-ocr page 1-
7f ^^r:y/^óf6r
De bomen op de Werkhovense Brink:
ruim drie eeuwen geschiedenis
BIPi.lOTIiErK
l^a \
RIJ^'^uNIVl:
. üT \
UTPFCi
•iT.-.!
Johan van Impelen*
Inleiding
De Brink neemt in de Werkhovense samenleving een bijzondere plaats in. Hij is
dan ook vaak het toneel geweest van festiviteiten en van belangrijke maar ook
gewone, alledaagse gebeurtenissen. Het spreekt voor zich dat men zo'n plaats
koestert en deze zolang mogelijk in zijn oude, vertrouwde uiterlijk wil behou-
den. In 1969 is door het Rijk de Brink en omgeving aangewezen als 'beschermd
dorpsgezicht' vanwege de gave structuur en de karakteristieke bebouwing.
De lindebomen (soortnaam: Tilia vulgaris of opgaande Hollandse linde) die op de
Brink staan, vormen er een wezenlijk onderdeel van. De bomen zijn al bijna een
eeuw oud, maar hebben zeker niet het eeuwige leven. Het college van Bur-
gemeester en Wethouders van Bunnik (en óók ik) maakte zich al een paar jaar
zoi^en over de conditie van de bomen en wilde ze vervangen door een kleiner
aantal half-volgroeide linden. Men had namelijk geconstateerd dat bij sommige
bomen, net onder de oppervlakte, zwamvorming was onstaan. Dit leverde gevaar
van onder andere omvallen op. Er werd besloten direct over te gaan tot het
rooien van drie bomen aan de oostzijde van de Brink. Ervan uitgaande dat ook
de andere bomen zouden zijn aangetast, werd er een plan voor herbeplanting
opgesteld. Op basis van de op dat moment aanwezige gegevens was dit een goed
plan. Toen het college echter haar voornemens naar buiten bracht, ontstond er
beroering onder de mensen. Een nader onderzoek werd uitgevoerd en daaruit
bleek dat de conditie van de bomen weliswaar niet optimaal was, maar zeker niet
desastreus. De dreiging van omvallen werd in dit onderzoek weersproken.
Het college heeft daarop besloten door middel van een aantal maatregelen zoals
grondbeluchting, aangepast snoeien van de kruinen, biologische bestrijding van
de luis en het vaker snoeien van dood hout de conditie van de bomen te verbete-
ren en ze te behouden voor de toekomst. Hiermee werd tevens tegemoet geko-
J.N.M. van Impelen is lid van de Bunnikse gemeenteraad en houdt zich als amateur-historicus
bezig met de geschiedenis van Werkhoven. Hij zou graag geattendeerd willen worden op
foto's van vroegere gebeurtenissen op de Brink in Werkhoven. Te denken is aan kermissen,
oranjefeesten, zeskampen, ringsteken, koninklijke bezoeken, koetsjes enzovoort. Zijn adres:
De Stalen Boog 14, 3985 PM Werkhoven, tel: 03437-1912.
-ocr page 2-
De Brink in Werkhoven, gezien vanaf de Herenstraat
(dia: Marijke Donkersloot-de Vrij, juli 1994)
men aan de klachten van enkele omwonenden over gebrek aan licht in hun
woning, vallende takken en de roetdauw veroorzaakt door de luis. Het ziet er nu
naar uit dat we voorlopig kunnen blijven genieten van onze oude vertrouwde
Brink!
Deze zojuist geschetste ontwikkeling heeft bij mij de vraag opgeroepen: hebben
er altijd lindebomen gestaan en hoe ging men hier vroeger mee om?
De Brink, het centrum van Werkhoven
Een brink was oorspronkelijk een gemeenschappelijke verzamel- of weideplaats
voor vee, vaak gelegen aan een kruispunt van wegen en/of in het centrum van
een dorp. Meestal vormden boerderijen en een kerk het hoofdbestanddeel van de
omringende bebouwing. In een later stadium kreeg een brink meer de functie van
een dorpsplein waar markten en dorpsfeesten gehouden werden. De bebouwing
-ocr page 3-
Gedeelte van de Brink in Werkhoven. De muziektent is er in 1931 neergezet en de
dorpspomp is herbouwd in 1964 naar het voorbeeld van de in 1955 afgebroken pomp
(dia: Marijke Donkersloot-de Vrij, juli 1994)
rond de brink veranderde daardoor ook van samenstelling. Zij werd uitgebreid
met een smederij, een school, een herberg annex gemeentehuis en woonhuizen,
winkels en bedrijfjes van ambachtslieden.
Of de Werkhovense Brink ooit de functie van weideplaats heeft gehad is niet
bekend. De oudste gegevens over de Brink dateren uit de 17de eeuw. Aan de
stand van de boerderijen op 18de eeuwse afbeeldingen - zij staan met hun
voorzijde naar de Brink gericht - kan men afleiden dat de Brink toen al de func-
tie van een dorpsplein had gekregen.
-ocr page 4-
^"^«^^"^s^^
De Brink in Werkhoven in het midden van de 18de eeuw. In die tijd stonden er nog
notebomen.
Tekening door Paul van Liender, 13 juli 1750 (Brussel, Museum voor Schone
Kunsten, verzameling De Grez)
Notebomen
De oudste bronnen die over de Brink verhalen, zijn te vinden in de archieven
van de Hervormde Gemeente Werkhoven. Daarin staat vermeld dat in 1637 op
de Brink en op het kerkhof notebomen stonden. De walnoten die van deze
bomen kwamen, werden eens per jaar bij opbod verkocht. Meestal werden zij
opgekocht door de herbei^ier van herberg De Pellecaen. De opbrengst, die
varieerde tussen de 10 en 40 gulden, kwam terecht in de kas van de kerk. In het
jaar 1720 werd bijvoorbeeld door de ontvanger in het kasboek bijgeschreven:
'Den 3 den september ontfange van de kerknoten, die bij publieke v(er)pagtinge
opgebragt hebben...11 gulden en 5 stuivers''.
Het is al eerder gezegd: bomen hebben niet het eeuwige leven. Steeds werden er
bomen gerooid, verkocht en opnieuw aangeplante In 1670 mocht Meyndert
Woutersen, kerkmeester te Werkhoven, bijvoorbeeld 48 gulden en 13 stuivers
1.    Rijksarchief in Utrecht (RAU), Hervormde Gemeente Werkhoven (HGW), 105.
2.    Zie voor het soort bomen, en hun gebruik het naschrift van de redactie.
-ocr page 5-
i -f
7^
^-^9
Fragment uit het kasboek van de ontvanger van de Hervormde Kerk in het jaar
1720: in de een na laatste post staat dat op 3 september de kerkenoten 11 gulden en
5 stuivers opbrachten (RAU, HGW, 105)
-ocr page 6-
ontvangen voor verkochte notebomen op den Brink'. Maar er werden ook weer
nieuwe bomen geplant. In hetzelfde jaar kreeg Harmen Cornelisz alias den Boer,
wonende in Abstede (in de stadsvrijheid van Utrecht) de opdracht om jonge
notebomen te leveren.
In 1760 werd de kas van de kerkmeester en predikant van Werkhoven, W. Schut-
ter, aangevuld, nu met 131 gulden. Deze opbrengst was afkomstig van de
verkoop op 18 oktober 1759 van vier percelen notebomen, op het kerkhof en de
Brink^
Iepen
In de loop van de 18de eeuw zijn er in plaats van notebomen iepen gepoot. En
blijkbaar in grote getale. Want in 1806 werden er door de kerk maar liefst 30
iepebomen, alléén al staand op het kerkhof, verkocht voor de prijs van 444
gulden'. Maar ook op de Brink, langs beide zijde van de weg, stonden iepebo-
men. De eerste dunning werd verricht in 1795'. In 1818 hield burgemeester H.
de Vriendt in opdracht van de kerkmeester G. van Barneveld een soort uitver-
koop. Hij verkocht de op het plein staande bomen en droeg de opbrengst van
522 gulden af aan de kerkvoogd''. De Brink moet er toen wel ei^ kaal hebben
uitgezien. Er werden géén nieuwe bomen geplant. Waarom, is mij niet duidelijk.
Conflict over eigendomsrechten van de Brink in 1825
Bui^emeester H. de Vriendt wilde méér doen met de ruimte op de Brink. Hij
drong er dan ook regelmatig bij de kerkvoogd S. de Bruyn op aan om bomen op
de Brink te plaatsen. Daarnaast had hij ook plannen voor het oprichten van een
paarden- en veemarkt. De kosten en opbrengsten zouden dan mooi kunnen
worden gedeeld tussen de bur^elijke en kerkelijke besturen. De burgemeester was
blijkbaar zo enthousiast over zijn plannen dat hij alvast op eigen houtje aan de
uitvoering daarvan begon. Van de gemaakte kosten bracht hij doodleuk de helft
in rekening bij het kerkbestuur. Dat schoot bij het kerkbestuur in het verkeerde
keelgat. Zij wenste niet te betalen omdat men niet in de plannen was gekend en
3.    RAU, HGW, 104,
4.    Zie noot 1
5.    RAU, HGW, 109.
6.    Gemeente Bunnik, Archief gemeente Werkhoven 1811-1964 (GW), 156, brief van burgemeester
De Vriendt aan de Raad van toezicht, 1 december 1825.
7.    Zie noot 6
-ocr page 7-
vond de kosten bovendien buitensporig hoog. Er ontstond een twist over de
eigendomsrechten van de Brink. De zaak werd vooi^elegd aan de Raad van
Toezicht te Utrechte
Burgemeester De Vriendt, reageerde verontwaardigd op de reactie van het
kerkbestuur. Volgens hem was de Brink niet meer dan een zeer brede algemene
dijk of weg waarop vanouds een dorpsput (later vervangen door een pomp) had
gestaan. Tevens verweet hij het kerkbestuur niet in het belang en voordeel van
het kerkgenootschap te hebben gehandeld door in 1818 na te laten nieuwe jonge
bomen te planten op de Brink en het kerkhof. Hij hekelde ook de laakbare
houding van kerkvoogd S. de Bruyn. Deze was namelijk tegelijkertijd lid van het
gemeentebestuur. De Bruyn was als gemeenteraadslid in de voorbaande jaren
goed op dé hoogte van de plannen van de burgemeester. Sterker nog, hij had tij-
dens een vergadering van de gemeenteraad op 24 september 1824 als lid van het
bestuur eigenhandig het besluit tot oprichting van de paarden- en veemarkt (in-
cluis de tarieven) ondertekend'. Maar het protest van de burgemeester haalde
helemaal niets uit: op 17 februari 1826 deed de Raad van Toezicht de uitspraak
dat de kerkvoogdij eigenaar was van de Brink. Daarvoor werd onder andere een
verklaring van de burgemeester aangevoerd'":
'Dat hij voor den kerkmeester in der tijd in het jaar 1818 de op het bedoelde
plein staande boomen heeft verkocht en het provenu daarvan aan de kerkvoogd
heeft ter hand gesteld; dat hij bovendien den tegenwoordige kerkvoogd meer dan
eens heeft aangezet om dat plein met boomen te bepooten, dat hij uiteindelijk bij
het oprichten der veemarkt den kerkvoogd heeft gehoord en hem naderhand
zelfs een contract, strekkende tot het gemeenschappelijk dragen der onkosten en
genieten der voordeden heeft aangeboden.'
Daarnaast oordeelde de raad dat het recht van eigendom door de oude kerkboe-
ken wordt bevestigd:
Op de lijst van wat de kerk jaarlijks dient te ontvangen staat de opbrengst
van de noten om de kerk en op de Brink verantwoord.
-     Sinds 1638 zijn de noten op het kerkhof en de Brink openbaar of onderhands
verkocht ten behoeve van de kerk.
-     De meeste huizen aan de Brink betalen jaarlijks een uitgang (vergoeding) of
8.    GW, 156, brief van kerkvoogd S. de Bruyn aan het provinciaal college van toezicht, 18 oktober
1825.
9.    Zie noot 6.
10.  GW, 156, brief van provinciaal college van toezicht aan het gemeentebestuur, 17 februari 1826.
-ocr page 8-
erfpacht aan de kerk.
De kerk heeft een deel van de Brink jarenlang als kaatsbaan verhuurd.
In 1802 heeft de president van het gerecht Werkhoven, Engbrink, 407 gulden
aan de kerkmeester betaald als opbrengst van de verkoop van bomen op de
Brink.
Overeenkomst
De Raad van Toezicht adviseerde het gemeentebestuur om de reeds gemaakte
kosten niet te verhalen op de kerk en een schikking te treffen over het vrije
gebruik van de Brink. Als dat niet zou lukken, kon het gemeentebestuur beter
uitkijken naar een andere marktplek. Maar zover heeft de gemeente het niet laten
komen. Binnen enkele maanden was er tussen de beide besturen overeenstem-
ming bereikt over de oprichting van een paarde- en veemarkt binnen de gemeen-
te Werkhoven. Plaats: de Brink. Het contract werd getekend op 17 juli 1826".
De markt mocht van start gaan met ingang van 1 januari 1828. Men kwam
overeen de opbrengst te delen. De kosten zouden voor rekening van de gemeente
komen, maar de eerste tien jaar zou de kerkvoogdij uit de marktgelden tien
gulden per jaar aan de gemeente (terug)betalen. Verder werd bepaald dat de
gemeente, voor eigen rekening, op het marktplein bomen zou mogen planten.
Het onderhoud van de bomen kwam ten laste van de gemeente, de opbrengst
van het hout zou te zijner tijd tussen beide besturen gedeeld worden.
De markt groeide uit tot een van de grootste van de omgeving. In de Utrechtsche
Provinciale en Stads Almanak van 1861^^
staat vermeld dat er in Werkhoven
jaarlijks maar liefst twaalf beestenmarkten en één paardenmarkt werden gehou-
den. Alleen Wijk bij Duurstede had meer markten (22 voor beesten en één voor
paarden). Bunnik, Odijk, Vechten, Cothen, Houten, Schalkwijk en Tuil en 't
Waal hadden helemaal geen markt.
Conflict over eigendomsrechten van de bomen in 1879
In de overeenkomst van 1826 was bepaald dat het onderhoud van de bomen voor
de gemeente was. In 1879 probeerde de gemeente onder die bepaling uit te
komen. Burgemeester De Pesters wees er daartoe op dat uit de gemeenterekening
11.  GW, 1247. Namens het gemeentebestuur tekenden burgemeester H. de Vriendt en de heren J. van
Echteld, H. Kennedy, S. de Bruyn, A. de Kruyf, C. de Bie en A. Verkerk. Voor de kerkvoogdij S,
de Bruyn
en de notabelen W.F. de Leu, J.F. Kennedy, M. van Bemmel en J. van Doorn.
12.  Vriendelijke mededeling yan de heer W.A. Stooker (Utrecht).
8
-ocr page 9-
van 1831 bleek dat de gemeente de bomen voor ƒ 48,42 had laten planten". In
de jaren erna waren de kosten en opbrengsten volgens hem door gemeente- en
kerkbestuur gedeeld. De bui^emeester stelde dat hieruit de gezamenlijke eigen-
dom van de bomen bleek. Hij vroeg of het kerkbestuur ermee akkoord ging dat
niet alleen de opbrengst van het snoeihout, maar ook de kosten voor snoeien
gedeeld zouden worden.
Maar dat deed de kerkvoogdij niet. Men vroeg wederom advies aan de Raad van
Toezicht en dat loog er niet om". De voormalige burgemeester H. de Vriendt
werd beschuldigd van gebrek aan voortvarendheid, nalatigheid en dwaasheid. Pas
vier jaar na het contract van 1826 had hij het initiatief genomen om bomen te
planten en uit de kerkrekeningen bleek dat er tussen 1827 en 1838 helemaal géén
uitbetaling van de opbrengst van bomen én markt had plaatsgevonden! De
gemeente had dus contractbreuk gepleegd en daarmee ieder recht op de bomen
verspeeld. Met een prachtige negentiende-eeuwse redenatie heette het:
'Het is natuurlijk dat men geen regt heeft op zijne boomen al heeft hij consent
op een anders grond te pooten. De eigenaar kan altijd bedanken voor de moeite
en zoo de nieuwe erfgenamen des latere eigenaars de boomen betwisten, zal hij
vragen omtrent bewijs van consent en zoo zij niet toonen, verliezen zij het regt
en betreuren die onvoorzigtigheid of dwaasheid des vorigen planters'.
Fijntjes voegde men er nog aan toe dat de in die tijd geplaatste pomp er was
gekomen zonder toestemming van de kerk. Nu was het niet zo moeilijk om
burgemeester De Vriendt aan te vallen, w^ant deze was na malversaties veroor-
deeld en overleed in de gevangenis'*.
Als in 1881 'eenige iepeboomen in een kwijnende toestand verkeeren' wordt het
contract wel goed nageleefd. De gemeente licht de kerkvoogdij in dat er 20
bomen zullen moeten worden gerooid en de kerkvoogdij gaat daarmee akkoord.
Uiteindelijk worden het er 25. Zij worden op 15 december 1881 in het openbaar
verkocht in herberg De Zwaan van J. van Leeuwen'^. Dat de bomen in een
slechte toestand verkeerden, bleek uit de opbrengst van vijf a zes gulden per
twee. Dat is veel minder dan de 24 iepen opbrachten die tegelijkertijd verkocht
13.  GW, 156, brief van burgemeester De Pesters aan het kerkbestuur, 26 februari 1879.
14.  GW, 156. 'Opmerkingen aangaande den eigendom der boomen' door J.H. van Beeck Calkoen, 3
maart 1880.
15.  H. Reinders, 'De Werkhovense molen.' Tussen Rijn en Lek, 24 (1990-4), 47.
16.  RAU, Notarieel archief (NA), 2803 (B.G. van Heyst in Wijk bij Duurstede), akte nr. 3879.
-ocr page 10-
werden en die bij kasteel Beverweerd stonden. Die brachten 56 a 124 gulden per
twee op. Er zijn volgens mij géén nieuwe bomen voor in de plaats gekomen.
Dreigende kap bomen onafwendbaar
De conditie van de overgebleven bomen verslechterde zienderogen. Rond de
jaarwisseling 1897-1898 schreef de kerkvoogdij aan de gemeente om de resterende
37 bomen te rooien'^. Als de gemeente dat niet deed, verlangde de kerk (eige-
naar van de grond!) een schriftelijke verklaring dat de gemeente alle kosten van
eventuele ongelukken voor zijn rekening zou nemen. Mogelijk waren rijke
kerkgangers bang dat hun koetsjes beschadigd zouden raken door vallende
takken. De brief werd in de gemeenteraad besproken". Men vroeg zich - met
het schrikbeeld van een lege Brink in gedachten - af, of het rooien van de bomen
nu wel nodig zou zijn. Dat vast te stellen, zou volgens burgemeester Baron van
Hardenbroek geen gemakkelijke opgave zijn. Hij vond zichzelf niet deskundig
genoeg en het was voor hem maar de vraag of ook de raadsleden wel in staat
waren de situatie goed te kunnen beoordelen. Enkele (katholieke) raadsleden
waren niet onder de indruk van de brief en trokken de conclusie van het
kerkbestuur in twijfel. Zij hadden 'meermalen de besproken boomen opgenomen
en zelfs na storm-weder niets aan den grond bespeurd hebben waardoor de vrees
voor omwaaien zoude gewettigd zijn'. Een ander raadslid stelde voor om een deel
te rooien en op die plekken nieuwe bomen te planten, maar anderen dachten dat
de kleintjes dan niet genoeg licht zouden krijgen en bovendien: '...de maatregel
zou het omwaaien van de andere boomen niet verkleinen doch belangrijk doen
verdroten'. En wat doe je dan? Je stelt een commissie in!
Drie weken later kwam de raad weer bijeen. De commissie had geadviseerd tot
rooien. Maar rooien in februari was financieel minder aantrekkelijk dan in het
najaar en 'zo slecht zijn ze nu ook weer niet' vond één van de raadsleden, zodat
men besloot er na de zomer op terug te komen". Een goede opbrengst was
blijkbaar belangrijker dan veiligheid.
Rechts:        Advertentie uit 1899, onder andere betreffende de verkoop van de
iepebomen op de Brink. Het waren er toen nog 37 in totaal. De 'ver-
kooping' vond plaats in herberg De Zwaan in Werkhoven (GW, 158)
17.  GW, 3, 14 januari 1898.                                                    ƒ
18.  Zie noot 17.                                                                     /
19.  GW, 3, 4 februari 1898.
10
-ocr page 11-
VERKOOPINC
VAN
HAKHOLTiBDOIHEN.Ël.
Op dnf< tot 25 Juli 1899.
De Notaris J> Ai\ HEYST te Wijk bij Duurstede zal op
DONDERDAG 5 JANUARI 1899, voorniiddags elf ure,
bij J. van Leeuwen in de 2waan te Werkhoven,
PUBLIEK VERKOOPEN:
Van den Heer H. Baron van Heeckeren van Beverwaerd.
Twee [lectaren 53 Aren 5-jarig Elzen- en Fisschcnliakliout in Jen Dnivcishoek, aan de
Slcrkcnburgsclic kade, onder VVerkbnven, in 7 perceele/i.
Twee Hectaren 48 Aren 8-jarig ICikonlmklioul aldaar, in « perceelen.
Ongeveer <9 Aren 5-jarlg Elzen- en Essclienhakdoul langs liel Kozcnbaseli op Bever-
waerd, In een perceel.
Drie pereeclen droge Eikentakkenbnssen achter liet k'nclsliuis.
Inlichtingen geeft l>. de Kruijt Dzn , Rentmeester te Driebergen.
Van den tleer 6' t7. Kneppelkout van Sterkenburg.
Hel hakhout van het El/.cnbnsch naast Ueverwacrd, in 2 pcrccclen.                          '
Idem van het EI/,cnboscli, genaamd „het bosoh van Elberso."
Eikensnooihaar aan den Kweldnm ,naast BeVcnvaerd.
Idem in het Doolhof, op de Plaat.s.
Idem langs de Slerkenburgsche La.in.
Betikensnoelhaar langs de Goycnvcicring nabij de woning van ü. van Donselaar.
Twee mgtcn lakkenbossen aan het einde van de Sterkenbcirg.scho Ziiwe en in de weide
naast Hardenbrock.
Eikensnneihaar in de weide van A. Voskuilen aciilcr de Plaat.s en langs de Sterken-
UurQScho Zttwo.
Onderricht bij II. van Zoesl op tilcrkcnburg.
Van Jonkvroiiwe J. M. de Peslers.
He( aehljarig Eikenhakliout van 69 Aren 30 Centiaren, genaamd hel Pauwenhoschie, op
de Hondspol, onder Driebergen, in I perceel.
Ten veiTioeke van den Heer Burgemeester van fVerkhoven.
Zeven en dertig Icpeboomen, slaande op den Brink te VVerkbnven, in pereeclen.
Van de Ned. Hervormde Kerk te Werkhoven.
Negen gave lepeboiunen, staande op het Plein bij de Kerk (binnen de muren), eerst in
4 perceelen en daarna in nias.sa.
N.B. Ieder kooper moet desgevorderd gegoede en bekende
medekoopers stellen.
Zegt het voort.
11
-ocr page 12-
Openbare veiling in herberg De Zwaan.
Het duurde echter tot 28 oktober voordat de zaak opnieuw in de raad besproken
werd. In deze vergadering werd vastgesteld dat de bomen het best bij openbare
veiling verkocht zouden kunnen worden^°. Op 5 januari 1899 veilde notaris
Van Heyst uit Wijk bij Duurstede de 37 iepebomen van de Brink^'. Tegelij-
kertijd werden ook negen gave iepebomen op het plein bij de kerk (tussen de
muren) te koop aangeboden. Deze veiling vond wederom plaats in herberg De
Zwaan. De kopers moesten de bomen vóór 15 februari 1899 gerooid en de
wortelgaten gedicht hebben. Tijdens het rooien moest de weg vrij blijven opdat
het verkeer geen hinder van de werkzaamheden zou ondervinden. Alle schade die
aan de omringende gebouwen zou worden veroorzaakt, kwam voor rekening van
de kopers. De negen gave iepebomen brachten samen 250 gulden op if 17 per
boom) en de 37 iepen op de Brink 569 gulden {f 15 per boom). De lagere prijs
duidt op een slechte toestand van de bomen op de Brink. Er stonden dan ook
wel erg veel bomen op zo'n klein stukje grond, want als mijn bevindingen juist
zijn dat er in 1881 géén nieuwe bomen in plaats zijn gekomen van de 25 ver-
kochte exemplaren, mag ik deze optellen bij de resterende 37 in 1899. Totaal dus
" Q^Jix.
/r
Betaling op 15 maart 1899 aan Joh. van Impelen voor 27 kruiwagens mest (25 cent
per kruiwagen), gebruikt bij de nieuw geplante lindebomen op de Brink (GW, 369)
f
20.  GW, 3.                                                                              '
21.  RAU, NA, ? (H.J. van Heyst in Wijk bij Duurstede), akte nr. 1435. De advertentie bevindt zich
in GW, 158.
12
-ocr page 13-
zo'n 62 bomen! Het moet er wel op een klein bos hebben geleken. Blijkbaar
wilde bui^emeester De Vriendt zoveel mogelijk bomen planten om een zo hoog
mogelijke opbrengst te krijgen.
Op 24 februari 1899 besloot de gemeente 28 lindebomen te bestellen bij de
boomkweker De Bruyn te Driebergen voor de prijs van ƒ 2,75 per boom
inclusief het plantloon. Aan mijn grootvader, de kastelein Joh. van Impelen,
;\
Een deel van de Brink op de hoek van de Herenstraat, omstreeks 1900. Van één van
de pas geplante lindebomen is de boombeschermer vagelijk zichtbaar. Op de voor-
grond in het midden: herberg De Zwaan (foto uit particulier bezit)
13
-ocr page 14-
werd de opdracht gegund om 27 kruiwagens mest te leveren a / 0,25. De smid J.
van Echteld mocht de boomhekken ter bescherming van de jonge boompjes
leveren. Hiermee was een bedrag gemoeid van 53 gulden en 30 cent".
Van deze bijna 100 jaar oude 28 lindebomen zijn er nu 19 ovei^ebleven. Het zijn
er nog genoeg om de Brink de bijzondere sfeer te geven, die door velen zozeer
op prijs wordt gesteld. Met de juiste zorg (en dat mag best wat geld kosten!)
kunnen wij allen hier hopelijk nog lang van genieten.
Naschrift van Leen de Keijzer (lid van de redactie) over note-, iepe- en lindebo-
men op erven en brinken.
In de zeventiende eeuw steeg bij meubelmakers de vraag naar notehout. Op veel
plaatsen werden daarom steeds meer notebomen geplaatst. Ook was daarbij de
oogst van de walnoten een belangrijk motief. In de achttiende eeuw werden
gekapte bomen echter niet meer door jonge notebomen vervangen, maar door
iepebomen. Het hout van deze bomen werd gebruikt door wagenmakers. Het
zijn vooral de boeren die door de gestegen welvaart meer gebruik gingen maken
van koetsen, waardoor de vraag naar iepehout toenam. Midden negentiende eeuw
veranderde dit weer. Toen werden op boerenerven, maar ook op kerkbrinken de
iepebomen vervangen door lindebomen. Dit gebeurde niet alleen vanwege de
houtopbrengst, maar ook vanwege de bijzondere eigenschappen van deze bomen.
Bij de huizen werden ze dikwijls op korte afstand van de gevel gezet en onder-
houden in de vorm van leilinden om bescherming tegen de zon te bieden (voor
meer informatie: L.J.M, de Keijzer, Inventarisatie leilinden. Intern rapport
Gemeentewerken Houten, 1983). Lindebomen hebben ook een insectenwerende
werking. Op de kleverige stof (roetdauw) die in de zomer van deze bomen
afdruipt, blijven vliegen en muggen vastplakken. Voor de bijenhouders zijn de
bomen interessant vanwege de bloesem, waar de bijen op afkomen. Voorts kan
de bloesem gedroogd worden om er lindebloesemthee van te maken, die onder
meer toegepast wordt in de volksgeneeskunst ter bestrijding van diverse kwaal-
tjes.
----------------------------------------                    /
22. GW, 369.
14
-ocr page 15-
Een Belgische herdenkingspenning gevonden te
Schalkwijk
Frans Landzaat*
Op een winderige ijskoude dag in december 1988 trof ik tussen enkele, aan de
oppervlakte liggende, Romeinse aardewerkscherven op een akker in de Pothoek
aan de Pothuizerweg in Schalkwijk een verweerde penning aan. Het was geen
Romeinse munt zoals ik in eerste instantie dacht. Wat het wel was kostte mij
heel wat onderzoek', waarvan ik hier de uitkomst geef.
De penning blijkt geslagen te zijn op de stand van de Munt op de wereldtentoon-
stelling van Brussel in 1910. Het is een herinneringspenning van de hand van de
graveur Alfons Michaux. Tot 14 augustus 1910, toen een grote brand op de
tentoonstelling deze stand en de diverse verzamelingen munten, medailles en
muntgewichten vrijwel geheel verwoestte, werden bijna 100.000 exemplaren in
similor (tombak), 85% koper en 15% zink verkocht^. Voorts kwam ik er ook
achter dat deze penning tentoongesteld en verkocht werd op de Wereldexpo van
1913 te Gent'.
Men vraagt zich natuurlijk af hoe deze munt in Schalkwijk terecht kwam. De
penning kan meegenomen zijn door één van de vele Belgische vluchtelingen die
bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in ons land kwamen"*. In Houten
zijn toen 83 vluchtelingen opgenomen. Schalkwijk droeg f 330,21 voor de
noodlijdende vluchtelingen bij, maar nam zelf geen vluchtelingen op'.
Een andere, nogal gewaagde, veronderstelling is dat de bekende Belgische
F.H. Landzaat is contactpersoon van de Stichting Archeologie & Historie Schalkwijk en
correspondent van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.
Correspondentie met mw M. Scharloo van het Koninklijk Penningenkabinet te Leiden (2-1-1989)
zette mij op het eerste spoor.
Dit werd mij meegedeeld in een brief d.d. 6-2-1989 van dhr A. Piette van de Koninklijke Munt,
Boulevard Pachéco 32, 1000 Brussel.
Op het stadsarchief van Gent bezit men een catalogus van deze tentoonstelling getiteld: Algemeene
Wereldtentoonstelling te Gent in 1913. Brussel 1913. Op p. 106 van Groep II, schoone kunsten,
moderne werken, wordt de penning genoemd.
W. Smits, 'Belgische vluchtelingen in Maarssen'. Periodiek Historische Kring Maarssen, 1990-3.
Hierin het gegeven dat 33507 Belgische militairen en tussen de 600.000 - LOOC.000 burgers ons
land binnenkwamen.
Zie noot 4. p. 59 en 60.
15
-ocr page 16-
archeoloog August Remouchamps (geboren te Gent) een grapje heeft uitgehaald
en de penning hier opzettelijk heeft achtergelaten toen hij een uitstapje naar
Schalkwijk maakte. In de jaren twintig was Remouchamps werkzaam bij
Professor Holwerda, die toen opgravingen deed te Vechten. Bewijzen voor deze
veronderstellingen zijn echter niet te geven.
2sr.
Beschrijving van de penning: diameter van 30 mm, gewicht van 6,5 gr., legering:
similor (tomhak). Voorzijde: jadis (de muntslag vroeger, met munthamer). Keerzijde:
aujourd'hui (de muntslag nu, met schroefpers), monnaie de Bruxelles 1910. De
penning is hier vergroot afgebeeld.
I
16
-ocr page 17-
De Dijkstraat in Wijk bij Duurstede
Theo van Wijk*
Argeloze reiziger
Wijk bij Duurstede zou je eigenlijk altijd vanaf het water moeten benaderen.
Zoals alle riviersteden dankt Wijk haar bestaan aan het water; wellicht uit dank
daarvoor houdt de stad haar mooiste kant naar de Rijn toegewend. De argeloze
reiziger uit vroeger eeuwen zal, na een moeizame reis over ongebaande wegen en
ongetemde rivieren, Wijk bij Duurstede als een oase aan de overzijde van het
water hebben zien oprijzen. Dat moet ook Jacob van Ruysdael zijn overkomen
en hij kwam terug om die onvergetelijke aanblik op het doek vast te leggen.
Nog steeds worden reizigers geboeid door het prachtige 'rivier^ezicht' van Wijk,
al hebben eeuwen van achteruitgang en verwaarlozing hun sporen achtergelaten.
De Schone Slaapster van weleer was lelijk in de versukkeling geraakt maar nog
steeds viel van haar gehavende gezicht haar vroegere schoonheid af te lezen. Maar
dit proces van aftakeling is tot staan gebracht. Sinds enkele decennia wordt het
herstel energiek ter hand genomen. Allerwege worden de oude gebouwen
gerestaureerd, de bestratingen in authentieke stijl aangepast en ontstane gaten in
de straatwanden met zorg opgevuld. De resultaten zijn zonder meer verbluffend.
Speel eens de argeloze reiziger uit dit verhaal: u hebt de rivier gevolgd en genoten
van het altijd feeërieke samenspel van water en lucht. U komt de stad binnen
door de Waterpoort en daar blijft u verrast staan om het silhouet dat zich voor
uw ogen ontvouwt op u te laten inwerken. Aan uw linkerhand ronden statige
huizen met steile getrapgevelde daken de lange bocht waar de Oeverstraat in de
Dijkstraat overgaat richting Lekdijk: stuk voor stuk oogstrelende gevels die er
uitzien of ze gisteren speciaal voor u zijn opgepoetst.
Lelijk dakenfront
Naar rechts ontrolt zich de Dijkstraat, ingeklemd tussen zijn huizenwand en de
walmuur, in feilloos perspectief eindigend onder de Leuterpoort waarboven hoog
de molen Rijn en Lek uittorent. Wat een fotogeniek gezicht!
Toch is er iets mis met die Dijkstraat. Niet omdat hij, in vei^elijking met zijn
schone pendant ter linkerzijde, ietwat stiefmoederlijk bedeeld is: geen trapgevels,
P.Th.L. van Wijk, architect, is onder andere actief geweest op het terrein van restauraties in
Wijk bij Duurstede. Dit artikel verscheen eerder in de Open Monumentendag-bijlage van de
Wijkse Courant d.d. 7-9-1994.
-ocr page 18-
WIJK BIJ DUURSTEDE
Prentbriefkaart uit ca 1990 met gezicht op het nog gehavende dakenfront van de
Dijkstraat (Atlas Gemeentearchief Wijk bij Duurstede)
weinig samenhang in de bouwvormen, wat achterstallig onderhoud en 'verkeerd'
restauratiewerk, maar dat is het niet. Het zijn de daken! Dat mooie dakritme van
de andere kant ontbreekt.
In plaats daarvan teistert een allegaartje van daken en dakvormen het oog: steile
pannendaken naast domme platte daken, wonderlijk getierelantijnde revolutiedak-
jes, een aangezadeld plat dak.....
Restauratie Dijkstraat 3
Inmiddels is ook aan de Dijkstraat veel gerestaureerd. Een aantal panden is in
oude luister hersteld, bijvoorbeeld het Schippershuys met zijn theekoepel op de
walmuur, de walmuur zélf niet te vergeten. Veel is al verbeterd maar het
lelijke dakenfront is gebleven. Tót de meest recente restauratie: een kloek,
klassiek gebouw van vijf traveeën, gelegen naast het Schippershuys en allengs tot
18
-ocr page 19-
Het huis Dijkstraat 3 dat tijdens de restauratie in de zomer van 1994 zijn dak
terugkreeg (Foto R. van der Eerden- Vonk, Atlas Gemeentearchief Wijk bij Duurstede)
19
-ocr page 20-
trieste armoede vervallen. Inmiddels is de ingang - streng in het midden -
omtimmeid en van een kroonlijst voorzien zoals een deftige ingang betaamt. De
ramen hebben hun roedenverdeling teruggekregen, de pleisterlaag is vernieuwd.
Maar het dak spant letterlijk en figuurlijk de kroon. Dit was nu zo'n 'aangeza-
deld plat dak' dat de indruk wekte alsof het huis een klap op z'n kop had
gekregen. En zie nu eens: boven een breed fries en een fraaie goot op geprofileer-
de klossen torent een zadeldak, gedekt met Oudhollandse pannen en verlevendigd
door twee mooi gestileerde dakkapellen. Om je vingers bij af te likken. Zó kan
het dus ook!
Restaureren is een moeilijk vak. Oude gebouwen hebben in de loop van hun
bestaan vaak vele veranderingen onderdaan. Welke restaureer je 'mee', welke
restaureer je 'weg'? De restaurateur van het huis aan de Dijkstraat heeft het z'n
oorspronkelijke dak teruggegeven, een mooi Hollands pannendak dat ooit in z'n
leven het slachtoffer van een soort koppensneller was geworden. Mogen nog vele
huizen aan de Dijkstraat - en elders - hun daken terugkrijgen!
/
/
20
-ocr page 21-
VARIA
Fectio voorgedragen voor Wereld Erfgoed Lijst
Staatsecretaris Nuis van cultuur heeft zeven archeologische monumenten bij de
UNESCO voorgedragen voor plaatsing op de Wereld Erfgoed Lijst. De UNES-
CO (de culturele organisatie van de Verenigde Naties) heeft daarvoor een speciale
lijst bij het World Heritage Centre. Onder deze monumenten bevindt zich
Fectio, het Romeinse fort Vechten uit de eerste 250 jaar van onze jaartelling,
gelegen in de gemeente Bunnik. Het fort, waarvan bovengronds niets meer
zichtbaar is, wordt voorgedragen omdat het van onschatbaar belang is voor de
kennis van de Romeinse tijd. (HR)
De 'Stichtse gegoten marmervloertegel'
Naar aanleiding van de ingezonden brief over de afgebrande boerderij van
Kromwijk in Dwarsdijk (gemeente Cothen) in het vorige tijdschriftnummer
ontving de redactie een aardig aanvullend gegeven van de heer F.H. Landzaat uit
Schalkwijk.
De genoemde grote blauwgrijze tegels uit de boerderij behoren volgens hem tot
het type 'Stichtse gegoten marmervloertegel' (afmeting 455 x 460 x 40 mm). Deze
tegels werden voor het eerst gefabriceerd in een steenfabriek die stond aan de
westkant van de Vaartse Rijn direct ten zuiden van Utrecht. De fabriek was
vanaf 1668 eigendom van de familie Van Oort. Francois van Oort verkreeg oc-
trooi voor de fabricage van deze vloertegel in 1691 (Rijksarchief in Utrecht,
Statenarchief inv. nr 349-43). Meer bijzonderheden in: F.H. Landzaat 'De Stichtse
gegoten Marmervloertegel' Tegel (jaarboekje uitgegeven door de Vrienden van het
Tegelmuseum te Otterlo), 1981, nr 9, 9-15.
Geschiedenis Dorpshuis Odijk
Ook eigentijdse geschiedenis is interessant. Dat blijkt uit het boekje 25 jaar
dorpshuis Odijk
van de hand van Jaap Dekker, dat afgelopen najaar huis aan huis
in Odijk werd verspreid.
'Dit zal het centrum kunnen worden waar jong en oud, "autochtoon" en
"import" van alle confessies elkaar kunnen vinden in sport en spel, besprekingen
en verTgaderingen om gezamelijk de groei en bloei van ons dorp te bevorderen',
met deze woorden uit 1962 in een circulaire van burgemeester Melzer van de
toen nog zelfstandige gemeente Odijk, werd het belang van de oprichting van
21
-ocr page 22-
een dorpshuis onderstreept. Het was in de tijd dat de eerste nieuwbouw in Odijk
had plaatsgevonden. Het aantal inwoners was toen circa 1500 (nu: ruim 5000).
Met ludieke acties, de jaren zestig eigen, werden gelden ingezameld onder de
Odijkse bevolking. De Stichting Dorpshuls die werd opgericht kocht in het
najaar van 1963 de bouwgrond aan de Zeisterweg van de gemeente. Door allerlei
ambtelijke vertragingen moest de bouw steeds worden uitgesteld, maar in 1969
was het dorpshuis er. Het is gebouwd naar het ontwerp van architect Ir Pal Stip-
kovits, een toenmalige Odijker van Hongaarse afkomst. In de aanloopfase
fungeerde een nooddorpshuis in de boerderij van Mocking, nu pannekoekenres-
taurant Aan de Vork. Sinds de verbouwing en uitbreiding in 1990 heeft het
dorpshuis de naam 'De nieuwe haven'. Een speelse verwijzing naar het vroegere
haventje dat hier in de buurt lag aan de nu afgesneden meander van de Kromme
Rijn. Meer bijzonderheden in het bovengenoemde, zeer vlot geschreven, boekje,
dat vooral voor oud-Odijkers aardig is. (MD-dV)
Cursussen SSG:
Het schrijven van een historisch artikel
Voor mensen die in lokale en regionale historische tijdschriften publiceren of dat
graag willen doen, vindt in de periode januari-maart 1995 een schrijfcursus plaats.
De bedoeling van de cursus is de deelnemers intensief te begeleiden bij het
schrijven van een historisch artikel. De opzet is dat de cursist eigen onderzoeks-
materiaal bewerkt tot een artikel voor een historisch tijdschrift en tijdens dit
proces aanwijzingen krijgt over structuur, stijl, spelling, zins- en alineaopbouw,
duidelijkheid en begrijpelijkheid.
De cursus start op maandag 9 januari 1995. Plaats: Mariaplaats 23 te Utrecht.
Tijd: 20.00-22.00 uur. Het cursusgeld bedraagt f 140,- voor 5 lessen.
Huizenonderzoek
Veel mensen zijn nieuwsgierig naar de geschiedenis van hun eigen huis. Hoe oud
is het eigenlijk, wie hebben er voor mij gewoond, wat is er in de loop van de
jaren mee gebeurd? Dit zijn vragen die zij zich stellen. In de cursus 'bronnen
voor huizenonderzoek' wordt ingegaan op de onderzoeksmethoden die leiden tot
antwoorden op deze vragen. Diverse bronnen, zoals notariële akten, belastingre-
gisters en bevolkingregisters worden behandeld en dooi^ewerkt. De cursisten
voeren enkele opdrachten uit. Gastsprekers gaan in op enkele specifieke onder-
werpen. Het is aanbevelenswaardig als u enige ervaring heeft met het werken met
historisch materiaal. De cursus wordt gegeven in het Gemeentearchief van
Utrecht. Dat betekent dat er vooral met bronnen uit de stad Utrecht wordt
22
-ocr page 23-
gewerkt. Aan de hand van die bronnen wordt u geleerd, hoe u een dergelijk
onderzoek uitvoert: u kunt het dus later altijd in uw eigen gemeente toepassen.
De cursus bestaat uit 5 lessen en begint op maandagavond 9 januari. Plaats:
Gemeentearchief Utrecht, Alexander Numankade 199 te Utrecht. Tijd: 19.30-
21.30 uur. Kosten: f85,-.
Oud schrift
Bij voldoende belangstelling start begin 1995 een cursus oud schrift of paleografie
in het Gemeentearchief van Wijk bij Duurstede. In 10 lessen worden de cursisten
getraind in het lezen van oude teksten. De kosten bedragen f 100,- , inclusief
cursuspakket en koffie.
Voor meer informatie en opgave kunt u contact opnemen met: Stichting Stichtse
Geschiedenis (SSG), Mariaplaats 23, 3511 LK Utrecht, tel. 030-343880.
23
-ocr page 24-
Inhoudsopgave en index
Jaargang 23 (1989) - 28 (1994) Tussen Rijn en Lek
Inhoudsopgave
Jaargang 23-1 ( maart 1989)
*  Artikelen:
Rommes, R.N./., De bevolking van Wijk bij Duurstede in de 17de en 18de eeuw. 9-24
Hermans, WA., Hoefbeslag uit de periode voor 1800, gevonden in het Kromme Rijnge-
bied. 25-30
*  Boekbespreking:
Koops, A., Veertig jaar diender langs de Kromme Rijn en Leidse Rijn, door Kooring, R.J.
31-32
*  Varia:
Afscheid van Dr. Giselle de Nie als eindredacteur van het tijdschrift. 1
Jaarverslag van de secretaris over 1988. 2-6
Jaarverslag van de penningmeester over 1988. 7
Jaarverslag van de archeologische werkgroep 1988. 8
Jaargang 23-2 (juni 1989)
*  Artikelen:
Vemoay, C.G.Th., Boerengezinnen in beweging. 1-8
Vervaart, O., Tolsteeg tussen stad en platteland. Een buitengerecht van de stad Utrecht in
het Kromme Rijngebied. 9-32
Jaargang 23-3 (september 1989)
*  Artikelen:
Smits, J. en O. Wttewaall, 'Monument' een vaag begrip? 1-12
Reinders, H., Dorpsstraat 1 te Bunnik. 13-21
Reinders, H., De Korenmolen te Werkhoven. 22-23
Butterman, R.J., De Nederhof en Vogelpoel: Twee bijzondere monumenten van Wijk bij
Duurstede. 24-29
"■ Boekbespreking:
Ginkel-Meester, S. van, Bunnik, geschiedenis en architectuur, door Dolfin, M.J. 30-31
24
-ocr page 25-
* Varia:
9 september: Open Monumentendag. 1
Aankondiging tentoonstelling + boekje: A.E. van Braam Houckgeest. 32
Jaargang 23-4 (december 1989)
*  Artikelen:
Rietveld, C.F.W, De orgels van de Nederlandse Hervormde of oude dorpskerk te Bunnik.
1-4
Vermeer, G., Het orgel van het Witte Kerkje te Odijk. 5-7
Vermeer, G., Het orgel van de Oude Kerk te Werkhoven. 8-9
Clements, W., Het Batz-orgel van de St. Michaëlskerk in Schalkwijk, een monumentale
aanwinst. 10-16
Vlagsma, A.H., Een bijdrage tot de geschiedenis van het oi^el van de St. Jan Baptist te
Wijk bij Duurstede. 17-31
*  Varia:
Register op de jaargangen 1983-1988. 32-38
Aankondiging tentoonstelling: 'Utrecht in kaart gebracht' Kartografie van de stad, 1541-
1990. 39
Jaargang 24-1 (maart 1990)
Artikelen:
Pothuizen, H.M., De buurtschap Pothuizen. 7-27
Eenders,]., Oudheidskamer Vreeswijk: Een bezoekje waard. 29-31
Varia:
Jaarverslag van de secretaris over 1989. 1-4
Jaarverslag van de penningmeester over 1989. 5
Jaarverslag van de archeologische werkgroep over 1989. 6
Reinders, H., Een overlijdensbericht uit 1707. 32
Jaargang 24-2 (juni 1990)
* Artikelen:
Muller, E., De eerste kadasterlandmeters in het Kromme Rijngebied. 1-8
Ruckert, C.D.P., Heeft U een watertoren te koop?: De watertoren van Werkhoven: van
bedrij fsfunctie naar woonfunctie. 9-25
Butterman, R.J., Boomsoorten langs wegen in het 17de eeuwse Wijk bij Duurstede. 26-27
Bemme/,/4.y4.5. f(jn, Varia in familie-archief van Bemmel. 28-30                               s .,:(•, ■
25
-ocr page 26-
* Boekbespreking:
Canneman, E.A., Kastelen aan de Langbroekerwetering, door Wit, P. de. 31-32
Jaargang 24-3 (september 1990)
*  Artikelen:
Kooistra, L.I. en Hessing, W.A.M., Een tropische verrassing in een vroeg-middeleeuwse
waterput in Houten. 2-9
Donkersloot-de Vrij, Y.M., Oude kaarten: Welke zijn er van het Kromme Rijngebied en
waar zijn ze te vinden? 10-27
Butterman, R.J., Het laatste koninklijke bezoek aan kasteel Duurstede in 1642. 28-32
* Varia:
Hoge onderscheiding voor Leen de Keijzer. 1
Jaargang 24-4 (december 1990)
*  Artikelen:
Reinders, H., Molen en molenaars van Bunnik. 7-17
Reinders, H., De Cothense Molen 'Oog in 't Zeil en zijn molenaan. 18-29
Heijmink Liesert, PM. en O. Wttewaall, Molens in de gemeente Houten. 30-39
Reinders, H., De Werkhovense molen: Enkele nieuwe gegevens over molen en molenaars.
40-48
Boekbespreking:
Buijtenen, M.P. van en A.K. de Meijer, Herfsttij over Oostbroeks abdij, door Tbngerloo,
L. van. 49-50
Verbeeck, S., Oostbroek; abdij-buitenplaats-natuurgebied, door Toussaint Raven, J.E.. 51-52
*  Varia:
In memoriam Rob Butterman. 1
Molentypen, banmolen, windrecht en impost op het gemaal. 3-6
Jaargang 25-1 (maart 1991)
* Artikelen:
Donkersloot-de Vrij, M., Kaart van de provincie Utrecht door B. de Roij (toelichting bij de
nieuwe omslag). 1-12
Kemp, M.S.F, Odijkse families en hofsteden tot ca. 1650: Iets over genealogisch onderzoek
in het Kromme Rijngebied. 13-21
Thiadens, H.].M., Donselaar, een laarnaam bij Overlangbroek. 22
26
-ocr page 27-
* Boekbespreking:
Gaag, A. van der, Fort bij Rijnauwen, door Donkersloot-de Vrij, M. 31-32
* Varia:
Jaarverslag van de secretaris over 1990. 23-28
Financieel jaaroverzicht historische kring 1990. 29
Jaarverslag van de archeologische werkgroep 1990. 30
Jaargang 25-2 (juni 1991)
* Artikelen:
Keijzer, L.M.J. de. Het kapittel van St. Marie en de tiendkaart van 't Goy en Houten uit
1640. 1-13
Donkersloot-de Vrij, M., Het Uilegat te Odijk (Hoe een oud toponiem dreigt te verdwij-
nen). 14-17
Butterman, R., Kostverloren in Wijk bij Duurstede. 18
Butterman, R., Concurrentie tussen schippers uit Wijk bij Duurstede en Cothen, 1708. 19-
20
Butterman, R., Een laat-middeleeuws gerechtsregister van Overlangbroek. 21-22
Reinders, H., De visitatie van 1593 in het Kromme Rijngebied. 23-28
"■ Boekbespreking:
Het Land van de Zeven Tuinen, door Donkersloot-de Vrij, M. 29-31
Jaargang 25-3 (september 1991)
* Artikelen:
Reinders, H., Bij de 200ste geboortedag van meester Dirk van Merkesteijn. 1-10
Donkersloot-de Vrij, M., De kaart van Wijk bij Duurstede in de stedenatlas van Blaeu. 11-
15
Landzaat, F.H., Een archeologisch vondstbericht uit de Knoesterpolder te Schalkwijk. 16-
22
Hermans, WA., De lakenvelder, een oud Nederlands rundveeras. 23-24
Kemp, M.S.E, Donselaar: geen oude '-laar' in Overlangbroek. 25-28
Jaargang 25-4 (december 1991)
* Artikelen:
Wilmer, C.C.S., Duiventillen en -torens in het Knsmme Rijngebied. 1-6
Wttewaall, O., Het recht om duiven te houden. 7-10
Tromp, H.M.]., 'Duyfhuysen' langs de Langbroeker Wetering. 11-20
w
-ocr page 28-
Keijzer, L.M.J. de. De duivenzolder in de gemeentetoren te Houten. 21-23
Reinders, H., Duiven in en om de kerk van Odijk. 24-26
Wttewaall, O., De duiventoren van huize Wickenburg in 't Goy. 27-34
Keijzer, L.M.], de. De duivenzolder in de Stenen Poort te Houten. 35-37
Reinders, H., Onroerende duiven. 38
* Varia:
Duivenrecept uit de 18de eeuw. 39
Foto van een lakenvelder. 40
Jaargang 26-1 (maart 1992)
* Artikelen:
Comelisse, J.L., Wetenswaardigheden over de klokken van de St. Barbarakerk te Bunnik. 2-
9
Pothuizen, H.M., Joest Gerytsz., gedurende zeer lange tijd schout van Schalkwijk. 10-18
*  Boekbespreking:
Ginkel-Meester, S. van en M. Kooiman, Langbroek, geschiedenis en architectuur, door
Tholens, M. 29-30
Smits, J.A.M, en O.J. Wttewaall, Houten historische bebouwing, door Dolfin, M. 30-31
*  Varia:
Van de redactie. 1
Jaarverslag Historische Kring 'Tussen Rijn en Lek' over 1991. 19-25
Jaarverslag van de penningmeester over 1991. 26
Jaarverslag van de archeologische werkgroep over 1991. 27-28
Jaargang 26-2 (juni 1992)
■^ Artikelen:
Vernooij, A., Dorpsontwikkeling in het Kromme-Rijngebied tussen 1800 en 1940. 1-8
Gaag, A. van der. Geschiedenis van de Boaz-Bank te Bunnik (1915-1965). 9-21
Steenwijk, D., Voorbij de Driebergse brug. 22-27
Boekbespreking:
Gaasbeek, R, M. Kooiman en B. Olde Meierink, Wijk bij Duurstede: geschiedenis en
architectuur, door Eerden-Vonk, R. van der. 29-31
*  Varia:
J.A. Hendrikx, Plaats- en Waternamen. Hun betekenis voor de bestudering van het
landschap. 28
Cursusoverzicht 92/93 Gelderland, Overijssel, Utrecht. 28
28
-ocr page 29-
Jaargang 26-3 (september 1992)
*  Artikelen:
Stichting Raap, Geofysisch onder2X3ek op het terrein van het voormalige kasteel Schal-
kwijk. 1-6
Bemmel, A. van. De Bemmelshofstede in Overlangbioek. 7-17
Conrads, M., De Houtense muts. 18-26
Hoogen, H. van den, F. Landzaat en N. Staakman, Opgravingen van een steenoven te Tuil
en 't Waal nabij de Lek. 27-32
*  Boekbespreking:
Wevers, L.B., Heemstede, architectonisch onderzoek van een zeventiende eeuwse buiten-
plaats in de provincie Utrecht, door Wit, R de. 33-34
*  Varia:
Tentoonstelling archeologische vondsten van Zorgvliet. 35
Jaargang 26-4 (december 1992)
*  Artikelen:
Reinders, H., Begraven in het verleden. 1-8
Bongers, R, Begraven in Odijk. 9-22
Reinders, H., Begraafplaatsen in Bunnik. 23-27
Brilleman, V., Joodse begraafplaatsen te Wijk bij Duurstede. 28-37
Keijzer, L.M.], de. De begraafplaatsen in het dorp Houten. 38-43
*  Boekbespreking:
Meijer, W. en P. Pisu, Funerair Erfgoed, begraafplaatsen als cultuurbezit, door Reinders,
H.
45-46
*  \^ria:
De Oud-Utrechtprijs 1993. 44
Baronnen en kunstenaars, de geschiedenis van het landhuis Oud-Amelisweerd vanaf de
Middeleeuwen tot heden. 47
Monumentenbeleid Bunnik. 47
Archeologische werkgroep vindt fundering kerk Houten. 47
Jaargang 27-1 (maart 1993)
* Artikel:
Breemhaar, T, De motte en ijskelder van Oud-Amelisweerd. 1-18
29
-ocr page 30-
*  Boekbespreking:
Harten, J.D.H. e.a. (red.), 'De tuin van Utrecht', geschiedenis en waarden van het
landschap in het landinrichtingsgebied Gnoenraven-Oost, door Ginkel-Meester, S. van. 19-
22
*  Varia:
Jaarverslag van de secretaris over 1992. 23-29
Financieel jaaroverzicht 1992. 30
Jaarverslag van de Archeologische werkgroep over 1992. 31-32
Het verloren kerkhof te Cothen. 33
Kerkhoven te Cothen. 33
Monumentenbeleid Bunnik. 34
Boerderij van het jaar. 34-35
Jaargang 27-2 (juni 1993)
"■ Artikel:
Bok, M.J., Schilderkunst in Utrechts O verkwartier in de zeventiende eeuw. 1-24
"■ Boekbespreking:
Ginkel-Meester, S. van en A. Vernooij, Cothen - geschiedenis en architectuur, door
Bemmel, A van. 25-27
Reactie door Blijdenstein, R.K.M. 28-29
" Varia:
In memoriam C. Pater Jzn (1926-1993). 29
Historische Reeks Kromme-Rijngebied: Butterman, R.J.: Het Stadsbestuur van Wijk bij
Duurstede (1650-1700). 29-30
Zuidutrechts woordenboek. 30-31
Het Odijkse Uilegat. 31
Kromme-Rijnders naar Amerika. 31
Jaargang 27-3 (september 1993)
■^ Artikelen:
Brilleman, V., Joodse begraafplaatsen te Wijk bij Duuurstede II. 1-16
Berendsen, H. en S. Wynia, Oude rivierlopen rond het Fort te Vechten. 17-23
Donkersloot-de Vrij, M., Plattegrond der Vesting Duurstede. 24-27
Bemmel, A. van, Brood voor de armen van Cothen. 28-29
* Boekbespreking:
Cahiers voor Lokale en Regionale Geschiedenis, door Donkersloot-de Vrij, M. 30-31
30
-ocr page 31-
* Varia:
Rectificatie, door Bok, M.J. 29-30
Jaargang 27-4 (december 1993)
"■ Artikelen:
Hertog, J. den, De zeventiende eeuwse oi^elcultuur van Wijk bij Duurstede. 1-17
Keijzer, L. de, Hendrik Jan van Lununel (1815-1877): onder andere schoolmeester te
Houten van 1840 tot 1848. 18-26
Keijzer, L. de. Lijst van predikanten van de Nederlandse Hervormde gemeente te Houten.
27-32
* Varia:
Sloop oude H. Barbarakerk te Bunnik. 33                                                                     : .
150 jaar spoorwegen in Bunnik. 33
Opgraving te Houten. 33-34
Opgraving ROB in Wijk bij Duurstede. 34
Aanvulling begraafplaatsen. 35
Cursus lokale en regionale geschiedenis. 35
Cursus schrijven van een historisch artikel. 35
Jaargang 28-1 (maart 1994)
* Artikelen:
Donselaar, W., Een tweehonderd jaar oud familiebijbeltje uit Langbroek. 1-6
Eerden-Vonk, R. van der. De sloop van de 'Molen van Ruisdael' te Wijk bij Duurstede. 7-9
"■ Boekbespreking:
Scholtmeijer, H., Zuidutrechts woordenboek: Dialecten en volksleven in Kromme-Rijn-
streek en Lopikerwaard, door Brok, H., li-lb
Meijer, G. en J. Meijer-de Vries, Een voetspoor van zeven eeuwen naar de fam. Achter-
berg, door Donselaar, W. 26-27
'^ Varia:
Jaarverslagen Historische Kring over 1993. 10-22
Een klooster in Dwarsdijk te Cothen.' 28-30
De Stichting Archeologie & Historie Schalkwijk heeft hulp nodig! 30-32
Lezing over wandtegels. 32                                                                                               -'f
Vragen over vroeger; Handleiding voor het maken van historische interviews. 32
Cursus oral history/interviewtraining. 33
Cursus 'Bronnen in het Rijksarchief'. 33
n
-ocr page 32-
Boerderij van het jaar 1994. 34
Brand op de boerderij Rijsburg. 34-35
Jaargang 28-2 (juni 1994)
*  Artikelen:
Schalk, K. van. De verpachting van het Oudslijckerveer in 't Waal in de 17de eeuw. 1-15
Vos-Dahmen von Buchholz, T, Hans uit 'De Zeven Huisjes' (Wijk bij Duurstede). 16-19
Boekbespreking:
Donkenloot-de Vrij, e.a.. De Stichtse Rijnlanden: Geschiedenis van de zuidelijke Utrecht-
se waterschappen, door Eerden, P. van der. 20-22
Varia:
Over boerderij van Kromwijk (Dwarsdijk) en Gooijerdijk 47 (Langbroek). 23-24
Opgraving op Het Rondeel te Houten. 24-25
De Kostverlorentoren in Wijk bij Duurstede. 26-27
Boekje en expositie over joods Wijk bij Duurstede. 28
De Werkhovense molen gerestaureerd. 28-30
Verbouwing Rijksarchief Utrecht. 31
Jaargang 28-3 (september 1994)
Artikelen:
Kosse, R., De loterij van Johan de Bont uit 1649 in Wijk bij Duurstede. 1-13
Eerden-Vonk, R. van der. De komst van de fiets en auto in Langbroek, 1881-1923. 14-23
Bemmel, J. van. De Vogelpoel en de Van Bemmels aan de Wijkersloot. 24-30
"■ Boekbespreking:
Blijdenstijn, R. en M. Kooiman, Cultuurhistorische routes in de provincie Utrecht: Het
Kromme Rijngebied, door Donkersloot-de Vrij, M. 31-32
*  Varia:
350ste lid Historische Kring. 33
Werkhoven in Romaans Nederland. 34
Expositie archeologie Kromme-Rijngebied. 34
Jaargang 28-4 (december 1994)
* Artikelen:
Impelen, J. van. De bomen op de Werkhovense Brink: ruim drie eeuwen geschiedenis. Met
naschrift van L. de Keijzer. 1-14
32
-ocr page 33-
Landzaat, E, Een Belgische herdenkingspenning gevonden te Schalkwijk. 15-16
Wijk, T. van, De Dijkstraat in Wijk bij Duurstede. 17-20
*  Varia
Fectio voorgedragen voor werelderfgoedlijst. 21
De 'Stichtse gegoten marmervloertegel'. 21
Geschiedenis Dorpshuis Odijk. 21-22
Cursussen SSG. 22-23
*  Inhoudsopgave en index jaargang 23 (1989) - 28 (1994)                                                   24
-^
-ocr page 34-
Index van namen en zaken
Vermeld worden: jaargang-aflevering en tussen haakjes de pagina's.
A
Achterberg, familie                              28-1 (26-27)
Amerika                                              27-2 (31)
archeologie:                                         zie opgravingen
auto's                                                   28-3 (14-23)
B
Barbaiakerk                                         26-1 (2-9), 27-4 (33)
begraafplaatsen/begraven                     26-4 (1-43; 45-46), 27-1 (33), 27-4 (35)
Bemmel, A.A.B, van                        ■ 24-2 (28-30), 26-3 (7-17), 27-2 (25-27), 27-3 (28-29)
Bemmel, J. van                                    28-3 (24-30)
Bemmels, Van                                      24-2 (28-30), 28-3 (24-30)
Bemmelshofstede                                 26-3 (7-17)
Benders, J.                                           24-1 (29-31)
Berendsen, H.                                      27-3 (17-23)
bevolking                                            23-1 (9-24)
Blaeu, J.                                               25-3 (11-15)
Blijdenstein, R.K.M.                            27-2 (28-29), 28-3 (31-32)
Boaz-Bank                                           26-2 (9-21)
boerderij van het jaar                          27-1 (34-35), 28-1 (34)
boerengezinnen                                    23-2 (1-8)
Bok, M.J.                                             27-2 (1-24), 27-3 (29-30)
bomen                                                 24-2 (26-27), 28-4 (1-14)
Bongers, P.                                           26-4 (9-22)
Braam Houckgeest, A.E. van              23-3 (32)
Breemhaar, T.                                      27-1 (1-18)
BrUleman, R.V                                    26-4 (28-37), 27-3 (1-16)
Brink Werkhoven                                28-4 (1-14)
Brok, H.                                              28-1 (23-26)
Bunnik                                                23-3 (13-21; 30-31), 23-4 (1-4), 24-4 (7-17),
25-1 (31-32), 26-1 (2-9), 26-2 (9-21), 26-4 (23-27; 47),
27-1 (34), 27-4 (33)
Butterman, R.J.                                   23-3 (24-29), 24-2 (26-27), 24-3 (28-32), 24-4 (1),
25-2 (18-22), 27-2 (29-30)
Buijtenen, M.P. van                             24-4 (49-50)
c
Cahiers Lokale en Regionale
Geschiedenis                                        27-3 (30-31)
Canneman, E.A.                                 24-2 (31-32) '
34
-ocr page 35-
Conrads, M.
26-3 (18-26)
Cornelisse, J.L.
26-1 (2-9)
Cothen
24-4 (18-29), 25-2 (19-20), 27-1 (33),
27-2 (25-27; 28-29), 27-3 (28-29), 28-1 (28-30)
Cultuurhistorische routes
28-3 (31-32)
D
dialecten
28-1 (23-26)
Dolfin, M.J.
23-3 (30-31), 26-1 (30-31)
Donkersloot-de Vrij, Y.M.
24-3 (10-27), 25-1 (1-12; 31-32), 25-2 (14-17;
25-3 (11-15), 27-3 (24-27; 30-31), 28-2 (20-22),
28-3 (31-32)
29-31),
Donselaar
25-1 (22), 25-3 (25-28)
Donselaar, W.
28-1 (1-6; 26-27)
dorpsontwikkeling
26-2 (1-8)
Driebergse brug
26-2 (22-27)
duiven
25-4 (1-39)
Duurstede, kasteel
24-3 (28-32)
Duurstede, vesting
27-3 (24-27)
D warsdij k
28-1 (28-30), 28-2 (23-24)
Dijkstraat Wijk bij Duurstede
28-4 (17-20)
E
Eenden, P.C. van der
28-2 (20-22)
Eerden-Vonk, M.A. van der
26-2 (29-31), 28-1 (7-9), 28-3 (14-23)
emigratie
27-2 (31)
F
fietsen
28-3 (14-23)
forten
25-1 (31-32), 27-3 (17-23; 24-27), 28-4 (21)
G
Gaag, A. van der
25-1 (31-32), 26-2 (9-21)
Gaasbeek, F.
26-2 (29-31)
genealogisch onderzoek
25-1 (13-21), 28-1 (26-27)
Ginkel-Meester, S. van
23-3 (30-31), 26-1 (29-30), 27-1 (19-22),
27-2 (25-27); 28-29)
Goy, 't
25-2 (1-13), 25-4 (27-34)
Groenraven-Oost
27-1 (19-22)
H
Harten, J.D.H.
27-1 (19-22)
Heemstede, buitenplaats
26-3 (33-34)
Hendrikx, J.A.
26-2 (28)
Hermans, W.A.
23-1 (25-30), 25-3 (23-24)
35
-ocr page 36-
Hertog, J. den
Hessing, W.A.M.
Heijmink Liesert, P.M.
historische interviews
hoefbeslag
Hoogen, H. van den
Houten
27-4 (1-17)
24-3 (2-9)
24-4 (30-39)
28-1 (32-33)
23-1 (25-30)
26-3 (27-32)
24-3 (2-9), 24-4 (30-39), 25-2 (1-13),
25-4 (21-23; 35-37), 26-1 (30-31),
26-3 (18-26; 33-34; 35), 26-4 (38-43; 47),
27-4 (18-26; 27-32; 33-34), 28-2 (24-25)
I
hnpelen, J.N.M, van
28-4 (1-14)
J
jaarverslagen
23-1 (2-8), 24-1 (1-6),
25-1 (23-30), 26-1 (19-28), 27-1 (23-32), 28-1 (10-22)
joden
26-4 (28-37), 27-3 (1-16), 28-2 (28)
Joest Gerytsz.
26-1 (10-18)
K
kaarten
23-4 (39), 24-2 (1-8), 24-3 (10-27), 25-1 (1-12),
25-2 (1-13), 25-3 (11-15), 27-3 (24-27)
kapittel St. Marie
25-2 (1-13)
kastelen
24-2 (31-32), 24-3 (28-32), 26-3 (1-6)
Kemp, M.S.F.
25-1 (13-21), 25-3 (25-28)
kerken
23-4 (1-31), 25-4 (21-23; 24-26), 26-1 (2-9), 26-4 (47),
27-4 (27-32; 33), 28-3 (34)
Keijzer, L.M.J. de
24-3 (1), 2.5-2 (1-13), 25-4 (21-23; 35-37),
27-4 (18-26; 27-32), 28-4 (14)
Knoesterpolder
25-3 (16-22)
Kooiman, M.
26-1 (29-30), 26-2 (29-31), 28-3 (31-32)
Kooistra, L.I.
24-3 (2-9)
Koops, A.
23-1 (31-32)
Kooring, R.J.
23-1 (31-32)
Kosse, R.
28-3 (1-13)
Kostverloren(toren)
25-2 (18), 28-2 (26-27)
Kromwijk, boerderij van
28-2 (23-24)
L
lakenvelder
25-3 (23-24), 25-4 (40)
landmeters kadaster
24-2 (1-8)
Landzaat, F.H.
25-3 (16-22), 26-3 (27-32), 28-4 (15-16)
Langbroek
24-2 (31-32), 25-4 (11-20), 26-1 (29-30), 28-1 (1-6),
(zie ook: Overlangbroek)
28-2 (23-24), 28-3) (14-23)
36
-ocr page 37-
loterijen                                               28-3 (1-13)
Lummel, HJ. van                               27-4 (18-26)
M
Meijer, A.K. de                                   24-4 (49-50)
Meijer, G.                                            28-1 (26-27)
Meijer, W.                                            26-4 (45-46)
Meijer-de Vries, J.                                28-1 (26-27)
molens                                                23-3 (22-23), 24-4 (3-48), 28-1 (7-9), 28-2 (28-30)
monumenten                                       23-3 (1-12), 26-4 (47), 27-1 (34)
MuUer, E.                                            24-2 (1-8)
mutsen                                                26-3 (18-26)
N
Nederhof                                            23-3 (24-29)
Nie, G. de                                           23-1 (1)
O
Odijk                                                  23-4 (5-7), 25-1 (13-21), 25-2 (14-17), 25-4 (24-26),
26-4 (9-22), 27-2 (31), 28-4 (21-22)
Olde Meiermk, B.                               26-2 (29-31)
Oostbroek                                           24-4 (49-50; 51-52)
opgravingen                                         23-1 (25-30), 24-3 (2-9),
(zie ook: onder jaarverslagen)              25-3 (16-22), 26-3 (1-6; 27-32; 35),
26-4 (47), 27-3 (17-23), 27-4 (33-34), 28-1 (30-32),
28-2 (24-25; 26-27), 28-3 (34)
orgels                                                   23-4 (1-31), 27-4 (1-17)
Oud-Amelisweerd                                26-4 (47), 27-1 (1-18)
Oud-Utrechtprijs                                 26-4 (44)
Oudslijckerveer                                   28-2 (1-15)
Overlangbroek                                    25-1 (22), 25-2 (21-22), 25-3 (25-28), 26-3 (7-17)
P
Pater Jzn, C.                                       27-2 (29)
Pisu, P                                                26-4 (45-46)
politie                                                  23-1 (31-32)
Pothuizen                                            24-1 (7-27)
Pothuizen, H.M.                                 24-1 (7-27), 26-1 (10-18)
predikanten                                         27-4 (27-32)
R
Raap, Stichting                                    26-3 (1-6)
register                                                23-4 (32-38)
37
-ocr page 38-
Reinders, H.
23-3 (13-21; 22-23), 24-1 (32),
i
24-4 (7-17; 18-29; 40-48), 25-2 (23-28), 25-3 (1-10),
i
25-4 (24-26; 38), 26-4 (1-8; 23-27; 45-46)
l Rietveld, C.EW.
23-4 (1-4)
t rivierlopen
27-3 (17-23)
Rondeel, Het
28-2 (24-25)
Rommes, R.NJ.
23-1 (9-24)
Roij, B. de
25-1 (1-12)
Ruckert, C.D.P,
24-2 (9-25)
: Rijnauwen, fort
25-1 (31-32)
Rijsbrug, boerderij
28-1 (34-35)
S
Schaik, K. van
28-2 (1-15)
Schalkwijk
23-4 (10-16), 24-1 (7-27), 25-3 (16-22), 26-1 (10-18)
26-3 (1-6), 28-1 (30-32), 28-4 (15-16)
Schalkwijk, kasteel
26-3 (1-6)
schilderkunst
27-2 (1-24), 28-3 (1-13)
schippers
25-2 (19-20)
Scholtmeijer, H.
28-1 (23-26)
schoolmeesters
25-3 (1-10), 27-4 (18-26)
Smits, J.A.M.
23-3 (1-12), 26-1 (30-31)
Staakman, N.
26-3 (27-32)
steenovens
26-3 (27-32)
i Steenwijk, D.
26-2 (22-27)
i Stenen Poort
25-4 (35-37)
i Stichtse Rijnlanden
28-2 (20-22)
T
tegels
28-4 (21)
Thiadens, H.J.M.
25-1 (22)
Tholens, M.
26-1 (29-30)
:i Tolsteeg
23-2 (9-32)
Tongerloo, L. van
24-4 (49-50)
toponiemen
26-2 (28)
Toussaint-Raven, J.E.
24-4 (51-52)
Tromp, H.M.J.
25-4 (11-20)
Tuil en 't Waal
26-3 (27-32), 28-2 (1-15)
u
Uilegat
25-2 (14-17), 23-4 (39)
Utrecht
23-2 (9-32), 23-4 (39)
38
-ocr page 39-
V
Vechten, fort                                       27-3 (17-23), 28-4 (21)
Verbeeck, S.                                         24-4 (51-52)
verbouwing Rijksarchief                      28-2 (31)
Vermeer, G.                                         23-4 (5-7; 8-9)
Vernooy, A.                                         26-2 (1-8), 27-2 (25-27)
Vernooy, C.G.Th.                                23-2 (1-8)
Vervaart, O.                                         23-2 (9-32)
visitatie                                                25-2 (23-28)
Vlagsma, A.H.                                     23-4 (17-31)
Vogelpoel                                             23-3 (24-29), 28-3 (24-30)
Vos-Dahmen von Buchholz, T.            28-2 (16-19)
Vreeswijk                                            24-1 (29-31)
W
wandtegels                                           28-1 (32)
watertorens                                          24-2 (9-25)
Werkhoven                                          23-3 (22-23), 23-4 (8-9), 24-2 (9-25), 24-4 (40-48),
28-3 (34), 28-4 (1-14)
Wevers, L.B.                                         26-3 (33-34)
Wickenburg                                        25-4 (27-34)
Wilmer, C.C.S.                                    25-4 (1-6)
Wit, P. de                                            24-2 (31-32), 26-3 (33-34)
Wttewaall, O.J.                                    23-3 (1-12), 24-4 (30-39), 25-4 (7-10), 26-1 (30-31)
Wijk, P.Th.L. van                               28-4 (17-20)
Wijk bij Duurstede                              23-1 (9-24), 23-3 (24-29), 23-4 (17-31), 24-2 (26-27),
24-3 (28-32), 25-2 (18-20), 25-3 (11-15), 26-2 (29-31),
26-4 (28-37), 27-2 (29-30), 27-4 (1-17; 34), 28-1 (7-9),
28-2 (16-19; 26-27; 28), 28-3 (1-13; 24-30), 28-4 (17-20)
Wijkersloot                                          28-3 (24-30)
Wynia, S.                                             27-3 (17-23)
Z
Zeven Huisjes                                      28-2 (16-19)
Zorp'liet                                              24-1 (32), 26-3 (35)
Zuidutrechts woordenboek                  27-2 (30-31), 28-1 (23-26)
39
-ocr page 40-
^bC^ 7 91
Tussen Rijn en Lek
Tijdschrift voor de geschiedenis van het Kromme-Rijngebied
Jaargang 28 - nummer 4 - december 1994
INHOUD
Artikelen:
Johan van Impclen
De bomen op de Werkhovense Brink: ruim drie eeuwen geschiedenis               1
(met naschrift van Ixen de Kei)zer)                                                                             14
Frans Landzaat
Een Belgische herdenkingspenning gevonden te Schalkwijk                              15
Theo van Wijk
De Dijkstraat in Wijk bij Duurstede                                                                        17
Varia
Fectio voorgedragen voor wcreldcrfgoedh|st                                                               21
De 'Stichtse gegoten marmervlocrtegel'                                                                       21
Geschiedenis Dorpshuis C^dijk                                                                                     21
Cursussen SSG                                                                                                                22
Inhoudsopgave en index jaargang 23 (1989) - 28 (1994)                                       24
Aanwijzingen voor auteurs:
Deze kunnen worden aangevraagd bij het
redactiesecretariaat: M.A. van der Eerden - Vonk
(tel. 03435-72444)
40