$ ïebetl Öefcg^
ben; en be^eïf^ beebebiging in 't liegt gegeben.
ïfgi f$ gefï^benben i.ban^ctoöee ΐ6Ίό\ Sasbout Vosmeer; ook neef ban iitn boo^
«oemben Adam Sasbout, en beboïïeÖ,?oebe£ ban Michiei Sasbout, licentiaat in be gobtgeit/ Bart^fjiftegop ban Utrecgt en ^giïinnen· ^otlj ban gemgebbentorjiirttogb enöjeeb geganbeït in 't öeebe beel ban Batavia Sacra. Niklaas van Bieiswyk $ bebierbeüanonniff
bant ^anto^ttapittd teHeiben getoe^/ en geeft boigen^ be renening ban Jan Gerbrantfö. geieeft in't jaai* 1366. Corneiius Mufius: ban toten tog Öoben fyee*
bee öefcgtib gegeben geböen |
||||||||||
fi
|
||||||||||
Korneiis Pynaker, googiceraat in be reeg*
ten te %tibm en te koningen* Kofnelis de Groot.
Hugo de Groot. Pontus Heuterus, en mttv anbeitn: toeïïtei*
naamen be %tt&t ön Dirk Bieiswyk l\an o#* 5oeften* |
||||||||||
AAN·
|
||||||||||
\
|
||||||||||
•f
|
||||||
Beschryvin· van Dïlfxan», »41
Α ANTE Κ E Ν I NG,
• Hoewel dat ik, gelijk elders al verklaart heb', de
geleerde Mannen van onzen tijd niet vermelde, cn'er ook geen genoegzaam e kennis aan en heb Om ze te vermelden, zoo mag ik evenwel den Heer Antoni va» Leeuwenhoek zoo niet ongemeld overflaan. Niet dat het hem tot zoo een eere verilrekkenzal,dat hy in dit xverkvermeld word en onderde geleerdeDelvenaars „ ilaat; hy is door de ganfche wereld zoo berucht, ea zijne gefchriften en uytvindingen hebben zrjnen naam by grooten en kleinen in zulk een aangezien gebragt, dat hy mijn pryzen zeer wel miflen kan. Maar ik acht dat het dit werk zelf tot eer en glorie verftrek- ken zal, dat het met den naamvan zoo een maüf het puikje der Natuurkundigen, pronken mag. Ik wil 2ijne gefchriften , te weeten zijne menig-
vuldige brieven over de Verborgendheden der Natuu- re, hier niet vermelden, of den inhoud daarvan be- fchryven. De Liefhebbers, die op het befchouwea van de geheimen der Nature eenigzins gezet zijn ; hebben die genoeg doorbladert, en weeten d'er meec van, als ik 'er van zeggen zouw. Ik zal 'er maar byvoegen dat hy niet alleen te
Delft gebooren , maar ook uyt een oud Delffch ge* flagt gefprooten is; dat hy, behalven de Leeuwenhoeken, Zelfs ueMatevefl'en onder zijne voorouders rekent. Zoo dat ik het my tot een eere rekene, dathy my
gekozen en verzocht heeft om zijne laatfte zendbrie- ven, te weeten die in 'r jaar i7i9.uytgekomen zijn, in de Latijufche taal over te zetten. Gelijk ik ook» op zijn verzoek , noch een groot getal van brievea vertaalt heb, dewelke noch ongedrukt zijn ; doch, zoo als ik hoope, en oen Liefhebberen der Natuur- kunde toewenfche , in *r kort door den druk zultea gemeen gemaakt worden. Klooftere buiten de poorten der ftad
, - ; ; . Delft. ,':.;·. · s .
Widjt onber be jlaö / fiuitr n bz poo?t fcie bm k«Auék^
tueg naatjBaa^tab toijfï/ aiiDer| te-iï&atcvt Hooft»* |
||||||
!
|
||||||
zit Aantekeningen op de
fïootfcge pooit genaamb/ geeft gefïaan een
tetj)U!3et ftïOOfïet*> 't ioeïit ^. Bartholomieus
Moofïer te gerufalem toierb genoemt/ en in't
jaat' I430 b00| Vrank van Boriielen, <Ö5^af balt
<aofïerbant/$ gefiicgt ^etbja^/foeinigejaa*
ren ecu bat get berbelgt ψ I mernettjft berbe* tert/ en met nientoe geboutoen berciert/ bcoi öen ]&2!0? Bartholoma:us Screng. <®lïbee Öen
laatfïeti j^IOj/ Jöhan van Efchede, geeft Jooft van Ter Goude, öi'e Ugt UW abeïp gefïagt ban i§cgoongoben afbomfïig üja^/ öen fcioo*
fïerïpen regel in bit ftïoo^er beleeft, ffil^baoe* ber Jooft , foanneer be $nbee$3e3inben bm haag gier begonnen te fijeeïen / en öe roof- benbe ban Lumey tegen ai toat geefïeïp fcoa^ niet eene ugtgeïate boüiggeit ugtfpatte / ober €er <0onbe naar ïltrecgt 3onbe reiden / om öaar een beilsger plaats te joeften / i$ gg on* beriuege bafïgcgouben en gebangen genomen-, en i$ op ben 1 Sfingufïi if 71 f om bat ggtoei* gerbe bieefeg te eeten en ugt gebigbe baten te b^inïten / boo^ eene ItofMpe marteïboob aan 3ijn tinbe gekomen, ©e Reeft en get Moofter ($ tenemaaïberbeïgt enten gronbetoegcflecgt: en ojj be pïaat^ / baar get gefïaan geeft / i§ nu niet anöerj a$ een boeren-bjooning / be Karthuizers toooning genaamb. AANTEKENING.
Joofi Dirkfz. ttyt den Houttuine, en deszelfs huis-
vrouw Aleit Willems , die S. Laurens vikary in S. Hip- polytus kerk gefticht hadden, hebben ook aan de Kar- tuizers twee ponden 's jaars gemaakt; om dat zy de brieven, aangaande de voorn. (lichting, in bewaaring louden hebben. Uyt den giftbrïef leeren wy dat Broeder Adrlam
van Schiedam in 't jaar 1518. Prior van dit Karthuteer kloofter is geweeft. Daar hebben wy noch deze vol- gende Priors in eenige oude bricycn gevonden: 15-04,
|
||||
Beschryving van Delflanö, 24^
1JO4. Heer Jan Philipfz, Prior der Karthuizers.
1517. Heer Simon, Prior.
i<jé7· Heer Dirk van Bee/l, Prior,
Uyt het dopdboek van 't Karthuizers kloofter bui-
ten Utrecht , het Nieuwe licht of Blpemendaal ge- naamd, hebben wy dat Meefter Jaban Heyl eengroot weldoender en Huisbezorgervan ditKarthuizer kloo- iler buiten Delft is geweeit. In 't zelve doodboek ftaat de Heer Niklaas PPeefo
als Vilcaris van dit Delffche konvent, enHuisbezor-j ger van het konvent te Zirikzee , vermeldt, Bet Khofler S I O N.
* Omtrent duizend paiTen van Delft, onder
't gerecht van Rijswijk, heeft geftaan het kloo- fter van Sion: zijnde gebouwt rer plaatze, daar de gebroeders Marcus AureUus Antoninus de Fi- lofoof en L. JElius Commodus Ferus, zoo als ge- looft word , een landhoeve gehad nebben. Dac die Keizers daar een landhoeve gehad hebben fchijnt te blijken uyt een marmere pylaar , Üéò, ik meen dat voor een fcheidpaal heefc verftrektj en op dewelke onlangs daar ter plaatze, alshec land , wat dieper als naar gewoonte geploegc wierd , de kouter afileuite. Als daar op de ge- melde pilaar opgegraven was, heeft men hek volgende opfehriftdaar op gevonden; IMP. CMS.
/M. AUREL ANTO- NÏNO. AUG. PONT. MAX TR, POT. XVI. coss. m. et
IMP. CMS.
L. AUREL. VERO. AVG.
TR. POT. II. COS. II.
A.'M. A. E. C.
Ì. Ñ. XII.
• Dit ayn de wcoTilcn yan P. Opmeer Dcc, 1.1.j. ñ 4$♦
|
||||
■■' '
|
||||||||
344 Oudheden en Gestichten
ïf et Woofïer ban ^i'onfê een affjp^uitseï ge;
ίηεήΐ ban 't Hieronymus itonbent te ^elft 3N oo;f$?otig ban 't 3eibe fïaat bg Johan f
Lindebom, bte getnöt be tHantebeningen öee toebeten ban 't gemeeneleben getroöften flaö/ tnet öe boïgenbe iooojben befegaeben: De ge- melde Regulieren zulks beltaande zijn door *c 'geluk geholpen: ja door een grooter hoop aan- gemoedigd , en zich noch grootere zaken be- loovende, begonnen zy te vreezen dat de plaats metter tijd voor hen al te nauw zoude worden. Dus hebben zy 't geraadzaamer geoordeelt, een bequaamer en ruymer plaats buiten de ilad te zoeken; daar zy meer perfoonen zouden konnen lanten , en de plaats naar hun welgevallen ver- grooten. Zoo nebben zy dan, met de toeitem- minge van dtn Ordinarius , al hun huisgereed- fchap, met de altaren en hunne overige Broe- deren , mede genomen j en zijn buiten de 'ilad gaan woonen op cene plaats, die zy den berg van SÏon genoemt hebben. En aldus zijn onze Broeders weder in't bezit van de verlaatene plaats (te Delft) gerreeden. ^et ïüoöfïer/ bat $% baar op setecgt ïjefc
ben/ toitrÖ genoemt get klooftcr van de Moe-
der des Heere Maria, in Sion. Wanneer bat [jet gefiïcïjtsp fjebBen,i»«nöeï)
niet Konnen ugtbinben. «Datget gier ter plaat* 3ε aïöeflaan geeft in't jaar 1486 oïgfct target ïeben ban Ërafrnus^ 'tïmlk booj 3gne t' 3a* men fp^alieu geb;niftt fïaat: mant baar bin^t men goe batgemeïbe&raimus, imbe boob ban $rjne ouöerg / bn bc Reguliere ftanonni&ften han ijet Moofïer &m\ ter fepooie befïeït t$ omtrent get jaar 1484. %n ïjtt moet τ Notie Epifcopat. Davenrr^ cJp. & §. i.
'f*
|
||||||||
In dit kloo
ü-r heeft Erafinus ge woont, |
||||||||
__________—■ ........■______________________;.___________________________.
|
||||||||
van Delfland, 247
'er aï gedaan ïjeöbenboo^ get jaar 1444.* mant
bebnjl be nloofïer^ berïïeguhereïianonmRRen in ^olianb Dagc!ijï$ bermenigbnïbigben ; i$ onber gen op ben 4. I&en 1+44. öefïoten / bat men / naar be mij5e ban 't ^inbe^jjemifcge üapittel in <2£bergftel/ Set nloofier ban j$wn ooit tot een Hapittel soube opreeïjten. <£nbat ïtapittel/ a$ in^ionopgerecïjt/ ijeeft baar* om htn naam ban 't&apitte! banton begon* ben. 3fn een onb feanctjnen ganhfcg^ift/ öeïjek
3enöe be boo^recjjten/ b$bommen/ en goebe* ren ber töegnïtere üanomriimen ban Unijiets bam/ tCiimiaar/ ^egïo/ enbanïjunneanbero nonbenten in^oïïanb gelegen/ too^b öetge* raelbeïtapittel fomtijbw3 ijet ï|oiïanbfcï)$iapit* tel genoemt: gettoein ftfe* ugt gegoten jal hielen/ om bat ïjet fo^oflanb gelegen ma£. ©an bit fóapittei fjeeft Jakob de la Torre/ in
3jjn töoomfc!) berïjaaï/ ïjet bolgenbe aangete*
Rent: Het Kapittel, 't welk binnen de palen
van Holland gelegen is, ftaat onder de Priors van het kldotter Sion : welk kloolter omtrenc ïQoo.fchreeden van Delft, eene vermaarde ftad van Holland, onder't gerecht van Rijswijk ge- bouwt is geweeft. %a Jet blptimtïjet tföoj* , gemelbe franctjnen jjanbfcï^iffc bat bit nïoofïer al in aagten $ gebjeefï omtrent get jaar 1438; fflèwt baar ftaat een ö^i'ef ban Walraven van Moers, bernoren ^tflcïjop ban ïttrecljt/ ge* teftenb titn 6. Klngnfii 14-58; maar in aan 't nïoofïer ban ^eiio/ 't toelft tot bien tifi toe naar ben ftegcï ban ^. Francifcus ijab geïeeft/ berlof gegeben mo# om ben ftegei ber föegn* ïtere &anonnmften aan te neetnen, <&?t5m ïmcf binbe ui onberte&enb boojjohanNikiaafz. <© 3 Piior
|
||||
246 Oudheden en Gestichten
Prior der Reguliere Kanonnikken van S. Grc-
gorius, anders Emaus genaamd, 'm 'c land van Stein 5 en door Broeder Johan Niklaafz, Prior der Reguliere Kanonnikken van den Berg Sion buiten Delft. aZ&ant aï^ Johan Niklaafz. J^IQ^ ban get
MQoftkte&ttpfy/ en#berjïe ban aïïc bebetv
gaberingen ber&eguïiere lüanonmMen m Har nonmnueffen tn ^oUanb/ gefiijft öoo? fiet ge^ 3ag ban Rudolphus *&iffcljoj> ban Ütmfyt/ öenlooficrtucBtop een teer boet ïjabgefyagti i§ be $aa« 300 berre geb^agt/ bat be<èberflen ber Reguliere fóanoitnifrben / R8pitteï$5eb)i$ in t nïoofïerban^ion bergabei-ö/ beii4.|fèen 1444. befïoten ijebben/ tot 3eteber onberïjGU* tung ban be baar bafïgefieibe toetten / $ίφ ban be bergaberinge ban l^iiibe^eim af te 5onberen/ en eene anbere bergabering in ^ol· lanb oj> te eecljten. ©icg jjebben 30 5ieljGbe£ en toeee 300 baji bet'öonben en bereenigt / Öat c het aan geen een van hunne kloolters
vry zoude ilaan , of mogelijk zoude zijn , zich van deze t'zamenbindinge , gehoorzaam- heit , en vereeniginge, af te zonderen of af te fhijden. r ^aingdoör *®c üarbinaal de Cufa, ïtarbinaa!-n2je|iet;
Sen Kardu foati ^.Piétersbahden/ en f^aiiffeïpe <ëe3ant paai deCufa in ü|oog-en $eberbngt$ïanb/ geeft Ut %k$U bevcAigd; tt\ χψ Jsmüjtt btan 3ίίιι ge5ag bebefngt. Cben 300 toa£ ge&aïgenteen kapittel ban XBiimp getm / t tóeln een aanbang jjab genomen on* oei* Frederik van Blankenheim , en mettetttjb
meritdp aangetnaffen foa$ en op bajïe boe*
|
|||||||||
■■Λ
|
|||||||||
α A&a Capit 'gèner. 'in Steih prope Gcuidam.
>.h Zie boven inde befcbtvYai) het klooftcr te $tcyn# ,#4itteraf CoUis«i?»is pag. |# * 1;: ;i $ fü '4&'*i*iY^ri
|
|||||||||
γ αν Delfland. 24^
ten fïonb / fcebefïigt en met meufcoe boo^ecjj*
ten öegnnfïigt getoeefï booa Bonifacius JX-.d ι ©ft bebefïtgen ban ben ïtarbinaai de Cufa
$ albn^ toegegaan: 3Ê>e gemelbe #egutoe ïtanonnm&en/ toeetenbe bat ïjg inbe3e lanöen aangekomen m§ / geb&en jjem geöeöen bat Set j)nn bjg mogt fïaan 300 een genoootfcijajj/on- bei· 't gesag ban ben ftoomfcöen ψα\ι§/ 09 te recgten j en bat Sg aan m genootfcöapbeseïfv be boo^tecgten en gnnfïen 3oube toefïaan/ bie Bonifacius IX toegefïaan jjab aan 't kapittel ban UMibe$f)einL ïi>e tebinaaï geeft gun behoeft ingeiuiïïtgt
boo^ bm bolgenben b|ief ban ben 10 ^egtem* öee 145Ί* Ik Niklaas, door de goddelijke barmhertigheit
Priefter-Kardinaal der H. Roomfcbe Kerke, op den tytel van S. Pieten banden, Gezant van den Αpoftoliflchen Stoel door ganfch Duytsland, wenfche aan onze in Cbriflus beminde Zoonen, de Priors, Konv^nten , en perfoonen van her. kloofter dar H. Maagd Maria op Sion buiten Delft, van S. Michiels kloofter in den Hem bui- ten Schoonhoven, van S. Gregorius kloofter in. 't land van Stein buiten Ter-Goude, en aan de Priors, Priorinnen, Overften en Konventen^ van de andere Klooflers der Reguliere Kanon-" nikken van S. jfugufiinus Order onder uw kapic/ tel behoorende , en onder de regeeringc, van Priors ftaande , de zaligheit en cene oprechte *, liefde in Chrifius. De heilige godsdienftig- heit , met dewelke gyl. Gode een godt- vruchtigen eri vlytigen dicnft bewijft , ver- dient dat wy uwe begeerten , voornamentHjk ά Zie Chronicon magnum BeJgii ad Α ruw 13 9* es 1)97* *■"„· .' \m α, de
|
||||
«4* Oudheden en Gestichten
de zodanige die uyt een vierige godtvruchtig-
heit voortkoomen , met alle goedgunftigheit, zoo verre als wy in Godt vermogen, inwilli- gen. Het verzoek, van uwent-wege aan ons gedaan, behelfde dat het ons mogt believen, uwe kapittelswyzet'zamenbinding met Apoito- liflche gunften en voorrechten, gelijk het Ka- pittel van Windesheim heeft, te onderflutten. Zoo is het dan dat wy, uw ootmoedig verzoek bewilligende , en uwe gemelde kapittelswyze- t'zamenbinding voor aangenaam en wel gedaan houdende, dezelve door het gezag van onsge- zantfchap goedkeuren, bekrachtigen, in Gods name beveiligen, en met alle en iedere voor-* rechten, die Paus Martinm V, zaliger gedag- teniiTe , aan 't Kapittel van Windcsheim ver- gunt en verleent heeft, door dezen brief bege- nadigen) op zoo eene form en wyze, als hier van woord tot woord volgt, en in dezer voege luid: Martims Biflchop, de dienaar van Gods^ dicnaaren. . * . . . En wy beveiligen ten uwen gevalle alle en
iedere voorrechten, gunilen, envergunningen* die door uwe OrdinariiTen of door andere 't zy kerkelijke of wereldlijke Overheden, hoeda- mge die ook zyn , aan uweGenootfchappen en Konventen behoorlijk vergunt zyn, en tegen het bovenftaande niet en ftryden. Gegeven te Aarnhem, in 't Bifdom van Utrecht, onder ons zegel, op Maandag, den %o. der maand Sep- tember, in 't jaar na s'Heeren geboorte I4fij in't vyfde jaar des Pausdoms van onzen allerhei- jigften Vader en Heer in Chrifius , NicoIaus% door Gods voorzienigheir. den vyfden Paus van óicn naam. ν * |
||||
van Delfland* 2 49
^cse boopecgteti/ bteMartinusV, bella^gCjijkoofc
öitiaal de Cufa, en Rudolphus van Diephold, ber^door deBit
guntöaöbeilj l$£tftPhilips van Borgonje, Ru- fchoppen dolphus na3aat/ boojben boïgenben fyitfδ#™η,ν*
Τ κ Philips van Bofgonje , door de genade van
Godt en van denApoftoliflchenStoelfiiflchop van Ucrecht, wenfche aan onze in Chriflus be- minde vergadcringe, van beide de kunnen, be- hoorende tot het algemeen Kapittel der Regu- lieren van den Berg Skn , onder ons Bifdom, de zaligheit in den Heere. Nademaal gyi. den religieuzen ftaat , en deszelfs tucht en onder- houding, met yver behertigt; zyn wy des te bereidwilliger om uw ootmoedig verzoek toe te Haan. Daarom is het dat wy de brieven , met de gunilen , magt- gevingen , verklarin- gen, uytbreidingen , verkortingen , vergun- ningen , voorrechten , daar in bevat , en aan uwe vergadering verleend' van onzen allerhei·*', ligften Heer Paus Martinus V, van den hoog- waardigen Vader en Heer Nicolaus de CuJaJ Kardinaal op dentytelvanS. PiV/fn banden, van Rudolphus Diepfyold onzen voorzaat, en eindelijk van broeder Johan Ntklaafz, altemaal Zaliger ge- dagteniiTe, uyt krachte van ons ordinaris ge- zag, en achtervolgens de toelating der kerk- wehen, vernieuwen, goedkeuren, voor wel- gedaan houden , en in Gods name beveitigeni Daarenboven vergunnen wy ui. genadiglijk in den Heere, en als eene byzondere gunft, doof den tegénwoordigen brief, dien wy met ons ze- gel ter zaken bezegelt hebben, dat gy 1. zult ver- mogen,de perfoonen van uwe vergaderingen* 200 mans-als vrouwsperfoonen, gelijk ook alle ~;\ 0 f an- |
||||
&$o Oudheden en Gestichten
andere mans-en vrouwsperfoonen die door eeni-
ge overheit, hoedanig die ook zy, onder uwe bezoekinge zyn geftelt, en uyt hun kloofter verloopen, of een zwaar misdaadbedreven heb- ben, zelfs met de wereldiche magt, indien het noodig is, te hulp te roepen, gevangen te nee- men, weder naar hun kloofter te brengen, en tekaftyden} mitsgaders de genen, die zich zel- ven omgebragt hebben, vryelijk en zonder ie- mands tegenzegginge op eene ongewyde plaats te begraaven. In 't jaar des Heere 15*18, den lellen dag op een na van April. Uyt laft van Mijnheer den Vikaris,
Kor min Kornelisz.
3|oe bermaacö öat öitütapitteï banton ge*
fejeeft i$ / iian jjiec n«t ooit afgenomen too^ ben / öat in't jaar 1475·/ aï^'ee ter geiegenö* geit ban öe öenenöe fegatting/ öoo^ Karci den Stouten ingeboerö / eene aïgemeene bergaöe* ring ban öeföegnhereï&anonniltiien in '&. Hie- ronymus itonbent buiten Eeioen i»a$ ugtge* fcl^eben > öat / 3e0in/ alle öe religieuze mand- en b^outo^-}jerfoonen/$oo ban't3tëinöe$jeim* fcge ai$ 't ^ionfcfle Üanittel / öerbiaart 3ijn gereifi Φηΰΐΐ anöereouöljeöen ban pit Moofcergeb
alt onber mg bernfïen een boeit / met öe jjanö on franctjn gefeï^eben / öefjelsenöe öen iftegel ban 4§>» Augu/linus i öe toetten / 't 3amenöim bing/ en öebefïiging ban 't^ionfeïje itagitteU tn een * beftfyat-tyitf ban paui Sixtus IV: foaar in §g ïjtt ïiloofïer ban öe%|Baagö Ma- ria in (êwn/iöÊn Horen ban & Maartens abi pm te Umkn/ m ban ^.Laurens aböge te * Canicrratorium. ll'^tyüüit. . i's -·..*«■ ■-'-
|
||||
van Delfland. %5*1
#oflfyoeïs / tnft#j0Èfcer# ben beften ban &.
Mariaas ïierftein *§ <&$abm§aQt/ aanöebeelt/ om jjet seibe tegen aïierljanbe on0ereeöti0ge^ ben en infyeufcen te öefcfjermen. 3^e fcioofïer^ / met ïjet feapitteï ban ^fon
bereeni0b / of baarfonber fïaanbe/geeft Johan Lindebom, bie be3eibe onber be papieren ban Sasboidus gebonden gab / opgegeben in be f Beichrijvinge van het Deventerfche Bifdom.
^eseïbe bonnen poft in Bet Satgnfege Batavia
Sacra nagesicn too^bein# ^e ïgeer Dirk van Bleiswijk geeft in befeö# h« kic0~
teïjjhe üanteïteningen ban eenen Jood Hen ft« van driksz. get bolgenbe in be $eberbnttfcge taïesion fsc- befcg^ebengebonbenrOpien 3ojanuary Α.. 15-44 t# ftilo Delphenfi, s'avonts tuiïchen feven en acht
uren, worden aangeileecken 't Convent van de Reguliers tot Syon buiten Delft van onbekende perfoenen , ende dair verbrande eeril die voir- kercke mit die outairen , het gefeeele Pant mit alle de cellen, het fieckhuys, die gaftcameren, dieboecken, den reventer, ende het Vrouwen- huys. Dair viel naderhandt groote fufpitie op een van de Priefters,gebooren van Scoenhoven, diewelckeverfonden worde. 5^ei|eei*Bleiswijk gif! bat get ftïoofïer ten eerfïe toebei* opgetim^
mcrt 0, jKkaar ten tgbe ban ben ^paanfcgen oo^ïog geeft be «^tab^bergeit / op bat be <§panjaarb$ baar niet nefïeïen en be fïab be* Ïaa0en3oitben/ get3eïöefifaofïer/ 3ootoelaï$ get &artgui5er Moofïeren &om'na£-beIb/tene* maal sefïoopt en ten gronbe toe afgefyofien. Wt 0ronb i§ in een seerbermafcelpen ïufïgof beranbert. %n be toefope ban bm Bo0ertté ?en $#efïer£ 5ar& 0ebonben/ toaar op in oip torn
|
|||
2j-ï Aantekeningen op de
fajcrtoetfcöe letteren te ïee$en fiono : in 't jaer
1479. 2.8.daghe in Fcbruanov itcrf Heerjacob
Dirc focn van Leydcn. Godt heb zyn ziele. 3« 't mftften ban öe $arh fïaat ugtgeöontoen
ten feeïtt tnffcfjen t&ee pullen : foaai* onbtvf op een biiegcnö iDimpeltje/ of volktjt/ oeje tooo^oen in berho^tinge te leesen fïaan: Orate pro me hommes : öatt$: Menichen bidc voor
my. 3» 't jaai' 1464. $ ^ueöer Johan Niklaafz
J^io* ban {jet tabent ban'gion gefoeefL
<én ίη't jaar 1475-3^ Willem ObrechtiJOO
al^ift ineen ouöen £$ef ban 't $eïbe jaar gebote
öen ï)eö. omtrent öe opitomfie btt geioof^- fceroerten $ Ijkt ψ$$} getoeefï 3|eee Gerrit Palmburgh i tfi' fcoïCU^ gtèagtttltp Cornelius
Schonaeus, ^djooiboogiiteïltaarietn/eeu g^af*
bkfyt ïjctft gemaaftt/ öaar gg 3jjne üeugöen en gatoen «eer loog öoet geïöen, 15-17. foagflSwCJohanJ^fojin^iQll·
Jakob Dirkszoon, een ïeiofcö $wfm/ $
int ntoofïet· ban ^ion beg^abenin tjaar ifj$. AANTEKENIN G. -,, „.' .,,,
1. De konventen en Priors, die in deze vereeni-
ging getreeden zijn , en dezelve ondertekent hebben', ftaan by Antonius α Matthaus op%ete\t, Maar de lijft, die de Heer bWalvis uyt de oude gedenkfchriften van 't Steynfche konvent opgegeven heeft , koomt my nauwkeuriger voor; dewelke wy bier ook een plaats zullen geeven. Fr. Johannes Niklaafz, Privr van Mariaas kloofler'i
en Vganfik% konvent van Sion by Delft.*' U Broeder Niklaas Wit , Prior en *# ganfibe MiehteU
konvent in de Hem by Schoonhoven. .« De fatïs Ecclef. pag. z%%.'
t> Bcfchr» der ftad Qowda, z, deel* fag» 127, xi8» Broe·
|
||||||
 E S C Ç R Õ V É Í C VAN D Å L FX Á Í ©. 2 ft
Broeder Johan Niklaafz. Prior, en '/ ganfche konvent
van S. üregorius buis, Emaus genaamd, in 't land va» Steyn. Broeder Rudolf Tsbrandszoon , Prior, en *t ganfche
konvent van S. Maarten op de Donk. Broeder Jakob van PoeJgeefi , Prior , en V ganfche
konvent van S. Maria Magdalenaas huis in Betanie, te '/ Gravezande. Broeder Willem Obrecht, Prior, en*t ganfche konvent
van S. Willebrordus huis in Heiligloe by Alkmaar. Broeder Dideryk Diderykfz. Prior, en't ganfchekon-
vent van V huis des heiligen Grafs te Arnemniden, onder Walcheren in geland. Br'teder Boudewyn Pieterfz. üverfte, en het konvent
der klooflernonnen van Marienpoel by heiden. broeder Ñ ie ter Gerlandszoon, Overfte, en het kon-
vent van S. Agnes huis, Jofafat genaamd, te Delft. Broeder Johan Stella , Overfte 3 en het konvent van S.
Dionyfius huis te Amsterdam. * . Broeder Willem Vi£'cher, Overfte 3 en het konvent va»
S.Margareta te Gouda. Broeder Gyslert Poel, Regent, en het konvent van S,
Mariaas huis ter „Goude, op de Gouwe. Broeder Laurens Vrouwyn, Overfte, en het konvent
van S. Maria Magdalenaas huis te Amfterdam. Broeder Johan heldert, Overfte, en het konvent va»
't huis te Marien-Zyly te Haarlem, als Reguliere Ka- nonnikken naar den regel van S. Auguftinusi Nu wy ganfeh Delft doorgewandelt, en alle de
geeftelijke gebouwen bezigtigt hebben, moeten wy den Leezer noch erinneren, hoewel dat'er elders al van gefproken ïs, hoe dat die van Delft in 't jaar 1409. ten hove geklaagt hebben over deonvenadelij- kebegeerlijkheit der klooiterlingcn : 7.00 dat 7,y, gee- ftelijken, dagelijks riiker en weeldriger, en de bur- gers verarmd en uytgeput wierden. Hier over heeft Willem van Beyeren , Graaf van Holland , deezett brïet aan de burgerye verleent: Dat zo wat perfonen 'tn geetlelijke huizen voortaan
koomen zouden, en zouden niet vermoogen te verko»pen% fulke renten , erven, ende huizingen als zy hadden; maar alleen de vruchten ende nutfehappen daar afhebben ende gebruiken hnn leven lang gednurende} ende n* hun dooi |
||||
i^ Aantekeningen op de
zouden de voorfz. goederen koomen en erven Se twee
de tien op hunne rechte erfgenamen, ende dat derde deel op den huize daar zy in fierven zouden. Dat oock de ge- dachte perfonen , in de gemelte huizen hunne profejfie doende, geene goederen nocb erven van hunne doode ma- gen zouden mogen neemen. Philips van Borgonje, fprak in 't jaar 1445*. noch
fcharper tale: Hoewel zy, zegthy, aldus geordent en- de begeven perfonen zijn ofte wezen zouden , zy hebbeu tot dezen tijd toe willen bewinden erven te neemen van hare ouderen, en dat erflijk te behouden zonder weder uit teerven. En indien het alzo lange jlaan zoude , zander voorzienigheid daar op te hebben , zy waren gefchapen , mits dat 'er zo veele zijn binnen korte jaren gemaakt, ülle die landen , rechten ende erven, in onzen voorfz. lan- den te verkrijgen. Hebben daarom geordonneerd, overge- dragen ende gefloten, dat nu voortaan reengeorde lieden, •van wat orde dat zy zijn in onze landen van Holland, van Zeeland, ende van Vriefland, erven neemen zullen van haaren ouderen, magen, of vrienden in eeniger ma- nieren , nech ook meer landen of erven en zullen hopen noch verkrijgen by Tejlamenten , noch anders in onze voorfz. landen, voor dat by Commiffarifjen een overdracht ende ordonnantie gemaakt zal zijn , hoe, en in watfehijn zy voortaan erven, ende zy hen zèlven hebben zullen in de punten voornoemd, 13y Ant.cMatth<eus ftaat een briefvan Willem III. de-
welke hier niet te onpaile zal koomen. Het is nyt onze Vaderlandfche gefchichtboeken en zelfs uyt Ba- tavia Sacrabekemhoe dat de Nederlanders, omande- re volkeren nu daar te laaten, zelfs om wereldfche zaaken naar Romen, naar Keulen , of naar Utrecht gedagvaart wierden. Quam het iemand niet gelegen zijn huis, neering, en koophandel te verlaaten, en cene zoo moeyelijke reisaanteneemen j die wierd lig- telijk, als konnende zijne zaak in zyn afwezen niet verweeren, en alsofhy de geeftelijke rechtbank ver- fmaadde , ten believen van zijne wederparty ver- oordeelt. Was iemand koen genoeg om zich aan die veroordeeling niette houden; flux had hydenPauiTe- lijken of Biilchoppelijken ban , en alle de droevige nafleepen van zoo eenen ban, te verwachten. Zoo * β Analcft. torn· ί. pag. jx j,
heb-
|
||||
Beschryving van Delfland, i??
hebben dan verfcheide^ Graven,, ziende dat de rech-
ten door zoo een averrechtfchen handel verkracht „' de gewoonlijke rechtbanken verfmaadt, demenfcheu uytgeput en op een onhebbelijke wyze geringeloort wierden , dat verderfelijk en dagelijks aanwaflende misbruik door verfcheide ordonantzien zoeken té ftremtnen. Ik wil hier alleenlijk tot een ftaaltje opT geeven den gemelden brief van Willem III: om dat dezelve ten gevalle van Delfland en Schieland uytge» geven is: .' f. '■!
"Willem Grave van Heynegouwen enz. an onfen
" Baliu van Delflant en van Scielant, die nu is jof "hier na wefen fal, faluut. Want omme des wille " dat men dicke onfe poortere van Deif ende onien "luyden van juwer Baliufcap hier te voren gepynt "heeft, alfe vante daghene tote Utrecht ommefcult "ende andere faken, welc wi niet langer gedogheu "en willen, waaromme wi ju w ontbieden, jofymanr. "enigen briefFbringet van Utrecht, omme ymant te "daghen van onfen lande , die te juwen Baliufcap " toebehoert, dat ghiden genen die den brief brenger, " van onfen wegen houdet in feker hoede, want wi "willen dat onfe luide berecht fyn na den rechte van " onfen lande , van fchult en van andere faken die "den weerlickeu rechte tothehoren, en hierofful- "lenwijuw fcadeloes houden Ende dit fal gedu- " ren tot onfen wederleggen. In oerconde &c. Ge- "gheven in den Haghe des Dinxeudaghes na dertien' " daghe int jaer onsHeeren 1316. De Pauzen hebben de onbillijkheit van den gemel-
den handel ook wel begreepen: en 't is bekend , en elders al aangewezen, hoe dat J ulias II, LcoVy enz. de Utrechtenaars door opene brieven van zodanige quellaadjen bevrydt en ontflageη hebben. Daarenboven is het met fommige (ik zegge met
fommige) geefteliiken te Delft toegegaan gelijk el- ders : te weeten dat zy onder een geeftelijken naam, en geeftelijke kledinge, een vuylaardig en moetwiil d Willem III. in eencn brief van't jaar tji8. Maximiliaan
in een orclonantzie van 't jaar ifQf t by Goldaft. tom. 3, Conft. Imper, iu fine pag, 6<v, &c» ,· * «f
|
|||||
-
|
|||||
ι$6 Aantekeningen op de
lig gemoed bedekten: ja fomwylen hunne uytfpoe*
righeit enbaldaadigheit, door het afleggen vandegee- itelijke kleedinge, als ten toon wilden ftellen. Te- gen zodanige kerkelijke perfoonen , dewelke toen, gelijk tegenwoordig op veele plaatzen noch, Klerken genoemt wierden , heeft Graaf Aalben van Beyeren den volgenden brief uytgegeven: Aelbrecht. by Goids genade Paleris Grave op ten
Ryn, Hartoge in Beyeren, Grave van Henegouwen, van Hol landt, van Zeelandt, ende Heerevan Vryes- landt, laten u weten onfen lieven ghetrouwen Schout, Schepenen, ende Raidt van Delft, dat wy verftaan hebben dat dagelicx fommige Gefellen gaen , ende -wandelen opter Straten binnen onfer Steede van Delft, die onfedeliken leven, ende veel parlements ende on- ruften maacken, aldaar vermetende hemClercken te wefen, endeCIerckenvryheden, ende Recht gebruye- ken willen > all iit dat nochCruyns, noch Clercklic Habyt endraghen, noch anders en leven als Clercken ichuldigh fyn te doen , datousingheenrewijs enitaat te lijden. Waarom wy onfe voorfchreve Schout ontbieden, ende bevelen mitt (onderlinge ernfte, dat hy alfulcke Gefellen voorfz. tot allen tijden als fy misdoen, ende breukigh worden, aantaft ende hou- den in onfe Vangenifle tot onfer behouff, ende der gheenre daar fy fchnldich fyn voir te Recht te ftaen, ende bevelen u alioo ernftelick , als wy mogen, on- fen Schepenen, ende Raidt voorfz, dat onfen Schout voornoemt daer in byftandich ende behulpichzyt, ende fulcke misdadig Gefellen voorfz mitt onfen Schout, endeden Provifoir van Delff-Iandt, alfoo helpt cor- rigeren als daer toe behoort, ende dattet hem ander luiden hoeden mogen, endealfulck profFyt daar off comen fall,datfall wefen halff totten Heeren behouff, daar ons onfe Schout off reeckenen fall, ende halff tatter Heeren behouff van T'trecht, dyedat fchuldïch zyn te hebben. Ende wairtdat ghy onfe Scheepenen, ende Raide voorfchreven hyer in verfuimende waert, dat willen wy an u houden, ende verhaelen, als an den genen , die ons van onfe Heerlickheden vermin- deren wilde. In oirconde defenBryeffe, ende onfen Zegele hyer opgedru&. Gegeven indenHaget'fry- daechs
|
||||
Bèschryvïns vak Delfland, 257
«laechs naeSintePonciaensdach , int jaar ons Heeren
duyfent dry honden acht ende tnegentich, naa den loop van onfen Hove. Jet diergelijks hebben wy in de levens der Utrecht*
fche BiiTchoppen, onder Amoldus van Hoorn, opge- geeven wegens de ftad Leiden. NOOT DORP.
Jlootbogi moet onöerfeijeiben tooien ban Noottioif
Noortdorp, een oo^p ban ïiennemedano/ tyit bui$ent paffen Dan ïigtgeeft geleegen. l^oor* öo#j i$ gelegen oiiöee Set <0ereci)t en belten* fcgap ban éeïfïanö: iuieng jtoocgt-fterft ttt bergebinge ber^aben geeft gejïaan/ en o» öen naam ban ^«Bartholomeüsingetoijöttöa^ 3M bo#>/genjK ooft öe buurt Nicuweveen ,eii öe ïfeernjftfjeit Hoogeveen , i§ in 't jaau i6f<S beaient öoo^ Körnelis Lelie velt, een j&tomjM fcoper/ en J&tèfïeu ban 't<Sratori: öeioelne öc3e ^afïorg alltv eei'ff fsebert öe bcranbering) Jeeft opgereeïjt 3 η 5jjne gïaatg i$ genomen Nikolaas Ourshoorn , OUÖet* <&rffïan& geDOO^
ren/ en een üeuïfèj) <^oötgeïeerbe,
N.Oudshoorn, $ gcfïojben in 't jaar 17ip*
enopgeboïgtöooj Johan Verburgh, uit iSpaanj <0eiöerlanb/ ooit een ïicuïfcj) goötgeleerbe, AANTEKENING.
In 't jaar ifoa, en eenigen tijd vroeger en laater^
heeft hier als Pailoor gedaan Pieter Dirkfz. Want in de Sententien van den Hoogen en Provincialen Raad van Holland, gedrukt in't jaar i66z, flaat zeker vonnis; waar byhem, als Paiioor van Nooddorp, toegewee- zen worden de tienden van de turf, die onder 't ge- bied'van Nooddorp gedolven word : welke tienden hem op den zelfden voet betaalt moeden worden, als die door de ingezetenen van Berkel aan den Paftoof aldaar betaalt wierden. |
||||
258 Oudheden en Gestichten
'Φίφ Bg j^ootöojg/ of gelp in een ganö*
fcïftift ban btt 5Nnenfcgap gefcgt?eben J^oit* öo$j / i§ gelegen Ρ Υ Ν Α Κ Ε R,
Pynakcr. ^ttl 00$ Oïihtt <BÜftatib j ίίϊ fcüteng l&tfO^ cïji-ïierlie De geboomte ban öe !♦ j^aagö en ban
j§, Tan de Dooper gebieit töO?öen.
i'arocbi- <^e jgaftorg pïagt öoo^ öe #jaben bergen
kerk. hm te toojöeti : öe ïaatfïe ^afïoo^ / öoo^ öe <£%aben aangeflelö/ in 't jaar 125-7/ iBtecb ge** noemt ÏJeer Willem, j^aöerganb gcböen öe <0?aben get reegt ban öeje gafïorg te bergee* ben obetgeöaan aan öe ïiloofïet-boogöen ban jtoninltgbeïö. (1) ^e boigenöe ^afiooi^ / öoo^ öe gemeïöe
5wa" ïMoofïer-boogöeu aangeflelö / 3ön tot on5e iteii^ n$ genomen, j: ^n'tjaai' 1316 Arent Herenthals. (2)
gn'tjaat 1337 Gerrit van Delft.
3n 't jaai* 13.. Alew.yn W imas.
3(n 't jaatr 135Ί Govert van Poel, een ψ&*
numffreit£ I|eer.
$)aïgen$ eeoen foiéf ban Sasboidus Voime-
rus, ban öen 18 Üeptemöet 1603/ geeft gn öeje gafïor» in 't gemeiöe iaac öegeeben aan fakob Olofs- of Odulfus zoon , te «ggÖenet*
fpeï in ^oo^-goïlanö geöooren; öetoeïne te
3Poggenmn oberleöen $ in 't 1611. $a* öerganö geeft Willem Huigen öe gafïorg ban ^gnafter toaargenonien: maar aï^ öe gemeen- te m^er en meer amigroeiöe / geeft gg öe ψα* fterg ban J^nnaïier ot?er geöaan aan α dn aan Stel ia, boïhomen^acener in öe <0oötgeit* Steil* geeft in öe f afïorg ban f>£uaner tot opboï*
get$
ƒ ■
|
||||
van Delfland. t$$
0t§ gepÖ jHeéfïCC Cypriaan Ooms. Dirk
Kioneveen , tt ^ttttmttt pööören / ftl Üt Söne JÊJafïótn ban jfenato gefloten op oen
iföanip^ï i<S8f, Niklaas Hend rik van der
Poort, een Hagenaar: befcoeïlir/ naarWtmïjt
Μνύφη 3ötïDe / plaat$ geeft gemaaïit booj Jgnanüs van Heiningen , te ^a5er$itl0tlire ge*
iéttil·/. bülUumtn ifructlm in be 4J!taiitgdettfc'
|eit· %eec van Heiningen fcreeg tot na3aat Lambei t van Rhyn , U ffi>t$0# geÖÖOreil : öe*
toeïiie 3yn ampt / naat» eenige jaaren aroefc
öen$ / neersdat geeft $ en opgeboïgt t$ ooo| Johan de Roy , tCll %ltXttljtmmv / m ttli
qmtMing, ban Urbanus holiegie te fóatnem
De Roy $ J&afïooj banj^nate gefiojben oen 8 $&**!? ^0?- iia fti?nj£ öööDGovert van Via*
nen, een ïlttecïjtenaar / oe ©afiotg ban ψ$*
nafta eenigen rp ïjceft ueöient. &a Vi anens öoöïï ijébbeii öe #berfïen oer <0eefieïp8eifc fyunM toefiemming / om öe gemeente ban pgüate té beöiencn/ gegëberi aart .N« Cor- rege, &ie mm oe^en 3[efugt i^gebjeefï. 3|n öe garocfjmerlie ban Stutte i$ booi
besen eene 3£>iltarg ban öe ψ Jlaagö Mam geiaeefL Α ΑΝ TEKENINGEN.
i. On iereenige oude pampieren ,vinde ik een brief-
je van 't jaar 1164.: by het welke deProoft en de Ab- dy van Koningsveld in 't bezit der gemelde paftoryc geftelt worden: Her ma» de Wit , (in't Latijn ftaat Hermannns Al~
bus) Kanoiinik van Utrecht, OfBciaal van Mijnheer ^en Prooft <m Aartsdiaken derzelve plaa'ue, Wénfcht ft 1. al·
|
||||
\
|
|||||
2.60 Aantekeningen op de
allen den genen, die den tegenwoordigen briefzul-
len zien, de zaligheit inden Heere. Het zy ui. allen bekend dat wy goedgevonden hebben aan Mijnheer den Prooft en het konvent van Koningsveld , onder het Bifdom van Utrecht, van de Premonfteit-order, dewyl zy in't volkomen en geruft bezit van de Pyna- kerfche kerk waren, zoo als in den brief die daarover gemaakt is, breeder uytgedrukt ftaat, de zj€lbeftie- ring, en de bewaaring vande reliquien der gemelde ker- ft e, uyt krachte van dezen brief en in den name des lrleere, optedraagen. Tot oirkonde dezes hebben wy hun den tegenwoordigen brief, die met ons zegel be- krachtigt is, ter hand geftelt. Gedaan in't jaar des Heere 1264. zondaags voor het voorfeeft van S, Jan den Dooftr. '. £, OezeAamofitvan Hetentah was een Kanonnik,
of Premonftreitheer, van Marienwseit. Maar voor hem had te Pynaker als Paftoor geftaah ' 'Joban van Beke. Dit heb ik gevonden onder de
pampieren, die.deAbdy vanKoninsveld en de pafto- ry van Pynaker betreffen, en die my door den Heer Auteur gun ft 1 g-lijk ter hand zijn geftelt. Want on- der die pampieren hebikeeneu briefgevonden;denwel- ken deOfïïtfaal van den Aartsdiaken der Utrechtfche kerke gezonden heeft aan de befcheidetie mannen T Joban, Paftoor te Berk el, enChrifiiaan, Kapellaan te JDelfr. In dezen brief word hun door den gemelden Officiaal bekent gemaakt dat gemelde Αamout van He- rentbals , Priefter en Kanon nik van Marien waert, aan den voornoemden Aartsdiaken, of aan hem Officiaal zelf, toi de paftory van Pynacker, openftaande door de dood vanden laatften bezitter Joban van Beke, voor·* geftelt was door Broeder Aamout , Prooft van Ko- ningsveld : en word hun bevel gezonden, om de ge- melde voorftelling van Broeder Aamout van Herent* &*// behoorlijker wyze te Pynaker af te kundigen, enz. Doch uyt den zelven brief fchijnt te blijken dat
JlarnoHt van Herentbals de paltory van Pynaker niet be- komen heeft voor het jaar 1326; want de brief is gc- tekent
|
|||||
Beschryving van Delfland. 261
tekent donderdaags na Drie-koningen-dag, iVtgèmelt
de jaar 1526. Voor het jaar 1 ^21 had hier voor Paftoor geitaan
een zeker Heer Rcmboldus , of Rembout , in wiens plaats gevolgt is Alvaldus van Doesborg. Dit hebben wy ook onderde gemelde papieren gevonden ·. en het zal nietondieniiig zyn , om de kerkgebruiken van die tyden te weeten, den brief zelf hier by te voegen, De Offieiaal der Utrechrfche kerke wenfcht aan
den befcheiden man, den Prieiier te Nootdorp, de xaligheit in den Heere. Tot de kerk van Pynaker, tegenwoordig openftaande door de dood of den vry- willigen afftand van den laatilen Palloor der zelve den Heer Rembout, is ons door den godsdieniligen man \λζς.<ί Aarnout^ Prooft van Koningsveld, van de Premonftreit order, als den patroon der zelve kerke, voorgeitelt Heer Alvaldus, bygenaamd Fan Doesburg-, op dat wy hem de zielbeftiering aldaar, en de bewaa- ring vandereliquien, zouden opdraagen. Doch de- vryl wy, volgens de vermaning des Apoitels, niet genegen z.ïjnom den voornoemden Heer Alvaldus de handen fchielijk op te leggen; zoo is 't dat wy u op de deugd der heilige gehoorzaamheit, en op de irraffe van opfchortinge en van den ban, gebieden ... dat gy » zoo ras als gy den tegen woordigcn brief gezien zult hebben, hebt te gaan naar de voornoemde kerk vanPynaker; om aldaar drie onderfcheide zondagen, of feeildagen die niet op den zelfden dag vallen, af te leezen, dat de voorgemelde Priefter Alvaldus ons op zodanige wyze voorgedragen is. En daarenboven 2ült gy beflechtender wyze tegen 's woensdaags na S. Jakobs dag , uyt hoofde van gemelde voorüel- Jinge , voor ons dagvaarden alle degenen, en ieder van hen in 't byzonder, van de welken u bekent zal zijn , ja alle de andere in 't algemeen , dewelke de voorgemelde vooriiellinge of voordraging zullen wil- len tegengaan j of dewelke meenen dat hun daaraan gelegen is : om blijk en bewys van hun recht te gee- ven: Doende in alles, en te werk gaande, zooalsde regelen der rechten voorfchrijven, met de behoorlijk ke en gewoonlijke aanzegginge. Denaamen derge- U 3 nen
|
||||
%6ι Aantekeningen o? be
nen die zich hiertegen zullen (lellen, en wat gytfor^
der omtrent het voornoemde gedaan zul c hebben,of wat daar in vorder gedaan zal zijn; dat alles zult gy ons door uwen brief, dewelke door dezen openbrief geftoken ïalzijn, laaten weeten. Gedaan in'tjaar 1321.dings- dags na het feeft van de H. Maagd ftlargareta. Door den gemelden washet antwoord van den Pa-
ftoor van Nootdorp geftoken: waar in gemelde Pa- floor, Johan genaamd, den Oiïïciaal laat weeten dat ■zijn bevel in alles uytgevoert is ; en dat niemand iets tegen de gemelde voorftelling ingebragt heeft. Uyt dezelve pampieren blijkt dat Qerrit van Delft,
Paftoor van Pynaker, ook een Kaïionnik van Ma- rienwaert is geweeft : en dat hy tot voorzaat heeft gehad eenen Broeder Dideryk. Na Gerrit van Delft, in 't jaar 1337, is de Paftory van
Pynaker opgedragen aan Broeder GooswinusoïGooJfenvan Lodeof'van hoede.
Deze Goojfen van Lade was den Aartsdiaken van U- trecht voorgedragen door Frederik Proofl van Konings- veld; waar op de Üfficiaal van den Aartsdiaken aan Johan, Paftoor van Nooddorp, bevel heeft gezonden om de voornoemde voorftelling te Pynaker aftekun- digen, enz. Na Broeder Goojfen van Lode is Paftoor van Pyna-
ker geworden Broeder AlevjynVriman, ook een Norbertyner Ka-
nonnik. Als dezelve door den Abt van Koningsveld tot de gemelde paftory voorgedragen was ; heeft de OrBciaal des Aartsdiakens eenen diergelijken brief, als meermaals bygebragt is, laaten afgaan aan alle 4e Priefters van het Dekenfchap van Rijnland. Daarop heeft covert van den Poel, die de kerk van Pynaker ondertuflehen bediende, een diergelijk antwoord , als jneermaalen gezeitis, aan den OfEciaal gezonden; te weeten dat de afkundigingen gedaan, en die 'er wat tegen te zeggen hadden, te Utrecht gedagvaart wa- ren, enz, Uyt het antwoord vanGovert vanden Poel fchijntte
blijken dat hy geen Paftoor van Pynaker is geweeft ; maat die kerk, zoo Ipg als ze open ftond , ilechts waar«
|
|||||
•
|
|||||
Beschryvincï van Delfland. i6$
waargenomen heeft. Want voor eeril noemt hy zich zelven, Godefridus van den Poel, officium Ecclefiam de Pynaker-, 't welk, mijns oordeels,^ niet anderstezeg- gen als ik reeds gezeit hebbe. En, 't geen wel het voornaamfte is, was hy'er Paftoor geweeft, dan had 'er geen ander Paftoor behoeven te^koomen. Want te zeggen dat Alewyn Vryman\x\ 't zelve jaar Paftoor fs geworden , geftorven is, en Covert vanden Poel tot nazaat heeft gekreegen, dat fchijnt al eenig bewijs van nooden te hebben. Jndten iemand wilde drijven dat Alewyn Vriman of
Vryman , daar ik zoo even van gefproken heb , de-" zelfde geweeft is met Alewyn, dewelke op de lijft der Pynakerfche Paftooren den bynaam van Wimas voert daar zoude ik niets tegen hebben. De oude brieven zijn dikwils zoo duifter en onleesbaar, dat men ligt in een letter of twee kan miifen. Doch inden brief dien ik gelezen heb, was de naam Vriman duidelijk te leezen. Ook vinde ik daar dat een Johan vanlOngerho, Ka-
nonnik der Abdye van Bern , door Niklaas p'rooit van Koningsveld tot de kerk van Pynaker voorgeftelr is geweeft. Maar gemelde Joban van Tongerloo, niet konnende de paftory in eigen perfoon bedienen, en vreezende dat zulks tot nadeel der Abdye van Konings- veld mogt verftrekken, heeft daarop eenen brief aan gemelden Prooft gezonden; en volkomen afftand van de voornoemde paftory gedaan. De briefis getekend den 20 van Oöober 13^3. De Abdy Komnksveld.
Öðßéç: be pavoeïjit ban ggnafier/ bicSt ön
©elft/ op öeu toen; tiaac töotterbam/ fteeffclJeÁØ ban onb£ een etappe »b£ ban ^iffmtfoen íåúÃ sefïaan/ en oen naam ban &ïééßçß$Ìï m* boert <Pe3eïbe i$ tn't iaat nyf- gefltcgt boojRi-
chardjs Honing * WiUems suflee. %Mt 3911 be cfeen fooo^ben ban ben Ï4nmpfcfi$tser; in \ * Chroaicon Magn, £e!gii pag. *4i.
' f\ 4 Zelf-
|
||||
264 OUDHEDEN EN GESTICHTEN
Zelfde jaar heeft Richardis, tot een hulpmiddel
voor de ziele van haaren broeder, denKoning voornoemd, op haar eigen land, 't welk Ko- ningsveld genoemt wierd, beginnen teftichten een Jonkfi ouwen-klooiter van de Premonftreit- order : Ook heeft zy het zelve, ter goede ge- heuggeniife van haaren naam, zeer godtvruch- tiglijk voltrokken. 1Ü00 ï)ttft Richardis öatl/ geip &g baar berffaan Jjeböen/ gaar $aie$
bauiwin0$belb tot een nïoojlerbcttinutieit: tn grift julfijg / boigen^ een gewoonte ban bten ttjö/ Q&aan tut tmïjutymibM boo^ oen ^oiïaiibfcöen 4&aaf/ en töoomfcöen Mmtv/ Willem: iuien$ meug/ banbaÖei^3pe/ Ri-
chardis toa$, Henricus Thaborita, CIÏ JohanaGerbrandfz.
van Leiden, Ilöettien gaar lüom'ng^ materte- ra: 't foeïn öe meug ban 9$ moebet:? $ipt bete*
ftettt: maai: $n 'maaltin ®em onberfcgeib tap fCÏjm bt^t tiöee tooien amita*, en mater-
tera.f üf et erf ban bese ah$$ hya§ boïgen^ Pieter
O ρ o) eer d naajï een ftioöflee ban J&jcmon* fïreit-ïtanonniéfièn geïegen. Doch Wiuem, $eg£ j}g bO^bCC/ heeft dezePremonilreit-monnikkcn
naar Middelburg gezonden , om het kloofter van eenige leuye en vadzige Reguliere Kanon- nikken in bezit te neemen : en heefc hun eigen Jvloorter in eengafthuis verandert. Richard is bja# een gubgbienfïiöe en gabbjueö*
tige bL?oufos aïg öeöbenöemet aüeenlioningp* belbgefïicijt/ maat· oofi be inltonifïen ban |et lifeojïer te 3£oo£buinen merneïp bermeerbert, λ Lib. 2 5,c.ip. 31. / b Me uy vau's vaders wege*
e Meüy van 's moeders wegef
4 Qpra* Chron, pag. 6f?. ·
|
||||
van Delfland. 265*
^it ïaatfïe bïpt ugt eenen ön'cf ban 't jaar
1270 / betoeifce onber Soo^öuincn opgegeeben 5ai tooien %a öet<0onbfc|je ftronpje maafct 'er eenj^onne ban; en boegt'er bg/ bat Wil- lem bese fïïcöting boitroïtften geeft in 't jaar 1166: 3ijnöe jnnfï {jet fïerflaar üan Richardis. 3N tiOO^noembe Henricus *Thaboritafej)$ft
aïbn^ ban gaare boob en begraaffentffe: in 't
jaar 1166. heeft Richarda, Koning Willems meuy,
en Jonkfrouw van Delft , toe een hulpmiddel voor 's Konings ziele, op haar eigen landgoed, Koningsveld genaamd, gellicht eenNonnekloo- fter van dePremonilreit-order: zy is in 't zelve jaar geftorven, en te Middelburg begraaven. <^an boïgen$ ïjet fcjgjben ban Op meer ia
$e inüoning^tteïb be&aven ·, en geeft baar 500 lang gelegen bat gaar ioobenfti^je/ na ïjet *)er* tooeften banbe aöbn/ inbe$ieiitoe&erfi $ge* fyagt: 't tuelft gefc|iebt $ m 't jaar 15-72. #at Richardis Willems moeo ban babergj
3£be getoeefï i$/ erïient Willem 3eif in ben boï genben fyief ban 't jaar 1248. Willem , door Gods genade Koning der Ro- —
meinen, altijd vermeerderaar des Rijks, wenlcht aan alle de getrouwe onderdaanen des heiligen Keizerrijke de goddelijke genade en allerhan- de goed. Wy willen dat het ui. allemaal kun- dig zy dat wy, dewelke gewoon zijn de billij- ke eyflehen ligtelijk intewilligen, het verzoek van Richardis Joncfrouw van Holland, onze be- minde moejefvan vaders wege, dewelke wy, gelijk billijk is, met een oprechte genegcndhei| beminnen enz, * * tib. 8, Cliron, ap» Ant» Mattfn Analcd, t. 6*
t A.iiitx noftrae, |
||||
ZÓÓ OUDHEDEN EN GESTICHTEN
tBamnhohen ïfeööeiiiog mimfyiefbangtt
tnelDenÜ02?!ng Willem tevijmbt/ öefcoeïiiege^ ttlmit i$ in 't jaar i%fi/ m iraar §ρ een fbili Unh§ ten öefjoebe ban öe3e aööge bereert* Xtffflem, bider Goeds ghenadenRomeynsCo-
ninck, akoes vermeerer desRijcks, doet kondtallen ghetrowendes Rijcks, die defente- ghenwoirdighen brief lullen fien of horen lefen iyngracieende allegoet. Wantwy willen onfer ghemynder vriendinnen Vrou Ricaert, die Vro- wen van Hollant, ghenoeeh wefen mit fonder- linghen gracien, fo hebben wy ghegheven na inhout defer teghenwoirdigher brieven, waer dat dcfc felve Vrowe binnen onfen Hove van Delf timmerde een convent gheeiteliker man- nen, die biereen regel een geeftelickleven bele- ven fquden: So foude dat convent vry ende on- becommert van onfen renten diemen huerwair biet binnen den Hove van Delft voirnoemt mo- ghen hebbenende ruitelike befitten totewighen tytden lande, dattet nutertyt heeft driehonderc morghen lants die fi aldaer ghecoft fullen hebben, of die hem in aelmiiTen ghegheven werden, of hoe ende in wat manieren die den voirnoemde convent aencomen fullen: Alfo datmen van dien lande noch bede, noch fcattinghe, noch dien- ilen diemen Hofdienft, hiet in enigherwys eyf- fchen en fal. Voirt willen wy dat fo wie rech- ter wair inden voirfz Hove van Delf voirn. dat lii oick rechter fi des landes voirfz. In kennifle der waerheit, ende wantwy willen dat dit intoe- comenden tiden altoes ghehueghet ende ghehou- den worde, fo hebben wy defen teghenwoirdi- ghen brief doen fcriven endegheboden teveften ende beleghekn mit ten fegcl onfer jDoorluch- tichc'»
|
||||
van Delfland. 267
ticheden. Ghegheven bi Erenbrechiteyn, in-
den jaer ons Heren 115-1. opter achter Kalenden der maent Julius, in dern-'ghender indi&ien. mat Öe aöög ban üoningjbeiö sefïicljt i§
booj 't jaar i*ff. ölpt 00« nat öe (φίρ ten öer aböge ban 23ern/ öie top ooöer 2$ertt op0eo.eeben fteböen. 3£aar fïaat öuiöeijjit bat onöer öe regerrtnge ban ben Mbt Rudoipbus, in t jaar up/ op fcetöbag öe ïtcrh ban ïto* ninö^beïö fogonncn $. ®e fóloofïer nern 3a! naar all? fcgtjn niet opgcbontot $jjn/ eeröat'er eenftïoofïer fïonö/en öat 'er Religieuzen fooon* oen/ öie öe feern geojiiiften souöen, <^e ï|eer Bieiswyk en öe bozere ftfj$ber$/ öi'e öetfiicö* ten öeraoöge ïaater fïetfen/ 3uKenaIïeöe noo* öige beojij^fiuntten niet δφο geöben. ^αα 3b»o0en 3» osn ban't^annenloofïerï üettoel* fee/ 300 aï^ton 0C3eit fleööen/ op fóoningi beïö jjeeft geftaaiL ■ 9[n 't jaar nf7, geeffc Floris, φοοβο banDekcikvaa
^oilanö/ öe naöuurtge feerït ban fonaner/pyukeraaa tnetaüe öe mnomften / aan öe3e atfón gege^ kiooiter ben: en (jaar nocl) öaarenboben Jjet recfttbanvan Ko.\ patroonfcöap totöe3eIoeton/ 'tfoelltöe^a^S ben booj fteene geijaö gaööen / opgeo^agen. ' 3^e öiief ban gemeïöen Floris toa$ banöenbofc? genöeninöouö: ^/Y Pipris, Voogd van Holland, doen kond "-
allen den genen , die den tegenwoordigen
brief zullen zien, datwy, in acht genomen heb- bende de hehoeftigheit van de nieuwe plantaad- je der Nonnen van Koningsveld, goedgevon- den hebben het recht van patroonfchap tot de kerk van Pynaker, en de kerk van Pynaker zelf me?
|
|||||
*
|
|||||
2,68 Oudheden en Gestichten
met alle haare inkomften, tegen aatWillem, Re-
gent der zelve kerke afltand gedaan zal hebben, of overleden zal zijn , uyt inzigt van de godde- lijke vergeldinge aan dezelve. Nonnen mildaa- dig toe te ftaan. Zodaanig , zeg ik, dat ze de fcelve kerk door een wettigen Vikaris van haare order ten eeuwigen tijde zullen doen bedienen. En op dat hier over na deezen geen twyfeling mag ontdaan, hebben wyhaar den tegenwoor- digen brief, die met ons eigen zegel bezegelt is, ter hande geftelt. Gegeven in den Hage, in 't jaar des Hecre 12.573 op het feeit, vanS.P/>- iers Stoel. D Henricus, ^iffcgOÏ» ÜQXi MtttCÏfl / fyttft h$
bevcftjgt. gebeurt;
^ JJ Etaitusy door Gods genade Biflchop van U-
trecht, wenfcht aan den in Chriftus bemin- den Heer Johan, Deken van S. Jans kerke te Utrecht, de zaligheit in den Heere. Nademaal de edele man Fhris, goeder gedagtenifle, voor deezen Voogd van Holland, goedgevonden heeft het recht van Patroonfchap tot de kerk van Py- naker met alle haare inkomften , tegen dat Willem ét Regent der zelve kerke afftand ge- daan zo'ude hebben , of overleden zoude zijn, uyt inzicht van de goddelijke belooninge mil- dadiglijk te vergunnen aan de nieuwe plantaad je der Nonnen van Koningsveld i zodaanig te wee- ren dat zy dezelve kerk door eenen Vikaris van haare order ten eeuwigen dage zullen doen be- dienen*, zoo als inden brief van gernelden Ede·- len Heer, die daar over gemaakt is, breeder uyc- gedrukt ftaat: zoo is het dat wy? voor het oot- moe--
|
|||||
__
|
|||||
van Delfland,' 369
moedig verzoek der gemelde Nonnen , in dee~
zen deele, wel genegen zijnde, de vergunning en gifte van 't recht van P.itroonfchap tot de gemelde kerk, en de gifte van de Pynakerfche kerk zelf, die aan gemelde Nonnen gedaan zijn, om dat ze behoorlijk en regelmatig gedaan zijn, door het gezag van den tegenwoordigen brief beveftigen,en met het zegel van ditgefchrife bezegelen: enwybeveelen uwe befcheidenhdr* uyt krachte van den tegenwoordigen brief, nicc te gedoogen dat, de voornoemde klooitermaag- oen omtrent het bovenftaande, tegen oen in- houd van onze beveftiginge, door iemand on- behoorlijk gequelt werden; en dat gy zodaani* gequelders, uvt krach te van ons gezag, door kerkelijke itrafvonniflen beteugelt. [Gegeven te Utrecht in 't jaar des Heere i2fp: op 't ok- taaf van S. Jans geboorte. Aleidis, itoning Willems %llflw / gfCffc De
3dbe gifte gocögefetirt in 't jaar 126Ί: toaae
ote öe boïgcnöe öjtef i§ gemaaïtf: Τ κ Aleidis, voor deezen de huisvrouw vmjo-
han vanAvennen^ Voogdes van Holland en Zeeland, wenfche allenden genen, die den te- genwoordigen brief zullen zien, de zaligheitin den Heere. Wymaaken aan alle onze gemeen- te bekent dat wy de gifte van het recht van pa- troonfehap tot de kerk van Pynaker, en van de Pynakerfche kerke zelf, gelijk onze broeder, de Heer Flor is goeder gedagteni (Te, dezelve aan de klooitermaagden van Koningsveld toegewee- zen heeft, beveiligen. Gegeven te Zande, ίη 't jaar i%6f, op Ailer-zielen-dag, |
|||||
ÏÏ&&
|
|||||
zjo Oudheden en Gestichten
Wt$t Aleidis geeft jjet 3dfce tiocg Ubt*
ftigt in öen tiolgcnöen öjirf ban t jaae 1264. Δ Leidis, voor deezert de zufter van Heer ^7//-
lem , den doorluchtigen Koning der Ro- meinen, en de weduwe van wylen Mijnheer Jan van Avennz, wenfcht allendcngeenen, die den tegenwoordigenbrief zullen zien, de zaligheiÊ en kennifïe der waarheit. Hoe wy de religieuze plaatzen met eene oprechter gencgendheit be- minnen, des te gewilliger zijn wy om dezelve, in zaken die haar weivaaren betreffen , goeder- tierendlijk te beguniligen. Dierhalve willen wy dat het een ieder bekend zy dat, als wy vol- gens erfrecht en onmiddelijk na onzen bemin- den broeder, den Heer F/om, de voogdyfchap over Holland en Zeeland bekleedden , en de opengaande kerkelijke ampten , in dezelve lan* den, tot onze begeevinge of benoeminge fton- den i dat wy, in acht genomen hebbende de behoeftigheit van de nieuwe plantaad je der kloo- itermaagden van dePremoniireits-order op Ko- ningsveld, al het recht van patroonfchap, van begeevinge , van voorftellinge, of van perfoon- fchap , tot de kerk van Pynaker , en de kerk vanFynakerzelf, alsonsin vollen (i) eigendom' foebehoorende, met al haar inkoomen en vor- der toebehooren, zoo ras als ze door het over- lijden van Heer Willem den wettigen Plebaan der zelve kerke opengevallen was , uy't inzigt der goddelijke vergeldinge aan de voornoemde klooftermaagden mildaadiglijk en goedgunllig- lijk gegeeven hebben , en tegenwoordig noe4i ^êeven, óm van haar zonder eenige tegenfpraak ten eeuwigen tijde bezeetert te worden. En op dat deeze godtvruchtige en rechtmatige gifte, • de- |
||||
van Delfland» 271
dewelke gedaan is tot een hulpmiddel voor de
zielen van onze broeders, roemruchtigergedag- teniile , Heer fVÜlem , Roomfch Koning , en Heer Fioris, dewelke het gemelde klooiler al- tijd byzonderlijk begunftigt hebben, des cc va- fter en ouverbreekelijker onderhouden mag worden 5 hebben wy den tegenwoordigen brief, die met ons zegel bezegelt is, tot meerder ze- kerheit aan dezelve Nonnen verleent. Gege- ven in Koningsveld, in't jaar des Heere 1164.. vrydaags voor het feefr. van S. Jan den Dooper. ν
y$itv β» tal ttocö gebotgt tooien, ttnt gt*
tw&mi§-fyttf ban Machtiidis, <é>;abimie batt Jfeolianto / mlirniing Willems moeba*} foaac ίίιψ bcrWaatt toat^onitiQ Willem get Qtmtl· tot mijt ban patvöonftljap / m tot httti ban Jpgnato / aan toe gemelöe fiioofïÊmiaajïöcii öefcïjoitfifii Jjeeffc. ΤΪ/Ύ Machteld Gravin van Holland , en de
moeder van wy lenden doorluchtigen Heer Willem , Koning der Romeinen , maaken be- kend aan allen, die den tegenwoordigen brief Sullenleezen, datwygehoorthebben, endiens- volgens gewillig zijn om eene eeuwige getui- genis te gceveriy dat onze beminde zoon, de Heer IFilkm, voor deezen Koning der Romei- nen, altijd vermeerderaar des Rijks, in acht ge- nomen hebbende de behoeftigheit van de nieu- we plantaadje der klooflermaagden op Ko- ningsveld , aan dezelve klooitermaagden , tof een hulpmiddel voor zijne ziel en voor de zie- len zijner voorzaaten, enuytinzigt der godde- lijke vergeldinge , mildadiglijk en volkoment- lijk, en om ten eeuwigen dage geruft en vreed- '~.:i zaamig |
||||
2 7% Oudheden en Gesticöten
zaamig vanhaar bezeetente worden , gegeevetl
heeft het recht van patroonfchap tot de kerk van Pynakcr, en de kerk van Pynaker zelf met alle haare inkomften. Daarenboven hebbende Heer Floris Ridder, en Vrouw Aleidis de we- duwe van Johan van Avenne, die de een naden ander Voogden van Holland en Zeeland zijn geweeft, de giftc der voorgemelde kerke gun- itrglijk en godtvruchtiglijk goedgekeurd zoo als inhunne brieven wijdloopiger uytgedrukt ftaat. Ter getuigenifleen eeuwige beveibgin- ge deezer zaake hebben wy de η tegenwoordi- gen brief, die met ons zegel bezegelt is, daar over verleent. Gegeeven in 't jaar des Heere 1x64. $ocö Scö m tmm Bjfef ban t>m f joofl m
Hactsdiaticn ban ïitwJjt ·, toaac in !)g t" * jaai· 1165·/ op öe boo#eIïing m &et toerw* nau Aleidis, De paftorn en öefcoaanng öer reu* ouicn ban öcf »uaherfcf)c fcer&aan öengw ban #. Maria op $tonin0$torit opöaaagt* G. de Perwes , dbor Gods genade Ρ rooft en
Aartsdiaken van de Utrechtfche Domkerke, wenfcht den genen, die den tegenwoordigen zul- len zien, de zaligheit in den Zoone Gods JeJuS Cbrifius. Het zy aan allen bekend dat wy op het-voorftel en verzoek van onze beminde nicht, Vrouw Aleidis van Hewgwwen, huisvrouw van •wijlen den Heer Johan van Avenne , de paftory en de bewaaring der reliquien van de Pynaker- fche kerk, met al wat'er toebehoort, in Gods naame gegeeven hebben aan den Prooft van b, Maria op Koningsveld, en dat wy hem deswe- gen den tegenwoordigen brief tot blijk verleent |
||||
tan Delfland. 273
liebben. Gegeven in't jaar desHeere nó"r, op
het fee ft van S. Jan fan Dooper, ht hoBïiminbt 0tt ban Honing Willem} b&>
toelïïe Floris j^icitetban Voihoyt,enfoei«eeröe ïiapdiaan of^of-jp^jtecbnn öcn 3el^n Wil- lem, fcipiftrip gegeeben öceft 2 "p Loris, Priefter van Forhoyt ^ wei-eer de Ka*
pellaan vanMyn- heer Willem r dendoorluch- tigen Koning der Romeinen, wcnicht allen den geenen , die den tegenwoordigen brief zullen zien, de zaligheit en de kennifle der waarheit. Ik verklaare door den inhoud dezes dat ik ten volle verzekerd ben dat myn Heer, de doorluch- tige Koning der Romeinen, altijd overwinnaar, in acht genomen hebbende de nootwendigheic van de nieuwe Plantaadje der Kloortermaagderx van Koningsveld , het recht van Patroonfchap op de kerk van Pynakcr , mitsgaders de kerk zelf en al haar inkoomen , uyt mzigt der God- delijke belooninge , en tot een hulpmiddel voor zijne ziel en voor de zielen zijner voorzaaten, miidadiglijken godtvruchtiglijk gegeeven heeft aan de gemelde Klooftermaagden , om van haar ten eeuwigen dage geruft en vreedzamig bezee* ten te worden. Ter getuigenifTe deezer zaake heb ik den tegenwoordigen brief, die met mijn eigen zegel bezegelt is, daar over verleent. $DCf) geeft fyoeöec Pieter <0arMaan te$$i&
bd&urg/ öie ooft Honing Wülems Hapdiaan toa£/ ttm fty\ftël$\e $ctm$ei\i§ aan bt$clte 31'fte segeeben : toaaria Richardis,_Willems moejey al^ £>tü§pv ban ftoning^bdti toojö |
||||
■™^—■■■■■■
|
||||||||||||
274- Oudheden en Gestichten
/ Τ κ Broeder Pieter^ Gardiaan te Middelburg,
voor deezen Kapellaan van myn Heer Willem, den doorluchtiger! Koning der Romeinen, wen- fche allen den geenen , die den tegenwoordi- gen brief zullen zien, de zalïgheit in Gods Zoo- ne Jefus■Cbriflus. Ik verklaare door den inhoud dezes dat ik hetgehoort en in eigen perfoonby- gewoont hebbe, a!s wijlen myn Heer, de door- luchtige Koning der Romeinen, in acht geno- men hebbende de nootwendigheit van de nieu- we Plantaadje der klooilernonnen op Ko- ningsveld , het-recht van Patroonfchap tot de kerk van Pynaker, en de kerk van Pynakcr zelf met al haar inkomen , op het verzoek A?an de Edele dochter Richardis, wyle Jonkvrouw van Delft, zijne rnoeie , en de itichiler deszelven kloofters, en op het aanhouden van veeie Edel- luiden, tot een hulpmiddel voor zijneeige ziel en voor de zielen zijner vporzaaten, uyt inzigc der goddelijke vergeldinge aan de voornoemde klooilermaagden mildelijk heeft gefchonken, om vanhaar ten eeuwigen dage geruit envreed- zaamig bezeeten te worden. Ter getuigenifle deezer zaake heb ik den tegenwoordigen brief daar over verleent. Overflen of Prooflenwan het kloo(IerKoningsveld'9
zoo veele als wy 'er gevonden .hebben. |
||||||||||||
I$at Gerard , ΙΠ 't jaar ix8o.
IfetM Hendrik By! , 1314, ^cer Aarnout, μ 't jaar 132.1/ 132.6,
ïfCÉT Niklaas, 13^9.
ïfcei' Frpderik, 1357. ï§eer Johan Beeite, 1340., 3§cei' Niklaas, ijfi. , |
||||||||||||
Oycrilcn,
|
||||||||||||
i_J
|
||||||||||||
•
|
||||||||||||
van Delfland» zys
i)ffV Joannes, 13^5*
^Ctt Tóhan van Woudrichem j bfltt 't jaat? 1347/ tot {jet jaar 1,3^8.
■ .ïfeett Willem Sluiter, 1398.
ïfeer Gysbert, in 't jaar j 398*
ifeer Nicolnu?, 14..
ï|eer Udo ,-iictocïfic onöer JirSieoam bm
tnclU fiifl&ö/ aï$ oe öe$eekerban ^.Picters ou# tanr/ 1417'; $$ttt Joh'an Β raarsbeek , «rfï ^bcrfïe of
Je^oofl ban itonmg^belo> i^ nadedjano Sflöt
ban jj&arienhjaert gehjojoen / en grfïojben iïi 't jaar 1467/ topöen0a#ban#,£*3^oub$ l|£er Willem vm Doesburg; 500 al§ Öïpt
u^t een ouoeii ö^i'ef/ in 't jaar 1469. gete&ent
ban Joh in, ^oofi ban jj&arienbjaett. ïj|eer Dirk vander Grave, 1470.
ï|eer Niklaas van Keten, ifiS.
Herman van RoiTLim foa3 (0berfïe batt Ïl0<*
nttu^beïii in 't jaar ifify en i§ naoctfjattfi
ooft möt ban j^arientuaert getogen. Abraham Vaneveld, i^s°*
%eer Jakob Scark, algemeen 3Mtar$ ban
ïloniug^befó: öiennaamgeeftïj^tcöseïbenM een üo^öïihelpen öjiefonöer mgöerufïenae/ en gefeifeeeben in 't jaar 1572. 9[n 't jaar 1398 geeft oe ^oofï of <^berf!e Akkoord
Gysbert get boïgenoe attóoojB met oen Mt ™J vdaenn ban jföarienfcoaert gefïoten, μίΤ·κη. waert ge*
^ γ Willem, bi derghenaden Gods, Abt van floten* -
finte M&rienwerde, ende Ghyfebertus Proeftc
tot Coninxvelt, maken eond allen luden, dat \yy overdragen zyn bi rade ende confent des Con~ t* üyr een haaifchiift yan Marienwaem ί % vents
|
||||
ß
2j6 Oudheden en Gestichten
vents van Coninxvelt, om ghemeynne order des
Cloeilers voirfz. dat Joffrouwe Lysbeth van Ant- liorfl Priorinne, Rikaert ende Jan van denWiel^ verwaren ende regeren fullen bi rade des Proefts voirfz. al des Cloefters werke goede, endedaer den Convent t'eten ende te drinken af te ghe- ven mit allen anderen Provende al ft Convent ghe- woenlyc is te hebben ; voirt foe fulle die Juf- frouwen voirfz. of die naemaels van den Con- vent ghekoren fullen wcfen, den Proefte voirfz, gheven alle jaar twe hondert pont Holl, ende daar fal die Proefte den Capellaan ende den Rent- meyfter af lonen, ende den Capellaan ende oen Lieydecker af t'eten gheven, wanneer hy inden Godtshufe wer<5t , ende hier mede fal hem die Proefte ghenoeghen laten finen coft mede te doen ; voirt foé fullen defe Joifrouwen voirfz. den Proefte me coft gheven in zaken die hy te doen heeft van des Cloefters weghen 5 voirt fy- ne vorwaarden dat die Proefte gheen fcuk ma- ken en ia 1 op dit Godshuys voirfz., voirt foe fullen die Joffrouwen voirfz. alle weken goede bewifinghe doen van uytghevcn , ende die re- keninghe den Convent overleveren tot allen vierendeel jaars, ende waart fake dat hkrennich twift inviel, dat falaltoes ftaantot verclaringhe des Abts van finte Marienwerde voirfz. Ende , alle dele voirfz. poyn&en willen wy dat ... .
. . . fonder argrjelift. Ãç oirconde defen vor- -.5/waarde bezeghelt mit onfen zeghelen , int jaar
ons Heren 1398. op finte Pieters avond ad vin* wla· \ Y* Abdiffhn- van Koningsveld*
%\\ 't jaai' 1311, ^OUiSJ Alida Goedelyns; ijetoelfte aan Set WwfttvutQtcOm geeft p.niec^
• gen, |
||||
van Delfland* 277
gen, $ocï) geeft 3# aan 't $übe ftïoofïet? #&
geeben een ïjni$ in 't amöacjjt ban öe Heteï/ mtt bgf ïtocgen. Sfn 't jaat' 1398. $ Lysbet van Antvoort
ψμονίη ban ött ftJoofïer gefcoeefï.
3n 't jaar 1411. Kathryn Muys van Hoïy.
%n9t jaau 15-2,8, i^OUfo Machteld van Me-
terep , ψ$ίθνίη s ^OlliO Margareca van der Does, <&nbtt-p$mvm -, til ^Otlto Magdalena van Zuilen, liüjïreffe. 3fll 't jaar 15-35*· Ali^a van Malfen, Darna-
fus öocgtee.
3fn 't jaat' i^o, Lysbet vanAdrichem.
5fll 't jaar 1596. Kacryn Urenham, Frede- riks öocgteri i$ in ben oateöom ban8p,jaa*
ren te iifeïfïem gefloten, Eenige Nonnen van Koningsveld.
3fii 't jaar 1484. Agnes van Kralingen.
Sfn 't jaar Hpo. Katryn van der Does. i4Pf. N. van Effêilein, Hubert van Kuilen- burgs DOCgtir. 14P8. Lysbet de Jonge.
if 10. Margriet van der Does.
ipo. N. van Zyl, mtt jjaar 3Ufïer.
Ermgard van Wynfen , Godefchalks
troeöter.
i^o. Lysbet van Adrichem.
Lysbet van der Does,
1570. Sibille van Vlier, jy6o. Kornelia van Nyeveld; N. van Malfen.
1 f66. Maria van Duivenvoorde. ifjo. Margriet van Aflendelfc. 19*7.1. N. van Sparwoude. Jf7i. Maria van Treslong. & 3 «Pt
|
||||
a/S Oudheden en Gestichten
ligt öen fyfefban G. de Perwis, ffaanöe boben
p, zj%t bïpt bat be fübö£ ban Üoning^belö oen naam geeft öegabban &· Mariaas aöbg opHo^ timgjbeïix 9Π 't jaar r f^S, fcja^ Hendrik Vrankenfz. van
Diemen,^cntemr.ban ïjet Imnhmt teïtmiinp
belö 9[ft ïjeb een oojffconftelpeit b^ief ter f)ao* be/ toaat in j)£sijiien öi'eofl aan èe f^iontine en get hïoofïeir bsrbmist; en 3pen Baöei* / ν rank van Diertien, ^cjjout baii <ZNIft/ met $ijnen neef Hugo de Groot, g£tetar# bt§ $$üf§ ban Üoïïanö/ tot boegen boo^ 3ijnebetaaunge aan* fïeïö: ik Henrick Franckez. van Dimen, doe kondt
allen luyden, dat ick angenomenhebbe Rent- meefter te wefen vanden ghoeden vandenCon- vente van Coenincxvelt, die te bcwaaren ende te ontfanghen ofte tot mynen pericle te doenont- fangen, fond er dat yemant anders daarinne hem moeyen ofte bewint hebben zal buyten mynen confente , fulex altehans een jaar gebeurt is: daar aff ick myne reeckeninge gedaan hebbe, die ick belove voertaan van jaare te jaare te con- tinueren zoe knghe ick Rentmeeiter wefen fal, ende die felve myne reeckenïnghe jaarlicx te doen achte daagen voer ofte naa finte Maartyns onbegrepen , ende voirts van myne jaarlicxe ontfanck wederomme uyt te reyeken ende be- talinge te doen, tot fulcke termynen als datco- ftumelick ende gewoenlick is : ende wes ick telcken reyfe meer by ilote van reeckeninghe bevonden zal worden ontfangen dan uytgege-* ven te hebben, dat fal ick dan oplegghen ende betaalen tot vermaaninghe van myn Heer den Proofl, myn Vrou die Priorinne ende Convent e voirfz. ende eyil dat myn uytgeven meerder is danmy- |
||||
tan Delfland. 279
nen ontfanck, dat zullen zy my bewyfen t'ont-
fanghen van heure Pachters daar my an geneu- gen fal. Ende indien dat zy luyden myne reec- keninghe binnen sjaars naar date dat die gedaan zal weien ofte voert fluyten vanden naavolgen- d: reeckeninghe nyet openbaarlicken en wraac- ken, zoe zal die felve gedaan ende gefloten reec- keninghe gelooft , geprefen ende van waarden gehouden wefen: des zal ik gehouden wefen te betalen mit geit ofte pande , ofte dat. uycerfte recht; ende wes ick in myne reeckeninghe ftel- le ontfangen te hebben , daar en fal dat Con- vent gheen coft, hinder ofte fchaade meer off* hebben , ende eer ick myne reeckeninghe ge- daan zal hebben, zoe zal ick gepacht ofte dat uyterfte recht daarinne gevordert hebben, ten waare gelaaten by beliefte vanden Proofr, Prior- inne ende gemeen Convent. Ende wat Pachters verarmpt ofte mitter daageraat rnymen , daar fal ick myne reeckeninghe mede doen, ende in myn uytgeven llellcnende fettenals betaalt, ten waare dat men bewyfen mocht dat ick verfuye- menis geweeil hadde int panden, zoe en zal dat Convent gheen fcaede daer by hebben, ende wat ick uytlegghe van ghemaaclen rechte ofte anders om recht te vorderen op ten Pachters, ende ick vanden Pachters nyet weder ontfangen mach, dat zal ick't Convent voirfz.te reecke- ninghe moege brenghen. Voort en zal ick geen dingcaelen aannemen daar dat Convent in gel- den zal, noch geen lant verhuyren , ten zie bi den Prooft, Priorinne ende 't Convent voirfz. Ende wat lant men verhuyre daar op fal men te rantfoen opelcke pont twee fcelt Hollants, daar af fait Convent hebben d'een helft, ende ick die ander helft. Voorts falick desGonvems jS 4· &ac:
|
||||
28o Oudheden en Gestichten
faacken die zy te doen moogen hebben bewaa-
ren als ick fal vermaant worden by den Prooft, Priorinne ende 't Convent. Ende aldus Rent- meefterwefende, zal ick hebben voor myn loen, coft ende arbeyt, hondert ende feilien ponden Hollants. Ende tot wat tyden hem mynendienft niet langer en geneughet, zoo zullen zymy die opfeggen vyftien of feftien . . , voor de reeckening , ende ick zal hem van gelycke we- der doen ; alle dinckfonderarch ende lift En- de waart dat ick Hendrkk Vranckez, van Diemen gcbreeckelick waerein den betalinghe» dat ge- loven wy Vranck van Diemen, Scout vanDelfc, ende Hugode Groot, Secrerarius 's Hoofs van Hol - lant, als borgen opterechten ende voldoen fon- derenighe weer daar jegens teduene. Ende ick Henrick Vranckez. belovc den voirfz. Vranck van Diemen myn vader, ende Hugo de Groet myn neef, hier van fcadeloes te houden, In oercon- de zoo hebben wy Henrick Vranckez. Vranck vanDyemen, cndcHugo de Groet, elcx onfege- woenlicke hantgefcriften hieronder geftelt, op ten vyf en twintichftcn dach van November, Anno ify8. Henrick Vranckez. van Diemen.
H. de Groot.
^>it Moofïer i$ obei4 a!ioeeï)aïbe eeutoe ten
tïjiït ban oen ^paaufcflen 00^03/ op oat öe Upno öe fïat* öaar ugt met 301100 öefcljaöigcn/ teu t&onoe toe afge^anot engefïoogt. <ên ban oat jjeerlp geöoui» $ niet anbtvg ober* geöieebeii alleen bogaevt aanoe flai{ict* 300e |
|||||
AAN-
|
|||||
van Delfland. 2 χ
AANTEKENING. \ . ί
ι. Hier ziet men dat zeker gebruik, daar wyin on-
ïe Aantekeningen op Batavia Sacra van gefproken heb- ben , ook plaatsheeft gehad in Holland. Dat gebruik beftond eigentlij k hier in, dat zekere kerken, abdyen, kloollers, in vollen eigendom aan Vorften, byzonde- re menfehen, ja aan andere kerken enkloofters toe- behoorden. Dit ging zoo verre dat zy dezelve ker- ken, abdyen, kloollers, wegfehonken, verkochten, verreuilden, en'er mede omiprongenzoo als het hun beliefde, %ang boo^ get Jonneiiïoofïer ban öe ψ&* KlooRec
monfïrettg-ojber/ 'ttoeïii ojjföoniiu$beIoge*vanciePm- fïaan jjeeft/ moet 'er een mannnihloofict ban ö^eïfoe o$er omtrent öe 3elbe piaak Monnikkcu 3e gefïaan tjebbm. mt ölyltt / ngt öe M4e0™™ Je ban Innocemius IV * m öebid&e 8g in'tveift. jaar izp.. alle öe b^fjeöen en booareeören be* befïigt / öetaeïtte 3ijne boo^aaten aan 't 3eïbe ïtfoofïer gefefionïten Jjabben. ï|et Jsonne&ïoofïer i$ onöerfcöeiöen ge*
foeeft ban ïjet j^annenïoofXer ■■> en té ooh ïaater geuotmjt·, oebrijljjetm Denö^eben/ffaanöeopöe boorige 3jjben / een nieufcue pan taais je genoemt iöO$i en bn ïjet ji&annemOofïer/ geïp oe g^oote tonijn en Opmeer *omMij« fclj$bm/ gêtimmert if gebjeeff. <Be Onïie ban Innocentius IV, itiaar ty get
bemind ober 't onöe gafïf)n$ ben ^oofï' ban liontng^beïö aanöeboïentoojo/ $ ban oen bok genden inïjonö: * Opmeer. Oper, Chron. p. 6%J. Volgens Doxhorn heek
's Konings Uythüf daar geftaan, |
|||||
Inw
|
|||||
%%i Oudheden en Gestichten
INwcentius BiiTchop, de dienaar van Gods die-
naaren, aan zijne beminde zoonen denProoft van Koningsveld, en des zelfs Broederen, zoo tegenwoordige als toekomende , dewelke daar gelohen van 'c religieus leven gedaan hebben, ten eeuwigen dage. Die het religieus leven ver* "kiezen, dienen de Apoftoliflche hulp te baatte .Lebben > Maande anders te vreezen dat de eene of andere.rukkclooze aanranding hen van 't goe- de voorneemen mogt aftrekken ; of de kracht van 't kloofterlijke leven, 't geen Godc verhoe- de, mogt verbreekcn. Hierom ishet, beminde 'zoonen in'Cbrifiüs, dat wyuwe rechtmatige eif- fchen genadiglijk inwilligen -} het kloofter van Koningsveld onder het Bifdom van Utrecht, daar gy ui. tot den goddelijken dien ft verbon- den hebt, onder S Pieters enonzeeige befcher* minge aanneemen j en om deze vergunning te bekrachtigen , ui. den tegenwoordigen brief verkenen En voor eerft ordoneeren wy dat de Order der Kanonnikken, dewelke volgens Godt ïmar den Regel van S. Auguftinm en deinftellin- ge van de Premonftreit broederen, ter gemelde plaatze ingeilelt is geweeft , aldaar ten eeuwi- gen dage onverbreekelijk onderhouden zal wor- den* Daarenboven (ordoneeren wy) dat alle be- zittingen en goederen, dewelke het zelve kloo- iler tegenwoordig op eene rechtvaardige en re- gelmatige wyze bezit, of nadeezen door de gif- te der Pauzenj, door de mildheit der Koningen of Vorften, door het offeren der geloovigen, of op eenige andere rechtmatige wijze met Gods believen zal konnen verkrygen, aan ui. en uwe nazaaten in een vaftén eigendom , en altyd on- vermindert , zullen toebehooren : van welke goederen wy goedgevonden hebben de volgende met
|
||||
van Delfland* 28$
met eigen naamenuytte drukken: de plaats zelf
daar hec voornoemde kloofter gelegen is , met alles Wat 'er onder behoort : het Gafthuis te Delft, met alles wat'er aan behoort; de lande* ryen en bezittingen dewelke zy hebben binnen hec gebied van het kafteel , door de wandeling Delft genaamd ; met de landeryen, beemden, wouden, bruiklanden , weiden, en alles wat zy eigen hebben, 't zy in boflehaadjen of in 'c vlakke veld j in wateren, in molens, op wegen en pa- den, en vorders alle hunne vrydommen en ont- heffingen. En niemand zal zich vermeetenul.de tienden van uwe nieuwe bouwlanden,diegyl.met eigen handen of op eigen koften bebouwt, en van dewelke niemant tot noch toe iets getrok- ken heeft i of de tienden van het voeder uwer beeften, af te vorderen of af te perfien. Het zy ui. ook geoorlofd kerkelijke peribonen, en vrye of ontbondene leeken, die uyt de wereld vlug- ten, ter bekeeringe (dat is tot het kloofterlyk leven) aan te neemen, en dezelven, zonder ie- mands tegenfpraak, in uw kloofter tehouden. Qok word (mits dezen) verboden dat het geen van uwe broederen,na dat hy zynegeloften in uw kloofter gedaan zal hebben, geoorloft is zonder verlof van zynen Prooft uyt dezelve plaats te vertrekken, ten zy dat hy zich in een ftrenger Order wil begeeven : en ingevalle iemand zon- der eene verzekcringe van uwen brief uyt het kloofter gaat, Zal niemand zich verftouten zoo eenen broeder op te houden. En als het land onder een algemeen interdikt zal leggen, zal'c ui. geoorlofd zynmet geilotene deuren, de ban- nelingen en die onder het interdikt ftaanuytge» floten zynde, zonder de klokken te luiden, mee een ftille ftemme, de kerkelijke dienften te ver- _ rich-
|
||||
284 Oudheden en Gestichten
richten; indien gyl. nochtans zelfde reden tot
het interdikt niet gegeeven hebt. Doch het Chrifma , den heiligen Oli, het inwijden van outaaren of kerken, de wijdzels van kerkelijke perfoonen, moeten by den Bifichop, daar gyl. onder woont, gehaalt worden : te weeten, in- dien hy katolijk is, de vriendfehap en gemeen- fchap van den heiligen Roomfchen Stoel geniet, en ui. het voornoemde zonder eenige quaadwil- ligheit wil berechten. Noch verbieden wy dat niemand binnen de paaien van uwe Parochie, zonder de toeftemminge van den BiiTchop daar gyl. onder woont , eene kapel of bidplaats van nieuws zal hebben op te rechten $ behoudens de voorrechten der RoomfchePauzen Ook ver- bieden wy dat·ui. door den Aartsbiflchop, Bif- lchop , z^artsdiaken, de Landdeekens,', of ande- re kerkelijke of wereldiyke perfoonen , gee- ne nieuwe ofongewoone fchattingen, mogen af- gevordert worden. Noch ordoneeren wy dat dezelve plaats een vrye bcgraaffenis zal hebben* en dat niemand de godtvruchtigheit en den uy- terften wille der genen zal hebben tegen te ftaan, dewelke genegen zullen zyn om daar begraaven te worden ; ten waar dat ze onder den ban of het interdikt geftelt, of openbaare woekeraars waren : behoudens nochtans de gerechtigheit van die kerken, uyt dewelke de lichaamen der overledenen gehaalt worden. Daarenboven zal het ui. uyt krachte van ons gezag vry ftaan , en geoorlofd zyn, de tienden en goederen, uwe kerke toebehoorende, dewelke van eenige lee- ken bezeeten worden, vry tekoopen, op eene wettige wijze uyt hunne handen te loiTen , en weder aan de kerk te brengen , aan dewelke dezelve tocbehooren. En als de Prooft der ge- melde f
1 - - ·
I > ~\ -
I'. *■■■'. ,
|
||||
ð —;---------------------------'----!---- ——■^^^■■é^ââ^âéé^âé
|
||||||
VAN D Å ú, F L Á Í Å>, 28^
melde plaatze , of iemand van zijne nazaaten^
zal koomen te fierven} zal mè~n daar niemand door liilige onderkruiping, of door geweld, toe Prooi! hebben aantcftellen j en niemand anders (zodanig aanteftellen) dan die door de Broeders mee eenparigheit van ftemmen , of door hec grootfte en gezondfte deel der Broederen, vol- gens Godt en den Regel van. S.Auguftinus, ge- kozen zal wezen. En om dat wy voor uwc ruft en vrede met een vaderlijke zorgvuldig- heit tegen het toekomende willen zorgen; zoo verbieden wy dat niemand binnen uwe afgeilo- te plaatzen, of fchuuren, zal hebben te roovenj of te fteelen; of bloed te verftorten ; ofeeni» menfeh vait te'houden of gevangen te neemen, ofte dooden, of ecnig ander geweld aldaar te pleegen. Daarenboven bevefligen wy door ons A~ poftolifch gezag, en wy bekrachtigen door den tegen- woordlgen vergunbrief, alle de vrydommen en ont* bevingen, dewelke onze Foorzaaten, de Roomfcbe Pauzen, aan uw kloofier vergunt hebben; mitsga- ders de vry heden f ç ontheffingen van wereld fche fihat tingen, dewilké eenige Koningen, Forften, of andere geloovigen, »ƒ; op een redelijke wijze verleent hebben. Zoo ordoneerenwy dan dat het geenen menfeh geoorloft zal zijn het voornoemde kloo- fter te benadeeleu; ofdeszelfs goederen weg te neemen ; of zodanige weggenomene goederen op te houden j of het zelve kloofter, op wac wyze dat het zy, tequellen: maar dat alles ge- heel en ongefchonden moet bewaart worden voor het vry en volkomen gebruik der genen, Ivoor welker beftieringe en onderhoud dezelve
goederen gegceven zijn geweeft; behoudens het gezag van den Apoftoliflchen Sroel, en de re- gelmatige gerechtigheit van dcn.Biflchop der f?sv kerke |
||||||
I
|
||||||
1
|
||||||
2,86 Oudheden en Gestichten
kerke aldaar. Overzulks indien eenig kerke-
lijk of wereldlijk perfoon beftaan mogt dezen brief onzer ordonantzie opeen onbefuisde wijze te overtreeden enz, Gegeeven te Perugio, door handen van Meefter fFitbelmu'r. . . Onderkant- zelier der heilige Roomfche Kerke, den 11 van Oktober, in de elfde indiktie3 in 't jaar van 's Heeren Menfchwordinge 125-2, , in het tiende jaar desPaufdoms van myn Heer Innocenhm IV. ©*w na boïgt'er til ïjtt boo^eitiülöie onge*
Ruftte boek ren Jbuïle ban hm ï&oumftljm j^au$o)Johannes; oaai· g^ iseii $$aoft ban Koning^belö in he öefïtenoge ban 'totioegafï? ftiti£ öcbcfïiflt j tn gent frbrdt 3ijn öefïe u boen om oc goeiwren öe$3dben gaf!!)tu£/ hit ügtm onfregoöilpe .toij3e becb^cmt toaren/ hjeöerom te Krijgen. JO'hannes , de dienaar van Gods dienaaren ,
wenfehtaan zijnen beminden zoon den Prooil van het kloofter Koningsveld, 't welk gewoon is door eenen Prooftbefticrt re worden^ en on- der het Bisdom van Utrecht behoort, de ziilig- heit en denApoftoliflchen zegen. Dewijl de gebeden van onze befcheidene zöonen, de al- tijdblyvende Provifers van S. Mariaas gafthuis der armen te Delft, onder het Bisdom van U- trecht, 't welk gewoon is door Pro ν i fors be- ftiert te worden ( welke Provifors de goederen Van 't gemelde gafthuis in % gemeen beftieren) uyt kraehte van dezen brief dat gy zult trach- ten de goederen van 'c gemelde gafthuis, de- welke gy zult bevinden dat onbehoorlijker wy- 2je vervreemdt of 't zoek gemaakt zijn, weder onder den eigendom en het gerechtelijk bezie van
|
||||
van Delfland. 287
van *t zelve gafthuis te brengen. Ten w eiken
einde gy de tegenftreevers door kerkelijke ftraf- vonniflen , zonder plaats aan hooger beroep te geven, zult beteugelen; en de getuigen dewel- ke u opgegeeven zullen zijn , indien zy uyc gunft, ot haat, of vreze , niet willen verfchiji- nen , zult gy door diergelijke ftrafvonniflen, zon- der plaats aan eenig beroep te geevcn, dwin- gen om getuigenis aan de waarheit te geeven. Gegeeven te Avinjon, den 1. April, in'c elfde jaar van ons Pausdom. ^00 öïpt ban ngt ijet #t$tibt bat öe φ&ααην °= **:
ftmi-mmimMmi of Ikattonniïtiien öaar (χ) b^oe* mot!ftr"j~. jm sngefïeit φ aï§ öe ^emonftreit-nonnen of- 7^Γ te™ fóanontifófteffcn, $&aav ög imclj geboegt nan tooien öat ίορ öe &%Mftm beel b^oeiger becps^ aIs mm biuöeii/ en opgegecben ijtbbm/ a$ Ö0t^tenion- |
||||||||
aUftiflTai. Opmeer bcrjjaaït öat öese ψjemon*'
|
«en.
|
|||||||
fït-eit monmMen Ö003 ïiotmig Wiikm itaac
Jkiööeïöurg B^onten syn / om ijet ntoojïec ban eenige ongeöouöene töcgitïiere ïtanonmis* fcen in öe3it te neemen : en öat ïjun niooftec (te uoeeten öat ban öe ]&;cinonffreit-niotmife hm) in ten gaf!- ofskhïpiïg i$ beranöert ©oeft bit ïaatfïe bergaalt ög sonöer 3jjnen 3eg£mati δη te tym$tn> en ban öat gaftïju$ tocetDirfc. van Bleiswyk , llQClj CtWQC ï}iftQVi-fcï)$tier§/
geen eeniöoo$ te peggen, S^aarenbobei^eggeii
Heda en Bokkenberg öat öiej^emonfïreit-ïia* nomiihften ontboöen 3tjn ngt & Michicis ab* öge te Hnttoerpen : 't fcueln Buchelius, obec Heda *fcï)$b£!!öe/ be^etet öataï gebeurt i§ m 't iaat 1 ixi. Honing^beïö/ geftjn wgt 0113e lp btt |
||||||||
ïSs , Aantekeningen op dê
|
|||||
J^oojïen öïpt/ tytft nocïj langen tijd baat?
na/ en tot tjet jaar 1570 toe/ onoeeji^oofien geffaan 3N jonnen/ 3ooa$HcnricustTha- boiica behaalt/ 3yn öaar onder Riclwdis Ho* ning Wiliems nieni eerfï ingefMt in 't jaar ix65 i fjcefcoel 3uïïi^ bolgen^ anoere (φψ btv§ gefe öieöt sotiöc $jjn In 't jaar 11 s τ ja 11 f ι ♦ <én belief ban $*οειϊιηϊ Willem, ftaar&gijjrj ^ciicre ianögoeöeren en inftomfïen aan öie gïaat$ öebnjtï/ i^ niet out?eraÏ£Ï)etjaaria)-u r Chron. lib, 8,
AANTEKENINGEN.
i. Dit is zekerlijk JohannetXXlL gewQzft.Johanncs
XXI, heeft niet langer als eenige maanden , geregeert; daar de Paus 'Johannes , van wien wy hier te fpree- ken hebben, fijnen brief aan den Prooft van Konings- veld gefchreven heeft in 't elfde jaar van zijn Paus- dom, Onderde voorige Pauzen, die den naam van Jo- hannes gevoert hebben, was het kloofter van Konings- veld zekerlijk nog niet opgebouwt. Wy hebben ganfeh geene reden om dezen brief van Paus Johannes fn twijffel te trekken : en 't zoude geen rechtfehape oordeelkunde, maar eene rerkeerde knibbelary en on- beiuisde knoeyery zijn , oude brieven met groote zorgvuldigheit bewaard , zonder eenige reeden of fchijn van reeden, en enkelijk uyt eene ongegronde hardgelovigheit voor verdagtuyt temaaken. Ik moet hier evenwel aantekenen, zonder eenigzinsop' dezen briefte zien ofzonder mijne aanmerking op denzel- ven brief geduidt te willen hebben, dat deze Paus niet gelukkiger is geweeit als veele andere Pauzen: ik wil ï-eggen dat 'er al verfcheide brieven en gefchrif- ten op rekening van dezen Paus geflelt zijn \ waaraan hy zoo weinig deel gehad heeft, als de Paus die noch gebooren moet worden. Het m1 in eene zoo teere en netelige zake veiliger zijn de woorden van een geleerden en vermaarden ]efuytte gebruiken; als eene waarheit , daar eenige verkeerde yveraars zich mif- fchienaan ftooten zouden, met mijne eigen woorden VOOÏ
|
|||||
ËF^éHivYviNG van Delfland. ±§φ
voor te ftellen. Zoo zegt b Papenbroch'ius dan "dat
" het langduurige Pausdom (van JobannesX.X.11) veelé iJ brieven en bullen uyrgelevert heeft · dewelke tèii " deele door hem zelf voorgedicht zijn; tendeeledoor "andere (Bedienden) op zijnen naam zijti öpgeftelt, "Dat niet alleen de flijlv, gelijk zoo eeri geleerden "Paus bet..amde, ernfthaftlg en cierlijk is; fnaar ook "het Latyn (der zelve brieven en bullen) netter eri "zuiverder is als men van die tijden verwachten zou- "de. Zoo wie maar eenige van die brieven , zegt hy "vorder, met eenige aandagf geleezen zal hebben» "zal aan (ronds en zonder eenige draalinge verwer- "pen eenige geichriften in eene onbefchófte brabbel- "taal opgèfleld; dewelke met een grooten ophef1 en "gekraak van fommigemenichen aangepreezén en be- " weert worden. Zulke menfchen zullen miiïchien "daar toe aangezet worden door eene zekere Zucht 3> om de godtvruchtigheit te bevorderen. Maar daar: "ipeelt ook eenigzins een ander inzigt onder: en zy " zoeken zekere gevoelens of vooroordeelen , die zy "opgevat hebben, aldus door een hooger gezag opi "te beuren en gangbaar te maaken. Maar dewijl aa» "dere Schrijvers hun genoeg beantwoordt hebben, "zouw het on nood fg zyn eene afgehandelde zaaii "wederom te verhandelen. Wy gelooven dat die by* " zondere godvruchtigheid tot de H. Maagd en Gods " Moeder Maria , dewelke zy beweeren dat door di'er- "gelijke fchrifren' voortgezet kan Worden, door zod' "veele wonderdaaden van Godt beveiligt, enmetee- " ne zoo algemeeite goedkeuringe van de geloovigert "aangenomen is , dat ze door zulke .onzekere of He- "ver ongeloofbaare hulpmiddelen mef. behoeft orider- " fteuut te worden. Die de difpuiten over de zoogenaamde Za.tefdaag-
fehe Bul Ie , en over de gewaande goedkeuringe van" Johannes XX'If \ geleezen hebben, zullen wel vaiteti waar dit henen wil. Wy zouden noch meer vödde- fchriften , deWelkeden zelven Paus toegefchreeveri ,· endoor fommigePreekers,om de glorie van zekere Or- der te verheffen , geduurig .te pas gebragt worden, konnen opgeeven. Doch hier toe 2al zich wel betef gelegendheit opdoen. y Papenb, cötfitü Glirbnic·hfffrir. ad catai.Font.R, in .to %U
|
||||
zyo Aantekeningen op de
$A.Oeze zaaki en het ftichten van de?Abdy opKo-
ninks-vcld , is redelijk duifter. Alle onze Schrijvers^ die van Koningsveld fpreeken, getuigen eenpaarig,en als viyr eenen mond , dac Vrouw Richardis, Koning Wïllems meuye, dewelke fommige ten onrecht voor IVillems zufter houden, het zelve geflicht heeft in of om- trent het jaar li.fi* Geen van allen, Of meer alleen, zoo ik het wel onthouden heb, maakt'gewag van een Man* «en klooikr, 't welk daar ook geftaanzoude hebben. Echter word ons hier door den Heer Auteur een brief opgelevert van Paus InmcemiusW7, getekend in 't jaar 1x52, en in het tiende jaar van zyn Pausdom; uyt den welken fchijnt te blijken , dat 'er voor het Nonnen- kloofter een Monnikken-kloofter, of liever eeneAb- dy van de Premonilreit Order, had geftaan. Ikzegge, lang te voren : de brief is getekent in 't jaar 1252: Innocentius IV is Paus geworden in 't jaar 1242: ert nochtans fpreekt hy van vrydommen ex onbelaftheden, dewelke zijne voorzaaten, de Roomfche Pauzen , aan 'i zelve kloofter terleent hadden. De woorden leggen'er, en lijden geene uytlegging. Het jaar van Chrïftus, en van de Pauselijke regeeringe , de indiktie, en alles, is zoo net en klaar uytgedrukt , en koomt in allen deele zodanig over een, dat 'er van die kant geen uyt- vlugt gezogt kan worden. Men ziet hier uyt, indien dit doorgaat, hoe.dat een enlteld Schrijver , gelijk: Opmeer in dit geval, iets geweeten of ten minfte be- fchreeven kan hebben, daar alle de andere Schrijvers geen kennis van gehad, of geen gewag van gemaakt hebben. Tot noch toe is de zwarfgheit zoo groot niet: on-
it Schrijvers konnen het (lichten van het bekende Nonneklooiler op Koningsveld vermeldt hebben, om dat het voor eene zoo rijke eirvermaarde abdy wierd gehouden. Zy konnen het (lichten van het Mannen- fcloofter verzwegen hebben,omdat het van geen groote
vermaardheit was; en het hun voorneemen niet was, de (lichtingen van alle klooftere op te haaien. Maar* om nu niet aan te raaken wie de (richter van het Man- nen-klooiler mag zijn geweeir, twee zaken zouden echter te onderzoeken (laan: ten eerde of het Vrou- weri'-kloofter gekomen is in de plaats van het Manuen- kloofter j dan of het twee onderlcheide gebouwen ziin
|
|||||
,
|
|||||
Beschaving van pEtFL^ND. 2gi
k/'jn gQweeil. Ten tweede , waar de Premonfireit- heeren of Norbertymn , 't zy dat ze op Koningsveld! bf elders ge woont hebben , vervaaren zyn. Wat het eerite belangt, pnie Schrijvers zeggen doorgaans dat Vrouw Rtchardu van Delft (want zoo Wierd zy door- gaans gcnpemt) gelucht en gedmmert * heeft eert klooiter, 't welk Koningsveld genoemt wierd. Dus fpreeken de groote Kronyk van Nederland ^ Coktbo± HeKricHsThaborit& , enz. is het huis door Richar- dis. genmmert, zoo zou men moeten redeneeren,zoo hebben daar te voren geene Monnikken, of Kanon*- iiikkert, of Nofbertyneri, ofzoogy hen anders noe- men wilt, konnen woonen: en word die naam Ko- ningsveld, gelijk het fchijnt , afzonderlijk en als 'm eigendom aan 't Nonnekloofter gegeeven ; zoo fchijnt dezelve naam niet toe te koomen aan het Mannen- kloofter. Daarenboven zou het iemand heel waar- fchïjneii'jk konnen. vóorkoomen dat de naam Konings- veld aan de Abdye der Nonnen gegeeven zal zyn> öni dat Vrouw Rhbardis ïsTeef, te weeten Graaf Willem Ify tot Iioomfchen Koning gekozen was, en groote ver- keringen aan de Abdye had gedaan. Dit zoo zijnde ^ kaft die benaamiftgep.het Manneklooiler, 't welk veel f ouder dan die verkiezing was , niet gepaft hebbeoi jEiud.eljjk fchrijft Meter % Opmeer , dewelke, gelijk jsew.ezen. Is , vap cjit klopirer beter onderrecht is ge- ^/eei.i a]s ç Ì e onze Hiftoryfchnjvers t'zamen , dat ICpumgsveld aan de Zuidzijde van de Premonilfeit- J^anonnikken heeft geilaan. Dit alles zoude zoo on- hebbelijk;.niet fphijhen ; en zal miiïchien al eénigeri ingang by fommigen gevonden hebben. Maar de ge- melde Bulle van Innocévtius verbrodt wederom alles* en doet zoo veel? waarfchijnelijke giiïïngen met eeii regeltje vervallen en verdwijnen. Want die bulle is ■ . ■ ' ■ ' ; ' .■■■■■■■■ ■ - ; ' f. '„. : i ■ . í ;. f
* Ricbardis .. *. rrioriafteiiufii pucll-irum . Ordims Pree-
monftrar, in aljddio patp'mcnii iui, o,uod Campus RegaJis dii «ifcitur i aediiicaie ccepit. Chrun.Wagn.pag.14S. H. Tha« bprjta ap.ud Ant. Mactii. Anal. r. vï. Sec. t Willem ÏI, is rot Keizer verkooren in 't jaar i?4f. ÅÝß
Volgens den brief van innocentius IV, gelijk boven beiye-S ten is, mot t 'er het Manneiiklooftcr al lang geftaan heb* hen voor liet jaar ÀéÞé* ß ñ*å cm
|
||||
291 ''.Aantekeningen op e>E
door gemelden Paus gefchreeven aan den Prooft eil
den 'Broederen van Koningsveld : en in den brief, gelijk boven al vermeldt is, worden allede voorrech- ten en vryheden vernieuwt of beveiligt, die de voor- zaateii van Inmccntius aan 't zelve kloofter gefchon- ken hadden. Zoo fchijnt het , indien men eene on* wedcrfpreekelijke bulle gelooven zal,dat'er een kloo- iler Koningsveld geftaan moet hebben voor het ge- melde Nonne-klooller. En het fchijnt ook dat de naam Koningsveld niet van de gemelde verkiezinge, maar elders van daan gehaalt zal moeten worden,enz. Echter behoeft het zeggen van Pieter Opmeer, dat het Nonnekloofler aan de zuidzyde van de Premon- itreitkanonniken geitaan heeft, noch niet afgekeurt te worden. Koninsveld zal waarfchrjnebjk de naam z?jn geweeflvan het land, daar beide diekloolïers op gedaan hebben : en dus zullen beide die klooirers, 'naar den grond of de plaatze, daar ze op getimmert waren, den naam van Koningsveld aangenomen of gekreegen hebben. Waar uytdan vorder volgen moet dat het twee verfcheidene kloolters en gebouwen zijn gewecfr. In eene duiflere zaak moet men zien, wat 'er met demeefte waarfchijnelijkheit gezegt kan wor-, den.
De tweede vrage, waar die Premonftreit-kanonnik-
ken vervaaren zijn , koomt niy noch duifterder en onzekerder voor. Üyt devoorgemelde bulle van In- nocentius IV. blijkt dat zy de Abdy Koningsveld noch in bezit gehad hebben in't jaar np; en dat zy toen noch weinig Üaat maakten van te vertrekken , of hun kloofter te laaten uytllerven. Want even te voren, gelijk fu de gemelde bulle te leezen ftaat, hadden zy verzocht onder de Pauifelijke befcherming aangeno- men te worden: zy hadden verzocht, en ν erk reegen-, dat de Regel van S. Augufttnus daar ftand zoude hou- den; dat ze in't bezit van alle hunne goederen, lan- deryen, vrydommen, enz, zouden blyven : dat het niemand vry zoude (laan hunne wcgloopende Broe- deren aan te houden ; dat ze, in een algemeen inter- dikt, de kerkdienlkn zouden mogen verrichten ; en al war vorder in dezelve bulle uytgedrukt iïaat. Dit is geen teken dat ze byna uytgeüorven of ganfeh ver- zwakt waren. .. Maas
|
||||
Ï3 ESC H*RY VING VAN DELFLAND, :Ζγ%
Maar wat is het dan te zeggen, dat'er, na het
/lichten van het Nonnekloofter, van dat Kanoninkr kenklooiter niet meer geleezen word? Wat is het t-e - zeggen, dat de Proo/l van het Nonuenklooiter, die de p.afto.ry van Pynaker te vergeeven had, de Faüoors altijd ging haaien uyt de abdy van Marienwaert; in- dien hy daar zoonaby, enneffens het Monneklooiler, jKanonnikkerj van dezelfde order had woonen? Watis het te zeggen dat de Prooft van Koningsveld, in ze- ker gefchil met de Nonnen , de zaak vereffent heeft door bemiddeling van den Abt van Mariê'nwaert; ,en dat, indien 'erweder eenig verfchil mogt opkomen, alles zoude ilaan ter verklaringe van den gemelden Abt vari Marien waert? Als'er twee klooiters van de zelfde order, het eenevan Monnikken het andere van Nonnen, dicht by malkander liaan ; ?€ het een vafte wet dat het Vrouwenkloofter altijd itaat onder het ppzigt van het Mannenklooiler Zoo een fchielijke verandering moet een fchielijke oorzaak gehad heb- ben. Zouw het dan niet te bedenken ilaan of Pieter Opmeer het zoo qualijk hadde, als hy fchreef dat Kor ning Willem de gemelde Kanonnikken naar Middel- burg heeft gezonden, om de plaats vaneenige lofTe en ongebondeue Kanonnikken iii bezit te neemen : te meer daar üpmeer\ gelijk gebleeken is, beter befcheid van Koningsveld gehad heeft, als de andere hiitori- fchryvers. Het is waar dat dit verdryven van de Middelburgfche Kanonnikken veel vroeger is ge- fchiedt; te weeren., naar Buchelws rekening,, in 't jaar tui: en dar BiffchopGodebaldmeenige Premonfireit?· heeren van Antwerpen ontboden heeft, om de plaat- zender uytgedreevenè Kanonnikken te bezetten. Maar- voor eerd zullen de Michielsheeren van Antwerpen waarfehijnelijk,zoo een groot getal niet hebben kon- nen miflen. Ten tweede is het zeker,gelijk onderde» befchryvinge yan Middelburg aangetekent llaat , dat K'onmgWillem as abdy van Middelburg merklijk ver- betert, vergroot, en met ïnkomiten voorzien heeft, is het dan zoo onwaarfchynelijk dat hy daar eenige noch overgebleevene Norbertyneu, uyt de abdye van Kor nmgsveld , naar toe gezonden heeft , om daar een deftige en volkrijke Abdy van te maaken ? En dan zouw Opmeer zich ζ,οο qualijk niet uytgedrukt het> € 3 ben,
|
||||
f94· AAStEKESlNGEJt O» 13 E
ben , dat de PremonuYeitheeren van KohirigsVeld
daar naar toe gezonden waren, om de plaat/en var» eénige loiïe en ongebondene Kanohhikken te bezet- ten. Die plaatzen waren ten deele, maar niet voir komentjijk, bezet door de Mtchïelsheeren. De noch openftaande plaatzen wierden door die van Konings- veld gevult. En dit kan ook de reden zijn dat Ko- ning Willem hetvergéeven van Zöoveélc pafloryen in Holland aan de abdye vSn Middelburg géfchonkeri heeft. Die paftoryen zullen naar allen fchyn te voe- ren vérgeeven zijn geweeftdoor deKahohnikkehVan Koningsveld : én dié Kahohnikkeri, haaf Zeeland vertrokken'j' zullen dat recht door WUU'msv$ïgu\\m\\- gè behouden hebben. <" Dit dunkt thy, behoudens beter oordeel, hét waar*
fdhynelijkfle te zyri, 't Welk in éehë zoo durftere za- ke gégi ft kan worden. En wy zullen het, met allé ©nze Schryvers, voor vait en zeker blyveii houden, dat Vrouw Richardis van Delft, by anderen van Hol- land genaifnd , het Nonneklooftéf. op Koningsvel^ heeft gefticht, SCHIPLÜY,
%n fomnuge Ö^seben Schypiiede, enöj? Al-
ting Sciepleda genaamtl/ i$ UU ÖO^p tuffcijCH
^üft en öe $Haa$ of |i$aa£Iant)-fui!& %e$
É a! tentpe ban Ókttfk v. oehehö gctoeefl Witter öen tegein^o^ingen naam ban Schipl tiy: ilatit in tcïitn open*Ö|ief ban | jaar 1083 binöC men öen naam ban Schipiuy öutoeïp ngtgc* ψϊν gaat get öitöe fïottotenbnrg·, 'tm\h
ttoo> oiibcVÖotn berbaïien / en öóoj oen oo|ïog fïkmocft/ hootüt^zmü balittenenteg booè ÉCfl geöeeïte toeberom opgejjaaït $♦ Sfn 't jaat; 1460/ nafjetngtfïeubenbani»at geflagt/ geeft jjjet fïot Me eigenaar^ getogen* pm Set HartSiiiserl ffïödfïei?/ IA fö niw
ieïdooö
|
||||
•
|
||||
Beschryving van Delfland. ip5
teïöooö ban 2$2oei»et: Jooft, öetacïfte öiet? toe-
fceromöefcij^ben too$/ geööen w$ öotiéii on^ AANTEKENING.
Wy hebben in onze bemerkingen over de α Öud*
heden van Rhynland de volgende Aantekening op Rhynsburg gemaakt: Rhynsburg is wel eer eene fiad geweefi : waar van wy onder Kenenburg wijd- loopiger zulten fpreeken. Toen ik dit fchreef had ik Klaas Kolyn noch niet geleezen , en fteunde op het fchryven van Lambertus Schafnaburgenfis ; te weeten dat Keizer Hendrik III, tegen Dideryk IV. optrekken- de, den Rhyn in Vriesland met zyne Vloot opgeva- ren is ; en daar twee fterken fteden, Rhynsburg en Vlaardingen , ingenomen heeft. Ik wift wel datiSï- fnon van Leeuwen dit zeggen van Schafnaburgenfis niet óp Rhynsburg onder Rhynland gepaft wit hebben; maar dat volgens hem door dit Rhmoburgum verftaan moet worden Kenenburg. Maar de redenen vanSi· pion van Leeuwen quamen my niet fterk genoeg voor, om van 't gemeene gevoelen af te ftappen 5 en om Rhynsburg óf Rhenoburgum te veranderen in Kenen- burg of Kenoburgum. Ik nam des te minder acht op zijn zeggen, óm dat hy van Douza febynt te fpree- ken, als of die ook tot dat gevoelen zoude hellen: daar Doüza nochtans, gelijk DominehPars al voor rhy aangemerkt heeft, op de plaatze die S.van Leen- iven opgeeft geen enkeld woord van Rhynsburg of Kenenburg gewaagt. Daarom dagt ik het zelfde dat Domine Pör/dagt; te Weeten dat ikhet zoo lang met het oude gevoelen zoude hoüden,tot dat 'er beter bewy- zen voor Keneburg waren. Maar als ik het zeggen van dèw Heer /Idriaancvan der Goes naarder overdagt: té Weten dat Kenetibürg in dé oude kaarten en pampifcM ffen'dikWils afgebeeld en vermeld (raat, als leggende èiri den Rhyn : als ik daar by den Teetfieen van P* - -"i-w··* '■·'■,' ""_ ' ■ "'■ ■ ■ i
> * p?*gi f4S.
. b Rhynsb. Oudheden p. 320»
c S. van Leeuwc.u Batav. llluftr» ρ. 116. tig'i ■:. < £ 4 Seri"
|
||||
%9§ Aantekeningen op de
Scriverius over het Goudfche Kronijkje in handen
kreeg, en daar het volgende vonnis van Scriverius las, "beter zouw daar (by LambertusSchafieaburgep- 91 fis) voor Renoburgumgeleezen worden Kenoburgunt ^ oïKeeneburg; alzoo dit op dezelve plaats gelegen ist "en Rhynsburg hier niet te pas kan koornen enz." Als ik, zegik, ditt*zamen b#gonte knoopen, iiond ik verlegen; en wift niet welke party dat ik beft k''e- fcen zouw. Eindelijkkryg ik Klaas Kolyn'm handen; en zie met verwonderinge toe dat hy de gifiïng van Scriverius duidelijk beveftigt; Ti dage, zegt hy, wurt Kcr.cnburch en Fleretelingen
%'errafi. Hier mag ik niet langer hardebpllen; en wil de wa-
penen gaerneneer leggen: nlaar of ik daarom beken- nen moet dat Kencnburg den naam plagt te voeren van Rhynsburg, en voorde waarheit aanneemen moet dat dit zelve Kejienburg eenftadis geweeft, dat "zou- de zyn bedenken noch hebben. Ja ik durf zeggen dat dit een loutere giffing zoude zyn, en door onze Schryvers niet bewezen kan worden, 't is waar 't gene/Co/y» van Kencnburg fchryft, dat fchryft Schafr \ naburgenfis van Rhynsburg; en dit Rhynsburg word van den laatitenSchryver opgegeeven voor een valte ftad. Doch dat maakt geen vafi gevolg dat beide die Schryvers van eene en dezelfde plaatzefchryven. Hoe menigmaal gebeurt het dat twee Schryvers, iemands dood , of een veldflag , of iet anders verhaalende, iiietovereenkoomen ontrent de plaats daar de dood of 700 eeii veldflag voorgevallen is ? Om in de zelfde eeuwe, en hy dezelve Schryvers te blyven ; Lamber*. tus Schafnaburgenfis, daar hy den moord van Hartog Covert of den Bultenaar verhaalt , fchryft dat hy te Antwerpen doqdgeftoken is: Klaas Jüolyn, den zelf- den moord vertellende, fchryft dat hetteDelit is ge* fchiedt. Daar uyt volgt niet dat Delft oyt den naam gevoert heeft van Antwerpen , of in Brabant gele- gen was : maar dat die Schryvers in de plaatze var» malkander verfchillen : zoo is het ook gelegen mee Ehynsburg en Kenenburg. Of men nu op het zeggen van eenen Schafnab. Rhynsburg voor een oude iiad ynpet houden, is. een and.er verfchil. |
|||||||
*. V$n
|
|||||||
*" V" ' «,!<♦., . . 1
|
|||||||
BESCHRYVrNG VAN DELFLAND. Itf
2. Vaneen verfchil, te Schipluy over het offeren
onder de Mis voorgevallen, vinde ik het volgende by Simon van Leeuwend aangehaald. „Wy Willem , Grave van Henegouwen , maken
„ kondt dat een Parlement was tuilchen Arnout van Ho- ijdenpylm fyne broederen aen d'eenezyde, en Ja». „Cappaertsfoone opd'andere zyde, omdat vooroffe-. 3} ren, en voorpacht te nemen van hemen harewyven sjteSchipluyde in de kerke, die fy aen beide zyden „aen ons bleven te befcheiden. Waar af wy ons „ leggen vaten, en feggen, dat Arnout van Durpe zal ,j bevoren offeren, en pacht nemen , daar naden oud- 3, ften broeder van Hodenpyl en desgelijken hare wyven» „In oirkonde. Gedaen in den Hage 1313. Wat voor-offeren te zeggen is zal een ieder wel vat-
ten. Want het is bekend datmen onder de parochi·', miiièn ten offer plagt te gaan : zijnde de gewoonte in de oudffe tijden der kerke geweeft, dat men brood en wyn ter verrichtinge van de Altaar-geheimen of- ferde. Naderhand is het offeren van brood en wyn verandert in't offeren van geld. Maar wat zal voor- pacht en het neemen van pacht beteekenen ? Voor eerft plagt de Priefter, onder of na de Mis, eenigeftukken: gewijd brood, eulogia genaamd, onder de geloovigen uyt te deelen : welke eulogia aangezien wierden als een teken van 't allerheiligite Sakrament. Dus kan het pacht neemen beiUan hebben 'm het aannemen van dit gewijde brood. Maar war Qvereenkooming heeft dat gewijd brood
met pacht? Zoozou ik dan liever gelooven dntpacht een fcaiterd-woord is ; 't welk in die middelde eeu* wen, als men zoo keurig op de taaien niet en viel,τ ep meeilalle Latijnfche woorden in Duytfche,en Duyt- fphefn Latijnfche dooreen verdraaiden uytgang veran- dert wierden, genomen zal hebben voor pax. Want vanouds was het de manier dat onder de Mis , tegen het ontfangen der H. Kommunie, de kus van vrede gegeven wierd aanalle degenen die de H.Offerhand© by woonden. Op fommige plaatzen, wierd .deze kus eerft gegeven aan den Diaken , die dezelve gaf aan d fiat, illuftr. pag. 98 f♦
% 5 den
|
|||||
*
|
|||||
498 Aantekeningen op ρε
den Onderdiaken , enz; Nu is het bekend dat dit
otteren, en het ontvangen, zoo van de gewijde brood- jes als van de vrede-kus , onder die rechten gerekent worde, waarindeaanziehlijkireperfoonen den voor- rang e hebben. "Het gewijde brood , zegt f zeker '*Schryyer , word doorgaans aan de Heeren der plaat* "zen, Edel-luiden , en andere Amptenaaren, aan- ** geboden volgens den rang vart hun gezag en bedie- " ninge. tiet fchynt echter dat het rechtmatiger zou- **de zijn dat het den eeritkomende, 200 als dat ge- "viel, uytgedeelt wierd gelijk het in de uytdeelïnge . van 't H. Sakrament, waar van dit brood een afbeel- " is, dagelijks gefchiedt.'* Maar tegenwoordig noch word op die voorrechten zoo ftyfgeitaan, als voor deezen. tioe dat de Kerkvergadering van Trenten nauwelijks heeft konnen begonnen worden, om dat de Gezanten, van Vrankrijk en Spanje, in 't ontvangen Vim de vrede-kus, voor malkander riiet begeerden 'te wyken, ftaat onder anderen wydloopig befchreveh by den bekenden Wiquefort,. Vorder ttaat hier aatt te merken dat dit gèfcbïl door
den Graaf afgedaan is, eri niet gebrast is voordeker-r ïielijke Viétfehaar: want déze gefchillen worden ei- gentlijk niet voor kerkelijke gefchillen aangezien; të meer, dewyl zy doorgaans over het bezit, tof als be- 7.it, loopen: Welke geFehilleri, zoo in Vrankrijk als ïn Nederland, voorden WereldfclVeh Rechter afgedaan worden. Echter kan het gëfchil over denigfe zödaa- ntge voorrechten zodaaöfgtyn, ddt de kerkelijke Vie'r- fchaar daar in gekent zou. moeten Wordfen. ÜhdeÏ ïbdaariigë VööftècHtên w'örd'btok gërekèht,.'èerit van allen met de Wy^qüaft, of"'! gewijde Water,; beipfoeit te worden. Zommfge Heërén Vah dorpen, ik Weet niét door wat geeft aangedaan , wiliéit van den Prieftér niet bèfproelt worden; niaar willen hun dè wy-cjuaft in handen gegëévéri hebben, omzichzelven è Vide Dömiri. van Efpèn in Jü* Catn inf,i, tit, f, bé köf
ét Jurib» honórif. Jibi l, tap* i i. ƒ Maredia l des dtoits honorifiques.
te
|
|||||
:>:
|
|||||
Beschryving van Delfland., 199
fe befprengelen.g Ja zeker Heer nam de zaak zoq
hoog } dat hy den Priefter die hem de wy-quaft niet wilde géeven,voor het Parlement van Parys dagvaai- de. Doch deFranicheüeeftelijkheit liet'erzich aan 'gelegen leggen ; om dit een kerkelijk gefchil wa$, loopende op de ceremoniën en kerkgebruiken. Die hooge Raadvergadering heeft de zaak ook alduS be- greepen , en den daager naar den Biffchop van ToloiU ze geweezen. Zie het zelve verfchil onder Leider- dorp. g Zie fevrer. tJe abufu I, 4, c. j* n, f» en Van £fpeu iri Jas
Can. pact. ï% tic, 2.^ e. 7. Η E Τ W O U 0.
Het i$oüö / fomtotjlen ooft get tffififatié ·£ wowfc
genaamö/ j$ een tuigje niet beecebanbeito. Bokel Kornelisz. een <2Mbeitaar/ 'fBattlttt
inbt&obt$tlmb§tit/ J&afïoojbanöetóöji
'tji&oim / geeft UlQtng get ÈÜMhm ban ValeriusΛ Andreas tmt ï>ew| JjefilCgt UI'£ ΜΦ
jie ftolïegie.
abTsWoüd f:
$tet$iootit geeft oen Hötén tfan «égmottt?
boos öee3en toeöegoo#/ enfcao$ te^éittoioo^öiö $οοέ öe loanöeÏHig gerioemt Jpacjjfow. MAASLAND en MAASLAND -SLÜtó.
I^aa^ïanö/ m 't %at\jn Mafalanda , m fig htvkofiinQ Maflanda, moet onbtrfcöeiöentoó^?ar,ocfli"
ken ban 5t ïanö ban mm / óo& op φ %& Euiïïl tttafcg Mafalanda crenaamö/ 't tóeïft geleden i$ aan öe fiftiftttgfte ban &e 35obeiwtiaa£/ öaa* Dit
|
||||
300 Oudheden en Gestichten
Ut firoom 3icf) aüereerfï vntt be ïl^aaï ber*
mengt 0fn eenen ï$ef ban Willem I, ban't jaar mi / ftaat jpaa^ianb bermelb/ aï$bg ^iaarbnigen gelegen. '3[n een öiaffertbanbegoeberen berfttreeïjt*
fcge ï*erïie tooien aüe be tienben/ onber '0aa$* ïanb beöobreribe / roegefcfeeeben aan be tl* trecötfclje ©omfterfec· 9[n 't laar 108?. Beeft <t5^aaf oideVyk V eemge goeberen / onber jBaa^ïanb tuffcöen ^cöiphiy en be $&aa$ gelegen / aan be teft ban «Ëgmanb bereert €>e nern ban jfêaa^Ianb/ gebbenbe een fcgeiv
pn of fpït$en toren / \§ ter gebagteniffe ban öe ^ Maria Magdalena ingeiöijbt: en ifin 't
jaar ίι|ι boo^^aafWiiiem 11, betoeïiienai
öerjjanb iïoomfcï) toning geiwben i§ / aan ïie ftibber^ ban be ^ugtfc&e '0jbtt gefcflon; gjn een ïjanbfeg^ift/ raanenbe get spenen-
ftïpp ban <2Mflanb/ en onber mg öernfienbe/ imibe ih aangeteltent bat er in be ^arocïjiEserft ban |&oa$lanb/ aan't outaar ban ben i|, H# pojïel Andreas en ban be i|. Jj&aagb Elizabet, ttm &?eöenbe of aïtijb-bnurenbe biitarg tria£ gefïicfjt: en bat be $inar$gei}ouben toa$ tuee* hüifig ttoee paffen te Ïee3en. ï§et tofïerfejjau / fïaanbe ter bergeebinge
ban be <0,?aben / ö^agt jaarlp^ eïf följijnfeöe 0tifben$ op* (Ce jj^aa^ïanb $ ober ïangeen tomman*
bemfcljap ban be ïxibber^ber^untfclje^öer j&etoeejt/ en ïjeeft onber jje t3£anbhoaimai$eiav feïjap ban Utrecïjt gefïaan.' i|oe bat wuiem n be Jparoeöi-neen ban
J&aa$anb aan be gemeïbe ïttbber^ gefeöon* tien/ enFioris V jjunanbere ïanbgoêberen ge* geben/
|
||||
van Delfland. 30ï
geben / en een nonlient booj geit op$tm$t
geeft i einöeip §oe bat oe öefïe goederen ban bit Hommanöeuefcljap gegeeben 3911 aan *t Sanofeommanöenrfeijap ban Uttecfyt / om 't 5eïbe öe$ te betei* m fïaat en aaneen te gou* oen/ fïaat in öenboigenoen ö^ief nauujKeurtó ugtgeöjuht: J NT jacr ons Heren 12.41. ga ff Grave Willem
de ΙΓ. die Oirde de kerek ton Maefland, ende tot Valckenborch. Ende acie Grave Willem wérc.na gecoren Roomfche Coninck. Grave Florens lyn foon gaffdaer na die Oirde die goe- den aen den Hofdyck, endedaer iiichte die Oir- de een Convent , ende die kerk van Maeilant hoorde mede aen dat Convent, ende die hieren Commandeurs van den Hofdyck ende niet van Maeilant, totdatmen fcreeff ι $6f. Doe dedë Heer Henrick van Alckemade .Lantcomman- deur dat huys ten Hofdyck afbreken by confenc van Hertoch Adbrecht van Beyeren , Ruwaerc van Hollant, ende dedet letten by de kerk van Maeilant, ende die goeden van den Hofdyck mitten Convents Heeren worden t'Utrecht toe den Convent geleyt, om datmen dat Convent van Utrecht te meerre houden, ende den dienifc Godts te eerlycker, te ftatelicker, ende te beth houden foude. 9fn bit ifonbent $ijn SMjen of ïf ontman*
oeut$ getoeefh* Adriaan van Foreefi:, til't jaag 1444, .
Gofwinus van Roflum, 1484, ' Gafpar van Egmont, 15-68» Dirk van Blois de Treslong, ιόΌο". Jakob van Zuilen van Nyevek, 1616* mm
|
||||
|(>| OUDHEDEN EN GESTICHTEN
SNebt bn Jilaaglanb t§ geïegen Bet &o$
totisUnd- ij^aaélaiib-^ïn^i 't teelft boa? be Piffcfjerg iuls* jtojt: be grootte en gebaante ban een jïab $ aan* gefwaffen. We berbocring ban & Maai ten, be? toeWe oen φ Énig gebiert tuo$ / # flter ban «ujté f»e boo^itaamiie feefïbag getöeefï Φ$ be tóïs fïaat tegenbjoojösg een jjooge en mopje toren.
^setöe beese bo^en $n $ebèrt berfcöeibene
taaren booi eenen en ben jejföen ©afloop/ be bjelfce gebjpon i$ 39« ^erbiijf te jpaa$anb te fionöen / Öebient getoeefï. IBg 5»ï^« Ö««»^ naame» Bieu ïaaten boïgen. ft A Adriaan van der Goes, Willem van Dijk,
ifrL Gerard Scheerder, te^mmeriit geboren. Al-
tere tijden, lart van Haeften, tmmmt&max/ famiffy Eeeraar in be <0abtbnnbe. Hugo Hpotd, een
■ WATERING.,;
* v. %. ■ fóatering i§ een bo&j en eene öeerfpöeit
iifvtw'-ban mfflmto i toien^arocperiiopben naam taing. ban ■&> jan den Doopcr bja^ «igetog&k Φϋ
tegenbwbig nocB bjo^b bese β. lm bg be
atèaterfogerg alg ijun fcöntöeilig gebiert
*,»t; b5nbe paroePieebe ban dateringen $ban
ycn* ouö03 eene biftarnof eeubJïgeiiapelïaiïggefïicöt
ter eere ban be Htierljeibgfie l&aagb/ en ban
Maria Magdalena.
^oc| toa^'er eene biitarg aan 't outaar ban
ben φ. ΜΤΦΡ Hubertus. .
<2Mt geeft er te dateringen een Itoiibent of/
lüoofter αεϊ^ men 300 een blooflcr noemt/ eéii|»Mörti van ciftcr- ^jfaan; ilt ^^ Mirvis fembent in Stop? ΕΓ° tem gewwmt. let &a| jpm Meojfer ban «e* |
||||
V4H ÖELFLANP* $0$
ftlfiim flanoiWIBSen/ geïp Simpn van Leeu-
wen * fjer^eeröeïp genieent ïjuft-f maar ban CifiitTHi?PP»ltówn ί toailf Hendrik vanNaaltis
wijl?, &jö$ey/ m ifeer ban jpaaïtfop/ m
Machteld van Raaph ar ft, Hendriks iCÏJtQCUOüt/
geööen get seltïe in 't jaar 148 ƒ / o# j§. Ber-
nardus
hm %wï\t*tyo€%$v$üant$£Qmwlbt o$w. tyiet
tm J&tifcffl $® bolmngüen fïicpng fyief %& Qtthm ïjmmt Buiding / of gun fïot / fiaanöe 111 gun b05$> Z&mmQe/ nut meer anbttelaw öergen tsaar om fïree&$ geienen* 3P$ laten öe fifrijtöfs fjffer Mgfli» f κ Hendrik', Heer van Naaltwijk en van de
Kapelle, Ridder, Erf- Maarfchalk van Hol- land j en ik Machteld van Raaphorβ, Vrouw van Naaltwijk, den wil en de genegendheit heb- bende om een konvent van de Ciilerci-Order voor 13 Monnikken en 4 Leeke-broederen te ftichten: 't welk S.Mariaas konvent te Bechle· hem genoerat zal worden, geeven tot het bou- wen van dat konvent ons Üoc of opftal in ons dorp Wateringe 5 met alles daar toe behooren- de, 't welk binnen debuitenite floot begreepen is, mitsgaders ook de Cingel. Gedaan in den Hage, in ons woonhuis, in*cjaar 148)", daags voor S. Bernardus dag. David van Borgonje, tttfoS&ifficljüpbanU*
teecgt/ geeft ^er$e fftcgting Beoeffigt: öetueï*
fte öaar na öoou?Johan, Wat ban €iftmie/ in 't jaar 1489 / m öoo^ Hendrik, in^geip^ $£ut Ιιαιι <£iflercie / in 't jaar 1405 / 00& öe* faefii0t ij 0c&ce|i * Batay.iUuftr,
S3^ee5f
|
||||
|04 Oudheden en GEsficriTEN
*®mt J^torg / öelp Sanderus f fctjJÖfV Reeft onmiööeïp gefïaan onöer öe itlööge/ en
öenfGöt ban £, Salvator te ffinttoerpen, <©on *p 'er 3eben $;i'02$ ugt beseibe mm W> foaart gescmöen: öetoeïlte tog gier 3uucn laten boigen.
ι Lodewijk Grimmer, banlUntiöcrpen/ugt
3>> Salvdior» fUftge al£ J&toj Ijertoaartg ge*
5onöen/ i$ ie noteringen oberleöen in 't jaar 1704·
i. johanMunfter, eenfr&anöer en $eer er*
baten man/toag eerfïüoonmangebjeefi/ geeft fiet atnpt ban $m 7 jaaroi 3«c ioffefp be* mnt/ en $ te Jtëateringe oberleöen ιpo. 2. jiilis vanRymerswaai,3önöebanfoereïafnj
fö?iefïee / €ifïei?ci -monniifte ffintteerpen ge* tooien; en öeö:ie en öertigfïe/ οίε 5|jn gdofre in $, Salvators 3ί!οορε jjaö gcoaan. Cot J&jioj ban 3Batertnge aangefïeiö/ ijeeftöf? öie beöse* ning 1i jaaren lang met grooten lof toaarge* «omen. _ „ ,. 4. Johan Lcendcrtsz. tt Jöreit&erg geÖÖO*
ren/ toa$ ecrfï booj Celtier ugt & Salvators
Bööge naar 3Bateringe gesonöen: baar m I «a öe öooö ban Rymerswaal, tot ψρ*% aaoge* üüt i& ^,.', ,r . f. Johan de Merica, öe 19 J®on«lfi bli 3^8
in^- Salvators ^ööge öooj ïüoofier-gdoften
beröonocn fjaö/ öaö eerfï öe jonnen ban ft o» fenöaaï bg ^aalftem opgepafï / en toa$ baai? na öe 2&ec!)t-baoer Qttoztft in öe Mböne ban ^toöbicpuiten^nöermonöe. <£tnöelp/ tot ψμο} ban JDatcrmge beritoomi/ïjeeftönöaar 3pe öagen na een goötbjucpö ïeben ge-ern* bigt in 't jaar j yf4·· t Saiuteras in Brabanr, Sacra fub S, SaIv, p*g- £}♦
6. Frant-
|
||||
van Delfland. § o£
ê. Francois Ruttens, foei ttt OJtfieJter ObeE
be aan&amemtgen / of $tiuici*mttfttt in &*
Sa! vators Wtifet} i$ te 3$ateringe./ baar !$. ψ}ίο$ getoosoeti toa£/ban üepefi geffo^ben ι f57* 7. Adriaan de Molenaar, ttïll&nttotVgmèac/
ïjttft get ani{it ban ψ&ί®} fyw »0 jaren iangj
öebieiit / en $ oberïeeben int jaar ifóc). 5p ï)tb oiiöer mg mi 300 genaemben ö^ief ban 30OIïfC§Öp (litterae filiationis) tOaar !tt bC:
geenen/ ö?e get nonbent bid genegen toareii/
öqo£ den 1^10^ en Qet genieïde nonbent aange* nomen tooien om beelaeijtis te sjjn öan aïïc de offerhanden/ gebeden / goede ïöec&en/ en afïaaten baii beganfcijc <Ëifie?ct-o;ber; detoe^ bt ö^ie-bni3enö en ttoee gonbeit li!oofier$ onder Jiaare gepoo^aömïjett ïjad fïaan. en5» 3Jn?t jaar 15-17 öeeft öiee al$fë}iot geftaati
goeder Volkcrd. ^e Volkerd ijeeftin't 3eïbe jaar een öi'ergeïpen fyi'cf ban soonfeöajl berieenti betoefóe/ ge^itfetsiinde/onder tm> ne betoaarmge öerufi j^ocij 5IJI1 on$ de naamen ban be boïgenbe
ψμο$/ bebxl&e ditMooftergeregeertöcböett/ bou^geïtomen: maar tuanneeröat 3η geleeft en ïjtt beflier geboert jjsöben / daar ban ïjeb ifn geen befeïjeid ftonnen binden s Herman van Delfc, Pieter van Delft.
Sfn't jaar if?$ i$ öetganfcije «ïoofieraf*
$eb^andt en bernieït. ^00 suilen ton ban be $afïao$ / betoelKg
3®atennge 5ebert öe iïefo^naat3ie in 't geefïe* ïijhe opgepafl jjebben / ïjkv Jaaten boïgen* Kornelis vander Burgh , Olider ^eïfïaMd ge*
baoren / i§ be eerfle mtooonenöe $aftuo$ ban
3&ateringe getoeefï- ï£n i§ in 3tjne ψα$ΰ\ψ gcfïo?ben ben 7 g«nn 169U en öerft tot og* |
||||
3ό6 Aantekeningen op ve
bolmt 0cïjat! Rudolf van Beeft, een fitretgte*
naar/ en een toomfc])2eeraac in be €toöttiun* öe* Komeiis van der Kun, eenfagenaar/i?ob itonen ^aceto in öe 4MH$emta , . , . AANTEKENING.
I. Dicht by Wateringen is gelegen Qu'tnts-Uul,
t'hans een buurtje; waar over, tot opheldering van 'S lands oudheden , wel eene Aantekening gemaakt mag worden; welke Aantekening ik bekenne dat ik voor een groot gedeelte fchuldig ben aan den hoog- geleerden Heer Alting: zodaanig nochtans , dat ik'er nieuwe ophelderingen bygevoegt hebbe. Om alles beter teverttaan, zullen wy den brief van Keizer Ar- wilphm, van 't jaar 985), tendienftc van den Leezer hier dienen op te geeven: HETzy kennelijk aan alle geloovïgen van GodsH.
kerke, en aan alle onze getrouwen (vafallenen dienilknechten ) zoo tegenwoordige als toekomende, hoe dat zeker eerzaame en ons getrouwe Graaf, met naame Gerolf, onze goedertierendheit gebeden heeft dat wy hem eenige dingen, die ons geregtig- lijk toekoomen, zouden meeren. Wy hebben zyn verzoek gaarne ingewillrgt, en order geftelt dat het uytgevoert zal worden. Want wy hebben hem tuf- ichen den Rhyn en tuh harders-hage binnen zyn Graaffchap, op de plaatzen die Noria en Ofpretashem genoemt worden , gegeeven eenbofch en een bouw- akkert noch ( hebben wy hem gegeeven) eeneland» hoeve op een plaats Bodenkclo genaamd ί twee land- hoeven in Aalburg , eene hoeve op den Hoorn - een landgoed te Huui; te Tbeok een landgoed ; te Aske een landgoed : en daarenboven alles wat dezelve land- hoeven en landgoederen gerechtiglijk en wettiglijk toekoomt; met de boeren-wooningen, huizen, na- ven, landeryen, akkers, weyen, beemden, bofichen, wateren , watergangen , molens,.vuTcheryen , we- gen en omwegen, toegangen en nytgangen , aange- wonne en noch aan te winnen plaatzen, bebouwde en onbebouwde Velden, met allee wat 'er aan vait en » ..-,s *." - aan |
||||
BeSCHRYVING VAN DEiFIiAND. $$$
aangelegen is, enalles wat totdegezeide landhoeveft
behoort. En wy hebben geboden dat voor hem des- wegen dit gefchrift van ons goedvinden opgemaakt 'zal worden ; willende en begeerende dat geme.l* de onze getrouwe (vafal) dit alles van huiden aften eeuwigen dage vry en onbelemmerd zal bezitten ; eü de magt zal hebben om het in bezit te houden, weg tegeeven, te verkoopen, te verruilen , en 'er alles wat hem belieft mede te doen , zonder van iemand belet te mogen worden. En op dat de kracht van de* fce onze vergunninge., enz. De Heer Ah'tng houdt het voor gewis, en ik meen
vaftelijk dat hy volkomen gelijk heeft, dat in de plaat- ie van Huui 'm den oorfpronkelijken briefgeftaan zal hebben Huul\ en dat door dit Hunï ν er ft aan moet wor> den Quwtshmli- Totbewys, zeithy, kan dit genoeg- zaam zyn , dat'ier Haasjesheul, dewelke dicht'by Quïntshsul gelegen is, kort daarna vermeldt word onderden naam van Aske. Dia oude brieven gelee- zen hebben, weten genoeg, en hebben 't dikwils ge- noeg bevonden, dat de eigene naamen daar noch al milTelijker verdraait en als gerabraakt ftaan. Het zeggen van den Heer Altïn? word door alle de plaat- zen beveiligt, dewelke inden brief van Keizer Arnul·- phus vermeldt ihian , en nergens anders a!s hier om* trent konnen t'huis gebragt worden; Ofpretashem is zekerlijk een fchryffout geweeil, en gefchreeven voor Ofiretasbem: waxxt'm de lijft van de goederen der XJ^ ttichtfche-z kerke word een Oilratashem vermeld, 't welk zekerlijk geen andere plaats zal zyn als her Ollre- tashem, of het qualijk gefpelde Ofpretashem, van Kei·, 2er Arnuïphus brief., En dit heeft hier omtrent oofe gelegen, en leit 'er tegenwoordig noch. Want on- der Delfland , niet verre van den Haag , hebben wy noch Oofter-eflkamp, en de Qofler-efikampfche polder. Hoorn, dicht by Delft, heeft zyn ouden naam noch be- houden. Nortba is niet anders als Noort-oort eri Kleynoort, anders hét Noortlandt genaamd , en achter 's Gravezande gelegen. 'Bodenkenlo is het La by derï Haag en Voorburg. Bodok zal, naar Altings gifimg, de naam van den bouwheer 2yn geweeft ; en by. ver* * By W. Heda onder Biffchop ÖclelbaMtis.·
. ■% % ioop
|
||||
3ö8 Aantekeningen op de
Joop van tyden zal men enkelijk het Loo gezeit heb1*
ben. AlburgismiiTchien Albruch, ofde oude Broek, in Defland: en miiTchien is Altena van ouds Alburg genaamt. VoorTheole wil Alting metgroote waar- fcbijnelijkheit Theolf gelezen hebben : want de F in THEOLF kan door onachtzaamheit van den nytfchryver zeer ligtelijk verandert zijn in een E. En Theolf is zekerlijk niet anders als Delf. Even eens hebben de Latiniften van de middelfte eeuwen, om quanfnis wat meer op zyn Latijnfch te fpreeken* of'er een Griekfchezwier aan te geeven, van Dide~ ryk 'Thedoricus, van Diedem of DiembTheodem, van DiedolfTbeodttlfiïs, vanTiardcTbeodardusgemaakt: ja Govert, inde plaats van Godofridus te verraaien, fom- wylen in Theofrtdus verandert. 'Wat nu Zuthardesha- ge belangt, dat zal zekerlijk hier omtrent ook gele- gen hebben : want hier worden eenige landeryen, dicht by malkander leggende, opgetelt; dewelke den Graaf C^ro/fgefchonken wierden. De vrage is maar waar het eindelijk gelegen heeft, en welke plaats voor Zmhardershage genomen moet worden. Volgens Heer Alüngtd uytlegging is Zuthardershage ioo veel te zeggen als de zuiderlïe Hage , dat is meeft naar het zuiden gelegen. Daar zal volgens zijne meening een hagegeftaan hebben, dewelkegedientzal hebben voor eene grensfcheidinge. En deze hage, zoo hy het be- grypt, zal zuid waart, ten opzigt van den Oceaan, en omtrent Zuten of Zwieren, Zoeterwouw, of Zutermeer geiiaan hebben. Want in die plaatzen, zegthy, is de benaaming van Zuth (dat is zuid) noch duidelijk overgebleven. Op een andere e plaats ver- klaart hy zich voor Zoetermeer , en meent vaftelijk dat het voor het oude Zuthardeshage genomen moet worden. Eene zaak heb ik tegen deze uytlegging maar in te· brengen : te weten hoe dat alle die plaat- zen, dewelke meeft onder Delfland gelegen zyn, tuf- fchen den Rhijn en Zoetermeer geplaatft konnen wor- den. Ik weet wel dat by in/zijne kaart achter alle b Zie Alting verb. Theoden.
c Zie Buchelius over Beka pag, i.t. d Ahing viibo Zurhardcrshage. - • e Alcing verb. Fortrapa.
ƒ Pars i, FrclLï hasrctlie, a Moft in Kinhcim. die
|
||||
Bêschryving van Delfland. 309
die plaatzen, van Zoetermeer af, een linie trekt; aan
dewelke hy den naam van Zuthardeshage geeft. Maar voor eerft kan Zuthardeshage dan niet genomen wor- den voor Zoetermeer; maar is eene grensfcheiding, dewelke eenige uuren gaans beflaat : daar het noch-, tans in den brief van Arnulfus als eene byzondere plaats word uytgedrukt. Ten tweede koomt die an- dere æ warigheit dan wederom; te weten, dat die plaat- zen, eigentlijkgefproken, dan niettufTchen Zuithar- deshage en den Rhyn, maar tuiïchen Zuithardeshage en de Zee zouden leggen, 's Gravenhage , daar ik anders zeer toe hellen zouw, kan'er ook niet wel door verflaan worden ; dewyl eenige plaatzen, als Noorland, vorder van den Rhyn leggen als 's Graven- hage zelf. Alles overwogen moet een van beiden vairgeftelt worden; of dat Zuithardeshage omtrent de Maas gelegen zal hebben: of dat de Heer Alting ge- lijk heeft , als hy het omtrent Zoetermeer plaatir. En, in allen gevalle, moet men de effende en eigen- ite manieren van ipreeken in de opene brieven altijd niet verwachten ; gelijk met veele voorbeelden ge- toont kan worden. Wat'er van zy, Zuithardesha- ge, ofZuidershage, was onder of dicht by Delfland gelegen ; zoo dat de genen, die het by hetg Vlie, of in h de Hillegommerbeek by i Zuiderwoude gezocht hebben, het zekerlijk gezocht hebben op eene ver- keerde plaats. De Heer Alting meent dat beul, in Quintsheul ea
Haasjesheul, een heuvel betekent j maar hy zal de rechte Hollandfche betekening van dezen naam niet geweeten hebben, dewelke niet anders te zeggen is als een fteenen bruggetje, dat over een water is ge- % ilagen is; en hiervan daan koomt het woord heulen. t A. Matthasus over de Jaarboeken yan Egmond pagf 189« ··*
b P. Snoy.
» Douza Annah lib. f*
I
HELIER,
<®e %itt I ooft mx bmp fcaii 't 3®efHan&/DC Lier
ftmt bmmlb in tm opwtyief ban (0 -SMf* ' ® 3 ÃÖú»
|
||||
3ίο Oudheden en Gestichten
fct)0p * Anfridus, en ίφ gelegen aan !jet bloetsje U Lier (z) of Liora. ©e feirïl ban öe Kfer/
iwe oen tf. Georgius toegetöpt if/ geeft eet?
tunnen eiï fiampen toren* ®e ïaatfle p'affoo? ban De Ittier / in oe Ha; tOlpe tijöeü. / é Ö^iOeefi t Hubert Adriaans-
zoon, een <É*c!benaar» oeteeïfse 39» leben 0003
een §eerfpemarte!oööö!ïi$p baöeda.noljeeft
ge-euibrgt / en &003 De eerfïc aanï)angei^ ban ben nieutuen ^aög^seiifï ter Dooö i$ gefyagt. ^jjn-bOO^aattoa^getoeefï (3) AdriaandeVos,
een Ifagenaar: behsrlBe De opbolger toa$ ban
Aaniout Dirksz. aoÏieen Hagenaar; De3e Aar- nou c, ober tre-70 jaar en 00D/ en -jjjn boo&aat ' de Vos, brr&agt ban 't onD? geloof bedaaten tege&ueu/ toierbcit Den 30 |&en 1 f70 Dooien 2$sffcgop ban 'jS ^avtagenuofel) / ten oberfïaati ban öe 'llten Wt^gntonten J&arientoaart/ cnttoijDt > en 3ijn ïfóStftip getaojgt en berb^aoDf, ;:Wanneer De Jfafterg lTan tre %\tt Doou? De matt^OÖÖ,bail Hubert Adriaansz. {fpctl toa^
getallen / iè 5e in 't jaar 15:73 Öegeeben aan
Ifeeè Fran^ois 'Worius, een J^'eflee ban De «Énjgtfclje èio&er-^te* Genieren ^rgiplng Mn mhevljanbgtïpl·
pen gebseefl Do82 eenen 9|cfugt: öctoeilte 39η berbnjf te mèm lymb.mu öeiöe Die pïaütsen in 't geefMpe ging beöienen ·, ^ocö ober ee* ntge jaa'ren ïjttftpater Aarts, ooft een 3[efngt/ $ijne tooonplaatg! onDee 4§r§ipÏuy gebefltgt tóDufTc&en tieesen pater Aarts, en De^eefïeip* ïjeat / ψ groote flriou£liug;geiue£f?; aï$ De <H$ee* ftdpïjeit De gemeente Ïan jfeaa^ïana ban * Van 'c jaar ioq6,
"* yppliaai van Jakob de Ia Torre.
|
|||
van Delfland. 311
^clfjtpUtgafgottbetbe: en gaar een eigen ïtefc
|arber öeso^gbe. Ba bat be gjefugten / boo; een pïaïtëaat ban
be peeren «§»taaten / tigt ganfej) ^oïïanb bee* bt?eeben 3ijn ; Jjeeft bic gemeente eenen jtoiii= neu^aebei* banbe Φ$ιπ ber «0bferbanten / met naante Pietcr van Heeflel, tot 3iel-&efïierbcr geftrettgm 3(n oe3e feettë f$ ban oub$ een groot en ber*
roaarb ^. Joris beeïb getaeefï: \mt öet toeïfte bie ban be 2£ter getooon toaren / jaadp^ op ^ Joris bag / naat? ïSMft te tretóen-, en get 3elbe / P20ceffë$ gebwj$ / tot aan be Jl^ater* flootfcöe of liaa^Ianbfege poo# toe te fyaa* gen« füan bie ροο# geftoomen gijnbe/ en be* 3clbe gefloten binbendc / begonnen gg be bol* genbe beersen ugt ben 14 j&faïm op een <£je* goriaanfcöe maat3ang te 3ingen: Haalt, o vor- iten, uwe poorten op j en gy, o eeuwige poor-';'
ten , gaat open , en de Vorft der heerlijkheit zal binnen koomen, ett3» &at Ugtge30iigCi1 $i)nbe/h)ierb bepoo^tgeopenti be ommegang
quant binnen be fïab / en ging iang$ be eene 3tjbe ban be geafttot aan be ïlaberbjuggetoe. Ban baaar be3eïbe lang$ be anbere gtjbe ban be graft onber een grooten toeïoop ban <&tb benaard / fcoeber naar be poo^t ftcerbe / en be fcab upttraft* Boïgen^ be getuigenis ban tsm meer gemeïben Biciswijk 5011de be befcj$jbtng ban ben ganfcgeti ommegang nocö tegen*1 iüoo^big onber be ïieeftmeefïei·^ ban be %itt öertifteiu |
|||||
$4 AAN-
|
|||||
p% Aantekeningen op d'k
AANTEKENINGEN.
i. Uyt dezen brief van BiiTchop Anfridus blijkt dat
deLier, gelijk ook Muniter, en andere dorpen, hun- ne parochikerken al gehad hebben in 't jaar xooó. Want Anfridus , hebbende de abdy Ho-horiï buiten Amersfoort gedicht \ heeft tot onderhoud der Mon- Jiikken verlcheide landeryep , laridhoeven , inkom- ften, enz. aan dat kloofter vereert. Onder anderen heeft hyaan 't zelve vereert de kerken. ( dat is parochi- kerken , want de andere wierden kapellen genoemt) Van Ermelo , Mafemunfler , Lievemunftei?\ Leyre ? Sw'tndrecht, en Loysden. Van dit gebruyk , van de goederen der paftoryen of parochikerken aan kloo- fters weg te geven, hebben wy veele voorbeelden in djt werk gezien j en hebben boven ook getpont waar op dit weggeven fteunde. Toen mogten de pafto- ryen of gemeenten niet klaagen, (laat hetmy geoor- loft zijn mijn hart hier eens recht uyt te fpreeken ) dat hunne goederen en inkomfcen aan een deel Mon- nikken, om de onbezorgde koft te hebben en'erruym en gemakkelijk op te leven, weggegeeven wierden; rnaartoen de Paus en de Koning, omtrent't opkoomen der nieuwegezindheden,dekloofterlijke goederen aan- fpraken om nieuwe Bisdommen op te rechten, was- hemel en aarde te klein om deklagten der Monnikken tq vatten. Wie dat'er al klaagde, en hoe luid dat de Adel en de Gemeente over hunne bezwaarniiïèn kermden ; de IV'Ionnikken waren , volgens de getui- geniiTevan»S#W»,de aUerluydruchtigile, en fchreeuw-' den,als of hemelen aardezouden vergaan. £n noch- tans in'teerfte; geval, ik meen in't weggeeven vari de goederen der parochikerke, wierden de Paftoors, die het'voik door geduurige predikaatziën moeften ver^ rriaanen , de jonkheit in 't geloof moeften onderwy- zen, op den handel van hunne gemeente moeften waa- ken, de Sakramenten moeften bedienen, en dag eh nacht , by tijde en ontijde , voor ieders dienft en naatzakelijkheit gereed moeften ftaan \ en al hun ove- rigen tijd tot het bidden en üudeeren van nooden hadden; die Paftoors, zeg ik, dus om zoo te fpree- ken tot de bedelzak gebragt , mogten zien waar zy dq koit. haalden ; of moeiten ten minfte op de ge- |
|||||
*
|
|||||
Beschryving van Delfl and. 3j3
nade dryven van de Monnikken, die nimmer teveel
hebben. En zy moeften dus befnoeit worden op dat een hoopje Monnikken zorgeloos en, ommyvan dit woord te bedienen , werkeloos zouden leven hunne prachtige kerken en klooilergebouwen zouden onderhouden en verbeeteren ; 't eene landgoed voor, en 't andere na, zouden konnen koopen enz. In *t tweede geval wierden de goederen van todaanige Monnikken , die niet anders te doen hadden als op koor en getyden tepaflen , hunne kerken en kloofter- gebouwen te onderhouden ; en, als zy wat overhiel- den, aan de bedelaars, die doorgaans een deel leêg- gangers en landloopers zijn, wat mede te deelen j die goederen, zegge ik, wierden voor een gedeelte ge- bruikt om nieuwe Bisdommen op te rechten · dat'is om in die hachelijke en oproerige tyden , als half Eu- ropa ter verdelginge van 't geloof fcheen t* zamen te fpannen ; en de kerk van 't grootfte gedeelte haarer dienaaren, die weinig of niet van kerkelijk of geeftelijk witten, en maar op bralTen en hun goedje te verdomineeren paiten , geen heul te verwachten had, nieuwe Kerkharders, nieuwe opzigters op het gedrag der kerkelijke perfoonen, nieuwe tucht-en ze- de-meefters voor't eenvoudige volk in te voeren. Ik wil hier de Spanjaarden niet voorfpreeken: ikbeken- ne dat onze voorvaders groote en rechtvaardige re- denen gehad hebben, om over het verkrachten van onze voorrechten, over de wreedheit der Inquiiïtie , en over eenige andere zaak en te klaagen. Dat alles laat ik in zyn geheel. Zelfs wil ik hier geen vonnis iiryken, of de gezeide Monnikken reden van klagre gehad hebben of niet. Niemand trekke myn zegge verder uyt, als de woorden luiden. Ik zegge maar dat ze geene onrechtvaardigheid zagen in het wegfehen- ken van de goederen der Paftooren; en zoo veel geraas maakten over hetweggeeven van de kloofterliike goe- deren. ?■ Men zegge niet dat de weggevers van die parochigoe-
deren, gelijk boven onder Koningsveld en elders gezien
is,«die eigenaars vandeparochikerken en parochigoede- renwaren;en vervolgens met die goederen mogtenom-
fprmgenzoq als ze wilden. Ten eerftezoude het noch te beïien flaan hoe welgegrond dat die eigendom wat, ® S e*
|
||||
314 Aantekeningen op de
en hoeverre dat hyftrekte. Ten twede is dit de vra-
ge maar; ofdiegoederen beter befteedt waren aan de Monnikken als aan de Paftooren. :> Ik wil nu hier tegen fo.mmige Monnikken hun ei-
ge leering niet doen gelden; te weeten dat de Paus niet alleen een volilage en direkte magt in geeftelij- ke zaak en over de ganfche wereld heert ; maar dat hy pok eene indirekte magt ë over de ganfche wereld heeft in't tydeiijke: dat hy leeken b kan onttrekken aan demagt der leeken: dat hy de kerkelijkeperfoonen, zelfs in kerkelijke zaaken, kan onderwerpen aan de magt c der leeken : dat de Paus de Patriarchaaten, Aartsbisdommen, Bisdommen, jadeKardinaalfchap-r pen zelf, voor eeuwig en altoos kan d vernietigen : •waar uyt dan een kind beiluiten kan dat hy zoo wel de goederen.als*de perfoonen der Monnikken, aan een an- der zou konnen onderwerpen : dat hy zoo wel Abdyen en Kloofters zou mogen vernietigen als Patriarchaaten en Aartsbisdommen; en vervolgens de goederen tot an- dere gebruyken belleden. Van dit alles, zegik,'wil ik my niet bedienen ; ten eerile, om niet te vechten met wapenen,dewelkein 'tgebruyk te zwak zouden vallen; ten anderen , om dat ik bezwaarlijk zoude konneu toonen dat de Abdy-monnikken, tenminfte van dien tyd, demagt der Pauzen zoo hoog in til geheven heb- ben, .'■;'. v-i ;:[-;■■ Ð Iemand mogt denken hoe dat daar in zoo groote
een ongelegendheit konde ileeken; nadien die Mon- nikken doch gehouden waren zekere Parochiprieiters, die zy VikarifTen! noemden , over zulke kerken aan; ie Hellen. Maar de kerkelijke Hiftorien, endebeflui- ten van verfcheide Kerkvergaderingen , geeven ons duidelijk en zonder bewimpelinge te kennen hoe dat ze met dit aanftellen van Vikariflen te werk plagren te gaan. Zy zagen maar den eenen of anderen leeg» Jooper, of ergens een onnozelen bloed die van't eene brood aan 't ander n\px wfft te koomen , of iemand die noch geen gelegendheit had om beter tegeraaken, ':<*' Meeftalle de Kancmiiten, vide. in fummam Diana? v. Paga,
" b Valbos de foro comp, & Diana v. Papa, 'f Navarr. ap. Dün. ib. ld Motict. de Commiit, c, ii* Palatius in 4, difb 14. qu- 2.
Diana v. i Gardinaiis» ui' ■ \ · ■'·, zy
I
|
||||
Beschryving van Delfland. ftf
zy zagen, zeg ik, zoo een Priefter op een fober loont-
je, en tot opzeggens toe, in zoo een kerk e te plaat- zen. Die moeit hun/rekenfchapvan al het tydelijke geevenj vorder lieten zy hem beworden. Zoo een Prieiter, niet genoeg hebbende om te leeven, moeft dan naar andere middelen omzien: kon weinig werk van zyn ftudeeren en onderrechten maaken; beloer- de en beliep alle gelegendheden om ergens aan een beter poft te koomen; en, om zoo te ipreeken, een beter haven te bezeilen. Hoe dat het preeken, ka- techizeeren, Sakramenten bedienen, van zoo een huur- ling in zyn werk ging, kan noch beter gegift als be- fchreeven worden. En, om deze reden zyn'erfchier ontelbaare g wetten door de Kerkvergaderingen uyt- gegeeven; behelzende dat dekloofters geen andere Vi- kariflen , als die zooniet doorgezonden konden wor- den , zouden hebben aanteftellen. Doch het ging met deze, gelijk met meer andere wetten. Het maaken en't overtreeden van dezelve ging by beurten : of, om het anders uyt te leggen , het maaken van de wet* ten diende flegts om met meer knaaginge te zondi- ge*1· T 2 Zoo is dan het dorp de Lier genoemt naar het
riviertje de Lier. Waar dit riviertje zijnen naam van
daan gehaalt zal hebben, kan ik niet zeggen; en daar is ook, ik beken het, weinig, aan gelegen. Ik wil hier alleenlijk verhaalen waar van dat Lier, een ite- deke in Brabant , volgens eenige Schrijvers die be- naaming gekreegen zoude hebben. Zoo die naamre- de mag doorfchieten ; zou dit Weftlandfche dorp miiïchièn den oorfprong van zijne benaaminge ook met eenige waarfchijnlijkheit konnen opgeeven. Het is dan aldus gelegen dat Leduna, Ledona, Ledon^Le* da, een ilnppe zeevloed betekent; daar Malïna inte- gendeel genomen word voor een fterken zeevloed. De Leda of de flappe vloed , zeggen * de Schrijvers* duurt by de vier d3gen ; te weeten voor en Da het e Syuod Mogunt. anni K#t< Franeifc. Florensad cap. t. &
2. X de jure patrpo» Zeg. van Efpen in jus can.pa1t.2ftit.34 ς.ι^ ƒ Ibid 8c Vetr. a Marca ad can 7. Conc. Claroni.
g Vide v.m Efpen.
» Ziet verfciieide Schry^e^s aangehaald by DuCange Gloiï.
Med. Lat. v, Maliaa laaltc
|
||||
3ió Aantekeningen op de
laatfte quartier van de Maan. De Malt/ία of defterke
vloed gefchiedt omtrent voUe en nieuwe Maan. Daar zijn 'er h die de gemelde naamen recht anders uyt- leggen; en Leda voor een fterken , Aïalina voor een Happen vloed neemen. Dan zijn'er noch, die Malina en Leda voor de ebbe en den vloed genomen willen hebben. Maar, behalven dat hun. getal veel te klein is tegen het getal der eerft-genoemden, en de leften vervolgens verre tekort zouden fchieten, zoo zal het, in dit onderzoek, daar niet op aankoomen. Nu zeg- gen fommige Schry vers dat Mechelen , 't welk niet al- leen by de Franflen maar ook in eenige oude brieven Malines of Malma word genoemt, en het naaftgele- gen itedekeLier, hunne benaaminggekreegen hebben van Malina en Ledon οι Leduna. Om dit van Mechelen te bewyzen brengen zy eene plaats by uyt het leven van S. Kumoldus^ den Patroon van Mechelen. Hy (te "Weeten Rumoldus ) is gekomen ter plaatze daar de Schel- de zeewaart in loopt, en volgens zijne natuur, en den hup van de Maan , vliet en voorflroomt. En 't blijkt uyt het gevolg dat hy op Mechelen ziet: Wat Lier be- "fangt; dat ftedeke, zoo als zy verïekeren , word in de oude brieven en Schry vers Ledon genoemt: En dat Ledon of Leda zou met 'er tyd verandert zyn in Lier. Onder anderen is dit het gevoelen van dtn geleerden Molanus, ad i.Jul. Die verandering van Ledon in Lier zou miiïchieij watfehijnenteftooten : maar men zou, indien het gewet was, al miiTelijker veranderin- gen konnen opleveren. Indien deze naamrede door mag gaan voor Lier in Brabant,zou het te bezien ftaanjof ze niet al zoo wel zou paffen op de Lier in't Weftland. *tls waar dat wy de Lier nergens Ledon of Leda ge- noemt vinden : maar, indien Ledon en Leda, gelijk zeker is, een foort van een vloed betekent; en Lier ifl'tNederduitfch dezelfde betekening heeft als Leda in't bafterd-latijn , zou die naamreden voor ons Lier of de Lier ook in bedenking konnen koomen. 3. Deze Hubert Adrtaanfz.i is eert Priefter van de
DüitfcheRidder-order geweeft: cndewyl zyn nazaat, Frans Worius , ook van dezelfde Ridder-order wasg h IbiJ.
* l'tttt. Opmerus Decadis z. lib» 5*
flaat
|
||||
Beschryving van Delfla nd. 317
ftaat het te bedenken pf de paftory van de Lier, de-
welke eerft de Benediktyner-monnikken van Hohorft ,".: toegekomen heeft, niet metter tyd onder de gemelde or- der gekomen'is. Ik durf niet anders zeggen, als dat het te bedenken ftaat: want behalven dat we van de andere paitooren geen befeheid en weeten ; zoo is het zeker dat de kioofters en orders, die over eenige pa- ftoryen te zeggen hadden , dezelve niet anders als door Prieftersvan hunne order lieten bedienen. Het is ook waar dat de voornoemde Ridder-order hier te lande verfcheide paftoryen bezeten heeft. Wyders hoe wreedelijk dat deze Bloedgetuige mis-
handelt is, en hoe welgemoed dat hy zyn leven den Heere tot een flagtofferopgedragen heeft, ftaat byden voornoemden Opmeer wydloopig befchreven, :*;;..'·. Ν Α Α L Τ W Υ Κ.
^aaïttöp/ 't tttlft in <&mf Didcryksö^fef NaaIt b
ban 't jaar 1193 onöer ben naam ban Naitwic
berme!ö ftaat/ i§ * een oub/treffeïp/enber* ntatteïijït bo^jj: geïegen ter pïaatse baar be bïieb be %kt 3pen co^ong pïagt ie geb* ben. ®ou}htc$m geeft gier een fcafïeelsefïaan/ en be peeren ban (0 Jlaaïtbjp toegebomen: foeïbe peeren ooft een t$A£ te lieiöen gaöben i baar be JKtajcflraat ban ieiöen/ b$ be inhrfj* öing ban be meuto-gefliegtegooge^cgoïe/eeii ^acljti0 gaflmaaï geeft gegecben. i©it gu$/ tm ober-oub geöouto / fïaat noeg tegenbioo^ öl0 op be S^ee-fïraat recgtober get^§tabgui;& ^e^arocgitab ban jkaïtfop ixia^ benï|, j>atochi. I&arteiaar Adrianus toegeüstibt kcik.
Aaibert Herman, een <Ê50ub)enaar en een
^ocet / geeft gier a\§ ^afioo^ geflaan in 't jaar 1570, * Boxhorn, ία Thcat, Alting, &o
3in
|
|||||
./
|
|||||
$i$ Oudheden en"'G^'sticöTèn
tei, 3« 't jaae ι 573 S^eft gier géjfaatt f Gerrit Pietersz.
<©e ©arorgi-neen ban j^aaltfop fcja$ ooïs
een Itoüegiaale neeni toant Willem ïfeer batt l^aaïttop / ban een ster onb gefïagt / geeft fier in 't jaar 1307 / on S&* Luciaas bag/ een ïtapitteï ban 6 üanonntliEten en eenen <éenen I5|igerecgt: toetëte oprecgttng of flicgttng 000? Guido , 2$ijfcgog ban fltreegt / goeögeïtetnt R Sjn't jaar 1369 geeft Willem, De neef ban öen bdo^noemben Willem , en ooft l|eer ban jjlaaïttop / get genieïöe napttteï merite* ïp bergroot > en 'er fe| nientoe fiariöhnranen bggeboegt: taeïïte beripooting goeögeneint en bebefïfgt É$ ÖOOJ ^iffcgop Johan van Verne-
, , burg. .<&*tityfef öer fïicgtinge/ Mm iao 绣ΛΜί~
rfeusgeteoMtengeö&eo/ en-die ui get-Satijn; fdje Batavia Sacra fiaat / gefcöen tög aïtw$ beetaaït. "VU" γ Willem van Naaltwijk, de waarachtige
vergeever van de Kerk aldaar , wenfehen allen den ge-enen ,dicden-tegenwoordigeh brief zullen zien ofhooren leezen, de zaligheit mee de kenniiïe der waarheit. Nademaal de Kerk der voornoemde plame
van genoegzaame inkomften verzorgt is: zoo is *t dat wy , (leunende op den raad van vroome en befcheidene mannen, cereere vanGodr, van de hoog verheve Maagd Maria Gods moeder 5 van den H. Adriaan Patroon der gemelde plaat- ze, en van alle de andere Heiligen, voor de za- ligheit van de zielen mijner voorouderen, en van t Üyt een handfehrife van Duncanus.
, n üiploni. Belg» alle
|
||||
VAN D E L f L Á Í £>♦ 3 lp
alle de weldoendersder voornoemde openfêaan-
de kerke , aan fes'Priefters naar den Regel der Kanonnikken leevcnde, dewelkeden kerkdienil in eigen pcrfoon zullen moeten verrichten, zui- verlijk en om Gods wille gegeeven hebben fes... om in gelijke deelen aan hen uytgedeelt te wor- den , en dat op de volgende wijze: . Ieder der gemelde Pneileren zal in zijne week
de Hoogmis, en de andere Getijden, behoor- lijk en met aandagtigheit leezen. En op de an- dere dagen bullen alle de anderen, volgens de fchikking van den Deken , in (laat en gereed zijn om den goddelijken dienffc te verrichten. De Pailoor zal boven zijn eigen gedeelte, voor "het Paftoors-ampt dat hem aanbevolen is, jaar- lijks ontvangen fes ponden Hollandfch geld. En ieder van de andere (Kanonnikken) Zal zich getrouwelijk gereed houden om hem , indien het noodig waar, te helpen. Daarenboven zal ieder Prieiler, die de Met-
ten, de Mis, de Vefperen,deZielgctijden, niet bygewoont zal hebben, betaalen twee Holland- fche denieren. Doch , indien hy op de andere Getijden niet zal verfcheenen zijn, zal hy voor ieder deel, dat hy verzuimt zal hebben, betaalen. eene denier. En van al't gene hem onttrokken zal worden, zal 't eene gedeelte befteedt wor- den voor de kerk-cieraaden} en 'c ander gedeel- te onderdegenen, die den kerkdienft waarnee- men , uytgedeelt worden. Daarenboven zal ieder der voornoemde Prie-
fteren zijn valt verblijf onder de gemelde Paro- chie houden ; ten waar dat hy met verlof van den Deken, tot verrichtinge van zijne zaaleen, vooreenige weinige dagen van huis wilde gaan. En ai wie van hen een openbaare misds^d be- gaan |
||||
3ïO OUDHEDEN EN GESTICHTEN
gaan zal hebben, die zal naar de voorzigtigheit
van den Deken behoorlijk geftraft worden* Daarenboven verkenen wy aan ieder der voor-
noemde Priefteren , dat hy na zijne dood , tot betaling van zijne fchulden, zal mogen trekken het eerfte genade-jaar. En indien 'er dan iets mogt overfchieten , zal het eene gedeelte be- fleedt worden tot vermeerdering en verbetering van dé gemeene inkomften: het ander gedeelte xal dienen om het geen aan de kerkcieraaden en kerkboeken ontbreekt te bezorgen. Ook verilaan wy geenzins dat wy, of iemand
van onze nazaaten, eene der voornoemde pre- benden zullen mogen begeeven als aan een be- quaam en geleerd Priefter. En niemand , 't zy de Deken met de Kanonnikken , 't zy iemand anders, zal zich met de begeevinge van dee- ze prebenden mogen bemoejen, als wy en onze nazaaten. Ter getuigeniiTe deezer zaake hebben wy goedgevonden ons zegel aan het tegenwoor- dig gefchrift te hangen. Dierhalve bidden wy ootmoediglijken godt-
vruchtiglijk den eerwaardigen Vader en Heer in Cbrifius , Guido Bifichop van Utrecht , dat hy zich gewaardige al het bovenftaande, voor Gods eere , door zijne toeftemming en zijn zegel te beveiligen. Zoo is het dan dat wy Guido, door Gods ge-
nade Biflchop van Utrecht, at het bovenftaan- de , ter eere van Godt , van Gods Moeder de allerheiligfte Maagd Maria, van den H. Jdriaan, en van alle de andere Heiligen, door onze toe- ftemming en ons zegel beveiligen. Tot oirkon- ,de dezes hebben wy goedgevonden dit gefchrift door ons zegel, beneffens het zegel van Heer Willem van Naalnvijk, te bekrachtigen, Gege- ven |
||||
jRMiMnm
|
|||||
van Delfland. 121
ven in 't jaar des Heere 1307. op het feeft vari
de H. Maagd Lucia. Willemyn, Ü^óUiti ίίαΐΐ JJ^Olitfoo^t/ Jjlaaft
top/ ise feapelle/ en$« fcucöntoe fcan Johan,
f eet^an Ji&ontfbojt/ #aa!tiup «15. fieeft m t jaar ι r o6/ tot frét*méèt*fe;mi ban öit &&* pttel /20 ^oiiaitofcfje ponton ön ugrcrfïctï toiïle naedaoftn, jjfaj} geeft 5Ó aan öeéat-o* ctjiucrft 12 f olfanofcije ponton oef&ofcen: öc<S Soutien 3$ / ^, Anna ten eere / alk titatatijS gen tèm jfe$ / rit ttocg ftatipg op ,§, An- naas öag/ ecne$oogm$ moeien ttrjeft. tpocö ïjteft 5p een öm'^ met een öoftiebe/ «1
een öoomgaart/ en meet anöere $aahen/ aatt t mpïtttl öefijioheii. ©it aïie£ ffaat in gaati teftanient / 't toellt in öe J-cöeröuitfcije tale tot on§ geliomen# / ίΒ^ΐοορ^ι* ngtgcöjultt:. Ι ν den eerften heeft die Vrou milen, Vrou
tot Montfoerde, Vrou tot Naaliwyck, ende tod Cape/Ie Sec. by toedoen Heerert Jöhah; HeertoC Montfoert, Heer rot Naaltwyck, Heer tot Pur- mcreynde, ter Cape/ie &c. haren gerechten mart, ende voocht voor haar bcyderteftament , haaf /iele bevolen ende beveelt die Gode ende fynre heven moeder , ende alle Hcyligen, ende haaf lichaam der aarden, ende kieil haar fepultuerm derJCercken van Montfoert,'m de fepultuer vari de Heeren van Montfoert, in myris Heeren Choer benevens fint Anthonis autaar. Item voort fobe- ipreect die felve Vrou yan Montfoert den Cüpit- rel van Naeltwyck twintich pont spaars HolïantS ewigc renten, des fulien die Heeren van den kapittel gehouden wefert te doen evvige jaar- getyden3 memorie, ende maant Monden Vöor rn)'ri f Keer
|
|||||
3za Oudheden en Gestichten
Heer ende Vrouw voerfz, ende voer hair broe-
der, ouders, ende voert daariy 't voer begeerc hebben in allen manieren , als daar voer myn Heer vm Naelnvycky faliger gedachten, binnen dieKerckvan Naeldwyck jaarlicks gedaan wort. Item befpreect ende iriaac~t noch die voerfz. Vrou van Montfeeh voir een MilTe ter weke op ten Dinxdach van ilnte Anna, op finte Annm au- taar in die Kercke van Naeltwyck, ende voir dat feflüm van finte Anna op haren dach 'rhjt een fin- fendè Miflê op dat felve autaar, twalef pont
ïollants s'jaars. Item befpreeér. noch den Capit- tel van fflaeltivyck vyfpont Hollants s'jaars ewi- ge renten voir dztfeftum van St. Hubert j des (b lellen die Heeren van den Capittel gehouden *wefen eens s'jaars op die Kermisdach van finte Hubert , ende op finte Chriftoffels autaar op ten huyfe van Honfil, een Mifie te fingen, te we- ten de twee pont tot dat feflum compofitum , ende die oncoften van wagens ende anders, ende die andere drie pont tot de maaltyt, dieraen tot des Pekens huys doen fal in abfentie van den Patroen. Ende iïïet fake dattct den poerten in der tyt be- lieft , foe fal hy die voerfz. maaltyt opten huyfe ïatendoen, ende die Heeren fullen gehouden wefen, na dattet voerfz. maall gedaan is, te gaan in die Capelle van finte Gregorius^ ende dair le- fen Miferere, ende de Profundis cum precibus voer myns Heeren ende Vrouwen zielen , ende de geenre daar zy 't voir begeert hebben* Item noch befpreec"t die voirfz. Vrouwe van Montfosrt voer die derthienfte keers, die niet gefundeert en was, ende voer die derthien keerfen te bernen op vyf hoechtyden van onfer liever Vrouwen, te weten , Purificaüonis«, Annuncïaüonh ^Fifita- tionis, Nativïtatis , & Conceptionii, thien pont Hol-
|
||||
van Delfland» »*·
Hollants cwige renten. Item befpreecl: ende
maacl: noch die voirfz. Vrou van Montfoert den heyligen Geeft tot JStaeltiuyck, feilien pont Hol-, Jants s'jaars ewigerenten, wairvoirdie heylige Geeftmeyfters in der t-yc gehouden fullen wefen te deylen aan fcoen broet viertich fchelling Hol- lants op hoir jaargetyde , ende op elcker vry- dach te Quatertemper, den rechten armen aan fcoen, couien, ende ander cleder vierdalf pont Hollants. Item befpreecl: noch in rechter aal- miiTcn twintich pont Hollants s*jaars , ewige renten , waar voir men houden fal ten 'ewigen dagen binnen der Kercken van Montfoert'twee Choralcn , die tot allen getyden fullen helpen fingen. Item noch befpreecr. ende maackt die Vrou van Mv-ntfoert in plaatfe van die vyf arme kinder ofte tuyekskens , die opren huyfe van Montfoert plagen te eten , ende voir die tyt dat Zy daar niet geweeft en zyn, vyftich pont Hol- lants s'jaars ewige renten tot dat Manhuys, aluY volmaackt fal zyn binnen der Stede van Mont- foert, alfo rnyn Heere van Montfoert met die te·* itamentoers dat ordineren fal. Item befpreecl: en<? de maacl: die Vrouw van Montfoert voerfz, den Cioofter ende Convent van Jerufalem binnen Utrecht actit pont Hollants t'sjaars, ewige ren·* ten , des fo fullen die Sufteren gehouden zyn jaargelden te houden op heur fterfdach., voer rnyn Here ende Vrou, ende haar beyder ouders ende kinderen, ende voirt daar zy'c voir begee- rende zyn , te weten s'avonts fingende Vigilie van negen leften, ende des morgens Miffe van Requiem mit vyf eerlicke waskeerfen, ende men fal op defen dach elcke Suftervan den Convent geven een fcoen brooE van enen halven grooten Hollants, des foe fal elcke Sufter naarltelicken $ * róeir
|
|||||
I
|
|||||
324 Oudheden en Gestichten
voer die zielen bidden, ƒ/<?;# befpree6fc ende geeft
"och die felve Vrou voerfz. in rechter aalmiifen die Kercke van Monifoert hondert gulden eens, waar voir men böecken coopen of fcriven fal , dié men alremeelr. behoeft. Item noch befpreeót ende geeft die felve Vrou in rechter aal- miffen tot enen clocke der Kercken voirfz. eens twee hondert Rynfche gulden. Item noch be- geert die felve Vrou van Montfoert ende geeft °* ver mit haren gerechten Voocht, dat die Hee- re van Montfoert off zyne nacomelingen fullen mogen transfereren, overfetten ende brengen, dairt hem fal believen , ene van die lefte Fica- rieni, dair■ Henrkkvan Naeltwyck faliger gedach- ten Collatoir of plach te wefen , foe waar die in Hollant gelegen is , ende die Weere beft ge- legen is , behoudelicken dat men den felven dienft fal laten doen , die men ter eerfter plee- ken altyt gedaan heeft. Item befpreect ende geeft die voerfz. Vrou &c. in rechter aalmiifen den Capittel van Naeltwyck een huys mitten Hof- ilede ende boemgaart, gelegen te Naeltwyck ach- ter der Kercken , duir die Deken altehans i» woont, tot be hoe ff van den Deken van Naelt- wyck in der tyt, ende voirt alle navolgende De- kens, des fullen die Dekens dit huys onderhou- den, maken ende repareren na goetduncken des Patroens in der tyt, ende desCapittels, alfo ver- re als die Deken ende dat Capittel van goeden regiment zyn. Ende wairt fake dat die Deken ende dat Capittel tot eniger tyden van quaat re- giment waren , fo fal dat huys ende erf voerft. vervallen wefen ende comen an den Patroen in der tyt, zyncn wille daar mede te doen. Ende voirt fo en fal die Deken of datCapittel dat voerfz. huys in geenre wys mogen beladen mit renten^ off
|
|||||
J
|
|||||
I tan Delfland, 32?
off anders op die pene ende verboernis voerfz.
Item defe voerfz. renten vandic voorfz. teftament hebben myn Heer ende Vrou bewefen, endebe- wyfen , veftigen, ende verfekeren jaarlvcks erf- Jyck ende euwelyck op te beuren ende te ont- fangen uyt allen heuren goeden , landen, ende renten tot Op/ïal, behoudelicken dat men defe voerfz. renten fal mogen loifen tot alre tyt mie die penninck. twintich. Sfn bit tefïament/baat ban eene^.Huberts
hmx\i$ gebjaagt iuo$ / $ttt men Dat 'et in be ouraar vae Patoejpetn ban J^aalttop / öejjalben fes. GrCgo. ijoofö-ontaat/ nocfj een napeïtetr tm ban ,!>>»» ™™ Gregorius , til tttl OUtaai* ttV ttVt bm%0>. An-S* Alina*
na, foa^ gjefïicïjt*
14-38. Inaf ijlttt Hendrick Robrecht <Pe&eH
te t$aalbiüp.
Joban van Naaltwijk, ^auffdpe f&JOtlttlO*
toci$/ en nnt getgefïaöt bet peeren ban j^aafc*
bjp/ $ in 't Jaat 1470 üanonmn m ^enen ban bit fcapittei geiueefl «Jlttfïer Dirk Perfijn, UgtgCt^tïfÖC gefïagt
Sttnonifiig / toa^ beften te $aaltbjp tn 't
jaat 1480.
3(n 't jaat 14 ♦ · i$ gterSienonniTf en beften
getöeefï Jakob van den Hoek, 0Ü 3JJII Sttatijtlfcg
AnguiariusJ|öbjia^3[eetaatinöeéoöiiunbejbe
oom/ban moebei$ 3ijöe/ban Μ art in as Dorpius, en ttja-genoot ban ben bmtcljten <e,2aentna;et W eifel us $$n Adamus Petri,eenonïtatOÏpfcÖ^
be/fïaat ïjet banïjem te ieesen: * Aan deezen W
Λ» Hoek^oï'dngulariuS) heeft de gemelde IVeJfelus
cenige traktaatjes over het Vagevuur, en over meer andere ftoffen, gefchreven; en onder vm den Hoeks boeken zijn ook eenige gefchriften λ Adamus Pctri in yita WciTcli Jib, f», / $ 3 van
|
|||||
f
|
|||||
326 Oudheden en Gestichten
vim Wejfdus gevonden. Kornelis Hovius (van
Hove) Keizerlijke Raadsheer in 's Gravenhage, had ook onder de pampieren van Doktor van den Hoek gevonden een oud gefchrift van het avondmaal des Heere : \ welk die plompe en KapharnaïtiiTche nuttiging van Chriflus Lichaam fcheen te veroordeelen j en ecnegeeftelijke nut- tiging vaft te Hellen: eenegeeftdijke nuttiging, zeg ik 5 dewelke, v/el is waar, eene waarach- tige en wezentlijke nuttiging was* maar alleen- lijk door het geloof begreepen kan worden, en alleenlijk met het geloof over-een-koomt. t . . Echter heb ik veritaan dat dit gefchrift van fyan'den Hoek zeer oud is geweeft % én dat her. aldaar over meer als twee-hondeft jaaren door de handen der godvruchtige menfehen heeft ge- wandelt, en van den eenen toi den anderen, als by overlevering , is overgegaan. <^0£l) tilt Φ Mi i$ onseber/ en öen wegten 5U1 ba» WeiTel
ïjcïföm fog onöee koningen opgegeeben* h Van den Hoek $ Oöfc gaffOOJ te W$fy
mav gefocefï ·, en geeft aan öie pawcljihtvlw
- ecitigc goebeten £$ ngterfïen toiïïe gemaaïtt. j^ocij ftceft &ρ aan bc ^arocgifteirfteban^a^ tncnb / bte onöet be ^ifierci-monnthften fïon&/ 40 ïtoiïanbfcjje yonöen/ tbjee berfcgla' 3en/ en 14. poitben aan ben jj&anniïtften aï' wav/ bptefïflmentBefpjoïten. <£fnbeïp $ 8P te $aa!t£op gefïo?ben en begcaabcn. gn 't jaar ï Τ . , toa^ Pieter van Ter-Goude
feiten ban t ftaptttel te j^aaïisfcoyh*
c <^e iaatfïe feiten ban Ut ftapitreï ίβ ρ*
tUféfï Kornelis van Reynegoru , ^e£uelff0 te
Wfflt oberïeben i§ in 't jaar 15-60: en ioiet$
b Uyt her doodbede der Warmondfche kerke»
( Roomfch Vcrhaai ?an de la Torre* |
||||
van Delfland, 3 27
feijilbeeg te&eïft nodj tentoon jjangt $ 'fjuig
ban ben ^afloo^ 3^e ^incen ban j^ajfonto / oie be ijeerïp*
geit ban Jlaaïttop geftoeïjt Rebben/ en meefiec ban be geefMpe ampten jgn geiuojben -, geb? ben be tnhomjfen oer üanonmb^bgen/ ^eöect bat be ï&anonniftiien giab ugtgefio^ben jtjn / aïfengfóems aan jjnnne fyivfom ge-eigent jpaaïttop $ be geboomte piaat^ ban Mar-
tinus Dorpiusj een man/ ttit ingeleerbïjcit en roemmejjttggeit nattïp^ 3p toeerga {jeeft ge* {jaöi bie in aï!e befeöaafbeioerenfcjjappen /en in be 4B$eïifcjje enUatpfeöetaïe seereubaren foa$: en bie/ omftojttegaan/ genoeg bebenb i$ ugt be fyteben ban Eraimus. 't 3®a$ aan bee* 3en Dorpius, a$ 3pbe een man baneene tigt* peehenbegeleerböeit/ bat Erafmus be bertoee* ring ban 3tjn Moria toefepite. ^gt toa^ toeï- eer/ geïp boben al ge3eit $/$afïoo2getaee|ï ban <0betfe£|ie : en $ te Soben/ op ben 3* Heg ifzf/ booi een ontpige boobngt gefc ïeben gernftt 0jn ïicjjaam toierb in be galbe* rge ban be ïüartöniser^ begjaaben : alhjaac nocjj ttuee geaf-fefl^iften 't 3per eere geïee3ett tooien, leteei'fie i$ gemaaltt boo$ bengentefr ben Erafmus, hit aïtp 3eer beel ban gent ge* Jjoiïben Jjeeft: get ttoeebe i§ ban Ludovicus Vives. <Pe bjee&je^ban Dorpius fïaanopgetelb t'n be boeït3aaï ban Valerius Andreas.
Pieter van Ν aal t\v i j k, bg ben 3eïbett Val. An-
dreas bermeïb / en bie begenee^ftnnbe geoeffent Öeeft te <0ottenbnrg / geep: ttoee boeïten Haft ben aarb/ bermestnge /opboebinge /üitfytiQiw ge/ en genee5ingeberpaarbengefcg^eeben. (χ) f 4 HONT-
|
||||
$ι$ Oudheden en Gestichten
' Η O Ν Τ Ζ EL Α Α R D Υ Κ. 3|oht3elaa^p / onoer be l^aroegie ban
laai-djjk, jpaaïttöp scirgcii / ftmt in een anben b$ttf ban a Lubbert, 3iüt ban Cgmonb/ bermdb citoer oen naam ban Huntfei; ($) ©ara* geeft een Deftig fïat grfiaan/ta^unfc
fel genaamd: op getbjetóe/ boigen^getboo^ gemefoe tefïament / een ontaar £oa$ gefïieijt •ter eere ban β. Chnitoffel; 0u fraat 'er Dat tmjfïdp en 3bjiengpaie$/ 'ttoelftJ^iné'Fre- 'derik Hendrik, alp %eeroerpIaat3e/5O0p#ie!ji tig geeft ïaaten opgaalen : en 't foelne / Bn 't affrerben ban ïionmg Willem lü , aan Den lioiimg ban Sniffen i$ genotnen; €e fgoM3Haöröp fieeft boIgei$& de ia Tor-
re eene fcapeï gefïaan / iretoeïüe ter ge&agte? iii'ffe ban ben % ψαηύ Corneiius tm$ nigetüpt. mt ganfege gétoeff/ $naltfesp/ ^ontseïaar^
bp/beSier/get 4®qiiö/ en baar bg jfemfïer en ^^0rabe3anDe na&eöeffymaa^ie/ i$ eerfï be^ bietltöOO^ Hendrik Schenkel , fóanQtUlfö ban
^ealttop: befcoeïbetot jpafïoo^ ober öcse plaat;
5en i$ aaogefïeït iii 't jaar 1614/ en in $ éraben; gage tooonbe. 0a Schenkels O00Ö/Debielhein ben ï^age oberïecben i$ ben 28 ban^obemOer 1648/ geeft,fakob van de Velden , boUiOllieiI
S5aeeiter in be <0obuunöe / bese p!aat3en op*
gepaft i en geeft 3p berbïijf ooii bieï gegonoen Üp get 30Ot't. 3(11 van de Vcldens plaats i§
geliomcn Francois· van der Burgh, te Stebel
mtber ©elfïanö0 gebooren: bcbieine in 't geloof rn in be seden-ruegt onderbjeesen tua$ dooi λ ApuH Eoxhorn. Theatr* Holl, p, 174,
(f U) ?yp Roopifch Verhaal» Wil·
|
||||
van Delfland. 329
Willem Huigen. «S^ocg ban bec^en Willem
Huigen, bte be JMforg ban^erftcï opgetecgt
m aïiereerfï bebient geeft / en een $ttt gobt* fa^nsegtig fèwftcv toa$/ gebben bsg onber^eiv Kei gefp^Oiien. J^a bat Ρπιηςοϊ$ van derBurgh
3tjnc ftsibie te fóenïen boitrofcnen gab/ en toe*
ber in 't baberïanb aangekomen ftsa^ ; $ gy ober alle be gemdbe bo&rcn tot J&afiao? aan* ge|Mt, 3|g i| eenigen tp in 3gnen atbeib ge* goipeü Ö80£ 5ijncil neef Kornelis van der Burgh,
oetoeïne naberganb be ^afïerg ban Ultaterin*
gen te bedienen geeft geareegco* Franco is van der Burgh geeft bt€$t ψά$ύν$
ïange jaaren bebient; 500 bat g£/ ouberbom^
galbe / bw} ben feilen ban aiie ^oïlanbfcge f&afïoo;? en $ntftev§ gegotiben moefï ioo^ben. Ml§ eitidenjn 5gne oogen begonnen te fegeme^ ren/ en gg afgetoerïtt en ngtgepnt hja$/i$gg in 't jaar ^07 / in 't begin ban3fannar^/ugt be tueteïb gefegeiben, 3(n gem ίοο$ bita$ iet Scïbsaam^ aangemeent / bat gg op lïïer-ninbe* ren-bag gebooren t§ -, 3gne eerfïe j&$ geeft gebaom ©afloop $ gefoo^ben -, enban besien* te/ bie gemboobeip $ getoeefï/i^ aangetafï. Bo#iet'$ geeft bee^e i^ect? vander Burg 3tjn b^bigf gegotiben in ¥ DE POELDYK.
=UMliepïaat£/ ofboipjc/ onbergetgerecgt^p
ban Ji^onfiec fiaats en trainen met lionfïec dyk, be geerlpgeit ban golanen untmaant, 9fö be i&oelbp too$ be Mergeiïigfïe^jBaagb/ bene* ben$ ben % Bartho!oma:us, boo^ patroneffe gebiett (4) Ja getaffïetben banüeet? Vander Burg, i$
$ f be
|
||||
g^o Aantekeningen op de
tie H%m Jqban Byleveld, UU lltmfyttnm / UI
Spe plaat§ getawti; enopgeuolgtuoo^ew
Johan van Roflem, OOÏi ectï ïtirecftteiiaar,
AANTEKENINGEN.
t. Het geflagt vanNaaltwijk heeft naar het fchry-
Ven van Simon van Leeuwen in zyn wapen gevoert een raoden Leeuw, even als het Koninkrijk vanBo- hemen: en, zeit hy , men houdt het'er voor dat het uyt koninklijken huize gefproten is. Waar dit zeg- gen op fteunt, en waar van daan dat Fan Leeuwen het heeft , kan ik niet zeggen. z. By Naait wijk is noch een boerenhuis , of woq-
tiing, waar op voor dezen Monnikken of Kanonnik- ken gewoont hebben: en daar ik geen ander belcheid weet van te geeven ; als dat 'er verfcheide gereed- fchappen van Monnikken , koraalen van Pater no- ilers, enz. uyt de aarde gedolven zyn. 3. De Heer Auteur rekent Hontzelaardijk maar
voor een buurte: Ooch Dirk van Bleïswijk, in zijne befchryvinge á van Delft 3 rekent het onder de dorpen* De dorpen Naeltwijk en Hmtfclaerdijk hebben van ottds ttltydt onder eenden Heer gereforteert ende te [amen ge- ree kent geweefi, enz. Sommige meenen dat hier een vliet heeft geloo-
pen, met naame de Hunfel of Hunrfel : en dat een <lijk, tegen dat water opgeworpen, den naam heeft gegeeveh aan Hontfelaardijk. Anderenfpreeken van een oud en deftig kalleel. Dit is althans zeker dat Lubbertus Abt van Egmond , in eenen b brief van 't jaar 1 261, aan deze plaats den naam geeft van Hun' fel. Evenwel durf ik giffen, en als zeer waar fchy ne- lijk (taande houden 5 dat de oude en rechte naam van dit dorp is Holtfole ■ en dat het ai eene parochikerk heeft gehad in de negende eeuwe. c In het bekende Regifter van de goederen en vrydommen, die de U- trechtlche kerk voor de tiende eeuwe bezeten heeft» ftaat ook vermeld d£ kerk vauHoltfole: Eeelejaqua ë Pag. zé. vj.
b Zie Van Leeuwen Batayia §acra, p. 1189.
* Áñìü Hedam p, 64»
Set'
|
||||
Beschryving van Delfland. 331
diettur Holtfoie. Alle omitandigheden , t' zamen ge-
nomen en by malkander gevoegt, maaken ecnegroo- te waarlchyneiijkheit dat dit Holtfoie geen andere plaats isgeweeil als Hontfelaardijk. Voor eerftmoet het daar omtrent gelegen hebben ; want het word even na Fore , Forenburg, en Forfchate , en even voor Mafeland vermeld. Dit kan op geen andere plaats beter geduidt worden als op Hontfelaardijk. Ten tweede kan de eerfte lettergreep Holt zeer ligt ver- andert zyn in Hont. De veranderingen van O/ires- geijl'm Oeflgeefl, \mFennappen xnaeVennip, enhon- dert diergelijke, zyn veel grooter. Ten derde dient wel aangemerkt dat fommigen in plaats van Hontfe- laardijk noch tegenwoordig fchryvenHontsholredijk: 't welk, met de gemelde veranderinge van eeuel, den ouden zaam zeer net en nauwkeurig uytdrukt; en even eens luidt als Holjblendijk. De leftc let- tergreep , dijk , moet niemand iiooten of tegeu- houden: daar zal mettertyd , voor 't gemak der boe- ren en tegen de nattigheit der velden, een dijk op- geworpen zyn. Dat het hier omtrent zeer broekach- tig en moeraiïïg is geweeit, blykt uyt de naamen van de bygelege plaatzen, Poeldijk en de Broek. En in al- len gevalle kan men niet ftaande houden dat deze plaats altijd den naam heeft gedragen van Hontfe- laardijk. Wy hebben zoo evengezeit, dat het van den Abt Lubbertus de Hunfel word genoemr. Iemand 20ude konnen zeggen, dat Kralingen fn
9t gemelde Regiirer even na Voorfchoten vermeldt word ; zoowel als'er Holtfoie daar even voor Maa$- landt word vermeldt: en dat het dierhalven geen ge- volg geeft dat Holtfoie omtrent Maasland gelegen moet hebben ; dewyl Kralingen al vry verre van Voor- fchoten gelegen is. Hier op heb ik dit te antwoor- den dat 'er, behalven dat ik op een uur twee of drie, meerder of minder, niet dringenen wil, en niet drin- gen en mag, zekerlijk een drukfout iu't gemelde Re- gifter by W. Heda ingeflopen is; en dat *er in de plaats van Cralingen geleezen moet worden Galingen. Zoo ftaat'eruytdrukkelijk te leezen in een oud ongedrukt boek <ider Utrechtfche Domkerke $ *t welk my door d Liber continens Honarionej impeikiw , fa#4# in prinaa
fjiiid, Ecclef. majoris Trajcö:. dea
|
||||
332. Aantekeningen op de
den Heer 'N. ter hand is geiielt. In het doorleezen
van dit ongedrukte Regifter heb ik bevonden dat 'er noch andere naamen by W, Heda verkeerdelijk zyn gedrukt. By voorbeeld ; in de plaats van Hoftenpin- hem en Weftenpinhem , zoo als 'er by Heda ftaat, ftaat 'er in 't gemelde ongedrukte Regifter duidelijk ie leezen , Hollcppinkerien Wefteppinker ; 't welk 2,eer gemakkelijk opÜoilpynakeren Weftpynaker ge- duidt kan worden ; en zoo als ik meeen , geduidt moet worden. En indien iemand wilde bewee- ren dat Galinghem by verkortinge,en mettertyd, ver- andert isindeGaeg, gelijk Zuidwyk in Zuik , Dord- recht In Dort, Arnoldus in Aert, Kornelis in Kees door het gebruik verandert zyn, ik zoude die gilling !ZOO fierk niet tegenfpreeken: te meer dewyl Galin- ghem ook hier omtrent gelegen moet hebben. Noch Üaat 'er by Heda Corrcan in de plaats van Corfcan; Honérathorp in de plaats van Hoverathorp, Oftresgeifi: in de plaats van Üsgeresgeift, Panga voor Ganga, 4. Poeldyk is genaamd naar de Poel,■■een water by
Naaltwyk, al bekend orïdserGraaf Dideryk Vil.'Te- gen dit water zal een dyk opgeworpen zijn; en die dyk zal den naam gegeeven hebben aan de Poeldyk. Vorder is hier ook een Kapittel van Reguliere Ka-
nonnikken geweeft ,· 't welk miiTchien ten tyde van Jun'ius noch ten deele in wezen was: Want hy zegt niet, daar is wel eer een genootfchap van Kanonnikken ge- vjeeft: maar ; daar is een genootfchap van Kanonnikken; exflat .......... Deze Kanonnikken zullen door de wandeling waarfchynelijk den naam gedragen heb-
ben van Monnikken: want daar is noch een pad', het Monnik ken pad genaamd. . Indien de Poeldykers een Patroon of Schutheiiig
geviert hebben Tchynt daar uyt te volgen dat 'er ook een kerk of kapel heeft geftaan. En dit is ook zeker door de getuigenis van de la Torre: en de Poeldykers, die hetby een foort van overleveringe weeten , wyzen de plaats aan, daar de kerk, met een toren daar op heeft geftaan. Ook meende de Oude-man, Franpis va» der Burg, zoo als ik onderrecht ben , wel te weeten dat 'er even buiten de Poeldyk, op de eerfte wooning naar Wate- ring toe, een kloofter heeft geftaan; wiens tuin tot in de Poeldyk ftrekte, enz. Dit is althans zeker dat'er van
|
||||
Beschryving vak Delfland. 333
van de Poeldyk , naar het water de Gantel toe, een
pad loopt, 't welk noch tegenwoordig het Monnik- ken-pad wordgenoemt. Vorders is het land, de Poel genaamd? en tegen
Naalrwyk aan gelegen, dear Gra-af Diderfk VII. in'ü jaar ii<?8.gefchonken aan 2ekere kapelianye; άιζΛη- felmus, zyn Vaders en zyn eigen Kapellaan in S. Ma- riaas kerke te Utrecht had opgerecht. Doch hiervan is boveneinde befchryvinge van gemelde Mariaas ker- ke, breedergefproken. Dit landgoed de Poel, gelijk de naam te kennen geeft, zal waarfchynlijk watmoe- raffig zyn geweeft: en daarom 7.al'er, tot gemak van oen reiziger , een dyk tegen aan zyn opgeworpen. Dat de Poeldyk van ouds eene kapel heeft gehad
blykt ook uyt twee brieven, dewelke by Simon van Leeuwen e nagexien konnen worden; en uytdruklce- lijk van de Poeldyks kapelle gewaagen. e Batav. Illuit. pag. 3$8» en 841,
'S GRAVEZANDE.
|
|||||||||
•i'
ravey |
|||||||||
4 <&za\jm$u\bt ί§ fotlm een heftige en Be; ,B G
|
|||||||||
mmtrbe fïab/ en géöjft ïjtt gemeen geboden umk"
i'S öe 3eteï öer ^olfanbfcge 4B»;aben gefoeefï, ^ierban baan5a! Jet ooft ben naamban'sGra- vezande, in 't %ütijll Α rena Comitis, ΜοϊΠΓΠ
geöben, ^itfeMnth ooit beKoningftraar, be
Hoflaan, en een flnft Ianb$ Hofland genaamb/ te itènnen tegeeben^ ^egenbioo^oig $öeton* bcmtittrb. <Pe panscfjitoR ina£ ben fjetiigen S&fFcgop p
en Martelaar Lambertus, en be OTerpïigfïe 0ficm Jtotgb/ toegehnjöt: en$ inonbetpenjeec bermaarb getoeefÏ bos^ ïjet Sieben-b^ontoen- öeeïb/ 't toelft Machrcid, öe jjni^oüfo ban <0$aaf Fioris IV, aan bie p!aai$ gab bereert. «Pit öeeïb > toaar ban ton e!öet$ bnjöïoonigec geloften ijebben/ $ naöerganb op get23>e* SÜiujofte ^eïft gebiagti m $ baae a$ nocjj til
|
|||||||||
3 54 Oudheden en Gestichten
iti bein'sebehjaaringe. 3£e nerft geeft eenfcftifteit
^eergoogett toren/ beqnasmara be seebaar* btv$ lioo^ een öaïïe te bsenetu 3&c$afloo?$ ioier* ben ugtbeBöogeban lEarientaaeit genomen/ m bm öe» ^öt aengeflelt. #ï> bie manier i$ gier in 't jaar 15*00. jdafïcioj gctoeefÏ p ft Herman van Roflum : bCfcöetfte ben 10«
* oors' Jfeaattïph tot ffl&t ban|&arien-üjaerttoic rö
géta^en. Si 't jaar if?o, geeft gier boaj ]&afiOO? Sefiaail Niklaas Spiring.
3(n be gemelöe tel* usa$ eenebiteg aan 't
otttaar ban be 1, $&a«$ö Mina. ^etpebaan^gui|S/ oat'erfïanb/ foa$ fcöeï-
eer be'neunen ban 't 5gof a>toee^, 3&efóofïer/ bte bö3| be <$^aben aangefMt
tuierb / gab aan bafêe ïnftomfien een pub ί^αϊ^ ïanbfcggelb, Bcgynhof. <®o&*S«f* t* $'«©jabesan&e een^eggngaf gedaan. $taaren&oben geeft'ei* een Itïoojïer fcanfte*
guïiere Hanonmliften geflaan ·, 't toeilt Maria- Magdalenaas ftloofier briecb geuoemt j ugt get Moa$er ber Reguliere fóanonnföftcn ban^Mffc boo?t0efi)?ootenbja^i en ge6antöt toa^ugtmt gaf£gui£/ 'tbjelftbe^aabenban^oiiaïia üjm geeecgt en ban inftamfïett belegt gaöben. jllKiaatbecntit^iieiiiliomlïen/ bie terbertroo* flinge tyr armen gefegiftt tnaïcn/ bao^ onboo^ $igttge 'beffteringe niet te recgt quanten-, geb* ben be ~t$etgeebei$ ban '$<e?abe3anbe aan be föeguiiereHanonniltiien ban^Mft bergunteen ftioütf er op get erbe en be lanben ban 't geuteïbe gafïgufë te timmeren, <€en bien tixuit gebbett 5g in't jaar 1417 l&iouto jakoba, ^abinne ban ^oïïanb / $003 get boïgenbe fmee&fcgjift *t)« la fött« in syn Rooftifcii reifhaai.
gebe*
|
|||||
■OK
|
|||||
van Delfland. §37
ge&eben be gemelbe gifte m bttgwinfa$ te öe*
Mttgen: X-Toocligeboren Mogende Furftinne, fonder-
Hng Genadige Vrouwe, U. L. Furftelycke genade gelieve te weten, hoe datte goeden en- de landen, die in voortyden van uwer G.Talige ouderen, ende oock andere goedeluyden , den Gafthuyfe binnen Gravcfande totter armen lu- den behoef gegeven fyn, overmits quaden regi- mente niet wel ter eeren Gods ofte totter ar- men Uiden nootdrufc alft behoort toegebracht en worden , 't welck allen goeden luyden feer mis- hacgt. Waeromme wy Schout , Scepenen , Raedt , ende gemeene Viocdticap der Stede van Gravcfande uwe arme onderiaten geeonfen- teert hebben den Regulieren binnen Delft, al- fo verre als fydat van uwer hooger Genade ver- crygenmochten, dat fy opalfulcke goeden en- de landen alfe den Gafthuyfe voornoemt toebe- hooren ter eeren Gods een cloofter van hoere Oerden ilichten mogen, by voorwaerden, dac fy die beddingen endeherberginge totter armen behoef ftaende fullen houden in manieren als fy 't vinden. Item dat fy binnen den Ambacht van uwe Stede van Gravefande geen landt coepen noch huyren en lullen buyten goetdunckenvan ons. Bidden wy hieromme ootmoedelycken en- de verfoeken aan uwer welgeboren befcheydene Genade, ende aen uwen hoogen Raad, fo wy vlytelicxfte mogen , dat ghy Ócn voorfz. Re- gulieren dit goedertierlycken wilt confenteren , ende ons hier inne gunftich vallen, want wy anders niét «n weten, dan datter uwe Stede en» de onfe gemeenre Parochie falicheyt ende oor- baar grootelix in gelegen is, aengefien dac d'voorfz»
|
||||
%$6 Oudheden en Gestichten
dVoorfz. Regulieren dat geerne weder verfchul-*
den, ende wederomme Tullen, als wy verhoo- pen , met hare gebeden ende andere geenxlicke goederen aen uwer Gen. ialiger ouderen zielen ende oock aan uwer Genaden verdienen, daar wy gantfelyck toe vertrouwen, ende weten, dat uwer uyterfle meeninge in allen dingen an- ders niet en is , dan goede dingen ter ceren Gods , ende uwer onderfaten falicheyt voort- waarts te fetten, ende datter verdwaalt is tot- 'ten goeden regimehte te brengen. In oirconde van defen brief is onfer Steden Tegel hier binnen opgedruckt opten 4. dach in Auguilo in 't jaer ons Heeren 1427. Jacoba, be $aaii anbersoeïjt ïjeB&enbe/ fyetft
ïpnm bergiinntng; / in eenen i#ef ban ben 7 $* e&inai'gi 143 * / onbet* bit bebtng goebgefteurti bat 'tt in be JilifFen / geöeben / en getijöen/ aïtijb bóO£ ïjaat en boo$ Ijaavt ouber^ geüeben 3OUÖ0 iao^ben* 3|et begin ban ben gemelben Ö^tef fïaat ög Am. * Matthacus, en Itubt a!bn£: Jacob (2) by der genaden Godrs Hertoginne
in Beyeren , Gravinne van Henegouwen ende Van Holland, van Z,c3eland, van Ponthieu, Vrou- we van Vriefland* <Bn in 't jaar 'i4' 7 / tan Η öan %p0 fieeft
Philips van Borgonje , a$ föllfttóatt ban £foI*
ïanb / lytt 3eifbe behoeft / boigen^ be oitbé
painperen ber plaatse / ooft goeogeneurt. ^Olgen^ be lijjft batl Sasbout Vofmeer, ett
een anbeee ïijfï bie to£ onbet? ^Mott öjogeï^agt
Rebben / geeft hit nonbent ooit gefiaan onbee Jet nonbent ban #ion, SS»
|
||||
ν αν Delfland* 33 /
gfn 't jaar 145^« fywft Hei man Floriszoott, 'pdmi
Regulier liaiiöïiniii in §>. Margarctaas ntxnMtnt
i€er <$oubt/ bit Iwnbent ban '^^ai^atitie è$ J^idj geregeert 3« 't jaar 1456. ψψμ^ geüjeefï Johan de Jonge.
Φρ get gof te 'g fèjabesan&e geep: #i?tijö#
£en liapel geflaan : ui iöèllte ftapeïie mu'ïw plïaiigi ijoa| gefnegt ©e inlumiffeu tst^t ha* ι $0kn$t geeft Machteld , toeöufcue ban Floris IV, op öe bolgentre biijse beröetert; \1/Ύ -Macht'èld, Gravin van Holland, 'begee*
ren dat het een ieder, die den tesenwoor* disen brief zal zien, kundiV zv dat wy tot een hulpmiddel voor onze ziele, en voor de zielen van onzen beminden echtgenoot, Heer Floris, Graaf van Holland , godtvruchtiger gcdagte- nifle j en van onze beminde Iunderen j te weè- ten Heer Willem , doorluchtiger gedagteniife, , Roomfch Koning; dcszelfs huisvrouw de Ko- ninginne ÊUzabêi\ mitsgaders van Heer Floris en alle onze voorzaaten , van onzen beminden - neef Floris Graaf van Holland 5 eindelijk van onze beminde dochters, Vrouv? jfleiclis, byge- naamd Van Henegouwen, en Vrouw Margareia 3 Gravinne van Hennenberg, en ook van haart!. kinderen, aan de kapcllany op 't hof te's Gra- vezande tot een aalmiffè gegeeven hebben heC ganfche land dat doorgaans genoemt word dö, Gemeente, engelegen is in*c ambacht van Mon- fter by Hekendunen j behalven drie mergen, dewelke tot een aa) mis gegeeven zijn aan deka- pellaany van Hekendunen : en dat wy op het gemelde land 10. Hollandfche ponden "geveftigfc hebben, tot een jaarlijkfcheinkqmftevooir de gé* melde kapellany'op hec hof te 's GravezandCj enz, |
||||
33$ Aantekeningen ρ? t>E
't welk wy gedaan hebben , op dat de goddelij-
ke dienft op 't gemelde hof dagelijks verricht werde enz. Gegeeven te 's Gravezan.de, in 't jaar iz66, daags voor het fecft van den Η. A- poftel en Evangelift Matthaus. %i\ 't )aac r ^40 i$ Dirk van Poelgeeft lila*
nonnift te'^ <0^aue3a«öe öcfcaeetl.
3jn cencufeief / met De eige ïjaöbanSasbol-
dus Vosmerus gefcöjeeben / fïaat aangetefcenti bat ga Öe pafïorg ban '$ «Ê^abesanöe ben io\ ban ^eptembet KSoS.öegeeben öeeft aan ben fCi'hjaacöïgcu tytcv Hermes Maartenszoon.
AANTEKENINGEN.
ï. Dat 's Graven bofte 's Gravezande gedaan heeff,
fnagwel als eene gewilTezaak verzekert worden. De atgemeene overleevering, de Hollandfche Kronijk s de overgeblevene naamen van Hofland, Hoftaan, de meefteSchryvers, enz, getuigen het even krachtig. Is dat niet genoeg; Hemicus * Thaborita, een oud en zeer geloofwaardig fchryver, zeit het uytdrukkelijk dat Ko- ning Willem het gerechthof van 's Gravezande ver- voert heeft naar 's Gravenhage. En wat willen wy oytdrukkelijker hebben als den briet vandeGravinne Machteit\ in de befchryvinge van 's Gravezande al- hier bygebragt? Want daar jeezen wy dat deze godt- vruchtige Gravin, op dat 'er dagelijks op het hof te *s Gravezande zoude Mis geleeden worden, de kapel- lany op het zelve hof met zekere inkomften heeft verbetert. Daarenboven heeft zy dkn briefte's Gravezande ge-
tekent: want dat apu,d's Gravezande, vertaalt mpe£ worden in of tot's Gravezande, en eene fpreekwyzc van de middelfte eeuwen is, behoef ik niet te bewy- zen ·, en zal den Leezer in het doorbladeren der oude bandfchrïften en brieven hondert en hoiidertmaal * Agud Ant» MatÈhxiin*; Anal, u <£. p, lot»
voor-
|
||||
Beschryving vak DelHand. 349l
Voorkoomen. Zoo is het dan waarfchijnelijkdat,als
het Haagfche Hof uu opgekomen was, datvan'sGra- vezande echter niet tenemaal is verlaaten; en dat'ef ten minfte's Graven naafte vrienden opgewoont, of zich'er vantydtot tyd onthouden hebben. Oudenhoven Ë echter, anders een man in onze Oud-
heden wel ervaren, en van geen onbillijk oordeel,twy* feit 'er niet alleen volkomen aan , maar noemt het gemeene zeggen eendwaling. Dat hier een Hof, ja een Graven hof geweeit is , wil hy niet tegenipree- ken ; en hy bekent dat het ganfch waarfchynelijk is. Maar 'cis by hem niet gelootfelijk dat een Graaf van deRepublijk, nu Holland genaamd, dit hof gebouwd of naar den Haag overgebragt zoude hebben. Hy wil daar heene dat de oude Graven van Maafland, in on- ze Kronqken wel bekend en meermaalen vermeld, hun hof te 's Gravezande gehouden hebben, Deze Graven van Maafland , zegt hy , zullen ook in hun Graaffchap een wooningen hun hof gehad hebben: en daar is geen eene plaats in ganfch Maafland, zoo redeneert hy vorder, daar eenig litteken van eenoud Graven hof overgebleeven zy, als'sGravezande: en daarom wil hy 'er niet aangetwyfelt hebben, of de oude Graven van Maafland hebben hier hun hof ge- houden. "Endir is ook de reden, zoo als hy meent» dat 'sGravezande wel eer zoo een bloeyende en rijke lïad is geweeit. Zijn zeggen ftrekt mijns oordeels tot geen verklei-
ning van'sGravezande: ook wil ik zijn zeggen daaf op niet duiden. Zijn deGranven van Holland magti- ger geweeft ; die van Maafland zijn ouder : en dus zouden wy hier een fcboon bewys hebben voor de oudheit en het oud weivaaren van 's Gravezande. Ik zal dan 's Gravezande die glorie niet betwiften;
en wil, om Oudenhovn niet al teveel tegen tefpreeken, 't hof der oude Graven van Maafland te's Gravezande wel laaten blyven. Maar ik beweer dat 'er deGraaven van Holland ook hof gehouden, en dat hof naderhand in den Hage geplaat.it hebben. Ik heb de getuigenis van zoo veele Sehryvers aan
mijne zyde; de overlevering der plaatze is voor my ; oft om beter te fpreeken, voor't gemeenegevoelen: <* Haarlems Wieg· é*. Bctlcfik*
$ é ifc
|
|||||
\
|
|||||
ι ■ ■
340 Aantekeningen op de
ik zie niet dat Oudenhoven, hoe zeer dat hy 'er tegera
is, eene eenige reden tegen de duidelijke getuigenis van zoo veele Schryvers weet in te brengen, als het zeggen van C. Aurelius, dat het Hof eerft geftaan zou- de hebben te Aalbertsberge; ei^van Aalbertsberge ver- plaat ft is ia den,Haag. Maaruyt al het gene voor Aalbertsberge ingelevert word , kan ik niet zien dat het anders ge weeft is als een lufthof der Graaven. De ongenoemde Klerk, fpreekende van deonluften tuf- fchen de broeders Dideryk V en Floris de Zwarte, fchryft onder anderen dat Floris Graaf Dideryks woo- ninge verbrande. Wooninge, zegt hy, zonder van hof te fpreeken. C. Aurelius zelf noemt het een do» mus, een huis. Ik beken dat een huis we! eens voor een hof hof genomen kan worden ; maar men zal ook bekennen dat het niet nootzakelijk voor een hof genomen word. En, zoo genomen, Aalbertsbergen wierd al eens een hof genoemd : het is bekent dat die naam aandelufthovendikwils pleeg gegeeven tewor den. 't Hof opLoo, 't hof te Honflaardijk, enz. is· dagelijks in den mond der dorpelingen, daar terplaat- ïe woonende. ï Vorder het genede Auteur fchrijft dat's Gravezan-
de wel eer een itad is geweeft , dat is ook het zeggen van Hadrianus Jntiius , van V. Goudhoeven," van Bleis- wyk, en van meer andere huidendaagfche Schryvers. Maar dewyl de getuigenis van,jongere Schryvers, als 'er oudere getuigeniften ontbreeken, doorgaans voor wraakbaar gehouden word, en dikwitsom goede re- denen wraakkaar is;. en voor al dewyl defchrandere Heer Α hing, die alles wat hy kan en weet van de Me- den en plaatzen onzes Nederlands by brengt, met geen enkeld woord te kennen geeft dat 'sGravezande een ftad geweeft is; zoo zoude het miiTchien mettertyd aan geen zifters ontbreeken, dewelke dit zeggen zoo wei in twyfel zouden trekken , als zy in twyfel trekken het gemeene gevoelen van't's Gravezandfche hof. Daarom hebben wy goedgevonden dit fteedfch3p
van 'sGravezande,5om aldus te fpreeken, door dege- tnigeniiTen of de brieven der Graaven zelf te beveili- gen. In welke brieven,zijnde van't jaar 1393,'s Grave- zande niet alleen onder de fteden gerekent word; maar ook voor vier andere fteden den voorrang.heein Ael* -
|
||||
Beschryvikg van Delfland. 341;
Aelbrecht , by Godts genaden, Palensgrave op ten
Ryn , Hartoge in Beyeren , Grave -van Henegouwen, •van Hollandt, van T^eelandt, ende Heere van Vrieflandt. Doen condt allen Uiden, want een gefchille ende getwiβ lange geweefl heeft, tufjchen onjenjleden, als Haerlemt Leyden , Delft , Alckmaer , Amflerdam , Rotterdam % Schiedam , Sinte Geerdenberge , Uudewoter , Vlaardin* gen, sGravefande , Naerden , Medeblick , Enchuyfent Briele $ f#s. ',,v De beveiliging van Hartoch Willem van Beyeren,
aangaande den voorfchreven brief, luidt aldus: Willem van Beyeren, van Henegouwen, van Hol-
landt , by der Genaden Godts, Grave van Ooflervant, doen condt allen luyden, dat vjy om rechts willen , ende om goeder gunfie , die wy hebben ende dragen tot ons lieffs Heeren ende Vaders Haftoghe Aalbert van Beye- ren , Grave 'van Henegouwen, ende van Hollandt, lan* den,fieden ende, luden, fulcke fcheidinge van gefchille en- de twifl, uls onfe Ueve Heer ende Vader voorfz. gedaem ende gewyfl heeft tujfchen fynen fleden^ als Haerlem^ Leyden , Delft, Alcmaer , Am {Ier dam , Rttterdam^ Schiedam , Sinte Geerdenlerge , Oudewater, Vlaerdin- gen, sGravefande , Naerden , Medenblick , Enchufen, Briele, ende fynen dorpen, ah Ackerfloot, Wtgceji endo Wormer. enz. 2. Jacob voor Jacoba, indien het geen misdruk is,
fchynt wat miiïelijk te luiden : want ik weet niet dat Jahb ergens voor een vrouwen naam genomen word. Ook weetik geen voorbeeld by te brengen daar eene Regeerende vrouw haar eigen naam in een mans naam heeft verandert. Dit is echter waar dat Koninginnen, die telf en zonder man regeerden , fomwylen, hoe- wel zelden, den naam van Koning gevoert of gekre- gen hebben. Zoo leeftmen by den HiftonTchryver Carifinusb: De Konigin (van Hongaryen) Elizabet, de nagelaate huisvrouw van Koning Lodewyk, regeer- de het rijk met haare dochter Maria: welke Maria ge- noemt wierd Koning van Hongarye,. Dus ftaat 'er by , h Apud Du Cange GlojGT, aac&ie & infim· Latinit, verb, Rex»
#3 ceö
|
||||
34* OUDHEDEN ÉN GeSTICHÏEN
eenander cSchry ver: Maria, de oudfle dochter dei ge-
melden Kon'mgs, ivierd Koning gekroont. En orri die reden word zy van eenen Tburoxius Rex femiHeus, een vróuwelijkeKoning, genoemt. Doch als dezel- ve Maria naderhand met Sigismundus in den echten itaat getreeden was, heeft tf hem deh tytel Van Ko- ning getaaten; en is met den naam van Koningihne tfe vreede geweéit, 2oö leeltmen ook by Henricus HuKtindonenfisrfdat Ethelfleda, Vrouwen Gravin , of 200 gy wilt Koningin van Mercië, zoo magtig was; dat fo'mmigen, om haaren lof en grootdaaaigheit te beter uyt te drukken, haar geen Vrouw, of Koningin, maar Koning noemden. Ditzy maar by gelegendheit van dit jakob gezeit: zonder dat ik daarom verzekeren ■wil dat Vrouw Jakoba met het zelve inzigt, en om quanfuys te betekenen dat zy alleen en zonder man regeerde, een mans naam zoude aangenomen hebben. Dit zou hier echter niet tegen gelden dat'er haare ïaaken in 't jaar 1431. niet naar en ftonden om zoo een hoogéraavenden naam aanteneemen ; want dit Zoude juiftde eertte reis niet zyn geweeft aatZQjakob £efchreveu zoude hebben. En als men eens een tytel aangenomen heeft, hoe hachelijk dat de zaakenilaan, zal men dien tytel zoo lang behouden als men kan. Ik zegge nog eens , dat ik hier geeuzins opdringen wil; en ik het zelf voor geene groote waarfchynlijk- heit durf opgeeven: te meer dewyl zy, op dat het voor- beeld van die vrouwelijke Koningen hier te paflTe zou- de koomen , geen Gravin maar Graaf had mqeten fchryvein "; <j Paülus tlePauldin fnemorali anni ij8iv
; d Ag »d Du Cange ibic}. ' MÜNS TE R.
Naamreden J&Ullfïtt Of JIMfc» / ftlt«dlj«Monailc-
«ie dorp tfym in auüe tytieu tm ïtaflceï Dct iiometned
Wöuftcr. geüjeefï, IStjjan^ U fytttm fieencpglaai·/ bit* %\mtïmnbttf8$\t$ttMffl fcer plaatjen mtifc
|
|||
van Delfland, 343
iö^eh/ugtbeaarbegebolben. tytt opfcgjiftban
beé5enfÏeen/ baar MénibaAiungoon ban ge* fesaagt/ fiaat ögt Boxhomius ι te ïeesen. ©e Reen geeft een binnen toten / bie in een fpit^ toeloopt. ||et J^afïoo^-ampt toierb booj beejen bebient boo^ be ^oabertöner-tnonninnen ban J&ibbel* burgi beibelnepe msffeöten met öunné^iita* riffen gehjoont/ en een foo# ban een nïoofïer iintgemaa&t 3ulïen jjebben* <£n m toil ïiebec geïooben bat Set bo$ ban 300 eennïoofïer (in 't 2£atp monafteriutii) fijnen naam geftreegen 3aï (ï) öeböem a$ bat get aïbi$/gelp fommigen u&ben / genoemt soube 39η naarget afgoben- èeeïb Monifchyrosi <Pe jpaeoeöinern gab totparocbi- patroon genden ben ï|. Machutus , anber$kak. Macioviusgenaambi bet»eï$te/ naargetfeg^ ben bau Baroniuss tn ^annrijft en ^iitanjfe ttatiglp üjterbgebiert op ben ir.ban$obem* ber. 3£e gemeïbe nern be3at aan5ten!pe föe* ïtQuien ban bct^rn Machutus ·, betoefee ban alle nanten be30cöt bwerben tegen be baHenbe ^tente* 3[n be parotpterbe / aan 't outaar ban be vika
^♦|&aagö Maria, toageen binarg gefïicijt: befoelne in 't jaar 1577- btMttbt toierb öooj Johan AdriaanfzBróenen; en booj Broenen be*
Ïleebt iüü$ gebjeefï booj eenen Lödewijk Hen-
df ikfz ■ * ι» ; 't i '
gttWje fterft ïètt begjaaben be ïjöog-ebeïé
J^eb^OÜbi Kairyn van Bredéröden , ^OUbl
■λ Notit. Gcrm, inf, part. i. pag. 6£# ·
i In Théatro Holl. ρ. ί7δ·
:6 Méhfroli ftom> ad t fi NöV. 'i
I Hecleveri ^an S» Miehuius, door een Schr^vcri&n deS. of
9.ceuwè befchreven, endoor Vader Mabülon in 't licht ge- geven , is Beter als het geen Sigebertus, eii ecnige andereft ftyi^Vénb%bèi^Bii%èt«bIéCrir:iiinè tf,dtïWi i 4· *M
|
||||
344 Oudheden en Gestichten
tot^aïanen ■> tsetoefe mntnep&bt/ in bw$$ Imït/ tm pwtt^Qllanbfcfyt munt aan jaailijft* fcïyt uïfeomfïc öp ugttei'flen fcoslïe geeft btfpzm hm in 't jaar ι &ai ^mmüm§ tm geöeeïte Uan Ijmv tefïament; :ψ:, ? In den name des Vaders , ende des Soons,
ende des Heyligcn Geeits, Amen, . Ie catha- nnavanRredenraden , Vrouweiyan Polamnr doe condt allen luden, die deferi bripye fullen ίί4ΐ| ofte hooren lefen, dat ick gemaeckt hebbe myn teftament, ende hier toe hebbe ick gecoren myn teftamenroers, Heereir Philips vanPolaneny , ,,,, qmynen lieven foon» SHeeren Gerard wan Podgeefi ..ν : mynen lieven neve , ende Heer ex\y Philips van TctYQüe mynen lieven-fvvager, In deneerften (o iiics ick myn legpritede tot Monter by mynea dieven Heci:,mynen man , die Godr genadich. iy.: \End.c dacr toe fc belpreeke ick totterPa-f l||elycker prove een pont ^jaers euwelyck duci> ïlHlH tot mynen graye mede t;e gaen, item die Capelrie in der Capelle , die Heer Jan van t.,. 'fioofhfflade nuv ter χγχ heeft,,een; pont Hollams t^jaers. Item 'Matgriet van Bwren nonne, myn» tm nichte^; d'fji croes daer^vier.icildeni op itaep.; \itm€aihayina.\0L%^}t\\ Gerard} èochter van Pq? famn myns ft)onts^.nonne ter Jjaec,,acht pon? Hollants s'jaers tot haren lyve. -Item fo befprec? Üqiek Ifcexexytphitips.-.van PMgimiï rnyneq foqri fflyrxg' wponin^ié; fte Rynsb^rqfi;,; daer ick nu tertyt inwoone. ItemOeden mynre nichten vari der Lecke myn befte bonte deecken&c. Ende heb gebedenmyηTeft$mept0fóft.9, dat fy dit mit ïnyn befegeleh wilden./ Ende wy Philips van 'ffilanen') ende Qerard van PoelgeeB Ridderen^ Sppdè'"¥k$fl ψήΧώ/οάβ ICnapcuom,Ï>e4ea wille ma 'i|.' ^ M%
|
||||
van Delfland. 34"ϊ
onfer lieven Vrouwen voernoemt , io hebben
wy dit befegek mit onfen fegelen int jaer ons Heeren 1370·. Dominica poitPetri &Pauü. ^efïibt ban be $o#ertijuen te|&ibbeïbur0
3?Iagt öe ψafloop ban .ponfïer ugt ^ijne ojbet vafXïf. aantefidïem Wouter Simonszoon, J^afïOO) ftwy,
ban jlonfïer / i&jn 't jaar 15*7°/ om bat gg
ban 't gefoof afgebJeenen tua$/ ontimjöc en feebetibigberfeanbk 3(n 't jaar 1571 geeft gier ρ·*Λοογ& gefïaatl begeer Adriaan Antonisz; Nemius ooft
een petiiotifiréit-geer/ en n«t getselföenïoo*
fier ban J^iöbeiöur0iiooHp^^&i;Öeri»aatt gesoiitien;^ Nemius in 't jaar 1 f 72 oberiepen b?a^ / ip in 3ijne pïaat^ 0e$onben Adriaan van Hiiverenbeek , bie 'er öe iaatfïe pafïoo^ ba» $ijtie O^eri^getDeefi, ^ee$t Adriaan van Hii-
verenbeek, en 3ijn ïiapeïfaan Jakob Lacupius ofjacop, $n in 't jaar,*f 72411 öen^telboo) get onbe seïoof ftpebeïp on^eö^ast gfn 't jaar 1 6q8 geeft Sasboidus, geip in eenT$ef ban ben 18 September aangetenent fïaat/ be pafïorg- ban jponfïer booj 39η eijjen en boo| Jetj^auffeïp ge^ag öegeèben aan Adam de Vos, een ^onmger * behjeittenaöeröanb «aai koningen foterö beroepen; r > t '&e$dtie- of be^êi? een 3eebo#/ enboojbe
5eebunaa gegeel berfïonben/ fïonb onber be parorgie ban jEonfïer, ^ ^e luioopnöer^ ban be ï|eibe geböengttti
iaatfïen nernbefiierberboojeen tonne ïtfeinbiec «air ttt ^ebrïïen obergeïebêrt* Ι ■■ vxóV Ι Τ AAN*
|
||||
f
|
||||||
346 ΑΑΚΤΕΚΕΝΙΝ0ΕΝ 0,P DE
·">'->■' %AKt E ΚΠΕ Η ï Ν G. "'"
il Dat het dorp Munfter , Monaftermrn , déezeié
naam gekreegen zoude hebben , om dat dePaftoor en de KapeÜaaHidéwélke Norbettyner- monnikken of Ka- : l üonnikken warenΛ hier t'zamen woonden, en aldus één foort van een klooiterüytmaakten, is ook hetge- . Voeten vari den Heer Ahing. Maar de t' zamenwoo- Üihg Van eeneh Pattoor en eenen Kapel laan een kloo- ftör U noemen, dat ichynt wat miflelijk voortekoo- j :;. V : mm.: Dalanenbotfen hebben de Pfemonftreitshééréh of Norbertyrien geen woonfteede te Middelburg ge-r fereegen voor de twaalfde eeuw e,; zijnde derwaart ontboden door Bifïèhop Godebaldus. En men zal friet toohenyéh het is ganfch onwaarfchynlijk ëh öngëloofélijk \ dat de Norbertynen van Antwerpen, welke Abdy dele nieuwe volkplanting naar Middel- burg gezonden heeft, voor dien tyd eenig recht op deze paftory gehad zoude hebben. En vervolgens tan denaam van het dorp Munfter niét gefprotenzyn Wyt die t'zamenwoöninge dér gëmetde Norbertynen, f én waar dat dié naam eerfl opgekomen was in de twiaatde éeüwe;. en zedert dat zy begonnefl hébben de- te paiiory te bedienen. Echter bekent de Heer Alïing 4elf 4at Mttfemmfter, 't welk vermeld ftaat in ée- tiên ópen'brief van Biilchop Aafrklus , van het jaar todtf, gèe*n andere plaats betekent als Munfter in *t Weftland. Ën alle waarfchyrilijkheit, vanréderi én f SÉ gifling,ïs daar voor. Het Word fraait de Lfef ver- meld ; het was, gelijk de haam té Kerïnen gèëft, örrf- trent de Maas gelegen. De oude naam van Mafe- tnunfter is noch ten deele in Munfter overgebleven: enmenziethondert en hondert voorbeelden, daar een t*zamengevoegde naam verkort is door het achtertaa- tërï V'aü hét Véorfte öf adhterfté fit. Het zy dan ze- fcé* AM MalHmtinfter niet anders tëais Munfter: én vervolgens dat de naam van Munfter öudér Η als1 dé ,W€K>rgemeWe t'ïanlénWooniiig. I!c ncrhe dan de vryheitvan* behoudens beter ©of*
iéét, eeffattogifling, of liever» eengewiiïeiieden, op te gceven. Μ th t Voof
|
||||||
3
|
||||||
Beschryving van Delfland. 34.7
Voor eerft is het zeker, 't welk echter maar tot een
inleiding dient, en op Monfter niet gepaft kan wor- den, dat deKatedraale ofBiffchoppelijke kerken dik- wils Monafleria en Munfters genoemt zijn geweeft : De katedraale kerken , zeit Nebridtus Mundelbeim ë , worden noch tegenwoordig in Duitsland Munfters ge- noemt. Het zelfde getuigt de geleerde Jefuyt Gret* zerus.b Dus worden de katedraale kerken van A- trechtc, van Kamerykd, van Ments *, enz, by de Schryvers dikwils vermeldt onder den naam van Mun- fter. En dit is hier van daan gekomen, om dat dia kerken in 't eerft door Monnikken, of door Regu- liere Kanonnikken, beftiert wierden: en dat de woon* ftede van die Monnikken en Kanonnikken dicht aan dezelve kerken getimmert waren. Uyt dit gebruik, van die katedraale kerken Mun-
fters te noemen, is een ander gebruik gefproten ; te weeten dat eenige parochikerken ook Munfters ge- noemt wierden. Zoo ziet men dat S. Eulogiusf een. Monafterium of Munfler noemt, 't geen hy eerft eene kerk , Bafilic* , genoemt had. Dus worden de pa- rochikerken ook genoemt in de Synode vangRoua- nén van 't jaar 107*. Zoo ftaat 'er in 't leven van S. Prefadwsbaat zyn lichaam wiefd gebï>adB. Pe- triÌïçöåÞÇÕ¢ , naar de S.Pieters kerk teBeian9on: welke turk altyd eene parochikerk is geweeft»; en onder geene Monnikken heeft geftaan. Dit heeft ook plaats gehad in dé Franfche tale. Want in * deeze woorden van ViWhardomn *,: Le íçöïô des Apotres; Le mofiierdeS. Sopbie/is nto/Her,too veel als munfler% hoewel dat de kerk der Apoftelen en die van $.Sophia% te Konftantinopelen , geene kloofter- maar parochi- kerken waren. Zoo ftaat dan te gelooven dat te Mun· , '' · fter eerft eene parochikerk, of ten minfte eene kerk & Et». 17. de Anticf. monaft.
b Lib. 1. Obferv.ad vitam S. Willibaldï. e Apud Baldric. Nevioiïh üb. 3. c, 4. t ïb» t*4,t* , i Apüd Maiiafi. Scotüm ad ano. 10S1. vide Dodcdbin* a«
aftfi. 11^7. . ƒ Lib. 1. Meinor* S. S cap. |t £ Gap« 14,
b Vita S. Piofadü n, 9.
ß Zie Du Cauge v. Möuaft. |
||||
248 Oudheden en Gestichten
daar de Mis'en Predikaatzie gedaan en de Sakramen-
ten bedient wierden, geftaan zal hebben. Dat deeze kerk, dewelke ten behoeve van 't omleggende land- volk opgebouwt was, den naam gevoert zal hebben van Munfter of Monfter: dat mettertyd by die kerk om neeriug maaken, en tot gemak van oude enwel- eeftelde luiden, eenige huizen zijn gebouwt; en dat de eanfche plaats den naam van de kerk behouden zal hebben Even gelijk verfcheide dorpen den naam van dekerk: noch tegenwoordig draagen; om dat er eerft kerken geitaan hebben. Niemand,'vertrouw ik, zal hier tegen inbrengen
dat zoo menig ander dorp ook een parochikerk heeft gehad " en vervolgens den naam van Munfier zoo ;wel verdient zoude hebben als het dorp Munfter. Ik zal hier maar op antwoorden dat 'er flegts eenige dorpen zyu die den naam van hunne kerk gekreegen hebben; als Ouderkerk,Nieuwerkerk ,Moerkerke,enz. Ech- ter zyn'er ook zoo veeleandere dorpen geweeft, de- welke 7.00 wel hunne parochikerken hadden als dege- melde dorpen: en die echter naar hunne kerken niet ζγη i/enoemt. De naamen van plaatzen worden uyt mfchéide inzigten, en dikwils by geval, gegeeven. sGravenhage.
ïéf^&ufomïjam/'&*** eerfimaar eemge faot*
Eerfteop- ^VJ ütü til fyttbttQM 000$ ÖCtt tC!$€nilCit
komft van -tnan/iife «aar '1 ^atje5anöe Moe/ ρ
al obeiiana tot een boo^reffelnïte toMt W*
eefcftoten s öetoelfce $üf§Koot Moeite W m mw niet öeöocft te top«t ï feW?n*e feaaiefeaö Bobeii 't ftdofb i^ setoafien. ψ mam êsm W Stomen tm öe menigte öec te ftaan- iet $ tot Me toftyffitit en pootte/
• ewhprn· m Thcatr. Mcofo Alting. · , s Λ
|
|||
van Delfland. 349
Ut get altgan^ geeft/ aïïengpen^ aangegroeid Paleis ei
30Öat bat Willem II, Off£onui0 Willem, ttïi Gerechts-
pa!e$ ban eene ugtneemenbe· grootte / enhof aldahar
met een Re^edpe p^acgt / baat' ter $aat3eopger€C * geeft opgerecgt Ccgter i£ get hjaar bat be <0^aaben öee^e gïaat$ aï booi bien t#b besocgt en 3ieg 'ei· opgegonben gebuen. 3Nr 'er al* tïjaiig Floris IL 3!cg ojigegouben geeft/ öïpt «gt 3gn o$en-£tëief ban 't jaar 1097, φοίί ί$ 'er be fcpebiitoe ban <£%aaf Floris V, bolgeng Melis Stoke, in't jaar 1397, oberlebem i|et gout/ tot be baïfcen/ ψ boïgen^ get
fcg2gben ban Henricus Thaborita ugt 3!eelanb gegaa!t i en toeet berboïgen^ ban geene ber> moi3en!?n0e of rottmge:oon 30110) get/boïgeng Sgt^eggen/ booi geen rag of fpmnefcoeö ont* esert tobben* 3fn 't jaar 1290, geeft Floris V op be 3aal
ban bitïfof öe $onfttefcenen ban eene tneiitoe Htbber-o^ber/ betoellie gg onberbe öenaannn* ge ban j&. jnkobs ojber opgereegt gab/ aan ttoaaïf ban ben boowaamfïen abei ugtgcbeelt, ï^enaanien bermeiitoe bibberen binbetnalbu^ «gtgeb^t; Dideryk, <0$af ban üïeef*
Lancelot, $|eerbantLrnelton, (0e3atttba«
Hendrik, ïioomg ban ^cgotianb*
Govert, ïfeer ban Bouchoic, <£5e3ant ban
3&tftfaltn. ^eer Hendrik , <0^aaf batt Hennenberg ,
<0e5ant ban Iteuïen*
Dideryk, ï|eer ban Brederoden.
Johan, $|eer ban Heasden. * '
Johan, ïfeer ban Af kei.
Dideryk, ïfeer ban Linden.
Otto, ïfeer boUAfpercn. [
Jakob
|
||||
35Q Oudheden en Gestichten
Jakob, Ifem tol Waffenaar. ,
Gysbert, ^ttt ban Amftel. Hugo, %m bat! Vianen. Wk twese nientoe tfiibbet$ p&len in {jan*
ben ban^eer Johan, g&ffcgop ban %tmï}t/ ben eeb op be getlige €bange!ien gebaan; en fjuune fc jilben en toapenen tot panb geïaaten. Mm iebec ifttbbee toieKb gegeben een 3tlbeee .. beegnïbe b^aagbanbi baai* fe^ fcïjnïpen (z) en 'Jet beeïteni$ ban $, Jakob aangingen ■, toe* genbe t' 3amen anbeeïjaïbe matn süber* ^e fepben ofiaapenen beenieufoe bibberen jjeeft johanPaypaen, ^epbb?aagec en gerant ban 3|oïïanb / in betoaaringe genomen : betoeifte tiaberganb/ tergetnigeniffe üm htt^t berrie^ tinge/ op be g?oote saaï ban't ^aagfcöe %of 3ijn opgehangen. (3) * 's Hertogen - hapeh
^etloffïottb'eünautoeïp^/ of baar toierb
tm eerile eene napel aan getunmeit·, bebieï&e op be begtaaffeniffen en pjaaitomben ban ber* fci)eibe<i5;aaben plagt te roemen/ en bobben fyanb ban 't jaae 164.%, een ïuftig en öeeeïtjli geuoufcöi^ gefceeefï Egtoa^ boo^toning Wil- lem Λ, en Ö002 fijnen 300η Floiïs ν, opgetutte tnect j en <0oöe ter gebagteniffe ban be 3S|. l^aagbtMaria, en ban titn KlpofM Andreas, toegebjgbt, en bjterb baatom be Mary-kapelie genoemt. $abed)anö/ 't 3η in 't jaat 1368, gelp Jakob de la Torre en be «ö^oote Wmijlx » Zoo vind ik den naam «Ier kape-lle eytgedfokï in het Boek
van dit Dekenichap} Andcis word ze doorgaans 's Graven- kapel geooemt. Λ Joh. a Leidis iib, 14. hiPt. cap. ι f.
d Roomfch verhaal van de h Toric»
bat*
|
||||
VAK DEkFfcANO, 35^
fcan j^ebetïanö getuigen/ 't 5$ in 't jaar 13 71·
geïp in De ïaatfie 3$efcfj?Bbinge toM '$ <0|Φ benöage aatiscteiieHb ftaat/ {reeft Aaibm van Beyeren, a5$#^afbanlgoHanö/ in öre^eto peöe'een ftapittel ban i*. ïüanomiiföfti m tmm^ehm gef&clijk $San Dstïtajttttel geeft Deseïfbe #^aaf in 't jaar iBjx^berfcöaö^ goè* Demi/ boo?rccgteii/ en b&Donimai gefcjjionü fcen; en tg De gemelDe fïscï)tuig naDerjjjaiiD goefc* 0-eheurt DüOJ Gregorius XI.
Cot öeese flseïjtmg Beeft ttoIgenjSc Henricug
Thaborita, en anDere $ί#ονί(φ$)Μ$/ geïegenD* geitgegeeben ï)et oniecijtbaaröig DooDen batt Den ï| eer ban ffcbingen: tuaar ban 0113e jaarboek ïsen/ Daat 30 jjetieben ban %artog Aaibert bc* fcö|ttben/3eerum|ianDigf^eelien, Dekapéi isf 3eit De gemeïÖe Tbaborita, den deezen einde ge-
itiehc; op dat de Kanonnikken aldaar Gade on* ophoudelijk zouden dienen ; en Gods barmher* tigheit voor de ziel van den ahthalsden Heer Van Aiingm door heilige en geduurige gebeden zouden verwerven d De Deken, de Kanonnikken, de Kapellaa-- Veiïciesme
nen , en alle de dienaars, ttonden onmiddelijk enwettcoT onder den Paus van Romen; en waren van alle enz, andere magt van kerkelijke perfoonen en Prelaa* ten oncheeven. Volgens de Bulle der PauiTelijke beveftigia*
ge moeit de Deken altyd door de Hof-kano^ nikken verkooren worden j en, om verkoren te konoen worden, een Kanonnik van de gemcW de kapel te weezen. En volgens een andere Bulle, door den voornoemden Aaibert van den Paus ver- kreegen , moeft de gekozen Deken beveiligt worden door den Abt van Middelburg. * Chriwi. lib, f, cap. n. 4 E?n iUgifter van 't jaatrifHjJ
|
|||||
■
|
|||||
$$% Oudheden en Gestichte**
<2^nöer onje jpamjpfemt geööen tog een M&
htttmgtftfymfyitfi toaai* ugt öïpt bat Philips Iï. honing ban Spanje/ ai? <Bmf ban $>ob ïanb / öebertiiestng ban bm beften ^icö 3elben aangematigt fleeft. OHilipS) by Gods genade Koning [vaft Kafti«
lie,enz, wenfehtaan onze lieve beminde , die Van 't Kapittel der kollegiale kerke van de H. Maria in den Haag, onder ons Graaffchap van Holland, dezaligheit en deliefde. Nadien het ons, als Graaf van Holland, paft en betaamt alle mogelijke zorgtedraagen, en toe te zien, dat de Prelaatfchappen, Abdyen, Prooftdyen, en andere voornaame waardigheden, in onze landen en ons Graaffchap voornoemd, byzonderlijk by dezen gevaarlijken tyd, verzorgt worden van geleerde en Katolijke mannen, die van eengoed leven en eerlijken gedrag zyη * ten einde zy dezelve inon«* zen Chriftelijken en katolijkenGodsdienft, en in een goede beftieringe, mogen houden en be- waaren: nademaal het vorder aan ons ftaat, en het recht ons toekoomt, om tot dezelve Prelaat* fchappen, Abdyen , en waardigheden , die in onze landen gelegen zyn, als ze openltaan, ge- leerde, bequaame, en ons aangenaam e per foonen te benoemen j en nadien noch al vorder, hetDe- kenfehap aldaar door dedood van uwen laatften Deken, Heer Martinus Duncanus, opengevallen is, en tot onze benoeming ftaan j zoo is het dat wy, onderrecht zijnde wegens debequaamheit, wysheit, en'tgoed katolijk leven van onzen lic* ven beminden Heer, SasboldusFofmerus , ui. ver- wittigen dat wy, het bovengaande in acht geno- men hebbende, den voornoemden HcerSasfol* duifofmerus benoemt en voorgeftelt hebben, en ctaor den tegenwoordigen brief benoemen en voor*
|
||||
van Delfland. 35*3
voordellen, tot het Dekenfchap der gemelde o"
penftaande kerke.Dus (taan wy ui toe, en wy ver- zoeken 't op ulieden, dat gy tot het verkiezen van uwen nieuwen en toekomenden Deken voort- treedende , daar toe verkie.fi: en aanneemt den ge* melden Heer Sasboldus POfmerus; als zijnde een perfoon die bequaam en ons aangenaam is. En wy ftaan hem door den tegenwoordigen brief toe, en gceven hem verlof, om deswegen van onzen allerh. vader den Paus, van zijnen eigen Biflchop, of van zijne andere Overiten, zodaa/* nige Pauflelijke bullen en beveiliging te ver- krygen als hy vannoodez.d hebben, en om de- zelve behoorlijker wyzeuyt te voeren. Vorders, om het werkeliiken dadelijk bezit, en't gebruyk van 't gemelde Dekenfchap, aan te neemen en te aanvaarden j en om de inkomiten , profyten, en gerechtigheden, tot het zelve Dekenfchap be- hoorende , te genieten ; en het Dekenfchap Zelf voortaan , zoo in 't geeftelijke als het ty- delijke, te behouden, te bellieren, en te bc-. dienen: met de verrichtinge van de plegtighe- den, die in zodanige z.iken noodzakelijk zyn, en doorgaans onderhouden worden. Dierhal- ven beladen wy aan onze beminden enz. Ge· geeven te S. Laurens^ in ons Koninkrijk van Kaftilien , oen 14. Aug. ifpi. t<ZN©c6c!tija& ecnbuööelbc&eöcnbe: bat
Prebencfeii
$ l. Ö& 0fnoot banaïle^ aïlceu 500 utl /al§ ttuee ™> J* κ*~
fctiuomiihftm, Pittc,*j ®e ι χ« anbrre ^ebenben of ftanonnfö^ogen
toietftcn ntctboiftomeu ud}t begeeben boo^ be tfi^tiabcn : be infïellmg of infjulbing gefi$ieoe boo^öen^ehen cu'tfóapittel. <&eanaereamp* ten ban bc^lbt napelle fïonben ii$gclijt$ tec bergeebingeljan bc O^aben, t Rcgiftcfs afj boven,
% Lafien
|
|||||
t
|
|||||
3f4 Oudheden en Gestichten
Lafien van V Graaven kapeïïe.
Dagelijks de /.Getydente zingen. Dagelijks
eene Hoogmis aan 't hooge outaar met Diaken en Onderdiaken te zingen. Noch een gemee- ne Mis, die de eerile Mis genoemt word, aan 't hooge outaar te leezen. Noch op de ruftda- gen, buiten de plegtelijke oktaven, een zielmis met Diaken en Onderdiaken te zingen j na dat alvorens de Getyden voor de overledenen, met p.leiTen, geleezen zyn geweeft. Dan noch ie- dere week, aan de outaren die in dezelve ka- pelle buiten het koor ftaan, 2,1 of 2.2, MiiTen te leezen ; dewelke altemaal ten lafte van den De- ken en het Kapittel ftaan. Noch moet dezelve Deken met het Kapittel onderhouden de Kapel- laanen, Zangers, Dienaars, Paftoors, Memo- ri-meefters , Koorgezellen , met den Bedél, den Korter, den Ontvanger, enz. 't Welk mee de andere gewoonlijke lallen, dewelke uyt het verpachten der landeryenen elders uyt fpruiten, jaarlijks omtrent yoi Goudguldens bedraagen. Daar tegen trokken zy doorgaans jaarlijks
ZGoo. Goudguldens , ieder Goudgulde op 24. ftuivers gerckentj voortkoomende uyt het ver- huuren van landen of huizen, uyt tienden en andere vruchten en vervallen j en vorders uyt de offergiften van fommige kerken, en uyt ker- kelijke ampten of proven j die de Graaf, me£ FaufTelijke goedkeuringe, in het Kapittel inge- lyft en met hetzelve vereenigt had. Dit alles t'zamen gerekend, de fchade van het overftroo- men der rivieren, van wind en onweer, en van hef doorbreeken der dijken aan een zyde ge- iteid, fchoot'er jaarlijks gemeenelijk over eene fom-
|
||||
van Delfland* j 5*5-
forame van dertien- of veertien-hondert Goud-
guldens ; waar van ieder Kanonnik omtrent hon* dert, en de Deken twee hondert Goudguldens genoot. ©ft (llk$ %thÜttt J)l«fïCt? Phih> deBufto,
een man baii j-o.jaaren/ en Jfetet Aamoutvan
Dorp, 44, jaarcn ouö/ fónnomiiRften berge* melbe ftapciïe / afbu^ongegeeben/ enojjpn: J^iefïeHp tuoo^ö berMaart/ oen io* ban #c* toöer 15-14» <^nber begoeberen / tot bit&aptoï öegoa~
renbe/ too$ in gct jiéettiorjöoeïi ban j^eefiec Aarnouc Zandelyn 00& Opgetelb be fóótltjnttl*
bp 5 bg §et bo^p jfèonfïer niet betre ban ben
mono bec jl&aase gelegen. Stö$ 'er ober bC5ett bp/ tuffcljen ben opgraaf en be^eentraa* tim ban ©eiflanb ban öe ttm/ en ïjet ^aag* fcöeïinpittel ban beanbere \%a\\t/ gefcljtlfcoa^ gereesen; geeft be ïtommiffar$ en be <%3igter otser Ijet otibe rgoubrn ban be open in 't jcae 1 f 10. be boigeube nntfeaau baar ober gegee* ben, 'T'Capittel van den Hove, contra Dyckgraejf
ende Heemraden van Delflandt. \|Γΐτ Kaerk van Portres, Ridder, Heere van
Dormans ende van Vadans , Raedc ende Camerlinck ons genadige Heeren S'princen van Spangen Sec. CommiiTarisendeSuper-Intendenc vanden reparatien endeonderhoudeniflè Van der dyeken ende duynen des hints van Hollant, ge- fien ende gehoort hebbende zeekere queitie ende gefchil* gerefen tuiTchen die Dyckgrave ende Heemraden van Delfflandt aandeeen zydei ende die van den Capiuel van onicn Vrouwen % 2 in
|
||||
3)-ö Oudheden en Gestichten
in dcnHage ter andere zyde, ter caufe vanfee-
kere keuren die defelve Dyckgrave en Heemra- den gemaakt hebben op eenen ouden dyck, leg- gende ende beginnende van aan die Monfierweg , die loopt na de Hey ende van daar voort lopen- de tot aan Macslavt, datmen die Conynen die in den felven dyck zyn binnen eenen zeeckere ty- de vangen en daar uyt doen zoude, en dat men voorts den zelven dyck repareren ende die Co- nynsgatcn voilen en floppen zoude, omme it> dien dezelve zarttdyeken leggende opt gat van detMaefezzn die'Zee inbraken, dat alsdan Delf- Jant met zyn toebehoorte mitten voorfz. ouden dyck daar tegens befchermt ende bewaart zou- de mogen wefen ; Gefien ende ook gevifiteert hebbende met myn Heeren die Prefident ende fommigeluyden vandenRaede ende Reeckenin- gen ons voorfz. G. Ht. in Hol landt die voorfz. dyeken ende duynen in prefentie van beide voorfz partyen ende hemkryden int lange daar op gehoort ter plaatzeconrenüeufe, ende bevon- den dat oen voorfz Zantdyck het befchutfel is van de Zee cornende in den mont vandeMaefe, ende dat denfelven Zantdyck voorfz fober es orn te wefen een befchutfel tegens alfulcken fwac- ren ilroom van waters ende dien te hans feer •periculeus is , gemerekt dat voor den felven Zantdyck te leggen plag een groot Gors ende larie, dat nu by na alafïgefpoeltesj ende voorts in prefentie van beide die voorfz partyen het iant binnensdyeks tegens die ftrant vander Zee met twee gefwooren Cunftenaaren doen meten ende watei paften , ende by hcmluyden bevon- den 't zelve lant binnensdycx aght duymen la- ger wezendedan die voorfz itrande van de Zee, hebben ook gefien ende bevonden indien den voorf/
|
||||
van Delfland. 3.5:7
voorfz Zantdyck innebrack, dat alsdan die Zee
comende foude deur feeckcr pannen rot aan den voorfz ouden dyck daar die voorfz keure opge- leyt is , ende insgdycx gefien ende gemerckc dat die duynen int felve Quartier gelegen zeer verminderenende vergaan, mits daar dagelycx vele beeften op gaan, ende om dat ook die Zee bloot en onbeplant leggen , ende mids datter ook vele doorens in de ruyghte uytgehouden ende genomen wort. By welcke voorfz rede- nen van nooden is tot gemeen orber ende prof- fijt des voorfz lants daar in te verfien om teevi- teren, ende fchuwen die toekomende periculen die byder inbrake vanden voorfz Zantdyck fou- den mogen opkomen ende gebeuren , en dat voorfz Delflant met diefler aancleeft indien ge- valle gheen ander befchermen nogh befchut en heeft, dan alleene metten voorfz ouden dyck j ende hier op gehadt zeker advys van mynen voorfz Heeren die Prefident ende andere Hee- ren vanden voorfz Raade in Hollant , Soo yft dat wy uferende vanden maght over voorfz G. Ht. verklaart, geordonneei t ende gezeyt heb- ben, eade met dezen verclaren, zeggen ende ordonneren die voorfz keure gemaakt ende ge- pronuncieert by de voorfz Dyckgrave ende Heemraden van Delflant , aangaande dat men den voorfz ouden dyck vanden Conynen zuy- veren ende toeftoppen zouden, die wel ende te reghte gemaackt ende gepronuncieertzynde, en- de overfulks te zorteren huer volle effec~fc, ne- rnaar omme dezelve van den Capittel te ver- hoeden van fchaden , confenteren hemluydeü om die felve Conynen uyten Voorfz ouden dyck te mogen doen vangen ende daar uyt te doene, den tyt geduerende tot onfer Vrouwen dage |
|||||
% 3 Ligt-
|
|||||
3^8 Oudheden en Gestichten
LigtmifTe eerftcomende, ende niet langer, ende
dat naar denfelven tyt dien geexpireert zynde, * alle die ingezetenen die denfelven dyck gehou- den zyn temaaken, zelve zullen mogen dieCo- r»ynen daar uyt vangen, die gaten daar aff toe Hoppen, ende denfelven dyck maaken en onder- houden aghtervolgendedie kueren vanden voorfz Pykgracff ende Heemraden van Delflandt. Bo- ven defen zeggen, verclaaren ende interdiceren dat van nu voortaan nyemant hem en vervor- dere eenige Bceften te doen nogte laten gane pp die Duynen binnen den voorlz limiten bin- nen die paaiftreckinge geftelt by den voorfz Dyckgrave ende Heemraden , op die peynen ende verbeurten by ons geordonneert ende ge- ilelt in zekere andere onzeOrdonnantiegemaakt pp die reparatie ende onderhoudenifle van den /elven Duynen die wy daar afF denfelven Dyk- ,grave ende Heem raden gegeven hebben : Te weeten,. een Paert ofF een Koe, elck op die boete van drie ponden Hollants, een tweejarig jieeit twee ponden , een eenjarigh Beeft een pond, een Schaep thien ftuyv. ende een Vare- ken 3. ftuyv, ende tzelve Vereken. verbeurt. Noch dat ooek van nu voortaan niemand wie hy zy, het zy Duynmeyer ofF andere, hen en vervorderen van op die voorfz Dycken nogh daar en binnen in die pannen ofte duynen, totterZee toe vant iloorge. vant Nieuwelant leggende in de lenghte vanden dyck vant noorder Landeken nadie Duynen tot Kerkerhey toe, eenige doorn ofte ruyghce of te houwen of uyt te delven? jiogh te laten houwen of delven in eeniger ma- jïiqren, ende dat tot elcker reyfe alzoo menig- werf als dat gebeuren zal op de boete van thien ponden Hollajits, te deelen in tween, d'eene * helft |
|||||
' · -
|
|||||
van Delfland. 35*0,
helft daar af ten proffyte vanden geenen diet be-
vinden ende aanbrengen zal den voorfz Dyck- grave ende Heemraden van Delflant of hueren gefworen Boden ende Dienaren, endede ande- re helft ten proffyte van denfelven Dyckgrave ende Heemraden die daar van ende van alle de voorfz anderen boeten mit hueren Bo'den ende Dienaars die kennifle, d'bereght ende die cor- rectie nemen en doen zullen, ten ware dat die voorfz Dyckgrave ende Heemraden den voorfz ouden dyck felve keurden , dien te repareren ende maaken, datmendaaromme niet uyt zoude moeten delven eenige Doren, indien gevalle fal men die mogen uyr.delven ibnder eenige ver- beurte, feggen ende ordonneren nogh als voren dxt die Ingelanden vant voorfz Nieuwe en Noor- der Landeken van nu voortaan jaarlycx gehou- den werden te doen planten twee of drie mor- gens helm, ende niet min, op de voorfz Duynen gedurende tot dat denfelven Duyn verwonnen is. Ende in gebreke van dien Ordonneren ende Committeren den voorfz Dykgrave ende Heem- raden van Delflandt defelve twee mergen helms jaarlycx te doen planten ten kollen van den fel· ven Ingelanden die daar aff in gebreecke zullen zyn. Ordonneren, zeggen en verclaeren nogh als voren, dat die vanden voorfz Capittel fullen doen ruymen , vangen en wegh doen alle die Conynen die hem houden ende zyn in die Dyc- ken vant voorfz Nieuwe en Noorder Landeken, ende die gaeten daar of doen vollen ende toe- iloppen, ende dat binnen den voorfz genoemde tyt, op peyne van die feive Conynen gevangen te mogen werden gelyck als uyt den voorfz ou- den dyck hier boven verckart is. Item defe voorfz Ordonnantie ftant houdende niet tegen- ga 4 itaande |
|||||
/
|
|||||
36o Oudheden en Gestichten
ftaande oppofitie ofte appellatie gedaan off te doene, ende Tonder prejudicie van dien tot ander ilonc datby onze voorfz G. Ht. partyen gchoirc anders daar op geordonneert worden zal. Aldus gedaan cnde gepronuncieerc prefent
'partyen. Op huyden den xx.dagh van November An- no ifif is rgunt dat voorfz in prefen- tie van den Prefident ende Raadt van Hollandt gepronumieert. In kenniffe van my'.
%\$ ïjtt ^)of ren o^inantsie tt$cn ïpt ïpw
ben ban b$$m\btw fcgoïen §αΐι u^tgegeefoen 5 m öe ®törη met ijet &apitte! ftan 't ||ofQut^ ne öe$toaarni(fen baar tegen mgeb^agtija&iiem φ öe gemeiöe o$tóant3ie op öe fcoigenOe fcuij3e ijer^acgt r^Efien by den Hove van Hollantdie dolcance
by gefchrifre overgegeven dcnfelven Hove by Meeüer Geleyn Zegers, Raed vanden voorfz Hove van feeckere Appoinótemente , Ordon- nantien ofre verbodt gemaakt den xx. dagh van Aprille lertleden , roerende van geen particu- liere Schooien in den Hage gehouden te wor- den, ende ook daar op by feeckere CommiiTa- rifTen gehooit den Deecken ende Heeren van deu Capitele op rt Hoff, ende dieRegierders van Ha- ge, tvoorfz Hoff geconfidereert ende overge- wogen hebbende al tgundt dat te confidereren h , heeft verklaart ende verklaart mitdefen , dat onder V voorfz AppoinÏÏement ende interdiclk niet gecofuprehendeert nogh begrepen enzyn, nogh e» zullen wèfen\ myn Heeren vanden Raide ende Reke- ningen mit hoeren aanvolgende Suppooflen^ Parochyen- de m den Qapük van den Hove voorfz. Ge* |
|||||
\
|
|||||
van Delfland. 361
Gedaan in den Hage den xvi. Junii Anno
1 jT3J" by Heere Gerrit van Jffmdefft, Ridder, eerfte Raad Piefiierende, Heere Jan van Du- venvoorde, oick Ridder, Heere van Warmont, Meeiters Abel van Colfler, Joefl Zasbout, /&r- ?##« Vi?« Zuyderhuyfen , ende Reynier Brant 9 Raatsluyden van Holiandc. i# kennijfe van my J. de Jonge.
3|ier neben^ öe ïijfï ban be «^eften^ / 300
beeie aï$ toy 'er ijebüen {tonnen ojjfgettren. Niklaas Ruiich van Amilerdam, * Boxhor-
nius getoaagt in syn (Coneel bet ï|oï!anöfcrje
fïeöen üan eeneil Niklaas van Amilerdam, \)0l·
fcomen25aceher in be<0obluuibe/ beiodfte ge*
bloeit geeft omtrent get jaar 1446. <®f üetfö Niklaas beseifbei^ met ben beften iian'£<0^ ten fiajieüe/öat ïaatm eenanber ónber3oefcen. Johan Ooildorp, in 't jaat* J 4? l.
Adrianus Alberrus. f Heimericius, bie 3ljnen
ïof met beeie tooo^ben opgaaït/ noemt gem
Decanus Hagieniis: mp$ft geitl Ottöer ailbe?
ren ober3gne geleerbgeit mbtQteftelffiti&tcfp
tm. H|g geeft geleeft omtrent get jaar 1476. Jj&t.Jakob Ruilen , j^afïOO^ te $00$\ΰίβ/
foag beften ban 'tï^aagfege üapittei in t jaar
1480. Sfii een ganöfcg#t ban öe fCbbg ban <£gmono binbe in aaugeteftenb öat gg noeïj Zeisen bja£ in 't jaar 15-1^ J|©^4 Johan van Ooildorp, III 'tjaar lffb#
Bernard Bucho ab Ayca, tttt^itfcï) <ί£&φ man i be oom / ban baöer$ 3gbe / nan ben g^oo*
tm Viglius Zmchemius. j|g bja$ bOO^ Karel
* Boxhorn. in Theaf. p. z6i.
f AnnJeft. Üomini Dumbar. p. 418.
λ üyt ecu boekje van O, L» Vrouwen Broederfcbae te Hagr-
gr v.
|
||||
362 Oudheden en Gestichten
V. tot &aab$geer aangefïeït m ben googen
ïftaab ban foliant)> en ψ ben i.ban&tptmv fcee 15-2.8 / in ben onberbom ban 63, jaaren/ «berïeben j en in '$ ^abengaige onber een $af* feg^ft be0umaben. <pnber ise ongebjunte We* iien ban VigiiusZuchemiusfïaat'ee eenaan Ha- drianus Marius: ioaar in gg ben^eïben Hadria-
nus ötbt/ o$ 3ijnen oom/ betoeiïie 3Mien en
'$$tei3ei$ föaab$)eer tn '§ o&abengage getoeeff . fcja$ / en betaeiite in *$ oi^abengage oea^aben ïag/ een gebicgt te maalten, 3&ant/ feg$ft jjg / Aytaas öïoebbeefoanten begeeren gem ter «ere/ ön be g^affïebe ban 3gne boo^onber^ in ^ieflanb/ een j^aaïtombe on te reegten i en 3onben bat gebtcgt baar on ïaaten fmjben, By zyn graf in 's Gravenhage, 30Q gaat ggbOO^t/
is ook een bord opgehangen ; daareenige veer-
zen op gefchreven itaan i dewelke ik geleezen heb als ik over drie„ jaaren by geval dat hene pafleerde ; maar heb daar weinig fmaak in ge- vonden. Ik geloof dat ze gemaakt zyn door eenen Gerrit van Amflerdam >> dewelke wei-eer ons Ondermeefter te Leiden is geweeft. * Dirk Vopperfen, beften in \% «feabenga*
5e/ $ sefïo^ben ben 4.ban Haart 15*5:4. c Kornelis Mierop, Heeraar tnuetbebe tfteeg;*
ten/ ^omnjoofï te Ittreegt/ ^enenm^O&a* bengage 10115, $ oberleben tn 't jaar 157*· d Hendrik van der Nath.
Willem, Damafuszoon, Lindanus, 3£eeraar
h Uytheï Jaargetyde-boekvan de Karthuizers te Utrecht.
C Viglius, in eenei) brief aan Kornelis Mieiop, fpreekthem
ftiet deeze woorden aan ; ik, heb het uwen oom lange 'jaaren totgewenfcht dat hy die waardigbeit van Dehen in den Η age ^Qttde besteden. Dt%elveheb t^w, van wve kindshth *f t toe- £'$*h. . -, . [''' r d Verhaal van de Ia Torre.
in
\
y
|
||||
van Delfland. 565
tn be <0oötïmnöe j fa>ien$ feben ing foij&ïoopia
befcfeeeben Rebben onörr ©o^ecjjt ϊ|ρ ί| ugt öet ïeben gefcjjeiöea in 't jaar \γ88« Martinus Duncanus, Ugt ÖC tiCUipCIl; IjeÖ*
benbe te ©elft/ te Smfieriiam/ te %mmp
foo#/ en elöer#/ a\$ ^afioos gefïaan. Mar- tinus Duncanus , $tit Pieter* Opmeer , ^ijaöe ©enen Dan ^^abenjjaöe/ en 8? jaaren oub
gehi^öen/ i^éfioibeniien i7,ban2Cp$jfao; en te tfimergfoaat in £.Aachtcn b^aaben. Sasboldus Vosmerus (Sasbout Vosmeer) eetl
©eïbenaar/ licentiaat inbe<0obtïinntie/ ©e?
nen in '£ ^abenïjage / fSart^bitfcÖopban ψϊβ? ïippm en ban mreejjt: -bnen$ ïeben togin get beröe/öeeï ban 't Batavia Sacraopgegeeben geb* Jen. Kanonnikken van V Haagfche Kapittel.
Philips van Leiden, in 't jaar 1372, R ..
Arnoldus van Zande, 1462, keiK n
jför* Philips de Bufto, ban tuien tog 300
eben öefpjonett jjebben/ in'tjaae 15-14, Johan Godemaker, ιρ4·
Petrus de Gouda ( Pieter van Ter-Goude)
f^iefïee/ Hanonml ban<0.2Ll^onu$ ïtapek
Ie in *# <0^abenga0e/ gafïooi ban ^ootfcöo* ten / ©chen te ^aaïötop. feer Willem Sael.
J§eee Johan van Brakel.
fohan van der Haar, een <Ö50#f0ntmer/ «Tfc
jaar 1532, <Pee3eVan der Haar geeft aan Hei*
$er KaVei V eene fcjjatrpe ^oeüerg ïmgeiaa* ten; befoeïne op 't %of in ben %age pïaat be? toaart te tuo^etu e Operj«Chron,p.8éi» ƒ Vaopag,4f»tot7z»
31«
|
||||
364 Oudheden en Gestichten
5lt 't jaar 1 f 3 6\ l$ttt Ζ weder van der Maern·
3|C0C Tjaerdus Elgerfrna.
3§eei* Korneiis Printer.
||eer Adriaan Pietersz. Veland.
5|eec Wolferd Jakobsz. van der Kapellen ,
ïaa^ MUo.ri$ in be gemelbe ïtapeïïe,
Ifeer fohan Staipaerd.
JgeèC Aarnout van Dorp, m't jaar if?0* ,· ||eee Everc Abbenbroek, iSf°- Hugojoriszoon, ^fejïcc/ i574· Hugovan Aflendeift, $ in 't bttt-tn-ftUlV tigftejaarban3tjnïeben/ intjaar if8o/ ugt
öeese foereïb berfjutfr^
Gerecki^- <anbe£ anbeee gerecSti'gïjebett ban ïjct «ft*
heden van pitttl en ben beften boo^noemb too^t gereïtenc
du Kapittd. öat ^c pafïorg ban föoubenerït/ en öic ban be
<$ube en ^ieutoe hcth te tftmfïerbam/ öooj
hen bergeeben fenierbèn*
" ffiïle bc <£Dei-ïmï»en/ enboibere gerfoonen
tot {jet ïfof beïjoorenbe / ftonben onber ïjet
geefMp recïjt^geöieb ban titt$m beften/om*
trent ben boop/ be fcer&eïpe gerechten / en
be ^aafcj-Uottimunie. ^00 bat beese ïtoïïe;
giaaie telt boo: een üwtbc parocijiiierfc ban
'$ 4feabenï)age 3oobe niogen gereïtent too?ben*
^cjdbe fcapeï t^ ήι 't jaar 1401 / op ^
.Laurens-- bag/ afgefyanbt <E>ocÖ naberüanb $
3e toeber opgeöonbit/ en nierneïp bergrot:
lioowamewip febert fjetjaar 1684: fcuanneer
bc f ranfege biucfjteïingen Jjunne bergaberin-
gen baar jjeb&en beginnen te goubenf
pamdii ^e m$tc ψΜθφ&&$! betueïfte b$ gjoo*
kak. ter$ a$ be boojnoembe ftapeï/ en met een
$eer fcöoonen toren praalt/ $ in 't jaar 1 $99*
öoo^artog Aalbert, aï^ ^aaf ban ^olianb/
opgebaiibJt %%x gebogtemfTe ban Wi (4) %♦
|
|||
van Delfland, 365·
Mpoftü Tacobus ïfet bergeeben ban be pafl&
fiorg quam ben Wit ban jjBiööeiburg toe, ïjet üofïerfcöag ftoö ter bergeebinge ban Koftcr-
be<0^aaben: maar Jjabgeene tafle inliomfïen. fciup. orcï|ter l\tm be ïtojïer bg afbjesenöpeit nocg trelihen40. jfó^jnfcöeguïben^* %n tjaar 15-5-4* tüierö gethoflcrfcgap beMeebt boo^eer Hugo Jonsz. betneilie baar boo? b|ie ^ïaamfcöe pon* ben genoor. 1536. fcoa$ $$0|ïer %eer Jan Willemsz.
^Deze parochikerk is op den zelfden dag*
hoewel niet in't zelve jaar , ingewijdt j op den- weikcn de hoofdkerk te Amiterdam ingewijde was ge weeft: teweeten op Zondag na den feeft- dag van S.Michiel. En dit Wy-feeit plagt noch onlangs, door gafteryen en jaarmarkten , ge- viert te worden. Doch eenige jaaren herwaarc hebben de Andersgezinden deze jaar lij kfch e vie- ring afgefchaft j en voor de gemelde kermifle een jaarmarkt aangeitelt op den eerften Zondag na Kruisvindinge. OpdienZondag wierd Godt plegrig bedankt voor zijne genade, dat hy ze- kere peil, door dewelke fchier de ganfehc Haag ontvolkt was , als door een mirakel had doen ophouden. Deze peil: wierd de zweet- ziekte genoemt ; dewyl de menfehen door *t overtollig zweecen verftikten. 35« 3eher ongeb.mltt Öoe&je / Memorie van
den Droit van den Hove, nopende het houden van de Haagfche kermiffe , töö^Ö gefoag ge* tnaaht ban tfcuee fennffen. ^e eerfïe tooib
in 't 3eïbe bqc&je bt i^of4\mmé genoemt 9& bin&e öe boïgenoe ftapdïén ban bc$c p& Kalles r0C!)iiïrrfte bermeiÖ: de oude kapel: de kapel
van't H. Kruis: de kapel van het graf des Hee- * Roomfch verhaal van <3e Ja Torre»
re;
|
||||
36*6 Oudheden én Gestichten
re: de kapel van de H. Maagd Maria : de ka-
pel des Heere van Α il endelft. vikar Cen otenfïe ban die napellen toaren betfcïjei?
' be biltargen gcfïicöt; defcocltte ü\ in een ouii
fianbfcf)?ift / toegen^ ïjet ®e&eiifcijap ban
«Pelfland/ gebonden ïjeb: en/ om dat3e netv
gen$boo2ftöonicn/ jjiet $al optellen:
èe btharg ban 't ïf ♦ Kruis van mirakelen.
- - - aan^Obertus outaar.
- - - aan ^. Niklaas outaar.
- - * aan 't outaar ban ben H. Geeft:
debjeïne in 't jaar ι f 71♦ begeeben t$ aan Everc van Leye, ^iefïee.
3Mmry aan $« Amonis outaar.
- - - aan ^.Jakobs outaar: bctoeïfte/
öpengeballen doo^ beti af bal ban Gysbert joo- ften, in 't jaar 1 f74, begeeben i§ aan Johan Zegelm van Dami.
«féenebiftarg aan ^.Amonis outaar*
. . . -» aan ^Jakobs outaar. - - - - aan ^. Maanens outaar.
**■-■- aan't outaar banden jjlaagd Maria.
©tonbande%$&aagdMaria, defcod&ein
be parocfnuerlie ban jM Hippoiytus, m eene ftapclle aldaar/ toa^ gefïicöt vgenebiuatg aan 't outaar ban 't ü.Kruis,
in be oude napclle. <£ene biuatg/ of aïtijdduurende «apeïlann/
aan J^.Katarinaas outaar ·, debjelnedoojGemt van Aflendelft, en ÖC^Jtïf^ ïjUigbjGUh) Bea*
trix van Dalen, omtrent ïjet jaar 1481 ge*
Hm $ Sttoeefi. ©ese btuarn i$ boow? be boob ban Johan Ni- i Miflchien is dit Hippoiytus een fcluyfJfoiu; en zal moge-
lijk ]akobs moeten zyn. klaas-
|
||||
van Delfland. 36*7
klaaszoon , $attt ban β. Elizabets ftonbent/
befcoelne oberlcöen $ in 't jaar 15-70/ berbaï*
ïen aan be tfibööe ban jBibbeïbnrg m ^edanb* fgOO geeft Öan Vinccntius Muloc, J£afÏ00|
ban^Jakobs fterïie/ a$ be oubfïe Stanonntii
ban jiiiöbelburg / be gemdbe bittarn / ugt nracgte ban 't bedireegen recgt / en bn get openfïaan ban öe Ibögfcöap/ in t jaar 1 f 77* gegeébeil aal! Petrus Cornelius Sibrands.
%tl 't jaar 1473,* geeft Floris Klaasz. Saift,
in be parocgiiiere ban ■$ <ü%abengage eene
binarg gefïtcgt aan §♦ Kornelis ontaar : en geeft aan biebilarg gemaakt betfcgeibe goebe* ren en inftomfïen. €ene biftarn/ tot€»ob$ eere gefficgt aan ^>, Kornelis OUtaar,
<£ene biftarg aan 't ontaar bat be Bcrgeeber
$onöe noemen* €ene biïtarn/ betoeïfce ter eere ban ben AI- mogenden Godr. , batl be %. $®aag& Maria,
ban &. Jan Evangciüt, .en ban be % $&aagb
Cathanna , gefïlCgt bm$ aan «§. Catharinaas
ontaar.
3jH binbe batoese binarn gefïicgt$ getoeefï
boo? eenen i§eer van Haemftede. j|Baar be* imjlbe goeberen booj bm ioatertiloeb beboetten toaren/ fë be bifcarn bcrbalien en te niet ge* gaan. ^00 gebben ban be &ibber$ Floris van Haemftede, Aarnouc van Haemftede, en Wil-
lem van Haemftede, be bibarn toeber opgt^fi recgt / en met een jaarlpfcge inhornfïe ban 1 o. gonö begiftigt/ in 't jaar 1324. op & Vu- rens-bag* • Zie Sententien voor den Hoogener. Prov» Raad van HoII»
gedrukt in 't jaar iséu pag, wj, Cene
|
|||||
k ^.
|
|||||
368 Oudheden en Gestichten
<6cne btftarg ban £♦ Joris.
- - - aan &. Jons mttaai\
- - - aan £>. Qm minus oufaar.
- - - aan 't outaac in ttc ottöe najjeïïe ban
't Ig.Kruis,
$ttog/ sejïieïjt aan en op Set outaaeban
't %.Kruis, in De ouöe napeüe. - - - aan ^, Annaas ontaaiV tn be itapeïlc
ban't^aföe^eeEe, - - - aan ^. Bas baraas ontaar.
©inarg / sefiicgt aan en oj> öet outaae ban
't^*Kruis en ban OCH ||; Scbaitianus.
- - - aant outaar ban 't ï^eiïtöfte aaltra*
ttlCnt enljan β. Maarten.
- - - aan't outaar ban öe^l&oeto Anna.
- - - aan &. Annaas ontaar.
- - - aan t outaat ban ben ï§ %of!eï Pe-
trus. Johan Moeyekynt, fëfltftCV/ i$ OOÏt tCVtiüig,
&ihavi§ in §! jakobs fceefte sefcoeefi: aan bwen
öe éiartgftiafteii ban Ultrccijt/ in sete gefcöil obei' £». .Pietcrs $ifiarö tn Deselbe&ern/ ben bolgcnöcu fyïef ijeeft gefcöreebcn. T^EOfficiaal van den Aartsdiaken der Utrecht-
fche Kerke wenfcht aan den eerzaameiT Heer yohan Moeyekint, Prielter en eeuwig. Vikaris in de Parochikerke van den Hage, de eeuwige za- ligheit in den Heere; en den lalt, die hem ge- geeven word, met behoorlijke vlijtigheit uyt- tevoeren. JSJadien over de altijd-duuiende Vi- Jkary aan S. Fieters outaar , in de gemelde Pa- rochikerke van den Haag onder het Bifdom en het Aartsdiakenfchap van Utrecht, tegenwoor- dig openftaande door de dood of den vrycn af- iland van wijle den laatlten bezitter, Heer F/o- |
|||||
\
|
|||||
van Delfland. 369
ris van Alkemade , en over de kracht van de
voortellingen der wederzijdfche partijen tot ge- melde Vikary, tuflchen den voorzienigen Man Aalbert van Loo dalbertszoon ykerkelijk perfoon Woonende in den Haag, van de eene kant 3 en den eerzaamen Man Heer Dir^ Pieter Tsbratits- zoott) onder *z gemelde Bifdom woonende, van de andere kant, een proces voor ons begonnen is, en tot noch toe onafgedaan blijft j en (de gemelde Vikary) aldus onvoorzien blijft van een zekeren Regent (of Vikaris) dien wy toe dezelve zouden konnen aanneemen -, zoo is het dat wy, in achtneemende dat het beneflci ge- geeven Word tiyt inzigt van het kerkelijk ampt} en begeerende, zoo verre als ons mogelijk is, Zorg te draagen dat de gemelde Vikary, by ge- legendheit dat ze dus onvoorzien blijft van een Regent, in haare dienden en kerkpligten niet verkort en werde j zoo is het zegge ik dat wy, op uwe belcheidenheit , godvruchtigheit, en rechtvaardigheit ten hoogtte betrouwende, u volgens onzen pligt door den inhoud deezesbe- laden en beveelen dat gy, den tegenwoordigen brief gezien en ontvangen hebbende, . . . alle en iedere vruchten, renten, en inkomften der gemelde altijdduurende Vikarye , zoo tegen- woordige als toekoomende , uyt krachte van onsordinaris gezag ren gebruike en behoeve van de eene der voornoemde partijen, dewelke in 'c gemelde gefchil gelijk zal krijgen, zult heb- ben af te zonderen ·, en dat gy dezelve, dus af- gezonderd zijnde, tengemelden gebruike en be- hoeve hebt intezamelen , te ontvangen en in vaile bewaringe te houdenj tertijd toe dat gy van ons daar over een tegenbevel zult ontvan- gen bebben : zoo nochtans dat gy ons van 'c Ì á gene
|
||||
37o Oudheden en Gestichten
gene gy dus ingezamelt en ontvangen zult heb-
hen, en van al het bovcnlbiande, behoorlijke rekenfchap zult geeven. Echter zult gy volgens uwe voorzigtigheit bezorgen dat, zoolang als die proces voor ons zal hangen, de behoorlijke dienften en kerkpligten der voornoemde Vika- rye door een bequaam Priefter, die ons te vo- ren opgegeevcn moet worden, loffelijk bedient en waargenomen werden·, en dat de zelve Prie- fter, de gemelde kerkdienften aldus waarnee- mende, voor zijnen dienit en moeke beloont werde; alles volgens de getuigenifle van dee- zen brief. Gegeeven in 't jaar des Heere 1487, 's vrydaags,den 9. Maart,op de gewoonlijke uure der rechtsgedingen en pleidooyen. JOH. ZEGERS, Notaris.
I
- - - am& Antonis oittaat. (5-)
- - - in ht «apdle/ en opïjtt ontaar/ ban
't $)Μηιί$. - - - aan een outaar/ 't fcoeïn iael-eer afi
0cb_2atïb jijtiöe tegciituoo^oig gcjjïaatfï i$ bg 't ï|. $anramcnt£-i)U!$e. -----aan't outaar ban 't ïjoogtoaaubig &&
ïtrament/ en ban £». Maarten.
- - - Sfn öe ftapcüc ban isc ^, l&aagö Ma-
ria. * ©aar fesaren ooft btrfcïjriöe <&iIoen of
^ocDcrfcgappcnopgerergt: algonöer anoece* ||Ct gilöeban <^>. Sebaltiaan,
• - - ban & Joris.
- - - ban öc & j^aagts Maria.
- - - ban ^L-iurcnsj onucr ac aanroeput;
ban ben ^CCtni Naam Jefus.
* Uyt een teihnsent van Jakob Niklaafz. Klamp ; onder
itfy bevuilende, -bau
|
||||
van Delfland* 371
* - - ban j$. Niklaas.
- - - bail j§. Anna. * - - ban 't aUergeiltgjte ^aliraittéttt
<&it ban 't laatjte giifte gaööen tot gun gé-
Ö^llllt flet50D genaamie ijf.Sakraments-Gilderi*
huis. ï|et 0iide ban & fans, en bat üan ^.Se-
baitiaan göb itbtVp 31JII ^cgutter^ <&oefett. Φ2
oubfïe/ om öat 3c öcü ïfciöberen bon J>. Joris
toehoomt/ ίοο^ίι ^ Joris ©oden genoeiwt: en Öoben bepoo;t/ of öén ingang/ fiaatJU->ris, tegen ben «Praalt becgtenbe/ af&eneelbt ©e* 5e ^ Joï is fófóoer^ Zoomen een$ 9$ jaar$ ög niaifemöer op ernöefdggaflmaal/tioelftttoee barjen buurt: ioanneer oe fcoapenteftenen öer gemelbe ojber in't egenbaae ten toon gangen* en bt mibber^/ öie 'er tegentooo^big 31J11/ be jeïiie tDapenteneuen op gunne öojfï/ aan een gjoen lint/ geööen gangen S$eijaiben anbere' boo#ecgten/ betoeïfte 3η
ban bc<0;aaben gdu-eegengaoben/ geeft l%at Hing Pii i üps π. gun in Den boïgenoe b^tef nocg bergunt Bet recgt ban gereebe panöinge: Dhilippüs by der gratie Godts, Koninck van
Caitilhcn , van Leon , van Arragon , van Navarre, van Napels, vanSicilien, van Ma- jorke, van Sardanie, van de Eylandcn Indien cnde vaile Landen der Zee Oceane, Ecrts-Her- togë van Ooitenryck , Hertoge van Bourgoi- gnen , van Lotryk , van Brabant , van Lim- burg , van Luxcmbourgh , van Gelre , ende van Mi lanen , Grave van Habsbourg , van Vlaanderen , van Artois , van Bourgoignen , Palsgrave , end:; van Henegouwen, van Hol- landc, van Zeelandt, vanNamen, en vanZut- phcn, Markgrave des Heyligcn Ryks, Heere 16 a 2- van
|
||||
$γι Oudheden en Gestichten
van Vrieilandt, van Salins , van Megchelen ,
van de Stadt , Steden en Lande van Utrecht, Over^yffel, en Groeningen, en Daminateur in Afien enAfriken; Allen den genen, die defe te- genwoordige fullen fien, Saluyt. Wy hebben ontfangen die ootmoedige fuppiicatie van Ko- ninck, Deecken , Hooftmans en aeht Rade van derConfrerye van den Ridder van Sr, Joris, in onfer Vleckc van den Haege, hoe dac die voorfe Confrerye by wylen hooger memorien , Gra- ven ende Gravinnen van onien Lande ende Graat- fchappe van Hollandt , in der tyd weiende, mitsgaders ook by wylen hoogloffelycker me- morie, de Keyfer Karel de vyfde van die naam, onfeHecr ende Vader, wiens ziele Godt ge- mdigh zy, gegunt ende gegeven zyndiverfche Privilegiën enO&royen, van dewelke dieSup- plianten 't effecT: van dien altyts ruftelyken ende vrdelycken t' zedcrt dien ryd, ende tot op den dagh van beden toe, gebruykt hebben gehadt, ïbnder ymants contradictie, ikc. hem zullen 'alle die voorfz breucken , mulclen ende gede- bourfeerde penningen by de Hooftmans voorde abfente verleyt, mitsgaders ook vanalle'c gunt datmen den Ridder St.Joris fchuldighis, voor date van defen gevallen ge-executeert worden tcgerrs den onwilligen by den Schutters Bode, hebbende een pyle in de hand , ende Ordon- nantie van de Hooftmans, realyk ofte by feyten, ofte anders met allulk Recht of Rechten, als den Koning, Deecken ende Hooftmans, gelie- ven ende oorbaarlyckduncken (al , totallen ty- dm als vooren, mits nemende dubbelt pant en de gereerfte meubelen die hy vinden falj ende "foo verre dezelve panden binnen acht dagen niet gelofl: en-werden, mits opleggende de bréus- ken
|
||||||
van Delfland, 373
'ken ende die Schutterlycke onkoften , tot tau-
xatie van den Koning, Deecken ende Hooft* mans , ofte 't meerendeel van dien daaromme gedaan, fullen defelve by devoorfz Bode open- baarlyk by de meelt daar omme biedende, naar voorgaande uytroepinge verkogt worden, ende 5c furplus dat bevonden wort daar over te fchie- ten , lal den ge-executeerde gereititueert wor- den: ende dit al niet jegenilaande eenige oppo- iitie ofte appellatie, ende zonder prejuditie van dien, 't welk hy gehouden fai wefen te inteje- clreren aanKoninck, Deecken, Hooftmansen- de Achte, ende dat binnen dentyt van veertien dagen naar dato van de Executie , op pcene dat naar den overloop van die tyd geen kennitle van de zaken genomen zal werden, &c. Doen te weeten; Dat wy de zaken voorfz overge- merekt ende hier op gehadt 't advys van onfe lieve ende getrouwe, die Prefidenten endeluy- den van onfen Rade in Hollandt, genegen we- fende ter bede ende begeerte van de voornoem- de Supplianten, hebben alle de poinclren ende articulen, ende elcken van dien hier boven ge- infereert, naar hunne forme ende inhouden beve- iligt, geapprobeert ende geconfirmeert, beve- stigen , approberen ende confirmeren uyt onfe fonderlinge gratie by defen , willende ende or- dinerende defelve onderhouden en geobferveerc te werden, op de pcene ende mulclben daar in- ne begrepen} Ontbieden daar omme ende beve- len onfe lieve ende getrouwe , die hooft-Prefi- dent en Luyden van onfen Secreten ende groo- ten Rade , Stadhouder, Prefident , ende luy- den van onfen voornoemden Raede in Hollandt, Bailliu van den Hage, ende allen anderen onfe Rechteren , Jufticieren ende Officieren en on- 8 3 der*
|
||||
374 Oudheden en Gestichten
derzaten dien dit aangaan fal,heuren Stedehou-
deren , ende ygelyck van hen bcfondere zoo 'ε hem behoorenzal, dat Zy de voornoemde Sup- plianten van defe onfe jegenwoordige bevellin- ge, approbatie ende confirmatie , en van allen den inhouden van defen , in dervoegen ende maniere voorfz doen , laten ende gedoogen, ru- itelyck ende vredelyck genieten ende gebruye- ken, Tonder hen te doen, noch laten gefchien eenigh hinder, letfel, ofte moeyeniiFe ter con- trarie, want ons alfoo gelieft. Des t'oircon- den hebben yvy onfe zegel hier aan doen han- gen. Gegeven in onfer Stede van BruiTel, den j8. Mey f6$. vanonfen Rycke. O-ndcrilont, by den Komnck in fynen Rade, hebbende on- der aan hangende een roode waiTche Zegel. Ende was geteyekent,
Mefdach.
3|n'tisooi Qaii0en neeg ten t-oott $%Mépm*
fcijiiöen ban 500 beele föjööerai ban 't guibe
mit§ : öeiucine baar opgehangen taterden m 't jaar 145*6: toaniieer de ftiööetf ban 't gut* be Mk$ ter aigemcene berguöeringr daar üg een geïtoraen taaien. Man beide de 39den ïjan* gen er fefïïen; en op aïïe ?i.fïaatöec3efp^u& Premium non viïe laborun? : 't taeïï* Omtrent
te 3eiJ0en ί§ : Eene deftige belooning van ócn Hjêhigi'uldigen arbeid. ï^e ttaeebe boelen / iitcgt ön ben ecrfïen
flaande/ i^geöoutatdooj ψμη$ ivedenk Hen- drtk: toten£ 30011 Wilhm ίLden eerfïen fïeetl baar aan gelegt öeeft in 't jaar \ti6> !®φafto^ban M> lakobs&er&toierbenugt
be Bbime ban Middelburg/ ban öe J^emon* fireft>oidee/ genomen; detaefóe ooft doo^ M* |
||||
van Delfland. 375"
«aript enüapïïaanen «gt beseïfbe ffitytgt*
goipenimerben. $algen£ een ouben Ö$ef geeft gier in 't jaar ιρ4· aï$ ^afioo^ geftoan |®r· Johan van Duivenvoorde.
3|n 't jaar 1469. tüa$ Pieter Ryck j$afÏ00£. Oude Pa- ;
15-29. H&tV Willemfz. ftoors· 1570. i|eer Vincent Hugo.
1 f77. i§eer Vincent Muioq oor een ^emon*
fïreitgeer. ï|et ψφύΟ$$ηί$/ tomt ban Jakob *de laPaftoors-
Torre nocg eenig berbalien mimrtoerft geefthuuu
gesien/ toa#eengeerIpge&ouiu; iagronöom in 3gnc gragten * en m 't niibben ban een toa* vmm. 3|n een naart ban '# <i%abengage/ ban't jaar 1770/ ÜJO^Ö be Paftoors Warande
biubeïp bermelbt.
^aaeenöoben geeft be boo^noemöe fïlïjbg
nocfl gegab öej^oofibgban getj^onneMoofïec 35etlegem/ 't toeïn naat £♦ Barbara toa£ ge*? noemt/ en recgt ober get gu$ ban oen ioe!- ebelen ï^eeeban Valkeniifè geeft gefïaan. '©ee* 3e ^ooft en be liapeilaanen ban ®. Ja- kobs nerne gingen aïtemaaï in 't tott genleebt; 500 bat be ganfegeHaag ban toitgeit fegeente bltiitten. <Pe fterit ber J^oofïbge i£ naberganb ten gronbe tot gefïoont, jjfóaat be nerft ban get ^mmniftaanen ofKioofter
^eengeeren-nloofïer i§ in gaar gegeei geblee^cr oomi- ben. Margareta, ïgartog Aaibcrts t&eebe gai^ mkMnctu bjoniu/ be boegtee ban Adolf van Kleef, geeft petten met get Moofïee gefficgt't jaar 1377. ®it bïptnnt ben baïgenben U0f/ Ut UJat Batavia Delblaca gettOKÏien i§.
* In fcyn Roomfch verhaal· ,
yi Aauhangzei van Goathoven op 't jaar i)97* $$β 4 Wy
|
||||
IHMIIKHUMMUPI
|
|||||
%çâ Oudheden en Gestichten
XfJ õ Willem é'anderDees, Abt van S.Mariaas
kloofter te Middelburg , onder 't Bifdotn van Utrecht, willen door den tegenwoordigen brief een ieder verwittigen ; dat wy met de toe- ftemminge van ons konvent, en op het verzoek van Aalbert Hertog van Beyeren, en van Mar- gareta Hartogïnne van Kleef, de wettige huis- vrouwe des gemeiden Hartogs, dewelke zekere plaats in het dorp den Haag, behoorendeonder ons bewind en opzigt, zuiverlijk en om Gods wille, tot een zalig hulpmiddel voor hunne zie* len , gcgeeven hebben aan den Overfte en de Broeders van de Order der Predikheeren van de SaxiiTche provincie; om aldaar een nieuw kon- vent voor de voornoemde Broeders op te rech- ten ·, dat wy, zeggen wy, onze toeftemming vaardig en gewillig daar toe gegeeven hebben 3 en de gemelde plaats , voor zoo veel ons recht belangt, aangenomen hebben, en doorden te- genwoordigen brief aanneemen. Wy itaan daar- enboven toe dat zelve Broeders, op de gemelde plaats woonende,als van het Paitoors recht ont- heven zijnde , daar volgens hunnen regel , en volgens het recht der konventen en de voorrech- ten hunner Order, vreedzamig en geruit mogen leeven. Ter getuigeniiTe dezer zake hebben wy goedgevonden ons openbaar zegel hier op te zetten, in 't jaar des Heere14.03.op den derden van April, i * Sfn 't gcmeïbe jmv i$ be$e jjïaat^ te <&vfo$tx
t$xt$$mmn fóapittel booj een «oabent aaw genomen, : à é é 3(n 't 5dfbe jaar $ öe boo^gemelbe ®ï$/
Aalbert van Beyeren, ofcei'ïeben : 30llbCP bat
daarom tó&cgomte optoufcuns ban't ftonbent
|
|||||
J
|
|||||
tan Delfland. 377
fcïeef fïeeïten |&aar oooj öe 30^3 en &e mrfr
fcaaöiggeit ban 39110 $m goötyucgtige toeöti* toe $ 3e tot een getoenfcljt einöe geö^agt: 300 a$ in oen tiolgenöen ö^ief 0e3ten ftan tooien: λ/f Argariievan Cleve, by Gods genaden Palens-
gravinne op tenRhyn,HertoginneinBeye- ren, Gravinne van Henegauwe , van Hollant, van Zeelanr, ende Vrouwe van Vrieflanc. Doen cont alle luyden , dat wy Gode te ecren, ende Marien der reyner Jonckvrauwen telove, ende tot troiften der zielen des hoochgeborne Vor- iten ons liefs ende feer geminden Heeren der Landen voorfcreven, die onfen HeereGod van fijne genaden ontfermen moet, ende onfer zie- len te itaden , ghegeven hebben ende gheven mrt defen Brieve , ende draghen op der erbarn Gheeftelicken Vader in Gode Broeder Yhomas van Firmo, Generaal-meifter Predicker-broeder Oirdens voir een Broedercloiiter lijnes Oirdens, die hofftede inden Haghe, dair die Heer van Arckel fijn wooningbete hebben plach,mit alle timmeringhe dairt toebehoorende y alfo als die Heer van Arckel dat te hebben plach, endewy dat oic felve hebben doen betimmeren, mit tween ftucken lants after denfelven Cloifter ghelegen, die wy oic hebben doen coopen j behaudelic dat wy aan ons felven hauden dat huys dat voir de Kercken van den Cloifter zuytwaart ghelegen is. Enne des Tullen die Broedere , die op defe tijdt in den voirfcreven Cloifter zijn, oft namaals incommen mogen , tot ewigen dagen voir on» fen lieven Heer voirfcreven , ende ons, onfen zielen te genaden, elcke een Vigilie ende een Zielmifie, ende voirt alle jair onfer beyden, en- «te onfer Oudere , Suftere ende Broedere jair- $a ƒ ghc-
|
||||
%η% Oudheden en Gestichten
ghetijde doen tot ewigen dagen. Ende begee-
rcn.oic mede van den eerbaren Vader voirfchre- ven, eiide allen fijnen nacomelingen , dat fy al- tois tot ewigen dagen doen hoir Broedere rnit vlite Gode dienen, ende gheftelic leven indere Cloifter voorfcreven na fiatuten hoirs Ordens, ende akois bidden voir onfen Lieven Heeren, onfen Ouderen, Sufteren ende Broederen,ende ons, in allen hoiren Mi (Ten, Sermoenen, Vigilien ende gheeilelycken wereken. In oircondedefen brieve befegek mit onfen feghele ghegeven tot Schoonhoven op den negenden dach in Maarte in 't jaïr ons Heeren 1404. na den loope des hofs van Hollant. Margarita van Cleve , by Gods genaden Pa»
lensgravinne van Henegauwe , van Hollant, en- de Vrauw van Vrieflant Doen cont allen luy- 'den, <*dat wy omme Gods willen ende falicheyt 'onfer zielen ghegeven hebben , ende gheven midts defen brieve Meiilcr Thomas van Firmo, Generaal Meiitcr Predicken-Ordens in meerin- ghen des Cloiftere ^ dat wy op deie tijdt van fijn Oirden in den Haghe doen timmeren , dat huys ende hofilede met fynen toebehoorten al- foo groot ende alfoo cleyn als wy dat inden Ha- ghe liggende ghehadt hebben, daar nu ter tydt Heer Dirck van Hoidenpyl in woont , ende dts JuLlen dair of dat Convent inden Haghe die ren- ten dair of opbueren, dat huys ter horen wille 'verhuyrcn,· ende horen oirboir dair mede doen toet ewighen daghen. In oirconden defen Brie- ve befeghelt met onfen Seghele ghegeven inden Haghe op ten twintiehften dacl} in Meye int jaar ons Heeren 1404. fCan
|
|||||
,··
|
|||||
van Delfland, 379
3Ean htt$t Ptttkfymw tysft Lodewyk, 0e
Bafiaerö ban w.ii m VI, ecgceton $cte goofogdti ftomcnbe ugt bet &m ttMiffum* IN den naem des Vaders des Sons ende des Heyli-
gen Geeft lek Lodewijck Baftart Ridder, Heerc van Vliffinge ende van Scandener, doe te weten dar ick in mijnen ghefonden liue vanden gena- den Goidts ende waren voirdacht mijnre vijt fin- nen bedacht hebbe ende noch bedencke de doodt ende t' fteruen mijns genadichs lieven Hee- ren Hertoch JVülems van Beyeren , Palensgrevc op ten Rijn, Grave van Henegauwe, van Hol- lant, van Zeelant , ende Heere van Vrieslant. Wairom ick gegeven hebbe ende geve metde- fen brieue den broederen ende cloifter vander Predickaren oirden inden Haghe in eene vrijer aelmiflen tot enen ewigen teftament voir falic- heyt der zielen mijns genadichs liefs Heerenvoir- fcreuen ende voirt voor my ende vrouwe ΛΙ10* noren van Floyen , mijnre echter ende ghetrawer ghcfelijn,een jaerlicke renten ghelegen tot Vlif- fuïgen 'gheheeten 't veer oft 't hooftghelt vten veer met allen fijnen eygendom ende toebehoo- ren alft mijn ghenadigen lieue Heere voorfeyt tnv gheeygenr endegbegheuen hadde, . . « Ia den jaer onsHeeren 142,0. den Somiendach mid- vait.n alsmen inde kereke finget Latare gheee- ten die dach van der Rofen. Op eene» groene» zegel,
ïBtst 0ifte i$ fa 't imt me* $&«$ goefc
$tl\tmt mot BjöUb? Jacoba.
JAcob, by der genaden Godts, Hertoginne in
Beyeren a Gravinne van Hollanc, van Zee- larip,
|
|||||
v,
|
|||||
380 Oudheden en Gestichten
lant 5 van Ponthieu, ende Vrouwe van Vrieslant,
doen cont allen luyden , dat wy om falicheyt willen ons liefs Heeren ende Vaders ende ande- onfer ouderen zielen faliger gedachten ende oic om ootmoediich vervolcks willen vanghemyndt Baftert-brueders Heeren Lodewijch^ Baftert van Hollant, gheconfirmeert endebeveftiget hebben confirmeeren ende beveiligen mit defen brieve alfulcke gifte ende bewijfinghe als Heer Lode- wijk voirfcreven mit fijnen brieven ghegeven en- de bewijft heeft tot enen ewigen teftamenteon- fengheminden irfGode den bruederen ende cloi- ftcr vanden predicken-oirden inden Haghe, alfe van een jaerlijkfche renten tot Vliflingen ghe- leghen gheeeten 't veer oft 't hooftgelt wtcen veer mit allen fijnen cygendom ende toebehoo- ren, ende gheloven voir ons ende onfe nakome- lingben onfen ghemijnden den bruederen en cloi- fter vanden Predikair voirlcfreven ende oic onfen ghetruwen Confefloir brueder Jan van Neck, die mede gheven ende bewijft is vande voirfcre- uen renten op te beuren ende te hebben dair in te houden ende te ftarcken, ghelicken ende in alre manieren ende voirwairden als die princi- pael brieuen die onfe Baftert-brueder voirnoemt dair of ghegeven ende bezegelt heeft ende defc jegenwoordige brief duerfteken is claerlic inhou- den ende begrijpen fonder airch ende lift. In oïreonde defen brieue bezegelt mit onfen zegele hier an 'gfréhangeh. Ghegeuen inden Haghe op ten elfften dach in O&ober. In 't jair ons Heerén, duyfent vierhondert neghentwintich. Signatum, JACOB.
Op eenen rooden zegel. |
||||
van Delfland» 381
<$0& i$ öeseïbe gifte op oe bo!genöe ioi^e
goeögeneurt ÖOO^ jan vanBeyeren :
J^Ohan, by der genaden Goidts , Palensgravc
op ten Rijne, Hertoghe in Beyeren, Soon , van Henegauwen , van Hollant , van Zeeianc &c. doen cont allen luyden, dat wy ghegeuen hebben ende gheuenmits defentegenwoordigen brieve onfe veer ende hooft tol tot nieuwe Vlif- iinge den bruederen ende clocfter inden Haghe vanden prcdick-oirden te behouden ende erffe- lic te beiitten,ende dat fy hebben fullen uan al- le goeden het fy van luyden , van beelten off capoen , off in wat maniere datte ghenoemt iy, ende voirt van elcken dat op een wagen comc van elckes fefle miten &c. <&ec$c ojief fiaat bojoer ugtgetynïit in ben
bik f bïM Philippus den Goeden , üj|errog baïl
^ojgonjcn/ «13. geoagteftenö in t jaar i4f6.
«Dit vecljt i$ haat na bernocfjt gehjeefï aan Philippus van Borgonjc, ifettït ban Mtffïngc/
cm. bt bidiie haat booj aan ijct boc^ncetn*
oeltonfeent ban f <&tabmlja$t gegebcn geeft een eeuimge rente ban tien ponben groten IMacmfcïj geït / f jacr$ te ontfangen ban fijnen ïfïentmeefïer ban^ïtfTingc; 300 atëbïpt uyt ben tyitf ban ben 3 december 149 f, * ^00 ftet'er ia 0115c gefrijiebene gehmnfluly
ï\m ban ijct lionbent in ben ï|age : maai* iit gctsöe bc origincefe fyiebcn banjohan, Philip- pus , nocö Mn bc biilioopsnge / niet bonnen binben, ïf kt mten$ een Ojief ban ben bencnöeii
Frank van Borilelcn, raa&enöe 5efterc renten/ bie oe 5elbeg|eeh8eeren in't lanb ban Mo^m ttélihm. * Dit zyn de woorden yan den den Eerw, Pater B,de Jongïjc,
Frank
|
||||
3B2 Oudheden en Gestichten
ICranck, Grave van Oeftervant, Heere vari
Boirflel, van Voime,vanZuylen, van Hoich- flraaten, van iinteMertensdytk, ende van Cort- lcene enz. doencondt alien luyden. Alfonadie doot vanHertogheJan van Beyeren faliger ghe- dachten die eerbair Prior ende Convent van de Jacopynen inden Haghe alle iairopgbebuert en- de ontfaan hebben, uuten renten ende goeden ons lants van Voirne, ^f.goudin Rynflen gul- den tsjaars ofï payement houre warden voor fe- ker memorien ende dienden die fy dagelix in hoyrerkereken doen voir den voorfchreven Her- toghe Jan van Beyeren , ende want fy daar of zint der tyt voorfchreven int befir ende ghe- bruyek gheweeft h bben , ende dat wy die me- morien ende dienilen niet geirne veranderen en fouden mer altoos vermeerderen, ßï º(ß dat wy den Prior endc Convent voorfchreven , alfa verre alsinonsis,ghegonnen gbeconfenteert en- de ghegeven hebben , gonnen , confenteeren ende geven mit defen onfenbrieve, dat zy die voorfz. z^ Rynflche guldenen tsiairs voir die memorien ende dienden voirfz. alle jaire opbue* ren ende ontfanghen fullen , wt onfen renten ende goeden ons lants Voirne &c. Destoircon- de fo hebben wyonfe fignet hier aanghehangert op ten anderen dach in Augufto , int fair ons Heeren 145-1. Gheteeckenc by mynen Heer den Grave G.Z&deelee. Op roodtWafch.
3tt 9t jaar ßö>$. geeft Philips van Borgon-
je ijm oit&er $m ftefcftermfug genomen boo?
bentoQlgeitöenltyef: |
||||
Pm-
|
||||
van Delfland* $?$
Philips , Hertoghe van Borgondieri , Gravè
van Vlaanderen , Artoys ende van Borgon- dien, Heere vanSalins ende van Meenden, Ru- waart ende hoir der landen vanHollant, Zee- lant ende van Vrieilant, doen condt allen luy- at-η, dat wy om guniie ende liefde die wy dra- gen tot onfen lieven ende gherninden in Gode den Prior ende Convenr van der Predicaren- oirden in den Haghe den felven Prior ende Con- vence met horen perfonengheiinde ende goeden hebben ende nemen iriit deièn brieve in onfer protectie ende befchermeniiTe 8cc. Dit ial ghe- dueren den tydt dat wy die landen van HolianE in regemenre hebben fullen. In oirconde delen brieve ende onfen zeghel hier an ^hehangen. Ghegeven tot Delft op ten twaalften dach van O&ober, int jair ons Heeren 1425·. Geteekent de mandato D. Ducis. Potter.
Op V groot zeghel.
fBan teseo ï$ef öatigt eenanbere ojief ban
25$. FredericusMolitoris, ^ObitlCl'aal itt$j$t
bihfytttm boai gnnfcg ^ajren ·, fcaaac tn ög al*
lt§/ toat in btn fyitf ban get nanbent ftcgree? pin i#/ Qocblituvt m öebefiigt: 4Bn bja$ öee* 3ε ïjijixt goeone urtng en bebefiiguig getenent te ^imtoegen in'tjaar 14-59/ op 't algemeen Mat pittd/ bat baar gegoitben fawerö m m$ti$m* Sagen* i^ier ncbm£ norïj een ojief/ ngt get^tatijti
benaaïb -, njaat in aan 't menfoe nonbent in y$ <$>£abcnljage 3eneee termynen, bat t§ 300 beeï aI$pjèöiKgiaat3en/ toegeb*ee3en tooien, "R R. Eylaerd Sconcvelt, van de Order der Pre-
dikheeren, Hoogleeraar in de H* Godkun- |
||||
384 Oudheden en Gestichten
de, Provinciaal over de provincie van Saxen $
en Kettermcefter, wenfcht aan den Prior en de" Broederen des nieuwe konvents in oen Haag van de order der Predikheeren, de eeuwige za- ligheit, en mannelijk te ftryden met den zwaar- de des geeftes. Gemerkt dat het weinig of niet baaten zouw , dat 'er nieuwe konventen ter vermeerderinge van de Order aangenomen worden 5 ten zy dat ze in het noodige , ten minfte naar het vermogen van onze armoede, be- zorgt wierden j en dat zulks niet gevoeggelij- ker5 zoo als het fchynt, door de Order gedaan kan worden als met een bequaam gedeelte van de termynen der nabuurige konventen aan die (nieuwe) konventen toetcleggen, en te bedie- nen te geeven : zoo is het dat ik, begeerende achtervolgens een byzonder bevéi en lait van den -f Overfte onzer Order naar ons vermogen te Zorgen voor uw konvent, dat onlangs in 't al- gemeene Kapittel aangenomen is, maar noch geene termynen gekreegen heeft : en aangezien ónder de iermynen van 't Utrechtfche konvent de termyn van Rotterdam , onder de termynen van 't Zirikzeefche konvent de termyn van den Briel , en onder de termynen van 't Haarlemfche konvent de termyn van Delft, aller naaft aan uw konvent van den Haag gelegen zyn : zoo is het, zeg ik, dat ik de gemelde termynen, met alles wat volgens het gebruyk der Order tot die ter* mynen behoort, door den inhoud deezes aan uw konvent toelegge, toevoege, entoewyzej ter tyd toe dat deze toevoeging in 't algemeen Ka- pittel beveftigt werde. Noch willen wy, en wy gebiedent op de H. gehoorzaamheit , dat geen broeder van onze Order beflaan zal de ge- melde termynen, of eene van dezelven, na dat f Magiftri, nen1 |
||||
van Delfland. $$f
hem deze brief zal zyn bekend gemaakt, in re
neemen $ of zich zelven in die. termymn of een van dezelven eeniger maate intedringen: maar dat hy dezelven , met alles wat daar toebehoort, zonder uytltelen tegenfpraak zal hebben te laa- ien en over tegeeventer vrye befchikkinge van den Prior in den Haag. Ter getuigenifte enz. Gegeeven binnen ons konvent in clen Haag, in 't jaar des Heere 1404 , daags voor drie Ko- ningen dag. * 3£e ïterft ban bit ïionbenr/ öie iwdj in toe*
3en ifi / toijfï noej bmbelp genoeg aan fjoe macöti0 bat 3e ban oiiö^ t$ getoeeft <®c tyie mtiften/ get ruime noer / en beifcfjeibe iiapek ien ban ^öeïjjhe gefïagten bit 'er gefïaau I)eb= ben / bienbeii gaar tot cru groot eieraab en geman. SSegaïben ö^t ^oeberfröap ban De tö03e;
hvm$/ 't foeïft aan De ganfcge #«?ber ber 3£o; f miniKaanen genteen $ / toa^ 'er een %$?otbev? ΪΦ&Ρ opgererÈjt ter eere ban ben geiïigen Vm- centius Eerrerius. i^rj Bernardus de Jonghè y in
5ijn Batavia Defoiata , fïaat een fyief ban hen
generaal ber $?eMi-i)teven / Leètmdw de Manfuetis dcPerufioj baar in ï]$ al!e bc Sl^oe* ber$ en ^uffer^ ban bit ^oriterfegap in 9tjaar 1478 beelacgtig maaut aan alle be foeibaaben en boo^bibbingen ban be ganfeïje φβη\ Sai- vius Cafetta de Panormo, be eerfïe na5aatbaii hen bOO^noemben Leonardus de Manfuetis, geeft
beese bergunning / of aauneeming tot be ge*
meibe geineenfcijap/ goebgefteurt en bebefligt b«i ir 3|ung 14-81. f[n ben 3elben fyiefgeeft Öp gun niagt en berïof om eenen 23if cjjtbaber * üyc Eswia §è&!ifii pag. 16 f. 166.
23u te
|
|||||
/
|
|||||
3<56 Oudheden en Gestichten
te berden ■, bie §m tm$ in Ijunïeben/ en een&
möoDö^nooö/ $oube ontöinben ban alleman* be $onitfη ηΐ5. <S>it öjocöeifcöap pïagt een$ in 't jaar / op
ben wrffcii bondag na f&aaffcgen/ ter eere ban ^. Vincentius Ferrerius, een 4&nUUegai1g te
Doen ïang$ öet $oo$out en öe ©per^beeg:
&aae op £)au£ Clemens vn, in t jaar ïp.? / ïjen in 't recïjt ban jaadp$ 500 eenen orame* sang te gouden öebefiigt üeeft, <£tn goeb getal ban ©o^fïen enlöeïpeper*
foonen fjeöben in de$e ten toiüen beojaaben tuajbcn: a$ Margareta, beoocijter banAdoi- phus.van Kleef, en tbjeeoe jjuigfcfouta ban II$artö0 Aalberc van Beyeren, ^tiejjtfïer ban
bit ïioobent Lodewijk, be öafïerö3üon ban
Öengemelben Aalberc van Beyeren; xm gl'OOt
foêlboenDer ban 't ülonbènt Jan van Beyeren, ^artog -Aaibeits ^oaii uut ï}ti eerfie ïjutoelp*
ïola, de docljter ban Aamout ben ipïleer ban ^gniosib* ^m 31311 'er nocï) beele man£- en fc;outu$-$ttfoomn/ uytïjet gcfïagt bei' Ü^af* fenaaren/ begL?aaben in be «apeïle ber Wafle- naaren , debjeïne aan be 3Ugd3tjde der nerfce tëond. «ίΒη / om tm ooft iit ban die ïtajieUe te seksen / til 't· jaar ι s \4 i§ Öicr in dese «ajjelïc mie .fjfófëgefiirtjt/ bctoeUte baar aïie 3ateröa^ gengesongen moefïhjcroenter eere bun <&ob$ goebertierene barmgertigljeit. i&en dien einde toierd er een ontaar opgereei)t ter eere ban 't aiieröterflc bijden $η$ΐ§ ïpext / ban 'tji&c. belijden ber ÉiJ&$P& Maria, en ban 0mjm Evangeliit: bjei&e M$Ü htllijMp^l if 17 iW^
getopt $ dooi ben #jj-bij]fcöo|) ban iltrccftt/
Jacobus de Riddetv v. rv .,·
^00 ïeggen tótfi ia d* gemelde Rasefle jtes
èiaa?
|
|||
VAN D.'ELFLAND. $87
f^aattftl Hendrik van WaiTenaar , be $0011 batï
Philips *Biii$#$mf ban 1£eaöen:b?elïie Henduk
van WaiTenaar oberieöen $ in 't jaar 1447» r Johan van WaiTenaar, Hendriks JOQtl/ Ober*
leben 1496. Johan van WaiTenaar, DieOappfl'g $ri)g£!je.& / betoeïne booj Karel ν tot Saiib*
boo0ö ban B^eélanö aangeftelt fcmerö en im be beiegeringe ban floten gequetf! jijnöe / ff1 Seeutoaarben obeneocn i§ öen 4 december ΐ ., Anna de Hennin , be boejter ban Johan de
Hennin, ï^eer ban 23offu j betpeföe eerfï mei
Jakob van Borielen^er ban ^igöani/eia baar na met Willem van Egrnond, gettOUbtfMfjfr
toeefh :
Willem van Buuren, ï|eer bailSUffccrttl/ftie
in ben ïfaag ontroofö friterb in t jaar 1461 ,.
^en 11 itiiig 1464. gebben bier bt?o*ber$y Flori.s Oom ï§eer bail fS&ïfllQatlfafn/ Tieiman
Óom , Hendrik Qom, en Johan Oom , aaitge* namen eeiie ïmjid aan oe 3itiD3jjbe ber feertic
te bontóen ·:_ behjeiite ooit boo^ ïjrn boltrobbeii jg/ en baat! ^ aiiebiee beg^aaben leggen. ^0t1j|tffï eeU anbeeeFioris Oom van Wijn-
gierden , upt l)ttseïfbe gefïagt/ in't jaar 15-09 berlof behoomen om een anbere bapeï te ftitty ten omtrent ijet embe ber beebe. Johan Druesr me, Kaab^öeer en ^pper-ftentemeefier be$ ï^of^ ban Holianö / fleeft 'er oob eene ïtapcl gcöoutot t'n 't jaar 1.484.5 baar βρ en 3tjne na* 3aaten soube» beg^aaben iuo$en. ÜA 't jaar ι Γ33 i£ 'er nocjj / op be bofietj
ban 't bonbent / eew hapel gebontót boo^ be Waflenaaren: iocïftc napel gegeeben toi'erb aait Willem Gond[<£>ntbanger ber gemcenelarib^ \mmun ban giigt-^ollaiifc. %n bese bapel I
|
||||
388 Oudheden en Gestichten
3ouöe ög/ metstjne nakomelingen/ öeg^aaben
tooien. 3fii 't ftooi öer 30Ïtne tefte legt ooït begjaa? tien Frederica, £fibÖ$ te ÏÏÖOSÖmiieit / öebjêïfte
oberïeöen $ ttt öe maand #ctober 1574.
5©it ftonbent/ 't 1ï>cïEï gefïscöt tba$ onber öe
j^obincie ban §>ajmi / en gerbo^mt &aé in 't jaar 'i4fó / i£ een ban öe eerfïc gefoeefï / öie öe fïrenger ftfooflcr-tucgt in öe t$cberlanöen aangenomen fjcb&cn -, en foaar ugt öe fcajijtöc^ roemde $ergaöering ban ^olianb boo^tgeïio* tnen i$. jj^aöeröanö/teiweten in 't jaar ifïYf tj&be30 $er&aöering iiigeïijft in öe nientoe pu*o* bincie ban J&eöetöugt^Iauö* 3(ii inataaii5tcnöjtt ftont>entaetoeefl $/ biijfet
'genoeg nyt be bg-ertiftomficn öer IgoUanöfcge J^ergaöcringe / en tigt be p^otmiriafe ftapttte* ïen ban $eberötigt$aob/ öefcodiie gier gegou* itëi! 3sjn. JP 't jaar 1$74 / op ben tfceeöen ^onöag na jet OMttaaf bén ^aaffcQen/ $ öe ^ergaöering ban ^oUaiioBter&p-eengeftomrn oito Johan Excuria, ban 't «éentfcge tol* bent/ üm eerften aïgemeenen Bite!^ öer 3e!* Μ ©crgaöeringe, 311 t jaar j 481 gp 3e pr tucberóm b# een geftomen onber Aaibert Pie- tcrsz,, een Itt ban Dit üonbent/ en in$geïp£ algemeen Mlwi$: en üjeöeroni in 't ja*ar 15-03/ öpj^ Auguitinusbag/ onber johan van Beau-
fremez ban 't töjjfTdfcöe öonbent
31» 't i^^c 1 p 8 / op ben ^oiibag feptuagc-
fima, t$ gier 't algemeen tfcapittei ban $eöcc- imytgïanö gegouaen onber Jakob van Kaïkar, ban'tïltcecjjtfcije ïtonbent; en toeberomjn Ί |
||||
van Delfland. 389
31M«ige jaaren na be fïieïjttng ban 't Iton*
bmtt$ §tt boo^'tg^ootfïe gebeeïce afgeï^anbt. omtrent be oyisomfïe ber nieuioe ge3!nb8e*
oen / en aï§ be Hern-niunbering en De neeïb* fio;tnern boot smfefy Jfreberïanb in 3toang ging/ ïjeööen öc5e itloofïee-feoeDer^ beeïe berbc^n* gen ngtgefïaan. $jn 't jaar 15-72,7 tonnneer be neeïbfïo^mer^ ató nutgelaatene en beruioebe menfeïjen aangingen / geboen tte b^oeber^ ïjtt «loofïee berïaaten: eenen aïleen / Piecer Pie- tersz. van Loen, ngtgejonberb: öeioeineöemiöi' fïe ban 't ïtonbent *tjnDe / en ban onberbont niet toeg itonnenöe / in 't <0afïgu^^ ban 't ^003* tuaarbig J^anrament aangenomen tuiert <$n 't jaar ir74/ a$be^panjaaeb|toeber
meefier ban öen %aag gebjo^Den bjaren/ 3911 be ö^oeber^ foeber naar ïjun nonbent geneert, ^oeij een beebaarïpe ptft / in 't 3eïfoe jaar opgenomen/ fyccft een g^ootgetal ban beö^oe* im§/ en baar onber Den ψζίοζ en bm ö^nber- P)iO}) lint Set ïeben gerant. #e 5iente jjab 30* öaanig De oberijanb genomen/ bat 'er niemanb ban aïïeoe jBonnihlten ge3onb bja$/ ueïjaïbett b^e llene-fyoeDer^ Petrus de Bufco, Mtar$ban ï^oïïanb/ Set
nonbent ίίΐ eenen 500 eïenbigen fiaat 3tenbe/ i)eeft Pieter van Krooswijk Ontcrs 300η/ UOÊ
ïjet nonbent ban föotterbam / boo^ ψ$® ber*
toaart ge3onben : betoeïne een &?oo£ Qebcclte ban 't nonbent/ tot bat ïjet getai ber ^oebe^ ren bjeber aan toanneren en toeneemen 3onfo/ aan bjereïbfeïje ïuiben berljnnrbe. <©e foeinige. fyoeber^/ Die 'er iiocpi 't ïeben foaren/ öïee* ben ebentoeï boïfïanbigm be ontïjonbinge ban bïeefcj) / en in 't toaarneemen ban be fcerfteh> fte bienfïen. .paar / om bat 3e 5eï$ 500 011* 23o 3 boo^
|
||||
390 Oudheden en Gestichten
toosten toaren ban $#φ&# I toaren 5e Wtf
•toflg genootsaaltt/ fcoereidlpej^iefter^ te fjuïp te roepen. ♦ . ♦
#e pefï en jjet getaïder doeden nam sodaanig
toe/ öat 'er in de maant» <0ctober geen eene getoijde plaats obertg tea$/ om de ïpen ter, aarde te befteüen: en darmen, een ganfcge taeeft/ niet $eei' groote moeite/ jjeeft moeten arbeid tien om ïjet gronöfcoerltban de oude ïserft op te iojoeten/ en aiöu$ nieufoe begraafplaatsen te binden. > $Wg te ö^oeber^ bagten öat 3e na 300 becïe
eïiendeiuen^inJtrnften en bendeere niet geen* fligrjêtt en in ftütt gaan dienen souden-, i£ öe tfaag / in 't jaar 15-78/ ioeöerom in de ï)aw ben der J>taatfrgen gebaïïen; en daarop is de oepning ban den ^oomfdjen 4$oö$bienfi htv Iktöen/ en 3ίίη aïie be fcerfceïpe perfoonen in öallrngfcijap gesonden. Éet ampt ban $?w$ toiecd toen bekleedt
öooj Petrus Bacherius, Seeeaar in be «0^ itinde/ens, ïtèjt daarna t£ de «erfcineen nja* penps^ beranöert; doei) in 't jaar 1619, ijg 3e öoo| pin| Mauris ben <0ommarifïen inge* ruamti öebjclne daar notïj fjtmne bergaöerin; gen gouden: sobaanig noerjtan^ / bat (jetiW bande fcerft afgesondert blijft/ en noeö boo^ tm tuigïjui^ 4oo^d gebjutnt. ^terneben^ eenigeban deberinaaröftemarti1
«en/debjeïue in ditnonbent geïeeft en gebtoeit ïjebben. * goeder Willem t»a£ «^nderp^ in 't
jaar 1+35V <" gjH't jaar 1417« J&aterJohanNr-k, ofvan
Nek, reeö$ onder be ψ$ίο$ bermeïd: bjiet^ * Batayfa Defolata pag, 174*
|
||||||
Piiors.
|
||||||
van Delfland; 391
lof myfbtt in Batavia f Defolata bnjöïÖO}tf0; Öe* fcg2eeben tooaö·
ψ, Aalbert Pietersz. of Petri , een llfètftte*
feenö gbeeaat Dooi öe feloofïertucgt / en get*
bo^mec ban 3eer beele tatbenten, ί|£ i$ öe öeeöe aÏ£emeene3Mtar$ öee igollanbfefje 3zx* gaoeringe gebjeefï 5 en tot öat anipt berfcooren in 'tjaae 1480, j&Andries Hugoosz. van Delft, ïïeeeaap til
öe <ö5oöimnöe/ en Üettenneefïee/ toa^ öe Φ?
beefïe ban 3gn ftonbent tn 't jaae 1? 1 is #&* öeeganö $ ggj^io^ getoojöen te Soben: öaae gg in 't jaac ι^. tot J^obinciaaï obee öe l^obiucïe ban $eöeröttut$anö beeftooren tmeeö. ©at anipt geeft gg loffeïp öeöient tot get boïgenöe jaae ·, tournee? gg/ öen 6. maart/ goöb^uegtiglp tn öen ïgeeee ontfïa* pen 1$. J^.Jacobus Pafchafius Nieuwland, teUDy*
nopöergengebooren/ geeft 3gne ^ofeffie tnött
ïtonbent geöaan i en geeft tn 't jaae 1 f 08 / tee bertrooffiitge öee beeö^uftte Hatolpen / tn 't ^eöeeÖUgtp bertaaït de hiftorie van de Afri-
kaanfche vervolgingen der Wandaalen , dooi: Vi&or Uticenils in 't Latijn befchreeven. ψ. Petrus Sierens, een 3eet gbeetge boo^
fïanöerban't&atoïpe geloof i boo^ gettoelfce gti 3eee beeïe berbolgingcn / en eene jeee garöe gebangen$/ «gtgefïaan geeft. % i$ feben* tig jaaren onö getogen/ enoberleöen tn 't jaae i?p$* ï|un iaatfïe J^ioj i$ getoeefï Petrus Bachc-
rius, een Gentenaar/ 3£eeraar tnöe<£5oöiumöe te 3£oben/ en in öe <0oögeleeitgeit bg uwtne- mentgeit erbaren; ban toen AubcrtusiVlirieus, |
||||
592 Oudheden en Gestichten
tn 3ij!t boeb^aal ban be $eöerïanbfc6e-feö#»
bn$ I beη Sec3Ct' naunenrrger befcöeib 3al geben, ^otii» Margareta, be'fïifjjter ban bit Moo*
fïer/ fïterfm't jaar 14.α: en$/ boïsen^be gettlijJCIlfë batl Johan a Leidis , in Öe5dföe
fterbe/ aan bc noo^göe ban 't ïjoofö-öiitaar/
in ttm 3eer betljene tombe beg^aben. 3(n 't jaar i'+fo-, ïjebben Heer Jakob Kats, til Margarera Oem van Wyngaerden , lil tüt
fterb ber tPoniinifcaanen eene fiajad gefïicljt:
in öftoditCBarbara Kats, ttm UüOfttttlOnm/
be^aabe η ί$ getaeejï;.
ejn't jaar 1480, $ 'tv ooft tem ftapel ge-
piekt bOOL? Kornclis Kroefink : Üi öCbjdbC !jgi na 3tjnc boob Begjaben foierb.
Kan öc 3iHö5ijöe ban fyct &002 öeeft foeï-eer
bc ftapel bei* ïf mm ban 23o;frïai gefïaan j be* toelïte be ^abri ?tu gcnoemt bJierb/ en naöer* jjanb afgebianot r$$ maar boo^ Anna van Bof- iuit ter <0oö$ g?oorer eer foeber opgetimmert f η met i'iiftomflcn booten $tn 't jaar 1435-. 3Me$ ïjeefi: 3» onorr anberen öebongen bat be $ta#elïaan brr 3eibe bapdïe baar bagelp$ β&\$ 30tibe Iee3en -, en bat 30 hm b$en toe- sang tot öe bapeile 3oube ïjebben boo? be ben* re bt$ bïoofïer^. <Pocï) aiie^ fïaat bjeebeeujot* jjefyubt in ben bolgenben b#ef: ΛΪ/Ύ Broeder wiïkm Clopper^ Prior, Broeder
Hclmoldm Bruynswyk, Leesmeefter, Broeder Wiïhm Willems/ett) Supprior, ende voort meer dat gemeen Convent der Predicker-orden des Clooiters in den Haghe, bekennen ende lyen, dat wy Vrouwe Anna vanBoffuyt, Vrouwe van Yfeliteyn, gegonncthebben, ende gonnen mie |
||||
van Delfland, 393
defen onfen brieve voor haar, haren erven ende
nacomelingen tot eeuwigen dagen die Capelle , die men plach te heten Sanïïuario ohzSacrifiye% ende nu verbrant is, ftaande aan de zuytzyde van den Chooreaent Cloofter,ende die lëlve Ca- pelle fal die voorgenoemde Vrouwe laten tim- meren ende opmaken na hare felfs wille ende goetduncken , des fal zy hebben daar aan alib> veel erve van des Cloofters wegen, daarzy mach op doen timmeren een altaar van fulcker mate ende groote, als haar dunckenfal datmogelyck behoort te wefen, ende fo fal zy die voorfz. Ca- pelle beforgen van allen ornamenten, kelken en- de Misboeck, ende al dat daar toe dient van des haar dunckt. Ende tot wat tyden die Voorfz. Vrouwe , haar teftamentoers ofte erfgenamen eenige dienflren ofte erffeniflen ftichten ter ee- renGods endeharer fielen lavenifle, die voorfz. Miflen ofte dienften fullen die voorfz. Broeders van den voorfz. Cloofter doen ende bedienen, cnde niemant anders, ten ware dat zygebreec- ke daar an lieten gefchien , fo fal 't de voorfz. Vrouwe ofte hare erfgenamen weder aanveer- den , ende dat laten bedienen van een anderen Priefter, die haar believen fal. Ende voort wes Miflen die voorfz. Vrouwe aldaar fal doen laten boven haar felfs Capellaan, die fullen die voer- genoemde Broeders van den voorfz. Cloofter bock doen , alfo verre als zy willich daar toe zyn. Ende ook fo fal die voergenoemde Vrou- wen hoeren rechten erfgenamen ende nacome- lingen die voorfz. Capelle buyten des Cloofters laft ofte coften houden in rake ende dake,ende daar van den Clooiter vry houden tot euwigen daghen. Ende waart fake dat die voorfz. Vrou- we gebrakt, ende hoere erven ende nacomelin- 2SÖ f ge»
|
||||
"\
|
|||||
3P4 Oudheden en Gestichten*
geti de voorfz, Capelle niet en hielden in rake 5
als yöorfz.ftaat, endehemluyden dat te wetene genoech gedaan wair, ende nochtans die lieten vervallen ende vergaan , ende daar niet toe en deden ^ fo foude dan dat gemeen Cloofter mo- gen die voorfz.Capelle laten reformeren op der yoorgenqemden Vrouwen erfgenamen coft, in- de wouden zy dat niet betalen', fo foude dat fel- ve Qoofter dan dat aanveerden, ende hoeren oorbaar mede doen , 't weleke wy hopen dat Godt verhoeden fal. Behoudelike dan datter niemant in die voorfz. Capelle uytganck oft in- ganck hebben en fal, dan die voorgenoemde Vrouwe, hoeren erven ende nacomelingen al- leene , ende die gheen , die zy dat felve van vruntfchap van haren bloede gecomen vergun- nen woude,mitfulcken voorwaarden, als voorfz, liaan. Voort fo fal die voorfz. Vrouwe een doe- re mogen doen maken binnen die vryheit van den Cloofter, duerendehoer leven lanck, waar mede dat zy in de voorfz. Capelle mach gaan, fonder in de Kercke ofte Choor te comen, Wele- ke Capelle voorfz. een doere hebben fal, dienen- de uyt den Choor in de voorfz. Capelle te gaan. Van weleke doere die voorfz. Vrouwe den Prior altoos een lloetel fal doen hebben, oft enen an- deren Broeder in'c voorfz. Cloofter, die haer gelieven fal, Ende om dat wy Prior, Lees-mee- |ter, Supprior, ende gemeen Convent des Cloo- fters voorfz. dit aldus de voorgenoemde Vrouwe gegonnen &c, hebben wy des t'oirconden des gemeen Convents zegel aan defen brief gehan- i;en op den 8. dach in April, int jaar ons Hee-
Het fcooj i$ setet öe ^tfam^tsk tot ttn
fcau
|
|||||
, van Dei, f land» 395T
ban be ïtertt gonben öe <0etefö2raeei?bett gunnc
bcrsabenngen/ t toeift nocö be ^loofï^rlterif too?ö genoemt. f 3fn't jaae i4P<s.p&öen bc boo^noembej^on* Men Of Barbaraas 3Ufïer$ $itfy Qttytl m at/bOCÏJ
boo? al in 't berden ban eenen fatMft/*fs&>
geeben onber ben übt Uan jjfèibbelöurg: 300 a\§ öïpt ligt be boïgenbe A&e, öte tog nut tintbe A&a ss. ban be bermaarbe S$oïian& ften getroft&en ïjeööen. 3Nt ï)ab ooien ön ^. Barbaraas ftonbent
moeten fiaan: maat $ 011$ na 't af bjnftften ban 't boo&aanbe öiab eerfï ter jjanb geftomei?· i
IN Gods naame, Amen, Het zy door den in-
houd der tegenwoordige akte aan een ieder kennelijk en bewuft dat in 't jaar na 's Heeren geboorte 1496, in de 14. indiktie, den 20. dag van September, te vyf uuren of daar omtrent na den middag , in 'c f. jaar des pausdoms van onzen Allerh. vader Paus Alexander VI , voor den eerwaardigen en religieuzen Vader en Heere 'mChriflus^ Johan We ftkapel, Abt vanS. Mariaas kloofter te Middelburg, van de Pre- monftreit order, en voor my Notaris en de on- dergefchreevene getuigen, die daar by verzocht en ontboden waren, in eigen perfoon verfchee- nen zijn de religieuze en godvruchtige vrouwlui* den, Geertruid Niklaas dr. Priorin, Delta Art- eries dochter, Adriana Hendriks dr. Mary Wil" lems dn Macht eld Niklaas dr. Billegaerdjansdr. Beatrix Jans dr, Mary Aliklaas dr. Martynth f In een oude kaart van 's Qravcnhage ftaat ditkloöftcr uyfc»
gedrukt op den naam van het Vincence-kloofter ; 'r zy dat het naar den Η Vincenuu» Ferrerius , een Doimnikaauer-Moii. flik, af iiaar een airdérco S, Yinfcntius aldus is genoeint»' Ts*
|
||||
jo6 Oudheden en Gestichten
Tsbrands dr. Klooiternonnen : Daarenboven Ma-
ry IFillems dr. Hilkgaerd Gerrits dr, en Mach* teld Huigen dr: Leekezu fiers; verbeeldende, zoo als zy zeiden, het konvent en*t kapittel van S. Barbara in den Haag, van de Premonftreit-or- der; dewelke kapittels gewys, zoo als zy zei- den, en zoo als dat gebruykeiijk is, door de ingeeving des H. Geefts byzonderlijk vergadert waren geweeft over cenige kontrakten, arty- Icelen, en uytdrukkingen, die op zeker papier- tie in de moederlijke taaie gefchreeven ftonden; en zoo ter bewaaringe en toe meerder luider van 't kloofterlijk leven, als ter vermeerderin- ge van de godvruchtigheit der gemelde zufteren, opgeftelt waren. Als dan ( de gemelde kon- trakten , artykelen , enz.) door my openbaar Notaris onderfch reeven aan de voornoemde Nonnen en zufters opcritlijk voorgeleezen wa- ren j zoo hebben zy met een vaften en voor be- raamden wille, zonder door geweld, lift, be- drog , of flinkfche bekuiping misleidt te zyn, maar na datzy, zoo als ze verzekerden, zeer dikwils wyze en rype raadflagen daar over ge- nomen hadden, op de befte manier, wyze, rechtsgebruyk , en form , als ze zulks beft en op het krachtigfte konden en moeften doen, geraeenerhand en ieder van haar in't byzonder, voor haar zelven en voor haarc navolgilersj de- welke, zeg ik, door eede (dien zy in 't jaar, in de maand, op den dag als boven, in handen van haaren Overfte , den befcheiden en gods- dienftigen mmjohan Olard\ afgelegt hebben, en nu wederom in handen van den Notaris en Priefter hier onder gefchreeven vernieuwen ) belooft engezwooren hebben, zoo als ieder van haar in 'c byzonder mits deezen belooft en zweert,
>* ■*
1 . , -
|
|||||
V
|
|||||
VAN DELFLA RD, 3$?
zweert, dat ze alle het onderftaande en ieder
van 't zelve in 't byzonder, zoo als het op het gemelde papieren briefje gefchreevcn ftaat, en door haar bcëedigt en opentlijk vertoont is, ih alles en over al Vail en onverbreekelijk zullen onderhouden. De inhoud van 't gemelde pa- pieren briefje luidt aldus van woord tot woord in onze moederlijke taaie. # Ik Geertruyd Niklaas dochter ( en de anderen
boven vermeld ) verbeeldende althans het ka- pittel van S. Barbaraas konvent in den Haag, onder 't Bisdom van Utrecht, doen kond aan alle luiden, die den tegenwoordigen brief zul- len leezen of hooren leezen,datwy na een goed beraad en overleg kapittels gewys over de vol- gende punten, zaaken, enartykelen vergadert zijnde , om onze religie en levenswyze op te beuren en te verbeteren, en om Godt in de re- ligie ( Η klooflerlijk leven ) bequaamer en vieri- ger te dienen , ons en ieder van ons in 't by- Zönder, voor ons zei ven en voor onze nazaa- ten, begeeven en onderworpen hebben, en nu tegenwoordig begeeven en onderwerpen, on- der de onderdaanigheit en gehoorzaamheit van onzen eerw. vader in Chriflus, Heer Jobm vam fFeflkapelf Abt van O. L. Vrouws konvent te Middelburg j onder en met eenige bedingen en voorwaarden , die hier onder volgen. Vooreerit zal onze eerw. vader in Chri^üs^
de Abt van't gemelde Mariaas konvent te Mid* delburg, binnen ons voornoemde Nonnen-kon- vent hebben en behouden het opzigt en de va- ·■■!■'' 'ί "'·■'■> ■"■-''■ ■'''''■ e*'''-' "' 1 tO'utjYiü' ycj , t'\>!if ι *, Dewyl tfc Eerw, Scluyver dit briefje uyt het Nederduytfcli in <ic Laujnfehe taal overgezet heeft, ca wy het Nederduyt- fche briefje niet ter lande hebben , zyn wy geuootzaakr *yne vertwüng wederom, te rerraaJen, Vemttitir, .. j": * der—
|
||||
298 Oudheden en Gestichten
derliike zorg van alle zoo tijdelijke als geefte-
liike zaakenover den Prooft en de Nonnen* 200 wel de leeken als de zufters: en hy zal ge- houden worden voor den Vader-Abt f van c zelve kloofter·» met zodaanigeen voorrecht, als ieder Vader-Abt van de Premonftreit-order over zijne zoonen en dochteren heeft. En in 't byzonder wy Nonnen en Leekezufters van 'r. voorn, kloofter, die 'er nu zyn of naderhand zullenkoomen, verzaaken voor onsen onze nar naaten aan al het recht, datwy hebben ofmog- ten waanen te hebben , omtrent de verkiezing of den evfch van onzen Overfte: en wy bcloor yen ond'ér eede, dien wy daar over in handen van den ccrw. Heer onzen Ovcrfte voornoemd pleerelijk gedaan hebben, (welke Ovcrftc den eed ailereerft gedaan had in handen van οηζςη eerw. Vader·* Abt) wybelpoyen, zeggen wy,, dat wy renteenen tijde , door ons zelve.n tf door kwmé adders , in 't openbaar noch in c heimelijk , of op wat andere wijze dat er bc- dagrkatniwbiden:i^ets.tegen deeze onze beloke zullen onderaeémeh 5, en dat we geen? dtlpen- faatzie daarover zullen verzoeken ·, ja pns. van zoo eene dtfpeinfaatzk.niec zullen bedienen, aK waar hetzrfkedat/zeons.vanonzen.allerh. Vader den Pau$ wyteene vry\wtëge vergunning? mogt
eeven Worden., Maar;de voornoemde Vaderf Abt alteenden niemand in 't gemeen roet, hem, zal met tiinen vryen wille onzen raad en onze toe- ftemmmg mógen eiftchen^zoo dikwils als hec noodis aal weezen. En.ahde Prooftdyeyan ons kloofter, by afftand, of iterven, of op een an- dere wiizê, zal openvallen , zal hy (een nieu- wen Prooft) over ons aarrftellen : zoo als ónze 't Pater-Ato· eerw*
|
||||
van Delfland. $95)
cerw. Vader in Chrifius voornoemd , te weeten
Johan van Weflkapd Abc van 'c Middelburgfehe kloofter, zich betrouwende op het beproefde? leven, de deugdzaamheic, voorzigtigheit e» naarftigheit van den godsdienftigen man, Broe- der Johan Alkrts, die in 't voorichreeven Mid- delburgfehe kloofter, van de Premonftreit-Orf der, zijne geloften gedaan heeft, den zelven Broeder Johan tegenwoordig in Gods naame tot Prooit van ons kloofter aanftelt. > Doch by zoo verre dat de voornoemde Br*
Johan, of iemand van zijne nazaaten, ten tijde van zijne Prooftdye of regeeringe niet wel'en leefde, de goederen van ons konvent verquifte, of op een andere wijze regen zijne kloofter-ge- loften zondigde ; dan zal de voorgemelde Va- der , de Abt van 't kloofter te Middelburg van de Premonftreits-Order, die de Vader-Abt vati oqs konvent is, den zelven broeder Johan ^êr lertS} ordie dan des zelfs nazaat is, vandeProoft* dye, het bewind , en de regeeringe des kon-» vents afzetten, en een ander in zijne plaatzeaan- ftellen: en hy zal den zelven broeder, als zijnde zijn onderdaan, volgens de inzettingen derQr* der en de'grootheit van zijne misdaad kaftijden en ftraffen. Zoodaanigdat de Vader-Abt van't Middelburgfehe klooiter en van. ons konven? van S. Barbara% alleen , ten volle, en volgen* zijn vryen wil en welbehagen, zoo eenenProoft mag aanftellen en af zetten , zonder iemands raad oftoeftemming daar over te vraagen. Vor- der zal geen perfoon in dit ons konvent ter bei· proevinge mogen aangenomen worden, ten ^ dat ze zulks eer ft e.n voor alkn verzocht en ver* Jcreegen zal hebben van onzen eerw, Vadei>Abr* clcn. Abt van Middelburg. En inge valie de Prooft |
|||||
f ■■;.'.!
|
|||||
4.00 Oudheden en Gestichten
of de Priorinne hier tegen deeden -, zullen zy,
by aldien onze Vader-Abt voornoemd hetdien- ftig oordeelt, zwaarlijk geftrafc en daarenboven afgezet worden. En wat het bezoeken van ons Barbaraas kon-
vent aangaat ; onze Vader in Chriflus, de Abt van Middelburg voornoemd alleen , zal volko- mentlijk en altijd beoeffenen hetamptvankloo- jfter-fchouwer, met het gedrag van den Prooft, de Nonnen, en de Leeke-zufters onzes konvents te onderzoeken j en het klooiter, zoo wel in't hoofd als in de ledemaaten , en zoo wel in 't geeftelijke als in 't tijdelijke , naar de inzettin- gen van de Premonftreit Order op te necmen: en hier toe Zal niemand anders , dan die door hem gemagtigt zal zijn, bevoegd weezen. Daarenboven zullen wy Nonnen en Leeke-
Zuftersj die 'er nu zijn of naderhand zullen koo- men , ten eeuwigen tijde op het allemauwfte opgefloten zijn en blijven : zodaanig dat geen mans- of viöuws-perfoon 't zy van den geeite- lijken of wereldlijken ftaat oyt by ons zal mo- gen inkoomen, tenzyin gevalle van nootzake- Jijkheit. En in zoo een gevalle zal'er by de in- gekomene vrouwsperfoon, en by de zuiler (die bezogt word) .eene of meer van onze zuiters te- genwoordig zijn. Zodaanig dat de vrouwlui- den binnen ons flot zullen mogen koomen in de volgende gelegendheden: Als onze zuiters ingekleedt worden , of hunne geloften doen : ©p onze kerkwijdinge : of als 'er een lijk ter begraaffeniiTe by ons zd ingebragt worden f be- houdens dat de vrouwluiden , die aldus binnen ons flot ofaffiüiting koomen , niet zullen mogen gaan inde flaapplaats; en binnen het gemelde flot niet zullen mogen eeten of drinken. Ook zul-
|
||||
VAN D I? L F L Α *ί D - 401
izullen onze Nonnen van de Premonftreit-ordcr
niet mogen koomen by de gemelde afiluiting, en met de onze niet mogen fpreeken , ten zy dac ze den nauwen Regel onderhouden. Doch van de manluiden zal alleenlijk onze Vader-Abt nu en dan by ons mogen inkoomen met zijne goe- de bekenden, die hy van Middelburg zal mede gebragt hebben 5 of met eem'ge andere perfoo- nen, die hy daar toe verkiezen zal. Alle welke voorfciireve punten en artijkelen , en ieder der zelven in 't byzonder , wy Priorin , en de ge- meente des gemelde konvents, uy t onzen eigen naam en uyt den naam van onze nazaaten , men eede aan handen van onzen Prooit voornoemd belooft hebben, en belooven, zonder eenig ver- zuym te zullen onderhouden ; zoo als wy ook op deezen dag onzer plegtige profcfiie in 't o- penbaar en uytdrukkclijk belooft hebben. Tot oirkonde en tergetuigeniiTe der waarheit
van al het bovenftaande hebben wy, Priorin en Gemeente voornoemd , het zegel van ons ge- melde kon vent aan dezen brief gehangen. En tot meerder vaftigheit en zekerder onderhou- ding van de bovenitaande punten en inzettingen hebben wy onzen eerw. Vader in chrifius, Heer Johan van PFefikapéi, den tegenwoordigen Abc van Middelburg, gebeden, alle de gemelde pun- ten door zijn gezag en met zijn zegel te willen beveiligen; het welke ik Johan van fFeflkapél^ ter bede der Priorinne en gemeente voornoemd, in't jaar, in de maand, op den dag als boven, gedaan heb op eene akte , die ten zelven einde opgeitelt was.' Óver al het welke , en ieder van*t zelve in'c
byzonder, de voorn. Nonnen en Leekezufters, ia'ε gemeen en elk afzonderlijk, begeert enver- <Cc zochs
|
|||||
>
|
|||||
4^a Oudheden en Gestichten
zoclit hebben,en heeft ieder inVbyzondervooi·
•haar zelve en voor haare nazaaten begeert en verzocht, dat ik openbaar Notaris onderf. zou- de maaken eene openbaare akte, of meer openbaa- re akten, op de befte form, en met zulke bewoor- dingen als daar toe'bequaam en dienftig zijn, en naar het voorfchrift van ervare Luiden. Ook hebben de gezeide Religieuze-Nonnen en Lee- ke-zufters, in't gemeen en hoofd voor hoofd, voor haar zei ven en voor haare nazaaten, be- geert dat de voorgemelde akte en akten , ter eeuwige bekrachtinge, beveftiginge, en getui- geniffe, met de zegels van den... Abt van Mid- delburg voornoemd en van het gemelde kloofter bezegelt zouden worden. Dit alles is gedaan in *C groote huis, zijnde althans de kerk en de ka- pittel-plaats des gemelde konvents; in't jaar, in de indiktie, in de maand, op den dag, op de uu- re , onder het Pausdom , op de plaatze , als boven j ten ovcrftaan van de eerzaam e , voor- treffelijke, en aanzienlijke'Heeren, Meeiters, en Religieuze manmn , Willem Jakabszoon , Prooft van het kloofter of konvent Zoetenda- k, gelegen in de oorden van Walcheren van de iPremonftreit- order : van Jakob HoutemJJe, Minncbroeder, enVoorleezervande H. Schrift: van Aarnout Boot, Leeraar in beide de Rech- ten : van Marcellus Tolini Mendonk, Licentziaat in beide de Rechten, als geloofwaardige ge- tuigen enz. Ik Niklaas Simonfz. van Noortwyk , Priefter
onder 't Bisdom van Utrecht , en door 't ge- aag van den Apoftoliflchen Stoel openbaar No- taris, om dat ik by zekere kontrakten, 'Hellin- gen 5 |
||||
■j. ;ι V A.N ■ D E L F I*Α ΝD. ; 403.
gen 9 en punten, van den voornoemde Heer in
Chriflus , den Abt van Middelburg , en de voorgemelde Religieuze Nonnen en Leekezu- fters , mitsgaders den afftand der Prooftdye , de belofte van gehoorzaamheit, de onderwer- ping, de eed-zweering, en, al het bovcnit.aanr de 111 5t byzonder , als dat alles op de voorge- melde wyze gedaan en verricht wierd , bene- vens de voornoemde getuigen tegenwoordig ben geweeft , en het zelve aldus heb zien en hooien gefchicden ·, daarom heb ik de tegen- woordige akte, die ik met eigen handgefchree- ven heb,, benevens de voornoemde getuigen, daar over opgeitck , en tot deeze openbaare form gebragti en heb dezelve ter beveitiginge en getuigenifle van al het bovervftaandc, met mijn. gebruykeiijk zegel en eigen naam ondertekent en. onderfchrecv.en. *#ec| ïjeDöen tic j^onueit / bic naai? öeti Nonne
föegcl Dan-$. Augullmus ÏCCföeil/ thJCC ftOfl* klollftck
Imitm in ben itajje geïjab; öcfcpeïftc onber be
&ergaöerm§e ban ^«Jans-kamp, of ijet 50CM genaamde Maprtd faaïï itüxcfit/ ïtèfr9Q0fl& $|ct ttttfte/ &. Elizabets ftonucut gcnaanib/ ijceft op öat $lm gejia&n/ 't toeïft nu booj o$ Groenmarkt iöO^b gctyuföt» 3[n bit ROUbCttt/
aan β* Lysbets oütaat/ foa$ eene jHtog %p
fïiCijt j öetoeïftC bC Van Gaaien tt ^aaÜtm/
btü#m$ te ^aitóteiHtigen ban johan Bugge,
aagten te bergcabcn, , 'g, Roomfch Verhaal van J, de Ia Torre»
b J. de Lindebom Nocir. Epife, Davcntr. Cu iet
|
||||
404 Oudheden en Gestichten
cï|et tmeebe/ &. Agnesftonbent genaamtr/
fïonb in befCoren-fïraat·, en i§ in'c jaar 1447, onber eene onbe en arme bjebttfoe/ Geenruid Johans dochter, opgeftOttieü* ^tt$ZGeertruid
|ab febentien of aegtien borgtere bergabeet:
met befcoelfte ψ feben jaaren ïang 3onber eenig inftoomen en in ae ngterfïe armoede ïjeeft ge- ïeeft Wanneer bee3e $&aagöen / omtrent |et jaar 145-0'/ 3<cj genegentoonben om eeni* ge (ö) initomiïen aan te neemen \ geeft Geer- truid $icj) 3elbe ban gaar afgesonbeet 5 3onber eenen öeuit te tüülen geöben, Φ# ïiim tijb gab bee?e bergaberingben regeï ban <§♦ Augu- ffcinus nocg niet aangenomen* ^eseïbe toeöutoe Geertruid, 300 oub en arm
aU 3e toa$ / geeft nocg tbjec öiergelpe ber* gaberingen opgerecgt: & Armaas ftonbent te <$eïft i en φ>. Michieis ftonbent te Haarlem. $oïgen$ get gcmelbe gandfeg^ift / raaften*
öe get 31>eftenfegap ban 3£ei$anb/ toa^'er in Vikary. ^. Agnes ftonbent eeiie biftarg geflirgt. <&e j^onnen ban β, Auguitmus o^ber geiM
S.Mariaas ften / bOÏgCll^ get ftg^ben *>**" Lindebom,
konvcncin tlocg eCn öeröe doniicnt of maagbengu$ in
feaiiiica. »|^abet!5óiê gegab ·, £. Mariaas ftonbent iu Gaiiiaea genaamd. Sta bit |fèaagbengn$ / 't toelft in öe booten fïonö/ en ooft onber get boojfcö^eeben^apttel begoo$e/ geeft Come- lius Muiius eene 3Ufier gegab/ metnaameju- ditMufia, (*Muis). Sedert get omfteerenoer ïanbregeeringc$ bit ftonbent tot bnrger^ gut? 3en berümmert. <ίφίΑ\ gabben begonnen/ bienaar benber* c Uyt een oud francynen bock , is vermeld de Jaatfte
Bcfchryvinge van <Jcn Hagc p. 39. ά ], de la Torre in zyn Roomich verbaal, v" "" beu
/
|
|||
van Delfland* 405·
ben regel ban β. Francifcus ïeefoen/ een $w
fitfym$ in >$ o&abenïjage fïaan, ƒ. de iaTor-s.A athaas re, baar toe bit tipt ïjtMm/ b^nfet ben naam konfeut. niet ngt: maar in be 33efcï$jbtnge ban ben 3|age/ bie onlang ngtgeftomen i$/ too^b jjet g>. Agathaas nonbent genoenm %n be otnW toïij&e tijben t£ ijet met ïjtt $®et§ï)ni$ beree* nigt: be gocberen en inöoebeï bt§ nonbent^ $ijn booj lafï bee &egeeringe bernodjt; en be penningen/ baar ban ge&omen/ in bafïc ren* ten beeanbert ®it mtt$l}üï$7 't toelft tegentooojbig φ
fteïpee boo#ien $ a$ eenig #ee£gui£ in be naafïgeïegene fïeben/ t$ alïereerjl gefïicgt ngt be goebereil i betoeïne Krifpyn janfz. Boshui-
zen , föaab^Èjeer en töentemeefïer ban ||oïïanb/ etl Agnes Pietersdochter , Boshuizens {jut$&
b^onto / in 't gemeen beseeten Jjebben. &Φ
gen^ eene o^bonant3ie ban Öen g^efibent in bentöaab ban ©olianb/ baar be^ait^biffcöop ban ïltrecljt 3ijne bebefïiging op gegeeben Ijeeffc / moefïen ïjier 1 χ. jongen^ en ttoaaïf me$e£ onbergoitben tooien, <èn öoetoeï be innomfïcn naberganb 3öbaa*
nig bermeerbert sóti/ bat ijet t'gan$ 100 ar^ me liinbecen 50η nonnen boeben ·, 300 blijft ïjet {ju$ / öeli|t$ be $oogben be$ tefïament^ bebongenfjebben/ ben naam noêïj blagen ban be eeefïe fiieïjter$. Cnalle beftinöeren/ bit baar aangenomen tooien/ gaan op benfïin* her arm getenent met ttoee letter| A. tn c. toaar booj be booniaamen ban be fïicïjteré/ Crifpinus en Agnes, beteneht tooien." ^eftalben bit 3$ee$)u$ fïaat 'er ön get
*DeIffcfje beer noeïj een <&ubfopen-Ijtt$j en tm booj be arme ^ianong-ninberein |
||||
466 Oudheden en Gestichten
Hofjes. ®att fïflan '# W beu lage nceft eenigt 500
' ' genaambe ^èfi#f; %t bootmaamfïc ban aiien $ gft % Gecfth'ofjc : 't bwlfc gep# $ bOO?
Maarren Verbrugge, CU ttgt 36■ pfêMi/1 ten öeljoebe ban ouu Öe$e$/. befïaat ffiml) fïaat
'er een góf je aan be nou^pebanbe^incen- g^aftj ttDelft liaat' hm Ifctiti Van Nieuwkoop,
öic ïjet geffieïjt ïjeeft /· ^jcuto-ïsoo^-Söfic.
too$i genoemt: en li|l 60. ifi\§\t§ befïaat. ïfef i$ 500 fteérip en &ael)t:tg een geöonto ·, bat 'er bestoaadp in ganfeö Jkbérianb 500 ttn Jofie gebmiben toó$ ' jléaar öbermit^ be goeberen/ boojnament* ïp οίε in ianbergen tfefcaan / böoa be ramp' fploeÖsgï)ciien öee tijben bagelp*? fieeijteu toier* ben/ 5p be mïfomfÏen ban 't ijöfie bierboege berminbert ·, bat be föcgenten/ bjiïben 35 be pi$e$ in fïanb jjoiibcn/ geóöatsaaitt $jn ge* fcöecfi een goeb gera! bei^eibe te fterfjimren. Kapellen. f jf^utg Ï)föi6eh 'er giet en baar/ en op betv f^eiöc |Ira£ïten/ fcapeïïen geflaan: alsibe to JJtï ban be^. Maagd j Ö$e ban 't 3|.Sakrament,
't toelftneffen^ )jct saflijuig· fionb j bie ban ^>.
Jakob in jg.'-j-akobs-praat·, bieban be Saroari-
taanfche vrouw, betoelfte Ö002 öé hjanbenng
ïjèt ftapeïïetje ban 't ii^oufótfë niet be Rruifce tóierb genoemt. <Dt mömfïê ban aüêntöape tópeï ban 't Ïoogtoaaröig ^aliranient *, be* tóelïte de kapel van hcc Hv Sakraments git*
deiihüis genoemt toierb ·,■ baar be $oogenoembe
<0erefö^neerben/ ban be <£nplfcl)e zit^um* bnttfeije naatsie/ 't§m\$ gjftnftébih$abenii3c*- cafthuu %\\ 't nten&e jjaflïjufgi ban ^n %age toaf
e Roomich verhaal de Ia Ttore* " , : OC-lj ίΓΐΙ
I * f, '■ ■ . - .-
|
||||
van Delfland* 4Θ7
ter eeee ban ben Ktïmorjenben <&obt/ ban be
aïïet'geiïistïe $fèaagö Maria, ban aüe^eiïigen/ e» bOO^namCUtïp ban <§Jan den Oooper, S.
Hieronymus 25elt)bee / ettöC %♦ J&aagb Agnes, eene eenfoiojbiuirenbe biftaro gefïicgt / en met
l'nliömfïen bOO^ien / boo? Pieter Burgerts,
pieper· ^oc| bee5e binarn $ nabeeijanb
uerpïaatfï/ engeöecötaan^.Pieters otttaar/ itt be patocöttene ban &. Jacobus. Ui§ tm berljanb be ö^efban bee3e tiicrjtmge/ en ban be J&aiifiTelpe öebefïiojnge/ iueg taa$ geraafct-, geeft be ï|eec Johan Dirkfz. Mooi-kind, ψ$ί&
ftet en b^ittec bee3ei* biftarge / be fïicï)tiii0
beenientot/ en be mhomfïen beu biïtarge bee* uteerbert in 't jaar 1 roo. 3£e£ ïjeeft Dg be* geert bat be bcgeebingber binarge 3jjne erfae* naamen * en/a!^ bte nntpfio^ben toaren/ ben Jlemort-meefiee en ben mbflmUtttoxw* fier/ 30iibe toeuoomen. 3Dit alle^ ί£ in 't ge* raeïbe jaar bebefiigt boo^ ben ^iffcöojj ban iil^ trecïjt/ Frederik van Baden.
ï$et gafïïjui^ 5«If fê'tljang een ^obeniee^
{jn$: baar oube iniben/ 't 3$ elit op 3tci> 3el* ben en alteen / 't 5$ man en bjouto te 3amen/ be ftofï fionnen aoopen. ®oïgen$ Jet meerjjemeïbe Ijanbfeïfeïfty van
hst Deken-fchap van Delft , UJaS 'er in Öeit
^aag/aan't ontaar ban φ. ^aftrament^ rjajfc
Iju$/ ook eene biftaro gefticïjt. g. Niklaas 0afï[ju$/ bao?be toanbeling 't S NikIaai
^nppoofien gafffptfëgenaatttb/ φ in 't jaargkiuUs. I393»b00j Aalbert van Beyeren geÖOntöt bOO$
ïfof-ebeien en'autore perfoonen tot ïjet ïpf
öegoorenbe/ beteelfte tot armoebe gouton ber* ballen, jjgg 't goorjjle gla^ ban bit safïljuig jiaat Semêïbé Aalbert van Beyeren !teffen$ €e 4 eeneri
|
||||
4o8 Oudheden en Gestichten
renen 25ificgop / maarfcötjnïp oen ïjetïtgen
Nico'laus, tiufy tegentooot?big afgebeelb. 3fn een ouöen b^ief ban ï|artog Aaibert van Beyeren, ban btt\ zzt Mp$Ü .1404/ t»0$ ÜüU
beüjft Qt$tit bat in bit gaflfjurê eene biftarp of
Rapcïïann i$ gefltcljt boo^ etnen $I&cefïer Joris. 5©ee3c biharjj behjelbe ter begeebinge ber «j3mabcnffonb/ meteene toeeÉte!pfcfjeH&tfffe beiaft toa$/ en '$ jaar^xi.^oüanofcge pon* oen onb^agt/ ioierb tn t jaar 15^4 benïeebt booi eenen Johan de Loze. 3De ïicfjaamen ber oberïebeneii pïagten ngt bit gaftf)ui$ met ^. Niklaas bjapencn naar Jjet g?af gebjagt te bto^ben: toeiüe pïegtigljeit uotö omtrent 0113e tijben in 3toang Jeeftgegaan/ en niet iangge* ïeeben afgefcöaft i$> <t£n ï)orfcoei bat 'er tl)m$ gemeene ïtnbje$/
boo,?-al tyouta$tyrrfooncii / aangenomen ί»ος^ öeiiu 300 i$ 'er iior gtan£ een bg^onberc en af* mflott namer/ en baar b# eene boehern/ boo^ /fierarmbe ftïoboltaatcn. vDeftapelban bit gaft '/ \y\v$ I 3pbe 3ebert be tftefc?maat3!e roo^ be 31£aag gebmiht/ i$ boo? be iïeg? nten tn't jaar 1616 aan be 25urgemerfïcr$ ban '£<g»;afcn* ïjage berïtocljti bie er eenBleefeiHjaïban ge* maaiit ijebben, SJtt 3etae * Hiantebenmgen ban Aarnout
Sandeiyn, J>eBrctar$ ban ben ï^obe ban ^ol^ ïanb / fïaat eene Onderrechting makende den
kerkend ienit : waar in aan be 300-genaambe
Provifores of ^cbmiböeböer^ban ïjet ïf,<0eefi* gu$/en ban bc <0aftijut3en eh3ie«j)ui3en/böo^ gefcibeeben too^b ï)oe bat 3e imnnc itUitmn^ 3Uïïen ïjebben maar te neemem * Lib, 3, Memori.ir. fub Arn, S.tndeh*no ab anno ',ƒ£$♦ ^
anti, 1719, föt 52,. &c« |
|||||
;
|
|||||
van Delfland. 409
3B>e ftapelban 't'Sc$m4HSft&> 'tfoeïftaatt
tmftoomen ban oen 3|aag aan öen ^eïfifdieti rg-toeö gele0en (§/ en tesentooo^ig ooft booi een $^obenier^ïjn$ 0efynmt &io# / ma£ in* gebnjöt op öen naam ban öen ^. Comeüus. <Pee3e ftapeï / öie maar tameitjft g&ot foaé / enljaarfpit$e of torentje nocö öeöonöenöeefc/ i$ seöert toeiiitge jaaren öoo^ öe i&tQenten ju eene bergaöerftamer beranöerr. &an &. Antonis ftapelïe i$ een ïPoïfinté m*
maa&t / öaar §et $>efïön$ naafi aan getint* mert$, *■ ^n 't ^aaöfcge ^ofc& j)eeft boïgemf J. de
la Torre tiOC{f een anöere g>. Antonis ftapel/
met ö#e aïtaaren / gefïaan, mant/ 300 ató
Hamconius een^iefcö üifïonfcö^ber getuigt/ • De %ieffcöe naat3te / maar onöer öe #ollan* öer£ ooft begrepen tooien / miïïenöe öen af* goöenöienfi ten g^onöetoe nptroegen/ gingöe ooffcöaaöjen en openbaare m$m oberaï 6e* Setten met fterftje^ en ftapelïetje^ ban öien Sloten <£retmjt Antonius. 9fn öee$e ftapelïe ma£eeneMÏarg:öefoeï&e/
openfïaanöe öooj öe öooö ban fohan jakobs- 200η in 't jaar r ffi öegeeben$ aan Komelis van M.erop, fterfteiijft perfoon onöer ftet %\#* bom ban ïUreeöt. ©oef) ban öeese ftapeïïe I met^oberge&Ieben a\§ öe enftelöegefiemroenté J5eöalben öef ^efier^ugtöe Jfcaatfcöappp Pa(borSs banjeius, öie onians^ beröannen 5tin/ tnmZcd^^ ftetj fóarmeïtjt of twee/geuben öefèiieftagmit Κείο«»"εί öe^eefïelijftfleit/aïieöert menige jaaren/ twee2lc* bafïe ffoat3ien in öen $aag gefjaö. ^f^i*™ ö<* iaac *>?* B^ft m öen &aaa * «p f afïooj gefïaan een Refter 3|eer Vincent * Cc ƒ tot
|
||||
^iq Oudheden en Gestichten
ban toïcn m$t Sasboldus, in f ttnm Ö?tef aan
5ijïic»fi|oete Vosmeer, getboigenbe getuigt: WÉMêitf* Pafloor in den Hage, die onder Heer
^öhari rtórïd, is over acht dagen uyt het levert géfchéiden. Ik hoor dat hy zijne goederen» die al aanzienlijk waren, aaneen deel bloetverwan-» ten» die tiet rechte geloof en den beften naam tfféféh hebben, nagelaaten heeft; ,met uytilui- tfingjé van zïjné Medebroeders $ hoewel dezelve van gebrek fchier verquynen. lm$$$ feïnbe in a\§ ^ajiooj ban '§ &&*
è^ttgagé èérïtieïöi Engelbert Kenniphove , een
Hagenaar/llicentsiaat iiibt435obtïmnbe teEo*
ben / en &οΰ$€φν ber «$>aöt&unbe in be SSÖboe éatt <$bcr&eut\ |fg i$ te mt$l foelEse fïab jjp fcuo^tjne hjocmfïeDe geïto^en öab/obedeben: φ titfe^iftm fïaanög Valerius Andreasbenueltr*
Francois Eeikens, een fïimfïerbammee/ en
èen Söbénfcïj <0abtgeïeerbe/ fjab $ίή) ιψ$ηφ tüt get intoenbig ïeben in 6e 0ergabering ban U #rafïfctjé eratoren begeeben : bjelfte 0eiv gaberitïg toen in een ugtfteè&enb aaneen faja^ jpaftooj ban t^m %aag geb^ben öeefc j)g rti job ttnt gobtfyucjjttg&cit/ ai$ een ttoee* öe Simeon, ^ijne bnQtn se-einbigt in 't jaae i66f -, na bat ί)υ be boo^naamjïe anipten ban ï <pratön ïjab üeMeebt 3Jn pt ttoeeöe beeï Èari get %atijnfcöe Batavia Sacra geöben ton fiodj Set een en 't anber ban ijtm becjjaaït* tohan Hoofd, een HobenfcB <0obtgeïeerbe/
iê pc ïatttje jaaren ^afïoo^ jjetoeefl j en i# tt iimdi)I% in eeu goebertouberbomoberïeben ben *8 Jteüi 170°· 9fo Stt«e jifaa# $ gebölgt Alard Titzing, een Ittifierbamtner/Eeeraac
in be eabtijcit te ftomen; t\\\§ in jtjiie gafïorg * Yao ikn 15. Mcv iffjfc
|
||||
"'
|
||||
V Α Ν D E L FL Λ Ν D, -\ Δ,ΙΪ
Qtftajbtn ben ι γ ..guïg 1715* il1 Ifgft Λ* «#
3aat genreegen JMaii Byleveld '„ eén titcee*i·- tenaar/ en een itabenfeö «iBtöbtgeïeerÖc. 3» gem 1£ gefaoigt Gysbnτ van Schoten , een %4#
genaareneenEobenfcl) <0öötj0èïéerbe/ öie in öé
jnaatio #eb^narg 17^0 oberleeöen φ: en tot na*
3aatgeheeegen i)eeft N, van der Lee. 9n öe anbere ftaat3ie gcböen Öe boïgenöé
JDafiDO^gefïaan: Jukob ^verding, aïüa$naa£ $ne $eöao#e-irïaat^genoemö/ igin wU$$ fïorg obedeöen in 't jaar 1647. ,mi ijm stjii geboigt Kornciis van Putten j Aïidréas Cscta*
reus, baï&omen25aceïiee in öe<0Q6tgeïceröI)eit·
öÉijoelfte niet aiïeen öe geloobigen ban öert i^aag / maar ooft ban öe offllêggenöe bo&ueir/ lange jaaeen opöegafi en beöiemJüeS&eit <?*- iareus jjefeuintfc böö^een 5tnftï|cüii öeese £öoo£* $en: Deo fervire Casfareurn eft: Goeie te die^-
nen is Keizerlijk. johanSchelliriger, een|&ebelibïiMer/ bol*
Komen 2$acelier inöe^Soötiiimöe/ia aaneentf ugtteeeenöe 3ieute gefloten ben io,$ebéi6fa. -Wouter Moulart, ψ&ί^$β WfeÈpWΊβ
booeen/ afftotiifïijgingt §et ouö tiiboaMcfyti&
geftagt bei; jBöirtaèben; 't taëin $ödté maW neii/ 300 toel üiben Krög^Sanöel a$ in öeöie* ningen ban öen taböeet/ ugtgelebert Jjeefc. ïg£ gf in 't bloegenfïe ban 3gne iêagö / 0$ Öen 16, ban $óisemöer 1686 / rata ren 3ioaai re en b^anöenöe nooi*t$ ban 't ïebeii berooft. • Willem Frederi'k Dalenoort, tui ïltCCegte^
«aar/ boïuomén 2$ace«er in öe <Bottï)nti
titeni lof/ geïp ooft be lof-ban'6e anöeré gafïoreh ban 'p ^abenpge / toijoiooiiigee1 benneïb fïaat in flèt ftaeebe Öeeï bail Jet ia* tójmw * Batavia Sacra. ©e
v* Part, 2. van pag» 139. toe Z4?.»
|
||||
4*2 OUDHEDEN EN GESTICHTEN
ftelecrde ^* ^aa3 S^ft O» ÖC gebOOjte batt be bOÏ* gjaisnea. genttë geleerbe mannen te roemen:
* Johannes Secundus, be ^ΟΟΠ ban Niklaas E-
verardi, J^efiöent ban öen ijfobe ban l&eege?
ïen/ $be^ebretar$ banf&au$ Pauius iv. en ban ben fiart$&ifrcgoa ban i€o!ebo getoeefï: jen geeft naöerganb/ 30a bn benS&ffcgop ban Éltrecgt a$ eiöee^ / berfcgeibe beöienmgen ÖeMeeöt 3^ocg gg *$ tó öe iente ban 3gne jeugo/ én niet meer aï$ ζγ .jaaren ouö/gefïo^ben ben i*f« ban September in 't jaar in f* Ce Φοο^ Milt/ in $. Amandus&erïi/ baat gn begjaaben kit/ $ 't sijnee geöagtenifie een geerlpgjaf* fcg^ift op 3^jn tombe gefheeöen: 't toeïn bg Boxhornius nage3ien fian fooien. Juftus of Tudocus Velfius, (8) (Jooft van Vel-
fe,) $ te Èoben <®oï\to$in be 45enee$mmöe
gemogen in 't jaar 15-4Λ: en geeft beele boe* feen ter opgeïberinge ban be fiiofofg en <&v jttee^ïmnbe gefcgjeben 4 Wilhelmus Gnaphxus , atlOtr^ Fullonius,
jföegent ban beï|aagftge fcgoïe/ föaaö$jeee
ban Aaibert marng?aaf ban S^anöenbnrg / k in 't jaar ip-f. met i?en afbaïligen ^afioo^ Johan Piftorius, of Jan de Bakker, gebatigen
ge3et: en geeft een goeben naam onöee be 1*0*
tnebi-fcg$ber$ berbreegen Hg geeft berfcgeibe fcgjiften uutgegeeben /
betoelbe in be 2$oe&3aal öer ^eberlanbfege fcgagberen ban Valcnus Andreas, en elber|/ opgetelD jiaaiv <£nbee anberen geeft gg get lieven van den gemelden Johan Piitorius, eiï
$en Verdedigfchrift voor den gevangen Woer- denaar, in 't ïicgt gegceben. Pieter Kornclisz. Brederode , een boaMtet
feecgt^geïeerbe* bebieme bermaagfegapt foag
wet
|
|||
van Delfland. 413
mtt hm iJCrmaaröeil DionyGns Gothofredi :
en niet aïïeen baar booj/ maat* ooft om 00 ge*
ïijttöeit tsari fïuöfe/ in gjoote gemeenfegapmefc gem geeft geleeft. Adam Vcrduyn, tot iüktlg geiragteniffc A-
lardus Crocus tm beftig g?afbicgt geeft ge*
fcg?eeben. $oïgei$ bit g^afbiegt i$ Verduyn in ben üleere ontfïaapen op j^ieubjjaar^bag 1/38.5ijnbe ut get 94« jaar ban 3911 ïeben ge* treeben. Pieter Schenkel, be 30011 ban btn $%tt ber*
niaarben <È5enee$)eer Antoni Schenkel, $ m
ben ïfage gebooren in 't jaar 1 $-94* 3fn't taac 1617/ ben ζ 3. ban 2dp;il/ geeft ggr 3tclj te <0ent boo^ plegtige geloften berbonben aan be o$er ber «êremgten ban ^. Auguüinus. ^ foaf een gefeero' en gobttyucgtig man: Meeraar in be <êobftunbe; een ugtfïee&enb g^ebifcantj in be geefMpeen toereïbïpegeleerbgeit ebenen baren/ biugban berfïanb/ 3eeröegaafb ban tonge/ geiifcg en oprecgt in 3ijnen ganbel en toanbeL ig geeft in be Satönfcge taie g&> fcg^eben Eene Uytlegging van rechtsgeleerde woor-
den, dewelke in Francifcus Tolecus voorkoo- men. Moeyelijke plaatzen van Seneca en Horatius
opgehelderd. De geeftelijke Nachtegaal.
<®oftgab gptn:t jaar 165-3. rensge Predi-
kaatzien op be perfegeleit ©t$berre<ElGus. Kornelis de Bye i$ ben io, ban G$obem&ec
1 f40 ugt een abêlp geflagt geboren. ®m 20. IHjp^il 15-f4« geeft gn te^anare in J^pan* je/ buiten fcemtiffe ban 3tjneou&et$/ bejêotl·* β In Encorniafte Auguftiinaco pag. fïij
ilföft
|
||||
414 Oudheden en Gestichten
iiingftaji iö bi o$tt oer Uütgufiijmv-monnïkt i&a amgetwUm. 31« t jaar iftf^ i$ 9g «aar j^ifco fjetogfiï s daar ÖP i0* jaareii ïang ter uefreermge oer {jannen Ijttft ®cm fceiöt, $a« öaar teüer ia ^«ropa gefteero/ μι «aar gtaïie· $erftf$ / i§ jjg leraar in öe 43oöthüiiör grijio^öeii/ ηι.ίκκ)? oen «iNneraaï Jöa« $ij«e <%öcr tot M&ari# ma* 0[crïa«b/ ^cgoUaud / ^tt^elaiiö πι tirj^&eriaiiii*naan? gefcdt, ïPen *6 Éugufïj 1 öoo. ig $$ ban cie-. TO-ens VJII. met tm jjjuftïc^ief naar οε $e* feerïanöcn j^ejoalicu -, öaar Jg 't oteige ban 'φι tebcn öeeft otttcöefyast / m tm g^oot $mv fidmg .^a« Albertius €« Ji;i«beJla jj£ QCftliCfi*
tffttöejp $J$£?#^ gjaïg 1^14 ύΓοεπ ott*
ferötaw ban 74. jaarengpffc^eit/ *titc2$;uf; .(fel in öc jawöe teft Ö£ ftct ftoefooutaar örg^v wu. §)$ §eefë veilige pennoenen ober oe^on* Sagen jck $%e$oagen «agel&fm ïPit $ ooft Niklaas Aiïbaddffc, ^efifcCflt baö OCHfiOO*
jen ütaafe i$m ï|öï|a«$,
Kornelis Blockius , Of Blok. ;
. Jpjjan Hernelaar.
Dirk Douza , of Van der Does.
Luélatius Petreius Andreades·, 0« ^ijtl ||θΙ>'
lanofrïj/ cninetinin^r #mw/ Jakob Andnesz.
van der Steine.
,' Mactöias Hovius. Quintinus Weinfen.
Janus Douza (johan van der Does) fcebaocr/
b Ibid, pag» iffi»
«.·-■ c la* |
||||
van Delfland. 4I^
Taays Douzaitf ^OOU / Fran<gois Douza , Jmi9
D^uza, ^eren fcan $οο#ώρ,
Jafcqb de la Torre, Mavtgbiffifyop bm <£fa
fen; ban frien get beröe brei ban S&Mmm
Batavia Sacra naaien ïmn tooien/
Zacbarias Mets, fioei^ mt Kgtïail&fl? *U «1
SSjaöaut gdtoren/ ötoit crJjew/ om iiatiu
30a ïaii0 in bm faag gcfoaont geeft/ entte bt gtkertie φβ#αιββι$ bernicUit tt tooien. f ρ toa$ 3jcem#aat in öeioe öe ftecfiten/ &&* iicuiufö tt Μ&Φίφ m tt fóBiwen/ #anff& ïpc $p&matar$ / ^ni^mfttt hm èm &P$mfc$m<&t3mA™om de Bruin} mïittft
Bük tmi&n φ ë$ ©afïooj tt ^cgebeJtnsSi
Wfcêsy fei ^.fefcij/ &,> taeu ugtianöig teatf
κι ie m$&mit toonöc / op öe^clfë beè&sto toe gSüHuïtijwc in 'tg auffefpe ^tomTcöaa to^ruoe^ So Ö«* öerbe oeel ban get ©ui£ fcfje Bata\ m s^cra $aï oe 5te3er omfïanöiao: örrfcgt ban fe&ffgj z^harias du Mets tonaal * Coadjutor.
AANTEKENINGEN.
?. Hier zouw men ook een woord konnen fprce,-
Jcen van dat vermaarde Sawmxemus > ofHeiÜzbofch van Λ«& .· van dat bofch , zeg ik, daar zoo veel over gefchreeven en gewreeven is ; en van 't welke de geleerden noch tegenwoordig , na 200 veel twi- Hens en zoekens, geen beter befcheid fchijnen te heb- ben1 als toen men het zeggen der oude Jaarboeken cerft ,n twyfel begon te trekken. Ik wil ook niet zeg! gen dat ik 'er beter befcheid van geeven zal, want wat ^mC-!rVan ee"e2aak *.eSgen,die op enkelde en zeer loflè giffingen ireunt ; en van de welke by de oude of Romcinfche Schrijvers nauwelijks eenig «S gPVoxiden word ?. ik zal dan Hechts, volgens^ne |
||||
4i6 Aantekeningen op de
gewoonte , de redenen en tegenredenen op 't duide*
lijkfte opgeeven , en tegen malkander vergelijken; en zal het dan aan 't oordeel van den Leezer verblij. ven, welk gevoelen dat voor't waarfchij nel ij kfte ge- houden moet worden. Om dan de zaak van den grond op te haaien r zoo
ftaat'er by <* Tacitus dat Civilis de voornaam'fie des volks, (te weeten der Batavieren) onder den fc bij η van eene gaflery , beroepen had in 'i heilig woud : en dat hy hen door den nacht en de vrolijkheit verhit ziende, het on- recht , de roveryen, en de andere rampen der dienjibaar- heitging optellen, 't Is dit heilig bofch , daar zoo veel over te twiften valt, en 't welk ieder naar zijne zinne- lijkheiteene plaats wil geeven. Onze meefïe /'Schrij- vers beweeren dat het geilaan hebbe bezuyden't Haag- fche bofch , ter plaatze die noch tegenwoordig be- kent is onder den naam van Schakenbofch. Adriaan van ■ Schriek , op het fcbemerlicht van eene verge- zochte naamrede floutelijk toetreedende , zoekt het in den Haag: hoewel hy bekent dat de plaats, t'hans Schakenbofch genaamd , daar onder ook begreepen was. Hage, zeir hy , word noch tegenwoordig ge- nomen voor kleine boomgewaffen , en voor dichte Jieiningen van boiïchen , akkers, en hoven. Ja hy twijfelt 'er niet aan of Tacitus zal het naamwoord Sacrum gefmeedt hebben uyt het Nederduytfche/'ƒ/<?£- ar-om: en dit s* Hag-ar-om h by hem zoo veel te zeg- gen als het zand (ar) van 't woud (j''Hag in't tee- ïende geval) rondom (het zelve woud)gelegen. Dat zijn eerft fpitsvinnigheden. en raadzels, daar Oedipus niet uytkoomen zouw. Maar om Schriehïus met alle ïffrie diepzinnige herfenfchïmmen daar te laaten , wy zullen ons met onze meefte Schrijvers maar houden aan 't bekende Schakenbofch Zoo zeggen dan de gemelde Schrijvers dat facrum
iVTfftfafjallerbefr en gemakkelijkit geduidt kan worden op Schakenbofch. Vooreerft ?eggen zy uyt de oude Kronitk , dat hier vnn ouds een bofch of een woud heeft geftaan , het Woud zonder genade genaamd; 1 α Tacitus Hifi. lib. 4*
b S. van Leeuwen , Meruia van de WiWcrniilcn , Hadrianus
JuniiK l en?» c Qrïg. Rcrumquc Celticar. Iib,io,pag, 174* lijnde
|
|||||
">·\ί
|
|||||
Bfschr γ ving van Delfland. 417
lijnde als een fchuilplaats of vryburg van roovers
en moorders , die op de reizigers en koopiuiden pa- ften; en de wegen hier om ilreeks onveilig maakten. De rechte naam van dit bofch, zeggen ze, wasScha- kenbofch: en dezen naam had het gekreegen om her fehaaken of rooven van de gemelde fïruykroovers, Vorders zeggen ze dat facrum Nemus , by Tachus, geenzins een heilig maar een onheilig of goddeloos Woud betekent. En 't is de waarheit, en behoeft hier niet beweezen te worden , dat facrum fomwijlen in die betekeninge genomen word. Ja volgens P. Meruia zouw Tacttus den naam van
dit Schakenbofch nietgevoe^gelijker in de Latijnfche taaie konnen overgezet hebben als door facrum Ne* mus. Want voor eerft was fchaken voor de Romei- nen te zwaar om uyt te fpreeken : ten tweede, wat de trytfpraak en den klank belangt , is 'er weinig on- derfcheid tuiïchen facrum en fchaken. Ik wil wel be- kennen dat deze aanmerking van Meruia my vry waarfchijnelijk , of ten minde zeer bevallig voorge- komen is: ja dat ik deze opmerking by my zelvcn al gemaakt had , en 'er behagen in fchepte ,· eer dat ik iets van Meruia of van zijne giffinge wiu\ Maar daar by wil ik ook wel bekennen dat het niet meer is als eene wel opgefchïkte en niet onwaarfchijnelijke giffing: 200 een giffing evenwel, dewelke met alle eere Maan- de gehouden mag worden , tot dat ze voor fterker tegengiffingen moet 7wichten, Laat ons nu hooren waf dat Cluverius en de Heer
Alt'mg , de voornaamfte tegenpartyen van Schaken- bofch , tegen 't zelve in te brengen hebben. Voor cerft heeft 'er d Cluverius dit tegen , dat daar om- trent maar weinige hoornen (taan., die den naam aan Schakenbofch zouden gegeeven hebben : alsof de te- genwoordige toefland des lands een zeker bewijs was dat het altijd zoo onvoorzien van boiïchen geweeft zoude zijn. Ik heb ook elders ,200 ik vertrouw, klaar genoeg beweezen dat alle deze landen doorgaans zeer boomrijk én bofchachtig zijn geweeft : en ik behoef 200 eene klaare zaak niet naarder optehelderen. Maar hy meent dat dit laage en rnoeraffige land, eer dat de grafr. van Corbula en naderhand noch andere graften d Van de uitloopen yau den Rliyn , 16, Hoofclft,
vptJ ec-
|
||||
4iS Aantekeningen oi> de
gefchoten waren, dikwils van 't zeewater plagt over-
loopen te worden. En hier door is het gefchiedt, zoo als hy de zaak bevat, dat de boomen uytgefpoelt zijn, of ten minfte hun volkomen groote niet gekreegen hebben. Maar voor eerfl: moeit het dan vaft Üaan dat de graft van Corbulo genomen moet worden voor de Delffche Vliet. Ten tweede zal niet beweezen wor- den dat de landen, die nu en dan eens pleegen on- der te loopen , of dras te flaan , geen volkomene boo- men konnen voortbrengen en onderhouden. Maar wat behoeven we te redeneeren en te pleiten , daar de oude Schrijvers en Kronijken de zaak uytwijzen ? Het is zeker , en de Heer e Alting heeft het zelf
ïeer wel beweezen , dat het eyland der Batavie- ren vanouds tot aan de zeekuften toe plagt bewoont te worden : een gewis teken dat dit onderloopen zoo dikwils niet gebeurde ·} en dat ze raad geweeten heb- ben , om het zeewater wederom by tijds te loozen. En de hooge boomen die hier omttreeks , zoo wel als hooger op, uyt de aarde gedolven worden , gee- ven die geen zeker bewijs , en fpreeken ze niet van zelfs, dat dit ganfche land hier omtrent al van ouds fceer boom-en boich-rijk was? Maar, zegt Cluverius, Meruia heeft'er ongelijk
in, dat hyJacrum hier vertaalt wil hebben door on- heilig of fchelmfch : Het woud wierd heilig genoemt t om dat het aan den eenen of anderen Godt der Germaa* nen toegewijdt -was. En daar op gaat hy wijdloopig bewijzen dat ieder bofch , by de Germaanen, toege- wijdt was aan zekere Godtheit. Die toewijdinge zal ik niet tegenfpreeken : maar waar in was dit bofch dan onderfcheiden van de andere boflehen : of wat voorrecht had het boven de andere boffchen, om den toenaam van heilig te voeren? Ik wil zeggen dat die toe- wijding geen grooter recht aan dit nemus facrum^n^ om dien tijtel te eigenen , als aan alle de boflehen van 't Heidendom : en vervolgens dat hier naar een andere uytlegging moet omgezien worden. En laat bet door die toewijding zoo heilig zijn geweeit als men wil ; kan het niet ontheiligt zijn geweeft door de gemelde ftruykroovers , en daar door den naam gekreegen hebben van onheilig, of van Schaken bofch? « Pait, ii v, Canioe&tes*
"■.......' t Tot
|
||||
Beschkyving vak Delfland. 41 j
Tot noch toe dunkt my dat Schakenbofch hetplei-
dooy gaande kan houden tegen de opwerpingen, van Cluverius, Ja die opwerpingen fchijnen zelf weinig te gelden by den Heer Alting:. dewijl hy, die het an- ders op dit ft uk met Cluvcrtus houdt, die opwerpin- gen of bewijsredenen met geen enkeld woord ver- meldt ? Maar hoe zullen wy't ftellen met de hoofd- reden van Cluvcrtus ; met die hoofdreden , zeg ik , dewelke niet alleen Cluverius van Schakenbofch doet afzien ; maar ook zoodaanig doorgaat by den geleerden Heer Alting , dat hy dit verfchil voor afgedaan houdt,en zich nietgewaardigt Schakenbofch eens te vermelden ? Deze hoofdreden beflaat hier in dat het niet waarfchijnelijk is dat Civilis, willende eenen opiland tegen de Romeinen ftooken , en zul- lende de Batavieren aanmoedigen om de wiiiterleger3 der Romeinen aan te tallen , zoo eene hachelijke by- cenkomfte zoo dicht by de Romeinfche winterlegers gehouden zal hebben. Die knoop fchijnt zoo wat te binden, ik beken't: maar ik kan niet beter zien, of hykan noch zonder groote moeite en veel hoofdbree- kens los gemaakt worden. Voor eer ft zouw het te bezien (taan of'er niet zoo
wel legerplaatsen waren omtrent Batenburg; in welke landflreek Cluverius het heilig woud plaatzen wil , als omtrent Schakenbofch of Leiden. Die 'er aan twij- felen zouw , heeft de Caflra Ulpia maar natezien by den Heer Alting. Ten tweede leefden de Romeinen in eene zorgelooze en onbekommerde gcruftigheit ,eu hadden de minfte vrees niet voor een opiland. Ten derde, dat wel het voornaamfte ïs,alles wierdbedekt onder den fchijn van eene, gaftery. Men f weet dat aer niet by de Duytfchers gemeener was als gafteryen aan te rechten , ganfche nachten over te zitten , en daar alles oncjer het Hgten van den beker te verhan- delen. Moeft 'er een krakeel of een vyandfchap by- gfleit worden ; zouw men van een huwelijk fpree- ken, of een dochter ten huwelijk verzoeken \ waren 'er ftaatzaaken te behandelen ; altes had geen en val „ als 't op geen gaftery gefchiede, De Batavieren, Duit- fchers van atkomfle, waren ook Duitfchers in 't hare *n in hun gedrag. Hoe kolfden de Romeinen danarg f Zie Tacitus de Monb. Gcrman. 2 !
1 ^t) 2 den-
|
||||
4io Aantekeningen op υ ε
denken , ïiende of hoorende dat de hoofden der Ba-
tavieren wederom eene byeenkomfte aangeleit had- den: en wat zouden zy anders gedagt hebben, als dat dezelve Batavieren , als rechtichapene Duitfchers, wederom een vrolijken nacht wilden hebben? Het gaat my buiten mijne giffing,zöo alle die groo-
te zwaarigheden , die Cluverius tegen 'tScbakenbofch met zoo veel ophef doet gelden , niet merkelijk voor 't oog van den Leezer verkleinen ; javoor'tgrootfte gedeelte verdwijnen. Doch ik hebbe gezeit, en zal 'er mijn woord in houden , dat ik geene uytfpraak meen te doen ;maar hetganfche verfchil aan den Lee- 7.er wil verblijven. ?.. in 't Latijn ftaat cochleis , 't welk ik hier door
fchilpen of hoorntjes vertaale; omdat S. Jakob, die in Spanje geviert word, altijd met fchilpen en hoornt- jes uytgefchildert word. Hoedat Hakken, of flakkeu- huisjes , of wat anders door cochleis betekent word, hier te pas zoude koomen . koude ik niet vatten. 3. Het is wonder dat Melis Stoke, R, Snov, 'johan
Gerbrandsz- van Leiden, Beka en He da , en meer an- dere Schrijvers , zoo ecne plegtige en Vormelijke daad, als het oprechten van een Ridder-Order is, on- gemeld eii ongemerkt over hei hoofd zien en voorby iiappen. Zoo eene algemeene llilzwijgendheit zouw dieganfche vertelling, indien ze door geene krachtige bewijzen , en door de getuigenis van deftige Schrij- vers , onderilut en geltijft wierd', verdagt konnen maaken. Dus liaat het te onderzoeken , op wat voor getuigeniifen dit oprechten vanS. "Jakobs Order is ge- veitigt, Want Fr. Ie Petit, die de Hollandfche Kro- nijk in de Franfche taaie uytgegeeven heeft , en Rèi- genbergen van Kortgenα, de Schrijver van deZeeuw- fche Kronijk , (om den bekenden Schnnebeek die het uyt hen getrokken zal hebben overteflaan) vermelden het initellen van deeze Ridder-Order als een zeekere ïaak, Maar menig Leezer zal op de getuigenis van twee Schrijvers , die zoo laat bykoomen , en derd' half hondert of drie hondert jaaren na de daad geleeft hebben, zoo eene roemruchtige daad met geene vot- ilage geruftheit durven aanneemen. Men zoudeevcn- wel zeggen dat zy hun verhaal uyt het eene of't an- cere gedeiikfchrift getrokken zullen hebben: en 't is |
||||
Beschryving van Delfland. 421
qualijk te gelooven dat ze beidegaar 't zamen geipari-
nen hebben", om den Leezer zoo een verdichtzel uyt hun eigen brein opte dringen. Doch dit zijn, tot nu toe, maar gedagten : en een voorzigtig Leezer, om hun zeggen zonder ongeruftheit aan te neemen , zal al valter blijken willen hebben. Eindelijk fchïjnt de doorgeleerde en oudheidskundige Mir-auson$ te recht te helpen. DeezeMtraus , op wien geen vermoeden van valfche (rukken te verdichten vallen kan of oit gevallen is, heeft dit ganfche verhaal in een oud nc- derduitfch handfchrifr gevonden ; en , zoo als hy "t gevonden heeft , in zijn werk de Donatiombus * Bel» fthis ingelair. Dit fchijnt alles effen en klaar te maa- ken: temeer,dewijl het gemelde handfchrift dit ver- haal getrokken had uyt een Haagfch Regiiler van de Ridderlijke Orders, Evenwel is Scriverius noch al beducht en ongeruit : hy is niet zonder zorge dat Chriflophorus Butkëns, van wien elders gefproken is, hier onder gefpeelt , en dat handfchrift zoo wat op- gefmukt en verdraait mag hebben. Daar te^cn dient dat Aubertus Mir<eus, om Buthns nu daar te laaten, 'zoo niet te bedotten was op het ftuk van oude, voor- namentlijk Nederlandfche, handfchriften is 'er ie- mand, die zodaanigehandfchriften behandelt, onder- zocht, en tegen malkander vergeleeken heeft, dat is Miraus. Zijne vroomheït en oprechtigheit is een ie- der bekent: en ik weet niet dat zijne geloofwaardig- heid oit in twijfel is getrokken. Dit alles zy echter ge· fceit, zonder de zaak te beflechten : waarfchijnelijk- heit h altijd geen waarheit. 4. Dit (lichten en wijden van kerken en kapellen
tereere, of ter gedagtenifTe, van zoo of zoo een Hei- lig is reeds zoo dik wils te paiTe gekomen, en zal noch zoo dik wils te'pas moeten koomen; dat wyhetdien- ittg geoordeelt hebben den rechten zin van dit (lich- ten en toewijden , ten diende van de onkundigen, met korte woorden uyt te leggen. De Proteilanren, dewelke zich onder het leezen van dezeHiftorie waar- fchijnelijk al meer als eens aan deze (Hchringe en 'm- wijdinge van eene S. Jakobs- S. Hippolytus S Urfu- Uas- S.Catharinaas kerk enz. geftootèn zullen hebben, konncn het niet qualijk neemen dat wy den rechten * lib, 1, c. 2 54.
39 ö, 3 zin
|
||||
\
|
|||||
4V2, Aantekeningen op de
xin van zoodaanige fpreekwyze ontvouwen. Ook
dienen wy , oniover onze vertaalïnge niet beknibbelt te worden , deze uyilegging eens te pas te brengen : Want , om dezelfde zaak niet altijd met dezelfde woorden uyt te drukken, zyn wy, in het vertaalen van confecrare ILcclefiam in homrem SS. en van dier- gelijke zinnen , niet altyd even effen,, en om zoo ie fpreeken letterlijk geweeft : hoewel dac we ons doorgaans aan het Latijn gebonden hebben. De Katolijken weetenzeer wel dat menden Heili-
gen , eigentlijkgelproken, geene tempels mag opbou- wen of toewijden. Hun is zeer wel bekend dat S. Augufiinus, om nu geen andere Vaders te vermelden» het oprechten van tempels voor een bewyzinge van dan λ oppergodsdienft houdt: dat de Chriftenen,volgens zijn b zeggen , geene tempels voor de Martelaaren op- rechten; hun geene Prielters toewijden, geene Mif- fcn opdraagen ; enz. Indien wy , zeithy op een c an- dere plaats, voor een heiligen Engel, hoe uytmnntenden verheven dat hy waar, e enen tempel van hout- enfleen- werk gingen bouvjen ; wy zouden doer de waar heit van den HeereChriftus, endoor Gedskerke, vervloekt wor- den; want wy zouden die dienflhaarheit, dewelke Gods alleen toekoomt, aan eenfchepzel bewijzen. Die plaat- zen, zeg ik, weeteft de Roomskatoliiken; en laaten daarom niet na, kerken ter gedagtenilTe der Heiligen te timmeren en in te wijden, 't Staat dan te bezien hoe datzy, zodaanige kerken timmerende en wijden- de, zich zelven niet fchuldig maaken aan vuile afgo- dery. Twee uytleggingcn hebben zy ter bande· dewelke
deesen blaam, van zich door zodanig opbouwen van S.Urfalaas, S.Jahbs, S. Jam kerken, met afgodery te bezoedelen, even fchoon fchijnen af te wryven. De eerfte uytlegging , dewelke wel de gereedfte en - * Si legercnt Ariani tiinplum Salomnnist ex ltgtiis & tapidi-
bus Spiritui Sanéto creftum , non negarent illurn eflè.Deym j ciirn templi conftirutio ad kt-rise cultum pertineat. S. Auguit. ijbi o eontra fermones Arianor» c. zo. b Nee tarnen nos eifdem Martyribus , templa, facerdotia,
facva, & facrificiaconiHtuimus: quoniam non ipfi*, fcd Deus ipforum , nobis eit Deus. S. Aug lib 8 de Civ» Dei, cap.ult. t Conru Masimin, arg. ti.de Spir, S. mi f-
|
|||||
Beschryving van Delfland. 4*j
miflchien de gemakkelijkue is , koomt hier op uyt
ddat 'er eigentlijk geene kerken en kapellen getim- mert of gewijdt worden, als voor Godt alleen, en ter eere van Godt; even eens, gelijk 'er geene offer- handen opgedraagen worden, of opgedraagen mogen worden, als aan de goddelijke Oppermajefteit. Maat dewijl overal een groot getal van kerken is; zoo wor- den die , om uyt malkander gekent te worden , na verfcheide Heiligen en Martelaaren genoemt : niet dat die kerken ter eere van zodaanige Heiligen of Mar- telaaren geiticht of ingewijcjt zijn; maar om dat de gedagtenis van die Heilige Belyders en Martelaars in die kerken voornamentlijk geviert , en zy zelf, als patroonen der gemeente, daar aangeroepen worden. Als 'er dan by de oude Schry vers, of in den dage-
Jijkfchen ommegang , gewag word gemaakt van S. Pieters' S. Paulus- S Jakobs kerke; moeten die woor- den aldus verdaan worden ; dat die kerk aan Godt, tex gedagtenifle en pp den naam van S. Pieter , S„ Paulus, S.Jakob, opgerecht en inge wijdt is ge weeft. Deze uytlegging, dewelke wel voorkoomt, en geene aanilootelijkheit in zien befluit, flaat zeer wel op de plegtigheden,dewelkein't wyden der kerken onderhou- den worden. Want de Biflchop die de wijding verricht, en de gebeden daar op paffende fpreekt, zeiteeaigerei- zen zeer duidelijk dathy deze kerk ter eere van Godt, en op den naam van zoo of zoo een Heilig, inwijdt. Eer dat we tot de tweede uytlegging overgaan;
zullen wyuyt e Bellarminus VAAzfWalenburgen bemer- ken dat de kerken uyt vierderhande inzigten ge- bouwt, en om die reden met vier ondericheide naa- men genoemt worden. Het eerfte inzigt is, Gode offerhanden op te draagen : en daarom worden zy tem- pels genoemt. Het tweede inzigt is, Godt aldaar te bidden: en uyt dten hoofde worden zy oratoria, bid- plaatzen , genoemt. Het derde is , om 'er de reli- quien of gebeenten der Heiligen opeen fatzoenlijke en eerlijke wyz.e te bewaaren: en hier op paiTen de naamen vzwJbafü'ica, memorie , ntartyria, 't welk zoo veel als paleizen der Heiligen , en Martelaars graf- d ZL· Bellarm. de CultuSS- lib 5, c. f. Walenburg Trad;
deSan&is cap 14, In romo 2. Controv. e Bcllarm. ibüL f.Walenb. ibiil. , .
φ D 4 fteden
|
||||
414 Aantekeningen op de
fteden betekent. Ten vierde worden de kerken ge-
bouwt , op dat'er de geloovigen door de pree- king van 't goddelijk Woord, en door het uytreiken der Sakramenten , gevoedt zouden worden : en uyt deezen hoofde draagen zy den naam van Ecclefia, of vergader-plaatzen. Dit aldus vaftgeitelt zijnde, zeg- gen de katölijke Leeraars dat de kerken , voor zoo veel het tempels zyn, niet mogen opgetimmert wor- den voor de Heiligen ; maar wel voor zoo veel zy aangemerkt worden als de begraafplaatzen, der Hei- ligen , en de bewaarplaatzen van hunne reliquien. En dit onderfcheid iteunt ook op de boeken der Oudvaderen : Wy zullen niet meer als eene plaats bybrengen uyt den H. Auguftinm. Deeze Kerkleeraarg, die den Heiligen geene tempels ge- bouwt wil hebben, bekent evenwel dat het een goed gebruik was , gedenkplaatzen of begraafplaatzen voor de Heiligen te bouwen. Ik behoef den Leezer hier niet te bewy7en , dat zulke bajilica , memorice, martyria , inderdaad kerken waren ,' en in grootte, gedaante, koftelijkheit, enz. van de kerken niet ver- fcheelden. Hier op fieunt het ook dat de Latijnfche Vaders j daar zy van kerken te fpreeken hebben, de- zelve noit tempelen der Martelaaren noemen ; te weeten , om dat het ongeoorlofd wierd gerekent, tempels voor Martelaaren te ftiehten. Maar van ba- filiae martyrum, memories martyrum, martyria (_ ker- ken daar de gebeenten of reliquien der Martelaaren bewaart wierden) weeten alle de Latijnfche Vaders te fpreeken. hSommige Griekfche Vaders fehynen zodaanig te
fpreeken, ais of'er zelfstempels voor de Martelaa- ren gebouwt, en hun toegewïjdt wierden. Maar 't ïs zeeker, om dit met een woord te zeggen, dat zy in den ïin niet verfeheelen van de Latijnfche Vaders, en anders niet willen ïe'ggen als dat zoo een huis , "t welk ook een tempel was , ook Jngewijdt wierd om 'er de Reliquien van zoo of zoo eenen Heilig te b^waaren. · Van S, Jahbs kerk ftaat noch aan te merken dat
g Nos Martyiibus noftrts non templa Geut êih, fed mema-
rias ikut hominibus momiis , quorum apud Deuni viyunt fjpiri- fus, fjbricamus* Lib. 22. cic Ciy, Dei, cap» 10, \) Apud Waienb, «£ fupra, dezelt·
|
||||
Beschryving van Delfland. 425
dezelve, op een 29. van December if*9, in een ver-
vaarlijk onweer, met donder, blixem , en hagel ver- mengt, afgebrand is, zoo als by Bor, fchry veilde over het jaar 1576, aangetekend Ihat. 5·. Ik vertaale dit alles, zoo als ik het vinde: maar
of verfcheide vikaryen worden twee-maal genoemt; ofeenige onderfcheide vikaryen en outaaren , in de zelfde kerk, hebben den zelfden naam gedraagen. 6. Om eenige inkomflen aan te neemen: Dit vertale
ik al wederom zoo als ik het vinde. Maar in een zoogenaamd Extraff uyt zeeker oudfrancyn, ftaande in de laatfte Befchryvinge van j's Gravtnhage , en daar alles op dezelfde wyze verhaalt word, word van geen aanneemen van inkomiren gerept. Wy zullen dat ftukje, zoo als het in de gemelde Befchryvinge ftaat, hier ook eene plaats vergunnen: ExtracT: uyt feker oud gefehreeven francyn.
Doe men fchreef duyfent vier-hondert feven~en~veer* tig, word begonnen alhier in den Hage 3 in die Toorn- flraet, een vergader'tnge van Maegden, door l famen* brengen van een oude armeweduw Géertruyd Jans doch- ter , Ende dit Convent was haer derde vergaderinge die zy by een gebracht hadde , Noch twee Conventen, die een Sinte Annen te Delft, die ander Sint Michiel te Haerlem, Ende die voorfcreve Géertruyd was hier in dit Convent met feventien of achtten perfonen, omtrent fe» ven jaer fonder oorde, in groter armoeden, Ende als die vergadert waren , en die oorde aennemen [ouden , foo ginck die felve Géertruyd wten gefelfcap fonder oorde aen te nemen. Int jaer veertien · hondert ende vyftig , of dacr omtrent, gefciede dit nagefcreven geval tn finte Agnieten Convent, eer die regel ende oorde van finte Auguftyn aengenomen was , dat die f elf de Géertruyd voorfcreve als outfle ende, Regterfier van die voerfz,. ge- felfcap faey de een bedde Mancop-zaet, welcke doe ryp ge- geworden was, geboet die fé (fde Géertruyd dat niemant van d'te Marie op pluken noch eten en J"oude, en dat op die gehoorfaemheyt: Soo wafj'er een genoemt Mach telt Claes dochter, feggende ick wil beften van wat er acht defe ge- hoorfaemheyt machwefen, des nachts /lont fy op, en dam 'uyt eenen veyx/ier, cnpluchte van die voorfcreeven Man· } fψ 19, .
φο $ (opt
|
|||||
"\
|
|||||
426 Aantekeningen op de
£0p , en atze, zy wort befeten, maer het bleef verbur-
. gen: tune jaer daer na foude zy ten Sacrament gaen, doe openbaerde hem die duivel, j'y wort te Leyden Iteic- fen en verlofi, zy belyde dat 'er alzoo veel duivelen in fyaer waren, als 'er jaetkens in de Mancop waren, Ende Machtelt voorfz-ginck uyt die vergaderinge vanfeaemte, 7. 8. Juflus Velfiustzw gaauw Filofoof, maar met
4en waan van eige wysheit betloven, is van dat flag der geleerden géweeit, dewelke geenen voorganger ój> 't iiuk van dengodsdienil konnen lyden: en, ter- wyfe dat zy het geloof beter willen opfmukken en huiveren als iemand oit gedaan had, het zelve, zoo veel als in hen is, ontcieren; en, om zoo te fpree- ken , in een bafterdgeloof veranderen. Hy /<Js van Loven, daar hy Leeraar inde Geneeskunde was, uyt vreezc voor de Inquifitie naar Straatsburg ge- vlucht. Daar zal hy deProteftanten ook niet gewil- lig genoeg gevonden hebben , om zijne inbeeldingen in alles op te volgen. Dies is hy naar Keulen getrok- ken ; en heeft de Majeftraat aldaar wysgemaakt dat hy om 't geloof uyt Straatsburg was geweeken. De Majeftraat hem op zijne eige getuigenis geloovende, en van zijne geleerdheit in de Filofooffche zaaleen be- wüft , heeft hem eene Les in de Filofofy gegeeven. Hy zal het daar ook niet lang gemaakt hebben. Hy roemde/dat hy vanGodt gezonden was, om demen- fchen van de eeuwige verdoemenifle te behoeden, en om de ganfche wereld te hervormen. Men behoefde hem, zeide hy, op zyn enkeld zeggen niet te geloo- vén; maar hy tponde zich gereed om alles door mi- rakelen te beve'ftigen. Het zou dan eens op het be- wjzen en op het doen van mirakelen aankoomen: Éen blind menfeh zoude hy doen zien , en een .kreupelen recht op zijne beenen doen gaan. Maar hoe dat hy zich zelven uytfloofde , de blinde bleef blind; de kreupele ging even kreupel. Hy moeft het evenwel winnen; en hy fchoof den quaden uyt- ilag op hunne ongeloovigheït. Hy heeft een vinni- gën brief gefchreeven aan de Staaten van Holland j zeggende dat zy Cbrifius niet en volgden. De Maje- ky VxL Andr. in Bibliofh, Bèlg*>
l £ie Bor over hei jwr. ftraat
|
||||
Beschryving vak Delfland. 417
ftraat van Leiden, die hem uyt hunne ftad gebannen
had, heeft hy in een anderen brief veel fchèrper gé- hekelt. Zy waren erger dan de Mahometaanen: want de Mahometaanen, zeide hy, willen 't wel weeten, en zeggen 't opentlijk, dat 2e Chriftus niet en vol- gen : maar de Wethouders van Leiden durfden den naam draagen van een Chriftelijke overheit; en ver* «aakten Chriflus door hunne werken. Dies heeft hy hun, met zeer fchrikkelijke woorden, de eeuwige verdoemenis aangezeit. Onder anderen heeft hy uyt- gegeeven een fchoon beerlik , uyt Gods geeft voortgeko- men Traktaatje , in hem op 't kortfic begrypende ce» vroeg- en avondgebed tot Godt, in welke de ganfche god- zalige oeffening eens oprechten Cbrijlen menfchen daar" lijk. voor oogen word geftelt. .... met noch twee an* dere fchriften. Guiccïardyn , zeit de Hiftorïfchryver Bor, telt hem onderde geleerde Hagenaars; en prijft 1 hem als een deftig Geneesheer en Filofoof. Sommi- gen meenden; hy was van ouderdom aan 't dutten geraakt: by anderen ftond hy te boek voor een groo- ten Heilig: maar het mislukken van de gemelde mi- rakelen heeft den waan van zijne heiligheit merkelijk vermindert. Johannes Secundus , Arnoldus Vinnius , Kovftanty»
Hüigens, de Douzaas, enz. zyn door hunne fchriften en hooge geleerdheit zoo bekend, dat wy den Heer Auteur zullen navolgen j en ons te vreede houden met hunne naamen te vermelden. Eer wyonsaffcheidvan denHage neemen; zullen
wy uyt P, mBor aanteekenen dat deze voortreffelijke plaats door Kar el V. onder de fteden is gerekents en neffens Alkmaar geftelt; fchoon dat zy, volgens Bors opmerkinge , onder Karel V. op verre ca %qq niet betimmert was als tegenwoordig. . m Bor op het jaar 1576.
SCHEVEMNGEN.
^cïjebelingen / mbet$ &t§tbminum / ffr . r cu&er ftaat / öaseïp^ fean seefcifcj) im^ajgfcgen. m
|
||||
4*S Oudheden en Gestichten
jget iW 300 Bet gemeen &$$ω i#/ boo^ genen
groter sefcoeefï a$'$<e2abenga0e3eïf; maar öegee (1) geeft getojootfïegeöeelte baar ban bef^bjalgen. 3|et geeft in ftatolpe tgöen öen $Cöt' α η t oni us alp ^cgurgeilig gebiert, ® e Ito* fier plagt öoo^ öe <0^aaben aangefleït te .tooj* oen» • Antoni Brederode , goetueï af hje3fg / geeft
in't jaar ιρψ ban bit üofïerfcgap genooten
60 ^oïtaöfcge ponöen. 9[n öe ^arocgiiteriie toa$ / £. Ewaldus en
^. \dnanus ter eere/ eene bïfcarg gefïiegt. ©ej^aroegifternban^cgebeïinge/ 300 toeï
aï£ bie ban ben^gaag/ geeft aïtfjb tot ^afïoo^ &e!]aö een J^emonftreitJ-geer / of j^öertg* lier-ïianonmn / uyt De aööge bon ijl^iööcïöaró* fep #a3t onaeröe^arocgifcerne ban öeni^aag te fïaan ; niaar \§/ boIgen£ een ongeö^n&ten fyitf ban öe Ifaatsfege #trocgiftern/ öefcoeïne te Énttaerpen onöer be &\ Michieishcèren öe* rnfl/ al ober lang ban be iaatfïe afge3onöcrt/ pi eene ©arocg&ern op gaar selöe geioojöen. βΟο laatiïe Paltoor , 3eit J de la Torre , als
* alle de andere Klooiter-Prieitcrs rondom 'sGra-
venhage op 't aannaderen van den wolf gaan
lobpen waren , is alleen onbevreeft op zijne poft
gebleeven.
"jjèaac Martinus Duncanus , öie op beil $tb
ben tijö ïeeföe/ ennietberre ban ^egebeïmge
te toeeten te ^elft tooonöe / noemt gem een tomeloozen Monnik en eelt landyerwoe(ter.
3Pant 'al§ gg 3t}lt Boeft van den * Kinder-
doop, in 't jaar 15-69 aan be peeren ban ©eïft , opjoeg/ en gun toelmeenenöcn gber naar öe* gooren pjee$ / fpjaH gn gen met öe boïgenöe booten aan: Ik * De Pado^baptiimo.
|
||||
van Delfland. 42«?
Tk weet hoekloekmocdig datgyl. dien tome-
loozen Monnik, dief Schevelingcn eerft onder den naam van Harder verwoeftc, en naderhand zijn Priefterfchap liet vaaren , tegengeftaan hebt; als hy uyt de by-een komile van de Lier naar huis keerdei met hoogcr gezag quanfuis gewa- pend; en met eenen brief, alsof die van Jupyti zelf gefchreven was, tot ui. afgezonden: enals hy zich zelven door dien brief gerechtigt achte om , zelfs in weerwil van ui. en tegen mijn ver- bod, alhier tepveeken. Sasboidus Fjeeft in jijnen tijb öe $>afiorgbait
^egebtfimjrn' opgeo^agen aan Niklaas van Loon, em <$öanimer: toantop een ban 3jjne pampteren bmoe ift (jet boigenoe aangetenent: De Paftory van S Antomus , te Schevelingcn
aan 't ftrand , begeeve ik aan onzen Acolytusm Niklaas van Loon, een Edammer ; gedaan op den 18 van September io"o$, Zacharias du Mez ÏJttft OOit a\§ Jdafioo^ tt
^cgebennge grfïaan: en in 't ïtoomfcjie $ct>
ïjaaï ban ?. de la Ton e ftaat {jg tbjeemaalber;i meïö a$ paftoo^ ban ^djebelingein j&aöérijeno i$ ^cijebehiigen ooo^ een ban
oe ttoee laagfcfje ψ afloop öeöient gefoeeft. (€0 ^cijebelmsen/ op 3cliere glazen benfïer$/ fïono in 't jaar 1637 afgebeeïo^ mmmi vm Padua, ï^aagenöe in 3ijne IjaiiDen (jet ^oog* bjaaröigfïe ^alirament ©aar omtrent ftona oofc afge&eelö een 4wl booj 't ^.^a&rament neöerimieienöe: toaar onöer öeese bier beer^i U§ met een öianiantfïeen gefneeoen toaren: Quid Calvinc putas Te vanS illudier umbra,
Et Chriftum panis fub fpecie eiTe negas? t- -/ftite* Schcvelhiglodepafiori: die naam fpeeling op Pafto?
en ctcpafinr kan i'q 't ciuitfch zoo net niet üytgcdrukt worden, Ecce
|
||||
430 Oudheden en Gestichten
Ecce fides Romana afino cenfore probata eft,
Si non vis Cbrifto credere, crede Afino. m gljzMimm fiaat een <0nïmiatinen-ïjti$/
't toeiïs met goeöe inpompen i§ baoftim. AANTEKENIN G.
I. Schevelingen is van tijd tot tijdfchrikkelijk door
de verbolge meegolven mishandelt. Het is α ruim 250 jaaren geleeden dat de kerk, met een hoogen toren, door de Zee verflonden wierd. By die gelegendheit heeft de Zee zoo veel lands gewonnen dat de gemel- de kerk , die eerft waarfchijnlijk niet al te dicht aan de Zeekant geitaan lal hebben, έ> omtrent icoopaflèn in de Zee, en van 't ftrandaf, is geraakt. Men Wierd te raade een nieuwe en heerlijker kerk op te bouwen; en verre van de zeekant af te zetten , daar *.y de grimmigheit van zoo een laftigen en gevaarlij- ken buurman minder te vreezen zoude hebben. Maar wie zal de onftuimige zee wederhouden ? De kerk ftond 100 jaaren daar na op het tipje, van even eens te vaaren als haare voorzaat. By de 60 huizen, zoo als Junius ichrijft , wierden in een afgrijflelijken ftorm door dat woedend element om verre gefmeeten, en ingeflorpt: en deSchevelingers hebben by 7*»'*'tijd al meer als eens in beraad geftaan , van de kerk op nieuw veel dieper land waart in te brengen. Ik zegge, zoo als Junius febrijft; maar in een oud bord, 't welk Ier gedagtenifle van dien fchrikkelijken vloed te Schevelingen in de kerk plagt op te hangen, worden ïz8 huizen vermeldt. Wy zullen, hoopen wy, den Leczer geenen ondienit doen met dezelve veerzen hier te laaten volgen: .... ** Jn Η jaar van feventig en vyftien bondert t
'i Gebeurdet hier 't Scbeveling op ΑIder-heiligen dagi ι *# Zeewater liep in deeze kerek elks verwondert.'/ Brie voet en twee duym hoog, als men doenfag,
f'ok mede aen den beogen outaer, hoort dit gewag,
'μ in de Sakriflye en Kerken Komptoir met lifi> m Zie Junius Batavia cap, iy» ,,
♦ b Zie den Heer Vm in zijne Katwijkfchc Oudheden,
f* '*4* Qmrne
|
||||||
van Delfland» 43 ι
O mme werpende met des waters gejlag
Êenen grooten fwaeren yf er en kiji ,
Men heeft yer wel hondert 28 huif en gemifl^
En weinige fyndcr ongefchend gebleeven,
Die Jchepen waren door '/ dorp gedrecven
Doende groote fchade · elck maekt daer af ment ie ;
Drie menfchen verdronken gelaeten het leven,
Dus was hier grooten druk beleven,
Waerom het gefchiede laet ik Godt die fentent'te.
Door dien fchrikkelijken vloed is de ganfche itand
van het dorp verandert : de huizen , die eerit aari de zeekant en tufichen de zee en de kerk flonden , zijïi weggefpoelt of vernielt ; de kerk , die achter alle de huizen getimmert was , ftaat nu aan de zee- kant , enz. EIKENDUINEN.
«£©en&mnen/ onber beu laag gelegen /Eikenduï-
fa>o$ in tm onben ïj?ief#bau be <é^biniie^n. 'Machtcld ^eltenbune genoenit 3fn ben sefc ben Ojief fooib ban eene ftapelfattg gebjaagt; aan betoelhe öe gentelbe Machtcld tt^te mergen ïanb£ tot eene aalmin bereett, t <€e <£töentiutiien geeft een wnnefierïi ge* Kerk
fïaau/ betoelïte sebert afgeo^ofcen i§. <^ocïj öee$e fterft $al etgentip niet anbet$ 3tjn ge* toeefï al$ tmt ïtapl / fïaanbc onbee be jjaro= tSiftcrfte ban $l%kpb in^^abenïjage; baae bc pafïooj ber gemeibe jmrocïjitaiie 3tjne fta* priiaanen naar toe plagt te 3cnben. éntoa$ gemeibe jpafïoojaiïccn gereeijtigt om bc$aafcty ftomtnunie/ jjet ^aftrament be^ ^outoclp^/ en jjet iaatfïe <&lföü/ aan bie ban <£tëenbnti» «e te bebienett. #3*α ©ε menfcöcnpïagtenngt aueoo#enin$<3ft>
* Van *t jaar ïi6s.
f Roomich Verhaal van J. de Ia Torre, nt?>.Kw}i ?*
te
|
||||
43* Oudheden en Gestichten
te menigte naat Cföenbntnen te reiden / om
'et; ïjnmie eeröiebig&eit *eii 't lirufë be^aïig* tnaïtec^ te öebnfëen, «Die ban be omïeggenbe bo^en gaan 'er nocjj bitoil^ ten guibt0ett ba* ge een öebebaart boen; om be %♦ jltaagiï / bie 5e patronen öer pïaatse $/ te bieren en aan te roepen, ®t nienfegen/ teröeebaert noo* tnenbe/ toerengefcaoou eenig geïb te opren: ugt toeïn geïb ioel-eer eene napeï ter eere ban ïfê 31« Jl^aagb $ getimmerc. #oh iftt een bioeöerfcgap ban 't^.ltrm^
getaeefi <&iltenbuftten/'t iöeïft centgen tijbnabe 30a*
genaambe föefo^maatsie booa een ban be tioee ifaagfcge ^aflooren bebient i$ gcbjeefï > en baar J. de la Torre t/ boïgen$ ^tjn eigen berljaal/ be eerfïe jaaren ban φα ^iejterfcljau al£ ^afioo^öeeft befïecbt / ijceft eenige jaaren ger* toaart 3jjne eigene J&afïöoren gegab: te toeetcn Pi e ter Snyders, een haarlemmer / bolfco*
meniBacelier in be «^obthmibe -, bie te<£iacn; binnen oberleben i$ ben-3,3 tuig i6pf. Aamout van Winden , een l|agenaar/ en
tm Biötienfci) <0abtgeïeerbe -f i§ te Cinenbni? tien gefloten hm 28. jpeöjnarg 1701, JakobBlok, een<0oiitoenaar/ eutit£geïp$
een Sobenfeö <0obtgeïeerbe. 'LÖOSDU.INE N.
3£oo$buinen/ in be onbe fyteben/ Losduin,
Xausduin, Lousdunen, en Loesdunen getiaauib/
i§ boïgen^ Heer-1 Altings gifftng omtrent gele?
gen baar PcoioniiEus 3tjn Lougodeinon pïaatfï; ί In zyn Roomfch verhaal.
Λ Noiit. Germ» iöf. part» i. p*g» 89.
'ttoeJii
|
||||
!
ί
|
||||||
van Delfland. ? 4^3
't fcjeïn boïgen^ ben $ülmi Alting , >.300
al# j)n 't berfïaat / b$ be Ceiten beteïtenbo een beboete plaats / met Jni^en isicgt öe^ bettnimeit / en op of ö$ cencn berg geïegem H^ant flet Celiiffcge tooo|b Loug, 3eitï)g/ '^ in alïen beden een niet Jjet^ÉeffeïjeLoeg* öe* teeïsenenbe een beei bKsonfleoen / betoeflte bicBt aan maïïtanbet0 b$ eenegemeene ïterfi 3911 ge- timmert: en ït oomenbe ban flet ^ieffcije tooo^ii' loegen, bat i§ in order itcilen, op een ry ;icllife
ten. . :; -;-'■' - - ,.·-;() "; ;i
«Dit fjeböen itsy aïtgai$ nnt btn anöerfiaan?0ii. .
ben bmf ban 4B#aaf Eiorie, bat ög SWs^n^i/ jjofjfïee of een ïanbijoebe Ijab .fïaan: en bat'ec 3§jne boo^aaten een napel/ nut mi pleMbaac aan / gefïicgt gabben : fcuctïse ïmpü toen öe* bientiüierb boov? eenen g^iefïer Fioris. SFn'tjaat? u 14, geeft <è>jaaf Fioris IV, be* ,.
hsüht nabétsgajib te ϊ$ο$ρη in be lente Iwfltoofiiiu 3jjri ïeben berraberip gebooöt tuierb/ % benen, gemeïöe napeï / opzijn eigen lanbgoeb/ ter eereban De ïf.jlèaagö e en jjlonneiiïoofïee ban be Ciflerei-o^öet' bop| fSbdpe J&aagben 3e? boutot: toeïit ^onneuïoofïei* altijb eene 3eee bermaarbp %bön ψ ge&eefL i&c bLn'ef bet? flicgtiiigc iuibt a!ou£ in 't j^ebeeamtfeg; Jn den naameder heilige en onverdeelde T>r\c?>i
vuldigheit.. 4k F/oris, Graaf van Holland,
willende zorgen voor de zaligheic . van mijneti ziel, en van de zielen mijner voor-ouderen, al$v verzekert zijnde dat het aardfche' huis deezer wooninge haait ontdaan zal wqrderï, en weh- fchendeeen huis dat metgeene handen gemaakt is , te weeten het eeuwig huis des Heeré *r* den Hemel, te verkrygen ·, heb door de god- <êt delijke
|
||||||
φψ Oudheden en Gestichten
oMfjke genade op myn eigen landgoed Losdu-
nén, ter eere van Godten van Gods Moederde H. Maagd Maria, een Nonnenkloofter beginnen te-timmeren van de Cifterci-order. Zoo heb ik dan, ter ftichtingevan deze nieuwe Plantaadje, aan't voornoemde konvent vrywillig en vol- komentlijk, en om ten eeuwige dage van't zel- ve konvent bezeeten te worden, gefchonkende kapel te Losdun met het plein, daar dezelve kapel met het voornoemde kloofter op gelegen is: benevens alle de bezittingen tot dezelve ka- pel berioorénde : dewelke tot onderhoud van den Kapellaan der gemelde kapelle door onze voorouders voor deezen gegeeven zyn geweeft. En om 't gemelde plein te vergrooten hebben wy ook gegeeven een ftuk lands, de Middel- kamp genaamd , 't welk tegen het gemelde plein aan, te weeten aan de noordzyde, is ge- legen: en daarby noch het huis, met het plein en den bogaert, 't welk ik gekocht heb van den Prielter Flor is, en 't welk gelegen is voor de poort des klooiiers. En op dat deze gifte ten eeuwigen dage beftendig blyve , heb ik goed gevonden myn zegel op het tegenwoor- dig geichrift te drukken, en 't zelve aldus on- verbreekelijk te bekrachtigen, Dit alles is ge- daan in de tegenwoordigheit en onder de ge- tuigenïfle van veele goede mannen; namentlijk van den eerwaardigen Heer Otto , verkooren BifTchop van Utrecht} den eerwaardigen Prooit. van Tiel Gyfelbettus ; den Deken van S. Jans kerke vte Utrecht Bartbolom<eus van Hartew, JMfr Ktrftcteib, Willem den Molenaar, en van zeer veele andere perfoonen. Gegeeven in 'c jaar der genade 12.34, den f, Mey. |
||||
ir Αν D fe L·r la ν pi 43S
^0 ttoecöe^ hm bc <&$Mmt Machteld,
öè tö^ötitoe timt FioHs IV. ijoo^naeihii:
In den naame der heilige en onverdeelde Drie-
vuldigheit. Ik Mechteld , Gravin van Hol- g"^**,"
land, wille dat het aan alle Chriftene geloovi- Machteld» gen die 'er nu zyn en die 'er na deezen zullen koomen, en die dentegenwoordigen brief zul- len zien, kundig zy dat ik aan 'ε kloofter van Loosduinen , 't welk myn Heer Floris Graaf van Holland, tn ik, op ons eigen erve geftichc hebben, voor de zahgheit der ziele van mijnen Heer voornoemd Graaf Floris, van zijnen vader Graaf Willm^ en van zyne echtgenoot Vrouw Akidis \ mitsgaders tot een hulpmiddel voor de zielen van mijnen vader Hendrik. Hartog van Brabant , van myne moeder Mechteld, en van alle myne bloedvriendeh, tot een aalmis gegee- ven hebbe dat ftuk lands 't welk by het kloo- fter leit , en Bridgen genoemt word j en daar by zoo veele weilanden boven's Gravezande, als'er noodig zyn tot het weiden van 300. Schaapen ·, zodaanig dat gemelde kloofter-zu- fters dit alles ten eeuwigen dage voor haar ei- gen gebruik vry zullen bezitten. En ingeval- Ie myne zoonen, of hunne nazaaten, na myne dood deze gifte wilden tegènfpreeken uyc hoof- de dat gemelde landeryen myn erfdeel niet zyiï geweeft ; zoo heb ik , in de plaats van al hec bovenftaande, uyt myne erferiifte in Brabant 's jaars fó. ponden Hollandfche Munt aan't vöör- fchreeven kloofter toegeweezen. En op dat die alles ten eeuwigen dage beftendig enonverbree- kéhjk mag blyven, hebben wy oris zegel op de- zen brief doen drukken. Gedaanin't jaar 12/2.5% op het feeft van den H. Bi (Tchop WUkbrordus* €t 2. $a
|
||||
4^6 Oudheden en Gestichten
0a bat be boo^noembe Machteid, $ebettbe
boob ban gaaten jfóen/ ö$ besel&aagben in
ïmg$jrit 0riceft gab / i£ 3$ in't 3elbe nloofiee
gefïoiben / en albaai* beg^aaben ben 2,%. ban
feecembec 1267,
Goedkeu- 9»i't jaae 1 r^o. geeft Wilbrand, ^iflTcgoï»
ring van de ban ïltrecgt / de gemelbc fïtegting goeiige*
gemelde fteutt/ en met eemge boo^reegten begunfïtgt *,
ttrciitiug. >t fotiit ajje^ in %m ijoigeiitsen bjief te ieesen
fïaat:
\U'Ilbrand , door Gods genade BiiTchop van
Utrecht, aan de in Chrifius beminde doch- teren , de godvruchtige Bruiden van Chrifius, de klooftermaagden van de Ciilerci-order te JjQsdun woonende , zoo die daar nu zyn , als die 'er na dezen zullen koomen. Nadien de godvruchtigheit van Mot fes in 't timmeren van 'c Tabernakel, en die van Salomon in 't opbou- wen van den Tempel , ten hoogfte in de H. Schrift geroemt word -, zoo zyn wy ook ampts- halve gehouden die dingen , dewelke fchynen te ftrekken tot uytbreiding van den goddelij- ken dienfl, en tot vermeerdering van de eer der H. Kerke , die wy , hoewel onwaardig , door Gods fchikking onder onze beftieringe hebben, met een vaardigen yverte bevorderen: en de godtvruchtigheit en mildaadigheit van onzen beminden neef, den doorluchtiger! man FloriSj Graaf van Holland , en van zyne huis- vrouw, de edele Vrouw Machteid, dewelke gyl. beminde dochters by ons gepreezen en doen gelden hebt, zoo als zy gebeden hebben , en gyl. met alle ernrt en ootmoedigheit verzoekt, te helpen. Weshalve wy , uwe rechtmatige eifichen gelijk billijk is toeitemnjende, en wil-
lende |
|||
van Delfland. 457
lende voor uw profyt en vrede tegen het. toe-N
kSmende zorgen , de kapel ce Losdun , met het erf daar dezelve op ftaat, en met al her. vorder toebehooren der zelve kapelle, zoo als de Graaf en de Gravin voornoemd dat alles, behoudens al het recht van den Priefter Floris die 't hans dezelve kapelle bedient, aan ui. om'er ter eere van Godt en van de H. Maagd Maria een kloo- iler op te bouwen vry willig gefchonken heb- ben, onder de befcherminge van den W.Marti- wus, en onder onze eige befcherminge neemen; en al het bovenihande door dit tegenwoordig gefchrift bekrachtigen. Daar by ordoneeren \vy dat alle de goederen, dewelke gyl. tegen- woordig op eene rechtvaardige en regelmatige wyze bezit, of die uw konvent na dezen door de mildheit der gcloovigen, of op wat andere rcchtmaatige manieren dat het zy, door Gods goedheit zou mogen verkrygen , aan ui, en aan uwe nazaaten vaftelijk en onverbreekelijk eigen zullen blyven. Ook verleenen wy ui. de magt om uwe eigene Priefters te hebben : de zieken met het H. Oly zei te beftryken: en de dooden van uw eigen huishouden op uw kerkhof te begraa· ven; ja om?er ook anderegeloovigen te begra- ven; dewelke behoudens de gerechtigheit van hunne Parochiprieiters , en met het genoegen en de toeftemmingeder zelven, op uw kerkhof zullen willen begraaven worden. Ook hebben wy geordoneert dat het geenen menfeh geoor- loft zal zyn uwe kerk voornoemd ligtvaardig- lijk te ontruften; of haare goederen weg te nee- men of te verminderen; of dezelve op wat wy- ze dat hetzy tequeüen: maar dat men alles in zyn geheel zal bewaaren : om van ui, die de- zelve voor uw eigen gebruiken onderhoud, en { <&Z 3 om |
||||
43B Oudheden en Gestichten
on van ui zelf beftiert te worden verkreegen hebt, tot ui. nut en gemak gebruikt te wordeft: behoudens onze regelmatige gerechtigheit. En \vy, geneegen zijnde om de voornoemde plaats aan tequeeken, en op een byzondere wyze te begunftigen en te begenadigen, ontheffen de- zelve van alle fchattinge, die wy of onze nazaa- ten daar te vorderen mogten hebben ; behou- dende voor ons, en voor onze nazaaten , de gcduurige gebeden (der kloofterrnaagden) en haare kinderlijke gehoorzaamheid . Zoo dan, indien eenig kerkelijk of wereldlijk perfoon na- deezen beilaan mogt deezen brief onzer beve- iliginge willens en weetens ligtvaardiglijk te overtreeden; dat zoo een perfoon, zoo hy an- dermaal en derdemaal vermaant zijnde zijne fchuld dooreene behoorlijke voldoening niet en betert, niet toegelaaren worde tot het allerhei· ligite Lichaam en Bloed onzes Heere JefusCbri- fius ; en de boosheit, die hy begaan heeft, door 't goddelijk oordeel leere kennen: maar alle den geenen, die de gerechtigheden der ge- melde plaatze handhaven , moeten hebhen de vrede onzes Hcerc Jefus Chriflus j zoo dat zy hier de vrucht van hun goed doen genieten 5 enby den geftrengenRechter daar over beloont worden met de eeuwigduurende vrede. By het verleenen van decze bcveftiginge zyn als getuigen tegenwoordig geweeil LotbricusProoft van S. Safoators kerke y Reimarus Prooil van S. Pieters kerke 5 Gifelberius Deken van S. jam kerke5 Andreas Deken van S. Mafiaas kerke; Meefter Hermannus en Mceiler Jkscander, Ka- nonnikken van S. Jam kerke te Utrecht ; en veele andere zoo kerkelijke als wereldlijke per- foonen. Gegeeven te Utrecht in 't jaar der genade 12.30, den ip Februarii. Otto, |
|||||
/
|
|||||
van De lflan#, 4$j
Oito, &e poeier ban öen booinoemöen <%aaf
Pferis, en 25iffc|op -Uau Ittrecöt/ Ö^eft hwk tyfticWa$ in 't jaat* 1η*5 öebejïigt öooj een ojjenfeief öieiian öenjeif öer.nüjanö ioa$roet ÖC« 0$»e« Ö^ief ba« I5ïfff|)Op Wilbrandus: φ
ïeenlp baa$ get &egin ojp öe bolsenöe manies
besaitet: ,.r , <to ,, dqor Gods genade verkoren BiiTchop De2cjvc
Van Utrecht. .... 3JI1 tye #ί&&& ban onzen ftkhting beminden neef, den doorluchtigen man Floris, ook gaed- Öja^ Qt$tt / van onzen broede.r -goeder gedag-, geketjjc tenifle. φί O» 't eiltÖe/ U00| Öee^e foOOJÖen/ JaJopOtte, Gegeven in'c jaar der genade 1230 , iua$ ge? fMt / gegeeven tfptrecht in 't jaar der genade 1248, 's woensdaags na S. Mariens dag. 4.: Kcgterbaïgen$ è# bedoelt ban 4&aafFio-
ris t$ öe gemeiöe bergaöering op Set öebelba$ öen J&au£/ jen tnet öe toefïemminge öe$ aïg^ meenen ïta$»itte$ / no# na öe gemeiöe $ίφ tuig in ae Ciffem-^oec aangenomen, fflm „ ober öe UU ban €iftttm öen boïgenöen Öjtef aan öe gemeiöe ütopfïetvmaagöen $t$§&& ben geeft.: , k, ι > W γ Broeder G-i bygenaamd Abt van Cafter?
cie, wenfeben aan onze in Qkrifius bcmki^e, dochteren de Priorinne en de Klpofter-maagden te J^osdun de eeuwige zaligheit,.en eengeduu·; rigen voortgang in den heiligen godsdtenlt: en wy maaken ui. bekend dat wy , ,acht geevende ap.de godtvruchtigheic van den hoog-edelen man F. Graaf van Holland , ui. achtervolgen? deszelfs verzoek, op bet bevel van mijn Heer den Paus , en met de toeftemrninge van ons al? gemeen Kapittel , in onze Order ingelijfr. en voor bczondere dpchters van't huis te Qiftercie Ce 4. aan-
|
|||||
«■
|
|||||
44θ OüDHEDEN ΕΝ GeSTICWÏEN
% Jtange-nömen hebben. Derhalve beveelen wy ui, 9
wy bidden ui. ërnfrelijk, en wy vérmaanen uA, dat gy voortaan zoo heilig , zoo godsdienstig V
én zoo eerli j k ziet te leevén; dat hét ons en on- ze Order tot een zonderlinge eer , en ui. tot voortgang (in de deugden), en tot zaligheit van uwe zielen mag; verftrekken. Daar en böveri gebieden wy ul# dat gyl, voortaan geen Kloo- iler-bezoeker zult" hebben aan tenëemen '\ als '^ volgens ons byzonder bevéli Gegéöven in \ ^aai^ ';cfës Hcere 1^33 5 ten tijde van't algemeen Ka-· ! . pitteL ö ·"'*; -IJ-U-I 5. t$ö'U:*ê>' ·.> '■-'*'! *<?>■■ '·■ - . -,; ... , ,,.' . ', i,,,rt. ..; ;', ; _, . " 't , -λ
s' 'ώ *";v ":-''; ! "*' <* -· t-- ·' * * ·'.·.' ι.'.'*' <ί>ίί» 3 iii ', ■!■' /
Ji^e 3dföe Itöt geeft aait <&$mf Fb»is v
ίυίεη go öen tertpteï tian Excellentie Qtcft/m aan ö0S5df^ pt^ottto Machteid i &oo^ tmm fyitf Oefteiit gemaalt ijoe öafe f$ öc gemelde Stfoojftr-ntaagteii' in 3yii ^|det? ingeeft gad: *p^lJ*l 'iV' il'USii 3ö feil Jipéi \ Sl3t|il|i5|i. ■■;;';*♦ ...ϊίίί
Briefvan .*βroeder G: 'f bygeriaamd Alk.van Gftercie, den Abtvan | iwenicht aai* de edele en 'm Chrifius zeer be-' . Ciftcrcic. m,-nde; Heer Hör/j Graaf 'f en Urëüw Macbteld Gravinne van Holland, de eeuwige zaligheit, en- veel eer en glorie door bet beoeiïenen van godt- vruchtigegebedehr Hét zy uwe Edelheit bekend dat wy, macht neêmende de god vruchtige gene- gendheit die gy onze Order toedraagt, de Kloo- iter-maagd en "vürt toSdun , achtervolgens uw verzoek, op het-· bevel van mijn'MeerdenPaus, en mèt de toeiWmminge van ons algemeen Ka- pittel , in onze Order ingel ij ft, en voor byzon- deredochters varï't huis teCiitercie aangenomen hebben. Dierhal vc hebben wy goedgevonden 11 we Edelheit ernitelijk te bidden dat gyl., gelijk gy Jn uwen brief belooft hebt, de gemelde ΚΙοο- iler-tiiaagden, ónze en u\ve''docht-eren, met al- '■··'■ ; -M Je |
||||
van Delfland. 441
Je genegendheit en zorgvuldigheit wilt koefte-
rfn ; met haar en haare zaaken , zoo als uwe Excellentie zal oordeelen beft en dienftigft te zijn, te bevorderen} op dat gyl. voor dit huis, 't welk met handen gemaakt is,en voor de andere goe- de werken die gyl. gedaan zult hebben , een iiuis met geene handen gemaakt doorGodshulp én barmhertigheit in den Hemel moogt ontvan- gen. Gegeeven in 't jaar Oes Heere 12.33 : ten tijde van 't algemeen Kapittel. <®aav m fyttft ïnnocentius IV tttt atfotV
booptcljt/ op ttm $ttt potige imfêe/ aan't
$eïbe ftïoofïcr betiècntj 0cïij& inöeai botgenbeti b&f iintgeöjniit fiaat: "T nnocentius BifTchop, de dienaar van Gods die-Voorrcchc
'naaren, aan de in Chriflüs beminde dochte-aan'c ge- ren, de Abdiflevan het kloofter icLosdun. en^ddc]fl00: Mevrouwen de zufteren, zoo die 'er nu z»jnals<ioorinno- die'er na deezen zullen koomen , dewelke zich centius iv. door kloofter-geloften aan 't kloofterlijke leven aldaar verbonden hebben. Die het klóofterlijk leven verkiezen, dienen door dePauiTelijkehulp onderfteunt te worden: ftaande anders te duchten dat de eene of de andere rukkelooze aanranding haaf van haar voornemen mogt aftrekken, of de kracht van 't H. Kloofter leven , 't welk Godt verhoede , mogt verzwakken. Hierom is het, beminde Dochters, dat wy uwe rechtmatige beden gunftiglijk inwilligen ; en 't kloofter van de H, Maagd en Moeder Gods Maria te Los- dun, onder het Bifdom van Utrecht, in't welke gyl. u zelventot den gqddelijken dienft verbon- den hebt, onder de befcherminge van den H. Petrus , en onder de onze aangenomen , en 't €t f zelve
|
|||||
44i OUDHEDEN E# |?ESTICH TEJT
zelve door (het tegenwoordig gefchrifx genadig-
' lijk beveftige hebben, Voor eerft ordoneeten ■Wy dat de kerkelijke Order , dewelke volgens *f3qdt, volgens den .Regel van den JHL Mmediflyf, en volgens Üâ inzettinge der Ciiterci-broederen, na de goedkeuring van eene algerneene Kei k- vergaderjnge door ui. aangenomen en in't voor- noemde kïopfter ingeyaert is , aldaar ten eeu- wigen dage onverbreekelijk onderhouden zal '"worden. Daarenboven dat alle bezittingen en goederen, die 't gemelde Idoofter tegenwoordig op,,e.ene, rechtvaardige en regelmatige wijze be- zit, 'or fö Reezen door de vergunning der Plu- izen 3 door de vereer inge ,der Koningen of IVor- ileri , doof de mildheit der gelooyigerj , of op wat andere billijke wijze dat het zy, met Gods hulpe zal mogen verkrijgen, va^elijkenonver- ;, breekelijk aan ìÀ. en aan de genen 5 die dezelve aan ui. gegeeven zullen hebben , zullen eigen r ..'/.. blijven. Van welke goederen wy goed gevon- den hebben ,de volgende met eigen naame uyt re drukken.,, Voor jeerft vde plaats zelf, daar hef ge- melde kloofter op fta^t * en alles wat daar aan behoort^ ine.t jalje ö \vei4en, wyngaa^den ,lanr deryen,, wouden, bruyki^ndej^ heemeen, % zy dat ze in bojfje^etj of pp 't open yeW geleg^j? zijn $ en yordef s met alle o!e Witteren,, molens 9 wegen' 9 paden , en met al,le j|e yrycjpmraen en vrybeden daa^ roe; behoorende : welverftaande ook dat niemand zich ye^ftouten zal de tienden van uwe brataldanden? dewelke gyl.op uwe eigen koijen bebouwt hebt^ en da^r niemand noch iets van genoten .heef):* en vormers van uwe hoven, grienden, yifleheryen,^(Myan het yoeder nwjer beefteq, van ui. te vorderen; of* ui. zodaanjge genden af t,e iwingen, £>pjt jtal 't ui. geoVte^ zijn,
|
||||
van Delfland 443
zijn, vrye en onverbondene perfoonen , die de
wereld verlaaten willen, tot het klpofterlijk le- yen aanteneemen 3 en dezelve, bujten iemands tegenzegging, in uwldooiter te houden. Daar- enboven ordoneeren wy dat het geene van uwe Zufteren, diedekloofter-gelofte in uw konvenc gedaan zullen hebben, geoorlpftzal zijn buiten verlof van haare Abdiffe uyt dezelve plaats te fcheiden : en dat niemand zich zal vermeeten zoo eene zufter, die zonder geleide van uwen brief uyt het kloofter gaat, op te houden. Die beveelen wy ook op het allerftrengfte dat hec land , of eenige kerkelijke prove die aan uw kloofter gegeeven is, aan niemand in perfoon gegeevenof op wat wijze dat hetzy vervreemde mag worden, zonder de toeftemmingp van 'c ganfche Kapittel, of yan'cgrootftecn gezond- He deel des Kapittels. En indien'er iptdierge- lijks, pp een andere wijze als gezeit is , weg- gegeeven of vervreemdt mogt worden , zulke gifte en vervreemding zullen wy YPPr nietig houden. Dok ordoneeren wy uyt krachte van ons Pauffelijk gpzag dat geen Biflchop, of wat perfpon dat het zy , ui. zal mogen nootzaaken voor de vierfchaarep of rechtbanken te verfchij- nen 3 of ui. raakende uwe goederen en bezitting gen aan ¸ wereldlijk gerecht te onderwerpen: of zich zal vermeeten in uwe huizen ce kopmen, om'er de wijdzels te bedienen 3 of'er pleitzaa- ken te verhandelen 3 of -er ©penbaare by-epnr komften qyc te fchrijvpn: en vorders dat hy de? regelmatige verkiezing van uwe Abdis niet zal hebben te beletten 3 of zich, tegen de inzettingen van de Cifterci- Order ,eeniger wijze zal bempejen met de Abdis,die 'er is,in te hulden of af te zetten. En w&t de wijdingen van uwe putaaren of kers ken,
|
||||
444 Oudheden en Gestichten
ten, of den H. Oli, of de andere Sakramenten
belangt y dat niemand zich verftoute ui. daar voor, onder voorwendzel van de gewoonte, of op eenige andere wyze y iet aftedwingen:' maar dit alles moet de BiiTchop van dat Stift ui. voor niet bedienen. Anders zal 't u vry- ftaan , ui. naar een ander BiÏÏlhop , dien gyl. zelr kiezeti wilt, en die de gunft en gemeen- fchap van den Pauiielijken Stoel heeft, te be- geevenl dewelke ui. uyt krachte van ons gezag zal helpen. En indien de Stoel van den Biflfchop aldaar koorntopen te vallen; zult gyl zoo lang alle de kerkelijke Sakramenten, vry en buiten iemands opfpraak, van de nabuurige Biiïchop- pen mogen ontvangen : zoó nochtans dat zulks daar na tot geen nadeel llrekke van uwe eigene Biiïchoprjen. En om dat gy uwen eigen Bif- fchop fömwylen niet kond bekoomen ; indien het gebeurt dat eenig BiiTchop, van wien gyl. verzekert zytdathy, gelijk gezeitis, de gunft en gemeenfehap van den Apoftoliflchen Stoel heeft, omtrent ui. pafTeert5 zult gyl. uyt krach- ïe van't pauflt-lijk gezag de Zegeningen der Nonnen , der kerkvaten , der klederen en de wijdingen der outaaren, van hem mogen ont- vangenv Vorder indien de Biflehoppen of andere Kerkoverften een vonnis van opfehortinge, van den.kerkelijken ban, of van 't interdikt, tegen uwklooiter, of tegen de perfoonen aldaar woo- «ende, of ook tegen uwe huurlingen, mogten iiytipreeken, om dat gyl.de tienden, daar bo- ven van gefproken is, niet betaalt, oftergele- gendheit van de voorrechten die ui. door de pauiTelijke achtbaarheit verleent zyn : of in- dien ze zoo een vonnis velden tegen uwe wel- doenders, om dat dezelve ui, eenige weldaaden |
||||
van Delfland, .õ 44^
of gedienftigheden uyt liefde gedaan hadden:
of ui. op zulke dagen als gyl. arbeidt , en de andere ruitdag houden , geholpen hadden : zoo ordoneeren wy dat zodaanig een vonnis, als tegen de pauiTelijke vergunningen itrydende, nietig z;il zyn : en dat zodaanige brieven geene kracht zullen hebben, dewelke zonderden naam ■ van deCiftcrci-order uyt te drukken, en rechc tegen de pauiTelijke vergunningen aan, verkre- gen zullen zyn. Daarenboven, als het land on- der een algemeen interdikt zal leggen , zal 't ui. evenwel geoorloft zyn binnen uw kloofter ,. mirs dat de genen die onder den ban of het in- terdikt begieepen zyn buiten geiloten werden, de kerkelijke dieniten te verrichten. Daar by, genegen zijnde om uwe ruil en vrede voortaan met eene vaderlijke zorgvuldigheit te bezor- gen, verbieden wy uyt krachte van ons Apo- liich gtzag dat niemand zich zal verftou- ten binnen het flot van uw kloofter of in uwe fchuuren te rooven of te fteelen , vier aan te leggen, bloed te verftorten, eenig menfch ligt- vaardiglijk gevangen te neemen ofte dooden, of 'er eenig geweld aan te rechten. Ja alle de vrydommen en vryhcden, die onze voorzaaten de Pauzen van Romen aan uwe order verleent hebben; „mitsgaders den vrydom en ontheffing van tijdelijke fchattingen , die de Koningen, Vorften, of andere geloovigen , ui. op eene re- delijke wyze vergunt hebben, beveiligen wy door ons pau ifelijk gezag; en wy bekrachtigen die door het tegenwoordig gefchrift. Over- zulks ordoneeren wy dat het geenen menfch ge- oorloft is, het gemelde klooiter ligtvaardiglijk te ontruften, of deszeis goederen weg te nee- men j of de weggenomene goederen te behou- den; |
||||
446 Oüdhêöen èn Gestichten
den ; of dezelve te verminderen ; of op wat
wyze dat het zy te quellen : maar dat ze alte- maal in hun geheel gehouden zullen borden; en alleenlijk zullen verftrekkëri voor 't gebruik van die Nonnen, tot welker beilier en onder- houd dezelve gegeeven zyn geweeft : behou- dens het gezag van den Apoitoliflchen Stoel. Zoo dan, indien eenig kerkelijk of wereldlijk perfoon na deezen beftaan rnögc deezen brief on- zer ordönantzié willens en wèetens rukkeloos- lijk té overtreeden; zoo h j', andermaal en der- demaal vermaant zifndè , zijne misdaad door géenc behoorlijke voldöèninge betert, dat die van Zijne magt én eerampteri vervalle ·, en ver- BCèmé dat hy doo'r het begaan van zoo eene böosheit fehuldigis geworden aan 't goddelijk oordeel; dathy geen deel hebbe aan't allerhei- ligfte Lichaam en Bloed onzes Heere Jefits Chriliüs; en in 't laatile oordeel een ftrenge wfaak gevoelé. Maar allen den geenen , die de gerechtigheden der zelve plaatze voorihan, tf de vrede onzes Heere Jefits Cbrifius; zödaa- nia , dat ze hier de vruchten van hun goed- doen genieten ·, en de belooning der eeuwigduu- de vrede by den geftrengen Rechter vinden. ïk Innocèritius, Bijfchop der Katoüjke kerke,
heb dit ondertekent. Ik Petrus, Priefler Kardinaal, op den naam
van S, Marcèllüs; Ik broeder jfohannés, Prièflër Kardinaal op den
0téé *υαη S. Laurèns in Lucina. /^ èfoedèr Η ugo , Pftefier Kardinaal op den
naam Φαϋ de ti. Sabina. Ik Ricafdus , Kardinaal Diaken op den naam
ijah den H. Angelus |
||||
?ΑΝ· D R Ι* FLi Ni*, 447
Ik Johannes, KafdiAaal Diaken op den naam
van dèn //"Niklaas in Caréere Tülliarïó. Ik Wilhelmus, Kardinaal Diaken op den naam
van den H. Ëuftachius. Ik Wilhelmus , Bijfchop van Saltriè,
Gegéeven te Lyons door handen van IVfeê-
fter Matinus, OnderkanceTierdér HvRoomiche kerke, den 13. van O&ober, in deachcitè in- diktie , in 't jaar van de Menfchwordinge des Heere ufo. I'n-'o achtfte jaar dés pausdoms van on2;en Heer Innocentius IV". W$ tiateïjanÏI Philips van Duivenvoorde t&
ηίψ \i\ü\m# aan lytt ftloofïec begon aan te
Doen , φ gn aanfïonb^ met ben jiaufleipeti Mtytm uetyeigt öoo^ öen MU ban get fioa- ftev €eM)out te ^ttgjje/ öctoaaröer ban be boo^rec&ten bet; €tftot-o$ee / étf iii öc^é ^aaite ödo| ben $au$ tot reeljtfe aangefïelt ©u$ gc^ft bc gemetöe fSüt ober bte3e 3aalie m 't jaar ^gufykMt ïaaten afgaan aan aïie öe f$fefitr£/ öetoeifte 31CÖ in * j^'ou^tkgoüanln' onbee 't 2&i£bom ban Utvecfyt öebonben ; en boowamentip aan bm <Deften ban MöbjUhoü ïanb/ en aan ^ttt Piet ér, g^fgter te %tv öcn ^i'e beö^ei0in0ban ben 3&auffelpttt ban toa£ op be boigenbe totfóe opgefleït: i;
y. door goddelijke toelaating Abt van het kkoflef
Echout te Brugge, onder bet Bisdom van Door- nik , door den Jpoftolijfchen Stoel tot Bewaarder of * NoorthoJJand word hier anders genomen als hc't tegen-
woordig doorgaans genomen word ; en word geilde tegeiï ZuitfiolUbdj 't wel £ met (rendeel binnen de Dortfcbe Wacrt beflocen was, 't Voornaamile gedeelte van dat Noortholland ,vms Delft en Delfland enz. |
|||||
Rech*
|
|||||
448 Oudheden en Gestichten
Rechter aangefleld van de voorrechtm aan de Ci-
flerci-order vergund, wenfcht aan alle Ρ r ie β ers en Kapellaanen , die zich in Nqmtholland onder het Bisdom van Utrecht bevinden ; en die den tegen-· woordigen brief, om den ze hen uyttevoeren , ont- vangen zullen hebben , en voor nament lijk van den Deken van Zuytholland, en aan Heer Pierer Op- zigter (Provifor) te Leiden, de zaligheit in den Heere, Nadien wy over de voornoemde voorrech- ten , en over de zaaien die dezelve voorrechten be~ treffen, een Pauftelijken bevélbrief, om denzelvevol- komentlijk uyt te voeren, 'ontvangen hebben ·, welke bevélbrief handelt van de goederen die Gode in de Cift er ei-order toegewijdt zijn 5 en dezelve goederen in hun geheel bewaart wil hebben j zoo is het dat wy, niet begeerende van onachtzaamheit in de uyt-' voeringe van deezen bevélbrief berifpt te worden j maar liever wenfehendeby den ge ever des bevels be- hoorlijk^ en gelijk het betaamt, lof en eer in te leg- gen ; op de deugd der heilige geboorzaamheit, en op de ftraffe van de opfchorffinge uwer bedieningen en van den kerketijken ban, denwelken wy door '/ ge- zag van den Jpofloliffchen Stoel , 't welk wy in deezen deele bekleeden, tegen de we der flr e evers uyt- fpreekén, ,ult gebiedender-wyze belaflen dat gy Phi- lips van DuvenvOorde, een Leek, dewelke gelijk wereldkundig is, en gelijk wydoor zeker bericht, ja. door zijne eige bekentenis verftaan hebben , zeer vee- Ie goederen, die Gode in V klooft er te Losdun van de Cift er cl· order, onder 't Bisdom van Utrecht, toe· gewijdt zijn, aan 't voornoemde klooft er door 't we- reldfch gerecht wil ontneemen, en'/ zelve klooft er daar van berooven :■ namentlijk een landgoed met zijn toe- behoor en. Sim ons-kam ρ genoemd, leggende ondef 9t Haag-ambacht, welk landgoed het voornoemde klooft'er 5 gelijk gezeit word, veertig jaaren langy den
|
||||
van Delfland. 449
wat onder of boven, gerufi en vreedzamig + ja den
tydvan 60. jaaren bezeeten heeft (want de voor- noemde Philips heeft ter gelegendheit van het gemel- de land het voornoemde kloofler zw aarlij k en opme- nigerhande wyzen door het wereldlijk gerecht ge· plaagt ; daar het kloofler nochtans zich gewillig toont, en over lang getoont heeft, om zich aan V recht te onderwerpen , en zich te voegm naar het zeen deszelfs eigen en kerkelijke Rechter oordeelen zou dat rechtmatig en billijk was) dat gy, zeg ik, den voornoemden Philips, en alle zijne begundigers, die de brengerdeezes noemen zal, andermaal ender- demaal, voor behoorlijke getuigen ernflelijk. vermaant dat hy Philips , en zijne bcgunfiigers voornoemd, op de voorgemelde flraffe 5 dewelke wy, indien zy naar uwe vermaaning niet en luifleren , van nu af als of het dan gejchic de, door deezen brief tegen heft uyt/preeken , van de voornoemde quellinge en plaa- ginge zonder uytfiel hebben af te â aan.- anderszins zult gyl. zorg draagen dat zy, waar, en wanneer; en hoe dikwils het van ui. begeert zal worden , en als het noodïg zal z,ijn, opent lijk af geleezen worden als zodaanigen die door 't Ñ auffe lijk gezag in den ban zijn gedaan. En dat zodaanig dat de eene van ui, in -t uytvoeren van deezen brief naar den ander of naar de anderen-niet hebt te wachten : en dat gyl. de naamen der wederfpannigen , indien 'er zodaani" ge gevonden worden , opent lijk, en getrouwelijk aan ons overfchrijft t op dat wy, als hunne hardnekkig- heit zulks verei/jchen zal. , firenger middelen , zoo als ons goed zal dunken, tegen hen in 't werk feilen. Gegeeven in 't jaar des Heer e ixpi, op den fee â dag van den H. Apoftel jacobus j en van den H. Mar- tslaar Chriftophorus. |
|||||
#f _ 5*
|
|||||
450 Oudheden en Gestichten
©e m&omfïen/ oetoeïne in't beginniet aï te
Qtmt maren/ 3ijn naöerFjanö öooj öe milbfieit öec 0e!o0bt0en beumeeroert 3$g snïïen maae eenige giften/ tot een ff aaltje / uptyengen. Γ Κ 5^» w# Abbenbroec, Ridder, doe condten»
de kenlic allen iuden , die defen brief fullen Hen oft hooren leien , dat ie gegheven heb in der eeren Gods om falicheyt mire fielen , ende pmme myn euwige memorie voor myn ende voor myne ouders fielen te doen Vrou Zwanen- burch van Steenvoorden AbdiiTe in Laufdunen, dieGodegenadichzy, ende *t gemeen Convent xxx. pont Hollants payements , die zy my be- loofden te beleggen an goeden erven ofte aan renten. Welcke xxx. pont voerlz. zy beleyt hebben aan erve, daar zy my ecnen brieff óf gegeven hebben, wel befegelt, ongequetfhen- deongerafeert, inhoudende van woorde te woor- de , alfe hier naa gefchreven ilaat: Wy Swanenburch van Steenvoerden, by der ge-
naden Godts AbdiiTe in Laufdunen, doen cont allen luden , die defen brieff feilen fien of hoo- ren lefen , dat wy gecoft hebben twee mergen ende anderhalf hont, ende derdalve gaarde lams, die gelegen zyn in den Ambachte van Munfiery ende belegen heeft aan dat Ooft-ende Florens Symom foon, aan de Zuytzyde Philips van Dorp, aan die Weftzyde die Abdifle vander Lee, aan de Noortzydc Dirc van Alphen, Ende van de- fen voorfz. lande fo bewyfe ie een recht derden- deel alle jaar in te nemen dat Convent te Lauf- dunen , van Heren Jam wegen van Abbenbroec zynre memorie mede te doen ten euwigen da- gen , als eoitumelic is in onfen plooltcr. In EennifTe derwaarheyt fo hebben wy defen brief bele-
|
||||||
De inkom·
ft en des klooftevs mettcr tijd vermeer- dert» |
||||||
van Delfland* 45^
befegelt mit onfen zegel. Gegheven int jaar ons
Heeren cto. cccc. endeneen, op die Oclave Jo- hannis Baptifta. jn kennnTe der waarheycfo heb ie Jan van Jbbenbroec Ridder voorfz. deibn brief befegek mit mynen zegel int jaar ons Heeren ciD. cecc. ende acht, opten xx. dach in Meerte. ^Ufler A. bygenaamd de Abdis, en*tgafifche
Konvent te Laufdunen , wenfcht aan alle Chriiïene geloovigen , 200 tegenwoordige ab toekoomende , die den tegenwoordigen brief zullen zien, de eeuwige zaligheit in dejiHeere. Het zy aan ui. altemaal bekend dat onze zeer beminde Vrouw Geertruid, weduwe van Heer Odgerus van Wateringe , voor de zaligheit van haareeige ziele, en van de zielen van haaren Man voornoemd, van haaren Zoon Odgerus ^ en van al- le haare erfgenaamen, om voor haar zelve en voor de voornoemde perfoonen vergoeding.te doen van cenigeongerechtigheden, nadien nietgeweeten word aan wien de vergoeding moetgefchieden aan onze kerke gegeeven heeft hondert ponden Hollandfche demeren: voor dewelke wy zekere erfenis tot een eeuwig bezit gekocht hebben : op dat uyt de inkomften van dieerfeniife dekoit en de vordere nooddruft bezorgt zoude worden aan den Prieiter: dewelke in eeneplaatze bydc kerk, of in de kerke zelf, da#r de zieke kloo* iler-nonnen bequaamelijk konnen koomen, Mis zal leezen. Doch wy , de gemelde gifte die aan ons gedaan is aanneemende, en voor lief en aan- genaam houdende,endaar by de billijke begeer- ten der voornoemde Mevrouwe bewilligende # hebben vaft geftelt dat wat Prieiler gemagtigt zal worden om uwe biechten te hooren, of ie- mand anders die op de gemelde aalmis, gelijk ff * geZGitf?
|
||||
4fx Oudheden en Gestichten
gezeit, zal onderhouden worden', de gedagter
nis der voornoemde perfoonen op de gemelde plaats onder de plegtigheden der Mifle onbe- kommerd zal houden. En ten dien einde zullen wy de gedagtenis der zelve perfoonen in den Canon of de heimelijke gebeden der Mifle laa- ien optekenen. Ook zullen wy toeftaan dat de voornoemde Mevrouw, indien zy zulks begeert, op de gemelde plaats, begraaven worde. Doch ino-evalle de voornoemde Priefter een half jaar lang mogt doorgezonden worden , 't welk de Heer verhoede, zullen wy door de erfgenaamen der wemelde Mevrouwe belet konnen worden , de inkomften van 13 mergen van ons eigen land, fotïfiap genaamd , te trekken ; ter tijd toe dac de Priefter, om voor de gemelde perfoonen te leezen, herilek zal weezen. Ter getuigenifie van het bovenftaande hebben wy den tegen- woordigen brief doen opftelten, en hebbenden zelven met ons eigen zegel, en met het zegel van de eerwaardige Vaders, Mijnheer den Abt van Egmond en den Prooft van Koningsveld, doen bezegelen, Gegeeven in h jaar des Hee- re 1167. Willem , <0#af \m ^tAlmb / ïjttft tofc
w7n tot ri£ tmn fyfcf tffa t jaac 1 Jx8, iten top tot «Jen zang. ^^ m^mx
\\f γ Willem , Grave &c. maken1 eont, &c.
*^ dat wy voor ons ende voor onfen nacome- lingen Graven van Hollant, om Gode den Goeds- huys van Loesdunen gheven enen ftoep wyns te fancwine, ende die fal hem gheven allewekeon- fe Meyiler uyt onfen Hove in die Haghe. En- de wam dat'gevieledat in onfen Hof in dieHa- |
|||
van Delfland. 4fi
ghe geen wyn en ware, ofdatter wyn ware»
daar men niet tyt tappen en moehte fonder vreefe vanfcade , (o ontbieden wy onfen Mee-', fier voorfz.of wie daar na in die Hage Meefter wefen fal, dat hy den Goedshufe van Loesdunen voorfz. elcke weke geve xU. denier Hollants voer den ftoop wyns, ter tyd toe5 dat ghi hem den wyn gevet, Ende om dat wy willen, dat dit wel ende vailegehouden worde, fo hebben wy defen brief befegelt mit onfen zegele. Ger ghevcn tot Rotterdamroe op ünteLueiendach, int jaar ons Heeren 132.8. ■ &oïgen$eeneber:gunning Dan Aleidis, $000*
fceffc ban %oïïanij/ mosten beese jonnen eem* ge barften| boo^ niet foetöen in'tlaatfemmec bufty: >
jA leidis, voor deezen de huisvrouw van Jo- Zymogten
han van Jvefne, Voogdes van Holland eneenige yar- Zeeland, wenfcht allen den genen die .den tc-^5™ genwoordigen brief zullen zien zaligheic en al- iemmer- ' lerhande goed. Wy maaken eenen ieder bekent bofch. dat wy aan de Abdifleen het konvent van Los- dunen gegunt en verleent hebben, en door den inhoud deezes gunnen enverleenen, dat zejaar- lijks 15". varkens mogen ftuuren in ons Haar- lemmer bolch, zonder de fchatting, die de Fa» demingB genoemt word, te betaalen. Gegeeven in 't jaar nói.Zondaags na, Pinxteren. Richardis, tmt fóïoofïernon/ öocijtcir banGificdoor
<0mfWillem I, engonfcfeouto ban^oïïaniï/Richar(ii$ ïjeeft in 't iaat: iifo. ttm rente ban loo^aan'ckioo- fcljdïiU0cn aan int Itiwftw sefcöottftw. fter scdaan« #f3 Ik
|
|||
45*4 Oudheden en Gestichten
f κ RikardtS) Jonkfrouw van Holland, maake
bekent aan alle die den tcgenwoordigen brief zullen zien* dat ik toe een hulpmiddel voor my- ne ziel, en voor de zielen van myneu vader en myne moeder, mitsgaders vanmyne broederen, aan de kerk van de H. Maria te Lausduncn gegee- yen heb de renten van 100. Hollandfche fchellin- gen koomende van drie erven, gelegen in de Had Delft recht over het huis van Niklaas van Ha- kf: welke renten jaarlijks betaalt moeten wor- den op de VoQrfchoter markt. En dit zal duu- ren ter tyd toe dat ik aan dezelve kerke gegee- ven zal hebben 3f. Hollandfche ponden j en dan zullen de renten der gemelde erven we- der tot my keeren, en my toekoomen. Uyt deze 3f. ponden Zal aan 't zelve kon vent ten eeuwigen tyde wijn gefchonken worden op de volgende dagen: Op[S.Paulus bekécringes op het jaargety van mynen Vader en myne Moe- der j Ophet jaargety van myne broeders, Heer Otto , voor dezen Bifïchop van Utrecht ·, en Heer Willem', Ophet feeft van MariaMagdale- na $ van de elf duizend Maagden } van de H. Catbarina, en van S.Jan Evangelifï. En opdat ' dit ten eeuwigen dage onverbreekelijk ten be- hoeve van de gemelde kerke onderhouden wor- de^ heb ik dit gefchrift, 't welk met myn ei- gen zegel bezegelt is, aan dezelve kerke ver- leent. Gegeeven te Loesdunen in''t jaar izyo. Dingsdaags na het feeft van den Hf ÉVangelift Lucas. &o|t öaarna/ te faeeten in't jaar 1*73/
geeft Gerrit van Warerjnge eetliye ïailUcrgCil
pau 'f itïppfïer öefdjonfceH;
Wy
|
||||
van Delfland. 457
^/> Gerrit van PFateringe, Ridder , maaken Gipce vai}
bekend allen den geenen , die den tegen- cenige land-
woordigen brief zullen zien of hooren kezen, en goederen, wy verklaaren hen door den inhoud dezes, dat ?c,Ja?ndoor wy tot uytvoèring van den uyterften wille van w"teiiiigc. wyle onze beminde gemalinne Machteld, en voor andere fchulden, aan de AbdiiTeen het konvent van 't klóoiler te Lausdunen, van de Cillerci- order, vrywillig gegeeven hebben ons ganfche land 'xnOers^ampë; en datwy het recht van be- zittinge of van eigendom, 't welk wy op't ge- melde land hadden , in de handen der AbdiiTe en des konvents voornoemd zuiverlijk en een- voudigiijk overgeïevert hebhen. Waar by de- ze voorwaarde gevoegt is, dat de inkomften van 't voorfchreeven land op het jaargety van wyle myne huisvrouwe, M. voornoemd, tuf- fchen het konvent en de pachthoeven der Non- nen gedeelt zullen worden voor vrolijke maal- tyden. Tot oirkonde dezes hebben wy den te- genwoordigen brief, die met ons eigen zegel be- zegelt is, aan haar ter hand geftek. Gegeeven in't jaar 1173· daags voor het feeft van den H. Martelaar Fonttinus. tönbere ^afooneii QeBöen noe$ antee gae*
öeeen en inftomfïen aan't nfoofïee gegeeven. 23eBaïbcn öe gemeltre giften/öie ög Α * Mat-
thceus opgegeeben tooien/ fïaan 'ce ηοφ u* nige benneïo in een $eoerpu<tfc|j ganbfcfetftje ban't jaar 15-89 * 5t toeïn öe boojyecfjten en goetteeen ban (jet ftïoofïer te Hoogduinen een ΐίοα^ een opteïb. let boïeenoe i§ u»t öatïjante fefeift getroUnen / en o~i$ beïeef oeïp meöe* geöeeït 000$ ben %cecKornelis van Alkemade.
* Analcft, t, 6, pag 19. enz. #f4 Stich-
|
||||
45<5 Oudheden en Gestichten
Stichting van het kloofter te Loosduinen
door Fioris Graaf van Holland } benevens de vereeringe van eenige goederen en bezittingen- ten behoeve van de kapel en tot onderhoud van den Kapellaan. Zijnde deze vereering den f. Mey 117,4,. gedaan in de tegenwoordighet van Otto verkooren Biflcop van Utrecht, Heverar- dus¥roail van Tiel , Gifelbertus Deken van S. Jans kerke te Utrecht, Bartholomtfusvan Haar- lem , Jakob den Kaftelein , Willem den Mole- naar, en van zeer veele andere getuigen. V&reering van een kampje lands aan V
tkloofler van Loosduinen, enz. Ô ç den name der heilige en onverdeelde drie-
. vuldigheit : Ik Macht'ei'd, Gravin van* Hol- land, wil dat het aan alle Chriitenegeloovigcn, tegenwoordige en toekomende, kundig zy dat ik aan 't kloofter van Loesdunen, 't welk mijn Heer Fioris Graaf van Holland en ik op ons ei- gen grond geftieht hebben , voor de zaligheit der zielen van mijn Heerden Graaf voornoemd, van zijnen vader Graaf HHllem , van zijne Ge- malinne Vrouw Aleiah , en tot een hulpmiddel voor myne eige ziele , en voor de zielen van mijnen vader Hendrik, van mijne moeder Mach- te/ei, en van alle mijne bloedvrienden, tot eene aelmis gegeeven heb het kamp .... * Gegeeven in't jaardesHeerc ix3f, ophetfeeft van den H. Biflchop Wilkbrordus. |
|||||
ZDt
|
|||||
van Delfland. 477
<&e ttenöe bt§ peeren Ougerus van Hoke,
hn het Itïoofïrt? te Hoogduinen/ $aan batnïoo*
flergefcöonnen öooL? fóoning Willem. <®t ojief i$ getefcent te ^anöe / in öe 7* inbintte / op beii i.gjanuatn, $oth geeft Honing Willem par torgunt
bat 5e niet gegouben $uïlen 3Ö" «nfe* taffen/ fteeöen / of fcgattiitaen/optefajengen:enIjeeft oen bienaaren iian get ïtonbentooR eenige bt?g* bommen'tódëenti Hit tegenwoordige geichnrr,
bi$ einöigt bee$e giftE$ef/ hebben wy met ons
eigen koninklijk zegel, mee het zegel van onze
allerlieffte moeder M. Gravinne van Holland, en mee dat van onzen zeer beminden broeder Flens, doen bezegelen. Gegeeven in den Hage, den ι Mcy, in de tiende indiktie, in't jaar des Hcere 12,5-3. ©e bOÏgenbe feief fïaat Ög Olivier van Vre-
de , in * &μ saetoij^-finMicn aangegaan Δ Hen denghenen die defe letteren fuelenhoo-
Ά ren ofte Gen*, Ie Diederic, Heere vanTey- linohen, Ridder, doe te verftaan , dat ie myn Vrowen, voren Jleyd van Henegouwen , wil- nen wyf was mins Heren Jam van Jvenms y quvt fchelde van den Rechten, diefu mi ghe- gheven hadde van den Bofch van Harlem , dar fc hor hadde penningen op gheleent. Om dat ichierieffhen niet doen en wil, too heb ie ghe- beden den Grave van Hollandt, defen briefte * Tab» io» p.ig. 343·
ffS feShc'
|
|||||
£
|
|||||
4j8 Oudheden en Gestichten
fcghelen, en hebben mins felves feghel alfo wel
ane ghehanghen. Dek letteren worden ghe- gbcven , doe men fchreef ons Heeren jaren ιzjf. des Vrydages na die O&ave van Faefchen. Vergeeving van zeker land, ^Gemeente
\ genaamd, in Mwfier-ambacht* SjLTY Machteld, Gravin van Holland, enz. wil-
len dat het een ieder , die den tegenwoor- digen brief zien zal kundig zy dat wy tot een hulpmiddel voor onze ziele , voor de ziele van onzen beminden Gemaal, godvruchtiger ge- dagteniiTe, Heer Floris Graaf van Holland j voor die van onze beminde kinderen , Willem door- luchtiger gedagtenifleRoomfch Koning, Vrouw Elizabet deszelfs huisvrouw en Koninginne, en Heer Floris; mitsgaders voor de zaligheit van alle onze voorzaaten, van onzen beminden neef Floris Graaf van Holland , van onze beminde dochteren Vrouw Akidis bygenaamd van Hene- gouwen , en Vrouw Margareta Gravinne van Hennenberge , en die van hunne kinderen, tot eene aalmisgegeeven hebben 9 enz. Gedaan te 's Gravezande. <Bmf Floris V Beeft in 't jaau 1178 ttni#t
duinen / bit Itlingen genaemt toieröeu/ mn 't 3dbe fcloofier gegeefcen ; te taeeten ?o mer- gen j mits geevende jaarlijks xofchellmgen Hol- lams, Van zeker landgoed, Wiltenburg genaamd,
- leggende onder Munfler by Oudenburg, WY Joban Priefter der kerke te Voorfdioten,
Niklaas van Hurfl, en Dideryk Goverts zoon, ppzigters der gemelde kerke , hebben het ge- melde |
||||
?an Del f l and, 459
melde landgoed overgeievert enz. En hebben
deezen brief met onze eigen zegels, en met de zegels van Heer Dideryk man Waffenaar, Ridder, en Meefter (?wf/> van Leiden, bezegelt Gegee- venin'c jaar iz86, dingsdaags na Mariaas He- melvaart. tèt b$bommen /goeberen/ en ^ooirecgten/
nan be liioofïer-niaagben ban %oo$butnen ge* neeben/ 39η öen 1 jj&aaet ιχΗ8 booj <&?aaf Floris V. t>ebffï!0t.
gin 't jaar wn/ bing^baag^na^ Agatba,
geeft be 3elbe <0^aaf Fioris be gemeïbe Hïoo? tier-niaagben booj een ogenöiief onber jijne beftgerming genomen, Willem, «Sjaaf ban i|enegotïtoen/ $ oïïano
en ^eelanb / geeft gaar eenen fyief berleent; maar in bernlaart too$ bat begeer ban't ïana be jfcttfyttt i$ ban be nloofter-goeberen, Willem, «feaaf ban üenegoutoen/i|oUan&
en ^eeïanb/ sgnbete jikibbeïönrg/ geeft gaar in 't jaar 1300 eerte bergunning geöaan om* trent een fmnb-molen. $an be fïoop teijng / bie gaar meeneïpg
geniaaRt foa$ bOOJ Willem van Beyeren , ί$
loben ooft gef^onen*
3|n 't jaar \%6ι i$ gaar boo^ Aalbert van
Beyeren een ganbbcfïe berleent ·, maar bn be 3$èijui8 ban fóggnïanb/ en be$;eïf£ nasaaten/ ober get gemeibe&ioofïer in aïïe berongeïpin* gen tot recgter^ aangeftelt £>q$en, JMgeitë eenen b^ief ban Aalbert van Beye-
rpn, getefcenb tn't jaar 1380 / i^ beüanbgeer bc recgter pber be fcïoofïeripe goebcren. %n be maant) jfefynariu^ 143 r/ naar ben
fïgi ban 't ïfof / geeft get ï|of ban ^olianb gan't gemcibe nïoojier tegen j)e£ ambacgt ban 0UW
|
||||
( 4^0 OöDHEDE*T EN GESTICHTEN
ι j&unfïer een akte beeïeent -, DatJjet seïbe Ftïoo-
jjfer b$ t£ ban öeDen «15. <Pe gemeïDeata toa^ geteiient ögt Den f^eftöent Gofwyn de "Wilde > ten oberfïaan ban Den igeere ban ΥΓ- felitehi, J|eee Lodewijk van Moncfoort, ^CCV
Gerrit van Zijl, ï|ee£ Arenc van Gent , Jl&ec* fltV Hendrik Uytenhove, Boudewijn vanZwie- ten, JHeCfiei' Gillis van "Wiilenburg. $&&$ OttetCftent T. van Zwieren.
sioot bin- iCuffeöcn'^ peeren-teeg/ enDemunrenban
r,eo het 't Moofïer / Itej> booj Dee3en een &acöt of floot* kioofter öetoelfce De jonnen / niet oorlof Der ïfeerara* getrokken. öcn ^αη ^e|palji, / jn ^ttmooftet getro&fcen ïjeööen: Docp onfcer Dit öeöing/^atse Dentoeg
Daar D002 niet nautoer 3ouDen maa&en, 3De ^ebetDnitfeöeö^ef ïniDe aïDn$: Gratie van den hogen Heemraat van Delfhnt gegeven om een
muer te maken op die wech van den Cloofter genaamt Loosduynrelaan. Γ) ie hoge ende welgeboren Heemraden van
Delflanc &c. Alfo die AbdiiTe endeGonvent van Laufduynen/s&xi ons ootmoedelycken begeert ende te kennen gegeven hebben, hoe dat fy hoer muyre van den Gloofter geerne üytfetten fou- den op te wech aan de weitè,yde van den ('elven ,\vech omdat water binnen den Clooftcr te mo- gen hebben , hunluyden daar mede te mogen behelpen, ende alfo wy genegen zyn tot allen Godshuyfën ende fonderlinge totten voornoem- den Cloofter ende Convent van Laujduynenι-, die wy geernegevordert ende beholpen fagen, waar- om me wy geconlenteert hebben, ordineren, ende confemeren mits defen , dat die voorfz* Abdifle ende Convent van Laufduynen hare muyr van den Clooiter fullen mogen üytfetten over |
||||
VAN D E L m LAN Ό4 O q&t
die floot op te wech aan de wefterzydevanden
felven wech, omrne dat waterende die flooc binnen dat Cloolter te wefen, behoudelycken dat die wech achtien voeten breet blyvenzal, omme twee wagerien tegen malcanderen co- mende riden verbyeen varen fullen mogen. Al- dus gedaan te Delf op ten j\dach vanSeptemb. Anno 1499 . By myn Heeren Otte van Egmonde, Heere van Kenenburcb, Claes Heere vanAfen· delft y Cornelis Q'oeftnck^, Heer van Bentbuyfen, Ridders, Floris van PFyngaerden, Heere van T- felmonde, ende Dirck Sonck, Hcemraaden voorfz. Daarmede by was ick Biercxfe. Boïgcii^ ren bonn$ ban &rnl|obe ban^oï*
ïanö if aan öic ban ïïoo$minen / in 't jaar 1465-/ toecjefiaan ttMüm$tckm bmnn aan Ö£ ^nÜCtbUtt gtfegeit. Acturn 1455·. Daar
by ende over waren, ÏM$ ÏUIÖt $tt flut ban 't 0011111$/ Heere Willem van Alkemade , Rid- der , ,Meefters Jan van Halewyn , Lodewyck vander Eycke , ende Phs Ruychrock vander Werve , Raadsluiden van Hollant. Daar ik mede by was, D. Swyeten.
AFSCHRIFT.
Wy*Katheryna van der Dujfen , Abdifle varr
Laujdünm , kennen ontfangen te hebben doer handen van die eerlycke JoffrouvrcFefbaer, we- duwe wylen huysvrouwe van Loef Ferhaer, fa- lygher ghedenckems, acht Karolus guldenslyf- tucht renten, ftaande ten lyve vanjonrou/^/- legont Verhaer, haere dochter, ende onfe pro- feffide Relygyoes. Ende was haar verfchenen aio een helft in September Anno xvC. feyen en- '-"- '■' *........■ ■ χ -·■■ ■ *■ ' ■■.·*·**
|
||||
462 Oudheden en Gestichten
de dertich j ende die ander termyn is verfche-
nen in die Maart opSinte Gregoryus dach An- no xvG. acht ende dertich. Van weleke termy- nen voorfz. ende allen anderen hier te voeren wy kennen onfen Cloefter wel ende doechde- lyck van die goede Joffrouwe voornoemd be- taalt te zyn Des tot een oirconde ende mcerre zeekerheyt hebben wy ons Zignet dat wy daa- ghelyx ghebruycken ghedruél beneden opt fpa- cyum desbriefs. A&um den 2j\in Junyo, An- no 15*38. Dit is een Affchrift uit de oirfpronglyke opem
papier e Brief, voerende onder aan op de
ruimte een Zegel, gedrukt in groen bïén~
y^vaaz, Η welk overdekt was med een pa*
Ipere ruit. ;,
- Ban ire ^öiriflTen / Öie pet beiöjnü ober Ut
aöelpe Moofïer geboert geöben/ sgfii oe UU genöe tot 0113e hmni$ geltonicn. 3fn 't jaai* ι^.^ Joanna, oeioeKie boïgen$ Johan van Leidenafit itïftt Mbbi$ Hall %00p
duinen i§ getoeefï / en gefloten i$ m 't jaar
Ho*/. Wtfttc A. bngcnaamö ffi&oiffé/ i§Mf
ben bermeïo in eenen ojief ban 't jaac 1167, 1300, Mabetia.
1316, Beatrix* ;-.. yV/
7 1310. Maria van Borfelen.
' iqzfi Margareta van Walcheren* » ï 3*$» Geertruid van Haarlem. 1334. Catharina van den Broke,
• 1367. Catharina van Abbenbroek. 1407. $>20Utü Zwanenburg van Steenvoirdc,
paanöe £>g Am. b Matthasus bermelo m emm
tyitf ban t imv w°r * r W* ·■ |
|||||||
& Anaf. tom» 6, pag< 34,
|
|||||||
λ Hift. c, X4*
|
|||||||
van Delfland,! 463
14^ ï ·
Heilwich vander Lekke.
1440, Lutgaert van der A.
* Goude van Heukelom.
if 38. Catharina van der Duflên : fiaattbe bermcltr in ttmn fytefhun ben ι f *%nxx§ if\S.
if46i i^fi. Anna van Egmond,e Öebjdïte
in ouöe fyieben ban gemelöe jaami 15-4^ «1
15·6χ. Urfulit van Leeuwen, Ög Simon van
Leeuwen in 3J)n Batavia Illuitrata^ bermdb, Φοϊ\ ïjebbén &n be boïgcnöe jonnen ban Nonnen ir$
Xooéïminen benneiö sebonöen. '«j «iire 3|tl't jaac 14ÏO. Natalia van Abbertbroek. kloofteri
143 f. Alyc GrunCvelt. 145*0. Jöhanna van den Burgh. ; ;1 Ida van Malburg. 1490. Lysbet van der Does. i4£6. Jofyne van Spangen. 15-17. Maria van Almonde, meteene Zuilen ΐ5·χο. Maria van Kralingen, lyp. Hildegond van der Haar. Agnes van Borfelen.
iffp. Agnes van de Kouliter. 15*71. Alida Kats. 'tH: Ί f/i. Agnes van Merwede.
W$ ht ïtioofïrrtttcöt jjier in tre r4« eeutoeHcrvor- *
beebali-m bja£/ en'ec ecne ïjet-bojming fclytmiïlfl™ noobiö te3i)n: $ Ludoiphus, HJbt ban mfetfci00Ucr* *en &g Slffeïfïctn/ in S^oeïier ban 't gemeiöe ftlooflet / üi t jaae 1347 op 't betgoeït ban <Bmf Willem met bolfcome magt öcrfoaarfc c Goudhoven plaatft haar verkeerdelijk achter Orfula van
Bgmond: -want volgens de brieven , met haar eigen hand gete- kend , en met haar zegel bezegeld,, i&zy Abdis gewecft yoor Urfula. ,■■■:■.'' 't
d Pag. 9 f6.
|
||||
MialÉtaÉlMMia^^^^^
|
||||
464 Oudheden en Gestichten
ponton. 3|g fcoa$ gemagtigt om ïtcimfë tt
neenien ban t lebcn en 't geöiag torj&onrteii:
en toöal^fïemgen boekte setiton: oftojelbc/
inöien f)g 3üit$ öienflig oo^todto/ boigen^
i&at 3g get beröient {laöton naai: ton infjonö
tol* betfteïpe metten te fïraffen. iPantJjet
fïonö te öucjjten bat antot$ Set ganfcQc ftïoo*
fier/ omöe ongebonto jeeöen/tot eene g^oote
$ η algemceneberergerii$ te niet^outo gaan. (l)
De Gr^in 2$ef}alben be <0,?abm Maclueid, banöetöeï*
tan Hcnne-ïte bjg reeb^ gefp^olien gebben/ i$ in öec3e
*>ers· ·> tofte oofo beg^aaben be beroctjte Margareta,
<$;abin ban ïienneberg: tmm$ *<&tef-fdpift
Petrus Scrivenus «gt eCU OUÖ jjailöfcipift ïjttft
gctrofeften : eti«ojitor_3ijtie Hantefteiiingeh op
0et ^otibfcflellronpje aan to geieéröe tuetelb
■ ijteft tneoegeörelt* ' ;:0h π.ε ,< . m.?- v
Het bord, <Mt jieeft ïjter boo; öe^en aan be 1*003039*
ïprcckcndc be ban öenevh een bo^ögefjangen/ beijeï5enöe
?Vf6f inoc Siftorieban ^Tlmiöeten/iüieci)tje?'ennin^
eèncÏaam je£ öaoj nmitatieèi öeiueifte öe gemeïöe #ja*
ter wereld bsn / op ïmi bloeit ban ten fcgamelc tyanfiD/
gebragt, jn tmt \\taam gebaart 3011ÖC fjebben, 23ega!>
dciïochT facn ööt t'er'0Cöa0t«ïiffe ban öee5e gefcpieöc^
lü'ffc be titice ueltöen^/ m öe&eüie affc öic iiui^
., -■. beten geöoopt 3ouben 3tjn / in öe ntvh ban
Soo^öninen te &οη& piagten te fïaan \ \mp
get 3elüe boa;, ren ecgte bjaatgeit bezaait i'n
0113e 3faarboeïiem Junius seif/öaartjg l)tt,%a*
':■■ ' [ ' Tl.'! '.'■','.
,.:-.*■ Ifta tenet fojfa matronce vobilis offa,
Quce dum vivebat, Lausduni lata manebat \
Atque vocabatur Mar gr sta, quiete fruatur ;
Quce f uit germaaa Wil hel mi llhiftris
Regis Germanii£\ & Comitijfa in Henneberghi
Qua obiit anno Domini 1276, ipfo die
Parafceves hord nona, Qrate pro ca,
ι φ\(φ
|
|||
1
van Delfland, 46f
ttjnfeïje 'htvfyml ban 't gemelöeöo^bopiebeit/
onift bit ge'fdjieöempi niet bolmonoig af km*
mh 3©n Rebben eIoci'$6 öe jrtiiggdt banBox- hornius QC^tÏ^CU / beUtëlue htt$t 5&aft 0!1ÖC>'
fïifl iaat; toillenöe ban öe eene nant ijet 5eg*
gen ban 300 bcelc^rjj2ijber£/QCfaelue oitboo) De fcöaaröeifc te boen ge$et Iphbm / lüet Minib? helen , en imebenbe ban öe atibere fcant oe ge* frfjteaetii^/ öaae 3d*edp beel ontoaargeitp οιι* tseclDoj.it/ niet boinomen aamieemen, Lipfius c zouw'er meer toe hellen, om het verhaal voor
een fabel als voor een waare gefchiedeniffe te houden j ten waar dat onze Jaarboeken hetzel- ve met eene zoo eenpaarige overeen item miuge te hoek gezet hadden. Ifier tegen öient ïsat beIftronp-fefeijbet$;
bieeerfï ban öecje scfrgieöeniffe ^ccitcit/ time boüe eenfcoen jonger sijn a\§ De gefc^ieöeni^ 3eïf: bat Melis Stoke, öebidue op öi'eiï tijö in i^oïianö leef be / geen tooo.?b baar ban getuaagt: bat imtïj Beka, een ïüteeefitenaar / en eene eeufo joogec al§ iMeiis Stoke, imlj eenenneiii feij.ujber boo^ be 14 eeutue/ ban Die gefcj)ieöe<5 tiiffe toeet te fp^ee&en. gfco een beruaa3enb toon* oer/ 'tbjeftt fjet ganf^eBabedanb ontffeït en op be been geholpen 5oude Ijefyhen; 30η niet onbeneuö 3911 geioeeff aan be tijagenooten, €11 300 't gun beftenb toa$ getoeefï/ 30iiöen 3^Γ)εί: met bee3b)eegen jjeuöen : baat 35 anbere ge* meene saaïten / bic ban minbee aangelegens j)ett3ijn/omfianbigbeiteïien. ©e ftii3&ijgenb* geit ban «0^aaf Fioris ν in 3ijnen open-fyief bairtjaat; 1267/ oentoeïnentog 50a eten aan* α Junius in Batavia.
b in 't tweede deel van 't Latijnfche Batavia Sacra:, pag» z^l
« In D. Virginx fiallcnfi cap, <?♦
|
||||
4<56 Oudheden en Gestichten
gegaaït gebben / t$ aiïeen genoeg om öie Htro^
np-fcg:gber$ te baebedeggein JJn öicn fyief getuigt gg oat 3pe mcui Margareu, <£^aUm ban Igenneberg/ op gaar ogterfïeïeggenbe/ in 3gne tegeniooo^biggeit enmetsijuetoetlemiiisti^ ge eenige ïanb-goeberen / bg t Moofter ban Soo^buinen geïegen / aan tkiee gitnat-juffer^ geeft gentaaftt: 3onber een eenig tooo:b ban bit gefegiebeniffe te reppen- $oegt gier by bat Guido, betoelbe / 500 ai§ 50 begeren / beese miboïbjaage fiinbtrften^gebooptjoube gebben/ oen $öifTcgoppeipen fïoel ban lltrecgt opbien tip niet benteebt fean Rebben: 3pbe eene 3e* ïiere toaargeit bat Johan van mflouw in bit jaar op ben gemeïben fïoeï φ SJiflTcgop geeft ge^eeten. W* 3|en$ niet bfttóaaricggneïp batbebjoo,?ben
ban ben eerflen fcg$ber / abereegt^ opgebat 3ijnbe/bit berteUtngftjeQpbebaan gebjagtgeb* ben. ©ie fegaper 3al bergaatt gcbbfii bat be «Ü^abin ban 3§enneberg op goeben^ijbag 300 beek hinberen gebaart geeft / al^'er bagen in 't jaar haaren, $u geeft 3« tiaee ïunberen ge* ïp gebaart: Johan en Ehzabet. <&it bïpt iigt ten g^oote 3arft : behjelfce/ aï$ be üeer Rofè- male, be 30011 ban bm töotteebamfcgen &m* genieefïer Rofemale, beg?aaben30ube toojben/ ngt be aarbe/onber get gjonbtoeraban't&ooj/ i$ opgeg^aabetn Φ# bie 3arh fïonö te ïeesen bat albaar beg^aaben ïag be <0^bin ban ïten* neberg : betocl&c op goeben $$bag ban ttoee ftinberen geïgfc/ Tohan en Eüzabet, toa^ ber* ïoft/ en in öe uraam toa$ gejïo^en, ©itfooiit tioeg bebefïigt öoo^ get jegel ban 't eene binb/ te foecten Johan ·.· 't fejeïn gg / ttoaaïf jaaren oub 5ijube/ op to&fcg gab geb^uftt :· toelli 3egeï be
|
|||||
............ ■ k: .'■
|
|||||
van Delfland, 467
bftyttt Kornelis Alkemade , tt fóotterbaill
fcioonenbe / onber 3pe bebjaaringe geeft be?
tufim. *&it bergaaï fefjept nocgbou?ber Ιίφ uytttJ
m gemoontcban bte eemne} tebjeeten/batget nieuiae jaar 31311 begm nam niet gaaffegen: toelhe gemoonre/ bolgen$ ■* Moreri, m &?mfa rp fianb ïjreft gegoubeti tot ïjet jaar i^?v #oeg na ger jaar 1 f<5? geeft get nientoe jaar/ boïgen$ een tuiiïeiicur bah Kard ïX, eben ge* ïp in be anöere ïanben / 3JJ11 begin genomen met ben eerfïen 9faniiar&« ggoo ban / töanneer öe eerflc fcgnjuer te boei* gette bat be gemdbe <&;airin/ op gocben J^ijüag/ ban soobeeïe fcinberen bebaüen ioaS / al§ get jaar bagett gab; geeft ïj^ niet an£et$te Kennen gegeeben/ al$ bat 5s ban t&ee ïntiberen £ eener öjagt be* baiïen ώα$ : beteyl 'er niet meer al$ ttoee ba* gen ban bat ioopenoe jaar oberfegooten. <^u$ ί§ get maar een moojöenfpceïmg getoeefl: ge* ïp of ifc $eibe bat 500 eene taonuj / op 3D?on* toen mflfcimf/ ban een ni'hbjé tserloft fcoa^/ 't fcoeïft 500 beele oogen gab a\§ be maanb #e* fcuariu£ bagen teioe. wéêgé moojbenfpeeiing; 3irïïen tmim onboo^gtige ^rg^jber^ m be bolgenbe ttumn/ toanneer get nieubtè jaae met be maanb ^anaarm^ begon / 300 al£ be ttjoo^ben küben opgenomen gebben. €nbebnjï get jaar/ baigettó gunne rekening/ u|£ 365- bagen befïonb, suilen 3η 500 maar lofFeïgiumt* gelapt gebben bat be boojnoémbe <0;abm ooif 365- mnberen t' eener bjagt gebaart geeft/ en in be nraam i§ gefïo^bem <0g i AAN-
|
||||
4,68 Aantekeningen o ν ρε
Α ANTEKENINGEN.
ι. Wy zullen den Nederduitfchen brief van Graaf
Willem, ten diende van den Leezer , uyt /int.',* Mat' thiïus, bier iaaten volgen: Willem enz. Ontbieden u Heer en Ludolf Abt van Ey-
teren, want ghi gefet fyt over 't cloofler van Loosdunen te wefen een her echt er, ende een f^ifttator, we lc cloo- fler langen tyt in cranken ftate geftaen beeft , dat ghi aenfien wilt den ftaet van der Ahdijj'en, en van allen an- deren ambachten (dat zal hier te zeggen zyn, Non- nen in eenige bedicniiige geltelt) ende die ghi fiet en- de vint dat ocrbaerlic daer in is , verfet, ende verwan- delt (dat is verandert) ende c af tyt Je na hoere misdaet, die ghi ter waerheyt vint, dat fy misdaen hebben, Ende want dit onfe wille is, fo begheren wy 's } ende wat ghi hier in doet, dacr willen wy u in ft er eken, ende volftaen van uwen Over ft en, ende dedy 'i niet y fo moeflen wire anderen raet op hébben bi uwen Over/l en. Ende hierin wilt alfa doen , dat alle dinc bi u verbetert worde , ofwi en foudent langer met gedogen mogen, wi en foudentfel- ver doen berechten ,, ende daer toe/iendat Gods lof ende* fyn eere gemeeret worde. ( egheven in den Hage opfin- ië Pontiaens dashy'Anno Domiïii CID CCC. auadragefi* mo feptimo. ^ ί/, ι a. Ik wil dit verhaal van dat onnatuurlijk haaren
geenszins verdedigen. De ongelooi baarheit der zaa- ke zelf, de uilzwygendheit van de oudfte Schryvèrs* de zark te Rotterdam gevonden, fchynendoor geene giflngen of ligte tegenbéwyzen verzwakt te konnen worden, fk zal het verhaal dan ookrvoor een fabet houden; de uytlegging, van twee dagen in 't jaar zal ik insgelijks goedkeuren, en als wel uytgevonden pryzen. Is 'er noch 't eene of't andere over \ 't welk noch eenige ongeruilheït, of twyfeling, bt hapering in 't gemoed fchijni te maaktn V ik 5$* denken dat men in het verkiezen van een gevoelen, of men een verhaal aanneemen of verwerpen moet , nanr de krachtigfte en geloofbaarfte bewyzen moei zieiKdat * Aiuleft, Matih» ft &pag. ji*
|
||||
Âêâ^ÇÊÕ VING VAN DELFLAND. ^
men anders noit gedaan zoude hebben; zou men al-
tyd naar alle tegenredenen blyven luilteren. Maar zoo iemand doch pleiten en krakeelen wouw $ die zou noch konnen zeggen ,,.dat krachtiger bewyzen eene zaak wel geloofwaardiger, maarniet volkomen .zeker maaken, Doch,dat daar gelaaten, ik heb dit maar te zeggen, dat'er eenige bewyzen tegen dege- melde vertelling ingebragt werden, dewelke zoozeer nietfehynen te klemmen. Graaf Floris V, zegt Boxkor- ' ritus a á en Jutta Margaretaas dochter, i'preekende in zekere opene brieven van de Gravinne van Hen- neberg, en van zeker gifte door haar gedaan, maaken geen gewag van dit kinderhaaren. Maar was het daar derechte plaats, om van dat baarentefpreeken? En zou het zeer hoflijkgeweeft zyn , en eenen Graaf Floris of eene Gravinne Jutta wel gepaft hebben, zoo eene fchandelijke ftrafFe van zyne oud-meui of van haare moeder in eenen openbrief te vermelden ? 't Gee- ne gezeit word düt Guido^ dewelke alle die kinderen gedoopt zoude hebben, op den tyd van die wonder- baare verloflinge, op den Biilchoppelijken doel van Utrecht niet gezeeten heeft , dient even weinig ter zaake. Meelt alle de Schryvers en b fchilderyen, dewelke van dit haaren en doopen fpreeken, en het doopen van alledie kinderen aan eenen BifTchopGW- do toefebryven, noemen hem duidelijk en uytdrukke- li|k Wybifïchop van Utrecht. Is 'er ergens een uyt- lander, als Cttfpinianus c of iemand anders, hem die voor den Biflchop van Utrecht genomen heeft; dat is hem , als eenen uytlander toetegeeven. Anderen, als Johan van Leiden, tullen door de gelijkheït van den naam misleidt zyn geweeft. Ja de ongeloofbaarheit zelf, indien men redenen
en tegenredenen tegen malkander weegt, zou mif- fchien vry verminderen. Men weet wat de Genees- heeren van de eyerneften der vrouwen leeren : en wat al eyeren dat 'er in twee neften opgefloten leg- gen. De ftelling van den beruchten Heer Leeuwen- hoek , dat het mannelijk zaad vau levende diertjes á Thentr. Hol!, png. i7i. >■■<,
b Het bord te Loosduinen ophangende, zie Boxliom.p,i7a»
E-en opfehrifc by Junius vermeld. c Gufpinisnus in Gutkiaio, OS 1 krioelt,
|
||||
470 Aantekeningen op â å
krioelt, is een ieder bekend ; en kan miffchien nock
beter te pailegebragt worden als deeyemelten Daar- enboven , wien is de kracht der vrouwelijke inbeel- . dinge niet bekend r En ftm by geene enkelde giflhngen te blyven ; Boxhornius zelf weet ons van eene vrouw te JModena te vertellen, dewelke in 'tjaar 1279 van 42. kinderen is bevallen. Moet het haaren van 365. Kinderen vooreen fabel gehouden worden, zegt de hooggeleerde Heer dMattbaus, wat zal men van die vrouw zeggen , daare Reinefius die het verhaalt zelf overgegaan heeft, dewelke behalven eenige padden en egdiiten twaalf kikvoriTen ten deele door den af- gang gelooft, ten deele iiytgebraakt heeft ? En wie weet 3 zeit hy vorder, of die kinderen %an Margareta grooter waren als een kikvors} temeer daar de Kolchen, •volgens bet verhaal -van fBusbequius , doorgaans geen grooter kinderen ter wereld brengen ? Dat van de Kol- chen wil ik liever daarlaaten; en zouweer gelooven dat Bztsbequius, hoe fchrander dat hy was, zich hier wat heeft laatenwys maaken. g Aldrovandns, of lie- ver Avicenna daar hy het uytgetrokken heeft, verhaalt van eene vrouw dewelke van 22. kinderen bevallen is. Van zoo eene vrouw weet h Calius Rhodiginws ook te fpreeken. En volgens het fchryven van de Poolfche Hiitorifchryvers iCrommerus en Rob. kGna- gutnush Margareta, de gemalin van eenen Graaf Vir- beslaus, in'tiaarT2?o van 36. kinderen ineen kraam- bedde verloft. Het getal van twee-en-twincig , fes- en· dertig, twee-en-veertig, verfcheelt noch veel van 365". Om dan wat naarder te koomen ; de gemelde Ctflius Rhodiginus vertelt ons uyt Albertus Magnus, u\c het uyt Avicenna getrokken had , dar een zwan- gere vrouw door een een miskraam verloft is, van 72. kinderkens, welker lichaamtjes hun eerfte maak- zei en gedaante al hadden. Dat begint al te naderen; rnaar koomt noch by geen %d^. te paffe. Zoo ver- haalt dan dezelve Albertus Magmis, by den gemelden d Ad Anual. Egmurul. pag 200.
e Epift.adN-.itcL. 39. ' . f Ep. h æ Aldrovnndtis op. 1. de monftris.
h CxUus Rhodig lib. 4. c, 15.« ex Alb. Magno. » Cionimerus lib* 9* h. Quaguin, in Uo!efïöQ V. · ,.
Csclm,
|
|||||
•
|
|||||
Bèschryving van Delfland. 4^
CaltHsl, dat een andere vrouw 150. beginfelen van
kinderlijke lichaamen, niet grooter a!s den kleinften vinger , in een bekken heeft gelooft. Tot bewys voegt hy 'er by dat de vh'esjes van ieder lichaamtje, omde waarheit te onderzoeken, doorgefneedenzyn: dat de bewegingen van uytfpanningeën inkrimpinge in een goed getal der zelve befpeurt wierden : dat de oogen hun volkomen inaakzel en fatzoen noch niet hadden, enz. Maar, zal iemand zeggen, datzyn'er noch geen 3Ó5, Daar heb ik niet tegen: maar wie zal ons toonen dat een vrouw wel 150. kinderen ge- lijk kan krygen, maar geen 365· ? En wie zal ons zoo juift en befiiptelijk zeggen; zoo hoog kan het getal der kraamkinderen gaan, en hooger niet ? Dit alles zy enkelijk gezeit om de al te groote drïfrigheit in het verwerpen van zekere gefchiedeniiTen, dewelke ten eerften aanzien wat vreemden kluchtig luiden, eenigzins intetoomen. Maar waar blyven wy met de ftilzwygentheit van
de eerfreSchryters, en dezark van Rotterdam? Hier zal ik my gevangen moeten geeven: en durf daar niet tegen kikken. Ook heb ik vanden beginne verklaart dat ik de ganfche vertelling gaernevoor een fabel wil houden. Maarzouwik dan, ik zegge dan, en indien deze vertelling om de ftilzwygentheit moet verworpen worden, ook niet mogen bedingen dat by voorbeeld de inftelling van S.Jakobs order, die Floris V. toegefchree- ven word, en boven vermeldt is, insgelijks vooreen verdichtzel gehouden worde. De zelfde Schryvers, die de wonderlijke baaring van de GtAvinne iWargarc- ta verzwygen, verzwygen ook de gemelde inftelling. Daarenboven onder het groot getal der genen'die de gemelde baaring of verloffing zoo omftandig vertei- len, en als uytbazuinen, is 'er niet een die een eenig woord van dezelveinilellinge weet te fpreeken: Een Zeeuwfche Rronijkfchryver Reigersberg , en een WaalLe Petit 3 koomen ons zooeene inftelling ,derd- balve eeuwe nadat ze gefchiedt is, vertellen. De oprechting van een Ridderlijke order verdiende zeker- lijk niet alleenlijk met een woordje aangeroert , maar met allede omftandigheden enplegtigheden be- fchreevenrzy is echter met geen enkeld woordje aange- i Cselius Rhod. ut aare»
. 6g 4 roett:
|
||||
47* Aantekeningen op de
roert: zy word van veel rneer Schryvers verzweeger?
als de gemelde baaring. Maar , zal men zeggen , Mi· neus, Miraus zeg ik zoo een man, heeft de oprech- ting van de gemelde Ridder-order in een oud hand- boek gevonden. Zoo volgt dan , zal ik weder zeg- gen, dat die de eerfte en oudfte Schryvers, '^Mdis Stoke zelf die omtrent die tyden geleeft heeft, wei eene zaak van belang , eene roemruchtige daad , ja een voornaam cieraad der hiftörie, kannen verzwee- gen en achtergelaaten hebben, Wel is waar dat men eene zaak van belang in zulke gelegendheit , ik wil zeggen in eene zoo algemeene Üilzwygendheitvan de oudfte Schryvers/ niet behoort aan terieemen als op vafte blyken,op zekere en geloofwaardige handfehrif- ten, op onbetwiftbaare gedenkftukken, enz. Maar de bekkens, die te Loosduinen zoo lang tentoon gehan- gen hebben , en het bord daar boven van gefproken is, en't welk insgelijks in de kerk van Loosduinen plagt te hangen, die bekkens, zegge ik, en dat bord, de- welke daar zekerlijk opgehangen zyn met ken'uiffè Tan den Paftoor, de Kerkmeeirers , en devoomaam- iïen van het dorp, zyn die zoo veel ongeloofwaardi- ger als een onbekende brief? Hier tegen word gezeit dat »ihet opfehriff van het gemelde bord van jonger datum is ; en in de kerk niet opgehangen is voor de ió. eeuwe. Doch Boxhomius, dewelke dit doet gel- den bekent, en bewijir het ook uyt een ongedrukten Kronijkfchryver, dat 'er te voren het volgende ver- haal in oud brabbelrijm plagt op te hangen : D\mfpreecke(khe Godes kracht
Mach men menichfins wel mereken :
Want eens een frouken voortbragt
'Twee kynder te famen in der wereken:
Dat verwonderde keur Vrou Margriet Hertog)en
Dut eenwyfby eens mans beleydt mach dragen kynder
niet meer dan ien,
Paer nae het Godt gefchyen JVonder groot, want Jy wan luierde half hondert kynderen ende 14 *°? eenre dracht by eenre man.
De kynder kerjiede Bij/}hop Gy in een becken claer, $ fk Bpxhpni. als boycfy
|
||||
Beschryving van Delfland. 475
Daer waeren hoge geboren Peeten y alsPrincen^ Vor*-
(ïen, Vrouwen, dats waer,
Der fruchten (larfffi, en de was Germana van Ale- mann'ten Wi 11 eins Coninck, van Holland Grave,
al/onder vjane.
Dit was een wonderlieh dinck. Doe fy bleef ', Men jaeren duyfen Cc ende LXXVI fchreef Op ten goeden Fryducb, ten negen uuren liaerfiel meet in eeuwigheyt dueren. ,Ik moet hier noch eens zeggen, om in mijne voorige
beweeringe niet achterhaalt te worden, dat Biffchop G'y, of Guidfl, hier niet genomen moet worden voor den Biiïchop van Utrecht, maar voor den Wybiiïchop: want een Wybiiïchop is ook een Biilchop enz. Zou men dan niet mogen zeggen; indien men op oude ge- denktekenen cnbewysftukken mag aangaan, zoo mag men voor al aangaan op openbaare gedenktekenenen verklaaringen, dewelke in de kerken zelf, ter ge- heuggenifle en beveiligingeder zaake, voor iedereen ten toon geiïelt worden. Maar op deeze getuigenis kan ook paffen , 't geen Ant.nMatih<eus van't ander opfchrift zeit, te weeten dat men geene zekerheit heeft dat het al ten tyde van de gemelde Gravirme in de kerk is opgehangen; en dat het daar miflehien in ka- tere tyden opgehangen is, om geld uyt de beurzen t« lokken. Wat zal ik daartegen zeggen? Het heeft de geldzuchtige menfehen , in de middelfte eeuwen, aan zodaanige kunsjes niet ontbroken. Iemand zou miifchien zeggen dat dit in allen gevalle niet meer is als een vrees, een achterdocht, enz, dat zoo veele Hiftorifchryvers zich zoo ligt niet zouden hebben laar ten bedotten door een bord, indien het daar in hun- nen tijd ten toon gehangen was. Maar , dat daar gelaaten, mijn ïnzigt is alleenlijk geweeft, de rede- nen over en weer tegen malkander op te weegen, en te zien of men eene gefchiedenis, daar \ onze Jaar- boeken zoo drok van hebben , niet met eenige waar- fchijnlijkhct zoo konnen bekleeden. Doch de groot- fte zwaarigheit koomt op 't lefte: de zark van Rot- terdam verplettert alles, wateenigen tegenftand zouw durven bieden. Ik heb het rechte befcheid van dien η Analcdt. t» 6* pag, 4Z,
<®Q 1 fleea
|
||||
474 Aantekeningen op de
graffteen noch niet konnen bekoomen : maar dit
fchijnt my wat vreemd voor te koomen dat de Gra- vin van Henneberg, tegen de getuigenis van alle Schry- vers, te Rotterdam begraaven is geweeft. IV. o He- da , de Groote Kronijk van ρ Nederland , het Graf- ichrift 'tVfelkqScriverius uyt een oud handfchrift ge- trokken heeft, om van het bord te Loosduinen niet te fpreeken,deHolIandfche Kronijk, enz. zeggen eenpaa- rig dat ze de kerk van Loosduinen tot haare begraaf- plaats heeft gehad. Behalven dat alle die Schrijvers, en dat oude handfchrift zelf, hier ook gerniit moeten hebben ; vindt men geen gewag van de Rotterdam- fcbe kerk voor het jaar 1366: dat is by de ioü.jaaren na Margaretaas dood: Ik bekenne evenwel dat'er de kerk , eenige jaaren vroeger , geftaan kan hebben ,· en dat Rotterdam waarfchijnlijk al eene kapel gehad zal hebben in de dertiende eeuwe. Maar by alle Schry- vers te vinden dat de Gravin van Hennenberg, in on- se Jaarboeken zoo berucht, te Loosduinen begraa- ven is; en by geen eenen Schrijver te vinden dat Rot- terdam haare begraafplaats is geweeft, dat fchijnt de zaak niet te beveiligen: of men zou moeten zeggen dat de zark , een enkelde en onkoftelijke graffteen, van Loosduinen vervoert is naar Rotterdam. Maar wat daar van zy, ikverklaare wederom dat ik myhier gevangen geeve: en waar dat de zark van daan koo- iiie, het opfchrift (laat 'er evenwel. En om eens recht uyt te fpreeken; de baarïng van
365, kinderen , wat al voorbeelden dat ik bygebragt mag hebben, blijft evenwel een wonderbaare en on- gehoorde zaak : en dient vervolgens niet veele zwaa- rigbeden f haaren laftete ontmoeten. In 200.jaaren heeft 'er , zoo veel men weeten kan, geen een Schrij- ver van gefproken. Een van de cerlte en deftigfte Schrijvers , die van de gefchiedenifle gewaagen , te weeten W. Heda^ durft 'er met geene zekerheit van fpreeken : Daar word gezeit, zoo fpreekt hy, dat 'er een wonderbaare Zaak gebeurt is omtrent Macbtildis enz. Insgelijks, zeit hy, worden op deezen tijd eenige dia· ve») die naar eene fabel gelijken, vertelt van eenenFoh ϋ W. HeJa in Ottone 3,
ρ Chron, Magn. Belgii acUiunc ann. q iti zijne Aantek. op bet Gomlfchc Kronijkjc, rfï peft, 1 «
|
||||
Beschryving van D elfland. 47J
pert, Heer van Lide, en tiaajlrecht; dewelke, zoo als 'er vertelt word, onder een hoop volks fiaande, en dron- ken ztjnde, in 't gezigt van allen door de lucht is weg* qevoert, en nimmer weer te voorfebij* ts gekomen. He- da fchijnt de eene fabel byde andere te voegen. Daar word vezelt .... Insgelijks worden eenige dingen die naar een fabel gelijken, vertelt, enz. Hy wift ook wel dat het meermaals gemelde bord te Loosduinen te pronk hing: en hy fchrijftdat degefchiedenis op het zelve bord" gefchreeven ftond. En evenwel durtt hy 'er met geene iekerheit van fpreeken. , R Υ S W Υ K.
Sta een onben bïaffeet ber ültrccötfcjje Mtvkmn
fcehiojb getoag gemaaï«liaïmö|toicö:7ti»cm noch tegentooojbtg een bo?p i$ I aan be ober* %m Dan m\}\\ te ^nurfïcbe gelegen, maar baar i$ noctj een anber ftyffolfi ♦ t
toeift ban Melis Stoke gejjlaatfï tUO^Ö aan den
Geeit, enbicï>tbg'£ ^abcnöage gelegen^ ©e
^niöacïjtg4jeeripöeit banibit föptop/ 't todït eene fia$4jeeripïjeit ber feeren ban ©elft ψ hebben ^c éeeeen ban '# <02abent)age gehoekt ban ben Heer ban ®mn- ftonbom 0#fop ftaan berfcöeibe 5eer fcöoonefïotenof peeren- ïnmen: a$ <&ttenönrg/ 't $£\ή§ te 25Iotmge/ 't im$ ter JS^erbe / «15. €>nöer betoeïfte 30η* berittui uytimwtört ^acgtiö enljeedp pale$ ' ban $M$ Frederik Hendrik , Belvedère ge-
naamb: m 't toeïfce befctfétopfcöetyebe noc&
onlange gefloten $♦ · ^ 3De &♦ Boniracius, bie t geloof aan onje Pacroou»
ïanben uechunbigt ï>ecft / b>o# öier afê fa*
troon ber ^arocöi-ïterlie gebiert* 3 η bee3e ©arocï)i-her&e/ aan't outaar ban
g> Boniracius en öe&elfê ge3eiien / toa^ eene bifcaeg gefttcöt $ocij b>a£ er eene biiiarg ge*, facüt aan #« Pieten oataar. .<, Μ |
|||||
.»
|
|||||
47^ Oudheden en Gestichten
oude %n 't jaau 1304 geeft ïjm a$ Jpafïaoj ge* Vaftoors. paail ijfeec Diderijk.
I^aii be ^afiöocett / bie febeet be nieetrge*
tnelbeberanbenngte $$$inp geflaan gebben/ $j!t be bolgenbe aïïeen öeftenö: Hermes Ludolphi, een fórattenuittgec.
©e 3|eer en lèeefjeu Aaibert, Die teïïet'ben
gdeeft geeft / en in een googen onberbom o* liedeben i$. j^eefleu f Komciis Ramsdonk, pafïoo^te $tj?top/ $001 KSban^obemöcc 1634 bOOb in 3ïjn Öebbe SebOUben* Johan van-
dei Aa, bolnomen f&aziüttin be <0obnnnbe/ $ gefïojben in be tnaanb Üugufïugj 1661. ' MatthiasvanRhijn,een|^aaïttUper/^afïOO,?
te$g£top/ $ aïbaat* oberïebenben ζ 8 ban
«§cpt* 1679. Bartholotnaius MoiegraafjgefïO^betï
Ui öemaanb J^Ob. 1681. Tbeodorus de Groot, een 4*nnl)ut5cr/ en J^iefïee ban 't <&vatatt/ i§
öefïo?ben ben 8 ban ^eptcinöee 1700. Evert Sta! paard , een ïga0enaae / en een Sobenfcg <0obtgeïeerbe/ igben 17 jpieg 1700 ugt get ïében berguifï. Piacr Maas, een Hagenaar/en in£0clp$ een Hobenfcg<£5obt0eleeebe. m ïïifêtop geböe 11 / bolgen? get fcgjtjben
ban T. de ia Torre, ttnee ftapelïen gefïaan: be eene acgtee be gemeiöe goffïebe ^ttenbucg / be anbere bg be gofftebe be 25iu*0 : betoelne eerfï be Suyzen toegekomen geöbenbe / naber* Ιμηΐι aan tmx i|eee van der Duin, 3geer ban feggtop/ $ genomen, Φοκ geeft te föifëtmjft / boïgen^ be Stante*
ftensugen ban Sasboidus , een l^onnchioofiet; gefïaan / Ν azareth genaamb: begoorenbe onbec get bjpsigt ban 't J^ionfegeïtapitteL 3(n tlit hiOOfiec tg eene Belia van der Burch
$0nne getoeeft AAN-
t Qoedboek der HoU, Kerke»
|
|||||
4
|
|||||
van Delfland. 4/7
AANTEKENI-N G;
i. Dat Juxius de naamrede van Rijswijk doet afdaa-
len van de Rugii, die op 't eyland Rugen woonden, of half zoude denken dat Rijswijk zoo veel te zeg- gen is als Reuswijk ; daar in zal hy waarfchijnelijk niet veele navolgers hebben. Dat Rugen of Ruggen, daar we onder Vlaardirfgen van gefproken hebben, en daar een Regulieren klooiier gelraan heeft, zijnen naam aan 't Noordfche Rugen verfehuldigt is,zouw 'er beter naar gelijken. En wat de Reuzen en hunne overkomlie uyt Britanje belangt ; dat praatje is lang van de baan geraakt ; en 't zal 'er, zoo ik meen, noch zoo ras niet weder opkoomen. \ Ik wil hier maar aanmerken dat de Heeren van
Rijswijk al vermeldt worden in de elfde eeuwe. hi 't jaar 1183. (iaat Doddo of Dodo van Rijswijk als ge- tuige over een gifte-brief van á Dideryk V. Dat Dodo van Rijswijk zoo veel als DodoHecv van Rijswijk te zeggen is, blijkt uyt honderd en honderd oude brie- ven; daar de Heeren der plaatztn op zoo een wijze uytgedrukt worden. Dit hebben anderen reeds aan- gemerkt; maar moet aldus verdaan worden, dat de kinderen van zulke Heeren, of die uyt dat geflagt ge- fproten waren dien naam, mettertijd ook begonnen te draagen. In 't jaar ii\6. ftaat Arent van Rijswijk als getuige
over eene uytfpraak van Willem I. En in 't jaar 1217. itaat Reinier van Rijswijk als getuige vermeld in een verly-brief van Henricus Abt van Egmond. Noch een woord van Dodo van Rijswijk. Dodo is
naarallen ichijn dezelfde naam, dewelke hiertelan- de noch gebruikelijk is onder den naam van Doe of Doen, Toen de Latijnfche taal, Ãç 't opftellen van brie-
ven, akten, enz. hier op de baan begon te raaken, en men een Latijnfchen draay aau diergeltjke naamen wil- de geeven , fchreef men voor Doe Dodo , voor Poep Ñtfpo , voor Fop Foppo , voor Frank Franco , voor BoovbBono, voor At Atio1 vooiLyhje of itsits Ln- a In Chron. Egmundt ñ» À8·
b. Vide Hcd, p, 94, Æ»*
|
||||
478 Oudheden en Gestichten
zo, voor Teye Tado, voor Elsje E/fa, voor %waan%e
Zwanildis, enz. Maar mettertijd heeft men zin ge- kreegen in de naamen der Heiligen ; en hebben de PrieÜers, gelijk zeer waarfchijnelijk is, de menfehen aangemaant om de heidenfche naamen, zoo wel als zy het heidendom gedaan hadden, te laaten vaaren; en de naamen van bekende Heiligen aan te neemen. En daar op hebben de genen , die noch heidenfche naamen hadden , naar zodaanige naamen der Heili- gen beginnen om te zoeken , die de befte gelijkenis met hunne naamen hadden : Dus heeftmen Doe ver- andert in Dominicus; Fop 'm Fab'ianus\ Frank'm Fran- eifcus'j Boon in Bonifacius; Lutje 'm Ludovicus-y Atte in Athanafius ; enz. Dit , zeg ik , is dikwils aldus toegegaan : en dat het dus toegegaan is, blijkt uyt de oude (lukkenen pampieren. Maar'tisde waar- heit ook dat fpmmige van die Duirfche naamen by verkortinge verdraayt konnenzijn, en foniwijlen ver- draayt zijn , uyt deLatijnfche naamen. VOORBURG. K
£?!h« W &tftf&JW / Set ouöffe bom ban ^oïïaitd/
dorp voor &eeft ten $tct ouö uafïcel gefïaan: ban 't toth burg enz. fee HOClj ttüi%Z 02O11Ö- t\\ ttlflUV-toCrïlCII bttfi
toont tooien. Φεεϊε &φ$$ζχ§/ ilmimM
bp ö6 öaar gcbonöe jpriinuigcn / ίμηφεη oen %Ui$M Α ureliaan b00? Öetl (ïiCgtecbatl 'tQ.Cl\ltU
bthafml ifommbkn fytngt Vopifcus&ïpt
Öat Aurelianus , lia Öat ïfg jjCt i&?Rl*mfef&?"
fcfjag ban 't ft$bt%c#iomüt\:<&aiüm btltitcb
gaö / noit tti öesc lanoeii toeïrer1 öehonicn i§ -, fffitaft fift btelbtttvmet,bt toaargeit ober ctn te lioomen öat {jet geffreijt fë öooL? Aureüus Antoninus; (1) £11 öat Itieil ÖggeUOÏgbOÖI Au-
reliani mOetIC03m Aureliant. öat$ Aurelii An- • ..»'. / , v'. % \ : 'f l» i -''\ ":"·: >"'; f ,!>i:";': · ' ■' ■ l- ■/'"'
. t Vzü^tmlianHs hebben eentge vat! onze Kroni/fc-fchrijrers
^furinditlut .t of'Mlinm , en Efclinus , dat is Ezei-oor, ge- uiagkc 5 hebbende die fabe/rje uyt de Poceten getrokken. tonini;
|
||||
ψ
|
||||
van Delfland» 479
tonini. ï|iee ober ftan be ^ttt Aking * nag#
31'en tooien: befcoeifteter3eibepïaat3eÖemeeei: bat be naam ban $oo$nrg gefloten i£ ugt ben naam Forum Adriani : 't tDCifiC / $tlt ï}$/
niet alleen ugt be geïpemfle ban ben naam/
maat· ooft ugt be oberölijfseïen ban 't muur- toerft/ feïjtjnt te bïpeiL gelfê oo^beeït ög bat be open-Ö^iéf ban Karel den Eenvoudigen Op
bit 3$>oo$ueg $et: en bat baar eerjf Fortrana,
niet Forcrapa geïp 'er tegenbjoo^bigfïaat/ ge* feljaeeben i$ gebieefL ? (Ce $QO$wg / 't fcoeïft aan Korbuioos g#icö|
gelegen $/ i$ geöoorenbe (2,}bermaarbeGer- truid van Ooiten, betoeï&e te ©elft begijn ig getoeefi: en ban befoeifte bij? boben/ onberbe ffab ©eift / mpioopiger gefpjofcen Öeööern ^e fterit ban §et öo#j $ op ben naam ban ben p 5, Martinus tngetopt. Sjn onbe tijben plagt ' gier jaadp^ een ommegang te gefeïjieben: beginnenbe ban be fterlt / en embigenbe op 't mjterfie ban ;0öo$ut*ger-amöaeï)t aan seftere biiin/<ë$önrg gehaainb, ©aar geftomen/lieer; be be ommegang fcaeöer naar be J^arocjperfo ^e ^|eer fohan Nikiaaszoon, ^iilan^ aan Paftoory*
't % imu§ ontaar in ^. Pierers ftecïte te 3£efr
ben / ijeeft in 't jaar ifao jjet 3|arber$-ampt ban$oo$urgbeitfeebt. $aberljanbjjeeftbaar aï# ^aiioo^ gedaan be %eer Arenc van Lens: en alpegaftorg/ boo^ get affïerbenban^eer Lens, open flonb·, i§ 5e in 't jaar 15-71 ^ee; 3ben aan $|eer Johan Vreem. J^a Johan Vreem,
in 't jaat' 15*73 / $ baar totjiafïoo^aangefïelt
be ü|eee Johan Jobszoon.
- Φύϊί foa£ er in be fterfie ban ®oo$nrg/ aan muY**i
t outaar ban bel* i&aagb/eenebtftargof fta3 * Nout, Gcrm; int pag.'f 7. f9· 66.
|
||||
480 Oudheden en Gestichten
plïatig 0cfïïcgt; banoebielfte fcon onber Φοο^
fcgoten te f$tt€l\m 3iiHen fpfföen, 3)
3^e eerfte l^afïooj / detorffte $tbwt öe 300-
Padóors genaamoe 0efb^niaat5S0 3ijne bafïe tooomngte
zeden de |too#tir0 gegoubcti Ijeeft/ i$ getucefl Edu ward
^ " de Graaf, een <0onteenaar / boinomen 25aee*
lier in öe <0oot0eieeroijctt. 3113tjne pïaat$ i$
genomen Johan Verhoi ihtm ïtöttetöaininer/en
miliemfcï)<i£>oöt0eIeerÊie oeioeïne Denveer a-
driaan Walenburg , fflijbiffcfyap ban lÈteufell j
f enigen ttjo a$<g>etotar$ ten öienfleöao ge?
fïaan. ïfn$ onöen i4ban#ct. 1678 öoojenee ontpigeoooötmtïjetïebengernnr. Iiïdprus van Veen, een ïltecciitenaar/ Sceft öie jjofï gtm jaar beöient/ en $ gefloten oen 19 ban pepten!* bee 1679. ^00 «£ Dan oe gafïorn ban ©οο?; Öur0 ongeo^aagen aan Theodorus Stalpaard, een Utrechtenaar / en tigc een S£ntgemeefïet> ïijii 0effö0t0ffp|Oten; betoclfte eentgen tyooji fcesoe oe reeljten geffctöeeet ί)οο- £f rji^oaoj eene onttjöige öooq tac0geriiHt/ en op oen 19 ban j^obemöce 16 80 aan een binmge noo^ gefto^ ben. fSanffcmo^ tuïero jjenitot opbolger tsege-; ,· v- . fi'jjtlttj ohan IS eerkaflèl, eeü <£3uu?U0iimiCl7 £Ü
ren qiieenrïtn0 bant Urbanus Itoiiegie re ίϊσ*
men/ öetödneöen 3 3|uug»6pi 0ffiolen $. 3ja 3ijne plaats i§ aan^pnpö genomen Pieter van Beeft, een ïiitreeiijtenaar/ en öe 30011 ban oen becmaaroen «^enee^öeec Komeiis van Beeft. $$» fcua^ een qneeneung ban ï)et ïioomfege ï\oh legie De Propaganda Fide , en te föomen tot '%maacin Öe<£5oölinnoe aangenomen. Mijnt Opbolgei$ 5tja gCÜJCeft Niklaas de Reedei, ee«
<0o^ommer / en een -queeftriing beu floogc
βφΐζ ban Soben, N. vander Mey, ee« JUmficrtamwer.
|
||||
VAN D E L F L Α Ν Dj 481
*Bm€K öc φανύφύ Mn $oo^öut'£ pïa$t t&
m fcapl tt ftaan / ör &? urftaprf geitaamir. 3©P3u!ien jjiet öp öese gcicgciirfjrit ögtro#
gen öe fftcgttng ban öe fiapeüe te ®wv / tne on^öeteeförip ϋοα?tongeer geïeerben peeren ïirföeötser ban &e ©aöecianöfcjje oiiüfteeöen/ Co rnelis van Alkemade , ttt JjanD gefïejt !$♦
JOhan.) Heere van Waflenaare, van Voorfcho*
ten, en van Katwijck, &c. Borggrave van Leyden , doen kond allen luyden , alzoo mijn lieve Heere ende Vader zal. ged. in'c lelie van zijn leven befprak ter timmeringe van Veurka- pelk vier pont pajement s'jaers, befet ende be- wijft op een woninge laats van fes morgen mit- ten huyfen ende barge gelegen by Veur-kapelle voirf. an die noirtzyde van de Geeft , ende is geheten Pieter Revnersz. woninge, dair voir Honden vive pont s' jaers, tenCapelrye tot Ley- den toebehorende , dewelke woninge voorf. nu gekofc heeft Keriknt.van Alcmade onfe Neve, dewelkeöns biddende, dat wy hem wilden gon- nen , dat hy die vier pont s'jaers by myne Hee- re en Vader befproken ter fabrijke voirf. over- fetten en bewijfen mogte an betere renten ende landen binnen onfen Hcerlijckheyt van Wafle- naer, die Dirc van Voern nog fes jaerin huere beeft, om vier en een halve Beyerfche gulden s'jaers, na utwyzinge Kerftans brief, die hy van percelen van landen in Vorenbroik gelegen onder zyn zelfs zegel befegelt dair of gegeven Jieeft, foe ift,dat wygenege der goeden recht- vaerdigen bede Kerftans, en profijte ons kapels van Veuren voorn, hem gegont en gegeven heb- ben , dat zijne voorf. woninge mitten huyze, Jant en barge vande voorf. vier pont*'jaers vrp, ψ} Η
|
||||
4$2 Oudheden en Gestichten
Jos, quyt, en onbelaft zal weefen en blyven ten
eeuwigen daghen, behoudelijk der kapellen uyt Kerftans weder brief van waarde te wefen, zon- der argelift. In kenniile van dezen zoo hebben wy onzen zeghel hier aan doen hangen zes da- gen in Juny in 'c jaar ons Heeren 14.65. 3N$e Mptl fïre&te tot aan ^eSa&enöofelj
toe.: en 3e fjab 3elf$ een * bofeïjje in ^ega* nenöofcï) fïaan/eneenigianb bat binnen ^ep* ftenbofeï) lag. &it bïpt ngt eene onöe naart ban ^cpöenbofcïj / baar tof een aftenentng ban öeööen: bram in 't jaar ^69 jjeeft Jacob Koenraadsz. Sanbmeter on ojtye ban be J^eer ban WaiTenaar bit ^cfjanenbofelj «ij, gemeten/ en baar op be genieïbe naart gemaaitk 23oöie afrenemng flaat ooft be aföeeïbinge ber ïtapek ïc; toaar ugt öïpt bat ^ofïer en 3$cfïer ^cganenbofci) toen nocg g^oot i»a$ +7 mo^ gen 4fjonb 183 roeben en 8 boeten, %et oofï- einbe begon aan 't eerfïe biggetje boo$ Boop fcgoten/ en ï)et fajefï-einbe bn be $eurïïapeï· jj^en taeet eigentip niet toie be ^cptï}ei>
ïig banbee3e napeliegehjeefï i§: maar boïgen^ Jet Roomfchc Verhaal ban Jakob de la Torre
jjeeft baar omtrent een nagel gefïaan : m be*
toeïne be % Regenfreda a$ jiatroneffe fcoierb gebiert, ®oty be gemelbe %eer Alkemade 3eit bat bte ter eere ban ^Agatha getopt gemeeft 3[n bee3e napeïïe fcoa$ eene bi&arg; beroeïne open gebaïlen boo? get oberïpen ban Johan Vreem, in 't jaar ι ?7* ög reep ban berbaïïin^ gC gekomen i§ aatl Laurens Zacharias 30OU*
|
|||||
VEUR.
|
|||||
van Delfland· 4S3
VEUR en de LEIDSCHENDAM.
$aaf! I^oojüurg / naar Keiöen toe / hoï$t
bc feiofcjöen ^am / en öe öuurt 't Veur of 't Voor: 't fcoeïftfommigc^cï^ijber^ooftbara 't Sattjnftfje forum aflesoen. <®e 3[efïinten ïjeööen ben &eibfcïjen-bam eit
't Veur ban be omïcggcnöe gafïorgcn afjjc* fcijeuit. «Dccerfle bcto£ïftebee3efïreeiibalg;e!$ bc beeguraitng ban oen 2$iffci)Oö ban Cfefen/ maar tegen be bcroaagpinten aan / al$ eene Ög$onbere fïaatsie öeöieut fjeeft i$ ojefoeefi Adriaan Nierop, ill bc$elbe jitCtU geÖOOreit/
m een J^iefïec itgt öe jUaatfcjjaijpge ban Je-
fus. ffiïgijgfcaatin ten gac'aen cuberöom obctv ïcben iua^ j i$ jjn opgebolgt bpoj Komelis Kromftryen, cen%agenaar/ cntn$geip<s een 3fffugt" ïf g geeft tot opbölger gehreegen 31)* tien neef/ of öjoeber^ 300η / Murtinus Krom- ilryen, te föij^iöp gebooren* AANTEKENINGEN.
1. Over dc2e opfehriften is reeds zóö veel en zoo
bondig gefchreeven, dat ik maar gedaan werk 7,oude doen , met mijne giiïïngen ook op te geeven. En de bewyzen en gïffingen van Menjb Ah'tng gevallen my zoo wel, dat ik daar niets hebbe by te voegen. 2. Van S.Gccrirmd van Oaficn zal de Leezer al iets
gelezen hebben onder Delft ; Wy hebben hier maar iets te vermelden .yan de tekenen van Chrtfus won- den ; dewelke zy , 7.00 wel als de Η. Francifcus, in haar lichaam ontvangen zou hebben. Het Iuft my niet veel tegen of voor deze vyf wonden te fpreekeh. Ik zal maar uyt den vermaarden Bailhta aanmerken dat de tekenen der vyf wonden , dewelke S, Fravd- fcus allercerft ontvangen heeft, zeer vruchibaar zyn fi Sailkt ProJogomenes fur les Vies des SS.
|
||||
4^4 Aantekeningen op de
geweeft ; dat is , veele diergelijke tekenen der vyf
wonden voortgebragt hebben. Die tekenen van S. Francifcus maakten 200 veel geruchts, en de geheele wereld ftond zodaanig verQeld over 200 een onge- hoord wond.r, dat hem alleen die glorie niet gegunt konde worden. S. b Catharwa van Senen , S. Geer- truid van Oojïen , ja de H. Apoiïel Paulus zelf, wier- den ook in hunne fchilderyen met zodaanige tekenen afgebeeld. Dit ilond den Fraaciskaanen niet te lijden: en onder Paus Sixtus IV, die uyt de order der Min- nebroederen tot dePauiTdijke waardigheit opgeklom- men was, hebben zy de kans fchoon gehad, om alle die Heiligen met hunne vyf wonden uyt temonfteren. Zoo heeft dan gemelde Paus in verfcheide brieven,
en op ftraffe van den ban, ernftelijk geboden, nie- mand had zich te veritouten eenige Santen of Santin- tien , buiten duidelijk verlof van den ApoftoliiTchen Stoel*, met de vyf wonden af te beelden. En wat de H. Catharina van Senen belangt , die word van den Paus met haar eigen naam, en niet zonder goede be- wijzen , uyt het getal der getekenden uyrgcfchrapr, Hy dringt daar krachtig op , en doet het met goede reden , dat nochte in het proces van haare kanoni- zaatzie zelf, nochte in den brief der kanonizaatzie, daar het echter had moeten gefchieden , tenig gewag vaii die vyf wonden is gemaakt. By deze gelegendheit zal ik noch zeggen dat de vyf
wonden , of de tekenen der vyf wonden , van S. francifcus ook veel tegenfpreekens geleden hebben. Ik zoude dit niet behoeven tebewyzen; en ieder een zal wel gelooven dat het noit aan menfehen ontbro- ken heeft, die op het ftuk van zodaanige wonderen wat hardgeloovig waren : maar ik vertrouw dat de Leezer wel een hiftorifch bewys van die hardgeloo- vigheit zal willen hebben. Zoo zyn 'er dan in 't rijk van Kaftilie en Leon verfcheide kloofterlijke en wereld- lijke Priefters geweeft; dewelke zoo eenè wonderdaad niet konden aanneemeri; ja niet alleen niet konden aanneemen ; maar zich met alle kracht daar tegen fielden ;, de tekenen van de vyf wonden op alle de ichilderyen van S. Francifcus doorfchrapten; en de Schilders wilden dwingen om dien Heilig, met zijne vyf wonden, nimmer meer uyt te fchilderen. Maar § Zie MoUnus de Pi^turis Jib, 3. c. ^ j, ./*/«-
|
||||
I3ESCHRYVING VAN DELFLAND, 48?
Alexander IV, heeft hen altemaal doen 7-wygen ; en
federt is S. Franctfcus in de vreedzamige bezittinge van zijne vyf wonden gebleeven. Het is met de tekenen van de vyf wonden gegaan,
gelijk hetten tijde van den eerften kruistocht gegaan is met de tekenen van 't H. Kruis. De zaak verdient wel met wat hooger gehaalt te worden. Men weet met welkeen fchiel ij ken drift de menfchen bevangen wierden, om't H.Land te gaan veroveren, en van de dwinglandye der Turken te verlofTen. Die drift wierd voor een goddelijke beweeginge aangezien : * zag men iets zeldzaams in de lucht; fcheenende wolken, gelijk het meer geichiedt, een leger van foldaaten, gevecht, het teken van 't H.Kruis te vertoone; droomde iemand van het H. Kruis, of van de ltad Jerufalem; dat waren bovennatuurlijke zeldzaamheden , geheim- rijke vertooningen, goddelijke droomen. Én, om tot de zaak te koomen, het is ook bekend hoe dat de menfchen , die zich tot de kruisvaart verbonden , kruhTen van allerhande kleur en itoffe van buiten op hunne fchouders, of elders, vaft hechteden. Dat pron- ken met fcoo een kruis, endieopenbaare verklaaring dat men tegen de Turken zoude optrekken, fcheen in't eerfte zoo mooy te ftaan, en deed die kruisdraa- gers voor zulke kruishelden aanzien, dat fchier ieder- een zoo een kruis op de fchouders moert en wilde hebben. Maar toen die mode too gemeen wierd» moeft 'er wat byzonders verzonnen worden. Die kruiifèn, die op de fchouders vafi: geftoken waren, drukten door eene verborge magt, en door hemden en klederen hene, even zoo een kruis op hun naakte vleefch. Enditwierd, op bun zeggen, voordelou- tere waar heit aangenomen. Fukherius Camotenfis , een van die Schrijvers dewelke het inneemen van Je* rufalem befchreeven, en alles in eigen perfoon byge- woont en met eigen oogen gezien hebben, vertelt ons hoe f dat'er een fchip met Kruisvaarders op de kuiten van Italïe zonder üorm of wind geborikn is, en by die gelegendheit 400. menfchen verdronken zyn. Als fommigen vandie menfchen ontkleedt wierden, zegt by, heeft men met verwonderinge bevonden dat het * Guibert. Abb.gefta Dei per Francos pag. f{i.
t Videgefta Dei per Francpy, tom. 1« p. j 8 f -3 8<i. § f) 3 kruis
|
||||
486 Aantekeningen θ f de
kruis op hunne naakte fchouders getekend ftoiid. Dit
doet hy, die anders geenszins onder de ligtgeloovig- fte Schrijvers gerckent moet worden , als een won- derdaad gelden : hier toont hy zich ten uyterfte ver- wonderd over Gods barmherttgheit, Maar een an- der Schri|ver, die war meer nadenken had, of meer van de itreeken wilt, te weeten Quibertus Abt van Ne- gent , lacht met de ligtgeloovighek van Fulcberim c: Als het gerucht , 7O0 fpreekt hy , van de aanflaande /■ruisvaart door ganfch Europa begon rond te hopen , en ieder een deed gelden dat de goddelijke wil hier onder [peelde% hebben allerhande menfc hen, -van'tgeringfie flagf en zeifs flechthoofden van vrouwluiden, op zoo een wonder daad geroemt. De eene wifl eemge bloedachtigeftreepen in zijne oogen te toonen , en zwetjie dat het kruiffen waren. Een ander die een vlak op zyn oogappel had, en ellen- dig blind was, deed zoo een vlek gelden als een hemel- fche vermaning, dewelke hem ten kruistocht aanporde. Wederom een ander wijl door de fappen van verfche ap- pelen , of door toegemaakte verwen, een kruis op 'teene of't andere litmaat te Jchilderen. Dat was noch maar kruiüen op zyn lichaam fchii-
deren, en een gelijkenis van kruilien vertoonen. Dit is noch te vatten, zal iemand denken, en koomtop de huid en het lichaam niet aan. Maar dezeldeG'»/'- bertus d verhaalt ons van een Abt, ik zegge niet van een kalis of onnozelen hals, maar van een Abt, en een Abt die van hem zelf behalven in deze Z3ak als een eer- lijk en deugdzaam man gepreezen word: hy verhaalt ons, zeg ik, dat zeker Abt, dewelke ook gaerne ter loruisvaart opgetrokken zoude hebben , maar geen gelds genoeg had om het op zyn eige beurs uyttevoe- ren, het teken van zoo een kruis, als de andere op hunne fchouders droegen , in zyn voorhoofd heeft weeten te drukken. Het was'er niet opgefchilderd , ïegt Qutbertus, maar ftend 'er even eens op als of't 'er door een gloeyend yzer in gebrandt waar geweeft. Eu, om het bedrog door een leugen te bedekken, verzekerde hy dat het door een Engel in een nacht- gezigt was gedaan. Ook is hem zyn vornemen niet mislukt. Het ligtgeloovig volk, 't welk zich altijd c Vide gefta Francor, p. ft f.
d ïbid. pag, 507» aan
|
||||
Beschryving van Delfland. 4S7
aan nieuwigheden en mirakelen vergaapt, heeft hem
de eene vereering voor en de andere na gedaan; en in ftaat geftelt om op een fatzoenlijke wyze met de andere Kruisvaarders op te trekken. Sommigen, die 200 onnozel niet en waren, en zijne woorden voor geen Evangeli wilden aanneemen , konden het bedrog wel merken , en den etter uyt de ingebrande ftreeperi zien vloeyen. Hy zal dat vloeyen van den etter zelf ook zonder twyfel wel gemerkt hebben; en daarom zal menig Leezer hem voor een onvoorzigtigen gek houden; om dat hy zoo een taflelijk en zigtbaar be- drog voor een mirakel durfde verkoopen. Maar hy "was loozer, en kende de menfehen beter, als zulke veroordeelders. Spreekt de valfche mirakelen byfom- mige menfehen eens tegen; zy zullen u zelf voor een verwaanden gek houden , en des te vafter op hun- ne inbeelding fraan. Maar zoude iemand van zoo een man wat goeds durven wachten ; en niet den- ken dat'er van zoo een openbaaren bedrieger niet an- ders te verwachten was als ondeugd ? Echter heeft hy zichzelven, volgens de getuigenis van Guibertus, ge- duurende de kruisvaart zeer eerlijk gedraagen ; en heeft aan het Chriitene heyr , door zijne heilzaame vermaaningen, veel goeds gedaan. Hy had maar hier in gemiit, zegt Guibertus > dat hy een yver, die zon- der wetenfehap of befcheidendheit was, had opge- volgt. Ja die zelfde man heeft zich zodaanig gequee- ten, dat hy in't H. Land niet alleen Abt, maar ook AartsbiiTchop van C<cfarea geworden is. Maar om weder tot de 5·. wonden te koomeri , en
dit verhaal daar op re paffen; ik laat een ieder het zij- ne hier uyt neemen ; en zoude alle de gevolgen , die zich natuurlijk opdoen, aan't papier niet durven be- trouwen. Het is in onzen tijd gebeurt, dat zekere Nonne te
N.de vyf wouden, zooalszy voorgaf, ook ontvan- gen had. Zy wierd voor eene Santinne gehouden : de menfehen quamen van alle kanten aangeloopen om de heilige Nonne te zien, en met haar te fpree- ken. Juffrouw N. een Jefuytfch klopje , en een fchrander vrouwsperfoon, was 'er ook naar toe ge- reift ; en ftond verzet over eenïge verberge taken, haar gewiflè betreffende , die de Nonne haar open- $ïj 4 baarde
|
||||
4$B Aantekeningen op de
baarde. De vyf wonden wierden aan de gemelde
Juifrouw , en aan meer anderen , vertoont. In 't kort, deNunne wierd voor heilig gehouden· en ie- der een was even verwondert dat haarlichaam, zoo we) als dat van S.Fr.incifcus , Zoo wonderlijk was ge- tekent en doorboort. Ik had byna vergeeten , dat ze niet wel te zien en te fpreeken was ; en 't was eene byzondere gunft , toegang tot haar te hebben. Doch eindelijk is de bommel uytgebrooken; haare zoo geroemde heili'gheit verdweenen ; en bevonden dat alles maar bedrog was ge weeft. Zy had in haa- re handen en voeten enz. gaten laateu bijten door fterkwater : dat zy eenige verborge zaaken , zelfs rakende het gewiilc, aan fommige menfehen geopen- baart had, was gefchiedt door behulp van een ande- reNonne; met dewelke zy, zonder kennis vandean^ dere klooflerzuilers , die ganfche klucht uytvoerde; Want dewyl de Santinne, om naare geduurige t' za- menfpraaken met Chriflus of met de Η Maagd, zoo moeielijk te fpreeken was , en de menfehen dikwils verfcheide urjren nioeften wachten ; had de andere Nonne ondertuiFchen goede gelegendheit om zodani- ge menfehen u,yi te hooren. Had zy dan iet byzpn- dersgehoort, dat wift zy de Santinne, zonder dat het gemerkt wierd, aan te dienen. Die my niet geloo- yen zpu willen , en zich hier aan zoo veel gelpgen laat zyn , zal by eenige klopjes uyt de Poeldijk te recht Konnen raaken ; want de voorgemelde Juifrouw N. en andere Nonnen uythet gemelde kloofter, heb- ben de ganfche zaak in de Poeldijk oniftandïg vertelt. Dit bedrog wil ik echter niet roegepaft hebben op
QeertrvAd -van Oojlen : en ieder een vat wel dat het geenszins en'volgt : zoo eene Nonne heeft zich met Jift en bedrog· beholpen: zoo moet dan Geenruidvan Qofien, die zekerlijk van een heilig leven was, ook voor eene bedriegfier gehouden worden. Ook word 'er in 't leven van ony.e Geertrtiid van
Oofien verhaalt, dat zy yeele zielverrukkingen hepfc gehad· Ik'wil juift alle de zielverrukkingen, gezig- ten, vervoeringen, en wat 'er vorder van dien aard is, niet tegenfpreeken. Veele deftige mannen heb- ber} zoo omftandig, ep met zulke ver/.ekeringe, vari (3ièzaaken gefchreeven ; dat het een bfzonder perfoon iiQOt veryvaandheit Zoude aangerekent worden , ift eene
|
||||
Beschryving van Delfland. 489
eene 200 duiftere zaak wijzer te willen weezen als
zoo veele deftige mannen, dewelke met kennifle en ondervindinge vanzaakengefchreeven hebben. Even- wel zal het my, zoo ik hoope, geoorloft zyn te zeg- gen dat ïk de levens van vericheidene Heiligen, de- welke in de middelde eeuwen geleert hebben , met geene of weinige fmaak kan leezen. Daar de levens van de oude, en ook van eenigelaater Heiligen , ons doorgaans niet anders voor de oogen (lellen als eene naarftige onderhouding van de EvangelilTche' zeden- leiTen, eenegeduurigeverfterving der zinnen, een af- keer van de zonden, een verlangen naar Godt, een hartelijke genegendheit en behulpzaemheit voor den evennaaften ; en wat vorders een oprecht Chriften betaamt 5 zoo fchijnen verfcheide Schrijvers, dieons de levens van de Heiligen der middel fte en laatere eeuwen nagelaaten hebben , daar voornamentlijk op te doelen, om wat zeldiaams, wat byzonders, wat wonders , wat ongelooffelijks , wat onnatuurlijks, voor den dag te brengen. Voornamentlijk fchijntdic plaats gehad te hebben onder de Religieuzen. De goede en verftandige Religieuzen moeten het my ten befte houden: en ik weet en bekenne dat het noit ont- broken heeft, en noch tegenwoordig niet ontbreekt, aan geleerde en wel onderrechte Monnikken. Maar die weeten ook wel, en zy moeten 't bekennen, daf: het noch minder ontbroken heeft , en noch tegen- woordig ontbreekt, aan ongeleerde, lintgeloovige, ongeoeffende Monnikken 5 dewelke alle praatjes, die naar wonderheeden en mirakelen gelijken , zonder Veel" onderzoeks voor de waarheit aanneemen, en voor de waarheit verkoopen. Het is gegaan met de Le- vensbefchrijvingen der Heiligen, gelijk het ineenige Katolijke landen met het preeken gaar. Op zyn E- vangelifch te preeken is byfommipe Monnikken al te eenvoudig; den test der Evangeliën uytteleggen, of de middelen terbekooming vap de deugden aantewy- zenisalte gemeen. Daar moeten onge'.oofrelijke mi- rakelen, verfchijningen , en veropenbaaringen pn- derlqopen : anders, zeggen zy, is de predikaatzte të flaauw, en te eenvoudig. Ik fpreeke nu niet van de genen, dewelke den preekftoel in een klucht-toneel veranderen ; en zich wonderlijk meenen uytgeflooft iU S te
|
||||
49Q Aantekeningen op de
te hebben, wanneer zy door allerhande quinkflagen,
kluchtjes en fnakeryen , de menfchen aan 't lachen helpen, en aan't lachen houden. Van de zodanigen fpreek ik niet. Maar deanderen- hoewel dat ze bin- iien de paaien vandezedigheit en fatzoenlijkheitfchij- neu te blijven, zyn evenwel met eene gelijke waan- wijsheït beftoven. Zy willen ook uytmunten ; en ditmeenen zy des te beter te treffen, hoe dat ze won- derlijker mirakelen , menigvuldiger openbaringen , ongel oorlel ijk er zielverrukkingen en vervoeringen , vreefTelijker verfchijningcn en uyterlijke aanvechtin- gen van ganfche regimenten van duivelen , en dier- gelijke vreemdigheden , op eene zielroerende wijze voor (lellen. Even eens zyn fommige Levensbefchrij- vers te werk gegaan. Een eenvoudig verhaal van de Chriftelijke deugden , in dewelke de Heiligen uytge- icheenen hebben, paft ook op andere Heiligen. Eene diepe ootmoedigheit, eene groote affcheidingvande wereld en van al wat wereldfch is, eene vuurigelief- de tot Godt, eene verzaaking van ïich zelven, eene Chriftelijke veriterving, eenegeduurige oplettendheit op zijnen handel en wandel, en diergelijke deugden meer, zouden hunne Heiligen niet genpeg doen uyt- munten. Zoo moeiten 'er dan wonderbaare geval- len verzonnen worden. 1 Ik wil maar eenige (taaltjes aannaaien. Zoo ver-
telt men yan de zalige eGerardefca dat zy , in haare verrukkingen, gezien heeft dat S.Jan Evangeliji op alle zondagen de Mis in den Hemel leeft; dat alle de kerkelijke perfoonen, zoo V3n den wereldlijken als kloofterlijken (laat , den heiligen dienft bywoonen ; dat de H. Maagd Maria fevenmaal in 't jaar het H. Lichaam des Heere voor alle zondaaren ontvangt; dat alle de gemelde kerkelijke perfoonen , 'als \xDo- m'tnm vobifcum , en Pax Domini fit femper -vobifcum gezongen word, op eene eerbiedige en gelijkvormi- ge wijze antwoorden, Amen: dat niemand daar de Mis durft zinden dan de ïf.Johannes: en dat niemand te kommunie durft gaan als deH.Maagd Maria: dat dit kommuniceeren van de H. Maagd, gelijk gezegt is, ïevenmaal in't jaar gefchiedt; te weeten opKersdag, «p Drie Koningendag , op Paafchdag , op Hemel- ^ Ziet baar leven by Papenbr,ad 26. May,
vaarts*
|
||||
Beschryving van Delrlahd, 49t
vaartsdag, op Pinxterdag, en op den dag van O. JU,
Vrouwen Hemelvaart. Ik zal devryheit neemen van den Leezer omtrent
deze itofTe noch wat op te houden; en, dewyl ik niet vertrouwe dat het in 't vervolg van onze Aanteke- ningen weder te pas zal koomen, noch iets van de zielverrukkingen, oiextafes, te zeggen. En dit zal hier des te beeter te pas koomen; om dat 'erweder- om van Chrifius wonden , en van de navolginge zie- ner kruyiïinge, gefproken zal worden. Het is myn inzigt niet dezelve tegenteipreeken: ik wil alleenlijk aanmerken hoe dat fommige veel werks van deze zielverrukkingen maaken; en 't geen de Heiligen in die verrukkingen gezien of gehoort hebben, den ge·· loovigen fchier voor goddelijke openbaringen willen opdringen : terwyle dat anderen, die wat meer ach- terdogts enoordeelkunde htbben, alles dat in die ver- rukkingen gezien en gefproken word zoo hoog niet en fchatten. En indien men alles voor en tegen-o- verweegt, zal men bevinden dat eigen belang, en de zucht voor een zeker gevoelen, of voor den luiiter van zijne order, en dïergelijke inzigten , dikwils de oordeelen van degauwfte mannen verrukken, en ieder doetvonniüen, naar dat het hem in zijne kraam fchijnt te dienen. Men weet by voorbeeld hoe dat 'er ge- twiil is, en mtiïchien tegenwoordig noch getwift word, over het getal der nagelen i met dewelke ChrU flus aan 't kruishout gefpijkert is geweeil. Zoo zyrt dan de zielverrukkingen ook in 't fpel gekomen : en volgens 't gene de izWge fMagdalena de Pazzh in zoo eene verrukkinge gezien en gedaan heeft, zou Cbri· flus alleenlijk met drie nagelen vaftgehecht zyn ge- weeft : zodaanig te Weeten dat beide de voeten, op malkander leggende , met eenen en denzelven nagel doorboort waren. Ik zegge, gezien en gedaan heeft; want om dekruyffing van Chrifius natevolgen , ging zy in zoo eene verrukkinge ter aarde leggen ; ftak haare handen van malkander , ftrekte haare voeten recht uyt, even eens als of zy haar zelve toeilelde om gekruift te worden, en als of haar de handen en voe- ten , doch de lefte met eenen nagel , vaftgefpijkert wierden. Daar op raakte zy op eene wonderlijke ƒ Ziet beide haare leYensbefchriJvingen by de Boliandiftcn*
wijze
|
|||||
45L* Aantekeningen op de
wijze oyer ende; en ftond tegen den muur, als waar
zy metterdaad gekruilt geweeit. Tot beveitigingevan 't zelve gevoelen zoude ook dienen de wonderlijke vertponing, dewelke in 't hert van de zalige gClara de Monfe Falconis gevonden zoude weezen. Haar he.rtwierd na haare dood opgeineden; en wierden iii 't zelve alle de werktuigen vznChri/tus heilig Lijden gevonden; defperre, depylaar, defpongje, degeef- felen, de nagelen, enz. Maar, hoe nauwkeurig dat men toez%, daar waren niet meer als 3. nagelen te vinden. Is dat noch geen bewys genoeg; zoo zal men ten minften Chriflus zelf dienen te gelooven: want in 't leven van de zalige BabiifiahVerana, de- welke 't eene gezigt voor het andere na heeft gehad, flaat met duidelijke woorden aangetekent , hoe dat Chriflus haar deze woorden toegefproken heeft ; Ik ben met drie nagelen aan ** kruis gehecht; en gy zult ook met drie nagelengekruifl worden, te weeten met ar- moede y gehoorzaamheit , met kuisheit. En , om ten overvloed noch eene getuige bytebrengen, in't voor- gemelde leven van Gerardefca ftaat te leezen dat Chriflus aan haar verfcheenen is, hebbende beide zij-^ ïie voeten met eenen nagel doorboord. Maar de H, Brigitta, de H. Brigitta zeg ik noch eens, die zoo ver-? jmaarde Santinne, wiens openbaringen door meer als eenen Paus goedgekeurt zyn, koomt alles, wat de gemelde Santinnen gezeit hebben, over hoop werpen, jDe H. Maagd heeft haar tot twee maaien * verzekert, en f Chrtjlus zelfheeft het haar getoont, dat hy met vier nagelen vaftgeheeht is geweeft. En dan heeft hy haar noch eene openbaring gedaan, regelrecht ftrij- dende tegen de openbaring dewelke gedaan was aan deH. Δ1. Magdalena de Pazzis. Delaatfte was in haa- re yerrukkinge plat ter aarde gaan leggen , had haare handen en voeten uytgerekt, even eens of ze doorna- gelt wierden; en was daar op over ende gaan (taan; als tot een teken dat het kruis eerft op de aarde had gelegen : dat Chriflus, ook nederleggende, op het kruis wasgefpijkert; en dathyj dus vaftgenageld, met het r Apuil Papenbr. in Refp, ad Exiiibic error. ad art, 2.0. n. 3,
h Apud Pap, ad 31. Maii. * Revclar. Brigict, lib: 4. c,/o« & lib» ï« c, 1©. * Lib, 7. c ij* kruis
|
||||
Bescmryving van Delfland. 493
kruis was opgerecht. Maar de H.Brigittais wel an-
ders inhaare openbaringen onderrecht: te weetendat het kruis eerft opgerecht is geweeit; en dat Cbriflus langs zekere trappen tot het bovenfte van 't kruis is opgeklommen,en dus vorder aan't kruis vaftgenageltfs. Men weet ook wat al krakeels dat 'er geweeft' is over de bevlekte of onbevlekte OntvankenifFe vanÖ. L. Vrouw, ieder gevoelen is ook door openbaringe gefterkt. S. Brigitta wierd in eene zielverrukkinge onderrecht dat de gemelde Ontvangenis bevrijdt was geweeft van alle fmette. S. Catbarina vanSenenl, in diergelijke verrukkinge geftelt zijnde, heeft het an- ders begreepen , en een gebed totGodt gedaan , waar in de Ontvankenis van Ü. L. Vrouw, 200 wel als die van alle de menichen, voor onzuiver word ge- houden. Deze oneenigheit, oftegenflrijdigheit, t'uf- fchen de openbaaringen van twee verfcheide Santin- nen was een groot hinderpaal voor iommïge yveraars; dewelke hoopten dat hunne gevoelens, door't middel en het gezag van diergelijke openbaringen,voor ontwij- felbaare en veropcnbaarde waarheden zouden aange- nomen worden. De Karmelyten hadden al eenige openbaringen gereed, om hunne afkomlte van Elïas te bewyzen. De voorgemelde Maria Magdalena de Pazzis, dewelkezoo veeleopenbaringen gehadheefr, dat ze in vier groote boeken befchreeven itaan, zegt in eene van haaren openbaringe dat de Regel der Kar- melyten opgeRek is onder de oude Wet, 'en voorde Menfchwording des Heere; en dat de oude Vaders, voor de komfk van Cbriflus , zeer getrouwelijk naar dien regel geleeft hebben. Maar wat kon zoo eene. openbaaring veel helpen om zoo een oude en aanzien- lijke afkomfte geloofbaar te maaken, als de eene o- penbaring de andere, om zootefpreeken , vernielde? En fchoon de Karmelyten meer diergelijke openbaa- ringen van andere Santen of Santinnen deeden gei- den; als eene openbaaring gedaan aan eenen SJPe- trusl'bomas, en een andere openbaaring dewelke ge- daan zoude zyn aan de H.mTberefa; dat alles vindt geen of weinig ingang, federt dat gemelde Santen of i Apud Papenbr. Refponf. adcxhibit. errorum ad arde» 16.
1\ Vide Pap. ia Refp. ad error. ad art. iq, nt 10* l Ibid.il. 3·. tn ibitl. u, u» Γ, .C ,,., a Saa-
|
||||||
■
|
||||||
Λ
|
||||||
494 Aantekeningen op de
Santinnen malkander zoo opentlijk tegengefproke*
hadden.
Voegt hier by dat verfcheide Santinnen, in haare
fcielverrukkingen, veelerhande dingen zoo zy meen- den gezien , en verfcheide openbaaringen gehad heb- ben, dewelke zekerlijk tegen de waarheid itreeden. Dit i>lijkt voor eerft uyt het bovenftaande: 'want eene van beide de ilrijdende partyen moet buiten alle te- genfpraak ongelijk gehad hebben. Maar om noch naarder bewyzen by te brengen ; als de zalige Coium- banvan Reate pas een kind van tien jaaren was, is de H, Hieronymus haar verfcheenen met lijnen Leeuw; en daar ftaat uytdrukkelijk by dat de Leeuw, die den heiligen Hieronymus in zyn leven vergezelfchapt had, den ganfehen nacht by haar isgebleeven. Het is waar dat S. Hieronymus doorgaans met eenen Leeuw ge- fchildert word; maar 't is ook waar dat hy noit een iweenw in zyn gezelfchap heeft gehad , of van een Leeuw bezogt of aangerand is geweeft. Degeleerd- Üg o Schrijvers meenendat dit fchilderen uyt een mis- verftand is gefproten·, en dat de Leeuw vimS.Gera- fimus, om een kleine overeenkomfte tuifchen denaa- nien van Hieronymus en Gerafimus , verkeerdelijk is toegepaft aan de H. Hieronymus. DeH.pColeta, van S.Francifcus order, hebbende meer genegendheit voor ongehuwde Heiligen, was niet gewoon S, Anna aan te roepen ; te meer om dat S. Anna , zoo als zy door de Francïskaanen onderrecht was, eenige maa- ien getrouwt was geweeft. Daar op isS. Anna* zoo als in Coleiaas leven befchreven ftaat , haar verfchee- nen in't gezelfchap van verfcheide dochters,· dewelke zy , volgens het zeggen der gemelde Monnikken, in 't eerfte huwelijk gewonnen zoude hebben. Echter word dit veelvuldig trouwen, en dit overwinnen van zoo veele dochters, 'vooreene openbaare onwaarheit gehouden. Aan de heilige Maria Magdalena de Pazzis was de
vaUgeAhyfius, eenlefuyt, in een gezigt verfcheenen; en zy had zijne gedaante zoo wel gezien, en onthou- den, dat zy hem met eigen hande, zoo zy beft kon- n Papenbr. ad io» Maii a. ii.
β Papenhrochius in Refp. ad exhib» error, art» 20, Π. {?♦
b Idem ad 6. Martü»
se.
|
||||
Beschryving van Delfland, 49?
de, uytgefchildert heeft. Deze fchildery word noch
te Romen by haare Nonnen bewaart; en deBrabant- fche Jefuyten hebben door toedoen van Vader 'Jan- ningius eenkontrefeitzel daar van bekomen, in deze fchildery ftaat hy afgebeeld met blond hair; daar wy nochtans, zegt meergemelde Papenbroek^^ uyt zijne portretten, die naar het leven gefchildert zyn, ze- kerlijk weeten dat hy kaftanjebruin hair heeft gehad. Maar laat ons eindelijk de oorzaak van de gemel-
de lirydigheden s en van die onwaare openbaarin- gen , eens gaan nafpeuren. Het zou menig Leezer ten eerite konnen invallen , dat hier verfcheide konft- jes onder geioopen hebben: want de Santinnen, by voorbeeld , van S. Domtnicus order , als de H. Catha* rina van Senen , kreeg juift eene openbaaring, dewel- ke het gevoelen der Dominikaanen begunftigde ; te weeten dat de allerheiligite Maagd in erfzonde ont- vangenwas. Deverfchijning, aan dcH.Coletagedaan, begunftigde het gevoelen van veeleFranciskaanen; en juift was de H. Coleta van S. Francifcus order. De Santen of Santinnen , van de order der Karmelyten, kreegen openbaaringen, dewelke het zeggen der Kar- melyten, datze van Eltas afkomftig waren , beveilig- den, enz. Zoo zouw't dan iemand zeg ik, ligtelijk konnen invallen dat alle de daaden der Heiligen niet heilig zyn geweeft: datzoo eene Santinne, door een grooten yver voor haar order gedreeven, en om een glimp aan 't gevoelen van haare Paters te geeven, te meer om dat ze grooten dienft aan de waarheit meen- den te doen , niet ongeoorloft heeft geacht eenige godtvruchtige bedriegerytjes, gelijk men fpreekt, in 't werk te ftellen. Van de andere kant, zouw zoo een Leezer miifchien denken, konnen de Paters zelf hier onder gefpeelt hebben. Hebben de Monnikken» 20UW hy miffehien zeggen, honderden van valfche giftbrieven verdicht, om zich meefter van verfcheide kerken en landgoederen te maaken: en hebben zy zo- daanige goederen, op zoo een valfchen tytel, meteen geruft gemoed in 't bezit behouden ; hoe veelte ligter hebben de Monnikken een eenvoudig Nonnetje, door 't vertoonen van al het goed 't welk zy haare Paters daar door bezorgen zouw, konnen beweegen om de- ^7 IuRcfp, §cc, art. xe, n» 36» •2ea
|
||||
4jó Aantekeningen op de
zen dienft, door gemaakte zielverrukkingen en ver»
dichte openbaaringen , aan haare order te doen? Dit ïchijnt klaar lijk te blijken, zal zoo een Leezer zeg- gen : want indien de gemelde zielverrukkingen, open- baaringen, gezigten, verfchijningen, van den Hemel quamen ; zouw geenevalsheit, geenedooling, geen misverltand, plaats konnen hebben. £n wat de ande- re verfchijningen aangaat , daar geene orders belang aan hadden, daar van zouw dezelfde Leezer miiTchien zeggen, dat zoo een Santinne, als hebbende ook haa- re krankheden en buyen van ydele glorie gehad, zich zelve met zulke konitjes beholpen heeft, om zooeene fchielijke en geweldige vlaag van ydele glorie te vol- doen. Of dat gebeurt is, of niet, ilaat my niet te onder-
zoeken : ik zal maar zeggen dateenige Schrijvers hier op een andere manier weeten uyttekoomen ; te wee~ ten zodaanig , dat ze die Heiligen van diergelijke be- driegerye niet verdagt en maak en ; en de gemelde verfchijningen en gezigten evenwel voor geen Evan- gely willen aanneemen,>- Zy meenen dat in zodaa- nige verfchijningen, zelfs dewelke in eene waarach- tige en bovennatuurlijke zielverrukkinge geichieden, de natuur niet tenemaal flil ilaat, of gebonden is; maar dikwils noch te werk gaat volgens haare voor- gaande beelteniilen of denkbeelden. Zagen zy , by voorbeld, de werktuigen van Cbrifius lijden ; debeel- teniiTen , die de nature door de onderrechting inge- drukt waren, quamen ook in 't fpel, en vertoonden drie of vier'nagelen , naar dat ze onderrecht waren gcweeil. Vraagt men dan waarom dat Godt , van wien die verrukkingen voortquamen, en die dezel- ve verrukkingen tot een goed einde wilde gebruiken, die valfche en verkeerde verbeeldingen niet verbeter- de ; daar op hebben zy dit antwoord gereed, dat dis verbetering niets konde bybrengen tot (lichting van de ziel j dewelke Godt in dat mirakel alleenlijk be- oogde. Godt, zeggen zy, wilde S.Coleta maar ver- raaaneu dat ze meer werks van de H- Anna behoorde te maaken: dat wasvoor haareftichtinge genoeg. Ofzy ΐπ haar gevoelen beveiligd bleef, dat S.Anna ver- r Papenbr. ut fupra Virgüius Cxfaritis in vita S. Marfe
hUvd. de Pazzis num. 48· „ , .,
ft * jfcheidê
|
||||
Beschr.yving van Delfland. 497
fcheïde kinderen geteelt had, dat konde haare godt-
vruchtigheit niet deeren. S. Hieronymus, zeggen zy vorder , word altijd met eeuen Leeuw gefchildert j en S. Coiumha zou hem , Zonder dien Leeuw, niet gekent hebben. 't Staat te wecien , zegt de Jefuyt Lancifius ', als godvruchtige perj'oonen in de verrukkinge der zinnen iets Jpreeken , dat ze dan dikwHs fpreeken •volgens hunne eige inbeelding, en fomwijlen mij]en, Dti is een zekere waar heit; en die in deze zake ervaren zijn , zijn van deze waar heit overtuigt. Het blijkt ook uyt geloofwaardige kerkelijke hi/lorien. Ik zoude eenige vrouwluiden konnen noemen, die door den ApojloUjfchen fioel in 't getal der Heilige?! opgejchreeven zij» ; welker woorden , dewelke zy in haare verrukkingen gefproken hebben , en geduurcnde die verrukkingen opgejchreven zijn, ik doorgelezen hebbe. Doch hebbe daar groote doo~ Urigen in gevonden ; welk ook de reden is dat 'er no'tt ver- lof gegeeven is om dezelve in't licht te geeven. Op den zelfden voet ipreekt de Karmelyt thezana. Ja de Au* guitijner-monnik Cornelius Curtius gaat noch verder J en'u beweert dat de werktuigen van 's Heeren lijden , daar we boven vangefproken hebben, en dewelke in 't opgefneeden hart van S. Clara na haare dood ge» vonden zijn , daar gemaakt zijn geweeil door de in- beelding van de/dveSantïnne Hy beweert door vee- Ie redenen dat Cbrifim met vier nagelen aan 't kruis gehecht is: in't harre van S, Clara zijn'er maar drie gevonden. Om die zwarïgheit op re loiïen, zegt hy dat de afbeelding van Chriitus lijden in V herte van S, Clara afgetekent is door de kracht van haare heilige in- beeldinge : zodanig dat haare konflrijke gedagte alle deze afbeeldzels in haar herte , als op een tafereel, aftekende', de aderen voor de trekken of flreepen gebruikte; en aldus dit ganfche wonderwerk met het bloed, V welk verfche't- dentlijk naarden eifchder -verjeheidene kleuren getempert was, affchilderde. Het is , van een zeker foort van Monnikken , al
een groote flap gewaagt, de openbaringen zoo laag re zetten. Maar watzoumen gedaan hebben?de openbaars getuigenillen van verfcheide Santinnen ftreeden zoo τε- τ Lancifms op u feu lor. t. z. p. 84. t /Ipologet, pro immaciil, concept, c. i^, ** Cuitjus de Clayjs ÜPmiukis. |
||||
4.98 Aantekeningen op ßúå
gelrecht tegen malkander, dat ze met geen fchijn te
vereenigen waren. Daarenboven zou de onbevlekte Ontvangenis, daar doch zoo veel aan gelegen was, door de veropenbaringen van S.Catharina van Senen, groot gevaar geloopen hebben. Ik heb tegens die voor- gemeidinge uytleggingen niet veel inteb,rengen } als dat de Schrijvers miiïchien wat volmondiger uyt had- den mogen fpreeken , en in 't algemeen zeggen dat 'er op alle die verfchiiningen en openbaringen zeer weinig (laat gemaakt kan worden. Het fpijt my, ik moet het bekennen, het fpijt my, zeg ik noch eens, dat de geleerde Papenbroek, wiens oprechdgheït, ge- leerdheit, en oordeelkunde, zoo wel als die van de andere Bollandiften, by my zeer hoog te boek ftaat, zekere veropenbaring van deH. M.. Magdalena de Paz- zis, dewelke hy anders verwerpt, echter voor zoo veel zy denjefuyten begunftigt, tracht ftaande te hou- den. De Karmelyten , willende de veropenbaringe raakende hunne afkomfte zoo niet verworpen heb- ben , voeren hem te gemoed, dat men op dien voet al- les, wat de Santinnen in haar e verrukkingen van Godt verflaan hebben , in twijfel zoude konnen trekken \ en"*er den fpot mede dryven. Men had maar te zeggen , ZOO fpreeken zy , dat die Santinnen dit alles gezeit hebben achtervolgers baarc verkeerde inbeeldingen, die zy te vo- ren gehad hadden; En vervolgens zou men op den zelf- den voet konnen ontleggen 't geene zy, gelijk in haar le- ven aangetekend flaat , in zoo eene verrukkinge , uyt Codt verjlaan en voor al de wereld verklaart heeft van de groote glorie die S, Aloyfius Gonzaga , een Je- fuyts in den hemel geniet; en van de ongemeens lijfde tot Godt, met dewelke hy, op de aarde levende, tot Godt ontftoken is geiu?efi. Men zou volgent den gameiden re- gel van Papenbrochius maar behoeven te antwoorden dat Maria Magdalena dat alles in hsare verrukkinge ver- klaart en uytgerofpen had, achter volgens de beelteniffcn die zy uyt haar e f æ amenfpraaken met de Vaders Jefui- ten ..... behouden had. Hier zal een befcheiden Leezer oordeelen dat Papenbrochius het eene zoowel zal toeftaan als het andere. Maar neen : het konde de godvruchtigheit van Maria Magdalena de Pazzis, zegt»hy, geenzins vermeerderen, maar wel vermin. w Rcfp» ad exhib, error, art, zo. n, ?$.
deren,
|
||||
Be se MR γ ving Van Delf £ and. 499
deren, en't konde haar geen grooterruft ofvertroo-
iiing geeven , dat zy omtrent de oudheit van haaren Regel beter onderrechtwaar geweeit. Maar, zegthyf dat de Santinnen de rechte kennis krcegen van den itaat der Heiligen , daar was zeer veel aan gelegen j niet alleen om veele godvruchtige bewegingen in haar te verwekken ; maar ook om de redenen der kanoni- zaatzien grootelijks te onderirutren. Ik zegge dat ik hier een ander antwoord van Papenbrüchitts verwacht hadde: want, behalven dat zijne redenen weinig fchij- nen door te flaan, zouw iemand konnen vraagen; in- dien de Santinnen doch in haare verrukkingen kon- nen dooien, valsheden fpreeken , en door haare voor· gaande beeltenïflen misleidt worden .in zaken van weinig belang; waarom konnen zy ook niet even eens dooien en misleidt worden in zaken die men als waf 7waarwigtiger doet gelden? Godt ,. zou' hy zeggenf zal zulks niet toelaaten Zoo is dan dè vrage of de rechte en pertinente kennis van de glorie , die Aloy* fius Gonzaga ia den Hemd geniet , zoo veel groo- ter vruchten, ter vermeerderinge van de godtvruch·1 tigheir, kan voortbrengen, als de kennis van de on- bevlekte Ontvangeuiire. Is het niet een wonderlijker uytwerking van de goddelijke genade , zoo zal eert vooritander van de onbevlekte Onrvangeniffe fpree- ken, is het niet een dieper en aanbïddelij'ker geheim) van de eeuwige Wijshert, de Η Maagd van die ver- foeielijke en afgrijlTelijke erfzonde bewaart rehebberrf als een goede plaats in den Hemel gegeeven te hebben aan den zaligen Aloyfius ? Is het niet een grooter ert oneindelijk grootef glorie voor de H. Maagd , daf IQ zuiver en onbefmet in haar moeders lichaam ont- vangen is , als voor den zaligen Aloyfius dat hy wa£ hooger in den Hemel zit ? Hy zit immers nief bo- ven de Martelaaren en MartelarelTen,. boven* de Apoftelen , boven de Leeraars der Kerke , boveij de voornaamfte heilige BiiTchoppen , boven de Aarrs# Vaders van de kl 00 ffer lijk e Orders enz. indien* Godt dan de H. Catbarina van Senen omtrent eene gewigtiger zaak, te weeten de Onrvankeniiïe van Gods heilige Moeder, heeft laaten dooien; hoe vee! fe meer kan hy de Η Ma^dalena de Pazzh hebben laaien doo- ien omtrent eeriige grasden meer of minder van Bon- |
||||
5oo Aantekeningen op de
zagaas hemelfche glorie. En wat de andere reden be-
langt, dat die veropenbaringe wonderlijk weltepaiTe quam om de kanonizaatzi van den zaligen Aloyfius te bevorderen ; daar op zal ik dan vraagen hoe dat de openbaring , aan Magdalena de Pazzis gedaan , die- nen kan om de kanonizaatzie van Alo-jfius te bevor- deren ; indien Godt eene Catharina van Senen heeft laaten milfen , en volgens hem zoo groffelijk milfen, omtrent de onbevlekte Ontvangenis. Aan 't laatfte, ik zeg het noch eens, is meer gelegen als aan 't eer- fte : zoo kan de laatile openbaring niet vafter gaan dan de eerfte. Maar kenne ik den geleerden Papenbroch'ms te deeg
(en ik meen hem uyt zijne fchriften vry wel te kennen) zoo denkt hy fomwijlen meer, als hy wel durft zeg- gen, ik meen dut ik noch meer bewijzen van deze zij- ne gevoegzaamheit, of voorzigtigheit, of, zoo iemand filet krachtiger woorden beter gedientis, üaatkunder zon konnen bybrengen. Het is niet altijd misprijilè- lijk, niet alles, wat men op 't hert heeft ieggen, recht uyt te klappen. Hoe had hy 't gemeen van de Jefuy- ten, dewelke ook i/ienfchen zijn als andere , ik wil zeggen die ook dik wils met een onbedachten drift voor hunne Heiligen ingenomen zijn ; hoe had hy, zeg ik, die Jefuyten aan den hals gekreegen , meto- penbaringen , die t'hunnen voordeel fcheenen te lui- den .niet aan te neerrien? Men denkeniet dat ik, vooreen Katolijk perfoon,
al te verre gaa, 'ofal te onbedagtzaaam fpreeke. Wy hebben reeds gezien hoe dat Jefuyten, Auguftijner- Monnikken , Karmelijten-, bcweeren dat de Heiligen \n hunne verrukkingen hunne voorgaande beelteniiTèii konnen behouden , en naar den indruk van die beel- teniiïen konnen ipreeken, denken, te werk gaan enz. Maar om dat fommigen , gelijk Papenbrochius , noch êenig onderfcheid ftellen tufïchen zaaken die ter god- vruchtigheid, en ter verbeteringe van de zeden, dien- flig/ of ondienftig zijn ; zal ik , om den naam niette hebben van onbezuisdelijk in eene zoo verborge zake te fpreeken, Katolijke fchrijvers bybrengen, dewel- ke rond uyt en onbewimpeld verklaareii dat de o- penbaringen van Brigitta, en van diergelijke Santen of Santinnen, niet moeten aangenomen worden, als of
|
||||
Be se η R. υ ving van Delfland. 5c*
of ie zekerlijk waarachtig, endoorden H. Geeft ver-
openbaart waren. Henricus χ de Hhjfia , en y Sibytla- nus, beide KatolijkeSchrijvers,beide Religieuien.beide vroome en godtvruchtige perloonen , verklaareii zich opentlij k voor dit gevoelen ; en ftijven het door krach- tige bewijzen.. 1. Omdat zulke Santinnen die dingen, dewelke zy voorzeit hebben , dikwils opeene andere manier konneri geweeten hebben ; te wéetendoor ei- gen vernuft , 't welk door geen ander licht als dat van het geloof en van de onderrechtingegefterkt was. 2.Om dat die verfchijningen en veropenbaringen ge- fchiedt konnen zijn door deliftigheden der duivelen ; 't welk Godttoegelaaten kan hebben, om dat die vrou- wen, hoewel buiten zwaerefchuld , zich zelven met 5-aken bemoeiden, diegeene vrouw betaamen; als is het opentlijk onderrechten, preeken enz. 3. Om dat die openbaringen en verfchijningen konnen beitaan heb- ben in eene zeer verzwakte inbeeldinge , en in eenc doolinge des verflands. 4. Om dat in haare openba- ringen en voorzeggingen eenige zaken voorkoomen ; dewelke , volgens het gemcene gevoelen der Godt- geleerden, niet zeer met de gezonde reden en waar- heit over een fchijnen te koomen. 5. Om dat haare voorzeggingen, en ProfetifTche leeringen , overtollig zijn , en geen nut of voordeel fchijnen te doen aan de Kerke. Ik weet wel·, dat'er 't eene en 't andere op geantwoordt kan worden , en dat 'er fommigen op geantwoordt hebben. Maar wat redenen zijn 'er in de ganfche wereld ~ al ilaan ze noch zoo door; waarop een ander , die doch twiikn wil , zal behoeven (til ie .zwijgen? Én om noch een vermaarderSchrijver, een puikje
van veriiand en geleerdheit, by te brengen, Johannes Francifcus Picus verklaart zich voor het zelve gevoe- len ; ;en word daar in beveiligt , om dat de openba- ringen van twee verfcheide Santinnen, by voorbeeld ■cj'jjé van S. Brigitiacn van S.Catbarina vatfSenen, om- trent de onbevlekte Ontvangenis, zoo regelrecht te- gen malkander Ürijdén. x Henricus (Je Uhffiii in Gen.
■ y Sibylbnus Dccad. ι perégtin. quicftion. qu. $. apud Del- iiodearr. mag. !ib 4, c. 1* Si 3 AAN"
|
||||
ςοι Aantekeningen o? ρε
VQRDERE
AANTEKENINGEN ep het Begynhof, pag. 103.
Ik'heb in een ander handfchrift, 't welk ik nader-
hand bekoomen heb, de volgende Paters of Üverflen van dit Begynhof gevonden : Meefter Gerrit Gysbertsz. van Amersfoort, Do&ot
( waarlchijne in deGodkunde). Meefter Pieter Allertfz. Priefter en Do&or.
Heer Klaas Brant.
Heer Jan Odziers*
Meefter Mattys van der Wede.
Ivleefter Dirk van Tetrode, Priefter.
Dirk Aemfz.
Vorders vind ik daar dat het Begynhof behalven
den Vader doorgaans twee Priefters had , om de kerkdienften te doen, enz. Hier nevens de naamen van eenigePriefters,
Heer Gysbert Gerritfz.
Heer Jan Huigenfz.
Heer Dier f Reimbrandfz.
Heer Floris Janfz. van Alkema,
Meefter Dammas Gerritfz.
Heer Jakob Jooftenz.
Heer Jakob Hendrikfz. oiue Korter,
. Heer Jakob Siman Arentfz. Heer Jakob de Lange.
Heer Wybrand Pieterfz.
Heer In Haelt, (Hniïchien Jan tïaelt) onzen pp-
perften Priefter, Uyt het zelfde handfchrift blijkt dat 'er twee Ko-
ftersen twee Koftereflèn waren: en ik vind'er opper- en onder-koftereflen. Of het kpfterfchap altijd door een van de twee Prieilers, of dopr alle beiden, be- kleedt wierd, gelijk wy zooeven gezien hebben dat het bekleedt wierd door Jakob Hendrikfzoon, kan ik niet zeggen. De Koitereflè ( dat zal de OpperkoftereiTe zijn )
had noch meer waarteneemen, als op het outaar en de outaardenften te paffen. Dit kan eenigzins uyt $e Kolkende ftaaltjes afgenomen worden. Item
|
||||
BE SCHEL Υ VING VAN D ELF LA ND, 503
leem die CofteriiTe fal in die kerek beforgen wyn
endebroot, befemen, wiecken, matten, ende oock yet te laeten maeken dat gebroken wordt van cande- Jaren off anders. Oock het waflchen van die eieren, ende die feep, ende meyden inde coken. Hier tegen ontfangt fyalle die offerhande, te wee-
ten, iij. mael sjaers het Paftoor geit. item die Kermis offerhande.
Item die dooden offerhande onder die MiiTe, wt-
vaert, fevendach, maenftont, ende eerftejaergety. Item noch fal de CofteriiTe hier toe houden dieftal-
kaerfen van die dooden , ende fal dan wt het was geit nemen voor elckx pont vyfftt, offxj.gr. off vj. ft. gelijckmen in die oude kerek betaelt. Item noch (al die CofteriiTe hier toe hebben al het
ouwe crumei was daermen fpinlicht off maeckt. Dan volgt 'er vorder,
Item wanttet die CofteriiTe moyelickvaltdagclijckx
te rekenen die Vigilien ende het geit, foe heeft die CofteriiTe begeert aen die Bewaerfters datment het Memoryboeck wel rekenen foude, ende dat die Be- waerfters het geit op die vierendeel jaers den Priefte- ren wtreyeken fouden, twelck die Bewaerfters gecon- fenteert hebben om die CofteriiTe te verlichten , als hier nae volcht. Item Anno 15·64. in Januario foe is gerekent met
die Cofteriiïe wt haer Memoryboeck alle MiiTen, Vi- gilien, Miferere ende fang voer onfe Priefters , ende oock wat die CofteriiTen ende Cofters coemt van die memorye, van die graven, ende van die fang , ende oock wat die CofteriiTe wtreykt voer dieSangers van buyten, en als daer tHoff mede belaft is van die geënt die doot fyn. Item, ten eerften voer den opperfte Priefter 20. me-
mory MiiTen, en 2. ColleÖen. Item voerden onderftePriefter 21. memory MiiTen
ende 2. Collecten. Item noch voer elcke Priefter 49. lange Vigilien
ende Φ. ende iz.corte Vigilien ende Miferere. Hier toe aen geit voer elcke Priefter, elckx 27.
Rijns guld. ende ii. ft. Noch den opperfte Priefter 13. ft,
Den onderfte Priefter 21. ft.
Si ί 4 Item
|
||||
■' ■ ·'·■ ï '~- 1 't \ ' " ' '■' '■'·,■' i ' '■' λ "'■ ■ >'
^04 Aantekeningen op de'
Item voer alle diefang doer beele jaer deri opper*
fte Prieiter. 17', ft! ende een blarïcky ', JDen onderfte 'PrïefterÏ6. ft. ende i'.blanck.
Item die"Golfers van die mernory', van die graven
ende van die fang tfamen 4. Rijns guld. 15·. ft. noch |
|||||||||
ï. oertgen.
|
|||||||||
Item die Coftériffe van diemëmory, van diegraven,
ende van clie fang , tfamen 5.'gr., en 6. p. noch een halve ft. , Item voer dieSangers van buytén 'ff', ft. Item die Priefters van buyten Miifen fyn nu ge-
fchickt tot 80. MuTen toe, die nu vóertaen fal doen
'onfe onderfte Priefter , eiide lal hebben van elcke
Mille 3.ft. ende die Bewaerfters fullen wtreycken op
elck vierendeel jaars j.Ryns guld.
Item die Bewaerfters füllen onfe twee Priefteren
haer memorie geit geven opt die vierendeel jaers,Jen- de is begonnen op Mey A. 1*64. En noch haer Tang geit te Kersmis met haer Kersavonf, Item die Cofters oöpk mede haer geit te geven,op
die vierendeel jae.rs. Item die CpfteriiTe haer geit te geven opKersavont.
Item het geit van dieSangèrs ν art buyten falmen ge-
ven onfe opperfte Priefter op Paèlchen , Piufter end.e Kersmis met het ouwe gewoon lick e gek. Dit voerfz. is met Mr · Ariaen Claefz. ende onfe op-
perfte Priefter ende met den Bewaerfter eendrachte- lick gefchickt ende geordineertYA. 15-64. Uyt dit zelfde handfchrift, indien het noodigwnar,
zouw wederom een bewys konnen trekken van de fchaarsheit van geld; dewelke hier te lande zoo wel ,als elders tot omtrent 1600. toe, en noch iaater, heeft gèduurt: ,,' ... ; Zoo word'er, in't m'chten van Jaargetijden zeer
dikwils aan ieder Priefter een groot, fomtijds twee flanken, en doorgaans weinig min of méér, befpro- ken. De arme Bcgynen , die eenige uuren by het graf zaten , kreegen doorgaans elk vyf duiten : Dan krijgt ieder Priefter eenen ftuiver, ieder Kofter
pen oortje. Op het Jaargetijde van N. moefi een Priefter van
Jbuiten kpornen , 4e Mjs leezen, het graf bezoeken , en?.
|
|||||||||
/
|
|||||||||
Ï3ESCHR Υ VING V ΑΝ DELFLAND. $0?
enz. die kreeg dan voor eene deftige vereering een
dubbelde ftuiver. In een ander Jaargetijde kreeg ieder Priefter drie
groot: de Kofters een blank: acht arme Begynen by . malkander 8.groot: en S. Jan wierd met twee groo- ten verlicht. Het ganfche boek is vol van diergelijke Jaargetij-
den. Dan krijgt ieder Kofter een halve blank; ieder arm
Begyntje, by het graf zittende, insgelijks een halve · blank, enz. dan krijgt zoo een Begyntje een grootje: de opper KoftereiTe 5. duiten, en ook wel 1.ftuiver, de onderkofiereflè een halve ftuiver : ieder Priefter een braspenning. Is het Jaargetijde wat magerder, dan krijgt ieder arm Begyntje, by het graf zittende, niet meer alseen oortje, ieder Kofter een oortje; de armeBegynen (niet by het graf zittende) iedereenen deuit. Om het H. Sakrament geduurende het oktaaf met
wailich.t te verlichten, heeft N. 2. ftui vers gemaakt, enz. Op Koningsveld, pag. 280.28r.
Na dat dit werkje dus verre afgedrukt w^s , heb
ik een MiiTaal bekomen uyt de Boekerye van den zeer Eerwaardigen Heer J.C. v. E. 't welk de Abdye vah Koningsveld wel eer toegekomen heeft. Vooraan ftaat in de Latijnfche taaie als een ioort van een bericht; *twelk ik, omdat heteenige omftandigheden raakep- de de oudheit der Abdye en het inwijden der kerke behélft, goedgevonden heb te vertaaien. "Broeder Johan , door Gods toelaating BiiTchop
"van Sambio, Preekervan't H.Kruys, enin't gee»
'" ftelijke de Medewerker van den Hoogw. Heer Hen-
" ricus verkooren Bi/Tchop van Utrecht, wenfchttal-
!"'len dengenen, die den tegenwoordigen brief zul-
" le.n zien , de eeuwige zaligheit in den Heere. Aan-
" gezien dat wy goedgevonden hebben het grooteou-
"taar en 't kerkhof in het kloofter Koningsveld by
'*' Delf ter eere van 't Kruys, van de H. Maria, van
r'S. Jan Evangelift, en van alle Gods Heiligen , in't
"jaar des Heere 1252 op den eerden Zondag na H.
?,Drjevuldigheits dag met eigen handen in te wijden;
%\ 5 "zoo
|
|||||
/
|
|||||
$c6 Aantek. op de Beschryv. van Delfil.
"zoo is het datwyop het verzoek van den Prooftdes
"gemelden kloofters , en van meer andere vroome "luiden, uit inzigt van de goddelijke goedertierend- " heit, en betrouwende op Gods barmhertigheit t en "op de magt die ons hoewel onwaardig gegeeven is, * aan allen de genen die de voorn, plaats op het jaar- "gety van den voorfchreeven dag met een rouwig en " vernederd herte bezoeken zultenden voor het timmer- "werk des zelven kloofters de behulpzaarnehanduyt- " fteeken ; veertig dagen afflag van alle boetwerken, "die hun opgeleit zijn , genadiglijk verkenen door "den inhoud van deezen brief, die altijd zijne kracht "zal behouden. Gegeeven by Delft in 't gemelde jaar "l2$-Z.
Op Ryswyk, pag.tfZ.
Ik heb een gefchreeven briefje , 't welk gevonden
is in den boedel van zeker Klopje te Ryswyk geboo- ren, en my ter handgeftelt is door mij ç Heerden Ad- vokaat G. V.L. Daar heeft de fchrijver , of fchrijf- fter, aangetekent waar en wien dat hy in't jaar 1649 en 1650 heeft hooren preeken. Uyt dit briefje fchijnt te blijken dat'er eenige Priefters waren dewelke van tijd tot tijd te Ryswyk en te Voorburg gingen preeken. Daar ftaan vyf Prieilers aangetekent , dewelke de ichrijver in 't lefte van't jaar 164-9.en m 't Jaar 165¼ teRyswyk, fom wijlen opboeren wooningen , fom- wijlen en wel meert ten huize van den Heer van den B'>fch^ heeft hooren preeken: namentlijk HeerVerbagen, wien de Schrijver in die twee jaa-
ren, of liever anderhalf jaar, 16 maal, daarondereen reis twee of drie te Voorburg, heeft hooren preeken. Heer^o^y», den welken hy, geduurendeden zelf-
den tijd, tienmaal heeft hooren preeken. Heer Goedgebuur, dien hy vier maal heeft hooren
preeken. Mijn Heer/fry, den welken hy tweemaalheeft ge-
hoort. Of deeze vier Heeren Monnikken of Jefuiten zijn
geweeft ; dan of het Wereldfche Priefters waren, de- welke het veiliger achtten onder vreemde naamen te fchuilen ; daar over zoude ik weinig weeten te zeg- gen. BLAD- |
|||||
.
|
|||||
Bl ad-wyzer
|
|||||||||
Van de voornaamfte zaaken, in de Oud-
heden en Geftichten van Delfland begreepen. |
|||||||||
B.
T)aljuwfcbap va» Delf-
■** land,, iszoojong niet
als S. van Leeuwen
meent: ïnl. ÷÷í,÷÷íé
enz.
.. of een groot gedeelte
van Delfland onder het Baljuwfchap van Rhijn- land geitaan heeft -, xxviii. xxix. xxx enz. Banken van Leeninge; hoe
hevig daar over getwiit is, lx . . driederhande foortert
van zodaanige banken,
lx.lxï
.. van de grootewinften,
die ze genooten, Lxii 1.
LXIV
Barbara : Sint Barbaraas
kloofter te Delft. 179 180
.. eerfteopkomfte van dit
kloofter, 182, 183 .. haar kloeke tègenftand
tegen 't affchaften van 't Kapittel, 193,194 .. goederen enz. 19?
,, fmeekfchriftenaan den
Staat ingeleverd, 196- 199
Beelden
|
|||||||||
A.
ABswout is de oude
naam van Paepfouw, 299
Adricbomius ( Chrifiianm
Crudus ) Nonnepater te Delft : zijn levens bedrijf, ïo*> io3 Mgidiusvan Delft, geleerd
Delvenaar, 239 Agatha: S. Aachten kloo-
fter te Delft, 173.1 174 enz.
,. het bezat 100 mergen
lands, *7+
;. eenige Nonnen van dit
kloofter, É7ß
♦ . Nonne Paters, 176
Agnes; S. Agnes kloofter te Delft. 169 .. eenige Zufters en Pa-
ters van dit kloofter, 170 173
.. deszelfs goederen en
inkomften, 170, 171
.. waar het geftaan heeft,
173
Alexlaanen of Cellebroe- derste Delft, i*7
Anna: S- Annaas kloofter
te Delft, 169
|
|||||||||
 L Á  · Ô ú Æ E R,
|
|||||||||
Beelden van Ï, L.Vrouw,
die onbeweeggelijk blee- venftaan, enz. 133, 136 enz.
Begynho£ ,te/Delft, 202
203 enz.
., de kerk van 't Begyn-
hof befchreeven , 103
204,
.. Begynepaters, 206,502 , . deszelfs goederen en inkomften , 206,107 Begynhof, het tweede Be- gynhof, anders het Fa- , ii-begynhof, 209 ',. op welkJBegynhof dat
S. Geertruid van Ïïââç gewoont heeft, 209,210 .... naarder bericht van 't \ Begynhof, { 502, 5°3 Boeren adelt zie welgeboo- rene Mannen.'. ( ;
'Boletus ( Hugo) geleerd
4 Delvenaar?; ;, 239
Bofch:' zie heilig Bofch.
Bredarode ( Pieter Korne·
lifz) geleerd Hagenaar,
■é 412-
Brouweryen van Delft ,
hoe oud, , Inl. lx í
Bye{ Kometis de ) geleerd
,_ ^agenaafv> %\ 4*3
|
|||||||||
rI Ë &
T\agv aar digingen naRo-
■*^men,Keulcn}Utrecht,
hoe gemeen en nadee-
: lig, isó
Delfshavens opkomfte, Inl,
LVIl
A'/frdoorHartog Govert
gedicht: zie Govert met de bult. ..;. of Delft een volkplan- .. ting van de Brabanders \ is, 'iv ,., daar was al een Dekt
.. voor 't jaar 104.8. y. ÷ .. ofhet een dorp* of ge#- hucht was enz. vm .. van ouds Theolf ge- naamd, vin, ix. 2; ;o7 308
,. ofdeftad noitvergroot
ofuytgézetis, vi ti. ÷
r, oud wapen van Delft,
.-., kameel van Delft, waar
'het, Reilaan heeft, xi. xit ;, kaiteel vermeld in '|
jaar;iz5 2, , . 183 , ?> Hoogheemraadfchap
van, Delfland, en des- , .".zejfs oudheit, ÷ 111, ÷ é í
.. zie H. emraden.
,, Baliuwfchap van Delf-
land , zie Baliuwfchap. Delft p]agt zoo veele fchat-
tingen op te brengen als Leiden , , xxxi .. die van Delft krijgen
eenigen afflag,xxxi.xxxii .. Handveften én voor-
rechten aan die var* Delf |
|||||||||
. , 't Ü ( ^
C^ellebroeders te Delft,
Clara , kloofter van-S.
Clara te Delft, 16B
Qorbuloos graftv Inl. é ô,
-i.t 'ï-u : 3>47
|
|||||||||
Blad -
Delft gegeeven, xxx 111.
xxxtv. enz. .. Delft belegerdjontman-
teld,enz. Wv , . die van Delft mogen
weder hunne poorten fluiten , de ftad bemuu- ren en bewallen , enz. LVll.LVIII
. . vericheide opmerkin*
gen omtrent Delfts voor- rechten , Lvii. Lviii.enz, , , LiOmberthuis te Delft:
zie Lombertbuis. .. Delffche Brouweryen ,
zie Brouweryen. .. naamrede van Delft, 3
.. twee Parochikerken te-
Delft, 4 .. de Oude kerk : zie Ouds
kerk. . . de Nieuwe kerk, ofS.
• Urfulaas kerk,zie Nieu- ive kerk. ., vervallen van de Pa-
ftoors, .. Minnebroeders te Delft:
zie Minnebroeders. ,. zie Nonnekloo/lers- H'ie-
ronimmanen, Begynhof, enz. Delft: eeniVe plaatzen bui-
ten Delft in een ouden brief vermeld, enz. ,306, 307,330,331, 331 Doelenm 's Gravenhage,
37M74
Dorpitis (Mari:iius)^e\eerd Naa!twi|ker» 317
Dnncanus ( Marünus ) Pa-
ftoor teDelft enz. zijn
kven en bedrijf, 41,43
|
||||||
'■ Υ Ζ ER.
■ t .«-iH .'{V ■'> . .
Z'jMÏ S'.f V ;Γ.'
"C1 ikendtiinen, een dorp ,
■:. enz. 431
. . kerk of kapel aldaar,
> i. 43»>43*·
.. vermaard door de be- vaar den 3 432. F.\ :■"··. ,;,,;·
X^rancifcus {fint) van fcij-
, nej. wonden; enz. 483
484
,. hoe dat fommige zulke
wonden ook toefchree- ven aan andere Heili- gen , 484, .. hoe dat die vijf wonden
van fommigen regenge- iproken wierden , 484 485
.. zie Wonden.
fZalingen moet in een
^ ouden brief geleezen
worden voor Kralin- gen, 331 ,, of hier door niet ver-
ftaan mag worden de Gaag, 33Z Gaftbuis , oude gaühuis,
en gaühuis kapel, 21 r,
212,113, enz.
... dit gaühuis is veel ou-
der als de Heer Bleis* wijk meent. 2 «6 ,, outaaren in de gaühuis-
kerk gewijd, 2,10, %$$* , vi-
|
||||||
â ×Á ¼ -
., vikary, enz. 211,121
., renten van ieder outaar,
226
.. ordonantzien raakende
dit gafthuis, 130,231 „. tweede gaftbuis, 237
.. het bewind over 't ou-
de gaftbuis den Prooft van Koningsveld aanbe- volen, 281,282 Geert ruik ( [wte ) van Oo-
fien, op welk Begijnhof dat te Delft heeft ge- woont y 209,110 *. van haare 5. wonden,
483, 484 Geeft, Heiligen Geefts
zufterhuis te Delft, 237 .. Heiligen Geefts kapel
te Delft, 137 Geeftelijken .* ordonantzien
der Graaven tegen het erven en huizen koopen der Geeftelijken , 253 15*
.. de moetwilligbeit der
Geeftelijken door de
Graaven betoomd, 155
2f6
Geloften, wat voor gelof-
ten dat'er gedaan wier- den , om geneezen te worden, 138 Geneezing; zie Geloften.
Gerordefca [finte), van
haare vreemde en on- gelooftelijke ziel verruk- kingen , 490 Gnapham (Willem) geleerd
Hagenaar, 412 Govert met de bult, ftich-
ter van Delft, Inl. n, w |
||||||
V º 2 E K.
.. vernachte altijd te Delft,
en waarom, x 'j Gravenhage , waar van
aldus genoemd, 348 .. Paleis aldaar opgerecht,,
349
,. Ridder-orderdaaringe- ftelt, 349» 3i°
., kapé'l in den Haag ge-
bouwd , 35¼ ., Kapittel van 12. Kanon- nikken in die kapelle, .. wetten van't Kapittel,
35i
*. verkiezen van den De-
ken, 35-2 .. lalten van's Graven ka-
pelle, 354 ., verfchil tuilchen dit Ka-
pittel , en de Heemraa- den van Delfland, 3 5-ƒ ., naamen van de Dekens,
3<a
... naamen van eenige Êa-
nonnikken, 363
♦. het Kapittel had eenige
paftoryen te vergeeven, 3Ó4
. . parochfkérk van den
Haag, enz, 364 .. "de parochikerk afge-
brand, 424.4*5* .. kapellenen vikaryen in
die kerk , 365, 366 .. gilden of broederschap-
pen, 370 .. dePaftoors wierden uyt
de Abdye van Middel- burg genomen, 374 ., oudePaftoors, 375"
.. Pfeekheetea kloofter ,
376
4 wan- |
||||||
 L Á J) ■ f
.. wanneer en door wie
" opgebouwd , 376, 377
enz.
.. giften aan 't zelve ge-
daan, 379,38° . . Broederfchappen van
datkloofter, 38* .. hoog edeleperfoonen in
de kerk der Predikhee- ren begraaven, 385·, 386, 387
.. groot aanzien van dit konvent,
388
.. naamen van de Priors,
390, 391 . . S. Barbaraas Nonne-
kloofter in den Haag, 37?
.. deze Nonnen begeeven
zich onder den Abt van Middelburg, 395, 39^ enz.
. . Auguftiniaaner Non-
nen inden Haag, 403 ., zy hadden daar twee
konventen, 4°3, 4°4 , S. Agnes konvent al-
daar , 405" . . 't Weeshuis, door wie
gefticht, enz. 405 .. hofjes, kapellen, gaft-
huizen, in den Haag,
406,407
.. S. Antonis kapel in 't
Haagfche Bofch, 409 .. latere Paftoors, enge-
leerde mannen, 409,410 4ii,4i2enz ., s* Gravenhage onder de
fteden gerekend, 427 f Gravezande voor deezen
een deftige'ftad, 333,340 |
||||||
f Û Z E R.
.. parochikerkj pairoor»*
enz. 333,334
.. de Paftoors uyt de Ab-
dye van Marienwaert
genomen, 334
.. Begynhor te s'Grave-
zande, 334
.. kloofter van Reg. Ka-
nonnikken, 334,33f
,. dit konvent heeft ook geftaan onder dat van
Sion, 336
. . kapel op 't Hof te
s'Gravezande, 337
.. s' Gravezande was wel eer het Hof der Graven ,
333,338
.. de tegenbewijzen be- antwoord , 338, 339 .. of de Graaven van Maas- land hun hof hier gehou- den hebben, 35.9 Gulde Mis in de N. kerk gefticht, 14$ H.
Heemraaden van Sch'ie-
land^ of eerft opgeko- men zijn na 137?. Inl. xx xxt Heemraadfcbap : Hoog Heemraadfchap van Delft hoe oud : Inl. xiit, xiv. enz» xvir, XVIII, XIX.
,, Heemraaden van Delf-
land krijgen verlof om een wapen te draagen, XVI
..zijn waarfch ij ð el ij k ç iet
jonger als die van Rhijn- land, xTx .brief'
|
||||||
â L Á D ■
"*« brief van Hartog Aal-
bert omtrent het verkie- zen der Heemraaden • enz. xxi. xx ii
tleiligBofcb {Sacrum Ne-
mus van Tacitus) waar het geftaan heeft , 41? 416
,. is waarfchijnelijk het
bekende Schakenbofch,
416,417
,. tegenwerpingen, opge-
loft, 4i714i8
Heiligen; de levens der
Hciligen,van de middel- fte eeuwen , vol onge- looibaare zeldzaamhe- den enz, 489,490 Henneberg, de Gravin van
Henneberg met haare . 3Ó5. kinderen: zie Loos-
duinen. Heuterus (Pontus ) geleerd
Delvenaars, 240 Hey,deHey, cenZeedorp,
,, die van deHey verkoo-
pen hunnen PaQoor voor een tonne biers, 'o Ìß
Hieronymiaanen, of Broe-
ders van goeden wille, te Delft, 157, 15-8 .. hunne kerk, vikaryen,
enz. 159, rdo ♦ . hunne goederen , lan-
deryen, enz. 166 Hippolytus {fint) zij ne kerk
te Delft: zie Oude kerk. Hoek ( Jakob van den ) in 't
Latijn Jacobus Anguh- rius,, Deken van Naait- wijk, IzhV-6 |
|||||||
ø Õ Æ ÅÊ,
Hoeks en Kabeltauws^VQeie
Schrijvers verwarren de Hoeks-en Kabeljauws- gezinden door malkan- der, LV.LVI Hontzelaardijk, flot aldaar,
32S'
t. parochikerkj Paiioors,
32,8, 329 ., heeftal eenparochikerk
gehad in de 9. eeuwe, ,33q
.. des?,elfsoudenaam,3zS 33°» 31'.
I. Jakob {fint) Ridder~ar-
dervan S. Jakob wan- neer ingefteld, 349,350 Jen van Delft , geleerd Delvenaar, 239 Johannes $ecundus,ge\et'td
Hagenaar, enz. 412 Johannes XXII, Paus; val- fche brieven aan hem toegefchreeven, 283,289 Jooft , broeder jooft van Schoonhoven Karthui- zer buiten Delft, enz. Joris: S.Joris gilde in
s'Gravenhage, 371 .. voorrechten aan't zel-
ve gegeeven, 371,371 K. .'.
T/" apellen of kerkjes te
■ Delft, 211, 212 Karthuizcrs kloofler buitea
Delft, 2<f 1,242
, . verdelgd enz. 242
eeni-
|
|||||||
ß
|
|||||||
Blad-
. . eenige Priors van dit
klooiter , 242, 243 Kenenburg, een ilot onder
Schip! uy, 294 . . of 'er by Schafnabur-
geniis voor Rhijnsburg geleezen moet worden Kenenburg, 295,2516 Kerken in wat zin ter eere
van de Heiligen gefticht
en ingewijdt worden ,
42i,42ienz
.. hoe dat daar geen afgo-
dery in gelegen is, 412 4*3
«. worden uytvierderhan- de inzigten gebouwt, enz. 423, 424 Klarijfente Delft, 168
Konwgin : Koninginnen die den naam van Ko- ning gevoert hebben, 341»3+*
Koningsveld^ deftige abdy, 263, 264, enz
., Premonitreus - kanon- nikken daar naait gele- gen, 264 .. depaftoryvan Pynaker aan deze abdye gege«- ven: zie Pynaker, ♦, Oyerften of Prooften van Koningsveld, 274 *7fi enz
.. Abdiflen van Konings-
veld, 276,277 . . eenige Nonnen van
Koningsveld, 277, 278 . Ö het kloofter afgebrand,
280
4. hetMannenkloorteren
Vrouwenkloofter on- derfcheiden3 281,287 |
||||||
ø ã æ e ê.
.. wanner het kloofter ge-
bouwt is, 281,282,505· .. het bewind over 't oude
gafthuis den Prooft van Koningsveld aanbevo- len , ibid. .. redeneeringen over het
Mannen en Vrouwen kloofter op 'Konings- veld, 290, 291 ,. waar dePremonftreits-
kanonnikken, ofMon-
nikken, vervaaren zijn,
292,293
Kralingen, voor Kralin-
gen in den blafferd der Utrechtfche kerke moet geleezen worden Ga- lingen, 133 Kruys, Kruysvaarders; hoe
dat de Kruysvaarders kruyifen op hunne kle- deren droegen.enz. 48? .. hoe dat ze zulke kruyf-
fen op het naakte lic- haam fchilderden , en daar in drukten, 485,486 .. tegenftrijdige openbaa-
ringen over het kruyflen vanChriftus, 491,492 L.
Ô atarus · huls buiten
J-/ Delft, 237,238 .. dePriefter,daarftaande,
voorzeit den brand van *t jaar 1 ƒ36. 238 Lee, EgmonderMonnik,
zijne fchriften niet vol- komen uytgegeeven,ïnl. V. VI
Hft hem-
|
||||||
 L Á D -
Leeuwenhoek {Antoni) ge-
leerd Del venaar, 141 Lier, de Lier, een dorp,
enz,. 309,310 , . Paftoors van de Lier,
3X°
„. oude Proceffi uyt de Lier naar Delft, 311
.. de Lier had al een paro-
chikerk in't jaar 1006,
31 æ
, . de parochikerk van de Lier, en van andere dor- pen , aan de abdye Ho- horltgegeeven, 312,313 '.. giffingen over de naam- rede van de Lier, 315* Lijft der Dijkgraaven van
Delfland, ""Inl.xc, xci enz.
. . der Hoogheemraaden
van Delfland, ÷á,÷áé, . . Heemraadfchap van
Delfland al in weezen ten tijden van Graaf Floris V. et .. Secretariifen van 't
Heemraadfchap, xcix .. Penningmeefters, c
. .initelling van het Hooft-
Jngelandichap van Delf- land, cm enz. .„ Heeren van het Hoog-
Ingelandfchap, cxxvii L ombert kuis te Delft, É ç 1.
Lix
. . bericht omtrent de
Lotnberthuizen,Lix lx . . zie Banken van Lee-
ninge. Loosduinen, deszel oude
|
||||||||||
Ø Õ æ e R.
naamen en naamrede,
Ö32
. . oude kapel aldaar, 433
.. abdy te Loosduinen, 433» 434i en2·
.. verfcheide brieven, raa- kende de eerfte (lichting,
434,435, enz
. . de Nonnen in de Ci-
fterci-order aangeno- men , 439 .. voorrecht aan de abdye
verleend door Innoc. IV. 441 ., deinkomften vermeer-
derd , 45á ,, andere voorrechten aan
't kloofter gegeeven , *P, 453
.. noch andere giften, 4^3 454, eir/.
. . verfcheide vergunnin- gen der Graven , enz. 4574^,459
.. naamen der Abdiffen, 461
,. van eenige Nonnen , 463
.. van de Gravinne van
Heunenberg,en van haa-
re 365-. kinderen , 494
46?
.. waar uyt die vertelling
gefprooten is, 466
,. de bewyzen en tegen-
bewyzen van dat verhaal
opgewogen , 468, 469
|
||||||||||
enz,
|
||||||||||
M.
|
||||||||||
aasland en Maasland-
Jluis, %(jg .kerk,
|
||||||||||
Blad-vyzer.
|
|||||||
mirakelen en mirakelen,
113,114 .. zie Beelden van 0. L.
Vrouw, Monfler, een dorp, wei-eer
een kafteel der Romei- nen, 341 .. naamrede van Moniter,
343
. . onderzoek van die naamrede, 346
.. parochikerk, vikaryen,
enz. 3+3-344
.. de Paftoors wierden uyt
de abdye van Middel- burg genomen, 343. 34£ Mufius ( Cornelius ) Non-
nepater te Delft: kort
begrip van zijn leven ,
176,177 enz
N.
KJ aaltwijk ( Piet er van )
*-Λ geleerd Naaltwijker, 3*7
Naaltvjijk, dorp, enz. 317 .. kafteel , parochikerk ,
3*7,3*8 .. Kapittel van Kanon-
nikken te Naait wijk , 318
.. (lichting van dat' Ka-
pittel, 319, 320, 321,ent , . inkomllen , vermeer-
derd, 321,321 .. outaren in de parochi-
kerk, 315* .. Dekens van't Kapittel,
.. geflagt der Heereri van
Naaltwijk, 330 Stft 2. Naa-
|
|||||||
♦ '♦ kerk , vikaryen , enz.
.. Kommandeurfchapvan
de Duytfche Ridder or- der, 300,301 . . de goederen van dat
Kommandeurfchap aan 't Landkommandeur- fchap van Utrecht ge- geeven, 300,301,302 .. naamen van de Kom-
mandeurs, 301 .. of de oude Graaven van
Maafland hun hof te 's Grüvezande gehou- den hebben., 339 Maria Magdalena { kon-
vent van ) te Delft, 237 Mets of du Me ζ ( %acha-
rias ) onder de geleerde Hagenaars gerekend , 415
Minnebroeders te Delft, IjTI
.. op wat voorwaarden in
de ftad ingelaaten , r 51 1SZ
. . de eerfte Mis by hen
gedaan, 15-4
. . zy verkorten de Pa-
ftoors, ï5"4> J5?
.. hunne kerk afgebroken,
15^15-6,157
Mirakelen voor 't beeld van O.L.V.inS.Hippoly-
tuskerkgefchied , 8,9, 10,11, enz .. Mirakelen in de Nieu- we kerk gefchied, 105 106
.. de mirakelen verdedigd, III, III
. , dnderfcheid tuiïchen
|
|||||||
• Â L Á Ñ -
Naarnen, hoe deHeiden-
fche naamen verandert zijn in Chriilene naa- men , 477 Nieuwe kerk te Delft, 66
6ç enz, . . patroonen van de N.
kerk, 66 ,. opkomileen voortgang
van de kerk , 67,68 .. H. Kruys gilde in de N.
kerk , 69 .. van den nieuwen toren
der kerke, 71, 76 .. hoe dat S.Urfula voor
de Patroneife aangeno- men is, 7Ã, 71 .. Verfcheide kerkcieraa-
den, 73,74" .. van 't maaken der klok-
ken, 77 .. van de orgels enz. 81
.. verfcheide reliquien in
de N. kerk, 83,84 .. van't oude en't nieuwe
koor, 85· .. wijding van't groore
outaar, 87 .. van 't volmaaken van
den tooren, 96,97 . . Drie·koningen-fpel in
deN. kerke, 98,99 .. mirakelen in de Í kerk
gefchied, 105 4 , kapellen envikaryenin
de N. kerk, 114, rif , . gildens en broeder-
'iehapppn, 117 ,. oudePaftoors, 118,119
. . latere Paitoors, 121
I 22,
., vanden toren en klok-
ken der N. kerke, 139 |
||||||
Ø Õ Z E R.
. . befchrijving van het
fpeelwerk, 140 .. inkomilen en profyten
dsrpaftorye, 141 .. verdragpunten tuiïchen
de Oude en N. kerk, 145* . . zilverwerk van de N.
kerk enz. 148 Nonnekloofiers te Delft, 16y
168 enz Nood Gods : beeld van de
Nood Gods in de N. kerk, 13? Nootdorp, parochikerk al-
daar, enz. 2, ƒ 7 O.
f~\ dulphus, S. Odulphus
^-J jaarmarkt te Delft hoedaanïg opgeko- men, 48, 49 Oude kerk te Delft, 4 .. Schutheüigen of Patro- nen van de Oude kerk, 4,5"
.. frandbeelden in dezelfde
kerk, 6,7 , .. mirakelen voor't beeld
van O. L. Vrouwe ge- fchied, 8,9,10 enz .. lengte en breedte van de
Oude kerk, 19 .. de toren en de klokken,
19, 20
.. kapellen in de Oude
kerk , 20, 21 eni ♦ , broederfchappenoi gil-
den van de Oude kerk, ., dat van'tH.Sakrament
hoedaanig opgekomen, SS.
«in-
|
||||||
Blad-wyzer.
|
||||||||||||||
,. inkorhften der paftorye,.
36
.. oudePaftoors, 36,37
.. de toren van de oude kerk of zoo krom is ge- bouwt , 47i 4** „. de 4-fpitzenof kleinder
torentjes van de Oude kerk, wat dat ze beteke- nen , 49> 5° #. het (lichten en 't zingen
van de 7. Getijden in de
•Oude kerk, 36, 58
.. 36 ftoelen voor de zan-
gers van de 7 Getijden aanbefteed, 59 . . koftelijke inboedel, en
goude en zilverevaten,
van de oude kerk, 6c,
61,6%
.', befchrïjving van't ko-
fteliike hoofd outaar, en vanden AlabafteApo- ftelen, 65 Ommegang van 't H.Sakra-
ment te Delft, Hf»147 Openbaringen en Zielver-
rukkingen: zieZiefoer- rukkingen. Oyevaar, om zijne jongen
te behouden valt zelf in het vuur, 3 |
aan de Pauzen toege-
fchrceven, 288,!! 289
Poeldyk, de Poeldyk^ eea
dorp , 329
.. daar heeft wel eer een
kerk geftaan , 33Ζ, 333 .. zelfs is'er een Kapittel
van Kanonnikken ge- weeft, 332 Preeken; onhebbelijke ma-
nieren van preeken enz 489,490 Premonflre'tt - kanonnikka*
by Koningsveld, 264 .. naar Middelburg ver-
zonden, 264, z6$ . . waar dat ze vervaaren
zijn, 292,293 Pynafor , dorp, parochi-
kerk,enz 258 t. oude Paiioors, 258,259
260,2Óf
..de paftorygegeevenaati
de abclye Koningsveld ,
258,25-9, i6y., z68, enz
.. Ooft en Welt Pynaker
in een ouden brief ver- meld, 332 Q..
Quintsbeul, of de Heul,
'm een ouden brief |
|||||||||||||
vermeld,
R. |
||||||||||||||
306
|
||||||||||||||
T> arochikerken van vér-.
■*■ fcheide dorpen aan Monnikken gegeeven, ,, bedenkingen over dat
w eggeeven, 312,313
Pauzen f valfche brieven
|
||||||||||||||
Ω hymburg^ ent. 2ieK>-
nenburg.
Riehardis , de meuy van
Graaf Willem II, ilicht
d'abdy Koningsvel d,i63
2Ó4enz
ftR 3 Md-
|
||||||||||||||
 L Á D *
Ridderorder van S. Jakob ingerteld, 349,350
♦ . bedenkingen over dat
inftellen , 4?.o, 421
Ryswyk, dorp}paroehikerk,
enz. 475
.. oudePaftoorSjkapellen,
enz 476
,. naamrede van Ryswyk
door Á Junius opgegee-
ven en tegengefproken ,
477
.. de Heeren van Ryswyk al vermeld in de 11. eeu-
|
w y 2 e R.
. , Schipluy naderhand
door Jefujten bediend, 310
StgebertusGemblacenfis ç iet volkomen uytgegeeven, Inl. vu «5ï<?»,kIoofter buiten Delft, 24?, 244. .. oude pilaar daar opge- graaven, 245 ,. in dit kloofter heeft E-
rafmus gewoont, 244. .. dit kloofter tot een Ka- pittel opgerecht,24^,24Ó |
|||||||||||||
we,
|
||||||||||||||
477
|
.. 't welk beveiligt is door
Nicolaus deCufa, 246 24.7
♦ . endoor deBiiïchoppen
van Utrecht, 249
.. het kloofter afgebrand,
2")t
.. eenige Priors van 't zel-
ve kloofter, 25*2 .« konventen en Priors, die in 't Kapittel van Sion getreeden zijn, 252 Slupik { Pieter ) geleerd Delvenaar, 238 T.
HTorre ( Ja kob de la) ge-
-*- leerd Hagenaar , 41 f V.
XTe/fius {Juflus) geleerd * Hagenaar, 4Ô2
.. zijne waanwijsheitop't ftuk van 't geloof enz.
Verduyn ( Adam ) geleerd
Hagenaar, 413
V£W,de Veurkapél, 481
483
Voor-
|
|||||||||||||
S serum Nemus; zie Hei-
lig Bofch. Sasbout {Adam ) geleerd Delvenaar, 239 Sasbout Vosmeer, doorluch-
tig Delvenaar, 239 Scbakenbofch : zie Heilig Bofch.
Schenkel (Pieter) geleerd
Hagenaar, 413
Schepelingen een zcedorp,
de parochikerk,enz. 427
42S
.. parochikerk /rond onder de abdye van Middel- burg, 428 ., Paitoors, 428, 429 ·. hoedanig door de zee verwoei!, 4?o Schieland , Hoog Heem- raad fchapvanSchieland, zie Heemraden Schiplm , , deszelfs oude naamen enz. 294 . . ixzKetienhurg, .. verlchil aldaar over het het voorofteren , 297 |
||||||||||||||
Blad-
Voorburg , 't oudfte dorp
van Holland", 478 ♦ . of het geilicht is door
Keizer Aureliaan, 478 Voorrang,verfchil over den
voorrang in 't offeren ,
497, 498
Vofmeer(Michiel) geleerd
Delvenaar, 240 Vofmecr Sasbout , door-
luchtig Delvenaar, 24© Urfula {finte ) haare kerk
teDelft:zie Nieuwe kerk. .. S. Urfulaas kloofter te
Delft, 167 .. haar leven vol fabelen,
iö7
W.
|
|||||||||
V Õ Z E R.
dom der welboore man-
nen ã,÷÷é. Lxxu,enz. .. hoe dat die welboorc
mannen aan hun adel
gekomen zijn , ixxv.
lxxvi, enz
Wonden , de 5, wonden:
zie Francij'cus {fint), .. bedrog op dat ftuk ge-
pleegd , 487, 4S8 Wonden van Chriflus : te-
genftrijdige veropenbaa-
ringen over't getal van
die wonden, 491,495
't Woud, dorp, enz. *éø)
W.
^ ielverrulhingen en O-
*-* penbaaringen: hoe dat eigenbelang en ande- re irr/.igten daariom- wijlen onder ipeelen, . . wonderlijke zielvcr-
rukkingen van S. Ge- rardefca, 490 . . ziel verruk kingen en
veropenbaaringen regen
malkander llrijdende ,
491, 492 enz
.. tegen dewa'arheit Ürij-
dende, 494 .. hoe dat die itrijdigbe-
dendoor fommigen ten befte uytgelegt worden, 49<>
Zuithardeshage was dicht
by Delft gelegen, 30X
3°9
|
|||||||||
Watering , dorp , enz.
302 ♦ kerk, vikaryen , ibid. . kloofter van Cifterci- monnikken aldaar,, 102 . (lichting van dat kloo-
fter, 303, 304 . het ftond onder den Abt van S. Salvator te Ant- werpen, .304 . namen van de Priors, 304, 30? Welgeboorene mannen,, ten platten lande, of eer- tijds van adel zijn ge- weeft, lxvh. enz .. of ze fchotvry waren, enz. Lxvi(1 enz .. bewijzen voor den edel· |
|||||||||
EINDE.
|
|||||||||
LYST
|
|||||||||
L Õ S Ô
|
|||||
Van eenige Boeken die te Leiden, by Chnfitaan
fermey, gedrukt en te bekomen zijn ; raa- kende de Kerkelijke en Wereldlijke .oudhe- den dezer Landen. Batavia Sacra, feu res & gefta ApoÜolicorum Viro-
rum 3 qui fidem Chriitianam inhasProvinciasprimum intulerunt. In Folio2.parres cumfig. Hijhria Epifcopatuum Fnederati Belgii &c. 2, vol. in
Folio cum fig. Befchrijvinge en Oudheden der ttad Gouda, inquarto
met fig. Batavia Sacra of Kerkelijke Hifiorie van Nederland,
deszelfs opkomft en Oudheden, 3. deelen, in Oclavo, met fig. Oudheden en Geflichten van het rechte Zuidholland
en Schieland, met deszelfs (leden en dorpen. In O&avo, niet fig. Oudheden en Geflichten van Rhijnland , als der ftad
Leiden en der dorpen in Rhijnland gelegen. In O&avo, mtt fig. Oudheden en Geflichten van Delfland, als van de
fradl)elft en'sGravenhage, met de omleggende dor- pen. In Oébvoi met fig. Hifiorie en Oudheden van het Bisdom van Utrecht y
als eerrtde ftad Utrecht, Amersfoort, Vianen, Mont- foorr, Oudewater, Woerden, hetGoiland, Kuilen- burg, Gorkum, Heusden, Tiel, Bommel, Afperen, Leerdam, Bommelerwaert, deVeluwe, de Betuwe, Rhenen , Wageningen , Aaruhem , HuifTen , Em- merik, Schoonhoven, Gouda, en alle de dorpen daar onder gelegen. In Octavo, 3 deelen , met fig. Kerkelijke Oudheden, of Staat en Kerk regeering van 'i
eer/ie Chrifhndom. In O&avo. Oudheden en Geflichten van Kennemerland, en Noort-
holland; als van de ileden Haarlem, Alkmaar» Am- fterdam , Hoorn , Enkhuyzen , Medenblik , Edam, &c. met al Ie de omleggende dorpen. 2. deelen, inO- ö&íï, met fig. Op de Pers. ' ■ ' Õ
|
|||||