JAARBOEKJE
1987 |
||||||
VAN HET
OUDHEIDKUNDIG
GENOOTSCHAP
'NIFTARLAKE'
|
||||||
Erevoorzitter
Erelid
Bestuur
|
Mr Dr N.J.C.M. Kappeijne van de Coppello, Loenen a/d Vecht
Jhr P.H.A. Martini Buys, Brugge België
Drs E. Munnig Schmidt, voorzitter, Nieuwerhoek
Loenen a/d Vecht (02943) 1280 Mw. C.H. ter Laan-Dingemans, secretariaat
Herengracht 6, 3601 AL Maarssen (03465) 71921 H.C.M. Hoppenbrouwers, penningmeester
Mw. Mr M.A. Dukes-Greup, bibliothecaresse
Breukelen (03462) 62627 Mr J.H. van den Hoek Ostende, Amsterdam
A.J.A.M. Lisman, Nieuwersluis Drs E. Munnig Schmidt
Nieuwerhoek, 3632 AD Loenen a/d Vecht (02943) 1280
Gironummer 513805
t.n.v. Penningmeester Niftarlake te Loenen
|
|||||||||
Leden
|
||||||||||
Redactie
voor 1988 Betalingen
|
||||||||||
Ledenlijst 1987
Abcoude
Drs J. Baalbergen
Mw. M.M.A. Bessem-Aalbers
R.Bianchi
Mw. R. Broek-Peek
Drs D.G. Carasso
De Gemeente Abcoude
Prof. Dr A.J. Dunning
W.J. Engel
Mw.W.D. de Graaf-Vossestijn
A. den Hartogh
Historische Kring Baambrugge Abcoude
.I.Th. Kemme
W. Kompier
N.L. Loeb
W. van ter Meij
J.J. Pabon Jr
J. van Santen
H. Schoenmaker
Mw. E.M. Scholtc-Vis
P.L. Schram
J.B. Schreur
Mr J.W.F.M. Swinkcls
B.A.H.M. Thcunissen
W.C.C. Trouw
Mw. G.L.J. Uiterwaal-Vöiker
Mw. A, Visser-Stoelman
Mw. H.A.J. Vreeken-van Brink
B.H. de Vries
J.E. Wustenhoff
Aerdenhout
A. Dingemans-de Goede
Mr Ir J.J. Smorenburg
Alkmaar
Mr Dr J. Belonje
Almelo
C.J.M. Bak
Amersfoort
N.Th.G. Klein
Rijksdienst Oudheidk. Bodemonderzoek
Stichting Museum Flehite
Amstelveen
J.W.N, van Achterbergh Jr
J.P. Bak
J.E. v.d. Dussen
Mw. M.E.E. Spoor
|
|||||||
Sandbergstraat 8, 1391 EL
Willem V. Abcoudelaan 11, 1391 CC
Meerzicht 1, 1391 AR
Stationsstraat 4, 1391 GN
Dr Koomansstraat 21, 1391 XA
Gemeentehuis, 1391 EL
Angsteloord 63, 1391 ED
Angsteloord 5, 1391 EB
Meerweg 19, 1391 HG
Proosdijstraat 12, 1391 VA
Folkert Postlaan 1, 1391 AV
Sandbergstraat 7, 1391 EJ
Koppelland 13, 1391 EV
Molenweg 16, 1391 CG
Zilverschoon 107, 1391 XS
D. V. Troostwijkstraat 51, 1391 ER
Heinkuitenhof 14, 1391 TS
F. Postlaan 5, 1391 AV
Sandbergstraat 14, 1391 EL
P. V. Wijngaerdtlaan 42, 1391 AW
Jan Trouwstraat 4, 1391 TT
Gein Zuid 7, 1391 GT
Reyer Spreijstraat 10, 1391 GA
Torenlaan 32, 1391 AM
Kerkplein 14, 1391 GJ
Koningsvaren 87, 1391 AG
p. van Troostwijkstraat 46, 1391 ET
Sandbergstraat 4, 1391 EL
Koppelland 11, 1391 EV
Pentislaan la, 2111 AC
Merellaan 29, 2111 GK Nassaulaan 39, 1815 GL
Horstlaan 76, 7602 AN
Kamp 18, 3811 AR
Kleine Haag 2, 3811 HE Breestraat 8^3, 3811 BL Amsterdamseweg 270, 1182 HN
Klaasje Sevensterstraat 337, 1183 MD Camara Obscuralaan 103, 1183 JX Meander 491, 1181 WN |
|||||||
3
|
|||||||
Mw. H.Vlot-van Lonkhuyzen
Amsterdam
Drs P.M. Fischer
Gemeentelijk Archief
Mw. J.H. Greup-Nicolai
Mr J.H. v.d. Hoek Ostende
D. Hoen
Prof. Dr L.B.W. Jongkees
Drs E.J. Krul
Mr P.M. van der Laan
K.F. van Leuven
B. Lubberhuizen
P.J. Meertens Instituut
Mw. E.G. Pannevis-Lammerts van Bueren
W.A.C. Reesink
H. Renes
J.R. Ritman
J. Stodel
Universiteitsbibliotheek
Mw. W.J.C, van Veen-Coenen
J. Zwaan
Amsterdam Z.O.
F. de Beer
Mr R.J.J.M, van Zinnicq Bergmann
Ankeveen
B.A.Ph. baron van Harinxma Thoe Slooten
Apeldoorn
Drs R. Th. Schoenmaker
Arnhem
J.E. v.d. Sleesen
Baambrugge
H.F. Anger
M. Blokhuis
Mw. Drs S. Boerdam
Mw. J.E. Croon-Ogterop
Jhr Mr J.E. v.d. Does de Willebois
Mw. M. V. Erven Dorens-Vinke
Mw. E. v.d. Lee
Mw. Drs A. Lugt Mw. A.H. Mebus-Riechelman
Ir D.L.H. Slebos A.W. Steenhof Mw. J.J. Tholenaar P.C. Versloot
|
Ferd. Bolweg 89, 1181 XC
Hemsterhuisslraat 173, 1065 JZ
Amsteldijk 67, 1074 HZ De Boelelaan 267, 1082 RC B. Wieringerstraat 22, 1013 EB Amstelveenseweg 1056, 1081 JV Reinier Vinkcle.skadc 71. 1071 SZ Keizersgracht 353, 1017 DR Keizersgracht 443, 1017 DJ Minervalaan 71-11, 1077 NS J.W. Brouwerstraat 32, 1071 LK Keizersgracht 569-571, 1017 DR Minervalaan 84-1, 1077 PK Koninginneweg 40, 1075 CZ Werengouw 25 (Nieuwendam) 1024 NL Bloemgracht 19 h, 1016 KB Rokin 70, 1012 KW Singel 425, 1012 WP Minervaplein 2, 1077 TN Lijzijdc 45, 1034 KN 't Gein 73, 1109 AC
'Bijlmerlust' Gein 81, 1106 AC 'Berkenrode' Dorpsweg 80 1244
Groene Kijkcrweg 1, 7371 GB
Bergstraat 97, 8611 LE
Pr. Beatrixstraat 13, 1396 KD
Rijksstraatweg 25, 1396 JD Rijksstraatweg 22, 1396 JM Kleiweg 34, 1396 HX Dorpsstraat 23, 1396 KG "Valk en Heyning' Rijksstraatweg 147, 1396 JK Rijksstraatweg 113, 1396 JH 'Geinwijck' Rijksstraatweg 91, 1396 JG
B. Straalmanstraat 1, 1396 JR Rijksstraatweg 4, 1396 JL Pr. Joh. Frisostraat 46, 1396 KB 'Kroonesteijn' Rijksstraatweg 125, 1396 JJ 'Postwijck' Rijksstraatweg 39, 1396 JD |
|||||
H.C.M. Vos
J.H. van Walbeek
Baarn
Mr J.H.M.A. Doude van Troostwijk
Bennebroek
G.M. de Heer
De Bilt
H.C. de Wit
Bilthoven
B.Vermeulen
Mw. D. Vrind-Dudok de Wit
Blaricum
P, Rote
Breda
Mr L.E. Kalff
Mw. E. Kalkman-Klep
Breukelen
T.C. Akkerman
J. Bakker
Mw. Mr L.G. Baud
Mw. G. Bekker-Jonker
Drs R.J. Benders
Ir G.G. v.d. Berg
M.B. V. d. Bergh
Mw. J.M. Bierman-Polman
J.W.M, de Boer
J.W. de Bruyn Kops
P.J. Burggraaf
Mw. A.C. Crietee-Hoogerbeets
Jac. van Dam
Mw. Mr M.W, van Dijk-Witjas
Mw. P. van Dobbenburgh
W. Dobber
H.H.J. Doude van Troostwijk
Mw. Mr M.A. Dukes-Greup
B. Fritzsche
Mw. M. Fruithof-Matthes
P. Funken
R.T. v.d. Geer
D.W. Gerwig
Dr J.W. Gunning
Mw. Mr E.A. Haars
Drs H.C.J. Hendriks
D. Hendrikse
Hist. Kring Breukelen p/a H.Polderman
R.J. Hofman
Mw. G.J. van Julsingha
Mw. C.P. Knuist
|
Rijksstraatweg 141, 1396 JK
Rijksstraat 20, 1396 JM Koningsweg 2 flat 87, 3743 EV
Bennebroekerdreef 49, 2121 CM
Dorpsstraat 126, 3732 HL
Rembrandtlaan 93, 3723 BM
Lassuslaan 55, 3723 LH Langeweg 5, 1261 EL
Saksen Weimarlaan 31, 4818 LA
Schrauwenhof 5, 4837 CW Rijksstraatweg 43, 3621 BH
Griftenstein 2, 3621 XK Kerkplein 16, 3621 BA Herenstraat 58, 3621 AR Straatweg 200, 3621 BX Straatweg 78, 3621 BR Straatweg 107, 3621 BK Zandpad 82, 3621 NG Willink V. Collenstraat 79, 3621 CL Zandpad 61, 3621 NG Kerkbrink 26, 3621 BS Linnaeusdreef 44a, 3621 XX Orttswarande 55, 3621 XN G. van Nijenrodestraat 90, 3621 GM Griffenstein 52, 3621 XL Zandpad 27, 3621 ND Straatweg 242, 3621 BZ Straatweg 45, 3621 BH Vrijheidsïaan 23, 3621 HM Scheendijk 5, 3621 VB Oud Aa 41, 3621 LA Nassauplein 1, 3621 EA Dannestraat 33, 3621 AE Straatweg 204, 3621 BX Kerkplein 16, 3621 BA Julianastraat 25, 3621 EG Linnaeusdreef 24, 3621 XW Eendrachtlaan 21, 3621 DD Zandpad 83, 3621 NG Linnaeusdreef 21, 3621 XT G.v.Doornik.straat 8, 3621 HZ |
|||||
R.G.H.W. Korstjens
M. van Kralingen Jr H.K. Lenstra Ir H.F. Mertens J.F.F.M, de Mol J. Molenkamp R.W.C. Molenkamp G. Mijnhout
R.W.L. Mijnssen
Mw. Mr Drs R.Y. Nauta
Openbare Bibliotheek Breukelen
R.E. Ophorst
Prof. Dr Ir R.Plomp
Jhr Mr L.A.Quarles van Ufford
H.J. Schröder Ir F.J. Schijff P.B.A. Smits
Mr C.W. van Stapcle Mw. A.J. Stilting G.S. Strecfland A.C. van Uchelen F.L. Vegter Mw. F.Verhagen
Mr J.A. Vermeulen
Mr G. Versluys
J. Verweij
V.B.W. Asfalt
Mw. J.van Zadelhoff-Hortulanus
Drs H.A. van Zwieten
D. van Zijtveld
Breukeleveen
L.Geel
Drs M.M. van Kesteren
Dr J.F.W. Nuboer
Ir J.J. Siepman v.d. Berg
Dr P.J. Sinnighe Damsté
Brugge, 8000 België
Jhr P.H.A. Martini Buijs
Bunnik
Mw. M. Copijn-Brand
Bussum
Mr R.R. Hazewinkel
R.H. Heybroek
Mw. A.E. Koch-van de Stadt
|
Straatweg lil, 3621 BK
Herenstraat 4. 3621 AR
Zandpad 94. 3621 NH
Rijksstraatweg 236, 3621 BZ
Zandpad 69. 3621 NG
Bisschopswater 27. 3621 WV
'Vecht en Dam'
Dannegraclit 16. 3621 AA
Straatweg 2. 3621 BM
Straatweg 76. 3621 BR
Silverstein 85. 3621 PD
J.Dircksenstraat 20. 3621 CB
'Kasteel Oudaen' Zandpad 80. 3621 NG
'Vegtvliet'
Rijksstraatweg 220. 3621 BZ
Zandpad 48. 3621 NE
Straatweg 120. 3621 BV
'Nijenrode'
Rijksstraatweg 19. 3621 BG
Rijksstraatweg 101. 3621 BK
Herenstraat 40. 3621 AR
Kloosterhof 15, 3621 BE
Zandpad 87, 3621 NG
Zandpad 41, 3621 NE
'Hofstede Boomrijk'
Zandpad 53, 3621 NE
Straatweg 74, 3621 BR
Brouwerij 1, 3621 AD
Straatweg 61, 3621 BH
Mecklenburgstraat 6, 3621 GP
Postbus 68."3620 AB
'Groenevecht' Zandpad 37, 3621 ND
Straatweg 190, 3621 BX
Straatweg 95, 3621'BJ
Herenweg 52, 3625 AG
Herenweg 47a, 3625 AB Herenweg 59, 3625 AC Herenweg 125, 3625 AD Herenweg 89, 3625 AC Witte Leertouwerstraat 47
Schrijnwerkershof 4, 3981 TP
Nw 's Gravelandseweg 67, 1406 NC
Breedelaan I, 1406 LM Koedijklaan 21, 1406 KX |
|||||
Regentesselaan 32, 1405 EM
Me'cklenburg 52, 1404 BJ
Groot Hertoginnelaan 29, 1405 EB
Hezer Enghweg 90, 3734 GV
Parklaan 40, 3941 RE
van Galenlaan 12, 3941 VD
Wolwevershaven II, 3311 AV
Orpheuslaan 53, 5631 BR
Vlietenburg 32, 2804 WT
Spanderswoud IA, 1243 HZ
'Trompenburgh' Zuidereind 43, 1243 KK Leeuwenlaan^48, 1243 KB Noord Einde 178, 1243 JP Leeuwenlaan 9, 1243 KA Noordereinde 60, 1243 JJ Wassenaarseweg 90, 2596 CZ
Wassenaarseweg 76, flat 114, 2596 CK
Postbus 90407, 2509 LK
Postbus 90407, 2509 LK
Paulus Buijsstraat 54, 2582 CK
Hendrinaland 49, 2511 TB
Hoge Nieuwstraat 28 A. 2514 EL '
Rijksweg 4, 6247 AH
Verspronckweg 98, 2023 BC
Kleine Houtweg 18, 2012 CH Gasthuissingel 38 RD Ockhuizerweg 16b, 3455 RW
Trompenbergerweg 2b, 1217 BE
Rembrandtlaan 9, 1213 BE Utrechtseweg 52, 1213 TW Bachlaan 1, 1217 BT Willibrorduslaan 103, 1216 PA Oude Amersfoortseweg 44, 1213 AE Utrechtseweg 58a, 1213 TW Koninginneweg 18, 1217 KZ Postbus 10053^1201 DB Pal. Res. 's-Gravelandseweg 86, flat 56, 1217 EW |
||||||
N. van Laer
M. Langelaar
Mw. P.A.C.E. Ooiman-van Aubcl
Den Dolder
Mw. Wiihehn-v.d. Meer
Doorn
Ir H.J. Doude van Troostwijk
Mw. G. v.d. Stoop-Koekoek
Dordrecht
Mw. A.W. de Jong-Vis
Eindhoven
Ir J.V. Bru/a
Gouda
Ver. Oudheidkundige Kring "Die Goude"
's-Graveland
P. Honig
Mr H.L. Houthoff
G. Kortenoever
B.H.A. Oosterbrock
Vereniging Curtevenne
Ver. tot behoud van Natuurmonumenten
's-Gravenhage
Mr ,I.A. Alleman
L.J. Doude van Troostwijk
Kon. Bibliotheek
Rijksbur. v. Kunsth. Doe.
Drs Jeroen Sparrow
F. Vintges
J.C. Woestenburg
Gronsveld
Mw. M.A.H. Pomerantz-Beks
Haarlem
Mr W.G.M. Cerutti
Rijksarchief in Noord Holland
J. vor der Hake
Haarzuilens
Mw. L. Schouten
Hilversum
J.G. Alleman
Mr L.J. van Apeldoorn
Mw. L. Buwalda-Terlet
J. Kruishoop
F. Laboyrie
T.W. Ploeg
H.D. Scheltema
Dr W.J. Steyling
Streekarchief v.h. Gooi e.d. Vechtstr.
Mw. N.H. Vinke-Andersson
|
||||||
Hol. Rading
A.H. Kooy
Huizen F. Renou
Kockengen Gemeente Kockengen
Dr J.A. van Dongen Dr G.F.W. Herngreen G. Versloot
Kortenhoef P.A. Bakker A.D.A. Burgersdijk Curtevenne Stichting J. Daams W. Spaan
De Kwakel
G.P.M. Kuipers
Laren N.H.
Mw. A. Biijdenstein-van Berckei
Leersum
W.R.A. baron van Tuyll van Serooskerken
Leusden
Mw. S. Peeters-Kopp
Lochem
Jiir S.G. van Weede
Loenen a/d Vecht
P.M. Bakker
J.W. Blok Jr
Mw. E.E.C. Bon-Meyer
R.J.M. Bootz
H.Bos
H.C. Bos
Drs P.B.M. Deiters
C. Dierdorp
J. Drewes
Dr A. Dunning
Mw. M.M.C.H. Dijkstra-Dreesmann
J.A. Ehlhardt
A. Gelderman
L.J. de Geus
M.J.P.A. de Graaf D'Hollosy
W. Grunfeld
Mw. M.S. Harms-van Estrik
R. Jetten
H.J. de Jong
Mw. G.R.G. Kaldewaay-Wilschut
Mr Dr N.J.C.M Kappeijne van de Coppello
K.Knol
|
||||||
Oosterspoorlaan 12, 3739 KJ
Nw. Bussummerweg 83a, 1272 CE
Gemeentehuis, 3628 AE
Wagendijk 12, 3628 EP Godinweg 2, 3628 BA Portengen 97, 3628 ED Moleneind 55, 1241 NJ
B. van Beeklaan 81, 1241 AD Zuidsingel 20, 1241 EN Zuidsingel 23, 1241 EH Kortenhoefsedijk 171, 1241 LZ lepenlaan 40, 1424 PA
Tafelbergweg 15, 1251 AB
'Boskant', 3956 BV
Parelduikcr 52, 3831 GJ
Lange Voren 2, 7241 HS
Wallenstein 66, 3632 WR
Vreelandseweg 4, 3632 EP Dorpsstraat 10, 3632 AT 'Vegtlust' Oud Over 3, 3632 VA Hoefijzer 54, 3632 WA Honaan 5, 3632 BT Mijndensedijk 13, 3632 NT Keizer Ottolaan 30, 3632 BW Kerkstraat 8, 3632 EL Dorpsstraat 82, 3632 AW Vreelandseweg 24, 3632 ER Oud Over 88,^3632 VH Oud Over 39, 3632 VA 't Rond 13, 3632 BN Mijndensedijk 20, 3632 NV Dorpsstraat 98, 3632 AW Honaan I, 3632 BT Oud Over 5, 3632 VA Vreelandseweg 25, 3632 ER Dorpsstraat 77, 3632 AS Oud Over 59, 3632 VB Graaf Janlaan 2, 3632 CB |
||||||
't Rond 9, 3632 BN
Wallenstein 55, 3632 WP
Rijksstraatweg 130, 3632 AG
't Rond 1, 3632 BN
Hunthum 8a, 3632 XJ
Dorpsstraat 4, 3632 AT
Oud Over 154a, 3632 VH
Oud Over 120, 3632 VC
Vreelandseweg 8, 3632 EP
Oud Over lOs", 3632 VB
'Leeuwen Dijk' Dorpsstr. 69, 3632 AD
Rijksstraatweg 96, 3632 AD
Dorpsstraat 68, 3632 AV
Rijksstraatweg 78, 3632 AD
Driehovenlaan 38, 3632 BL
'Vegtlust' Oud Over 3, 3632 VA
Rijksstraatweg 8IA, 3632 AA
Oud Over 48,^3632 VD
Dorpsstraat 28, 3632 AT
Doude v. Troostwijkplein 7, 3632 BC
'Bij Dorp' Oud Over 8, 3632 VD
Oud Over 168, 3632 NV
Torenstraat 1, 3632 EK
Rijksstraatweg 70, 3632 BZ
Vreelandseweg, 3632 EP
Rijksstraatweg 95, 3632 AA
Dorpsstraat 62, 3632 AV
Oud Over 33a, 3632 VA
'Oud Over' Oud Over 33, 3632 VA
Vreelandseweg 1, 3632 EP
Oud Over 41,^3632 VA
p/a Gemeentehuis
Postbus 47, 3632 ZR
Oud Over 93, 3632 VC
Oud Over 1, 3632 VA
Rijksstraatweg 75, 3632 AA
't Rond 7, 3632 BN
Dorpsstraat 63, 3632 AS
Brugstraat 10, 3632 EH
Hoefijzer 108, 3632 WD
'Vegtlust' Oud Over 3, app. 5, 3632 VN
Rijksstraatweg 85, 3632 AA
Dorpsstraat 40, 3632 AV
't Rond 5, 3632 BN
Ouderhoek 27, 3632 XD
Dorpsstraat 102d, 3632 AW
Vreelandseweg 23, 3632 ER
|
||||||
Drs G.J. Koelcmey
D.P. Koets
Mw. W. V. Kralingen-Nickerk
H. Kusters
C.J. de Kruijtcr
Drs A. Ledeboer
D.C. V. Leeuwen Boomkamp
J. Leicher
Drs J. v.d. Meulen
C.P.F.Meyer-van Loon
C.P.G. Molenkamp
A.H.M. Mulder
Dr G.H. Mulder
Drs E. Munnig Schmidt
C.W. van Nie
A.J.A.C. Nooteboom
Drs W.M. v.d. Poel
M.J.B. Popma
Mw. Dra H.H. Pijzel-Dommisse
Mw. H.L.M. Raadschelders-Wennink
Mw.Dra G. Recter
Drs A.H.J. Risseeuw
A. Schras
Mw. K.A.L. Schuckink Kool-Oudendal
Mw. E. van Schijndel
J.M. Sikking
Mw. A.A. Smit-de Jongh
Dr P.J. Sondaar
Mw. A.A. Sondaar-Dobbelmann
R.E. Spee
Mw. A.A. Steffens
Stichting Culturele Raad
Stichting Openbare Bibliotheek
Mw. A.G. Stolp
Jhr Mr J.P.E. Teding van Berkhout
Mw. G. Thijs-Mantel
C.J.M. Thijssen
B. Timmers
W.G. Tober G.C.J. Tukker Mw. E. Vesseur-Murck Jansen
Mw. R. vor der Hake-Campfens
Drs S.G. de Vries
Mr A. Vrij
A.R. van Wel!
A.Witmer
ProL Dr H.C. Zanen
|
||||||
Loenersloot
Mr Z.M.F. Dingemans
Mr Th, van Hilst
Dr A.A.H. Meurs
H..I. v.d. Meij
Mw. M.F.M, bsse san Nagell-Martini Buys
.1. Prins
Drs .I.H.W. Vcenstra
Loosdrecht
H. Aalberts
.I.G. Boeschotcn
Ph. Burggraaf
Ir H.G.^de Cock
Mw. E. van Haselen
Historische Kring Loosdrecht
Mw. M.M.Th. Hocnen-van Beers
Z. Schoute
Dr C.H.F. Simons
.I.M.L. Trouw
W. ter Veld
Maarssen
W..I.R. Baardman
Mr W.Beerman
.I.H.W. van Bemmcl
Mw. W.F.F:. Bernl-Schcffer
Mr .I.W.L. Bcijer
Mw G..I.M. Bierhng-Bcrg
A. Bohnenn
W.M. Bos
A..FG.M. v.d. Brink
.I.n. Brinkhof
Ir R.A. Brzesowskv
Drs S.W.G. de Clercq
Dr J. Cosijn
A.R.A. Croiset van Uchelen
Mw. A. Crone-Kegel
Mw. M. van Dam-Smalienbrock
Mr E.M. D'Hondt
H..I. Dollekamp
Gemeente Maarssen
Genootschap Belle de Zuylen
Dr Ir A. Graveland
S. Haisina
Mw. C.A.A. Hamminga
Mr R. Hamminga
M. van Heijningen
Historische Kring Maarssen
C.M. Hoek
|
|||||||
'Geynzicht'. Rijksstraatweg 206. 3634 AN
Voorburgstraat 23. 3634 AV Slotlaan 9. 36.34 AP Stichtsestraat 5. 3634 AR Kasteel Loenersloot. 3634 AC Nesciolaantje 2. 3634 AA Rijksstraatweg 228. 3634 AN Rembrandtlaan 1. 1231 AR
Oud Loosdrechtsedijk 284. 1231 MK
Veendijk 4. 1231 PB
Nw. Loo.sdrechtsedijk 175, 1231 KS
Noot weg 10. 1231 CT
Van Mijndenlaan 39 1231 XB
Rading 18, 1231 KA
Raweg 10 huis 8, 1213 BE
Rading 4. 1231 KA
v.d. Helstlaan 5. 1231 AL
Nw. Loosdrechtsedijk 302, 1231 L.I
Boomstede 686, 3608 BT
Zandweg 33, 3601 AE
Kuyperstraat 29, 3601 VE
Straatweg 3, 3604 BN
'Hazenburg' Binnenweg 60, 3603 AG
Klokjeslaan 4, 3601 HE
'Vechtoever' Diependaalsedijk 33, 3601 BJ
J.van Galenstraat 32, 3601 HW
Fazantenkamp 462, 3607 DA
Machinekade 6, 3601 AS
Reigerskamp 382, 3607 HW,
Straatweg 17, 3603 CV
Straatweg 17b, 3603 CV
V. Houtenstraat 16, 3601 XJ
Herengracht 21, 3601 AN
Langegracht 30, 3601 AJ
Zandweg 36, 3601 AE
J. Catsstraat 17, 3601 SJ
Diependaalsedijk, 3601 GL
Straatweg 17b, 3603 CV
Diependaalsedijk 84, 3601 GM
Stationsweg 5, 3603 ED
Duivenkamp 753, 3607 WH
Duivenkamp 753, 3607 WH
'Boicnstein' Bolcnsteinseweg 3, 3603 CP
Postbus 90, 3600 AB
Fazantenkamp 471, 3607 DA
|
|||||||
10
|
|||||||
Mr Z.O.H.M. baron v. Hövell tot
Westcrllier
Mw J.H.M. Kamp-Schweers
P. van Kerkvoort
G.K. van der Klis
C.H. Knaakc
S. Komdeur
Prof. Mr A. Korthals Altes
.1. Kraayenhagcn
Mw. M. Kraneveld-Lokker
Drs G.K..I. Kuiper
K. ter Laan
J.T. Lambers
J.C. de Lang
J.J.C. Louet Feisser
Dr A.P. Messer
Drs B.C.J. de Mol
Mw. J.J. Onnes-van der Noordaa
C.G.J. van den Oosten
R. Pfeiffer
J. Plas
R. Plomp
Drs H.J. Post
J.H. Posthumus
E.J. Rinsma
Prof Dr. A. van Rossum
E. van Rossum
Mw. G. Ruys
C.J. Rijsterborgh
C. Saeys
Mr Dr Th. E.E. van Schaik
T. Schuhmacher
J.N. Servaas
A.F. Smorenburg
Stichting Openb. Bibliotheek
Stichting Openb. Bibliotheek
Maarssenbroek
Mw H. Stooker-Menges
J.H. van Tongeren
Mw. K. Uding-Mulder
Y. Vis.ser
Mw. A. v.d. Vlugt-de Groot
Mw. E. v.d. Voort
C. de Vries
E. Vriesinga D. v.d. Wal
Mw. C. Waller-Gunning
B.W. Wartena |
|||||||
Zandweg 44, 3601 AE
Diependaalsedijk 52, 3601 GL Dr. Plesmanlaan 350, 3601 DL Diependaalsedijk 102, 3601 GN Fazantenkamp 721, 3607 DS Straatweg 162a, 3603 CS Herengracht 4, 3601 AL Julianaweg 19, 3603 AP Zandweg 34, 3601 AE Zandweg 1, 3602 AC Herengracht 6, 3601 AL Zandpad 22, 3601 AN Machinekade 9, 3601 AR v. Heemskerklaan 52, 3603 GK Kerkweg 9, 3603 CL Herengracht 7, 3601 AL W. Barendszlaan 19, 3603 GM Maarsseveensevaart 7B, 3601 LL Treubstraat 18, 3601 BX Straatweg 23, 3601 XA Postbus 45, 3600 AA Zandweg 45, 3601 AE Straatweg 98, 3604 BD Talmastraat 18, 3601 XA Zandpad 24, 3601 NA W. Barendszlaan I, 3603 GM Schippersgracht 8, 3603 BC Parkweg 41, 3603 AB Schippersgracht 9, 3603 BC Raadhuisstraat 18, 3603 AW Spechtenkamp 263, 3607 KR Dr. Plesmanlaan 292, 3601 DJ Kuyperstraat 27, 3601 VE Postbus 101, 3600 AA Bisonspoor 1161, 3605 KV
Kenncdylaan 28, 3601 VG Duivenkamp 851, 3607 WG Diependaalsedijk 54, 3601 GL Kuijperstraat 17, 3601 VE Lccuwenhof 17, 3601 JS Nassaustraat 141, 3601 BE R. d. Beerenbrouckstr. 18, 3601 CB J. v. Heemskerklaan 14, 3603 GJ Zandpad 30, 3601 NA Herengracht 8. 3601 AL Zandpad 29, 3601 NA |
|||||||
11
|
|||||||
Maire Hot'stedelaan 12. 3601 BR
Kerk weg 23. 3603 CL Binnenweg 36. 3604 AD Fazantenkamp 909. 3607 EG Lelvstraat 20, 3601 BV 'VredenhocfStraatweg 33. 3603 CW Diepcndaalsedijk 80, 3601 GM C. de Houtmanlaan 9, 3603 GE Binnenweg 47, 3603 AE Klokjeslaan 84. 360! HG Blocmstede 387, 3608 VD Egclskop 17, 3738 TY
Rijksstraatweg 84. 3454 JG
Botdrager 8, 3641 LA
Dorpsstraat 23, 3641 EA Valkevecnselaan 56a, 1411 GT
Turfpoortstraat 44, 1411 EH De Grienden 19, 1394 KS
Ankeveensepad 7, 1394 GW Hinderdam 18, l.-?94 JB Lange Wetering 27, 1394 KD Slotlaan 4 'De Nederhorst', 1394 BK Hinderdam 20, 1394 JB Voorstraat 11, 1394 CS Ankeveensepad 3, 1394 GW Dammerweg lil, 1394 GT Wilhelminastraat 3, 3626 AL
'Sluys Nae' Zandpad 18, 3631 NK
Zandpad 29, 3631 NL 'Over Holland' Rijksstraatweg 14, 3631 AC Zandpad 29, 3631 NL Rijksstraatweg 28, 3631 AC 'Sterreschans' Rijksstraatweg 18, 3631 AC
Rijksstraatweg 62, 3631 AD Zandpad Ib, 3631 NK 'Vreeden Hoff Rijksstraatweg 53, 3631 AB Rijksstraatweg 35, 3631 AA Stationsweg 1, 3631 AJ |
|||||||
Mw. M. Welle
Mw. P. Westenburg-de Groot
Mw. D.L.F. Westra-Filet
F. Weyburg
B.G. Wiegeraad
B.B. v.d. WoLide
Mw. A. van Zelst-van Dalen
Drs H. de Zoeten
W. Ziiidervaart
R.C. Zwaardemakcr
W. Zweers
Maartensdijk
M. v.d. Berg
De Meern
Jac. de Bruijn
Mijdrecht
W. Bos
D.G.H, van Walbeek
Naarden
J.F. Dudok van Heel
Stichting 'Tussen Vecht en Eem'
Nederhorst den Berg
J.F.A. Baar
Prof.Dr D.P.Blok
F.H.B. Gladder
A. Eitjes
J.L. Jonker
Mw. J.C.F. Muldcr-Baljon
Dr Ir H. Spekreijse
Mw. M.A. Sprenger
A.A.A. Vendrig
Nieuwer ter Aa
Mw. A.A. Kuypers-Douma
Nieuwersluis
J.J. Beelen
J.A. Bergen
J.C. Braun
R.E.J. Bus
D.W. Doude van Troostwijk
L.W. Doude van Troostwijk
J.C.T. van Hoeven
G.E.J. Huetink A.J.A.M. Lisman C.M. Oostveen
P.V.L. Ritmeester |
|||||||
12
|
|||||||
Rijksstraatweg 38, 3631 AC
Mijndensedijk 60, 3631 NP Mijndensedijk 62, 3631 NP 'Rupelmonde'Rijksstraatweg 24, 3631 AC Mijndensedijk 29, 3631 NN^ Vreelandseweg 72, 1393 PG
'Zwaanwijck' Klompweg 66, 1393 PM 'Zwaanwijck' Klompweg 58, 1393 PM Dorpsstraat 130, 1393 NK Klompweg 62, 1392 PM St. Servaesweg 42a, 6083 AS
Schelmseweg 22, 6861 WV
Vechtzijde 1, 3611 AM
Groenewcg 1, 3611 AT Zuyienveld, 3611 AJ Mgr. Borrctstraat 7, 5375 AA
Ree 34, 2811 HE
Utrechtsestraatweg 45, 3911 TW
Sir W. Churchilllaan 915, 2286 AB
Hoogstraat 10, 3011 PV
Laanweg 41, 1871 BK
Postbus 60, 1870 AB Vosseveldlaan 56, 3768 GN
Nieuweweg 2, 3612 NR
Laan van Niftarlake 22, 3612 BS
Nieuweweg 5, 3612 AR
woonark 'in het schip'
Jachthaven Manten, 3612 AR
Looydijk 7, 3612 BC
Laan van Niftarlake 54a, 3612 BT
Heuvellaan 10, 3612 BA
Looydijk 81, 3612 BE
Jansveld 13, 3512 BD
Koningslaan 98, 3583 GR Prins Bernhardlaan 64, 3555 AG |
||||||
Mw.C.M.S. V. Rooy
Mw. Drs H.W.G. van Schalk
Mw. L. Simons-Smit
J.H. Stefels
Mw. I. Tcijcma
Nigtevecht
J.W. Brouwer
Mw. I.L. Lammerts van Buercn-dc Jong
J.W. van de Linden
P.N. Pikaar
A. v.d. Stoel
Nunhem
Mr J.J.S. Klerken
Oosterbeek
Dr W.J. Doude van Troostwijk
Oud Zuilen
H.O. Barneveld
Ir A.M. Bunjes
G. van Heusden
Reek
M.F.M, van Seumeren
Reeuwijk
Mr. O.B. Okkinga
Rhenen
Mr.Th.Th.M.H. Bijlevcld
Rijswijk Z.H.
A.J. Crucq
Rotterdam
Gemeente Bibliotheek
Schoorl
Mw. E. du Croo Kampmeinert-v.d. Berg
M. Mol
Soest
S.P. baron Bentinck
Tienhoven
Mw. L.N. Beets-van Houten
W.T. de Boer
A. Hogenhout
E.R. Huitzing
C.P.J. Klap
Mw. A.M. van Lonkhuizen-Meyer
M. Remijnse
Th. Schouten
Utreclit
G.J. v.d. Berg
Mw. A.M. Biegelaar-Boogaerdt
J.P. Boelens
|
||||||
.Ihr. Ir R.G. Bosch van Drakenstein
Centrale Bibliotheek Prov. Utr.
H.A. Danklof
Gemeente Archief
Mw. W..I. van Gortel-ten Houten
Mw. J.H. de Graaf
Mw. CE. Hefting-Beerendonk
H.C.M. Hoppenbrouwers
Ir G.J. Jonker
Mw. A.E. v.d. Most van Spijk-van Lennep
Dr E.B.J. Postma
J.P. Pre VOO
Rijksarchief
Mw. E.Ch. van Sandick-Doude van Troostwijk
C.J.Th. Schut
A.J. v.d. Slikke
Mw, A. v.d. Sluijs
F. de Soeten
Stichting de Utrechtse Molen
Stichting Openbare Bibliotheken
Stichtse Culturele Raad
Mw. M.D.M. Sturkenboom
Universiteitsbibliotheek
Vereniging Oud Utrecht
Mw. N.M. Volkers-Meyssen
Mw. Dra CCS. Wilmer
Veenendaal
F.A. Groen
Venray
Mw. B. Wijnen
Vinkeveen
Mw. A.M.J. Oostenbroek-Smilde
Dr J. de Vries
Vleuten
.Ihr Mr A.R. Clifford Kocq van Breugel
Hist. Ver. Vleuten-de Meern-Haarzuilens
J.J. Kool
A.M.K. Rhebergen
Vogelenzang
G. Koopman
Voorschoten H.M. van der Horn
Vreeland
Mw. G. Beelaerts van Blokland-Kaiff
Mw. E.E. Brandes-de Lestrieux Hendrichs
F.H. Bruna
Mw. H.W.B, van Dranen-Aleven
Mw. W. de Gelder-de Ruiter
|
Hopakker 14, 3514 BW
Postbus 18100, 3501 CC
Postbus 1012, 3500 BA
A. Numankade 199, 3572 KW
Koningslaan 109, 3583 GT
Bemuurde Weerd O.Z. 76 Bis. 3513 AV
Emmalaan 3, 3581 HL
Daalseweg 19IA, 3555 ST
Troosterlaan 24, 3571 NM
V. Hogendorpstraat 14, 3581 KD
Stadionlaan 57, 3583 RD
Fien de La Marlaan 77, 3584 ZW
A. Numankade 201, 3572 KW
van Hogendorpstraat 28, 3508 TH
Chopinstraat 42, 3533 EN
Emmalaan 42, 3533 EN
Eijkmanlaan 225, 3571 JG
Koningslaan 24, 3583 GE
Postbus 80300, 3508 TH
Postbus 80, 3500 AB
Mariaplaats 51, 3511 LM
Emmalaan I, 3581 HL
Wittevrouwenstraat 9/1 1, 3512 CS
Alex. Numankade 199, 3572 KW
Koningslaan 118, 3583 GW
Takstraat 1, 3572 HZ
Lunenburg 30, 3904 JN
Kiosk 70, 5802 NS
Postbus 125, 3645 ZL
Baambrugse Zuwe 180, 3645 AL Prof. Bronkhorstlaan 29, 3451 ER
't Zand I, 3451 GP 't Zand 31, 3451 GP 't Zand II, 3451 GP Vogelenzangseweg 41a, 2114 BB
Vondelstraat 16, 2251 KH
Bergseweg 18, 3633 AK
Voorstraat 7, 3633 BA Nigtevechtseweg 48, 3633 XT Otto V. Schonauwensir. 1, 3633 CP Boslaan 2, 3633 UZ |
|||||
14
|
||||||
Mr J.E. Goldhoorn
Mw. H.C. Grevelink-Swaving
Mw. M.H. Happee
C. Hoog Antink
J. Jongsma
S. Joosten
J. Kohnstamm
Mr .I.A.H. Olde Loohuis
E. Roosegaarde Bisschop
Mw. J.G. Siewertsz van Reescma-Schmidt
Mw. M. Smit Sibinga
Mw. H. Smit-Houpst
A. Sprenger-den Uijl
Mw. Dra C. Verhaar
J.N.W. Voorhoeve
J.H. Vrij
D.R, Wijnschenk
Waalre
Mw. A. Krijgsman-Spoor
Waardenburg
A.F. van Goelst Meijer
Wageningen
Mr J.D. v. Ketwich Verschuur
Wassenaar
J.H.P. Roeland
Weesp
J. van Baars
Boekhandel De Ark
Mw. H.J. Bodisco Massink-Jongejans
H. Brood
C. Draijer
Gemeente Weesp
R.H. Gerschtanowitz
J.J.M. Koks
G. Lindeboom
Openbare Bibliotheek
F.G. van Reijen
A. Stork
Mw. Dra A.J. Zondergeld-Hamer
Wilnis
H.W. van Soest
Woerden
J.C.M, van Capel
G.J. Wessêling
IJsselstein
Prov. Bibliotheek Centr.
|
Singel 10. 3633 CR
Voorstraat 18, 3633 BB
De Vliet 8. 3633 EL
Lindengracht 31, 3633 EH
Klapstraat 13, 3633 BH
Sluisje 12, 3633 AC
Voorstraat 16, 3633 BB
Boterweg 44, 3633 ER
Duinkerken 12, 3633 EN
Boterweg 4, 3633 ER
Ruiterstraat 13, 'Vrecdenhoek' 3633 AV
Raadhuislaan 15, 3633 AP
Voorstraat 5, 3633 CN
El. van Boekhorststraat 5, 3633 CN
Boslaan 4, 3633 VZ
Vredeiantstraat 71, 3633 EB
Duinkerken II, 3633 EM
Hoge Duinlaan 18, 5582 KG
Kasteel Waardenburg,
Waalbandijk 13, 4181 AN Bowlespark 25. 6701 DR
Postbus 599, 2240 AM
Dammerweg 5, 1385 HT
Nieuwstad 28. 1381 CC Dammerweg 5a, 1383 HT Frans Halsstraat 44, 1382 VK Fijnvandraatlaan 5, 1381 ES Nieuwstraat 41, 1382 VV Horn 23, 1381 GZ Horn 3, 138! GX Waarschapsstraat 32, 1382 EJ Postbus 5146, 1380 GC Zeeburgstraat 37. 1382 BM Utrechtseweg 59, 1381 GT Herensingel 162, 1382 VV Dorpstraat 59, 3648 AG
Rijnoord, Oostdam 12, 3441 EN
Gcbr.v. Eijckstraat 4, 3443 VG LIsselstein, 3400 AA
|
||||||
15
|
|||||||
Zaandijk
Mr W. Siewertsz van Reesema
Zeist Dr J.F. August de Meyer
Rijksdienst voor de Monumentenzorg
Zoelen
Mr R. Barendsen
Zwolle
Mw. H.W. Schouwenaar
Zwitserland
A.H.R. Hoogezand
Singapore 1646
L.J. Huisinga
|
|||||||
Lage Dijk 52-54, 1544 BH
'Kerkebosch' Appartementen nr. 316,
Arnh. B weg 33, 3708 AA Broederplein 41, 3703 CD Kasteel 'Soelen', 4011 EN
Boomkensdiep 13, 8032 XZ
Chalet Ariane, 3802 Waldegg
Bayshore Park, Aquamarine Tower 21-03
|
|||||||
16
|
|||||||
Financieel overzicht (1986) 1987
Inkomsten: (1986) 1987
Saldo voorgaand jaar............................ ƒ 8.644,18 ƒ 14.258.52
Contributies voorgaand jaar.................. 625,-- 131,--
Contributies volgend jaar....................... 225,-- 85,--
Contributies verslagjaar.......................... 11.760,-- 12.500,--
Opbrengst actie 'Jubileum-tientje'........... --,-- 3.860.--
Reservering jaarboekje........................... 8.500, - - 9.500, - -
Verkoop oude jaarboekjes..................... 255,25 180,50
Renten.................................................. 296,93 344,58
Excursies en lezingen............................. 5.551,35 7.178,30
Inkomsten inzake Expositie................... 4.500,-- 13.436,50
Restitutie ontwerpkosten vecht-servies ... 100,-- 1.080,80
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Totaal ƒ
Uitgaven: WA-verzekering..................................... ƒ
Aankoop oude jaarboekjes....................
Jaarboekje drukken .............................
Jaarboekje verzendkosten.......................
Excursies en lezingen.............................
Secretariaatskosten..................................
Aanschaffingen bibliotheek.....................
Ontwerpkosten 'Vecht-servies..................
Receptiekosten.......................................
Kamer van Koophandel ........................
Contributies andere verenigingen............
Restitutie teveel ontvangen subsidie.......
Uitgaven inzake expositie.......................
Afdracht ontvangen vooruitbetaling
Vechtservies..............................
Overboeking contributie volgend jaar......
Overboeking reservering jaarboekje .......
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Totaal ƒ 26.199,19 ƒ 53.363,76
Saldo positief per 31-12-(1986) 1987 ƒ 14.258,52° ƒ 9.191,44
° inclusief/ 3.956,-- saldo vooruitontvangen expositiebijdrage en ƒ 100,— servies.
Opgemaakt te Utrecht, 5 januari 1988 De penningmeester
H.C.M. Hoppenbrouwers
17
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaaroverzicht 1987
|
|||||
Het jaar waarin het 15e lustrum van het Genootschap werd gevierd begon met een
buitengewoon druk bezochte receptie op Nieuwerhoek te Loenen op 10 januari 1987. Meer dan 140 gasten tekenden het receptieboek. De lezing door A.J. van der Horst over tuin-restauratie die 19 februari op Rupel-
monde werd gehouden had te kampen met wat hindernissen, maar men was toch enthousiast over zijn verhaal. 10 Maart waren wij te gast bij de Familie Plomp op Vechtvliet om naar Th. Lauren-
tius te luisteren, die op de hem eigen geestige wijze ons inwijdde in de grafische kunsten en het maken van papier. Een aantal leden had tekeningen en grafiek mee- genomen om te laten beoordelen. De Familie Lisman kreeg 8 april op Vreeden Hoff een vijftigtal leden op bezoek over
de lezing die door Prof. Korenhof over horloges en klokken werd gehouden. Aan de hand van o.m. interessante detailopnames van horloges werd de geschiedenis van de tijdmeting uit de doeken gedaan. Aardig was de bandopname van verschillende muzikale tijdaanwijzers. Zeer geslaagd en wellicht een nieuwe traditie inzettend was het diner, waaraan een
veertigtal leden met aanhang deelnam, voorafgaand aan de jaarvergadering. Dit vond plaats in de Kampioen te Nieuwersluis op 6 mei. Uw voorzitter hield zijn lezing met dia's over Thijsse's boek 'De Vecht' na afloop van de vergadering. Op zaterdag 13 juni was het 75 jaar geleden dat het Genootschap officieel werd
opgericht.
Aan de twee koetstochten van Breukelen naar Vreeland en terug naar het State
Wapen ter herdenking van dat heugelijke feit werd door ruim zeventig leden met
familie meegedaan. Ook de lunch tussen beide tochten, die in het State Wapen was
georganiseerd, mocht zich verheugen in een grote deelname.
Van de mogelijkheid in te schrijven op het jubileum Vechtservies werd druk gebruik
gemaakt.
Bijna een maand later op 8 juli werd op Slot Zuilen de jubileumtentoonstelling
geopend op een van de zeldzame mooie dagen van de zomer van 1987. De heer
A.J.A.M. Lisman en zijn mede-commissieleden kunnen met grote voldoening
terugzien op een buitengewoon geslaagd evenement. Elders in dit jaarboek gaat hij
daar wat dieper op in.
Dank is hier op zijn plaats aan het grote aantal leden dat dit initiatief steunde met het
jubileum tientje.
Op het jubileumservies werd zeer goed ingeschreven en alle resterende exemplaren
van 'Plaatsen aan de Vecht en de Angstel' alsmede alle tentoonstellingscatalogi
werden verkocht. Daardoor is het fonds voor bijzondere uitgaven dat ondergebracht
18 '
|
|||||
is in de Stichting Plaatsen aan de Vecht aangegroeid tot ƒ 24.500,— na aftrek van alle
kosten en enige Genootschap uitgaven. Zaterdagavond 5 september waren een dertigtal leden en introducees te gast op
Gunterstein bij de heer en mevrouw Quarles van Ufford. Deze leidden het gezelschap op hun zo gewaardeerde gastvrije wijze rond na een gedegen inleiding over de geschiedenis van het huis. Op 12 september waren de heer Lisman en Uw voorzitter aanwezig bij de viering van
het 10e lustrum van de zogeheten 'Vechtplassen Commissie'. Deze werd vanuit Niftarlake opgericht als actiegroep ten behoud van de schoonheid van het Vecht en plassen landschap. Wij meenden vanuit Niftarlake meer te moeten doen dan onze felicitaties over te brengen. Derhalve schonken wij ƒ 1.000,— uit het fonds voor bijzondere uitgaven, die in dank werden aanvaard. Daar het in 1988 300 jaar geleden is dat Willem III, Koning Stadhouder, een
succesvolle invasie in Engeland organiseerde en leidde vroegen wij professor Bachrach, voorzitter van de Stichting Nederland Engeland 1688 - 1988, ons over die gebeurtenis wat meer kennis bij te brengen. Hij deed dat 22 oktober op Goudestein, Gemeentehuis van Maarssen, op een briljante manier die de vele aanwezigen goed prepareerden op de vele evenementen die in 1988 en 1989 in Nederland en Engeland plaats zullen vinden. 1987 was ook Huygens jaar, het jaar dat het 300 jaar geleden was dat Constantijn
Huijgens, de dichter-staatsman en secretaris van drie generaties oranjes, overleed. De heer Groenveld, hoofddocent aan de Universiteit van Leiden, hield over Constantijn op 25 november op Bijdorp te Loenen een boeiende lezing. Deze werd gevolgd door de uitvoering van een aantal composities van Huygens voor clavecimbel en zang. Daarvoor waren David Percy en Frits van Erven Dorens bereid gevonden voor ons op te treden. Een zeer geslaagde combinatie, die enthousiast door de toehoorders werd beloond met langdurig applaus. Als slot van het jaar programma werd weer een bezoek gebracht aan de Six Collectie
te Amsterdam, Andermaal was een groep leden in staat deze fraaie collectie onder deskundige leiding
te bezichtigen. De evenementencommissie ziet ferug op een uitzonderlijk druk maar succesvol jaar.
De beloning voor het vele werk en het steeds opnieuw bedenken van interessante onderwerpen ligt in de aantallen inschrijvers voor de evenementen en vooral in het steeds stijgend aantal leden. Onze bijzondere dank gaat uit naar Mevrouw Dukes-Greup, Mevrouw Ter Laan-
Dingemans, Mevrouw Munnig Schmidt-Neubauer en de Heer Lisman, die dit allemaal samen organiseerden. De Voorzitter
19
|
||||
Terugblik op de jubileumtentoonstelling
|
||||||
Alhoewel het vorige jaarboekje geheel gewijd was aan de tentoonstelling 'Langs de
oevers van de Vecht', gehouden in de maanden juli en augustus van hel vorig jaar, kunnen wij toch niet nalaten er nog even op terug te komen. Zonder dat daar speciaal werk van gemaakt is heeft dit naar buiten treden van
Niftarlake ertoe geleid dat ruim 40 nieuwe leden zich aanmeldden. Wel was er veel werk besteed aan het trekken van (een onverwacht groot aantal) bezoekers: meer dan 5.000 mochten wij verwelkomen. Deze stroom van belangstellenden is zeker niet op de laatste plaats te danken aan de inspanningen van ons lid de heer J.H.P. Roeland, die met zijn Adviesbureau voor marketingen public relations Sparrow Roeland en Partners te 's-Gravenhage, geheel belangeloos de publiciteit verzorgde. Verspreid over het gehele land wist hij in totaal nicl minderdan 53 artikelen in kranten en tijdschriften geplaatst te krijgen en liet hij de radio in binnen- en buitenland ruimschoots aandacht aan ons evenement besteden. Dat alles tijdens de openingsuren op rolletjes liep - waarbij hel 'gewoon' was dat gedurende die 3 uur een 350 bezoekers het geëxposeerde bekeken - werd mogelijk gemaakt door de inzet waarmee Niftarlake-ledcn hun taak als suppoost vervulden. |
||||||
De commissaris van de
Koningin Jhr Drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland opent de tentoonstelling door een kolfbal met een 19e eeiiwse kliek (stok) tegen de deur van Oud Zuylen's kerkje te slaan. |
||||||
20
|
||||||
Wij hebben het als bijzonder ervaren dat het toezicht op - en de begeleiding van - de
bezoekers door die actieve leden zo geruisloos verliep. Hartverwarmend was dat de vier studenten van de Reinwardt Academie uit Leiden,
die zich over een periode \an zes maanden intensief hadden beziggehouden met het opzetten van de tentoonstelling ook van de partij waren toen deze was afgelopen en er opgeruimd moest worden. Zo vaak als het schrijver dezes mogelijk was is hij iedere middag tijdens de
tentoonstelling even aanwezig geweest. Steeds alert zijnde op nog onbekende gege- vens over de historie van vooral de buitenhuizen in de Vechtstreek heeft hij daarmee succes gehad. Zo bleek één van de bezoekers in het bezit te zijn van de vermoedelijk enige twee foto's welke nog bestaan van het buiten Hoffwerk dat tussen Breukelen en Nieuwersluis lag en omstreeks 1880 door brand verloren ging. Van een andere bezoeker vernam hij dat diens grootvader tot april 1919 de buiten- plaats Cromwijck, gelegen op de grens van Maarssen en Breukelen. in eigendom had. Uit diens nalatenschap waren maar liefst 72 foto's met de glas-negatieven uit ca. 1910 behouden gebleven. Deze werkelijk unieke serie, die zonder bezwaar gecopieerd mocht worden, laat zien hoe dit huis en zijn omgeving er uit zag voordat de 18e eeuwse buitenplaats, die in 1934 deels uitbrandde, een industriële bestemming kreeg. Deze foto's vormen inmiddels de basis voor het onlangs vervaardigde restauratieplan waarover elders in dit jaarboekje geschreven wordt. |
|||||||
De commissies van de Koninging en de voorzitter in gesprek met de leerlingen van de
Reinwardt Academie, die een groot aandeel hadden in het opzetten van de tentoon- stelling. |
|||||||
21
|
|||||||
Ook van belang is het 'ontdekken'van een groot 18e eeuws tegeltableau (8 tegels hoog
en 10 tegels breed) met een voorstelling van het huis en de tuinen van Over-Holland bij Nieuwersluis. Dit tableau past in de serie die op blz. 75 van het jaarboekje 1986 wordt beschreven
maar is een andere dan die waarvan wel een foto bestaat doch waarvan de verblijfplaats onbekend is. Terugziende kunnen wij niet anders dan constateren dat de eerste tentoonstelling die
ons Oudheidkundig Genootschap in zijn 75 jarige bestaan organiseerde een in alle opzichten geslaagde is geworden. Vreeden Hoff A.J.A.M. Lisman
Februari 1988
|
||||||||
Resultaten Jubileum-expositie 1987
UITGAVEN
Catalogus: - Drukkosten ƒ5.122,78
- Verzendkosten 964,52 ƒ 6.087,30
Verzekering: 457,97
Maquette: 216,94
Tekstenverzorging; ' 713,31
Materialen/Fotowerk/Posters e.d.: 6.953,26
Porti/Telefoon/Reiskosten/Bloemen/ Fotocopieën/Hand- en Spandiensten e.d.: 7.229,24
Huurkosten: 1.645,--
|
||||||||
ƒ 23.303,02
|
||||||||
INKOMSTEN
|
||||||||
Subsidies ƒ15.050,-
Verkoop catalogi: 2.342,50 ƒ 17.392,50
NEGATIEF RESULTAAT ƒ 5.910,52
Utrecht, 3 november ' De Penningmeester
H.C.M. Hoppenbrouwers
22
|
||||||||
Bibliotheek aanwinsten
|
|||||
In de jaren 1986 en 1987 werd een aantal boeken voor de bibliotheek aangekocht.
In dit kader noemen wij:
Langs de Utrechtse Vecht, Drs. Lucia Albers, uitg. Waanders te Zwole, 1984.
Gemeente Atlas van de provincie Utrecht 1868, J. Kuyper, herdruk B.V. Foresta te
Groningen, 1986.
Reglement voor het Volksschuitenveer tusschen Amsterdam en Utrecht, Amsterdarn,
ter stads-drukkerij, in de Nes, 1845.
Het huis Oudaen te Utrecht, Dick Valentijn m.m.v. Drs. A.F.E. Kipp, uitg. De
Walburg Pers te Zutphen, 1986.
Ijskelders, technieken van weleer. Dr. A.W. Reinink en J.G. Vermeulen, uitg.
Heuff te Nieuwkoop, 1981.
Loneralaca, bijdrage tot de geschiedenis van het Nedersticht, Jhr. Paulus H.A.
Martini Buys, Uitg.. P.H.A. Martini Buys 1986, drukkerij De Windroos pvba te
Beernem.
Het lustoord tusschen Amstel en Grebbe en elders in het Sticht van Utrecht J.B.
Christemeijer. Twee delen, opnieuw uitgegeven in 1986.
Landelijk schoon in het Sticht van Utrecht en in deszelfs omstreken, J.B.
Christemeijer. Opnieuw uitgegeven door Repro Holland B.V. Alphen aan de Rijn,
1986.
Utrechtse overleveringen uit de middeleeuwen, G.A. Evers, Uitg. A.W. Bruna &
Zoon te Utrecht, 1941.
Utrecht als koninklijke residentie, het verblijf van Lodewijk Napoleon te Utrecht
1807-1808, G.A. Evers, Uitg. A.W. Bruna & Zoon te Utrecht 1941.
Nigtevecht in oude ansichten, J.H.J.M. van der Aa, uitg. Europese bibliotheek te
Zaltbommel, 1987.
Honderd jaar, eeuwboek 1828-1928 bij het eeuwfeest der firma C.J. van Houten en
Zoon, samengesteld door Gerh. van Dijk, uitg. Van Stockum en Zoon, Den Haag
1928.
Stichtenaren uit vroeger jaren, een bundel verhalen, genealogieën en kwartierstaten
uitgegeven ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de afdeling Utrecht van de Nederlandse Genealogische Vereniging, uitgave Nederlandse Genealogische Vereniging, afd. Utrecht, 1987. Holland Training Services, Arnhem. Hervormde kerk van Oud-Zuilen, F. Schoonheim, uitgave Hervormde Wijkge-
meente Zuilen, 1980, drukkerij Van Rossum bv/Rineke Borman te Utrecht. Aan de bibliotheek geschonken:
Statuten der Vereeniging voor de Belangen der Utrechtsche-Noord-Hollandsche
Vechtstreek, 11 november 1908 (2) Redevoering uitgesproken den 30en Januari '09 te Utrecht in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen, bij de opening der eerste Algemeene Vergadering der 23 "
|
|||||
Vereeniging voor de Belangen der Utrechtsche Noord-Hollandsche Vechtstreek,
door A.L.H. Obreen. Drukkerij Plantijn te Amsterdam, 1909.
Redevoering uitgesproken 28 October 1911 te Utrecht in de zaal 'Irene', voor de
Centrale Anti-Revolutionaire Kiesvereeniging 'Breukelen', door A.L.H. Obreen.
Drukkerij Kiene, Hilversum.
Inventarisatierapport 'Historische bebouwing gemeente Loenen', 1987. Provinciale
Planologische Dienst-Utrecht, buro monumentenzorg.
Landgoederen, buitenplaatsen en buitenhuizen/villa's in de provincie Utrecht, een
planologische verkenning- Zeist 1986. Deelnota V.
Archeologische monumenten in de provincie Utrecht, kaart uitgegeven door de
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, R.O.B, te Amersfoort.
Spaarbank voor Breukelen en Omstreken 1846-1987, M. Verkuil, Breukelen 1988,
Druk: Vis-druk BV, Alphen aan den Rijn.
Bibliografie van de Vechtstreek, natuur, landschap en milieu, Emmy Mur-Atzema,
uitgegeven onder auspiciën van de Commissie voor de Vecht en het Oostelijk en
Westelijk Plassengebied, drukkerij Stolk 1986.
Beknopte bibliografie van topograflsch-historische uitgaven over de provincie
Utrecht, uitgave Provinciaal Bestuur van Utrecht, 1986.
Verder ontvingen wij een aantal oude jaarboekjes.
Breukelen 1988 M.A. Dukes-Greup
|
|||||
24
|
|||||
Nicolaas Bastert (1854-1939), kunstschilder
Nicolaas Bastert mag De schilder van Vechtgezichten genoemd worden.
Zijn op hoog niveau staand werk komt gelukkig de laatste 10 jaar weer meer bij de kunsthandel en verzamelaars in de belangstelling. Ons inziens is het eigenlijk de hoogste tijd dat zij die van de Vechtstreek houden doch zijn werk niet kennen er eens kennis mee maken. Daarom heeft het Genootschap het plan opgevat in 1989 een boek over Bastert en zijn olieverven, aquarellen en tekeningen te doen verschijnen. In dat jaar zal het een halve eeuw geleden zijn dat de kunstenaar te Loenen aan de Vecht overleed. Het ligt voorts in de bedoeling om in het jaar daaropvolgend een tentoonstelling te organiseren, vooral van zijn voortbrengselen uit het landschap dat hem het meest bekoorde. In een artikel uit 1908 beschrijft de kunstcriticus W. Steenhof dit werkgebied en
Nicolaas Bastert o.a. als volgt: 'Het Utrechtsche landschap in den omtrek der Vechtstreken is gelijkvloersch; de
ruimten hebben er geen groote verhoudingen, daar openen zich geen grenzelooze uitzichten. Maar, meer dan van eenige andere provincie wellicht, draagt het landelijke er een vertrouwelijk en blijmoedig karakter. Reeds Vondel noemde het een 'Paradijs vol weelde'. De grindwegen zijn er smal en ordelijk gebaand, helder lichtend tegen de al-zijdsche omgeving van groenende vlakten der weilanden; zij vormen laantjes tusschen knotwilgen met hun buigzame tak-stengels en volle blader-pluimen. |
||||||
Nicolaas Bastert, ca 1930
|
||||||
25
|
||||||
Die paden, vreugdig betreden op zonnige dagen, als rosende lichtkaatsingen
vloeien over het blanke grint, hebben bij duisterende namiddag, bij regenachtig weer, de vreedzame inkeer van huiselijken schemer. De hofsteden met hun bijhoorigheden van schuren en hooibergen, zijn er stevige, regelmatige steenen bouwsels onder zware rieten bekapping, proper en wèl onderhouden; aan het erf grenzen de boomgaarden, een volte van groenende wolken in teerste nuanceering. Het hout is er groeikrachtig; slank uitgewassen boomen met breidende blader- kroonen, dicht kreupelhout sterk en glansend van blad. De sloten zijn geulen met helder vlietend water, en wilgjes staan er veelal langs de kanten; de vaartjes dragen waterlelies omkranst door vlak-drijvende breede bladen en langs de oevers wuift het riet. In de buurt van Nieuwersluis, Breukelen, Maarssen — zijn er verrassende wendingen van het uitzicht, bij 't kronkelend verloop van de Vecht. Een plotselinge samenscholing van burgerlijke dorpswoningen, beschut door zwaar geboomte, vertoont ineens een gansch andere situatie van het landschap, nu met gesloten partijen, met ordelijke afwisseling en vaste omlijnde contrasten van licht en donker; de diepe tinten der behuizingen tegen het zwaar geboomte, spiegelen onmiddellijk in de wijde bochting der Vecht, die daar ligt als een ruim bassin. Het is uit dezen aard van rustieke bekoring wel vooral, dat Bastert's opvatting van het Hollandsche landschap zich kennen laat, en de uiting daarvan genietbaar moet zijn. En dezelfde neiging voor de beminnelijke verschijning van het klein-
geproportionneerde landschap, dezelfde warme gemoedelijke waarneming van de wezenlijkheid der dingen, spreekt zich misschien nog 't duidelijkst uit in de wintergezichten. De stemming komt dan vaak tot de nadrukkelijkste verklaring, gesproten uit realistische aanschouwingswijze van de treffende overheersing der schelle sneeuw over al het andere, dat nuchterder nu van wezenlijkheid schijnt, en tot in zijn hoogste lichtkracht zooveel tinten wordt teruggeslagen, vertroebeld door tegenstelling van het schelle, onbesmeurde wit. Technisch beschouwd, voert Bastert in zijn winterlandschappen misschien nog 't gelukkigst zijn kwaliteiten op door strakheid van vormduiding en klaarheid van kleurschikking. Het geheele werk van Bastert laat zich kenmerken door een voorliefde tot lichte tinten, levendige en frisch opgezette kleuren; soms bereikt hij, vooral bij de groenen van ijlsten kleurstaat, de transparantie van de aquarel. Hij ziet zijn landschapgevallen graag door klaar licht beschenen, en eene blauwe lucht waarlangs glanzende witte wolken drijven, plaatst hij daar dikwijls boven. Toch raakt zijn kleur zelden tot den staat van verfijning en zijn teekening doet ook schaarsch nawijzen die fijne accenten, welke een ver beschaafde en teeder verzorgde techniek kenmerken. Zijn factuur, die op kloeke wijze de partijen in volle bloeiende kleur zoekt aan te duiden, is de rechtstreeksche uitdrukking van zijn niet grootsche maar warme en zuiver wellende intentie. En wat hij aldus in gelukkige stonden als resultaat van zijn eenvoudige streven ons voorzet, is een verkwikking voor het oog, een heenwijzing naar wat we ontroerends en moois in het Hollandsche landschap weten te vinden'. Onlangs is het Genootschap begonnen materiaal voor het boek en de
tentoonstelling bijeen te brengen en tevens met het inventariseren van Bastert's 26
|
||||
werk.
Daarbij heeft het de beschikking over verschillende catalogi van vroegere
tentoonstellingen. Van verschillende daarin vermelde stukken is inmiddels de
huidige verblijfplaats bekend zoals o.a. van een 60 tal schetsboeken waarin
voorstudies van diverse schilderijen voorkomen. Doch van vele schilderijen zijn de
eigenaren nog onbekend.
Bij deze doet het Genootschap een beroep op U te helpen met het localiseren
daarvan.
Mochten er onder U zijn die werk van Nicolaas Bastert in bezit hebben of die
weten waar het zich bevindt, dan zal het Genootschap dat gaarne schriftelijk
vernemen.
Uiteraard wordt gegarandeerd dat door U versterkte informatie binnen de
tentoonstellingscommissie zal blijven.
Namens de Boek- en Tentoonstellingscommissie
A.J.A.M. Lisman Vreeden Hoff
Februari 1988 Nieuwersluis
|
|||||
27
|
|||||
00
|
||||||||
'^%
|
||||||||
Het huis te Nederhorst den Berg waar dokter Wartena. schrijver van dit artikel van 1906-1917 woonde. Op de foto staat hii
met zijn vrouw voor het huis. Rechts de nu gedempte Reedervaart. |
||||||||
De gezondheidstoestand in de Vechtstreek
rond 1900
|
|||||||||
De vader van ons lid de heer B. Wartena te Maarssen schreef ons als volgt:
Onder de nagelaten papieren van wijlen mijn vader dr. S. Wartena vond ik een. wal hij
zelf noemt 'eenvoudige causerie' over Nederhorst den Bergse toestanden. Het is mij niet
mogelijk geweest uit te vinden wanneer en voor wie deze lezing gehouden is. Ook over de
identiteit van de heer Obreen tast ik in het duister. (De heer Obreen was toentertijd
dijkgraaf van Amstelland Red.) Mijn vader was van 1906 tot 1917 huisarts te
Nederhorst den Berg. tevens gemeente-arts.
Het huis dat wij bewoonden was van de gemeente.
Vrij wonen en een, voor dien tijd. behoorlijk salaris wijzen erop dat het anders voor
een arts niet mogelijk geweest zou zijn een bestaan in dit dorp op te houwen.
Ik schat, uit enkele gegevens, dat de causerie + 1909 gehouden is. Dat hij vóór het
droogmaken van de plassen was. was geen hersenschim in die tijd.
Er bestond en bestaat nog een fonds, gevormd door de verveners. Vastgesteld was. hij
K.B. van 1850, dat er voor iedere vierkante roede veenslik 90 cent betaald moest
worden voor eventuele droogmaking. Dit fonds bestaat uit inschrijvingen grootboek
Nat. schuld en bedraagt nog ± ƒ 1.467,000,-.
Thans zou. na de ontgrondingen in de Ankeveense en Kortenhoefse plassen tot ca.
40m diepte door de Ballast Mij. droogmaken tot de onmogelijkheden behoren!.
Vleieiul voor de toenmalige Bergers is dit verhaal zeker niet. toch is hel wel een
merkwaardig document en zeker de moeite waard voor het nageslacht behouden te
blijven.
De gegevens over het fonds zijn ontleend aan een artikel in het boekje 'Prentenboek
van Nederhorst' door burgemeester C. de Groot 1981. R. Wartena Amsterdam 1985
|
|||||||||
Het volgende artikel bestaat uit de bovengenoemde 'eenvoudige causerie' welke
men het best voor zich zelf kan laten spreken. Wel willen wij constateren dat er erg veel ten goede veranderd is in de afgelopen
80 jaar. ^ ." |
|||||||||
29
|
|||||||||
M!
Uitgenoodigd door den Heer Obreen ben ik wel bereid eenige woorden te spreken
over de verbetering van de Waterstanden aan de Vecht en het droogmaken der
plassen beoosten de Vecht. Des te meer ben ik daartoe bereid omdat zijn streven,
dat beoogt vooruitgang en verbetering mij sympathiek is. Ik geloof wel dat ik in
het treurigste, achterlijkste, meest onhygiënische deel van de Vechtstreek woon en
dit feit, mag misschien voor den Heer Obreen een reden geweest zijn, om bij deze
gelegenheid mij te inviteeren om mij te mogen uiten over droevige toestanden die
verbetering verlangen, en die ook wel voor verbetering vatbaar zijn.
Men verwachte echter van mij niet een op statistieken gebouwde en met geleerde
beschouwingen doorknede lezing, daarvoor ontbrak mij de tijd. Ik sprak tegen den
Heer Obreen over een eenvoudige causerie met 'n medische tint, verder zal ik 't
ook niet brengen in dezen.
Ik hoorde laatst iemand over de Vechtstreek spreken en zeggen, men kan hier
s'winters geen mensch inviteeren aan alle kanten zit je in de modder.
Ik behoef het nauwelijks te zeggen wat de reden is van de slechte wegen van de
Vechtdorpen en ik spreek uit ervaring als ik de wegen noem van de gemeenten
Weesperkarspel, Nichtevecht, Nederhorst den Berg, Vreeland en Loenen.
Ergerlijk M.H.!
Is de oorzaak hiervan het slechte onderhoud? Ten deele, maar een grooter deel is
toe te schrijven aan de onbeleefdheid van de Vecht en hare dijken om het water
niet binnen de oevers te houden maar het door de dijken te laten gaan, waardoor
al het werk aan de wegen besteed voor niet is.
Men is verbaasd waar al het water vandaan komt en ziet met verwondering dat
meestal het niet gelukt, de gaten in de dijken te vinden. En dit verschijnsel doet
zich niet één maar zeker wel 3 a 4 x per jaar voor, de bijna altijd slechte wegen zijn
dan compleet modderpoelen, en zooals ik zeide het werk aan de wegen besteed
wordt dan weer vernietigd. En wat nu is slechter voor de hygiënische
verhoudingen dan vuiligheid en nattigheid?
Schoolkinderen die zich verstouten dan naar school te gaan, komen beslikt en
bevuild thuis, werklieden (hoewel ze meestal boven op de dijk loopen) eveneens; al
dat vuil wordt binnen de huizen gesleept, al die modder kan slechts
demoraliseerend werken op een zindelijke huisvrouw, op de hygiëne werkt ze al
zeer slecht.
Toen ik dezer dagen aan één mijner patiënten lijdende aan beginnende longtuber-
culose zeide: reinheid frissche lucht en goede voeding zijn de eerste vereischten om
beter te worden, wat was toen zijn antwoord?
Reinheid met zoo'n modderpoel om je huis waarvan 8 kinderen het slijk in huis
slepen? Open ramen? om modder en peststank in je huis te krijgen? Ook van de
goede voeding kon de man weinig zeggen maar dat is niet direct de schuld van de
slechte wegen.
Ik spreek natuurlijk niet van het inconvenient datje s'morgens opstaat en water in
je gang hebt, en in de kelder een massa water staat waarin de winter provisie drijft,
dit is ook niet hygiënisch, ook spreek ik er niet van dat je een paar dagen op
30
|
||||
planken moet loopen, en ais je 't ongeluk hebt iemand op die planken te
ontmoeten je moet overleggen, wie zoo lang in 't water zal staan totdat de ander gepasseerd is, dit ligt buiten mijn bestek. Is dus de Vecht wat hare waterstands- regeling aangaat een bron van kwaad, als drinkwater deugt het Vechtwater heelemaai niet. Het moest ook niet als drinkwater worden gebruikt, en dit zou ook niet
geschieden, indien de woningen goede regenbakken hadden, en dit is althans in Nederhorst den Berg niet het geval. In 1903 memoreert de gezondheidscommissie over Loosdrecht + het zelfde: drinkwater voorziening laat veel te wenschen over. Slechts in twee gezinnen wordt het Vechtwater als drinkwater vóór het gebruik gekookt. Men moet het water in Ned. den Berg van de Kerk halen en in 't gehucht Overmeer, 20 minuten loopen van die kerk af, spaart men zich die moeite en drinkt behoudens een enkele meer gegoede, die een goede bak heeft, uit de Vecht met de klomp als beker of zooals ik dezer dagen zag, met een omgespoelde steen- kolenschep. En zoo achterlijk zijn de begrippen omtrent hygiëne dat de menschen zeggen, de
dokter beweert Vechtwater moet je niet drinken tenzij goed gekookt, wel nu nog mooier, mijn vader dronk 't al, mijn grootvader, mijn heele gezin en typhus hebben we nog nooit gehad! Als je het hebben mot zal je 't toch wel krijgen. Toen een van de bewoners van het dorp Nederhorst den Berg een Norton pomp sloeg en zeide brengen jullie een leiding in het dorp dan kun je goed water krijgen, toen werd op dit voorstel niet met kracht ingegaan. Waarom? Omdat het begrip hygiëne hier een wanbegrip is en waarom dat, omdat
Nederhorst den Berg en vele dorpen aan de Vechtstreek zoo geisoleerd liggen, zoo weinig voeling houden met de centra, zoo in hun eigen kringetje ronddraaien dat ze geen open oog hebben voor wanstanden. Is het te verwonderen dat toen de gezondheidscommissie Bussum in 1903 een
onderzoek instelde naar het aantal typhus gevallen in haar environs, Weesp, Nederhorst den Berg, Weesperkaspel en Muiden bovenaan stonden? De gezondheids Commissie liet toen ook in haar verslag drukken: de typhus gevallen in Weesp, N. den Berg, Weesperkarspel en Muiden zijn waarschijnlijk veroorzaakt door het Vechtwater, dat niet alleen voor het spoelen van vaatwerk en het verdunnen van de melk maar ook ongezuiverd als drinkwater wordt gebruikt. De arbeidersbevolking van de Vechtstreek, die over 't algemeen arm is omdat de industrie niet veel beteekent en de Vechtstreek wat men noemt een dooie achteruitgaande streek is, woont althans zoover ik kan oordeelen in slechte woningen, in krotten! Zelfs het huis van de hoofdonderwijzer der openbare school te Nederhorst den Berg zou geen gek figuur slaan onder de onbewoonbaar verklaarde woningen. En wanneer ik klaag bij de Overheid dat 't uitvoeren van hygiënische begrippen en
ook b.v. van ontsmettingen op allerlei bezwaren stoot omdat de menschen slechts één kamertje hebben waarin alles gedaan wordt, en dat zij bij een eventueele ontsmetting niet kunnen en vaak niet willen afstaan dan word ik met een kluitje in 't riet gestuurd met de woorden "waar moeten we dan met de menschen heen?" En dan zeg ik: ruim op de krotten, bouw nieuwe woningen op plaatsen waar nu honderden Hectaren renteloos liggen; waren de uitgeveende plassen droog in casu 31
|
||||
voor Nederhorst den Berg: de Blijken, de Spiegeipolder dan zou er plaats zijn voor
andere woningen en andere bedrijven. Dan zullen die slechte woningen, waarvan er zelfs zijn die het privaat in de huiskamer hebben, die geen regenwater voorzie- ning hebben, worden verlaten en betere huizen en betere toestanden zullen worden geschapen. Want wat leveren die plassen beoosten de Vecht op? Visch! meestal echter niet
voldoende voor 'n bestaan, de meeste visschers doen er nog een beetje landbouw bedrijf bij enkelen maar bestaan alleen van de Vischvangst. Landbouwbedrijf is er weinig omdat er weinig land en veel water is. Wat wel veel in de Plassen wordt gedaan is plassen m.a.w. het bleekers bedrijf,
men behoeft slechts eens dat gezien te hebben om te weten hoe ongezond dat werk is, uitzoeken van vuil goed is het begin al, het vertoeven tusschen allerlei dampen van wazemend waschgoed het daarna uitspoelen vaak met de knieën in 't water, uit een verwarmde fabriek in een tochtig spoelhok, dat zijn zoowat de voornaamste tafareelen. Men stelle zich niet voor dat al het waschgoed van overleden of nog levende
typhus, t.b.c. etc. patiënten gedesinfecteerd wordt, voor het naar den bleeker wordt verzonden. Toen eens een bleeker er op attent gemaakt werd dat het waschgoed van een
typhus patiënt een dag in de creoline moest staan, antwoordde hij: wij zijn anders niet bang voor besmetting. Het aantal bleekersmeiden en bleekersknechts dat om gezondheidsredenen van
vak moet veranderen is legio. Vraagt een vader mij, wat moet mijn zoon of dochter (die b.v. eens pleuris heeft gehad, die b.v. candidaat is voor tuberculose) worden, ik zeg geen bleeker laat hem boerenknecht worden. Eenige malen heeft mij reeds getroffen dat de vale ex bleeker een gezonde boer werd. En waarom worden zoovele Nigtevechters, Vreelanders, Weesperkarspelaars Nederhorst den Bergers, Loosdrechters bleeker? Omdat er in die dorpen al te veel ambachtslieden zijn; omdat ze iets moeten verdienen en bij de bleekers meestal nog wel plaats is. Meisjes en jongens met bloedarmoede ontmoet men in de bleekerijen, geen
krachtige en bloezende jongelui. De plassen hebben van de voorstanders der drooglegging al veel op hun verantwoording gekregen, zoo ook de kindersterfte, de tuberculose, de malaria. De kindersterfte heeft mijns inziens met het al of niet droogleggen der plassen
niets te maken, de tuberculose qua tuberculose ook niet, de tuberculose ontstaat niet door de plassen, de strijd tegen de tuberculose als volksziekte kan door om- standigheden aan de Vechtstreek niet voldoende gestreden worden. Het ongunstige bedrijf van kleerenbleeker, ik bedoel natuurlijk ongunstig wat betreft hygiëne, de slechte woningtoestanden, de slechte hygiënische begrippen, bijgeloof, deze zijn het die de strijd tegen de tuberculose zwak maken! Het is toch een bekend en door statistieken bewezen feit dat de tuberculosesterfte daar het hoogst is, waar de bevolking op sociaal en op hygiënisch gebied het laagst staat. Een specialist op gebied der tuberculose heeft het juist gezegd, de ideale oplossing over het tuberculose vraagstuk bestaat niet daarin dat men elk nieuw geval van t.b.c. dat zich voordoet weer onschadelijk gaat maken; dat zou een eeuwig 32
|
||||
durende bezigheid zijn. Men moet echter zorg dragen dat er geen nieuwe gevallen
kunnen ontstaan en dit kan men bereiken door: uitroeiing van drankmisbruik, slooping van ongezonde en opbouw van hygiënisch ingerichte huizen en ten derde door desinfectie van woningen en plaatsen waar tuberculoselijders vertoefd hebben. Wanneer eenmaal de Ned. Centrale vereeniging tot bestrijding der tuberculose in
die richting, die vooral voorgestaan wordt door Dr. Heyermans uit Amsterdam, gaat werken dan ben ik er van overtuigd dat het gehucht Overmeer en het gehucht Hinderdam beide behoorende tot de Gemeente Nederhorst den Berg bijna geheel naar den grond gaan; dat ook in Nederhorst den Berg vele krotten zullen worden opgeruimd, krotten die wanneer ze eens een tuberculose lijder herbergen deze eene lijder vaak door meerdere familieleden wordt gevolgd. En deze slechte toestanden wat betreft hygiënische begrippen, drinkwatervoorziening, slechte woningen bestaan zooals ik na ingewonnen informaties heb vernomen langs de geheele Vechtstreek; hoewel wat de drinkwater voorziening betreft in Loosdrecht een groote verbetering is ontstaan door het boren van 3 Norton pompen. In vergelijking met dorpen in droge gebieden (Drente, Gelderland) kan blijken dat
de plassen geen invloed hebben op het voorkomen van tuberculose. Toch blijkt dat de t.b.c. sterfte in Nederhorst den Berg stijgende is in vergelijking met die aan andere ziekten. In 1907 waren 18% van alle sterfgevallen aan t.b.c. te wijten, in 1908 zelfs 39%. De bewering dat door de uitgeveende plassen meer t.b.c. zou optreden blijkt, door
het bovenstaande en ook uit wat ik straks zal zeggen niet juist. Maar gaan wij nu, nu de bestrijding overal krachtig ter hand wordt genomen door vereenigingen als het Witte en Groene Kruis, door plaatselijke vereenigingen eens na hoe weinig symphathie en hoe weinig steun wij medici vinden in onze omgeving voor die sympathieke strijd, en gaan wij dan eens over bijv. 10 jaar onze statistieken na dan is het mijn overtuiging dat de Vechtstreek, blijft zij zoals ze is bovenaan zal staan in het sterfte cijfer der t.b.c. Wordt zij niet stelselmatig achteruit gehouden en worden alle zeilen bijgezet tot
haar vooruitgang (het grootste zeil is m.i. de drooglegging der plassen), wordt niet meer lakoniek de schouders opgehaald wanneer er verbetering van hygiëne wordt geeischt, komen andere menschen met energie en gezonde begrippen hier wonen - en dat zal gebeuren want er is gebrek aan land - dan zal de Vechtstreek ook haar rechtmatig deel (leveren) in de strijd, die in de tegenwoordige omstandigheden zoo moeilijk is te strijden, daar de strijdmiddelen afwezig, of in gebrekkige staat aanwezig zijn. In Nederhorst den Berg bestaat, dank zij haar ijverig bestuur en het werken van
enkele leden een bloeiende afdeling van het Witte Kruis. Men denke echter niet dat de invloedrijke menschen er zich warm voor maken, ze betalen hun contributie en 'voila tout'. Toen over een huisbezoekster, een enquetrice werd gesproken die alle t.b.c. gezinnen zou bezoeken en hare wenken zou geven, moest het bestuur, hoewel zich een daarvoor geschikt meisje bevond in de gemeente toch besluiten haar niet aan te stellen omdat men vreesde (en terecht m.i.) dat haar werk een groote desillusie zou worden en zelfs, op zijn ergst tot vijandelijkheden zou worden 33
|
||||
overgegaan! Waarom? Ik zeg het tot vervelens toe, Mijne Heren, omdat men nog
lang niet rijp is voor zulke dingen, omdat de bevolking achterlijk is, omdat welstand, beschaving en het gevolg van dit laatste, een open oog voor hygiëne hier totaal ontbreekt. En hiervan zijn m.i. de uitgeveende plassen schuld. Geen schoner voorbeeld dan
de Horstermeerpolder: de vreemdelingen brengen haar vooruit en de inboorlingen van de Vechtstreek mogen hen plantenvreters, anarchisten of dies meer zij noemen, (hier wordt gedoeld op de kolonie van Frederik van Eeden, Red.), het zijn menschen met handen aan hun lijf en hersens in hun hoofd. Waarom? Omdat zij uit meer bevoorrechte streken naar hier komen. Hoe is verbetering te krijgen? Een onzer collega's uit de Vechtstreek schreef voor eenige jaren: het sterfte cijfer zal in de Vechtstreek dalen, wanneer ook deze, evenals de groote steden eens van goed zuiver drinkwater zal zijn voorzien. Wanneer door woningverordeningen eischen gesteld kunnen worden tot voorkoming van vochtigheid van woningen, omtrent inrichting van privaten, omtrent toetreding van licht en lucht, zindelijkheid enz. Is er in die 5 a 6 jaar iets gedaan in die richting? Is er voor goed drinkwater
gezorgd? In Nederhorst den Berg zeker niet, daar bouwde men deze zomer een nieuw brughuis zonder regenbak, waarom? Omdat d^ brugwachter het water wel van de kerk kon halen! Nu, men kan zich licht begrijpen, dat die brugwachter dat wel zal doen, maar dat hij of anders z'n kinders als er eens geen water in huis is, wel zoo onhygiënisch zullen zijn het eventjes uit de Vecht te putten. Hoe is te verkrijgen verbetering van wegen, verbetering van woningen, verbetering van drinkwatervoorziening, van zindelijkheid, van bijgeloof en laatst not least van hygiëne? Door het isolement der Vechtdorpen op te heffen, door leven in de brouwerij te
brengen, door frisschere bedrijven en frisschere begrippen in te voeren, het droogleggen der plassen kan hier veel verbeteren. Voor Nederhorst den Berg en omstreken zal door die droogmaking beter verkeer komen en dus meer welvaart en de Horstermeerpolder, een polder die door de verdrukking heen toch vooruit- komt, (men moet de bewoners bewonderen die jaar in jaar uit daarin ploeteren en werkelijk met succes) zal er zeer wel bij varen. Wat is de Horstermeerpolder? Niet veel meer dan een vergaarbak van de hooger
gelegen Polders; voeg deze schadelijke waterovervloed bij den poreuzen bodem dan is 't niet te verwonderen dat het land althans op de lager gelegen gedeelten niet goed kan worden, voor en alleer de plassen zijn droog gelegd. Deze omstandigheid, gevoegd bij de vele wellen die na de droogmaking der Polder te voorschijn zijn gekomen hebben de kosten van bemaling van de Horstermeer Polder opgevoerd tot ƒ 32 per Hectare, zeker geen klein bedrag. Voor en aleer ik het oordeel van eenige Geneeskundigen om de plassen wonend u mededeel wil ik nog één ziekte bespreken die hier niet zoo veel voorkomt als men met 't oog op het stilstaande water in de uitgeveende plassen zou kunnen vermoeden en dit is de malaria. De typische malaria werd door mij eenige malen waar genomen bij bewooners die van elders waren gekomen, deze gevallen mogen we dus niet met zekerheid rekenen, verder werd malaria hier sporadisch gediag- nostiseerd bij schoolgaande kinderen en bij grondwerkers. Het zal mij zeer 34
|
||||
aangenaam zijn die medici die nooit malaria in de practijk aan de Vecht hebben
gezien eens te inviteeren en hen in gezinnen te brengen waar telken jare malaria is. Waar zij de verzuchting hooren s'winters ben ik goed, zomers kan ik haast niet. Ik heb een huisgezin in mijn practijk waar reeds 2 jaar achtereen man en vrouw om de anderen dag een aanval hadden en wel op verschillende dagen, zoodat de eene dag de boer de andere dag de boerin de koeien ging melken. Ik zeg niet dat hier veel malaria voorkomt, ook niet dat de plassen speciaal de schuld hebben, maar dat waar aan den eenen kant misschien overdreven wordt wat betreft het voorkomen van malaria aan den anderen kant o.a. in het U.dagblad van 28 Dec. ook weer overdreven wordt, door te zeggen: 3 medici zeggen geen malaria of weinig malaria in de Vechtstreek te zien. Dus het voorkomen van malaria is overdreven; in Nichtevecht, Vreeland, Nederhorst den Berg komt zeer zeker malaria voor en ook in Loosdrecht zooals mij door ingewonnen informaties is gebleken. En het is niet uit te maken of hiervan de plassen of andere waters (kleine slooten, etc) schuld zijn. Een geval herinner ik mij van een schoolkind dat nooit elders was geweest uit Ankeveen (midden in de plassen) dit was zelfs zoo hardnekkig dat tot verplaatsing werd besloten toen juist de koorts bestreden was. Waarom in een voor malaria zoo gepraedisponeerde streek niet zeer veel malaria voorkomt? Om de eenvoudige reden dat men niet meer op het vroegere standpunt staat dat de moeras dampen de malaria geven, maar dat de muggen, de anophales, de bewerkers van de malaria zijn. Redenen waarom muggen en speciaal de anophales locaal in gering aantal worden
aangetroffen, zijn er zeer vele en deze berusten meestal op eigenaardigheden in hunne levenswijze of in 't frequent voorkomen van hunne natuurlijke vijanden te water en te land. Door het feit dat vele Noord Hollanders zich in de Nederhorstermeer Polder vestigen is het niet onwaarschijnlijk dat de malaria hier wordt gebracht en eens geïmporteerd zal zij een vruchtbaren bodem vinden. En dan ten slotte hetgeen ik meen te mogen opmerken omtrent de algemeene gezondheidstoestand. De hygiënische verhoudingen aan de Vechtstreek zijn slecht, het isolement is nadeelig voor de welvaart. Waar zooals we straks zagen sociale en hygiënische verhoudingen slecht zijn is meer kans op slechte gezondheids toestand. Is het mogelijk de plassen droog te leggen en blijkt na een ingesteld onderzoek dat de kosten later door de inkomsten worden gedekt dan zal deze maatregel zoo niet direct, dan toch indirect de gezondheid tot voordeel komen. Meer welvaart, betere woningen met goede drinkwater voorziening en goede privaten, een meer gemêleerde bevolking, betere verkeerswegen waardoor opheffing van isolement en hooren van nieuwere toestanden en nieuwere hygiënische begrippen, het niet meer rondkruipen in een klein kringetje zal zeker de beschaving en als gevolg daarvan de hygiëne ten goede komen. In het verslag van 1906 der Gezondheidscommissie van Loenen en omstreken wordt zoo juist weergegeven wat ik ook beweerde met deze woorden. Verder heeft de vrij groote achterlijkheid op allerlei gebied, met daarmee samen- hangend bijgeloof (zooals vrees voor frissche lucht en koud water), het vertrouwen in de kwakzalverij, het wantrouwen in de hygiënische maatregelen door de overheid beraamd enz. welke de meeste inwoners van het district kenmerkt, haar noodlottigen invloed op den gezondheidstoestand. 35
|
||||
En ik zou zeggen waarom die toestanden die men op de Drentsche heide kan ver-
wachten, en niet in het centrum der lands? Eenvoudig hierom omdat de Drentsche hei en de Vechtstreek in één opzicht overeen komen n.1. in hun isolement. Men behoeft daarom de Vechtstreek in z'n geheel niet in discrediet te brengen. Ieder Vechtbewoner zal toch het natuurschoon van de Vecht prijzen, maar ook de meeste Vechtbewoners zullen zeggen waarom in zoo'n schoone streek in het centrum des lands zoo verstoken van verkeer zoo zonder bedrijvigheid, hygiënisch in zoo'n slechte conditie . En dan is het mijn overtuiging, dat zoo het mogelijk is de plassen droog te leggen en de Vecht te regelen, de Vechtstreek een mooie streek zal blijven en een druk bezochte, welvarende en last not least een gezonde streek zal worden. R. Wartena Nederhorst den Berg 1909
|
|||||
36
|
|||||
Vechtstroom
|
|||||
Vechtstroom, Vechtstroom, hoeveel eeuwen
voert g'Uw water naar de Zee?
Zwerven zwaluwen en meeuwen
langs Uw oude bedding mee;
Zingt in Uw begroeide boorden
lustig vink en karekiet;
Klinkt aan 't eind van elke zomer
't ruisen van het ranke riet?
Vechtstroom, Vechtstroom, hoeveel jaren
zaagt Gij Utrechts oude Dom? Hoeveel jachten zaagt Gij varen, hoeveel schepen van rondom; klonk langs gans Uw mooie oevers jagerslied en veerschuits bel; met de hoorn der oude postkoets, 't kling'len van de arreschel? Vechtstroom, Vechtstroom, hoeveel buitens
spiegelden in d'oude Vecht,
met het hoog en zwaar geboomte,
schaduwrijk en hoog en recht?
Hoeveel schittering van rijkdom
in karos en speelgaljoen?
Hoeveel schilders die u maalden
met penseel en vermiljoen?
Hoeveel mooie kleine dorpen
bracht Gij welvaart, eer en Stand? Hoeveel oude boerderijen met hun vet en vruchtbaar land van geslachte tot geslachte toefden hier aan Uwe vloed? Mensen, in wier hart Gij voortleeft die U dragen in 't. gemoed? Eenmaal zullen alle stromen
vrolijk zingen. God ter eer!
Zullen allen samenkomen
in het eindeloze meer.
Draag, o draag mijn dankb're zangen,
voer ze met Uw golven mee;
Draag mijn zangen, draag mijn zangen
Voer ze naar de Eeuw'ge Ree. Jacob Molenkamp (1884-1980)
37
|
|||||
Het Geslacht van Zuylen
|
|||||||||||||||||||
Er is vroeger wel eens verondersteld dat de Van Zuylens afstammelingen waren
van Sulla, een Romeins dictator in de eerste eeuw voor Christus.
Een andere lezing was dat zij zouden afstammen van het Romeinse geslacht de
Colonna's. Hoe vernuftig ook gevonden, aan deze veronderstellingen moeten wij
maar geen waarde toekennen. Wij doen er beter aan ons te bepalen bij bekende
gegevens.
Zeker is dat de Van Zuylens in de Middeleeuwen een belangrijke rol speelden
vooral in het Utrechtse, maar ook al voor die tijd in het Kleefse gebied.
In de I Ie, I2e en 13e eeuw wordt de naam 'Van Zuylen' al in archiefstukken in het
Bisdom Keulen en het Graafschap Kleef genoemd. Uit documenten blijkt o.a. dat een zekere Steven van Zuylen in 1204 aanwezig was
bij een proces tussen de graaf van Loon en de bisschoppen van Luik en Utrecht. |
|||||||||||||||||||
Wat betreft de naam 'Zuylen' is bekend dat in het gebied tussen Emmerich en
Rees bij de Rijn, al in de 1 Ie en 12e eeuw een belangrijke heerlijkheid 'Zuylen' geheten, lag. Bij deze heerlijkheid hoorden een dorp en een kasteel 'Zuylen' en ook verscheidene
gehuchten waaronder Praest, Brasselt, Rosé of Rosan en Heiten. Dit domein strekte zich uit op de linker (westelijke) Rijnoever. Wij mogen aannemen dat deze heerlijkheid behoorde tot het Graafschap Kleef.* |
|||||||||||||||||||
ABCOUDEBAAMBRUGGE
^ FROV. UTRECHT ^
|
|||||||||||||||||||
WIJK BIJ DUURSTEDE
^ PROV. UTRECHT ^
|
|||||||||||||||||||
mnv
|
|||||||||||||||||||
aLnnKk,
|
|||||||||||||||||||
'Wapen van Wijk bij Duurstede
rode zuilen op een wit veld in een geel schild' |
|||||||||||||||||||
'Wapen van Abcoude-Baam-
brugge, witte zuilen op een rood veld' |
|||||||||||||||||||
Zie Woonstede Nr. 49 blz. 76 aantekeningen van baron van Zuylen van Nijevelt.
38 |
|||||||||||||||||||
i LEERSUM ^
PROV. UTRECHT ^
^ No. 44 -----------
|
||||||||||||||||
= OUDENRIJN \
= PROV, UTRECHT
=s= No. 48 ^
|
||||||||||||||||
K8FI
|
||||||||||||||||
KtFFII
|
||||||||||||||||
'Wapen van Leersum, gouden
zuilen op een rood veld' |
'Wapen van Oudenrijn, rode
zuilen op een wit veld' |
|||||||||||||||
In de vroege Middeleeuwen werden de Rijn en ook andere rivieren nog niet binnen
dijken gehouden, met als gevolg, vaak overstromingen.
Het lage gebied waar de Rijn bij Kleef door stroomde werd pas in de 15e eeuw
door dijken beveiligd. Zo moet er in dat gebied in de 12e eeuw een enorme ramp
hebben plaatsgehad. Het dorp Zuylen en het kasteel verdwenen van de
aardbodem.
Op kaarten van dit gebied zijn nog duidelijk brede rivierbeddingen en dode
rivierarmen te vinden. Vaak gevolg van grote overstromingen.
Het verdwenen dorp en het verdwenen kasteel werden niet herbouwd.
In plaats van kasteel Zuylen te herbouwen, bouwde Steven van Zuylen (13e eeuw)
op een afstand van acht km van de plaats van het oude kasteel, een nieuw kasteel,
'Anholt'. Het werd een grote waterburcht.
Behalve Anholt bouwde hij ook Slot Zuylen aan de Vecht. Dit werd een soort
tweede woning. De Van Zuylens deden vaak zaken in het Utrechtse.
Anholt kwam na de Van Zuylens in handen van het geslacht 'Van Ghemen'.
Het kasteel is nu eigendom van Prins Salm Salm. Het is voor een gedeelte als
museum opengesteld en voor een ander gedeelte in gebruik als hotel.
In een vitrine daar ligt een document waarin een Heer van Zuylen stadsrechten
geeft aan Anholt.
In die vroege Middeleeuwen trokken verschillende Van Zuylens naar het Utrechtse
gebied. Daar was veel te doen. Zij kwamen daar als landaanwinners en ontginners.
Zij bouwden ook verschillende kastelen, o.a. Zuylen, Zuyienburg, Zuylensteyn, De
Haar. Beverweerd, Natewisch en Nijeveldt.
Zij kregen veel invloed. Dat blijkt ook uit het feit dat het wapen van Zuylen in
vele wapens van steden en dorpen is terug te vinden zoals in die van Abcoude,
Buurmalsen, Culemborg, Driebergen, Haarzuilens, Vianen, Westbroek, Wijk bij
Duurstede en Zuylen.
Wat Slot Zuylen zelf betreft, daarover wordt wel verteld, dat op de plaats waar het
|
||||||||||||||||
39
|
||||||||||||||||
Slot nu staat al in de 8e eeuw een houten kasteel 'Thule' geheten, stond. Hiervan
zijn echter geen bewijzen.
Bij de restauratie werden o.a. de fundarnenten opgegraven van een oude toren,
met muren van 2,70 m dikte en gebouwd met het soort kloostermoppen dat rond
1250 werd gebruikt.
Deze toren zou dan een gedeelte van het kasteel moeten zijn geweest, waarvan de
muren in 1422 door de Utrechters omver werden gehaald.
In de loop der jaren zijn verschillende families eigenaar van Zuyien geweest.
Als eigenaar in 1265 wordt genoemd Heer Henrick van Suilen en Anholt, ridder,
heer van den Huize Zuyien op de Vecht.
Hij had vier zonen. Jan, Steven, Henrick en Zweder.
Na vier generaties Zuylens kwam het huis in handen van de Van Borselens.
Het kasteel zou na de verwoesting in 1422, pas in het begin van de 16e eeuw door
Willem van Rennenberg zijn opgebouwd. Aan dit gegeven kan men twijfelen daar
een gevonden muur, gebouwd op fundamenten van de vroegere burcht, een
aanwijzing kan zijn van een mogelijk eerdere herbouw.
In 1751 heeft een heel grote verbouwing plaatsgehad o.l.v. Jacob Marot. Het huis
was toen eigendom van Diederik Jacob van Tuyll van Serooskerken, de vader van Belle van Zuyien. Slot Zuyien kreeg tijdens deze verbouwing in grote lijnen de vorm die het nu heeft. Tenslotte: Het wapen van de Van Zuylens. Oorspronkelijk bestond dit wapen uit
een rood schild met drie zilveren zuilen. ■ Nu kwam het vroeger voor dat men de kleuren van het wapen wel eens veranderde
en zelfs soms een ander wapen aannam bijv. 1. In het Wapenboek van den Nederlandschen Adel door J.B. Rietstap (1887)
staat het volgende: In 1326 trouwde Jacob van Zuyien van de Vecht met zijn nicht Christina
erfdochter van Nyevelt (zijtak van de Van Zuylens). Het wapen van Jacob van Zuyien was 'Rood met drie zilveren zuilen' Het wapen van Christina van Nijevelt 'Zilver met drie rode zuilen' Christina stierf in 1351. Als herinnering aan haar nam Jacob van Zuyien de
kleuren van Nijevelt over op zijn wapen. Tevens voegde hij aan zijn naam Nijevelt toe; vandaar Zuyien van Nijevelt.' 2. In het boek 'de Historische Beschrijvingen van Culemborg' door A.H.W. Voet
van Oud-Heusden, 1743, staat het volgende: 'In het begin van de veertiende eeuw leefde Jan van Bosichem, Heer van
Culemborg. Hij heeft het wapen van zijn vader verlaten omdat zijn grootvader de heerlijkheid Bosichem met zijn dochter had meegegeven bij haar huwelijk met de Heer van Buren. Jan van Bosichem nam toen het wapen van zijn moeder aan. Zij was Johanna 40
|
||||
ZUYLEN
|
WESTBROEK s
PROV. UTRECHT =
59 |
|||||||||||||||||||||
PSOV. UTRECHT ^
^ No. 56 ==:
|
||||||||||||||||||||||
Cl|fd 6fip
|
||||||||||||||||||||||
QA9eA9
|
||||||||||||||||||||||
'Wapen van Zuylen, witte zui-
len op een rood veld' |
'Wapen van Westbroek, witte
zuilen op een rood veld, overigens zwart en wit' |
|||||||||||||||||||||
van Zuylen van de Vecht. Haar wapen was toen drie rode zuilen op een
zilveren schild. Hij veranderde echter wel de kleur. Zijn wapen werd een gouden schild met
drie rode zuilen.' In Culemborg kan men op het stadhuis en op de stadspompen nog dit wapen
aantreffen, een gouden schild en drie rode zuilen. De broer van Jan van Bosichem, Zweer geheten, kreeg als erfdeel Vianen. Hij
nam net als zijn broer het wapen van zijn moeder aan. Hij veranderde ook de kleuren. Hij nam een zilveren schild met drie zwarte zuilen. Dit is nu nog het Wapen van Vianen. Uit het voorgaande moge blijken dat het geslacht van Zuylen een belangrijke rol heeft gespeeld, vele eeuwen lang en dat het zeker de moeite waard zou zijn door nader onderzoek meer over hen te weten te komen. |
||||||||||||||||||||||
W.N.A. baron van TuyII van Serooskerken
|
||||||||||||||||||||||
Leersum 1988
|
||||||||||||||||||||||
41
|
||||||||||||||||||||||
Plan van Fort Nieuwersluis met visum van de franse generaal der Genie Dejean uit
het jaar VI of 1797. |
||||
42
|
||||
Stichting en gedaanteverwisseling van Fort
Nieuwersluis. Als gevolg van voorgenomen veranderingen in strekking en verloop der Hollandse
Waterlinie moest Nieuwersluis in 1673 worden bezet, als het kon bij verrassing, door de Nederlandse troepen. De zaak werd dan ook dadelijk en ferm aangepakt. Daarom had de Prins van Oranje te Weesp een groot aantal krijgers verzameld, terwijl hij de 13e mei van dat jaar in de avond zijn luitenant-kolonel Stockheim met 1600 man infanterie en bovendien 1000 werklieden, gravers of 'boeren' naar de Nieuwersluis liet vertrekken. Die sluis vormde toen. gelegen daar, waar de Nieuwe Wetering met de Vecht is verbonden, een belangrijk draai- of keerpunt in 's-Prinsen inundatie-systeem ter verdediging van het hart van Holland. De eerste verschansingen van het ontworpen fort werden daar. toen onze troepen op 14 mei de plaats hadden bezet, opgeworpen door de ingezette 'vierde man' van alle huislieden uit de plaatsen om Amsterdam gelegen, onder leiding van de militaire ingenieur D'Yvoy.'. Ofschoon in grote lijnen hiermee enigszins duidelijk gemaakt is wat destijds te
Nieuwersluis voor de defensie tegen de Fransen ondernomen werd, blijkt het dat er toevallig een tijdgenoot geweest is. die de gebeurtenissen tot in de details heeft kunnen verzamelen. Die bijzonderheden worden wij namelijk gewaar uit een nu vrij zeldzaam geworden gebundeld drukwerk uit die jaren, dat min of meer als een soort krant van toen beschouwd zou kunnen worden. Het is getiteld 'Vervolg van 't Verwerd Europa'. De schrijver was Petrus Valkenier, wiens tweede bundel dit was. Hij komt in zijn verslag over de gebeurtenissen letterlijk aldus over:- 'Sijn Hoogheyd stelt goede Order ter diffentie, doende Nieuwersluys posteeren........
Om nu al dese plaatsen, nevens andere Posten, die maar eenigszins Nood mogte
konnen lijden, dies te beter te beschermen, sond sijn Hoogheyd Patenten voor de Burgers en Land Luyden af, om hen na hare gedestineerde Rendevous te begeeven: Insgelijks ordonneerde Sijn Hoogheyd den Coll. Stokheym, aan Nieuwersluys Post te vatten, dewijl men presumeerde, als of de Franssen selfs gesind waren, aldaar een Sterkte op te werpen, om te beter aan Amsterdam of Wesup te konnen geraken: Immers gedachte Coll. Stokheym begaf sich den 13 deser met 1600. Soldaten en 1000. Land-volkeren derwaards; als ook eenige Boods-gesellen met Jollen, Sloupen, Jachten, en een groot getal Roeyschuyten met allerley graaf- gereedschap van Wesup en andere Plaatsen: Waar op aanstonds de Spade in d'aarde wierd gesteken, en het Werk met sulken yver voortgeset, dat dien selfden middag het Volk al begraven lag, en de geheele Fortificatie binnen den tijd van 2 a 3 dagen in soodanige postuur van defensie was, dat suffisant waren tegens een expresse Attaque, en ook genoeg verschanst, om een considerabele Macht af te keeren; en ging dit werk soo veel te dapperder, en met meerder yver voort, omdat sijn Hoogheid selfs daar present quam. zijnde tot meerder zecuriteyt der Werklieden verscheyde Vlotschuyten en Uytleggers met Geschut en gewaapend Volk daar rondsom op het Water gelegt, om d'aanvallenden Vyand af te keeren, wanneer die mocht willen onderstaan, digt Post-vatten te verhinderen.' Op bldz. 132 komt de schrijver nog even op de nieuw aangelegde vesting terug 43
|
||||
door de verklaring: 'werdende ondertusschen dagelijks noch seer sterk aan deze
Posten ge-arbeyd, besonderlijk aan die van Nieuwersluys, alwaar de Sluys rontsom omgraven, en een Trenchement over de Vecht-brugge opgeworpen wierd." De Prins had als zijn deskundige op het gebied der vestingbouw zeker niet de eerste de beste uitgekozen. Hij was Maximiliaan Nicolaaszoon d'Yvoy, 1621 -1686, die tevoren al ervaring opgedaan had als ingenieur van Dohna in de stad Orange, 1649 - 1660 en naderhand als ingenieur der stad Genève, 1660 - 1673, terwijl hij in 1673 aangewezen werd als kapitein in Staten dienst om in het volgende jaar tot 'ordinaris-ingenieur en controleur over 's Lands fortificatien' te worden benoemd."* Over de militaire aanvoerder van deze expeditie is minder bekend. Ten rechte is deze figuur geweest jonker Johan van den Hasselholt genaamd Stockheym, die behalve als overste ook nog als kolonel bij de infanterie gediend heeft sedert 4 mei 1673. Hij was degene, die de Fransen uit de Nieuwersluis verjaagd heeft. Een lang leven was de man niet beschoren want op 11 augustus sneuvelde deze dappere man in de slag bij Seneffe.^ Zijn familie, herkomstig van het huis Hasselholt in het Rijk van Aken ontleende haar naam aan het adellijke huis Stockheym onder Breinig bij Cornelimünster en bezat ook het 'Goed in de Ohe', een leen van Spaans Opper- Gelder, ook 'Hasselholt' geheten. De naam is meermalen ernstig verhaspeld overgekomen, want bijvoorbeeld Van der Aa noemde deze kolonel 'Stoeyne'!*" Nog twee andere leden van dit geslacht hebben de Prins van Oranje in dezelfde periode gediend. Zij waren de jonkers Christiaan, die als kapitein insgelijks bij Seneffe is gesneuveld en Balthasar, die ritmeester was en te Nijmegen op 9 november 1651 trouwde met jonkvrouw Geertruijd van Balveren, de dochter van Johan tot de Lakenburg en Sibilla van Elss Gerlachsdochter.' Het is wel een uitzonderlijk gunstige plek, waar het fort in een kromming van de Vecht verrees. Een merkwaardige zaak was, dat de aanleg plaats vond over de grenzen van twee provinciën, zonder dat daar eigenlijk veel aandacht aan geschonken was tengevolge van de oorlogsgevaren. Veilig lag het werk want aan de uiteinden oost, zowel als west, strekten zich terreinen uit, laag genoeg gelegen om daar zonder moeite inundaties te stellen. Nieuwersluis is toen allengs uitgegroeid tot een gebastionneerd fort, dat men ook een sterfort zou kunnen noemen. Het werd voorzien van een enveloppe, een dubbele wal en gracht en het centraal gelegen terreplein was bovendien nog met hoornwerken verzekerd. Zoals wel bij andere Nederlandse vestingen voorkomt, was het complex in twee niet geheel gelijke helften verdeeld en de scheiding tussen beide vormde hier de Vecht. Op het terreplein bevonden zich een wacht, een hoofdwacht, berg- en affuitloodsen en het (in 1793 geheel verbouwde) arsenaal. Daar was centraal ook de schutsluis gelegen zoals het oude, zeer fraai uitgevoerde plan uit het einde der XVIIIe eeuw ten duidelijkste demonstreert. Terugkomende op het bovenstaande zij hier nog vermeld dat er in later tijd nog heel wat te doen is geweest tussen de provinciën Holland en Utrecht over hun recht op de gronden ter plaatse. Na het regelen van de gerezen geschillen zijn vervolgens op Nieuwersluis in 1745 in verband met een nieuw ontstane oorlogsdreiging, na een gedeeltelijke afbraak, opnieuw verbeteringen tot stand gebracht.'* Als object van landsverdediging heeft het fort naderhand nauwelijks meer
betekenis kunnen hebben. Immers, bij de komst van de Pruisen, die Holland 44
|
||||
binnen vielen, werd het na een korte verdediging overgegeven. En in 1795 is het
vestingwerk, al na een enkele opeising door de generaal H.W. Daendels namens de Fransen, door zijn commandant verlaten....' Na het herstel van onze onafhankelijkheid in november 1813 waren er vooral
elders op en over onze grenzen zo talrijke objecten, die de aandacht van de autoriteiten der Genie vorderden, dat Nieuwersluis niet of nauwelijks belangstel- ling verkrijgen kon. Men oordeelde zodoende toezicht ter plaatse wel voldoende. Er werd dan ook eerst een sergeant-majoor gestationeerd die op den duur vervangen werd door een opzichter van fortificatiën der Ie klasse. Hoe het bestuur der Genie toen oordeelde en ook te werk ging wordt duidelijk bij kennisneming van het Jaarverslag van de Genie over het jaar 1824, dat letterlijk over het fort het navolgende relaas bevat: Fort Nieuwersluis, Artikel 1 Aardwerk. . De aarde en zoode werken van dit Fort liggen tonnerond, worden in die staat
onderhouden, en behoed tegen alle degradatiën. De grachten worden 's jaarlijks schoon gemaakt, en derzelver boorden
onderhouden door den aannemer van het onderhoud der metsel en timmerwerken. Beplantingen, dezelve bestaan in 113 Kanadische populieren en 11 Linde Boomen, alle jong en goed in groei en de 42 oude Eiken boomen staande op de Singel naar de zijde van Loenen zijn uit hoofden dezelve niet meer groeide op den 22e December openbaar aanbesteed om uijt te rooijen. Artikel 2. Metselwerken. Dezelve bestaan alleen uit drie steenen Beeren en de
profil muren, gedeeltelijk aan de uitgangen van het Fort, en zijn in een redelijke staat. Artikel 3. Bruggen en Wachten. Bruggen drie, als twee langs de Vechtoevers, in
den weg naar Utrecht, en een op het Zandpad naar Amsterdam, een der eerstgemelden is zeer slecht, de herstelling daarvan is in het bestek van onderhoud voor het volgende jaar begrepen. Wachten. De Hoofdwacht, het dak en gootwerk vereischen herstelling. Wachthuis
aan den linker oever der Vecht is in een redelijken staat van onderhoud, dit jaar is een leggende goot aan hetzelve vernieuwd zoo mede twee ramen. De zoogenaamde Greenadiers (!) Wacht, is slechts een houten loods en dermaten in slechten staat dat dezelve voor geen herstelling vatbaar is, doch moet met lapwerk in elkander gehouden worden. Artikel 4. Militaire gebouwen. Het Arsenaal, affuitloods, commieswoning.
Kazernen. Deze gebouwen zijn in vrij goeden staat. In het afgeloopen jaar zijn er aan de Kazernen eenige reparatien gedaan, aan dak, gooten, deuren en venster. Alle gebouwen en Wachten zijn door het Departement der Domeinen verhuurd met uitzondering voor den Opzigter, in de Kazernen en het onderste gedeelte van het Arsenaal. Het Buskruid Magazijn is klein en vochtig dat door deszelfs lage ligging nimmer
kan dienen, en voor geen verbetering vatbaar is.' Halverwege de XlXe eeuw begonnen, al dan niet onder invloed van uitgebroken
revoluties, oorlogsdreigingen in Europa zich af te tekenen. Aanleiding vormde dit in Nederland om ter voorkoming van een invasie of andere overval uit het buitenland, van tijd tot tijd eens extra zorg te betrachten bij het onderhoud of de 45
|
||||
uitbreiding van de zgn. dode weermiddelen ofwel de vestingen met wat daarbij
behoorde. Zo is toen ook het fort Nieuwersluis, ofschoon verkleind in omvang, onderhanden genomen en gemoderniseerd. De enveloppe werd tot wal vergraven en aanmerkelijk ingekort en ook is de keel verlegd. Het was de tijd, dat in ons land op tal van plaatsen, doorgaans gelegen aan de rivieren, zgn. torenforten verrezen zijn. De torens met vierkant grondplan, in de drie soorten, de 'tour modèle' no. I, II en III, welke in Napoleon's tijd gemeen goed geworden waren, geraakten volledig in discrediet. Dit type werd algemeen vervangen door de 'tour Maximilienne' een nog steeds indrukwekkende toren van ronde vorm, die veelal de functie verkreeg van een reduit. Zo kreeg ook Nieuwersluis een ronde toren. In later tijd is om technische redenen, zoals in Weesp en Uitermeer ook gebeurd is, de blijkens de gedenksteen van 1850 daterende toren van Nieuwersluis verlaagd door afbraak van de boven-verdieping. Bovendien werd in dat jaar een grote zgn. bomvrije remise te Nieuwersluis op het
terreplein van het fort bijgebouwd, die thans nog in de sluitgevel de inscriptie, 'REMISE 1850' draagt. Een ander, insgelijks van aarde-dekking voorzien verblijf bevindt zich in de zuidwest-hoek van het terreplein en afzonderlijk ligt daar een derde van gelijke makelij. Tevens staat er nog een groot gebouw van twee verdiepingen dat, wederom bomvrij, tot kazerne werd bestemd. In dit tijdschrift werd ik reeds eerder in de gelegenheid gesteld, om de directe omgeving van het fort Nieuwersluis ter sprake te brengen.'" Moge nu deze bijdrage tot aanvulling strekken, zo nodig onder het motto: 'repetitio valet'. Alkmaar, feb. '88. Mr. J. Belonje
Noten:
1 Jhr. J.W. van Sypesteyn en J.P. de Bordes 'De Verdediging van Nederland in 1672 en
1673 'II, VGravenhage 1850, bldz. 186 (met noot 5) en 192. 2 Amsterdam 1688, bldz. 129.
3 Bedoeld is 'retranchement'.
4 Nederland's Adelsboek' XIVI, 1953, bldz, 538 sub II.
5 J. Bosscha 'Neerlands Heldendaden te Land'; F.J.G. ten Raa 'Het Staatsche Leger, VI.
's-Gravenhage 1930, bldz. 223. 6 'Publications....Limbourg' XXXI. 1894, p. 196 en' (met afbeeldingen 8 en 9); mijn
'Schymper te Moresnet'. Arnhem 1983, bldz. 48 en 59, 7 'Heraldieke Bibliotheek' 1879. bldz. 20; 'De Navorscher' LIV. 1904, bldz. 725.
8 'Atlas van Historische Vestingwerken in Nederland' III. 1, Utrecht, z.pl, en j., 19; E, van
Zurck 'Codex Batavus'. RotV-rdam 1738, bldz, 410 j" 108, 9 Van der Aa t,a,p. VUL bldz, 147,
10 'Jaarboekje Niftarlake' 1968, bldz, XXXVII - XII,
|
|||||
46
|
|||||
Het Zandpad tussen Utrecht en Breukelen,
17e eeuwse ordonnanties. De aanleg van een zand- ot' jaagpad langs de oostelijke oever van de Vecht heeft
een ingrijpende verandering gebracht t.a.v. het maatschappelijk leven in de streek langs de rivier. De bewoners hadden tot die tijd een rustig en vrij geïsoleerd leven kunnen leiden; dit was met de aanleg van een 'SandJaag- of Lvnpad' omstreeks 1600 voorgoed afgelopen. De eigenaars van de hofsteden en pannebakkerijen, wier land grensde aan de waterlijn, zullen het plan van de overheid met gemengde gevoelens hebben begroet. Voordelen leverde het hun nauwelijks op - last en kosten des te meer. Wat dit laatste betreft zijn de 'Ed. Mog. Heeren Staten 's Lands van Utrecht'
waarschijnlijk zelf te optimistisch geweest. Het bleef niet bij zwoegende jagers en bij wandelaars die met dankbare gevoelens
jegens de overheid langs dit nieuwe pad kuierden en zich strikt aan de regels hielden. Al heel snel zou blijken hoe gemakkelijk het was deze regels te overtreden; dit zou extra hoge onderhoudskosten met zich meebrengen plus de noodzaak van een goed werkend controle-apparaat. In de verbodsbepalingen uitgebracht in 1606. kennelijk inspelend op wat zich zoal in die korte tijd had afgespeeld, klinkt verontwaardiging door over de grote verscheidenheid van vormen van misbruik. Bovendien wachtte hun een stroom van requesten van boze aanwonenden wier landerijen - die nu veel toegankelijker waren - werden betreden door lieden die er niets te maken hadden, die schade aanrichtten, hun vee daar lieten grazen of zich het één en ander uit de schuren toeéigenden. De situatie die door de aanleg was ontstaan is te destilleren uit de tekst van
ordonnanties, edicten, placaten, waarschuwingen enz. opgenomen in het Groot Placaatboek van Utrecht, een bundeling uitgebracht in 1719 door de rechtsgeleerde .lohan van de Water. Hierin werd niet volstaan met het droge stellen van regels en verbodsbepalingen;
op doel of nut werd uitvoerig ingegaan en de verboden eindigden vaak met een duidelijke uiteenzetting over de achtergrond. Verder beschreef men in sterke bewoordingen (die geen enkel misverstand konden opleveren) de handel en wandel van bepaalde categorieën van kwaadwillende lieden met tot slot vermelding van de verdiende straf die hun te wachten stond. De oudste ordonnantie opgenomen in deze bundeling dateert van 1607. Het is
echter nauwelijks aan te nemen dat dit ook het eerste stuk is over dit onderwerp - al geeft de inleiding wel die indruk. Een placaat van het jaar daarvóór maakte namelijk al gewag van lieden die de palen uit het pad trokken om zich op die manier doorgang te verschaffen voor hun vehikels. Dat het onderhoud tot in details geregeld moest worden en niet alleen de wijze
waarop dat moest gebeuren maar ook wie daarvoor verantwoordelijk was en wat de sanctie op nalatigheid zou zijn is geen wonder. Het pad was uitermate kwetsbaar en de overheid nam allerlei maatregelen om het letterlijk en figuurlijk op peil te houden. De eigenaars van het aanliggende land kregen uitvoerige instructies over het onderhoud, waarvan de resultaten gekeurd zouden worden 47
|
||||
tijdens een halfjaarlijkse schouw. Deze geërfden kregen bovendien de bevoegdheid
om onverlaten die zij op heterdaad betrapten te bekeuren. Ordonnantie van 1 September 1607.
In een lange inleiding wordt uiteengezet dat de Staten van den Lande van Utrecht
diverse activiteiten hebben ondernomen ter verhoging van het gerief van 'alle schippers, koopluyden en anderen, die de Stad Utrecht met hare Persoonen en goederen begeeren te versoeken, passeeren, en frequenteeren". De rivier is verwijd en uitgediept en langs de oever is een pad aangelegd, 'eenen bequamen zandweg, of lynpad. aan de oost- ende noord-oost zyde van deselve Riviere, van Utrecht af tot Breukelen toe'. Uit de verschillende benamingen van dit pad blijkt de tweeledige bestemming ervan en de beschrijving van de twee categorieën tot wier gerief deze initiatieven hebben gediend licht dat nog toe. In de eerste plaats 'omme niet alleen de vrachtschuyten tusschen Utrecht en Amsterdam vaarende, ende alle schiet-schuyten, turfponten, ende andere schepen, soo door de Nieuwersluyse als door den Hinderdam, in- en uytvaardende, ende ook alle schouwen met turf na Utrecht te merckt koomende, insonderheyt als de wint contrarie is, met paarden ende menschen te doen trecken'. Een jaag- of lijnpad dus. Maar ook de voetgangers worden hiermee gediend gezien het vervolg van de tekst: '..... ten
eynden ook alle passanten des te beeter tot allen tyden tot ende van de Stad
Utrecht te mogen gaan ende koomen.....'. Dit alles echter op voorwaarde dat'....
daar op goede orde gestelt, en deselve wel geobservcert en onderhouden werde'. In
de daaropvolgende negentien paragrafen wordt dan uit de doeken gedaan hoe de overheid zich dat voorstelt. Verbodsbepalingen.
Niet alleen over het onderhoud worden in deze ordonnantie regels gesteld; ook
verbodsbepalingen zijn hierin opgenomen. Na de inleiding waarin dus wordt uiteengezet voor wie dit pad bedoeld is wordt al meteen uitdrukkelijk gesteld voor wie dat juist niet het geval is: wagens, karren of ploegen. De boete die daarop staat is zo nodig te verhalen op de vehikels of de paarden 'daar inne gespannen zynde'. Eigenlijk is dit in het kort de herhaling van de tekst van het al eerder uitgebrachte placaat over dit onderwerp. De prodecure wordt daarna nader uitgewerkt en de manier waarop één en ander
geregeld is doet vermoeden dat er op dit vlak 'gerommel' mogelijk is geweest tot omkoperijen toe. Tot bekeuring is nl. niet alleen de overheid in de persoon van een opzichter
gerechtigd maar ook 'alle den geenen die tot het maaken ende onderhouden van het voorsz. lynpad sullen contribueeren, ofte daar inne gehouden zyn'. De enige voorwaarde voor de geloofwaardigheid van de laatsten is de verklaring van twee getuigen; voor het geval er maar één te vinden is kan een 'affirmatie van eede' dienen ter compensatie. Het bedrag van de boete gaat voor een deel naar de aangever. Kalk- steen- en tegelovens.
Voor de eigenaars van 'kalckovens, steenovens (en) tichelovens beneven aan het
48
|
||||
voorsz. lynpad staande' golden bijzxmdere voorschriften die verband hielden met
hun bedrijf". Aan- en afvoer geschiedde uiteraard via de rivier; dit mocht geen belemmering opleveren voor de trekvaart vanaf het nieuwe pad. De ordonnantie van 1607 wijdt een aantal artikelen aan deze categorie eigenaars. Na een beschrijving van de situatie, nl. dat er op deze hoogte vaak schepen liggen om turf te lossen of om 'eenige kalk, steenen, pannen, estricken. ofte andersints te laaden' wordt uiteengezet wat daarvan de gevolgen voor anderen zijn. De vaartuigen liggen in de weg want de lijnen van de getrokken schepen moeten vanwege deze obstakels telkens los- en dan weer vastgemaakt worden. Dit kan er toe leiden dat 'de reysvaarende koopman in syne ryse dikwijls soude worden verlet'. De gedachte aan de belemmeringen van de kooplieden zal de eigenaar van het betreffende bedrijf geen slapeloze nachten opgeleverd hebben - de uitgaven die hij op last van de overheid moest doen om de voorgeschreven voorzieningen te treffen des te meer. Gedetailleerde aanwijzingen volgen: er moeten stevige palen worden aangebracht
en wel zó dat de lijnen vanaf het jaagpad daar niet achter kunnen blijven haken maar ' van selfs daar overheenen schieten enden passeerden mogen'. Dit was echter niet het enige wat van de bedrijfseigenaar werd verwacht want zijn
onderhoudsplicht strekte zich eveneens uit tot de beschoeiing, op gelijke wijze als voor eigenaars van huizen, hofsteden en boomgaarden. De lengte daarvan wordt in de tekst aangegeven, nl. 'soo verre hare ovens .... strecken'. Bruggen, duikers en sluizen
Een ander artikel regelt summier het onderhoud van 'alle bruggen, heulen (=
duikers) ende sluysen in en door het voorsz. lynpad leggende', waarbij alleen wordt bepaald wie daarvoor zorg moet dragen: hij die daarvan gebruik maakt dan wel degene die daartoe vanouds de verplichting heeft gehad. Aanwijzingen voor de uitvoering worden niet gegeven, slechts het bedrag van de boete bij verwaarlozing van deze plicht wordt vermeld. Het is dan ook geen wonder dat in later jaren nieuwe bepalingen hierover volgden tot in de details toe. Zo geeft een acte uit het jaar 1704 aan dat de leuningen wit geverfd moesten worden. Afscheiding tussen pad en landerijen
De hierop aansluitende bepalingen over de afscheiding tussen pad en aanliggende
landerijen geven een beeld van de aanleg. Aan de orde is 'het glint', de afpaling die de overheid heeft aangebracht waarbij ten gerieve van de aanwonenden telkens een stuk opengehouden is. Tot zover haar aandeel want de afsluiting van deze openingen (de toegang tot de respectievehjke landerijen) is voor rekening van de particulier. Er moeten lange latten ('opengaande en nederdaiende sparren') worden
aangebracht door de 'possesseurs van deselve huysingen'. Dat dit bovendien de verplichting meebracht van het onderhoud van deze latten plus dat van de palen waaraan zijn bevestigd zijn wekt geen verbazing. De afscheiding komt nogmaals aan de orde in een ander artikel, tussen algemene
49
|
||||
o
|
|||||
Nijenrode met links het Zandpad waarop het jaagpaard met de jager de trekschuit voorttrekt. Rechts, langs Nijenrode, als
Heren-of kleiweg waarop ruiters en voetgangers. Aan de steiger een jacht waarmee buitenplaats bewoners zich verplaatsen tussen hun stadswoningen en hun lusthaven. Schilderij uit ca 1665 van Abraham Storck (Rijksmuseum te Amsterdam). |
|||||
bepalingen over controle en sancties. Daarin wordt gesteld dat ingeval 'eenige
palen ofte sparren ..... vergaan, genoomen of gebroocken' zijn. de onderhouds- plichtige onmiddellijk tot reparatie moet overgaan. Controle, schouwdagen.
Controle vond twee maal per jaar plaats. De toestand van pad, afscheidingen,
beschoeiingen, bruggen, sluizen enz. werd in Oktober en Februari 'gevisiteerd ende geschouwt' en wel door 'twee van de Magistraat der Stad Utrecht, ende dengeenen, die wy tot Cameraar ende Opsichter van het voorsz. lynpad sullen komen te committeeren ....'. Hun komst werd minstens veertien dagen tevoren bekend gemaakt en wel door het aanhechten van 'billetten' aan de vier stadspoorten van Utrecht plus het 'denuntieeren ende verwittigen tot Zuylen, Maarssen ende Breuckelen'. De gecommitteerden ontvingen elk vier gulden per schouwdag voor hun werkzaamheden. Het is voor te stellen dat de komst van deze heren met gemengde gevoelens
tegemoet werd gezien; de maatstaven aangelegd ter beoordeling van de staat waarin alles zich diende te bevinden waren nergens aangegeven. Termen zoals 'naar behoren' gaven op dat punt weinig houvast; in het oordeel moet de subjectiviteit dus een belangrijke rol gespeeld hebben. De Cameraar bezat bovendien vérgaande bevoegdheden en was gerechtigd korte metten te maken. Eventuele boeten voor slecht onderhoud dat op de schouwdagen was geconstateerd konden onmiddelijk worden geïnd. Onderhoud van het wegdek, aparte sancties.
Het onderhoud van het wegdek was apart geregeld evenals de sanctie op
verwaarlozing, waarschijnlijk omdat dit onderdeel belangrijker was dan welke paal dan ook. De sanctie bevatte bovendien een heel ander element: verhoging van de boete naarmate men meer land bezat. Een nalatige onderhoudsplichtige met een buitengewoon groot landerijenbezit langs het pad kreeg zelfs een dubbel bedrag te betalen. De regeling was als volgt. Aan geërfden, de eigenaars van het aanliggende land, was een onderhoudsplicht
opgelegd, een aandeel in de kosten. De hoogte daarvan werd bepaald aan de hand van de strekkende oppervlakte van hun terrein. Dit aandeel werd slag of hoefslag genoemd, maar ook voor de aanduiding van de hoeveelheid land werd deze term gebruikt. De regeling betrof dus 'dengeenen, die in het onderhoud ..... gehouden,
ende daar inne gehoefslaagt zyn'.
Deze lieden hadden de plicht om 'tegens elcke Schouwdag alle afgetreeden ende
afgevallen kanten weder op te zetten', en wel 'soo verre haare slaagen strecken',
dus over de gehele strekkende oppervlakte van hun terrein.
Deze bepaling gaf de overheid de garantie dat reparatie van de kanten in ieder
geval twee maal per jaar aan de orde zou komen, ter beoordeling en goedkeuring
van de gecommitteeden op de schouwdagen. Een begrijpelijke maatregel omdat er
dan geen kans was dat door afkalving het pad steeds smaller zou worden met alle
gevolgen vandien.
Maar de eigenaar zag zich nog voor andere taken gesteld. Hij had bovendien de
verplichting om het oppervlak 'boven twaalf voeten breet effen te maaken' en het
51
|
||||
peil te verhogen. Wat dit laatste betreft werden duidelijke aanwijzingen gegeven
die geknoei onmogelijk maakten: de ophoging, 'een halve voet dik', moest bestaan uit een zuivere substantie, t.w. uit 'goet, klaar, grof zand, daar geen eerde noch Icemeerde onder en is'. Zelfs de manier waarop dit gestort zou worden kon nooit een punt van discussie zijn, nl. '..... daar op ende over verdeylen, latende in het
midden altyt de meeste hoogte ....'. De hoogte van de boete die men riskeerde was
afhankelijk van de slagen, dus hoe verder iemands land zich langs het pad
uitstrekte, hoe zwaarder de boete. Maar dat was nog niet alles want wanneer het
aantal slagen een bepaalde lengte overschreed 'langer als hondert roeden', stonden
de eigenaar afgezien van een dubbele boete nog andere onaangename maatregelen
te wachten. De Cameraar nam dan onmiddellijk zelf het initiatief en liet deze
werkzaamheden van overheidswege verrichten, uiteraard op kosten van de nalatige
landeigenaar, waarbij deze ambtenaar zo nodig het loon van de aannemer
voorschoot.
Een maatregel waarvan de achtergrond heel duidelijk is; men nam geen enkel
risico.
Wanneer het niet tot die overheidsinitiatieven hoefde te komen omdat de eigenaar
ter elfder ure zelf deze taak liet verrichten stond daarvoor een termijn, met als
mogelijkheid een naschouw.
Onderhoudsplicht opgelegd aan de Vechtdorpen.
Uit de manier waarop de overheid de zorg voor het pad had geregeld blijkt hoe
groot het aandeel daarin was van de eigenaars van de aanliggende terreinen. Maar niet alle grond was particulier eigendom; voor de overgebleven stukken moest dus een voorziening worden getroffen om hetzelfde resultaat te bereiken. De oplossing van dit probleem is te vinden in het laatste artikel van de ordonnantie. Men verdeelde de stukken 'die ..... tot lasten van geene particulieren zyn gestelt'
onder de verschillende Vechtdorpen en gaf daarbij aan welk stuk bedoeld werd
plus het aantal roeden waarover de zorg zich diende uit te strekken. Een duidelijke opsomming die geen alternatieve interpretatie mogelijk maakte. Duidelijkheid is trouwens een opvallend element in al deze regelingen. Bovendien werd de mogelijkheid uitgesloten dat iemand als excuus voor zijn nalatigheid zou beweren niet op de hoogte te zijn want in alle Vechtdorpen volgde publicatie 'na voorgaande klokluydinge'. De ordonnantie besluit hiermee en noemt de naam van het dorp plus de datum waarop deze publicatie plaatsvond. Misbruik van het pad.
Alle regelingen en strafbepalingen ten spijt werd het pad veelvuldig gebruikt op
een manier die niet door de beugel kon. Dit is op te maken uit het grote aantal publicaties volgend op de ordonnantie van 1607. De inhoud daarvan levert een goed beeld op van wat zich alzo op het pad afspeelde. Er wordt telkens een bepaald soort overtreding behandeld, kennelijk inspelend op verkeerde gewoonten van de gebruikers dan wel op het opzettelijk aanrichten van schade door kwaadwillende lieden. Zo blijkt bv. dat de trekpaarden af en toe los lopen, grazen of het water in gaan.
De eigenaar, de jager, kijkt de andere kant uit en ziet zogenaamd niet wat er 52
|
||||
gebeurt: '..... dat sy (de paarden) ..... der huysluyden gewas van koorn. gras, ende
andersints zyn afeetende'.
De tekst van deze verbodsbepaling doet vermoeden dat deze werd uitgebracht na
requesten van de 'huysluyden' op wier land de paarden zich tegoed hadden gedaan. Het zal deze lieden tot tevredenheid hebben gestrekt dat daaraan nu paal en perk kon worden gesteld. Maar het is de vraag of dit de baan vrij maakte voor andere viervoeters, gezien de tekst van een publicatie van de overheid uit 1617, drie jaar later. Daarin wordt nl. met afkeuring vermeld dat men 'by experiente bevind' dat sommige lieden 'haare magere en vette osschen en koeyen. over het lynpad tusschen Utrecht en Breukelen dryven, verlatende den Ouden dyck, dien zy ... pleegde te gebruyken'. De ossen en de koeien richten kennelijk veel meer schade aan dan de trekpaarden deden, getuige de beschrijving: '..... het selve lynpad seer bederven, door het aftreeden van de kanten, ende
omdringen van de glinten'. Maar daarbij blijft het niet. de koeien lopen door '.....
op de besaayde landen' waar zij het graan plattrappen en zich aan het gras
tegoeddoen. De overheid had de handen vol. Waren het geen grazende paarden en koeien of
wroetende varkens dan waren het vehikels waarvoor het pad evenmin was bedoeld. Over de laatste werden tussen 1606 en 1683 diverse verbodsbepalingen uitgebracht van een bijna gelijke inhoud; het verbod drong kennelijk niet zo door. Bij het lezen van sommige 'waarschouwingen' is de sympathie voor de boosdoeners groter dan het begrip voor de noden van de overheid, bijvoorbeeld het verbod om de trekpaarden uit de Vecht te laten drinken. Middels een acte van 20 Maart 1635 wordt het nl. aan de jagers 'jagende met hare paarden op het sandpad, 't welk tot groote kosten van den Lande geleyt is' verboden om drenkplaatsen, 'wedden' genoemd, te maken. De kanten worden hierdoor 'afgetreeden'. Deze kanten zijn trouwens op zich zelf een bron van zorg en wel vanwege de gewoonte die sommigen er op na houden de oeverbeplanting, de rys of bitterling af te snijden of zelfs 'uyt moedwill' uit te trekken. Zelfs hele bomen worden uitgegraven, zo vermeldt een acte van 12 Oktober 1626. In dezelfde publicatie wordt verboden rommel op het pad te gooien zoals stukken hout of netten. Sancties en controle
De sancties en vooral de manier waarop de controle geregeld werd vormden een
vernuftig systeem dat ook voor ons begrijpelijk is maar niet erg sympathiek aandoet. De situatie is duidelijk: een ver afgelegen en uiterst kwetsbaar pad, met grote kosten aangelegd, dat gemakkelijk voor allerlei andere doeleinden - zo veel wegen waren er nog niet - gebruikt kon worden zonder dat een haan ernaar kraaide. Het onderhoud, opgelegd aan de eigenaars van de aanliggende landerijen, kon afgedwongen worden; de halfjaarlijkse controle van de ambtenaren gaf daarvoor de garantie. Voor het tegengaan van misbruik van het pad kon deze schouw niet dienen; de
overheid nam dus haar toevlucht tot het inschakelen van lieden die bij het 53
|
||||
aangeven daarvan belang hadden. Niet alleen de ambtenaren konden bekeuren,
ook de eigenaars van de aanliggende terreinen ('Geïnteresseerden' genoemd) waren hiertoe gerechtigd. Dit leverde in verschillende opzichten voordeel op. Wanneer iemand bv. de kanten van het pad aan hun zijde met een kar had afgereden of de afpaling had vernield rustte op de eigenaars de verphchting de schade onmiddellijk te herstellen. Of zij ooit een schadevergoeding van de onverlaat konden verwachten is maar de vraag. Bovendien kregen zij voor het aangeven een beloning in de vorm van een bepaald deel van de boete. Dit gold ook wanneer zij iemand hadden betrapt op activiteiten die voor hun zelf geen herstelkostcn opleverden zoals het afsnijden van de oeverbeplanting. Zelfs naderhand konden zij nog met hun relaas bij de overheid terecht, mits onder ede verklaard of bevestigd door getuigen. Van dit beleid, het inschakelen bij de controle van particulieren die daar belang bij
hadden zijn allerlei variaties te vinden in de respectievelijke verbodsbepalingen. En wat te doen als iemand de boete niet betalen kon? Soms lag de oplossing voor de hand: het in beslag nemen van wagen, schuit, paard of gereedschap. Maar niet in alle gevallen was dat mogelijk. In de ordonnantie van 1607 wordt een dergelijke situatie beschreven plus de oplossing van dat probleem. De tekst van dit artikel (dat als onderwerp heeft het uittrekken van palen van de afscheiding tussen pad en landerijen) luidt: 'Ende evenverre ymant daarover achterhaalt soude mogen worden, die geen
middelen hadde de voorsz. boeten te betalen, sal men den selven ter plaatse daar soodanige moetwillgheyt en dievereijen geschiet waare, aan een paal openbaarlyk doen geesselen'. Deze vorm van berechting.- die veel volk op de been zal hebben gebracht - komt niet meer voor. Wat betreft het gedrag van de burgers en de opstelling van de overheid is er echter weinig veranderd. Of dat nu gunstig is of niet - het levert in ieder geval begrip op voor de 17e eeuwse samenleving. Breukelen, februari 1988 M.A. Dukes-Greup
|
|||||
54
|
|||||
Fabriek Cromwijck wordt weer huis Cromwijck!
Ruim 50 jaar geleden, om precies te zijn op donderdag 15 maart 1934 meldde het
Utrechtsch Nieuwsblad: 'Hedenmorgen omstreeks 9 uur is een felle brand uitgebroken in de villa
'Cromwijck'. staande langs het veldpad tusschen Maarssen en Breukelen en
gelegen op de grens van de beide gemeenten. De oorzaak van den brand in het
eeuwenoude Patriciërshuis 'Cromwijck' moet volgens de brandweer geweten
worden aan de schoorsteen van de centrale verwarming, waarin naar alle
waarschijnlijkheid roetaanzetting heeft plaatsgehad.
Het aanvankelijk niets beteekenende vuurtje dat in de schoorsteen vlamde,
breidde zich in een onweerstaanbaar tempo uit, doordat de zolderverdiepingen
lagen volgestapeld met gevulde kussens en bedstellen, welke deel uitmaakten van
de voorraad der achter de villa gelegen kapokfabriek, waarvan de directeur, de
heer Duynstee, de villa bewoont.
Huize 'Cromwijck' ligt in de gemeente Maarsseveen op de grens van Breukelen -
St. Pieters. Zoowel de brandweer uit Maarssen als Breukelen moesten dan ook een
flink tochtje maken om bij den brand te komen. Toen ze kwamen stond de
bovenverdieping in lichter-laaie en aanvankelijk zag het er naar uit dat men zich
zou beperken tot het nathouden van de kapokfabriek.
Een felle wind joeg om het groote gebouw en nam zoo nu en dan orkanische
vormen aan.
Om tien uur waren ongeveer 14 a 15 stralen op het brandende gebouw gericht,
doch met onweerstaanbaar geweld streed het brandende gebouw tegen de groote
hoeveelheid water die kletterend tegen de gevels spatte en de ruiten van de
bovenste verdiepingen vernielde.
Omstreeks half twaalf werden de gunstige resultaten van het onvermoeide
blusschingswerk merkbaar.
Onder de vele belangstellenden bevond zich ook de heer J.D. Bastert, oud-notaris
te Breukelen en voorzitter van de Vrijwillige Brandweer. Wij vroegen hem of hij
iets over huize 'Cromwijck' kon vertellen en in antwoord hierop deelde hij ons
mede, dat hij dat misschien wel het beste kon, daar de buitenplaats ruim 150 jaar in
het bezit is geweest van de familie Bastert. 'Het gaat mij zeker wel het meest aan
het hart dat dit mooie oude gebouw door vuur vernield is' aldus de oud-notaris.
'Want ik ben er in geboren en was de laatste van de Bastert-familie die er in
gewoond heeft'.
Eerst om half één vanmiddag was men den brand meester. Van inrukken was
echter nog geen sprake, daar de wind nog steeds met onverminderde kracht door
de verbrande verdiepingen blies en op verscheidene balken zoo nu en dan het vuur
weer aanwakkerde. De benedenverdieping liep belangrijke waterschade op'.
Bij dit krantenartikel is geen foto van het zwaar beschadigde huis geplaatst.
Daarvoor moeten wij het weekblad 'Utrecht in Woord en Beeld' opslaan, dat op 23 maart 1934 verscheen. De twee daarin gepubliceerde foto's van de na- 55
|
||||
De buitenplaats Crom\uj<k. ui IWfj,
|
|||||
De fabriek Cromwijck 1987.
56 |
|||||
blussingswerkzaamheden laten zien dat o.a. het gehele bijna twee verdiepingen
hoge dak in de vlammenzee verdwenen was. Enige tijd na de brand kreeg het pand ondermeer een vlakke dakbedekking
van afgekeurde golfplaat, werd het rondom voorzien van ramen met kleine roedeverdeling en verdween er veel van het door brand en bluswater beschadigde interieur achter triplexplaat. Van 1950 tot in 1987 deed het op deze wijze opgelapte huis dienst als
kantoor en showroom van de er achter gelegen stofzuigerfabriek FAM. Gedurende die jaren ging het overgrote deel van de 19e eeuwse tuinaanleg er omheen verloren wegens fabrieksuitbreidingen en door asphaltverharding van het terrein. Nadat in 1957 door een vrachtwagen van de staalfabriek Demka te Utrecht de
zandstenen pijlers van het prachtige 18e eeuwse inrijhek omvergereden waren, leek een roemloos einde .van de eens zo markante buitenplaats onafwendbaar tot ... in 1987 het onverwachte geschiedde. Een lid van Niftarlake, woonachtig in de binnenstad van Utrecht en zeer belangstellend in het buitenplaats gebeuren langs de Vecht, raakte door het kwijnende 'Cromwijck' met zijn nog steeds schitterende omgeving gefascineerd. Hij wist na langdurige en moeizame onderhandelingen het pand in eigendom te
verwerven. Zijn bedoeling is om het huis in de nabije toekomst met zijn gezin te gaan bewonen. Zeer voortvarend liet hij spoedig na aankoop, o.a. aan de hand van ruim 80
inmiddels door ondergetekende bij particulieren gevonden foto's van het in- en exterieur van omstreeks 1900, een restauratieplan vervaardigen. En wel door een architect die werkelijk weet wat onder restaureren wordt verstaan en die dit plan vervolgens bij de gemeente Maarssen indiende. Tijdens het hieraan voorafgaande bouwkundig onderzoek werden enkele
merkwaardige ontdekkingen in het gebouw gedaan. Zo bleken de zo op het oog gave balklagen nog te bestaan uit de op verschillende plaatsen door de brand ernstig aangetaste balken bekleed met dunne planken. Deze balken waren in het zicht gekomen nadat de oude stucplafonds er onder, mede door het vele bluswater omlaag waren gekomen. Ook geheel onverwacht constateerde men dat het houtwerk van bijna alle 'nieuwe' ramen met roedeverdeling rot was. Tevens werden vrijwel alle oorspronkelijke eiken binnenluiken van de ramen in de
gang en het trappenhuis teruggevonden als onderdelen van de wandbetimmering. Inmiddels heeft de nieuwe eigenaar het huis al ontdaan van enkele zeer
ontsierende aanbouwen die uit ijzer en golfplaat bestonden. Hij is voorts onder andere voornemens in een verre toekomst de lelijke aangrenzende fabrieksgebou- wen af te breken en, zoals het hoort, weer een ruime tuin om het huis aan te leggen waarin de enkele eeuwenoude bomen die stand hielden weer tot hun recht zullen 57
|
||||
komen.
Wanneer het bij de gemeente ingediende plan over enkele jaren voltooid is, dan zal
het huis Cromwijck zich weer aan de grote bocht van de rivier vertonen zoals het bijna twee eeuwen deed tot 1934. Het kan dan andermaal beschreven worden als: 'De buitenplaats 'Cromwijck' bestaande uit een deftig herenhuis, bevattende 9
grote en 3 kleine kamers, verder badkamer, bodenkamer, groote verwulfde kelder, keuken, grote zolder, enz. met annex koetshuis en stalling voor 4 paarden, waarboven koetsierwoning bevattende 3 kamers, keuken, zolder enz., tuin met zwaar geboomte enz., alles aan elkander gelegen aan de rivier de Vecht op een der mooiste punten'. (uit: Veilingcatalogus October 1919).
VreedenHoff A.J.A.M. Lisman
januari 1988
|
|||||
58
|
|||||
Jaarverslag over 1987 van de voorzitter van de
Dr. R. van Luttervelt Restauratie Stichting gevestigd te Loenen Het afgelopen jaar is van groot belang geweest voor de Stichting. In de eerste
plaats dient vermeld te worden dat de Stichting een naamswijziging onderging en nieuwe statuten kreeg. Dit laatste was nodig om aan de nieuwe wet op stichtingen te voldoen. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om het werkterrein dat voorheen Loenen 'en omgeving' omvatte uit te breiden tot 'de Vecht en Angstelstreek'. Tevens werd in overeenstemming met Rijksmonumentenzorg de naam van de stichting gewijzigd in 'dr. R. van Luttervelt Restauratie Stichting' en werden de statuten zodanig opgesteld dat bij restauraties van monumenten van bouwkunst het hoogste subsidiepercentage kan worden verkregen. Na dit voorbereidende werk kon aan de restauratie gedacht gaan worden van het
voormalige sluiswachtershuis van de nu dichtgemaakte Loenderveense sluis. De aankoop van dit huis kreeg in juli zijn beslag. Het verkeerde in deerniswekkend slechte staat doch de in de arm genomen architect Ehlhardt bleek er genoeg in te zien om het te willen restaureren en te bewonen. Hij kocht het economisch eigendom van dit pand en na verkregen beschikking van Rijksmonumentenzorg, daartoe gunstig geadviseerd door de gemeente Loenen, konden wij nog in het verslagjaar aanvangen met de werkzaamheden. De Stichting behoudt via het juridisch eigendom van het pand zeggenschap over uitvoering van restauratie en gebruik. Het derde punt van belang was de bijdrag die werd verleend aan het overplaatsen
van de theetent van Middenhoek. Deze stond te vergaan op de uiterste Zuidwest
hoek van de buitenplaats Middenhoek te Nieuwersluis. Nog in 1986 werd deze op
een meer geëigende plek met zicht op vijver en Vecht geplaatst en voorzien van een
nieuw fundament, een nieuw sierlijk dak en nieuwe ramen.
In 1988 zal de afwerking plaatsvinden en zal nog een laatste bijdrage betaald
worden.
In het verslagjaar is een aanzet gegeven aan het verplaatsen van de hekpalen van
de boerderij Ouderhoek te Nieuwersluis.
Deze van oorsprong vroeg 18e eeuwse bakstenen hekpilasters worden regelmatig
aangereden door vrachtwagens die lading halen en brengen op de boerderij van de
familie Van Engen. Het gevaar is acuut dat zij in de sloot vallen. Met de eigenaar
en enige aannemers is van gedachten gewisseld over een oplossing. Het beste is de
pilasters verder uiteen te zetten op een betonnen sloof die over de hele dam gelegd
wordt.
Daarvoor is om een bijdrag verzocht van de Gemeente Loenen daar dit project
een te grote aanslag op de kas van de Stichting doet om het alleen te doen. De
eigenaar zal ook een bijdrage leveren zoals gebruikelijk.
59
|
||||
De boerderij Boomoord aan het Zandpad te Breukelen die uit 1850 dateert heeft
neogotische raampartijen. De onderste delen zijn ooit vervangen door vlakke spiegelruiten. Met de eigenaar is nu overeenstemming bereikt dat de oude roedeverdeling teruggebracht gaat worden. Dit is een merkwaardige overhoekse ruitvorm. De aannemer heeft de opdracht in 1987 ontvangen en verwacht mag worden dat voorjaar 1988 een en ander gereed zal komen. De theekoepcl van Rijncvccht nabij het oude hek van Nijenrode had onze
aandacht daar deze aan een flinke opknapbeurt toe is. Er wordt nu een aparte stichting in het leven geroepen om de zaak aan te pakken. Onze stichting heeft hulp toegezegd. De herfst van het verslagjaar betekende nieuw leven voor de oude buitenplaats
Cromwijck te Maarssen. Voorzitter en bestuurslid A.J.A.M. Lisman hebben veel tijd en aandacht gegeven ten einde de nieuwe eigenaar de Heer G.J. van den Berg te helpen het pand te verwerven. Sinds de dertiger jaren is op de plaats een fabriek gevestigd. In 1934 brandde het dak van het huis eraf en het scheelde weinig of het hele gebouw was verloren gegaan. Sinds het failliet gaan van de stofzuigerfabriek de FAM enige jaren geleden stond
het gebouw leeg en dreigde te loor te gaan. De heer Van den Berg gaat het pand weer in zijn oude glorie herstellen. In de fabrieksgebouwen vindt nog op beperkte schaal productie van FAM stofzuigers plaats. Een nieuw project zou kunnen zijn de restauratie van het neogotische duiflTuis van
Vrcdenoord, kantoor van de Vereniging van Bitumineuze Werken, te Breukelen. Het zou nog gered kunnen worden doch is er slecht aan toe. Tenslotte willen wij onze erkentelijkheid uitspreken voor de vele positieve reacties,
die wij ontvingen op ons verzoek om toe te treden als donateur van de stichting. Speciaal de steun van de gemeente Maarssen stellen wij op hoge prijs. Het moge vanzelf sprekend zijn doch laten wij het nog eens benadrukken, hoe meer donateurs hoe meer wij kunnen doen. Dus kent U medestanders wekt hen op een bijdrage over te maken op onze bankrekening bij de NMB te Loenen onder nr. 65.74.10.616. Giro van de bank is 26182. Voor/ 40,-- per jaar is men begunstiger en voor f 400,— donateur voor het leven. |
||||||||||||
Voor 1988 bestaat het bestuur uit:
E. Munnig Schmidt
Mevr. N..I. Ledeboer-de Roos
Mevr. A.E. Blijdestein-van Berckel
A..I.A.M. Lisman
Mevr. H.H. Pijzel-Dommisse
|
||||||||||||
Voorzitter
Secretaris
Penningmeester
Lid
Lid
|
||||||||||||
Loenen, 25 januari 1988
|
||||||||||||
E. Munnig Schmidt
Voorzitter |
||||||||||||
60
|
||||||||||||
Oproep
|
|||||||
Ondermeer voor het vervaardigen van restauratie-plannen kunnen oude foto's van
de betreffende objecten, van groot belang zijn.
Vaak zijn zulke foto's niet of niet voldoende aanwezig in de openbare archieven.
Daarom verzoek ik U indien U bekend bent met de verblijfplaats van oude foto's
of vroege prentbriefkaarten van objecten uit de Vechtstreek dit aan mij te melden.
Zoals met bijgaand voorbeeld van Hoffwerk te Breukelen is gebeurd. De
bedoeling is om, uiteraard met toestemming van de eigenaar, copieën van zulke
foto's te maken.
Ik doe dit reproduceren zelf zodat de eigenaar, indien gewenst, het materiaal
slechts enkele uren uit handen behoeft te geven.
Graag zie ik Uw schriftelijke reacties in deze tegemoet.
A.J.A.M. Lisman
Rijksstraatweg 53 363! AB Nieuwersluis |
|||||||
'Het huis Hoff Werk bij Breukelen, ca 1880.'
|
|||||||
61
|
|||||||
INHOUD:
Bestiuir .......................................................... 2
Leden ........................................................... 3
Financien ........................................................ 17
Kort .laarverslag .................................................. IX
Terugblik .lubileiimtentoonstelling ................................... 20
Bibliothcekaanvvinsten (met financieel overzicht) ...................... 23
Nicolaas Bastert .................................................. 25
De gezondheidstoestand in de Vechtstreek rond 1900 .................. 29
Gedicht 'Vechtstroom' door .1. Molenkamp ........................... 37
Het geslacht van Zuylen ........................................... 38
Stichting van het Fort Nieuwerskiis.................................. 43
Het Zandpad ..................................................... 47
Fabriek Cromwijck/Huis Cromwijck ................................ 55
Jaarverslag dr R, van Lutterveltstichting ............................. 59
Oproep oude foto's................................................ 61
|
|||||
62
|
|||||