-ocr page 1-
I i i «. I
BULLETIN UITGEGEVEN DOOR DE VAN DE POLL STICHTING
♦ Het lager onder wijs in Zeist (2)
♦ Johan Meerdink in nnemoriam
♦  Uitreiking de Monté verlorenpenning
♦ Jaarverslagen over 1998
-ocr page 2-
Seijst
Bulletin ter bevordering
van de kennis
van de geschiedenis van Zeist
Openbaar Lageronderwijs in Zeis^ Leo Visser
'♦ Aflevering 2, de schoolgebouwen
ISSN 1383-2867
Vcr.scliijnf 4 maal per jaar; 29e jrg., maart
!9')'i, iiuin!ni..'r 1. Drukwerk: Gregorius, Zeist.
Vfirnigevinu/lay-out: Fréphitophe
REDACTIECOMMISSIE
M. Wortniann, voorzitter, J. Fluitman, J. A.
v/d Dikkcnberg,
eindredacteur, F. Ruys,
\ i)rmi!e\ er, A. Bal, M. Roeder, N. Vlak. §
REDACTIEADRES VOOR INZENDEN VAN KOPIJ
Po^uidres: i'ourrstraat 75, 3572 HE Utrecht
Telefoon/fax: 030 - 276 04 45
E-mail: f.ruys® PCMuitgevers.nl
POSTADRES VAN DE POLL-STICHTING
Aanmeldingen van nieuwe donateurs of
adreswijzigingen kunnen enkel schriftelijk
worden gemeld via Postbus 342, 3700 AH
Zeist. Giro 384 03 83
"I "I Johan Meerdink, Mr. Drs. V.A.M, van der Burg
In memoriam. 17 november 1911 - 7 januari 1999
Jaarverslagen 1998, Leo Visser
Verslag van het bestuur, de tentoonstellings-
commissie, de commissie lezingen en excursies, de
commissie beheer collecties en het documentatie-
centrum, de commissie audiovisuele collecties en de
redactiecommissie.
12.
24
De Monté verLoren, Mr.Drs. V.A.M, van der Burg
♦ Uitreiking van de penning op de vrijwilligersdag.
En verder.,.
De berichten uit de Van de Poll Kamer.
BEZOEKADRES DOCUMENTATIECENTRUM
Slot Zeist, Zinzendorftaan 1. Telefoon (030)
692 17 04. Geopend op dinsdag van 10.00 -
12.00 uur en iedere eerste zaterdag van de
maand van 14.00 - 16.00 uur.
-ocr page 3-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (2), LEO VISSER
Na de inleiding op de scholenserie,
verschijnt hier de eerste aflevering van
Leo Visser over de eerste scholen die in
Zeist gebouwd werden.
De schoolgebouwen
1. Het schoolloltaai in
het huis van de schoolmeester
In 1801 werd het huis van de
schoolmeester, P. de Liefde,
in de (2e) Dorpsstraat, aan
de zijde van het postkantoor, aan-
geduid als het schoolhuis van
Zeist. Toen de onderprefect van
het Arrondissement Amersfoort
op 22 maart 1813 een opgave
vroeg van schoolgebouwen die ei-
gendom waren van de gemeente
Zeist, antwoordde de burgemees-
ter dat de gemeente geen eigenaar
was van de school, maar dat de
school gehuurd werd.
Het pand, waarin schoolmees-
ter de Liefde woonde, stond op
de plaats waar in 1905 voor J.F.
Marsman, de vader van de dich-
ter
          Hendrik          Marsman
(1899-1940), een winkelhuis werd
gebouwd, het huidige pand 2e
Locaties
Zeister
school
A^
De lokaties van de gebouwen    geprojecteerd op de huidge
wegenkaart van Zeist.                                     ,. infographicfrédérikruys
Dorpsstraat 34. Uit de gemeente-     2. Een eigen schoolgebouw
rekeningen van Zeist blijkt, dat     in de Tweede Dorpsstraat.
de schoolmeester voor het ge-        Toen schoolmeester De Liefde
bruik van het schooUokaal ƒ25,-     op 1 januari 1817 met ontslag
per jaar ontving.                               was gegaan zag de gemeente Zeist
-ocr page 4-
Seiist
1999-1
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (2), LEO VISSER
uit naar een mogelijkheid om een
eigen schoolgebouw te beheren.
Nadat het schoollokaal van De
Liefde nog tot 1 april 1817 was
gehuurd voor ƒ6,25, huurde de
gemeente met ingang van 1 mei
1817 een pand aan de overzijde
van de (2e) Dorpsstraat van de
erven Van Laer. Op 23 december
1817  werd het eigendom van de
gemeente Zeist. In de verkoop-
akte wordt het perceel als volgt
omschreven:
"Een hecht en weldoortimmerd huis,
voorheen uitgemaakt hebbende twee
woningen onder één dak, nu tot één
woonhuis, hebbende gelijkvloers een
goed voorhuis, een voorkamer, een
binnenkamer, een kelderkamer,
voorts een groote schuur of stallinge,
waarin een pomp en een gelegenheid
om te stoken, boven het huis is een
goede zolder, gelegen in de gemeente
Zeist, no. 83 en 84".
De koopsom bedroeg ƒ700,- In
het veilingboekje van Zeist uit
1818  wordt het perceel op blad-
zijde 7 omschreven als een huis
met schuur, zijnde het school-
huis, getekend nr. 83 en 84,
waarop een grondrente van ƒ4,-
per jaar rustte. Het pand, waarin
de school was gevestigd stond op
de plaats van het huidige huis 2e
Dorpsstraat 51.
Op 23 februari 1818 vond de
aanbesteding plaats voor het aan-
brengen van verbeteringen en re-
paraties aan het woonhuis van de
onderwijzer der jeugd en het op-
bouwen van een nieuw gebouw
tot school geschikt. De bouw
werd gegund aan Matthijs
Verdonk voor ƒ1.500,-.
In zijn jaarverslag van 20 april
1819 schrijft schoolopziener
H.G. Schluiter dat het geheel
nieuwe schoolgebouw in Zeist
zeer goed is ingericht.
De school heeft ongetwijfeld
een groot aantal jaren de Zeister
schooljeugd kunnen herbergen,
maar op den duur ontstond er
toch een enorm ruimtegebrek
Dat blijkt uit de rapporten van
de schoolopziener en het wordt
nog eens onderstreept in een ver-
slag van hoofdinspecteur H.
Wijnbeek, die in 1836 Zeist be-
zocht en over de dorpsschool het
volgende rapporteerde:
"De dorpsschool is laag, bedompt en
bijna de helft te klein voor de 200
leerlingen. De burgemeester heb ik
dit gebrek aangewezen en op vergro-
ting en verbetering van hetzelve aan-
gedrongen, met dat goed gevolg, dat
er sedert een plan en bestek voor een
heel nieuw lokaal is gemaakt om in
1837 te worden gebouwd."
3. De school aan de
Hogeweg, hoek Slotlaan
Op 28 december 1836 stelde de
gemeenteraad vast, dat het
schoolgebouw door de toene-
mende bevolking te klein was
geworden en dat vergroting van
de school en reparatie van de
onderwijzersv/oning
               aller-
-ocr page 5-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (2), LEO VISSER
aanzienlijkste kosten zouden ver-
oorzaken.
Daarom werd besloten een
nieuwe school en woning te bou-
wen op een stuk grond door bur-
gemeester Van Bern aangeboden,
groot 5 roeden en 55 ellen, gele-
gen aan de Hoge of Oude
Arnhemseweg "terzijde van de
Voorlaan of Woudenbergseweg."
In de nabijheid van de Dorps-
straat was daartoe geen gelegen-
heid meer, terwijl het stukje
grond "zo ten aanzien van het dorp
als van Nieuvu Zeijst
            (Nooit-
gedacht, Lv) en de Moscoviterheu-
vel in het midden der gemeente lag".
De gemeente kreeg de grond in
eeuwigdurende erfpacht voor een
jaarlijkse canon van ƒ15,-. Er
zou weer een ontwerptekening
worden ontworpen en het oude
schoollokaal zou worden ver-
kocht.
Toen de schoolopziener de
ontwerptekening had gezien voor
de school, die aan 260 leerlingen
plaats kon bieden en waarvan de
kosten begroot waren op ƒ9.000,-
was hij aanvankelijk enthousiast.
Toen hij later hoorde dat de
school zou worden gebouwd op
de hoek van de 2e Hogeweg/
Slotlaan (toen nog Voorlaan of
Woudenbergseweg genoemd, lv),
was zijn reactie bepaald niet posi-
tief. Hij schreef aan het gemeen-
tebestuur:
"Groot <was mijn verwondering over
de geïsoleerde plaats, vervuijderd van
de kom der gemeente in een afgele-
gen, onbezochte en onbekwame
streek".
De kom van de gemeente was
toen nog altijd de Dorpsstraat en
daar hoorde het bos voorbij de
Hogeweg bepaald niet bij.
Hij pleitte nog voor een nieuw
schoollokaal in de tuin van de
school aan de Dorpsstraat met
een uitgang aan de kant van de
Jufferstraat, maar het mocht niet
baten.
De school kwam op de hoek
Slotlaan/Hogeweg, waar later
aan de overkant van de Slotlaan
de protestantse bewaarschool
werd gebouwd.
Op 13 september 1837 vond de
aanbesteding plaats voor de op-
bouw van een school en een
onderwijzerswoning. De bouw
werd gegund aan Gerrit
Meerdink voor ƒ9.400,-. De
schoolopziener schreef in zijn
jaarverslag over 1837:
"In Zeist zijn de fondamenten voor
een geheel nieuw schoolgebouw en
een onderwijzerswoning reeds ge-
legd. In het voorjaar van 1838 zal
tot verdere opbouw worden overge-
gaan, waarna de rechtmatige klach-
ten over de dorpsschool zullen zijn
vervallen".
Ondanks het feit, dat er diverse
adviezen waren ingewonnen over
het bouw plan, voldeed het
schoollokaal toch al vrij kort na
de ingebruikneming niet meer
aan de eisen van de tijd.
-ocr page 6-
Seijst
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (2), LEO VISSER
Vooral het feit, dat alle ±
tweehonderd, leerlingen in één
ruimte bij elkaar zaten, werd niet
meer geaccepteerd. Op 7 januari
1853 wees de schoolopziener op
de wenselijkheid om het school-
lokaal door een afscheiding ge-
schikt te maken onder meer doel-
matig onderwijs te geven. Vol-
gens hem zou dat niet meer dan
ƒ200,- gaan kosten.
De daarna nieuw benoemde
schoolopziener herinnerde de
burgemeester op 11 oktober 1853
nog eens aan die brief van 7
januari. Hij had bovendien nog
twee ernstige tekortkomingen
aan het schoolgebouw geconsta-
teerd, te weten de koude en de
duisternis.
Hij citeerde in zijn brief een
goed opvoeder, die gezegd had
"Duisternis in het vertrek geeft duis-
ternis in de ziel".
Teneinde de leerlingen in staat
te stellen hun werk behoorlijk te
verrichten en het kwade te ver-
hoeden dat uit gebrek aan licht
voortspruit verzoek ik u hierin
met de meeste spoed te voorzien",
aldus de schoolopziener.
In het begin van het volgend
jaar kwam de oplossing.
4. De eerste school aan
de Eerste Hogeweg.
Op 17 januari 1853 boog de
gemeenteraad zich over een voor-
stel van burgemeester en wethou-
ders om het bestaande school-
lokaal in tweeën te verdelen. De
raad ging daar niet mee akkoord
en besloot tegen het advies van
b. en w. in om de school uit te
breiden om hiermede het onder-
wijs te kunnen verbeteren.
Er was blijkbaar niet voldoende
rekening gehouden met de finan-
ciële consequenties van dat be-
sluit, want op 6 mei 1853 besloot
de gemeenteraad met de uitbrei-
ding van het schoolgebouw te
wachten tot de gemeentekas het
zou toelaten en ook in verband
met de toeneming van de katho-
lieke bevolking, die wellicht, een
eigen school zou willen stichten.
Op 21 maart 1854 was er ge-
noeg geld in kas en was ook
duidelijk geworden dat er voorlo-
pig nog geen katholieke school
zou komen. De gemeenteraad be-
sloot namelijk op die dag tot
verkoop van de oude school aan
G. Thesing voor ƒ10.500,- en tot
aankoop van 21 roeden en 90
ellen land met een huis aan de Ie
Hogeweg van Evert van den
Brink voor de bouw van een
nieuwe school voor ƒ7.500,-.
Vervolgens kwamen er in de
raadsvergadering van 23 juni
1854 twee tekeningen ter tafel
voor de bouw van een nieuwe
school, maar deze werden naar de
prullenmand verwezen vanwege
de daaraan verbonden aanzien-
lijke kosten.
Besloten werd architect N.J.
Kamperdijk, de ontwerper van de
kerk aan de Ie Dorpsstraat, op-
-ocr page 7-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (2), LEO VISSER
de fa. Martin te Zeist ten be-
hoeve van de nieuwe school.
Tot een officiële opening van
de nieuwe school is het niet ge-
komen. De gemeenteraad besloot
op 16 oktober 1854 de school
zonder enige feestelijkheden in
gebruik te nemen in verband met
de grote kosten welke reeds wa-
ren gemaakt.
Het schoolgebouw stond op
het terrein, waarop het waren-
huis van V&D. is gebouwd,
maar dan wel aan de kant van de
Weeshuislaan.
Aan de zijde van de Ie Hoge-
weg stond het in het raadsbesluit
genoemde huis. Daarin kwam
schoolmeester S. de Meijere te
wonen.
Hoewel er geen bouwtekening
of bestek van de nieuwe school is
bewaard gebleven weten we toch
uit het verslag van de
schoolopziener van 1 december
1854 dat het ideaal van een
school met drie aparte lokalen
werd verwezenlijkt. Er staat n.L:
"In het nieuwe schoolgebouu) zijn de
klassen door glazen schuifdeuren ge-
scheiden. De hoofdonderwijzer met
de hoogste klasse in het midden
geplaatst, heeft het oog op de beide
andere klassen.
In iedere klasse zijn ruim 80 kinde-
ren, in de laagste zelfs bij de 100.
En toch hindert het onderwijs dat
in de ene kamer gegeven wordt dat
in de andere niet"
In zijn jaarverslag over 1855 is
de schoolopziener wat Zeist be-
treft kort en krachtig met de
volgende woorden: "Te Zeist is een
nieuwe school gebouwd. Een der
besten en schoonsten uit het hele
district."
In het jaarverslag van de
Schoolcommissie over 1872
kwam er voor het eerst een min-
der positief geluid over de school.
In mei had de toenmalige
schoolopziener en in oktober had
de nieuw benoemde inspecteur de
dracht te geven voor het maken
van een nieuwe tekening en ge-
richt op een minder kostbare
voet.
Dat was hem snel gelukt, want
op 28 juli 1854 vond de aan-
besteding plaats voor het afbre-
ken van de bestaande en het
bouwen van een nieuwe school
met hergebruik van het oude ma-
teriaal.
De bouw werd gegund aan de
Zeister aannemer ChristofFel
Timmerman voor ƒ6.690,- met
inbegrip van het afbreken van de
oude school.
Op 4 oktober 1854 besloten
burgemeester en wethouders
ƒ25,- ter beschikking te stellen
aan de arbeiders van het in aan-
bouw zijnde schoolgebouw, te
verdelen door de opzichter.
Dat gebeurde bij het bereiken
van het hoogste punt van de
bouw. In dezelfde vergadering
werd besloten tot aanschaffing
van drie porseleinen kachels bij
ï1
-ocr page 8-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (2), LEO VISSER
Wanneer we weten dat het aantal
leerlingen in de drie lokalen op
januari 1872 306 bedroeg, dan is
het duidelijk dat er veel ventila-
tie nodig was.
Alle latere verslagen eindigden
met de wens om vergroting van
de school, waarop in vorige ver-
slagen was aangedrongen.
In 1879 werd bovendien gecon-
school bezocht. De inspecteur
klaagde over de zeer gebrekkige
ventilatie, over het grote aantal
leerlingen in het elfde lokaal en
over de ontoereikende hulp.
~m
FIST. Ie Hofiiswf»
-ocr page 9-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (2), LEO VISSER
1999-i
stateerd, dat de omgeving van de
school er nogmaals op was ach-
teruitgegaan door het bouwen
van nieuwe varkenshokken door
bewoners in de nabijheid van de
school. In het verslag over 1880
werd kort en krachtig vastgesteld
dat het schoolgebouw in een
hoogst ongunstige toestand ver-
keerde en dat de toestand drin-
gend verbetering vereiste. Het
was het laatste negatieve bericht
over de school die ooit als de
beste van het hele district was
aangeprezen.
5. De tweede school aan
de Eerste Hogeweg.
De Schoolcommissie had een
stevige steun in de rug gekregen
van het op 30 augustus 1880 in
werking getreden 'Bouwbesluit',
waarin veel werd voorgeschreven,
waaraan scholen moesten vol-
doen. De school mocht niet
staan in de nabijheid van plaat-
sen, die nadelig zouden zijn voor
de volksgezondheid of belemme-
rend zouden zijn voor het onder-
wijs.
In één schoolvertrek mochten
hoogstens honderd kinderen zit-
ten. Er kwamen voorschriften
voor afmetingen van school-
lokalen en gangen, voor ramen,
verlichting, ventilatie, wc's, ver-
warming enz.
Op 10 juni 1881 besloot de
gemeenteraad tot het bouwen
van een lagere school op het-
zelfde terrein aan de Ie Hogeweg,
maar nu op de plaats waar de
onderwijzerswoning stond en
waar later het warenhuis van
V&D verrees. De aanbesteding
voor de bouw van een school met
zes lokalen en een verdekte speel-
plaats naar het ontwerp van de
gemeentearchitect A. Nijland
vond plaats op 3 oktober 1881.
Het jaarverslag van de School-
commissie over dat jaar gaf over
de nieuwbouw het volgende posi-
tieve geluid:
"De vroegere onderwijzerswoning te
Zeist is afgebroken. Er wordt thans
op deze plaats een geheel nieuwe
school gebouwd, ingericht naar de
eisen van de tegenwoordige tijd.
Vermoedelijk zol de school eind
1882 in gebruik worden genomen".
De bouw werd gegund aan de
laagste inschrijver, F. Lefering te
Nijmegen voor ƒ17.965,-. Door
het faillissement van de aanne-
mer liep de bouw een aanzienlijke
vertraging op. Op 22 juni 1883
was het zover dat het college van
gedeputeerde staten en verklaring
kon afgeven, waarin stond dat de
bouw van een school met zes
lokalen aan de Ie Hogeweg te
Zeist volgens het bestek was uit-
gevoerd.
En weer had Zeist een van de
beste en hopelijk ook een van de
schoonste scholen van het hele
district.
Nadat de school in 1897 was
uitgebreid met een opbouw van
-ocr page 10-
Seijst
1999-1
OPENBAAR LAGERONDERWIJS (N ZEIST (2), LEO VISSER
vier lokalen was deze drie jaar
later opnieuw te klein geworden.
Op 27 maart 1900 besloot de
gemeenteraad de school uit te
breiden met drie lokalen en wel
twee door opbouw en één door
bijbouw en tot inrichting van het
lokaal voor verschillende doelein-
den tot gymnastieklokaal.
Uit het voorstel van burge-
meester en wethouders van 24
februari 1900 blijkt, dat er elk
half jaar veertig a vijftig leerlin-
gen werden toegelaten, zodat
twee maal per jaar een lokaal
gevuld werd en dat slechts één-
maal per jaar een lokaal beschik-
baar kwam door kinderen die de
school verlieten.
Dit zou zo voortgaan totdat de
kinderen van de toenmalige 6"
klasse de 12'' klasse zouden heb-
ben bereikt. In 1903 zou de in-
richting van de school dan zo
kunnen zijn, dat de 12 klassen
verdeeld zouden zijn over 12 lo-
kalen, behalve het lokaal voor
handwerkonderwijs. In het jaar-
verslag van de toestand van de
gemeente Zeist over 1901 schrij-
ven burgemeester en wethouders
over het onderwijs o.m.:
"Van de drie in 1900 bijgebouwde
lokalen aan de l' Hogeweg werden
er reeds twee in gebruik genomen.
Blijft het aantal leerlingen dat op
die school toelating vraagt toenemen,
dan zal weldra moeten worden over-
gegaan tot de bouw van een nieuwe
school, waarvoor reeds een
          stuk
grond aan de Bergweg, tegenover
het Transvaalpark, is aangekocht."
In 1903 was de school weer te
klein, maar van nieuwbouw was
nog niets gekomen. Op 21 sep-
tember 1903 vroeg hoofdonder-
wijzer Kruse om uitbreiding van
de school met één lokaal. De
schoolopziener steunde het ver-
zoek op 14 november 1903 van
harte. De leerplichtwet drijft de
kinderen naar school en dwingt
ook velen de school langer te
bezoeken. Bovendien breidt de
gemeente Zeist zich sterk uit, zo-
dat voortdurend aan vermeerde-
ring van schoolruimte moet wor-
den gedacht, aldus de
schoolopziener.
Behalve voor een schoollokaal
pleitte hij ook voor een apart
kamertje voor het schoolhoofd,
waar hij administratieve werk-
zaamheden zou kunnen verrich-
ten en leerlingen, ouders en on-
derwijzers te woord zou kunnen
staan. De gemeenteraad was het
hiermee volledig eens en besloot
op 1 december 1903 tot uitbrei-
ding van de school met één lo-
kaal, inclusief het kamertje voor
het schoolhoofd en bovendien
nog een aparte w.c. voor het
onderwijzend personeel.
Dat was de laatste verbouwing
vóór 1921. Na verbouwingen in
1921, 1937, 1943 en 1947 is de
school in 1967 gesloopt.
Leo Visser
Volgende afl.: 'De hoofd-
onderwijzers en het onderwijs'
-ocr page 11-
IN MEMORIAM MR. DR. JOHAN MEERDINK
1999-1
Johan Meerdink heeft veel
bijgedragen aan de groei en
ontwikkeling van het Zeis-
ter Historisch Genootschap Van
de Poll Stichting Vanaf de op-
richting in 1951 tot 1996 maakte
hij deel- uit van het bestuur. Aan
het Bulletin "Seijst" heeft hij ook
vele jaren zijn redactionele werk-
zaamheden gewijd. Meerdink was
bestuurder en auteur. Zijn bijdra-
gen verschenen in "Seijst" en als
afzonderlijke publicaties. Uit die
bijdragen blijkt een grote betrok-
kenheid bij de geschiedenis van
Zeist en die van de Evangelische
Broedergemeente waarvan hij lid
was en waar hij zich sterk maakte
voor een goed archiefbeheer.
Meerdink stamde uit een fami-
lie die zich in 1830 te Zeist van-
uit Neerlangbroek gevestigd had.
Hij promoveerde als jurist aan de
RU Utrecht in 1937 op een on-
derwerp dat tot de statistiek be-
hoort: "De achteruitgang der ge-
terrein in 1998 aan hem met
enkele andere verdienstelijke per-
sonen voor de Zeister Geschiede-
nis op de vrijwilligers dag van het
genootschap de zojuist ingestelde
J. Ph. de Monté ver Loren pen-
ning te verlenen. Een medaille,
ter herdenking aan de ondervoor-
zitter. Prof. Mr. J. Ph. de Monté
ver Loren (1901-1974), die na
zijn dood onder het verband van
vruchtgebruik zijn huis aan de
KruUelaan 28 te Zeist en een
omvangrijk boekenbezit aan de
Van de -Poll Stichting na lieten
om die personen te eren die als
bestuurder,
          schrijver          of
faciliteerder een bijzondere bij-
drage hebben geleverd aan het
Zeister Historisch Genootschap
Van de Poll Stichting. Op 12
maart j.1. is deze medaille pos-
tuum aan zijn drie kinderen door
mij uitgereikt.
Mr.Dr.VlA.M. van der Burg
Voorzitter
IN MEMORIAM
Mr. Dr. Johan
Meerdink
(O.O.N.)
17 november 1911 Zeist
7 januari 1999
boorten", en kwam via het
directie-secretariaat van Oost-
hoek's Encyclopedie te werken
bij de gemeente Amsterdam,
laatselijk als Directeur Bureau
van Statistiek van Amsterdam
1957-1977. Na zijn pensionering
in 1977 besteedde hij veel tijd
aan de lokale historie.
Het bestuur van het Zeister
Historisch Genootschap besloot
vanwege zijn verdiensten op dit
-ocr page 12-
JAARVERSLAG 1998 VAN DE SECRETARIS
DE SECRETARIS
ok in 1998 werd nog
Iruime aandacht besteed
aan het uit Amsterdam te-
ruggekomen archief van de Zeister
tak van de familie van de Poll. De
stukken zijn inmiddels onderge-
bracht bij het Zeister Gemeente ar-
chief, waar, onder bepaalde voor-
waarden raadpleging mogelijk is.
Het Anjerfonds Utrecht heeft des-
tijds aan zijn subsidieverstrekking
de conditie verbonden dat de
archiefinventaris in druk beschik-
baar moest komen; op 13-3-1998
werd het resultaat, een fraai boek,
gepresenteerd. Er blijkt vanuit de
archief- en bibliotheekwereld be-
langstelling voor te bestaan, terwijl
het natuurlijk ook bij ZHG van de
Poll Stichting te koop is.
In februari 1998 werd in de
Vleugelgalerie van het Slot de ten-
toonstelling "Een Zeister Freule
aan het Hof" geopend ; met name
brieven van Freule Henriëtte van
de Poll, die een onderdeel vormen
van het al eerder genoemde
familie-archief, dienden als basis
Tevreden secretaris
voor de expositie. Voor uitgebrei-
der verslag verwijs ik naar het jaar
verslag van de tentoonstellings-
commssie.
Ook waar het lezingen, excursies
en filmvoorstellingen in 1998 be-
treft, kunt u terecht bij de jaarver-
slagen van de organiserende com-
missies.
werkzaam bij de Federatie Stichts
Cultureel Erfgoed, over deelname
aan een door de Provincie Utrecht
gefinancierd donateurs/leden-
onderzoek onder zeven Utrechtse
historische verenigingen en stich-
tingen.
Omdat al eerder was geconsta-
teerd dat voor het opstellen van
een toekomstgericht beleidsplan
voor onze stichting méér dan de
aanwezige kennis van opbouw en
functioneren onmisbaar is, is het
bestuur direct op deze onderzoeks-
trein gestapt.
Onze donateurs hebben voor een
opvallend hoge respons gezorgd,
waar we uiteraard heel blij mee
zijn.
De uitkomsten zijn inmiddels be-
kend en zijn in het vorige Bulletin
(Seijst 1998-IV) gepubliceerd.
Consequenties, in de vorm van
veranderingen/vernieuwingen, wor-
den in het voorjaar van 1999 be-
sproken en op geschikte tijdstip-
pen doorgevoerd. Ook hiervan zul-
len de lezers via het Bulletin op de
hoogte kunnen blijven. Suggesties
van respondenten tellen bij de ver-
dere planning zeker mee.
Wie wel eens in de van de Poll-
kamer is geweest, herinnert zich
misschien dat daar twee portretten
van de hand van de bekende schil-
der Jan Veth plegen te hangen,
voorstellende de ouders van de
naamgever van onze stichting.
Dankzij een subsidie van de ge-
meente Zeist konden de schilde-
rijen worden "uitbesteed" voor
schoonmaken en kleine reparaties.
In de komende maanden verwach-
ten wij hun volle glorie weer te la-
ten zien, in de oorspronkelijke
kleuren.
Kleurig en zeer succesvol als
wervings- en propagandamiddel
Het financiële jaarverslag 1998 en
de begroting voor 1999 worden
deze keer niet in het Bulletin Seyst
opgenomen wegens de schaarste
aan ons ter beschikking staande
publicatieruimte; een geldkwestie
helaas! Natuurlijk zijn de cijfers
voor belangstellende donateurs
beschikbaar; een verzoek aan de
secretaris of penningmeester is
genoeg.
In het voorjaar had het bestuur
een gesprek met drs F Vogelzang,
-ocr page 13-
JAARVERSLAG 1998 VAN DE SECRETARIS
1999-
blikt terug
Bestuur op 31-12-98
Mr dr V.A.M, van der Burg. voorzitter
J. Verbeek-Stapensea, secretaris
CE.G. ten Houte de Lange, penningmeester
en de comissievoorzitters
C.W. van den Berg-van Barneveld, helieer coliecties en arciiief
J.B.M.P. van Grunsven, lezingen en excursies
drs K. Veenland-Heineman, tentoonstellingen
Mw Fl. de Vrijer, publicaties
Mr M.K.M. Wortann, redactie Bulletin Seyst
J.B. van Zoonen, beheer audiovisuele collectie
zijn ook de enige jaren geleden
geïntroduceerde folders, Een gift
van de de Monté Verloren Stich-
ting stelde ons dit jaar In staat
een nieuwe voorraad te laten druk-
ken.
Op 3-10-1998 werden wij de ge-
lukkige bezitter van het archief
van de Zeister afdeling van de Ko-
ninklijke IVIaatschappIj voor Tuin-
bouw en Plantkunde - Groei en
Bloei.
Het was voor het eerst dat zo'n
geste werd gedaan vanuit een
Zeister organisatie, wat een reden
was de overdracht feestelijk te la-
ten verlopen, in aanwezigheid van
besturen en gasten van beide kan-
ten onder wie wethouder Den
Heijer en één van zijn ambtenaren.
De contacten met de gemeente-
bestuurders verliepen sinds het
voorjaar weer positiever dan eer-
der wel eens het geval was; wij
gaan er van uit dat dat zo zal blij-
ven en dat er In 1999 eindelijk
klaarheid zal komen in de nog
steeds brandende huisvestings-
kwestie.
Aan het eind van leder verstreken
jaar is de van de Pollkamer weer
verder "volgelopen" met zaken die
bewaard moeten blijven, 1998 is
daarop geen uitzondering geweest.
Het najaar van 1998 stond, binnen
het bestuur en de commissies, al
In het teken van de grote plannen,
al dan niet in mllleniumverband,
die rond de glasplatencollectie van
de Zeister fotograaf Kraal zijn ge-
smeed; eindelijk moet dit mooie
bezit zichtbaar worden. In januari
van dit jaar, is de restauratie, ge-
volgd door het afdrukken van de
400 platen, afgerond. Nu wordt er
geïnventariseerd en geselecteerd,
dank zij giften van de de Monté
Verloren Stichting en de van
Tellingen-Pul Stichting. Zonder hun
hulp In de eerste fasen van het
proces hadden de platen verder
moeten blijven rusten in hun do-
zen.
Hulp en steun, daadwerkelijk en fi-
nancieel, ondervond het bestuur
van vrijwilligers en donateurs. Wij
zijn hen allen zeer erkentelijk daar-
voor. Vrijwilligers zijn en blijven
steeds welkom, we kunnen niet
zonder hen.
De Zeister media, kranten en ka-
bels, zijn steeds bereid onze aan-
kondigingen te publiceren en, waar
relevant, onze verslagen te be-
spreken. Ook aan hun medewer-
kers onze welgemeende dank.
Administratiebureau Pronto uit Bilt-
hoven, in de persoon van mevrouw
Anja Severs, was in het afgelopen
jaar weer onze professionele
steunpilaar.
De directie van FIgl betoonde zich
In 1998 uiterst coöperatief, even-
als de gemeentearchivaris. Zij
allen verdienen onze dank.
Het bestuur hoopt dat aan deze
lijst in 1999 de naam kan worden
toegevoegd van de voorzitter van
een nieuw In te stellen commissie
voor Public Relations; de noodzaak
hiertoe is in het verslagjaar alleen
maar duidelijker geworden.
J. Verbeek-Stapensea
-ocr page 14-
JAARVERSLAG 1998 VAN DE SECRETARIS / TENTOOMSTELLINGSCOMMISSIE
'Zeister freule a
iS99-l
TENTOONSTELUNGSCOMMISSIE
Op de oproep tot uitbreiding
van de commissie in het
vorige jaarverslag rea-
geerde de heer A. Smith. Hij is se-
dert september lid van onze com-
missie. Ondergetekende vertegen-
woordigt de commissie in het be-
stuur van de Stichting.
Het belangrijkste project in 1998
was de organisatie van de ten-
toonstelling Henriette van de Poll,
een Zeister freule aan het hof,
die
van 21 februari t/m 4 maart te
zien was in Galerie De Vleugel in
Slot Zeist. Directe aanleiding voor
Uitstel van alle
activiteiten als
gevolg van
onderbezetting
deze tentoonstelling vormde de in-
ventarisatie van het archief van
de familie Van de Poll (de Zeister
tak), die in 1997 zijn beslag kreeg.
De commissie maakte als eerste
gebruik van de nieuwe inventaris
bij haar onderzoek en selectie voor
de tentoonstelling. Aangevuld met
enige bruiklenen kon een levendig
beeld gegeven worden van
Henriette, die van 1880 tot 1934
als hofdame van Koningin (Moe-
der) Emma en surintendante van
de opvoedingvan Koningin Wilhel-
mina werkzaam was. Een japon uit
het Haags Gemeentemuseum was
dé blikvanger van de expositie te-
midden van archiefstukken, brie-
ven en heel veel foto's.
In negen dagen ontvingen wij bijna
700 bezoekers. De pers was ons
welgezind; een recensie in Trouw
bracht ook bezoekers van buiten
Utrecht. We hebben weer een be-
roep kunnen doen op mensen van
't Gilde, die bereid waren als
Links:                     Tentoonstelling
Henriette van de Poll, een
Zeister freule aan het hof
in
Galerie De Vleugel Slot
Zeist, 1898. Inzet: Wethou-
der Den Heijer (links) in ge-
sprek met de heer van Rhijn
tijdens de opening op 21 fe-
bruari. Rechts: Japon van
Henriette van de Poll, 1898.
Bruikleen Haags Gemeente-
museum.
FOTO'S JH HEIMEL
COMMISSIE PUBLICATIES
e activiteiten van de com
I missie publicaties zijn in
1998 minimaal geweest.
Dit heeft met de personele bezet-
ting te maken maar ook
vangewege het bestuursbesluit
alle aandacht te besteden aan het
'Kraal-project' dat in het najaar
van het afgelopen jaar is gestart
en loopt tot december 1999.
Het is de bedoeling dat in 2000
nieuwe activiteiten gestart zullen
worden.
Samenstelling
op 31-12-98
Mw Fl. de Vrijer, publicaties
Mr dr V.A.M, van der Burg,
voorzitter
-ocr page 15-
JAARVERSLAG 1998 VAN DE TENTOONSTELLINGSCOMMISSIE
1999-1
an het Hof groot succes
het Nationaal Fotorestauratie Ate-
lier te Rotterdam geconserveerd en
gedupliceerd, zodat er nu veilig
mee gewerkt kan worden. Sinds
oktober 1998 is een werkgroep,
waaraan leden van de
tentoonstellingscommissie deelne-
men, wekelijks bezig met de in-
ventarisatie van het beeld-
materiaal, waarna een keuze voor
de tentoonstelling gemaakt zal
worden. Met deze tentoonstelling
zet de commissie haar beleid
voort om het eigen bezit van de
stichting voor het voetlicht te
brengen.
Karen Veenland-
Heineman
toezichthouder aanwezig te zijn.
Voor de plezierige samenwerking
willen wij hen op deze plaats nog
eens hartelijk bedanken. Ook de
Gemeente Zeist en Mevrouw Klein
Kranenbarg willen we bedanken
voor het beschikbaar stellen van
de expositieruimte. De heer
Kleinhans heeft evenals vorige ja-
ren verduisteringsgordijnen be-
schikbaar gesteld, van Museum
Flehite in Amersfoort leenden we
weer een luchtontvochtiger en van
Slot Zeist konden we wissellijsten
gebruiken. Frédérik Ruys verzorgde
het affiche en de uitnodiging voor
de opening. Tekstborden en bij-
schriften konden een professio-
neel uiterlijk krijgen door de
printmogelijkheden, die OSG
Schoonoord ons bood. Tijdens de
opening vertolkte mevrouw
Antoinette Jiskoot de Henriette
Polka,
die Frederik van de Poll in
1860 voor zijn dochter compo-
neerde.
Voor het welslagen van een ten-
toonstelling zijn we steeds afhan-
kelijk van de medewerking van ve-
len. Maar ook vereist de organisa-
tie veel tijd, creativiteit en flexibili-
teit van de commissieleden. Bij
deze tentoonstelling is gebleken,
dat de commissie een goed team
is.
Eind 1997 werd voor het eerst de
gratis ter beschikking gestelde vi-
trine in de lobby van Hotel Figi in-
gericht met penningen uit het bezit
van het Zeister Historisch Genoot-
schap. In de loop van 1998 werd
de inhoud gewisseld. Nelleriek
Boucher richtte een kleine exposi-
tie in over de inhuldigingsfeesten
van 1898, aan de hand van aan-
tekeningen uit de dagboeken en
agenda's van de freules Van de
Poll. Het ziet er thans naar uit dat
het vitrine-project maar een kort
leven beschoren is, omdat de be-
wuste vitrine commercieel ver-
huurd zal worden.
Met de fototentoonstelling Zeist
terug in de tijd zal
onze stichting
een bijdrage leveren aan de
millenniumviering in Zeist. De ten-
toonstelling wordt gehouden in de
expositiezalen van Slot Zeist en zal
te zien zijn van 27 november
1999 tot 10 januari 2000. De ver-
zameling glasnegatieven van de
Zeister boekhandel/uitgeverij
Kraal - al 30 jaar in bezit van onze
stichting - vormt de kern van de
tentoonstelling. De collectie is in
Samenstelling
op 31-12-98
Mevrouw N. Boucher-Verloop, de
heer JH. Heimei, de heer F. Kus-
ter, mevrouw E. Stades-Vischer,
A. Smith en mevrouw K.M. Veen-
land-Heineman. O
\
\ .
-ocr page 16-
JAARVERSLAG 1998 VAN DE COMMISSIE EXCURSIES EN LEZINGEN
1999-
Hoge opkomst dankzij grote belangstelling
nale tuinbouwtentoonstelling van
1909 op het landgoed "Schoon-
oord".
De lezing vond plaats in de cantine
van de OSG "Schoonoord". Deze
ruimte en het gebruik van moderne
presentatiemiddelen was geheel
belangeloos ter beschikking ge-
steld door de schooldirectie.
De genoemde tentoonstelling was
destijds georganiseerd ter gelegen-
heid van het het vijf en twintig ja-
rig bestaan van de "Koninklijke
Nederlandse Maatschappij voor
Tuinbouw en Plantkunde.
Ter gelegenheid van dat jubileum
werd een attractiepark aangelegd
met daarin o.a. een nagebouwd
dorpje "Oud Zeist". Dat de tentoon-
stelling veel aandacht trok blijkt
wel uit het feit dat
Koningin-Moeder Emma een be-
zoek bracht.
Tijdens de lezing werd veel aan-
dacht geschonken aan de gebeur-
tenissen van destijds, de voorbe-
reiding van de tentoonstelling, het
attractiepark en de geschiedenis
en achtergronden van het land-
goed "Schoonoord".
De commissie is de heer Heimei
zeer erlentelijk voor de gedegen
inhoud en presentatie van de le-
zing. Uit de grote opkomst blijkt
dat er zeer veel belangstelling be-
staat voor dit soort onderwerpen.
COMMISSIE EXCURSIES
EN LEZINGEN
p 16 mei 1998 vond de
!eerste excursie plaats. De
bestemming was de
beeldentuin van Interart te Hees-
wijk.
Na de Brabantse koffietafel in de
tuinen van deze galerie vertrok
men naar s' Hertogenbosch. IVIet
een boottocht over de Binnendieze
en de mogelijkheid om op eigen
wijze nog activiteiten te onderne-
men werd het een zeer geslaagde
dag.
Op 3 september werd een halve
dagtocht naar het kasteel
Laag-Keppel georganiseerd. Na de
rondleiding door de kasteelvrouwe
vond een koffieontvangst plaats in
het restaurant "De Gouden
Leeuw". Vervolgens was er een
..g toeristische route als terugreis
naar Zeist uitgezet.
Wegens grote belangstelling is de
dagtocht op 10 september her-
haald.
Naar aanleiding van de over-
dracht/schenking van het
tuinbouwarchief van de vereniging
"Groei en Bloei" afdeling Zeist aan
het Zeister Genootschap "van de
Poll Stichting" heeft de heer J. H.
Heimei op 13 oktober een lezing
gehouden over de grote internatio-
lOINIOÜWTlNIOONSrElui
s*Wft^
•OPHET l'aKÓGO.|D,..
•tC?:.' -'."■ !5Au(iliaiSw!tiSEPiE»csl909
M.. • , ■^"^tM
Samenstelling
op 31-12-i8
J.B.M.P. van Grunsven,
i'oorz/tter.
-ocr page 17-
S/^t nel"
ClJoL
JAARVERSLAG 1998 VAN DE COMMISSIE BEHEER COLLECTIES EN HET DOCUMENTATIECENTRUM
'Kamer' trekt meer
en meer bezoekers
ren) munten t.b.v. onze Munten-
en Penningencollectie, waarvan
reeds in 1997 een zeer gedetail-
leerde Inventaris werd samenge-
steld door de heer Ir. B. van Wijk.
In verband met het vertrek van de
heer C.J. Bardet, jarenlang een
vertrouwd gezicht in de
v.d.Poll-kamer en daarbuiten,
mochten wij Mw. J. B. Lassche
als nieuwe vrijwilligster verwelko-
men.
Gezien het vele (extra) werk komt
allen een woord van hartelijke
dank toe. Uit bovenstaande blijkt,
dat aanvulling en versterking nog
steeds zeer gewenst is.
C.W. van den Berg-
van Barneveld
COMMISSIE BEHEER
COLLECTIES EN HET
DOCUMENTATIECENTRUM
Evenals voorgaande jaren
nam ook in 1998 het aantal
belangstellenden aan de
"van de Poll-kamer" sterk toe. Wij
ontvingen ruim 200 bezoekers en
verschaften eveneens vele inlich-
tingen per telefoon. Het is dan ook
verheugend te constateren dat
steeds meer geïnteresseerden in
de historie van Zeist de v^^eg naar
Slot Zeist weten te vinden ten-
einde onze uitgebreide documenta-
tie en bibliotheek te raadplegen.
Wellicht ten overvloede wijzen wij
nog eens op de extra openstelling
elke eerste zaterdag van de
maand tussen 14.00 en 16.00
uur*.
Naast de overdracht van het ar-
chief van de Zeister afdeling van
de Koninklijke Maatschappij voor
Tuinbouw en Plantkunde "Groei en
Bloei" (zie eveneens het verslag
van de secretaris) mag zeker de
schenking van Meisjesinternaat
--,- f» J!<'i;-^-^' .'WHm.'m
De voorzitters mevrouw A. Gerritsen (Groei en Bloei) en
mr. dr. V.A.M, van der Burg.
"Pavia" niet onvermeld blijven. Het
betreft hier diverse jaarboeken en
2 rode blazers met insigne en
speld, destijds bij de ontruiming
van het pand "gered" van vernieti-
ging. Zo werd ons ook een doos
met correspondentie vanaf ca.
1900 tussen diverse familieleden
"France" overhandigd en kwamen
wij in het bezit van enige blauw-
drukken van bouwtekeningen, o.a.
van een huis op de Herenlaan te
Zeist.
Het jaar 1998 stond o.m. in het
teken van 350 jaar "Vrede van
IVIunster (1648-1998) en "100
jaar Wilhelmina" Ter gelegenheid
hiervan ontvingen wij enkele (zilve-
Bestuur op 31-12-98
Nog steeds "inwonend" in Slot
Zeist, behoorden aan het einde
van het verslagjaar tot de vaste
medewerkers/sters: de dames:
Drs.J.C.               Mollen-Hengeveld.
J.B.Lassche, A.C.Metz en A. Speet
en de heren: Drs. M.M.A. Roeder,
D.A.A. Albrecht en A. Niessen.
-ocr page 18-
JAARVERSLAG 1998 VAN DE COMMISSIE AUDIOVISUELE COLLECTIES
öClJSi
1999-1
COMMISSIE AUDIOVISUELE
COLLECTIES
De commissie audiovisueel
heeft in 1998 een bijzonder
succesvol jaar gehad. Er
zijn maar liefst tien (10!) film-
voorstellingen georganiseerd. Er
waren veel voorstellingen voor ver-
enigingen maar ook veel voorstel-
lingen openbaar, in Figi en daarbui-
ten. Met name voor de openbare
voorstellingen in Figi willen we
onze dank uitspreken voor de be-
reidwillige medewerking van de
Record aantal openbare
Figidirectie bij het beschikbaar
stellen van de zalen.
KASSUCCES
Het uitbrengen van de film
"Austerlitz 1967" in januari op VHS
was commercieel en promotioneel
gezien een gouden greep. Er zijn
gedurende het jaar van deze film
meer dan honderd exemplaren ver-
kocht, voornamelijk aan mensen
uit Austerlitz of die daar gewoond
hebben. Na aftrek van de
productiekosten bleef een beschei-
den winst over die apart werd ge-
zet om in de toekomst de aan-
schaf van een videoprojector (de
vervanging van de filmprojector) te
financieren.
PUBLIEKSSUCCES
Voor de najaarsvoorstelling kozen
we ervoor twee films in première
te laten gaan, "De Kleine Wande-
vertonen. Belde films zijn uitge-
bracht op VHS en hebben redelijk
verkocht.
CATALOGUS
De afgelopen twee jaar zijn de me-
dewerkers actief geweest met het
schrijven en samenstellen van de
filmcatalogus. Dit resulteerde in
december 1998 in de Film-
catalogus 1999. In deze catalo-
gus zijn niet alleen de in bezit
zijnde filmrollen van de stichting
opgenomen maar ook onze video-
banden en geluidsbanden. Met
deze catalogus willen we de
toegankelijkheid van onze collectie
vergroten. De catalogus Is in te
zien in de Van de Poll kamer in het
Slot,
VERWERVING EN
INNOVATIE
Er is veel nieuw historisch materi-
Piet           Goedhart           en
JanWillem van Scherpen-
zeel bij een film-
voorstelling voor de
Rotary in Oud London.
laar" van filmer Anton Wisman en
"Familie in Bloemen" van Marjolijn
Droog (een budget videofilm in ei-
gen beheer gemaakt). De belang-
stelling van het publiek voor deze
films in Figi was dermate groot dat
de zaal tweemaal was uitverkocht.
Bovendien moest er een extra
voorstelling worden georganiseerd
om voor de mensen die niet naar
binnen konden de films alsnog te
De verkoop van video-
banden is een succes ge-
bleken voor de stichting.
-ocr page 19-
JAARVERSLAG 199S VAN DE COMMISSIE AUDIOVISUELE COLLECTIES
.1 tiffii\=ivt^»i^a^^U!'itVis^ts(m;ai>(:i*<!Mxsifmm^
voorstellingen
■a
rSl ,llMnUt!<tOftPlCH0FV0ffrstH\ï>-
■ n, ,1, P II ,1, ,n
WT'z:'W,.%
aal binnengekomen. Van de fami-
lies Methorst, Van Scherpenzeel
en Meerdink kregen we vele minu-
ten waardevollle 8 mm film ter
copiëring aangeboden. Van Leo
Visser ontvingen we een stapel
langspeelplaten met muziek van
vele Zeister verenigingen. Ter gele-
genheid van het 25 jarig bestaan
van het Austerlitzse dorpshuis ga-
ven verschillende Austerlitzse par-
ticulieren 8 mm films in bruikleen
om over te zetten op video. Boven-
dien is er met diverse Zeister in-
stellingen contact opgebouwd die
binnenkort moeten resulteren in
het overdragen van films of ander
historisch audiovisueel materiaal.
Frédérik Ruys en Jaap van Zoonen
zijn begonnen met de bouw van
een eigen Web-site op het Internet
voor de stichting. Met deze site is
het de bedoeling in de toekomst
een jonger publiek aan ons te bin-
den.
Jaap van Zoonen
a^K^
j
Met het aanbieden van in-
formatie over de Zeister
historie op het internet,
verlaagt de stichting de
drempel voor toekom-
stige donateurs.
Behalve de gebruikelijke
informatie die tevens in
het bulletin verschijnt,
biedt de site extra moge-
lijkheden dankzij het ge-
bruik van bewegend
beeld en geluid.
Op dit moment is de
testsite te bezichtigen op
www.figi.nl/zhgvdpoll.
hosaan^            i. 71 InZnnw!
alBjdweii- Opdtachlen ïooi
rchn Iboekjt! miai aok
wan4>liileii. zoals de historüche
fchoo^laatTerWalvischsiKt
(1910) Van il ajn ondtiwcipcD
maifctc hij diepgaande dudies Hy
klom m eeo boom om een ïogcheK
ie bttiuderen. keek me als de
Jelses ateher werd dikwijlt bej
door de jonge Willf m Pijpei I
lou nch later ontwikkeien lot
beroemd compomd Iii 191*
verhuisde het geiin Jeües naar
Schevenmgen Voor al api ve
rd hlj be
Samenstelling op
Jaap van Zoonen (voorzitter)
Henk Wels (documentatie)
Piet Goedhart (voorstellingen)
JanWillem. van Scherpenzeel
(voorstellingen)
Aad de Groot (PR)
Alfred Venema (verwerving)
Jaap van Zoonen over-
handigt de eerste video-
band Austerlitz 1969 aan
Rutger Loenen.
■■Hg
Ml
-ocr page 20-
JAARVERSLAG 1998 VAN DE REDACTIECOMMISSIE SEIJST
1999-1
k i "., loiot'-"'" , 19
Il \ , \ ,
•"'..... m
M
0>
o>
1-4
«;:^.-.,. ,..-:,.,....>,,,:. Z%
Fluitman verlaat redactie
Zaken waaraan we in de toekomst
verder willen werken zijn het ver-
beteren van de interne en externe
communicatie en het bewaken van
de tijdsplanning. Het spijt ons dat
dat laatste ons niet altijd gelukt is.
Voor ingewijden niet geheel onver-
wacht, maar toch als een schok,
kwam het bericht dat Jos Fluitman
heeft aangegeven zijn vleugels te
willen uitslaan en op termijn de
commissie gaat verlaten. Zijn werk
achter de schermen met name als
voorzitter van de commissie kan
niet hoog genoeg gewaardeerd
worden. De vernieuwing en verjon-
ging in de commissie is zijn grote
De redactiecommissie was
ook dit jaar ongewijzigd van
samenstelling, wat mis-
schien iets zegt over de prettige
sfeer en de hechte samenwerking
binnen het team.
Er werden weer vier nummers van
het blad Seijst geproduceerd, dat
blijkens onderzoek zeer gewaar-
deerd wordt door de lezers. We
hebben ons best gedaan ruimte te
creeëren voor nieuwe auteurs,
zonder de grote coryfeeën en de
eerbiedwaardige traditie te veron-
achtzamen. Ook hebben we gepro-
beerd de geschiedenis van Zeist
zo veelzijdig mogelijk te belichten.
verdienste geweest. Zijn inne-
mende hartelijkheid en pragma-
tisch optimisme hebben op ons al-
lemaal inspirerend gewerkt en we
zullen hem enorm missen.
Met of zonder Jos, er staan weer
een aantal lezenswaardige artike-
len op de plank, en we maken er
volgend jaar weer een kleurrijk
jaargang van!
Samensteiiing
op 31-12-98
M. Wortmann (voorzitter), J. Fluit-
man (hoofdredacteur), J. A. van
den Dikkenberg (eindredacteur),
A. Bal, M. Roeder, F. Ruys (vorm-
gever), N, Vlak.
-ocr page 21-
ZEIST TERUG IN DE TIJD, K. VEENLAND
1999-1
Zeist gaat nog dit millenniuin
terug in de tijd
Het Zeister Historisch Ge
nootschap Van de Poll
stichting bewaart sinds
1969 in haar collectie een verza-
meling glasnegatieven, die gro-
tendeels afkomstig is van de be-
kende Zeister boekhandelaar Jan.
W. Kraal Wz.
Behalve boekhandelaar was
Kraal ook uitgever. Hij verzorgde
in de eerste decennia van deze
eeuw de toeristische gidsen en
kaarten van Zeist en omgeving.
Daarnaast vervaardigde en ver-
kocht hij ansichtkaarten. Ook
kon je bij Kraal terecht voor de
dienstregeling van de tram en de
trein. Zeist - goed bereikbaar met
openbaar vervoer - was met het
Zeister Bos en haar uitspannin-
gen een toeristisch centrum voor
dagjesmensen, 's Zomers werden
talloze pensions bevolkt door gas-
ten en op de buitenplaatsen ver-
bleven de gegoede families.
Kortom, Kraal had een brede
klantenkring.
De collectie glasnegatieven be-
staat uit circa 400 platen, waar-
van een deel gebruikt is voor
verschillende publicaties en an-
sichtkaarten. Met financiële
steun van de te Zeist gevestigde
De Mont verLoren Stichting is
de collectie in 1998 te Rotterdam
gerestaureerd en daarmee voor
verder verval behoed. Er zijn
duplicaatnegatieven gemaakt,
waardoor het thans mogelijk is
afdrukken te maken zonder de
uiterst kwetsbare, originele beeld-
dragers te beschadigen. De glas-
platen zijn nu veilig onderge-
bracht in het Gemeentearchief
van Zeist.
Aan de hand van contact-
afdrukken is het beeldmateriaal
inmiddels geïnventariseerd.
In het kader van de
millenniumviering in Zeist, die
als thema Tijd, Taal en Toekomst
heeft meegekregen, wil het Zeis-
ter Historisch Genootschap een
bijdrage leven in de vorm van
een fototentoonstelling van ca.
zeventig grote afdrukken uit de
collectie Kraal.
Deze tentoonstelling zal onder
de titel Zeist terug in de tijd ge-
houden worden in Slot Zeist van
27 november tot en met 9 januari
2000. De tentoonstelling kan
mede dankzij financiële steun van
-ocr page 22-
ZEIST TERUG IN DE TIJD, K. VEENLAND
i3sa-i
Pauselijke eer voor
Vincent Van der Burg
de te Zeist gevestigde Van Tellin-
gen Pul Stichting georganiseerd
worden.
Tevens is er een publicatie over
de collectie Kraal in voorberei-
ding. V.A.M, van der Burg en
K.M. Veenland-Heineman selec-
teerden ca. 45 foto's waarvan een
groot aantal niet eerder is gepu-
bliceerd. Deze worden uitgegeven
en toegelicht in een boek dat in
november 1999 zal verschijnen.
De mooiste foto's zullen tevens
gebruikt worden voor een
verjaardagskalender en (ansicht-)
kaarten.
Karen Veenland
MEER INFORMATIE
Karen M. Veenland-Heineman
Voorzitter tentoonstellingscommissie
(030) 695 50 33 ('s avonds)
Zie ook pagina 27
Foto van de Tweede Dorps-
straat uit de collectie.
Door Bert van Nieuwenhulzen
Utrecht/Zeist.
diensten van Van der Burg voor
kerk en maatschappij. Zo was hij
in de negentien jaar dat hij CDA-
lid van de TXveede Kamer was de
verbindingsman tussen het CDA
en de bisschoppen. Ook maakte
hij deel uit van het overleg 'kerk
en overheidszaken'. In Zeist ij-
verde hij voor de totstandko-
ming van één gemeenschappe-
lijk kerkelijk centrum van katho-
lieken en protestanten in Zeist-
West. Ook was hij nauw betrok-
ken bij de sluiting van het oor-
spronkelijke katholieke kerkhof.
Vincent van der Burg toonde
zich vooral dankbaar jegens zijn
ouders en voorvaderen, die pro-
minente functies in de kerk ver-
vulden.
Zo was zijn heeroom Jan van der
Burg secretaris van drie Aarts-
bisschoppen van Utrecht: Van
de Wetering, Jansen en De Jong.
Vincent van der Burg werd in
Utrecht en de regio ook bekend
door zijn vele publicaties over de
geschiedenis van het katholicis-
me in deze contreien.
Blij en vooral dankbaar, dat
was de reactie van Zeistenaar
Vincent van der Burg (53) toen
hij gisteravond uit handen van
kardinaal Simonis één van de
hoogste Pauselijke onderschei-
dingen kreeg die te vergeven
zijn. De ceremonie vond plaats
in het Aartsbisschoppelijk Pa-
leis aan de Utrechtse Malie-
baan. Van der Burg werd Com-
mandeur in de Orde van Paus
Sylvester.
„De inzet van katholieken in al-
lerlei geledingen van onze sa-
menleving is voor de kerk van
het grootste belang. Het is voor
de kerk een authentieke en eer-
lijke manier om maatschappelijk
en politiek aanwezig te zijn en
dat is verre te verkiezen boven
de institutionele invloed en ver-
vlechting van machten van wel-
eer, "aldus Simonis.
De kardinaal prees de vele ver-
Uit het
UN van
dinsdag
16
maart.
'k
>&£•>
-ocr page 23-
VRIJWILLIGERSAVOND 1999
Vrijdag 12 maart 1999
FOTO J. KERKHOVE
'^Ü*
-ocr page 24-
Seijst
DE DE KIONTÉ VERLOREN PENNING, V.A.M. VAN DER BURG
1999-
De J. Ph. de Monté
ver Loren penning
Het bestuur van het Zeister
Historisch Genootschap
Van de Poll Stichting
heeft in 1998 besloten bij de
Nederlandse Munt te Utrecht
een penning te laten vervaardi-
gen, die op de Vrijwilligersdag 12
maart 1999 voor het eerst is uit-
gereikt aan drie personen die zich
als bestuurder, auteur of
faciliteerder in hoge mate ver-
dienstelijk hebben gemaakt voor
het genootschap. De drie
laureaten zijn: de Heer L. Visser,
oud-gemeenteambtenaar te Zeist,
die zich ook als bestuurder (lang-
durig penningmeesterschap) van
de Van de Poll Stichting en
redactielid van het bulletin
'Seijst' en als auteur bijzonder ver-
dienstelijk heeft gemaakt; de on-
langs overleden (7 januari 1999)
Mr. Dr. J. Meerdink, 45 jaar lang
(1951-1996) bestuurder van bet
genootschap, vruchtbaar auteur
en redactielid van bet Bulletin
"Seijst" en de Heer R.P.M.
Rhoen, gemeentearchivaris van
Zeist, die als bestuurder, bezorger
van het Bulletin en auteur in
hoge mate heeft bijgedragen tot
de uitbouw van ons genootschap.
Alle drie hebben zij de lokale
geschiedschrijving van Zeist op
een uitzonderlijke manier ge-
diend. De penning onderstreept
hun verdiensten.
Het bestuur beeft de penning
naar Prof. Mr. J. Ph. de Monté
ver Loren (Zeist 1901-Zeist ge-
noemd vanwege zijn grote ver-
diensten voor de Van de
Poll Stichting als
ondervoorzitter
                   / > /
(1956-1974)                 ^Al'
en begelei-               ,-^%
der van . / £ ^L"
-ocr page 25-
DE DE MONTE VERLOREN PENNING, V.A.M. VAN DER BURG
Bronnen voor de Geschiedenis
van Zeist vanaf bet begin in
1951. Deze unieke reeks is pas
lang na zijn dood afgesloten
(1957-1996). Voorts heeft de
Monté Ver Loren, de naamgever
van de Monté ver Loren-
stichting, onder het verband van
vruchtgebruik voor zijn huis-
houdster zijn huis aan de Krulle-
laan 28, waar vanaf de oprichting
in 1951 tot de opening van het
gerestaureerde Zeister Slot in
1969 het archief van onze stich-
ting gehuisvest was een omvang-
rijk boekenbezit aan het Zeister
Historisch Genootschap Van de
Poll Stichting nagelaten. Het be-
stuur is de Monté ver Loren-
stichting dan ook dank verschul-
digd voor de royale bijdrage ver-
leend om de penning bij de Ne-
Voorzitter Van der Burg omringd door
de drie laureaten: rectits de zoon van
J. IVleerdinl< en linl<s de heren L. Visser
en R. Rhoen op 12 maart in Figi.
FOTO KERKHOVE
derlandse Munt te Utrecht te
kunnen laten ontwerpen en ver-
vaardigen. Bij het ontwerp was
ook onze penningmeester, de
Heer C.E.G. ten Houte de
Lange, ten nauwste betrokken,
waarvoor mijn dank.
Het bestuur hoopt dat de pen-
ning een nieuwe impuls zal geven
aan de verdere uitbouw van bet
Zeister Historisch Genootschap
Van de Poll Stichting.
Mr.Dr.V.A.M. van der Burg
Voorzitter
-ocr page 26-
BERICHTEN UIT DE VAN DE POLL-KAMER
1,SS9-"I
Geplande activiteiten voor 1999
Film
pauze aan het buffet van het
theatercafé. Wij heten u alvast
van harte welkom.
Boel<
Dinsdag 23 november.
'Zeist, terug in de Tijd'.
Verschijning boek over de glas-
platen Kraal-collectie.
Tentoonstelling
Zaterdag 27 november 1999 tot
en met zondag 9 januari 2000.
Zeist terug In de Tijd. Foto-
tentoonstel I ing in galerie De
Vleugel in Het Slot Zeist van ca.
70 grote afdrukken uit de Kraal-
collectie. In het kader van de
millenniumviering in Zeist met het
thema Tijd, Taal en Toekomst.
Rechts een voorproefje van de
de collectie: De Tweede Dorps-
straat, richting Het Rond, vóór
1908.
FOTO ZHG VAN DE POLLSTICHTING
Vrijdag 30 april.
Koninginnedagvoorstelling.
Aanvang 10.15 en 11.00 uur,
entree gratis.
Excursie
Donderdag 6 mei.
Dagexcursie naar Buren.
Aanmeldingen / adreswtfzigingen
Zeister Historisch Genootscliap,
Postlius 342, 3700 AH Zeist
Inzenden van iiopij
Poortstraat 75, 3572 HE Zeist
E-mail:
f.ruys@PCMuitgevers.nl
Fax: (030) 692 74 50
Ledenstand
Seijst iV (december '98) ....866
Seijst I (maart '99).............824
Film
IVIaandag 25 oktober.
Najaars voorstelling.
Aanvang 19.30 uur. Entree-
kaarten a ƒ2,50 kunnen alleen
vooraf worden gereserveerd via
het reserveringssysteem van Figi,
tel. 0900 - 3444 934.
Tegen afgifte van de
controle-strook kunt u op deze
avonden een kop koffie krijgen,
vóór de voorstelling of tijdens de
-ocr page 27-
-ocr page 28-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
De hoofdonderwijzers en het
onderwijs van 1797 tot 1863
In deze derde aflevering passeren ver-
schillende hoofdonderwijzers de revue
die de gemeente aanstelde.
PIETER DE LIEFDE 1772-1857
P ie ter de Liefde, geboren 16
april 1772 te Utrecht, was
sedert 1 april 1797 onder-
wijzer aan de dorpsschool en kos'
ter, voorlezer en voorzanger in de
hervormde kerk te Zeist. Boven-
dien was hij een aantal jaren ge-
meente-secretaris, gemeente-ont-
vanger en gerechtsbode.
Over zijn functioneren als on-
derwijzer gedurende de eerste tien
jaar is weinig bekend, maar uit de
verslagen van de schoolopziener
over de jaren 1807 tot 1817 klinkt
steeds kritiek op de "bijposten"
van de schoolmeester in Zeist.
We krijgen een beeld van de si-
tuatie in Zeist uit het verslag van
de schoolopziener in het (toen
nog) 2e schooldistrict in de pro-
vincie Utrecht van 10 april 1808,
dat luidt als volgt:
"Zeijst, den l O van Grasmaand.
Meester P. de Liefde heeft genen
rang,doch is niet onbekwaam. Hij
heeft daarenboven een vrij goede
ondermeester, lsaai< van Giessen,
hebbende den derden rang, aan
wien de school al veel wordt
overgelaten, zo diicwijls de meester
door zijne veelvuldige bezigheden
verhinderd wordt.
Er waren ruim 50 leerlingen
tegenwoordig, behoorlijJi in drie
klassen verdeeld. De manier van
onderwijzen bleek uit de vorderin-
gen der kinderen aan eenige
gebreken onderhevig te-zijn. Er
werd niet genoeg van den inhoud
van het gelezene nagevraagd, noch
moeite gedaan tot de ontwikkeling
des verstands, zo min als aan
taalkennis.
Overigens las men duidelijk en
meestal op de leestekens acht
gevende.
Op de tweede klasse werd het
laatste meer verwaarloosd. Het
spellen uit de boekjes, op het bord
1 en uit het hoofd was zser wel. Ik
was voldaan over het leren der
... letters, uitspreken van getallen en
i vorderingen in het schrijven. Het
rekenen was matig en van de
■' gronden dier kunst wist men niet
veel.
-ocr page 29-
beiist
1999-11
OPENBAAR LAGERONDERV/IJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
De meester klaagt over slegte
betaling en wanbetaling der
schoolgelden, behalve dat er veele
voor niet(s) onderwezen worden,
hetwelk gevoegd bij een gering
inkomen van f 60,- jaarlijks,
oorzaak is dat hij zijn bestaan al
veel uit bijkomende posten als die
van gaarder, geregtsbode en andere
zoeken moet, welke hem nochtans
i in zijne bezigheden als schoolmees-
ter te veel hinderen.
Het schoolvertrek alsmede de
kinderen waren rein."
Uit de staat van inkomsten van
de onderwijzers in de provincie
Utrecht in de jaren 1810 t/m 1812
blijkt, dat hij een salaris had van
ƒ90,' per jaar, waarin het Rijk ƒ40,'
bijdroeg en de gemeente Zeist
ƒ50,'. Daarboven ontving hij
ƒ162,- aan schoolgeld. In de toC'
lichting staat daarbij: voor spellen
3 stuivers en voor schrijven 7 stui'
vers (vermoedelijk per maand,
L.V)
Ondanks zijn vele werkzaamhc'
den aan de bijbanen kocht De
Liefde op 28 november 1814 tij'
dens een veiling in het logement
'Het Hof van Holland' de winkel'
woning aan de Utrechtseweg nabij
de Montaubanstraat van de we-
duwe A. du Pree'van Dijk voor
ƒ2.650,'.
Op 17 oktober 1815 schreef de
schoolopziener, H.G. Schluiter aan
de burgemeester van Zeist dat het
laatstgehouden, zowel als vroegere
bezoeken aan de school te Zeist
hem hadden overtuigd van het
feit, dat door onderwijzer de Liefde
niet datgene werd gepresteerd het-
geen met billijkheid van een on-
derwijzer der jeugd mocht worden
verwacht.
Hij verzocht de burgemeester De
Liefde aan te sporen zich evenals
tevoren, in het schoolwerk te
doen bijstaan voor een bekwaam
en geschikte ondermeester.
Dat laatste was overigens niet zo
gemakkelijk te bereiken, want de
ondermeester moest wel uit de
schrale beurs van de meester bc'
taald worden.
Een jaar later was er nog niet
veel veranderd. De schoolopziener
schreef op 15 oktober 1816 in zijn
rapport over zijn bezoek aan Zeist
in augustus 1816:
"De onderwijzer beschouwt m.i.
het schoolonderwijs slechts als
bijwerk en deszelfs post als ont-
vanger van 's-rijks belasting en
i winkel in manufacturen als
hoofdzaak. Opnieuw heb ik de
meester aangemaand meer nauw-
gezet zijn plicht te vervullen. Blijft
zulks zonder gewenst gevolg, dan
zullen er krachtiger middelen in
het werk dienen te worden ge-
1 steld".
Toen op 18 november 1816 de
gemeentC'Secretaris van Zeist na'
mens de burgemeester aan de heer
Schluiter advies vroeg over de
vraag hoe er moest worden gehan-
-ocr page 30-
OPENBAAR LACERONDERWIJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
koster en voorzanger, welke hij tot
heden toe in de gemeente van Zeist
heeft bekleed. Recommandeerende
zich en de zijnen in de gunst van
Heeren Bestuurderen.
E de Liefde.
De kerkenraad verklaarde ge-
noegen te nemen met het vrijwil-
lig bedanken van De Liefde als
koster en voorzanger en besloot in
zijn plaats het lid der gemeente H.
Achterbergh te benoemen totdat
de plaats van schoolonderwijzer
zou zijn vervuld.
Ook de gemeente Zeist ging ak-
koord met het bedanken van de
Liefde en betaalde hem op 1 maart
1817 zijn jaartractement uit van
ƒ50,-, vermeerderd met ƒ 25,- voor
huur van het schoolvertrek over
1816. Op 20 augustus 1817 ont-
ving de Liefde nog ƒ 6,25 voor 3
maanden huur van "het locaal in
het schoolgebouw hem in eigen-
dom toebehorende, verschenen
ultimo maart 1817".
Pieter de Liefde overleed te
Zeist op 14 januari 1857, oud 84
jaar, van beroep: winkelier.
SIMON DE MEIIERE 1782 - 1862
Na het vertrek van de
Liefde was de nieuwe
koster Hendrik Achter-
bergh van 1 januari 1817 tot 1 mei
1817 met de waarneming van het
onderwijzerschap belast.
Op 1 mei 1817 werd Simon de
Meijere, geboren 14 maart 1782 en
schoolmeester in de Vuursche de
nieuwe onderwijzer der jeugd in
Zeist.
De schoolopziener, G. Schluiter,
zal hier ongetwijfeld mee inge-
stemd hebben. Hij schreef in zijn
jaarverslag over 1816 naar aanlei-
ding van zijn bezoek aan de school
in De Vuursche:
"De onderwijzer, Simon de
Meijere, bijft zich aanhoudend
verdienstelijk maken bij het
schoolwezen. In een uitgebreider
^ werkkring en op een voordeliger
deld wanneer een hoofdonderwij-
zer zich aan plichtsverzuim of
wangedrag schuldig maakte was de
maat vol. Hij kreeg per omme-
gaande antwoord onder toe-
zending van een uittreksel uit de
Schoolwet van 1806 en de daarbij
behorende uitvoeringsvoorschrif-
ten. Volgens de heer Schluiter was
het duidelijk wat er moest gebeu-
ren wanneer een onderwijzer zich
door wangedrag of door slecht ze-
delijk gedrag den dienst van de
jeugd onnut maakte.
"Het een en ander ten aanzien
van De Liefde plaats vindende
vervuacht ik desivegens een be-
paalde voordracht van U", aldus
^ de schoolopziener.
Die voordracht kwam niett. Wel
een brief aan de kerkenraad en aan
het gemeentebestuur luidende als
volgt:
i "De ondergetekende heeft de eer
bij deze te bedanken voor de
^ posten van schoolonderwijzer,
-ocr page 31-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
1999-11
'■• Standplaats zoude deze bekwame
\ onderwijzer meer nut kunnen
1 stichten en een onbekrompen
• bestaan genieten."
Zijn eerste verslag over een be-
zoek aan Zeist luidt als volgt:
"De Meijere is onlangs van De
Vuursche herwaarts beroepen.
Aanvankelijk heeft hij reeds veel
toegebracht om den vervallene
staat van het onderwijs, hetwelk
alhier voor den vorige onderwijzer
^ grotelijks verwaarloosd was, te
t verbeteren. Spoedig vlij ik mij deze
i school onder "zeer goed" te kun-
' nen rangschikken. Er is te Zeijst
I geen bepaald schoolgebouw. De
? regering heeft de belofte gedaan
I hierin te voorzien."
In zijn jaarverslag over 1818
schrijft de schoolopziener dat de
gemeente Zeist ook veel belang
hecht aan de verbetering van het
onderwijs.
I "Voor het onderwijs aan behoefti-
l gen en bejaarden wordt hier op
t avond' en zondagsscholen gezorgd.
De onderwijzer munt uit in ijver
en kunde. Het geheel nieuwe
schoolgebouw is zeer goed inge-
richt.
"
Uit de gemeenterekeningen van
1817 en volgende jaren blijkt dat
de gemeente Zeist jaarlijks ƒ25,'
beschikbaar
         stelde         voor
aanmoedigingsprijzen voor de
jeugd. Het aantal leerlingen dat tot
1817 meestal rond de vijftig lag
ging drastisch stijgen. In 1820
waren er meer dan honderd scho-
lieren. Het jaarverslag van de
schoolopziener over 1828 meldt
een gemiddeld aantal van zestig
jongens en vijftig meisjes.
Behalve Simon de Meijere, on-
derwijzer van de 4e rang, was ook
zijn zoon Simon Gerardus als
ondermeester werkzaam in de 4e
rang. Het door de schoolopziener
gewenste onbekrompen bestaan
had De Meijere in 1828 ruim-
schoots bereikt. Uit het jaarver-
slag van de schoolopziener blijkt,
dat het salaris van de schoolmees-
ter in Zeist toen ƒ650,- bedroeg,
terwijl alle overige salarissen in
het district tussen de ƒ180,- en
ƒ575,- lagen.
Dat hield uiteraard verband met
het grote aantal leerlingen en de
daaruit ontvangen schoolgelden,
waarvan de schoolmeester 10%
ontving.
Naast de viermaandelijkse en de
jaarlijkse verslagen van de
schoolopziener is er ook een ver-
slag uit 1836 van de hoofdinspec-
teur mr. H. Wijnbeek dat ons een
beeld geeft van zijn indrukken
over de dorpsschool in Zeist.
Behalve de eerder genoemde be-
zwaren tegen de te kleine school
geeft hij de volgende impressie
over meester De Meijere:
"De onderwijzer, S. de Meijere, is
niet vrij te pleiten van pedanterie.
Hij is anders een vrij goed onder-
wijzer Hij leerde tamelijk goed
-ocr page 32-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
f lezen, logisch en taalkundig ontle-
den, schrijven, zingen en rekenen.
Het grootste gebrek bestond
hierin, dat hij de kunst niet ver-
stond om alle leerlingen gelijktijdig
nuttig bezig te houden. Vandaar
dat er geen genoegzame stilte
heerschte en gevolgelijk de vorde-
ringen niet zo groot waren als zij
anders zouden zijn."
Er waren ongeveer tweehonderd
leerlingen weten we uit zijn eerder
gedane mededeling over de te
kleine school.
Met het klimmen der jaren werd
het er niet gemakkelijker op voor
de schoolmeester. Op 10 oktober
1842 schreef de schoolopziener:
§ "De Meijere blijft zich door welle-
vendheid en ijver onderscheiden.
In jaren toenemende verminderen
daarentegen zijn krachten en
' helderheid bij het verkenen van
onderwijs begint te ontbreken. De
: leestoon was dromerig. De vorde-
ringen in schrijven en lezen vol-
i doende"
Toch moest hij nog tien jaar
doorgaan. Op 4 maart 1852 stond
er in het rapport van de
schoolopziener:
"Het onderwijs in de dorpsschool
alhier laat nog steeds te wensen
over. Schoon het den bejaarden
onderwijzer en zijn zoon, die hem
als ondermeester behulpzaam is
niet aan ijver ontbreekt, schijnen
hunne krachten toch niet toerei-
kend voor het onderwijs eener zo
talrijke jeugd".
Op 16 augustus 1852 hield de
gemeenteraad van Zeist zich bezig
met een voorstel van de commissie
van plaatselijk toezicht op de
scholen nopens de toekenning
van pensioen aan de dorps-
onderwijzer alhier en het hem ver-
schaffen van een vrije woning.
De notulen geven daarvan het
volgende verslag:
"De raad acht het in het belang
van de ingezetenen zeer doelmatig
dat de onderwijzer een man van
f hooge jaren, eervol uit zijn betrek-
king wordt ontslagen en besluit
dat zulks tegen den Ie januari
1853 zal plaatsvinden, doch
. verklaart zich bepaald tegen het
., geven van pensioen en vrije wo-
i ning; verder wordt bepaald boven-
" vermelde commissie aan te schrij-
ven een nader voorstel, met
$ minder bezwaren voor de ge-
meente aan de raad te doen in
welk voorstel zal behoren te zijn
opgenomen:
1} dat met cijfers blijke dat de
nieuw te benoemen onderwijzer
met afzondering van een gedeelte
van zijn tractement ten behoeve
van de ontslagen meester vol-
doende middelen van bestaan
heeft;
2) dat de ontslagen onderwijzer in
het genot van een gedeelte van het
tractement van de nieuw te be-
noemen onderwijzer, met bijvoe-
ging van zijne emolumenten als
koster, stovenzetter, klokluider en
aanspreken een burgerlijk bestaan
blijft behouden.
ffÊ
-ocr page 33-
Seijst
1999-11
OPENBAAR LACERONDERWIJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
Het voorstel van de plaatselijke
commissie van toezicht bleef uit,
maar wel kwam er een voorstel
van de schoolopziener van het Ie
district der provincie Utrecht, be-
last met de waarneming van een
gedeelte van het 3e district van 8
december 1853 betreffende het te
geven ontslag aan de heer S. de
Meijere met het volgende voorstel:
1. Om aan de onderwijzer een jaar-
lijks pensioen van ƒ200,- toe te
kennen;
2. Om te bepalen dat aan de dorps-
school verbonden zouden zijn
twee ondermeesters, één van de
2e en één van de 3 e rang, welke
beiden van de nieuw te benoe-
men onderwijzer kost en inwo-
ning moesten ontvangen en
waarvande eerste een bezoldi-
ging van ƒ100,- van de onder-
wijzer en de tweede een bezoldi-
ging van ƒ80,- uit de gemeente-
kas zou genieten.
De schoolopziener verklaarde
zich mede bereid om wanneer het
gemeentebestuur met dit voorstel
akkoord ging, zoveel mogelijk mee
te werken om de zoon van de heer
De Meijere in de gelegenheid te
stellen zich tot de taak van hoofd-
onderwijzer te bekwamen. Hij was
bereid er mee in te stemmen dat
zoon Adriaan gedurende drie
maanden met de waarneming zou
worden belast ten einde een proef
te nemen of hij met behulp van
twee bekwame ondermeesters de
nodige geschiktheid had om aan
het hoofd van deze belangrijke
school te staan. Hangende die tijd
kon worden onderzocht of er ter-
men bestonden om hetzij door een
vergelijkend examen hetzij door
dispensatie van hetzelve in de va-
cature te voorzien.
De gemeenteraad besloot op 13
december 1852 het besluit om
geen pensioen toe te kennen in te
trekken en zich te verenigen met
het         voorstel         van         de
schoolopziener Hiermede was het
pensioen voor De Meijere sr gere-
geld en de weg voor de benoeming
van De Meijere jr. geplaveid. De
Meijere overleed te Zeist op 24
januari 1862. De ambtenaar van de
burgerlijke stand vermeldde als
leeftijd: "oud bijna 79 jaar".
ADRIAAN DE ME[|ERE. 1814 - 1863
Nadat zijn proeftijd als
waarnemend hoofd
naar wens was verstre-
ken kon de voorzitter in de raads-
vergadering van 23 juni 1853 me-
dedelen, dat de nodige dispensatie
was verkregen om Adriaan de
Meijere, geboren 19 april 1814 te
Vuursche, zonder voorafgaand ver-
gelijkend examen tot hoofdonder-
wijzer van de Dorpsschool aan te
stellen met ingang van 14 juli
1853 met een tractement van
ƒ50,- per jaar plus vrije woning
plus de gewone schoolgelden. De
schoolopziener, die hieraan zijn
Ni
-ocr page 34-
OPENBAAR LACERONDERWIJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
beter rivieren, bergen, steden enz-
op de kaart aan te wijzen dan
voorheen. Dit vak gaat hier
aanmerkelijk vooruit.
In de middelste klasse werd door
de gehele klasse geschreven op de
maat. De schriften zagen er vrij
goed uit.
De hoogste klasse telt verscheiden
goede schrijvers.
Vervolgens werden er bewijzen
gegeven van de vorderingen der
leerlingen in de vaderlandsche
geschiedenis, het uitspreken van
benoemde getallen in het nieuwe
stelsel van maten en gewigten, in
de taal, de getalleer en de aard-
rijkskunde.
Marsjal is een goed schoolhouder
Het rekenen geschiedde klassikaal
en voldeed mij wel. In de laagste
klasse lazen de kinderen reeds vrij
duidelijk en in tamelijk goeden
toon. Ook waren zij reeds aan het
rekenen op het bord.
Het verme-
nigvuldigen ging wel.
medewerking had toegezegd was
bij zijn bezoek van 1 december
1854 nog niet erg enthousiast over
de vcwxieringei^ van de leerlingen.
In de middelste en de hoogste
klas kon het rekenonderwijs nog
wel wat beter en in de laagste klas
was er nog teveel gewoel en bewe-
ging onder de kinderen.
Het jaarverslag van de
schoolopziener over 1856 van het
derde district der provincie
Utrecht, ingeleverd bij de provin-
ciale commissie van onderwijs in
haar zomervergadering van 1857,
sprak heel andere taal. Het is de
moeite waard het in zijn geheel
over te nemen:
g
                    Zeijst, 17 april 1857
Openbare school
Hoofdonderwijzer
A. de Meijere van de 2e rang
i e ondermeester
Marsial (Marchal LV) 2e rang
2e ondermeester
Leger 3 e rang
kweekeling de Geest zonder rang.
Aantal jongens
en meisjes per klas
250
200
Meisjes
''^•vJ5 Jongens
150
100
Laagste Middelste hoogste iQ^al
Klas Klas Klas
^. . .              ,          INFOGRAPHIC FREDERIK RUYS
In de hoogste klasse was de
Meijere bezig met het onderwijs in
de aardrijkskunde, hij behandelde
Europa. De leerlingen wisten veel
-ocr page 35-
beijst
1999-11
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
I De geest onder de schooljeugd is
6 zeer verbeterd ofschoon de school-
^; jeugd alhier niet tot de zachtste en
f gemakkelijkste geacht wordt te
I behoren.
I
I De school is van een der matigste
I in den tijd van vier jaar, een der
beste van het district geworden."
Nadat Adriaan de Meijere in
1853 zijn vader was opgevolgd als
hoofdonderwijzer aan de dorps-
school bleef deze nog vijfjaar kos-
ter en voorzanger in de hervormde
kerk. Toen hij in 1858 de 75-jarige
leeftijd had bereikt was het mo-
ment aangebroken om ook deze
werkzaamheden te beëindigen en
aan zijn zoon over te dragen. Op 9
juni 1858 besloten burgemeester
en wethouders gedeputeerde sta-
ten van Utrecht gunstig te advise-
ren op een verzoek van Adriaan de
Meijere om hem toestemming te
verlenen deze betrekkingen aan te
nemen.
Met het verzoek van De Meijere
om tussen 12 en 14 uur privaatles
te mogen geven hadden burge-
meester en wethouders meer
moeite. Zij stelden dit op 30 okto-
ber 1861 in handen van de ge-
meenteraad ter afdoening. De raad
besloot op 18 december 1861
hierop afwijzend te beschikken
omdat dit nadelig zou werken op
het openbaar onderwijs.
In zijn jaarverslag over 1862 aan
de Schoolcommissie vroeg De
Meijere voor de school een klok of
pendule, waarvan de wijzerplaat zo
groot was, dat men vanuit alle
(drie) klassen daarop de juiste tijd
kon zien. Het was hem namelijk
gebleken, dat de tijd van een vak
van onderwijs soms overschreden
werd, omdat b.v. aan een
lievelingsvak wel eens te veel tijd
werd opgeofferd ten koste van de
werkzaamheden van het daarop
volgende uur.
Het verzoek van de Meijere werd
door de Schoolcommissie overge-
nomen in het verslag aan de ge-
meenteraad. In de vergadering van
de gemeenteraad van 24 maart
1863, waarin werd herdacht dat de
Meijere op 10 maart 1863 plotse-
ling was overleden, werd het ver-
slag van de Schoolcommissie be-
handeld.
Daarbij deelde de voorzitter
mede, dat jhr. Huydecoper van
Zeist had toegezegd de gevraagde
klok aan de gemeente te zullen
schenken. Het is niet in de notu-
len vermeld, maar het lijkt een
posthuum eerbetoon aan De
Meijere.
Leo Visser
In het volgende bulletin, Seijst 1999-III,
verhaalt Leo Visser over de
hoofdonderwijzers die van 1863 tot 1921
voor de klas stonden.
-ocr page 36-
DE JOODSE GEMEENSCHAP, ANNEMIEK BAt
De joodse gemeenschap in Zeist
tijdens de donkere jaren
verandering in; de gemeente
breidde zich enorm uit en ook
jocidse mensen kwamen omwille
van economische omstandighedent
naar Zeist. Zo kocht een jonge on-
dernemer Joseph Bannet, aange-
trokken door de goedkope gron-
den in de gemeente, een terrein
achter 't Slot.
Naarmate de jodenver\\:ilging ir!
Duitsland intensiveerde, kreeg
ook de gemeente Zeist medio jaren
dertig te maken met joodse 'vluch-
telingen'. Hoewel deze groep zo'n
200 personen omvatte, kon men
toch niet echt spreken van een
joodse gemeenschap. Immers \'an
een sociaal opvangnet voor hen in
Zeist was geen sprake; bovendien
Na jaren van onderzoek
verschijnt deze maand een
bijzonder boek over het verzet
in Zeist tijdens de Tweede
Wereldoorlog van /]nnemiek
Bal. tevens redacteur van '^^
Seyst. Op verzoek van de
icf^
redactiecommissie heeft zij
speciaal voor dit nummer een
artikel samengesteld over de
joodse gemeenschap voor en
tijdens de oorlog in Zeist.
f VOOU JOl)W
In het hegin \'an de jaren der
tig kende de gemeente Zeist
geen joodse gemeenschap. Er
woonden nauwelijks joodse men-
sen in Zeist; een enkeling die daar
wel W(,x)nde was voor culturele en
religieuze aangelegenheden aange-
wezen op de joodse gemeente in de
stad Utrecht of Amersfoort. In de
loop \'an de jaren dertig kwam daar
-ocr page 37-
beipt
If99-Ii
DE JOODSE GEMEENSCHAP, ANNEMIEK BAL
beheerste het overgrote deel van
hen de Nederlandse taal niet. Zij
leefden min of meer geïsoleerd.
Door het oorlogsgeweld kwa-
men er in '40 ook joodse mensen
uit Den Haag en Rotterdam naar
Zeist. Zo verhuisden de
Rotterdamse
        textielhandelaar
Elieser Namenwirth met zijn
schoonbroers Max en Jacques
Monash en de Haagse textiel-
handelaar Hans Jacob Meyer 'naar
de provincie' met hun gezinnen.
Meyer haalde naast zijn eigen
ouders ook vrienden naar de
Regentesselaan in Zeist.
Zowel Namenwirth als Meyer
kwamen oorspronkelijk uit Ham-
burg. Elieser Namenwirth was de
zoon van een rabbijn. In Rotter-
dam sloot Elieser Namenwirth
zich aan bij de zionistische bewe-
ging en in Zeist werd hij plaatselijk
vertegenwoordiger van de Joodse
Raad. Nadat culturele bijeenkom-
sten voor joden verboden waren,
organiseerden de Namenwirths
voor hun vrienden dikwijls muzi-
kale avondjes in huiselijke kring.
Een kleine joodse gemeenschap?
In '41 woonden er in Zeist dus
zowel joden met een Nederlandse
nationaliteit als joden met een
Duitse nationaliteit, vluchtelin-
gen. Na februari '41 verstrekt de
gemeente geen verblijfsvergunnin-
gen meer aan hen. In mei '41 ver-
schenen in Zeist de eerste zeer
discriminerende anti-Semitische
leuzen: ^Voor Joden verboden\ en ^Jo-
den niet gewenscht'.
Ze werden uit
het openbare leven gestoten: een
joodse leraar Nederlands werd ont-
slagen. Dr. Bendien, een arts die in
Zeist de allerarmsteri in zijn prak-
tijk aan de Boulevard verzorgt, is
toevallig van joodse afkomst. Zijn
praktijk wordt door een andere
arts overgenomen.
In november '41 moest de ge-
meente aan Rijksinspectie van be-
volkingsregisters in Den Haag op-
gave doen van het aantal 'joodse
Elieser Namenwirth, vluchtte in 1940
voor het oorlogsgeweld uit Rotterdam en
werd in Zeist Plaatselijk vertegenwoor-
diger van de Joodse Raad.
-ocr page 38-
DE JOODSE GEMEENSCHAP, ANNEMIEK BAL
gezinshoofden' woonachtig in
Zeist, ongeacht hun nationaliteit.
Er woonden toen bij benadering
175 personen van joodse bloede in
de gemeente. Diezelfde maand ver-
loren de joodse vluchtelingen uit
Duitsland hun nationaliteit. Zij
kregen een aantekening in het be-
volkingsregister 'statenloos'. In de
periode die daarop volgde, werden
hun telefoonaansluitingen opge-
heven en de 'Schutzendivisenkom-
mando'
zag erop toe dat goederen
van waarde, aandelen, deviezen en
juwelen ingeleverd werden bij de
Amsterdamse bank Lipmann &
Rosenthal.
In mei '42 werden joden ver-
plicht een ster op de overkleding
te dragen. Namenwirth, plaatselijk
vertegenwoordiger van de Joodse
Raad in Zeist had vanuit Amster-
dam de boodschap meegekregen de
ster 'met trots' te dragen. Zijn kin-
deren delen de ster uit tegen beta-
ling van 10 cent. Zijn vrouw, opti-
mistisch van aard, had de stille
hoop dat met een aantal maanden
de vervolging voorbij zou zijn.
In de zomer van '42 kregen alle
joodse gezinshoofden, nederlan-
ders en statenlozen, een brief van
de Zentrallstelle om zich aan te
melden voor 'vrijwillige emigratie'.
Joden kregen in Amsterdam een
nieuwe woning aangewezen in een
daartoe bestemd stadsdeel. De be-
zetter wilde de joodse groep zoveel
mogelijk isoleren om de uiteinde-
lijk wegvoering, de deportatie, zo
onopvallend mogelijk te laten
plaatsvinden.
Een groot aantal joodse mannen
en vrouwen, bijvoorbeeld alleen-
staanden en bejaarden die opzagen
tegen een onzekere tijd van onder-
duiken, gaven gehoor aan de op-
roep.
Diegenen in Zeist die geen ge-
hoor gaven aan de oproep, zo ook
gezinnen met kinderen, werden op
19 augustus '42 het slachtoffer van
een razzia. De dag daarvoor had er
een grote razzia plaatsgevonden in
Utrecht. Op 19 augustus werd
huiszoeking gedaan op 49 adressen
in Zeist waar joodse mannen en
vrouwen ingeschreven stonden. In
tegenstelling tot Utrecht werden
in Zeist Duits-joodse vluchtelin-
gen en Nederlandse joden tegelij-
kertijd weggevoerd. De bestem-
ming was Amsterdam. De
'Hausraterfassung' ontfermde zich
over hun meubilair. Onder de 58
weggevoerden bevonden zich
veelal bejaarde mensen en alleen-
staanden. 'Evacuatie' staat op de
lijst genoteerd: in werkelijkheid
werden zij gedeporteerd.
Via Amsterdam werden kwa-
men ze terecht in Westerbork en
-ocr page 39-
jeijst
I §99-11
DE JOODSE GEMEENSCHAP, ANNEMIEK BAL
vervolgens in de concentratie-
kampen in Duitsland en Polen.
Wie de financiële middelen, de
relaties en moed had, koos een
andere reisbestemming. Zo verlie-
ten de ouders van Hans Jakob
Meyer, Zeist op de 19''"; zij reisden
via Amsterdam naar België. In '43
trachtten zij naar naar Zwitserland
te ontkomen, ze werden aange-
houden aan de Zwitserse grens en
alsnog naar een concentratiekamp
gestuurd.
Het reizen was voor joden ver-
boden: dit werd de familie van
Joseph Bannet noodlottig. Hoewel
hun adres niet op de 'evacuatie-
lijst' van 19 augustus stond, waren
zij uit voorzorg ondergedoken bij
hun vrienden Jurriaan en Kitty
Stork aan de Charlotte de
Bourbonlaan. Stork had relaties in
Zweden; enkele jaren daarvoor wa-
ren de Bannets in Zweden met
vakantie geweest. De Bannets wil-
den naar Zweden onvluchten: in
de vroege ochtend van de ZO'""
augustus gingen zij bepakt en
bezakt per taxi naar station
Amersfoort waar zij de trein naar
Groningen namen. Voor de over-
tocht naar Zweden moest Bannet
7000 gulden betalen. Op het sta-
tion in Groningen, werd de familie
opgewacht
            door            een
Schutzendivisenkommando. Er-
gens, bij het organiseren van de
reis werd de familie verraden. De
familie en hun begeleider werden
opgepakt en gedeporteerd.
De joden die naar Amsterdam
'geëvacueerd' waren, stonden voor
de keuze: of de deportatie afwach-
ten of maatregelen treffen om on-
der te duiken. Joseph
Namenwirth, die in september '42
met zijn gezin naar Amsterdam
verhuisd was, kon dankzij de be-
middeling van onderwijzer Anton
Lingeman samen met zijn vrouw
en kinderen in Zeist onderduiken.
Kinderen laten onderduiken hield
een groot risico in; de eigenaresses
van het kindertehuis Zonneschijn
aan de Oranje Nassaulaan waren
bereid om deze joodse kinderen op
te nemen.
Terwijl de laatste oproepen van
de Zentrallstelle door de brieven-
bussen van 'joodse adressen' in
Zeist vielen, zochten de vervolg-
den onderduikadressen. De vele
pensions die Zeist rijk was, boden
vaak een eerste onderkomen voor
joden uit de grote steden uit het
westen van het land.
De Zentrallstelle controleerde
in september '42 opnieuw of alle
adressen in Zeist 'geëvacueerd' wa-
ren. Ditmaal werd het verzoek van
de Zentrallstelle via de Commissa-
ris van de Provincie, mr. W.B.
Engelbrecht aan burgemeester mr
W.A. J. Visser gestuurd. Er moest
een lijst opgemaakt worden in de
Duitse taal met een opgave van de
joodse gezinshoofden, namen van
partners en minderjarigen, hun
-ocr page 40-
DE JOODSE GEMEENSCHAP, ANNEMIEK BAL
1999-11
nationaliteit en geloofsovertui-
ging. De lijst werd enkele dagen na
ontvangst opgestuurd aan de
Commissaris van Provincie.
Een groep van vier medewerkers
op het gemeentehuis, Jan Schep,
Peter v.d, WerfF, Guus van Tellin-
gen en Wim Walraven trokken
zich het lot van deze mensen aan.
Zij haalden op verzoek namen van
joden van de lijst en voorzagen
hen van een nieuwe identiteit.
Echter, ook zij konden alleen die
mensen helpen, die ook daadwer-
kelijk om hulp vroegen.
Zij die ófgeen middelen, óf geen
relaties om voor onbepaalde tijd
onder te duiken hadden, werden
via Amsterdam gedeporteerd. Tot
in november stuurde de
Zentrallstelle brieven naar de be-
wuste adressen, om de bewoners
uit 'provincie' weg te krijgen, In
Zeist bleven alleen 'legaal' joden
achter die gehuwd waren met een
zogenaamde 'arische' partner
In april '43 werd m de kranten
aangekondigd dat het voor joden
verboden was zich nog langer op te
houden in de provincie Utrecht
en dat personen die joden helpen
onderduiken zich zouden bloot-
stellen aan strafrechterlijke ver-
volging, In de periode april '43 tot
juli '43 werden in Zeist 14 joden op
onderduikadressen verraden. De
arrestaties waren het werk van po-
litieman Evert Cornelis Drost, een
verbitterde NSB'er die voor elk
'succes' een premie ontving van de
Sicherheitsdienst in Amsterdam,
Eind mei deed Drost huiszoe-
king op een adres aan de Oranje
Nassaulaan waar een gezin onder-
dak verleende aan een joods gezin
en een kindermeisje. Het joodse
gezin kon niet op tijd in de schuil-
plaats kruipen. De eigenaar van
het huis en het joodse kinder-
meisje wel, maar de schuilplaats
werd door Drost ontdekt. Omdat
Drost geen licht bij zich had kon
De kinderen Bannet in 1937, vijf jaar
voor hun noodlottie deportatie.
-ocr page 41-
)eij.st
1999-1!
DE JOODSE GEMEENSCHAP, ANNEMIEK BAL
gearresteerd werden, niet allen in-
geschreven stonden in de ge-
meente.
De 14 joodse onderduikers die
door Cornelis Evert Drost in de
periode van april '43 tot juli '43 in
Zeist en omgeving werden gearres-
teerd, kwamen allen om in de con-
centratiekampen. Huiseigenaren
echter, die betrokken waren bij de
arrestaties konden na de oorlog
tegen hem getuigen. Cornelis
Evert Drost werd ter dood veroor-
deeld en als één van de weinigen
aan wie door de Koningin geen
gratie werd verleend, in 1948 te-
rechtgesteld voor zijn daden.
Annemiek Bal
BRONNEN
Het Zeister verzet, de gemeente Zeist in de
bezettingstijd. Dit boek, uitgegeven door de
Historische Uitgeverij Rotterdam, ligt bij uw
boekhandel en is verkrijgbaar voor de prijs van
ƒ32,50. ISBN nr. 90-73714-37-0
waren beter beschermd. In juni '43
probeerde het politiekorps de ver-
rader uit Zeist weg te jagen. In
overleg met waarnemend commis-
saris van politie, G. Goorhuis,
werd er door het verzet een over-
val gepleegd om Drost 'zogenaamd'
dood te schieten. Ter camouflage
werden twee Gero-medewerkers
opgepakt. Uiteindelijk werd Drost
in juli '43 overgeplaatst naar het
korps in Groningen.
Bij benadering werden in totaal
175 personen, Nederlandse joden
en joodse vluchtelingen uit Duits-
land, in Zeist vervolgd. Op basis
van de lijst van september '42,
waarin 158 namen staan geno-
teerd, kwamen volgens de aante-
keningen in het In Memoriam 45
personen om in de concentratie-
kampen. Dat is meer dan 25% op
het totaal aantal ingeschreven.
Het werkelijk aantal slachtoffers
in Zeist lag echter veel hoger om-
dat de personen die op 19 augustus
hij niet zien of er mensen in de
schuilplaats zaten. Hij ging weg om
een lucifer te halen. De eigenaar
van het huis en het joodse kinder-
meisje kropen uit de schuilplaats
de dakgoot in. Daar lagen ze twee
uur lang in de stromende regen
terwijl ze lijdzaam moesten toezien
hoe het joodse gezin werd wegge-
voerd.
Op 11 juni deed Drost huiszoe-
king op een pensionadres aan de
Wilhelminalaan- Stadhouderslaan.
Vijf joodse kinderen konden niet
meer op tijd worden gered. Joden
die in pensions waren ondergedo-
ken en zij die op straat werden
aangehouden met een vervalst per-
soonsbewijs, waren het meest
kwetsbaar. Zij werden alsnog opge-
pakt en via Amsterdam gedepor-
teerd naar Westerbork en de con-
centratiekampen in Duitsland en
Polen. Diegenen die een nieuwe
identiteit hadden gekregen en een
nieuw persoonsbewijs via de afde-
ling bevolking van de gemeente
-ocr page 42-
„Seijsl
1999-11
DE JOODSE GEMEENSCHAP, ANNEMIEK BAL
Gewone ambtenaar rots in branding
Utrechts Nieuwsblad,
4 mei 1999
de kerken: pastoor Overmaat was
een rots in de branding. Hij moest
dat bekopen met deportatie naar
Dachau. Bij de hervormden nam
ds. Lugtigheid het voortouw, bij de
gereformeerden jonge studenten
als Piet Coumou (verspreider van
IVouw) en Bert van de Beek (hij
plaatste een illegale zender in de
nok van de Oosterkerk).
Dr. Van Lidth de Jeude (vadervan
de huidige burgemeester van De-
venter) leidde het artsenverzet in
Zeist, dedrogisten Spaarkogel, Ro-
by en Van Millingen en juwelier
Van Stempvoort het midden-
standsverzet.
Door Bert van NIeuwenhuiien
Zeist
Vierenvijftig jaar na de bevrijding
ligt een boek persklaar over Zeist
in de bezettingstijd. Preciezer
over het verzet in Zeist in de oor-
logsjaren '40-'45. Was Zeist hel
NSB-dorp waarvoor menigeen
hetheeftgehouden ?Warendege-
nen die zich na de bevrijding op-
wierpen als verzetsmensen wel de
echte belden ? Anncmiek Bal
(34), telg uit een bekend Zeister
geslacht van industriëlen, heeft
de a^elopen jaren vele tientallen
gesprekken met oudere Zelstena-
ren gevoerd, en onderzoek ge-
pleegd. Het resultaat is hel lijvige
boekwerk 'Zeist in verzet'. Het
komt volgende week uil.
Waarom zet een jonge historica
zich na ruim een halve eeuw nog
aan zo'n boek ?
„Omdat het in een lacune voorziet.
Er is al wel veel over Zeist geschre-
ven, maar de periode van de IWee-
de Wereldoorlog is nog een blinde
vlek. Er is althans niet in samen-
hang overgeschreven, En het intri-
geerde me gewoon eils Zetsterse.
Via intensieve gesprekken met veel
mensen die het zelf nog hebben
meegemaakt werd die periode
steeds boeiender, en kwamen
steeds meer stukjes van de puzzel
op z'n plaats."
Annemiek Bal wil oordelen noch
veroordelen. „Demensen moeten,
na lezing van het boek. hun eigen
mening maar vormen."
Het algemene beeld dat oprijst uit
het boek is dat Zeist zekergeen uit-
gesproken NSB-gemeente is ge-
weest. Dat etiket kreeg Zeist onder
anderedoordat het beruchte NS8-
kopstuk Van Geelkerken Zeiste-
naar was.
Wie het - nauwkeurig beschrij-
vende en inderdaad nergens oor-
delende ~ boek leest komt tot de
volgende rode draad: bij gemeente
en politie handelde de fop dubieus,
maar de 'gewone' ambtenaren
kweten zicti niet zelden bovennor-
Utrechts Nieuwsblad,
17 april 1999
Documentairefilm over
Stichtse Lustwarande
Het idee om de Siichtse Lustwa-
rande in de oorspronkelijke staat
terug te brengen ontstond in 1997,
tijdens de Week van het Land-
schap. Het Utrechts Landschap in-
ventariseerde hoeveel natuur en
cultuur van de historisclie buiten-
plaatsen bewaard waren gebleven
en \vaar de kansen liggen om hel
unieke karakter te hersleücn. Hel
Zeister Historisch Genootschap-
Van de Poii Stichting sprong hier-
op tn mei hel plan lol een docu-
mentairefiltnoverdeStichtse Lust-
warande. |aap van Zonen, coördi-
nator van de audiovisuele collectie
van Van de Potl Stichting, kwam
mei dit idee.
De in Zeist gevestigde verzekeraar
BDV draagt een ton bij aan de pro-
ductiekosten van de film. Hel
wordt een twintig minuten duren-
de documentaire die een aardig
sfeerbeeld geeft van de buiten-
plaatsen, ver^^Ticht Droog,
De buitenhuizen van de Stichtse
Lustwarande werden door de rij-
ken uitUtrechten Amsterdam aan-
gelegd op, zoals Droog het noemt,
'wcekeindeafstand'. In de week-
einden trokken de gcfortuneerden
de atod uit nuur de buitenhuizen.
Droog: „De huizen werden als
pronkjuweel in de natuur nceigc-
zet, meestal op een heuvel in de
tuin, te midden van slingereiide
waterpartijen," Droog filmt op lo-
catie en laat bewoners plekken
aanwijzen. Ook maakt ze gebruik
van foto's uit het bezit van bewn-
cumentaire andere betrokkenen
aan het woord, zoals lundsthaps-
architect Michac! van Gesse!,
Rijksdienst voor de Monumenten-
zorg-deskundige Catharina van
Groningen, boswachter AaJt van
den Hoorn, waarschijnlijk beheer-
der René Waan ders van het
Utrechts Landschap en de Biltse
wethouder Maria Limboi^h-van
der Houven (landschapsbeleid).
Droog werkt samen met een came
ra- en geluidBman. ,.Een kteiii
ploegje, dat is we! prettig voor de
bewoners. Ze moeten een beetje in
de huiskamersfeer kunien," aldus
De renaissance van de Stichtse
Lustwarande moet over een half-
jaarklaarzijn, Defilm wordt gepre-
senteerd bij het tienjarige bestaan
van DBV,in november. DBV spon-
sort de Sim omdat het rekent op
ecngoedeuilsimïingop belbedrijf.
Dat DBV affectie heeft met de his-
torie is al gebleken uit de restaura-
tie van Huize Scbaerweijde, zegt
Droog. In dit wille pand aan de
Utrechtseweg in Zeist, een voor-
malig buitenhuis, is DBV zelf ge-
huisvest.
Droog voigde na haar studie cultu-
rele antropologie een opleidingan-
tropologische documentaires aan
de Universiteit van Amsterdam. Ze
maakte eerder ondei' meer films
over de leefomstandigheden van
lapijtwevers in Nepal, mitieube-
CnsiaRlcaen.in
IBen bijdrage aan het herstel van
de Stichtse Lustwarande in deou-
de luister. Met dcie gedachte be-
gint documcntairemaakslerMar-
jolijn Droog uil Zeist aan de 6Ini
De renaissance van de SUchtse
lustwarande.
Morgen onderte-
kenen initiaiiefnemers het Zeis-
tor Historisch Genootschap en
het Utrechts Lundüchap in Slot
Zeist het conlract met sponsor
DHVVerzekeringen voorde film.
Producent e Droog, van het bedrijf
Diepe Gronden, heeft zoveel mo-
gelijk bewoners van de buitenhui-
zen tussen De Billen Rheneii bena-
derd, „Alleen als ze zelf mee wiiien
werken aan de opnames op hun
landgoed ga ik erheen. Wanneer
mensen uil privacy-overwegingen
geen fiJmploeg binnenlaten res-
pecteer ik dat," zegt ze.
Tot nu toe heeft Droog twintig van
de zestig buitenplaatsen geselec-
teerd voor de film. Bij de keuze
speelt ook de staat mee waarin de
landgoederen verkeren, ,.We wil-
len een idee geven hoe hel is ge-
weest," aldus Droog, Van de zestig
landgoederen die van eind 17e tot
het begin van dezeeeuw zijn aange-
legd, resteert Jn hel beste geval de
oorspronkelijke situatie. Vee!
landgoederen zijn echter net voor,
tijdens of na de oorlog veranderd.
Door brand, bombardementeïi.
De intocht van de Canadezen in Zeist, op nuandag 7 met 1945. Via de IWeede Dorpsstraat
Rond. De foto is de omslag van het boek. (Foto Van de Poll-Stichting)
maal van hun vaderlandse plicht.
Stevige verzetsmensen als Slem de
Man (hij torent als commandanter
recht bovenuit). Jan Schep, Peter
van der Werff, Wim Walraven en
Cor van Rijkom waren recht-
streeks afkom stig u it het gemeente-
lijk apparaat; ze gingen tol hel ui-
terste in hun positie om mensen te
waarschuwen en te redden. Cor
van Rijkom deed dat samen met
zijn broers (os en Wim. Bij de poli-
tie stonden mensen ais Goorhuis.
Ter Voorde en Vizcc hun mannetje
Discutabel
De houding van commissaris Krui-
zinga was discutabel, al werd hij na
deoorlog wei gezuiverd. Dalzelfde
kan worden gezegd van burge-
meester Visser, een 'burgeineesier
inoorlogsfijd'indespreekwoord 1.'-
lijke zin. Visser was geen NSB-er
en niet pro-Duits, Getrouwd met
een telg uit het geslacht De Geer
- familie van de foute oorlogspre-
miqr De Geer- ontpopte Visser
zich echter ook niet tot opentijk
verzetsman. Hij collecteerde met
zijn vrouw voor de Duitse organi-
satie Winterhulp, woonde feesten
met NSB-kopstukken bij, en las
hetNSB-dagblad 'Volk en Vader-
land'. Achter de schermen pro-
beert hij door de bezetter opgeleg-
de maatregelen wel te ontwijken,
maareen lijst mcl namen en adres-
sen van joodse medeburgers levert
hij opafroep in vijfvoud bij de Duit-
sers in.
Visser handelde, zoals zoveel be-
stuurders in die tijd, 'om erger Ie
voorkomen'.
Hij sicmde in met de benoeming
van de NSB-er V:
loco-burgemeeste
een soort NSB-e
nogwel te praten
houder Lammerts
onmiddeiijk ont;
nietsamentewert
raadslid Schepsh
gedrongen op hel
bestuur in de illi
was een van de >
ders die hadder
Ariër-verklaring t
DcZcisterholel;
gi herbergden Uu
waren hel toncelv
van de bezetter
Hoogland respect
ren nicl pro-Dui
zich aan aan de b(
zetter.
Duidelijk verhel
-ocr page 43-
beijst
1999-1!
DE STICHTING VAN EEN OPTICA-FABRIEK, NICO VLAK
Een Middelburgse
Caroline Bleeker behoort tot een
van de eerste geëmancipeerde
vrouwen uit onze plaatselijke
geschiedenis. Als jonge fysica
startte ze vroeg een eigen ad-
viesbureau op om enkele jaren
na de WOU een opticafabriek
aan de Thorbeckelaan te ope-
nen.
Een jongste dochter uit een
predikantengezin werd in
het begin van deze eeuw
niet geacht te studeren. Zij be-
hoorde thuis in de huishouding te
blijven werken.
Caroline Emilie ('Lily') Bleeker
(geb. 1897) wilde echter niets lie-
ver dan doorleren. Zij ging daarom
naar de HBS en in 1916 'uit verve-
ling' in Utrecht wiskunde stude-
ren. Later gaf zij les aan een
meisjesschool om haar astrono-
mie-studie te kunnen betalen.
Volgens haarzelf was dat geen suc-
ces, want "ik was geloof ik te
jong." Zij stapte daarom over op
het geven van bijlessen. Daarnaast
werkte zij vanaf 1919 op de
sterrenwacht Sonnenburgh en als
assistente in het physisch labora-
torium aan de Bijlhouwerstraat.
Op 5 november 1926 promo-
veerde zij cum laude op het proef-
schrift: 'Emissie- en dispersie-metin-
gen in de seriesspectra der alkaliën'.
Vervolgens begon Lily opnieuw
werk te zoeken. Ondanks een aan-
beveling van haar promotor
Ornstein lukte het haar niet een
baan te krijgen bij het KNMI.
Daarom nam zij het heft in eigen
hand en begon een natuurkundig
adviesbureau. In 1930 gaf zij aan
bedrijven en wetenschappelijke la-
boratoria adviezen op het gebied
van fysica en fysische instrumen-
ten.
Haar wetenschappelijk advies-
bureau was misschien wel het eer-
ste in Nederland en inspireerde de
Utrechtse chemicus H.R. Kruyt
tot de oprichting van de Neder-
landse centrale organisatie voor
Toegepast Natuurwetenschappe-
lijk Onderzoek in 1932.
In 1933 werd een toeleverings-
bedrijfje voor laboratoria, waar in
serie wetenschappelijke apparaten
werden vervaardigd, zoals gal-
vanometers, precisieweerstanden
en schuifweerstanden, gevestigd
op de Korte Nieuwstraat 13. Ze
had één jongen in dienst. Toch
ging het goed met het bedrijf en
door uitbreiding ontstond een
labyrinth van panden, die door de
tuinen met elkaar verbonden wa-
ren. Drie jaar later had het bedrijf
al 25 werknemers.
-ocr page 44-
Seijst
I9ff.ll
DE STICHTING VAN EEN OPTICA-FABRIEK, NICO VLAK
natuurkundige in Zeist
voort onder de naam
Nerderlandse Optiek- en Instru-
menten fabriek Dr. CE. Bleeker
(Nedoptifa). In dat zelfde jaar
werd begonnen met de produktie
van een serie van 6 x 24 prismakij-
kers voor het Nederlandse leger.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
leverde zij ook kijkers aan het ver-
zet en herbergde het bedrijf onder-
duikers.
Na een inval begin 1944 moest
het echtpaar zelf onderduiken bij
een arts, die aan het broederplein
woonde. In 1945, toen er geen
middelen uit het bedrijf beschik-
baar waren, betaalde zij het salaris
van het overgebleven personeel
uit eigen zak.
Waarschijnlijk vanwege haar
standvastige houding tijdens de
oorlog kreeg zij van de Neder-
landse regering een herstelkrediet
om een nieuwe fabriek te vestigen.
Bovendien plaatste het leger ver-
schillende orders. Niettemin kreeg
het bedrijf al snel te maken met
concurrentie van goedkope
Japanse apparatuur.
Aan de Thorbeckelaan, toen
nog landelijk gebied, werd een
nieuwe fabriek gebouwd. Minister
in 't Veld (economische zaken)
verrichtte op 18 november 1949
de opening.
In Zeist leidde zij net als in
Utrecht zelfhaat personeel op. Zo-
doende kon zij de vaardigheden
ontwikkelen waaraan in het be-
drijf de meeste behoefte bestond.
Voor meer algemeen vormend on-
derwijs werd later een leraar van
het lyceum in Zeist aangetrokken.
Zelf doceerde ze onder meer alge-
bra en meetkunde. De band tussen
werknemers en bedrijf werd op
Caroline Bleeker in haar atelier.
Door haar vriend professor
Zernike gestimuleerd en financieel
gesteund, besloot zij in 1937 het
bedrijf uit te breiden met een afde-
ling waar optische apparatuur
werd geproduceerd, een novum
voor ons land.
In 1939 zette zij het bedrijf met
haar levensgezel Gerard Willemse
-ocr page 45-
Seijst
1999-11
EEN VERGETEN CABARETLIEDJE, JACK VD DIKKENBERG
deze manier zeer intensief. Er von-
den met de werknemers ook
ontspannings- en culturele activi-
teiten plaats. Tegelijkertijd bleef er
natuurlijk distantie bestaan, want
dr. Bleeker was wel degelijk de baas.
Tussen 1945 en 1955 groeide de
personeelsomvang tot ruim 150
mensen. De fabriek van Caroline
Bleeker was de eerste ter wereld,
die complete asecontrastmicros-
copen maakte. Dit was mogelijk
door de nauwe samenwerking met
professor Frits Zernike, de uitvin-
der van dit instrument. Deze
hoogleraar te Groningen kreeg in
1953 de Nobelprijs voor Natuur-
kunde. Samen met Caroline
Bleeker werd aan Zernike in 1962
een octrooi toegewezen.
In 1953 werd in het bedrijf ge-
vierd dat Caroline Bleeker 25 jaar
tevoren was gepromoveerd. Tij-
dens de feestredens werd gerefe-
reerd aan de verhouding tussen de
sexen die zij enigszins in even-
wicht probeerde te brengen door
opleiding en arbeidsplaatsen voor
vrouwen van verschillende ont-
wikkeling. Wij zouden haar nu een
geëmancipeerde vrouw noemen.
Caroline Bleeker hoopte dat de
verhouding tussen de mannelijke
en vrouwelijke werknemers in de
toekomst half om half zou zijn.
In de eerste helft van de jaren 60
ging het economisch slecht met de
optica-fabriek. De directrice kon
slecht overweg met vakbonden.
Door het uitblijven bij de tijd pas-
sende salarisverhogingen konden
specialisten weggekocht worden
door grote bedrijven. In 1963 trad
Caroline Bleeker af als directrice,
mede omdat het werk haar licha-
melijk te zwaar werd. Het bedrijf
werd uiteindelijk overgenomen
door de 'Oude Delft' in Delft. Op 1
maart 1978 werd de fabriek in
Zeist gesloten. Haar oprichtster
overleed zeven jaar later.
Nico Vlak
Een vergeten
Uit de jaren vijftig herinneren wij ons
nog wel "de grote drie" van het Ne-
derlandse cabaret: Wlm Kan. Wlm
Sonneveld en Toon Hermans en de tek-
sten van /]nnle M.Q. Schmldt, maar
er was zoveel meer talent.
Waaronder Paul van Wely.
In het Utrechts Studenten
Cabaret bijvoorbeeld dat tus
sen 1951 en 1955 actief was.
Tekstschrijver, componist en pia-
nist bij dit gezelschap was Paul van
Wely. Na zijn studententijd werd
hij huisarts in Eindhoven en zijn
teksten zijn nu vrijwel vergeten,
maar er is één gedichtje over Zeist
dat ik bij deze graag aan de verge-
telheid wil ontrukken.
-ocr page 46-
Seijst
1999-11
EEN VERGETEN CABARETLIEDJE, JACK VD DIKKENBERC
cabaretliedje
'k Zie die meneer met 'n haastig pasje.
Die jaar en dag naar Utrecht reist,
Half negen 's morgens
met zn hoedje en z'n jasje
Vier sneetjes brood
in een papiertje in z'n tasje,
Da's op en top Zeist.
Waar elke taartjeszaak 'maisorï heet,
Waar iedereen de ander kent.
Daar waar een kamer nog 'salon heet
En waar f al heel gauw iemand bent.
Daar aan de Stiehtse lustwarande
Waar 'n visboer leurt met zalm en kreeft,
- Want mossels zijn er contrabande -
Waar rustend Holland zit en leeft!
Waar met veel ring- en snoergefkmker
't Publiek zich in de schouwburg zet.
Waar men alleen maar
durft te lachen in het donker
Om 't Hemelbed.
Het dorp waar adellijke stellen
Staan op der kunstkring ledenlijst,
Waar kunst is synoniem
met lakschoenen die knellen
En waar z elkaar de laatste mesalliance
vertellen.
Datheb je inZeist.
Paul van Wely, Dal heb je in Zeist
Daar aan de Stiehtse lustwarande
Vindt u de parel van het Sticht.
Met veel maatsd-uippelijke standen
Heeft men liet knusjes ingericht
Elk huisje heeft er een garage,
Elk huisje staat op eigen erf.
Men lijdt er aan vitrage-rage
En alles keurig in de verf.
Daar zie je groengeverfde dames
En hier en daar 'n orangerie.
Daar zie je ouwe uit-de-tijdse doxmirières,
Passé définil
'k Heb bij die tuinbaas vaak gekeken,
In jarenlange dienst vergrijsd.
Die veel vertelt nog van zn freule
met Imar streken
En niet geërfd heeft dan
't geaffecteerde spreken.
Dat heb je in Zeist.
Veel lieden hebben daar de banen
Van makelaar en econoom.
Daar heten alle straten 'lanen',
Al staat er anderhalve boom.
Een honderdtal oud-predikanten
Rekt er het schamele bestaan.
Dat zijn heus geen notansklanten,
Maar wonen doen ze in een laan.
'k Zie al die huisjes keurig netjes
'Repos ailleurs'en 'Man abri',
'k Zie die mevrouwen,
allemaal een beetje vetjes,
Gekleed demier cril
m
-ocr page 47-
Seijst
i 999-11
DE RENAISSANCE VAN DE STICHTSE LUSTWARANDE, JAAP VAN ZOONEN
Nieuwe film in de maak
boorte van de Stichtse Lust-
warande. De Stichtse Lustwarande
is een gordel van landgoederen en
buitenplaatsen langs de zuidwest-
flank van de Utrechtse Heuvelrug,
van De Bilt tot Rhenen. De
Stichtse Lustwarande is zowel cul-
tuur-historisch als landschappelijk
een belangrijk onderdeel van de
provincie Utrecht. Zeist neemt in
de Lustwarande een centrale
plaats in en wordt vaak De Parel
van de Stichtse Lustwarande ge-
noemd. Stichting Het Utrechts
Op vrijdag 16 april werden in
de Van de Poll-kamer in het Slot
de kontrakten getekend voor de
film "De Renaissance van de
Stichtse Lustwarande".
De Stichting Het
Utrechts Landschap
heeft eerder tijdens de
week van Het Landschap
het start-
schot gegeven voor de activiteiten
die moeten leiden tot de Wederge-
Initiatiefnemer Jaap van Zoonen en
regisseur Marjolein Droog.
Landschap heeft geïnventariseerd
hoeveel natuur en cultuur van de
historische buitenplaatsen nog
bewaard is gebleven en waar de
kansen liggen om met een eigen-
tijdse opvatting het unieke karak-
ter van de Stichtse Lustwarande te
herstellen.
Inspringend op dit initiatief
Links: B. Westra (DBV), V van der Burg
(Van de Poll-Stichting) en H. Lugtmeijer
bij het ondertekenen van de contracten.
H^QH
-ocr page 48-
Seijst
1999-11
DE RENAISSANCE VAN DE STICHTSE LUSTWARANDE, JAAP VAN ZOONEN
heeft de commissie Audiovisuele
collecties van het Zeister Histo-
risch Genootschap onder leiding
van Jaap van Zoonen het plan ge-
lanceerd om te komen tot een
documentairefilm over de Stichtse
Lustwarande. Deze videofilm
wordt een informatief verhalende
documentaire met als belangrijke
onderdelen de 'oral history' van de
bewoners van de buitenplaatsen in
en rond Zeist, en de bijzondere
symbiose van cultuur en natuur
binnen de Stichtse Lustwarande.
Het doel van de film is het bewust-
maken van het belang van de
Lustwarande bij een breed publiek,
het verzamelen van oral history
uit deze streek, en het ondersteu-
nen van tentoonstellingen en le-
zingen over dit onderwerp.
Na vele maanden van inhoude-
lijk vooroverleg is er een sponsor
gezocht en gevonden in DBV Ver-
zekeringen. Dit bedrijf zetelt in de
buitenplaats Schaerweijde in Zeist
en past daarom prima in het con-
cept van de film. Als regisseur
voor het project is aangetrokken
Marjolijn Droog, documentaire-
maakster te Zeist. Marjolijn heeft
al vaker voor de Van de Poll Stich-
ting filmprojecten begeleidt.
In de film zullen naast de
buitenplaatsen vele personen in
beeld komen, o.a. Kitty van Gro-
ningen (Rijksdienst Monumen-
tenzorg) over de architectuur van
de buitens; Michael van Gessel
(tuinarchitect) over de tuin-
ontwerpen van de buitens; de fa-
milies
         Van         Wageningen
(Molenbosch) en Van Marwijk-
Kooy (Vollenhove) over het leven
op een buiten; Aalt van den
Hoorn (boswachter) over het be-
heer van Beerschoten; en verte-
genwoordigers van Stichting Het
Utrechts Landschap en Gemeen-
tebesturen over het beleid voor de
Lustwarande.
Op 16 april was het dan zover;
de besturen van Stichting Het
Utrechts Landschap, DBV Verze-
keringen en het Zeister Historisch
Genootschap kwamen ter gelegen-
heid van de film bijelkaar in de
Van de Pollkamer. De heren H.
Lugtmeijer (rentmeester Utrechts
Landschap). B. Westra (directeur
DBV) en V van der Burg zetten
hun handtekening onder
de plannen voor de film en
spraken lovende woorden
over de samenwerking van
onze organisaties en over
de inzet van de medewer-
kers. De opnames voor de
film gebeuren in juni, in
het najaar zal worden ge-
monteerd.
Het is de bedoeling dat
de film in november van
dit jaar klaar is en in pre-
mière gaat. We houden u op
de hoogte.'
Jaap van Zoonen
Voorzitter Vin der Burg felici-
teert de heer Westra bij het on-
dertekenen van de contracten.
-ocr page 49-
Seijst
1999-11
EXCURSIE BUREN EN OMGEVING, ANNEMIEK BAL
Excursie Buren en omgeving
Op 6 mei organiseerde de
excursiecommissie het
voorjaarsuitje van de
stichting. De commissie koos de
omgeving van Geldermalsen in de
Betuwe als bestemming. Om 9.00
's ochtends vertrok een volle bus
richting Buren. Het vestingstadje
Buren heeft een rijke historie. In
1395 kreeg Buren stadsrechten en
in 1498 werd Buren verheven tot
graafschap. In 1551 trouwde
Willem van Oranje
en na 1814 door koningen en ko-
ninginnen. De verbondenheid van
de Oranjes met Buren is groot. In
het oude raadhuis aan de Markt
waar het museum 'Buren en
Oranje' is gevestigd wordt mo-
menteel een expositie over prinses
Juliana gehouden. Topstuk van
deze expositie is de in detail nage-
maakte rijkskroon die op 30 april
door de gemeente Buren aan prin-
ses Juliana werd aangeboden. Het
is een replica van de kroon die
koning Willem II bij zijn inhuldi-
ging in 1840 droeg. De echte
Op de boot over De Linge.
van Egmond, gravin van Buren.
De titel van 'Gravin van Buren' is
de vijfde in de reeks van Hare
Majesteit en ook de meest-
gebruikte ti^el door de stadhouders
i
:«' :i
                        met Anna
-ocr page 50-
beijst
19j5.11
EXCURSIE BUREN EN OMGEVING, ANNEMIEK BAL
inhuldigingskroon wordt in de
zilverkluis op het Paleis Noorde-
inde in Den Haag bewaard. Met
name de vele tentoongestelde te-
geltjes en borduurwerk van prinses
Juliana trokken aandacht.
Na de koffie kregen de deelne-
mers van deze excursie gelegen-
heid om een uurtje vrij door Buren
te wandelen. Velen van hen be-
zochten de St. Lambertuskerk
waar de graftomben van de graven
van Buren zijn bijgezet. Het
stratenpatroon van Buren stamt
uit 1500. Achter de kerk ligt het
Jodenkerkplein.
Al in de H" eeuw liet de stad
Buren joden toe; ze mochten er
echter alleen handel drijven. Velen
van hen waren paardenhandelaars.
De wandeling voerde langs het
oude weeshuis van Buren in 1612
gesticht door de dochter van
Willem van Oranje en Anna van
Egmond, Maria van Oranje-
Nassau. Tegenwoordig is in dit in
Hollandse renaissance stijl ge-
bouwde pand, het museum van de
Koninklijke Marechaussee geves-
tigd.
Tegen het middaguur werden de
deelnemers per bus naar Gelder-
malsen gebracht voor een boot-
tocht op de rivier de Linge. On-
danks een grijze, betrokken lucht
genoot iedereen van het mooie
natuurschoon. De Linge voerde
Tijdens de Elfstedentocht van 1986 reed
de Prins van Oranje mee onder de schuil-
naam 'W.A. van Buren.'
Voorzitter Thijssen van de Stichting Oud Buren
met de replica van de kroon die koning Willem II
bij zijn inhuldiging in 1840 droeg.
FOTO DE TELEGRAAF
het gezelschap langs karakteris-
tieke dorpjes zoals Tricht, Deil,
Enspeek en Beesd, het eindstation
van deze drie uur durende vaar-
tocht. Rond vier uur 's middags
keerde de bus met een tevreden
gezelschap naar Zeist terug.
Annemiek Bal
De expositie over prinses Juliana loopt van I mei
tot I oktober '99.
^i %
-ocr page 51-
Seijst
I99f.il
ACTIVITEITEN EN BERICHTEN UIT DE VAN DE POLL-KAMER
Excursie
Excursie
Tentoonstelling
Juli of aug. Naar Algemene
Begraafplaats Bergv/eg, i.s.m. het
Gilde, nadere berichtgeving
hierover volgt.
Dinsdag 7 september naar
Kasteel Heeswijk. Vertrek 13.00
uur vanaf Zinzendorfplein. Aan-
melden bij mevr. R. Hofman.
Filmvoorstelling__________
Maandag 25 ol<tober.
NajaarsvoorstelUng.
Aanvang I 9.30 uur. Entree-
kaarten a /2,50 kunnen alleen
vooraf worden gereserveerd via
het reserveringssysteem van Figi,
tel. 0900 - 3444 934.
Tegen afgifte van de
controle-strook kunt u op deze
avonden een kop koffie krijgen,
vóór de voorstelling of tijdens de
pauze aan het buffet van het
theatercafé. Wij heten u alvast
van harte welkom.
Boek_____________________
Dinsdag 23 november.
'Zeist, terug in de Tijd'.
Verschijning boek over de glas-
platen Kraal-collectie.
Zondag 28 november I 999 tot
en met zondag 9 januari 2000.
Zeist terug in de Tijd. Fotoexpositie
in de tentoonstellingszalen van
Het Slot Zeist (hoofdgebouw)
van ca. 70 grote afdrukken uit de
Kraal-collectie. In het kader van
de millenniumviering in Zeist met
het thema Tijd. Taal en Toekomst.
Officiële opening 27 november.
Lezing
Dinsdag 3 augustus. Van
Laerzaal, Het Slot Zeist. Entree
gratis. Lezing over pelgrims-
souvenirs uit christelijke
bedevaartsoorden vanaf de eerste
eeuv/en tot in de late middeleeu-
\f</en. Door mevr. drs. K. Boertjes,
Kath. Univ Nijmegen.
Ledenstand
Seijst IV (maart '99)............................ 824
Seijst I üuni '99) ................................829
Lezing
Sept. of okt. Lezing over het
leven en v/erkvan H. Marsman,
ter gelegenheid van diens I 00e
geboortedag. Deze lezing v^ordt
georganiseerd i.s.m. de gemeente
Zeist en culturele instellingen.
FOTO RECHTS: Bronzen hertengroep op
het landgoed Djimat aan de
Woudenbergseweg. Het landgoed is in
1960 verkocht aan de KVNB, die er haar
sportcentrum vestigde. Alleen de
tuinmanswoning is bewaard gebleven.
De herten zijn verhuisd naar de tuin van
de boswachterswoning aan de Prins
Bernhardlaan I.
1899 - 1999
rSMAK
-ocr page 52-
1
-ocr page 53-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (4), LEO VISSER
De hoofdonderwijzers en het
onderwijs van 1863- 1921
en tuin. In het jaarverslag van de
Schoolcommissie over 1862 staat,
dat Oosthoek op 17 november
1862 werd geïnstalleerd als hoofd
van de school. Het verslag ver-
meldde verder dat Oosthoek de
toestand op de school bij zijn aan-
treden gunstig vond.
Alleen het lezen in de laagste
klassen liet te wensen over, maar
dat kwamomdat er te weinig hulp-
onderwijzers aan de school ver-
bonden waren.
         De commissie
vroeg de gemeenteraad dan ook
dringend het aantal hulponder-
wijzers met één uit te breiden.
In zijn eerste jaarverslag aan de
Schoolcommissie kon Oosthoek
melden, dat het aantal leerlingen
lectie werden er 42 sollicitanten
uitgenodigd voor het vergelijkend
onderzoek op 14, 15 en 16 sep-
tember 1863.
Er verschenen 27 sollicitanten
die werden geëxamineerd in 12
vakken - waaronder lezen, schrij-
ven en zingen. Uit het overzicht
blijkt, dat de 24-jarige Bastiaan
Ousthoek, geboren 6 december
1838 te Rotterdam, het hoogste
aantal van 35.2 punten had be-
haald.
Op 7 oktober 1862 benoemde
de gemeenteraad hem tot hoofd
van de openbare lagere school aan
de Ie Hoge weg op een jaarwedde
van ƒ850,- per jaar plus 10% van
de schoolgelden plus vrije woning
Na het plotselinge overlijden
van onderwijzer De Meijere in
1863, moest Zeist wederom een
nieuwe leraar aanwijzen. In
deze vierde aflevering behandelt
Leo Visser voor het laatst de
Zeister onderwijzers.
BASTiflAN OOSTHOEK 1838- ?
Voor de vacature De
Meijere werden enkele
advertenties geplaatst,
waarop 73 sollicitanten zich aan-
meldden voor de betrekking van
hoofdonderwijzer aan de dorps-
school te Zeist. Na een eerste se-
r
-ocr page 54-
Seijst _
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (4). LEO VISSER
1999-1
Omdat er geen enkele sanctie
op het schoolverzuim mogelijk was
adviseerde hij wekelijks enkele
kleine prijsjes beschikbaar te stel-
len, die verdeeld of verloot kon-
den worden onder die leerlingen
die niet verzuimd hadden. Het
hoefde z.i. niet meer dan ƒ25,- per
jaar te kosten. Ook in het vol-
gende jaarverslag deed hij deze
suggestie, die ook werd overgeno-
men door het Schoolcommissie in
haar verslag aan de gemeenteraad,
maar zonder succes.
In 1865 was er overigens een
andere gebeurtenis, die grote in-
vloed had op de gang van zaken op
de school, namelijk de opening
van de hervormde school in het
Weeshuiscomplex aan de Slotlaan
op 23 mei 1865, waarbij op één
dag 150 leerlingen de school aan
de Ie Hogeweg verlieten. Oost-
hoek schrijft daarover:
"De schok tengevolge van de
oprichting van de bijzondere
school was te groot om niet van
op 1 januari 1863 370 bedroeg en
op 1 januari 1864 403. Het gedrag
der leerlingen gaf geen reden tot
ontevredenheid.Onder de ruwe en
onbeschaafde vorm, waardoor zij
hun gedachten kenbaar maakten
verborgen zij in het algemeen een
goed hart, aldus de hoofd-
onderwijzer.
Het enige dat op hen aan te
merken was, was dat zij niet altijd
zo rein en zindelijk naar school
kwamen als wenselijk was. Hij
vroeg tenslotte om in plaats van 4
maal per jaar leerlingen aan te
nemen dit maar 2 keer per jaar te
doen.
In zijn jaarverslag over 1865
stelde Oosthoek een jaarlijks te-
rugkerend probleem aan de orde,
namelijk dat van het school-
verzuim. Het aantal schooltijden
in 1865 bedroeg 473. Van alle
leerlingen waren er maar 3 met
name genoemde kinderen die
geen enkele schooltijd verzuimd
hadden.
Schoolverzuim 1865
& a    A 1 £, a »
'i A Mi m Ml      A Ml Ms Ml Mi
& È » *, M.    ****#
&1&SA    Ê, & Ê. A È,
A X M k A    «AAI*
AAASS     & k. it ^ ,
'i. 9 'i S ^      «^**l^
A  1  A  A
S   K   A   ^
mi    ^    m     Ml
A   ^k   n   A
£   2   A   Jg
A  s a S ft
m    M Ml Ml mi
%   & È, & A
1  ji t a a
1 *nï
3 scholieren altijd aanwezig
17  scholieren spijbelden 1-lOx
33 ... spijbelden ll-25x
35 ... spijbelden 26-50x
32 ... spijbelden 51-75x
27 ... spijbelden 76-lOOx
35 ... spijbelden 101-150x
18  ... spijbelden vaker dan 200x
iJ
-ocr page 55-
— Bij gelegenheid van zijne benoeming tot Burge-
meester had de heer Costerman aan de leerlingen dar
openbare scholen in deze gemeente een feestje toege-
zegd, bestaande voor de hoogste klasse in een uitstapje
naar Amsterdam en voor de andere kinderen in een
onthaal op krentebrood en chocolade. Wegens Je ten-
tounstelliiig kon er verleden jaar van dat uitstapje niets
komen, en was het uitgesteld tot de zomervacantie van
dit jaar. Gepasseerde Dinsdag was daarvoor de, aange-
wezen dag.
Drio en vijftig leerlingen, begeleid door den Burge-
meester, het hoofd der school en een onderwijzer, ver-
trokken per eersten trein en kwamen reeds te 9 uur
Ie Amsterdam aan. Op een enkele uitzondering na, had
geen der kinderen die stad ooit gezien ; de meesten
hadden zelfs nooit gespoord. Geen wonder, dat er veel
te zien en te genieten viel. Al dadelijk trok de Hooge-
sluis, zeif een monument, met zijn prachtig uitzicht op
den Amstel en do stad aller aandacht. Oo winkelgalerij
in den tuin van het Paleis voor Volksvlijt was nieuw
en verrassend voor allen en ontlokten menigen kreet
van bewondering. Van daar toog de stoet, langs de
ütrechtsche straat, waar hier en daar een echt Amster-
damsch pothuis werd opgemerkt, naar het Rerabrands-
plein, met zijn door frisch groen omgeven standbeeld
van den vorst onzer schilders. Ook het Thorbecke-stand- ,
beeld werd bezichtigd en inmiddels werJ do dorst
gelescht aan een in de nabijheid zijnde openbare pomp.
Üe Kalverstraat, met hare aschvaalt bestrating en haar
keur van winkels, werd slechts halverwege ten einde
gewandeld, om gelegenheid te hebben de gebouwen,
van de Ned. Bsink, het Trippenhuis, het Binnen gasthuis,
de Universiteit en het Museum van der Hoop aan te
wijzen en de oude mannenhuispoort met hare bneken-
stalletjes te doorloopen. Van vele zijden ondervond de
kinderstoet, van wege Amsterdams ingezetenen, ver-
scheidene blijken van inschikkelijkheid en sympathie.
In de Nes werden de kinderen opmerkzaam gemaakt op
de Bank vnn Leening, waar Vondel eenigen tijd werk-
zaam was en intusschen naderde men den Dam.
Zulk een drukte van af en aankomende trams, rij-
tuigen en voetgangers overtrof ieders verbeelding. Eenige
minuten werd halt gehouden om te wyzen op het Mo-
nument van 1813, het Paleis, de Beurs en de Nieuwe
kerk, in welke laatste de verschillende bezienswaardig-
heden in oogenschouw werden genomen. Behalve de
graftombe van De Ruijter, Van Speijk en Van Kinsbergen
werd de aandacht het meest getrokken door den prachtig
gebeeldhouwden preekstoel, waaraan veertig jaar gear-
beid is. Langs het. Damrak ging het nu naar den
Buitenkant, waar het huis van de Ruijter, naar het
Y roet zijn dokken en schepen, waar vooral het oplei-
dingsschip de Wassenaer de aandacht trokken.
Onderwijl deed de maag hare rechten gelden en werd
de terugtocht aangenomen naar de Volksgaarkeuken
van het Nut, waar alles in gereedheid was gebracht
om ruim een vijf'jgtal hongerige magen te voeden. Een
zeei" smakelijk en voedzaam middagmaal word opgedragen,
waaraan dan ook met graagte werd deelgenomen. Na
vervolgens nog wat uitgerust te hebben, begaf het ge-
zelschap ïich op weg naar Artis. Op weg daarheen pas-
seerde men de N'ieuwmaikt, waar de oudste kinderen,
door de voorkomendheid van de brandweermannen, in
de gelegenheid gesteld werden, dia keurig ingerichte
organisatie eenigszins te leeren kennen. Alles werd in
geieedheid gebracht, alsof het brandsignaal weerklonken
had. In één minuut waren de paarden gereed, de man-
nen van hun redding-gordels voorzien on het vuur aan-
gestoken. In alle bijzonderheden werd uitgelegd, waartoe
eik voorwerp diende; op welke wijze men tot verschil-
lende doeleinden een zelfde voorwerp, als bijl, hamer,
nijptang, beitel enz. kon gebruiken, en hoe men in den
uitersten nood zichzelf kon redden. Vooral voor de oudste
jongens was dit een leerzaam t*n aangenaam halfuurtje
geweest.
Door de Joden-breestraat wandelde men nu naar Arti&-,
do groote aantrekkelijkheid vojr de jeugd, leder voorzien
van een gidy, trok men goregeld voort en werd niets
overgeslagen.
De kornac liet den olifant kunstjes verrichten ; men
zag de voedering der zeeleeuwen en van het nijlpaard ;
de luiaard, aan één poot hangende, werd uit zijn rustig((
rust gewekt en te half zeven had men zooveel gezien,
was zóó vermoeid en zoo verbijsterd door al de indrukken,
dat de uitnoodiging, om in de zalen van het Genoot.schap
uit te rusten en zich te verfrisschen, met graagte werd
aangenomen. Tegen half acht begon de terugreis en even
9 uur kwam men weer uilgerust te Drieborgen aan.
Jubelend en zingend toog men huiswaarts, van vermoeid-
heid geen spoor meer ; tu.'.schen de vaderlandsche liede-
ren klonk menig ulang zal hij leven !" als blijk van
erkentelijkheid. In het Rond gekomen nam de Bur-
gemeester, die den gebeelen dag de kinderen begeleid
en door zijne bekendheid met Amsterdam menige be-
langrijke bijzonderheid aangewezen had, afscheid van
het troepje. Echter niet dan na de dankzegging der
kinderen beantwoord te hebben met eene betuiging van
tevredenheid over de orde en gehoorzaamheid der kin-
deren ; waardoor alle gevaar voor ongeval voorkomen
was. Vele ouders stonden gereed om hunne kinderen
verder naar huis tegeleiden, waar zij in een gezonden
.rilaap zeker spoedig de welverdiende rust gevonden hebben.
I—
n
m
_^
O
Z
O
m
z
N
O
<
Een hoogtepunt in de carrière van hoofdon-
derwijzer Oosthoek was ongetwijfeld het
eerste schoolreisje naar Amsterdam in 1884»
aangeboden door de in 1882 benoemde
burgemeester G. Costerman, waarvan de
Weekbode van 2 augustus 1884 het boven-
staande smakelijke verslag geeft.
5
C/3
<i____i.
r+
-ocr page 56-
^Seïjst
1999-111
OPENBAAR LACERONDERWIJS IN ZEIST (4), LEO VISSER
invloed te zijn op de gang van
zaken van het ondervuijs. Uit de
ene klas gingen er velen en uit
andere klassen (de laagste)
vueinigen, hetgeen toch wel een
probleem gaf."
Een voordeel was uiteraard dat
er meer ruimte voor de zitplaatsen
en paden kwam. Dat zal zeker wel
een verbetering geweest zijn, ge-
zien het leerlingenaantal van bo-
ven de 400 op 1 januari 1865.
In latere jaarverslagen wordt
Oosthoek steeds geprezen om de
wijze, waarop hij zich van zijn taak
kweet en voor de beste pogingen
die hij zelf had aangewend om aan
zijn moeilijke verplichtingen te
voldoen. Uit de laatste regels van
zijn jaarverslag over 1879 blijkt,
dat Oosthoek de teugels met
strakke hand vasthield, want hij
schrijft:
"De school verblijdt zich steeds in
een strenge tucht, die het samen-
zijn van ondervuijzers en leerlin-
gen aangenaam en het onderwijs
voor beiden aanlokkelijk maakt".
Een jaar later herhaalde zich de
geschiedenis. Terwijl er op 1 ja-
nuari 1880 286 leerlingen op de
dorpsschool waren, was het
leerlingenaantal op 1 januari 1881
gedaald tot 167, tengevolge van
de opening van de n,k. school aan
de Voorheuvel. Oosthoek ver-
meldde in zijn jaarverslag over
1880 dat er op onderwijsgebied
weinig veranderd was, maar dat de
school enigszins gedesorganiseerd
was, doordat op 26 oktober 1880
veel leerlingen tegelijk de school
verlieten, waardoor een nieuwe
klasse-indeling noodzakelijk werd.
In tegenstelling tot voorafgaande
jaren telden de laagste klassen nu
de minste leerlingen, aldus de
hoofdonderwijzer. In zijn jaarver-
slag over 1887 maakte Oosthoek
met dankbaarheid melding van de
viering van zijn 25-jarig ambts-
jubileum in Zeist op 17 november
1887.
Op 1 september 1889 kwam een
einde aan een langdurige loopbaan
bij het onderwijs. Hij vertrok op
31 oktober 1889 naar zijn geboor-
teplaats Rotterdam.
BENO SCHELTS VAN KLOOSTERHUIS
Op 1 juli 1889 verscheen
er in het Utrechts Dag
blad, De Vacature
en De
Schoolwereld een advertentie,
waarin burgemeester en wethou-
ders van Zeist alle bevoegden uit-
nodigden, die zich wensten te on-
derwerpen aan het vergelijkend
onderzoek voor de betrekking van
hoofd van de openbare lagere
school, zich te melden vóór 19 juli
1889. De jaarwedde bedroeg
ƒ1.300,-.
Er was veel belangstelling met
135 sollicitanten. Na het eerste
vergelijkend onderzoek werden er
7 kandidaten opgeroepen voor het
tweede examen op 9 augustus
1889 om 5 uur n.m.
-ocr page 57-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (4), LEO VISSER
te moedigen. In hetzelfde verslag
drong bij aan op benoeming van
een vijfde leerkracht.
Het deed hem innig leed, dat hij
in plaats van zijn vroegere dien-
sten als leider, nu niet meer kon
presteren dan een gewoon
klasse-onderwijzer. Mogelijk is dat
de reden geweest dat hij op 16 mei
1891 aan de gemeenteraad schreef
dat hij m.i.v. 1 juli 1891 was be-
noemd tot hoofd ener school Am-
sterdam en daarom zijn ontslag
aanvroeg.
De gemeenteraad verleende
hem op 28 mei 1891 eervol ont-
slag m.i.v. de door hem gevraagde
datum en daarmee was er weer
een vacature in Zeist voor hoofd
van de school aan de Ie Hogeweg.
Jacobus Kraal (43) geboren 8 fe-
bruari 1849 te Abcoude, hoofd
van de openbare lagere school in
Austerlitz overplaatsing naar de
school aan de Ie Hogeweg.
De schoolopziener stond er vol-
ledig achter. Hij wilde de over-
plaatsing niet alleen aanbevelen
uit waardering voor het werk van
Kraal in Austerlitz, maar ook en
vooral in het belang van de school
in Zeist. Ook de Schoolcommissie
kon zich na rijp beraad met de
overplaatsing verenigen.
De gemeenteraad was er ook
voor en besloot op 19 juni 1891 J.J.
Kraal met ingang van 1 juli 1891
over te plaatsen van Austerlitz
naar Zeist.
Hoofdonderwijzer Kraal was uit-
eraard na bijna 10 jaar werkzaam
te zijn geweest in Austerlitz geen
onbekende in Zeist en hij had ook
geen moeite zich aan te passen in
zijn nieuwe baan. Alleen over de
motivatie van de leerlingen van de
herhalingsschool (de vroegere
De 29'jarige Beno Schelts van
Kloosterhuis, geboren 13 april
1860 te Slochteren, behaalde
daarbij het hoogste aantal punten.
Samen met 4 andere sollicitanten
kwam hij op de voordracht aan de
gemeenteraad, die hem op 27 au-
gustus 1889 met ingang van 15
september d.o.v. met algemene
stemmen benoemde tot hoofd van
de openbare lagere school.
Uit de door hem opgemaakte
jaarverslagen aan de School-
commissie blijkt, dat hij zich ook
zorgen maakte over het school-
verzuim. In het verslag over 1890
schreef hij, dat hij in overleg met
de burgemeester besloten had in
1891 een proef te nemen door in
plaats van het Sinterklaasfeest te
vieren, met de meest trouwe leer-
lingen in de zomer een dag naar
Artis te gaan. Dat was naar zijn
mening ook een uitstekende
aardrijkskundeles. Verder wilde hij
presentieboekjes invoeren met
stempels om het schoolbezoek aan
LI
KRAAL
Voor de vervulling van de
vacature Schelts van
Kloosterhuis was geen
vergelijkend onderzoek nodig. Op
30 mei 1891 vroeg Johannes
P
-ocr page 58-
Seijst
1999-111
OPENBAAR LACERONDERWIJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
avondschool), die in de winter-
maanden werd gehouden voor
hen die "g.l.o. hadden genoten en
die in de gelegenheid werden ge-
steld een aantal vakken te volgen,
die in het maatschappelijk leven
van grote waarde waren" was hij
niet erg te spreken. In zijn jaarver-
slag over 1891 schreef hij:
"De herhalingsschool werd geo-
pend met 40 leerlingen. Spoedig
bleek mij dat er onder de leerlin-
gen verscheidenen waren bij wie
de ware belangstelling ontbrak.
Sommigen bleven dan ook weg,
enkelen was ik genoodzaakt weg te
zenden, zodat tenslotte 23 leerlin-
gen over bleven, die vrij geregeld
kwamen en ook belangstelling
toonden.
Toch was de herhalingsschool
niet geheel wat zij wezen moest.
Mocht de volgende winter weer
zulks een aantal zich melden dan
zou het aanbeveling verdienen ei-
sen te stellen, waardoor de school
meer ten goede komt aan hen
voor wie zij bestemd is, aldus
Kraal.
Op 8 juli 1897 was in de
gemeenteraadsvergadering een
verzoek aan de orde van J.J. Kraal
om ontslag uit zijn betrekking "op
grond van ongeschiktheid wegens
lichaamsgebreken" m.i.v. 1 sep-
tember 1897. De gemeenteraad
besloot het gevraagde ontslag op
de meest eervolle wijze te verle-
nen, onder dankbetuiging voor
hetgeen de heer Kraal, zowel te
Zeist als te Austerlitz voor het
onderwijs gedaan had, daarbij de
wens uitsprekende, dat de heer
Kraal van zijn ziekte mocht her-
stellen en nog eenmaal zijne
krachten aan het onderwijs zou
kunnen wijden. Die wens is nog in
zekere zin in vervulling gegaan
toen de heer Kraal in 1901 be-
noemd werd tot secretaris van de
commissie A tot wering van school-
verzuim in Zeist.
Hij vervulde deze
functie tot 1909. Toen verhuisde
hij naar Amsterdam.
G.F. KRUSE
Evenals hij de vacature
Schelts van Kloosterhuis
was er ook voor de vervul-
ling van de vacature Kraal geen
vergelijkend onderzoek nodig. En
ook nu kwam het nieuwe hoofd uit
Austerlitz. Op 31 juli 1897 besloot
de gemeenteraad Gerrit Frederik
Kruse, geboren 22 november 1861
te Enschede op zijn verzoek over
te plaatsen naar de lagere school
te Zeist.
Zijn jaarwedde werd vastgesteld
op ƒ1.300-, waaronder ƒ250,-
voor het geven van herhalings-
onderwijs plus vrije woning. Bij
zijn indiensttreding op 1 septem-
ber 1897 zei het nieuwe school-
hoofd, dat hij nu voor de tweede
keer de heer Kraal opvolgde als
hoofd ener school. De eerste keer
in Austerlitz onder blijdere om-
standigheden dan nu, na zijn ont-
slag om gezondheidsredenen.
Evenals zijn voorgangers heeft
-ocr page 59-
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (3), LEO VISSER
daarna de Leerplichtwet van 7 juli
1900, stbl.111 werd vastgesteld en
op 1 januari 1901 in werking trad
meenden burgemeester en wet-
houders dat die post wel kon wor-
den geschrapt.
De eerste keer lukte dat, toen b.
en w. in de gemeenteraads-
vergadering van 18 januari 1901
voorstelden om het bedrag van
ƒ150,- te bestemmen om de kin-
deren van alle lagere scholen te
onthalen ter gelegenheid van het
huwelijk van H.M. Koningin Wil-
helmina op 7 februari 1901 en
daar nog een bedrag van ƒ0,30 per
kind aan toe te voegen.
Toen b. en w. in de vergadering
van 29 oktober 1901 bij de behan-
deling van de begroting voor 1902
voorstelden het bedrag van ƒ150,-
voor beloningen en ereblijken van
de begroting af te voeren i.v.m. de
inwerkinggetreden Leerplichtwet
ging dat niet door.
Het raadslid jhr. F. van Reenen
vond het niet juist dat de kinderen
Een klas van de school aan de I e Hogeweg met geheel links de hoofdonderwijzer
C.F. Kruse, ca. 1910.                                                           
collectie van de poll-stichting.
Kruse zich ook ingezet in de strijd
tegen ongeoorloofd school-
verzuim. Met steun van de
Schoolcommissie was de gemeen-
teraad uiteindelijk bereid op de
begroting een bedrag te ramen van
ƒ150,- voor getrouw school be-
zoek. Toen betrekkelijk kort
1"
-ocr page 60-
Seijst
1999-111
OPENBAAR LAGERONDERWIJS IN ZEIST (4), LEO VISSER
de dupe werden van door de wet
opgelegde dwang en stelde voor
het bedrag te handhaven op de
begroting. Zijn voorstel werd met
7 stemmen voor en 4 tegen aange-
nomen.
Kruse heeft in de jaren 1897 tot
1921 een enorme groei van de
school meegemaakt. Hij zag het
aantal leerlingen van 321 in 1897
groeien tot boven de 600 in 1905
en het aantal klassen van 6 tot 12.
Na de opening van de school aan
de Bergweg kwam er wat meer
ruimte maar leerlingaantallen van
boven de 450 waren daarna toch
geen uitzondering. Op 17 februari
1921 behandelde de gemeente-
raad het verzoek van G.F. Kruse
om ontslag op grond van gezond-
heidsredenen als hoofd van de
openbare lagere school aan de Ie
Hogeweg en als hoofd en onder-
wijzer van het herhalings-
onderwijs.
De voorzitter achtte het zijn
plicht daarbij woorden te spreken
van grote waardering voor alles
wat de heer Kruse in het belang
van het onderwijs had gedaan.
Het deed hem leed, dat hij op
59-jarige leeftijd zijn ambt moest
neerleggen. Nadat de raad met
applaus instemming had betuigd
met de woorden van de voorzitter
werd het gevraagde ontslag op de
meest eervolle wijze verleend met
ingang van 1 april 1921 . Na zijn
pensionering verhuisde hij naar
Nijmegen, waar hij op nog geen
drie jaar later, op 3 maart 1924
overleed.
Daarmee is de einddatum van
de periode 1810 - 1921 inmiddels
overschreden en het moment aan-
gebroken voor de behandeling van
de 2e openbare lagere school in
Zeist, t.w. de school te Austerlitz.
Leo Visser
De twee
Vanaf het volgende bulletin, Seijst
De onlangs gerestaureerde portretten van Frederik
Harmen van de Poll (1823-1909) en...
1999'W, verhaalt Leo Visser
over
Austerlitz-
-ocr page 61-
beijst
1999-111
DE TWEE MODELLEN VAN JAN VETH, NELLERIEKE BOUCHER
modellen van Jan Veth
Met behulp van gemeentelijke subsidie
werden onlangs de portretten, die jan
Veth in 1904 schilderde van de ouders
van Van de Poll gerestaureerd. Naar aan-
leiding van deze restauratie werd zowel
in het archief van het Zeister Historisch
Qenootschap, als in het Qemeentearchief
Dordrecht, onderzoek gedaan naar het
ontstaan van deze portretten. Dit leverde
onverwacht aardige gegevens op, die
Nellerieke Boucher u niet wilde onthou-
den.
Hoe zullen geschiedschrij-
vers over een eeuw ooit
nog zulke directe infor-
matie krijgen over het ontstaan
van een schilderij als wij dat kun-
nen over deze werken, die toch al
«^^IhD|
bijnalOO jaar geleden zijn geschil-
derd? Wie schrijft er nog zo regel-
matig en uitgebreid aan zijn fami-
lie als onze voorouders dat deden?
Henriette van de Poll ontving re-
gelmatig brieven van haar moeder
en haar zusters. Uit hun brieven
krijgen wij direct inzicht in het
poseren van de beide ouders Van
de Poll, en hun vriendschap met
de schilder.
Maar ook Jan Veth schreef hon-
derden brieven. Wanneer hij voor
zijn werk op reis was ging er elke
dag een brief naar zijn vrouw
Anna in Bussum. Zo is er over zijn
drukke schildersbestaan en over
zijn vele geportretteerden een
schat aan gegevens beschikbaar.
Aan de van de Pollportretten
heeft Veth veel tijd en moeite be-
steed.
.... Henriette Wilhelmine van de Poll-van de
Poll.( 1829- 1909), door Jan Veth (1864-
1925)
-ocr page 62-
Seijst
DE TWEE MODELLEN VAN JAN VETH, NELLERIEKE BOUCHER
1999-III
Laten we de briefschrijvers nu
vreselijk heen en weer gesjouwd
paar uur geposeerd voor mijn
zelf aan het woord laten. Dan
met schutten etc. om Papa's
schilderij en dat is vermoeiender
ontrolt zich vanzelf de gehele ge-
kamer in een atelier te verande-
als men wel zou denken zoodat
schiedenis van die maandenlange
ren. Hij vond er het licht heel
ik voor het verdere van de dag
inspanning voor onze ogen.
goed, en de kamer met dat bij-
eigenlijk niets meer uitvoer De
kamertje heel pleizierig. Het
persoonlijkheid van Jan Veth
Van Louise aan Henriette
eenige waar we nu nog mee
bevalt mij uitstekend, als de
14 OKTOBER 1903
tobben, is Mama's toilet. De
portretten nu maar naar wensch
.. .Nu kom ik je nog iets vragen
japon van de gouden bruiloft is
uitvallen dat is het voornaamste;
dat je misschien minder aange-
afgekeurd. Veth vindt al dat wit
er is nu nog weinig over te oorde-
naam zult vinden, nl. om je
niet mooi bij Mama's witte
len, toch zijn de kinderen tevre-
palatine, want a.s. Zaterdag
mutsje, en hij houdt ook niet van
den; Papa minder, die wil mij.
begint Veth aan de portretten.
gitten; nu zal ik zien om met de
geloof ik, mooier hebben en ziet
Verleden Maandagavond kreeg
hulp van Zus wat anders te
mij in zijn idee jeugdiger, maar
Frits een brief van hem, om te
fabriceren. Papa wordt in de pels
dat is nu eenmaal niet meer zoo
zeggen dat hij gaarne in deze
gedaan, en hij zou het heel mooi
op 74 jarigen leeftijd. Veth heeft
week 't zij Woensdag of Vrijdag
vinden voor Mama ook iets met
het grootste geduld en verlangt
zou komen om kennis te maken.
bont te maken. Je zoudt ons dus
dat ieder ronduit zijn aanmerkin-
Frits was vreselijk blij dat hij hem
een groot pleizier doen je palatine
gen zegt. De man is mij zeer
niet gevraagd had wanneer hij nu
te sturen... ik zou zo graag
sympathiek, dat maakt ook het
kwam, maar dat hij uit zichzelf
hebben dat de portretten mooi
poseren minder vervelend...
schreef Nu hebben we hem
worden. ,
Morgenochtend om W uur
vandaag aan het dejeuner gehad;
begint de zitting weet Ik zit op
Mama zag er vreselijk tegenop.
Van Mama aan Henriette.
een soort van troon gemaakt van
maar vond hem gelukkig bij
30 OKTOBER 1903
een omgekeerde kist, net alsof ik
kennismaking heel aangenaam.
...De gehele week heb ik 's
poffertjes ga bakken. Frits pre-
m
Na het dejeuner hebben we
morgens en ook 's middags een
tendeert, dat indien het schilde-
-ocr page 63-
DE TWEE MODELLEN VAN JAN VETH, NELLERIEKE BOUGHER
1999-111
houdt zelfs van hem. Mama's
gezicht begint al goed te worden,
en de uitdrukking is lief maar
met de japon tobben we nog
steeds. Vanmorgen heb ik juf-
frouw van Zanten laten komen
die gaat de mouwen nu wat
veranderen... Papa heeft na die
eerste keer niet meer gezeten, en
hij is blij dat hij er tot nu toe zoo
vanaf komt.
Het spijt mij vrese-
lijk dat jij nu juist niet in het land
bent. (...) Veth heeft zoo graag
dat we precies zeggen wat we er
van vinden, en is steeds bereid
alles te veranderen, daar zijn
groote wensch is, dat wij het in
alle opzichten goed zullen vinden
en het ons veel plezier zal doen.
(...) De volgende week komt hij
vier dagen achter elkaar en blijft
dan hier logeren,..dit is wel een
corvee'. (...) Nu lieve beste Jet
moet ik eindigen, want ik moet
eropuit voor een mutsebal te
zoeken, want als Mama's muts
gemaakt wordt, behoeft Mama er
niet onder te zitten. Ik vrees
echter dat ik zo'n ding niet zal
kunnen krijgen!(...)
ren nu onverwacht gestaakt
moest worden, hij nu al heel blij
zou wezen met de schets...
Van Louise aan Henriette
5 NOVEMBER 1903
...Ik zit den gehelen dag bij
Mama in Papa's kamer die geheel
in atelier veranderd is, en die
zittingen zijn ontzettend ver-
moeiend; ik begrijp zelf niet hoe
het komt, maar na zo'n dag met
Veth ben ik altijd dood op en heb
dan geen courage meer om
s'avonds te gaan schrijven.
Gelukkig maakt het Mama niet
zo vreselijk moe, maar toch, als
hij er twee dagen achter elkaar
geweest is, is Mama altijd heel
blij als hij weer een paar dagen
weg blijft. Hij is er nu acht maal
geweest, en in die acht keer heeft
Mama 23 uur en een kwartier
geposeerd, meestal 's morgens 2
uur en s'middags zoowat ander-
half a 2 uur Mama kan gelukkig
heel goed met hem opschieten, en
Van Veth aan zijn vrouw
12 NOVEMBERI903
(...) Het was vandaag gruwelijk
donker, maar ik schoot toch wel
op. (...) Ik wil proberen den kop
dezer dagen zoo goed als af te
krijgen. Dan is de hoofdzaak
alvast verzekerd.
Van Mama aan Henriette
19 NOVEMBERI903
(...) Morgen en Zaterdag komt
Veth weer, gelukkig is het een een
voudige, makkelijke man die met
de huisgenoten nogal opschiet,
want hij logeert dan hier op het
kleine kamertje. (...) Wat verlang
je dat ik doe met de palatine, hij
is niet gebruikt en ik hoop zeer
dat je hem niet te veel gemist
hebt. Ik denk dat Marie Pauw
dol blij is dat zij haar mouw weer
terug krijgt...
-ocr page 64-
Seijst ^^
1999-111
DE TWEE MODELLEN VAN JAN VETH, NELLERIEKE BOUCHER
Van Veth aan Mama
27 NOVEMBER 1903
Veth schrijft dat hij wegens een
keelaandoening niet kan komen.
Van Veth aan Mama
4 DECEMBER 1903
(...) Dat Mejonkvrouu) Uwe
oudste dochter zich met mijn nog
onvoltooid portret van ü wel
ingenomen heeft willen betonen
verheugt mij bizonder. Ik spits mij
er zser op weldra aan dat schil-
derij verder te mogen voortgaan,
(...) Gaarne zou ïk dan, met het
oog op het barre jaargetijde en
mijn nog enigszins zu>akke ge-
zondheidstoestand weder van
Uw gastvrijheid mogen gebruik
maken...
Van Veth aan Mama
10 DECEMBER 1903
Vergeef mij mijn wispelturigheid,
maar het was beter dat ik van de
week nog wat thuis blijven kon...
Verder kreeg ik de lijst voor het
schilderij thuis, die mij echter
opeens groter scheen dan ik
besteld had (...) veroorloofde ik
mij u even om opgave van de
maten te telegraferen. Uit Uw
antwoord mocht mij blijken dat
ik mij vergist had. (...)
Van Mama aan Henriette
18 DECEMBER 1903
(...) Na vier dagen achter elkaar
geposeerd te hebben, heb ik
vandaag weer eens vacantie tot
maandag. Het portret is in de lijst
en wordt morgen opgehangen,
omdat Veth als hij Maandag
komt, wil zien welke indruk het
hem maakt aan de muur zoo als
hij zegt, omdat dat dikwijls nog
veel verschilt met een portret dat
op de ezel staat. Ik vrees dat hij
dit jaar niet meer aan Papa zal
beginnen, dat vind ik heel jam-
mer Veth moet weer in Berlijn
zijn, de man heeft het heel druk.
Hij ziet er nu veel beter uit dan
voor zijn ongesteldheid.
Lom heeft
De volledige namen van de briefschrijvers zijn:
Mama Henriette Wilhelmine van de Poll-
van de Poll (1829- 1909)
Louise Louise van de Poll (1874- 1941)
Joo/Zus johanna Margaretha Elisabeth van
de Poll (1872- 1970)
Veth
Jan Pieter Veth (1864- 1925)
Verder worden genoemd:
Henriette
Frederika Louise Henriette van de
Poll (1853-1946). oudste dochter
en zuster, ontvangster van boven
aangehaalde brieven.
Frits
Frederik van de Poll (1860- 1937).
zoon en broer van boven genoemde
briefschrijfsters.
Aibert
Aibert Verweij (1865- 1937).
dichter, taalgeleerde en litterator.
Foef
7\gnes Henriette Labouchere, een
vriendin van Jo, woonde op slot
Zeist.
Therese
Therese Schwartze (1851- 1918),
bekend portretschilderes.
Mevr.Veth /\nnaVeth-Dlrks(1863- 1929).
-ocr page 65-
DE TWEE MODELLEN VAN JAN VETH, NELLERIEKE BOUCHER
het vanochtend zeer druk met
allerlei huiselijke bezigheden die
blijven liggen als Veth hier is.
Dan is het haar grootste pleizier
naar zijn schilderen te kijken. (...)
Van Veth aan zijn vrouw
22 DECEMBER 1903
(...) Het is nu alleen maar om 's
ochtends frisser aan te komen in
Zeist dat ik hier ben (hij logeert
in Utrecht bij zijn zuster) en dat
is ook heel nodig, maar het is wel
een beetje hard, juist omdat ik
toch eigenlijk juist zoo dicht bij
huis ben. Het schilderij gaat wel
aldoor dieper worden, maar ik
ben nog lang niet tevree.
Het is
een heksenwerk en het eischt een
geweldige krachtsinspanning zulk
een portret tot een echt levend
ding te krijgen. Maar weer door,
morgen!
Van Veth aan zijn vrouw
5 JANUARI 1904
(...) Gisteren nogal donker,
vandaag prachtig licht. Het
schilderij schiet nu prachtig op,
maar dat moet ook, want ik ben
elk ogenblik bang dat de oude
dame eens minder wel mocht
worden, ze was namelijk gisteren
erg moe, maar gelukkig vandaag
weer beter. Verder is de strijd
aldoor tussen twee neigingen: de
ene om het schilderij dat toch al
erg lang in de maak is eindelijk af
te kunnen verklaren, en de
andere om van het mooie model
dat zoo rustig zit, zoo lang moge-
lijk te profiteren en er iets zoo
uitstekend mogelijks van te
maken.
Van Zus aan Henriette
29 JANUARI 1904
(...) Aan Mama zijn aanmerke-
lijke verbeteringen gebracht en
nu is hij met Papa bezig, die
gisteren wel een beetje met een
martelaarsgezicht zat te poseren.
Papa keek een ogenblik zoo
ongelukkig, dat Veth vond dat
zijn schets die hij in Bussum
begonnen was, veel meer op Papa
leek dan Papa zelf ! Vandaag
gaat het al veel beter Ik denk dat
dit portret ook uitstekend zal
worden. Hij zeide ons gisteren
dat Mama eigenlijk bizonder
moeilijk te maken was, afgezien
nog van dat een vrouw altijd
grootere moeilijkheden oplevert ■:
dan een man.
Van Veth aan zijn vrouw
3 FEBRUARI 1904
(...) Het speet me erg dat je
morgen niet komt omdat ik er
nog wat aan dacht te hebben
voor mijn werk, (...) en ook
omdat Vrijdag hier juist erg goed
uitkwam en Mevrouw het zoo
hartelijk en vriendelijk bedoelde.
(...) Het artikel van Aïbert
[Verweij?] vind ik onbeduidend
gedacht en slordig geschreven.
Onbeduidend is het den portret-
schilder als verklaring te willen
opdringen voor iemand wiens
-ocr page 66-
Seijst
1999-111
DE TWEE MODELLEN VAN JAN VETH. NELLERIEKE BOUCHER
Van Veth aan zijn vrouw
19 FEBRUARI 1904
(...) Gisteren in Zeist vond ik de
familie weer kritisch tegenover
het portret van Mevrouw gewor-
den, ofschoon dat toch stellig
beter is dan dat van
Meneer. Om
het even, de mensen zijn lief en
goed, en ik zeil er nog wel weer
eens wat aan toveren. Het
portret van Meneer vinden ze
dan maar prachtig en toch staat
dit dichter bij Therese
Strijd artikelen men prijst. De
portettist is juist degene die alles
in zijn werkelijke verschijning,
om het karakter wat er
uit spreekt mooi vindt. Hij is als
men wil, de verzoenende, maar
nooit de strijdende.
Van Louise aan Henriette
I I FEBRUARI 1904
(...) Mama begint er nu al tegen
op te zien dat Veth Maandag
weer komt... Enfin, als hij er
eenmaal is, dan gaat het wel
weer, en vindt Mama het wel
gezellig. Ik moet zeggen dat ik het
ook heerlijk vind als hij een dag
of tien wegblijft...
Van Zus aan Henriette
13 FEBRUARI 1904
(...) Maandag verwachten wij
Veth weer Als hij er eenmaal is
gaat alles weer goed, maar voor
zijn komst zien wij er altijd een
beetje tegenop. Mama vindt het
Broer Frits stuurde nevenstaade
advertentie mee in de brief van Mama
van 9 maart 1904 aan Henriette.
ook maar half dat er zoo naar
haar gezicht zal gekeken worden.
Wij zullen hem verbieden om aan
Papas gezicht te komen, want
beter dan nu kan het niet wor-
den, alleen de jas is nog vatbaar
voor een paar streekjes. Foef
[een vriendin van Zus] was
helemaal dodelijk van dit portret.
Au fond vinden wij het allemaal
mooier dan dat van Mama, maar
ik denk dat hij zelf wel zal zien
wat daar nog aan ontbreekt...
'VÖ C^rll © ©XX.
Tlio^ns.
VOOBÏiKiilï-.'moest men dageiyicB nron
poïeerea; om.een-geBohilderd portret te bekomen.
Soms' epn: haU'"jaM langden kwam eindelijk hot
portret gereed jnet voel geduld en goeden wil.
'i'iilAi^*» bezorgt men zijn brief met photograflo
op do post aan het adres van H.BOGAERT.S & Co.
io Boxtel, met opgaaf Tan kleur Tan oogeü, haar
on gelaat en H dagen daarna is l\et in olieverf
(;8fobildord portret, met •waarborg Tan sprelcondo
golijkouis gereed,
                                           5ö52
-ocr page 67-
Seijst
1999-III
DE TWEE MODELLEN VAN JAN VETH, NELLERIEKE BOUCHER
[Schwarze] dan een ding wat ik
in den laatsten tijd maakte.
Maar het is fris en vlot en daar-
mee pakt men de menschen toch
maar eer dan met iets werkelijk
verdiepts. Ik hoor alles dan aan,
overweeg de opmerkingen kalm,
probeer wat ik er mee doen kan,
en vergeet niet dat ik toch in
hoogste instantie de schilderijen
schilder voor mezelf, omdat ik
alleen door iets voor mezelf naar
mijn lust te doen me van mijn
eigenlijke opdracht naar plicht en
eer kan kwijten.
Van Veth aan zijn vrouw
2 MAART 1904
(...) Het werk gaat goed, maar
het is een koorts om het te krijgen
zoals ik wou.
Van Zus aan Henriette
4 MAART 1904
(...) en tot mijn grote vreugd
vond ik de beide schilderijen
oneindig verbeterd; zoeven is
heeft er door de hand erg bij
gewonnen en zs zijn er nu ook
bizonder tevreden over
Nu heb ik Vrijdag en Zaterdag
nog over, die ik aan het verfijnen
van de twee schilderijen denk te
wijden. Misschien schilder ik de
achtergrond van Mevrouw nog
eens even vlot over. 'sAvonds ben
ik niks waard. Het werken
overdag is zoo intensief dat ik
het liefst 's avonds niets zou doen
als zoo maar wat zitten kijken.
En toch liggen er hoopen
werk... .Men zou van me kunnen
zeggen dat ik lui ben op alle
dingen, maar gelukkig niet op het
nodigste : op mijn werk zdf.
Van Veth aan Mama
2 FEBRUARI 1905
(...) Toen ik V in den verleden
nazomer mocht bezoeken, waart
u zo vriendelijk, mij Uwe reeds
vroeger gedane toezegging om
nog eens voor mij te poseren, te
bevestigen. Zoals U bekend is.
Veth vertrokken. Zijn vrouw is
vanmiddag nog komen kijken
[Mevrouw Veth had een oplei-
ding aan de kunstacademie
gehad, en Veth hechtte aan
haar oordeel] en heeft toen nog
enige goede wenken gegeven...
Hij komt a.s. Woensdag en
Donderdag, zodat ik in elk geval
de volgende week nog niet in Den
Haag arriveer
Van Mama aan Henriette
9  MAART 1904
Vandaag is Veth gearriveerd voor
twee dagen. Ik hoop dat het dan
afgelopen zal zijn. Ik geloof dat
hoe lang men ook blijft kijken er
altijd wel iets zal zijn dat men
anders zou wensen. Ook hier
bestaat de volmaaktheid niet.
Van Veth aan zijn vrouw
10  MAART 1904
(...) Deze twee dagen heb ik met
succes aan het portret van Me-
neer van de Poll gewerkt. Het
-ocr page 68-
beijst _
1999-111
DE TWEE MODELLEN VAN JAN VETH, NELLERIEKE BOUCHER
om weer een nieuwen frischen
indruk te krijgen. Zoo duurde het
lang voordat hij ermee klaar was.
Voor buitenstaanders was de
gelijkenis minder goed, maar voor
ons kinderen was het een psycho-
logisch prachtige uiting van haar
innerlijke
[zie de ogen] en
uiterlijke
[houding] persoonlijk-
heid. Mijn vader verveelde het
poseren. De gelijkenis is perfect,
maar Veth becritiseerde dit
portret als oppervlakkig werk.
Met al deze woorden van het
gezin van de Poll in onze oren, zien
wij thans de portretten in de Van
de Poll kamer met andere ogen.
Voorlopig zijn ze weer in perfecte
staat, en staat, ook in het volgend
millennium, het echtpaar van de
Poll zoals Veth het ooit zag, ons
levendig voor ogen.
Nellerieke Boucher
BRONNEN
Gemeentearchief Zeist, archief Van de Poll,
I 765- i 970 / Dordrecht, archief Jan Veth.
ZOU het mij bizonder lief zijn, U
nog eens op een andere wijze dan
de eerste maal te mogen portret-
teren... Door zijn drukke werk
ziet Veth daar helaas geen kans
toe..: Ik begin hoe langer hoe
meer te beseffen, dat dit onver-
mijdelijk tot mijn werkkring
behoort, maar dat' geleefd wor-
den' is er niet altijd de
aangenaamste kant van.
Dit is dan de laatste bewaard
gebleven brief over de portretten
van de ouders van de Poll,. De
verhouding met de familie was
echter dusdanig goed, dat Veth,
toen de echtelieden in het begin
van het jaar 1909 kort na elkaar
kwamen te overlijden, op verzoek
van de kinderen, van beide een
doodsportret heeft gemaakt.
Tenslotte is er nog een aanteke-
ning uit 1952 bewaard van de
jongste dochter Jo, die ons het
volgende naliet:
Toen in 1902 [deze datering
berust op een vergissing] Jan
Veth de portretten van mijn
ouders schilderde, had hij opge-
merkt, dat mijn moeder bij
ernstig gesjnek aanhoudend met
de rechterhand zat te spelen met
een goud tweedeelig ringetje aan
den vierden vinger van haar
linker hand.. Hij vond dit zulk
een typische houding, dat hij, die
aanvankelijk de portretten zon-
der handen had willen maken,
besloot het doek, dat gelukkig
lang genoeg was, grooter te
maken en die houding te vereeu-
wigen. Zoo moest het portret van
mijn vader natuurlijk ook ver-
groot worden. Er ontstond onder
het poseren een groote band
tusschen mijn moeder en Jan
Veth. Hij, een diep denkend
mensch, begon langzamerhand
haar zeer gereserveerde houding
te doorbreken en haar persoon-
lijkheid te doorgronden. Dit
boeide hem zoo, dat hij de pose -
uren verminderde, maar telkens
na enkele dagen weer terugkwam
-ocr page 69-
VOOR GOD EN ORANJE, OLIVIER HEIMEL
IW9-III
Voor God en Oranje
Op zoek naar Huize Schoonoord
als zetel van het ^Nationaal Centrum^
In augustus 1938 werd het Zeis-
ter landhuis Schoonoord geo-
pend als zetel van de Stichting
Nationaal Centrum (SNC). De
stichting had tot doel de Neder-
landse bevolking te beschermen
tegen 'kwade invloeden van bin-
nen en van buiten' door middel
van voorlichting en leer-
programma's.
In het archief van het
'Polygoon Hollands Nieuws'
ligt vier minuten 35mm film-
materiaal van de officiële opening.
Het geluid is slecht maar het ma-
terieel is keurig op papier beschre-
ven. Op het eerste shot zien we
Schoonoord, dan nog een indruk-
wekkend landhuis, inmiddels ge-
sloopt voor een school. In de
tweede scène zien we een groep
mensen voor het gebouw. Eén van
hen is R.F.C, baron Bentinck,
opperstalmeester van hare majes-
teit de koningin en voorzitter van
de nieuwe stichting. Het zijn twee
snelle introductieshots want een
paar seconden later verspringt het
beeld naar kasteel Hardenbroek.
Op de voorgrond staat een pad-
vinder met een scoutingvlag. In
het kasteel zien we iets van de
opzet van de stichting. We lopen
langs wandschilderingen, foto's en
kleine tentoonstellingen aan de
-ocr page 70-
beijst
1999-111
VOOR GOD EN ORANJE, OLIVIER HEIMEL
society- nam die ochtend in Zeist
maar liefst 66 prominente aanwe-
zigen waar Het gezelschap was
uiterst gemêleerd. Politici als
Beelaerts van Blokland en Asch
van Wijk, maar ook KLM direc-
teur Plesman, opperrabijn Tal,
voorzitter Tiendhoven van de
Vereniging
        voor        Natuur-
monumenten), de top van het Ne-
derlandse leger, de oud-gouver-
neur van Suriname, de comman-
dant van het Leger des Heils en de
burgemeester van zo'n beetje ie-
dere stad genoten van de late Zeis-
ter zomerzon. De opening werd
warm onthaald. Vooral het 'open-
lucht spel van Nederlandse maag-
den' op het gazon gooide hoge
ogen. De titel 'Eén en ondeelbaar'
refereerde aan het eerste artikel
van onze eerste grondwet. Twaalf
jongedames beeldden ieder een
provincie uit en symboliseerden de
geschiedenis en de eenheid van
ons land. De twaalfde provincie
was nog grotendeels in aanbouw.
muur, een verzameling tinnen sol-
daatjes, een vliegtuigmodel ('T-
24')) beelden uit Nederlands-Indië
en twee poppenhoofden met een
gasmasker, één voor het leger en
één voor de bevolking. We verla-
ten het kasteel en keren terug naar
Zeist, waar we inmiddels veel meer
gasten kunnen herkennen. Prins
Bernhard, heel jong nog, is er en
we zien ook Beelaerts van Blok-
land, vice-voorzitter van de Raad
van State, die luistert naar een
toespraak en minister Romme, die
bij afwezigheid van minister-presi-
dent Colijn de opening van Huize
Schoonoord als zetel van de
prestigieuze stichting verricht. In
het laatste shot volgen we het
gezelschap opnieuw naar kasteel
Hardenbroek voor een toespraak
van Bosch Ridder van Rosenthal,
Commissaris van de Koningin in
Utrecht. Terwijl het gezelschap via
de brug het kasteel binnengaat
schiet het beeld op U'IZ" even op
zwart en maakt de stichting plaats
voor ander, inmiddels historisch
Polygoon onderwerp.
De stichting Nationaal Centrum
heeft geen geschiedenis kunnen
schrijven, maar lonkte in haar
korte bestaan succesvol naar de
voorpagina's en trok bij haar op-
richting dus ook nog 'ns de aan-
dacht van het jonge Polygoon.
Alle kranten plaatsten grote foto's
van feestende gezagsdragers en de
Telegraaf ('Bij uitstek nationale
plechtigheid. Hulp aan de jeugd.')
had bijvoorbeeld een kaartje van
de provincie Utrecht afgedrukt,
zodat alle lezers het nationale
steunpunt gemakkelijk konden be-
reiken. In de kolommen van spe-
ciale verslaggevers werd geschre-
ven over het dansspel van de pro-
vincies en het schitterende aan-
zicht van 4600 anjers die vanuit
een Douglas vliegtuig over het
Schoonoord terrein werden ver-
spreid. De Telegraaf -toen ook al
een krant met oog voor de high
-ocr page 71-
«<
tO
ïO
T>
o
O
o
Nationaal Centrum
O
O
1—
<
m
OFFICIEEL ORQAAN VAN DE STICHTINQ „NATIONAAL CENTRUM"
REDACTiC EN ADHI Ni»THATfE -SCHOONOORD". 2CI«T. — RIJKBOIRONUMMCR St>R7«. — TELEFOON J301
TELEFOON EINDREDACTtE: AMSTERDAM, t37ll
iiini)ti!»HiyiuuuEiinitiiiniiniiiitimiii]iiHiiiiHHiiiin)Miuiai!i»iiiiifimttutiBiMHiiHmi[H»)«iim!iuiiiHmjiuiiitimuiuimRmiuiit^
Nationale eenheid.
Zelfhandbaving.
VViJ wiJiea onsiell xijn en
U^'venl"
Zoo kloak het eeiUDSaJ oit
Koniakiijkes moad. £x bet
werd bet wachtwoord vma het
Nedeclandscbe Volk.
Natuurlijk U bet een woord
nn «11 e t^dea. Mm/ er Im
tocb verschil ü> de xwajurtc cc
Vttfi tusschen den ecnca t^d
«R des ajiderea. Ea das b^
itoeic niet te worden betoogd.
4*t de kiem er van zich in
•nie dagen wd lecr fn bet
bitionder doet gevoelen.
Het onrustige wereldgebetf
aea van de laatste maanden
loept Reoecrittg en Volk bdde
•p tot bijzondere Inspanning.
Ac krachten der Natie te aü-
wulecrcn om den elach tot
aelfhart dhaving van woord tot
iasd te doen groeien — voor
«k Refleering de laak om de
Kiddelen te vcrkrljflen voor
die ^dfhandhavjng naar bul-
ten, voor het Volk dea plicht
em de volkskracht. londcr
welke de uilcrlijke verdedl-
gin<]S[nidde!en niet werkzaam
kunnen liin, te versterken. Te
versterken In de richting van
nauwe annecnsluitmg van allen, die de rijke goe-
deren van het nageslacht willen tien overgedragen.
Het pogen van het „Nationaal Centrum" om
daartoe het lijne bij te dragen verdient oict
■lechts bdangstcIHitg, maar ook daad werk cl ijken
Deie diep ernstitje tHd
clschl inspanainn van ailc
krachten om teqen de Jick
van vcrschilicnde mden baan-
brekende vernielende stroo-
mingen ome hisiorisch ver-
Jtregca goederen, ooie chn»-
tclijkc beschaving te doem
•tand houden en veilig U
atelien.
Een eerste vereiscbte om
daarls te stagen ^i het ter band
nemen en aangriipea van ailea
wat onze nadonale eenheid
kas bevorderen en de aatlo-
aale gedochte kan versterken.
Slapheid en verdeeldheid voe-
ten onvermijdelijk naar den
ondergang. Alleen wanneer
w^i. aan Gods woord gehoof-
xameiidc. eikander de hand
reiken en ons in gesloten ge-
lederen scharen rood om dier-
baar Vorstenhuis, kunnen w1)
bopen de kracht Ie krijgen om
den druk de.: tijds 'r weer-
staan en de kwade gccsica te
Het £s bezield door de
overtuiging, dat bet tiestu
van ..Nationaal Centrum"' t
initiatief heeft jjenomca vc
de uitgaaf van een orgaan, bestemd om over o
volk den geut van laamhoorighcid te doen vni
difl worden en het nationaal bewustzijn waar na
dlg op te wekken ca aan te kweeken.
Aan het bestunr miioe beste wenachen vo
het weisiagcn van dit ttrevenl
UITSPRAKEN VAN
H.M. DE KONINGIN
,j\is *éjQ en ondeelbaar Volk lullen w^
baodbavcn. de banden ineen aiaandc.
lenemdc onze beste krachten Cfl gaven U
wijden »»a bet welzijn vaa ons dierbaar
Vaderland."
„ik weet. dat de wil tot opbouw, uit-
gaande boven alle vcxdceldbeid. b^ kccz
velen aanwezig Is."
(U>
- uo
w^
-ocr page 72-
Seijst
1999-111
VOOR GOD EN ORANJE, OLIVIER HEIMEL
toond van dezelfde strekking.
Deze steunpunten zullen gratis
de gelegenheid bieden aan alle
organisaties en vereenigingen om
hun leden daar te brengen. De
schooljeugd en bevolking uit den
omtrek zullen tot de vaste bezoe-
kers moeten behooren en daar
elkaar ontmoeten, opdat zij deze
steunpunten aanvoelen als
middelpunt van het Nationale
leven.
Voor deze steunpunten worden
Voor een beschrijving van het
ongewone doel en de werking van
de stichting offerden de meeste
persafgezanten een groot deel van
hun verslag op aan de, ongetwij-
feld keurig uitgeschreven, toe-
spraak van secretaris Evert Raams:
We moeten bouwen aan een
muur, die rotsvast staat rond den
troon van Oranje. Groote onwe-
tendheid van hetgeen het eigen
land ons biedt en in welke op-
zichten ons volk groote prestaties
heeft verricht wordt schier overal
opgemerkt. Om te komen tot
meer inzicht in deze is in die
steunpunten alles ondergebracht
wat betrekking heeft op: het huis
van Oranje en onze Geschiede-
nis, Koloniën, Luchtvaart,
Scheepvaart, Leger en Vloot en
Luchtbescherming. Verder zullen
er jaarlijks bij de steunpunten
opgevoerd worden historische
tafereelen en films worden ver-
Het Utrechts Dagblad
schreef onder deze foto:
Een groep autoriteiten bij
de opening. Ter linkerzijde
de Commissaris der Konin-
gin in deze Provincie, in
het midden Z.K.H. Prins
Bernhard en rechts van
hem minister Romme, ter
rechterzijde o.m. de
Commandant van het
Veldleger, generaal van
Voorst tot Voorst.
-ocr page 73-
VOOR GOD EN ORANJE, OLIVIER HEIMEL
gebruikt oude kasteelen, die
thans onbewoond zijn en door de
eigenaren met groote welwillend'
heid in bruikleen zijn afgestaan.
De kasteelen, die restauratie
behoeven, zullen worden hersteld
door jeugdige werkloozen, onder
goede leiding en tucht, alvorens
zij in gebruik worden genomen.
Dat laatste plan van de stichting
was niet helemaal onomstreden.
In het eerste nummer van de 'Na-
tionaal Centrum' krant stelt het
bestuur geïrriteerd vast dat er een
vervelend misverstand de ronde
doet: 'Deze gebouwen zijn sinds
jaren onbewoond en gedurende
die jaren ook vrij van belasting
geweest.
Dat door tusschenkomst van
"Nationaal Centrum" de bezitters
van dergelijke goederen voordelen
zouden genieten, hetzij door hier-
door vrijgesteld te worden van be-
lasting, hetzij door gratis hun ge-
bouwen gerestaureerd te krijgen, is
onjuist. Deze eigenaren stellen
"Nationaal Centrum" in staat haar
werk te doen zonder éénig voor-
deel hunnerzijds'.
Door een wel heel onbaatzuch-
tige eigenaresse was huize Schoon-
oord al voor de oprichting tot
zenuwcentrum van de stichting
bestemd. 'In warme sympathie met
de doelstellingen' zo heette het op
de eerste persconferentie 'stond
Mevrouw J.D. van Romondt Vis -
Baronesse Quarles de Quarles
haar ruim dertig hectaren omvat-
tende buitenplaats "Schoonoord"
te Zeist aan de stichting af, als
zetel en middelpunt van het werk'.
De baronesse, dan al zestien jaar
weduwe van Mr C.C.W van
Romondt Vis en presidente van de
Nederlandse Vereniging ter Behar-
tiging van de belangen van Jonge
Meisjes, is tijdens haar leven met
een bijzondere hoffelijke onder-
scheiding geëerd. Als vice-
presidente was ze erg betrokken bij
de stichting. Met voorzitter baron
Bentinck, secretaris Evert Raams
en mevrouw J.C.A. van Asch van
Wijck - Baronesse van Hogendorp
vormde ze het dagelijks bestuur
Secretaris Raams staat in de Zeis-
ter Archieven opmerkelijk genoeg
al in 1937, ruim voor de eerste
SNC berichten, als mede-bewoner
van huize Schoonoord op de
Driebergse Weg 10 genoteerd. Hij
was begin dertig en liep de 'zeer
energieke niet al te gemakkelijke'
huiseigenaresse kennelijk niet in
de weg. De beschrijving van de
baronesse komt van de heer
Meerdink, jaren terug in dit blad.
Door het toedoen van deze bijzon-
dere vrouw werd Zeist even het
centrum van het Oranje Vader-
land en de bouwkeet bij de 'rots-
vaste muur' rond de troon.
Het Nationaal Centrum was in
de jaren dertig niet het enige
spraakmakende Eendrachts-initia-
tief in Zeist. Na een aantal
gezamelijke conferenties in Woud-
P
-ocr page 74-
Seijst
19 w-m
VOOR GOD EN ORANJE, OLIVIER HEIMEL
schoten hadden jongeren uit ver-
schillende zuilen zich in '38 geor-
ganiseerd in 'De Beweging verster-
king der Nederlandse Gemeen-
schap'. De beweging, al spoedig
aangeduid met 'de Nederlandse
Gemeenschap' gaf een tijdschrift
uit ('Het Gemenebest') en zocht in
juni '39 landelijke publiciteit met
een 'Manifest tot eendracht'. Tot
de ondertekenaars behoorde o.a.
de latere minister Lieftinck. De
Nederlandse Gemeenschap heeft
geschiedenisboeken gehaald dan
het meer koningsgezinde Natio-
nale Centrum. Dr. L. de Jong be-
schrijft het initiatief uitgebreid in
zijn standaardwerk over de oorlog
en in 'Opkomst en ondergang van
de Nederlandse Volksbeweging
(nvb)' ziet historicus Jan Bank het
Woudschoten-overleg als een van
de belangrijkste wortels van de
naoorlogse pogingen op de poli-
tieke verzuiling te doorbreken met
de NVB. Het sjieke Zeist was ken-
nelijk een vruchtbare bodem voor
bezorgde elite-ideeën. Beide bewe-
gingen hadden echter nogal te
kampen met een gebrek aan mas-
sale steun vanuit de Nederlandse
bevolking.
Teleurstellingen?
In een redactioneel commentaar
naar aanleiding van de berichten
jubelde de Haagsche Post de op-
richting van het centrum toch
voorzichtig toe.
'Het idee lijkt ons goed [..], doch
bij de uitvoering harer
voornemers, zullen "Nationaal
Centrum" teleurstellingen waar-
schijnlijk niet hespaard blijven!
De practijk heeft toch uitgewe-
zen, dat het buitengemeen moei-
lijk is, de werklooze jeugd in
goede banen te leiden: allerlei
problemen, waarvan de stichting
de oplossing ook niet in haar
hand heeft, doen zich hierbij als
een vaak remmende factor
gelden. Doch hoe het ook zij, hier
wordt in elk geval een goed-
Nederlandsch geluid vernomen,
dat waard is, er aandacht aan te
schenken'.
De medewerking van minister-
president Colijn werd door de HP
redactie als belangrijkste waarborg
voor de plannen beschouwd. In de
hoop dat behalve de 'uitersten van
links en rechts' alle 'andere
schakeeringen onzer bevolking bij
dit uitnemend werk betrokken'
zouden worden, sloot de Haagsche
Post haar felicitatie af
Blij dat ik
Nederlander ben
Omdat de aandacht voor het
prestigieuze Centrum in de laatste
spannende maanden voor de oor-
log wellicht toch wat verslapte
ging het bestuur in juni '39 over
tot overweldigend huis aan huis
initiatief Er moest een betaalbare
twee-wekelijkse 'Nationaal Cen-
trum' krant komen. Het proef-
nummer werd in een oplage van
één miljoen gratis verspreid. Ook
-ocr page 75-
Seijsi
1999-111
VOOR GOD EN ORANJE, OLIVIER HEIMEL
HenWij.datikNEDERLANDEfiben
voor de verdere ledenwerving
keek men vanuit hoofdkantoor
Schoonoord niet op een dubbeltje.
De enthousiaste lezer die voor 1
augustus 1939 de meeste mede-
abonnees had aangebracht kreeg
een auto, een Chevrolet de Luxe -
1939. Voor het afgebeelde exem-
plaar zou ook nu nog menigeen
weken leurend langs de deuren
gaan.
De opzet van het krantje werd
in een fraai pamflet getiteld 'Ik ben
blij, dat Nederlander ben' ambiti-
eus uiteengezet .In de 24 pagina's
zinderende Eenheidspropaganda is
alles rond Nederland en Oranje
ook opvallend superieur, maar
moet de Nederlandse bevolking
het merkwaardig genoeg massaal
ontgelden. Halverwege de krant
krijgt 'de vrouw' ervan van langs
onder de misleidende titel
'Eeresaluut aan de Nederlandsche
Moeder'. Anders dan de groot af-
gebeelde regentes Emma begrijpen
vele moeders 'niet wat kinderen
NEDERLANDERS
▼oor V fcldc titafu bctfccn tu /anfcn «trijd vcrkrcfcji
werd te brvfftifCB en Jiandbarcii.
DE NATIONALE EENHEIDSGEDACHTE
tot wcrkclijkbcid cc aaakra, in sll< krinfcn onzer
bevolking, is de plicbc raa lederen NEDERtANOER,
NEDERLANDERS
GIJ HEBT AU.EN DIT ECHT NEDERLANDSCHE
BLAD nJtuurliJk ucc alle aandacht doorbelazen.
CU HEBT DUS HET STREVEN VAN „NATIONAAL
CENTRUM" 1 btoogtadt all« land|[ciioofcn. xoowcl in
eigen land als in den rrecmde, te doen beseffen dat bet
schede Nederlandsche Volk trotsch maf zijn op xijn
historiscben naam, MET BEGRIJPELIJKE GEEST-
DRIFT TOEGEJUICHT.
NEDERLANDERS
In Nederland zetelt de oerkem van oni Tolkebeftaao,
belichaamd in bet «ymbool der nationale eenbeidsccdacfate
naar bet koninkUjk woord v«n onze Land<vor«tin.
NEDERLANDERS
Iaat deze oorkonde roor U een «anfporlnc zijn in den
zin der KONINKLIJKE BOODSCHAP, V zeU te door-
dringen v»n bet groott voorrecht i NEDERLANDER
te zi;n.
NEDERLANDERS
"' all, schroon, op m ., _
"" ""'""•"'■ ".e. deo ui'^or;:" * ""'•'*•«'" «.
IK
BEN
BLIJ.
DAT
IK
NEDERLANDER
P
BEN.
-ocr page 76-
beijst
1999-11!
VOOR GOD EN ORANJE, OLIVIER HEIMEL
Sickzes voor een onmiddellijke uit-
breiding van de handel met het
Duitse Rijk. Zijn pro-Duitse hou-
ding lijkt achteraf nogal scherp te
botsen met de uitspraken van ko-
ningin Wilhelmina en minister-
president Colijn. 'Wij willen ons-
zelf zijn en blijven' preekt de ko-
ningin strijdbaar op het voorblad.
In de andere kolom zet Colijn het
een en ander over verdedigings-
middel en de noodzaak tot zelf-
handhaving uiteen.
Nationaal Instituut
Het is onduidelijk hoe lang het
Nationaal Centrum de promotie
van God en Oranje tijdens de
bezetting nog heeft voortgezet.
Schoonoord werd in ieder geval
door de Duitsers opgeëist en Evert
Raams trok er in 1941 uit. In het
ZHG Van der Poll archief ligt nog
een kleine foto van het bezette
landhuis.
Na de oorlog heeft niemand
meer iets van het Nationaal Gen-
zijn' en vergeten ze 'maar al te
vaak, dat het feit van kinderen te
hebben, nog geen moeders maakt'.
Ook in de Vaderlandse Geschie-
denis is de auteur met een nauwe-
lijks bedekte bedoeling aan de slag
gegaan: 'Was het niet een Oranje,
die in 1813 te Scheveningen voet
aan wal zette, om het Nederland-
sche volk te redden van
algeheelen ondergang?'.
Het hoge doel is overal duidelijk
maar over de te volgen weg naar
die geprezen eenheid staan de
aanbevelingen van de gast-
schrijvers vaak verfrissend recht
tegen over elkaar. Vooral de op-
merkelijke ideeën van de heer
Sickzes springen in 't oog. De
economische goeroe Sickesz was
de man achter de toverformule
van de levensduur's verkorting
methode, waar hij naar eigen zeg-
gen 20 jaar 'schier onafgebroken'
op had gebroed. Zo was hij er
langzaam en 'zelfs met groote stel-
ligheid' van overtuigd geraakt dat
hij met zijn nieuwe stelsel een op-
lossing had gevonden voor de
organisatiefout die de wereldeco-
nomie in de jaren dertig zo hard-
nekkig had verpest. Ieder product
doorgaat vier levensstadia, dic-
teerde de originele econonoom:
productie, distributie, bezit en
'slooping'. De economie en dus de
samenleving profiteerde van fase
1, 2 en 4. Aan fase 3, het bezit,
beleefde alleen de bezitter plezier.
De conclusie ligt voor de hand,
maar iedereen was 'm vergeten te
trekken. Er moest massaal worden
gesloopt en heraangeschaft door
de gelukkige bezitters. 'Draalt niet,
redekavelt niet, doch doet het
voor het te laat is!'. Sickzes echter,
had nog een belangrijke aanbeve-
ling waarvan de redactie zich in
een naschrift gedeeltelijk heeft ge-
distantieerd. Ontzet over de
'dwaasheid' achter de negatieve
aanbevelingen van de Neder-
landse Handelsdelegatie pleit
-ocr page 77-
beijst
1999-111
VOOR GOD EN ORANJE, OLIVIER HEIMEL
trum gehoord. Misschien waren
autoriteiten als prins Bernhard de
gezellige elite barbecues tijdens de
oorlog ook langzaam ontgroeid.
Hoewel. Wie de Polygoonfilmpjes
jaar na jaar blijft doorspoelen loopt
in oktober '45 tegen een opvallend
herkenbare serie toespraken aan.
In de Raadzaal van het Amster-
damse gemeentehuis heeft de Ne-
derlandse elite zich dan sober ver-
zameld voor de oprichtingsverga-
dering van het Nationaal Insti-
tuut.
'Deze uit het verzet voortgekomen
organisatie heeft als doel en streven:
verdieping van het nationaal besef en
versterking van de nationale samen-
horigheid'
lezen we in de papieren
van het Audiovisueel archief. Op
het korte filmpje staan toespraken
van prof dr. G. van der Leeuw,
minister van Onderwijs, en J. in 't
Veld, dan nog voorzitter van het
Instituut. Geen anjers meer, geen
kastelen en geen tuinfeest, maar
één rode draad keert terug: voor-
zitter In 't Veld maakt al snel
plaats voor een bekende naam
rond het koninklijke hof In 'Een
tevreden Natie' beschrijft de 'to-
taal historicus' Maarten van
Rossem hoe de geschiedenis van
het Nationaal Instituut onder lei-
ding van Prins Bernhard von
Lippe Biesterfeld verder verliep:
De initiatiefnemers van deze
merkwaardige instelling waren
mensen die in het verzet tot de
conclusie waren gekomen, geheel
in de lijn van het voïksideaal van
de jaren dertig, dat het in Neder-
land ontbrak aan voldoende
nationaal besef. De 'massale
geestelijke capitulatie' tijdens de
bezettingsjaren zou volgens hen
veroorzaakt zijn door het feit dat
het Nederlands volk niet dacht
en zich gedroeg als één volk,
maar als een samenraapsel van
belangenorganisaties. Voor een
passend moreel en zedelijk herstel
was nationale saamhorigheid
vereist, in het besef dat er zoiets
was als een vitale volkscultuur
Binnen het Nationaal Instituut
maakte men zich ernstige zorgen
over de corrumperende en ver-
vlakkende werking van de com-
merciële massacultuur uit het
buitenland. Als tegenwicht
daartegen wilde het Instituut de
volkscultuur inventariseren,
coördineren en organiseren. Als
de volksdans en de volksliedjes
nieuw leven in kon worden
geblazen, zou de bevolking
vanzelf afstand nemen van haar
ziekelijke hang naar jazzmuziek
en Hollywoodfilms'.
Als voorbeelden van minder ge-
lukkige initiatieven haalt Van
Rossem de Actie voor de Natio-
nale Feestrok en het congres van
'de Toekomst van de Nederlandse
Beschaving' aan. Nadat het con-
gres in grote onenigheid uit elkaar
viel was ook het einde van het
Nationaal Instituut nabij. Eind
1946 raakte het in grote financiële
r
-ocr page 78-
Seijst
1999-111
VERRASSENDE PEtCRIMSSOUVENIRS, MARC WORTMANN
moeilijkheden omdat de regering
niet langer tot subsidie bereid was.
In 1947 volgde de officiële ophef-
fing en het einde van het typische
culturele Doorbraak idee. Georga-
niseerde eenheidsjubel was Neder-
land in de twintigste eeuw aldus
niet gegeven. Maar Zeist was toch
even het centrum van de Natie
Verrassende pelgrims
Evenals de hedendaagse toerist
graag met souvenirs thuiskomt,
namen de vroegere pelgrims voor-
werpen mee van hun bedevaart.
Zo veel, dat er zelfs in de eerste
eeuwen van onze jaartelling al be-
hoefte was aan massaproductie. In
die
         tijd         namen         de
bedevaartgangers vooral ampullen
(gevuld met olie of water uit de
heilige plaatsen), beeldjes of me-
daillons mee. In de latere middel-
eeuwen kwamen vooral de
pelgrimsinsignes in zwang, die op
de kleding of hoofddeksels werden
bevestigd. Daarnaast werden na-
tuurlijke materialen verzameld,
met de schelpen uit Santiago de
Compostella als meest bekende
voorbeeld.
De motieven van de pelgrims
gingen verder dan alleen de herin-
Mare Wortmann bezocht maan-
dag 23 augustus de lezing van
Katja Boertjes over de eerste
vormen van toerisme.
Diegenen die zich afvroe
gen of er wel iets inte
ressants te melden zou
zijn over "pelgrims souvenirs uit
Christelijke bedevaartsoorden"
kregen bij de lezing van het ZHG
ongelijk. In een vlot en goed ge-
documenteerd betoog voerde
historica Katja Boertjes de 40 aan-
wezigen langs vele bedevaart-
plaatsen in Europa en het Mid-
den-Oosten. De vraag welke voor-
werpen werden meegenomen en
waarom werd in vogelvlucht door
de eeuwen heen beantwoord.
geweest.
Olivier Heimei
BRONNEN
Keesings Historisch Arcliief No. 370, p. 3345
Nationaal Centrum. Officieel orgaan van de
stichting "Nationaal Centrum,
proefnummer,
juni 1938 (archief Oorlogsdocumentatie
Gouda), 'Opening van de constituerende
vergadering van het Nationaal Instituut',
online archief van het Nederlands Audiovisueel
Archief Bank, Jan, Opkomst en ondergang
van de Nederlandse Volksbeweging (NVB)
(Deventer 1978). Jong, Dr. L. de. Het Konink-
rijk der Nederlanden in de Tweede Wereld-
oorlog,
deel 4, mei '40 - maart '41, tvi/eede
helft (Den Haag 1972) 460-472. Rossum,
-ocr page 79-
Seijst
VERRASSENDE PELGRIMSSOUVENIRS, MARC WORTMANN
1999-
Nieuwe leden
Drs. A. Meijer, Wijk bij Duurstede
De heer J. Meijer, Zeist
De heer A. van der Mersch, Baarn
Fam. Polman-Lensink, Soesterberg
De heer E. Post, Bosch en Duin
Mevrouw A.J.M. Okhuijsen-Grundmeijer,
Zeist
Mevrouw A. van Oortmerssen, Zeist
De heer N. de Raaij, Zeist
De heer H. Reekum, Zeist
De heer L. Roep, Zeist
Mevrouw M. Rossen, Zeist
De heer RVJ. van Rossem, Leiden
De heer R. van Schuppen, Zeist
De heer A. Smith, Zeist
De heer A. Steensma, Zeist
De heer R Tol, Zeist
Mevrouw Waesberge van de Haar, Zeist
Bart en Sabine Witzier-Nijland, Zeist
MevrouwJ.H. van Zeyl-Sikkens, Zeist
/Aanmeldingen / adreswijzigingen
Zeister Historisch Qenootselutp,
Postbus 342, 3700 AH Zeist
Ledenstand_______________
Seijst II (juni'99).................................. 829
Seijst lil (september'99)....................... 849
Fam. Van den Akker, Zeist
Mevrouw Th.M. Adema, Zeist
De heer en mevr. Bannink-Loss
De heer A.M. Becker, Zeist
Mevrouw Berends-van Loon, Zeist
De heer V/ van den Broek, Zeist
De heer H. Dieteren, Zeist
De heer G.T. Dijkhuizen, Zeist
De heer H. Duetz, Bosch en Duin
De heer E. van Ee, Zeist
Drs. R. Efdée, Den Dolder
De heer J.E. Engelsman, Austerlitz
De heer R. van Gangelen, Zeist
Mevrouw drs. A.M. Gommers-Dekker,
Bosch en Duin
Gemeentearchief Zeist
De heer B. de Haan, Zeist
Mevrouw M. van de Kamp, Zeist
De heer C.R van Kleef, Zeist
Mevrouw J.G. Kollenveld-Buitenhuis,
Zeist
Mevrouw W. Kuite, Zeist
De heer A. Langelaar, Zeist
De heer N. van der Lee, Driebergen
De heer H. Manessen, Zeist
De heer M. Meerdink, Amsterdam
souvenirs
nering aan een moeizame tocht.
Velen zagen de meegebrachte
voorwerpen als amulet dat be-
scherming kon bieden, of als be-
wijs van werkelijke aanwezigheid.
Dat hing samen met de redenen
om een pelgrimstocht te maken:
dankbaarheid, hulp zoeken of
dichter bij God komen. Maar een
pelgrimstocht kon ook een vorm
van alternatieve straf betekenen!
De ruimte ontbreekt hier om in
te gaan op de vele voorbeelden,
zoals de afbeeldingen over het mi-
rakel van Amsterdam uit 1345.
Wie belangstelling heeft wachtte
het proefschrift van mevrouw
Boertjes over deze eenvoudige
maar bijzondere religieuze voor-
werpen af Voor vele aanwezigen
smaakte deze avond in ieder geval
naar meer! Mare Wortmann
r
-ocr page 80-
ACTIVITEITEN EN BERICHTEN UIT DE VAN DE POLL-KAMER
een verjaardagkalender te koop.
De tentoonstelling is de bijdrage
van onze stichting aan de
millenniumviering in Zeist met
het thema Tijd. Taai en Toekomst.
Officiële opening 27 november.
Project Wersehuit_________
Oktober. 51 gezeefdrukte illus-
tratie bij cyclus Tempel en Kruis'                     ;
voor een bundel ansichtkaarten.
Vertelvoorstelling________                 <
Eerste week november. Een                             j
aantal eerste generatie Neder-                          ■
landse Marokkanen over 'Den-
kend aan Holland...' Uitvoering                        I
bijSKVofSMSO.                                               l
Inzenden van kopij
Poortstraat 75a ■ 3572 m UTRECHT
E-mait seiist@frephitophe.eom
Fax: (030) 276 04 45
FOTO: Een voorproefje van de tentoonstelling Zeist
terug
in de Tijd, fototentoonstelling in Slot Zeist van
28 november 1999 tot en met 9 januari 2000. Kraal's
Boek Muziek en Kunsthandel aan de Slotlaan, hoek
Weeshuislaan (thans het pand met de winkel
'Steps'). Jan W. Kraal opende hier zijn boekhandel in
1907, nadat hij het woonhuis had verbouwd tot een
moderne winkel met grote etalages. In 1914 vond
een tweede verbouwing plaats, waarbij het aantal
etalages werd verdubbeld. Rechts de pastorie en de
Gereformeerde Oosterkerk.
FOTO COLLECTIE GRAAL. CA 1930
FUmvoorsteUing
Maandag 25 oktober. Aanvang
19.30 uur. Entreekaarten a ƒ2,50
kunnen alleen vooraf worden
gereserveerd via het reserverings-
systeem van Figi, tel. 0900 -
3444 934. Tegen afgifte van uv^
ticket kunt u op deze avond een
kop koffie krijgen, vóór de voor-
stelling of tijdens de pauze aan
het buffet van het theatercafé.
1899 - 1999
rSTfUK
Zeister activiteiten in het Marsmanjaar
Lezing___________________
Donderdag 28 oktober. Lezing
en korte balletuitvoering in De
Klinker over zijn leven en zijn
werk, doorj. Goedegebuure.
Uitreiking biografie aan burge-
meester Boekhoven en uitslag
dichtwedstrijd Zeister scholieren.
Tentoonstelling___________
Vrijdag 29 oktober tot eind
november
in Zeister Openbare
Bibliotheek. Materiaal van de
heer H. Bierens, aangevuld met
materiaal letterkundig museum.
Boek
Dinsdag 23 november. 'Zeist,
terug in de Tijd'.
Verschijning
boek over glasplaten van Kraal.
Fotoexpositie
Zondag 28 november 1999 tot
en met zondag 9 januari 2000.
Zeist terug in de Tijd in de
tentoonstellingszalen van Het
Slot (hoofdgebouw) van ca. 70
grote afdrukken uit de glas-
platencollectie van Kraal. Tijdens
de tentoonstelling zijn behalve
het boek, ook ansichtkaarten en
I
-ocr page 81-
feil , ' rt é
mmBÊmÈ.
coa i =,.«■■- ^ :M«
", mW^'WK^
^^^irn^
-ocr page 82-
Seijst
19f9-IV
TOEKOMSTVERKENNING UIT HET VERLEDEN, MARC V/ORTMANN
Tbekomstverkenning uit het
verleden biedt stof tot nadenken
Daarmee wordt een pe
riode van 50 jaar over
brugd. En hoewel wat
hachelijk in een historisch tijd-
schrift, aan het slot wil ik in het
verlengde van deze terugblik en
evaluatie nog enige ballonnetjes
oplaten over de volgende 50 jaar
Bevolking, huisvesting en ge-
meente. De schrijver van het hier-
bij afgedrukte artikel veronder-
stelde een groei van de Zeister
bevolking van toen 42.500 naar
100.000. Het zijn er 60.000 gewor-
den. Ook is Bilthoven niet bij
Zeist gevoegd, zoals toen werd ver-
ondersteld. Waar die 100.000 in-
woners zouden moeten wonen
was blijkbaar moeilijk te voorzien:
In 1950 publiceerde de Nieuwe Zeister Courant een aantal artike-
len waarin werd vooruitgeblikt naar het jaar 2000. Een serieuze
prognose kwam van de hand van
W. Qrapendaai. die zijn licht
liet schijnen over uiteenlopende zaken als de bevolking, wonen,
verkeer onderwijs, werk en kerkelijk en verenigingsleven. Op de drem-
pel van het jaar 2000 is het aardig om eens na te gaan wat er van
de verwachtingen van toen is uitgekomen.
Zeist over 50 jaar
moeeenseriemeprognose
i ^ UK ^^                                                             ^^„ en daaraan
verwachte "6"^'= °„In indien "P^.^T rtpr prognoses.. Onder dt
'„Ses.omver kan werpen. ^^ '^«V^* ndefg te» de le^ -
geboden, dan "? "behoud, verzoekt onaerg
Sitdrukkelijke voorDen
         ^^^^^
w5
JVog- éém
H->
zijn.bescb
H^t Gemeentebestuur
'BOS en mm. % -^^ios -. .■; ,i
-ocr page 83-
Seiist
1999-IV
TOEKOMSTVERKENNING UIT HET VERLEDEN, MARC V/ORTMANN
niet op de cultuurgronden aan de
kant van Bunnik, volgens Grap-
endaal, maar wel op de zandgron-
den richting Huis ter Heide, Bosch
en Duin, Den Dolder, langs de
Arnhemse Bovenweg en ter
plaatse van de sportvelden achter
het Slot. Achteraf kunnen we con-
stateren dat de enorme
efficiency-verbetering in de land-
bouw, waardoor de opbrengst per
hectare sterk is toegenomen, heeft
meegeholpen aan het oplossen
van ruimtelijke ordenings-
dilemma's: aan de ene kant heeft
de landbouw daardoor het milieu
zwaar belast maar anderzijds de
natuur weer ontlast. De Zeister
bossen zijn daardoor voor een
groot deel onaangetast gebleven
en de grootste uitbreiding -
Zeist-West, heeft wel degelijk aan
de Bunnikse kant plaatsgevonden.
Op een ander punt is de voor-
spelling van Grapendaal beter uit-
gekomen. De positie van de wet-
houders binnen de gemeente is
aanzienlijk versterkt ten opzichte
van 1950. Hij voorspelde ook de
invoering van wijkraden voor de
buurtschappen en de delen van
Zeist buiten het centrum. Deze
zijn er niet gekomen (alleen het
wijkgericht werken deed in 1998
zijn intrede als onderdeel van de
portefeuille van wethouder
Swart), evenmin als er in de wij-
ken hulpsecretariën met brand-
weer- en politieposten zijn ont-
staan. De bestuurlijke inbedding
van de politie is zelfs de andere
kant op gegaan met regionalisering
en dus schaalvergroting in plaats
van schaalverkleining. De politie
beschikt wel over tal van techni-
sche middelen, zelfs veel meer dan
in 1950 was te voorzien.
Verkeer en economie
De gevolgen van de toename
van het gemotoriseerd verkeer
hebben ten dele een geheel ander
effect gehad dan in 1950 was te
voorzien. Wie verwachtte dat de
fiets zou verdwijnen ten gunste
van lichte motorvoertuigen en
scooters, dat de Slotlaan alleen
nog toegankelijk zou zijn voor ge-
motoriseerd verkeer, met parkeer-
plaatsen voor auto's en motoren,
dat het station Driebergen-Zeist
zou worden uitgebreid met een
klein vliegveldje (!) en een hotel
en dat er comfortabele bussen zou-
den rijden in de hele regio, wie dat
verwachtte moet in het jaar 2000
zwaar teleurgesteld zijn. De eer-
lijkheid gebiedt te zeggen dat de
schrijver zijn verwachtingen ba-
seerde op een vóóronderstelling,
namelijk van technologische ver-
betering door de overgang op een
hetelucht- of electrische motor.
De voorspellingen over de grotere
plaats van telefoon en televisie in
het dagelijks leven zijn beter uitge-
komen.
Ten aanzien van de werkgele-
genheid zijn de ontwikkelingen in
de land- en tuinbouw nog veel
harder gegaan dan 50 jaar geleden
'™
-ocr page 84-
luangs de ong-ebouwde gedeel-
ten van de Arnhemse Bovenwee,
Laan van Beek en Roven, Mo-
lenweg, Heideweg, achter „Het
biot . waar nu de sportvelden
zyn, zullen woningen verrijzen
_ Etteiyke flatgebouwen zuUen
in het jaar 2000 in hei. oAntmrn
vdii ijtiisL Komen, waardoor oude
huizen zuilen verdwynen.
Het in goede banen leiden van
een stelselmatige en aesthetische
Wtbi-eiding van Zeist zal dï
Overheid in de komende 50 ia-
wn heel wat hoofdbrekens kos-
ten.
Verkeer en vervoer
Vele wegen in deze gemeente
zuUen in dit jaar 2000 een heel
aJider aanzien hebben dan nu
^rricht *'^'^^^«' ^e-^" ^verk
Volksontwikkeling en
opvoeding
(_Het onderwijs za! in het i^^n
s
TOEKOMSTVERKENNING UIT HET VERLEDEN, MARC WORTMANN
en 5
999-1'
Izijn dan nu. Be on,.c ulj.ni ó
den zullen meer op de prakUjk
gerjc-iit zijn. m deze gemee ite
Zullen er twee Hogere^ luT. 5
scholen bijgekomen zijn. He' l,e-
staande H.H S-gebouw z,l ■
o?k h Tf*" '"" Uitgebreid, zo
ook het Lyceum. Jn de nieiiwo
woonwyken zuüen scholen voor
uitgebreid lager onderwijs, la-
ger onderwijs en kleuteronder-
WTjs worden gebouwd. De school
voor voortgezet gewoon la^er
<>^'i<^1■^^n3s zai een grote vJufht
nemen daar dit onderwijs aan
gedacht werd. Zozeer, dat momen-
teel het primaire karakter van de
voedselvoorziening nauwelijks nog
aandacht krijgt, maar juist het af-
remmen van de groei en de inten-
siteit van de landbouw voorop
staat. Voorzag men in 1950 nog
een bescheiden groei van het aaii-
tal fabrieken, nu moeten we con-
stateren dat de nijverheid vrijwel
helemaal uit Zeist verdwenen is en
dat de dienstensector het over-
grote deel van de werkgelegenheid
uitmaakt. De vrees voor grote
werkloosheid door verbeteringen
in de techniek heeft lang bestaan
maar was onterecht. Het verdwij-
nen van de 8-urige werkdag werd
ook dot^r Grapendaal voorspeld.
De arbeidstijd is wel korter gewor-
den, maar op een andere manier:
door verkorting van de werkweek,
meer vakanties en eerdere pensio-
nering.
Onderwijs en sport
De toename van onderwijs en
sportvoorzieningen zijn goed voor-
speld, zij het dat grootschaligheid
van het huidige voortgezet onder-
wijs de Zeistenaar van 1950 zeker
zou verbijsteren. Wat betreft de
groei van de recreatieve voorzie-
ningen moeten we constateren dat
Zeist daarin in tegenstelling tot de
verwachting toch iets is achterge-
bleven bij de andere delen van ons
land. Het Slot Zeist heeft daaren-
tegen wél aan de verwachtingen
voldaan, terwijl het verenigingsle-
ven nog steeds bloeit op allerlei
terreinen (mede dankzij vroegere
pensioiiering?). Een Zeister mu-
seum is daarentegen nog niet ge-
realiseerd.
Kerkelijk leven
Voor wat het kerkelijk leven be-
treft was in 1950 blijkbaar nog
geen spoor van secularisatie zicht-
baar. Volgens de voorspelling van
Grapendaal zou 80% van de be-
volking bij een (christelijke) kerk
zijn aangesloten. Ondanks de
^.^ ....uu iiju tjorzaas in de (oe-   
neming van het gemotoriseerde   ^« ,J*Tr'"€?" "P^'^khjk        .._
verkeer. Rijwielen met trapbe-   Seeit. Voorts zai er naby de
weging zullen er bijna niet meer   ^^^If^l^^^,^''^^^..^ Nijverlieids-
schooi worden gebouwd.
De sport zal in cjtwiivke-injï
zeer vooruitgegaan zijn. Vooral'
de voetbalsport za' sterk zün
boegenomen. De andere spOrten
zulten zich in verhouding tot
de toename der hevolking uit-
breid en.
Er zai in deze gemeente over
50 jaren een sporLpark vcrry-
zen waar verschillende sporten
beoefend zullen \vordden. Dit
sportpark zal m.i. worden aan-
gelegd op de zandgrond; ver-
moedelijk aan het einde van dé
Prof. Lorentzla^n.
In deze gemeente zuUen in het
Jaar 2000 meerdere recreatie-oor-
den nabij dde bossen zijn. Vooral
Bos en Duin. Den Doldor, Biltï-
hoven en ook Auslfr'lilz '/.idlon
Deze recreatieoorden zullcil
's zomers «en toevlucht 'zijn voor
de stedelingen. Het Zeister bos
zal altijd voor de vreemdelin-
gen zijn aantrekking blijven be-
houden.
„Het Slot" zal voor de volks-
ontwikkeling en opvoeding een
centrum voor Zeist, maar ook
voor Nederland zijn. Landolijke
congres.sen, tentoonslclliugeii e d.
zullen hierin worden gclioLiden,
Een museum waar <ie plaiiLse-
lijke ontwikkeling der gemee ite
Zeist zal kunnen worden aan-
schouwd, zal hier tevens worden
ondergebracht.
Het Vereniginpsieven zaj uver
50 jaren een ander aanzien heb-
ben dan nu. Sportverenigingen,
padvinderij, muziek-, zang- en
toneelverenigingen zu.'Ien er on-
tegenzeggelijk blijven- Samen-
smelting van gelijksoortige vet-
I enigingen zal alhier hebben
' plaats gehad. De krachten zul-
len daardoor niet verdeeld zijn.
Het dce! dat de verenigingen
zich hebben gesteld za' beier tot
zijn recht komen. Hel aantal ne-
stuurslerien za' sterk dalen, iiet
zal variëren van 3 lol .'). 'v^n
bestaan, alleen kinderen zuilze nog beryden.
GeperfecÜonneerde autobus.seautomobielen,        motorrijwiele
(zware, tussenklasse en lichten scooters beWnden zich daalleen nog op de rywegen.
Over 50 jaren zal het gemotriseerde vervoer lang niet zveel kosten met zich brengeals thans liet gevat is, daar dheteluohtmxitOT of de electronsche motöT dan 2yn intredezal hebben gedaan.
Tengevolge van het gemotorseerde vervoer zullen de- primaire straten In deze gemeentvoor ander verkeer verbodeztjn. Zo zal de rybaan van de
Slotlaan alleen mogen worden
b«Dodèn.. door motorische vötkeersmiddelefn- Langs d'eze rijweg zullen parkeerplaatsen voor
automobielen en motorrywiel'en
ztjn aangebracht. Naast de parkeerpla atsen bevi n den zich d an
paden voor lichte motorrywielen
en voetgangers.
De treinlyn — waarvan de
rails gerfeelteiyk zyn opg^ebrokeii
— van het Station Zeist ai naar
Huis ter Heide en I>6n Dolder
zal een verkeersweg z^jn g^ewor-
den. D« Utrechts-ewög van De
Bilt naar Zeist en de Drlebergse-
wec van Drieberg^en naar Zeist
zulléii aan weerszijden een pad
voor lichte motorrywlelen heb-
ben.
In de nabijheid van iiet sta-
tion Driebergen-----Zeist zal e&n
klein vliegveld voor particuliere
vliegtuigen z^jn aangelegd. Het
station zal ten opzichte van
Zeist een belangrijke plaats gaan
innemen. Naby het station zal
een hotel staan.
De verbindingen van Zeist
met; Utrecht. Amerstoort, Vee-
nendaal, Wageningen, Drieber-
gen-RiJsenburg. Rhenen en Arn-
hem zullen over 50 jaren onder-
houden worden met rneer com-
Sort biedende autobussen. Zoge-
naamde stads-autobussen zulIen
dioor de city en buurtschappen
ryden. Bunnik zal hier ook in
worden betrokken.
d© Besturen zal meei'
heid zyn gegeven. Een ;
doening van zaken z;il
-■-■ •■',d-
■■! af-
?T-(ltjor
worden bereikt.
Op verschillende punten van
-ocr page 85-
Seijst
l99f-IV
TOEKOMSTVERKENNING UIT HET VERLEDEN, MARC WORTMANN
grote verscheidenheid die Zeist nu
kenmerkt is dat aantal hooguit
nog 50%. Een andere niet voor-
ziene opmerkelijke ontwikkeling is
de opkomst van de moslims als
groeiende kerkelijke groepering,
ook in Zeist.
Een blik in de toekomst
Al met al blijkt het voorspellen
van de toekomst (gelukkig maar!)
geen eenvoudige zaak. Het ver-
baast mij wel dat het verschijnsel
als zodanig - het ontwikkelen van
toekomstvisies - hedentendage
minder in de belangstelling staat
dat 50 jaar geleden. Het einde van
het millennium nodigt wel uit tot
een eindeloze stroom terugblikken
in kranten, tijdschriften en op te-
levisie, maar vooruitblikken ziet
men zelden. In de literatuur van
destijds waren de toekomst-
verhalen sterk realistisch, bijvoor-
beeld bij schrijvers als Orwell of
Asimov. Nu aan het einde van de
eeuw ontbreken deze gedachten
en voert de imaginaire wereld van
Star Wars de boventoon als het
gaat om doorkijken naar de toe-
komst.
Voor wat betreft de toekomst
van Zeist lijkt het mij toch wel
aardig een poging te wagen. Ik ga
er daarbij vanuit dat het niet te
voorzien is of er tussen nu en 2050
een oorlog zal woeden of dat Ne-
derland door een grote natuur-
ramp wordt getroffen. Een greep
uit mogelijke ontwikkelingen is
het volgende:
• Een bescheiden groei van de be-
volking als gevolg van nieuwe
woningbouw. De druk op
midden-Nederland zal blijven
bestaan, met name voor huis-
vesting voor ouderen in de vorm
van flats en seniorenwoningen
in en rond het centrum. Ook
het stuk tussen de A28 en de
Amersfoortseweg zal op den
duur voorbebouwing gebruikt
worden.
-ocr page 86-
TOEKOMSTVERKENNING UIT HET VERLEDEN, MARC WORTMANN
Ik voorzie dat er over 50 jaar
een rondweg om Zeist zal liggen
en dat er meer parkeer-
gelegenheid aan de randen van
het centrum komt in combinatie
met light-railverbindingen met
een hoge frequentie. Het cen-
trum zal wel wat groter zijn ge-
worden dan nu denkbaar is.
Buiten de bebouwde kom zullen
de natuurgebieden sterker afge-
bakend worden, met meer be-
perkingen aan het gebruik. Toch
nemen de recreatieve voorzie-
ningen nog verder toe, ook in de
openlucht. Deze worden meer
gericht
         op         individuele
sportbeoefening minder op
teamsporten.
Er komt een Zeister museum,
waarschijnlijk al ruim vóór
2050.
Het verenigingsleven blijft
boeien, maar meer met behulp
van betaalde krachten en min-
der vrijwilligers en minder op
vaste tijdstippen. Daartoe ont-
staan grotere verbanden met
veel keuzevrijheid voor de le-
den.
Communicatie tussen gemeente
en individuele burgers gaat
plaatsvinden langs electronische
weg, met behulp van peilingen
en referenda. De politieke par-
tijen treden daarbij als een soort
makelaars op.
De gemeente zal zich ontwikke-
len tot een verzameling relatief
zelfstandige, dienstverlenende
bedrijven op gebied van infra-
structuur, natuuronderhoud,
zorg, informatie en veiligheid
met lagere algemene belastingen
en hogere retributies.
Zeist krijgt een eigen Hoge-
school als dependance van el-
ders (Utrecht) voor korte stu-
dies en bijscholing van de be-
staande beroepsbevolking.
Het winkelbestand zal verder
groeien met filialen van natio-
nale en internationale ketens en
formules, terwijl de kleinschalige
detailhandel sterker ingevuld
wordt door wat nu nog allochto-
nen heten.
■ Er komen steeds meer
horeca-gelegenheid met combi-
natie van eten en drinken met
ontspanning en wellicht ook
kinderopvang, al zal dat laatste
ook steeds meer door de grotere
scholengemeenschappen wor-
den opgepakt. Bij dit alles blijft
het gezin de belangrijkste leef-
eenheid. In 2050 zal de werk-
week en de schoolweek nog
maar 3 a 4 dagen beslaan met
veel
          meer          thuiswerk
(telewerken) en in de dienst-
verlenende beroepen een losse
en flexibele verhouding tussen
werkgever en werknemer op ba-
sis van meer gelijkwaardigheid
dan thans.
• Voor het kerkelijk leven ver-
wacht ik in de 2" eeuw een
renaissance, vooral in de katho-
lieke en evangelische hoek!
Mare Wortmann
-ocr page 87-
Seijst
1999-IY
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
Twee zeepziederijen in Zeist
Wie de geschiedenis van een be-
drijf op papier wilt zetten, zal
in eerste instantie op zoek gaan
naar een bedrijfsarchief. Bij het
niet aanwezig zijn van een der-
gelijk archief- meer niet dan wel
- zal teruggrepen worden op
overheidarchieven. Een onder-
zoek van Van Maanen, streek-
archivaris in Qeldermalsen.
Om een bedrijf op te
kunnen richten, was
van de plaatselijke en
de provinciale overheid toestem-
ming vereist. Daarnaast kunnen
we correspondentie aantreffen als
er overlast werd veroorzaakt en in
gemeenteverslagen gegevens als
het aantal werknemers e.d. Zelden
zal er gedacht worden aan
belastingarchieven, toch kunnen
deze een aanvullende en soms een
belangrijke rol spelen.
Nu zijn de Utrechtse belasting-
archieven nagenoeg geheel verlo-
ren gegaan, maar in het archief
van de afdeling accijnzen van het
ministerie van Financiën zijn
beide Zeistse zeepziederijen een
aantal keren ter sprake gekomen.
Het zijn deze gegevens die ik op
een rijtje heb gezet, aangevuld met
gegevens voor de "Het Anker" uit
het "bedrijfsarchiefje" in het ar-
chief van de Evangelische
Broedergemeente. Wellicht is een
en ander aanleiding tot een uitge-
breider artikel over beide Zeistse
zeepziederijen
fN-D.^
-ocr page 88-
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
Fiscus
Door de rijksoverheid werd in
de gedaante van de dienst accijn-
zen en in- en uitvoerrechten
nauwlettend toezicht gehouden op
de verrichtingen van zeepzie-
derijen. Telkens wanneer een
zeepziederij het productieproces
opstarte, moest dit van te voren
worden aangegeven en werd door
een of meer ambtenaren daadwer-
kelijk toegekeken. De archief-
stukken die dan ook aanwezig zijn,
hebben betrekking op dit toezicht
en dan met name in gevallen dat
iets mis ging en het ministerie van
financiën benaderd werd. Hier
werd naar aanleiding van uitge-
brachte adviezen en toetsing aan
de bestaande wetgeving een be-
sluit genomen.
Produetieproees
Zeep werd in de negentiende
eeuw vervaardigd van weedas,
potas, kalk en raap-, hennep- en
lijnolie. De weedas werd allereerst
fijngeklopt, waarna ze in een vat
gemengd werd met potas en kalk
onder bijvoeging van water. Dit
mengsel liet men vervolgens 24
uur staan, waarna men het vocht
uit het vat in een grondbak liet
weglopen. Vervolgens werd op-
nieuw water bijgegoten en het
mengsel weer 24 uur onberoerd
gelaten. Het eerder opgevangen
vocht werd overgegoten in een
ketel nadat vooraf was nagegaan
of het looggehalte sterk genoeg
was; hiervoor gebruikte men een
"coraal van barensteen". Na toe-
voeging van olie, en zo nodig loog,
bracht men de inhoud aan de
kook totdat een deel van het wa-
ter was verdampt en olie en loog-
zout een verbinding waren aange-
gaan. Vervolgens controleerde
men of de zeep goed was. Dit deed
men door een kleine hoeveelheid
uit de ketel te halen en te laten
stollen. Bij het breken van de zeep
moest dit in stukken zijn en niet
draadvormig; daarnaast moest de
Morsen van zeep bij de open vaten waarin de zeep
ziedde (kookte) was heel gebruikelijk. De vloer was
dan ook bedekt met een spekgladde laag.
BRON L, FIGUIER, LES MERVEILLES DE IINDUSTRIE, PARIJS 1875
-ocr page 89-
Seijst
IW9-IV
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C VAN MAANEN
zeep doorschijnend zijn. Wanneer
de zeep aan deze voorwaarden
voldeed, werden vaatjes gevuld
waarin de zeep kon stollen en ver-
zending kon plaatsvinden.
"De Balans"
Zeepziederij van Gebrs.
Van der Veer & Klooster
hl september 1849 kreeg de
firma opdracht de gemeenschap
tussen de fabriek en de daar aan
belendende gebouwen weg te ne-
men. Om eventuele wrijvingen te
voorkomen was met Van der Veer
vooraf afgesproken aan het besluit
te voldoen.
Deze zaak speelde al enige tijd
want in augustus dat jaar was hun
aangeraden enige dagen in beraad
te gaan omdat "ongetwijfelde
groot ongerief voor hen" te ver-
wachten was.
Deze ziederij werd een aantal
keren door Brouwer en Zoon in
diskrediet gebracht met als gevolg
dat de dienst accijnzen extra aan-
dacht aan haar reilen en zeilen
besteedde.
Op 18 november 1852 bereikte
de minister een ambtelijk schrij-
ven waarin gesproken werd over
geruchten dat de gebroeders Van
der Veer zich op grote schade aan
fraude schuldig maakte. De
arrondissementsdirecteur der be-
lastingen, terugblikkend op vroe-
gere rapporten, hechtte hier wei-
nig waarde aan. De firma had nog
nooit vermeerdering (overmaat)
aangegeven, tot op dat moment
hoogst zelden bedorven zeep
terugontvangen en zeer zelden
waren ziedsels in deze ziederij zelf
bedorven.'
De directeur vertrouwde daar-
entegen Brouwer niet ondanks de
gunstige voorspraak van anderen.
Bij hem bleef twijfel en achter-
docht bestaan, aangezien het deze
firma was die de laster verspreidde.
Opvallend is hierbij de volgende
zinsnede uit zijn brief: "Men heeft
zich zelfs geoorloofd om door het
kanaal van een geheim
Protestantsch genootschap bij
m<.)nde van den heer Beeldsnijder
van Voshol en de Vrije Nes mij ten
hunnen voordeel te stemmen en
de andere zieders in verdenking te
brengen". Brouwer zelf was op dat
moment een boete opgelegd van ƒ
200 voor overmaat (zie verder in
het artikel).
-   Totale productie in 1856:
468.068 kilo, bedorven 17.835
kilo.
-  Totale productie in 1858:
516.933 kilo, 5 1/10% opnieuw
ingestoken.
Net als in 1852 ontstond in
1859 weer een geruchtenstroom
over Van der Veen Weer werd men
beticht van kwalijke praktijken.
De Zeistse ontvanger was gemach-
tigd om de aftekening van de
geleibiljetten aan de gemeente-
grens van Utrecht te "beperken"
indien hij fraude vermoedde. De
zeep werd overigens met de beurt-
4
-ocr page 90-
J Seijst
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
schipper vervoerd. Ondanks de
verscherpte controle hieven de ge-
ruchten aanhouden. De Utrechtse
controleur verklaarde dat een niet
met naam genoemde linnenbleker
al geruime tijd geen zeep nieer had
gekocht bij de firma Schuunnan.
Desgevraagd verklaarde hij de
zeep voor veel lagere prijs bij Van
der Veer aan te kopen en dit te
blijven doen zolang het in zijn
voordeel was. Toch werd hieraan
geen waarde gehecht door de
arrondissementsdirecteur, maar
sprak hij van broodnijd. Hoe
streng ook de controle was ge-
weest, men had geen misbruiken
geconstateerd. Wel wees hij er op
dat de ambtenaren die eerst te
Zeist maar nu te Utrecht werkten
wilden pochen over hoe goed zij
vroeger werkten. Het gevolg was
wel dat zij fabrikanten en collega's
in een ongunstig daglicht zetten.
Overigens was hij nog steeds beter
te spreken over Van der Veer dan
over Brouwer. Van der Veer was de
meest solide, Biouwei bereidde
dankzij allerlei kunstmiddelen
slechte zeep. Het vervoer tot aan
de Ridderschapsevaart wilde hij
voor de aftekening alleen behou-
den wanneer de tijd voor het ove-
rige vervoer verlengd werd tot 3
uur Totale productie in 1859 :
515.399 kilo zachte zeep, bedor-
ven 13.892 kilo.
"Het Anker''
Zeepziederij van Brouwer & Zn
Volgens bestaande literatuur
werd al in de achttiende eeuw
zeep gemaakt in Zeist. In 1754
nam de Broedergemeente de
kaarsenmakerij van Johan Chris-
tian Römelt over. Vier jaar werd
het Broederhuis eigenaar. Bedrijfs-
leider werd de in 1772 geboren
Jacob Skangel. In de in het Kleine
Broederhuis
                  gevestigde
kaarsenmakerij werd een keer per
jaar het kaarsenafval tot zeep ver-
werkt ondanks dat hier een ver-
bod op stond. Ook zusters vonden
GRAVURE THE BOOK OF ENCLISH TRAEDES 1821
werk in het bedrijf met het draaien
van "seifenkugel". In 1819 werd
het gemeentelid Pieter Hendrik
Brouwer de nieuwe eigenaar van
de
        kaarsenmakerij        annex
zeepziederij die achter het huidige
Broederplein 35A stond.
Als we de gegevens checken aan
■SJKiÉ^
BIB'
-ocr page 91-
Seijbt
1995.1v
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R H C VAN MAANEN
beschikbare archiefstukken dan
zien we dat in 1754 Johann
Christian Remelt in de
kaarsenmakerij te werk werd ge-
steld. Deze werd voor rekening
van de gemeentewinkel op naam
van Gerrit van Wees gedreven.
Rond 1767-1768 werd een
nieuwe werkplaats voor de
zeepziederij en de kaarsenmakerij
van Jacob Skangel aan het
Broederplein ingericht. Skangel
stond in de daaropvolgende jaren
aan het hoofd van beide bedrijven.
In 1778 nam Martin Brouwer ech-
ter de kaarsenmakerij over,
Skangel bleef echter de
zeepziederij beheren. Na 1801
heeft Brouwer ook de zeepziederij
overgenomen en in de daaropvol-
gende jaren waren beide bedrijven
in het bezit van de familie Brou-
wer. Hetzelfde geldt trouwens ook
voor de bierbrouwerij en de
mouterij. De zeep werd tot in de
negentiende eeuw verkocht in de
(zeep) winkel verbonden aan de
broedergemeente.^ Brouwer was
ook eigenaar van de bierbrouwerij
en mouterij. Dit is juist al betwijfel
ik ten zeerste of de brouwerij na
1819 nog in bedrijf is geweest. In
de statistiek van 1815 wordt ver-
meld dat de brouwerij buiten be-
drijf was. Bij de aankoop in 1819
was de bedrijfsinventaris buiten de
verkoop gehouden. In de boek-
houding werden de brouwerij en
de mouterij wel steeds opgevoerd.
De zeepziederij en de
kaarsenmakerij maakten echter
gebruik van de ruimten van de
brouwerij, waarvoor steeds een
jaar huur werd opgevoerd. Ook
het ontbreken van een post voor
herstelwerkzaamheden aan de in-
ventaris van de brouwerij geeft mij
reden om te veronderstellen dat
deze na 1819 stilstond.
Geregeld komen in de bewaard
gebleven journalen en het groot-
boek posten voor waarbij uitgaven
voor de zeepziederij werden ver-
antwoord. Het gaat naast de beta-
ling van de huur van de bedrijfs-
ruimten vooral om uitgaven aan
de gereedschappen. Deze laatste
uitgaven geven ons onverwachte
informatie over het Zeistse onder-
nemers in die jaren. Veelal werden
kleine (re) reparaties en leveran-
ties uitbesteed aan plaatselijke
ondernemers. Ging het om repa-
raties aan de ketels dan werd
veelal uitgeweken naar de firma
van de weduwe van J.R. Welling-
huijsAXfellinghuizen en Zonen te
Amsterdam. De nieuwe ketels
daarentegen werden vanuit het
buitenland geleverd. In 1839 le-
verde C. Verloop te Utrecht voor ƒ
56,- twee gegoten ijzeren veren
voor onder de grote ketel, gewicht
355 kilo. In hetzelfde jaar werd
ondermeer een nieuwe ijzeren
loogbak voor ƒ 400,80 en een
moscovische oliepijp voor ƒ 2,00
aangekocht. C. Fries in Zeist
mocht in mei voor ƒ 380.08 een
544 kilo wegende ijzeren loogbak
leveren. Een nieuwe ijzeren
-ocr page 92-
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
indigopot, van 19 kilo, met heng-
sel kostte het daaropvolgende jaar
ƒ 4,-. De weduwe Wellinghuijzen
maakte voor ƒ 129,05 een nieuwe
Engelse pot onder de grote zeep-
ketel. Deze zeepketel was overi-
gens geleverd door de Zweedse
firma Carl R. Roth uit Stockholm.
In november dat jaar betaalde
men deze firma voor een gegoten
ijzeren zeeppot ƒ 383,-. Ook an-
dere plaatselijke ondernemers als
de koperslager en loodgieter L.
Schütz en Fred. Kraan kregen op-
drachten. De inventaris van de
zeepziederij werd in de jaren
1831-1839 geboekt voor bedragen
tussen de ƒ 2.000 en de ƒ 4.000.
Compagnieschap
Op 21 september 1839 werd
voor de Utrechtse notaris Hendrik
Adriaan Reinier Vosmaer tussen
Pieter Hendrik Brouwer en
Willem Brouwer een akte van
compagnieschap opgericht. Bei-
den beoogden hiermee hun
handelszaken tot dan toe gedre-
ven onder de firma Brouwer en
Zoon als solidaire compagnons in-
gaande 1 februari 1839 te willen
voortzetten. Naast het fabriceren
van harde en zachte zeep, het
maken van savonetballen en kaar-
sen wilden men handel in olie, was
en waskaarsen drijven. Door de
gemeente Zeist was in het dienst-
jaar 1839-1840 op 19 september
1839 (nrs. 31 en 32) hiervoor een
akte van patent verstrekt.
Het gemeenschappelijke kan-
toor was gevestigd aan het Ooster-
plein nr. 40 waar ook de kas, boe-
ken etc. aanwezig waren. Beide
vennoten waren gerechtigd om
alle brieven, wissels etc. te onder-
tekenen handelende in naam van
hun tweeën. Alleen met schrifte-
lijke toestemming van de andere
vennoot mocht echter geld wor-
den opgenomen, de goederen
hypothecair worden bezwaard of
op welke wijze dan ook de vaste
goederen worden vervreemd. Om
concurrentievervalsing te voorko-
men mocht geen van de vennoten
voor zich zelf handel drijven in
een van de producten die ook de
firma leverde. De compagnieschap
werd voor onbepaalde termijn op-
gericht. In 1854 werd de vennoot-
schap ontboden.
Watertoevoer
Voor een zeepziederijen en bier-
brouwerijen is de aanvoer van vers
water en de afvoer van afvalwater
van het hoogste belang. Met de
eigenaars van de ambachts-
heerlijkheid was dan ook geregeld
dat men het water uit de Karper-
vijver mocht gebruiken. In 1818
werd opnieuw tussen de grond-
eigenaars Cornelis Renatus en
Jacob van Laer, eigenaars van de
ambachtsheerlijkheid, wonende
op het Wester- of Zusterplein nr.
21, en de kaarsenmaker en zeep-
zieder Pieter Hendrik Brouwer,
wonende op het Oosterplein nr.
41, vastgelegd dat de laatste onder
-ocr page 93-
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
i99f-rV
de Achterlaan een goot mocht
aanleggen die aangesloten was op
de pomp van de ziederij en uitko-
mende op de zogenaamde karper-
vijver Tot dan toe was dit water-
gebruik jaarlijks goedgekeurd, nu
voor zolang de ziederij bleef be-
staan. De zeepziederij stond achter
het Ooster- of Broederplein aan
de Achterlaan achter het huis op
hetzelfde plein. Voorwaarde was
dat Brouwer het water schoon
hield zodat een goede onafgebro-
ken afloop op de grote vijver
plaatsvond waardoor het water
zuiver bleef Verder mochten ook
geen afleidingen of afsluitingen
worden gemaakt die de afloop
zouden kunnen benadelen. Brou-
wer kreeg toestemming om zo dik-
wijls als nodig werd geacht de
karpervijver gelegen tussen de bui-
tenmuur van de ziederij aan de
westzijde tot aan de stenen beer in
de scheisloot, tussen de buiten-
plaats Beek en Royen en het erf-
pachtsland van de Evangelische
Broedergemeente uit te baggeren.
Vanaf 1 januari 1818 was voor
deze rechten een canon of erf-
pacht van ƒ 10,50 verschuldigd.
Bedrijfsresultaten
In 1815 werd in een statistiek
voor de provincie Utrecht vermeld
dat in het bedrijf zes mensen werk
vonden. Dat jaar waren er ook
drie kaarsenmakers in Zeist werk-
zaam. De jaarproductie van de
zeepziederij was circa 2.000 ton,
van de kaarssenmakerij 18.000
kilo.
Vier jaar later werd in een statis-
tiek voor de provincie Utrecht
vermeld dat in het bedrijf vijf
mensen werk vonden tegen een
dagloon van ƒ 0,14. Het bedrijf
bestond volgens de opgave al en-
kele jaren en produceerde met
name voor de binnenlandse
markt. Uit "Zeist ten tijde..." blijkt
dat rond 1830 twee zeepzieders
(waarvan tevens kaarsenmaker),
vijf zeepziedersknechten en vijf
kaarsenmakersknechten in Zeist
werkzaam waren.
Op 20 april 1830 verklaarde
Brouwer dat in de voorafgaande
jaren kampte met een afnemende
vraag naar zijn producten en weet
dit aan de hand over hand toene-
mende concurrentie. In de
kaarsenmakerij werkte op dat mo-
ment zeven en in de zeepziederij
zes werklieden. De slechtere resul-
taten van de kaarsenmakerij res-
pectievelijk zeepziederij werden
veroorzaakt door het "schier alge-
meen gebruik der lampen" en het
misbruik dat (veel) andere
zeepziederijen van Brouwers
merknaam (B & Z) maakten.
Deze ondernemers plaatsten niet
alleen Brouwers merk op hun fus-
ten, maar lieten zelfs speciale
brandijzers hiertoe vervaardigen
om zo de kopers te misleiden. Op
deze wijze, aldus Brouwer, ver-
kochten zij zeep uit hun eigen
fabrieken "doorgaans van zeer
-ocr page 94-
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
middelmatige en zoms van aller-
gemeenste kwaliteit" als de in het
algemeen zeer geroemde Zeister-
zeep.
Volgens een verklaring van de
gemeente Zeist d.d. 16-11-1833
exporteerde Brouwer zijn "Zeister
savonnetballen" ook naar Neder-
lands Oost-Indië, te weten een
kist inhoudende zestig blikken
doosjes, elk met twaalf stuks, ofte-
wel in totaal zestig dozijn (720
stuks) Zeister Savonnetballen).
Brouwer en Zoon kwamen
meerdere keren met de dienst ac-
cijnzen in botsing.
Op 6 november 1852 werd een
overmaat van 5% boven het
toegestaan maximum geconsta-
teerd tijdens het wegen van het
ziedsel dat 5.202 kilo zachte zeep
woog. Brouwer protesteerde hevig
tegen de opgelegde boete van ƒ
200 voor de 311 kilo overmaat.
Volgens hem was de overmaat te
wijten aan het niet opletten door
het werkvolk tijdens het vullen
van de ketel met een vat olie
teveel en wat niet tijdig genoeg
was bemerkt. Daarnaast had men
oliën van andere loog dan norma-
liter gebruikt. Verder verweerde
hij zich door er op te wijzen nooit
gefraudeerd te hebben en de opge-
legde boete - een zo kapitale som -
buiten proporties was. De arron-
dissementdirecteur der belastingen
schreef aan de minister dat door
het toezicht van de dienst accijn-
zen geen gelegenheid tot fraude-
ren was geweest. Het was echter
onmogelijk te bewijzen dat her
hier om een vergissing is, iets waar
de wet overigens niet naar vroeg.
Hij hechtte ook weinig geloof aan
Brouwers bewering daar de
meesterknecht een "zeer knap
werkman" was, die zeer goed wist
wat hij deed. De houding van de
heer Voullaire, firmant en direc-
teur van de ziederij, bevestigde zijn
vermoeden dat alleen de gelegen-
heid tot een stiekeme uitslag ont-
broken had. Bij de directeur leefde
de gedachte dat de afwisseling van
koude en warmte het personeel in
onzekerheid had gebracht voor
wat betreft het vaten van de zeep
en om het stijven te bevorderen
extra grondstof had toegevoegd.
Hier was echter niet van gerept en
bij zijn reis naar Zeist om het
ziedsel te bekijken was het al ge-
heel uitgeslagen zodat de vochtige
warmte geen nadelige invloed kon
hebben uitgeoefend. De minister
had dan ook op 29 november
"zwarigheid" op de boete terug te
komen.
Gedurende 1852 moest Brou-
wer 10 3/5 % van haar totaal
productie opnieuw insteken. Van
de 47.831 kilo werd maar liefst
18.927 kilo opnieuw ingeslagen
omdat zij niet voldeed aan de ge-
wenste kwaliteit (bedorven). Dat
betekende dat jaar maar liefst
28.904 kilo opnieuw herzoden
moest worden. Van der Veer daar-
-ocr page 95-
Seiist
l999-iV
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
entegen kreeg slechts 1.825 kilo
bedorven zeep terug en herzoodde
13.1510 kilo, oftewel 4% van de
totale productie.
De ziederijen lagen ongeveer op
een kwartier afstand van elkaar
Doordat zij veelal op dezelfde da-
gen werkzaam waren en dus
vating en afweging ook tegelijker-
tijd plaatsvonden, was het voor de
dienst accijnzen niet mogelijk een
goed toezicht uit te oefenen. Door
de laster (zie boven) had men zich
vooral op Van der Veer geconcen-
treerd en was Brouwer nagenoeg
buiten het toezicht gebleven.
Meerdere keren was op deze on-
gewenste situatie de aandacht ge-
vestigd, maar wegens een tekort
aan ambtenaren was hierin geen
verbetering opgekomen. Nu was
de maat voor de directeur echter
vol en de commies Schuijtema was
naar Zeist overgeplaatst. Dit had
direct resultaten opgeleverd en de
commies Coops was naar Veen-
endaal voor onderzoek afgereisd.
De zeepziederij van P.J. Kasteleijn, anno 179
Dit om een gerucht te onderzoe-     ^aamd "molwater" en die vooral
ken dat "een der talrijke" Van     in de wolwasserijen gebruikt werd
Schuppens van zogenaamde     ^^ ^^^ ^n^^^ ^^^^ ^^^ nawassen
traanolie door Brouwer rond-     ^og zachte zeep nodig had. Brou-
gevent een zeep bereidde ge-     wer zou namelijk ook het procédé
-ocr page 96-
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
\'oor de vervaardiging van dat
u y. U "molwater" hebben gegeven. In de
marge van de brief stond met pot-
lood geschreven dat in het verle-
den vanuit Amsterdam al klach-
ten tegen Brouwer waren inge-
in totaal 6.330 kilo. Twee dagen
later woog men om elf uur 6.240
kilo zachte zeep en 330 kilo
schuim af De 24e gaf de firma een
ziedsel aan waarbij dezelfde 330
kilo schuimzeep zou worden inge-
stoken. Toen de ketel geschikt was
voor de insteking, werd tot twee
keer toe tevergeefs getracht de
belastingambtenaar thuis te waar-
schuwen. Omdat langer uitstel in-
hield dat de insteking zou misluk-
ken, werd deze verricht zonder
ambtelijk toezicht. Er werd aan de
firma dan ook afschrijving van
haar rekening geweigerd. Aan de
minister van financiën werd ge-
vraagd dit alsnog te mogen doen.
Desgevraagd verklaarde de
verantwoordelijke commies op de
bewuste dag naar Driebergen te
zijn afgereisd om aanwezig bij het
slachten van vee te zijn. Vooraf
had hij echter zijn beide collega's
Coops en Dürge met het toezicht
op de beide Zeistse zeepziederijen
belast. Beiden verklaarden 's och-
tends naar "De Balans" te zijn
vertrokken om toezicht te houden
op de zieding daar en de afweging
van de rode zachte zeep, waarmee
zij even over 10 uur gereed waren.
Op verzoek hielden beide ambte-
naren zich vervolgens bezig met de
verificatie van de uitslagen met
vrijdom van accijns. Door de sla-
ger E. Busbroek te Zeist was in-
middels twee keer gevraagd om bij
een slachting aanwezig te zijn, om-
dat het vlees hiervan te krijgen
iiodig was. In overleg met Dürge
ging Coops naar de slager om na
afloop naar de ziepziederij terug te
keren. Toen Coops thuiskwam,
vroeg de knecht van der Veer een
door zijn meester aangegeven
rund te controleren. Hij ging dan
ook naar het huis van zijn chef
voor de preseertang, van plan van
hier naar de zeepziederij te gaan
en vervolgens met Dürge naar het
bewuste rund te gaan. Aangezien
Brouwer gewoonlijk tussen half
twee en drie uur de insteking ver-
■(■!
diend, dus de bewering was niet
ongegrond.
Juni 1853 mislukte het gehele
ziedsel bij de firma Brouwer &
\ Zoon. Op 17 oktober gaf men aan
\ zachte zeep te willen maken. Men
wilde het vuur onder ketel nr. 1
(groot 12.089 liter) op de 18e om
vijf uur voormiddag te willen aan-
leggen, de 19e om half twee met
de vating te willen beginnen, ein-
digende op de 21e om 9 uur voor-
middag. Men schatte de opbrengst
op 6.353 kilo zeep, waarvan 203
kilo schuim en 600 kilo kwade
("bedorven") zeep. Deze laatste
zeep zou opnieuw worden ingesto-
ken. De 19e om 4 uur telde men
bij de vating 34 halve, 119 kwart
en 48 achtste toiinen zachte zeep.
-ocr page 97-
Seijst
l99f-IV
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
richtte, zou er tijd genoeg zijn.
Toen men om even half twaalf bij
Brouwer arriveerde, zei een van de
knechten dat men om elf uur had
ingestoken. Men had tevergeefs
getracht een van de ambtenaren
te waarschuwen, maar men had
niet langer kunnen wachten. De
vrouw van de commies zei dat
even voor elf uur iemand aan de
deur had geroepen, maar geen
antwoord had afgewacht. De
knechten beweerden daarentegen
meer dan twee uur eerder te heb-
ben gewaarschuwd. Uiteindelijk
stemde de minister in de afschrij-
ving toe.
Op 24 januari 1856 vroeg de
firma Brouwer & Zoon toestem-
ming tot plaatsing en gebruik van
een kleine ketel van ± 6 vat (600
liter) inhoud. Men wilde deze door
stoom verwarmde ketel gebruiken
voor het vervaardigen van gepar-
fumeerde
           gekleurde           en
ongekleurde zeep. De toestem-
ming voor de vervaardiging van
toiletzeep werd gegeven, mits het
fabrieksgedeelte waarin de ketel
geplaatst werd, gescheiden werd
van de rest van het fabrieks-
complex.
Daarnaast mocht nooit zachte
zeep worden aangetroffen in het
fabrieksgedeelte waar harde zeep
werd vervaardigd en omgekeerd.
Dat jaar werd in totaal geprodu-
ceerd 478.647'/z kilo waarvan
20.535'/z kilo als bedorven werd
aangegeven. Er werd geen grauw
van zeep ingestoken.
Op 15 mei 1857 had de firma
Brouwer & Zoon rode zachte zeep
gestookt. In plaats van de vooraf
aangegeven geschatte ruwe op-
brengst van 2.060 kilo verkreeg
men 2.510 kilo. Het teveel was
dus 450 kilo, het wettelijke toege-
stane maximum verschil werd met
347 kilo overschreden. De hier-
voor vastgestelde boete bedroeg
ƒ200,00, in de praktijk werd ech-
ter ƒ10,00 geëist indien geen opzet
in het spel was. In het geval van de
Zeistsc firma was echter enige twij-
fel. Weliswaar was dit de eerste
foutieve aangifte sinds de vestiging
in 1855 (?), maar reeds voor het
vaten van de zeep was al opge-
merkt dat er een grotere hoeveel-
heid was gezoden dan aangegeven.
De commiezen der accijnzen had-
den pas na de vating, dus 24 uur
later, de zeep bewaakt. De zieding
was namelijk op maandag 15 mei
om negen uur namiddag afgelo-
pen, de vating de 16e om vier uur
Op advies van de provinciaal di-
recteur der belastingen verminder-
de de minister van financiën de
boete tot ƒ25,00.
Totale productie in 1858:
521.5021/2 kilo, in totaal 6 3/10%
opnieuw ingestoken. Ter vergelij-
king de Utrechtse ziederij Schuur-
man & Co. produceerde
1.066.498 kilo, met slechts 2'/2 %
opnieuw ingestoken.
-ocr page 98-
Seijst
!9f94V
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST, R.H.C. VAN MAANEN
De totale productie in 1859 be-
droeg 455.773 kilo (3634 kilo
harde en 452.139 kilo zachte
zeep) waarvan bedorven 43.707
kilo zachte zeep.
Dat naast de zeepziederij Brou-
wer en Zoon de vennoten ook
handelaars in zachte zeep waren,
blijkt uit een rapport van de belas-
tingcontroleur d.d. 29 september
1859. Hierin is sprake dat de
handelaars in genot zijnde van een
doorlopend krediet in november
1858 uit dit doorlopend krediet op
geleidebiljet 960 kilo zachte zeep
naar de Zeistse ziederij hadden
uitgeslagen en dezelfde hoe-
veelheid, nu goede zeep, hadden
teruggekregen. Dat jaar tradei"!
Mare Voullaire en Gustaaf Adolph
Croockewit handelende onder de
naam Firma Brouwer en Zoon op
toen de verplaatsing van de
kaarsenmakerij aan de orde was.
In de akte van compagnieschap
uit 1839 was het handeldrijven
overigens al opgenomen.
Dezelfde Mare Voullaire ging in
1869 met de Amsterdamse bier-
brouwer en azijnmaker Willem
Hovy een commanditaire
vennootschap aan voor drie jaar
waarbij ondermeer tot het
handeldrijven in alle soorten van
zeep en kaarsen, bieren en azijnen
werd besloten.
In de jaren 1896-1897 werd de
voormalige zeepziederij in op-
dracht van de firma H.H. Schütz
en Co. geheel verbouwd.
R.H.C, van Maanen
NOTEN
1.    De dienst accijnzen berekende aan de hand
van vooraf bekende gegevens de te verwachten
opbrengst uitgaande van een bepaalde hoeveel-
heid grondstof het toegepaste procédé en het
gemaakte product. Bij ondermaat is sprake dat
2.    Artikelen over de geschiedenis van de brou-
vi/erij en de kaarsenmakerij en verder de
zeepziederij van voor 1815 van mijn hand zijn
in voorbereiding.
BRONNEN
Archief van het ministerie van Financiën,
afdeling accijnzen (Algemeen Rijksarchief te 's-
Gravenhage) invnrs. 25.41,46,53,57,62,64.75
en 77.
-     Collectie Goldberg invnr. 45 (ARA).
Archief Provincie Utrecht (Utrechts Archief).
Archief van de Voorstander en het Aufseher
Collegium van de Evangelische Broedergemeente
te Zeist I 747-1 948 (HUA) invnrs. 736-758.
-     Archief gemeente Zeist na 1813 invnrs. 137
en 151. Met dank aan mijn college R Rhoen.
Boon. J.C.M. De Utrechtse gemeenten in
1815. Utrecht. 1972.
Brugmans, dr I.J. Statistieken van de Neder-
landse Nijverheid uit de eerste helft der 19e
eeuvv'. Martinus Nijhoff's-Cravenhage, 1956, Ie
stuk.
A. de Groot en R Peucker. red. De Zeister
Broedergemeente 1746/1996. Bijdragen tot de
geschiedenis van de hernhutters in Nederland.
Walburg Pers, Zutphen. 1996.
Leeuwenberg. L.L. Rh. "Hernhutters in Neder-
land in de 18de eeuw" in : Spiegel Historiael. I 7e
jaargang, nr.3. maart 1983, biz. 122-133.
Rhoen, R "Zeist ten tijde van de invoering
van het kadaster (1816-1835)".
          ■' ■.'
-ocr page 99-
Seijst
1999-W
HET LAGER ONDERWIJS IN ZEIST (5), LEO VISSER
De eerste plannen voor de
bouw van een school in
Austerlitz dateren uit
1832, toen EA. Hubert, eigenaar
van de buitenplaats Heidelanden,
aan de gemeente Zeist grond aan-
bood voor de bouw van een
"schoolhuis", waarin behalve
woonruimte voor de onderwijzer
ook een leslokaal zou worden on-
dergebracht. Eerder had Hubert
de helft van de benodigde materi-
alen voor de bouw van het school-
huis beschikbaar gesteld. Ook
hadden particulieren financieel
bijgedragen om tot verwezelijking
van de school in Austerlitz te ko-
men.
De burgemeester van Zeist
steunde deze plannen, zoals blijkt
uit de volgende brief-van 15 okto-
ber 1833 aan het college van ge-
deputeerde staten van Utrecht:
"Ik heb gemeend U Ed. Groot
Achtb. te moeten kennisgeven,
dat eenige ingezetenen van
De openbare lagere school in Austerlitz.
PARTICULIERE COLLECTIE
onderwijzen. Zij hebben mij dit
plan kennelijk gemaakt, met het
verzoek hun hierin de behulp-
zame hand te bieden. Ik heb mij
daaraan niet kunnen noch willen
Austerlitz, gemeente Zeist, het
voornemen hebben een school-
huis te bouwen, om daarin
hunnen kinderen door een be-
voegden schoolmeester te laten
ka
-ocr page 100-
Seijst
HET LAGER ONDERWIJS IN ZEIST (5), LEO VISSER
De school in Austerlitz
beroepen onderwijzer, om aan-
vankelijk tejiminste eenig
vooruitzigt te hebben.
Het belang
dat V Ed. Groot Achtb. stellen
in alles wat de beschaving en de
verlichting bevorderlijk kan zijn,
doet mij de vrijheid nemen
Li Ed.
Groot Achtb. te verzoeken, de
bewoners van Austerlitz ook
eenigszins de behulpzame hand te
verkenen, teneinde zij zich in
staat gesteld zien, hun zo nuttig
ontwerp ten uitvoer te brengen."
De mededeling over de "bevoeg-
den onderwijzer" hield kennelijk
verband met een in 1829 door
Hubert aangestelde onbevoegde
schoolmeester, Z. Gilles, die in
overleg de de gouverneur van de
provincie Utrecht, een verbod op-
gelegd kreeg om nog langer les te
geven. Het pleidooi van de burge-
onttrekkeyi. Vooreerst omdat de
kinderen van dit gehucht van
allen onderwijs geheel zijn ver-
stoken, door den verren afstarid
van Zeijst, liggende Driebergen
nog dichter dan Zeijst, en Ten
tweede, omdat het getal kinderen
met degenen, welke onder de
gemeente Woudenberg op gron-
den van den heer Stoop c.s.
wonen, honderddertig bedraagt.
Het is mitsdien van genoegzaam
belang, in die buurt een school te
hebben, en ik acht mij alzoo
verplicht hunne zaak voor te
staan. Zij komen met hun bou-
wen thans nog f700.- tekort.
Zouden zij ook op eenige onder-
steuning uit de provinciale fond-
sen mogen rekenen? In de eerste
plaats om hun gebouw te voltooi-
jen en vervolgens op een kleine
jaarlijkse toelage voor den te
meester had succes. Op 22 okto-
ber 1833 besloten gedeputeerde
staten de plannen goed te keuren
en ƒ300.- beschikbaar te stellen
wanneer het schoolgebouw zou
zijn afgewerkt en behoorlijk in
orde zou zijn opgeleverd. Aan het
verzoek om een jaarlijkse bijdrage
konden zij niet voldoen.
Toch wilde het nog niet erg vlot-
ten met de bouw. Op 5 februari
1834 vroeg Hubert de burgemees-
ter om de zaak wat te bespoedigen,
aar dat hielp ook niet. De burge-
meester schreef hem op 11 fe-
bruari 1834 terug dat hij al veel
moeite gedaan had ten opzichte
van de school in Austerlitz en dat
de vrijwillige inschrijvingen op de
lijst merendeels door zijn invloed
hadden plaats gehad. Hij wees er
op, dat er ƒ300.- van de provincie
-ocr page 101-
Seijst
1999.p/
HET LAGER ONDERWIJS IN ZEIST (5), LEO VISSER
beschikbaar was, maar dat daar-
over niet kon worden beschikt
voor de school geheel klaar was en
er behoorlijk bewijs zou zijn dat de
school op het eigendom van de
gemeente stond.
"Hiervoür dient alzoo vooraf een
acte van cessie te worden gepasseerd.
Het is eerst dan, dat ik mij als burge-
meester met de zaak kan inlaten.
Intussen wil ik gaarne, zonder
qualiteit, het gebouw eens komen
bezigtigen en er ook met de belang-
hebbenden over spreken en alzoo van
mijn zijde opnieuw beginnen daar ik
toen heb geëindigd, zullende het mij
mede aangenaam wezen dat de zaak
derzelver beslag krijgt.",
aldus burge-
meester Van Bern.
Vervolgens had Hubert de
schoolopziener uitgenodigd eens te
komen kijken in Austerlitz. Die
schreef op 9 mei 1834 aan de
burgemeester dat hij het school-
lokaal de onderwijzerswoning al-
daar had opgenomen en dat hij
beiden doelmatig ingericht had
bevonden. Hij stelde de burge-
meester voor eens samen in
Austerlitz te gaan kijken. Daar is
waarschijnlijk nooit iets van geko-
men. Nadat Hubert in 1836 al zijn
bezittingen in Austerlitz aan J.B.
Stoop had verkocht duurde het
nog vijf jaar voor de draad weer
werd opgepakt.
Op 15 oktober 1841 herinnerde
de burgemeester het college van
gedeputeerde staten van Utrecht
aan hun toezegging van 22 okto-
ber 1833 om ƒ300 beschikbaar te
stellen voor de bouw van een
school in Austerlitz. Hij had niet
om uitbetaling van het geld kun-
nen vragen omdat: "het gebouw
hetwelk de toenmalige eigenaar
EA. Hubert bezig was daar te stel-
len niet aan het doel zou beant-
woord hebben en Hubert daaren-
boven niet bij machte was het-
zelve aan de gemeente af te staan"
Nu door de heer J.B. Stoop een
zeer doelmatig schoolgebouw aan
de gemeente was geschonken
vroeg hij het bedrag van ƒ300.-
alsnog uit te betalen om met het-
zelve in de kosten van een huis
vt)or de schoolmeester en verdere
nodige schoolmeubelen tegemoet
te komen.
De opvattingen van de
schoolopziener in 1834 en van de
burgemeester in 1841 over de
doelmatigheid van de school klin-
ken tegenstrijdig, maar in 1841
was de tijd van het schoolhuis
voorbij. Daarom had de heer
Stoop ook een afzonderlijk
schoolgebouw opgericht en het
nog steeds in aanbouw zijnde
schoolhuis
        verbouwd        tot
onderwijzers woning. De nieuwe
school was gebouwd tegenover
deze onderwijzers woning, ook aan
de Schooldwarsweg/Schoolweg,
op de plaats waar nu het Dorps-
huis staat. Gedeputeerde Staten
besloten op 16 november 1841
het geld beschikbaar te stellen en
daarmee leek er schot in de zaak
-ocr page 102-
aeijst
1999-W
HET LAGER ONDERWIJS IN ZEIST (5), LEO VISSER
te komen. Vervolgens werd er op
20 november 1841 een overeen-
komst gesloten tussen Johannes
Bernardus Stoop en de burge-
meester van Zeist, waarbij Stoop
ten eeuwigen dage het door hem
nieuw gestichte schoolgebouw aan
de gemeente Zeist in gebruik af-
stond, terwijl het tevens afstand
deed van de grond met daarop het
door hem verbeterde en voltooide
schoolhuis en waarbij de burge-
meester ten behoeve van de ge-
meente Zeist verklaarde deze
schenking te aanvaarden.
Inmiddels was er contact opge-
nomen met de schoolopziener
over de voorziening in de vacature
van onderwijzer voor de nieuwe
school. Op 29 november 1841
stuurde deze een nota aan de bur-
gemeester, waarin werd vermeld
hetgeen toen volgens de geldende
verordeningen moest worden ge-
daan bij het benoemen van een
onderwijzen Er volgden nog meer
brieven en adviezen, er werden
besprekingen gevoerd over de sa-
lariëring, over de te verwachten
schoolgelden, die ook van invloed
waren op de hoogte van het trak-
tement enz. enz.
Er gingen weer enkele jaren
overheen en uit de notulen van de
gemeenteraad van 6 mei 1844 we-
ten we dat het van belang geacht
werd, dat te benoemen onderwij-
zer met de stand van zaken in de
buurtschap enigszins bekend was
en dat de te benoemen meester
Gramser toen al geruime tijd bij
proefneming vanuit Driebergen
les gaf in Austerlitz. Nadat de no-
dige formaliteiten over de benoe-
ming waren vervuld, kon de
school op 1 augustus 1844 in ge-
bruik worden genomen.
Zes jaar later besloot de heer
Stoop het schoolgebouw en de
onderwijzerswoning aaii de ge-
meente Zeist over te dragen. De
schenking werd op 8 juli 1850
door de gemeenteraad aanvaard.
De overdracht vond plaats ten
overstaan van notaris J.C. Schade
op 21 september 1850. Daarmee
werd alsnog tegemoetgekomen
aan de eis van de burgemeester,
gesteld in 1834 aan Hubert, dat de
school op het eigendom der ge-
meente moest staan.
Dit schoolgebouw, waarin alle
leerlingen in één lokaal bij elkaar
zaten heeft dienst gedaan tot
1883. Al aan het eind van de jaren
zeventig wees hoofdonderwijzer
Gramser met regelmaat op het
feit, dat de school te klein werd
voor het aantal leerlingen. Zijn
laatste jaarverslag aan de School-
commissie eindigde hij met de
woorden:
"Met het oog op de nieuwe wet
op het lager-onderwijs mag ik mij
niet onthouden de wens uit te
spreken dat mijn school spoedig
in drie lokalen worde veranderd.
Deze behoefte zal zich meer en
meer doen gelden bij het weldra
-ocr page 103-
Seijst
l9f9-IV
HET LAGER ONDERWIJS IN ZEIST (5). LEO VISSER
te geven onderwijs in het nuttige
handwerken aan meisjes.".
Het eerste jaarverslag van de
opvolger Van Gramser, J.J. Kraal,
over 1881, maakt melding van het
uitzicht dat bestaat op spoedige
verbetering van de school. Dat
was juist, want op 1 augustus 1882
besloot de gemeenteraad tot ver-
bouw van de school in Austerlitz.
Op 21 september 1882 vond de
aanbesteding plaats van het "Ver-
delen van de bestaande school in
Austerlitz in twee lokalen en de
bouw van een nieuw lokaal en een
overdekte speelplaats.". De bouw
werd gegund aan F. Geijtenbeek te
Zeist voor ƒ8.220.-
Dankzij de nauwkeurige jaarver-
slagen van de hoofdonderwijzers
aan de Schoolcommissie weten we
hoe een ander werd opgelost tij-
dens de verbouwing van de school.
J.J. Kraal schrijft in zijn jaarverslag
over 1882 o.m.:
"Door de verbouw van het
schoollokaal wordt sedert 23
oktober 1882 onderwijs gegeven
in de consistoriekamer van de
hervormde kerk alhier De be-
perkte ruimte laat niet toe dat
alle leerlingen tegelijk onderwijs
krijgen.
Ze genieten om beurten
onderwijs, 's-morgens de groten
en 's-middags de kleinen.
Het
schoolgebouw nadert zijn voltooi-
ing. Naar het mij voorkomt
wordt het een uitmuntend ge-
bouw, dat ongetwijfeld het onder-
wijs ten goede zal komen. Om-
trent de woning kan ik niet zo
gunstig getuigen.' Het huis is zo
vochtig dat dit voor mij en mijn
gezin wel nadelig zal zijn. Ik
hoop dat mettertijd hierin verbe-
tering zal worden gebracht."
Op 9 april 1883 kon hij burge-
meester en wethouders melden
dat hij de catechisatiekamer had
verlaten en de nieuwe school had
betrokken.
Op zijn nieuwe woning heeft
Kraal nog even moeten wachten.
maar in zijn jaarverslag over
1885.kon hij mededelen, dat hij in
het voorjaar van 1885 de nieuwe
onderwijzerswoning had betrok-
ken. Het is een degelijk en goed
huis, dat steeds het hier zijn van
de onderwijzer zal veraangena-
men, aldus een gelukkige hoofd-
onderwijzer
Hij heeft daarna nog maar en-
kele jaren gebruik gemaakt van de
verbouwde school, want op 1 juni
1891 werd hij hoofd van de open-
bare lagere school aan de Ie Hoge-
weg te Zeist. In verband met de
invoering van het 7e leerjaar op
grond van artikel 3 van de
Lager-onderwijswet 1920 besloot
de gemeenteraad op 2 juni 1921
de school uit te breiden met één
lokaal. De school is in 1972 afge-
broken.
Leo Visser
In de z&sde aflevering behandelt
Leo Visser alle hoofdonderwijzers
van Austerlitz
-ocr page 104-
beijst
1999.1v
BERICHTEN UIT DE VAN DE POLL-KAMER
en E. Lamberts, 'Qeschiedenis
van de Nederlanden'
Rotterdam
en Rijswijk 199,3.
I i. R.RM. Rhoen, In de voetstap-
pen van Hendrik Marsman
(1899-1940) door het dorp Zeist.
Een route langs plaatsen waar
Hendrik Marsman in Zeist ge-
woond. Qewerkt, gewandeld,
kortom geleefd heeft.
Zeist I 999.
12.  Mr. Dr. VA.M. van der Burg en
Drs. K.M. Veenland-Heineman,
'Zeist terug in de tijd.' Foto's uit
de collectie Kraal van het Zeister
Historisch Genootschap Van de
Poll-Stichting Rotterdam en Zeist
1999.
13.  Katarina L Van Groningen, 'De
Utrechtse Heuvelrug. De Stichtse
Lustwarande buitens 'm het groen'
Zwolle en Zeist, 1999
14.  Dr. Elisabeth Stades-Visser, Ka-
ren Veenland-Heinemann,
'Mo-
numenten-lnventar'isat'ie prov'm-
c'ie Utrecht. Woudenberg-geschie-
denis en arch'itectuur.'
Zeist en
Utrecht 1999
I.Drs. Annemiek Bal, 'Het Ze'ister
verzet. De gesch'iedenis uan Zeist
in bezettingstijd'.
Rotterdam
1999.
2.Henk Wels, 'Herrnhutters in Zeist,
wonen, werken, geloven'
Abc-
oude 1999.
3.Dr. GIjsbert van Ginkel, 'Dr
Caroline Emilie Bleeker en de Ne-
derlandse
           Optiek-           en
Instrumentenfabr'iek Dr. CE.
BleekerN.V.',
Utrecht 1997.
4. 'Dr Caroiine Emil'ie Bleeker 1897 -
1985',
Uitgave van de
Instrumentele Groep Fysica, Fa-
culteit Natuur- en Sterrenkunde,
Universiteit Utrecht, Utrecht z.j.
S.Marianne I.C. Offereins., ' Dr
Caroline Emilie Bleeker 1897
1985 ): Een bijna vergeten
Middelburgse Natuurkundige '
in
: Zeeland, Tijdschrift van het Ko-
ninklijk Zeeuv^s Genootschap der
Wetenschappen, 7e jaargang, nr
I, maart 1998, biz 16-23.
6. 'Brons, hout en steen. Werk van
hedendaagse Nederlandse Beeld-
Nieirv^e
aanw^insten
van het archief
houwers in het Zeister Slot', Cata-
logus van een expositie gehou-
den in 1976 in het Zeister Slot.
Uitgave van de Zeister Stichting
voor Kunst & Cultuur.
Z.Froukje B. Hardam- van Omme,
'Door de Nederlanden' Potlood-
krabbels onderweg, opgetekend
tussen 1945 én 1980',
-pi. 1999.
S.'Hygiea 50 jaar', Ie Jubileum-
boekje
         Zeister          Dames
Gymnastiekvereeniging Hygiea,
Zeist 1971.
9.'Ter herinnering aan het gedwon-
gen verbÜjf te /]rnhem, winter
1944 - 1945. Niet kan ons schei-
den ',
vier godsdienstige toespra-
ken door Dr. J.G. van der-Valk,
Zeist 1945.
10. Onder redactie van J.C.H. Blom
-ocr page 105-
Seijst
i9W-IV
LEZING MARSMAN - JACKY VAN DEN DIKKENBERC
j Zee, berg, rivier
De honderdste geboortedag van Hendrik Marsman is in Zeist niet
onopgemerkt gebleven dankzij de inzet van een groot aantal per-
sonen en instellingen, waaronder het Zeister Historisch Qenootschap
Van de Poll-Stichting.
Een lezing over
H. Marsman
Een van de activiteiten
vormde een gevarieerde
avond in theater De Klin-
ker op 28 oktober jl. Er was ballet,
er was muziek, er was de prijs-
uitreiking van een poëziewedstrijd
voor middelbare scholieren. Er
waren vriendelijke woorden van
de scheidende voorzitter eni van
de -Coming man", de wethouder
nam een exemplaar van de nieuw-
Jaap Coedegebuure (links) in gesprek
met een neef van Marsman.
FOTO MARC WORTMANN
ste kloeke biografie over het leven
van Marsman in ontvangst en er
was ruimte voor geanimeerde con-
versatie.
Maar bovenal was er de lezing
van Jaap Goedegebuure, de man
die zich al enkele decennia bezig-
houdt met het leven van Mars-
man. In 1980 was al het prachtige
Op zoek naar een bezidd verbaTid
-ocr page 106-
iSeijst
It9§-IV
LEZING MARSMAN
van hem verschenen en nu dan de
min of meer definitieve biografie
Zee, hcr^r, rivier. Het leven van H.
Marsrrum
Voor de pauze was zijn
lezing gebaseerd op een artikel dat
bij voor een special van het lite-
raire tijdschrift Maatstaf had ge-
schreven: 'Souffleur op zoek naar
een personage.' Centraal hierin
staat de relatie tussen object en
subject, tussen de biograaf en zijn
onderwerp. Is Marsmans gespleten
persoonlijkheid al moeilijk te be-
grijpen, zijn levensdrift en doods-
verlangen, zijn afkeer van het
kleinburgelijke, terwijl hij met een
kleine tussenpoos min of meer tot
zijn huwelijk bij zijn ouders thuis
bleef wonen. De relatie van
Goedegebuure tot zijn subject is zo
mogelijk nog ingewikkelder. De
landschappen waar ze in verschil-
lende periodes van hun leven ver-
blijven vertonen grote gelijkenis-
sen, er zijn een paar prachtige
leitmotiven in heide levens aan te
wijzen, maar er is meer en om dat
y*>v
//t'/i/'
Op een 9 meter hoog spandoek aan de voorgevel van de bibliotheek, prijkte een
vers van Marsman.
FOTO FREDERIK RUYS
voelde zich bij tijd en wijle ver-
want met deze souffieur Hij
souffleert als het ware waar au-
thentieke teksten zwijgen.
Zee, berg en rivier zijn voorbeel-
den van zowel werkelijke als sym-
bolische landschappen in het le-
ven van Marsman. Om met de zee
te beginnen. Op zijn veertiende
te beschrijven roept hij de hulp
van de romancier Brakman in. In
De biograaf beschrijft Brakman
hoe een souffleur een biografie
schrijft over de grote overleden
acteur die hij jarenlang teksten in
de mond heeft gelegd. Zijn bijzon-
dere positie tussen de coulissen
brengt ook een bijzonder point of
view met zich mee. Goedegebuure
-ocr page 107-
Seijst
1999-IV
LEZING MARSMAN - JACKY VAN DEN DIKKENBERG
weet hij dat hij met naar de zee-
vaartschool zal kunnen wegens
zijn zwakke gezondheid. In zijn
gedichten symboliseert de zee de
onsterfelijke geliefde ('Paradise
regained'), maar werkelijke mari-
tieme kennis ontbreekt geheel. Pas
in 1940 zou hij de zee in haar ware
gedaante leren kennen. Het
rivierenlandschap
                 tussen
Culemborg en Wijk bij Duurstede
kennen we uit bekende gedichten
als 'Denkend aan Holland', die in
het buitenland geconcipieerd wer-
den. De bossen en heidevelden
van de Utrechtse heuvelrug zijn
als zielslandschap vooral terug te
vinden in zijn gedichten in de
periode van 1919-1921.
In het tweede deel van de lezing
ging Goedegebuure op een wat
meer interactieve wijze in op
Marsmans relatie tot Zeist. Een
vergelijking met De zonde in het
deftige dorp
van Johan de Meester
dringt zich natuurlijk op, maar
laan 3. Dit alles moet bij de dich-
terlijke zoon wel tot gevoelens van
rancune leiden, onder andere
geuit in de woorden -alles beter
dan Zeist."
Maar Zeist betekende voor
Marsman natuurlijk meer: vriend-
schappen met Lehning, met wie
hij het Duits expressionisme ont-
dekt, Houwink, met wie hij De
Vrije Bladen redigeert, Wichman,
Van Klinkenberg, en Minderaa,
toen nog docent op het Christelijk
Lyceum, later hoogleraar in Lei-
den. Vaiiuit het publiek worden
nog enkele vragen gesteld naar de
uitgever van de eerste bundel Ver-
zen, het zogenaamde rode boekje
dat hem op slag beroemd maakte
en het gedicht 'Afscheid van het
dorp', geschreven door zijn alter-
ego J(acques) F(ontijn). En toen
was de avond al weer om. Maar de
biografie is gelukkig nog steeds
verkrijgbaar bij de betere boek-
handel.
Jacky van den Dikkenberg
1899 - 1999
rrmAK
Goedegebuure ging dieper in op
de sociale structuur van dit dorp.
In De Meesters roman wordt een
dienstmaagd door de zoon van een
dominee bezwangert en dit leidt
tot even heftige als onwaarachtige
reacties in alle lagen van de bevol-
king. Goedegebuure signaleert die
onwaarachtigheid ook, maar
plaatst het duidelijker in de sociale
context. Er was veel oud en nieuw
geld in Zeist. Toch floreerde de
boekhandel niet, omdat vader
Marsman steeds op krediet moest
leveren. Zijn moeder verafgoodde
de plaatselijke adel, terwijl zijzelf
door diezelfde adel minzaam werd
aangesproken met 'juffrouw." Uit-
eindelijk moest de boekhandel
verkocht worden en wordt ze een
pensionhoudster op Wilhelmina-
-ocr page 108-
DE RENAISSANCE VAN DE STICHTS£LUSTWARANDE - JAAP VAN ZOONEN
•^eijst
Ifff-IV
U heeft het al eerder in het
zomernummer van ons bulletin
kunnen lezen: onze stichting zet
zich in voor het behoud van de
Stichtse Lustwarande door het
produceren van een professio-
nele videofilm.
Deze film, die ontstaan is in
samenwerking met de Stichting
Het Utrechts Landschap en spon-
sor DBV Verzekeringen, laat de
stand van zaken zien in het gebied
van de Stichtse Lustwarande in
1999, in historisch en cultureel
perspectief.
Regisseur Marjolijn Droog heeft
de opnames voor de film in de
maand juni afgerond.
Marjolijn Droog en Catharina van
Groningen draaien een interview op de
buitenplaats Sandwijck.
FOTOJAflP VAN ZOONEN
De Renaissance van de
Stichtse Lustwarande
De montage van de gedraaide
beelden gebeurde in oktober zodat
er in november een fantastisch
eindresultaat gepresenteerd kon
worden in Slot Zeist. Li de film
zijn o.a. interviews opgenomen
met Coos van Wageningen van
Buitenplaats Molenbosch in Zeist
en met Marinus Van Marwijk
Kooy
          van          Buitenplaats
-ocr page 109-
DE RENAISSANCE VAN DE STICHTSE LUSTWARANDE - JAAP VAN ZOOMEN
I999.IV
VoUenhoven in De Bilt. Daarnaast
komt aan het woord Catharina
van Groningen van Monumen-
tenzorg over de architectuur en
landschapsarchitect Michael van
Gessel over het ontwerp van de
parkbossen in de Lustwarande. De
zorg voor het behoud van het ka-
rakter van de Lustwarande wordt
in de film verwoord door René
Waanders en Henk Lugtmeijer
van de Stichting Het Utrechts
Landschap. Wethouder Maria
Limborg van De Bilt licht het be-
lang van regionaal beleid van de
gemeentes en de provincie op het
gebied van de Lustwarande toe.
Boswachter Aalt van den Hoorn
vertelt over het beheer van de
flora en fauna op Beerschoten.
Verder zien we in de film veel
fraaie buitenplaatsen van de Lust-
warande uitgebeeld in relatie tot
hun omgeving.
De contribuanten van de stich-
ting kunnen de cassette door mid-
del van bijgaande bestelbon bestel-
len voor de prijs van ƒ35,-.
Jaap van Zoonen
hlieuwe leden_____________
De lieer RH.J.F van den Boogert, Zeist
Mevrouw J. Brinl<haus, Zeist
De heer A. Ceelen, Zeist
Mevrouw J.E. Engeringh-Mesper, Zeist
Mevrouw A.M. Geutjes-van Gend, Zeist
J.E.B, van Hasselt, Zeist
De heer L. van 't Hoenderdaal, Zeist
De heer J.R Huisman, Zeist
De heer J.E. Jansen, Zeist
FamJ. Kerckhaert-van Rooyen, Zeist
Mevrouw Anth. Meier, Zeist
De heer S.A.G. Mets-Spijers, Zeist
Mevrouw M. van Otichem-Meier,
Hilversum
Mevrouw M. Peterse, Zeist
Familie .J. van Sijdenborgh, Zeist
De heer J.H. Steenbeek, Zeist
De heer J.L Zeeman, Zeist
Ledenstand_______________
Seijst III (september '99).........................849
Seijst IV (december '99) .........................850
van de SticEtse Lustwarande
NAAM
ADRES
POSTCODE WOONPLAATS
TELEFOON
AANTAL GEWENSTE CASSETTES (è ƒ35,-/st.)
Stuur dez': bon in een een gefrankeerde envelop rwar: Zeister Historisch Genootschap
Van de Pull Stichcing Postbus 342, 3700
AH Zeist. Ter atteiuie van Audiovisuele Collecties
U krijgt dan zo snel mogelijk bericht.