-ocr page 1-
^^^^* TUSSEN RIJN EN LEK
TIJDSCHRIFT VOOR DE GESCHIEDENIS VAN HET
P GEBIED TUSSEN KROMME RIJN EN LEK
• "
jaargang nr. 2 juni
1970
Red
aktie-commissie:
i
A. GraafViuis, Utrecht; P.M. Heijmink Liesert, Schalkwijk;
L.M.J. de Keyzer, Houten; J.Th.M. Oostendorp, Bunnik;
G.M. Staal, Odijk; W. Thoomes, Houten.
Redaktie-odres:
P.M. Heijmink Liesert, Jhr. Ramweg 45, Schalkwijk.
Eindredaktie:
A. Graafhuis, Utrecht.
Inhoud van dit blod:
1.   Het koor van de hervormde kerk van Schalkwijk. P. van
Vliet
2.   Een tiend onder Schalkwijk. P.H. Damsté
3.   Reglement voor het R. K. kerkbestuur der Statie te Houten.
1839. Red. A.G.
4.   Historie en genealogie. H.L. Kruimel
5.   De excursie naar het kasteel "Heemstede" A.G.
Lidmoatschop: f. 10,— per jaar
Postrekening nr. 214585 t.n.v. Raiffeisenbank Houten,
t.g.v. rekening Historische Kring.
-ocr page 2-
HET KOOR VAN DE HERVORMDE KERK VAN SCHALKWIJK.
Nu de restauratie van het koorgedeelte der kerk ten einde is,
voldoe ik gaarne aan het verzoek, enige toelichting op deze
restauratie te geven.
Bij het opstellen van het plan is van het standpunt uitgegaan, dat
het herstellen van deze kerk in oude luister niet zinvol zou zijn,
omdat er te weinig bekend was van de oorspronkelijke opzet. Bo-
vendien was het kerkgedeelte voldoende groot voor de eredienst.
Vanzelfsprekend speelden ook de financiële konsekwenties bij
het bepalen van de opzet een niet geringe rol.
Het koorgedeelte bevatte vóór de restauratie een gang, een kon-
sistoriekamer met preekstoel opgang naar de kerk en een berg/ko-
lenhok, benevens een wrakke zolder.
De konsistoriekamer werd verplaatst naar het oude berghok en deze
ruimte werd een aanzien gegeven door het inbrengen van een pla-
fond met eiken moer- en kinderbalken. De oude uitgang van het
berghok werd dichtgemetseld en er werd een eender raam als het
aan de andere zijden aanwezige, in geplaatst.
Bij het uitgraven van de koorvloer t.b.v. het onderzoek naar de
fundering kwamen restanten van lager gelegen vloeren aan het
licht, zoals reeds werd vermeld in het artikel van W. Thoomes
in "Tussen Rijn en Lek" (jg. 3, nr. 2). Het restant, waarvan in
dit artikel sprake is, was een gedeelte van een vloer in kleine
plavuizen 16^ x 16^ cm in de koorafsluiting, in het midden waar-
van ook een gemetselde fundering van de offertafel (?) te voor-
schijn kwam.
Lager echter werd nog een vloer gevonden, waarvan het peil af te
lezen was aan de muurbepleistering, die nog aanwezig was.
Het niveau van deze vloer, die ongeveer 30 cm onder het huidige
peil lag (de hoogte dus van het kerkgedeelte!), is thans niet op-
nieuw als vloerhoogte aangehouden, daar de kruin van het grafge-
welf (W. Thoomes "Tussen Rijn en Lek" jg. 3, nr. 2), dat men van
belang achtte te behouden, dat niet toeliet.
-ocr page 3-
-2-
Het koor van de Hervormde kerk van Schalkwijk vóór de
restauratie. Foto door P. van Vliet te Nieuw-Loosdrecht.
L
-ocr page 4-
-3-
De nieuv/e vloer werd daarom over het gewelf heen gestort en in de
koorafsluiting belegd met grafzerken, die voor een gedeelte onder
de houten vloer vandaan kwamen en voor een gedeelte de vloer in
de gang vormden. Het resterende vloerveld is belegd met te voor-
schijn gekomen naamse tegels en met plavuizen.
Bij het restaureren is, zoals gezegd, van het standpunt uitgegaan,
dat completeren niet zinvol was. Daarom werd er naar gestreefd
zoveel mogelijk de struktuur van het kerkgebouw te verduidelijken.
Op de plaatsen, waar steunberen hebben gestaan, is het muurvlak
bij voorbeeld ruw gelaten, zo de afgehakte steunbeer markerend.
De funderingen van de steunberen zijn daarom ook even boven het
maaiveld opgehaald.
Bij het beschouwen van het exterieur valt voorts ogenblikkelijk de
tegenstelling baksteen- tufsteen op. Daar de kerk van oorsprong in
tufsteen was opgetrokken (althans de buitenbekleding) roept dit
wellicht vragen op. Ter verduidelijking diene het volgende.
De openingen van de oorspronkelijke gotische vensters waren met
baksteen volgezet. Gedeeltelijk in deze vlakken en gedeeltelijk
in het tufsteenwerk is het latere kozijn ingehakt.
Ook binnen in het koor is dit te zien in het stukadoorswerk naast de
ramen. Bovendien kan men daar duidelijk de oorspronkelijke afzaat
van de gotische vensters zien. Daar krijgt men tevens een duidelijke
voorstelling van de hoogte, die het oude koor had moeten hebben.
Ook zijn grote muurvlakken in baksteen gemetseld. Dit zijn ofwel
binnenmuren geweest van de transepten ofwel vullingen van de tra-
veeën, die gedicht zijn toen de transepten gesloopt werden. Dit
moet gebeurd zijn tussen 1749 en 1803. Aangezien nog niet alle
vragen betreffende de aanvankelijke opzet van de kerk beantwoord
konden worden, werd er de voorkeur aan gegeven, de muren, zo-
als ze onder de pleisterloog te voorschijn kwamen, zo te laten en
slechts in incidentele gevallen (vooral waar het sterk onderkomen
fragmenten betrof) of waar het de duidelijkheid ten goede kwam,
te restaureren.
Zo is bijvoorbeeld de waterlijst, die ook de onderkant van de goti-
sche vensters aanduidt, rondom weer aangebracht, zij het zonder
profilering omdat dadrvan geen fragment is teruggevonden.
-ocr page 5-
-4-
Het koor van de Hervormde kerk van Schalkwijk tijdens de
restauratie. Foto door P. van Vliet te Nieuw-Loosdrecht.
-ocr page 6-
-5-
Een geval, dat nog niet opgelost is, is de boog in het dichtgezette
transept aan de zuidzijde, die nu door gietijzeren ramen wordt
doorsneden.
Zou dit een doorgang geweest zijn naar het transept of naar een
kapel (?), dan moet het vloerniveau wel erg laag gelegen hebben.
Een ander interessant detail aan deze zijde wordt gevormd door de
ingezette kleine baksteentjes boven het meest oostelijke ijzeren
raam. Mogelijk betreft het hier een dichtgezette gewelfaanzet.
In de gang kwam onder een dikke pleisterlaag een verminkt gotisch
nisje te voorschijn dat wat de vorm betreft in zoverre gecompleteerd
is, dat men zich weer een beeld kan vormen van het totaal.
Tijdens de ontgraving van fundering en vloer van de kantoorruimte,
zijn ook nog enige brokstukken van, waarschijnlijk, de oude kerk
gevonden, waaronder enige stukken zandstenen venstertracering en
een gedeelte van een fraai bewerkte, getorste, laaggotische kolon-
net. Dit fragment is in de nieuwe consistorie ingemetseld.
Het interieur is - behoudens de nieuwe konsistorie - zeer sober be-
handeld. Het bevat een garderobe-ruimte met toilet en een keuken.
De vernieuwde, zeer fraaie zolder gaat dienst doen als dependence
van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek.
Het werk werd tot volle tevredenheid uitgevoerd door Van der
Sluys & Van Dijk N.V. te Hardinxveld-Giessendam.
Zo heeft het dorp Schalkwijk, waar thans zoveel fraais moet ver-
dwijnen door twijfelachtige modernisering, er eindelijk weer een
gebouw bijgekregen, waar iedereen met genoegen naar kan kijken.
P. van Vliet
bureau voor restauratie
dr. ir. CL. Temminck Groll.
-ocr page 7-
-6-
Het koor van de Hervormde kerk van Schalkwijk na de restau-
ratie. Foto door P. van Vliet te Nieuw-Loosdrecht.
-ocr page 8-
-7-
EEN TIEND ONDER SCHALKWIJK.
in "Tussen Rijn en Lek" van december 1969 bespreekt Prof.
van Iterson in zijn artikel "Hoe in 1621 te Bunnik een nieuv/
leen tot stand kwam" op pag. 8 de allodialisatie van een tiend
onder Schalkwijk in 1717 als bestanddeel van een, wat men zou
kunnen noemen leenverwisseling. De stad Amersfoort had tot dan
toe deze tiend in leen gehouden van de heer van Vianen. De allo-
dialisatie vond plaats om de stad Amersfoort in staat te stellen de
tiend te verkopen aan het kapittel van St. Marie te Utrecht.
Mogelijk stellen de Schalkwijkers onder onze leden er belang
in te vernemen waar deze tiend was gelegen. In de acte van
18 augustus 1717, die Prof. van Iterson behandelt en die in het
gemeentearchief van Amersfoort berust, wordt die plaats niet nader
oangegeven. Wel is dit het geval in de acten van belening van
de tiend. De oudst bekende is die van 16 juni 1521 '/. Hierin wordt
de plaats van de tiend - in feite is er sprake van twee tienden - als
volgt omschreven:
"gheleghen int Wael op Scaickwijckervelt metten eenen eijnde^
"aen Waelre Wateringe daer boven noest ghelant sijn die heeren
"van Sinte Marien t Utrecht ende dat susteren clooster van Sinte
"Nicolaes binnen Utrecht met eenen thiende ende beneden Jan
"die Coninck Janszn ende Jan van Lantskronis nacomelingen
"met eenen thiende. Voirt die thiende van vier morgens die ghe-
"leghen is inder heeren thiende uutten landen dat men plach te
"noemen Everts Popen landt, also groot ende cleijn als Bertelomeus
"Voerns die selve thienden van ons ende onse voirvaderen te
"leen te houden plach.
1)  Algemeen Rijksarchief, Archief Leenhof van Vianen, inv. no. 13
(Leenregister van Walraven van Brederode, 1508-1530) folio 59
nieuw, 45 oud.
2)  In het origineel stoot hier abusievelijk "thiende".
P.H. Damsté.
-ocr page 9-
-8-
HISTORIE EN GENEALOGIE.
De geschiedenis van bet Sticht Utrecht speelt zich af tussen die
van de graven van Holland en de hertogen van Gel re. Voortdu-
rende verwikkelingen waren daarvan het gevolg. Erfelijke Heren,
waartussen het gebied van een sterfelijke bisschop, die zich tel-
kens weer van zijn positie moest verzekeren. Hierbij spelen de
grote Heren en de lang niet gemakkelijke burgerij van de stad
Utrecht een belangrijke rol. Een man als David van Bourgondië
uit een machtig geslecht, gesteund door familieleden kon uiter-
aard zijn stempel op zijn tijd drukken. Gelegenheid te over om
de geschiednis van grotere en kleinere geslachten te bestuderen
tegen een achtergrond van bisschoppelijke politiek. Geslachten
die tenslotte door hun verbondenheid met de streek hun stempel
in het groot en het klein op deze streek gaan drukken. Ditzelfde
zien wien wij ook elders. Philips te Eindhoven, oorspronkelijk
een belangrijk dorp met veel linnenindustriel Beter handhaaft
zich Helmond. Beide steden raken door hun belangen in de vlas-
en linnennijverheid tenslotte in nauw contact met de linnenstad
Haarlem in Holland, vele vestigingen vonden daar plaats. Het-
zelfde zien wij door de zo veilige waterwegen en bijv, ook door
de handelsweg Keulen, Brabant en Antwerpen. Tenslotte nè de val
van Antwerpen trekken vele kooplieden uit Antwerpen weg naar
Amsterdam, wat weer de rijke bloei van Amsterdam ten gevolge
heeft met geldhandel, graanhandel en de juwelenhondel. Vele
lieden die tenslotte tezamen toch hun stempel drukken op stad en
land. Utrecht behalve geestelijk centrum kreeg in de middel-
eeuwen ook betekenis als cultuurcentrum, trok kunstenaars die op
hun tijd en hun nakomelingen wederom hun stempel hebben gedrukt
met heel het wereldje van kapittels.
Gaan wij omgekeerd uit van onze genealogie, dan treft het ons toch
hoezeer wij verbonden blijken met de historie en wij overal aonra-
kinspunten blijken te hebben, door de geschiedenis in het groot werd
een stempel gedrukt in het klein van eenling tot familie.
H.L. Kruimel.
N.B. Korte samenvatting van een lezing gehouden te Houten
op 26 februari 1970 voor de Historische Kring "Tussen
-ocr page 10-
-9-
REGLEMENT
VOOR HET R. K. KERKBESTUUR DER STATIE
TE HOUTEN
Artikel 1.
Het kerkbestuur der Statie te Houten wordt uit naam van de Geeste-
lijke overheid uitgeoefend door den tijdel ijken Pastoor en door vier
leden der gemeente onder de benaming van kerkmeesters.
Artikel 2.
De kerkmeesters zullen gedurende vier achtereenvolgende jaren in
dienst blijven jaarlijks zal er één hunner naar volgorde aftreden die
echter weder verkiesbaar'zijn zal.
Artikel 3.
Voor den aftredenden kerkmeester alsmede in geval van buitengewone'
vacature zal den Pastoor met de overblijvende leden eene nominatie
van drie personen maken en aan den Aartspriester inzenden die daar-
uit den nieuwen kerkmeester zal verkiezen of eene nieuwe nomina-
tie zal bevelen.
Artikel 4.
De kerkmeesters zullen in het volle genot hunner burgerlijke regten
moeten wezen en elkander niet nader mogen bestaan dan in den
derden graad van bloed of aanverwantschap volgens canonieke
berekening.
Artikel 5.
Tot kerkmeesters zijn niet verkiesbaar diegene diemetden tegenwoor-
digen of eenen voorgaanden Pastoor eenigen tijd in openbare on-
eenigheid hebben geleefd alsmede die niet lezen of schrijven kun-
nen of wel aannemers of leveranciers zijn van eenig werk van aan-
belang hetwelk uit de kerkekas moet worden bekostigd. Er zal in de
bepalingen van dit en het vorige artikel door den Aartspriester kun-
nen worden gedispenseerd.
-ocr page 11-
-10-
Artikel 6.
Bovendien zijn van het kerkmeesterschap uitgesloten allen die niet
in staat zijn op eene wettige wijze hunne eigene goederen te be-
stieren alsmede zij die aan hunne paaschpligten niet voldoen of
zich aan een openbaar slecht levensgedrag schuldig maken om wel-
ke redenen door den Aartspriester een kerkmeester ook van het kerk-
meesterschap kan worden ontslagen.
Artikel 7.
De werkzaamheden der kerkmeesters bestaan in het steeds behulpzaam
zijn van den Pastoor in het bestuur en onderhoud der kerkelijke inkom-
sten, goederen en gebouwen. Zij zorgen voor het betamelijk inkomen
van den Pastoor en bijzonder waar de Pastoors een vast traktement ge-
nieten dot dit traktement op den tijd stiptelijk worde voldaan.
In gemeenten waar de Pastoor een inkomen uit eene collecte door
de gemeente heeft doen zij deze collecte tenzij het gebruikelijk
ware dat deze collecte op eene andere wijze geschiede. Zij ver-
zamelen de liefdegiften voor de kerk, zij ontvangen de plaatzegel-
den en andere kerkelijke inkomsten op de gebruikelijke wijze. Zij
zijn den Pastoor behulpzaam in zijne zorg voor het onderhoud en de
noodige repcratiën der kerk, het Pastoriehuis en andere kerkelijke
gebouwen en trachten hem in staat te stellen om de kerkelijke nood-
wendigheden en versierselen aan de schaffen en te onderhouden.
Hunne bemoei jenis zal zich echter niet mogen uitstrekken over dat-
geen wat betreft de diensten, plechtigheden en gebruiken, welke in
de kerk plaatshebben, al hetwelk den Pastoor alleen toekomt te re-
gelen volgens de wetten der katholijke kerk.
Artikel 8.
De Pastoor roept de kerkmeesters bijeen als dit wordt noodig geoor-
deeld. Hij heeft onder zijne bewaring de Inventarissen van alle
roerende en onroerende goederen der kerk, alsmede van alle fun-
datiën met de verpligtingen eraan verbonden, moetende een dubbel
van een en onder door den Pastooren kerkmeesters geteekend bij
den Aartspriester worden gedeponeerd.
-ocr page 12-
-n-
Hij houdt het kerkeboek met noouwkeurigeaanteekenlng van ont-
vangsten en uitgaven. Tenzij hij onder toestemming van den Aarts-
priester oordeelt een lid van het kerkbestuur tot boekhouder en
Thesaurier aan te stellen.
Artikel 9.
Elke maand en wel in de eerste week zal de Pastoor den staat van
inkomsten en uitgaven opmaken of doen opmaken en den oudsten
der leden met den staat der kas bekend maken.
Artikel 10.
Alle zes maanden vergadert het kerkbestuur om de belongens der
kerk, welke hetzelfde zijn toebetrouwd, na te gaan en te regelen
in welke vergadering ten minste de helft der kerkmeesters zal moe-
ten tegenwoordig zijn en tot welke vergadering de Pastoor behoor-
lijk al de leden zal bijeenroepen.
Artikel 11.
Alle loopende zaken die tusschen de laatste en volgende vergadering
voorkomen,welke van gering belang en noodzakelijk zijn, zullen
door den Pastoor behandeld worden, die in de eerstkomende ver-
gadering hiervan kennis aan de leden geven zal. Doch in zaken
van meerder belang of diede som van vijf en twintig gulden te
boven gaan zal de Pastoor telkens zoo deze geen uitstel lijden
kunnen tot de volgende vergadering de leden van het kerkbestuur
bijeenroepen. In de gewone en buitengewone vergadering wor-
den de zaken bij meerderheid van stemmen besloten en in geval de
stemmen staken zal de Pastoor eene beslissende stem hebben. In-
geval men tot geene beslissing komen kan en alle belangrijke ge-
schillen zal de zaak aan den Aartspriester voorgedragen en door
zijne uitspraak beslist worden.
Artikel 12.
Eenmaal des jaars en wel voor of op den 2 February zal de Pastoor
de rekening door hem of door den Boekhouder opgemaakt van alle
ontvangsten en uitgaven van het vorige jaar alsmede van de res-
-ocr page 13-
-12-
tanten der voorgaande jaren indien die er zijn mogten, met de
noodige bescheiden overleggen aan de daartoe zamengroepen
kerkmeesters, welke in orde bevonden zijnde door alle de te-
genwoordige leden van het kerkbestuur zal moeten geteekend
worden. Per dezer gelegenheid zullen ook de inventarissen der
kerkelijke roerende en onroerende goederen worden herzien en
geverifieerd. Aan den Aartspriester zol binnen acht dagen na den
afloop dezer vergadering van deze verrigtingen, alsmede van de
Sommen der ontvangsten en uitgaven het Saldo en andere bijzon-
derheden worden kennisgegeven, zullende bovendien de Aarts-
priester jaarlijks of anderzindsdegeheele rekening opnemen, zoo
dit door de Vice-Superior wordt noodig geoordeeld.
Artikel 13.
Het kerkbestuur mag noch kan eenige gelden of goederen, behoo-
rende tot deszelfs administratie vervreemden, dezelve met schulden
beladen bezwaren, kerkelijke gebouwen oprigten of eenige buiten-
gewone reparatiën aan dezelve ondernemen, geene regterlijke
actiën of processen, hetzij als oanlegger of verweerder beginnen,
zonder vooraf het gevoelen van den Aartspriester gevraagd en zijne
toestemming verkregen te hebben, die in geval de zaak van grooter
belang geoordeeld wordt zich deswegens tot den Hoogw. Heer Vice
Superior zal wenden.
Artikel 14.
Er zal in een der kerkelijke gebouwen op eene veilige plaats eene
kist met twee verschillende sloten geplaatst zijn ter bewaring van
het geld en andere effecten, behoorende tot het kerkbestuur.
Van deze verschillende sloten zal de eene sleutel bij den Pastoor
en den anderen bij eenen der kerkmeesters berusten en zal deze
kist in geen geval mogen geopend worden dan in de tegenwoordig-
heid van den Pastoor of van den Aartspriester.
Artikel 15.
De interpretatien in geval van verschil over het regt verstaan van
een of ander artikel of verandering van dit Reglement, blijft den
Vice-Superior voorbehouden, terwijl de uitspraak hierover in
-ocr page 14-
-13-
zijnen naam door den Aartspriester zal worden bekend gemaakt,
ten gevolge van de beschikkingen in het bovenvermeld besluit
van zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid vervat, zijn hierbi jgevoegd.
Artikel 16.
In het begin der maand November zal het kerkbestuur door den
Pastoor daartoe geconvoceerd den staat der kerkelijke gebouwen
opnemen en eene begrooting maken van alle waarschijnlijke uit-
gaven, die voor het volgende jaar zullen moeten gedaan worden,
alsmede van de middelen om die te bestrijden, waarvan voor het
begin der maand December aan den Aartspriester zal worden ken-
nis gegeven.
Artikel 17.
Daar tot eene wettige vergadering van het kerkbestuur de tegen-
woordigheid van den Pastoor noodzakelijk vereischt wordt, zoo
kan de Pastoor in geval van verhindering zijne plaats door zijnen
Kapelaan laten bekleeden. Bij langdurige en aanhoudende verhin-
dering wordt de autorisatie van den Aartspriester tot deze substi-
tutie vereischt.
Artikel 18.
Door het aanhooren der voorlezing en de onderteekening dezes
worden de tegenwoordige kerkmeesters in hunne bediening be-
vestigd, zullende dadelijk daarna worden overgegaan tot loting
om de volgorde der aftreding te bepalen, waarvan de eerste zal
plaats hebben den 2 February 1840 en zoo vervolgens jaarlijks.
Aan eiken Pastoor en kerkmeester zal bij de aanvaarding zijner
bediening Dit Reglement worden voorgelezen en door hem voor
de uitoefening eeniger bediening als lid van het kerkbestuur
worden geteekend, ter verklaring dat hij hetzelve in alles stipte-
lijk zal naleven. Aldus gedaan en gegeven op last en gezag van
Z.D, Hoogwaardigheid den Heer Vice-Superior der Hollandsche
Zendingen.
Amersfoort 13 maart 1839.                     De Aartspriester voornoemd.
-ocr page 15-
-14-
Ten Fine als boven voorgelezen aan en
geteekend door                                                Toon Veldhuisen
Hermonus van Oostrum
Dirk de Goeij
Houten den 24. maart 1839                          Willem Peek
(Copie conform met het
origineel)
C. Voorhout
R.C. pastoor van Houten
-ocr page 16-
-15-
DE EXCURSIE NAAR HET KASTEEL "HEEMSTEDE"
Op dinsdagavond 19 mei j. I. was ér een enorme belangstelling
voor de excursie, die onder leiding van ons bestuurslid de heer
L.M. J. de Keyzer gehouden werd naar het kasteel "Heemstede",
gelegen tussen de Provinciale weg Utrecht - Houten en de Heem-
steedse weg of Hoornkade en eigendom van de familie Heymeyer.
Rentmeester R. Folmer had voor onze vereniging bemiddeld.
Het was of men het loflied van F. Halma uit 1715 gelezen had,
die zegt:
"Het Landthuis, dat in 't Sticht met zooveel luister praalt
En als Versailles, van nieuwsgierige vreemdelingen
Wordt dag op dag bezocht, die als met scharen dringen
Naar Heemstede.....
Het bestuur prijst zich gelukkig, dat in het Bunniks Nieuws van
21 mei j.l. aan de avond-excursie aandacht besteed werd. Met
toestemming van de redactie citeer ik vrij enige alinea's uit het
verslag:
Met kaarslicht en carbidlampen werden de meer dan 100 leden van
de Historische Vereniging "Tussen Rijn en Lek" ontvangen, waar-
bij direct al de sfeer van eeuwen her op de aanwezigen inwerkte.
Rentmeester Folmer sprak een kort welkomstwoord en stelde daar-
bij duidelijk hoe moeilijk het is om voor een kasteel als "Heem-
stede" een goede en passende bestemming te vinden.
Op bijzonder duidelijke wijze werd o. I.v. dhr. L.M. J. de Keyzer
een rondgang gemaakt door het kasteel, zelfs tot in de kelders toe.
Tot slot in de grote zaal een diavertoning over de geschiedenis van
het kasteel Heemstede.
Het huidige kasteel is gebouwd in 1645 op last van Hendrik Pieck,
heer van Muyswinckel. Tussen 1680 en 1716 werd de lusthof aange-
legd voor rekening van Diederick van Velthuysen, president van de
Staten van Utrecht, kanunnik ten Dom, heer van Kortheeswijk er,
-ocr page 17-
-16-
Willescop enz. enz. I. de Moucheron maakte er een 26-tal
etsen van en Lucas Rotgans {+ 1710) dicht daarover:
"Hoe Heemstede uitmunt in plantagiën en hoven,
"En 't schoonste landjuweel van Utrecht gaat te boven".
Het eerste kasteel Heemstede is waarschijnlijk tussen de 13e en
14e eeuw gebouwd. De huidige eigenaresse heeft sedert 1919
het kasteel in eigendom, maar het wordt niet meer bewoond. Het
was een bijzonder geslaagde excursie als afsluiting van het winter-
programma der Historische Kring.
A.G.
BESTUUR en REDACTIE
wensen alle leden een prettige vacantie toel