éuffetiTO lenj bevorderingcvaio ie
'^//'r?^ ^n.«.tV cvdtv ie aesciiedenis cüaro i^isö, uit^eaevetu ioonj ie ^aro ie '^off^óticütina^ |
|||||
'^(uH i^S/, Jaar^an^ 17, nr
|
|||||
Van de Poll-Stichting
|
|||||||||
Stichting ter bevordering en
verbreiding van de kennis om- trent de geschiedenis van Zeist |
|||||||||
Archief: het Slot, Zlnzendorflaan 1
Het archief der Stichting is geopend op:
dinsdag van 10.30 - 12.30 uur Administratie:
|
|||||||||
Mutaties t.b.v. de ledenadministratie uitsluitend te
richten aan: Administratie Van de Poll-Stichting, post- bus 342, 3700 AH Zeist |
|||||||||
Bulletin van de Van de Poll-Stichting
voor de zeister geschiedenis
Verschijnt 4 maal per jaar
17e jaargang, maart 1987, nummer 1
|
||||||
Redactie; dr J. Meerdink, R.P.M. Rhoen, drs Th.G.P.M.
Ruijs, drs H.M.J. Tromp, H. Wels en K. Scharten (eindredacteur) Dagelijks bestuur der Stichting;
Drs H.J. Eijsink,
voorzitter. Oranje Nassaulaan 3
Mr dr A.A.H. Stolk,
vice-voorzitter, Krullelaan 28
I.D. Heyning,
secretaris, Sophialaan 33
Dr J. Meerdink,
tweede secretaris. Laan van Beek en Royen 2
L. Visser,
penningmeester, Lommerlust 17;
postgiro: 3.840.383 t.n.v. de
Van de Poll-Stichting; bank; Algemene Bank Nederland
te Zeist (postgiro 30.549),
t.g.v. rekening 55.86.18.049 van de Van de Poll-Stichting R.P.M. Rhoen,
tweede penningmeester, Nijenheim 63-23
Drs Th.G.P.M. Ruijs
lid, Kersbergenlaan 10
|
||||||
INHOUD
blz.
Jaarverslag van de secretaris over 1986 5
Verslagwerk van het archiefwerk over 1986 7
Zeist tussen 1880 en 1900 9
Stichting van de hervormde kerk met pastorie
te Huis ter Heide 17
Oud Zeist onder de slopershamer 23
Uit de pers 24
|
||||
Jaarverslag over 1986
In het verslagjaar vergaderde de Raad van Beheer op
18 maart en 9 juli, terwijl het Dagelijks Bestuur vijf maal bijeen kwam en wel op 28 januari, 4 maart, 4 juni, 10 november en 19 december. De samenstelling van de Raad van Beheer bleef onge-
wijzigd. In het Dagelijks Bestuur verzocht de heer drs Th.G.P.M. Ruijs ontheven te worden van zijn 2e penning- meesterschap; hij werd opgevolgd door de heer R.P.M. Rhoen. De heer Ruijs blijft overigens tot ons genoegen wel wil van ons Dagelijks Bestuur. Ons Bulletin kwam in 1986 weer vier maal uit. In het
laatste nummer wijdde mevrouw drs J.C. Mollen-Hengeveld een artikel aan ons 35-jarig bestaan, waarvoor wij graag nog eens uw aandacht vragen. De schrijfster zette daarin vele vroegere en huidige medewerk(st)ers in het zonnetje, maar vergat - bescheiden als zij is - daarbij zichzelve. Daarom willen wij graag nog eens memoreren, dat mevrouw Mollen reeds meer dan 10 jaar het archief- werk en de ontvangst van geïnteresseerden op de dins- dagochtenden verzorgt! Hoe zij dit, ook in 1986, tezamen met de dames Ber-
toen en Bottinga alsmede met de heren Van Wijk en Roe- der, verrichtte, vindt u in het afzonderlijke jaarver- slag van het archiefwerk. Op 6 maart verzorgden wij een "klankbeeld over de
Hernhutters in Zeist", samengesteld en gepresenteerd door de bekende zeister fotografe Hanneke Kortlandt, in de congreszaal van het Slot. Verder werd van 8 t/m 27 maart onder onze auspiciën
een tentoonstelling, genaamd "Kijk op het Slot" gehou- den in de vleugel-galerie, ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van het Slot. |
||||
De heer drs H. Reinders uit Bunnik hield op 6 oktober
in de congreszaal een lezing met lichtbeelden, getiteld "Het goed de Niënhof onder Bunnik en de familie de Pes- ters". Door de heer H. Wels werden dit jaar liefst 10 film-
avonden verzorgd, te weten voor de bejaardensoos Sions- kerk; de weduwen in de Evangelische Broedergemeente, de christelijke basisschool de Sluis, in Figi (de tradi- tionele bevrijdingsfilm); de kerken in Zeist-West; de Evangelische Broedergemeente in de Zinzendorfmavo; de bejaardensoos in Hebron; het Zeister Mannenkoor; de Protestantse kerk in Austerlitz en de oudejaarsavond in Heerewegen. Vermeldenswaard is voorts dat genoemde heer Wels ook
nog de gehele contribuantenadministratie op zich heeft genomen. Wij zijn allen die op enigerlei wijze aan onze acti-
viteiten hebben meegewerkt, bijzonder erkentelijk, ter- wijl ook stellig een woord van dank op zijn plaats is voor de pers - en wij denken dan vooral aan de Nieuwe Zeister Courant en De Nieuwsbode - voor de positieve wijze waarop zij steeds aandacht schonken aan onze Stichting. Het aantal contribuanten bedroeg aan het einde van
het verslagjaar 503 tegen 512 per ultimo 1985. Het is jammer dat de begunstigers nog niet eens 1% uitmaken van de bevolking! Wij doen daarom een dringend beroep op u om nieuwe donateurs te werven. Doet uw best! Tot slot spreken wij de hoop uit dat wij niet alleen
van u, individuele begunstigers, maar ook van de ge- meente Zeist, de voor ons beslist onontbeerlijke finan- ciële steun zullen mogen blijven ontvangen. '- I.D. Heyning
secretaris
|
||||
Verslag van het archiefwerk over 1986
Ook in 1986 heeft het archiefwerk weer vorderingen
gemaakt. Bibliotheek
Een vijftiental ontvangen nieuw verschenen boeken en
brochures zijn in de catalogus opgenomen. In één van de dit jaar te verschijnen Bulletins zul-
len deze nieuwe aanwinsten worden vermeld. Persberichten
Ook dit jaar is een grote hoeveelheid persberichten
gecodeerd volgens de Bibliografie van Zeist. Hiervan getuigen de mappen: 3.2 Straten en Pleinen 3.6 Gemeentehuis en Openbare gebouwen 12.2 Bedrijven 17.1 Burgemeesters
Leden van de gemeenteraad
17.2 Overige personen
Onze dank aan de heren Scharten en Visser, die ons de
berichten uit het Utrechts Nieuwsblad, De Nieuwsbode enz. verschaften. Kaartenverzameling
Er was dit jaar opmerkelijk meer belangstelling voor
ons kaartenbezit dan in vorige jaren. De nog aanwezige, doch niet beschreven kaarten werden geregistreerd, ter- wijl enkele nieuw ontvangen exemplaren in een supple- ment werden verwerkt. Het nieuwe overzicht van de kaar- tenverzameling is gereed, maar nog niet met omslag ver- schenen. |
||||
Prenten
De inventarisatie van het prentenkabinet is voltooid.
De prenten zijn in een kaartsysteem verwerkt volgens de Bibliografie. Een kleine catalogus zal worden samenge- steld. Iconografische Atlas
Ook deze wordt veel geraadpleegd. Dank voor de por-
tretten, die ons werden toegezonden. Inlichtingen
Het aantal verstrekte inlichtingen (mondelinge en
schriftelijke) nam dit jaar toe (170). Leerlingen van middelbare scholen, studenten, verenigingen, onder an- dere het Toonkunstkoor, de openbare bibliotheek, het Utrechts Landschap en vele anderen raadpleegden het archief. Aan de tentoonstelling "Kijk op het Slot" verleenden
wij onze medewerking. Maar er is nog meer werk, dat ligt te wachten. Ge-
dacht wordt onder andere aan de inventarisatie van voorwerpen, die ons werden geschonken. Misschien wordt in 1987 hiervoor een oplossing gevonden. Ten slotte heel veel dank aan de dames en heren mede-
werkers; zij zorgen er voor, dat het archiefwerk kan worden voortgezet. J.C. Mollen-Hengeveld
|
||||
Zeist tussen 1880 en 1900
Inleiding Op verzoek van de Van de Poll-Stichting vertelde
freule J.M.E. van de Poll (1872-1970) jeugdherinnerin- gen. De heer F. Wels nam op 7 maart 1968 dit gesprek op de band op, dat hieronder wordt weergegeven. Aan freule Van de Poll is het ontstaan van onze
Stichting te danken. "Zij gaf daarbij tevens uitvoering aan de wens van haar broer, jhr mr F. van de Poll, die in de Zeister samenleving vele jaren een voorname rol speelde en zich intens voor het Zeist van heden en ver- leden interesseerde" 1). De Stichting zal zeer zeker de nagedachtenis van
freule Van de Poll in ere houden. Freule Van de Poll vertelt:
|
||||||
Er is gevraagd om mijn herinneringen over Zeist mee
te delen. Ik zit er natuurlijk aan het eind van mijn leven vol van. Waar zal ik mee beginnen of waar zal ik eindigen?
Eigenlijk ben ik pas vanaf 1880, toen ik 8 jaar was, bewust geworden van hetgeen in Zeist gebeurde; daar kan ik over spreken. Zeist was een mooi, rustig bosrijk oud dorp met
prachtige buitenplaatsen en herenhuizen. Zoveel van die herenhuizen zijn nu verbouwd tot flatgebouwen. Zoals een oude zeisterse weduwe mij onlangs schreef: Hoe vindt u het toch dat al die mooie huizen vogelkooitjes worden met zaadbakjes ervoor? Middelpunt van het eigenlijk dorp vroeger was het
Rond met de twee Dorpsstraten. Het eind van het dorp was waar nu de winkel van Kraal staat 2) en waar de eikenhouten-bosjes begonnen. Persoonlijk betreur ik het dat er zoveel veranderd is en het dorp een druk roeze- moezig stadsbeeld geeft en zijn eigen aardig cachet volkomen verliest. |
||||||
Zeer te betreuren is de verhouding tussen de mensen
onderling. Vroeger was het heel merkwaardig. Er was een heel groot verschil in stand. Daarentegen een veel gro- tere band tussen die mensen onderling. Veel meer per- soonlijke belangstelling en vriendschap voor elkaar. Nu is dit nog slechts bij enkelen over gebleven. Op "Beek en Royen", waar wij 92 jaar gewoond hebben, kenden wij alle families in de Dorpsstraten. Wij wisten van elkaar de verjaardagen. Wij keken wie er kwam en wie er niet kwam, niet uit nieuwsgierigheid maar uit interesse. De rust van het dorp kunt u zich zeker niet voorstel-
len. De kinderen knikkerden op straat. Er was helemaal geen gevaar. Mijn vader 3) gooide wel eens een paar chocolaadjes naar beneden om ze te paaien. Zij speelden haasje-over over de paaltjes van de Laan van Beek en Royen. Zo stil was het dat wij 's avonds in de zomer aan de voorkant op straat konden theedrinken en het aardig vonden als er eens een wagen voorbijkwam of een equipage van de buitenplaatsen. Een cultureel leven was er in Zeist eigenlijk niet.
Dat is pas begonnen in 1870. Toen de oprichting plaats had van de afdeling Zeist van de Maatschappij van Toon- kunst door mr C.B. Labouchêre en mijn vader. In 1882 volgde de oprichting van de Harmonie door mijn vader, Herman Meerdink en Herman Lentz. Vóórdien was er steeds het prachtige orgelspel van Herman Meerdink in de kerk en alleen de kerkmuziek bij de Hernhutters. Hoe zeer men eigenlijk in die tijd behoefte had aan
muziek bleek uit het feit dat tijdens de repetities van de Harmonie in de Nieuwe Sociëteit, die op de hoek van de Hogeweg en de Donkere Laan 4 stond, een groot pu- bliek daarnaar kwam luisteren, steunende op hun rijwie- len; een paard en wagen dat er langs kwam, moest maar een eindje om rijden, want ze wensten niet gestoord te worden. Een groot verschil was er ook tussen armen en heel
rijken. Er was geen armenzorg. Alles kwam eigenlijk neer op de weldadige dames, de gezusters Voomberg, me- 10
|
||||
vrouw Van Loon van "Hoog Beek en Royen", mevrouw Pauw
5) van "Pavia" en mevrouw Labouchëre van het Slot. Uit- gaande van het principe de rechterhand mag niet weten wat de linker doet. De dames deden liefdadigheid in alle stilte. Veel dankbaarheid was er niet. De dames hadden hun
vaste dagen, waarom men mocht komen, eigenlijk bedelen. Op de dag dat mevrouw Van Loon het uur had om hen te woord te staan, verzamelden de vrouwen zich allemaal op de hoek van de Laan van Beek en Royen en de Driebergse- weg. En wij konden vanuit onze open ramen de commenta- ren horen over die arme mevrouw Van Loon, en arm was zij in dat opzicht, die ongezouten besproken werd. Zo kwam er eens een harde stem, die riep toen zij terug kwam: "Nou dat mens, dat kreng, heeft vandaag maar weer ƒ 1,— gegeven". Langzamerhand werd duidelijk dat die arme gezinnen de
betrokken dames schromelijk voor de gek hielden. En zij namen een Zeistenaar om controle uit te oefenen. Ook dat hielp niet. Later werd Armenzorg opgericht en de dames waren doodongelukkig dat de particuliere liefda- digheid aan banden werd gelegd en dat zij in het ver- volg een verklaring moesten ondertekenen van alles wat zij gaven. Maar dit was hoognodig en droeg bij om be- drog tegen te gaan. Gelukkig dat de sociale zorg in steeds betere banen werd geleid. Zo waren er op aller- lei gebied verbeteringen aangebracht die thans onmis- baar zijn en die ik zeer zeker erken. Veel moois van vroeger behoort tot het verleden en
daar kan ik nog wel eens zeer naar terug verlangen. Gaarne zou ik nog iets willen vertellen van de types
die Zeist vroeger had. Elke plaats had toen haar eigen dorpsgekkies. Ook Zeist. Men liet ze kalm hun gang gaan. Nu zouden ze opgenomen worden in een inrichting, maar die bestonden vroeger nog niet. En bejaardentehui- zen waren er ook nog niet. Il
|
||||
Er was een zekere jonge man van ongeveer 20 jaar,
voor zover als ik mij herinner. Jantje van de Achter- heuvel. Hoe zijn achternaam was, weet ik niet. Een ech- te mongool met treurig uiterlijk, hangende traanogen en een hinkende manier van lopen, maar doodgoed. Zo be- trouwbaar dat vrouwen die op een drukke dag geen raad wisten met hun kinderen hen geheel aan hem toevertrouw- den. Jantje, die met de kinderwagen er op uit ging, kwam weer vrolijk en vriendelijk terug met het kind, goed verzorgd en op tijd thuis. Geen mens die hem kwaad deed, ook geen jeugd. Dan was er Keesje Post. Die was heel anders. Het was
een onschuldige gek, maar die de malste dingen verzon. Eens had hij kans gezien om in de molen op de Bergweg een zak met meel te veroveren. Hij strooide het meel uit op de grond en wentelde zich daarin. Spierwit kwam Keesje te voorschijn. Hij nam toen een paraplu waar alle zijde uitgetrokken was, zodat alleen de baleinen overbleven en bond aan elke balein een dode rat. Zo kwam hij langs ons huis. Wij, kinderen, hadden natuur- lijk dolle pret, maar men liet hem kalm gaan. Later is hij in het slootje van de Blikkenburgerlaan gevallen en verdronken. Bij de brand van de Broedergemeente onlangs 6) is mij
weer te binnen geschoten wat Keesje ook eens deed. Er was een binnenbrandje in een huis op het Zusterplein. Mijn broer 7) ging er heen en hielp van alles, dus kostbaarheden,- uit het huis te halen. De politie stond nog niet bij de brug om de mensen tegen te houden. Keesje ging er ook heen en ging eens kijken of er niets te pakken was in de keuken. Toevallig was er net een verjaardag geweest, dus Keesje vond klieken van de taart en flessen wijn. Hij ging met zijn kornuiten mid- den op het Zusterplein in het gras zitten en ze deden zich heerlijk te goed en lieten de hele boel maar bran- den. Nu komen er een paar Zeistenaren, die waren niet
12 |
||||
rpp
|
||||||||
Huize "Simorowa" waar het interview met freule J.M.E.
van de Poll is gehouden H. Wels |
||||||||
Een jeugdfoto van de freule
Collectie Van de Poll-Stichting |
||||||||
13
|
||||||||
krankzinnig maar toch wel een beetje vreemd. Daar had
je Zwarte Hans, die was zwart van haar en heel klein. Ook zwart in alle rimpels van haar gezicht, want daar kwam nooit een spons bij te pas. Zij werd een paar keer per jaar door mijn moeder aangeroepen om de gele steentjes van het trottoir, waar het gras tussen groei- de, schoon te maken. De goede ziel deed dat op haar knieën op een oud stuk tapijt en met behulp van een kromme spijker. Als alles schoon was, werd zij zelf later geschrobd en met loog afgewerkt. Dan was er Piet de Peel, die in een tentje in de
schaatsenrij derstijd met een pot rokende turf op de Blikkenburgervaart borrels en warme dranken verkocht. Dan was er juffrouw Lutteberg, genaamd Lut, die leef-
de in adoratie van de gezusters Van Loon, Pauw en La- bouchere. Urenlang stond zij te wachten bij het hek van "Hoog Beek en Rooyen" om maar een glimpje op te vangen als mevrouw Van Loon thuis kwam. Dan was er Cornelia Jansen, die in 1885 nog geen af-
stond kon doen van haar crinoline. Die prachtig schaat- sen reed, buitenover 8) tot groot vermaak van de zoons van Labouchere van het Slot, die reden met haar, maar konden alleen met de hand de hare bereiken vanwege de crinoline en zo zwierden zij met haar in brede slagen over de Slotvijver, tot groot vermaak van het publiek. In de Broedergemeente was een broeder Grasman. Hij
deed voor de gemeente boodschappen en bracht de brieven op de post. Het postkantoor was toen in de 1ste Dorps- straat. De beambten hadden het niet bijzonder druk. Eén van hen had gemerkt dat broeder Grasman wanneer hij een brief in de bus had gedaan terugliep en telkens omkeek of de brief er wel in lag. Toen Grasman goed en wel bij het het Schneiderhotel 9) was, liet de postbeambte de brief weer heel voorzichtig halverwege uit de bus pie- pen. Zo gebeurde dat enige keren en elke keer vloog die arme Grasman er in en holde weer naar de bus toe. Net U
|
||||
als hij het puntje van de brief wou pakken, zakte de
brief weer naar binnen. Dit was eigenlijk een onschul- dige voor-de-gek-houderij, maar toch nog wel geestig. Zo, nou is het op!
Noten
1) Uit: "Ter nagedachtenis aan Jonkvrouwe J.M.E. van de
Poll"; in: Bulletin van de Van de Poll-Stichting, jaargang 1, no 1, blz. 4 2) Hoek Slotlaan-Weeshuislaan
3) Jhr F.H. van de Poll (overleden in 1907)
4) De Donkere Laan liep van het gemeentehuis tot aan de
beide Hogewegen 5) Pauw van Wieldrecht
6) De grote brand op het Broederplein was in de nacht
van 27 oktober 1967 7) Jhr F (Frits) van de Poll
8) Buitenover-schaatsen wordt in Zeist: Beentje-over
genoemd 9) Hotel Schneider is nu hotel Hermitage, het Rond 7
|
|||||
15
|
|||||
Hervormde kerk te Huis ter Heide
foto H. Wels
|
||||||||
Gevelsteen van de hervormde kerk te Huis ter Heide
foto H. Wels
|
||||||||
u
|
||||||||
Stichting van de hervormde kerk met pastorie
te Huis ter Heide Inleiding
De samensteller van dit artikel is de heer W. Grapen-
daal, die - na een kortstondige ziekte - op 31 januari 1972 op 70-jarige leeftijd overleed. "Hoewel de heer Grapendaal geen Zeistenaar van ge-
boorte was, woonde en werkte hij bijna 50 jaren ter gemeente-secretarie en vrijwel van het ontstaan van de Van de Poll-Stichting gaf hij daaraan zijn krachten, namelijk sedert 1 januari 1954 als secretaris en met ingang van juni 1966 als archivaris. "Naar beste kunnen is hij tot het laatst produktief
voor anderen bezig geweest" 1). Daarvan getuigt onder andere ook het hieronder vol-
gende verslag, gedateerd 22 juni 1959, dat in het ar- chief der gemeente Zeist is opgeborgen. |
||||||
Op 18 februari 1856 werd door burgemeester en wethou-
ders van Zeist een schrijven ontvangen dat ondertekend was door de heren: - J.J. Bos, predikant te Soest;
- mr P.M. de la Court, eigenaar van het landgoed "Zand-
bergen" onder Zeist; - mr J.I.D. Nepveu, eigenaar van het landgoed "Dijnsel-
burg", onder Zeist en - L.T. Moesvelt, onderwijzer te Soesterberg.
In dit schrijven wordt onder andere het volgende naar
voren gebracht: "De toenemende bevolking, gepaard met verbeterde we-
gen en gemakkelijker middelen van vervoer, hebben in de laatste jaren tot bewoonde of bebouwde streken gemaakt, wat vroeger waterplas of heide was, en verre verwijderd van dorpen en steden, zijn buurten en gehuchten verre- zen welke dikwijls oude gemeenten in talrijkheid van zielen overtreffen. |
||||||
"Zo verzamelde zich ook in het hart der provincie
Utrecht, te midden van de lustverblijven van zo menig rijk door God gezegenden, tussen Amersfoort, Zeist, De Bilt en Soest een bevolking van meer dan 400 Hervorm- den, voor het grootste gedeelte ruim een uur verwijderd van hun bedehuizen. Die bevolking, van overal te zamen gevloeid, inzonderheid tot de arbeidersstand behorende, nog steeds aanwassende en door Rooms-Katholieken om- ringd, die minder in getal, toch een eigen sierlijk kerkgebouw bezitten, met volledig herderlijk toezicht, naar de eisen van dat kerkgenootschap, die bevolking heeft dringend behoefte aan een kerk en een leraar. "De heren J.J. Bos c.s., voornoemd, van nabij met
deze behoefte bekend, hebben besloten hun pogingen tot verkrijging van beide te verenigen. De eigenaar van het landgoed "Zandbergen" heeft reeds de nodige grond voor kerk en pastorie met welwillendheid afgestaan. Het punt is allergeschikst, aan de straatweg van Utrecht op Amersfoort, niet ver van het Huis ter Heide, de mac- adam-weg op Zeist en de straatweg op Soest. Maar voor kerkgebouw en predikantswoning zijn ongeveer veertien duizend gulden nodig. Wij willen trachten deze som te verzamelen en gaan daartoe een beroep doen op liefde voor de Heer en de broederen van die allen, bij wie wij slechts enige belangstelling in de uitbreiding en be- vestiging van Gods Koninkrijk vermoeden. "Wij bieden ook u daartoe nevensgaande intekenlijst
of verbintenis aan, welke u de gelegenheid geven zal om ons tot voormeld doel te helpen, of met een gift in eens of met een gift gedurende twee of drie jaren te herhalen of met een renteloos voorschot van ƒ 250,— later bij uitloting af te lossen. Ieder van de onderte- kenaren zal zich volgaarne met het ontvangen van uw, zo wij hopen, gunstig antwoord belasten". Op 1 augustus 1857 ging van de commissie tot stich-
ting ener hervormde gemeente te Soesterberg weder een schrijven uit. De commissie deelde mede, "dat zij een ministrlële
dispositie, d.d. 15 juni 1857, nr 13, ontvangen had, 18
|
||||
waarbij het uitzicht wordt geopend op de helft van het
predikants-traktement uit 's Rijkskas, bijaldien in de stichting van kerk en pastorie, mitsgaders in de helft van het benodigde predikantstraktement, buiten bezwaar van 's lands schatkist, mocht kunnen worden voorzien. "Zal dus die buurt, met een Hervormde bevolking van
ruim 400 zielen, van êên tot twee uren gaans verwijderd van de kerken van hun tegenwoordige (1857) gemeenten, eerlang een zelfstandige gemeente uitmaken, dan moeten wij een som van vijf en twintig duizend gulden kunnen verzamelen. Voorwaar een belangrijke som, die wij zou- den aarzelen te vragen, indien het niet was voor zulk een verheven doel. En de ondervinding heeft ons reeds geleerd, dat men daarvoor in ons vaderland niet ligt te vergeefs aanklopt. Ongeveer elf duizend gulden zijn ons reeds geworden. "Veertien duizend gulden moeten nog gezocht worden;
wij willen ons met nieuwe kracht daartoe aangorden en wij hebben hoop, dat ook dit ons gelukken zal, daar het bestaan van een Hervormde Gemeente in de buurt van Soesterberg en Huis ter Heide thans nog maar alleen afhangt van het verkrijgen van een zeker som gelds. "Wij wenden ons daarom thans met een bede tot u, ge-
goede en weldadige inwoners van Zeist. "Gij zijt, zo vervolgt dit schrijven, in de eerste
plaats geroepen om de belangen van zovele van uw mede- burgers en mede-leden te behartigen en te bevorderen. Tot ons leedwezen vonden nog bij velen uwer die onder- steuning niet, als waarop wij meenden aanspraak te heb- ben. Wij eerbiedigen echter de bezwaren, die daar wel- licht aanleiding toe gaven. Maar thans (1857), dunkt ons, zijn die bezwaren opgeheven. Zijne Majesteit de Koning heeft onvoorwaarlijk het plan van de Commissie tot stichting van een Hervormde Gemeente te Soesterberg en omtrek goedgekeurd, ofschoon de bedenkingen van Zeist met onverminderde kracht te Zijner kennisse waren gebracht. "Hieruit volgt, onzes inziens, dat de Stichting van
een nieuwe gemeente in de omtrek van het Huis ter Heide en Soesterberg, op de tegenwoordige toestand der Zeis- m
|
||||
ter gemeente volstrekt niet drukken zal." Het schrijven
vervolgt met de woorden: "Daarom nu, helpt ons het goe- de werk voltooien. In het jaarlijks uitvoerig en beredeneerd verslag van
de toestand der gemeente Zeist over 1859 (aantal inwo- ners 4.248) staat onder hoofdstuk VIII Kerkelijke zaken het volgende vermeld: Er bestaan in deze gemeente vier Kerk-gemeenten als:
1. de Ned. Hervormde Gemeente;
2. de R. Katholieke Gemeente;
3. de Evangelische Broedergemeente;
4. de Chr. Afgescheidengemeente.
Bij eerstgenoemde gezindte (Ned. Herv.) zijn twee
dienstdoende leraren. Bij ieder der beide volgende ge- zindten (R.K. en Evang. Broedergemeente) is één leraar, terwijl bij laatst genoemde (Chr. Afgescheidengemeente) gezindte de sedert geruime tijd vacant zijnde plaats waargenomen wordt door een geletterde visverkoper. In 1859 bijdroeg in de gemeente Zeist het aantal Ned.
Hervormden 2.573; R.-Katholieken 1.108; Evang. Broeder- gemeente 282; Afgescheidenen 34; Evang.-Luthers 42 en andere gezindten 34. Wat de leraren van de Ned. Hervormde gemeente van
Huis ter Heide betreft kan worden medegedeeld, dat de kerkeraad jarenlang een beroep heeft moeten doen op de predikanten van de omliggende gemeenten om predikbeur- ten in de kerk van Huis ter Heide te houden. Als enkele van deze eerste predikanten kunnen worden genoemd: N. Beets, Muller Massis, Loeff. Op de eerste steen welke in de Ned. Hervormde kerk te
Huis ter Heide is aangebracht staat aangegeven: Deze steen is gelegd door Pieter Hendrik de la Court, oud 3 jaren 17 junij 1858. W. Grapendaal
|
|||||
20
|
|||||
Naschrift
De stichting van kerk met pastorie vond plaats in de
jaren 1858-1859. In genoemd jaar was er nog geen predi- kant. Het gebouw wordt wel het "witte Kerkje" genoemd. Een verbouwing van de toren vond in 1915 plaats 2).
In het torentje hing - en hangt na 1945 weer - een klok van F. Hemony uit 1659 3). Noten
1) Uit: Ter herinnering aan W. Grapendaal; in: Bulletin
van de Van de Poll-Stichting, jaargang 2, maart 1972, no 1, blz. 3 2) R. Blijdenstein, Zeist, Groei en Bouw; deel 6: Den
Dolder en Bosch en Duin, 1984, blz. 82 3) K.W. Galis, Huis ter Heide, Bosch en Duin en Den
Dolder in oude ansichten, 1980, afb. 10 |
|||||
n
|
|||||
De melkfabriek aan de Bergweg
foto dienst openbare werken |
|||||||
Sloop van de voormalige melkfabriek aan de Bergweg
foto H. Wels
|
|||||||
22
|
|||||||
Oud Zeist onder de slopershamer
Ditmaal geen oude woningen in het centrum van Zeist,
maar de melkfabriek aan de Bergweg - gebouwd in 1953 - echter al enkele jaren buiten gebruik. Oorspronkelijk was deze melkfabriek gevestigd in een
voormalige ijsfabriek aan de Tulpstraat alhier. Op 24 november 1940 trad het standaardisatiebesluit
in werking, waardoor niet meer rechtstreeks melk van de boer betrokken mocht worden. In verband daarmede be- sloot een zeventiental melkhandelaren een centrale op te richten om de melk zelf te gaan verwerken. In 1943 gelastte de overheid het bedrijf te sluiten. Na de oorlog werd men meteen weer actief. Door groei
moest er naar een andere locatie worden uitgezien. Nadat in 1965 het 25-jarig bestaan gevierd werd, ging
de Coöperatieve Melkcentrale Zeist (C.M.Z.), waarin melkslijters uit Zeist en omgeving deelnamen, over tot uitbreiding, dat wil zeggen nieuwbouw en wel aan de Bergweg, waar een gebouw kwam te staan met drie verdie- pingen; op de hoogste étage kwamen tien grote tanks te staan, waarin 100.000 liter melk verwerkt kon worden. Al spoedig kwamen donkere wolken opzetten, doordat de
grote winkelbedrijven in Zeist hun melk niet bij de C.M.Z. kochten maar elders. Daardoor liep de omzet te- rug, ook al omdat intussen slijters hun bedrijf beëin- digden. Pogingen om aan de grootwinkelbedrijven toch melk van
de C.M.Z. te leveren, liepen op niets uit, zodat de organisatie tenslotte aan het Menken-concern werd over- gedragen. Op de vrijkomende grond wordt een nieuwe B.M.W.-gara-
ge gebouwd voor het bedrijf, dat nu nog in de Montau- banstraat is gevestigd. K. Scharten
|
|||||
23
|
|||||
UIT DE PERS
|
||||||||||||
Restauratie voormalige Brouwerij
|
||||||||||||
Op de agenda van de
gemeenteraadsvergade- ring van komende maandagmiddag staan twee opmerkel^ke voor- stellen: een krediet van twee ton om eenplan te maken voor de restaiira- tie van d^ voormalige Brouwerij en een subsi- diegarantie van dertig- duizend gulden voor de organisatie van een Mo- zartweek in Zeist, waar- bU ook nog tienduizend gulden aan zaalhuur in Het Slot geschonken zou moeten worden. Belde voorstellen, die zo op
bet oog Iets feestelljks hebben en Zeist weer verder op UJlcen te stuwen In de vaart der vol- kerst, vragen echter om rusti- ge beschouwing en nadere be- zinning. Allereerst de restauratie van
de Brouwerll. Het is aonder meer vedieugend dat de Rijks- dienst voOT de Monumenten- zorg ruim twee mlQoeh gulden beschikbaar wil stellen om dit histfHische pand te restaure- ren. Het Is ook te prijzen dat b. en w. nu met bekwame speed een vo(»8tel hebben Ingediend om aan de door Monumenten- zorg gestelde termijn van 1 mei 1987 te kunnen voldoen. De twee ton voorbereldlngskre- dlet die nu gevraagd wordt vloeit, als het complex klaar is, weer uit de tUksfondsen In de gemeentekas terug. |
stuk 'geestelijk rendement' in,
lost een aantal problemen op en dat verrtJlEt de gemeente. Bovendien kan de vraag aan
de orde kennen of er geen geld uit de steeds beter lopende commerciële exploitatie van Het Slot naar dit doel zou kun- nen vloeiea |
|||||||||||
Tot zover llJkt er met dit
plan geen vuiltje aan de lucht, de raad zal er dan ook goed aan doen maandagmiddag ak- koord te gaan. Maar dan komt de vraag aan
de orde hoe dat unieke com- plex na restauratie gebruikt gaat worden. En dan komen er plannen voor de dag voor een Kuuroord'. Een particulier te exploiteren kuuroord op luxe- basis voor een wrlj select pu- bliek. Nu heb ik niets tegen een kuuroord en ook niets teigen de eventuele selecte gasten die daar gebruik van kunnen ma- ken. De vraag is alleen of Je een historisch pand dat zojuist met ruim twee miljoen gulden gemeenschapsgeld gerestau- reerd is als luxe-kuuroord ter beschikking moet stellen. Of Je niet moet zoeken naar een bre- dere maatschappelijke ge- brulksmogelljkheld. Zeist tobt al jaren met ruim-
te voor zlJn archieven en de rij- ke archieven van de Van de Poll-StlchUng. Zeist beeft geen archivaris, geen oudheidka- mer en het histcnlscb genoot- schap de Van de Poll-Stlchtlng schreeuwt om een toepasselij- ke ruimte. Moeten de perspec- tieven voor de gerestaureerde Brouweili niet veel eerder in deae richting geiocht wwden- ?a^>roken wradt weliswaar van een 'rendabele exploita- tie', maar valt er geen beleid te ontwerpen waarbij Zeist een echte archivaris/beheerder van de BrouwerU krijgt en de Van de Poll-Sticbtlng een perma- nente expositieruimte? Daar zit in leder geval een
|
||||||||||||
Nieuwe Zeister Courant 30 januari 1987
24 |
||||||||||||
Van de Poll-Stichting
|
||||||||||
Stichting ter bevordering en
verbreiding van de kennis om- trent de geschiedenis van Zeist |
||||||||||
Archief; het Slot, Zlnzendorflaan 1
Het archief der Stichting is geopend op:
dinsdag van 10.30 - 12.30 uur Administratie: , i ■ , r
|
||||||||||
Mutaties t.b.v. de ledenadministratie uitsluitend te
richten aan: Administratie Van de Poll-Stichting, post- bus 342, 3700 AH Zeist |
||||||||||
25
|
||||||||||
Bulletin van de Van de Poll-Stichting
Verschijnt 4 maal per jaar
17e jaargang, juni 1987, nummer 2
|
|||||||
Redactie: dr J. Meerdink, R.P.M. Rhoen, drs Th.G.P.M.
Ruijs, drs H.M.J. Tromp, H. Wels en K. Scharten (eindredacteur) Redactie-adres: Postbus 342
3700 AM Zeist
Dagelijks bestuur der Stichting:
Vacature
voorzitter.
Mr dr A.A.H. Stolk,
vice-voorzitter, Krullelaan 28
I.D. Heyning,
secretaris, Sophialaan 33
Dr J. Meerdink,
tweede secretaris. Laan van Beek en Royen 2
L. Visser,
penningmeester, Lommerlust 17;
postgiro: 3.840.383 t.n.v. de
Van de Poll-Stichting; bank: Algemene Bank Nederland
te Zeist (postgiro 30.549),
t.g.v. rekening 55.86.18.049 van de Van de Poll-Stichting R.P.M. Rhoen,
tweede penningmeester, Nijenheim 63-23
Drs Th.G.P.M. Ruijs
lid, Kersbergenlaan 10
|
|||||||
26
|
|||||||
INHOUD
|
|||||||
blz,
|
|||||||
Zeist: vergane glorie van trein en tram 28
Merkwaardige zaken maken bekend 33
De "Muzijkvereniging te Zeijst" van 1861-1865 34
Jaarrekening 42
Het Slot te Zeist 43
Zeist onder de slopershamer 44
Fotohoekje 46
Contribuanten 48
|
|||||||
27
|
|||||||
De geschiedenis van het stationsplein van Zeist begin t in 1901 als de Nederland-
sche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (NCS) de buurtspoorweg (Utrecht)-De Bilt-Zeist via Huis ter Heide op de 29ste augustus van dat jaar in gebruik neemt. Tot dat moment was Zeist via twee tramlijnen, beide metpaardetractie, op de buitenwereld aangesloten. Enerzijds richting Utrecht, anderzijds met het station Driebergen van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij (NRS). Zeist, vergane glorie
|
|||||||||
Beide lijnen werden door de Sticht-
sche Tramway-Maatschappij (STM) geëxploiteerd, met als toenmalig eindpunt Het Rond in Zeist, exact aan het andere eind van de lange Slotlaan/Donkerelaan, waar het Zeister dorpsgebeuren zich rond de beide Dorpsstraten afspeelde. Het NCS-station lag aanvankelijlc aan de rand van uitgestrel<te heide- en zandgronden, uitlopende tot aan Amersfoort en over de Heuvelrug richting Rhenen. De in opkomst zijn- de bebossing had als achtergrond de winning van steenkool, waarvoor de mijnen veel mijnhout voor het stutten van de mijngangen nodig hadden. Zo ontstond later ook de buurtschap 'Bosch en Duin' aan de NCS-lijn. De lokaalspoorweg takte komende vanaf Utrecht af bij het dorp De Bilt (later Bilthoven) en trok z'n spoor door de zandverstuivingen richting 'Huis ter Heide' waar een station werd gebouwd. Bosch en Duin kreeg pas in 1907 een halte. Projectontwikkelaars, maar ook de directie van de NCS zagen er wel brood in om de vestiging van wel- gestelde villadorpen langs de lijn aan te moedigen. Vele vooraan- staande families uit de bank- en handelswereld vestigden zich ver van de steden in deze omgeving. De Bilt (Bilthoven), Bosch en Duin, Huis ter Heide en Zeist hebben aan het railvervoer hun groei te danken. De forensen konden met de luxueuze NCS-rijtuigen (er staat een exem- plaar in het-Spoon«eg Museum te |
Utrecht) met fraai beschilderde loko-
motieven zelfs rechtstreeks vanuit Zeist over Utrecht naar Amsterdam en terug reizen. Station
Met de bouw van het NCS-station,
pal naast de al eerder gebouwde gasfabriek aan de Steinlaan, werd in 1901 begonnen. Naast enkele om- loopsporen, werd er een lokomo- tievenloods en takkenbossenloods neergezet. De Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten (RVT) be- paalde namelijk dat er van meet-af- aan een reservelokomotief in Zeist gesteld moest worden voor noodge- vallen. De reizigersdiensten werden vanuit depot Utrecht gereden, de goederentreinen vanuit depot Amersfoort. Ook de gasfabriek kreeg een eigen spooraansluiting, op voorwaarde dat de gemeente Zeist garant stond voor minimaal 100 wagons kolen per jaar. Niet lang na de opening van de lokaalspoor- weg besloot men op 1 -5-1902 de paardetram tot aan het NCS-station door te trekken. Dat was nog maar 300 meter, aangezien het trammetje intussen ai vanaf Het Rond tot aan Hotel Parkoord via de Donkerelaan/ Slotlaan was aangelegd. Men kon de fraaie omgeving van Zeist toen dus zowel per tram als per trein van- uit Utrecht bereiken. De NCS was intussen ook eigenaar van deze paardetram geworden en had er be- lang bij dat beide vervoersmiddelen aansluiting op elkaar gaven. Zelfs |
||||||||
28
|
|||||||||
stelde de NCS aan de gemeente-
raad van Zeist voor om een stads- dienst met elektrische trams tussen het NCS-station en Het Rond- later naar Utrecht door te trekken - in exploitatie te wilen nemen. Struikel- blok was nog de elektriciteit en de eis van de gemeente, dat tenminste op elke trein een tramaansluiting zou zijn. De grote uitbreiding van het sta-
tionsplein Zeist begint pas goed als in 1909 de elektrische trams tussen Utrecht en Zeist hun intrede doen. De NCS had haar spooremplace- ment intussen ook al uitgebreid, voornamelijk aan de westzijde, ter- wijl de trams hun plaats kregen op het voorplein. Er werd een grote mo- torwagenremise gebouwd en een remise voor volgwagens, de achter- wagenremise genoemd. Voor deze laatste moest de loods van de paar- detram het veld ruimen. Een andere tramlijn, die op het voorplein haar |
||||||||||
eindpunt vond, was die vanaf het
Station Driebergen (NRS/SS). In 1882 gestart door de OSM met paar- detractie tot aan Het Rond, had de NCS per 1 januari 1901 ook deze lijn overgenomen. In 1907 nam de OSM de exploitatie zelf weer ter hand en in december 1909, enkele maanden na het begin van de elektrische tramdienst Utrecht-Zeist, trok men de lijn door naar het NCS-station. De Utrechtse trams reden op normaal- spoor (1,435 m), de OSM reed op smalspoor (1,067 m). Tussen Het Rond en het station in Zeist legde men voor de Driebergse tram een derde rail tussen het normaalspoor (enkelsporig) over de Slotlaan. Die derde rail bleef gehandhaafd tot 1925. De doorgaande stoomtrams |
||||||||||
"t*~ ï 1 ( ."-r '^^% ^
|
||||||||||
Foto G. Russer
|
||||||||||
29
|
||||||||||
vanaf Rhenen via Driebergen maak-
ten in een later stadium ook van deze derde rail gebruik om het sta- tionsplein Zeist te bereiken. Op 2 november 1911 start de OSM met vier speciaal bestelde motorwagens (smalspoor) een elektrische dienst tussen de beide stations (Drieber- gen NRS/SS en Zeist NCS). Deze trams krijgen dan een eigen smal- spoor in de normaalspoorremise te Zeist. Normaal- en smalspoor
In 1914 komt er een verdere uitbrei-
ding op het Zeister stationsplein ais de dienst vanaf (Arnhem-)Rhenen- Zeist wordt uitgebreid via Huis ter Heide naar Amersfoort (Stations- plein). In 1910 waren ter vervanging van de stoomtractie al motorwagens met benzinemotoren t.b.v. de elek- trische tractie (dez.g. benzo's) in gebruik genomen. Naast de stoom- loks gingen nu ook de benzo's hun diensten rijden op het gehele baan- vak tot aan Amersfoort toe. De OSM exploiteert dan een smalspoomet van zo'n 75 km, inbegrepen het zij- lijntje vanaf Sandenburg-Wijk bij Duurstede. Het is dan een levendig trein- en tramgebeuren op het sta- tionsplein van Zeist. Er staan, ko- men of vertrekken altijd wel treinen of trams, voor de ware liefhebber een genot om tussen te verkeren. Aan foto's is uit de latere perioden dan ook allerminst gebrek. In 1914 wordt tegelijkertijd een grote smal- spoorremise gebouwd achter op het uitgestrekte terrein aan de Dalweg, later ook in gebruik voor de elektri- sche smalspoortrams. Voor zowel de normaal- als smalspoortrams zijn in Zeist ondermeer werkplaatsen in- gericht, plus een hoofdkantoor. Tus- sen Zeist en Huis ter Heide gebruikt de tram weer een derde rail in de intussen dubbelsporige spooriijn. Dat levert veel problemen op, aan- gezien de NCS de eigen treinen voorrang geeft boven de OSM- |
|||||||
trams. In de loop van 1916 heft men
deze wat wonderlijke constructie op en krijgt de tram z'n eigen baan naast de spoorrails. Inde loop van de jaren twintig wordt de gehele lijn Amhem-Zeist-Amersfoort onder de draad gebracht en doet de elektri- sche tractie steeds verder de voor- naamste diensten. Destoomloks worden dikwijls nog ingezet voor goederentrams, maar moeten al- lengs het veld ruimen. De lokaalspoorweg Utrecht-Biltho-
ven-Zeist had aanvankelijk wel een knak opgelopen van het concurre- rende tramvervoer, niet in prijstech- nisch opzicht (de NCS bezat beide lijnen en had een vrijwel uniform prijssysteem ingevoerd), maar wel in vervoersopzicht. Velen kozen ge- makshalve voorde tram, omdat men daarmee in de stad overal kon in- of uitstappen, de reis wat korter was en In Zeist het station nogal geïsoleerd lag. Later trok dat meer bij door het ontstaan van de nieuwe villawijken aan de oostkant in de bossen van Zeist. Villapark 'Schanweide' was in ontwikkeling, terwijl ook meer en meer gebouwd werd voor de gewo- ne man rond het gebied van de Steinlaan. Ook de metaal- en zilver- industrie floreerde en bracht vervoer van reizigers en goederen met zich mede. De trams verzorgden ook goederenvervoer, zelfs reden er tientallen jaren lang dagelijks een of meer goederentrams, al of niet met overiading in Zeist op andere trams of de trein. Ook het (nacht)postver- voer was van behooriijke omvang. De zandsteenfabrieken bij Rhenen en de klinker(steen)fabrieken langs de Rijn tussen Amerongen en Rhe- nen zorgden eveneens voor soms lange tramtreinen met open en ge- sloten goederenwagons. Ook na- men de reizigerstrams dikwijls nog goederenwagons mee, vooral op de smalspooriijnen. Tussen Utrecht en Zeist werd het goederenvervoer |
|||||||
30
|
|||||||
De laatste jaren
Begin januari 1941 wordt de lokaal-
dienst over Bilthoven door de NS gesloten. De reden is, dat er te wei- nig gebruik van gemaakt wordt, ter- wijl de vooral nijpende kolenschaar- ste (de Duitse oorlogsindustrie en de Heimat slokken het leeuwedeel van de kolen op) dwingt tot sluiting van de nodige spoorlijnen in het ge- hele land, waaronderde voormalige NCS-lijn. De trams hebben géén ge- brek aan reizigers, maar moeten ook veel diensten inkrimpen en zelfs materieel gedwongen aan Duitse vervoersbedrijven in o.a. het Ruhr- gebied leveren. Ook in Zeist worden motorwagens, volgwagens en goe- derenwagens op spoorwagons ge- laden om afgevoerd te worden. Het goederenvervoer per trein en tram neemt eerder toe dan af. Met de |
||||||||||||
veelal met eigen motonvagens af-
zonderlijk verzorgd. Einde jaren der- tig liep het goederenvervoer af door de opkomst van de vrachtauto's. In de oorlogsjaren '40-'45 leefde het echter weer op. De meidagen van 1940 betekenden
voor zowel de spoor- als tramwegen een moeilijke, moeizame en later ook gevaarlijke tijd. Na de capitulatie werd het trein-Ztramverkeer weer hervat, zij het al direct met de nodige beperkingen van de zijde van de Duitse bezetters. Ook werden de trams en treinen snel voller dan ooit door het wegvallen van de autobus- diensten, die in de jaren twintig en dertig sterk veld gewonnen hadden, vooral ook in concurrentie met, dan wel ter vervanging van de tram- diensten in 't Sticht. |
||||||||||||
Foto
|
||||||||||||
G. Russer
|
||||||||||||
De tram in de 2e Dorpsstraat
|
||||||||||||
31
|
||||||||||||
stakingen van 17.9.1944 valt zowel
het trein- als tramverkeer via en naar Zeist geheel stil. Het stationsplein biedt dan een verlaten en desolate indruk, nog versterkt door de ver- nielingen, veroorzaakt door een aanval van geallieerde vliegtuigen. Als de Duitsers na vijfjaar bezetting eindelijk hun 'Heimatsreise' aanvan- gen moet in mei '45 met gebrekkige middelen het railverkeer weer op gang gebracht worden. Voor enkele jaren herleeft even de oude glorie van een druk en omvangrijk tram- verkeer. Oe al voor 1940 ingezette verbussing gaat nu echter in snel tempo verder, zodat in 1948/49 de trams steeds meer stil komen te staan, uitlopend in de finale op 3 mei 1949 ais het trambedrijf definitief stilgezet wordt. Oe laatste trams ar- riveren met bloemen en toespraken vanuit Doorn en Utrecht, en maken dan met een zekere weemoed hun |
||||||||||
laatste ritje naar de opstelplaatsen
achter de remises. De remises zelf zijn dan al in gebruik voor de auto- bussen. In 1972 verdwijnen ook nog de laatste goederentreinen op het baanvak Bilthoven-Zeist en gaan ook de rails de weg van alle oudijzer. In 1976/77 gaat het oude NCS-sta- tion onder de slopershamer, terwijl de laatste tramremisegebouwen in de zomer van 1986 het loodje leg- gen. De hierin gevestigde busonder- neming Centraal Nederland is dan inmiddels al verhuisd naar de nieuwbouw op het voormalige Gero- ten-ein, waar ooit het gelijknamige bestek de scepter zwaaide. Het kan vericeren. . .Ophetvoonnalige spoor- en tramemplacement gaat de gemeente Zeist een omvangrijk wo- ningbouwcomplex neerzetten, waarna dan niets meer zal herinne- ren aan het eens zo rijke en interes- sante railgebeuren in Zeist. Ger Russer
|
||||||||||
Dit artikel is eerder geplaatst in Railhobby nr 1
van januari 1987 en met toestemming van de re- dactie overgenomen. |
||||||||||
Sloop van het oude NCS-station in 1976.
^_ i Foto dienst openbare werken
|
||||||||||
Merkwaardige zaken mij bekend
Burgemeester G. Costerman fungeerde te Zeist van 1882
tot 1892. Van professie arts en wonend op het Zuster- plein, laboreerde hij aan zijn gezondheid. Misschien was zijn nierkwaal er wel de oorzaak van dat hij als een lastig heerschap bekend stond. De weinige gemeente- ambtenaren hadden heel wat met hem te stellen. Was men uitgesproken bang voor hem? In ieder geval wel hij, die met de opdracht de officiële maatlat, te gebruiken bij het keuren voor de militaire dienstplicht, uit Utrecht te halen, het volgende overkwam. Met het nogal lange apparaat op weg naar Zeist, leek het aangewezen het instrument niet binnen in het rijtuig van de paardetram te bergen, maar het bovenop stevig te bevestigen. Dit had fatale gevolgen, want de tram werd afgeremd
doordat het meetapparaat tussen Utrecht en De Bilt in de bomen vastraakte. De tram kon zich bevrijden, maar de meetlat was kapot. De woede van de burgemeester was te voorzien en de ambtenaar durfde, gegeven deze om- standigheden, bijna niet meer naar Zeist terug te ke- ren. De zeister paardentram naar Utrecht heeft ook een
aanhangwagen gekend. In die dagen, de periode dat de oprichting van het K.Z.H.M, en de zeister afdeling van Toonkunst nog niet zover in het verleden lag, bezochten vele muzikale plaatsgenoten uit aristocratie en burge- rij uitvoeringen van Toonkunst in Utrecht en keerden dan met een late paardentram uit Utrecht naar huis. Oudere heren zaten rustig in de bijwagen, de oude heer Van de Poll, mijn oud-oom Herman Meerdink ca.; de jon- gere generatie stond op het achterbalkon van de eerste wagen te roken of zat binnen. Buiten misschien wat uit- gelaten. Men kwam althans op de onzalige gedachte ter hoogte van "Villa Blanda" - thans het gebouw van het bedrijfschap voor de pluimveeteelt - heel voorzichtig de bout, die de beide wagens verbond, los te trekken. Niemand merkte verder iets. In de bijwagen, die zijn snelheid geleidelijk verminderde, bleven de oude heren rustig doordommelen tot ze eindelijk stilstond. De eer- ste wagen werd vlot naar het dorp getrokken. Hoe de historie eindigde zegt het - door mijn vader mij ver- telde verhaal - niet. J. Meerdink , 33
|
||||
De "Muzijkvereeniging te Zeijst" van 1861-1865
Het is in het algemeen wel bekend dat de familie Van
de Poll op cultureel gebied veel betekend heeft voor Zeist. Hierover is ook reeds gepubliceerd in het Bulle- tin, periodiek van de Van de Poll-Stichting 1). In een gesprek met leden van deze Stichting op 7 maart 1968 vertelde freule J.M.E. van de Poll (1872-1970) over haar herinneringen aan Zeist in haar jeugd. Wat het culturele leven betreft memoreerde zij de activiteiten van haar vader jhr F.H. van de Poll (1823-1909). Deze was mede-oprichter in 1871 van de afdeling Zeist van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst en in 1882 van het Zeister Harmonie-Muziekgezelschap, sinds 1907 Koninklijk. Maar, en dat wordt niet door de freule ge- noemd, reeds tien jaar eerder was haar vader actief geweest bij de oprichting van een muziekvereniging te Zeist. Een lang leven is deze muzikale vereniging niet beschoren geweest, maar omdat het ongeveer 125 jaar geleden is, proberen wij deze vereniging in. beeld te brengen. Op zondag 17 november 1861 kwam een aantal muziek-
liefhebbers bijeen ten huize van jhr mr F.A.L. ridder van Rappard. Zij waren van mening dat in Zeist te wei- nig instrumentale muziek gemaakt werd. Het doel van deze bijeenkomst was dan ook om te komen tot de oprich- ting van zo'n vereniging. Aanwezig waren de voorgenoemde Van Rappard, J.H. Leh-
mann, J.N. Lund, CL. van Calker, E.L. van Calker en jhr F.H. van de Poll. Van de heer mr M.C.H, ridder Pauw van Wieldrecht wordt vermeld dat hij afwezig was. Hij zal zich dus hebben laten verontschuldigen. Van Rappard merkte op dat sinds de muzikanten op 4
oktober van dat jaar voor het eerst bijeen gekomen wa- ren, de animo om gezamenlijk te musiceren toegenomen was. Hieruit mocht men de conclusie trekken dat de mu- ziekvereniging levensvatbaar was en als opgericht be- schouwd kon worden. Voor de nieuwe vereniging moest een reglement worden vastgesteld, hetgeen al in dezelfde vergadering gebeurde. Het tweede besluit dat genomen |
|||||
34
|
|||||
werd, was het vaststellen van het tarief voor het
schenken van drank aan haar leden. Vervolgens werd mr Pauw van Wieldrecht tot ere-voorzitter benoemd. Daarna ging men over tot het kiezen van een bestuur. Van Rap- pard werd gekozen tot voorzitter en Van de Poll tot secretaris-penningmeester. Interessant hierbij is dat de heren Van Rappard en
Van de Poll zich pas vrij recent in Zeist gevestigd hadden, namelijk in respectievelijk 1860 en 1859. Vreemd is dat bij de verkiezing van de voorzitter in
totaal zeven stemmen uitgebracht werden en bij de daar- op volgende verkiezing van de secretaris-penningmeester acht stemmen. Terwijl in het begin van de notulen ver- meld staat dat zes personen aanwezig waren. Mogelijk zijn twee heren later ter vergadering gekomen zonder dat dit in de notulen vastgelegd werd. Dat zouden ge- weest kunnen zijn C. baron du Tour en G. Costerman. Want op 31 oktober voorafgaande aan deze bijeenkomst hadden deze negen personen zich met een schrijven tot de zeister ingezetenen gericht. Verwacht mag dan ook worden dat ze gezamenlijk deze oprichtingsvergadering gehouden hebben. Tenslotte werd aan de nieuwe vereni- ging de naam "Muzijkvereeniging te Zeijst" gegeven. Nadat men begonnen was om gezamenlijk te musiceren,
voor de oprichtingsvergadering, hadden de eerder ge- noemde heren zich, zoals al vermeld werd, op 31 okto- ber, tot de inwoners van Zeist gericht met het verzoek om zich aan te melden als gewoon lid voor een bedrag van vijf gulden per jaar of om zich als donateur op te geven, hetgeen inhield dat men een groter bedrag zou geven. Donateurs waren tevens erelid van de vereniging. Voor dit doel kon men intekenen op een speciale lijst, die hiervoor aangelegd was. Als tegenprestatie konden de contribuanten de openbare uitvoeringen bijwonen. De muzikanten beloofden van hun kant: "Bij ijverige stu- die, zullen er waarschijnlijk in dezen winter een twee- tal uitvoeringen kunnen gegeven worden". Op de inteken- lijst komen de namen van eenenzestig personen voor die zich opgegeven hadden als gewoon lid en zeven personen, die zich als donateur opgaven. Men kende dus werkende |
|||||
35
|
|||||
leden, gewone leden en donateurs. Het aantal werkende
leden varieerde van vijf tot acht. De namen zijn in een bijlage opgenomen. De heer Pauw van Wieldrecht berichtte op 20 november
dat hij het ere-voorzitterschap van de jeugdige vereni- ging aanvaardde. Door de muziekvereniging te Zeist wer- den in totaal zes concerten gegeven. Het eerste concert vond al op 30 november van dat jaar plaats en daarbij traden op Leonoortje, Anna en Nellij Bosch uit Utrecht. Dit mag afgeleid worden uit een post in de rekening van 1861: "5 dec. Cadeaux kinderen Bosch ƒ 6,50 ƒ 3,25 / 3,25" en uit een brief van Nellij Bosch, gedateerd 6 december, waarin zij bedankt voor de cadeaus, die zij en haar zusjes op Sinterklaasavond gekregen hadden. Letterlijk schrijft zij: "St. Nicolaas heeft het gister zoo druk met ons gemaakt, dat hij ons geheel en al de pret van Zaterdag deed vergeten". 30 november viel in dat jaar op een zaterdag. Het tweede concert werd op 14 februari 1862 gegeven.
De daarna volgende muziekuitvoeringen hadden plaats op 20 januari en 26 maart 1863. De generale repetitie voor de uitvoering van 20 januari had plaats op 13 januari in het "Gasthof der Brüdergemeine", waarvoor de niet- werkende leden werden uitgenodigd. In 1864 had maar éên uitvoering plaats, welke tevens de laatste was, en wel op 3 maart in de Sociëteit Unitas 2) . Dit gebouw werd trouwens vaker door de muziekvereniging gehuurd. Het programma voor deze avond is bewaard gebleven, en
daaruit weten wij dat ene Van Schaick optrad als zan- ger, ene Lira aan de piano zat en I.P. Bekker uit Utrecht de violoncel bespeelde. H.J. Dahmen, die in het korte bestaan van de muziekvereniging de dirigent was, speelde op de viool. In de Weekbode van 5 maart staat een advertentie voor de "Soiree Musical" op 3 maart 3). De kosten voor het plaatsen van deze advertentie be- droegen 1,45 gulden. Ten behoeve van de armen van Zeist werd op 22 maart
1862 in het schoollokaal aan de Ie Hogeweg een muziek- avond gegeven. De violoncel-virtuoos Bekker verleende hiervoor belangeloos zijn medewerking. Er werden toen |
|||||
36
|
|||||
74 plaatsen a 75 cent gereserveerd.
In 1861 was besloten dat het hele gezin van zowel de
gewone leden als van de donateurs het recht hadden om de openbare uitvoeringen bij te wonen. Twee jaar later besloot men om dat recht te beperken tot twee dames en dat voor de overige dames 50 cent betaald moest worden. Bij de in 1871 opgerichte afdeling Zeist van de Maat- schappij tot bevordering der Toonkunst ontvingen de leden eveneens twee dameskaartjes. Ook werd toen beslo- ten om in het winterseizoen van 1863-1864 twee heren- en twee damesconcerten te geven. Een ander besluit van dezelfde datum was dat ongehuwde heren lid konden wor- den voor twee gulden. Op de ledenlijst van 1863-1864 komen echter geen leden voor, die maar twee gulden be- taalden. Van Rappard bedankte op 20 januari 1864 als voorzit-
ter en als werkend lid van de vereniging in verband met zijn aanstaand vertrek uit Zeist. Volgens het bevol- kingsregister heeft hij Zeist echter pas in 1866 verla- ten. Wie als zijn opvolger gekozen is, blijkt niet uit het archief van de vereniging. In 1864 beperkten de activiteiten zich tot één con-
cert in plaats van twee, zoals men dat in 1861 beloofd had. In 1863 had men zelfs nog aan vier optredens in het winterseizoen gedacht. Deze vermindering van acti- viteiten is terug te voeren op moeilijkheden, van welke aard dan ook, binnen de vereniging. Helaas beschikken wij niet over notulen van vergaderingen in 1864. Maar uit een schrijven van jhr Van de Poll, gedateerd 15 november, blijkt dat op 7 november daaraan voorafgaande ten huize van Lehmann een vergadering gehouden werd door de werkende leden. Er werd onder andere besloten dat de muziekvereniging in stand gehouden zou worden en dat voor het seizoen 1864-1865 geen contributie geïnd zou worden, zodat er geen verplichting tot het geven van concerten bestond. Hiertoe werd besloten door de heren Van de Poll, Bonger, Lehmann, Van Calker, Lund en Mo en. Deze laatste bedankte echter reeds op 14 november
voor zijn lidmaatschap met de volgende argumentatie: |
|||||
37
|
|||||
"... daar ik mij tot mijn leedwezen niet bekwaam genoeg
bevind om in het kwartet muziek mede te kunnen werken. Alzoo hetzelfde eerder in de war brengen als wel tot nut te kunnen zijn. En v or alle de heere liefhebbers onaangenaam zoude zijn". Nog iets meer komen wij te weten uit een concept-
brief van 29 november, n^ar alle waarschijnlijkheid bestemd voor Dahmen, de dirigent. Hierin staat dat het geven van twee concerten (per jaar) met grote moeilijk- heden gepaard ging en dat men grote zuinigheid in acht moest nemen, wilde men als vereniging blijven bestaan. Toch is deze vereniging ter ziele gegaan. Wanneer zij
precies ophield te bestaan blijkt verder nergens uit. Misschien is het een indicatie, dat de rekening over het boekjaar 186A-1865 op 9 mei 1865 sluit. |
|||||||||
R.P.M. Rhoen
|
|||||||||
Noten
|
|||||||||
1) 10de jaargang, december 1980, no 4, blz. 73 - 76
2) Het gebouw Unitas was gelegen op de hoek van de Em-
mastraat en de Ie Hogeweg. Hierin was de op 1 april jj; 1863 opgerichte Sociëteit Unitas gehuisvest. Het
pand was aangekocht door jhr F.H. van de Poll, mr F.A.L. ridder van Rappard, beiden mede-oprichters van de Muziekvereniging, en J.A. van der Mersch en . door hen aan de Sociëteit verhuurd. Van 1 april 1863 tot 1 april 1878 was de Sociëteit in dit gebouw ge- vestigd. Op 13 december 1879 werd de Nieuwe Socië- teit aan de Slotlaan, hoek 2e Hogeweg geopend. 3) Aldus een aantekening in het archief.
|
|||||||||
38
|
|||||||||
Bijlage I
Overzicht van de werkende leden
Bonger, Hendrik Christiaan, geboren 5 januari 1828 te
Haarlem
vestigde zich in Zeist op 24 september 1863, komende
uit Amsterdam
directeur van de Maatschappij Ultrajectura
vertrokken op 16 oktober 1865 naar Amsterdam.
Calker, Carel Lodewijk van, geboren 18 oktober 1812 te
Zeist
kantoorbediende
overleden op 19 maart 1870.
Calker, Ernst Lodewijk van, geboren 22 augustus 1825 te
Zeist
horlogemaker
overleden op 22 december 1864. „
Costerman, Gerrit, geboren 7 juli 1834 te Rotterdam
vestigde zich in Zeist op 18 augustus 1854, komende uit Utrecht • ■ , ,.>^-,,a ■, r,.,, genees-, heel- en vroedmeester
raadslid van 1866-1894; wethouder van 1873-1882; burge-
meester van 1882-1894 overleden op 3 november 1894. , .„ Fries, Johan Peter, geboren 2 december 1817 te Zeist
smid
overleden op 7 mei 1891.
Lehmann, Johann Heinrich, geboren 17 januari 1811 te
Niesky (Duitsland)
vestigde zich in Zeist in 1841, komende uit Königsfeld
(Duitsland)
hulpprediker van de Evangelische Broedergemeente
overleden op 5 december 1877. ;
|
||||
39
|
||||
Lund, Johannes Nicolaas, geboren 30 juli 1801 te Zeist
timmerman
raadslid van 1851-1870 :
overleden op 11 mei 1870.
Moen, Gerrit, geboren 9 oktober 1810 te Loenen
vestigde zich in Zeist op 21 november 1832, komende uit
Loenen
schilder
overleden op 24 maart 1873.
Pauw van Wieldrecht, mr Matthieu Christiaan Hendrik
ridder, geboren 19 februari 1816 te 's-Gravenhage vestigde zich in Zeist op 17 april 1856, komende uit 's-Gravenhage overleden op 2 februari 1895. Poll, jhr Frederik Harman van de, geboren 9 januari
1823 te Amsterdam vestigde zich in Zeist op 21 mei 1859, komende uit Dor-
drecht inspecteur van de registratie en domeinen
raadslid van 1851-1870 overleden op 14 februari 1909. Rappard, jhr mr Frans Alexander Lodewijk ridder van,
geboren 18 maart 1828 te 's-Gravenhage vestigde zich in Zeist op 1 mei 1860, komende uit
's-Gravenhage gemeentesecretaris en -ontvanger van 1861-1863; raads-
lid van 1865-1866 vertrokken op 2 november 1866 naar Utrecht. Tour, Constantin baron du
vestigde zich in Zeist in 1861, komende uit Arnhem
vertrokken op 2 mei 1862 naar Utrecht.
|
|||||
40
|
|||||
Bijlage II
De rekening loopt van november tot november:
Boekjaar Inkomsten Uitgaven Ledenaantal
1861-1862 508,38 508,A3 68 ' '
1862-1863 349,30 345,93 ' '• 52 <
1863-1864 324,62 334,31i 45
1864-1865 80,00 67,55 6
De rekening over het boekjaar 1864-1865 loopt tot 9
mei 1865. Bronnen
- Archief van de Muziekvereniging te Zeist (berust bij
de Van de Poll-Stichting) - Archief van de gemeente Zeist
|
|||||||
Al
|
|||||||
Jaarrekening 1986
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De raad van beheer besloot in de vergadering van 16
maart 1987 voortaan, behalve de verslagen van de secre- taris en van het archiefwerk, ook de financiële gege- vens jaarlijks te publiceren. Uit de cijfers van 1986 blijkt onder meer, dat de
ruim 500 begunstigers duidelijk gehoor hebben gegeven aan het verzoek om zo mogelijk meer contributie te be- talen dan het minimumbedrag van ƒ 15,—. Er blijkt ook uit, dat dit nodig was om tot een posi-
tief eindresultaat te komen. De contributiebetalingen voor 1987 geven gelukkig ook een hoopvol beeld voor dit jaar. Wanneer het aantal begunstigers, dat in 1980 on- geveer 400 bedroeg en nu ruim 500, eenzelfde ontwikke- ling blijft ondergaan kunnen wij de toekomst met ver- trouwen tegemoet zien. L. Visser, penningmeester
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
42
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het slot te Zeist
Dit boek werd uitgegeven t.g.v. het 3e
eeuwfeest van het slot {1686-1986). Het lust- oord werd gebouwd in opdracht van Willem Adriaan van Nassau Odijk (ca. 1632-1705), een bastaard kleinzoon van Maurits de stad- houder. Tijdens zijn leven genoot hij de be- scherming van Koning Willem III en was se- dert 1673 diens gezant. De geschiedenis van Willem Adriaan, speelziek en verzot op pracht en praal, de bouw van het slot en de aanleg van de tuinen, het exterieur en het interieur worden uitvoerig beschreven, evenals het vermoedelijke aandeel van Ja- cob Roman, stadhouderlijk architect en Da- niel Morot. Bij het hoofdstuk over de tuinen, die met Versailles moesten wedijveren, wer- den bijna alle gravures van D. Stopendael (begin 18e eeuw) en die van Johannes Bosch (midden 18e eeuw) afgebeeld, hetgeen een goed beeld geeft van deze verdwenen weel- de. Wat er nu rest is een landschapstuin, , -■ ■ welke vorige eeuw werd ontworpen door . ' = ' J. D. Zocher Jr. Na de tuinen volgt een . ^, hoofdstuk over de Broederschap en de aan- , leg van de pleinen. Ook de restauratie (1960-1969) van het complex komt aan de orde. Tenslotte een 'Rondleiding' om een indruk te geven wat men bij een bezoek aan slot en tuinen kan verwachten. In het na- woord verklapt de auteur dat het boek, een literatuurstudie, in een (te) kort tijdsbestek tot stand kwam, hetgeen hier en daar dan ook merkbaar is. De systematiek is zo nu en dan zoek. Zo wordt de geschiedenis van het slot - van bouw tot aanvang restauratie - versnipperd over de verschillende hoofd- stukken. Dit leidt tot verwarring, terugbla- deren en herhalingen in de tekst. Niettemin is het een bron van informatie en geeft het een aardige indruk van 300 jaar Slot Zeist. Waarbij de vele illustraties, vooral de reeds genoemde 18e eeuwse gravures, een extra vermelding waard zijn. Het Slot te Zeist, door drs Irmin Visser. Uitgeverij De Bataafsche Leeuw, 1986. „»,.», j ., .. o ■> J Met toestemming van de redactie overgenomen uit
ISBN 90.6997.107.2. Prijs f 49,50 Heemschut nr 2 februari 1987
43
|
|||
Zeist onder de slopershamer
Ruim 30 jaar geleden wer:" "Spathodea" 1), gelegen aan
de Oranje Nassaulaan 7, ge ..uvd als protestants verzor- gingshuis voor gerepatrieerde bejaarde Indische Neder- landers. Een behoorlijke hu:^svesting en verzorging was voor deze ouderen zeer urgent, want hun opvang in Ne- derland, na alles wat zij in Indonesië hadden meege- maakt, was toen wel heel schamel. Op 24 juni 1953 werd de Stichting Protestants Tehuis
voor Bejaarden in het leven geroepen. Vooral de Stich- ting "Pelita", 2) die in Zeist zetelde, en met name onder andere jhr H.W. van de Poll heeft het initiatief met warme belangstelling en daadkracht gesteund. Spathodea, dat 47 één- en 46 tweepersoonskamers be-
vatte, werd op 29 mei 1957 door mevrouw mr M. Klompé, minister voor maatschappelijk werk, officieel geopend. De laatste jaren voldeed het tehuis niet meer aan de
eisen van deze tijd. Daarom verhuisden de nog aanwezige bewoners naar "de Amandelhof" aan de Arnhemse Bovenweg 2, dat juist gerenoveerd en uitgebreid was; hier vonden zij een ruimere kamer, een eigen keukentje, verder een douche met toilet. Op het vrijkomende terrein worden nu bejaardenwonin-
gen gebouwd. K. Scharten
1) De "Spathodea" is een bijzondere boom met prachtige
rode bloesems op het donkere hout, die in Indonesië voorkomt. 2) "Pelita" betekent ind. nachtlampje. Zij behartigt de
belangen van iedereen, die na de tweede wereldoorlog uit Indonesië terugkeerde en is thans in Voorburg gevestigd. |
|||||
44
|
|||||
Collectie Van de Poll-Stichting
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
spathodea na de afbraak in 1987.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Foto H. Wels
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zomer 1967. De boerderij van de Evangelische Broedergemeente met op de
achtergrond de nieuw-aangebouwde vleugel van de textielgroothandel fa Van Wees en Weis. De opname werd gemaakt op de Karpervijver door mevrouw T. Hille. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
47
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Contribuanten
Wij begroeten als nieuwe begunstigers sinds begin van
dit jaar: familie Alblas, Voorheuvel 53;
de heer J. v.d. Berg, Oude Arnhemseweg 207; de heer J.G. v.d. Berg, Bloemenheuvellaan 28; familie Den Hengst, Slotlaan 226; de heer H. Hartens, Couwenhoven 3006; de heer A. Niessen, Laan van Vollenhove 2243; de heer D. Struis, Voorheuvel 72-74; mevrouw F.J. Struis-Broggel, Couwenhoven 9007, allen te Zeist. Dank zij deze 8 nieuwe contribuanten zijn wij niet
meer onder de 500 gekomen, maar ...... wij willen graag
naar de 600, dat is namelijk 1% van het aantal inwoners
van Zeist. Dat is toch wel mogelijk? Wilt u eens een goed woordje voor ons doen, bij fami-
lie, vrienden en bekenden? Fijn, dank u wel.
H. Wels, administrateur
|
|||||
48
|
|||||
Van de Poll-Stichting
|
||||||||||
Stichting ter bevordering en
verbreiding van de kennis om- trent de geschiedenis van Zeist |
||||||||||
Archief; het Slot, Zinzendorflaan 1
Het archief der Stichting is geopend op:
dinsdag van 10.30 - 12.30 uur Administratie:
|
||||||||||
Mutaties t.b.v. de ledenadministratie uitsluitend te
richten aan: Administratie Van de Poll-Stichting, post- bus 342, 3700 AH Zeist |
||||||||||
49
|
||||||||||
Bulletin van de Van de Poll-Stichting
Verschijnt 4 maal per jaar
17e jaargang, september 1987, nummer 3
|
|||||||
Redactie; dr J. Meerdink, R.P.M. Rhoen, drs Th.G.P.M.
Ruijs, drs H.M.J. Tromp, H. Wels en K. Scharten (eindredacteur) Redactie-adres: Postbus 342
3700 AM Zeist
Dagelijks bestuur der Stichting:
Vacature
voorzitter.
Mr dr A.A.H. Stolk,
vice-voorzitter, Krullelaan 28
I.D. Heyning,
secretaris, Sophialaan 33
Dr J. Meerdink,
tweede secretaris. Laan van Beek en Royen 2
L. Visser,
penningmeester, Lommerlust 17;
postgiro: 3.840.383 t.n.v. de
Van de Poll-Stichting; bank: Algemene Bank Nederland
te Zeist (postgiro 30.549),
t.g.v. rekening 55.86.18.049 van de Van de Poll-Stichting R.P.M. Rhoen,
tweede penningmeester, Nijenheim 63-23
Drs Th.G.P.M. Ruijs
lid, Kersbergenlaan 10
|
|||||||
50
|
|||||||
INHOUD
|
||||||
blz.
|
||||||
Over een rietdekker en een rletmattenmakerlj
In Zeist 52
De oprichting van de gemeentelijke Zelster gasfabriek In 1887 62
De bibliotheek van de Van de Poll-Stlchtlng 66
Het wagentje van Dieges 70
Zelster onder de slopershamer 72
Uit de pers 74
Contrlbuanten 75
|
||||||
51
|
||||||
Over een rietdekker en een rietmattenmakerij in Zeist
Op 16 januari 1840 vestigde Hendrik Wels zich op Hoog
Kanje in Zeist. Hij was die dag getrouwd in Eemnes met Engelina van
Klingeren uit Baarn. Hendrik was 34 jaren oud en nu zelfstandig rietdekker. Eindelijk was het doel bereikt. Hij had in die 34 jaar al veel beleefd. |
|||||||||||
ll£^i/ iS'^*^ //2^-n^u^4
|
|||||||||||
Uit het doopregister van de Joriskerk in Amersfoort
Hendrik werd geboren te Amersfoort tijdens de franse
bezetting. Vader Jan Wels was daar zelfstandig wever. In 1810 overleed moeder Grietje en Jan was voor de tweede maal weduwnaar. De weverij moest worden opgehe- ven. Door de strenge franse blokkade waren er geen grondstoffen meer. Een zwervend daglonersbestaan begon, zwervend tussen Hamersveld en Nijkerk, maar altijd hard en zwaar. Ondanks alle moeilijkheden leerde de jonge Hendrik lezen en schrijven. In 1826 wordt hij aangeno- men in de Nederlands Hervormde Kerk te Nijkerk op Be- lijdenis des Geloofs. |
|||||||||||
52
|
|||||||||||
^e^6
|
|||||||||
-^Z^n^ 4t^<?^'7<'>T^.
|
|||||||||
Uit de notulen van N.H. Kerk te Nijkerk: "vertrokken
naar Eemnes (binnendijks) 18 April 1836", door deze aantekening weten we het. In Eemnes leert Hendrik rietdekken en rietmatten ma-
ken, hij is nu vakman en in 1840 wordt hij in Zeist zelfstandig ondernemer. Er worden 9 kinderen geboren: 8 blijven in leven, dat is veel voor de jaren tussen 1840 en 1860. Men woont natuurlijk gezond in de bossen, schoon water uit de pomp, eigen vee zoals: varkens, geiten en kippen. Ook is er een grote tuin voor de ver- bouw van aardappelen en groenten. Later vestigt men zich op Siberië, een open stuk
grond in de bossen, nu de Julianalaan tussen de Arnhem- se Bovenweg en de Van Stolberglaan. Het huis staat er nog: Julianalaan 23. Vader Hendrik is niet groot: 1 el, 6 palm en 4 duim,
dat was tussen 1,55 m. en 1,60 m. Deze kleine man weet heel goed wat hij wil: alle kinderen moeten een vak leren en voor zichzelf kunnen zorgen, ook de meisjes. De dochters, die niet trouwden begonnen een winkel. De oudste zoon Frank kwam bij vader in de zaak en
werd rietdekker en rietmattenmaker, vooral in dit laat- ste zou hij zich later specialiseren. Bij kou, wind en regen de daken op, met een beetje hoogtevrees ..... en
trouwens er kwamen steeds meer daken met dakpannen.
De tweede zoon Evert werd wagenmaker/timmerman en
vestigde zich later in Rijsenburg als zelfstandig tim- merman-aannemer . De jongste zoon Hendrik jr werd in de leer gedaan
|
|||||||||
53
|
|||||||||
als tuinmansleerllng in Driebergen bij de dames Wil-
link. Dit beroep zinde de jonge Hendrik helemaal niet en in zijn schaarse vrije tijd, vooral in de winter, leerde hij timmeren van zijn broer Evert. Op zijn 18e jaar kreeg hij van zijn vader toestemming
zich te verhuren als tlmmermansknecht. Een paar jaar later was hij al opzichter. Al snel na zijn huwelijk in 1881 werd hij zelfstandig timmerman-aannemer. Alle kinderen van Hendrik Wels sr hielpen in hun
jeugd bij het rietdekken en het knopen van rietmatten. Zij hadden het niet makkelijk die kinderen: het opste- ken van de zware bossen riet en het gevaar je vingers te snijden aan het scherpe riet waren geen prettige herinneringen op latere leeftijd. Het riet
Het riet moest lang en van uitstekende kwaliteit
zijn. Dit riet werd betrokken uit de Biesbosch en het
gebied van de Brielse Maas. Het transport vond plaats in het voorjaar, omstreeks april. Het riet uit de Bies- bosch voer men naar Dordrecht, vanuit het gebied van de Brielse Maas naar Rotterdam. Vanuit deze steden brach- ten grote schepen het riet naar Utrecht, waar het over- geladen werd op pramen, die naar Zeist werden geboomd. Op de losplaats langs de Waterigeweg werd het riet overgeladen op wagens van de stalhouderij van Van Ar- kel. Alleen dit laatste vervoer vergde al een volle week. Er reden zes wagens per dag, 90 tot 100 bossen riet per wagen. Voor het stille Zeist van die dagen was het transport van dit lange gepluimde riet een hele belevenis. Men krijgt wel bewondering voor de organisatie van
dit vervoer als men bedenkt, dat het riet altijd onmid- dellijk verladen moest worden en nergens mocht blijven liggen. Het riet werd opgeslagen in een loods van plm. 30 meter lengte. Voor zover bekend is er nooit brand geweest! |
|||||
54
|
|||||
Rietmatten-maken in de 19e eeuw
Wanneer het weer te slecht was voor rietdekken, ging
men rietmatten maken in grote loodsen. Men had palen in de grond geslagen en daarop latten gespijkerd, hierover werd touw gespannen, vervolgens werd het riet hierop uitgespreid en tot rietmatten geknoopt. Tenslotte werd de mat gelijk geknipt en was klaar voor gebruik of ver- koop. Men gebruikte touw gemaakt van sisal-, manilla- of
hennepvezels. Dit touw werd in teer gekookt en men noemde het "teertouw". Het knopen van de rietmatten was een zwaar en vermoeiend karwei door de gebogen houding of zelfs het werken op de knieën. Verbetering; Een mattenraam .
Hendrik Wels jr (1856-1935) had veel belangstelling
voor machines, 's Winters experimenteerde hij met zelf- bedachte apparaten. Later maakte hij in de winter se- ries kozijnen en deuren, waardoor de bouw in de zomer sneller ging. Het zware werk van zijn vader en broer Frank bracht hem omstreeks 1880 op het idee een matten- raam te construeren. Het idee was gebaseerd op een weefgetouw. Het raam was draaiend beweegbaar, men kon staande werken en breide vier tot vijf maal zoveel mat- ten als vroeger in dezelfde tijd. Ook kon men het raam instellen op de gewenste lengte van de rietmatten. Het gelijk knippen van de rietmatten werd overbodig. Zo werd rietmatten-maken meer winstgevend. |
|||||
55
|
|||||
Het mattenraam van voren gezien
Vooral Frank Wels specialiseerde zich op de rietmat-
tenmakerij en rond de eeuwwisseling had hij een bloeiend bedrijf op Siberiëweg 1 (nu Julianalaan). De produktie beliep ongeveer 4.000 rietmatten per jaar! De matten werden gebruikt in de tuinen van de grote bui- tens in en rond Zeist. Om de broeibakken extra warm te houden breide men ook ondermatten van stro. De groothandel Van Bemmel te Amersfoort betrok grote
partijen rietmatten. Ook werden rietmatten uitgevoerd naar Engeland waar ze onder andere gebruikt werden om voetbalvelden af te schermen, waardoor men minder en- treegelden misliep. Tijdens de eerste wereldoorlog kwam er een eind aan
de bedrijvigheid, volledig machinale produktie vond in fabrieken plaats en de export naar Engeland stagneerde. In 1917 werd het mattenraam gesloopt. Brandstofgebrek
maakte dit harde oude hout aantrekkelijk voor het for- nuis. Frank Wels jr ® , oud-hoofdopzlchter van Bouw- en
Woningdlenst der Gemeente Zeist, hielp bij de sloop van het mattenraam. Geheel uit zijn geheugen maakte hij na 65 jaar in 1982 de beide tekeningen van het mattenraam. Eveneens verstrekte hij de gegevens om dit verhaal be- grijpelijk te maken. Voor technische geïnteresseerden volgt nu een be-
schrijving van de werking van het mattenraam en de be- tekenis van de letters en cijfers: |
|||||
56
|
|||||
1. De spil waar het teertouw, door de slinger rondge-
draaid, op gewonden werd. 2. De pennen waaraan het teertouw vanaf de spil met een
steek bevestigd werd. 3. De molen werd naar rechts rondgedraaid waardoor het
teertouw onder spanning kwam. 4. Tussen de beide cijfers 4 legde men om en om bosjes
riet (onder- en bovenkant riet) om zodoende een con- stante dikte van de rietmat te krijgen. 5. Verstelbare ring, die de lengte van de rietmat be-
paalde, de maat ging per band: korte 4 - lange 4 - 5 - 6 en soms 7.
plm. 2 m - 2,25 m - enz. 6. Klos teertouw (op tekening behoren dus 5 klossen).
Rietmatten "breien";
Men begon te werken op a, draaide de molen (b) rich-
ting a, werkte op dit vak verder, vervolgens werd c naar a gedraaid enz. Door de latten bij y omhoog te trekken, kwamen de
pallen bij x vrij van de molen en kon de molen gedraaid worden naar een volgend vak. Eén vak werd in drieën gedraaid, zie de stippen op het raam. Bij het breien van de mat gebruikte men bij het kno-
pen: de steek, bij het afwerken aan het eind van de mat: de dubbele steek. Hendrik Wels
(Achterkleinzoon van Hendrik Wels sr) iS> Frank Wels jr was 18 jaar toen hij het mattenraam
sloopte en 83 jaar toen hij de tekeningen maakte. |
|||||
5%
|
|||||
Hoog Kanje
|
||||||
Op deze plaats staat nu de R.K. Christus Verrijzenis-
kerk. In het huis heeft nog vele jaren de familie Hof- land gewoond. |
||||||
58
|
||||||
Hendrik Wels,
ontwerper en bouwer van het mattenraam |
||||||||
Frank Wels, de rietmattenmaker
(met jongste zus Lien) |
||||||||
Deze foto's werden omstreeks 1880 gemaakt.
|
||||||||
59
|
||||||||
Losplaats van de firma C. van Ekdom aan de Waterige
weg. (Foto dienst openbare werken)
|
|||||
60
|
|||||
1. Dit kaartje uit 1847 toont duidelijk de nog geringe
bebouwing van Zeist, namelijk hoofdzakelijk de belde Dorpsstraten, Nooltgedacht en de Voorheuvel. De los- wal lag duidelijk in het centrum van het dorp. 2. Hoog Kanje en 3 Siberië waren excentrisch gelegen.
Het Noord-Oosten van Zeist was overwegend ongerept bos met een enkele ontginning en het Zuid-Westen van de gemeente was intensief gebruikt gras- en bouw- land. (Kaartje Van de Poll-Stichting)
|
|||||||||
61
|
|||||||||
De oprichting van de gemeentelijke
zelster gasfabriek in 1887 Op 23 november 1886 vroegen de heren J. Ledoux, als
voorstander van de Evangelische Broedergemeente en H.M. van der Mersch verlenging van de concessie van 28 maart 1859 voor de plaatselijke gasfabriek, met 30 jaar. In 1859 had de gemeenteraad aan de heren Van der
Mersch, Voullaire en Croockewit een concessie verleend om gedurende 30 jaar gas te leveren voor de straatver- lichting en tot het hebben van gasbuizen in openbare grond. A.C. Spruijt en G. van den Broeke uit Utrecht hadden op 27 oktober 1858 concessie aangevraagd voor levering van gas en de heren Van der Mersch, Voullaire en Croockewit in december daaropvolgend. Door de Evan- gelische Broedergemeente waren echter reeds toezeggin- gen gedaan aan de laatstgenoemde heren. Hierdoor stond het meest winstgevende gedeelte van de gemeente niet meer open voor concurrentie en moest de gemeente zelf ook afzien van de oprichting van een eigen gasfabriek. Om deze redenen besloot de gemeenteraad op 22 februari 1859 dan ook tot onderhandse aanbesteding aan Van der Mersch c.s. De eerste zeister gasfabriek was gelegen in de buurt van de Brouwerij. De raad besloot het verzoek van Ledoux en Van der
Mersch in handen te stellen van een speciale raadscom- missie, bestaande uit de heren J. Meerdink, C.W. Anton en C. Guldensteeden Egeling. De commissie liet zich adviseren door de directeur van de utrechtse gasfa- briek, de heer A.C. Spruijt, en won inlichtingen in bij de gemeenten Elburg, Hilversum, Middelburg en Winters- wijk, die een gemeentelijke gasfabriek exploiteerden. In haar rapport van 2 mei 1887 kwam de commissie tot de conclusie dat de oprichting en de exploitatie van een gemeentelijke gasfabriek te prefereren was boven de verlenging van de bestaande concessie. Ingevolge arti- kel 20 van de overeenkomst van 28 maart 1859 had de gemeente het recht om de gebouwen, het materieel en alles wat voor de gasverlichting nodig was, alsmede het |
||||
62
|
||||
bedrijf zelf, na 30 jaar voor de taxatieprijs over te
nemen. De argumenten van de commissie waren:
grotere handelingsvrijheid voor de gemeente bij uit- breiding of verandering van de verlichting; financiële voorwaarden voor de gemeente bij exploita- tie in eigen beheer; mogelijke verlaging van de gasprijs voor particulie-
ren. De concessionarissen waren uiteraard niet ingenomen
met dit advies en kwamen op 23 mei met nadere informa- tie. En op 6 juni wendden zij zich andermaal tot de gemeenteraad met nadere informatie. Het college van burgemeester en wethouders nam het advies van de com- missie echter over en stelde de gemeenteraad dan ook voor om conform het advies van de commissie te beslui- ten. Tijdens de raadsvergadering van 26 juli 1887 werd door de raad met zes tegen êên stem aldus besloten. Nu de gemeenteraad besloten had om de gasproduktie in
eigen hand te nemen, moest er een nieuwe gasfabriek gebouwd worden. De bestaande fabriek was verouderd en te klein. De grond in de buurt van de gasfabriek was drassig en omdat men bij de bouw onvoldoende had ge- heid, was het gebouw behoorlijk verzakt. Men achtte het verstandiger om de nieuwe fabriek aan de noordkant van het dorp te bouwen. Voor dat doel werd bij raadsbesluit van 8 november 1887 van de firma E. Constant en Co. te Luik bijna 102 ha aangekocht. De koopsom bedroeg ƒ 8.000,—. In een toelichting bij het raadsbesluit voor gedeputeerde staten schreven b. en w. : "dat het overigens de bedoeling is, te gelegener tijd den grond weder te verkoopen, voor zoover de gemeente geen belang meer zal hebben bij het behoud daarvan". De hiergenoem- de firma had de grond gekocht van de heer H.C. Bergsma. Deze had de grond geërfd van zijn moeder mevrouw C.J. Bergsma-Cazius; die op haar beurt deze grond weer ge- ërfd had van mevrouw J.A. van Bern-van Goor Hinlopen. Op 13 december 1888 verkocht de gemeente weer ruim
99 ha van dit terrein aan de heer I.D. Fransen van de Putte te 's-Gravenhage voor ƒ 7.000,—. Het argument om |
|||||
63
|
|||||
dit terrein weer te verkopen werd als volgt geformu-
leerd: "dat het niet te verwachten is, dat er zich gun- stiger gelegenheid zal voordoen om den grond te verkoo- pen en de gemeente ook zeer gebaat is bij een spoedige verkoop, waardoor veel rente wordt bespaard". De raad bepaalde in zijn vergadering van 1 februari
1888 de plaats waar de nieuwe fabriek zou komen te staan op dit grote terrein; namelijk aan de tegenwoor- dige Steynlaan. Een gedeelte van deze laan heette vroe- ger Gasweg. De afstand tussen de daar te bouwen fabriek en het bebouwde gedeelte van Zeist vond men groot ge- noeg. Men raamde de kosten van de bouw van de fabriek met het buizennet op ƒ 80.000,—. Architect A. Nijland te Utrecht werd met het bouwkundige gedeelte van de bouw belast. De laagste inschrijver bij de aanbesteding was de heer M.F. Geijtenbeek te Zeist. De levering van de gashouders werd gegund aan de firma L.J. Enthoven te 's-Gravenhage en de firma L. Smulders & Co. te Utrecht leverde diverse toestellen. De benodigde kolen voor de gasproduktie werden in
hoofdzaak aangevoerd via het station Driebergen-Zeist, maar in 1901 werd naast het fabrieksterrein door de Nederlandse Centraal Spoorweg een station opgericht en de gasfabriek kreeg toen een eigen spoorlijnverbinding. Tot directeur van de nieuwe gasfabriek benoemde men
op 13 december 1888 de heer D.A.M. Spruyt uit Utrecht. Op 18 december van dat jaar werd het eerste gas ge-
produceerd en op 24 december werd het buizennet van de oude fabriek overgenomen en zo kon met ingang van 1 januari 1889 met de exploitatie van de gemeentelijke gasfabriek worden begonnen. Uit het navolgende citaat uit een ingezonden brief
van Van der Mersch, gepubliceerd in De Weekbode van 17 maart 1888, blijkt duidelijk hoe hij als concessionaris over het beleid van de gemeenteraad dacht; tevens geeft deze brief een beeld van het dorp Zeist v66r honderd jaar. "Tenzij men zich voorstelle, dat elk onbebouwd plekje
langs onze hoofdwegen binnenkort bevolkt worde of dat onze gemeente zich in de pas aangeworven zandvlakte tot |
|||||
64
|
|||||
een stadje uitbreide, is het ook mij onverklaarbaar,
hoe men in een dorp zonder groote industrieële werk- plaatsen, waar geregeld tot laat in den avond gearbeid wordt - zonder openbare gebouwen voor concerten of an- dere uitvoeringen - waar men zich in den regel te half elf, uiterlijk elf uur te slapen legt - waar zich twee sociëteiten bevinden, die des avonds nauwelijks of in het geheel niet bezocht worden - waar het gezellig sa- menzijn zich uitsluitend tot den huiselijken kring be- paalde - hoe men zich in zulk een dorp bijkans een ton gouds denkt te besteden aan de oprichting eener gasfa- briek met zoo beperkte behoefte". R.P.M. Rhoen
|
|||||||
Geraadpleegde bronnen en literatuur
- Archief der gemeente Zeist:
a) notulen van de openbare vergaderingen van de ge-
meenteraad van 1859, 1886, 1887 en 1888 (Inv. nrs 104 en 112) b) agenda's van 1859, 1886 en 1887 (inv. nrs 180,
230, 232 en 233) c) burgerlijke akten (inv. nr 134)
- Gedenkboek 40-jarig bestaan van het Gasbedrijf der
gemeente Zeist, Zeist 1928 - De Weekbode van 17 maart 1888
|
|||||||
^5
|
|||||||
De bibliotheek van de Van de Poll-Stichting
Sedert de uitgave van de catalogus van de bibliotheek
zijn er vele titels aan het boekenbezit toegevoegd. Voor een belangrijk deel zijn het publikaties, geschon- ken door leden en andere belangstellenden, een geste waarvoor wij uiteraard altijd zeer dankbaar zijn. Bij de hier volgende lijst van aanwinsten is de inde-
ling van onze catalogus gevolgd. ALGEMEEN GEDEELTE (A)
A 130 N.C.M. Monumentenjaarboek 1985, Amsterdam,
april 1985
A 131 Restaureren, een heel karwei. Overzicht van ambachten noodzakelijk voor restauratie en
behoud van historische gebouwen. Amsterdam,
maart 1985
A 132 N.C.M. Monumentenjaarboek 1986, Amsterdam, mei 1986
UTRECHT PROVINCIE (U.P.)
U.P. 198 De archieven in Utrecht. Redactie: A.N.
Beets, H.L.Ph. Leeuwenberg, J.C. Riphagen. Alphen a/d Rijn 1985 U.P. 200 Beets, A.N., Beknopte Bibliografie van To-
pografisch-Historische Uitgaven over de Provincie Utrecht Utrecht 1986 U.P. 103 Buitenplaatsen langs de Utrechtse Heuvelrug
Zeist 1981 (a en b) Een planologische verkenning van buiten-
plaatsen in Zeist en Driebergen, wordt: U.P. 103(a)
U.P. 196 Cleverens, R.W.A.M., Rosé Villa. Herinne-
ringen aan H.A. Insinger-van Loon Middel- burg 1984 U.P. 103(c) Landgoederen, buitenplaatsen en buitenhui-
zen/ villa's in en nabij het noordelijk deel van de Utrechtse Heuvelrug. Een plano- logische verkenning Zeist, december 1983 |
|||||
66
|
|||||
U.P. 195 Landgoederen in de omgeving van Beerscho-
ten. Natuur- en Kunsthistorische verken- ning, samengesteld door K.N.N.V. afdeling Zeist. Uitgave van de Prov. Waterstaat Utrecht. Utrecht 1984 U.P. 201 Nota museumbeleid. Provincie Utrecht.
Utrecht 1986 U.P. 199 Reinders, Hein, Bunnik. Utrecht 1986
U.P. 197 Stichting Culturele Raad Bunnik, Johan de
Kruyf, Leven en werk, 1885-1966. Uitg. Stichting Culturele Raad Bunnik. Bunnik 1985 UTRECHT STAD (U.S.)
U.S. 83 Dam, C. van. Jodenvervolging in de stad
Utrecht. Stichtse Historische Reeks, nr 10, Zutphen 1985 U.S. 82 Gids van Utrecht en omliggende plaatsen.
Utrecht, ca 1900 (?) U.S. 84 Hulzen, A. van, Utrechtse Kerken en Kerkge-
bouwen. Baarn 1985 GEMEENTE ZEIST (Z)
Z.1.1-5 Broek, C.M.P.F. van den. Inventaris van de
Collectie Prenten, Tekeningen en Kaarten van de Evangelische Broedergemeente te Zeist, ca 1700-1969. Rijksarchief Utrecht 1983 Z.1.1-6 Emmer, H., De Kartografie van Zeist. Over-
druk van art. uit Seyst, Buil. Van de Poll-Stichting, Jaarg. 15, nr 3. Zeist 1985 Z.1.1-7 Handschriften en inventarissen van archie-
ven berustende bij de Van de Poll-Stichting Z. 2-17 Meerdink, J. , Zeist, 1811-1815. Inlijving
en bevrijding. Zeist 1985 Z. 2-18 Album van Zeist
Z.3.1-13 Wat is waar in Zeist? 1971, 1975, 1982/
1983, 1984, 1985 67
|
||||
Z.3.1-18 Adresboek van Utrecht, De Bilt en Zeist
1889-1890, 1899
Z.3.1-24 Greef, Piet de, Nostalgisch Gezicht Zeist. Groningen 1985
Z.3.2-28 Bewonerskomitee De Kern, Gebied Antonlaan- Torenlaan: Behoud is mogelijk. Zeist 1984
Z.3.2-29 Zeist '86: Zeist is 't. Slot Zeist 300 jaar. Zeist 1986
Z.3.6-1 Het gemeentehuis van Zeist. Zeist 1985 Z.3.7-17 Oranje en Nederland: catalogus tentoonstel- ling in het Zeister Slot. Zeist 1938 (zie 15.1-5)
Z.3.7-22 Visser, Irmin, Het Slot te Zeist. Amster- dam/ Dieren 1986 Z.3.8-6 De Brouwerij - De moeite van het redden waard. Gemeente Zeist 1982
Z.3.8-7 Belangrijke verkooping van de Hofstede "Zeister Hoeve" onder Zeist enz. Donderdag
19 november 1925
Z.3.10-8 Vroon, H., Zeist, Groei en bouw, dl 7. De Dieptetuin te Zeist. Zeist 1985
Z.3.10-9 Derks, Elvire, Zeist, Groei en bouw, dl 8. De openbare bibliotheek
Z.3.14-14 Vereniging Austerlitz Belang, Veertig jaar Austerlitz Belang; een duik in het archief.
Austerlitz 1985
Z.3.14-15 Historische wandelingen; Fransekamp-Wande- lingen
Z.5-3 Statistisch Zakboek van Zeist; toevoegen 1984, 1985, 1986
Z.5-11 P.S.V. 1945-1985 Z.5-12 Twaalf over Drie. Op pag. 43 een bijdrage over C.J. van Mastrigt
Z.10-16 Centraal. Instituut voor Voedingsonderzoek T.N.O. Voeding, een zaak van weten. Zeist
1978
Z.10-17 Instituut voor Veeteeltkundig Onderzoek "Schoonoord", I.V.0. 25 jaar. Zeist 1977
|
|||||
68
|
|||||
Z.10-18 Gemeente Zeist, Beleidsplan 1986/1989. Sec-
tor 1. 2 en 3. Sociaal-Cultureel werk en emancipatie. Zeist 1985 Z.10-19 Halbertsma, E.H. en B. Heinrichs, Optimali-
sering gebruik Welzijnsaccommodaties Zeist. Amsterdam, maart 1985 Z.10-20 Vereeniging voor Zlekenhuisverpleging te
Zeist - Statuten en Huishoudelijk Regle- ment. Zeist 1938 Z.10-21 Amandelhof Zeist, 1962-1985. Uit de stei-
gers, in de schijnwerpers. Zeist 1985 Z.10-22 Stichting Welzijn Ouderen, Seniorengids
1984; idem 1985/86 Z.11-14 Bartimêus 60 jaar. Chr. Instituut voor
Blinde en Slechtziende Kinderen. Zeist 1975 Z.11-15 I.V.N., Quo Vadis. 25 jaar natuureducatie.
Zeist 1985 Z.11-16 R.K.S.V. Saestum 60 jaar, 1926 - 1986
Zeist. 1986 Z.11-17 Zetten-Zeist, 1908-1984: Gedenkboek bij het
75-jarig bestaan van het Christelijk Ly- ceum, Zeist 1984 Z.14.4-34 Hille, T., Leven en gebruiken in de Broe-
dergemeente. Zeist 1985 Z.15.1-5 Oranje en Nederland. Tentoonstelling in het
Zeister Slot. 15-8-1938 tot 15-9-1938 Z.15.2-2 Derks, Elvire, Zeist Groei en bouw, dl 8.
De openbare bibliotheek. Zie 3.10-9 Z.15.2-3 Stichting Openbare Bibliotheek, Jaarverslag
1984 Z.15.6-2 Jaargangen Bulletin Van de Poll-Stichting,
Dl V, 13e, 14e en 15e jaargang Z.16.3-3 Muzikale Oranje Finale ter gelegenheid van
het 25'-jarig Regeringsjubileum van Koningin Juliana, 5-9-1973 Z.16.3-4 Programma van de samenkomsten en feeste-
lijkheden ter gelegenheid van den verjaar- dag van H.M. de Koningin 31-8-1937 Z.17.2-22 Mijnhardt, A., Memoires van A. Mijnhardt Sr
mw. dr. D. Bertoen-Brouwer
|
|||||
69
|
|||||
Het wagentje van Dieges
|
|||||||||||
De wagen van Dieges! Wie wou naar "de stad"
Deed graag met dien wagen dat ritje, 't Begon aan "de Zwaan". Voor een stuiver of wat Verkreeg men tot Utrecht een zitje. De wagen van Dieges! voorbij is zijn tijd!
ook EIbert van Putten moest zwichten. Nu doet, heel geregeld de electriciteit Wat toen 't "stomme dier"'moest verrichten. De wagen van Dieges! Waar die eens langs kwam.
Soms stootend op kei of op klinker Daar schuift nu heel gladjes de electrische tram. Veel sneller, veel vlotter, veel flinker. De wogen van Dieges ... verdween van 't tooneel.
Alleen maar zijn beeld bleef behouden; Zoo ging het met velen, zoo ging het met veel; Wat bestaat, 't moet eenmaal verouden. De wagen van Dieges! Hij ruste in vree
Wij wenschen dien niet meer aan 't rijden Maar zien we zijn beeld, dan gedenken we meê De reizigers, die gingen scheiden. Nijmegen, 18 april 1912
|
|||||||||||
^ BRigpjKAJg^
|
|||||||||||
futf. icje.. /fA./!i^- \^i'Uo«
|
|||||||||||
.......4 .^^TT,^^C^iS-y^
|
|||||||||||
E. J. MEERDINK
""""" KUMEOEH
Mr.1 yjj B«rchoiia{rii»l Qfi |
|||||||||||
70
|
|||||||||||
Het rijmpje op het wagentje van Dieges werd door
E.J. Meerdink (geb. 1868 Zeist - overl. 1930 Nijmegen), leraar aan de protestants-christelijke kweekschool voor- onderwijzers "De Klokkenberg" in Nijmegen en half-oom van de geadresseerde, toegezonden aan A.J. van Zanten- Meerdink (geb. 1867 Zeist, overl. 1937 aldaar), gehuwd met G.J. van Zanten (geb. 1857 te Valk bij Ede en in 1937 te Zeist overl.). Hij was hoofdonderwijzer van de protestants-christelijke school aan de Weteringschans te Amsterdam. De familie woonde boven de school. Thans is ter plaatse de "Citybioscoop" gevestigd. Het "geheimschrift" op de linkerhelft van de adres-
zijde wil niet anders zeggen dan: "Het wagentje van Dieges van Utrecht op Zeist ruste in vrede". J. Meerdink
|
|||||||
•' •.'^* i**
|
|||||||
(Collectie Van de Poll-Stichting)
|
|||||||
71
|
|||||||
ZEIST ONDER DE SLOPERSHAMER
|
||||||
Steynlaan 1-3 Rijwielhandel J(oop) ten
Haaft, Nr. 5 L. v. Rooyen Café-Billard "Spoorzicht" later Bar de "Schouw". Nr. 7 M. ten haaft Sigarenhandel later Van Delft's Bloemenhuis. Nr. 9 Mevrouw Brink-de Jonge Groentehandel "Westland". Nr. 11 W. Klinkvis Chauffeur-Monteur Gasfabriek. (Foto's gemeentearchief)
|
||||||
72
|
||||||
Op de plaats van Rijwielhandel Ten Haaft kwam
het bekende Servicestation van Henny de Goede. (Foto dienst openbare werken)
|
|||||||
De huidige bouwactiviteiten die van dit bekende
stukje dorp een stukje stad maken, gezien vanaf de Jagerlaan. (Foto dienst openbare werken)
|
|||||||
73
|
|||||||
UIT DE PERS____
|
|||||||||||
Primeur
Tadema en Hooijmaijers heb-
ben wat het slot betreft ook nog een echte 'Zeister primeur voor de Zeistenaren' in petto. „Direct na de zomervakantie
worden besprekingen geopend met de Van de Poll-stichting, het genootschap dat zich bezig- houdt met de geschiedenis van Zeist. De gemeente wil aan de Van de Pollstichting de zoge- naamde 'Zilverzaal' op de eerste etage van het slot ter beschik- king stellen als expositieruimte. |
|||||||||||
Dat verschaft de Van de Poll-
Stichting eindelijk een perma- nente expositieruimte en dat maakt ook het slot aantrekkelij- ker", zo stellen Tadema en Hooijmaijers. |
|||||||||||
Nieuwe Zeister Courant 28 juli 1987
|
|||||||||||
74
|
Foto dienst openbare werken
|
||||||||||
Contrlbuanten
Wij begroeten deze keer als nieuwe begunstigers:
Fam. G.J.J. Baars, Slotlaan 92B Mej. Astrld Bergsma, Woudenberg Fam. W.Th. Bos, Jan Meerdlnkpleln 2 Fam. H.A. v. Donselaar, Nljenhelm 9119 Mevr. T. Forma-Stemerding. Zusterplein 6 De heer M. Hoogeveen, Slotlaan 304 De heer J.G. Lehmann, Broederplein 21 ben. De heer J. Lokhorst, Couwenhoven 5019 De heer C. Renes, H. v. Lyndenlaan 3 Fam. A. Rlebeek, Blokhulslaan 8 De heer H. Sllvls, Thorbeckelaan 22 Fam. J.W. Span, Nljenhelm 1138 Fam. R. v. Sprakelaar-Veenendaal, B. Patljnlaan 128
Fam. J.G. Steenbeek, Ridderschapslaan 2 Fam. J.W. v.d. Vijver, Laan v. Vollenhove 2539 Fam. A. v.d. Wielen, Krullelaan 53 De heer J.W. Span, komt onze fllmcommlssle verster-
ken met dia- en fIlmklankbeelden, u hoort binnenkort stellig meer over hem en zijn werk. Alle 16 nieuwe contrlbuanten hartelijk welkom.
H. Wels,administrateur
|
|||||
75
|
|||||
iu[[etiro %io ((vorderingcvatu de
ktnnis coürto de aesaUienis cvaro ^isö, uxUeceveio doonj de <V(iivile4o[[''6tutting^ |
||||||
•S^^.^
|
||||||
december ig8j,^aar^ang ij, nr.A
|
||||||
Van de Poll-Stichting
|
||||||||||
Stichting ter bevordering en
verbreiding van de kennis om- trent de geschiedenis van Zeist |
||||||||||
Archief; het Slot, Zinzendorflaan 1
Het archief der Stichting is geopend op:
dinsdag van 10.30 - 12.30 uur Administratie:
|
||||||||||
Mutaties t.b.v. de ledenadministratie uitsluitend te
richten aan: Administratie Van de Poll-Stichting, post- bus 342, 3700 AH Zeist |
||||||||||
77
|
||||||||||
Bulletin van de Van de Poll-Stichting
Verschijnt 4 maal per jaar
17e jaargang, december 1987, nummer 4
Redactie; dr J. Meerdlnk, R.P.M. Rhoen, drs Th.G.P.M.
Ruijs, drs H.M.J. Tromp, H. Wels en K. Scharten (eindredacteur) Redactie-adres; Postbus 342
3700 AM Zeist
Dagelijks bestuur der Stichting;
R.G. Boekhoven
voorzitter.
Mr dr A.A.H. Stolk,
vice-voorzitter, Krullelaan 28
I.D. Heyning, j
secretaris, Sophialaan 33
Dr J. Meerdlnk,
tweede secretaris. Laan van Beek en Royen 2
L. Visser,
penningmeester, Lommerlust 17;
postgiro: 3.840.383 t.n.v. de
Van de Poll-Stichting; bank: Algemene Bank Nederland
te Zeist (postgiro 30.549),
t.g.v. rekening 55.86.18.049 van de Van de Poll-Stichting R.P.M. Rhoen, '
tweede penningmeester, Nijenheim 6323
Drs Th.G.P.M. Ruijs
lid, Kersbergenlaan 10
|
|||||
78
|
|||||
INHOUD
blz.
De Pesters en de Niënhof 80
Architect Johan Meerdink 95
Het kiesrecht na 1848 96
De hoogstaangeslagenen te Zeist in 1889 99
Contribuanten 104
|
|||||
79
|
|||||
De Pesters en de Niënhof
Voorgeschiedenis van het geslacht (De) Pesters
De Pesters komen oorspronkelijk uit Maastricht 1).
Zij ontlenen hun macht en rijkdom geheel aan de eeuwen- lange band met de Oranjes. De bewijsbare stamreeks gaat na Jan (1561?-1626?) verder met Willem Pesters (1589?- 1661?), die in 1619 huwde met Margaretha Hermans (1594-1661). Hun zoon Johan (1620-1703) kon rechten studeren, werd in 1643 betaalmeester van de stad Maas- tricht en wist het later te brengen tot secretaris en requestmeester van stadhouder Willem III. Voorts was hij diens geheimraad en zelfs voorzitter van de raad van de Prins in de Verenigde Nederlanden. Het was voor de Prins interessant om zich te bedienen van Willem Pesters omdat deze geen noemenswaardig eigen vermogen had en dus voor zijn inkomen volledig van de Prins af- hankelijk was. Pesters was dus 100% loyaal, een begaafd diplomaat en bovenal niet scrupuleus in het doorzetten van 's Prinsen wensen. Dat Pesters in ruil zijn eigen zak niet tekort deed sprak vanzelf. In zijn positie wist hij een groot fortuin te vergaren, naar kwade ton- gen beweren meer uit steekpenningen dan uit salaris. Zes van zijn zonen werden door keizer Joseph I in 1706 verheven in de rijksadelstand: Mr Willem, Nicolaas, Pieter, Mr Jacobus, Ernestus en Hendrik. Daarnaast ver- kreeg Johan Pesters de post die voor dit artikel van belang is: griffier in het Hof van Utrecht. We mogen ervan uitgaan dat hij door Prins Willem III in deze functie was geparkeerd als een soort "stadhouder" van Utrecht. Hij moest de stad in de gaten houden omdat de regenten in Utrecht er vaak heel andere ideeën op na hielden dan de Prins. De Niënhof
De Niënhof bestond al voordat we haar in de 15e eeuw
als hofgoed van het kapittel van St Laurens tegenkomen 2). Het goed besloeg een oppervlak van 57 morgen 3), |
|||||
80
|
|||||
grotendeels onder Bunnik, de eigenlijke kern van de
Niënhof, maar ook voor een deel onder Cattenbroeck. In de 15e en 16e eeuw is er sprake van een boerderij met "huyzinge", een versterkt woonhuis of Herenkamer zoals wel vaker voorkwam, bijv. op de naastgelegen boerderij De Brakel 4) . In 1580 werd de Niënhof als zijnde ker- kelijk bezit geconfisceerd. Een eeuw later, in 1672 werden huyzinge en hofstede door de Fransen zwaar be- schadigd. Er was geen geld voor reparatie en een land- goed zonder boerderij was in die tijd van ontwrichting minder lucratief te verpachten. De Staten moesten enke- le jaren later tot verkoop besluiten. Het was juist in deze tijd (1674) dat de Prins be-
sloot om Johan Pesters te benoemen tot (onofficieel) toezichthouder op de stad Utrecht. Met Willem Pesters kwam er een noveau-riche in de stad, die zich graag een landgoed wilde aanschaffen met de daarbij behorende heerlijke rechten. Pesters en de Staten vonden elkaar op het vriendenprijsje van 11.000 gulden. Willem Pes- ters mocht zich voortaan Heer van Cattenbroeck noemen. Uit de muurijzers van de boerderij weten we dat Pes- ters' eerste daad het herbouwen van de boerderij was. De muurijzers vormen het jaartal 1681. (De) Pesters op de Niënhof, 1685-1923
Johan Pesters zocht vooral een uitwijkmogelijkheid
vlak bij de stad, geen huis om permanent te wonen. Dat was anders met zijn zoon Willem Pesters (1655-c.a. 1735), die voor zijn huwelijk in 1685 met Hester Helde- wier de Herenkamer aan beide kanten met een symetrische barok-vleugel uitbreidde en een park liet aanleggen. In 1895 zijn de beide vleugels weer afgebroken en hield men de onderkelderde vierkante Herenkamer van weleer over. Willem en Hester Heldewier krijgen geen kinderen. Op
3 februari 1731 maakt Willem zijn testament voor nota- ris J. van Doorslag te Utrecht. Hierin laat hij de Niënhof na aan de jongste Pesters, een veelbelovende jongen, die net als zijn grootvader, vader en ooms is |
|||||
81
|
|||||
voorbestemd om een belangrijke rol te gaan spelen in
het utrechtse stadsbestuur. Deze Jan Pesters (1716 's-Gravenhage-1797 op De Niënhof) was de oudste zoon van Nicolaas Pesters, broer van Willem. Jan Pesters breidt het familiebezit steeds verder uit
en koopt onder andere het kasteel Cammingha. Hij trouwt op 9 juli 1747 in het dorpskerkje van Bunnik met Jkvr. (Johanna?) Adriana (Everdina?) Godin, dochter van Jhr David Everard Godin, de Heer van Papendorp. De bunnikse dorpsdominee verstaat de naam van de bruid echter niet helemaal goed en schrijft in zijn trouwboek: "Gordijn". Van hun kinderen is de belangrijkste Willem Nlcolaas de Pesters van Cattenbroeck en Papendorp (1754 's-Gra- venhage-1831 Utrecht). Het is in deze tijd, de tweede helft van de 18e eeuw, dat de macht van De Pesters het hoogtepunt bereikt. Hun politieke koers blijft zuiver orangistisch. Het toegepaste middel om de macht binnen de eigen groep te houden is dat van de zogenaamde "Cor- respondentiën", afspraken tussen een aantal regenten over stemgedrag, benoemingen en verdeling van functies. De groep regenten die hieraan mee doet bestaat uit fa- milieleden, aangetrouwden en vrienden. De kliek wordt in de volksmond aangeduid als de "Pesters Cabbale". Alle mannelijke Pesters hebben dan lucratieve functies gekregen en de naam Pesters is voldoende om gevoelens van haat op te roepen. De kliek staat onder aanvoering van Willem Nicolaas Pesters van Wulperhorst (1717- 1806), bijgenaamd "luitenant-stadhouder" van Willem IV, niet te verwarren met de gelijknamige Heer van Catten- broeck. De "luitenant-stadhouder" woonde op de Wulper- horst onder Zeist en Bunnik. Bij hem thuis werden vaak de vergaderingen van de groep gehouden. In 1787 krijgt de familie een forse douw. De patriot-
tische omwenteling, die toen in de stad volgde, maakte gedurende korte tijd een einde aan hun macht. Na de terugkeer van de Prins keren ze weliswaar op de meeste van hun posten terug, maar het aanzien en de macht van de familie wordt toch niet meer als tevoren. Als de oorlog met Frankrijk in 1795 tenslotte leidt tot de bezetting van ons land is de rol van De Pesters en hun |
|||||
82
|
|||||
kliek uitgespeeld. In 1795 betrekt Jan Pesters de Niën-
hof waar hij twee jaar later sterft. De naam Pesters dreigt nu plots uit te sterven. Al
Jans broers en zusters zijn ongehuwd overleden of kin- derloos gebleven. Zoon Willem Nicolaas (1754-1831) is al 42 en nog niet gehuwd. Wel heeft hij bij zijn mai- tresse Anna Bertina Englebrecht twee bastaarddochters maar geen zoon. Twee jaar later ontmoet Willem Nicolaas echter nog een "meisje", vrouwe Carolina Jacqueline de Jacoby (1769 Maastricht-1844 Utrecht). Ze is 15 jaar jonger dan haar man, toch al dertig bij het huwelijk dat door de bunnikse dorpsdominee Roghair op 21 oktober 1799 op de Niënhof wordt gesloten. Willem Nicolaas heeft in deze tijd geen enkele openbare functie zodat hij zich volledig aan zijn bruid kan wijden. Dat resul- teert in elf kinderen. Door het kinderloos sterven van alle andere Pesters wordt Willem Nicolaas steeds rijker zonder dat hij er iets voor hoeft te doen. Als hij en zijn vrouw in 1844 beiden zijn overleden, wordt het vermogen getaxeerd op ƒ 378.584,34J, zodat de zeven overblijvende kinderen nog ieder meer dan een halve ton erfden. Door Koning Willem I wordt hij in 1814 in de Ridderschap van Utrecht benoemd. Hij wordt lid van de Ie en de 2e kamer, raad te Utrecht, gedeputeerde van Utrecht naar de Staten-Generaal, dijkgraaf van de Lek- dijk Benedendams, president der Cie. provinciale Rege- ring en conmiissaris-generaal der vivres van de troepen. Uit deze veelheid van baantjes valt af te leiden dat de Oranjes toen ze na 1813 terug waren. De Pesters niet vergaten. Mr Jan Everard (de) Pesters van Cattenbroeck (1802
Bunnik-1879 Utrecht) was de oudste zoon en daarmee de opvolger van zijn vader. In 1828 trouwde hij met Jkvr. Jacoba Margaretha van Hengst (1809 Utrecht-1875 Bun- nik) , waarbij de bruidegom aan effecten inbracht ƒ 51.600,— en de bruid ƒ 17.600, —. Samen hadden ze voor ƒ 5.000,— huisraad, een enorm bedrag. Jan Everard kreeg het volgende jaar, bij zijn intrede in de Utrechtse Ridderschap van zijn vader ƒ 80.000,— te |
||||
83
|
||||
leen. Hij was vele jaren secretaris van de Lekdijk Be-
nedendams en IJsseldam, gezien de bovenstaande bedragen vermoedelijk alleen om iets zinnigs te doen te hebben. Zijn jongere kinderen blijken een opvallende voorliefde voor het burgemeestersambt te hebben. Carel Cypriaan Gerard (een Van Hengst-voornaam) bekleedt het ambt in Wijk bij Duurstede en Frederik Hendrik (een Oranje- voornaam) in Bunnik zelf. Dochter Caroline Elisabeth (een Pesters-voornaam) trouwt met Egbert Arnold IJssel de Schepper, wiens nazaten ook burgemeester worden. Jan Everard woont - als zijn 17e en 18e eeuwse voorouders - zowel te Utrecht als te Bunnik. Hij heeft een huis ach- ter de Dom (F 322) , maar woont ook een maand of vier per jaar in Bunnik. Van 1853 op 1854 verandert hij zijn levensstijl, brengt 7 maanden per jaar in Bunnik door en gaat een zo uitbundige staat voeren dat hij voor die 7 maanden in Bunnik in de hoofdelijke omslag in z'n eentje 1/8 van de hele belasting van het dorp moet op- brengen. Jan Everard had niet meer genoeg aan de naam "Pesters" maar laat deze in 1856 door de rechter in de doopboeken en geboorteaktes wijzigen in "De Pesters". De oude Niënhof was voor hem ook niet goed genoeg meer en hij besluit om architect Nijland uit Utrecht de op- dracht te geven om een nieuw kasteel te ontwerpen in de neo-stijl, die toen populair was en iemand met zijn opvattingen en levensstijl ongetwijfeld heeft aange- sproken. Twee van zijn achterkleindochters, die ik sprak, hadden volstrekt verschillende opvattingen over het gebouw. De ene, die er geboren was, vond het maar een koud gebouw; haar volle nicht, die er regelmatig op bezoek kwam, had daarentegen goede herinneringen. Jan Everard de Pesters kon het ontwerp echter niet
meer laten uitvoeren. Kort nadat Nijland in 1878 zijn ontwerp had ingeleverd, werd Jan Everard ziek en over- leed een jaar later in het ziekenhuis te Utrecht. Jhr mr Willem Nicolaas (de) Pesters van Cattenbroeck
(1830 Utrecht-1882 Utrecht), lid van de Staten van Utrecht moest met twee broers en een zuster delen toen zijn vader in 1879 overleed. Hij erfde weliswaar de |
|||||
84
|
|||||
Niënhof maar moest de waarde inbrengen in de boedel en
had dus voorlopig wel iets anders aan zijn hoofd dan nieuwbouw. Uit zijn eerste huwelijk met Coenradina Ca- rolina Theodora barones van Boetzelaar was een dochter geboren. Zijn vrouw was echter enkele weken na de ge- boorte overleden en hij hertrouwde daarna met een ande- re barones, Theodora Coenradina Elsabê van Lynden (1839 Nijmegen-1912 Utrecht). Zij was een bijzonder hooghartige dame, stijf en altijd wit gepoederd. Kinde- ren werden uit het tweede huwelijk niet geboren. Uit deze beide huwelijken met baronessen kunnen we aflei- den, dat De Pesters inmiddels geaccepteerd waren binnen de utrechtse adel. Dat had overigens wel twee eeuwen geduurd en daar hadden de eerste generaties het zelf naar gemaakt. Slechts drie jaar woonde Willem Nicolaas met zijn
dochter en tweede vrouw op de Niënhof, van 1879 tot 1882. Toen werd ook hij ziek en stierf. De nieuwbouw- plannen lagen nog in de bureaula. Er was geen zoon ge- boren zodat al het geld en onroerend goed (vele honder- den hectaren) naar de dochter ging: Jkvr Coenradina Carolina Theodora de Pesters (1865
Utrecht-1923 Utrecht) was 17 toen ze als schatrijke wees achter bleef met een onverteerbare stiefmoeder. Die bleef gedurende de minderjarigheid uiteraard de baas over haar stiefdochter. "Doortje", zoals haar roepnaam luidde, moest mee naar Utrecht omdat stiefmoe- der een hekel aan de Niënhof had. Stiefmoeder woonde er op de Lange Nieuwstraat 63 in een huis met meer dan 30 katten. De heer Reuser uit Vianen schreef me, dat hij geboren is in datzelfde pand (Lange Nieuwstraat 63). Het huis had 17 kamers waarvan er één zo verschrikke- lijk stonk (de kattenkamer) dat deze gedesinfecteerd moest worden. In de tuin stonden diverse grafsteentjes (80 X 50 cm) met de merkwaardige gestileerde kantelen- vorm zoals die ook te zien als onder andere bij het familiegraf Pesters op de Ie algemene begraafplaats. Het betrof hier kattengrafjes. Op één steen stond: "hier rust Pietje, oud 12 jaar" en op een andere: "hier |
||||
rust Jack, oud 16 jaar". Het stonk in en om het huis
meer dan verschrikkelijk en Doortje deed dan ook alles om weg te komen. De enige uitvlucht was in het huwe- lijk. Om haar stiefmoeder te vermurwen moest ze aanko- men met een goede partij. Al snel vond ze een geschikte partner in Gijsbert Carel Duco Reinoud baron van Har- denbroek (van Bergambacht), met wie ze direct trouwde toen hij als jurist afstudeerde. Hij was 26, zij pas 20 maar hij was zeker van gelijke rang (baron) en boven- dien was zijn vader opperkamerheer van Koning Wil- lem III. Voor hem was het huwelijk ook interessant want Doortje was haar gewicht vele malen in goud waard en werd dan ook "Gouwe Doortje" genoemd. Het jonge paar betrok de (oude) Niënhof. Vier kinderen werden er uit het huwelijk geboren,
waarvan de jongste Wendela Elvira, 90 was toen ik vorig jaar met haar sprak. Zij was een bijzonder statige en vriendelijke vrouw, reed nog zelf auto en wist nog zeer nauwkeurig dingen te verhalen uit haar jeugd. Zo kon zij zich bijv. nog het geluid herinneren van de deurbel in het winkeltje van Knopperts in de Witte Huisjes te Bunnik waar ze snoep mocht gaan halen. Dat moet zo rond 1900 zijn geweest! Baron van Hardenbroek tenslotte was het die de plan-
nen voor de nieuwbouw in praktijk bracht. Het ontwerp van Nijland werd na 15 jaar toch uitgevoerd en terwijl het "kasteel" verrees, brak men de oude Niënhof gro- tendeels af. Het huis was bouwvallig geworden en vooral de twee zijvleugels waren slecht. Met de goede bouwma- terialen werd het middenstuk weer opgebouwd tot een merkwaardig vierkant huis dat er nu nog steeds staat. Baron Van Hardenbroek bracht hier zijn koetsier onder. De baron was een bijzonder nauwkeurige man. Vele ja-
ren was hij burgemeester van Bunnik en toonaangevend in de gemeente en de kerk. Op het landgoed was een eigen kwekerij voor de baron en zijn eigen paardenstal; zus- ter Blitterswijk, wier vader in 1933 op de boerderij Niënhof kwam, herinnert zich dat er zelfs een klein superschoon stalletje was, waarin twee koeien stonden die de melk voor de baron leverden. |
|||||
86
|
|||||
Het kasteel was verder van de weg af geplaatst aan
het eind van een lange oprijlaan die parallel lag aan de weg. Het personeel kwam via een zijpaadje direct van die weg af, dat toen nog de toepasselijke naam "Pes- terslaantje" droeg maar inmiddels door een fantasiearm gemeentebestuur in "Grotelaan" is omgedoopt. Voor het kasteel liet Van Hardenbroek een perceel van 17 hectare best weiland vergraven tot een park met een visvijver waar hij zelf wel eens zijn hengel uitwierp. Als de vijver al te vol werd haalde hij er de zeeg (een groot net) door en dan mochten alle arme hervormde Bunnikene- zen (de baron moest niets van Rome hebben) een gratis maaltje vis komen halen. Uiteraard werden de snoeken en karpers voor zijn eigen tafel bewaard. Het nieuwe huis was maar spaarzaam van modem comfort
voorzien. Het was vooral bedoeld om te pronken. Er wa- ren voldoende kamers maar alleen in de werkkamer van de baron, het boudoir van de barones erboven en êén salon werd gestookt. De slaapkamers waren koud en vochtig. Het gezin woonde hier tijdens het seizoen. Een vroegere dienstbode van het kasteel vertelde me, dat er 's zo- mers een groot feest werd gegeven en als dit was afge- lopen moesten de dienstboden alles geruisloos inpakken in grote kisten, geschilderd in de Hardenbroek-kleuren die dan de volgende dag op boerenwagens naar het sta- tion werden gereden waar het aparte Ie klas treinstel, dat de baron voor zich en zijn gevolg had gehuurd, stond te wachten tot ze kwamen. Dit treinstel werd dan aangehaakt achter de diverse treinen en zo bereikte men in de loop van de dag Zeeland, waar de zomer werd door- gebracht en later Cochem aan de Moezel. De baron hield van paarden maar zijn echtgenote was
geneigd om met de "nieuwe tijd" mee te gaan. Toen een kennis in 1908 met een automobiel kwam pronken, bestel- de zij bij Herman Broedelet uit Zeist een "Spijker". Haar dochter Wendela Elvira, nu mevrouw Hooft Graaf- land, herinnert zich nog dat de auto kwam. Half Bunnik was op het bericht van "de automobiel" uitgelopen en langs het Pesterslaantje en de oprijlanen van de Nlën- hof stond men zich te vergapen aan dit wereldwonder. |
|||||
87
|
|||||
Mr Willem (de) Pesters (1659-1735)
Foto Iconografisch Bureau
|
|||||
88
|
|||||
Jhr mr Willem Nicolaas de Pesters (1754-1831)
Foto Iconografisch Bureau
|
|||||
89
|
|||||
dat door Broedelet naar het bordes werd gereden.
Daar stond de baron te midden van zijn gezin en vele dienstbodes te wachten. Toen de heer Broedelet hem be- leefd uitnodigde zijn bezit te komen proberen, wilde de baron een "technische" opmerking plaatsen en vroeg zijn koetsier: "Kijk eens of er voldoende benzine in zit", een vrij onzinnige opmerking voor een rondje om het kasteel. Maar de koetsier deed wat hem was opgedragen en trok de peilstok uit de tank om zijn patroon er van te verwittigen dat de rit veilig ondernomen kon worden. De heer Broedelet legde de koetsier uit hoe de automo- biel werkte en deze promoveerde daarmee van koetsier tot chauffeur. Terwijl verkoper en chauffeur voorin plaats namen bestegen de Van Hardenbroeks de achterbank voor hun eerste tochtje. Terwijl half Bunnik zich stond te vergapen reed de chauffeur zijn eerste onzekere rondje om het kasteel heen met de trotse baron en baro- nes wuivend achterin. 15 jaar later was de Spijker nog steeds in gebruik, al werd de barones gewaarschuwd dat hij niet veilig meer was. Maar als de barones wilde gaan rijden, dan gebeurde dat. Halverwege Utrecht op de Provinciale Grindweg brak de fusee-pin, de verbinding tussen de stuurstang en de stuurassen. De auto was stuurloos en reed tegen een boom. De barones viel, vol- gens haar dochter met het hoofd tegen een spijl, vol- gens de heer Broedelet jr met haar hoofd door de ruit tussen de bestuurdersstoel en de achterbank zodat de halsslagader doorsneed. Bewusteloos werd zij naar het ziekenhuis in Utrecht gebracht waar ze de volgende dag overleed. Zij werd begraven in een nieuwe grafkelder op de begraafplaats in Bunnik. Na De Pesters, 1923-heden
De baron hield daarna de Niënhof, het bezit van zijn
vrouw, niet lang meer aan. Hij trok zich terug op zijn eigen bezittingen in Driebergen waar hij in 1941 over- leed. De Niënhof werd verkocht aan "suikerkoning" De Wetstein Pfister, die in de boerderijen als belegging was geïnteresseerd. Het kasteel liet hij met de grond |
|||||
90
|
|||||
gelijk maken. De goede bouwmaterialen werden opgekocht
door een aannemer die er een rijtje huizen mee zette aan de Maatschapslaan in Bunnik. Het afbraakpuin werd verspreid over het terrein. Daarmee kwam een einde aan het tijdperk-Pesters. Iets van het kasteel is bewaard gebleven in de vorm
van het bunnikse gemeentehuis dat naar het voorbeeld van de Niënhof door dezelfde architect is ontworpen. De Wetstein Pfisters dochter verkocht de belegging een aantal jaren geleden aan de stichting "het Utrechts Landschap" die het nu onderhoudt. Thans bestaan er plannen van de gemeente Bunnik om geld voor restauratie beschikbaar te stellen. Er zijn nog maar heel weinig mannelijke Pesters over. Zij stammen af van jongere zoons van Willem Nicolaas Pesters van Cattenbroeck. De officiële omschrijving van het wapen van Pesters
luidde: "In goud een verlaagde schildpad van natuurlij- ke kleur met kop en pooten buiten het schild uitkomen- de, vergezeld boven van een blauwe omgekeerde vijfpun- tige ster. Gekroonde helm met goud-blauwe helmkleden. Schildhouders: twee gouden leeuwen. Schild en schild- houders rustende op een smalle licht-bruine console". drs Henk Reinders
Noten 1. W. Wijnaendts van Resandt: "Het geslacht (de) Pes-
ters te Maastricht", De Navorscher 92 (1950), pag. 97v. en De Navorscher 93 (1951), pag. 27v. 2. C. Dekker: Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen,
Zutphen, 1983 3. Een stichtse morgen is ca 0,84 ha
4. V.A.M, van der Burg: "De kasteel/boerderij "De Bra-
kel" onder Zeist in "Seyst" 16 (1986), nr 3 5. Kadasterkantoor Amersfoort, Register van Overschrij-
ving 40/62 Met dank aan mevrouw W.E. Hooft Graaf land-barones van
Hardenbroek, Wassenaar; De heer M.Th. Reuser, Vianen; de heer Broedelet, Zeist en de families Blitterswijk en van Dijk, Bunnik. |
|||||
91
|
|||||
ö
|
|||||||||||||
0):
3
o
Hl
|
|||||||||||||
00
I VD
|
|||||||||||||
O
O >
►-i |
|||||||||||||
92
|
|||||||||||||
<">l>rtr ,«^ ...
|
|||||||||
Afgebroken schuren van de Niënhof.
|
Links de oude Niënhof
Foto Henk Reinders, 1985
|
||||||||
AANNEMER.
|
|||||||||||||||||||||||
«'-fc-*-e-«n.
|
|||||||||||||||||||||||
./y^. -
|
|||||||||||||||||||||||
^t_ ■^^-^'^tl_
|
|||||||||||||||||||||||
■riO'yT^^^^
|
|||||||||||||||||||||||
94
|
|||||||||||||||||||||||
Architect Johan Meerdink
Nevenstaand getuigschrift ontving Johan Meerdink op
20-jarige leeftijd. Geboren in 1873, werd hij na zijn schooltijd bij de Broedergemeente in het eind der tach- tiger jaren opgeleid als bouwkundige op het kantoor van architect Hazenbosch aan de Maliebaan te Utrecht, waar hij als medeleerling een broer van de bekende dirigent Willem Mengelberg had. Later werkte hij als bouwkundig opzichter te Amsterdam, onder andere bij de bouw van de (hervormde) Muiderkerk, het pand van Blikman en Sarta- rius (Dam/hoek Rokin) en de Amstelbrouwerij aan de Mau- ritskade. 's Avonds volgde hij de lessen van de bekende architect dr P.J.H. Cuypers op de bovenste verdieping van het door Cuypers ontworpen Rijksmuseum. Aan het einde der negentiger jaren vestigde Meerdink zich als architect aan de Ie Dorpsstraat te Zeist en werd op 1 april 1900 benoemd tot "gemeente-opzichter" van Zeist, destijds een bijbaantje, waarin hij zijn oom Herman Meerdink (1837-1920) opvolgde. In 1904 kreeg hij de titel van gemeente-architect. Allengs ging deze taak de gehele persoon vergen, en moest de particuliere prak- tijk als architect worden opgegeven. De aanbouw aan het pand Laan van Beek en Royen een kantoor en tekenkamer, dateert uit deze periode; bij zijn huwelijk in 1901 vestigde Meerdink zich in dit huis. Omstreeks 1930 werd hij directeur van gemeentewerken. Op 59-jarige leeftijd overleed hij in 1932. J. Meerdink
|
|||||
95
|
|||||
Het kiesrecht na 1848
Op verzoek van de redactie heb ik een gedeelte van
een eerder gepubliceerd artikel 1) over "de gemeente- raad in de loop der tijden" enigszins bewerkt, omdat daarin nadere informatie wordt gegeven over het kies- recht na 1848, waarvan sprake is in de bijdrage van mr dr V.A.M, van der Burg over de hoogstaangeslagenen te Zeist. Een van de belangrijkste ondeirwerpen van de grond-
wetsherziening van 1848 was de regeling van het kies- recht, zowel het recht om te kiezen, het actief kies- recht, genoemd in het recht om gekozen te worden, het passief kiesrecht. Met betrekking tot het actieve kiesrecht werden
rechtstreekse verkiezingen voor de tweede kamer, de provinciale staten en de gemeenteraden ingevoerd. De eerste kamer werd en wordt nog steeds gekozen
door de provinciale staten. Het overzicht van de hoogstaangeslagenen was van be-
lang voor het passieve kiesrecht van de leden van de eerste kamer. De grondwet van 1848 bepaalde namelijk, dat de provinciale staten hun keuze moesten beperken tot de hoogstaangeslagenen in de directe belastingen. Dat duurde tot de grondwetsherziening van 1887, toen
aan de verkiesbaren een nieuwe categorie werd toege- voegd, namelijk zij, die bij de wet aan te wijzen hoge openbare ambten bekleden of bekleed hebben. Een beper- king, die steeds hinderlijker werd. Zij heeft de so- ciaal-democraten, in wier kringen de verkiesbaren dun gezaaid waren, verplicht een man als Polak, vooraan- staande figuur in de vakbeweging, eerst even in de tweede kamer te brengen om hem aldus een verkiesbare plaats voor de eerste kamer te verschaffen. Het heeft overigens tot 1917 geduurd voor ook deze
beperkingen opgeheven werden en het passief kiesrecht voor de eerste kamer gelijk werd aan dat van de tweede kamer. Na 1848 was er het kiesrecht voor de gemeenteraden.
|
|||||
96
|
|||||
de provinciale staten en de tweede kamer ook de belas-
tingaanslag maatstaf. Het kiesrecht voor die organen was namelijk gebonden aan het bedrag dat betaald werd aan directe belastingen, daarom genoemd censuskies- recht. De vereiste som te - betalen - belasting was afhanke-
lijk van de plaatselijke gesteldheid, vastgelegd in de kieswet. Volgens een bepaling in de grondwet was deze voor de tweede kamer en voor de provinciale staten mi- nimum ƒ 20,— en maximum ƒ 60,—. In Amsterdam, waar het hoogste bedrag werd geëist,
bedroeg de census ƒ 112,— en in Zeist ƒ 24, —. In de gemeentewet van 1851 was bepaald, dat voor het kies- recht voor de leden van de gemeenteraad de belastingsom op de helft werd gebracht. In Zeist was dus een bedrag van ƒ 12,— belasting voldoende om aan de verkiezingen deel te kunnen nemen. Zeist telde toen 3.654 inwoners. Op de lijst van kie-
zers voor de gemeenteraad, vastgesteld op 15 juli 1851 kwamen 110 namen voor van ingezetene, die ƒ 12,— of meer betaalden aan grondbelasting, personele belasting en patentrecht (Patentbelasting werd toegepast op de uitoefening van alle handel, beroep en bedrijf). De opkomst voor de eerste verkiezing op 9 september
1851 van de leden van de gemeenteraad was bijzonder groot. Van de 110 kiesgerechtigden kwamen er 98 stem- men. Van de 11 te verkiezen raadsleden kregen er 8 de volstrekte meerderheid, te weten: W.A. Weisz 86, G.M. Liefrink 85, Th. Liedermooy (gemeentesecretaris) 75, G. van der Haar 68, G. Meerdink 67, mr W.D.F. Schas (burgemeester) 61, G. Verdonk 55 en J.N. Lund 50 stem- men. Voor de drie resterende zetels werd een herstemming
gehouden tussen de zes volgende kandidaten: jhr L.M. Schuurbecque Boeije 48, T. van Wijk 47, G.C. Altena 46, C.N. van der Veer 44, baron W.H. van Lijnden 38 en jhr W.J. de Pesters 36 stemmen. |
||||
97
|
||||
Na herverkiezing waren gekozen de heren Schuurbecque
Boeije 69, De Pesters 64 en baron van Lijnden 61 stem- men. Bij de grondwetsherziening van 1887 werd gebroken met
het beperkte censuskiesrecht en werd het actief kies- recht uitgebreid tot die kiezers, die de door de kies- wet te bepalen kentekenen van geschiktheid en maat- schappelijke welstand bezaten. Ingevolge de eisen, in dit verband door de kieswet gesteld, kende men: belas- ting-, woning-, loon-, spaarbank- en examenkiezers. Ook hier duurde het tot 1917 voor er sprake was van
algemeen kiesrecht. Aanvankelijk alleen voor mannen, dankzij de initiatiefwet-Marchant sedert 1919 ook voor vrouwen. L. Visser
|
||||||
Noot
|
||||||
1) C.D.A.-info Zeist 1985/1987
|
||||||
98
|
||||||
De hoogstaangeslagenen te Zeist in 1889
Statistieken leren ons tegenwoordig hoeveel mensen
van een bepaalde inkomensklasse in een gemeente wonen. Zo kent Zeist anno 1986 nogal wat miljonairs. Namen vallen uit de statistieken niet af te lezen. Na de grondwet van 1848 schreven in verband met het
in ons land toen geldende censuskiesrecht een aantal wetten voor, dat de namen van burgers die actief en passief kiesrecht hadden, gepubliceerd moesten worden. Een sterretje bij de naam in het adresboek van stad of dorp gaf aan welke burger kiesrecht had. Kijkt u het oudst bekende adresboek van Zeist, behorende tot de gids van Utrecht en De Bilt, uit 1889 er maar op na. De lijst van hoogstaangeslagenen in de grond-, perso-
nele- en patentbelasting werd per provincie in een bij- voegsel van de Nederlandse Staatscourant gepubliceerd. Uit het bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van zaterdag 8 juni 1889, no 134, blijkt dat de provincie Utrecht er in het totaal 127 kende. Die van Zeist vol- gen hieronder met hun nummer en het totaal betaalde belastingbedrag. Zij vormden de financieel-economische elite van Zeist bijna honderd jaar geleden. Ik heb aan de namen enige gegevens toegevoegd. no 16 Bijleveld, mr Mathieu Emmanuel Claude ƒ 1.402,38
Zeist eigenaar van het landgoed "Rijnwijk", Odijkerweg,
Zeist en bewoner van de villa "Choisy" aan de Slotlaan te Zeist. Deze villa werd gesloopt in 1912 1). no 24 Boissevain, Athanase Adolphe Henri ƒ 1.074,83
Zeist bankier en eigenaar van de buitenplaats "Prins
Hendriksoord", Soestdijkerweg 17, Zeist 2). |
|||||
99
|
|||||
no 76 Labouchêre, mr Charles Bernard ƒ 2.419,02
Zeist bankier en bewoner van het "Zeister Slot", Zin-
zendorflaan 1, Zeist 3). no 91 Pauw van Wleldrecht, mr Matthieu Christiaan Hen-
drik, ridder ƒ 1.091,61 Zeist eigenaar en bewoner van "Pavia", Laan van Beek en
Roijen 45, Zeist 4). mr dr V.A.M, van der Burg
Aantekeningen
1) Roland Blijdenstein: Zeist, Groei en Bouw. Utrecht-
seweg-Driebergseweg, Zeist 1984, blz. 137 2) Idem: Den Dolder en Bosch en Duin, Zeist 1984, blz.
267 en volgende. K.W. Galis: Huis ter Heide, Bosch en Duin en Den Dolder in oude ansichten, Zaltbommel 1980, blz. 75 3) Roland Blijdenstein: Zeist, Groei en Bouw. Het Slot
en omgeving, Zeist 1983, blz. 171 4) Idem: Huis ter Heide, Lyceumkwartier en Austerlitz,
Zeist 1984, blz. 117 |
|||||
100
|
|||||
Bijlage 1; De hoogstaangeslagenen te Zeist in 1853;
bron: Provinciaal-blad van Utrecht 1853, no
60 no 31 jhr W.J.A. van Romondt totaal ƒ 1.060,52
no 37 J. Baron Taets van Amerongen
van Woudenberg totaal ƒ 999,84
Bijlage 2; De hoogstaangeslagenen te Zeist in 1867;
bron: Provinciaal-blad van Utrecht 1867, no
174 no 28 jhr H. Strick van Linschoten totaal ƒ 1.441,35
no 37 jhr J.L.R.A. Huijdecoper totaal ƒ 1.224,45 no 47 jhr W.K. Huijdecoper totaal ƒ 1.007,42 Bijlage 3; De hoogstaangeslagenen te Zeist in 1886;
bron: Provinciaal-blad van Utrecht 1886, no
44
no 13 mr C.B. Labouchêre totaal ƒ 2.286,44
no 22 jhr C.F.A. Roëll totaal ƒ 1.814,21
no 32 jhr J.L.R.A. Huijdecoper totaal ƒ 1.372,44
no 37 mr M.C.E. Bijleveld totaal ƒ 1.335,53
no 40 jhr mr E.L. de Geer totaal ƒ 1.227,67
no 48 mr M.C.H, ridder Pauw van ^ Wieldrecht totaal ƒ 1.184,17
|
|||||
101
|
|||||
Prins Hendriksoord, Soestdijkerweg 17
Foto dienst openbare werken
|
|||||
102
|
|||||
c
O)
M U 0) IS 0)
u
XI
c
0)
ft
o -p
co c O)
|
||||||||||
o
-p o OM
|
||||||||||
in
c
CD
>^ O c
0)
a>
O)
PP
C
cd > C
cö cfl |
||||||||||
cö
•H
> Ctt |
||||||||||
103
|
||||||||||
Contribuanten J
i
Wij begroeten deze keer als nieuwe begunstigers: I De heer ing. J.C. Bauer, Woudenbergseweg 10 j
De heer H. v.d. Born, Egelinglaan 27 |
De heer M, ten Haaft, Kroostweg 56
De heer E.B.P. Ie Haen, Zusterplein 6
Familie D. Horsman, Arnhemse Bovenweg 18
Familie A.J. de la Mar, Herenlaan 2d I
Mevrouw B.T. Nauta, Wilhelminalaan 47 i
Familie H. van Gort, Javalaan 111
De heer D. Schneider, Nijenheim 3122 !
Familie J. Schwencke, Burg. Van Tuylllaan 48. }
Alle 10 nieuwe contribuanten hartelijk welkom. |
Helaas moeten wij ook regelmatig afscheid nemen van j
oude vertrouwde namen. Het bestand beloopt eind 1987 1 precies 511 betalende begunstigers. | De aanwas van 27 nieuwe begunstigers het laatste half j
jaar heeft voorkomen dat wij onder de grens van 500 « begunstigers kwamen. Wilt u nog eens een goed woordje voor ons doen bij
familie en bekenden? Bij voorbaat dank,
i
j H. Wels, administrateur
|
||||
104
|
||||