-ocr page 1-

DR. P. J. MAAN

10 5 4

IN HET SPANNINGSVELD VAN UTRECHT, ROME, CONSTANTINOPEL EN CANTERBURY

-ocr page 2-

-ocr page 3-

-ocr page 4-

-ocr page 5-

A,or 2^ ^^Z


/?


DR. P. J. MAAN

10 5 4

IN HET SPANNINGSVELD VAN

UTRECHT, ROME, CONSTANTINOPEL EN CANTERBURY

RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

0870 0233

' biBLIOTHEEK DER

i RIJKSUNIVERSITEIT j j UTRECHT

JiiiSiSw^i- iquot; — - - ■ ■ —__—inM J

Publicatieserie Stichting Oud-Katholiek Seminarie nr. 13-1984.

-ocr page 6-

AFSCHEIDSCOLLEGE

VAN PROF. DR. P.J. MAAN ALS DOCENT AAN HET OUD-KATHOLIEK SEMINARIE op 25 september 1983.

-ocr page 7-

3

10 5 4

IN HET SPANNINGSVELD VAN UTRECHT, ROME, CONSTANTINOPEL EN CANTERBURY.

I. INLEIDING

Aan deze reeks van plaatsnamen hadden nog andere toegevoegd kunnen worden, b.v. Wittenberg en Genève, maar we hebben ons beperkt tot de plaatsen, die in 1054 bestonden.

We hoopten door deze plaatsen, die in mijn leven veel betekend hebben, begrip te wekken voor de kerken, die ernaar genoemd zijn. We hebben zelfs onszelf op de proef gesteld en gevraagd: kunnen wij die kerken, die allen in relatie tot elkander zijn met een enkel woord karakteriseren ?

Rome: hier vond ik het woord quot;hierarohiequot; want geen kerk is zo hierarchisch opgebouwd maar ook geen kerk omvat zo alle geledingen van het Volk Gods.

Constantinopel: hier dringt het woord quot;liturgiequot; zich op. Wie de liturgie van de Oosters-Orthodoxe kerken meebeleeft, weet wat ik bedoel. Liturgie = dienst aan de gemeenschap. Ik denk wel eens, dat de wereld nog voortbestaat dank zij de voorbede in de Oosterse Orthodoxie.

Canterbury: hier koos ik het woord quot;communionquot;, omdat dit woord kenmerkend is voor het streven naar gemeenschap met God en met de zusterkerken, dat karakteristiek is voor deze kerk.

Utrecht: hier wil ik het antwoord openlaten tot na dit betoog. We kunnen het dan eventueel aan de lezers overlaten het juiste woord te vinden.

-ocr page 8-

-ocr page 9-

5

UTRECHT

We noemen deze plaats en herinneren ons de reis, die Petrus Codde in 1700 naar Rome heeft gemaakt om zich over zijn episcopaat te verantwoorden. Bij de correspondentie vinden wij enkele tekeningen, vervaardigd door Gerard Rademaker, die bij het reisgezelschap hoorde. We drukken er twee af ').

Het eerste toont ons de Heilige Ignatius, bisschop van Anti-ochie, die als martelaar in Rome een prooi wordt van de vraatzuchtige leeuwen. Het opschrift luidt:

quot;Pro Christo Dente Motor Leonisquot;

Om Christus'wil word ik verslonden door de tanden der leeuwen.

Het is een chronogram. De letters, die tevens latljnse cijfers zijn, leveren het jaartal 1702 op.

Het tweede plaatje toont ons Petrus, die door de engel bevrijd wordt uit de gevangenis, waarin hij door Herodes was opgesloten (Handelingen 12: 1-10).

Het chronogram luidt:

quot;De Creta HeroDIs et Catena DIssIpata

Het decreet van Herodes is met de boeien teniet gedaan (1703).

Het zijn twee tekeningen, die vragen oproepen:

Zag men Petrus Codde evenals Ignatius, als martelaar in Rome ? Welke leeuw (Leo is pausnaam!) dreigde hen daar te verslinden ? En ten aanzien van het tweede plaatje ?

Had de paus boze plannen met Petrus Codde, zoals Herodes die had ten opzichte van Simon Petrus ?

Of maken we het ons te moeilijk en moeten we denken aan de emblemata, zo geliefd in de 17e en I8e eeuw, waarin deugden en ondeugden door voorstellingen (beeldspraak) uit de H. Schrift, mythologie en geschiedenis werden afgebeeld ?

We denken persoonlijk aan iets anders. Wij denken aan het figurisme, dat in het begin van de 18e eeuw in de kringen van het franse jansenisme opgeld deed.

') Vgl. Gedenkboek 1723 - 27 april 1923; Utrecht 1923.

-ocr page 10-

In tijden van grote spanningen, in perioden van intense dreiging, in dagen, die een apokalyptisch karakter hebben, grijpt de gelovige naar de Heilige Schrift voor de figuur, die rijmpt op de ervaring, die hij niet onder woorden kan brengen. In de tweede wereldoorlog hebben velen dit beleefd met betrekking tot de Openbaring van Johannes.

Ook onze tijd kent deze spanning, ook al is hier de beeldvorming eerder non-figuratief. Maar men ondergaat het apokalyptisch karakter van deze tijd: het einde der wereld kan nabij zijn; onze energiebronnen raken op (Club van Rome); de atoombom is in voldoende mate aanwezig om de wereld op te blazen en het jaar 2000 heeft een omineuze klank.

Het merkwaardige is, dat dit ook met het jaar 1000 het geval is.

Dat hield verband met speculaties omtrent het 1000-jarig rijk (Openbaring 20) en de gedachte, dat met Jezus'verrijzenis (Hemelvaart) de laatste scheppingsdag was aangebroken (Eén dag bij de Heer is gelijk aan 1000 jaar elders, 2 Petrus 3,8).

De 10e eeuw is vervuld van doemdenken. Daar is reden voor: Voor de kerk van Rome was het een saoculum obsourum: een tijdperk vol duisternis.

Formosus was paus van 891-896. Zijn opvolger Bonifatius VI was 14 dagen paus. Stephanus VI regeert van 896-897. Hij laat het lijk van zijn voorganger (Formosus) negen maanden na de begrafenis opgraven en spreekt recht over hem, een feit, dat alle fantasie op afschuwelijke wijze overtreft. Stephanus VI vindt de dood door wurging in de gevangenis. Het tijdperk van de pornocratie breekt aan: prostituees bepalen wie de pauselijke zetel zal bezetten. Romanus is drie maanden en 23 dagen paus. Theodorus II is 20 dagen paus; Leo V is 5 dagen paus, Sergius III vermoordde zijn beide voorgangers enz.enz.

Dan zijn er oorlogen en geruchten van oorlogen ' ) • In het noorden zijn het de Noormannen, die plunderend en brandschattend Europa tot in de Middellandse Zee verontrusten.

') Vgl. JJH. van den Berg: Metabletica van de materie, Nijkerk 1968,'

biz. 206-231.

-ocr page 11-

7

In het zuiden zijn het de Moslims, die in 997 Compostella plunderden.

In 1009 wordt de kerk van het Heilige Graf door Hakim verwoest.

In 1014 verschijnt een komeet, die algemeen gezien wordt als een teken van de naderende wereldondergang en in 1033 (1000 jaar na de kruisiging) vindt er een zonsverduistering plaats, die algemene ontzetting veroorzaakt.

In deze tijd verdwijnt de ’baslliekstijl nbsp;nbsp;Waarom zou men nog

kerken bouwen ? Ongeloof en ketterij tieren welig. Alchemie en hekserij doen opgang. Het doet weer denken aan onze tijd, waarin we sgrafitti vinden als quot;de heksen zijn er weer!quot; Toch moeten we ons ervoor hoeden te gemakkelijk een parallel te forceren met onze tijd. Ook de kerkgeschiedenis leert: l'histoire ne ce répète pas.

Maar er zijn wel patronen, die terugkeren. We herinneren nog eens aan wereldoorlog II toen de beelden van de Openbaring van Johannes op indrukwekkende wijze bleken te kloppen met het tijdsgebeuren.

Als we ons nu wenden naar het jaar 1054, dan ligt het donkere tijdperk achter ons.

Er is een nieuwe tijd aangebroken, verbonden met de beweging van Cluny '), een hervorming van de Benedictijnenorde.

Cluny gaat eigen wegen; het is exempt, d.w.z. onafhankelijk van de regionale bisschop en vormt een eigen spiritualiteit. Had Gregorius de Grote Maria en Martha gelijkgesteld, gedachtig aan Benedictus'woord : quot;bid en werkquot;, Cluny kiest bijna eenzijdig voor Maria: er zijn zoveel diensten, dat er voor de patras niet veel tijd tot arbeid overblijft. Opvallend is daarbij de aandacht voor de overledenen: sinds 1002 worden elke maandag de doden herdacht, terwijl sinds 1030 op 2 november Allerzielen wordt gevierd. Had Benedictus nog gewaarschuwd voor te strenge vasten en overmatige zelfkastijding, in Cluny wordt streng gevast, langdurig gewaakt en veel aandacht besteed aan geseling.

Doel van dit alles: 'Zoals de geest heerst over het lichaam, regeert de kerk over de wereld'.

') Vgl. G. Duby, l'An Mil Collection Archives Julllaro 1967.

-ocr page 12-

De strijd tegen het priesterhuwelijk krijgt een functie in de wederopbouw van de kerk.

Als teken daarvan worden weer kerken gebouwd in een nieuwe stijl, die wij gewend zijn de 'Romaanse' te noemen.

Dit brengt ons naar Utrecht ') in het jaar 1054.Het is het sterfjaar van Bisschop Bernold, die wij Bernulphus noemen. Bisschep Bernold is de schepper van het grootse plan voor Utrecht: de Dom in het midden en in kruisvorm erom heen: Pieterskerk (1048), Janskerk, Mariakerk en Paulusabdij. Bernold is door de Duitse keizer aangewezen als bisschop van Utrecht. Hij is de grondlegger van het wereldlijk gezag van de bisschop van Utrecht, die tevens Heer van het Sticht en het Oversticht was.

Wanneer wij in het jaar 1054 onze schreden naar Canterbury richten, is daar nog geen gotische kathedraal. Het zou ons echter niet verbazen als er een romaanse kerk in aanbouw was. We denken kort aan Augustinus, de eerste Aartsbisschop van Canterbury. Hij was afkomstig uit Italië. Onder zijn opvolgers vinden wij Theodorus van Tarsus aan en Hadrianus, beide uit het Oosten afkomstig. Het is alsof de Anglicana al vroeg internationale belangstelling gehad heeft.

Ook hier, evenals in Utrecht, een stevige invloed van de wereldlijke macht op de benoemingen. Bisschoppen worden verplaatst en men beargumenteert dat met Petrus, die ook van Antlochië naar Rome ging. Men combineert bisdommen en verwijst naar de apostel Johannes, die volgens de Openbaring de zorg droeg voor zeven kerken.

Maar wie 1054 zegt, denkt allereerst aan Constantinopel en Rome, het nieuwe en het oude Rome.

Constantinopel, de stad met de 7 namen ®), gelegen op de grens van twee continenten, was door Constantijn de Grote gesticht. Deze verplaatste de regering naar de nieuwe hoofdstad. Constantijn beschouwde zich als beschermheer van de kerk, noemde zich pontifex maximus en zag de bisschop van Constantinopel als één van zijn voornaamste dienaren.

') Vgl. R.R. Post, Kerkgeschiedenis van Nederland, in de Middeleeuwen.

Utrecht 1957 biz. 72 vlg.

Otto de Jong, Ned. Kerkgeschiedenis, Nijkerk 1972, blz. 39-42

“) Vgl. R. Lange,Imperium zwischen Morgen und Abend, Recklinghausen 1972.

-ocr page 13-

9

Het was begrijpelijk, dat deze zich ook zag als erfgenaam van de bijzondere privileges, die de stoel van Rome als residentie van de Romeinse keizer had verworven.

In 1054 is Constantijn IX Monomachos, keizer van het Oost-Romeinse rijk. Een man uit de Constant!jnse traditie, die er maar moeilijk aan kan wennen, dat ook de Ottonen de keizerstitel niet alleen willen dragen, maar ook waar willen maken. Onze Constantijn wordt beheerst door het probleem van de afweer van de Noormannen enerzijds en de Turken anderzijds. Patriarch van Constantinopel is Michael Caerularlus '), die antl-latijn is en er naar streeft de grieken In Zuid-Italië en op Sicilië voor de stoel van Constantinopel te bewaren.

Hier ligt conflictstof te over, speciaal met Rome.

Rome in 1054 2). De tijd van diepe neergang is voorbij. Dat is vooral te danken aan de geest van Cluny en het optreden van de Duitse keizers. Deze weten zich verantwoordelijk voor het saneren van het pausdom. Zo wordt op de Rijksdag van Worms in 1048 de Aartsbisschop van Toul, Bruno van Egisheim, aangewezen als paus.

De nieuw gekozen paus, neef van Keizer Heinrich III, kiest de naam Leo IX, maar beslpit zijn oude bisdom aan te houden, omdat zijn toekomst als paus hem nogal onzeker voorkomt. Hij was een reizende paus, die daardoor de internationale positie van de Heilige Stoel versterkte.

In 1049 bezocht hij Keulen en wijdde hij de kerk van Voerendaal. Verder was hij in Mainz, Reims en Metz. In 1050 was hij in St. Moritz, in 1052 in Presburg, Bamberg en Schaffhausen. Overal bestreed hij de simonie, het tegen geld verkrijgen van kerkelijke functies en ijverde voor célibataire priesters. Hij internationaliseerde het kardinaalscollege en trok persoonlijk ten strijde tegen de Noormannen in Zuid-Italië.

') Michael Is actief betrokken bij het opkomen van een nieuw type ikoon.

Vgl. L.H. Grondije, L'iconographie Byzantine du Crucifié mort sur la croix; Leyden s.d.p. 129 s.q.q.

Kalokyrls, D. La peinture théologique de l'Orthodoxie et le mouvement oecumenique. In: Deuxième Congrès de Théologie Orthodoxe, Athene 1978 p. 568 s.q.

’) Vgl. J. Langen, Geschichte der römischen Kirche von Nikolaas I bis

Gregor VII, Bonn 1892.

-ocr page 14-

10

Hierbij werd zijn leger verslagen en de paus zelf zat van 1053-1054 gevangen bij de Noormannen.

Hij gebruikte deze tijd om Grieks te leren ' )

Wij willen hier graag even bij stilstaan. Hier was een paus, die de taal wilde spreken van degenen, die met hem in conflict verkeerden. Het woord dialoog willen wij nog niet gebruiken, maar, een stap in die richting was het wel.

Na de beëindiging van zijn gevangenschap ontving Leo een brief, van Constantijn Monomachos, waarin verzocht werd om een gezantschap. Dit zou onder de persoonlijke bescherming van de keizer staan en de mogelijkheid bespreken van een gezamenlijk optreden van Rome en Constantinopel tegen de Noormannen.

Dit gezantschap wordt benoemd. Leider wordt Humbert van Sylva Candida, een man uit Bourgondië (Cluny), monnik van Moyen Mou-tier in Lotharingen. Door de paus naar Rome geroepen, wordt hij Aartsbisschop van Sicilië en sinds 1051 Kardinaal - Aartsbisschop. Hij zette zich in voor de hervormingsplannen van Leo IX maar trad vaak te autoritair op. Hij maakt de indruk tot de mensen te behoren, die met rotsblokken smijten, waar een kiezelsteentje betere resultaten zou opleveren.

Andere leden van het gezantschap waren: Petrus, Aartsbisschop van Amalfi en Frederik van Lotharingen ^), aartsdiaken en rijks-kanseller.

Om het verloop der gebeurtenissen goed te kunnen volgen is het van belang vast te stellen, dat de Patriarch Michael Caerularius het met de vredespolitiek van zijn keizer helemaal niet eens is. Hij kan zich echter niet permitteren dit duidelijk te tonen. Als Humbert uitdagend optreedt en de patriarch bruskeert, speelt hij de patriarch in de kaart, die zich terecht beledigd toont en de sympathie van de bevolking krijgt als hij weigert iets met de gezanten te maken te willen hebben.

') Nog in 1270 werden in Palermo de stadsdecreten in vier talen uitgegeven, waartoe het Italiaans niet behoorde: latljn, grieks, arabisch en hebreeuws vormden de gangbare idiomen (vgl. H. Nolthenius, Duecento (Utrecht 1977), blz. 26.

2) de latere Paus Stephanus IX (1057-1058)

-ocr page 15-

Humbert antwoordt daarop door op 16 juli 1054 de bul van excommunicatie van Michael Caerularius op de altaartafel van de Aja Sophia neer te leggen 1). Een noodlottige dag in de geschiedenis van de kerk.

De scheiding tussen Oost en West betekende isolement van het westen en isolement van, het oosten.

De kerkelijke verdeeldheid betekende ook een politieke scheiding. De excommunicatie had tot gevolg, dat de Oosters-Orthodoxen niet als andersdenkenden maar als ongelovigen behandeld werden.

Ik zal nooit de opmerking vergeten, die ik hoorde bij mijn bezoek aan Istanboel: 'niet de Turken hebben Constantinopel van zijn kracht beroofd, maar de kruisvaarders'.

Men kan natuurlijk vragen of men zonder meer 1054 kan aannemen als de datum van de scheiding tussen Oost en West.

Men kan ook voor het jaar 1009 pleiten toen de namen van de pausen niet meer in de diptieken werden opgenomen. Men hield op voor elkaar te bidden !

Men kan ook pleiten voor het jaar 1100, toen in Antiochië een Latijnse hiérarchie werd gevestigd naast (en tegenover) de Orthodoxe.

Wij kozen voor het jaar 1054, omdat we hier goed onderricht zijn over alle factoren, die een rol speelden bij het ontstaan van dit schisma.

Het is de moeite waard kennis te nemen van de acte van excommunicatie. Het is duidelijk het werk van Humbert van Sylva Candida: De gezanten weten zieh vertegenwoordigers van de Heilige Roomse kerk, die als eerste apostolische zetel zorg draagt voor alle kerken. Ze prijzen de orthodoxie van de keizer en de burgerij, maar zijn niet te spreken over Michael, die ten onrechte patriarch genoemd wordt en de aanhangers van zijn verdwazing.

Want als Simonieten verkopen zij voor geld, wat gave Gods moet zijn; als de Valesianen laten zij castratie toe en wijden Eunuchen niet alleen tot geestelijken maar maken hen ook bisschoppen.

') C. Mirbt, Quellen zur Geschichte des Papsttums und des römischen

Katholizismus, Tübingen 1921) S 138-140.

-ocr page 16-

12

Evenals de Arianen passen zij herdoop toe en als de Donatis-ten beweren zij dat de sacramenten alleen in hun kerken geldig bediend worden; met de Nicolaieten laten zij huwelijken van geestelijken toe en met de Severianen wijzen ze de wet van Mozes af.

Met de Pneumatomachen laten ze in de geloofsbelijdenis weg, dat de H. Geest ook uit de Zoon voortkomt. Ze weigeren de kerkelijke gemeenschap aan mensen,die naar Romeins gebruik het haar kort dragen en de baard afsoheren.

Na deze catalogus van ketterijen wordt aan de Patriarch verweten, dat hij het gesprek over deze zaken vermeden heeft en de gezanten geen gelegenheid gegeven heeft de liturgie volgens Romeinse ritus te vieren. Bovendien noemt Michael zieh quot;Oecumenisch Patriarchquot; waartegen al vroeger vanuit Rome bezwaar werd gemaakt.

quot;Vandaar dat Michael, onwettig Patriarch gewijd en alleen om mensen te behagen monnik geworden - om de genoemde afdwalingen en aanmatigingen verdoemd wordt - Maranatha - met de Simonleten, Valesianen, Arianen, Donatisten, Nicolaieten, Severianen, Pneumatomachen, Maniohaeën en Nazareners, met alle ketters, met de duivel en zijn engelen - Tenzij ze tot inzicht komen ! Amen, Amen,Amenquot;.

Er zijn enkele dingen, die direct opvallen.

Het stuk is polemisch en agressief. Het poogt de tegenstanders te treffen waar dat maar mogelijk is. Alle punten van beschuldiging worden masscal opgesomd en er is bijna geen ketterij, waaraan de Patriarch en de zijnen zich niet hebben schuldig gemaakt. Waar en onwaar, terecht en onterecht lopen hier door elkaar. Het sterkste staaltje is de bewering, dat Constantinopel een stuk Credo heeft geschrapt, terwijl de betrokken woorden (filioque) juist door het Westen zijn toegevoegd.

Wat vooral opvalt is de volkomen liefdeloosheid van het stuk. Ook al weten wij, dat elke tijd zijn eigen manier van spreken heeft en dat ook de Griekse stukken niet verheffend zijn, toch blijft de kennismaking met dit stuk schokkend.

-ocr page 17-

13

Het droevigst is het woord quot;Maranathaquot;, dat ietwat verloren in dit stuk voorkomt. Het is een woord zo oud, dat wij de betekenis moeilijk kunnen achterhalen. Het is een Aramees woord en werd al vroeg in de liturgie gebruikt. Het betekent: quot;Onze Heer kom(t)!quot; of quot;De Heer is nabijquot;.

Het wijst op de wederkomst van Christus en is eschatologisch bepaald, d.w.z. het wijst op de uiterste ernst en de laatste verantwoordelijkheid. En hoe zal men dan zo durven spreken als hier en elders tussen kerken geschiedt.

Wij kunnen ons afvragen hoe de gezanten deze bul op het altaar konden deponeren zonder gelyncht te worden. Dat kon, omdat de keizer de veiligheid van de gezanten verzekerd had.

Maar nu het schokkendste:

We zelden het reeds: 16 juli 1054 werd de bul gedeponeerd

op 19 april 1054 was paus Leo IX overleden De bul werd gepromulgeerd bij het ledig staan van de zetel en het blijft de vraag of Humbert van Sylva Candida tot deze stap gewettigd was.

Het Grote Schisma was een tragisch gebeuren. Leo IX was een paus van de wederopbouw. Kort voordat hij paus geworden was, was de legende ontstaan van de Donatio Constantionos, de Con-stantijnse schenking. Volgens die legende was Constantijn de Grote door Paus Sylvester van melaatsheid gereinigd en had als dank grote delen van Italië aan de paus geschonken. We nemen aan, dat Leo IX overtuigd was van de echtheid van de Constan-tijnse schenking en daarom de claims van Constantinopel op het door Grieken bewoonde Zuid-Italië afwijst. Het gezantschap naar Constantinopel is oprecht als vredesmissie bedoeld geweest en het is vooral de botsing tussen patriarch en de legaten geweest, die tot de noodlottige excommunicatie heeft gevoerd .

-ocr page 18-

14

Een tweede schisma vraagt onze aandacht: het Engelse ').

Men kan een aantal oorzaken opnoemen voor de breuk tussen Rome en Canterbury.

Wij denken aan:

quot;De hemel is de hemel van de Heer,

De aarde heeft hij de mensenkinderen gegevenquot;.

Als wij deze punten neerschrijven, weten we toch, dat de oorzaak te vinden is in de huwelijksmoèilijkheden van Hendrik VIII. Het conflict werd verhevigd door de aard van de betrokken personen: Clemens VII quot;der Unheilvollste aller Päpstequot;(Ranke) en Hendrik VIII, absoluut heerser, drager van de eretitel quot;Defensor Fideiquot;.

Als de paus het huwelijk van Hendrik niet nietig verklaren wil (verboden verwantschapsgraad) laat deze het parlement de quot;Art of Supremacyquot; aannemen, door welke wet de opperheerschappij van de koning ook over de kerk geproclameerd wordt (1534).

Wie deze wet niet ondertekent, wordt als landverrader beschouwd. Hiermede is de breuk met Rome voltrokken.

De paus reageert hierop met aarzeling. De banbrief voor Hendrik VIII, die sinds 1535 klaar ligt wordt eerst in 1538 gepubliceerd. Paus Paulus III, die deze brief tekende, was sinds 1534 de opvolger van Clemens VII.

Het engelse schisma is zwaar belast. Ten eerste omdat zo duidelijk politieke motieven een rol spelen. Ten tweede, en dit is zwaar wegend, er zijn martelaars.

John Fisher, bisschop van Rochester, vriend van Erasmus, weigert de Art of Supremacy te ondertekenen en wordt opgesloten in de Tower.

') Vgl. S. Nelll, Anglicanism (Pelican A 421)

B en M Pawley, Rome and Canterbury through four centuries, London/Oxford 1981.

-ocr page 19-

15

Paulus III benoemt hem daar tot kardinaal, wat Hendrik VIII woedend maakt. John Fisher wordt ter dood veroordeeld. Op de weg naar het schavot, op 22 juni 1535, las hij Johannes 17: 3-5 :

quot;Dit is nu het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, dien Gij gezonden hebt. Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te volbrengen, dat Gij mij opgedragen hebt te doen. En nu, verheerlijk Gij, Vader, mij bij Uzelf met de heerlijkheid, die ik bij U had, eer de wereld wasquot;.

en merkt op: quot;There is enough learning in that to last me to the end of my lifequot;.

Thomas More (one of the greatest men and greatest Christians of his days (Neill))was quot;the king's good servant - but God's firstquot;. Hij werd op 6 juli 1535 onthoofd.

Het engelse schisma stelt ons voor vele vragen. Het is weldadig te weten, wat Augustus, kardinaal Bea schreef: quot;der Schuld könne in einigen Fällen (einschliesslich Englands) zum Teil Rom zugeschrieben werden quot;').

En toch: schuld aan beide zijden betekent toch niet dat een schisma geoorloofd is ?

En toch: moeten we niet getuigen, dat de Ecclesia Anglicana op vele terreinen velen tot zegen is geweest. Dat juist deze kerk de gemeenschap (communion) met andere kerken groot geschreven heeft, toen er van oecumene nog geen sprake was ?

Wij houden ons nog kort bezig met het Schisma van Utrecht.

Wij kunnen hier kort zijn, omdat zovelen, beter dan ik, hierover geschreven hebben. Ik noem Van Kleef, Van de Ven,Rogier, Tans, Kok, Spiertz, Smit en, last but not least, Jacobs =). Wij vermeldden het tijdperk van de vorst-bisschoppen, dat eindigt met de dood van Schenk van Toutenburg in 1580. (Schenk van Toutenburg was reeds met 10 jaar kannunik).

') Vgl. E.E.Y. Hales, Die grosse Wende, Wien 1966 S 187.

quot;) J.Ï.H.A. Jacobs, Joan Christiaan van Erokel (1654-1751)), Pleitbezorger van een lokale kerk, Amsterdam 1981 ISBN 90 302-2381.

-ocr page 20-

16

Dan komen de Apostolische Vicarissen. Eén van hen, Rovenius, sticht (op 9 november 1983 was het 350 jaar geleden) het Vicariaat, dat de taak van de vroegere kapittels overneemt. Codde en zijn reis naar Rome hebben wij vermeld. Na zijn dood in 1710 ontstaat een sede vacante, die duurt tot de keuze van Steenoven in 1723. Steenoven overlijdt in 1725 en wordt opgevolgd door Barchman Wuytiers. Deze wordt getroffen door een Breve van paus Benedictus XIII (23 augustus 1725).

Wij willen dit stuk nader bezien 1).

De paus, aldus de Breve, heeft reeds eerder zijn veroordeling uitgesproken over de exemplarische daden van verdorvenheid, die in strijd zijn met de gezonde leer en het kanonieke recht.

Nu blijkt dat Steenoven, die op heiligschennende wijze het Vormsel heeft bediend en de priesterwijding heeft voltrokken, is overleden. Hij zal zich nu voor het hemelse gerecht moeten verantwoorden. Ook Jakob Krijs, die voor de bisschopswijding (van Steenoven) had geijverd en de leek Donoker, in wiens huis de bisschopswijding plaats vond, zijn gestorven zonder berouw getoond te hebben.

Nu hebben de dissidenten, die zich met de ijdele naam van Kapittel tooien een geestelijke van hun partij tot Aartsbisschop van Utrecht gekozen en wel te Leiden op 26 april 1725.

De paus verbiedt, op straffe van excommunicatie, de gekozene C.J. Barchman Wuytiers, zich te laten wijden of bisschoppelijke handelingen te verrichten. De omwonende bisschoppen wordt verboden Barchman te wijden. De gelovigen dienen zich van Barchman af te keren en hem zoveel mogelijk te mijden.

Tenslotte bidt de paus, dat God zijn wijngaard moge bezoeken om de werkers der ongerechtigheid te bedwingen en te verdrijven. Wij willen ook bij dit stuk even stilstaan, omdat het typerend is voor het ontstaan van het Utrechtse schisma.

Er bestaat geen communicatie tussen beide partijen. Er wordt geen enkele aandacht besteed aan de pogingen van de Clerezie om begrip voor de nood in Nederland te wekken. Er wordt niet gerept

') L. Mozzi, Storia della revoluzlono della Chiera d'Utrecht III Venetië 1787 p. 100 nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;’

-ocr page 21-

17

van de vele smeekschriften en declaraties van rechtzinnigheid. Rome (de Curie ?) wenst conformiteit; de rest is bijzaak.

Verder is de brief zeer onzorgvuldig opgesteld. De doodverklaarde Doncker was nog springlevend. Hij was geen leek maar pastoor en de bisschopswijding had niet in zijn huis plaats gevonden. De datum van de keuze van Barchman klopt niet; ook de stad, waar de verkiezing plaats vond, is verkeerd aangegeven. Een kerk wordt schismatiek verklaard, die zich tientallen jaren heeft Ingespannen Rooms-Katholiek te blijven.

Op onze generatie maakt het bijna de indruk van een fixatie; het kind, dat ook op volwassen leeftijd,tegen wil en dank in, de gunst van zijn vader tracht te herinneren.^^

Dit Rome-complex heeft ook het uitzicht belemmerd op het schisma van 1054. Op het Utrechtse Provinciaal Concilie van 1763 werd uitgesproken: 'Hij is een scheurmaker en een ketter, die tegenover de Stoel van Rome een andere opricht'. En: 'er is nooit een legitieme noodzaak om de eenheid met deze stoel te verbreken'^).'

We moeten vaststellen, dat tot het midden van de 19e eeuw de Clerezy het schisma niet geaccepteerd heeft.

Pas 800 jaar na het Grote Schisma komt daar verandering in, als met het leerstuk van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria een dogmatisch verschil tussen de beide groeperingen ontstaat. Dit proces zet zich voort als de dogma's van de pauselijke onfeilbaarheid en zijn universeel episcopaat oorzaak zijn van de Oud-Katholieke beweging in Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk en Zwitserland.

') Het zou Interessant zijn na te gaan hoe lang quot;Rooms-Katholiekquot; (zonder Oud-Katholieke Clerezie) in gebruik gebleven is. Ik bezit een uitgave van het Nieuwe Testament uit 1846, verzorgd door quot;P. Buys, R.K. priester en president van het R.K. Seminarie te Amersfoortquot;.

2) Verhandelingen en besluiten van de kerkvergadering der Rooms-Katholieke Klerezije van de Uittrechtse en onderhavige bisdommen, s.l. 1765, blz.95; B.A. van Kleef: quot;Das Utrechter Provinzialkonzil von 1763, Intern.Kirchl. Zeitschrift, 1959-1960.

-ocr page 22-

18 Daar groeit het inzicht, dat men in conflict kan leven met Rome en toch katholiek kan zijn Het heeft lang geduurd tot men tot dit inzicht kwam en het noopt ons het Schisma van Utrecht een eigen karakter toe te kennen. Wat is dit eigen karakter ?

Eerste meende ik, dat het Utrechtse Schisma gekenmerkt werd door het afwezig zijn van politieke factoren. Die zijn in het Engelse Schisma bijzonder duidelijk maar in het Utrechtse Schisma (ik forrtiuleer voorzichtig) ontbreken ze niet. Bekijken we nog eenmaal de prent van Gerard Rademaker. We bedoelen de plaat, die de bevrijding van Petrus uit de gevangenis voorstelt. De engel, die Petrus naar buiten leidt, bevindt zich voor een nis en in.die nis is een wapen aangebracht, dat nog niet ontcijferd is. Boven die nis is een wapen, dat wel ontcijferd kan worden. Tot mijn grote verbazing (en ontsteltenis) was dit de Nederlandse leeuw ! Op een onopvallende wijze zijn de Staten betrokken bij de Cansa Coddarana en zij helpen mee de snode plannen van de quot;Herodesmacht te niet te doen.

Het Utrechtse Schisma is geen uitzondering in die zin, dat de invloed van de staat ontbrak; typerend is wel dat het schisma niet aanvaard werd. Men handhaafde de vermelding van de paus in de liturgie; men berichtte de keuze van een nieuwe bisschop aan Rome; men handhaafde tot in de 20e eeuw het Latijn als kerktaal. Bea zegt ergens , in verband met het schisma, quot;in katholischer Sicht handelt es sich um die Trennung der Kinder von ihrer Mutter, der Kirchequot; ®) Maar hier bleven de kinderen honderd jaar om hun moeder roepen ! Elke jonge mens zoekt in zijn jeugd erkenning door zijn vader en geborgenheid bij zijn moeder maar het kindeke van Utrecht bleef van beide verstoken, ook al deed men nog zo zijn best.

') Vgl. visser, Smit, Maan: Onafhankelijk van Rome toch katholiek, Hilversum 1973 (ISBN 90 304 00358)

-ocr page 23-

19

Met alle eerbied voor ons voorgeslacht, zijn we blij, dat het kindeke volwassen geworden is, waarbij wij ons kunnen voorstellen, dat een scherp waarnemer nog sporen van een traumatische ervaring zou kunnen aanwijzen.

We zouden daarbij kunnen denken aan de aarzelingen ten aanzien van de engelse wijdingen, die pas in 1922 als geldig verklaard werden '). 1922 was ook het jaar, waarin men zich distancleer--de van de uitspraken van het Utrechtse Concilie met betrekking tot de Orthodoxie.

1931 betekende de ontmoeting van Utrecht met Constantinopel en Canterbury. Met Canterbury werd de intercommunie gesloten en het proces van ontmoeting nam een aanvang, dat door de drie engelse Cs bepaald werd: 'communion, comprehensiveness and continuity'. Van het laatste een enkel voorbeeld: tijdens een gesprek tussen Anglikanen en Hervormden in Lambeth Palace, vroeg Dr. Emmen aan de Aartsbisschop van Canterbury: quot;hoe lang woont u hier al?quot; Aartsbisschop Fisher hoefte niet lang na te denken en antwoordde: quot;Ik geloof 900 jaar!quot;

Het contact met de Orthodoxie verliep trager, maar in 1962 mocht ik de Aartsbisschop van Utrecht, Andreas Rinkel, begeleiden naar Constantinopel. Daar (ik vermeldde het reeds) werden mijn ogen geopend voor de gevolgen van het schisma. Daar ontmoette ik quot;Zijne Heiligheid,quot; Patriarch Athenagoras. Nooit zal ik de dienst vergeten van de derde zondag van de Vasten, de zondag van de Kruisverering. De patriarch stond de dienst voor als een Mozes, ziende de Onzienlijke. En daar begreep ik: heilig = volkomen toegewijd.

Tijdens dit bezoek werden plannen ontworpen, die moesten leiden tot herstel van de kerkelijke gemeenschap.^)

') Vgl. P.J. Maan, Wat aan de intercommunie voorafging in: 1931-1981 vijftig jaren Full Communion tussen de Anglikaanse en Oud-Katholieke kerken. (Publioatieserie Stichting Oud-Katholiek Seminarie, no.11-1982).

2) Vgl. P.J. Maan, De dialoog tussen Oud-Katholleken en Oosters-Orthodoxen quot;Het Christelijk Oostenquot; XXXIII (1981) blz. 250-265.

-ocr page 24-

YoGlCÄf-\/ Ü ?^'^^^-^

20

Utrecht - Canterbury - Constantinopel. En Rome ?

In hetzelfde jaar 1962 viel de ontmoeting met nog een Heiligheid, Paus Johannes XXIII, die de kerk groter zag dan de Romana en zijn broeders mede-christenen het woord van Augustinus toeriep: 'of je wilt of niet, we zijn broeders'. Daarom ook waarnemers van de andere kerken op zijn concilie. Het was een indrukwekkende dienst toen het Tweede Vaticaans Concilie geopend werd: 2000 bisschoppen in het kerkschip, kardinalen in hun loges, de waarnemers op de eerste rij, de gehele hofhouding van zijne heiligheid aan het altaar, wolken van wierook, kleuren van goud en rood en het indrukwekkendste was de eenzame figuur van Paus Johannes, In gebed verzonken. Heilig = toegewijd !

In 1965 sterft Johannes XXIII en wordt opgevolgd door Paulus VI. Tijdens diens pontificaat vindt op 7, december 1965 eenzelfde plechtigheid plaats èn in Constantinopel èn in Rome.

De dienst bevat drie elementen:

Schuldbelijdenis voor de fouten aan beide zijden begaan. Intrekking van de wederzijdse excommunicatie.

Het uitspreken van de hoop, dat via de dialoog de beide kerken weer tot de volle gemeenschap in geloof en saoramentsbe-diening zullen komen.

Een soortgelijke gedragslijn werd gevolgd ten opzichte van de Oud-Katholieken. In Utrecht werd op 7 november 1966 een dienst gehouden door de beide aartsbisschoppen van Utrecht, waarin de brief van Augustin Kardinaal Bea werd voorgelezen, waarin verklaard werd, dat vanuit Rome geen voorwaarden meer werden gesteld voor het aangaan van een echte dialoog tussen beide kerken. ' )

En vers in ons geheugen is het bez-ek, dat Paus Johannes Paulus II aan Engeland bracht en dat het begin vormde van het overleg tussen Rome en Canterbury.

') Vgl. Tans/Kok, Rome-Utrecht, Hilversum 1966, waarin belangrijke documenten 'worden afgedrukt.

Orde van dienst van de liturgische bijeenkomst op 7 november 1966 (met documentatie).

-ocr page 25-

-ocr page 26-

-ocr page 27-

-ocr page 28-