\ -'
|
|||||
Van de Poll-
Stichting Zeist |
|||||
- 2 -
Bulletin van de Van de Poll-stichting.
(Stichting ter bevordering en verbreiding van de ken-
nis omtrent de geschiedenis van Zeist) Jaargang 1, december 1971, nummer 4.
Redactieadres:
Het Slot, Zinzendorflaan 1, Zeist.
Dagelijks bestuur der stichting:
Mr. dr. A.A.H. Stolk, Driebergseweg 1, Zeist,
voorzitter.
Prof. dr. J. Ph. de Monté verLoren, Krullelaan 28,
Zeist, vice-voorzitter.
Mr. dr. H. Emmer, Graaf Janlaan 83, Zeist,
secretaris.
Mr. H. L. L. van Hoogenhuyze, Platolaan 24, Zeist,
penningmeester.
L. Visser, Lommerlust 17, Zeist, wnd. secretaris-
penningmeester. Archief. (Het Slot, Zinzendorflaan 1, Zeist)
Het archief der stichting is geopend op dinsdag,
woensdag en vrijdag van 10-12 uur v. m. en van 2 - 4 uur n. m. Archivaris: W. Grapendaal, Jan van Arkel straat 13,
Vianen, tel. 03473 - 1811. Conservator: Dr. K. W. Galis, Boslaan 7, Zeist,
tel. : 03404 - 15565. |
||||
- 3 -
L. S. Ziehier het vierde - en laatste - Bulletin van 1971.
De redacteur wenst alle leden van de Van de Poll-Stich- tingen verdere lezers/lezeressen van dit geschrift een Gelukkig Nieuw Jaar.
Lezing.
Op 29 september j. 1. werd in de congreszaal van het
Zeister Slot een - door ca. 90 personen bezochte - le- zing gehouden, verzorgd door dr, ir. C. L. Temminck Groll uit Utrecht (architect, docent aan het Kunsthis- torisch Instituut aldaar en o. m. belast met het onder- houd van de bestaande gebouwen der Broedergemeente alhier). Hij werd geassisteerd door mevr. M.A. Prins (voor haar huwelijk mej. M.A. Schimmel). Aan de hand van vele ge-en ongekleurde dia's werd een overzicht ge- geven van "het ontstaan van de gebouwen van de Broe- dergemeente". Het systeem van huizen bouwen rond een plein, square, met of zonder kerkje, was in de 18e eeuw algemeen bekend; vgl. het Londense Covent Garden en het Deense - zij het onvoltooide - Christiansfeld, Toen dan ook de Evangelische Broedergemeente zich in Zeist vestigde - in 1745 kocht de Amsterdaminer Cornelis Schellinger het Slot en de Heerlijkheid - en in 1748 vlg. begon op de twee voorpleinen van het Slot woningen te bouwen, stond haar zulk een gesloten gemeenschap voor ogen, volgens een toen al ontworpen project. Aller- eerst verrezen de westelijke "armen" op Broeder- en Zusterplein, terwijl kort nadien los staande huizen wer- den gebouwd (bijv. het huis voor hr. Beuning - later be- woond door hr. Schellinger - en het zgn, Haarlemmer- huis; het enige huis met een leien dak). Successievelijk behandelde spreker de aparte gebouwen welke, dan hier dan daar, gezet werden; daarbij melding makend van allerlei details (zoals de fraaie ingangspartij van Broe- derplein 21 - van ca. 1750 - en 33 - van 1750 en 1777) enhet gebruik van de huizen (als winkel, e, d, ), In 1764 bv. was G. van Wees al begonnen met een zijde- of band- |
||||
- 4 -
fabriek en naderhand met een winkel. Later w^erden een
bakkerij, apotheek, blikslagerij, etcetera geopend. Om- streeks 1767 bouwde men de Kerkzaal aan het Zuster- plein, in de trant van een groot huis van drie traveeën; het torentje werd er in 1854 op geplaatst. Ook nadien w^erdernog bijgebouwd, zodat langzamerhand het Broe- derplein de huidige gedaante kreeg - niet geheel volgens het ontwerp van + 1748 - en het Zusterplein eveneens (al bleef dit verre van de geplande vorm). Maar behalve bou- wen vond ook verbouwen plaats, o. a. de verbouwing in 1834 van de panden 19 en 19a op het Broederplein welke toen samen de tegenwoordige voorgevel kregen; de dak- verhoging ca, 1762 van de westelijke huizen van de bei- de pleinen (behalve van die van de grote middenwoningen); inwendige huismodernisering. Merkwaardig is wel, dat bij de aanvang van de bouwactiviteit omstreeks 1750 nog de ouderwet se kruiskozijnen in de woningen werden aan- gebracht en slechts in de grote gebouwen de "moderne" schuiframen (na ca. 1765 echter overal), - Op 27 okto- ber 1967 werd de zuidwestelijke "arm" van het Broeder- huis door brand zwaar beschadigd; grondige restauratie zal echter weldra deze huizenreeks weer in oude glorie doenpronken. Na de Franse tijd zijn geen nieuwe wonin- gen meer gebouwd; niettemin zijn de twee pleinen van de Broedergemeente uniekin ons land en een voorbeeld van goede, harmonische, aanleg. Voor verdere gegevens mo- ge worden verwezen naar het Bulletin van de Kon, Ned. Oudheidkundige Bond, 69, 1970, afl. 1, waarin M. A, Schimnnel en C. L. Temminck GroU publiceerden: "Het Zusterplein en het Broederplein van de Evangelische Broedergemeente te Zeist". Gedurende de pauze konden de aanwezigen een zevental
tekeningen, ca, 1820 vervaardigd door J. A. Knip en Zeist betreffende, in ogenschouw nemen. Deze tekenin- gen zijn door de Gemeente Zeist aangekocht (zie ook on- der: Aanwinsten). ■ ' K. W, G.
|
||||
Zeister Molens (slot).
Nadat in de nacht van maandag de 8e op dinsdag de 9e
april 1867 de molen "De Hoop" was verbrand, besloot molenaar Gerrit Struve iets hoger op de Heuvel een nieuwe molen te laten bouwen; een stuk bosgrond werd daartoe door de eigenares welwillend afgestaan. Zo werd op 19 juli de eerste steen gelegd van de koren- molen "De Vriendschap" en op 1 november d. a, v, ging hij al draaien. Deze molen - helaas ook weer een res- tant - staat aan de Bergweg, no. Z5b, sectie B, no. 8009. Oorspronkelijk was hij een ronde, bakstenen, molen; een bovenkruier met een zwichtstelling, "bijna 90 voet hoog, van onder 3Z en va.n boven 18 voet bree4 zijnde niet minder dan 300. 000 steenen tot den opbouw gebezigd". De as woog 6500 pond; de bouw verliep voor- spoedig (13), Maar ook hier bleven ongelukken niet uil; in de Weekbode voor Zeist... . van 1877, no. 24, staaü "Dinsdagochtend (12 juni, G. ) omstreeks halfacht ont- lastte zich boven deze gemeente een zwaar onweder. In den korenmolen van de wed. Struve aan den Mac- Adamweg naar 't Huis ter Heide (=Bergweg, G, ) sloeg de bliksem in, welke, zonder brand te veroorzaken, één der wieken verbrijzelde en belangrijke schade aan het gebouw toebracht. Op het luiden der brandklok was onze schutterij en de brandweer met hun drie spuiten spoedig ter plaatse aanwezig; gelukkigkonden allen da- delijk huiswaarts keeren". - Na het overlijden, op 5 september 187 2, van G. Struve was diens zoon Gijs- bertus molenaar geworden. Op 29 oktober 1878 werd op een veiling de molen gekocht door W, Z. Deetman voor f. 11. 565, --; het perceel - bouwland en opstal- len - bedroeg 38 are en 26 centiare (zie afb. 7). Maar op 14 september 1892 verkocht Steven Jan Deetman dit alles weer aan molenaar W. van den Born en die verkocht weer op 5 mei 1896 de molen aan J. W. W. L. de Monté verLoren. Molenaar werd toen Hendrik Dirk Schuurmanp de molenaar van "De Klomp". Inl922 kocht diens zoon Hendrik de molen. Wegens de ernstige wind- belemmering door de toenemende bebouwing èn omdat |
||||
- 6 -
de wieken aan kostbaar herstel toe w^aren, werden om-
streeks 1925 kap en wieken verwijderd; de hoogte van de molenstomp van begane grond tot kruinring bedraagt nog ZO meter. - In de molen - deels als pakhuis ingericht - kwam een electromotor en later nog een hamermolen (die vijf maal zoveel presteert als vroeger de molen- stenen deden). Tijdens de Tweede Wereldoorlog kon de molen doorwerken, ook voor particulieren; er werden soms wel 800 zakken tarwe per week gemalen, dag en nacht doorwerkend. Op 22 juli 1960 ging de molen over aan Hendrik's zoon Evert Schiiurman, die nog steeds het bedrijf leidt. Meer en meer is het meelmalen voor de bakkers vervangen door het mengen van veevoeder; thans maakt men wel zo'n honderd mengvoederproduc- teno Op de zes zolders staan vele mengketels, koeken- brekers, transportschroeven, enz. Een kadastrale kaart van + 1880 van onze gemeente toont
ons aan de Odijkerweg, doch bij de Driebergseweg, een gebouw, waarbij aangegeven staat "Stoom-korenmolen". En op een kaart uit 1918 zien wij aan de vaart naar Rijn- wijk, dicht bij de plaats waar die de spoorlijn kruist en iets ten westen van de boerderij "Koeburg", vermeld "molenen zagerij". Omtrent deze beide "molens" is mij momenteel niets naders bekend; laatstgenoemde is even- wel in geen geval een echte molen geweest. Dit overzicht van de Zei ster molens moge besloten wor-
den met de wijze raad, geschreven bij de afbeelding van een windmolen in de uitgave van H. van den Berg's "Verzamelingvanuitgekorene Zin-spreuken .... "(1743): De vadze ledigheid kan niemant vrugten
geven;
Uit arbeid spruit gewin, beweging doet elk leven.
Dr. K. W. Galis.
(13) Weekbodevoor Zeist, ...... no. 40, 5 oktober
1867.
|
||||
- 7 -
|
||||||||||||
P. S. Aangezien een aantal nieuwe gegevens over de
Zeister molens is gevonden, is besloten, deze te verwerken in een apart te publiceren molenboekje. |
||||||||||||
L i^n \ Op JMnsdag 29 October \1878, ten één
weeKDoae ^^^^ ^^^ ^^ 2eist, in het logement „BE ZWAAN", '
voor Zeist, ^^^^^^ gg^gji^ ^^ verkocht:
12 jq'f^ 1^3, Eene welbeklante, ronde steenen j
|
||||||||||||
oktober 1878).
|
||||||||||||
Wind- Koorn- en Mout-molen, ;
genaamd „DE VBIBNDSCHAP,'' \
met WONING, wijk D, Nra. 212 en 213, Grond, !
Stookhok en Schuur, benevens twee perceelen Bouwland, alles gelegen te Zeist, aan den Mac- Adiffiweg naar //het Huis ter Heide", te zamen groot 38 vierk. roeden, 57 vierk ellen. De Molen beval twee Zolders geschikt voor huil-
werk en kan met vier koppelsteenen bemalen worden. Een gedeelte der woning is verhuurd tot 1 Mei 1879 om/80.— 'a jaars. Nieuwe aanwinsten. De bibliotheek werd verrijkt met een aantal boeken;
begonnen werd met de vorming van een Van de Poll- archief, waarin foto's e. d. , op deze familie betrek- king hebbend, worden bijeen gebracht: uit de nalaten- schap van wijlen freule J. M. E. van de Poll werden o. a. tweeportretten ontvangen, geschilderd door Jan Veth, voor stellend jkvr. Henriëtte Wilhelmina van de (geb. Bummel in Luxemb. 21/6/1829 en gest.Zeis't 3/1/1909) en haar echtgenoot jhr. Frederik Harman van de Poll (geb. Amsterdam 9/1 / 1823 en gest. Zeist 14/2/1909); het knipsel-archief breidde zich weer uit. Apart dient genoemd te worden de aankoop door de
gemeente Zeist van een zevental tekeningen uit ca. |
||||||||||||
8 -
|
||||||||
1820, vervaardigd door de schilder Josef August Knip
(geb. Tilburg 3/8/1777 en gest. Berlicum 1/10/1847). Deze tekeningen, tijdelijk opgehangen in een bovenzaal van het Slot, zijn vooral historisch interessant. Eén, gekleurd, stelt de romaanse toren van de Oude Kerk - met naaste omgeving - voor, vóór de verbouwing en verandering van 1841 (de toren werd toen bepleisterd en de spits verhoogd); rechts ziet men ten dele het lo- gement "Het Hof van Holland". Aardig zijn ook de bei- de weergaven van Kersbergen; één toont het gebouw aan de zuidoostelijke zijde, terwijl de ander de voorkant van het huis - in 1854 gesloopt - weergeeft, met het voordeur-poortje, dat thans aan de Utrechtseweg bij "Ma Retraite" prijkt. Verder zijn er twee tekeningen van het Slot; de Ene van de achterzijde, gezien van de Waterigeweg af, de andere van de westelijke vleugel en een deel van de voorgevel. Tenslotte is er nog een tekening van de voormalige tol over de zandige Utrecht- sew^egbij de, verdw^enen, theekoepel van "Schaerwey- de", d. w. z. ter hoogte van het huidige "Brinkhove" en een tekening van een boerderij op de hei in de nabijheid van depyramide van Austerlitz, op de achtergrond vaag zichtbaar. |
||||||||
Wie
|
||||||||
kan onze Stichting helpen aan gegevens (foto's, ansicht-
kaarten, voorwerpen, e. d. ) welke betrekking hebben op: 1) de voormalige schutterij ?
2) de vroegere brandweer ?
3) de vroegere mannen- en vrouwen-dorp skiedij ?
4) locale brood-of gebakvormen (wat was bv. de Zeis-
ter krakeling) ? 5) eventueel beistaan hebbende folkloristische gebrui-
ken (Paasvuren ?, St. Maarten-viering ?, enz.) ? 6) de voormalige ratel- of nachtw^acht ?
Meent u, te kunnen helpen, schrijft u dan naar het Slot
of belt u 10814 alhier of komt u daar zelf eens langs. |
||||||||
- 9 -
Het kruispunt tussen Zeist en De Bilt.
Er zijn in Nederland vele kruispunten, dikwijls uitge-
groeid tot verkeerspleinen. Sommige van deze kruis- punten zijn zomaar uit de grond gestampt ten behoe- ve van de moderne verkeer seisen, dus zonder enige historische betekenis. Voor ons - als historisch ge- interesseerden- zijn die moderne knooppunten natuur- lijk ook gemakkelijk, nriaar onze belangstelling kunnen zij toch moeilijk opwekken. Hoe anders is dat met het kruispunt van wegen tussen Zeist en De Bilt! Reeds vele eeuwen zijn daar allerlei verbindingen samenge- komen, die zich concentreerden in de naam De Clomp of het Clompje, oudtijds een herberg, waar de reizi- gers afstapten, later boerderij en tenslotte ten offer gevallen aan het moderne verkeer. Immers, in 1969 kwam het boerderijtje vlakbij de geplande verkeers- weg te liggen, die bij Berkenhoven de Utrechtseweg ondergronds snijdt en het werd daarom afgebroken. De bewoonster is nu ingetrokken bij haar zoon op de boer- derij De Eyck. Het daarnaast gelegen landhuis van die naam werd kort na, de oorlog afgebroken. Hoge bomen duiden de plaats nog aan waar het stond. Uit door mij geraadpleegde stukken heb ik de indruk gekregen, dat het terrein van het huidige landgoed Vollenhoven vroeger ook De Clomp werd genoemd en was verdeeld in het "eer ste en tweede klompjesvak". Dit is af te leiden uit het aantal hectaren dat wordt vermeld. Het gesloopte boerderijtje is uiteraard de laatste versie van een eeu- wenoud begrip. De herberg zal wel meermalen ver- bouwd zijn of vervangen en ik heb reden aan te nemen, dat de oorspronkelijke herberg wat meer naar het w^es- ten stond. De situatie van het kruispunt is immers in de loop der
tijden gewijzigd en het is misschien goed een en ander uit de duisternis "op te trekken" en wel juist nu, omdat de grote verkeersweg onder de Utrechtseweg door en de aanleg van de woonwijk Vollenhcwen ertoe bijdragen veel verwarring te stichten als het erop aan komt de oorspronkelijke toestand te reconstrueren. |
||||
- 10 -
Er hebben zich sinds 1790 bij het kruispunt drie ver-
anderingen voorgedaan. Het Clompje is iets naar het oosten verplaatst, de oude Amersfoortse Bergweg is als openbare weg verdwenen, en eveneens is verdwe- nen de "knik" in de Utrechtseweg ter hoogte van Ber- kenhoven en de Blauwe Schorteldoek. Sinds mensen-heugenis loopt de weg naar Utrecht bij Berkenhoven volkomen recht om eerst verderop een bocht te vertonen bij Beerschoten. Op de kaarten van De Roy (omstreeks 1690) en het Campement van Zeist (1787) is deze knik echter duidelijk waarneembaar. Hij begint bij Berkenhoven en eindigt ter hoogte van De Clomp om. dan weer de oorspronkelijke richting te hernemen en de oude Amersfoortse Bergweg te ont- moeten. Ik ben in het bezit van een kaartkopie uit het Algemeen Rijksarchief die van omstreeks 1790 moet dateren en waarop reeds de nieuwe weg naar Amers- foort staat aangegeven, tezam.en met deknik en de oude verbinding. Kort daarop moet de kriik zijn verdwenen en zal de oude Am.ersfoort se Bergweg aan het openbaar verkeer zijn onttrokken. Deze: wegloopt thans door het nog bestaande gedeelte van het landgoed Vollenhoven en is - gedeeltelijk omgeven door de oude bomen - nog duidelijk waar te nemen. De verbinding blijft nog juist buiten het bouwplan-VoDertoven on. buigt wat later iets naar het noorden, om dan te eindigen bij het snij- punt van de Panweg en de huidige wegnaar Amersfoort. Zoals u wellicht bekend zal zijn, is het landgoed Vol- lenhoven ten oosten van de Utrechtseweg gedeeltelijk in stand gebleven» De huidige weg naar Amersfoort loopt langs de noordzijde van het landgoed, terwijl de woonwijk Vollenhoven wordt aangelegd in wat vroeger het zuidelijke gedeelte van het landgoed was. Op het terrein van het bouwplan is nog steeds waar te nemen het begin van de zogenaamde "Woudweg", een eeuwen- oude verbinding tussen Utrecht en Woudenberg, recht- streeks, dus niet via het vroegere dorp Zeist. Deze woudweg splitste zich vroeger van de Utrechtse- weg af ten zuiden van het Clompje, zoals de Amers - foortse Bergweg dat deed ten noorden van deze her- |
||||
- 11 -
berg. Kort daarop kwam de aftakking naar Zeist, Dat
was de Oudarnhemseweg, die onlangs is verhard, het Sanatorium passeert en zichin Zeist voortzet, aanvan- kelijk met denamen Eerste en Tweede Hogeweg en ten slotte Arnhemse Bovenweg. Deze verbinding is, zoals Ds. P. Kuyper in zijn belangwekkende artikelen reeds heeft uiteengezet, ook zeer oud, omdat zij over hogere gronden liep en daarom de voorkeur verdiende boven zuidelijker gelegen verbindingen over drassig terrein. De loop van de Woudweg is op het gebied van het bouw^- plan Vollenhoven nog na te gaan. Het stroompje er- langs wordt aan het einde gesneden door de nieuw^-aan- gelegde Laan van VoUenhoveo Het tracee van de Woud- weg komt uit op de Panweg ter hoogte van de Telle- genlaan. Ik heb snel nog enkele foto's van die situatie gem:aakt. Men is nu, twee w^eken later, aan het kap- pen. Alles gaat tegenwoordig zo snel, dat men het fo- tografisch nagenoeg niet meer kan bijhouden! De Woudweg heeft nog verdere restanten in de vorm van de Oude Woudenbergse Zandweg ten oosten van de Gerofabriek en in de brede bosweg, die thans nog loopt langs de "oude" Krakeling en het Witte Huis om dan kort voor de uitspanning "De Pyramide" af te buigen naarde nieuwe Woudenbergseweg, die kort na 1849 is ontstaan (op de veldminuut uit dat jaar komt hij nog niet voor ....). De Woudweg zal waarschijnlijk zijn doorgegaan in de richting van Henschoten, dat reeds in de vroege Middeleeuwen wordt vermeld en slechts vijfmaal van bezitter moet zijn verwisseld. De "oude Krakeling" is in de loop van de negentiende eeuw (de topografische kaarten bewijzen dit) verdwe- nen, ofschoon de plaats nog nauwkeurig is aan te wij- zen. Het was in de Franse tijd bakkerij en slagerij van het bezettingsleger. In die tijd heette dit punt al Krake- ling, op dezelfde kaart van het kamp Austerlitz waarop Wallenburg staat aangegeven als Damblai. Mijn vrouw wees mij op het feit, dat de krakeling een symbool is van de bakker skunst en de naam aldus zal zijn ontstaan. Het Witte Huis is er nog steeds en dient de bosbouw^- kundige ambtenaar tot woning. |
||||
13
|
||||||||||||||||||||||||
12 -
|
||||||||||||||||||||||||
HET KRUISPUNT.
|
||||||||||||||||||||||||
--------------------grens De Bilt-Zeist
-H-l-i-i-(-t-t-t- de knik
|
||||||||||||||||||||||||
a.o Utrechtseweg oud
b. Utrechtseweg thans oude Amersfoortse Bergweg
huidige weg naar Amersfoort
Woudweg
OudArnhemseweg
Kroostweg
Noordweg
Bisschopsweg
|
||||||||||||||||||||||||
^.
|
||||||||||||||||||||||||
1. De Clomp vroeger
2. De Clomp later
Berkenhoven koepel in overtuin Blauwe Schorteldoek De Eyck Konijnenburg Beerschoten Vollenhoven lOo Tameroord (verdwenen)
11. Gerecht van Zeist |
||||||||||||||||||||||||
X
|
X
|
|||||||||||||||||||||||
«sii
|
||||||||||||||||||||||||
öc^
|
||||||||||||||||||||||||
909
|
||||||||||||||||||||||||
ö2
|
||||||||||||||||||||||||
- 14 -
Ik heb nu vijf verbindingen behandeld, die op of dicht-
bij het befaamde kruispunt samenkwamen: de Utrecht- seweg, de oude Amersfoortse Bergweg, de nieuwe weg naar Amersfoort, de Woudweg en de Oudarnhemseweg* Voor ik de verdere toegangswegen, meer naar het zui- den, behandel, moet ik even een algemene opmerking maken aangaande de geografische gesteldheid van Zeist en omgeving. De Utrechtseweg, voorgezet in de Drie- bergseweg, markeert in grote trekken de scheiding tus- sen twee zeer verschillende landschappen; de agrari- sche gebieden aan de zuidkant met weiden en akkers en daartegenover de heuvelachtige heidegrond, die zich uitstrekte over het grote gebied ten oosten van De Clomp, ten noorden van het dorp Zeist en dan verder over Austerlitz en Henschoten om. tenslotte op te hou- den bij de Gelderse Vallei. Met andere woorden; Zeist was nog niet het bosrijke gebied van tegenwoordig. In de zeventiende eeuw, met de aanleg van het Slot, kwa- men tevens de boomrijke slottuinen met hun gezichts- lanen, die zichuitstrekten over grote gebieden, speci- aal ten noorden van Zeist, tot ongeveer de Woudweg toe. De verdere omgeving van Zeist, zoals Austerlitz en Wallenburg, het gebied van d'Amblé, is eerst in de negentiende eeuw^ met bossen beplant. De zuidelijke toegangswegen naar de Clomp liepen dus
door agrarisch gebied. In de eerste plaats de Bisschops- weg, die langs het landgoed Oostbroek naar Bunnik leid- de en op de kaart van De Roy dezelfde loop heeft als thanSo Verder de Kroostweg, die op oude kaarten ook precies zo is gesitueerd. Ten slotte de Noordweg, die zich niet, zoals tegenwoordig, met de Bisschopsweg verenigdej maar deze destijds sneed en volk.om.en recht- uit aan de zuidkant van de huidige overtuin van Berken- hoven naar het noordwesten liep en vlak voor het huis Vollenhoven de Utrechtseweg bereikte. In die overtuin van Berkenhoven heeft vroeger een koepel gestaan, te- genover de Blauw^e Schorteldoek en wel op de hoogste punt van een stijgend pad, dat nu nog duidelijk te her- kennen is. De Blauwe Schorteldoek is een boerderij gew^eest, die reeds eeuwen geleden v/erd vermeld. Deze |
||||
- 15 -
hofstede stond echter niet op de plaats van de hui-
dige villa aan de Utrechtseweg, maar meer landin- waarts naar het zuiden. Ten slotte wil ik nog even ingaan op de vraag,
hoe destijds de grens tussen Zeist en De Bilt liep. Het antwoord is eenvoudig; aan de grens is nage- noeg niets veranderd, zodat Berkenhoven en zijn overtuin, de Blauwe Schorteldoek en De Eyck op Bilts gebied lagen. De Clomp behoorde nog net tot Zeist en dat was ook het geval met het afgebroken huisje van die naam. Het nieuwgebouwde Montesso- rilyceum ligt ook op Zeister grondgebied. Rest nog de vraag: behoorde de knik in de Utrechtseweg tot Zeist of De Bilt ? Volgens de kaart van De Roy, w^el- ke voor die tijd zeer nauwkeurig is, valt de knik onder De Bilt en ik dacht dat dan ook wel te mogen aannemen. Om de leesbaarheid van dit artikel te verhogen, heb
ik er een kaartje bij getekend (zie pag. 12 en 13). De cijfers duiden gebouwen aan, de letters verbin- dingen. De grens van Zeist is met een stippellijn aangeduid. Mr. Dr. H. Emmer.
|
||||||
'é
|
||||||
HOUTVERKOOPIRG
RHIJNWIJK en SCHOONOORD
onder ZEIST
op
X>iiigsdzi,g 16 jra.n.iiax*ij l^T'S,
van EIKENBOOMEN, IEPEN, en opgaande
WILGEN en eenige perceelen EIKEN-, ES-
SCHEN en ELZEN HAKHOUT.
|
||||||
- 15a
|
||||||
Honderd jaar geleden.
|
||||||
Algemeefle Armeo-CoiDfliissJe.
Even als in den vorigeu winter zijn van af
heden bij den Boekhandelaar J. W. EVEBSZ alhier verjbygbaar gesteld STELLEN SOEPKAAB- TEN, k 60 Cents, waarvoor de eerste uitdee- ling zal plaats hebben den 2 Januarij aanstaande. ZïisT, 30 December 1871.
Jje alffemeene Armen-Commiêêieyi
W. K. HUYDECOPEE, Voorzitier.
D. G. DE PESTERS, Secretaris. Maatschappij tot bevordering der
'toonkunst.
A.FOEKJL.IIVG ZEIST.
ALGEMEENE REPETITIE op Woensdag
den 3 J^anuar^' 1873 te 77$ uur in het WiEUSHÜIS, toegankelijk voor alle leden der
Maatschappij. op vertoon van hun diploma. Uitvoering door de Zangvereeniging van
LORELEI van F. Hillee,
P S A L M 4 2 //F. Mbndelssohn Baethou)t.
Aan ieder lid der Afdeeling iZeUt" zullen twee
Dameskaartjes worden toegezonden. . Plaatsen kunnen {l 10 Ct. besproken wor-
den in het Weeshuis op Dinsdag 2 Januari 1872, 'a namiddags van 3—4 uur. Tèiartboeib^ea zijn^ 25 Ct. te bekomen in
het Ideaal op den avond der uitvoering. Het Bestuur.
|
||||||
(Weekbode voor Zeist......., 8, 1871, no. 52; 30-12-1871).
|
||||||
- 16 -
De herberg "Het Huis ter Heide".
In de loop van mei en juni 1971 velde de sloper de ver-
vallen resten van de voormalige herberg - later zelfs hotel en pension - "Het Huis ter Heide" en daarmee ver- dween een historisch gebouw, binnen de grenzen van de gemeente Zeist gelegen. Waarmee wederom de dichter- lijke woorden "opgaan, blinken en verzinken . . . . " be- vestigd werden. Een herdenkingsartikel mag, dunkt mi_j in ons Bulletin niet ontbreken; daarom het volgende uit de geschiedenis van dit logement. De naam ervan is ook wel elders bekend = vgl. Huister-
heide nabij St. Nicolaasga (Fr. ) - en op kaarten uit het begin van de 17e eeuw staat in Utrecht een "Huys op de Hey" aangegeven, doch noordelijker dan ons Huis ter Heide; dat later ontstond, dank zij een nieuwe weg wel- ke werd aangelegd tussen Amersfoort en het landgoed Vollenhovenin De Bilt. Natuurlijk was er al eeuwenlang een weg tussen Utrecht en Amersfoort, zuidelijker van het huidige tracé, overLeusden» Maar in de Gouden Eeuw vond men een verbetering van deze verbinding dringend noodzakelijk; het verkeer nam - ook toen - steeds meer toe. Bovendien kon men de heidegronden langs de weg gaan ontginnen. Zo kwam het, dat op 1 2 augustus l65Z de Gedeputeerde Staten van Utrecht de aanleg en beplan- ting van een nieuwe weg tussen Amersfoort en de Arn- hemse (=Utrechtse) weg goedkeurden, waarna in dat jaar enin 1653 de kaar srechte, ca. 60 meter brede, "Berch- wech" of Nieuwe Amersfoortsche Straatwegh tot stand kwam. Een weg, die om zijn aanzien door de Engelse reiziger John Evelyn (1620-1702) uniek werd genoemd* De gronden aan beide zijden van de weg werden daarop in vakken verdeeld, ter breedte van 100 roeden of 376 meter en zich 50 roe diep uitstrekkende; werd in zo'n vak een hui s voor bewoning gezet, dan werd de perceel- diepte op 100 roe gebracht. De zijden van die vakken moesten paden hebben van 3 roe, d, w. z. ruim 11 meter, breedte; deze paden zijn nu nog hier en daar aan de A- mer sfoortse straatweg terug te vinden l). Zag men voor- heen, bv= op een schetskaart uit 1594 (in RA. Utrecht), |
||||
- 17 -
daar slechts het oude buiten "Dinslaecken" (= Dinslo,
Dijnselburg) en het "Panhuys" (= de latere herberg "De Pan"), nu verrezen er verscheidene woningen in de genoemde vakken, die op 17 december 1652 aan de kopers waren toegewezen. De stad Amersfoort kreeg de oostelijke twaalf vakken en vak 15 werd gegeven aan de heer Splinter, "die sich verobligeert alsdan te stellen eene bequame Tapstede, onder conditie, dat niemant buiten hem. Splinter, binnen 25 jaren, tus- schen het Gerecht van Seyst ende van Amersfoort eenige andere Tapsteden sal mogen maken; weiver staande dat den Weert in het Pannenhuys sijne Tapneringe sal mo- gen continueren als voor desen". Andere vakken kwa- men o. a. aan de Heer van Heeswijck (aan beide kanten van de weg), de heer Van der Nath, de Heer van Lin- schoten, de heer Godin, de heer Bartelotti, de heer J. Schade van We strum (het 19e vakaan beide wegkanten). Laatstgenoemde liet op het zuidelijke perceel het bui- ten "Sandbergen" (nu:Oud-Zandbergen) bouwen. Naar de heer A= C. Parmentier, de Heer van Heeswijck die ook enige andere stukken grond bezat, zijn nog vele, vele jaren de "Pallemetiersvakken" genoemd; daarop staan thans ten deie de Voilenhove-flats en stond vóór 1652 al de hofstede, "genaemt de Gulde Hoeve alias deClomp". "Het 20e, 21e, 22e en 23e vak aan de noord- zijde zouden zijn voor de heer Bartelotti. In een be- slissingvan 7 mei 1653 lezen we, dat Splinter in plaats van het hem, toegewezen 15e vak heeft aangenomen het 20e en 21 e aan de noordzijde, oorspronkelijk voor Bar- telotti bedoeld. Het 15e gaat nu naar Van Weede van Dijckveld, "sijnde het recht van het stellen van een her- beige gebleven aen de Heer Splinter" 2). In het 20e vak liet heer Splinter toen zijn "tapstede" bouwen, waarschijnlijk in 1654, want de vermelding: "Op heden den XX Aug. 1655 aen 't Huys ter Heijden geconvoceert ende vergadert zijnde....." bewijst,
dat toen en de herberg èn de na.am al bestonden. Zo
ziet men e. e. a. afgebeeld op de "Nieuwe Kaart van den Lande van Utrecht" van ca. 1690, door Bernard de Roy gemaakt (zie afb. op blz. 18), |
||||
18
|
||||||||
De Amersfoortse Straatweg omstreeks 1690.
|
||||||||
Dank zij het - betrekkelijk - herberg-monopolie en de
gunstige ligging aan een belangrijke verkeersw^eg £lo = reerde "Het Huis ter Heide" tamelijk wd en al qjoedig ontstond er rondom een kleine buurtschap, met dezdf- de naam aangeduid. De herberg c. a, kwam nadien in 't bezit van diverse voorname lieden, die dan - tegen betaling van een pachtsom - een waard de zaken lieten beheren. Uit het Rechtelijk archief Zeist in het Utrechts Rijksarchief (noo 1261), in het Oud-archief van de ge- |
||||||||
,/--■ ■'■-:- '■'- ^ ■■ - 19 -
meente Zeist en in het archief van de Van de Poll-
stichting te Zeist bevinden zich een aantal acten, waarin het volgende staat te lezen. Omstreeks 1700 was waar schijnlijk Cornelis Evert- se van Smoorenburg herbergier in "Het Huys ter Heyden", want op 15 februari 1729 maakt zijn we- duwe Annetje Berendse (toen herbergierster) een acte van uitkoop op met haar stiefzoon Jan Corne- lisz. van Smoorenburg (verwekt bij Hendrickje Lub- berts). Evenwel, Annetje hertrouwt, want in een ac- te van 4 mei 1733 lezen we, dat Annetje Berendsen, gehuwd met Andries Meessen van den Berg, wonende in "onze" herberg, overdraagt wegens achterstallige pachtgelden aan Joost Taets van Amerongen, heer van Natewisch (deze was dus de eigenaar) enig veld- gewas, meubilair en landbouwgereedschap. Circa 1740 was mogelijk mr. Justus Vermeer eige- naar; in elk geval was Gijsbert Vlashoff, gehuwd met Grietje Wouterse, toen waard. Deze waard, die n. b. van 1736-1738 diaken was geweest, kreeg in dat jaar ruzie met de Zei ster Kerkeraad van de Ge- reformeerde (=Ned. Herv. ) Kerk. wegens wangedrag. Hem werd verboden, aan het H. Avondmaal deel te nemen, o. a. omdat hij - met de bakker - had ge- lachen tijdens de catechisatie, maar vooral daar hij door "het uytbraeken van vuyle en lasterlijke scheld- woordenzijn Eerw. (=ds. A. Metelercamp; in Zeist staande van 17 26--|-13/1 1744) beledigt hadde, ende gehoort als ook uyt andere verklaaringe dat gemel- de Vlashoff zeer qua elijk van een waerdig predikant hadde gesproken . ,...". Op de classis-vergadering geroepen eiste Vlashoff "onbeschaemdelijk dat den deputatus (ds. ) Kluppel en Ds. Metelercamp zoude buyten staan, als wanneer hij de vergaedering iets wilde voor stellen". Dit werd 'geweigerd en hem ge- zegd "dat hij uyt de vergaedering zoude vertrekken, hetwelk, wanneer hij hertnekkig weygerde, heeft men zulx van hem niet kunnen obtineeren dan met herhaalde bedr eygingen van hem door de sterke handt des heer drosten van Zeyst er uyt te zullen laeten |
||||
- 20 -
setten"3). Misschien had hij ook wel de "Ordonnantie
op het vieren ende onderhouden van de Sondag, ten Plattai Lande" (van 6 december 1692 en veranderd op 29 februari 1732) overtreden en zich niet gehou- den aan artikel 8: "Gelijck oock bij desen verboden wordt allen ende eenen yegelijcken den geheelen Son- dag ende geboden Vier-dagen verscheydene spelen te doen in Herbergen ofte Tavernen, noch met Dobbel- steenen ofte Kaerten te spelen, oock op generhande Instrumenten, mitsgaders te danssen ende andere on- geoorloofde wulpsheden te plegen". Was in 1743 nog afwijzend beschikt door het Hof van Utrecht op Vlas- hoff' s verzoek om een acte van indemniteit, in 1744 kreeg de gewezen waard, toen al verhuisd naar Oost- veen, de acte wel. Na deze "Seitensprung" terug naar onze herberg. Op
verzoek van de erfgenamen van mr. J. Vermeer werd bij acte van 3 september 1745 een schatting vastgelegd van de helft van een "hofstede met huys, schuur, bak- huys, heetvelden (= heide), enz. , zijnde een tap stede genaamd Het Huys ter Heyden aandaiBerg onder Seyst". Deze helft werd getaxeerd op f. 3. 500, --. Tot de erf- genamen behoorde Cornelis Vermeer, getrouw^d met Johanna Margaretha Vreeland; hun dochter was jkvr. Aletta Vermeer. - In 1754 was Jacomina van Alffen, echtgenote van Gerrit van Ravenswaay, tijdens diens uitlandigheid waardin in de herberg, In 1760 krijgt Huis ter Heide een ander heer. Bij acte
van 26 april van dat jaar transporteert jkvr. Aletta voornoemd, te Utrecht, aan Carel Gustaaf Falck, wo- nend op Zandbergen, de herberg, gelegen onder Zeist aan de Amersfoortse brede, nieuwe rijweg op de A- mersfoortse berg, grenzende oostwaarts aan Sandber- gen (aan de noordkant van de weg I) en westwaarts aan de vakken van het Pannehuis. Ook nu, zoals in andere acten, wordt de bepaling van 165 2 herhaald: nl. dat - afgezien van het Panhuis - geen andere herbergen mo- gen worden gebouwd tussen Zeist en Amersfoort. - Pie- ter Pelt was er in 1766 herbergier: want toen sloot hij een overeenkomst met C. G. Falck; wederom ging het |
||||
- 21 -
om achterstallige pachtgelden.
Nadien is Walter Bisdom, kannunik aan de Utrechtse
Domkerk en wonend te Hannau, eigenaar geworden. Op 3 april 1792 verkoopt Adriaan Croes, namens hem, aan mr. Laurens Jan Nepveu te Utrecht (maar ook Heer van Zandbergen) voor fo 22.000,-- de "Herberge genaamt het Huys ter Heyden, met zijn Bouw- en Hey- ianden, twee Bergen, Schuuren en Bakhuys, met zijn bepotinge en beplantingen daar op staande ... = .". In de verkoopprijs was echter ook een deel van Dijnsel- burg begrepen. Herbergier was toentertijd Jan van Savelandt (geb. ca. 1750), gehuwdmet Roelofje van de Waay. Per rekest van 5 februari 1793 verzoekt mr, Nepveu, heide en duinen te mogen kopen om die te be- bouwen en te beplanten met bos; in totaal 81 morgen en 400 roeden, d. w. z. ongeveer 7 22^ ha. Dit wordt toegestaan, maar op conditie, dat de steeg tussen de herberg en de grond van Zandbergen - de huidige Hob- bema-laan, vroeger ook wel Ravenhorstse Steeg ge- heten - wordt doorgetrokken tot het einde van de te kopen hei-grond (= ongeveer het tegenwoordige Park Rodichem). Uit een acte van 31 september 1800 blijkt dat mr. Nepveu ook toen nog eigenaar was van Huis ter Heide. In het begin van de 19e eeuw kwam de herberg in het
bezit van de familie Van Batenburg en van deze, + 1870, in de - verwante - familie Ravenliorst welk'ë" eigenares en heerseres bleef tot de verkoop en sloop in dit jaar, In deze periode vond de grote bloei - en ondergang - plaats. De paardenpost bv. reed in de eerste helft der vorige eeuw van Amersfoort via Huis ter Heide naar Utrecht V. V, ; over dit traject deed men twee uur 4). Natuurlijk werd in het logement ge- pauzeerd en werden er de paarden verwisseld; achter het huis stond dan ook een grote paardestal. Goede wegen waren daarom van belang; in 1808 werd begon- nen met de bestrating van de Amersfoortse weg en in de gemeenteraadsnotulen van Zeist van 12 maart 1829 werd de klacht opgenomen, dat de bestaande weg van |
||||
- 22 -
Huis ter Heide naar Den Dolder in vrij slechte staat
verkeerde en werd aangedrongen op een wegverbe- tering met eenbreedte van ca. 2 meter en aan weers- zijde een greppel, tussen de herberg en terrein van Zandbergen over grond van de heer Steengracht van Oostcapelle. Omstreeks 1860 werd een grindweg aan- gelegd van Huis ter Heide naar Den Dolder voor f. 12.200,-- (waarvan f. 1.000,-- als provinciale subsidie werd ontvangen), ter lengte van ca 354 me- ter. Het wegonderhoud berustte bij de gemeente Zeist 5). De herberg wordt in die dagen een respectabel loge =
ment - zelfs een hotel - en veel bezocht. Zo was er o. a. de bekende letterkundige Jacob vanLennep (1802- 1868), die er in 1823 een ontmoeting had met Willem de Clercq (directielid van de Ned. Handel Mij), die op weg was naar Rusland om zaken te doen. Het oor- deel over Huis ter Heide in die tijd blijkt uit het vol- gende citaat 6): "Weidra komen wij .... aan het Huis ter Heide, welke logement, op den middel-afstand van den weg tusschen Utrecht en Amersfoort gelegerx, zoo door zijne stille, landelijke ligging als door zijn fraai bosch en wel aangelegde wandeldreven achter het huis, een aangenaam verblijf verschaft voor hen, die eenige dagen van het schoone jaargetijde in dit lommerrijk oord wenschen door te brengen". En on- geveer veertig jaren later schreef men (na voordien gerept te hebben over de onbewoonde, onvruchtbare streken bij De Bilt): "Eerst in de nabijheid van het Huis ter Heide verandert het tooneel eenigszins; het landgoed Dijnsenburg schijnt een voorpost te zijn voor de nieuwe wereld, die wij tegemoet gaan. Genoemd Huis ter Heide is een logement, dat gedurende de zo- mermaanden zeer gezocht is en door famiiiën wordt bewoond, die de eenzaamheid zoeken. Vroeger stond het daar geheel alleen, sinds vele jaren zijn er ech- ter eenige huizen bij gebouwd, die te midden van het hooge geboomte eene aangename ligging hebben bij den nieuwen weg, die naar Zeist voert, en in de na- bijheid vindt men ook een kerkje ten behoeve der wei- |
||||
- 23 -
nige protestanten, die daar zeer verspreid wonen"?).
Maar 't was niet alles koek en ei; ook toen al was er af en toe geluidshinder, getuige bv. de volgende me- dedelinguit 1873 (dochookvele jaren daarvoor in. kran- ten te vinden 8): KENNISGEVING
De Burgemeester van Zeist, Brengt ter kennis der ingezetenen dat de practische
oefeningen van het detachement van het Regiment Veld Artillerie, in garnizoen te Utrecht, op de Zeister- Heide zullen aanvangen op den 20 Juny e. k. en dat bij die oefeningen p^evuurcl zal worvden met o-etroldcen pe- schut in de rigting van het "Huis ter Heide" naar den toren van Oud Leusden, welke rigting duidelijk zal wor- den aangegeven door paaltjes en kielspittingen, terwijl gedurende het vuren het onveilig terrein naauwkeurig zal worden aangegeven door het plaatsen van een zes- tal vlaggen. ..... " Later werd het schietterrein verlegd, maar toen kwam
er iets anders voor in de plaats (al bracht dat ook voordelen met zich mee)o In 1901 ging het lokaaltrein- tje Utrecht-Zeist rijden; er werd ook een, voor die tijd modern, stationnetje bij de Amersfoortseweg ge- bouwd, dat eveneens de naam Huis ter Heide kreeg 9). Terwijl in 1902 de wegen bij dat station werden vol- tooid door de n, v. Bosch en Duin tot exploitatie van gronden aldaar; de aanbesteding had f. 60. 000, -- be- lopen. 10). Het hotel za-g er toen al uit zoals het tot het einde bleef, n. 1. met een grote veranda langs de gehele voorgevel, waarboven zich over de hele breedte een balkon bevond, In de voortuin stonden, onder het zware geboomte, ijzeren tafeltjes en stoelen en schom- mel, wip en andere speelwerktuigen ontbraken evenmin 9). Achter het grote, wat ouderwetse huis, stond de, al vermelde, paardestal; er was een moestuin, etc. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw door
de duitse bezetter s gebruikt; en al werd daarna het ho- tel weer geopend, de gang was er uit. De Amersfoortse weg werdbreder en breder en steeds drukker; de rus- |
||||
- 24 -
tige sfeer was verdwenen, met de rustieke tram en
trein. Omstreeks 196? kwam het hotel leeg te staan, werd tot een - gevaarlijke - speelplaats voor kin- deren en moest tenslotte w^ijken voor de macht van de sloper. Op 9 juni j. 1. zijn archivaris en conser- vator van onze Stichting nog eens gaan kijken; bij- zondere stenen (met jaartallen, e. d. ) werden niet aangetroffen; wel werd terzijde van de ruïne nog een deel van de weg van veldkeien gevonden. En het smeedijzeren hek aan de Amer sfoortse weg, dat ook na de sloop is blijven staan, en waarop in eenvoudige letter s, aan weer skanten van de ingang die nooit meer zal worden gebruikt, staat vermeld: HET HUIS TER HEIDE
Dr. K. W. Galis.
Noten:
(1) C. W. Moorrees en P. J. Vermeulen;"Vervolg
van Groot Plakkaatboek 's Lands van Utrecht". Utrecht, 1860; II, 2e boek, titel 14, pag. 196-19^1. (2) P.H. Damsté:"Het Huis ter Heide". Oud-Utrecht,
44, 1971, no. 8; pag. 62-65. (3) Notulen Kerkeraad v/d Geref. Kerk te Zeist,
(4) J. A. Uitenbogaart:"Depaardenposterij te Amers-
foort van 1810 tot 1854". Flehite, 3, 1970, no. 4; pag. 7". (5) Verslagvan Gedep. Staten a/d Prov. Staten van
Utrecht. Utrecht. 1861; pag. 234. (6) J.B. Christemeyer:"Het Lustoordtusschen Am-
stel en Grebbe,.....". Leiden. 1836;I;pag. 201. (7) H. A. Banning:"Uitstapjes in Nederland". DeKa-
tholieke Illustratie, 8, 1874/75, no. 1 2;pag. 95. (8) Weekbode voor Zeist, ....., 10, 1873, no. 25,
(21 juni).
(9) H. L. L. van Hoogenhuyze en W. Grapendaal:
"Zeist in oude ansichten". Zaltbommel. 1968; pag. 155, 156. (10) Verslag over den toestand der Prov. Utrecht in
1903. Utrecht. 1904. |
||||