-ocr page 1-
JAARBOEKJE
2001
VAN HET
OUDHEIDKUNDIG
GENOOTSCHAP
'NIFTARLAKE'
-ocr page 2-
Ereleden en bestuur
Erelid                    Mr J.H. van den Hoek Ostende, Amsterdam
Lid van verdienste A.J.A.M. Lisman, Nieuwersluis
Drs E. Munnig Schmidt, voorzitter
Nieuwerhoek, 3632 AD Loenen a/d Vecht (0294) 231280,
e-mail: emunnigs@worldonline.nl
Jurgen Wasser en Bridgina van Elk, secretariaat.
Rijksstraatweg 160, 3603 CT Maarssen (0346) 550872,
fax (0346) 555610, e-mail: BridginavanElk@cs.com
Godelief N.F.M. Hoffman-van Miert, ledenadministratie.
Zandpad 83, 3621 NGBreukelen (0346) 261201,
fax 264961, e-mail: HofmandeBK@hetnet.nl
Drs Eric F.L.Stubbe, penningmeester. Dorpsstraat 20,1393 NH
Nigtevecht, (0294) 252873, fax 253659
Mw Drs G. Recter, bibliotheek. Bijdorp, Oud Over 8,
3632 VD Loenen a/d Vecht (0294) 234653
Bestuur
Leden
AnthonyJ. A. M. Lisman
Margot M. Welle
Drs E. Munnig Schmidt
Nieuwerhoek, 3632 AD Loenen a/d Vecht (0294) 231280
fax (0294) 232651, e-mail: emunnigs@worldonline.nl
Redactie
voor 2002
Contributie            voor 2002: €12,50 op Postbank nr. 513805
t.n.v. Penninemeester Niftarlake te Vreeland
ISBN 90-6550-199-1
-ocr page 3-
Ledenlijst 2001
van het Oudheidkundig Genootschap 'niftarlake'
Abcoude
DrsJ. Baalbergen
R. Bianchi
I. ten Brink
Mw Dr M. Carasso-Kok
Mr G. van Donkersgoed
J. van Doorn
Prof Dr A.J. Dunning
MwJ. Elema
MwB.S.J. Elzinga
WJ. Engel
Gemeente Abcoude
H. de Graaf
J. de Groot
Hist. Kring Baambrugge/Abcoude
J.Th. Kemme
Mw M. Kok
Mw I. Monlijn
Mw A.A. van der Most-De Ridder
J.J. Pabon Jr
ER Rehbock
J. van Santen
Mw E.M. Scholte-Vis
Ir D.L.H. Slebos
W.W. Timmer
Mw A. den Toom-Naafs
Mw A.W. Trouw-Moen
Mw C. Uiterwaal-van Zijl
Mw M.A.J. Vreeken-van Brink
J.E. Wustenhoff
Almelo
C.J.M. Bak
Amersfoort
MwJ.T.T. van Goudzwaard
L.R.C.van der Molen
Museum Elehite
Rijksdienst Oudheidk. Bodemonderzoek
Amstelveen
J.W.N, van Achterbergh Jr
J.E. van der Dussen
E.H. Glasius
Mw I. Oberman-Smit
Sandbergstraat 8, 1391 EL
Meerzicht 1,1391 AR
Kerkstraat 18, 1391 HG
Dr. Koomansstraat21, 1391 XA
Folkert Postlaan 6, 1391 AV
Broekzijdselaan 37, 1391 ZA
Angsteloord 63, 1391 ED
Dr Koomansstraat 1 h, 1391 VZ
Ereprijs 27, 1.391 TA
Angsteloord .5, 1391 EB
Gemeentehuis, 1391 EL
Meerweg 19a, 1391 HG
Gein Noord 26, 1391 GZ
Piet van Wijngaerdtlaan 58, 1391 AX
de Tourton Bruynsstraat 3,1391 EM
Garshen3, 1391RP
Stationstraat 17, 1391 GL
Papenhof 9, 1391 BD
D. v. Troostwijkstraat 51, 1391 ER
Torenlaan 52, 1391 AN
Heinkuitenhof 14, 1391 TS
Sandbergstraat 14, 1391 EL
Leo Dorgelmanstraat 8, 1391 EW
Achter de Kerken 40, 1391 LP
Kievitsheuvel 37, 1391 AP
Torenlaan 32,1391 AM
Kerkplein 12, 1391 GJ
D. v. Troostwijkstraat 46, 1391 ET
KoppeUandll,1391EV
Horstiaan 76, 7602 AN
J. van Oldenbarneveldtlaan 17, 3818 HA
Celsiusstraat 71, 3817 XE
BreestraatSO, 3811BL
Postbus 1600, 3800 BP
Amsterdamseweg 270, 1182 HN
Camera Obscuralaan 103, 1183JX
Amsteldijk N76, 'Nieuwer Amstel', 1183 TE
Amsteldijk N37, 'Oostermeer', 1184 TD
-ocr page 4-
Amsterdam
*Mw D.J.K. Beynes-Heymeyer van Heemstede
Bibliotheek Universiteit
Bibliotheek Rijksmuseum
Mw E.G.H. Blauwkuip-Haker
MwJ. Boers
Jhr Ir R.G.M.P. Bosch van Drakestein
Mw M.E. Buehre-Andriessen
Mw L. Deen-van Leeuwen
Mw Dr M.A. Dukes-Greup
Drs RM. Fi.scher
G. van Heusden
*MrJ.H. van den
K.Hoen
*Instituut PJ. Meertens
Mw Mr E.L. de Jongh
M.M.W. Kasteleyn
Drs K. de Leeuw
K.F. van Leuven
Y. van der Linden
MwA.M.J. Oostenbroek-Smilde
IrJ.G.S.M. Philips
W.A.C. Reesink
J.R. Ritman
Dr R. Schoor]
J.M. Tor
Dr C.J.J. Westermann
J. Zwaan
Arnhem
J.E. van der Sleesen
Baambrugge
H.F. Anger
M. Blokhuis
Mw Drs S. Boerdam
ProfDrK.E. Bos
H. deCock
F. Eekels
Mw M. van Erven Dorens-Vinke
H. Kegel
Mw Drs L.B. Lugt
Dr R.O. Schlingemann
A.W. Steenhof
J.W. Verloop
*J.N.W. Voorhoeve
Baarn
Mw C.E.B.van den Arend Schmidt-Oost Indië
Drs J. van der Meulen
Prinsengracht 849, 1017 KB
Singel 42.5, 1012 WP
Postbus 74888, 1071 DN
Prinsengracht 1043, 1017 KP
Ceintuurbaan 221\12\ 1074 CW
Beethovenstraat 46'', 1077JJ
C. Van Eesterenlaan 554, 1019 KE
Keizersgracht 207, 1016 DS
Beethovenstraat 249, 1077JE
Hemsterhuisstraat 173, 1065JZ
NZ Voorburgwal 286, 1012 RT
Hoek Ostende B. Wieringerstraat 22, 1013 EB
Dirk Schiiferstraat 59, 1076 BB
Postbus 94264, 1090 GG
F de Hoochstraat 38'", 1071 EG
Olympiaplein 77, 1077 CR
Pracanalaan 80, 1060 RC
Minervalaan 71-11, 1077 NS
Blasiusstraat 74-G, 1091 CW
Nic. Maesstraat 38'", 1071 RB
Michelangelostraat 20'", 1077 CB
Koninginneweg 40, 107.5 CZ
Bloemgracht 19'", 1016 KB
JJ. Viottastraat 5, 1071JM
Egelantiersstraat 10b, 1015 PL
Prinsengracht 1029a, 1017 KP
Lijzijde 45, 10,34 KN
Bergstraat97, 6811LE
Pn Beatrixstraat 13, 1396 KD
Rijksstraatweg 25, 1396 JD
Rijksstraatweg 22, 1396 JM
Rijksstraatweg 75,1396JE
Prins Johan Frisostraat 4, 1396 KB
Rijksstraatweg 119, 1396 JJ
Rijksstrweg 147, 'Valk en Heyning', 1396JK
Binnenweg 24, 1396 KM
Rijksstraatweg 91, 'Geinwijck', 1396JG
Rijksstraatweg 87, 1396 JG
Kleiweg 14, 1396 HW
Rijksstraatweg 159, 1396 JK
Donkervlietse Binnenweg 11, 1396 LN
Prinses Carolinalaan 2, 3743 JH
Stationsplein 8, 3743 KL
-ocr page 5-
Koningsweg 2 - flat 70, 3743 EV
Soestdijkseweg 95, 3721 AA
Bosuillaan 147, 3722 XJ
Vermeerlaan 5, 3723 EM
Sweelincklaan 69, 3723 JC
Noord Houdringelaan 32, 3722 BR
Lassuslaan 55, 3723 LH
Torenlaan 47, 1261 GC
Vliegweg 17,1261 GK
't Hemeltje, Achterom 5, 1261 EE
HoUewegll, 1261 BW
Heideweg4, 1261 GR
Koepellaan 2, 2061 CV
Baarnseweg 8, 3735 MG
Ginnekenweg 84, 4818JH
Rijksstraatweg 43, 3621 BH
Zandpad 43, 'Vecht en Hoff, 3621 NE
Postbus 116, 3620 AC
Longkruid2, 3621TX
Kerkstraat 7, 3621 AK
Kerkplein 16, 3621 BA
Linnaeusdreef 12, 3621 XW
Heerenstraat 58, 3621 AR
BergStraatweg 78, 3621 BR
J. Dircksenstraat 20, 3621 CB
Zandpad 82, 3621 NG
Willink van Collenstraat 79, 3621 CL
Keizerskroon 18, 3621 RS
Zandpad 61, 3621 NG
Kerkbrink 26, 3621 BS
Linnaeusdreef 44a, 3621 XX
Orttswarande 55, 3621 XN
Straatweg 80, 3621 BRO
G. van Nijenrodestraat 90, 3621 GM
Zandpad 81, 3621 NG
Griftenstein 52, 3621 XL
Zandpad 27, 3621 ND
Straatweg 244, 3621 BZ
Stinzenlaan Zuid 201, 3621 TC
G.W. van Couwenhovenstraat 12, 3621 CD
Oud Aa 41, 3621 LA
Jhr A.E. Rutgers van Rozenburg
Bilthoven
Mw B. Bleeker-Eeuwens
AJ. Crucq
R.E. Kamp
Mw A.A. Mertens zur Borg
Mw L, Quispel-de Langen
S.H.M. Vrind
Blaricum
J.N. Bastert
Jhr D.J.A.A. van Lawick van Pabst
Mw R. de Quant-Gunther
Mw H.E. Rote-de Raad
Mw Drs E. Verschuijl
Bloemendaal
J.W. van der Linden
Bosch en Duin
Mw Ir A.M.W. Verloop-van Utenhove
Breda
J.H. Peek
Breukelen
T.C. Akkerman
Mw M. Albers
Archief Gemeente Breukelen
Mw R. Bakker
Mw M. Balk-van Kampen
Mw Mr L.G. Baud
J. Beelen
Mw G. Bekkerjonker
Ir G.G. van den
Bibliotheek Breukelen
MwJ.M. Bierman-Polman
J.W.M, de Boer
C.A.M. Brugman
J.W. de Bruyn Kops
PJ. Burggraaf
Mw A.C. Crietee-Hoogerbeets
JAC. van Dam
Mr J.H.M. Deiters
Mw Mr M.W. van Dijk-Witjas
Mw Mr M.L. Dingemans
Mw Mr P. van Dobbenburgh-Rossberg
W. Dobber
H.H.J. Doude van Troostwijk
W.F.E. baron van der Feltz
B.T. Freijters
J. Funken
-ocr page 6-
Zandpad 86, 3621 NG
Dannestraat 33, 3621 AE
Linnaeu.sdreef 23, 3621 XT
Straatweg 204, 3621 BX
Julianastraat 25, 3621 EC;
Stationsweg 37, 362 IJL
Zandpad 83, 3621 NG
Rietland 7, 3621 GZ
Anna Pergensstraat 1,5, 3621 GR
SilversteinSO, 3621 PD
Linnaeusdreef 21, 3621 XT
Nassauplein 1, 3621 EA
Vrijheidslaan81,3621 HL
Linnaeusdreef 13, 3621 XT
Zandpad 53, 'Boomrijk", 3621 NE
Straatweg 111, 3621 BK
Herenstraat 4, 3621 AR
Straatweg 184, 3621 BX
Broekdijk Oost 37, 3621 LM
Oud Aa la, 3621 LA
Dannegracht 16, 'Vechten Dam', 3621 AA
Straatweg 79, 3621 BJ
Straatweg 76a, 362IBR
Watertoren 6, 3621 XZ
Straatweg 220, 3621 BZ
Zandpad 48, 'Gunterstein', 3621 NE
Zandpad 46, 3621 NE
Straatweg 115a, 3621 BK
Eendrachtlaan 33, 3621 DD
Kerkplein 12, 3621 BA
Zandpad 88, 3621 NH
Straatweg 192, 3621 BX
Straatweg 224, 'Klein Vechtvliet', 3621 BZ
Stinzenlaan 18, 3621 RD
Zandpad 87, 3621 NG
Straatweg 25, 3621 BG
Dannegracht 11, 3621 AA
Zandpad 80, 'Oudaen', 3621 NG
Zandpad 55, 3621 NE.
Straatweg 68, 'Vreedenoord', 3621 BR
Brouwerij 1,3621 AD
Straatweg 61, 3621 BH
Mecklenburgstraat 6, 3621 GP
Straatweg47, 3621BH
Zandpad 9, 362 INC
Brugstraat 19, 3621 AG
Zandpad 37, 'Groenevecht', 3621 ND
P.L. van Gent
D.W. Gerwig
R. van Gessel
DrJ.W. Gunning
Drs H.C.J. Hendriks
Hist.Kring Breukelen
RJ. Hofman
Drs E.W.Th. Hollemans
Mw W.H. Hollemans-Sterken
Mw L. Hunsucker
Mw G.J. van Julsingha
B. Kalkman
Mw C. Knuist
J. de Koning
Mw A.E.C. Koole-Quarles van Ufford
R.G.H.W, Korstjens
M. van Kralingen
H.T. Langerak
H.K. Lenstra
A.C. Menke
R.W.C. Molenkamp
J. Molenkamp
T. Mur
Mw L. Paulson
Prof Dr R. Plomp
Jhr Mr W.H.D. Quarles van Ufford
J.R. van Raay
RC. Roeleveld
MwA.C.K. Roosjen
Mwl. Rot
W.G. Scheurer
P.I.M. van Schoonhoven
T.N. Simonis
Ir W.F. Staargaard
G.S. Streefland
Universiteit Nijenrode
MwJ.H.Ch. Vegter-Bal
G.H.M. Vehmeijer
Mw M.G.S. Vehmeijer-Segerink
Ver B.v.W. in Asfalt
MrJ.A. Vermeulen
Mr G. Versluys
*Mw A.J. Verweij-Folmer
Mw J.C.M. Voormolen-Van der Blom
Mw H.A. Wasterval
A.J.B. Willemars
*MwJ. van Zadelhoff-Hortulanus
-ocr page 7-
Breukeleveen
Mw G.C,. Geel-Krijgsman
Drs M.M. van Resteren
DrJ.F.W. Nuboer
Ir F. Roelofsz
Dr P.]. Sinninghe Damsté
Bussum
Mw Mr E. Barendsen-Polak
Mw W.C. van den Bergli
MwJ.M.E. Blickman-Letle van OosCvoorne
Mr F.A. Doude van Troostwijk
Mw K.J. Hartman-Pesman
Mr R.R. Hazewinkel
MwA.E. Koch-van de Stadt
M. Langelaar
Mw P.A.C.E. Ooiman-van Aubel
Mw drs H. Visser-Brouwers
Mw R.M. de Vries
Diemen
W. Groen
Doorn
Mw M.A.H. Beks
Mw W.E.E. Bernt-Scheffer
Ir H.J. Doude van Troostwijk
H. v.d. Stoop
Ermelo
Drs R.Th. Schoenmaker
Gouda
Hist. Vereniging 'Die Goude'
'tOoy
S.S. Hesselink
's-Graveland
Bibliotheek Natuurmonumenten
P. Honig
's-Gravenhage
Centraal Bureau Genealogie
Mw L.J. Doude van Troostwijk
Genootschap Belle de Zuylen (Secr)
Rijksbureau Kunsth.& Doe.
*Mr R.J. Nieuwland
Groenekan
J.O.J.Copijn
MwJ.C.L. Gregory
Haarlem
Archief Rijks Prov. N.Holland
J.T. Burggraaf
J.W. Hageman
Heerenweg 52, 3625 AG
Heerenweg 47a, 3625 AB
Heerenweg 59, 3625 AC
Heerenweg 109, 3625 AE
Heerenweg 89, 3625 AC
Koedijklaan 10, 1406 KZ
VosmaerlaanS, 1401CA
Koningslaan 51a, 1406 KG
Waldecklaan 10, 1405 CR
Graaf Wichmanlaan 22a, 1405 HA
Nw <'s-Gravelandseweg 67, 1406 NC
Koedijklaan 21, 1406 KX
Mecklenburg 52, 1404 BJ
Groot Hertoginnelaan 29, 1405 EB
Generaal de la Reijlaan 8, 1404 BR
Wilhelminaplantsoen 23, 1404JP
Agaatvlinderl4, 1113KP
Berkenweg 2a, 3941JB
Park Boswijk 598, 3941 AN
Parklaan 40, 3941 RE
Van Galenlaan 12, 3941 VD
Anna van Burenlaan 1, 3851 RV
Vlietenburg 32, 2804 WT
Tuurdijkl6, 3997MS
Noordereinde 60, 1243 JJ
Spanderswoud 5, 1243 HZ
Prins Willem Alexanderhof 22, 2502 AT
Therèse Schwartzestraat 30, 2597 XJ
Van Slingelandtstraat 62, 2582 XS
Postbus 90418, 2509 LK
Willem de Zwijgerlaan 105, 2582 EK
Groenekanseweg 90, 3737 AH
Versteeglaan 34, 3737 ZA
Kleine Houtweg 18, 2012 CH
Laan v. Osnabrück 32, 2034 TD
Nieuwe Gracht 20, 2011 NG
-ocr page 8-
Haarzuilens
l.J. Huisinga
Heemstede
Mw C. Lugt
Hilversum
Archief Gooi en Vechtstreek
MwJ.Janmaat
Mw E.H.A. Korthals Altes-Kamerling
Ing D.M.C. Mol
C.W. van Nie
T.W. Ploeg
DrJ. Rechsteiner
M. van der Sande Lacoste
DrW.J. Steyling
Mw A.J. Swanenburg de Veye-v. Wie ringen
A. van Vredendaal
J.H. Vrij
Houten
Bibliotheek Centrale, Prv.Utrecht
Kockengen
Prof DrJ.A. van Dongen
G.F.W. Herngreen
Koedijk
PJ. Prett
Kortenhoef
Mw T. van Essen-Tiggers
W. Spaan
Mw M.A. Sprenger
Mw M. Verkerk-Tuynman
Laren
Mw C.A.H. Bleekemolen
Mw A. Blijdenstein-van Berckel
Mw A. van Helden
MwJ.C.F. Mulders-Baljon
Ing H.C. Oortman Gerlings
WJ.H.M. Resink Ottenhof
H.W. Schouwenaar
Jhr Mr G.C. Six
Mw A.A. Steffens
G.N. Verhoef
Leiden
Mw A. Vroom-van der Leeden
Lochem
Mw H. van Weede-Vaandering
Loenen
Archief Gemeente Loenen
MwJ.M.R. Baas-van derWerff
Ockhuizerweg 20, 3455 RW
Provincielaan 5/33, 2101 SP
Postbus 9900, 1201 GM
Corverslaan 20, 1217 TN
Bussumer Grintweg 38, 1217 BR
Acaciapark 134, 1213 LD
Van der Lindenlaan 27, 1217 PJ
O. Amersfoortseweg 44, 1213 AE
Regentesselaan 30, 1217 EG
Rcssinilaan 12, 1217 CB
Koninginneweg 18, 1217 KZ
Diependaalsedrift 6, 1213 CP
Calvijnhof86, 1216 LA
Diependaalselaan 337, k. 517, 1215 KG
Postbus 650, 3990 DR
Wagendijkl2, ,3628EP
Godinweg 2, 3628 BA
Postbus 10, 1830 AA
Korlenhoefsedijk 83, 1241 LS
Kortenhoefsedijk 171, 1241 LZ
Oranjeweg 34, 1241 XS
Kortenhoefsedijk 81, 1241 LS
J. Hamdorfflaan 31, 1251 NL
Tafelbergweg 15, 1251 AB
Drift la, 1251 CA
Hein Keverweg 17, 1251 BT
Pastoor Hendrikspark 9, 1251 MB
Zevenend 13, 1251 RE,
Zevenenderdrift 22, 1251 RC
Wally Moesweg 1, 1251 AT
Barbiersweg 3, 1251 PA
Mendes da Costalaan 2, 1251 NP
Antonie Duycklaan 2, 2334 CD
Lange Voren 2, 7241 HS
Postbus 99, 3632 ZS
Vreelandseweg 19, 3632 EP
-ocr page 9-
Wallestein 66, 3632 WR
Oud Over 3, 'Vegtlust', 3632 VA
Wallestein 52, 3632 WP
Postbus 47, 3632 ZR
Westerklip 22, 3632 TE
Oud Over 86, 'Nedervecht', 3632 VE
Vreelandseweg 20, 3632 EP
Hofbergen 52, 3632 WC
Dorpsstraat 10, 3632 AT
Oud Over 152, 3632 VH
Hofbergen 42, 3632 WC
Oud Over 3, 'Vegtlust', 3632 VA
Wallestein 45, 3632 WN
Dorpsstraat 8, 3632 AT
K. Ottolaan 30, 3632 BW
Vreelandseweg 24, 3632 ER
Grutterstraat 12, 3632 EJ
Moleneind 4, 3632 DA
Kerkstraat 6, 3632 EL
Oud Over 39, 3632 VA
't Rond 13, 3632 BN
Vreelandseweg t/o 5, 3632 EP
Oud Over 6, 3632 VD
Dorpsstraat 98, 3632 AW
Rijksstraatweg 85, 3632 AA
Hoflaanl,3632BT
Westerklip 54, 3632 TG
Mijndensedijk 20, 3632 NV
Rijksstraatweg 84, 'Cronenburgh', 3632 AD
Oud Over 10, 3632 VD
Middenhoek 34, 3632 TB
Vreelandseweg 25, 3632 ER
Rijksstraatweg 90, 3632 AD
Rijksstraatweg 96, 'Middelhof, 3632 AD
Graaf Janlaan 2, 3632 CB
't Rond 9, 3632 BN
Kickestein 77, 3632 WK
Kon. Julianaweg 22, 3622 EE
'tRondl,3632BN
Dorpsstraat 4, 3632 AT
Oud Over 120, 3632 VC
Oud Over 28, 3632 VD
Dorpsstraat 69, 'LeeuwenDijk', 3632 AS
Rijksstraatweg 95, 3632 AA
Rijksstraatweg 78, 'Nieuwerhoek', 3632 AD
Oud Over 43, 3632 VA
Oud Over 3,'Vegtlust', 3632 VA
RM. Bakker
N. Bakker
H. Bakker
Bibliotheek Loenen
Mw H. Bienfait
BJ. Blijdenstein
Mw E. de Boer-Berendsen
M.C. Boevée
Mw E.E.C. Bon-Meyer
F. Bonnema
M. Bootsma
Mw E. Bootz-Nieuwenhuys
D.M. Bouman
A. van Dalen Meurs
C. Dierdorp
Mw M.M.C. Dijkstra-Dreesmann
J.R Dullaert
J.T.G. Ernst
DrsJ.C. van Essen
A. Gelderman
Mw E. de Clens-Goossen
Mw E. Goemans
H. Goemans
W. Grunfeld
Mw R. Vor Der Hake-Campfens
Mw M.S. Harms-van Estrik
RM. Hiensch
M.J. graaf d'Hollosy
Mw A.L. Hoogendijk-Kuiper
Mw M.A.G.van Iperen
W.B.Jagt
H.J. de Jong
M.C. dejongh
RJ. Kastelein
Mw R.T. Knol-Smit
Drs G.J. Koelemey
C.J. de Kruyter
W.F. Knijper
L. Kusters
Drs A. Ledeboer
J. Leicher
Mw F.M. Luxwolda
C.RG. Molenkamp
Mr A. Mostert
Drs E. Munnig Schmidt
Cor Nab B.V.
MwW.M.J. Nooteboom-Bonarius
-ocr page 10-
Dorpsstraat 16, 36.32 AT
Dorpsstraat 28, 3632 AT
Postbus 150, 3632 ZV
Rijksstraatweg Sla, 3632 AA
Oud Over 146, .3632 VG
Oud Over 48, 3632 VD
Oud Over 8, 'BijDorp', .3632 VD
Oud Over 168, 'Warande', 3632 VH
Oud Over 59, 'Vechl en Lommer', 3632 VB
Wallestein 65, 3632 WR
Spinnerie 13, .3632 ET
Dorpsstraat 21, 3632 AP
Torenstraat 1, 3632 EK
Rijksstraatweg 70, 3632 ZR
Cronenburgherlaan 1, 3632 AN
Oud Over 93a, 3632 VC
Oud Over 33a, 3632 VA
Vreelandscweg 1, 3632 EP
Ter Beekhof 7b, 3632 BK
De Werf 7c, 3632 AE
Oud Over 93, 36,32 VC
Oud Over 1,3632 VA
OudOver 1.38, 3632 VG
Rijksstraatweg 75, 3632 AA
't Rond 7, 3632 BN
Vreelandscweg 18, 3632 EP
Brugstraat 10, 3632 EH
HoefijzerlOS, .3632WD
Oud Over 55, 3632 VB
Oud Over 152a, 3632 VB
Oud Over 3, 'Vegdust', 3632 VA
Mijndensedijk 9, 3632 NT
Dorpsstraat 40, 3632 AV
't Rond 5, 3632 BN
Holbergen 34, 3632 WC
Hoefijzer 24, 3632 WB
Dorpsstraat 53a, 3632 AR
Vreelandscweg 23, 3632 ER
Hollandstraat 6, 3634 AT
Rijksstraatweg 206, 'Geynzicht', 3634 AN
Stichtstraat 5, 3634 AR
RN. Kruiswijkstraat 1, 3634 AX
Rembrandtlaan 1, 1231 AR
Larixlaan 20, 1231 BL
Breukeleveense Meentje 10a, 1231 LM
Mw C. Pacenti-Batterman
Mw Dr H.H. Pijzel-Dommisse
A.A.J. Plateyn
Drs W.M. van der Poel
Jhr J.H.J. van der Poll
M.J.B. Popma
Mw Drs G. Recter
Drs A.H.J. Risseeuw
Mr P.J. Regaar
A.C. van der Sande Lacoste
Mw M.W.H. Sanger-Kleine
Mw M.A.H.M. Schoorl-Nooteboom
Mw A. Schras
Drs K.A.L. Schuckink Kool-Oudendal
Mr B. Schuit
Mw Mr A.A. Schwartz
Dr PJ. Sondaar
R.E. Spee
Mw A. Sprenger-den Uijl
Stichting Culturele Raad Loenen
MwA.G. Stolp
Jhr Mr J.P.E. Teding van Berkhout
Mw R.A. Thiadens
Mw G. ThiJ.s-Mantel
C.J.M. Thijssen
E. Timmers
W.G. Tober
G.CJ. Tukker
Mw M.B.P.van der Veen-Wajer
RJ.M. Vehmeijer
Mw E. Vesseur-Murck Jansen
RJ. van Vliet
*Drs S.G. de Vries
Mr A. Vrij
A.R.vanWell
Mw H.L.M. Wennink
Mw N.F. Westerhuis-Klijnstra
ProfDrH.C. Zanen
Loenersloot
P. de Boer
MrJ.M.R Dingemans
Mw L J. Loeff
Mw E.G.M. Wieling-de Rijk vd Gracht
Loosdrecht
H. Aalberts
J.P.B. Biemans
Mw P.M. Bijl-Lazoe
10
-ocr page 11-
Nw Loosdrechtsedijk 234, 1231 LG
Veendijk 4, 1231 PB
Acacialaan 2, 1231 BT
Nw Loodrechtsedijk 150, 1231 LC
Nw Loosdrechtsedijk 302, 1231 LJ
Rembrandüaan 8, 1231 AC
De Driest 2, 3953 BS
Boomstede 686, 3608 BT
Schippersgracht 15, 3603 BC
Zandpad 30, 'Midden Gansenhoef, 3601 NA
Zandweg 33, 3601 AE
Kuyperstraat 29, 3601 VE
Zandpad 42, 'Cromwijck', 3601 NA
Harmonieplein 2, 3603 BM
Bisonspoor 1161, 3605 KV
Klokjeslaan 4, 3601 HE
Lange Gracht 13, 3601 AH
Zandweg 38, 3601 AE
Reigerskamp 171, 3607 HJ
Diependaalsedijk 33, 'Vechtoever', 3601 GJ
Zandpad22, 3601 AN
Straatweg 17, 3603 CV
Diependaalsedijk 31, 3601 GJ
Duivenkamp 504, 3607 BJ
Vechtensteinlaan 37a, 3601 CM
J. van Galenstraat 32, 3601 HW
Langegracht 33, 3601 AJ
Reigerskamp 382, 3607 HW
Straatweg 17, 3603 CV
Straatweg 17b, 3603 CV
van Houtenstraat 16, 3601 XJ                         *
Zandpad 14, 3601 AN
Langegracht 30, 3601 AJ
Zandweg 45, 3601 AE
Peerlenburgh 29, 3601 JA
Diependaalsedijk 74, 3601 GM
Zandpad 29, 'Gansenhoef, 3601 NA
Binnenweg 60, 'Hazenburg', 3603 AG
Postbus II, 3600 AA
Diependaalsedijk 37, 3601 GJ
Diependaalsedijk 84, 3601 GM
Stationsweg 5, 3603 ED
Wilhelminaweg 9, 3603 CR
Heerengracht 21, 3601 AM
Klokjeslaan 16, 3601 HE
Mw J. Bruna
Ph. Burggraaf
Hist.Kring Loosdrecht
Kasteelmuseum Sypesteyn
W. ler Veld
Mw A.J. Visscher
Maarsbergen
Mw). Gunlenaar
Maarssen
Mw W.J.R. Baardman-Dusseldorp
D. van Barneveld
Mw M. van de Beek-Bomgaars
Mr W. Beerman
J.H.W. van Bemmel
G.J. van den Berg
Bibliotheek Maarssen
Bibliotheek Maarssenbroek
Mw G.J.M. Bierling-Berg
Mw A. Bink-van der Steen
Mw R. van Bloemendaal
J.P. Boelens
A.  Bohnenn
Dr Ir H.A. van den Boogaard
ProfDr T.A. Boon
B. Borkus
J.J. de Bos
Mw S.M. Bosjansen
W.M. Bos
Mw M.L.C.C. Braakman-Dolmans
Ir R.A. Brzesowsky
Drs S.W.G.de Clercq
MwA.C. Cosijn-Gouda
A.R.A. Croiset van Uchelen
Mw E.H. du Croo Kampmeinert-van den Berg
Mw M. van Dam-Smallenbroek
Mw E.H.Th.M. barones van Dedem-von Martels
Mw T.H.H, van Duin-Furstner
Mw M.L. Gasau-Muller
Mw Mr M.B. Geeris-Vehmeyer
A.J. Gelderblom
Gemeente-A.rrhief Maarssen
J.H. de Graaff
Dr Ir A. Graveland
S. Haisma
DJ. Hamoen
Mr H.F. Heerkens Thijssen
J.H.H. Heuschen
11
-ocr page 12-
Hist.Kring Maarssen
Mr Z.O.H.M. baron v.Hövell tot Westerflier
Mw R.E.M, barones v.Hövell tot Westerflier
MwJ.H.M. Kamp-Schweers
J.J. van Kerkvoort
D.J. Klokke
Mw M. Kloosterhuis-Duinker
C.H. Knaake
D.R Koets
S. Komdeur
J. Kraayenhagen
Mw M. Kraneveld-Lokker
Mw C.M.L. Kruisheer-Brunt
Drs A. Kuiper-Mokkenstorm
Mr RM. van der Laan
K. ter Laan
J.C. de Lang
G. Loomans
J.J.C. Louet Feisser
Dr A.R Messer
M. Meysen
D. Niesing
MwJ.M. Nijhoff
MwJ. Onnes-van der Noordaa
J. Plas
J.C. Plomp
C.J. Rijsterborgh
E. van Rossum
Prof Dr A. van Rossum
MwJ.G. Roukema-van de Berg
Mw G. Ruys
Mw L. Schwartz
C. Siero
A.F. Smorenburg
E. Spetter
Mw LM. Staal                                '               '
N.F.Stolk
R. Taal
J.H. van Tongeren
J.F.M. Versteegh
*B.J. Visschedijk
Y. Visser
P. Vleming
J. van Vliet
Mw B. Vos
E. Vriesinga
Mw Mr L.F. Vriesinga-Uitzinger
Postbus 90, 3600 AB
Zandweg 44, 'Huis ten Bosch', 3601 AE
Vechtensteinlaan 111, 3601 CP
Diependaalsedijk 52, 3601 GL
Zogweteringlaan 17, 3601JJ
Vechtensteinlaan 78, 3601 CL
Van Lingenlaan 6, 3602 PA
Fazantenkamp 721, 3607 DS
Straatweg 17, 3603 CV
Straatweg 162a, 3603 CS
Julianaweg 19, 3603 AI'
Zandweg 34, 3601 AE
Heerengracht 19, 3601 AM
Zandweg 1, 'Vechtestein', 3602 AC
Veenkade 16, 3601 CH
Heerengracht 6, .3601 AL
Machinekade 9, 3601 AR
Zandweg 5, 3601 AD
Binnenweg 39, 3603 AE
Kerkweg9, 3603CL
Zandpad 6, 3601 AN
Royaardslaan 2, 3601 HA
Langegracht 22, 3601 AH
Rogier van Otterloolaan 44, 3604 BH
Straatweg 23, 'Leeuwenvecht', 3603 CV
Zandpad 40, 3601 NA
Parkweg 41, 3603 AB
W. Barendszlaan 1, 3603 GM
Zandpad 24, 'Leeuwenburg', 3601 NA
Gerbrandystraat 12, 3601 BW
Kerkweg41,3603CL
Heerengracht 22, 3601 AM
Nassaustraat 71, 3601 BC
Kuyperstraat 27, 3601 VE
Herengracht 7, 3601 AL
Machinekade 11, 3601 AR
Buitenweg 223, 3602 XB
Rooyaardslaan 10, 3601 HA
Duivenkamp 851, 3607 WG
Langegracht 44, 3601 AJ
Schippersgracht 16, 3603 BC
Kuyperstraat 17, 3601 VE
Zandweg 4, 3601 AD
Diependaalsedijk 31a, 3601 GJ
Straatweg 152, 3603 CS
Diependaalsedijk 78, 3601 GM
Diependaalsedijk 78, 3601 GM
12
-ocr page 13-
Van Lingelaan 100, 3602 PB
Zandpad 31, 3601 NA
Heerengracht 8, 3601 AL
Straatweg 160, 3603 CT
Maire Hofstedelaan 12, 3601 BR
Kerkweg 23, 3603 CL
Straatweg 19, 3603 CV
Lelystraat 20, 3601 BV
Straatweg 33, 'Vredenhoef, 3603 GW
G. de Houtmanlaan 9, 3603 GE
Bloemstede 387, 3608 VD
Kon. Wilhelminaweg 128, 3738 MG
Dorpsweg 187,'Rustenhoven', 3738 GD
Maertensplein 85, 3738 GN
Botdrager 8, 3641 LA
Postbus 1032, 3640 BA
Midrethstraat 4, 3641 CD
Thierenseweg 36, 1411 EX
Valkeveenselaan 56a, 1411 GT
Gansoordstraat 24a, 1411 RJ
Nagtglaslaan 20, 1412 EH
Verdilaan7, 1411HV
Rijksweg 46, 1412 BB
Turfpoortstraat 39, 1411 EE
Oud Blaricumerweg 7, 1411JR
Kerkstraat 6, 1394 CX
Ankeveensepad 7, 1394 GW
Hinderdam 18, 1394JB
Hinderdam 15, 1394JB
Slotlaan 4, 'Nederhorst', 1394 BK
Hinderdam 15, 1394 JB
Hinderdam 6, 1394 JB
Slotlaan 2, 1394 BK
Voorstraat 11, 1394 CS
Dammerweg 111, 1394 GT
R de Hooghlaan 24, 1394 GK
Laantje 2, 3626 AN
Wilhelminastraat 3, 3626 AL
Rijksstraatweg 14, 'Over Holland', 3631 AC
Zandpad 29, 'Weeresteijn', 3631 NL
Mijndensedijk 86, 3631 NR
J. van Waay
D. van der Wal
Mw C. Waller-Gunning
J. Wasser
Mw M.M. Welle
Mw P. Westenburg-de Groot
Mw P.J. Whitlau-v.Buttingha Wichers
B.G. Wiegeraad
B.B. van der Woude
Drs H. de Zoeten
W. Zweers
Maartensdijk
Mw M. Martens
Mw K. Scholten-Kloosterman
G.H. van Walbeek
Mijdrecht
W. Bos
J.C.A. Dalmeyer
Mw M.W. van de Gronde-Visser
Naarden
Mw N. Beyers-Kalkman
J.F. Dudok van Heel
Mw B. Gordijn
Mw E. Kamp-Sonneveldt
MwJ.C.M. van der Lande
Mw D. Rutgers van Rozenburg-Hartung
Mw E.A.M. Scheltema-Vriesendorp
Jhr Mr F.O. Sickinghe
Nederhorst den Berg
J.RA. Baar
ProfDrD.RBlok
Drs RH.B. Gladder
Prof Dr E.N.G. van Damme
J.L. Jonker
Prof DrJ.Joosse
B. Noordanus
B.F.P. van Royen
Dr Ir H. Spekreijse
A.A.A. Vendrig
RJ.Verkaik
Nieuwer ter Aa
Mw K. ten Brink
Mw Mr M. Lispet
Nieuwersluis
J.C. Braun
R.E.J.BUS
Drs W.FJ. Kels
13
-ocr page 14-
Rijksstraatweg 18, 'Sterreschans', 3631 AC
Zandpad 18,3631 NK
Rijksstraatweg 53, 'VreedenHofi', 3631 AB
Rijksstraatweg 35, 3631 AA
Mijndensedijk 60, 3631 NP
Mijndensedijk 62, 3631 NP
Rijksstraatweg 24, 'Rupelmoiide', 3631 AC
Mijndensedijk 29, 3631 NN
Stationsweg 3, ,3631 AJ
Garstenstraatl, 1393 NS
Vreelandseweg 42, 1393 PG
Klompweg 26, 1393 PJ
Dorpsstraat 118, 139.3 NK
Petersburg 30, 1393 PT
Klompweg 72, 1.393 PM
Raadhuisstraat 16, 1393 NW
Dorpsstraat 142, 1393 NL
Dorpsstraat 18, 1393 NH
Klompweg 41, 1393 PJ
Dorpsstraat 130, 1393 NK
Dorpsstraat 152, 1393 NL
Dorpsstraat 20, 1393 NH
Klompven 10, .5062 AH
Dreef 1,4061 BL
Vechtzijdel,.36nAM
Groeneweg 1, .3611 AT
Dorpsstraat 1, 3611 AD
Dorpsstraat 52, 3611 AG
Binnenweg 2, 1191 AA
Peppelerweg 54, 3881 NA
Overasebaan 22, 'Vinkenbosch', 4891 RG
Postbus 60, 1870 AB
Van Burenlaan 7a, 3761 BZ
Laan van Niftarlake 22, 3612 BS
Nieuweweg 19, 3612 NB
Laan van Niftarlake 30, 3612 BT
A. Kroymans
RT. Lakeman
AJ.A.M. Lisman
C.M. Oostveen
Mr Drs H.W.G. van Schaik
Mw L. Simons-Smit
J.H. Stefels
Mw I. Teijema
RR.E.J.A. Woltering
Nigtevecht
H.C. Brinkman
J.W. Brouwer
P.H.M. Dankelman
B. Heeren
Mr Th. van Hilst
RF. Kenninck
R.A. de Koning
C. Kootstra
C. Lipsius
J.W. Nieuwenhuijs
RN. Pikaar
Mw M.E.C. Rehbock-Beyers
Drs E.F.L. Stubbé
Oisterwijk
H.C.M. Hoppenbrouwers
Ophemert
L.D.J. Walraven
Oud Zuilen
H.O. Barneveld
Ir A.M. Bunjes
H.K. Klijnsma
MrJ.G. van Rossum du Chattel
Ouderkerk
E.J. Jonker
Putten
Th.J.C. Oudemans
Rijsbergen-Br
Mw E. Kalkman-Klep
Schoorl
M.F.L. Mol
Soest
Mw E.M. Verlaan-Dikker
Tienhoven
W.T. de Boer
Mw B.Jansen
Mw CD. de Jong-Mesker
14
-ocr page 15-
Looydijk81,3612BE
Dwar,sdijk20, •3612AP
Achterberglaan 109, 1422 CZ
Tesselschadelaan 17, 1422 HZ
Postbus 67, 4850 AB
A. Numankade 199, 3572 KW
Museumlaan 2, 3581 HK
Hengeveldtstraat 116, 3572 KJ
Postbus 80300, 3508 TM
Witte Vrouwenstraat 7-11, 3512 CS
Postbus 80, 3500 AB
Koningslaan 98, 3583 GR
Lange Jansstraat 21, 3512 BA
Burg. Norbruislaan 23, 3555 ED
Postbus 10058, 3505 AB
Bemuurde Weerd o.z. 76 bis, 3514 AV
Emmalaan 3, 3581 HL
A. Numankade 199-201, 3572 KW
Kantonnaleweg 11, 3542 DB
Weth. D.M. Plompstraat 41, 3555 BS
Agnietenstraat 1, 3512 XA
Havikstraat 12, 3514 TP
Emmalaan 4a, 3581 HR
Fien de la Marlaan 77, 3584 ZW
Sophocleslaan 7, 3584 AS
Wilhelminapark 12a, 3581 NC
A. Romerostraat 611, 3573 AT
Emmalaan 4a, 3581 HR
Postbus 10058, 3505 AB
Oudegracht 187G, 3511 NE
Oudegracht 187G, 3511 NE
Jacob v. Ruisdaelstraat 104, 3583 CH
Cayennedreef 49, 3563 SC
Kiosk 70, 5802 NS
Groenlandsekade 59-25, 3645 BB
Demmerik21,3645EA
Scholeksterlaan 18, 3645 KC
Vogelenzangseweg 41a, 2114 BB
Badhuislaan 4, 2273 AA
Th. Schouten
G.P. Termohlen
Uithoorn
A. Koornneef
Mw E. Schreiider-de Muinck Keizer
UIvenhout
A.
Met
Utrecht
Archief'Gemeente Utrecht
*Mr D.A.N. Bartels MRE
Drs ]. Berghoef
Bibliotheek Provincie Utrecht
Bibhotheek Rijks Universiteit
BibHotheek Gemeente Utrecht
Mw A.M. Biegelaar-Boogaerdt
Mw E. Birnie-de Vries
G.J. Esser
Federatie Stichts Cultureel Erfgoed
Mw J.H. de Graaf
Mw C.E. Hefting-Beerendonk
Hist.Vereniging Oud-Utrecht (P. Kroes)
Mw C.A.A. Mac Lennan-Hamminga
■W.G.M. de Meyer
Museum, Centraal (att.Dhr Koot)
Mw Drs M.C. van Oudheusden
ProfIrW.J. Petri
J.P. Prevoo
Mw A.M. Rosenberg-Zegers
Mw E.CH. van Sandick-Doude van Troostwijk
Jhr Ir D.L. Six
Mw A.J. van de Slikke
Stichting De Utrechtse Molen
Ir A.J. "Vlaardingerbroek
*Ir L.B. Wevers
Mw Drs CCS. "Wilmer
, Mw Drs HJ.M. Winkelman
Venray
Mw B.
Wijnen
Vinkeveen
MwJ.H.W. van der Linden
ProfDrL, Mur
Mw I. van Raalte
Vogelenzang
G. Koopman
Voorburg
Ir H.G. de Cock
15
-ocr page 16-
Vreeland
Jhr C. Beelaerts van Blokland
Mw G. Beelaerts van Blokland-KalfF
F. van den Berg
Mw L.V. Beyer-Hubrecht
EJ. Bink
J. Boerstra
Mw E.E. Brandes-de Lestrieux Hendrichs
Broex-Vliet BV
F.H. Bruna
Mw H.W.B, van Dranen-Aleven
Mw A. Driessen-Hermsen
Mr J.E. Goldhoorn
Mw H.C. Greevelink-Swaving
R. Groenink
Mw M.H. Happee
J.H. Hattink
Historische Kring Loenen
S.Joosten
J. Kohnstamm
J.Kok
Mw R. Kooperberg
Mw I. Monasch
MrJ.A.H. Olde Loohuis
E. Roosegaarde Bisschop
Mw W. Sandberg
Drs M. graaf Schimmelpenninck
J.J.J.M. Schipper
Mw A.Th. Schot-Dolman
Drs C. Schuurman
Mw M. Smit Sibinga
M.H.L. Stubbé
C. Verhaar
Mw A.M.G. Vlam-Voorhoeve
J.H. Vrij
D.R. Wijnschenk
Mw H J. Winkel
Waalre
MwA. Krijgsman-Spoor
Wassenaar
F.R Buis
A. Klaver
CR. von Lindern
*J.H.R Roeland
Mw M.A. Stubbé-Butót
Weesp
J. van Baars
Bergseweg 18, 3633 AK
Bergseweg 18, 3633 AK
Floris van Boekhorststraat 11, 3633 CN
Ruiterstraat 7, 3633 AV
Boslaan21,3633VZ
Nigtevechtseweg 10, 3633 XS
Voorstraat 7, 3633 BA
DeVlietl8, 3633EL
Nigtevechtseweg 196, 3633 XX
Otto van Schonauwenstraat 1, 3633 CP
Kleizuwe 105a, 3633 AG
Singel 10, 3633 CR
Voorstraat 18, 3633 BB
Nigtevechtseweg 24, 3633 XJ
de Vliet 8, 3633 EL
Lindengracht 24, 3633 AT
De Vliet 4, 3633 EL
Sluisje 12, .3633 AC
Voorstraat 16, 36.33 BB
Voorstraat 9, 3633 BA
H. van Viandenstraat 6, 3633 CH
Klapstraat 13, 3633 BH
Boterweg 44, 3633 ER
Duinkerken 12, 3633 EN
AlamberLskade 4, 3633 VX
Voorstraat 5, 3633 BA
Bergseweg 18a, 3633 AK
Kerkplein 4, 3633 BG
Voorstraat 6, 3633 BA
Ruiterstraat 13, 'Vreedenhoek', 3633 AV
Vredelantstraat 20, 3633 EC
Floris van Boekhorststraat 5, 3633 CN
Alambertskade 5, 3633 VX
Vredelantstraat 71, 3633 EB
Postbus 62, 3633 ZV
Voorstraat 17, 3633 BB
Hoge Duinlaan 18, 5582 KG
Lange Kerkdam 63, 2242 BS
Acacialaan 4, 2243 BW
Kievietslaan 9a, 2243 GB
Postbus 599, 2240 AM
Kerkeboslaan 3, 2243 CM
Dammerweg 5, 1385 HT
16
-ocr page 17-
Bibliotheek Weesp
Mw H.j. Bodisco Massink-Jongejans
Mw M.J.M.M. Diepenhorst-Sandberg
C. Draijer
Mw H.M. Gerschtanowitz-Pauw
H. Kok
J.J.M. Koks
Museum Gemeente Weesp
F.G. van Reijen
MrJ.A. Schepel
A. Stork
Ir L. Vuyk
Drs A.J. Zondergeld-Hamer
Wilnis
H.W. van Soest
Mw G.J. van Staveren-Jaski
Woerden
J.C^.M. van Gapel
Zeist
Rijksdienst voor de Monumentenzorg
t.a.v. Bibliotheek
Rl.. de Vries
Zoelen
*Mr R. Barendsen
Zutphen
MrJ.A. Alleman
Zwammerdam
A.P.J. Strookman
BELGIË
*Mw G.J. van der Seys
ENGELAND
Mw Drs M.C. barones van Tuyll van
Serooskerken-Huygen
ZWITSERLAND
A.H.R. Hoogezand
Postbus 5146, 1380 GC
Dammerweg 5a, 1383 HT
Dammerweg 10, 1383 HT
Fijnvandraatlaan 5, 1381 ES
Horn 23, 1.381 GZ
Utrechtseweg 25, 1381 GR
Horn 3, 1381 GX
Nieuwstraat 41, 1382 W
Zeeburgstraat 37, 1382 BM
Dammerweg 5b, 1383 HT
UtrechLseweg 59, 1381 GT
Nieuwstad 100, 1381 GE
                          '
Heerensingel 162, 1382 W
Dorpstraat 59, 3648 AG
Dr Mees ten Oeverlaan 17, 3648 XA
Oostdam 12, 'Rijnoord', 3441 EN
Postbus 1001, 3700 BA
Bachlaan81,3706PW
Kasteel Soelen, 4011 EN
Halterstraat20, 7201 MX
Brugstraat 16, 2471 AT
Keizer Karelstraat 36a, B-3920 Lommei
'Quarr House' Gillingham, Dorset, SP8 SPA
Burgerweg 1, CH-3800 Interlaken
*=lid voor het leven
NB. Van verschillende zijden is het Genootschap verzocht een lidmaatschap voor het leven in te stel-
len. De volgende regel is daarvoor uitgewerkt: voor leden jonger dan zestigjaar bedraagt de eenma-
lige contributie €300,- en voor ouderen €200,-. Inmiddels hebben enige leden hun lidmaatschap
op deze wijze voor het leven bestendigd. Voor hun naam staat *.
17
-ocr page 18-
Jaaroverzicht 2001
Het feit dat de Nieuwjaarsreceptie, op 13 Januari, ditmaal eens niet bij een van
onze leden thuis gehouden werd, maar in de prachtige oude kerk van Maars-
sen, had zijn weerslag op het aantal elkaar het beste toewensende leden. Dat
scheelde maar liefst 40%, wel een teken hoe zeer het geapprecieerd wordt als
een lid zijn/haar huis daarvoor openstelt.
Al direct in Januari begon de cursus mythologie met de behandeling van de
Ilias van Homerus onder de enthousiasmerende leiding van Heleen Visser-
Brouwers uit Bussum hetgeen zich vertaalde in een toenemend aantal mee-
lezers. Zowel tijdens de late winter als de herfst was er een grote belangstelling
voor, die uitmondde in een eendaags gezamenlijk bezoek aan de Troje ten-
toonstelling in Bonn, excellent georganiseerd door ons lid Robin Harms.
Al in 1981 genoten vele leden van een lezing door ons lid Jet Pijzel- Dommisse
over haar eerste bevindingen met het onderzoek van pronkpoppenhuizen. In
2000 is zij op dat onderwerp gepromoveerd nadat zij alle nog bestaande pronk-
poppenhuizen had onderzocht. En met die enorme kennis van het onderwerp
onderhield zij haar toehoorders op 14 Februari op Slot Zuylen.
Een al even deskundige kunsthistoricus en conservator keramiek bij het Rijks-
museum, de heer J.D. van Dam voerde de zaal via dia's rond in de daar onder
zijn hoede staande collectie Oud Delfts aardewerk op 14 Maart. Ook dat vond
plaats in de onvolprezen gobelinzaal op Slot Zuylen.
Op Zaterdag 21 April trof een veertigtal leden elkaar in het Dordts Museum
voor een begeleide rondgang door de tentoonstelling "Griekse goden en hel-
den in de tijd van Rubens en Rembrandt" met schilderijen van die beide groot-
heden en hun leerlingen.
De afsluitende lunch was in het oude Hof van Holland waar de regering van
onze toenmalige Republiek is begonnen. Helaas weten niet alle Dordtenaren
dat en was het tot onze spijt voor een aantal disgenoten even zoeken voordat
men van het gebodene kon genieten.
Op 2 Mei schoven weer veertig leden aan voor het jaardiner voorafgaande
aan de jaarvergadering, waarvoor zich bij de koffie nog een tiental leden
18
-ocr page 19-
voegde. Voor het eerst werd die vergadering in de grote zaal van de zeil-
vereniging KWVL te Loosdrecht gehouden. Ons lid de heer Steven de
C^lercq gaf een kort doch duidelijk overzicht van de inspanningen, die de
Vechtplassen- commissie zich getroost om de Vechtstreek aantrekkelijk
voor bewoners en bezoekers te houden. De Commissie ontvangt van de
overheid een aanzienlijke subsidie om een analyse en een plan van aanpak
te maken.
De excursie op 22 September naar 's-Hertogenbosch was door onze bestuurs-
leden Godelief Hofman-van Miert en Margot Welle georganiseerd. En het was
hun gelukt een rondleiding te krijgen door het Zwanenbroedershuis. De Zwa-
nenbroeders vormen een zeer oud gezelschap dat sinds de verovering van Den
Bosch door Prins Frederik Hendrik in de vroege I7e eeuw gelijkelijk uit katho-
lieken en protestanten bestaat, inclusief onze Koningin. Vanouds staat armen-
zorg in hun vaandel.
De boottocht door de spelonken en nauwe kanaaltjes onder en langs de oude
bebouwing van de binnenstad was een bijzonder geslaagd onderdeel van het
programma.
De gezondheid van ons bestuurslid de heer Anthony Lisman liet op 17 October
- en helaas nu nog - te wensen over en hij kon zijn aangekondigde lezing over
huis VreedenHoff die avond niet houden. Uw voorzitter kon gelukkig zijn taak
overnemen met een lezing over de Vechtgezichten zoals schildertekenaar PJ.
Lutgers die in de 19e eeuw zo fraai op papier en doek vastlegde. In April was
het boek met afbeeldingen van die originele gezichten uitgekomen en daarvan
is een aantal als dia's voorhanden.
De conservator kunstnijverheid en beeldhouwkunst van het Rijksmuseum dr
Reinier Baarsen bracht de tentoonstelling over Rococo in dat museum tot
stand. Op 13 November putte hij uit zijn grote kennis over dat onderwerp om
het zestigtal belangstellenden in de gobelinzaal van Slot Zuylen voor te berei-
den op een bezoek aan die expositie. In de zaal gaan 17e-eeuwse gobelins en ro-
coco en neo-rococo ornamenten aan spiegels en wandtafels harmonisch sa-
men.
Het Genootschapsjaar eindigde met een bezoek aan het Gemeentemuseum in
Den Haag, waar alweer een beroep gedaan mocht worden op dr Jet Pijzel-
Dommisse, conservator kunstgeschiedenis daar. Zij gaf een inleiding over de
tentoonstelling "De Hollanders thuis", die het net uitgekomen standaardwerk
Het Nederlandse interieur in beeld 7(500-7900 begeleidde. Het prachtige gebouw
19
-ocr page 20-
van Berlage ondersteunt een dergelijke interessante expositie voorbeeldig. De
afsluitende lunch viel, gezien de geanimeerde deelname, in de smaak.
De dank van alle deelnemers aan deze evenementen en die van het bestuur
gaat uit naar de activiteitencommissie, waarvan mevrouw Munnig Schmidt al
vele jaren de spil uitmaakt en waaraan mevrouw Hofman en mevrouw Welle
zeer hebben bijgedragen.
De voorzitter                                                                     Loenen, Januari 2002
20
-ocr page 21-
Concept Staat van baten en lasten
2001
ƒ 15.330,00
13.304,00
1.376,00
-,00
791,00
2000
ƒ15.705,00
15.251,00
1.378,00
100,00
40,00
Baten
Contributies
Excursies en lezingen
Rente
Diversen
Verkoop jaarboekjes
Totaal
ƒ32.719,00
ƒ30.801,00
Lasten
Excursies, lezingen.
receptie, jaarvergadering
ƒ16.623,00
ƒ12.824,00
Secretariaat & ledenadministratie
828,00
4.646,00
Jaarboek
9.706,00
8.297,00
Donaties
715,00
1.717,00
Bibliotheek
552,00
852,00
Diversen
558,00
96,00
Positief saldo
Totaal
3.736,00
2.369,00
ƒ32.744,00
ƒ30.801,00
Tegoeden
Postbank 513805
ƒ 1.353,00
ƒ 536,00
Fortisbank
2.026,00
142,00
Kas
3.200,00
Fortisbank 64.33.12.269
29.333,00
31.205,00
Totaal ƒ32.713,00          ƒ35.083,00
Overig bezit
Bibliotheek
Overig
ƒ 100.000
7.000
ƒ 100.000
7.000
Nigtevecht, Januari 2002
Penningmeester
drs E.F.L. Stubbé
21
-ocr page 22-
Mededelingen
Het nieuwe Vechtboek: Gezigten aan de Rivier De Vecht. Acjuarellen en schilderingen
doorP.J. Lutgers/Lutgensheva.t
165 afbeeldingen van originele werken, dus geen
litho's, van Lutgers. De sfeer van de 19^' eeuw werd door hem goed getroffen.
Stichting Plaatsen a/d Vecht verkoopt het boek met € 5,- reductie voor € 45,50
afgehaald op Nieuwerhoek te Loenen of zendt het toe voor € 51,-. Het reke-
ning nummer van de Stichting is 65.74.11.698 te Loenen.
Losse zwart-witte prenten uit dit boek zijn in beperkte mate beschikbaar voor
€ 5,- , gekleurde exemplaren kosten € 10,-. Na overmaking van het benodigde
bedrag worden die aan U toegezonden. Ook uit Plaatsen a/d Vecht en de Angstel
zijn beperkt prenten beschikbaar a € 5,-
Het Monumentenboek van Loenen uit 2000 is eveneens bij Stichting Plaatsen a/d
Vecht te Loenen te bestellen. Er is een beperkt aantal exemplaren in linnen in-
gebonden beschikbaar, die te bestellen zijn door overmaking van € 51,- op de
Stichtingsrekening 65.74.11.698 te Loenen.
Het wordt u dan toegezonden.
De Genootschapsdassen in donkerblauw met acht Vechtkoepels ingeweven wor-
den opgestuurd na overmaking van € 18,50 op rek.nr 65.74.11.698 t.n.v. St.
Plaatsen a/d Vecht.
Oude jaarboek] es
Gaat U opruimen? Er is geregeld vraag naar oudejaarboekjes en U doet het Ge-
nootschap een groot plezier indien u meldt dat U oudejaarboekjes te vergeven
heeft. Wij komen die graag bij U halen. Tel. 0294-231280
22
-ocr page 23-
Hoffwerk, Over Holland en Rupelmonde
door Hermanus Numan (1744-1820) getekend
Hoffwerk
In het jaarboekje van 1997 van Niftarlake staat de geschiedenis opgetekend van
de buitenplaats Hoffwerk te Breukelen. (afb. 1)
Bij het onderzoek daarnaar beschikte de auteur nog niet over de tekst bij de
prenttekening van H. Numan, die op blz.46/47 van dat jaarboekje wordt ver-
meld.' Onlangs kwam hij in het bezit daarvan.
Numan schrijft bij de door hem ingekleurde gravure, die hij in 1793 maakte:
"Het schijnt dat de Heer Jacob de Flines, in den tijd toen hij deze plaats (en Vijverhof)
waarvan men in deze Tekening ook een gedeelte ziet verbeeld, aanlag
[sic] aan dezelve
den naam van Hofwerk gegeven heeft, ter onderscheiding niet alleen, maar ook om daar
mede zijn byzonder vermaak in het aanleggen van lusthoven te kennnen te geven. Derzel-
ver uitgestrektheid was in den aanleg, niet meer dan drie morgen lands, welke zich be-
paalden lusschen de Rivier De Vecht en den Kleiweg... ".
[nu de Straatweg]
Deze laatste mededeling strookt met de eerste afbeelding van de buitenplaats
op de Visser-kaart van Mijnden en de 2 Loosdrechten uit 1703. Met die drie
morgen, ca 2.5 ha, moet de buitenplaats, gezien de geringe terreindiepte tus-
sen de weg en de Vecht van 40 a 50 meter, zich over 500 a 600 meter hebben uit-
gestrekt. Daarmee vulde die de ruimte langs de Vechtoever tussen Vechtvliet en
Vijverhof te Nieuwersluis geheel op.
Jacob de Flines (1657-1714) was een neef van Sybrand de Flines (1623-1697),
die in 1674 in tweede echt in Agnes Block (1624-1704) een beroemde echtge-
note vond. Zij was sinds 1670 eigenares van Vijverhof op welke buitenplaats zij
een grote collectie uitheemse gewassen plantte. Als eerste wist zij in Nederland
de ananas in haar kassen tot rijpe vrucht te laten uitgroeien.
Jacob trouwde in 1680 de oudste dochtervan Sybrand, Anna (1661-1713). Het
is niet onmogelijk dat dit echtpaar het zuidelijk aan Vijverhof grenzende land
verwierf en daarop Hoffwerk stichtte. Van Agneta Block is bekend dat zij regel-
matig land rond Vijverhof kocht en verkocht. In 1670 behoorden de landerijen
ten zuiden van Vijverhof nog aan de erven Jacob Cromhout (1608-1669).^ In
Amsterdam woonde het echtpaar De Flines-De Flines op Herengracht 132
eveneens vlak bij Agneta en vader Sybrand, die op 162 huisden.
Dat Jacob de Flines ook Vijverhof aanlegde, zoals Numan schrijft, moet een ver-
gissing zijn, want dat deed tante Agneta zelf en in 1670, toen zij daaraan begon,
was Jacob pas 13 jaar.
23
-ocr page 24-
Afb. 1. Hoffwerk, eind 19e eeuw afgebroken Ijnilenplaats tussen Kreukelen en Nieuwersluis. Met wa-
terverf ingekleurde gravure door H. Numan, 1793. (Cxjll. auteur)
Numan schrijft verder over Hoffwerk dat de latere eigenaar Mathijs Ooster(-s)
daar land bijkocht en "... die met aanzienlijkeBosschadiën versierd"had. Dan volgt een
ontboezeming over de volgende eigenaar P.H. Reynst: "... die eigenaar deedt alles wat
volgends de oude stijve wijze beplant was, geheel na deEngelschen en meer natuurlijken trant
veranderen. De lange groote Haegen en regte laanen werden veranderd in slingerende wan-
delingen, welke beplant zijn met veelerhande soorten van geboomte en vreemde gewassen. Ook
werdt te dier tijd het woonhuis aanmerkelijk vergroot door het aanbouwen van twee vleugels.
"
Het was dus Reijnst en niet Van der Voort, zoals op biz. 46 vanjaarboekje 1997 ver-
ondersteld werd, die Hoffwerk uitbreidde. Ook was het Reijnst, die het park reeds
in de tachtiger jaren van de 18*^ eeuw verlandschappelijkte.
Over Holland
Reijnst volgde met die verlandschappelijking het voorbeeld van Mr Willem Straal-
man, die op het iets noordelijker gelegen Over Holland reeds vanaf 1755 "... zeer
veel aangewend heeft, om alles wat stijf en onbevallig voor het oog xuas te veranderen in slin-
gerende wandelingen en heuvelachtige gronden, vergeseld en doorsneeden met verfrisschende
Beeken, en ruime Waterkommen, welke door de Rivier de Vecht haaren toevoer verkrijgen, als
mede zeer lommerige Rustplaatsen en Priëelen, vervallen Gebouwen ..."
zoals Numan
schrijft bij de prenttekening uit 1793 van Over Holland in hetzelfde boek.
24
-ocr page 25-
Alb. 2. "Over Holland" te Nieiivversliiis, gezien vanaf het jaagpad naar het zuidwesten. Nog met het
klokketorentje op de 18e-eeuwse zaakiitbouw. Het park is verlandschappelijkt. Met waterverf inge-
kletu'de gravure door H. Numan, 1793. (Coll. auteur)
Numan beeldt Over Holland tweemaal af waarbij opvalt dat de kleur van de mu-
ren wit is (afb. 2 en 3), hetgeen er op lijkt te wijzen dat het huis toen reeds wit
gepleisterd was zoals ook Lutgers het in 1832 afbeeldt. Nu is het reeds lang ont-
pleisterd al wordt dat al weer vele jaren vrijwel aan het oog onttrokken door de
ontsierende steigerconstructie om het huis.
Rupelmonde
Het derde door Numan in zijn serie van 24 prenten opgenomen buitenverblijf
aan de Vecht is Rupelmonde te Nieuwersluis. (afb. 4) Het eerste wat opvalt is
dat het huis door een klokketorentje werd bekroond in die tijd evenals trou-
wens Over Holland. Op de zolder van Rupelmonde is het onderstuk van dat to-
rentje nog te zien. Het tweede interessante gegeven wordt gevormd door de
beide berceaux aan weerszijden van het huis langs de Vecht, die een geometri-
sche tuinaanleg doen vermoeden. Daarachter bevindt zich echter hoger op-
gaand geboomte, dat zich niet goed verenigt met een formele Franse tuin. Mo-
gelijk was daar sprake van een overgang naar een landschappelijke aanleg,
maar had men van de beide loofgangen, die toen zeker indrukwekkend ge-
weest zullen zijn, - immers in 1719 bestond de zuidelijke gang al - geen af-
25
-ocr page 26-
Afb. 3. "Over Holland" vanaf de Klei- of'Heren weg, nu RijkssUaatweg te Nieuweisluis. Met waterverf
ingekleurde gravure door H. Numan, 1793. (Coll. auteur)
scheid kunnen nemen. De tegenstelling tussen de netjes beschoeide oever van
Rupelmonde en de onbeschoeide oostelijke Vechtoever met de drie rolpalen
langs het jaagpad is opvallend. Numan deelt bij de prent mee, dat Jacob Ber-
thon, die met de dochter van Lucas Bols, Benina Sophia was getrouwd, in 1768
''het oude Woonhuis ... bijna geheel veranderd, en tot den tegenwoordigen staat gebragt
heeft."
Uit de roodbruine kleur die Numan aan de muren gegeven heeft, blijkt
dat het huis toen ongepleisterd was. De heuvel of wal rechts voor op de teke-
ningmoeteen deel van de toenmalige omwallingvan het fort Nieuwersluis zijn.
Hermanus Numan
In onze buurt heeft Numan alleen nog Trompenburgh in 's-Graveland met
twee aanzichten opgenomen in zijn eerder genoemde prentwerk. De overige
door hem afgebeelde buitenplaatsen zijn Elswoud en Oosterduin te Overveen,
Karssenhof bij Ouderkerk aan de Amstel, Velserbeek en Waterland te Velsen,
de Schaffelaar te Barneveld, Voorland in de Watergraafsmeer bij Amsterdam,
Boekenrode te Vogelenzang, Oud Berckenrode en het Klooster bij Heemste-
de. Van enkele buitens toont hij ook een gezicht in het park. Samen waren dat
dus 24 prenten van 14 buitens.
26
-ocr page 27-
Alb. 4. l-lupclmondc vanaf Ion Nicuwcrsluis, naar het zuiden gezien. Rechts is een deel van de aar-
den wal om het fort te zien. De berceaux aan weerszijden van het huis duiden op een traditioneel-
geometrische parkaanleg, doch de hogere bomen daarachter doen vermoeden dat die plaats ging
maken voor de Engelse mode. Met waterverf ingekleurde gravure door H. Numan, 1793. (Coll.
au tem)
In het inmiddels gesneefde blad Antiek'' werd in 1979 de doopceel gelicht van
Hermanus Numan waaraan het volgende is ontleend.
Hij werd in 1744 geboren in Ezinge bij Groningen, waar zijn vader en grootva-
der een atelier hadden voor het maken van verlakte meubels en andere ge-
bruiksgoederen. Men maakte daar Japanse en Chinese lak versieringen na
door de gedecoreerde producten met een glimmende laklaag af te werken.
Hermanus begon in dat atelier met het beschilderen van voorwerpen met oos-
terse motieven onder leiding van Johannes Franciscus Francé. Voor zijn verde-
re opleiding ging hij in 1761 samen met Egbert van Drielst (1748-1818) voor
vier jaar in de leer bij de Haarlemse behangselschilder Jan Augustini (1748-
1822). In 1768 adverteerde hij in de Groninger Courant waarbij hij zich aan-
dient als portretschilder in olieverf en crayon en als behangselschilder.
Datzelfde jaar vertrok hij naar Parijs waar hij twee jaar werkte in het atelier van
Noël Hallé (1711-1781) en bij de graveurJ.Ph. Ie Bas (1707-1783). In 1770/1
vestigde hij zich voorgoed in de Amsterdamse Warmoesstraat, waar hij veel por-
tretten maakte. Ook was hij werkzaam als etser en graveur van topografische
27
-ocr page 28-
onderwerpen zoals de onderhavige buitenplaatsen, tevens komen stadsgezich-
ten van zijn hand voor. In 1780 werd hij poorter van Amsterdam en lid van het
Sint Lucasgilde.
Metjurriaan Andriessen (1742-1819) schilderde hij decors voor de nieuwe
schouwburg in Amsterdam, die de oude (op 11 Mei 1772) afgebrande zaal ver-
ving.
In 1773 publiceerde hij een uit het Duits vertaald boek van Raphaël Mengs dat
in 1762 was verschenen: Gedagten over den Smaak, beneevens eene verklaring van de
schoonheid in de schilderkunst.
Hij voorzag mede in zijn onderhoud door het ge-
ven van tekenlessen hetgeen tussen 1807 en 1812 uitmondde in een viertal bro-
chures. Daarin werden op gemakkelijk te bevatten wijze respectievelijk de eer-
ste beginselen van de tekenkunst, de leer van het perspectief, het tekenen van
bomen en landschappen en tenslotte het aanbrengen van schaduwen behan-
deld. De lesstof werd nauwkeurig door hem geïllustreerd met tachtig afbeel-
dingen.
In 1774 is hij getrouwd met Anna Maria van Starkenborch (1758-1790) uit
Utrecht.
Hij werd lid van het prestigieuze Koninklijk Nederlands Instituut te Amster-
dam en is vanaf 1801 een der directeuren geweest van de Amsterdamse tempel
der kunsten Felix Meritis (Het prachtige laat 18'' eeuwse gebouw waarin dat ge-
nootschap huisde verkeert heden in een erbarmelijke staat).
In 1793 zond hij ter aankondiging van zijn uit te geven plaatwerk over buiten-
plaatsen een prospectus rond samen met twee voorbeelden. In de vier volgen-
de jaren heeft hij een aantal schetsen en geaquarelleerde tekeningen van bui-
tens gemaakt waarvan exemplaren bewaard bleven in de verzamelingen van:
het Rijksarchief te Haarlem, museum Boymans, het Groninger Museum, het
Historisch museum Amsterdam, het Rijksprentenkabinet, de Noro stichting
en het Prentenkabinet van de Leidse universiteit. Ook op het huis Sparren-
daal in Driebergen hangen aquarellen van zijn hand van gezichten in het
park.
De eerder genoemde 24 prenttekeningen van 14 buitens vormen Numans keu-
ze hieruit. Het zou kunnen zijn dat alleen de eigenaren van die 14 buitens in-
schreven op zijn serie. De tekeningen zijn in wezen aquarellen met als basis gra-
vures waarbij de ondertekeningen vrij summier licht gegraveerd zijn. In de
verte is die techniek te vergelijken met het schilderen op tegels waarbij door
middel van een zgn. spons de basisfiguur op de (natte) tegel werd overge-
bracht. Die werd daarna met een penseel na getrokken en uitgewerkt.
Het aantal series zal vrij beperkt zijn geweest daar het inkleuren met waterverf
met vaste hand en zeer kunstzinnig is uitgevoerd. Wel valt op dat in de door
schrijver bestudeerde map tekeningen de laatste twee, uit 1797, (Oud Bercken-
28
-ocr page 29-
rode bij Heemstede) wat haastiger en iets minder fraai zijn ingepenseeld dan
de overige.
E. Munnig Schmidt                                                                        Loenen 2001
Noten
1.   Numan, H, Vier en Iwinlig Printlekeningen mei coukuren verbeeldende Hollandsche buitenplaatzen met
derselver beschrijvingen na het leven getekent en in plaat gebracht door,
Amsterdam 1797. Dezelfde titel
in het Frans. Ook de beschrijvingen zijn mede in het Frans; E. Munnig Schmidt, 'Hoffwerk. Een
verdwenen buitenplaats', m: Jaarboekje O.G. Niftarlake 1997, blz. 38-55.
2.   Graft, C.C. van de, Agnes Black, dissertatie Utrecht 1943, blz. 65.
3.   Buynsters-Smets, L., Antiek, 14e jrg. nr. 4, 1979, blz. 245-259.
29
-ocr page 30-
Elsenburg
Van de eens zo trotse huitenplaats "Elsenhurg" te Maarssen is niets meer oven
Zou je denken. Een nadere heschouwing echter leert dat er toch allerlei he-
langwekkende delen van zijn hewaard, die soms op onverwachte plaatsen op-
duiken.
Het vroegere park van "Elsenburg", dat ligt tussen dat van "Goudestein" en
"Doornhurg", maakt in nu wat verwilderde toestand sinds 1810 deel uit van het
park van Doornburg. Een vrij eenvoudig smeedijzeren hek aan de Diependaal-
sedijk met de naam "Doornburg" erin op een gemetselde dam (dat nodig aan
herstel toe is) geeft aan waar men vroeger de weg naar het huis vond.
Aan de overzijde van die dijk ligt het grasland, dat hoort hij de boerderij van
"Elsenburg", die aan de Klokjeslaan ligt en in de gevel de naam van het oude
buiten draagt (afb. 1 en 2). Bij vrijwel alle grotere buitenplaatsen hoorden
voorheen een of meer boerderijen, die als geldbelegging dienden. Uit het in-
komen daarvan werden mede de kosten van de buitenplaats bestreden. Het is
uniek in de Vechtstreek, dat deze combinatie nog bestaat. Iets om zuinig op te
zijn die zichtbare symbiose van buiten en boerenbedrijf.
1. De boerderij "Elsenburg" aan de Klokjeslaan vanaf de Diependaalsedijk te Maarssen. Foto auteur.
30
-ocr page 31-
2. De boerderij "Elsenburg" aan
de KJokjeslaan te Maarssen .
Foto auteur.
"%^!% "X.
mfmrfm
I I
Aan de Vecht ligt ook het tot woonhuisje verbouwde stenen 18e eeuwse boten-
huis, dat ooit tot" Elsenburg" heeft behoord.
In het boek Plaatsen a/d Vecht en de Angstel werd al het een en ander over "El-
senburg" gemeld door R. Meischke.' Het oudste buitenhuis van die naam is
door Philip Vingboons' ontworpen voorjoan Huydecoper in 1634 (afb. 3). In
1719 beeldde Daniël Stoopendaal het huis afin De Zegepraalende Vecht (afb.
4) Het buiten was in die jaren van Theodorus de Leeuw, Heer van Abcoude en
Baambrugge, die ook het kasteel van Abcoude bezat. Zijn grafkapel siert nog
de N.H. Kerk te Abcoude.
31
-ocr page 32-
.ifA_____
'/" fff^i-Pi>w ■' > >n ^s'i^t-.
3. "Elsenburg" ontwerp aanzicht door Ph. Vingboons uit 1634.
32
-ocr page 33-
4. "Elsenburg" door D. Stoopendaal, gravure nr 14 uit De Zegepraalende Vecht" uit 1719.
Vergelijking van de afbeeldingen 3 en 4 laat concluderen dat er in de tusenlig-
gende jaren nog al wat aan het oorspronkelijke huis veranderd moet zijn. Of de
Fransen in 1672 daaraan debet waren is niet bekend. Wellicht dat de Maars-
sense pastoor Bijleveld het huis gered heeft zoals hij veel andere huizen daar
voor vernieling door de troepen van de katholieke Lodewijk XIV behoed heeft.
Claas Bruin, de dichter van "Speelreis langs de Vechtstroom" (zie in dit jaar-
boek hieronder) wijdt daarin aan hem drie coupletten. Dit in sterke tegenstel-
ling tot zijn aandacht voor "Elsenburg" waaraan hij slechts een regel toekent:
"Wij drijven Harteveld voorbij, En Elsenburg. Oh keurbanketten Voor 't graag
gezicht vol zwier en praal". Kennelijk betaalde Theodorus de Leeuw weinig
voor de enkele gravure in De Zegepraalende Vecht van zijn buitenplaats en liet
Bruin die dus links liggen.
Tussen 1795 en 1800 liet mr Jan de Witthetoude huis afbreken. Hij was een ver-
mogende patriot, die van 1787 tot 1795 was uitgeweken naar Frankrijk voor de
33
-ocr page 34-
y,/^ «».., <* iftOit^n.^.
5. Plattegrond belétage van het nieimc 'Elsenljui g" met i et hts de "Zaal" waarvoor de ontwerpen van
afb. 6, 7, 8 en 9 werden gemaakt.
Pruisische troepen, die stadhouder Willem V nog even in het zadel hebben ge-
houden.
Hij liet daarvoor in de plaats een enorm nieuw huis bouwen, waarschijnlijk ge-
tekend door de Amsterdamse Stadsbouwmeester Abraham van der Hart (afb.
5).
Daarvan wordt hier een aantal ontwerptekeningen voor de wanddecoraties van
de grote zaal getoond, die eveneens aan Van der Hart worden toegeschreven.^
In 1800 vertrok de familie De Witt toch maar en nu definitief naar Frankrijk en
werd het buiten verkocht aan de Utrechtse familie Nepveu-Roosmalen. Tien
jaar later heeft die het tevergeefs laten veilen - het was toen de tijd van de gro-
te verarming door het wegvallen van veel handel en de invoering van hoge be-
lastingen door Napoleon.
34
-ocr page 35-
4
«fflglggj^gjggjjl'^
40m^fg»m^^:.. .
ê S M ë ü i D D •# *^ '^ 'D ^ iJ èJ ••'
6 en 7. Ontwerpen voor de wanddecoraties \'an de Zaal op het buiten "Elsenburg" te Maaissen toe-
geschreven aan Abraham van der Hart, Stadsbouwmeester van Amsterdam uit ca 1795.
35
-ocr page 36-
^
r
i
1
1
i
8 en 9. Ontwerpen voor de wanddecoraties van de Zaal op het buiten "Elsenburg" te Maarssen toe-
geschreven aan Abraham van der Hart, Stadsbouwmeester van Amsterdam uit ca 1795.
36
-ocr page 37-
Daarop heeft men het huis voor afbraak verkocht en werd het slechts 15 jaar
oude pand in 1813 gesloopt. Het park werd ingelijfd bij dat van "Doornburg".
E. Munnig Schmidt                                                          Loenen Februari 2002
Noten
1. R. Meischkein MunnigSchmidl, E. en A.J.A.M. Lisman Plaatsen a/dVechtendeAngstel, 4e druk,
1997 Alphen a/d Rijn blz.19, 21, 56 en 232,
2.   K. Ottenheym, Philip Vingboons , 1989 Zutphen, blz.35, 189, 192.
3.   De Zegepraalende Vecht 1719 Amsterdam, afli.14
4.   CA. vanSwigchemetal.,HodshonHuis (Haarlem), 2001 Bussum blz. 112, 113, 114.
37
-ocr page 38-
Portret van "De Zededichter Claas Bruin"
Telkens wanneer de redactie zaken op het           ,                  i>K.m»'Mj^-^.fmm»wfj>mt>,i>fi,^^
spoor komt, die betrekking hebben met
de Vecht-en Angstelstreek, worden die in                                                          •-;'
ditjaarboekje geboekstaafd ten einde die
onder de aandacht van Vechtliefhebbers
te brengen. Het bovenstaande stuk en dit
stukje kwamen zo tot stand.
In het jaarboekje 1986, het jaar waarin
het Genootschap 75 jaar bestond, en dat
als catalogus uitkwam bij de jubileum
tentoonstelling, staat op blz. 71 een ge-
graveerd portret van Claas Bruin. Hij was
de dichter van het lange gedicht dat alle
buitenplaatsen langs de Vecht behandelt
en dat de gravures van Daniël Stoopen-
daal begeleidt in De Zegepraalende
"j^éa^jslffw ^',j*oi«^4ts*'ife8i*«sai»^s»'>^aa^!3ws*s«^^
Vecht, dat in 1719 uitkwam bij de wed.
Nicoiaas Visscher te Amsterdam. Het dichtstuk heeft als titel "Speelreis langs de
Vechtstroom".
Op de tentoonstelling van tekeningen "Hartstochtelijk verzameld" in Teyler's
Museum te Haarlem in de winter 2001-2002 hing de originele tekening waar-
naar de gravure werd gemaakt. Die tekening is in bezit geweest van Sybrand
Feitama (1694-1758) een bekend collectioneur van tekeningen en de dichter
van het vers onder de gravure: "Dit's Bruyn, De Cebes van het IJ, Het Licht der
Zedepoezij S.F.". S.F. staat voor Sybrand Feitama. Volgens Feitama's eigenhan-
dig geschreven tekst onder de tekening leek die beter op Bruin dan het niet
meer bekende schilderij, dat Norbert van Bloemen in 1731 eenjaar voor
Bruins dood van hem maakte. In 1733 werd de tekening vervaardigd door Jan
Maurits Quinkhard met het schilderij mede als voorbeeld.
De hierbij afgedrukte tekening is in rood krijt met enig wit op beige papier, 272
X 206 mm. Het is inv.nr. pp 207 van Teyler's Museum te Haarlem. Litt.: Ten-
toonstellings catalogus Toth Bussum 2001, blz. 137,138 en 139
E. Munnig Schmidt
Loenen Februari 2002
38
-ocr page 39-
De schilder Jan Adam Kruseman (1804-1862) en
Nieuwerhoek te Loenen
De journaliste Reinildis van Ditzhuyzen schreef in het NRC-Handelsblad van
06-09-2001 «ver het soort mensen, dat zich door de schilder Kruseman liet por-
tretteren. Dat waren in de eerste plaats de koning-Willem II - en zijn gemalin -
Anna Paulowna- en dan de leden van de haute bourgeoisie en de, in het begin
van de 19e eeuw vaak nieuw gecreëerde, adel. In alle gevallen waren het weige-
stelden, want een portret door hem moest ƒ400 kosten, meer dan een jaarin-
komen voor de gewone man.
Aan zijn schilderijen, meestal portretten, wordt dit jaar een tentoonstelling ge-
wijd in paleis- museum "Het Loo" in Apeldoorn, die op 4 October opengaat.
Mevrouw Van Ditzhuyzen had voor de Vechtstreek een historisch nieuwtje in
haar artikel verwerkt dat bleek verdere ramifïcaties te hebben. Namelijk dat op
Klii lil llii
'■ **' i'i;
Afb. 1. "Nicuwcrliuck" ie Loenen a/d Vecht door P. J. Lulgers (1859) zoals het door de weduwe A.
Pook van Baggen in 1825/26 werd gemoderniseerd. Het werd toen van een attiek en zes nieuwe dak-
kapellen voorzien en van empireramen i.p.v. de eerdere kruiskozijnen, ook werd het wit gestuct en
werden er nieuwe stucplafonds en een wandschildering in aangebracht. (Coll. Auteur)
39
-ocr page 40-
Afb. 2. Heriiincriiigsstliiifl aan
hel 2r)-jaiig licslaan van het U.V.
(Uveaans Vcrhi)nd). Op "Nieu-
werhoek" te Loenen a/d Veeht
werd op 12 Aiijriisttis 1827 dat jii-
bilemn gevierd door de leden.
(I'rivéeoll.)
n} dePlf<1i,c;^\'lerlji^>'aii bet
ffï?II h\\lï lic "l'4X\f^ Be("1 aan
Xüll ïl i'l C ï if iUU 't f t' Il t p
if*?j'
T»)
.w e t" lï £ e li « «1) 4 « Vc t lil
het huis "Nieuwerhoek" te Loenen leden van het "Uriaans Verbond" [moest
zijn "Uveaans"] elkaar ontmoetten. En verscheidene leden daarvan zijn door
Kruseman geconterfeit.'
Van een dergelijk verbond had nog niemand ooit vernomen en dat vroeg der-
halve om enig onderzoek. Een nazaat van de familie, door mevrouw Van Ditz-
huyzen gevonden, kon helderheid verschaffen.
Het bleek te gaan om een soort gezelligheidsclubje van een tiental heren. De
naam "Uveaans " was een verzinsel en heeft geen betekenis. Hun wapenspreuk
was: "Het doet er niet toe", maar ook werd steeds getoast tijdens diners op "Fra-
ternité Eternelle".
Op 12 Augustus 1827 vierden zij het 25jarig bestaan van het "Verbond" in het,
eenjaar eerder, door Willem Pieter (Amsterdam 1793-1854 aldaar) en zijn
40
-ocr page 41-
Afb. 3. Combinatieportret van Abraham Pook van Baggen en zijn vrouw Johanna Catharina Berger
met Abraham's moeder Dinajeanette van der Laken doorJA. Kruseman postuum geschilderd in
1831. Vergelijk afb. 11, 12 en 13 met deze afbeelding. (Olieverf op doek 98 x 81 cm, privé coll.)
broer Nicolaas Jan Pook van Baggen (Amsterdam 1796-1856 aldaar)^ geërfde
huis "Nieuwerhoek" aan de Vecht te Loenen, afb.1. Die wijsheid wordt ont-
leend aan een, in een met goud versierde rood marrokijnlederen band gesto-
ken, herinnerings geschrift' afb.2.
41
-ocr page 42-
Ail). 4. Kolfiekan van hel thine de
commande servies mei liel wapen
\'an de familie Pook van Baggen, dat
vöör 1786 gemaakt zon zijn.(Veiling
Clnistie's New Yoik 2.5-1-2000,nr
2.57)
Hun vader Abraham (Voorhout 1759-1811 Amsterdam) heeft de wat kleinere
buitenplaats "Langgewenscht" aan de Vecht, vlakbij Loenen bezeten.^ Hij had
die in 1800 van Maurits Lout gekocht. In 1812 werd 77,- voor twee plaatsen in
de grote kerk te Loenen betaald.'' De buitenplaats was gelegen aan Oud Over,
nu te Loenen, maar toen gemeente Loosdrecht, en grensde aan de zuidkant
aan de Bloklaan. Het buiten lag in het rijtje kleinere buitens dat daar in de 18e
en vroege 19e eeuw te vinden was en die later alle zijn opgekocht door de heer
Van Reenen van "Vegtlust" om daarvan het nog bestaande 23 ha grote land-
goed te formeren.'^ Alleen "Bijdorp" werd gespaard.
Nog in 1815 bezat de weduwe Pook van Baggen de buitenplaats van 3 morgen
508 roe en 19 morgen 300 roe weiland, voorts in de Mijndense polder de boer-
derij "Vecht en Schans" met 31 bunder ("36 morgen 450 roe oude maat" staat
erbij) en in de Stichtsche polder ten oosten van de Angstel de boerderij "Zon-
nezaad". Ook had zij het land waarop voorheen de buitenplaats "Beereveld"
heeft gestaan. Dat ligt tussen het buitenplaatsje "StichtRust", dat tegen Nieuwer-
sluis aanligt en de boerderij van "Ouderhoek", nu van de familie Van Engen.
De weduwe Pook van Baggen wordt in de stukken "rentenierster uit Amster-
dam" genoemd. Vóór 1826 moet zij "Langgewenscht" verkocht hebben want
het komt niet meer voor in de lijst van haar nagelaten bezittingen.
In 1824/5 heeft zij het nu nog bestaande "Nieuwerhoek" gekocht, waarvoor
42
-ocr page 43-
Afb. 5. Het familiewapen Pool<
van Baggen. Het linker boven
veki is rood niet in goud het
hai't en de bloemen, het rechter
bovenveld is grijs met in licht-
grijs de geharnaste arm. Ljnks-
onder een blauw veld met een
gotiden leeuw en rechtsonder
een gouden veld met een rood
hart en drie groene klaverbla-
den. (Vorsterman van Oven,
deelIII, biz. 29en44.-|)
j3
f
OOK VAN
.A,GGEN,
blijkens een bewaard gebleven kasboek de beroemde "J.D. Zocher architect" in
1824 reeds getekend moet hebben. Daarvoor kwam na haar overlijden, in Ja-
nuari 1826, nog een rekening binnen voor ƒ233.
Was dat voor de verbouw van het huis? Dat lijkt waarschijnlijk. In Februari 1826
werden ook de rekeningen van de timmerman L. Krook ƒ4058, de metselaars
Sparenberg & Benier ƒ3422.18, de loodgieter S. Flink ƒ493.72, de schilder H.
Edema ƒ957.42, de smid F. Louis ƒ422.20 en de behanger H. Lasterse ƒ434.20
betaald.
Dit zijn zulke forse bedragen dat die naar alle waarschijnlijkheid betrekking
hebben op de verbouwing van het huis en bijgebouwen van "Nieuwerhoek".
Mevrouw Pook van Baggen woonde 's winters in haar huis aan de Binnenkant
30 te Amsterdam.
Zij, Johanna Catharina Berger (Amsterdam 1763-1826 aldaar), was in 1789 te
Kleef getrouwd met Abraham Pook van Baggen als weduwe van zijn broer Hen-
43
-ocr page 44-
Aib. (i. WilIcMii PicMcr Pook van
Baggcn door [.A. Kruscmaii in
1832 voor./200,- gemaakt, even-
veel als voor de andere portrel-
ten(Olieverf op doek, 98 x 80.7
cm, privé (k)ll.)
drik Edward Lodewijk, afb. 3.^ Die broer was kapitein in dienst der V.O.C, en
voer niet alleen op Indië maar ook op China. Hij overleed in 1786 in China op
zijn schip "Beverwijk", waarmee hij vlak na zijn huwelijk, dat in Januari 1785
plaats had, scheep ging naar de Oost. Waarschijnlijk heeft hij, wellicht ter gele-
genheid van zijn huwelijk, het chine de commande servies laten maken waar-
van in de familie nog meerdere stukken over zijn. Als decoratie staat het fami-
liewapen erop met daaromheen een Lodewijk XVI versieringselement, afb. 4.
Vergroot ziet dat wapen er uit als op afb. 5.
In 1783 was Abraham voor zes jaar naar Demerary [later Engels Guiana] ge-
gaan naar de plantages: "De Herstelling", "Le Triumph" en "Beeter Hoop", die
zijn moeder Dinajeannette van der Laken (1721-1807) als mede- eigenaresse
bezat. Het toenmalige familiefortuin lijkt daarvan te stammen. Later was hij fir-
44
-ocr page 45-
Afl). 7. Fiflei- Pook van Bag-
gen, middelste zoon van Abra-
ham, (miniatuur op ivoor 4.8
X 4 tm privé eoll.)
mant in de bonthandel Van Baggen en Steinbrenner, die zijn nering had in het
huis Binnenkant 19 te Amsterdam, dat eigendom was van Abraham.
Ook zijn jongste zoon Nicolaas Jan heeft de sfeer aan de Vecht weten te waar-
deren, want in 1835 kocht hij "Rupelmonde" te Nieuwersluis waar hij en zijn fa-
milie tot 1846 de zomers doorbrachten.^ Middelste zoon Pieter(A'dam 1796-
1827 Wageningen), afb. 7, huwde in 1820, "te Oud Over ten huize van P. van
der Paauw aan de Mijndense sluys bij Loenen", Johanna Bartina Haenq'ens
(A'dam 1785-18-). Dat is merkwaardig want waarom is hij niet op het familie-
buiten getrouwd? Van der Paauw werkte veel voor de familie en was huurder
van een van hun boerderijen. Na hun huwelijk moet Pieter naar de West zijn ge-
gaan naar zijn moeders plantage "Beeter Hoop". Hij kwam naar Nederland te-
rug en kocht huis "Andelst" te Wageningen. Hij zou onder-directeur van een"
plantagie" in Loosdrecht geweest zijn.'' ™ ^
45
-ocr page 46-
Afl). 8. JohaiiMH Klisalx-lh Pook
van Baggcn-RalulcT' dooi ).A.
Kiuscmaii 18:^2 (Olicxeif op
doek 98 X 81 (in, piivr coll.)
Abrahams oudste zoon Willem Pieter, afb. 6, had bij zijn huwelijk, dat in 1830
op "Nieuwerhoek" plaats vond, metjohanna Elisabeth Rahder (A'dam 1810-
1841 aldaar), afb. 8, het beroep "reeder" opgegeven", maar in een andere
akte'" staat "grondeigenaar". In Maart 1832 wordt hij in de kadastrale legger
"rentenier" genoemd; hij zal van alles wat gedaan hebben om uit zijn duidelijk
aanmerkelijk vermogen een inkomen te verkrijgen. Van hun moeder hadden
de drie broers in 1826 ieder ƒ161.593 geërfd, welk bedrag men zeker met 100
mag vermenigvuldigen om een idee te krijgen van de koopkracht in guldens
van 2001. Broer Pieter wilde alleen geld terwijl de beide andere broers de roe-
rende en onroerende goederen voor de helft deelden.
In 1828 heeft W.P. Pook van Baggen van zijn broer Nicolaasjan diens helft van
de onroerende goederen overgenomen.
Bij de buitenplaats "Nieuwerhoek" heeft hij wat later het ten zuiden naastgele-
gen buiten "Ruyg en Hoff" getrokken.. Ten westen van beide lag boerenland
met de nog bestaande, in de 20e eeuw herbouwde, boerderij "Nieuwerhoek",
bij het huidige poldergemaal. De percelen liepen door vanaf de Rijksstraatweg
46
-ocr page 47-
Afh. 9. NicohiHs Jan Pook van
Baggcn door |.A. Kiuseman
1831 (Olieverf op doek 98 x 82
cm, privé coll.)
tot aan de Anxster of Angstel. Later hebben eerst de spoorweg en daarna het
Merwede- nu het Amsterdam-Rijnkanaal dat land in tweeën gesneden. In de
stukken staat dat de buitenplaats was vergraven hetgeen kan slaan op de ver-
landschappelijking van het park, die in die jaren plaats moet hebben gevon-
den. Op de kadastrale kaart uit 1832 staan de slingervijvers in de overtuin van
"Nieuwerhoek" getekend, die nu sinds lang gedempt zijn. Een drassig stuk aan
de noordkant van de boomgaard daar is al wat er over is van de parkaanleg. Op
die kaart staat ook de vinkenbaan in de overtuin gemarkeerd waarmee vinken
en andere trekvogels werden gevangen door middel van slagnetten.
"Nieuwerhoek" was in 1833 groot 17 bunder en "Ruygenhoff bijna twee. Ach-
ter boerderij "Nieuwerhoek" lagen ruim 26 bunder, die Willem Pieter voor
ƒ10560 uit de boedel overnam. Ook verwierf hij in 1828 uit de boedel het land
van de oude buitenplaats "Beereveld" ten noorden van Nieuwersluis, die zijn
vader in 1811, een maand voor zijn overlijden, nog had aangekocht van Jan
Twisk. Voor het egaliseren van het oude park en het "demmen" van de Vijvers
moest hij ƒ1500 neertellen.
47
-ocr page 48-
Alb. 10. Hcni'ii'Uc Sophic I.ouise
l'ook van Baffgen-Oldenburg
(OlicvcilOp doek ,98.5 x 82.5
cm , ijrivc cdII.)
Het echtpaar Pook van Baggen-Rahder kreeg in Loenen zes kinderen en later
in Amsterdam nog twee. Het laatste, een dochter, werd op de hofstede "Ken-
nemeroord" te Heemstede geboren maar stierf 18 dagen na de geboorte te
Amsterdam en haar moeder daar eveneens, een halfjaar later. Acht kinderen
in tien jaar waren haar te veel geworden.
Er waren nog meer banden met de Vecht- en Angstelstreek.
Willem Pieter's vrouw was een dochter van Herbertus Rahder, wijnkoper, en
Gerredina Werremelda Stofft (die na de dood van haar man de zaak in wijnen
voortzette als fa.Wed. Rahder 8c zoon.) Haar ouders bezaten de nu verdwenen
buitenplaats "Geynwensch" te Baambrugge" en een van haar zoons, Johan
Coenraad, eveneens wijnkoper, kocht in 1843 het buiten "Valck en Heyning"
niet ver van "Geynwensch" in Baambrugge en nog bestaand.'^
48
-ocr page 49-
Alb. 11. Abraham Pook van Bag-
gen door Joh. Anspach. Op hel
combiiialifporlret hcefï Abra-
ham als bonlliandclaar een
iriooic boiugarnering aan zijn
ja.s gekregen (pa.slel, l.B x 10 cm,
privé coll.)
Na het vertrek uit "Nieuwerhoek" in 1837 heeft het echtpaar Pook van Baggen-
Rahder op Herengracht 501 gewoond. Na de dood van zijn vrouw verliet hij dat
huis en huurde Herengracht 223. Ook daar wordt hij als koopman en reder be-
schreven.'''
Zijn broer Nicolaas Jan, afb. 9, eveneens koopman en reder, firmant van het
handelshuis, fa Van Raggen, Parker & Dixon, woonde ca 1837-1855 op Heren-
gracht 603. Hij was in 1828 gehuwd met Louise Sophie Henriëtte Olden-
burg(Buer 1796 - 1871 A'dam), afb. 10, die na de dood van haar man in 1856
in dat huis bleef wonen met haar zoon Nicolaas Jan jr (A'dam 1830 - 1884 Spa),
die het tot 1876 bewoonde. In 1835 had zijn vader zoals gezegd "Rupelmonde"
gekocht als zomerverblijf, dat hij tot 1846 behield. Hun huwelijk werd te Am-
sterdam "voor de regering", burgerlijk dus, gesloten doch het werd bij zijn
broer op "Nieuwerhoek" in Loenen kerkelijk bevestigd.
49
-ocr page 50-
Alb. 12. johaniia Calharina
Pook vaii Baggen-Berger
door Joh. Anspach (pastel
1$ X 10 cm privé roU.)
Zoon Nicolaasjan jr is eerst op 54-jarige leeftijd, in April 1884, te Brussel ge-
trouwd met de uit Gent afkomstige Pauline de Vrieze (geb. 1843) en al in De-
cember van dat jaar overleden. De familie vertrouwt dat niet helemaal.
De merkwaardige, niet erg Hollandse naam Pook van Baggen is inderdaad niet
Nederlands maar Deens. In 1686 wordt Pieter Lambert Poock, koopman, af-
komstig uit Ribe, een stadje in Zuid Denemarken, ingeschreven als ingezetene
van Amsterdam.
Zijn vader heette Lambert Baggesen en was getrouwd met de dochter van dr Jo-
han Pouch, de apotheker ter plaatse, Lene Johansdr. Bij zijn emigratie naar
Holland heeft Pieter Lambert dus in eerste instantie de vernederlandste naam
van zijn moeder gebruikt, maar later heeft hij die van zijn vader, ook verneder-
landst, daaraan toegevoegd. De c van Poock heeft een latere generatie niet
meer begrepen en wat ouderwets gevonden en laten vallen.'*
50
-ocr page 51-
Afb. 1.^. Dina jcaneltc Pook
van Baggcn-vaii der Laken
door joh. Aiispach (pastel
l.S X 10 cm privé coll.)
Van het fraaie combinatieportret van Kruseman, afb. 3, dat Nicolaas Jan in
1831 liet maken zijn de voorbeelden eveneens bewaard gebleven, nl. van Abra-
ham, afb. 11, van zijn vrouw, afb. 12, en van zijn moeder, afb. 13. De schilder
daarvan, Johannes Anspach(l751-1821), werd in Duitsland geboren, maar is
vanaf 1791 in Nederland werkzaam geweest en in Rotterdam overleden. Hij was
een gewilde portrettist, die hoofdzakelijk in pastel werkte.'"'
Noten
1.   IrJ.G. Kam,J.A. Kiuseman.yS. Amstelodamum nr 52, 1960, blz. 144-172.
2.   Het geschrift bevindt zich in privé bezit. Leden van het "UV"="UveaansVerbond" Nicolaas Jan
Pook van Baggen president, Willem Pieter Pook van Baggen, zijn oudere broer; E, Slaghek, Lu-
deker, F. Charbon, G. van den Berg, honorair lid; J.G. Meylink, secretaris, J. Baratty, Burry en E.
Scheer van Lank. Slaghek en Scheer van Lank zijn ook door Kruseman geportretteerd evenals
de heer Laan Willink van Hoffwerk te Breukelen, W.H. Gomperts van Breeëvecht in Vreeland,
51
-ocr page 52-
J.H. Lilden die het buiten Ouderhoek liet atbreken, en P. Huidekoper van Vrede en Rust te
Breukelen.
3.    Nederlandse Genealogiën deel 10, 199,S, blz. 256 en 257.
4.   GAA, toegang 5075, not. Hanssen nr. 18904.
5.   Kerkbankenboek N.H. Kerk te Loenen registers der jaarlijkse betalingen.
6.   Gem.Arch. Loenen nr 21, Staat van ongebouwde eigendommen 1815. Deze slaal noeml de vol-
gende buitenplaatseigenaren van Noord naar ZAïid:
Pieter van der Mersch koopman te A'dain(Oostervecht); Jan Samuel Roberl, predikant ie A'-
dam, plaats was 1 morgen pal naast Oostervecht; Johanna C'ornelia liaars wed Diederik Homoet
"rentenierster op Oud Over" en "Nu [= 1816] Nicolaas Laurens Burman op de Keizersgracht te
A'dam" (Vecht en Lommer); Pieter Bel (OudOver); Cornelis de Bruijn Martinusz (Bijdorp); Mr
Gerlach Cornelis Johannes van Reenen (Vegtlust); Anthon de Koek, "ontvanger te A'dam" met
1 morgen (mogelijk Vecht en Dijk); Wed. Andries Galkoen "rentenierster te A'dam" voor een
buitenplaats met ?> morgen en 2,5 morgen weiland (?) en dan de Wed. A. Pook van Baggen mei
4 morgen en 19 morgen weiland (Langgewenscht).
7.   Paatsen a/d Vecht, 4e ed. Alphen a/d Rijn 1997, blz. 251.
8.   Deze Pieter had een zoon Abraham P.v.B. gehtiwd met G^hristina F.van den Heuvel. Zij kregen
voor hun scheiding een zoon Pieter Johannes, die eerst medicijnen studeerde aan de kweek-
school voor geneeskundigen te Utrecht maar later spoorwegambtenaar werd. Hij trouwde eerst
met Anna Oskam uit Utrecht, een winkelierster (een mésaillanee vond de familie) en na haar
overHjden met haar zuster Mien. Die laatste zorgde voor haar neel' (zoon van haar broer), die la-
ter naar Indic ging en bij een inland.se drie kinderen kreeg. Die zoon nam na het overlijden van
PJ. Pook van Baggen zijn naam aan als Oskam Poock van Baggen. Hij is met zijn kinderen en in-
landse vrouw naar Canada gegaan waar nu nog nazaten wonen, die alleen de naam Poock van
Baggen zijn blijven gebruiken als familienaam tot groot ongenoegen van de toen nog levende fa-
milie P.v.B.
9.    /Ved.Pai): 7 9i9, 25e Jg. Blz. 188
10. Gem.Arch. Loenen, Trouwboek voor 18,S0. Daarin staan ook de getuigen genoemd: broer Nico-
laas Jan, koopman, Gerrit Pos 58 jr. zonder beroep, Pieter van der Pauw, 51 jn, veehouder op Oud
Over en Petrus Benier, metselaar, allen uit Loenen.
n.p. Niftarlake 1988, blz. 41.
12. Plaatsen aan de Vechten deAngstel, 4e ed. Alphen a/d Rijn, 1997, blz. 251.
13.  Vier eeuwen Herengracht, Amsterdam 1976, nr 223 en 501.
14. Ned. Gen. 1996, deel 11, blz. 400 en 401.
15. P.A. Scheen 1981.
52
-ocr page 53-
DORTMONT - ZORGVRIJ
RUSTENBURG - OVERDORP
POELESTEYN - OUD RUSTENBURG
Drie in de geschiedenis nauw venüeven buitenplaatsen in Baambrugge
Introductie
Tegenover de brug over de A ngstel, waaraan Baambrugge haar naam ontleent, stond aan
het einde van del 7e eeuzv een drietal buitenplaatsen, die met de hun toebehorende gron-
den geheel bij elkaar aansloten
(afb. 1).
In de loop der eeuwen is het herhaaldelijk voorgekomen dat twee van de drie buitens aan
dezelfde eigenaar behoorden, doch in verschillende combinaties. Zij vonden hun oor-
sprong in één grote boerderij.
De lotgevallen van deze buitenplaatsen en hun bewoners laten zich daarom het meest over-
zichtelijk per tijdsspanne vertellen, te beginnen in de eerste helft van de 17e eeuw.
De 17^" en het eerste kwart van de 18*^ eeuw
Voor de ontwikkeling van onze omgeving is het jaar 1626 van belang, vóórdien
bezaten Amsterdammers in deze streek nog slechts één buitenplaats, namelijk
Goudestein in Maarssen.' De handel van Utrecht was in die jaren reeds eniger-
mate tanend, terwijl Amsterdam in volle opkomst was, waarvan Utrecht hoopte
een graantje mee te pakken, er daarbij voor zorgend dat de handelsroute dóór
de stad zou blijven gaan. De voor de handel zo onmisbare scheepvaart tussen
beide steden, en voor Amsterdam met het achterland, geschiedde echter 'bui-
tenom' over de Zuiderzee naar de Vecht: voor de kleine binnenschepen geen
sinecure.
Daarom sloten beide steden in 1626 een overeenkomst om te komen tot de
aanleg van een zand- en jaagpad neffens de oude vaert van Ouderkerck off tot Breuc-
kelen toe ende een wagenimgh van de Voetangel tot Abcoude}
Voor de realisering, die in de jaren 1626-1629 plaats vond, nam het Provinciaal
Bestuur van Utrecht de verplichtingen van de stad Utrecht over.
De opkomst van de geregelde diensten per trekschuit, waarmee men in 2 a 2 'A
uur vanuit Amsterdam in deze omgeving kon zijn, dateert ook uit die jaren; ver-
trekpunt in Amsterdam: de Beerenbeyt (afb. 4). De tocht per rijtuig was be-
paald minder comfortabel en in de winter vaak onmogelijk.
53
-ocr page 54-
Afb. 1. Fragment van de kaart van Gerrit Drogenham, ca 1700. (ARA Den Haag)
Afbeelding 5 geeft de situatie ter plaatse van de te bespreken buitenplaatsen
weer: tegenover de brug nog slechts één boerenopstal, waaruit Overdorp zich
zou ontwikkelen, en van het zand- en jaagpad is nog niets te zien.
Een gefortuneerde koopman uit Amsterdam, Jan Roupe, was blijkens zijn boe-
delscheiding uit 1648 eigenaar van deze landerijen, waarop dan reeds één bui-
tenplaats was gesticht: Dortmont geheten, met 9 morgen land."* Daarnaast lag
nog de boerderij: Rustenburgh met 10 morgen, met aan deze bezittingen aan-
palend nog 16 morgen wei- en hooiland. Dit complex van 35 morgen werd ge-
flankeerd door twee boerderijen, die door de eeuwen heen afzonderlijke boe-
renhofsteden zijn gebleven.
Registratie van eigendomsoverdrachten in die periode hebben de archieven
niet kunnen prijs geven: van een in de 17e eeuw in Abcoude residerende nota-
ris zijn in het geheel geen archieven bewaard gebleven, terwijl de archieven van
het gerecht Abcoude-Baambrugge eerst van na 1680 zijn bewaard.
54
-ocr page 55-
. afHrrten,7tt' ,. H* OKKRf.T t tv
l 1 V KUSVKI. .
Afb. 2. Dortmont/Zorgvrij, ca. 1730. (OAAB Mijdrecht)
Hoe het zij, het op de gravure van afb. 2. weergegeven herenhuis Dortmont, na
1683 Zorgvrij genoemd, is vóór 1648 gebouwd.
Nadien zijn door zijn erfopvolgers de aanpalende 16 morgen weiland verkocht
ten behoeve van de bouw van de buitenplaats Poelesteyn (afb. 3).
De verbeterde verbindingen maakten dat aan het einde van de 17'^ eeuw een
groot aantal buitenplaatsen langs de Angstel tot stand was gekomen (afb. 1 en
6), alle welcke hoffsteden geen kleyne luyster bijzetten, en des zomers haar seer volkryk doet
syn,
zoals de Geheymschrijver van Staat en Kerke der Vereenigde Nederlanden
in 1759 schreef. (Voor de kleinere buitens, zoals de meeste langs de Angstel,
kwam eerst in het tweede kwart van de 18^ eeuw langzamerhand de naam bui-
55
-ocr page 56-
J'oiUeruiti/n Zicu de Tlcusa/'ice. de.M'Jgyix- JSauott^ Toeierusiyn., Xtwiplaat? vati. deri. Iffisn jAif
Afb. 3. Poelesteyn, ca. 1730. (OAAB Mijdrecht)
tenplaatsïn zwang; vóórdien sprak men van hoffsteden, te onderscheiden in hee-
renhoffsteden en boerenhoffsteden.)
De architectuur
De hoofdopzet van de buitenhuizen langs de Angstel laat zich niet vergelijken
met de buitens die aan de westzijde van de Vecht in Loenen en Breukelen zijn
gebouwd, omdat daar de gevel aan de wegzijde en die aan de zijde van de rivier
beide als belangrijk werden gezien. Aan de Angstel lagen weg en rivier aan de-
zelfde zijde zoals dat ook het geval was bij de vele buitenhuizen langs de Amstel.
De achterzijde was bij deze situering minder belangrijk, daar lagen de bij de
buitenplaatsen behorende boerderijen en daar waren ook vaak aanbouwen en
bijgebouwen van het herenhuis gesitueerd.
56
-ocr page 57-
Het is bekend dat de oorlog, die met het rampjaar 1672 begon en met de vrede
van Nijmegen in 1678 werd beëindigd, een belangrijke caesuur in de architec-
tuur heeft veroorzaakt. Dat heeft vooral betrekking op Amsterdam en de door
Amsterdammers in de omgeving gerealiseerde gebouwen.
De in het jaarboekje van 1998 besproken buitenplaatsen Meerleveld, Ipenburg
(afb. 7) en Langversweegen vertonen een grote overeenkomst en zullen in het
vierde kwart van de 17'' eeuw gebouwd zijn.
De huizen van Zorgvnj en Poelesteyn zijn evenwel ouder dan de 3 eerder ge-
noemde, waarbij de architectuur doet vermoeden dat Zorgvrij een tweetal de-
cennia eerder is gebouwd dan Poelesteyn. De aivverking van de hoofdingang is
bij Poelesteyn bepaald voornamer; de boogjes boven de ramen bij Zorgvrij zijn
van een eerdere tijd, zo ook het daarboven uit de gevel oprijzende topgeveltje
('trapgeveltje') dat bij Poelesteyn in de dakgoot staat, van klauwstukken is voor-
zien en met een tympaan is afgedekt.
Ook de gevelversieringen bij Poelesteyn wijzen op een latere realisering, zoals
die ook bleek uit de boedelscheiding uit 1648.
De opzet van beide huizen is in zoverre anders dat bij Zorgvrij sprake is van een
hoog onderhuis, waarin wellicht de slaapvertrekken waren gesitueerd, waarbo-
ven de hoofdverdieping lag. Bij Poelesteyn is de hoofdverdieping beneden ge-
situeerd, op een vrij hoog basement, waarin op de gravure geen ramen zijn te
ontdekken; de slaapverdieping is boven. Zorgvrij zal zo zijn ontworpen, opdat
vanuit de hoofdvertrekken een goed uitzicht over de rivier kon worden verkre-
gen. Wellicht was dat bij Poelesteyn niet nodig en heeft daar, zoals bij Ipenburg,
vóóraf ophoging van het terrein plaats gevonden.
Toch kan hieruit ook de veelvuldig optredende winterse wateroverlast worden
afgelezen; een oude polderbrief uit hetjaar 1486 spreekt daar reeds over. Deze
polderbrief heeft betrekking op Baambrugge-Oostzijds, de polder waar de nu
besproken buitenplaatsen in gesitueerd zijn. In de jaren 1672 en 1673 werd de
wateroverlast nog verergerd door de inundaties van de Hollandse Waterlinie.
In December 1675 was er opnieuw veel wateroverlast. Pas in Maart 1676 kon ds
Halma van Baambrugge de broeders en zusters tot dankbaarheid opwekken,
nademael de Heere nae syn grote goedertierenheyt ons weder boven hope ende verwachtin-
ge van de waleren verlost heeft!'*
Het hoge onderhuis bij Poelesteyn en Zorgvrij was er niet voor niets en in deze
toestand kwam pas enige verbetering door de bouw van een sluis te Muiden in
1674, vóórdien stond de Vecht in open verbinding met de aan eb en vloed on-
derhevige Zuiderzee tot aan de Hinderdam, een in 1326 aangelegde dam met
sluis en 3 ontwateringskokers.
57
-ocr page 58-
Bij de beide nu besproken huizen zijn in de zijgevel ramen te ontdekken, de
grote afwijking met het stadshuis, waardoor de achtergevel wat meer gesloten
kon zijn. Wij zien in het algemeen bij deze buitenplaatsen een breed maar on-
diep huis, hetgeen eveneens een belangrijke afwijking met het stadshuis vormt.
Vanaf de rivier maakte het huis zo meer indruk.
Dortmont - Zorgvrij,
Rustenburg - Overdorp,
Poelesteyn
Het is zeer aannemelijk dat Jan Roupe de oorspronkelijke boerenhofstede Rus-
tenburgh,
met in totaal 35 morgen heeft gekocht, teneinde daar het herenhuis,
op de hierbij weergegeven gravure Zorgvrij geheten, te laten bouwen. In zijn
tijd, - Jan, zowel als zijn echtgenote, Barbertie Fransz waren in 1648 reeds over-
leden - werd gesproken over de boerenhofstede 'xuaar Stad Dortmont vóór
rtaaf'. Afbeelding 8 geeft de situatie van 1672 weer, die zich laat vergelijken met
afbeelding 3 welke ons laat zien hoe het er in 1626 uitzag.
Blijkens een akte van 4 September 16.53 had wijlen Jan Roupe als koopman een
groot aantal vorderingen uitstaan te Wesel, Dortmund, Munster, Iserlohn en el-
ders in het Stift Munster en in Westfalen.'' De naam 'Stad Dortmont' zal met
zijn handelsgebied te maken hebben gehad, terwijl de Vrede van Munster het
voor de erfgenamen mogelijk gemaakt zal hebben, althans een deel van deze
oude vorderingen te innen.
Het echtpaar Roupe-Fransz had blijkens de boedelscheiding van 18 Maart 1648,
opgemaakt na het overlijden van beide echtelieden, twee dochters, Geertruida
en Maria, respectievelijk gehuwd met Paulus Pietersz de Witte en Gerhardt van
Hetling.® Zorgvrij én de boerenopstallen van Rustenburgh, alsmede de 16 mor-
gen die later werden verkocht voor de bouw van Poelesteyn, totaal 35 morgen,
werden met gronden in Vinkeveen, een huis aan de Coninxgracht in Amster-
dam (na demping van de gracht: Koningsplein), alsmede drie huizen in de Ro-
semarijnsteeg in deze stad, toegescheiden aan het echtpaar De Witte-Roupe.
Koopman Roupe had klaarblijkelijk een bij de Gouden Eeuw passend fortuin
vergaard; ondanks (of misschien wel dankzij) de SO^arige oorlog, die geleide-
lijk geheel Duitsland in zijn greep had gekregen en waarvan Jan Roupe het ein-
de niet meer heeft meegemaakt (1648). Zijn andere dochter verkreeg even-
eens een aanzienlijk aantal onroerende goederen, waartoe ook het 'huis waar
de Prins uithangt' behoorde; dat is de taveerne bij de brug in Baambrugge, die
later als 'de Oude Prins' bekend stond.
58
-ocr page 59-
Alb. 4. De Beerenbeyt. (OAAB Mijdrecht)
Dortmont - Sorgvrij
Paulus de Witte (1615-1667) was een zoon van Pieterjansz de Witte, die reeds
in 1612 te Amsterdam als koopman gevestigd was, gehuwd met Maria Corne-
lisdr Bosschenaerde.^ Pieterjansz de Witte voert terug op Jonge Jan de Witte,
in 1360 Schepen van Amsterdam.
Paulus Pieterszn de Witte werd ongeveer 1615 geboren (in 1652 was hij 37jaar
oud); hij was eveneens als koopman te Amsterdam actief.**
Paulus Pieterszn, die het gehele complex van 35 morgen met de opstallen van
Dortmont en Rustenburg van zijn schoonvader had geërfd, heeft met het be-
heer van de buitenplaats de nodige zorgen gekend; diverse akten, bij notaris
Van der Ven opgemaakt, getuigen daarvan. Zo protesteert Paulus op 20 April
1651 tegen het feit dat Jan Tengnagel - (1618-1682), de huurder van Dort-
mont,
wiens huurcontract Paulus van zijn schoonvader had moeten overnemen
- de buitenplaats had ontsierd en beschadigd door het kappen van bomen, ter-
wijl Paulus zich eerder al had beklaagd dat deze huurder het verhuurde als var-
kenskot misbruikte.^
Deze huurder, zelf als koopman te boek staande, is van 9 April 1652 tot 8 April
1662 failliet geweest, doch had juist vóórdat hij failliet verklaard werd notarieel.
59
-ocr page 60-
Afb. 5. Gezicht op Baambriigge anno 1626, door L.P. Scn mier in 1730 nagetekend van een uit 1626
daterende afbeelding. (Amstelland, lieji hoogheemmridsdiap in liaart en beeld. Alplien a/d Rijn 1971)
bij akte van 9 Januari 16.52, laten vastleggen, dat hij bij de beëindiging van het
huurcontract de sleutel aan Paulus Pietersz de Witte had overgegeven!'"
Ondanks de faillietverklaring werd Jan Tengnagel, stadhouder-baljuw van
Gooiland, op 6 juni 1666 aangesteld als .schout van Naarden.''
De familie Tengnagel had goede betrekkingen met het regentenpalriciaat
maar behoorde daar zelf niet toe. Wij zullen de naam Tengnagel later nog te-
genkomen bij de bespreking van de eigendommen van het geslacht Valckenier.
Op de kaart van Gerrit Drogenham uit 1700 (afb. 6) zijn ten zuiden van Baam-
brugge behoudens Valkenheyning nog twee bezittingen van dit geslacht aange-
geven. Een dochter van Jan Aerentsz Tengnagel, ossenkoper te Amsterdam, ge-
huwd met Annetje van Maenhoven, nl. Mary Jandr Tengnagel is ~ 1560
getrouwd geweest met Jan Gilliszn Valckenier, hun zoon was Gillis Jansz Valc-
kenier.''^
Paulus Pietersz de Witte is overleden in 1667 en is begraven in de kerk van
Baambrugge die in 1650 door vergroting van de kapel tot kerk was geworden.'''
Zijn Baambrugse eigendommen vererfden aan zijn zoon Pieter Pauluszn de
Witte, die in 1682 overleed.'''Vóórdien waren de overige weilanden reeds ver-
kocht en was daar vóór 1670 Poelesteyn gebouwd.
Door dit laatste overlijden kwam het tot een boedelscheiding omdat Pieter
meerdere rechtverkrijgenden had. In deze boedelscheiding zijn tevens de goe-
deren van diens vader, Paulus Pieterszn, begrepen. In het gerechtelijk archief
60
-ocr page 61-
rt/s ^Mfflen
I<o en der MO o ir
Alb. 6. Zuidelijk gedeelte van de kaart van Gerrit Drogenham. Ca 1700. Zie ook afb. 1.
van Abcoude wordt in 1682 de estimatie (taxatie) van de Baambrugse bezittin-
gen van Paulus vermeld: seckere huysinge en nog een huysinge met 20 morgen lant,
waarmede Dortmont én het latere Overdorp zijn bedoeld.'"' De annex gelegen
16 morgen waren inmiddels verkocht.
Voor Dortmont is de verklaring uit 1714 van belang:
Schout en Schepenen certificeeren en verclaeren waer en waerachtigh te sijn, dat de hof-
fstede en landerijen daeragter gelegen, groot sestien mergen lants, gelegen over Baembrugh
tot denjaare 1683 ende voormaels is genaempt geweest Dortmont, ende op den 20ejuly
door de Heerejohannes de Witte enjohanna Haan, weduxue van de Heere Pieter de Wit-
te die haer waren sterck maeckende voor de absente erfgenamen, alle erfgenamen onder be-
neficie van inventaris van Paulus de Witte getransporteerd aen de Heere Pieter Cronin,
die de voorschreven hoffstede heeft genaempt Sorgvrij, soo als deselve noch wort genaempt
tot huyden toe'}^
61
-ocr page 62-
(Deze verklaring uit 1714 geeft aan, dat er toen al schriftelijke stukken uit de 1T'
eeuw ontbraken. Verloren gegaan in 1672 bij de brandschatting van Abcoude?)
Rustenburgh - Overdorp
Voor wat betreft de hierboven genoemde opstallen van de oude boerenhofstc-
de Rustenburgh, geeft het volgende, uit 1724, een aardig beeld:
' de gesamentlyke eygenaars van de nagemelde perceelen geven procuratie aan hun broeder
Johannes de Witte om Ie verkopen seeckere huysinge, erve, ihuyn, boomgaard, stallinge en
plantagie met de landeryen daer aen behorende, tegens over hei Dorp Baambrugh, van
outs genaemt geweest Rustenburgh en tegenwoordigh Overdorp, tesamen grooi 3'/i mer-
gen, laatsi bezeeien of gebruikt geweest door Doctoor Johannes de Witte, hunner compa-
ranten vader saliger, beleni ten noorden de hoffstede van outs genaemi Dortmont en te-
genwoordigh Sorgvrij en aan de suydzijde de hoffsiede Poelesteyn genaemi, streckende uyt
het Geyn tot achter de Mooleniocht sloot'.
' ^
De verschillende akten maken duidelijk dat in 1648, bij de boedelscheiding van
Jan Roupe, de gebouwen van Rustenburgh nog op zijn naam stonden, en dat
deze in 1683 van het latere Sorgvrij werden al'gescheiden met 3 '/l< morgen land
en nieizan Pieter Cronin werden verkocht maar uit de boedel in handen kwa-
men van een zoon van Pieter de Witte, nl. Johannes de Witte, die daaraan reeds
in 1684 de naam Overdorp verbond.'**
Bij Sorgvrij behoorden sindsdien 16 morgen.
In de zetting op het huisgeld uit 1684 worden voor de besproken opstallen en
landerijen nog slechts twee eigenaren opgevoerd, namelijk de weduwe van Pie-
ter de Witte en Raadsheer Van den Broek, eigenaar van Poelesteyn.
De beschikkingen van 1683 waren in 1684 blijkbaar nog niet tot de belasting-
gaarder doorgedrongen. Poelesteyn omvatte 16 morgen, zodat de weduwe De
Witte (20 morgen) voor ƒ12-0-0 werd aangeslagen, en de Heer van den Broek
(Poelesteyn) voor/lO-O-O.'»
Afgaande op de architectuur van de opstallen, vergeleken met de afbeeldingen
3 en 8 is het duidelijk dat de besproken gebouwen van Rustenburgh door Jan
Roupe en zijn nazaten zijn opgewaardeerd en uitgebreid, zodat zij onder de
naam Overdorp een eigen leven als buitenplaats konden gaan leiden (afb. 9).
Johannes de Witte, een gepromoveerd medicus, die samen met zijn moeder in
1682/83 de nalatenschap van zijn vader en zijn grootvader heeft geregeld,
hield Overdorp buiten de verkoop aan Pieter Cronin. Hij is op deze buiten-
plaats gaan wonen, waar hij ook zijn medische praktijk uitoefende. Dit blijkt uit
62
-ocr page 63-
diverse zettingen op het familiegeld in de jaren '90.^" De aanwezigheid van vele
zomergasten op de buitenplaatsen zal in belangrijke mate aan zijn inkomen
hebben bijgedragen.
Hij en zijn echtgenote, Susanna Danckamp, hielden tussen 1688 en 1698 zes-
maal een kind ten doop in de kerk van Baambrugge; de laatste werd bij het
doopvont gebracht door hun oudste, in Amsterdam geboren dochter, Sophia.
Zij waren bij hun vestiging in Baambrugge reeds gezegend met vier kinderen.
We zien dokter de Witte vooral als raadsman van diverse inwoners van Abcou-
de en Baambrugge optreden, terwijl hij in 1706 ook ouderling werd van de
kerk van Baambrugge.-'
Susanna Danckamp overleed in 1716, terwijl Johannes de Witte in 1724de weg
van alle vlees ging.
Na zijn overlijden regelde Susanna van Wijk, echtgenote van Paulus de Witte,
een van de kinderen van Johannes, de nalatenschap. Zij koopt alle parten van
Overdorp - ook dat van haar echtgenoot - en verkoopt Overdorp tenslotte in
1727 aan Johannes Clerck. De opstallen ging de nieuwe eigenaar zelf gebrui-
ken, terwijl de weilanden al eerder verhuurd waren aan de toenmalige eigenaar
van Zorgvrij: Gerritvan Caspel, (1688-1742).-^
Van de diverse akten wordt hier slechts die van 4 December 1725 aangehaald,
die voorkomt in de gerechtelijke archieven:
Estimatie (taxatie voor de 13^' penning) ten versoecke van Susanna van Wijk, huis-
vrouw van Paulus de Witte, negen tiende parten in seeckere hoffstede, bestaande in een
huysinge,stallinge, tuyn, boomgaard en plantagien daer op staande, mitsgaders de lan-
deryen daer aen behorende, van ouds genaampt Rustenburgh, nu Overdorp, te samen
voor 3'/2 mergen, staande en gelegen tot Baambrugge onder den gerechte voorschreven, in
de Oostsyder polder, bij Susanna van Wijk gekogt van Johannes de Witte c.s.
(een van
haar zwagers ) voor de somma van f3.600,— ^^
Genoemde Johannes de Witte had procuratie om de diverse parten van zijn
broers en zusters te kopen. Het laatste part, dat van haar echtgenoot, heeft Su-
sanna zelf van hem overgenomen.
Bij de verkoop van Overdorp in 1727 voor ƒ4.500,- aan Johannes Clercq, ge-
huwd met Maria Delcourt, blijkt een zitplaats voor zes personen in de kerk van
Baambrugge te worden meeverkocht.^* Zo'n omvangrijke zitplaats zal Johan-
nes Sr, met zijn grote gezin van 10 kinderen wel nodig gehad hebben.
63
-ocr page 64-
'JyA^Tl                                            il                                    MOOLMKAAX .
Afb. 7. Ipenburg, ca. 1730. (OAAB Mijdrecht)
Tot zover de geschiedenis van Overdorp tot 1730, het jaar waarin ' Hollands Ar-
cadici
werd gepubliceerd en de gravure van afb. 9 in druk verscheen.
Sorgvrij - Zorgvrij
Sorgvrij intussen, door Pieter Cronin in 1683 gekocht, vererfde aan zijn doch-
terjohanna Cronin, weduwe van Dirck Compas, en werd door haar beide doch-
ters Barbara en Glandina Compas in 1722 verkocht aan Gerrit van Caspel, een
van de notabelen van Baambrugge.^^ Sindsdien lezen wij in de archivalia Zorg-
vrij
in plaats van Sorgvrij.
De vader van deze Gerrit, Symen Janszn van Caspel, woonde aan de westzijde
van de Angstel. Wellicht komen wij hem nog tegen bij onze verdere speurtocht,
immers in de zetting op het familiegeld (bewonerslasten) wordt hij aangesla-
64
-ocr page 65-
gen voor/8-10-0, later ƒ10-0-0. hetgeen op een flinke boerenhofstede zou kun-
nen wijzen."^''
In de zetting op de dorpslasten van 1686 wordt hij vermeld als Symen Janszn
van Harencarspel, hetgeen er op zou kunnen duiden dat hij afkomstig was uit
het kerkdorp Harencarspel.^^ (Carspel = kerspel, gebied waar de kerk het voor
het zeggen had, vgl. Weespercarspel). Harencarspel is een kerkdorp, gelegen
in het Geestmerambacht tussen Alkmaar en Schagen. In de archieven van deze
plaats is echter geen enkele aanduiding te vinden die de veronderstelling, dat
Symen daarvandaan kwam, aannemelijk maakt.
Symen is ongeveer 1685 getrouwd metjannetje Gerritsdr Ploos van Amstel, een
geslacht dat terugvoert op Willem Woutersz Ploos, schout te Loosdrecht in het
laatste kwart van de 15'* eeuw.'-** Reden waarom gezegd werd dat zij uyt eerlyken
stamme van Loosdregt
afkomstig was.
Dit huwelijk maakt enigszins aannemelijk dat Symen uit het oude geslacht Ha-
rencarspel sVdmde,
maar een relatie met de in die tijd in Amsterdam bij het be-
stuur van de stad betrokken telgen uit dit geslacht is niet vastgesteld, ondanks
de gedetailleerde genealogie, die van dit geslacht in de archieven van Amster-
dam aanwezig is.
Wellicht heeft Symen zich welbewust van zijn familie afgekeerd, immers hij
heeft zijn naam nadrukkelijk veranderd: in officieële stukken ondertekende hij
steevast met Caspel of Kaspel, hoewel notarissen en de secretaris van het Ge-
recht tot in 1730 bij deze naam nimmer de r weglieten. Toch heeft hij zijn eerst-
geboren zoon de naam Jan gegeven, genoemd naar zijn vader, hetgeen niet
wijst op een verwijdering in de familiesfeer.^^ Van een attestatie bij vestiging in
Baambrugge is echter geen sprake, zodat ook deze bron geen uitsluitsel geeft.
Zijn echtgenote werd eerst in 1707 lidmaat op belijdenis van de kerk van
Baambrugge. De predikant laat bij deze vermelding wél de r weg.'"'
Symen van Caspel heeft zich in het Gerecht Abcoude-Baambrugge niet onbe-
tuigd gelaten: hij is o.m. vijfmaal totschepen verkozen, voor het eerst in 1694.""
Hij kreeg behalve de zoon Jan, die niet tot wasdom is gekomen, nog twee zo-
nen: Gerrit (1688-1742) en Pieter (1695-1735). Zij waren de enige volwassen
geworden nakomelingen.''^
Gerrit, die in 1722 de buitenplaats Zorgvrij kocht, is, evenals zijn vader, een
aantal malen schepen van Abcoude geweest, voor het eerst in 1717.^^
Het is zijn naam die onder de gravure van Zorgvrij in Hollands Arcadia staat
vermeld.
65
-ocr page 66-
i. % H I \ II o 1 I \ V l) I
Afb. 8. Het Binnenhof te Den Haag in de 17'' eeuw; het gebouw links achteraan was de zetel van de
Raad van Brabant. (C.B.v.G.Jb. 2001)
Poelesteyn
De vroegste geschiedenis van Poelesteyn kan minder scherp getekend worden
dan die van de eerder behandelde huizen. Pas in 1680 werd vaste historische
grond onder de voeten verkregen, immers in de zetting op het huisgeld van dat
jaar werd de heer Van den Broeck als eigenaar vermeld'''', terwijl in de zetting op
het familiegeld dan gedurende twee decennia werd vermeld: 'Tonis op Poelesteyn '^^
Mr Willem van den Broeck (1647-1726), Heer van Vrijhoven, Raadsheer in de
Hoge Raad van Holland, Zeeland en West Friesland, heeft Poelesteyn vermoe-
delijk zelf aangekocht, wellicht van zijn vader, denkelijk al ruim vóór 1680. Zijn
vader, eveneens Willem geheten, een zijde-koopman en makelaar in assuran-
tiën te Amsterdam (1617-1681)''^, wonende op het Singel bij de Jan Rooden-
poortstoren, maakte op 31 December 1680 bij een Utrechtse notaris zijn testa-
ment op: 'Wilkm van den Broeck, residerende bij Breukelen, thans in Utrecht ziekelijk
van lichaam te bedde leggende... enz. ^"^
Tot de eigendommen behoorden o.a. de in
66
-ocr page 67-
't{I)aif> J[i.AJSiM'MMXf0,;iroo als 't xi'cA/ na^r de A<£/tt yufi. ^/ule^tif/i. ttji^/ee^
m't,7aerjé!yo,^nt>fnut->t'eirtii^eyeru>^r//t^a<'^it'ft »off, vffioo/h/e root'^',
des
-z^f 3riia ^,J^^tiji^/aet) Sotyy'fy,
Afb. 9. Gezicht op Baambrugge anno 1672. (part. bezit)
zijn opdracht door Philip Vingboons gebouwde buitenplaats Vegtvliet te Breu-
kelen (voor een beschrijving van Vegtvliet zij verwezen naar het jaarboekje van
1983, blz 23 t/m 52), welke vererft aan zijn zoon Willem, en een hoffstede in
Mijnden bij Loenen, die werd toegewezen aan zijn jongere zoon Petrus. De te
verdelen landerijen omvatten rond 225 morgen!! Bovendien is er nog een le-
gaat voor twee zusters van de testateur, elk groot ƒ30.000,- (factor 100); kortom
Willem Sr had in Amsterdam goede zaken kunnen doen.
Poelesteyn wordt in dit testament niet genoemd; de buitenplaats was in 1681
reeds eigendom van Willem jr, een aankoop die dateert uit de tijd dat hij door
zijn vader op onze omgeving georiënteerd was, mogelijk gefinancierd met de
revenuen van het moederlijk erfdeel [Anna Masuer (1613-1668)].^^
Het geboortejaar 1647 van Willem jr vergelijkend met de architectuurkenmer-
ken van Poelesteyn wettigt de conclusie dat hij welhaast niet de eerste eigenaar
van deze buitenplaats kan zijn geweest.
67
-ocr page 68-
Overdorp ofottenant a M'JkaTsi Jtl,XnCJS: n Operdor/,
toelc/war*!nds tien
jKXancx..
JlFhn ToAmvjs
7S
Afb. 10. Overdorp, ca. 1730. (OAAB Mijdrecht)
Willem jr wordt in het testament van 1680 omschreven als 'Raedsheer in de Raad
van Brabant',
waarin hij in 1676 werd benoemd.^^ Dit in Den Haag gevestigde
gerechtshof was in de zeventiende en achttiende eeuw het hoogste rechtscolle-
ge voor het grootste deel van de huidige provincie Brabant. Veel zaken kwamen
daar in hoger beroep aan de orde, nadat eerst de plaatselijke rechtbank of
schepenbank haar oordeel had gegeven (afb. 8).
Dat Willem jr een staatkundige loopbaan prefereerde boven het koopmansbe-
staan is wellicht beïnvloed door een neef, Joannes van den Broeck, die, naar wij
uit diens testament weten, zijn leven eindigde als 'doctor in de beide rechten
en emeritus professor', wonende op de Keizersgracht bij de Spiegelstraat'.
Reeds in 1681 werd Willem benoemd tot Raadsheer in de Hoge Raad van Hol-
68
-ocr page 69-
land, Zeeland en West-Friesland.*' Het feit, dat hij in dat jaar de beschikking
kreeg over Vegtvliet zal er toe geleid hebben dat hij Poelesteyn verhuurde (Tonis
Oj&PoelesteynJ. Wel komt hij voor op de lijst dergenen die in 1684 bijdroegen aan
de vernieuwing van het uurwerk in de toren van de kerk van Baambrugge.*'
Hij is in 1676 getrouwd met Fran^oise Fagel, een dochter van Mr Frans Fagel,
de eerste raad van de Hoge Raad van Holland. Mogelijk heeft de schoonvader
van Willem de hand gehad in diens benoeming - op 29^arige leeftijd - tot
raadsheer in de Raad van Brabant.
Het huwelijk met Fran(:oise Fagel was van korte duur; Frangoise overleed in
1681 en liet hem een dochter, Anna, na.
Uit zijn tweede huwelijk met Anna Adriana Ockersse sproten twee zonen, Cor-
nelis en Willem.
Hij woonde tot zijn overlijden in 1726 op het Voorhout in Den Haag, en was
o.a. ook eigenaar van een landhuis in Loosduinen.''^
Zijn boedelinventaris omvat 120 items, ongerekend de grote hoeveelheid ju-
welen, kortom hij was puissant rijk.
Tussen zijn dochter Anna enerzijds en zijn weduwe met haar twee zonen an-
derzijds is over de nalatenschap geprocedeerd.^^ Hoe het zij, Poelesteyn ver-
erfde aan zijn dochter, die inmiddels getrouwd was met Johan baron van La-
wick, baljuw van Schellinkhout, Wijdenes, Oosterleek, Hem en Venhuysen
[gebied ten Oosten van Hoorn]. Baron van Lawick was een telg uit een geslacht
waarvan leden reeds in 1363 deel uitmaakten van het Ridderschap des kwar-
tiers van Nijmegen.'*''
Vanaf 1717, toen de laatste huurder het herenhuis ontruimde is Poelesteyn
door de baron en zijn echtgenote gebruikt en bij afb. 3, de gravure van deze
buitenplaats, te dateren op rond 1730, wordt baron Van Lawick als eigenaar
vermeld.*^
1730 tot ca. 1800
Wij laten voor deze periode het oog het eerst vallen op de noordelijkste van de
drie buitenplaatsen, ZorgvriJ.
In het rijmwerk bij Hollands Arcadia van 1730 wordt omtrent deze buitenplaats
onder andere geroepen:
O Sorgvrij, zo ik Uvan buiten kan beschouwen,
Gelijkt Uw grootsheid naar de graafflyke gebouwen,
Die Holland eertijds heeft gedragen op zijn grond.
Dog nu gesloopt zijn door het heilloos vloekverbond.*^
(De dichter doelt hier op de Hoekse en Kabeljauwse twisten.)
69
-ocr page 70-
De eigenaar, Gerrit van Caspel lokt tot het schrijven van de navolgende 'fami-
liegeschiedenis':
Eenzaam en terneergeslagen zat Gerrit van Caspel in de grote kamer van zijn liiiitenplaals. Deze ka-
mer, oorspronkelijk de 'saai' genoemd, heette nn het comptoir sinds hij er, na het overlijden van zijn
echtgenote zijn kantoor had ingericht. Hij verbleef er graag en hij had er de administratie van zijn
bezittingen ondergebracht. Deze bezittingen bestonden grotendeels uit weilanden, verspreid in de
omgeving, betaald met de gelden, die hij met het ossenweiden had vergaard, maar ook mocht hij
zich, behalve van Zorgvrij, nog eigenaar noemen van de biiitenplaaLs Oldenhoff (atb. 11), in het Ge-
recht Abcoude-Proosdij aan de Holendrecht gelegen.
We schrijven 10 Mei 1742.
Die middag had Gerrit zijn testament herzien en tijdens het gebruikelijke voorlezen van zijn testa-
mentaire beschikkingen door de notaris was het hem nog eens pijnlijk heider geworden dat hij -
thans 54jaar oud - wel erg alleen was achtergebleven.
Vandaar zijn verdrietige stemming.
Hoe graag had hij niet een of meer kinderen ten doop gehouden, maar dit geluk was hem niet ten
deel gevallen en in 1729, toen hij samen met zijn vrouw, Marrigje (x)rnelisse Veenman, een nichtje
van de vroegere Abcouse notaris Veenman, testeerde, hadden zij al moeten vaststellen dat zij geen
kinderen zouden nalaten. Zijn vrouw, waarmee hij in 1717 in Vreeland trouwde, was - nu vijfjaar ge-
leden - overleden. Ook de wederzijdse moeders, die lang in hun nabijheid hadden geleefd, waren
er niet meer, zodat het enige wat hem van de familie nog restte was het gezin van zijn - ook al eerder,
op 40jarige leeftijd overleden - broer Pieter.
Met diens echtgenote, Annetje van de Kemp, had hij het de laatste jaren maar matig kunnen vinden,
hoewel zij, kort na de dood van haar echtgenoot, zelf ziek en bedlegerig, bij testament 'teneinde
haar minderjarige en onmondige kinderen geen goede opsigt .sonde ontbreecken, de eersame Ger-
rit van Caspel' tot voogd over haar kinderen had aangewezen, tezamen met Pieter PieterszoonApos-
tool, een ossenweider, die eigenaar was van de even verderop gelegen buitenplaats Patientie.
Aan zijn overleden broer Pieter dacht hij met gemengde gevoelens terug. Aanvankelijk had hij hem
in 1721, toen Pieter 25 jaar oud was, het volledige vertrouwen gegeven en hem bij notarieele acte
procuraüe verleend om, als hij voor zaken uitlandig zou zijn, zijn besognes waar te nemen. Maar Pie-
ter had voor hem verborgen gehouden wat de redenen waren waarom diens aankoop van een flin-
ke hofstede aan de Angstel, dichter bij Loenersloot, in 1724 was genaast. Sedertdien was er toch spra-
ke van een verwijdering,onder meer tot uiting komend in de toon van de scheidingsacte van de
nalatenschap van hun Moeder, Jannetje Ploos van Amstel, opgemaakt in 1729.
Daarom had Gerrit nu zijn hoop gevestigd op de drie nog in leven zijnde kinderen van Pieter, waar-
van de oudste zoon Symen, thans l.S jaar oud, opgroeide tot een man van zijn hart. Aan deze kinde-
ren had hij ook, afgezien van een aantal legaten, zijn gehele vermogen in het zojuist opgemaakte tes-
tament nagelaten, waarbij zijn schoonzuster wel de revenuen van zijn landerijen mocht benutten
teneinde haar kinderen een goede opvoeding te kunnen bezorgen, maar waarvan niets mocht wor-
den verkocht aleer deze handelingsbekwaam waren geworden. Wel had hij bepaald dat Symen Zorg-
vrij
uit de boedel zou mogen aannemen voor ƒ5.000,—, terwijl hij aan Jannetje, de enige nu nog in
leven zijnde dochter van Pieter, ƒ500,— prelegateerde. De buitenplaats Oldenhoff tenslotte was ver-
huurd en dat kon zo blijven.
70
-ocr page 71-
Dil alles overdenkende was CJerrit wel tevreden over zijn beschikkingen; hij meende alles op deze
manier, rekeninghoudend met de omstandigheden, stijlvol te hebben geregeld, zoals hij ook be-
paald had dat 'oen syne dienstmaegiUn, die. op syn lestateurs oxierlyden te synen huyse woonagtig sullen syn, ie-
dereen ordenlelyken wmu'
als legaal ter beschikking diende te worden gesteld.'"
Dit testament was op 10 Mei 1742 door Gerrit van Caspel van een fraaie handteke-
ning voorzien.'*'^ Aan de armen van Abcoude-Baambrugge, aan die van de Steede
Vreelandt en aan de gemeene annen van Cortenhoef werd telkens ƒ50,- gelega-
teerd, waaruit blijkt dat Gerrit in dit opzicht niet onderdeed voor de gefortuneer-
de stedelingen, die elders in Baambrugge buitenplaatsen in bezit hadden.
Ook zijn echtgenote was destijds wel bij kas, getuige haar in 1733 opgemaakt
testament: zij legateerde b.v. aan Jannetje, het dochtertje van Pieter van Caspel,
dat toen 8jaar oudwas: haer beste goude ring met sijne steenen, de beste kap met goude
spelden en haer beste jak en rok.
'Voorts legateerde zij aan haar oom, Gerrit Willems
Veenman ƒ3.000,- alsmede aan diens zuster eveneens ƒ3.000,-, haar kleren,
goud en zilver."*^
Nadat zijn echtgenote in 1737 was overleden heeft Gerrit in het grote huis een
plaatsje ingeruimd voor Hendrik van Recklinghuysen, voor wie het bezit van de
buitenplaats Meerleveld een te grote belasting werd. De beide heren kenden
elkaar goed, mede doordat zij enige tijd gelijktijdig Schepen van Abcoude-
Baambrugge waren. Hendrik bracht zijn nicht, Helena van Recklinghuysen,
die op Meerleveld al enige tijd voor hem zorgde, mee naar Zorgvrij, zodat er
weer enige gezelligheid in het grote huis was. Helaas van korte duur; in het na-
jaar van 1739 overleed Hendrik. Helena was voor de helft erfgename van hem.
Na de afwikkeling van diens nalatenschap - Helena verhuisde naar elders - was
Gerrit weer alleen met zijn huispersoneel.^" Wij kunnen ons dus de verdrietige
stemming van Gerrit bij het tekenen van het testament wel voorstellen.
Dat zo snel na het opmaken van dit testament daaraan uitwerking zou moeten
worden gegeven had ook notaris Tredee niet voorzien. Die schreef nog: 'gesont
van lighame, geen klagten, met ons gaende en staende in desen waerelt
', maar reeds 1 '/z
maand later moest Adriaen Hoogeveen, Schout van Abcoude-Proosdij het exe-
cuteurschap op zich nemen.
Uit de latere boedelscheiding blijkt dat de bezittingen van Gerrit lagen in Ab-
coude-Baambrugge, Abcoude-Proosdij, het Gerecht Demmerik te Velde, Nigte-
vegt bij de Vreelandse koornmolen. Vreeland op de Voorstraat, het Gerecht Nig-
tevegt in de Voorburgse polder, in het Gerecht van Cortenhoeff, in het Gerecht
Loosdrechtaan de Bloklaan en in Loenderveen in het Gerechtvan Loosdrecht.^'
71
-ocr page 72-
»"■*'■ ^"T^TBwggi';
*^.;»->/-^-'^':*^'
CMm/wf, i-ueif/Witrcm/t' den ïlKKlt ./o.iXVISsr, J.A
Caojx .
Afb. 11. Oidenhofi; ca. 17.S0. (OAAB. Mijdrecht)
Eerst in 1749, Sijmen (1729-1795) is dan door zijn huwelijk met Annetje Gijs-
bertse van 't Ent (1726-1758) handelingsbekwaam geworden volgens de wet,
werd met instemming van Sijmen de buitenplaats Oldenhoff verkocht.''^
Twee jaar later is ook de zuster van Symen, Jannetje (1725-1762) getrouwd en
Adriaan Hoogeveen, inmiddels Baljuw en Schout van Loenen, Cronenburgs
Gerecht, wenste van zijn taak ontheven te worden. De beide getrouwde kinde-
ren van Pieter werden met de voogdij over hun jongere, nog ongetrouwde
broer Gerrit (1732-1771), belast^^
Enkele jaren later trouwde deze Gerrit van Caspel met Hendrikje Gijsbertse
van 't Ent (1727-1761), een jongere zuster van Annetje, de echtgenote van Sij-
men.** Hun vader was GijsbertClaasse van 'tEnt, o.m. in 1731 en 1736 Schepen
van Abcoude-Proosdij.** Gijsbertwas eigenaar van 15 morgen in 'tGeyn met de
n
-ocr page 73-
daarbij behorende huismanswoning, 'daer de (Hollandse) cade ten Oosten en de
Herberg 'i Haantje naast gelegen zijn, alsmede nog 't Hennetje daar de Herberg 't Haan-
tje ten Westen naast gelegen is, en 't Swaantje ten Oosten.
Uit de boedelscheiding van wijlen Gijsbert van 't Ent (1739) blijkt dat hij ook
de herberg 't Haantje had gekocht en geëxploiteerd.-'''
Dit is vooral van belang voor het latere handelen van zijn schoonzoon Sijmen
van Caspel.
Aan het einde van de eeuw zijn zowel 't Haantje en 't Hennetje nog eigendom
van rechtsopvolgers in de familie en daaraan wordt in 1790 het Swaantje toe-
gevoegd; eerst in 1812 viel dit trio bij vererving uiteen.''^
Niet lang na de voltrekking van de hiervoor genoemde huwelijken van de 3 kin-
deren van Pieter van Caspel slaat het noodlot toe: de drie vrouwelijke huwe-
lijkspartners komen niet zo lang na elkaar te overlijden. Gerrit bleef in 1766
achter met een zoontje, Pieter, oud 1 jaar, welk kind vijfjaar later een volle wees
werd.'**
Sijmen bleef in 17.59 met 3 kinderen achter, respectievelijk Pieter, oud 9 jaren.
Geertje, oud 8 jaren en Annetje, oud 4jaren.
Bij notarieele akte uit 1759 beloofde Sijmen:
'sijne kinderen behoorlijk op te voeden ende te onderhouden in eeten, drinken en kleeding
waarbij de linnen en luollen kousen en schoenhavenis, en gemak in siekten en gesondhijd
en ook deselve kinderen te laaten leeren leesen en schrijven, cijfferen en in allen Christelijke
Oeffening en in alle deugt te onderrigten gelijk een goedt en getrouw Vader naar Christelij-
ken gemoede en naar het uitwijsen der wetten deesen provintie schuldig is te doen, mitsga-
ders de voorn sijne kinderen een goedt ambagt ofte stijl te laaten leeren en dat alles tot de
voorn, kinderen sullen hebben berijkt hunne mondige daagen tot huwelijken of andere ge-
approbeerde staategekoomen ende getreeden sullen sijn, en dan f 1.000,- uit te keeren.^'^
Sijmen hertrouwde in 1759 met Maria Gerritsdr van Beek (j.d. van Amster-
dam) , uit welk huwelijk nog 3 dochters en twee zonen stammen, waarvan alleen
de zonen de leeftijd der handelingsbekwaamheid zouden bereiken.^"
Sijmen was 5 perioden Schepen van Abcoude-Baambrugge, zijn eerste benoe-
ming als zodanig in 1752 viel hem reeds op 23 jarige leeftijd te beurt.®'
Zijn oom Gerrit had het goed gezien.
Alvorens verder te gaan is het gewenst te zien naar de ontwikkelingen rond
Overdorp en Poelesteyn.
73
-ocr page 74-
Overdorp
Bij deze buitenplaats zagen wij dat zij in 1727 door Susanna van Wijk, huis-
vrouw van Paulus de Witte, werd verkocht aan Johannes Clerck. Vermeld werd
dat de opstal doorjohannes zelf zou worden gebruikt, maar dat de weilanden
aan Gerrit van Caspel waren verhuurd.
De dichter in Hollands arcadia bezingt Overdorp in 1730 o.m. als volgt:
Om Overdorp in myn voorbygang te beschouwen,
Daar heer de Klerk zig kan in veiligheid onthouwen,
Wanneer hy op het land zyn lust en luens voldoet.
En treed den Angstelstroom aljuiggend te gemoet,
Of uit het Speelhuis ziet het wentelen der baren,
En telkens schuil op schuit daar heen en lueder varen^^
(Het speelhuis is geheel rechts op de gravure te zien.) (alb. 10)
Johannes Clerck was koopman, getrouwd met Maria Del C^ourt. Het echtpaar
woonde op de Prinsengracht tussen de Reestraat en de Beerestraat (1735).''^
Toch moet hij ook enige tijd in Baambrugge gewoond hebben, want hij werd
genomineerd voor de functie van schepen in 1737. Nominaties gingen veelal in
tweetallen en Johannes zag deze eer aan zijn neus voorbijgaan.''"*
In 1742 is Johannes overleden'''; zijn echtgenote hertrouwde daarop met Jan
Beun, doch in 1750 was zij opnieuw weduwe, waarna Overdorp door de erfge-
namen in publieke veiling werd gebracht, compleet met de kerkbank voor 6
personen. Tot de erfgenamen behoorde Mr Abraham Del Court, haar neef,
Heer van Crimpen op de Lecq, regerend schepen van Amsterdam.*'''
In de erfenis is mede begrepen de hofstede Court en Geyn, liggende ten zui-
den van de boerderij Kool en Bosch (afb. 12), alsmede 9 morgen wei- en hooi-
land gelegen tussen Vreede Rijk en Bergvliet, - in 1730 gekocht doorjohannes
Clerck van de grondhandelaar Hugo Dierten''^ - alsmede ook de boerderij met
16 morgen land, genaamd Court en Vegt, gelegen aan de stille Vecht. Deze na-
men hebben een referentie aan de naam van de echtgenote van Johannes
Clerck, Maria Del Court. Wanneer zowel de eerstgenoemde boerderij als de 9
morgen in handen komen van Joan Michael Bock, die getrouwd was met Do-
rothea Eyck, verandert de naam van de boerderij van Court en Geyn in Eyck en
Geyn!
(Joan Michael Bock was tezamen met zijn vier zusters eigenaar van Vree-
de Rijk,
besproken in het jaarboekje 2000).
74
-ocr page 75-
Situatie anno 1832
Situatie anno 2000
y„ . Kool en Bosch op de kadastrale kaarten van 1832 en 2000.
publieke veiling in handen geko-
Afb. 12. Overzicht van o.in. Eyk en Gey
Overdorp is dan inmiddels in 1752 op f" P^ .. . i^^i^en in 1756 verkocht
men van een tussenpersoon, Arnolt van Aalst , die het buiten in
aan
Daniël Parvé (1722-1778).'                                     snrineplank, maar daar-
te keren.
75
-ocr page 76-
Poelesteyn
Deze buitenplaats werd na het overlijden van Raadsheer Willem van den
Broeck in 1726 eigendom van baron Van Lawick en zijn echtgenote, Anna van
den Broeck, die dan al zeker een decennium gebruik van deze buitenplaats
hadden gemaakt.
In 1730 wordt deze buitenplaats in Hollands Arcadia als volgt bezongen:
O Poelesteyn ! Hoe schoon ontdekt ge aan 't gezigt,
Omsingeld in een kring van hoog getopte bomen,
Het Hofgebouw schijnt hen hun hoogte te hetomen,
Door 't ryzend dakwerk, 't geen zig zelf zo breed verheft.
Dat het den wandelaar met veel verumnd'ring treft7'^
De baron heeft er met zijn echtgenote en hun enig kind, Louisa Frangoise,
dankbaar gebruik van gemaakt. In het begin van de vijftiger jaren echter is het
de echtgenoot van zijn dochter, baron Van Pabst, Heer van Cortenberg, die de
zaken voor hem regelt. Zaakwaarnemer ter plaatse is Pieter van Buytene, die
dan eigenaar-bewoner van Ipenburg is.'^'
In 1757, 1 jaar nadat Overdorp in het bezit van Daniël Parvé was gekomen, ver-
kocht Vrouwe van Lawick, douarière Van Pabst, Poelesteyn aan Daniël Parvé.
Helaas overleed de echtgenote van Daniël Parvé in 1771 in het huis Poelesteyn,
hetgeen voor Daniël, die geen kinderen had, aanleiding was om, zoals zijn echt-
genote hem had aangeraden, zijn bezittingen in Baambrugge alsmede die in
Amsterdam in hoog tempo te verkopen en naar Haarlem te verhuizen waar zijn
broer Mr Jan Frederik Parvé, - rentmeester van het Hoogheemraadschap Rijn-
land, - op dat moment Schepen was en enkele jaren later burgemeester werd.'^^
Van de verkoop van Poelesteyn door Daniël Parvé aan Abigaël Vijfhoek, weduwe
van Claas Brant, gaven de archieven nog een onderhandse coopgedulle uit
Augustus 1771 prijs^'' (ruim twee maanden na het overlijden van mevrouw
Parvé), maar de overdracht van Overdorp hebben de archieven nog geheim ge-
houden. Omdat bij de beschrijving van de belendingen van Poelesteyn in Octo-
ber 1771, en ook nadien, slechts Sijmen van Caspel, de eigenaar van Zorgvrij,
wordt genoemd, lijkt Overdorp dan reeds door Sijmen van Caspel, te zijn aange-
kocht. In latere jaren staat dit buiten onmiskenbaar op naam van Sijmen. Daar-
mede is de toestand van 1648 weer hersteld: Zorgvrij en Overdorp in één hand.'''
Het was niet uit weelde dat Sijmen deze aankoop heeft gedaan. Zijn moeder had
het, achtergebleven met drie opgroeiende kinderen, niet gemakkelijk gehad. In
76
-ocr page 77-
1744, kort na het overlijden van haar zwager, Gerrit van Caspel, brak een epide-
mie van veeziekten uit, in 1768 gevolgd door nóg een epidemie. Deze beteken-
den vrijwel algemeen het einde van het ossenweiden. Het zal de opbrengst van de
diverse landerijen, die Gerrit had nagelaten ook geen goed gedaan hebben.
Weliswaar bood de boerderij achter Zorgvrij de mogelijkheid om in het levens-
onderhoud te voorzien (in Noord Hollands Noorderkwartier gold de regel dat
een gezin niet kon leven van minder dan 10 morgen en Zorgvrij was wat gro-
ter), maar de veeziekten zullen ook in Abcoude-Baambrugge hun tol geëist
hebben en gelet op de bepalingen uit het testament van Gerrit werden na 1749
de diverse eigendommen de een na de ander verkocht.
Sijmen heeft zich aanvankelijk van het boerenbedrijf afgekeerd; de boerderij
achter Zorgvrij werd verhuurd, in elk geval van af 1766.^'' Hij was actief op de
onroerend goed markt, doch met wisselend succes: hij bleef af en toe bij een
veiling "aan het plokgeld hangen". Vermoedelijk omziende naar een andere
bron van inkomsten heeft hij, toen Daniël Parvé zo onverhoeds zijn bezittingen
te gelde maakte, Overdorp gekocht en er de herberg 'Het Huis te Halfwegen'
ingericht.^'' De erfenis van zijn schoonmoeder. Geertje van 't Ent, in 1770 zal
hem mede de middelen daartoe verschaft hebben.
De oorsprong van de naam van de herberg valt te zien op de kaart van Ketelaar
(1769): een weinig ten noorden van Zorgvrij en Overdorp staat de 'Paal Half-
wegen' (afb. 13). Deze paal heeft betrekking op wie verantwoordelijk was voor
het bezanden van het jaagpad, Amsterdam of de Provincie Utrecht, zoals op de
kaart van Gerrit Drogenham (afb. 1) staat aangegeven.
In de tijd dat Sijmen herbergier was in 't Huis te Halfwegen heeft hij het he-
renhuis van Zorgvrij afgebroken. Wanneer Sijmen in 1781 een hypotheek af-
sluit vormen de boerderij en de herberg het onderpand.'^^ Deze hypotheek
werd eerst een halfjaar na zijn overlijden afgelost.^*^
Toch is de functie van herbergier Sijmen niet op het lijf geschreven geweest,
immers in Januari 1781 verhuurde hij de herberg en trok het gezin van Sijmen
zich in de boerderij van Zorgvrij terug.™
Ook daar was hij niet gevrijwaard van de gevolgen van oorlogshandelingen: zo
blijkt uit een notitie in het "dossier Pepping" dat hij een schadevergoeding van
het gerecht ontvangt voor de reparatie aan zijn combof, dat in het jaar 1787
had gediend tot gebruik door de Sauve Guarde, en 'door deselve geruïneerd'. Dit
gebeurde ten tijde van de hulp, die de Pruisische troepen verleenden aan Stad-
houder Willem V, die het met de patriotten aan de stok had.
De oudste zoon van Sijmen, Pieter, geb. 1750, vestigde zich in 1778 als 'meester
77
-ocr page 78-
Afb. 13. Gedeelte van de kaart van Ketelaar ca. 1770. (ARA Den Haag)
78
-ocr page 79-
vleeschhouwer' te Abcoude in de Kaatsbaan en huurde daartoe een 'huys, tuyn
en erve, zijnde de vleeschhouwerye'.**"
De oudste zuster van Pieter, Geertje, was, naar bleek uit een codicil uit 1767, in
gaan wonen bij haar grootmoeder Geertje Jacobs Bos, weduwe van Gysbert van
't Ent, die de notaris liet optekenen*^': 'tot haer comparantes assistentie'. Wellicht
kon Geertje het niet zo goed vinden met haar stiefmoeder en had zij haar heil
gezocht bij de grootmoeder naar wie zij genoemd was. Het codicil geeft een
kijkje in de persoonlijke bezittingen van haar grootmoeder: '... in cas haere dijn-
dogter op haer comparantes overlijden nog bij haer inwonende sal sijn, in sulken cas aen
deselve haere gemelde dijndogter te prelegateren al comparantes huysraed en inboedel ende
van de navolgende goudt en silverwerk: een goude ketting vier dik met een goud slot, een
ketting bloedcoralen twee dik met een goud slot, een goud oorijser, een gouden haemaeld,
een dito ceintuurgesp, twee groote gouden spelden, twee fijne belletjes en twee fijne ringe-
tjes, alles boven en behalven 't gene verder albereijds aen haer gegeven is en bij haer ge-
dragen word, gepasseerd ten huyse van de comparante in 't Geyn onder Abcoude' {ditw?LS
in 't Hennetje; Geertje was toen dit codicil werd opgemaakt 16 jaar oud.)
Over haar andere kleindochter, Antje, werd niet gesproken, deze is in de jaren
'80 getrouwd met Cornelis Schuylenburg en naar Amsterdam vertrokken. Wel
heeft Sijmen haar een bedrag ad ƒ2.099, 6 stuivers en 14 penningen uitbetaald,
haar deel van de erfenis van haar grootvader Gysbert van 't Ent.^^
Grootmoeder van 't Ent overleed in 1770, en tot de boedel behoorden o.a. de
herberg 't Haantje en het woonhuis 't Hennetje.^^ Geertje trouwde in 1771 met
Pieter Fruythoff, die onder Weesp een boerderij bestierde.
Toch zien wij in het voorgaande de geleidelijke neergang van de familie, mede
veroorzaakt door het vroegtijdig overlijden,1735 en 1742, van de kostwinners,
Pieter en Gerrit. Behoorden de vóór 1700 geboren Gerrit en Pieter, alsmede
hun echtgenotes, nog tot de notabelen van het dorp, hun kinderen en klein-
kinderen maakten in de 2'" helft van de 18"^ eeuw onmiskenbaar deel uit van de
middenstand. Het herenhuis van Zorgvrij was in de jaren 1770 afgebroken; de
boerenopstallen bleven in functie en waren aanvankelijk verhuurd, totdat Sij-
men de herberg verhuurde en zich op de boerderij van Zorgvrij terugtrok.
Pieter Sijmonsz. heeft de vleeshouwerij na een vijftal jaren verkocht^''; nam in 1792
een broodbakkerij in Baambrugge over, doch ook deze stiel beviel hem niet; hij ver-
kocht in 1793 zijn overgebleven eigendommen in Baambrugge en vertrok naar Wa-
verveen.'^'' Hij is daar kastelein in Botshol aan de Rijke Waver geworden, zoals ook in
Baambrugge de herberg Het huis te Halfwegen in die jaren door zijn jongere half-
broer Gerrit, in 1796 getrouwd met Hendrika van Maaswinkel, werd geëxploi-
teerd.^*^ Tot 1800 woonde deze Gerrit van Caspel in de herberg. Van hem werden op
79
-ocr page 80-
2 September 1799 voor het leger, dat zich tegen de op 29 Augustus begonnen inval
van de Engelsen en de Russen bij Callantsoog teweer moest stellen, een paard, een
wagen alsmede een paartentuig gevorderd, binnen een dag te leveren in Bevei-wijk.
Schadeloosstelling respectievelijk ƒ90,-, .ƒ35,- en f 7,-.^'
Het tempo is opvallend, gezien de toch bepaald gebrekkige verbindingen.
Nadat vader Sijmen, in 179.5 in de boerderij van Zorgvrij, was overleden*^*^,
vroeg de tweede zoon uit het tweede huwelijk van Sijmen, eveneens Sijmen ge-
heten, in 1796 voor zich en zijn moeder een acte van indemniteit aan wegens
vertrek, eveneens naar Waverveen.*'
Voordien heeft zijn moeder de nalatenschap van haar echtgenoot geregeld en
de boerderij van Zorgvrij met de landerijen verkocht, na eerst het vee (19 koei-
en en kalveren en 2 paarden), alsmede een arreslee en diverse rijtuigen en ge-
reedschappen publiekelijk te hebben verkocht.'"'
Alvorens de gebeurtenissen gedurende de 18e eeuw af te sluiten dienen die op
Poelesteyn nog te worden vermeld.
Poelesteyn
Deze buitenplaats was in 1771, na het overlijden van de echtgenote van Daniël
Parvé, in handen gekomen van Abigaël Vijfhoek, weduwe van Claas Brant."' Zij
verkocht het buiten in 1778 met de landerijen aan Mr Coert Simon Sander,
Heer van Drakestein en Vuursche."^
Als Mr Sander in 1791 weer tot verkoop overgaat luidt de omschrijving:
De hof/stede Poelesteyn in Baambrugge met desselfs heerenhuizinge, koetshuis, stalling,
tuinmanswooning en coepel, met zijn annexe boerenwooning, berg, schuur,stallinge, wa-
genhuis en verdere bepotingen en beplantingen, alsmede een kerkgestoelte staande in den
kerke te Baambrugge, bestaande in een onderen boven bank, ieder voor twee persoonen, in
welkers kap een Pauw staat uitgehouwen, met twee matrassen daarbij gehorendeP
Koper was Johannes Creighton, procureur en notaris te Amsterdam, doch hij
overleed niet lang daarna. Zijn nalatenschap werd in 1793 geregeld waarna
Poelesteyn opnieuw verkocht kon worden, dit keer op een publieke veiling.^''
Hoogste bieder was Christoffel Nagel, die zijn fortuin in Suriname had ver-
gaard en in Baambrugge hoopte zijn rust te vinden.
Bij de gebeurtenissen in het begin van de 19e eeuw speelde Christoffel Nagel
een cruciale rol.
80
-ocr page 81-
1800 tot 1900
Nadat Christoffel Nagel (1737-1801), 'Oud Raad van Politie en Criminele Jus-
titie in de Colonie van Suriname', de 'zeer plaisante en extra wel gesitueerde Hoffste-
de, genaamd Poelesteyn'had
gekocht**', heeft hij zijn overzeese bezittingen te
gelde gemaakt, o.a. de plantage 'Knoffelsgift' voor ƒ52.000,-.*'
Hij ontdekte echter al gauw dat een herberg direct naast zijn deur niet bevor-
derlijk was voor de rust waar hij naar had uitgezien (in 1797 was hij 60 jaar
oud).-''' Zodat hij de mogelijkheid tot aankoop, die na het overlijden van Sij-
men van Caspel werd geboden, in 1796 aangreep.^^ Het duurde echter nog tot
eind 1800 vóórdat hij voor Overdorp een koper had gevonden, die aan al zijn
eisen wenste te voldoen.
Op dat moment werd Overdorp nog bewoond door Gerrit van Caspel, de jon-
gere zoon van Sijmen. Hij staat vermeld als herbergier, maar of de herberg nog
geëxploiteerd werd nadat Christoffel Nagel die vier jaar tevoren had aange-
kocht is zeer de vraag.-'-' Na de verkoop van Overdorp vertrok Gerrit naar De
Kampioen
te Nieuwersluis, in datzelfde jaar 1800 aangekocht door Cornelis
van Spinhoven'"", die in 1796 getrouwd was in Amsterdam met Maria Meyer.'"'
De zoon van Gerrit van Caspel, eveneens Gerrit geheten, trouwde in 1829 met
een zuster van Cornelis, Margaretha Wijnanda van Spinhoven, evenals Corne-
lis afkomstig uit Vreeswijk. '"^
Hij kocht in 1836 dit etablissement.'"''
In 1867 vererfde De Kampioen aan hun zoon Hermanus Cornelis van Caspel,
die er tot 1899 als kastelein resideerde.'"''
Christoffel Nagel verlangde van de koper van Overdorp dat hij het herenhuis
op fatsoenlijke wijze zou ophalen en op ordre brengen, en stallinge, wagenhuis en boeren-
woningen xferdere getimmerten zou afbreeken.
Zolang Christoffel Nagel of zijn echt-
genote nog eigenaar van Poelesteyn zouden zijn mocht de koper daar 'geen her-
berg, tap of andere neering nog veehouderij, slagerije, bakkerij, kruideniers, commeny of
looyerij, smederij of timmermans- of metselaars-affaire, handel of ambacht uitoefenen of
doen uitoefenen. Hij mocht er geen boerenhuis bouwen, hooiberg, hooischuur ofschelft of
dergelijke inrichten, als hebbende hij koper dit bij hem gekochte daaromme ten minderen
prijze aangekogt'.^^^^
Kortom, bestemming: woonhuis.
Een door de verkopers nieuw te maken sloot wijst op het incorporeren van het
achterste gedeelte van de landerijen van Overdorp, gelegen ten westen van de
Wetering, in de reeds samengevoegde weilanden van Zorgvrij en Poelesteyn,
terwijl Overdorp nu wél de gehele lengte langs het Zandpad van Zorgvrij en
Overdorp gaat innemen. De omvang van Overdorp bleef hierbij ongeveer 3'/2
morgen.
81
-ocr page 82-
De koopgedule van Overdorp dateert uit eind 1800, maar doordat Christoffel
Nagel kort daarna overleed, vond eerst een halfjaar later het transport plaats.
De koper was Pieter Verschooff (1759-1827), chirurgijn""', wiens vader, Eldert
Verschooff, dit ambt eveneens in Baambrugge had uitgeoefend. (Zie hiervoor
het artikel over het chirurgijnshuis bij de kerk van Baambrugge in dit jaar-
boekje 2001.)
Nadat de weduwe Nagel was hertrouwd, ging zij in 1804 tot de verkoop van haar
Baambrugse bezittingen over. Niet alleen Poelesteyn met de daarbij behoren-
de landerijen, 16 morgen, werden aan Anthony Bassi te Amsterdam verkocht,
maar op dezelfde dag ook de landerijen, behoord hebbend bij het voormalige
Zorgvrij, eveneens 16 morgen, destijds door Christoffel Nagel uit de boedel van
Sijmen van Caspel gekocht.'"'
Deze weilanden bevonden zich dan wel, tezamen met die van Poelesteyn, in
één hand, maar werden tot nu afzonderlijk genoemd. In latere jaren gebeurde
dat niet langer. Bovendien was de boerderij van Zorgvrij in opdracht van Chris-
toffel Nagel afgebroken; de boerderij van Poelesteyn diende voor het beheer
van het geheel.
In de vastlegging van deze verkopen ligt ook het ultime bewijs voor de consta-
tering, aan het begin van deze geschiedkundige beschrijving gedaan, dat Poe-
lesteyn
in de eerste helft van de 17e eeuw deel was van de boerderij Rusten-
burgh:
de door de weduwe Nagel verrichtte verkoop van beide kavels, beide
omschreven als ~ 16 morgen, worden nu vermeld als groot respectievelijk 13
bunder en 60 roeden alsmede 13 bunder en 20 roeden.'"*^ Bovendien wordt in
het ene dossier van de 13 bunder en 60 roeden gesteld dat zij tot de hoffstede
Poelesteyn behoren, en in het andere dossier, dat zij bij de hoffstede Oud Rus-
tenburgh
behoren. De 13 bunder en 20 roeden vormden de landerijen van het
vroegere Zorgvrij. Alle akten op dezelfde dag gedateerd.
Anthoni Bassi, de koper, had een koopmansaffaire in Amsterdam en was ge-
trouwd met Elisabeth Maria Charlé, hetgeen verklaart waarom het later Petrus
Paulus Charlé, lid van de Gemeenteraad van Amsterdam, zou zijn, die de be-
langen van Anthoni Bassi tijdens zijn uitlandigeid behartigde.'"^
Verder zijn voor een correct begrip van de ontwikkelingen in deze hoek van
Baambrugge de maatregelen van Keizer Napoleon van belang.
82
-ocr page 83-
De Coupures
Napoleon, Keizer van Frankrijk, was sinds 1803 verwikkeld in de derde coalitie-
oorlog met Engeland. Hij probeerde door een economische blokkade deze te-
genstander in zijn middelen van bestaan te treffen.
Deze economische blokkade, het Continentaal Stelsel, was pas effectief indien
Engeland niet vanuit het vasteland van Europa bevoorraad zou worden. Daar-
toe was vereist dat Nederland in deze blokkade zou worden betrokken. Nu had
Napoleon in 1806 zijn broer Lodewijk Napoleon, 28 jaar oud, aangewezen als
Koningvan Holland. Lodewijk stelde echter het belang van Holland boven dat
van Frankrijk, hetgeen hem regelmatig botsingen met zijn broer opleverde. Zo
zag Koning Lodewijk ook maar al te goed hoe de stillegging van de overzeese
handel de ontwikkeling van Holland fnuikte.
Het bleek Napoleon al snel dat hij inzake de blokkade niet volkomen op zijn
broer kon vertrouwen, zodat hij besloot het nog niet ingelijfde deel van de Ne-
derlanden (boven de grote rivieren) ook in te lijven. Sinds 1809 werd deze in-
lijving zorgvuldig voorbereid. Uiteindelijk vluchtte Koning Lodewijk en werd
Amsterdam door de Franse troepen bezet.""
Bij Keizerlijk decreet van 9 Juli 1810 werd hetgeen er nog over was van het Ko-
ninkrijk Holland ingelijfd bij ie Grand Empire' en bij decreet van 18 October
1810 werd bepaald, dat vanaf 1 Januari 1811 de Franse bestuursorganisatie in
het geannexeerde gebied zou worden ingevoerd.'"
Hiermede heeft Napoleon Holland goed in zijn greep gekregen, met als gevolg
dat de handel overzee in 1812 vrijwel tot stilstand kwam.
Uit de data is te zien dat Napoleon in straf tempo zijn decreten uitvaardigde en
op een prompte uitvoering liet toezien.
Voor een goed functioneren van de inlijving waren goede verbindingen van be-
lang en zo werd bij decreet van 16 December 1811 de weg van Parijs via Ant-
werpen, Breda, Gorkum en Utrecht naar Amsterdam aangewezen als 'Route
Imperiale no 2', hetgeen betekent dat deze in het gehele Keizerrijk, d.i. Frank-
rijk, Spanje, Portugal, Italië, België en Nederland op één na de belangrijkste
was. De volgende in Nederland was de weg Parijs - Groningen, die het nummer
9 verkreeg."^
In de aan het decreet voorafgaande maanden waren voor de oude postweg Am-
sterdam-Utrecht al enkele 'grand traveaux' voorbereid: en in 1812 werden in
onze Gemeente de Grote en de Kleine coupure gerealiseerd, waarbij grote
bochten in het zand en jaagpad recht getrokken werden. Ook in Breukelen en
Maarssen werd dat gedaan.
83
-ocr page 84-
Afb. 14. Gedeelte van de kadastrale kaart van 1832 met de Korte Coupure ('straatweg') te Baam-
brugge; kad. No 770 is Overdorp.
In 1813 werd de gehele weg op de vereiste breedte gebracht, waarvoor diverse
eigenaren een strookje grond moesten afstaan, en o.a. de buitenplaats Linden-
hoff de koepel.''^
De weg werd bij die gelegenheid ook bestraat en heet sindsdien Rijks5fraaftveg.
Daar waar de oude weg niet meer tot het tracé behoorde, zoals in Baambrugge,
bleef de naam Zandpad vigeren.
Op de kadastrale kaart van 1832 is te zien hoe bruut de Korte Coupure door de
bestaande verkaveling breekt (afb. 14).
Het tracé is uitgezet met gebruikmaking van de opening die in de bebouwing
langs het Zandpad was ontstaan door de sloop van het herenhuis van Zorgviij
in opdracht van Sijmen van Caspel, waarbij zij aangetekend dat later ook de
84
-ocr page 85-
daarbij behorende boerenopstallen waren afgebroken in opdracht van Chris-
toffel Nagel.
De direct aan het Zandpad gelegen landerijen van Zorgvrij waren in 1800 door
ChristolFel Nagel aan Overdorp toegevoegd, en deze nog onbebouwde terreinen
werden doorsneden. Een klein deel dat, gelegen tussen de nieuwe Rijksstraatweg
en het oude Zandpad overbleef heeft PieterVerschoofF totzijn dood behouden."*
Vrijwel tezelfder tijd als de aanleg van de Korte Coupure werd ook het heren-
huis van Poelesteyn afgebroken en keerde de naam (Oud) Rustenburgh terug.
Anthoni Bassi, die eigenaar was geworden in 1804, besloot in 1812 om zijn
koopmansaffaire op de Fluwelenburgwal te Amsterdam te beëindigen, tenein-
de zich in Italië te vestigen en liet in datzelfde jaar het herenhuis van Poeles-
teyn
afbreken."° Het geheel gaat verder onder de omschrijving: boerenhofste-
de of boerenbruikweer en werd door de hierboven al genoemde Petrus Paulus
Charlé namens Anthoni Bassi beheerd, hetgeen voortduurde totdat in 1824 al
deze bezittingen verkocht werden aan Theodorus Pijzelman, een rentenier, die
toen op de buitenplaats Slootwijk woonde, gelegen nabij Donkervliet."^
Bij de beschrijving van grond en opstallen wordt steeds afzonderlijk genoemd:
'een stuk bouwland, zijnde de grond van de geamoveerde buitenplaats, ge-
naamd geweest Oud Rustenburgh. [Dit laatste bezorgde Uw onderzoeker veel verwar-
ring, bedoeld werd het huis
Poelesteyn7.
Kort daarna blijkt Pieter Verschoof op Overdorp te zijn overleden (1827).'^'^
Hij vervulde vele functies in het openbaar bestuur van Abcoude-Baambrugge,
hoofdzakelijk gericht op de openbare financiën, maar was ook Schepen, later
genoemd: lid van de municipaliteit.
Zijn weduwe, Anna Margaretha de Koning, waarmede Pieter in 1787 was ge-
trouwd (j.d. van Muiden), bracht Overdorp in publieke veiling, waarbij het
werd gekocht door Pieter Bernardi, die er ook is gaan wonen. Omschrijving:
dubbel heerenhuis met annex wagenhuis en stalling voor twee paarden, een afzonderlijk
wagenhuis, moestuin, boomgaard, Engelse aanleg en plantsoen in hetwelk een goudvi-
schkom, groot 55 roeden}'^
De overige gronden, die destijds behoorden bij Overdorp (3'/? morgen totaal)
werden gevoegd bij de weilanden van Zorgvrij.
Aan de veilingpapieren danken wij ook een beschrijving van het interieur van
Overdorp: een vliering en een zolder, een tweede zolder boven de achterka-
mer, een grote bovenkamer boven de kelder aan de voorzijde, een kleine zijka-
mer, een achterkamer (waar nog het meeste meubilair stond), een achter
slaapkamer, een dagelijks huisvertrek, een kelder en een apotheek.
85
-ocr page 86-
Afb. 15, "Overdorp". Fragment prospectus van het atelier van A. Grevenstuk. ([b. Niftarlakc 1981)
Voorts werd nog vermeld: in de stal een vos langstaart merrie paard en een wa-
gentje met linnen kap.
Ook het stukje terrein van Overdorp, dat destijds tussen de Rijksstraatweg en
het Zandpad was overgeschoten, was in de aankoop door Pieter Bernardi be-
grepen, en werd door hem in 1827 doorverkocht aan Gijsbert van Walbeek."^
Pieter heeft niet lang op Overdorp gewoond; reeds in 1830 verkocht hij het
huis aan Lambertus Ras, die er een logement ging exploiteren.'^" Het lijkt als-
of de situering zich daar in tegenstelling tot het laatste kwart van de 18"^ eeuw
niet meer toe leende, want in een tijdsverloop van 10 jaar hebben vier loge-
menthouders/tappers tevergeefs geprobeerd de oude herberg Halfwegen te
doen herleven. Daarna ging het perceel van hand tot hand, werd gesplitst, en
werd langs de weg volgebouwd.
Het laatst gebeurde dat ten behoeve van het Gemeentehuis. Gelet op de bepa-
lingen van de drankwet kon niet langer in een taveerne worden vergaderd en
zo zien wij dat in 1885 Gedeputeerde Staten van Utrecht bewilligen in de aan-
koop van grond voor een te bouwen raadhuis met een woning voor de bode of
veldwachter.'^'
86
-ocr page 87-
Gekocht werd het stuk grond naast het huis van Overdorp, waar eertijds de 'En-
gelse aanleg met goudvischkom' had gelegen. Genoemd huis van Overdorp
was het huis waar Pieter Verschoof zijn chirurgijnsstiel uitoefende en waar in de
negentiger jaren van de 19*^ eeuw de toenmaals beroemde grafisch ontwerper
Antonie Grevenstuk zijn tweede atelier stichtte.'^^ Diens hoofdatelier bevond
zich in een huis aan het Rokin te Amsterdam. De hierbij gaande afbeelding van
Overdorp danken wij aan een prospectus van het calligrafisch atelier van Anto-
nie Grevenstuk (aft. 15).
De belendingen van Overdorp zijn hier liefdevol weggelaten! (De zoon van An-
tonie Grevenstuk, Jean, ontwierp het logo van het O.G. Niftarlake. Hij was daar-
van mede-oprichter en de eerste secretaris.)
In 1886 was het Raadhuis gereed en werd tevens besloten vergunning te geven
aan het Oostzijdse Waterschap, aan het Waterschap Het Hoog en Groenland,
alsmede het Waterschap van de Roodemolen, om het nieuwe raadhuis te ge-
bruiken voor de vergaderingen van de besturen, ook indien daar de ingelan-
den bij zouden zijn.'-^
Zowel Overdorp als het oude Raadhuis worden thans particulier bewoond.
De boerenhofstede Oud Rustenburg vererfde van Theodorus Pijselman op zijn
dochter, Barta Maria Anna Pijselman, die de hofstede in 1836 verkocht aan
Cornelis van der Kroon, die zelf het boerenbedrijf ging uitoefenen.'^*
Van oudsher werd de zuidelijke begrenzing van Poelesteyn gevormd door een
boerderij, die lange jaren in bezit was van het geslacht Buys. Deze boerderij
werd in 1818 verkocht aan Willem van Wees, opnieuw een telg uit dit boeren-
geslacht (vgl. Ipenburg en Bergvliet). Hij gaf deze boerderij voor het eerst een
naam: Rusthof.'^''
Maria van Wees, dochter van Willem, trouwde in 1836 met Cornelis van der
Kroon. Na diens overlijden kwam Oud Rustenburg via Maria van Wees in han-
den van haar zoon, Willem van der Kroon.''^"^
Deze hofstede is in dejaren 1950/1960 ten offer gevallen aan de nieuwe woon-
bebouwing, die wij daar nu rond de C.P. van der Leestraat aantreffen.
Daarbij is van de hofstede nog overgebleven het woonhuis, dat gerekend vanaf
Overdorp voorbij de C.P. van der Leestraat nog aanwezig is en bijkans schuil
gaat onder begroeiing. Dit huis, dat op de kadastrale kaart van 1832 reeds is
aangegeven, werd in het midden van de 19'^ eeuw afzonderlijk verhuurd. Hier-
bij moet opgemerkt worden, dat bij Poelesteyn, sinds 1727 sprake is van een af-
zonderlijk verhuurd woonhuisje, ofwel dat in de 18" eeuw in gebruik was als
tuinmanshuis bij de buitenplaats.
87
-ocr page 88-
Afb. 16. "Overdorp" in 1890. Rechts het raadhuis. (Jb. Niftarlake 1930)
Het is verleidelijk het huidige woonhuis als een voortzetting van dit verhuurde
pand te beschouwen, doch zonder bouwkundig onderzoek valt daarover niets
met zekerheid te zeggen. De gevel draagt een 19*^ eeuwse gevelsteen.
Tussen het Gemeentehuis en de C.P. van der Leestraat bevindt zich nog - wat
teruggelegen van de Rijksstraatweg - een klein woonhuis, dat rond 1860 is ge-
bouwd op een stuk grond dat in 1859 daartoe werd afgescheiden van de grond
van de hofstede Oud Rustenburg en in erfpacht werd uitgegeven aan Dirk
Kloosterman, veldwachter in Baambrugge.'^'^
Bijgaand schetsje (afb. 16), daterend uit het einde van de IQ*^ eeuw geeft de toe-
stand van de aan de straatweg gelegen bebouwing weer, zoals die ook nu nog is,
zij het dat daarop vrijwel naast het in 1860 gebouwde huis van de veldwachter
nog het tolhuis te zien is. Dit tolhuis, door het Rijk in de twintiger jaren van de
19*^ eeuw gebouwd, werd na het opheffen van de tol in 1903/1905 ingericht tot
hulppostkantoor, dat daar tot in de dertiger jaren van de twintigste eeuw ge-
vestigd is geweest. Daarna kwam de slopershamer...
Bijzonder erkentelijk ben ik de Heer W.W. Timmer te Abcoude, die de vele
trouvailles en teleurstellingen bij de lange speurtocht heeft willen meebeleven.
Ir D.L.H. Slebos
Abcoude, 2002
88
-ocr page 89-
Afkortingen
RAU Dorpsger. Rijksarchiel'te Utrecht, Gerechtelijke archieven.
RAU Not. Idem, notarieel archief.
RAU DTB. Idem, doop, trouw en begraafregisters
GAA Not. Gemeentelijk archief Amsterdam, notarieel archief.
GAA DTB. Idem, doop, trouw en begraafregisters.
OAAB Streekarchief te Mijdrecht.
C.B.v.G. Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag.
Noten
1.   Meischke, Ir R. Amstelodamum,]b. nr 70 (1978).
2.   RAU. Inventaris no 702-6.
3.   GAANot.no 1084.
4.   ds Van der Zee. Niftarlake,]h. 1954.
5.   GAANot.no 1105.
6.   Zie noot 2.
7.   GAA DTB registers.
8.   GAANol.no 1000.
9.   GAANot.no 1096.
10.GAANot.no 1099.
11. Prins, Mr Isak. Amstelodamum.]h. nr. 30 (1933).
12. Elias.J.E., De vroedschap van Amsterdam. Haarlem, 1903-1905.
13. RAU, DTB registers.
14. Id.id.
15. RAU, Dorpsger. Doss. no 8.
16. RAU, Dorpsger. Doss. no 9.
17. Id.id.
18. OAAB, Doss. no 16.
19. OAAB, Doss. no 18.
20. Zie 18.
21. Zie 4.
22. RAU, Dorpsger. Doss. no 10.
23. Id.id.
24. Id.id.
25. RAU, Dorpsger. Doss. no 9.
26. OAAB, Doss. no 16.
27. OAAB, Doss. no 20.
28. Ned. Patriciaat Jgn 1918.
29. RAU, DTB registers.
30. RAU, lidmatenregister van de kerk van Baambrugge.
31. RAU, Dorpsger. Doss. no 33.
32. RAU, DTB registers.
33. RAU, Dorpsger. Doss no 9,10 en 11.
34. Zie 19.
35. Zie 18.
36. AmstetodamMmJb. nr 72 (1980).
89
-ocr page 90-
37. RAU, Not. no U 060a017.
38. Zie 36.
39. Plomp. R. Niftarlake.]h. 1983.
40. Id.id.
41. Grevenstuk. J.G.Th. Niflarlake.]h 1930.
42. Zie noot 37.
43. RAU, Dorpsger. Doss. no 10.
44. GAA Bibl. Vorsterman van Oyen. Stam en Wapenboek (1888).
45. RAU, Dorpsger. Doss. no 9.
46. OAAB. Bibl. Rademaker.A. Hollands Arcadia. (Amsterdam 1730.)
47. RAU, Dorpsger, doss. 9 en 10; Not. no 4, 8 en 1 l,alsmede DTB registers.
48. RAU. Not. no 11.
49. RAU. Not. no 7.
50. Zie noot 3.
51.RAU.Not.no 13.
52. Id.id.
53. RAU, Not. no 14.
54. RAU. Not. no 16.
55. RAU. Not. no 1874.
56. RAU. Not. nol 0.
57. RAU. Not. no 50.
58. RAU. DTB registers.
59. Zie 55.
60. RAU. DTB registers.
61. OAAB Doss. no 1 en doss. Pepping.
62. Zie 46.
63. GAA. Not. no 8522.
64. OAAB. Doss. nol.
65. GAA. Not. no 8548.
66. GAA. Not. nol 1761.
67. RAU. Dorpsger. no 10.
68. RAU. Dorpsger. no 11.
69. id.id.
70. Zie noot 46.
71.RAU.Not.no 15.
72. GAA. PA no 67, doss. 174.
73. RAU. Dorpsger. no 12.
74. RAU. Dorpsger. no 13.
75. RAU. Not. no 20.                                                                                    '
76. RAU. Not. no 21.
77. RAU. Dorpsger. no 13
78. id.id. kantschrift op de hypotheekacte.
79. RAU. Not. no 2372.
80. RAU. Not. no 28.
81.RAU.Not.no 20.                                                                       ,
82. RAU. Dorpsger. no 13.
83. RAU. Not. no 21.                                                          .
90
-ocr page 91-
84. RAU. Not. no 36.
S5. RAU. Not. no 40 en Dorpsger 16.
86. RAU. Not. no 42 en Dorpsger 16.
87. OAAB. Doss. no 45.
88. RAU. DTB registers.
89.  OAAB. Doss. Pepping. Akte van indemniteit: verklaring van het gezag van de plaats waarvandaan
iemand vertrok, ten behoeve van de gemeente van vestiging, dat eerstgenoemde financieel instond
voor de gevolgen van het eventueel in armoede geraken van de verhuizende persoon (personen).
90. RAU. Dorpsger. no 16.
91.I?AU. Dorpsger. no 12.
92. RAU. Dorpsger. no 13.
93. RAU. Dorpsger, no 1.5.
94. RAU. Dorpsger. no 16.
95. RAU.Not.no 41.
96. RAU. Dorpsger. no 16.
97. OAAB. Doss. 12.
98. RAU. Dorpsger. no 16.
99. id. id.
\00. MunnigSchmidl, E. Plaatsen aan de Vecht en de Angstel.A'dT.\997.
101. GAA. DTB registers.
102. RAU. DTB registers.
103. Zie 100.
104. id. id.
105. RAU. Dorpsger no 16
106. RAU. Dorpsger, no 21.
107. RAU. Dorpsger, no 16, 17 en 21.
108. RAU. Dorpsger. no 17 en 21.
109. RAU. Not. no 50.
110. Algemene geschiedenis der Nederlanden. Deel 11. (Weesp 1983).
lll.id.id.
112. Van der Woud, Auke. Het lege land. (Amsterdam 1987).
113. OAAB. Doss. no 394.
114. RAU.Not.no 84.
115. RAU. Not. no 50.
116. RAU. Not. no 69.
117. RAU. DTB registers.
118. RAU. Not. no 73 en 74.                                                                 .
119. RAU. Not. no 77.                                                              /
120. RAU. Not. no86enno317ao25,                                                                "
121. OAAB. Notulen Gemeentebestuur Baambrugge.
122. Carasso, D.G. Nifiarlake.]h. 1981
123. OAAB. Notulen Gemeentebestuur Baambrugge.
124. RAU. Not. no 2352.
125. RAU. Not. no 62 en 63, resp. 77 en 78.
126. RAU. Not. no 102.
127. Hypotheekregister deel 208, no 88.
91
-ocr page 92-
Het Chirurgijnshuis bij de Kerk van
Baambrugge
Vanuit Overdorp, dat in het hiervoor gaande artikel werd besproken, genieten
de huidige bewoners een fraai uitzicht over de brug, waar Baambrugge zijn
naam aan ontleent, onder andere op de kerk van dit dorp.
Het is niet de eerste kerk op deze plaats. Vanouds stond hier een kapel - ver-
moedelijk reeds sinds omstreeks 1400 - ten gerieve van oude en ziekelijke men-
sen die, wegens de grote afstand en het ongemak van een zandweg, de dienst in
de parochiekerk te Abcoude niet konden bijwonen.
Het vermoeden bestaat dat deze kapel in 1505 is verbouwd of vergroot omdat
bij de verbouwing tot kerk in 1650 in het oostelijk deel van de kerk boven de in-
gangvan het portaal een gedenksteen werd aangebracht met de jaartallen 1505
en 1650.'
Na de afzwering van Philips II werd bij plakkaat van 1584 de uitoefening van de
Roomse eredienst verboden en sinds 1588 werd de kapel voor de protestantse
godsdienstoefeningen gebruikt.
Tot 1633 vormde dit kerkgenootschap een eenheid met de gereformeerde
(=hervormde) kerk van Abcoude. De instandhouding van deze kapel is voor de
kerkeraad altijd een bron van voortdurende zorg geweest door gebrek aan de
benodigde pecunia. Daarom werd in 1619 het zuidelijk deel van het kerkerfin
erfpacht uitgegeven aan de smid Heynrick Pietersz, tegen een jaarlijkse erf-
pachtssom van ƒ11,-, teneinde daar een huis te bouwen. Bepaald werd dat de
rechthebbenden niet en sullen mogen tappen ofte eenige andere ligtveerdige spelen in 't
voorseide huys mogen doen.''
De bouw van het latere chirurgijnshuis
Tegen het midden van de I7e eeuw was de kapel dringend aan reparatie toe en
was er behoefte de kerkruimte te vergroten, zodat de kerkeraad besloot, ten-
einde de financieele basis te versterken, aan de Ed. Mog. Heeren Stateji 'sLands
van Utrecht
toestemming te vragen om ook aan de noordzijde een deel van het
kerkerf voor de bouw van een huis in erfpacht uit te mogen geven. Als reden
werd aangegeven dat e.e.a. niet alleen zal dienen tot gerieff ende cieraet vaut dorp,
maar oock om voor te koomen ende wegh te neemen veele insolventies
(onbeschaamd-
heden) die op de voorschreeven plaetse, selfs tegen hetplacaet van deEd. Mog. door kaat-
sen, kolven en anders worden gepleeght.^
92
-ocr page 93-
Gedeputeerde Staten bewilligden in dit verzoek, waarop het kerkbestuur op 20
October 1649, bij een door notaris Gerrit Houtman te Utrecht bezegelde akte
het terrein aan Claes Jansen, diaken van de kerk, kon overdragen.
Oorspronkelijk stond de kapel met de toren geheel vrij op het land met het
kerkhof er omheen, maar door de genoemde uitgiften werd de kerk door ge-
bouwen en opstallen omringd.
Claes Jansen verkreeg deze ledige plaetse ofte erff als vrij eigen goet, behoudens een
erfpachtcontract waarbij de kerk bepaalde dat er zich geen tapper of herber-
gier, die gelagen set om bier of brandewijn te tappen, zou mogen vestigen. Ook mag
er zich geen smid of timmerman of dergelyke ambagte ofte hantwerk doende, vesti-
gen, waardoor de godsdienst eenige verhinderinge door geluit mogten werden gedaan.
Na de bepalingen over de geluidshinder volgt dan nog een vooruitziende blik:
Als de voorschreven Kerck van Baambrugge quame te vergrooten sal de koper oferfpagt-
houder in der tijd de timmeragie, dan op de voorschreven erffsynde, gehouden syn ie amo-
veren of anders sullen de kerckmeesters de voorschreven timmeragie alsdan ter estimatie
(taxatie) aandeEd. Mog.of derselver Heeren gecommiteerden afgeven, ter keuze van de
koper off erffpagthouder^
Zover zou het ook nog komen!
Voorts verkreeg het kerkbestuur voor de verbouwing van de kapel tot kerk een
subsidie van ƒ1.200,- van Gedeputeerde Staten en werd toestemming verleend
om in de kerk grafruimten te verkopen.
Teneinde de gedachte aan de bepalingen omtrent het gebruik van het huis le-
vend te houden moest de erfpachthouder elk jaar de som van ƒ8,- aan de kerk-
meesters betalen. Elke nieuwe eigenaar diende binnen één jaar na de rechts-
verkrijging aan de kerkmeesters een nieuw erfpachtscontract te vragen.
Claes Jansen kreeg ook nog enkele bouwvoorschriften mee: zo moest hij tim-
meren twee verdiepingen hoog ofte twee solders hoog onder de kap.
Vooraan 22 voeten
breed, achteraan 14 voeten breed en diep 26 voeten. Hij mocht de kerkmuur
gebruiken om zijn balken in of aan vast te maken en moest tussen de kerk en
'syn te timmeren huysinge' een goede looden goot aanbrengen om het water soo
van de kerk als van syn dak, sover syn getimmerte strekt, in te wagten.
Dit zijn aanwij-
zingen dat de bouw van het huis en de vergroting van de kerkruimte gelijktijdig
zouden plaats vinden. Uit de bepalingen omtrent het inbalken en de aan te
brengen goot kan dit worden afgeleid. Ook kan worden geconstateerd, dat de
hoogte van het huis, ten opzichte van de kerk, op de hierbij weergegeven teke-
ning (Afb. 1.) juist is aangegeven, hetgeen niet bij alle gravures, die van deze
hoek van het dorp bestaan, het geval is.
93
-ocr page 94-
1. Gravure van helchirurgijnshuis rechts naasldc kerk. (Holland.s Arcadia 1729 OAAB.).
Eenjaar later is het huis van ClaesJansen gebouwd en sluiten de kerkmeesters
een overeenkomst met de eigenaar van de naastgelegen boerderij, Cornelis
Meliszn, opdat deze 'tussen Claesjansz huize tot aen de ypenboom, staande reghi voor
het huis van Cornelis Meliszn, een stakettinge met deuren 8 voet hoog'zal
maken.'' Op
de gravure uit 1730 is deze hoge schutting reeds vervangen door een lager hek-
je. Daarachter bevond zich een kolfbaan, die bij voortduring aanleiding gaf tot
klachten. Die klachten waren er reeds jaren en de bouwvan het huis heeft deze
onvoldoende kunnen verhelpen. Immers reeds in 1659 worden de Maarschalk
en de Schout in kennis gesteld van het overdadig verkwistende kegelspel derjonge-
luyden, dagelyks in swanggaende, waarby dan komt het grouwelyke misbruyk van deNa-
eme Godes ende allerley vloecken ende sweeren tot de grootste ergemisse ende schande, syn-
de in geen plaetse hier in de omtrek also gebruykelyck.
De bouw van het huis door Claes Jansen en de oprichting van de hoge schut-
ting hebben voor dit oude euvel geen soulaas geboden, wellicht mede veroor-
zaakt door de aantrekkingskracht van de links op de gravure weergegeven ta-
veerne-uitspanning 'De Oude Prins', die in 1505 ook reeds werd genoemd. In
het hiervoorgaande artikel over de drie buitens in dit jaarboekje werd deze
94
-ocr page 95-
eveneens genoemd, behorend tot de boedel van Jan Roupe, welke taveerne ver-
erfde op de schoonzuster van Paulus Pieterszn de Witte.
De kerkeraad was door alle overlast ook al een predikant kwijtgeraakt waarom-
trent vermeld wordt dat in 1653 ds Malecoodt naar Deventer vertrok: de ergernis,
die hy nam aen het drinkwinkeltje tegenover de pastorie kon hy nu van zigh werpen.
De chirurgijn komt in beeld
Dit huis van Claes Jansen zou lange jaren huisvesting aan de plaatselijke chirur-
gijn bieden, maar of Claes Jansen in 1649 het beroep van chirurgijn uitoefende
hebben de archieven verborgen gehouden en of ds Malecoodt daar gewoond
heeft is ook onduidelijk. Over de vernieuwing van het erfpachtscontract, dat bij
elke eigenaarswisseling noodzakelijk was, bewaren de kerkeraads notulen een
diep stilzwijgen. Zeker is dat Thomas van den Hof in de zeventiger jaren van de
17e eeuw in dit huis als meester-chirurgijn gevestigd was. en sindsdien zijn er tot
in het begin van de 19e eeuw chirurgijns gevestigd geweest. De ambtsvoorgan-
ger van Mr Thomas, Mr Pieter, vertrok in 1661naar Amsterdam en waar deze
chirurgijn zijn praktijk uitoefende is onbekend gebleven.
Alvorens over de opvolgende chirurgijns meer te vertellen een enkel woord
over opleiding en beroepsuitoefening van de gepromoveerde arts en de mees-
ter-chirurgijn.
De Med. doctoor of geneesheer en de chirurgijn of heelmeester
Ziekten, wonden, breuken en andere lichamelijke ongemakken vormden in de
17e eeuw het werkterrein van méér dan één beroepsgroep, theoretisch zorg-
vuldig verdeeld, al viel daar niet altijd de hand aan te houden. Aan de top van
de medische statushiërarchie stonden diegenen die aan een medische faculteit
hun studie met een promotie hadden afgesloten. Deze geneesheren hielden
zich bezig met de inwendige geneeskunde, de behandeling van ziekten, maar
niet met wonden of breuken.
Deze z.g. uitwendige aandoeningen, waarbij de wonden het meest voorkwamen,
waren het werkterrein van de meester-chirurgijn of heelmeester. (Zachte heel-
meesters maken stinkende wonden!) (Afb. 2.)
Tot de medische hiërarchie behoorden ook de apothekers en de vroedvrou-
wen, die hier onbesproken blijven, maar tot deze hiërarchie mogen de zoge-
naamde 'specialisten' als de steensnijder en de breuk- of scheurselmeester evenwel
niet gerekend worden.
Laatstgenoemden combineerden in de steden vaak hun beroep met dat van
beul omdat die voor de uitvoering van opgelegde straffen, als het breken van
armen of benen, eveneens over specialistische kennis inzake het botstelsel be-
schikten, veelal van generatie op generatie overgedragen.
95
-ocr page 96-
Voor het toezicht op de uitoefening van het medisch beroep en de registratie
van nieuwe geneesheren bestond bijvoorbeeld in Amsterdam het Collegium
Medicum, dat zijn evenknie voor de heelmeesters had in het Collegium Chi-
rurgicum, terwijl de chirurgijns zich bovendien verenigd hadden in het chirur-
gijnsgilde, in de 16e eeuw voortgekomen uit het gilde der kramers of kruide-
niers. Dit gilde verkreeg op 13 Maart 1556 van Koning Philips, als Graaf van
Holland, het recht om eens per jaar een geëxecuteerde te mogen ontleden en
was daarmee de andere Hollandse steden ver voor.
In de beschrijving van vVmsterdam van Commelin uit 1693 komt daaromtrent
nog een knipselveersken voor:
'De naam van koek-eeters synse quyt,
Menschen villen geeft heter profijl'
In Amsterdam was de verhouding tussen de geneesheren en de chirurgijns on-
geveer 1 op 3, en dit lijkt in Abcoude/Baambrugge ook het geval te zijn ge-
weest: zowel met betrekking tot de jaren rond de eeuwwisseling van 1700 als la-
ter in de 18e eeuw dragen archivalia gegevens aan, waaruit dit kon worden
afgeleid.
Veelal wordt gekscherend gezegd dat de chirurgijns, voorzover zij hun affaire
combineerden met dat van barbier, het vak van aderlaten onder het krabben
en zepen hadden geleerd. Dat betrof dan niet de tot het gilde toegelaten chi-
rurgijns, die een studie van twee maal driejaren achter de rug hadden, afge-
sloten met een examen. Tot dat examen behoorde ook dat zij het bewijs moes-
ten leveren hun eigen instrumenten te kunnen maken. (7\fb.3.)
Wie slaagde voor het examen mocht zich meester noemen. Naast het aderlaten
waren zij tevens bevoegd tot het behandelen van uitwendige kwalen en het ver-
richten van chirurgische ingrepen. Te denken valt onder andere aan het afzet-
ten van armen en benen.
Wat oprijst uit de schriftelijke overlevering over de beroepsuitoefening van de
chirurgijn is voor hedendaagse lezers vaak gruwelijk en wordt door de artsen
van vandaag, die de tegenwoordige standaarden van hygiëne en geneeskundi-
ge zorg gewend zijn, als onverschrokken of vermetel gekenschetst.
De bewoners van het chirurgijnshuis
Had de kerk in 1649 in de diaken, later ouderling Claes Jansen nog een god-
vruchtig buurman gekend, met de leden van het chirurgijnsgilde hadden de
ambtsdragers van de kerk in de I7e eeuw grote moeite: in 1677 rapporteert de
predikant in de kerkeraadsvergadering dat hij samen met een ouderling de in
96
-ocr page 97-
2. De 'heelkonstige' verwijdering
van een kaakgezwel. (De polsslag
1999)
het huis naast de kerk wonende Meester Thomas, chirurgijn, emstelyk had aan-
gesprooken inzake begane sonden,
doch dat Mr Thomas geen berouw had getoond
maar 'ter contrarie sich in qualyck spreecken en groote bitterheyt seer onbetamelyck en on-
manierlijck uytgelaaten heeft, tot groote ontsteltenisse soa van de predicant als de ouder-
ling. De kerckenraet heeft met droefheyt dit rapport gehoort en siende dat hy in syn sonden
voortgaat, verdaert dat Mr Thomas voomt. van de Tafel des Heeren sich sal hebben te
onthouden tot dat berouw betoont is.^
97
-ocr page 98-
Deze affaire groeit uit tot een cause célèbre: Er gaat vrijwel geen kerkeraads-
vergadering voorbij waar niet over de zonden van Mr Thomas wordt gesproken
en over zijn ernslelyke bestraffing. Telkens gaan ambtsdragers, geassisteerd door
gewone lidmaten, bij hem op bezoek om hem 'tot bekeringe op te wecken'.
Met de ambtsvoorganger van Mr Thomas, Mr Pieter, eveneens een afgestu-
deerd chirurgijn, had de kerkeraad het ook al aan de stok gehad. In 1659 ver-
zocht Mr Pieter aan de kerkeraad om een attestatie van zijn handel en wandel.
Dit document werd hem echter niet ter hand gesteld omdat men meende, dat
men om verschillende redenen met geen goede conscientie hem een goede attestatie ge-
ven kon.
Wel kreeg hij in plaats daarvan een vermaning tot christelycke sedichheyt
ende godsalicheyt.
Kort daarna wordt echter vermeld hoedat Mr Pieter, chirurgijn,
hem verloopen heeft in een groote sonde van dronckenschap en ongebonden lossicheyt.'
Hij werd onder censuur gesteld en voortdurend vermaand. Veel heeft het niet
geholpen en in 1661vertrok hij naar Amsterdam.
Wellicht zochten zowel Mr Pieter als Mr Thomas in de drank en losbandigheid
enig tegenwicht tegen de verschrikkingen die aan de beroepsuitoefening ver-
bonden konden zijn.
Bij Mr Thomas lijkt in 1680 het tij te keren: in de kerkeraadsvergadering van 1.'^
juni maakte de predikant bekend dat de chirurgijn de bestraffingen en vermaningen
meer plaatse gegeven heeft als vóórdien en gekoomen is tot het gehoor van Gods woord, het-
geen de aanwezige broeders met genoegen verstaen.
Enkele maanden later, op 30 no-
vember, is het dan zover: Mr Thomas heeft voldoende berouw getoond om
hem weer tot de Tafel des Heeren toe te laten.'^
Aldus weer door vermaningen op het pad der deugd teruggeleid heeft Mr
Thomas tot 1696 zijn beroep in het chirurgijnshuis kunnen uitoefenen. In
dat jaar vertrok hij met zijn vrouw, Elisabeth van Bredehout, en zijn zoon
Dirck naar Amsterdam, en verkocht het huis aan de meester-chirurgijn
Adam van Lintsbeeck^, een zoon van Maria de Witte, die getrouwd was ge-
weest met Adriaan van Lintsbeeck.'" Maria was een dochter van Paulus de
Witte, een lakenkoopman te Amsterdam, een neef van Paulus Pieterszn de
Witte, die in 1648 Zorgvrij van zijn schoonvader erfde. Uit het testament van
diens neef, eveneens Paulus geheten, gedateerd in 1661 weten wij dat Paulus
één zoon, Paulus de Jonge genoemd, en één dochter had. Zijn zoon mocht
niet aan zijn ziekbed komen, en de bescheiden revenuen van de erfenis gin-
gen naar Maria."
Het is Adam van Lintsbeeck, die ongehuwd gebleven is, niet voor de wind ge-
gaan. Reeds driejaar na de aankoop van het chirurgijnshuis - op 24juli 1699
98
-ocr page 99-
3. Het chirurgijnsinstrumentarium. (De polsslag 1999)
des voomoens te docke 9— maakte hij, sieckelijck van licgaem, doch syn verstant wel heb-
bende,
bij notaris Veenman te Abcoude zijn testament op. Med. doctoor De Wit-
te, die op Overdorp woonde, stond hem bij, evenals Jan Dubbelt, de school-
meester.'-^
De kinderen van zijn zuster, Hester van Lintsbeeck, werden als universele erf-
genamen aangewezen. Het valt op dat zowel Adam van Lintsbeeck alsjohannes
de Witte een fraaie handtekening onder de acte plaatsten, terwijl de derde
mede-ondertekenaar. Jan Dubbelt, zijn handtekening welhaast calligrafeerde,
een schoolmeester waardig. (Afb. 4.) Dit valt op, omdat in die tijd de meeste
handtekeningen vrij onbeholpen waren en velen zich nog bepaalden tot het
plaatsen van een kruisje. Adam van Lintsbeeck is nog in 1699 overleden.'^
In 1703 is de nalatenschap van Adam van Lintsbeeck geregeld. Dat blijkt uit
een lening van ƒ200,-, die Jacob Vrints, chirurgijn te Baambrugge, dat jaar af-
sloot bij Simon Barchman Wuytiers, (destijds eigenaar van de buitenplaats Pad-
denburgh),
waarbij Jacob Vrints als onderpand zijn huis naast de kerk van
Baambrugge inbracht.'*
Werd Mr Thomas met vermaningen bestraft en tot berouw gebracht. Mr Jacob
Vrints werd - waarschijnlijk door een ontevreden cliënt - lijfelijk belaagd en
99
-ocr page 100-
van stokslagen bediend, waarvan de predikant en een ouderling getuige waren
(1712). De ontevredene. Jan Corze, werd voor de kerkeraad gedaagd en scher-
pelyck bestraft.
Jacob Vrints heeft zijn beroep in dit huis tot 1715 kunnen uitoefenen. Dan
wordt het in 1716 verkocht aan opnieuw een meester-chirurgijn, Jan Sluyter.
Twee diakenen van de kerk van Baambrugge traden op, procuratie hebbende
van Maria Aytsma, weduwe van Jacob Vrints. Zij worden ook gemachtigd om de
chirurgijnswinkelen toebehoren van dien te verkopen.'^^
Jacob Vrints is lid geweest van het chirurgijnsgilde, zoals blijkt uit de afrekening
van de beide procuratiehouders. (Betaald aan de chirurgijnsgilde-knecht
ƒ4:13:6). Uit deze afrekening blijkt ook dat het bij Jacob geen vetpot was.""
Jan Sluyter was een langere vervulling van zijn loopbaan vergund, nl. ruim 30
jaar. Uit zijn in 1747 opgemaakt testament blijkt, dat hij nog vóór hij zich in
1716 in Baambrugge vestigde tijdens zijn jongelingschap ter zee heeft gevaren, ken-
nelijk zijn vak uitoefenend. In 1747 was hij weduwnaar en hij prelegateert aan
syn dogter Hilktje syn chirurgynswinkel met alle chirurgyns instrumenten, medicynen en
gereedschappen benevens ook de scheenuinkel met alle toebehoren.
De rest van zijn nala-
tenschap wordt gelijkelijk over zijn beide dochters verdeeld.'^ Het chirurgijns-
huis werd op 16 december 1750 door de executeurs van de nalatenschap van
wijlen Jan Sluyter aan de jonge Mr. chirurgijn, Eldert Verschooff, aflcomstig uit
Zuylen, verkocht.'** Het nieuwe erfpachtscontract werd in 1752 met de kerke-
raad afgesloten."*
Vader en zoon
Eldert Verschooff was een meester-chirurgijn die vermoedelijk kort tevoren
zijn studie had voltooid. Hij trouwde te Amsterdam in 1751, bijna één jaar na-
dat hij het chirurgijnshuis had gekocht. Zijn echtgenote was Lydia Roos uit Am-
sterdam. Van hun 9 kinderen, alle in het chirurgijnshuis geboren, bereikten
slechts twee jongens en één meisje de leeftijd der handelingsbekwamen. Zoon
Pieter, die hem later zou opvolgen zag in 1759 het levenslicht.^"
Zijn andere zoon, Hendrick, was vele jaren in Baambrugge als Mr timmerman
gevestigd.
Merkwaardig is dat in de archieven van het Gerecht Abcoude/Baambrugge
een benoeming van EldertVerschooff tot chirurgijn in dit gerecht werd aange-
troffen uit 1776, terwijl niet duidelijk blijkt, dat dit een herbenoeming betrof.
Echter, de Geheymschrijver van Staat en Kercke schrijft in 1759, toen Eldert
Verschooff negen jaren in Baambrugge zijn stiel uitoefende: 'te Abcoude zijn een
Doctor Medicinae en drie Wondheelers over welker bekwaamheden niet ligt reden gegeven
zal worden te klagen en om beter naar elders te gaan zoeken.'
Te Baambrugge was toen
100
-ocr page 101-
r^^'a^ï' C^-HJl- Q-o^i^ ^^^~ -^^^^ £^M'>^ ^^j-^su^-^^^
t-v.,~3>-s ^er-rif*- ?^^3»" ^«>-*v.-S*^ -éll^^—» -S^ Öj^ •> * w,\ ^^'^j.^^ ^,<—
,,. ^^^«- ^*~~ ■ ^"^' e^^^^-^T-^'j"-.'^ 8D^%„ ^T;:-^ fX^o e^ a> j------- ;
•^?
4. Drie fraaie liandtekeningen. (digitale foto W.W. Timmer.)
eew chirurgijn, die men hier om zijne geleertheid, ervarenheid en goede bekwaamheden ook
wel gebruykt om inwendige ziektens en kwaaien te geneesen, daar bij veelen zig niet onge-
lukkig bevinden.
In 1792 kocht zijn zoon Pieter Verschooff, dan 33 jaar oud en inmiddels even-
eens meester-chirurgijn, het huis van zijn vader, die naar Loenen vertrok en
zich vestigde in een door hem gekocht huis in de 'Gruttersteeg' (tegenwoordig
Grutterstraat).^^ Pieter was zijn ouders behulpzaam met een lening. Hij be-
woog zich meer dan anderen in de fmancieele wereld en bewees in de moeilij-
ke en bestuurlijk ingewikkelde tijd van 1795 tot 1813 vele diensten aan het
Openbaar Bestuur van Abcoude en Baambrugge.
In 1801 vestigde Pieter zich in het huis Overdorp, waar Med Doctoor De Witte
een eeuw eerder praktijk had gehouden. Uit de boedelscheiding (1828) van de
nalatenschap van Pieter blijkt, dat hij daar als apotheek-houdende chirurgijn
fungeerde. Een combinatie die in de ogen van het gilde verfoeilijk was, maar de
gilden waren immers in 1795 door de Bataafse Republiek opgeheven......
101
-ocr page 102-
Het einde als chirurgijnshuis
Pieter Verschooff heeft aanvankelijk, na zijn vertrek naar Overdorp in 1801,
het chirurgijnshuis nog aan zich gehouden, wellicht om te voorkomen dat zich
daar een concurrent zou vestigen. Anderzijds rustten op het pand nog steeds
de bovenbeschreven erfpachtbepalingen, die bij elk nieuw koopcontract wer-
den herhaald.
Eerst in 1809 sloot Pieter een koopcontract af, waaruit blijkt dat de nieuwe ei-
genaar, Anthonij Vogel, winkelier, het pand overneemt.-'"^ De erfpacht was
reeds verhoogd met ƒ2,- wegens een door Pieter bijgebouwde keuken. Pieter
verstrekte Anthonij tevens een hypotheek.^'^
Wanneer Anthonij Vogel er nog een afdak ter lengte van 20 voet heeft bijge-
bouwd, ter meerder gerief/, wordt de erfpacht nog met ƒ!,- verhoogd.^''
Het heeft er echter alle schijn van dat het gebruik dat Anthonij van het huis
maakte de kerkmeesters een doorn in het oog was. De grond werd hem in 1813,
na een discussie met de kerkmeesters, kennelijk te heet onder de voeten en hij
brengt het huis in 1814 in publieke veiling.'^'
Het lid van de gemeenteraad, adjunct maire Van Hilten, koopt het pand voor
een ondernemende jongeman, Johannes voor den Berg ten einde daar een
winkel te beginnen.'^'' De kerkmeesters laten hem uitdrukkelijk beloven dat hij
de erfpachtsbepalingen stiptelijk zal nakomen.
Johannes voor den Bergslaat echter zijn vleugels uiten koopt in 1819 het nabij
de brug gelegen, van ouds bekende, logement De Oude Prins, waarin hij zijn
affaire van verkoop van winkelwaren met minder beperkingen hoopte voort te
zetten. Van dit etablissement schreef de Geheymschrijver in 1759 nog: tvaarde
Reizigers en andere zeer wel behandelt en genoegen werd gegeven.
In de dertiger jaren
vinden we Johannes voor den Berg terug als één der herbergiers, die in het op-
nieuw tot herberg ingerichte Overdorp tevergeefs trachtten een goed lopende
affaire te ontwikkelen
In 1822 verkoopt Johannes het oude chirurgijnshuis aan Arie Keiler, die er
eveneens een winkel in gaat exploiteren.^'^ Dat is het winkeltje dat op bijgaande
tekening van P.J. Lutgers (1808-1874) is vereeuwigd. (Afb. 5.)
De kerk wordt bouwvallig
In het begin van de veertiger jaren van de 19e eeuw werd de bouwvalligheid van
de kerk scherp zichtbaar. Een inspectierapport daarover vermeldt: Aan de kerk
heeft sedert jaren een verzakking bestaan, zodat het gebouw zich thans in een zeer slechte
staat bevindt. Men acht het niet langer verantwoord bij harde wind het gebouw voor de
openbare dienst open te stellen.
De kerkeraad voegde daaraan toe: Het gebouw is bo-
vendien te klein; ook bij de meest mogelijk geschikte ruimteverdeling kan met geen moge-
lijkheid aan de aanvraag naar zitplaatsen worden voldaan."^^
102
-ocr page 103-
,f«___•,
5. Kerk en chirurgijnshuis (hier winkel) vóór 1844. (Tekening van PJ. Lutgers. Part. coll. Abcoude)
Om die redenen werd besloten een nieuwe, grotere, kerk te bouwen, waarvoor
het chirurgijnshuis moest sneuvelen.
Arie Keiler eiste prompt een ander huis, even geschikt tot uitoefening van zijn
affaire, omdat zijn gehele bestaan aan het huis was verbonden.
De kerkeraad bewilligde daarin en legde hem in 1843 een aanbod voor, dat
door de winkelier evenwel finaal werd afgewezen.^^ De inschakeling van een
procureur bewerkstelligde dat het aanbod alsnog werd aanvaard, onder aftrek
van de kosten van de procureur.'"'
Het chirurgijnshuis werd, zoals in 1649 reeds voorzien, afgebroken. Op 15
maart 1844 werd de eerste steen voor de nieuwe kerk gelegd.
ir D.L.H. Slebos.
Abcoude 2002
103
-ocr page 104-
Literatuur
Geheymschryver van Staat en Kercke der Vereenigde Nederlanden (1759).
Houtzager. H.L. Medicijns, vroetwyfs en chirurgijns. (Amsterdam 1979).
id. id. Uit de nadagen van het chirurgijnsgilde. (Ons Amsterdam 1979, no 31).
Mooij. Annet. De polsslag van de stad, 350 jaar academische geneeskunde in
Amsterdam (Amsterdam 1999).
Afkortingen
OAAB                          Streekarchief te Mijdrecht.
RAU Dorpsger.            Rijksarchief te Utrecht. Gerechtelijke archieven.
RAU Not.                     Idem. Notarieel archief
RAU Toegang 344.      Archief van de Gereformeerde (=Hervormde) kerk van Baambrugge.
GAA Not.                     Gemeentearchief Amsterdam, Notarieel archief
Noten
1. Ds G. van der Zee. Niftarlakejh. 1954.
2. id.id.
3. RAU. Toegang 344 no 155 en 156.
4. id.id.
5. id.id.
6. RAU. Toegang 344 no 1.
7. Grevenstuk. J.G.Th. Niflarlake]h. 1923.
8. RAU. Toegang 344 no 2.
9. RAU. Dorpsger. no 8.
10. GAA. Not. nol 125.
ll.GAA.Not.no 1139.
12. RAU. Not. nol.
13. RAU. Lidmatenregister van de Herv. kerk te Baambrugge.
14. RAU. Zie 9.
15. Albert Mooy, notaris te Kortenhoef.
16. RAU. Toegang 344 no 53.
17. RAU. Not. no 13,
18. RAU. Dorpsger. no 11.
19. RAU. Toegang 344 no 165.                         :         '                  *
20. RAU. DTB registers.                                                              |
21. RAU. Dorpsget^ no 15.                                                            ' '
22. RAU. Dorpsger. no 23.                                    ..
23. RAU. Not. no 55.
24. RAU. Toegang 344 no 165.
25. id.id.
26. RAU. Not. no 55.
27. RAU. Not no 67.
28. RAU. Toegang 344 no 124.
29. id.id.                                                                                              >
30. id.id.
104
-ocr page 105-
Jaaroverzicht 2001 van de dr R. van Luttervelt
Restauratiestichting
De verwachting dat het 18e eeuwse sierhek voor het laantje van Grigia vóór
eind 2001 geplaatst zou zijn werd de bodem ingeslagen. De overvolle order-
portefeuille van de aannemer leidde tot uitstel en de plaatsing zal nu in 2002
zijn beslag krijgen. Van de Provincie en het SNS Reaalfonds is belangrijke steun
verkregen evenals van enige aanwonenden van het laantje.
Een nieuw project kwam op ons pad in de vorm van het unieke sierhek van huis
Doornburg in Maarssen, dat aan het jaagpad staat. Uniek omdat het geheel uit
smeedwerk is opgetrokken en uit het eerste kwart van de 18e eeuw dateert. Het
zeer ingewikkelde hek is dringend aan herstel toe en de Emmaus Priorij, eige-
naars van Doornburg, riepen de hulp in van onze stichting. Het hek gaat ge-
105
-ocr page 106-
restaureerd worden door de ons vertrouwde smid Kees van der Horst aan de
Bemuurde Weerd te Utrecht.
Het wordt een kostbare operatie. De gemeente Maarssen heeft hiervoor subsi-
die gevoteerd waardoor het leeuwendeel van de kosten gedekt kan worden. De
stichting heeft op zich genomen om het resterende deel bijeen te brengen. Het
gaat om €15000 en de stichting wil proberen uit de inwoners van Maarssen een
substantiële bijdrage te verwerven. Daarnaast zal een beroep op fondsen ge-
daan worden en doet de stichting zelf een duit in het zakje evenals uiteraard de
priorij.
Het banknummer van de stichting is 59.74.60.019 te Vreeland.
De voorzitter                                                                     Loenen, Januari 2002
106
-ocr page 107-
De bibliotheek in 2001
De bibliotheek werd vooral in de tweede helft van hetjaar met enige regelmaat
door leden en niet-leden bezocht. De vaste dag hiervoor blijft de donderdag,
bij voorkeur na telefonische afspraak (0294-234653).
De 'Catalogus van de Bibliotheek' (bijgewerkt tot en met januari 1999) is nog
steeds verkrijgbaar, inmiddels voor €3,50, evenals het 'Register op de Jaarboekjes'
(bijgewerkt tot en met 1997), inmiddels voor €2,30. Aanvullingen op de Cata-
logus
(1999-2001) en op het Register (1998-2000) kunt u op verzoek eveneens
verkrijgen.
Er is nog steeds vraag naar oude jaarboekjes, zowel van leden als niet-leden. De
bibliotheek houdt zich aanbevolen!
Aangezien de oudere jaarboekjes van de bibliotheek na zoveeljaren gebruik er
allesbehalve fraai uitzagen, is op de bestuursvergadering van 14 november 2001
besloten de boekjes van 1913 t/m 1961 door een boekbinder te laten 'restau-
reren'. Dit heeft inmiddels plaatsgevonden in februari 2002.
En tenslotte: zoals gebruikelijk werd ook in 2001 het bibliotheekbestand weer
met een aantal boeken uitgebreid. Wij noemen u er enkele, vergezeld van een
beschrijving.
ALGEMEEN
Kunstenaars
Gezigten aan De Rivier de Vecht, PetrusJosephus Lutgens / Lutgers. Uitg. 'De stichting
Nederlandse Buitenplaatsen en Historische Landschappen', Oudheidkundig
Genootschap Niftarlake in samenwerking met Uitgeverij Canaletto/Repro-
Holland B.V., Alphen aan den Rijn, 2001, samenstellers A.J.A.M. Lisman, E.
Munnig Schmidt & Jhr. Dr. H.W.M, van der Wijck.
Fraaie uitgave, waarin ongeveer 165 afbeeldingen van werken van Lutgers zijn
opgenomen, vervaardigd tussen 1831 en 1873 en alle met de Vecht als onder-
werp. Het geheel is voorzien van een degelijke inleiding over leven en werken
van deze romantische kunstenaar.
Lutgers was afkomstig uit een eenvoudig milieu. Eigenlijk heette hij Lutgens,
maar als kunstenaar noemde hij zich Lutgers. Zijn leven lang was hij teken-
meester in Loenen aan de Vecht. Eén van zijn leerlingen was de bekende kunst-
schilder Nicolaas Bastert. Ook heeft hij tekenles gegeven aan de drie freules
107
-ocr page 108-
Backer op VreedenHoff. Veel heeft Lutgers te danken gehad aan de familie
Willink van Collen op Gunterstein in Breukelen. Hij schilderde en tekende
daar in opdracht een aantal familieportretten en hielp de jonge freules bij het
beschilderen van bordjes, kopjes en vaasjes, die bestemd waren als verjaardags-
cadeaux voor hun vader. De band met de familie was kennelijk heel goed: er is
op Gunterstein heel wat werk van Lutgers bewaard gebleven, gedeeltelijkin op-
dracht vervaardigd, maar dikwijls ook als geschenk door Lutgers aan de familie
aangeboden.
Lutgers maakte bij zijn werk gebruik van verschillende technieken. De in deze
uitgave opgenomen Vechtgezichten zijn voor het grootste deel gewassen teke-
ningen in zachte grijze en bruine tinten. Vooral de in kleur opgenomen teke-
ningen tonen duidelijk het (zwaar-) romantische karakter van zijn werk. De
(weinige) olieverfschilderijen zijn vrolijker van kleur. Voorin het boek zijn twee
litho's opgenomen uit Gezigten aan De Rivier De Vecht uit 1836, de bekende uit-
gave van 86 litho's. Beide voorstellingen zijn met de hand ingekleurd in soms
wat harde tinten.
Het mooist vind ik persoonlijk de gewassen tekeningen waarop alleen de Vecht
of een Vechthuis met tuin staat afgebeeld. De personen waarmee Lutgers zijn
voorstellingen stoffeert geven het geheel vaak een wat geforceerd karakter, het
lijkt bijna of ze er later op zijn 'geplakt'. Misschien moet een romanticus zijn
aard geen geweld aandoen door realistische elementen in zijn werk op te ne-
men, dan blijft de dromerige romantische sfeer het best bewaard.
PLAATSEN
Breukelen
Breukelen en omgeving tussen 400 en 1200 - Middeleeuwse geschiedenis vanuit een
plaatselijke gezichtshoek.
Uitg. Verloren, Hilversum, 2001, Arie A. Manten.
Dit boek is in 2001 verschenen als deel 3 van de Historische Reeks Breukelen.
De auteur. Dr. Arie A. Manten is geen historicus maar geoloog, geschiedenis is
echter zijn grote liefhebberij. Hij is oprichter en voorzitter van de Historische
Kring Breukelen.
In deze geschiedenis van Breukelen in de vroege Middeleeuwen biedt Manten
de lezers veel meer dan lokale geschiedenis alleen, maar plaatst hij deze in een
veel ruimer verband. Dit maakt zijn boek ook voor een bredere kring van lezers
interessant. Het ontstaan van de naam Niftarlake {niftar= naast of langs, lake =
natuurlijke afwatering, in dit geval de Vecht), het optreden van de uit de Vecht-
streek afkomstige zendeling Liudger (Sint Ludger), Manten plaatst het alle-
maal tegen de achtergrond van onze geschiedeniskennis van de lagere en mid-
delbare school: Friezen, Franken, Bonifatius, Karel de Grote.
108
-ocr page 109-
En hij graaft dieper: via Liudger komt hij op het terrein van de vroeg-Middel-
nederlandse letterkunde meteen bespreking van de Heliand, een gedicht waar-
in het leven van Christus wordt verteld in typisch Oudgermaanse versvorm. In
aansluiting daarop behandelt hij en passant even het pas in de vorige eeuw ont-
dekte Evangelie naar Thomas, een vijfde evangelieschrijver dus (na Matthéüs,
Marcus, Lucas en Johannes). En dan spreken we nog niet eens over de kleine
lettertjes op bladz. 109, waar Manten terecht stelt: als wij de Heliand niet tot
Duitse maar tot Nederlandse poëzie verklaren (een teruggave van geroofd cul-
tuurgoed) verschuift het begin van de Nederlandse letterkunde enkele eeuwen
terug in de tijd (en begint voortaan niet meer met het bekende West-Vlaamse
dichtregeltje "hebban olla vogala nestas hagunnan..." uit omstreeks 1100).
Dit moge allemaal nogal wetenschappelijk klinken, Manten heeft niet de be-
doeling gehad een wetenschappelijk boek te schrijven. Hij heeft een beeld vsdl-
len geven van een periode, wat een zeer leesbaar boek heeft opgeleverd. Zijn
manier van schrijven deed mij denken aan de historicus Jan de Rek, die vanaf
1954 een geschiedenis van Nederland heeft uitgegeven in 5 kloeke delen (over
de Middeleeuwen: deel 1, Van Hunebed tot Hanzestad). Latere historici hebben
dikwijls hun neus opgehaald voor deze 'anekdotische geschiedschrijving',
maar het valt niet te ontkennen dat op deze wijze wel een tijdperk tot leven
wordt gebracht, zoals vele lezers mochten ervaren.
Loenersloot
CMalogus van de collectie tekeningen en prenten van Kasteel Loenersloot. Uitg. Stg. Kas-
teel Loenersloot, Loenersloot, 1997, D.T. Koen, RM. Stoppelenburg.
Ook al zijn, vanwege de bescheiden afmetingen van deze catalogus (47 bladz.
in oblong formaat: 15,5 x 22 cm) , niet alle 76 tekeningen en prenten van de
collectie afgebeeld, het geheel geeft toch een aardig beeld van de geschiedenis
van Kasteel Loenersloot door de eeuwen heen.
Op de achterzijde van de omslag treffen wij de bekende prent 'Aestas' (Zomer)
van Hessel Gerrits aan uit 1610, vervaardigd naar een tekening van David
Vinckboons en onderdeel van de serie van vierjaargetijden waarvoor de kaste-
len Maarssen, Zuilen, Loenersloot en Nijenrode model hebben gestaan
(cat.nr. 3). De voorzijde van de omslag toont eveneens een afbeelding van het
kasteel vanuit het zuiden gezien, met bovenaan het motto "Ne nimiumfidê' (Ver-
trouw niet al te zeer).
De diepere betekenis hiervan is vooralsnog duister. De
prent is voorzien van een Duits onderschrift met dezelfde betekenis en afkom-
stig uit een Neurenbergse verzamelbundel uit 1678 (cat.nr. 9).
Fraai is de ingekleurde tekening van Jan de Beijer uit 1745, waarop de vervallen
staat van het kasteel duidelijk zichtbaar is (cat.nr. 25). De eveneens in kleur op-
genomen penseel tekening van RJ. Lutgers uit 1858 geeft een heel ander beeld
109
-ocr page 110-
(cat.nn 49).Tussen 1766 en 1775 hebben twee opeenvolgende eigenaren de
Ridderhofstad Loenersloot veranderd in een geriefelijk 18'' eeuws landhuis
{z\e Jaarboekje Niftarlake 1985, bladz. 45-61). De zware ronde toren is echter be-
houden, zodat het karaktervan een kasteel bewaard is gebleven.
De laatste afbeelding in deze catalogus dateert uit 1896 (cat.nr. 56) en is vrijwel
zeker vervaardigd in opdracht van de toenmalige eigenaar Jhr. Ir. P.H. Martini
Buys, die tevens de grondlegger was van de collectie tekeningen en prenten van
Kasteel Loenersloot. Inmiddels heeft de Stichting Kasteel Loenersloot de col-
lectie kunnen verwerven en deze in 1996 in langdurige bruikleen gegeven aan
het Rijksarchief in Utrecht.
Loosdrecht
Loosdrecht op de valreep — een gemeente op de grens van Utrecht naar Holland. Ui tg.
Historische Kring Loosdrecht, Loosdrecht, 2001, Ferry Brand, José Timmer-
man ... et al. (red.).
Dit boek is in 2001 samengesteld door de Historische Kring Loosdrecht in op-
dracht van de gemeente, nog juist voordat per I januari 2002 de gemeente
Loosdrecht (met 's-Graveland en Nederhorst den Berg) op zou gaan in de
nieuwe gemeente Wijdemeren en voortaan tot de provincie Noord-Holland
zou gaan behoren.
Veel tijd van voorbereiding was er niet, maar dank zij het archief van de Histo-
rische Kring is deze uitgave toch meer geworden dan alleen een fotoboek. Op
bladz. 7 wordt de geschiedenis van Loosdrecht in het kort weergegeven. Hier-
uit blijkt dat het Loosdrechtse grondgebied door de eeuwen heen nogal eens
het voorwerp van grenswijzigingen is geweest. Vanaf de Middeleeuwen (1298)
vormden het huidige Oud en Nieuw Loosdrecht samen met Mijnden een am-
bachtsheerlijkheid binnen het rechtsgebied van de graaf van Holland. Dit bleef
zo, enkele grensgeschillen met het aangrenzende bisdom Utrecht daargelaten,
tot de Franse tijd. In 1812 ging n.1. het voormalige ambacht Mijnden over naar
de gemeente Loenen. Na de Franse overheersing werd deze wijziging weer te-
ruggedraaid en werden Loosdrecht en Mijnden vervolgens bij de provincie
Utrecht gevoegd. Voor de duidelijkheid zij hieraan toegevoegd dat de Vecht de
grens vormde tussen Loenen en Loosdrecht: Nieuwersluis ten oosten van de
Vecht en het gehucht Oud-Over behoorden tot de gemeente Loosdrecht. Pas
in 1952 heeft een gemeentelijke herindeling plaatsgevonden: Nieuwersluis en
Oud-Over vallen nu onder de gemeente Loenen en de gemeente Loosdrecht is
uitgebreid met het dorp Breukeleveen, alsmede met de Vierde en Vijfde Plas
(voordien behorend tot de gemeente Breukelen).
Na een overzicht van de burgemeesters van Loosdrecht van 1816 tot 2002 met
de bijbehorende ambtswoningen volgt het eigenlijke fotoboek. Een inhouds-
110
-ocr page 111-
opgave hiervan wordt niet gegeven, maar er is wel een zekere indeling om het
geheel enigszins overzichtelijk te houden: Sluizen, huizen aan de plassen. Zeilwed-
strijden,
enz. Helemaal consequent is deze indeling overigens niet: Kasteel Sy-
pestein (begin 20'^ eeuw) en de produkten van de porseleinfabriek van domi-
nee de Mol (1774-1784) sluiten bijvoorbeeld direct aan op de idyllische foto's
onder het hoofd Boerenbedrijven en Natuur (bladz. 49 e.v.). De bijschriften bij de
foto's zijn uitvoerig en verschaffen vaak interessante informatie.
Als geheel een aardige herinnering aan Loosdrecht als zelfstandige gemeente.
DIVERSEN
Genealogie Van Dam van Isselt. Uitg. Stg. Familiefonds Jacob van Dam, Utrecht,
1999, Drs. R.G. de Neve.
Dit is het tweede familieboek van de bekende Utrechtse familie Van Dam Van
Isselt.
De oudst bekende stamvader is Willem Jansz. Van Dam, overleden in circa
1441. Zijn nazaten woonden in Amersfoort en behoorden al spoedig tot het
plaatselijke patriciaat. Vanaf ongeveer het midden van de 17*= eeuw treffen we
steeds meer nazaten van Willem Jansz, aan in Utrecht. Ook daar werd de fami-
lie Van Dam opgenomen in de regentenkring. Aanvankelijk maakten zij alleen
deel uit van het Stadsbestuur, later ook van de Staten van Utrecht.
In de 18*^ eeuw bezat de familie Van Dam twee huizen in Utrecht, één aan de
zuidkant van de Mariaplaats en één aan de oostzijde van de Springweg. Verder
was zij eigenaar van twee buitenplaatsen: Damlust ten zuiden van de stad
Utrecht en Dambosch onder het gerecht van Overlangbroek. Ten slotte bezat zij
nog twee ambachtsheerlijkheden: Pijlsweerdhïj Utrecht (gekocht in 1763) en Is-
selthi]
Amersfoort (gekocht in 1775).
De Franse tijd en de afschaffing van de heerlijkheden hadden rampzalige ge-
volgen voor het familiebezit. Pas tegen het einde van de 19" eeuw verwierf de
familie, die zich sinds 1775 Van Dam Van Isselt was gaan noemen, weer een
grondbezit van enige omvang, dat tot op heden geconsolideerd is.
Loenen aan de Vecht, februari 2002                                                    G. Recter
UI
-ocr page 112-
Inhoud
Ereleden en bestuur.............................................        2
Ledenlijst 2001..................................................       3
Jaaroverzicht 2001 ...............................................      18
(>)ncept staat van baten en lasten .................................      21
Mededelingen ..................................................      22
Hoffwerk, Over Holland en RupehnoTide
door Herinanus Nunian (1744-1820) getekend......................      23
Elsenbiug......................................................      30
Portret van "De ZededichttM- (;iaas Bruin"...........................      38
De schilder Jan Adam Kruseman (1804-1862) en Nieuwerlioek te Loenen .      39
Dortmont - Zorgvrij, Rustenbtirg - Overdorp,
Poelesteyn - Oud Rustenburg.....................................     53
Het Chirurgijnshuis bij de Kerk van Baambrugge ....................      92
Jaaroverzicht 2001 van de Dr R. van Luttervelt Restauratie Stichting ....    105
De bibliotheek in 2001 ...........................................    107
112