-ocr page 1-
Van de Poll-
Stichting
Zeist
4e jaargang, maart 1974, nr 1
-ocr page 2-
- 2 -
Bulletin van de Van de Poll-Stichting
voor de Zeister geschiedenis
4e jaargang, maart 1974, nummer 1
Redacteur:
K. Scharten, Oirschotlaan 11
DagelijKs Bestuur, der Stichting;
Mr dr A.A.H. Stolk,
voorzitter, Driebergseweg 1
Prof. dr J. Ph. de Monté verLoren,
vice-voorzitter, Krullelaan 28
Mr dr H. Emmer,
secretaris. Graaf Janlaan 83
Mr H.L.L. van Hoogenhuyze,
penningmeester, Pl'atolaan 24
L. Visser,
wnd secretaris-penningmeester,
Lommerlust 17
Archief;
Het Slot, Zinzendorflaan 1
Het archief der Stichting is geopend
op woensdag van 10-12 uur v.m.
en van 2-4 uur n.m.
Conservator:
Dr K.W. Galis, Beslaan 7; telefoon 03404-15565
-ocr page 3-
Lezing
Voor een gehoor van ruim 60 belangstellenden spraK
op 22 november J.1. in de congreszaal van het Slot
de bekende Driebergse historieKenner W. Harzing
over de geschiedenis van het voormalige Kasteel
Rijsenburg en van het gelijknamige dorp. Deze bij-
eenkomst, georganiseerd door onze Stichting, werd
wegens verhindering van de voorzitter geopend door
mr H.L.L. van Hoogenhuyze, die o.a. meedeelde, dat
men in de pauze een uitgebreide collectie foto's,
gravures en prentbriefkaarten [afkomstig uit het
bezit van de heren Harzing, Van Hoogenhuyze en van
de Van de Poll-Stichting) zou kunnen bewonderen;
op enige tafels was een en ander uitgestald.
Daarna boeide op prettige wijze de spreker - hier-
bij gebruik makende van vele smalfilm-beelden - de
aanwezigen, door met grote stappen, maar ook wel
kleine pasjes, door de Driebergense-Rijsenburgse
historie te wandelen.
Driebergen was een dorpje, gelegen om de middel-
eeuwse St Catharina-kapel (staande daar. waar zich
nu aan de Hoofdstraat de N.H. kerk verheft], welke
zes-zijdige kapel reeds in 1405 wordt vermeld.
Het dorp was klein; ca 1585 telde het 22 gezinnen.
Eerst in de 18e en 19e eeuw - toen, zoals elders,
de Heuvelrug-schoonheid werd ontdekt - ving de
groei van Driebergen aan.
De geschiedenis van Rijsenburg toont een geheel
ander beeld. Wel was er, aan de Langbroeker Wete-
ring, al sedert de 13e eeuw een kasteel van die
naam, mogelijk ontstaan,als woning van een mili-
tair geslacht, daar zich vestigend in verband met
de toenmalige ontginning van de moerassige veen-
en broeklanden. En wel was er - eeuwen later, in
1754, gebouwd - het buiten "Spar en Dael", nu
Sparrendaal, maar het dorpje Rijsenburg, de oog-
appel van de heer Harzing, ontstond pas op 1 au-
gustus 1810. De ontwerper en financier van het
-ocr page 4-
- 4 -
plaatsje was de rijke Vlaamse "industrieel" Petrus
Jodocus van Oosthuyse, die in de Bataafse en Fran-
se tijd veel geld had verdiend en op Sparrendaal
was gaan wonen. Over de bouwgeschiedenis, opgra-
vingen ter plaatse, lanen aldaar, afbeeldingen van
dit fraaie buiten werden de luisteraars uitvoerig
ingelicht. Behalve eigenaar van Sparrendaal was,
sedert 1800, Van Oosthuyse tevens bezitter van de
heerlijkheid Rijsenburg (het slot zelf was in dat
jaar gesloopt} .
Het harmonisch gebouwde dorpje met zijn aardige
pleintje - aan één zijde gesloten door de R.K.
kerk [waarin zich onder meer het graf bevindt van
de, in 1818 overleden, heer Van Oosthuyse) en aan
de andere kant door "Het Wapen van Rijsenburg"
(helaas door een waranda misvormd) - nam het
leeuwendeel van de lezing in beslag. De grens tus-
sen dit "nieuwe" dorp en het oude Driebergen werd
gevormd door de wetering De Zwoer, welke onder een
brug in de Utrechtseweg doorliep. Westwaarts en
noordwaarts bezat Van Oosthuyse grote stukken
grond, voornamelijk nog heide. Voor de bouw van
het Seminarie werd bijvoorbeeld door hem het ter-
rein geschonken-
De heer Harzing eindigde, met te wijzen op het
verschil dat bestaat tussen het oude Rijsenburgse
dorpsplein met mooie bomen, stenen grenspaaltjes,
harmonische huisgevels en erkers en de huidige
"blikverzameling" op het kale parkeerpleintje.
Hij vertelde van de pogingen tot rehabilitatie,
door verkeersomleiding, enz. en sprak de hoop uit,
dit streven nog beloond te mogen zien tijdens
zijn leven (spreker is thans 75 jaren oud}.
Een dankbaar applaus toonde de waardering voor de
interessante avond, welke door de heer Van Hoogen-
huyze met enkele welgekozen woorden werd gesloten.
K.W. G.
P.S. Einde november verscheen het boeiende boek
van de heer Harzing: "Driebergen en Rijsenburg,
hoe zij ontstonden en groeiden" ; 148 pagina's en
rijk geïllustreerd.-
-ocr page 5-
- 5 -
Jaarverslag van de Secretaris
Periode november 1972 tot november 1973
Deze verslagperiode begon de Stichting met het
organiseren van een interessante en gezellige
avond in de bovenzaal van het Zeister Slot.
Dp 10 november verzorgden daar de heren E. de
Klerk en L. Visser een voordracht met lichtbeel-
den over het Zeist van het begin der twintigste
eeuw. . '
De heer Visser^leidde de avond in en vertelde
ons iets over de ontstaansgeschiedenis van het
Zeister Raadhuis en over de architect Stuivinga.
De heer De Klerk, oud-hoofd van de hervormde
school aan de Slotlaan, gaf toelichtingen bij
de dia's, welke getuigden van een uitstekend ge-
heugen en een grote kennis van het oude Zeist.
Dp 3 april kwam het dagelijks bestuur der Stich-
ting bijeen in het Slot.
Verschillende onderwerpen werden hier besproken,
zoals de achterstand in de archiefwerkzaamheden,
de stagnatie in de bronnenuitgave, de moeilijk-
heden rond de publicatie van het boek over de
Dude Kerk, het ontwerp van een nieuwe folder, de
lezingen, de excursies en het bulletin.
Op 30 maart hield drs A. Bertoen te Bilthoven,
oud-adjunct-directeur van de provinciale plano-
logische dienst, een lezing over het onderwerp
"Leven en werken in Zeist en haar randgemeenten
sinds 1800". Het werd een leerzame avond in de
bovenzaal van het Slot. De heer Bertoen toonde
zich niet alleen zeer deskundig op het terrein
van'zijn onderwerp, maar wist ook door zijn pret-
tige betoogtrant de toehoorders een boeiende
en interessante avond te bezorgen.
-ocr page 6-
- 6 -
De excursiecommissie, bestaande uit de heren
Visser, Van Hoogenhuyze en Galis,heeft dit Jaar
weer twee uitstapjes georganiseerd.
Op zaterdagmiddag 2 Juni ging het per autobus via
binnenwegen naar de Vechtstreek, waar een bezoek
werd gebracht aan het kasteel Gunterstein.
De bezoekers werden hier gastvrij en hartelijk
ontvangen door de kasteelheer Jhr mr L.A. Ouarles
van Ufford en diens echtgenote. Er volgde een
interessante rondleiding door het betrekkelijk
kleine, maar intieme slot en na afloop werden de
gasten onthaald op thee en cake. Daarna ging men
te voet naar de hervormde kerk van Breukelen en
de terugreis voerde langs een mooie landelijke om-
weg via Vleuten huiswaarts.
Op vrijdagmiddag 8 Juni vond de tweede excursie
plaats, waarbij het zo mooi gerestaureerde huis
Lunenburg kon worden bezichtigd, dank zij de gast-
vrijheid van mevrouw P. Fentener van Vlissingen,
Daarna ging de tocht naar kasteel Hardenbroek,
waar evenals vorig Jaar de bezoekers werden ont-
vangen en rondgeleid door de kasteelvrouwe H.A.
baronesse van Hardenbroek-Snouck Hurgronje.
Wat de bronnenuitgaven betreft werd aanvankelijk
verwacht, dat in de loop van 1973 een nieuwe af-
levering zou kunnen verschijnen, die dan betrek-
king zou hebben op het begin der zeventiende eeuw.
Deze verwachting is niet bewaarheid, als gevolg
van de omstandigheid, dat het de deskundigen, die
met dit werk bezig zijn, aan de nodige tijd ont-
breekt.
Gedurende deze verslagperiode heeft de Stichting
desgevraagd aan het gemeentebestuur advies gege-
ven over de naamgeving aan nieuwe wijken in Zeist.
De gemeente heeft voor de derde bouwfase in Zeist-
West de naam Brugakker voorgesteld, voor het win-
kelcentrum de naam De Clomp en voor de vierde,
laatste en meest westelijke, bouwfase de naam
-ocr page 7-
7 -
Crosestein.
Deze voorstellen zijn behandeld door de vice-
voorzitter en de secretaris en deze hebben zich
ermee Kunnen verenigen, omdat de namen geschikt
zijn en historisch verantwoord.
Op 24 oKtober Kwam het dagelijKs bestuur in het
Slot ter vergadering bijeen. Het voornaamste
onderwerp van bespreKing was de uitgave van het
boeK over de Oude KerK. Men besloot aan de Raad
van Beheer het voorstel te doen een aflevering
van dit boeK onder auspiciën van de Stichting te
doen uitgeven, later eventueel gevolgd door een
of meer aflevefingen. Voor de eerste aflevering
zijn de financiële middelen beschiKbaar, nu er
stagnatie is ingetreden in de uitgaven der
Bronnen.
De Raad van Beheer is enigszins gewijzigd, door-
dat jhr A.N.J. van de Poll heeft gemeend op
grond van zijn leeftijd voor zijn zetel te moe-
tBHibedanKen. Tot nieuwe leden van de Raad van
Beheer zijn benoemd dr K.W. Galis, conservator
der Stichting, en mevrouw E.A. van de Poll-
Witholt, beiden te Zeist.
Het aantal begunstigers van de Stichting is on-
geveer gelijK gebleven.
Gedurende deze verslagperiode zijn vier nieuwe
bulletins verschenen. De heren Visser en Emmer,
die voorlopig met de zorg voor het bulletin be-
last zijn, hopen, met de hulp van de heer Galis
en anderen, deze taaK te Kunnen voortzetten en
met regelmatige tussenpozen verdere bulletins
te Kunnen doen verschijnen. Een woord van danK
aan de heer Visser, door wiens goede zorgen tel-
Kens ongeveer 300 exemplaren hun bestemming be-
reiKen, is hier wel op zijn plaats.
Dit jaar, op 28 augustus, heeft voor Zeist en
ooK voor onze Stichting een zeer belangrij Ke ,,
-ocr page 8-
8
gebeurtenis plaatsgevonden. Het gebouw van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg aan het zo
fraai gerestaureerde Broederplein werd officieel
door Prins Claus geopend. Er waren toespraken van
minister Van Doorn, van de restauratie-architect
baron Van Asbeck, en van de heer Van Swighem,
waarnemend hoofd-directeur van Monumentenzorg. De
Prins maakte met zijn gevolg een rondgang door het
geopende gebouw en de genodigden zagen in de kerk-
zaal aan het Zusterplein de première van een film
en een dia-klankbeeld.
Door de nabuurschap van Monumentenzorg is onze
Stichting, met haar ruimte in het Slot, in een
nog meer sfeervolle omgeving gevestigd.
Zeist, 1 november 1973
H. Emmer
Secretaris .
Verslag van de Conservator
Periode 1 november 1972 tot 1 november 1973
Ook in dit verslagjaar was er weer veel werk aan
de winkel.
Niet slechts nam de gevoerde correspondentie toe
- soms samenhangend met afgelegde bezoeken aan
ons stichtingsarchief -, ook het aantal bezoekers
- ca 80 personen - eiste de nodige tijd.
Zo werd informatie [in woord en beeld] verstrekt
aan mevrouw Prins-Schimmel [Putten] over de Oude
Kerk, mejuffrouw Van Tongerloo [Utrecht] over onze
Stichting, mejuffrouw Oen Outer [Leiden] over
David van Mollem en "Zijdebalen", de heer Brouwer
[Amsterdam] over de schilder Van Rappard, de heer
-ocr page 9-
- 9
Hensel (Amsterdam] over 't Jagershuis, de heer
Spee (Utrecht] over oude trams ca., de heer
Goedhart (Huis ter Heide] over de historie van
"Rodichem", de heer Wallenberg (Hilversum] over
"Wallenberg", de heer Treffers (Utrechts Nieuws-
blad] over "Heerewegen", enz. De gehele foto-ver-
zameling (toen nog niet bewerKt] werd in gedeel-
ten naar het Rijks Archief te Utrecht gebracht
om er gefotografeerd te worden; alles werd in
orde terug ontvangen. Onder de bezoekers - om
locale historische inlichtingen vragend - waren
scholieren en ook leerlingen met hun leraar van
de Pedagogische Academie St Jozef.
De prentbriefkaarten-collectie breidde zich,
door schenking en aankoop, wederom uit. Men ver-
gelijke de volgende cijfers: op 1-11-197(3:
1464 stuksj op 1-11-1971: 1581 stuks; op 1-11-
1972: 1636 stuks; op 1-11-1973: 1728 stuks. Deze
verzameling is geheel op orde.
Met de kaarten-verzameling staat het anders; wel
is in de - einde vorig jaar ontvangen - metalen
ladenkast een voorlopige indeling aangebracht
jnet als rubrieken: kaarten-algemeen, - provincie
Utrecht, - Zeist, maar daarna zijn deze werkzaam-
heden gestaakt om over te gaan op dringender werk.
Dat werk betrof en betreft de foto-verzameling,
de topografische atlas, omdat daarbij aan thans
nog levende Zeistenaren zo nodig toelichtingen
kunnen worden gevraagd. Deze collectie was zeer
sterk uitgebreid, onder meer door een grote
schenking van wijlen dé heer Kraal. Als voor-
,,beeld diene, dat de afdeling "Slot Zeist" in de
kartotheek (van wijlen de heer Van Hinsbergen]
67 nummers telde en nu ca 250. In totaal zijn
tot heden ca 1130 foto's geregistreerd. Na vol-
tooiing van die registratie moeten zij allen op
kartonnetjes geplakt, van hun nummers voorzien
en via een catalogus publiek gemaakt worden. In
-ocr page 10-
- 10 -
een kartotheek-systeem zullen dan de afbeeldingen
uitvoeriger worden toegelicht. Bij dit werk onder-
vindt schrijver dszes sedert 1 oktober j.1. iedere
woensdagmiddag hulp van de heer K. Scharten, waar-
voor ik hem hierbij hartelijk dank. De rubricering
der foto's loopt pafallel met die van de prent-
briefkaarten, nl. als volgt:
1. algemene foto'sj 2. bossen; 3. parken en plei-
nen; 4. straten en lanen; 5. openbare gebouwen,
scholen; 6. kerken; 7. Broedergemeente; 6. tehui-
zen; 9. Slot Zeist; 10. kastelen en buitenplaat-
sen; 11. verschillende huizen; 12. hotels, uit-
spanningen, pensions; 13. bedrijfslevenj 14. brug-
gen, sluizen, tollen; 15. verenigingen; 15. Kamp
van Zeist; 17. Austerlitz; 18. Huis ter Heide;
19. Den Dolder en Bosch en Duin; 20. diverse ge-
beurtenissen; 21. portretten; 22. omliggende ge-
meenten.
Het redactiewerk van ons Bulletin berust sedert
april j.1. ook bij de heer Scharten [ook daar-
voor dank], nadat gedurende het eerste kwartaal
de heer Emmer redacteur was geweest. Alles ver-
loopt op prettige wijze; het Bulletin verschijnt
regelmatig; copie is er momenteel voldoende. Het
ligt in de bedoeling op de drie verschenen jaar-
gangen een index naar auteur en artikel samen te
stellen.
De bibliotheek is eveneens geheel bijgewerkt en
telt nu 402 nummers [maar natuurlijk veel meer
"delen"). Een tweede supplement op de bibliotheek-
catalogus is gereed gekomen.
Ook de verkoop-voorraad aan stichtingspublicaties,
kaarten, en dergelijke is per 1 november weer op-
genomen en genoteerd. In het verslagjaar werd -
tijdens lezingen enz. - nog voor ƒ 215,-- ver-
kocht, maar het.wordt toch zaak, dat onze Stich-
ting eens nieuwe publicaties ten verkoop biedt,
daar "de markt" met de oude, aanwezige, verzadigd
-ocr page 11-
- 11 -
schijnt te raken.                                                                  <
Na langdurig overleg is nu tenslotte de nieuwe
folder ook klaar gekomen; distributie onder ver-
enigingen, enz. moet nog plaats vinden.
Het knipselarchief blijft een zorgenkind. Wel
werd iets ingelopen op de achterstand^mede door
de gewaardeerde hulp van mijn echtgenote, die een
aantal vrijdagen de kranten met de schaar te lijf
ging", maar eerst grondig kan een en ander worden
aangepakt als de topografische atlas en de kaar-
tenrcollectie in orde zijn.
Evenzo is het gesteld met de. uit de nalaten-
schap van wijlen Jkvr.J.M.E. van de Poll verwor-
ven, archivalia betreffende de familie Van de
Poll; hoewel wél iets nagezien en in mappen onder-
gebracht is in onze archiefkast (bij de twee map-
pen die daar vorig verslagjaar al kwamen] staat
het overgrote deel nog ongecontroleerd in de kei-,
derruimte van het Slot. Maar ook dat werk komt
te zijner tijd gereed. . ..,^,^
In verband met de langzame afwikkeling van som-
mige werkzaamheden [zie boven) moge ik voor-
stellen - voorlopig slechts voor 1974 - om één
dag,'de woensdag, als bezoekdag in het Bulletin
te vermeiden opdat de vrijdag een ongestoorde,
bezoekloze, dag zij.
Tenslotte worde dankbaar gewag gemaakt van een
aantal schenkingen, zoals van een groot aantal
akten door de heer Storm de Grave (betreffende
"Schaerweyde" en de Schaerweyder Bosschen], door
de heer Van Hoogenhuyze (foto's, voorwerpen],door
de heer Visser (prentbriefkaarten] en andere.
Hier wil ik tevens de heer Visser danken voor de
velerlei hulp welke hij mij (en de Stichting dus)
verschafte.
K.W. Galis
'..■■ ■.■'! '■■ . Conservator
-ocr page 12-
- 12 -
De entree van Zeist
Dit is geen vervolg op mijn artikel over dit on-
derwerp, maar een aanvulling. Mijn collega in de
Raad van Beheer, mr dr J. Meerdink, heeft mij mee-
gedeeld, dat hij nog een brief heeft uit het jaar
1896, waarin melding wordt gemaakt van de brand
in het huis Waterigeweg hoek Eerste Dorpsstraat,
üf, voor beter-georiënteerden, het huis waarin
vroeger de Kosmos en de Bazar gevestigd zijn ge-
weest.
Geholpen door deze aanwijzing heb ik het verslag
van de brand kunnen vinden in de Zeister Nieuws-
bode van 26 februari 1896. Ik laat dit verslag
hier in extenso volgen.
"Hedenmorgen ongeveer half vijf brak alhier een
felle brand uit in de Bazar van de firma Wed. A.
v.d. Bund, welke door de vele lichtontvlambare
voorwerpen, die op het magazijn aanwezig waren,
zich in korte tijd zo hevig liet aanzien, dat een
wielrijder naar Utrecht werd gezonden om de hulp
van een stoombrandspuit in te roepen. Gelukkig
bleek spoedig deze hulp niet nodig te zijn, toen
de gemeentebrandspuiten begonnen te werken. Onge-
veer te half negen kon de brand als gebluscht be-
schouwd worden en konden de spuiten op één na in-
rukken, welke laatste gedurende den geheelen dag
de puinhoopen bleef bespuiten. De oorzaak van den
brand is onbekend, het schijnt op den zolder aan-
gekomen te zijn. De Bazar is geheel uitgebrand.
De belendende perceelen, voor het behoud waarvan
men zich eerst ernstig bevreesd maakte, bleven
behouden, maar hebben ook door waterschade veel
geleden.
"De burgemeester en andere autoriteiten waren spoe-
dig op het terrein aanwezig. Schutterij en poli-
tie handhaafden de orde. Een groot geluk mag het
genoemd worden dat het gedurende den brand blad-
stil was. Waren de vlammen door een feilen wind
als die der vorige dagen aangewakkerd geworden.
-ocr page 13-
- 13 -
dan waren de gevolgen niet te overzien geweest,
vooral daar in de onmiddellijKe nabijheid berg-
plaatsen van brandstoffen en verfwaren zijn ge-
vestigd. Naar wij vernemen was huis en inboedel
tegen brandschade verzekerd. Evenzeer de belen-
dende perceelen".
Dit bericht wordt onmiddellijk gevolgd door een
ander, dat wel met de brand zal samenhangen ....
"Een 2 tal spuitgasten, die hedenmorgen te veel
gedronken hadden, kregen in een herberg twist,
met het slot dat zij door de politie naar het
bureau werden overgebracht".
H. Emmer
Huize "Heerewegen"
Werd in ons Bulletin, 1e jrg, 1971, uw aandacht
gevraagd voor de>in dat jaar, gesloopte herberg
(hotel-pension] "Huis ter Heide" in het gelijkna-
mige gedeelte van de gemeente Zeist, ditmaal zal
een artikel worden gewijd aan de - einde 1973 af-
gebroken - buitenplaats "Heerewegen", Driebergse-
weg 11, kadastraal sektie E, no 2112.
Vanwaar die naam ? Door prof. De Monté verLoren
is er op gewezen, dat namen, eindigend op "wegen",
hier en elders meer voorkomen, b.v. in Stoetwegen,
Zijdewegen (boerderij in de Kroost).
Als zodanig zou deze naamsuitgang onverklaarbaar
zijn. naar in het geval van "Heerewegen" ligt
waarschijnlijk de zaak eenvoudiger. Immers, de
Arnhemse Bovenweg, de béide Hogeweg-delen en de
Oude Arnhemseweg werden reeds in de Middeleeuwen -
maar ook nog in de 18e eeuw (vgl. de akte van
24/7-1744] - aangeduid met de naam Heerweg, Heere-
weg. Het was dan ook de hooggelegen, droge, zan-
dige baan. waarlangs het gehele jaar door gereisd
kon worden, door soldaten, boeren, marskramers,
pelgrims en de Utrechtse bisschoppen. Het land-
-ocr page 14-
- 14 -
goed, waarover wij gaan schrijven, grensde aan de-
ze oude heerweg en aan de andere, zuidelijke, zij-
de aan de huidige Driebergseweg, alias KerKweg of
Heereweg. Want ook deze weg werd in de 17e eeuw
Cen daarvoor ?) met die laatste naam genoemd (men
leze b.v. de akten van 9/8-1B31, van 18/6-1637,
van 11/5-1641, van 22/1-1647]. De meervoudsvorm
"Heerewegen" voor het door ons te bespreken per-
ceel zou dus te verklaren zijn door de ligging tus-
sen beide verkeerswegen in; de perceelsnaam be-
staat als zodanig al in de 17e eeuw en mogelijk
reeds daarvoor.
Voorgeschiedenis
Wat kunnen we daarvan te weten komen, vóór dus in
1847 huize "Heerewegen" verrees? Na speurwerk in
de "Bronnen voor de geschiedenis van Zeist" en in
de R.A. Utrecht-fiches 1} kon, zij het met lacunes
enenige vraag-tekens (terugwerkende van de 19e eeuw
naar het verleden} het volgende overzicht worden
opgesteld. Voor een normale gang van zaken ten be-
hoeve van de lezer(es} begin ik bij het "begin";
verderop zullen de onderlinge relaties hopelijk
duidelijk worden.
Blijkens een akte van 27/11-1368 verpacht het Vrou-
wenklooster te Oostbroek 145 morgen land, genaamd
Eykenbosch. "Item een stuc landsgheheten Hedeweghen,
daerbij gheleghen, also alst gheleghen is mit egghen
(=grenzen, G.) ende mit eynden,
daernaest ghelant is des papenland van Zeyst, "
aan de bovenkant (=oostzijde, G.) en het Vrouwen-
klooster-land aan de benedenkant (= westzijde, G.}
2).- In een belasting-kohier van 1556 staat o.m.:
"Heereweger, is Vrauwecloester alias Hedwegen "3).
Belangrijk is, wat een inventaris van pastoriën en
vicariën van ca 1580 vermeldt: " ......in Zeyst
acht mergen zaetlants aen 't heedtvelt, met den
oosteynde streckende aen den Heerwech (= Arnhemse
Bovenweg, G.) ende met den westeynde an de Herck-
-ocr page 15-
- 15 -
wech C=Driebergseweg, G.}, daer zuydtwaerts naest
gelandt is JoncKer Bartholomeus van de Wael ende
noortwaerts die van Vrouweclooster, ..."4].
N.B. Met de Kompasrichtingen nam men het vroeger
niet zo nauw. In plaats van "oosteynde" en "west-
eynde" b.v. zouden wij liever spreken van"noord-
oost" en "zuidwest". - Ter verduidelijking: heedt--
velt, heetveld = heide. Des papen land werd na de
Reformatie het kerkeland van Zeist, 8 morgen
groot. Hedewegen is, naar ik vermoed, het latere
Heerewegen; voorheen dus bezit van het Vrouwen-
klooster. Het land van jhr Van de Wael is het
perceel "De Breul".
Volgens een akte van 18/6-1637 huurt Anthbnis
Senthen van Dijck van de Zeister kerk voor 6 jaren
8 morgen land, gelegen in Zeist op Herewegen,
strekkende van de Herenweg (=Driebergseweg, G.)
tot aan het heetveld. Deze Anthonis, zoon van
Sent Gijsberts van Dijck en broer van kerkmeester
Claes Senthen van Dijck kwam uit een groot gezin;
in 1640 wordt hij vermeld als gerechtsman van de
heerlijkheid De Breul. De 8 morgen (= 68086,3 m^}
kerkeland komen we aanstonds weer tegen.
Na vele jaren, n.1. pas in 1745, vinden we weer
een spoor; de Heer van Zeist, Willem Adriaan van
Nassau, verkoopt dan zijn heerlijkheid ca. aan
de koopman Cornelis Schellinger, zoals: een huis
en hofstede met 33 morgen land, gelegen onder
Stoetwegen, grenzend oostwaarts aan het Kerkeland
van Zeist en ten westen aan de "Preekstoel". Het
land van de boerderij de "Preekstoel" strekte
zich n.1. ook uit ten noorden van de Driebergse-
weg. En al deze landen behoorden tot het gerecht
Stoetwegen (dat weer onder Zeist hoorde], waarvan
de kern evenwel bij de Tiendweg lag en dat door-
liep tot bij de Kromme Rijn. Kort en goed: in deze
akte is sprake van een perceel van 33 morgen,
d.w.z. het voormalige perceel Molenbosch plus
-ocr page 16-
- 16 -
Heerewegen I
De volgende bekende akte, van 31/10-1763. deelt
mee, dat Vrijheer Cornelis Schellinger voor 6
jaren verhuurt aan Gerrit Gerrits van Odijk een
huis ca. met 33 morgen wei- en bouwland (voor
ƒ 262,-- per jaar met toepacht]; voordien verhuurd
aan Wouter van Dijk (een nakomeling van Anthonis
voornoemd ?).
Bij akte van 26/9-1768 verkoopt Schellinger zijn
Zeister bezit (hij blijft nog Heer van Driebergen)
aan Maria Agnes, burggravin en gravin van Dohna,
gravin van Zinzendorff en Pottendorff, waaronder
o.m.: een huis en hofstede met 33 morgen land -
met het Drostenbosje -, gelegen onder Stoetwegep,
in huur bij Gerrit Odijk.
Het volgende jaar, de 6 jaren zijn om, wordt in
augustus 1769 een nieuwe akte opgemaakt, waarbij
de rentmeester van de Vrijvrouwe - weer voor 6
jaren - verhuurt aan Aart van 't Klooster een huis
met 33 morgen land (voor ƒ 270,-- plus toepacht,
ditmaal), voordien verpacht geweest aan Gerrit
Gerrits van Ddijk. - Later, op 28/3-1776, verhuurt
de rentmeester voor dezelfde termijn weer aan
Aart vant Clooster hetzelfde land (nu voor ƒ 260,--
's jaars).
In de transportakten van Stoetwegen lezen wij 5),
dat op 22 april 1784 werd overgedragen aan Jan
Willem Barchman Wuytiers, heer van Rijnwijk en De
Breul (sedert 16/11-1779)," .... seekere wal en
bomen, geleegen tusschen de gemeene Arnhemse wegh
en het land van de kerk van Zeyst onder den ge-
regte Stoetwegen, belend ten noordwesten den com-
parant met het land genaamt Heereweegen, alwaar de
gruppel, die tusschen Heereweegen en het Kerkeland
geleegen is, zal worden doorgegraven .....". De
heer Barchman Wuytiers bezat dus blijkbaar het
Heerewegen-perceel; vandaar, dat de scheidingsgrep-
pel in genoemd jaar overbodig was geworden. Nadien,
b.v. in 1796 en 1801, komt de naam Heerewegen ook
voor.
-ocr page 17-
- 17 -
Op 23/9-1802 verkochten de erfgenamen van Jhr Jan
Willem aan Everard Kol het landgoed Rijnwijk en de
Nieuwe Breul, met bijbehorend bezit 6}. In 1825.
na de dood van Everard Kol, komt de boedel aan Jan
Kol, die toen o.m. eigenaar werd van de Grote
Breul 0=De Breul], de Kleine Breul en Hoogkanje
(de heidevelden aldaar] 7].
Politiek en economisch was er in de voorgaande de-
cennia nog al iets veranderd. De Bataafse Republiek,
het Koninkrijk Holland, het Franse Keizerrijk en
het Koninkrijk der Nederlanden volgden elkander
op. En economisch ontstond o.a. het streven om de
heidevelden te veranderen in bossen en bouwland;
ook in Zeist, waar b.v. burgemeester Van Bern tot
dat doel op grote schaal gronden aankocht. Ook
Everard Kol - en zijn zoon Jan volgde later dit
voorbeeld - begon "heetvelden" op te kopen; zeer
ten ongerieve van de schapen- en bijenhoudende
inwoners van ons dorp. Zo kreeg hij in 1803 hei
in erfpacht achter de hofstede Hoogkanje, onder
beding, dat onbelemmerd moest blijven "het spoor
uit de Odijkersteeg", ten behoeve van de inwoners
van Odijk, Werkhoven, Houten en Schalkwijk, die
hun produkten daarlangs ter Amersfoortse markt
brachten, alsmede de Hoge of Arnhemse weg (= de
Bovenweg, G.], die achter de landen van Rijnwijk
liep en die 12 voeten breed moest blijven 8).
Tot het goed Rijnwijk behoorden dus kennelijk de
Grote Breul en de Kleine Breul, gezien het voren-
staande. Zo was het b.v. ook in 185B, toen de
heer W.J.A. van Romondt Vis, op "Schoonoord" wo-
nende, eigenaar was van hst Rijnwijk-territoir
èn van de Grote Breul met bouw- en weiland. Hoe
de situatie op en rond "Heerewegen" veranderde
is te zien op enkele kaartjes op pagina 18.
Wat gebeurde er met het perceel Heerewegen?
Onze informaties daarover zijn onvoldoende. Wel
weten we, dat in 1804 de bekende bewoner van
"Sparrendaal" te Driebergen en stichter - later
-\
-ocr page 18-
- 18 -
^ ,
Vi
1.
Laan van RijnwijK
;:. ■. . 2.
Driebergseweg
3.
Bunsinglaan
4.
Arnhemse Bovenweg
5.
Molenweg
'
• 6.
Heideweg .
^,
7.
Molenbos
' 8.
Heerewegen
9.
De Breul »
^----------^
-ocr page 19-
- 19 -
van het dorpje Rijsenburg Petrus Judocus van Oost-
huyse hier ook al huis en gronden nabij de "Krake-
ling" en het Dijnselburgse bos met daarbijgelegen
heide kocht. Deze Heer van Rijsenburg stierf in
1618, zijn weduwe evenwel eerst in 184B. Hun doch-
ter, Henrica Piternella Veronica, in 1814 gehuwd
met Jacobus Josephus van Rijckevorsel, stierf reeds
jong, n.1. in 1829. Toch moet in deze periode het
perceel Heerewegen (met Molenbosch) in handen van
de familie Van Oosthuyse zijn gekomen 9).
Zojuist werd verondersteld, dat de 33 morgen land,
welke in de 18e eeuw aan diverse pachters werden
verhuurd, identiek zouden zijn aan de landgoederen
Molenbosch plus Heerewegen. Bij omrekening in m^
is 33 morgen gelijk aan 281021,1 m^. Vermeerderen
we dit getal met de oppervlakte van het zgn. kerke-
land (68086,3 m^), dan wordt het tezamen 349107,4
m2. Volgens de huidige kadastrale gegevens beslaan
het (oude, niet verkavelde] "Molenbosch" plus
9
"Heerewegen" in totaal 352800 m*^; een gering ver-
schil dus. Blijkbaar is het voormalige kerkeland
dus opgegaan in "Heerewegen". Sporen in het ter-
rein zijn hieromtrent niet te vinden. Èr zij op
gewezen, dat wel de Heideweg (vroeger ook Heer-
wegenöesteeg geheten} een al eeuwen bestaande weg
naar de heide is (oorspronkelijk zandpad, later
verbeterd tot verkeersweg]. Zo is er in 1632
sprake van onderhoud van "de steech vande hey aff
tot aen Stoetwech toe" 10]; waarbij men bedenke,
dat het verlengde van de Heideweg, de Bunsing-
laan, in vroeger tijd Stoetwegense dijk of -steeg
heette.
(wordt vervolgd]                                               K.W. Galis
-ocr page 20-
20
Noten:
(1) R.A. Utrecht; recht, archieven no 1259 en
1261.
(2) Bronnen, I, pag. 64.
. (3) Idem, II, pag. 93. Hedewegen = Heidewegen?
(41 Idem, II, pag. 170.
(5) Deze gegevens ontleende ik aan het artikel
,,;-^ van ds P. Kuyper jr : "Waar lag het oude
kerkeland van Zeist ?". Zeister Nwbl., 19/4-
1950, pag. 2.
(6D R.A. Utrecht; recht, archieven no-1267.
(73 zie ook J.B. Christemeyer: "Het Lustoord ,
tusschen Amstel en Grebbe ...". Leiden,
1836; pag. 131.
(83 R.A. Utrecht; recht, archieven no 1261.
(9 3 Hier volgt een korte stamboom van deze fami-
lie. Petrus Judocus van Oosthuyse (geb. 21/5-
1763 Meulebeke, gest. 17/12-1818 Den Haag,
begraven Rijsenburg3, huwde 13 Henrica Smits
in 1788 te Den Haag en 2 3 Margaretha de Jongh
(geb. 9/10-1769 flaassluis, gest. 27/11-1846
Den Haag, begraven Rijsenburg3 in 1792 te
Maassluis. Hun kinderen waren: mr Johannes
Petrus Josephus (geb. 1792 Den Haag, gest.
y,a . ongehuwd 19/2-1814 Breda, begraven Rijsen-
burg3; Henry (geb. 1794 Den Haag, gest. 1796
Den Haag3;
Henrica Piternella Veronica (geb. 24/9-1793
Den Haag, gest. 6/12-1829 Den Haag, begraven
Rijsenburg3. Deze dochter huwde op 15/9-
1814 te Rijsenburg met Jacobus Josephus van
Rijckevorsel (geb. 8/2-1785 Den Bosch, gest.
1862 Ubbergen3. Dit echtpaar kreeg 10 kinde-
ren.
(103 Bronnen, II, pag. 272.
                      .... sr.Ht
-ocr page 21-
21
In memoriam Prof. dr J.Ph. de Nonté verloren
Prof. De Monté verLoren is vanaf de oprichting
van onze Stichting lid geweest van de Raad van Be-
heer; vanaf 195B was hij ondervoorzitter. Hij was
onze historisch deskundige en historisch adviseur
bij uitstek, die wij herhaaldelijk raadpleegden en
op wie wij talloze malen konden terugvallen, die
met de grootst mogelijke hulpvaardigheid en vrien-
delijkheid raad gaf, waar het gevraagd werd en die
Jarenlang het historisch geweten van onze Stich-
ting is geweest.
Maar hij was meer dan alleen maar adviseur:
Hij controleerde en leidde persoonlijk de uitgave
van de unieke "Bronnen van Zeist". Hij heeft
Kuijper's bewerking van het werk van Van Eekeren
over de Oude Kerk nauwkeurig nagezien. Hij heeft
gepubliceerd over tal van Zeister historische on-
derwerpen, over de Zeister Dorpsstraat, over de
rechtsgeschiedenis van Zeist.
Jarenlang beheerde hij het uitgebreide ar-
chief van de Stichting in zijn huis.
■•-
Wij hebben in hem een eminent medewerker ver-
loren. Zijn nagedachtenis zal bij de Van de Poll-
Stichting in dankbare herinnering blijven.
dr A.A.H. Stolk
voorzitter
-ocr page 22-
22 -
Behalve een aantal boeken op historisch gebied
- waarvan de voornaamste hieronder vermeld wor-
den - verschenen ook talrijke artikelen van de
hand van wijlen professor De Monté verLoren.
Als eerbetoon aan de overledene plaatsen wij in
dit bulletin de, tot heden ongepubliceerde, tekst
van een voordracht welke hij op 21 november 1970
hield in het Slot te Zeist voor het Algemeen
Rechtshistorisch Dispuut "Salvius Julianus".
De historische ontwikkeling van de begrippen
Bezit en Eigendom in de landsheerlijke
rechtspraak over onroerend goed in Hol-
land. Utrecht, 1929 [dissertatie).
Geschiedenis van de wetenschap van het Straf-
recht en het strafpropesrecht in de Noor-
delijke Nederlanden vóór de codificatie.
Amsterdam, 1942. |
De rechterlijke organisatie van Humsterland
en die van de Marne in de middeleeuwen.
Utrecht. 1948.
De rechterlijke organisatie ten platten lande
in het gebied langs den Krommen Rijn ge-
durende de middeleeuwen. Utrecht, 1948.
Grondbezit en standen in h_et oosten des lands
vóór de feodalisering. Utrechtj 1949.
De beteekenis van niet gefeodaliseerde gebie-
den voor de rechtsgeschiedenis. Verslagen
en Meded. v/d Ver. tot uitgaaf v/d bron-
nen v/h oud-vaderlandsche recht, 10.
Utrecht, 1950.
De geschiedenis van de Zeister Dorpsstraat.
Zeist, 1953.
Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechter-
lijke organisatie in de Noordeiyke Ne-
derlanden tot de Bataafse omwenteling.
Deventer, 1972 (5e druk].
-ocr page 23-
23
Een en ander uit de rechtsgeschiedenis van Zeist
door Prof. Dr J. Ph. de Monté verLoren
Het middeleeuwse Kerspel Zeist, waartoe ook Drie-
bergen en Rijsenburg behoorden, bevatte meerdere
territoriale rechtsKringen en een viertal Kaste-
len, die later door de Statenvergadering van
Utrecht officieel als ridderhofsteden werden er-
kend, te weten het Slot Zeist, Kersbergen, BliK-
Kenburg (eigenlijk is de juiste naam Bliekenburg,
wat oude Zeistenaren nog steeds zeggen) en het
Kasteel Rijsenburg.
Dmdat wij ons in het Slot bevinden, wil ik eerst
iets zeggen over de rechtspositie van deze kaste-
len.
Het Slot behoort tot die zeldzame ridderhof-
steden, welke niet in leen werden gehouden, maar
die vrij eigen goed, met andere woorden eigendom,
waren van de bezitters. Dientengevolge komt het
niet voor in de leenregisters. Bovendien is het
middeleeuwse archief van het Slot blijkbaar ver-
loren gegaan, zodat wij over de geschiedenis daar-
van in dit tijdperk vrijwel niets weten.
Kersbergen was later ook allodiaal goed, maar
hier weten wij, dat dit huis aanvankelijk te leen
werd gehouden van de Heren van Abcoude. Tussen
1392 en 1418 is het echter omgezet in een vrij
eigen goed. Hoe dit in zijn werk is gegaan blijkt
niet bij gebrek aan gegevens hierover. Het meest
waarschijnlijke is, dat degeen die Kersbergen in
leen hield, de leenband met de Heer van Abcoude
heeft afgekocht tegen het daarvoor toentertijd
gebruikelijke tarief van 1/3 van de waarde van
het leengoed, waarop de rechten van de leenheer
toen geschat werden. Dat Kersbergen in 1418 geen
leengoed meer was, blijkt duidelijk uit het feit»
-ocr page 24-
24
dat toen de vrije eigendom ervan werd overgedra-
gen voor het gewone gerecht en niet voor het leen-
gerecht.
Bliekenburg is, zover als onze bronnen terug-
gaan, altijd leengoed geweest en is dit gebleven
tot de opheffing van het leenstelsel. Reeds vóór
1340 blijkt dit huis in leen gehouden te worden
van de Heren van Abcoude. Toen de goederen en
rechten van de Heren van Abcoude in 1459 overgin-
gen op de bisschop-landsheer werd Bliekenburg
een Stichts leen. Nadat de wereldlijke machte de
temporaliteit. van de bisschop van Utrecht was
overgedragen aan Karel V treedt deze als leen-
heer van Bliekenburg op en vervolgens tot 1581
diens zoon Philips II en daarna de Staten van
Utrecht op welke de rechten van de afgezette lands-
heer waren overgegaan en dus ook het leenheerschap
van alle Stichtse lenen.
Het kasteel Rijsenburg blijkt al in 1332 een
Stichts leen te zijn en daarvoor geldt ook, dat
achtereenvolgens eerst de bisschoppen van Utrecht,
daarna Karel
\J en Philips II en vervolgens de
Staten van Utrecht er de leenheren van zijn ge-
weest. Tot de opheffing van het leenstelsel ten-
gevolge van de Bataafse omwenteling van 1795 is
het Kasteel Rijsenburg een Stichts leen gebleven.
In 1536 werden het middeleeuwse Slot Zeist
en het Kasteel Rijsenburg en in 1537 Bliekenburg
en in 1538 Kersbergen door de Staten van Utrecht
als ridderhofsteden erkend. Dit hield in, dat de
bezitter ervan, mits hij edelman was, zitting
kon nemen in de Statenvergadering van het gewest
in het lid der ridderschap. Voorts genoten de
ridderhofsteden vrijdom van huisgeld, een belas-
ting op huizen, ook vrijstelling van bieraccijns
voor . op het huis en in de bijgebouwen te
drinken bier en tenslotte het exclusieve recht
van de jacht
op alle gronden in een kring met een
-ocr page 25-
- 25 -
straal van 200 roeden rondom het kasteel. Een
Stichtse roede is ruim 3! m, dus 750 m.
Toen Willem Adriaan van Nassau plannen maak-
te om het inmiddels vervallen middeleeuwse slot
door het tegenwoordige te vervangen, verkreeg
hij van de Statenvergadering vergunning om het
recht van ridderhofstad over te brengen op zijn
te bouwen nieuwe slot, dus op het tegenwoordige
gebouw. Bij de opstelling van de lijsten van
ridderhofsteden was als vereiste gesteld, dat het
betreffende huis moest voorzien zijn van een
gracht, een ophaalbrug en een poort.
Toen het tegenwoordige slot gebouwd werd,
hadden deze verdedigingswerken hun militaire
waarde verloren. Toch heeft Willem Adriaan van
Nassau formeel nog aan de genoemde eisen voldaan.
Het terrein van het Slot was met grachten omge-
ven, in de stenen brug, die toegang gaf tot het
voorplein was een gedeelte van hout (bij de res-
tauratie) ,om practische redenen niet weer aange-
bracht] dat als ophaalbrug kon dienen, terwijl
het zeer hoge, van spitse punten voorziene hek,
dat het voorplein afsluit een poortgebouw ver-
vangt en als een poort "nieuwe stijl" kan worden
beschouwd.
Wat de territoriale rechtskringen in het
kerspel Zeist betreft, de kern daarvan werd ge-
vormd door het lage gerecht van dien naam dat
zich in handen van de bisschop-landsheer bevond
en waarin onder andere het Slot gelegen was. De
gerechtsvergadering bestond hier aanvankelijk
uit de meetellende geërfden, later uit een sche-
penbank. De middeleeuwse bezitters van het Slot
zijn dus nooit - een veel voorkomende misvatting
Heer van Zeist geweest.
Verder bevond zich in de middeleeuwen in
Zeist een laag gerecht van de Heren van Abcoude,
waarin onder andere het goed Kersbergen gelegen
-ocr page 26-
26
was. Dit gerecht kwam in 1459 met de andere goe-
deren van de toenmalige Heer van Abcoude aan de
bisschop-landsheer en werd met het bisschoppelij-
ke gerecht verenigd.
Ook in het gerecht van de Heer van Abcoude werd
rechtgesproken door geërfden onder leiding van
een schout, die de gerechtsvergadering presideer-
de en daarin recht vorderde door het aanwijzen
van één der geërfden als oordeelvinder.
Meer naar het zuiden lag het lage gerecht
Cattenbroek
, welke ambachtsheerlijkheid slechts
ongeveer 225 ha groot was en waarin in 174B maar
4 huizen stonden. De gerechtsvergadering bestond
aanvankelijk uit geërfden, later uit slechts 2
schepenen. Cattenbroek werd te leen gehouden
van het Sticht.
Ten oosten daarvan lag de ambachtsheerlijk-
heid Stoetwegen,
ruim 346 ha groot, waarin in
1748 12-huizen stonden; dit gerecht was eveneens
een Stichts leen. Hierin lag onder andere het
kasteel Bliekenburg. Men heeft hier een goed voor-
beeld van een heerlijkheid met een daarin gele-
gen kasteel welke nooit dezelfde bezitters hebben
gehad. Ook in Stoetwegen bestond het gerecht aan-
vankelijk uit geërfden, welke in later tijd door
schepenen zijn vervangen.
In het veel grotere gerecht Driebergen, waar-
in zich in 1748 62 huizen bevonden, behoorde de
lage rechtsmacht, die aanvankelijk door geërfden
en later door schepenen werd uitgeoefend, oor-
spronkelijk toe aan de Heer van Abcoude, die de-
ze te leen hield van het Sticht. Ook hier ging
deze rechtsmacht in 1459 over op de bisschop-
landsheer en later op diens rechtsopvolgers.
De ambachtsheerlijkheid Rijsenburg, die on-
geveer 130 ha besloeg en waarin in 1748 9 huizen
stonden, vormde met het gelijknamige kasteel één
Stichts leen. Hier waren dus kasteel en heerlijk-
heid in handen van dezelfde persoon.
-ocr page 27-
27 -
De hoge rechtsmacht binnen het Kerspel Zeist
bevond zich in handen van de bisschop-landsheer
en diens rechtsopvolgers, te weten Karel V en
Philips II en daarna de Staten van Utrecht. In
1677 droegen deze laatsten de hoge jurisdictie
over Zeist en Driebergen - en dus ook over de
genoemde ambachtsheerlijKhederi , met uitzonde-
ring van Rijsenburg - over aan Willem Adriaan
van Nassau [graaf sinds 1679J en wel in vrije
eigendom voor een bedrag van f 5.000,--, zodat
Zeist een allodiale hoge heerlijkheid werd. Te-
vens kreeg Willem Adriaan bij deze transactie de
lager jurisdictie in het onderhavige gebied, waar
deze zich in handen van de Staten bevond en niet
reeds aan anderen was uitgegeven.
In de opgesomde ambachtsheerlijKheden bleef
dus de lage jurisdictie berusten in handen van
de respectieve ambachtsheren, terwijl de hoge
rechtsmacht aldaar - Rijsenburg uitgezonderd -
aan de Vrijheer van Zeist kwam. In 1748 waren er
in Zeist 11:1 huizen. In 1633 bedroeg blijkens het
register van het hoofdgeld het aantal inwoners
van Zeist, de kinderen beneden één jaar niet mee-
geteld, omdat voor deze geen hoofdgeld betaald
behoefde te worden, 347 personen. In Driebergen
bestond toen de bevolking volgens dezelfde maat-
staf uit 157 personen. In Rijsenburg uit 10 en in
Cattenbroek en Stoetwegen tesamen genomen uit 75
personen. "v^,
>:r ^ ^ , .:.,.
Na de verkrijging van de hoge jurisdictie deed
Van Nassau een galg oprichten ten noorden van de
Arnhemse Bovenweg, ongeveer ter plaatse waar te-
genwoordig hotel "het Kerckebosch" staat. Ook
schafte hij een compleet stel martelwerktuigen,
een pijnbank met toebehoren, aan. Immers ook pij-
niging mocht alleen toegepast worden bij verden-
king van zware misdrijven, welker berechting tot
de hoge jurisdictie behoorde. Deze pijnbank met
toebehoren is in 1876 door het Gemeentebestuur van
-ocr page 28-
- 28 -
Zeist aan het RijK geschonken ter plaatsing in de
Gevangenpoort in Den Haag, waar het een toeris-
tische attractie - vooral voor Kinderen op school-
reisjes - vormde.
De Vrij heer stelde, behalve een schout voor
de lage jurisdictie, een drost aan, die de Zeis-
ter schepenbank presideerde en daarbij als
rechtsvorderaar, met andere woorden als Dfficier
van Justitie, optrad wanneer deze,zaken, die tot
de hoge jurisdictie behoorden, moest berechten.
Een indruk van de criminele zaken, die in
de hoge heerlijkheid van Zeist berecht zijn,
krijgt men uit de zogenaamde criminele rol, wel-
ke bewaard is gebleven over de jaren 1719-1778 en
die thans berust op het Rijksarchief te Utrecht.
Het merendeel van de zaken betreft ernstige
mishandeling tijdens een vechtpartij
waaraan een
mes te pas kwam. Dpmerkelijk is, dat, evenals
tegenwoordig dikwijls het geval is, de door de
drost geëiste straf zwaarder was dan die, welke
door het gerecht bij het vonnis werd opgelegd.
Soms was zelfs het verschil heel groot. In 1747
eiste de drost tegen een man, die een paard uit
de weide
had gestolen, de doodstraf. Dit was be-
grijpelijk, want op diefstal van vee uit de wei-
de stond oudtijds in beginsel de doodstraf. Het
vonnis van de schepenbank luidde echter veel en
veel milder, namelijk een gevangenisstraf van
14 dagen op water en brood, dus zonder bier en
zonder warm eten. Tegen een man, die in het zelf-
de jaar een boom had gestolen uit het bos van de
Vrij heer. eiste de drost geseling, maar het von-
nis luidde: opsluiting op water en brood geduren-
de 14 dagen.
In 1749 had een man bij een Jiuiselijk twist
zijn vrouw een oog uitgestoken. De drost eiste
voor deze ernstige mishandeling geseling en ver-
banning uit de provincie Utrecht voor 12 jaren.
-ocr page 29-
- 29
Ook in dit geval viel het vonnis aanzienlijk mil-
der uit, want dit luidde weer: een gevangenis-
straf van 14 dagen op water en brood. Dit wel
zeer milde vonnis voor een zo ernstig misdrijf
berustte op de overweging, dat er verzachtende
omstandigheden aanwezig waren, namelijk het
slechte zedelijke of liever het onzedelijke ge-
drag van de vrouw. Haar man had haar daarvoor,
volkomen rechtmatig volgens de toenmalige rechts-
opvattingen, een strenge kastijding toegediend,
die geëindigd was in een vechtpartij, waarbij
hij haar, vermoedelijk per ongeluk, een oog had
uitgestoken.
Ook landloperij werd oudtijds als een ern-
stig misdrijf beschouwd wegens de grote overlast,
welke vooral de dikwijls eenzaam wonende platte-
lands bevolking van zulke vagebonden ondervond.
In 1750 werd een landloopster en beroeps-bedela-
res veroordeeld om voor het rechthuis van Zeist
in de Eerste Dorpsstraat aan de kaak te worden
gesteld met een papier op de borst, waarop haar
misdrijf vermeld stond en om vervolgens voor 6
jaren uit de provincie Utrecht te worden verban-
nen.
In de criminele rol vindt men ook zaken
waarin de doodstraf werd uitgesproken en voltrok-
ken.
De galg was dus:niet alleen een statussymbool
voor de Vrijheer. Dm een enkel voorbeeld te noe-
men werd in 1749 een 20-jarige jongeman ter dood
veroordeeld en opgehangen wegens diefstal van
paarden en schapen
. Deze strenge straf hield ver-
band met het feit, dat de delinquent zijn mis-
drijf gepleegd had in samenwerking met "zeer fa-
meuze dieven en vagebonden". Hij behoorde dus .
kennelijk tot een van die beruchte benden van va-
gebonden, die het platteland onveilig maakten en
waartegen scherpe placaten waren uitgevaardigd.
-ocr page 30-
- 30 -
Zijn strenge bestraffing moest dienen, zoals het
vonnis zegt,"ten afschrik en exempel" van anderen,
De schaapherder, moordbrand. geradbraakt.
Een Zeister schaapherder, die met zijn schaaps-
kudde ver van huis was afgedwaald tot in het Wes-
ten van de provincie Utrecht ontmoette daar een,
vermoedelijk rijke, weduwe. De kennismaking be-
viel zo goed, dat hij haar trouwbeloften deed,
zonder echter te vertellen, dat hij in Zeist een
huisgezin had, bestaande uit een vrouw en zeven
kinderen. Hij besloot zijn gezin uit de weg te
ruimen. Tot tweemaal toe poogde hij het uit zeer
brandbaar materiaal bestaande huisje, waarin
zijn gezin woonde, 's nachts in brand te steken,
in de hoop dat althans zijn vrouw in de vlammen
zou omkomen, want dan kon hij met de rijke weduwe
trouwen. Beide pogingen tot brandstichting misluk-
ten echter en hij werd gearresteerd. Dit zeer
ernstige misdrijf vormde een poging tot moord-
brand
. moord door middel van brandstichting, on-
der de verzwarende omstandigheid, dat het bij
nacht was gepleegd. Daarom werd hier een verzwaar-
de vorm van doodstraf, het radbraken,toegepast.
Daarbij sloeg de beul met een ijzeren staaf alle
ledematen van de veroordeelde stuk, soms gevolgd
door een genadeslag op het hart. Het lichaam
werd door de spaken van een rad gevlochten en
dit rad werd daarna op een paal bij de galg ge-
plaatst. Voordat de schepenen vonnis velden,
consulteerden zij - althans bij belangrijke
2.a-
ken - een vooraanstaande jurist in Utrecht en
diens advies werd opgevolgd, omdat de veelal uit
eenvoudige lieden bestaande schepenbank zich eerst
dan verantwoord voelde.
Ftaorters van steden konden in criminele zaken
niet door het gerecht van de hoge heerlijkheid
worden berecht, maar moesten terecht staan voor
hun eigen, stadsgerecht.
-ocr page 31-
31 -
In 1767 werd de hoge heerlijkheid Zeist door
de toenmalige eigenaar - Cornelis Schellinger,
die deze in 1746 van de Nassau's gekocht had -
verkocht en in 1766 overgedragen. Daarbij behield
de verkoper echter de hoge en lage rechtsmacht in
Driebergen aan zich. Driebergen werd toen dus
een afzonderlijke hoge heerlijkheid.
Behalve de reeds genoemde binnen het kerspel
Zeist gelegen normale lage rechten, treft men ook
daar het merkwaardige verschijnsel aan van de
miniatuur ambachtsheerlijkheden.
Een soort overgang tussen deze laatste en de
grotere lage gerechten vormt de ambachtsheerlijk-
heid de Breul, gelegen op de grens met Driebergen.
Deze was nog geen 86 ha groot en werd te leen ge-
houden van de Heren van IJsselstijn. De ambachts-
heer stelde er een schout aan, terwijl het ge-
recht gevormd werd door twee aldaar geërfde ge-
rechtslieden. Doordat de Breul een eigen schout
en een eigen gerecht had - al bestond dit laatste
maar uit twee personen - onderscheidde het zich
van de miniatuur heerlijkheden, die nu ter spra-
ke zullen komen.
De oppervlakte van zo'n gebiedje had gewoon-
lijk de grootte van één boerderij en normaliter
stond er maar één huis in, zodat er van het vor-
men van een gerecht geen sprake kon zijn en een
eigen schout er geen taak zou hebben gevonden.
Nu zal men zich afvragen wat het belang was
van het bezit van zo'n miniatuur ambachtsheer-
lij kheid, vooral wanneer de ambachtsheer niet
eens binnen zijn gebiedje woonde. De reden, waar-
om de landheer van een boerderij er prijs op
stelde om daarover de lage rechtsmacht te bezit-
ten, was, dat dan de schout en de vierschaar van
het grotere lage rechtsgebied waarbinnen zijn
miniatuur ambachtsheerlijkheid was gelegen, daar
geen ambtshandelingen konden verrichten, althans
-ocr page 32-
32 -
niet zonder zijn toestemming. De schout van het
grotere gerecht en zijn dienaren hadden op dit
gebiedje niets te maken. Modern uitgedrukt: de
politie van het grotere gerecht had daar geen toe-
gang en geen zeggenschap. Wanneer het echter een
zaak van hoge jurisdictie betrof gold deze exem-
tie natuurlijk niet en mochten degenen, die de
hoge jurisdictie uitoefenden, daar onbelemmerd
optreden. Een voorbeeld van een miniatuur ambachts-
heerlijkheid in Zeist vormde het gerechtje de
Kroost
, gelegen bij de grens met De Bilt aan de
Kroostweg. Het goed de Kroost was een Stichts leen,
uitgegeven met de lage rechtsmacht daarover. Deze
miniatuur ambachtsheerlijkheid besloeg nog geen
22 ha en er stond maar één huis in.
Zelfs binnen de vrij kleine lage heerlijkheid
Cattenbroek lag een miniatuur ambachtsheerlijkheid
geheten Cockaertshoeve. Deze had slechts een op-
pervlakte van ongeveer 14 ha en zij bestond, zo-
als de naam reeds aanduidt, uit één boerderij.
Cockaertshoeve lag aan de Koelaan ter hoogte van
Bliekenburg. De lage rechtsmacht over deze hoeve
werd van het Sticht te leen gehouden. Het land
ervan was echter, althans in de 15e eeuw, niet
in handen van dezelfde persoon, die daarover de
ambachtsheerlijkheid bezat. Deze hoeve was een
tinsgoed, gehouden van de bisschop-landsheer en
diens rechtsopvolgers, dat. wanneer de houder de
jaarlijkse tins niet betaalde, aan de tinsheer
terugviel. Uit het geringe bedrag van de tins,
slechts 10 stuivers per jaar, kan men afleiden,
dat men met een zeer oude tinsverhouding te doen
heeft, gevestigd in een tijd, toen 10 stuivers
nog een redelijke vergoeding was voor het in ge-
bruik hebben van
+_ 14 ha land.
In Zeist bevond zich voorts in de kern van
het dorp een werkwaardig grootgrondbezit, het
goed tot Zeisterstraat,
dat, voorzover wij weten.
-ocr page 33-
- 33
van niemand te leen werd gehouden en dat dus vrij-
eigen, met andere woorden allodiaal, goed moet
zijn geweest. Het strekte zich uit vanaf de Oude
Kerk tot ongeveer aan de Bliekenburgerlaan (-steeg]
en wel ter weerszijden van de Dorpsstraten. Dit
grootgrondbezit was in een soort erfpacht uitge-
geven
in percelen op welke onder andere de huizen
aan de Dorpsstraat waren gebouwd. Men duidde dit
grootgrondbezit later aan als de grondheerlijkheid
van de Zeisterstraat
. Men had hier echter geens-
zins te doen met een heerlijkheid in de gebruike-
lijke betekenis van het woord, want er was geen
jurisdictie aan dit bezit verbonden. Met de grond-
heer bedoelde men de eigenaar van de in erfpacht
uitgegeven percelen en met grondheerlijkheid duid-
de men diens eigendomsrecht aan op de tot deze be-
zitting behorende grond. Wanneer één van de erf-
pachters zijn recht van erfpacht aan een ander wil-
de overdragen moest hij daarvoor toestemming heb-
ben van de grondheer. Zulk een overdracht geschied-
de voor het gewone gerecht en niet, zoals b.v. bij
heerlijk tinsgoed het, geval was, voor een speciaal
gerecht bestaande uit, de tinsheer of diens verte-
genwoordiger e,n tinsmannen. ;
Ook in Zeist hebben markeverhoudingen bestaan.
De Zeister geërfden hadden gebruiksrechten op de
heidevelden welke zich ten noorden van Zeist uit-
strekten. Deze gemeenschappelijk gebruikte gron-
den werden begrensd door terreinen, waarop de bu-
ren van Soest, de poorters van Amersfoort en de
geërfden van Leusden gebruiksrechten hadden. De
bewuste heidevelden waren, als zijnde woeste gron-
den, domein van de bisschop-landsheer en diens
rechtsopvolgers krachtens het wildernisregaal.
De buren van Zeist betaalden voor het gebruiks-
recht ervan zogenaamd strooielgeld, een vergoeding
voor het strooisel dat zij in hun veestallen en
schaapskooien gebruikten en dat zij in de vorm van
-ocr page 34-
34 -
afgemaaide heide of heideplaggen van de landsheer-
lij Ke heidevelden haalden. Als vergoeding voor het
weiden van schapen daarop, moesten zij zogenaamde
zandhamelen leveren, dat wil zeggen rammen uit de
schaapskudde, die zij op deze uit zandgrond be-
staande heidevelden hielden. Later werd de ver-
plichting tot het leveren van zandhamelen - die
aanvankelijk door de bisschop en zijn hofhouding
geconsumeerd werden - omgezet in een betaling in
geld. Bovendien moesten er in Zeist varkens gele-
verd worden aan de bisschop-landsheer, welke pres-
tatie reeds voor 1378 was omgezet in het betalen
van varkensgeld.
Ook in Zeist kwam oudtijds horigheid voor.
De bisschop van Utrecht bezat hier een hof, waar-
onder 11 vanouds horige,hoeven ressorteerden. In
1329 wordt nog uitdrukkelijk gesproken van de
"hyen van Zeist" en "hyen" is een ander woord
voor horigen. In 1379 wordt in hetzelfde verband
deze term echter niet meer gebruikt, waaruit men
kan afleiden, dat de horigheid was opgeheven of
uitgesleten.
Nog langer is er horigheid blijven bestaan
op de bezittingen van de St Paulus Abdij te
Utrecht, onder andere in dat gedeelte van Zeist,
dat tegenover Bunnik aan de Kromme Rijn grensde
en dat het Zeisteroever werd genoemd. In 1399 be-
sloten abt, prior en convent van deze abdij hun
hofhorige goederen, waaronder die, welke op Zeis-
teroever gelegen waren, om te zetten in leengoe-
deren, waardoor de bezitters ervan tot vrije leen-
mannen werden.
De uit rechtshistorisch oogpunt belangrijk-
ste rechtshandeling, die zich in de middeleeuwen
in Zeist afspeelde, was de volgende. Een nieuwe
bisschop
van Utrecht was bij zijn intocht volgens
oude gewoonten verplicht zijn wereldlijk gezag
over het Nedersticht eigenhandig in te luiden met
-ocr page 35-
35
de kerkklok in de toren van de Zeister kerk. Het
recht van klokkeslag was een belangrijk landsheer-
lijkrecht, want dit betekende, dat de landsheer
het recht had om door middel van klokgelui zijn
onderzaten op te roepen om hun dingplicht, hun
heervaartplicht en hun verplichting tot landweer
te vervullen. Het luiden van de banklok in Zeist
was, althans in de latere middeleeuwen, tot een
symbolische daad geworden, want het klokluiden
werd toen niet meer beantwoord door een bijeenko-
men van 'sbisschops onderzaten. Toch stonden de
Staten van Utrecht erop, dat een nieuwe bisschop
deze vorm van aanvaarding van zijn wereldlijk ge-
zag niet achterwege liet.
De bisschop verscheen hiertoe in Zeist te^ paard
in volle wapenrusting met een bij een landsheer
passend gevolg. Een notariële acte van 24 septem-
ber 1524 legt vast hoe Hendrik van Beieren, tot
bisschop van Utrecht verkozen, deze ceremonie
verrichtte. Aangekomen in de kerk van Zeist be-
gaf hij zich naar het hoofdaltaar, knielde daar
en sprak een gebed uit. Vervolgens ging hij naar
de toren, nam daar het klokketouw in handen, dat
voor deze gelegenheid omwonden was met een scho-
ne servet, en luidde de banklok.
Waarom juist Zeist|de plaats was waar deze cere-
monie moest geschieden, staat door gebrek aan ge-
gevens hierover niet vast.
Hen kan veroiiderstellen, dat de hoogte, waarop
de Zeister kerk gelegen is
, een oude dingplaats
is geweest, waar de landsheren ingehuldigd werden.
Een andere mogelijkheid is, dat het oproepen
van de meetellende geërfden uit het Nedersticht
voor de oude landdag, die gehouden werd op de
"maelstad", de dingplaats, op het Dudwijkerveld,
door middel van het luiden van de Zeister kerk-
klok geschiedde om de volgende reden. Sinds begin
1300 had de Raad van de stad Utrecht de beschik-
king over de banklok aldaar, die in de toren van
-ocr page 36-
36
de BuurkerK hing. De bisschop zou sindsdien ge-
bruik hebben moeten maken van de naastbij zijn-
de kerkklok en dat was die van Zeist, want De
Bilt had in de middeleeuwen geen eigen kerk. Of
de bisschop echter voor 1300 zijn wereldlijk
gezag te Utrecht inluidde met de klok van de
Buurkerk, staat niet vast. Dat deze hoogst be-
langrijke en onmisbare ceremonie althans in de
latere middeleeuwen in Zeist behoorde te geschie-
den, weten wij echter met zekerheid.
De middeleeuwse kerkklok die de bisschop
luidde bij zijn inhuldiging bestaat niet meer.
Reeds enige tijd voor 1593 hadden de kerkvoog-
den van Zeist een nieuwe klok gekocht, die in
genoemd jaar nog niet betaald blijkt te zijn.
Deze klok was een eeuw later al weer versleten,
mogelijk was het een tweedehandse klok geweest.
In 1699 schonk de toenmalige drost van Zeist
de tegenwoordige klok, welke onlangs gerestau-
reerd is.
21 november 1970
-ocr page 37-
37
Literatuur over Zeist
Evenals in de 2e jaargang [pag. 79 en 80) en de 3e
jaargang (pag. 9) van ons Bulletin is geschied,
leggen wij u hierbij wederom voor een lijstje van
titels, betrekking hebbende op publicaties over
Zeist.
Bunt, A. van de: Het Slot te Zeist. Spiegel Histo-
riael, 8, 1973, nr 9j p. 496-498.
Zanten, D. van: Een stukje apothekershistorie uit
het dorp Zeist. Pharmaceutisch Wkbl., 68,
1931; p. 703.
Ven, A.J. van der: De bisschop van Utrecht als
klokluider te Zeist. De Oud-Katholiek, 49,
1933; p. 295.
Maris, A.J.: De bisschop als klokluider te Zeist.
Maandblad van Oud-Utrecht, 19, 1946;
p. 69-91.
Leemans, C: Over eenige in den laatsten tijd in
Nederland ontdekte oudheden. Versl. Kon.
Akademie v. Wetenschappen en Letteren, V,
18..; p. 106 v.v.
Hallema, A.: Een gezicht op het Zeister kamp in
1853. Historia, 6, 1940; p. 232-235.
Loos, J.C. van der: Van een ontevreden kerkmeester.
Archief Aartsb. Utrecht, 49, 1924; p. 257.
Beltman, G.C.: Eenige mededeelingen betreffende de
bouw en de inrichting van de interneerings-
kampen, te Zeist, Harderwijklen Oldebroek.
De ingenieur, 30, 191(3; p. 696.
Groenewegen, H.IJ.: Vernield natuurschoon te Zeist.
De Zeister Crt, 30/10-1926.
Calkoen, L.: Hernhutters, De Wapenheraut, 9, 1905;
p. 311.
Burkens, C.J.C.: De vereeniging "Bethanië" te Zeist.
Woord en Daad, 12, 1933; p. 109.
-ocr page 38-
38
Snethlage, J.: Rijksopvoedingsgesticht voor meis-
jes te Zeist. Tijds. v. Armenzorg, 12,
1911; p. 195.
Hungerink, H.J.: De Evangelische Broedergemeente
te Zeist. Boon's Magazijn, 6, 1904; p.
443.
Bronsveld, A.W.: Herinneringen aan de Broederge-
meente te Zeist. Stemmen v. Waarheid en
Vrede, 52. 1915; kolom 1018.
Meischke, R.: Het Slot te Zeist. Buil. Kon. Ned.
Oudheidk. Bond, Be serie, 14, 1961 [15/4];
kolom 33-57.
Kalff, S.: Van 't oude en 't nieuwe Zeist. Eigen
Haard, 1900; p. 235-239, 244-248,
269-272.
Hengel, W. van den: De Sint Joseph-Kweekschool te
Zeist. Het Gildeboek, 16, 1933; p. 1-20.
Anonymus: Ter gelegenheid van de opening van het
Zeister Slot. Maandblad van Oud-Utrecht,
42, 1969; p. 85-89.
Pas, W. van de: De emancipatie van Vrouwenklooster.
Maandblad van Dud-ütrecht, 23, 1950;
p. 2-5.
Temminck Groll, C.L.: Het Chinese Paviljoen te
Huis ter Heide. Maandblad van Oud-Utrecht,
31, 1958; p. 15/16.
Anonymus: Zamenspraak tusschen een professor en
Zaandammer boer, wegens eenige zaken op
Zeyst onder de Hernhutters voorgevallen,
als meede het arresteren van een Utrechts
student en verder hun reis na Zaandam.
Groningen, (v. 1860].
Moerman, J.J.: De Hernhutters te Zeist. Buiten, 3,
1909; p. 444-447.
Sneller, ?: Iets over den geboorden put te Zeist.
Alg. Konst- en Letterbode, 1835; p.
233-235.
Anonymus: Bij een 150-jarig bestaan. Utr. Nwsbl.,
6/2-1954.
Idem : Anderhalve eeuw: dorp. Negentig jaren:
kerk. Trouw, 6/3-1954.
-ocr page 39-
39
Schütz, H.L.C.: De Hernhutters te Zeist. Zeist,
1946. 16 pp.
Bruin. W.: Charles EycK's wandschildering te Zeist.
Bouwkundig Wkbl., 53, 1932; p. 493-496.
Dr K.W. Galis
Huize "Heerewegen"
[2]
Alvorens over te gaan tot de behandeling van
de historie van huize Heerewegen zelf, moge ik be-
ginnen met een correctie.
De heer Van Hoogenhuyze wees mij er op, dat de
op pagina 17 genoemde jhr W.J.A. van Romondt Vis
ten rechte slechts Van Romondt heette; de toevoeging
van de naam Vis vond eerst in 1894 plaats.
Aan de in het vorig bulletin vermelde namen van
pachters van het perceel Heerewegen [Hedewegen] ca.
kunnen nog worden toegevoegd Soffye, weduwe van
Ghisebrecht Willamsz., e"n haar zoon Willam Ghisebertss,
die in 1368 voor vijftien jaren het land pachtten van
het Vrouwenklooster in Dostbroek.
Ook moge een nauwkeuriger vermelding volgen van
hetgeen op pagina 15 werd medegedeeld. In de trans-
portakte van 18/12-1745, waarbij Willem Adriaan van
Nassau de heerlijkheid Zeist verkoopt aan Cornelis
Schellinger lezen we namelijk 11): "Alsmeede nogh
een huysinge en hofsteede met bergh, schuer en schaap-
hoek en alle hetgeenen daar inne aard- en nagelvast
is, benevens de bepotinge en beplantinge met omtrent
drie en dertigh mergen zoo bouw- als weyland, gelegen
onder den geregte van Stoetweegen, alwaar zuydwaarts
de erven van de heer vroedschap Boudaen, oostwaarts
het kerkeland van Zeist ende de gemeene heyde, item
ten noorden de gemeene wegh en ten westen de sooge-
naamde hofsteede de Preekstoel en 't land door Dirk
Haasbergh gebruykt wordende naast geland ende gelee-
gen zijn, soo als gemelde hofsteede en landerijen
lange jaren door Jan Lookhorst in' huure gebruykt sijn
geworden; behoorende bij deese hofsteede het bosje
met verscheyde opgaande bomen geleegen tusschen deese
-ocr page 40-
- 40 -
^ 'i<>. i ' . 1 •                                                    .                                                                                                         .. • ■, ^•■ i--:^
hofsteede en de soo eevengemelte hofsteede de
PreeKstoel met de wallen daarinne ende om geleegen".
Ook hier weer "het bosje" [ter plaatse van het
latere zgn. Molenbosch], blijkbaar hetzelfde als
het in 1311 en 1368 reeds genoemde eikenbos en het
"Drostenbosje" van 1768.
(wordt vervolgd)                                             .K.W. Galis
Predikbeurten.
Hervormde Gemeente te Za^t.
Zondag 14 Juii Voorm. Q'/g nnr Ds. NeU^yt. .
,,
          „ 's Av. 6 nur. Li. Sfahuiji.
Woensdag av. 'f^S uur. Zendiqgsmeetiag met eq^ecte, in de
groote zaal vau het weeshuis, waarbü hopen voor ^e gaan
Br. Klinghardt, zendeling cit Zuid-Alrika, Ds. Qreutzberg
van Arnhem en Ds. Biement van Driebergen.
Broedergemeente te Zeist.
Zondag 14r Jnni Voorm, 10 nnr Ds. Haward
Christelijk G-ereformeerde Gemeente te Zeist.
Zondag 14 Jnni Voorm. O'/j uur Ds. BrMemaa te Potten.
' a .,
         's At. 5 uur Ds. jS'rinhman te Patten.
Hervormde Gemeente te Driebergen.
Zondag 14 Juni Voorm. 9^/^ nnr Di,'Biemeiu,
            At. Geen dienst.
Hervormde Gemeente te Soesterberg.
Zondag 14 Juni Toorm. IQ Knr Ds. Kuipéri.
„ '-
„ Nam. 2 nni Ds. Kuipéri.
Hervormde Gemeente te Bunnik.
Zondag 14 Jnni Voorm. 9>/}nnrDs. Welt er.
Hervormde Gemeente te Austerlitz,
Zondag 14 JdM Voorm. 9>/j nnt Ds. Braltdt,
Nam. 2 tïnr Ds. Brdmék.
Weekbode voor Zeist, d.d. 13 juni 1874
-ocr page 41-
41 -
Lezing
Ongeveer 75 belangstellenden waren op 10 mei j.1.
des avonds aanwezig in de congreszaal van het
Slot, toen de voorzitter van onze Stichting, mr
dr StolK, de bijeenkomst opende met een welkoms-
woord aan allen en met name aan de spreekster van
die avond, mevrouw M.A. Prins-Schimmel uit Putten.
Deze hield daarop een causerie met als onderwerp:
Rond het Zusterplein en Broederplein, na de pauze
toegelicht met een serie zwart/wit- en kleuren-
dia's. Tijdens de pauze kon men in de werkkamer
van de Van de Poll-Stichting een aantal gravures
en foto's, betrekking hebbend op genoemd onder-
werp, bekijken, terwijl in de aangrenzende zaal
de maquette van het Slot en de beide pleinen
- van ca 1800 -• de zaak nog eens visueel verdui-
delijkte.
rievrouw Prins, kunsthistorica, werkte een aantal
jaren geleden samen met prof. dr CL. Temminck
Groll bij het opsporen van de bouwgeschiedenis
van de huizen van de Broedergemeente; hierbij
kwam het archief van dit kerkgenootschap goed van
pas om de chronologische bebouwing van de twee
pleinen vast te stellen. Het bouwjaar van vrij-
wel elke woning kon worden achterhaald, evenals
verschillende bijzonderheden over de bewoners,
enz. Bekende namen als Schellinger, Van Calker,
Wees en Weisz, Beuningh, Kraeplin en Holm, en an-
dere kwamen ter sprake. Doch vooral de bouwstijl-
vergelijking met andere, buitenlandse. Broederge-
meente-vestigingen en met Nederlandse, stadse,
herenhuizen en met het Slot alhier vormde de kern
van deze lezing. Opgemerkt werd bijvoorbeeld,
dat de vleugels van het Slot met hun kruisvensters
parallellen tonen met sommige huizen op de "squares".
Terwijl het hoofdgebouw van het Slot tijdens de
bouw de toen moderne schuiframen kreeg, iets wat
bij de "herenhuizen" op Broeder- en Zusterplein "* '
ook het geval is. Minitieus werden bouw, verbouw '
en afbraak (slechts
één geval} van de gebouwen in
de periode 1745-1810 te berde gebracht.
-ocr page 42-
42
Ebr dankbaar applaus voor het gebodene en een dan-
kend slotwoord van de voorzitter toonden mevrouw
Prins de waardering voor haar interessante lezing.
K.W.G.
Excursie
Begunstigd door redelijk goed zomerweer vertrok op
vrijdagmiddag 7 juni j.1. om ruim 13.00 uur van
het gemeentehuis een bus met ongeveer 50 personen
in de richting Rhenen, de stad, welke onze excursie-
commissie ditmaal had uitgekozen voor ons uitstap-
je (de volgende dag zou de vereniging "Oud Utrecht"
eveneens aldaar verschijnen). De bus, met bekwame
hand bestuurd door chauffeur Bakker, reed ons de
paden op en de lanen in; eerst langs de welbekende
Driebergseweg en de Odijkerweg (langs "tante Mijn-
tje") en toen door het groeiende (in tal en last)
Odijk de asfaltweg op in de richting van Wijk bij
Duurstede. Al is die boomloze weg dan minder fraai,
het uitzicht is dat gelukkig nog wel.
Linksaf draaiend ging het via de Zuwe (wist u, dat
die naam een verbastering is van siduwende, zude-
wende, zijdwende, zijdewind, d.w.z. een waterkering,
en bijvoorbeeld bij Vreeland, in Westfriesland en
elders ook nog voorkomt ?), naar de Langbroekerwe-
tering. Onderweg werd nadien de aandacht gevraagd
voor de talrijk aanwezige oude kastelen of buiten-
plaatsen, fraai gerestaureerd (Lunenburg), wel eens
verknoeid ('t koekebakkersslot Sandenburg), of to-
taal verdwenen (o.a. Dompselaer). Langs de wetering,
uiteindelijk niet meer dan een slootje, het groene
land met zijn lammeren, veulens en ander jongs en
door een mooie laan werd Wijk bij Duurstede bereikt.
Buitenom, langs de voormalige stadsgracht, kwam het
gezelschap op de Rijndijk (al bewonderde men nog
wel even de zogenaamde "molen van Ruysdael" op de
vroegere Leuterpoort). Met gepaste snelheid - want
we waren over tijd - slingerden bus en passagiers
naar Amerongen, daarbij de donjon van Natewisch en
-ocr page 43-
- 43-
het niet meer bestaande Kolland in het oog vatten-
de. Het lieflijke Amerongen met-zijn kerk en toren
["Utrechtse stijl") benevens het gelijknamige
slot lag helaas in een wip weer achter ons. Langs
de heerbaan, door de "voorstad" Eist. met rechts
de uiterwaarden en de rivier en links de heuvels
en de bospercelen, reden wij naar Rhenen.
Aan de voet van de. nu eindelijk uit de steigers
zijnde. Cunera-toren wachtte mevrouw Van de Bunt
ons op en vertelde ons, het kerkinterieur tonend,
van de bewogen historie van dit imposante gebouw
met zijn oude oxaal en moderne orgel. Na deze be-
zichtiging was het streekmuseum in de Molenstraat
aan de beurt, d.w.z. ons gezelschap werd gesplitst;
de ene groep wandelde langs de resten van de oude
stadsmuur (het bastion in het Elizabeth-plantsoen.
enz.j, onder leiding van de heer De Jager, terwjl
de andere groep het kleine maar wel interessante
museum bezocht, aldaar voorgelicht door mevrouw
Van de Bunt. Nadien wisselde men. Het museum ex-
poseert o.m. vondsten uit de praehistorie Cdit
deel van de Heuvelrug heeft vele grafheuvels, uit
het neolithicum en de bronstijd) en voorwerpen
uit een Frankisch grafveld (ca 700 na Chr.). als-
mede zaken uit de middeleeuwen en uit later tijd.
Een grondige visite ■ was niet mogelijk wegens
tijdgebrek, maar belangstellenden kan een uitvoe-
riger herhaling worden aanbevolen.
Na - door omstandigheden - onze dank voor de rond-
leidingen en toelichtingen in natura in bliksem-
tempo te hebben vertolkt, werd neergestreken op
het - toch wel wat frisse - terras van restaurant
"De Grebbeberg". waar de Van de Poll-Stichting de
deelnemers aan de excursie een lafenis met cake
aanbood. Veel ware nog te vertellen [of te schrij-
ven) over Cunera en haar 11000 maagden [smadelijk
vermoord), over Cunera's worgdoek, over de middel-
eeuwse Cunera-processies, over de stadspoorten
[Wester-, Rijn- en Bergpoort). enz., maar de tijd
staat niet stil en daarom werd weer ingestapt om
-ocr page 44-
44
over en achterom de Grebbe- en Laarseberg door
een prachtig landschap naar Achterberg te rijden;
enkele Kastelen in deze streek [bijv. het verdwe-
nen Ter Horst, Lievendaal, Remmerstein) Kwamen nog
ter spraKe. Langs de Cuneraweg - de oude processie-
route - verder gaande (en helaas per vierwieler
niet de weg naar Prattenburg volgen Kunnend) werd
na verloop van tijd het stadje Veenendaal doorge-
reden, waar opnieuw de "grote" weg werd verlaten
om "binnendoor" - af en toe langs gedeelten van de
Lunterse beeK - de hoge EmminKhuizer berg, doorsne-
den door de spoorlijn Utrecht-Arnhem, te bereiKen.
Een Korte rust gaf ons de gelegenheid te genieten
van het prachtige panorama. West- en noordwaarts
door populieren- en andersoortige lanen rijdende
lag dan nabij Scherpenzeel de grote weg Zeist-De
Klomp-Arnhem voor ons. En daar de tijd drong werd
verder met bekwame spoed langs deze baan via
Scherpenzeel, Woudenberg, Henschoten en Austerlitz
het hart van onze gemeente weer opgezocht en om
ruim 18.00 uur bereikt. Mede dank zij het goede
weer kan - naar van diverse zijden werd beaamd -
deze excursie als geslaagd worden beschouwd.
.. ..                                      ■ :, ,                            K.W.G.
De entree van Zeist
Verwijzend naar het artikel onder bovenstaande
naam van ons mede-lid mr dr Emmer [pag. 12/13]
laten wij u, lezerCes], hierbij twee oude afbeel-
dingen zien - daterende van ca 1860 en van 1896
(na de brand) - van de hoek Waterigeweg-1e Dorps-
straat. Dat wil dus zeggen: van het pand, waarin
o.a. gevestigd zijn geweest de verzekeringsmaat-
schappij "Ultrajectum" [zie ons bulletin, 3e jrg,
pag. 14/15), daarna de Sociëteit, vervolgens de
"Bazar" van de familie Van de Bund en - na de
brand en de gewijzigde herbouw - wederom de "Ba-
zar", later hotel Munzert en thans dus een ver-
kooplokaal van meubilair. Een historisch plekje
van Zeist, dat een uitvoeriger studie waard is.
-ocr page 45-
- 45
Hoek Waterigewsg-1e Dorpsstraat, ca 18B0
-ocr page 46-
46
Hoek Waterigeweg-1e Dorpsstraat, 1896
-ocr page 47-
- 47 -
Attentie I
De penningmeester brengt onder de aandacht van de-
genen, die hun bijdrage 1974 aan onze Stichting
nog niet hebben voldaan, deze te willen storten
op giroreKening 30549 van de Algemene Bank Neder-
land te Zeist, t.g.v. rekeningnr 55.86.180.49 van
ds Van de Poll-Stichting.
Attentie II
Dat onze historische Vereniging in een grote ge-
meente als Zeist, met ruim 57800 inwoners, slechts
om en nabij 285 contribuanten telt, is toch te mal,
Wij moeten - en dat is nog nooit gelukt - toch
minstens 300 sympathisanten met onze doelstellin-
gen bijeen kunnen brengen. Daarom deze opwekking:
tracht onder familie, vrienden, kennissen contri-
buerenden te winnen voor onze Stichting 1
'. In het
volgend Bulletin stellen we u op de hoogte van de-
ze - ook uwe - aktiel
Attentie III
Een wapen in bovenvermelde aktie is mogelijk het
volgende. Over de geschiedenis van de Oude Kerk
en omgeving zullen, zoals u weet, enige boekjes
verschijnen (het eerste zeker dit jaar nog), goed
geïllustreerd, samengesteld aan de hand van gege-
vens van wijlen de president-kerkvoogd H.J. van
Eekeren. Deze deeltjes kunnen onze contribuanten
tegen verminderde prijs Kopen (t.z.t. wel graag
tevoren telefonisch of schriftelijk bericht of
men voor deel I en eventueel de volgende boekjes
belangstelling heeft], zodat nieuwe contribuanten
- natuurlijk ook de "oude" - hun ƒ 10,-- contri-
butie op deze prettige wijze in etappes kunnen
"terugontvangen".
Nieuwe aanwinsten , _•                      -
In de afgelopen maanden werd ten behoeve van de
bibliotheek een aantal boeken aangeschaft of ten
-ocr page 48-
46
geschenke ontvangen, zoals: Uit de geschiedenis en
het volksleven van Woudenberg; Zeist, stad in het
bos; Bibliografie Historisch Boerderij-onderzoek;
De Utrechtse gemeenten in 1815; Paleis Soestdijk...;
Kastelen langs de Wetering (dl 3); Driebergen en
Rijsenburg in oude ansichten; De Bilt en Bilthoven
in oude ansichten; Molenbeek provincie Utrecht; On-
derwijs te Amersfoort. 1806-18B0; Statistische kwar-
taalberichten gemeente Zeist; Port Royal en Utrecht;
De Bilt in beeld; Driebergen en Rijsenburg, hoe zij
ontstonden en groeiden; De Sinte-Cunera van Rhenen;
enz. En verder vele tijdschriften, brochures e.d.
De foto-verzameling werd vergroot met een aantal
schenkingen (o.a. door Slavenburg's Bank, Heren-
laan, alhier), terwijl de prentbriefkaarten-collec-
tie een grote gift ontving van de heer R. Brems te
Leersum. En ook van de heer H.L.L. van Hoogenhuyze,
die bovendien vele oude kranten (van 1935, enz.),
statuten- en andere boekjes, etc. schonk. Dok an-
dere gaven (akten - met name een groot aantal over
Schaerweyde, Bloemenheuvel, de Schaerweyder Bos-
schen, enz., in bruikleen afgestaan door de heer
W.A. Storm de Grave -, e.d.) werden in dank aan-
vaard.
,, K.W.G.
De orkaan van 1674
In Utrecht was gedurende de maanden augustus en
september 1974 in het Centraal Museum een tentoon-
stelling te bezichtigen, genaamd "De Dom in puin",
waar aan de hand van veel documentatie- en prenten-
materiaal de stormramp van 1 augustus 1674 werd her-
dacht. Een catalogus gaf nog nadere toelichting.
Dat deze, uit het zuiden komende, orkaan, die toen
Utrecht teisterde en er grote schade aanrichtte,
niet alleen daar huishield ligt voor de hand. Uit
een aantal omliggende gemeenten zijn gegevens ge-
publiceerd in het orgaan van de vereniging "Tussen
Rijn en Lek", namelijk over de schade te Benschop,
De Bilt, Bunnik, Houten, Jutfaas, IJsselstein en
Vleuten 1). De "Oprechte Haerlemse Saturdaegse
-ocr page 49-
49
Courant" van 4 augustus 1B74 schreef er o.a. over;
".... en men sagh de Dorpen rontom als in lichten
Vlam staen; sedert heeft men gesien dat meest al-
le de Toorens van de Dorpen wegh zijn, of Stompen
geworden, of gants tot niet, gelijck als die van
Vleuten, Jutphaes, Houten en meer andere; het
gesaeyde in dese Provincie is meest alle ter ne-
der geworpen; in somma een miserabele Slagh" 2).
En Zeist ? Had ons dorp, al geleden hebbende door
de Franse bezetting van 1672, ook haar deel ge-
kregen van deze "miserabele slagh" ? We weten er
weinig van, wat niet wil zeggen, dat Zeist ge-
spaard bleef. Een verzoekschrift van 3 augustus
1674 luidt: "Op de requeste van Jan Willemss, wo-
nende tot Zeyst, versoeckende, vermids sijne ge-
ledene schade so in huysinge als gewasch, remis-
sie van een jaar pacht. Is geappoincteert" 3).
Het vorenstaande heeft kennelijk te maken met
stormschade. Maar het volgende ? In een akte van
9 mei 1721 lezen wij, dat drost, schouten en ge-
rechtslieden van het Zeister kerspel erkennen,
schuldig te zijn aan Ferdinand van Hatting, Heer
van Stoetwegen, een bedrag van 3469 gulden en 14
stuivers, geleend wegens reparaties aan kerk, to-
ren en pastorie alhier, verricht in 1677 en 1678.
Aangezien ook elders het herstelwerk na de storm
soms laat op gang kwam, vermoed ik, dat wij hier
inderdaad te doen hebben met een bericht over de
1674-ramp.
v;                                                      " K.W. Galis
Noten:
1} A. Graafhuis e.a.: Het "schrickelik tempeest"
van 1674 tussen Rijn en Lek. Tussen Rijn en
Lek, 8, 1974, nr 3; pag. 1 t/m 20.
A. Graafhuis: De orkaan van 1674. Maandblad
van "Oud Utrecht", 47, 1974; pag. 41-46.
2] Tussen Rijn en Lek, 8, 1974, nr 3; pag. 1.
3] R.A. Utrecht. Inventaris Statenarchief nr 731
(Resol. van de Ridderschap van Utrecht].
-ocr page 50-
- 50
Huize "Heerewegen" (3) :                                                -fv ^ •:.
Heerewegen                        .....
Uit het oudste Kadastrale kohier, van 1832 [oud
archief gemeente Zeist), blijkt, dat de "erven Van
Oosthuyse van Rijsenburg" toen eigenaars waren van
het Molenbosch en van Heerewegen. Helaas worden in
dit kohier nergens perceelnamen vermeld, maar wel
is er een volgorde (langs een straat b.v.] van ei-
genaars/percelen, zodat na molenaar Van Altena [en
zijn molen-terrein] en de gemeenteweg komt: "Den-
nenbosch en Bosch, samen 21 bunder, 68 roeden, 30
ellen" en vervolgens:. "Dennenbosch, 11 bunder, 76
roeden, 10 ellen". Daartussendoor liep de Heideweg,
toen al een gemeenteweg geworden en - met een stuk-
je aangrenzend heideveld - apart in het kohier op-
genomen; tezamen 2 bunder, 84 roeden, 120 ellen.
Ruwweg omgerekend (want er waren soorten roeden en
ellen) is dat tezamen ruim 343.000 m2. Er blijft
dus een klein verschil met de eerder genoemde 33
morgen, enz.
Hoe de erfgenamen Van Oosthuyse, of liever: hoe
P.J. van Oosthuyse zelf, aan deze grond kwam(en)
is niet duidelijk. Kochten zij omstreeks 1802 of
1825 de percelen ? Hoe dit zij, het Molenbosch
kwam ca 1836 in handen van de rijke Amsterdamse
koopman Johannes Bernardus Stoop, die er toen het,
nog bestaande, huis "Holenbosch" liet bouwen. En
zo kwam in 1847 het perceel Heerewegen aan de fa-
milie Van der Mersch. Notaris H.J. van Hariënhoff,
uit Wijk bij Duurstede, hield op 7 oktober 1847 in
"Het Wapen van Rijsenburg" te Rijsenburg, namens
de familie Van Rijckevorsel, een openbare verko-
ping van de boedel [na het overlijden van mevrouw
Van Oosthuyse-De Jongh) en in de copie-akte in ons
stichtingsarchief lezen wij dan, dat o.m. werd ver-
kocht: "Elf bunder, zesenzeventig roeden, 10 ellen
Eiken en Dennenbosch, genaamd Heerewegen, gelegen
in de Gemeente Zeist aan den Straatweg, belend ten
noorden den weg naar Austerlitz, ten oosten den
-ocr page 51-
51
Wapen Van der Plersch
De bouwheer van "Heerewegen", J.A. van der Mersch ,
op jeugdige leeftijd [+_ 183D].
Foto Dienst voor 's RijKs Verspreide Kunstvoor-
werpen, inventarisnr C 1678.
De Notaris TERWOGT, te Driebergen,
zal Dinsdag 2 Januarij 1877, 's
morgens 10 ure, ten huize van A.
VAN BEEK te Rijzenburg verkoopen: 80 perc.
DEKSPARREN, REKHOUTEN, BOONSTAKEN
en BRANDHOUT, achter „Heerewegen" onder Zeist,
aan te wijzen door G. VAN DE BURGT, en 3
perc. EIKENHAKHOUT om te eeken, achter
het R. K.' Aartsbisschoppelijk Seminarium te Drie-
bergen, aan te wijzen door P. MARLET.
"WeeKbode voor Zeist,
(23/12-1876}
,13e jrg, 1876. nr 52
-ocr page 52-
52 -
ouden Arnhemschen weg, ten zuiden den Heer Kol en
ten westen den Straatweg. Op den kadastralen leg-
ger voorkomende onder Sectie E, nummer 113.....".
Namens de koopman Johannes Anthonie van der Mersch,
te Amsterdam, werd dit perceel gekocht voor
ƒ 14.000,-- plus ƒ 1.565,58 aan kosten.
De nieuwe eigenaar - hierbij, op pagina 51, zijn
portret als jongeling - liet geen gras groeien
over zijn plannen en gaf opdracht, ten spoedigste
aan te vangen met de bouw van de buitenplaats
"Heerewegen", in 1848. Zo kon hem dan ook in maart
1849 op de "hofstede" reeds een zoon worden gebo-
ren. De bouwheer zelf mocht nog een halve eeuw
genieten van zijn landgoed en van het schone Zeist;
hij stierf in 1898.
net hem deed een oude, van origine Vlaamse, fami-
lie haar intrede in onze gemeente; een overzicht
van de leden van dit geslacht - na 1848 - dunkt
mij hier op zijn plaats, te meer, daar velen van
hen op "Heerewegen" werden geboren en/of stierven
en enkele thans nog in Zeist woonachtig zijn 12}.
Hun familiewapen, een liggende wassende zilveren
maan op een schild van keel [= rood), wordt in
dit artikel afgebeeld.
1,1 Johannes Anthonie van der Mersch, geb. Amster-
dam 23/3-1814, gest. Zeist op H. 4/8-1898.
Gehuwd Den Haag 5/4-1843 met Jacoba Maria Pit,
geb. Zoeterwoude op "Oud Meerburg" 14/8-1814,
gest. Den Haag 2/2-1896.
Kinderen:
1. Pieter Arnold, geb. Amsterdam 27/2-1844,
gest. Baarn op "Dennenoord"[begraven te
Zeist] 11/9-1912. Gehuwd Amsterdam 6/9-
1900 met Elisabeth Maria v. Hoorn, geb.
Amsterdam 22/12-1854. gest, Baarn 20/11-
1927.
2. Arnold Adriaan, geb. Amsterdam 15/5-1845.
Volgt 11,1.
-ocr page 53-
53 -
3t Sophia Johanna, geb. Amsterdam B/12-1846,
gest, Zeist op H. 11/5-*1939. Ongehuwd.
4. Hugo Maurits. geb. Zeist op H. 4/3-1849.
Volgt 11,2.
5. Johanna Adriana, geb. Zeist op H. 21/5-
1850, gest. Nontreux 6/11-1867.
6. Christiaan Henderik, geb. Zeist op H. 28/
2-1852. Volgt 11,3.
7. Elise Augusta Maria, geb. Zeist op H. 12/
10-1853, gest. ? . Gehuwd Zeist 8/10-
1879 met Alfred Lantsheer, geb. Middelburg
25/1-1651, gest. Velp 18/10-1912.
11,1 Arnold Adriaan van der Mersch, geb. Amsterdam
15/5-1845, gest. ? . Meester in de rechten.
Kantonrechter te Druten, Assen en Haarlem.
Lid van de Prov.Staten van Noord-Holland,
1901-1913. Gehuwd Amsterdam 12/3-1875 met
jkvr. Anna Maria Wilhelmina Jacoba Backer,
geb. Amsterdam 1/2-1851, gest. ?
Kinderen:
1. Jacoba Anna Maria, geb. Assen 12/2-1877,
gest. Zeist op Klein H. 27/9-1962. Onge-
huwd .
2. Cornelis Henrick, geb. Assen 24/3-1878,
gest. Cordoba 30/7-1924. Gehuwd Amsterdam
10/9-1914 met Sara Jacoba Susanna de Bie
Leuveling Tjeenk, geb. Amsterdam 29/5-1883,
gest. ?
3. Margaretha Olowine, geb. Assen 22/3-1880,
gest. Blaricum 21/12-1959. Gehuwd Haarlem
4/2-1909 met mr dr Adam Crommelin, geb.
Amsterdam 8/3-1879, gest. Bilthoven 24/6-
1964.
4. Pieter Aernout, geb. Assen 20/7-1881, gest.
7
5. Johan Ferdinand, geb. Haarlem 26/3-1883,
gest. vóór 1947. Gehuwd Haarlem 10/12-1912
met Ida Jacoba Holtz, geb. Heemstede 13/6-
1887, gest. na 1947. Hun zoon Aernout Adri-
aan, geb. Haarlem 1918, huwde Zeist 17/5-
' ' - 1947 met Margaretha Johanna van Paddenburgh,
geb. Utrecht 1920.
-ocr page 54-
54
11.2 Hugo Maurits van der Mersch, geb. Zeist op de
"hofstede Heerewegen" 4/3-1849, gest. Zeist
18/10-1916. Was in 1876 2e luitenant bij de
Zeister schutterij. Was secretaris van het
Waterschap Zeist en idem van de Bisschopswe-
tering. Secretaris-penningmeester van het wa-
terschap de Biltsche en Zeister Grift. Was
raadslid van de Zeister gemeenteraad 29/7-1879
tot 22/8-1884 en 21/7-1891 tot 7/9-1909. Was
wethouder en ambtenaar burg. stand te Zeist
6/9-1881 tot 22/8-1884 en 5/9-1899 tot 7/9-1909.
Was commissaris van de NutsspaarbanK alhier
van 1896 tot 1907; bedankte toen en werd in
1907 voorzitter van het Dept. Zeist van de
Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Woonde
ca 1880 in de 1e Dorpsstraat [nu het huis van
doKter H. van Loghem). Gehuwd Loenen 2/7-1874
met jKvr. Cornelia Catharina Clifford, geb.
Loenen op "Dver Holland" 2/8-1851, gest. Zeist
27/10-1916.
Kinderen:
1. Johannes Anthony, geb. Zeist op H. 1/8-1875.
Volgt 111,1.
2. Henriëtta Sophia Wilhelmina, geb. Zeist op
H. 4/8-1876, gest. Zeist op Klein H. 10/10-
1962. Ongehuwd.
3. Anthony Hendrik, geb. Zeist 18/11-1877,
gest. Zeist 17/6-1962. Ongehuwd.
4. Anthony Frederik, geb. Zeist 18/11-1877,
gest. Zeist 1944. Ongehuwd.
5. Herman Albert, geb. Zeist 21/7-1879, gest.
Zeist 7/2-1945, Was ca 1905 bestuurslid
van de IJsvereeniging "Zeist". Ongehuwd.
6. Aernout Paulus, geb. Zeist 10/8-1880, gest.
Zeist 25/2-1887.
7. Benjamin, geb. Zeist 3/2-1885. Volgt 111,2.
8. Johanna Adriana, geb. Zeist 6/7-1887, gest.
, .' Engeland 1967. Gehuwd Zeist 23/12-1915 met
Herbert Corder.
11.3 Christiaan Henderik van der Mersch, geb. Zeist
op de "hofstede Heerewegen" 28/2-1852, gest.
-ocr page 55-
55
Den Haag 13/1-1941. Was ritmeester bij de hu-
zaren. Gehuwd a) Bloemendaal 15/2-1877 met
Constantia Abrahamina van Gelder de Neufville,
geb. Haarlem op "riariënbosch" 16/9-1857, gest.
vóór 1927. En b) Den Haag 22/4-1927 met Eli-
sabeth Aletta Antoinetta Jacoba Schuurman,
geb. Arnhem 28/1-1884, gest. Laren 22/10-1969.
Gescheiden 19/1-1939.
Kinderen 1e huwelijk:
1. Jenny Antoinette. geb. Venlo 28/2-1880,
gest. Zeist 24/5-1974. Ongehuwd. Was op-
richtster, in 1914, van de ZaKbijbelbond
in Nederland.
2. Sophia Johanna, geb. Leiden 25/9-1882.
gest. ? 1939.
111.1 Johannes Anthony van der Mersch. geb. Zeist
op de "hofstede Heerewegen" 1/8-1875. gest.
Zeist 15/3-1957. Was griffier en later Kanton-
rechter te Ridderkerk. Breda en Zierikzee. Ge-
huwd Assen 19/4-1917 met jkvr. Josina Petro-
nella de Savornin Lohman, geb. Groningen g/4-
1885, gest. Zeist 3/4-1968.
Kinderen:
1. Hugo riaurits, geb. Zierikzee 17/12-1918.
Ongehuwd.
2. Hillegonda Christina Wilhelmina, geb. Zeist
op H. 6/3-1921. Gehuwd Zeist 24/8-1945 met
.;Henri Jan- Alois de Lanoy Meyer, geb. Dalf-
sen 1920.
3. Anthony Hendrik, geb. Cothen 29/1-1923.
Gehuwd Amersfoort 30/1-1948 met Wiskje
Auck baronesse van Heemstra, geboren Rhe-
den 2/8-1922.
111.2 Benjamin van der Nersch, geb. Zeist op de
"Hofstede Heerewegen" 3/2-1885, gest. Zeist
op Klein H. 23/10-1961. Was meester in de
rechten en behaalde in 1910 zijn doctoraat
daarin. Sinds ca 1920 secretaris-penningmees-
ter van het Hoogheemraadschap Amstelland;
ook hoogheemraad van het Hoogheemraadschap
Zeeburg en Diemersdijk; tijdelijk dijkgraaf
-ocr page 56-
56
van het Hoogheemraadschap Lekdijk Beneden-
dams en IJsseldam; bestuurslid van de Sticht-
se Waterschapsbond; voorzitter van de water-
schappen in onze omgeving; bekend advocaat en
procureur alhier; van de oprichting (in 1922]
af van de voormalige niddenstarldsbank Zeist
n.v. commissaris en vele jaren voorzitter van
de Raad van Toezicht van die Bank; eveneens
commissaris [1912-1955?] van de Nutsspaarbank
alhier, enz. Gehuwd Zeist 15/3-1911 met Maria
Johanna Blaauw, geb. Den Haag 21/9-1889.
Gescheiden 14/12-1933.
Kinderen:
1. Hugo Maurits, geb. Zeist 17/9-1912, gest.
Zeist 15/1-1941.
2. Clara Anna Feyona. geb. Zeist 3/12-1913.
Gehuwd Zeist 28/10-1942 met Johan Marius
van Daal, geb. Scherpenzeel 1916. Arts.
3. Cornelia Catharina, geb. Zeist 8/2-1917,
gest. Goes in 1965. Gehuwd Zeist 30/9-1950
met Piet Switters, gab. Utrecht 1915.
4. Henriëtta Sophia Wilhelmina, geb. Zeist
3/10-1920.
5. Maria Sophia Johanna, geb. Zeist op H. 21/
4-1922, gest. Zeist op KI. H. 8/11-1966.
Ongehuwd.
Omtrent de bouwheer Johannes Anthonie (of Anthony)
valt nog te vermelden, dat hij de stamhouder van
zijn geslacht was, want zijn twee broers stierven
ongehuwd en verder waren er nog drie zusters. In
Amsterdam was hij kapitein bij de schutterij. Na
zijn vestiging te Zeist was hij onder andere om-
streeks 1857 lid van de Schoolcommissie. In 1858
diende hij, tezamen met de heren W. Voullaire en
G.A. Croockewit, bij de gemeente een verzoek in,
nabij de Brouwerij een "gazfabriek" te mogen bou-
wen. Er werd toen een concessie voor 30 jaren ver-
leend en op 1/10-1859 brandde in Zeist voor het
eerst gas-straatverlichting. Verder was J.A. van
der riersch van de oprichting in 1862 af tot zijn
dood in 1898 lid van de Raad van Bestuur van de
-ocr page 57-
- 57
-ocr page 58-
58
toen alhier bestaande Verzekeringsbank "Kosmos".
Nog ca 1896 was hij, met als mede-vennoten zijn
zoon Pieter Arnold en D.J. van Lennep, firmant van
een, door zijn vader opgerichte, glasfabriek te
Nigtevecht, onder de naam' Van der Nersch & Co. In
1883 liet hij "Klein Heerewegen" bouwen en in 1896
het zogenaamde Zwitserse huisje. In 1896 - denkend
aan de sterfelijkheid van de mens - kocht hij een
grafkelder op onze oude begraafplaats aan de Berg-
weg (in 1911 door Pieter Arnold tot een dubbele
vergroot].
Na al deze - voor de lezer(es] misschien wat dorre -
personalia, woidt het tijd, eens aandacht te schen-
ken aan "Heerewegen" zelf. Zoals wij reeds schre-
ven: in 1848 werd het buiten gebouwd onder leiding
van architect ? Aiting. Hoe het er twintig jaren
later uitzag zien we op de gravure-weergave op pa-
gina 57 13); deze situatie is in ongeveer een
eeuw niet 'veranderd.
Beschreef de,voorlopige monumentenlijst het huis
als een "eenvoudig gepleisterd landhuis met een te-
rugspringende middenpartij met balcon, daterende
uit het midden der 19e eeuw". Van Luttervelt is iets
uitvoeriger en vermeldt 14): "Het daarnaast gele-
gen [nl. naast "Molenbosch", G.) "Heerewegen" is
ook op een heuveltje aan een groot half-cirkelvor-
mig gazon opgericht, maar minder door boomen over-
schaduwd. De algeheele witte bepleistering wordt
verbroken door groote vensters met spiegelruiten.
De drie boogvormige openslaande deuren in het mid-
den herinneren aan Houdringen en Vollenhoven. Een
voorbeeld hoe gemakkelijk architecten onder den
invloed komen van bouwwerken die zij in de omge-
ving aanschouwen. Tegen den voorgevel van Heerewe-
gen is een ruime loggia aangebracht met daarboven
een balkon. Loggia's, terrassen, waranda's en bal-
kons waren sedert het midden van de 19e eeuw op
het platte land de groote mode".
-ocr page 59-
59 -
Niet iedereen Kon de bouwstijl van die tijd waar-
deren. Zo schreef de wandelaar-predikant Craan-
dijK, toen hij omstreeks 1880 de Heuvelrug bezocht
15): "En de huizen zijn juist niet het sterkste
punt der buitens in deze streek. Ongetwijfeld zijn
zij, met hun veranda's en groote spiegelruiten,
hoogst aangenaam ter bewoning, maar zij zijn mee-
rendeels wat stijf en eentonig en "portland" of
pleisterkalk speelt er een te groote rol".
Naar Driebergen gaande, zag hij "Een nieuwe sier-
lijke chalet zonder zigtbaren naam [Klein Heere-
wegen, G.}, het grijze huis van Heerewegen, met
zijn vijver en zijn van lanen omringde weide,..."
Ter verduidelijking van het zojuist geciteerde
verwijs ik naar de opmeting van de
begane grond van Heerewegen (pag.62} en enige
foto's van vóór- an achtergevel. Uit de aangege-
ven afmetingen blijkt, dat het huis ongeveer I65
meter breed was (zonder de beide zij-serre's) en
circa 12 meter "diep", van voor- tot achterzijde.
De hoogte bedroeg omstreeks 10 meter. De ingang
van het landhuis bevond zich aan de achterkant,
bereikbaar met rijtuig of auto. Boven de uitge-
bouwde portiek stond in steen de naam "Heerewe-
gen" en het familiewapen gebeiteld 16); uit de
grote hal voerden twee eikehouten trappen - zich
tot één verenigend - naar de bovenverdieping. In
dit trappenhuis (boven de toegangsportiek) was
een groot glas-in-lood raam met het familiewapen
Van der Mersch. Kelders en keuken strekten zich
onder het gehele huis uit. De indruk die het huis
en de omgeving op de toeschouwer van het begin
van deze eeuw maakte valt te leren uit de volgen-
de woorden 17): "Tegenover 't gezellige Groenoord,
ligt voor aan den weg, rondom in eikenbosch ge-
nesteld. Klein Heerewegen. Er achter langs gaat
de rijweg naar 't groote Heerewegen, dat deftig
op zijn heuvel ligt; rondom de krachtige boomgroe-
pen. Een heel mooi plekje is 't Zwitsersch tuin-
huis terzijde van de tweede prachtige inrijlaan,
waar 't zijn aardig houten dak en zijn vriendelijke
ramen naar den weg ketert".
(wordt vervolgd)                                                 K.W. Galis
-ocr page 60-
- 60
Noten:
(11) R.A. Utrecht; recht, archieven, nr 1257.
Pachter Jan Jansse Lokhorst (die nog 'nbroer
Cornelis had] was diaken van de Ned. Hervorm-
•, . de (vroeger sprak men van Gereformeerde] Kerk
,...',. alhier van 31/12-1730 - 4/1-1734. En ouder-
ling van 6/1-1737 - 22/1-1738, toen hij door
de kerkeraad werd geschorst (en later ont-
slagen) uit zijn functie "wegens zijn gepleeg-
de hoererije met zijn meydt Neeltje P....."
(Notulen van de Kerkeraad).
Over pachter gesproken. Op pag. 16, eerste
. ? - alinea, werd medegedeeld, dat Gerrit (van)
Odijk de reeds dikwijls vermelde 33 morgen
wei- en bouwland pachtte; voordien in huur
bij Wouter van Dijck. In een akte van 7/1-
1755 vond ik, dat deze Wouter toen voor 6 jaren
van de Heer van Zeist huurde - voor ƒ 280,--
's jaars - een huis met schaapshok en de be-
wuste 33 morgen. - En uit een akte van boe-
delscheiding van 23/3-1808 meen ik te mogen
opmaken, dat toen pachters waren Jan van den
Klooster (zoon van Aart?; zie hiervoor pag.
16) en Barend Camue.
(12) Zie A.A. Vorsterman van Oyen: "Stam- en Wapen-
boek van aanzienlijke Nederlandsche Familiën",
Groningen dl Ilb, 1888; pag. 292-294. En:
Nederlands's Patriciaat. Den Haag. dl 8, 1917;
pag. 298-303. De familie Van der Hersch, al-
hier, was zo vriendelijk ook een aantal gege-
vens te verschaffen.
(13) P.J. Lutgers: "Gezigten in de omstreken van
Utrecht,___". ? .1869.
(14) R. van Luttervelt: "De Stichtsche Lustwaran-
de", Amsterdam, 1949; pag. 158.
(15) J. Craandijk: "Wandelingen door Nederland".
Haarlem, 1888 (3e druk); pag. 188 en 203.
(16) Het ligt in de bedoeling, deze steen weer in
te metselen in de te bouwen bejaardenflat.
(17) J.W. Kraal: "Nieuwe Groote Gids van Zeist".
Zeist, 1907; pag. 99.
-ocr page 61-
- 61 -
Uit de Zeister Weekbode (13
Ons gemeentelijK archief is in het bezit van een
belangrijke bron voor de Zeister historie : de
Weekbode voor Zeist, Driebergen en Omstreken.
Dit Weekblad gaat terug tot 1864 en heeft enkele
tientallen jaren Zeist en omgeving van nieuws
voorzien. In het archief bevinden zich alle num-
mers, netjes in jaargangen gebonden.
De oudste jaargangen zijn maar dunne boekjes van
klein formaat. Later wordt het formaat veel
groter en verschijnt de Bode meermalen per week.
De jaargangen zijn dan hele folianten.
Het eerste nummer is gedateerd 2 januari 1864.
De uitgever presenteert het blad met vele keuri- •
ge en bloemrijke volzinnen, die zo typerend zijn, . -
voor deze tijd. Het begin luidt als volgt: "Met
het nieuwe jaar iets nieuws.' dat is tenminste-
niet ongepast. Wie kan verlangen dat het altijd..;
bij het oude blijve, al prijzen sommigen het ou- i
de, en zien gaarne dat maar-.zo voortdurenj het. :
nieuwe, als het aangenaam zijn mag en nuttig; en,^
ofschoon niet volstrekt nodig en onmisbaar, toch
tijdig en gepast, kanv zo al niet behagen.dan
toch ook, zelfs bij achtenswaardige.vrienden van
het oude genade vinden. De uitgever.van dit zich'
nu openend en gaarne bescheiden optredend blad,
wenscht dat het voor zijn' Bode zo zijn mag". r
In dit eerste nummer wordt een terugblik gegeven
op het jaar 1863. Een belangrijk jaar, want er^
waren overal feesten geweest om het vijftigjarig
jubileum van de bevrijding in 1813 te herdenken.
Die bevrijding betekende het einde van een lang-
durige Franse overheersing. Het is merkwaardig,
dat juist in 1863 de grondslag werd gelegd voor
een nieuwe bezetting, maar nu van Duitse kant.
In 1863 was Bismarck plotseling een nieuwe rea-
-ocr page 62-
- 62 -
liteit in Europa geworden. De Pruisen hadden hun
leger gereorganiseerd en hun successen in de strijd
tegen Denemarken hadden hun overheersende positie
in Europa een stap naderbij gebracht. Maar hoever
lag de rumoerige twintigste eeuw nog verwijderd
van ons stille Zeist anno 18B4J
De Weekbode was destijds niet goedkoop, 10 cent
per nummer en 85 cent per drie maanden. In arme
gezinnen zal dit blad wel niet in de bus geworpen
zijn. Het was maar gering in omvang, vergeleken
met onze moderne dagbladen. De Weekbode telde de
volgende rubrieken: hij begon met de officiële
berichten, gevolgd door het "staatsnieuws", dat
zowel op het buitenland als op Nederland betrek-
king had. Voor hen, die speciaal het nieuws over
Zeist wilden verzamelen, is het gemakkelijk, dat
het plaatselijk nieuws altijd vooraan stond. Ver-
der waren er de rubrieken "allerlei, deftiger ge-
noemd verscheidenheden", ingezonden stukken en be-
kendmakingen van uitgekomen geschriften. Aan het
slot kwamen de advertenties.
Kan de Weekbode als een belangrijke historische
bron worden beschouwd? Minder dan de tegenwoor-
dige bladen. De berichten zijn maar kort, afbeel-
dingen en foto's van personen, gebouwen of gebeur-
tenissen ontbreken volkomen. Toch staan er in het
blad vele feiten en gebeurtenissen vermeld onder
een bepaalde datum. Zo'n datum is erg belangrijk,
want daaraan hebben we een punt van houvast voor
verder en diepgaander onderzoek. Zo kan men de
raadsverslagen van de gemeente Zeist erop naslaan
en dan veel nauwkeuriger en gedetailleerder gege-
vens krijgen van datgene wat men weten wil. Ik
heb in alle jaargangen van de Weekbode wel enkele
dingen aangetroffen, die ik de moeite waard vond
en hoop U in dit artikel en eventuele vervolgen
daarvan een en ander te vertellen.
-ocr page 63-
- 63 -
Laat ik beginnen met een overzicht van wat ik uit
de eerste jaargang van 1864 noteerde.
Er vonden verkopingen plaats in de logementen De
Zwaan (thans Victoria], en Woud- en Bergoord
(waar nu de Gevato staat]. Op Wallenburg, de voor-
malige woonplaats van de Zeister pionier d 'Amblé,
werd hout geveild. Er was een loterij voor het te
bouwen Wees- en Proveniershuis. Er is verder spra-
ke van de Gazfabriek, nog op zijn Frans gespeld.
Deze fabriek stond achter het Slot in de buurt
van de brouwerij (zo was het althans op de topo-
grafische kaart van 1872]. De aannemer Meerdink
bouwde het Weeshuis voor ƒ 46.992,--. Het zoetwa-
terkanaal te Suez werd geopend. Er vond een vei-
ling plaats van de "Grote Koppel", een der Zeis-
ter boerderijen en gelegen vlak bij het Klompje.
De opbrengst was ƒ 43.840,--. Ook "De Hoop" werd
geveild, een windkorenmolen, gelegen aan de Heu-
vel (dat was de Voorheuvel], in volle werking,
sterk gebouwd en achtkantig. Een paar jaar later
is die molen verbrand. Vlak bij bevond zich één
der drie tollen van Zeist. Die tol aan de Berg-
weg werd in 1664 verpacht. Tenslotte vindt men in
deze jaargang de winterdienst van de diligence-
onderneming firma Van Wijk & Co (vier malen per
dag van Zeist naar Utrecht v.v.].
Een feest in het Zeist van 1869
Op 26 juli was het 's avonds feest. Burgemeester
Huydecoper was voor zes jaar herbenoemd en men
wilde hem een serenade brengen. De hele dag had-
den uit vele woningen vlaggen gewapperd. Dm half
negen verenigden zich vele Zeistenaren, een deel
van de schutterij en het muziekcorps van de rij-
dende artillerie in de Laan van Beek en Royen,
toen nog geheel door stoere bomen beheerst. Hier
kregen de burgers, die aan de* optocht deel zouden
nemen, bandelieren en twee van hen ontvingen vlag-
-ocr page 64-
- 64
V
en
CD
co
^
c
•H
u
CD
a
o
u
m
"D
>i
Z)
,--^
X
c
N
2
i^
>
U,
3
CD
(D
!-,
C
j:
(L
■-0
>
Q)
(-,
O
0)
JZ.
+->
tn
(D
•-^
CD
E
c
CD
(D
M
>
(^
3
0)
n
+J
CD
c
'—'
CD
>
-P
x;
ü
o
+j
tz
■H
CD
Jii
■'—)
•H
■-H
CD
+J
CD
CD
CD
Sr-:-
■ <
,.-;■
■* 1^. "i                               * ,- J J
J-K
m
*Bi£:..-=.*,-...^;,.
'j'"
7-1 j:-i-'r-
^
^•y-^'
-ocr page 65-
- 65 -
gen, de ene met het wapen van Zeist en de andere
met het devies "Hulde aan de burgemeester van
Zeist". De voorzitter van de feestcommissie, de
heer L.P. van den BroeK, spraK een "gepast woord"
en men begaf zich, "verrast door eene prachtige
Bengaalsche verlichting, in statige optocht, on-
der het liefelijk spelen van de muziek, begeleid
door brandende fakkels en gevolgd door een groo-
te menigte volks, door de Dorpsstraat" naar de
woning van de burgemeester, het buitengoed "Den
Brink".
Daar stond de burgemeester met zijn echtgenote en
in gezelschap van verscheidene autoriteiten in
de vestibule gereed om de huldeblijken van de bur-
gerij in ontvangst te nemen. De familie van de
burgemeester vertoonde zich voor de opengeschoven
ramen. "Dp het heerlijk gelegen buiten van Z.E.A.
aangekomen, trad de regelingscommissie met de ba-
nierdragers voorwaarts en werd door den Heer L.P.
van den Broek eene hartelijke en kernachtige toe-
spraak " tot de burgemeester gericht, welke toe-
spraak door Z.E.A. "op minzame wijze werd beant-
woord".
Daarna begaf Jhr Huydecoper zich onder de Zeister
burgerij en dankte in gevoelvolle bewoordingen de
bevolking voor de betoonde hulde. Nog lange tijd
bleef men gezellig op het terrein van het land-
goed bijeen, terwijl de muziek speelde, nu en dan
Bengaals vuur werd ontstoken en verversingen rond-
gingen. Eindelijk trok de stoet, nog steeds ge-
volgd door een grote mensenmenigte, "in genoegeli)-
ke stemming af, maakte door Montaubansteeg, over ■
Voor- en Achterheuvel, Hoogen weg. Nooit Gedacht,
Jufferstraat, Broeder- en Zusterplein nog een
aangename toer en ging, na halt te hebben gehou- _
den in het Rond voor het Logement van den heer
Schneider, alwaar door den president der kommis-
sie nog woorden van hulde en dank gesproken wer-
den, hoogst bevredigd uiteen. Alles is in de bes-
-ocr page 66-
- 66 -
te orde en zoncfer ongelukken afgeloopen".
In hetzelfde nummer van de Weekbode treffen wij
een verslag aan over de zojuist opgerichte schut-
terij . Maandag om 6 uur in de namiddag werd een
bezoek gebracht aan de schietbaan, waar de compag-
nie door het gemeentebestuur "in oogenschouw werd
genomen en na de inspektie tweemaal defileerde".
De burgemeester gaf aan de commandant "zijne inge-
nomenheid over de houding en reeds verkregen oefe-
ning der schutters te kennen. De kompanjie zag er
zeer net uit. Ten half 8 ure was men in de kom
der'gemeente teruggekeerd".
Dit was een impressie uit het Zeist van 1869. Ik
heb het verslag over de feestelijkheden groten-
deels in eigen woorden weergegeven en slechts ge-
deelten letterlijk geciteerd. Dit verklaart ook
het verschil in spelling. De Weekbode is namelijk
bij de beschrijving van het feest dermate uitvoe-
rig, waar het details betreft, dat ik het voor de
leesbaarheid beter vond niet alles over te nemen.
Voor de niet-kenners van het oude Zeist volgt hier
nog een korte toelichting bij de route der feest-
gangers.
Het dorp was toen nog maar klein. De hele gemeente
telde ruim 5000 zielen. Austerlitz was feitelijk
de enige buurtschap. Een gedeelte van de bevolking
woonde verspreid over de buitens en boerderijen.
Zeist zelf lag enigszins ingedrukt tussen het
machtige complex van Slot en Broedergemeente en
aan de andere kant de zwaar beboste Slotlaan.
Het Rond met zijn beide Dorpsstraten was toen nog
het centrum van het dorp. Het valt op, dat de
feestgangers vooral die. straten aandeden, waar de
meeste mensen, woonden. Zo nam men de vrij eenzame
Montaubansteeg om de enige straat te bereiken, die
in bevolkingsdichtheid met de oude Zeister dorps-
-ocr page 67-
- 67 -
Kern kon wedijveren: de Voorheuvel. Ook de Achter-
heuvel (thans Emmastraat] was toen al nagenoeg
volgebouwd. Tussen beide straten was het terrein
destijds hoger dan nu,.
De Hogeweg vormde weer een veel stiller gedeelte
van het dorp, maar diende om de stoet gelegen-
heid te geven via Nooitgedacht, slechts aan één
kant volgebouwd, de dorpskern weer te bereiken.
Het eindpunt van de stoet wps het hotel van de
heer Schneider, het tegenwoordige Hermitage. Het
terrein waarop de schutterij oefende, lag ver
buiten de dorpskern in een eenzaam gedeelte onge-
veer ter hoogte van de Javalaan en omgeving.
H. Emmer
yit_de_Weekbode _\/an_12_agril 1902
'Naamlijst der Aangeslotenei)
aan het TELEPHOONNET.
41.    Ablaing van Giessenburpr (Baron d') „Beukbergen".
25.    Arkel (D. van), Stalhouder, Bestelkantoor S.S.
37.    Avis (C), Boekdrukker, Uitgever „Weekbode".
24.
    Blanckenhagen (Mr.), „Kerabergen".
57. Blarcum (van), „Tallyho-Cottage".
50.    Blooker (J.), „Zandbergen".
33. Bloemendaal (G.).
34    ..Boschlnst", H6tel in 't Park.
36.    Bredenoord, (A. G.), Wijn- en Sigarenhandel.
61.    Brink & Hannaen (van den), Aannemers. .
<56.    Bierbrouwerij „'t Haantje".
9.    Bund (W. D. van de)
11.    Bunnik, Raadhnia.
. 23.    Clotterbooke Patijn van Kloetinge (Mr. J. J.),
14.    Coulier (H. H.), Vischhandel en Comeütibles.
5.    Dunselman (H.), firma de Bruijn, Banketbakker.
38.    Dijk (C. G. van), Bloemist, Hofleverancier.
13.    Ekdom (Wed. Jan) Brandstoffen, Verhuizingen.
106.    Figi (Geor(;e H.), Kok en Banketbakker.
10.    Prance (Wed. F. A.), Brandstoffen, Pension.
6.     Gastabrit^k.
7.    Gemeentehuis van Zeist.
22.    Ginkel fR. van), Vleesohhouwer.
108.    Golf-Club (Doomsche).
27.    Grothe (Jonkvr. L), „Neyenheim".
51.    Hardenbroek (Baron van), „NiënhofF," Bunnik.
3. Jaoky & Co., Manufacturen.                                                                                  \
2. Kanter (P. J. de),' Ingenieur.
30. Klokke (F. H.), Comestibles.
-ocr page 68-
B8
1. Klomp (Th. A.), Tafeldienaar, Photograat.
20. Klomp (Wed C), Modes.
81. ^oppert (J.), Geldergche waren, ComeBÜbleB.
15. „Kosmos", Levensverzekering Maatschappij.
32, Kuigtenbrouwer (Mevr. de Wed. J. R. A.)
12. Lae (yan der), Stalhouder.!
43.    Lennep (Mr. F. K. van)
39.    Maohine fabriek (Zeister)
47.    Marmjk Kooy (J. H. van), „Ma Retraite".
105. Mé»ch (H. M. van der), „Bikenhof."
1060. MeteletKamp (J. A ).
34.    Muller, Park.
44.    Notten (C. van), „Beeklust".
26 Otto (Vincent). Hotelhouder.
102.    Opperbrandmeester te Zeist.
26. „Parkoord" (Hatel), Slotlaan.
45.    Pauw van Wieldrecht (Jhr. H.).
48.    Pesters (Jhr. C. A. de), „Villa Nova".
101. Politie-Bureau te Zeist.
60. Pijper & Co. (Gebr.), Makelaars.
35.    Reenen (Jnr. P. van), „Bloemenheuvel".
103.    Repelaer (Jhr.), Park.
62. Riessen (H. W. van), Koloniale- & IJzerwaren.
54.    Romondt Vis (Mr. van) „Sohoonoord".
40.    Scherpenzeel (C. J van), Vleeschhonwer.
53. Schols, Hotel „Woud- en Bergoord", Driebergen.
42. 8chütz 4 Co., Kruideaierswaren.
21. Schütz <k Zn , Zinkwerken.
29. Schneider, (W. K ), „Broeder-Hötel."
104.    Staatsspoorweg-Station, ZeisUDriebergen.
19. Taets van Araerongen (W. H. Baron).            , .,'                y i ■ ■■ i
49.    Tets (Douairière van), „Stenia".                                      , t
55.    Tets (Jhr. G van).                           .          .
46.    Thissen (M. L. H.)                       i ' *          , ■           -•; ,
1002 Vinju.
28. Wees 4 Weiss (G. van).
8, Westphal (K L), Vloesohbouwer. '                         . ,
34. Wiederhold (Th.), Hfttelhouder.                                    -
4. Zanten & Zoons (van), Taylors.                                 :, ' !■
Abonnementsprijs voor aansluiting aan het plaatselijk net              f AS.
Verhooging voor hen die intercommunaal wenschen te kunhen
spreken, zoo de lijn niet langer dan 1500 M. is......   - 5.—
Zoo de lijn van 1500 M. tot 3000 M. is..........   - 10.—
Zoo de lijn langer dan 3000 M. is, per 100 M........   - 0.35
JDlenstreg-eling-- (Spoortijd).
üp^erkdagen: van 7.30 v.m. tot 9.30 n.m.
'
                    Op Zondagen: van 7.30 v.m. tot 10.30 v.m.
Intercommunaal verkeer.
Op -werkdagen: van 7,30 v.m. tot 8.30 n.m.
Zondags geen dienst.
-ocr page 69-
- 69 -
Huize "Heerewegen" (4)
Hoe verliep de geschiedenis van dit huis en land-
goed? Nadat tientallen jaren de familie Van der
Mersch Heerewegen had bewoond, werd voor notaris
A.R. Mennega te Driebergen-Rijsenburg op 29 de-
cember 1954 de Stichting "Landgoed Heerewegen" in
het leven geroepen door Anthony Hendrik en Hen-
riëtte Sophia Wilhelmina van der Mersch, beiden
ongehuwd en wonende Lageweg 4 alhier. Het doel
was, de wettige nakomelingen van wijlen Hugo
Maurits van der Mersch en jkvr. Cornelia Cathari-
na Clifford te helpen bij opvoeding en/of studie;
de mogelijkheid te scheppen tot herstel van ge-
zondheid en ontspanning; eventueel financiële
steun te verlenen; de Diaconie van de Hervormde
Gemeente Zeist zo mogelijk te steunen. Een bestuur
van drie personen zou de Stichting beheren.
Nu was vóór 1948 al Heerewegen ingericht tot op-
leidingsinstituut van de Doopsgezinde Broeder-
schap en voornoemde Stichting had conform een huur-
overeenkomst betreffende het buiten met het Menno-
nite Central Committee. Toen deze huurovereen-
komst per ultimo 1962 eindigde, werd besloten
om het landgoed - met uitzondering van "Klein-
Heerewegen" - te verkopen. In 1963 deed het Ver-
enigd Plastic Verkoopkantoor een bod op een deel
van het perceel om er een representatief gebouw
en een laboratorium te bouwen. Gelukkig werd een
en ander voorkomen, doordat de Zeister gemeente-
raad op 18 februari van dat jaar zonder hoofde-
lijke stemming besloot tot aankoop van dit per-
ceel, kadastraal sectie E no 1212, voor ca
ƒ 720.000,--. De transportakte werd op 13 augus-
tus daaraanvolgend opgemaakt ten kantore van
notaris J.A. Ringeling te Zeist; het betrof dus
het terrein met alle gebouwen, behalve Klein-
Heerewegen met naaste omgeving, dat echter bij
ontruiming ook gemeente-eigendom zou worden voor
-ocr page 70-
70 -
BEGANE GEOm
HÏÏIZE HEEEEVfEGBN
-ocr page 71-
- 71 -
ƒ 50.000,-- plus Kosten. De gemeente werd aldus
eigenares van 11 ha., 73 aren en 61 centiaren; het
park werd opengesteld voor het publiek, maar een
klein gedeelte ervan, achter het landhuis, werd
per 1 november 1963 verhuurd aan de Ruitersport-
vereniging " 't Kerckebosch" als manege (tot 1
december 1973).
Wat Klein-Heerewegen (zie de afbeelding op pag.
75 ), Driebergseweg 9, betreft, dit huis was nog
bewoond door mej. M.S.J. van der Mersch. terwijl -
er sinds 1951 ook het gezin van de heer A. van
Leusden verbleef. Genoemde familie verhuisde ein-
de december 1966, nadat op 8 november van dat
jaar mej. Van der Nersch was overleden. Op 27 de-
cember werd toen de villa bezit van de gemeente
en deze gaf het huis in beheer en exploitatie
aan de Stichting Centraal Woningbeheer.
Bij raadsvoorstel no 21 van 13 februari 1967 werd
besloten tot herstelwerk binnens- en buitenshuis
a raison van ca ƒ 14.500,--, waarna het gebouw
- vroeger de portierswoning - als behuizing ter :
beschikking werd gesteld van de pas benoemde di-
recteur van onze muziekschool, de heer P. van Bog-
gelen. Deze vertrok in mei 1974 naar elders.
Het vermelden waard is de voormalige tuinmanswo-
ning, Driebergseweg 11a. In verband met dit zoge-
naamde "Zwitserse huis" moge het volgende, ge-
schreven door Van Luttervelt, worden geciteerd
18 3: "De vreemde herkomst van dennen en sparren
(in deze streek, G.) is nog lang gevoeld. Wanneer
zij op glooiende terreinen of aan kronkelende
beekjes groeiden, dan waanden de brave Nederlan-
ders zich al gauw in de bergen van Beieren of
Zwitserland. Om de illusie te volmaken verrezen
dan op die plekken houten "Zwitsersche bruggetjes"
en "Zwitsersche huizen" met breed overstekende-
daken en donker gekleurde balkons. Een heele Zwit-
-ocr page 72-
- 72 -
sersche mode ontstond allengs. Voorbeelden hiervan
op den Utrechtschen heuvelrug zijn de Zwitsersche
brug in het bosch van Driebergen, de half houten,
half geelgepleisterde tuinmanswoning van Heerewe-
gen, die het opschrift draagt: "184B Frühe Morgen
Keine Sorgen. GottlobI 1898" (waarmee het huisje
in 1898 gedateerd wordt),...." 19). Dit chaletje
werd omstreeks 19B0 bewoond door de familie F.F.
Venekamp en gedurende de laatste tien jaren door
de familie Ch.J.L. Muller (zie de afbeelding op
pag. 75).■
Op het terrein stond ook een koetshuis. Omstreeks
1964 had de gemeente dit gebouw aan het Gasbedrijf
Zeist en Omstreken gegeven als opslagruimte voor
nieuwe gasfornuizen, en dergelijke. Deze Dienst
verliet het gebouw op 1 december 1965; einde decem-
ber brak er brand in uit, waardoor vooral de kap
schade opliep. De Dienst Openbare Werken verzocht
toen om die bergruimte, waarmee de raad in juli
1968 accoord ging; de kap zou worden hersteld. Na-
derhand geraakte het bouwsel meer en meer in ver-
val, totdat het einde 1973 werd gesloopt.
De beide eerstgenoemde gebouwen staan nog op het
landgoed Heerewegen. Maar anders liep het met de
buitenplaats Heerewegen zelf; een huis met een in-
houd van ca 3200 m3 en staande op de Monumenten-
lijst. Reeds vermeldden wij, dat er een Doopsge-
zind centrum in werd ondergebracht (uit die jaren
dateert de wijziging van de kap door het aanbren-
gen van een aantal dakkapellen); ook een groepje
Hongaarse vluchtelingen kreeg er in 1956 tijdelijk
onderdak; en nadien een vijftal gezinnen, zoge-
naamde "krepeergevallen" van onze woningnood. Door
brandjes in Heerewegen - in de parterre en op de
eerste verdieping - daags vóór Kerstmis 1970 en
daarna in de nieuwjaarsnacht moesten deze gezinnen
naar elders verhuizen. Onderwijl had de gemeente
bij besluit no 9650 van 28 december 1966 toestem-
-ocr page 73-
73
voorzijde
"HeerBwegen" omstreeks 1970
achterzijde
-ocr page 74-
- 74 -
ming verleend aan de creatieve Stichting "De Werk-
schuit" te Zeist, om per 1 januari daaraan-
volgend het sousterrain te gebruiken voor haar cur-
sussen. De gemeente herstelde daartoe deze ruimte,
gaf een kleine subsidie, zou alles schoon houden
en conform werd een huurovereenkomst gesloten. In
april 1971 werd echter het gehele gebouw ontruimd
en met planken dichtgespijkerd om verdere verwaar-
lozing en vernieling door "krakers" te voorkomen.
Het resultaat was nihil want de vernieling in en
buiten het landhuis - van vloeren, deuren, trap-
leuningen, radiatoren, plafonds, serre's, glas-ln-
lood-raam, diefstal van lood en zink, enzovoort]
ging door; zo werd bijvoorbeeld op 28 september
1973 's morgens nog brand gesticht, welke brand be-
hoorlijk schade veroorzaakte.
In overleg met de Rijksdienst voor de Monumenten-
zorg was in 1971 door de gemeente nagegaan, of
herstel van Heerewegen nog mogelijk was. Het ant-
woord luidde bevestigend, maar de kosten - zonder
vernieuwing van de parkaanleg - werden in'oktober
van dat jaar al geschat op ƒ 650.ODO,--. Zelfs met
subsidies van Rijk en Provincie zou het onze ge-
meente nog ƒ 338.000,-- kosten. Bij een afschrij-
vingstermijn van 25 jaren zouden de huurkosten
van het gerestaureerde gebouw per jaar dan
ƒ 35.000,-- moeten bedragen; daarvoor zouden stel-
lig geen gegadigden zijn te vinden. Er begonnen
dan ook stemmen op te gaan om het gebouw maar te
slopen, waartegen anderen weer protesteerden, voor-
al echter vanwege de vrees, dat het waardevolle
natuurgebied met de bijzondere begroeiing om het
huis schade zou lijden.
Nu had de gemeenteraad al een "plan flolenbosch"
[inclusief Heerewegen] aanvaard, inhoudend het be-
waren van een parkachtig gebied met de bouw van
een tweede gemeentelijk bejaardencentrum.
-ocr page 75-
- 75 -
-ocr page 76-
76 -
In 1965 reeds werd door het Utrechtse architecten-
bureau Reitsma, Van Rossum en Brouwer een maquette,
plus de nodige tekeningen, voor zulk een centrum
gemaakt. De landelijke Ziekenhuiscommissie was het
met dit ontwerp niet eens; voor demente bejaarden
(die er namelijk ook onderdak zouden krijgen] vond
zij de opzet overbodig, te meer daar er in Drie-
bergen al plaats voor 2DÜ van zulke bejaarden was.
In 1970 kwam toen een gewijzigd plan ter tafel;
er zouden vijf gebouwen komen, namelijk a] 24 be-
jaardenwoningen voor zelfstandigen, in drie bouw-
lagenj b] een hoofdgebouw van twee vleugels [keu-
ken, recreatiezaal, administratie, eetzalen, lees-
hoek, enzovoort, terwijl de 2e t/m de 9e verdie-
ping woonétages bevatte]; c] een gebouw met vijf
bejaardenkamers en drie logeerkamers;
d] de ziekenboeg ca.; e] het personeelsgebouw.
De bouwkosten werden geraamd op ƒ 5.800.000,-- en
die van de inrichting op ƒ 1.466.400,--; dus teza-
men - met nog enkele andere uitgaven - op circa
ƒ 8.000.000,--. De bouw zou geëntameerd worden door
de Stichting Huisvesting van Bejaarden Zeist. De
houtopstand rond de gebouwen zou zoveel mogelijk
worden gespaard. Men taxeerde, dat er 90 personeels-
leden voor dit project nodig zouden zijn.
Het herziene plan viel niet binnen de woningwet-
bouw doch in de gesubsidieerde particuliere woning-
bouw en derhalve schoof de gemeente het project
door naar voornoemde Stichting. Maar wegens de tem-
porisering gaf de minister van Volkshuisvesting
geen toestemming voor de bouw. In augustus 1972
werd vernomen, dat er toch een contingent voor de
bouw beschikbaar kwam, maar dan weer wel in de
woningwetsector; dus ging het project weer terug
van de Stichting naar de gemeente Zeist. Genoemd
architecten-bureau had inmiddels het bouwplan op-
nieuw gewijzigd; er zou [en zal dus) een verzor-
gingshuis ■ verrijzen met twee vleugels van tien
bouwlagen en een derde vleugel van één bouwlaag.
-ocr page 77-
11
"> f \^ '**4' A *ff. ^A' "' -iC ^>^ "^              * '
Het te bouwen bejaarden-centrum "Heerewegen".
-ocr page 78-
78 -
Dit gebouw heeft dan 164 éénpersoonskamers, 18
tweepersoonsKamers, 8 ziekenbedden, 4 logeerbed-
den en 3 personeelskamers. Apart wordt nog een ge-
bouw met 27 woningen voor bejaarde echtparen neer-
gezet. Een personeelsgebouw komt er dus niet. Zie
de afbeelding van de maquette op pag.
77. De to-
tale bouwkosten (op basis 1973] zijn geraamd op
ƒ 7.668.219,--, dat wil zeggen dat de pensionprjs
per persoon per maand ca ƒ 1.015,-- moet bedragen.
In januari 1974 werd door Gedeputeerde Staten van
Utrecht goedkeuring verleend tot de bouw, van het
bejaardencentrum, maar niet - wat men gehoopt had
ook er bij te realiseren - voor het verpleegtehuis,
waarin onder meer de centrale keuken voor beide
tehuizen had moeten komen. Opnieuw was dus overleg
nodig tussen Gedeputeerde Staten en onze gemeente.
Hoe stond het intussen met Heerewegen? Reeds op 10
april 1972 had de gemeenteraad een voorstel tot
afbraak (no 403 goedgekeurd, doch volgens de rionu-
mentenwet (art. 14, lid 2] moest het ministerie
van C.R.M. de sloopvergunning geven. Op 5 mei werd
aan het ministerie die vergunning gevraagd. Nu
verklaarden zowel de provincie Utrecht (bij schrij-
ven van 11 augustus] als Monumentenzorg (bij brief
van 27 oktober ] zich tegen de sloop van het ver-
vallen pand.
Aangezien de kosten van een eventuele restauratie
ieder jaar omhoog gingen, bleef de gemeente aan-
dringen op sloping van het gebouw. Toen het minis-
terie van C.R.M, niet tijdig, namelijk vóór 5 mei
1973, reageerde op het slopingsverzoek van de ge-
meente, d.w.z. toen de beantwoordingstermijn was
verlopen, concludeerde men daaruit, dat tegen de
afbraak geen bezwaar bestond. De firma A.J. Winkel,
te Houten, ging er mee accoord, voor ca ƒ 10.000,--
Heerewegen en het koetshuis te slopen. Een raads-
voorstel hierover van 26 juli (no 117] werd op 6
augustus daaraanvolgend door de raad goedgekeurd
-ocr page 79-
- 79 -
terwijl Gedeputeerde Staten van Utrecht er op 12
september mee Instemden. Zodat in oktober 1973
met de sloop kon worden begonnen; in november was
huize Heerewegen verdwenen.
Het aannemersbedrijf Heijmerink is thans bezig
met de bouw van het bejaarden-complex ter plaatse;
op 11 juni van dit jaar werd daartoe de eerste
spade in de grond gestoken door de 89-jarige dames
Hylkema en Reysenbach.
Zo eindigt de geschiedenis van een 125-jaar bestaan
hebbend landhuis en zijn bewoners, met hun lief en
leed; en begint de geschiedenis van het gelijknami-
ge tehuis voor bejaarden, met hun lief en leed.
Het laatste blijft, het eerste - het stenen hulsel -
wisselt.
K.W. Galis
Noten:
(12) Een aanvulling op de genealogie Van der Mersch.
Op pag. 53 onder II, 1: Arnold Adriaan stierf
Aerdenhout 4/3-1918 en zijn echtgenote jkvr.
Anna 'Maria Wilhelmina Jacoba Backer stierf ook
aldaar 27/1-1929 op huize "Westerhoeve".
(18) R. van Luttervelt: De Stichtsche Lustwarande,
Amsterdam, 1949; pag. 144.
[19] Op pag. 58, regel 6 van boven staat abusieve-
lijk 18gB_ genoemd.
Bij nader inzien betwijfel ik, of inderdaad het zo-
genaamde kerkeland van Zeist [zie pag. 15 en 19)
opgegaan is in het Heerewegen-perceel. In het oud-
archief van onze gemeente - waaraan ook de vorige
gegevens zijn ontleend - vond ik, dat op 10 okto-
ber 1720 door de Gereformeerde [=Hervormde3 Kerk
alhier onder andere werd verkocht 8 morgen bouw-
land onder Stoetwegen aan de Hoogeweg; het kerke-
land derhalve. Aan wie is mij niet bekend; het
land kan toen zeer wel bij "De Breul" zijn gevoegd.
Terwijl dan het Molenbosch-Heerewegen-areaal (de
33 morgen) het stuk "Preekstoel"-perceel aan de
-ocr page 80-
- 80 -
nolenweg heeft opgeslokt.
De Oude Kerk te Zeist
Op 22 november J.1. werden 's middags in de ooste-
lijke vleugel van het Slot op enigszins feestelijke
wijze de eerste exemplaren uitgereikt van "De Oude
Kerk te Zeist" (dl I]. Dat geschiedde door de voor-
zitter van de Van de Poll-Stichting, mr dr A.H.H.
Stolk, na een inleidend toespraakje, aan de doch-
ters van wijlen de heer H.J. van Eekeren, de auteur
van genoemd historisch werk. Daarna ontvingen de
overige aanwezigen - namelijk leden van de Raad van
Beheer van onze Stichting, vertegenwoordigers van
de Kerkvoogdij, fotografen, pers, enz., tezamen on-
geveer 3G personen - eveneens een exemplaar van dit
boekwerk. Na een korte pauze sprak ds P. Kuyper,
mede-auteur, die de totstandkoming van het boekje
belichtte en de inhoud ervan resumeerde. Tenslotte
dankte ds J. Swijnenburg namens de familie Van
Eekeren voor het fraaie werkstuk, waarmee de arbeid
van wijlen hun vader/schoonvader alle eer werd aan-
gedaan. Daarmede was het officiële gedeelte beëin-
digd.
Inderdaad kan de Van de Poll-Stichting, dank zij de
medewerking van vele personen [onder andere de ge-
meentelijke drukkerij], trots zijn op dit mooie
boekje, 102 pagina's en 36 afbeeldingen tellend.
In de Zeister boekwinkels zal het voor belangstel-
lenden ook te Koop zijn.
                                         i/ 11 r-
k . W . b .
Tenslotte: moge 1975 een goed jaar voor U zijn en
vergeet niet wat Guido Gezelle schreef;
Verloren is 't gepijnd om aan
den tijd, die immer voort moet gaan
een paal te zetten;
Ja, stelt u maar en schoort u stijf,
g'en zult met al uw leen en lijf,
zijn bane niet beletten.