-ocr page 1-
JAARBOEKJE
VAN HET
OUDHEIDKUNDIG GENOOTSCHAP
„NIFTARLAKE"
1973
GRAFISCH BEDRIJF SCHOTANUS & JENS, UTRECHT
UTRECHT
-ocr page 2-
Ere-lid:
G. J. Weyland, Veere
Bestuur:
Dagelijks Bestuur:
Mr Dr N. J. C. M. Kappeyne van de Copello, Loenen aan de Vecht,
Voorzitter.
Jhr P. H. A. Martini Buys, Avenue Concordia 68, Rotterdam-3016,
Secretaris.
J. H. van Walbeek, Baambrugge, wnd. penningmeester.
Mevr. J. G. Siewertsz v. Reesema-Schmidt, Maarssen, Bibliothecares.
Leden:
F. D. Sprenger, Vreeland.
Dr D. P. Blok, Nederhorst den Berg.
Mr J. H. van den Hoek Ostende, Amsterdam.
Jhr Mr L. A. Quarles van Ufford, Breukelen.
Mr W. L. Schenk, Maarssen.
Redactie Jaarboekje:
Mr Dr N. J. C. M. Kappeyne van de Coppello.
Jhr. P. H. A. Martini Buys.
Mr J. H. van den Hoek Ostende.
-ocr page 3-
-ocr page 4-
LEDEN
Amsterdam:
Bond „Heemschut"
Gemeentearchief
Heuven, H. van
Koninklijke Academie van
Wetenschappen
Koninklijk Oudheidkundig
Genootschap
Leuven, K. F. van
Niekerk, W.
Hoek Ostende, Mr J. H. van
den
Pannevis, Mr C.
Reesink, W. A. C.
Renes, H.
Universiteitsbibliotheek
van Amsterdam
Weede, Jhr S. G. van
Wijk, Mevr. A. C. van
Zwaan, J.
Ankeveen:
Fennis-Wiegman, Mevr. M.
Harinxma thoe Slooten, B. A.
Ph. Baron var
Baambrugge:
Anger, H. F.
Bijmoer, G. J.
Kemp, Dr. A.
Koekebakker, Prof. Dr. J.
Lee, Mej. E. van der
Versloot, P. C.
Walbeek, J. H. van
Baarn:
Dedel, Jhr Mr C.
Barneveld:
Snijder, M.
Abcoude:
Bianchi, R.
Boer, T. H. de
Breejen, A. den
D. G. Carasso
Carmiggelt, Mej. J. W.
Gemeente Abcoude
Graaf-Vossensteyn, Mevr.
W. D. de
Herkei, Mr F. A. M. ten
Knoppers, Drs H. C.
J. K. Luttikhuis
Mey, W. van ter
Pabon, J. J.
Portengen-Hoefman, Mevr. E.
Rijckevorsel, Jhr. Th. A. G.
M. van
Schoenmaker, H.
Swinkels, Mr J. W. F. M.
Treep-Hofman, Mevr. M. E.
Vis- Völker, Mevr. C. A. L. M.
Vries, B. H. de
Vries- Kok, Mevr. L. de
Wagenaar, Drs H.
Welsen, H. J. van
Alkmaar:
Red. Cie. Alkmaars Jaarboekje
Belonje, Dr. J.
Amersfoort:
Clifford Kocq van Breugel,
Erven Jhr Dr Mr J. R.
„Fléhite" Oudh. Vereen.
Rijksdienst voor het Oudheid-
kundig Bodemonderzoek
Amstelveen:
Achterbergh, J. W. N. van
Hofman, J. J. W.
-ocr page 5-
Berg, H. van den
Tekelenburg, G.
Cothen:
Lynden van Sandenburg, Mt
C. Th. E. graaf van
Doorn:
Adels-Vermeulen, Mevr. M.
Stoop- Koekoek, Mevr. G.
van der
Doude van Troostwijk, Ir. H. J.
Ede:
Jantzen, F. B. F. Gzn
Eindhoven:
Bruza, Ir. I. V.
Epe:
Lindenhout, H. J. van 't
Gouda:
Oudh. Kring „Die Goude"
' s-Gravenhage:
Bak, J .P.
Hess, Jr P.
Klaveren, H. W. van
Koninklijke Bibliotheek
Middelberg, Mr G. A. A.
Rijksbureau voor Kunsthisto-
rische Documentatie
Sleesen, Ir J. van der
Velsen- Metzelaar, Mevr.
W. L. van
Woestenburg J. C.
Groenekan:
Lisman, A.
Bennebroek:
Heer, G. M. de
Warnaars, H. B. E.
De Bilt:
Wit, H. C. de
Bilt hoven:
Twijnstra, Ir U.
Breukelen:
Akkerman, T. C.
Backer- Loeb van Zuilenburg,
Mevr. E. Y. E. G.
Beek- Jansen, Mevr. Mr A. C.
ter
Cerfontein, A. C.
Colenbrander, H. Th.
Coppoolse, K.
Cozijnsen, C. H.
Fruithof, C. W.
Gerwig, D. W.
Grift, A. van der
Haars, Mej. Mr E. A.
Kleef, G. C. van
Mertens, Ir H. F. b.i.
Molenkamp, J.
Postma, Dr E. B. J.
Quarles van Ufford, Jhr
Mr L. A.
Smits, P. B. A.
Ketwich Verschuur, J. D. van
Vulpen, W. van
Zweers, W.
Breukelerveen:
(post Tienhoven):
Graaf Wzn, E. de
Bussum:
Ahrend- van Gemund,
Mevr. M. W.
-ocr page 6-
Loenen aan de Vecht:
Bastert, J. N.
Teding van Berkhout, Jhr Mr J.
P. E.
Blok, Jr J. W.
Dolman, H.
Geus, L. J. de
Huisinga, L. J.
Kappeyne van de Coppello,
Mr Dr N. J. C. M.
Kappeyne van de Coppello-
van Panhuys, Mevr. Th. E.
C. M.
Keyzer, Mej. C. H. M.
Kralingen-Niekerk,Mevr. W. van
Nie, C. W. van
Olff, C.
Schayck, W. A. van
Seyffert, J. P.
Sondaar, L. H.
Sondaar- Keyzer, Mevr. C. F.
Stolp, Mej. A. G.
Wedden, H. J. M. van der
Loenersloot:
Hake, G. vor der
Nagell- Martini Buys, M. F. M.
Barones van
Veenstra, Drs. J. H. B.
Verschoor, J.
Loosdrecht:
Aalberts, H.
Boeschoten, J. G.
Doude vanTroostwijk, Mr
J. H. M. A.
Freese, J. P.
Haselen, Mej. E. van
Haselen, Mr. J. van
Simons, Mr C. H. F.
Trouw, J. M. L.
Lunteren:
Tas, Mr L. C. van der
Haarzuilens:
Royen, N. van
Hilversum:
Huisken, C.
Renou, F.
Ronde, J. de
Scheltema, H. D.
Smorenburg, J. M.
Steyling, Dr W. J.
Hollandse Rading:
KuhlwiUm, H. J.
Huizen (N.-H.):
Dudok van Heel, J. F.
Ruiter, J. A.
Kockengen:
Gemeente Kockengen
Kortenhoe j:
Daams, J.
Spaan, D. N.
Voorn, K.
Langbroek:
Schotanus, F. B.
Laren (N.-H.):
Boetzelaer, R. W. C. Baron van
Leersum:
Rijksinstituut voor Natuurbeheer
Leiden:
Antiquariaat en Boekhandel
Burgersdijk en Niermans
Mij. der Nederlandse Letter-
kunde
-ocr page 7-
Zwaardemaker-Job,
Mevr. G. A. I.
Maastricht:
Limburgs Geschied- en Oud-
heidkundig Genootschap
De Meern:
Bogaard, P. H.
Bruijn, Jac. de
Muiderberg:
Schellart, A. I. J. M.
Mijdrecht:
Walbeek, G. H. van
Naarden:
Gortel, Dr J. H. van
Oudenniel, C. G. van
Poolman, H.
Nederhorst den Berg:
Blok, Dr D. P.
Huisstede, C. van
Ver. voor Vreemdelingen-
verkeer
Nieuwersluis:
Luttge, Prof. J. M.
Doude van Troostwijk, D. W.
Doude van Troostwijk, L. W.
Schmal Jr, J. P.
Nigtevecht:
Amesz, Mevr. M.
Wees, G. A. van
Nijmegen:
Koekenbier, H. A. J.
Maarssen:
Agterberg, J.
Alleman, J. G.
Berg, B. O. van den
Besier- van Geelen, Mevr. C. J.
Biegelaar, J. B. P.
Cosijn, Dr J.
Dekker, D.
DoUekamp, H. J.
Drnogenbroek, H. J. van
Gemeente Maarssen
Gieling, J.
Hinfelaar, L. C.
Huitzing, E. R.
ECerkvoort, P. van
Klap, C. P.
Komdeur, S.
Schuckink Kool, Mej. A. W.
Kraayenhagen, J.
Kroon, G.
Messer, Drs. A. P.
Mol, B. C. T- de
Plomp, R.
Pos, R.
Remijnse, M.
Rodriguez, M.
Rijsterborgh, C. J-
Schaik, Mr Dr Th. E. E. van
Schenk, Mr W. L.
Schipper, A. P.
Schokking- Kany, Mevr. R. J.
Schwartz, G. D.
Servaas, J. N.
Seumeren, M. F. M. van
Siewertsz van Reesema-Schmidt,
Mevr. J. G.
Visser, Y.
Vlugt, J. van der
Voorneveld, G.
Wal, D. van der
Waller, J. D.
Westenburg- de Groot, Mevr. P.
Westermann, B. W.
Zuurdeeg, Ds. J.
Zwaardemaker, R. C.
-ocr page 8-
Oosterbeek:
Beusekom, Mr E. van
Overveen:
Vries- van der Lee, Mevr. A. de
Rhenen:
Bijieveld, T. T. M. H.
Rotterdam:
Biblotheek en Leeszalen der
Gem. Rotterdam
Vereniging Boerenvi^agenclub
Canter Cremers, Mr J. J.
Martini Buys, Jhr P. H. A.
Rozendaal (Gld.):
Nitschmann, E. A.
Rijnsaterswoude:
Breen, H. L.
Soest:
Bentinck,Mr S.P. Baron
Tienhoven (U.):
Hogenhout, A.
Utrecht:
Buisman, P. W.
Danklof, H. A.
Mezger, J.
„Oud-Utrecht", Ver.
Provinciale Bibliotheek
Reisbureau „Ebato"
Rijksarchief in de Prov Utrecht
Soeten, H. J. de
Utrechtse Openbare
Bibliotheken, Stichting
Universiteitsbibliotheek
Vor der Hake, J.
Veere:
Weyland, G. J.
Venray:
Wijnen, Mej .B.
Vinkeveen:
Vries, J. de
Vleuten:
Uittenbogaard, W.
Vogelenzang:
Koopman, G.
Voorburg:
Fries, Mr F. H.
Vreeland:
Aalderink, H. J.
Leeuwen Boomkamp, D. C.
van
Brandes, Ir M. C.
Erdmann-Kensen, Mevr. L
Hartung, O. E. K.
Oosterbroek, B. H. A.
Sprenger, F. D.
Waardenburg:
Goelst Meyer, A. F. v^n
Wageningen:
Kniphorst's Boekhandel
Wassenaar:
Wieder Jr., F. C.
Weesp:
Brood, H.
Lindeboom, G.
Stork, A.
-ocr page 9-
10
IJsselstein:
Cool, A. G.
Zaandam:
Vis-Honig, A. M. C.
Zaandijk:
Verkuil, M.
Zeist:
Rijksdienst voor de
Monumentenzorg
Westbroek:
Berg, M. van den
Woerden:
Wesseling, G. J.
Wijk bij Duurstede:
Dijkman-Schoenmaker
Mevr. G. J. E.
Luykx-Buysrogge, Mevr. A.
-ocr page 10-
Jaarverslag 1972
Op maandag 29 mei 1972 had in "Het Trefpunt" te Maarssen de
jaarvergadering plaats, welke volgens de presentielijst werd bezocht
door 22 leden en belangstellenden.
De voorzitter opende de vergadering met een woord van welkom en
herdacht de overleden leden, zijnde de heren: G. Adriaans, G. graaf
Schimmelpenninck en D. Hulsinga. In het bijzonder wijdde de voor-
zitter vriendelijke woorden aan de nagedachtenis van ons bestuurslid
de heer G. Adriaans, die jarenlang heeft gestreden voer de schoonheid
van de Vechtstreek en in wijder verband voor die in de gehele provin-
cie Utrecht. Als bestuurslid sedert 1951 heeft hij verschillende jaar-
boekjes verrijkt met zijn gewaardeerde excursieverslagen, terwijl onder
zijn leiding enige malen zijn woonplaats Amersfoort het doel van onze
bezoeken was.
De notulen van de vorige ledenvergadering werden onveranderd goed-
gekeurd, waarna de secretaris aansluitend het korte jaarverslag over
1971 voorlas.
In verband met zijn verhuizing naar Veere kon de penningmeester niet
meer ter vergadering aanwezig zijn. In plaats daarvan werd door de
leden van de kascommissie, de heren T. H. de Boer en J. H. van Wal-
beek een schriftelijk verslag over 1971 uitgebracht, waaruit bleek, dat
het saldo op 1 januari 1972 ƒ 2.517,56 bedroeg. Naar aanleiding hier-
van werd aan de penningmeester décharge verleend voor het in 1971
door hem gevoerde beheer. In de kascommissie voor 1972 werden be-
noemd de heren Van Wees en Van Walbeek met als plaatsvervangend
lid de heer T. H. de Boer.
Wegens hun vertrek uit de Vechtstreek stelden de heren Weyland en
Bijleveld hun bestuurszetel ter beschikking. Mevrouw Siewertsz van
Reesema werd als bestuurslid gekozen, in welke functie zij de zorg
voor de bibliotheek op zich wilde nemen. De aftredende bestuursleden;
-ocr page 11-
12
de heren Sprenger, Van den Hoek Ostende en Quarles van Ufford
werden met algemene stemmen herbenoemd. Op voorstel van de heer
Bastert werd de afgetreden penningmeester, de heer Weyland, wegens
zijn jarenlange behartiging van de belangen van ons genootschap met
algemene stemmen tot ere-lid benoemd.
Wat de excursie betrof werd na enige discussie het voorstel van de
voorzitter aangenomen om Veere te gaan bezoeken. Besloten werd, dat
de excursie niet op zaterdag zou plaats hebben, omdat de ervaring
heeft geleerd, dat ontvangende instanties steeds minder geneigd zijn
hun vrije zaterdagen hieraan op te offeren.
Voor het jaarboekje 1972 bleek voldoende kopij beschikbaar te zijn.
Aan de Vechtcommissie en de stichting De Utrechtse Molens werden
door de vergadering wederom dezelfde bijdragen als in het voorgaan-
de jaar toegekend.
Verschillende kleine monumenten kwamen bij de rondvraag aan de
orde. Geklaagd werd over de toestand van de koepel te Vreeland, als-
mede over het hek van "Vechtoever", dat nog niet herplaatst werd.
Te waarderen viel, dat de koepel te Abcoude is gered, doordat deze in
de tuin van de burgemeester zou worden herbouwd. Bijzondere aan-
dacht werd gewijd aan de uitbreidingsplannen van de gemeente
Maarssen, die onder meer door de aanleg van drie bruggen over de
Vecht de sfeer van het dorp Maarssen dreigen te bederven. Gehoopt
werd, dat de Vechtcommissie zich hiermede zou willen bemoeien. Ter
sprake kwam verder nog: de op "Terra Nova" aanwezige gevelstenen,
het in de N.H.-kerk te Loenen begraven doopvont, alsmede de gevel-
steen van de herberg "De Vergulde Zadel" te Oud Loosdrecht.
Niets meer aan de orde zijnde bedankte de voorzitter de aanwezigen
voor hun komst en sloot de vergadering.
Tot zover het verkorte verslag van de jaarvergadering.
Door het overlijden van de heer G. Adriaans kwam onze vertegen-
woordiging in de stichting De Utrechtse Molens open te vallen. Door
aanwijzing van de heer F. D. Sprenger werd door het bestuur hierin
voorzien.
In verband met zijn benoeming tot burgemeester van Rhenen meende
de heer Bijleveld voor het bestuurslidmaatschap te moeten bedanken.
-ocr page 12-
13
Op maandag 14 augustus trokken een 34-tal leden en belangstellenden
voor de jaarlijkse excursie naar Veere. Wij menen deze tocht als ge-
slaagd te mogen beschouwen.
In november waren enkele onzer bestuursleden tegenwoordig bij de
oprichting van "De Historische Kring Maarssen". In aanmerking ne-
mende dat dit nieuwe instituut voor vele leden van ons genootschap
van belang kan zijn, en wij samenwerking in enigerlei vorm niet a
priori uitgesloten achtten, hebben wij het nuttig geoordeeld een
"Waarom" van de heer Pos in het jaarboekje op te nemen.
Wij besluiten het verslag met de opgave van het aantal leden. Dit
bedroeg op 1 januari 1973: 271.
Martini Buys
-ocr page 13-
STAAT VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN
BOEKJAAR 1972
Ontvangsten:
Saldo 1971...................... f 1.517,56
Contributies .................... „ 2.490,25
Verkochte jaarboekjes.............. „ 82,75
Renten:
Rek. Courant N.M.B..... ƒ 58,88
Coupon obligatie:
ƒ 1.000,— 8 «/o B.N.G. . . „ 80,—
--------------- ƒ 138,88
Uitgaven:
Bewaarloon effecten, incasso........     ƒ 1,74
Jaarboekje 1971 ..................     „ 2.312,70
Drukkosten uitnodigingen..........     „ 38,13
Onkosten:
Porti, telefoon, enz...............     „ 304,50
Batig saldo 1972................     „ 1.572,37
ƒ 4.229,44
ƒ 4.229,44
J. H. van Walbeek, penningmeester
-ocr page 14-
Excursie verslag 1973
Op vrijdag 3 augustus begaven zich een 27-tal leden en belangstellen-
den met de autobus van Utrecht op weg om de oude panoven in Zui-
len te gaan bezichtigen. Reeds sedert jaren wordt deze oven niet meer
gebruikt, maar hij geeft toch nog een indruk met hoeveel zorgvuldig-
heid het omvangrijke werk van vullen en stoken enige malen per jaar
werd bewerkstelligd. Verscholen in een verwaarloosde loods en ver-
stoken van het vroeger daarbij behorende werkterrein, ontsnapt hij
thans aan de opmerkzaamheid van de argeloze voorbijganger. Te
vrezen valt dat zijn bestaan zal worden gerekt, totdat behoud zo
kostbaar zal zijn geworden, dat met een rekensom de tranen der oud-
heidminnaars kunnen worden weggeveegd en de laatste panoven aan
sloping zal worden prijsgegeven. Het is een treffend voorbeeld hoe
telkens cultuurmonumenten van oude nijverheid door gebrek aan be-
langstelling dreigen ten onder te gaan. Ons bezoek leek dan ook op
een afscheid.
Na in "De Kampioen" het gewaardeerde kopje koffie te hebben ge-
dronken, was spoedig het buiten "Vreedenhoff" bereikt. Dit buitenhuis
is de meest vorstelijke plaats, die de Vechtstreek nog bezit, waarbij
huis, tuinkoepel, hek en tuinen nog in welstand verkeren. Het prach-
tige rococo-toegangshek door Constantinus Lautenschlager gegoten, is
haast van een niet-nederlandse voornaamheid, die het tot een waardi-
ge toegang maakt tot de uitgestrekte voor- en achter-tuinpartijen.
Oorspronkelijk stond op de plaats van het huidige huis de woning van
Andries Pels, welke wij kennen van de afbeelding in "De Zegepralen-
de Vecht" (1719). In 1749 liet Trip het nog bestaande huis bouwen;
ook het grote toegangshek heeft deze bouwheer voor zijn rekening
genomen. In de ruime veelhoekige tuinkamer vertelde ons medelid de
heer Lisman ons de bijzonderheden, die er omtrent het huis en zijn
bewoners bekend zijn. Doordat zowel de bewoning van het huis als
de verzorging van de tuin hoge eisen aan de financiële draagkracht
van de bewoners stelde, is de plaats menigmaal van eigenaar veran-
-ocr page 15-
16
derd, totdat laatstelijk Philips' Gloeilampen Fabrieken er een bestem-
ming aan trachtte te geven. De tuinkamer bezit, nevens fraai stucwerk
met de emblemen der jaargetijden, een merkwaardige weelderige fon-
tein, die in een muurnis is aangebracht. Deze zaal is nog oorspronkelijk
en dagtekent uit de bouwtijd; zij biedt een heerlijk uitzicht op de
achtertuin met de daarin aangebrachte waterpartijen. De andere woon-
kamers werden door latere generaties naar de eisen van de tijd gemo-
derniseerd. Het enige en ernstigste bezwaar, dat men zou kunnen
opwerpen is de tegen de zijkant gebouwde overdekte balustrade, die
de strakke vorm van het gebouw verstoord.
Vervolgens verwisselden wij de kleiboorden van de rivier De Vecht
met de vroegere veenmoerassen, die Holland scheidden van het Sticht.
Sedert de hoUandse graven hun invloed en macht ten koste van de
bisschoppen van Utrecht geleidelijk naar het oosten konden verplaat-
sen, hebben zij niet tevergeefs weer een begin gemaakt met de verbete-
ring van de waterhuishouding in deze veengebieden. En nog duurt de
strijd voort; zij het dat de nadruk is verschoven van de strijd tegen de
wateroverlast naar de strijd voor goed water. Maar wat merkt de
deelnemer van deze dringende vraagstukken, wanneer hij in het gezel-
lige zaaltje van "De Vier Balken" in Haarzuilens door het noenmaal
weer op zijn verhaal wordt gebracht.
De door de waterstaatkundige veranderingen veroorzaakte verbeterde
levensomstandigheden stelden de inwoners van Kockengen in staat in
de vijftiende eeuw een laat-gotische eenbeukige kerk met twee dwars-
kapellen te stichten, waarbij zij geholpen werden door de bedevaarts-
gangers, die in deze kerk het feest van Maria Hemelvaart kwamen
vieren. Met de bouw van de tegen de kerk geleunde toren, die in zijn
huidige vorm uit 1635 dagtekent, was voor de kleine dorpsgemeen-
schap het sociaal en geestelijk leven in een middelpunt samengebracht.
Evenals in 1959, toen wij de pas herstelde kerk bezochten, werden wij
weer door de heer Jongeneel ontvangen en voorgelicht. Het is onnodig
de opmerking te herhalen, die wij destijds maakten naar aanleiding
van het huidige gemeentewapen. Het oude wapen van Kockengen
prijkt nog boven in het koor tot lering en vermaak. Na het verlaten
van de kerk was het gemeentebestuur zo vriendelijk ons op het raad-
huis de thee aan te bieden. Sedert enige jaren is de raadszaal op de
eerste verdieping, waar voorheen de verzameling van de oudheidka-
-ocr page 16-
17
mer was ondergebracht. Zowel de korte beschouwing, die de heer
Jongeneel gaf, als de vele foto's, die het jongste verleden van deze
gemeente aanschouwelijk maakten, ondervonden veel belangstelling
bij de leden. Na het dankwoord van de voorzitter zette het gezelschap
koers naar de molen te Kockengen. Daar stond de molenaar ons reeds
op te wachten. Deze molen is thans in het bezit van de "Stichting De
Utrechtse Molens" en het is hier zeker de plaats met bijzondere waar-
dering de aandacht te vestigen op het vele, dat deze stichting in de
ruim tien jaren van haar bestaan heeft bereikt. Een twaalftal molens,
op een na allen in het westen van de provincie gelegen, zijn aan haar
zorgen toevertrouwd, zodat de molen als middel tot beheersing van
het waterpeil niet uit het stichtse landschap zal verdwijnen; maar in-
tegendeel een vertrouwd beeld in het polderland zal blijven.
Moge deze dag er weer toe hebben bijgedragen, dat de deelnemers bij
het einde van de excursie met een welgemeend "tot ziens, tot volgend
jaar" afscheid hebben genomen.
Martini Buys
-ocr page 17-
Het buiten Cromwijck
door Isaac de Moucheron
Op de tentoonstelling van Hollandse 18de-eeuwse schilder- en teken-
kunst, die in de winter van 1971/72 in de Verenigde Staten te zien
was, had men aan de dikwijls immers niet zo specifiek Hollandse
Isaac de Moucheron een naar verhouding ruime plaats ingeruimd, om
de verschillende kanten van zijn werkzaamheid goed tot hun recht te
laten komen. Het was van de initiatiefnemer der tentoonstelling,
Roger Mandle, een gelukkige gedachte naast de bekende arcadische of
Italiaanse landschappen van de kunstenaar ook eens een voorbeeld
van zijn veel zeldzamer Hollandse topografie op te nemen, en hij vond
daarvoor een tekening dichtbij huis, in de Pierpont Morgan Library ^
(afb. 1).
Het gedetailleerd getekende, maar toch breed gecomponeerde echt
Hollandse landschap, met laaghangende wolkenlucht over het sobere
landhuis aan de bocht van een rivier, is behalve zeer evocatief en van
verrassend artistiek gehalte, een kunsthistorisch en topografisch docu-
ment van enige betekenis.
Het massieve gebouw, tot dusverre beschreven als 'a manor house' kan
n.1. geïdentificeerd worden als het buiten Cromwijck aan de Vecht bij
Maarsen, en wel op grond van een tweede tekening, in de opzet exact
corresponderend met die te New-York en daarvoor zeker een eerdere
studie - (afb. 2). Omgekeerd kan deze voorstudie, waarvan de kunste-
' Pen, penseel in kleuren 166 x 280 mm. L.o. gesigneerd en gedateerd: JMoucheron
(JM in een) Fecit. 1741. The Pierpont Morgan Library, New-York, cat. (1912)
dl III p. 237. Tent. Dutch masterpieces from the eighteenth century, Minneapolis,
Toledo, Philadelphia 1971-V2 nr 50, plate 20.
- Pen en penseel in grijs 177 x 320 mm. Met 19de-eeuws opsschrift: Vermoedelijk
Cromwyck, vóór de verbouwing in . . . Het jaartal is oningevuld. Bedoeld is waar-
schijnlijk: vóór de verandering van het huis zoals die te zien is op P. J. Lutgers'
litho uit 1836 in zijn 'Gezigten aan de Rivier de Vecht naar de Natuur geteeken
en op Steen overgebracht'. Ook later trouwens heeft Lutgers Cromwijck nog afge-
beeld: in 1857 in kleuren op een groter blad, in de coll. Bastert te Loenen, en nog
eens, in 1870 op een twaalfdelig ontbijtservies in de coll. Matthes (genoemd bij Van
Luttervelt, De buitenplaatsen aan de Vecht, 1948 p. 121). Op de tekening van 1857
(afb. 4) is het huis van vrijwel dezelfde hoek gezien als bij De Moucheron.
-ocr page 18-
1 Isaac de Moucheron. De hofstede Cromwijck aan de Vecht. Tekening in kleuren,
1741. New York, The Pierpont Morgan Library.
sO
-ocr page 19-
20
naar tot op heden onbekend was, thans op naam van De Moucheron
gezet worden.
Deze schetstekening berust in het familiearchief van de heer J. N.
Bastert te Loenen a/d Vecht, wiens geslacht het buiten Cromwijck in
eigendom heeft bezeten van 1757-1904.
Vergelijkmg van de twee bladen maakt duidelijk, dat de tekenaar zich
nauwkeurig heeft gehouden aan zijn eerste opzet, die wel ter plaatse
moet zijn getekend. Toegevoegd is de stoffage van schepen en mensen,
en is ook het hoog geboomte, dat de dubbele functie heeft als repous-
soir en als cache-misère voor de grove bouwsels achter het landhuis,
de steenovens, die een bron van inkomsten vormden voor de eigenaren
van de hofstede, en als zij brandden een gloed verspreidden, die naar
het woord van Claas Bruin
. . . steenen kan in klei hervormen
T geen in een harde stof verkeert
Tot nut der Bouwkunst nooit volleert ■'
Deze zware, schum oplopende steunbergen geven tegelijk nog een
steun aan de identificatie van het huis op De Moucheron's tekening
met Cromwijck, daar ze ook voorkomen op een ets uit Sorjous' serie
't Ontroerde Nederlant', die de verwoestingen door de Fransen in het
rampjaar 1672 in beeld brengt. Het gebouw is daar weliswaar aange-
duid als 't Huys Kroon-wyck van d Heer Pauw' (afb. 5), maar juist
die toevoeging van de naam van de eigenaar laat er geen twijfel over
bestaan dat Kroonwyck hier een verschrijving is voor Cromwijck, zo
genoemd naar de kromming in de Vecht, waaraan het was gelegen.
Want met de 'Heer Pauw', eigenaar van het huis toen Sorjous zijn
prent etste, kan niemand anders zijn bedoeld dan Johannes Pauw, se-
dert 1656 de echtgenoot van Elisabeth Rotgans (1608-1680) ''. Het
archief Huydecoper, in het Rijksarchief te Utrecht, bevat een - onge-
dateerde - lijst van hofsteden aan de Vecht, waarin 'Jan Paau' voor-
komt als eigenaar van Cromwijck ^. Het was daarvóór bezit geweest
^ Speelreis langs de Vechtstroom . . ., Amst. 1719.
'' J. Elias, De Vroedschap van Amsterdam I p. 170.
^ Inv. nr 1941; meded. R. A. Utrecht, nr 311-NM (1972).
-ocr page 20-
21
^'^ X '>'r f'i^j , z t *• t^ '
^««W»
2 Isaac de Moucheron. De hofstede Cromwijck; studie voor de tekening op afb. 1.
Verz. J. N. Bastert, Loenen a. d. Vecht.
,1
ê^M^^^^ . J^
3 Isaac de Moucheron. Het huis Spaar-en-hout bij Haarlem. Tekening in kleuren,
1741. Yerz. Erven Mr. C. P. van Eeghen.
-ocr page 21-
22
van Elisabeths moeder, Geertruyt Rotgans-Huydecoper (1585-1668),
die het vermoedelijk had geërfd van haar vader Jan Jacobsz. Bal alias
Huydecoper, die ook het nabijgelegen Goudestein bezat. Het huis
Cromwijck dateerde van 1637 en was gebouwd op de plaats van een
oude tegelbakkerij. Het verhaal gaat dat het Geertruyt Rotgans was,
die het huis na de vernieling door de Fransen in 1672 weer geheel liet
opbouwen '. Maar daar zij reeds in 1668 overleed kan dat niet juist
zijn. Die herbouw zal dus wel te danken zijn aan het echtpaar Pauw,
misschien echter ook aan hun neef Lucas Rotgans, op wie de bezitting
vererfde toen zowel Jan Pauw als zijn echtgenote in hetzelfde jaar,
1680, stierven. Deze Rotgans was de bekende dichter (1654-1710),
wiens verzamelde werk in 1715 door zijn vriend Fran9ois Halma
werd uitgegeven. Het was, zoals we nog zullen zien, vooral zijn naam,
die later met het buiten in verband werd gebracht.
Na de dood van Lucas Rotgans wordt Cromwijck eigendom van zijn
zwager Albert Hendrik de Salengre ". Diens enige dochter Magdalena
Jacoba verkoopt het op 18 december 1731 aan Johan Elias Huydeco-
per, heer van Maarseveen (geb. 1669), waarbij het huis dus weer in het
geslacht van de bouwheer terugkeerde ". Tijdens deze periode ontstaat
dan De Mouchcron's gezicht op het huis en zijn omgeving.
Bij een zo uitgewerkte tekening als deze, waarop het huis een zo
goedzichtbare plaats inneemt, denkt men al gauw aan een opdracht
van de eigenaar/bewoner. Dat zou in ons geval Huydecoper zijn. Er
is echter goede reden om daaraan te twijfelen. Kort nadat n.1. De
Moucheron zijn tekening had gemaakt (1741), kwamen op een Am-
sterdamse verkoping voor: 'twee Gczigten naar 't Leven, zynde het
' Memorie in het archief Huydecoper, inv. nr. 111, R. A. Utrecht.
■^ O.a. R. Zuidcma in Nieuw Nederl. Biogr. Woordenboek X, 1937 K 836, en J. D.
Bastert in Jrb. Niftarlake 1934 p. 15.
" Gehuwd met Rotgans' zuster Geertruyda Jacoba. Zelf was de dichter in 1687
getrouwd met Anna Adriana de Salengre, die hem echter reeds na twee jaar ont-
viel. Uit dit huwelijk werden twee dochters geboren.
" Bij de boedelscheiding van 19.XII.1744 na het overlijden van J. E. Huydecoper
op S.ll.dav., raakt Cromwijck in het bezit van zijn dochter Sophia, "Wed. Mattheus
Buys. Deze verkoopt het huis binnen een maand aan Nicolaas Paradijs, en via een
tweede huwelijk van zijn vrouw Cronelia ToU vererfd Cromwijck in het geslacht
Bastert (gegevens in fam. archief Bastert; over de eerste helft 18de-eeuwse eigena-
ren vermeld staat in Jrb. Niftarlake 1934 is niet juist).
-ocr page 22-
4 P. J. Lutgers. De hofstede Cromwijck. Tekening in kleuren, 1857. Ven. ]. N. Bastert, Loenen a. d. Vecht.
-ocr page 23-
24
eene een gezigt aan de Vecht van de wooning van den Poëet Rotgans,
en 't andere een gezigt aan 't Spaaren, zeer uitvoerig met Kleuren'
(vlg. C. Bouman, Amst. 18.VIII.1744 nr. C.20). Aangenomen dat de
eerstgenoemde van dit tweetal de hier gepubliceerde tekening uit de
Pierpont Morgan Library is - en dat lijkt erg waarschijnlijk - zou deze
dus een pendant gehad hebben met een vermoedelijk soortgelijk land-
schap, nu niet aan de Vecht, maar aan het Spaarne. Die tegenhanger
kan m.i. worden aangewezen in een tekening in de verz. Van Eeghen
(afb. 3). Zij is in dezelfde techniek uitgevoerd als die van Cromwijck,
heeft vrijwel gelijke afmetingen (172 x 280 mm tegen 166 x 280 mm)
en is op gelijke wijze gesigneerd: IMoucheron (I en M ineen). Fecit
1741'".
Afgebeeld is een buiten aan het Zuider Spaarne bij Haarlem, dat met
een niet onaardige woordspeling Spaar-en-Hout heette. Toen het ge-
tekend werd, was het eigendom van Jacob de Neufville (1714-1773),
vermogend zijdelakenhandelaar. Dat juist Spaar-en-Hout gekozen
werd als tegenhanger van Cromwijck stond echter in verband met een
vroegere bewoner. Het buiten werd n.1. gehouden voor de woning van
de dichter Lucas Schermer (1688-1711), collega, naam- en tijdgenoot
van Lucas Rotgans. Weliswaar zijn bewijzen daarvoor niet te vinden ^\
maar in dit geval is de traditie van meer belang dan de werkelijkheid.
In beide huizen hadden naar men meende dus corypheeën der vader-
landse letterkunde gewoond. Is het te gewaagd om te vermoeden dat
*" Tent. verz. Mr. C. P. van Eeghen, Mus. Fodor 1935 nr 71; id.: Rijksprenten-
kabinet 1958 nr 70. De tekening is afgebeeld bij A. Starings artikel in Oud-Holland
19SO, op p. 99.
De daar op p. 101 genoemde aquarel in de coll. Van der Haagen,
zeer minutieus getekend en extra uitvoerig gestoffeerd, zou gedateerd zijn in 1713.
Het huis Spaar-en-Hout is daar bekroond door een balustrade met vazen op de
hoeken, terwijl de tekening van de coll. Van Eeghen een eenvoudig laag dak laat
zien. Was de oorspronkelijke balustrade van hout, en in de periode tussen 1713 en
1741 verrot geraakt en gesloopt? Ook in vroegere veilingen komen nog gezichten
op Spaarenhout door De Moucheron voor: vlg. G. van der Pais, Rotterdam
1.IV.1840 nr E 29 en 30 (beide verkocht aan Rueb; nr 30 heet in de catalogi der
coll. Van Eeghen 1935 en 1958 identiek met onze afb. 3); vlg. H. van der Vugt,
Amst. 27.IV.1745 p. 19 nr 36; vlg. Graaf van Neale e.a., Amst. 28.III.1774 nr E
324; vlg. J. F. van Oordt e.a., Amst. ll.XII.1856 nr 2,58; vlg. G. Schroder, Amst.
20.11.1764 nr 608 (deze in zwart krijt); vlg. C. Smitt, Amst. 4.XII.1780 nr T 1226
(in oostind. inkt).
" Zie C. V. d. Haar, De buitenplaats 'Spaar-en-Hout', Jrb. Haerlem 1958 p. 101-110.
-ocr page 24-
25
6 Getekende plattegrond en situatiekaart van Cromwijck. Detail van een copie uit
1755 door de landmeter J. van Houweningen naar een grote kaart uit 1732 door de
landmeter S. van Utrecht. Verz. J. N. Bastert, Loenen a. d. Vecht.
-ocr page 25-
26
Cornelis Bouman, in wiens nalatenschap de beide bladen al zo kort na
het ogenblik van hun ontstaan voorkomen, Moucheron ook de op-
dracht heeft gegeven? Deze kunstverzamelaar vi'as te Amsterdam ge-
boren op 8.III.1703, en overleed aldaar op 24.V.1744, een paar
maanden vóór De Moucherons ^-. Zijn vader, Carel Bouman, bekend
uit het pastelportret door Troost in het Rijksmuseum '•*, had fortuin
gemaakt als makelaar in tabak, en ook zijn zoon vond zijn bestaan in
de tabakshandel ^*.
Maar daarnaast leefden er in de familie Bouman ook artistieke ambi-
ties. Als coUectionneur van tekeningen moet Cornelis Bouman met de
Amsterdamse kunstenaars van zijn dagen in contact gestaan hebben,
en zelf beoefende hij ook de tekenkunst, zij het meer in decoratieve
trant dan als vrij scheppend meester. De verzameling van het Kon.
Oudheidkundig Genootschap bevat een luxueus gebonden manuscript,
waarin Cornelis Bouman de gekleurde omlijstingen heeft getekend
voor de 'Geestelyke Gezangen' van zijn vader Carel, die gecalligra-
feerd zijn door de jongere broer Arnoldus. Behalve een monument van
het in de familie Bouman levende gevoel van saamhorigheid - dat op
andere wijze ook tot uitdrukking kwam door de talrijke onderlinge
verbintenissen tussen dit geslacht en de familie Noordhoorn - is het
ook een bewijs voor de in deze kring levende litteraire aspiraties.
Daaruit is dan ook wellicht de opdracht aan Isaac de Moucheron
voortgekomen om in een tweetal tekeningen de herinnering vast te
leggen aan twee bewonderde dichters van een generatie tevoren.
12 De genealogische gegevens dank ik aan de Heer H. L. Kruimel te Scheveningen.
'^ Uit 1739; bruikleen van het Kon. Oudheidkundig Genootschap,
i* Hij wordt als tabaksverkoper op de Binnenkant vermeld in het Kohier der per-
sonele quotisatie van 1742, uitgegeven door Mr. W. F. H. Oldewelt, 1945 p. 58.
Dr J. W. NIEMEYER
Noot van de redactie:
Bovenstaand artikel is met de welwillende toestemming van de des-
betreffende redactie overgenomen uit het kunsthistorisch tijdschrift
"Oud Holland".
-ocr page 26-
Beschrijving van de 3 rouwborden
in de Ned. Herv. Kerk te Abcoude
In het jaarboek 1914 van het Oudheidkundig Genootschap "Niftarla-
ke" hebben de heren G. van Arkel en J. W. Verburgt op de blz. 34
t/m 46 een beschrijving gegeven betreffende de Ned. Herv. Kerk te
Abcoude. In deze beschrijving leest men op blz. 38:
"In het koor hangt een ruitvormig wapenbord met een vrouwelijk
"wapen, hetwelk als hartschild heeft: drie zuilen van keel op een veld
"van goud. Als randschrift lezen wij:
o
"Obiit Anno DMI 1614"
"Mensis Augusti Die 8".
"Een ander wapenbord is geheel onleesbaar; een derde heeft als onder-
"schrift - 13 Aprilis 1727. In den Geheijm-Schrijver van Staat en
"Kerke der Vereenigde Nederlanden, beginnende met die van de Pro-
"vincie Utrecht blz 171, lezen wij betreffende de kerk van Abcoude:
""Vijf wapenborden vercieren het Choor aande Muuren, dog in de
"Kerk ziet men er geene aangehangen. Het vierde wapenbord, even-
"eens onleesbaar, is teruggevonden in het koor, maar het vijfde is niet
"meer aanwezig,"
Tot zover dus de beschrijving van de kerk in het hogergenoemde Jaar-
boekje van 1914.
Uit deze beschrijving is niet komen vast te staan aan wie deze wapen-
borden konden worden toegeschreven. Tijdens de restauratie van het
schip van deze kerk gedurende de jaren 1930-1931 heeft men de
rouwborden gelaten voor wat zij waren. Totdat in 1940 de toenmalige
predikant bij de Ned. Herv. Kerk te Abcoude begaan zijnde met de
-ocr page 27-
28
erbarmelijke toestand, waarin de wapenborden, die opgehangen waren
in het koor, en aan het oog van iedereen onttrokken waren, op de ge-
dachte kwam, dat hieraan wat gedaan moest worden, m.a.w. dat deze
borden in de oorspronkelijke staat moesten worden teruggebracht. In
1940 waren er nog maar 3 borden over, van de door Geheijm-Schrij-
ver genoemde 5 borden waren er dus 2 verloren gegaan.
De 3 overgebleven borden verkeerden in 1940 in een zeer slechte staat,
vooral het ruitvormige bord was er erg aan toe. Het bord was opge-
bouwd uit verschillende planken, die in de loop der tijden losgeraakt
waren en bovendien was de voorstelling erg gehavend. Ook aan de
andere twee overgebleven borden mankeerde wel het een en ander.
Om deze borden wederom in een behoorlijke, liefst oorspronkelijke
staat terug te brengen, verzocht Ds F. van Duijkeren mij, of ik mij
hiermede wilde belasten. Daar dit een belangrijke opdracht was, heb
ik na rijp overleg en na gehouden ruggespraak met mijn vader, E. N.
Grevenstuk, die van de heraldiek zeer goed op de hoogte was, erin
toegestemd te pogen deze borden in de staat terug te brengen zoals
hierboven reeds is aangegeven. Door er in toe te stemmen om deze
borden op te knappen, bevroedde ik nog niet, voor welke aangename
historische verrassingen ik zou komen staan.
Allereerst het kerkgebouw op zichzelf. Het gebouw is een laat-goti-
sche Kruiskerk, die gewijd was aan de Heiligen Cosmas en Damianus.
De kerk heeft een pseudo-basilicaal schip onder een dak.
In het jaar 1971 wordt het schip gerestaureerd. Hoe het schip tot voor
deze restauratie was vindt men beschreven op blz. 276 in het "Kunst-
reisboek voor Nederland", uitgave 1965 van P. N. van Kampen &
Zoon te Amsterdam. Ik meen hier kortheidshalve naar te mogen ver-
wijzen.
Waar het in deze verhandeling op aan komt zijn de 3 overgebleven
wapenborden.
Het ruitvormige bord met het randschrift:
Q
OBIIT ANNO DMI 1614
MENSIS AUGUSTI DIE 8.
-ocr page 28-
29
Het op dit ruitvormige bord voorkomende wapen wordt toegeschre-
ven aan:
Jonkvr. Wilhelmina van Hardenbrouck,
echtgenote van:
Jhr Gerard van Vianen van Rijsenburg.
Zoals het randschrift reeds aangeeft is zij overleden in het jaar onzes
Heren 1614 in de maand augustus op de achtste dag. Verder is van
haar bekend, dat zij is overluid geworden in de Dom te Utrecht op 10
augustus 1614. Jonkvrouw Wilhelmina van Hardenbrouck is gestor-
ven op het voormalige Slot te Abcoude. Jhr Gerard van Vianen van
Rijsenburch was Maarschalk van het Nederkwartier van Utrecht.
De beschrijving van het wapen. Het is een alliantie wapen.
Rechterhelft:
Gevierendeeld: I & IV op zilver 3 zuilen in zwart (2 en 1).
II & III afwisselend 3 banen van vair en 3 banen in rood. Deze rech-
terhelft heeft als hartschild op goud 3 zuilen in rood (2 en 1).
Linkerhelft:
Afwisselend 4 golvende banen in goud en 4 banen in rood.
Het ovale alliantie wapen wordt toegeschreven aan:
Levina Cornelia van Naerde(n),
die gehuwd was met
Jhr Joannes Baptista de Blois van Ginderdeuren.
Het wapen wordt gedekt door een gouden kroon.
De beschrijving van het wapen.
Rechterhelft:
Het wapen van de adelijke familie
Bloys van Treslong
-ocr page 29-
30
In rood 2 beurtelings gekanteelde zilveren dwarsbalken en een rood
vrijkwartier met gouden schildhoofd, het rood beladen met 3 palen
van vair.
Linkerhelft:
Het wapen van de familie Van Naerde(n).
Op zwart een hoekige gouden dwarsbalk, vergezeld van 3 zespuntige
gouden sterren (2 en 1).
Het was niet mogelijk de juiste sterfdatum van Levina Cornelia van
Naerde(n) vast te stellen. Alleen het overlijdensteken was nog aanwe-
zig, doch de datum van overlijden was verdwenen. Het overlijden van
haar moet geschied zijn vóór 1725.
Levina Cornelia van Naerde(n) was de dochtet van Mr Dirk van
Naerde(n)
en Elisabeth den Otter.
Mr Dirk van Naerde(n) was de zoon van de heer Van Naerde(n) en
mej. De Goyer.
Elisabeth den Otter was de dochter van de heer Den Otter en mej.
Lap van Waveren.
De kwartierstaat is dus als volgt:
Van Naerde(n) - de Goyer                    Den Otter - Lap van Waveren
Mr Dirk van Naerde(n)                  Elisabeth den Otter
Levina Cornelia van Naerde(n).
Rechts naast dit alliantie-wapen van boven naar beneden de familie
wapens van Van Naerde(n) en De Goyer.
Links naast dit alliantie-wapen van boven naar beneden de familie-
wapens van Den Otter en Lap van Waveren.
Wapen van de familie Van Naerde(n).
Op zwart een hoekige gouden dwarsbalk vergezeld van 3 zespuntige
gouden sterren (2 en 1).
Wapen van de familie De Goyer.
Gevierendeeld. I & IV op goud een groene boom. II & III op blauw
een witte zwaan.
-ocr page 30-
31
Wapen van de familie Den Otter.
Gevierendeeld. I & IV op zilver een otter. II & III op groen een
zwarte kraai met gouden snavel.
Wapen van de familie Lap van Waveren.
Op goud twee dwarsbalken in rood beladen met resp.3 & 2 ruiten in
zilver.
Het wapen in vol ornaat wordt toegeschreven aan:
Simon Barchman van Wuijtiers,
die overleden is op 73 april 1727. Hij was ongehuwd. Hij moet ge-
woond hebben op de hofstede "Paddenburg" (nu nog een boerderij)
even buiten het dorp Baambrugge in de richting Loenersloot. Op 28
maart 1724 liet hij door notaris Antipas Tredée te Abcoude een testa-
ment opmaken. Na zijn overlijden op 13 april 1727 werd zijn boedel
op 27 augustus 1727 door de erfgnamen verdeeld.
Beschrijving van het wapen in vol ornaat.
Het wapenschild is gekroond door 2 helmen en geflankeerd door een
Griffioen en een Leeuw, beiden in goud, als schildhouders.
Het is gevierendeeld. I in goud 3 blauwe palen (Berthout); II in rood
een aanziende leeuwenkop in goud (De Carnin); III in rood een
blauwe lelie; IV in blauw een rode lelie (III & IV Fugger). Dekkleden
rechts goud & blauw, links goud & rood.
Na de restauratie van de Ned. Herv. Kerk te Abcoude kunt U deze
rouwborden zelf gaan bekijken.
Vertrouwende hiermede een aanvulling gegeven te hebben op de be-
schrijving door de heren G. van Arkel en J. W. Verburgt voorkomen-
de op de blz. 34 t/m 46 in Jaarboek 1914 van het Oudheidkundig
Genootschap "Niftarlake".
A. Grevenstuk, Driebergen-Rijsenburg
-ocr page 31-
32
INHOUD
1.    Bestuur van het genootschap........         3
2.    Ledenlijst............         5
3.    Jaarverslag............       11
4.    Rekening van de penningmeester.......       14
5.    Excursieverslag...........       15
6.    Het buiten Cromwijck door Isaac de Mouchcron, door Dr J.
W. Niemeyer...........       18
7.    Beschrijving van de drie rouwborden in de Ned. Herv. Kerk
te Abcoude, door A. Grevenstuk.......       27