-ocr page 1-
éuffettTO %tu èevorderina^cvatu de
kmnis cvatv de aesciiedenis cvaru
i^isö, uitaeaevefu aoovj de
numme/o o.a.
(kÊtcrraB^moistih in, QushrtÜTi vn^ïkn dollzt^
-maan io85, jaatahna'is, nn^
-ocr page 2-
Bulletin van de Van de Poll-Stichting
voor de zeister geschiedenis
Verschijnt 4 maal per jaar
15e jaargang, maart 1985, nummer 1
Redactie: dr J. Meerdink, drs Th.G.P.M. Ruijs,
K. Scharten (eindredacteur),
drs H.M.J. Tromp en L. Visser
Dagelijks bestuur der Stichting;
Drs H.J. Eijsink,
voorzitter. Oranje Nassaulaan 3
Mr dr A.A.H. Stolk,
vice-voorzitter, Krullelaan 28
I.D. Heyning,
secretaris. Van Renesselaan 7
Dr J. Meerdink,
tweede secretaris. Laan van Beek en Royen 2
L. Visser,
penningmeester, Lommerlust 17;
postgiro: 3.840.383 t.n.v. de
Van de Poll-Stichting;
bank: Algemene Bank Nederland
te Zeist (postgiro 30.549),
t.g.v. rekening 55.86.18.049
van de Van de Poll-Stichting
Drs Th.G.P.M. Ruijs,
tweede penningmeester. Jufferstraat 36
Archief; het Slot, Zinzendorflaan 1
Het archief der Stichting is geopend op;
dinsdag van 10.30 - 12.30 uur
-ocr page 3-
Jaarverslag over 1984
In het verslagjaar vergaderde de Raad van Beheer op
26 maart en 26 november, terwijl het dagelijks bestuur
driemaal en wel op 28 mei, 13 september en 26 november
bijeenkwam.
De heer dr K.W. Galis heeft bedankt als lid van de
Raad van Beheer. De heer mr dr V.A.M, van der Burg
heeft zijn functie van eerste secretaris wegens drukke
bezigheden beëindigd; wij prijzen ons gelukkig dat hij
wel lid van onze Raad van Beheer blijft. Wij zijn dank-
baar voor hun inzet voor onze Stichting.
In de secretarisvacature werd voorzien door de benoe-
ming van de heer I.D. Heyning.
Ons bulletin "Seijst" kwam ook in 1984 vier maal uit,
zij het dat het decembernummer u tot onze spijt enigs-
zins vertraagd bereikte. Wij zijn de redactieleden er-
kentelijk dat zij "Seijst" weder met zulke boeiende
kopij hebben weten te (doen) vullen.
Evenals vele voorgaande jaren hebben de vrijwilligers
het archiefwerk met enthousiasme en toewijding ver-
richt. Het gezelschap van de dames Mollen en Bertoen en
de heren van Wijk en Roeder is nog uitgebreid met me-
vrouw drs Saskia Bottinga. Het bestuur is hen grote
dank verschuldigd. Voor hun werkzaamheden verwijzen wij
u naar het separate verslag van mevrouw J.C. Mollen-
Hengeveld. (De heer Roeder heeft inmiddels door tijdge-
brek onze gelederen verlaten, in verband met een door
hem geaccepteerde nieuwe full-time betrekking).
Op 12 maart hield mevrouw drs G.M.W. Ruitenberg voor
ons een interessante lezing in het Slot over "familie-
archieven".
De excursies waren ook in 1984 zeer geslaagd. Op 26
mei bezochten we 's middags de kerkzaal van de Evange-
lische Broedergemeente alsmede de Oude Kerk, terwijl
wij op 7 september in twee volle bussen een dagtocht
maakten naar het Loo.
Op 15 september hielden wij een "open dag" met als
thema de geschiedenis van het zeister bedrijfsleven.
Vele honderden enthousiaste bezoekers toonden hun
interesse voor het tentoongestelde, alsook voor de
-ocr page 4-
boeiende en nostalgische film, vertoond door de heer H.
Wels.
Ook de organisatoren van bovengenoemde evenementen
zijn wij bijzonder erkentelijk. Wij hopen ook in 1985
op hen te mogen rekenen.
De publicatie "Zeist 1811-1815" (inlijving en bevrij-
ding) van dr J. Meerdink, werd in 1984 voltooid en zal
begin 1985 in druk verschijnen. Wat betreft de in 1984
verschenen catalogus van de bibliotheek, verwijzen wij
u naar eerdergenoemd verslag van mevrouw Mollen.
De bronnenpublicatie over de periode 1631-1651 is
vrijwel persklaar. De heer H. Wels heeft het personen-
register en het register van zaken en geografische na-
men van deel III, aflevering I (1601-1630) samenge-
steld, waarvoor onze hartelijke dank.
Op 28 mei vergaderde voor het eerst het bestuur van
de nieuw opgerichte "de Montê verloren Stichting" onder
voorzitterschap van de heer L. Visser. De overige be-
stuursleden zijn: de heren H.E. van Tellingen,
Th.G.P.M. Ruijs, G.B. van Delft, mr M.A. van Rhijn en
W.A. Storm de Grave.
"Deze stichting heeft onder meer tot taak een bijdra-
ge te leveren aan het verkrijgen en verzorgen van pas-
sende huisvesting en berging van het archief van de Van
de Poll-Stichting, een en ander onder uiteindelijke
verantwoordelijkheid van de Raad van Beheer van de Van
de Poll-Stichting".
Het streven is om te zijner tijd tot een grotere per-
manente expositieruimte te komen. Uiteraard houden wij
u van het verloop van een en ander op de hoogte.
Tot slot spreken wij de hoop uit dat met uw aller
medewerking het aantal contributanten zal blijven
groeien (de 500-grens is bijna bereikt) en dat wij van
de gemeente Zeist ook in de toekomst de voor ons onont-
beerlijke financiële steun zullen mogen blijven ontvan-
gen.
I.D. Heyning
Ie secretaris
-ocr page 5-
Verslag van het archiefwerk over 1984
Ook dit jaar is het archiefwerk voor de Van de Poll-
Stichting voortgezet.
Bibliotheek. Deze zomer is een nieuwe catalogus ver-
schenen; hierin zijn ongeveer 1.000 werken opgenomen.
Twee kaartsystemen, één op naam van de schrijver en
één op het nummer, dat het boek heeft gekregen voor de
plaatsing in de kasten. Wij vertrouwen, dat de nieuwe
opzet goed zal voldoen.
Persberichten. Deze worden bijgehouden aan de hand
van het Utrechts Nieuwsblad, de Nieuwsbode, het Mid-
week- Journaal , het N.R.C.-Handelsblad, enz. Zij zijn
opgeborgen in mappen volgens een bepaalde indeling.
Dit jaar zijn wij doorgegaan met de belangrijkste
berichten uit de mappen te lichten, op te plakken en te
coderen volgens de bibliografie van Zeist. Dit is onder
andere gebeurd met de personalia (17.1 en 17.2), de
bedrijven (12.2), de Broedergemeente (14.4).
Een woord met dank aan de heer Scharten, die ons
iedere maand de berichten uit het Utrechts Nieuwsblad
verschaft.
Het aanvullen van de catalogus en de bibliografie
hebben onze voortdurende aandacht. Voor aanvullingen en
eventuele veranderingen houden wij ons aanbevolen.
Prenten. Vanaf 1 augustus worden de prenten geordend.
De gegevens worden op kaartjes gezet op dezelfde wijze
als de prenten in het Rijksprenten-kabinet. Codering
heeft plaats volgens de bibliografie.
Iconografische Atlas. De werkzaamheden aan deze ver-
zameling, onderdeel van de Atlas van Zeist worden
voortgezet. Helaas hebben wij dit jaar weinig portret-
ten ontvangen.
Kaarten verzame1ing. In het overzicht van de histo-
risch-geografische kaarten van januari 1978 waren 145
kaartnummers vermeld. De laatste jaren zijn daar 170
nummers aan toegevoegd en op fiches uitgebreid beschre-
ven. In 1984 werd begonnen met het opstellen van een
nieuw overzicht (in concept vrijwel gereed).
-ocr page 6-
Omdat het opbergen van kaarten van verschillende af-
metingen bij het uitnemen vaak tot beschadiging leidde,
is het nu ingeschreven kaartenbezit verdeeld in een
6-tal formaten, waarnaar de kaarten binnen eenzelfde
formaat in groepen van ca tien exemplaren in een omslag
zijn verzameld.
In het nieuwe overzicht wordt elke kaart iets uit-
voeriger beschreven dan voorheen. De formaatcode wordt
vermeld, waardoor de kaart sneller kan worden opge-
zocht.
Inlichtingen. Het geven van mondelinge en telefo-
nische inlichtingen neemt toe op dinsdagmorgen. Dit
jaar ongeveer 100. De schriftelijke inlichtingen ± 30.
Onze medewerking werd onder andere verleend aan de
heren Blijdenstein en Coppens in verband met de uitgave
"Zeist, Groei en Bouw", aan de Stichting Academische
Reizen, de Open Dag met het thema bedrijvigheid in
Zeist, enz.
Veel dank aan de medewerkers, de dames Bertoen en
Bottinga en de heren Roeder en Van Wijk en onze pen-
ningmeester, de heer Visser. Zonder hun inzet zouden
wij de bovengenoemde resultaten niet bereikt hebben.
J.C. Mollen-Hengeveld
-ocr page 7-
De begraafplaatsen in de buurtschappen
Austerlitz en Den Dolder
Inleiding
In het Bulletin (13) 1983, blz. 67 e.v. schreef ik
over "Begraafplaatsen te Zeist". Dit artikel had niet
de bedoeling een volledig overzicht van alle zeister
begraafplaatsen te geven. De begraafplaatsen van
Austerlitz en Den Dolder bleven onbesproken. Een korte
beschrijving daarvan volgt.
Austerlitz
De buurtschap Austerlitz heeft een bijzondere be-
graafplaats, die het eigendom is van de n.h. gemeente
aldaar. De begraafplaats ligt aan de Oude Postweg en is
ontstaan uit de particuliere begraafplaats van de fami-
lie F.A. Hubert 1).
Aan dit feit herinnert de oude grafsteen die aan de
voorzijde van de begraafplaats naast het lijkenhuisje
ligt. De steen behoeft nodig onderhoud. Onder het mos
verscholen staan op de grafsteen de volgende letters
gebeiteld:
In naam der Heilige Drieëenheid
Begraafplaats
der Familie F.A. Hubert
Hier rust:
Vrouwe Sara Charlotte Hubert-La Farque
geboren den 12 November 1771,
overleden den 1 november 1827
Zij was de echtgenote van F.A. Hubert, landeigenaar
te Austerlitz en oud-officier in het leger van Keizer
Napoleon, die na de franse tijd in deze buurtschap was
blijven wonen. Zijn woonhuis droeg de toepasselijke
naam: "De Heidelanden".
De particuliere begraafplaats Hubert kwam op 29 no-
vember 1836 in handen van J.B. Stoop, koopman te Am-
sterdam. Zijn erfgenaam, de president-kerkvoogd van de
N.H.-Kerk te Austerlitz, J.B, de Beaufort, verkreeg op
-ocr page 8-
11 januari 1871 van b. en w. van Zeist het verlof tot
het aanleggen van een bijzondere begraafplaats, onder
de bepaling dat het bestaande graf van Hubert binnen de
omheining van de begraafplaats niet geroerd mocht wor-
den en dat geen nieuwe graven binnen de afstand van 50
meter van het woonhuis "De Heidelanden" mochten worden
aangelegd.
In 1935 kreeg de begraafplaats een uitbreiding. Op de
begraafplaats liggen voornamelijk (oud-)ingezetenen van
Austerlitz begraven. De aandacht trekt het familiegraf
van Dirk Jan van Nieuwenhuizen (Maarn 1872 - Austerlitz
1941), de eerste SDAP-wethouder van de gemeente Zeist,
die voor Austerlitz van veel betekenis is geweest.
Op deze begraafplaats van de n.h. gemeente wordt nog
steeds begraven. Het is gewenst dat de grafsteen Hubert
uit 1827 bijzondere aandacht krijgt anders bestaat het
gevaar dat dit kleine monument in Austerlitz op de be-
graafplaats de tijd niet langer zal doorstaan.
Den Dolder
Christoph Pleines (1857-1936) stichtte in 1902 een
nieuwe zeepfabriek genaamd "De Duif" op de terreinen
langs de spoorlijn Utrecht-Amersfoort. Zijn komst gaf
de stoot tot een krachtige groei van de buurtschap Den
Dolder. Hij bouwde niet alleen een fabriek annex direc-
teurswoning maar een heel dorp met woningen voor zijn
arbeiders, een kerkzaal en een school.
Bij een bloeiende gemeenschap hoort een begraaf-
plaats. In 1914 schreef Pleines een boek over zijn
schepping: "De zeepindustrie in beeld (...)". Een para-
graaf uit dit boek handelt over het "Stille Hofje", de
begraafplaats te Den Dolder, die op zijn initiatief was
aangelegd. De eerste begrafenis vond er in 1906 plaats.
De ingang van deze particuliere begraafplaats bevindt
zich tussen de nos 66-68 aan de Pleineslaan in de
buurtschap Den Dolder. In een groot familiegraf Pleines
liggen zijn zoon (overleden 1906) en zijn echtgenote
begraven. Verder bevinden zich op de begraafplaats de
familiegraven van het aangetrouwde geslacht Prang.
-ocr page 9-
Ch.Pleines was van 1911-1918 lid van de gemeenteraad
van Zeist, verkocht in dat laatstgenoemde jaar zijn
zeepfabriek en verliet de gemeente Zeist. Hij overleed
in 1936 te Liechtenstein 2).
Op het "Stille Hofje" te Den Dolder wordt nog steeds
begraven.
V.A.M, van der Burg
Noten
1. W. Grapendaal, de buurtschap Austerlitz in het licht
der historie, z.pl. z.j. (1954), blz. 38 e.v.
2. L. Visser, De straatnamen van Zeist. Ook straatnamen
zijn monumenten. Van de Poll-Stichting, Zeist 1978,
blz. 103 en K.W. Galis, Huis ter Heide, Bosch en
Duin en Den Dolder in oude ansichten, Zaltbommel
' 1980, no 58 (portret Ch.Pleines)
Illustraties
1. Foto van de grafsteen Hubert, 1827, Begraafplaats
n.h. gemeente, Austerlitz
2. Foto ingangshek van het "Stille Hofje", particuliere
begraafplaats, Den Dolder tussen Pleineslaan nos
66-68
-ocr page 10-
10
-ocr page 11-
Wmwfr:-
«■#-LJ i^t u «Ji^^-iJtJl
AtólC*.'^
11
-ocr page 12-
Merkwaardige zaken, mij bekend (I)
Jaren geleden verscheen in De Volkskrant een serie
tekeningen met bijschriften van Jan Bouman. Bouman leg-
de daarin voor de lezer een aantal merkwaardige curiosa
vast, die hij aan of in gebouwen in heel Nederland had
aangetroffen. Zeist kwam bijvoorbeeld daarin voor met
het witte interieur van de Broedergemeente-kerk en haar
porseleinen kachels.
Daaraan moest ik denken toen voor enige weken het hek
om het park Hoog Beek en Royen aan de zijde van de Laan
van Beek en Royen en de Arnhemse Bovenweg werd wegge-
haald. Aan de zijde van de Driebergseweg is dit hek
gedeeltelijk nog aanwezig.
Vroeger stonden deze hekken dichter aan de weg. Het
gemeentebestuur meende dat de scherpe punten van het
hek voor het ook toen al drukke verkeer op de Drieberg-
seweg gevaar zouden opleveren. Freule van Loon, bewoon-
ster van Hoog Beek en Royen, kreeg toen opdracht daar
iets aan te doen. En zo werd in de twintiger jaren op
iedere punt - en het zijn er nog al wat - een kogeltje
gesmeed. Een opmerkzaam wandelaar kan het resultaat ter
plaatse nog steeds waarnemen.
Merkwaardige zaken, mij bekend (II)
De sloot tussen het Zusterplein en de Nassau-Odijk-
laan vertoonde tot voor enige jaren een merkwaardig
obstakel: een balk dwars over het water, voorzien van
ijzeren punten bevond zich ter hoogte van de begraaf-
plaats der Broedergemeente.
Deze versperring dateerde uit de periode dat het jon-
gensinternaat van het Christelijk Lyceum in het Slot
gehuisvest was. Dat was in de jaren 1918-1922.
In eerstgenoemd jaar werd het Christelijk Gymnasium,
gevestigd in Zetten, te Zeist omgezet in een lyceum, en
het daarbij behorende internaat naar Zeist verplaatst.
Tot de nieuwbouw aan de Krakelingweg in 1922 gereed
kwam, hadden curatoren ten behoeve van het internaat
van de familie Labouchêre het Slot gehuurd.
12
-ocr page 13-
Nu was dit wel een beetje de kat op het spek binden,
want aan de overkant, in het zusterhuis der Broederge-
meente bevond zich het meisjesinternaat van de scholen
dier gemeente. Het is er dan ook van gekomen en op een
avond hebben de meisjes voor de jongens een feestje
gebouwd in het zusterhuis. Van medeplichtigheid van een
der secondanten was er sprake en de jongens begaven
zich per roeiboot naar het zusterhuis. De zaak kwam
later uit en leidde tot een (mini-)schandaal en verwij-
dering van enkele meisjes van de school.
Gevolg was, dat van de zijde der Broedergemeente tot
boven vermelde defensieve maatregel in de sloot, die
van het Slot naar het zusterhuis voerde', werd besloten.
J. Meerdink
Een gedeelte van het hek, met en zonder kogeltjes
13
-ocr page 14-
Gevonden II
Heeft de vondst, beschreven in ons Bulletin, 8, 1978,
no 4, pag. 76 vlg., nog een spoor nagelaten in de vorm
van een wasafdruk - van de thans te vermelden vondst in
1748 is niets behouden gebleven - voor zover wij weten.
Dat is wel jammer; doch oordeelt u zelf aan de hand van
de hier weergegeven originele teksten 1).
Resolutie van den Geregte omme de volgende Publicatie
of bekentmakinge te doen.
De Heeren Drossaard en Schepenen der Vrije en Hooge
Heerlijkheid Zeijst doen bij deezen weeten, dat
hier tot Zeijst int Dorp op de hoek vant Rondeel
bij het graven van fondamenten op Maendag den 22e
April 1748, des morgens om ses uuren aldaer, digt
bij een oude Kelder, is gevonden een aarde Can met
goude en zilverde munte, zijnde zeer oude speciën,
van diverse groote en klijndere soorten, welke spe-
tien ten deele in deze Ed. Geregtshuijse aan boven-
gemelte Heeren zijn ter hand gestelt, bedragende
nogal een merkelijke Zomma.
Alwaeromme de Heeren Drossaard en Schepenen hebben
goedgevonden deeze Notificatie in Zeijst en Drie-
bergen te laten doen, of iemand aldaer mogte ge-
vonden worden, die eijgendom of pretentie op de-
zelve can formeeren, die gelieven zulkx binnen den
tijd van ses weeken aan deezen Edele Geregte aan te
geven, met de behoorlijke bewijsen daertoe dienen-
de, op Peene dat naa die tijd over gemelte Pennin-
gen zal worden gedisponeert zoo als gemelte Heeren
Drossaard en Schepenen naa regten stijl zullen be-
vinden te behooren.
Ter ordonnantie vant volle Geregt,
was get. Jan van Dam secrets.
Gepubliceert en geaffigeert met Clokkegeslag tot
Zeijst en Driebergen op den 31en Meij 1748 door
mijn
was get. Jan van Dam.
Kennelijk claimde een zekere Van der Swaen, verblij-
vende te Cappel, het recht op voornoemde vondst, zoals
14
-ocr page 15-
blijken mag uit het antwoord, dat hem uit Zeist werd
toegezonden.
Missive met goedvinden van den Heer van Zeijst en
den Heer Drossaard aan Ansum van der Swaen geschre-
ven, tans herder van den Heer van Zeijst te Cappel,
onder couvert aan de Heer Walraet Carel Mos te
Eijsselstijn.
Goede Vrind Ansum van der Swaen.
Ued. hebt aan den Heer van Zeijst kennis gegeven,
dat Ue vermijnt eenig recht te hebben op de gevonde
penningen tot Zeijst bij het Rondeel, daer Ue ge-
woont hebt. Zoo dient deezen in antwoord dat de
Heer Drossaard en Schepenen der Vrije en Hooge
Heerlijkheijd Zeijst, bij Resolutie indato den 31
Meij 1748 hebben doen publiceeren en affigeeren tot
Zeijst en Driebergen of iemand aldaer gevonden
wierd, die eijgendom of pretentie op dezelve pen-
ningen can formeeren, dat die zig binnen den tijd
van ses weeken aan welgemelte Geregtslieden met
haare bewijsen daertoe specteerende moesten compa-
reeren, op Peene dat die van den Geregte over de
gemelte penn. zouden disponneeren zoo als hetzelve
behoorden. En daer is niemand verscheenen.
Derhalve zullen die van den Geregte op aenstaende
Dinsdag den 24 September des voornoens ten thien
uuren bij den anderen zijn, om daer verder over te
resolveeren, en zoo Ued. vermijnde alsnog eenig
recht op dat gevonde geit zoudet connen formeeren,
dat Ued. dan ten langsten Ue aldaer condet laten
vinden, met behoorlijke bewijsen daertoe dienende.
Goede vrind Ued. Dw. Dienaer
was get. Jan van Dam.
Zeijst den 19e Septemb. 1748.
Blijkbaar kwam men in september niet tot een besluit,
want het Gerecht nam de volgende beslissing:
Resolutie wegens het voorengemelte gevonden geld.
Dinsdag den 5 november 1748.
Die van den Geregte hebben gecommitteert de Heer
Hendrik Houtkamp, Drossaard en Bastiaan van Maurik,
Schepen van deze Hooge Heerlijkheijd Zeijst, omme
15
-ocr page 16-
te gaen consuleeren met twee onpartijdige Regtsge-
leerde over 't gevonde Geld; en aan wien hetzelve
behoord toegeweezen te worden; en van dezelve
schriftelijke verclaringe van dezelve Regtsgeleerde
meede te brengen omme ons daer naa te connen gedra-
gen.
Ter ord. tie vant volle Geregt.
Dit is het einde van deze affaire; helaas ontbreken
verdere gegevens. Waar zou de kan met munten - mis-
schien verborgen tijdens de franse invasie van 1672 ? -
gebleven zijn? De huidige Tweede Dorpsstraat had in en
na 1672 nauwelijks bebouwing; het Rond(eel) ontstond
pas omstreeks 1680. Dus zou de vondst zijn gedaan op de
hoek van Rond en Eerste Dorpsstraat. Ter plaatse waar
nu "Hotel Hermitage" - vroeger geheten "Hotel
Schneider" en nog eerder "Gasthof der Brüdergemeine" -
staat? De bouwactiviteit van de Evangelische Broeder-
gemeente ving aan in 1748 (Broederhuis, Zusterhuis,
diverse privlwoningen) 2). Ook van voornoemd "Gasthof"?
Er is weinig over bekend; in een publicatie van prof.
Van der Linde lezen we slechts 3): "In de Ie Dorps-
straat heeft al voor 1770 een "Gasthof der Brüderge-
meine" bestaan dat de vele bezoekers uit het buitenland
en de mensen die naar een kerkdienst kwamen, of een dag
uit waren in de winkels, kon verzorgen......"
K.W. Galis
Noten
1. L. Visser, Inventaris van het Archief der Gemeente
Zeist, 1599-1905; no 35, pag. 80, 80a, 81
2. H.L.C. Schutz, De Broeders, ...... Zeist. pag. 95,
96
Tentoonstellingscatalogus, Erfgoed van Herrnhut.
Utrecht 1974; pag. 51. Zie ook pag. 75
3. J.M. van der Linde, Hernhutters in Nederland, Zeist
1968; pag. 90
16
-ocr page 17-
De Slotlaanschool verhuist
Hoewel het aanzien er nauwelijks door zal wijzigen,
staat de Slotlaan binnenkort toch een grote verandering
te wachten.
Over enkele weken zal de Slotlaanschool namelijk, na
ruim 120 jaar, haar deuren sluiten en onder de naam "De
Hoeksteen" onderdak vinden in de nieuwe school op de
hoek van de Torenlaan/Jagerlaan.
Daarom lijkt het goed even aandacht te schenken aan
de geschiedenis van deze school, waaraan velen onge-
twijfeld goede herinneringen bewaren.
Het begon in 1865, toen in Nederland, en heel uit-
drukkelijk ook in Zeist, het feit werd herdacht, dat
vijftig jaar tevoren de slag bij Waterloo plaatsvond,
waardoor een einde kwam aan de franse overheersing.
Nu we zelf het jaar beleven, waarin we onze veertig-
jarige bevrijding vieren, kunnen we ons goed voorstel-
len, dat het vijftig-jarig jubileum van de bevrijding
alom gevierd werd.
De feestelijke herdenking was in elk geval voor me-
vrouw J.A. van Bern-van Goor Hinloopen aanleiding om de
hervormde gemeente van Zeist een flinke som geld te
schenken voor de bouw van een weeshuis, bejaardentehuis
en school. Een wat vreemde combinatie: wezen, bejaarden
en schoolkinderen onder êên dak. Het gebouwencomplex
aan de Slotlaan, op de plaats van de tegenwoordige
Ireneflat hebben velen onzer nog gekend als het wees-
huis, waarnaar de Weeshuislaan is genoemd.
In de linkervleugel was het bejaardenhuis, later ge-
bruikt als woning voor het hoofd van de school, in het
midden het weeshuis en in het rechtergedeelte werd de
school ondergebracht.
Hoofd van de eerste hervormde school was de heer Jac.
van Zanten, de vader van de latere apotheker. Hij kwam
uit Veenendaal en aanvaardde zijn functie op 14 mei
1865 op 32-jarige leeftijd. Hij bleef schoolhoofd tot
1906, het jaar, waarin een pensioenregeling voor onder-
wijzend personeel van kracht werd en zodoende kon hij
op 73-jarige leeftijd van zijn pensioen gaan genieten.
17
-ocr page 18-
In datzelfde jaar werd de in 1984 gesloopte school
aan de Weeshuislaan gebouwd. Een voor die tijd prachtig
gebouw, waarvan de aanneemsom bijna ƒ 44.000,— bedroeg
en waarover men tot ver buiten Zeist sprak, omdat het
zo'n duur paleis geworden was. Toch was het blijkbaar
nog niet duur genoeg, want de haarlemse aannemer P.
Hoetjens ging er failliet aan, waardoor de
uiteindelijke kosten nog hoger werden.
Hoofd van de nieuwe school werd de heer A. van den
Bosch.
De lagere school bereidde toen al voor op het
m.u.1.o.-onderwijs. Vanaf de vierde klas werd er franse
les gegeven, vanaf de vijfde engels en vanaf de zesde
duits en wiskunde.
Na de ingebruikneming van de school aan de Weeshuis-
laan werd de oude school verbouwd tot een vergadercen-
trum, het latere Irene. Tot aan de sloop van het wees-
huis in 1958 hebben talloze verenigingen en clubs daar
hun vergaderingen gehouden en uitvoeringen gegeven. Ook
werden er jarenlang kerkdiensten gehouden. In 1916 werd
de school gesplitst in een lagere en een m.u.l.o.-
school (in 1920 gewijzigd in u.1.o.).
De m.u.1.o.-school werd ondergebracht in de nieuwe
lokalen achter het Weeshuis, onder leiding van de heer
Van den Bosch, de lagere school kreeg de heer J. van
Ginkel als hoofd. In 1918 uitgebreid met 2 lokalen van
het Weeshuis, in 1921 werd de u.l.o.-/m.a.v.o.-school
gebouwd.
In 1936 kreeg de heer E. de Klerk de leiding van de
Slötlaanschool, die inmiddels weer was uitgegroeid tot
een gecombineerde lagere en u.1.o.-school.
In 1938 werd het de heer De Klerk wat te veel en werd
de school gesplitst. De heer N.B. Theramen werd hoofd
van de u.1.o.-school en de heer De Klerk hoofd van de
lagere school. Hij bleef dat, tot hij in 1959 met pen-
sioen ging.
Velen herinneren zich nog de vorige jaar overleden
heer De Klerk als de "meester"-verteller, die een zo
goede voordracht had, dat de kinderen aan zijn lippen
hingen en de wereld als een kaleidoscoop aan zich zagen
18
-ocr page 19-
voorbijtrekken wanneer hij aan het vertellen was.
Een merkwaardige bijzonderheid is wel het feit-, dat
de school in 1865 in het weeshuis begonnen, sindsdien
verhuisd naar de Weeshuislaan en vervolgens terugge-
keerd op de Slotlaan, gedurende bijna honderd jaar
slechts door drie verschillende hoofden werd geleid.
In 1959 volgde de heer J. van Soest de heer De Klerk
op als hoofd van de lagere school. Hij droeg in 1977 de
leiding over aan het huidige hoofd, de heer D. Eshuip.
Oud-leerlingen, oud-medewerkers en andere belangstel-
lenden krijgen op 30 maart a.s. nog éénmaal de kans om
het schoolgebouw te komen bekijken. Op deze dag zal er
van 10.00 tot 14.00 uur een tentoonstelling zijn van
oude foto's en ander materiaal.
Indien u daarvoor het een of ander beschikbaar wilt
stellen dan wordt u verzocht contact op te nemen met de
heer C. van der Werf, tel. 14512 (school) of 51549
(thuis).
L. Visser
19
-ocr page 20-
Personeel Herv. School aan de Slollaan 1936.
De heer A. v. d. Bos gaal met pensioen, de heer E. de Klerk voli^l hem op.
Voorste rij: van links naar rechts, A. v. d. Bosjr..
kwekeling; E. de Klerk, Hoofd: A. v. d. Bossr.: J. v.
d. Hoff, engels; Mej. J. E. Pon, lo; Mej. C. v. Rijn. I<>:
Mej. C. Willeime, lo; Mej. S. J. Pon. lo; J. R. Berius.
engels; G. M. Northolt. aardrijkskunde.
Achterste rij: van links naar rechts, J. JacJanse. f rans;
J. Bos, lo; C. Zijderveli, wiskunde: J. v. Driel, duiis;
A. Westerveld, lo; Mej. H. M. J. C. Kool, lo.
20
!
-ocr page 21-
In memorian ds Pieter Knijper
emeritus predikant van de Gereformeerde Kerken,
lid van de raad van beheer van de Van de Poll-Stichting
24 oktober 1908 - 4 april 1985
Het heengaan van Kuijper, in april van dit jaar,
brengt voor zijn vele bekenden binnen onze Stichting
weer zijn markante persoonlijkheid voor ogen, die hij
v56r het rampzalig ongeluk van vijf jaar terug was.
Enthousiast in zijn kerkelijk ambt, enthousiast, niet
in geringe mate als lokaal historicus. Als bestuurslid
sinds de dag van oprichting in 1951, heeft hij de ont-
wikkeling van onze organisatie in haar geheel meege-
maakt en die in positieve zin beïnvloed. Jarenlang gaf
hij zijn goede krachten aan de archief- en studiecom-
missie, en vooral aan de kerkelijke geschiedenis van
Zeist. Zijn bewerking van de gegevens over de Oude Kerk
is, in vier delen gepubliceerd, êên van de belangrijk-
ste uitgaven van onze Stichting. Zijn andere studies,
onder andere gepubliceerd in ons Bulletin - die over de
situering van de Kerkweg vanuit de richting Bunnik, was
daar een goed voorbeeld van - waren geadstrueerd met
* tal van originele argumenten, even scherpzinnig als
belangwekkend, en met grote levendigheid gebracht.
Een stijlvol, erudiet en wat onstuimig mens, die zich
ten volle inzette voor de opvattingen, die hij de
juiste vond. In de omgang beminnelijk, hoffelijk, be-
scheiden, levendig en zeer vasthoudend.
De laatste vijf jaren moest hij als gehandicapte het
leven door. Van studies kwam niets meer. Hij ging voor-
bij aan het leven. Groter tegenstelling dan met vroeger
kan men zich nauwelijks indenken. Daaraan is dan nu ook
een einde gekomen.
De Van de Poll-Stichting houdt Kuijper in dankbare
herinnering.
Stolk
21
-ocr page 22-
Zeist en het
geslacht
Huydecoper
b
ouwers van de
19
e eeuwse
buitenplaatsen
Blikkenburg,
De
Brink en Wulperhorst
Inleiding
Leden van het adellijke geslacht Huydecoper hebben
gedurende de gehele 19e en het begin van de 20ste eeuw
te Zeist een belangrijke rol gespeeld als burgemeester,
gemeenteraadslid en eigenaar-bewoners van de ridderhof-
stad Kersbergen, het Zeister Slot, de ridderhofstad
Blikkenburg, het huis Wulperhorst en het huis De Brink.
In 1950 zijn de zeister takken van het geslacht Huyde-
coper uitgestorven. Nadien woonden er nog wel Huydeco-
pers te Zeist, o.a. aan de Kroostweg no 175 en te Huis
ter Heide (Huydecoper van Maarsseveen).
Wulperhorst was aan het einde van de 18e eeuw in han-
den van het geslacht (de) Pesters 1). Jacoba Margaretha
Harscamp (Utrecht 1755 - Zeist, huis Wulperhorst 1827),
weduwe van W.N. (de) Pesters, eigenares van Wulper-
horst, hertrouwde te Utrecht 11 oktober 1807 Jan Antho-
ny baron Taets van Amerongen (1769-1828), Heer van Wou-
denberg, lid van gedeputeerde staten van Utrecht, we-
duwnaar van L.R. van Tuyll van Serooskerken. En zo kwam
Wulperhorst na de dood van J.A. baron Taets van Ameron-
gen ter publieke veiling 2) tezamen met de hofstede de
Hoef (gelegen aan de Tiendweg) een kavel vormend, als-
mede de hofstede de Rumst (gelegen aan de overzijde van
de Kromme Rijn te Bunnik tegenover Wulperhorst), de
ridderhofstad Blikkenburg en de hofsteden Stoetwegen en
Zomerdijk aan de Tiendweg te Zeist 3).
De schoonzoon van J.A. baron Taets van Amerongen, jhr
Jan Elias Huydecoper (Amsterdam 1798 - Zeist, Het Slot
1865), lid van de gemeenteraad van Amsterdam en lid van
provinciale staten van Noord-Holland 4) werd eigenaar
van al deze zeister goederen in 1829. Uit zijn huwelijk
met Maria I.A.J.Ch. barones Taets van Amerongen
(Utrecht 1802 - Bertich a.d. Moezel 1859) waren te
Zeist in de jaren 1822, 1824, 1826 en 1828 vier van
zijn uiteindelijk negen kinderen geboren. Evenals zijn
22
-ocr page 23-
oudste zoon, de stichter van de thans nog bloeiende tak
Huydecoper van Maarsseveen en Nigtevecht, waren de ove-
rige kinderen te Amsterdam geboren.
Jhr J.E. Huydecoper was van 1821 tot 1829 eigenaar
van de ridderhofstad Kersbergen, die hij in laatstge-
noemd jaar verkocht aan zijn zwager Joost baron Taets
van Amerongen van Woudenberg.
Hij breidde zijn zeister goederen in 1830 uit door
aankoop van het Zeister Slot van de Evangelisch-Lu-
therse Gemeente te Berbice (Brits Guyana) en daarmee
werd jhr J.E. Huydecoper, Heer van Zeist. Een titel
waaraan tot de grondwetswijziging van 1848 ook in
staatsrechtelijke zin nog prerogatieven verbonden wa-
ren. Het geslacht Huydecoper had daarmee de eerste
plaats in Zeist verworven en noemde zich: Huydecoper
van Zeist.
Jhr Jan Elias Huydecoper, Heer van Zeist (1798-1865)
Deze uit het rijke amsterdamse patriciërsgeslacht
afkomstige Huydecoper, wiens vader in 1814 door Koning
Willem I in de adelstand was verheven, had zich door
zijn huwelijk met een Taets van Amerongen onder de
stichtse adel een aanzienlijke plaats veroverd. Zowel
aan Kersbergen als aan het Zeister Slot was het recht
verbonden om in de ridderschap van Utrecht beschreven
te worden. Als bewoner en eigenaar van Kersbergen en
het Zeister Slot drukte hij zijn stempel op het zeister
leven van het begin van de 19e eeuw. Aan Kersbergen en
Wulperhorst was een dubbelgestoelte in de Oude Kerk
verbonden. In 1843 liet Huydecoper in deze kerk voor
eigen rekening vier banken maken, die zijn zoons in
1865 en 1867 5) aan de Oude Kerk schonken onder voor-
waarde dat zij, zolang zij in Zeist woonden en leefden,
recht op deze plaatsen hadden.
Het in 1830 verworven Zeister Slot, dat sterk ver-
waarloosd was, liet hij van binnen en buiten ver-
fraaien. Hij liet door de bekende tuinarchitect Zocher
in 1830 achter het Slot een landschappelijke aanleg
maken in nauwe samenhang met Blikkenburg (ca 1850 door
23
-ocr page 24-
Zocher ontworpen) en Wulperhorst. Op een open weide
werd niet alleen het uitzicht van het Slot maar ook dat
van Blikkenburg en Wulperhorst geprojecteerd 6). Dit
kon Huydecoper doen omdat hij de eigendom van alle drie
de betrokken huizen had. Het zo ontstane historisch
landschap bestaat nog steeds en heeft unieke waarde.
Het Zeister Slot zelf werd door Huydecoper ingericht
in de Biedermeyer-stijl 7). Daarmee heeft hij het Slot
in de vorige eeuw van de ondergang gered.
Na zijn overlijden op het Slot te Zeist 2 augustus
1865 besluiten zijn erfgenamen het Slot Zeist en de
titel Heer van Zeist te verkopen. Uit het "Veilingboek-
je voor de verkoop van de hoge en vrije heerlijkheid
Zeist, met riddermatige Slot, 1867" krijgt men een goe-
de indruk van het Slot in het midden van de 19e eeuw
8). De nieuwe eigenaar wordt Henriëtte Maria Jacoba
Voombergh (1830-1908), echtgenote van mr Ch.B. Labou-
chère.
De ridderhofstad Blikkenburg
In 1818 9) bestond "De Ridder-Hofstad Blikkenburg
genaamd (...) met het regt van Riddermatige Jagt (...)
"uit" eene zints eenige jaren nieuwopgetimmerde Boeren
Huizinge, Schuur, Bakhuis, etc." met 41 morgen land.
Eigenaar door koop van de gebr. Van Laer werd Jacoba
Margaretha Harscamp, echtgenote van J.A. baron Taets
van Amerongen, die reeds Wulperhorst bezat. De schoon-
zoon van J.A. baron Taets van Amerongen, jhr J.E. Huy-
decoper, verwierf, zoals gezien, in 1829 ook Blikken-
burg 10).
Huydecoper liet in 1850 de huidige buitenplaats Blik-
kenburg bouwen en ontwerpen door Zocher 11). De oor-
spronkelijke ridderhofstad stond op het terrein van het
boerderijtje, dat van omstreeks 1818 dateert 12). In
1980 is de buitenplaats Blikkenburg geheel gerestau-
reerd.
In 1851 - dus kort na de bouw door Zocher - vermaakte
jhr J.E. Huydecoper Blikkenburg bij wijze van prelegaat
13) aan zijn zoon jhr J.L.R.A. Huydecoper (Zeist 1822
24,
-ocr page 25-
- Zeist, huis Wulperhorst 1886) en diens echtgenote
L.E. barones van Hardenbroek (1827 - Zeist, huis Wul-
perhorst 1909). Diens zoon Joan Adolf Huydecoper (1856-
1921) bewoonde vanaf 1910 tot zijn dood met zijn gezin
Blikkenburg 14).
Blikkenburg bleef tot 1950 in handen van het geslacht
Huydecoper en werd vanaf 1922 tot zijn dood in 1978
bewoond door J.G.G. baron Taets van Amerongen van Rens-
woude en diens gezin, die het in 1950 in eigendom ver-
wierf.
Het huis Blikkenburg wordt nog steeds particulier
bewoond.
Het huis Wulperhorst onder Zeist
Het echtpaar Huydecoper-Van Hardenbroek liet door de
architect S.A. van Lunteren 15) in de jaren 1858-1860
op de plaats van het oude huis Wulperhorst een nieuw
buiten bouwen, dat er nog steeds staat. Na de dood van
mevrouw Huydecoper - Van Hardenbroek in 1909 werd Wul-
perhorst bewoond door haar zoons jhr mr G.C.D. Huydeco-
per (Zeist 1851 - Zeist, huis Wulperhorst 1911), lid
van de gemeenteraad van Zeist en jhr H.M. Huydecoper
(Zeist 1857 - Zeist, huis Wulperhorst 1950), lid van
het hoogheemraadschap van de Lekdijk Bovendams en chef
van de firma Crommelin en Huydecoper, commissionairs in
effecten te Amsterdam. Laatstgenoemde bezat in 1914 een
zg. spijker-auto.
De Huydecopers op Blikkenburg tot 1921 en Wulperhorst
tot 1950 leefden als echte landjonkers. Te Zeist werd
toen nog veel gejaagd.
Toen jhr Hendrik Maximiliaan op zeer hoge leeftijd
ongehuwd overleden was, kocht de Staat der Nederlanden
(Ministerie van Defensie) Wulperhorst.
Het huis De Brink onder Zeist
In het "Veilingboekje" van 1818 wordt het perceel
waarop tegenwoordig de buitenplaats De Brink aan de
Utrechtseweg staat, als volgt beschreven:
15
-ocr page 26-
"Een perceel Weiland, gelegen in de Gemeen-
te van Zeijst, in twee Kampen, groot om-
trent 3% Mergen, strekkende uit het nate-
melden Perceel, tot aan de Landerijen van
den Heere T (bedoeld: F) N. van Bern, op de
voormalige Hofstede den Brink, belend aan
de eene zijde de Zeijstervaart (thans de
Grift geheten), en aan de andere zijde de
Ridder-Hoffstad Kersbergen".
Op het terrein waar dus vanouds de hofstede De Brink
had gestaan, legde in 1856 de oudste dochter van jhr
Willem Karel Huydecoper (Amsterdam 1830 - Zeist, huis
De Brink 1882) de eerste steen voor de buitenplaats De
Brink 18). Naar hem is te Zeist een straat genoemd 19).
Hij was van 1863-1882 lid van de gemeenteraad en burge-
meester van Zeist 20). Van zijn feestelijke intocht als
burgemeester van Zeist, op de leeftijd van 33 jaar, is
een ets door J. Hoevenaar Wzn vervaardigd, die aanwezig
is in het archief van de Van de Poll-Stichting. Ook
zijn herbenoeming in 1869 ging met veel feestelijkheid
gepaard 21). Dit roept het beeld op van een populaire
burgemeester.
Zijn echtgenote, J.M.E. Dijckmeester (Tiel 1831),
overleed op De Brink 3 augustus 1904. Daarna werd de
buitenplaats De Brink bewoond door de oudste dochter,
jkvr. C.E.W. Huydecoper.
Thans is de buitenplaats eigendom van de beleggings-
maatschappij B.A.M. Holding N.V.
Slotsom
Behalve een straatnaam herinnert o.a. een dubbele
grafkelder met daarop aangebrachte familiewapens Huyde-
coper-Van Hardenbroek op de Oude Algemene Begraafplaats
aan de Bergweg te Zeist 22) nog aan het geslacht Huyde-
coper, waaraan Zeist de bouw van de buitenplaatsen
Blikkenburg, Wulperhorst en De Brink te danken heeft,
alsmede het historisch landschap tussen het Zeister
Slot, Blikkenburg en Wulperhorst. In deze scheppingen,
gebouwd tussen 1850 en 1860, leeft het geslacht Huyde-
26
-ocr page 27-
coper te Zeist voort. De Oude Kerk aan de Dorpsstraat
bezit nog twee zwaar zilveren wapenbekers ten behoeve
van de avondmaalsviering waarvan één uit 1835 van het
echtpaar Huydecoper-Taets van Amerongen 23), een herin-
nering aan de tijd, dat jhr J.E. Huydecoper van Zeist
president-kerkvoogd was. Bij de restauratie van de Oude
Kerk in 1964 zijn echter de beide dubbelgestoelten van
het geslacht Huydecoper afgebroken en daarmee verdween
een feodaal relict uit de nederlands hervormde kerk.
V.A.M, van der Burg
Noten
1.  V.A.M, van der Burg, Zeist en het geslacht De Pes-
ters. Bulletin van de Van de Poll-Stichting voor de
Zeister geschiedenis (II) 1981, blz. 21 e.v.
2.  Beschrijving van het buitengoed Wulperhorst etc,
Utrecht 1829. Orgineel van het Veilingboekje (ver-
der te citeren als Veilingboekje 1829) in het bezit
van het archief van de Van de Poll-Stichting,
Zeist.
Zie over J.A. Taets van Amerongen: J. Meerdink,
Zeist 1811-1815. Inlijving en Bevrijding. Van de
Poll-Stichting, Zeist 1985, blz. 19, 35, 52 en 103.
3.  RA Utrecht: J. Steur, Archief van het geslacht Huy-
decoper en van aanverwante families, z.j. z.pl.,
inv. no 2047.
4.  Nederland's Adelsboek 1908, blz. 201-202; H.J. van
Eekeren, De Oude Kerk te Zeist. Uitgebreid en vol-
tooid onder verantwoordelijkheid van ds P. Kuyper,
deel 4, Zeist 1978, blz. 471-472 (De eigenaren,
heren en vrouwen van het huis en de heerlijkheid
Kersbergen).
5.  BA Utrecht: J. St^ur, Archief van het geslacht Huy-
decoper en van aanverwante families, z.j. z.pl.,
inv. no 2055; H.J. van Eekeren, De Oude Kerk te
Zeist. Uitgebreid en voltooid onder verantwoorde-
lijkheid van ds P. Kuyper, deel 3, Zeist 1976, blz.
216-217.
27
-ocr page 28-
6.  Jhr dr H.W.M, van der Wijck, De Nederlandse Buiten-
plaats. Aspecten van ontwikkeling, bescherming en
herstel, 2e druk aangevuld met een register. Alphen
aan den Rijn 1983, blz. 320-323.
7.  A.W. van de Bunt, Oud Zeist, Baarn 1968, blz. AA-
AS; dezelfde. Het Slot van Zeist, z.j. z.pl., blz.
30-31; J.E.A.L. Struick, Een vorstelijk stuk goet.
Jaarboekje Oud-Utrecht 1969, blz. 152; J.D.M. Bar-
det, Kastelenboek Provincie Utrecht, 5e druk, Bus-
sum 1975, blz. 3A3.
8.  RA Utrecht: J. Steur, Archief van het geslacht Huy-
decoper en van aanverwante families, z.j. z.pl.,
inv. no 2057 en een exemplaar aanwezig in het ar-
chief van de Van de Poll-Stichting, Zeist.
9.  Memorie of gedetailleerde omschrijving eener vrij-
willige en aanzienelijke veiling van vaste goede-
ren, gelegen onder de gemeente van Zeist, Provincie
Utrecht, Utrecht 1818 (in het bezit van de Van de
Poll-Stichting, Zeist), blz. 21.
10. Veilingboekje 1829, blz. 11-12.
11. Jhr dr H.W.M, van der Wijck, a.w., blz. 320-323;
J.D.M. Bardet, a.w., blz. 28-29.
12. Roland Blijdenstein, Zeist, Groei en Bouw. Utrecht-
seweg-Driebergseweg, Zeist 198A, blz. 30-37, noemt
ten onrechte jhr J.E. Huydecoper, burgemeester van
Zeist.
13. RA Utrecht: J. Steur, Archief van het geslacht
Huydecoper en van aanverwante families, z.j. z.pl.,
inv. no 2051.
IA. RA Utrecht: Menno Polak, Voorlopige inventaris van
het familie-archief Huydecoper en aangetrouwde fa-
milies, z.j. z.pl., inv. no 8A6. Gedicht opgedragen
aan J.A. Huydecoper betreffende de gastvrijheid op
Blikkenburg (ca 1920) en no 8A8. Foto's vermoede-
lijk van J.A. Huydecoper en 'andere leden van de
familie Huydecoper, grotendeels opgenomen op Blik-
kenburg te Zeist (ca 1920).
15. Jhr dr H.W.M, van der Wijck, a.w., blz. 323.
28
-ocr page 29-
16. RA Utrecht: Menno Polak, Voorlopige inventaris van
het familie-archief Huydecoper en aangetrouwde fa-
milies, z.j. z.pl., inv. no 859. Foto's van jhr
H.M. Huydecoper en inv. no 1220. Foto's van Wulper-
horst te Zeist (ca 1940).
17. Blz. 33.
18. Roland Blijdenstein, Zeist, Groei en Bouw. Utrecht-
seweg-Driebergseweg, Zeist 1984, blz. 215-219 ver-
meldt onjuiste voorletters.
19. L. Visser, De straatnamen van Zeist. Ook straatna-
men zijn monumenten. Van de Poll-Stichting, Zeist
1978, blz. 26.
20. RA Utrecht: Menno Polak, Voorlopige inventaris van
het familie-archief Huydecoper en aangetrouwde fa-
milies, z.j. z.pl., inv. no 802. Gelegenheidsge-
dichten van J.H. van Lennep opgedragen aan jhr W.K.
Huydecoper 1863-1882. De schoonzoon van jhr W.K.
Huydecoper, mr J.J. Clotterbooke Patijn, Heer van
Kloetinge (Kloetinge 1859 - Zeist 1922) was ook
burgemeester van Zeist (1894-1919) en bewoonde het
huis Veldheim aan de Utrechtseweg te Zeist.
21. Vgl. H. Emmer, Een feest in het Zeist van 1869,
Bulletin van de Van de Poll-Stichting voor de Zeis-
ter geschiedenis (4) 1974, blz. 63-66.
22. RA Utrecht: J. Steur, Archief van het geslacht Huy-
decoper en van aanverwante families, z.j. z.pl.,
inv. no 2058. Aankoop dubbele grafkelder 1886.
23. H.J. van Eekeren, De Oude Kerk te Zeist. Uitgebreid
en voltooid onder verantwoordelijkheid van de Van
de Poll-Stichting te Zeist door ds P. Knijper, deel
2, Zeist 1975, afbeelding no 71.
29
-ocr page 30-
o
De buitenplaats Blikkenburg.
In 1850 gebouwd in opdracht van jhr J.E. Huydecoper
van Zeist,
-ocr page 31-
De buitenplaats Wulperhorst.
Tussen 1858-1860 gebouwd in opdracht van het echt-
paar Huydecoper-Van Hardenbroek.
-ocr page 32-
tS3
De buitenplaats De Brink.
In 1856 gebouwd in opdracht van jhr W.K. Huydecoper,
later burgemeester van Zeist.
-ocr page 33-
J^J
if'tt ny' »-
/(^/^^ l/Y/lV jLy--ZYë-f/Yi!'-cr
VA
^</-^,[^j-éz/?yQA€.t^/c^^^^
t^-t //e.
'^-f v: rt~/tt
cJCc
,7 ~
^ .
ftt e-AA Al< <^/il-
■ tcc'-c /,_.e.
/m /i^ii^ Ce J^yeVó:^
/2 ec ^
c
re f "n r>^^-tut *^ c f A-f i ^ ^'
Y" J'^-^ fft.^n/,yé^fAt>-A^ oAct e(A-/J•fl.,rvt.^/J^ c-x.f,ri..v.(-Ai^yfi^c'i -l^t'c-i:..''
'Ac, ^2^
72-
Geboorte-akte van jhr J.L.R.A. Huydecoper.
Zeist, 27 augustus 1822.
33
-ocr page 34-
Portret van jhr Willem Karel Huydecoper (1830-1882).
Burgemeester en lid van de gemeenteraad van Zeist,
1863-1882.
34
-ocr page 35-
"Bewegend en levend Oud Zeist"
Sinds enige jaren bezit de Van de Poll-Stichting een
afdeling film. De films werden verkregen door het laten
kopiëren van oude films uit particulier bezit. De eige-
naars van de films kregen hun eigendom onbeschadigd en
meestal verbeterd terug.
Het begint een traditie te worden op of rond de Be-
vrijdingsdag de z.g. bevrijdingsfilm in de bioscoopzaal
"Figi" te vertonen. De belangstelling voor deze verto-
ningen is vaak overweldigend.
Hiernaast vinden ook veel voorstellingen plaats in
tehuizen voor bejaarden. Vaak nodigen de laatsten kin-
deren en kleinkinderen uit. Veel nieuwe leden voor de
Van de Poll-Stichting mochten op deze wijze ingeschre-
ven worden.
In 1983 werden de tehuizen: Heerewegen, de Grote
Koppel en El Dorado bezocht.
Een overzicht van de vertoningen in 1984 en 1985:
1984
22 jan. Films vertoond voor de Verpniging Zelst-i^oord
in Vollenhove.
5 mei Twee voorstellingen in Figi en êên in de Sja-
lomkerk op het Vrijheidsplein.
15 sept. Doorlopende voorstellingen tijdens de "Open
Dag" van de Van de Poll-Stichting in het Zeis-
ter Slot.
24 nov. In El Dorado, zelfstandig wonende bejaarden
bezocht.
1985
26 maart Op de Slot-zolder de kopieën van de nieuwe
films vertoond, verkregen van de heer Posthu-
ma:
1) "De Ijsbaan"; het bedrijf Broedelet; nood-
vervoer 1940-1945, de bevrijding en evacuees
op het Zusterplein in de hongerwinter 1944-
1945.
35
-ocr page 36-
11 april Films vertoond in het bejaardenhuis Brinkhove
na een dia-voorstelling door de heer L. Vis-
ser.
23 april Tijdens het feest van het 12h-2a.T±g bestaan
van de Mirtehof films vertoond.
2 mei Voorstelling in de Lutherkapel.
3 mei Voorstelling van de bevrijdingsfilm voor gees-
telijk gehandicapte kinderen van de Choisy-
school.
6 mei 's Middags twee voorstellingen in bioscoop
Figi, waar vooral de zeister schooljeugd werd
uitgenodigd;
's Avonds de herdenkingsdienst in de Oude
Kerk, besloten met de vertoning van de bevrij-
dingsf ilm.
7 mei Middag-voorstelling in Bovenwegen.
23 mei Middag-voorstelling in gebouw Jonathan voor de
bejaarden van de N.H. Oudekerk-wijk.
De voorstellingen vinden een enkele maal plaats met
de projector van het huis, meestal echter met de pro-
jector van de Zeister Stichting voor Kunst en Kuituur,
waarvoor onze dank.
Wensen:
1. De films laten "stripen" d.w.z. van een geluidsband
laten voorzien, waarop toepasselijke muziek en com-
mentaar aangebracht kunnen worden.
2. Een eigen projector voor de Van de Poll-Stichting,
waarop films met 18- en 24-beeldjes per seconde kun-
nen worden gedraaid.
3. Enige sponsors voor de filmafdeling, waardoor boven-
staande wensen vervuld kunnen worden en weer enige
nieuwe -oude- films gekopieerd kunnen worden.
Op 2 mei 1985 vond een gesprek plaats met de heer H.
Koster van de Nieuwsbode om te trachten grotere bekend-
heid aan de filmafdeling te geven en zo verenigingen en
bejaardenhuizen beter te bereiken.
36
-ocr page 37-
Van verschillende films was het op het nippertje dat
nog een kopie gemaakt kon worden.
Gezien de grote belangstelling voor het materiaal
zou het jammer zijn als de films verloren waren gegaan
of nu nog onbekende films onbekend zullen blijven.
Tenslotte: In het snel veranderende Zeist, denk aan
het centrum, zou nog veel vastgelegd kunnen worden wat
binnenkort tot de historie van Zeist zal behoren.
H. Wels
Nijenheim 11-44
3704 AG ZEIST
Nieuwe Aanwinsten
Over de jaren 1983/1984 ontving onze Stichting o.a.
de onderstaande schenkingen, waarvoor onze welgemeende
dank. Wij hopen deze t.z.t. te kunnen tentoonstellen
in een daarvoor geschikte ruimte.
1. Stukken betreffende de nalatenschap van mevrouw
Vink (foto's, spaarbankboekjes, testamenten).
2. Acht zilveren voorwerpen (antiek) geschonken door
mevrouw Felix.
3. Delfts blauw bord, Hosa Semna, 1928.
4. Bescheiden van ds P. Knijper.
5. Klok met houten standaard met inscriptie: Gerrit
Jan Uitman, geboren 4 december 1901 te Zeist.
6. Agenda's en tijdschriften betreffende het zeister
lyceum.
7. Twee prenten van mevrouw Van Wageningen, "Molen-
bosch", Zeist.
8. Ingelijste aquarel van de Sint Josephkerk, 1922,
aangeboden door de heer A.A. Fluitman, oud-kerk-
meester Sint Josephkerk.
37
-ocr page 38-
9. Duif van Pleines, 1898-1923; uit de nalatenschap
van de heer E. de Klerk.
10. Vaandel van de Chr. Gemengde Zangvereniging "Laus
Deo", Zeist, benevens bijbehorende kroon met me-
dailles.
11. Vaandel Chr. Middenstands-Vereniging, opgericht 23
februari 1923.
12. Vaandel Gymnastiek Vereniging "Hercules", 12 novem-
ber 1883, Zeist.
13. Vaandel "Caecilia", Zeist.
14. Twee ingelijste foto's van oud-Zeist, schenking van
de heer F.J.D.J. van Amersfoort, Zeist.
15. Kalender oud-Zeist, foto's afkomstig uit de verza-
meling (1985) van de heer J. Bouwman, Poelestraat
38/1, Groningen.
16. Gids van Utrecht, de 25 tochten rond Zeist, prent-
briefkaarten, alsmede een album van Zeist, geschenk
van de heer en mevrouw Kruyt-Ferman, Zeist.
17. Doos met oude krantenknipsels en dergelijke van de
directie van Broedelet b.v.
18. Vetvrije zakjes van de toenmalige firma Van Ries-
sen, geschenk van mevrouw Velema-van Riessen,
Zeist.
19. Twee restauratietekeningen uit 1951 van de R.K.
kerk en de pastorie aan de Utrechtseweg nrs, 58 en
60, geschenk van de firma L. Gadellaa b.v.
Voorts willen we nog de aandacht vestigen op enkele
nieuwe boeken in onze bibliotheek:
1. Buitenplaatsen langs de Utrechtse Heuvelrug. Een
planologische verkenning van buitenplaatsen in Zeist
en Driebergen, Zeist 1981.
38
-ocr page 39-
2. Landgoederen, buitenplaatsen en buitenhuizen in het
gebied van de Kromme Rijn, Langbroeker Wetering en
de Utrechtse Heuvelrug, Zeist 1983.
3. Landgoederen in de omgeving van Beerschoten, natuur-
en kunsthistorische verkenning, samengesteld door
K.N.N.V., afd. Utrecht en Zeist, uitgave van de pro-
vinciale waterstaat, Utrecht 1984.
4. Wijck, H.W.M, van der De Nederlandse Buitenplaats,
Alphen aan de Rijn, 1982.
5. Dekker, C.                          Het Kromme Rijngebied in de
Middeleeuwen. Een institutio-
neel-geografische studie,
Zutphen 1983.
J.Ch. Mollen-Hengeveld
De Iconografische Atlas van de Van de Poll-Stichting
Naast de Topografische Atlas, een verzameling van
foto's van huizen, straten, openbare gebouwen, enz. in
de gemeente Zeist, heeft de Van de Poll-Stichting ook
een z.g. Iconografische Atlas. Daarin zijn bijeenge-
bracht foto's van personen en van groepen van inwoners
van Zeist. Er zijn heel oude, maar ook recente opnamen
bij, alle alfabetisch gerangschikt in laden van het
archief. Ze zijn zoveel mogelijk gedateerd.
Het is voor deze Iconografische Atlas dat wij uw aan-
dacht vragen. Mocht u ons foto's willen afstaan die
naar uw mening in dit archief een plaats zouden verdie-
nen en daar goed bewaard zullen worden, dan zullen wij
die gaarne ontvangen. Van groot belang is daarbij wel
dat de naam (namen) van personen en groepen en het jaar
van de opname vermeld worden, althans bij benadering.
Wij hopen van harte dat wij de foto's van vele (oud-)
Zeistenaren in onze Iconografische Atlas een plaats
mogen geven om ze voor de toekomst te bewaren.
Namens het archief van de Van de Poll-Stichting,
D.A. Bertoen-Brouwer
39
-ocr page 40-
Sloophoekje
Het kortgeleden gesloopte hoekje tussen de Voorheuvel
en de Emmastraat, waar de bouw van de muziekschool/bi-
bliotheek thans in volle gang is.
40
-ocr page 41-
De kartografie van Zeist
Deze titel belooft meer dan in onderstaande regels
geboden wordt. Het is mijn bedoeling alleen kaarten te
beschrijven uit de tijd voor 1900, die Zeist en naaste
omgeving betreffen. Moderne kaarten en kaarten van ge-
deelten van Zeist blijven buiten beschouwing.
Het "Leitmotiv" van dit artikel is aan te tonen de
ontwikkeling van vage, schetsmatige en onnauwkeurige
weergave van het oude Zeist naar steeds grotere nauw-
keurigheid, duidelijkheid en volledigheid.
Hierbij wordt de uitgebreide kaartencollectie van de
Van de Poll-Stichting op de voet gevolgd. Deze verzame-
ling is enkele jaren geleden door mij chronologisch
gerangschikt en van een voorlopige catalogus voorzien.
Ir B. van Wijk heeft dit werk voortgezet en afgerond
met een zeer uitgebreid overzicht van alle kaarten.
Het oudste Zeist
Zeist wordt in de bronnen het eerst in 838 vermeld.
In de bekende Gids van Kraal komt een oudere vermelding
voor: het jaar 808, toen Karel de Grote in Nijmegen op
het Valkhof het Paasfeest vierde. De Utrechtse bisschop
Ricfried was daar ook en keerde via Eist, Arnhem, Rhe-
nen en Zeist huiswaarts. Helaas heb ik deze mededeling
in geen enkele bron bevestigd gevonden. Misschien is
iemand anders gelukkiger.
Van het middeleeuwse Zeist zijn geen kaarten bekend.
Zou er ooit een kaart tevoorschijn komen, dan is het
nog de vraag, of wij er veel aan zouden hebben, want in
de Middeleeuwen was het kaartwerk erg primitief.
Toch is er over het middeleeuwse Zeist zoveel bekend,
dat wij ons een vrij gedetailleerde voorstelling kunnen
maken van de geografische situatie destijds. Na 838
wordt Zeist in de bronnen voor het eerst weer genoemd
in 1028 en dan nog een paar keer voor 1200. Na 1200
verandert dit geheel en worden Zeist en onderhorigen
talloze malen vermeld.
41
-ocr page 42-
Het Zeist van toen kunnen wij als volgt beschrijven.
In de eerste plaats was er de Steenstraat met de Oude
Kerk (de huidige Dorpsstraten). De Heerweg of Bovenweg
vormde toen de voornaamste verbinding naar het oosten.
De overgang tot het eveneens zeer oude agrarische
westen van Zeist vormde de Brink. De Vinkenbuurt
(Eygen) en de Kroost worden al in 1259 genoemd, de Kop-
pel en de Koppelweg in 1347, de Kroostweg en de Noord-
weg in 1371. Dit gebied viel onder het bisschoppelijk
gerecht. Daarnaast bestonden meer naar het oosten de
gerechten Cattenbroek en Stoetwegen.
De Zeisterbrug, op het snijpunt van Koppelweg en Kop-
peldijk, wordt sinds 1328 telkens genoemd. Vandaar
strekte zich een smalle landstrook uit tot de Vinken-
buurt aan de Kromme Rijn met de toepasselijke naam van
Brugakker. Waarschijnlijk heeft hier de oude verbinding
met Utrecht gelopen, omdat de weg over De Bilt toen te
drassig was, gelijk dat ook het geval was met de Bene-
denweg oostwaarts naar Driebergen. De weg liep dan ver-
der van de Vinkenbuurt via Zeisteroever, het gebied
langs de Kromme Rijn westelijk van Bunnik en al heel
vroeg (1239) vermeld.
Ook andere Zeister punten noemen de middeleeuwse
bronnen, zoals de Hakswetering en de hofsteden
Cockaertshoeve, Couwenhoven en Brakel.
U ziet het, voldoende gegevens om zich een voorstel-
ling te maken van de middeleeuwse situatie.
De zestiende eeuw
De oudst bekende kaart van Zeist en omgeving is van
omstreeks 1540. Zij omvat het gedeelte der provincie
Utrecht, gelegen tussen de stad Utrecht, Zeist, De
Vuursche en Loosdrecht.
Het is meer een landschap dan een landkaart. De
plaatsen worden aangeduid met kerken, boerderijen en
bomen. De bisschopsstad ligt rechtsboven. Zeist aan de
linkerkant. Het is allemaal erg schetsmatig, maar toch
interessant om iets uit die tijd te hebben.
Op de voorgrond ziet men Sint Maartensdijk, toen ook
42
-ocr page 43-
al straatdorp, en daarboven prijken de buurten Oude- en
Nieuwe Wetering, die ook nu nog onder Maartensdijk res-
sorteren. Dan komt De Bilt met zijn molen, en bovenaan
is er de verbinding (via Vrouwenklooster en Oostbroek),
tussen Utrecht en Zeist, die ten onrechte "Steenwech"
wordt genoemd, want dat was zij pas
±n_ Zeist. Zeist
zelf wordt aangeduid met een kerk en vlak daarnaast een
toren (dus geen kasteel) . Mogelijk was het oude slot
alleen maar een donjon. Over de exacte ligging hiervan
zegt de kaart ons niets. Er wordt slechts aangeduid,
dat Zeist behalve een kerk ook een donjon bezat.
Van dezelfde tijd (1542) dateert de kaart, gemaakt
door landmeter Jacob van Deventer. Het is een eerste
weergave van de hele provincie met het noorden aan de
bovenkant, dus meer een landkaart in de huidige beteke-
nis, maar dan erg summier en zonder wegen.
Dan komt de kaart van Christiaan 's Groten (circa
1573), waarop wel wegen voorkomen, maar die kloppen
niet. De Woudweg, destijds een rechtstreekse verbinding
tussen De Bilt en Woudenberg, loopt direct op Zeist
aan. De Bovenweg zet zich vanaf Zeist voort in de rich-
ting van Maartensdijk. De weg Utrecht-Maartensdijk ont-
breekt en De Bilt en Driebergen ontbreken eveneens.
Tenslotte is er de kaart uit 1594, waarvan J. van
Diepenem in 1646 een kopie maakte. Zij omvat het gebied
tussen Utrecht, Zeist, Doorn, Leusden, Amersfoort en
Soest. Het is weer een soort landschap met het noorden
bovenaan. Hier laat de Woudweg het op een grote heuvel
gelegen Zeist links liggen en men herkent de Zeister
punten Dinslaecken (Dijnselburg) en het Panhuis. De
verbinding Utrecht-Amersfoort is nog niet de spatrechte
weg uit 1652, maar een bochtige weg via de Leusderberg,
die ongewoon uitvoerig is getekend met een flink aantal
moeilijk thuis te brengen namen als Noortgraven, Win-
terstruycken. Klein en Groot Breest (?) enz.
43
-ocr page 44-
Hornhovius
De kaart van Hornhovius uit 1599 betekent een flinke
stap voorwaarts. De hele provincie wordt afgebeeld met
een duidelijk onderscheid tussen de agrarische gebieden
ten zuiden van Zeist, Driebergen en Doorn, alsmede rond
Woudenberg en Scherpenzeel enerzijds, en de woeste
gronden daartussen, aangeduid door heuveltjes. Wegen,
plaatsen en rivieren staan er duidelijk op en er worden
nu voor het eerst ook verbindingen met name genoemd,
zoals de Rijzenburger en Odijker Steeg. Daarentegen
moeten belangrijke wegen zoals de Benedenweg en de
Woudweg het zonder aanduiding stellen.
Zeer uitvoerig is de kaart voor de Langbroeker Wete-
ring. Hier worden vele buitens aangeduid. In Zeist wor-
den Blikkenburg en Kersbergen als kastelen weergegeven,
Zeist zelf alleen als dorp. Bestond de donjon toen niet
meer?
Ik vraag mij wel af, of Hornhovius, wat Zeist be-
treft, wel erg gelukkig is geweest. De Woudweg komt
weer te dicht bij de oude dorpskern en de eeuwenoude
Bovenweg schittert door afwezigheid. Blikkenburg ligt
een heel eind ten westen van de Zeister kerk in plaats
van ten zuiden daarvan. De flauwe bocht, die de weg
naar Utrecht bij de Oude Kerk maakt, is bijna loodrecht
geworden. En zo uitvoerig is de kaart nu ook weer niet,
dat er ruimte zou zijn voor de wegen in Zeist-West.
Bernard de Roy
In de zeventiende eeuw gebeurt er een hele tijd niets
en dan plotseling komt de kartografie van Zeist in een
stroomversnelling door het uitstekende kaartwerk van De
Roy. De landmeter Bernard de Roy (uitspraak De Rooi)
maakte in 1677 een "Caerte van de Hoge, Lage en Middel-
bare Jurisdictie van Seyst ende Driebergen"
. In 1699
verscheen zijn kaart van de provincie Utrecht, waarvoor
de opmetingen in de jaren 1676 tot 1695 werden ver-
richt.
De Roy geeft ons voor het eerst een uitvoerige en
44
-ocr page 45-
betrouwbare weergave van het toenmalige Zeist. Het is
ondoenlijk hier de hele kaart te beschrijven, maar ik
wil toch enkele punten noemen waaruit u duidelijk zal
worden, welk een grote vooruitgang het werk van De Roy
heeft betekend.
Aan de grens met De Bilt zien we de hofstede Blauwe
Schorteldoek en de herberg De Klomp aan de ingang van
de spatrechte sinds 1652 aangelegde Amersfoortse Weg
met de bekende "vakken". Dat waren rechthoekige stukken
terrein aan weerskanten van deze weg, welke aan gega-
digden werden verkocht en in het huidige landschap nog
terug te vinden zijn. Op een van die vakken ontstond de
herberg Huis ter Heide.
In Zeist-West worden nu voor het eerst de wegen dui-
delijk en met name weergegeven: de Noordweg, de Bree-
steeg (Koppelweg), de Koppelsluis en de Koppeldijk. Nog
niet de tweede herberg De Klomp, die Zeist destijds
rijk was. De Seyster Vaart (Grift) staat er nauwkeurig
op, evenals de Kroostweg, waarvan de naamsaanduiding
echter naar de Utrechtse Weg is verschoven. De Seyster-
weg (Utrechtse en Driebergse Weg) en de (Arnhemse) Bo-
venweg lopen nu netjes evenwijdig naast elkaar. De
Woudweg blijft op gepaste afstand van Zeist, zoals hij
thans nog door de Austerlltzse bossen loopt. Andere
punten zijn de molen (aan de Molensteeg), de Beltes-
steeg (Couwenhovenlaan), de Tiendweg, de Kersbergen-
steeg, de kastelen Kersbergen en Blikkenburg. Ook het
"Huis te Zeist" staat erop, maar nog zonder de ge-
zichtslanen (Koelaan en Slotlaan).
De kaarten van 1677 en 1699 zijn in wezen gelijk,
maar iets verschillend getekend. Op de kaart van 1677
ontbreken terreinaanduidingen, zoals heuveltjes en bo-
men, die de kaart van 1699 wel vertoont. Ook worden de
"vakken" op de kaart van 1677 nog maar provisorisch
aangeduid.
De achttiende eeuw
In de tweede helft van deze eeuw was Isaak Tirion de
bekende uitgever van het standaardwerk "Tegenwoordige
45
-ocr page 46-
Staat der Vereenigde Nederlanden". Voor de landkaarten
daarin heeft De Roy model gestaan, ze zijn echter min-
der uitvoerig en nauwkeurig. Dit is ook het geval met
de "Nieuwe Kaart van de Kwartieren van Eemland en 't
Overkwartier in 't Sticht van Utrecht"
, anno 1772 uit-
gegeven te Amsterdam bij dezelfde Isaak Tirion.
Zelfs de foutieve plaats van de Kroostweg is van De
Roy overgenomen. Er staan storende fouten in de kaart,
die bij De Roy niet voorkomen. De Driebergse Weg zet
zich voorbij Zeist niet voort, hij gaat over in de Arn-
hemse Bovenweg en heet verderop Kroostweg. De Kroostweg
zelf ontbreekt. Op een dergelijk voor Zeist belangrijk
punt klopt Tirion dus helemaal niet. Ik vermoed, dat de
onzorgvuldigheid van Hornhovius' kaart, gecombineerd
met De Roy's verkeerde aanduiding van de Kroostweg voor
deze vergissing verantwoordelijk is. Blijkbaar kende de
maker van de kaart de situatie in Zeist niet.
In tegenstelling tot Tirion betekent de kaart van
J.G. Praalder uit 1770 wel een verbetering. Zij omvat
het oostelijk gedeelte van Zeist en is de uitvoerigste
kaart, die wij tot dusver over onze woonplaats bezit-
ten. Wij zien het Slot met zijn gezichtslanen (Koelaan
en Slotlaan), de huizen Kersbergen, Blikkenburg, Rhijn-
wijk en Wulperhorst, de hoeven De Bunzing, De Preek-
stoel (tegenover de Molenweg), Schaalenburg (later
Kleine Breul), Brakel, De Hoef (aan de Tiendweg) en
(niet met name genoemd) Stoetwegen en Zomerdijk. Ook
worden afgebeeld het Molenbosch, de nabijgelegen molen.
De Breul en Beek en Royen met gezichtslaan.
Er zijn enkele tekortkomingen. Zo staan aan de Steen-
straat maar enkele huizen Ingetekend en de gebouwen van
de Broedergemeente ontbreken geheel, terwijl zij toen
al een heel eind gevorderd waren.
Een mooie westelijke aanvulling op Praalders kaart
vormt het "Plan van het Campement bij Zeyst betrokken
den 23 juny 1787"
. Het was toen de tijd der patriotten
kort voor de komst van de Pruisen. De patriotten waren
in de stad Utrecht de baas en de naar Amersfoort uitge-
46
-ocr page 47-
weken Staten legerden toen troepen op strategische pun-
ten rond Utrecht, zoals in een kamp te Zeist, dat onge-
veer ter plaatse van het huidige sanatorium lag.
Daaraan danken wij deze mooie kaart, die vooral inte-
ressant is door de nauwkeurige weergave van Zeist-West
en de aanduiding van de bodemgesteldheid, namelijk wei-
de, bouwgrond, hoog- en laaghout en heuvels. De hoeven
Grote en Kleine Koppel, De Kroost en Zijdewegh worden
voor het eerst met name aangeduid.
Veranderd aanzien van Zeist
Sinds de Middeleeuwen vormden de Boven- en Benedenweg
de overgang tussen het agrarische zuiden en het hoger
gelegen "woeste" noorden met zijn onafzienbare heide-
velden en zandheuvels.
Dat was het uitgestrekte gebied tussen Zeist, Soest
en Leusden. Hier lieten de boeren uit de omgeving hun
schapen weiden en staken zij er plaggen. De Zeister
boeren kozen daartoe de route langs de Schapendrift
(Sanatoriumlaan), Molensteeg (Molenweg) en Heidesteeg
(Heideweg).
De grenzen in dat gebied stonden niet vast en de zes-
tiende en zeventiende eeuwse bronnen vermelden geschil-
len hierover, waarbij namen vallen als "de Heetberch,
de Strylo tegens Amersfoort, de Eselenberch, de Wlnter-
struycken en de Weerdin", namen, die men terugvindt op
de kaart van 1594.
In de achttiende eeuw werd een gedeelte van dat ge-
bied ontgonnen en bebost. In de eerste plaats het ter-
rein rond de "vakken" van de nieuwe Amersfoortse Weg.
En dan het grote trapeziumvormige slotpark, dat zich
ten noorden van de Zeisterstraat uitstrekte. Dit bebos-
te terrein met zijn vele paden werd in de lengte door-
sneden door de gezichtslanen van het Slot en Beek en
Royen en hield plotseling op bij de huidige Krakeling-
weg.
Heel duidelijk is dat te zien op de "Situatiekaart
der Genie" van 1790,
nummer 7. Dit nummer betreft Zeist
en omstreken (er zijn ook nummers voor de wijdere omge-
ving) .
47
-ocr page 48-
Het nog niet beboste terrein ten noorden van de Bo-
venweg is alles "zandduynen" of "hooge zand". Ook het
terrein van het latere Austerlitz. Daar hoefden de
Fransen geen bos te kappen voor hun grote leger-
plaats ... De percelen van Zeist-West worden scherp
weergegeven met een groot aantal gebouwen. De Zeister-
straat is nu voor het eerst volgetekend. Men ziet Veel-
zigt met een hele rij huizen aan de westkant. Ook de
Brink vertoont verscheidene huizen. De afsplitsing van
de Woudenbergse Weg vanuit de Slotlaan is al heel dui-
delijk af te lezen!
Links op de kaart loopt nog de spatrechte Amersfoort-
se Weg van 1652. De Utrechtse Weg vertoont bij De Blau-
we Schorteldoek en de herberg De Klomp een eigenaardige
"knik", die ook al voorkomt op de kaart van De Roy. De
nieuwe Amersfoortse Weg, die thans als een gezichtslaan
direct op het huis Vollenhove aanloopt, is op de kaart
al aangegeven. Het zal niet lang meer duren, of deze
weg komt voor de oude weg in de plaats. Althans voor
het laatste gedeelte: dat is nu nog waar te nemen in
het nog bestaande stuk van het landgoed Vollenhove.
Door die wegverlegging is ook de knik verdwenen.
Deze mooie kaart is kennelijk onvoltooid gebleven,
want naast grote nauwkeurigheid zijn er grote leemten.
Zo klopt van het Slot en de Broedergemeente bitter wei-
nig. En van de Bovenweg ontbreekt het westelijk gedeel-
te.
De Franse tijd
Uit 1802 dateert het "Plan van Zeist", een kopergra-
vure door C. Forssell, naar J. Petersen. Dit is de eer-
ste kaart, die de kern van Zeist gebouw voor gebouw
nauwkeurig laat zien.
Zij omvat het Slot, de Broedergemeente, de Zeister-
straat en naaste omgeving. De Zeisterstraat is nu in
twee delen gesplitst door het Rond, toen nog een door
water omgeven "echt" rondeel. Verscheidene gebouwen
zijn met name aangeduid, zoals de Oude Kerk, het Hof
van Holland (logement naast de kerk), Boogaars Lust
-ocr page 49-
(Veelzigt), het Rechthuis, de predikantswoning. Beek en
Royen, het huis Karseboom Plaats (later Klein Schoon-
oord, in de volksmond olie- en azijnstel). Ook het
Nieuwe Logement van de Broedergemeente, nog niet aan
het Rond, maar iets meer westelijk ter hoogte van Broe-
delet. Verder ziet men enkele gebouwen langs wat later
Maurikstraat, Kerkstraat en Donkerelaan zal heten.
De Brouwerij, de zijdefabriek aan de Karpervijver en
de boerderij Griffesteyn ontbreken niet, terwijl de
Slotlaan de naam Weg naar Amersfoort draagt en wordt
omzoomd door een smal water.
Aan de weg naar Utrecht voorbij Veelzigt staan al
vele huizen, maar alleen aan de noordkant, de zuidzijde
werd tot in de twintigste eeuw ingenomen door Kersber-
gen.
De Carte du Camp d'Utrecht anno 1804 toont ons het
grote Franse legerkamp van generaal Marmont op het ter-
rein waar nu de buurtschap Austerlitz ligt. De piramide
is er al, men ziet de Woudweg (Oude Woudenbergse Zand-
weg) met de Krakeling (Boulangerie et Boucherie de
1'Armee, later herberg) en aan een zijweg het goed
"Damblai", later Wallenburg. Alles is nog zand en hei-
de, behoudens rond'om Zeist, Driebergen-Rij zenburg en de
Amersfoortse Weg.
Maar de ontginnitig van dit woeste gebied zal niet
lang meer op zich laten wachtene Hieraan zijn de namen
verbonden van de mysterieuze d'Amblê van Wallenburg,
P.J. van Oosthuyze, bewoner van Sparrendaal in Drieber-
gen-Rij zenburg en legerleverancier, en de Franse ex-ka-
pitein F.A. Hubert, woonachtig op het goed Heidelanden
in Austerlitz. Al deze heren bezaten grote stukken land
in Austerlitz en omgeving. De heer Hubert deed later
zijn bezit over aan de Amsterdamse koopman J.B. Stoop.
Diens dochter trouwde met de heer Arnoud Jan de Beau-
fort.
In het aardrijkskundig woordenboek van Van der Aa
(verschenen tussen 1838 en 1851) wordt medegedeeld, dat
sedert de aanleg van de Woudenbergse Straatweg in 1830
aanzienlijke ontginningen van heidegronden in Auster-
49
-ocr page 50-
litz hebben plaatsgehad.
Op de achtereenvolgende kaarten is duidelijk te zien»
dat dit ook buiten Austerlitz geschiedde en dat de ont-
ginning hoofdzakelijk neerkwam op bebossing.
De negentiende eeuw
De kaart van J. van der Monde (1827)
Net als op de kaart van 1802 wordt ook hier het cen-
trum van Zeist afgebeeld. Het was toen de gezapige en
gegmoedelijke Biedermeiertijd van koning Willem I.
Er zijn overal van die rustgevende landhuizen ont-
staan langs de wegverbindingen met De Bilt en Drieber-
gen, zoals wij die kunnen zien op de prenten van Mourot
(1829). De kaart toont ons Schoonoord, Klein Schoon-
oord, Sparrenheuvel en Hoog Beek en Royen aan de Drie-
bergse kant. Het is merkwaardig hoe weinig er sinds de
Franse tijd is veranderd in het dorpscentrum zelf. Wel
is er een rij huizen ontstaan aan de oostzijde van
Nooitgedacht. Het lijkt of die aan de westkant van de
Laan van Beek en Royen staan, maar dat komt, doordat
deze laan niet juist is ""ingetekend en wat naar links is
verschoven.
De kaart van de hofstede Hoog Beek en Royen en aangren-
zende gronden
Deze kaart van juli 1830 is zeer nauwkeurig en een
welkome aanvulling op die van Van der Monde. Aan het
Rond is een huis getekend met een uitspringend gedeelte
in het midden, dat ook voorkomt op de kaart van 1802 en
op een prent uit 1823. Mogelijk hebben de dames Walkart
nog in hetzelfde huis gewoond, want dat had ook zo'n
uitspringend gedeelte over twee verdiepingen, net als
op de prent anno 1823. De huizenrij, die Van der Monde
aan de Laan van Beek en Royen plaatste, staat nu duide-
lijk aan Nooitgedacht.
De Voorheuvel ontwikkelt zich als tweede centrum:
hier staan al verscheidene huizen.
50
-ocr page 51-
De Topografische kaarten
De Van de Poll-Stichting bezit een kaart op schaal
1 : 50.000, in 1855 gegraveerd door het Topografisch
Bureau en verkend in 1847 en 1848. Zij betreft de sec-
tie Amersfoort en omvat ook Zeist en wijde omgeving. De
Voorheuvel is hier volgebouwd en ook staan er huizen
aan de noordwestzijde van wat nu Eerste Hogeweg heet.
In Zeist-West ziet men de hoeve De Snep, vroeger
Kleine Koppel, die misschien zo is gaan heten vanwege
het scherpe snijpunt van Noordweg en Koppelweg. Ook
vinden we hier de boerderij Veldhuyzen, die op volgende
kaarten telkens weer voorkomt* en later De Plomp heeft
geheten. Die is in de zeventiger jaren afgebroken.
Aan de Arnhemse Bovenweg staat ter hoogte van de Ju—
lianalaan de villa Lusthof, die ook nog in 1861 op de
kaart voorkomt en daarna heeft plaats gemaakt voox de
buurt Siberië.
Meer naar het noorden treft men de herbergen De Jager
en Londen aan, en verder de Krakeling, de Nieuwe Krake-
ling aan de Woudenbergse Straatweg met tol, en in Aus-
terlitz het verdwenen huis Heidenoord, de Heidelanden,
waar destijds de grondbezitter Hubert woonde, en het
Witte Huis, nu de zetel van de Boswachterij Austerlitz.
Ook Wallenburg wordt afgebeeld. Daar staat thans geen
gebouw meer, maar het is nog duidelijk met zijn 'Val-
len" in het terrein terug te vinden,, evenals de verdwe-
nen (Oude) Krakeling.
Wat de bebossing betreft, die is al een heel eind
opgeschoten, maar heeft nog lang niet de huidige omvang
bereikt. Zo is er een grote kale plek tussen de Oude en
Nieuwe Krakeling en rondom Wallenburg en Austerlitz is
er ook nog niet zoveel bos. De noordkant van de pirami-
de is nog open terrein.
Ongeveer dezelfde toestand van bebossing ziet men op
de kaart anno 1867 uit Kuypers bekende gemeente-atlas
en in latere negentiende-eeuwse kaarten is het beboste
gebied ook aanmerkelijk kleiner dan thans.
Van deze kaart is een vergrote en zeer duidelijke
kopie gemaakt door de Planologische Dienst te Utrecht,
51
-ocr page 52-
getiteld Zeist en omgeving in 1847. Alleen ontbreken
hier naamsaanduidingen.
Er zijn ook kaarten van de Topografische Dienst in
kleur
en op schaal 1 : 25.000. Afgezien van de veldmi-
nuut uit 1849 beginnen die kaarten wat Zeist betreft in
1872. De tweede uitgave dateert van 1885.
De kaart van Van Giessen 1861
Hier hebben wij een juweel van een kaart, vervaardigd
op last van het gemeentebestuur door J.H. van Giessen
in niet minder dan 6 bladen!
Het is een kleurenlithografie op de bijzonder grote
schaal van 1 : 8.750. Alle gebouwen staan erop en bij
de buitenplaatsen zijn niet alleen de vijvers duidelijk
in blauw weergegeven, maar ook de over tuinen zijn ex-
pliciet vermeld, bijv. bij Lommerlust, Nieuweroord en
Veldheim: die strekken zich dus uit aan weerskanten van
de Utrechtse Weg.
Achtereenvolgens ziet men Eikenstein, Villa Nuova, Ma
Retraite, Veldheim, de R.K. kerk, Schaerweide, en ver-
der Den Brink, Beeklust en Stenia, met daartegenover
Welgelegen, Bloemenheuvel, Paviljoen, Klijnhoeve en
Weltevreden, dan Lommerlust, de aaneengesloten bebou-
wing tot Veelzigt en daartegenover Kersbergen.
Aan de Driebergse kant vindt men Hoog Beek en Royen,
Sparrenheuvel, Klein Schoonoord, Schoonoord, Molenbosch
en Heerewegen. Vele van die buitens ziet men op de
prenten van Lutgers anno 1869.
Wat de dorpskern betreft is nu de westzijde van de
Laan van Beek en Royen volgebouwd, ook de Jufferstraat
en de Hartesteeg, met de stal van Van Arkel. Het huis,
waar later de dames Walkart woonden, heeft nog geen
naam maar wel een overtuin, waar nu Figi is.
Daarnaast is er een tweede dorpskern ontstaan langs
de Bovenweg. Deze is nu met huizen volgebouwd tot voor-
bij Schaerweide en de Stroobuurt daarachter, maar dan
alleen aan de noordkant, want aan de andere zijde lig-
gen de tuinen van de buitens.
De Voor- en Achterheuvel zijn nu volgebouwd maar bij
-ocr page 53-
de Eerste en Tweede Hogeweg vormen de buitens weer een
belemmering!
Zo staan er huizen aan het begin van de Eerste en het
einde van de Tweede Hogeweg en dan alleen aan de noord-
zijde, de rest wordt nog lange tijd ingenomen door de
buitens Veelzigt, Huis ten Bosch en daartegenover Choi-
sy, en verder het gebied van het latere Walkartpark.
Aan de overkant van Choisy was het zogenaamde Kampje,
dat in 1905 door de heren Stoové in eigendom werd ver-
worven en waar nu de Heerenlaan doorheen loopt. Kenne-
lijk mocht daar vóór 1905 niet gebouwd worden, want
Nooitgedacht blijft met zijn hulzen tientallen jaren
zorgvuldig aan de oostkant.
Ook de Krullelaan is aan de zuidzijde bebouwd en aan
de Woudenbergse Weg staat al een huis Boschoord.
Ik moet het hierbij laten, maar u ziet, dat er schot
is gekomen in de ontwikkeling van de dorpskern.
De kaart van Van Giessen heeft één bezwaar: de bodem-
gesteldheid wordt niet weergegeven. Daarvoor kan men
het best de topografische kaart van 1872 raadplegen»
Latere negentiende-eeuwse kaarten
Vergelijken wij eerst eens de topografische kaarten,
vah 1872 en 1885.
In 1872 is de Slotlaan voorbij Choisy en Weeshuis nog
niet bebouwd. Er bestaat nog geen Antonpark, Laperepark
en Wilhelminapark.
De kaart van 1885 toont aan de Slotlaan het hotel
Parkoord bij de Jager laan en aan de andere zijde de
villa's Parklust en Parkhill in het zojuist ontstane
Wilhelminapark. Tussen die beide villa's loopt een
doorgang naar de Slotlaan, die tegenwoordig nog bestaat
en een der drukste punten van ons moderne Zeist is.
Verder ziet men het Antonpark in aanbouw en het tracee
van het Laperepark (het latere Transvaalpark).
Eerst omstreeks 1900 vertoont de Slotlaan de aaneen-
gesloten bebouwing van nu en verschijnt het station van
de Centraal Spoor op de kaart.
Tenslotte nog iets over een zeer mooie en uitvoerige
53
-ocr page 54-
kaart uit de collectie van de Van de Poll-Stichting.
Het is een "kopie-uittreksel uit de kadastrale kaarten
der gemeente Zeist"
, op de ongekend grote schaal van
1 : 2.500!
Deze kaart is niet gedateerd, maar ik meen het jaar
1885 te kunnen aanhouden. Immers, de gasfabriek ligt
nog aan de Blikkenburger Vaart en de Slotlaan is nog
niet volgebouwd. Naar deze gegevens zou men de kaart
ook vroeger kunnen dateren, 1880 bijv., maar dat wordt
weer uitgesloten door de vermelding van het Wilhelmina-
park (toen natuurlijk nog niet zo geheten!) met zijn
vijver en een paar villa's.
Er staan op deze kaart ook een paar families, die de
grote huizen bewoonden, zoals de dames Walkart, de fa-
milie Voute in het kortgeleden afgebroken huis tegen-
over de voormalige Sociëteit en de familie De Geer van
het huis Middenhoeve.
Tussen hotel Parkoord en het Weeshuis bevindt zich
het "Slotlaanpark", dat kennelijk niet lang bestaan
heeft.
Zo heeft Zeist zich gedurende de negentiende eeuw in
een rustig tempo ontwikkeld tot een bebouwde kom rondom
de Dorpsstraten, de Bovenweg en de Slotlaan. Afgezien
van de buurtschap Austerlitz is er verder in deze grote
gemeente nog geen aaneengesloten bebouwing.
Ik sprak van een rustige ontwikkeling, maar vergele-
ken bij vorige eeuwen was het tevens een ontwikkeling
in versneld tempo. Een versnelling, die zich na 1900
- zoals bijna overal - nog in versterkte mate zal
voortzetten.
H. Emmer
54
-ocr page 55-
Geraadpleegde literatuur
Bronnen voor de geschiedenis van Zeist, uitg. Van de
Poll-Stichting, deel I, afl. I, II en V.
L. Visser, De straatnamen van Zeist, 1978.
W. Grapendaal, De buurtschap Austerlitz in het licht
der historie, 1954.
H.J. van Ekeren, De Oude Kerk te Zeist, uitgebreid en
voltooid door ds P. Knijper, deel 1 en 2 (1974-1975).
Prof. dr J.Ph. de Monté verloren. Een en ander uit de
rechtsgeschiedenis van Zeist (bulletin juni 1974).
Dr H. Eramer, Het kruispunt tussen Zeist en De Bilt
(vierde bulletin 1971).
Dr K. Galis, De herberg "Het Huis ter Heide" (vierde
bulletin 1971).
Dr J. Meerdink, Zeist in 1786 en 1787 (bulletin juni
1979).
Prof. dr C. Koeman, Kleine karteringsgeschledenis van
de provincie Utrecht (in Kaartmakers van 't Sticht,
1974).
Prof. dr J.Ph. de Monté verloren. Geschiedenis van de
Zelster Dorpsstraat (lezing), uitg. Van de Poll-Stich-
ting, 1953.
Ds P. Knijper, Dorpsbeeld van Zeist in de Middeleeu-
wen, 1-7 (Zelster Courant 1950).
Prof. dr W. van Iterson, Hoe heeft Zeist zijn vroe-
gere dorpsgronden verloren? (lezing), uitg. Van det
Poll-Stichting 1960.
55
-ocr page 56-
De kaart van Hornhovlus 1599 (fragment), zie blz. 44
56
-ocr page 57-
>«4
De kaart van De Roy 1699 (fragment), zie blz. 45
57
-ocr page 58-
\ H-'
I I . ui / m « « .
De kaart van Tirion 1772 (fragment), zie blz. 46
58
-ocr page 59-
De kaart van de Hofstede Hoog Beek en Royen 1830 (fragment), zie blz.
(J1
50
-ocr page 60-
o
Kopie-uittreksel uit de kadastrale kaarten der gemeente Zeist ±-1885
(fragment), zie blz. 54
-ocr page 61-
Uit de kluis geklapt
De meeste donateurleden van onze Stichting zullen wel
weten, dat de Van de Poll-kamer in het Slot de bewaar-
plaats is van het archief en de bibliotheek. Een klei-
nere groep weet, dat men er ook een uitgebreide kaar-
tenverzameling kan raadplegen, evenals een fotocollec-
tie en een prentenkabinet. Maar weet men ook dat de
Stichting voorwerpen verzamelt? Misschien niet en daar-
om leek het ons wel aardig om de leden iets meer over
onderdelen van deze verzameling te vertellen.
In de loop der jaren zijn er allerlei zaken binnenge-
bracht die in wezen niets met elkaar te maken hebben of
het moest zijn dat de schenkers uit Zeist afkomstig
waren.
Zo bezitten wij een aardige hoeveelheid kinderspelen
en puzzels, een collectie geologische- en archeologi-
sche vondsten en wat wij "kleingoed" noemen. Dit zijn
voorwerpen van klein formaat, zoals penningen, knopen,
glaswerk, fotolijstjes en "Souveniers van Zeist". De
penningen nemen in deze groep de belangrijkste plaats
in en daarom gaan we daar wat dieper op in.
Onze verzameling bevat penningen afkomstig uit het
legaat van de familie Van de Poll, uit het bruikleen-
archief van de familie Van der Mersch en een klein deel
uit onbekende of niet meer te achterhalen schenkingen.
Wat is een penning? Een penning is een metalen munt-
achtig gedenk- of sierstuk zonder wettelijke betaal-
kracht 1). Dit laatste is het belangrijkste kenmerk:
een penning kan nooit als munt dienen.
Penningen worden gegoten, gegraveerd of geslagen. Zij
hebben een voor- en een keerzijde. Over de techniek van
het penning-maken kan men kort zijn.
Gegoten penningen worden met behulp van een mal ge-
maakt. De mallen van voor- en keerzijde worden vo5r de
gieting samengevoegd, zodat de penning in één keer kan
worden gegoten. Het graveren van een penning gebeurt
61
-ocr page 62-
door de voorstelling uit te steken op de beide zijden
van de plaat met behulp van een burijn of graveerstift.
Geen twee penningen met hetzelfde onderwerp zijn dan
ook gelijk.
De derde manier ■ van penningen vervaardigen is het
slaan met stempels. Het metalen plaatje wordt in een
schroefpers bevestigd, zodat het niet kan verschuiven.
Daarna wordt de voorstelling er met stempels ingesla-
gen.
Een penning onderscheidt men naar voorstelling, niet
naar techniek. Men kan ze verdelen in historie- en por-
tretpenningen, familiepenningen, sier-, leg- en gedenk-
penningen en prijspenningen. Soms loopt dit onderscheid
in elkaar over. De collectie van de Van de Poll-Stich-
ting heeft van de meeste soorten wel enkele exemplaren.
Om ze allemaal te beschrijven en af te beelden zou wat
te ver voeren en daarom hebben wij een keus gemaakt. In
de eerste plaats kozen wij de penningen die betrekking
hebben op Zeist of de directe omgeving. Daarnaast zijn
nog enkele willekeurige exemplaren gekozen om enige
indruk van ons bezit te geven.
Historiepenningen
Historiepenningen hebben betrekking op bijzondere
gebeurtenissen. Vaak zijn dat gebeurtenissen waarbij
het koningshuis betrokken was. In onze verzameling be-
vinden zich een aantal van deze penningen.
De oudste dateert uit 1849 en is geslagen ter gele-
genheid van de inhuldiging van Willem III. De penning
is van koper en heeft een doorsnee van 22 mm. Het ont-
werp is van G.P. Schouberg 2) (afb. la/b). De voorzijde
toont een opengeslagen boek met de tekst "Grondwet Art.
50, 51, 52". Daarboven een kroon en achter het boek
staan twee gekruiste zwaarden. Het geheel is omgeven
door guirlandes.
De keerzijde geeft de tekst: "Ingehuldigd Willem III
Koning der Nederlanden XII Mei MDCCCXLIX". In het mid-
den zien wij een open lauwerkrans met daarboven een
62                                                                                              .
-ocr page 63-
ster. Deze penning, die als strooipenning (dat wil zeg-
gen in grote oplage) werd verspreid, heeft in ons geval
een gesoldeerd oogje, waardoor hij als hanger gedragen
kon worden.
1b
1a
:• Hï'siMWpliii^y
63
-ocr page 64-
Een andere penning, die betrekking heeft op het ko-
ningshuis, is gegoten na het bezoek van de vorstinnen
Emma en Wilhelmina aan Amsterdam. Dit bezoek vond
plaats in 1891. De voorzijde van de penning laat een
dubbelportret van de beide dames zien, naar het ontwerp
van prof. Bart van Hove, hoogleraar aan de Rijksacade-
mie van Beeldende Kunst in Amsterdam. De uitvoering is
van J.P.M. Menger. Als randschrift is te lezen: Het
Vaderland getrouwe tot in den Dood.
De keerzijde is een ontwerp van W. Schammer en toont
het stadswapen van Amsterdam. Dit ontwerp komt ook bij
andere herdenkingspenningen voor, het is een stan-
daard-ontwerp. Men hoeft alleen de tekst aan te passen.
In dit geval lezen wij: Aan hare Majesteiten de Stad
Amsterdam 26-29 Mei 1891.
De penning is van brons, met een doorsnee van 65 mm
en een gewicht van 150 gram, waardoor het een van de
zwaarste exemplaren uit de collectie is (afb. 2a/b).
Uit het legaat van de familie Van de Poll hebben wij
een zilveren penning, uitgegeven ter gelegenheid van de
geboorte van Prinses Juliana in 1909.
De voorzijde toont de buste van Juliana van Stolberg,
moeder van Willem de Zwijger. Zij wordt omgeven door
een krans van takken van de oranjeboom. Boven haar
hoofd staat de datum 30 April MDCCCCIX, onder haar af-
beelding de naam Juliana, kunstig ineengevlochten.
De keerzijde toont een dubbelportret van Koningin
Wilhelmina en Prins Hendrik, naar links gewend. Dit
reliëf is een ontwerp van de friese beeldhouwer Pier
Pander, die vele uitstekende portretten van de leden
van ons vorstenhuis maakte. De uitvoering van de gehele
penning werd door C.J. Begeer in Utrecht volbracht 3).
De penning heeft een doorsnede van 60 mm. Heel aardig
is dat dit voorwerp nog in de originele cassette zit.
Het is een koningsblauwe doos met gouden bladranken in
reliëfdruk. De schijf zelf ligt in een donkerblauw,
fluwelen foudraal, dat opklapbaar is. Men kan de pen-
ning dus rechtop tentoonstellen (afb. 3a/b).
64
-ocr page 65-
65
-ocr page 66-
3a
3b
66
-ocr page 67-
Familiepenningen
Van de historische penningen naar de familiepenningen
is maar een kleine stap. Het gaat bij deze penningen
immers ook om historische gebeurtenissen, maar dan in
de privésfeer. Men gaf penningen uit ter herdenking van
geboorte, huwelijk en dood. Daarnaast ziet men ook pen-
ningen voor een jubileum of een bijzondere verjaardag.
Het kwam regelmatig voor dat er voor zo'n bijzondere
dag een paar gouden, een aantal zilveren en vele bron-
zen penningen vervaardigd werden. De gouden waren be-
stemd voor de naaste familie, de zilveren voor de dier-
bare of belangrijke vrienden en de bronzen voor de ove-
rige genodigden, want zij werden tijdens de viering van
de bijzondere gebeurtenis uitgedeeld. Bij een begrafe-
nis was het ook gebruikelijk de dragers een exemplaar
aan te bieden.
Sommige penningen laten portretten zien, andere zijn
versierd met de geslachtswapens en ook zijn er die een
symbolische afbeelding hebben.
In onze collectie is er een aantal geboorte-, huwe-
lijks- en begrafenispenningen te bewonderen, die afkom-
stig zijn uit het bruikleen-archief van de familie Van
der Mersch. Een zo'n penning is de huwelijkspenning van
Johannes Anthony van der Mersch en zijn vrouw Jacoba
Maria Pit. J.A. van der Mersch was de stichter van de
buitenplaats Heerewegen en van het huis de Kleine
Breul. De huwelijkspenning is in tweevoud aanwezig. Eén
exemplaar is van brons, de ander is van verguld-brons.
Dit kan er op wijzen dat de naaste familie een "gouden"
exemplaar kreeg en de overigen een "gewone".
Op de voorzijde zien wij de familiewapens van de bei-
de echtelieden onder helm en dekkleden. De keerzijde
vertelt ons de reden van uitgifte: Ter herinnering aan
de vijftigjarige echtvereniging Johannes Anthony van
der Mersch en Jacoba Maria Pit. 's-Gravenhage Zeist 5
April 1843-1893. De tekst is uitbundig versierd met
bloemranken. De penning heeft een doorsnee van 50 mm en
is geslagen bij C.J. Begeer te Utrecht (afb. 4a/b).
67
-ocr page 68-
4a
4b
68
-ocr page 69-
Een bijzondere huwelijkspenning is die van de familie
Fransen van de Putte. Eigenlijk is dit exemplaar geen
penning in de strikte zin van het woord want het voor-
werp is rechthoekig in plaats van rond. De dikte van
het plaatje komt echter wel overeen met een penning.
Dit gedenkplaatje is van franse of belgische oorsprong.
De voorzijde toont een gevleugeld vrouwelijk naakt,
met in de ene hand een rozetak en in andere een pen.
Terwijl zij op een griekse zuil steunt, schrijft ze op
een schild boven haar de datum 1850-28 Maart-1900. De
keerzijde is versierd met een tak van een bloeiende
klimplant. Daarboven de gecalligrafeerde namen van I.D.
Fransen van de Putte en L.H. Cornets de Groot. Het
plaatje is een ontwerp van B. Mouchon en kan als voor-
beeld van de, toen juist mode geworden, Art Nouveau-
stijl dienen (afb. 5a/b).
De afmetingen zijn 53 x 28 mm, het geheel is van
geelkoper. Wij zien nu dat men een reeds bestaand ont-
werp aanschaft en voorziet van naam en datum, terwijl
het vóór die tijd gebruikelijk was om zelf een opdracht
tot een ontwerp en uitvoering te geven. Bij bedrijven
en instellingen kwam dit gebruik van een ontwerp al
enige tijd voor, bij particulieren zien wij dat zelden.
5b
5a
69
-ocr page 70-
Tenslotte is er een penning ter herinnering aan een
geboortedag. Het is een bronzen penning naar een ont-
werp van Jac. J. van Goor, éên van de medailleurs in
dienst van C.J. Begeer.
De voorzijde is voorzien van het portret van een oude
dame, getooid met kanten muts en kraag. De randtekst
vertelt ons wie zij is, namelijk Charlotte Sara van
Ewijck van de Bildt-geb. Van Leeuwen. De keerzijde ver-
telt de reden voor de uitgifte: ter herinnering aan
haar tachtigsten geboortedag 31 Juli 1916. Om de tekst
heeft men een krans, deels van eikeblad en deels van
palmtakken, aangebracht. De doorsnee is 49 mm (afb.
6a/b).
6a
6b
ilUHIIfi
njiifiiiiim
2         3
jijiil
O
70
-ocr page 71-
7a
7b
71
-ocr page 72-
8a
8b
72
-ocr page 73-
Gedenkpenningen
Bij gedenkpenningen onderscheiden wij prijs-, leg- en
gedenkpenningen. De prijspenning werd uitgereikt naar
aanleiding van een bijzondere tentoonstelling of gele-
genheid, zoals een jubileum. De legpenning werd meestal
aangeboden - al dan niet in de verkoop - ten bate van
een goed doel. De gedenkpenning is als benaming in ge-
bruik voor al die penningen, die niet onder bovenstaan-
de noemer vallen, maar kan ook alle overige soorten
omvatten.
In onze verzameling zijn van deze derde soort ver-
schillende aanwezig.
Van de Zeister Harmonie zijn er twee, die de moeite
waard zijn. Zij komen uit het Van de Poll-legaat. De
eerste is een rood bronzen schijf met een doorsnee van
59 mm. De voorzijde vertoont het wapen van Zeist, ver-
sierd met een palmtak. Als randschrift leest men Zeis-
ter Harmonie Muziek Gezelschap. De keerzijde heeft een
opschrift dat als volgt luidt: Aan Jhr. Mr. F. van de
Poll van de werkende leden ter herinnering aan 15 & 16
Augustus 1900.
Jhr. Van de Poll was de mede-oprichter van de Zeister
Harmonie en er jarenlang ere-voorzitter van.
De tweede penning is ook van de Harmonie afkomstig.
Wij zien dat men van hetzelfde ontwerp gebruik heeft
gemaakt. Op de voorzijde staat nog steeds het zeister
wapen, alleen het randschrift is aangepast; men is nu
Koninklijk geworden. Achterop is de tekst ook aange-
past. Deze keer werd de penning ter gelegenheid van een
concours uitgegeven, getuige de volgende tekst: Herin-
nering aan het Nationaal Concours van Dilettanten, Har-
monie en Fanfare Gezelschappen Zeist 14 & 15 Augustus
1907. Men heeft nu de penning ook verguld en voorzien
van een fors oog, zodat het aan de kroon van een vaan-
del bevestigd kan worden. Mocht men een dergelijke
kroon eens van nabij willen zien, de Van de Poll-Stich-
ting kreeg van de Zangvereniging Laus Deo een vaandel
met toebehoren, waaronder een kroon met penningen (afb.
7a/b; 8a/b).
73
-ocr page 74-
In 1909 werd in Zeist een grote tuinbouwtentoonstel-
ling gehouden. Ter herinnering daaraan werd een penning
uitgegeven. De voorzijde laat ons hoveniers aan het
werk zien. Op de achtergrond aan de linkerkant zien wij
een glazen kas, een zogenaamde wintertuin. Daarvóór
perken met allerlei voornamelijk exotisch-aandoende
planten. Drie mensen houden zich met de tuinarbeid be-
zig. In de achtergrond een figuurtje, dat zo te zien
gras maait, daarvoor een spittende persoon en de voor-
grond wordt ingenomen door een heer, die bezig is met
het enten van een fruitboom. De keerzijde toont een
gekroond wapen van Zeist, omgeven door bladranken en de
tekst: Gr: Tuinb: Tent: Bloemencorso 4 Sept. 1909.
De penning is gesigneerd met B.U. en komt waarschijn-
lijk uit de werkplaats van de firma Begeer. Het is een
goed voorbeeld van de vrije stijl in de penningkunst.
De penning is van zilver en heeft een doorsnede van 40
mm (afb. 9a/b).
9b
9a
fMi|iis.jiii!pïjiï^lip«|tlil|jilljlHi
1           2          »^          *♦ 5
74
-ocr page 75-
In Utrecht werd twintig jaar eerder een poppenten-
toonstelling gehouden, waarvan wij meerdere penningen
bezitten. Om baten voor een kinderziekenhuis in die
stad bijeen te brengen werd deze poppententoonstelling
georganiseerd. De firma Begeer bood toen aan om koste-
loos penningen te vervaardigen, die voor het ziekenhuis
konden worden verkocht. 4) Gezien de hoeveelheid in ons
bezit (4 stuks) moet de aktie een succes zijn geweest.
De penning is verzilverd en heeft een doorsnee van 50
mm. Op de voorzijde zien wij drie figuren, die een car-
touche met tekst vasthouden. Het zijn de Gelaarsde Kat,
een pop en een chinees figuurtje. De tekst luidt: Pop-
pententoonstelling April 1889. De keerzijde toont een
ziek kind te bed (afb. lOa/b).
10b
10a
75
-ocr page 76-
Een zeer fraaie penning werd in 1932 door de Utrecht-
se Kamer van Koophandel aangeboden aan de Zeister Han-
delsvereniging. De voorzijde geeft een symbolische
voorstelling weer. Een naakte man zit van de toeschou-
wer afgewend. Ongetwijfeld gaat het hier om de god van
de handel Mercurius, wat aan de gevleugelde staf met
helm af te leiden is, welke zich rechts naast de man
bevindt. Verder zien we de scheepvaart, zowel oud, in
de vorm van het VOC-schip "de Halve Maan", als in de
vorm van de moderne stoomboot. Daarachter rijzen fa-
brieksschoorstenen op en uiteraard, de Domtoren.
Het randschrift luidt: Kamer van Koophandel en Fa-
brieken v.h. Gebied Utrecht. De gehele voorzijde is in
een fraaie Art Deco stijl (ook wel dertiger-jaren-stijl
genoemd) uitgevoerd. Helaas is het ontwerp niet gesig-
neerd, slechts het merk van de Begeer-firma is op de
keerzijde te zien. Op die keerzijde lezen we de reden
voor de uitreiking: Aan de Zeister Handelsvereeniging
ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan 1907 29 Octo-
ber 1932 (afb. lla/b). De penning is gemaakt van een
tinlegering en meet 60 mm. in doorsnee.
11a
76
-ocr page 77-
Nu we toch in Utrecht zijn is het wel aardig om af te
sluiten met de herdenkingspenning van de Staatsspoorwe-
gen. Bij het 50-jarig bestaan werd een forse penning
uitgegeven, naar een ontwerp van J.C. Wienecke, stem-
pelsnijder van de Utrechtse Munt 5). De voorzijde laat
een lokomotief binnen de stationsoverkapping zien. Als
randschrift leest men: Maatschappij tot exploitatie van
Staatsspoorwegen.
De keerzijde heeft als tekst: Ter herinnering aan het
50-jarig bestaan. Daarboven de jaartallen 1863 en 1913.
Boven de tekst en tussen de jaartallen is een Mercu-
riusstaf met wagenveer geplaatst. Het grootste deel van
de keerzijde wordt ingenomen door een gezicht op het
stationsemplacement in Utrecht. Het geheel is omgeven
door een krans van eike- en dennetakken. De bronzen
penning heeft een doorsnee van 65 mm. (afb. 12a/b/c).
Saskia Bottinga
1b
77
-ocr page 78-
12a
12b
-ocr page 79-
NOTEN
1. Mr. J.W. Frederiks, Penningen, Heemschutserie 52,
Amsterdam 1947, p. 7
2. Idem, hoofdstuk Historiepenningen
3. Voor de penningen van de firma Begeer raadplege men:
a. W.K.F. Zierzina, Lijst van penningen vervaardigd
in de ateliers der Koninklijke Begeer 1880-1919
,
Amsterdam 1919;
b. W.K.F. Zierzina, Penningen, geslagen of gegoten
in de jaren 1880-1935, Koninklijke Nederlandse
Edelmetaalbedrijven, Kempen, Begeer & Vos
, Am-
sterdam 1935
4. Zwierzlna, o.c. 3 adl. p. 73 (1889)
5. Zwierzlna, o.c. 3 adl. p. 1070 (1913)
Fotowerk S. Bottinga, Bosch en Duin
79
-ocr page 80-
Verslag van de Open Dag op 7 september 1985
De jaarlijkse Open Dag van de Stichting stond dit jaar
in het teken van de cartografie. Zoals u misschien weet,
bezit de Van de Poll-Stichting een aanzienlijke collec-
tie kaarten. Omdat binnenkort een catalogus van deze
verzameling zal verschijnen werd besloten een tentoon-
stelling in te richten waarop verschillende interessante
kaarten bekeken konden worden.
De tentoonstellingscommissie heeft, in de weken voor-
afgaande aan de Open Dag, de expositie voorbereid en zij
kreeg daarbij de zeer gewaardeerde hulp van de kaarten-
experts, de heren H. Emmer en B. van Wijk, en van de
medewerkers van de Zeister Kunststichting, die hen met
raad en daad ter zijde stonden.
De Open Dag zelf kan een succes genoemd worden. De
tentoonstelling trok veel bezoekers en niet alleen uit
Zeist en omgeving. De belangstelling voor kaarten met
alles wat daarbij hoort bleek - enigszins tot onze ver-
bazing - een groot publiek aan te spreken. Van veel kan-
ten, zowel van kenners en vakmensen als van gewone be-
zoekers, mochten wij complimenten ontvangen over de op-
zet en de inrichting van de tentoonstelling. Over de
duidelijke en heldere tekst van het bijbehorende bulle-
tin was men eveneens zeer te spreken. Een dankbetuiging
aan de heer H. Emmer voor zijn werk is hier zeker op
zijn plaats.
In de expositieruimte was een boekentafel ingericht,
waarop de uitgaven van de Stichting tegen "feestprijzen"
lagen. Dankzij de onvermoeibare inzet van de heer H.
Wels stemde de verkoopcijfers na afloop tot tevreden-
heid.
Ter zelfder tijd werden in de Van de Poll-kamer bezoe-
kers te woord gestaan door de daar altijd aanwezige da-
mes J.Ch. Mollen en D. Bertoen. Men verschafte de geïn-
teresseerden informatie over de bibliotheek, het archief
en de fotoverzameling. Vooral deze laatste was zeer in
trek en de verzoeken om oude foto's te mogen bekijken
liepen uiteen van de "zeister bossen" tot de "onafhanke-
lijkheidsfeesten 1813-1913".
80                                                                                            ,
-ocr page 81-
Verder kon men in de kamer boeken inzien, die betrekking
hadden op de cartografie en op de buitenplaatsen met hun
tuinen. Ook daar werd veel gebruik van gemaakt.
De medewerkers van de Stichting, die op de Open Dag
assisteerden, konden 's avonds tevreden op een drukke
dag terugzien. Graag zou ik namens de tentoonstellings-
commissie iedereen willen bedanken, die zich voor deze
dag heeft ingezet.
Saskia Bottinga
Op deze plaats willen wij Saskia Bottinga bedanken
voor het vele werk en de tijd, welke zij aan het slagen
van de "Open Dag" heeft besteed. Vooral de "vormgeving"
van het geheel kwam door haar activiteiten tot stand.
Saskia, nogmaals hartelijk dank.
J.Ch. Mollen-Hengeveld
81
-ocr page 82-
Wie informeerde op 28 november 1813 vanuit Rheenen Maire
van Bern omtrent de nadering van de Pruisische troepen?
Op bladzijde 88 van mijn boekje over Zeist 1811-1815
heb ik een briefje doen afdrukken door een onbekende
E.V.D., uit Rhenen verzonden, waarin deze mededeling
doet dat 400 man "paardenvolk" in Rheenen is aangekomen,
waarvan 50 man naar Amerongen zijn vertrokken.
Uit het briefje blijkt, dat de schrijver ook medede-
lingen uit Zeist heeft ontvangen, waarvoor wordt be-
dankt. Het gaat dan waarschijnlijk om het bericht, dat
er te Zeist en omgeving weinig Fransen zijn. Wie was
nu E.v.D. in Rheenen?
Toevallige omstandigheden brachten mij hier op een
spoor. Bij het doen van familie-onderzoek door een af-
stammeling van de zuster van burgemeester Van Bern, te-
vens een ver familielid van mijzelf, werd een trouwakte
gevonden van Petronella Catharina van Bern en Dirk
Brandts van Doesburgh, die op 4 juni 1813 te Zeist in
het huwelijk traden.
De trouwakte vermeldt haar vader Nicolaas van Bern,
haar broer de maire F.N. van Bern en onder de familie
van de bruidegom diens broer Everard van Doesburgh,
koopman en leerlooier te Rheenen. De E.v.D. zal dus deze
van Doesburgh zijn, de zwager van Van Berns zuster. Wel-
licht hebben zij op de bruiloft van 4 juni afgesproken
elkaar op de hoogte te houden van de ontwikkeling der
gebeurtenissen.
J. Meerdink
82