Il Lil,!,'1*1.
|
|||||||||
*Or^
|
|||||||||
BULLETIN UITGEGEVEN DOOR DE VAN DE POLL STICHTING
|
|||||||||
♦ Tollen langs de wegen van Zeist
Toïhuislaan (9) ♦ Holder de Bolder
♦ De Sociale Werkvoorziening
|
|||||||||
00
|
|||||||||
Seijst
|
|||||||||||
Bulletin ter hevordering
van de kennis
van de geschiedenis van Zeist
ISSN 1383-2867
Versidiijnt 4 maal per jaar; 28e jrg., april
1998, numiner 1. Drukwerk: Drukkerij C}rci£orius. Vormgeving en lay-out; Frédérik Ruys, Fréphitophe Prod. Zeist REDACTIECOMMISSIE
Mart: Wortmann, voorzitter
J. A. van den Dikkenberg, hoofdredacteur F. Ruys, vormgever, A. Bal, J. Fluitman, M. Roeder, N. Vlak. REDACTIEADRES
Nci)veulaan 87, 3705 lc Zeist. Aanmeldingen
van nieuwe donateurs of adreswijzigingen kunnen enkel schriftelijk worden gemeld via onderstaand postadres. POSTADRES VAN DE POLL-STICHTING
Postbus 342, 3700 AH Zeist. Giro 384 03 83
BEZOEKADRES DOCUMENTATIECENTRUM
Slot Zeist, Zinzendorflaan 1. Telefoon (030)
692 17 04. Geopend op dinsdag van 10.00 - 12.00 uur en iedere eerste zaterdag van de maand van 14.00 - 16.00 uur. |
|||||||||||
Tolhuislaan, Leo Visser
Tollen langs de wegen van Zeist (9)
Holder de Bolder, Hans Kylian
Mythen en sagen over Zeist De sociale werkvoorziening, Herman uit de Bosch
De werkplaatsen in Zeist tussen 1950 en 1960 Jaarverslag 1997
Redactiecommssie, archiefcommissie,
tentoonstellingscommissie, audiovisuele commissie |
|||||||||||
3.
5.
8.
14.
|
|||||||||||
En verder-
De berichten uit de Van de Poll Kamen |
|||||||||||
Seijst
1998-1
|
|||||||||
TOLLEN LANGS DE WEGEN VAN ZEIST (9), LEO VISSER
|
|||||||||
Tolhuislaan
|
|||||||||
■.. '<£öl, Bilisch« mi, Bmh en Duin
|
|||||||||
PARTICULIER ARCHIEF
|
|||||||||
Seijst
1998-i
|
||||||||||
TOLLEN LANGS DE WEGEN VAN ZEIST (9), LEO VISSER
werd de lol geheel gesloten. De loesland xivrd
nog onpreUiger, inndal van de ^ijdc van De Bih de straal werd opengebroken en er bij de tweesjmmg (de tegenwoordige julian(daim/ Paltzerwcg) eveneens een alshtilbootn u'erd gejdaalsl. Wanneer ue dan ook (zo verleide on.s de heer
Blankenstein indertijd) de riciuing van hel tegenwoordige Billlimen uilwdden (we had- den toen nog lieel kleine kinderen) werd eerst een touw aan de vooras van de wagen gebon- den; één liep dan voor de kinderwagen uit om te trekken, een tweede duwde de wagen. De tegenwooredige Julianalaan was verluird, daar konden we dus weer gewoon rijden. Tot aan 1921 heeft de familie Blankenstein het tolhuis bewoond. Na een korte tijd, waarin enige veranderin-
gen aan het huis werden aangebracht, werd het ()etro/</cen door de familie A. Pul. Hoe- wel de lol in de loop der jaren is verdwenen, is toch de naam Tolhuislaan gebleven. Zoals bekend, is de Tolhuislaan thans verlengd tot aan de Paduaweg. Zie hier dus de historie van onze TolhuisLian. Leo Visser
BRONNEN Doldersegids, 12 mei 1964, nr. 19 |
||||||||||
Van de tol, waarnaar elc Tolhuis
laan is genoemd weten we bijzon- der weinig. In een serie artikelen in de Dolderse Cjids onder tle rubriek 'Kent ge tiw buurtschap."" van L.J. Staal, staat in nr. 19 van 12 mei 1964 het vok gende: Wanneer wij willen peggen waar de Tolhuis-
laan haar naam aan ontleent, moeten we beginnen met te vertellen, dat omstreeks 1912 naast het huis op de hoek van de Tolhuis- laan-Taveernelaan een tol werd geplaatst met daarnaast een draaihekje voor doorlating van voetgangers. De plaatsing van deze tol was het gevolg van
een oneniglvid tussen grondexploitanten uit Bilthoven en Bosch en Duin. De eerste bewoner van dit tolhuis was de heer Hoekjan, die in dienst was bij de familie Des Tombe, die toentertijd de buitenplaats be- woonde, welke wij thans kennen als 'De Witte Hei' (van 1968 tot 1993 in gebruik bij de stichting 'Het Nederlands Bijbel- instituut' onder de naam 'De Nieuwe Kop- pel' L.V.) De vrouw van de heer Hoekjan deed dienst
als tolgaardster. In 1913 vertrok de heer |
||||||||||
Overizichtskaartje van Den Dolder met
de kruising Tolhuislaan/Taveernelaan. Het verlengde van de Tolhuislaan heet in De Bilt Julianaan. Hoekjan en kwam de famdie]. Blankenstein
in het tolhuis wonen. Het jaar van het uit- breken van de Eerste Wereldoorlog, in 19H, |
||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||||||
n een vervallen huis even buiten
Den Dolder woonde een oeroude |
||||||||||||||||||||||||
lï*^'
|
||||||||||||||||||||||||
:v*|«^
|
||||||||||||||||||||||||
'^9k
|
||||||||||||||||||||||||
luchtgeest. Niemand heeft hem
ooit in zijn ware gedaante gezien, maar bijna iedereen heeft liem wel eens ge- hoord of gevoeld. Hij kan overal zijn en nergens. Ze noemen hem wel Holder, want hij is een echte buldergeest. Als hij in de schoorsteen loeit ot over de zolder raast, zodat de dakpannen er soms alvliegen, is er vaak nog wel iemand die zegt: Holder de Bolder,
Daar loopt een koe op zolder.
't Is geen witte koe,
't h geen zwarte koe.
Die loopt naar Den Dolder toe,
Aboe, aboe, aboe
Maar een koe is hij niet, al zou je soms
zweren dat hij van vlees en bloed is. Hij is ook een klopgeest, want hij klopt wel eens aan de deur of tikt op het raam. Maar als je dan gaat kijken, is hij al niet meer te bekken. Hij kan zo licht zijn als een veertje, maar ook zo zwzaar, dat je denkt dat er iemand bovenop je zit. |
||||||||||||||||||||||||
^i'^y^c'
|
||||||||||||||||||||||||
^ha.^ *
|
||||||||||||||||||||||||
Holoer
(ie Bolder |
||||||||||||||||||||||||
■i,^^y
|
||||||||||||||||||||||||
Seijst^.
1998-1
|
|||||||||||
MYTHEN EN SAGEN VAN ZEIST, HANS KYLIAN
|
|||||||||||
Een boer die op een avonci onderweg
naar huis was, merkte dat ook. Holder was ongemerkt op zijn schouder neerge- streken en elke stap die de boer zette, viel hem zwaarder. De man had het ge- voel of hij lood in zijn schoenen had. Hij deed over de weg naar huis gewoon- lijk een half uurtje, maar nu kostte het hem de hele nacht om thuis te komen. Pas toen de eerste zonnestralen zich lie- ten zien, liet zijn plaaggeest hem gaan. De boer was helemaal overstuur, maar zijn vrouw geloofde zijn verhaal voor geen meter. 'Je zult wel weer goed dron- ken zijn geweest,' snauwde zij. Een ander keer had Holder zich op
een groentekar neergelaten. De wagen zakte zo diep in de modder, dat de koop- man hem niet meer vooruit kon krijgen. Eerst toen het al licht was, wist de man de kar weer in beweging te krijgen. Hij kwam veel te laat op de markt en de an- dere marktkooplui lachten zich een kriek, toen hij over een geest begon. 'Hé sufferd, verzin de volgende keer
alsjeblieft iets anders, wanneer jij je ver- slapen hebt!' hoonden ze. |
Een stroper kwam op een gegeven
moment terug van zijn tocht. Hij had niets gevangen en hij was in een slecht humeur. De zon was bijna onder en hij gaf zijn paard flink de sporen om nog voor dcMiker thuis te zijn. Langs het bos- pad zag hij een leuk dorpsmeisje lopen, met haar boekentas in haar armen ge- klemd. Dat kon toch nog een mooie buit worden, dacht de stroper. "Zo schatje", zei de man tegen het
mooie meisje, terwijl hij zijn paard in- hield. "Helemaal alleen op pad? Heb je geen zin om met mij mee te rijden?" Het meisje was vaak genoeg gewaar-
schuwd voor vreemde mannen en begon meteen hard weg te rennen. Maar voor ze het goed en wel door
had, was ze al van de grond getild en voorop in het zadel gezet. "Ju, ju!" riep de man tegen zijn paard, dat er in galop vandoor ging. Het meisje riep en gilde. "Help! Laat mij alstublieft! Mijn moeder is ziek. Ik heb beloofd haar nog te hel- pen. Waarom laat u me niet vrij? Toe, laat me gaan." |
Maar hoc zij ook bad en smeekte, de
stroper liet haar niet gaan. "Ik weet wel wat anders voor je, dan je moeder hel- pen," zei hij grijnzend. "Je kunt beter met mij mee naar huis, dan heb ik daar wel een verrassing voor je." Het meisje probeerde zich los te ruk-
ken, maar tevergeefs; de man was veel te sterk en haar verzet vermaakte hem slechts. Wat hij niet wist, was dat Hol- der zich achter hem op het paard had gezet. Zij waren zojuist vocirbij het oude, verlaten landhuis gekomen, waar de bol- clergeest zich zo vaak ophield. Met een schok stoncJ het cJier opeens
stil. Bijna werden ze allebei uit het zadel geworpen. De stroper maande het paard en drukte zijn sporen stevig aan. "Vort, vort!" schreeuwde hij ongeduldig. Hoewel er bloeddruppels verschenen
op de buik van het paard, bleef het toch stokstijf staan. De man nam nu zijn zweep en sloeg het paard waar hij het maar raken kon. Het hielp niets; het beest brieste
woest, maar weigerde ook maar één stap |
|||||||||
MYTHEN EN SAGEN VAN ZEIST, HANS KYLIAN
|
|||||||||||||||
paard pas halt houden, toen ze voor haar
ouderlijk huis was. Haar moeder had zich ernstig zorgen
gemaakt en was maar wat blij haar kind gezoncl en wel terug te hebben. De kwelgeest hield de stroper in zijn
greep tot de zonopkwam. Het was die nacht ijskoud en tegen de ochtend was de man haast doodgevroren. Bijna kriupend bereikte de man uiteindelijk zijn woning. Hij heeft nooit tegen wie clan ook los-
|
|||||||||||||||
te verzetten. "Dan maar lopen!" nep de
stroper getergd. Hij sprong uit het zadel en wilde het
meisje van het paard tillen. Maar hij stond nog niet op de grond, of hij kon zich niet meer verroeren: Holder de Bol- der was op zijn schouders gaan zitten. Hij bezweek haast onder de last. Het paard, dat bevrijd was van het ge-
wicht, nam onmidciellijk de benen. Het meisje nam de leidsels over en liet het |
|||||||||||||||
gelaten hoe hij zijn paard is kwijtgeraakt.
Hans Kilian BRON
Naar een volksverhaal en een rijmpje uit Zeist
van Trijntje Pinkster (1917), moeder van de auteur. "Boldergeest" is het Nederlandse woord voor het via het Duits aan het Noors ontleende Engelse poltergeist, hetgeen klop- geest betekent; bolderen hangt samen met bulderen en is met lawaai voortbewegen, vgl. bolderwagen. |
|||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||
De auteur Hans Kilian (pseudoniem van Karel
ter Voorde), geboren in Velsen, groeide in Zeist op en studeerde in Utrecht en Rotterdam. Van zijn hand verschenen diverse toneelstukken die in de Stadsschouwburg van Brussel werden op- gevoerd en een verscheidenheid aan prozawerk. De onlangs verschenen verhalenbundel 'Lach en Sterf is zijn derde boek. Deze paperback bevat vooral humoristische, fantastische verhalen, die |
|||||||||||||||
voor een groot deel in literaire tijdschriften,
kranten en andere periodieken heben gestaan. Ook al speelt misdaad en dood in sommige van de korte verhalen een rol, toch is de bundel licht, zo niet te zeggen, laconiek van toon. In enkele verhalen heeft de auteur folkloristische elementen verwerkt. Tevens heeft Kilian een aantal dichtbundels op
zijn naam staan. |
|||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING, HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING, HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||
Het begin 'de Haven'
Op 21 december 1949 riep de minis-
ter van sociale zaken de medewerking van de gemeentebesturen in voor de uit- voering van de gemeentelijke sociale werkvoorzieningsregeling voor handar- beiders (G.S.W. - regeling). Deze regeling trad op 1 januari 1950
in werking en beoogde dat de gemeen- ten speciale werkobjecten in het leven zouden roepen ten behoeve van werk- loze handarbeiders, die bezwaarlijk ka- nalen en wegen konden aanleggen. Als werkobjecten kwamen in aanmer-
king die werkzaamheden ten behoeve van een gemeente, een ander publiek- rechtelijk lichaam of een privaatrechte- lijk lichaam, welke zonder de bij de G.S.W.-regeling geschapen mogelijk-
heden tot subsidiëring, niet tot uitvoe- ring zouden komen. In de gemeente Zeist waren op 31 de-
cember 1949, 68 werklozen, die een uit- kering ingevolge de Overbruggings- regeling of de Sociale Bijstandsregeling genoten. Een stijging van dit aantal in |
|||||||||
de naaste toekomst werd verwacht in
verband met de herplaatsing in het be- drijfslevenvan de gedemobiliseerde mili- tairen, die in Indonesië hun dienstplicht hadden vervuld. Een adviescommissie gaf het gemeen-
tebestuur in overweging werkloze hand- arbeiders in het kader van de G.S.W.- regeling in te schakelen bij het verbete- ren der gemeentebossen. Nadat de gemeenteraad de benodigde
gelden had beschikbaar gesteld, konden in het begin van de maand november 1950 ongeveer 20 werkeloze werkne- mers in het Zeisterbos aan zinvolle ar- beid worden geholpen, welk aantal na verloop van tijd aanzienlijk werd opge- voerd. Al spoedig bleek, dat menige werkloze
niet in staat was tot het verrichten van lichte bosarbeid daarom werd omgezien naar een G.S.W.- object, dat niet in de buitenlucht behoefde te worden uitge- voerd. Toen elders in den lande in 1952 een
aanvang was gemaakt met de toepassing |
|||||||||
In Nederland bestaat al sinds de economische
crisis van de jaren dertig van deze eeuw
werkvoorziening voor werklozen. Was het in
eerste instantie meer in de liefdadigheidssfeer, na
de Tweede Wereldoorlog heeft de overheid een en
ander naar zich toegetrokken en wetgeving
ontwikkeld. Op initiatief van de gemeentelijke
overheid ontstonden zogenaamde 'beschutte'
werkplaatsen. Deze werkplaatsen waren bedoeld
en ingericht voor mensen, die niet meer terug
konden keren in het gewone arbeidsproces. Over
het algemeen werd in de werkplaatsen eenvoudig
industrieel of ambachtelijk handwerk verricht.
In de hop van de tijd ontstond ook behoefte
aan voorzieningen vocn mensen , die
aangewezen waren op handwerk in de open
lucht of hoofdarbeid , onder aangepaste
omstandigheden. Dit artikel beschrijft de
naoorlogse ontwikkeling en groei van de sociale
werkvoorziening in Zeist. Deze ontvuikkeling
hangt nauw samen met de zoektocht naar
passeruk huisvesting. De bouw op verschillende
plaatsen krijgt daarom veel aandacht.
|
|||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING, HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O^ijo L
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de G.S.W.-regeling op werkobjecten
in werkplaatsen voor gehandicapten, gingen er weldra stemmen op ook in de gemeente Zeist te komen tot de oprich- ting van een sociale werkplaats, welke zou kunnen aangemerkt als een object in de zin van de G.S.W.- regeling. Vooral de afdeling Zeist en Omstre-
ken van de Nederlandse Vereniging So- ciale Zorg voor Minder Validen "A.V.O." onder leiding van Mr. A. P. Korthals Altes (burgemeester van Zeist) was een krachtig pleitbezorgster. Nadat verschillende maatschappelijke
organen instemming hadden betuigd met het voornemen in de gemeente Zeist een sociale werkplaats op te rich- ten werd besloten een particuliere stich- ting in het leven te roepen, welke het doel zou hebben het verschaffen van werkgelegenheid aan minder-validen met de bedoeling hun nog aanwezige arbeidsgeschiktheid op peil te houden en eventueel te vergroten. Er werd besloten een door de ge-
meente Zeist beschikbaar gestekte loods, staande op het haventerrein, gelegen aan |
de Utrechtseweg te huren ten eincle in als werkers van het eerste uur kunnen
cleze loods een sociale werkplaats te ves- worden bescht)uwd.
tigen. De werkzaamheden vt)rderden der-
Dit is het terrein waar nu
de brandweerkazerne staat. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De „Zeister Werkplaats" opende
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tenslotte benoemde de
stichtingsraad uit ongeveer |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
40 sollicitanten met alge-
|
Weg, waarlangs invaliden
|
in de
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maaischappij terugkeren
D« «Éa^ ii«*tlöaöe vaa de vorige tscuw jiph st«#ds sneller «titwücfee-
vert«etuilH«tt)$ vma ét tm&iadba.^llS, hebbeo %feH tjn een lier^Ulk ve;. roepm sferffslöte ïnacöt atet meer bietöi te inmaen ij(*een»a öoor ire«»- UiUm iaeen gnwte «rereWialBlieïï wegens sebrefe aa» dii>l<»iöatk*: rer-
stajid en w«>^e»s geijw* aan op de Chiieieïöke wwiewieer geiiasecnje ter £ej«%«obelil van ^ <^peti£et VBSi 4e Zelüter Werlt^lsa^ ilield. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mene stemmen tot leider van
de op te richten werkplaats de heer C. van Nieuwen- hoven, directeur van de werkgemeenschap "Oost Groningen" te Winschoten. Op hem kwam de taak te
rusten het werkplaatswezen in de gemeente Zeist van de grond af op te bouwen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BeiangsteÉng »oor de
invaliden
len vMi ie |e!attige tevloeden
^Jtft blizania. Tem in "StS
fc "» ''« invaliden »a«t™ J,
^««proces l«Mg te treajeii — ta |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MoSe'^l^efSSfiS
«en, »18 TOlwMMlge Mfcöra °" Siraven vond w'eeMifimfc'*
iel t«4S?SaS.t S"jSï "«■
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
paSioijrie mro eS.-v-
JeveerroHw «e»Su «e.-, He weekpisats ala >Kiiïi v |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 1 november 1954
werd het inrichten van de werkplaats ter hand geno- men. Het was zelfs mogelijk
een drietal minder-validen hierbij in te schakelen, die in cie geschiedenis van "de Zeister Werkplaats" |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- -.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wa een advies-ftnc<iOstótaüet>ure«u t^n. Sprelïer 3i«d vmméermg voor
en^dankay de ïnedr9t-erkiag van 4e ^e w«»e waarop het strev^ weer-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeistex a«8a, i3
|
........fïr-aooos een ^>^^^r "«•""I' nei Sïrevfin weeë- vmr ,ia.-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ne. IH-vcr.lem .-, worden tegor.n^ «Meade KrulJvereilM»» i„ S "?*'''«!«*« ptoct::; r-
Zato'liSS; ^'•^P»-»'' werd |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»> meende de SureSS „. i ' Medewerti«<. k^J •
veröouwde ditfl«l?«i!ïï t,.*" ■ "saewerwftg bedrijver ti«o»ef aei"iS,?i'.e!'ïl'S'; I ?« Y"«e»WItü,a „„ |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bes over deje t»wing de eaiKlschl sielde doel^l ■SS, »,„ «,
dje itier voor geestelllk »n i.«i------
liik gestoorde» i>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i"-3i"'i "i '■ ■■''"'"-"'-van .Sociale
|
dtnrteièës van itttji welepjnetnt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vos™ „i Sr" "*" «» *an Mr.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ïïSL^"^'» reed. „if 4','
wdcn l>eïQn,T,«r.. Jiei spreekt
zea dat de ki4ir,g vj.» de v plaMs Ech een snelle i«^; «gevaardigde van het Boofdbe,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WMaals bKi^f ^4"^^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Seijst
1998-1
|
||||||||||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING, HERMAN UIT DE BOSCH
|
||||||||||||||||||
rdag 18 december 1954
de werkplaats t)nder ng kon plaatsvinden. Is werkopdrachten van een onderneming in Zeist waren aan- getrc^kken, kwam de werkplaats na de opening ter- stond in bedrijf. De start was niet
gemakkelijk. In het begin moest men zelf drinken meene- men. De kachels wercien in het begin op hout, later op kc> len en weer later op olie gestookt. De heer van Nieu- wenhoven zorgde er- voor dat als het streng \Toor de kachels in het weekend bleven branden. In september 1955
werkten er 21 werkne- mers, een aantal dat |
||||||||||||||||||
mate, dat op zate
de opening van
grote belangsteili
Daar inmidde
|
weldra boven de dertig zou uitgroeien.
In 1955 werd er koffie en thee geschonken. Van het begin af aan was het de
bedoeling,dat "de Zeister Werkpilaats" als streekwerkplaats zou fungeren met als werkterrein de gemeenten De Bilt, Bunnik, Cothen, Doorn, Driebergen- Rijssenburg, Langbroek, Wijk bij Duur- stede en Zeist. Huisvestingsprobleem
Het huisvestingsprobleem loopt als
een rode draad door de geschiedenis van "de Zeister Werkplaats" tot aan SWZ toe. Enige maanden na de officiële ope-
ning werd door de raad der gemeente Zeist op verzoek van cLe stichtingraad een krediet beschikbaar gesteld voor het doen aanbrengen van een tussenwand in de werkplaats waardoor enige geeste- lijk gehandicapten aan passend werk konden worden geholpen. Inmiddels waren verschillende machi-
nes aangekocht, terwijl de personeelsbe- zetting gestadig groeicLe. Een en ander had tot gevolg, dat in
|
|||||||||||||||||
het najaar van 1955 de beschikbare
ruimte te klein werd. De gemeenteraad besloot in 1955 dat
uitbreiding aan de haven niet kon, door- dat gemeentewerken hier uit wilcie brei- den, o.a. voor opslag en stalling van voer- tuigen. Nog in dat zelfde jaar besloot de ge-
meenteraad na onderzoek dat het schoolgebouw aan de Ie Hogeweg, niet geschikt was voor de Zeister werkplaats. Daar er zo snel geen ruimte gevonden
werd, besloot de stichtingsraad per 16 oktober 1955 van de gemeente Zeist het pand aan de Ie Dorpsstraat 23 te huren ten eincLe het daar sedert 1906 be- staande boekbindersbedrijf, dat was overgenomen van de heer K.Wessels, te kunnen voortzetten. De heer K. J. Wessels verkocht zijn
bedrijf uitendelijk voor ƒ6.173,- aan de stichting en zou nog ca. een halfjaar assisteren, tot augustus 1955. Als gevolg van deze transaktie kon het
aantal werknemers worden opgevoerd,terwijl bovendien een nieuw
werkobject werd verkregen.Voorts ging |
||||||||||||||||||
h
|
||||||||||||||||||
aar poorten -f
|
||||||||||||||||||
Smw """^t "»<*«ïw «S ï
va * AVO IZ S.^S„"te
BJll. '■™««"en onetericn en tx
J^SS^'-^'l^^'f' ^' He" Van Nieu.
«TMhoTjn h« Wimrii. die 'erS olasïeTSwl i , "^ «"^ «"eK er«-
|
||||||||||||||||||
! «e-
[«Jst «(i
«toï [ds
|
||||||||||||||||||
Seijst_
1998-1
|
|||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING, HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||||
de gemeenteraad van Zeist in zijn verga-
dering van 2 januari 1956 akkoord met de voorgestelde uitbreiding van de werk- plaats aan het haventerrein. Beide maatregelen gaven echter niet voldoende soelaas, vanwaar de plannen werden be- raamd voor de bouw van een nieuwe werkplaats. Met het realiseren van deze plannen
was evenwel geruime tijd gemoeid. In de eerste plaats oefende het gebrek aan bouwgrond een remmende invloed uit terwijl vervolgens de bestedings- beperkende maatregelen van de regering het bestuur parten speelden. Voorlopig werd dan ook volstaan met
de verbouwing van het perceel aan de Ie Dorpsstraat, waarin de afdeling boekbinderij was gevestigd. Het uit gedeeltelijk hout en steen be-
staande gebouw aan het haven besloeg een ruimte van 42x 8 meter. Hierin wa- ren ca. 60 mensen werkzaam. Er werden in die tijd onder andere
invalidewagens gerepareerd en er werden elementen samengesteld voor Inventum. |
|||||||||||
Nieuwe Zeister Courant van vrijdag 30
januari 1959. Een korte maar lievige brand heeft het hou-
ten gebouw van "de Zeister WerkplaaLs" op het gemeentelijk haventerrein voor driekwart verwoest. Van het gebouw waarin een zestigtal minder-
valide arbeidskrachten hun dagelijks brood verdienden, staat nu nog slechts een stukje magazijn en een simpel montage halletje over- eind. Maar het juist belangrijkste en kost- baarste gedeelte van fiet gebouw, de fabrieks- hal, waarin een aantal dure machines ston- den opgesteld is door de brand verloren ge- gaan. De totale schade beloopt in de tiendui- zenden guldens, doch wordt door de verzeke- ring gedekt. De brand brak gisterenmorgen om even over
half negen uit in de fabriekshal vermoedelijk doordat een vonk van het lasapparaat een bak met olie bij de boormachine in brand j:ette. Er was geen redden meer aan. Even later ontplofte met een ontzagwekkende knal een vat met petroleum, waarna het vuur nieuw voedsel kreeg en het houten gebouw in minder dan geen tijd als een fakkel brandde. Een gelukkige omstandigheid is het feit, dat |
|||||||||||
De Zeister Werkplaats voor minder in-
validen (1956), waar 26 mensen zijn ondergebracht. Op bovenstaande uit- snede de afdeling houtbewerking. De werkplaats stond op het haventerrein van de gemeente. FOTOARCHIEF GEMEENTE ZEIST
Er werd ook snoep verpakt voor de
firma Goedhart Op donderdag 29 januari 1959 vatte
een lekbak onder een olievat vlam, waar- door brand ontstond. Door deze brand werd de werkplaats grotendeels ver- woest. Er decien zich geen persoonlijke on-
gelukken voor. Hieronder volgt een stukje uit de
|
|||||||||||
Seijst
199S-I
|
||||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING, HERMAN UIT DE BOSCH
|
||||||||||||
de plannen voor de nieuwbouw van een
nieuwe werkplaats al gereed liggen en zelfs de benodigde vergunningen al bijna verkregen zijn. Het plan bestaat om op (iet industrieterrein
aan de Dijnselburgerlaan een geheel nieuwe en veel grotere werkplaats te houwen, omdat het huidige gebouw reeds lang te klein was en boveruiien eigenlijk helemaal niet voor liet doel geschikt was Burgemeester Mr. A. P. Korthals Altes, die gisterenmorgen persoonlijk op het terrein van de brand aanwezig was,evenals de wethouder van Sociale Zaken ir. N. Verhoef en de directeur van Sociale Za- ken ]. ]. M. Truyens, verzekerde ons dan ook dat nog nimmer zo snel met de herbouw zal zijn begonnen als nu het geval zal zijn. En naar verwacht wordt kan de nieuwe werk- plaats nog voor het einde van dit jaar gereed Zijn. Tot die tijd zal " de Werkplaats" een tijdelijk
onderkomen elders moeten vinden dat wel- licht het grootste probleem zal zijn. Binnen veertien dagen wordt gekozen
voor de noodlokalen van de ULO aan de Prof. Lorentzlaan 16. Er werd gezocht naar allerlei alterna-
|
||||||||||||
tieven. De keuze viel op een houten
loods van ca. 800m'. Deze zou over 10 jaar worden
afgeschreven. De houten loods bood geen oplossing op lange termijn, zodat in datzelfde jaar een voorstel gedaan werd een ontwerp te maken voor een nieuwe werkplaats aan de Dijnselburgerlaan. Het gebouw aan de
Arnold van de Kamplaan (Dijnselburgerlaan)
Voorlopig werd eeri houten noocl-
gebouw op de oude fundamenten ge- plaatst, zodat er weer een werkruimte in gebruik genomen kon worden. De ramp bleek een krachtige stimu-
lans te zijn voor een versnelde uitvoering van de plannen tot het bouwen van een nieuwe streekwerkplaats. Reeds in de vergadering van 6 april
1959 besloot de raad van de gemeente Zeist om op het terrein gelegen tussen de Arnold van de Kamplaan en de Dijnselburgerlaan een werkplaats te doen bouwen en deze te verhuren aan de "Stichting de Zeister Werkplaats". |
Alle Zeister aannemers werd gevraagd
in te schrijven op de bouw van" de Zeis- ter Werkplaats". Uiteindelijk werd de bouw gegund
aan Joh. Lamore uit Zeist. De eerste of- ferte bedroeg ƒ229.900.= maar na en- kele wijzigingen werd de uiteindelijke bouwsom /209.900.= Het provinciaal bestuur van Utrecht
verleende een renteloos voorschot, zodat op 5 oktober 1959 de gunning tot de bouw kon plaatsvinden. Als streefdatum voor de oplevering
van de nieuwe werkplaats werd 1 sep- tember 1960 aangehouden. De verhuizing naar het nieuwe ge-
bouw vond plaats in de maanden sep- tember en oktober 1960. De officiële opening van de nieuwe
werkplaats was op 16 februari 1961. Herman uit de Bosch
|
|||||||||||
Seijst
1998-1
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JAARVERSLAG 1997, VAN DE ARCHIEF- EN REDACTIECOMMISSIE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met verwondering en weemoed
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tussen 14.00 en 16.00 uur in het
Zeister Slot. Extra vermeld dient te worden onze
deelname aan de antiquarische boekenmarkt op het Slotplein, jaarlijks in september. Aanvulling en verster- king is zeer gewenst. Een woord van dank gaat uit naar de- genen die onze Collectie hebben ver- rijkt in de vorm van giften, nieuwe aanwinsten e/o bruikleen. C.W. van den Berg-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waardevol historisch (archief-) materi-
aal, waaronder de aanschaf van di- verse boeken, zoals de geschiedenis van de Provincie Utreclit onder redac- |
tie van prof. Dr. C. Dekker, oud-rijks-
archivaris in de provincie Utrecht. Ook ons 'knipsel'-archief verdient alle aan- dacht. Immers, wat vandaag gebeurt is morgen reeds geschiedenis. De vele bezoekers aan ons Documentatiecen- trum kunnen te allen tijde een beroep doen op het zogenaamde 'Zeister Ge- heugen' en kloppen zelden tevergeefs aan. In dit verband verwijzen wij nog eens naar onze middagopenstelling elke eerste zaterdag van de maand |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
et verwondering en wee-
moed kijken wij terug op het afgelopen jaar. Zo snel voor- bij, maar toch heel veel gebeurd. Vanaf deze plaats een laatste groet aan Lydia Heyning en Raymond Tijtgat, die ieder op eigen wijze een grote bijdrage hebben geleverd aan het vele werk dat in de Van de Poll- kamer wordt verzet. Zo blijven wij ons met enthousiasme bezig houden met de uitbreiding van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boeiende debutanten
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leden retfactiecommissie
J. Fluitman (voorzitter), J.A. van
den Dikkenberg (hoofdredacteur), F. Ruys (vormgever), mw. drs. A. Bal (secretariaat) en M. Roeder, N. Vlak en M. Wortmann. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
af van de hoeveelheid en de kwaliteit
van de aangeleverde kopij. Bij alle kleinigheden die er mis zijn gegaan is het wel eens goed om vast te stellen dat we goed met elkaar kunnen sa- menwerken en veel met elkaar gela- chen hebben. In het najaar werd de redactiecommissie versterkt met N. Vlak en M. Wortmann. Op deze plaats willen we iedereen die als auteur of |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
konden we een aantal boeiende debu-
tanten presenteren, waardoor de ver- nieuwing die de redactie voorstaat niet alleen in de vormgeving tot uit- drukking komt. Wie de afgelopen jaar- gang heeft bestudeerd, zal tot de con- clusie komen dat de redactie gepoogd heeft het zuiver historische perspec- tief iets te verbreden, maar waar het allemaal toe moet leiden hangt mede |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nder verantwoording van
deze redactie verschenen vier nummers van het vernieuwde SEIJST. Niet alleen konden we werk publiceren van mensen die al vele ja- ren in Seijst publiceerden - met hoog- achting noem ik in dit verband de heer L. Visser, wiens magnus opus over de tollen langs de wegen van Zeist in deze jaargang een finale beleeft - ook |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
anderszins een bijdrage heeft geleverd
(ik denk bijvoorbeeld aan de heer Rhoen, die altijd bereid is mee te den- ken en enkele illustraties ter beschik- king heeft gesteld) hartelijk danken. J.A. van den Dikkenberg |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Seijst,
|
|||||||||||||||
JAARVERSLAG 1997, VAN DE COMMISSIE BEHEER COLLECTIES EN DOCUMENTATIECENTRUM
|
|||||||||||||||
^ , »B*(^«^vi i*js^»^^ni?i*^«wi«^«8s>«(«>-^*rt^s«>'WS'»ss-s^«sw
|
|||||||||||||||
1998-
|
|||||||||||||||
n liet tweede jaar van liet be-
staan van onze jonge commissie zijn de audiovisuele activiteiten van de stichting met succes uitge- diept en verbreed. RESTAURATIE
Er is ten eerste hard gewerkt aan de
conservering en het toegankelijk ma- ken van het oude 16 mm film- materiaal. Alle slechte lassen zijn ge- restaureerd, de dragers zijn gereinigd en daarna gecopieerd naar VHS voor consultatie. De komende jaren zal dit materiaal worden overgezet op pro- fessionele videoband, zodat we in de toekomst bij voorstellingen geen ge- bruik meer hoeven te maken van de oude films. Piet Goedhart organiseerde in januari
een besloten filmvoorstelling voor de Walkartvereniging aan de Kerkweg. De Walkartclub was enthousiast en dat leverde weer nieuwe donateurs op. Bovendien werden in januari de eerste officiële contacten gelegd met het provinciaal audiovisueel archief in Utrecht en met de afdeling gemeentevoorlichting van Zeist. Met beide instanties is overleg op het ge- bied van historische films. |
|||||||||||||||
Activiteiten uitgediept
en verbreed |
|||||||||||||||
Een waardevol contact met de lokale
televisie Slotstad TV werd opgebouwd met het doel in de komende jaren te gaan samenwerken aan uitzendingen met historisch materiaal. PREMIERE
Een meer in het oog springend evene-
|
|||||||||||||||
^g
|
|||||||||||||||
Seijst
1998-1
|
|||||||||||||||
'DE BREUL' IN ZEIST (2), ROBBERT ROOSENBOOM
|
|||||||||||||||
ment was de FIGI-première in maart
van de door Marjolijn Droog ge- maakte documentaire "Goede Bu- ren", over het 250-jarig bestaan van de Evangelische Broedergemeente in Zeist. We mochten ons verheugen in een overvolle zaal belangstellenden. Bovendien waren er lovende woor- den van voorzitter Van der Burg van de stichting, van de vertegenwoordi- ger van de Broedergemeente en van de rest van het publiek. Later in het jaar bereikte ons het bericht dat de broedergemeente deze film wil gaan vertonen als onderdeel van de zendingsactiviteiten; zeker een com- pliment! NIEUWE FILMS
De eerste opnames voor de film over
de nieuwbouw van het Boulevard-ter- rein werden in april ter hand geno- men door cameraman Gijs Ansem van fiimcub Centrum. Gijs zal de ko- mende twee jaar met regelmatige tussenpozen opnames maken van de bouwactiviteiten en -in het kader van oral history- van interviews met archi- tecten, bouwkundigen en andere be- langhebbenden. Op Koninginnedag 1997 hebben we |
|||||||||||||||
een oude traditie in ere hersteld door
samen met de Oranjevereniging een tweetal filmvoorstellingen in FIGI te organiseren. De opkomst was rede- lijk, in het voor ons liggende jaar zal een betere PR gewenst zijn. Ook hebben Piet Goedhart en JanWillem van Scherpenzeel (een nieuw commissielid) in deze maand een besloten filmvoorstelling georga- niseerd voor de Zeister Schilder Patroons Vereniging. Dit werd een succes; verschillende schilders heb- ben zich opgegeven als donateur. Marjolijn Droog, Aad de Groot en ca- meraman Piet Riethoven (ook van filmclub Centrum) startten in de maand mei met de opnames voor een film over de Zeister familie Haaksman. Deze film zal het leven van de Zeister ondernemers-familie aan het einde van de twintigste eeuw in de vorm van oral history belichten vanaf de start op landgoed Vollenhove tot heden. Het initiatief om in samenwerking met de gemeente een voorlichtings- film over het leven in Zeist tijdens de tweede wereldoorlog te maken strandde op de helling. Vanwege on- voldoende belangstelling vanuit het |
onderwijs werd dit project (voorlopig)
afgeblazen. WISMAN COLLECTIE
In juli kwamen we in gesprek met de
heer Wisman, voormalig loodgieter te Zeist, nu wonende in Huis ter Heide. De heer Wisman blijkt in het bezit te zijn van vele uren historische films, deelszelf gemaakt in de vijftiger jaren, deels van derden ontvangen. Naast zijn filmcollectie heeft hij een interes- sante verzameling van historische au- diovisuele apparaten en andere objec- ten opgebouwd. Na enig heen en weer praten geeft de heer Wisman aan te willen samenwerken met de stichting om zijn unieke collectie te bewaren voor de toekomst. In de loop van de winter zal deze collectie geïnven- tariseerd worden. In oktober hebben we een najaarsfilm-
voorstelling georganiseerd in FIGI, met onder andere een film van Wisman. De belangstelling voor deze avond was zo groot dat we de helft van het pu- bliek hebben moeten vragen om bui- ten de zaal te wachten op de tweede voorstelling. De meeste belangstellen- den deden dat zonder morren en dat gaf de aanwezige verslaggever van het |
Utrechts Nieuwsblad de gelegenheid
uitgebreid interviews af te nemen. Het resultaat was de volgende dag een en- thousiast artikel in het U.N. Prima PR! We zien dus met gepaste trots terug
op een actief jaar waarin we positief en verantwoord hebben kunnen bijdra- gen aan de doelstelingen en de beeld- vorming van de Van de Poll Stichting. Jaap van Zoonen |
|||||||||||||
Leden
audiovisuele commissie
Henk Wels onze man van het
eerste uur en de nestor van de ploeg. Marjolijn Droog onderzoek- ster en regisseur van nieuwe films Aad de Groot algemeen medewer- ker en PR. Piet Goedhart mede- werker projecties en inventarisatie collecties. JanWillem van Scherpenzeel; explicateur projec-
ties en inventarisatie collecties. Alfred Venema de nieuwste aan- w/inst van de commissie, zal zich gaan bezig houden met acquisitie van oude films bij derden en het ontwikkelen van nieuwe films. Jaap van Zoonen voorzitter, projektontwikkeling, eindredaktie en coördinatie van de activiteiten. |
|||||||||||||||
Seijst
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'DE BREUL' IN ZEIST (2), ROBBERT ROOSENBOOM
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n 1997 heeft de tentoonstellings
commissie tien keer vergaderd. Met de gemeente Zeist is afge- sproken, dat het Zeister Historisch Genootschap 14 dagen per jaar kan beschikken over de expositieruimte Galerie de Vleugel in Slot Zeist. Aanvankelijk w/as de commissie van plan in juni een tentoonstelling over de familie van de Poll te presenteren tegelijk met de aanbieding van de in- ventaris van het familiearchief. Om or- ganisatorische redenen bleek dit voor- nemen niet uitvoerbaar. De tentoon- stelling werd verplaatst naar begin 1998. In samenwerking met vertegenwoordi-
gers van de Rijksdienst voor de Monu- mentenzorg, de VVV en 't Gilde, leden van de monumentencommissie en de gemeentearchivaris werd de Open Monumentendag 1997 georgani- seerd. Onze commissie stelde de ten- toonstelling 'Gebouwd en gesloopt: scholen in Zeist' samen, die op 12 september te zien was bij de Rijks- dienst op het Zusterplein. Helaas was de belangstelling gering, zowel voor de tentoonstelling als voor de andere activiteiten: een busroute en een fietsroute langs monumentale school- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vitrines aan
Het Rond |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dio 1998 zal de commissie beginnen
aan de inventarisatie, waarna een se- lectie gemaakt kan worden voor een tentoonstelling. De tentoonstellingscommissie bestaat
thans uit vijf leden. Uitbreiding van de commissie is gewenst, zodat de uit- eenlopende taken over meer mensen verdeeld kunnen worden. Enige erva- ring met het doen van historisch on- derzoek en/of tentoonstellings- techniek, zowel in de voorbereidende als de uitvoerende fase, is een ver- eiste. Belangstellenden worden van harte
uitgenodigd om contact op te nemen met de voorzitter van de tentoonstellingscommissie. Karen Veenland-Heineman
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een Zeister freule aan het Hof'. Tot
oktober was het omvangrijke familie- archief nog gehuisvest in het Amster- dams Gemeentearchief. Verschillende keren werd het daar geraadpleegd. Het onderzoek werd gemakkelijker uit- voerbaar toen het archief was overge- bracht naar het depot van het Gemeentearchief in Zeist. Het resultaat van haar inspanningen is van 21 februari tot 5 maart 1998 in Galerie de Vleugel van Slot Zeist te zien geweest. De volgende tentoonstelling vindt
plaats in 1999. Voorbereidend werk is verricht door de conservering van de verzameling glasnegatieven van boek- handel/uitgeverij Kraal in gang te zet- ten. De collectie is in 1997 overge- bracht naar het Nationaal Foto- restauratie Atelier te Rotterdam. Me- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gebouwen in de gemeente Zeist.
In 1997 werd uitvoering gegeven aan het project 'Vitrines aan Het Rond'. Een van de vitrines in de lobby van Hotel Figi werd ingericht met pennin- gen uit het bezit van het Zeister His- torisch Genootschap. Het ligt in de bedoeling om regelmatig de inhoud van de vitrine te wisselen om zo een beeld te geven van de rijke verschei- denheid van de collectie van onze stichting. De tentoonstellingscommissie werkt
hierin samen met de commissie Ar- chief en Collecties. Het project is pas echt geslaagd als ook op andere locaties aan Het Rond stukjes uit de collectie getoond worden. De meeste tijd heeft de commissie besteed aan de voorbereiding van de tentoonstelling 'Henriëtte van de Poll. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Seijst
1998-1
|
||||||||||||||||||||||||||||||
JffiMUIJilJOMJI POLL-KAIWIL
|
||||||||||||||||||||||||||||||
De Henriëtte Polka op een synthesizer
|
||||||||||||||||||||||||||||||
mensen uit heel Nederland bezocht.
Vooral een artikel uit Trouw heeft veel belangstellenden getrokken.Aanleiding voor de tentoonstelling is de inventari- satie van het familie-archief dat onder de titel 'Inventarisatie familie-archief Van de Poll; het Zeister gedeelte 1765- 1970' op vrijdag 13 maart werd gepre- senteerd door voorzitter mr. dr. Van der Burg. In zijn toespraak meldde hij overi- gens niet zonder trots dat ook Fasseur, in zijn onlangs verschenen biografie Wil- helmina de jonge Koningin veelvuldig bron- nen van het genootschap citeert. Genoemde inventaris, samengesteld
door dr. B.R. De Melker van het gemeentearchief Amsterdam, is bij het genootschap te koop voor ƒ30,-. Nieuwe donateurs
in verband met een nieuwe verwerkings-
methode van het abonneebestand bleek het bij het ter perse gaan van dit nummer niet mogelijk de ledenstand te publiceren. Hiervoor onze excuses. |
||||||||||||||||||||||||||||||
speelde mevrouw Jiskoot op een elektrtv
nische speeldoos de Henriëtte Polka die haar vader Frederik Harmen voor haar schreef in 1860. Gedurende de negen bezoekdagen die daarop volgden, werd de tentoonstelling door maar liefst 664 |
||||||||||||||||||||||||||||||
Zaterdag 22 februari was voor Ka-
ren Veenland en haar trouwe commissieleden in meerdere op- zichten groot feest. En dat straalde van hun gezichten op deze mieserige dag. Niet alleen was de expositie |
||||||||||||||||||||||||||||||
1 Je Pull
|
'Henriëtte van de Poll - een
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Henncttc ^
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Zeister freule aan het Hof
een jubileum (de vijfde op |
||||||||||||||||||||||||||||||
Een Zeister
freule
aan het Hof |
||||||||||||||||||||||||||||||
een rij), ook het tentoon-
gestelde materiaal was uniek. Na maanden spitten |
||||||||||||||||||||||||||||||
in de tientallen archief-
dozen vol brieven die Henriëtte van de Poll tus- sen 1880 en 1954 bijna da- gelijks schreef aan haar fa- milie in Zeist, moest de tentoonstellingscommssie een selectie maken. De ' expositieruimte van Gale- , rie de Vleugel in Het Slot , kent immers zijn beper- kingen. Na een kort welkomswoord be- |
||||||||||||||||||||||||||||||
ra.. •, w fa» HwitïligWit* a» [ . Jt»!» ï
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Freule schreef paar duizend twievei
|
||||||||||||||||||||||||||||||
7;;;sTi»j;;i;i-™v;r"'''"' I
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Artikel uit Trouw,
24 februari 1998 |
||||||||||||||||||||||||||||||
TOLLEN LANGS DE WEGEN VAN ZEIST (10), LEO VISSER
|
|||||||||
De tol aan de
Odijkerweg |
|||||||||
Het onderhoud van het gedeelte
van de Odijkerweg vanaf de Driebergseweg tot de brug in Odijk is tientallen jaren een twist- punt geweest tussen de gemeen- ten Zeist en Driebergen. Gedepu- teerde Staten van Utrecht moes- ten er verschillende malen aan te pas komen om de gemeentebestu- ren zover te krijgen, dat ieder de helft van de onderhoudskosten betaalde. Eind 1857 kwam er een oplos
sing in zicht. Op 2 november van dat jaar schreven jhr. J.E. Huydecoper van Zeijst, jhr. mr. O. d'Aumale van Romondt, mr. IJ.J.H. de Koch, burgemeester van Odijk en mr. W.D.F Schas, burgemeester van Zeist aan gedeputeerde staten, dat zij zich verenigd hadden tot een Commissie van Administratie met het doel de Odijkersteeg, zowel het Zeister- als het Odijkergedeelte, als grindweg aan te |
|||||||||
Het witte liuisje van IVliJntje van Ettikhoven. Bij de grenswijziging is dit gedeelte
van Zeist bij de gemeente Bunnik gevoegd. |
|||||||||
Seijst
1998-11
|
|||||||||||
TOLLEN LANGSJ)E JKEiyiN KIST (10^
|
|||||||||||
leggen. Voor de benodigde ƒ2.850,'
had de commissie reeds ƒ2.000,- als vrijwillige bijdragen bijeenverzameld De commissie nodigde gedepu-
teerde staten beleefd uit voor het te- kort van ƒ850,- een subsidie uit de provinciale fondsen beschikbaar te stellen. De commissie erkende graag, dat het een aanzienlijk bedrag was, "doch het is geheel overbodig U te herinneren aan de vele en langdurige geschillen tusschen de aangrenzende gemeenten omtrent het onderhoud van dien weg" aldus de commissie. Na een uitgebreid betoog over het
belang van deze grindweg voor de communicatie met Wijk bij Duurstede en omliggende plaatsen ging de com- missie als volgt in op het bijgevoegde bestek; Aangaande dit laatste stuk echter moeten
wij opmerken, dat het eenigszins afwijkt van de gewone bestekken bij dergelijke werken gebruikelijk Het werk zal name- lijk in deze uit de hand moeten geschie- den, daar een publieke aanbesteding te |
|||||||||||
eene male onmogelijk is en wel om de
reden, dat onder de f2.000,- waarover wij te beschikken hebben omstreeks f800,- behoort aan de Algemeene Armencommissie te Zeijst, die des winters de behoeftigen werk verschaft. Met goedvinden der genoemde Armen- commissie zal dit jaar het werkvolk uit- sluitend aan de verbetering der Odijkersteeg worden gebezigd. De benoodigde puin hebben wij van tijd tot tijd verzameld, zoodat daarvan voor een gedeelte van den weg eene zekere hoeveel- heid voorhanden is. De leverantie der benoodigde kegels (kiezelstenen, L.V) zoude alzoo het enige zijn wat voor aan- neming vatbaar zou zijn, doch daar wij de kegels voor een gedeelte uit de heide laten horden (zeven op een horde, L.V.j en voor een ander gedeelte reeds met een schipper in besprek zijn, meenen wij voordeeliger te handelen, door ook in dit opzigt ondershands werkzaam te zijn. De reactie van gedeputeerde staten
van positief Ze verklaarden zich be- reid de gevraagde provinciale subsidie te verlenen, mits het onderhoud in |
|||||||||||
raadsbesluiten van de gemeenten Zeist
en Bunnik zou worden gegarandeerd. Aangezien de commissie geen geld- lening had hoeven te sluiten voor de uitvoering van de werkzaamheden, werd de garantie door beide gemeen- teraden probleemloos verleend. Er was vrijwel geen enkel risico aan ver- bonden. Wel werd in de raadsbesluiten reke-
ning gehouden met de eventuele op- heffing van de commissie van admini- stratie. In dat geval zouden de ge- meenten ieder voor het onderhoud van het onder hun gemeente gelegen gedeelte van de weg zorgen en Odijk zou V3 van de tolopbrengst moeten ontvangen. Omdat de commissie na verharding
van de weg ook verantwoordelijk was voor het onderhoud van de brug in Odijk, moest de gemeenteraad afstand doen van het sedert 6 maart 1668 bestaande recht van tolheffing voor het passeren van die brug. Nadat aan alle formaliteiten was
voldaan besloten gedeputeerde staten |
|||||||||||
Seijst
|
||||||||||||||||||
TOLLEN LANGS DE WEGEN VAN ZEIST (10), LEO VISSER
|
||||||||||||||||||
■98-11
|
||||||||||||||||||
hond, geit of bok ƒO,01•/2
Voor een gezadeld paard ƒ 0,03
Voor een ongezadeld
of los paard ƒ0,02'/:
Voor elke onaangespannen
ezel of muilezel ƒ0,01
Voor elk runderbeest, varken
of schaap ƒ0,01
Voor een kudde schapen, uit
meer dan tien stuks bestaande ƒ 0,10
Op 20 januari 1859 schreef de
commissie aan gedeputeerde staten, dat de werkzaamheden aan de Odijkersteeg zo goed als afgelopen waren, dat op 24 januari e.k. een aanvang met de tolheffing zou wor- den gemaakt en dat graag ou wor- den vernomen wanneer over de subsidie van ƒ850,- kon worden beschikt. Het leek allemaal voorspoedig
te gaan, maar de werkelijkheid was anders. Op 15 april 1859 ging er weer een brief naar gedepu- teerde staten. Nu met het ver- zoek om ƒ200,- extra subsidie. |
TARIEF VAN
TOLGELDEN
|
|||||||||||||||||
op 4 juni 1858 tot toekenning van een
provinciaal subsidie van ƒ850,'. Daar- mee was de weg geëffend voor een verzoek om concessie tot tolheffing op de Odijkersteeg. Bij koninklijk besluit van 29 okto-
ber 1858, nr. 73, werd die concessie verleend voor de Odijkersteeg, strek- kende van de provinciale grindweg in Odiijk tot aan de grote weg der Ie klasse nabij het station te Driebergen. De tolboom moest worden geplaatst op grondgebied van de gemeente Zeist in de nabijheid van de weg naar Lang- broek. De tarieven waren als volgt vastgesteld: Voor een kar, boerenwagen of ander
voertuig, niet op veren of riemen, be- spannen met één paard ƒ 0,03 Voor elk paard daarboven ƒ 0,02 Voor een rij- of voertuig hoe ook
genaamd, op riemen of veren, bespannen met één paard ƒ 0,05 Voor elk paard daarboven ƒ 0,05
Voor elke aangespannen ezel,
muilezel of runderbeest ƒ 0,03 Voor elke aangespannen
|
||||||||||||||||||
'astgeste.- b,i Kon,n<ij,k 3^^.
f>«Pannen ^e^^*'^^" of riemen.
Voor- ^ f'^''»™ aaarboven om ^^^ eiken aan-^csn^T^ ' . ' ' -^'^^
lEeit of b<,k "^'=^P''""en hond. Voor een gezadeld paard " " ' "n"^''
^oor een on;SezadpM ^ ' " -OW , ezel of muS^'^ «f'os paard.
Voorelkrunderbccsf v-,.l < " ^02»
^oor eene kudde 4;^!" -^'"'^ ^'^^^
meer dan f,-» '^"•ipen, uit Voorecn.ïr^;",,«f^ ^-taande - O.IO
^oor een drie^vieli" ? ^^^""'^ - ,0.10 bewo^^en voertui^ ' '■'^''■^- De v-i " " - '^•'^2^'
Besluit Yt!^J^l^'' "^"^ tol. vas?o^»..w ..
|
||||||||||||||||||
■TT^
|
||||||||||||||||||
KS
|
||||||||||||||||||
f^o W). lij'n
|
||||||||||||||||||
Seijst
199841
|
|||||||||||
TOLLEN LANGS DE WEGEN VAN ZEIST (10), LEO VISSER
|
|||||||||||
Bij het opmaken der rekening was
namelijk gebleken, dat er ƒ779,- meer uitgegeven was dan ontvangen. Die treurige toestand was ontstaan, door- dat bij het maken van een kleine reparatie aan de Odijkerbrug was ge- bleken, dat de hoofdbalk en enige palen der beschoeiing geheel waren vergaan. Extra kosten ƒ300,-. Verder was de commissie genoodzaakt ge- weest de materialen per 'asch' te door aanvoeren bij gebreke aan genoeg- zaam water in de Kromme Rijn. Wan- neer ƒ200,- subsidie zou worden ver- leend, zou de commissie de ontbre- kende ƒ579,- renteloos voorschieten. Ook deze keer was de provincie
bereid te helpen. Bij besluit van 28 april 1859 werd een subsidie van ƒ190,- toegekend. Waarom dat laatste tientje er niet meer af kon werd niet vermeld. Bij de voorgestelde tarieven voor de
tolheffing was de commissie blijkbaar te optimistisch geweest. Op 20 augustus 1862 schreef de
commissie aan Z.M. de Koning, dat de rekeningen over 1860 en 1861 een |
|||||||||||
nadelig saldo hadden van resp.
ƒl37,68'/2 en ƒl57,54'/2. Gevraagd werd de tarieven te verhogen voor een kar, boerenwagen etc. met één paard van drie cent naar vijf cent en voor elk paard daarboven van twee cent cent naar drie cent. Voor een rij- en voertuig bespannen met riemen of ve- ren , bespannen met één paard van vijf naar zeven en een halve cent en voor elk paard daarboven ook van vijf naar zeven en een halve cent. Ten- slotte voor een onbespannen paard van drie naar vier cent. Bij k.b. van 6 november 1862 nr. 53
werden de nieuwe tarieven voor drie jaar goedgekeurd. Maar de hogere tarieven brachten
de oplossing niet. Bij brief van 5 mei 1869 schreef de
commissie aan gedeputeerde staten van Utrecht, dat de onderhandse pacht over de jaren 1866 t/m 1868 resp. ƒ200,- ƒ200,- en ƒ225,- had op- gebracht, terwijl de uitgaven over die jaren resp. ƒl84,81'/2, ƒ378,01'/2 en ƒ269,87 bedroegen. |
|||||||||||
Het gemis van een
tolgaarderswoning was bepaald niet
zonder invloed op de verpachting al- dus de commissie. Die verpachting had overigens
steeds ondershands plaatsgevonden. In de notulen van de commissie van administratie over de Odijkerweg van 27 augustus 1861 staat o.a.: Eindelijk werd besloten de opbrengst van de tolboom weder voor één jaar te gunnen aan Com. Wolleswinkel, tenzij door Ettikhoven eenen merkelijk hoogere som wordt geboden, in welk geval de opbrengst der tolgelden aan hem zal moeten worden gegund. Uit de notulen van de commissie
van 31 maart 1868 kan worden opge- maakt, dat dit pas in 1868 gebeurde, er staat n.1.: Eindelijk wordt door de secretaris nog
medegedeeld, dat de pacht van de op- brengst der tolgelden op l januari j. l. is overgegaan op ]. van Ettikhoven, die f25,' meer daarvoor heeft geboden dan de vorige pachter en derhalve na dit jaar daarvoor zal moeten opbrengen de som |
|||||||||||
Seijst
1998-11
|
|||||||||||||
TOLLEN LANGS DE WEGEN VAN ZEIST (10), LEO VISSER
|
|||||||||||||
van de provincie en van de betrokken
gemeentebesturen op niets waren uit- gelopen, schreef de commissie op 27 december 1872 aan gedeputeerde sta- ten, dat leden van de commissie beslo- ten hadden hun mandaat neer te leg- gen en de commissie per 1 januari 1873 was ontbonden. Gedeputeerde staten reageerden
snel. Op 14 januari 1873 schreven zij, dat "van de volvoering van dat plan geen sprake kon zijn". "De onderhoudsplicht behoort en blijft behoren tot de onderhoudsplichtige vol- gens de Wegenlegger, totdat de onderhoudsplicht langs vuettige weg op anderen is overgegaan," aldus gedepu- teerde staten. De oplossing kwam na ongeveer
een jaar. Voor de kosten van de nieuwe brug werd een geldlening ge- sloten. De hele tolopbrengst zou be- steed worden voor rente en aflossing van de lening, terwijl de gemeenten Odijk en Zeist zouden zorgen voor het onderhoud van het op hun grondge- bied gelegen weggedeelte, totdat uit |
de opbrengst der tolgelden de geld-
lening zou zijn afgelost. Op zaterdag 8 maart 1873 vond de openbare aan- besteding plaats voor de aanleg van een nieuwe vaste brug over de Kromme Rijn. Het werk werd gegund aan de laagste inschrijver, Frederik Beemen te Werkhoven, voor ƒ3.399,93. De eerste openbare verpachting van
de tol aan de Odijkerweg vond plaats op maandag 1 december 1873, verpachting geschiedde voor de jaren 1874 en 1875. De pachter was bevoegd op een
nader aan te wijzen plaats en op zijn kosten in de nabijheid van de tolboom een houten wachthuisje te plaatsen, dat na afloop van de pachttijd moest worden opgeruimd. Er werd ingeschreven door Corn.
WoUeswinkel voor ƒ310,- en door Corn. Droogenbroek voor ƒ400,- per jaar, zodat laatstgenoemde voor de twee volgende jaren de pachter werd. Op 24 november 1875 vond de
volgende verpachting plaats voor de jaren 1876 t/m 1878. Er waren twee |
||||||||||||
Het Pannenkoekenhuis "Mijntje van
Ettikhoven", ooit het tolhuis aan de odijkerweg FOTO PARTICULIERE COLLECTIE
van f225,-. De notulen van 8 juni 1870
vermelden, dat Ettikhoven zich bereid had verklaard om voor de pacht van de tol- boom over het lopende jaar f 10,- meer te betalen dan vroeger, zodat de pachtsom f235,- ging bedragen. In 1871 rezen er grote problemen
voor de commissie, toen bleek, dat de brug over de Kromme Rijn in zulk een slechte toestand verkeerde, dat hij ge- heel vernieuwd moest worden. Toen diverse verzoeken om subsidie
|
|||||||||||||
t
|
|||||||||||||
r'
|
|||||||||||||
Seijst _
1998-11
|
|||||||||||
TOLLEN LANGS DE WEGEN VAN ZEIST (10), LEO VISSER
|
|||||||||||
gegadigden, te weten Cornelis Wolfs-
winkel voor ƒ370,- en tapper Jan van Ettikhoven voor ƒ371,-. Dankzij die ene gulden meer werd Van Ettikhoven de nieuwe tolgaarder en bleef dat lange tijd. Omdat de extra verhoging van de
tolgelden op de Odijkerweg in 1862 voor drie jaar was toegestaan, moest elke drie jaar worden gevraagd de verhoogde tarieven te mogen handha- ven. Dat gebeurde dan ook met de regelmaat van de klok en na elke koninklijke goedkeuring kon de tol weer voor drie jaar worden verpacht. Sedert 1 januari 1879 gebeurde dat steeds ondershands aan Van Ettikhoven. Omdat de opbrengst van de tol niet toenam en de onderhouds- kosten wel, werd de pachtsom telkens verminderd. In 1904 bedroeg die nog maar ƒ310,-. In 1905 kwam er een kleine verbetering voor de tolpachter in zicht. Op 5 juni 1905 besloot de commissie aan Hare Majesteit de Ko- ningin bij het driejaarlijkse verzoek om verlenging van de concessie te vragen deze als volgt aan te vullen: |
"Voor een door mechanische kracht
voortbewogen rijtuig zal voortaan f 0,10 en voor een door mechanische kracht voortbewogen rijwiel f 0,05 worden gehe- ven. " Indien van H.M., de Koningin de
concessie aldus zou worden verkregen, dan zou aan de pachter van de tol- boom worden voorgesteld de pacht- som met ƒ10,- te verhogen en aldus te brengen op ƒ320,- per jaar. De aanvul- ling werd goedgekeurd en dankzij het gemotoriseerde vervoer steeg de pachtsom voor de jaren 1906 t/m 1908 tot ƒ320,- per jaar. Toen tol- pachter Jan van Ettikhoven op 23 november 1907 overleed ging de pacht over op zijn zoon Pieter. Door het toenemende verkeer
kwam er meer tolgeld binnen , waar- door ook de pachtsom kon stijgen tot ƒ340,- in 1915, ƒ395,- in 1921 en ƒ450,- in 1923 Dat was overigens het laatste jaar
dat er tolgeld werd geheven op de Odijkerweg. Op 30 april 1923 viel het doek voor de tol. De gemeenteraad van Zeist besloot op deze datum: |
"Van de commissie van administratie van
den Odijkerweg het beheer en het onder- houd van die weg - voor zover in de gemeente Zeist gelegen- alsmede dat van de brug over de Kromme Rijn met ingang van l januari 1924 over te nemen onder voorwaarde, dat de tolheffing met ingang van die datum zou worden beëindigd en de gemeente Odijk het in die gemeente gelegen gedeelte van de weg in beheer en onderhoud zou overnemen." En aldus geschiedde, waardoor de
gemeente Zeist op 1 januari 1924 ge- heel tolvrij was. Leo Visser
BRONNEN
Gemeentearchief Zeist
Notulen van de vergaderingen van de com- missie van administratie over de Odijkstersteek (Odijkerweg) van 20 mei 1859 - 14 november 1922. Correspondentie betreffende de Odijkerv/eg van 1832-1924. Rekeningen en verantvi/oordingen van de
administratie over de Odijkerweg gedaan door de penningmeester van 1910-1920. Notulen van de gemeenteraad van 1923. |
|||||||||
.Seijst
1998-11
|
|||||||||||
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
|||||||||||
Begraafplaatsen mogen zich in een toenemende belangstelling verheugen. Er wordt onderzoek gedaan naar
de geschiedenis van deze oorden van rust en stilte en de grafmonumenten worden uitvoerig beschreven.
Genealogen willen graag weten waar iemand begraven ligt en zijn geïnteresseerd naar de gegevens die op
een graf vermeld staan. Vragen als 'Wie stelden de doden ter aarde' en 'Waar woonden zif worden niet zo
vlug gesteld; nog minder beantwoord. Voor Zeist wordt geprobeerd hierop een antwoord te geven; althans
voor de begraafplaats aan de Bergweg.
|
|||||||||||
Aquarel-ets door Christoph Aussems,
Rotterdam 1997 COLLECTIE GEMEENTEARCHIEF ZEIST
|
|||||||||||
De 3 doodgraverswoningén
|
|||||||||||
Seijst
|
|||||||||||||
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
|||||||||||||
De doodgravers
In 1829 liet het gemeentebestuur
een algemene begraafplaats aan leggen aan de Bergweg. Tegen- woordig wordt deze de Oude Begraaf- plaats genoemd. De eerste dode werd er op 18 januari 1830 begraven. De Nieuwe Begraafplaats aan de Woudenbergseweg werd in 1917 in gebruik genomen.' . Voor het begraven van de doden
stelde het gemeentebestuur een dood- graver aan. Vijf personen hebben deze functie vervuld. De eerste die tot doodgraver werd benoemd was Gerrit Magerij (1761-1853). Hij moet met ingang van 1 oktober 1830 zijn aange- steld, daar zijn traktement over dat jaar 12,50 gulden bedroeg en over 1831 en volgende jaren 50 gulden.^ Voorheen was hij veldwachter in Zeist geweest en deurwaarder. Zijn zoon Hermanus (1791-1860) werd na zijn overlijden door de gemeenteraad tot zijn opvolger benoemd.^ In 1860 werd Willem Verweij (1806-1872) in die |
|||||||||||||
functie benoemd."* Na zijn dood be-
noemde de gemeenteraad Teunis van Eek (1830-1897).' De doodgraver was niet alleen be-
last met het delven van de graven, maar moest tevens zorgen voor het onderhoud van de begraafplaats. Ver- schillende personen die in die functie benoemd werden, waren tuinman of - knecht van beroep. Dat was een be- langrijke afweging toen in 1897 voor- zien moest worden in de vacature. Tot opvolger van Van Eek werd Teunis van de Kamp (1864-1930) benoemd.* Naar zijn functioneren werd in 1923 door een commissie uit de gemeente- raad een onderzoek ingesteld. De ge- meenteraad trok in zijn vergadering op 27 maart naar aanleiding van dit rapport het raadsbesluit van 15 ja- nuari tot opheffing van de functie van doodgraver van de Oude Begraaf- plaats en tot het verlenen van ontslag aan Van de Kamp weer in.' Bij doodgravers zal men zich afvra-
gen waar zij begraven liggen. Gerrit |
|||||||||||||
Magerij vond zijn laatste rustplaats in
een ongenummerd huurgraf, zijn zoon Hermanus komt wel voor in de lijst van begraven lijken maar overige ge- gevens ontbreken! Willem Verweij werd begraven in
het huurgraf H48b, Teunis van Eek rust in het eigen graf N149 en Teunis van de Kamp in het eigen graf J64. Alleen aan de begrafenis van Van
Eek werd in de krant aandacht be- steed. De Weekbode voor Zeist, Drie- bergen omstreken van 21 april 1897 schrijft: 'Zaterdagmorgen werd het stoffelijk
overschot van den doodgraver van Eek ter aarde besteld. Behalve Burgemeester en Wethouders dezer gemeente, merkten vuij den gem. ontvanger en eenige andere belangstellenden op. Nadat allen zich om de geopende groeve geschaard hadden, nam de burgemeester het vuoord en sprak als volgt: Na een tijdvak van van bijna 25 jaren doorgebracht te hebben in dienst der gemeente als doodgraver heeft de onver- biddelijke dood ook den levensdraad van van Eek afgesneden. Het mocht hem niet |
|||||||||||||
^ R.RM. Rhoen, De oude begraafplaats aan de Bergweg. Seijst. Nr. 3 (1993) p. 49-58. ^ Archief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nrs.
348 en 349; Gemeentearchief Zeist. ^ Idem, inv.nr. 103; Gemeentearchief Zeist. " Idem, inv.nr. 105, Gemeentearchief Zeist. = Idem, inv.nr. 109, Gemeentearchief Zeist. '^ Idem, inv.nr. 114, Gemeentearchief Zeist. ^ Idem, inv.nrs. 65, 66 en 1590; Gemeentearchief Zeist. |
|||||||||||||
Seijst
1998-H
|
||||||||||||||
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
||||||||||||||
ook wel haarhuis genoemd (1833).
Volgens zijn in 1885 vastgestelde in- structie was de doodgraver ^verant- woordelijk voor de baren en gereedschap- pen, die bij hem bewaard worden."^ De antieke baar bevindt zich nog steeds in het haarhuis. De doodgravers woon- den tot 1898 in het linker gedeelte van het poortgebouw, in een een- kamerwoning van 4.90 m x 5.50 m. In de beschrijving van 4 september
1996 voor het Monumenten Selectie Project (MSP) wordt vermeld dat het rechter deel dienst deed als lijkenhuis. De opsteller (s) van deze beschrijving heeft (hebben) in zoverre gelijk dat het rechter deel de eerste veertig jaar voor dit doel bestemd was. De ge- meenteraad stemde op 2 juli 1868 in met het voorstel tot het bouwen van een nieuw lijkenhuis bij het ziekenhuis op de hoek van de 2" Hogeweg / KruUelaan (ter plaatse van 2" Hoge- weg 123).'° Het bestek van het poortgebouw is
bewaard gebleven, maar de bijbeho- rende bouwtekeningen helaas niet." |
Dooi de gegevens uit het bestek
bestaat wel een beeld hoe het er in het begin moet hebben uitgezien. Het gebouw bestond uit één bouw-
laag en had een rechthoekige platte- grond met in het midden een door- gang naar de begraafplaats. Naast deze doorgang bevond zich
aan elke kant in de voorgevel een deur met een bovenlicht. In de beide zijge- vels waren twee schuiframen met roedenverdeling, waarin zes ruitjes van 50 X 69 cm. De ramen konden aan de binnenkant gesloten worden met luiken. Voorts zat in de linker zijgevel nog een kelderraam. In de achtergevel van het rechter deel zat een grote deur. Het dak had de vorm van een zadel-
dak en moest volgens het bestek wor- den gedekt met blauwe pannen. In de gemeenterekening zit een nota waar- uit blijkt dat het dak aan de westzijde in 1832 moest worden verdekt.'^ De zolder die zich uitstrekte boven het hele gebouw, was te bereiken via een ladder in de berging. Aan de achter- |
|||||||||||||
gegeven worden zijn zilver ambtsfeest te
vieren. Wij allen dragen de herinnering mede van van Eek als een bescheiden en kalm man. Een man die zijn waarlijk toch niet opwekkend ambt met nauwgezetheid en ijver volbracht. De wetensclmp, dat van Eek tlians eene welverdiende rust geniet, na getrouw als ambtenaar dezer gemeente zijn plicht te hebben gedaan, zal voorzeker de weduwe troost schenken en haar de kracht geven het verlies van haren man met kalmte te dragen. Hij ruste nu in vrede tusschen de velen wier laatste rustplaats hij bereidde.' Het poortgebouw
Bij de aanleg van de begraafplaats
werd aan de Bergweg een poort- gebouw opgericht. Een gedeelte was bestemd voor doodgraverswoning en het andere gedeelte werd ingericht als lijkenhuis ('doodenhuis') en als be- waarplaats voor gereedschappen.^ In het bestek uit 1829 wordt trouwens alleen gesproken over een doodgraverswoning en een gebouw voor berging van gereedschappen; |
||||||||||||||
^ Archief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nr. 101; Gemeentearchief Zeist. ^ Idem, inv.nrs. 111 èn 225; Gemeentearchief Zeist. *° Idem,
inv.nrs. 107, 191 (ag.nr. 382; met tekening) en 386; Gemeentearchief Zeist. " Idem, inv.nr. 150 (f. 237, 238 en 252-268); Gemeentearchief Zeist. ^^ Idem, inv.nr. 350; Gemeentearchief Zeist. ^' Idem, inv.nr. 376; Gemeentearchief Zeist. |
||||||||||||||
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
|||||||||||
1998-11
|
|||||||||||
kant boven de poort was een dakraam
aangebracht. Op de schoorsteen stond een windwijzer op vier pootjes en voorzien van een wimpel en een noordpijl. Op een nota van F.N. Fries- uit 1858 staat een post voor het ver- gulden van de windwijzer." De boog boven de ingang was zelf-
dragend en niet verbonden met de kap. De huidige steekkap die de poort met de kap verbindt, moet pas later zijn aangebracht. De boog was ge- maakt van klinkermoppen en in het midden zat een hardstenen sluitsteen. In het hoogveld kon eventueel een beeldhouwwerk worden aangebracht. Zoals hierna zal blijken, werd er een bijbeltekst in geschilderd. Het plafond van de doorgang werd in 1833 gepleis- terd.'^ Het jaar daarvoor was de door- gang bestraat." De ingang kon wor- den afgesloten met een ijzeren hek, dat in 1829 gekocht werd bij A. Meijer van IJsen & zoon in Amster- dam voor 75,80 gulden. Het smids- werk dat door CR Fries hieraan moest worden uitgevoerd, kostte nog eens |
38,70 gulden."' Het oude hek sluit nog
steeds de ingang af In het woonver- trek, het linker gedeelte van het ge- bouw, zaten twee bedsteden. Hieron- der lag een kelder, die bereikbaar was via een gemetselde trap van klinker- moppen. Verder was dit vertrek voorzien van
een stenen vloer In de berging aan de rechterkant lagen klinkers. Beide ver- trekken waren gepleisterd. De buiten- gevels waren eveneens gepleisterd. In 1833 werd het gebouw gewit. Een grote post voor schilderwerk komt pas weer in de gemeenterekening van 1849 voor'^ Het poortgebouw werd over een
sloot gebouwd en daarom was het noodzakelijk dat voor de zijgevels ge- bouwd konden worden, eerst geheid werd. De sloot wordt in het bestek gracht genoemd. Voor het heien moest voor elke zijgevel 10 palen ge- bruikt worden van 2 meter lengte en 20 cm breedte. Doordat het poort- gebouw boven een sloot stond , was het tamelijk vochtig. Zo moest metse- |
||||||||||
laar Blanken in 1833 het mos aan de
buitenmuren verwijderen."* Uit twee rekeningen uit 1865 blijkt dat er een drinkwaterput was, waarop een pomp was gezet."' Het kan zijn dat deze put aan de overzijde van de weg bij de schuur stond.''' De bouw werd aangenomen door J.
Vermeulen uit Zeist. Hij had inge- schreven voor 3050 gulden. De hoog- ste inschrijving was 4075 gulden.'' De aanbesteding had plaats op 20 juli en werd op 27 juli door gedeputeerde staten goedgekeurd. De aannemer was verplicht het werk binnen drie maan- den op te leveren. De aanleg van de begraafplaats en de bouw van het poortgebouw moeten dus in 1829 zijn voltooid. Het poortgebouw was eerst genum-
merd 252 (1839), daarna wijzigde het nummer in 431 (1850), D 136 (1859) en 214 (1869). In de nummering van 1839 was huisnummer 252 het hoog- ste nummer Dat betekent dat het poortgebouw het laatste huis op de Bergweg was, gezien vanuit het dorp. |
|||||||||||
" Idem, inv.nr. 351; Gemeentearchief Zeist. ^^ Idem, inv.nr. 350; Gemeentearchief Zeist. ^'^ Idem, Inv.nrs. 150 (f. 112) en 347;
Gemeentearchief Zeist. " Idem, inv.nrs. 347, 351, 352 en 367; Gemeentearchief Zeist. "^ Archief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nr. 351; Gemeentearchief Zeist. ^'^, Idem, inv.nr. 383; Gemeentearchief Zeist. '° Idem, inv.nr. 375; Gemeentearchief Zeist. |
|||||||||||
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Op zich is dat niet vreemd daar het
sinds 1825 verboden was binnen de bebouwde kom te begraven. Tegenwoordig is het genummerd
Bergweg 21-23. De weg die voorlangs de begraaf-
plaats liep, was de weg van Zeist naar Huis ter Heide. Ter hoogte van de begraafplaats was deze enigszins ver- breed. Wanneer men gebruik maakte van een lijkkoets en mogelijk ook van van volgkoetsen, moesten deze ergens gestald kunnen worden. Bij de begra- fenis van professor G. van Oordt in 1836 werd de lijkstoet bijvoorbeeld gevormd door de lijkkoets en negen volgkoetsen. ^- In 1838 kwam Jhr J.E. Huydecoper
van Zeist met het plan deze zandweg te bestraten. Hierdoor zou Zeist en de omliggende dorpen een betere verbe- tering krijgen met Amersfoort, de hoofdplaats van het arrondissement, 'en alzoo het nut en genoegen der ingeze- tenen van Zeijst en de naburige phatsen met de verfraaiing der omstreek vereenigde f...J', aldus Huydecoper." |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Korenmolen
'De Vriendschap'
afgebrol<en in 1981
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
3 doodgraverswoning
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Ct)
a>
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
2 doodgravers
^ woning |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
CD
cm
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Watertoren
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Bergplaa'Baarhui
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
1 doodgraverswoning
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
-'(^r.o
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
^<?
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Oude begraafplaats
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De omgeving van de Bergweg anno 1998 met de loktaie van de woningen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
INFOGRAPHIC H.DE L.M.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
21 Idem, inv.nr. 432; Gemeentearchief Zeist. ^^ R.RM. Rhoen, De oude begraafplaats aan de Bergweg. Seijst. Nr. 3 (1993) p. 49-58. ^3
Archief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nr. 133 (akte nr. 9); Gemeentearchief Zeist. '-" Idem, inv.nrs. 159 en 302; Gemeentearchief Zeist. =^ Idem, inv.nr. 111; Gemeentearchief Zeist. ^^ Idem, inv.nrs. 108, 114, 194 (ag.nrs. 2560 en 2576) en 254 (ag.nr. 651); Pipmeentparchief Zpjst. De in Utrecht wonende architect Albert Niiland werd door de gemeenteraad van Zeist op 16 november 1870 met |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Seijst
1998-11
|
|||||||||||||
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
|||||||||||||
De Bergweg werd ter hoogte van de
begraafplaats verlegd in oostelijke richting. Om gebruik te mogen maken van de nieuwe weg moest wel tol worden betaald. Het gemeentebestuur had geen bezwaar tegen dit plan, mits onder andere de begrafenisstoeten geen tol hoefden te betalen.^"* In de vergadering van de gemeente-
raad op 22 augustus 1884 kwam het college van burgemeester en wethou- ders met een voorstel tot verhoging van de post voor het onderhoud van de doodgraverswoning. De raad ging hier niet mee akkoord en in de vol- gende vergadering op 2 september kwam deze zaak weer aan de orde. Naar aanleiding van de gevoerde dis- cussie werd besloten door de architect een uitvoerige kostenopgave te laten maken en de behandeling te verdagen tot een volgende vergadering. In de vergadering op 7 oktober van dat jaar werden drie plannen besproken, die door de architect waren ontworpen. Het eerste plan behelsde de verhoging |
|||||||||||||
J. Harzing, J. Hoogstraten, Martin &
Co., H. Meerdink, G.A. Moen, L. Schütz en zoon, de weduwe C. Tim- merman, J. Versteeg en de weduwe H.A. van Wermeskerken. In 1884 be- droegen de totale kosten 1621,93 gul- den en in 1885 790,61 gulden." Op de poort zijn verschillende sym-
bolen die met de dood te maken heb- ben, aangebracht. De gevleugelde zandloper als symbool van de verlo- pende tijd, de vlinder als symbool van de onsterfelijke ziel, twee gekruiste fakkels met de vlam naar beneden als symbool van het gedoofde leven maar tevens verwijzend naar de wederop- standing en een slang die zichzelf in de staart bijt als symbool van de vergan- kelijkheid in de oneindige kringloop van het leven. De terracotta zandloper boven de poort werd geleverd door Martin & Co. en kostte 15 gulden. De andere doodssymbolen komen niet voor in de ingediende rekeningen. In de vergadering van burgemeester
en wethouders op 24 juU 1885 stelde |
|||||||||||||
van de middengang (kosten 1381,97
gulden); het tweede plan hield in ver- andering en verhoging van het dak (kosten 1817,82 gulden), en bij het derde plan werd het hele gebouw ver- hoogd (kosten 2039,72 gulden). De gemeenteraad sprak zich uit voor het eerste plan." De plannen die besproken werden,
waren ontworpen door gemeente-ar- chitect A. Nijland.^'' Deze plannen zijn helaas verloren gegaan. De klacht van de gemeenteraad was dat de hoofdingang te laag was. Nijland slaagde erin aan deze klacht tegemoet te komen. Hij verhoogde de doorgang en gaf hem tevens het huidige monu- mentaal karakter in neoclassicistische stijl. De deuren moeten bij deze ver- bouwing de huidige halfronde boven- lichten gekregen hebben, waardoor een harmonie ontstond met de rond- boog boven het vernieuwde ingangs- hek. De werkzaamheden werden opge-
dragen aan Zeister bedrijven: J.E Fries, |
|||||||||||||
ingang van 1871 benoemd tot gemeentearchitect. Hij bekleedde deze functie tot 31 december 1894. De gemeenteraad besloot op 26
oktober 1894 de functie op te heffen. Roland Blijdenstein noemt op p. 33 in 'Zeist, groei en bouw. Patijnpark, Dorpskern en Wilhelminapark', Zeist 1984, Johan Meerdink als gemeente-architect. Hetgeen onjuist is. Meerdink (1873-1932) werd in 1900 benoemd tot gemeente-opzichter; in 1904 kreeg hij de titel van gemeente-architect. |
|||||||||||||
Seijst
1998-11
|
|||||||||||||
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
|||||||||||||
kruiste fakkel met in staart bijtende
slang). Boven de doorgang in een verdiept rondboogeveld bevindt zich de in 1885 aangebrachte tekst: "De kleine en de groote is daar en de knecht vrij van zijnen heer " Qob, vers 19). De middenpartij wordt afgesloten door een kepervormige beëindiging voorzien van een omlopende en geprofileerde kroonlijst. Onder deze top is een gevleugelde zaruiloper aange- bracht. Ter weerszijden van de midden- partij bevindt zich een deur met halfrond bovenlicht voorzien van een empire- roedenverdeling. De achtergevel is blind op een grote dubbele deur van de berg- ruimte na. Beide gevels bezitten een zesruits schuifvenster.ln de rechtergevel van de poortdoorgang zijn een enkel (Ned. Herv. Diaconie) en een dubbel (Algem. Armen en Diac. Geer. Kerk) hardstenen offerblokje aangebracht.' Zonder dat dit vermeld wordt in de
beschrijving , die gemaakt is in het kader van het monumenten- inventarisatieproject, van de alge- mene begraafplaats van Bunnik aan de Provinciale weg 63 moet men toch |
|||||||||||||
burgemeestei Costerman, die van li-
berale huize was, voor in het hoogveld boven de poort de tekst aan te bren- gen 'De kleine en de groote is daar; en de knecht vrij van zijnen heer'. Deze tekst komt uit het bijbelboek Job hoofdstuk 3 vers 19 en had volgens hem vanaf de oprichting jarenlang op het gebouw gestaan. Wethouder Huydecoper wilde het liefst weer psalm 103 vers 15 als tekst terug hebben. Voor de ver- bouwing stond er: 'De dagen des menschen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds alzoo bloeit hif. Daar wethouder Meerdink het voorstel van de burgemeester steunde, werd diens voorstel aangenomen.'** Naar alle waarschijnlijkheid werd
de bijbeltekst erop geschilderd door G.A. Moen. Uit een nota blijkt dat het opschrift op 11 april 1908 opnieuw door deze firma werd aangebracht.^' Na deze grote verbouwing werden
toch nog aanzienlijke bedragen be- steed aan het onderhoud. Op de be- groting voor 1892 stond een bedrag van 180 gulden gereserveerd, maar de |
weikelijke uitgaven bedroegen 390,80
gulden. In 1898 werd de doodgravers- woning niet meer geschikt geacht voor bewoning en ingericht tot wacht- kamer, ook wel aula genoemd. Thans is dit gebouw in gebruik als bergruimte van de sector Stadsbeheer. In het advies van de gemeenteraad
uit 1997 aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap- pen de begraafJDlaats als rijks- monument aan te wijzen, wordt de volgende beschrijving van het poort- gebouw gegeven: 'Het witgepleisterde poortgebouw bestaat uit één bouwlaag op rechthoekige plattegrond onder een door gesmoorde kruispannen gedekt zadeldak tussen tuitgevels met schouderstukken. De symmetrische voorgevel heeft een op de middenas geplaatst risalerende topgevel met een steekkapje, waaronder een poort- doorgang die wordt afgesloten door een dubbel smeedijzeren hek. De middenpartij wordt ter weerszijden van de doorgang geaccentueerd door twee door zadeldakjes afgesloten penanten die voorzien zijn van doodssymbolen (vlinder, omgekeerde ge- |
||||||||||||
2' Idem, inv.nrs. 596 en 597; Gemeentearchief Zeist. ^* Arcfiief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nr. 124; Gemeentearcliief Zeist.
Roland Blijdenstein vergist zich in 'Zeist, groei en bouw. Patijnpark, Dorpskern en Wilhelminapark', Zeist 1984, waar hij op p. 33 schrijft dat de tekst in 1884 werd aangebracht en op p. 34 waar hij vermeldt dat de tekst op initiatief van wethouder Meerdink aangebracht werd. |
|||||||||||||
Seijst
1998-11
|
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
|||||||||||
constateren dat Nijland, die verant-
woordelijk was voor de aanleg van deze begraafplaats met het poort- gebouw, Zeist tot voorbeeld heeft ge- nomen. Zelfs de gekozen doods- symbolen zijn dezelfde."-' Tweede doodgraverswoning
De gemeenteraad kocht in 1878
voor driehonderd gulden van de we- duwe J.A. van Bern-van Goor Hinloopen een stuk grond ter grootte van ruim 18 aren met het daarop staande schuurtje gelegen aan de Bergweg tegenover de begraafplaats." De gemeente had deze grond reeds in huur als tuin voor de doodgraver. Blij- kens een post die voorkomt in de gemeenterekening van 1832 was de huur in 1831 ingegaan.'^ De gemeenteraad besloot op 7 april
1898 op deze tuin een eenvoudige, solide woning voor de doodgraver te bouwen, omdat de oude onbewoon- baar was. De oude woning werd zoals reeds vermeld bestemd tot wachtka- mer. |
||||||||||||
De bouw van de nieuwe
doodgraverswoning werd door het ge- meentebestuur op 11 mei van dat jaar aanbesteed. Hierbij was ook inbegre- pen het verplaatsen van de aanwezige schuur en het uitvoeren van verschil- lende werkzaamheden aan de oude woning. De laagste inschrijver was RC. van Es uit Zeist voor 2100 gul- den." Van Es vroeg echter om niet in aanmerking te komen voor de gun- ning van dit werk, omdat hij zich bij de berekening vergist had. Het werk werd daarom gegund aan de firma de Wed. EJ. Pijper voor 2499 gulden.^t De werkzaamheden aan de oude
woning werden in juli 1898 uitge- voerd. De nieuwe woning was in maart 1899 gereed.'^ Mogelijk dat de oude houten schuur die vlakbij de watertoren gestaan heeft en begin maart 1998 gesloopt werd, de ge- noemde schuur uit de 19' eeuw was. Het bestek en de ontwerptekening
zijn niet bewaard gebleven, maar dankzij een tekening uit 1908 is be- kend hoe het huis er heeft uitgezien. |
||||||||||||
Deze tekening wordt bewaard bij het
Gemeentearchief Zeist."' Het was een eenvoudig huis met een zadeldak be- staande uit een begane grond en een zolderverdieping. De plattegrond laat een voor- en een achterkamer zien, gescheiden door een hal met een trap. De voorgevel met een uitgemetseldc tuit en afdekbanden gaf de woning een zekere allure. Derde doodgraverswoning
Bergweg 26 (oud 46)
In 1896 was op de Bergweg een
watertoren gebouwd. Voor de bouw had de gemeente een stuk grond van 5 aren verkocht aan de Utrechtse Wa- terleiding Maatschappij. Dit stuk maakte deel uit van het perceel tuin- grond dat de gemeente in 1878 ge- kocht had." De doodgraverswoning had veel te
lijden van het regenwater dat van het dak van de watertoren tegen en op het huis sloeg. Het huis stond maar op een 12 meter van de watertoren. De toe- stand was in 1907 zodanig dat het |
||||||||||||
2^ Archief der gemeente Zeist, 1906-1945, inv.nr. 366; Gemeentearchief Zeist. ^ Saskia van Ginkel-IVleester, Bunnik. Geschiedenis en
architectuur, Zeist 1989, p. 201-204. ^^ Archief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nrs. 110, 123, 133 (akte nr. IA) en 208 (ag.nr. 417); Gemeentearchief Zeist. ^^ Idem, inv.nr. 350; Gemeentearchief Zeist. |
||||||||||||
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
|||||||||||
onmogelijk langer bewoond kon wor-
den omdat het zo vochtig was. De gemeenteraad stelde op 29 oktober een krediet beschikbaar om de dood- graver tijdelijke elders huisvesting te kunnen bieden. Het raadslid Schütz gaf in deze vergadering nog in overwe- ging de buitenmuren met leien te be- kleden, zoals in de bergstreken van Duitsland. Van de Kamp bleef klagen over zijn
vochtig huis. Het voorstel van burge- meester en wethouders het huis af te breken en op hetzelfde terrein, maar ongeveer 25 meter verder van de wa- tertoren verwijderd, werd in de verga- dering op 7 mei 1908 aangehouden en pas aangenomen in de volgende ver- gadering op 29 mei. Blooker vroeg waarom het gebouw aan de ingang van de begraafplaats niet verbouwd werd tot doodgraverswoning ! Het raadslid Adriaanse bracht in het mid- den dat de begraafplaats bijna vol was, waarop het college besloot eerst te onderzoeken hoelang er nog begraven kon worden. De verwachting was toen |
|||||||||||
dat men er nog 25 jaar kon begra-
ven.''"* De bouwvergunning voor een nieuwe woning voor de doodgraver werd op 7 juU 1908 verleend.'" De woning werd gebouwd door J. van de Kamp uit Zeist. Hij had het werk aangenomen voor 1520 gulden.''" Ook deze woning bestaat uit een begane grond en een zolderverdieping onder eenvoudig zadeldak. De voor- en ach- tergevel werden oorspronkelijk ge- scheiden door een alkoof In 1959 werd een verbouwing uitgevoerd. Deze veranderde niets aan het uiter- lijk van de woning. Na het overlijden van Van de Kamp
op 29 november 1930 werd door de gemeenteraad op 12 maart 1931 be- sloten de dienstwoning te bestemmen voor een werkman bij de gemeente- lijke plantsoenen, die de sleutels van de begraafplaats in bewaring zou krij- gen en enig toezicht op de begraaf- plaats moest houden. De zorg voor de begrafenissen werd opgedragen aan de doodgraver van de Nieuwe Begraaf- plaats en het onderhoud van de be- |
graafplaats werd voortaan verzorgd
door Gemeentewerken. Het extra on- derhoud aan de grafmonumenten dat de doodgraver in opdracht van parti- culieren uitvoerde, werd voor reke- ning van de gemeente genomen. Wet- houder Beunke verklaarde dat burge- meester en wethouders van mening waren dat de functie van doodgraver van de Oude Begraafplaats weliswaar niet was opgeheven maar door de omstandigheden verdwenen was."" De woning werd in 1931 toegewe-
zen aan de tuinman Gerard Brouwer (1893-1975), die in 1959 werd opge- volgd door Jan van Asselt (geb. 1914), hoofdopzichter bij openbare werken. De laatstgenoemde ging in 1979 met pensioen. De aanwijzing van zijn woonhuis als dienstwoning is intussen ingetrokken. De woning werd in 1997 door de
gemeente verkocht aan de Vereniging tot Oprichting en Instandhouding van Scholen op Gereformeerde Grondslag te Zeist. R.P.M. Rhoen
|
||||||||||
^^ Weekbode voor Zeist, Driebergen en omstreken, 35" jrg. (1898); Gemeentearchief Zeist. ^^ Archief der gemeente Zeist, 1599-1905,
inv.nrs. 115 en 126; Gemeentearchief Zeist. ^^ Idem, inv.nr. 610; Gemeentearchief Zeist. ^"^ Bouwvergunningen 1908, nr. 60; Gemeentearchief Zeist. ^^ Archief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nr. 134 (akte nr. 52A); Gemeentearchief Zeist. |
|||||||||||
Seijst
1998-li
|
|||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||
De sociale
werkvoorziening |
|||||||||
Gebouw 2 aan de Postlaan werd in het voorjaar van 1968 in gebruik genomen.
|
|||||||||
Mil
|
|||||||||
Seijst I
19f8-t!
|
|||||||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||||||||
Het ontstaan van Gebouw 2
De brief van 4 juni 1960 aan het
college van B en W waarin werd voorgesteld op een ter- rein in de onmiddelijke omgeving van de Joh. Postlaan een afzonderlijke werkplaats op te richten voor geeste- lijk zwakbegaafden, was de eerste aan- zet tot de bouw van Gebouw 2. In dat jaar bedroeg het aanbod van geestelijk gehandicapte werknemers, 117: 105 mannen en 12 vrouwen, die in aan- merking kwamen voor beschutte ar- beid. Op de wachtlijst voor tewerkstelling
in Gebouw 2 stonden in 1965 de namen van 14 moeilijk plaatsbare vrouwen, zeven licht-gehandicapte vrouwen, 23 geestelijk gehandicapte vrouwen en zes geestelijk gehandi- capte mannen. Bovendien was door de Willem
Arntz Hoeve plaatsing gevraagd van 75 mannen en door de "dokter Willem de Jong Stichting" plaatsing van 18 a 20 mannen en door het Christelijk Sanatorium plaatsing van vijf man- nen. |
|||||||||||||||
daan om wasmachines te gaan monte-
ren. Pas in april 1963 werd officieel met
de plannen voor Gebouw 2 begonnen. Op 2 maart 1964 besloot de gemeen- teraad de bestaande werkplaats uit te breiden met afdelingen voor vrouwen en zwakbegaafden. Dit beloofde een enorme omschakeling te worden. Op de tekeningen van september
1963 waarin de eerste opzet werd ge- maakt voor de nieuwbouw is duidelijk te zien hoe de gedachtengang rond de Sociale Werkvoorziening was. Er waren gescheiden afdelingen
voor mannen en vrouwen, maar er werd tevens onderscheid gemaakt tus- sen geestelijk gehandicapte en licht gehandicapte vrouwen. De kantine- ruimte werd van de arbeidsruimte ge- scheiden door een vouwwand. Gebouw 2 is mede ontstaan door de
verwachting dat de afdelingen metaal, hout en montage zich zouden uitbrei- den, evenals de afdeling revisie invalidewagens. Bovendien bleek er behoefte aan een montageafdeling die |
|||||||||||||||
In het eerste nummer van dit
jaar (1998-1) publiceerde de
stichting een artikel over het
ontstaan van de sociale
werkplaats in Zeist en de
ontwikkeling ervan tot ongeveer
1960. In dit artikel schetsen wij
achtereenvolgens de groei en de
uitbouw van de sociale
werkvoorziening vanaf de periode van 1960 tot heden. In het
bijzonder wordt aandacht besteed
aan de veranderde opvattingen
over de aard van de te verrichten
arbeid en de arbeids-organisatie.
|
|||||||||||||||
Enkele jaren daarvoor, in september
1960 had de firma N.V. gebr. van de Wetering uit Driebergen, die met grote problemen in de productiecapaciteit kampte, het ver-
zoek aan "de Zeister Werkplaats" ge- |
|||||||||||||||
h
|
|||||||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
||||||||||||
stoken was daarop gebaseerd dat men
vond dat aardgas teveel risico's met zich meebracht. In de nieuwbouw- plannen werd tevens een ruimte voor de bedrijfsarts en een trainingsafdeling gesitueein een verslag van 22 maart 1965 staat dat: 'het aantal verzoeken om zwakbegaafden en herstelde pa- tiënten van psychiatrische ziekenhui- zen tot "de Zeister Werkplaats" toe te laten steeds toeneemt.' Uitbreiding was in dat jaar nog niet gerealiseerd en slechts een bescheiden gedeelte van de verzoeken kon worden ingewilligd. "De Zeister Werkplaats" zou met on- geveer 20 personen uitgebreid kunnen worden indien de indeling van Ge- bouw 1 herzien zou worden. Dit hield in de verplaatsing van de inpak- afdeling en de montageafdeling. Er diende op advies van de heer Stibbe, de bedrijfsarts, een wand aangebracht te worden om zo de werkruimte voor de zwakbegaafden een besloten karak- ter te geven. Zo'n 45 aannemers schreven in op het project. De inschrijvingsbedragen lagen tussen ƒ645.100,- en ƒ950.000,-. In januari |
||||||||||||
Gebouw 1 aan de Arnold van de Kamplaan (vanaf 1963 de Johannes Postlaan)
bood onderdak aan de Zeister werkplaats van 1960 tot 1993. |
||||||||||||
30 vrouwen en 40 mannen, van elkaar
gescheiden door een glaswand, ar- beidsplaatsen zouden kunnen ver- schaffen. Tevens werd rekening gehouden
met een reserveafdeling voor circa 30 vrouwelijke werknemers, voor speci- fieke taken zoals naai- of borduur- |
||||||||||||
werk.
Daarnaast nog een afdeling voor 40
mannen en jongens. Het magazijn in Gebouw 1, was duidelijk te klein en in de nieuwbouw werd er rekening ge- houden met zowel in de kelder als op de begane grond magazijnruimte. Het voorstel om de verwarming op olie te |
||||||||||||
il
|
||||||||||||
Seijst
1998-11
|
||||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
||||||||||||
met het inrichten van twee lokalen.
Voor het bedrag van ƒ1700,- werden gereedschapen en machines aange- schaft en werden er stoelen en tafels geplaatst. Een oud bureau deed dienst als werk- en testtafel voor de werk- meester. Hij kon na een paar introduktiedagen bij een zwakzinnigeninrichting in Limburg en
een uitleg door arbeidskundigen van het ministerie van de z.g.n. "Ruward Testbatterij" aan zijn werk beginnen. instroom
Via een selectiecommissie werden
kandidaten voor de werkplaats gese- lecteerd. Iets oudere aspirant-mede- werkers met enige werkervaring wer- den op proef in de produktie- afdelingen geplaatst. De aspirant-medewerkers die in de
TTA werden geplaatst, bestonden voornamelijk uit 17 of 18 jarigen die direct van de scholen voor speciaal onderwijs of van de instituten voor moeilijk opvoedbare jongeren kwa- men. Deze meisjes en jongens werden in aparte, gescheiden afdelirigen on- |
||||||||||||
Zo ontstonden iii grote werkplaat-
sen de arbeidsrevalidatie afdelingen voor lichamelijk gehandicapten (ARA's) en in kleine werkplaatsen de TTA's voor geestelijk gehandicapten (Test en Trainingsafdelingen). Deze trend was aanleiding voor de bestuur- ders van "De Sociale Werkplaats" in Zeist om arbeidskundigen aan te trek- ken en te starten met een TTA waarin aspirantmedewerkers opgeleid moes- ten worden. In het voorjaar van 1968 werd het
nieuwe gebouw, Gebouw 2, aan de Johannes Postlaan in gebruik geno- men. De gemeentelijke architect had er wat moois van gemaakt. Veel loka- len, veel deuren, tegeltjes op de vloer en keurige drempels. Hij had het idee dat het om de huisvesting van een school ging. Met andere woorden het gebouw was bij de opening nauwelijks geschikt om doelmatig te kunnen wer- ken. Wel was gedacht aan een kleine magazijnruimte met opslagruimte in de kelder en een kantine. Op 1 augus- tus van dat jaar kon worden begonnen |
||||||||||||
1966 kon dan eindelijk met de bouw
begonnen worden, nadat uit de 45 inschrijvingen deze met het laagste bedrag uitgekozen was. De vergunning ging op 30 maart 1966 naar M.G. Jansen N.Y uit Nieuw Vennep, het bedrijf dat in datzelfde jaar ook met de bouw van de brandweerkazerne en de gemeentelijke werkplaats aan de Renesselaan bezig was. Deze aannnemer was eveneens betrokken bij de toenmalige uitbreiding van het politiebureau. Wet Sociale
Werkvoorziening In 1968 werd de Gemeentelijke So-
ciale Werkvoorziening omgedoopt tot Wet Sociale Werkvoorziening. De wet beoogde o.a. het streven naar een doelmatiger aanpak van de gehandicaptenzorg. Organisaties die zich met werk-
voorziening voor deze doelgroep bezig- hielden werden dringend verzocht specialisten aan te trekken voor het verbeteren van de werkorganisatie en opleidingen. |
||||||||||||
Seijst
1998-li
|
|||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||||
dergebracht. Vanaf het begin werd
goed gebruik gemaakt van de afdeling, 12 tot 15 personen die in een tempo van één tot drie maanden konden doorstromen naar de andere afdelin- gen. De werkplaats groeide snel, in korte tijd van 80 naar 160 medewer- kers. Gedurende de trainingsperiode werden de kandidaten periodiek in een begeleidingscommissie besproken en werden de begeleiders thuis op de hoogte gehouden van de vorderingen van hun pupillen. In de jaren 60 ging men de mensen
van de SWZ zien als werknemers, die na een zekere training best aan be- paalde produktiviteits-normen kon- den voldoen. Hiervoor werden arbeidsdeskundigen aangetrokken. Omdat de afdeling in deze opzet één van de eersten in het land was, wer- den de resultaten nauwlettend door de medewerkers van het ministerie gevolgd. Zij bleken tevreden te zijn, wat weer als gevolg had dat collega's De werkplaats aan de Thorbeckelaan,
vanaf 1980. |
|||||||||||
uit het land, die ook een Test en
Trainingsafdeling moesten gaan opzet- ten, hun kennis in Zeist kwamen ver- rijken. Het testen en trainen
Met behulp van de testbatterij wer-
den de aangemelde kandidaat- mede- werkers beoordeeld op hun handvaar- digheid. De resultaten daarvan wer- |
|||||||||||
den in de selectiecommissie bespro-
ken. Omdat de doorstroomsnelheid hoog was kon vrij snel een verband worden gelegd tussen de testresultaten en de kans van slagen in de produktie- afdeling. Dit correlatieonderzoek werd door het ministerie overgenomen en gebruikt bij de introductie van de test- batterij op andere plaatsen in het land. Het materiaal waarmee getraind |
|||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||
werd was afkomstig uit de produktie.
Afkeurartikelen en restanten deden dienst als proefwerkstukken, daar- naast werden houten kapstokjes gefa- briceerd, fotoplaten geplakt die als schilderij door de hele werkplaats kwamen te hangen. Er werden draad- werkfiguren gemaakt. Draad op lengte knippen, strippen en volgens schema op stepswitches solderen waren activi- teiten die dan vervolgens door een ander werden overgenomen die de gesoldeerde draden demonteerde. Ook werd er seriematig werk gedaan zoals het het bundelen van ijslollystokjes en het vullen van snoepgoedzakjes die ook voorzien wer- den van een ophangkartonnetje. Het gereedschap en de machines
kwamen goed van pas, niet alleen voor het aanleren van handvaardig- heid maar ook voor de werkmeester. Hij kon daardoor mallen en hulpmid- delen voor de afdeling maken. Op een schoolbord werden de dage-
lijkse prestaties bijgehouden. Immers men moest met minimaal drie soorten werk een prestatie leveren van 33%. |
In verband met de terugval van het
prestatieiiiveau in de productie-afde- lingen vond de doorstroming plaats na het behalen van de 45% grens. Het hebben van voldoende
trainingswerkzaamheden was een da- gelijkse zorg, maar gelukkig was er een goede band met de afdeling arbeids- therapie van de Sterrenberg. Elke week werden één of meer ritten met de eigen bus naar Huis ter Heide gemaakt om spullen te halen en terug te brengen. Met de conditie van de schoolverla-
ters was het opvallend slecht gesteld. Het bukken, buigen en lopen met materialen ging erg stuntelig. Men was stijf en direct moe. Dit was aanleiding om met de jon-
gens te starten een uurtje te sporten in een nabijgelegen sportschool, later werd deze activiteit omgezet naar een sport- en spelbijeenkomst in de kan- tine waar ook de meisjes konden mee- doen. Elke week werd er door liefhebbers
in de avonduren gezwommen in het openluchtbad. Later sloot men zich |
||||||||
aan bij het clubwerk van de Lieven-
daalschool. De sportbeoefening had duidelijk resultaat. Dit was aanleiding om een jaarlijks
terugkerende sport-en speldag te orga- niseren die weer uitmondde in een provinciale dag. De resultaten die behaald waren
met de medewerkers die naar produktieafdelingen waren doorge- stroomd, mochten niet verloren gaan. Er moest dus een goede aansluiting worden gezocht op de Test- en Trainingsafdeling, prestaties moesten ook in andere afdelingen worden ge- meten en de algehele doelmatigheid van de werkplaats moest door middel van arbeidsstudie worden verbeterd. Dit was aanleiding om deze werk-
zaamheden en de registratie van produktiegegevens onder te brengen in een op te richten bedrijfsbureau. Groei in de jaren 70
Met de zeventiger jaren brak een
tijd aan van veranderingen en ver- nieuwingen. In maart 1971 volgen er vanuit het Ministerie van Sociale Za- ken andere richtlijnen met betrekking |
|||||||||
Seijst
1998-11
|
|||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||||
tot arbeids-kundige en economische
taken. Hieruit volgde ondermeer dat er een organisatiestructuur van het werkverband komen moest, techni- sche uitrusting en inrichting van de ruimtes beschreven moesten worden, de methode van onderzoek naar de ontwikkeling van de arbeids- geschiktheid moest worden vastge- legd. Er moest gewerkt worden aan planning, voortgangscontroletijds- verantwoording, urenregistratie en arbeidsprestatie. Om dit te kunnen realiseren nam het Bedrijfsburo twee krachten in dienst. In 1972 waren er 232 mensen in
dienst. In 1973 en 1974 werd de huis- vesting diverse malen op de agenda van het bestuur geplaatst. In juni 1973 werd er een plan uitgewerkt voor de verbouwing van de werkplaats. Ge- bouw 1 en 2, zodat deze aan 40 extra arbeidskrachten plaats zouden kun- nen bieden. De kosten van de verbou- wingen werden op ƒ500.000,- geschat. In 1974 werd er aandacht besteed aan de opslagruimte, en bleek de hout- en |
metaalafdeling niet meer aan de eisen
te voldoen. Op 17 december 1973 besloten 8
gemeenten in de regio zuid-oost Utrecht een gemeenschappelijke rege- ling aan te gaan met betrekking tot de uitvoering van de Wet Sociale Werk- voorziening. Nadat deze gemeenschappelijke re-
geling rond was konden enkele zaken opgepakt worden zoals het instellen van werkverbanden voor hand- en hoofdarbeiders en het instellen van een sociale werkvoorzienings- commissie. Doel was om te zijner tijd drie werkverbanden te vormen, te we- ten, de Zeister Werkplaats, een werk- verband voor de buitenobjecten en een werkverband voor hoofdarbeiders. In 1974 volgde er een wettelijke ver- ruiming opnamebeleid, ten aanzien van werknemers in de B-categorie. Hierdoor ontstond er verschuiving
in werksoorten, en dat had tot gevolg dat er een tekort ontstond aan opslag- ruimte. Er volgde dan ook een voor- stel aan het bestuur om de "overkap- ping" te maken. Dit werd, in verband |
met de kosten, met eigen mensen en
middelen op een paar zaterdagen ge- realiseerd. Eveneens volgde er in 1974 een
voorstel ten aanzien van vormings- werk, artikel 25 van de Wet Sociale Werkvoorziening. We lezen: 'In de maatschappij, welke bijna geheel op verzorging is gericht moet ook deze bevolkingsgroep in de sociale werk- voorziening aan zijn trekken komen.' Gedacht wordt aan vormingswerk in de vorm van cursussen - besprekingen - voordrachten - educatieve films - instruerende excursies, lichamelijke vorming enz. Voorgesteld wordt hier- voor samen te werken met "Op Dreef en "Transwijk" en de "Koningin Wil- helmina Stichting." te Utrecht. Tien personen werden 12 a 15 och-
tenden op proef naar de L.TS. Dijnselburg voor elementaire hand- vaardigheid gestuurd. Op 'De Wiek- slag' werden drie kookcursussen met plaats voor tien gestart. Vijf personen werden naar de Stich-
ting Vormingswerk voor werkende jongeren te Utrecht gestuurd. |
|||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||
Er was eveneens nog één ochtend
per week lichamelijke vorming in een gymzaal op het terrein van Staatsbos- beheer te Austerlitz. Dit was de tijd dat de bomen tot in de hemel groei- den, alles zeer sociaal, elk zinnig idee ter verbetering van de omstandighe- den medewerker was bespreekbaar. Als er géén werk was kwam het wel eens voor dat de werkmeester met de afdeling ging wandelen. Mensen die later in dienst kwamen, komt dit on- wezenlijk over Een nieuwe lokatie
In 1977 stond "de Zeister Werk-
plaats" onder leiding van algemeen directeur de heer T. Blind. Hij vond de huisvesting niet langer verantwoord. In verband niet de financiële situatie in die tijd was nieuwbouw zo goed als uitgesloten of er moest een goedkoop stuk grond via de gemeente Zeist be- schikbaar komen. Diverse opties wer- den onderzocht. Een optie was het pand van Wees
en Weiss aan de Godfried van Seystlaan. Dit pand stond leeg, maar |
moest de nodige aanpassingen onder-
gaan om geschikt te zijn voor ZSW. Het kostenplaatje deed deze overwe- ging afvallen. Om de eerste nood de hand te
bieden werd gekozen voor de optie van het huren van drie hallen van de Gero-fabriek. Hierin werden na enige aanpassingen de houtafdeling en de metaalafdeling gehuisvest. Ook werd er in 1977 een stuk grond gehuurd met opstallen in Odijk ten behoeve van de C.C.T.W, de huidige produkt- groep groen. Drie opties over een mo- gelijke huisvesting werden serieus overwogen: huur van de Ralstonfabriek en het gebouw Dijks-
tra, het kantoor en de fabriek Becker Telecommunicatie of de aankoop van het terrein Jagtenberg (12 hectare groot). Het terrein Jagtenberg sprak het
meest aan, omdat daar een geheel nieuw gebouw neergezet kon worden. Het terrein lag echter aan de Amersfoortsestraatweg en in de nabij- heid van de Amerikaanse luchtmacht- basis. Op 16 juni 1978 werd overgaan |
||||||||
tot aankoop van het terrein ondanks
twijfel van enkele bestuursleden en de werkleiding. In verband met de ligging ten opzichte van de Amerikaanse luchtmachtbasis zou er totale geluids- isolatie aangebracht moeten worden. Dit hield in dat er nooit een raam open zou kunnen. De heer Blind wees het bestuur nog
op het vrijkomen van de Ralstonfabriek en het inmiddels leeg- gekomen pand van de Nederlandse Optiek en Instrumentenfabriek, de firma Bleeker, aan de Thorbeckelaan 3, maar deze panden waren volgens hem beide inefficiënt. In februari 1979 werd een voorlopig koopcontract ge- tekend voor de grond van het terrein Jagtenberg en verwacht werd dat in de eerste helft van 1981 de nieuwbouw klaar zou zijn. Naast de veiligheid van de mensen
werd ook de eventuele geluidshinder van het nabij gelegen vliegveld be- sproken. In maart 1979 werd besloten dat het terrein Jagtenberg niet langer relevant was voor het bedrijf Een |
|||||||||
Seijst
1998-11
|
|||||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||||||
leuke bijkomstigheid uit 'de periode
Jagtenberg' is dat er door de werk- leiding zeker 20 tekeningen voor een nieuw gebouw werden gemaakt, waar- van het honingraatontwerp van Jos Kooman (werkleider drukkerij) het meest originele en efficiënte was, maar waarnaar nooit meer gekeken werd. Op 5 april 1979 werd het voorstel
om over te gaan tot aankoop van het gebouwencomplex Bleeker aan de Thorbeckelaan 3, besproken in het bestuur. Het voorstel werd na enige discussie goedgekeurd. De aanpassin- gen van het pand Bleeker zorgde ech- ter nog voor de nodige kopzorgen. In februari 1980 zijn er drie aannemers die hierop inschrijven, en op 9 april van dat jaar kwam de eerste lay-out schets klaar en vond de eerste bouw- vergadering plaats. Het gebouw moest beneden door
eigen mensen zo goed als leeggehaald worden. Er was toen ook nog een plan om achter het gebouw, aan de Dreef- kant, een metaalafdeling, een hout- |
|||||||||||||
Het zou nog tot maart 1993 duren voordat alle activiteiten In de nieuvi/bouw
plaatsvonden. |
|||||||||||||
afdeling en een stuk magazijn bij te
bouwen. Dit is echter nooit gereali- seerd. Toen al werd verondersteld dat ook dit gebouw te klein zou zijn. Nadat het meeste gesloopt was,
moest als eerste begonnen worden met het renoveren van de kantoren op |
|||||||||||||
de eerste verdieping links voor. Wat
bleek het geval? De administratie die aan de Slot-
laan tegenover het Walkartpark ge- huisvest was, moest het pand per 1 jtmi 1980 verlaten. De verbouwing was in volle gang toen de administra- |
|||||||||||||
DE SOCIALE WERKVOORZIENING (2), HERMAN UIT DE BOSCH
|
|||||||||
nomisch onderzoek te verrichten. In
juni 1981 werd er een voorstel bespro- ken omtrent eventuele aankoop of verbouwing van de gebouwen aan de Joh. Postlaan. Besloten werd om te verbouwen, op
18 februari 1982 werden de gebouwen alsnog aangekocht. In Gebouw 1 zouden het Admini-
stratief Centrum en een stukje C.C.TW (Cultuur en Civiel Techni- sche Werken) komen en in Gebouw 2 de houtafdeling. Deze situatie bleef ongewijzigd tot begin 1993, totdat allen naar de Thorbeckelaan 3 kon- den overhuizen. In januari van dat jaar verhuisde
het A.C., nu het Grafisch Bedrijf naar de Thorbeckelaan en op 19 april van dat jaar volgde de houtafdeling en de C.C.TW, nu Produktgroep Groen. Een behoorlijke tijd hebben het Gra- fisch Bedrijf en de Produktgroep hout geïsoleerd gezeten, maar zeer snel was iedereen gewend aan het nieuwe on- derkomen. Ruimer, efficiënter en alles onder
een dak! |
|||||||||
tie het pand aan de Thorbecklaan
betrok. Probleem was ook nog dat de begroting voor de renovatie meerdere malen bijgesteld diende te worden, en de eerste inschrijving op de bouw op een mislukking was uitgelopen waar- door de oplevering pas half september 1980 gerealiseerd kon worden! Vanaf 1980 huist het grootste deel
van de SWZ aan de Thorbeckelaan 3. Op 25 september 1980 had de heer
Blind het bestuur erop gewezen dat het pand aan Joh. Postlaan nog onge- veer drie jaar aangehouden zou moet worden, omdat de "aanbouw achter het gebouw" dreigde te mislukken. Die drie jaar zouden er ruim dertien worden! Op 1 juni 1981 liep het huurcon-
tract van de GERO-hallen af. Er ver- scheen een nota van het Dagelijks Bestuur over tijdelijke voorzieningen aan de Joh. Postlaan, voor de opvang van de mensen van de GERO-hallen. Het bestuur voorzag de problemen en besloot het adviesburo Boer en Croon in huis te halen om een bedrijfs-eco- |
Van arbeidsonvolwaardigen
naar werknemers Met de totstandkoming van de
nieuwbouw aan de Thorbeckelaan kreeg de ontwikkeling van de Zeister Werkplaats (nu SWZ) definitief vorm. De werkverschaffing voor "arbeidsonvolwaardigen" heeft plaats-
gemaakt voor arbeid onder goede om- standigheden voor werknemers, die naar hun mogelijkheden opgeleid en begeleid worden. Op deze manier biedt de SWZ in Zeist aan ongeveer 500 mensen de mogelijkheid om vol- ledig aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Herman uit de Bosch
|
||||||||
Seijst
1998.!l
|
||||||||||||||
JAARVERSLAG 1997, VAN DE SECRETARIS
|
||||||||||||||
Van de Poll-archief terug
|
||||||||||||||
elangrijker dan alle andere ge
beurtenissen en activiteiten in
het afgelopen jaar, was voor
onze stichting de "thuiskomst" van de
archieven van de Zeister tak van de
familie van de Poli.
Vanaf 1989 heeft een medewerker
van het Gemeentearchief Amsterdam zich, dankzij een grote subsidie van het Prins Bernhardfonds, bezig gehou- den met het inventariseren van deze grote Collectie persoonlijke papieren en voorwerpen. Op 20 juni 1997 is, veel later dan
destijds werd aangenomen, de vol- tooiing van de opdracht feestelijk ge- vierd in Figi. De inventaris zal in 1998 in druk ver-
schijnen en dan voor belangstellenden te koop zijn. De bescheiden zijn nu in het Zeister gemeentearchief. Onder de gasten bevonden zich de di- rectie en een medewerker van Gemeentearchief Amsterdam, drie Zeister wethouders en de Zeister |
||||||||||||||
gemeentearchivaris. De heer drs
B.Woelderink, directeur van het Ko- ninklijk Huisarchief hield een voor- dracht. Voor een verslag daarvan ver- wijs ik naar het jaarverslag van de commissie Lezingen en Excursies en het verslag in Seijst 1997-111, pag. 22. Andere gebeurtenissen in chronologi-
sche volgorde: In de eerste maanden van 1997 werd
duidelijk dat de plannen om samen met de Evangelische Broeder- gemeente een museum op te richten door het ontbreken van financiële on- derbouwing geen doorgang zouden kunnen vinden. De hiervoor benodigde steun, met
name van de gemeente, werd niet toegezegd. Ook het door de initiatief- nemers noodzakelijk geachte haalbaarheidsonderzoek kon niet wor- den uitgevoerd. Al met al te veel onzekerheden om
verantwoord van start te kunnen gaan. |
||||||||||||||
Het l.esluui (II,ei de kljl\ tni^ei Van Zoonen, Van den Berg
Veenland, Ruitenberg, Ten Houte de Lange, Van der Burg en |
||||||||||||||
, Ban
VerbeeK. |
||||||||||||||
Seijst
|
||||||||||||||
JAARVERSLAG 1997, VAN DE SECRETARIS
|
||||||||||||||
hem zijn wij veel dank verschuldigd.
Een oud-lid van deze commissie, mw Lydia Heyning-Koens overleed even- eens in de afgelopen zomer. Hoewel zij al enige tijd niet meer in Zeist woonde, denken wij met veel gene- genheid aan haar terug. Samenwerken met andere organisa- ties en personen, binnen en buiten Zeist, staat bij ons in toenemende mate op de agenda.In dat kader ont- vingen wij in december de coördinator van de Stichting 't Gilde als gast in de bestuursvergadering. Naar wij hopen en verwachten zal in de toekomst de al bestaande samenwerking verder worden uitgebreid. De secretaris van het ZHG nam deel aan twee door de gemeente georganiseerde ronde tafel- gesprekken. Het eerste betrof het op speciale wijze vieren van de milleniumwisseling en het tweede liep Bestuursleden 31-12-1997
Mr. dr. V.A.M, van der Burg, voorzit
ter, J. Verbeek-Stapensea, secreta ris, C.E.G. ten Houte de Lange, penningmeester.
Mevr. C.W. van den Berg-van
Barneveld, C" Beheer Collecties en
|
vooruit op een door de gemeente be-
oogde Cultuurnota. Of en hoe er in 1998 vervolggesprekken komen, moet worden afgewacht. Met twee bestuursleden van de
nieuwe Historische Vereniging Den Dolder werd een collegiaal kennismakings gesprek gevoerd. Gewoontegetrouw tenslotte een woord van dank aan allen die ons in 1997 weer behulpzaam waren: onze eigen vrijwillige medewerkers/commissie- leden, de Zeister pers, schrijvend en fotograferend, de directie van Figi en last but not least de donateurs. De financiële en donateursadmini- stratie werd op voortreffelijke wijze gevoerd door mw Anja Severs van het Bilthovense bureau Pronte. Voor de commissie Lezingen en Excur- sies bestaat een vacature. |
|||||||||||||
den voor ons uitbracht m.b.t de
sterke en zwakke punten binnen de interne organisatie van het Zeister Historisch Genootschap. Duidelijke zwakke plekken, waaraan in 1998 hard gewerkt zal moeten wor- den, zijn de marginale bezetting van de diverse commissies en het onvol- doende ontwikkelde externe image van onze stichting. Het aantal donateurs blijft ongeveer
constant op 800; willen wij daar meer van maken, dan zal eerst een efficiënt Public Relationsplan gemaakt moeten worden, bij voorkeur door een daartoe nieuw in te stellen commissie. Oktober was de maand waarin wij af-
scheid namen van de heer Hans Bar- del, jarenlang een steunpilaar van de van de Poll stichting/Zeister Historisch Genootschap. Samen met zijn vrouw heeft hij, vaak
in de coulissen, onvoorstelbaar veel werk verzet. Onze dank aan hen bei- den is dan ook groot! Een droevig af- scheid was er ook: in de zomer over- leed onverwacht de heer Raymond Tijtgat, tot aan zijn dood een actief lid van de commissie Beheer Collecties en Documentatiecentrum. Ook aan |
||||||||||||||
Ook in het voorjaar voerden twee be-
stuursleden een gesprek met de voor- zitter van de Stichting van de Poll- Wolters-Quina, die de Amsterdamse tak van de familie vertegenwoordigt, om te overleggen over eventuele, be- perkte, samenwerking in de toekomst. Op 29 mei bracht wethouder mw van
Apeldoorn een werkbezoek aan de van de Pollkamer, Evenals bij een eerder bezoek was het ruimtegebrek, dat in- middels alleen nog maar erger is ge- worden, hoofdonderwerp van gesprek. Tot nu toe is van de kant van de ge- meente nog geen alternatieve oplos- sing voor de korte noch voor de lange termijn, aangedragen. Het bestuur blijft daarop aandringen. In maart 1997 verscheen het, op ons verzoek opgestelde, rapport van de Provinciale Inspecteur voor de Archie- ven; hierin wordt de huidige situatie scherp veroordeeld en gepleit voor een spoedige oplossing Het feit dat de gemeentearchivaris momenteel met ziekteverlof is, mag, naar wij me- nen, het zoeken niet stilleggen. In de bestuursvergadering van augus- tus werd gesproken over het rapport dat de heer drs. Ad den Toom uit Lei- |
||||||||||||||
Documentatiecentrum. Mevr. drs. K.
Veenland-Heineman, c'= Tentoonstel- lingen. Mevr. drs C.M.W.Ruitenberg, c"=
Publicaties Ing. J.J.B.Fluitman. c'° Bulletin Seyst
J.B. van Zoonen, c'= Beheer Audiovi- suele Collecties |
||||||||||||||
Seijst
19i8-l
|
||||||||||||||||
BERICHTEN UIT DE VAN DE POLL-KAMER
|
||||||||||||||||
Fotowedstrijd
In het kader van het 75-jarig jubileum
organiseert de Vereniging Oud-Utrecht een fotowedstrijd met als onderwerp: Utrecht (stad en provincie) en het wa- ter, werven, kades, sluizen etc kortom alles wat met water in relatie tot de Utrechtse gebouwde omgeving te ma- |
||||||||||||||||
ken heeft. De wedstrijd staat op en
voor iedereen die van fotograferen houdt (met uitzondering van beroeps- fotografen. De jury die alle inzendingen gaat be-
oordelen wordt gevormd door Manon van der Wiel (Architectuurcentrum AORTA), Luuk Sluis (St. Stedelijke Fo- |
tografie Utrecht) en Pieter Blok
(lustrumcommissie Oud-Utrecht). De jury kent drie prijzen toe: Ie prijs ƒ500,-, 2e prijs ƒ250,- en 3e prijs ƒ100,-. Alle prijswinnaars zijn een jaar lang lid van de Vereniging Oud Utrecht. Sluitingsdatum: 31 juli 1998. Meer informatie: Van de Poll-kamer. |
|||||||||||||||
Nieuwe donateurs
Mevrouw H.E. Arentsen (Groningen),
mevrouw J. Bakker (Bilthoven), Prof. G. Dekker (Utrecht), de heer J.H.B, van Diederen (Nieuwegein), mevrouw K. Dijkstra (Groningen), mevrouw A. Eggink (Utrecht), mevrouw K. Eichhorn (Utrecht), mevrouw S. van der Gaast- Bakker Schut (Utrecht), Prof. Dr. H.0. Goldschmidt (Eindhoven), de heer H. Hendriks (Hilversum), mevrouw W.A. Hoogendijk-van Veen (Zeist), mevrouw J.M.A. Janssen (Utrecht), de heer L. Jongen (Amersfoort), mevrouw F. Klevant (Zeist), Liberna Collection (Hilversum), mevrouw V..C. Lindenburg (Lith), de heer J. van Loosen (Doorwerth), de heer J.C.J.R Middel- |
||||||||||||||||
dorp (Amersfoort), de heer S.J.
Morsink (Amsterdam), mevrouw R. de Ruiter-Vermaat (Bavel), de heer J.W. Schaberg (Doorn), de heer H.A. Weerdenburg (Doorn), de heer J. van der Zalm (Bennekom). Stand
Oude stand (november 1997) ... 815
Aanmeldingen.................................
Opzeggingen/overleden...................
Nieuwe stand (10 juni 1998).....836
Adres
Aanmeldingen / adreswijzigingen;
Zeister Historisch Genootschap,
Postbus 342 3700 AH Zeist
|
||||||||||||||||
Filmvoorstelling
Na de succesvolle voorjaars-
voorstellingen op23 maart en op Ko- ninginnedag, verzorgt de Audiovisuele commissie maandag 26 oktober we- derom een presentatie. Om 19.30 uur geeft de commissie audiovisuele col- lecties een najaarsvoorstelling in de Johan de IVIeesterzaal in Figi. |
||||||||||||||||
Seijsi
1998-li
|
|||||||||
DE KEIZER IN NEDERLAND, JAN PELLICAAN
|
|||||||||
In de dagboeken van Van
llsemann(#l), de vleugeladjudant van de keizer Wilhelm, figureert een bonte stoet Duitsers, voornamelijk militairen, allerlei adeüijke personen en bewonderaars van de keizer, maar de Nederlanders komen er heel wat bekaaider af. Om er toch achter te komen met welke Nederlanders de keizer omging, heeft de auteur Jan Pelicaan als belangrijkste bron de menuboeken genomen die in het Rijksarchief te Utrecht worden bewaard. (#2). Daarin staat voor iedere dag geschreven wat de keizer tijdens de maaltijden at en bovendien stond er vermeld wie er kwamen eten. |
|||||||||
De gasten van
de Duitse keizer |
|||||||||
De auteur
In het kader van zijn afstudeerscriptie aan de Open
universiteit van Heerlen, deed Jan Pelicaan (groepsleider op Bartiméushage te Doorn) onderzoek naar ex-keizer Wilhelm II van Duitsland,die tussen 1920 en zijn dood in 1941 zijn leven als balling sleet in Doorn. Voor dit artikel, dat voortvloeit uide samenwerking met de Van de Poll Stichting, onderzocht de cultuurwetenschapper m et welke personen - en Zeistenaren in het bijzonder - de keizer omging. |
||||||||||||
'ww^.^n.'^w*--.^
|
||||||||||||
Ik heb voor de periode 15 mei
1920 (verhuizing van Amerongen naar Doom) tot de
dag van het overlijden van de keizer, 4 juni 1941, de als zodanig herken- bare Nederlanders genoteerd. Boven- dien heb ik als minimale bezoekgrens lx per jaar genomen. Dit resulteerde in een lijst van ruim 60 namen waar- onder de namen van een aantal Zeis- tenaren. Vlak voor ik dit stukje schreef, is er een raadsel met betrek- king tot de vlucht van de keizer naar Nederland opgelost. Fasseur heeft in zijn biografie over Wilhelmina een eind gemaakt aan het vermoeden dat de komst van de keizer naar Neder- land met medeweten en wellicht zelfs op initiatief van Koningin Wil- helmina gepland was. Wilhelmina bleek daarentegen
juist niet erg gecharmeerd geweest te zijn van de vlucht van de monarch, zij vond het weinig keizerlijk. (#3) Dus zonder medeweten van Wil-
helmina stond de keizer op 10 no- vember 1918 op het stationnnetje van het Limburgse Eijsden. Hij was hier |
||||||||||||
naar toe gevlucht met zijn gevolg
vanuit het Belgische Spa, alwaar het hoofdkwartier van het Duitse leger gevestigd was. De oorlog was voor Duitsland ver-
loren en de binnenlandse situatie maakte het voor de keizer zeer on- aantrekkelijk om naar Duitsland te- rug te gaan (door de toenemende revolutiestemming) en aangezien Ne- derland in de Eerste Wereldoorlog neutraal bleef, was Nederland de aangewezen plaats om naar toe te vluchten. Nederland kon/wilde niet negatief
reageren op het asielverzoek van de keizer en zo kwam de keizer op 11 november 1918 aan op Kasteel Amerongen. Hij was hier (op verzoek van de Nederlandse regering) de gast van graaf Godard van Aldenburg Bentinck tot 15 mei 1920 toen hij naar Huis Doorn verhuisde, (zie voor deze periode o.a. S.von llsemann deel l pag. 15-48) Enkele Zeister namen
Enkele van de namen die ik in de
|
||||||||||||
menuboeken gevonden heb, behoor-
den aan inwoners van Zeist. Het laat zich raden dat een Duitse ex-keizer niet met jan en alleman omging. Waarschijnlijk was het voor zijn be-
zoek handig als het Duits sprak, alhoewel de keizer redelijk Neder- lands sprak. Ook goede manieren be- hoorden natuurlijk tot de voorwaar- den. Tot de Nederlanders die bij de keizer op bezoek kwamen behoorden dan ook nogal wat adellijken, plaatse- lijke notabelen (burgemeesters, commissarisssen der koningin) en nieuwe rijken. Een opvallende gast die beroepshalve vaak bij de keizer was, was J.B. Kan, de vader van Wim Kan, hoge ambtenaar en een aantal jaren minister van binnenlandse za- ken en landbouw. (1926-1929) |
||||||||||||
DE KEIZER IN NEDERLAND, JAN PELLICAAN
|
||||||||||
Si^fe^^SSM^^^M^
|
||||||||||
Zo liet Jhr.E de Pesters (1808-1895)
liet in 1841 villa Nuova bouwen aan de Utrechtseweg. Al vanaf het einde van de zeven-
tiende eeuw spelen de Pesters een rol in de geschiedenis van Zeist. Onder andere als leden van de gemeente- raad: Jhr. W J. de Pesters(1851-1856) en Jhr. D. G. de Pesters (1859-1881) die tevens wethouder was en als bou- wers van buitenplaatsen aan de Utrechtseweg. (Villa Nuova, Oirschot, Bloemenheuvel) (# 6)
Jonkheer C. A. de Pesters was ka-
merheer in buitengewone dienst van Hare Majesteit de Koningin Wilhel- mina ten behoeve van prinses Emma. In het archief vond ik een brie^e
dat dit illustreerde: De Pesters moes- ten een uitnodiging voor een feeste- lijke bijeenkomst bij de keizer op 4 oktober 1930 afzeggen i.v.m de afwe- zigheid van de Jonkheer. Hij bevond zich op die datum in het Duitse wintersportplaatsje Partenkirchen met de Koningin-moeder. (#7)
De Pesters ontving op 28 december
1928 een briefje van de keizer om |
||||||||||
aantal bezoeken varieert sterk van
jaar tot jaar:van één bezoek tot maxi- maal 5 bezoeken. Daarmee behoren ze tot de meest
frequente gasten van de keizer. Op de vijfenzevenstigste verjaardag van de keizer (1934) zonden zij hem een telegram met de volgende tekst: LM. Vnsere allerherzlichsten Glueck- wuensche zum 75'Sten Geburtstage zu fussen zu legen beehren sich baron und baronin van Tuyll Pasadena Zeist. (#5) De andere vrouw die genoemd
wordt in het bovenstaande citaat is mevrouw A. M. Th. Labouchère, ge- trouwd met Jhr. C. A. de Pesters (1875-1945). Hij is de broer van E. de Pesters, de medestichter van Amstel- brouwerij. De naam van E. de Pesters ben ik niet tegengekomen i.v.m de keizer. Het beeld van Zeist in de negen-
tiende eeuw werd in hoge mate be- paald door geslachten als De Pesters, protestants en bewoners van grote en kleine buitenplaatsen in de ge- meente. |
||||||||||
Kan was de contactpersoon tussen
de Nederlandse regering en de kei- zer. In het dagboek van Von Ilsemann
staat naar aanleiding van het tweede huwelijk van de keizer,nadat zijn eer- ste vrouw Auguste Viktoria in Doorn in april 1921 was overleden, met Hermine von Reuss een aardige op- merking van de keizer m.b.t. tot het gezelschap dat zijn a.s. vrouw in Ne- derland zou moeten hebben. "Barones van Tuyll uit Zeist en me-
vrouw de Pesters waren het geschiktst voor de omgang met haar". (#4) Met barones Van Tuyll wordt de
vrouw van de toenmalige burgemees- ter van Zeist bedoeld, C.J.baron Tuyll van Serooskerken, die burgemeester was van 1919 t/m 1934. In de menu- boeken heb ik hun namen vanaf 1922 gevonden. Maar aangezien de keizer in 1921 hen al kende,zijn ze ongetwijfeld al eerder op bezoek ge- weest bij de keizer. De bezoeken strekken zich uit over
de periode van 22 juli 1922 tot het laatste bezoek op 31 januari 1940. Het |
||||||||||
DE KEIZER IN NEDERLAND, JAN PELLICAAN
|
|||||||||
hem te bedanken voor de "herrlichen
Truthahn" want für alle,die an der Tafel teilgenommen haheritWar der Hahn ein besonderer Genuss. (#8) Jhr en Jkvr de Pesters waren
trouwe bezoekers van de keizer, maar ook zij stopten in het begin van 1940 met het aanzitten aan de maaltijd. De laatste notitie die ik heb gevon- den betrof 25 januari 1940. Trouwens vanaf 1937 waren ze per
jaar maar eens op bezoek terwijl de jaren ervoor men toch geregeld 5/6 keer aanzat. Wie kan bedenken wat er gebeurd
is dat het aantal bezoeken zo afnam en uiteindelijk voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ophield? Wat ik wel weet is dat de keizer
hen niet rekende tot die "Persönlichkeiten die Seiner Majesteit nahestanden'. (#9) Zoals alles werd alles zeer secuur
geregeld door de keizer: voor zijn overlijden stelde de keizer lijsten op met mensen die voor een aandenken na zijn overlijden in aanmerking zou- den komen. |
|||||||||
Deze lijst was in een aantal catego-
rieën onderverdeeld waaronder een categorie van mensen die in Neder- land woonden. In totaal kwamen twintig personen van deze categorie voor een geschenk in aanmerking. Helaas (...) komen er geen Zeisten-
aren in aanmerking voor een fraai geschenk uit de nalatenschap van de keizer Achter de namen staat ver- meld voor welk geschenk men in aanmerking kwam: mvr Blijdenstein uit Maarn werd bijvoorbeeld bedacht met twee blauwe Chinesche vazen. Een andere interessante naam
i.v.m. de keizer is Jkvr. Joanna Van de Poll. Zij was de jongste van de acht
kinderen (vier meisjes en vier jon- gens) die Jhr. F. H. van de Poll (1823- 1909) en zijn vrouw Jkvr H. van de Poll (1829-1909) kregen. Het gezin woonde vanaf 1861 in het huis Beek en Royen. Joanne van de Poll was in Zeist als Freule Jo bekend en was een uitnemend pianiste. Haar broer Jhr Frederik (Frits) van
de Poll is de naamgever van de Van |
de Pollstichting (1951) en was onder
andere adjunctdirecteur van de Verzekeringsbank "Kosmos". Het fraaie Jugendstilachtige pand
aan de Driebergseweg is nog steeds te bewonderen. Een oudere zus Louise (1857-1946) was dame du palais hon. van koningin Wilhelmina speciaal be- last met de opvoeding van prinses Juliana. (#10) Jkvr Joanna liep niet echt de deur
plat: ze komt in 1923 één maal op de maaltijd, komt dan in 1926 weer één maal, en vervolgens in 1927/'29/'31/ '33/'34/'35/'36 steeds een keer Of er nog andere vertegenwoordi-
gers van de familie Van de Poll op bezoek bij de keizer zijn geweest heb ik niet kunnen vinden. Met name Henriette van de Poll (1853-1946), hofdame van koningin Emma, zou een interessante verbinding kunnen zijn met het Nederlandse Koninklijke Huis In het archief vond ik een geluks-
telegram van Jkvr J. van de Poll, de zus van Henriette, aan de keizer ter gelegenheid van zijn 75-ste verjaar- |
||||||||
Seijst
1998-lli
|
||||||||||||
DE KEIZER IN NEDERLAND, JAN PELLICAAN
|
||||||||||||
nauwe banden met het Nederlandse
koningshuis onderhield. Zo schonk Wilhelmina de jaarlijkse kerstboom aan deze kerk in Den Haag. (#14) De keizer mocht zelf niet in de
kerk in Den Haag komen van de Nederlandse regering, maar de ge- noemde dominee, Herbst kwam vaak bij de keizer en werd zelfs na het overlijden van de keizer bedacht met een aandenken. VerjaardagscomKé
Op 27 januari 1939 vierde de keizer
zijn tachtigste verjaardag. Zijn Neder- landse kennissen wilden dit niet on- gemerkt voorbij laten gaan en onder voorzitterschap van Mr. WH.J. Blanckenhagen werd een comité op- gericht, waarin ook Jhr.de Pesters zit- ting had genomen, om geld in te zamelen voor een 'Park-Spende'. In totaal werd onder de aangeschreven Nederlandse kennissen van de keizer ƒ1352,50 opgehaald, waarvan na af- trek van kosten ƒ1245 overbleef Hiervan werden 210 rododendrons
in 34 variëteiten gekocht. |
||||||||||||
Geestelijken
Niet alleen de adel kwam bij de
keizer over de vloer,ook geestelijken bezochten de keizer vaak: de keizer was zeer godsdienstig, ledere och- tend begon met een korte godsdienst- oefening ('Morgenandacht') waarbij de 'Gesamte Hausgemeinschaft' aan- wezig behoorde te zijn. (#12) Op de zondag predikte de keizer vaak zelf Een van de predikanten die vaak
predikte en op de maaltijd kwam was ds. Weiss (1869-1934) uit Zeist. Hij was een van oorsprong Engelsche do- minee die in 1913 in dienst kwam van de Zeister zending en dominee van de Broedergemeente in Zeist werd. Deze dominee vertoonde in het
hele land lichtbeelden en vertelde over de zendingsarbeid. (#13) De keizer was zelf Duits Evange-
lisch en onderhield via een andere (Haagse) dominee (Herbst) nauwe banden met de Evangelische Kirche im Haag, een door Duitse, in Neder- land verblijvende, handelslieden en diplomaten gestichte kerk die ook |
||||||||||||
dag op 27 januari 1934, dit telegram is
alleen door haar ondertekend, en een gelukwens van haar broer of van een ander lid van deze prominente Zeister familie heb ik niet gevonden. De tekst van het telegram luidt als
volgt: "Eure Majesteit wollen mir gestal- ten meinen Tiefempfundenen Gluchwünsche ehrfurchtsvollest darbringen zu duerfen". (#11) In potlood is er bijgezet (door de
hofmaarschalk van de keizer waar- schijnlijk) Beek en Rooyen (de naam van het huis waar de jonkvrouwe woonde) en de taalfouten zijn met potlood verbeterd. Het zou aardig zijn te weten of de Jonkvrouwe de fouten maakte bij het opgeven van het tele- gram of dat wij de postbediende de schuld m.oeten geven? In de menuboeken is niet steeds
duidelijk te lezen wie er kom(en)t eten: voorletters ontbreken vaak. Voor de administratie van de keizer waren het bekenden maar voor de hedendaagse onderzoeker zijn de na- men vaak heel wat minder vanzelf- sprekend. |
||||||||||||
Seijst
1998-111
|
|||||||||||
DE KEIZER IN NEDERLAND, JAN PELUCAAN
|
|||||||||||
lx)mmerlust, en doopte het Livland,
naar het stamland van de Blanckenhagens, Lijfland, de streek rond Riga aan de Oostzee. (#16 ) Het eten
Uit de dagboeken van Von
Ilsemann kunnen we een aardig beeld krijgen van de avonden bij de keizer. Om 8 uur 's avonds werd er gedineerd:men zou misschien anders verwachten maar er werd eenvou- dige kost gegeten: zo bestond het diner (Königliche Abendtafel) op 21 april 1930 uit Kiebitzeier, Hamburger- kuchen mit Gemüse und Salat en Vanille-Eistoe.(#17) De tafel en servies waarvan men
at, kan men nu nog in Huis Doorn zien: dat ziet er wel heel keizerlijk uit. De keizer scheen heel snel te eten.
Het verhaal gaat dat als hij klaar was de tafel werd afgeruimd en de maal- tijd afgelopen was. (#18) Het was dus zaak flink door te eten wat echter niet gemakkelijk was aangezien er natuurlijk ook beleefd geconserveerd moest worden. Dat de keizer zo snel |
|||||||||||
COLLECTIE MUSEUM HUIS DOORN, M.D.A. DHR VERROEN
bezit is van Museum Huis Doorn. Jhr.
WH.J. Blanckenhagen overleed in 1950 en had zijn sporen in het Zeister leven verdiend. Hij is lid geweest van de gemeente-
raad, directeur van de nuts-spaar- bank van Zeist, zat in het bestuur van de Zeister Kunstkring en was eige- naar van Lommerlust aan de Utrechtseweg. Zijn vader had het huis in 1907 gekocht, toen heette het |
|||||||||||
89 Nederlanders brachten dit be-
drag op waaronder naast de al ge- noemde De Pesters en Blanckenhagen de volgende Zeisten- aren: Jkvr. J. van de Poll, mevr. A. Loudon-geboren Grafin zu Solms, Ba- ron en barones van Tuyll, ]hr. D. de Blocq van Scheltinga.(#15) De gevers hebben hun namen ver-
eeuwigd in een fraai gekalligrafeerd boek met lederen omslag dat in het |
|||||||||||
Seijst
1998-lil
|
||||||||||||||
DE KEIZER IN NEDERLAND, JAN PELLICAAN
|
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN
|
|||||||||||||
at was des te verbazingwekkender
daar de keizer maar met één arm, de rechter, kon eten. Hij had een aange- paste mes/vork waarmee hij sneed en prikte. Tijdens zijn moeizame ge- boorte was zijn arm uit de kom ge- schoten, men rekende er zelfs op dat de keizerlijke baby niet lang zou le- ven maar dat viel reuze mee. Ondanks allerhande behandelin-
gen is het niet goed gekomen met de arm: hij was ook korter dan de an- dere, wat goed te zien is aan de verschillende mouwlengtes van zijn uniformjasjes die in Huis Doorn ten- toongesteld staan. Deutsche Gründlichkeit
In het huishouden van de keizer
werd alles zeer nauwgezet bijgehou- den. Helaas is niet alles bewaard en is het niet allemaal op een plaats aan- wezig: een groot gedeelte is in het Rijksarchief in Utrecht, Museum Huis Doorn heeft heel wat interes- sant materiaal en de tweede vrouw van de keizer heeft na de dood van haar man materiaal meegenomen |
||||||||||||||
naar Duitsland, bovendien is er mate-
riaal a.g.v. natuurlijke oorzaken ver- dwenen zoals verval, waterschade, weggooien etc. Wat wel bewaard is gebleven zijn
lijsten waarop is genoteerd wie wat heeft gegeven ter gelegenheid van welke verjaardag van de keizer. Van Blanckenhagen gaf b.v. op 27
januari 1930 een "Blumenkorb (Hyazinthen)". Zelfs de datum en het tijdstip dat de lijst met geschen- ken werd afgesloten is vermeld: "abgeschlossen 28. Januar 1930, 1 Uhr".(#19) Ik schreef al dat de kei- zer geen Zeistenaren tot de personen rekenden die hem "nahestanden." Toen de keizer in 1941 overleed, was Nederland bezet door de Duitsers en wellicht is dit een oorzaak geweest dat geen van zijn Zeister kennissen hem een grafkrans zond. Op de lijst van personen en instellingen, die een krans gezonden hebben naar de be- grafenis van de keizer prijkt op de eerste plaats Adolf Hitler.(#20) Jan Pellicaan
|
||||||||||||||
BRONNEN
1 S. von llsemann-Der Kaiser in
Nederland.Aantel<;eningen van de laatste vleugeladjudant van Keizer Wilhelm II uit Amerongen en Doorn(2 delen)-Baarn 1968 2 R 14-no.394-408 -periode 10 april 1920-
1941 3 C.Fasseur-Wilhelmina. De jonge koningin.zonder plaats 1998 . pag. 553 4 Von llsemann-pag.236 5 R 14-no.76 6 V.A.M.van der Burg-Zeist en het geslacht De Pesters- in: Bulletin van de Pollstichting, Jaargang 11 no.2 7 R 14-no.201 8 R 1 4 - no.176 9 R14-no.l63 10 J.C.Mollen-Hen- geveld-Fredrik van de Poll: Markante Zeisten- aren-Zeist 1991 11 R 14-no.76 12 W. Gutsche- Ein Kaiser lm Exil.Der letzte Kaiser Wilhelm II in Holland-Marburg 1991, pag.74 13 Zeister Courant 13/6/1934-necrologie
14 Ongepubliceerd manuscript Huis Doorn
15 R 14-no.lOO 16 L. Visser-Restauratie
Lommerlust-in; Bulletin van de Pollstichting,jaargang 8 no.3 17 R 68- no.613 18 W.H.-H.Waters-Potsdam and Doorn-London 1935-pag.l30. J.A.de Jong- Wilhelm II.Keizer van Duitsland,Koning van Pruisen,Banneling in Doorn, Amsterdam 1986 19 R 14-no.lOO 20 R 14-no.l62 |
||||||||||||||
Seijst
1998-111
|
|||||
DE INHULDIGING VAN KONINGIN WILHELMINA, NELLERIEK BOUCHER
|
|||||
DE INHULDIGING VAN KONINGIN WILHELMINA, NELLERIEK BOUCHER
|
||||||||||||
een kaart zoab Mama beweert, maar ik
zoude er zoo gaarne ook een hebben voor Frits ofLou (red.: twee andere van zijn kinderen) want de eerewacht (red.: waar Frits deel van uitmaakte) komt ook niet in de kerk. Er schijnen ditmaal veel minder kaarten
of plaatsen voor particulieren te zijn dan bij de inhuldiging van Willem II af UI, die ik beide heb bijgewoond op een particulier of publiekkaart (...) Tegen- waardig moet die buitenlandse en bin- nenlandse pers het hoogste waard heb- ben en ontzien worden, die zg. "Konin- gin der Aarde" die zich in de regel weinig koninklijk aanstelt en nu zal worden opgehemeld door dr A. Kuyper, de man die zoveel ellende verspreid en twist en tweedracht zaait met zijn "Stan- daard"...! Uiteindelijk is het hem kennelijk
gelukt nog een plaats te bemachtigen voor zijn dochter Lou. De jongste dochter Joanna mocht
de feestelijkheden als toerist meema- ken en doet daarvan, zij het in tele- gramstijl, verslag in haar agenda.2 Hieruit volgen enkele notities: |
Zaterdag 3 Sept.
Pakken. Aankomst 3 uur te Adam. Foef
(red.: d.i. Agnes Henriette Labouchère, een vriendinnetje dat op Slat Zeist woonde) wacht ons alleen, Herengracht 547 - Direct grote rijtoer om versieringen te zien. Maandag 5 Sept.
Hoor dat Mama aak in de stad is .'!
(red.: moeder van de Poll was ziek geweest en had eerst thuis willen blijven) De geheelen achtend gehangen voor 't raam - op de tribune kijken naar passan- ten. Alleraardigst. ... 'AS eerst schot valt, eerste zonnestraal komt door. Prachtig weer Magnifique intocht. Koningin beelderig. Zien alles vlakbij en prachtig. Wandeling door de straten ... Frits (red.: broer) komt eten. 's Avonds grote wan- deling Kalverstraat. ... Dinsdag.
Inhuldiging. ... Ik op een balcon v. haek-
huis op de Dam. ... zien opstellen. Troe- pen in bedwang houden v. gedrang - menschen naar de kerk gaan, leden v.d. kamer, ministers. |
|||||||||||
Een speurtocht in ons archief
naar schriftelijke herinneringen aan de inhuldiging van Konin^n Wilhelmirm, nu precies 100 jaar geleden, levert een paar gegevens op. |
||||||||||||
Henriette van de Poll, de oudste
dochter van het echtpaar van de Poll - van de Poll, is als hofdame in die dagen vanzelfspre- kend véél te actief bezig geweest om haar indrukken op papier te zetten, en ook van de andere familieleden is niet veel commentaar bewaard geble- ven. Vader van de Poll had een uitnodi-
ging voor de inhuldiging op 6 septem- ber in de Nieuwe Kerk te Amster- dam. Hij wist dit overigens pas begin augustus '98 en schrijft daarover aan zijn jongste telg, Joanna (of Zus) als zij enkele dagen te Zandhove bij Zwolle logeert: (...) Voor mijzelf heb ik vermoedelijk |
||||||||||||
I
|
||||||||||||
DE INHULDIGING VAN KONINGIN WILHELMINA, NELLERIEK BOUCHER
|
|||||||
10.30 Prins en Prinses von Wied. Gr. V
van Sachsen Weimar 10.50. H.M. ..v Koningin Moeder in prachtige koets nwi 6 paarden, daarachter gevolg, "iic Henriette instappen (allen voordeur uit Paleis en zo in de k.) 11 uur: Herauteri. de Koningin de Koningin is heelderi':, wandelt langzaam, de sleep van de kc^n gedragen door 4 heeren. 12 u. v. Lynden als heraut kondigt de inhuldiging dj, buiten groot HOERA ... Koningin ten'c,. Herauten trompetten op balcon Trompethlazen tot H.M. verschijnt - onbeschrijfelijk ogenblik. De Koningin met die enorme kroningsmantel om, z(^'^ fijn, schitterend diadeem op 't hoohl buigende en wuivende tegen haar troe pen en volk, het enorme paleis tot ach- tergrond, het volk bulderend van de Hoeras. Iets om nooit te vergeten. Een ogenblik verdwijnt de Koningin en konii dan terug hand in hand met de Moedei. Dejeuner, rusten ... wandelen, zk-n
Koningin van de rijtoer terugkeren thuis thee. kijken op de tribune '~ avonds illuminatie, uren rondrijden ... tot slot lopen tot Vi een. Souper. |
|||||||
Da^'- ■• I 1 Itekening van Joanna van de Poll van donderdag 1 september 1898.
COLLECTIE VAN DE POLL STICHTING
|
|||||||
DE INHULDIGING VAN KONINGIN WILHELMINA, NELLERIEK BOUCHER
|
||||||||||||
Op woensdag bezoekt het gezel-
schap de volksspelen en 's avonds het vuurwerk. Op donderdag gaat de muzikale Joanna naar de matinee in het Concertgebouw waarbij zij aante- kent: Cantate van Beets, muziek van
Zweers, hoogst indrukwekkend, Solo- stukken niet a-propos, Haïlelujah uit de Messiah van Handel weer grootsch. 's Avonds is er dan een
galavoorstelling in de schouwburg. Op vrijdag 9 september is het 'hol-
len' naar de Dam om de Koninginnen te zien vertrekken. Na een bezoek aan de Rembrandt tentoonstelling is dan voor Joanna het feest ook ten einde. Op zaterdag gaat ze weer naar huis en in haar agenda staat in grote letters: LEVE DE KONINGIN II
Een trotse Joanna complimen-
teerde haar oudste zusje Henriette nog met een enthousiast briefje:3 (...) je hebt groot succes met al je nieuwe toiletten kan ik je zeggen. Ze worden zeer bewonderd en je heet de |
||||||||||||
zichtje! ... maar ik zal niet in details
treden, want dan kon ik wel door- schrijven. Tot zo ver de schriftelijke reacties
van de familie Van de Poll op de inhuldiging. Er zal in familiekring ze- ker véél zijn nagepraat, en Louise zal nooit gedroomd hebben dat zij 11 jaar later (in 1909) de zorg voor Koningin Wilhelmina's dochter Juliana op zich zou gaan nemen. Nelleriek Boucher
BRONNEN
1. Gemeente Archief Zeist, archief Familie
van de Poll, 1765-1970, inv.nr. 2168. 2. Idem, inv.nr. 1947.
3. Idem, inv.nr. 698.
4. Idem, inv.nr. 2185.
|
||||||||||||
De auteur
Naar aanleidingvan de tentoonstelling
'Een Zeister freule aan het hof in de Galerie De Vleugel in Slot Zeist is uitgebreid onderzoek verricht in de correspondentie van de familie Van de Poll. In deze schatkamer zijn aardige vondsten te doen. Nelleriek Boucher heeft enkele notities gemaakt. De spelling is aangehouden zoals ze in de brieven werd aangetroffen. |
||||||||||||
elegantste van allen (...)
Het andere zusje Louise (red.: ook
Lou genoemd), die de inhuldiging in de kerk meemaakte, schrijft op 7 september aan Jo:4 Lieve beste Zus. ... Uitwijdingen over
gister kan ik niet doen, ik ben nog geheel onder den indruk en heusch kapot van emotie ! ik voel mij zoó dood moe, dat ik haast geen courage heb morgen naar den Haag te trekken ... Ik hoor nog steeds die mooie, heldere stem van de Koningin, en zie dat lieve bleeke ge- |
||||||||||||
I
|
||||||||||||
Seijst
1998-111
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mr. Frederik van de Poli
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ellzabeth van Vollenhoven
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1780 - 1853
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1781 - 1861
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
X
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdam 1823 - Zeist 1909
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1824 - 1909
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stamvader Zeister tak
Van de Poll, sinds 1860
woonachtig te Zeist.
Ga. inspecteur Rijl(sdienst
Registratie en Domeinen.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ük 0*m,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jkvr. Frederlca
Louise Henriëtte van de Poll |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jnkvr. Clara Catiiarina
van de Poll |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jkvr. Louise Pauiine
('Lou') van de Poll |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ihr. mr. Fredrik
'Frits' van de Poll |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i L853 - Zeist 1946
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doesburg 1855 - Zeist 1943
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bergen op Zoom 1857 - Zeist 1943
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeist 1860 - Zeist 19?!-7.-.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hofdame van
Koningin Emma en
superintendante
opvoeding Koningin
Wilhelmina 1891-'96
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dame du Palais Honoraire
van Koningin Wilhelmina en belast met de opvoeding van Prinses Juliana. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oa. lid van de Zeister
|
'*#^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemeenteraad van
1897 tot 1931,
naamgever ool< Van de
Poll Stichting. JÜ^SÈi
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Seijst
1998-lli
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
—>uu>««£ii^.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jkvr. Joanna 'Jo' Margaretha
Eiisabeth van de Poli |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeist 1872 - Zeist 1S70
Oprichtster van
Van de Poll Stichting op
24 september 1951.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeist 1864 - Delft 1863
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jhf. Archibald van de Poll
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeist 1862 - Zeist 1863
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amersfoort 1897 - Amersfoort 1922
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amersfoort 1901 - Zw^olle 1958
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Seijst
1998-111
|
|||||||||||||||
HOE KOMEN WE AAN ZEIST?, HANS KILIAN
|
|||||||||||||||
Hoe komen we aan Zeist?
|
|||||||||||||||
"Er waren eens een reus en een reuzin die elkaar kwijt waren. De
reus doolde door de bossen en hij riep daarbij zo hard mogelijk om zijn vrouw terug te vinden. Eindelijk hoorde hij van de overkant van de rivier schreeuwen: "Hier bun ik!" .Opgelucht haalde hij adem en verzuchtte: "Ze is 't!" De plaatsen waar de twee reuzen toen stonden noemt men sindsdien Bunnik en Zeist." |
|||||||||||||||
D
|
|||||||||||||||
niet zo vreemd is als men bedenkt dat
de Bataven en de Kanninefaten waarschijnlijk Kelten waren, evenals wellicht de oorspronkelijke Friezen. De Bataven en de met hen verwante Kanninefaten zijn mogelijk gevlucht uit Hessen - en niet in holle boom- stammen! - terwijld e vroegere Frie- zen misschien uit Drenthe afkomstig waren. Plaatsnamen als Nijmegen (Noviomagus) en Loosduinen in Den Haag (het woord 'duin' is een Keltisch leenwoord) en archeologi- sche resten (zoals het koningsgraf te |
|||||||||||||||
it fraaie staaltje van volks
etymologie hoorde ik vroeg op |
|||||||||||||||
school school en ik noteerde
het in "Olyck", de schoolkrant van het Openbaar Lyceum "Schoonoord". Het is echter niet direct wetenschap- pelijk te noemen. De plaatsnaam "Zeist" is volgens de
naamkundige Prof dr. D. E Blok (van het EJ. Meertens Instituut Amster- dam) afgeleid van het Keltische of Xatijnse segesta, wat 'plaats op droge grond' betekent. Van oorsprong Ger- maans is de naam dus niet, hetgeen |
|||||||||||||||
Seijst
1998-111
|
||||||||||||||
HOE KOMEN WE AAN ZEIST?, HANS KILIAN
|
||||||||||||||
daarvoor in aanmerking. Eigenlijk
zou het Nederlands dus Frans of Frankisch moeten heten of desnoods Salisch. De naamkundige Hans Krahe
constateerde dat er in het gebied tussen globaal de Oise en de Elbe restanten zijn van zeer oude namen die wijzen op een voor-Indo-europese taal. Deze dateert van vóór de 5e eeuw
V. Chr., toen de Keltische cultuur ons land bereikte. Deze namen wijzen naar Zuid-Europa, maar hoewel "Segesta" zo zijn doubletten heeft tot op Sicilië, is het toch niet voor de hand liggend dat de naam Zeist ons naar zó lang geleden terugvoert. Dat de naam ouder is dan ± 800 en nooit Setha (zoals ik eens in een oud boek vond) of Saestum (de naam van een voetbalclub) kan zijn geweest, is ech- ter wel duidelijk. De taal van de bewoners van dit door Krahe getra- ceerde "Noordwestblok" werd vanuit het zuidoosten verdrongen door het Keltisch en vanuit het noordoosten |
||||||||||||||
Oss) wijzen erop dat erin het zuiden
en het westen van Nederland nog geen Germanen woonden, toen de Romeinen hier aankwamen in de eerste eeuw voor Christus. Alleen in het oosten van ons land
waren al Germaanse stammen en daar komen de latere Franken dan ook vandaan, vooral uit Salland, dus van over de IJssel (Isala). Deze Salische Franken zullen het rijk stich- ten dat onder Karel de Grote zijn hoogtepunt kende. Het Nederlands en het Duits zijn de voortzetting van dit Frankisch, al hebben aanvankelijk geromaniseerde Keltische stammen ten zuiden van de Donau voor de bekende Hoogduitse klank- verschuiving gezorgd.
Ook het z.g.'Saksisch' in oostelijk
Nederland is dus geen directe voort- zetting van de taal van de oude Saksen (=zoiets als 'messen- trekkers'), al hebben deze indringers van achter de Elbe wel wat dialecti- sche sporen erin nagelaten; alleen het Engels en het huidige Fries komen |
||||||||||||||
door de Germanen. Deze en andere
Indo-europeanen kwamen oorspron- kelijk uit de omgeving van de Oekraine. De plek op vaste, droge grond aan
de (later Kromme) Rijn (=Rhenus, alweer een Keltische naam!), die door de Romeinen met segesta werd |
||||||||||||||
Seijst
1998-iil
|
|||||||||||
HOE KOMEN WE AAN ZEIST?, HANS KILIAN
|
|||||||||||
De auteur
Oud-Zeistenaar Hans Kilian, pseudo-
niem voor Karel ter Voorde, schreef eerder in ons bulletin de sage 'Hol- der de Bolder' (Seijst 1998-1, pag. 7). Van hem zijn inmiddels drie toneelstukken tegelijk verschenen in het Antwerpse Toneelfonds ("Doemsdag", een detectivespel in twee bedrijven, dat zich afspeelt tegen de achtergrond van een mo- gelijke, nieuwe oorlog, "Ontmoet Uw moordenaar", een korte komische thriller en het familiedrama "Nie- mand ontkomt"). Leidmotief in zijn toneelstukken is een schijnbaar onafwendbare ontwikkeling, waarbij het gevaar uit onvenwachte hoek komt. greep en verdwijnt daar waar het
kan. Vanaf de zee tot ver in het binnenland worden volgens Prof dr. A. van Loey en andere historische grammatici in het Nederlands woor- den als pegel, dwegel, tegel, etc, sa- mengetrokken tot resp. peil, dweil, teil etc. |
|||||||||||
aangeduid en ook de nevenbetekenis
veld en zelfs bouwland kon hebben, hoeft in de tijd dat een veer in de buurt nog Trajectum en geen (U)Trecht genoemd werd, natuurlijk nog geen echte nederzetting te zijn geweest. Op de plaats waar meen door het water waadde (= een voorde) om aan de overkant van de Eem (< Amer) te komen, ontstond ook niet onmiddellijk Amersfoort. Maar de naam stamt wel uit de Ro- meinse tijd en is dus van na 57 v. Chr. en van voor 296 na Chr., en als de Saliërs de Bataven in het rivieren- gebied vervangen en niet veel later zelfs de Texuandri (=Zuidmensen) in Brabant. Nederlanders zijn geen Bataven; deze met de Romeinen heulende lieden werden door de Vrije Germanen (= Franken) naar Gallië (het latere Frankrijk) verdre- ven. Het woord segesta ontwikkelt zich
verder gewoon met het Frankisch (= Nederlands) mee. Door het begin- accent, dat alle Germaanse talen kenmerkt, verzwakt de laatste letter- |
|||||||||||
Ook de Vlaamse rivier de Leie
heette eens Legia. Van Seist naar Zeist is nog maar een stapje, als men weet dat f en s aan het begin van het woord in het Nederlands 'v' en 's' worden : Engels sun is Nederlands 'zon' en father is ons 'vader', omdat wij bij de uitspraak ervan onze stem- banden ook gebruiken. Zo levert een Latijns (of misschien
een Keltisch of heel misschien een nog ouder) woord voor een wat hoger gelegen (offer?-) plaats, waarop men later een kerk bouwde en waarbij in de buurt nog tenminste drie andere bergjes waren, de naam op voor een dorp dat zich onderhand wel stad mag noemen. Of zou de koddige sage die ik op de middelbare school hoorde, toch waar zijn? Karel ter Voorde
Gorinchem
(=plaats op natte grond) |
|||||||||||
EEN MOORD - TWEE LIEDEREN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
|||||||||||
Een moord " twee liederen
|
|||||||||||
Alvorens de liederen hier af te
drukken, wil ik ingaan op het genre waartoe ze behoren. Verder wil ik aandacht besteden aan de historische context en de betekenis van de liede- ren. |
kochten na afloop van hun vertolking
de liederen op zogenaamde 'vlie- gende blaadjes'. Deze bevatten de titel en tekst, vrijwel altijd de naam van de uitgever of drukker, meestal een wijsaanduiding (het notenschrift maakte het drukken duurder en wie kon noten lezen?), soms de naam van de zanger, nooit de naam van de componist. Liederen op alom be- kende melodieën waren gemakkelij- ker te maken, te leren en te verko- pen. De oudere generatie volkslied-
onderzoekers had weinig op met het genre. De geringe literaire waarde en gebrek aan discretie jegens slachtoffer en dader waren hier debet aan. "Kermisdraken" noemde Jaap
Kunst ze in TERSCHELLINGER VOLKSLEVEN (Uithuizen, 1915). Een diskwalificatie die tevens de plaats aanduidt waar deze liederen |
||||||||||
Meer dan dan negentig jaar gele-
den werd in Zeist een moord gepleegd die een deining deed gaan door het gehele land. |
|||||||||||
Toen ik vorig jaar het Nederlands
Volksliedarchief raadpleegde in ver- band met mijn onderzoek naar het lied 'Het kamp van Zeist', vroeg men mij of ik belangstelling had voor twee manuscripten uit de jaren zestig waarin deze moord beschreven wordt. Ik antwoordde uiteraard be- vestigend. Het eerste bleek het lied te zijn dat ik al uit andere bronnen kende, zij het met een aantal varian- ten (op de betekenis hiervan kom ik nog terug). Het tweede bevatte een lied dat bij mijn weten nog niet eer- der gepubliceerd is geweest. Deze "vondst" is de aanleiding voor dit artikel. |
|||||||||||
De een z'n dood...
Het moordlied was in de eerste
decennia van deze eeuw een razend populair genre. In een tijd waarin de krant niet gelezen en de radio nau- welijks beluisterd werd, was de straat- zanger een belangrijke bron voor ac- tueel nieuws waar men graag naar luisterde. Natuurlijk kwam niet al het nieuws in aanmerking om bewerkt te worden tot een lied. Verkrachting, allerhande rampen en vooral moor- den waren favoriet. Sensatiezucht is van alle tijden evenals de handels- geest van de broodzangers. Zij ver- |
|||||||||||
Seijst
1998-ill
|
||||||||||||||||||
EEN MOORD - TWEE LIEDEREN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
||||||||||||||||||
doorgaans te beluisteren waren. La-
tere onderzoekers als Harrie Franken ' veel wat in deze inleiding staat heb ik ontleend aan zijn boek LIEDEREN EN DANSEN UIT DE KEMPEN (Hapert, 1978) - hadden meer be- langstelling voor de functie van het |
||||||||||||||||||
lied en de sociaal-historische context.
De honderden moordlieden die in de eerste decennia van deze eeuw gezongen en gedrukt werden, zijn bij mijn weten nooit systematisch onder- zocht. Als kenbron voor historische studie zijn ze natuurlijk onbetrouw- |
||||||||||||||||||
baar Soms echter geven ze details die
weliswaar niet verifieerbaar, maar dan toch uiterst smakelijk zijn. Wie een aantal moordliederen
achter elkaar heeft gelezen, ontwaart een aantal opvallende overeenkom- |
||||||||||||||||||
'y/"/> ,. ... 'J? """'■d te Zeist heeft m den lande allcrwoge diepe verontwaardighg on afschmv gc,yckt. Men zal zich herinneren, dat de J5-ianKekassier.looBCr Hendrik Ürost (Rr,d,H«n,;!
b;j den bierhmshoudcr Van Vaalen kwam om geld te incasseeren en verraderlijk door den bouwondernemer Van Ee in de keel werd gegrepen In gesmorrT ierwffvan VaalenThandfrv^^^^^ tijdens de misdaad liet men de grammophoon spelen, opdat het geschreeuw van-het slachtoffer buiteft niet ^ou worden gehoordrde ongelukkige werd &« in derkêlder onder het grl™^ |
||||||||||||||||||
hts door den m<*boer Kers m de sloot nabij het kerkhof gebracht. - Het bedrag van/i,oo, dat Drost bj zich had. wird oSer drmöordenafrrveXeld ^- • • -
|
||||||||||||||||||
■ 1'^n woord van hulde
|
||||||||||||||||||
a
|
■ 1. t -Ji j 1 F°u'''S C.J. de Lange en aan den adj.-inspecteur B. Tenkink. die al zeer spoedig de misdadigers wisten te vinden, i»»*!.- hetgraninroli'hoontVl^eltirwaaro'n'dkr'iïëtkèHêrimï"
'« ''^^ '''.•f"»-- de sloot bi, het kerkhof, ahvaar b.j (x x) het lik 's morgens werd gevonden i ^ecits: het geopende kelderluik, - Petsenen l No. i inSÏSè ,r C I de faLe -Jo^ ad inle^^^^ B. Tenkmk, No. 3 de bouwondernemer T. van Ee, No. 4 de melkboer H. ICors No 5. de bierhuishoudlr H. van Vaalén, No. 6 J. Overhotst,Tankirper,-"ie de S^ v^n H^-'ndrik'^ aankondigde en de laaghartige daad in de hand gewerkt heeft. ir, »i=,.u.m i^iu.!.
|
|||||||||||||||||
^ Seijst •
1998-ill
|
|||||||||||
EEN MOORD - TWEE LIEDEREN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
|||||||||||
sten. Niet de moordenaar, het slacht-
offer of de naaste verwanten staan centraal, maar de luisteraar. Neem de eerste vier regels van een willekeurig lied, 'Moord te Luykgestel': Komt mmdenwhmijnJied aanhoren
héten met aandacht mm liet lied
het zd gewis uw Itart doorboren
wat er in Luyhgestel is geschied
De zanger roept zijn publiek op stil
te blijven staan en maakt geen ge- heim van zijn bedoelingen. Weet hij zijn luisteraars in het hart te raken, dan liggen er stuivers in het verschiet. We zien dit ook bij het eerste lied
over de Zeisterse moord. Dat geld ook het motief van die
moord was, is een bizarre connectie die het publiek, noch de zanger waar- schijnlijk is opgevallen. Verder vinden we altijd afgrijselijke
details die het publiek aan de grond moeten nagelen van afschuw en de gerechte straf, die de moordenaar hier op aarde misschien kan ontlopen, maar in het hiernamaals dan toch zal moeten ondergaan. |
|||||||||||
volledige instemming van de ouders,
maar in hoeverre was hier sprake van vrije keuze? Ons bevreemdt het natuurlijk dat een jongen van zijn leeftijd rondliep met
een tas met 1700 gulden. Een bedrag dat we gerust met 20 kunnen ver- menigvuldigen als we ons een idee willen vor- men van de hui- dige waarde. Naast de café-
houder trof hij er Teunis van Ee, timmerman, wonende aan De Wet-
laan (portret boven) en Hendrikus Kors (portret onder), wonende aan de Costerlaan, kaart spelend aan een tafeltje. Wat er toen gebeurde, blijft enigszins duister. Zeker is dat Kors chloroform bij zich had. Later ver- |
|||||||||||
De ander z'n brood
Voor het juist verstaan van de lie-
deren is kennis van de historische achtergrond niet noodzakelijk, maar voor een historisch georiënteerd pu- bliek kan het wel het leesplezier ver- hogen. Voor die feiten baseer ik mij voornamelijk op De Weekbode, die de zaak natuurlijk op de voet volgde. 1 Hendrik Drost, geboren op 23 juli
1892 te Zeist, zoon van Cornelis Drost, van beroep koetsier en Aartje Meer- veld, beiden wonende te Zeist, was 15 jaar toen hij op die fatale zaterdag 16 november 1907 het café van Hendrik van Vaalen aan de Van Reenenweg betrad. Hij was toen al enige tijd in dienst
bij de heer Prince uit Driebergen voor wie hij aanvankelijk huishoudelijke bezigheden verrichtte en later wissels inde. Naar Prince later aan een jour- nalist verhaalde, had hij de jongen voor de nieuwe werkzaamheden la- ten kiezen en geschiedde dit met |
|||||||||||
EEN MOORD - TWEE LIEDEREN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
|||||||||
klaarde hij dat hij dit op verzoek van
Van Vaalen enige tijd eerder al bij de apotheek had gehaald om diens hond om te brengen. Vermoedelijk probeer' den ze Hendrik eerst te bedwelmen door zijn pet te besprenkelen met chloroform en dit in zijn ge- zicht te duwen. Toen dit onvol- doende resultaat had, wurgde Van Ee hem, ter-
wijl Van Vaalen (portret rechts) de handen van de jongen vasthield.
Tijdens de misdaad liet men de gram- mofoon spelen, opdat het geschreeuw van het slachtoffer buiten niet ge- hoord zou worden. Het lijk werd in de kelder onder het grammofoon- tafeltje verborgen en bij de verdeling van de buit kreeg Joh. Overhorst (por- tret rechts) honderd gulden, omdat hij de komst van de jongen had aan- gekondigd en daarmee het brein ach- ter de misdaad was. |
|||||||||
Toen 8 uur 's avonds de jongen
zich nog niet bij Prince had gemeld, vervoegde deze zich bij de ouders. Een heer stelde een auto ter beschik- king en een zoektocht werd inge- steld. Vergeefs. Het was de melkboer Kors - hij zal een geschikte kar hebben gehad - die midden in de nacht het lijk naar de sloot vlak bij het nabij gelegen kerkhof bracht, waar het de volgende morgen werd gevonden. Nog diezelfde middag werd Van Vaalen gearresteerd, 's Avonds werd Van Ee in hechtenis genomen en de volgende dag volg- den de arrestaties van Kors en Over- horst. De begrafenis donderdag werd
druk bezocht. Onder de sprekers be- vonden zich de burgemeesters van Driebergen en Zeist. Het politie-
onderzoek richtte zich in- tussen op het te- rugvinden van |
|||||||||
het geld, dat Kors en Van Ee bij
familie in resp. Amsterdam en Utrecht in bewaring hadden gege- ven. Het geld en de fiets van Hendrik kwamen terecht. De pet is nooit meer teruggevonden. Op de rechtszaak die in mei 1908
volgde, wil ik niet te diep ingaan. Er werden 85 getuigen gehoord, waar- onder de geneesheer-directeur van het krankzinnigengesticht in Utrecht, die verklaarde dat Van Ee
aan hysterisch delirium lijdde. De rechter ging echter aan deze verkla- ring voorbij en veroordeelde Van Vaalen tot 20 jaar. Van Ee tot levens- lang, Kors tot 6 jaar en Overhorst tot 8 jaar gevangenisstraf In hoger beroep werden de straffen van de laatste twee teruggebracht tot 3 resp. 5 jaar gevangenisstraf Van Ee giiig in cassa- tie, maar de bezwaren werden onge- grond verklaard. De straffen bleven zoals ze waren. Bezongen rood
De tekst van het eerste lied is af-
komstig uit een brief van iemand uit |
|||||||||
Seijst
1998-lli
|
|||||||||||||||||||
EEN MOORD - TWEE LIEDEREN, JAGKY VAN DEN DIXKENBERG
|
|||||||||||||||||||
^ üa!iiiüi&..^i^?*Si^^'^u'i/^^& ^
|
|||||||||||||||||||
En daarom lieten zij dejor^elinggaan.
MenvroeglTemtoenomeenuurterugtez^
Wat hg dan ook vdbracht.
Maar muweUjks was hij bitmen, of men greep
hemaan. 20 Hij moest gwchteniror/mi krachten Tjjwierpenhemopdegrondteneer,
Hoe is het mogelijk, O Heer.
Dekeelwerddoorhentaeningedrukt,
Endeannejongenindekelderneergenêit.
25 Demoordenaar die derwnenbezjtten
Vanhetgeldjdatdejongen'smorgenshadde. Dachten dateraanhm daad van ruw geweld. |
|||||||||||||||||||
Het tweede lied is in 1965 door
iemand uit Barneveld opgetekend. Er is geen wijsaanduiding. Moord van Zeist
Wie beefde er roet met schrik en an^t vervuld
Toen de mare was gekomen Datmenereenbravejongennogbuitenz^sdoM HetlevenhadontmnKn 5 Eendaadzolac^datmenervanijst Gebeurde een tn 't dorpje Zeist Omeenwetniggéddeedmenereenmoord |
|||||||||||||||||||
Soest geschreven in 1962. Het wijkt
op een op een aantal minder belang- rijke details af van het gedrukte orgineel. Deze worden in een noot verantwoord. De corrupties kunnen verklaard worden uit een gebrekkige overlevering of uit het feit dat de liederen ruim vijftig jaar naar dato uit het hoofd werden opgeschreven. De moord te Zeist
Och vrienden bl^eens even bi/ mij staan
En ui toch eens aanhoren Hoec^menkertodiweerzoverhongaan £m jongding te vamoarden 5 'tWasomeenanders geld te doen. Datmendeesrmdaaddurfdedoen. Maar door de ijver van de poüie-mach 2/n de daders van deze moord d opgebrach. |
|||||||||||||||||||
En men maakte een vgftienjar^ejor^en dood
Vier schurken hadden 't Ic^e plan gesmeed
10 Mwekenvantevaren Vier zaten bij van Galen in 't café gereed
Omdejongekigtesmoren
Met een wisselis hij naar binnen g^aan
En zie men randde de jongen aan
15 O scfiondet/lc/eit^o iets (ioetnoggeen beest Ze maakte dejor^en dood en hij gaf de geest
Z^hebbenhenonderdevloer gestopt
Men ffr^ de centjes delen
HethAffng dicht de grammofoon enp
20 Dieleitmenddoorspelen Eneventjesnaaxmiddemacht
|
|||||||||||||||||||
inaark
Zgwierpenhetli^ineensloot.
30 Alvonddejongendaarzijndood Tij waren echter toch niet slim genoeg
WantdepolitiehaaMehendrauitdekroeg
Nu kragen zij hun welverdiende bon.
En dat met goede reden.
35 Maardaam:\eegeefthelaas,r\iemanddezoon Aandebedroefdeoudersweder.
7^ troosten ^h thans in hun lot
En biMen bij de goede God
Vocrr'thdvanhunnewébemindezoon,
40 DÉtfetns'uerschenentsioor^p^egentroon. |
|||||||||||||||||||
10 Dezelagedaadtemhrer^en.
Maar nimmer uias de gelegenheid zo schoon, Om het jeugdige bloed te plengen. Des vmgens van die treurige dag, Was hij d eenmaal in hm madt. 15 Demoedontbrakhenomhmsk^tedaan
|
|||||||||||||||||||
Seijst
1998-111
|
||||||||||||||
EEN MOORD • TWEE LIEDEREN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
||||||||||||||
Hebben gj het lijk toen we^ebracht
En (k jongen stijf reeds eenge uren dood
En mengooide hem een eindje verder in een shot
25 Deszondc^morgensvondhemeenhoerenman
Diegir^rxiardepcMe
Hij zocht de jongen want Jiij wist ervan
Toen kwam ook dejustiae
Devaderscbxck,vidinonmadt
30 Toenhijdaarzozijnjcir^enzffg En een ieder riepenliet van smart een traan
Wieheeft er ziJkeenhgedaadgedaan
|
moeten de uitspraak van de rechter
nog afwachten (reg. 35-36), terwijl de dichter van het eerste lied al zeker is van "hun welverdiende loon" (reg. 33). Vergelijken we de liederen met het
verhaal zoals dat in de kranten ver- teld werd dan constateren we een aantal dichterlijke vrijheden. In het eerste lied wordt gesproken van een plan dat reeds lang bestond. Het weg sturen van de jongen om hem een uur later te laten terugkomen, ben ik elders niet tegengekomen. Zoals gezegd geeft het tweede lied
meer bijzonderheden. Neem de naam van de caféhouder Van Vaalen (in de herinnering verbasterd tot Van Galen), de leeftijd van de jongen, de dorre bladeren op het graf (herfst/ winter), het aantal daders, de dag van de week, de boer die het lijk in de sloot zag liggen, het flauwvallen van de vader. Dramatisch hoogtepunt vormt wat
mij betreft het sinistere gebruik van de nieuwerwetse grammofoon. |
De brief waarin het tweede lied
was genoteerd, bevatte een RS.: "Dit lied was verboden om te zingen." Verboden door wie? Waar?
Waarom? Van een officieel verbod zal geen sprake zijn geweest. Dat zou neerkomen op aantasting van grond- wettelijke rechten, maar er was ook nog zoiets als een politieverordening. De heer Rhoen wees mij in dit ver- band op een passage uit de raads- notulen van 21 juU 1864: "Op eene vraag des Heeren van
hennep, of er controle bestaat op de rondventers van liedjes? antvuoordt de voorzitter, dat de liedjeszangers, die vol- gens het politiereglement vergunning van den Burgemeester behoeven, zoveel mo- gelijk geweerd worden, doch dat het verkoopen van liedjes, wanneer die ge- drukt en de venters van patent voorzien zijn, zijns insziens niet kan worden be- let." Zo was het en zo is het. Straat-
zangers worden nog steeds naar hun vergunning gevraagd. Al met al ge- loof ik niet dat deze liederen in Zeist vaak gezongen zijn geweest, maar ik |
||||||||||||
genreedsm ts
Ckider de done blaren 35 Demoordenaandiewachtenophimstra
't Gerecht zd hen reet sparen Wij vragen nu aan God den Heer Tktïwstendopdeezoudersneer Engroot en klein, héter naar goede raad 40 BegaamgeldnooitztSieenk^edaad
|
||||||||||||||
Ik vermoed dat het tweede lied
ouder en voor mei 1908 geschreven is. Dit lied geeft meer details; het func- tioneert als het ware als een contemporain verslag. De daders |
||||||||||||||
Seijst
1998-111
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EEN MOORD - TWEE LIEDEREN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Be
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kom graag in contact met mensen die
zich een of beide melodieën herinne- ren. Jacky van den Dikkenberg
BRONNEN
1. Het gaat om de Weekbodes van 1907
(20, 24 en 27 november, 4 en 11 decem- ber), 1908 (23 en 27 mei, 6 en 24 juni, 1 juli, 8 augustus, 14 en 18 november) en 1909 (3 februari en 17 maart). 2. De oorspronkelijke titel luidde:
Vreeselijke moord gepleegd op een zestien- jarige kantoorlooper te Zeist Wijze: Bij het Ouderen graf.
Alleen variaties op woordniveau worden ver-
meld; aan verschillen in spelling en interpunc- tie wordt stilzwijgend voorbijgegaan. 1: Komt i.p.v. Och, 3: nu i.p.v. toch, 4:
jongen i.p.v. jongeling, 6: vrees'lijk moord dorst i.p.v. misdaad durfde, 7: ons i.p.v. de, 8: moord i.p.v. cfaacf, 9: het in hun plan i.p.v. het plan gereed, 11: Doch i.p.v. Maar, 14: reeds i.p.v al, 15: hun i.p.v hen, 16: weer gaan i.p.v. gaan, 17: hem om i.p.v. hem toen om, 18: volbrachte i.p.v. volbracht, 19: Nauw |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
was i.p.v. Maar nauweliji<s , 22:
En hoe i.p.v. Hoe, 23: werd hem i.p.v. hem, nu i.p.v. toen, 24: een i.p.v. de, 25: namen nu bezit i.p.v die de namen bezitten, 26: wat i.p.v. dat, 27: En dachten na i.p.v. Dachten dat er aan, 29: 't /yk toen i.p.v. het lijk, 30: Als i.p.v. Al, 31: nog i.p.v. toch, 33: Zij iirijgen thans i.p.v. Nu krijgen zij, 35: men niet i.p.v niemand, 36: De i.p.v. /\an de, 37: Deez' wenden i.p.v. Z// troosten, 38: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?°
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d«
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<^gen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- j
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■i's ij
|
cf-c-i
■'ec/f, |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*«7rf
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aet
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
?«. :r^-ft'w!>:^^:d^r"^- <^'>
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
**0 5ifvn, t:?° '^Oi' W ,•'* op»if ! ^-^ 'leto
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IQ
dief'
fce |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f^- pet,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r^^%'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%v
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«ns
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ui3n©n
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.^ ««Oievvin ^ pet
|
« tot iede^^^ Wé
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PCKJ
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om troost nu i.p.v. £n
bidden, 39: £n b/d- den voor i.p.v. voor, hunne zoon i.p.v hunne welbeminde zoon, 40: thans reeds is versche- nen i.p.v. thans verschenen is. Zijn troon i.p.v. zijn zegentroon. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«=«3^1^' ï>ef
|
aijg,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
•e-
Va; |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De S'^-i^
|
,^^«^eeJ:i^j.^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fee
de |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Seijst,,
1998-1
|
|||||||||||||
BERICHTEN UIT DE VAN DE POLL-KAMER
|
|||||||||||||
Stichtenaren
van vroeger jaren il
Dit jaar bestaat de afdeling Utrecht van de
Nederlandse Genealogische Vereniging 50 jaar. Ter gelegenheid hiervan verschijnt in oktober een jubileumboek onder de titel. Stichtenaren uit vroeger jaren II. Dit boek bevat een aantal artikelen over mensen die in het Sticht woonden en werk- ten of daaruit afkomstig waren en telt ca. 275 bladzijden met talrijke foto's en illustra- ties. Bij voor-inschrijving kost het boek ƒ39,75. Overige inlichtingen: Lo Schneider, Steenen Camer42, 3721 ND Bilthoven, tel. (030) 220 20 82. Aanmeldingen / adreswijzigingen
Zeister Historisch Genootschap,
Postbus 342, 3700 AH Zeist inzenden van kopij
Jufferstraat 50, 3701 AG Zeist
E-mail: fruys@wxs.nl.
Fax: (030) 692 74 50
Ledenstand
Seijst II (juni 1998) ....................836
Seijst III (augustus 1998)...........840
|
|||||||||||||
Najaarsfilmvoorstelling
met een feestelijk tintje |
|||||||||||||
De najaarsHlmvoorstelling georganiseerd door
de commissie audiovisuele collecties staat dit jaar in het teken van premières. Op maandag 26 oktober worden in de Johan de IVIeester- zaal in Figi twee films voor het eerst aan een groot publiek gepresenteerd. De eerste film van de avond is van de Zeister
filmclub De Zoeker, gemaakt in 1959. Onder de titel Jan de Kleine wandelaar hebben de leden van De Zoeker destijds een dramatisch verhaal gefilmd over een jongen die dolgraag met de wandelvierdaagse in Zeist mee wil lopen, maar dat niet mag. We kunnen in de film veel oudere Zeistenaren herkennen zowel als Zeister lokaties in de vijftiger jaren. Het camerawerk voor de film werd verzorgd door de ons inmiddels bekende filmer A. Wisman. Sinds de film in het begin van dit jaar is her- ontdekt, is deze door de Van De Poll Stich- ting naar videoband gecopieerd zodat hij weer lange tijd bewaard kan worden. Bovendien geeft ons dat de gelegenheid deze film met een feestelijk tintje een publiekspremière te geven. |
|||||||||||||
De tweede première van de avond is de film
Familie in Bloemen (1997) gemaakt door de documentairemaaktser Marjolijn Droog. Deze film vertelt het verhaal van de familie Haaks- man en hun tuincentra in Zeist en De Bilt. De film toont verder de kwekerij op het landgoed Vollenhove, de bloemenverkoop in het centrum van Zeist, het eerste tuin- centrum aan de Schaerwijdelaan, tuin- centrum De Kroost en de sloop daarvan en Europatuin Haaksman in De Bilt. De film is gedraaid door de bekende Zeistenaar Piet Riethoven en geeft een beeld van een Zeister ondernemersfamilie aan het eind van de twintigste eeuw. Twee premières op één avond dus die zeker voor geïntereseerden in Zeister historie de moeite waard zijn. Aanvang 19.30 uur, toegangskaarten a f2,50 (incl. een kop koffie) bestellen bij resen/eringskantoor, tel. (030) 692 75 22 of op de avond aan de bioscoopkassa. |
|||||||||||||
^Seijst
1998-IV
|
||||||||||||
INLEIDING OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (1), LEO VISSER
|
||||||||||||
Openbaar lageronderwijs
in Zeist van 1801 - 1921 |
||||||||||||
Met ingang van het eerste num-
mer van het volgend jaar belicht Leo Visser in Seijst elk trimester een lagere school uit Zeist. In dit nummer een inleiding waarin de auteur de totstandkoming van de lageronderwijsvuet behandelt. |
||||||||||||
Hoewel de geschiedenis van het
lager onderwijs in Zeist verder terug gaat dan 1801 heb ik dit jaar als begin gekozen, omdat toen de eerste lageronderwijswet tot stand kwam. De nationale aanpak van het lager
|
||||||||||||
INLEIDING OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (1), LEO VISSER
|
|||||||||
onderwijs was gebaseerd op de sterk
centralistische Staatsregeling van het Bataafse Volk van 1798. In artikel 92 van deze "Acte van Staatsregeling" stond dat het Uitvoerend Bewind zich ter volbrenging van zijn werk- zaamheden zou bedienen van acht agenten (Ministers). Daarvan was er één van Nationale
Opvoeding, omvattende de Genees- kundige Staatsregeling, de vorming der Nationale Zeeden en de bevorde- ring van het Openbaar Onderwijs en van Kunsten en Wetenschappen. Bij decreet van 21 december 1798
werd voor deze Agent van nationale Opvoeding een instructie vastgesteld. Theodorus van Kooten was de eer-
ste die in deze functie werd benoemd. In 1799 werd hij opgevolgd door de Leidse hoogleraar J.H. van der Palm, die onmiddellijk met de voorberei- ding van een algemene schoolwet begon. Zijn ontwerp dat op 6 juni 1801 werd bekrachtigd is onze eerste schoolwet geworden - De wet regelde een karige financie-
|
ring, een bescheiden onderwijs-
programma, voerde bekwaamheids- eisen in voor de onderwijzers en een gezaghebbend schooltoezicht. Kort na de uitvaardiging van de
eerste schoolwet kwam er een nieuwe constitutie die noodzaakte tot de Schoolwet van 1803. Nadat in 1805 de derde Staats-
regeling werd ingevoerd kwam de derde Schoolwet tot stand, de wet van 1806, die behoudens enkele wijzi- gingen, van kracht bleef tot 1857. Doel van het onderwijs was "dat
onder het aanleeren van gepaste en nuttige kundigheden, de verstande- lijke vermogens der kinderen ontwik- keld en zij zelven opgeleid worden tot alle maatschappelijke en christelijke deugden". Deze doelstelling zou daarna, op
enkele geringe wijzigingen na, ook in de latere wetgeving stand houden. De vakken van het lager onderwijs
waren lezen, schrijven, rekenen en de Nederlandse taal. De onderwijzers werden onder-
scheiden in vier rangen. |
||||||||
Wie enige bedrevenheid in lezen,
schrijven en rekenkunde had, werd meester van de vierde rang. Van die van ' de derde rang werd bovendien geëist, dat zij enige kennis hadden van de Nederlandse taal en met breu- ken konden rekenen. De onderwij- zers van de tweede rang moesten ook enige kennis hebben van aardrijks- kunde en geschiedenis en voor de klas in ieder opzicht voldoen. Voor de eerste rang moest men bovendien bekend zijn met de beginselen van de natuur- en wiskunde en zeer be- schaafd ontreden. Voor de hoogste rang kon men
examen doen ten overstaan van de schoolopziener; voor de andere ran- gen voor een commissie van onder- wijs of voor een plaatselijke school- commissie. De meest radicale verandering ten
opzichte van de voorgaande tijd was de invoering van het klassikale on- derwijs. In de Algemene Schoolorder was daarover het volgende voorge- schreven: |
|||||||||
INLEIDING OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (1), LEO VISSER
|
||||||||||
1998-IV
|
||||||||||
1. De leerlingen zullen verdeeld worden
in drie klassen, welke van elkander afgezonderd zitten en ieder binnen elke schooltijd onderwijs ontvangen. 2. De leerlingen van dezelfde klasse wor-
den steeds gezamenlijk onderwezen, terwijl voorts gezorgd worde, dat die der andere klassen gedurende die tijd hunne bezigheden hebben. 3. De onderscheidene klassen worden, in
de verschillende gedeelten van het onderwijs, zoveel mogelijk op een bord onderwezen. Wanneer we weten, dat alle leerlin-
gen bij elkaar zaten in één ruimte moet het geen geringe opgave geweest zijn om het gezelschap van vaak meer dan honderd kinderen tegelijkertijd les te geven en zinvol bezig te hou- den. Pas tegen het midden van de vorige eeuw verschenen de eerste scholen met twee of drie leslokalen. In Zeist gebeurde dat in 1854. Hoewel in de onderwijs-
geschiedenis van de tweede helft van de 19e eeuw de schoolstrijd het hoofdaccent heeft gekregen, betekent dat geenszins, dat er aan het overige |
geen aandacht werd besteed.
De Schoolwet van 1857, tot stand
gekomen onder het ministerie Van der Brugghen, behelsde een groot aantal maatregelen die gericht waren op kwaliteitsverbetering van het on- derwijs. Naast de gebruikelijke vakken als
lezen, schrijven, rekenen en Neder- landse taal werden geschiedenis, aardrijkskunde, kennis der natuur, vormleer (meetkunde) en zingen ver- plicht voorgeschreven. De omstandigheden der onderwij-
zers werden aanzienlijk verbeterd. Er werden minimum salarissen vastge- steld, terwijl de onderwijzer op 65- jarige leeftijd met pensioen kon gaan. Er bleven slechts twee rangen over,
die van hoofdonderwijzer en hulp- onderwijzer. Onder toezicht moch- ten kwekelingen les geven. Onder- wijskundig van groot belang was het vaststellen van een maximum aantal leerlingen per onderwijzer. Bij meer dan zeventig leerlingen in
de school was een kwekeling nodig, bij meer dan honderd een hulp- |
|||||||||
onderwijzer. Bij meer dan honderd-
vijftig leerlingen een hulponderwijzer en een kwekeling. Voor de volgende vijftig leerlingen
moest telkens een kwekeling en voor de volgende honderd een hulp- onderwijzer worden aangesteld. De wet van 1857 verplichtte de
gemeenten tot het benoemen van plaatselijke schoolcommissies in ge- meenten met meer dan 3000 inwo- ners. In Zeist werd door de gemeen- teraad op 29 april 1858 een dergelijke commissie in het leven geroepen. Het Rijk hield zich nog wel op de
hoogte van de gang van zaken via de inspecteurs en schoolopzieners, maar de plaatselijke schoolcommissies wer- den nu rechtstreeks gesprekspartners van de hoofden der scholen. De Schoolwet van 1878, tot stand
gebracht door het liberale ministerie Kappeyne van de Coppello, is meer bekend geworden door de felle be- strijding van confessionele zijde, om- dat men er de ontplooiing van het bijzonder onderwijs door bemoeilijkt |
||||||||||
INLEIDING OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (1), LEO VISSER
|
|||||||||||
niet veel in deze wet. Aan het
verplichte lessenpakket werden gym- nastiek en tekenen toegevoegd. Het vak vormleer werd afgeschaft. Het bij de wet van 1801 ingevoerde
gezaghebbende schooltoezicht heeft veel bijdragen tot de verbetering van het onderwijs. De schoolopzieners hadden een
sterk verantwoordelijkheidsbesef. Zij streefden er ernstig naar van de
schoolmeesters ideale vakmensen te maken. Dankzij hun rapporten en verslagen krijgen we vaak een duide- lijk beeld van de situatie op onderwijsgebied in de vorige eeuw. In sommige streken van het land
werd de schoolopziener bij zijn aan- komst door de jeugd als volgt be- groet: |
|||||||||||
zag, dan door wat ze werkelijk aan
verbeteringen voor het lager onder- wijs inhield. Toch had de wet voor het lager onderwijs vele goede kan- ten, zoals 1. Het opnemen onder de verplichte vak-
ken van de nuttige handwerken, waarmee de onderwijzeres een vaste plaats kreeg in het lager onderwijs; 2. Afschaffing van de kwekeling als leer-
kracht, terwijl de hulponderwijzer on- derwijzer werd; 3.1nstelling van het herhalingsonderwijs,
waardoor er een wettelijke basis gege- ven werd aan de avondschool. In Zeist bestond al gedurende een reeks van jaren van oktober tot mei een avondschool. 4. Regeling bij Koninklijk Besluit van de
bouw en inrichting van schoollokalen. In de Schoolwet-Mackay van 1889
werd de eerste stap gezet op weg naar gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder onderwijs. Onder zekere voor- waarden kon aan bijzondere scholen overheidssubsidie worden verleend. Op onderwijsgebied veranderde er
|
Bij zijn afscheid werd de
schoolopziener als volgt toegezongen: Wij danken U voor 't onderricht, dat Gij ons geeft van onze plicht! Wij zullen vlijtig leren.(bis) Bezoek ons toch eens spoedig weer. Wij zien U zo graag, keer op keer. Dag lieve Schoolopziener.(bis) Als einddatum koos ik I januari
1921 omdat toen de wet - De Visser, de Lageronderwijswet 1920, in wer- king trad, waarbij de in artikel 192 van de Grondwet voorgeschreven fi- nanciële gelijkstelling van het open- baar en het bijzonder onderwijs een feit werd. Tussen 1801 en 1921 waren er in
Zeist drie openbare scholen, t.w. de school aan de 2e Dorpsstraat, later aan de 2e en Ie Hogeweg, de school in Austerlitz en de school aan de Bergweg. Van deze scholen zullen de schoolgebouwen, de hoofdonderwij- zers en enkele aspecten van het on- derwijs worden beschreven. r ■ Wordt vervolgd
Leo Visser
|
||||||||||
; lieve schoolopziener! Gij
bezoekt ons weer, wij zijn nu blij. Gij houdt niet op te zorgen.(bis) Wees welkom dan, o brave man! Elk onzer zal zoveel hij kan Uw zorgen dankend lonen!(bis) |
|||||||||||
vinviuiL
luiNBOUW Tentoonstelling
|
|||||||||||||||||
Bloemlezing over een
fleurige tentoonstelling |
|||||||||||||||||
Crcopeiiil op alk' werklaiicH
fvAN25AUGllSTÜ5Tor IöSEPTEHBER 1909 |
|||||||||||||||||
In 1884 werd de afdeling Zeist (en omstreken) opgericht van de
Nederlandse Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Leden waren landgoedeigenaren, tuinbazen van de landgoederen, bloemis- ten en kwekers. De maandelijkse bijeenkomsten werden genotu- leerd. Deze notulen zijn samen met een aantal ledenlijsten bewaard gebleven en onlangs overgedragen aan het Zeister Historisch Genootschap. Hieronder volgt de lezing die Jan Heijmel op 13 oktober van vorig jaar hield. |
|||||||||||||||||
kWI'l iMI ^ i.1 i8 VlIïllNUls
\t'«t ^^ï iti N ÏUi/i \ !-■» Si'plcnilKT
Ssiir.n.iMis KMI <.N()1 MIN l-. (lol I IA 16
l0l«*t OPPERVLAKTt 120 000 M?
aiii.ii .•lijl^lM'dcn
x/ \J.UI()TIX<. |
|||||||||||||||||
In 1902 organiseerde de Zeister
afdeling een bloemen tentoon- stelling op het landgoed Kers- bergen. Een comité van 12 man orga- niseerde deze zeer geslaagde tentoon- stelling. Hoogtepunt was het bezoek van
Koningin-Moeder Emma. Ook finan- cieel was de tentoonstelling een suc- |
ces; penningmeester Jhr. Frits van de
Poll kon melding maken van een positief saldo van 945,78 gulden. Het is dan ook niet verwonderlijk
dat op 23 oktober 1906 de toenmalige voorzitter Jhr. G.F. van Tets aan de afdelingsvergadering vertelt dat het dagelijks bestuur reeds twee maal heeft vergaderd over het voornemen |
||||||||||||||||
in 1909 een grote tuinbouw tentoon-
stelling te organiseren ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de afde- ling. De vergadering reageert met applaus. Er wordt een hoofd- commissie, een aantal subcommissies en een ere comité gevormd. Van de hoofdcommissie zijn de notulen- boeken bewaard gebleven en inmid- |
|||||||||||||||||
r1
|
|||||||||||||||||
Seijst
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GROOTE TUINBOUW TENTOONSTELLING 1909, JAN-HEIN HEIMEL
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.,*'• o. P V. „ """uur:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1998-IV
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Scharweide en Veldheim ter
sprake kwamen. Een ander probleem is het financieren van de tentoonstelling. De uitgaven worden begroot op |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ling wordt verzorgd door een sub-
commissie onder voorzitterschap van de heer D. Meeuwenberg, bloemist (flora) en tuinarchitect. De tuinbaas van Schoonoord, de heer C.G. van der Weerdt, overigens ook zeer actief in de afdeling Zeist van de Maatschapij voor tuinbouw en plant- kunde als penningmeester en 2'' voor- zitter, Willem C.C. van Romondt Vis, zoon van de eigenaar, fungeert als 2' secretaris van de subcommissie. Het resultaat van hun inspannin- gen is een terrein in vier delen: het voorterrein aan de Driebergse weg, een midden terrein naast het land- huis Schoonoord, een achterterrein met ten oosten daarvan een gebied voor een attractiepark. Zie de platte- grond hieronder. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
""'^^^^te-^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Öï-Tö
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JP:L
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
woor?
|
«e/-.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ongeveer 37.000 gulden. De in-
komsten moeten gehaald wor- den uit subsidies, giften, het ver- pachten van een aantal rechten (verkoop tabak, fotografie, tentoonstellingskrant etc.) maar
voornamelijk uit een te vormen waarborgfonds. Bij een eventuele winst worden de bijdragen aan het waarborgfond dan zoveel mogelijk terug betaald. De gemeente Zeist stort 1400 gul-
den in het waarborgfonds en betaalt 2 gouden medailles. De inrichting van de tentoonstel-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vffcr.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«i(
|
«Mtwj
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Viïi^n.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
°-"^"»"«fe".,.....„„
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
/ "^ 2f«
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
''■/
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Samenstelling hoofdcommissie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dels ook via het ZHG toegankelijk.
Het dagelijks bestuur van de
hoofdcommissie wordt gevormd door de heren van Tets, Blanckenhagen en Smitskamp (zie overzichtje). Het zoeken van een geschikte
locatie kost veel tijd, pas in juni 1908 valt definitief de keuze op het land- goed Schoonoord van de heer Cornelis C.W. van Romondt Vis. In de annalen valt terug te vinden dat ook Het Slot, Hoog Beek en Royen, Sparrenheuvel, Kersbergen, Klein |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GEBOUWEN VOOR
WAHME KASPUNTEN £N lUrNABCHITECTUUR |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RIIKSSIMATWEG
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«lUZIEKTEKT
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NAAR OUD ZEIST
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Seijst
|
||||||||||||
GROOTE TUINBOUW TENTOONSTELLING 1909, JAN-HEIN HEIMEL
|
||||||||||||
1998.IV
|
||||||||||||
Foto's van links naar rechts: het pleintje
van Oud-Seyst, zomaar een inzending, het bezoek van Koningin Wilhelmina. Onder: een overzicht van het festivalterrein. |
||||||||||||
Daarnaast is er een subcommissie
die het programma van de tentoon- stelling vaststelt; welke inzendingen zijn mogelijk. Zie bv. nummer 80 van de catalogus. Opvallend is dat de helft van de inzendingen uit Zeist komen. De hoofdcommissie vergadert 27
keer over een veelheid van onderwer- pen variërend van het wel of niet open zijn op zondag en de toegangs- prijzen (inclusief de vraag tot aan welke leeftijd zonen gratis toegang hebben bij gebruik van een familie- kaart). Ook het eventueel bouwen van
een overdekte stalling voor de auto- mobielen van de bezoekers wordt |
||||||||||||
overwogen. In het voorjaar van
wordt besloten op het al eerder ge- plande attractieterrein een aantal houten winkels te bouwen die teza- men "Oud Seyst" zullen vormen. Een pseudo marktplein moet het jaar 1609 terughalen. De bedoeling van het attractiepark was, ook toen al, het genereren van inkomsten. Naast "Oud Seyst" is er ook een
kermis met o.a. de eerste Neder- landse rodelbaan en bezienswaardig- heden als Bianca de vrouw met de 2 hoofden. Bij de ingang van het terein is een
persruimte, een politiepost en een postkantoortje waar de post van een |
||||||||||||
Seijst
1998-IV
|
||||||||||||||||||||
GROOTE TUINBOUW TENTOONSTELLING 1909, JAN-HEIN HEIMEL
|
||||||||||||||||||||
speciaal stempel wordt voorzien. Er
zijn een 30-tal verschillende speciale prentbriefkaarten van de tentoonstel- ling bekend. p 25 augustus 1909 is het dan zover
de tentoonstelling wordt geopend. Niet door Prins Hendrik zoals oor- spronkelijk de bedoeling was. De Prins was bij nader inzien verhinderd en uitstel van de opening kon niet want de affiches waren al gedrukt en |
||||||||||||||||||||
een herdruk was te duur. In de
dagen voorafgaand aan opening heeft het bijna continu geregend. Het was de natste nazomer in jaren. De gevol- gen zijn bijna desastreus; ondanks het storten van veel puin en grint op de paden en het graven van extra afwateringen is het terrein drassig en moeilijk begaanbaar. Uiteindelijk blijkt het leggen van planken op de paden een oplossing te bieden. |
||||||||||||||||||||
Voor de beoordeling van alle in-
zendingen, waaronder buitenlandse, is een internationale jury samenge- steld. Zestien van de ongeveer 90 jurylecfen zijn afkomstig uit het bui- tenland. De prijzen variëren van 5 tot 200
gulden. Bovendien zijn er een aantal gouden en zilveren medailles beschik- baar gesteld. |
||||||||||||||||||||
10vjn,-7ii.m, ^' ^^-^ ■ miiimwmiw •.«iii.wwnw iwiimjjj lOvja^llnja.
Ook dea | "^ondagB [ (uitgeaonderd Oud-Zeljst) van 12 tot 7 uur geopend. ' |
||||||||||||||||||||
CONCEUTEN.
Dagelij ks: Jüddagconcerten op
het tentooustellingsterrein en mid- dag-en apond-conoerten op Oud- Seijst door do tentoonatcU.-kapellen. Buitengewone Avondconcerten.
14 Sopt. Kon. MiL Kapel Eeg.
Grenadiers en Jagers. Entree ƒ L- |
||||||||||||||||||||
Speciale Tentoonstellingen:
7-9 Sept Bloemwerken.
10-11 Sept. Snijbloemen. 14-I6 Sept ersenten en Ooit |
||||||||||||||||||||
FEESTELIJKHEDEN.
Oud-Zeijst: Diverse vermak»-
lijkheden, yrjx' B&llon-opgtijging«a bij avond, tooneelvooreteUingen, vuurwerken, ena. (4473) lederen dag afwisseleml pro-
gramma en kermesse d'été. |
||||||||||||||||||||
-Entrée-prijiön (wijzigingen roorbehouden): 8, 9, 11, 16 en 16 Sept. / 0.50; ,10 en U Sept, ƒ L-1
18 bept. /u-'«j;. », 11 en Ij Sopt. na 4 uur 10 cent. Doorloopende kaarten yerkrijgbaar. G^éde tram- en treinverbmdmgen uaar iilie richtingen. Late avondtreinen. - |
||||||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||||||
GROOTE TUINBOUW TENTOONSTELLING 1909, JAN-HEIN HEIMEL
|
|||||||||||||||||||||||||
,j\iei(\vn\iei-U
|
|||||||||||||||||||||||||
verluid, een forse donatie
van jhr. Van Tets, wordt
dit tekort weggewerkt.
Ondanks het slechte
i weer en de financiële te-
i genslag wordt toch ge-
sproken van een zeer ge- slaagde tentoonstelling waarmee de afdeling van NMTP, de gemeente Zeist en Neder- land een hele goede beurt hebben gemaakt. J.H. Heiitiel
|
|||||||||||||||||||||||||
Al ontbrak er dan bij de
opening een lid van het ko- |
|||||||||||||||||||||||||
1.00
|
|||||||||||||||||||||||||
-t -(oot T.\ f \h.— - , ilirtciU-
|
|||||||||||||||||||||||||
%»■
|
|||||||||||||||||||||||||
ningshuis, verder had de orga-
nisatie niet te klagen o\'er ko- ninklijke belangstelling: Op 26 augustus bezocht koningin Moeder Emma de tentoonstel- ling; na afloop dronk zij thee in huize Schoonoord. Zeven dagen later kwam prins
Hendrik naar Zeist. Hij gebruikte de lunch met het Gemeentebe- stuur en bezocht vervolgens de ten- toonstelling, inclusief "oud Seyst". Op de voorlaatste dag kwam Ko-
ningin Emma nog een keer terug. Tijdens de tentoonstelling worden
allerhande activiteiten georganiseerd een gondeltocht op de drift achter het terrein, een bloemencorso, een voetbalwedstrijd tussen Hercules en het Engelse Clapton F.C. en vele concerten van onder andere de Kon. Militaire Kapel en de Kon. Zeister Harmonie. Opmerkelijk is dat bij het bloemencorso de families van Tets en Romond Vis eerste |
|||||||||||||||||||||||||
-"• '^rS.n,U.. ,^,,^
|
|||||||||||||||||||||||||
pn]-
zen weten te winnen.
Omdat de uitgaven mede door het slechte weer oplopen en in de inkom- sten achter blijven wordt in een extra vergadering van de hoofdcommissie besloten de resterende twee zondagen toch open te gaan. Twee commissie- leden zien zich genoodzaakt hierdoor te bedanken als commissielid. In totaal komen er ongeveer 40.000
betalende bezoekers. Dit is niet vol- doende om uit de rode cijfers te komen. Niet alleen moet het gehele waarborgfonds aangesproken wor- den, bovendien rest er dan nog en schuld van 10.000 gulden. Door- middel van giften, waaronder naar |
|||||||||||||||||||||||||
BRONNEN
Opmerking: Zowel in het gemeente archief
van Zeist als in de collectie van Het Zeister Historisch Genootschap zijn relevante zaken terug te vinden, bovendien geven de dagbla- den gedurende de tentoonstellingsperiode dagelijks beschrijvingen. Een uitgebreid overzicht van het expositieterrein wordt be- schreven in de 3" jaargang van het toenma- lige weekblad 'Buiten' en de 4' jaargang van 'Onze Tuinen'. |
|||||||||||||||||||||||||
REFLECTIES BIJ EEN SCHOOLFOTO, ARTHUR LEHNING
|
|||||||||||
1998-IV
|
|||||||||||
De auteur
Vorig jaar december werd de P.C.
Hooftprijs toegekend aan dr. Arthur Lehning, waarschijnlijk de oudste oud-leeriing van de jongensschool der Evangelische Broedergemeente. Hij is een van de vele geleerden die 'hun opleiding in Zeist begonnen. Samen met de dichter van de beroemdste regels uit de vaderlandse poëzie, 'Denkend aan , Holland'...', Hendrik Marsman, bezocht hij de jongens- school in het eerste decennium van de nu bijna voorbije eeuw. Lehning (Utrecht, 1899) is historicus en schrij- ver en behoorde in het, interbellum tot de artistieke en politieke avant-garde van Europa. In 1954 pu- bliceerde hij Vriend van mijn jeugd over H. Marsman. Lehning is onder meer Eredoctor van 'de Universiteit van Amsterdam. Hij woont en werkt in Amsterdam en Lys-St-Georges in Frankrijk. In 1996 schreef hij voor het eeuwfeest van het lager onderwijs aan de Zeister Broedergemeente- scholen deze herinnering aan zijn jeugd. |
|||||||||||
Lehning:
|
|||||||||||
In het voorjaar van 1905 kwam
ik in Zeist wonen. Mijn moeder, Paula, Schübler was, nadat haar huwelijk met Paul Lehning in 1902 was gestrand, in 1905 hertrouwd met E.J. Muller, die uit een oud Hernhuttergeslacht stamde. Er werd een huis betrokken aan de Parklaan 21. Mjn broer Werner, die vier jaar ouder was, bleef bij familie in Elberfeld wonen om daar de lagere school af te maken, ik werd inge- schreven als leerling van de lagere school van de Evangelische Broeder- gemeente aan het Broederplein. Hoe- wel ik daarvan de zeven klassen heb doorlopen, heb ik er weinig of geen herinnering aan. Als ik herinnerin- gen had aan die tijd, dan is het aan het leven zoals dit zich buiten de schoolmuren afspeelde. Ik was een enthousiast padvinder ongeveer |
|||||||||||
^narchiW ^^'^'^«^ van de d ^ ""«a-
|
|||||||||||
REFLECTIES BIJ EEN SCHOOLFOTO, ARTHUR LEHNING
|
||||||||||||
i998-IV
|
||||||||||||
reflecties bij een schoolfoto
|
||||||||||||
links op de bovenste rij, met zijn rechter-
hand martiaal op den ijzeren leuning, alsof het een roer was of een gevest van een degen, en anders, als ik mij hier in vergis, met de beide armen stijf langs liet lichaam gestrekt, en zijn kin op de borst, in elk geval flink militair. Hij lijkt zeer geërgerd. Die ergernis moet zijn ontstaan doordat zijn boord los zat en hij zijn kin naar beneden móest houden om het niet te verliezen, wat hem ook in zijn eigen gevoel iets gedwongens zal hebben gege- ven en misschien iets belachelijks wat het ook inderdaad was. Toch werd het napoleontische ~ zijn verschijning er nog door verhoogd. Ik zelf zit een paar rijen lager, bijna meisjesachtig teer, zwak en met fletse oogen. Toen ik in het begin van de jaren
vijftig De vriend van mijn jeugd schreef, dat wil zeggen mijn herinne- |
||||||||||||
herinnering eraan bestaat hij eenvoudig
niet. Maar ik moet er bij zeggen dat ik zelf in mijn herinnering aan die jaren ook nauwelijks besta. Maar in dat romanfragment maakt
hij wel melding van een schoolfoto waar wij beiden op staan. Ik moet hem voor het eerst gezien heb-
ben toen wij beiden zes jaar waren. Ik herinner mij een keurig aangekleeden jongen met ponny haar, in een vrij opvallend groenbrons pak, klein en ste- vig, stuursch en pruissisch pedant. Bij mijn moeder op zolder ligt nog een foto - onze twee klassen uit dien tijd, - hij zat toen een klas hooger dan ik - waar wij alle twee opstaan. Wij waren opgesteld op een hardsteenen stoep - vijf of zes treden, vóór een der huizen - het plein waar hij later gewoond heeft. Hij staat |
||||||||||||
vanaf mijn tiende jaar, en de bossen
in de omgeving van Zeist, maar ook het Slot en de slotgracht, waren de ideale omgeving voor deze activitei- ten. Maar ook om te wandelen of te fietsen, en in de toen nog strenge winters te schaatsen, met vrienden maar natuurlijk ook met eerste vrien- dinnetjes, die ik allen wel nog duide- lijk in herinnering heb. Marsman, die in dezelfde periode de lagere school van de Hernhutters bezocht, had helaas ook geen herinneringen aan deze periode, zoals blijkt uit het prozafragment dat hij in de Jaren '30 schreef en dat een aanzet was tot een roman over mij) en onze vriend- schap.. Ik herinner mij althans niet dat wij in
dien tijd ook maar een woord met elkander hebben gewisseld en in mijn |
||||||||||||
F
|
||||||||||||
Seijst
|
||||||||||||||
REFLECTIES BIJ EEN SCHOOLFOTO, ARTHUR LEHNING
|
||||||||||||||
i998-IV
|
||||||||||||||
men ook wat geluk hebben, ofschoon
het dikwijls gaat als met de Aspern Papers. Maar het toeval was mij gun- stig gezind en ik bracht van mijn speurtocht in Zeist inderdaad de be- wuste foto van 45 jaar geleden als een kostbare trophee mee naar huis. Toen Marsman zijn stuk schreef, had hij deze foto niet in zijn bezit en zijn herinnering blijkt achteraf niet zo feilloos als de beschrijving wel sugge- reert. Ik sta namelijk niet links op de bovenste rij, maar een rij lager, on- middellijk naast het hoofd en de rechterhand, die de ijzeren leuning vasthoudt - het blijkt overigens een houten te zijn - alsof het een roer was of een gevest van een degen, behoort bij een andere knaap. De indruk over hemzelf is volkomen juist. Marsmans vader was gereformeerd
en zijn moeder hervormd, en de drie zoons, waarvan Marsman de oudste was, werden in die gezindte opge- voed. Waarom hij naar de school van de Hernhutters werd gestuurd weet ik niet, maar waarschijnlijk vanwege |
||||||||||||||
De Ie en 2e klas met Arthur Lehning (staand middelste rij links) en Hendrik
Marsman (zittend middelste rij rechts) in 1907. |
||||||||||||||
FOTO UIT 'EEN SCHOOL MET TRADITIE'
|
||||||||||||||
ringen aan Marsman, ben ik op zoek euze beschrijving, vooral van mezelf,
gegaan naar deze schoolfoto. intrigeerde mij en ik besloot een po- ging te doen, zonder veel hoop op
Ik had aan zulk een foto absoluut succes, dit historische document te geen herinnering, maar de minuti- bemachtigen. In zulke gevallen moet |
||||||||||||||
REFLECTIES BIJ EEN SCHOOLFOTO, ARTHUR LEHNING
|
|||||||||||||||||||||||||||||
1998-IV
|
|||||||||||||||||||||||||||||
de goede reputatie van de school.
Misschien ook dat de gunstige lig- ging, vlakbij de boekwinkel en het woonhuis in de Dorpsstraat daarbij een rol heeft gespeeld. Links van mij op de foto staat de directeur, J.E Arbous, die in de zevende klas les gaf. Rechts staat de onderwij- |
zer van deze laagste twee klassen van
de school, wiens naam ik ben verge- ten. Aangezien Marsman ook al in deze periode veel ziek was en geregeld school moest verzuimen, werd ik door deze onderwijzer van tijd tot tijd naar hem toegestuurd om hem te helpen bij zijn huiswerk. Van een vriendschappelijke verhouding was toen echter nog geen sprake. Vol- gens Marsman was daar het vol- gende incident de oorzaak van, maar ook daar herinner ik mij niets van. Dan staat mij nog voor ogen een ver-
woed gevecht tusschen ons in ons ze- vende jaar op den hoek van een gras- veld, dat voor de beslissing geëindigd werd doordat volwassenen ons kwamen scheiden. Vanaf dat oogenblik zal er een vijandige onverschilligheid tussen ons hebben bestaan, die pas zeven jaar later |
||||||||||||||||||||||||||||
klas bleef zitten, 'haalde hij mij mij
in', zoals hij schreef, en 'van toen af dateert onze vriendschap'. Wij pen- delden dagelijks met de stoomtram, die wij 'het Gele Gevaarte' hadden gedoopt, heen en weer naar Utrecht en maakten het daarin zo bont dat de conducteur verordonneerde: 'Mars- man en Mulder in de motor', d.w.z. het voorste gedeelte van de tram en niet in de aanhangwagen, waar hij geen oog op ons kon houden. In 1914 werd mijn vader directeur van de firma Van Wees &. Weiss en verhuisden wij naar het Broederplein 6. Marsman werd daar kind aan huis. Wij begonnen samen huiswerk te
maken, te lezen, dagboeken bij te houden en te schrijven. Mijn herin- neringen aan deze middelbare school- tijd en onze jongelingsjaren zijn zo scherp alsof het gister heeft plaatsge- vonden. Maar dat alles onttrekt zich aan het doel van deze publicatie, en over die vriendschap hebben niet alleen wij beiden maar inmiddels ook anderen het nodige geschreven. |
|||||||||||||||||||||||||||||
fflsctool rwf i il, i Q
|
|||||||||||||||||||||||||||||
^wgeraeeutg
|
|||||||||||||||||||||||||||||
TE 2L
|
I- I S T.
|
||||||||||||||||||||||||||||
STAAT
|
|||||||||||||||||||||||||||||
''"" "n-dvnv
|
|||||||||||||||||||||||||||||
"•''■^-l.'n.,„.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
;'")
|
|||||||||||||||||||||||||||||
In 1912 ging ik naar de HBS in
Utrecht, Marsman volgde het jaar daarop. Aangezien ik in de tweede |
|||||||||||||||||||||||||||||
'' ''^ ^. .<
|
|||||||||||||||||||||||||||||
REFLECTIES BIJ EEN SCHOOLFOTO, ARTHUR LEHNING
|
|||||||||
vriend van mijn ouders, begreep deze
niet alleen het mij ernstig was, maar hij aanvaardde ook mijn besluit om mij niet te laten aannemen. Hij oe- fende geen enkele druk op mij uit, en trachtte bovendien de ontstelde fami- liale gemoederen te kalmeren. Ik heb nog altijd groot respect voor de zeer liberale houding en heb ze nooit vergeten, maar natuurlijk ook niet |
|||||||||
zijn verzuchting: 'Es ist zum ersten
mal dass ein Geindekind von der Konfirmation zurücktritt'. Hoewel Marsman en ik 'zeer ver-
scheiden wegen zijn gegaan', kan men zich afvragen in welke mate onze le- vens, opvattingen en activiteiten door deze jeugdervaringen zijn bepaald. Wat Marsman betreft moet men naar |
|||||||||
Toch hebben zich met name ook
deze Jaren voornamelijk afgespeeld in de sfeer en tegen het decor van de Broedergemeente. Door haar huwe- lijk met Fritz Muller werden mijn moeder, Werner en ik, vanzelfspre- kend lid van de Broedergemeente. Het leven der gemeenteleden werd voor een belangrijk deel bepaald door de rituelen van het kerkelijk en ik heb deze vanaf mijn vijfde jaar inten- sief meegemaakt. Marsman ging van tijd tot tijd met ons mee na- de kerkdienst. In de loop van 1916 echter, het
jaar waarin ik zou worden genomen, begon ik ernstig te twijfelen, zowel aan de zin van al deze rituelen maar ook fundamenteel, aan het bestaan van God. Na verschillende intensieve gesprekken met de toenmalige domi- nee Bruder Reichel, tevens huis- In het najaar van 1989 keerde Arthur
Lehning terug naar Zeist en poseerde voor zijn lagere school. FOTO T. VAN HELMOND
|
|||||||||
^^Seijst
|
||||||||||||
REFLECTIES BIJ EEN SCHOOLFOTO, ARTHUR LEHNING
|
||||||||||||
1998-iV
|
||||||||||||
de eventuele sporen daarvan op zoek
gaan in zijn proza en poëzie. Zo bijvoorbeeld in het bovengenoemde romanfragment dat hij jaren na dato en tijdens langdurig verblijf buiten Nederland schreef. De kerk was binnen geheel wit, niet
enkel de muren en de gordijnen maar ook de pilaren en de banken. De vloer was van hout dat met fijn zand was bestrooid. Alleen de preekstoel - achter de dominee
zat was bedekt met een donkergroen kleed dat neerhing tot op den grond. De preekstoel stond op een kleine verhooging. De sfeer van de kerk was zeer sober en licht, alleen nogal ijl en schraal en buitengewoon puriteinsch. Er was 'n het geheel geen versiering. (...) Maar de sfeer van hun godsdienst en hun geloof had iets van de sfeer van hun kerk: zij was licht en verlicht weinig dogmatisch en verzoenend. Dat alles zat ook in de stijl van de pleinen en vooral in hun werkelijk on- vervangbare sfeer: zij waren karaktervol achttiende eeuwsch en zij hadden on- |
danks een zeker teruggetrokken besef
van eigenwaarde en piëtistische waardig- heid iets ruims, opens en weidsch. Wat mijzelf betreft, is mij natuur-
lijk vele malen gevraagd, of en in hoeverre ik wat betreft mijn liber- taire, vrij-socialistische opvattingen, beïnvloed ben door deze opvoeding en jeugdjaren in de communautaire gemeenschap der Hernhutters. Ik heb daar altijd negatief op geant- woord, aangezien ikzelf geen onmid- dellijk verband zie. Wel is het zo, dat ik in tegenstelling tot zovele andere Nederlanders, opgevoed in even zo- vele andere godsdienstige richtingen, nooit enige animositeit heb gevoeld jegens mijn achtergrond. Tenslotte denk ik dat wij zeer
geprivilegieerd zijn geweest, dat wij onze jeugd hebben doorgebracht te- gen het evenwichtige achttiende eeuwse decor van het Broeder- en Zusterplein, en het kan welhaast niet anders dat ons beider gevoel voor schoonheid daardoor beïnvloed is. Ik ben er geregeld teruggekeerd, heb er |
|||||||||||
vrienden en geliefden er naar toe
genomen en iedere keer als ik weer het interieur van de kerk terugzie, met de lange witte banken, de blan- ken houten vloeren, treft mij deze witte eenvoud als volkomen uniek Arthur Lehning
BRONNEN
De citaten van Marsman zijn afkomstig uit
het manuscript 'De twee vrienden', gepubli- ceerd door Jaap Goedegebuure. Bovenstaand artikel is afkomstig uit 'Een school met traditie', uitgave van de jubileumcommissie Comeniusschool, Zeist. Agnes Amelink en Karen Veenland-Heine- man. Joh. Enschedé, Amsterdam. |
||||||||||||
P
|
||||||||||||
VAN KLINKENBERG, EEN JEUGDVRIEND VAN MARSMAN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
|||||||||||||
1998-IV
|
|||||||||||||
Van Klinkenberg
een jeugdvriend van Marsman
|
|||||||||||||
Hij was een man die volop in
het leven stond. In zijn Zeisterse jaren had hij veel vrienden. De belangrijkste hiervan was ongetwijfeld Arthur Lehning, wiens boek De vriend van mijn jeugd over Marsmans ontwikkeling als dichter nog steeds als zeer belangrijk wordt beschouwd. Daarnaast heeft Roel Houwink veel geschreven over zijn contact met Marsman; hun eer- ste ontmoeting vond overigens pas later in de zomer van 1920 plaats. Een derde, minder bekende getuige- nis is het boekje MijN jaren met Marsman van G.A. van Klinken- berg. Dit boekje meer bekendheid geven
vormt het uitgangspunt van het eer- ste deel van dit artikel. In het tweede |
gedeelte zal ik een poging doen ant-
woord te geven op de vraag waarom de vriendschap tussen de beide dich- ters - want ook Van Klinkenberg schreef en publiceerde gedichten en critisch proza en hun voornaamste onderwerp van gesprek was de litera- tuur - zo abrupt eindigde. Die verkla- ring moet volgens mij gezocht wor- den in de literair-historische context. De jeugdjaren vanuit een
andere camerapositie Gerardus Anne van Klinkenberg
werd op 17 december 1900 te Amerongen geboren. Hij was het eerste kind van Hendrik van Klinkenberg, geboren te Amerongen op 1 september 1868, steenfabrikant, en Catharina Hendrina Tap, gebo- |
||||||||||||
Het cliché van de dichter is een
lange magere man met een onge- zonde huidskleur, allergisch voor sport en gezond voedsel, weinig menslievend om niet te zeggen asociaal, antimaatschappelijk, sarcastisch, onbegrepen en met een kwade dronk behept. Hendrik Marsman voldeed, be- halve waar het de zwakke ge- zondheid betreft, nauwelijks aan dit beeld. |
|||||||||||||
Seijst
a.998-IV
|
||||||||||||
VAN KLINKENBERG, EEN JEUGDVRIEND VAN MARSMAN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
||||||||||||
ren te Valburg op 9 december 1874.
Gerard kreeg in 1904 nog een zusje en in 1907 een broertje. Op 2 septem- ber 1913 verhuisde het gezin naar Zeist en vestigde zich op de Huydecoperweg 15A. In 1919 ver- huisde het nogmaals, nu naar de Boslaan 26, in 1925 genummerd als 6. Hendrik Marsman werd, zoals be- kend, op 30 september 1899 op de Tweede Dorpsstraat geboren, waar zijn vader een boekhandel had. |
Gerard werd net als Lehning en
Marsman naar de Rijks-H.B.S. op de Kruisstraat in Utrecht gestuurd. "Mijn eerste ontmoeting met Marsman vond plaats in de Zeister tram die ons elke schooldag naar Utrecht voerde en terug. Die tram deed over de rit bijna een uur (...) De schooltram die om acht uur uit Zeist vertrok, bestond uit vier 'rijtuigen' vuaarvan het derde en het vierde - wagentjes overgenomen van de Amsterdamse paardetram met open bal- |
kons en banken die in de lengte van de
wagen liepen - voor de schooljeugd wa- ren bestemd: het derde voor de meisjes en het vierde voor de jongens. Men z<^l begrijpen dat de rit niet altijd rustig verliep, al was er geen sprake van vernielingen." (VI,6) Over Marsmans kwajongensstre-
ken op die tram konden we al eerder bij Lehning het een en ander lezen. Uit deze periode (1915) dateert ook de klassefoto met Marsman op de voorste rij tweede van links, Lehning tweede rij staande rechts en Van Klinkenberg staande in het midden tussen de twee meisjes. Marsman kon vloeken "als een ma-
troos" en gebruikte graag het Zeister dialect. Van Klinkenberg typeert Marsman enigszins als een volks- jongen, maar dat is maar één facet van zijn gecompliceerde persoonlijk- heid. De bewuste foto van de tweede klas
Rijks-HBS te Utrecht met Marsman, Lehning en Klinkenberg. |
||||||||||
VAN KLINKENBERG, EEN JEUGDVRIEND VAN MARSMAN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
|||||||||
Neem nu de geringe status die zijn
ouders in het dorp hadden. De def- tige klanten lieten rekeningen jaren onbetaald zonder dat zijn vader tot betaling durfde te manen. Zijn moeder werd door de dames
uit de betere kringen "met het neerbui- gende 'juffroww' aangesproken, waar- mee men in die dagen zowel ongehuw- den als ook vrouwen uit de rangen der kleine luiden placht te begroeten (...) Zijn jongste broer ]o herinnerde zich in 1978 nog goed hoe mama's pogingen tot de Zeister elite door te dringen de spot- lust van de nonconformistische dichter in spe opwekte." (11,69) Dat Marsman liever naar vrienden
toeging dan hen thuis te ontvangen zou echter ook te maken kunnen hebben met de "passieve breuk" tus- sen zijn ouders. "Wanneer de heer en mevrouw Mars-
man op stap gingen in het Wilhelmina- park dan wandelde Henny's vader op het linkervoetpad en zijn moeder op het rechter aan de andere kant van de rijweg. Blijkbaar wilde geen van beiden |
|||||||||
achter de ander lopen op het no
smalle trottoir." (VI, 13) Gerard bleef in de tweede klas
zitten, waardoor ze elkaar uit het oog verloren. Toen Henny het laatste jaar over moest doen vanwege een zware longontsteking troffen ze elkaar weer in 1919. Henny kwam toen veel bij Van Klinkenberg over de vloer, ook vanwege zijn zus en haar school- vriendinnen. Ook Roel Houwink kwam daar regelmatig. Later zou Houwink trouwen met Nell van Nie, de "vriendin" die Marsman in 1921 tot het gedicht 'De blauwe tocht' had geïnspireerd. "Zij was een opvallende schoonheid,
levendig en geestig en ze zong, als leerlinge van Martine Dhont, niet onver- dienstelijk. Ik zie haar nog staan op het podium van de sinds lang verdwenen 'Nieuwe Sociëteit' met een grote rode bloem in het donkere haar." (VI, 20) Van Klinkenberg trouwde met haar jongere zuster, waardoor Houwink en hij zwagers werden. |
|||||||||
Vriend en volgeling
"Op een dag kwam hienny daar [op de
Boslaan], waarschijnlijk na het tennissen op een dichtbij gelegen baan, op bezoek en vroeg of hij de adressen mocht noteren van de redacties van de literaire maand- bladen die zich in onze leesportefeuille bevonden: 'Ik schrijf namelijk wel eens wat.'" (VI, 10-11) Van Klinkenberg is onmiddelijk
gefascineerd door Marsmans expres- sionistische poëzie en al spoedig lezen ze eikaars gedichten voor. Marsman van zijn kant is minder onder de indruk: "Je hebt onmiskenbaar enig talent,
maar dit werk is in wezen nog impressio- nistisch en te onpersoonlijk." (VI, 10-11) Onpersoonlijk, we zullen deze dis-
kwalificatie nog vaker tegenkomen. Ook de verzen die Van Klinkenberg in de periode 1921-22 aan Marsman voorlegt, vinden geen genade en fijn- tjes wijst hij zijn jongere vriend op het feit dat hij nogal wat regels van zichzelf in diens poëzie ontdekte, maar Houwink moedigde hem aan: |
|||||||||
Seijst
19fl8-IV
|
|||||||||||||
VAN KLINKENBERG, EEN JEUGDVRIEND VAN MARSMAN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
|||||||||||||
"Doorgaan, je kunt wat, maar je moet
nog wat meer kritisch zijn!" (VI, 16-17) Lehning krijgt twee gedichtjes on-
der initialen V.K. in het Rotterdamsch Studentenblad ge- plaatst, maar Van Klinkenbergs wer- kelijke debuut was in maart 1924 in De Vrije Bladen. "Henny bezocht mij vaak 's avonds. Als
ik zijn drietonig fluitsignaal hoorde en ik keek uit het raam van mijn zolderka- mertje, dan stond hij daar in zijn lange jas onder een straatlantaarn. Ik ging naar beneden en samen wandelden wij, soms uren, door de donkere Zeisterse bossen. Hij praatte, luid en opgewonden, aan één stuk door (...) En ik luisterde, bewonderend." (VI, 17) |
In 1923 verscheen het rode boekje
van Marsman. Met deze Verzen werd hij op slag het lichtende voor- beeld voor een hele generatie jonge dichters. Toen in 1924 De Vrije Bla- den begon te verschijnen als opvolger van Het Getij had Marsman zoveel kritiek op de redactie van het blad, dat men hem en Houwink 1925 tot redacteur benoemde en hem volledig de vrije hand gaf. Houwink gaf Slauerhoff wel eens
wat kopij te lezen en ook hier zien we dat de stukken van Van Klinkenberg onmiddelijk teruggaan als "niet per- soonlijk." (IV, 198) Dat hij toch nog zoveel werk ge-
plaatst heeft gekregen, moet hij te danken hebben gehad aan zijn vriendschap met Marsman. De beide vrienden voeren naar Vlieland om Slauerhoff te ontmoeten. "Op een middag, toen hij [Slauerhoffj met Mars- man in oosterse houding op de keien [basalt] van dam 20 zm te confereren over de politiek van De Vrije Bladen en over een bundel Clair-OBSCUR heb ik een foto van beide dichters gemaakt |
met een klein, oud boxje dat achteraf
niet helemaal lichtdicht bleek te zijn geweest." (V, 132) Maar Marsman is in termen van
Victor van Vriesland meer een aan- vuurder dan een aanvoerder en na een jaar breekt hij met Houwink en trekt hij zich teleurgesteld terug. Constant van Wessem schreef: "voor zoover men van een leiderschap van Marsman kan spreken heeft dit toen- maals de jongeren meer geschaad dan gebaat en tot een epigonenkweek en een 'literair snobisme' geleid, die door Mars- man niet gewild en ook niet voorzien waren en waarvoor hij op de vlucht is geslagen, geschrokken van de verwarrin- gen, die hij had aangericht." (1X,201) Marsman belandt dan in een crisis,
maar komt in 1929 toch weer bij De Vrije Bladen terug, al is hij dan minder prominent aanwezig. Het is opvallend dat tijdens de beide redac- teurschappen van Marsman relatief veel gedichten van Van Klinkenberg worden opgenomen, terwijl in de pe- |
|||||||||||
"Ik herinner mij nog goed hoe Marsman
mij op een van onze vele wandelingen door de Zeisterse bossen in zijn geliefde Zeister dialect vertelde dat hij, min of meer tot zijn eigen verwondering 'alleen nog maar over de dód kon dichten', hoewel hij zich helemaal niet somber gestemd voelde." (V, 130) |
|||||||||||||
I
|
|||||||||||||
Seijst
|
||||||||||
VAN KLINKENBERG, EEN JEUGDVRIEND VAN MARSMAN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
||||||||||
1998-IV
|
||||||||||
riode daartussen vrijwel alleen
critisch proza van diens hand wordt geplaatst. Het blad zelf zit op een dood spoor
en als in het eerste nummer van 1931 Menno ter Braak de zogenaamde PRlSMA-discussie aanzwengelt, leidt dit uiteindelijk tot het einde van De Vrije Bladen, de oprichting van Fo- rum een jaar later onder leiding van Ter Braak en Du Perron en, naar ik aanneem, het einde van de vriend- schap tussen Marsman en Van Klinkenberg. Prisma en de vloek
van het epigonisme Het is hier niet de plaats om de
Prisma-discussie in al haar facetten uit de doeken te doen. Men leze hiervoor de voortreffelijke studie van Oversteegen. Het gaat mij om de rol die Van
Klinkenberg en Marsman ongetwij- feld tegen hun wil hebben gespeeld. Wat was er gebeurd? In 1924 had Dirk Coster een
bloemlezing samengesteld van Neder- |
||||||||||
pf;
|
||||||||||
Slauerhoff en Marsman op de keien van Dam 20 op Vlieland, foto g.a. van klinkenberg
|
||||||||||
VAN KLINKENBERG, EEN JEUGDVRIEND VAN MARSMAN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
||||||||||
i9S8-IV
|
||||||||||
berg met zijn 'engelen eenmaal onbereik-
baar zwevend' in het zojuist verschenen Balans, dat Gabriël Smit, die (...) dat al deze verzenschrijvers, op dit ogenblik althans van hun bestaan, epigonen, niets dan epigonen zijn, tegenover wier poëti- sche beweringen ik volkomen ongelovig sta, en dat ik nu van hem. Marsman, eindelijk precies zou willen weten of hij deze mensen au sérieux neemt, dan wel of het au sérieux nemen van hun (gewas- sen) een gelukkig voorwendsel is om te zwijgen over hun verdere nulliteit." (X,282)
Nu had Marsman een volkomen
heldere mening over het epigonisme in de kunst: "De critiek heeft haar taak tegenover hen slecht gedaan. Want als ze hen werkelijk had verdelgd onder de terreur van haar veto, zouden de twee of drie mogelijk ontsnapten, geen pen meer durven hanteer en. Ik geloof dat Slauerhoff gelijk heeft: wij moeten niet tegen hen schrijven, we moeten ze dood- slaan." (Vlll,104) Maar toen hij dit schreef, had hij
de navolgers van de Beweging van Tachtig voor ogen, niet zijn eigen |
||||||||||
Het stuk eindigt met een sneer naar
Van Klinkenberg: "En last but not least, kunt u mij ook, ziende door uw feilloos prisma, verkondigen, wanneer het Paradijs van Marsman eindelijk voorgoed herwonnen zal zijn door G.A. van Klinkenberg, die u zelf van een 'laten bronzen klank' beticht? Tegen die tijd ga ik dan een bloemlezing samenstel- len, geheel zonder systeem, onder het motto: 'Is het een vent, voor mijn particulier gevoel?' Maar eerst moet het Paradijs zijn herwonnen. So long!" (1,355)
Natuurlijk verweert Binnendijk zich, maar wat iedereen verbaast, is dat Marsman zwijgt, terwijl Binnen- dijk toch min of meer als discipel van Marsman werd beschouwd. Du Per- ron, sinds kort vriend van Ter Braak, schrijft daarom een stuk voor De Vrije Bladen, waarin hij zich recht- streeks tot Marsman richt. "Maar komaan, ik wend mij opnieuw direct tot Marsman (...) en zeg hem dat ook Jan R.Th. Campert en G.A. van Klinken- berg die nog in deze bloemlezing voorko- men, dat dezelfde G.A. van Klinken- |
||||||||||
landse poëzie: Nieuwe Geluiden. Zo-
als zo vaak stuitte de keuze op kritiek. Wat men vooral storend vond, was dat de dichters langs een ideologische maatlat werden gelegd. De "menschelijkheid" gold als het beslis- sende criterium. D.A.M. Binnendijk, redacteur van
De Vrije Bladen stelde daarom in 1930 een nieuwe bloemlezing samen: Prisma waarin zowel Marsman als Van Klinkenberg waren vertegen- woordigd. Binnendijk stelde de "crea- tieve vorm" voorop. Maar dit schoot Menno Ter Braak weer in het ver- keerde keelgat. Zijn aanval 'Prisma of dogma?' werd in het januari-nummer van De Vrije Bladen gepubliceerd. Ter Braak vond dat niet de vorm, maar de vent, de persoonlijkheid van de kunstenaar vooropgesteld dient te worden. Vorm of Vent, zo vatte J.C. Bloem de discussie dan ook samen. Als vijfde punt van zijn kritiek stelt
hij: "De bloemlezing heeft geen grooter gebrek dan dit: dat zij in het geheel geen onderscheid maakt tusschen oor- spronkelijkheid en epigonisme." (X, 276) |
||||||||||
Seijst
|
|||||||||||||
VAN KLINKENBERG, EEN JEUGDVRIEND VAN MARSMAN, JACKY VAN DEN DIKKENBERG
|
|||||||||||||
1998-IV
|
|||||||||||||
len, moet bij Van Klinkenberg hard
zijn aangekomen. De enige manier om zichzelf van het epigonisme te bevrijden was (tijdelijk) te stoppen met dichten en dat deed hij dan ook. (VI, 22-23) De bundel De Cactus uit 1932 bestaat voornamelijk uit gedich- ten die voor 1931 in De Vrije Bladen waren verschenen. Daarna wordt het lange tijd stil rondom Van Klinken- berg en raakt hij volkomen in de vergetelheid. Als Marsman korte tijd na de affaire uit Utrecht vertrekt, zien ze elkaar nooit meer. Het mooie van de gepubliceerde herinneringen van Van Klinkenberg is dat elk spoor van rancune ontbreekt. En dat siert de vent. Jacky van den Dikken- berg BRONNEN
Bovenstaande citaten worden verantwoord door middel
2 cijfers: het Romeinse cijfer verwijst naar de hieronder vermelde literatuur, het cijfer achter de komme geeft het paginanummer aan. I) Braak, Menno ter, Verzameld weri<. Dl. 1. Amsterdam
19801 II) Goedegebuure, Jaap, 'Zee, berg, rivier (ouverture tot
|
|||||||||||||
vrienden. Marsman was in 1931 ech-
ter het polimiseren en manifesteren moe. In zijn repliek, gepubliceerd in De Nieuwe Eeuw van 26 februari 1931, schrijft hij: "ik ben het geklets over litteratuur werkelijk hartgrondig zat. Maar inderdaad: ik kan met u, met Ter Braak, met Donker, met wie nog meer?, niet anders zeggen dan dat menschen als Smit, Kamphuis, Binnen- dijk, Van Klinkenberg, Van Geuns, Campert... in verschillende graden epi- gonen zijn (als graden hier nog van eenig belang zijn), wat niet uitsluit - hier wijk ik van uw inzicht af - dat sommigen onder hen enkele goede, soms - hoe vreemd het ook mijzelf dikwijls voor- komt - zeer goede gedichten hebben gemaakt. Voor zoover ik mij mede heb schuldig gemaakt aan het in stand hou- den, misschien zelfs aan het bevorderen van dit epigonisme, doe ik boete. Ik hoop dat u en anderen spoedig zult slagen in het uitroeien ervan. Ik zeg dit geheel zonder spot, maar ik persoonlijk kan mijn kracht in die richting niet meer aanwenden." (111,244) Dat Marsman zijn protégé zo gemakkelijk liet val- |
|||||||||||||
een biografie)', in: Maatstaf, 38ste jg.: 9-10 (sept/okt
1990), p 64-76. III) Goedegebuure, Jaap, Op zoek naar een bezield
verband. Eerste deel. De literaire en maatschappelijke opvattingen van H. Marsman in de context van zijn tijd. Amsterdam 1981. IV) Hazeu, Wim, Slauerhoff. Een biografie. Amsterdam
etc. 1995. M Klinkenberg, G.A. van, 'Herzien - herdenken. Mars-
man en Slauerhoff'. In: Critisch Bulletin 23ste jg.: 3 (juni 1956), p. 128-134. VI) Klinkenberg, G.A. van. Jaren met Marsman. Utrecht
etc. 1986. Vil) Lehning, Arthur, De vriend van mijn jeugd. Herinne-
ringen aan H. Marsman. Amsterdam 1954. Vlll) Marsman, H., De anatomische les. Bussum 1926. DO Oversteegen, J.J., Vorm of Vent. Opvattingen over de aard van het literaire werk in de Nederlandse kritiek tussen de twee wereldoorlogen. Amsterdam 1978^. » Perron, E. du. Verzameld werk. Dl. 2. Amsterdam 1955. XI) Rhoen, R.P.M., 'Hendrik Marsman; Zeist 1899-Aan-
boord van de Berenicein Het Kanaal 1940'. In: Markante Zeistenaren, Levensschetsen van de personen die in en voor Zeist iets hebben betekend. Zeist 1991, p. 148-161. Verder heeft de heer R.P.M. Rhoen, archivaris van de gemeente Zeist, enkele vragen beantwoord, waar- voor vriendelijke dank. |
|||||||||||||
I
|
|||||||||||||
Seijst
|
||||||
NIEUWJAARSWENS REDACTIECOMMISSIE
|
||||||
BERICHTEN UIT DE VAN DE POLL-KAMER
|
||||||||||||
1998-IV
|
||||||||||||
Rapportage ledenonderzoek
|
||||||||||||
Aanmeldingen / adreswijzigingen
Zeister Historisch Genootschap,
Postbus 342, 3700 AH Zeist
Inzenden van kopij
Poortstraat 75a, 3572 he Utrecht
E-mail: f.ruys@pcmuitgevers.nl
Fax: (030) 692 74 50
Nieuwe donateurs
Mevrouw Van den Bosch-van der Linden, de
heer F. Dukel, de heer E.J. van Dijk, de heer M.W. Jansen, de heer A. Th. Huiberts, de heer Van de Kamp, de heer E.G. van Rheenen, de heer H.L. Haaksman, mevrouw Kloosterman- van Heerden, de heer J.H. Goossen, mevrouw M. de Kruijf-Vlastuin, mevrouw M. Lamoré, mevrouw S.B. Lassche, de heer G.G. van Reenen (Leerdam), de heer S.J.C. Sander, de heer A. van Trigt (Utrecht), de heer C.J. van Schalk, ir. M. van Marwijk (De Bilt), de heer J.A. Schevers, mevrouw J.G. Verkouteren-Holt- huis, de heer R. Weiland, de heer E.J. Wilders, de heer J.W. Velema, mevrouw P.C. Zijderveld-Gladpootjes. Ledenstand
Seijst III (augustus '98).......840
Seijst IV (januari '99)..........829
|
||||||||||||
Afgelopen zomer heeft de Stichting
Stichtse Geschiedenis een enquêteformulier onder de leden van een zevental historische verenigingen uit de provincie verspreid, waaronder die Van de Poll Stichting - de oudste van de selectie. Uit dit onderzoek, waarvan de respons
van ons genootschap verreweg het hoogst was (ruim 40%), trok de Stich- ting Stichtse Geschiedenis een aantal opmerkelijke conclusies. Hoewel het bulletin voor 9 van de 10 donateurs geen reden is om lid te worden, beschouwt men dit wel als de belangrijkste activiteit. 'Seyst' wordt dan ook het best gelezen, hoewel het uiterlijk van het blad een 7,8 krijgt (waar de andere periodieken niet lager scoren dan een dikke 9). Volgens het rapport is dit te wijten aan het formaat van het bulletin en de kleine letter. De redactiecommissie neemt deze kritiek |
||||||||||||
ter harte en tracht binnen de gegeven
marges verbeteringen aan te brengen. Het ledenonderzoek concludeert tevens dat ruim een derde van de leden bereikbaar zullen zijn via het internet, hoewel een meerderheid hardnekkig volhoudt nooit gebruik te zullen maken van het wereldwijde netwerk. Op een enkeling na, klaagt niemand
over de kosten van het lidmaatschap, integendeel, 52% stelt dat de contribu- tie best hoger mag zijn (bij zuster- verenigingen is dit percentage hoog- stens 20%). De lezingen worden bij Van de Poll
Stichting het best bezocht, maar binnen het genootschap zijn excursies de favoriete uitjes. Het rapport was agendapunt op de vergaderingen van het bestuur op 18 januari. Frédérik Ruys
|
||||||||||||