Van de Poll-
Stichting Zeist |
|||||
4e jaargang, maart 1974, nr 1
|
|||||
- 2 -
Bulletin van de Van de Poll-Stichting
voor de Zeister geschiedenis
4e jaargang, maart 1974, nummer 1
|
|||||||||
Redacteur:
K. Scharten, Oirschotlaan 11
DagelijKs Bestuur, der Stichting;
Mr dr A.A.H. Stolk,
voorzitter, Driebergseweg 1
Prof. dr J. Ph. de Monté verLoren,
vice-voorzitter, Krullelaan 28 Mr dr H. Emmer,
secretaris. Graaf Janlaan 83
Mr H.L.L. van Hoogenhuyze,
penningmeester, Pl'atolaan 24
L. Visser,
wnd secretaris-penningmeester,
Lommerlust 17 |
|||||||||
Archief;
Het Slot, Zinzendorflaan 1
Het archief der Stichting is geopend
op woensdag van 10-12 uur v.m.
en van 2-4 uur n.m. Conservator:
|
|||||||||
Dr K.W. Galis, Beslaan 7; telefoon 03404-15565
|
|||||||||
Lezing
Voor een gehoor van ruim 60 belangstellenden spraK
op 22 november J.1. in de congreszaal van het Slot de bekende Driebergse historieKenner W. Harzing over de geschiedenis van het voormalige Kasteel Rijsenburg en van het gelijknamige dorp. Deze bij- eenkomst, georganiseerd door onze Stichting, werd wegens verhindering van de voorzitter geopend door mr H.L.L. van Hoogenhuyze, die o.a. meedeelde, dat men in de pauze een uitgebreide collectie foto's, gravures en prentbriefkaarten [afkomstig uit het bezit van de heren Harzing, Van Hoogenhuyze en van de Van de Poll-Stichting) zou kunnen bewonderen; op enige tafels was een en ander uitgestald. Daarna boeide op prettige wijze de spreker - hier- bij gebruik makende van vele smalfilm-beelden - de aanwezigen, door met grote stappen, maar ook wel kleine pasjes, door de Driebergense-Rijsenburgse historie te wandelen. Driebergen was een dorpje, gelegen om de middel-
eeuwse St Catharina-kapel (staande daar. waar zich nu aan de Hoofdstraat de N.H. kerk verheft], welke zes-zijdige kapel reeds in 1405 wordt vermeld. Het dorp was klein; ca 1585 telde het 22 gezinnen. Eerst in de 18e en 19e eeuw - toen, zoals elders, de Heuvelrug-schoonheid werd ontdekt - ving de groei van Driebergen aan. De geschiedenis van Rijsenburg toont een geheel
ander beeld. Wel was er, aan de Langbroeker Wete- ring, al sedert de 13e eeuw een kasteel van die naam, mogelijk ontstaan,als woning van een mili- tair geslacht, daar zich vestigend in verband met de toenmalige ontginning van de moerassige veen- en broeklanden. En wel was er - eeuwen later, in 1754, gebouwd - het buiten "Spar en Dael", nu Sparrendaal, maar het dorpje Rijsenburg, de oog- appel van de heer Harzing, ontstond pas op 1 au- gustus 1810. De ontwerper en financier van het |
||||
- 4 -
plaatsje was de rijke Vlaamse "industrieel" Petrus
Jodocus van Oosthuyse, die in de Bataafse en Fran- se tijd veel geld had verdiend en op Sparrendaal was gaan wonen. Over de bouwgeschiedenis, opgra- vingen ter plaatse, lanen aldaar, afbeeldingen van dit fraaie buiten werden de luisteraars uitvoerig ingelicht. Behalve eigenaar van Sparrendaal was, sedert 1800, Van Oosthuyse tevens bezitter van de heerlijkheid Rijsenburg (het slot zelf was in dat jaar gesloopt} . Het harmonisch gebouwde dorpje met zijn aardige
pleintje - aan één zijde gesloten door de R.K. kerk [waarin zich onder meer het graf bevindt van de, in 1818 overleden, heer Van Oosthuyse) en aan de andere kant door "Het Wapen van Rijsenburg" (helaas door een waranda misvormd) - nam het leeuwendeel van de lezing in beslag. De grens tus- sen dit "nieuwe" dorp en het oude Driebergen werd gevormd door de wetering De Zwoer, welke onder een brug in de Utrechtseweg doorliep. Westwaarts en noordwaarts bezat Van Oosthuyse grote stukken grond, voornamelijk nog heide. Voor de bouw van het Seminarie werd bijvoorbeeld door hem het ter- rein geschonken- De heer Harzing eindigde, met te wijzen op het verschil dat bestaat tussen het oude Rijsenburgse dorpsplein met mooie bomen, stenen grenspaaltjes, harmonische huisgevels en erkers en de huidige "blikverzameling" op het kale parkeerpleintje. Hij vertelde van de pogingen tot rehabilitatie, door verkeersomleiding, enz. en sprak de hoop uit, dit streven nog beloond te mogen zien tijdens zijn leven (spreker is thans 75 jaren oud}. Een dankbaar applaus toonde de waardering voor de interessante avond, welke door de heer Van Hoogen- huyze met enkele welgekozen woorden werd gesloten. K.W. G.
P.S. Einde november verscheen het boeiende boek van de heer Harzing: "Driebergen en Rijsenburg, hoe zij ontstonden en groeiden" ; 148 pagina's en rijk geïllustreerd.- |
||||
- 5 -
Jaarverslag van de Secretaris
Periode november 1972 tot november 1973
|
||||||
Deze verslagperiode begon de Stichting met het
organiseren van een interessante en gezellige avond in de bovenzaal van het Zeister Slot. Dp 10 november verzorgden daar de heren E. de Klerk en L. Visser een voordracht met lichtbeel- den over het Zeist van het begin der twintigste eeuw. . ' De heer Visser^leidde de avond in en vertelde
ons iets over de ontstaansgeschiedenis van het Zeister Raadhuis en over de architect Stuivinga. De heer De Klerk, oud-hoofd van de hervormde
school aan de Slotlaan, gaf toelichtingen bij de dia's, welke getuigden van een uitstekend ge- heugen en een grote kennis van het oude Zeist. Dp 3 april kwam het dagelijks bestuur der Stich-
ting bijeen in het Slot. Verschillende onderwerpen werden hier besproken,
zoals de achterstand in de archiefwerkzaamheden, de stagnatie in de bronnenuitgave, de moeilijk- heden rond de publicatie van het boek over de Dude Kerk, het ontwerp van een nieuwe folder, de lezingen, de excursies en het bulletin. Op 30 maart hield drs A. Bertoen te Bilthoven,
oud-adjunct-directeur van de provinciale plano- logische dienst, een lezing over het onderwerp "Leven en werken in Zeist en haar randgemeenten sinds 1800". Het werd een leerzame avond in de bovenzaal van het Slot. De heer Bertoen toonde zich niet alleen zeer deskundig op het terrein van'zijn onderwerp, maar wist ook door zijn pret- tige betoogtrant de toehoorders een boeiende en interessante avond te bezorgen. |
||||||
- 6 -
De excursiecommissie, bestaande uit de heren
Visser, Van Hoogenhuyze en Galis,heeft dit Jaar weer twee uitstapjes georganiseerd. Op zaterdagmiddag 2 Juni ging het per autobus via binnenwegen naar de Vechtstreek, waar een bezoek werd gebracht aan het kasteel Gunterstein. De bezoekers werden hier gastvrij en hartelijk ontvangen door de kasteelheer Jhr mr L.A. Ouarles van Ufford en diens echtgenote. Er volgde een interessante rondleiding door het betrekkelijk kleine, maar intieme slot en na afloop werden de gasten onthaald op thee en cake. Daarna ging men te voet naar de hervormde kerk van Breukelen en de terugreis voerde langs een mooie landelijke om- weg via Vleuten huiswaarts. Op vrijdagmiddag 8 Juni vond de tweede excursie
plaats, waarbij het zo mooi gerestaureerde huis Lunenburg kon worden bezichtigd, dank zij de gast- vrijheid van mevrouw P. Fentener van Vlissingen, Daarna ging de tocht naar kasteel Hardenbroek, waar evenals vorig Jaar de bezoekers werden ont- vangen en rondgeleid door de kasteelvrouwe H.A. baronesse van Hardenbroek-Snouck Hurgronje. Wat de bronnenuitgaven betreft werd aanvankelijk
verwacht, dat in de loop van 1973 een nieuwe af- levering zou kunnen verschijnen, die dan betrek- king zou hebben op het begin der zeventiende eeuw. Deze verwachting is niet bewaarheid, als gevolg van de omstandigheid, dat het de deskundigen, die met dit werk bezig zijn, aan de nodige tijd ont- breekt. Gedurende deze verslagperiode heeft de Stichting
desgevraagd aan het gemeentebestuur advies gege- ven over de naamgeving aan nieuwe wijken in Zeist. De gemeente heeft voor de derde bouwfase in Zeist- West de naam Brugakker voorgesteld, voor het win- kelcentrum de naam De Clomp en voor de vierde, laatste en meest westelijke, bouwfase de naam |
||||
7 -
|
|||||
Crosestein.
Deze voorstellen zijn behandeld door de vice-
voorzitter en de secretaris en deze hebben zich ermee Kunnen verenigen, omdat de namen geschikt zijn en historisch verantwoord. Op 24 oKtober Kwam het dagelijKs bestuur in het
Slot ter vergadering bijeen. Het voornaamste onderwerp van bespreKing was de uitgave van het boeK over de Oude KerK. Men besloot aan de Raad van Beheer het voorstel te doen een aflevering van dit boeK onder auspiciën van de Stichting te doen uitgeven, later eventueel gevolgd door een of meer aflevefingen. Voor de eerste aflevering zijn de financiële middelen beschiKbaar, nu er stagnatie is ingetreden in de uitgaven der Bronnen. De Raad van Beheer is enigszins gewijzigd, door-
dat jhr A.N.J. van de Poll heeft gemeend op grond van zijn leeftijd voor zijn zetel te moe- tBHibedanKen. Tot nieuwe leden van de Raad van Beheer zijn benoemd dr K.W. Galis, conservator der Stichting, en mevrouw E.A. van de Poll- Witholt, beiden te Zeist. Het aantal begunstigers van de Stichting is on-
geveer gelijK gebleven. Gedurende deze verslagperiode zijn vier nieuwe
bulletins verschenen. De heren Visser en Emmer, die voorlopig met de zorg voor het bulletin be- last zijn, hopen, met de hulp van de heer Galis en anderen, deze taaK te Kunnen voortzetten en met regelmatige tussenpozen verdere bulletins te Kunnen doen verschijnen. Een woord van danK aan de heer Visser, door wiens goede zorgen tel- Kens ongeveer 300 exemplaren hun bestemming be- reiKen, is hier wel op zijn plaats. Dit jaar, op 28 augustus, heeft voor Zeist en
ooK voor onze Stichting een zeer belangrij Ke ,, |
|||||
8
|
|||||||||
gebeurtenis plaatsgevonden. Het gebouw van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg aan het zo fraai gerestaureerde Broederplein werd officieel door Prins Claus geopend. Er waren toespraken van minister Van Doorn, van de restauratie-architect baron Van Asbeck, en van de heer Van Swighem, waarnemend hoofd-directeur van Monumentenzorg. De Prins maakte met zijn gevolg een rondgang door het geopende gebouw en de genodigden zagen in de kerk- zaal aan het Zusterplein de première van een film en een dia-klankbeeld. Door de nabuurschap van Monumentenzorg is onze
Stichting, met haar ruimte in het Slot, in een nog meer sfeervolle omgeving gevestigd. Zeist, 1 november 1973
H. Emmer
Secretaris .
|
|||||||||
Verslag van de Conservator
Periode 1 november 1972 tot 1 november 1973
|
|||||||||
Ook in dit verslagjaar was er weer veel werk aan
de winkel.
Niet slechts nam de gevoerde correspondentie toe
- soms samenhangend met afgelegde bezoeken aan
ons stichtingsarchief -, ook het aantal bezoekers - ca 80 personen - eiste de nodige tijd.
Zo werd informatie [in woord en beeld] verstrekt
aan mevrouw Prins-Schimmel [Putten] over de Oude Kerk, mejuffrouw Van Tongerloo [Utrecht] over onze Stichting, mejuffrouw Oen Outer [Leiden] over David van Mollem en "Zijdebalen", de heer Brouwer [Amsterdam] over de schilder Van Rappard, de heer |
|||||||||
- 9
|
|||||
Hensel (Amsterdam] over 't Jagershuis, de heer
Spee (Utrecht] over oude trams ca., de heer Goedhart (Huis ter Heide] over de historie van "Rodichem", de heer Wallenberg (Hilversum] over "Wallenberg", de heer Treffers (Utrechts Nieuws- blad] over "Heerewegen", enz. De gehele foto-ver- zameling (toen nog niet bewerKt] werd in gedeel- ten naar het Rijks Archief te Utrecht gebracht om er gefotografeerd te worden; alles werd in orde terug ontvangen. Onder de bezoekers - om locale historische inlichtingen vragend - waren scholieren en ook leerlingen met hun leraar van de Pedagogische Academie St Jozef. De prentbriefkaarten-collectie breidde zich,
door schenking en aankoop, wederom uit. Men ver- gelijke de volgende cijfers: op 1-11-197(3: 1464 stuksj op 1-11-1971: 1581 stuks; op 1-11- 1972: 1636 stuks; op 1-11-1973: 1728 stuks. Deze verzameling is geheel op orde. Met de kaarten-verzameling staat het anders; wel
is in de - einde vorig jaar ontvangen - metalen ladenkast een voorlopige indeling aangebracht jnet als rubrieken: kaarten-algemeen, - provincie Utrecht, - Zeist, maar daarna zijn deze werkzaam- heden gestaakt om over te gaan op dringender werk. Dat werk betrof en betreft de foto-verzameling,
de topografische atlas, omdat daarbij aan thans nog levende Zeistenaren zo nodig toelichtingen kunnen worden gevraagd. Deze collectie was zeer sterk uitgebreid, onder meer door een grote schenking van wijlen dé heer Kraal. Als voor- ,,beeld diene, dat de afdeling "Slot Zeist" in de kartotheek (van wijlen de heer Van Hinsbergen] 67 nummers telde en nu ca 250. In totaal zijn tot heden ca 1130 foto's geregistreerd. Na vol- tooiing van die registratie moeten zij allen op kartonnetjes geplakt, van hun nummers voorzien en via een catalogus publiek gemaakt worden. In |
|||||
- 10 -
een kartotheek-systeem zullen dan de afbeeldingen
uitvoeriger worden toegelicht. Bij dit werk onder- vindt schrijver dszes sedert 1 oktober j.1. iedere woensdagmiddag hulp van de heer K. Scharten, waar- voor ik hem hierbij hartelijk dank. De rubricering der foto's loopt pafallel met die van de prent- briefkaarten, nl. als volgt: 1. algemene foto'sj 2. bossen; 3. parken en plei-
nen; 4. straten en lanen; 5. openbare gebouwen, scholen; 6. kerken; 7. Broedergemeente; 6. tehui- zen; 9. Slot Zeist; 10. kastelen en buitenplaat- sen; 11. verschillende huizen; 12. hotels, uit- spanningen, pensions; 13. bedrijfslevenj 14. brug- gen, sluizen, tollen; 15. verenigingen; 15. Kamp van Zeist; 17. Austerlitz; 18. Huis ter Heide; 19. Den Dolder en Bosch en Duin; 20. diverse ge- beurtenissen; 21. portretten; 22. omliggende ge- meenten. Het redactiewerk van ons Bulletin berust sedert
april j.1. ook bij de heer Scharten [ook daar- voor dank], nadat gedurende het eerste kwartaal de heer Emmer redacteur was geweest. Alles ver- loopt op prettige wijze; het Bulletin verschijnt regelmatig; copie is er momenteel voldoende. Het ligt in de bedoeling op de drie verschenen jaar- gangen een index naar auteur en artikel samen te stellen. De bibliotheek is eveneens geheel bijgewerkt en
telt nu 402 nummers [maar natuurlijk veel meer "delen"). Een tweede supplement op de bibliotheek- catalogus is gereed gekomen. Ook de verkoop-voorraad aan stichtingspublicaties,
kaarten, en dergelijke is per 1 november weer op- genomen en genoteerd. In het verslagjaar werd - tijdens lezingen enz. - nog voor ƒ 215,-- ver- kocht, maar het.wordt toch zaak, dat onze Stich- ting eens nieuwe publicaties ten verkoop biedt, daar "de markt" met de oude, aanwezige, verzadigd |
||||
- 11 -
schijnt te raken. <
Na langdurig overleg is nu tenslotte de nieuwe
folder ook klaar gekomen; distributie onder ver- enigingen, enz. moet nog plaats vinden. Het knipselarchief blijft een zorgenkind. Wel
werd iets ingelopen op de achterstand^mede door de gewaardeerde hulp van mijn echtgenote, die een aantal vrijdagen de kranten met de schaar te lijf ging", maar eerst grondig kan een en ander worden aangepakt als de topografische atlas en de kaar- tenrcollectie in orde zijn. Evenzo is het gesteld met de. uit de nalaten-
schap van wijlen Jkvr.J.M.E. van de Poll verwor- ven, archivalia betreffende de familie Van de Poll; hoewel wél iets nagezien en in mappen onder- gebracht is in onze archiefkast (bij de twee map- pen die daar vorig verslagjaar al kwamen] staat het overgrote deel nog ongecontroleerd in de kei-, derruimte van het Slot. Maar ook dat werk komt te zijner tijd gereed. . ..,^,^ In verband met de langzame afwikkeling van som-
mige werkzaamheden [zie boven) moge ik voor- stellen - voorlopig slechts voor 1974 - om één dag,'de woensdag, als bezoekdag in het Bulletin te vermeiden opdat de vrijdag een ongestoorde, bezoekloze, dag zij. Tenslotte worde dankbaar gewag gemaakt van een
aantal schenkingen, zoals van een groot aantal akten door de heer Storm de Grave (betreffende "Schaerweyde" en de Schaerweyder Bosschen], door de heer Van Hoogenhuyze (foto's, voorwerpen],door de heer Visser (prentbriefkaarten] en andere. Hier wil ik tevens de heer Visser danken voor de velerlei hulp welke hij mij (en de Stichting dus) verschafte. K.W. Galis
'..■■ ■.■'! '■■ . Conservator
|
||||
- 12 -
De entree van Zeist
Dit is geen vervolg op mijn artikel over dit on-
derwerp, maar een aanvulling. Mijn collega in de Raad van Beheer, mr dr J. Meerdink, heeft mij mee- gedeeld, dat hij nog een brief heeft uit het jaar 1896, waarin melding wordt gemaakt van de brand in het huis Waterigeweg hoek Eerste Dorpsstraat, üf, voor beter-georiënteerden, het huis waarin vroeger de Kosmos en de Bazar gevestigd zijn ge- weest. Geholpen door deze aanwijzing heb ik het verslag
van de brand kunnen vinden in de Zeister Nieuws- bode van 26 februari 1896. Ik laat dit verslag hier in extenso volgen. "Hedenmorgen ongeveer half vijf brak alhier een
felle brand uit in de Bazar van de firma Wed. A. v.d. Bund, welke door de vele lichtontvlambare voorwerpen, die op het magazijn aanwezig waren, zich in korte tijd zo hevig liet aanzien, dat een wielrijder naar Utrecht werd gezonden om de hulp van een stoombrandspuit in te roepen. Gelukkig bleek spoedig deze hulp niet nodig te zijn, toen de gemeentebrandspuiten begonnen te werken. Onge- veer te half negen kon de brand als gebluscht be- schouwd worden en konden de spuiten op één na in- rukken, welke laatste gedurende den geheelen dag de puinhoopen bleef bespuiten. De oorzaak van den brand is onbekend, het schijnt op den zolder aan- gekomen te zijn. De Bazar is geheel uitgebrand. De belendende perceelen, voor het behoud waarvan men zich eerst ernstig bevreesd maakte, bleven behouden, maar hebben ook door waterschade veel geleden. "De burgemeester en andere autoriteiten waren spoe-
dig op het terrein aanwezig. Schutterij en poli- tie handhaafden de orde. Een groot geluk mag het genoemd worden dat het gedurende den brand blad- stil was. Waren de vlammen door een feilen wind als die der vorige dagen aangewakkerd geworden. |
||||
- 13 -
dan waren de gevolgen niet te overzien geweest,
vooral daar in de onmiddellijKe nabijheid berg- plaatsen van brandstoffen en verfwaren zijn ge- vestigd. Naar wij vernemen was huis en inboedel tegen brandschade verzekerd. Evenzeer de belen- dende perceelen". Dit bericht wordt onmiddellijk gevolgd door een
ander, dat wel met de brand zal samenhangen .... "Een 2 tal spuitgasten, die hedenmorgen te veel gedronken hadden, kregen in een herberg twist, met het slot dat zij door de politie naar het bureau werden overgebracht". H. Emmer
|
||||||
Huize "Heerewegen"
Werd in ons Bulletin, 1e jrg, 1971, uw aandacht
gevraagd voor de>in dat jaar, gesloopte herberg (hotel-pension] "Huis ter Heide" in het gelijkna- mige gedeelte van de gemeente Zeist, ditmaal zal een artikel worden gewijd aan de - einde 1973 af- gebroken - buitenplaats "Heerewegen", Driebergse- weg 11, kadastraal sektie E, no 2112. Vanwaar die naam ? Door prof. De Monté verLoren is er op gewezen, dat namen, eindigend op "wegen", hier en elders meer voorkomen, b.v. in Stoetwegen, Zijdewegen (boerderij in de Kroost). Als zodanig zou deze naamsuitgang onverklaarbaar zijn. naar in het geval van "Heerewegen" ligt waarschijnlijk de zaak eenvoudiger. Immers, de Arnhemse Bovenweg, de béide Hogeweg-delen en de Oude Arnhemseweg werden reeds in de Middeleeuwen - maar ook nog in de 18e eeuw (vgl. de akte van 24/7-1744] - aangeduid met de naam Heerweg, Heere- weg. Het was dan ook de hooggelegen, droge, zan- dige baan. waarlangs het gehele jaar door gereisd kon worden, door soldaten, boeren, marskramers, pelgrims en de Utrechtse bisschoppen. Het land- |
||||||
- 14 -
goed, waarover wij gaan schrijven, grensde aan de-
ze oude heerweg en aan de andere, zuidelijke, zij- de aan de huidige Driebergseweg, alias KerKweg of Heereweg. Want ook deze weg werd in de 17e eeuw Cen daarvoor ?) met die laatste naam genoemd (men leze b.v. de akten van 9/8-1B31, van 18/6-1637, van 11/5-1641, van 22/1-1647]. De meervoudsvorm "Heerewegen" voor het door ons te bespreken per- ceel zou dus te verklaren zijn door de ligging tus- sen beide verkeerswegen in; de perceelsnaam be- staat als zodanig al in de 17e eeuw en mogelijk reeds daarvoor. Voorgeschiedenis
Wat kunnen we daarvan te weten komen, vóór dus in
1847 huize "Heerewegen" verrees? Na speurwerk in de "Bronnen voor de geschiedenis van Zeist" en in de R.A. Utrecht-fiches 1} kon, zij het met lacunes enenige vraag-tekens (terugwerkende van de 19e eeuw naar het verleden} het volgende overzicht worden opgesteld. Voor een normale gang van zaken ten be- hoeve van de lezer(es} begin ik bij het "begin"; verderop zullen de onderlinge relaties hopelijk duidelijk worden. Blijkens een akte van 27/11-1368 verpacht het Vrou-
wenklooster te Oostbroek 145 morgen land, genaamd Eykenbosch. "Item een stuc landsgheheten Hedeweghen, daerbij gheleghen, also alst gheleghen is mit egghen (=grenzen, G.) ende mit eynden, daernaest ghelant is des papenland van Zeyst, " aan de bovenkant (=oostzijde, G.) en het Vrouwen- klooster-land aan de benedenkant (= westzijde, G.} 2).- In een belasting-kohier van 1556 staat o.m.: "Heereweger, is Vrauwecloester alias Hedwegen "3). Belangrijk is, wat een inventaris van pastoriën en vicariën van ca 1580 vermeldt: " ......in Zeyst
acht mergen zaetlants aen 't heedtvelt, met den
oosteynde streckende aen den Heerwech (= Arnhemse Bovenweg, G.) ende met den westeynde an de Herck- |
||||
- 15 -
wech C=Driebergseweg, G.}, daer zuydtwaerts naest
gelandt is JoncKer Bartholomeus van de Wael ende noortwaerts die van Vrouweclooster, ..."4]. N.B. Met de Kompasrichtingen nam men het vroeger niet zo nauw. In plaats van "oosteynde" en "west- eynde" b.v. zouden wij liever spreken van"noord- oost" en "zuidwest". - Ter verduidelijking: heedt-- velt, heetveld = heide. Des papen land werd na de Reformatie het kerkeland van Zeist, 8 morgen groot. Hedewegen is, naar ik vermoed, het latere Heerewegen; voorheen dus bezit van het Vrouwen- klooster. Het land van jhr Van de Wael is het perceel "De Breul". Volgens een akte van 18/6-1637 huurt Anthbnis
Senthen van Dijck van de Zeister kerk voor 6 jaren 8 morgen land, gelegen in Zeist op Herewegen, strekkende van de Herenweg (=Driebergseweg, G.) tot aan het heetveld. Deze Anthonis, zoon van Sent Gijsberts van Dijck en broer van kerkmeester Claes Senthen van Dijck kwam uit een groot gezin; in 1640 wordt hij vermeld als gerechtsman van de heerlijkheid De Breul. De 8 morgen (= 68086,3 m^} kerkeland komen we aanstonds weer tegen. Na vele jaren, n.1. pas in 1745, vinden we weer een spoor; de Heer van Zeist, Willem Adriaan van Nassau, verkoopt dan zijn heerlijkheid ca. aan de koopman Cornelis Schellinger, zoals: een huis en hofstede met 33 morgen land, gelegen onder Stoetwegen, grenzend oostwaarts aan het Kerkeland van Zeist en ten westen aan de "Preekstoel". Het land van de boerderij de "Preekstoel" strekte zich n.1. ook uit ten noorden van de Driebergse- weg. En al deze landen behoorden tot het gerecht Stoetwegen (dat weer onder Zeist hoorde], waarvan de kern evenwel bij de Tiendweg lag en dat door- liep tot bij de Kromme Rijn. Kort en goed: in deze akte is sprake van een perceel van 33 morgen, d.w.z. het voormalige perceel Molenbosch plus |
||||
- 16 -
Heerewegen I
De volgende bekende akte, van 31/10-1763. deelt
mee, dat Vrijheer Cornelis Schellinger voor 6 jaren verhuurt aan Gerrit Gerrits van Odijk een huis ca. met 33 morgen wei- en bouwland (voor ƒ 262,-- per jaar met toepacht]; voordien verhuurd aan Wouter van Dijk (een nakomeling van Anthonis voornoemd ?). Bij akte van 26/9-1768 verkoopt Schellinger zijn
Zeister bezit (hij blijft nog Heer van Driebergen) aan Maria Agnes, burggravin en gravin van Dohna, gravin van Zinzendorff en Pottendorff, waaronder o.m.: een huis en hofstede met 33 morgen land - met het Drostenbosje -, gelegen onder Stoetwegep, in huur bij Gerrit Odijk. Het volgende jaar, de 6 jaren zijn om, wordt in
augustus 1769 een nieuwe akte opgemaakt, waarbij de rentmeester van de Vrijvrouwe - weer voor 6 jaren - verhuurt aan Aart van 't Klooster een huis met 33 morgen land (voor ƒ 270,-- plus toepacht, ditmaal), voordien verpacht geweest aan Gerrit Gerrits van Ddijk. - Later, op 28/3-1776, verhuurt de rentmeester voor dezelfde termijn weer aan Aart vant Clooster hetzelfde land (nu voor ƒ 260,-- 's jaars). In de transportakten van Stoetwegen lezen wij 5),
dat op 22 april 1784 werd overgedragen aan Jan Willem Barchman Wuytiers, heer van Rijnwijk en De Breul (sedert 16/11-1779)," .... seekere wal en bomen, geleegen tusschen de gemeene Arnhemse wegh en het land van de kerk van Zeyst onder den ge- regte Stoetwegen, belend ten noordwesten den com- parant met het land genaamt Heereweegen, alwaar de gruppel, die tusschen Heereweegen en het Kerkeland geleegen is, zal worden doorgegraven .....". De heer Barchman Wuytiers bezat dus blijkbaar het Heerewegen-perceel; vandaar, dat de scheidingsgrep- pel in genoemd jaar overbodig was geworden. Nadien, b.v. in 1796 en 1801, komt de naam Heerewegen ook voor. |
||||
- 17 -
Op 23/9-1802 verkochten de erfgenamen van Jhr Jan
Willem aan Everard Kol het landgoed Rijnwijk en de Nieuwe Breul, met bijbehorend bezit 6}. In 1825. na de dood van Everard Kol, komt de boedel aan Jan Kol, die toen o.m. eigenaar werd van de Grote Breul 0=De Breul], de Kleine Breul en Hoogkanje (de heidevelden aldaar] 7]. Politiek en economisch was er in de voorgaande de-
cennia nog al iets veranderd. De Bataafse Republiek, het Koninkrijk Holland, het Franse Keizerrijk en het Koninkrijk der Nederlanden volgden elkander op. En economisch ontstond o.a. het streven om de heidevelden te veranderen in bossen en bouwland; ook in Zeist, waar b.v. burgemeester Van Bern tot dat doel op grote schaal gronden aankocht. Ook Everard Kol - en zijn zoon Jan volgde later dit voorbeeld - begon "heetvelden" op te kopen; zeer ten ongerieve van de schapen- en bijenhoudende inwoners van ons dorp. Zo kreeg hij in 1803 hei in erfpacht achter de hofstede Hoogkanje, onder beding, dat onbelemmerd moest blijven "het spoor uit de Odijkersteeg", ten behoeve van de inwoners van Odijk, Werkhoven, Houten en Schalkwijk, die hun produkten daarlangs ter Amersfoortse markt brachten, alsmede de Hoge of Arnhemse weg (= de Bovenweg, G.], die achter de landen van Rijnwijk liep en die 12 voeten breed moest blijven 8). Tot het goed Rijnwijk behoorden dus kennelijk de Grote Breul en de Kleine Breul, gezien het voren- staande. Zo was het b.v. ook in 185B, toen de heer W.J.A. van Romondt Vis, op "Schoonoord" wo- nende, eigenaar was van hst Rijnwijk-territoir èn van de Grote Breul met bouw- en weiland. Hoe de situatie op en rond "Heerewegen" veranderde is te zien op enkele kaartjes op pagina 18. Wat gebeurde er met het perceel Heerewegen? Onze informaties daarover zijn onvoldoende. Wel weten we, dat in 1804 de bekende bewoner van "Sparrendaal" te Driebergen en stichter - later -\ |
||||
- 18 -
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^----------^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- 19 -
van het dorpje Rijsenburg Petrus Judocus van Oost-
huyse hier ook al huis en gronden nabij de "Krake- ling" en het Dijnselburgse bos met daarbijgelegen heide kocht. Deze Heer van Rijsenburg stierf in 1618, zijn weduwe evenwel eerst in 184B. Hun doch- ter, Henrica Piternella Veronica, in 1814 gehuwd met Jacobus Josephus van Rijckevorsel, stierf reeds jong, n.1. in 1829. Toch moet in deze periode het perceel Heerewegen (met Molenbosch) in handen van de familie Van Oosthuyse zijn gekomen 9). Zojuist werd verondersteld, dat de 33 morgen land,
welke in de 18e eeuw aan diverse pachters werden verhuurd, identiek zouden zijn aan de landgoederen Molenbosch plus Heerewegen. Bij omrekening in m^ is 33 morgen gelijk aan 281021,1 m^. Vermeerderen we dit getal met de oppervlakte van het zgn. kerke- land (68086,3 m^), dan wordt het tezamen 349107,4 m2. Volgens de huidige kadastrale gegevens beslaan het (oude, niet verkavelde] "Molenbosch" plus 9
"Heerewegen" in totaal 352800 m*^; een gering ver-
schil dus. Blijkbaar is het voormalige kerkeland dus opgegaan in "Heerewegen". Sporen in het ter- rein zijn hieromtrent niet te vinden. Èr zij op gewezen, dat wel de Heideweg (vroeger ook Heer- wegenöesteeg geheten} een al eeuwen bestaande weg naar de heide is (oorspronkelijk zandpad, later verbeterd tot verkeersweg]. Zo is er in 1632 sprake van onderhoud van "de steech vande hey aff tot aen Stoetwech toe" 10]; waarbij men bedenke, dat het verlengde van de Heideweg, de Bunsing- laan, in vroeger tijd Stoetwegense dijk of -steeg heette. |
|||||
(wordt vervolgd] K.W. Galis
|
|||||
20
|
||||||
Noten:
|
||||||
(1) R.A. Utrecht; recht, archieven no 1259 en
1261. (2) Bronnen, I, pag. 64.
. (3) Idem, II, pag. 93. Hedewegen = Heidewegen?
(41 Idem, II, pag. 170.
(5) Deze gegevens ontleende ik aan het artikel
,,;-^ van ds P. Kuyper jr : "Waar lag het oude kerkeland van Zeist ?". Zeister Nwbl., 19/4-
1950, pag. 2. (6D R.A. Utrecht; recht, archieven no-1267.
(73 zie ook J.B. Christemeyer: "Het Lustoord ,
tusschen Amstel en Grebbe ...". Leiden, 1836; pag. 131. (83 R.A. Utrecht; recht, archieven no 1261.
(9 3 Hier volgt een korte stamboom van deze fami-
lie. Petrus Judocus van Oosthuyse (geb. 21/5- 1763 Meulebeke, gest. 17/12-1818 Den Haag, begraven Rijsenburg3, huwde 13 Henrica Smits in 1788 te Den Haag en 2 3 Margaretha de Jongh (geb. 9/10-1769 flaassluis, gest. 27/11-1846 Den Haag, begraven Rijsenburg3 in 1792 te Maassluis. Hun kinderen waren: mr Johannes Petrus Josephus (geb. 1792 Den Haag, gest. y,a . ongehuwd 19/2-1814 Breda, begraven Rijsen- burg3; Henry (geb. 1794 Den Haag, gest. 1796
Den Haag3; Henrica Piternella Veronica (geb. 24/9-1793
Den Haag, gest. 6/12-1829 Den Haag, begraven Rijsenburg3. Deze dochter huwde op 15/9- 1814 te Rijsenburg met Jacobus Josephus van Rijckevorsel (geb. 8/2-1785 Den Bosch, gest. 1862 Ubbergen3. Dit echtpaar kreeg 10 kinde- ren. (103 Bronnen, II, pag. 272. .... sr.Ht |
||||||
21
|
||||||||
In memoriam Prof. dr J.Ph. de Nonté verloren
|
||||||||
Prof. De Monté verLoren is vanaf de oprichting
van onze Stichting lid geweest van de Raad van Be- heer; vanaf 195B was hij ondervoorzitter. Hij was onze historisch deskundige en historisch adviseur bij uitstek, die wij herhaaldelijk raadpleegden en op wie wij talloze malen konden terugvallen, die met de grootst mogelijke hulpvaardigheid en vrien- delijkheid raad gaf, waar het gevraagd werd en die Jarenlang het historisch geweten van onze Stich- ting is geweest. Maar hij was meer dan alleen maar adviseur:
Hij controleerde en leidde persoonlijk de uitgave van de unieke "Bronnen van Zeist". Hij heeft Kuijper's bewerking van het werk van Van Eekeren over de Oude Kerk nauwkeurig nagezien. Hij heeft gepubliceerd over tal van Zeister historische on- derwerpen, over de Zeister Dorpsstraat, over de rechtsgeschiedenis van Zeist. Jarenlang beheerde hij het uitgebreide ar-
chief van de Stichting in zijn huis. ■•- Wij hebben in hem een eminent medewerker ver-
loren. Zijn nagedachtenis zal bij de Van de Poll- Stichting in dankbare herinnering blijven. |
||||||||
dr A.A.H. Stolk
|
||||||||
voorzitter
|
||||||||
22 -
|
||||||
Behalve een aantal boeken op historisch gebied
- waarvan de voornaamste hieronder vermeld wor- den - verschenen ook talrijke artikelen van de hand van wijlen professor De Monté verLoren. Als eerbetoon aan de overledene plaatsen wij in dit bulletin de, tot heden ongepubliceerde, tekst van een voordracht welke hij op 21 november 1970 hield in het Slot te Zeist voor het Algemeen Rechtshistorisch Dispuut "Salvius Julianus". |
||||||
De historische ontwikkeling van de begrippen
Bezit en Eigendom in de landsheerlijke rechtspraak over onroerend goed in Hol- land. Utrecht, 1929 [dissertatie). Geschiedenis van de wetenschap van het Straf-
recht en het strafpropesrecht in de Noor- delijke Nederlanden vóór de codificatie. Amsterdam, 1942. | De rechterlijke organisatie van Humsterland
en die van de Marne in de middeleeuwen. Utrecht. 1948. De rechterlijke organisatie ten platten lande
in het gebied langs den Krommen Rijn ge- durende de middeleeuwen. Utrecht, 1948. Grondbezit en standen in h_et oosten des lands
vóór de feodalisering. Utrechtj 1949. De beteekenis van niet gefeodaliseerde gebie-
den voor de rechtsgeschiedenis. Verslagen en Meded. v/d Ver. tot uitgaaf v/d bron- nen v/h oud-vaderlandsche recht, 10. Utrecht, 1950. De geschiedenis van de Zeister Dorpsstraat.
Zeist, 1953. Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechter-
lijke organisatie in de Noordeiyke Ne- derlanden tot de Bataafse omwenteling. Deventer, 1972 (5e druk]. |
||||||
23
|
||||||
Een en ander uit de rechtsgeschiedenis van Zeist
|
||||||
door Prof. Dr J. Ph. de Monté verLoren
Het middeleeuwse Kerspel Zeist, waartoe ook Drie-
bergen en Rijsenburg behoorden, bevatte meerdere territoriale rechtsKringen en een viertal Kaste- len, die later door de Statenvergadering van Utrecht officieel als ridderhofsteden werden er- kend, te weten het Slot Zeist, Kersbergen, BliK- Kenburg (eigenlijk is de juiste naam Bliekenburg, wat oude Zeistenaren nog steeds zeggen) en het Kasteel Rijsenburg. Dmdat wij ons in het Slot bevinden, wil ik eerst
iets zeggen over de rechtspositie van deze kaste- len. Het Slot behoort tot die zeldzame ridderhof-
steden, welke niet in leen werden gehouden, maar die vrij eigen goed, met andere woorden eigendom, waren van de bezitters. Dientengevolge komt het niet voor in de leenregisters. Bovendien is het middeleeuwse archief van het Slot blijkbaar ver- loren gegaan, zodat wij over de geschiedenis daar- van in dit tijdperk vrijwel niets weten. Kersbergen was later ook allodiaal goed, maar
hier weten wij, dat dit huis aanvankelijk te leen werd gehouden van de Heren van Abcoude. Tussen 1392 en 1418 is het echter omgezet in een vrij eigen goed. Hoe dit in zijn werk is gegaan blijkt niet bij gebrek aan gegevens hierover. Het meest waarschijnlijke is, dat degeen die Kersbergen in leen hield, de leenband met de Heer van Abcoude heeft afgekocht tegen het daarvoor toentertijd gebruikelijke tarief van 1/3 van de waarde van het leengoed, waarop de rechten van de leenheer toen geschat werden. Dat Kersbergen in 1418 geen leengoed meer was, blijkt duidelijk uit het feit» |
||||||
24
|
|||||
dat toen de vrije eigendom ervan werd overgedra-
gen voor het gewone gerecht en niet voor het leen- gerecht. Bliekenburg is, zover als onze bronnen terug-
gaan, altijd leengoed geweest en is dit gebleven tot de opheffing van het leenstelsel. Reeds vóór 1340 blijkt dit huis in leen gehouden te worden van de Heren van Abcoude. Toen de goederen en rechten van de Heren van Abcoude in 1459 overgin- gen op de bisschop-landsheer werd Bliekenburg een Stichts leen. Nadat de wereldlijke machte de temporaliteit. van de bisschop van Utrecht was overgedragen aan Karel V treedt deze als leen- heer van Bliekenburg op en vervolgens tot 1581 diens zoon Philips II en daarna de Staten van Utrecht op welke de rechten van de afgezette lands- heer waren overgegaan en dus ook het leenheerschap van alle Stichtse lenen. Het kasteel Rijsenburg blijkt al in 1332 een
Stichts leen te zijn en daarvoor geldt ook, dat achtereenvolgens eerst de bisschoppen van Utrecht, daarna Karel \J en Philips II en vervolgens de Staten van Utrecht er de leenheren van zijn ge- weest. Tot de opheffing van het leenstelsel ten- gevolge van de Bataafse omwenteling van 1795 is het Kasteel Rijsenburg een Stichts leen gebleven. In 1536 werden het middeleeuwse Slot Zeist
en het Kasteel Rijsenburg en in 1537 Bliekenburg en in 1538 Kersbergen door de Staten van Utrecht als ridderhofsteden erkend. Dit hield in, dat de bezitter ervan, mits hij edelman was, zitting kon nemen in de Statenvergadering van het gewest in het lid der ridderschap. Voorts genoten de ridderhofsteden vrijdom van huisgeld, een belas- ting op huizen, ook vrijstelling van bieraccijns voor . op het huis en in de bijgebouwen te drinken bier en tenslotte het exclusieve recht van de jacht op alle gronden in een kring met een |
|||||
- 25 -
|
|||||
straal van 200 roeden rondom het kasteel. Een
Stichtse roede is ruim 3! m, dus 750 m. Toen Willem Adriaan van Nassau plannen maak-
te om het inmiddels vervallen middeleeuwse slot door het tegenwoordige te vervangen, verkreeg hij van de Statenvergadering vergunning om het recht van ridderhofstad over te brengen op zijn te bouwen nieuwe slot, dus op het tegenwoordige gebouw. Bij de opstelling van de lijsten van ridderhofsteden was als vereiste gesteld, dat het betreffende huis moest voorzien zijn van een gracht, een ophaalbrug en een poort. Toen het tegenwoordige slot gebouwd werd,
hadden deze verdedigingswerken hun militaire waarde verloren. Toch heeft Willem Adriaan van Nassau formeel nog aan de genoemde eisen voldaan. Het terrein van het Slot was met grachten omge- ven, in de stenen brug, die toegang gaf tot het voorplein was een gedeelte van hout (bij de res- tauratie) ,om practische redenen niet weer aange- bracht] dat als ophaalbrug kon dienen, terwijl het zeer hoge, van spitse punten voorziene hek, dat het voorplein afsluit een poortgebouw ver- vangt en als een poort "nieuwe stijl" kan worden beschouwd. Wat de territoriale rechtskringen in het
kerspel Zeist betreft, de kern daarvan werd ge- vormd door het lage gerecht van dien naam dat zich in handen van de bisschop-landsheer bevond en waarin onder andere het Slot gelegen was. De gerechtsvergadering bestond hier aanvankelijk uit de meetellende geërfden, later uit een sche- penbank. De middeleeuwse bezitters van het Slot zijn dus nooit - een veel voorkomende misvatting Heer van Zeist geweest. Verder bevond zich in de middeleeuwen in
Zeist een laag gerecht van de Heren van Abcoude, waarin onder andere het goed Kersbergen gelegen |
|||||
26
|
|||||
was. Dit gerecht kwam in 1459 met de andere goe-
deren van de toenmalige Heer van Abcoude aan de bisschop-landsheer en werd met het bisschoppelij- ke gerecht verenigd. Ook in het gerecht van de Heer van Abcoude werd
rechtgesproken door geërfden onder leiding van een schout, die de gerechtsvergadering presideer- de en daarin recht vorderde door het aanwijzen van één der geërfden als oordeelvinder. Meer naar het zuiden lag het lage gerecht
Cattenbroek, welke ambachtsheerlijkheid slechts ongeveer 225 ha groot was en waarin in 174B maar 4 huizen stonden. De gerechtsvergadering bestond aanvankelijk uit geërfden, later uit slechts 2 schepenen. Cattenbroek werd te leen gehouden van het Sticht. Ten oosten daarvan lag de ambachtsheerlijk-
heid Stoetwegen, ruim 346 ha groot, waarin in 1748 12-huizen stonden; dit gerecht was eveneens een Stichts leen. Hierin lag onder andere het kasteel Bliekenburg. Men heeft hier een goed voor- beeld van een heerlijkheid met een daarin gele- gen kasteel welke nooit dezelfde bezitters hebben gehad. Ook in Stoetwegen bestond het gerecht aan- vankelijk uit geërfden, welke in later tijd door schepenen zijn vervangen. In het veel grotere gerecht Driebergen, waar-
in zich in 1748 62 huizen bevonden, behoorde de lage rechtsmacht, die aanvankelijk door geërfden en later door schepenen werd uitgeoefend, oor- spronkelijk toe aan de Heer van Abcoude, die de- ze te leen hield van het Sticht. Ook hier ging deze rechtsmacht in 1459 over op de bisschop- landsheer en later op diens rechtsopvolgers. De ambachtsheerlijkheid Rijsenburg, die on-
geveer 130 ha besloeg en waarin in 1748 9 huizen stonden, vormde met het gelijknamige kasteel één Stichts leen. Hier waren dus kasteel en heerlijk- heid in handen van dezelfde persoon. |
|||||
27 -
|
|||||
De hoge rechtsmacht binnen het Kerspel Zeist
bevond zich in handen van de bisschop-landsheer en diens rechtsopvolgers, te weten Karel V en Philips II en daarna de Staten van Utrecht. In 1677 droegen deze laatsten de hoge jurisdictie over Zeist en Driebergen - en dus ook over de genoemde ambachtsheerlijKhederi , met uitzonde- ring van Rijsenburg - over aan Willem Adriaan van Nassau [graaf sinds 1679J en wel in vrije eigendom voor een bedrag van f 5.000,--, zodat Zeist een allodiale hoge heerlijkheid werd. Te- vens kreeg Willem Adriaan bij deze transactie de lager jurisdictie in het onderhavige gebied, waar deze zich in handen van de Staten bevond en niet reeds aan anderen was uitgegeven. In de opgesomde ambachtsheerlijKheden bleef
dus de lage jurisdictie berusten in handen van de respectieve ambachtsheren, terwijl de hoge rechtsmacht aldaar - Rijsenburg uitgezonderd - aan de Vrijheer van Zeist kwam. In 1748 waren er in Zeist 11:1 huizen. In 1633 bedroeg blijkens het register van het hoofdgeld het aantal inwoners van Zeist, de kinderen beneden één jaar niet mee- geteld, omdat voor deze geen hoofdgeld betaald behoefde te worden, 347 personen. In Driebergen bestond toen de bevolking volgens dezelfde maat- staf uit 157 personen. In Rijsenburg uit 10 en in Cattenbroek en Stoetwegen tesamen genomen uit 75 personen. "v^, >:r ^ ^ , .:.,. Na de verkrijging van de hoge jurisdictie deed
Van Nassau een galg oprichten ten noorden van de Arnhemse Bovenweg, ongeveer ter plaatse waar te- genwoordig hotel "het Kerckebosch" staat. Ook schafte hij een compleet stel martelwerktuigen, een pijnbank met toebehoren, aan. Immers ook pij- niging mocht alleen toegepast worden bij verden- king van zware misdrijven, welker berechting tot de hoge jurisdictie behoorde. Deze pijnbank met toebehoren is in 1876 door het Gemeentebestuur van |
|||||
- 28 -
|
|||||
Zeist aan het RijK geschonken ter plaatsing in de
Gevangenpoort in Den Haag, waar het een toeris- tische attractie - vooral voor Kinderen op school- reisjes - vormde. De Vrij heer stelde, behalve een schout voor
de lage jurisdictie, een drost aan, die de Zeis- ter schepenbank presideerde en daarbij als rechtsvorderaar, met andere woorden als Dfficier van Justitie, optrad wanneer deze,zaken, die tot de hoge jurisdictie behoorden, moest berechten. Een indruk van de criminele zaken, die in
de hoge heerlijkheid van Zeist berecht zijn, krijgt men uit de zogenaamde criminele rol, wel- ke bewaard is gebleven over de jaren 1719-1778 en die thans berust op het Rijksarchief te Utrecht. Het merendeel van de zaken betreft ernstige
mishandeling tijdens een vechtpartij waaraan een mes te pas kwam. Dpmerkelijk is, dat, evenals tegenwoordig dikwijls het geval is, de door de drost geëiste straf zwaarder was dan die, welke door het gerecht bij het vonnis werd opgelegd. Soms was zelfs het verschil heel groot. In 1747 eiste de drost tegen een man, die een paard uit de weide had gestolen, de doodstraf. Dit was be- grijpelijk, want op diefstal van vee uit de wei- de stond oudtijds in beginsel de doodstraf. Het vonnis van de schepenbank luidde echter veel en veel milder, namelijk een gevangenisstraf van 14 dagen op water en brood, dus zonder bier en zonder warm eten. Tegen een man, die in het zelf- de jaar een boom had gestolen uit het bos van de Vrij heer. eiste de drost geseling, maar het von- nis luidde: opsluiting op water en brood geduren- de 14 dagen. In 1749 had een man bij een Jiuiselijk twist
zijn vrouw een oog uitgestoken. De drost eiste voor deze ernstige mishandeling geseling en ver- banning uit de provincie Utrecht voor 12 jaren. |
|||||
- 29
|
|||||
Ook in dit geval viel het vonnis aanzienlijk mil-
der uit, want dit luidde weer: een gevangenis- straf van 14 dagen op water en brood. Dit wel zeer milde vonnis voor een zo ernstig misdrijf berustte op de overweging, dat er verzachtende omstandigheden aanwezig waren, namelijk het slechte zedelijke of liever het onzedelijke ge- drag van de vrouw. Haar man had haar daarvoor, volkomen rechtmatig volgens de toenmalige rechts- opvattingen, een strenge kastijding toegediend, die geëindigd was in een vechtpartij, waarbij hij haar, vermoedelijk per ongeluk, een oog had uitgestoken. Ook landloperij werd oudtijds als een ern-
stig misdrijf beschouwd wegens de grote overlast, welke vooral de dikwijls eenzaam wonende platte- lands bevolking van zulke vagebonden ondervond. In 1750 werd een landloopster en beroeps-bedela- res veroordeeld om voor het rechthuis van Zeist in de Eerste Dorpsstraat aan de kaak te worden gesteld met een papier op de borst, waarop haar misdrijf vermeld stond en om vervolgens voor 6 jaren uit de provincie Utrecht te worden verban- nen. In de criminele rol vindt men ook zaken
waarin de doodstraf werd uitgesproken en voltrok- ken. De galg was dus:niet alleen een statussymbool
voor de Vrijheer. Dm een enkel voorbeeld te noe- men werd in 1749 een 20-jarige jongeman ter dood veroordeeld en opgehangen wegens diefstal van paarden en schapen. Deze strenge straf hield ver- band met het feit, dat de delinquent zijn mis- drijf gepleegd had in samenwerking met "zeer fa- meuze dieven en vagebonden". Hij behoorde dus . kennelijk tot een van die beruchte benden van va- gebonden, die het platteland onveilig maakten en waartegen scherpe placaten waren uitgevaardigd. |
|||||
- 30 -
|
|||||
Zijn strenge bestraffing moest dienen, zoals het
vonnis zegt,"ten afschrik en exempel" van anderen, De schaapherder, moordbrand. geradbraakt.
Een Zeister schaapherder, die met zijn schaaps- kudde ver van huis was afgedwaald tot in het Wes- ten van de provincie Utrecht ontmoette daar een, vermoedelijk rijke, weduwe. De kennismaking be- viel zo goed, dat hij haar trouwbeloften deed, zonder echter te vertellen, dat hij in Zeist een huisgezin had, bestaande uit een vrouw en zeven kinderen. Hij besloot zijn gezin uit de weg te ruimen. Tot tweemaal toe poogde hij het uit zeer brandbaar materiaal bestaande huisje, waarin zijn gezin woonde, 's nachts in brand te steken, in de hoop dat althans zijn vrouw in de vlammen zou omkomen, want dan kon hij met de rijke weduwe trouwen. Beide pogingen tot brandstichting misluk- ten echter en hij werd gearresteerd. Dit zeer ernstige misdrijf vormde een poging tot moord- brand. moord door middel van brandstichting, on- der de verzwarende omstandigheid, dat het bij nacht was gepleegd. Daarom werd hier een verzwaar- de vorm van doodstraf, het radbraken,toegepast. Daarbij sloeg de beul met een ijzeren staaf alle ledematen van de veroordeelde stuk, soms gevolgd door een genadeslag op het hart. Het lichaam werd door de spaken van een rad gevlochten en dit rad werd daarna op een paal bij de galg ge- plaatst. Voordat de schepenen vonnis velden, consulteerden zij - althans bij belangrijke 2.a- ken - een vooraanstaande jurist in Utrecht en diens advies werd opgevolgd, omdat de veelal uit eenvoudige lieden bestaande schepenbank zich eerst dan verantwoord voelde. Ftaorters van steden konden in criminele zaken
niet door het gerecht van de hoge heerlijkheid worden berecht, maar moesten terecht staan voor hun eigen, stadsgerecht. |
|||||
31 -
|
|||||
In 1767 werd de hoge heerlijkheid Zeist door
de toenmalige eigenaar - Cornelis Schellinger, die deze in 1746 van de Nassau's gekocht had - verkocht en in 1766 overgedragen. Daarbij behield de verkoper echter de hoge en lage rechtsmacht in Driebergen aan zich. Driebergen werd toen dus een afzonderlijke hoge heerlijkheid. Behalve de reeds genoemde binnen het kerspel
Zeist gelegen normale lage rechten, treft men ook daar het merkwaardige verschijnsel aan van de miniatuur ambachtsheerlijkheden. Een soort overgang tussen deze laatste en de
grotere lage gerechten vormt de ambachtsheerlijk- heid de Breul, gelegen op de grens met Driebergen. Deze was nog geen 86 ha groot en werd te leen ge- houden van de Heren van IJsselstijn. De ambachts- heer stelde er een schout aan, terwijl het ge- recht gevormd werd door twee aldaar geërfde ge- rechtslieden. Doordat de Breul een eigen schout en een eigen gerecht had - al bestond dit laatste maar uit twee personen - onderscheidde het zich van de miniatuur heerlijkheden, die nu ter spra- ke zullen komen. De oppervlakte van zo'n gebiedje had gewoon-
lijk de grootte van één boerderij en normaliter stond er maar één huis in, zodat er van het vor- men van een gerecht geen sprake kon zijn en een eigen schout er geen taak zou hebben gevonden. Nu zal men zich afvragen wat het belang was
van het bezit van zo'n miniatuur ambachtsheer- lij kheid, vooral wanneer de ambachtsheer niet eens binnen zijn gebiedje woonde. De reden, waar- om de landheer van een boerderij er prijs op stelde om daarover de lage rechtsmacht te bezit- ten, was, dat dan de schout en de vierschaar van het grotere lage rechtsgebied waarbinnen zijn miniatuur ambachtsheerlijkheid was gelegen, daar geen ambtshandelingen konden verrichten, althans |
|||||
32 -
|
|||||
niet zonder zijn toestemming. De schout van het
grotere gerecht en zijn dienaren hadden op dit gebiedje niets te maken. Modern uitgedrukt: de politie van het grotere gerecht had daar geen toe- gang en geen zeggenschap. Wanneer het echter een zaak van hoge jurisdictie betrof gold deze exem- tie natuurlijk niet en mochten degenen, die de hoge jurisdictie uitoefenden, daar onbelemmerd optreden. Een voorbeeld van een miniatuur ambachts- heerlijkheid in Zeist vormde het gerechtje de Kroost, gelegen bij de grens met De Bilt aan de Kroostweg. Het goed de Kroost was een Stichts leen, uitgegeven met de lage rechtsmacht daarover. Deze miniatuur ambachtsheerlijkheid besloeg nog geen 22 ha en er stond maar één huis in. Zelfs binnen de vrij kleine lage heerlijkheid
Cattenbroek lag een miniatuur ambachtsheerlijkheid
geheten Cockaertshoeve. Deze had slechts een op- pervlakte van ongeveer 14 ha en zij bestond, zo- als de naam reeds aanduidt, uit één boerderij. Cockaertshoeve lag aan de Koelaan ter hoogte van Bliekenburg. De lage rechtsmacht over deze hoeve werd van het Sticht te leen gehouden. Het land ervan was echter, althans in de 15e eeuw, niet in handen van dezelfde persoon, die daarover de ambachtsheerlijkheid bezat. Deze hoeve was een tinsgoed, gehouden van de bisschop-landsheer en diens rechtsopvolgers, dat. wanneer de houder de jaarlijkse tins niet betaalde, aan de tinsheer terugviel. Uit het geringe bedrag van de tins, slechts 10 stuivers per jaar, kan men afleiden, dat men met een zeer oude tinsverhouding te doen heeft, gevestigd in een tijd, toen 10 stuivers nog een redelijke vergoeding was voor het in ge- bruik hebben van +_ 14 ha land. In Zeist bevond zich voorts in de kern van
het dorp een werkwaardig grootgrondbezit, het goed tot Zeisterstraat, dat, voorzover wij weten. |
|||||
- 33
|
|||||
van niemand te leen werd gehouden en dat dus vrij-
eigen, met andere woorden allodiaal, goed moet zijn geweest. Het strekte zich uit vanaf de Oude Kerk tot ongeveer aan de Bliekenburgerlaan (-steeg] en wel ter weerszijden van de Dorpsstraten. Dit grootgrondbezit was in een soort erfpacht uitge- geven in percelen op welke onder andere de huizen aan de Dorpsstraat waren gebouwd. Men duidde dit grootgrondbezit later aan als de grondheerlijkheid van de Zeisterstraat. Men had hier echter geens- zins te doen met een heerlijkheid in de gebruike- lijke betekenis van het woord, want er was geen jurisdictie aan dit bezit verbonden. Met de grond- heer bedoelde men de eigenaar van de in erfpacht uitgegeven percelen en met grondheerlijkheid duid- de men diens eigendomsrecht aan op de tot deze be- zitting behorende grond. Wanneer één van de erf- pachters zijn recht van erfpacht aan een ander wil- de overdragen moest hij daarvoor toestemming heb- ben van de grondheer. Zulk een overdracht geschied- de voor het gewone gerecht en niet, zoals b.v. bij heerlijk tinsgoed het, geval was, voor een speciaal gerecht bestaande uit, de tinsheer of diens verte- genwoordiger e,n tinsmannen. ; Ook in Zeist hebben markeverhoudingen bestaan.
De Zeister geërfden hadden gebruiksrechten op de heidevelden welke zich ten noorden van Zeist uit- strekten. Deze gemeenschappelijk gebruikte gron- den werden begrensd door terreinen, waarop de bu- ren van Soest, de poorters van Amersfoort en de geërfden van Leusden gebruiksrechten hadden. De bewuste heidevelden waren, als zijnde woeste gron- den, domein van de bisschop-landsheer en diens rechtsopvolgers krachtens het wildernisregaal. De buren van Zeist betaalden voor het gebruiks-
recht ervan zogenaamd strooielgeld, een vergoeding voor het strooisel dat zij in hun veestallen en schaapskooien gebruikten en dat zij in de vorm van |
|||||
34 -
|
|||||
afgemaaide heide of heideplaggen van de landsheer-
lij Ke heidevelden haalden. Als vergoeding voor het weiden van schapen daarop, moesten zij zogenaamde zandhamelen leveren, dat wil zeggen rammen uit de schaapskudde, die zij op deze uit zandgrond be- staande heidevelden hielden. Later werd de ver- plichting tot het leveren van zandhamelen - die aanvankelijk door de bisschop en zijn hofhouding geconsumeerd werden - omgezet in een betaling in geld. Bovendien moesten er in Zeist varkens gele- verd worden aan de bisschop-landsheer, welke pres- tatie reeds voor 1378 was omgezet in het betalen van varkensgeld. Ook in Zeist kwam oudtijds horigheid voor.
De bisschop van Utrecht bezat hier een hof, waar- onder 11 vanouds horige,hoeven ressorteerden. In 1329 wordt nog uitdrukkelijk gesproken van de "hyen van Zeist" en "hyen" is een ander woord voor horigen. In 1379 wordt in hetzelfde verband deze term echter niet meer gebruikt, waaruit men kan afleiden, dat de horigheid was opgeheven of uitgesleten. Nog langer is er horigheid blijven bestaan
op de bezittingen van de St Paulus Abdij te Utrecht, onder andere in dat gedeelte van Zeist, dat tegenover Bunnik aan de Kromme Rijn grensde en dat het Zeisteroever werd genoemd. In 1399 be- sloten abt, prior en convent van deze abdij hun hofhorige goederen, waaronder die, welke op Zeis- teroever gelegen waren, om te zetten in leengoe- deren, waardoor de bezitters ervan tot vrije leen- mannen werden. De uit rechtshistorisch oogpunt belangrijk-
ste rechtshandeling, die zich in de middeleeuwen in Zeist afspeelde, was de volgende. Een nieuwe bisschop van Utrecht was bij zijn intocht volgens oude gewoonten verplicht zijn wereldlijk gezag over het Nedersticht eigenhandig in te luiden met |
|||||
35
|
|||||
de kerkklok in de toren van de Zeister kerk. Het
recht van klokkeslag was een belangrijk landsheer- lijkrecht, want dit betekende, dat de landsheer het recht had om door middel van klokgelui zijn onderzaten op te roepen om hun dingplicht, hun heervaartplicht en hun verplichting tot landweer te vervullen. Het luiden van de banklok in Zeist was, althans in de latere middeleeuwen, tot een symbolische daad geworden, want het klokluiden werd toen niet meer beantwoord door een bijeenko- men van 'sbisschops onderzaten. Toch stonden de Staten van Utrecht erop, dat een nieuwe bisschop deze vorm van aanvaarding van zijn wereldlijk ge- zag niet achterwege liet. De bisschop verscheen hiertoe in Zeist te^ paard
in volle wapenrusting met een bij een landsheer passend gevolg. Een notariële acte van 24 septem- ber 1524 legt vast hoe Hendrik van Beieren, tot bisschop van Utrecht verkozen, deze ceremonie verrichtte. Aangekomen in de kerk van Zeist be- gaf hij zich naar het hoofdaltaar, knielde daar en sprak een gebed uit. Vervolgens ging hij naar de toren, nam daar het klokketouw in handen, dat voor deze gelegenheid omwonden was met een scho- ne servet, en luidde de banklok. Waarom juist Zeist|de plaats was waar deze cere-
monie moest geschieden, staat door gebrek aan ge- gevens hierover niet vast. Hen kan veroiiderstellen, dat de hoogte, waarop
de Zeister kerk gelegen is, een oude dingplaats is geweest, waar de landsheren ingehuldigd werden. Een andere mogelijkheid is, dat het oproepen
van de meetellende geërfden uit het Nedersticht voor de oude landdag, die gehouden werd op de "maelstad", de dingplaats, op het Dudwijkerveld, door middel van het luiden van de Zeister kerk- klok geschiedde om de volgende reden. Sinds begin 1300 had de Raad van de stad Utrecht de beschik- king over de banklok aldaar, die in de toren van |
|||||
36
|
|||||
de BuurkerK hing. De bisschop zou sindsdien ge-
bruik hebben moeten maken van de naastbij zijn- de kerkklok en dat was die van Zeist, want De Bilt had in de middeleeuwen geen eigen kerk. Of de bisschop echter voor 1300 zijn wereldlijk gezag te Utrecht inluidde met de klok van de Buurkerk, staat niet vast. Dat deze hoogst be- langrijke en onmisbare ceremonie althans in de latere middeleeuwen in Zeist behoorde te geschie- den, weten wij echter met zekerheid. De middeleeuwse kerkklok die de bisschop
luidde bij zijn inhuldiging bestaat niet meer. Reeds enige tijd voor 1593 hadden de kerkvoog- den van Zeist een nieuwe klok gekocht, die in genoemd jaar nog niet betaald blijkt te zijn. Deze klok was een eeuw later al weer versleten, mogelijk was het een tweedehandse klok geweest. In 1699 schonk de toenmalige drost van Zeist de tegenwoordige klok, welke onlangs gerestau- reerd is. 21 november 1970
|
|||||
37
|
|||||
Literatuur over Zeist
Evenals in de 2e jaargang [pag. 79 en 80) en de 3e
jaargang (pag. 9) van ons Bulletin is geschied, leggen wij u hierbij wederom voor een lijstje van titels, betrekking hebbende op publicaties over Zeist. Bunt, A. van de: Het Slot te Zeist. Spiegel Histo-
riael, 8, 1973, nr 9j p. 496-498.
Zanten, D. van: Een stukje apothekershistorie uit het dorp Zeist. Pharmaceutisch Wkbl., 68,
1931; p. 703.
Ven, A.J. van der: De bisschop van Utrecht als klokluider te Zeist. De Oud-Katholiek, 49,
1933; p. 295.
Maris, A.J.: De bisschop als klokluider te Zeist. Maandblad van Oud-Utrecht, 19, 1946;
p. 69-91.
Leemans, C: Over eenige in den laatsten tijd in Nederland ontdekte oudheden. Versl. Kon.
Akademie v. Wetenschappen en Letteren, V,
18..; p. 106 v.v.
Hallema, A.: Een gezicht op het Zeister kamp in 1853. Historia, 6, 1940; p. 232-235.
Loos, J.C. van der: Van een ontevreden kerkmeester. Archief Aartsb. Utrecht, 49, 1924; p. 257.
Beltman, G.C.: Eenige mededeelingen betreffende de bouw en de inrichting van de interneerings-
kampen, te Zeist, Harderwijklen Oldebroek.
De ingenieur, 30, 191(3; p. 696.
Groenewegen, H.IJ.: Vernield natuurschoon te Zeist. De Zeister Crt, 30/10-1926.
Calkoen, L.: Hernhutters, De Wapenheraut, 9, 1905; p. 311.
Burkens, C.J.C.: De vereeniging "Bethanië" te Zeist. Woord en Daad, 12, 1933; p. 109.
|
|||||
38
|
|||||
Snethlage, J.: Rijksopvoedingsgesticht voor meis-
jes te Zeist. Tijds. v. Armenzorg, 12, 1911; p. 195.
Hungerink, H.J.: De Evangelische Broedergemeente te Zeist. Boon's Magazijn, 6, 1904; p.
443.
Bronsveld, A.W.: Herinneringen aan de Broederge- meente te Zeist. Stemmen v. Waarheid en Vrede, 52. 1915; kolom 1018.
Meischke, R.: Het Slot te Zeist. Buil. Kon. Ned. Oudheidk. Bond, Be serie, 14, 1961 [15/4];
kolom 33-57.
Kalff, S.: Van 't oude en 't nieuwe Zeist. Eigen Haard, 1900; p. 235-239, 244-248, 269-272.
Hengel, W. van den: De Sint Joseph-Kweekschool te Zeist. Het Gildeboek, 16, 1933; p. 1-20.
Anonymus: Ter gelegenheid van de opening van het Zeister Slot. Maandblad van Oud-Utrecht,
42, 1969; p. 85-89.
Pas, W. van de: De emancipatie van Vrouwenklooster. Maandblad van Dud-ütrecht, 23, 1950;
p. 2-5.
Temminck Groll, C.L.: Het Chinese Paviljoen te Huis ter Heide. Maandblad van Oud-Utrecht,
31, 1958; p. 15/16.
Anonymus: Zamenspraak tusschen een professor en Zaandammer boer, wegens eenige zaken op
Zeyst onder de Hernhutters voorgevallen,
als meede het arresteren van een Utrechts
student en verder hun reis na Zaandam.
Groningen, (v. 1860].
Moerman, J.J.: De Hernhutters te Zeist. Buiten, 3, 1909; p. 444-447.
Sneller, ?: Iets over den geboorden put te Zeist. Alg. Konst- en Letterbode, 1835; p.
233-235.
Anonymus: Bij een 150-jarig bestaan. Utr. Nwsbl., 6/2-1954.
Idem : Anderhalve eeuw: dorp. Negentig jaren: kerk. Trouw, 6/3-1954.
|
|||||
39
|
|||||
Schütz, H.L.C.: De Hernhutters te Zeist. Zeist,
1946. 16 pp.
Bruin. W.: Charles EycK's wandschildering te Zeist. Bouwkundig Wkbl., 53, 1932; p. 493-496.
Dr K.W. Galis
Huize "Heerewegen" [2] Alvorens over te gaan tot de behandeling van
de historie van huize Heerewegen zelf, moge ik be- ginnen met een correctie. De heer Van Hoogenhuyze wees mij er op, dat de
op pagina 17 genoemde jhr W.J.A. van Romondt Vis ten rechte slechts Van Romondt heette; de toevoeging van de naam Vis vond eerst in 1894 plaats. Aan de in het vorig bulletin vermelde namen van
pachters van het perceel Heerewegen [Hedewegen] ca. kunnen nog worden toegevoegd Soffye, weduwe van Ghisebrecht Willamsz., e"n haar zoon Willam Ghisebertss, die in 1368 voor vijftien jaren het land pachtten van het Vrouwenklooster in Dostbroek. Ook moge een nauwkeuriger vermelding volgen van
hetgeen op pagina 15 werd medegedeeld. In de trans- portakte van 18/12-1745, waarbij Willem Adriaan van Nassau de heerlijkheid Zeist verkoopt aan Cornelis Schellinger lezen we namelijk 11): "Alsmeede nogh een huysinge en hofsteede met bergh, schuer en schaap- hoek en alle hetgeenen daar inne aard- en nagelvast is, benevens de bepotinge en beplantinge met omtrent drie en dertigh mergen zoo bouw- als weyland, gelegen onder den geregte van Stoetweegen, alwaar zuydwaarts de erven van de heer vroedschap Boudaen, oostwaarts het kerkeland van Zeist ende de gemeene heyde, item ten noorden de gemeene wegh en ten westen de sooge- naamde hofsteede de Preekstoel en 't land door Dirk Haasbergh gebruykt wordende naast geland ende gelee- gen zijn, soo als gemelde hofsteede en landerijen lange jaren door Jan Lookhorst in' huure gebruykt sijn geworden; behoorende bij deese hofsteede het bosje met verscheyde opgaande bomen geleegen tusschen deese |
|||||
- 40 -
^ 'i<>. i ' . 1 • . .. • ■, ^•■ i--:^
hofsteede en de soo eevengemelte hofsteede de
PreeKstoel met de wallen daarinne ende om geleegen". Ook hier weer "het bosje" [ter plaatse van het latere zgn. Molenbosch], blijkbaar hetzelfde als het in 1311 en 1368 reeds genoemde eikenbos en het "Drostenbosje" van 1768. |
|||||||
(wordt vervolgd) .K.W. Galis
|
|||||||
Predikbeurten.
Hervormde Gemeente te Za^t. Zondag 14 Juii Voorm. Q'/g nnr Ds. NeU^yt. .
,, „ 's Av. 6 nur. Li. Sfahuiji. Woensdag av. 'f^S uur. Zendiqgsmeetiag met eq^ecte, in de
groote zaal vau het weeshuis, waarbü hopen voor ^e gaan Br. Klinghardt, zendeling cit Zuid-Alrika, Ds. Qreutzberg van Arnhem en Ds. Biement van Driebergen. Broedergemeente te Zeist.
Zondag 14r Jnni Voorm, 10 nnr Ds. Haward Christelijk G-ereformeerde Gemeente te Zeist.
Zondag 14 Jnni Voorm. O'/j uur Ds. BrMemaa te Potten.
' a ., 's At. 5 uur Ds. jS'rinhman te Patten. Hervormde Gemeente te Driebergen.
Zondag 14 Juni Voorm. 9^/^ nnr Di,'Biemeiu,
„ „ At. Geen dienst. Hervormde Gemeente te Soesterberg.
Zondag 14 Juni Toorm. IQ Knr Ds. Kuipéri.
„ '- „ Nam. 2 nni Ds. Kuipéri. Hervormde Gemeente te Bunnik.
Zondag 14 Jnni Voorm. 9>/}nnrDs. Welt er.
Hervormde Gemeente te Austerlitz,
Zondag 14 JdM Voorm. 9>/j nnt Ds. Braltdt,
Nam. 2 tïnr Ds. Brdmék. |
|||||||
Weekbode voor Zeist, d.d. 13 juni 1874
|
|||||||
41 -
|
|||||
Lezing
Ongeveer 75 belangstellenden waren op 10 mei j.1.
des avonds aanwezig in de congreszaal van het Slot, toen de voorzitter van onze Stichting, mr dr StolK, de bijeenkomst opende met een welkoms- woord aan allen en met name aan de spreekster van die avond, mevrouw M.A. Prins-Schimmel uit Putten. Deze hield daarop een causerie met als onderwerp: Rond het Zusterplein en Broederplein, na de pauze toegelicht met een serie zwart/wit- en kleuren- dia's. Tijdens de pauze kon men in de werkkamer van de Van de Poll-Stichting een aantal gravures en foto's, betrekking hebbend op genoemd onder- werp, bekijken, terwijl in de aangrenzende zaal de maquette van het Slot en de beide pleinen - van ca 1800 -• de zaak nog eens visueel verdui- delijkte. rievrouw Prins, kunsthistorica, werkte een aantal
jaren geleden samen met prof. dr CL. Temminck Groll bij het opsporen van de bouwgeschiedenis van de huizen van de Broedergemeente; hierbij kwam het archief van dit kerkgenootschap goed van pas om de chronologische bebouwing van de twee pleinen vast te stellen. Het bouwjaar van vrij- wel elke woning kon worden achterhaald, evenals verschillende bijzonderheden over de bewoners, enz. Bekende namen als Schellinger, Van Calker, Wees en Weisz, Beuningh, Kraeplin en Holm, en an- dere kwamen ter sprake. Doch vooral de bouwstijl- vergelijking met andere, buitenlandse. Broederge- meente-vestigingen en met Nederlandse, stadse, herenhuizen en met het Slot alhier vormde de kern van deze lezing. Opgemerkt werd bijvoorbeeld, dat de vleugels van het Slot met hun kruisvensters parallellen tonen met sommige huizen op de "squares". Terwijl het hoofdgebouw van het Slot tijdens de bouw de toen moderne schuiframen kreeg, iets wat bij de "herenhuizen" op Broeder- en Zusterplein "* ' ook het geval is. Minitieus werden bouw, verbouw ' en afbraak (slechts één geval} van de gebouwen in de periode 1745-1810 te berde gebracht. |
|||||
42
|
|||||
Ebr dankbaar applaus voor het gebodene en een dan-
kend slotwoord van de voorzitter toonden mevrouw Prins de waardering voor haar interessante lezing. K.W.G.
Excursie
Begunstigd door redelijk goed zomerweer vertrok op
vrijdagmiddag 7 juni j.1. om ruim 13.00 uur van het gemeentehuis een bus met ongeveer 50 personen in de richting Rhenen, de stad, welke onze excursie- commissie ditmaal had uitgekozen voor ons uitstap- je (de volgende dag zou de vereniging "Oud Utrecht" eveneens aldaar verschijnen). De bus, met bekwame hand bestuurd door chauffeur Bakker, reed ons de paden op en de lanen in; eerst langs de welbekende Driebergseweg en de Odijkerweg (langs "tante Mijn- tje") en toen door het groeiende (in tal en last) Odijk de asfaltweg op in de richting van Wijk bij Duurstede. Al is die boomloze weg dan minder fraai, het uitzicht is dat gelukkig nog wel. Linksaf draaiend ging het via de Zuwe (wist u, dat die naam een verbastering is van siduwende, zude- wende, zijdwende, zijdewind, d.w.z. een waterkering, en bijvoorbeeld bij Vreeland, in Westfriesland en elders ook nog voorkomt ?), naar de Langbroekerwe- tering. Onderweg werd nadien de aandacht gevraagd voor de talrijk aanwezige oude kastelen of buiten- plaatsen, fraai gerestaureerd (Lunenburg), wel eens verknoeid ('t koekebakkersslot Sandenburg), of to- taal verdwenen (o.a. Dompselaer). Langs de wetering, uiteindelijk niet meer dan een slootje, het groene land met zijn lammeren, veulens en ander jongs en door een mooie laan werd Wijk bij Duurstede bereikt. Buitenom, langs de voormalige stadsgracht, kwam het gezelschap op de Rijndijk (al bewonderde men nog wel even de zogenaamde "molen van Ruysdael" op de vroegere Leuterpoort). Met gepaste snelheid - want we waren over tijd - slingerden bus en passagiers naar Amerongen, daarbij de donjon van Natewisch en |
|||||
- 43-
|
|||||
het niet meer bestaande Kolland in het oog vatten-
de. Het lieflijke Amerongen met-zijn kerk en toren ["Utrechtse stijl") benevens het gelijknamige slot lag helaas in een wip weer achter ons. Langs de heerbaan, door de "voorstad" Eist. met rechts de uiterwaarden en de rivier en links de heuvels en de bospercelen, reden wij naar Rhenen. Aan de voet van de. nu eindelijk uit de steigers zijnde. Cunera-toren wachtte mevrouw Van de Bunt ons op en vertelde ons, het kerkinterieur tonend, van de bewogen historie van dit imposante gebouw met zijn oude oxaal en moderne orgel. Na deze be- zichtiging was het streekmuseum in de Molenstraat aan de beurt, d.w.z. ons gezelschap werd gesplitst; de ene groep wandelde langs de resten van de oude stadsmuur (het bastion in het Elizabeth-plantsoen. enz.j, onder leiding van de heer De Jager, terwjl de andere groep het kleine maar wel interessante museum bezocht, aldaar voorgelicht door mevrouw Van de Bunt. Nadien wisselde men. Het museum ex- poseert o.m. vondsten uit de praehistorie Cdit deel van de Heuvelrug heeft vele grafheuvels, uit het neolithicum en de bronstijd) en voorwerpen uit een Frankisch grafveld (ca 700 na Chr.). als- mede zaken uit de middeleeuwen en uit later tijd. Een grondige visite ■ was niet mogelijk wegens tijdgebrek, maar belangstellenden kan een uitvoe- riger herhaling worden aanbevolen. Na - door omstandigheden - onze dank voor de rond- leidingen en toelichtingen in natura in bliksem- tempo te hebben vertolkt, werd neergestreken op het - toch wel wat frisse - terras van restaurant "De Grebbeberg". waar de Van de Poll-Stichting de deelnemers aan de excursie een lafenis met cake aanbood. Veel ware nog te vertellen [of te schrij- ven) over Cunera en haar 11000 maagden [smadelijk vermoord), over Cunera's worgdoek, over de middel- eeuwse Cunera-processies, over de stadspoorten [Wester-, Rijn- en Bergpoort). enz., maar de tijd staat niet stil en daarom werd weer ingestapt om |
|||||
44
|
|||||
over en achterom de Grebbe- en Laarseberg door
een prachtig landschap naar Achterberg te rijden; enkele Kastelen in deze streek [bijv. het verdwe- nen Ter Horst, Lievendaal, Remmerstein) Kwamen nog ter spraKe. Langs de Cuneraweg - de oude processie- route - verder gaande (en helaas per vierwieler niet de weg naar Prattenburg volgen Kunnend) werd na verloop van tijd het stadje Veenendaal doorge- reden, waar opnieuw de "grote" weg werd verlaten om "binnendoor" - af en toe langs gedeelten van de Lunterse beeK - de hoge EmminKhuizer berg, doorsne- den door de spoorlijn Utrecht-Arnhem, te bereiKen. Een Korte rust gaf ons de gelegenheid te genieten van het prachtige panorama. West- en noordwaarts door populieren- en andersoortige lanen rijdende lag dan nabij Scherpenzeel de grote weg Zeist-De Klomp-Arnhem voor ons. En daar de tijd drong werd verder met bekwame spoed langs deze baan via Scherpenzeel, Woudenberg, Henschoten en Austerlitz het hart van onze gemeente weer opgezocht en om ruim 18.00 uur bereikt. Mede dank zij het goede weer kan - naar van diverse zijden werd beaamd - deze excursie als geslaagd worden beschouwd. .. .. ■ :, , K.W.G.
De entree van Zeist
Verwijzend naar het artikel onder bovenstaande
naam van ons mede-lid mr dr Emmer [pag. 12/13] laten wij u, lezerCes], hierbij twee oude afbeel- dingen zien - daterende van ca 1860 en van 1896 (na de brand) - van de hoek Waterigeweg-1e Dorps- straat. Dat wil dus zeggen: van het pand, waarin o.a. gevestigd zijn geweest de verzekeringsmaat- schappij "Ultrajectum" [zie ons bulletin, 3e jrg, pag. 14/15), daarna de Sociëteit, vervolgens de "Bazar" van de familie Van de Bund en - na de brand en de gewijzigde herbouw - wederom de "Ba- zar", later hotel Munzert en thans dus een ver- kooplokaal van meubilair. Een historisch plekje van Zeist, dat een uitvoeriger studie waard is. |
|||||
- 45
|
||||
Hoek Waterigewsg-1e Dorpsstraat, ca 18B0
|
||||
46
|
||||
Hoek Waterigeweg-1e Dorpsstraat, 1896
|
||||
- 47 -
|
|||||
Attentie I
De penningmeester brengt onder de aandacht van de-
genen, die hun bijdrage 1974 aan onze Stichting nog niet hebben voldaan, deze te willen storten op giroreKening 30549 van de Algemene Bank Neder- land te Zeist, t.g.v. rekeningnr 55.86.180.49 van ds Van de Poll-Stichting. Attentie II
Dat onze historische Vereniging in een grote ge-
meente als Zeist, met ruim 57800 inwoners, slechts om en nabij 285 contribuanten telt, is toch te mal, Wij moeten - en dat is nog nooit gelukt - toch minstens 300 sympathisanten met onze doelstellin- gen bijeen kunnen brengen. Daarom deze opwekking: tracht onder familie, vrienden, kennissen contri- buerenden te winnen voor onze Stichting 1 '. In het volgend Bulletin stellen we u op de hoogte van de- ze - ook uwe - aktiel Attentie III
Een wapen in bovenvermelde aktie is mogelijk het
volgende. Over de geschiedenis van de Oude Kerk en omgeving zullen, zoals u weet, enige boekjes verschijnen (het eerste zeker dit jaar nog), goed geïllustreerd, samengesteld aan de hand van gege- vens van wijlen de president-kerkvoogd H.J. van Eekeren. Deze deeltjes kunnen onze contribuanten tegen verminderde prijs Kopen (t.z.t. wel graag tevoren telefonisch of schriftelijk bericht of men voor deel I en eventueel de volgende boekjes belangstelling heeft], zodat nieuwe contribuanten - natuurlijk ook de "oude" - hun ƒ 10,-- contri- butie op deze prettige wijze in etappes kunnen "terugontvangen". Nieuwe aanwinsten , _• -
In de afgelopen maanden werd ten behoeve van de
bibliotheek een aantal boeken aangeschaft of ten |
|||||
46
|
|||||
geschenke ontvangen, zoals: Uit de geschiedenis en
het volksleven van Woudenberg; Zeist, stad in het bos; Bibliografie Historisch Boerderij-onderzoek; De Utrechtse gemeenten in 1815; Paleis Soestdijk...; Kastelen langs de Wetering (dl 3); Driebergen en Rijsenburg in oude ansichten; De Bilt en Bilthoven in oude ansichten; Molenbeek provincie Utrecht; On- derwijs te Amersfoort. 1806-18B0; Statistische kwar- taalberichten gemeente Zeist; Port Royal en Utrecht; De Bilt in beeld; Driebergen en Rijsenburg, hoe zij ontstonden en groeiden; De Sinte-Cunera van Rhenen; enz. En verder vele tijdschriften, brochures e.d. De foto-verzameling werd vergroot met een aantal schenkingen (o.a. door Slavenburg's Bank, Heren- laan, alhier), terwijl de prentbriefkaarten-collec- tie een grote gift ontving van de heer R. Brems te Leersum. En ook van de heer H.L.L. van Hoogenhuyze, die bovendien vele oude kranten (van 1935, enz.), statuten- en andere boekjes, etc. schonk. Dok an- dere gaven (akten - met name een groot aantal over Schaerweyde, Bloemenheuvel, de Schaerweyder Bos- schen, enz., in bruikleen afgestaan door de heer W.A. Storm de Grave -, e.d.) werden in dank aan- vaard. ,, K.W.G.
De orkaan van 1674
In Utrecht was gedurende de maanden augustus en
september 1974 in het Centraal Museum een tentoon- stelling te bezichtigen, genaamd "De Dom in puin", waar aan de hand van veel documentatie- en prenten- materiaal de stormramp van 1 augustus 1674 werd her- dacht. Een catalogus gaf nog nadere toelichting. Dat deze, uit het zuiden komende, orkaan, die toen Utrecht teisterde en er grote schade aanrichtte, niet alleen daar huishield ligt voor de hand. Uit een aantal omliggende gemeenten zijn gegevens ge- publiceerd in het orgaan van de vereniging "Tussen Rijn en Lek", namelijk over de schade te Benschop, De Bilt, Bunnik, Houten, Jutfaas, IJsselstein en Vleuten 1). De "Oprechte Haerlemse Saturdaegse |
|||||
49
|
|||||
Courant" van 4 augustus 1B74 schreef er o.a. over;
".... en men sagh de Dorpen rontom als in lichten Vlam staen; sedert heeft men gesien dat meest al- le de Toorens van de Dorpen wegh zijn, of Stompen geworden, of gants tot niet, gelijck als die van Vleuten, Jutphaes, Houten en meer andere; het gesaeyde in dese Provincie is meest alle ter ne- der geworpen; in somma een miserabele Slagh" 2). En Zeist ? Had ons dorp, al geleden hebbende door de Franse bezetting van 1672, ook haar deel ge- kregen van deze "miserabele slagh" ? We weten er weinig van, wat niet wil zeggen, dat Zeist ge- spaard bleef. Een verzoekschrift van 3 augustus 1674 luidt: "Op de requeste van Jan Willemss, wo- nende tot Zeyst, versoeckende, vermids sijne ge- ledene schade so in huysinge als gewasch, remis- sie van een jaar pacht. Is geappoincteert" 3). Het vorenstaande heeft kennelijk te maken met stormschade. Maar het volgende ? In een akte van 9 mei 1721 lezen wij, dat drost, schouten en ge- rechtslieden van het Zeister kerspel erkennen, schuldig te zijn aan Ferdinand van Hatting, Heer van Stoetwegen, een bedrag van 3469 gulden en 14 stuivers, geleend wegens reparaties aan kerk, to- ren en pastorie alhier, verricht in 1677 en 1678. Aangezien ook elders het herstelwerk na de storm soms laat op gang kwam, vermoed ik, dat wij hier inderdaad te doen hebben met een bericht over de 1674-ramp. v; ■ " K.W. Galis
Noten:
1} A. Graafhuis e.a.: Het "schrickelik tempeest"
van 1674 tussen Rijn en Lek. Tussen Rijn en Lek, 8, 1974, nr 3; pag. 1 t/m 20. A. Graafhuis: De orkaan van 1674. Maandblad van "Oud Utrecht", 47, 1974; pag. 41-46. 2] Tussen Rijn en Lek, 8, 1974, nr 3; pag. 1.
3] R.A. Utrecht. Inventaris Statenarchief nr 731
(Resol. van de Ridderschap van Utrecht]. |
|||||
- 50
|
||||
Huize "Heerewegen" (3) : -fv ^ •:.
Heerewegen .....
Uit het oudste Kadastrale kohier, van 1832 [oud
archief gemeente Zeist), blijkt, dat de "erven Van Oosthuyse van Rijsenburg" toen eigenaars waren van het Molenbosch en van Heerewegen. Helaas worden in dit kohier nergens perceelnamen vermeld, maar wel is er een volgorde (langs een straat b.v.] van ei- genaars/percelen, zodat na molenaar Van Altena [en zijn molen-terrein] en de gemeenteweg komt: "Den- nenbosch en Bosch, samen 21 bunder, 68 roeden, 30 ellen" en vervolgens:. "Dennenbosch, 11 bunder, 76 roeden, 10 ellen". Daartussendoor liep de Heideweg, toen al een gemeenteweg geworden en - met een stuk- je aangrenzend heideveld - apart in het kohier op- genomen; tezamen 2 bunder, 84 roeden, 120 ellen. Ruwweg omgerekend (want er waren soorten roeden en ellen) is dat tezamen ruim 343.000 m2. Er blijft dus een klein verschil met de eerder genoemde 33 morgen, enz. Hoe de erfgenamen Van Oosthuyse, of liever: hoe
P.J. van Oosthuyse zelf, aan deze grond kwam(en) is niet duidelijk. Kochten zij omstreeks 1802 of 1825 de percelen ? Hoe dit zij, het Molenbosch kwam ca 1836 in handen van de rijke Amsterdamse koopman Johannes Bernardus Stoop, die er toen het, nog bestaande, huis "Holenbosch" liet bouwen. En zo kwam in 1847 het perceel Heerewegen aan de fa- milie Van der Mersch. Notaris H.J. van Hariënhoff, uit Wijk bij Duurstede, hield op 7 oktober 1847 in "Het Wapen van Rijsenburg" te Rijsenburg, namens de familie Van Rijckevorsel, een openbare verko- ping van de boedel [na het overlijden van mevrouw Van Oosthuyse-De Jongh) en in de copie-akte in ons stichtingsarchief lezen wij dan, dat o.m. werd ver- kocht: "Elf bunder, zesenzeventig roeden, 10 ellen Eiken en Dennenbosch, genaamd Heerewegen, gelegen in de Gemeente Zeist aan den Straatweg, belend ten noorden den weg naar Austerlitz, ten oosten den |
||||
51
|
|||||||||||
Wapen Van der Plersch
|
|||||||||||
De bouwheer van "Heerewegen", J.A. van der Mersch ,
op jeugdige leeftijd [+_ 183D]. Foto Dienst voor 's RijKs Verspreide Kunstvoor-
werpen, inventarisnr C 1678. |
|||||||||||
De Notaris TERWOGT, te Driebergen,
zal Dinsdag 2 Januarij 1877, 's morgens 10 ure, ten huize van A.
VAN BEEK te Rijzenburg verkoopen: 80 perc. DEKSPARREN, REKHOUTEN, BOONSTAKEN en BRANDHOUT, achter „Heerewegen" onder Zeist, aan te wijzen door G. VAN DE BURGT, en 3 perc. EIKENHAKHOUT om te eeken, achter het R. K.' Aartsbisschoppelijk Seminarium te Drie- bergen, aan te wijzen door P. MARLET. |
|||||||||||
"WeeKbode voor Zeist,
(23/12-1876} |
|||||||||||
,13e jrg, 1876. nr 52
|
|||||||||||
52 -
|
|||||
ouden Arnhemschen weg, ten zuiden den Heer Kol en
ten westen den Straatweg. Op den kadastralen leg- ger voorkomende onder Sectie E, nummer 113.....". Namens de koopman Johannes Anthonie van der Mersch,
te Amsterdam, werd dit perceel gekocht voor ƒ 14.000,-- plus ƒ 1.565,58 aan kosten. De nieuwe eigenaar - hierbij, op pagina 51, zijn portret als jongeling - liet geen gras groeien over zijn plannen en gaf opdracht, ten spoedigste aan te vangen met de bouw van de buitenplaats "Heerewegen", in 1848. Zo kon hem dan ook in maart 1849 op de "hofstede" reeds een zoon worden gebo- ren. De bouwheer zelf mocht nog een halve eeuw genieten van zijn landgoed en van het schone Zeist; hij stierf in 1898. net hem deed een oude, van origine Vlaamse, fami-
lie haar intrede in onze gemeente; een overzicht van de leden van dit geslacht - na 1848 - dunkt mij hier op zijn plaats, te meer, daar velen van hen op "Heerewegen" werden geboren en/of stierven en enkele thans nog in Zeist woonachtig zijn 12}. Hun familiewapen, een liggende wassende zilveren maan op een schild van keel [= rood), wordt in dit artikel afgebeeld. 1,1 Johannes Anthonie van der Mersch, geb. Amster-
dam 23/3-1814, gest. Zeist op H. 4/8-1898. Gehuwd Den Haag 5/4-1843 met Jacoba Maria Pit, geb. Zoeterwoude op "Oud Meerburg" 14/8-1814, gest. Den Haag 2/2-1896. Kinderen: 1. Pieter Arnold, geb. Amsterdam 27/2-1844,
gest. Baarn op "Dennenoord"[begraven te Zeist] 11/9-1912. Gehuwd Amsterdam 6/9- 1900 met Elisabeth Maria v. Hoorn, geb. Amsterdam 22/12-1854. gest, Baarn 20/11- 1927. 2. Arnold Adriaan, geb. Amsterdam 15/5-1845.
Volgt 11,1. |
|||||
53 -
|
|||||
3t Sophia Johanna, geb. Amsterdam B/12-1846,
gest, Zeist op H. 11/5-*1939. Ongehuwd. 4. Hugo Maurits. geb. Zeist op H. 4/3-1849.
Volgt 11,2. 5. Johanna Adriana, geb. Zeist op H. 21/5-
1850, gest. Nontreux 6/11-1867. 6. Christiaan Henderik, geb. Zeist op H. 28/
2-1852. Volgt 11,3. 7. Elise Augusta Maria, geb. Zeist op H. 12/
10-1853, gest. ? . Gehuwd Zeist 8/10- 1879 met Alfred Lantsheer, geb. Middelburg 25/1-1651, gest. Velp 18/10-1912. 11,1 Arnold Adriaan van der Mersch, geb. Amsterdam
15/5-1845, gest. ? . Meester in de rechten. Kantonrechter te Druten, Assen en Haarlem. Lid van de Prov.Staten van Noord-Holland, 1901-1913. Gehuwd Amsterdam 12/3-1875 met jkvr. Anna Maria Wilhelmina Jacoba Backer, geb. Amsterdam 1/2-1851, gest. ? Kinderen: 1. Jacoba Anna Maria, geb. Assen 12/2-1877,
gest. Zeist op Klein H. 27/9-1962. Onge- huwd . 2. Cornelis Henrick, geb. Assen 24/3-1878,
gest. Cordoba 30/7-1924. Gehuwd Amsterdam 10/9-1914 met Sara Jacoba Susanna de Bie Leuveling Tjeenk, geb. Amsterdam 29/5-1883, gest. ? 3. Margaretha Olowine, geb. Assen 22/3-1880,
gest. Blaricum 21/12-1959. Gehuwd Haarlem 4/2-1909 met mr dr Adam Crommelin, geb. Amsterdam 8/3-1879, gest. Bilthoven 24/6- 1964. 4. Pieter Aernout, geb. Assen 20/7-1881, gest.
7
5. Johan Ferdinand, geb. Haarlem 26/3-1883,
gest. vóór 1947. Gehuwd Haarlem 10/12-1912 met Ida Jacoba Holtz, geb. Heemstede 13/6- 1887, gest. na 1947. Hun zoon Aernout Adri- aan, geb. Haarlem 1918, huwde Zeist 17/5- ' ' - 1947 met Margaretha Johanna van Paddenburgh,
geb. Utrecht 1920. |
|||||
54
|
|||||
11.2 Hugo Maurits van der Mersch, geb. Zeist op de
"hofstede Heerewegen" 4/3-1849, gest. Zeist 18/10-1916. Was in 1876 2e luitenant bij de Zeister schutterij. Was secretaris van het Waterschap Zeist en idem van de Bisschopswe- tering. Secretaris-penningmeester van het wa- terschap de Biltsche en Zeister Grift. Was raadslid van de Zeister gemeenteraad 29/7-1879 tot 22/8-1884 en 21/7-1891 tot 7/9-1909. Was wethouder en ambtenaar burg. stand te Zeist 6/9-1881 tot 22/8-1884 en 5/9-1899 tot 7/9-1909. Was commissaris van de NutsspaarbanK alhier van 1896 tot 1907; bedankte toen en werd in 1907 voorzitter van het Dept. Zeist van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Woonde ca 1880 in de 1e Dorpsstraat [nu het huis van doKter H. van Loghem). Gehuwd Loenen 2/7-1874 met jKvr. Cornelia Catharina Clifford, geb. Loenen op "Dver Holland" 2/8-1851, gest. Zeist 27/10-1916. Kinderen:
1. Johannes Anthony, geb. Zeist op H. 1/8-1875.
Volgt 111,1. 2. Henriëtta Sophia Wilhelmina, geb. Zeist op
H. 4/8-1876, gest. Zeist op Klein H. 10/10- 1962. Ongehuwd. 3. Anthony Hendrik, geb. Zeist 18/11-1877,
gest. Zeist 17/6-1962. Ongehuwd. 4. Anthony Frederik, geb. Zeist 18/11-1877,
gest. Zeist 1944. Ongehuwd. 5. Herman Albert, geb. Zeist 21/7-1879, gest.
Zeist 7/2-1945, Was ca 1905 bestuurslid van de IJsvereeniging "Zeist". Ongehuwd. 6. Aernout Paulus, geb. Zeist 10/8-1880, gest.
Zeist 25/2-1887. 7. Benjamin, geb. Zeist 3/2-1885. Volgt 111,2.
8. Johanna Adriana, geb. Zeist 6/7-1887, gest.
, .' Engeland 1967. Gehuwd Zeist 23/12-1915 met Herbert Corder.
11.3 Christiaan Henderik van der Mersch, geb. Zeist
op de "hofstede Heerewegen" 28/2-1852, gest. |
|||||
55
|
|||||
Den Haag 13/1-1941. Was ritmeester bij de hu-
zaren. Gehuwd a) Bloemendaal 15/2-1877 met Constantia Abrahamina van Gelder de Neufville, geb. Haarlem op "riariënbosch" 16/9-1857, gest. vóór 1927. En b) Den Haag 22/4-1927 met Eli- sabeth Aletta Antoinetta Jacoba Schuurman, geb. Arnhem 28/1-1884, gest. Laren 22/10-1969. Gescheiden 19/1-1939. Kinderen 1e huwelijk: 1. Jenny Antoinette. geb. Venlo 28/2-1880,
gest. Zeist 24/5-1974. Ongehuwd. Was op- richtster, in 1914, van de ZaKbijbelbond in Nederland. 2. Sophia Johanna, geb. Leiden 25/9-1882.
gest. ? 1939. 111.1 Johannes Anthony van der Mersch. geb. Zeist
op de "hofstede Heerewegen" 1/8-1875. gest. Zeist 15/3-1957. Was griffier en later Kanton- rechter te Ridderkerk. Breda en Zierikzee. Ge- huwd Assen 19/4-1917 met jkvr. Josina Petro- nella de Savornin Lohman, geb. Groningen g/4- 1885, gest. Zeist 3/4-1968. Kinderen:
1. Hugo riaurits, geb. Zierikzee 17/12-1918.
Ongehuwd. 2. Hillegonda Christina Wilhelmina, geb. Zeist
op H. 6/3-1921. Gehuwd Zeist 24/8-1945 met .;Henri Jan- Alois de Lanoy Meyer, geb. Dalf-
sen 1920. 3. Anthony Hendrik, geb. Cothen 29/1-1923.
Gehuwd Amersfoort 30/1-1948 met Wiskje Auck baronesse van Heemstra, geboren Rhe- den 2/8-1922. 111.2 Benjamin van der Nersch, geb. Zeist op de
"Hofstede Heerewegen" 3/2-1885, gest. Zeist op Klein H. 23/10-1961. Was meester in de rechten en behaalde in 1910 zijn doctoraat daarin. Sinds ca 1920 secretaris-penningmees- ter van het Hoogheemraadschap Amstelland; ook hoogheemraad van het Hoogheemraadschap Zeeburg en Diemersdijk; tijdelijk dijkgraaf |
|||||
56
|
|||||
van het Hoogheemraadschap Lekdijk Beneden-
dams en IJsseldam; bestuurslid van de Sticht- se Waterschapsbond; voorzitter van de water- schappen in onze omgeving; bekend advocaat en procureur alhier; van de oprichting (in 1922] af van de voormalige niddenstarldsbank Zeist n.v. commissaris en vele jaren voorzitter van de Raad van Toezicht van die Bank; eveneens commissaris [1912-1955?] van de Nutsspaarbank alhier, enz. Gehuwd Zeist 15/3-1911 met Maria Johanna Blaauw, geb. Den Haag 21/9-1889. Gescheiden 14/12-1933. Kinderen: 1. Hugo Maurits, geb. Zeist 17/9-1912, gest.
Zeist 15/1-1941. 2. Clara Anna Feyona. geb. Zeist 3/12-1913.
Gehuwd Zeist 28/10-1942 met Johan Marius van Daal, geb. Scherpenzeel 1916. Arts. 3. Cornelia Catharina, geb. Zeist 8/2-1917,
gest. Goes in 1965. Gehuwd Zeist 30/9-1950 met Piet Switters, gab. Utrecht 1915. 4. Henriëtta Sophia Wilhelmina, geb. Zeist
3/10-1920. 5. Maria Sophia Johanna, geb. Zeist op H. 21/
4-1922, gest. Zeist op KI. H. 8/11-1966. Ongehuwd. Omtrent de bouwheer Johannes Anthonie (of Anthony)
valt nog te vermelden, dat hij de stamhouder van zijn geslacht was, want zijn twee broers stierven ongehuwd en verder waren er nog drie zusters. In Amsterdam was hij kapitein bij de schutterij. Na zijn vestiging te Zeist was hij onder andere om- streeks 1857 lid van de Schoolcommissie. In 1858 diende hij, tezamen met de heren W. Voullaire en G.A. Croockewit, bij de gemeente een verzoek in, nabij de Brouwerij een "gazfabriek" te mogen bou- wen. Er werd toen een concessie voor 30 jaren ver- leend en op 1/10-1859 brandde in Zeist voor het eerst gas-straatverlichting. Verder was J.A. van der riersch van de oprichting in 1862 af tot zijn dood in 1898 lid van de Raad van Bestuur van de |
|||||
- 57
|
|||
58
|
|||||
toen alhier bestaande Verzekeringsbank "Kosmos".
Nog ca 1896 was hij, met als mede-vennoten zijn zoon Pieter Arnold en D.J. van Lennep, firmant van een, door zijn vader opgerichte, glasfabriek te Nigtevecht, onder de naam' Van der Nersch & Co. In 1883 liet hij "Klein Heerewegen" bouwen en in 1896 het zogenaamde Zwitserse huisje. In 1896 - denkend aan de sterfelijkheid van de mens - kocht hij een grafkelder op onze oude begraafplaats aan de Berg- weg (in 1911 door Pieter Arnold tot een dubbele vergroot]. Na al deze - voor de lezer(es] misschien wat dorre -
personalia, woidt het tijd, eens aandacht te schen- ken aan "Heerewegen" zelf. Zoals wij reeds schre- ven: in 1848 werd het buiten gebouwd onder leiding van architect ? Aiting. Hoe het er twintig jaren later uitzag zien we op de gravure-weergave op pa- gina 57 13); deze situatie is in ongeveer een eeuw niet 'veranderd. Beschreef de,voorlopige monumentenlijst het huis
als een "eenvoudig gepleisterd landhuis met een te- rugspringende middenpartij met balcon, daterende uit het midden der 19e eeuw". Van Luttervelt is iets uitvoeriger en vermeldt 14): "Het daarnaast gele- gen [nl. naast "Molenbosch", G.) "Heerewegen" is ook op een heuveltje aan een groot half-cirkelvor- mig gazon opgericht, maar minder door boomen over- schaduwd. De algeheele witte bepleistering wordt verbroken door groote vensters met spiegelruiten. De drie boogvormige openslaande deuren in het mid- den herinneren aan Houdringen en Vollenhoven. Een voorbeeld hoe gemakkelijk architecten onder den invloed komen van bouwwerken die zij in de omge- ving aanschouwen. Tegen den voorgevel van Heerewe- gen is een ruime loggia aangebracht met daarboven een balkon. Loggia's, terrassen, waranda's en bal- kons waren sedert het midden van de 19e eeuw op het platte land de groote mode". |
|||||
59 -
|
|||||
Niet iedereen Kon de bouwstijl van die tijd waar-
deren. Zo schreef de wandelaar-predikant Craan- dijK, toen hij omstreeks 1880 de Heuvelrug bezocht 15): "En de huizen zijn juist niet het sterkste punt der buitens in deze streek. Ongetwijfeld zijn zij, met hun veranda's en groote spiegelruiten, hoogst aangenaam ter bewoning, maar zij zijn mee- rendeels wat stijf en eentonig en "portland" of pleisterkalk speelt er een te groote rol". Naar Driebergen gaande, zag hij "Een nieuwe sier- lijke chalet zonder zigtbaren naam [Klein Heere- wegen, G.}, het grijze huis van Heerewegen, met zijn vijver en zijn van lanen omringde weide,..." Ter verduidelijking van het zojuist geciteerde verwijs ik naar de opmeting van de begane grond van Heerewegen (pag.62} en enige foto's van vóór- an achtergevel. Uit de aangege- ven afmetingen blijkt, dat het huis ongeveer I65 meter breed was (zonder de beide zij-serre's) en circa 12 meter "diep", van voor- tot achterzijde. De hoogte bedroeg omstreeks 10 meter. De ingang van het landhuis bevond zich aan de achterkant, bereikbaar met rijtuig of auto. Boven de uitge- bouwde portiek stond in steen de naam "Heerewe- gen" en het familiewapen gebeiteld 16); uit de grote hal voerden twee eikehouten trappen - zich tot één verenigend - naar de bovenverdieping. In dit trappenhuis (boven de toegangsportiek) was een groot glas-in-lood raam met het familiewapen Van der Mersch. Kelders en keuken strekten zich onder het gehele huis uit. De indruk die het huis en de omgeving op de toeschouwer van het begin van deze eeuw maakte valt te leren uit de volgen- de woorden 17): "Tegenover 't gezellige Groenoord, ligt voor aan den weg, rondom in eikenbosch ge- nesteld. Klein Heerewegen. Er achter langs gaat de rijweg naar 't groote Heerewegen, dat deftig op zijn heuvel ligt; rondom de krachtige boomgroe- pen. Een heel mooi plekje is 't Zwitsersch tuin- huis terzijde van de tweede prachtige inrijlaan, waar 't zijn aardig houten dak en zijn vriendelijke ramen naar den weg ketert". (wordt vervolgd) K.W. Galis
|
|||||
- 60
|
|||||
Noten:
(11) R.A. Utrecht; recht, archieven, nr 1257.
Pachter Jan Jansse Lokhorst (die nog 'nbroer Cornelis had] was diaken van de Ned. Hervorm- •, . de (vroeger sprak men van Gereformeerde] Kerk
,...',. alhier van 31/12-1730 - 4/1-1734. En ouder- ling van 6/1-1737 - 22/1-1738, toen hij door de kerkeraad werd geschorst (en later ont- slagen) uit zijn functie "wegens zijn gepleeg- de hoererije met zijn meydt Neeltje P....." (Notulen van de Kerkeraad).
Over pachter gesproken. Op pag. 16, eerste . ? - alinea, werd medegedeeld, dat Gerrit (van) Odijk de reeds dikwijls vermelde 33 morgen wei- en bouwland pachtte; voordien in huur bij Wouter van Dijck. In een akte van 7/1- 1755 vond ik, dat deze Wouter toen voor 6 jaren van de Heer van Zeist huurde - voor ƒ 280,-- 's jaars - een huis met schaapshok en de be- wuste 33 morgen. - En uit een akte van boe- delscheiding van 23/3-1808 meen ik te mogen opmaken, dat toen pachters waren Jan van den Klooster (zoon van Aart?; zie hiervoor pag. 16) en Barend Camue. (12) Zie A.A. Vorsterman van Oyen: "Stam- en Wapen-
boek van aanzienlijke Nederlandsche Familiën", Groningen dl Ilb, 1888; pag. 292-294. En: Nederlands's Patriciaat. Den Haag. dl 8, 1917; pag. 298-303. De familie Van der Hersch, al- hier, was zo vriendelijk ook een aantal gege- vens te verschaffen. (13) P.J. Lutgers: "Gezigten in de omstreken van
Utrecht,___". ? .1869. (14) R. van Luttervelt: "De Stichtsche Lustwaran-
de", Amsterdam, 1949; pag. 158. (15) J. Craandijk: "Wandelingen door Nederland".
Haarlem, 1888 (3e druk); pag. 188 en 203. (16) Het ligt in de bedoeling, deze steen weer in
te metselen in de te bouwen bejaardenflat. (17) J.W. Kraal: "Nieuwe Groote Gids van Zeist".
Zeist, 1907; pag. 99. |
|||||
- 61 -
Uit de Zeister Weekbode (13
Ons gemeentelijK archief is in het bezit van een
belangrijke bron voor de Zeister historie : de Weekbode voor Zeist, Driebergen en Omstreken. Dit Weekblad gaat terug tot 1864 en heeft enkele tientallen jaren Zeist en omgeving van nieuws voorzien. In het archief bevinden zich alle num- mers, netjes in jaargangen gebonden. De oudste jaargangen zijn maar dunne boekjes van klein formaat. Later wordt het formaat veel groter en verschijnt de Bode meermalen per week. De jaargangen zijn dan hele folianten. Het eerste nummer is gedateerd 2 januari 1864.
De uitgever presenteert het blad met vele keuri- • ge en bloemrijke volzinnen, die zo typerend zijn, . - voor deze tijd. Het begin luidt als volgt: "Met het nieuwe jaar iets nieuws.' dat is tenminste- niet ongepast. Wie kan verlangen dat het altijd..; bij het oude blijve, al prijzen sommigen het ou- i de, en zien gaarne dat maar-.zo voortdurenj het. : nieuwe, als het aangenaam zijn mag en nuttig; en,^ ofschoon niet volstrekt nodig en onmisbaar, toch tijdig en gepast, kanv zo al niet behagen.dan toch ook, zelfs bij achtenswaardige.vrienden van het oude genade vinden. De uitgever.van dit zich' nu openend en gaarne bescheiden optredend blad, wenscht dat het voor zijn' Bode zo zijn mag". r In dit eerste nummer wordt een terugblik gegeven
op het jaar 1863. Een belangrijk jaar, want er^ waren overal feesten geweest om het vijftigjarig jubileum van de bevrijding in 1813 te herdenken. Die bevrijding betekende het einde van een lang- durige Franse overheersing. Het is merkwaardig, dat juist in 1863 de grondslag werd gelegd voor een nieuwe bezetting, maar nu van Duitse kant. In 1863 was Bismarck plotseling een nieuwe rea- |
||||
- 62 -
liteit in Europa geworden. De Pruisen hadden hun
leger gereorganiseerd en hun successen in de strijd tegen Denemarken hadden hun overheersende positie in Europa een stap naderbij gebracht. Maar hoever lag de rumoerige twintigste eeuw nog verwijderd van ons stille Zeist anno 18B4J De Weekbode was destijds niet goedkoop, 10 cent
per nummer en 85 cent per drie maanden. In arme gezinnen zal dit blad wel niet in de bus geworpen zijn. Het was maar gering in omvang, vergeleken met onze moderne dagbladen. De Weekbode telde de volgende rubrieken: hij begon met de officiële berichten, gevolgd door het "staatsnieuws", dat zowel op het buitenland als op Nederland betrek- king had. Voor hen, die speciaal het nieuws over Zeist wilden verzamelen, is het gemakkelijk, dat het plaatselijk nieuws altijd vooraan stond. Ver- der waren er de rubrieken "allerlei, deftiger ge- noemd verscheidenheden", ingezonden stukken en be- kendmakingen van uitgekomen geschriften. Aan het slot kwamen de advertenties. Kan de Weekbode als een belangrijke historische
bron worden beschouwd? Minder dan de tegenwoor- dige bladen. De berichten zijn maar kort, afbeel- dingen en foto's van personen, gebouwen of gebeur- tenissen ontbreken volkomen. Toch staan er in het blad vele feiten en gebeurtenissen vermeld onder een bepaalde datum. Zo'n datum is erg belangrijk, want daaraan hebben we een punt van houvast voor verder en diepgaander onderzoek. Zo kan men de raadsverslagen van de gemeente Zeist erop naslaan en dan veel nauwkeuriger en gedetailleerder gege- vens krijgen van datgene wat men weten wil. Ik heb in alle jaargangen van de Weekbode wel enkele dingen aangetroffen, die ik de moeite waard vond en hoop U in dit artikel en eventuele vervolgen daarvan een en ander te vertellen. |
||||
- 63 -
Laat ik beginnen met een overzicht van wat ik uit
de eerste jaargang van 1864 noteerde. Er vonden verkopingen plaats in de logementen De Zwaan (thans Victoria], en Woud- en Bergoord (waar nu de Gevato staat]. Op Wallenburg, de voor- malige woonplaats van de Zeister pionier d 'Amblé, werd hout geveild. Er was een loterij voor het te bouwen Wees- en Proveniershuis. Er is verder spra- ke van de Gazfabriek, nog op zijn Frans gespeld. Deze fabriek stond achter het Slot in de buurt van de brouwerij (zo was het althans op de topo- grafische kaart van 1872]. De aannemer Meerdink bouwde het Weeshuis voor ƒ 46.992,--. Het zoetwa- terkanaal te Suez werd geopend. Er vond een vei- ling plaats van de "Grote Koppel", een der Zeis- ter boerderijen en gelegen vlak bij het Klompje. De opbrengst was ƒ 43.840,--. Ook "De Hoop" werd geveild, een windkorenmolen, gelegen aan de Heu- vel (dat was de Voorheuvel], in volle werking, sterk gebouwd en achtkantig. Een paar jaar later is die molen verbrand. Vlak bij bevond zich één der drie tollen van Zeist. Die tol aan de Berg- weg werd in 1664 verpacht. Tenslotte vindt men in deze jaargang de winterdienst van de diligence- onderneming firma Van Wijk & Co (vier malen per dag van Zeist naar Utrecht v.v.]. Een feest in het Zeist van 1869
Op 26 juli was het 's avonds feest. Burgemeester
Huydecoper was voor zes jaar herbenoemd en men wilde hem een serenade brengen. De hele dag had- den uit vele woningen vlaggen gewapperd. Dm half negen verenigden zich vele Zeistenaren, een deel van de schutterij en het muziekcorps van de rij- dende artillerie in de Laan van Beek en Royen, toen nog geheel door stoere bomen beheerst. Hier kregen de burgers, die aan de* optocht deel zouden nemen, bandelieren en twee van hen ontvingen vlag- |
||||
- 64
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sr-:-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ <
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
,.-;■
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■* 1^. "i * ,- J J
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ J-K
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*Bi£:..-=.*,-...^;,.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'j'"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7-1 j:-i-'r-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^•y-^'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- 65 -
gen, de ene met het wapen van Zeist en de andere
met het devies "Hulde aan de burgemeester van Zeist". De voorzitter van de feestcommissie, de heer L.P. van den BroeK, spraK een "gepast woord" en men begaf zich, "verrast door eene prachtige Bengaalsche verlichting, in statige optocht, on- der het liefelijk spelen van de muziek, begeleid door brandende fakkels en gevolgd door een groo- te menigte volks, door de Dorpsstraat" naar de woning van de burgemeester, het buitengoed "Den Brink". Daar stond de burgemeester met zijn echtgenote en
in gezelschap van verscheidene autoriteiten in de vestibule gereed om de huldeblijken van de bur- gerij in ontvangst te nemen. De familie van de burgemeester vertoonde zich voor de opengeschoven ramen. "Dp het heerlijk gelegen buiten van Z.E.A. aangekomen, trad de regelingscommissie met de ba- nierdragers voorwaarts en werd door den Heer L.P. van den Broek eene hartelijke en kernachtige toe- spraak " tot de burgemeester gericht, welke toe- spraak door Z.E.A. "op minzame wijze werd beant- woord". Daarna begaf Jhr Huydecoper zich onder de Zeister
burgerij en dankte in gevoelvolle bewoordingen de bevolking voor de betoonde hulde. Nog lange tijd bleef men gezellig op het terrein van het land- goed bijeen, terwijl de muziek speelde, nu en dan Bengaals vuur werd ontstoken en verversingen rond- gingen. Eindelijk trok de stoet, nog steeds ge- volgd door een grote mensenmenigte, "in genoegeli)- ke stemming af, maakte door Montaubansteeg, over ■ Voor- en Achterheuvel, Hoogen weg. Nooit Gedacht, Jufferstraat, Broeder- en Zusterplein nog een aangename toer en ging, na halt te hebben gehou- _ den in het Rond voor het Logement van den heer Schneider, alwaar door den president der kommis- sie nog woorden van hulde en dank gesproken wer- den, hoogst bevredigd uiteen. Alles is in de bes- |
||||
- 66 -
te orde en zoncfer ongelukken afgeloopen".
In hetzelfde nummer van de Weekbode treffen wij
een verslag aan over de zojuist opgerichte schut- terij . Maandag om 6 uur in de namiddag werd een bezoek gebracht aan de schietbaan, waar de compag- nie door het gemeentebestuur "in oogenschouw werd genomen en na de inspektie tweemaal defileerde". De burgemeester gaf aan de commandant "zijne inge- nomenheid over de houding en reeds verkregen oefe- ning der schutters te kennen. De kompanjie zag er zeer net uit. Ten half 8 ure was men in de kom der'gemeente teruggekeerd". Dit was een impressie uit het Zeist van 1869. Ik
heb het verslag over de feestelijkheden groten- deels in eigen woorden weergegeven en slechts ge- deelten letterlijk geciteerd. Dit verklaart ook het verschil in spelling. De Weekbode is namelijk bij de beschrijving van het feest dermate uitvoe- rig, waar het details betreft, dat ik het voor de leesbaarheid beter vond niet alles over te nemen. Voor de niet-kenners van het oude Zeist volgt hier
nog een korte toelichting bij de route der feest- gangers. Het dorp was toen nog maar klein. De hele gemeente
telde ruim 5000 zielen. Austerlitz was feitelijk de enige buurtschap. Een gedeelte van de bevolking woonde verspreid over de buitens en boerderijen. Zeist zelf lag enigszins ingedrukt tussen het machtige complex van Slot en Broedergemeente en aan de andere kant de zwaar beboste Slotlaan. Het Rond met zijn beide Dorpsstraten was toen nog het centrum van het dorp. Het valt op, dat de feestgangers vooral die. straten aandeden, waar de meeste mensen, woonden. Zo nam men de vrij eenzame Montaubansteeg om de enige straat te bereiken, die in bevolkingsdichtheid met de oude Zeister dorps- |
||||
- 67 -
Kern kon wedijveren: de Voorheuvel. Ook de Achter-
heuvel (thans Emmastraat] was toen al nagenoeg volgebouwd. Tussen beide straten was het terrein destijds hoger dan nu,. De Hogeweg vormde weer een veel stiller gedeelte
van het dorp, maar diende om de stoet gelegen- heid te geven via Nooitgedacht, slechts aan één kant volgebouwd, de dorpskern weer te bereiken. Het eindpunt van de stoet wps het hotel van de heer Schneider, het tegenwoordige Hermitage. Het terrein waarop de schutterij oefende, lag ver buiten de dorpskern in een eenzaam gedeelte onge- veer ter hoogte van de Javalaan en omgeving. H. Emmer
yit_de_Weekbode _\/an_12_agril 1902 'Naamlijst der Aangeslotenei)
aan het TELEPHOONNET.
41. Ablaing van Giessenburpr (Baron d') „Beukbergen".
25. Arkel (D. van), Stalhouder, Bestelkantoor S.S.
37. Avis (C), Boekdrukker, Uitgever „Weekbode".
24. Blanckenhagen (Mr.), „Kerabergen". 57. Blarcum (van), „Tallyho-Cottage".
50. Blooker (J.), „Zandbergen".
33. Bloemendaal (G.). 34 ..Boschlnst", H6tel in 't Park.
36. Bredenoord, (A. G.), Wijn- en Sigarenhandel.
61. Brink & Hannaen (van den), Aannemers. .
<56. Bierbrouwerij „'t Haantje".
9. Bund (W. D. van de)
11. Bunnik, Raadhnia.
. 23. Clotterbooke Patijn van Kloetinge (Mr. J. J.),
14. Coulier (H. H.), Vischhandel en Comeütibles.
5. Dunselman (H.), firma de Bruijn, Banketbakker.
38. Dijk (C. G. van), Bloemist, Hofleverancier.
13. Ekdom (Wed. Jan) Brandstoffen, Verhuizingen.
106. Figi (Geor(;e H.), Kok en Banketbakker.
10. Prance (Wed. F. A.), Brandstoffen, Pension.
6. Gastabrit^k.
7. Gemeentehuis van Zeist.
22. Ginkel fR. van), Vleesohhouwer.
108. Golf-Club (Doomsche).
27. Grothe (Jonkvr. L), „Neyenheim".
51. Hardenbroek (Baron van), „NiënhofF," Bunnik.
3. Jaoky & Co., Manufacturen. \
2. Kanter (P. J. de),' Ingenieur.
30. Klokke (F. H.), Comestibles. |
||||
B8
|
|||||
1. Klomp (Th. A.), Tafeldienaar, Photograat.
20. Klomp (Wed C), Modes. 81. ^oppert (J.), Geldergche waren, ComeBÜbleB. 15. „Kosmos", Levensverzekering Maatschappij. 32, Kuigtenbrouwer (Mevr. de Wed. J. R. A.) 12. Lae (yan der), Stalhouder.! 43. Lennep (Mr. F. K. van)
39. Maohine fabriek (Zeister)
47. Marmjk Kooy (J. H. van), „Ma Retraite".
105. Mé»ch (H. M. van der), „Bikenhof." 1060. MeteletKamp (J. A ). 34. Muller, Park.
44. Notten (C. van), „Beeklust".
26 Otto (Vincent). Hotelhouder. 102. Opperbrandmeester te Zeist.
26. „Parkoord" (Hatel), Slotlaan. 45. Pauw van Wieldrecht (Jhr. H.).
48. Pesters (Jhr. C. A. de), „Villa Nova".
101. Politie-Bureau te Zeist. 60. Pijper & Co. (Gebr.), Makelaars.
35. Reenen (Jnr. P. van), „Bloemenheuvel".
103. Repelaer (Jhr.), Park.
62. Riessen (H. W. van), Koloniale- & IJzerwaren.
54. Romondt Vis (Mr. van) „Sohoonoord".
40. Scherpenzeel (C. J van), Vleeschhonwer.
53. Schols, Hotel „Woud- en Bergoord", Driebergen.
42. 8chütz 4 Co., Kruideaierswaren.
21. Schütz <k Zn , Zinkwerken.
29. Schneider, (W. K ), „Broeder-Hötel."
104. Staatsspoorweg-Station, ZeisUDriebergen.
19. Taets van Araerongen (W. H. Baron). , .,' y i ■ ■■ i
49. Tets (Douairière van), „Stenia". , t
55. Tets (Jhr. G van). . .
46. Thissen (M. L. H.) i ' * , ■ -•; ,
1002 Vinju. 28. Wees 4 Weiss (G. van).
8, Westphal (K L), Vloesohbouwer. ' . ,
34. Wiederhold (Th.), Hfttelhouder. -
4. Zanten & Zoons (van), Taylors. :, ' !■
Abonnementsprijs voor aansluiting aan het plaatselijk net f AS.—
Verhooging voor hen die intercommunaal wenschen te kunhen spreken, zoo de lijn niet langer dan 1500 M. is...... - 5.—
Zoo de lijn van 1500 M. tot 3000 M. is.......... - 10.—
Zoo de lijn langer dan 3000 M. is, per 100 M........ - 0.35
JDlenstreg-eling-- (Spoortijd).
üp^erkdagen: van 7.30 v.m. tot 9.30 n.m.
' Op Zondagen: van 7.30 v.m. tot 10.30 v.m. Intercommunaal verkeer.
Op -werkdagen: van 7,30 v.m. tot 8.30 n.m.
Zondags geen dienst.
|
|||||
- 69 -
Huize "Heerewegen" (4)
Hoe verliep de geschiedenis van dit huis en land-
goed? Nadat tientallen jaren de familie Van der Mersch Heerewegen had bewoond, werd voor notaris A.R. Mennega te Driebergen-Rijsenburg op 29 de- cember 1954 de Stichting "Landgoed Heerewegen" in het leven geroepen door Anthony Hendrik en Hen- riëtte Sophia Wilhelmina van der Mersch, beiden ongehuwd en wonende Lageweg 4 alhier. Het doel was, de wettige nakomelingen van wijlen Hugo Maurits van der Mersch en jkvr. Cornelia Cathari- na Clifford te helpen bij opvoeding en/of studie; de mogelijkheid te scheppen tot herstel van ge- zondheid en ontspanning; eventueel financiële steun te verlenen; de Diaconie van de Hervormde Gemeente Zeist zo mogelijk te steunen. Een bestuur van drie personen zou de Stichting beheren. Nu was vóór 1948 al Heerewegen ingericht tot op- leidingsinstituut van de Doopsgezinde Broeder- schap en voornoemde Stichting had conform een huur- overeenkomst betreffende het buiten met het Menno- nite Central Committee. Toen deze huurovereen- komst per ultimo 1962 eindigde, werd besloten om het landgoed - met uitzondering van "Klein- Heerewegen" - te verkopen. In 1963 deed het Ver- enigd Plastic Verkoopkantoor een bod op een deel van het perceel om er een representatief gebouw en een laboratorium te bouwen. Gelukkig werd een en ander voorkomen, doordat de Zeister gemeente- raad op 18 februari van dat jaar zonder hoofde- lijke stemming besloot tot aankoop van dit per- ceel, kadastraal sectie E no 1212, voor ca ƒ 720.000,--. De transportakte werd op 13 augus- tus daaraanvolgend opgemaakt ten kantore van notaris J.A. Ringeling te Zeist; het betrof dus het terrein met alle gebouwen, behalve Klein- Heerewegen met naaste omgeving, dat echter bij ontruiming ook gemeente-eigendom zou worden voor |
||||
70 -
|
||||||
BEGANE GEOm
|
||||||
HÏÏIZE HEEEEVfEGBN
|
||||||
- 71 -
ƒ 50.000,-- plus Kosten. De gemeente werd aldus
eigenares van 11 ha., 73 aren en 61 centiaren; het park werd opengesteld voor het publiek, maar een klein gedeelte ervan, achter het landhuis, werd per 1 november 1963 verhuurd aan de Ruitersport- vereniging " 't Kerckebosch" als manege (tot 1 december 1973). Wat Klein-Heerewegen (zie de afbeelding op pag.
75 ), Driebergseweg 9, betreft, dit huis was nog bewoond door mej. M.S.J. van der Mersch. terwijl - er sinds 1951 ook het gezin van de heer A. van Leusden verbleef. Genoemde familie verhuisde ein- de december 1966, nadat op 8 november van dat jaar mej. Van der Nersch was overleden. Op 27 de- cember werd toen de villa bezit van de gemeente en deze gaf het huis in beheer en exploitatie aan de Stichting Centraal Woningbeheer. Bij raadsvoorstel no 21 van 13 februari 1967 werd besloten tot herstelwerk binnens- en buitenshuis a raison van ca ƒ 14.500,--, waarna het gebouw - vroeger de portierswoning - als behuizing ter : beschikking werd gesteld van de pas benoemde di- recteur van onze muziekschool, de heer P. van Bog- gelen. Deze vertrok in mei 1974 naar elders. Het vermelden waard is de voormalige tuinmanswo-
ning, Driebergseweg 11a. In verband met dit zoge- naamde "Zwitserse huis" moge het volgende, ge- schreven door Van Luttervelt, worden geciteerd 18 3: "De vreemde herkomst van dennen en sparren (in deze streek, G.) is nog lang gevoeld. Wanneer zij op glooiende terreinen of aan kronkelende beekjes groeiden, dan waanden de brave Nederlan- ders zich al gauw in de bergen van Beieren of Zwitserland. Om de illusie te volmaken verrezen dan op die plekken houten "Zwitsersche bruggetjes" en "Zwitsersche huizen" met breed overstekende- daken en donker gekleurde balkons. Een heele Zwit- |
||||
- 72 -
sersche mode ontstond allengs. Voorbeelden hiervan
op den Utrechtschen heuvelrug zijn de Zwitsersche brug in het bosch van Driebergen, de half houten, half geelgepleisterde tuinmanswoning van Heerewe- gen, die het opschrift draagt: "184B Frühe Morgen Keine Sorgen. GottlobI 1898" (waarmee het huisje in 1898 gedateerd wordt),...." 19). Dit chaletje werd omstreeks 19B0 bewoond door de familie F.F. Venekamp en gedurende de laatste tien jaren door de familie Ch.J.L. Muller (zie de afbeelding op pag. 75).■ Op het terrein stond ook een koetshuis. Omstreeks
1964 had de gemeente dit gebouw aan het Gasbedrijf Zeist en Omstreken gegeven als opslagruimte voor nieuwe gasfornuizen, en dergelijke. Deze Dienst verliet het gebouw op 1 december 1965; einde decem- ber brak er brand in uit, waardoor vooral de kap schade opliep. De Dienst Openbare Werken verzocht toen om die bergruimte, waarmee de raad in juli 1968 accoord ging; de kap zou worden hersteld. Na- derhand geraakte het bouwsel meer en meer in ver- val, totdat het einde 1973 werd gesloopt. De beide eerstgenoemde gebouwen staan nog op het
landgoed Heerewegen. Maar anders liep het met de buitenplaats Heerewegen zelf; een huis met een in- houd van ca 3200 m3 en staande op de Monumenten- lijst. Reeds vermeldden wij, dat er een Doopsge- zind centrum in werd ondergebracht (uit die jaren dateert de wijziging van de kap door het aanbren- gen van een aantal dakkapellen); ook een groepje Hongaarse vluchtelingen kreeg er in 1956 tijdelijk onderdak; en nadien een vijftal gezinnen, zoge- naamde "krepeergevallen" van onze woningnood. Door brandjes in Heerewegen - in de parterre en op de eerste verdieping - daags vóór Kerstmis 1970 en daarna in de nieuwjaarsnacht moesten deze gezinnen naar elders verhuizen. Onderwijl had de gemeente bij besluit no 9650 van 28 december 1966 toestem- |
||||
73
|
||||||
voorzijde
|
||||||
"HeerBwegen" omstreeks 1970
|
||||||
achterzijde
|
||||||
- 74 -
ming verleend aan de creatieve Stichting "De Werk-
schuit" te Zeist, om per 1 januari daaraan- volgend het sousterrain te gebruiken voor haar cur- sussen. De gemeente herstelde daartoe deze ruimte, gaf een kleine subsidie, zou alles schoon houden en conform werd een huurovereenkomst gesloten. In april 1971 werd echter het gehele gebouw ontruimd en met planken dichtgespijkerd om verdere verwaar- lozing en vernieling door "krakers" te voorkomen. Het resultaat was nihil want de vernieling in en buiten het landhuis - van vloeren, deuren, trap- leuningen, radiatoren, plafonds, serre's, glas-ln- lood-raam, diefstal van lood en zink, enzovoort] ging door; zo werd bijvoorbeeld op 28 september 1973 's morgens nog brand gesticht, welke brand be- hoorlijk schade veroorzaakte. In overleg met de Rijksdienst voor de Monumenten-
zorg was in 1971 door de gemeente nagegaan, of herstel van Heerewegen nog mogelijk was. Het ant- woord luidde bevestigend, maar de kosten - zonder vernieuwing van de parkaanleg - werden in'oktober van dat jaar al geschat op ƒ 650.ODO,--. Zelfs met subsidies van Rijk en Provincie zou het onze ge- meente nog ƒ 338.000,-- kosten. Bij een afschrij- vingstermijn van 25 jaren zouden de huurkosten van het gerestaureerde gebouw per jaar dan ƒ 35.000,-- moeten bedragen; daarvoor zouden stel- lig geen gegadigden zijn te vinden. Er begonnen dan ook stemmen op te gaan om het gebouw maar te slopen, waartegen anderen weer protesteerden, voor- al echter vanwege de vrees, dat het waardevolle natuurgebied met de bijzondere begroeiing om het huis schade zou lijden. Nu had de gemeenteraad al een "plan flolenbosch"
[inclusief Heerewegen] aanvaard, inhoudend het be- waren van een parkachtig gebied met de bouw van een tweede gemeentelijk bejaardencentrum. |
||||
- 75 -
|
|||||
76 -
|
|||||
In 1965 reeds werd door het Utrechtse architecten-
bureau Reitsma, Van Rossum en Brouwer een maquette, plus de nodige tekeningen, voor zulk een centrum gemaakt. De landelijke Ziekenhuiscommissie was het met dit ontwerp niet eens; voor demente bejaarden (die er namelijk ook onderdak zouden krijgen] vond zij de opzet overbodig, te meer daar er in Drie- bergen al plaats voor 2DÜ van zulke bejaarden was. In 1970 kwam toen een gewijzigd plan ter tafel; er zouden vijf gebouwen komen, namelijk a] 24 be- jaardenwoningen voor zelfstandigen, in drie bouw- lagenj b] een hoofdgebouw van twee vleugels [keu- ken, recreatiezaal, administratie, eetzalen, lees- hoek, enzovoort, terwijl de 2e t/m de 9e verdie- ping woonétages bevatte]; c] een gebouw met vijf bejaardenkamers en drie logeerkamers; d] de ziekenboeg ca.; e] het personeelsgebouw. De bouwkosten werden geraamd op ƒ 5.800.000,-- en die van de inrichting op ƒ 1.466.400,--; dus teza- men - met nog enkele andere uitgaven - op circa ƒ 8.000.000,--. De bouw zou geëntameerd worden door de Stichting Huisvesting van Bejaarden Zeist. De houtopstand rond de gebouwen zou zoveel mogelijk worden gespaard. Men taxeerde, dat er 90 personeels- leden voor dit project nodig zouden zijn. Het herziene plan viel niet binnen de woningwet- bouw doch in de gesubsidieerde particuliere woning- bouw en derhalve schoof de gemeente het project door naar voornoemde Stichting. Maar wegens de tem- porisering gaf de minister van Volkshuisvesting geen toestemming voor de bouw. In augustus 1972 werd vernomen, dat er toch een contingent voor de bouw beschikbaar kwam, maar dan weer wel in de woningwetsector; dus ging het project weer terug van de Stichting naar de gemeente Zeist. Genoemd architecten-bureau had inmiddels het bouwplan op- nieuw gewijzigd; er zou [en zal dus) een verzor- gingshuis ■ verrijzen met twee vleugels van tien bouwlagen en een derde vleugel van één bouwlaag. |
|||||
11
|
|||||
"> f \^ '**4' A *ff. ^A' "' -iC ^>^ "^ * '
|
|||||
Het te bouwen bejaarden-centrum "Heerewegen".
|
|||||
78 -
|
|||||
Dit gebouw heeft dan 164 éénpersoonskamers, 18
tweepersoonsKamers, 8 ziekenbedden, 4 logeerbed- den en 3 personeelskamers. Apart wordt nog een ge- bouw met 27 woningen voor bejaarde echtparen neer- gezet. Een personeelsgebouw komt er dus niet. Zie de afbeelding van de maquette op pag. 77. De to- tale bouwkosten (op basis 1973] zijn geraamd op ƒ 7.668.219,--, dat wil zeggen dat de pensionprjs per persoon per maand ca ƒ 1.015,-- moet bedragen. In januari 1974 werd door Gedeputeerde Staten van Utrecht goedkeuring verleend tot de bouw, van het bejaardencentrum, maar niet - wat men gehoopt had ook er bij te realiseren - voor het verpleegtehuis, waarin onder meer de centrale keuken voor beide tehuizen had moeten komen. Opnieuw was dus overleg nodig tussen Gedeputeerde Staten en onze gemeente. Hoe stond het intussen met Heerewegen? Reeds op 10
april 1972 had de gemeenteraad een voorstel tot afbraak (no 403 goedgekeurd, doch volgens de rionu- mentenwet (art. 14, lid 2] moest het ministerie van C.R.M. de sloopvergunning geven. Op 5 mei werd aan het ministerie die vergunning gevraagd. Nu verklaarden zowel de provincie Utrecht (bij schrij- ven van 11 augustus] als Monumentenzorg (bij brief van 27 oktober ] zich tegen de sloop van het ver- vallen pand. Aangezien de kosten van een eventuele restauratie
ieder jaar omhoog gingen, bleef de gemeente aan- dringen op sloping van het gebouw. Toen het minis- terie van C.R.M, niet tijdig, namelijk vóór 5 mei 1973, reageerde op het slopingsverzoek van de ge- meente, d.w.z. toen de beantwoordingstermijn was verlopen, concludeerde men daaruit, dat tegen de afbraak geen bezwaar bestond. De firma A.J. Winkel, te Houten, ging er mee accoord, voor ca ƒ 10.000,-- Heerewegen en het koetshuis te slopen. Een raads- voorstel hierover van 26 juli (no 117] werd op 6 augustus daaraanvolgend door de raad goedgekeurd |
|||||
- 79 -
terwijl Gedeputeerde Staten van Utrecht er op 12
september mee Instemden. Zodat in oktober 1973 met de sloop kon worden begonnen; in november was huize Heerewegen verdwenen. Het aannemersbedrijf Heijmerink is thans bezig
met de bouw van het bejaarden-complex ter plaatse; op 11 juni van dit jaar werd daartoe de eerste spade in de grond gestoken door de 89-jarige dames Hylkema en Reysenbach. Zo eindigt de geschiedenis van een 125-jaar bestaan
hebbend landhuis en zijn bewoners, met hun lief en leed; en begint de geschiedenis van het gelijknami- ge tehuis voor bejaarden, met hun lief en leed. Het laatste blijft, het eerste - het stenen hulsel - wisselt. K.W. Galis
Noten:
(12) Een aanvulling op de genealogie Van der Mersch.
Op pag. 53 onder II, 1: Arnold Adriaan stierf Aerdenhout 4/3-1918 en zijn echtgenote jkvr. Anna 'Maria Wilhelmina Jacoba Backer stierf ook aldaar 27/1-1929 op huize "Westerhoeve". (18) R. van Luttervelt: De Stichtsche Lustwarande, Amsterdam, 1949; pag. 144.
[19] Op pag. 58, regel 6 van boven staat abusieve- lijk 18gB_ genoemd. Bij nader inzien betwijfel ik, of inderdaad het zo- genaamde kerkeland van Zeist [zie pag. 15 en 19) opgegaan is in het Heerewegen-perceel. In het oud- archief van onze gemeente - waaraan ook de vorige gegevens zijn ontleend - vond ik, dat op 10 okto- ber 1720 door de Gereformeerde [=Hervormde3 Kerk alhier onder andere werd verkocht 8 morgen bouw- land onder Stoetwegen aan de Hoogeweg; het kerke- land derhalve. Aan wie is mij niet bekend; het land kan toen zeer wel bij "De Breul" zijn gevoegd. Terwijl dan het Molenbosch-Heerewegen-areaal (de 33 morgen) het stuk "Preekstoel"-perceel aan de |
||||
- 80 -
nolenweg heeft opgeslokt.
De Oude Kerk te Zeist
Op 22 november J.1. werden 's middags in de ooste-
lijke vleugel van het Slot op enigszins feestelijke wijze de eerste exemplaren uitgereikt van "De Oude Kerk te Zeist" (dl I]. Dat geschiedde door de voor- zitter van de Van de Poll-Stichting, mr dr A.H.H. Stolk, na een inleidend toespraakje, aan de doch- ters van wijlen de heer H.J. van Eekeren, de auteur van genoemd historisch werk. Daarna ontvingen de overige aanwezigen - namelijk leden van de Raad van Beheer van onze Stichting, vertegenwoordigers van de Kerkvoogdij, fotografen, pers, enz., tezamen on- geveer 3G personen - eveneens een exemplaar van dit boekwerk. Na een korte pauze sprak ds P. Kuyper, mede-auteur, die de totstandkoming van het boekje belichtte en de inhoud ervan resumeerde. Tenslotte dankte ds J. Swijnenburg namens de familie Van Eekeren voor het fraaie werkstuk, waarmee de arbeid van wijlen hun vader/schoonvader alle eer werd aan- gedaan. Daarmede was het officiële gedeelte beëin- digd. Inderdaad kan de Van de Poll-Stichting, dank zij de
medewerking van vele personen [onder andere de ge- meentelijke drukkerij], trots zijn op dit mooie boekje, 102 pagina's en 36 afbeeldingen tellend. In de Zeister boekwinkels zal het voor belangstel- lenden ook te Koop zijn. i/ 11 r- k . W . b .
|
||||||
Tenslotte: moge 1975 een goed jaar voor U zijn en
vergeet niet wat Guido Gezelle schreef; Verloren is 't gepijnd om aan
den tijd, die immer voort moet gaan
een paal te zetten;
Ja, stelt u maar en schoort u stijf, g'en zult met al uw leen en lijf, zijn bane niet beletten.
|
||||||