JAARBOEKJE
2002
|
||||||
VAN HET
OUDHEIDKUNDIG
GENOOTSCHAP
'NIFTARLAKE'
|
||||||
Ereleden en bestuur
|
||||||||||||
Erelid Mr J.H. van den Hoek Ostende, Amsterdam
Lid van verdienste A.J.A.M. Lisman, Nieuwersluis
Bestuur Drs E. Munnig Schmidt, voorzitter
Nieuwerhoek, 3632 AD Loenen a/d Vecht (0294) 231280,
e-mail: emunnigs@worldonline.nl Jurgen Wasser en Bridgina van Elk, secretariaat.
Rijksstraatweg 160, 3603 CT Maarssen (0346) 550872, fax (0346) 555610, e-mail: BridginavanElk@cs.com Godelief N.F.M. Hofman-van Miert, ledenadministratie.
Zandpad 83, 3621 NG Breukelen (0346) 261201, fax 264961, e-mail: HofmandeBK@hetnet.nl Mw Drs G. Recter, bibliotheek, Bijdorp, Oud Over 8,
3632 VD Loenen a/d Vecht (0294) 234653 |
||||||||||||
Drs Eric F.L. Stubbé, penningmeester. Dorpsstraat 20,1393 NH
Nigtevecht, (0294) 252873, fax 253659 AnthonyJ. A. M. Lisman
Margot M. Welle |
||||||||||||
Leden
|
||||||||||||
Redactie Drs E. Munnig Schmidt
voor 2003 Nieuwerhoek, 3632 AD Loenen a/d Vecht (0294) 231280
fax (0294) 232651, e-mail: emunnigs@Uscali.nl
Contributie voor 2003: €12,50 op Postbank nr. 513805
t.n.v. Penningmeester Niftarlake te Vreeland
ISBN 90-6550-758-2
|
||||||||||||
Correctie op Jaarboek 2002: De afbeeldingen nrs. 3, 6, 7, 8, 9,10,11, 12 en 13 bij het artikel over 'De
schilder Jan Adam Kruseman etc.' zijn aangeleverd door het Iconografisch Bureau in Den Haag. |
||||||||||||
Ledenlijst 2002
van het Oudheidkundig Genootschap 'niftarlake'
|
||||||||
Abcoude
Drs ). Baalbergen
R. Bianclii
I. len Brink
Mw Dr M. Carasso-Kok
Mr G. van Donkersgoed
J. van Doorn
Prof Dr AJ. Dunning
Mw J. Elema
Mw B.S.J. Elzinga
W,|. Engel
Gemeente Abcoude
H. de Graaf
J. de Groot
Hist. Kring Baambrugge/Abcoude
J.Th. Kemme
Mw M. Kok
Mw I. Montijn
Mw A.A. van der Most-De Ridder
J.J. Pabon Jr
Mw T.W. van de Poll-Suijs
F.E Rehbock
J. van Santen
Mw E.M. Sclioke-Vis
Ir D.L.H. Slebos
W.W. Timmer
Mw A. den Toom-Naafs
Mw C. Uiterwaal-van Zijl
Mw M.A.J. Vreeken-van Brink
J.E. Wustenhoff
Almelo
C.J.M. Bak
Amersfoort
Mw Dr M.A. Dukes-Greup
MwJ.T.T. van Goudzwaard
L.R.C.van der Molen
Museum Flehite
Rijksdienst Oudheidk. Bodemonderzoek
Amstelveen
J.W.N, van Achterbergh Jr
E.H. Glasius
Mw I. Oberman-Smit
|
||||||||
Sandbergstraat 8, 1391 EL
Meerzicht 1,1.391 AR
Kerkstraat 18, 1391 HC
Dr. Koomansstraat 21, 1391 XA
Folkert Postlaan 6, 1391 AV
Broekzijdselaan 37, 1391 ZA
Angsteloord 63, 1391 ED
Dr Koomansstraat 1 h, 1391 VZ
Ereprijs 27, 1,391 TA
Angsteloord 5, 1391 EB
Gemeentehuis, 1391 EL
Meerweg 19a, 1391 HG
Gein Noord 26, 1391 GZ
Piet van Wijngaerdtlaan 58, 1391 AX
de Tourton Bruynsstraat 3, 1391 EM
GarshenS, 1391 RP
Stationstraat 17, 1391 GL
Papenhof 9, 1391 BD
D. V. Troostwijkstraat 51, 1391 ER
Papehofll,1391BD
Torenlaan 52, 1391 AN
Heinkuitenhof 14, 1391 TS
Sandbergstraat 14, 1391 EL
Leo Dorgelmanstraat 8, 1391 EW
Achter de Kerken 40, 1391 LP
Kievitsheuvel 37, 1391 AP
Kerkplein 12, 1391 GJ
D. v. Troostwijkstraat 46, 1391 ET
Koppellandll, 1391 EV
Horsdaan 76, 7602 AN
Torenstraat 14, 3811 DL
J. van Oldenbarneveldtlaan 17, 3818 HA
Celsiusstraat71,3817XE
Breestraat80, 3811BL
Postbus 1600, ,3800 BP
Amsterdamseweg 270, 1182 HN
Amsteldijk N76, 'Nieuwer Amstel', 1183 TE Amsteldijk N37, 'Oostermeer', 1184 TD |
||||||||
Amsterdam
*Mw DJ.K. Beynes-Heynieyer van Heemstede
Bibliotheca Philosophia Hennetica
Bibliotheek Universiteit
Bibliotheek Rijksmuseum
Mw E.G.H. Blauwkuip-Haker
MwJ. Boers
Jhr Ir R.G.M.R Bosch van Drakestein
Mw L. Deen-van Leeuwen
G. van Heusden
*MrJ.H. van den Hoek Ostende
K. Hoen
*Instituut P.J. Meertens
Mw Mr E.L. de Jongh
M.M.W. Kasteleyn
Drs K. de Leeuw
Y. van der Linden
Mw A.M.J. Oostenbroek-Smilde
IrJ.G.S.M. Philips
W.A.C. Reesink
Dr R. Schoorl
Hr en Mw Siewertsz van Reesema
J.M. Tor
Mw U. Weller
Dr C.J.J. Westermann
Arnhem
Mw E.). Quarles van Ullord-de Zoeten
J.E. van der Sleesen
Baambrugge
H.F. Anger
M. Blokhuis
ProfDrK.E. Bos
F. Eekels
H. de Cock
F. Eekels
Mw M. van Erven Dorens-Vinke
H. Kegel
Mw Drs L.B. Lugt
Dr R.O. Schlingemann
A.W. Steenhof
J.W. Verloop
*J.N.W. Voorhoeve
Baarn
Mw C.E.B.van den Arend Schmidt-Oost Indië
Drs J. van der Meulen
Jhr A.E. Rutgers van Rozenburg
|
||||||
Prinsengracht 849, 1017 KB
Bloemgracht 31-35, 1016 KC Singel 425, 1012 WP Postbus 74888, 1071 DN Prinsengracht 1043, 1017 KP Ceintuurbaan 221\12\ 1074CW Beethovenstraat 46'', 1077JJ Keizersgracht 207, 1016 DS NZ Voorburgwal 286, 1012 RT B. Wieringerstraat 22, 1013 EB Dirk Schaferstraat 59, 1076 BB Postbus 94264, 1090 GG P de Hoochstraat 38''^ 1071 EG Olympiaplein 77, 1077 CR Pracanalaan 80, 1060 RC Blasiusstraat 74-G, 1091 GW Nic. Macsstraat 38'", 1071 RB Michelangelostraat 20'», 1077 CB Koninginneweg 40, 1075 VX JJ. Viottaslraat5, 1071JM Keizersgracht 546, 1017 EL Egelantiersstraat 10b, 1015 PL Keizersgracht 416, 1016 GC Prinsengracht 1029a, 1017 KP Van Heetnstralaan 13, 6814 KA
Bergstraat97, 6811 l.E Pr. Beatrixstraat 13, 1396 KD
Rijksstraatweg 25, 1.396 JD
Rijk.sstraatweg 75, 1396JE
Rijksstraatweg 119, 1396J]
Prins Johan Frisostraat 4, 1.396 KB
Rijksstraatweg 119, 1396 JJ
Rijksstrweg 147, 'Valk en Heyning', 1.396 JK
Binnenweg 24, 1396 KM
Rijksstraatweg 91, 'Geinwijck', 1396JG
Rijksstraatweg 87, 1396 JG
Kleiweg 14, 1396 HW
Rijksstraatweg 159, 1.396 JK
Donkervlietse Binnenweg 11, 1396 LN
Prinses Carolinalaan 2, 3743 JH
Stationsplein 8, 3743 KL Koningsweg 2 - flat 70, 3743 EV |
||||||
Bilthoven
Mw B. Bleeker-Eeuwens
A.j. C;nicq
R.E. I-Lamp
Mw A.A. Mc-rlcns zur Borg
Mw L. Quispel-de Langen
S.H.M. Vrind
Blaricum
J.N. Ba.stert
Jhr D.j.A.A. van Lawick van Pabsl
Mw H.E. Rote-de Raad
Dis E. Venscliiiijl
Bloemendaal
J.W. van der Linden
Bosch en Duin
Mw Ir A.M.W. Verloop-van Utenhove
Breda
J.H. Peek
Breukelen
T.C;. Akkerman
Mw M. All)er,s
Archief Gemeente Breukelen
Mw R. Bakker
Mw M. Balk-van Kampen
Mw Mr L.G. Baud
Mw G. Bekker-Jonker
Ir G.G. van den Berg
Bibliotheek Breukelen
MwJ.M. Bierman-Polman
J.W.M, de Boer
C.A.M. Brugman
J.W. de Bruyn Kops
PJ. Burggraaf
MwA.C. Crietee-Hoogerbeets
JAC. van Dam
Mr J.H.M. Deiters
Mw Mr M.W. van Dijk-Witjas
Mw Mr M.L. Dingemans
Mw Mr P. van Dobbenburgh-Rossberg
W. Dobber
H.H.J. Doude van Troostwijk
W.F.E. baron van der Feltz
B.T. Freijters
J. Funken
P.L. van Gent
D.W. Gerwig
R. van Gesse!
|
||||||
Soestdijkseweg 9.5, 3721 AA
Bosuillaan 147, 3722 XJ Vermeerlaan 5, 3723 EM Sweelincklaan 69, 3723 JC Noord Houdringelaan 32, 3722 BR Lassuslaan .55, 3723 LH Torenlaan 47, 1261 GC
Vliegwegl7, 1261 GK Hollewegll,1261 BW Heideweg 4, 1261 GR Koepellaan 2, 2061 CV
Baarnseweg 8, 3735 MG
Ginnekenweg 84, 4818 JH
Rijksstraatweg 43, 3621 BH
Zandpad 43, 'Vecht en Hoff', 3621 NE
Postbus 116, 3620 AC
Longkruid 2, 3621 TX
Kerkstraat 7, 3621 AK
Kerkplein 16, 3621 BA
Heerenstraat 58, 3621 AR
Straatweg 78, 3621 BR
J. Dircksenstraat 20, 3621 CB
Zandpad 82, 362 ING
Willink van CoUenstraat 79, 3621 CL
Keizerskroon 18, 3621 RS
Zandpad 61, 3621 NG
Kerkbrink26, 3621BS
Linnaeusdreef 44a, 3621 XX
Orttswarande 55, 3621 XN
Straat\veg80, 3621 BRO
G. van Nijenrodestraat 90, 3621 GM
Zandpad 81, 3621 NG
Griftenstein 52, 3621 XL
Zandpad 27, 3621 ND
Straatweg 244, 3621 BZ
Stinzenlaan Zuid 201, 3621 TC
G.W. van Couwenhovenstraat 12, 3621 CD
OudAa41,3621LA
Zandpad 86, 3621 NG ■
Dannestraat 33, 3621 AE ' v
Linnaeusdreef 23, 3621 XT
|
||||||
DrJ.W. Gunning
Drs H.CJ. Hendriks
Hisl.Kring Breulcelen
R.J. Holman
Drs E.W.Th. HoUemans
MwW.H. HoUemans-Sterken
Mw L. Hunsucker
Mw G.J. van Julsingha
A. Kalkman
MwC. Knuist
J. de Koning
Mw A.E.C. Koole-Quarles van Uftord
R.G.H.W. Korstjens
H.T. Langerak
H.K. Lenstra
A.C. Menke
R.W.C. Molenkamp
J. Molenkamp
T. Mur
Mw L. Paulson
Prof Dr.R. Plomp
Jhr Mr W.H.D. Quarles van Ufford
J.R. van Raay
PC. Roeleveld
Mw A.C.K. Roosjen
Mw I. Rot
W.G. Scheurer
P.I.M. van Schoonhoven
C. van Schothorst
T.N. Simonis
R.H. Smoorenburg
Ir W.F. Staargaard
Prof Dr A.H. Stouthamer
G.S. Streefland
Universiteit Nijenrode
MwJ.H.Ch. Vegter-Bal
G.H.M. Vehmeijer
Mw M.G.S. Vehmeijer-Segerink
Ver. B.v.W. in Asfalt
MrJ.A. Vermeulen
Mr G. Versluys
*Mw A.J. Verweij-Volmer
MwJ.C.M. Voormolen-Van der Blom
Mw H.A. Wasterval
A.J.B. Willemars
*MwJ. van Zadelhoff-Hortulanus
|
||||||
Straatweg 204, .3621 BX
Julianastraat 25, 3621 EG
Stationsweg 37, 362 IJL
Zandpad 83, 3621 NG
Rietland 7, 3621 GZ
Anna Pergensstraat 15, 3621 GR
SilversteinSO, 3621 PD
Linnaeusdreef 21, 3621 XT
Nassauplein 1,.3621 EA
Vrijheidslaan 81, 3621 HL
Linnaeusdreef 13, 3621 XT
Zandpad 53, 'Boomrijk', .3621 NE
Straatweg 111,3621 BK
Straatweg 184, 3621 BX
Broekdijk Oost 37, 3621 LM
Oud Aa la, 3621 IA
Dannegracht 16, 'Vecht en Dam', 3621 AA
Straatweg 79, 3621 BJ
Straatweg 76a, 3621 BR
Watertoren 6, 3621 XZ
Straatweg 220, 3621 BZ
Zandpad 48, 'Clunterstein', 3621 NE
Zandpad 46, 3621 NE
Straatweg 115a, .3621 BK
Eendrachtlaan 33, 3621 DD
Kerkplein 12, ,3621 BA
Zandpad 88, .3621 NH
Straatweg 192, 3621 BX
Straatweg 12,3621 BN
Straatweg 224, 'Klein Vechtvliet', 3621 BZ
Stinzenlaan Zuid 258, 3621 T]
Stinzenlaan 18,3621 RD
Straatweg 248a, 3621 BZ
Zandpad 87, .3621 NG
Straauveg25, 3621 BG
Dannegracht 11, 3621 AA
Zandpad 80, 'Oudaen', 3621 NG
Zandpad 55, 3621 NE.
Straatweg 68, 'Vreedenoord', 3621 BR
Brouwerij 1,3621 AD
Straatweg61,3621BH
Mecklenburgstraat 6, 3621 GP
Straatweg47, 3621BH
Zandpad 9, 362 INC
Brugstraat 19, 3621 AG
Zandpad 37, 'Groenevecht', 3621 ND
|
||||||
Breukeleveen
Mw G.(l (ieel-Krijgsman
Drs M.M. van Resteren
Ir F. Roelofsz
Bussum
Mw Mr E. Barendsen-Polak
Mw W.C. van den Bergh
MwJ.M.E. Blickman-Lette van Ooslvoorne
Mr F.A. Doiide van Troostwijk
Mw K.J. Ilartnian-Pesman
Mr R.R. Hazewinkel
Mw A.E. Koch-van de Stadt
M. Langelaar
Mw P.A.C.E. Ooiman-van Aubel
Mw drs H. Visser-Brouwers
MwR.M. de Vries
Diemen
W. (Jroen
Doorn
Mw M.A.H. Beks
Mw W.E.E. Bernt-Scheffer
Ir H.J. Doude van Troostwijk
Ermelo
Drs R.Th. Schoenmaker
Gouda
Hist. Vereniging 'Die Goude'
'tGoy
S.S. Hosselink
's-Graveland
Bibliotheek Natuurmonumenten
P. Honig
's-Gravenhage
Centraal Bureau Genealogie
Mw L.J. Doude van Troostwijk
Genootschap Belle de Zuylen (Secr.)
Rijksbureau Kunsth.& Doe.
*Mr R.J. Nieuwland
Groenekan
J.O.J. Copijn
MwJ.C.L. Gregory
Haarlem
Archief Rijks Prov. N.Holland
J.T. Burggraaf
J.W. Hageraan
Haarzuilens
L.J. Huisinga
|
||||||
Heerenweg 52, 3625 AG
Heerenweg 47a, 3625 AB Heerenweg 109, 3625 AE Koedijklaan 10, 1406 KZ
Vosmaerlaan 8, 1401 CA
Koningslaan Sla, 1406 KG
Waldecklaan 10, 1405 CR
Graaf Wichmanlaan 22a, 1405 HA
Nw <'s-Gravelandseweg 67, 1406 NC
Koedijklaan 21, 1406 KX
Mecklenburg 52, 1404 BJ
Groot Hertoginnelaan 29, 1405 EB
Generaal de la Reijlaan 8, 1404 BR
Wilhelminaplantsoen 23, 1404JP
Agaatvlinder 14, 1113 KP
Berkenweg 2a, 3941JB
Park Boswijk 598, 3941 AN Parklaan 40, 3941 RE Anna van Biirenlaan 1, 3851 RV
Vlietenburg 32, 2804 WT
Tuurdijkie, 3997MS
Noordereinde 60, 1243J0[
Spanderswoud 5, 1243 HZ Prins Willem Alexanderhof 22, 2502 AT
Therèse Schwartzestraat 30, 2597 XJ Van Slingelandtstraat 62, 2582 XS Postbus 90418, 2509 LK Willem de Zwijgerlaan 105, 2582 EK Groenekanseweg 90, 3737 AH
Versteeglaan 34, 3737 ZA Kleine Houtweg 18, 2012 CH
Laan v. Osnabrück 32, 2034 TD Nieuwe Gracht 20, 2011 NG Ockhuizerweg 20, 3455 RW
|
||||||
Heemstede
Mw C. Lugt
Hilversum Archief Gooi en Vechtstreek
DWR/RPV (Mevr M.A.E. Laloiip)
MwJ.Janmaat
Mw E.H.A. Korthals Altes-Kamerling
Ing D.M.C. Mol
C.W. van Nie
T.W. Ploeg
Dr J. Rechsteiner
Dr W.J. Steyling
Mw A.J. Swanenburg de Veye-v.Wieringen
A. van Vredendaal
Kockengen
Prof'DrJ.A. van Dongen
G.F.W. Herngreen
Koedijk
P.J. Prett
Kortenhoef
Mw T. van Essen-Tiggers
W. Spaan
Mw M.A. Sprenger
Laren
Mw A. Blijdenstein-van Berckel
Mw A. van Helden
MwJ.C.E Mulders-Baljon
Ing H.C. Oortman Gerlings
WJ.H.M. Resink Ottenhof
H.W. Schouwenaar
Jhr Mr G.C. Six
Mw A.A. Steffens
G.N. Verhoef
Leerdam
A. van Kralingen
Leiden
Mw A. Vroom-van der Leeden
Lochem
Mw H. van Weede-Vaandering
Loenen
Archief Gemeente Loenen
MwJ.M.R. Baas-van derWerff
RM. Bakker
N. Bakker .
H. Bakker
Bibliotheek Loenen
B.J. Blijdenstein
|
||||||
Provincielaan .5/.^3, 2101 SP
Postbus 9900, 1201 GM
Larenseweg 30, 1221 CN Corvenslaan 20, 1217TN Bu,ssumerGrinlwcg38, 1217 BR Acaciapark l.M, 1213 LD Van der Lindenlaan 27, 1217 PJ O. AmersfoorLseweg 44, 1213 AE Regentesselaan 30, 1217 EG Koninginneweg 18, 1217 KZ Diependaalsedrift 6, 1213 CP Calvijnhof86, 1216 IA Wagendijk 12, 3628 EP
Godinweg 2, 3628 BA Postbus 10, 1830 AA
Kortenhoelsedijk 83, 1241 LS
Kortenhoefsedijk 171, 1241 LZ Oranjeweg 34, 1241 XS Tafelbergweg 15, 12,51 AB
Drift la, 1251 CA Hein Keverweg 17, 1251 BT Pastoor Hendrikspark 9, 1251 MB Zevenend 13, 1251 RK Zevenenderdrift 22, 1251 RC Wally Moesweg 1, 1251 AT Barbiersweg 3, 1251 PA Mendes da Costalaan 2, 1251 NP Wilna9, 4141 MX
Antonie Duycklaan 2, 2334 CD
Lange Voren 2, 7241 HS
Postbus 99, 3632 ZS
Vreelandseweg 19, 3632 EP
Wallestein 66, 3632 WR
Oud Over 3, 'Vegdust', 3632 VA
Wallestein 52, 3632 WP
Postbus 47, 3632 ZR
Oud Over 86, 'Nedervecht', 3632 VE
|
||||||
Vreelandseweg 20, 3632 EP
Holbergen 52, 3632 WC
Dorpsstraat 10, 3632 AT
Oud Over 152, 3632 VH
Holbergen 42, 3632 WC
Oud Over 3, 'Vegtlust', 3632 VA
Wallestein 45, 3632 WN
Dorpsstraat 8, 3632 AT
K. Ottolaan 30, 3632 BW
Vreelandseweg 24, 3632 ER
Grutterstraat 12, 3632 EJ
Dorpsstraat 41, 3632 AR
Moleneind 4, 3632 DA
Kerkstraat 6, 3632 EL
Oud Over 39, 3632 VA
't Rond 13, 3632 BN
Oud Over 6, 3632 VD
Hoefijzer 2g, 3632 WB
Dorpsstraat 98, 3632 AW
Hoflaanl,3632BT
Westerklip 54, 3632 TG
Mijndensedijk 20, 3632 NV
Oud Over 10, 3632 VD
Middenhoek 34, 3632 TB
Vreelandseweg 25, 3632 ER
Rijksstraatweg 90, 3632 AD
Rijksstraatweg 96, 'Middelhof', 3632 AD
Graafjanlaan 2, 3632 CB
't Rond 9, 3632 BN
Kickestein 77, 3632 WK
Kon. Julianaweg 22, 3622 EE
't Rond 1, 3632 BN
Rijksstraatweg82, 'Klein Cronenburgh', 3632 AD
Dorpsstraat 4, 3632 AT
Oud Over 28, 3632 VD
Dorpsstraat 68, 3632 AV
Dorpsstraat 69, 'LeeuwenDijk', 3632 AS
Rijksstraatweg 95, 3632 AA
Rijksstraatweg 78, 'Nieuwerhoek', 3632 AD
Oud Over 43, 3632 VA
Oud Over 3, 'Vegüust', 3632 VA
Dorpsstraat 16, 3632 AT
Dorpsstraat 28, 3632 AT
Postbus 150, 3632 ZV
Rijksstraatweg Sla, 3632 AA
Oud Over 48, 3632 VD
Oud Over 8, 'BijDorp', 3632 VD
|
||||||
Mw E. de Boer-Bereiidsen
M.('. Boevée Mw E.E.C. Boii-Meyer I'". Boiiiienia M. Boolsiiia Mw E. Bootz-Nietiwenlmys
D.M. Bonman A. Dalen Meurs C;. Dierdorp Mw M.M.C Dijkstra-Dreesmann
J.P. Dullaert Drs R.A.j. Ernst J.T.G. Ernst DrsJ.C. van Essen A. Gelderman Mw E. de Geus-Cioossen H. Cioemans Jhr L.A.O. Groeninx van Zoelen
W. Grunfeld Mw M.S. Harm.s-van Esliik
P.M. Hiensch M.J. graafd'Hollosy Mw M.A.Ci.van Iperen W.B.jagl H.j. de Jong M.G. dejongh P.J. Kastelein Mw R.T. Knol-Smit Drs G.J. Koelemey C.J. de Kruyter W.F. Knijper L. Klisters Mw Mr M. Lafarre Drs A. Ledeboer Mw F.M. Luxwolda A. Mak van Waaij C.RG. Molenkamp Mr A. Mostert Drs E. Munnig Schmidt Cor Nab B.V. Mw W.M.J. Nooteboom-Bonarius
Mw C. Pacenti-Batterman Mw Dr H.H. Pijzel-Dommisse A.A.J. Plateyn Drs W.M. van der Poel M.J.B. Popma Mw Drs G. Recter |
||||||
DrsA.H.J. Risseeuw
Mr PJ. Rogaar
A.C. van der Sande Lacosle
Mw M.W.H. Sanger-Kleine
Mw S.A. van Schaik
Mw M.A.H.M. Schoorl-Nooteboom
Mw A. Schras
Drs K.A.L. Schuckink Kool-Oudendal
Mr B. Schuit
Mw Mr A.A. Schwartz
Mw Drs C.H. Smithnijsen
R.E. Spee
MwA. Sprenger-den Uijl
Stichting Culturele Raad Loenen
Jhr MrJ.RE. Tedingvan Berkhout
Mw R.A. Thiadens
Mw G. Thijs-Manlel
C.J.M. Thijssen
W.G. Tober
G.C.J. Tukker
Mw M.B.Rvan der Veen-Wajer
R.J.M. Vehmeijer
Mw E. Vesseur-Murck Jansen
RJ. van Vliet
Mw R. Vor der Hake-Campfens
*Drs S.G. de Vries
Mr A. Vrij
A.R. van Well
Mw H.L.M. Wennink
Mw N.F. Westerhuis-Klijnstra
ProfDrH.C. Zanen
Loenersloot
P. de Boer
Mr J.M.F. Dingemans
Mw L J. Loeff
MrJ.Ch. Smit
Mw E.G.M. Wieling-de Rijk vd Gracht
Loosdrecht
H. Aalberts
J.P.B. Biemans
Mw P.M. Bijl-Lazoe
MwJ. Bruna
Ph. Burggraaf
Hist.Kring Loosdrecht
Mw A.J. Visscher
Maarsbergen
MwJ. Guntenaar
|
Oud Over 168, 'Warande', 3632 VH
Oud Over ,59, 'Vecht en Lommer', 3632 VB
Wallestein 65, 3632 WR
Spinnerie 13, .36.32 ET
Keizer Ottolaan 28, 3632 BW
Dorp.sslraat21,3632AP
Torenstraat 1, 3632 EK
Rijksstraatweg 70, 3632 ZR
Cronenburgherlaan 1, 3632 AN
Oud Over 93a, 3632 VC:
Dorpsstraat 17, 3632 AP
Vreelandseweg 1, 3632 EP
Ter Beekhof 7b, 3632 BK
De Werf 7c, ,3632 AE
Oud Over 1,36.32 VA
OudOver 138, ,3632 VG
Rijksstraatweg 75, 3632 AA
't Rond 7, 3632 BN
Brugstraat 10, 3632 EH
Hoefijzerl08, 3632WD
Oud Over 55, 3632 VB
Oud Over 152a, 'Terra Nova', 3632 VB
Oud Over 3, 'Vegtlust', 3632 VA
Mijndensedijk 9, 3632 NT
Rijksstraatweg 85, 3632 AA
Dorpsstraat 40, 3632 AV
't Rond 5, 3632 BN
Hofbergen 34, 3632 WC
Hoefijzer 24, 3632 WB
Dorpsstraat 53a, 3632 AR
Vreelandseweg 23, 3632 ER
Hollandstraat 6, 3634 AT
Rijksstraatweg 206, 'Geynzicht', 3634 AN Stichtstraat 5, 3634 AR Rijksstraatweg 214, 3634 AN RN. Kruiswijkstraat 1, 3634 AX Rembrandüaan 1, 1231 AR
Larixlaan 20, 1231 BL Breukeleveense Meentje 10a, 1231 LM NwLoosdrechtsedijk 234, 1231 LG Veendijk 4, 1231 PB Acacialaan 2, 1231 BT Rembrandüaan 8, 1231 AC De Driest 2, 3953 BS
|
||||||
10
|
|||||||
Maarssen
Mw W.J.R. Baardman-Diisseldoi p
D. van Barneveld
Mw M. van de Beek-Bomgaars
Mr W. Beerman
j.H.W. van Bemmel
(;.]. van den Berg
Bibliollieek Maarssen
Bibliollieek Maarssenbroek
Mw G.j.M. Bierling-Berg
Mw A. Bink-van dei' Steen
Mw R. van Bloemendaal
J.R Boelens
A.Bohnenn
Dr Ir H.A. van den Boogaard
ProCDrT.A. Boon
B. Borkus
J.]. de Bos
Mw S.M. Bos-Jansen
W.M. Bos
Mw M.L.C.C. Braakman-Dolmans
Drs S.W.G.de Clercq
Mw A.(j. C^osijn-Gonda
A.R.A. Ooiselvan Uchelen
Mw E.H. dn Croo Kampnieinert-van den Berg
Mw M. van Dam-Smallenbroek
Mw E.H.Th.M. barones van Dedem-von Marlels
Mw T.H.H, van Duin-Finstncr
Mw M.L. Gasan-Muller
Mw Mr M.B. Geeris-Vehmeyer
A.J. Gelderblom
Gemeente-Archief Maarssen
j.H. de Graaft
Dr Ir A. Graveland
S. Haisma
D.J. Hamoen
Mr H.E Heerkens Thijssen
J.H.H. Heuschen
Historische Kring Maarssen
Mr Z.O.H.M. baron v.Hövell tot Westerflier
Mw R.E.M, barones v.Hövell tot Westerflier
MwJ.H.M. Kamp-Schweers
J.J. van Kerkvoort
D.J. Klokke
C.H. Knaake
D.R Koets
S. Komdeur
|
|||||||
Boomstede 686, 3608 BT
Schippersgracht L5, 3603 BC
Zandpad 30, 'Midden Gansenhoef', 3601 NA
Zandweg 33, 3601 AE
Kuyperstraat 29, 3601 VE
Zandpad 42, 'Cromwijck', 3601 NA
Harmonieplein 2, 3603 BM
Bisonspoorll61,.S60.5KV
Klokjeslaan 4, .3601 HE
LangeGracht 13, 3601 AH
Zandweg 38, 3601 AE
Reigerskamp 171, 3607 HJ
Diependaalsedijk 33, 'Vechtoever', 3601 GJ
Zandpad22, 3601 AN
Straatweg 17, 3603 CV
Diependaalsedijk 31, 3601 GJ
Duivenkamp .504, 3607 BJ
Vechtensteinlaan 37a, 3601 CM
J. van Galenstraat 32, 3601 HW
Langegracht 33, 3601 AJ
Straatweg 17, 3603 CV
Straatweg 17b, 3603 CV
van Houtenstraat 16, 3601 XJ
Zandpad 14, 3601 AN
Langegracht 30, 3601 AJ
Zandweg 45, 3601 AE
Peerienburgh 29, 3601 JA
Diependaalsedijk 74, 3601 GM
Zandpad 29, 'Gansenhoef', .3601 NA
Binnenweg 60, 'Hazenburg', 3603 AG
Postbus 11, 3600 AA
Diependaalsedijk 37, 3601 GJ
Diependaalsedijk 84, 3601 GM
Stationsweg 5, 3603 ED
Wilhelminaweg 9, 3603 CR
Heerengracht 21, 3601 AM
Klokjeslaan 16,3601 HE
Postbus 90, 3600 AB
Zandweg 44, 'Huis ten Bosch', 3601 AE
Vechtensteinlaan 111, 3601 CP
Diependaalsedijk 52, 3601 GL
Zogweteringlaan 17, 3601JJ
Vechtensteinlaan 78, 3601 CL
Fazantenkamp 721, 3607 DS
Straatweg 17, 3603 CV
Straatweg 162a, 3603 CS
|
|||||||
11
|
|||||||
J. Kraayenhagen
Mw M. Kianeveld-Lokker
Mw C.M.L. Ki-uisheer-Brunt
Drs A. Kuiper-Mokkenstorm
Mr P.M. van der Laan
K. ter Laan
J.C. de Lang
G. Loomans
J.J.C. Louet Feisser
Dr A.P. Messer
M. Meysen
D. Niesing
MwJ.M. Nijhoff MwJ. Onnes-van der Noordaa
J. Plas J.C. Plomp C.J. Rijsterborgh
E. van Rossum
MwJ.G. Roukema-van de Berg
Mw G. Ruys Mw L. Schwartz C. Siero
A.F. Smorenburg
E. Spetter
Mw LM. Staal
N.F Stolk
R. Taal
J.H. van Tongeren
H.M. Vaessen
W, ter Veld
J.F.M. Versteegh
*B.J. Visschedijk
Y. Visser
P. Vleming
J. van Vliet
Mw B. Vos
E. Vriesinga
Mw Mr L.F. Vriesinga-Uitzinger
J. van Waay
D. van der Wal
J. Wasser Mw M.M. Welle
Mw P. Westenburg-de Groot
B.G. Wiegeraad
B.B. van der Woude
Drs H. de Zoeten
W. Zweers
|
|||||||
Julianaweg 19, 3603 AP
Zandweg34, 3601 AE
Heerengracht 19, 3601 AM
Zandweg \, 'Vechtestein', 3602 AC
Veenkade 16, .3601 CH
Heerengrachl 6, 3601 AL
Machinekade 9, 3601 AR
Zandweg 5, 3601 AD
Binnenweg 39, 3603 AE
Kerkweg 9, 3603 CL
Zandpad 6, 3601 AN
Royaardslaan 2, 3601 HA
Langegracht 22, 3601 AH
Rogier van Ottcrioolaan 44, 3604 BH
Straatweg 23, 'Leeuwenvecht', 3603 CV
Zandpad 40, 3601 NA
Parkweg 41, 3603 AB
W. Barendszlaan 1, 3603 GM
Gerbrandystraal 12,3601 BW
Kerkweg 41,.3603 CL
Heerengrachl 22, 3601 AM
Na.ssaustraat 71, 3601 BC
Kuyperstraat 27, 3601 VE
Herengracht 7, 3601 AL
Machinekade 11,3601 AR
Buitenweg 223, 3602 XB
Rooyaardslaan 10, 3601 HA
Duivenkamp 8.51, 3607 WG
Van Lingelaan 17, 3602 PA
Veenkade 5, 3601 CH
Langegracht 44, 3601 AJ
Schippersgracht 16, 3603 BC
Kuyperstraat 17, 3601 VE
Zandweg4, 3601 AD
Diependaalsedijk 31a, 3601 GJ
Straatweg 152, 3603 CS
Diependaalsedijk 78, 3601 GM
Diependaalsedijk 78, 3601 GM
Van Lingelaan 100, 3602 PB
Zandpad 31,.3601 NA
Straatweg 160, 3603 CT
Maire Hofstedelaan 12, 3601 BR
Kerkweg 23, 3603 CL
Lelystraat20, 3601 BV
Straatweg 33, 'Vredenhoef', 3603 CW
C. de Houtmanlaan 9, 3603 GE
Bloemstede 387, 3608 VD
|
|||||||
12
|
|||||||
Maartensdijk
Mw M. Marlens
G.H. van Walbeek
Muiden
B. 1 lollig
Mijdrecht
W. Bos
j.C.A. Daliiieyer
Naarden
Mw N. Bcyers-Kalknian
J.F. Dudok van Heel
Mw B. Gordijn
Mw E. ICamp-Sonneveldt
Mw ).(;.M. van der Lande
Mw D. Rutgers van Rozenburg-Hartnng
Mw E.A.M. Sclieltcma-Vriesendorp
[hr Mr EO. Sickinghc
Nederhorst den Berg
j.EA. Baar
Prof Dr n.P. Blok
Drs EII.B. Gladder
Prof Dr E.N.C;. van Damine
Mw C.l'.M. Jonkcr-Ecurs
Prol Dr ]. Joossc
B. Noordaniis
B.EP. van Royen
Dr Ir H. Spekreijse
A.A.A. Vendrig
R.J. Verkaik
Nieuwer ter Aa
Mw K. ten Brink
Mw Mr M. Lispet
Nieuwersluis
j.C. Brann
R.E.J. Bus
DrsW.F.J. Kels
A. Kroymans
P.T. Lakeman
A.J.A.M. Lisman
C.M. Oostveen
Mr Drs H.W.G. van Schalk
Mw L. Simons-Smit
J.H. Stefels
Mw L Teijema
RR.E.J.A. Woltering
Nigtevecht
H.C. Brinkman
|
|||||||
Kon. Wilhelminaweg 128, 3738 MC
Maertensplein 85, 3738 GN Herengracht 101, 1398 AE
Botdrager 8, 3641 LA
Postbus 1032, 3640 BA Thierenseweg 36, 1411 EX
Valkeveenselaan 56a, 1411 GT Gansoordstraat 24a, 1411 RJ Nagtglaslaan 20, 1412 EH Verdilaan7, 1411 HV Rijksweg 46, 1412 BB Turfpoortstraat 39, 1411 EE Oud Blaricumerweg 7, 1411JR Kerkstraat 6, 1394 CX
Ankeveensepad 7, 1394 GW HinderdamlS, 1394JB Hinderdam 15, 1394JB Slotlaan 4, 'Nederhorst', 1394 BK Hinderdam 15, 1394 JB Hinderdam 6, 1394JB Slotlaan 2, 1394 BK Voorstraat 11, 1394 CS Dammerweg 111, 1394 GT R de Hooghlaan 24, 1394 GK Laantje 2, 3626 AN
Wilhelminastraat 3, 3626 AL Rijksstraatweg 14, 'Over Holland', .3631 AC
Zandpad 29, 'Weeresteijn', 3631 NL Mijndensedijk 86, 3631 NR Rijksstraatweg 18, 'Sterreschans', 3631 AC Zandpad 18, 3631 NK Rijksstraatweg 53, 'VreedenHoff', 3631 AB Rijksstraatweg 35, 3631 AA Mijndensedijk 60, 3631 NP Mijndensedijk 62, 3631 NP Rijksstraat\veg 24, 'Rupelmonde', 3631 AC Mijndensedijk 29, 3631 NN Stadonsweg 3, 3631 AJ Garstenstraat 1, 1393 NS
|
|||||||
13
|
|||||||
Vreelandseweg 42, 1393 PC;
Klompweg 26, 1.S93PJ Dorpsstraat 118, 1393 NK Petersburg 30, 1393 PT Klompweg 72, 1393 PM Raadhuisstraat 16, 1393 NW Dorpsstraat 142, 1393 NL Dorp.s,straall8, 1393 NH Klompweg 41, 1393 PJ Dorpsstraat 130, 1393 NK Dorps,straat 152, 1393 NL Dorpsstraat 20, 1393 NH Dreef 1,4061 BL
Vechtzijde 1,3611 AM
Groeneweg 1, 3611 AT Dorpsstraat 1,3611 AD Dorpsstraat.52, 3611 AG Binnenweg 2, 1191 AA
Peppelerweg 54, ,3881 NA
Schiebroeksesingel 9, 3051JL
Overascbaan 22, 'Vinkenbosch', 4891 RG
Postbus 60, 1870AB
Van Burenlaan 7a, 3761 BZ
Laan van Niftarlake 22, 3612 BS
Nieuweweg 19, 3612 NB Laan van Niftarlake 30, 3612 BT Looydijk81,3612BE Dwarsdijk20, 3612AP Achterberglaan 109, 1422 CZ
Tesselschadelaan 17, 1422 HZ Postbus 67, 4850 AB
A. Numankade 199, 3572 KW
Museumlaan 2, 3581 HK Hengeveldtstraat 116, 3572 KJ Postbus 80300, 3508 TM |
|||||||
J.W. Brouwer
P.H.M. Dankelman B. Heeren
Mr Th. van Hilst
P.F. Kenninck R.A. de Koning C. Kootstra
C. Lipsius J.W. Nieuwenhuijs
RN. Pikaar
Mw M.E.C. Rehbock-Beyers
Drs E.EL. Stubbé
Ophemert
L.D.J. Walraven
Oud Zuilen
H.O. Barneveld
Ir A.M. Bunjes
H.K, Klijnsma
Mr J.G. van Ros.sum du Chattel
Ouderkerk
E.J. Jonker
Putten
Th.J.C. Oudeman,s
Rotterdam
I. Germeraad
Rijsbergen-Br
Mw E. Kalkman - Klep
Schoor!
M.F.L. Mol
Soest
Mw E.M. Verlaan-Dikker
Tienhoven
W.T. de Boer
Mw B.Jansen
Mw C.D. deJong-Mesker
Th. Schouten
G.P. Termohlen
Uithoorn
A. Koornneef
Mw E. Schreuder-de Muinck Keizer
Ulvenhout
A. Met
Utrecht
Archief Gemeente Utrecht
*Mr D.A.N. Bartels MRE
DrsJ. Berghoef
Bibliotheek Provincie Utrecht
|
|||||||
14
|
|||||||
Witte Vrouwenstraat 7-11, 3512 CS
Koningslaan 98, 3583 GR
Lange Jansstraat 21, 3512 BA
Burg. Norbruislaan 23, 3555 ED
Postbus 10058, 3505 AB
Bemuurde Weerd o.z. 76 bis, 3514 AV
Emmalaan 3, 3581 HL
A. Nimiankade 199-201, 3572 KW
Koningsbergerstraat 7, 3531 AJ
Koningsbergerstraat 5, 3531 AJ
Kantonnaleweg 11, 3542 DB
Weth. D.M. Plompstraat41, 3555 BS
Agnietenstraat I, 3512 XA
Havikstraat 12, 3514 TP
Fien de la Marlaan 77, 3584 ZW
Wilhelminapark 12a, 3581 NC
A. Romerostraat 611, 3573 AT
Postbus 10058, 3505 AB
Oudegracht 187G, 3511 NE
Oudegracht 187G, 3511 NE
Jacob V Ruisdaelstraat 104, 3583 CH
Cayennedreef 49, 3563 SC
Kiosk 70, 5802 NS
Groenlandsekade 59-25, 3645 BB
Demmerik21,3645EA Scholeksterlaan 18, 3645 KG Vogelenzangseweg 41a, 2114 BB
Bergseweg 18, 3633 AK
BergseweglS, 3633AK
Floris van Boekhorststraat II, 3633 CN
Boslaan21,3633VZ
Nigtevechtseweg 10, 3633 XS
Voorstraat 7, 3633 BA
DeVlietl8,3633EL
Nigtevechtseweg 196, 3633 XX
Otto van Schonauwenstraat 1, 3633 CP
Kleizuwe 105a, 3633 AG
Singel 10, 3633 CR
Voorstraat 18, 3633 BB
Nigtevechtseweg 24, 3633 XJ
de Vliet 8, 3633 EL
Lindengracht 24, 3633 AT
De Vliet 4, 3633 EL
|
|||||||
Bibliotheek Rijks Universiteit
MwA.M. Biegelaar-Boogaerdt
Mw E. Birnie-de Vries
GJ. Esser
Federatie Stichts Ctiltiireel Erfgoed
MwJ.H. de Graaf
Mw C;.E. Hefling-Beerendonk
Hist.VerenigingOud-Utrecht (P. Kroes)
Mw A. van Kuyk
Mw H. van Kuyk
Mw C.A.A. Mac Lennan-Hamniinga
W.C.M, de Meyer
Museum, Centraal (att.Mw M. Verdiujn)
Mw Drs M.C. van Oudheusden
J.P. Prevoo
Mw E.CH. van Sandick-Doude van Troostwijk
Jhr Ir D.L. Six
Stichting De Utrechtse Molen
Ir A.J. Vlaardingerbroek
*Ir L.B. Wevers
Mw Drs CIC.S. Wilnicr
Mw Drs H.J.M. Winkelman
Venray
Mw B. Wijnen
Vinkeveen
MwJ.H.W. van der Linden
ProfDrL. Mur
Mw I. van Raalte
Vogelenzang
C;. Koopman
Vreeland
Jhr C. Beelaerts van Blokland
Mw G. Beelaerts van Blokland-Kalff
F. van den Berg
EJ. Bink
J. Boerstra
Mw E.E. Brandes-de Lestrieux Hendrichs
Broex-Vliet BV
F.H. Bruna
Mw H.W.B, van Dranen-Aleven
MwA. Driessen-Hermsen
MrJ.E. Goldhoorn
Mw H.C. Greevelink-Swaving
R. Groenink
Mw M.H. Happee
J.H. Hattink
Historische Kring Loenen
|
|||||||
15
|
|||||||
S.Joosten
J. Kohnstamm
J.Kok
Mw R. Kooperberg
Mw I. Monasch
MrJ.A.H. Olde Loohuis
E. Roosegaarde Bisschop
Mw W. Sandberg
Drs M. graaf Schimmelpenninck
JJ.J.M. Schipper
Mw A.Th, Schot-Dolman
Drs C. Schuurman
Mw M. Smit Sibinga
M.H.L. Stubbé
C. Verhaar
Mw A.M.G. Vlain-Voorhoeve
J.H. Vrij
D.R. Wijnschenk
Mw H.J. Winkel
Waalre
Mw A. Krijgsman-Spoor
Wassenaar
F.R Buis
A. Klaver
CR. von Lindern
*J.H.R Roeland
Mw M.A. Stubbé-Butót
Weesp
J. van Baars
Bibliotheek Weesp
Mw H.J. Bodisco Massink-Jongejans
Mw MJ.M.M. Diepenhorst-Sandberg
C. Draijer
Mw H.M. Gerschtanowitz-Pauw
JJ.M. Koks
Museum Gemeente Weesp
F.G. van Reijen
B. Timmers
Mr J.A. Schepel A. Stork IrL.Vuyk Drs A.J. Zondergeld-Hamer
Wilnis
H.W. van Soest
Mw G.J. van Staverenjaski
Woerden
J.C.M, van Capel
|
|||||||
Sluisje 12, 3633 AC
Voorstraat 16, 3633 BB
Voorstraat 9, 3633 BA
H. van Viandenstraat 6, 3633 CH
Klapstraat 13, 3633 BH
Boterweg 44, 3633 ER
Duinkerken 12, .3633 EN
Alamberlskade 4, 3633 VX
Voorstraat ,'5, 3633 BA
Bergseweg I8a, 3633 AK
Kerkplein 4, 3633 BG
Voorstraat 6, 3633 BA
Ruiterstraat 13, 'Vreedenhoek', 3633 AV
Vredelantstraat 20, 3633 EC
Floris van Boekhorststraat 5, 3633 CN
Alambertskade 5, 3633 VX
Vredelantstraat 71, 3633 EB
Postbus 62, 3633 ZV
Voorstraat 17, .36,33 BB
Hoge Duinlaan 18, .5,582 KG
Lange Kerkdam 63, 2242 BS
Acacialaan 4, 2243 BW Kievietslaan 9a, 2243 GB Postbus ,599, 2240 AM Kerkeboslaan 3, 2243 C;M Daminerweg 5, 1385 HT
Po.stbus5146, 1,380 GC Dammerweg 5a, 1383 HT Dammerweg 10, 1383 HT Fijnvandraatlaan 5, 1381 ES Horn 23, 1381 GZ Horn 3, 1381 GX Nieuwstraat 41, 1382 W Zeeburgstraat 37, 1382 BM Casparuslaan 515, 1382 KR Dammerweg .5b, 1383 HT Utrechtseweg 59, 1381 GT Nieuwstad 100, 1381 CE Heerensingel 162, 1,382 W Dorpstraat 59, 3648 AG
Dr Mees ten Oeverlaan 17, 3648 XA
Oostdam 12, 'Rijnoord', 3441 EN
|
|||||||
16
|
|||||||
Zeist
Rijksdieiisl voorde Monumentenzorg
t.a.v. Bibliotheek
IM.. de Vries
Zoelen
*Mr R. Barendsen
Zutphen
MrJ.A. Alleman
Zwanimerdam
A.P.j. Sirookman
BELGIÈ
*Mw C;.]. van der Seys
ENGELAND
Mw Drs M.Cl barones van Tuyll van
Serooskerken-Huygen
ZWITSERLAND A.H.R. Hoogezand |
|||||||||
Postbus 1001,,3700 BA
Bachlaan81,3706PW
Kasteel Soelen, 4011 EN
Halterstraat 20, 7201 MX
Brugstraat 16, 2471 AT
Keizer Karelslraat 36a, B-3920 Lommel
'Quarr House' Gillingham, Dorset, SP8 5PA
Burgerweg 1, CH-3800 Interlaken |
|||||||||
*=lid voor hel leven
NB. Van verschillende zijden is het Genootschap verzocht een lidmaatschap voor het leven in te stel-
len. De volgende regel is daarvoor uitgewerkt: voor leden jonger dan zesdgjaar bedraagt de eenma- lige contributie €300,- en voor ouderen €200,-. Inmiddels hebben enige leden hun lidmaatschap op deze wijze voor het leven bestendigd. Voor hun naam staat *. |
|||||||||
17
|
|||||||||
Jaarbericht voor het 90-ste Genootschapsjaar
|
||||||
Het begon al goed op 19 Januari met de Nieuwjaarsreceptie op het gastvrije
huis Gansenhoef te Maarssen. De familie Geeris- Vehmeijer kreeg een hon- derdzestigtal nieuwsgierige leden te verstouwen, wat wonderwel lukte. Het is nauwelijks genoeg te waarderen, dat leden hun huizen voor een dergelijke in- vasie openstellen. Hulde aan hen allen. 12 Februari vond de heer Godefroy, landschapsarchitect, een gewillig oor van
een zestigtal leden op slot Zuylen voor zijn prikkelende voordracht over de toe- komstvan het bouwen aan de Vecht. Hij bereidt een "Vechtvisie" voor( als U dit leest is die net verschenen) in het kader van de Belvedère nota van de Ministe- ries VROM, LNVen WVC. De Stichting Vechtplassen commissie, om het kort te houden, kreeg daarvoor een flinke subsidie. In het VOCjaar moest dat onderwerp natuurlijk aan bod komen hetgeen an-
dermaal Ruud Spruit, directeur WestFries Museum, voor zijn rekening nam. De 75 leden moesten naar de grotere zaal op de 2'' verdieping op kasteel Zuy- len om zijn onderhoudende betoog op 12 Februari te ondergaan. Een groot succes was de excursie op 20 April, begunstigd door goed weer, naar de tuinen van Sterreschans in Nieuwersluis. Ruim honderd leden kwamen af op de nieuw gebouwde koepel en oranjerie en de heringerichte moestuin. Als grote verrassing kon men ook de stal, het tuinmanshuis en zelfs het grote huis bezoeken: een zeer gewaardeerde gastvrije geste van de familie Kroymans. Vóór de Eerste Wereldoorlog woonde de heer Kroymans' grootvader al in Nieuwersluis in het huis waar nu de familie Schuckink Kool woont en hij was reeds autohandelaar. Tien dagen later volgde, op 1 Mei, het jaardiner voorafgaand aan de jaarverga-
dering op de "Vereniging" in Loosdrecht. Daaraan namen 50 leden deel en als steeds was het een levendige samenkomst, die evenals de Nieuwjaarsreceptie de Vechtstreekbewoners gelegenheid biedt nieuwtjes uit te wisselen en actie- plannen te beramen. Op 20 September werd met een dertigtal leden de oude maar mooie binnen-
stad van Hoorn verkend. Men begon in het West Fries Museum, lunchte in res- taurant De Hoofdtoren en wandelde met twee gidsen langs de fraaie l?*^ en IS*" eeuwse gevels. Mevrouw Oldenburger en haar dochter, specialisten oude tuinen, behandel-
den op slot Zuylen, die 16'^ October de bestelling door Koning-Stadhouder Wil- lem III bij de VOC voor exotische gewassen. Dit uiteraard eveneens in het ka- |
||||||
18
|
||||||
der van het VOC jaar. Het Hof gaf als steeds de toon aan en het verzamelen van
dit soort planten werd in de 18'' eeuw een ware rage voor hen, die dat konden betalen. Een maand nadien trok de heer Scheers, in Monumentenland beroemd als ori-
ginator van moeilijke restauraties in Groningen, een volle gobelin-zaal met zijn inspirerende lezing met veel dia's over de veertig gerestaureerde panden, die hij op zijn naam bracht. Dat was op 13 November. Het Noord Brabants Museum ontving dertig leden op 21 December voor de
tentoonstelling over de Vierjaargetijden in de Kunst. Een aanrader voor tuin- en kunstliefliebbers, beide gebieden komen goed uit de verf. Heel fraai zijn de drie marmeren beelden van putti, die de lente en de herfst uitbeelden van Ar- tus Quellinus en vader en zoon Van Logteren uit de vroege 18"^ eeuw. De tentoonstelling werd na een goede lunch in het Museumrestaurant verhel- derend ingeleid met behulp van een eerst wat nukkige beamer, die toch niet zo goed was als een dia-projector zou zijn. In zowel de late winter als de herfst vonden twintig de - klassieken - toegewij-
den hun weg naar Nieuwerhoek in Loenen waar als steeds Heleen Visser- Brou- wers het lezen van Ovidius en Euripides begeleidt. Haar dia- collectie van hoog niveau brengt het gelezene op erudiete wijze tot leven. Het toenemend aantal deelnemers wijst op enthousiasme voor haar educatieve
gaven. Het Genootschap prijst zich gelukkig met de geestdrift waarmee het bestuur
excursies en lezingen weet te organiseren, waarbij mevrouw Munnig Schmidt niet genoeg geprezen kan worden voor haar creativiteit en inzet. U zult zien dat dit jaarboekje de hoge leeftijd van het Genootschap eer aan
doet: het bevat een groter aantal pagina's dan normaal. Dat onderstreept wel- licht ten overvloede dat het Genootschap nog lang niet uitgeschreven is. De voorzitter Loenen, Januari 2003
|
|||||
19
|
|||||
Concept Staat van baten en lasten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tegoeden
Postbank, Fortis, ABN AMRO, Fortisspaar,
Postbank Kap.rek., Kas Overig bezit
Bibliotheek
Overig |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nigtevecht, Januari 2003
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededelingen
|
||||||
Trouwe lezers weten dat de Stichting Plaatsen a/d Vecht een aantal boeken
over de Vecht en andere zaken heeft voorgefinancierd. Daarvan zijn de volgende nog voorradig: - Genootschapsdassen €18,50
- Fotopostkaarten uit 1900, herdrukt, €2,50 per zes.
- P.J. Lutgers' originele Vechtgezichten uit de 19*^ eeuw €45 met een katern in
het Engels met een wat uitgebreidere tekst per afbeelding a €2,80 - Losse prenten uit dit boek €5 voor zwartwit en €10 voor de gekleurde
- Het Monumentenboek van de gemeente Loenen €23 als pocket
- Het boek over VreedenHoff door Anthony Lisman €28,70
- Private Country Houses in the Netherlands €55, hét cadeau voor buiten-
landse vrienden Even bellen naar 0294 231280 of per fax 23 2651 en het bestelde kan op Nieu-
werhoek. Rijksstraatweg 78 Loenen afgehaald worden. Sturen kan ook maar is natuurlijk duurder. Banknr 65.74.11.698 tnv St. Plaatsen te Loenen. Vecht Plassen commissie
Op 20Januari 2003 presenteerde de Commissie op Goudestein te Maarssen het
rapport VechiVisie, dat door twee landschapsarchitecten voor de Commissie is opgesteld, aan alle Vechtburgemeesters en de twee Commissarissen van de Ko- ningin. Het rapport geeft een analyse van het karakter van de Vecht- en Ang- stelstreek. Het reikt ideeën aan hoe met dat gebied om te gaan zodat dat ka- rakter behouden blijft als er ergens toch gebouwd moet worden, wat wij overigens niet toejuichen. Het rapport kost €27,50 in de winkel en €24,75 voor leden van Niftarlake afge-
haald op Nieuwerhoek te Loenen. (zie hierboven) Federatie Stichts Cultureel Erfgoed
Deze door de Provincie gefaciliteerde organisatie is verhuisd naar:
Herenstraat 28
3512 KD Utrecht
Tel. 030-2343880
Fax. 030-2328624
|
||||||
21
|
||||||
Bereveld en Serrurier
Een magnifiek buiten aan de vergetelheid ontrukt en daarmee een wei-
nig bekende Loenense tekenaar, L.P. Serrurier |
|||||||
Verdwenen buitens hebben iets mysterieus. Eens hebben mensen er veel ener-
gie in gestoken en er intens genoten. Nu is er nog slechts gras of een woonwijk. Er is weinig of niets van over en waarom zou je je daar dan nog het hoofd over breken? Maar als op allerlei plaatsen referenties aan een bepaalde buitenplaats opduiken en tevens blijkt dat dit buiten, toen het nog in goede doen was, een heel hoge waarde bleek te hebben, dan wordt de speurzin wakker. Dan vraagt het mysterie erom ontsluierd te worden, de nieuwsgierigheid overwint de ge- makzucht en een spannende zoektocht neemt een aanvang. Zo verging het schrijver dezes ook met Bereveld. Vooral nadat bleek dat er eni- ge verbanden bestaan met vroegere eigenaren van zijn huis Nieuwerhoek en helemaal toen daar een tekenaar, die topografie van de streek maakte, ge- woond bleek te hebben. Bereveld lag op de plek waar zich nu een weiland uitstrekt net ten noorden van
Nieuwersluis, tussen het nog bestaande huis Stichtrust en de boerderij van Ou- derhoek aan de westkant van de Rijksstraatweg. De oudst gevonden vermelding betreft de verkoop van Bereveld in 1716. Dat
betrof een "Hofstee, huysinge, boerewoning, timmeragie, plantagie en 15 mor- gen wei- en hooyland".' Johanna Luyken, weduwe van Guyljam Leenders uit Amsterdam verkocht dit Be-
reveld in Juli van dat jaar. Het buiten was duidelijk nog geen echte buitenplaats, immers er was geen koetshuis met stal noch een tuinmanswoning, koepel of tuin- huis aanwezig. Bij de boerderij moet een zomeroptrekje gestaan hebben en een begin van een park: de "plantagie", die wellicht alleen een boomgaard was. De nieuwe eigenaren waren de bevriende heren Isaac Arondeaux (16..-1728)^ en Philippus Serrurier(1677/8-l751)'' beiden eveneens uit Amsterdam. Hun namen verraden hun Hugenoten afkomst. Overgrootvader Philippus Serrurier was in 1633 zelfs regent van het Walenweeshuis in Amsterdam en in 1641 kocht hij een graf in de Waalse kerk. In 1713 kocht de toen levende Philippus er nog twee bij in één waar- van datzelfde jaar Dina Arondeaux werd begraven.^ Was dat Isaac 's zuster of zijn vrouw of waren zij verwanten van Serrurier'? |
|||||||
23
|
|||||||
1. l^i'lail van de Nieuwe Kaart
van I.oencn uil 172(), uilgege- ven door (>)veiis en Morli<'r' Ie Anisleitlaiu niel Bereveld iu hel luiciden, lelter (J, Jongerhoek daar beneden, ieilei F en Uyt- vlugt, Icllei" I, de la(eie l)oerde- rij van Ouderlioelc boven. Ou- derhoek zelf ligt legenovei' Bereveld langs de Veelit. ((^oll. EMS) |
||||||
De beide vrienden zouden van Bereveld een volwaardige buitenplaats maken.
Het eerste resultaat daarvan is te zien op de kaart van (^ovens en Mortier uit 1726, die deze firma maakte voorjacob Balde, de dat jaar nieuw aangetreden ambachtsheer van Loenen en Nieuwersluis (afb. 1). Daarop staat een vierkant gebouw, het herenhuis, op de middenas van de park-
aanleg, vrij dicht op de weg, met aan de zuidkant, op de grens met het naastge- legen Jongerhoek, een kleiner bouwwerk. Dat moet het koetshuis met de stal zijn, waarvan later nog sprake is. Het huis staat tussen twee boomgaarden met achterin een grote vijver in een
broderietuin. Daarachter ligt een kleine gecontourneerde vijver: de goudvis- kom. In de zuidwesthoek is zo te zien een moestuin of een doolhof aangelegd. Of er al een koepel stond is niet goed te zien, maar die stond er wel toen Ser- rurier's zoon Louis Philippus die tekende in 1729 (afb. 2). Op die tekening is geen spoor van het huis te zien en tot nu toe is van zijn hand ook geen tekening daarvan bekend hoewel je dat wel zou verwachten. Op de gravure Nr. 48 in De Zegepraalende Vecht uit 1719 is daarvan evenmin iets te bekennen. Tussen de twee koepels loopt de weg (nu Rijksstraatweg) naar Loenen en het jaagpad langs de Vecht loopt rechts langs de koepel van Ouderhoek (afb. 3). Geheel rechts op de tekening is nog de paal te zien waaraan een bord in de vorm van een arm met hand is bevestigd, die ook op afbeelding 48 van De Ze- gepraalende Vecht te vinden is. |
||||||
24
|
||||||
2. Bereveld getekend door Louis Philippus Serrurier in 1729. De koepel links is van Bereveld met
daaraehler de liagen om de boomgaard. De weg met de marskramer met zijn mand op de rtig voert van Nienwenslnis naar I.oenen. Rechls staat de koepel van Ouderhoek met geheel rechts de paal met de arm die schippers maant hun zeilen te strijken voor de brug te Nieuwersluis. (RAU Top. Atlas) Die waarschuwde de schippers dat zij hun zeil moesten strijken voor de brug in
Nieuwerskiis. Ook aan de andere (zuid-)zijde van de brug stond zo een paal - met arm - en daarnaast een kleine herberg. In die herberg was natuurlijk iets te gebruiken hetgeen bij de koepel van Ouderhoek voor gewone stervelingen niet het geval was. Zo kreeg de arm bij de hei berg de naam "De warme hand" en de andere werd "De koude hand". In 1728 overleed Arondeaux waarna de bezitting getaxeerd werd*, althans een
deel daarvan, namelijk "een huis, berg, schuur en hofstee". Dat moet de boer- derij betreffen daar de waarde op slechts ƒ4800 gesteld werd. Serrurier nam Arondeaux's helft over en bleef er nog drie en twintig jaar wonen. Zijn vrouw, Alida Lups (oudste zuster van Leonard Lups: de eigenaar vanaf 1736 van het nabije Nieuwerhoek) en hij woonden in Amsterdam op de Keizersgracht nr. 124.''Zij waren zeer welgesteld gezien hun jaarinkomen in 1742 van ƒ14.000; zij |
|||||
25
|
|||||
3. Ouderhoek, ta 1790, iiri op df achtergrond rechts waaiscliijnlijk het biiilcnhuis Bereveld. Acli-
tcrglas schildering door], Zeuner, 53 x 71 cm. Cal. veiling Mak v. Waay, nr. 13(),8-3-191)0, nr. 491. hielden er dan ook vier dienstboden op na en lieten zich vervoeren in een
koets met vier paarden. Zelfs hadden zij nog ƒ150.000 "leeg op de bank" staan wat wellicht betekent dat die geen rente opbrachten. De huurwaarde van hun huis was op het hoge bedrag van /LSOO 's jaars geschat,
wat een flink groot huis doet vermoeden. Een vakman verdiende toen i450 in eenjaar! Alida was van huis uit Doopsgezind, maar trouwde in 1702 toch met haar Waalse Fhi-
lippus en tverd zelfs in de Waalse kerk in Amsterdam begraven. Hun zoon Louis Philip- pus (1703-1750/1) werd daarentegen in de Remonstrantse gemeente gedoopt waarbij Isaak Arondeus (hier zo genoemd in plaats van Arondeaux) als getuige optrad. Een to- lerante familie. Die zoon nam in 1737, vrij laat dus in die tijd, Anna van der Streng (1717-voor 1751)
uit Dordrecht tot vrouw en zij baarde hem een zoon Philip Louis (ca 1738-1801). Daar bleef het zo te zien bij want van andere kinderen is geen sprake. Mogelijk is Anna in het kraambed van een volgend kind overleden, wat in die tijd helaas vaak voorkxuam.^'' Philippus kocht, voor zijn zoon Louis Philippus, waarschijnlijk in 1731, van zijn buurvrouw Gerretje Corse Corver het naast gelegen buitentje Jongerhoek. An- thony II van Hoek (1674-1719) had dat tegen het einde van de I7e eeuw ge- sticht en met Ouderhoek vererfde dat naar zijn neefjean de Wolff. In 1726 was |
||||
26
|
||||
4. Jongerhoek in 1729 vanuil liet
speelhuis van an).2 volgens on- dersthrifl van de tekenaar l^.P. Serrurier: "gesigl uijt ons speel- iiuijs op jongeihook". (RAIJ Top.Atlas 201,2) |
|||||||||
Jongerhoek nog in diens bezit (afb. 4). Naar alle waarschijnlijkheid was het bui-
tenhuis daarop van hout, evenals Slangevecht in Breukelen dat ook was. Louis Philippus Serrurier (1703-ca 1750) was een vaardig amateur tekenaar. Van hem is een schetsboek, gedateerd 1730, bewaard gebleven met een menig- te tekeningen, waarvan er veel in de Vechtstreek gemaakt zijn. Voorop staat: "Stoffasie boekje 1730. Bestaande in veelerhande figuren geteekend en versa- meld door Louis Philippus Serrurier".^ Het staat vol met alleraardigste pente- |
|||||||||
27
|
|||||||||
5. Geziclit op Loenen vanuit het zuiden ca 1730 door L.P. Serrurier. De meest linl<er koepel zou die
van Driehoven kunnen zijn. (RAU Top.Atlas) keningetjes van mannen en vrouwen in kledij van die tijd, die met van alles be-
zig zijn: jagen, tuinieren, verkopen van groente en fruit, schermen , bedelen, enz. Ook copiën van andermans tekeningen zijn er bij waaronder die van ba- roktuinen, die deels aan zijn eigen fantasie deels wellicht aan De Moucheron ontleend kunnen zijn. Een aantal is met waterverf ingekleurd. Er bestaan naast dit schetsboek ook veel andere tekeningen van zijn hand, waarvan afbeelding 5 een goed voorbeeld is. Kasteelliefhebbers kennen de prachtige serie kasteeltekeningen van Roelant
Roghman uit 1647-1649. Die was door vererving in bezit gekomen van Serru- rier's overbuurman, sinds 1719,Jean de Wolff (ca 1680-1734) op Ouderhoek en Louis Philippus heeft daarvan een aantal mogen overtekenen. Van die copiën zijn er 29, alle van kastelen in het Sticht, in het Utrechts archief te vinden. Van Cornelis Pronk's werk tekende hij ook veel over, vooral zijn kasteeltekeningen. Van die tekeningen werden er 123 geteld in dat archief eveneens allemaal in het Sticht gelocaliseerd. Cornelis Pronk (1691-1759) was een vooraanstaand te- kenaar van topografie in de 18e eeuw en mogelijk bezat Serrurier een aantal van zijn tekeningen. In totaal bezit het archief 370 van Serrurier's topografi- sche tekeningen, waarvan er 67 gezichten in de Vecht en Angstelstreek tot on- derwerp hebben. Alleen Boon^ heeft in 1967 een aantal van Serrurier's teke- |
|||||
28
|
|||||
6. Als voorbeeld van zijn beeldhouwkunst worden hier twee palmhouten beeldjes van de hand van
M.E. Shee of Schee getoond, P.M. Fischer meent dat die Diana en Bacchus voorstellen. (Historisch museum te Amsterdam nrs 23.^-238) ningen, 55 stuks alle rond Woerden gesitueerd, gepubliceerd. Die tekeningen
zijn in O.I. inkt uitgewerkt op formaat 12x17 cm. De oude Serrurier bleef Bereveld verfraaien. Zo blijkt uit het kasboek^ van Mi-
chael Emanuel Schee of Shee (cal 695-1739), dat Serrurier bij hem op 6 maart 1732 voor ƒ325 "een bentemer steene frontispies op sijn Edle hofstede aan de NieuwerSluys" kocht. Dat was een sierstuk op de voorgevel van het buitenhuis. In datzelfde jaar leverde Shee aan Serrurier een Neptunus en een Mercurius - beeld met de bijbehorende pedestallen voor ƒ300. Al eerder, op 7 Februari 1729, had hij twee tuinvazen aan Serrurier verkocht
voor het verrassend hoge bedrag van ƒ765.8.- en eenjaar daarna ontving hij ƒ350.1.8 voor "twee marmere kindertiens verbeeldende het bleij- en het treur- |
|||||
29
|
|||||
7. Een in 1797 door de l'ransc Genie gemaakt plan van loii Nieuwershiis mei de aan de noordkant
tegen de fortgracht liggende rest van Stichtrust alias Jongerhoek en de tussen dit buitentje en Bere- veld lopende lindelaan. Het lange koetshuis- stal- tuinhuis van Bereveld ligt vlak ten noorden daar- van met moestuinen en boomgaarden en twee sterrebossen. Belonje hield die in hetjb. Nift.1968 blz.39 voor tuinen van Ouderhoek. (ARAArch.vOorlogv.d. Franse Genie) |
|||||||
spel die ik meest zelfs heb gemaekt" (afb. 6). Hij had kennelijk een atelier met
leerlingen en andere hulp en handelde waarschijnlijk zoals de meeste kunste- naars ook in beelden en siervazen. Zijn laatste levering voor Bereveld, in 1733, omvatte "twee bentemer steen borstbeelden met blauwe stene termen" voor ƒ120. Blauwe steen is Namense hard- of kalksteen, bekend van stoepen, trap- treden en raamdorpels. Bentemer steen is de geelgrijze zandsteen uit Bent- heim, net over de grens van Overijssel in Duitsland waarvan bijvoorbeeld het Paleis op de Dam is opgetrokken. Als Serrurier de kans kreeg breidde hij ook het grondgebied van Bereveld uit.
Dat blijkt uit het feit dat hij in 1746 van de eigenaren van Ouderhoek, Paulus |
|||||||
30
|
|||||||
8. Hekontwerpen van onbekende hand voor Bereveld van vóór 1737 (zie noot 13).
Loot van Santvoort (1673-1753) en zijn vrouw Margaretha Verhamme (1684-
1756 en eerder weduwe Jean de Wolff), 9 morgen weiland achter Jongerhoek kocht voor ƒ3900.'" Echter in dat zelfde jaar moest hij een deel van Jongerhoek afstaan voor de uitbreiding van fort Nieuwersluis. Hij kon toen wel een over- eenkomst sluiten met Jan Philip Prevost, controlleur-generaal, die de zaken voor de Staten deed, waarbij de lindelaan van Bereveld gespaard bleef. Dat be- tekende, dat de fortgracht aan de noordkant minder breed kon worden wat weer meebracht dat er minder grond uit kwam. Men had met meer aarde ge- rekend waarmee de wallen zouden worden opgehoogd en nu moest Serrurier het ontbrekende volume suppleren (afb. 7). Bovendien moest hij voor accoord tekenen dat hij geen compensatie voor het afgestane deel van Jongerhoek kon eisen." Overigens was de verhouding met de buren niet steeds even goed, want in 1741
klaagde Loot van Santvoort, dat Serrurier zijn (nieuwe?) poort te dicht op de weg zou hebben gezet. Eenjaar eerder was er al ongenoegen geweest tussen hen over het doorlaten van water, een typisch Hollands geschil.'^ Zoals later zal blijken stonden er voor Bereveld twee "poorten", smeedijzeren hekken draaiend tussen twee stenen pilaren, dus met dat ene hek zal het wel goed gekomen zijn. Een prangende vraag is of en dan welke van de twee be- kende hekontwerpen voor Bereveld (afb. 8) een plaats in Nieuwersluis gevon- den heeft.'^ De hekontwerpen zijn geplakt in een boek dat het jaartal 1737 draagt en vertonen duidelijk niet de daarna opkomende rococo-stijl. Zou Serrurier in 1741 al een moderner ontwerp hebben gebruikt? |
|||||
31
|
|||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
9. De ianiilic Malüieus de Neufville (1686-1743, links) met rechts zijn vrouw Petronella de Neufvil-
le, moeder van de drie broers De Neufville van Lennep met in het midden Jacob Pietcr. Aan de wand hangt het portret van hun overleden vader Jacob van Lennep. (Olieverf op 134 x 165 cm door Balt- hasar Denner in 1738, part.coll.) |
||||||||||||||||||||||||||||||||
In Augustus 1749 komt naar voren, als Philippus zijn zoon Louis Philippus
machtigt om voor hem in een proces op te treden, dat hij "Canunnik van het kapittel van St Jan" te Utrecht was. Een dergelijk kanunnikschap is te vergelij- ken met een heerlijkheid, die men kon kopen en waaruit (huur-)inkomsten vloeiden. Philippus was toen reeds in de zeventig en zal zich niet in staat gevoeld hebben
zelf op te treden voor het gerecht. Op 1 November 1751 blijkt dat Philippus het moede hoofd ter ruste gelegd
heeft, want op die dag zat zijn weduwe bij de notaris om Bereveld over te dra- gen aan Jacob Pieter de Neufville van Lennep (1723-1772) voor de toenmaals aanzienlijke som van ƒ38.600.'^ Ook Philippus' zoon Louis Philippus en zijn vrouw Anna van der Streng blijken |
||||||||||||||||||||||||||||||||
32
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
dan reeds overleden te zijn terwijl hun zoon Philip Louis (ca 1738-1801) toen
uiteraard nog minderjarig was. 7Ajn voogden hehieldenjongerhoek voor hem, dat hij tot zijn dood in 1801 aangehouden
heeft. Hij moet heel gelukkig zijn geweest in Nieuwersluis en een groot vriend van de kerk in Loenen want hij liet het door hem tot Stichtrust herdoopte Jongerhoek, een boerderij aan de Angstel en een huis in Amsterdam aan de Loenense diaconie na en dat niet al- leen, maar die kon totaal over een legaat van f200.000 beschikken. (Helaas gebeurde daarmee xvat zo vaak gebeurt, het enorme kapitaal werd in vastrentend Staatspapier be- legd, dat na de Franse tijd [tiërcering] nog slechts fl 1.000 waard bleek.) Zijn zoon ( f) ds J.J. Serrurier was het daar niet mee eens en trachtte, onsuccesvol, om het legaat ongeldig te laten verklaren. In 1817 nam eenjacob Frederik Serrurier het familiegraf in de Waalse kerk over.^^ Een
kleinzoon ? Wat omvatte de koop van Bereveld? De akte'^ is helaas vrij summier en ver-
meldt "Huis, stallinge en koetshuis, tuinmanswoning met knegtskamer en zes- tien en een half morgen grond". Ten zuiden grensde het buiten nog steeds aan Jongerhoek en ten noorden aan de "boereplaats van outs genaamt Uytvlugt nu Ouderhoek", dat wil zeggen de boerderij van Ouderhoek, tegenwoordig van de familie Van Engen (zie afb. 1). Jacob Pieter de Neufville van Lennep's vrouw, Cornelia Bierens (1723-1772),
was goed bekend met de buurt, want haar grootvader, Anthony Bierens (1653- 1738), had in 1688 het twee buitenplaatsen noordelijker gelegen Middenhoek van zijn oom Christiaan van Hoek gekocht. Dat was vererfd naar haar onge- trouwde tante Cornelia Bierens (1690-1792)''", die daar 102 zou worden. Ook het tegenover Bereveld gelegen Ouderhoek was nog steeds in de, zij het naai die tijd wat verre, familie. Het was in 1751 namelijk van een schoonzuster van Jean de Wolff, Ursula van Mekeren (f 1781) en haar zoon Pieter III de Wolff. In Amsterdam bewoonde het echtpaar De Neufville van Lennep-Bierens het
mooiste huis aan de Herengracht namelijk nummer 475, dat zijn moeder, Pe- tronella de Neufville (1688-1747) (afb. 9), had laten verfraaien o.a. met stuc- werk door Jan van Logteren (1709-1745). Het is derhalve aan te nemen dat ook hun buitenhuis zeer fraai geweest is. Het zou goed mogelijk zijn dat zij de hier- onder ter sprake komende fraaie koepelkamer aan het huis gebouwd hebben. Het echtpaar heeft 21 jaar van al dat moois mogen genieten voor zij op drama- tische wijze het leven lieten bij de Schouwburgbrand in Amsterdam op 11 Mei 1772 (afb. 10 en 11). Van hun kinderen, zij kregen er drie, besloot de enig overlevende in 1773 Be- |
|||||
33
|
|||||
•^f/</r/ia iv/// .-Vv
|
||||||||||||||||
■?<"(?(^/V U<'
|
||||||||||||||||
\d/-c r/am é^fjr' ut'/■ ^/jé ty-^/ca't^>-/ï/niJ ---//'rtv
|
||||||||||||||||
10. De brand in de Schouwburg te Amsterdam op .5 Mei 1772 waarbij het eclitpaar De NeuCvillc van
Lennep het leven liet. (Coll. H. van Lennep) reveld van de hand te doen, waarop de weduwe van Daniël Varlet jr, Maria du
Mortier (tl798), ten tonele verscheen.''^ Zij had net eenjaar tevoren haar zil- veren huwelijk kunnen vieren waarna haar man haar ontviel (afb. 12). Zocht zij troost op het buiten of dacht de moeder dat een mooie buitenplaats zou hel- pen bij het vinden van goede partijen voor haar meisjes? Zij hadden twee dochters, Catharina en Geertruid, die voor zo ver bekend
nooit getrouwd zijn geweest en mogelijk lang bij hun moeder zijn blijven wo- nen. Bij de boedelscheiding bleek dat zij het familiehuis aan de Keizersgracht, de plantage St Barbera in Suriname, uiteraard met de, kostbare, slaven, en een aantal scheepsparten erfden. Het Keizersgrachthuis waar de drie dames woonden was een mooi huis zoals
blijkt uit afbeelding 13. Na de dood van moeder Varlet in 1798 lieten de dochters dat zelfde jaar hun
buiten veilen in het OudeZijds Herenlogement te Amsterdam. In de Opregte |
||||||||||||||||
34
|
||||||||||||||||
%#i:#%#'fe#%.#%#^#.^.#%#%#%#%#%#%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D E
ECHTE, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O R I G I N E E L E,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EN W A A R E
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
T,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X^ X
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^» <è Perfoonm dk in den Brand; voorgevallen op den ïide May 1772.
in den SCHOUWBURG tot Amflerdam zyn omgekoomen. En welke
reeds alle gevonden, benevens de tyd wanneer dezelve van onder
de Puin gehaald zyn.
1. De Heer JACOB de NEUVILLE van LENNEP.T
2. Mevrouw CORNELIA-BIERENS, Echtgenoote der
bovengemelde Heer. , |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze alle, zyn
op Dingsdag
voormiddag
gevonden.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Heer LOUIS ANDRE.
Mevrouw LUBS gebooreii FEITAMA , Huisvrouw
van den Heer COVERT LUBS.
De Dochter vari den zelven Heer en Mevrouw. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4
$6
78
9
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Jonge Heer FRANCOIS van OOSTRUM.
De Dochter van ANTHONI WYLAND Waagdrager. De Heer ABRAHAM de HAAS. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Kleeremaker van de Troep van NEITZ.
Monfr. BRINKMAN de Toneetnieefter.
Mevrouw TECXEfRA de MATTOZ.
|
Donderdag. 1
Vrydag namiddag.
Saturdag morgen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
o
> 3
Dj |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Machinift TEFFERS.
De Jongen Heer PIETER van EYIC.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Softdag morgen.
Sondag morgen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12.
13-
14.
15-
i6. 17-
iS., Ni?'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Knegt van de Heer \TÏRHAMME.
De Heer CORNELIS RAUWS.
De Heer JAN de WOLF.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sondag middag.
Sondag namiddag. Sondag namiddag.j |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JOHANNES ROOS, is byna doodgetrapt.
GERRIT KUIK, een Pyp'Gaft. %
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Er word nog gefiiflineerd, dat 'er gehkeven zoude zyn , tenen JAN ï-^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VAN HOUTEN, van bnitfn de Stad van daan, dog men weet niet Precies %;
te bepaakn, of dezelve wel i/t den SCHOUWBURG geweest is of niet. 0 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A A N M E'R K T N G. % '
^ Zonderling was het, dat alle de HOROLOGIEN die by de verongelukte ^
^ Perzoonen gevonden zyn, op haïf i o of quartier voor i o uuren zyn ^
'^ blyven ftütoin, waar uit men benuit, dat den SCHOUWBURG in ^
^ minder dan een quari, uur, in volk Vlam heeft geweeft, en dat door de ^
■^ groote Hitte, dezjji^^ zyn blyven ftiJ ftaan. liè-"
^ 'NB. Dit m één Stuiver. %
U. De lijst van omgekomen bezoekers van de Schouwburg met als eerste de eigenaars van Bereveld
(Coll. H. van Lennep). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
;■:• »iJ.';.-a3*ïïïiSJ1tïi-i.
|
||||||||
i5 R U I L o F T E
|
||||||||
'■:SlOK
|
||||||||
12. Voorzijde van het huwelijksboekje van het echtpaar Varlet- du Mortier uit 1747 met op de ach-
tergrond een fantasiepark. (RAU Atlas Coenen van 's-Gravesloot)'" |
||||||||
36
|
||||||||
Haarlemmer Courant werd daarvoor drie keer geadverteerd. De veiling had
succes want in November 1798 kon bij notaris Voigt te Breukelen de overdracht getekend worden.'-' De beschrijving van het onroerend goed laat in korte trek- ken dezelfde gebouwen aan het geestesoog voorbijtrekken als de volgende, zeer uitgebreide van 1811, die hierna aan de orde komt. Alleen een vinken- baan komt daar nu nog bij. De veiling van de inboedel, die op het huis plaats vond geeft eveneens slechts een glimp daarvan zoals: "oude blauwe porcelei- nen, verlakt en glaswerk, nooteboome en andere meubelen, schilderijen,—, tuinbanken, beelden en tuincieraden, orange- en laurierboomen — alsmede een capitaal sterk roeijacht met zijn toebehoren", etc. Bij het overlijden van Geertruid (voor 1848) liet zij ^200.000 na, in die tijd een groot vermogen. De nieuwe eigenaars waren Isbrant Severijn en zijn vrouw Jacoba Ida Hase-
broek. Mogelijk was zij een zusier van de eigenares van Weerestein, Catharina Gerhar- da Hasebroek, die mei Willem Berkhoff getrouwd was. Die bewoonden dat huis van 1807- 1811}'' Zoals gewoonlijk overleefde mevrouw Severijn haar man en zij was kennelijk in
staat nog een aantaljaren op Bereveld te wonen totookzij, in 1811, het buiten liet veilen. Was het de ongunst der tijden, die haar daartoe bracht? Immers Ne- derland was ingelijfd bij Frankrijk en de handel stond stil. Het is goed mogelijk, want in dat jaar zijn veel buitenplaatsen aan hun eind gekomen. Gerrit en Jan Twisk, makelaars te Amsterdam hadden van Abraham Pook van
Baggen, bonthandelaar te Amsterdam en eigenaar van plantages in Demerary, machtiging gekregen om voor hem te bieden. Voor ƒ16.500 kon hij de prachti- ge buitenplaats die 14e September de zijne noemen. Zelf bewoonde hij die zo- mer zijn buiten Langgewenscht in Loosdrecht op Oud Over aan de Vecht, nu deel uitmakend van het bospark van Vegüust alias Vrederijk.^^ Hij zal niet be- vroed hebben dat hij twee maanden later het tijdelijke met het eeuwige zou ver- wisselen. Hoe het ook zij, hij liet Bereveld met voortvarendheid afbreken waar- bij ook de meeste bomen zullen zijn gekapt want die brachten behoorlijk wat op in die tijd. Brandhout en vooral timmerhout waren zeer gewild toen ijzer en staal nog niet in de bouw gebruikt werden. De kaal geslagen buitenplaats werd als weiland in gebruik genomen waarbij de vijvers nog bleven bestaan. Eerst in 1828 ging zijn zoon Willem Pieter Pook van Baggen, sinds 1826 door vererving van zijn moeder eigenaar van Nieuwerhoek, er toe over voor ƒ1500 de grond (door Gerrit van der Paauw van Oud Over bij de Mijndense sluis) te laten ega- liseren en de vijvers te laten dempen.^^ In het jaarboekje van 2001 staan op blz. 49 en 44 de portretten van deze heren Pook van Baggen. |
|||||
37
|
|||||
13. Het huis van de familie Varlet aan de Keizersgracht (waarschijnlijk nr. 117) in Amsterdam met de
tuin en het tuinhuis (RAU Atlas Coenen van 's-Gravesloot) |
|||||
38
|
|||||
Heel interessant is de beschrijving die het veilingbericht in 1811 geeft van de te
verkopen buitenplaats. Die stelt in staat een soort virtuele rondleiding te geven door het huis, het koetshuis en het park. Volgt de gids! Men betreedt het park door "een fraaij hek met steene pilasters" dat recht voor
het huis staat op de stenen dam over de sloot [In het talud van de sloot vond schrijver nog de aanzetten in gele ijsselsteentjes van die dam.] Een soortgelijk hek "mede met steene pilasters" staat wat zuidelijker bij het koetshuis. [Waren dit nog de hekken waarvoor de hiervoor besproken ontwerpen dienden? Of waren het nieuwere, die in rococostijl die van Vreeden Hoff nabij moesten ko- men? Tenzij er nog eens afbeeldingen tevoorschijn komen niet te beantwoor- den vragen.] Verder lopend tot bij het huis betreedt men dit en strekt zich "een roijale gang
met wit marmer bevloerd en dito plinten" voor de toeschouwer uit. De wanden zijn voorzien van ondiepe nissen in stuc en ook het plafond is "cierlijk gestuca- doord". Vanuit de gang betreedt men links een "kapitale en moderne [Lode- wijk XVI of zelfs Empire?] met fraaij doek [geschilderd nemen wij aan] behan- gene kamer, rondsom gelambriseerd". Deze kamer kan verwarmd worden door turf of hout te stoken in de haard, die naar Engelse trant van drie opstaande ij- zeren platen, waarvan er twee schuin in de hoeken staan, en een liggende is voorzien. De haard is gevat in een marmeren omlijsting. Het plafond van de ka- mer is betimmerd met een rand waarbinnen een grote schildering is aange- bracht. [Zou Jacob de Wit daar nog de hand in hebben gehad?] Een tweede kamer daarachter heeft ramen op het zuiden, want "hebbende deze kamer een aangenaam uitzicht over de rijweg en de Vecht". Het veiling- bericht meldt dat van deze kamer de "zoldering geplafonneerd" is. [Was dat stucwerk of linnen of houten planken onder de balken?] Aan de rechter kant van de gang "opgaande een behangen kamer waarin extra
diepe kass(t)en". [De vraag stelt zich of dit al papier behang is of nog textiel? "Opgaande" wijst op een opkamer] Het vierde vertrek op de begane grond is de ruime keuken" voorzien van
Haardstede, fournuis, aanregtbank[meestal marmer], regen en putwater pom- pen, gootsteen, tinne provisie en andere kass(t)en" [Het fornuis was een ge- metseld blok met een oven en een stookplaats daaronder met vuurplaten er bo- venop] . Onder de opkamer kan de niewsgierige bezoeker de "groote provisie Bier en wijn kelder" vanuit de keuken inlopen. De centrale gang eindigt op een dwarsgang, ook met marmeren vloer en stuc-
plafond van waaruit twee "secreeten en een kast" te bereiken zijn. Aan elk uit- einde van de dwarsgang kan men door een deur naar buiten. In het midden van die gang kan men "een gemakkelijke trap opgaande een bordes" bereiken waar aan een kant een geheime trap [waarschijnlijk achter |
|||||
39
|
|||||
een in de betimmering wegvallende deur] schuil gaat en aan de andere kant
een diepe kast ligt. De deuren in het midden van het bordes openen naar "een zeer wel geordineerde Zaal of koepelkamer, rondsom gelambriseerd en geboi- seerd in vakken, waarin doeke raamen, zijnde de zelve cierlijk geschilderd". [Degenen, die het geluk gehad hebben ooit de koepelzaal van OverHolland - het is een uitstervend ras - te aanschouwen, weten hoe de zaal van Bereveld er uit gezien kan hebben] In de waarschijnlijk achtzijdige zaal, waren aan weerszijden van de deuren twee
buffetten. [Het is heel goed mogelijk, dat één daarvan een fontein bevatte.] De koepelvormige zoldering was "superbe met ornamenten gestucadoord". Vanuit deze wat hoger gelegen zaal heeft men natuurlijk een prachtig uitzicht over de middenas op de vijvers, de parterres-de-broderie en daaroverheen op de weilanden er achter. [Voorbeelden van dit soort koepelkamers treft men in de Vechtstreek ook nog aan op het vrijwel naast Bereveld gelegen VreedenHoff, op Queekhoven in Breukelen, op Gansenhoef en Huis ten Bosch te Maars- sen.''^-'] Onder de koepelkamer liggen een "desert en knegtskamer voorzien met bed-
stede, alsmede een Poederkamer" [waar de pruiken met meel of talc werden gepoederd.] In de dessertkamer vindt men ook een pomp en een gootsteen met een aanrecht [dus dat vertrek deed ook dienst als dienkeuken]. Uit de hoofdgang leidt een trap naar de gang van de slaapverdieping waar zes kamers en een "kamer voor domestieken" te vinden zijn. Die laatste bevat twee bedsteden en "diverse gemakken". [Mogelijk slaat dat laatste op kamer-gemak- ken, lees -toiletten.] Over het hele huis strekt zich een "extra capitale en groote zolder" uit [waar men zeker de rekken met blauwe droogstokken zal hebben aangetroffen en de blauwe kisten waarin wasgoed werd verzameld.] Na het hoofdgebouw doorgewandeld te hebben worden het koetshuis en daar-
naast de stal voor tien paarden met "ingestoken koetsierskamer" geïnspec- teerd. [Een insteek is een kamer bovenin een hoge ruimte.] Daar ontbreken een put met waterpomp en de haverkist niet en evenmin de "hooy en haverzolder". Hoewel het heden bevreemdt is de aanwezigheid van een biljard kamer in dit soort gebouw zoals hier niet ongewoon. Die ligt hier wat hoger en op het zuiden waardoor men vandaar "een superbe uitzicht" heeft over de rivier de Vecht en Nieuwersluis. [Het lijkt er sterk op dat dit koetshuis de plaats en deels de functie van de koepel, die daar in 1729 lag heeft overge- nomen.] Het tuinmanshuis is een onderdeel van dit complex en bestaat uit "een ruim
vertrek, voorzien van haardsteen, bedstede, pomp, gootsteen, tinne en andere kassen" met daaronder een provisiekelder en een hok en erboven een zolder. |
||||
40
|
||||
Aan de andere kant van deze woning is plaats voor nog eens vijf paarden en een
mestbak. [Voor de geest komt een lang stal- en koetsgebouw zoals dat nog staat bij Sterreschans in Nieuwersluis.] Voor hel stalgebouw ligt een "extra groot voorplein met zware opgaande linde-
boomen en een grasparterre". Vanaf dit plein voert een laan naar de ruimte, "de bassecour", achter het huis, die eveneens door hoog geboomte omzoomd is. Vandaar uit kan men de "welig groeijende slingerstarre" betreden [dat moet een sterrebos met meanderende paden zijn, die de landschapstijl aankondi- gen] of naar de andere bossages, de graskom of de boomgaarden "met exquise vruchten" wandelen. De "capitale middenlaan, te wederzijde met welgeconserveerde Haagen" ver-
raadt de in 1811 reeds ouderwetse parkaanleg van het buiten. Ook dieper in het park spreekt het stuk van "capitale lindenlaanen met haagen, opgaande haagen, met laanen", nog "een starrebosch", maar dan toch ook van "diverse slingerlaanen van beuken en ijpenhaagen". Tenslotte loopt men door "een laan met zware ijpenboomen" [helaas door de iepziekte ons niet meer bekend] en langs een weiland, dat omgeven is door mooi uitgegroeide eiken. Natuurlijk ontbreken de moestuinen met schuttingen er omheen niet waarte- gen leivruchtbomen staan zoals perziken, abrikozen, morellen en ook druiven. De druiven- en perzikenkassen zorgen ervoor dat ook in slechtere zomers eigen rijp fruit op tafel komt. In de koude bakken naast de werkschuur worden de eenjarige planten voorgetrokken. Rond de moestuinen liggen brede sloten waarin veel vis moet zwemmen. Ach-
ter de dwarslaan ligt de grote vijver waar een "fraay ijzer hek met halve steene pilasters" voor staat waar achter [in dit vlakke land!] een waterval zijn water laat ruisen. Nog meer naar achteren ligt, ook op de middenas, de "goudviskom" met het [ongetwijfeld hoger gelegen] tuinhuis vanwaar men over de weilanden slot Loenersloot kan zien liggen en men de zonsondergangen kan bewonde- ren. Tenslotte is de aanleg gecompleteerd met een menagerie met bomen erin "als-
mede een salon, ter weerszijde met hoender, eenden en duivenhokken en ter zijde een extra groote schuur". Het park met de weilanden besloeg zestien en een halve morgen [13 ha] even-
veel dus als zestig jaar eerder. Bereveld was een buitenplaats, die zich kon meten met de beste van de Vecht-
buitens, maar had het ongeluk vrij te komen op het slechtst mogelijke moment. Nu staat op het terrein een wat te groot uitgevallen koeienstal. Dat er toch nog een flink aantal buitens is blijven bestaan in de Vechtstreek mag een wonder heten. Het moet de bijzondere sfeer zijn gekoppeld aan de in- |
|||||
41
|
|||||
zet van geëngageerde particulieren, die niet in de eerste plaats op winst uit wa-
ren, die dat mogelijk maakten. E. Munnig Schmidt Loenen 2002
Noten
1. RAU Dorpsgen Loenen, toeg.nr49,nr 1145, 14/7/1716.
2. Bemolt van Loghum Slalerus, A.J. Ned. Fam. penningen tol 1813, nrs ,381, 382, 383, penningen
door R. Arondeaux uit 1684. 3. GAA film nr 960, Grafboek Waalse kerk folio 58, nrs 33,34,172 vakj nr 10.
4. RAU toeg. 49, nrll47volgnr42.
5. GAA, Koh. d. Pers. Quoti.satie 1742, Wijk 47 nr 4030, en DTB 703/80, 301/130, 1132/49 en
722/415. De heer P.M. Fischer was zo vriendelijk mij hierop te wijzen. 6. GAA film 960, Gravenboek Waalse kerk, nr 172, 33 en 34.
7. RAU, Top. Atlas nr. 120; id. Inventaris Topografische Aüas.
8. J.G.M. Boon, Prenttverknaar 18e-eeuxuse tekeningenvan L.E Serrurier etc. HistVer. Woerden en omstr.
1967. 9. GAA, Ka.sboek Michael Emanuel Schee.
10. RAU, Dorp,sger. Loenen toeg. 49 nr 1147, volgnr 136.
1 ]. RAU, id. id., nr 1146, volgnr 89. 12. Gem.Arch. Loenen (GAl.), nr 70 Memorieboek 1710-1811,28/8 1741 en 19/9 1740.
13. Prentenkabinet Univ. Leiden inv.nr 3249.
14. RAU Dorpsger. Loenen, toeg. 49, nr 1147 volgnr. 195.
15. Linden, ds. S. van der, 1000 jaar Loenen, biz. 121.
16. Niftarlakep. 1996, blz. 70.
17. GAL, belastingopgaven 1769-1811, jaar 1773.
18. RAU, fam. arch. Coenen van 's-Gravesloot oa.nr 434.
19. RAU, Not. Arch,, toeg. 34.1, nr 547, volgnr 401.
20. RAU, Not. Arch., toeg. 34.1, nr. 991, volgnr 276.
21. Id. id., nr. 547, volgnr 417.
22. Archief E. Munnig Schmidt.
23. Meischke, R. Plaatsen aan de Vecht en deAngstel, 4e ed, 1997, blz. 16, 17 en 18.
|
|||||
42
|
|||||
De buitenplaats Roserust te Loenen
|
||||||
In de Dorpsstraat in Loenen staan veel vrij simpel ogende 18e- en 19e-eeuwse
huizen, die alle bijdragen aan de bezonken sfeer, die Loenen tot een gewild woonoord maken. Slechts enkele huizen springen eruit door hun meer opval- lende geveldecoraties. Hoe groot was dan ook de blijde verrassing, dat in het slechts een verdieping
hoge huis Dorpsstraat 19-21, de oude buitenplaats Roserust, een met rijk stuc- werk gedecoreerde gang bleek schuil te gaan. Dit huis cijfert zichzelf zó weg dat het zelfs niet, o schande, bijzonder genoeg geacht werd om opgenomen te wor- den in het Monumentenboek van Loenen (afb. 1). Volkomen ten onrechte zo- als in dit artikel aangetoond zal worden. Het nu zes maar in origine vijf traveeën brede huis is sinds 1898' gesplitst waar-
bij de gang achter de beide - toen nieuw aangebrachte —voordeuren in de mid- denrisaliet door een acht meter lange muur in tweeën werd gedeeld. Een middenrisaliet is een niet veel voorkomend element aan een woonhuisge- vel en had al eerder meer aandacht voor dit pand moeten trekken. De voorheen ruim zeven voet brede gang loopt van de voor- naar de achterge- vel en is 14 meter lang. In het midden ontspringt een zijgang die naar het noor- delijk gelegen buurhuis. Dorpsstraat 23, leidt dat vroeger deel uitmaakte van het buitenplaatscomplex Roserust (afb. 2). Zowel de wanden als de plafonds van de hoofd- en de zijgang zijn met zeer kun-
stig stucwerk verfraaid. Schrijver dezes, die het genoegen smaakt in een interi- eur te wonen versierd met stuc door Jan van Logteren (1709-1745), herkende dit onmiddellijk als werk van zijn hand. De grote kenner van stuc- en beeld- houwwerk uit de eerste helft van de 18e eeuw, drs P.M. Fischer te Amsterdam, die ons recent ontviel, kon dat bevestigen. Van Logteren en zijn mensen zou- den het stuc aangebracht kunnen hebben rond 1735, wat goed mogelijk is ge- zien de inschrijving van de waarschijnlijke stichter van het buiten in het kerk- registerin 1734. Na de splitsing bleven de zeven 18e-eeuwse eikehouten, symmetrisch geposi-
|
||||||
43
|
||||||
Alb. 1. Roserust, lieL mi in twee
helften bewoDiule biiitenplaats- je aan de Dorpsstraat in Locnen. (Foto auteur) |
|||||||
tioneerde, paneeldeuren met hun geprofileerde kozijnen in de gang en het al-
lergrootste deel van het stucwerk gespaard. Dat het huis lang verhuurd is geweest zal daar ongetwijfeld aan bijgedragen
hebben. De noordelijke helft van het huis, nr 21, bezit nu nog vrijwel de gehele oor-
spronkelijke stucdecoratie, de zuidelijke helft, nr 19, die van een gedeelte van het plafond en de wanden. Heel bijzonder en letterlijk uniek is de onderteke- ning in houtskool, boven de deur naar de linker voorkamer in de gang, voor de te maken stucdecoratie (afb. 3). In het achterste gedeelte van de voorheen |
|||||||
44
|
|||||||
■ XVlilb
■ ca. 1800
■ XlXd
D ca. 1980
|
|||||||
BEGANE GRONq
I
19 21
Afb. 2. Plattegrond van het huis Roserust zoals dat heden bestaat. (Tek. ir L. Wevers)
voorname hoofdgang is nu de keuken van nr 21 gesitueerd. Daar is het her-
stelde stucornament naar ontwerp van afb. 2 in volle pracht te zien (afb. 4). Boven de deur naar het buurhuis, nr 23, is een putto met een mand bloemen en bladertakken, die de lente voorstellen, door Jan van Logteren prachtig vorm gegeven (alb. 5). P.M, Fischer merkte op dat dit reliëf zeer verwant is met het werk aan Amstel 218 te Amsterdam, dat daar in 1727 door Van Logteren is aan- gebracht. Het plafond van de hoofdgang is, op de plaats waar de zijgang aftakt, met een
medaillon, gevormd door een vierpas waarin drie vleugeldragende engeltjes in |
|||||||
45
|
|||||||
Afb. 3. Houlskool ondertekening voor een zelfde decoratie als van afb. 4 zoals die boven alle zeven
deuren in de gang is aangebracht, deze zit boven de eerste deur links in Dorpsstraat 19. Op de teke- ning zijn de kruisende lijnen te zien van waaruit die is opgebouwd. (Foto Wevers) een wolkenlucht, versierd (afb. 6). Het stucwerk in de zijgang geeft het com-
plete decoratieschema goed weer (afb. 7). Het huis is in verschillende fasen ontstaan. Het oudste deel aan de straat is
waarschijnlijk eind 17e-eeuws en was één kamer diep en twee kamers breed met een brede middengang. In het eerste kwart van de 18e eeuw is een achterhuis aangebouwd onder twee naar achteren stekende kappen, die zo te zien uit twee bouwcampagnes stammen. Zij zijn namelijk niet even hoog noch even breed. Tussen 1726 en 1735 zal het buurhuis nr 23 erbij getrokken zijn en is de gang- decoratie aangebracht. In de tuin werd een koepel gebouwd en eveneens aan de Heren- of wagenweg - nu Rijksstraatweg - werd een sierlijk smeedijzeren inrij- hek tussen twee houten pilaren op de dam over de sloot tussen de weg en het park opgesteld (afb. 8). Een ontwerp voor een dergelijk hek van de hand moge- lijk van Jan van Logteren bevindt zich in Leiden^ en het is, gezien zijn stucwerk hier, verleidelijk ook zijn hand in het ontwerp van dit hek te zien (afb, 9). In het hek liet de trotse eigenaar de naam "Rosé rust" aanbrengen waarmee zijn kleine buitenplaats een naam kreeg. Die spelling van de naam is hier gebruikt. |
|||||
46
|
|||||
Mh. 4. Slucdccoratie aan de wand in de gang boven een deur in Dorpsstraal 21. (Foto B. Schoorl)
|
||||||
fan van Logteren en zijn vader Ignatius (1685-1736) zijn in de Vechtstreek al eerder ge-
signaleerd zoals op Boom en Bosdr", Hoffwerk^ en Vechtvliet te Breukelen, op Otter- spoor' te Maarssen, op Ouderhoek' te Nieuwersluis en op Nieuwerhoek in Loenen. Het stucwerk in dit laatste huis vertoont grote overeenkomst met dat van Roserust en moet eveneens van voor September 1737 dateren. (Na die maand werkte Van Logteren in de toen doorbrekende Rococo-stijl) Het meest beroemde werk van Jan van Logteren bevindt zich in en aan het pand Herengracht 475 te Amsterdam, dat bekend staat als het fraaiste grachtenhuis van die stad. Het meest toegankelijk zijn de voorbeelden van hun stucwerk in het Toneelmuseum (fan) en het Bijbels museum (Ignatius), beide eveneens aan de He- rengracht. In Baarn is de decoratie, ook van jans hand, te bezichtigen in de gang van de buitenplaats Groeneveld, nu kantoor van Staatsbosbeheer. Het buiten Oostermeer aan de Amstel ten zuiden van Het Kalfje is geheel en al een voorbeeld van het werk van de Van Logterens, zowel van binnen als van buiten met zelfs een aantal van hun beelden in de tuin.^ Vaak werkte Jan van Logteren samen met de gebroeders Husly, die als ornament stucwer-
kers op een hoog niveau stonden. Jan van Logteren deed dan het beeldende werk zoals op |
||||||
47
|
||||||
Afb. 5. Stucwerk in de gang van Roserust, dat in ca 17.'i.5 doorjan van l.oglcrcn, bceldliouwer in stuc
en in steen te Amsterdam, werd gemaal<t. De piitto, die de lenle voorstelt, is aangebraclit tegen de muur van Dorpsstraat 23, dat vroeger deel uitmaakte van Roserust. (Foto Schoorl) Roserust depuUo en de drie engeltjes in de wolken. Hel ontwerp voor de decoratie was ge-
woonlijk wel geheel van zijn hand. Een interessante vraag is of de ondertekening van zijn hand is of van die van de Husly 's. In 1726 was de omvang van de tuin nog vrij bescheiden (afb. 10) met een mid-
denlaan tussen twee perken. Door latere aankopen verdriedubbelde het grondoppervlak tot ruim 6100 m^, waarbij ook buurhuizen werden verworven. Die situatie wordt in 1832 aangetroffen op de rainuutkaart bij het begin van het kadaster (afb. 11). De toenmalige eigenaar beschikte zelfs over een uitgang naar de Vecht over een lang perceel waarop ook een koepel stond. Was er druk- te op de Herenweg dan zat je in de koepel daar en was er wat te doen op de Vecht dan dronk je aan het water een glas. Van de oudste koepel aan de weg is geen afbeelding gevonden, maar wel van
een later exemplaar, dat in 1871 is verrezen op de plaats van de toen wellicht bouwvallige koepel, die toen is afgebroken (afb. 12). De oude koepel, ook vaak tuin- of speelhuis genoemd, mat 5x5 meter, de nieuwe 4,5 x 4 m. |
|||||
48
|
|||||
r^
|
||||||||
fr
|
||||||||
' i'rn^'K^' •- ^ ~
|
||||||||
Afl5. (). Stucwerkmedaillon aan het plafond van de hoofdgang van Roserust (in de noordelijke helft
daarvan), die dooreen miunin tweeën is gedeeld. De drie engeltjes in de wolken zijn vorm gegeven doorjan van l,ogteren, twee bevinden zich ten noorden van de scheidingswand en een aan de zuid- kant. (Foto Schoorl) De merkwaardige "ui" op het dak zou wel eens een afspiegeling kunnen zijn
van de dakvorm van de oude koepel, die mogelijk een vorm had zoals nog wordt aangetroffen op de koepel van het buiten Valk en Heyning bij Loener- sloot. Die dateert van omstreeks dezelfde tijd als de oude koepel van Roserust. In de 20-30er jaren van de 20e eeuw zijn zowel de nieuwe koepel als het hek ten prooi gevallen aan de tand des tijds. In 1968 en 1970 werd de tuin aan de ge- meente verkocht om als parkeerterrein te dienen. Daarbij werd de oude stal, die in het verlengde van Dorpsstraat 23 lag en waarin nog de natuurstenen voe- derbakken stonden, afgebroken. Eigenaren
De eerst bekende eigenaar van en de meest waarschijnlijke naamgever aan de
plaats is Cornelis de Roos (1682-14/3 1743). Hij was makelaar te Amsterdam, die met zijn vrouw Geertruid Janknegt (1685-1745) aan de Herengracht 429 woonde. Zij waren in 1705 getrouwd en kregen een zoon Cornelis.' Dat huis, |
||||||||
49
|
||||||||
Alb. 7. Stucwerk in de zijgang
met de originele 18e-eeiiwse ei- ken deinen. (Folo Sclioorl) |
|||||||
dat hij van zijn vader, ook al een Cornelis, had geërfd en dat naast de Doopsge-
zinde kerk Het Lam staat, verkocht hij in 1726 aan zijn zuster Anna voor ƒ15.000.^ Hij had op dat moment derhalve voldoende geld om in Loenen te in- vesteren in een verbouwingsproject. Echter, hij kwam pas in Loenen wonen vanuit Alphen in December 1734 en had toen al geen kinderen meer^; eind 1736 werd hij tot schepen van Loenen Stigts gerecht beëdigd."' In die jaren zal hij Roserust gesticht hebben. Hij moet dan ook degene zijn ge- weest, die de decoraties door Jan van Logteren in de gang heeft laten aanbren- gen na de uitbouw van het oorspronkelijke huis. In Maart 1743 overleed hij in Loenen waarna de erven het huis met tuin en koe-
pel lieten taxeren, die toen de hoge prijs van ƒ8500,- waard bleken te zijn.^' |
|||||||
50
|
|||||||
Zijn vrouw hertrouwde nog in September van hetzelfde jaar met ds Pieter Else-
vier uit Amsterdam. In November 1743 trok zij bij hem in. Na haar verscheiden is Elsevier ook getrouwd geweest met de weduwe Pieter Bols, Sophia Maria van der Pul, van het nabijgelegen Driehoven. Hun opvolger als eigenaar was Adrianus van Vianen geboortig uit Woerden, die
al in 1736 uit Amsterdam naar Loenen was gekomen en in 1738 met Alida van Neercassel in Amsterdam in het huwelijk trad.'^ Zij kregen daar twee dochters. Ook hij werd, in 1742, beëdigd als schepen van Loenen'"^ welke functie hij 21 jaar lang tot eind 1763 vervulde. Hij was eigenaar van de brouwerij "De ge- kroonde A", die tegenover zijn huis stond aan de Dorpsstraat en gevestigd was in twee panden namelijk nrl8 en nr 20. Dit blijkt uit een lening van ƒ3000, die hij in 1750 van Boudewijn Ploos van Amstel kreeg.''' Een aardige kijk op de status van een hovenier op een buitenplaats geeft het
volgende bericht: Op 13 Februari 1763 overleed Jan van Berkel, die bij Van Via- nen in het tuinmanshuis van Roserust woonde. Dat moet een deel van Dorps- straat 23 geweest zijn. Hij was ongetrouwd en had kennelijk kind noch kraai en dus moesten de schepenen zijn inventaris opmaken. Het bleek dat Adriaan van Vianen hem netjes betaald had, doch Jacob de Geus, die kennelijk in Loenen een huis met een tuin bezat of huurde, was hem nog ƒ50 schuldig voor drie maanden loon. Onder Jan's lijfgoederen bevond zich een "silver oorlosie met een ditto ketting en een segrijne overkas gemaakt bij Martineau in Londen". Segrijn of beter chagrin is geprepareerd roggevel, meestal groen gekleurd, dat kleine ronde benen plaatjes in zich bergt en dat in die tijd veel voor dit doel, het overtrekken van doosjes, werd gebruikt. (Een rog is een haaiachtige vis). Voorts bezat Jan twee grote zilveren schoengespen en twee zilveren broekges- pen naast een uitgebreide garderobe waaronder een oranje broek. Het meubilair zal van Van Vianen geweest zijn want daarover wordt niet ge- rept.'-' In de stukken is niets te vinden over grondaankopen door Van Vianen, wat ech-
ter wel geldt voor zijn opvolgster op de buitenplaats. Dat was Sara Catharina Mooy (1710-1795), weduwe Ernst baron de Petersen, die de plaats in Januari 1765 voor ƒ8400 van Van Vianens erven kocht. Het echtpaar had in Amsterdam op Herengracht 212 gewoond, dat het van haar moeder, Catharina de Vlieger, huurde. Dat huis had een door Ignatius van Logteren geschapen geveldecora- tie en waarschijnlijk ook een interieur van zijn hand. Mogelijk trok het Van Logteren-stucwerk in Roserust haar aan toen zij een huis zocht. Het verhaal van de baronnen De Petersen is te interessant om niet even over uit te weiden. Het doet een beetje aan als een sprookje. |
|||||
51
|
|||||
Afb. 8. Het hek van Roserust aan de huidige Rijl^sstraatweg in ca 1915. (Archief Niflarlal<e)
De grootvader van Ernst de Petersen, Jacob de Petersen (1622-1704), was ajkomstig uit
Rendsburg in Schleswig Holstein. Hij begon zijn kleu7'rijke carrière als kleermaker/lakei bij een Duitse graaf, die aan het Deense Hof verbleef. Jacob viel al snel op door zijn intel- ligentie en werd een gunsteling van koning Christiaan, maar nog meer van de koningin. Dat legde hem geen wijideieren, want hij kreeg van hen stukken grond en andere gunsten. Er ontstond natuurlijk naijver en een wat machtiger hoveling maakte het hem zo moeilijk dat hij uitweek naar de Republiek (Nederland dus). Hij had namelijk kennis gemaakt met een lid van de fameuze Amsterdamse regentenfamilie Bicker, die via hem een lening aan koning Christiaan had geregeld. In 1667 kocht Jacob het Kanunnikschap van Oud Munster te Utrecht (een soort ambachtsheerlijkheid met goede inkomsten) en eenjaar later ook een flink huis daar. Bij Amersfoort kocht hij de buitenplaats Heiligenberg. |
|||||
52
|
|||||
All). 9. Hekontwerjj van niogelijkjaii van l,ogteren, dat sterke gelijkenis vertoont met het hek van
Roserust. Omdat de smid voor de naam van het buiten een plaats moest vinden is er een tweede bo- veiircgel bijgesmeed. (Kimsthist. Inst. Univ. Leiden) |
|||||||
Hij bestendigde zijn relatie met de Bickers nogal spectaculair door in 1669 met Cathari-
na Bicker (1642-1678), vrouwe van Engelenburg, te trouwen. Dat was echt een coup, want daarmee belandde hij in de machtigste kringen van de Republiek. Zijn aanzien en zijn vermogen voeren daar wel bij, maar zijn ervaring aan het Deense Hof deed hem verlangen naar een adellijke titel. Omdat hij ook voor de Oostenrijkse keizer Leopold I zaken in de Republiek behartigde kreeg hij het voor elkaar om voor f2200 de ti- tel "Freiherr" verleend te krijgen; bij ons vertaald in "baron ". Dat ging gepaard met een mooie adelsbrief in een gouden doos en een gevierendeeld wapen
met als hartschild de Habsburgse tweekoppige adelaar. Tijdens de inval van de Franse troepen in 1672 onder maarschalk De Luxembourg wist hij van een Parijse relatie een vrijgeleide te bemachtigen. Hij werd daarom door admiraal Cornelis Tromp gevraagd te bemiddelen om Tromp 's buiten in 's-Graveland, Trotnpenburgh, te vrijwaren van ver- nieling. Dat lukte niet omdat Tromp niet over de brug kwam met de benodigde gelden. Om |
|||||||
53
|
|||||||
Afli. 10. Gedeelte van de kaart van Jacob Balde's Gerecht van Loenen en NieiivversluLs uil 172(i. Met
pijl is aangegeven waar het huis met tuin lag waaruit Roserust zou groeien. |
|||||||
Tromp te treiteren heeft De Luxembourg toen de bijzondere bomen waar Tromp erg trots op
was laten omhakken en het huis laten plunderen. Zulks is ie lezen in bewaard gebleven correspondentie van de maarschalk. Tromp verweet De Petersen dat hij zich niet correct van zijn opdracht had gekweten en zich zelfs niet had ontzien lood (van het dak) en beel- den mee te nemen. Er is nog over geprocedeerd, maar Tromp kreeg geen genoegdoening. De Petersen zelf kwam er ook niet zonder kleerscheuren af, want hij moest f2147 als brandschatting voor zijn Utrechtse huis, f312 voor Heiligenberg en nog f500 als losgeld voor gegijzelden plus f750 als hoofd- en familiegeld betalen. Jacob had een zoon Ernst Jacob (1674-1717), die met Margaretha Fehrsen trouwde. Hij
erfde het huis in Utrecht waar hij al eerder woonde en waar zijn drie kinderen werden ge- boren, twee zoons en een dochter. |
|||||||
54
|
|||||||
'-;!V-
|
||||||||||||||||||
J^^rJiirii ir-'T'ri.!
|
||||||||||||||||||
., ,
|
||||||||||||||||||
.y<A^J.
|
||||||||||||||||||
öv5^^'j"_si>"iiyj*ri
|
VS
|
|||||||||||||||||
Afb. 11. Kadasterkaart uit 18.32 van Roserust en omgeving met de waarschijnlijk grootste omvang,
die het buiten gehad heeft, aangegeven door een dikke lijn. De plaats van de theekoepel en die van het hek aan de Rijksstraatweg staan duidelijk aangegeven. (Kad. Utr./J. Boerstra) |
||||||||||||||||||
55
|
||||||||||||||||||
Zijn oudste zoonjacob (1703-1780) bleef ongehuiud en bracht het eerst tot "fiscaal" in
Curagao en later tot gouverneur van de Goudkust in Afrika met zetel in het slavenfort El- mina. Hij zorgde zo goed voor zijn financiën, dat hij bij zijn dood de drie kinderen van zijn broer Ernst ieder f 80.000 kon nalaten. Deze Ernst (1705-1762) - wiens weduwe Roserust vertvierf- via zijn Bicker-connectie
een marineopleiding bij de Admiraliteit van Amsterdam had gekregen. Reeds in 1729 mocht hij zich Kapitein ter Zee noemen. In 1730 trouwde hij met Sara Ca- tharina Mooy, wiens vader onder andere een touwslagerij had die in 1694 het niet on- aanzienlijke bedrag van f 12.000 waard bleek. Ernst had achtereenvolgens het commando ovei' d£ fregatten "Gouderak", "Beschermer"
en "Middelburg " alle met 44 stukken en een 230 koppige bemanning. Met de eerste ging hij naar Algiers om van de Bey gegijzelde landgenoten vrij te kopen en met de andere on- der meer naar de West. In 1750 werd hij tot Schout-bij-Nacht bevorderd van een vloot, die toen overigens niet veel
meer voorstelde. Zo voerde hij het commando over een "eskader" van ...twee schepen: zijn oude "Middelburg" en de "Haarlemmerhout". Later voer hij nog eens op de "Rijnland ", maar de meeste tijd bracht hij in zijn huis op de Herengracht 484 en op zijn buiten door. Alin 1742 blijkt hij er vier dienstboden en een koets met vier paarden op na te houden wat mogelijk was doordat hij over een inkomen kon beschikken van ruim f8000 's jaars. (Met 50 te vermenigvuldigen om er wat hedendaags eurogevoel op te krijgen) In 1755 vierden Ernst en Sara hun zilveren huwelijksfeest ter gelegenheid, waarvan zij een zilveren hwuelijkspenning lieten vervaardigen. Na het overlijden van haar man bleef Sara in hun Herengracht huis zvonen met haar
"dame de compagnie " Magdalena Gezina Schultz, die ongetivijfeld ook meeging naar Ro- serust nadat Sara dat had gekocht. Hun zoon Jan de Petersen (1745-1786) beviel het zeker goed in de Vechtstreek, want in
1771 werd hij voor fl 8.000 eigenaar van Ouderhoek, dat hij van Ursula van Mekeren, weduwe van Pieter de Wolff overnam. Dat is waarschijnlijk de reden dat zijn moeder een jaar later Roserust verkocht, want ook in Amsterdam woonde zij later bij haar zoon in. Ouderhoek bestond uit een herenhuis, een stal met koetshuis, een tuinmanshuis en een koepel op 6 morgen. Aan de andere kant van de weg stond (en staat) de boerderij met kap- berg en schuur op 21 morgen. Op een deel van dat land strekten zich boomlanen uit, waarschijnlijk nog uit de tijd dat er het buiten Uytvlugt op stond. Vóór zijn overlijden in 1786 verkocht Jan Ouderhoek dat jaar nog aanjohannes Luden waarmee het doek valt voor de De Petersens in Loenen.^^ Sara heeft Roserust kennelijk alleen als zomerverblijf gebruikt.'^ In hetzelfde
jaar dat zij Roserust kocht verwierf zij ook het plaatsje Schijnrust voor ƒ8000. '^ Het lijkt voor de hand te liggen dat dit buitentje naast Roserust lag en dat zij het daarbij trok. |
|||||
56
|
|||||
Afli. 12. De in 1871 vernieuwde koepel van Roserust aan wat nu de Rijks-straatweg is en die over de
sclieislool stond om meer uitzicht over de weg te hebben. Dat is de koepel fataal geworden want een uil de koers geraakte auto ramde hem in dejaren '30 waarna hij werd afgebroken. Het hek staat vier bomen verder met daarachter het oude gemeentehuis van Loenen. (CoU. A.J.A.M. Lisman) |
||||||
Zij was in ieder geval met het park in de weer want in Juni 1765 kreeg zij een
aanschrijving van het Gerecht dat zij haar schutting moest doen stellen op de plaats van de oude.'-' Bij de verkoop in 1772 bracht de plaats ƒ14.000 op, heel wat meer dan wat zij er in 1765 voor betaald had, wat pleit voor een uitbreiding van het grondgebied.'*^ De nieuwe eigenaar woonde reeds in Loenen zoals hierboven reeds gemeld en
heette Jacob de Geus van wie tot heden verder weinig bekend is. In 1781 werd Roserust opnieuw in de verkoop gedaan en verworven door Ja- cobus Koster.2*^ Reeds driejaar nadien kwam het in handen van Paulus Deter- meyer Wesseling, die er met zijn vrouw tot zijn overlijden in 1798 woonde. Zij bleef er wonen tot na 1811.^' De volgend bekende eigenaar is Jan Hendrik Hoogbruijn, koopman te Loe-
nen, die het al vóór 1832 in handen moet hebben gekregen.^^ Dan vangt het kadaster aan zoals bekend en blijkt hij de volgende percelen in bezit te hebben: |
||||||
57
|
||||||
Roserust- nu Dorpsstraat 19-21, 23 en 23a met de helft van de steeg aan de
noordkant - de tuin met de 8-kante koepel aan de straatweg en het smeedijzeren hek op
de dam over de scheisloot met de weg - een boomgaard aan de zuidkant van de tuin met daarnaast weer "een plai-
sierbosch tot vermaak". De zuidgrens daarvan was een sloot tussen het hui- dige terrein van de school en het "bosch". - het kleine erf met een huis aan de Dorpsstraat direct naast Roserust Dorp.s-
straat 17; tussen beide liep een steeg, die later overbouwd is met de nu meest linker travee van het grote huis. - het erf met een huis meer naar achteren van het huidige Dorpsstraat 15
- op een deel van nu nr 15 stond een menagerie
Aan de andere kant van de Dorpsstraat, toen Rronenburger eind genoemd,
had Hoogbruijn het erf Dorpsstraat 14. Daar stond in onze tijd tot voor kort de schepenloods Onedin, waarin daarvóór de familie Tober een kolenhandel had. Dat terrein was bebouwd met een lange smalle loods aan de zuidkant en een koepel aan de Vecht. Hoogstwaarschijnlijk zijn de beide kleine stenen schuur- tjes, die daar staan, daarvan nog een restant. Dat erf is nu wat breder dan toen omdat er aan de noordkant een groot deel van de oude watergang bij is geko- men. Wanneer Dorpsstraat 14 in het bezit van Hoogbruijn is gekomen is nog niet bekend. Zijn grond besloeg totaal 6135 m^ (afb. 11). Hij bleef eigenaar tot 1838 in welk jaar Dirk van Os, schipper te Breukelen het
bezit van hem overnam.^'^ Die was getrouwd met Cornelia Vink, die twee jaar na zijn dood in 1853 hertrouwde met A.J. Teljer uit Loenen. Zij woonden er samen tot ISei^'', maar blijken de boomgaard, het wandelbos en de overige huizen in- tussen van de hand te hebben gedaan. Immers, bij de volgende verkoop blijken zij nog slechts Roserust met de tuin en de koepel te hebben. Koper in 1861 was Willem Kruiswijk, veehouder te Loenen, met zijn vrouw Jan- netje van der Horst, die het buitentje na tien jaar, in 1871, in twee delen ver- kocht, namelijk het noordelijke deel Dorpsstraat 23 en het zuidelijke eigenlij- ke Roserust. Dorpsstraat 23 werd met een klein stukje tuin eigendom van Wouter van Suyle-
kom en het huis zelf met het grootste deel van de tuin en de koepel van Mari- nus Elisa Gousset van Heel, "ontvanger der Registratie", belasting-ontvanger zouden wij zeggen.^'' Hij brak de, waarschijnlijk in slechte staat verkerende, koepel af en herbouwde
die zoals hierboven reeds vermeld op iets kleinere schaal. Hij kocht de boom- gaard en het wandelbos weer terug en zo besloeg het terrein, toen hij dat in 1893 aan zijn dochter Anna Christina Lantinga-Gousset van Heel overdeed, toch weer een 3220 m^ (afb. 13). |
||||
58
|
||||
Afb. 13. lok) \an clc Dorps.siiaai naar het zuiden, genomen vanaf deBreedstraat metin het midden
achteraan Roserust met de twee karakteristieke 18e-eeuwse schoorstenen ca 1890. De bomen er ach- ter vormen het "bosch van vermaak" waarvan in de kadastrale beschrijving wordt gerept. (Coll. A.J.A.M. Lisman) |
||||||
Aan de zuidzijde grensde Roserust toen opnieuw aan de overtuin van Duivenvecht, dat
aan de oostkant van de Dorpsstraat, nr 8, staat. Aan de zuidkant van die overtuin lag het nogal grote buiten Driehoven, zo genoemd omdat het uit drie delen bestond. Het eerste lag en ligt nog aan de Vecht - het terrein van nu wijlen de heer R. Mur —, het tweede be- sloeg het gehele stuk tussen de Dorpsstraat en de (Rijks )Straatweg inclusief de voormalige kwekerij van de heer Grim, waarop een aantal bungalows verrezen is. Het derde deel lag aan de westkant van de (Rijks) Straatweg waar nu Het Rond loopt. De hele 18e eeuw is dit buiten in handen van leden van de familie Bols geweest, ja die van de jenever. Het be- gon met Lucas Bols (1652-1719), die het terrein uitbreidde door het aankopen van enige buurhuizen. Daarna erfde zijn zoon Pieter (1686-1728) het buiten dat later overging naar diens we- |
||||||
59
|
||||||
duwe Sophia Maria van der Put (1686-1750). (Zij hertrouwde met ds Pieter Elsexner, zo-
als hierboven reeds aangestipt) Hun zoon Jan Pieter Bols (1726-1799) en zijn vrouxu Su- sanna Geertruy Vermeeren (1722- 17..), die haar opvolgden kregen een dochter Anna Maria (1768-18..). 7Jj verbond zich in 1790 in de echt met Gillis van der Voort(l 763- 18..) en bewoonde met hem het buiten in de zomer tot 1807. Dit echtpaar woonde te Am- sterdam op de Herengracht 532.'^'' In 1811 blijken zij het buiten Vreedenoord te Breuke- len als zomerverblijf te gebruiken, dat hij in 1807 van zijn vader geërjd had.'^'' Kenners van de streek weten dat de jongste zoon van Lucas Bols, Herniannus (1694- 1752) in 1720 Rupelmonde kocht en dat diens zoon Lucas (1722-1781) vanaf 1754 Nieuwerhoek 's zomers bewoonde!^^ De familie Bols was dus zeer aan de Vecht verknocht. Anna Gousset van Heel en haar man, Sijbren Lantinga, behielden het plaatsje
vijfjaar waarop Ruth Zeldenrijk, landbouwer uit Loenen zich eigenaar mocht gaan noemen.^^ Hij kocht het duidelijk als geldbelegging en ging het pand ver- huren. Daartoe splitste hij het door de gang met een muur in tweeën te delen en er twee voordeuren voor te laten maken. Na zijn overlijden in 1929 kwamen Jan van Dijk en zijn vrouw Maria Gijsbertje Veldhuizen in bezit van de beide de- len met de tuin en nog steeds de koepel op 2963 m^ grond.'"' Zij verkocht, nadat haar man in 1953 het tijdelijke met het eeuwige had verwis- seld, in 1968 en 1970 twee percelen van de tuin aan de gemeente, die er een parkeerterrein van maakte.'^' De twee huizen op nog 470 m^ grond vonden elk een koper, waarbij de heer B. Schoorl het noordelijke deel kocht waar hij nog steeds, nu met zijn vrouw Monique Nooteboom, woont. Het zuidelijke deel is in 2002 door de heer R. Ernst gekocht, die van plan is dat
deel zo veel mogelijk in oude luister te herstellen. E. Munnig Schmidt Loenen 2002
Noten
De heer J. Boerstra te Vreeland was zo vriendelijk sclirijver dezes zijn gegevens ter hand te stellen
vanaf 1832 waarvoor hij hem zeer erkentelijk is. 1. Kadastrale Legger Artikelen nr 700, nr A 852.
2. Prentenkabinet Kunsthist. Inst. Univ. Leiden Inv.nr 3747.
3. Jb.Niftarlalte 1999, biz. 39-50.
4. Jb.Niftarlalte 1997, bh. 41.
5. Jt?. Niftarlalie 1996, blz. 74.
6. Fischer, P.M. Ignatius en Jan van Logteren, monografie 2003/2004.
7. GAA Ondertr.reg. 539/137, 12/11 1705.
8. Herengrachtboek nr 427-429. Het overlijden van de moeder van Anna en Cornelis de Roos,
Geertruid de Lange, in Februari 1726 zal de aanleiding geweest zijn tot de handelingen be- treffende Herengracht 429 en Roserust. 9. Gem. Arch. Loenen nr 101 Kerkelijk DTB 1609-1749; Doopboek 1742-1811.
|
|||||
60
|
|||||
10. GAL Memorieboek 1710-181), nr 70 16/12 1736.
11. RAU toeg.49, nr 1147 Dorpsger. Loenen 1727-1757,volnr 112 en 1146, volgnr 61; Elias dl II blz.
890. 12. GAA Ondertr. reg. .581/258, 24/10 1738.
13. GAL nr 70 1/5 1742 tot 12/10 1763 Adriaan van Vianen schepen van Loenen.
14. RAU toeg.49, nr 1147, volgnr. 186.
15. GAL Memorieboek 1710-1811, nr 71, 13/2 1763.
16. GAA, vak F, Kah'f, drG. De Illustere Baronnen De Petersen 1952. Het cursief gedrukte stuk over de De
Petersens is in sterk verkorte vorm overgenomen uit dit boekje. 17. Elias deell,blz.363.
18. RAUloeg. 49nr 1156 24/1 1765 en 29/7 1772. In dit stuk staat dat mevrouw De Petersen Schijn-
rust kocht van Goris 't Hoen. Nu was Kors 't Hoen, meestermetselaar te Loenen, die een aantal huizen verhuurde, al in 1761 overleden. Mogelijk is Kors zijn zoon. In 1762 wordt Jan Meyering als eigenaar van Schijnrust genoemd; trad Kors als tussenpersoon op? Nr 1146 volgnr 165 Schijn- rust was in 1752 van Willem Toll, die van daaruit de boerderij De Peereboom aan de Slootdijk verkocht. 19. GALBelastingopgaven 1769-1811, 1781.
20. (;AL Memorieboek 1710-1811 13/6 1765.
21.GAL idem, 1784lotl8ll. 22. KLAnr41, nrs A 429,huis en plaats 3 lOm-, nr 430 plaisierbosch tot vermaak 950m'-, nr431 boom-
gaard I210m''^, nr 432 koepel 25m^, nr 433 tuin 1990m2, nr 434 menagerie 112m-, nr 435 huis en plaats en nr436 [Roserust] I040m''^. 23. KLAnrl71.
24. KLA nr 280.
25. KI,Anr313, 409.
26. Elias I blz. 395.
27. RAU toeg. 34.1, nr 547, volgnr 406.
28. Munnig Schmidt, E. en A.J.A.M. Lisman, Plaatsen a /d Vecht en de Angstel, Alphen 1997, blz. 243,
248 en 259. 29. KlA nr 411, 413, 434, 640.
30. HA nr 700, 755.
31. KLA nr 1447.
|
|||||
61
|
|||||
Gerrit Zegelaar
Een 18e-eeuwse kunstschilder uit Loenen a/d Vecht
|
|||||||
Rondwandelend op de antiekbeurs in 's-Hertogenbosch trof schrijver dezes
een tweetal schilderijen op paneel aan van een man en een vrouw in 18e-eeuw- se dracht (afb. 1 en 2) van de hand van Gerrit Zegelaar (Loenen 1719-1795 Wa- geningen).' Aardig geschilderd met veel zin voor detail, maar niet meer dan dat. Echter op het achter de man geschilderde gebouw hangt een aanplakbord waarop het woord "vrijepaar" met daaronder "loen" en in de kop van het biljet de achterste helft van een paard. De rest van de twee woorden en het paard wordt afgedekt door een openstaand raamhiik. Het is meer dan waarschijnlijk zoals uit het volgende duidelijk zal worden, dat het aanplakbiljet de vrije paar- denmarkt in Loenen a/d Vecht aankondigt, die daar lang geweest is. Op een iets hoger aangebracht biljet staat "ord", verder ook afgeschermd door het luik met daarboven het wapen van de Staten van Utrecht: links boven en rechtson- der het witte kruis op een rood veld en rechtsboven en linksonder de klim- mende rode leeuw op een geel veld (niet in kleur op het schilderij). Het zal gaan om een ordonnantie van de Staten van Utrecht. De attributen van de man, die zijn pijpje gaat aansteken aan een vuurtestje in
zijn hand met naast zich op een tafel een bier- of wijnkan van Keuls aardewerk en een tonnetje met, lijkt het, een papier met een adres erboven op, deed ver- moeden dat hier de herbergier van het Rechthuis van de heerlijkheid Loenen en Nieuwersluis is geconterfeit. Achter de halfopen deur hangt nog een wijn- kruik en is glas- of tinwerk op een schap te zien. Het tonnetje zou boter kunnen bevatten op weg om met de postkoets of de
veerschuit naar bijvoorbeeld de eigenaar van een pachtboerderij in de stad meegenomen te worden. Als deel van de pacht van een boerderij wordt wel ver- meld "een vierendeel zomerboter". Deze veronderstellingen werden deels bevestigd en deels ontkracht door het
tevoorschijn komen van een veilingcatalogus uit 1800 waarin dit schilderij voor- komt en waarin de man als "boterboer [staande] voor een herberg" beschreven wordt.'"^ Het is zeer de vraag overigens of Zegelaar een bestaand gebouw precies na-
schilderde of dat het meer een decor betreft, dit laatste is het waarschijnlijkst. Dat gebouw achter de man is nog 17e-eeuws met ramen in een kruiskozijn en |
|||||||
62
|
|||||||
1. Boterboer voor het Rechthuis van Loenen (?), zie het aanplakbord met I.OEN en vrijkpaar alsme-
de t5RD met daarboven het wapen van de Staten van Utrecht. Schilderij op paneel 24.3 xl9.8 cm door Gerrit Zegelaar. (CoU kunsthandel P. de Boer A'dam) |
|||||
63
|
|||||
2. Vrouw met mand op een stoep voor een deftig huis. Zij vent met schapenkaasjes Het hui.s achter
haar vertoont enige gelijkenis met Dorpsstraat 26 te Loenen. Schilderij op paneel, 24.3 x 19.8 cm door Gerrit Zegelaar. (Coll. Kunsthandel P. de Boer A'dara) |
|||||
64
|
|||||
H. ('11 4. Brief- cii kraiitlït'stelk'iul sehippcrspaar. Scliildciij op paneel 24.5 x 20 cm door G. Zegelaar
1769. ((x)ll. Mus. V. Oimiminicalie) kleine ruitjes in lood gezet. De vrouw daarentegen op het andere schilderij, dat
precies dezelfde afmetingen heeft, komt een hoge stoep af van een typisch 18e- eeuws huis. Het schuifraam naast haar heeft grotere ruiten in wit geverfde roe- den. (Dat staat overigens veel aardiger dan die groen geverfde roeden die men nu vaak ziet) Het raam met traliewerk naast de trap loopt aan één kant schuin met de helling van de treden mee. Zo een raam is te zien in de gevel van Dorps- straat 26 in Loenen. Dat is ook het enige huis met een hoge stoep in het dorp. Zegelaar heeft die situatie niet precies geschilderd, maar zou die wel als model gebruikt kunnen hebben. De vrouw heeft een mand aan haar rechterarm met koopwaar, die eerst als
broodjes geduid was, maar die volgens de veilingcatalogus uit 1800 "schaapen- kaasjes" blijken te zijn; zij biedt de toeschouwer er een aan. Zij vent die kaasjes, dat is duidelijk. Was zij een in Loenen bekende persoon? Zijn het wel portret- ten of zijn het types? Gezien de duidelijke verwijzing naar Loenen en het feit dat de afgebeelden de
toeschouwer aankijken is het niet geheel uitgesloten dat het portretten zou kunnen betreffen. In de Nederlandse genreschilderkunst is dat aankijken ech- ter wijd verbreid en derhalve op zich geen goede indicatie dat dit portretten zouden zijn. Op eerder genoemde 19e-eeuwse veiling werd van de hand van Zegelaar een |
|||||
65
|
|||||
BON
|
||||||
5. De nog aanwezige deinknop op de deur van Dorpssliaat 10 Ie I.oenen, die waars( hijiilijk model
stond voor die op alb, 3. (Folo auteur) (rechts) 6. ZeHporlret van Gerrit Zegelaar in geelgevoerde blauwe kamerja.s mei tekenaltribnien:
links een tekenhaak met pa.s.ser en een palet. Voor hem op de onderdorpel een map met lekeiiingen. Hij scherpt een tekenpen tnet een nie.sje in zijn rechterhand. De geliijnde hardstenen geveldelen om het schuifraam met de binnenluiken gebruikte hij vaker als omlijsting (zie afb. 7, 12-16), Het gehakte reliëf met putti in een .schildersatelier wordt aan weerszijden geflankeerd door trofeeën met schilders gereed.schap. De putto rechts wrijft niet een steen kleurpoederfïjn om als pigment te dienen. Achter de schilder hangen allerlei schilderijen. Olie op paneel ,S3,8 x 26,7 cm.. Gesigneerd op de onderdor- pel in de schaduw "G. Zegelaar Pinx". (Icon. Bun 106979, ving Chrisues A'dam 17-12-1994, nr 39) serie van acht schilderijen op alle even grote panelen met verschillende am-
bachten aangeboden. Zowel onze boterboer en de kaasverkoopster als het eveneens opgespoorde post- en krantbestellende paar (afb. 3 en 4), die deel van die serie uitmaken, is op een stoep bij een deur en een raam geschildei"d. In de veilingcatalogus worden zij "een couranten ombrengster" en "een brie- ven bestelder" genoemd. De messing deurknop met een zespunts ster, die op het schilderij van de man voorkomt, zit in Loenen precies zo met de ster eron- der op de voordeur van het huis nu Dorpsstraat 10 naast dat waar de Zegelaars woonden (afb. 5). |
||||||
66
|
||||||
67
|
|||
Vader Zegelaar bezat het huis samen met Kors van ('t) Hoen, meester-metselaar
te Loenen, dat zij verhuurden aan dr Mathon, de dorpsmedicus.'^ Van de trekbelhandgrepen op beide schilderijen is in Loenen eveneens een identiek exemplaar aanwezig. Het lijkt aannemelijk, dat hier een schippersechtpaar is afgebeeld en wel van
de trekschuit. De trekschuit was gedurende twee eeuwen het belangrijkste mid- del van openbaar vervoer in ons land en daarmee werden ook brieven en kran- ten verzonden. De schippers hadden dan een octrooi of contract met de post- meesters en waren veelal zelf verantwoordelijk voor het bestellen van de brieven. Zij vervoerden die tegen een vaststaand tarief met hun schip, bijvoor- beeld tussen Amsterdam en Utrecht en tussen Nieuwersluis en Muiden.' De andere vier schilderijen van de serie betreffen "een hooiboer", "een hooi- werkster", "een eyervrouwtje" en "een voerman". Allen staan voor een huis, een herberg of een boerderij. Die zijn nog niet getraceerd. De veiling waarop deze serie in 1800 ten verkoop kwam, en waarop nog twee Ze-
gelaar schilderijen werden aangeboden én verkocht, was niet de gewoonste. Het betreft de liquidatie van het schilderijenbezit van de ongetrouwd gebleven Jan Gildemeester (1744-1799), die op Herengracht 475 resideerde, in het Bereveld artikel in dit boekje het mooiste huis aan de Amsterdamse grachten genoemd. Er is een bekend schilderij van hem in zijn Lodewijk XVI zaal waar hij met vrienden schilderijen bekijkt. Hij had werk van Rembrandt, Metsu, Dou, Pieter de Hooch en dus ook van Zegelaar. Ook de bekende Amsterdamse kunstverza- melaar Gerret Braamcamp (1699-1771) van Herengracht 462 bezat twee schil- derijen van Zegelaar.'' Was deze connectie met Loenen al intrigerend, het werd nog interessanter na-
dat bleek, dat de schilder in Loenen was geboren. En niemand in Loenen had ooit van de man gehoord! Afkomst
Naspeuringen brachten al ras aan het licht, dat zijn vader, Hendrik Z (e) egelaar
(Wageningen 2/4 1685 - Loenen 21/3 1748), eind 1715 uit Amsterdam naar Loenen was gekomen.'' Zijn drie broers en zijn zuster zijn allen in Wageningen ter wereld gekomen waar hun vader Anthonie en hun vooralsnog onbekende moeder woonden.'^ Hij wordt omschreven als Meester-timmerman*^ en moge- lijk trok de bouw in die tijd van de vele buitenplaatsen met hun tuinhuizen, loofgangen en prielen in de Vechtstreek hem speciaal aan. In 1718 trad hij in het huwelijk met Johanna ter Brugge (t8/7 1742) (een maand na de bevalling van hun eerste zoon Antony) geboortig uit Almelo,maar al in 1714 naar Loenen gekomen. |
|||||
68
|
|||||
7. Fruit en groente verkoopsier binnen een gefrijnde hardstenen lijst. Zij maakt deel uit van een se-
rie van onbekende grootte met verkopers van wild en gevogelte en vis door Gerrit Zegelaar. Gesig- neerd zoals hij meer deed in de schaduw onder de schotel links: "G. Zegelaar Pinx.". (Kunsth. De Boer R'dam) |
|||||
69
|
|||||
Zij kregen in Loenen nog zeven kinderen waaronder: Gerrit (16/7 1719-24/7
1795),Johanna (* 7/9 1721) en Helena (24/10 1723-1774).»
Gerrit bleek doof geboren te zijn en bleef dus stom, maar liet zich daardoor
niet ontmoedigen en werd de verdienstelijke kunstschilder waarover dit artikel
gaat.
In wat voor omgeving groeide hij op?
Ouderlijke omgeving
Vader Zegelaar was kennelijk een flinke en ondernemende man, want hij ver-
vulde vele plaatselijk belangrijke functies. Al in 1723'" machtigde de Heer van Cronenburg, Antony van Lijnden, hem de verkoop van een huis af te handelen en in datzelfde jaar trad hij op als onroerend goed handelaar in Loenen. In 1730 werd hij benoemd tot armmeester" en eenjaar later tot buurmeester. In 1735 ziet men hem als ouderling van de NH kerk te Loenen in de weer'' en in 1739/1740 als brandmeester van Cronenburgs Loenen. In 1744 kwam de eer- volle benoeming tot schepen van Stigts Loenen, te vergelijken met een heden- daagse wethouder.'^ Hij bezat het huis, nu Dorpsstraat 8, - met zitplaats in de kerk - waarop hij een
lening had afgesloten van ƒ3000, en het buurhuis nr. 10.''' Na zijn overlijden in 1748 waren zijn aanstaande schoonzoon Pieter Sol uit Loe- nen, die een maand na de begrafenis met zijn dochter Helena trouwde, en Hendrik Rottingh, Meester- chirurgijn te Amsterdam, de executeurs-testamen- tair van zijn nalatenschap.''' Ook Pieter Sol werd schepen van Loenen. In 1752 rekenden beide heren de erfenis a ƒ4009 af na aftrek van Hendriks schulden.'^ Kortom de omgeving waarin Gerrit opgroeide was een goed middenstands mi- lieu. Hij trouwde in 1757, waarschijnlijk in Amsterdam, met Maria van der Steen, wiens broer eveneens doofstom was. Die situatie zal hen wel bij elkaar ge- bracht hebben. Dat hij in 1795 in Wageningen overleed zal te maken hebben met mogelijke familie van zijn vader, die daar nog woonde. Een opmerking in een brief van Belle van Zuylen van 9 Januari 1789 aan haar broer Vincent zou doen vermoeden dat het zijn vrouw en hem op latere leeftijd niet goed gegaan is en dat zij vanuit Amsterdam eerst naar Utrecht zijn gegaan en van daar naar Wageningen.'"' Zij overleed in 1801."' De tekenaar-schilder
Van Gerrit Zegelaar zijn in verschillende collecties en bij particulieren teke- ningen en schilderijen, vooral portretten, te vinden. Met een zekere regelmaat komen tekeningen en schilderijen van zijn hand op de veiling.''' De eerder reeds ter sprake gebrachte serie van acht schilderijtjes op paneel met verschillende ambachten is een voorbeeld va.n het genre waarin hij meer ge- |
|||||
70
|
|||||
8. cii 9. Een timmerman en een metselaar gesigneerd "G. Zegelaar", resp 36 x 27.7cm en 35.5 x
27.4cm olie op paneel. (John G. Johnson coll. Philadelphia Mus. of Art, resp. nr. 1186 en 1187) werkt heeft en waarbij het niet duidelijk is of het portretten betreft of alleen ty-
pes. Het laatste is het meest waarschijnlijk. Wèl een portret, een zelfportret zo te zien, met tekenattributen, is dat van afbeelding 6. Aardig is het gebeeld- houwde reliëf onder de onderdorpel van het schuifraam met putti, die in een schildersatelier bezig zijn. Karakteristiek voor Zegelaar is de gefrijnde hardste- nen lijst om het schuifraam, die hij ook gebruikte in de behangsel-schilderin- gen van Spaarne 106 in Haarlem (zie hierna). Ook rond de fruit- en groente verkoopster (afb. 7), deel van een andere serie, heeft hij een soortgelijke lijst geschilderd. Het is duidelijk dat Zegelaar dit genre heeft overgenomen van Ge- rard Dou (1613-1675)'** en diens leerling Frans van Mieris (1635-1681)'^, die eveneens allerlei neringdoenden binnen het kader van een natuurstenen lijst afbeeldden. Waar hij origineel in is, is in onderwerpen als het briefbestellende echtpaar en de timmerman en de metselaar (afb. 8 en 9). Het feit dat zijn vader timmerman was en diens vriend Van Hoen metselaar zijn daar mogelijk de re- den voor. Twee tekeningen van landschappen zijn bekend (afb. 10 en 11) waarvan die "in
de venen van Oud- en Nieuw Loosdrecht" gesigneerd is en de andere, het ge- zicht op Loenen naar aanleiding van de eerste tekening aan hem toegeschre- ven wordt door dr J.W. Niemeijer. |
|||||
71
|
|||||
10. "Gezicht over de Veeneii naar Oud-en Nieuw Loosdrechl, door G. Zegelaar". Links de U)ren van
de kerk in Oud Loosdrechl en in de verte rei hls die van Nieuw Loosdrechl. Geheel links zeilt een turfschip (?) en zijn vrouwen bezig de g<'droogde en gesneden turf op te staijelen op de plaals waar nu de door vervening onlslane Loeiierveense plas ligt. t)e heer Niemeijer .schreef dal achterop de tekening staal: "Ciezigt van de Bloklaan a( te zien, over de Veenen naar de Oude en Nieuwe Loos- drechl, ...mei de pen en dun met Zapverven, door G. Zegelaar". Aquarel op papier, 25.\x 4L4 cm. (RAU Top.aüas neg nr FC390) De in het begin van dit artikel opgevoerde schilderijen zijn in de kunsthandel
en het andere paar hangt in het Postmuseum (sinds kort omgedoopt in Mu- seum voor Communicatie) in Den Haag. Van wie Zegelaar tekenen en schilderen heeft geleerd staat niet vast, maar on-
derstaand gedicht uit 1743 maakt duidelijk dat hij als 24-jarige reeds een zeke- re faam verworven had: "Afljeelding Op De Schilderij Van GERRIT SEGELAAR
Door hem se(l)f's geschilderd. Hier siet gij Segelaarwiens sagt en eêl penseel So levindig hem heeft geschetst op hel paneel. Die'l opperwezen van gehoor en spraak onlbloten Maar doel een pheniks zijn onder sijn tijdgenoten. Soo vlug van geest en fraaij van leest als werd vereijsl In een van al de bloem der braafste jongelingen Die Loenen voortbragl of Apellis kunst aanvingen. |
|||||
72
|
|||||
11. Clczicht op Loenen van uil het zuidwesten, hl het midden is het dak van kasteel Cronenburg te zien
en links daarvan nog twee daken van kleinere huitenplaatsen - het oude Vegtlust en Bijdorp(?) -, en rccliLs daai'van een dak mei schoorsteen van een boerderij en van nog een buiten - Langgewenscht (?) Cleheel reclit.s de bomen in het park van Nieuwerhoek. Aquarel op papier, 26 x 42.5 cm, toegeschreven door dr J.W. Nienieijei' o|3 basis van alb. 10 aan Cierrit Zegelaar. (Voorheen Coll. Martini Buys) Men siei'd zijn beeltenis meteen vergulde lijst.
):D:Wilde
Den 26'"' Sep:
1743" (In Rijksprentenkab.)
Apelles was in de 4e eeuw voor de jaartelling de meest beroemde Griekse schil-
der waarmee men sinds de renaissance graag schilders vergeleek. De referentie aan de vogel pheniks of Phoenix zou te maken kunnen hebben met Zegelaars hernemen van het 17e-eeuwse Dou/Van Mieris genre in zijn schilderijen. Een schilderij van zijn hand in het museum van Stuttgart, gedateerd 1744, ver- toont de stijl waarin hij zou blijven schilderen. Heel interessant is dat van zijn hand een beschilderde kamer uit 1763 bestaan
heeft in een huis aan het Spaarne, nu nr 106, te Haarlem.^" Daarop heeft hij zijn opdrachtgever, Matthijs Hoofman van Diepenbroek, en zijn vrouw Maria van der Graes (11780), en ook zichzelf en zijn vrouw, levensgroot vereeuwigd. De fraaie schildering bestond uit zes grote doeken, die in een zes bij elfmeter lange zaal de wanden bedekten. Zij stelden de vierjaargetijden en de vier ele- menten voor in een landelijke omgeving met architectonische details metbloe- |
|||||||||
73
|
|||||||||
Afb. 12.
|
|||||||||
r i
\i \ ' ?! ;
>' -f
|
|||||||||
i'
|
|||||||||
74
|
|||||||||
Alt. 13. tfit
|
||||||
12, 13, 14, 15 en 16. Wandschilderingen uit het huis Spaarne 106 te Haarlem door Gerrit Zegelaar
in 1763 daarvoor geschilderd. Op afb. 12 heeft hij zichzelf en zijn vrouw afgebeeld: zij symboliseren de Winter-zie de ijspegels die van de, geschilderde, hardstenen lijst afhangen-op atb. 13 staan zijn opdrachtgevers Matthijs Hoefman en zijn vrouw symbool voor het element Water- zij toont een vis, die hij met zijn hengel ophaalde. Achter hen rijst Neptunus op met zijn drietand, de drie figuren rechts personifiëren de aarde- de man draagt een spade en het meisje een mand met wortels. De Zomer - man met een dorsvlegel, vrouw met sikkel en graanhalmen - en de Herfst - vrouwen met manden met vruchten, zelft een ananas, en een man die druivetrossen omhoog houdt - staan op afb. 14 en 15. De elementen Lucht - de meisjes links lieten net een vogel ontsnappen uit een mand - en Vuur - de
man rechts toont bij een gloeiend stuk ijzer in een houtskoolvuur een salamander, die, zo heette het, tegen vuur kan, een blaasbalg ligt op de hardstenen rand - staan op afb. 16. Olieverf op doek, 330 x 140cm en 330 x 344cm. Inv.nn 1899.256. Foto's Museum für Kunsthandwerk Leipzig; resp. Nis. 2301, 816, 2300, 2299, en 815 De originelen gingen in de oorlog verloren. |
||||||
75
|
||||||
Alb. 14.
|
||||||||
m
|
||||||||
i*K
ts |
||||||||
A
|
||||||||
76
|
||||||||
Alb. 15.
|
|||||||||
I
|
|||||||||
>'
|
|||||||||
ijl
|
|||||||||
77
|
|||||||||
Alh. l(i.
|
|||||||||
t
|
|||||||||
men en vruchten op de voorgrond. Het is goed mogelijk, dat Zegelaar alleen de
figuren schilderde en dat de arcadische achtergrond door een ander is gepen- seeld. Die gang van zaken was in veel behangsel ateliers gebruikelijk. Het is ook in dit geval duidelijk dat Zegelaar een illuster voorbeeld heeft geno- men aan wandschilderingen waarop Nicolas Verkolje (1673-1746) op door Isaac de Moucheron (1667-1744) geschilderde arcadische landschappen grote menselijke figuren schilderde. Ook die wandschilderingen werden door een gefingeerde natuurstenen lijst omkaderd. Eerder was ook Gerard De Lairesse (1640-1711) een lichtend voorbeeld met wandschilderingen waarop hij levens- grote figuren ten halven lijve schilderde op een achtergrond van Johannes Glauber Daarvan zijn er vier te zien in het Rijksmuseum in de afdeling toege- paste kunst. Zij zijn afkomstig uit het huis van Philips de Flines in Amsterdam. De hele kamerbekleding: het rococo lijstwerk, de gebeeldhouwde wit- marme- ren schoorsteenmantel, het centrale plafondstuk, de vier plafond hoekstukken en grisaille en de zes wandschilderingen zijn in 1898 naar het Grassi Museum in Leipzig verkocht.^' Allan vermeldt in 1874, dat de plafondstukken van de hand |
|||||||||
78
|
|||||||||
17. Van afb. 12 nagetekend zeli-
portrcl van (ien it 7x>gelaar dooi Wybraiid Hendriks (Pienten- kab. Univ. Leiden nr Pk 949) |
|||||||||
j-w%«a»^w*«fts»Mi*.=SiM5
|
|||||||||
van Jacob de Wit zouden zijn^^, maar daar is geen bewijs voor. De beschrijving
|
|||||||||
daarvan in het Jahresbericht fuer 7 9Ö0 van de Kunstgewerbe zifdeling van dat mu-
seum meldt dat die ...die geschickte Hand eines der Richtung desjakob de Wit nach- folgenden Malers zeigen en niet die van Zegelaar. Een foto van de zaal waarop ook de schoorsteenmantel en een deel van het plafond zijn te zien is opgenomen in het Liber Amicorum voor Jhr.mr C.C. van Valkenburg.^'' Ook een bovenzaal in Spaarne 106 zou door Gerrit Zegelaar van geschilderde
behangsels voorzien zijn.^^ Jacob Hoofmanjr (11799), broer van Matthijs Hoof- man van Diepenbroek, en vader van de latere mevrouw Quarles van Ufford (zie hieronder) liet voor een zaal in het huis Gedempte Gracht 90 te Haarlem door het atelier van Van der Vinne wandschilderingen en bovendeurstukken plus een schoorsteenstuk schilderen in 1776. Zouden Zegelaar en Van der Vinne 13 jaar eerder samengewerkt hebben? In Leipzig bleek de "vereeuwiging" van de afgebeelden slechts 46 jaar te duren
want in 1945 zijn behalve drie van de grisaille plafondstukken alle onderdelen verloren gegaan. Gelukkig zijn erfoto's van gemaakt (afb. 12, 13, 14, 15 en 16). |
|||||||||
79
|
|||||||||
18. M;irgar('tli;i {'.ccrliuida
lloofiiiaii (177,'Ï-I8()7) Aquaivl op peikainciU, 27x21.7 cm van oiibckciule hand, ac lilnop gc- aiinolcerd: "M.CJ. lloolinaii 179.'i gclunvd gcwc'fsl nu'l Jlu I'icnc Nicolaas Quailc-s". (Pari. Coll.) |
||||||
Van het zesde stuk, de lente voorstellend, bestaat alleen een afdruk in het Jah-
resbericht V2in het Grassimuseum van 1900. Het zelfportret van Zegelaar vond Wybrand Hendriks (1744-1831), schilder en
kastelein van Teylers Museum in Haarlem, zo belangwekkend, dat hij dat nateken- de (afb. 17) en achterop die tekening schreef dat het origineel bij de heer Quarles aan de wand te zien was.^"' Die heer Quarles was president van de Rechtbank te Haarlem en heette Pierre Nicolas Quarles van Ufford (1757- 1834) en was de eerste maal getrouwd met Margaretha Geertruida Hoofman (1773-1807), een nicht van eerder genoemde Matthijs Hoofman (afb. 18). Zij erfde van haar oom en tante, die kinderloos overleden, de schilderijen en ook het huis aan hetSpaarne. In 1874 lieten haar kleinkinderen de schilderijen vei- len na het overlijden van hun vader Louis Jacques Quarles van Ufford (1796- 1872) .^'' Het huis Spaarne 106 zal toen ook verkocht zijn aan de Zusters van de Goede Herder, die de zaal naar Leipzig verkochten via "restaurator Vos, Haar- lem". Later was in dat huis het Leger des Heils gevestigd. |
||||||
80
|
||||||
19. Tekenende man; pollood op papier, 26.7 x 20.2 cm, door Gerrit Zegelaar omslr 1/70. (Coll. RPK
RP-T-1940-561) |
|||||
81
|
|||||
20. Johannes Boelen, wijn- en lakenkoper. Olie op doek, 80 x 70 cm door G. Zegelaar (Part. Coll.
foto. Icon. Bur. E10850) |
|||||
82
|
|||||
Op een schets van een tekenende man is in een moderne hand geschreven, dat
die door de doofstomme Gerrit Zegelaar is gemaakt omstreeks 1770 en dat die een leerling was van eerder genoemde N(-icolaes) Verkolje (afb. 19). Een aantal tekeningen en een schilderij door Zegelaar lijken zelfportretten te zijn waarbij steeds een palet en penselen de aandacht trekken. Hij schilderde meerdere portretten van notabelen zoals van Johannes Boelen (1710-1791) (aflD. 20), zijn vrouwAlidaCorneliavan den Broek (1710-1795) en van hun dochter Elisabeth en haar man in een (hun?) rijk decon Johannes Boe- len was de grondlegger van het wijnhuis Jacobus Boelen te Amsterdam, dat tot 1974 in de familie bleef en door erfgenamen geleid werd. Nu nog is er in Am- sterdam een nazaat, die in wijn handelt. Aan hun leeftijd te schatten hebben de ouders rond 1755 en de dochter rond
1765 voor hun beeltenis geposeerd. Wanneer Gerrit Zegelaar naar Amsterdam gegaan is, waar hij in 1773 in de Le-
liestraat gevestigd was, is niet bekend. Hij komt daar nog niet voor in de lijst van de Personele Quotisatie van 1742. Mogelijk is hij, evenals zijn zuster Johanna, in 1748'^', na het overlijden van zijn vader, toen het beschermende ouderlijk huis opgegeven moest worden, naar Amsterdam vertrokken. Kramm vermeldt ook dat zijn vrouw hem later hielp belijdenis te doen in de kerk, wat kan ver- klaren, dat in de Loenense kerkregisters zijn uitschrijving daaruit niet voor- komt en wel die van zijn zuster Johanna. E. Munnig Schmidt Loenen 2002
|
|||||||
Noten
De heren dr J.W. Niemeijer en drs R.J. te Rijdt zijn zeer behulpzaam geweest bij het verzamelen van
gegevens voor dit artikel waarvoor ik hen hartelijk dank zeg. 1. Bij kunsthandel R de Boer bv, Herengracht 512,Amsterdam,
2. Veilingcatalogus van de schilderijen van Jan Gildemeesterjansz. 11 Juni 1800 en volgende da-
gen, bij makelaar Cornelis Sebille Roos in het Trippenhuis te Amsterdam. 3. Gemeentearchief Loenen (GAL), nr 70 Memorieboek 1711-1811, 07-02-1746.
4. Beschrijving bij inv. nr 44759a-b in Museum voor Communicatie te 's-Gravenhage.
5. Lijnden, R. van en A. van der Willigen Geschiedenis der Vaderlandsche Schilderkunstie deel, blz. 1,57,
158, 159 Haarlem A. Loosjes Pzn. 1817. G. Braamcamp had van Zegelaar twee schilderijtjes: een haringverkoopster en een dienstmaagd met een doos onder haar arm, die een stoep opgaat. Vol- gens deze schrijvers zou Zegelaars vrouw een uitdragenswinkel gehad hebben en zou hij na haar overlijden naar Zwolle gegaan zijn. Hier wordt Kramm gevolgd, die over betere informatie lijkt te hebben beschikt. 6. GAL, nr 101, DTB der NH kerk, 1609-1749.
7. RAU, toeg.45, Dorpsger. Loenen 1145, volgnr. 175.
|
|||||||
83
|
|||||||
8. Het familiearchief'van de familie Zegelaar, aanwezig bij de heer Zegelaar Frederiksplein 26 Aiu-
sterdam, vermeldt de volgende stanueeks: I Herman Zegelaar; II Anthony Zegelaar en zijn vijf kinderen, allen te Wageningen geboren, waarvan III Hendrik (1685 - 1748) xl7I8Johanna ter Brugge (Almelo 16.. - Loenen 8/7 1742) vlgns het kerkarchief NH Gem. te Loenen acht kinde- ren kregen (*isdoopdatum). De eesteAntony stierf jong; Gerrit (23/7 1719-Wageningen 24/7 1795); Johanna 7/9 1721-x 1757 Jan Scholten in Amsterdam; Helena (21/11 1723- 1774) x 1748 Pieter Sol (16/12 1717-1800) te Loenen; Anthony (16/6 1726- 1785); Sara (12/9 1728- 1757); Wijnanda (15/10 1732 - Utrecht 1801) x 1774 Roelof Mos; Gornelis (15/12 1734 - Cey- lon 1759), die als 20jarige met het schip Roosenburg naar Oylon voer De nog bestaande fami- lie Zegelaar stamt af van Andiony Zegelaar via Hermanus Zegelaar * Wageningen 17/11 1678. 9. Idem als noot 6.volgnn 171.
10. GAL nr. 8, Loenen Cronenburgs Gerecht.
11. GAL, nr. 70/71 Memorieboek van Schepenen, 1710-1811.
12. RAU, toeg. 45, nr. 1146, volgnr 81.
13. Idem volgnr 96.
14. Idem volgnr. 164.
15. R.J. te Rijdt wees schrijver op een in het Frans gestelde brief van Belle van Zuylen aan haar broer
Vincent. Vertaald luidt een strofe daaruit: "Ik heb aan Mme van Renswoude geschreven om een recept tegen doofheid te krijgen, die ik aan de grote Chaillet wil geven. Zij heeft mij zeer eerlijk geantwoord en mij gezegd dat Zieglaar[sic] zijn geheugen verloren heeft en dat hij en zijn vrouw door hun vertrek uit Utrecht zorg en hulp kwijt zijn geraakt. Ik heb haar geantwoord dat ik U dat zou schrijven ten einde dat U er wat aan doet als dat nodig is." Isabelle de Charrière, Helle de 7.uy- len, Oeuvres complètes lil 1981 Amsterdam, blz. 120-121. 16. Kramm, Chr. De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche hmistschilders, beeldlwuw<frs, graveurs en
bouwmeesters 1860: "Zegelaar". 17. Dr J.W. Niemeijer te Broek in Waterland was zo vriendelijk schrijver inzage te geven in zijn ar-
chief waarin enige tientallen vermeldingen in veilingcatalogi en oude annonces van werk van Ze- gelaar bijeengebracht zijn waaronder die van noot 2. 18. Gat. Wenen 1991, Die Gemaldegalerie des Kunsthislori.schen Museum in Wien. Verzeichnis der Gemal-
de, blz. 50. 19. O. Naumann Frans van Mieris the elder (1635-1681) 1981 Doornspijk.
20. Vriendelijke mededeling van de heer B. Sliggers.
21. Mededeling door mevrouw U. Camphausen, conservator, Kunstgewerbe Museum te Leipzig 2-8-
'02 citerend uit Jahresbericht Kunstgewerbe museum zu Leipzigfür 1900, blz. 4-7. 22. Allan, F. Geschiedenis en beschrijving van Haarlem dl I 1874, blz. 409.
23. Sliggers, B. in LiberAmiccrrumvoorjhr. mr CC. van ValkenburgCentr. Bur. Genealogie 1985, blz. 337
met foto. Het onderschrift daarbij is onjuist en is niet, zoals bij de foto vermeld, de zaal uit Oude Groenmarkt 2 te Haarlem. (Mus. für Kunsthandwerk neg.nr 158). 24. Idem blz. 339 met foto, die niet uit 1900 kan zijn, zoals het onderschrift meldt, daar er een ba-
kelieten telefoon op voorkomt, die van ca 1950 zal dateren. 25. Prentenkabinet, Univ. Leiden, Pk 949. Daar berusten nog drie werken van Zegelaar, nrs. 947, 948
en 951, vriendelijke meded. van de heerj. van Tatenhove. 26. Ned. Adelsboek 1950 blz. 39 en vriendelijke mededeling van dr J.W. Niemeijer.
27. Zie noot 6.
|
||||
84
|
||||
Een Amsterdams geslacht en vijf Abcouse
buitenplaatsen De lotgevallen en wederwaardigheden met deze vijf objecten afzonder-
lijk verhaald |
|||||||||
Op de kaart van Gerrit Drogenham uit ongeveer 1700 komt op twee plaatsen nabij Ab-
coude de aanduiding "Heer Staets " voor. Dit noodde tot nader onderzoek. Zou deze Heer twee buitenplaatsen in bezit hebben gehad, of waren er meerdere heren Staets in het geluk- kige bezit van zo 'n buitenhuis ? Welnu, hel bleek dat deze heer Staets er drie heeft bezeten en dat zijn nageslacht in de loop
van de 18e eeuw maar liefst over een vijftal de scepter heeft gezwaaid. Een daarvan is door de echtgenoot van een kleindochter Staets, Theodorus de Jonge, Heer van de Groote Lindt, vermoedelijk - diverse notarieele akten wekken de indruk — benut als Liefdesnestje. De le- zer oordele zelf. HET GESLACHT STAETS'
|
|||||||||
De Stamvader
De aanstichter tot dit alles was Hendrik Johannes van Hedickhuysen, die zijn
moeders naam Staets verkoos, en die op 18 Mei 1631 in Oldenzaal, als zoon van Herman van Hedickhuysen en Helena Staets, het sacrament van de doop ont- ving.^ De namen hadden in die tijd nog niet zo'n vaste vorm gekregen; voor de |
|||||||||
85
|
|||||||||
vader waren ook de namen Hechuus, Heghuys en Hedighuysen in gebruik, ver-
oorzaakt doordat de naam mondeling aan degene die de naam opschreef, werd overgebracht. Hoe het zij, de huwelijks-inschrijving bij de Statie Olden- zaal, waartoe ook enkele dorpen in de omgeving behoorden, meldt: 21 July 1630 Hermannus Hegehuys en Helena Staes. In Overijssel werd de naam Hechuis vanaf 1562 en de naam Staes vanaf 1554
aangetroffen, laatstgenoemde als meesier-glasemaker. De naam Staes of Staets komt terzelfder tijd in Amsterdam frequent voor. Bij de genoemde trouw-in- schrijving van 1630 geen vermelding, zoals elders, van de plaats waar de huwe- lijkspartners vandaan kwamen, zodat we moeten aannemen dat zij uit de om- geving geboortig waren. Ook Hendrik'sjongere zuster, Margaretha van Hedickhuysen gez. Staets (1648-
1722), en een broer Gerardt hebben eveneens de naam Staets aangenomen. Een andere broer. Dirk Hechuys, meester chirurgijn te Amsterdam, heeft zijn vaders naam niet afgezworen."^ Zij behoorden tot een Katholiek geslacht, het- geen ook van grote invloed is geweest op de carrière van hun nazaten, o.a. géén bestuurlijke functies in de Noordelijke Nederlanden. Hendrik van Hedickhuysen
X 1630 Helena Staets
|
||||||||||||||||||
Hendrik van Hedickliuysen
gez. Staets |
Gerardt Staets.
gez. Staets |
Dirk Hechuys Margaretha van Hedickhuysen
1648-1723
X 1676JeandePelichy
1631-1698 |
||||||||||||||||
Heer van Turksweert
1631-1687 X 1. 1658 Geertmyd Hobbé (1640-1680) X 2. 1682 Alida Heymerick wed. van Dirck de Jonge |
||||||||||||||||||
o.a. Gerardusjacobus Staats
Heer van Turksweert
1659-1706 X 1692 Clementia Theresia Wittert. |
||||||||||||||||||
o.a. Maria Gerarda Staats
Vrouwe van Turksweert
1694-1739 |
X Theodore baron de Pelichy
1713 Heer van Turksweert
1679-1734 |
|||||||||||||||||
(In deze familie komt soms een huwelijk tussen neef en nicht voor, hetgeen tot verwarring kan leiden. Daarom zal
zo nu en dan een klein en beperkt stukje genealogie worden vermeld zoals hierboven.) |
||||||||||||||||||
86
|
||||||||||||||||||
JEANP[iUCHY(163M698)
|
|||||||||
MAKGUERITE STAATS (1648-1723)
|
|||||||||
Afl-). 1 en 2.
|
|||||||||
Hendrik van Hedickhuysen gez. Staets was koopman in textiel goederen -wol,
laken en zijde - te Amsterdam, waarbij het hem zeer voor de wind is gegaan. Hij werkte daarbij samen met de even oude echtgenoot van zijn zuster Margaretha, Jean de Pelichy (afb. 1), die als lakenkoopman te Amsterdam vermeld wordt. Deze telg van een uit Savoie in zuid-oost Frankrijk (oost van Lyon), afkomstig geslacht dat zich omstreeks 1580 in de Zuidelijke Nederlanden had gevestigd, werd in 1631 in Roesbrugge, oost van Duinkerken in Vlaanderen, geboren.* In 1680 werd hij ingeschreven als poorter van Amsterdam hetgeen Hendrik (Henri- co) Staets toen reeds was.^ Hij trouwde in 1676 te Amsterdam met de zuster van Hendrik, Margaretha Staets*" (afb. 2). Ook met de schrijfwijze van de naam Pe- lichy heeft men in de Noordelijke Nederlanden moeite gehad: In de Utrechtse archieven werd o.a. genoteerd Pellici, Pelessy, Pillisi en Plessy. Zelfs het overlij- densbericht van hun zoon, Theodorus baron de Pelichy, moest door de wedu- we nog verbeterd worden en werd daardoor welhaast onleesbaar (afb. 3). Hendrik Staets heeft de revenuen van zijn textiel-affaire voornamelijk in on- roerend goed belegd. Tal van huizen die hij in Amsterdam ofwel heeft gekocht, dan wel daar in zijn opdracht zijn gebouwd, getuigen daarvan. Zo kocht hij in |
|||||||||
87
|
|||||||||
Aib. 3.
|
||||||||||||
,^é^j^^
|
||||||||||||
Jl\\
|
||||||||||||
foo het den almogendenGodt belieft heeft,
|
||||||||||||
myn Ueve en jvaarde Mtó THEODORUS
DE PElXÉ.tI#^. ■n»»'^ een ziekte van elf dagen, door een inflloiinatie in de keel en een con- tinuele koorts, op den>ief-en-twintigfte des s'nagts ten öen uur, uyt defe bedroeftle wereld te halen, naar .al vorens met volte kennis en refignatie van ag zelven Jivden ^Ugjd^s* JBiefiten „gemiinieeit- :t« :zyff':vanHe VöUe' Kerk-gèreéhtén; Soó hèbbe het van' myn pljgt geagt ü £d: van dit myn fmerte- M verlies kennis geven, niet twyfclende of U Éd: fult deel nemen in myn regtroatige droefheyd. Recoramandeerende zyne ziele in uw godt-
vrochtigc gebeden, blyve |
||||||||||||
Ü Ed: bedroefde
Dienaresfe UTRECHT
den 24. July
1734- 1677 het pakhuis De Maan op de Reguliersgracht en liet op het naastgelegen
ledig erf een identiek pakhuis bouwen, zij het iets rijker uitgevoerd (o.a na- tuursteen blokken rond de poort). Dit pakhuis gaf hij de naam De Zon.^ Beide zijn nog in volle glorie aan de Reguliersgracht te vinden, thans no, 11 en 13. Afgaande op diverse notarieele akten lijkt zijn handel zich op Spanje en Italië te hebben geconcentreerd; van de weeromstuit laat hij zich Henrico noemen. Zijn compagnon, Jean de Pelichy, die ook als reder optrad, is, zoals later zal blij- ken, in 1698 in Sevilla tijdens een van zijn handels-reizen overleden. In 1680 verwierf Henrico het koopmanshuis Keizersgracht 708, De Wolf ge- |
||||||||||||
naamd, naar een zittende wolf op het gebogen fronton (staat niet op deze af-
beelding), alsmede het aangrenzend pakhuis Keizersgracht 710, gebouwd om- streeks 1670, Het Lam genaamd, naar het beeld van een lam bovenop de top van de tuitgevel (afb, 4). Deze huizen zijn dicht bij de Reguliersgracht gesitu- eerd en zijn meer dan 100 jaar familiebezit gebleven.** Nog meer aankopen
Uit die tijd dateren ook diverse aankopen van boerderijen en los land in de di- recte omgeving van Abcoude. De eerst aangetroffen aankoop dateert van 28 De- cember 1674, vervolgens diverse in dejaren 1675,1677 en 1679 terwijl er in 1680 zelfs drie onder elkaar staan." De aanduidingen daarvan in het Gerechtelijk ar- chiefvan Abcoude-Proosdij zijn evenwel uiterst summier (afb. 5), edoch De Cop- pel - de latere buitenplaats Koppelrust - is dan waarschijnlijk al méér dan een boerderij. Hij kocht deze in 1682 van Joost Taets van Amerongen (afb. 6). In 7\msterdam is hij in die jaren zeer productief: Het grote huis Heerengracht 460 in de welbekende grote bocht van de Herengracht bij de Spiegelstraat is in zijn opdracht gebouwd (1676).'" Niet zonder trots heeft hij zich laten vereeu- wigen op de stoep van dat huis (afb. 7). Op dit schilderij van Matthijs Naiveau (ca. 1685) is van de huizen weinig te zien, slechts de twee kleine beeldjes die de hoekpunten van de deuromlijsting van het naastgelegen, al even brede, huis Heerengracht no 462 sieren, zijn duidelijk te herkennen (afb. 8). Het daar- naast gelegen huis no 464 op de hoek van de Spiegelstraat is eveneens in zijn opdracht gebouwd en is tot 1824 in het bezit van de familie gebleven (Hoewel deze naam reeds sinds 1663 voorkomt, werd tot in het begin van de 18e eeuw steeds gesproken over De Nieuwe Spiegelstraat zonder dat er van een oude Spie- gelstraat sprake is; hetzelfde zien we bij de NieuweHeyligeweghpoort.) In tegenstelling tot dit schilderij van Henrico Staets is zijn eerste echtgenote. |
|||||||
89
|
|||||||
•~—i Aft. 5.
|
||||||||||||||||||||||
'iy?os.(j.
|
||||||||||||||||||||||
^>^^ J&>^..M^ ^.u^U^ »««^
|
||||||||||||||||||||||
^-■^
|
||||||||||||||||||||||
Vzt^ i «»*^i ^a-^^^
|
||||||||||||||||||||||
■ytn^syt-
|
||||||||||||||||||||||
fa'^^^ ^e^#.*^5^
|
't^tf^jf
|
^
|
||||||||||||||||||||
i/^H^
|
||||||||||||||||||||||
Geertruyd Hobbe (1640-1680) meer in overeenstemming met haar stand ver-
eeuwigd (afb. 9). Ook met betrekking tot kerkelijke goederen was hij actief: Het Algemeen Re-
gister van de Haarlemse Bijdragen, Bouwstoffen voor de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem, vermeldt dat Hendrik Staets in 1670 voor ƒ8.000,- de Fran- ciscanerkerk, Het Boompje, in de Kalverstraat kocht." Voorts werd in 1676 de Jezuïtenkerk De Krijtberg, een huiskerk aan het Singel, aan hem overgedra- gen. In deze kerk is het huwelijk van zijn compagnon, Jean de Pelichy met zijn zuster Margaretha Staets voltrokken (1676) en zijn diverse nazaten van Hen- drik Staets gedoopt, o.a. de kinderen van Theodore de Pelichy en diens echt- genote Maria Gerarda Staats^^, maar ook de in 1802 geboren afstammeling in de vijfde graad, Frangois Pizzagalli.''* Niet onvermeld mag blijven dat Henrico samen met Mr. Lucas Lucasz Occo
(1623-1690), een Amsterdamse advocaat, in 1671 van Georges Frederikvan Re- nesse twee door brand grotendeels verwoeste buitenhuizen, inclusief grond en |
||||||||||||||||||||||
90
|
||||||||||||||||||||||
""^
|
|||||||||
Hl ■' , - ,
Afb. 6.
Heerlijke rechten, in het land van Maas en Waal kocht.''' Zij betaalden daar-
voor, in verband met de staat waarin deze huizen zich bevonden slechts 40.000 Carolus guldens. Omdat Henrico het Huis Turksweert wilde herbouwen kwam het in 1681 tot een verdeling tussen Lucas en Henrico en verwierf laatstge- noemde Turksweerd (afb. 10 en 11). dat zijn naam ontleende aan de familie Turck die e.e.a. sinds ongeveer 1600 in bezit had.''^ Door vererving was het in de uiterwaarden gelegen huis in handen van het geslacht Renesse gekomen. Na de verdeling mocht Henrico zich Heer van Turksweert noemen. Eveneens door vererving is de buitenplaats in handen van het geslacht Pelichy gekomen, waarvan diverse telgen het als woonhuis hebben benut. Eerst in 1863 kwam daaraan een einde, doordat de gronden gebruikt gingen worden voor een steenbakkerij.'^ Naast textiel ook slaven
De aankopen en bouwerijen in Amsterdam en Abcoude en ook van de buiten- plaats Turksweert zijn niet uitsluitend met de revenuen van zijn textielhandel bekostigd. Henrico was ook makelaar, en wel in de slavenhandel. Er werden twee contracten gevonden, daterend uit 1682, doch in 1683 volgden contrac- ten van ingrijpender aard.'^ Blijkens een akte uit Mei 1683 verbindt de West In- dische Compagnie, die tot 1730 het monopolie op de slavenhandel bezat, zich om op Curagao of andere eilanden jaarlijks 3000 slaven te leveren, en wel ge- durende zes achtereenvolgende jaren. Drie dagen later volgt bij dezelfde nota- ris een contract waarbij Juan Barosso del Pozo in Portugal zich verbindt deze 18 000 slaven te leveren. Vier gemachtigden treden bij deze transactie op waaron- |
|||||||||
91
|
|||||||||
Afb. 7.
|
|||
92
|
|||
der Henrico Staets.'** Heel uitzonderlijk is de combinatie koopman-makelaar
in de slavenhandel niet: het was, evenals de handel Amsterdam - Oostzee — Spanje, een driehoekshandel. Goederen uit Amsterdam werden in Afrika gele- verd aan de West-Indische Compagnie, die het monopolie op de handel in sla- ven (cynisch wel 'levend ebbenhout' genoemd) bezat en die via Curagao lever- den aan de suikerplantages in Brazilië, van waaruit suiker naar Amsterdam werd vervoerd. Henrico was in 1683 geheel hersteld van een ziekte, die hem er in 1681 toe
bracht om ' sieck te bedde leggende' de notaris bij zich te ontbieden voor het op- maken van zijn testament."* Hij bepaalde onder andere dat zijn koopmansaf- faire moest worden voortgezet onder de naam: "Henrico Staets en Soonen". Aanvankelijk wees hij daartoe zijn oudste zoon Gerardusjacobus (Gerardo Gia- como) en zijn zwager Jean de Pelichy (1632-1698) aan. Later betrok hij daar middels een codicil zijn tweede zoon Bernardus Henricus (Bernardo Henrico) bij.^° De beide zonen waren geboren respectievelijk in 1659 en 1661, zodat zij ten tijde van het opmaken van het testament nog niet handelings bekwaam wa- ren. Om deze reden heeft hun vader, middels een met redenen omkleed ver- zoek aan de Hoge Raad van Holland en West Friesland bewerkstelligd dat zij ve- niam aetatis meerderjarig verklaard werden.^^ De noodzaak tot het verkrijgen van een dergelijke verklaring van de Hoge Overheid heeft zich in de familie meer voorgedaan.^^ De beide broers, Gerardo en Bernardo worden in nota- rieele akten diverse malen vermeld als reder evenals hun compagnon en oom, Jean de Pelichy. De familieverhoudingen
Omdat enkele keren een huwelijk tussen neef en nicht dan wel tussen nicht en
oud-oom plaats vond, is, waar dat gewenst leek, een verkort overzicht van de fa- milie-verhoudingen weergegeven, onder weglating van die nazaten die bij de bezittingen in Abcoude geen rol van betekenis hebben gespeeld. Deze laatsten worden veelal in de tekst summier aangeduid. |
|||||
93
|
|||||
Aib. 9.
|
|||||
GERTRUDE HOBBE (1640-1680)
Bij zijn overlijden in 1687 had Henrico behalve de genoemde twee zonen nog
een jongere dochter, Helena Maria, en een zoon, Henricusjohannes in leven. Vijf kinderen, allen eveneens spruitend uit zijn eerste huwelijk uit 1658 met Geertruyd Hobbe, waren hem reeds voorgegaan naar het graf in de Oude Kerk te Amsterdam.^''Van zijn jongste zoon, Henricusjohannes, zijn in de archivalia geen sporen achtergebleven. Wel wordt in 1692 bij taxaties van het onroerend goed in Abcoude gesproken van 'A part enz.^* Er zijn dan dus nog vier kinde- ren, doch in een akte uit 1704 wordt gesteld dat de eerder genoemde drie kinderen de enige erfgenamen van Henrico waren, zodat de jongste zoon tussen de beide genoemde jaren moet zijn overleden zonder nakomelingen achter te laten.''^■'' Fideï commis
De indruk heeft bij schrijver deses post gevat dat de jongste zoon van Henrico
gehandicapt was, hetgeen aanleiding kan zijn geweest voor Henrico om de |
|||||
94
|
|||||
A(b. 10.
|
||||||
helft van zijn bezittingen te voorzien van de last vzn fideï commissioraal verband.
Dit werkte hij in zijn testament van 1681 als volgt uit: dat de nader genoemde bezittingen, die ongeveer de helft van zijn vermogen uitmaakten, ten eeuwigen daege sullen blijven, zonder door mijn Erfgenaemen te mogen werden gedeelt, verkocht, be- last, bezwaert, ofte veralieneert, ten einde en omme dat de vruchten, afkomsten en renten deszelfs zullen dienen, besteet en geimployeert werden aen sodaenige behoeftige vrienden van mijne bloede, die sulks zullen hegeeren of bij gebreeke van dien tot uitreikinge aen so- daenige Armen als de Administrateurs die ik daer over stelle, ende welke altyd en van tydt tot tydt zullen weezen Tivee oudste en naaste van het Mans Oir van mijne bloede (man- nelijke nakomelingen in rechte lijn) en zulks voor eerst mijne twee oudste soonen, zullen goed en geraeden vinden hetzelve uittereyken, dog in cas de voorschreeve admini- strateurs by d'een ofd'ander occasie raadsaam oordeelen, tot meerder avantagie en omme meerder vruchten ofte renten te bekoomen, dezelve verkopen, zullen sij luyden het zelve wel vermoogen te doen, mits die gelden daer van koomende weeder aenleggende en imployeren |
||||||
95
|
||||||
Afb. 11. Turksweert.
|
||||||
in andere vaste goederen, die dan in plaetze van dezelve ten eeuwigen daege zullen moe-
ten blyven omme de vruchten en renten van dien in voege als vooren geimployeerd en uit- gereikt te worden.^^ Een overzicht van welke vaste goederen onder dit fideï commissioraal verband
werden gebracht ontbreekt in het betreffende dossier. Vermoedelijk is dit ver- loren geraakt bij de raadpleging bijna een eeuw later door een notaris die de verwikkelingen, door deze last veroorzaakt, diende op te lossen. Ook die akte ontbreekt echter in het betreffende dossier (blijkbaar nadien eveneens ge- raadpleegd) , zodat slechts toevallige vermeldingen een fragmentarisch inzicht geven. Wanneer dit verband is opgeheven is nog onduidelijk. In 1824 is het nog van
kracht.^' Vermoedelijk is het bij de voor het gehele land geldende Algemene Maatregel van Bestuur in de 19e eeuw beëindigd. |
||||||
96
|
||||||
De familie breidt zich uit
In 1682 is Henrico, nadat zijn eerste echtgenote in 1680 was overleden, her- trouwd met Alida Heymerick, weduwe Theodore (Dirk) de Jonge, een naam die in de 18e eeuw meestal als de Jongh werd geschreven.^'^ Bij codicil bepaal- de Henrico dat zijn kinderen niet mochten trouwen buiten consent van zijn nieuwe echtgenote en zijn zwager De Pelichy.^^ Alida Heymerick bracht bij haar tweede huwelijk o.a. een zoon, Hendrik
Theodorus de Jonge (1668-1728), mee, die in 1691 trouwde met de reeds ge- noemde enige dochter van Henrico, Helena Maria Staats'^" (1672-1736). Hen- drik Theodorus de Jonge was in 1691 beleend met de Heerlijkheid De Groote Lindt bij opdracht van Mr Pieter de Rye en Mr Jacob van Ravesteyn, executeurs van het testament van Joncker Hendrik van Alkemade, Heer van Berckenrode en de Groote Lindt.'^' Hendrik de Jonge stond sindsdien bekend als Heer van de Groote Lindt. Na zijn overlijden in 1728 werd zijn weduwe met deze heer- lijkheid verlijd, na wiens overlijden in 1736, haar zoon Theodorus met deze goederen, gelegen ten westen van Zwijndrecht aan de Oude Maas, werd be- leend (afb.'l2)."^2 Henrico Staets
Heer van Tiirksweerl
1631-1687
X 1. 16,'58 Geertruyd Hobbé
X 2. 1682 Alida Heymerick,
weduwe van Dirk de Jonge-----Dirk de Jonge------
|
|||||||||
Gerardus Jacobus Staats Bernard Hendril^ Staats Helena Maria Staats
Heer van Turksweert 1661-1705 Vrouwe van de Groote Lindt
1659-1706 X1697 1672-1736
X 1692 Clementia Hendrina van Rhemen X 1691
Clementia Theresia Wittert Hendrik Theodorus de Jonge
|
|||||||||
De jongere zuster van Henrico, Margaretha van Hedickhuysen gez. Staets
(1648-1722) trouwde, zoals we hierboven zagen, in 1676 met Jean de Pelichy. Het zijn de heren Hendrik Theodorus de Jonge en Jean de Pelichy geweest die na het overlijden van Henrico in 1687 mede een rol gespeeld hebben bij de voortzetting van de koopmansaffaire en het beheer van de onroerende bezit- tingen van Henrico. Aan het huwelijk van Margaretha Staets met Jean de Pelichy in 1676 ging de no- |
|||||||||
97
|
|||||||||
Afb. 12.
tarieele vaststelling van de huwelijkse voorwaarden vooraf, waarbij Margaretha
werd geassisteerd door haar broers Henrico en Gerardt Staets, Dirck Hechuys, chirurgyn te Amsterdam, en door Dirck Wuytiers.''^ Gezien het feit dat het ka- tholieke geslacht Wuytiers al eerder vaste voet in Abcoude-Baambrugge had verkregen (1661) - onder andere de buitenplaats Paddenburg bij Baambrug- ge, waarover in een der volgende jaarboekjes meer - is het zeer wel mogelijk dat deze relatie de belangstelling voor Abcoude bij Henrico heeft gewekt. De eerst aangetroffen aankoop door Henrico in Abcoude dateert van 1674.'^* Dat de familiebanden hecht waren blijkt onder meer uit het testament van Jean de Pelichy uit 1678.^^ Hij is dan ernstig ziek, heeft nog geen kinderen en wijst als zijn erfgenamen zijn echtgenote Margaretha alsmede zijn beide zwagers Henri- co en Gerardt Staets aan, terwijl Henrico enkele jaren later bij testament zijn zwa- ger Jean de Pelichy alsmede Joan Heymerinck, broer van zijn tweede echtgenote, als voogden over zijn tweejongste, nog onmondige kinderen aanwees.^'' Jean de Pelichy is tijdens een van zijn handelsreizen in Sevilla overleden en daar met grote statie {engrandepompe) begraven. Zijn weduwe, Margaretha Sta- ets, legde in 1698 tegenover notaris J. van Duynkerken een verklaring af, heb- |
|||||
98
|
|||||
bende kennisse becomen van het droevig afsterven van wylen haeren man in Sevilla,
waaruit de verdere gang van zaken blijkt. Zij verklaarde dat zij normaliter bij de begrafenis aan de baar vóóraf zou zijn gegaan, na op de baar alle sleutels van de kasten en kisten van haar man te hebben gelegd, maar dat dit nu niet mogelijk was geweest.^' Daarom heeft zij die sleutels bij de notaris in verzegelde bewa- ring gesteld. Op 6 Augustus daaraan volgend werden de zegels van zowel het zakje met de sleutels als van de betreffende kasten en kisten onder getuigen verbroken, waarna door de deurwaarder inventaris kon worden opgemaakt. Procuratie was gegeven aan haar neef Bernardo Henrico, hetgeen haar man, vóórdat hij op reis ging, in 1697 ook had gedaan.^** Margaretha is vrij snel na- dien naar Utrecht verhuisd, waar zij eerst in 1723 overleed. Haar zoon, Theod- ore de Pelichy, biedt in 1712 het huis van zijn moeder aan als logeeradres voor een Hoogwelgeboren vertegenwoordiger van een der belligerenten bij de on- derhandelingen (1713-1714) die met de vrede van Utrecht tot het einde van de Spaanse successieoorlog zouden leiden.''^ Ook de weduwe van Bernardo, de- mentia van Rliemen, is Margaretha later naar Utrecht gevolgd (1711). Verdeling de bezittingen
Nadat Henrico in 1687 was overleden vond eerst in 1692 een provisionele scheiding van de onroerende bezittingen plaats, hetgeen betekende dat deze op naam van de diverse rechthebbenden werden gesteld, zodat duidelijk was, indien zij vielen onder de last van het fideï commissoriaal verband, wie voor het beheer daarvan verantwoordelijk was.**" Van de vele waardepapieren is geen scheiding aangetroffen. De vaste goederen in Amsterdam werden in totaal getaxeerd op ƒ145.000,-
waarvan het grote huis op de Herengracht werd geschat op ƒ40.000,- (Tenein- de deze bedragen enigszins in overeenstemming met het huidige prijsniveau in euros te brengen moet gedacht worden aan een factor 50 a 60!) De eigendommen in het buitengebied, behoudens in Abcoude ook een boer- derij in de Demmerick, hen opgekomen bij het moederlijk erfdeel, werden door Schout en Schepenen van zowel het Gerecht Abcoude-Proosdij als van het Gerecht Abcoude-Baambrugge getaxeerd op in totaal ƒ57.700,-. Van deze vaste goederen werden drie combinaties gevormd, die ongeveer op eenzelfde bedrag uitkwamen, terwijl over verrekening nauwelijks werd gespro- ken. Door de last van het fideï commis verband was dit ook niet zo nodig. De jongste zoon Hendricus is dan nog in leven, doch blijft bij deze provisionele scheiding buiten beschouwing, reden waarom de veronderstelling, dat hij ge- handicapt was, gerechtvaardigd is. In de laatste jaren van de 17e eeuw vinden nog verscheidene aankopen van on-
roerend goed ten behoeve van de kinderen van Henrico Staets plaats, die voor |
|||||
99
|
|||||
wat het buitengebied betreft, gezien kunnen worden als afrondingen van reeds
in hun bezit zijnde vaste goederen.'" Deze aankopen vielen echter niet onder de last van het fideï commisoriaal verband. Al met al kan wel worden gesproken van grootgrondbezit; vrijwel overal in Abcoude bezaten de nazaten van Henrico Staets grond en opstallen.''^ Bij de raadpleging van de gerechtelijke dossiers viel het oog vaak op eigendomswisselingen waarbij als belendingen de onder- scheiden nazaten van Henrico werden genoemd, waartoe dan tevens behoorde de broer van de echtgenote van zijn oudste zoon, Cornelis Wittert van Valc- kenburg, waarvan de nazaten van Henrico door vererving ook het e.e.a. ten deel zou vallen.'*^ Het geslacht Wittert beschikte o.a. ook over de buitenplaats Oud-Myl, gelegen aan de Amstel niet ver ten zuiden van de Kalfjeslaan.'*'' Er vinden voorts in de eerste twee decennia van de 18e eeuw diverse over- schrijvingen plaats van de vaste goederen naar andere erfgenamen van Henri- co, zonder dat in de archivalia van verrekening sprake is. Waarschijnlijk vond dit zijn oorzaak in het overlijden van zowel Bernardo als Gerardo (1705 en 1706). Wegens de last van het fideï commis. verband ging het in de meeste ge- vallen om het beheer en niet om het daadwerkelijk eigendom. Aanvankelijk lijken de zaken tussen de kinderen van Henrico Staets enerzijds en zwager Jean de Pelichy anderzijds in goeden gemoede te kunnen worden gere- geW^, maar naarmate de tijd vordert, de mannelijke erfgenamen rond 1698- 1706 overlijden, en de weduwen zowel voor zichzelf als voor hun kinderen moe- ten opkomen, gaat het moeizamer. Er is een Schepenvonnis van de Amsterdamse Schepenen uit 1719 op grond waarvan Margaretha Staets, weduwe van Jean de Pelichy geld te vorderen heeft van Hendrik Theodorus de Jongh namens de kin- |
|||||
100
|
|||||
deren en kleinkinderen van Henrico Staets.'"' De oudste zoon van Margaretha,
Theodore baron de Pelichy, die getrouwd was met Maria Gerarda Staats, oudste dochtervan Gerardus, speelt om begrijpelijke redenen hierbij geen rol. De buitenbezittingen
De eigendommen in Abcoude omvatten zowel buitenplaatsen en boerenhof- steden die later soms tot buitenplaatsen zouden uitgroeien, alsmede los land. Daaronder bevonden zich de door Henrico Staets verkregen plaatsen De Cop- pel, later Koppelrust, Geyn Rust en De Ruige Boel; respectievelijk op de kaart (afb. 13) aangeduid met de nummers 1, 4 en 5. Behalve deze behoorde ook de middels de stiefzoon, tevens schoonzoon, Hendrik Theodorus de Jonge, in de familie ingebrachte buitenplaats Starnheim, op de kaart aangeduid met het nummer 3, tot de bezittingen in de 18e eeuw. Tenslotte verdient ook de door de oudste zoon van Henrico, Gerardus Jacobus Staats, aan de familiebezittin- gen toegevoegde buitenplaats Blomswaard, aangeduid met het nummer 2, be- spreking. Naar in het Repertorium op de lenen van Gaasbeek, samengesteld door Dr. J.C.
Kort, valt te lezen, hebben de namen Koppel en Bloemenweerd in deze omge- ving, op het moment dat respectievelijk in 1682 en 1706 vader en zoon Staets in beeld komen, reeds een zeer lange voorgeschiedenis:...-.- 1395: Kunigonde, dochter van Daam van Bloemenweerd, bij overdracht door haar vader voor haar huwelijk met Jan van Klingen, eventueel Ie komen op haar vader of Hendrik, diens zoon. Voorts: 8-l-1398Jan van Klingen, bastaard van de leenheer, gehuwd met Kunigonde, dochter van Daam van Bloemenweerd, draagt 6 morgen over aan de leenheer, waarop in datzelfde jaar: 32 mor- gen, verminderd met 6 morgen in een kamp, genaamd Koppel. Het leen is in de daar- opvolgende 15e en 16e eeuw verscheidene malen gesplitst en soms in onder- delen weer in één hand gesteld. In de 17e eeuw komen onder de beleenden voor: 26-7-1600: Jan Duijs Willemsz, 30-3-1653 Jan Duijs bij dode van zijn vader, 1658: Nikolaas Duijs bij dode van Jan zijn neef (2 X) Zie hiervoor bij 2. Blomswaard. De naam Bloemenweerd was in de 17e eeuw al geleidelijk veranderd in Bloems- waert. In deze spelling werd de naam aangetroffen als substituut-schout.'*'^ Het gaat dan om beleningen waar zowel Koppelrust als Blomswaard uit voortko- men. Op bijgaande kaart uit 1832 (afb. 14) zijn beide aangegeven. Bij Bloms- waard vormen herenhuis en boerenbehuizing één geheel, terwijl bij Koppel- rust deze beide onderdelen van de buitenplaats een 130 meter uit elkaar staan. Omdat de lotgevallen van de bezitters (beheerders) van de diverse buiten- plaatsen, invloed hebben op de wijze waarop met de buitenplaatsen wordt ge- handeld, worden de buitenbezittingen staaksgewijze besproken. Zo behoren Koppelrust, Blomswaard en Starnheim rond 1800 tot de bezittingen van de na- zaten van Theodorus de Jonge, gehuwd geweest met Clementia Staats; bevindt |
|||||
101
|
|||||
Afb. 14.
|
||||||||||||||||||
" ■ ■/ ,
|
||||||||||||||||||
V/
|
||||||||||||||||||
//^
|
||||||||||||||||||
f)
|
||||||||||||||||||
102
|
||||||||||||||||||
De Ruige Boel zich dan nog steeds in handen van de familie De Pelichy, en is
Geyn Rust, wegens verkoop in 1726 door de nazaten van Bernardo Henrico Staats, in vreemde handen overgegaan. Het voert te ver hier ook de andere bezittingen, boerderijen en los land en de
buiten Abcoude gelegen vaste goederen in hun eigendomswisselingen te vol- gen: E.e.a. blijft thans beperkt tot die objecten, die de omschrijving Buitenplaats verdienden. Het valt overigens te betreuren dat van deze buitenplaatsen in de archivalia geen gravures, zoals van de langs de Angstel gesitueerde objecten, zijn aangetroffen. Een bijzondere buitenbezitting, buiten Abcoude gelegen, verdient nadere ver-
melding. Die is aangekocht door de erfgenamen van de beide broers, Gerardus Jacobus en Bernardo Henrico Staats als herbelegging van verkochte onder de last van fideï commis vallende goederen, o.a. Geyn Rust. Het betrof echter meerdere verkopen, immers met de aankoop was ƒ21.000,- gemoeid. Het was een steenplaats (steenbakkerij) en erven met zijn Heere Huisinge, gelegen buyten Gouda op de Haastrechtse dijk beneden Haastrechte^ In 1781 wordt terzake geconstateerd dat deze goederen gemeen blijven onder
de erfgenamen van wijlen Vrouwe Johanna Clumper, weduwe van Gerardus Ja- cobus Staats (dejonge), die de tweede zoon was van Bernardo Henrico Staats. Hij overleed in 1773 te Amsterdam. De gemeen blijvende goederen zijn gesteld onder bewaring van de enige zoon van Vrouwe Clumper, Henrico Gerardzn. Staats, hetgeen betekent: weer verhuren wat onverhuurd is, reparaties verzor- gen en lasten voldoen, alle huurpenningen innen en, teneinde alle vorderin- gen betaald te krijgen daarover, indien noodzakelijk, procederen; kortom be- palingen als gebruikelijk in gevallen waarbij de vaste goederen onder de last van fideï commis. worden vererfd. Behalve een boerderij behoren hier ook di- verse stukken los land in Abcoude en elders toe.'*® Mogelijk is voor de aankoop van de steenplaats ook verkocht een object dat nog
niet geplaatst kon worden, zijnde een in 1725 ten versoecke van Henrico en Gerar- dus Staats, zonen van Bernardo Henrico Staats (inmiddels handelings bekwaam ge- worden) geestimeert seeckere huysinge en erve, huysmanswooningh, bergh en schuyr, be- potinge en beplantinge, mistgaders de annexe landerijen tesamen groot 13 mergen, staande en gelegen in het Geyn in de Oostsey der polder, in huure gebruikt bij HuybertJan- se van Daal, getaxeerd op f4.000,- (Was dit soms Velzenbosch??) .''*' Tevens werd op die datum getaxeerd 10 morgen land, gelegen in het Geyn, bij de Buyten Entse Moolen in de Oostzijder polder eveneens in huure gebruikt bij Huybert Janse van Daal., vermoedelijk met het oogmerk van verkoop.""^ Voorts dient nog vermeld te worden dat in de beide eerste decennia van de 18e eeuw de weduwe van Bernardo Henrico diens affaire voortzet tesamen met Guillermo Niengh. Diverse akten getuigen daarvan.^^ |
|||||
103
|
|||||
Afb. 15 en 16.
1. De Coppel - Koppelrust
Wij zagen reeds dat Henrico Staets in 1682 de eigendom verkreeg van 6 mor-
gen, genaemt De Coppel, door aankoop van Joost Taets van Amerongen (afb. 6). Het is verleidelijk hieronder de 6 morgen te verstaan, die in 1398 werden afge- splitst van een leen dat oorspronkelijk 32 morgen omvatte. Aan welke van de nazaten van Henrico De Coppel bij de provisorische schei- ding van 1692 werd toegedeeld valt door de summiere omschrijving van e.e.a. niet te determineren. Feit is dat blijkens het testament van Theodore George de Pelichy, in huwelijk hebbende Vrouwe Maria Gerarda Staats (1694-1739), dit echtpaar in 1720 nog op De Coppel verbleef.'''' Maria was de oudste dochter van Gerardus Jacobus Staats (1659-1706), die met Turksweert beleend werd in 1689, na doode van zijn vader.^'^ Het echtpaar De Pelichy-Staats heeft enige jaren op De Coppel gewoond, getuige het feit dat hun zonen Jean Philippe en Ad- rianus Gerardus respectievelijk in 1716 en 1719 op de buitenplaats zijn gebo- ren. Ook diverse notarieele akten werden in die jaren gepasseerd ten huize van Theodore de Pelichy, even buyten Abcoude, Proosdye Gerecht}^ Theodore George de Pelichy (1679-1734), werd geboren in Amsterdam, waar het echtpaar Jean de Pelichy (de lakenkoopman) en Margaretha Staets woon- de.^® Hij had nog twee zusters, die beide ongehuwd zijn overleden, resp. in |
|||||
104
|
|||||
1732 en 1774. Theodore verkoos een militaire loopbaan en werd, als luitenant-
kolonel in dienst van de Spaanse Koning, tijdens de Eerste Successie-oorlog bij de slag bij Oudenaarden in 1708 zwaar gewond, doch herstelde van zijn ver- wondingen''' (Aanvankelijk voor dood op het slagveld achtergelaten, was hij ge- durende 50 dagen praktisch blind vanwege ernstige hoofdwonden). Hij was vervolgens betrokken bij de onderhandelingen, die in 1713 en 1714 leidden tot de Vredesverdragen van Utrecht, die de Spaanse successieoorlog beëindigden, en waarbij de Zuidelijke Nederlanden, zoals door een groot deel van de belli- gerenten werd beoogd, aan Oostenrijk toevielen.''^ Voor dit gebied werd een nieuwe Staten Generaal in het leven geroepen bij welke Theodore in dienst kwam. Hij werd in 1726, wegens zijn verdiensten, door Keizer Karel VI te We- nen in de adelstand verheven en verkreeg de erfelijke titel van baron, d.w.z. ver- ervend aan de eerstgeboren zoon, hetgeen Koning Willem I later verruimde, zodat het niet langer het prerogatief was van de eerstgeboorte.^'^ Theodore de Pelichy was in 1713 in Vianen getrouwd met Maria Gerarda Staats (afb. 15 en 16) die, ingevolge het overlijden van haar vader in 1706, Vrouwe van Turksweert was geworden.''° Theodore werd zo vanaf 1713 ook Heer van Turks- weert, welk bezit op het geslacht De Pelichy overging. Gerardus Staats, de vader van Maria, was in 1692 getrouwd met Clementia The-
resia Wittert (1669-1709), een telg uit een oud geslacht, dochter van Adriaen Wittert, Heer van Langebackersoort en Deyffelsbroeck.''' De afbeeldingen no 17 en 18 geven beide echtelieden weer. Leek het bij Henrico Staets nog alsof hij even in zijn daagse plunje uit het comptoir was weggelopen, zijn zoon en schoondochter zijn meer in overeenstemming met hun stand vereeuwigd, zo- als ook de eerste echtgenote van Henrico, Geertruyd Hobbe (afb. 9). Gerardus werd op 26 Mei 1690 ingeschreven als poorter van Amsterdam, bij welke vermelding de aantekening staat dat zijn vader Henrico dat ook was; die inschrijving werd echter niet aangetroffen.^^ In 1723, vrij kort vóór het huwelijk van de tweede dochter van Gerardus, Cle-
mentia Elisabeth Staats (1697-1765) met Theodorus de Jonge (1698-1765) (de enige volwassen geworden zoon van Hendrik Theodorus de Jonge en Helena Maria Staats), vond een provisionele boedelscheiding tussen de kinderen van Gerardus plaats.'''^ De Coppel is bij die gelegenheid toegescheiden aan Cle- mentia en Geertruyd Staats gezamenlijk, beide zusters van genoemde Maria Gerarda Staats. Geertruyd (1699-1750) is in 1750, ongehuwd zijnde, overleden in het huis Herengracht 464 op de hoek van de Spiegelstraat^"*, zodat de eigen- dom van De Coppel uiteindelijk bleef bij Theodorus de Jonge en zijn echtge- note. Aan het hiervóór genoemde echtpaar De Pelichy-Staats werd bij die boe- delscheiding de buitenplaats De Ruige Boel toegedeeld. Zie onder no 5. De toewijzing van De Coppel aan de zusters Clementia en Geertruyd Staats heeft |
|||||
105
|
|||||
Aflj. 17 €11 l«.
wel tot gevolg gehad dat het gezin De Pelichy-Staats in een andere huisvesting
moest voorzien. Zij kochten daartoe in 1724 een groot huis op een hoek van de Heerenstraat in
Utrecht'''', een stad die Theodore tijdens de onderhandelingen over de Vrede van Utrecht en ook omdat zijn moeder daar woonde, goed had leren kennen. Zij hebben daar hun verdere leven gewoond en Theodore is in dat huis overle- den.^^ In 1729 kochten zij bovendien seeckere huyzinge, erve, tuyn met de stallinge en koetshuys daer agter, staande en gelegen aan het Stjans Kerkhof', in welk huis de oud- ste zoon, Jean Philippe, tot het overlijden van zijn eerste echtgenote in 1751 heeft gewoond. Daarna vertrok hij naar Brugge, waar hij een tiental jaren later burgemeester werd.®® Het huis in de Heerenstraat schonk Maria in 1739, bij wij- ze van huwelijkscadeau aan haar jongste zoon, Adrianus Gerardus. In Juni van datzelfde jaar overleed zij.*"^ Clementia en Geertruyd Staats hadden van de Hoge Overheid in 1721 een be-
schikking ontvangen waarbij zij ten behoeve van de bovengenoemde scheiding, die pas in 1723 zijn beslag kreeg, veniam aetatis meerderjarig verkaard waren.™ In verband met de last van fidei commis. die op een aantal vaste goederen rust- te werd bij de scheiding vastgesteld, dat ieder van de comparanten van de toe- gescheiden percelen de revenuen zou genieten en de lasten zou betalen. |
|||||
106
|
|||||
Gerardus Jacobus Staats
Heer van Tnrksweert
1659-1706
X 1692 Clementia Theresia Wittert
|
||||||||||||||
Geertruyd Cornelia Staats
1699-1750
ongehuwd |
||||||||||||||
Maria Gerarda Staats
Vrouwe van Tnrksweert
1694-17.^9
X 171.^ Theodore de Pelichy
|
Clementia Elisabeth Staats
1697-1765
X 1724 Theodorus de Jonge |
|||||||||||||
1
|
||||||||||||||
Jean Philippe baron de Pelichy Adriaen Gérard de Pelichy
Heer van Turksweert 1719-1756
1716-1792 ongehuwd
X 1736 l.sabelle Margaretha Rycksz
X 1761 Barbe Jeanne Francoise Barret Nadat Clementia eenjaar later was getrouwd met Theodorus de Jonge (de
Jongh), heeft laatstgenoemde het beheer op zich genomen. In dat kader maakt Theodorus bij notarieele akte in 1735 bezwaar tegen een door het polderbe- stuur van de Waard en Asacker polder ingevoerde belasting en regeling inzake de bemaling, zulks omdat De Coppel niet in deze polder ligt, maar een eigen bemaling kent.'^' Deze eigen bemaling werd blijkens het Groot Utrechts Plac- caatboek in 1755 beëindigd en zo kwam de buitenplaats later toch onder het waterbeheer van de genoemde polder. In het beheer van de vele bezittingen, zowel in Abcoude, Ouderkerk, de West
Bijlmer en de Demmerik, als ook in de Heerlijkheid De Groote Lindt, zal Theodorus een dagtaak hebben gevonden. Contracten inzake koopmanschap- pen zijn niet aangetroffen, wel vele verhuringen van grond en opstallen. Na het overlijden in 1765 van zowel Clementia als Theodorus in het 'familie- huis' Herengracht hoek Spiegelstraat, waar zij lange jaren hebben gewoond, vond een boedelscheiding plaats tussen hun drie kinderen.^"^ De Heerlijkheid De Groote Lindt met de daarin gelegen eigendommen van Theodorus werd daarbij getaxeerd op ƒ70.000,- (nu ongeveer 4 min. euro), hetgeen vererfde aan de oudste zoon Henrico Gerardo de Jonge (1728-1789).^'' Ofschoon naast de eigendommen in Abcoude ook vaste goederen in Ouderkerk en de West Bijl- mer polder tot de erfenis behoorden, heeft Henrico Gerardo, wegens de over- waarde van de Heerlijkheid, zijn zuster, Helena Maria de Jonge (1730-1793) en zijn broer Nicolaas Theodorus de Jonge (1737-1810), financieel moeten com- penseren. De Coppel bleef in gedeelde eigendom bij deze broer en zuster.^* |
||||||||||||||
107
|
||||||||||||||
Die sluiten reeds in het volgende jaar een contract met Frans van Abswoude,
Mr. timmerman te Abcoude, voor een ingrijpende verbetering en opknapbeurt van de diverse opstallen, de steiger, de schutting, de poort en diverse hekwer- ken.'"' Wanneer mevrouw Julia Tutein Nolthenius een eeuw later de buiten- plaats betrekt stelt zij vast, dat deze in twee perioden gebouwd lijkt.^'' De afb. no 19 van het huis, geeft hieromtrent weinig aanknopingspunten. Helena en Nicolaas maken vermoedelijk beiden dankbaar gebruik van het in hun opdracht verbouwde herenhuis, immers dit blijft met de thuynen enplanta- gien buiten de verhuring wanneer de boerenopstallen en landerijen verhuurd worden.^^ Het geheel omvat dan, dankzij diverse aankopen van aanpalende landerijen, 16 morgen. Het oorspronkelijke bezit, zoals Henrico Staets dit in 1682 kocht, was slechts 6 morgen groot. Theodorus de Jonge (Jongh)
Heer van de (lioole Liiidt
1698-1765
X 1724C.lenieiuia Elisabelli Staats
|
|||||||||||||||||
Hendrik Gerard de Jonge
Heer van de Groote Liiidl
1728-1789
X 1766Jkvr johaiina van Zeiler
|
|||||||||||||||||
Helena Maria de Jonge
1730-1793
X 1768Josepli (iabrici de Casas
kinderloos
|
|||||||||||||||||
Nicolaas Theodorus de Jonge
1737-1810
X 1777 Dorothea Aekernian
kinderloos
|
|||||||||||||||||
Helena Thecia Elisabeth de Jonge Ludowina Maria de Jonge Tlieodorus Jacobus Cornelis de Jonge
Vrouwe van de Groote Lindt 1774-1814 1778-1824
1771-1803 X 1806J.A.A.M.M.Pizzagalli X ? Catharina Maria van Bommer
X ISOOJ.A.A.M.M.Pizzagalli kinderioos kinderloos |
|||||||||||||||||
Franf ois Xavler Maria Joseph Theodore Pizzagalli
1802-?
|
|||||||||||||||||
Helaas bleef het in 1768 gesloten huwelijk van Helena met de vier jaar oudere
Joseph Gabriel de Casas (1726-1792, geboren in Victoria, Spanje), kinderloos, zoals ook Nicolaas in zijn in 1777 gesloten huwelijk met Dorothea Ackerman geen opgroeiende kinderen heeft gekend; zijn eerste echtgenote overleed in 1792.^® Alleen hun oudste broer, Henrico Gerardo de Jonge, overleden in 1789 liet 3 volwassen geworden kinderen na: Helena Thecia Elisabeth de Jonge, Lu- dowina Maria de Jonge en Theodorus Jacobus Cornelis de Jonge. Nadat Hele- |
|||||||||||||||||
108
|
|||||||||||||||||
Alb. 19.
|
||||
109
|
||||
na minder dan eenjaar na haar echtgenoot,J.G. de Casas, in 1793 was overle-
den, kwam haar halve eigendom van Koppelrust middels een legaat in handen van de oudste dochtervan haar broer, Helena Thecla Elisabeth de Jonge (1773- 1803)™, in 1800 getrouwd met Joseph Antonius Alexander Michael Maria Piz- zagalh uit Milaan (1767-1823).**" Het valt op dat de relaties, die Henrico Staets in de tweede helft van de 17e eeuw met Italië en Spanje onderhield, zich meer dan een eeuw later nog steeds lijken voort te zetten in echtgenoten uit Spanje en Italië. In het huis op de hoek van de Spiegelstraat behoorden ook een groot aantal 18e-eeuwse woordenboeken in de beide talen tot het inventaris. Joseph Pizzagalli, de echtgenoot van de beide dochters van Hendrik Gerard de Jonge, woonde oorspronkelijk op het Singel, over de Doelen, waar in 1802 zijn zoon, Francois Xavier Maria Joseph Theodore, werd geboren en die gedoopt werd in de vlak naast hun huis gelegen kerk De Krijtberg.^' Na het overlijden van zijn eerste vrouw, Helena Thecla in 1803, is hij in het daarop volgendejaar met zijn zoontje ingetrokken in het familiehuis Herengracht - hoek Spiegelstraat, waar Ludowina, die later zijn tweede vrouw werd, toen al woonde.**^ Naast zijn partici- patie in de koopmans-afFaire van Nicolaas de Jonge, die met zijn zwager, Theodo- rusJ.C. de Jonge werd voortgezet, heeft hij tezamen met Joseph Ambrogio gedu- rende de speelseizoenen 1806-1807 en 1807-1808 van het toneelgebouw in de Amstelstraat de grote toneelzaal en de kleedkamers gehuurd voor het geven van Italiaanse opera's. In de zaal mochten toen geen stoven worden gebruikt en mocht niet worden gerookt teneinde de stembanden van de zangers te sparen.**'^ In 1802 bracht Helena, gezamenlijk met haar oom Nicolaas, de buitenplaats in publieke veiling. Na ophouding ter veiling werd deze uit de hand gekocht door Jan Schorrenbergh.**'* Hij is een raadsman van de familie geweest en was teza- men met Nicolaas Theodorus de Jonge en Paulus Charlé aangewezen als voogd over de minderjarige kinderen van Henrico Gerardo de Jonge en diens echt- genote, Johanna van Zeiler, terwijl de zuster van Henrico, Helena, na het over- lijden van haar echtgenoot De Casas, hem ook aanwees als één der executeu- ren in haar nalatenschap.®^ Ook was hij door Nicolaas aangewezen als executeur-testamentair in diens boedel.®® Wanneer deze Jan Schorrenbergh Koppelrust in 1810 opnieuw in veiling
brengt^^ is de aanpalende buitenplaats Blomswaard inmiddels in handen ge- komen van genoemde Joseph Pizzagalli, die samen met de broer van Helena Tecla, Theodorus Jacobus Cornelis de Jonge, ' genegotieerd' heeft en werd deze laatste, die dus zijn zwager was, eigenaar van Koppelrust.**** Eenjaar later, in 1811 had Jan Schorrenbergh een vijftal notarieele akten nodig om aan al zijn verplichtingen jegens de familie, terzake van zijn executeurschappen te vol- doen.®^ Theodorus overleed, nadat hij twee maal zijn echtgenote ten grave had moeten brengen in 1824 kinderloos in het familiehuis Herengracht, hoek Spie- |
|||||
HO
|
|||||
gelstraat. Hij was daarheen verhuisd toen duidelijk was dat Joseph Pizzagalli
niet meer terug zou komen. Joseph Pizzagalli is, na een aantal jaren in Italië we- gens geestesziekte te zijn verpleegd, daar in 1823 overleden.^" In 1822 verkochten Theodorus en zijn echtgenote Koppelrust aan de inspec- teur der Registratie en Domeinen in de Provincie Noord Holland, Cornelis de Roon.-" Door vererving via de familie van diens echtgenote, Anna Boon, kwam de eigendom van de buitenplaats in bezit van Catharina Adriana Boon, echt- genote van Jacobus Johannes de Jonge, rustend predikant der Herv. Gem. te Oud Alblas, die ook op de buitenplaats heeft gewoond.-'^ Zij heeft met nog een andere rechthebbende de buitenplaats in 1844 laten veilen.'^'' De beschrijving in 1844 luidt: de buitenplaats Koppelrust met desselfs heerenhuizinge gemerkt 123, erve en grond, tuinmanswoning, koetshuis, stalling, koepel, schuur en ver- dere getimmerten, vijvers en goudvischkom, alsmede een bomumanswoning, hooiberg, slingerbosschen, boomgaard, moes- en bloem-tuinen, bepotinge en beplantinge en de daar- bij behorende landerijen, slaande en gelegen nabij het dorp Abcoude, onder derzelver eige- ne bedijking en behading met een vischkom bij het hek van de Plaats, strekkende van de Winkeldijk langs de wijk tusschen deze Plaats en de landen van het voormalig Slot van Abcoude, voorts langs het vaarxuater (De Angstel) tot aan de Kerk- of Hulksbrug, van- daar met de zoogenaamden Koppeldijk, aan deze Plaats behorende, tot aan de voorschre- ven Winkeldijk toe, tezamen groot 14 bunder 33 roeden en 26 ellen. E.e.a. werd gekocht door twee broers, Joost Brouwer, logementhouder te Ab- coude, en Gerrit Brouwer, veehouder in deze plaats, waarna het huis een maand later werd doorverkocht aan Julia Tutein, weduwe van Willem Hendrik Nolthenius, die in Amsterdam op de Keizersgracht bij de Muiderstraat woon- de.^'' De landerijen bleven bij de heren Brouwer. In de jaren 1855-1860 volgden enkele verkopen van het huis elkaar snel op, waarna in 1861 in een notarieele akte wordt gesproken over de plattegrond van de afgebroken hofstede. Zo was de eigendom van de buitenplaatsen Koppelrust en Blomswaard overge- gaan op de beide dochters van Hendrik Gerardus De Jonge, die beiden immers getrouwd zijn geweest met Joseph Pizzagalli. Diens zoon Frangois was de enige erfgenaam van het echtpaar De Jonge-Staats.^^ De forse kapitalen die deze jon- geman aldus ten deel vielen verdwenen met hem naar Italië, waar zijn vader reeds in 1823 was overleden. 2. Blomswaard; tijdelijk Dorpsigt geheten;
een liefdesnestje? De eerste gegevens inzake Blomswaard in relatie tot het geslacht Staets zijn even summier als bij De Coppel moest worden geconstateerd. Dankzij een aan- tal akten uit de jaren 20 van de 18e eeuw werd duidelijk dat Gerardus Jacobus Staats kort voor zijn overlijden, 1706, met Cornelis Claes Duys uit Durgerdam |
|||||
111
|
|||||
was overeengekomen een bruyckweer lands met syn huysinge, bergen schuyr, benaemd
Blomsweert, groot 11 morgen en 2 hont, gelegen in de Assacker polder bij de Hulkxbrugge, te zullen kopen.'"' Zijn weduwe, dementia Wittert rondde teza- men met Hendrik Theodorus de Jonge, respectievelijk voogdesse en voogd, deze koop aften behoeve van de drie onmondige kinderen. Geheel geregeld was e.e.a. daarmede niet. Clementia overleed in 1709. Het recht van nakoop werd eerst in 1725 voldaan en in 1728 werd pas definitief bepaald dat deze ei- gendommen waren toegescheiden aan Clementia Elisabeth Staats, in huwelijk hebbende Theodorus de Jonge, en Geertruyd Cornelia Staats gezamenlijk.-''^ Cornelis Duys was aan het begin van de 18e eeuw Burgemeester van Ransdorp, maar als woonplaats wordt Durgerdam genoemd. Wij kunnen dit zien als een summiere aanduiding van de relatie met de bij de leengoederen genoemde Jan Duijsjansz te Durgerdam en Nikolaas DuijsJansz (1658 t/m 1660). Bovendien heeft Jan Duysjansz, coopman tot Amsterdam in 1649gekogt 12'/i mergen lants'm de Proosdylanden, waarvoor hij ƒ8.000,- betaalde, hetgeen er op wijst dat dit meer was dan een eenvoudige boerenhofstede.''*^ Theodorus de Jonge (dejongh). Heer van deGroote Lindt, had in de 18e eeuw
vrij veel vaste goederen in Abcoude en omgeving in beheer Naast diverse boer- derijen buiten Abcoude, o.a. in de Demmerick, Ouderkerk en de West Bijlmer polder, had hij, behalve de reeds genoemde buitenplaats De Coppel, de van zijn vader geërfde buitenplaats of hereboerderij Starnheim (zie onder 3.) en Blomsweert, door zijn echtgenote bij vererving verworven, onder zijn beheer. De naam Dorpsigt is eerst geleidelijk na 1749 in gebruik gekomen. Wanneer aan dit geheel een heerschapshuis werd toegevoegd is onduidelijk. In 1766 is wel sprake van een buitenplaats en wordt het Heerenhuis op Dorpsigt afzon- derlijk vermeld. De boerenwoning stond aan het herenhuis vastgebouwd, van de weg (zandpad) afgezien achter het herenhuis.^^ In tegenstelling tot de overige objecten, die Theodorus verhuurde, veelal de
heerschapshuizinge en de boerenbehuizing met het land aan twee verschillen- de personen, nam hij voor het toezicht op de bouwerije van de hofstede, in 1749 Grietje Janse van Schaick, gesepareerde echtgenote van Steeven Janse de Haan, in dienst: Door hen is aengegaen en opgericht seeker contract, waarbij tussen hem, eerste, en haer,
tweede comparant geconvenieerd en overeengekoomen is dat sy, tweede comparant, op de hofsteede en landerijen genaemt.............(niet ingevuld) van de heere eerste comparant
soude waerneemen de bouwerye voor reekening van de heere eerste comparant, soodanig en
op sulken voet en wyze en met sodanige verdere qualijicatie en authorisatie als in den bree- de bij hetselve contract staat uytgedrukt met verdere byvoeginge dat de tweede comparant soude gehouden syn daervanjaerlyks aan den heere eerste comparant behoorlijk reekening en verantwoording te doen. Wyders, dat de tweede comparant voor het waerneemen van |
|||||
112
|
|||||
de bouiuerye jaerlijks sal genieten ende by de afreekeningen gevalideerd worden een somma
vanf600J"^> Gerekend met een factor van 50 a 60 in euro's, een niet onaantrekkelijk inko-
men, hoewel zij daarvan ook de knecht en de dienstmaagden moest betalen. Onder 'waerneemen van de bouiuerye'moet hier verstaan worden de leiding van het boerenbedrijf t.a.v. de productie en verkoop van melk en kaas, alsmede de in en verkoop van het vee. Zij had daarvoor een knecht en dienstmaagden in dienst. Enigszins doorzichtig wordt dit contract, dat Grietje van Schaick administratie-
ve verplichtingen oplegt, als blijkt dat Grietje dit contract ondertekende met een kruisje!! Na een halfjaar verzoekt zij Theodorus dan ook haar te ontslaan van deze ad-
ministratieve verplichtingen daer sy niet al te veel lerpenne synde en niet in staet syn- de om de onmagtige, quaedwillige of delayerende debiteuren om betalinge te konnen na- loopen of door middelen van regten daertoe te constringeerenJ'^^ Theodorus excuseert, bevrydt en ontslaet haer grasieuselyckv^in. deze verplichtingen, zonder evenwel het overeengekomen salaris te veranderen."'^ Dorpsigt
In de akten van na 1749 wordt over de opstal steeds gesproken van DeHofsteede
Dorpsigt, in de akte van 1749 is de naam van de hofstede niet ingevuld. Voor wat betreft de 'vergoeding' van ƒ600,- per jaar, die Theodorus aan Grietje van Schaick toezegt: deze kan vergeleken worden met de huursom die Theodorus bij boerderijen van vergelijkbare omvang ontving, nl. ƒ450,- a ƒ500,- per jaar. Theodorus heeft zich in de loop der jaren veelvuldig tot een notaris moeten wenden teneinde lopende huurcontracten te verlengen, dan wel met nieuwe huurders contracten af te sluiten. Bij een van deze gelegenheden, in 1758, nam hij Paulus van Croonenberg, syn dienstknegl op de boerderye, behandelt en geadmini- streert wordende door Grietje van Schaick, weduwe van Steeven de Haan (de officieele lezing van het arrangement moest hoog gehouden worden), mee, teneinde een akte door deze knecht te doen opmaken en ondertekenen dat hem compa- rant (de dienstknecht) met de uyterste bevreemdinge is voorgekoomen, dat Ariaentje de Coster, geweesene dienstmaegt by voornoemde Grietje van Schaick, heeft uytgebragt en hem comparant ten laste gelegt, dat hy teegens haer, Ariaentje de Coster, soude gesegt hebben dat de voornoemde Heere van de Groote Lindt vleeschelyke gemeenschap met gemelde Grietje van Schaick hield en pleegde; dat hy comparant om sulke leugen en laster ten al- len tyde voor te koomen enofte myden, bekende en verklaerde voor de opregte waerheyd, ten versoeke van opgemelde Grietje van Schaick, dat hy comparant sulks nooyt gedagt en nog veel minder gesegt heeft en sulks van alle tyden ook bereyd (is) nader met solemneele eede te sterken}^^ |
|||||
113
|
|||||
Mede getuige is Dirk Schut, tuynman op de Hofstede de Coppel.
(In die oude tijden sprak men bij de bedoelde gedragingen van over de be- zemsteel springen.) Deze poging van Theodorus om zijn blazoen schoon te vegen heeft niet veel ge-
holpen. Al eerder, in 1751, krijgt hij, bij zijn pogingen om tot poldermeester van Baambrugge-Oostzijds te worden benoemd, nul op het request.'"'' Als doekje voor het bloeden wordt gesteld dat hij als goed katholiek niet kan wor- den benoemd in bestuurlijke functies. Theodorus wist wel beter: de functe van poldermeester behoorde niet tot de uitgesloten ambten; zijn vader, zo mogelijk een nog beter Katholiek, was wel poldermeester in Abcoude, en later ook zijn zoon Henrico Gerardo de Jonge.'"' Wanneer in 1765 de krachten van zowel Theodorus als van zijn echtgenote ver-
minderen - in Maart van dat jaar ondertekende hij een huurcontract met een kruisje lueegens swakheyd van syn hand - neemt hij het initiatief om duidelijkheid te verschaffen. Op 31 Mei 1765, nog juist 3 dagen voor het overlijden van de- mentia Staats, zijn echtgenote, wordt een akte opgemaakt bij de Abcouse nota- ris Tredee: de gang van zaken tussen hem en Grietje van Schaick wordt sum- mier weergegeven met als eindresultaat dat hij reeds ƒ4.000,- had betaald en nog i5.000,- aan Grietje schuldig was omdat zij de afrekening hadden laten sloffen. Hiervan is verder geen papieren. By onverhoopte aflyvigheyd van de eerste com- parant (Theodorus) soude daeruan door desselfs erfgenaemen ligtelyk een verkeerde sus- tenne ofte besluyl konnen worden gemaekt en selfs proces soude kunnen onistaen.""' Het contract werd deswege beëindigd verklaard en een regeling voor de beta- ling van de schuld werd vastgelegd. Theodorus tekent, dan 67 jaar oud, met een wel zeer beverige hand. Bij een latere acte noteert de notaris: Dil merkgestelt by de heer comparant, Theodorus dejongh, welke vermits swaare beeving in de handen niet anders heeft kunnen teekenen}^'^ Theodorus is op 6 December 1765 te Amsterdam in het huis Herengracht hoek
Spiegelstraat overleden, waarbij hij drie kinderen naliet: Hendricus Gerardus, Helena Maria en Nicolaas Theodorus de Jonge. De kinderen vaardigden 13 da- gen later twee personen alsmede notaris Tredee af naar Dorpsigt, teneinde zich toegang te verschaffen tot dat deel van het herenhuis, dat door Grietje van Schaick werd bewoond.'"^ Daarbij bleek dat in haar deel als eigendommen van Theodorus nog aanwezig waren: een geschilderde schrijflessenaar met vier onderla- den, die toegesloten waren en bij die gelegenheid verzegeld werden, en voorts vier paarde- staartkwasten, een zweep en een oude hoed}^^'^ Het heeft de kinderen van Theodorus nog genoeg moeite gekost om de relatie
met Grietje van Schaick te beëindigen. Ze is tenslotte met een afkoopsom van ƒ10.000,- (!) tevreden gesteld onder de voorwaarde dat zij de boerderij op zeer korte termijn zou verlaten.'^" Dit heeft effect gehad, immers reeds een halfjaar |
|||||
114
|
|||||
na het overlijden van zijn vader verhuurde de oudste zoon, mede namens zijn
broer en zuster de boerderij met 13 '/s morgen wei en hooiland alsmede het he- renhuis tot deze Plaats behorende, voor de tijd van eenjaar."' Twee maanden later komen de kinderen tot de boedelscheiding, waarover bij
de behandeling van Koppelrust reeds werd gesproken. Dorpsigt werd daarbij toegescheiden aan de dochter, Helena Maria de Jonge, wonende te Amsterdam in het huis van haar ouders. Herengracht hoek Spiegelstraat."^ Helena ver- lengde eenjaar later het door haar broer gesloten huurcontract van Dorpsigt, waarbij zij echter het herenhuis van de buitenplaats met alle kamers, zolders en keuken, benevens ook de twee tuintjes, terug huurt. Getuige bij deze akte is Frans van Abswoude, meestertimmerman te Abcoude, die vele zaken voor de familie regelt."'^ In 1768 liet Helena .Maria, dat jaar getrouwd metjoseph Gabriel de Casas, ge-
boren te Victoria in Spanje (1726-1792) later dat jaar Dorpsigt, samen met een aantal andere aan haar toegescheiden eigendommen, overboeken op haar echtgenoot."''Wellicht is haar gezichtsvermogen dan al aan het afnemen; later moest zij haar testament met een kruisje - eerder een inktvlek- ondertekenen, vermits comparante doorziekte en het misschen van haar gezigt niet kon schrijven.''^ Eerst bij de taxatie in 1766 werd een voor die tijd nauwkeurige omschrijving van de ligging van dit buiten gegeven: staande en gelegen in de Waard en Assacker polder, strekkende met het voorlandje van het zandpad zuidwaards op tot de weduwe Kor- nelis Boudt c.s., belend ten oosten, met den Hamcamp, de Kleidijk en ten westen de erven Pieler Gijzen Schouten, mitsgaders nog 2'/? morgen, genaamd de Hamcamp, oostwaards en annex de voorschreven 11 morgen. (Opgemerkt moet worden dat de naam Ham- camp ook reeds in de leenregisters voorkomt bij de eerder genoemde belenin- gen (1554)."« Het echtpaar De Casas-De Jonge bleef kinderloos. Joseph de Casas overleed in
1792, waarna zijn echtgenote op 21 Januari 1793, 5 dagen vóór haar overlijden, haar testament opmaakte."^ Dit begint met een groot aantal legaten, o.a. aan de broer van haar man, Pierre Michel de Casas ƒ50.000,- en aan haar neef Fa- cundo de Casas de affaire van haar man, het comptoir van negotie onder de firma De Casas en Comp, waarvan het balanstotaal eind 1793 sloot op het formidabele be- drag van ƒ456.773,- Later vertrok deze neef naar Spanje, waarmede ook de fir- ma De Casas en Comp handel dreef. Tot een afrekening met de erven van He- lena Maria de Jonge kwam het niet."*^ Blomswaard legateerde zij, tezamen met de halve eigendom van Koppelrust, aan de oudste dochter van haar inmiddels overleden broer, Helena Thecla Elisabeth de Jonge, terwijl Starnheim werd ge- legateerd aan diens jongste dochter, Ludowina Maria de Jonge. Deze bezittin- gen worden niet gedetailleerd omschreven; Koppelrust en Blomswaard wor- den hofiteede genoemd, terwijl Starnheim wordt omschreven als boerderij.^^"^ |
|||||
115
|
|||||
De naam Blomswaard keert terug
In de boedelscheiding van Helena, weduwe van J.G. de Casas, die dateert uit 1798, werd Blomswaard nauwkeuriger omschreven.'^" Deze omschrijving is ge- heel in overeenstemming met die van Dorpsigt uit 1766, zodat duidelijk is dat Theodorus dit voor hem bijzondere bezit na 1749 een andere naam heeft wil- len geven. De boerenhuizing werd sinds 1766 met de aanhorige landerijen ver- huurd, terwijl het herenhuis voor eigen gebruik bleef tot na het overlijden van Ludowina Maria de Jonge. Helena Thecla de Jonge, kwam zo in 1798 in het bezit van Blomswaard. Haar
man, Joseph Pizzagalli, heeft vanuit het huis Herengracht hoek Spiegelstraat handel gedreven met de broer van Helena Thecla, Theodorus Jacobus Corne- lis de Jonge, onder de firmanaam Pizzagalli de Jonge & Co.''^' Op een dag- boekblad heeft Christiaan Andriessen ons door een gewassen pentekening een kijkje gegund in het comptoir van de heer Pizzagalli (afb. 20). Hij overleed in Triest. Na het overlijden van Helena Thecla in 1803 kwam Blomswaard in handen van
haar weduwnaar,die immers in 1806 hertrouwde met haar zuster Ludowina Ma- ria. Eerst tijdens de langdurige afwezigheid van Joseph Pizzagalli in Italië werd het herenhuis ook verhutird. In 182.3 woonde daar Jan Floris Hendrik C^arel graaf Nassau La Lecq, Ridder in de Militaire Willemsorde, met zijn vrouw.'-'' In 1825 werd Blomswaard verkocht aan Johannes Theodorus Knuppelder, ren- tenier, coUectioneur van de Kon. Ned. Loterij, wonende aan het Singel te Ara- sterdam.'^'^ Uit de veilingpapieren: veiling van de buitenplaats Blomsweerd m.et zijn dubbele heerenhuizinge, thuynmans-woning, koetshuis en paardenstal, menagerie, hroey- eryen, moestuinen, boomgaard en Engelsch plantsoen, lanen, bosschen, xnjvers en an- derszins met een stuk voorgrond, zijnde mede beplant met Engelsch plantsoen en overig moesland. Enkele jaren later is Johannes Knuppelder naar Kennemerland ver- huisd'^* waar hij in 1832 een contract afsloot met twee slopers uit Haarlem, die alle opstallen amoveerden.'^^ De grond werd daarna benut als bouwland (agra- risch gebruik), hetgeen tot 1882 duurde. In dat jaar werd begonnen met de bouw van het Gemeente/Polderhuis van Ab-
coude-Proosdij, gereed gekomen in 1883, dat thans de kern vormt van het sinds- dien omvangrijker geworden Gemeentehuis van Abcoude-Baambrugge. Deze kern werd gebouwd op vrijwel exact de plaats waar Blomswaard heeft gestaan. 3. Starnheim
Deze buitenplaats dankt zijn bezit bij de familie niet aan de investeringen van Henrico Staets, maar is ingebracht door diens stiefzoon, tevens schoonzoon Hendrik Theodorus de Jonge (1668-1728). Uit een reeks van akten, daterend uit de jaren 1715 en 1716'^'', blijkt dat Hen- |
|||||
116
|
|||||
. "i~r. ~' -~-----•
|
|||||||||
'30 No-V. Bij den Heer i^izzagaili. Het hatelijk caractcr van G. tea Hoopeii gestuit.'
Gewassen pcntckeaing van Christiaaa Andricsscn. CoU. Mr. Cht. P. ¥an Ecghcn. |
|||||||||
Afb. 20.
|
|||||||||
drik de Jonge, eerst seeckere hoffsteede, genaemt Starrenheym metsyn heerschapshuys, be-
potinge en beplantinge, boerehuys, bergh en schuyr, schuytenhuys, hoenderhocken, duive- hocken, erve en tuyn, boomgaard, bepotinge en beplantinge, mitsgaders de daarby aenge- horende landeryen, gelegen aen 't Buyten Eynt in het Geyn in de Oostsyder polder, groot 16 mergen, heeft gekocht. Door de aankoop van diverse aanpalende percelen zon- der bebouwing heeft Hendrik dit bezit kunnen vergroten tot 37 '/s morgen.^^'' De eigenares, van wie Hendrik de oorspronkelijke buitenplaats kocht, was Anna Duym, weduwe van Jan Rotman. '^^ Op dit goed rustten twee hypotheken, afgesloten in 1691, groot ƒ4.000,- en ƒ3.000,- door haar afgesloten bij haar schoonzuster Catharina Rotman, weduwe van Willem Dix saliger. Het bestond uit een heerschapshuizinge met daaraan vastgebouwd de stallen. Aan de westzijde, waarschijnlijk op korte afstand bevond zich de boerenwoning. In het boek Het Gein, levensloop van een rivier (1998), is de plattegrond van de huidige toestand te vinden. |
|||||||||
117
|
|||||||||
Afb. 21.
Theodorus de Jonge werd door vererving ook van deze buitenplaats de eige-
naar, waarbij blijkt dat hij wel de boerenopstallen en de landerijen verhuurde, maar het heerschapshuis, dat niet groot was, aan zich hield. De huurcontracten werden door de notaris meestal afgesloten op de holstede De Coppel.''^'' Uit een in 1761 afgesloten huurcontract blijkt dat de huurder van de boeren- opstallen een kamer van het heerschapshuis, gelegen naar het dorp toe (d.w.z. aan de westzijde), in gebruik mocht nemen en ook de zolder.'* Dit contract werd met Dirk Stik afgesloten voor 8 jaar en ging na die termijn, in 1770, over op diens zoon Jan. Theodorus de Jongh is dan al overleden, en de aan zijn dochter Helena Maria toegescheiden eigendom werd kort na haar huwelijk met Joseph Gabriel de Casas op diens naam overgeboekt. Nadat deze beide echtelieden in 1792 en 1793 waren overleden, kwam Starn-
heim, op dezelfde wijze als Blomswaard, namelijk middels een legaat, in han- den van dejongste dochter van Hendrik Gerard Ludowina Maria de Jonge, die het huurcontract met andere huurders ongewijzigd voortzette.'^' Na het over- lijden van haar zuster Helena Thecla Elisabeth de Jonge, die o.a. Blomswaard naliet, verkocht Ludowina op een publieke veiling Starnheim aan Gerrit Rinses Voormeulen, vermeld als notaris te Rinsmageest (Friesland) .'^'-^ Hij heeft in Ab- coude en Baambrugge diverse eigendommen verworven, o.a. heeft hij een rol |
|||||
118
|
|||||
Aib. 22.
|
|||||
gespeeld bij de gebeurtenissen rond Ipenburg (1807-1820).'''■^ Anders dan bij
deze hofstede, waarvan hij in 1820 zijn aandeel verkocht, vererfde Starnheim aan zijn dochter, Froukje Boekeren-Voormeulen. Het is dan al lang een boerenhofstede, maar wel een met een bijzonder karak-
ter. Wat in de jaren 1716 als heerschapshuis werd omschreven, waarbij dan een afzonderlijk boerenhuis werd vermeld, is een eeuw later een boerenwoning met allure geworden. Dit is geleidelijk gegaan: aanvankelijk was alleen de ka- mer aan de westzijde met enige bijruimten bij de boer in gebruik (van midden 18e eeuw tot in 1800).'''* De huidige voorgevel, die een 18e-eeuwse uitstraling heeft (afb. 21), lijkt een oudere voorgevel te hebben vervangen. In het verbin- dingsmuurtje naar de aanbouw aan de naar het dorp gerichte zijde, waar oud- tijds de boerenbehuizing stond, is een grote steen ingemetseld (afb. 22), waar- |
|||||
119
|
|||||
in o.a. het wapen van Muiden voorkomt en het jaartal 1646. Deze enigszins
raadselachtige gevelsteen heeft reeds tot vele speculaties en veronderstellingen geleid, waaromtrent het laatste woord nog wel niet gezegd zal zijn. Het onder- havige onderzoek heeft daar geen nieuw licht op kunnen werpen. In 1833 geraakte de boerenhofstede Starnheim, doorverkoop namens Froukje Boekeren-Voormeulen, in handen van de van Postwijk bekende mevrouw Zeelt'-''''' en kwam na haar overlijden in 1865 in het bezit van de in Abcoude be- kende familie van agrariërs: Schoenmaker.''"' 4. Geyn Rust - Geinrust
Volgens het reeds genoemde boek Het Gem behoorde het perceel, waarop Gein Rust stond, in 1652 aan de erven van Arent van der Hem, een katholieke Am- sterdammer, die door keizer Ferdinand II van Oostenrijk in de adelstand was verheven, vanwege zijn optreden tegen de ketterij. Arent is echter eerst in 1656 overleden, nalatende 4 kinderen.''*'^ Hij was de zoon van Harman Ysbrantse Hem, geboren in 1547, korenkoper te Amsterdam.Van keizer Ferdinand III verkreeg Arent in 1638 de Heerlijkheid Nedersteyn, Corl en Hilteprant.''^^ Bij gevolg liet hij zich sindsdien Jonker Arnold van der Hem, Ridder, Heer van Ne- dersteyn enz noemen.'"^^ Op 31 Maart 1675 gaf Gerard van der Hem, Heer van Nedersteyn - derhalve een zoon van Jonker Arnold - procuratie aan Renes van Wykx ten behoeve van de verkoop, en kwam e.e.a. in handen van Henrico Sta- ets, die evenzeer als goed katholiek bekend stond.''"' In 1692, bij de taxaties van de eigendommen van Henrico Staets wordt Gein
Rust omschreven als: 20 morgen, huis en hofstede, mitsgaders plantage, nagelalen hij Henricus Johannes Staets}'^^ De vermelding op de kaart van Gerrit Drogenham uit 1700: Heer Staets syn Plaats, geeft aan dat het dan reeds een buitenplaats is. Deze werd blijkbaar, na het overlijden van de mannelijke nazaten in 1705-1706, verhuurd: immers volgens Het Gein bracht familie van Jeronimus Velters (die haar naam aan de aan de overzijde van het Gein gelegen Velterslaan gaf), nl. het schoonzusje van Jeronimus met haar echtgenoot, Alexander Levinstone, in 1707 en daarna, de zomer op Gein Rust door.'"*^ Twee estimaties, respectievelijk uit 1719 en 1721 spreken van '/s part in een hof-
stede, gen. Geyn Rust, nagelaten bij Helena Maria Staats.''''' Dit was de oudste dochter van Bernardo Henrico Staats; laatstgenoemde heeft vier kinderen ge- had, twee zonen en twee dochters, zodat moet worden geconstateerd dat Geyn Rust bij de boedelscheiding van 1692 ten name van twee kinderen van Henrico Staets is gesteld. Gezien het verdere verloop bij de eigendomswisselingen zal dit de broer van Bernardo, Gerardusjacobus, die in 1706 overleed, zijn geweest. In 1726 werd Gein Rust door Henrico Staats, poorter van Amsterdam by ede van 28-06-1736 en oudste zoon van Bernardo Henrico Staats, mede namens zijn |
|||||
120
|
|||||
jongere broer Gerardus Jacobus Staats en zijn moeder Clementia Hendrina
van Rhemen, verkocht aan Zeger Crap'^*, die daarvan weinig genoegen zal hebben gehad. Reeds één jaar later werd de buitenplaats door diens weduwe en haar zoon, Pieter Constant Krab verkocht aan Ewaldus Deodatie.^'''' De ge- noemde broers Staats, zonen van Bernardo, verloren met de verkoop van Gein Rust de eigendom van een buitenplaats in Abcoude. Hoewel zij nog geduren- de de gehele 18e eeuw boerderijen in Abcoude-Baambrugge in bezit hadden, en zij deswege in de op Abcoude betrekking hebbende archivalia zijn terug te vinden, worden hun wederwaardigheden hier verder niet vermeld. Tien jaar later blijkt Matthys Romswinkel (1695-1747) Geyn Rust te hebben ge- kocht van een makelaar, Mattheus Last, met 19 morgen en 500 roeden.^''^ Mat- thys, kanunnik van Oud Munster en ritmeester van de kurassiers, was hande- laar in Spaanse wol, gevestigd in Amsterdam, en was een zoon van Matthijs Romswinckel, geboren te Mühlheim 1647'''^, die in 1693 de hofstede Ruygen- hoff te Loenen aan de Vecht kocht (in 1830 bij Nieuwerhoek getrokken). Ook stond de, aan de Amstel tussen Amstelrust en de Kalfjeslaan gesitueerde bui- tenplaats Pingelenburg, rond 1730 op naam van Matthys Romswinkel, niet dui- delijk is of hier de vader, dan wel de zoon bedoeld is; gezien de leeftijden mo- gen wij aannemen dat het de zoon was.'''** Zoon Matthijs was geboren in Amsterdam en woonde op de Herengracht. Na diens overlijden kwam Geyn Rust in handen van zijn weduwe, Constantia Elout (1692-1753). Hun enig kind, Anna Constantia Romswinkel (1728-1778), erfde de buitenplaats in 1753.''*' Zij was in 1748 getrouwd met Mr Gysbert van der Hoop (1721-1783), die zijn schoonvader reeds was opgevolgd in diens wolhandel.'^" Geyn Rust bleef tot 1780 in het bezit van deze familie. In dat jaar, betrekkelijk
kort voor zijn overlijden verkocht Gysbert van der Hoop Geyn Rust aan Jean Le- peltak (1750-1807).'"'' Deze domineeszoon was koopman te Amsterdam en juist twee jaar tevoren getrouwd met Sara Sandrina Matthes. De buitenplaats omvat- te 22 morgen doch kende behalve het heerschapshuis wel een tuinmanswoning maar geen boerenbehuizing. Jean Lepeltak was een telg uit het oude Amster- damse geslacht Lepeltack, dat tengevolge van de alteratie in 1578 niet langer voor bestuurlijke taken als gemeenteraad of schepen in aanmerking kon ko- men, maar waarvan leden zich later bij de Gereformeerde Kerk aansloten.'"'^ In 1817 is Geyn Rust geamoveerd en werden de door afbraak vrijgekomen ma- terialen en ook 30 eikebomen, 48 beukebomen en een partij beukehaagstam- men verkocht voor ƒ511,60.'''''' Zo was de grond van Geyn Rust weer gereed voor agrarisch gebruik. Wat aan de buitenplaats nog herinnert is het nu als Laantje van Lepeltak, ook wel Laantje van Snoek, bekend staande, aan de zuid- zijde van de buitenplaats gesitueerde, pad dat toegang moest blijven geven tot de landerijen achter de buitenplaats. |
|||||
121
|
|||||
5. De Ruige Boel
De Ruige Boel was de derde buitenplaats die Henrico Staets in 1687 aan zijn
kinderen naliet. De verwikkelingen rond de last van fideï commis hadden geleid tot het al eerder
genoemde Schepenvonnis uit 1719, bij de afwikkeling waarvan naast Margaret- ha Staats, weduwe van Jean de Pelichy (1632-1698), ook haar beide dochters, Maria Lucia enjacoba Francoise optraden. Haar zoon Theodore (1679-1734), die in 1711 getrouwd was met de oudste dochter van Gerardus Jacobus Staats, liet om begrijpelijke redenen verstek gaan. De Ruige Boel werd in 1723, bij de reeds eerder besproken scheiding van dat jaar, meer definitief onder beheer ge- steld van de oudste dochter van Gerardus Jacobus Staats, Maria Gerarda Staats (1694-1739), Vrouwe van Turksweert na doodevan haar Vaderm 1706.''''* Theodorus baron de Pelichy, nam in 1724 deze taak van zijn echtgenote over. Nog was de afspraak dat zij de revenuen van deze buitenplaats zouden genieten en de lasten zouden betalen. Van een definitieve eigendomsoverdracht was derhalve geen sprake. Dat het een buitenplaats was blijkt uit de omschrijving: een huys en erve, alsmede huysmanswooningh, bergh en schuyr mitsgaders de annexe lan- derijen, tesamen groot 26 tnergen 500 roeden lands, staande en gelegen in hel Geyn in de Broekseyder polder, door Schout en Schepenen getaxeerd op f7.500.-. Een bescheiden buitenplaats dus.'''*" Volledigheidshalve zij vermeld dat baron De Pelichy zowel eigendommen in
Amsterdam als elders in het buitengebied ten deel vielen, maar overigens geen vaste goederen in Abcoude. De Ruige Boel is lang vererfd binnen het geslacht De Pelichy. Mede door de mili-
taire loopbaan van Theodore baron de Pelichy concentreerde zijn aandacht zich op de stad Utrecht, waar hij. na aanvankelijk op De Coppel te hebben gewoond, vanaf 1724 is gaan wonen. Na zijn overlijden in 1734 blijkt opnieuw dat de last van het fideï commissioraal verband tot afrekeningsmoeilijkheden leidde. De erfgenamen van Gerardus, Bernardo en Helena Maria Staats, weduwe Hen- drik Theodorus de Jonge, gaven gezamenlijk opdracht aan Mr Frangois Ellink- huysen te Den Haag om tot een regeling te komen inzake een vordering die zij meenden te hebben op Maria Gerarda Staats, weduwe van Theodore baron de Pelichy, zelf ook behorend tot de erfgenamen van Gerardus Staats; een vorde- ring die op ƒ55.401 begroot werd.''''' In 1739 wanneer genoemde weduwe van baron de Pelichy komt te overlijden is
e.e.a. nog niet geregeld, vandaar dat haar kinderen bij de notaris een verkla- ring doen optekenen, dat zij wel voor de begrafenis van hun moeder zullen zor- gen, doch dat dit geenszins betekent dat zij de erfenis aanvaarden.'-'^ Het resultaat van de bemoeiingen van Mr. Ellinkhuysen is dat de schuld werd teruggebracht tot ƒ40.000,-, hetgeen door de erven Pelichy niet lang daarna |
|||||
122
|
|||||
werd geaccepteerd; zij konden toen ook de erfenis aanvaarden.''** De Ruige
Boel intussen had zijn betekenis als buitenverblijf voor de familie verloren om- dat zij de beschikking hadden over Turksweert, waarvan bekend is dat de fa- mielie er vaak vertoefde en het soms ook als eerste woning gebruikte.''''-' In 1787, toen Wilhelmina van Pruisen, echtgenote van Stadhouder Prins Willem V, de hulp inriep van haar broer, de in 1786 aan de regering van Pruisen geko- men Koning Frederik Willem II, konden de Pruisische troepen betrekkelijk ge- makkelijk Amsterdam benaderen, o.a. komende van Utrecht langs het Gein naar de Duivendrechtse brug. Teneinde dit in de toekomst te kunnen verhinderen werd besloten om aan weerszijden van het Gein een verdedigbaar aardzverk aan te leggen. Wij kennen dit nu als 'de batterijen', die aan het eind van de 19e eeuw on- der commando van de Stelling van Amsterdam werden gebracht. Ten behoeve van de schootsvelden zijn in de jaren van aanleg vrij veel bomen en bosschages verwijderd, waartoe ook behoorden op het terrein van De Ruige Boel: 110 willige hoornen, 38 dito af geknot, item 92 afgehakte struiken; totale vergoeding f 111 }'^'^ Voor het overige lijkt De Ruige Boel het ongestoorde bezit van de familie De Pelichy te zijn geweest totdat in 1826 de nazaten tot publieke veiling overgaan. Daartoe treden gemachtigden op van Mr. Francois Joseph Marie Therese Baron de Pelichy de Lichtervelde, Lid der Ridderschap van West Vlaanderen en Officier van Justi- tie bij de Regtbank van eersten aanleg te Amsterdam, aldaar wonende op de Botermarkt, als zoon voor '/^ part erfgenaam van wijlen de Hoogiuelgeboren Heer Theodoor de Pelichy, en voorts als gemachtigde van de Hoogwelgeboren 2 broeders en zuster, ieder voor '/< part erfgenamen van hun vader, te weten Jan Baron de Pelichy van Huerne, Ridder in de orde van de Gulden Spoor, grondeigenaar te Brugge, mitsgaders Jonkheer Mr Alexandre Theodore Marie Antoine Christiaan uit het geslacht Baron de Pelichy, doctor in de beide rechten en grondeigenaar, wonende te Gent in Vlaanderen alsmede VrouweJeanne There- se Jacqueline Lucie Baronesse de Pelichy, echtgenote van JonkheerJean Pierre Louis Baron van Blocklant, grondeigenaar, wonende te Megen, Provincie Noord Brabant, bij brevet procuratie door dezelve Vrouwe Baronesse van Blocklant met haren echtgenoot geassisteerd op 14-09-1825 doorPieter Wiegand Notaris te Nijmegen, en ten derde in qualiteit van ef fectens van het testament door de Weled. Jonkvrouwe Gertruda Comelia Maria de Pelichy, gewoond hebbende te Brugge en aldaar overleden op 16-07-1824. Beschrijving: Kapitale zeer welgelegen boerenhofstede genaamd De Ruigen Boel met des-
selfs huismanswoning met stalling voor 40 stuks hoornvee, afzonderlijk wagenhuis of schuur met stalling voor 2 paarden en een varkenshok vóór de zes-roedige hooiberg, tuin, boomgaard, daarachter en daarnaast gelegen, met 22 bunder 57 roeden en 92 ellen, staande en gelegen in 't Geyn in de Broekzijderpolder, strekkende uit het Geyn met een riet- kraag die aan de hofstede behoort, met 3 weeren breedte noordwaards op tot en met de Hol- landse kade in 7 kampen onder en 6 kampen boven de wetering. De voorschreven hofste- de is door denzelver Ouders en Grootouders sedert onheuglijke tijden bezeten geweest. |
|||||
123
|
|||||
Op deze veiling werd e.e.a. gekocht door Sijmen van Caspel, wonende in het
Geyn onder Weesperkarspel, veehouder, voor./8.600,-Jan van Abswoude is ge- tuige. '^' Hij heeft deze aankoop gedaan voor zichzelf en voor de heer Jacob Pie- ter Mercier, commissionair in assurantie-zaken, wonende te Amsterdam, waar- na Sijmen in 1829 ook de andere helft koopt."''^ Het is duidelijk uit de beschrijving in de veilingpapieren dat De Ruige Boel toen reeds een boerderij was, doch van de sloop van het hiertoe in het verleden behorende heerschaps- huis werden geen aantekeningen in de archieven gevonden. Waarschijnlijk is dit geleidelijk gegaan, zoals wij bij Starnheim hebben gezien, doordat het ge- bruik van de opstallen in de loop der tijd veranderde.De naam van de hofstede werd door Sijmen van Caspel veranderd in Landlust. Zo zijn rond 1800 alle vijf buitenplaatsen, die destijds tot de eigendommen van
het geslacht Staats hebben behoord, weer boerderijen geworden, zij het dat de terreinen van Blomswaard in het midden van de 20e eeuw zijn benut voor wo- ningbouw. In dit buurtje zorgt een straatnaam ervoor dat de oude buitenplaats niet vergeten wordt. Mijn dank gaat uit naar de Heer W.W.Timmer, die mij tijdens het onderzoek
met zijn adviezen en belangstelling is blijven aanmoedigen. Ir. D.L.H. Slebos Abcoude 2002.
|
|||||||
Afkortingen:
RAU. Dorpsger. Rijksarchief te Utrecht, Gerechtelijke archieven.
RAU. Not. Idem, notarieel archief
RAU. D.T.B. Idem, doop, trouw en begraafregisters.
RAZ. D.T.B. Rijksarchief Zwolle, doop en trouwregisters.
GAA. Not. Gem. archief Amsterdam, notarieel archief.
GAA. D.T.B. Idem, Doop, trouw en begraafregisters.
Gen. Bur. Bibl. Centraal Bureau voor Genealogie, bibliotheek.
OAAB. Streekarchief Mijdrecht.
OAAB. Bibl. Streekarchief Mijdrecht, bibliotheek.
Literatuur:
Rademaker, A. Hollands Arcadia. Amsterdam 1730.
Elias,J.E. De Vroedschap van Amsterdam. Haarlem 1903-1905. Philips, Gaspar Jacobsz Het Grachtenboek. A'dam 1768-1771 Kort, Dr. J.C. Repertorium op de lenen van Gaasbeek. Hilversum 2001. |
|||||||
124
|
|||||||
Wittertvan Hoogland, Jhr. Mr. CB.F.F. Geschiedenis van het Geslacht Wittert Deel II.
Den Haag 1914.
Hemptinne, G. de et Douxchamps, H. La Familie dePelichy. Brussel 1999. Beukeboom, J. Hel Gein, Levensloop van een rivier. Abcoude 1998. Afbeeldingen:
Rijksarchief Utrecht: nrs 5,6,13,14.
Nationaal Archief Den Haag: nr 12.
Amsterdams Historisch Museum: nr 7.
Het Grachtenboek: nrs 4 en 8.
La Familie de Pelichy: nrs 1,2,3,9,10,11,15 en 16.
Iconografisch Bureau te Den Haag: nrs 17 en 18
Niftarlakejrh. 1960: nr 19.
Amstelodamum Mndbl. Dec. 1964: nr 20.
Foto W.W. Timmer: nrs 21 en 22.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noten
I. Dil wapen is ontleend aan het boek Geschie-
denis van hel geslacht Wittert, deel II; op het schilderij van Maria Gerarda Staats (afb 16.) komt het niet voor, terwijl op het schilderij van haar echtgenoot, Theodore baron de Pelichy, wel zijn familiewapen in de linker- bovenhoek is weergegeven. RAZ. D.T.B. ?,. GAA.Not.no 2180.
4. Geschiedenis van het Geslacht Wittert deel II. Den
Haag 1914. 5. GAA, Poorterboeken.
6. Geslacht Wittert deel II.
C. Philips, Het Grachtenboek. Amsterdam 1768-1771. bijl. Zie 7. RAU, Dorpsger doss. 58a. 10. Zie 7.
II. Vriendelijke meded. van de archivaris Bis-
dom Haarlem. 12. Hemptinne &■ Douxchamps, La Familie de Pe-
lichy. Bruxelles, 1999. 13. Amitetorfamum.Maandbl. jgn 51. Dec.1964.
14. Leenregister Gelderland, exerpt in Gesch..
van het Geslacht Wittert deel II. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
125
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
39. Zie 12.
40. GAA.Not.no 4125.
41. RAU. Dorpsger no 8 en 50.
42. RAU. Dorpsger no 8, 9, 11 en 50.
43. RAU. Dorp.sger no 10 en 19.
44. Rademaker. A. Hollands Arcadia.h'&Am.
1730. 45. RAU. Not. Woertman.
46. RAU. Not.J. v.d. Doorslag.
47. OAAB. Doss. no 8.
48. Zie 46.
49. GAA.Not.no 163.32.
50. RAU. Not. no 16 en Dorpsger no 10.
51. RAU. Dorpsger no 10.
52. GAA. Not. no 6064 en 6090.
53. RAU. Not. no 2.
54. Zie 4.
55. Zie 53.
56. De Nederlandse Leeuw jgn. 1905.
57. Zie 12.
58. Alg.. Gesch. der Nederlanden. Deel 9 Haarlem
1983. 59. Zie 4.
60. RAU. Nol. Vosch van Avesaet.
61. Zie 4.
62. GAA. Poorterboeken.
63. GAA. Not. no 8087.
64. GAA. Not. no 10098.
65. RAU. Not. B.J. van Zweerd.
66. RAU. Not. Vlaer
67. Id.id.
68. Zie 56.
69. Zie 66.
70. GAA. Not. no 8087.
71. RAU.Not.no 23.
72. GAA. Not. no 12866
73. GAA. Not. Van Heel.
74. Id.id.
75. RAU.Not.no 19.
76. Van Goelst Meijer, Niftarlake ]rh. 1960
77. RAU. Not. no 20.
78. GAA. Not. no 17581.
79. GAA. Not. Nicolaas Obbes.
80. RAU. Dorpsger. no 58.
81. Van Eeghen,Mej. Dr.I.H. Amstelodamum,
Jrb.66. |
82. Id.id.
83. GAA. Not. no 17.344 en 17,347.
84. RAU. Dorpsger no 58.
85. Zie 79.
86.GAA.Not.no 18751. 87. RAU. Dorpsger no 10.
88. Id.id.
89. GAA. Not. no 187.59.
90. GAA. Not. no 18768 en 18775.
91.RAU.Not.no 68. 92. RAU. Not. no 89.
93. RAU. Not. no 95.
94. Id.id.
95. GAA. Not. no 18775.
96. RAU. Dorpsger no 52.
97. Id.id.
98. OAAB. Doss. no 8.
99. Afbeelding no 14.
100. RAU. Not. Isaak Mmniiks.
101. RAU.Not.no 14.
102. RAU.Not.no 15.
103. RAU. Not. no 17.
104. Het Gein. Levemloop van een ritnen 1998 Ab-
coude. 105. RAU. Dorpsger no 50.
106. RAU.Not.no 19.
107. Id.id.
108. RAU.Not.no 19.
109. Id.id.
110. GAA. Not. no 10099.
111. RAU. Not. no 20.
112. GAA.Not.no 12866.
113. RAU. Not. 20.
114. Id.id.
115. GAA. Not. no 17,585.
116. RAU. Dorpsger no 53.
117. GAA. Not. no 17585.
118. GAA. Not. nol 7603.
119. Id.id.
120. Id.id.
121. Zie 13.
122. RAU. Not. no 68.
123. GAA. Not. no 18775.
124. RAU. Not. no 79.
125. RAU. Not. no 86.
126. RAU. Dorpsger no 9.
|
||||||
126
|
|||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
127. Id.id.
128. RAU. Dorpsger. no 8.
129. RAU. Not. no 15, 16 en 17.
130. RAU.Not.no 18.
131. RAU. Not. no 36.
132. RAU. Dorpsger. no 17.
133. Slebos, Ir. D.L,.H. Nijiminlie.jrh 1989.
134. RAU. Not. no 38.
1,35. RAU. Not. no 86. 136. RAU. Dorpsger. .54.
137. Elias. J.E. üe Vroedschap Haarlem 1903-
1905. 138. Id.id.
1,39. De relatie van het geslacht van der Hem
met de opvolgende keizers in Wenen lijken intensief geweest te zijn. Zo is een beroem- de atlas in de Albertina collectie in Wenen opgenomen, toegeschreven aan een telg iiildit ge.slacht. 140. RAU. Dorpsger. no 58a.
141. Id.id.
142. Het Gein, Levensloop van een rivier. 1998 Ab-
coude. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
127
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oranjerieplanten op Kasteel Cronenburg
te Loenen |
|||||||
Bij het doornemen van het notarieel archief van notaris Sanderson te Loenen
(1811-1840) viel het oog op een interessante lijst.' Het betreft de inhoud van de oranjerie van kasteel Cronenburg te Loenen. Na
het overlijden van haar man liet Sibilla Martini wed. Daniël Gerbrand van de Burgh, de oranjeriebomen en - planten veilen onder het toeziend oog van de plaatselijke notaris op 25 Augustus 1824. Ook het trekjacht (niet verkocht) en enige andere schuitjes, een telescoop op driepoot, acht "metalen kanonstuk- jes" en vier daarbij behorende affuiten kwamen in de verkoop. Wat de bomen en planten aangaat is interessant dat vaak de latijnse namen daarvan vermeld worden, wat duidt op grotere kennis van het groen dan meest- al bij veilingen. Op de mogelijke reden daarvoor wordt hieronder ingegaan. De namen van de kopers en de bedragen, die zij voor de verschillende posten over hadden zijn keurig opgevoerd. Niet verrassend is dat de meeste nummers naar bekende eigenaren van buitenplaatsen gingen. De volgende eigenaren worden genoemd: "J.W. van Reenen Oud Over" nu te Loenen, die van Vegtlust een van de grote-
re buitenplaatsen aan de Vecht zou gaan maken. Hij kwam pas in 1827 in bezit van die buitenplaats door vererving van zijn vader, maar zo te zien was hij al zeer betrokken bij het gebeuren daar.^ "Willem van Loon, 's-Graveland", die op Schaepenburg woonde nu hoofdzetel
van Natuurmonumenten. "Mr L.T. Nepveu Utrecht" "Jhr RA. Beelaerts van Blokland Utrecht" "Leonard van Lennep Mijnden", die in 1811 Weerestein met 20 morgen voor
ƒ15.500 had gekocht van Willem Berkhoff^ "Carl van Walree Vreeland""*, die op de buitenplaats Welgelegen woonde, veruit
de meest uitgestrekte buitenplaats, die ooit aan de Vecht heeft bestaan. Daar- van rest nog een empire smeedijzeren hek op een dam aan de Bergse weg net ten noorden van de ponypaardenfokkerij Groot Kantwijk. Op de scheefgezak- te hekpalen staat Weltevreden, maar dat slaat wellicht op de huidige eigenaars, maar niet op het oude buiten. "Pieter van der Mersch Oud Over", nu te Loenen, die Oostervecht bezat, dat |
|||||||
128
|
|||||||
Afb. 1. De buitenplaats Kasteel Cronenburg met rechts de oranjerie met veel ramen op het zuiden
en voor het huis de 14 oranjeboompjes in hun tobben. Aquarel uit 1808 van onbekende hand. RAU Top. AÜas en Jb. 1993 blz. 66. |
||||||||
lag op de plaats waar in onze tijd het anodiseerbedrijf Slijppol gevestigd was, en
ten noorden waarvan hij zijn glasfabriek dreef.'' "Abraham du Bois Amsterdam" waarover hieronder meer. Andere kopers waren: "Jan Twisk Cornelisz. Amsterdam", een makelaar, die waarschijnlijk in opdracht kocht. "Jan Keyser Haarlem";" Evert van Beusekom Loenen", lid van een familie, die in Loenen in de 19e eeuw een geachte positie had; "Hendrik de Boo Loenen; Hermanus Schoo Vreeland" en "Hendrik Goudt Loenen", een medewerker van de notaris. Van belang als koper is "Hendrik van Lunteren Utrecht", die in die stad een
kwekerij - Flora's Hof, naast de Domtoren(!) - stichtte en bekend werd als ont- werper van tuinen en parken. Zijn naam is genoemd als ontwerper van het park van Vegtlust voor J.W. van Reenen. Zijn aankopen op deze veiling omvatten 11 |
||||||||
129
|
||||||||
nummers voor samen ƒ4,90. Je zou zo zeggen: nauwelijks de moeite waard om
voor naar Loenen te komen, maar gezien de nauwkeurige naamgeving aan de te verkopen planten heeft hij wellicht als adviseur aan de verkoping meege- werkt of hij was toch in Loenen voor een opdracht. Hendrik van Lunteren (1780-1848) was in zijn tijd minstens even veelgevraagd
als tuinarchitectals zijn lOjaarjongere vakgenoot J.D. Zocherjr, die echtereen grotere bekendheid heeft behouden.'' Abraham du Bois, die Cronenburg zou gaan overnemen van de wed. Van de
Burch is natuurlijk niet zo verrassend als koper. Wel is merkwaardig dat hij niet meer overnam dan het "schuitje van J.H. Pellekaan" voor ƒ31,- en ook het "Schuitenhuis drijvend van dezelfde [Pellekaan]" voori30,-. Het fenomeen drijvend schuitenhuis is dus ouder dan men zou denken. Wie Pellekaan was is nog onbekend. Mogelijk liet Du Bois Jan Twisk de meeste oranjeboompjes kopen in plaats van
zelfde wel erg logische bieder te zijn. Twisk kocht er negen. Op de lijst van oranjerieplanten staan: "14 Oranjebomen in een tob", die voor tussen de ƒ40 eni224 gingen en gemiddeld voor ƒ173. Op afb.1 zijn die te zien vóór het huis. De oranjerie staat rechts met de hoge ramen op het zuiden. Een "Pompelemoes in een tob" deed ƒ100, een tweede ƒ26- (nu beter bekend als grapefruit). Twee "Oranjebomen in een mortier" gingen voor resp. ƒ9 en 11, dit waren dus
nog kleine boompjes in waarschijnlijk keramische potten. Als men bedenkt, dat een tuinbaas op een buitenplaats, die een aantal tuinlie-
den onder zich had, in die jaren ƒ350 p j. ontving dan kan men constateren, dat die oranjebomen een kostbaar bezit vormden. De volgende vijf nummers waren laurierbomen, zowel in tobben als in een
mortier. De heer Van Reenen kocht er drie voor resp. il 9, 21 en 24,-en een in een mortier voor ƒ10; Twisk moest er voor één ƒ32 neertellen. Twee "Nerium oleanders "deden ƒ5 aan Van Reenen. Een "Sophora microphylla" ƒ8,-", de nationale bloem van Nieuw Zeeland, en
een "Aucuba japonica" ƒ20 - nu een borderstruik. Twee "Melianthus major" kostten Van Reenen 60 cent elk en een hortensia
ƒ2,25 en nog twee 60 en 80 cent. Die plant kwam met Koning Lodewijk Napo- leon zeer in zwang daar zijn vrouw Hortense die als haar lievelingsplant koos. De volgende planten gingen per zes potten:
"Punica granata" ƒ2, granaatappel
"Corchonis japonicus" voor 80 cent
"Agapanthus samboUata" voor 60 cent, uit Zuid Afrika
"Hippia frutescens" ƒ1, mogelijk de amaryllis uit Midden Amerika
|
|||||
130
|
|||||
drie nummers "Pelargonium Zonaba" voor 40 cent elk
"Pelargonium hybridum" 40 cent
twee nummers "Pelargonium roseum" voor 40 en 60 cent
"Pelargonium terebinthinaceum" 60 cent
"Tencrinum frutescens" 30 cent
"Rosmarinus populifolia" 80 cent
een kleine "Aucuba japonica" voor 60 cent
"Aloysia citrodora", uit Argentinië
twee nummers "Passiflora coerulea " voor ƒ1,40, uit Argentinië
drie nummers "Fuchsia coccinea" voor 70 cent, uit de Andes
"Chrysnthemum frutescens" voor 30 cent en "Chrysanthemum indicum" 60
cent, uit China
drie nummers "Sempervirum arboreum" 40 cent, een vetplant
twee nummers "Chelona campanulata" 40 cent, nu een borderplant
"Jasminum frutescens" 60 cent en "Jasminum officinale" - uit China -ƒ2,50
"Senecio populifolia" 80 cent en "Senecio elegans" - uit Zuid Afrika - 50c.
twee nummers "Phlomis fruticosa" 30 cent
"Capsicum frutescens" 40 cent, Spaanse peper
twee nummers "Canna indica" ƒ1,10
"Lavatera triloba" ƒ1,50, Malva
"Lobelia fulgens" 50 cent
"Hypericum monogynium" 90 cent
"Rosa semperflorens" 60 cent
"Cheiranthus checri" 40 cent, miuirbloem
"Ceneraria ementa" 30 cent
"Anagallis coccinea" 45 cent en "Anagallis coerulea" 40 cent
"Calla aethiopica" 45 cent
"Jucca gloriosa" 40 cent
Voorts twee nummers "boomanjelier" voor ƒ1,60.
Een "Chamaerops humilis" - een palm uit Malta - werd voor Twisk op ƒ31 af-
gehamerd. Van Walree kocht de roeischuit voor ƒ54. Van Reenen vier kanonnetjes voor sa-
men ƒ66,- en nog twee voor ƒ16,50, Nepveu de twee resterende voor ƒ18. Van Reenen nam de telescoop op drievoet voor ƒ43 en vier affuiten, die kennelijk apart van de kanonnetjes gingen, voor ƒ2,25. De totale opbrengst bedroeg ƒ2903,- wat te vergelijken is met €150.000 van-
daag de dag. Veel van het geveilde bleef dicht in de buurt, wat met de toenmalige moeiza- |
|||||
131
|
|||||
mere transportmogelijkheden ook wel begrijpelijk is. Hoogstens is opmerkelijk
dat maar zo weinig buitenplaatseigenaren meeboden. E. Munnig Schmidt Loenen 2002
Noten
1. RAU Notaris archief 34.1, inv.nr. 1004, nol. Sanderson, volgnr 10.5.
2. Munnig Schmidt, E. en A.J.A.M. Lisman, Plaatsen a/d Vecht, 4e dnili 1997, blz. 138.
3. RAU toeg. 34.1 Inv.nr. 547, Notaris Voigt te Breukelen, volgnr 417.
4. Jb. Niftarlake 1990, blz. 24.
5. Munnig Schmidt, E., op. cit., blz. 160.
6. Lammertse-TJalma, P., in Tuinkunst nr 3, 1997, blz. 37-73.
|
|||||
132
|
|||||
dr R. van Luttervelt Restauratie Stichting
|
|||||||
hl 2002 kwam het hek van Grigia aan de Straatweg zuidelijk van de markt in
Breukelen gereed en dat staat nu te pronken zoals het bedoeld is. Het krijgt nog een schilderbeurt. Inmiddels is begonnen met het grootste karwij voor de stichting tot nu toe .
Dat is de restauratie van het hek van Doornburg. Het staat aan de Vecht net ten noorden van Maarssen- dorp en ten zuiden van Goudesteyn. Het woord uniek is voor dit hek hier op zijn plaats, want er is in Nederland geen tweede hek van dezelfde constructie en ingewikkeldheid. De heer Lisman begeleidt het werk dat weer door de smid Kees van der Horst wordt aangepakt. RDMZ en o.a de gemeente Maarssen subsidiëren en er zal een beroep gedaan worden op ande- re fondsen. |
|||||||
Het hek van Grigia gezien vanaf het laantje naar de Straatweg, September 2002. Foto EMS.
|
|||||||
133
|
|||||||
De bibliotheek in 2002
|
||||||
De contacten met leden en niet-leden verliepen ook in 2002 in eerste instantie
per telefoon (0294 - 23 46 53, afspraken nog steeds bij voorkeur op donder- dag) . Verder is de bibliotheek per fax bereikbaar (0294 - 23 08 80) en sinds me- dio 2002 ook per e-mail: geuze-recter@planet.nl. Uit gesprekken met leden bleek ook dit jaar uw interesse in een catalogus van
het bibliotheekbestand ter eerste oriëntatie. U kunt de Catalogus xmn de Biblio- theek (bijgewerkt tot en met januari 1999) nog steeds bij ons verkrijgen voor €3,50, evenals het Register op dejaarboekjes (bijgewerkt tot en met 2001) tegen be- taling van €5,50. Aanvullingen op de Catalogus (1999-2002) kunt u op verzoek eveneens verkrijgen. Enigszins anders gestructureerd is het Niftarlake biblio- theekbestand ook te zien op de website www.vecht.nl onder het hoofdje 'Bi- bliografisch bestand'. Uw oudejaarboekjes blijven wij graag ontvangen, er blijken altijd weer leden in
geïnteresseerd te zijn. Zoals al eerder gemeld zijn de oudere jaarboekjes van de bibliotheek (1913 t/m 1961) in 2002 opnieuw ingebonden, zodat u ze weer kunt hanteren zonder het risico te lopen dat er bladzijden uitvallen. Ook in 2002 konden weer een aantal boeken aan het bibliotheekbestand wor- den toegevoegd. Het waren er dit jaar meer dan gewoonlijk doordat er werken zijn verkregen uit de nalatenschap van ons lid de heer Pieter Fischer, kunsthis- toricus en musicoloog te Amsterdam. Wij noemen u er een aantal met een kor- te beschrijving. ALGEMEEN
Huizen en kastelen Kastelenboek Provincie Utrecht. Uitg. De Haan, Bussum, 1975, ir. J.D.M. Bardet.
Voorloper van de grote uitgave Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht uit 1995 (be- sproken in het Niftarlake Jaarboekje 1995). Zeer leesbaar geschreven klein handboek voor "de ontwikkelde leek, die wel ingelicht, maar niet verveeld wenst te wor- den" (voorwoord bij de eerste druk die tijdens de Tweede Wereldoorlog ver- scheen). |
||||||
134
|
||||||
Bouwkunst
Tilman van Gameren (1632-1706), een Nederlandse architect aan het hof in Polen.
Uitg. Stg. Koninklijk Paleis Amsterdam, Amsterdam, 2002, onder redactie van Eymert^Jan Goossens en Koen Ottenheym. Catalogus bij de in de zomer van 2002 gehouden tentoonstelling in het Paleis
op de Dam in Amsterdam. Na Philip Vingboons, Pieter Post en Jacob van Cam- pen wordt nu ook Tilman van Gameren beschouwd als één van de belangrijk- ste bouwmeesters van het 17e-eeuwse classicisme. Van Gameren, geboren in Utrecht en opgegroeid in een milieu van kooplieden en kunstenaars, zocht aanvankelijk zijn artistieke geluk in Italië (Venetië), maar werd in 1660 uitge- nodigd zich in Polen (Warschau) te vestigen als vestingbouwkundig ingenieur. Vanaf 1670 kreeg hij als architect van de hoge Poolse adel de gelegenheid om in Warschau paleizen en kerken te ontwerpen op een schaal die vrijwel on- denkbaar was in Holland. Als u dit leest heeft u inmiddels mogelijk al de gelegenheid gehad de lezing
over dit onderwerp van prof Koen Ottenheym bij te wonen in maart 2003. Restauratietechniek
Praktijkboek Instandhouding Monumenten. Uitg. Sdu Uitgevers, 's-Gravenhage, v.a.
1998, onder redactie van J.M. van der Veen...et al. De eerste aflevering van het losbladige Praktijkboek Instandhouding Monumenten
is in 1998 verschenen als opvolger van het Restauratievademecum (ook aanwezig in de bibliotheek, uitgebracht van 1985 tot 1998, 9 banden, voornamelijk be- schrijvend de historische bouwkunde en de kunst van het conserveren en het restaureren). Als opvolger van dit Restauratievademecum is het Praktijkboek Instandhouding Mo-
numenten een handboek én naslagwerk voor hen die betrokken zijn bij zowel eenvoudige onderhoudswerkzaamheden (herstel van kleine gebreken) als bij specialistisch onderhouds- en restauratiewerk. Inmiddels zijn hier nu ook al weer 3 banden van uitgekomen. Daarnaast verscheen er vanaf 2001 ook eikjaar een zakboekje 'Monumenten 'met een beknopte weergave van de regelgeving op het gebied van de monumentenzorg. Ook de geïnteresseerde non-profession- al kan hier veel uit opmaken. Tuin elementen
Zijdebalen - lusthof aan de Vecht, tuin- en tekenkunst uit het begin van de 18e eeuw.
Uitg. Centraal Museum, Utrecht, 1981, P.J.M, van Gorp, Erik de Jong...et al. Een catalogus van een expositie vanjaren geleden kan, mits voorzien van een goede inleiding, zijn waarde behouden. En dat is hier zeker het geval, in drie- voud zelfs. Behalve een artikel over de geschiedenis van 'Zijdebalen', van 1695 |
|||||
135
|
|||||
tot 1816 zowel buitenplaats als zijdefabriek, en een toelichting op de techniek
van de zijdeproductie, is deze uitgave voorzien van een inleiding over de lust- hof 'Zijdebalen'van de hand van drs. Erik de Jong. De Jong zou 12 jaar later pro- moveren met het proefschrift Natuur en Kunst waarin hij de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur tussen 1650 en 1740 behandelt. Hoofdstuk 5 van deze dissertatie heeft als onderwerp 'Zijdebalen': de tuin als wereldbeeld van de doopsgezinde zijdehandelaar David van Mollem (1670-1746). REGIO
Vecht en Plassengebied
Czaar Peter de Groole bezoekt een buitenplaats aan de Vecht, 1717 (Huis Petersburg bij
Nigtevecht, gezicht op den tuin en de waterwerken & gezicht op het huis en de rivier). Uitg.J.B. Wolters, Groningen / Den Haag, illustraties doorJ.W. deJongh en H. Wagenvoort. Deze twee 'Schoolplaten voorde Vaderlandschegeschiedenis'zuWen bij de oudere le-
zers onder ons wellicht nostalgische herinneringen oproepen aan de geschie- denislessen op de lagere school en aan de meester die zo prachtig kon vertel- len. In onze kinderjaren wisten we nog niet dat deze aquarellen vervaardigd zijn naar afbeeldingen uit üe Zegepralende Vecht uit 1719 (waarover hieronder meer) en het Huis Petersburg in Nigtevecht voorstellen. En toch, hoe natuurge- trouw de schilder Stoopendaals gravures ook gekopieerd heeft (een enkel de- tail daargelaten: een toegevoegd zeilbootje, wat meer sierlijke witte zwanen), de totale indruk is geheel verschillend van het 18e-eeuwse origineel. Zijn het de kleuren, het grote formaat, de rimpelingen in het water, die vooral het zicht op huis en rivier voor ons tot een zowel levendig als romantisch plaatje maken? Of is het toch alleen jeugdsentiment? De Zegepralende Vecht 1719, Vertoonende verscheidene gesichten van lustplaatsen,... etc.
Uitg. Canaletto/Repro Holland BV, Alphen aan den Rijn, 1998, illustraties door Daniël Stoopendaal. Deze herdruk van de oorspronkelijke uitgave van 1719 werd in 2002 door de
voorzitter van ons genootschap, de heer Munnig Schmidt, aan de bibliotheek van Niftarlake geschonken. Uiteraard was een exemplaar van de originele uit- gave uit 1719 reeds lang in het bezit van Niftarlake, maar dit bijna drie eeuwen oude boekwerk moest steeds met grote voorzichtigheid worden gehanteerd. Nu kunt u onbezorgd bladeren, van Utrecht tot Muiden, van Zijdebalen ('Sy- Baalen-vooral de achterzijde is interessant: de zijdefabriek is als rechtervleugel tegen het woonhuis aangebouwd en is dus onderdeel van de buitenplaats!) tot Petersburg (maar liefst 12 afbeeldingen van huis en tuinen van de heer Chris- toffel van Brands, vishandelaar te Amsterdam). |
|||||
136
|
|||||
Ook de 'Speelreis langs de Vechtstroom', het lange lofdicht van Claas Bruin op de
Vechtstreek, de buitenplaatsen en hun eigenaren, blijft vermakelijk. Over Pe- tersburg en zijn eigenaar, die ''uit Baars wist goud te trekken" (eigenaar Brands had zijn fortuin in de vishandel verdiend) schrijft hij bijvoorbeeld: Dus Vorst'lyk kan een Koopheer leeven / Door's-Hemels zeegen, zorg en vlyt:
Dit alles kan den handel geeven, / In weerwil van de bitse nyd. Gy kteene Prinssen, die uw zaaien / Ten roof aan d£ armoe geeven moei, Laat af van al uxo ydel praalen; /De Waereldstad aan d'Amstelvloed, Hoe wonderlyk 't u klinkt in de ooren, / Teelt Koningen op Schijfkantooren. Achterin het boek is een artikel opgenomen van ons lid de heer A.J.A.M. Lis-
man met een toelichting op deze nieuwe uitgave. Bovendien heeft de heer Lis- man onderzoek gedaan naar kopieën van Stoopendaals gravures door de eeu- wen heen op sier- en gebruiksvoorwerpen, o.a. tegeltableaux, V.O.C, servies en Amstelporselein, en veel later ook schoolplaten (zie hierboven). PLAATSEN
Amsterdam Bouwen in Amsterdam, het woonhuis in de stad. Uitg. Architectura & Natura, Am-
sterdam, 1997, H.J. Zantkuijl. Dit indrukwekkende naslagwerk is afkomstig uit de nalatenschap van de heer
Pieter Fischer. Het is de 3e herdruk van de zestig afleveringen van de periodiek Bouzuen in Amsterdam die tussen 1973 en 1992 verschenen zijn. Daarin gaf de auteur, de heer Henk Zantkuijl, destijds hoofdarchitect van het Bureau Monu- mentenzorg in de hoofdstad en tevens hoogleraar restauratiearchitectuur aan de TH. Delft, een samenvatting van zijn colleges over de geschiedenis van het Amsterdamse woonhuis. Oorspronkelijk opgezet als een handleiding voor de gemeente Amsterdam bij
de beoordeling van bouwplannen, groeide het werk uit tot een complete ar- chitectuurgeschiedenis van het Amsterdamse woonhuis. Ter verduidelijking van de tekst zijn naast allerlei constructietekeningen talloze afbeeldingen van Amsterdamse woonhuizen opgenomen. Dit werk moge een bundeling zijn van zestig afleveringen in twintig jaar, het is tegenwoordig toch haast niet meer denkbaar, dat één auteur zo'n brede kennis bezit over een bepaald onderwerp dat hij of zij in staat is een periode van meer dan zeven eeuwen zo diepgaand te behandelen (ruim 700 bladzijden). Dank aan de uitgever Architectura 8c Natura te Amsterdam, die deze heruitga-
ve reeds in 1993 in de handel heeft gebracht, is zeker op zijn plaats. Breukelen
|
|||||
137
|
|||||
Oudaen, afbeeldingen exterieur 1645 t/m 1982, interieur 1974 l/m 1984. Uitg. M.A.
Dukes-Greup, Amsterdam, 2002, M.A. Dukes-Greup. Van ons lid en voormalig bestuurslid mevrouw Dukes-Greup ontving de biblio-
theek twee forse mappen met afbeeldingen van het exterieur en interieur van Kasteel Oudaen in Breukelen. De familie Dukes heeft ruim lOjaar op Oudaen gewoond en in die periode is het kasteel grondig gerestaureerd. Het is de eigen collectie van de familie Dukes, door dejaren heen verzameld, die Niftaiiake nu in bezit heeft gekregen en waarvoor het genootschap mevrouw Dukes zeer er- kentelijk is. Deel I, het Exterieur, bevat (kopieën van) afbeeldingen van Oudaen, vanaf
1645 (tekening van Roelant Roghman en voorbeeld bij de 20e-eeuwse restau- ratie) tot en met 1982 (tekening van Chris Schut zoals opgenomen in Plaatsen aan de Vecht en de AngstelvRn Munnig Schmidt en Lisman) Deel II, het Interieur, is als het ware een verslag van de interne restauratie, met
plattegronden en foto's. Menigeen van onze leden heeft een restauratie van zijn of haar huis mogen be-
geleiden, maar weinigen van ons zullen daarbij voor problemen gesteld zijn zo- als de familie Dukes die heeft ondervonden tijdens de jarenlange restauratie en reconstructie van de twee woontorens van het middeleeuwse Oudaen. Loenersloot
Splinter. Uitg. Sjaloom, Amsterdam, 1999, Stanny Verster, Harmen van Straaten
(tekeningen). Splinter is voor zover ik heb kunnen nagaan het eerste echte jeugdboek in de bi-
bliotheek van Niftarlake, maar het is er zeker op zijn plaats. Het is geschreven door ons voormalig lid mevrouw Stanny Verster uit Loenersloot, die daarvóór al twee kinderboeken schreef. Haar vierde boek. Een plek om te schuilen, werd door de Stichting Nederlandse Kinderjury genomineerd voor de prijs 'Beste boek 2002'. Splinter speeh zich afrond kasteel Loenersloot en is geschreven in de 'ik-vorm':
alle gebeurtenissen worden bekeken vanuit het perspectief van de hoofdper- soon, de 1 l^arige Rens, die tegenover het kasteel woont, samen met zijn vader. Sinds zijn moeder is overleden voelt Rens zich eenzaam. Op school zit hij maar een beetje te dromen en tegen zijn stoere klasgenoten kan hij niet op, klein schriel ventje als hij is. Daarom vlucht hij in zijn dromen. Dromen over zichzelf als de flinke dappere Heer Rens en over de roofridder Splinter, die in de 14e eeuw kasteelheer van Loenersloot was. Het boek is aardig en geloofwaardig geschreven. Het deed mij denken aan Kees
dejongenvan Theo Thijssen, waarin de hoofdpersoon ook de alledaagse grauwe werkelijkheid ontvlucht door in zijn dromen fantastische avonturen te beleven. |
|||||
138
|
|||||
waarin hijzelf de hoofdrol speelt. Splinter is geschikt voor kinderen vanaf 10
jaar. Loosdrecht
Een droom rvordt xuerkelijkheid: Leven en xverk vanjhr. C.H.CA. van Sypesteyn. Uitg.
Van Sypesteyn-Stichting, Loosdrecht, 2002, onder redactie van drs. Marijke de Vries. Dit fotoboek is uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van
de Van Sypesteyn-Stichting, die in 1902 door jhr. van Sypesteyn (1857-1937) werd opgericht met als doel het verzamelen en conserveren van het familiear- chief en de familiekostbaarheden. Van Sypesteyn was de laatste mannelijke telg van zijn geslacht. Ondanks zijn zwakke gezondheid heeft hij zich met grote toe- wijding ingezet voor zijn levenswerk: de herbouw van het voorvaderlijk kasteel met als ontwerpvoorbeeld een tekening van Jan de Beijer uit 1749 voorstellen- de 't Huys Sypesteyn anno 1568. Van Sypesteyn heeft hierbij een historisch inte- gere constructie beoogd en geen romantische nabootsing van een middel- eeuws slot. Bij de bouw is gebruik gemaakt van oorspronkelijke materialen, afkomstig van de sloop van oude gebouwen. Al in 1912 was de herbouwvan het kasteel aardig gevorderd, getuige een foto van een bezoek van het oudheid- kundig genootschap 'Niftarlake' in augustus van dat jaar (bladz. 90). Wegens geldgebrek kon het kasteel niet volgens de oorspronkelijke plannen worden af- gebouwd, maar Van Sypesteyn had zijn doel bereikt: een kasteel met histori- sche tuinen, dat plaats kon bieden aan familiekostbaarheden en een in de loop der jaren door hemzelf opgebouwde kunst- en kunstnijverheidcollectie, zoals bijvoorbeeld het bekende Loosdrechtse porselein. Door het kasteel als museum open te stellen heeft Van Sypesteyn ook naar bui-
ten toe gelegenheid geboden kennis te nemen van zijn unieke collectie, soms met minder gelukkig gevolg getuige de diefstal van een aantal klokken vorig jaar. Inmiddels bestaan er plannen om Kasteel-Museum Sypesteyn uit te brei- den volgens de oorspronkelijke bedoelingen van de stichter. Loenen aan de Vecht, januari 2003 G. Recter
|
|||||
139
|
|||||
Inhoud
|
|||||
Ereleden en bestuur............................................. 2
Ledenlijst 2002.................................................. 3
Jaarbericht voor het 90-ste Genootschapsjaar........................ 18
Concept staat van baten en lasten ................................. 20
Mededelingen .................................................. 21
Bereveld en Serrurier. Een magnifiek buiten aan de vergetelheid ontrukt
en daarnee een weinig bekende Loenense tekenaar, L.P. Serrurier ..... 23
De buitenplaats Roserust te Loenen................................ 43
Gerrit Zegelaar. Een 18e-eeuwse kunstschilder uit Loenen a/d Vecht ... 62
Een Amsterdams geslacht en vijf Abcouse buitenplaatsen. De lotgevallen
en wederwaardigheden met deze vijf objecten afzonderlijk verhaald .... 85
Oranjerieplanten op Kasteel Cronenburg te Loenen ................. 128
Jaarverslag van de Dr R. van Luttervelt Restauratie Stichting........... 133
De bibliotheek in 2002........................................... 134
|
|||||
140
|
|||||