Oud-Utrecht
|
||||||||
74"= jaargang
|
||||||||
2 0 0 1
|
||||||||
Register 2001
|
||||||||
R.P.M, van Antwerpen
Notebomenlaan 27 3582 CG Utrecht |
||||||||
AUTEURS
41 Antwerpen, R. van. Register 2000
4 Blok, P.A., Van de bestuurstafel: Topdrukte en werk aan de winkel
32 Idem, Van de bestuurstafel: Veel vragen, en naar wij hopen, veel
antwoorden 60 Idem, Van de bestuurstafel: Een kei van een stad en een kei van
een vereniging 88 Idem, Van de bestuurstafel: Een nieuwe traditie en een nieuw
standpunt 116 Idem en J. Vroemen, Van de bestuurstafel: 'Blijf met je vingers
van de singels' 144 Idem, Van de bestuurstafel: De Zevensprong
103 Bruin, R. de. De familie van Oud-Utrecht: Stichting Utrechtse
Kastelen 129 Buiter, H., Aantasting van de Lustwarande of'Kogelflesjespolitiek'?
Strijd rond de modernisering in de jaren twintig van Rijksweg 25 23 Busz, M., en H. Hine, Kleine landschapselementen: Koebochten.
Eilandjes in het polderlandschap 50 Idem, Herstel van houtwallen op landgoed Maarsbergen
78 Idem, Het erf als spiegel van het landschap
106 Idem, Nieuwe ruimte voor de meanderende beek
135 Idem, Het landschap van Mandron
191 Idem, Herstel van historische voetpaden
14 Collard, H., (foto's), Karel V-dag; Oud Utrecht-prijs
164 Dirven, M., Leden tevreden over Vereniging Oud-Utrecht
16 Dockum, S. van, Archeologie in de provincie Utrecht
145 Graafstai, E., Limes en landschap. Over de uitrusting van de
Romeinse rijksgrens in het rivierengebied 23 Hine, H., zie: M. Busz
89 Hogenkamp, B., 'Die film moeten we hier niet'. Utrechtse
katholieken, feministen en voetbalsupporters in protest tegen bioscoopfilms 20 Jansen, A., Literatuursignalement
48 Idem, Literatuursignalement
76 Idem, Literatuursignalement
104 Idem, Literatuursignalement
|
|||||||||||
134 Idem, Literatuursignalement
190 Idem, Literatuursignalement
bijl.3 Kroes, P., Toelichting bij de verkorte jaarrekening 2000
9 Lagers, H., Over getuigenissen en beweegredenen
61 Nieuwstadt, G. van. Een school die te duur was. De ontstaans-
geschiedenis en de bouw van het Internaat van het Christelijk Lyceum te Zeist 9 Pot, T., Over getuigenissen en beweegredenen
123 Rhoen R., Een autominnend dorp. Auto's en hun eigenaren in
Zeisttussen 1899 en 1919 74 Rutten-Nass, J., De familie van Oud-Utrecht: SPOU
96 Santen, B. van, ian Jongerius, een bloeiend bedrijf aan het
Merwedekanaal 184 Schaik, T. van, 'Geen enkel liefdewerk is hem vreemd'. De
andere kant van Jan Jongerius 159 Snieder, F., De naam, het water en de stad. De vroegste
ontwikkeling van Amersfoort vanuit archeologisch perspectief
117 Staal, P., Automobiliteit in stad en provincie Utrecht
68 Stoppelenburg, N., De hennepwerven van Lopik
47 Tuuk, L. van der. Nieuws van de Commissie Actuele ontwikkelingen
173 Idem, De vroege topografie van de Utrechtse buitengerechten
Oudwijken Abstede 36 Veenis, M., De geschiedenis van de glasbak, of: waarin een kleine
stad groot kan zijn 33 Verkade, M., Willibrord en de Utrechtse Dom in een Engelse
dorpskerk 12 Vries, H. de. De familie van Oud-Utrecht: STABU
172 Vroemen, J., Van de bestuurstafel: 'Blijf met je vingers van de
singels (2)' 116 Idem en P. Blok, Van de bestuurstafel: 'Blijf met je vingers van
de singels' 95 Wiel, M. van der. Monumentaal wonen
6 Wilmer, T., Bij het overlijden van Chris Schut
72 Idem, Jaarverslag Vereniging Oud-Utrecht 2000
45 Wit, P. de. Stichting het Utrechts Monumentenfonds, een van de
kinderen van de Vereniging Oud-Utrecht |
|||||||||||
%
|
|||||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
|||||||||||
april 2002
|
|||||||||||
159 De naam, het water en de stad. De vroegste ontwikkeling van
Amersfoort vanuit archeologisch perspectief 19! Landschapsbeheer Utrecht: Herstel van historische voetpaden
|
||||||||||
UTRECHT STAD
6 Bij het overlijden van Chris Schut
9 Over getuigenissen en beweegredenen (archeologische vondsten
bij bouwhistorische onderzoeken) 89 'Die film moeten we hier niet'. Utrechtse katholieken, feministen
en voetbalsupporters in protest tegen bioscoopfilms 95 Monumentaal wonen (Utrechtse Open Monumentendag)
96 Jan Jongerius, een bloeiend bedrijf aan het Merwedekanaal
117 Automobiliteit in stad en provincie Utrecht
173 De vroege topografie van de Utrechtse buitengerechten Oudwijk
en Abstede 184 'Geen enkel liefdewerk is hem vreemd'. De andere kant van Jan
Jongerius UTRECHT PROVINCIE
16 Archeologie in de provincie Utrecht (Amersfoort, en de ontdek-
king van een Romeinse weg en van een Romeins vrachtschip ten westen van De Meern) 23 Kleine landschapselementen: Koebochten. Eilandjes in het
polderlandschap (veenweidegebied van Utrecht) 36 De geschiedenis van de glasbak, of waarin een kleine stad groot
kan zijn (Zeist) 50 Landschapsbeheer Utrecht: Herstel van houtwallen op landgoed
Maarsbergen 61 Een school die te duur was. De ontstaansgeschiedenis en de
bouw van het Internaat van het Christelijk Lyceum te Zeist 68 De hennepwerven van Lopik
78 Landschapsbeheer Utrecht: Het erf als spiegel van het landschap
106 Landschapsbeheer Utrecht: Nieuwe ruimte voor de meanderende
beek (Achterveld) 117 Automobiliteit in stad en provincie Utrecht
123 Een autominnend dorp. Auto's en hun eigenaren in Zeist tussen
1899 en 1919 129 Aantasting van de Lustwarande of'Kogelflesjespolitiek'? Strijd
rond de modernisering in de jaren twintig van Rijksweg 25 (Utrecht-Zeist-De Grebbe) 135 Landschapsbeheer Utrecht: Het landschap van Mandron (Maarn)
145 Limes en landschap. Over de uitrusting van de Romeinse rijks-
grens in het rivierengebied (Leidsche Rijn) vereniging Oud • Utrecht
|
||||||||||
PERSONEN
123 Broedelet, Herman, in: Een autominnend dorp. Auto's en hun
eigenaren in Zeist tussen 1899 en 1919 61 Brouwer,Willem Coenraad, in: Een school die te duur was.
De ontstaansgeschiedenis en de bouw van het Internaat van het Christelijk Lyceum te Zeist 61 Hoogevest, Gijsbert van, in: idem
96 Jongerius, Jan (en leden van zijn familie), in: Jan Jongerius, een
bloeiend bedrijf aan het Merwedekanaal 184 Idem, in: 'Geen enkel liefdewerk is hem vreemd'. De andere kant
van Jan Jongerius 36 Kuiper, Miep, in: De geschiedenis van de glasbak, of waarin een
kleine stad groot kan zijn 123 Rennes, Dirk Willem van, in: Een autominnend dorp. Auto's en
hun eigenaren in Zeist tussen 1899 en 1919 36 Riemens, Babs, in: De geschiedenis van de glasbak, of waarin
een kleine stad groot kan zijn 6 Schut, Chris, in: Bij het overlijden van Chris Schut
184 Seumeren, Frans van, in: 'Geen enkel liefdewerk is hem vreemd'.
De andere kant van Jan Jongerius 61 Stuivinga, J. & Th., in: Een school die te duur was. De ontstaans-
geschiedenis en de bouw van het Internaat van het Christelijk Lyceum te Zeist 33 Willibrord, in: Willibrord en de Utrechtse Dom in een Engelse
dorpskerk |
||||||||||
RUBRIEKEN
Agenda: 18,53,80,109,137,193 Ledenvergaderingen Vereniging Oud-Utrecht: 72, bijlagen bij nr.3, nr.5
Literatuursignalement: 20,48,76,104,134,190 Redactioneel: 3,31,59,88,115,143,171 Register 2000: 41 Van de bestuurstafel: 4,32,60,88,116,144,172 |
||||||||||
april 2002
|
||||||||||
Jaarverslag Vereniging Oud- Utrecht 2001
|
||||||||||||||
Projectgroep Sir)gels
drsG.H.Abrahamse ir CA. Bos drsTh.P.F. Haffmans
Mw drs J. Vroemen, namens het bestuur Oud-Utrecht op Internet
drs J. Luijt (tot 15 november) J.Tirion (vanaf 15 november) Het bestuur vergaderde tien keer op de
vaste vergaderplaats, de Fundatie van Renswoude, een een keer ten huize van de secretaris, samen met de Activiteitencom- missie en een keer bij de heer L van der Tuuk voor een gemeenschappelijke verga- dering met de Commissie Actuele Ontwik- kelingen. Verder was een delegatie van het bestuur aanwezig bij vergaderingen van de beide redacties. Het bestuur werd weer op sterkte ge-
bracht met twee nieuwe leden. In de le- denvergadering van 21 juni werd de heer P. Leonhart benoemd als opvolger van de heer De Bruin vanwege zijn connecties met de Utrechtse binnenstad en de mu- seumwereld en de heer J.H. de Wit als bestuurslid/linking pin met de Activitei- tencommissie, waarmee hij de plaats in- nam van mevrouw Vroemen die werd be- last met de portefeuille Cultureel Erfgoed. In de najaarsvergadering trad mevrouw Vande Vrugt af omdat haar derde en laat- ste zittingstermijn afliep. Het bestuur slaagde er in het verslagjaar niet in een opvolgervoor haarte vinden. Aan het eind van het jaar nam mevrouw Jordens na een periode van twaalf jaar af- scheid van de Jaarboekredactie. De heer Hauptmeyer trok zich terug uit de Activi- teitencommissie. In de Tijdschriftredactie en in de overige commissies deden zich geen veranderingen voor. Tijdschrift
Het Tijdschrift verscheen zeven keer. Het
zevende, extra nummer was een thema- nummer over archeologie, gewijd aan de onderwerpen die tijdens de ledendag in Amersfoort aan de orde zijn geweest. Dit kon worden bekostigd uit de erfenis Ul- |
brich. Uit dezelfde middelen kon een eind-
redacteur worden betaald. Met ingang van het derde nummer neemt de heer M. van Lieshout de redactieleden dit werk uit handen. De rubriek over Utrechtse landschapsele-
menten werd voortgezet door twee mede- werksters van Landschapsbeheer Utrecht. Jaarboek
Het Jaarboek 2001 bevat vier artikelen met
vele kleurenafbeeldingen en de kroniek over het jaar 2000. Een van de artikelen was in opdracht geschreven als eerste zo- genoemde witte vlek. De auteur van dit artikel over runderpest in Utrecht in de 18de en igde eeuw, de heer R. Rommes, hield een inleiding tijdens de presentatie van het Jaarboek. Deze vond plaats op 9 december in restaurant Goesting, een van de gebouwen van de voormalige Faculteit Diergeneeskunde. Ledenvergaderingen en andere
activiteiten De voorjaarsledenvergadering vond plaats
op 21 juni in Het Hoogeland, waar wij te gast waren bij ir J. van Overhagen die ook de consumpties aanbood. Na afloop van de vergadering hield mevrouw Wilmer een lezing over de geschiedenis van het gebouw en zijn omgeving (Emmalaan/ Wilhelminapark) en was er gelegenheid het pand te bezichtigen. De najaarsledenvergadering werd op 15 november gehouden in het Universiteits- museum. Na afloop konden de aanwezi- gen in twee groepen deelnemen aan een rondleiding door de heer P. 't Hart of expe- rimenten in het Jeugdlab onder leiding van een student. Het groot evenement was dit jaar op 7
april in Amersfoort georganiseerd. Thema van deze dag was archeologie. In de Sint Aegtenkapel waren drie lezingen te horen: mevrouw drs S. van Dockum, plaatsver- vangend directeur van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, sprak over de functie en beleidsvoornemens van deze dienst, drs. E. Graafstal, projectar- cheoloog Leidsche Rijn, sprak over recent onderzoek naar de Romeinse rijksgrens in |
|||||||||||||
Algemeen
Bestuur, redacties en commissies
De samenstelling van bestuur, redacties
en commissies was in 2001 als volgt: Bestuur
mr P.A. Blok, voorzitter mw drs CCS. Wilmer, secretaris P. Kroes, penningmeester, mw drs M.E.C. Dirven, lid (publiciteit, le- denwerving) drs P. Leonhart, lid (sedert 21 juni)
mw drs J. Vroemen, lid (cultureel erfgoed) mw dr M. van de Vrugt, lid (redactie Tijd- schrift) J.H. de Wit, lid (Activiteitencommissie) (se-
dert 21 juni) Redactie Tijdschrift
dr B. van den Hoven van Cenderen drs M. van Lieshout, eindredacteur (vanaf nummer 3) mw drs M.C. van Oudheusden
mw drs J.C.M. Pennings P. Rhoen mw drs B. van Santen
mwdrsM.A.Vugts mw dr M. van de Vrugt, tot 15 november
namens het bestuur Redactie Jaarboel<
mw drs M.A. van der Eerden-Vonk drP.D.'tHart mwdrsA.L.Jordens drs H.L. Ph. Leeuwenberg drsA. Pietersma drsM.H.Stafleu Activiteitencommissie
P.J.M.Collard J.J.W. Hauptmeyer H. Luijsterburg mw drs P.M. Stoppelenburg 44 mwN.Vlot-Werner i J.H. de Wit, namens het bestuur Commissie Actuele Ontwiickelirtger)
D. van Batenburg J. de Crood LA. vanderTuuk mw drs J. Vroemen, namens het bestuur |
||||||||||||||
%
|
||||||||||||||
vereniging Oud«Utrecht
|
||||||||||||||
april 2002
|
||||||||||||||
Tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JBIJQJ]
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
trecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
74 «= jaargang
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 0 0 1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over getuigenissen en beweegredenen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■^tzmt
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archeologie in de provincie Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'^VQWl-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kleine landschapselementen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■U VU
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
um.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f ^ThU
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3144 728 1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E^ ■'f- ;i •
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«g5»?**''E^__....
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
èm
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hl*rtSl5ó>'lii|ï|P^^Multureel erfgoed rn-ëe-provi-Qcie.Utrff
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor
Utrecht-boeken
stad en provincie
|
|||||||||||||||||||||||||
GREEP Schilders bv
• Restauratiewerken
• Onderhoud
Maarssenbroeksedijk 15A
3606 AG Maarssen Tel. 030-241 31 15 |
|||||||||||||||||||||||||
Hoofdvestiging: Stadhuisbrug 5 * 3511 KI' Utreclit
T. ()3()-23352(M) * F. ()3()-2314()71 |
|||||||||||||||||||||||||
Daatselaar & Godhelp
Antiquairs - Beëdigd Taxateur
Lid. VHOK/CINOA/VNAG/NVK
|
|||||||||||||||||||||||||
tjd Nvd. Anliqtunr\ (Ic/ioolM liai>
lltrccht
Korte Jansstraat 17 19, 3512 CiM litritht
Tel. 030 23IS266, Fax 030-2316474
Ainsterdafll I^iren
Rokin 46. 1012 KV Amsterdam Torenlaaii S. 1251 III- Uiren
Tel. 020-6208100 Tel. 03S 53S145 (
|
|||||||||||||||||||||||||
A A M M E M I M G S B E DR I J F H.J. JURRtËNS BV
|
|||||||||||||||||||||||||
Bouw Belegging
Restauratie Recreatie
Bemiddeling
|
|||||||||||||||||||||||||
KERSBERGEN
INSTALLATIETECHNIEKEN B.V.
UTRECHT |
|||||||||||||||||||||||||
i:
|
|||||||||||||||||||||||||
éf
|
|||||||||||||||||||||||||
Activiteiten o.a. op liet gebied van:
* Elektra
* Klimaat
* Sanitair
* Beveiliging
* Telematica
Kaap de Goede Hooplaan 7, 3526 AR UTRECHT
Telefoon 030-88 24 64 Telefax 030-88 57 33 |
|||||||||||||||||||||||||
pLISM^N
&>LISM4N BV ZEIST
|
|||||||||||||||||||||||||
LAAN VAN VOLLENHOVE 3225 3706 AR ZEIST
POSTBUS 143 3700 AC ZEIST
TELEFOON 030-6956644
|
|||||||||||||||||||||||||
P?. .5^C
|
||||||||||||||||||
Redactioneel
|
||||||||||||||||||
Oud^m-echt 1
Twe^Bande^P^jdschrift
74eJ^AangnH decei^^200i Oud-Utrecha
Vereniging Oud-l
beoefening en verspreiding vün ÜB Kennis
der gescliiedenis alsmede het watten over
tiet lielioud van tiet cuttureet erfgoed van
stad en provincie Utrectit
Voorzitter: P.A. Blok
Secretariaat: Mw. CCS. (Tollen) Wilmer,
p/a Alexander Numankade 199-201, 3572 KW Utrecht. Tel.: (030) 2866611 Fax; (030) 2866600 Het Internetadres van Oud-Utrecht Is: www.oud-utrecht.nl Penningmeester: P. Kroes U ttunt zich opgeven als lid van de vereni- ging Oud-Utrecht door te schrijven naar: Oud-Utrecht, Pr. Hendriklaan 76,3584 ER Utrecht.
De contributie bedraagt ƒ 54,= per jaar (26-ƒ 30,-; 65-f ƒ 44,- per jaar). U-paslld/30,- Famlllelldmaatschap/15,- Contributie- en ledenadministratie: P. Kroes. Betaling contributie op giro 575520.
Redactie: B. van den Hoven van Genderen, M.C. van Oudheusden, J.C.M. Pennings, P. Rhoen, B. van Santen, M.A. Vugts en M. vande Vrugt. Redactieadres: Alexander Numankade 199, 3572 KW Utrecht. Vormgeving: ieroer\ TIrlon, Utrecht
Vormgeving cover: Hans Lodewijkx Drula PlantIjnCasparIe Utrecht Oud-Utrecht.
Tweemaandelijks tijdschrift
verschijnt zes maal per jaar. Deadline agenda nummer 2/2001 20 februari 2000, verschijnings- datum:! april 2001. Uw bijdragen kunt u toesturen aan de redactie, Alexander Numankade 199, 3572 KW Utrecht, op 3 V2 Inch floppy (WordPerfect, versie 5 of Word versie 6). Aanbevolen omvang 3000 woorden, waarbij het aantal noten zo beperkt mogelijk gehouden moet worden. Het gebruik van tussen- kopjes wordt aangeraden; illustra- tiesuggesties zijn zeer welkom. |
||||||||||||||||||
Een nieuwjaar, een nieuw begin, een nieuw nummer van het Tijdschrift Oud-
Utrecht. Het is een gevarieerd nummer geworden met veel aankondigingen van allerlei interessante zaken op historisch gebied die binnenkort gaan plaats vinden. De redactie presenteert ook twee nieuwe rubrieken, de ene rubriek wordt gevuld door Landschapsbeheer Utrecht zij zullen u attenderen op waardevolle en misschien soms onbekende landschapselementen in het Utrechtse landschap. Ten tweede de rubriek de 'familie' van Oud- Utrecht, hierin zullen de verschillende familieleden' van Oud-Utrecht van zich laten horen. De redactie wil op deze plaats ook nog wijzen op de website van de vereniging Oud-
Utrecht op het internet: www.oud-utrecht.nl, hier zijn ook de uitgave van het Tijd- schrift Oud-Utrecht opgenomen. En de noten van het artikel Een Utrechts Beeld van Karel Vdat in het vorige nummer was opgenomen zijn hier te vinden. |
||||||||||||||||||
Veel leesplezier!
|
||||||||||||||||||
Namens de redactie, Nanette Vugts
|
||||||||||||||||||
Inhoud
|
||||||||||||||||||
Van de bestuurstafel
|
||||||||||||||||||
Bij het overlijden van Chris Schut
Tollen Wilmer Over getuigenissen en beweegredenen
Hans Lagers, Tjeerd Pot De Familie van Oud-Utrecht STABU
HJ.C de Vries Collage Karel V-dag en Oud-Utrecht-uitreiking
foto's van Hans Collard Archeologie in de provincie Utrecht
J. van Deventer Agenda
Literatuursignalement
Koebochten, eilandjes in het polderlandschap
Martine Busz, Hélène Hine |
||||||||||||||||||
16
|
||||||||||||||||||
Van de bestuurstafel
Topdrukte en werk aan de winkel |
|||||||||||||
P.A. BlOK, VOORZITTER
|
|||||||||||||
Het einde van het jaar kenmerkt
zich in sommige branches door topdrukte. Merkwaardig dat dit ook geldt voor Oud-Utrecht. Ik zal dit illustreren door de gebeurte- nissen op te sommen, die zich binnen onze vereniging in een periode van vier weken hebben afgespeeld. Dat geeft u bovendien een kijkje achter de schermen. 23 november: najaarsiedenverga-
dering; 30 november: periodiek gesprek activiteitencommissie en bestuur; 4 december: Tijdschrift glijdt in de bus, althans bij mij; 7 december: vergadering werkgroep uit activiteitencommissie over het evenement 2001; 8 december: Historisch Café; io december: uit- reiking Oud-Utrecht-prijs, Jaarboek en Provinciale Archeologische Kro- niek en huldiging tweeduizendste lid; 12 december: bestuursvergade- ring; 13 december: periodiek ge- sprek redactie Tijdschrift en dele- gatie uit het bestuur. Mij dunkt dat eind vorig jaar van topdrukte sprake was. Kort ga ik in op de najaarsleden-
vergadering en het plukken van het klavertje vier op 10 december. Maar eerst geef ik de conclusies weer van de discussieavond over Oud-Utrecht en het cultureel erfgoed op 2 november jl.. Die avond was georganiseerd om gericht invulling te kunnen geven aan ons beleidsplan. Eerste conclusie was dat geen behoefte bestaat aan een nadere definiëring van het begrip cultu- reel erfgoed, zoals opgenomen in ons beleidsplan. Verder zal Oud- Utrecht zich op dit gebied meer gaan profileren, onder andere door discussieavonden. Ook werd geconcludeerd dat meerdere keren per jaar een bijeenkomst zal |
worden georganiseerd met in
cultureel erfgoed geïnteres- seerden. Vervolgens zal de commissie actuele ontwikke- lingen worden uitgebreid en zal duidelijker onder de aandacht van de leden worden gebracht waarmee die commissie zich bezighoudt. Tenslotte zullen diverse veelomvattende onder- werpen projectmatig worden aangepakt, waarvan het singelge- bied als eerste. Nog vermeld ik dat vanuit het bestuur mevrouw Vroemen zich met het aandachts- veld cultureel erfgoed zal gaan bezighouden. Dan de najaarsledenvergadering.
De presentielijst werd getekend door 71 leden en de vergadering verliep levendig. Alle leden ontvingen voordien de agenda met bijbehorende stukken. Het lijkt me zinvol, vooruitlopend op de toezending van de notulen, de leden op de hoogte te stellen van de besluitvorming over de voor- stellen tot besteding van de opbrengst van de erfenis van mevrouw Ulbrich. Die voorstellen zijn aangenomen, maar bij drie daarvan pasteen kanttekening. Door enkele leden werd bezwaar aangetekend tegen de hoogte van het bedrag dat de vereniging beschikbaar stelt voor de relatief kleine groep leden, die aan de jaar- lijkse grote activiteit deelneemt. Activiteitencommissie en bestuur houden als uitgangspunt aan dat een grote activiteit niet kostbaar behoeft te zijn. Kostbaar moet uitzondering zijn, geen regel. De praktijk van 2002 zal het leren. Verder zal het bestuur op verzoek van de vergadering welwillend bezien of een eventueel voor te leggen project van het Volks- buurtmuseum Wijk C zo bijzonder |
is dat het bij hoge uitzondering
voor ondersteuning in aanmer- kingzou kunnen komen. Tenslotte ontstond discussie over het voorstel van bestuur en jaar- boekredactie jaarlijks een witte vlek in de geschiedschrijving van stad en provincie, voorkomend op de lijst van de SSG, te adopteren. Dit voorstel was een wijziging van het oorspronkelijke voorstel steun te verlenen aan het schrijven van publieksvriendelijke publicaties, waarvoor al onderzoek is gedaan. Door stemming werd het voorstel van het bestuur aanvaard, waarin niet het schrijven maar het eind- product wordt gehonoreerd. Nu de kruitdampen zijn opgetrokken sluit ik niet uit dat beide gedachten in de praktijk best (goed)deels samen zouden kunnen vallen. De uitwerking zal het leren. In het bestaan van onze vereni-
ging vormde 10 december een hoogtepunt. In het voor nagenoeg iedereen onbekende, maar verruk- kelijke theatertje Palladio plukte Oud-Utrecht een klavertje vier. Jaarboek en Provinciaal Archeolo- gische Kroniek werden gepresen- teerd, de Oud-Utrecht-prijs werd uitgereikt en het tweeduizendste lid gehuldigd. Salonmuziek lardeerde het gesproken woord. De inleiding van de heer Gaas- beek, die de bosbouw via Descartes op de Maliebaan bena- derde, was boeiend en verrassend. De kroniek vormde een provinciaal blaadje van het klavertje vier. Het lijkt evenwel traditie te worden dat in de even jaren de provincie haar archeologische kroniek in een bijeenkomst van onze vereniging aanbiedt, dit maal aan ons oud- bestuurslid mevrouw Van Dockum, in haar hoedanigheid |
|||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||
januari 2001
|
|||||||||||||
van plv-directeur van het ROB.
Zoals eveneens traditie wordt presenteerde gedeputeerde Kok 'zijn' kroniek met verve. Zijn ambt- genoot Robbertsen ontving het Jaarboek en onderlijnde het belang van natuur en cultuur, een combinatie die het provinciaal bestuur voor 2000 tot motto uitriep. Ons Jaarboek en Tijdschrift speelden daarop in. De winnares van de Oud-Utrecht- prijs, mevrouw Voorn, gaf zo meeslepend en enthousiast inzicht in haar winnend vertoog, dat de aanwezigen nauwelijks konden wachten om de bewer- king van haar prijswinnende inzending in het Jaarboek ter hand te nemen. Na afloop bleef het nog lang heel gezellig. Zij die er niet waren hebben veel gemist. Ter afsluiting van deze lange
Bestuurstafel nog een drietal oproepen. De activiteitencom- missie (nog net mevrouw Vroemen, tel. 030 - 266 29 14) en de commissie actuele ontwikke- lingen (nog steeds de heer Van Batenburg tel. 030 - 232 26 10) zouden hun belangrijk werk nog beter kunnen doen, indien hun gelederen versterkt zouden worden. Belangstellenden zijn meer dan van harte welkom. U wordt een interessante en pret- tige bezigheid geboden, waarbij concrete resultaten kunnen worden geboekt. De laatste oproep betreft het eind-
redacteurschap van ons Tijd- schrift. De erfenis van mevrouw Uibrich en de instemming van de ledenvergadering hebben die functie mogelijk gemaakt. Nadere gegevens treft u hiernaast aan. |
|||||||||||||||
Oproep
|
|||||||||||||||
In de vaste rubriek van de voorzitter, 'Van de bestuurstafel',
hebt u kunnen lezen dat de vereniging een betaalde eindre- dacteur zoekt voor het Tijdschrift. Een aantal taken wordt wat veel, zelfs voor een redactie van vrijwilligers die samen- werking tot sleutelwoord heeft gekozen. Voor de nieuwe eind- redacteur zullen de taken in hoofdlijnen bestaan uit: • het coördineren van de redactiewerkzaamheden;
• de uitvoering (waar nodig) van de beeldredactie;
• de bewaking van het productieproces en de contacten
met alle betrokkenen; • het voeren van correspondentie;
• het bijhouden van de 'voorraad';
• het bijwonen (en notuleren) van de redactie-
vergaderingen. |
|||||||||||||||
Voor nadere informatie en het opvragen van de profielschets: Mw. M. van de Vrugt,
tel. 030-2282420 of schriftelijk Sweelincklaan 23, 3723 JA Bilthoven. Hebt u belangstelling dan kunt u dit kenbaar maken door een brief met cv. te sturen
aan de secretaris van het bestuur: mw. CCS. Wilmer, p/a Het Utrechts Archief, Alex. Numankade 199-201,3572 KW Utrecht. |
|||||||||||||||
Rectificatie - Een Utrechts beeld van Karel V
In het vorige nummer is vergeten te vermelden dat de noten die bij het artikel van J.
de Meyere over Karel V horen niet in het tijdschrift zijn opgenomen. Omdat het om een omvangrijk notenapparaat gaat is het opgenomen op de inter- netsite van Oud Utrecht. Zie aldaar: wwTv.oud-utrecht.nl De redactie
|
|||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||||
januari 2001
|
|||||||||||||||
TOLIEN WlLMER
|
||||||||
Bij het overlijden van Chris Schut
|
||||||||
op 1 november overleed de tekenaar Chris Schut. Hoewel hij in
Utrecht, de stad waar hij het grootste deel van zijn leven heeft gewoond, vooral bekend is als tekenaar van Utrechtse stadsge- zichten, heeft hij ook in andere grote steden getekend en gebeurte- nissen van landelijk belang vastgelegd. In zijn werkzame leven, dat ruim een halve eeuw omspant, heeft hij honderden documen- taire tekeningen gemaakt. Zij zijn te vinden in de archieven van de gemeenten Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, in de Atlas van Stolk en in het Nederlands Spoorwegmuseum, maar ook in particuliere verzamelingen. |
||||||||
vereniging Oud -Utrecht J^
|
||||||||
Januari 2001
|
||||||||
Christiaan Johannes Theodorus
Schut werd in 1912 in Amsterdam geboren. Als kind al had hij plezier in tekenen en dat heeft hij zijn hele leven gehouden. Hij kreeg in de jaren 1928-1932 zijn opleiding aan het Rijksinstituut tot het opleiden van tekenleraren onder leiding van Huib Luns. Aanvanke- lijk maakte Chris Schut als free- lance grafisch journalist teke- ningen voor kranten en tijdschriften. Een bericht in De Telegraaf in 1943 karakteriseert zijn tekeningen als 'suggestief, opgenomen van de juiste plaats af, overzichtelijk, handig uitge- sneden, onverwacht van compo- sitie en gedaan in een techniek, die zich goed leent tot reproductie in de krant'. Met deze techniek zijn ongetwijfeld zijn pentekeningen bedoeld, maar mogelijk leenden ook de potloodtekeningen, waarin meer nuances konden worden vastgelegd, zich voor reproductie op krantenpapier. Naast het tekenen met pen en potlood was Schut ook zeer bedreven in het aquarelleren. Omdat het freelance werk onvol-
doende zekerheid bood, koos hij later voor een vaste baan als tekenleraar. Van 1958 tot zijn pensionering in 1977 was hij aan |
verschillende scholen in Utrecht,
Hilversum en Veenendaal verbonden. Daarnaast bleef hij voor diverse opdrachtgevers werken. De eerste tekening die hij voor het
Utrechtse gemeentearchief maakte, dateert van 1939. Op deze
aquarel zijn enkele lage huizen in de Biltstraat te zien kort voor de sloop. Het is tevens de eerste van een lange reeks in opdracht gemaakte tekeningen die zich in de collectie van Het Utrechts Archief bevinden. De laatste teke- ning dateert van 1996. De onderwerpen droeg hij vaak zelf aan. Zijn liefde voor de stad Utrecht, waar hij zo'n halve eeuw heeft gewoond, bracht hem ertoe situaties vast te leggen die door stadsuitbreiding, verbouwing of sanering zouden veranderen. Zijn tekeningen van de Catharijne- singel (met water) en van de Stationswijk laten Utrecht zien vóór de bouw van Hoog Catha- rijne. Ook de veranderingen zelf waren onderwerp van zijn docu- mentatiedrift. De aanleg van de buitenwijken van Utrecht, van het bouwrijp maken van de grond tot de bouw van de eerste woningen, de bouw van de elektriciteitscen- trale Lage Weide en de verbreding |
van de Korte Nieuwstraat zijn Linksboven:
enkele onderwerpen van de circa Gezicht op Utrecht
230 tekeningen van Chris Schut in naar het zuiden,
de Utrechtse collectie. vanaf de Jacobi-
Het waren niet alleen stadsge- toren. Aquarel,
zichten of gebouwen waaraan iets Chris Schut, 1943-
ging veranderen die zijn belang- 1949.
stelling hadden. Schut had ook een voorliefde voor het uitbeelden van Linksonder:
panorama's, bij voorkeur vanaf Gezicht op Utrecht
een hoog standpunt. Deze panora- naar het noorden,
ma's horen tot de meest spectacu- vanaf de Jacobi-
laire tekeningen die hij voor de toren. Aquarel,
Utrechtse collectie heeft gemaakt. Chris Schut, 1943-
De vroege serie, gemaakt in de 1949.
jaren 1943-1949, veelal vanaf de Jacobitoren, geeft een beeld van de Boven:
tamelijk compacte, overzichtelijke Het begin van de
stad die Utrecht vóór de grenswij- Amsterdamse-
ziging van 1954 was. De latere serie straatweg tussen
panorama's is vanaf 1989 de Leeuwstraat en
gemaakt. Op deze aquarellen deOudeDaal-
vormen buitenwijken de voor- straat vanuit het
grond, terwijl ver weg op de oosten gezien, met
achtergrond de Domtoren uit de op de voorgrond
oude stad omhoog steekt. De het water van de
stedenbouwkundige ontwikke- Weerdsingel.
lingen van Utrecht zijn op deze Tekening, Chris
wijze doeltreffend uitgebeeld. Een Schut, 1968.
van de laatste gezichten op Utrecht is getekend vanaf de St.- Afbeeldingen: Het
Willibrorduskerk in Vleuten, een Utrechts Archief
beeld dat met de komst van Leid- sche Rijn voorgoed zou verdwijnen. |
|||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||
januari 2001
|
|||||||||
DeStationsdwars- Bij het tekenen van de vroege
straat met op de Utrechtse panorama's is het een
achtergrondde keer bijna misgegaan. Chris Schut
Inktpot, kort voor tekende de stad in 1944 vanaf de
de sloop van de toren van de Jacobikerk toen hij
Stationswijk. een keer bij het verlaten van de
Tekening, Chris kerk werd opgewacht door Duitse
Schut, 1971, Het militairen die hem met het geweer
Utrechts Archief. in de aanslag dwongen weer naar
boven te gaan. Omdat hij in de
slecht verlichte toren de weg goed kende kon hij, boven aangekomen, nog net een Duitse afweerpost op zijn tekening uitgummen. Deson- danks werd hij met tekening en al meegenomen naar een gebouw van de Duitse bezetter aan de Maliebaan. Daar heeft hij twee dagen vastgezeten, totdat de gemeentearchivaris mr. J.W.C, van Campen de Sicherheitsdienst kon overtuigen dat de tekening uitslui- tend om documentaire redenen werd gemaakt en niets met spio- nage te maken had. Schut kreeg zijn tekening weer mee, maar zijn fiets moest hij achterlaten. Met zijn gevoel voor het vast- leggen van de actualiteit heeft |
Chris Schut niet alleen verande-
rende situaties, maar ook gebeur- tenissen getekend. In de Utrechtse collectie bevindt zich een tekening van een liefdadigheidsconcert ten behoeve van het Nederlandse Rode Kruis op 25 oktober 1950, met burgemeester Jhr.mr. C.J.A. de Ranitz als solist in het tweede pianoconcert van Rachmaninoff. Op de voorgrond zijn koningin Juliana en mevrouw De Ranitz geportretteerd. De tekening heeft een extra historische waarde doordat de koningin en het echt- paar De Ranitz hun handteke- ningen erop hebben gezet. Werk van Chris Schut met een historisch onderwerp is vooral in de Atlas van Stolk in Rotterdam te vinden. Voor deze verzameling van Nederlandse historieprenten heeft hij een aantal belangwek- kende tekeningen gemaakt. In de Tweede Wereldoorlog bracht hij oorlogssituaties in beeld zoals de inundatie van Walcheren, de Atlantikwal in Den Haag, en de verwoestingen van Rotterdam, |
Arnhem en Nijmegen. Na de
oorlog legde hij andere gebeurte- nissen van nationaal belang vast, bijvoorbeeld de inhuldiging van koningin Juliana (1948), de soeve- reiniteitsoverdracht van Neder- lands-lndië aan de Indonesische regering (1949), de gevolgen van de Zeeuwse watersnoodramp (1953), de begrafenis van koningin Wilhelmina (1962), de treinramp bij Harmeien (1962) en - veel recenter - de Bijlmerramp (1992). Veel van zijn tekeningen zijn gere- produceerd in boeken, kranten en tijdschriften of als losbladige facsi- mile's in een map die de Provincie Utrecht in en na het monumen- tenjaar 1975 van diverse regio's uitgaf. Een van de belangrijkste boekwerken die geheel door Chris Schut zijn geïllustreerd, is Plaatsen aan de Vecht en de Angstel: Histo- rische beschrijvingen van kastelen en buitenplaatsen, stads- en dorpsgezichten, uitgeven in opdracht van de Oudheidkundige Vereniging van de Vechtstreek Niftarlake. |
||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||
januari 2001
|
||||||||||
De Familie van Oud-Utreclit
|
||||||||||||||||||||
H.J.C. DE Vries, voorzitter
De vereniging Oud- Utrecht heeft in de vele jaren van haar bestaan een groot aantal activiteiten op cultuur-historisch terrein ontplooid en gestimuleerd. Soms heeft de vereniging de uitvoering zelf ter hand genomen, maar vaak heeft zij, al dan niet samen met andere spelers, de nieuwe activiteiten toevertrouwd aan afzonderlijke organisaties. Daarom zijn in veel van deze stichtingen en verenigingen bestuursfuncties gereserveerd voor een vertegenwoordiger van de vereniging Oud- Utrecht. U kunt hierbij denken aan het Utrechts Monumenten Fonds (UMF); de Stichting Stichtse Geschiedenis (SSG); de Stichting Publicaties Oud-Utrecht (SPOU) en nog vele andere stichtingen. Onze vertegenwoordigers in al deze instellingen overleggen regelmatig met het bestuur van Oud-Utrecht. Om ook de leden wat meer bij het werk van al deze instellingen te betrekken, is afgesproken dat in het Tijdschrift de rubriek 'De familie van Oud- Utrecht' zal worden opgenomen. Per aflevering zal één familielid aan het woord komen. De redactie.
|
||||||||||||||||||||
bouwhistorie van de stad. Tot
nu toe waren de lezingen steeds weer een succes. Aanvankelijk werd ook gemikt op tentoonstellingen. Dit beleid is uiteindelijk niet door- gezet. De STABU miste daar- voor een eigen plaats. Wel is waar mogelijk samengewerkt met bedrijven, kerken en musea. Het stimuleren van onderzoek
en publicaties is wel succesvol geweest. Samen met Broese Kemink werd van de van der Monde-lezing van prof. Temminck Groll een geslaag- de monografie gemaakt. Daarnaast bewerkstelligde de STABU een aantal publicaties bij de uitgeverij Matrijs in de historische reeks Utrecht (Historisch Groen, Verleden Wijk, Ridders in een klooster). De delegatie van opdrachten door de gemeente vergezeld van passende budgetten speelde op dit gebied een belangrijke rol. De meest re- cente nummers van de Archeologische en Bouwhisto- rische Kroniek van de Ge- meente Utrecht werden van |
||||||||||||||||||||
Als eerste de STABU, de Stich-
ting Archeologie en Bouwhis- torie van de stad Utrecht, opge- richt in 1985. Wat was de bedoeling van
Oud-Utrecht met de oprich- ting? • Genereren en aanbieden van
deskundig onderbouwde informatie op het terrein van archeologie en bouwhistorie aan het geïnteresseerde publiek. De basis is het funda- mentele werk dat de gemeente op deze terreinen verricht. • Keuze voor een stichting in
plaats van de vereniging als organisatievorm zou meer mogelijkheden bieden tot het verkrijgen van donaties en sponsoring van het bedrijfs- leven, fondsen en particu- lieren. • Bekijken of de ontwikkeling
van een soort divisiestructuur voor de vereniging interessant zou kunnen zijn. Wat is tot stand gebracht?
Een reeks van actuele bodem-
vondsten en bouwhistorische |
||||||||||||||||||||
STABU
|
||||||||||||||||||||
beschrijvingen, resultaten van
archeologisch en bouwhisto- risch onderzoek en onderzoek naar bestaande interieurs van historisch belang konden toe- gankelijk worden gemaakt. Denk b.v. aan het huis van Bloe- maert (Walsteeg), de Mikwe (Oude Gracht/Lange Nieuw- straat), Domplein, het stadhuis, parken en tuinen. |
||||||||||||||||||||
in diverse
|
||||||||||||||||||||
Dit geschiedde
vormen. |
||||||||||||||||||||
Al meteen na de oprichting
werd een begin gemaakt met de sindsdien jaarlijkse Van der Monde-lezingen, die in febru- ari plaatvinden en worden gehouden door specialisten op het gebied van archeologie en |
||||||||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||||||||||
januari 2001
|
||||||||||||||||||||
kring is beperkt en de bud-
getten vaak niet zo groot. • De gemeente heeft mede
dankzij de Initiatieven van Oud-Utrecht en ook van de STABU in haar cultuurbeleid een plaats Ingeruimd voor de archeologische en bouwhisto- rische aspecten, gelet op hun waarde voor het cultuurhisto- risch toerisme. Dit blijkt o.a. uit de steun bij de stichting van Rondom en de structurele steun voor de Open Monu- mentendagen Kerken Kijken. • Bij de ontwikkeling van mees-
te activiteiten is steun gevon- den (financieel of In natura) bij en samengewerkt met een groot aantal organisaties van uiteenlopende aard. Voorbeel- den zijn Aorta, Centraal Mu- seum, Buro 1896, ABC, Uitge- verij Matrijs, Boekverkopers Broese Wristers. • De STABU heeft in beginsel
voor alle Initiatieven zoveel mogelijk dekking gezocht bij derden. Merendeels met succes. Pogingen van de STABU om zelf kapitaal te genereren om dan uit de rente initiatieven te financieren zijn na een hoopvol begin gestrand. De STABU
Bij de uitwerking van de eerstge-
noemde bedoeling van Oud- Utrecht kwam in de praktijk van de Inhoudelijke onderbouwing en begeleiding van diverse projecten een capaciteitspro- bleem aan het licht, dat de STABU niet heeft weten op te lossen. De deskundigen bij de gemeente blijken hun handen vol te hebben aan hun primaire taken. Ze zijn dus slechts beperkt Inzetbaar voor begelei- |
ding van verdere studies en van
de publieksgerichte activiteiten van deSTABU. Na 15 jaar heeft de STABU het
gevoel, dat er veel bereikt is. Het speelveld en de kring van spelers, heeft zich echter mede door haar eigen toedoen en met name door het ontstaan van Rondom, sterk gewijzigd. Een beraad op de eigen functie Is derhalve geboden. Dus...
Zoekt het bestuur van de STABU
veilige havens voor haar succes- volle 'producten' en zal tot opheffing overgaan zodra deze gevonden zijn. Wel wil zij er dan van overtuigd zijn dat de functie van de STABU als stimulator, fondsenwerver en presentator op goede wijze zal zijn overge- nomen door andere organisaties met een breder draagvlak. Inmiddels zijn de Van der Monde-Lezingen ondergebracht bij de vereniging Oud-Utrecht. Het project Kerken Kijken heeft een tehuis gevonden bij Rond- om. Over het onderbrengen van de Open Monumentendag bij diezelfde organisatie lopen nu gesprekken. |
||||||||||
een kleurig omslag voorzien.
Helaas heeft dit voorlopig nog niet kunnen bijdragen aan de gewenste continuïteit van deze waardevolle serie van de gemeentelijke dienst ABC. • Belangrijk was de overname
van de organisatie van de Open Monumentendag en het project Kerken Kijken Utrecht. • Tenslotte zijn ook de eigen-
tijdse methodes van Interac- tieve Informatieoverdracht gestimuleerd. Dit heeft gere- sulteerd In het uitbrengen van de CD-DOM, die alweer tot onderzoek naar verdere moge- lijkheden heeft geleld binnen (virtueel museum Domplein) en bulten Utrecht (Amsterdam, Maastricht, Venloen Nijmegen). Welk publiek bereikten we?
• Een vaste kern van ca. 300
bezoekers uit de stad en omgeving voor de Van der Monde-lezingen. • Een groot bezoekerspubllek,
inclusief buitenlanders, van tenminste 25.000 voor zowel de Open Monumentendag als Kerken Kijken. • Een publiek van lezers van de
publicaties en bekijkers van de CD-DOM, waarvan de omvang niet Is vastgesteld, maar dat gezien de verkoopcijfers niet onaanzienlijk lijkt. Hoe liepen de donaties en de
sponsoring? • De activiteiten op het gebied
van bouwhistorie en archeo- logie blijken voor bedrijven In het algemeen weinig aantrek- kelijk voor sponsoring en wei- nig verleidelijk voor donaties. • Fondsen op cultureel gebied
willen wel bijdragen, maar de |
|||||||||||
13
|
|||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
|||||||||||
januari 2001
|
|||||||||||
Karel V-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
_gAR ■ V . ROM .
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Ml'.Riix.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HISP
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.*^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
»■■
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fi
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'>■
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^K
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
()/; ik bckeiidinakin^
■i-Utrecht die de vcnti |
|||||||||||||||||
Dansgroep in authentieke kleding, muziek uit
de tijd van Karel Ven een aandachtig publiek. |
|||||||||||||||||
T»
|
|||||||||||||||||
Links: prof dr. Piet 't Hart, voorzitter van de
jury. rechts: Saskia van Dockum, plaatsvervan- gend directeur van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) en gedeputeerde voor cultuur, mr. D. Kok, tijdens de uitreiking van het eerste exemplaar van de Provinciale Archeobgische Kroniek. |
|||||||||||||||||
■ 5.()(H^
|
|||||||||||||||||
Mariken Voorn won de Oud-Utrecht
prijs 2000 met haar doctoraabcriptie. |
|||||||||||||||||
* V
|
|||||||||||||||||
Links: Thera Coppens sprak overAnthonio Moro
en drs. G. Petri sprak over Karel V. Grote foto: Llewellyn Bogaersgafeen rondleiding door het Duitse Huis. |
|||||||||||||||||
foto's: Hans Collard
|
|||||||||||||||||
Archeologie in de provincie Utrecht
|
||||||||||||||||||
S. VAN DOCKUM
De Provincie Utrecht is archeologisch beschouwd een heel divers gebied. Deels
behoort het tot laag Nederland, terwijl de Utrechtse heuvelrug onderdeel is van het pleistocene, hogere deel van ons land. Dat landschap was eeuwenlang doorslagge- vend bij de vestigingskeus van mensen. Dat geldt in de vroege prehistorie als men zich bijvoorbeeld tijdelijk vestigt op de zandopduikingen bij Bunschoten, maar de landschappelijke omstandigheden spelen in de middeleeuwen evenzeer een rol bij de opkomst van een stad als Amersfoort. |
||||||||||||||||||
inzicht hadden in het functio-
neren van de Nederlandse rivieren en dat zij - misschien wel beter dan wij - aan waterma- nagement deden. Met spanning wordt ook uitgekeken naar het vervolgonderzoek van een vermoedelijke wachttoren, die rond 200 midden in de negorij aan de Romeinse weg moeten hebben gestaan. De eerste resul- taten kunnen waarschijnlijk in Amersfoort bekend worden gemaakt. Minder opvallend in de publici-
teit kwamen ontdekkingen in onder meer Rhenen, Houten en stukje Amersfoort (ook iets over de excursie). Ook daarop zal in Amersfoort een overzicht en een toelichting gegeven worden. En natuurlijk zal de Amersfoortse archeologie niet ontbreken. In een verhaal over ontwikkeling van deze stad zal de rol van het water centraal staan. Zoals bij elke stad van enige
betekenis speelde ook in Amers- foort het water een allesover- heersende rol bij haar ontstaan en ontwikkeling. Door het archeologisch onderzoek van de laatste jaren is veel bekend geworden over de vroegste geschiedenis van de stad met als een rode draad: de rol van het water. Lang voordat de bisschop van Utrecht hier een hofstede vestigde, bestond de naam Amersfoort al, waarvan de vroegste vermelding dateert uit 1028. Op deze plek kruiste name- lijk een landroute het water en vele beken uit het oosten en zuiden vloeiden op dit punt samen met de Eem. De door- waadbare plaats (voorde) door de Eem (Amer), waaraan de stad |
||||||||||||||||||
Meern in september 1997. De
ontplooiing van de Romeinse rijksgrens (limes) in het midden van ons land werd in hoge mate bepaald door de (beperkte) mogelijkheden die het dynami- sche rivierengebied bood. De landschappelijke achtergronden, de ecologische gevolgen en de uitwerking ervan op de inheemse samenleving vormen het onderwerp van een langlo- pend onderzoeksprogramma in de VINEX-locatie Leidsche Rijn. Een complete sectie van de Romeinse rijksgrens, haar achterland én voorland zal hier bij stukjes en beetjes worden onderzocht, geanalyseerd en vervolgens weer worden'aange- kleed'. Over enkele jaren zal het wellicht mogelijk zijn om weer een (virtuele?) wandeling te maken langs militaire bouw- werken en inheemse stulpjes, grafvelden en akkers, door bossen en rietlanden. De Romeinse weg vormt bij dit alles haast letterlijk de leidraad. Op dit moment vindt onder
andere onderzoek plaats naar de ontwikkeling van landschap en bewoning in de onmiddellijke omgeving van de plek waar voor- lopig nog het Romeinse schip rust. Het onderzoek op deze plek heeft aangetoond dat de Romeinen een ver ontwikkeld |
||||||||||||||||||
Amersfoort, kaart De Vereniging Oud Utrecht heeft,
door Jacobus van in nauwe samenspraak met Deventer archeologen van de gemeenten Amersfoort en Utrecht en de Rijl<sdienst voor het Oudheid- kundig Bodemonderzoek, een informatieve dag in Amersfoort over de Utrechtse archeologie georganiseerd, die tot doel heeft de leden van Oud Utrecht een overzicht te geven van de verras- sende archeologische vondsten die de afgelopen jaren in onze provincie gedaan zijn. Bijzonder in het oog springend
was de ontdekking van de Romeinse weg en een Romeins vrachtschip ten westen van De |
||||||||||||||||||
16
|
||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||
vereniging Oud«Utrecht
|
||||||||||||||||||
Januari 2001
|
||||||||||||||||||
Vooraankondiging Historische dag
Op de eerste rang in Amersfoort
Met recente archeologische ontdekkingen in de
provincie Utrecht voor het het voetlicht Zaterdag 7 april 2001, van 9.30 tot 17.00 uur
|
||||||||||||||||||||
haar naam te danken heeft,
moet dus al van vóór de iide eeuw dateren. De i2de-eeuwse bisschoppelijke hofstede was gevestigd op een natuurlijke zandopdulking, een relatief hoge plek omringd door nat gebied. In de nabijheid van de hofstede vestigden zich, op vergelijkbare zandige hoogtes, tegen het eind van de 12de eeuw handels- en handwerklieden. De 13de eeuw kenmerkt zich door groot- scheepse graafwerkzaamheden. Om het water in beheersbare stromen te leiden, werden de Kortegracht, de Langegracht en de eerste Singelgracht (met omwalling) aangelegd. Met de vrijgekomen grond hoogde men laag gelegen gebieden op, waar- door het bewoonbare areaal aanzienlijk werd vergroot. De groei die Amersfoort in de 13de en 14de eeuw doormaakte, stag- neerde al in de loop van de 15de eeuw. Amersfoort groeide nooit uit tot bloeiende handelsstad. Belangrijkste oorzaak hiervoor was, de slechte bereikbaarheid voor het vervoer over water, gevoegd bij het feit dat de stad ook nog het eindpunt van die waterweg is. De tweede omwalling van de
stad, gebouwd tussen 1380 en 1450, bood Amersfoort eeuwen- lang voldoende ruimte en er veranderde in die periode weinig. Het middeleeuwse stra- tenplan, duidelijk zichtbaar op de kaart van Jacob van Deventer uit ca.1560, is nog altijd goed herkenbaar. Met de plattegrond uit 1560 in de hand kan men nog steeds de stad doorwandelen. De dag in Amersfoort zal met
zo'n rondwandeling worden afgesloten. |
||||||||||||||||||||
Programma
• Ontvangst in de Sint Aegtenkapel, 't Zand 37 te Amersfoort, met koffie en thee
• Welkomstwoord door de voorzitter van Oud-Utrecht, de heer mr. P. Blok
• Opening
• Drie boeiende presentaties onderbroken door een muzikaal intermezzo;
'Het zenuwcentrum van Archeologisch Nederland?' Door drs. S. (Saskia) van Dockum, plaatsvervangend directeur Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bode-
monderzoek • 'Een wereldrijk in de modder'
Recent onderzoek naar de Romeinse rijksgrens in de VlNEX-locatie Leidsche Rijn.
Door drs. E.P. (Erik) Graafstal, projectarcheoloog Leidsche Rijn, gemeente Utrecht • 'De onderste steen boven'
Ontstaan en ontwikkeling van Amersfoort
Door drs. F. (Francien) Snieder, stadsarcheoloog Amersfoort
• Wandeling langs binnenstadsgordel naar restaurant Mariënhof
• Aperitief en een luxe warme lunch in het excellente restaurant met een Guide Michelin Ster gevestigd in
het middeleeuwse complex en voormalig klooster Mariënhof • De speelmangroep 'Alouette' van André van Vuure met muziek, zang en vertelling
• Stadswandeling onder leiding van gidsen van 't Gilde met een bezoek aan enkele historische monu-
menten • Borrel met bittergarnituur
• Afsluiting
wijzigingen voorbehouden Vervoer: voor het vervoer kunt u gebruik maken van een speciale touringcar die op het laarbeursplein Utrecht voor u
klaar staat en om 8.30 uur vertrekt. Tegen 18.00 uur bent u daar weer terug. Indien u niet met onze bus meegaat vermeldt dana.u.b.bijuw betaling/inschrijving 'eigen vervoer', zodat wij tijdig het aantal reizigers weten i. v.m.het bestellen van de bus(sen). Inschrijving: voor deelname aan deze historische dag door overmaking van het juiste bedrag
|
||||||||||||||||||||
(f 65,- voor leden; f 130,- voor niet-leden) op gironummer 56066 t.n.v.
|
Veren iging Oud- Utrech t te Utrech to.v.v
|
|||||||||||||||||||
Amersfoort. Het aantal plaatsen is beperkt, geeft u dus zo snel mogelijk op.
|
||||||||||||||||||||
De Sint Aegtenkapel is een uniek monument met middeleeuwse allure, een oase van rust en ontspanning, in een
ingetogen sfeer. De Sint Aegtenkapel werd in 1410 gebouwd en is het enige restant van het kloostercomplex dat al in 1399 bestond. Tijdens de restauratie werd ontdekt, dat de Kapel reeds eeuwen her door een vloer in twee helften verdeeld moet zijn geweest. De oorspronkelijke scheidingsvloer heeft evenwel eenderde lager gelegen dan degene die nu aanwezig is. De venstertraceringen zijn uitgevoerd in zandsteen. Het dak is voorzien van een leibedekking met schubvormige leien, een zogenaamd Rijndak. De Mariënhof is een excellent restaurant met een Guide Michelin Ster, welke is gevestigd in het voormalig klooster
Marienhof Omstreeks 1450 kwam het huidige terrein door de bouw van een nieuwe stadsmuur binnen het gebied van de stad te liggen. In 1487 bouwden de Celzusters van St. Ursula op die plek een klooster met kapel. Het werd nadien bewoond door monniken, vervolgens als weeshuis en jeugdherberg in gebruik genomen en na een grondige renovatie verleende het tot 1988 onderdak aan de Rijksdienst voor het Oudheidkundige Bodemonderzoek. |
||||||||||||||||||||
17
|
||||||||||||||||||||
-%
|
||||||||||||||||||||
Oud<Utrecht
|
||||||||||||||||||||
vereniging
|
||||||||||||||||||||
januari 2001
|
||||||||||||||||||||
Agenda
|
|||||||||||||
Aboriginal Museum geopend
Vanaf 3 maart 2001 zal het Abori-
ginal Museum voor het publiel< geopend worden. De openings- tijden zijn als volgt: di-vrij 10.00 - 17.00 uur, za-zo 11.00 -17.00 uur. Gesloten maandag, i januari, 30 april, 25 december. Het bezoek- adres is Oudegracht 176, 3511 NP Utrecht 16e Nicolaas van der Monde-
lezing René de Kam - Een moderne
verkeersader als leidraad voor het verleden; Dinsdag 20 februari 2001, Pieterskerk Utrecht, aanvang 20.00 uur, toegang gratis. Dat Utrecht een stad is van continue verandering zal niemand verbazen. De hedendaagse stads- bewoners worden daar elke dag mee geconfronteerd. Toch zijn dergelijke ingrepen niet iets van de laatste tijd. Wat een enorme indruk moet het graven van de Oude- en Nieuwegracht wel niet hebben gemaakt. Of de verbre- ding van de Potterstraat in de jaren twintig van de vorige eeuw? In september 2000 is er in het
Utrechtse Archeologisch en Bouw- historisch Centrum (ABC) een project van start gegaan waarin een van de grote hedendaagse veranderingen - de aanleg van de HOV-busbaan - op een bijzondere wijze gevolgd wordt. Deze bus- baan is daarbij als leidraad ge- nomen om de veranderingen in de stad door de eeuwen heen te volgen. Met die moderne lijn wor- den interessante historische plek- ken aangedaan zoals het Vreden- burg, de Oudegracht, de Neude, het Janskerkhof en de gebieden rond de vroegere Catharijnepoort en de Wittevrouwenpoort. In de Van der Monde-lezing zal op |
|||||||||||||
dit project worden ingegaan.
Uiteraard zullen daarin de archeo- logische vondsten die tijdens de werkzaamheden zijn aangetroffen een plaats krijgen. Maar minstens zo interessant zijn de ideeën en visies die de archeologen en bouwhistorici van het ABC in de afgelopen 25 jaar over deze lijn hebben ontwikkeld. Aangezien in februari 2001 zowel de aanleg van de HOV-busbaan als het ABC- project nog in volle gang zijn, zal de lezing vooral een stand van zaken zijn. Een stand van zaken weliswaar van een bijzondere route door het verleden, die haaks staat op de HOV-baan uit de Middeleeuwen: de Oudegracht. Drs. R. de Kam is historicus en thans als projectmedewerker ver- bonden aan het Archeologisch en Bouwhistorisch Centrum van de gemeente Utrecht. Reliekverering in de middel-
eeuwen De Nieuwe Kerk in Amsterdam en
Museum Catharijneconvent in Utrecht - 16 december 2000 t/m 22 april 2001 Relieken - stoffelijke resten van
heiligen - zijn eeuwenlang vereerd als voorwerpen van onschatbare waard. Deze heilige resten bezitten geestkracht, geven gene- zing en bescherming en brengen God meest nabij. En dat was belangrijk, want in de middel- eeuwen kon je God maar beter in de buurt hebben. Omdat het zelf vaak onooglijke voorwerpen wa- ren - niet meer dan een botje van de heilige Ursula of bijvoorbeeld een houtsplinter van het kruis van Jezus - werden er oogstrelende reliekhouders gemaakt in een enorme verscheidenheid en nog altijd blinken deze kistjes, ringen, armen, kruisen etc. uit door hun |
sublieme edelsmeedkunst.
De tentoonstelling 'De Weg naar de Hemel, reliekverering in de Middeleeuwen', is speciaal voor Museum Catharijneconvent en de Nieuwe Kerk samengesteld door prof. Dr. Henk van Os en vormge- geven door Wim Crouwel. In het Catharijneconvent geven originele reliekhouders, schilderijen en handschriften een beeld van de reliekverering in de Nederlanden. De tentoonstelling in De Nieuwe Kerk schetst de internationale ontwikkeling van reliekhouders in de Middeleeuwen. Op beide lokaties zijn topstukken uit beroemde kerkschatten te zien zoals de Dom te Keulen, en uit onder andere de collecties van de Hermitage in St. Petersburg, Metropolitan Museum of Art in New York, het musée National de Moyen Age en het Musée du Louvre in Parijs en het Rijksmu- seum te Amsterdam. Alle bezoe- kers kunnen gebruik maken van een gratis audiotour, ingesproken door Henk van Os. Openingstijden: Catharijnecon- vent: di - vrij 10.00 t/m 17.00 uur za, zo en feestdagen van 11.00 tot 17.00 uur. Maandag gesloten. De Nieuwe Kerk dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur, donderdag- avond tot 22.00 uur. Expositie regionale stads-
harten gaat van start Het Utrechtse architectuurcen-
trum Aorta toont vanaf 24 november jl de plannen voor de dorpskernen van acht gemeenten uit de Utrechtse regio. Te zien zijn de ontwerpen voor de kernen van Houten, Ijsselstein, Nieuwegein, Vleuten, De Meern, Maartensdijk, Zeist en Bunnik. De expositie reist door de betrokken gemeenten. Aorta wil met de tentoonstelling |
||||||||||||
18
|
|||||||||||||
vereniging OudUtrecht
|
|||||||||||||
januari 2001
|
|||||||||||||
gegoten met een tijdsverschil van
een kleine vijfjaar, in deze middel- eeuwse torens hun behuizing gevonden. Tijdens de presentatie zullen de
twee torens simultaan worden behandeld met beelden op twee projectieschermen. De heer Humblet besteedt aan- dacht aan overeenkomsten en verschillen (historisch en functio- neel) tussen de torens. Ook de luid- en speelklokken en de torenuur- werken komen uitgebreid aan bod. Tijdens de presentatie worden opnames van carillonmuziek uit beide torens ten gehore gebracht. Na de presentatie volgt een rond- leiding in de Domtoren door torengids Jitte Roosendaal. De heer Roosendaal is ook met de situatie in Gent vertrouwd. Jitte Roosendaal is VW-gids in Utrecht en Domtorengids. Samen met Luuk Humblet ontwikkelde hij een themawandeling 'Utrecht en Ka rel V'. Luuk Humblet is stads- en Belfort-
torengids bij de Gidsenbond van Gent en Oost-Vlaanderen. Hij is tevens lid van Oud-Utrecht. In het najaar van 2000 ontving hij een grote groep Oud-Utrechtleden in Gent op een succesvolle ex- cursiedag in het kader van het Karel V-jaar. Programma: 18 maart 2001.13.00
uur: ontvangst met koffie/thee en traktatie; 13.30 uun aanvang presentatie; ca. 14.45 "ur: rondlei- ding; ca. 16.30 uur: einde. Plaats: Bezoekerscentrum RonDom, Domplein 9. Toegangsprijs:/17,50
voor leden van Oud-Utrecht, ƒ 30,- voorniet-leden. Houdt u er rekening mee dat de
Dom 465 treden telt. Er zijn echter wel haltes op verschillende niveaus, waar u kunt stoppen of uitblazen. |
|||||||||||
in de eerste plaats een overzicht
geven van de bouwactiviteiten in de stads- en dorpskernen in de Utrechtse regio. Door de ontwerpen naast elkaar te presen- teren, worden de verschillen en overeenkomsten in de karakters van de gemeenten belicht. Geza- menlijk geven de plannen inzicht in de criteria waaraan een goed stadshart aan het begin van de 2ie eeuw moet voldoen. Nieuwegein - 3 januari tot en met 24 januari 2001. Gemeentehuis, Martinbaan 2, Nieuwegein. Geopend van ma t/m vrij 8.30 - 13.00, vrij ook iS.oo - 20.00 uur. Houten - 25 januari tot en met 14 februari 2001. Gemeentehuis, Het Kant 2, Houten. Geopend ma t/m vrij 8.30 - 17.00 uur. Daarna reist de expositie door naar Vleuten, De Meern, Bunnik en Zeist. De precieze data van de locaties worden later bekend gemaakt. Dat kan mijn kind ook
Kindertekening of Kunst? Waarin
verschilt een kindertekening van een kunstwerk? Soms is dit verschil moeilijk te zien. Hoe vaak hoor je in musea voor moderne kunst niet de verontwaardigde uitroep: dat kan mijn kleine broertje ook! Het Universiteitsmu- seum Utrecht toont vanaf 15 december 2000 tot en met 6 mei 2001 een groot aantal kinderteke- ningen en kunstwerken. De bezoekers bepalen in deze tentoonstelling zelf wat zij kunst vinden en wat niet. Historisch café
Op vrijdag 9 februari is er het
Historisch Café in de kelder van Café 't Weeshuis aan het Dom- plein nummer 16, georganiseerd door de Vereniging Oud-Utrecht. Het café begint om 17.00 uur. |
Rond half zes zal de heer A.
Lodders, hoofd voorlichting van het VSB Fonds, een informeel praatje houden. Hij spreekt over de motivatie en criteria van het VSB Fonds om als sponsor te fungeren op het gebied van de bewaking van cultureel erfgoed. Na het praatje is er ruimte voor vragen en discussie. Op vrijdag 9 maart is er weer een
Historisch Café in de kelder van Café 't Weeshuis aan het Dom- plein nummer 16, georganiseerd door de Vereniging Oud-Utrecht. Het Café begint om 17.00 uur. Rond half zes zal mevrouw Silvia Lipman, coördinator bij Houtzaag- molen De Ster, een informeel praatje houden over het histori- sche molenerf aan de Leidsche Rijn. Het molenerf bestaat uit de windmolen met zagerij, de mole- naarswoning, twee knechtswo- ningen en drie houtdroogloodsen. De Ster is een achtkante houten stellingmolen die in 1721 werd gebouwd en in 1911 afgebroken. De molen is herbouwd, en sinds 1999 weer in volle glorie te bewonderen. Bij voldoende wind draait de molen en kan er weer gezaagd worden. Na het praatje is er ruimte voorvragen en discussie. Utrecht en Gent: Dom en
Belfort Op zondag 18 maart zal Luuk
Humblet een presentatie met dia's verzorgen over de Domtoren van Utrecht en de Belforttoren van Gent. Beide torens zijn gebouwd in de veertiende eeuw. Hoewel opzet en functie van de torens verschillend waren, zijn er toch gemeenschappelijke elementen in bouw en vormgeving aan te wijzen. In de zeventiende eeuw hebben twee Hemonybeiaarden, |
||||||||||
19
|
|||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||
januari 2001
|
|||||||||||
Literatuursignalement
|
||||||||||||
Anneke Jansen, Het Utrechts Archief
|
||||||||||||
Genuchten ; foto's door A.J. van
der Wal... [et al.]. - Zwolle : Waan- ders ; Zeist : Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 2000. (De Nederlandse monumenten voor geschiedenis en kunst). - Geïllus- treerde beschrijving uitgegeven in opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Weten- schappen. - ISBN 90-400-9429-2 (De Utrechtse Heuvelrug : de Stichtse Lustwarande; 2]) Museum Catharijneconvent ; een
keuze uit de mooiste werken I Niels Koers. - Gent: Amsterdam : Ludion, 2000- Met uitvouwb. woordenlijst. - ISBN 90-76588-09-0 Gids met afbeeldingen en beschrijving van tachtig top- stukken uit Museum Het Catharij- neconvent, ingedeeld in vier perio- des. Bevat beknopte geschiedenis (chronologisch) van het museum Utrecht in zicht I Arne Zuidhoek ;
[ill. Arne Zuidhoek]. - Utrecht : Stichting De Plantage, 2000. - ISBN 90-805746-2-7 Utrecht geschetst en beschreven door de schrijver/tekenaar Arne Zuidhoek. De basis voor dit boekje is gelegd met de maandelijkse kolommen die sinds 1991 (de tekeningen sinds 1986) in 'Het Stadsblad' verschijnen Pannevis infiltratie: een eeuwfeest
igoo-2000 I door Jessica van der Hulst. - [S.I.] : Verhoog & Warmerdam, 2000. Gedenkboek uitgegeven ter gele- genheid van het 100-jarig bestaan van de Machinefabriek Pannevis Pieter Saenredam, het Utrechtse
werk : schilderijen en tekeningen van de ijde-eeuwse grootmeester van het perspectief / Arie de Groot ... [et al.]; onder red. van Liesbeth |
||||||||||||
De eeuw van de Onderlinge -.
geschiedenis van het Onderling Fonds voor Brandschade te Bunschoten I Arie ter Beek. - [S. I.]: Univé Onderlinge Eemland, 2000. Gedenkboek uitgegeven ter gele- genheid van het 100-jarig bestaan van het 'Onderling Fonds voor Brandschade te Bunschoten', m.i.v. 1 januari 2000 gefuseerd met Univé Onderlinge Midden Nederland. - ISBN 90-70708-13-2 Geschiedenis van een plek.- concen-
tratiekamp Amersfoort I Armando, Hans Verhagen en Maud Keus. - 2e dr. - Amersfoort : Armando Museum, 2000- ie dr.: Amster- dam : De Bezige Bij, 1980. Naar de gelijknamige tv-film van Hans Verhagen en Armando Uit- gebreide weergave van gesprek- ken met ooggetuigen over wat er zich heeft afgespeeld in de jaren '40-'45 op de plek waar de barak- ken van concentratiekamp Amers- foort stonden en nu de Politie- school 'De Boskamp' gevestigd is. Loenen ; geschiedenis en architec-
tuur I A.M. Fafianie ... [et al.]. - Zeist : Kerckebosch ; Utrecht : SPOU, 2000. - ISBN 90-6720-231-2 (Monumenten-inventarisatie provincie Utrecht; 26) Harmeien -. geschiedenis en archi-
tectuur I Karel Loeff en Elyze A.C. Smeets. - Zeist : Kerckebosch ; Utrecht : SPOU, 2000- ISBN 90- 6720-233-9 (Monumenten-inven- tarisatie provincie Utrecht; 27) De Utrechtse Heuvelrug ; de
Stichtse Lustwarande : dorpen en landelijk gebied I Catharina van Groningen ; bouwhistorisch onderzoek en tek. door A. Reinstra ... [et al.] ; tekstbijdr. van Nicotine A. Zemering en S.M. van januari 2001
|
||||||||||||
Verkrijgbaar bij boeidtandel of uitgeverij:
Een paradijs vol weelde : geschie-
denis van de stad Utrecht I onder red. van R.E. de Bruin...[et al.]; eindred. A. Pietersma; [met bijdr. van H.L. de Groot...[et al.]. - Utrecht : Matrijs, 2000. Register / J.N. van der Meulen. - Uitgegeven in samenwerking met Het Utrechts Archief. - ISBN: 90-5345-175-7 Toegankelijk geschreven en rijk geïllustreerd standaardwerk betreffende de geschiedenis van
de stad Utrecht. Aan bod komt de geschiedenis van bestuur en poli- tiek, handel en nijverheid, cultuur, wetenschappelijk en kerkelijk leven.. Ook de veranderingen in het stadsbeeld krijgen voldoende aandacht. Een waardig huis der stad: twintig
eeuwen in en om het Utrechtse stadhuis I René de Kam. - Utrecht: Matrijs, 2000. - ISBN 90-5345-174- 9. (Historische Reeks Utrecht; 29) Geschiedenis van het kortgeleden grondig verbouwde stadhuis van Utrecht. In deze publicatie zijn de gegevens verwerkt van het archeologisch en bouwhistorisch onderzoek dat aan de verbouwing van het stadhuis vooraf is gegaan. Negen eeuwen oude bouwge- schiedenis zijn verwerkt in een kelderplattegrond. Bomen over Buitenzorg.- bij de vijf-
tigste verjaardag van Scoutcen- trum Buitenzorg in Baarn I Frank van Geffen en Martin Jacobs ; tek. omslag Fried van Otterdijk. - [S.I.]: Scouting Nederland, 1999. Gedenkboekje. - ISBN 90-72388- 22-4 Buitenzorg is een terrein en land-
huis in Baarn, vanaf 1949 ingericht als kamp voor de leden van het Nederlandse Padvinders Gilde vereniging Oud*Utrec
|
||||||||||||
20
|
||||||||||||
M. Helmus ; [tekstred. en reg.
Dorine Duyster ; vert. Engels- Nederlands pp. 73-90 Erma Hermens]. - Utrecht : Centraal Museum, 2000 - Catalogus van de gelijknamige tentoonstelling in het Centraal Museum van 4 november 2000 tot en met 4 februari 2001. - ISBN 90-73285-7-0- 4. - Een groot deel van de tentoon- gestelde werken zijn afkomstig uit de collectie Beeldmateriaal van Het Utrechts Archief. Kerk in de city .- 450 jaar Neder-
landse KerkAustin Friars in London I Keetie Sluyterman. - Hilversum : Verloren, 2000. - ISBN 90-6550- 609-8 Een protestantse Nederlandse
Kerk in het midden van het zaken- centrum van London, opgericht op 24 juli 1550. Hoe heeft de kerk zich ontwikkeld en de betekenis van deze Nederlandse gemeente voor de landgenoten buiten het vader- land nu en in het verleden.Zie ook: Archieven van de Gereformeerde Kerk te London 1939-1979 in Het Utrechts Archief (lnv.70) De vollekstoal van de stad Uterech .-
woorden, gezegdes, uitdrukkingen en zinsneden I samengest. door B.J. Martens van Vliet ; met medew. van H. Scholtmeijer. - 3e, opnieuw aangev. en herz. dr. - Utrecht : Stichting Publikaties Oud- Utrecht, 2000. - Met aanhangsel ISBN go-5479-045-8 Vmkeveen en de Tweede Wereld-
oorlog : een beschrijving van de invloed van de oorlogsjaren ig40- ig45 op het leven van Vinkeveen I Adriaan Turkenburg. - Wilnis : Stichting Proosdijer Publicaties, [2000]. - ISBN 90-805536-2-X Drie artikelen in de Proostkoerier eind 1990 begin 1991 vormen de |
sumse Kring 'Albertus Perk'. - ISBN
90-6550-618-7 Overzichtswerk met beschrij-
vingen van landgoederen en buitenplaatsen. Vroegere bewo- ners en eigenaren, architectuur en tuinarchitectuur spelen een belangrijke rol. Met veel tot nu toe nooit gepubliceerde foto's en kaarten Hut en nog eens nut -. wetenschaps-
beelden van Nederlandse natuur- onderzoekers, i8oo-igoo I Bert Theunissen. - Hilversum : Ver- loren, 2000. - ISBN 90-6550-623-3 Kernvraag in deze studie is waarom natuurwetenschappers in de negentiende eeuw weten- schappelijk onderzoek deden. Hieronder ook vooraanstaande Utrechtse onderzoekers als Pieter Harting, Gerrit Jan Mulder en Franciscus Cornelis Donders Een andere weg naar God -. de
reformatie van Arnoldus Buchelius (1565-1641) I Judith Pollmann. - Amsterdam : Bert Bakker, 2000 - Oorspr. titel: Religious choise in the Dutch Republic; the reformation of Arnoldus Buchelius (1565-1641). - ISBN 90-351-2089-2 Boek beschrijft aan de hand van het levensverhaal van Arnoldus Buchelius het persoonlijk proces van zijn geloofsleven in de reli- gieus verdeelde samenleving van de Gouden Eeuw Hand in eigen boezem.- vijftien jaar
pionieren in de multiculturele samenleving.- vijftien jaar Interker- kelijke Stichting Kerken en Buiten- landers I onder red. van Hans Krikke, Wieger Rozema en Paulien Rozema-van Geest ; [met bijdr. van Gerard Zuidberg ; tek. Charles van den Broek, Aziz Gou Gou en Herman B. Woltering]. - Heeswijk: |
|||||||||||||
basis van dit boek over de gebeur-
tenissen in de jaren 1940- i945.Gebeurtenissen en hun gevolgen verzameld uit archieven en interviews met ca. vijftig personen De ongekende stad (2) -. inbedding
en uitsluiting van illegale vreemde- lingen I Godfried Engbersen ... [et al.]. - Amsterdam : Boom, 1999. - ISBN 90-5352-459-2 Verslag van informele gedoog- praktijken door functionarissen van politie, onderwijs-, huisves- tings- en gezondheidsinstellingen, en van de verschillende manieren waarop etnische gemeen- schappen illegale landgenoten in- en uitsluiten. Hoofdstuk 4 belicht o.a. de gang van zaken binnen de Marokkaanse gemeenschap in Utrecht-Noord De straat als thuis: dagopvang van
dak- en thuislozen aan de voet van de Utrechtse Domtoren .- het Catharijnehuis I René Mol en Annelies Neutel. - Utrecht : Lemma, 1999 Uitgegeven ter gele- genheid van het 10-jarig bestaan van het Catharijnehuis. - ISBN 90- 5189-137-7 Boek geeft een beeld van hoe
laagdrempelige opvang voor dak- en thuislozen eruit ziet in de prak- tijk van alledag en op welke wijze er wordt samengewerkt met de psychiatrische hulpverlening en medische zorg Oorden van schoonheid -. buiten-
plaatsen en landgoederen in Hilversum I uit historische bronnen gewekt door Karin Abra- hamse ... [et al.] ; onder red. van Joop Branger ... [et al.] ; eindred. Ton Coops. - Hilversum : Verloren, 2000. Lustrumboek uitgegeven ter gelegenheid van 25 jaar Hilver- |
||||||||||||||
21
|
||||||||||||||
%
|
||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||
januari 2001
|
||||||||||||||
Kleine landschapselementen
De aankleding van ons landschap
|
||||||||||||||
Graft, griend, koebocht, krocht: woorden die
zomaar de nieuwste scheldwoorden van deze tijd kunnen zijn: gekke kraft! Hysterische krocht! Toch zijn dit geen scheldwoorden, maar namen van kleine landschapselemen- ten uit vervlogen tijden. Zij zijn tastbare herinneringen aan het geploeter van onze voorouders om het landschap te cultiveren. Kleine landschapselementen ver-
fraaien het landschap. Wie kan zich immers onze omgeving voor- stellen zonder knotbomen, hout- wallen, poelen, bosjes, boom- gaarden, heggen en sloten. Zij kleden ons landschap aan en geven het een eigen karakter. Functioneel
Kleine landschapselementen zijn
in het verleden meestal uit econo- misch motief aangelegd; van wilgenhout werden manden gevlochten. Het vee dronk uit de poel, terwijl het water ook als blus- water diende. Een geriefhoutbosje beschutte het vee en houtwallen vormden een natuurlijke afraste- ring. Het hout werd voor vele doel- einden gebruikt. Mensenarbeid
Door schaalvergroting en gebrek
aan tijd voor het onderhoud zijn vele kleine landschapselementen ven/vaarloosd of verloren gegaan. Gelukkig tref je nog veel kleine landschapselementen aan in de provincie Utrecht. Houtwallen, singels en drinkpoelen in de Utrechtse Vallei. In het stroomge- bied van Lek en Kromme Rijn bepalen hoogstamboomgaarden, knotbomen, grienden, heggen en rietlanden het landschapsbeeld. Houtkaden, geriefhoutbosjes en knotbomen horen in het weidse |
||||||||||||||
Dabar- Luyten, 2000. - Uitgegeven
in samenwerking met de Interker- kelijke Stichting Kerken en Buiten- landers (ISKB) te Utrecht in het kader van het 15-jarig bestaan van de ISKB. - ISBN 90-6416-376-6 De geschiedenis van de ISKB en het Vrouwenontmoetings Project (VOP), waarbij Nederlandse vrij- willigsters op huisbezoek gaan bij Marokkaanse en Turkse vrouwen. Boek is het resultaat van talrijke ontmoetingen en gesprekken Cerrit van Honthorst 7592-7656 / J.
Richard Judson and Rudolf E.0. Ekkart. - Doornspijk : Davaco Publishers, 1999. (Aetas Aurea, monographs on dutch & flemish painting; XIV.) Oeuvrecatalogus. - Met lit.opg., reg. - Met beknopte biografie. - Met lijst van tentoon- stellingscatalogi. - ISBN 90-70288- 06-0 |
ontginningslandschap van de
veenweiden thuis. In de Vecht- plassen leeft de geschiedenis van de turfwinning voort in de legak- kers en petgaten. Al deze kleine landschapselementen zijn door mensenhanden gemaakt en worden door diezelfde mensen- handen onderhouden. Landschaps- beheer Utrecht werkt samen met velen aan het onderhoud van deze kleine natuur- en landschapsele- menten in de provincie. Cultuurhistorische en aard-
kundige elementen De knotbomen, poelen, geriefhout-
bosjes herbergen een groot scala aan dieren: van boomvalken en li- bellen tot reigers, konijnen en ree- ën. Ook flora groeit en bloeit in en rondom de landschapselementen. Behalve de waarde voor flora en fauna zijn ook cultuurhistorische en aardkundige waarden van de landschapselementen van belang. In heel Nederland zijn in de afgelo- pen i5jaar meer dan 1200 cultuur- historische en aardkundige land- schapselementen door de Land- schapsbeheer stichtingen onder handen genomen. Onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd aan grafheuvels, celtic fields, terpen, legakkers, kasteel- terreinen, eendenkooien en sprengen. Ook aardkundige land- schapselementen als stuifzandge- bieden en dekzandruggen zijn niet vergeten. Door het beheer ervan - en daarmee het behoud - blijft een deel van de geschiedenis in het landschap bewaard. In de komende nummers van het Tijdschrift Oud-Utrecht komt telkens een voorbeeldproject van cultuurhistorisch landschapsbe- heer in de provincie Utrecht aan de orde. Deze keen de koebocht Een nieuw scheldwoord of niet? |
|||||||||||||
Inventarissen
Inventaris vergunningen ingevolge
de Hinderwet Gemeente Lopik ig4S-ig88 I J.J. Kraaijenhagen en H.W. Luten. - Lopik : Gemeente Lopik, 1999. Inventaris archief huldigingscomité
PJ. Pekaar igso I H.W. Luten. - IJsselstein : Gemeente IJsselstein, 2000. - P.J. Pekaar was werkzaam als directeur van het Arbeidsbu- reau IJsselstein. Hij was van grote betekenis voor de inwoners van 22 IJsselstein tijdens de Tweede Wereldoorlog. |
||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||
januari 2001
|
||||||||||||||
Koebochten
Eilandjes in het polderlandschap
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Martine Busz, Hélène Hine
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
£e« koebocht is een met hakhout omgeven ruimte in een hoek van een weiland. Het
vee werd hier gemolken en bracht er soms de nacht door. Zo kon mest worden verzameld. De bosjes gaven dier en mens beschutting tegen zon, wind en regen. Koebochten komen vooral in veenweidegebieden voor. Ze worden soms ook 'krocht', 'vee-' of'melkbocht' genoemd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
producten steeds belangrijker
werd en daarmee ook het grasland ging overheersen, werd het nood- zakelijk om het hakhout tegen het vee te beschermen. Vanaf die tijd heeft men ringsloten om deze bosjes gegraven, zodat het hout onbereikbaar was voor het vee. Kmestoof
De geriefhoutbosjes bestaan uit
soorten die zich thuis voelen in de vochtige weidegrond. Zoals els, wilg, es en populier. Per eiland overheerste meestal één soort hakhout. De levensduur van gebruikshout is
beperkt, zodat de boer steeds weer nieuw hout nodig had. Hakhout maakte het mogelijk om om de vier a vijf jaar hout van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hersteldgeriejhout- Hout werd tot begin vorige eeuw
bosje in Benschop, gebruikt voor gereedschap, bouw- gemeenteLopik. materiaal en brandstof. In de
foto: auteurs. intensief beweide natte veen- en
kleipolders ten westen van
Utrecht was hout echter een schaars artikel. Om in hun houtbe- hoefte te voorzien legden de boeren geriefhoutbosjes aan. Het woord boerengeriefbosjes is samengesteld uit vier woorden; boeren plantten voor eigen gerief hakhoutbosjes aan. Geriefhout is |
gebruikshout: het werd gebruikt in
het huishouden en bedrijf van de eigenaar (de boer) van het bosje. Eilandjes in het
polderlandschap In het veengebied was de akker-
bouw in de eerste eeuwen na de ontginning het belangrijkst. De aanwezige veestapel bestond grotendeels uit schapen en enkele runderen. Toen in de vijftiende eeuw de rundveeteelt voor zuivel- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
23
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
januari 2001
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herstel boerengerief-
houtbosjes Tegenwoordig hebben de gerief-
houtbosjes hun economisch nut verloren. Maar als monument uit het verleden en vanwege de natuurwaarden, zijn ze onze aan- dachtwaard. In de afgelopen 15 jaar zijn dan ook
zo'n honderd geriefhoutbosjes in het veenweidegebied van Utrecht, in Kockengen en wijde omgeving, opgeknapt door Landschapsbe- heer Utrecht. Het herstel van de bosjes bestaat
voornamelijk uit het 'terugzetten' van het hakhout (veelal vanwege achterstallig onderhoud) en het opnieuw uitgraven van de rings- loot. De ringsloten zijn vaak gedempt of verland, waardoor het vee in de bosjes kon komen en de ondergroei nagenoeg verdween. Op dit moment worden in het kader van het landschapsbeleids- plan van de gemeente Woerden veel geriefhoutbosjes in deze gemeente hersteld. |
|||||||||||||
tamelijk willekeurig temidden van
de weilanden te liggen. Een nauwkeurige blik op de kaart maakt al vrij snel duidelijk dat er regelmaat zit in de ligging van deze bosjes. Ruim 80 procent is tegenwoordig in de boerderij- strook te vinden, waar de bosjes tevens windbrekers voor het erf en gebouwen vormden. Hier komt ook het woord koebocht vandaan. Een koebocht is meestal een L- vormig boerengeriefhoutbosje waar de koeien in de luwte gemolken konden worden. |
|||||||||||||
Kniestoof gewenste diktes te oogsten. Het
foto: auteurs. hakhout op de eilandjes werd tot
vlak boven de grond afgezet. Zo
ontstond op kniehoogte een gril- lige knoest: de kniestoof, ook wel 'stobbe'of'stommel'genoemd. Bosjes bij de boerderij
In een open polderland als het
veenweidegebied van Utrecht val- len de geriefhoutbosjes onmiddel- lijk op. Op het eerste gezicht lijken deze plukjes bos, die doorgaans niet veel groter zijn dan enkele honderden vierkante meters. |
|||||||||||||
%
|
|||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||
januari 2001
|
|||||||||||||
Geriefhoutbosje in
Tecicop, gemeente Woerden, foto: auteurs. |
||||||||||||
Koebocht in Kamerik,
gemeente Woerden, foto: auteurs. |
||||||||||||
35
|
||||||||||||
%
|
||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||
januari 2001
|
||||||||||||
Hermans Q Schuttevaer
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
notarissen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
A»iiKcttot>B bil
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Utrecht: Hennans & Schuttevaer • Maliebaan 81 «Tel. 030 - 233 66 99
NOTARiuiM Vleuten: Notarispraktijk Hagen • Pastoor Ohilaan 25 • Tel. 030 - 677 61 17 (maakt deel uit van Hermans & Schuttevaer).
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
pre-publishing
Jcontent management f c d - r o m u n t e r n e t f digital print idrukwerk jdirectmail ;logistieke dienstverlening
iteleservices |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
PlantijnCasparie
->Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrieslantlaan U
3526 AA Utrecht Postbus 7052 3502 KB Utrecht |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
T 030-282 28 22
F 030-288 35 61 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Weten wat uw huis waard is?
Vraag naar de gratis waarde-indicatie!
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De prijzen van koopwoningen zijn de af-
gelopen jaren flink gestegen. Ook uw huis is hoogstwaarschijnlijk meer waard geworden. Maar hoeveel? Ligt dat droomhuis nu binnen uw bereik? Of kunt u met de overwaarde de keuken moderniseren? Wat uw wensen ook zijn: u kunt pas echt plannen gaan maken als u weet hoeveel uw huis waard is! ERA Makelaardij Utrecht geeft u gratis en
geheel vrijblijvend een waarde-indiatie van uw woning. En dat is slechts één onderdeel van de service die ERA u kan bieden. Ais het u wat waard is om de waarde van uw huis te weten, bel dan met ERA voor die gratis |
waarde-indiatie. Of gewoon om meer te
weten te komen over de diensten die wij bieden. Dat kost u niets en levert u waarde- volle informatie op. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
BON VOOR GRATIS WAARDE-INDICATIE
Graag wil ik een vrijblijvende, gratis waarde-indicatie
van mijn woning. Bel mij voor een ajipraak. Naam: ...............................................................
Straat:...............................................................
Postcode: ...............................................................
PImIs: ...............................................................
Telejvon: ...............................................................
Knip de bon uit en stuur op naar ERA Makelaardij
Utrecht, Burg. Reigerstraat 65,3581 KN Utrecht. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Be
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ERA
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaardij Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeester Reigerstraat 65,
3581 KN Utrecht.
Tel. 030 233 21 32. Fax 030 254 60 26
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
• Aan- en verkoopbegeleiding
• Taxaties
• Hypotheken
• Verzekeringen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Muus Sl IJzerman makelaardij
heeft hart voor 'Oud-Utrecht' |
||||||||||||||||||||||||||||||||
makelaardij
in onroerende |
Muus &
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
IJzerman
Maliebaan 48, Postbus 14014,3508 SB Utrecht,Telcfoon.030 - 234 00 08, Fox: 030 - 232 19 70
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
;. 9002 4
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUD
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
O VERBOUW
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
O NIEUWBOUW
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
van Zoelen bv
aannemersbedrijf
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
O RESTAURATIE
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Kantoor:
Nevadadreef 58 3565 CC Utrecht tel: 030-2631111 fax: 030-2623274 |
||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUDSSERViCE
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
24 UUR PER DAG
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaars in bedrijfsmatig onroerend goed.
verhuur-verkoop-taxaties-beleggingen-begeleiding
projektontwikkeling en fierhuisvesting Maliebaan39a 3581 CC Utrecht 030-2 334 336
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
BEAUFORT
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
MAKELAARS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
J&B Conseil B.V.
Rika Hopperlaan 17, 3584 GM Utrecht
Tel. 030 - 254 32 12, Fax 030 •- 254 32 11 |
||||||||||||||||||||||||||||||||
FINANCIEEL - ECONOMISCH ADVIESBUREAU
o.m. restauratiefinancieringen en hypotheken |
||||||||||||||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||
'eenmes
|
|||||||||||||||||||
Onder meer:
• Contracten
• Contractsbesprekingen
• Behandeling én overname van incasso's
|
|||||||||||||||||||
bedrijfs/ur;(i/sc/?e
(i/ensfverlening |
|||||||||||||||||||
Correspondentie uitsluitend
Postbus 12062
3501 AB Utrecht telefoon 030-231 68 40
fax 030-233 45 95
|
|||||||||||||||||||
MrJ.C.V. Geenen
|
|||||||||||||||||||
EXCLUSIEVE
KLEDING
EN MODES MAATKLEDING
OUDEGRACHT 118
UTRECHT
TEL. 030-231 01 74 |
|||||||||||||||||||
BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING
HOFLEVERANCIER |
|||||||||||||||||||
TAILORSSINCE 1850
|
|||||||||||||||||||
Je moet ze soms horen over deze kunst. Dan zeg ik: verderop hangen de Hollandse meesters.
Jullie zijn hier gewoon nog niet aan toe. Dat laatste zeg ik natuurlijk niet. Dat denk ik alleen. De Rabobank heeft iets met
kunst en cultuur. Eerlijk gezegd: we zijn er gek op. En onze smaak Is al even breed als die van u. Popmuziek of klassiek. Cobra of impressionisme, vaan-1 delzwaaien of klootschieten, | het is ons allemaal even lief. Daarom krijgen heel veel ver- schillende evenementen onze steun. En u krijgt van ons een gratis Museumjaarkaart op uw \ Europas. Want we willen graag dat iederéén kan genieten van kunst en cultuur. |
|||||||||||||||||||
74^ jaargang
|
||||||
2 0 0 1
|
||||||
voor
Utrecht-boeken
stad en provincie
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GREEP Schilders bv
• Restauratiewerken
• Onderhoud
Maarssenbroeksedijk 15A
3606 AG Maarssen Tel. 030-241 31 15 |
|||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdvestiging: Stadhuisbrug S * 351 1 KI' Utrecht
T()3()-23352()() * F. 030-2314071 |
|||||||||||||||||||||||||||||
Daatselaar & Godhelp
Antiquairs - Beëdigd Taxateur
Lid. VHOK/CINOA/VNAG/NVK
|
|||||||||||||||||||||||||||||
/./(/ Nt'iL An!i(iii(ür\ Cctuiütsiluip
litri-cht
Kortf Jansstraat 17 19, 3512 (iM litrtcht
Tel. 030-2318266, lax 0.30-2316474
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdam
Rokin 46, 1012 KV Amsterdam Tel. 02()-620S1()0 |
|||||||||||||||||||||||||||||
l.are!i
rorenlaan 5, 1251 HF I.aren
Tel. ()35-53H1454
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AAMMEMIMCSBEDRIJF
H.J. JURRIËNS BV |
|||||||||||||||||||||||||||||
Bouw Belegging
Restauratie Recreatie
Bemiddeling
|
|||||||||||||||||||||||||||||
KERSBERGEN
INSTALLATIETECHNIEKEN B.V.
UTRECHT |
|||||||||||||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||||||||||||
éF
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Activiteiten o.a. op het gebied van:
* Elektra
* Klimaat
* Sanitair
* Beveiliging
* Telematica
Kaap de Goede Hooplaan 7, 3526 AR UTRECHT
Telefoon 030-88 24 64 Telefax 030-88 57 33 |
|||||||||||||||||||||||||||||
&>LISIMN
BV ZEIST
|
|||||||||||||||||||||||||||||
LAAN VAN VOLLENHOVE 3225 3706 AR ZEIST
POSTBUS 143 3700 AC ZEIST
TELEFOON 030-6956644
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Col' .1
Oui) echt
Twe lande
74ej angnr.
april.
ISSN 13 7 I
Oud-Utrechi ""ave van de Ver-
eniging Oud-Utn.^ ■ -■ ■'
oefening en verspreiding il...
der geschiedenis alsmede het waken over het behoud van het cultureel erfgoed van stad en provincie Utrecht. Voorzitter: PA. Blok
Secretariaat: Mw. CCS. (Tollen) Wilmer,
p/a Alexander Numankade 199-201, 3572 KW Utrecht. Tel.: (030) 2866611 Fax: (030) 2866600 Het internetadres van Oud-Utrecht is: www.oud-utrecht.nl Penningmeester: P. Kroes U kunt zich opgeven als lid van de vereni- ging Oud-Utrecht door te schrijven naar Oud-Utrecht, Pr. Hendriklaan 76,3584 ER Utrecht.
De contributie bedraagt ƒ 54,= per jaar (26-ƒ 30,-; 65-f ƒ 44,- per jaar). U-paslid/30,- Familielidmaatschap/15,- Contributie- en ledenadministratie: P. Kroes. Betaling contributie op giro 575520.
Redactie: B. van den Hoven van Genderen, M.C. van Oudheusden, J.C.M. Pennings, P. Rhoen, B. van Santen, M.A. Vugts en M. vande Vrugt. Redactieadres: Alexander Numankade 199, 3572 KW Utrecht. Vormgeving: Jeroen Tirion, Utrecht
Vormgeving cover: Hans Lodewijkx Druk PlantijnCasparie Utrecht Oud-Utrecht.
Tweemaandelijks tijdschrift
verschijnt zes maal per jaar. Deadline agenda nummer 3/2001 20 april 2001 Verschijningsdatum nummer3/2001
1 juni 2001 Uw bijdragen kunt u toesturen aan de 31
redactie, Alexander Numankade 199,
3572 KW Utrecht, op 3V2 inch floppy (WordPerfect 5 of Word 6). Aanbevolen omvang 3000 woorden. Auteurs wordt gevraagd zich te houden aan redactionele aan- wijzingen. Deze zijn te verkrijgen bij het redactie-adres. Illustratiesuggesties zijn zeer welkom. |
||||
Van de bestuurstafel
Veel vragenden naar wij hopen, veel antwoorden
|
||||||||||||||
P.A. Blok, voorzitter
Het zal u niet ontgaan zijn - dat
hoopt het bestuur althans - dat onze vereniging nog in 2000 het tweeduizendste lid mocht ver- welkomen. Dat is een heel mooi aantal, gehaald door de inspan- ningen van veel leden en door mond-tot-mond reclame. Het bestuur zet zich er graag voor in de huidige leden te behouden en tegelijkertijd nieuwe leden te werven. Dan is van groot belang de mening van de leden te horen over de activiteiten en de werk- zaamheden van onze vereniging. Dat gebeurt tijdens de ledenver- gaderingen en bijvoorbeeld door te spreken met leden tijdens ex- cursies en evenementen of in het Historisch Café. Maar er zijn meer middelen. Ook aan de me- ning van de leden, die niet deel- nemen aan activiteiten, hechten wij belang. De ledenenquête die bij dit tijd-
schrift is gevoegd is zo'n middel. De enquête biedt u de gelegen- heid uw mening te geven over het Tijdschrift, het Jaarboek en de andere activiteiten van Oud- Utrecht. Er is ruimte voor opmer- kingen en suggesties. Graag wil- len we weten wat voor u de voornaamste reden is lid van Oud-Utrecht te zijn. Ook is van belang er Inzicht in te krijgen waarom leden niet met de activi- teiten meedoen. Zijn die voor hen niet interessant en hebben ze soms behoefte aan andere ac- tiviteiten? Waarmee kunnen we leden een plezier doen? Ook als u vindt dat bepaalde onderwerpen niet of onvoldoende aan de orde komen, kunt u dat in het formu- lier aangeven. De activiteiten en evenementen
komen er niet vanzelf. Ze moeten georganiseerd worden. In de com- |
||||||||||||||
U worden veel vragen gesteld,
heel veel vragen. Dat doen we om onze vereniging nog beter en boeiender te maken voorde hui- dige leden en zó aantrekkelijk dat velen zich als lid aanmelden. Uw antwoorden doen ertoe!
Veel dank voor uw medewerking.
|
||||||||||||||
missies en redacties werken onze
vrijwilligers. In het internationale jaar van de vrijwilligers is het goed er bij stil te staan hoeveel onze vereniging te danken heeft aan die betrokken, actieve leden. Maar er is behoefte aan meer vrij- willigers. Vandaar de mogelijk- heid in uw reactie aan te geven op welke wijze en op welke plaats u actief zou willen worden ais vrij- williger binnen onze vereniging. Wij hopen op veel positieve reac- ties, want het is niet goed dat het draaien van de vereniging op de schouders van weinigen rust. Heus, het actief zijn in onze ver- eniging is veel leuker dan u denkt. Wij hopen dat veel leden de en-
quête zullen insturen. De boe- kenbonnen die we verloten on- der de inzenders, zijn wellicht een stimulans: één boekenbon van ƒ 100,-, twee van ƒ 50,- en vier van ƒ 25,-. Om kans te maken op een boekenbon, moet uw naam vanzelfsprekend op het formulier staan. Dat is echter niet verplicht. In elk geval verze- keren wij u dat de gegevens ver- trouwelijk behandeld zullen wor- den. Graag vóór i mei inzenden naar het op het formulier ver- melde antwoordformulier. Een postzegel plakken is dus niet no- dig! Uw antwoorden zullen deskun-
dig worden geanalyseerd. De ge- gevens worden uiteraard in het bestuur besproken en met de commissies en redacties doorge- nomen. Indien de uitkomsten er reden toe geven zal het beleids- plan worden aangepast. Daar- naast worden de resultaten van de enquête inzichtelijk gemaakt voor alle leden van de vereni- ging; een verslag zal in ons Tijd- schrift verschijnen. |
||||||||||||||
Themawandelingen
't Gilde organiseert in de zomermaanden mei tot
en met september een serie themawandelingen.
Vertrek om 19.30 uur (behalve 30 mei) op
telefonisch te vernemen plaats.
Voor de maand mei zijn dat de
volgende wandelingen: 2mei-Bevrijdincswandelinc
o.l.v. Loelc Pastoor of Henl< Denneman
9MEI- Van Wed naar Zijdebalen
o.l.v. Jan van Ee
16m£i-Croenwandelinc
o.l.v. Loek Pastoor
23MEI-Markten in Utrecht
o.l.v. Els Lagas
30 MEI-Licht in de binnenstad
o.l.v. Eg van Altena - Vertrektijd 21.30 uur
Voor informatie en deelname aan de wandelingen kunt u contact
opnemen met de balie van 't Gilde (telefoon 030-234 32 52) op maandagochtend van 10.00 uur tot 12.00 uuren van maandag t/m vrijdag van 14.00 uur tot 16.00 uur. Dan wordt ook het vertrekpunt meegedeeld. De kosten bedragen f 5,-per persoon. |
||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||
april 2001
|
||||||||||||||
'rt" '■'■■■,' - '5 üc( ,^,03
|
||||||||||||||||||||||||
H'j - 3 c
|
||||||||||||||||||||||||
Willibrord en de Utrechtse Dom
in een Engelse dorpskerk |
||||||||||||||||||||||||
M.Verkade
In de nazomer van 1995 had een van mijn
vrienden in Engeland een lezing gehouden. En uiteraard wat rondgesnuffeld in boekhandels. Een van de meegebrachte boeken was een studie over zich in Engelse kerken bevindend kunstbe- zit.^ Een illustratie vertoonde het beeld van een bisschop in de St. Wilfridskerk van het dorp Hickleton in Yorkshire. Het bijschrift luidde: Baroque German woodcarving ofa bishop gi- ven by Lord Halifax' (houten beeld van een bis- schop in een barok Duitse stijl, dat door Lord Halifax is geschonken). Uit de tekst van het corresponde-
rende hoofdstuk bleek dat deze kerk vanaf het derde kwart van de 19e eeuw de bijzondere belang- stelling genoot van de adellijke familie Halifax. Vooral de tweede burggraaf, die bevriend was met de prins van Wales (de latere ko- ning Edward VII), reisde veelvul- dig op het Europese vasteland. Hij verzamelde i6e en lye-eeuwse sculptuur en meubilair, waarmee hij onder andere zijn dorpskerk verfraaide. Zo was dit onbekende bisschopsbeeld in St. Wilfrids te- rechtgekomen. Foto: Het Utrechts De illustratie gaf jammergenoeg
Archief. alleen de bovenste helft van het houtsnijwerk weer. In de rechter- hand droeg de afgebeelde bis- schop een gotische toren met daarachter het fragment van een kerk(dwarspand). De toren is op- gebouwd uit twee rechthoekige geledingen en een achtzijdige open lantaarn, bij de eerste oog- opslag te herkennen als de Dom- toren van Utrecht! De Domtoren is exact conform de werkelijkheid weergegeven. Daar- mee was - ondanks het gemis van |
||||||||||||||||||||||||
^^ffi^*%« «,Tf»«K."«ATW*«w>».<-, St/^M». «/ ^WLfJfr^ iwywAtf^
|
||||||||||||||||||||||||
j - ____ 'rmnsits ___. __ ......„
|
n]Xi jn'rr m Iv-nlf •titiii
k
|
|||||||||||||||||||||||
de onderste beeldhelft - de identi-
ficatie van het naamloze bis- schopsbeeld in het Engelse Hickle- ton een feit: Willibrord! Een kinderherinnering versterkte deze herkenning. Het kon name- lijk (het zal in de jaren dertig ge- weest zijn) gebeuren dat ons ge- zin 's zondags wel eens kerkte in de kleine kerk van de Oud-katho- lieken in Schiedam. Deze maakte deel uit van een geheel dat de in- |
||||||||||||||||||||||||
teressante naam droeg: het Huls
te Poort. Aan de wanden hingen onder andere twee schilderijen te- genover elkaar. Het ene stelde Willibrord voor, het andere Bonifa- tius. Allebei ten voeten uit en met hun attributen. Willibrord vond ik de mooiste, omdat hij op zijn rech- terhand een prachtig miniatuur van de Domkerk van Utrecht droeg. Met die fraaie achtkantige bovenste geleding! |
||||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||
april 2001
|
||||||||||||||||||||||||
Willibrord en de Utrechtse Dom
in een Engelse dorpskerk |
||||||||||||||
Foto's: Auteur Later ontdekte ik dat de twee af-
beeldingen kopieën waren van originelen die Abraham Bloem- aert (1564-1651) had geschilderd, en die als gravures van de hand van zijn zoon Cornelis (1603- 1684) verspreiding hadden ge- vonden.^ Zonder twijfel had de maker van het beeld in Hickleton gewerkt naar de Bloemaerts. Hij geeft immers, evenals zij deden, de torenlantaarn achtzijdig weer. Dit in tegenstelling tot de torens op de etsen van Pieter Soutman/Cornelis Visscher en Adriaen Lommelin, die de lan- taarn vierkantig afbeelden.3 De Bloemaerts gingen zorgvuldiger te werk. Ze woonden in Utrecht en keken dagelijks op naar een van de wijzerplaten van de toren. Die wijzerplaten bevonden zich net onder de balustrade rond de voet van de achtzijdige lantaarn. Vanzelfsprekend bracht ik de heer C. Staal, de conservator van het Catharijneconvent, van mijn toevallige ontdekking op de hoogte. Hij reageerde verrast en deelde mee dat het Engelse |
beeld in de Willibrord-iconogra-
fie niet wordt vermeld.4 De aller- eerste vraag was toen hoe de on- derste helft van het beeld in Hickleton eruit zou zien. Zou er een foto van het hele beeld te bemachtigen zijn? Was men zich in Hickleton bewust van de bij- zondere waarde van dit stellig vroeg 18e eeuwse werk? Lagen Willibrords wortels niet in deze omgeving? Was Wilfrid, aan wie de dorpskerk is gewijd, als abt van Ripon en bisschop van York niet Willibrords mentor en later zijn vertrouwde geweest? Een briefwisseling met Engeland bracht enige opheldering. Men had het beeld altijd voor een af- beelding van Wilfrid gehouden. De figuur van Willibrord was niet zo bekend. De attributen gaven wel moeilijkheden; vermoed werd dat de kerktoren die van een vroegere Pieterskerk in York voorstelde. Nu werd het echter zeer op prijs gesteld dat het beeldrestant was geïdentifi- ceerd. Gemeld werd echter wel dat bij een vrij recente opknap- |
beurtvan het kerkgebouw de on-
derste helft van het beeld was afgezaagd wegens verval en houtworm! Er bestond nog wel een oude foto van het beeld in 'welstand'; een fotokopie werd bijgesloten. Deze fotokopie bracht duidelijk-
heid betreffende de voorwerpen rond Willibrords voeten. Twee wijnkruiken en - in plaats van de zeer frequent voorkomende wijnton - een opgemetselde wa- terput. De put komt in de Willi- brordiconografie vaak voor. Zij verwijst naar het waterwonder dat Willibrord verricht op een tocht achter de Hollandse dui- nen. Er is dan geen drinkwater. Op Willibrords gebed ontspringt echter een bron. Op twee manie- ren kan dit wonder in beeld wor- den gebracht. Nu eens is er spra- ke van een opspuitende bron, dan weer geeft een put het won- der weer. Daarbij vallen twee ty- pen putten te onderscheiden. Een ronde put is een neutraal at- tribuut; een zes-of zevenhoekige put verwijst naar de Willibrord- |
||||||||||||
34
|
||||||||||||||
vereniglng Oud>Utrecht
|
||||||||||||||
april 2001
|
||||||||||||||
Met dank aan de heer Casper Staal voor
zijn adviezen. Noten:
1. )ohn Martin Robinson, Peter Burton en
Harland Walshaw, Treasures of the Eng- lish Churches {Londen 1995). 2. Zeventiende-eeuwse gravure van Willi-
brord door Cornelis Bloemaert. Onder andere afgebeeld in P.P.V. van Moorsel, Willibrord en Bonifatius (Bussum 1968). 3. Zeventiende-eeuwse gravure van Willi-
brord door Pieter Soutman/Cornelis Visscher. Afgebeeld in W, Lampen, Wil- librord en Bonifatius {Amsterdam 1939). 4. Georges Kiesel, Der heilige Willibrord
im Zeugnis der bildenden Kunsf (Luxem- burg 1969). |
|||||||||
Foto:Auteur put in Heiloo die in deze tijd ze-
venhoekig was. De Noord-Neder- landse traditie lokaliseert dit wa- terwonder van de eerste bis- schop van Utrecht graag in het Hollandse Heiloo. Ongetwijfeld dateert de sculp- tuur uit de i8e eeuw. Dat ze, zoals de Engelse auteur omschrijft, van Duitse origine zou zijn, lijkt mij een te globale conclusie. Merk- waardig: door het toevallig bla- deren in een splinternieuw boek werd een onbekend bisschops- beeld in een Engelse kerk her- kend als een beeld van Willibrord. |
|||||||||
35
|
|||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||
april 2001
|
|||||||||
De geschiedenis van de glasbak, of:
waarin een kleine stad groot kan zijn |
||||||||||||||||
MiLENA Veenis
De glasbak is niet meer weg te denken uit het Nederlandse straatbeeld. Veelal uitge- voerd in een heldergele kleur, straalt de bakje zelfs in het kleinste dorp van verre te- gemoet. Toch bestaat de glasbak nog niet zo lang; op 30 juni 1972 werd de eerste Nederlandse glascontainer in Zeist achter de plaatselijke Albert Heijn geplaatst. |
||||||||||||||||
milieu. Ze hoorden bovendien dat
veel rapporten dienaangaande 'gewoon in een bureaula verdwe- nen' en omdat ze zich in toene- mende mate zorgen maakten, hadden beiden zich voor de kader- cursus aangemeld. Geen van bei- de vrouwen had een betaalde baan, beiden hielden zich tot dan toe bezig met de zorg voor huis en gezin, terwijl ze daarnaast in so- ciale en kerkelijke kringen actief waren. Hun kennismaking mar- keerde het begin van een twintig jaar durende samenwerking ten dienste van het milieu. Eén van de concrete punten waar Riemens en Kuiper zich, zoals zo- veel anderen toentertijd, druk over maakten, was de grote hoeveel- heid plastic die er op de afvalberg terecht kwam. Met de komst van de plastic vuilniszak enige jaren geleden, was die hoeveelheid snel toegenomen en Riemens en Kui- per vroegen zich af of er geen ma- nieren waren om de hoeveelheid afval - en daarmee de hoeveelheid weggegooide plastic zakken - te verminderen. Hoewel de milieuvervuilende plas-
tic vuilniszak als een soort cataly- sator fungeerde in hun zorgen over de toenemende verontreini- ging van het milieu, is het tegelij- kertijd echter opvallend, dat die zorg ook voortkwam uit een ge- voel dat niets te maken had met de verontreiniging van het milieu als zodanig. Terugdenkend aan hun motieven om in actie te ko- men, maakten beide vrouwen dui- delijk hoezeer het hen tegen de borst stuitte dat er zo ontzettend veel werd weggegooid. Dat waren ze niet gewend en het druiste vol- strekt in tegen hun gevoel van hoe het hoorde: 'Vroeger gooide je niet weg wat je nog kon gebruiken. Maar begin jaren zeventig werd |
||||||||||||||||
('milieuvervuiling') werd gebracht,
begon het thema een rol te spelen in het publieke debat. Een van de mensen die een be- langrijke rol heeft gespeeld in het verspreiden van de milieukritiek in Nederland was Elisabeth Aiking- van Wageningen. In april 1970 or- ganiseerde zij met financiële steun van de Europese Commissie een kadercursus milieuhygiëne voor vrouwen: vijf dagen lang werden ruim driehonderd repre- sentanten van alle Nederlandse vrouwenorganisaties door voor- aanstaande wetenschappers onderricht over recente inzichten inzake milieuvervuiling. Voor deel- name aan de cursus werd slechts een symbolische financiële bijdra- ge gevraagd, op voorwaarde dat de deelneemsters de daar opge- stoken kennis onder hun achter- ban zouden verspreiden. Mede naar aanleiding daarvan ontston- den er begin jaren zeventig overal in het land actiegroepen, waarin vrouwen zich inzetten voor het behoud van het plaatselijke mi- lieu. Een van die actiegroepen was de Stichting Milieuzorg Zeist (SMZ): opgericht door een aantal vrouwen, die elkaar op de kader- cursus hadden leren kennen, en langdurig gedragen door de niet- aflatende betrokkenheid en inzet van Miep Kuiper-Verkuyl en Babs Riemens-Jagerman. Beide vrouwen hadden via hun echtgenoten, die respectievelijk bij T.N.0 en bij het Rijksinstituut voor Natuurbeheer werkzaam waren, reeds langere tijd verontrustende berichten aangehoord over het |
||||||||||||||||
Het was de bedoeling dat vrou-
wen op weg naar de winkel daar en passant hun lege flessen in zouden werpen. De Zeister glas- container was een unicum: niet al- leen in Nederland, maar in heel West-Europa was het de eerste keer dat glas apart werd ingeza- meld. Het initiatief was afkomstig van twee vrouwen: Miep Kuiper- Verkuyl en Babs Riemens-Jager- man, die tezamen de Stichting Mi- lieuzorg Zeist vormden. De bak was een groot succes. Niet alleen in Zeist, maar ook in de rest van het land vond de actie al snel op verschillende plaatsen navolging. Groeiende zorg om het milieu
Het snelle succes van de bak hangt
samen met het feit dat de zorg om het milieu in de periode tussen 1965 en 1970 onder brede lagen van de Nederlandse bevolking zeer snel toenam. Dat fenomeen hangt samen met het feit dat de verontreiniging van water en lucht juist toen heel concreet zichtbaar begon te worden: het water van rivieren en beken was zichtbaar vervuild, veelal stond het schuim er zelfs op of dreven er dode vissen in, en in veel bermen groeiden nauwelijks nog bloemen. De kritiek op de negatieve gevol- gen van de snelle naoorlogse her- industrialisatie, die door een klein aantal wetenschappers en politici reeds langer naar voren was ge- bracht, werd hierdoor voor grotere groepen mensen concreet en her- kenbaar. En toen die problematiek vervolgens door de media werd opgepakt en onder één noemer |
||||||||||||||||
36
|
||||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||||||
april 2001
|
||||||||||||||||
Plaatsing van de
eerste glascontainer. Geheel links: Babs Riemens, tweede van links: Miep Kuiper. Foto: De Nieuwsbode, 6 juli 1972 |
|||||||||||||
dat plotseling heel anders: ieder-
een gooide van alles w/eg en men- sen dachten er helemaal niet meer over na', aldus Kuiper. En ook Rie- mens maakte iets vergelijkbaars duidelijk: 'Het was gewoon te gek, dat almaar wegsmijten. Wij wa- ren er diep van onder de indruk; dan moetje net de oorlog hebben meegemaakt!' Nadat ze systematisch waren na-
gegaan wat er in de vuilniszak te- recht kwam en wat er uit gehou- den zou kunnen worden, bleek er, behalve gewoon huisvuil, veel pa- pier, blik en glas in die zakken te zitten. En de vraag diende zich aan, of het niet mogelijk was om al dat papier, blik en glas voor an- dere doeleinden te gebruiken. Naar aanleiding van een bericht dat ze in Intermediair had gelezen, ging Kuiper na welke stoffen er mogelijkerwijs voor hergebruik in aanmerking zouden kunnen ko- men. In de notitie die ze naar aan- leiding daarvan schreef, weide ze onder meer uit over het 'beangsti- gende probleem' rond de tiental- len miljoenen nylon kousen die er per jaar werden weggegooid en over het opnieuw gebruiken van oud glas tot 'glasphalt'. De ge- |
|||||||||||||
dachte dat het afvalproduct glas
wellicht opnieuw zou kunnen worden aangewend, liet Kuiper en Riemens niet los en systematisch gingen ze na wat de mogelijkhe- den en beperkingen dienaangaan- de zouden kunnen zijn. De notitie waarin de mogelijkheid tot het produceren van 'glasphalt' ge- noemd wordt, is het begin van een enorme stapel papier, die later het dossier 'glas' van de Stichting Mi- lieuzorg Zeist zou worden. De plannen worden concreter
In maart 1972 nam Riemens deel
aan een congres van het Research Adviesbureau tegen Milieuveront- reiniging, waar ze kennismaakte met de directeur gemeentereini- ging Utrecht, de heer Krijgsman, die te kennen gaf veel te voelen voor het hergebruik van materia- len uit huisvuil. Op hetzelfde con- gres ontmoette zij tevens iemand die werkzaam was bij het Rotter- damse transportbedrijf Maltha, waar men zich reeds vanaf 1921 had toegelegd op het transport van vaten, kisten én oud glas (af- komstig van de glasverwerkende industrie) naar glasproducerende bedrijven. Naar aanleiding van de |
|||||||||||||
gesprekken met de directeur van
de Utrechtse Cemeentereiniging en de medewerker van Maltha, namen Riemens en Kuiper contact op met Glasfabriek 'De Maas' uit Tiel om te informeren op welke manier oud glas opnieuw kon worden gebruikt. Een medewerker van de glasfa-
briek legde hen uit dat er voor de fabricage van 1000 kilo glas 1250 kilo maagdelijke grondstof nodig was, óf lOoo kilo scherfglas. Indien men oud glas zou kunnen gebrui- ken voor de fabricage van nieuw glas, zou derhalve niet alleen de natuur onberoerd blijven, voor de fabricage van glas is immers zand nodig, maar bovendien zou er sprake zijn van een aanzienlijke be- sparing van grondstoffen én de af- valberg zou minder snel toene- men. Zelf kocht de glasfabriek, als fabrikant van zogenaamd plat glas, weliswaar zijn eigen scherven in, maar de medewerker van 'De Maas' wist Kuipers en Riemens te melden dat de fabrikanten van hol glas, ook wel verpakkingsglas ge- noemd, hun glas van handelaren in glasscherven betrokken. In dat verband werd wederom de firma Maltha genoemd en de medewer- |
|||||||||||||
37
|
|||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||
april 2001
|
|||||||||||||
De gescliiedenis van de glasbak, of: waarin een kleine stad groot kan zijn
|
||||||||||||||||
ker van 'De Maas' wist eveneens te
melden dat het, ook voor particu- lieren, mogelijk was om bij Maltha een kleine container te huren ter inzameling van glas. Het bedrijf zou die vervolgens komen ophalen wanneer deze vol was. De contacten en de kennis die Rie- mens op het congres had opge- daan bleken van cruciale beteke- nis: nu werd duidelijk dat verschillende, bij het glasafval be- trokken partijen (milieubeweging, reinigingsdiensten, transportbe- drijven en de glasverwerkende in- dustrie) er een gedeeld belang bij hadden om zoveel mogelijk glas aan de stroom huisvuil te onttrek- ken. Kuiper en Riemens besloten dat het vruchtbaar was om hun onderzoek naar de mogelijkheden tot het apart inzamelen en herge- bruiken van glas verder voort te zetten en te kijken of het mogelijk was om een glasinzamelactie te organiseren. Riemens nam contact op met de
firma Maltha. De Rotterdamse transportonderneming werkte al jaren samen met de, eveneens in Rotterdam gevestigde. Verenigde Glasfabrieken en in het verleden hadden de ondernemingen al meermalen gezocht naar manie- ren om meer glas in te zamelen en het hergebruik te bevorderen. Aangezien de verschillende partij- en alle belang hadden bij het ont- trekken van een groter percentage glas aan de stroom huishoudelijk afval, lag het voor de hand dat die- gene, die hen namens Maltha te- lefonisch te woord stond, meneer Ras, grote belangstelling had voor het glasbakkenplan van Riemens en Kuiper. Ras adviseerde hen om een en ander vooral niet klein op te zetten, maar 'meteen goed en veilig van leer [te] trekken' en hij meldde dat het mogelijk was om |
een container te leveren waarin
het glas zou kunnen worden ver- zameld. Vanzelfsprekend zou Maltha de container komen opha- len wanneer deze vol zou zijn. Ras gaf aan graag nader van de SMZ te horen en ook Riemens en Kui- per waren enthousiast. De infor- matie van Maltha leek te bevesti- gen dat het haalbaar zou kunnen zijn om glas apart van de rest van het huisvuil te laten inzamelen. Beide vrouwen maakten echter duidelijk dat het hen, bij het uit- denken van de actie van meet af aan niet alleen te doen was om het netto milieueffect dat ermee gepaard zou gaan. Hun plannen waren ook bedoeld om een te- genwicht te bieden tegen de groeiende consumptie en de 'zich steeds agressiever ontwikkelen- de wegwerpmaatschappij'. Ze waren er van overtuigd dat er van het apart inzamelen en wegbren- gen van glas een belangrijke edu- catieve werking zou uitgaan en met hun actie hoopten ze een soort mentaliteitsverandering te- weeg te brengen. Een wens gaat in vervulling
Toen ze de wethouder en ambte-
naren van de gemeente Zeist bij hun plannen trachtten te betrek- ken, gaven deze weliswaar aan het milieu een warm hart toe te dra- gen, maar toen het neerkwam op het ontwikkelen van concrete plannen, gaf de gemeente niet thuis. Dus gingen Kuiper en Rie- mens zelf op zoek naar een ge- schikt terrein waar een glasbak ge- plaatst zou kunnen worden. Het moest een centraal gelegen plek zijn, waar huisvrouwen die bood- schappen gingen doen hun lege flessen en potten konden wegwer- pen. Midden in het centrum van Zeist vonden ze zo'n plek: achter |
V&D lag een terreintje braak, dat
eigendom was van Albert Heijn en de Coöperatieve Raiffeisenbank. In een verzoek aan beide bedrijven om op het terrein een glascontai- ner te plaatsen, zegden Riemens en Kuiper toe dat de container al- leen overdag gebruikt zou worden, dat zij er persoonlijk voor zouden zorgen dat de plek schoon bleef én dat de volle container op tijd door het transportbedrijf zou worden opgehaald. Albert Heijn en de bank verleenden toestemming om een container te plaatsen. Nadat de Stichting Milieuzorg Zeist van het college van burgemeester en wet- houders eveneens toestemming tot plaatsing had gekregen, was het op 30 juni 1972 zover: de eerste Nederlandse glascontainer, die te- vens de eerste glascontainer van heel West-Europa was, was een feit. Het was een gewone grijze container met schuifdeksels; pas later zou er een ander model ko- men, waarin de firma Maltha zelf werpgaten had uitgesneden. De reacties in Zeist waren zeer po-
sitief. Riemens en Kuiper hadden er voor gezorgd dat hun actie plaatselijk bekendheid had gekre- gen, maar er bleek nauwelijks or- ganisatie nodig te zijn om de in- woners van Zeist ertoe te bewegen hun glas voortaan in de glascontainer te gooien. De con- tainer werd van meet af druk be- zocht door vrouwen, die bood- schappen gingen doen en hun meegenomen flessen en potten op weg naar de winkels in de bak gooiden. Voor hen was het gro- tendeels een routineuze praktijk; tot voor kort hadden zij met hun statiegeldflessen en -potten het- zelfde gedaan: ze hadden deze thuis omgespoeld en apart gehou- den, om ze vervolgens in een tas |
||||||||||||||
38
|
||||||||||||||||
-%
|
||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||
april 2001
|
||||||||||||||||
kijken of het lokaal mogelijk was
om glas apart in te zamelen. Ook in andere gemeenten waren actie- groepen op dat gebied actief ge- worden en naar aanleiding daar- van begon het tot de rijksoverheid door te dringen dat deze initiatie- ven serieus genomen moesten worden. Nadat minister Stuyt van Volksgezondheid en Milieuhygië- ne eerst te kennen had gegeven er veel voor te voelen het statiegeld verplicht te maken - waar de Ver- enigde Clasfabrieken niets voor voelden; vanuit eigenbelang pleit- ten zij voor 'recirculatie' - richtte Stuyt amper drie maanden nadat het in Zeist voor het eerst mogelijk was om glas in een aparte bak in te zamelen, een brief aan alle ge- meentebesturen van Nederland, waarin hij hen opriep om de recent ontwikkelde activiteiten met be- trekkingtot hergebruik en regene- ratie van afvalstoffen te steunen. Tevens wees hij er op dat de Stich- ting Verwijdering Afvalstoffen (in Amersfoort) bezig was de moge- lijkheden tot hergebruik te bestu- deren, alsmede onderzoek daar- naar in praktijk te begeleiden en te coördineren. Het resultaat van deze initiatieven
en acties was, dat de Stichting Ver- wijdering Afvalstoffen samen met de Verenigde Clasfabrieken (Rot- terdam) en Maltha (Rotterdam) in het najaar van 1972 de handen in- een heeft geslagen en een proef- project heeft opgezet om het ge- scheiden inzamelen van verpakkingsglas op grotere schaal te bevorderen. Alle gemeenten met een inwoneraantal boven de 35.000, die in een straal van hon- derd kilometer van Leerdam verwij- derd lagen, werden benaderd met het verzoek om plaatselijke glasin- zamel-initiatieven te begeleiden, dan wel deze op te (helpen) zetten, waarbij werd aangeboden dat par- tijen glas van twaalf ton of meer kosteloos zouden worden opge- haald. Deze actie was eveneens een groot succes: Den Haag, Gouda, Dordrecht en nog veel meer ge- meenten in de omgeving van Leer- dam lieten glascontainers plaatsen. |
||||||||||||||
milieu in het begin van de jaren ze-
ventig begonnen los te komen, voelde Thomassen zich direct aan- gesproken. Toen zij van de glasin- zamelactie in Zeist hoorde heeft ze contact opgenomen met Maltha, 'toentertijd nog een heel klein fa- briekje met één transportbandje'. Vanzelfsprekend voelde Maltha wel voor een glasinzamelactie in Rotterdam. Als burgemeesters- vrouwwas het voor Thomassen re- latief makkelijk om de juiste perso- nen binnen de ambtenarij én het bestuur van de stad voor haar plannen te bewegen. In oktober 1972 werd de eerste bak in Rotter- dam geplaatst, een open contai- ner. De Rotterdamse Reinigings- |
||||||||||||||
mee te nemen wanneer ze bood-
schappen gingen doen. Het succes van de actie van de Stichting Mi- lieuzorg Zeist valt grotendeels te- gen deze achtergrond te verkla- ren: door de glasbak zó te plaatsen, dat de consument er op weg naar de winkel in feite langs kwam, werd de oude statiegeld- praktijk nieuw leven ingeblazen, zij het in een ietwat gewijzigde vorm, omdat de financiële over- wegingtot het inleveren van lege flessen had plaatsgemaakt voor een ideële. De hoeveelheid glas die in Zeist in de bak werd gegooid nam snel toe: in het begin werd de container gemiddeld om de twee weken geleegd, maar reeds na vijf maanden was dat opgelopen tot negen keer in de maand. De actie krijgt navolging
Behalve op lokaal niveau heeft de
actie in Zeist ook landelijk veel te- weeg gebracht. Nadat er in de lo- kale én nationale pers aandacht aan was besteed, werd de Stich- ting Milieuzorg Zeist overspoeld met telefonische en schriftelijke verzoeken om informatie. Kuiper meent dat er in totaal ongeveer zeshonderd van dergelijke verzoe- ken zijn geweest. Naar aanleiding van de Zeister actie werden er in verschillende gemeentes, waaron- der Leiden en Utrecht, glasacties opgezet. Ook Ras, van de firma Maltha, herinnert zich dat er toen- tertijd regelmatig contact was met vrouwen en actiegroepen uit verschillende gemeenten. Eén van de personen met wie hij toen contact had, was An Thomas- sen, echtgenote van W. Thomas- sen, die toen voor de FVdA burge- meester van Rotterdam was. Zij was oprichtster en voorzitster van het Rotterdams Vrouwencontact (voorloper van de Rode Vrouwen), een overlegorgaan waar alle 26 vrouwenorganisaties, die op dat moment in de stad actief waren, bij waren aangesloten. Thomassen was afkomstig uit de socialistische jeugdbeweging, waar altijd veel aandacht was besteed aan de na- tuur en toen de berichten over het |
||||||||||||||
GLASBAK
|
||||||||||||||
dienst gaf toestemming om de
bak te plaatsen, waarbij eveneens werd afgesproken dat vrouwen, die in de buurt van de bak woon- den en lid waren van één van de bij het Vrouwencontact aangesloten organisaties, de container zouden schoonmaken. Zij zouden er te- vens toezicht op houden dat er geen glas uit de container werd ge- haald en dat er geen rotzooi rond de bak ontstond. De Rotterdamse actie was een groot succes; het aantal bakken werd snel uitge- breid en vijf maanden later ston- den er in Rotterdam reeds veertien glascontainers. Oproep van de minister
Rotterdam was niet de enige ge-
meentewaarbinnen een plaatselij- ke (milieu-)groep zich door de actie uit Zeist had laten inspireren om te |
||||||||||||||
39
|
||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||
april 2001
|
||||||||||||||
De geschiedenis van de glasbak, of: waarin een kleine stad groot kan zijn
|
||||||||||||||||||
Met recht l<an worden gezegd dat
het inzamelen van glas nu werke- lijk een landelijk fenomeen begon te worden. Waren de projecten in Zeist en Rotterdam nog volledig opgezet en gedragen door particu- lieren met ideële motieven, het grootschaliger proefproject in de omgeving van Leerdam was opge- zet door een door de overheid aan- gewezen organisatie enerzijds (de S.V.A.) en een aantal particuliere belanghebbenden anderzijds. In dit project hadden de ideële motie- ven plaatsgemaakt voor zuiver be- drijfseconomische doelstellingen en beleidsvragen. Eind 1976 werd het apart inzamelen van glas op nog grootschaliger wijze georgani- seerd en nog verder geprofessio- naliseerd. Toen nam de S.V.A. con- tact op met het college van Gedeputeerde Staten van de pro- vincie Noord-Brabant om te over- leggen over de mogelijke opzet van een proefproject gescheiden inzamelen glas in de gehele pro- vincie Noord-Brabant. Dat proef- project is er gekomen: met behulp van talloze stickers, folders en affi- ches werd de actie onder de aan- dacht van de Brabantse bevolking gebracht en op 17 mei 1978 werd de eerste glasbak, op uitnodiging van minister Ginjaar van Volksgezond- heid en Milieuhygiëne, door 'een buurtbewoonster' van Den Bosch in gebruik genomen, een datum die vervolgens de geschiedenis zou ingaan als de officiële introductie van de glasbak in Nederland. Daarna is het snel gegaan. Mo- menteel telt Nederland ruim 22.000 glasbakken, waarin 84% van het in Nederland circulerende glas verdwijnt. Het is dan ook moeilijk voorstelbaar dat het nog maar zo kort geleden is dat al het glas gewoon in de vuilnisbak werd gegooid. |
||||||||||||||||||
Geraadpleegde literatuur:
Adri Albert de la Bruheze, 'De introductie
en diffusie van het papieren melkpak', in: Anneke van Otterloo, Techniek in Nederland in de twintigste eeuw - Voeding(Zutphen 2000). lacqueline Cramer, De groene golf. Geschie-
denis en toekomst van de milieubeweging (Utrecht 1988). Karien Daamen, 'Deining en deining', in:
De Rotterdamse Vrouwenraad (red.), Rotterdam Vrouwenstad (Rotterdam 1986) 14-17. Miep Kuiper-Verkuyl, 'Glas, hup in de
glasbak. De glasbak snakt naar glas', folder van de Stichting Milieuzorg Zeist (Zeist 1992). Johan Soetens, In glas verpakt. Kunst, kitsch
en koopmanschap {AmsteTdam 1999). E. Teilegen, M&Mbeweg(H^( Utrecht 1983).
|
Kuiper, Almen, dossier glas (hierna:
SMZ, MK, glas). 5 Het congres vond plaats op 11 maart
1972 in de Rai te Amsterdam. Zie: brief Riemens aan Krijgsman, dd 25/7/72: SMZ, MK, glas. 6 Aldus Ras, werkzaam bij Maltha, en
Van Notten, directeur van de Stichting Kringloop Glas, in telefonische ge- sprekken met Milena Veenis. 7 Notitie van Riemens n.a.v. telefoonge-
sprek 11/4/1972. SMZ, MK, glas. Ook Ras meldde telefonisch zich de eerste contacten met de Milieugroep uit Zeist nog goed te herinneren; de S.M.Z. was de eerste groepering die hem hiermee concreet benaderde. 8 M. Kuiper (1992:1).
9 Ongedateerd lijstje, SMZ, MK, glas. Uit
een brief van Riemens aan de Verenig- de Glasfabrieken Leerdam dd 25/9/72 blijkt, dat er tot dan 10 containers ge- leegd zijn, hetgeen in totaal 76.000 liter gruisglas heeft opgeleverd. SMZ, MK, glas. 10 Notitie Kuiper of Riemens, 2 augustus
1972: SMZ, MK, glas. 11 Zie ook het interview met An Thomas-
sen van Karien Daamen, 'Deining en deining', in: De Rotterdamse Vrou- wenraad (red.), Rotterdam Vrouwen- stad, Rotterdam, 1986: 14, waar ook de glasacties in Rotterdam kort beschre- ven worden. 12 Telefonisch interview An Thomassen-
Lind met Milena Veenis, 1 maart 2000. 13 Interview AnThomassen-Lind.
14 Brief 7 september 1972, bijlage 1 in
rapport 'hergebruik verpakkingsglas' uit juni 1974 van de Stichting Verwij- dering Afvalstoffen; GA Zeist, Archief Gemeentesecretarie, dossiernummer 11622. 15 Aldus een ongedateerd schrijven (uit
het najaar 1972) van de Koördinatie Kommissie Proelprojekt, waarin de Verenigde Glasfabrieken, Maltha en de Stichting Verwijdering Afvalstoffen verenigd waren. BR, SEZ, Dl, HBEZ, volgnr: b 72/2488e. |
|||||||||||||||||
Eindnoten:
Het onderzoek waarop dit artikel is geba-
seerd, werd verricht in het kader van een grootschalig onderzoeksproject naar de ge- schiedenis van huishoudtechnologie in Ne- derland in de twintigste eeuw, gefinancierd door de Stichting Historie der Techniek (Eindhoven). Een uitgebreidere versie van de onderzoeksresultaten zal verschijnen in: Ruth Oldenziel (red.), "Huishoudtechnologie in Nederland, 1890-1980", Techniek in Neder- land in de twintigste eeuw. Zutphen, 2001. 1 Interview Miep Kuiper-Verkuyl met
Milena Veenis te Almen, 14 februari 2000. 2 Interview Miep Kuiper-Verkuyl.
3 W.H. Kuiper-Verkuyl, Glas, hup in de
glasbak. De glasbak snakt naar glas, Zeist, 1992:1. 4 Notitie dd. 18 juni 1971 van Kuiper,
Archief SMZ, persoonlijk archief Miep |
||||||||||||||||||
40
|
||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||||
april 2001
|
||||||||||||||||||
stichting Het Utrechts Monumentenfonds,
een van de Icinderen van de Vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||||
Peter de Wit, directeur UMF
Wie er oog voor heeft merkt op dat de histori-
sche binnenstad van Utrecht vol staat met ar- chitectonisch waardevolle gebouwen. Een hon- derdtwintigtal monumentale panden, daterend uit de late middeleeuwen tot en met de twintig- ste eeuw, is eigendom van de stichting Het Utrechts Monumentenfonds (UMF), die de panden beheert, verhuurt en zorgvuldig onder- houdt. Aan de wieg van het Utrechts Monu- mentenfonds stond de Vereniging Oud- Utrecht, die gezamenlijk met het gemeentebestuur van Utrecht in 1943 het Utrechts Monumenten- |
|||||||||||||||||||||
fonds oprichtte.
|
|||||||||||||||||||||
De gedachte dat het beschikbaar
stellen van financiële middelen een drijfveer zou kunnen zijn om men- sen ertoe te zetten monumentale panden voor verval te behoeden, leidde in 1933 tot het plan om een monumentenfonds op te richten. Uit de ingekomen stukken voor de vergadering van 24 februari 1933 van het bestuur van Oud-Utrecht blijkt dat het Utrechts gemeente- bestuuren Vereniging Oud-Utrecht wat betreft deze gedachte op één lijn zaten: 'Schrijven van het Colle- ge van B. en W. der gemeente Utrecht dd. 7 Febr., betreffende voorkoming van verval van monu- menten met ontwerpstichtings- brief voor de stichting 'Het Utrechtsch Monumentenfonds' en afschrift van de daarop betrekking hebbende toelichting van de Mo- numentencommissie'. Nadat de heer Schuyienberg (van 1923 tot 1945 bestuurslid van Oud- Utrecht) verslag had gedaan van de op 13 februari 'met den Wethouder van Openbare Werken ten stadhui- ze gehouden bespreking' werd overeengekomen aan B. en W. te |
|||||||||||||||||||||
Het UMF-kantoor
in de Dorstige
Hartsteeg(l977).
Foto: Het Utrechts
Archief
|
|||||||||||||||||||||
berichten 'dat het bestuur van
Oud-Utrecht er prijs op zal stellen de grootst mogelijke medewerking te verleenen, om het plan tot uit- voering te helpen brengen en het fonds zoo sterk mogelijkte maken'. Toch duurde het nog tot 1943 alvo-
rens de stichting 'Het Utrechts Mo- numentenfonds' (UMF) door de ge- meente Utrecht en de Vereniging Oud-Utrecht in gezamenlijke coö- peratie werd opgericht. In de statu- ten werd onder andere als doelstel- ling vastgelegd 'de bevordering en bewaring van het stedelijk schoon'. Hieruit spreekt de grote verwant- schap in doelstelling tussen het |
UMF en haar oprichter, de Vereni-
ging Oud-Utrecht. In het zeskoppi- ge bestuur van het UMF wordt van oudsher een der leden benoemd door en uit het bestuur van de Ver- eniging Oud-Utrecht. Vanaf haar eigen oprichting in 1923 heeft de Vereniging Oud-Utrecht grote belangstelling getoond voor het historische materiële erfgoed van de stad Utrecht en haar omge- ving. De vijftiger en zestiger jaren van de twintigste eeuw kenmerk- ten zich onder andere door nieuwe inzichten op het gebied van steden- bouw en het belang van het ver- keer. Kenmerkend waren plannen voor singeldemping, straatverbre- |
||||||||||||||||||||
45
|
|||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||
vereniglng Oud*Utrecht
|
|||||||||||||||||||||
april 2001
|
|||||||||||||||||||||
<:^^ De familie van Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ding en verkeersdoorbraken, die
dikwijls ingrijpende gevolgen had- den voor het historisch gegroeide stadsbeeld van Utrecht. De vereni- ging Oud-Utrecht en haar dochter het Utrechts Monumentenfonds wierpen zich bij deze ontwikkelin- gen op als wakers over het cultuur- historische belang van de oude bin- nenstad. De geschiedenis van het Utrechts
Monumentenfonds kent een tweetal nader te onderscheiden pe- riodes. De eerste periode, daterend van 1943 tot circa 1965 kenmerkte het UMF zich als een echte fondsin- stelling. Omdat er in die periode nog geen mogelijkheden waren voor het aanvragen van restaura- tiesubsidies verstrekte het UMF fi- nanciële bijdragen aan de eigena- ren van monumentenpanden. Het fonds beheerde een potje, gevoed door gemeente en begunstigers van het UMF, waarop een beroep kon worden gedaan voor het ver- krijgen van kleine bijdragen bij de restauratie van monumentale on- derdelen en stoepen van huizen. Dit resulteerde in een zestigtal deel restauraties, waarin het UMF financieel participeerde. Toen in 1961 de Monumentenwet
tot stand kwam en door de over- heid (rijk, provincie en gemeente) subsidieregelingen voor woonhuis- restauraties in het leven werden geroepen veranderde het UMF zijn werkwijze. Van een financieel fonds ontwikkelde het UMF zich tot een restaurerende instelling die zelf panden ging aankopen om ze met subsidie te restaureren en ver- volgens exploitabel te verhuren. Daarbij heeft het UMF ook altijd een sociale doelstelling gehad; in- dien mogelijk werd door een rede- lijke huurstelling voor een ieder de mogelijkheid geschapen om in een |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
monumentaal pand te kunnen wo-
nen. In 1966 werd het eerste pand aangekocht en in de loop der jaren breidde het monumentale bezit van het UMF zich gestaag uit tot een honderdtwintigtal pan- den in de Utrechtse binnenstad. Het UMF ging een voorloperfunctie vervullen in monumentaal Utrecht. Woningen werden aangekocht in allerlei variëteiten zoals de Mier- ops- cameren aan de Springweg, de Fundatie van Maria van Pallaes, de Bruntenhof en de Margrethenhof, panden aan de grachten en Cultu- reel Centrum 't Hoogt. Gezien de |
historisch onderzoek van een speci-
fiek stukje Utrecht belicht wordt. Daarnaast kent het UMF een eigen toewijzingscommissie, die vrijko- mende woningen toewijst aan ge- gadigden. Aangezien de Dienst Woonservice, alvorens een woon- vergunning te verlenen, het inko- men van de potentiële huurder toetst aan de gevraagde huur en de passendheid van het gebodene, past dit toewijzingsbeleid binnen de gemeentelijke richtlijnen. Het UMF kent momenteel een wacht- lijst, waarvoor alleen begunstigers zich kunnen aanmelden, met daar- op enkele honderden potentiële huurders. Gezien de omvang van deze wachtlijst en de geringe door- stroming is de inschrijving voor nieuwelingen voor alsnog beperkt tot de leeftijdscategorie 50-^. Het Utrechts Monumentenfonds
genereert haar inkomsten uit de huuropbrengsten, de bijdragen van begunstigers en eventuele schen- kingen en legaten. Vanaf januari 2001 staat de voordien gesubsi- dieerde stichting UMF geheel op ei- gen benen. De gemeente Utrecht heeft in een aantal jaren haar sub- sidie aan het UMF afgebouwd. Dit impliceert dat het UMF in de toe- komst met een blijvend sluitende financiële exploitatie zal moeten werken. Het UMF is gevestigd in een prachtig gerestaureerde be- bouwing rondom een historisch binnenplaatsje aan de Dorstige Hartsteeg te Utrecht. Met het oog op de toekomst, waarin het goed onderhouden van (gerestaureerde) monumentale panden een steeds belangrijker item wordt binnen de monumentenzorg, bezit het UMF een eigen werkplaats en een eigen timmer-, stukadoor- en schilder- ploeg voor het onderhoud van haar woningen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoge prijzen op de onroerendgoed-
markt en de teruglopende subsi- diemogelijkheden voor restaura- ties is de rol van het UMF de laatste jaren noodzakelijkerwijs verscho- ven van een restaurerende instel- ling naar een beherende instelling. De primaire doelstelling van het UMF blijft echter nog steeds res- taureren. Hoewel de restauratie-activiteiten
het meest in het oog springen heeft het UMF ook altijd getracht de belangstelling van burgers voor het 'historisch erfgoed' te wekken. Het UMF kent een drietal werk- groepen, te weten de werkgroep Documentatie, de werkgroep His- torisch Onderzoek en de werkgroep Publiciteit. Het UMF telt op dit mo- ment circa 2500 begunstigers en geeft een eigen periodiek 'Steen- Goed' uit, waarin thematisch het |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
46
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
april 2o01
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuws van de Commissie Actuele Ontwikkelingen
|
|||||||||||||||
L.A. VAN DERTUUK
|
woningbouw. De commissie heeft
zich ter plaatse laten informeren door een actieve buurtbewoner en is tot de conclusie gekomen dat de tuinen, hoewel thans verwaar- loosd, zeer wel de moeite waard zijn om behouden te blijven. Het groene lint langs de Kromme
Rijn wordt bedreigd door hoog- bouw naast voetbalstadion Gal- genwaard. Het 'Manhattan aan de Kromme Rijn', met torens tot 80 meter hoogte schaadt een harmo- nieuze overgang van stad naar buitengebied. De commissie houdt dit onder de aandacht. Door bebossing van het gebied
ten noorden van de wijk Over- vecht, het zogeheten Noorder- park, worden historische structu- ren van de middeleeuwse veen- ontginning teniet gedaan. Na vol- tooiing van het stadsdeel Leidsche Rijn zal het genoemde veengebied de laatste min of meer intact ge- bleven middeleeuwse ontginning rond Utrecht zijn. Daarom worden de ontwikkelingen hier door de commissie in de gaten gehouden. Hoewel na de laatste verkiezingen
de politieke kaarten anders zijn geschud, blijft de commissie de ontwikkelingen rond het UCP nauwlettend volgen. De gevolgen van een eventueel aan te leggen tunnel onder het spoor ter hoogte van het Moreelsepark worden door de commissie getoetst. Heeft u nog ontwikkelingen te
melden waarvan u denkt dat deze gevolgen kunnen hebben voor het culturele erfgoed in stad of provin- cie, neem dan contact op met de -, commissie. Wij zijn voor een deel van onze informatie van u afhan- kelijk. De Commissie Actuele Ont- wikkelingen kan als volgt worden bereikt: postadres p/a dhr. D. van Batenburg (voorzitter), Hugo de Grootstraat 10, 3581 X5 Utrecht of via e-mail: lult@tolsteeg.demon.nl. |
||||||||||||||
De commissie heeft op dit mo-
ment onder andere de volgende aandachtspunten op de agenda. De nieuwbouw van de Vinex-
locatie Leidsche Rijn wordt ge- volgd in samenwerking met de historische vereniging van Vleu- ten-De Meern. Bedreigingen zijn onder andere de aantasting van het geplande centrale park (Rijn- sche Park), de verwaarlozing van het voormalig kasteel Den Engh, het verdwijnen van oude topogra- fische structuren zoals het Appel- laantje en de Enghlaan, en de aan- tasting van het landschap rond de Hamtoren te Vleuten door de aan- leg van toeristenvoorzieningen nabij kasteel Haarzuilen. Wat gebeurt er met het pand Gan-
zenmarkt 24, het voormalige stadskasteel Compostel? Het pand, waarin een matrassenfabriek was gevestigd, brandde jaren geleden uit en wordt sindsdien bewoond door krakers. De commissie maakt zich zorgen over de toekomst van dit belangwekkende maar zeer verwaarloosde pand. De tuinen rond het voormalige ge-
meentehuis van Zuilen 'Daelwijck' worden bedreigd door geplande |
|||||||||||||||
Gevelsteen m het
voormalig gemeentehuis van Zuilen, 'Daelwijck\ december 2000. Foto: L.A. van der Tuuk. |
|||||||||||||||
In liaar beleidsvisie op langere ter-
mijn richt het Utrechts Monumen- tenfonds zich op het continueren van de restauratiedoelstelling. Bin- nen deze doelstelling wordt, naast het verantwoord restaureren van panden, gezocht naar een verbij- zondering. De gedachten gaan hierbij uit naar het restaureren van bijzondere panden of complexen die particulieren, projectontwil<ke- laars en overige instanties mogelijk laten liggen. Daarnaast wil het UMF het voortouw nemen bij het ontwikkelen van nieuwe initiatie- ven, zoals detailrestauraties van bijzondere onderdelen in het stads- beeld en het uitvoeren van restau- raties met duurzame materialen. In nauwe samenwerking met de ver- eniging Oud-Utrecht hoopt het UMF daarmee in de toekomst te blijven bijdragen aan het behoud en beheervan het culturele erfgoed in de stad Utrecht. Voor meer informatie: Het Utrechts Mo-
numentenfonds, Dorstige Hartsteeg 21, 3512 NV Utrecht, telefoon 030 - 231 17 61. |
|||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||
april 2001
|
|||||||||||||||
Literatuursignalement
|
||||||||||||||||
Anneke Jansen, Het Utrechts Archief
|
||||||||||||||||
graven aan de van Hoornekade
en één van de meest interessan- te scheepsarcheologische vond- sten in Nederland. Lombok bedrijvengids: verrassen-
de ondernemers uit de buurt I [eindred. Janny Nieboer; fotogr. Eut van Berkum]. - Utrecht: Thu- balo Advies, 2000. Gids over de ondernemers in de wijk Lombok waarmee hun uit- eenlopende producten en dien- sten bekend gemaakt worden. De teksten zijn geschreven door de ondernemers zelf. loon de Klompenneus en andere
bijnamen uit Wijk C I Evert van der Zouw jr. - Utrecht: Stichting De Plantage, 2000. - ISBN 90- 805746-7-8 Boekje bevat een selectie van 250
opmerkelijke bijnamen van per- sonen uit Wijk C met vermelding van de betreffende persoon en de aanleiding tot zijn bijnaam. Ucht in de binnenstad .- openbare
verlichting in de stad Utrecht I Eg- bert van Altena en Ingrid Jacobs. - Utrecht: Matrijs, 2000. - Met lijst van termen en chronologie. - Uit- gegeven ter gelegenheid van de ingebruikname van de eerste sin- gellantaarn op 2 november 2000 geplaatst aan de Weerdsingel Oostzijde. - ISBN 90-5345-169-2 (Historische Reeks Utrecht; 30). Boek beschrijft de openbare ver- lichting vanaf de vroege Middel- eeuwen. Er wordt aandacht be- steed aan geschiedkundige en technische aspecten van verlich- ting. Een andere kijk op het Janshof -
Utrecht : Interheem B.V., 2000. - Uitgegeven ter gelegenheid van de oplevering van het nieuw- |
bouwproject Janshof aan de Voor-
straat te Utrecht en uitgereikt aan bewoners en betrokkenen. Historische feiten en bijzondere wetenswaardigheden over het Janshof. Kantoor met karakter(s) .- 60 jaar
Van Benthem & Keulen Advocaten ig40-20oo I [onder red. van H.S. Wiarda, B.F. Keulen en A.J.P. van Beurden ; tekst Jaap Sluis ; fotogr. Olaf Kraak]. - Utrecht: Van Bent- hem & Keulen Advocaten, 2000 - Gedenkboekje uitgegeven ter ge- legenheid van het 60-jarig be- staan van het advocatenkantoor Van Benthem & Keulen in 2000. Geschiedenis van het advocaten- kantoor samengesteld aan de hand van interviews met (oud)- kantoordirecteuren en mede- werkers. Het Janskerkhof 1851-2001 I [ver-
zorgd door Steven Boland]. - Utrecht: Erven J. Bijleveld, 2000. - Teksten en prenten verzameld naar aanleiding van honderdvijf- tig jaar boekverkoop op Jans- kerkhof Nr. 7. - Zevende kerst- en nieuwjaarsgeschenk van Boek- handel & Uitgeverij Erven J. Bijle- veld in 2000. Fragmenten over het St. Jans-
kerkhof overgenomen in de oor- spronkelijke spelling. Veenendaal, straat in straat uit .-
betekenis en geschiedenis van de Veenendaalse straatnamen I sa- mengest. door P. Will. Veenen- daal : Historische Vereniging Oud-Veenendaal, 2000. Uitgege- ven in het kader van de werk- zaamheden van de werkgroep Dialect, Veldnamen, Straatna- men en Bijnamen van de Histori- sche Vereniging Oud-Veenen- daal. - ISBN 90-800-580-5-X |
|||||||||||||||
Verkrijgbaar bij boekhandel of uitgeverij:
Het stadhuis van Utrecht I [door
A. Pietersma en CCS. Wilmer ; tek. A.F.E. Kipp], - Utrecht: Stich- ting Publil<aties Oud-Utrecht i.s.m. Het Utrechts Archief, 2000. - ISBN 90-5479-043-1 The townhall of Utrecht I [by A. Pietersma and CCS. Wilmer ; transl. Donald Gardner ; ed. by Jean Vaughan ; tek. A.F.E. Kipp]. - Utrecht : Stichting Publikaties Oud-Utrecht i.s.m. Het Utrechts Archief, 2000. - ISBN 90-5479- 044-X (Utrechtse Monumenten Reeks; 5). Bouwhistorie van het stadhuis
van Utrecht tot en met de laatste verbouwing in 2000. Een waardig huis der stad .- twin-
tig eeuwen in en om het Utrecht- se stadhuis I René de Kam. - Utrecht : Matrijs, 2000. - ISBN 90-5345-174-9 (Historische Reeks Utrecht; 29).
Geschiedenis van het kortgele- den grondig verbouwde stadhuis van Utrecht. In deze publicatie zijn de gegevens verwerkt van het archeologisch en bouwhisto- risch onderzoek dat aan de ver- bouwing van het stadhuis vooraf is gegaan. Negen eeuwen oude bouwgeschiedenis zijn verwerkt in een kelderplattegrond. Presenting and preserving .- the
exhibition room of the Utrecht Boat I Renger de Bruin and Frank Pietersen. - Utrecht : Centraal Museum, 2000. Met lit.opg. Rap- port in het kader van het MARES project (Museological and Ar- cheological network on Revitali- sation of Early Shipfinds). Over de hernieuwde conserve- ring en tentoonstelling van het 'Utrechtse Schip', in 1930 opge- |
||||||||||||||||
48
|
||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
||||||||||||||||
vereniging
|
||||||||||||||||
april 2001
|
||||||||||||||||
De geschiedenis van de Utrecht-
se Maliebaan in de vorm van een denkbeeldige wandeling met im- pressies in proza en gedichten. Het KNMI-programma HISKLIM
(Historisch Klimaat) I Theo Brandsma ... [et al.]. - De Bilt: Ko- ninklijk Meteorologisch Insti- tuut, 2000. (KNMI-publicatie ; 191 / HISKLIM ; 1). - ISBN 90-369- 2i8i-3 Het KNMI-programma HISKLIM
stelt zich tot doel het fysiek toe- gankelijk maken van historische klimaatdata voor land en zee uit Nederlandstalige bronnen. |
|||||||||||||
Alfabetische lijst van straatna-
men met betekenis van de naam en enkele historische bijzonder- heden voorafgegaan door de naam van de wijk waarin de straat is gelegen en de datum van het raadsbesluit tot vaststel- ling van de straatnaam. Van Hoogevest i8gg 'gg logg I
[tekst Edwin Lucas ; fotogr. Van Hoogevest Groep]. - Amersfoort: Van Hoogevest Groep, 1999. - Gedenkboek uitgegeven ter ge- legenheid van het 100-jarig jubi- leum van Van Hoogevest te Amersfoort. - ISBN 90-9013308-9 Van Hoogevest groeide in een eeuw uit van kleine timmerwin- kel in Amersfoort tot een grote bouwonderneming. Historisch overzicht met bovendien de pre- sentatie van de toekomstvisie van medewerkers binnen het be- drijf op het jaar 2099 over het gebouw van de toekomst, van commentaar voorzien door drie architecten. \n een handomdraai: opkomst en
ontwikkeling van de doe-iiet-zelf- branche in Nederland vanuit het perspectief van Houthandel Utrecht I Hans Ellenbroek ; [on- der red. van John Berkers ... [et al.]. - [Waddinxveen] : H.D.B. Groep, 2000. De doe-het-zelfhandel in Neder-
land begon in 1949 bij Houthan- del Utrecht. Beschrijving van de bedrijfshistorie van deze branche en de ontwikkelingen in een hal- ve eeuw. De Maliebaan : huizen, beelden,
mensen .- couleur locale in proza en poëzie I Frank Chapel; met NI. van Ad Jenner. - Utrecht : Stich- ting De Plantage, 2001. - ISBN 90-805746-8-6 |
|||||||||||||
Inventarissen:
Inventarissen van diverse kleine
archieven aanwezig in de ar- chiefbewaarplaats te IJsselstein / C.J. Vermeij. -1996-1997 : IJssel- stein, Gemeente IJsselstein.. - Be- vat: Huurcommissie 1919-1923. - 1997. - Polders onder IJsselstein 1810-1831. -1997. - Vereniging van rustende schutters 'Mars' 1870- 1871. -1997. - Gemeentelijk Elek- triciteitsbedrijf 1922-1923. - 1997. - Centrale Keuken der Gemeente IJsselstein 1944-1949. - 1997. - VVV IJsselstein (1827-1923) 1931- 1957. -1997. - Levensmiddelenbe- drijf der Gemeente IJsselstein 1915-1921.-1996. |
|||||||||||||
Krtxkden:
Katootje en de appels ofPetronel-
la Moens (1762-1843) en de lieve kleinen I door Ans Veltman-van den Bos. - [S.I.] : [s.n.], [2000]. Uit: Leesgoed. - Jrg. 27, nr. 5 (2000) Artikel over de kinderboeken in
het oeuvre van de blinde schrijf- ster/dichteres Petronella Moens (1762-1843). Talen en culturen in de Utrechtse
wijk Lombok en Transvaal I Willy Jongenburger. - Amsterdam : Meertens Instituut, [2000] In: Respons. - Nr. 4 (2000) Een onderzoek onder verschillen- de groepen allochtonen in de mul- ticulturele wijk Lombok/Transvaal hoe er met de eigen taal wordt omgegaan. Resultaten van de grootste groepen in de wijk: Tur- ken, Marokkanen en Surinamers. |
|||||||||||||
Genealogieën:
Van ouds: Den Haselcamp: fami-
liegeschiedenis en genealogie van het Horssense geslacht Van den Hadelkamp, Van den Haselkamp, Hazekamp, Van den Hazelkamp, van den Hazenkamp I F.C. Haze- kamp. - Baarn : F.C. Hazekamp, 2000. - ISBN 90-9014149-9. Ceslachtsregister van een familie
van Oostveen tussen ong. i6oo en 20001 verzameld, bestudeerd en samengesteld door W. van Oost- veen. - Maarn : W. van Oostveen, [2000]. |
|||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||
april 2001
|
|||||||||||||
Herstel van houtwallen op
landgoed Maarsbergen |
|||||||||||||||||||
Martine Busz & Hélène Hine, Landschapsbeheer Utrecht
|
|||||||||||||||||||
Aan de rand van de Utrechtse Heuvelrug ligt
het landgoed Maarsbergen. Op het landgoed zijn verschillende landschapselementen uit het verleden nog goed te herkennen. Eén van de opvallendste cultuurhistorische elementen zijn de houtwallen. De houtwallen waren onderdeel van de eerste
aanleg van het gebied rond het kasteel. Tijdens de 17e eeuw kwam de formele strakke tuinaan- leg op veel landgoederen in de mode. Vermoe- delijk zijn de meest aarden wallen rond het kasteel ook in die periode ontstaan. De cul- tuurgronden van weleer zijn later bebost, daar- bij zijn de wallen intact gebleven. In de loop der tijd zijn echter veel van de wallichamen geëro- deerd of zelfs verdwenen. Gezien de cultuurhistorische waarde is een aantal van deze houtwallen in oorspronkelijke staat teruggebracht. |
|||||||||||||||||||
vee. De houtwallen werden eens
per 5 tot 15 jaar afgezet, afhanke- lijk van de houtsoort. Het hout dat vrijkwam bij het afzetten kon gebruikt worden als gerief- en brandhout. Met name voor het gebruik als gerlefhout werden soorten met verschillende eigen- schappen aangeplant. Binnen de houtwal ontstond hierdoor een grote variatie aan planten. De stobben werden steeds afge- zet, waardoor het opgaande hout verjongde. De stobben zelf werden steeds ouder, waardoor (korst)mossen zich op de stob- ben konden vestigen. Op de houtwallen liet men enkele bo- men staan, meestal eiken. Deze bomen werden later gekapt voor gebruik als bouwmateriaal. Op sommige plaatsen zijn nog oude overstaanders aanwezig. Een buitenplaats met
geschiedenis Landgoed Maarsbergen heeft
een lange geschiedenis. Kasteel Maarsbergen wordt al in de i2e eeuw genoemd. Na eeuwenlang als uithof van de abdij van Berne te hebben gediend, kwam het in 1656 weer in particuliere han- den. De nieuwe eigenaar legde een lanenstelsel aan en een geo- metrische tuin in Hollands-clas- sisistische stijl. De aanleg van de tuin en het park bij het kasteel werd in de tweede helft van de 17e eeuw voltooid. In de eerste helft van de 19e eeuw werd de geometrische aanleg omgevormd volgens de Engelse landschapsstijl. Van de Hollands- classisistische tuin zijn echter nog steeds elementen zichtbaar. De 17e eeuwse hoofdstructuur is nog in grote lijnen en deels in de- tail aanwezig. Ook is er nog een complex van houtwallen zicht- |
baar, dat in dezelfde periode om
het landgoed is aangelegd. In de eerste helft van de i8e eeuw werden de houtwallen als onder- deel van de tuinstructuur van het landgoed gezien en kregen zo een esthetische betekenis. De wallen zijn terug te vinden op oude kaar- ten, zoals de Kaart van Justus van Broekhuizen van de Heerlijkheid Maarsbergen anno 1716. Vervallen wallen
In het verleden werden houtwal-
len beheerd, zodat ze hun vee- kerende functie konden behou- den. Erosie maakte het nodig de wal regelmatig op te hogen en de greppels uit te diepen. De beplan- ting moest bovendien regelmatig worden afgezet voor een veedich- te begroeiing. Toen door de intro- ductie van prikkeldraad aan het begin van de 20e eeuw, houtwal- len hun veekerende functie verlo- ren, viel In de meeste gevallen het beheer weg. Daardoor kon erosie het wallichaam aantasten, slibden greppels dicht en ontstond meer open begroeiing op de wallen. De houtwallen zijn daardoor minder herkenbaar geworden in het land- schap. Met name in de gebieden die bebost zijn, blijkt de achteruit- gang van de houtwallen sterk. Door de bebossing is veel licht weggenomen, waardoor de oor- spronkelijke beplanting van de houtwallen verdween. Er is even- eens een aantal houtwallen in de verdrukking gekomen door de aanplant van laanbomen. Zo'n zestig jaar geleden zijn laan- bomen aangeplant tussen de houtwallen en de weg. Deze be- staan voornamelijk uit Ameri- kaanse eiken. De houtwallen na- men veel licht weg waardoor de kwaliteit van de houtwallen sterk achteruit is gegaan. |
||||||||||||||||||
Landschapsbeheer Utrecht
|
|||||||||||||||||||
Functie van houtwallen
Houtwallen zijn in het verleden
gebruikt als afscheiding tussen de verschillende landbouwka- vels. Daarnaast dienden de hout- wallen als afscheiding van de percelen om wilde dieren en vee te weren, of om stuifzand tegen te houden. Aan beide kanten werd een greppel gegraven en de wallen werden bebost om de wal ondoordringbaar te maken voor |
|||||||||||||||||||
50
|
|||||||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
|||||||||||||||||||
april 2001
|
|||||||||||||||||||
c^^ Cultuurhistorische waarden
|
|||||||||
De houtwal
van landgoed
Maarsbergen
voor het herstel.
Foto: Stichting
Landschapsbeheer
Utrecht
|
|||||||||
De houtwal van
het landgoed na het herstelproject. Foto: Stichting Landschapsbeheer Utrecht. |
|||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
|||||||||
april 2oot
|
|||||||||
Herstel van houtwallen op landgoed Maarsbergen
|
||||||||||||
Project cultuurhistorisch
landschapsbeheer Landschapsbeheer Utrecht en de
andere provinciale landschaps- beheerstichtingen willen zich in het nieuwe millennium actiever gaan inzetten voor cultuurhisto- risch landschapsbeheer. Daarom hebben zij in 2000 de landelijke campagne 'Erfgoed al goed' ge- start. Tijdens de campagne kon- den groepen of verenigingen in hun eigen provincie een project- voorstel indienen voor het her- stel van cultuurhistorische land- schapselementen in hun eigen leefomgeving. Landschapsbeheer Utrecht ont-
ving maar liefst 32 projectvoor- stellen. De winnaar van de prijs- vraag werd bekend gemaakt tijdens een cultuurhistorische middag op landgoed Maarsber- gen, waar alle bestuursleden van cultuurhistorische- en natuurver- enigingen uit de provincie Utrecht voor waren uitgenodigd. De gasten werden naast een wandeling over het landgoed, die langs de karakteristieke houtwal- len en greppels voerde, getrak- teerd op een 'high tea'. Gedeputeerde Kok mocht de prijs uitreiken aan de Histori- sche Kring Breukelen die in sa- menwerking met Natuurgroep Kockengen en Stichting de Roer- domp het herstel van een jaag- pad als project indiende. Dit project wordt dit jaar door en op kosten van Landschapsbeheer Utrecht uitgevoerd. |
||||||||||||
Detaü 'Caarte van HerstelpWJeCt
deAmbachts De houtwallen hebben een
Heerlikheid en belangrijke cultuurhistorische Landerijevan waarde en daarom is een start Meersbergen Anno gemaakt met het herstellen van 1716'doorJustus het wallenpatroon. De afsluiten- vanBroeckhuijsen. de halve cirkel ten oosten van het landgoed, die onderdeel uit- maakt van de landschappelijk waardevolle 17e eeuwse hoofd- structuur, is door Landschapsbe- |
||||||||||||
heer Utrecht hersteld. Het door
erosie weggestroomde zand, dat aan de voet van de wal en in greppels is afgezet, is weer op de wal gebracht. De greppels zijn uitgegraven en in het voorjaar wordt de houtwal opnieuw in- geplant. Het herstel project is mede door de cultuurhistorische commissie Maarn Maarsbergen Natuurlijk tot leven gekomen. |
||||||||||||
! 52
|
||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||
april 2001
|
||||||||||||
Agenda
|
|||||||||||||||||||||
Univeristeitsmuseum
Menu 2001 Vooraf
Neus dicht, mond open!
X-perimenten met ruiken en
proeven. Vanaf 24 februari in het Jeugdlab. |
|||||||||||||||||||||
de lijst worden gehaald, kunnen
ze worden aangedaan. Dichtge- ritst om het lichaam veranderen ze in echte draagbare kleren. Iets vergelijkbaars doet Hiroaki Ohya. Hij maakte een serie boe- ken voor op de boekenplank. Bij het openvouwen vallen daar als een harmonika jurken en topjes uit. Beide ontwerpers zijn type- rend voor de ontwerpstijl van de jongste generatie Japanse mo- de-ontwerpers. Van 24 maart tot 17 juni toont het
Centraal Museum voor het eerst in Nederland een overzicht. Historische Café's
Op vrijdag 13 april is er Historisch
Café in de kelder van Café 't Weeshuis aan het Domplein i6, georganiseerd door de Vereni- ging Oud-Utrecht. Het Café begint om 17.00 uur. Rond half zes zal de heer K. Smit
een informeel praatje houden. Hij vertelt over de tocht van Oli- vier van Noort, die dit jaar pre- cies 400 jaar geleden als eerste Nederlander een reis rondom de aarde volbracht. Hierna is er ruimte voor het stel-
len van vragen en discussie. Ook op vrijdag 11 mei is er een
Historisch Café. Rond half zes zal de historicus dr. A. Doedens spre- ken over 'rekening rijden en tol- len', een onderwerp met zowel historische als eigentijdse bete- kenis. Hierna is er ruimte voor het stellen van vragen en discussie. Iedereen is welkom.
Voor meer informatie kunt u con-
tact opnemen met de heer H. Up- pelschoten, tel. 030 - 280 09 97. |
|||||||||||||||||||||
Specialiteiten van het
HUIS
Dat kan mijn kind ook.
Kindertekening of kunst? Tot en
met 6 mei. 't Hoofd ten voeten uit.
Over uiteenlopende aspecten
van het hoofd. Van 21 mei t/m 28
september.
Museumtuin De Oude Hortus
Het hele jaar geopend.
Toe
Regiusdag
Open dag in de kruidentuin op 17
juni. Tuincafé
Vanaf juli weer geopend.
Voor de kleintjes
Braakballen pluizen
Elke schoolvakantie activiteiten.
Univeristeitsmuseum, Lange Nieuwstraat
106, Utrecht, telefoon: 030 - 253 80 08. |
|||||||||||||||||||||
Statenjachtwerf ""
(Veilingstraat) j. |
|||||||||||||||||||||
Zondagmiddag 6 mei
'Een schip uit 1746, nu In aan-
bouw in Utrecht. Kan dat?' Dat l<an. Want op een werf aan de Veilingstraat werken al enkele jaren enthousiaste scheepbou- wers en beeldsnijders aan de his- torisch verantwoorde recon- structie van een bijzonder zeilschip, naar een authentieke tekening uit de i8e eeuw: Het Utrechtse Statenjacht. Dat willen wij wel eens zien... dus, komt allen tezamen voor bezichtiging en rondleiding. Toe- gangsprijs ƒ 5,-. Na de koffiepau- ze - of een echte hartversterking! - worden wij muzikaal in de boot genomen door Annette de Haas. Aanvang programma 14.00 u,
eind rond 17.00 u. De werf ligt aan de Veilingstraat (zijstraat van de Croeselaan), op acht mi- nuten lopen van het Centraal Station. Er is ruime gratis par- keergelegenheid. |
|||||||||||||||||||||
53
|
|||||||||||||||||||||
De nieuwste mode
Made in Japan Shinichro Arakawa presenteert
schilderijen die een vaag kle- dingreliëf van colberts, jurken en broeken laten zien. Zodra ze uit |
|||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||||||||||
april 2001
|
|||||||||||||||||||||
V' -m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hermans Q Schuttevaer
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
notarissen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Atiif«iIot«B bil
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Utrecht: Hemians & Schuttevaer • Maliebaan 81 «Tel. 030 - 233 66 99
NOTAHiMiH Vleuten: Notarispraktijk Hagen • Pastoor Ohllaan 25 «Tel. 030 - 677 61 17 (maakt deel uit van Hermans & Schuttevaer).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
>"<^i^
f :^^^^^-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
pre-publishing
content management
c d - r o m
internet
digital print
drukwerk
direct mail
logistieke dienstverlening
te Ie services
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
PlantijnCasparie
->Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrieslantlaan U
3526 AA Utrecht Postbus 7052 3502 KB Utrecht |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
T 030-282 28 22
F 030-288 35 61 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weten wat uw huis waard is?
Vraag naar de gratis waarde-indicatie!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
De prijzen van koopwoningen zijn de af-
gelopen jaren flink gestegen. Ook uw huis is hoogstwaarschijnlijk meer waard geworden. Maar hoeveel? Ligt dat droomhuis nu binnen uw bereik? Of kunt u met de overwaarde de keuken moderniseren? Wat uw wensen ook zijn: u kunt pas echt plannen gaan maken als u weet hoeveel uw huis waard is! ERA Makelaardij Utrecht geeft u gratis en
geheel vrijblijvend een waarde-indicatie van uw woning. En dat is slechts één onderdeel van de service die ERA u kan bieden. Als het u wat waard is om de waarde van uw huis te weten, bel dan met ERA voor die gratis |
waarde-indiatie. Of gewoon om meer te
weten te komen over de diensten die wij bieden. Dat kost u niets en levert u waarde- volle informatie op. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
BON VOOR GRATIS WAARDE-INDICATIE
Graag wil ik een vrijblijvende, gratis waarde-indicatie
van mijn woning. Bel mij voor een afspraak. Naam: ...............................................................
Straat: ...............................................................
Postcode: ...............................................................
Plaats: ...............................................................
Telefoon: ...............................................................
Knip de hon uit en stuur op naar ERA Makelaardij
Utrecht, Burg. Reigerstraat 65, 3581 KN Utrecht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
n
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ERA
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaardij Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeester Reigerstraat 65,
3581 KN Utrecht.
Tel. 030 233 21 32. Fax 030 254 60 26
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan- en verkoopbegeleiding
Taxaties
Hypotheken
Verzekeringen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Muus & IJzerman makelaardij
heeft hart voor 'Oud-Utrecht' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
makelaardij
in onroerenJe (joederen |
Muus &
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
IJzerman
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
nso\
% 9002 $
'■«UB*»"
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Maliebaan 48, Postbus 14014,3508 SB Utrecht,Telefoon: 030 - 234 00 08, Fax: 030-232 19 70
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUD
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O VERBOUW
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O NIEUWBOUW
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
van Zoelen bv
aannemersbedrijf
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O RESTAURATIE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Kantoor:
Nevadadreef 58 3565 CC Utrecht tel: 030-2631111 fax: 030-2623274 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUDSSERVICE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
24 UUR PER DAG
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaars in bedrijfsmatig onroerend goed.
verhuur-verkoop-taxaties-beleggingen-begeleiding
projektontwikkeling en herhuisvesting Maliebaan39a 3581 CC Utrecht 030-2 334 336
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
BEAUFORT
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
MAKELAARS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
J&B Conseil B.V.
Rika Hopperlaan 17, 3584 GM Utrecht
Tel. 030 ' 254 32 12, Fax 030 - 254 32 11 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
FINANCIEEL - ECONOMISCH ADVIESBUREAU
o.m. restauratiefinancieringen en hypotheken
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EXCLUSIEVE
KLEDING
EN MODES MAATKLEDING
0UDEGRACHT118
UTRECHT
TEL. 030-231 01 74 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING
HOFLEVERANCIER |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TAILORSSINCE1850
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Je moet ze soms horen over deze kunst. Dan zeg ik: verderop hangen de Hollandse meesters.
Jullie zijn hier gewoon nog niet aan toe. Dat laatste zeg ik natuurlijk niet. Dat denk ik alleen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Rabobank heeft iets met
kunst en cultuur. Eerlijk gezegd: we zijn er gek op. En onze smaak is al even breed als die van u. Popmuziek of klassiek, Cobra of impressionisme, vaan- delzwaaien of klootschieten, het is ons allemaal even lief Daarom krijgen heel veel ver- schillende evenementen onze steun. En u krijgt van ons een gratis Museumjaarkaart op uw Europas. Want we willen graag dat Iederéén kan genieten van kunst en cultuur. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
k
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rabobank Utrecht (030) 28787 00
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r
|
|||||||
Tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht
|
|||||||
BIBLIOTHEEK DER '
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT |
|||||||
c»^
|
|||||||
voor
Utrecht-boeken
stad en provincie
|
||||||||||||||||||||||||||
GREEP Schilders bv
• Restauratiewerken
• Onderhoud
Maarssenbroeksedijk 15A
3606 AG Maarssen Tel. 030-241 31 15 |
||||||||||||||||||||||||||
Hoofdvestiging: Stadhuisbrug 5 * 3511 KP Utrcclit
T. ()3()-23352()() * F. 030-2314071 |
||||||||||||||||||||||||||
Daatselaar & Godhelp
Antiquairs - Beëdigd Taxateur
Lid. VHOK/CINOA/VNAG/NVK
|
||||||||||||||||||||||||||
Lid Nfil. Ai!liqu<l!r\ (iciwnlsi luif
l'trithl
Korti-.fansstraat 17-19, .<';I2(;M l'tri-clii
Tel. 030-231K266, I ax 030-2316 i7i
Ainstcrdadi Uircn
Rokin -46. 1012 KV Amsterdam Toriiilaan 5. 1251 III; larill
Tel. 020-620HI00 lol. 035 5.W1 45»
|
||||||||||||||||||||||||||
AANMEMIMCSBEDRIJF
H.J. JURRICIUS BV |
||||||||||||||||||||||||||
Bouw Belegging
Restauratie Recreatie
Bemiddeling
|
||||||||||||||||||||||||||
KERSBERGEN
INSTALLATIETECHNIEKEN B.V.
UTRECHT |
||||||||||||||||||||||||||
K
|
||||||||||||||||||||||||||
t^
|
||||||||||||||||||||||||||
Activiteiten o.a. op het gebied van:
* Elektra
* Klimaat
* Sanitair
* Beveiliging
* Telematica
Kaap de Goede Hooplaan 7, 3526 AR UTRECHT
Telefoon 030-88 24 64 Telefax 030-88 57 33 |
||||||||||||||||||||||||||
pLISM4N
&>LISMAN BV ZEIST
|
||||||||||||||||||||||||||
LAAN VAN VOLLENHOVE 3225 3706 AR ZEIST
POSTBUS 143 3700 AC ZEIST
TELEFOON 030-6956644
|
||||||||||||||||||||||||||
A^-tk"
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Coloi
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Redactioneel
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De redactie van het tijdschrift Oud- Utrecht heeft een nummer gemaakt dat vooral
gericht is op onderwerpen buiten de stad. De vaste rubriek van Landschapsbeheer Utrecht gaat over hoogstamfruitbomen op het boerenerf Daar sluit het artikel over de hennepwerven in de Lopikerwaard mooi bij aan. Maar niet alleen het platteland is interessant, ook in kleinere plaatsen zoals Zeist zijn interessante on- derwerpen te vinden. In dit nummer staat een artikel over het Christelijk Inter- naat te Zeist. Daarnaast zijn de vaste rubrieken De Familie van Oud- Utrecht en Literatuursignalement natuurlijk weer aanwezig. Namens de redactie Nanette Vugts
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vereniging Oud-Ut, ■ ■ - ■
beoefening en verspreiding . _..
der geschiedenis alsmede het waken over het behoud van het cultureel erfgoed van stad en provincie Utrecht. Voorzitter: P.A. Blok
Secretariaat: Mw. CCS. (Tollen) Wllmer,
p/a Alexander Numankade 199-201, 3572 KW Utrecht. Tel.: (030) 286 6611 Fax:(030)2866600 Het internetadres van Oud-Utrecht is: www.oud-utrecht.nl Penningmeester: P. Kroes Ukunt zich opgeven als lid van de vereni- ging Oud-Utrecht door te schrijven naar: Oud-Utrecht, Pr. Hendriklaan 76,3584 ER Utrecht.
De contributie bedraagt ƒ54,- per jaar (26-/30,-; 65-1-ƒ44,- per jaar). U-paslid/3o,- Familielidmaatschap/i5,- Contributie- en ledenadministratie: P. Kroes. Betaling contributie op giro 575520. Redactie: B. van den Hoven van
Genderen, M.C. van Oudheusden,
J.CM. Pennings, P. Rhoen,
B. van Santen, M.A. Vugts en
M.vandeVrugt.
Redactieadres:
Alexander Numankade 199,
3572 KW Utrecht.
Vormgeving: Jeroen Tirion, Utrecht
Vormgeving cover: Hans Lodewijkx Drufc PlantIjnCasparIe Utrecht Oud-Utrecht.
Tl veemaandelijks tijdschrift
verschijnt zes maal per jaar.
Deadline agenda nummer 4/2001
20juni 2001
Verschijningsdatum nummer 4/2001
1 augustus 2001
Uw bijdragen kunt u toesturen aan de
redactie, Alexander Numankade 199, 3572 KW Utrecht, op 3'/2 inch floppy 1 (WordPerfect 5 of Word 6). Aanbevolen omvang: 3000 woorden.
Auteurs wordt gevraagd zich te houden aan redactionele aanwijzingen. Deze zijn te verkrijgen bij het redactieadres. Illustratiesuggesties zijn zeer welkom. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de bestuurstafel
Een school die te duur was
Cbërt van Nieuwstadt De hennepwerven van Lopik
Nettie Stoppelenburg Jaarverslag vereniging Oud-Utrecht 2000
SPOU
Jozé Rutten-Nass Literatuursignalement
Het erf als spiegel van het landschap
MARTINE BUSZ & HELENE HiNE
Agenda
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
60
61 68
72
74
76
78 80
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
59
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de bestuurstafel
Een kei van een stad en een kei van een vereniging
|
||||||||||||
Mr. P.A. Blok, voorzitter
Voor de lezer van Oud-Utrecht
lijkt het evident: het begin van de kop van deze 'Van de bestuursta- fel' kan alleen maar op de stad Utrecht slaan. Toch zou het begrip 'kei' een zeker argwaan moeten oproepen, want dat woord pleegt verbonden te worden met Amers- foort, immers de Keistad ge- naamd. En inderdaad, ik gebruik dit deel van de kop om Amers- foort eer te bewijzen vanwege de geweldige indruk, die deze stad heeft achter gelaten bij de leden van onze vereniging die deelna- men aan de excursie. Aldus heb ik mij ook geuit jegens mevrouw Krekel, bestuurslid van onze zus- tervereniging Flehite, die op onze uitnodiging die dag in Amersfoort meemaakte. Helaas is ons groot evenement
2001 alweer achter de rug. Onze actieve activiteitencommissie had weer een fraai programma ge- componeerd, dat zich geheel in Amersfoort afspeelde. Zo'n hon- derd leden hadden ingetekend en hebben zich, naar mijn te luisteren gelegd oor opving, goed ver- maakt. Leerzaam, ontspannend en gezellig, dat waren de woor- den, die veelal als typeringen wer- den gebezigd. Het begon al in de schitterende
Sint Aegtenkapel, waar, na de ope- ning door gedeputeerde Kok, de dames Van Dockum en Snieder en de heer Graafstal zeer interessante gQ lezingen hielden over archeologi- sche onderwerpen. De speelman en zijn speelvrouw zorgden met muziek, zang en vertelling voor een ontspannende èn spannende onderbreking. Ook tijdens de lunch onderhielden zij ons zeer. Die werd genuttigd in het voormalige mid- deleeuwse klooster Mariënhof, |
||||||||||||
waarheen de bus ons pendelend
bracht. Stadswandelingen onder leiding van 't Gilde voerden door de oude stad via enkele historische monumenten naar de stadsbrou- werij nabij de Koppelpoort. Oor en keel deden het begrip van en voor het aldaar gebrouwen bier ruim toenemen. De bus, die ons naar de kei van een stad bracht, zorgde ook voor de terugreis. Het bestuur voelt zich gesterkt in
zijn voornemen de leden elk jaar een groot evenement te bieden. De vele positieve reacties van de deelnemers brengen ons daartoe. Bovendien is het groot evene- ment de activiteit, waaraan verre- weg de meeste leden deelnemen. Kortom, alle aanleiding daarmee door te gaan. Bestuur en activiteitencommissie
hebben reeds van gedachten ge- wisseld over het groot evenement van 2002. Want het is zaak daar- mee thans reeds te beginnen. In het uitdenken en organiseren gaat nu eenmaal veel tijd zitten, veel meer dan waarvan degene die zo'n dag meegaat, zich bewust is. Alleen al met het werk aan de on- derdelen, die uiteindelijk toch niet kunnen doorgaan, is veel tijd en Inzet gemoeid geweest, die on- zichtbaar blijven. Het bestuur is onze activiteitencommissie zeer dankbaar en heeft veel vertrou- wen in het resultaat van haar nieuwe inspanning voor onze ont- spanning. Wij wachten gespan- nen af. Tijdens de vergadering van n april
kregen de bestuursleden een warm gevoel. Want binnen één week na toezending waren al ruim honderd enquêteformulie- ren ingevuld ontvangen. Dan voel |
je je trots bestuurslid van onze
vereniging te mogen zijn en vind je Oud-Utrecht een kei van een vereniging. Hoeveel formulieren totaal ingezonden zijn, weet ik op het moment waarop ik dit schrijf nog niet. Maar snelheid en om- vang van de eerste respons brach- ten bij de bestuursleden de gevoe- lens te weeg, die ik eerder aangaf. Zeker, er zijn om eerlijk te zijn ook
wel eens andere gevoelens en mo- menten, waarop je bijvoorbeeld denkt: wat jammer dat op een toch heel interessante activiteit zo weinig leden zijn afgekomen. Ik denk dan aan zondag i8 maart, toen ons Gentse lid Luuk Humblet een schitterende presentatie in RonDom verzorgde over de Dom- toren van Utrecht en de Belfortto- ren van Gent. Wat waren er toen helaas weinig leden en hoezeer hebben die weinigen toen geno- ten. Ik hoorde daarover in Amers- foort nog zeer positieve reacties. Toch vindt het bestuur, terugzien-
de, dat onze vereniging wat leven- diger is geworden en dat de activi- teiten in algemene zin wat beter bezocht worden. Dat is ook prettig voor de vrijwilligers in bestuur, commissies en redacties. Het is fijn dan hun werk in toenemende mate aanslaat. Hen en de vrijwilli- gers die het Jaarboek trouw bezor- gen werd op 9 januari in de Hout- zaagmolen de Ster een ontvangst en rondleiding aangeboden als dank voor de aan Oud-Utrecht be- stede tijd en inzet. En wanneer je dan die vele vrijwilligers ziet en spreekt, ook dan bevangt je de ge- dachte: wat is Oud-Utrecht toch een kei van een vereniging! Laten wij onze vereniging met
elkaar zo houden èn uitbouwen! |
|||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||
juni 2001
|
||||||||||||
Een school die te duur was
De ontstaansgeschiedenis en de bouw van het Internaat van het Christelijk Lyceum te Zeist^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Geert VAN Nieuwstadt
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
f ,?>»#
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
im wt» T.W ■
|
HB» rwtr
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
*% H Jsl 1%.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
\
*W»f JWL
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
'De kosten van de twee gebouwen, hun meubilering en het in orde brengen der
terreinen bedroegen aanmerkelijk meer dan een milloen! Maar wat wij daarvoor verkregen mocht ook gezien worden: de twee gebouwen doen hun ontwerpers, de heeren Stuivinga en [Van] Hoogevest, alle eer aan...' schrijft H.A. Weststrate, destijds rector van het Christelijk Lyceum te Zeist in het herdenkingsboek 'Zetten- Zeist 1904 -1934'^. Hij doelde hierbij op de school van het Lyceum aan de Lindenlaan en het Internaat aan de Krakelingweg die in 1920 werden gebouwd door de architecten j. en Th. Stuivinga, respectievelijk G. van Hoogevest. Het Internaat is thans een gemeentelijk monument^. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
den echter maar moeilijk aan de
landelijke Betuwe wennen. Het verloop onder hen, de constante financiële problemen, het aange- wezen zijn op het staatsexamen omdat de vereiste staatserken- ning ontbrak, en het gebrek aan leerlingen uit de omgeving zelf waren in 1907 aanleiding het Gymnasium naar Arnhem over te brengen en het Internaat te slui- ten. In Arnhem verrees in 1926 een nieuw gebouw. Dit betekende echter (nog) niet het einde van 'Zetten'. In 1909 werd er een nieu- we 'Vereeniging voor Christelijk Hooger en Middelbaar Onderwijs' opgericht. Deze vereniging zette aanvankelijk in Zetten het werk van het vroegere Gereformeerd Gymnasium met Internaat voort. Maar niet voor lang. In Zeist bleek er namelijk een grote behoefte te bestaan aan middelbaar onder- wijs. De kinderen moesten er met de tram van Zeist naar Utrecht. In 1918 verhuisden de school en het internaat van Zetten naar Zeist. Zolang de nieuwe gebouwen niet klaar waren, vond men onderdak in een oud schoolgebouw. Het In- ternaat werd vooralsnog geves- tigd in het Slot Zeist dat 'de fami- liën Labouchère en Schuurbeque Boeye zoo welwillend waren [...] |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorgevel van het Het Internaat is inmiddels geslo-
Internaat, ten. De huidige eigenaar van het Van Dijk 1925. pand aan de Krakelingweg is de Stichting Reformatorische Bijbel- school te Zeist, een HBO-opleiding voor christelijk onderwijs, waar- schijnlijk beter bekend onder de naam 'Christelijke Hogeschool en Toerustingscentrum De Witten- berg'. Deze doet er alles aan om het pand in goede staat te behou- den. Dat is niet eenvoudig gezien de kosten van het monumentale gebouw. Het is te hopen dat het pand niet alsnog te duurwordtl Hieronder komen achtereenvol-
gens de ontstaansgeschiedenis van het Christelijk Lyceum en het Internaat aan de orde, de architect van het Internaat, Gijsbert van |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoogevest, het Internaatsgebouw,
en de kunstenaar die het belang- rijkste deel van de decoratie ver- zorgde, Willem Coenraad Brouwer. Aan het einde van het verhaal volgt nog een uitleg van de ge- bruikte bouwkundige termen. De geschiedenis
De oorsprong van het Christelijk
Lyceum en het Internaat moeten gezocht worden in Zetten, een dorp in de Over-Betuwe aan de Linge: hier werd in 1864 het eerste Christelijk (Gereformeerd) Lyceum opgericht De school begon in een voormalige herberg met vier leer- lingen, maar eind 1865 waren het er al 254. Het kleine Zetten had toen iets van het aanzien van een Academiestadje. De leraren kon- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
61
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
juni 2001
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Een school die te duur was
|
||||||||||||||||
De architecten
Het schoolgebouw aan de Linden-
laan 23 is ontworpen door J. en Th. Stuivinga, architecten uit Zeist^. Zij bouwden daar ook het raad- huis en het postkantoor. Het Ly- ceum is een streng symmetrisch gebouw in traditionele stijl. In dit verhaal staat het Internaat cen- traal, zodat niet verder op het ge- bouw van het Lyceum wordt inge- gaan. De architect van het Internaat is Cijsbert van Hooge- vest (1887 -1968) uit Amersfoort. Van Hoogevest heeft zich door avondcursussen voor het examen van de Bond van Architecten (BNA) bekwaamd en zich van bouwkundig opzichter tot archi- tect opgewerkt. Hij is werkzaam geweest op het bureau van de in- terieurarchitect Theodorus San- ders (1847 -1927)^°. Sanders wordt door Polano gekarakteriseerd als 'een typische exponent van het negentiende eeuwse liberalisme, die (ook speculatief) winstbejag uitstekend wist te combineren met het streven naar vooruitgang (ook op sociaal gebied)'^\ De be- kende architect H.P. Berlage (1856 - 1934) ging in 1881 bij Sanders werken en werd in 1884 benoemd tot partner; de samenwerking duurde tot 1889; Berlage startte toen een eigen architectenbureau. Naar mondelinge mededeling van de familie zou Berlage de grote in- spirator van Van Hoogevest ge- weest zijn. Hoe zij elkaar hebben leren kennen is niet duidelijk. Ge- zien de leeftijd van Van Hoogevest kan dit niet op het bureau van Sanders geweest zijn. Sanders zelf is in 1904 uit Amsterdam naar Amersfoort vertrokken. Rond 1910 richtte Van Hoogevest in deze plaats zijn eigen bureau op. In de jaren dertig zou - wederom naar mededeling van de familie - Van |
||||||||||||||||
van Weststrate dat de bouwkos-
ten uit de hand waren gelopen, lijkt dan ook terecht. Het zou inte- ressant zijn na te gaan hoe de communicatie tussen het bestuur en de architect verlopen is. Waren het de gezinnen van do-
minees die hun zonen naar Zet- ten stuurden, het Internaat in Zeist voorzag vooral in de be- hoefte van gezinnen van diplo- maten die hun kinderen een ge- degen christelijke opvoeding wilden geven. Zeist was niet goedkoop. De internen betaalden ƒ1.000,- tot ƒ2.000,- per jaar naar gelang het inkomen; en het schoolgeld voor de externen lag tussen ƒ 48,-voor de laagste inko- mens en ƒ468,- voor inkomens tot ƒ20.000,-. Hoewel minder dan in Zetten, hebben de 'heeren' van het Internaat in hun blauwe blazers en hun grijze broeken het beeld van Zeist mede bepaald. In Zetten leek 'armoe troef. In het
Zeister Internaat met zijn conversa- tiezaal, huiskamer, muziekkamer, biljartkamer, ontvangstkamer, bi- bliotheek, eetzaal, zestig slaap- en woonkamers voor de internen, ze- ven badkamers en tien douches kon het blijkbaar niet op. En de slaapkamers waren 'allen voorzien van vaste wastafel met waterlei- ding' meldde men trots. De vreug- de bij de opening van het gebouw in april 1922 was groot: 'Voor de feestelijkheid zorgden de leerlin- gen: een vertaling van de Captivi van Plautus werd opgevoerd, gym- nastische oefeningen vertoond, een zangkoortje zong onder leiding van Dr. Fernhout, een orkest speel- de, gedirigeerd door den vurigen, breed-gebarenden Jan de Wolf. Het resultaat doet in ieder geval de architect alle eer aan. |
||||||||||||||||
Gijsbertvan voor eenige tijd [...] te ontruimen'5.
Hoogevest. Portret De school begon met 87 leerlin- ter beschikking ge- gen, een aantal dat men in Zet- steld door het ar- ten slechts een enkel jaar ge- chitectenbureau haald had. De nieuwe school en G.w. van Hooge- het nieuwe internaat kwamen in vest te Amersfoort. april 1922 klaar. De bouwprijzen waren inmiddels mede als gevolg van de oorlog 'boven alle ver- wachtingen gestegen zoodat voor den bouw welhaast meer dan het dubbele van den ver- wachte som nodig was', te weten meer dan ƒ1.ooo.ooo,-^. Wel had men de grond 'vooreen zeer billij- ken prijs kunnen kopen: drie bun- ders voor het Lyceum, zeven voor het internaat'. Doch voor de fi- nancieringvan de bouw had men naast een lening van ƒ150.000,- van de Zeister bevolking niet meer dan ƒ55.000,- aan schenkin- gen bijeen kunnen schrapen^. En 'verreweg het grootste gedeelte [hiervan was ook nog] afkomstig van twee curatoren'^. De gebou- wen te Zetten waren verkocht, maar de opbrengst hiervan kan nooit hoog geweest zijn. De in de inleiding aangehaalde uitspraak |
||||||||||||||||
62
|
||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
||||||||||||||||
vereniging
|
||||||||||||||||
juni 2001
|
||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||
foort (1928 -1932)^°; de gevel van
het kantoorpand aan de West- singel te Amersfoort, waar thans het architectenbureau G.W. van Hoogevest gevestigd is (1917)^^; een woningbouwproject gelegen in De Bilt, Hessenweg 49 - 103 (1919)22; een woningbouwproject eveneens gelegen in De Bilt, Patrij- zenlaam-7en9-i5endeel uitma- kend van een tuindorp dat ge- bouwd is op het voormalige landgoed Meyenhagen (1919 - 1921)23; een woning aan de Groe- nekanseweg in De Bilt; en samen met W.K. de Wijs, H.A. Pothoven en M.J. Klijnstra de woningbouwpro- jecten in de van Miereveltstraat en omgeving (1918 -1921), en aan het Van Ostadeplein, beide te Amers- foort (1919 -1920)24. Een nadere in- ventarisatie van Van Hoogevests werk lijkt een interessant onder- zoek te kunnen worden. Na de Tweede Wereldoorlog
kwam Van Hoogevests zoon, Ir. T. van Hoogevest, op het architec- tenbureau werken. Omstreeks 1960 nam deze het bureau over. Hij werd op zijn beurt opgevolgd door zijn zoon, G.W. van Hooge- vest. Het bureau is heden ten dage vooral bekend om de belangrijke restauraties welke het heeft uitge- voerd, zoals het Utrechtse vijf ker- ken restauratieplan, het stadhuis in Hilversum en het Huis Heem- stede in Houten^S. |
|||||||||||||||||
derlands Hervormde Vredeskerk
aan de Kerkewijk te Veenendaal (1947)^^. Alle kerken vertonen naast verwantschap met Berlage duidelijke kenmerken van de Am- sterdamse School. Opvallend is ook de houten bekroning van de toren van de Emmakerk aan de Noorderwierweg die daarmee een Scandinavisch uiterlijk heeft ge- kregen. Alleen de kerk in Veenen- daal is geheel in de stijl van het Traditionalisme. Het is duidelijk dat Van Hoogevest onder invloed van verschillende bouwstijlen heeft gestaan. Hij blijft echter so- ber bouwen, waarbij de eerlijkheid van het materiaal uitgangspunt is. De vier kerken in Amersfoort ma- ken deel uit van het Monumenten Inventarisatie Project van de Pro- vincie Utrecht, maar komen vol- gens de mondelinge mededeling van de Rijksdienst voor de Monu- mentenzorg te Zeist niet voor het Monumenten Selectie Project in aanmerking. De kerken aan de Ap- pelweg en de Leusderweg zijn wel, evenals de Julianakerk te Den Haag, gemeentelijk monument. Naast genoemde kerken waren van
Van Hoogevest de volgende projec- ten te traceren: het gebouw van de Pensioenraad aan de Benoorden- houtseweg te 's Gravenhage (1935 - 1936)^5, verschillende paviljoens in het reeds genoemde psychiatrisch centrum 'Zon en Schild' te Amers- |
|||||||||||||||||
Hoogevest beïnvloed geweest zijn
door M.J. Granpré Molière (1883 - 1972), de geestelijke vader van het Traditionalisme. Hij bouwde in die tijd in zijn opdracht drie kerken waarbij hij het oorspronkelijke ontwerp aan diens wensen heeft moeten aanpassen^^. Naast zijn architectenpraktijk bekleedde Van Hoogevest een aantal maatschap- pelijke functies. Hij was directeur aan de tekenschool van Putten, medeoprichter van het ziekenhuis Lichtenberg en op latere leeftijd voorzitter van de Amersfoortse af- deling van de BNA. Hij was voorts diaken van de Hervormde kerk in Amersfoort. De gegevens die over de loopbaan van Van Hoogevest te achterhalen waren zijn beperkt. Dat is jammer omdat hetgeen Van Hoogevest ontworpen heeft zeker niet onverdienstelijk is. Alleen al in Amersfoort heeft hij vier kerken gebouwd: samen met H.A. Potho- ven de Nieuwe Hervormde Kerk aan de Leusderweg no (1924)^^; de kapel van de Vrije Evangelische Gemeente aan de Appelweg 15 (1927)^4; de Emmakerk aan de Noorderwierweg '31 (1929)^5; en de kapel op het terrein van 'Zon en Schild' aan de Utrechtseweg 266 (1933 -1934)^^. Verder ontwierp hij de Julianakerk aan de Schalk Bur- gerstraat 217 in Den Haag (1926)^7; de hervormde kerk aan de Brink in Slootdorp, en samen met zijn zoon, T. van Hoogevest, de Ne- |
|||||||||||||||||
Plattegrond van de
begane grond van het Internaat, Van Dijk 1925. |
|||||||||||||||||
-%
|
|||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
|||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||
juni 200t
|
|||||||||||||||||
Een school die te duur was
|
|||||||||||||||||||||||||
pj-
|
"
|
____^- U I I I
|
|||||||||||||||||||||||
Het internaat
Het monumentale pand van het In-
ternaat ligt met de hoofdas even- wijdig aan de Krakelingweg, een honderd meter van het kruispunt van deze weg met de Slotlaan, in een bosrijk villapark dat naar het Lyceum het Lyceumkwartier is ge- noemd^^. De Slotlaan vormt een rechtstreekse verbinding met het ruim drie kilometer zuidelijker gele- gen zeventiende-eeuwse Slot Zeist. Het pand is opgetrokken in een so-
bere, traditionele bouwstijl en heeft een rijke decoratie die in de trant van de Amsterdamse School vooral in terracotta figuren en wandtegels door Willem Coenraad Brouwer (1877 -1933) is uitgevoerd. De voor- of noordgevel heeft een totale breedte van rond honderd meter en is vrijwel symmetrisch. Het middengedeelte met de in- |
|||||||||||||||||||||||||
Ingangspartij met
terracotta sculptu- ren, 1984. Collec- tie Gemeentear- chief Zeist |
|||||||||||||||||||||||||
gang steekt sterk vooruit, evenals
de uiteinden van de beide vleugels. Aan de achterzijde wordt de sym- metrie door de gelijkenis van vrij- wel alle vensters over de gehele breedte van het pand nog sterker benadrukt. De breedte aan de ach- terzijde is tachtig meter. Het pand is opgetrokken in baksteen, heeft twee bouwlagen en een zolder, en is grotendeels onderkelderd. Het gebouw heeft een overstekend aangekapt schilddak dat met ge- smoorde Hollandse pannen is ge- dekt. In het dak bevinden zich op regelmatige afstand dakkapellen. De nok van het middengedeelte is aan de voorzijde hoger dan de nok van de vleugels; de nok van de wo- ningen weer iets lager dan die van de vleugels. Het middengedeelte wordt bekroond door een achthoe- kige toren met omloop, welke oor- spronkelijk als watertoren diende; de toren had toen een reservoir voor de warmwaterinstallatie. Het muurwerk is in kettingverband ge- zet; op de hoogte van de scheiding tussen de beide bouwlagen loopt een rollaag van donkere stenen. De ingangspartij aan de voorzijde wordt geaccentueerd door twee zich verjongende kolossale steun- |
beren. Onder de daklijst worden
deze bekroond door terracotta sculpturen in de vorm van gesti- leerde hoofden. Boven en opzij van de ingang is als decoratie een ter- racotta strekkenlaag aangebracht met een gestileerde sluitsteen. In de zijgevels van de ingangspartij zijn in het midden op de volle hoogte van de beide bouwlagen driezijdige erkers aangebracht. Op de tweede bouwlaag bevinden zich naast de erkers grote halven- sters met gebrandschilderde glas- in-lood ramen met rijk gekleurde geometrische motieven. De maker hiervan is niet bekend. Onder de vensters van de zijvleugels zit in de tweede bouwlaag metselwerk in geometrisch sierverband. Aan de achterzijde eindigen de vooruitste- kende gedeelten in balkons die rusten op bakstenen pijlers met een natuurstenen kapiteel; daar- onder bevinden zich terrassen. In het midden van de vleugels zitten dubbele deuren, geflankeerd door bakstenen pilasters met natuur- stenen kapitelen; boven de deuren is op de tweede bouwlaag een er- ker met een in gevarieerd metsel- werk uitgevoerde tromp. Evenals aan de voorzijde zijn achter in de |
||||||||||||||||||||||||
Detail van de in-
gangspartij, 1984. Collectie Gemeen- tearchief Zeist |
|||||||||||||||||||||||||
64
|
|||||||||||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||||||
juni 2001
|
|||||||||||||||||||||||||
chines. Zijn bouwplastiek is wel
het meest interessant. Een van de grootste werken zijn de plastieken die hij in opdracht van de architect J.J.C, van der Steur maakte voor het Vredespaleis. Brouwer heeft de decoratie verzorgd van vele scholen, kerken, woonhuizen, openbare gebouwen en fabrieken. Naast het talloze keramische werk dat hij maakte, heeft Brouwer over zijn vak ook veel gepubliceerd en lezingen gehouden. Misschien liggen zijn verdiensten nog het meest bij deze publicaties en le- zingen. Zij geven een goed beeld van de waardering voor plastiek en keramiek in die tijd. Een tijd die door H.A. van den Eijnde in 1920 in Wendingen wanneer hij het over |
||||||||||||||||
zijgevels van het middengedeelte
driezijdige erkers. Naast de erkers zijn steunberen aangebracht. Op de steunberen staan terracotta dierfiguren: korhoenders, pelika- nen, eekhoorns en eenden. Terwijl aan de voorzijde de luiken verdwe- nen zijn, hebben de vensters aan de achterzijde voor een deel nog de originele persiennes. Het interieur bevat op de begane
grond een tochthal en een dubbel trappenhuis. Rechts en links van de tochthal waren de bibliotheek en de ontvangsthal, nu zijn daar de directeurskamer en administra- tieruimte. Rechts en links van de trappenhal strekt zich over de bei- de vleugels de voor scholen karak- teristieke lange gang uit. Achter het trappenhuis bevinden zich nog steeds de woonhal en conversatiezaal. Aan de gang la- gen de muziekkamer, de huiska- mer, de kamer voor de zesde klas- sers, de biljartkamer en de eetzaal; thans zijn dit klassen en compu- terlokalen. Aan het uiteinde van de linkergang was de kamer van de dominee/directeur; rechts be- vindt zich nog steeds de eetzaal. Op de eerste verdieping zijn de slaap-, woonvertrekken voor de studenten, badkamers en dou- ches. Op de ruime zolders zijn ook nog enige zit-, slaapvertrekken. Geldgebrek kan soms ook een
voordeel zijn. Het interieur van de benedenverdieping verkeert na- melijk nog vrijwel in de originele staat. In de hal respectievelijk de gangen valt de dubbele houten trappartij op die tot aan de zolder reikt. Op de palen van de trap zit- ten aapjes van de hand van Wil- lem Coenraad Brouwer. Voorts zijn van belang de rood-zwarte te- gelvloer; de ongeglazuurde terra- cotta muurtegels met peulvruch- ten motief, en de geglazuurde tegels in de toiletruimten. Alle za- len hebben nog de donkere, met wasbeits gekleurde balkenpla- fonds en lambrisering; de balken rusten op korbelen met snijwerk in de vorm van peulvruchten. In |
een aantal van de klaslokalen zit
nog het oorspronkelijke gipsen- plafond, waarin ondanks het vele malen witten het kraalmotief te zien is. De meeste zalen hebben nog de originele parketvloeren. De woonhal bezit een prachtige schouw van handgevormde ste- nen en decoratie van terracotta rozetten. Er hangt een grote hand- gesmede ijzeren luchter. Aan bei- de zijden van de zaal staan na- tuurstenen zuilen met guttae die een architraaf dragen. In de mu- ren zijn pilasters die door rondbo- gen met de architraaf verbonden zijn. Het exterieur en het interieur van het pand worden - ondanks de beperkte financiële middelen - met zorg onderhouden. |
|||||||||||||||
Willem Coenraad Brouwer
Brouwer werd in 1877 in Leiden ge-
boren en stierf in 1933 in Leider- dorp^7. Hij schilderde, tekende en maakte grafiek, maar hij is vooral bekend geworden om zijn kera- miek. In 1901 begon hij een eigen pottenbakkerij in Leiderdorp, 'Vre- delust' genaamd. Hij maakte hier aarden vaatwerk naar eigen ont- werp, tuinaardewerk, klein plas- tiek en bouwaardewerk. Zijn aar- den vaatwerk werd weliswaar bedrijfsmatig gemaakt, dat wil zeggen in serie uitgevoerd door medewerkers naar het ontwerp van Brouwer, maar toch ambach- telijk, met zo weinig mogelijk ma- |
||||||||||||||||
de waardering van de beeldhouw-
kunst heeft, als volgt op de hak wordt genomen: 'De meer ont- vankelijke bracht hoogstens van zijn reis in Italië een zooveeldui- zendste copie mee van den Sabijn- schen Maagdenroof of van een kopje in albast met veel kantwerk omgeven, dikwijls bij tientallen te- gelijk machinaal uitgeboord'^^. Brouwer was geen gemakkelijke
man. Het uitvoerend werk kon hij slecht delegeren. Wat de financiën betrof, was het ver- trouwen in zijn medewerkers te groot. Zijn bedrijf was geen fi- nancieel succes. Dank zij de |
||||||||||||||||
Het Internaat van
het Christelijk Lyceum, circa 1930. Collectie Gemeente- archief Zeist. |
||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||
juni 2007
|
||||||||||||||||
Een school die te duur was
|
||||||||||||||||||
131; Polano 1949,133; Reinink 1975,13
e.v.; en Bock 1983,187 -190 en 417. 11 Polano 1949,133.
12 De Vader van G. van Hoogevest is
knecht/ timmerman in een werkplaats geweest; hij maakte hier een aannemings- bedrijfvan; dit is nu het meer dan 100 ja- rig bestaand Aannemingsbedrijf van Hoogevest te Amersfoort. 13 Zie inventarisatiekaart van het Bureau
Monumentenzorg Amersfoort van 25 november 1986; Monumenten inventa- risatie Project Provincie Utrecht, object- nummer AMF 533; Gemeentearchief Amersfoort, bouwtekening 24.204 en 82.081;enCramerz.j.,64. 14 Zie inventarisatiekaart van het Bureau
Monumentenzorg Amersfoort van 21 november 1986; Monumenten Inventa- risatie Project Provincie Utrecht, object- nummer AMF 24; Gemeentearchief Amersfoort, bouwtekening 26.140 e.v.; en Cramer z.j., 64. 15 Zie Gemeentearchief Amersfoort, bouw-
tekening 29.136 e.v.; en Cramer z.j., 64. 16 Zie Monumenten Inventarisatie Project
Provincie Utrecht, objectnummer AMF 792; Gemeentearchief Amersfoort, bouw- tekening 33.586 e.v.; en Cramer z.j., 65. 17 Zie Monumenten Inventarisatie Project
Gemeente 's Gravenhage, Bureau Monu- mentenzorg van 17 april 1990; Wils 1926, 280-283 en plaat 31; Rosenberg 1988,269 en 326;cn van der Weel 1975,149-157. 18 Kolman 1996,285.
19 Rosenberg 1988,326.
20 Gemeentearchief Amersfoort, bouw-
tekening 33.586 e.v.; Cramer z.j., 71. 21 Cramer z.j., 114.
22 Broekhoven en Barends 1995,143-144.
23 Ibidem, 182-183.
24 Cramer z.j., 98.
25 Zie Van Hoogevest 1988.
26 Voor literatuur over het Internaat zie ook
Blijdestein 1996; Van Dijk 1925; Vunde- rink 1965; Weststrate 1925 en Anonym, Zetten-Zeist 1909 -1984. Bij de beschrij- ving van het pand hebben we dankbaar gebruik kunnen maken van kopieën van de oorspronkelijke architectentekenin- gen van G. van Hoogevest uit december 1919 van voor -, achter - en zijgevels, wel- ke welwillend door het architectenbu- reau G.W. van Hoogevest te Amersfoort ter beschikking gesteld zijn. 27 Algemeines Künstlerlexikon: die bilden-
de Künstler aller Zeiten und Völker, München 1992,404.; Spruit-Ledeboer |
||||||||||||||||||
steun van een aantal Rotter-
damse mecenassen heeft hij het toch kunnen bolwerken, zij het ten koste van zijn eigen ge- zondheid. Terecht stelt Ebbinge dat Brouwer een tegenstrijdige persoonlijkheid was, die echter belangrijke vernieuwingen in de aardewerkproduktie en de deco- ratieve bouwplastiek tot stand heeft gebracht^9. Brouwer ging er van uit dat de beeldhouw- kunst een bescheiden plaats in de compositie van de gevel dien- de in te nemen. Het plastiek moest vooral de functie van het bouwwerk onderstrepen. De sa- menwerking met de architect stond bij hem voorop. Zijn bouw- plastiek combineerde met name goed met de baksteen van de Amsterdamse School. Zijn voor- beelden zocht hij bij de klassie- ken en in het Oosten. Zijn werk werd door veel architecten ge- waardeerd. Daarvan getuigde de indrukwekkende lijst van namen van hen die hem opdrachten ver- schaften: naast Van der Steur ko- men in deze lijst voor J. Th. Cuy- pers, J.M. van der Mey, P. Kramer, D. Staal, W.M. Dudok, W. Krom- hout en D.G. Logemann. Om dit gevarieerde gezelschap tevreden te stellen moet Brouwer zeer cre- atief zijn geweest. Zijn persoon- lijke stijl verloor hij hierbij echter niet uit het oog. De plastiek van het Internaat is een fraai voor- beeld van zijn kunnen. Samenvatting
Het Internaat aan de Krakelingweg
is vanwege zijn architectuur met zijn verwantschap aan de Amster- damse School, zijn ligging, zijn de- coratie zowel die van het exterieur als van het interieur terecht een monument. De architectuur van Van Hoogevest en de bouwplas- |
tiek van Brouwer vormen een ge-
heel. Jammer genoeg is er over de architect minder bekend. Het gebouw is echter niet alleen
interessant vanwege zijn architec- tuur, maar ook om zijn geschiede- nis en die van zijn bewoners. Dat maakt dit monument des te aan- trekkelijker. De geschiedenis moet echter nog wel beschreven wor- den. Het pand is in goede handen en de bestemming is geheel in overeenstemming met de aard van het pand. De inrichting is ka- rakteristiek en sfeervol, maar wel verouderd. Er zijn meer van dit soort panden in en om Zeist. Het onderhoud van deze monumenta- le panden is duur. Men kan dan ook niet verwachten dat een oplei- dingsinstituut blijvend in staat zal zijn dit pand in goede staat te hou- den. Een commerciële exploitatie van het pand, bijvoorbeeld als ho- tel, zou het monumentale karak- ter zeker schaden. Het is te hopen dat het Internaat niet alsnog te duur wordt. |
|||||||||||||||||
Noten:
1 Dit artikel is een bewerking van een
werkstuk voor de Faculteit Kunstgeschie- denis van de Universiteit van Utrecht dat in verkorte vorm eerder verscheen in het Nieuwsblad Monumentenzorg en Ar- cheologie van de Gemeente Amersfoort. 2 Weststratel934,18e.v,
3 Blijdestein 1984,123 e. V.
4 Koopmans 1925,1 e.v.
5 Rutgersl925,6e.v.
6 Ibidem, 7.
7 Helfenrath en Nijenhuis 1988,135.
8 Weststratel934,28.
9 Voor de historie van het schoolgebouw
over de laatste 200 jaar zie Boersma en Verstegen 1986. 10 Zie voor Theodorus Sanders: Scheen
1970,285; Blijdestein Utrecht, 130 en |
||||||||||||||||||
66
|
||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||||
juni 2001
|
||||||||||||||||||
Van Dijk 1925, Ds H. van Dijk, 'Ons Inter-
naat', Christelijk Lyceum met internaat te Zeist, Zeist z.d. (waarschijnlijk uitgegeven omstreeks 1925). Ebbinge 1980, E. Ebbinge, W.C. Brouwer
(1877-1933) aarden vaatwerk- tuinaarde- werk - bouwaardewerk. Catalogus van het Gemeentelijk Museum 'Het Princesse- hof, Leeuwarden 1980. Van den Eijnde 1920, H.A. van den Eijnde,
'De beeldhouwkunst van heden', Wendin- ^en (1920) 3, pp 3. Haslinghuis 1997, E.|. Haslinghuis, H. lanse.
Bouwkundige termen: verklarend woor- denboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden 1997. Helfenrath & Nijenhuis 1988,1.F. Helfenrath
en Ad Nijenhuis, 'Uit het Zeister leven ge- grepen'. Een beeldverhaal van 1900-1940, Zeist 1988. Van Hoogevest 1988, T. van Hoogevest,
G.W. van Hoogevest, Stijn Verbeek, Sig- natuur in steen: vijfkerkenrestauratie-ptan ;968-;98«, Utrecht 1988. Kolman 1996, Chris Kolman e.a.. Monumen-
ten in Nederland, Utrecht, Zeist 1996. Koopmans 1925, dr. 1.). Koopmans, 'Van
stekje tot boom, 1864 -1925', Gedenkboek van het Christelijk Lyceum te Zetten Ly- ceum te Arnhem, uitgegeven bij gelegen- heid van het 60-jarig bestaan, 1864 -1924, Arnhem 1925. Polano 1949, Sergio Polano, Hendrik Petrus
Berlage. Het complete werk. Alphen aan den Rijn 1949. Reinink 1975, A.W. Reinink, Amsterdam en
de Beurs van Berlage, reacties van tijdgeno- ten, 's Gravenhage 1975. Rosenberg 1988, H.P.R. Rosenberg, Chnsti-
aan Vaillanten Dirk Valentijn, Architec- tuur Gié Den Haag 1800-1940, Den Haag 1988. Rutgers 1925, dr. H.C. Rutgers, 'Onze Veree-
niging', Christelijk Lyceum met internaat te Zeist, Zeist z.d. (waarschijnlijk uitgege- ven omstreeks 1925). Scheen 1970, Pieter A. Scheen, Nederlandse
Beeldende Kunstenaars 1750-1950, 's Gra- venhage 1970. Spruit-Ledeboer 1977, Mieke S. Spruit-Lede-
boer, Nederlandse Keramiek 1900-1975, Assen/ Amsterdam 1977. Vunderink 1965, Ds. G.W.C. Vunderink,
Jongens Internaat, Heemstede 1965. Van der Weel 1975, A. van der Weel Czn,
Haagse Hervormde Kerken en Kapellen, Amsterdam 1975. Weststrate 1925, dr. H.A. Weststrate, 'Ons
|
Lyceum', Christelijk Lyceum met internaat
te Zeist, Zeist z.d. (waarschijnlijk uitgege- ven omstreeks 1925). Weststrate 1934, dr. H.A. Weststrate, 'Vijf en
twintig jaren', Zetten-Zeist 1909 -1934, Utrecht 1934. Wils 1926, lan Wils, 'De Julianakerk te 's Gra-
venhage, arch. G. van Hoogevest, B.N.A., Amersfoort', Het Bouwbedrijf (1926) 2, 280-283. Bouwkundige termen:
Aangekapt schilddak dak gevormd door
twee driehoekige schilden aan de smalle en twee trapeziumvormige aan de lange zijde, met een oplopende knik in de hel- ling. Architraaf of hoofdbalk het onderste dra-
gende deel van het hoofdgestel, rustend op (de kapitelen van) de zuilen, b.v. van een klassieke tempel. Gesmoorde Hollandse pan: een gegolfde,
door gebrek aan zuurstof in de steenoven grijs gekleurde pan van rood aardewerk die zich omstreeb 1500 ontwikkelde en later Hollandse pan werd genoemd. Guttae: meervoud van het Griekse woord
'gutta' of druppel: versiering bij de Dori- sche orde tussen de kroonlijst en de fries, b.v. van een tempelfronton. Kettingverband: metselverband waarbij bak-
stenen afwisselend met twee of drie strek- ken en een kop zijn gerangschikt. Kolossaal verjongende steunbeer: verzwa-
ring van het muurwerk, opgaande over de volle hoogte van de gevel en in door- snede naar boven afnemend. Korbeel: schoor, paal, balk of stijl tussen een
vertikaal en een horizontaal onderdeel van een houtconstructie om de belasting op te vangen, in dit geval tussen de muur en de balken van het plafond. Persienne: vensterluik, buiten zonneblind
met horizontale schuin neergeklapte lat- ten, te vergelijken met jaloezieën, doch niet beweegbaar. Rollaag: metselverband waarbij de bakstenen
op hun kant zijn gerangschikt. Rozet: concentrisch roosvormig ornament.
Sluitsteen: middelste steen in een boog of
strek, b.v. boven een venster, vaak van natuursteen. Tromp: koepel- of kegelvormig overgangslid
dat de verklimming van een vlak naar een veelhoekige of ronde bovenbouw be- werkstelligt, in dit geval van de vlakke bouwmuur naar de driehoekige erker. |
|||||||||
1977,335; Ebbinge 1980; tevens werd
Brouwer's autobiografie uit 1927 geraad- pleegd; deze bevindt zich in het Brouwer Axchief bij het Rijksbureau voor Kunst- historische Documentatie, Den Haag. 28 Van den Eijnde 1920,3.
29 Ebbinge 1980,19.
Geraadpleegde archieven:
Bouw- en Woningtoezicht Gemeente Zeist,
Zeist.
Gemeentearchief Amersfoort, Amersfoort. Gemeentearchief Zeist, Zeist. Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Archief en Foto- en tekeningenarchief
Zeist.
Literatuurlijst:
Atgetneincs Künstlerlexikon: die bildende
Künsikr aller Zeiten und Völker, Mün- chen 1992. Anonym,'Zctlra-Zeis(, 1909-1984', Gedenk-
boek bij het 75 jarig bestaan van het Chris- telijk Lyceum, z.j., z.pl. Blijdestein 1984, Roland Blijdestein, Zeist,
Groei en Bouw; Huis ter Heide, Lyceum kwartier en Austerlitz. Een inventarisatie van waardevolle gebouwen, Zeist 1984. Blijdestein 1996, R. K.M. Blijdestein, M. La-
man, K. Loeflf, Naar een bescherming van jongere bouwkunst, selectie Gemeente Zeist, Zeist 1996. Blijdestein Utrecht, Roland Blijdestein en
Marinus Kooiman, Architectuur en stede- bouw in de provincie Utrecht 1850-1940, Zwolle/ Zeist z.d. Bock 1983, Manfred Bock, Anfange Einer
Neuen Architectur, Berlages Beitragzur Architektonischen Kultur der Niederlande im Ausgehenden 19. jahrhundert, 's Gra- venhage/Wiesbaden 1983. Boersma en Verstegen 1986, Tjeerd Boerstra
en Ton Verstegen, Nederland naar school, Twee eeuwen bouwen voor een ver- anderd onderwijs, z.p., z.d. (uitgegeven in Rotterdam 1986, in het kader van de ten- toonstelling 'Nederland naar school'). Broekhoven en Barends 1995, Sabine Broek-
hoven en Sonja Barends, De Bilt, Geschie- denisenarchitectuur, Zeist 1995. Brouwer 1930, Willem C. Brouwer, 'Een en
ander over ceramiek', Het Nederlandsch en Nederlandsch-lndisch Huis Oud en N!eMW,lrg. 130,130-146. Cramer, Max Cramer, Amersfoort Monu-
menten Inventarisatie Project, Architec- tuuren Stedebouw 1850-1940, Zwolle/ Amersfoort z.d. |
||||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||
juni 2001
|
||||||||||
De hennepwerven van lopik
|
||||||||||||||||||||||||
Nettie Stoppelenburg
Hennepteelt heeft in de laatste decennia een be-
tekenis gekregen die wel heel anders is dan in de voorgaande eeuwen. De hennepteelt in de Lopiker- en Krimpenerwaard en in het Land van Woerden had toen namelijk te maken met de touwproductie. Met de opening van het touwmuseum 'De Baanschuur' in Oudewater krijgt deze vrijwel vergeten bedrijfstak uit de Gouden Eeuw van Nederland nieuwe aandacht. Het Utrechts Archief bezit één van de interes- santste items op het gebied van de hennepteelt: het kaartboek van de hennepwerven van Lopik. |
||||||||||||||||||||||||
een veld van verteerbare stoppels
achter en ook dit draagt bij tot de verbetering van de bodemstruc- tuur. Hennep groeit in een korte periode tot een hoogte van twee tot drie meter, zodat het onder- groeiende onkruid verstikt. Het kan jaren achtereen op hetzelfde perceel worden verbouwd, zodat de boeren speciale hennepwerven of'henneptuynen' aanlegden voor de teelt. De vezelhennep werd ver- werkt tot garen voor scheepstouw, visnettenen zeilen. Samen met Willeskop is Lopik de
oudste ontginning in de Lopiker- |
belangrijkste kerken in de stad
Utrecht. Lopik viel onder het aarts- diakonaat van het kapittel dat ver- bonden was aan de kerk van Sint Marie. Het merendeel van de pol- der Lopik, ten noorden van de Lopi- kerwetering, was tot 1795 zelfs in bezit van dat kapittel. Toen de stad Utrecht overstapte op het prote- stantse geloof namen protestan- ten zitting in de kapittels om de eigendommen te beheren. Bij het archief van het kapittel van
Sint Marie in Het Utrechts Archief bevindt zich een fraai kaartboekje, dat helemaal gewijd is aan de hennepwerven van Lopik. Dit kaartboekje werd in 1607 gemaakt door landmeteren kaartmaker Jan Rutgersz. van den Berch. Hij heeft de hele polder van Lopik in kaart gebracht: van de molen bij Zeven- der tot voorbij de molen van Ba- tau. En overal tekende hij hennep- werven, 'tuynen' zoals hij schreef, en noteerde hij de oppervlakte. Al dat werk had een financiële ach- tergrond. De boeren dienden een tiende van de opbrengst te over- leggen aan het kapittel van Sint Marie. De hennepteelt was eigenlijk een
gevolg van afwateringsproblemen in de polders en geen eerste keuze van de boeren. De grond werd na- melijk na de ontginning gebruikt als akkerland. Sloten en weterin- gen zorgden voor de afwatering. Al snel begon de bodem in te klinken, zodat het land te drassig werd voor akkerbouw. Er werden boezems aangelegd om het water beter af te kunnen voeren naar de rivieren. Na verloop van tijd werd de na- tuurlijke afwatering van de boe- zems onmogelijk. Er werden mo- lens gebouwd om het waterpeil op een aanvaardbaar niveau te hou- |
|||||||||||||||||||||||
Hennep is geen inheems gewas in
Nederland: het is afkomstig uit Azië. Er zijn diverse soorten hen- nep, variërend van soorten die meer vezels produceren tot soor- ten waarvan de vrouwelijke va- riant hasjiesj produceert. Het Ne- derlandse klimaat is meer geschikt voor de vezelproducerende plant. Hennep ontwikkelt een diepdoor- dringend wortelstelsel, dat de structuur van de grond verbetert. Als bij de oogst de plant niet wordt uitgetrokken maar gesneden, blijft |
waard: kort voor 1100 gingen de
kolonisten aan de slag. De ontgin- ningen in de Lopikerwaard werden uitgegeven door de bisschop van Utrecht. De kolonisten sloten meestal een copecontract en moesten een symbolisch bedrag aan 'tijns' betalen. De verantwoor- delijkheid voor de parochies in de nieuwe ontginningen was door de bisschop verdeeld tussen de aarts- diakensvan de Utrechtse kapittels. Die kapittels bestonden uit de col- leges van kanunniken van de vijf |
|||||||||||||||||||||||
De meest westelij-
ke van de twee tui- nen van Lamhert Cornelis, tussen Lopikerweg West nr. 102 en nr. Wla. |
||||||||||||||||||||||||
68
|
||||||||||||||||||||||||
Foto's: auteur.
Landkaarten uit
het kaarthoek van
de hennepwerven
van Lopik, Het
Utrechts Archief.
|
||||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||
juni 2001
|
||||||||||||||||||||||||
eenden in de vele eendenkooien,
maar de eendeneieren konden ook geraapt worden. De boeren waren verplicht om de eenden, net als de kippen, vast te zetten in de periode dat de hennep werd ingezaaid en ontkiemde^. Ze moesten hun een- den dus kortwieken en achter hek- ken kunnen houden. Overigens hielden de boeren ook kippen, maar daar werd wel belasting op geheven, het 'hoendergelt' 3. Vooraan de kavel lagen de stukken
hennepland. Elke hennepakker of 'werf was omgeven door sloten en langs de sloten stonden wilgen. Voor de teelt van hennep is veel mest nodig. Alle stalmest werd dan ook gebruikt voor de hennep- akkers. De akkers werden ook nog eens met bagger opgehoogd. Hen- nepland was van hoge waarde. In de lijsten van de schadevergoedin- gen na de overstromingen van 1751 en 1760, stelde men de huurwaar- de van wei- en hooiland op twaalf gulden per morgen en dan werd er nog eens vier gulden per morgen extra uitbetaald als schadevergoe- ding voor de inkomstenderving door het groeien van heermoes en ander onkruid. Maar de waarde van hennepland werd op vijftig gulden per morgen gesteld! Overi- gens is een 'morgen' een opper- vlaktemaat die al vanaf 1820 offi- cieel niet meer wordt gebruikt. Een 'morgen' was niet overal even groot. De meest gebruikte is de Rijnlandse morgen van 8516 m^ (ruim 4/5 hectare). Het zou moeten gaan om een oppervlak dat in één morgen bewerkt kan worden. Het jaar kende voor de boer een
vaste indeling. Tussen januari en mei kalfden de koeien. De melk- productie kwam dan op gang. In mei zaaide de boer zijn hennep- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boerderij Lopiker-
weg West met op de voorgrond de Lopikerwetering. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het boerenleven en het boerenbe-
drijfvan toen zagen er wel anders uit dan dat van tegenwoordig. De boerderijen waren gebouwd van hout en leem en voorzien van een rieten dak. Pas in de zeventiende eeuw werden de eerste bakstenen hoeves gebouwd. De lemen huizen hadden een belangrijk nadeel: er kon gemakkelijk worden ingebro- ken. Met een schop, een hak of een mes kon een gat in de muur wor- den gemaakt. De vele rondzwer- vende vagebonden maakten daar maar al te vaak misbruik van. Toch waren veel boerenerven niet zo ge- makkelijk te betreden, want over de sloten langs de wegen lagen geen bruggen. Er waren wel brug- gehoofden en op het erf waren dan ook planken om een brug neer te leggen. Maar als de planken niet werden gebruikt, werden ze weg- gehaald. De brede sloten waren namelijk belangrijker dan de we- gen. De boeren gingen vaker met hun schouw door de sloot dan met paard en wagen ofte voet over de modderige wegen, ledere boer had minstens één schouw. Schouwen werden gebruikt voor het vervoer van mensen, vee, melk, hooi en mest. Na de grote overstromingen van 1751 en 1760 werd de wegge- spoelde mest genoteerd per schouw: zoveel 'schouwe misse weggespoeld' staat er dan\ Aan de slootkanten van het boe-
renerfwas plaats voor eenden nes- ten, al dan niet in broedkorven. De tamme eenden fungeerden als lok- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den. Maar inmiddels was de mees-
te grond toch niet meer geschikt voor akkerbouw. De boeren be- gonnen met veeteelt en ze combi- neerden dat met de teelt van hen- nep. Hennep groeide uitstekend op de drassige poldergrond, vooral wanneer de mest van het vee op de 'hennepwerfjes' was opge- bracht. Rond 1500 was de teelt van hennep heel belangrijk geworden. Hoe meer de visserij en de scheep- vaart zich ontwikkelden, hoe meer vraag er kwam naar touw en dus naar hennep. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Detail vnii kaart I
uit het kaarthoek
van de henncpwer-
ven van l.opik met
op de derde kavel
ten oosten van de
molen hij Zeven-
der 'Lamhert Cor-
nelis - twee oude
tuynen voor aende
wech gelegen groot
2}f< roe'.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
69
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
juni 2001
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uiteindelijk stond de koe 'droog'.
De laatste drie maanden voor het kalven kon de koe dan haar voer gebruiken voor het groeiende kalf. De boer slachtte zijn varken, rooide zijn knollen en plukte de appels en de winter kon komen. Had het ge- zin trek in vers vlees of was er extra geld nodig, dan was de boer blij als hij een eendenkooi bezat. Voor de vrouwelijke hennepplanten was in het najaar maar weinig tijd ge- weest. Voordat ze waren geroot, was al wel het zaad gedorst. De stengels van vrouwelijke planten waren te dik om te braken en ze moesten dus geschild worden. '5a- ling of schil hennip' werd dat ge- noemd en meestal stonden ze in februari nog in de schuur om ver- werkt te worden. En ondertussen begon dan het kalven van de koei- en en dan was er voor de boer weer een jaar verstreken... In de zestiende en zeventiende
eeuw leverde de verbouw van hen- nep veel op. Er was een enorme vraag naar touw en in de stadjes rond de Lopiker- en Krimpener- waard, zoals IJsselstein, Schoonho- ven en Oudewater, waren vele touwslagerijen. De uitbreiding van de hennepteelt blijkt ook uit het kaartboekje. Er wordt gesproken van 'oude henniptuynen' maar ook van 'nye henniptuynen'. De mees- te hennepwerven lagen dichtbij de boerderijen in verband met het vervoer en de verwerking van de hennep. De oppervlakte van de hennepteelt in Lopik bedroeg in 1607 ongeveer driehonderd hond of vijftig morgen. Dat is in moder- ne oppervlaktematen 42,5 hectare. Het kaartboekje laat de hennep-
teelt op haar hoogtepunt zien. In de tweede helft van de zeventien- de eeuw was die tijd al voorbij. In |
|||||||||||||||||||
Tuin 6 en rechts op
de achtergrond
tuin 5 bij Lopiker-
weg West 51.
|
|||||||||||||||||||
land in. De koeien konden naar
buiten zodra er genoeg gras groei- de. Er werd een stier bij de koeien gelaten, zodat ze weer drachtig raakten. Eind juli oogstte de boer de mannelijke hennepplanten, maar de vrouwelijke planten moesten nog een maand blijven staan. De gerooide of gesneden hennepplanten werden op bossen gebonden en in de sloot gelegd om te 'roten'. Dat diende om de hen- nepvezel los te maken van de hou- tige kern van de plant. De boeren namen de bijbehorende stank maar voor lief: het was tenslotte hun inkomen! Voorbijgangers dachten er soms wel anders over. Schout en schepenen van de dor- pen trokken zich ook niets aan van de stank, maar toch waren er wel regels. Het was verboden om hen- nep te laten roten in de sloten langs de wegen om de doorgang voor de schouwen niet te belem- meren3. Na een dag of tien werd de hennep te drogen gezet tegen de knotwilgen of tegen een specia- le stelling. Dan werd de hennep nog eens boven vuur nagedroogd, zodat het kurkdroog werd voor de volgende behandeling: het 'bra- ken'. Met de braak werden de hen- nepstengels gebroken zodat hout- pijp en vezel werden gescheiden. Het drogen boven vuur en het bra- ken werd in een speciale 'braakhut' gedaan vanwege het brandgevaar. Zo'n braakhut stond namelijk op een apart erf, zodat het vuur niet naar de hoeve over kon slaan. In de |
|||||||||||||||||||
Detail van kaart 6
uit het kaartboek van de hennepwer- ven van Lopik. 'Reyer lan Joosten ses tuynen bij thuys ende achter oever de voorste wetering 5 akkerbaulants. |
|||||||||||||||||||
oorspronkelijke aanwijzende tafels
van het kadaster van 1832 worden nog braakhutten vermeld in de boerenbuurten. Op de kaartjes in de zeventiende en achttiende eeuwse kaartboeken staan ze ech- ter niet aangegeven. Om de hout- resten te verwijderen werd de hen- nep na het braken nog door de 'hekel' gehaald. Een braak en een hekel konden door de boer zelf worden gemaakt. Een braak be- staat uit twee planken voorzien van balkjes die in elkaar vallen. Een hekel is gemaakt van een houten balk waarop spijkers staan. De boer gebruikte in principe alleen een grove hekel. Al met al: een be- werkelijke procedure voordat de boer zijn eerste oogst klaar had voor de verkoop. Inmiddels was het al najaar gewor-
den en de boer zette zijn koeien weer op stal. De melkgift zakte en |
|||||||||||||||||||
70
|
|||||||||||||||||||
Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||
jur)i 2001
|
|||||||||||||||||||
rond hun buik bezorgde hen de bij-
naam 'geelbuiken'. De voorraden hennep en garen werden opgesla- gen in 'baanschuren'. Bovendien hadzo'n baanschuureenaanbouw waar het grote wiel van de baan overdekt stond opgesteld. Elke morgen gingen de deuren open en werd het garen ingespannen. Vrouwen en kinderen draaiden het wiel waarmee het dunne spinsel tot steeds dikker en sterker garen werd getwijnd. Van de tientallen baanschuren die Oudewater ooit telde, zijn er nog twee over. In één daarvan is nu het museum geves- tigd. Oude gereedschappen, een lijnbaan, video's en foto's brengen het verleden van boer en baander tot leven. Hier kan de bezoeker het verhaal van de spinnende geelbui- ken zien, horen, voelen en ruiken. |
||||||||||||||||||
Het Swaantje,
Lopikerweg West 46,
met daarnaast de
Damweg.
|
||||||||||||||||||
1672, bij de inval van de Fransen,
werd ook Lopikerwaard onder wa- ter gezet als deel van de Hollandse Waterlinie, Binnen enkele jaren volgde een dijkdoorbraak. Over- stromingen betekenden altijd een grote schadepost aan de hennep- werven, omdat de opgehoogde grond - bagger en mest - weg- |
||||||||||||||||||
landschap dat in het kaartboekje
uit 1607 werd gedocumenteerd. De eerste tuin van Lambert Corne- lis bijvoorbeeld, vlak bij de molen van Zevender. En de tuinen 6 en 5 van ReyerJan Joosten, een paar ki- lometer oostwaarts voorbij Ca- bauw. Op de plaatsen waar in 1607 een boerderij stond, staat in de meeste gevallen ook nu nog een boerderij. Om maar eens een voorbeeld te noemen: het huis dat ooit van Cornelis Hendrixs Floxen was en vervolgens van Tonis Joos- ten is nu bekend als Lopikerweg West 46 of 'Het Swaantje'. En 'De Steech nae Oudewatertoe' is niets anders dan de Damweg. In Touwmuseum 'De Baanschuur'
in Oudewater worden zowel het productieproces van hennep en touw als de producenten belicht. Dat de touwindustrie een belang- rijke rol vervulde in de economie van Oudewater, is inmiddels wel bekend. Zelfs de beroemde 'Hek- senwaag' dankt haar bestaan aan de handel in hennep en touw. Na de verwoesting van Oudewater in 1575 werd de waag versneld her- bouwd door het heffen van een ex- tra belasting op het wegen van hennep. Op de lijnbanen in de Ach- ter- of Wijngaardstraat, in de Bieze en op en langs de wallen van het stadje verdienden ooit honderden inwoners van het stadje hun brood met het spinnen van garen en het slaan van touw. De gele hennep |
||||||||||||||||||
Kaart 7 uit het
kaarthoek van de
hennepwerven van
Lopik met uiterst
links: 'Cornelis
Hendrixs Floxen
nu loiiis ]oosten
heeft drie tuijnen
bij thuijs.
|
||||||||||||||||||
Noten:
1. Arcliief van Schout en Gezworenen van
's Hecraertsberg en Bergambacht, inventarisnrs 168 en 171. 2. Archief van Schout en Gezworenen van
's Heeraertsberg en Bergambacht, inventarisnr. 1 3. Archief van Schout en Gezworenen van
's Heeraertsberg en Bergambacht, inventarisnr. 61. Het betreft hier jaar- rekeningen over de periode 1688-1703. Geraadpleegde archieven:
Het Utrechts Archief, Archief van het
kapittel van Sint Marie.
Het Utrechts Archief, Archief van de Heerlijkheid Hoenkoop.
Streekarchief Krimpenerwaard, Archieven van de gemeenten Bergambacht en
Stolwijk.
Gemeentearchief Oudewater, Oud-archief van de gemeente Oudewater.
Literatuur:
W.F.J. den Uyl, De Lopikerwaard.
Utrecht, 1963. |
||||||||||||||||||
spoelde. In de achttiende eeuw
kregen de boeren te maken met veepest en dus met een tekort aan mest. De enorme schade van de overstromingen in 1726, 1747, 1751 en 1760 werd nog eens vergroot door de veepest omdat het vee van diverse boeren noodgedwongen bij elkaar gedreven werd op de ho- gere plaatsen. Tegen het einde van de achttiende eeuw werd In Lopik nog maar acht morgen en vier hond gebruikt voor hennepteelt. Veldonderzoek wijst uit dat er nog steeds resten over zijn van het |
||||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||||
jurii 2001
|
||||||||||||||||||
Jaarverslag Vereniging Oud-Utrecht 2000
|
||||||||||||||||
Algemeen
Het doel van de vereniging waar-
naar sinds het lustrumjaar 1998 werd gestreefd is gerealiseerd: in het jaar 2000 werd het 2000ste lid geregistreerd. Het bestuur stelde een beleids- plan op waarin de doelstellingen en plannen voor de komende vijf jaar zijn verwoord. Dit werd in twee delen in de beide ledenver- gaderingen vastgesteld. Het bestuur hield zich veel bezig met de erfenis van mevrouw A.H. Ulbrich. Er werd een stichting op- gericht voor het beheren van het vermogen. Door bestuur en leden werden voorstellen gedaan voor het besteden van de revenuen van het vermogen voor het jaar 2001. Er werd besloten tot de vol- gende bestedingen: een jaarlijkse grote activiteit voor leden (in 2001 ƒ13.000,-), het uitbrengen van één extra (thema)nummer van het Tijdschrift (ƒ12.500,-), het aan- trekken van een eindredacteur van het Tijdschrift (f 10.000,- voor vijf nummers in 2001), het laten schrijven van een artikel over een onderwerp uit de witte-vlekken- lijst voor het Jaarboek (ƒ7.500,-) en het ondersteunen van de Ka- dastrale Atlas 1832 van Vleuten- De Meern-Haarzuilens (ƒ 5.000,-). Bestuur, redacties en commissies
De samenstelling van bestuur,
redacties en commissies was in 2000 als volgt: Bestuur
Mr.P.A. Blok, voorzitter
P. Kroes, penningmeester Mw. drs. CCS. Wilmer, secretaris Dr. R.E. de Bruin, lid (tot 23 no- vember) Mw. drs. M.E.C. Dirven, lid
Mw. drs. J. Vroemen, lid Mw. dr. M. van de Vrugt, lid |
||||||||||||||||
Redactie Tijdschrift
Dr. B. van den Hoven van Genderen
Mw. drs. M.C. van Oudheusden
Mw. drs. J.C.M. Pennings
R.P.M. Rhoen
Mw. drs. B. van Santen
Mw. drs. M.A. Vugts
Mw. dr. M. van de Vrugt, namens
het bestuur
Redactie Jaarboek
Mw. drs. M.A. van der Eerden-
Vonk Dr. P.D.'tHart
Mw. drs. A.L Jordens Drs. H.L.Ph. Leeuwenberg Drs. A. Pietersma Drs.M.H.Stafleu Activiteitencommissie
P.J.M. Collard
J.J.W. Hauptmeyer
H. Luijsterburg
Mw. drs. P.M. Stoppelenburg
H. Uppelschoten
Mw. N. Vlot-Werner
Mw. drs. J. Vroemen, namens het
bestuur (tot 23 november)
J.H. de Wit
Commissie Actuele Ontwikkelingen
D. van Batenburg
E.Teunissen L.A. van derTuuk Commissie van Acht
Mr.P.A. Blok, namens het bestuur
Ir. CA. Bos
Drs.J. Luijt
B.J. Martens van Vliet
L.A. van derTuuk
Oud-Utrecht op Internet
Drs.J. Luijt
Het bestuur vergaderde elf keer
op de vaste vergaderplaats, de Fundatie van Renswoude, en twee keer ten huize van be- stuursleden, waarvan één keer |
samen met de Activiteitencom-
missie. In het bestuur trad een verande-
ring op. De heer R.E. de Bruin verliet het bestuur in de na- jaarsvergadering wegens druk- ke werkzaamheden. Het be- stuur was er toen nog niet in geslaagd een opvolger te vin- den, die bij voorkeur werkzaam in of nauw betrokken bij de Utrechtse museumwereld zou moeten zijn. Er was geen wijziging in de
redactie van het Tijdschrift. In de Jaarboekredactie nam de heer Stafleu de plaats in die was ontstaan na het vertrek van de heerT.J. Hoekstra. Bij de Activiteitencommissie nam mevrouw J.C. van Kuipers-van der Wal afscheid. In de overige commissies deden
zich in het verslagjaar geen ver- anderingen voor. Tijdschrift
Het tijdschrift bood in zes afle-
veringen een grote verscheiden- heid aan onderwerpen. Het werd uitgebreid met vier pagina's en met kleur in het binnenwerk. Vaste rubrieken waren dit jaar 'tuinen en parken' en 'aardkundi- ge werken'. Jaarboek
Het Jaarboek 2000 bevat vijf gro-
te artikelen over diverse onder- werpen, waarvan één betrekking heeft op de hoofdstad, en de kro- niek over het jaan999. De presentatie van het Jaarboek 2000 vond op 10 december plaats in de zaal van Palladio aan het Kleine Geertekerkhof. De heer F. Gaasbeek, een van de au- teurs, hield een causerie, waarin de onderwerpen van de Jaar- boekartikelen waren verwerkt. |
|||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||
Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||
vereniging
|
||||||||||||||||
juni 2 0 01
|
||||||||||||||||
Oud-Utrecht-prijs
Op 10 december werd tevens de
winnaar van de Oud-Utrecht- prijs 2000 bekend gemaakt. Me- vrouw Drs. M. Voorn, een van de zeventien inzenders, ontving de prijs (een bedrag van ƒ5000,-) voor haar inzending over het de- bat rond de oprichting van het Utrechtse volksbadhuis in 1904. De jury bestond uit de heren P.D. 't Hart, F.J.W. van Kan en C.H. Staal. Op 10 december werd behalve de
presentatie van het Jaarboek en de uitreiking van de Oud- Utrecht-prijs 2000 ook de Pro- vinciale Archeologische Kroniek 1998-1999 gepresenteerd en het 2000ste Oud-Utrechtlid bekend gemaakt. Tussen deze programma-onder-
delen door zorgden drie jonge musici voor een muzikaal inter- mezzo. Ledenvergaderingen en andere
activiteiten • De voorjaarsledenvergadering
werd gehouden op 22 juni in de St.-Antoniuskerk, waar ons lid C. Staal de aanwezigen na afloop rondleidde. • De najaarsledenvergadering
vond plaats op 23 november in het Broodhuis, de voormalige synagoge, aan de Springweg. Evenals bij de voorjaarsverga- dering werden de leden na af- loop geïnformeerd over ge- schiedenis van het bijzondere gebouw waarin de vereniging te gast was. De voorganger van de gemeente van Ruth, de heer K. Asberg, gaf een uitge- breide toelichting. • Hetjaarlijkse grote evenement
stond dit jaar in het teken van Karel V. Deze dag werd dan ook gehouden in het onlangs gerestaureerde Grand Hotel Karel V, op zaterdag 15 april. Er vonden lezingen plaats over Karel V (door de heer G. Petri) en over de uit Utrecht afkom- stige schilder Anthonius Mor (door mevrouw Th. Coppens) |
en een rondleiding door het
gebouwencomplex van het Duitse Huis door mevrouw L Bogaers. Na een copieus lunch- buffet werd het programma voortgezet met onder andere hofdansen uit de 16de eeuw. Wegens het grote aantal aan- wezigen werd het gezelschap in twee groepen verdeeld die in verschillende volgorde aan het programma deelnamen. Er werden nog andere activitei-
ten door de vereniging of in sa- menwerking met anderen geor- ganiseerd: • Het Historisch Café, waarvoor
in januari werd uitgeweken naar de Tapperij De Zes Vaat- jes, maar dat daarna weer - met uitzondering van de zo- mermaanden - in de kelder van 't Weeshuis plaats vond, trok steeds zo'n 25 tot 40 be- zoekers en bewees daarmee opnieuw zijn bestaansrecht, ondanks enkele nadelen die aan deze historische locatie zijn verbonden. • Voor de excursie op 19 april
naar het Derde Administratie- gebouw van de Nederlandse Spoorwegen, de Inktpot, was zoveel belangstelling dat een aantal leden teleurgesteld moest worden. • Ook de excursie naar de
Herrnhutters in Zeist (19 fe- bruari) was zeer gewild; deze werd later herhaald (13 mei). • Daartegenover stond een le-
zing over rekening rijden, in het Oude Tolhuis gepland, die wegens gebrek aan belang- stelling werd geannuleerd. • Op 24 september werd in sa-
menwerking met de Alliance Francaise een lezing gehou- den over René Descartes met een wandeling langs gebou- wen waar deze en andere Utrechtse filosofen hebben gewoond. • Omdat er zoveel leden bij de Ka-
rel V-dag in april teleurgesteld moesten worden werd in sa- menwerking met het in Gent |
||||||||||
wonende Oud-Utrechtlid de
heer L Humblet een dag in de Zuidelijke Nederlanden georga- niseerd. Op 15 oktober bracht een dubbeldeks bus ca. tachtig leden naar Gent waar zij een programma kregen voorgescho- teld dat Karel V als thema had. Na een lange en gedegen lezing van de oud-archivaris dr. J. Deca- vele over Karel V in Gent en de relatie met Utrecht, genoot het gezelschap van een warme lunch en een stadswandeling. In samenwerking met het Histo- risch Platform werden nog enke- le activiteiten georganiseerd: • een rondleiding in het Cen-
traal Museum (lójanuari) • een rondleiding in het Moluks
Historisch Museum (19 maart) • een rondleiding over de be-
graafplaats Soestbergen (29 oktober). Actuele ontwikkelingen
De Commissie Actuele Ontwik-
kelingen haalde de banden met de Historische Vereniging Vleu- ten-De Meern-Haarzuilens nader aan. Verder hadden de volgende onderwerpen de aandacht van de commissie: • de nog te realiseren tunnel on-
der het spoor ter hoogte van het Moreelsepark en de aantas- tingvan het park Nieuweroord • de gevolgen van het UCP; de
(verlengde) spoorlanen • de spoorverdubbeling (en -ver-
hoging); hierdoor worden in Vleuten de resten van het Huis te Vleuten bedreigd • de parkeergarage Lepelenburg
• de parkeergarage Lucasbolwerk
• het in depot houden van de col-
lectie Utrechtse geschiedenis van het Centraal Museum • het voormalige verzorgingste-
huis St. Hieronymus (met kapel) aan de Maliesingel • uitbreiding van het muziekcen-
trum Vredenburg ten koste van de resten van het kasteel • de nog te realiseren bidkapel bij
de Catharijnekerk aan de Lange Nieuwstraat en een eventuele verbindingsgang |
|||||||||||
73
|
|||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||
juni 2001
|
|||||||||||
Vervolg Jaarverslag 2000
|
|||||||||||||||||||||
SPOU
|
|||||||||||||||||||||
JozÉ Rutten-Nass
De Stichting Publicaties Oud-Utrecht (SPOU) is opgericht in 1988 met als doel het uitgeven van boeken over geschiedenis, archeologie en monumenten betreffende de provincie Utrecht. Aanleiding was indertijd de door de provincie geuite wens om te komen tot de publicatie van een serie gemeentelijke monumentenboeken op basis van het materiaal van het Monumenten Inventarisatie Project. Aan de wieg van de SPOU stond de Vereniging Oud-Utrecht. die niet zelf als uitgever wilde optreden. Inmiddels is de SPOU zelfstandig geworden en op eigen benen komen te staan. De banden met Oud- Utrecht zijn echter hecht gebleven. De SPOU ziet het als haar taak pu-
blicaties mogelijk te maken die kwaliteit hebben, waarvoor be- langstelling bestaat - soms bij een breed, soms bij een wat kleiner publiek - en die niet direct voor een commerciële uitgave in aan- merking komen. Daarvoor moeten aanvullende subsidies gezocht worden: bij de provincie, gemeen- ten, fondsen en het bedrijfsleven. Soms neemt de SPOU het initiatief tot een uitgave, soms wordt zij hiervoor door anderen benaderd. Bij projecten waarin meerdere in- stanties en personen participeren kan de SPOU een belangrijke coör- dinerende rol spelen. In bepaalde gevallen wordt bij publicaties sa- mengewerkt met een of meer an- dere uitgevers. De SPOU is dus geen concurrent van andere uitge- vers. Sinds enkele jaren worden de werkzaamheden van de SPOU on- dersteund door een bureau met een directeur en kon meer profes- sioneel worden gewerkt. De mo- menteel zes bestuursleden doen niet alleen bestuurswerk maar |
|||||||||||||||||||||
• het Gregoriushuis aan de He-
renstraat • het voormalige stadskasteel
Compostel aan de Canzenmarkt • de Duitse bunker aan het Ser-
vaasbolwerk • het Noorderpark (ten noorden
vandeCageldijk) • het centrale park van Leidsche
Rijn: het Rijnsche Park, waarbij twee uit 1927 daterende drui- venkassen worden bedreigd, de overblijfselen van het voorma- lig kasteel Den Engh worden verwaarloosd en oude topo- grafische structuren, zoals het Appellaantje en de Enghlaan, worden bedreigd door de aan- legvan de noordelijke stadsas • het landschap rond de Ham-
toren bij Vleuten: bedreiging door de aanleg van toeristen- voorzieningen nabij kasteel De Haar in Haarzuilens • hetgroenelint langs de Kromme
Rijn: bedreiging door hoogbouw (tot 80 meter) naast stadion Galgenwaard ('Manhattan aan de Kromme Rijn'). In de voorjaarsledenvergadering
werd het tweede deel van het be- leidsplan vastgesteld, dat was ge- wijd aan het waken over cultureel erfgoed. Om dit nader in te vullen werd op 1 november een bijeen- komst belegd met een aantal in het onderwerp geïnteresseerde le- den. Als resultaat werd besloten tot uitbreiding van de Commissie Actuele Ontwikkelingen en tot het projectmatig aanpakken van veel- omvattende onderwerpen. Als eerste zal een projectgroep Singels worden geformeerd. |
'trekken' ook verschillende reek-
sen. Daardoor kunnen de over- headkosten laag gehouden wor- den. Hoewel ook de SPOU zich niet aan de marktwerking kan onttrek- ken, is van meet af aan het streven geweest de auteurs een passend honorarium te geven en hiervoor bij subsidiënten nadrukkelijk aan- dacht te vragen. |
||||||||||||||||||||
De SPOU heeft de volgende
reeksen in haar fonds: ' Archeologische en Bouwhistori-
sche Kroniek van de gemeente Utrecht. De reeks is afgesloten met het deel over 1991-1992. • Monumenten Inventarisatie
Provincie Utrecht (M.I.P.). Be- schrijvingen van de belangrijk- ste monumenten tot 1940 (hui- zen, boerderijen, molens, fabrieksgebouwen e.d.) en een korte geschiedenis van de ge- meente. Met deze reeks zullen in dit voorjaar 27 gemeenten zijn bediend. • Utrechtse Monumenten. Infor-
matieve gidsjes voor de bezoe- kers van kerken en andere mo- numentale gebouwen in de stad Utrecht, waarvan inmid- dels deeltjes in meerdere talen zijn verschenen over de Dom- kerk, de Pieterskerk, de Domto- ren, de Aula/Pandhof, het Stad- huis en de Gertrudiskapel. |
|||||||||||||||||||||
74
|
|||||||||||||||||||||
De secretaris
|
|||||||||||||||||||||
Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||
juni 2001
|
|||||||||||||||||||||
serie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
O^ De familie van Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Bij wijze van uitzondering worden
ook wel eens afzonderlijke uitga- ven uitgebracht. Voorbeelden zijn de Vollekstoal van de stad Utrecht (een woordenlijst met gezegdes, uitdrukkingen en zinsneden op- geschreven in de Stad-Utrechtse uitspraak, waarvan eind vorig jaar de derde vermeerderde druk is verschenen), Aan het hoofd der gemeente staat een raad (over achthonderd jaar gemeenteraad van Utrecht 1196-1996) en 2000 |
jaar Utrecht, De wereld in een
doosje, de fotoalbums van de fa- milie Van Rheden, Utrecht/Wijk bij Duurstede, 1863-1876, Korte geschiedenis van de stad, waar- van ook een Engelstalige versie verscheen. In 2002 gaat de Stich- ting Stichtse Historische Reeks op in de SPOU en krijgt die de taak deze belangrijke en prestigieuze SHR-reeks voort te zetten. Geen sinecure en dus een kolfje naar onze hand. |
||||||||||||||||||||||||||||||
■ i'i'uafytraoi i'mjh.
'f \Vii-,lEaoi |
|||||||||||||||||||||||||||||||
illekstaol
de |
|||||||||||||||||||||||||||||||
t| an *vtr^cn bij .'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Derde opalemr
aangeraMe en hentlene druk met Aanhangsel |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Speciale aanbieding voor de leden
van de Vereniging Oud- Utrecht De wereld in een doosje
De onderwijzer Jordaan Everhard van Rheden begon
rond 1863 met een voor die tijd ongewone liefhebberij: fo- tograferen. In de jaren die volgden, legde hij met zijn ca- mera het leven en de woonomgeving van zijn familie vast. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Kadastrale Atlas Provincie
Utrecht. Uitgaven van de eerste kadastrale kaarten uit 1832 met lijsten van eigenaren en andere perceelsgegevens. In deze reeks zijn tot nu toe zes delen ver- schenen, waaronder als laatste het omvangrijke deel over de stad Utrecht. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Langs Utrechtse geveltekens.
Wandelgidsen langs gevelte- kens in de stad Utrecht. Utrechtse Biografieën. Levens-
beschrijvingen van bekende en onbekende Utrechters. In deze reeks zijn vijf delen over de stad Utrecht en vijf over verschillen- de delen van de provincie ver- schenen. Delen over andere re- gio's zijn in voorbereiding. Utrechtse wijken, met de voor-
bereiding waarvan inmiddels is begonnen. Tot 2004 zullen acht delen verschijnen, waarin een beeld wordt gegeven van de ontwikkeling van de wijk door de eeuwen heen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Hun huis aan de Oudegracht en de straten in de
omgeving van hun huis in Wijk bij Duurstede waren nog nooit eerder gefotografeerd. SPOU biedt de leden van de Vereniging Oud-Utrecht dit bijzonder fraaie boek-
werk aan voor een speciale prijs, te weten ƒ 15,- (normale verkoopprijs is ƒ 27,50)*. Belangstellenden dienen dit bedrag over te maken op bankrekening
69.90.53.595 t.n.v. SPOU te Bilthoven. Zodra uw betaling binnen is wordt u een bon toegezonden waarmee u het boek kunt afhalen bij de receptie van Het Utrechts Archief, A. Numankade 199 te Utrecht. Wilt u het boek thuis gezonden krijgen dan dient u ƒ 12,- extra over te maken.
* Deze aanbieding loopt tot 1 september 2001.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
7S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
juni 2001
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuursignalement
|
|||||||||||||||||||||||||||
Anneke Jansen, Het Utrechts Archief
|
|||||||||||||||||||||||||||
Boer; [eindred. Dorien Duyster]. -
Utrecht Centraal Museum, 2000. -101 p., [19 pi.]: ill.; 24 cm. - Met lit.opg. - Catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in het Centraal Museum, 8 april t/m 2 juli 2000. - Ook uitgegeven in het Engels onder de titel The Madonnas of Jan van Scorel (1495-1562) : serial production of a cherished motif. - ISBN 90- 73285-63-1 |
Begraafplaats St. Barbara], 2000.
-157 p.: ill., portr., uitvouwb. pIgr. ; 23 cm. - Uitgegeven ter gelegen- heid van het feit dat 125 jaar ge- leden de Begraafplaats St. Barba- ra werd geopend. - ISBN 90-9013745-9 Het boekje kan als wandelgids
dienst doen langs bijzondere graven, met beschrijvingen van de monumenten en soms ook over de (bekende) mensen die er begraven liggen. |
||||||||||||||||||||||||||
Verkrijgbaar bij boekhandel of uitgeverij:
Joods Rhenen : verdwenen maar
niet vergeten (1634-1916) / Wil- lem H. Strous. - [Rhenen]: Histo- rische Vereniging Oudheidkamer Rhenen e.o., 2000. - 96 p. : ill., portr., tab., tek.; 30 cm. - (Histori- sche Heuvelrug-Reeks ; io). - Met lit.opg. - ISBN 90-800286-7-3 Geschiedschrijving van het jood- se bevolkingsdeel van Rhenen van de laatste eeuwen. |
|||||||||||||||||||||||||||
Iheo van Doesburg .- oeuvre cata-
logus I onder red. van Els Hoek... [et al.] ; [tekst Marleen Blokhuis, Ingrid Goovaerts en Natalie Kamphuys ; met bijdr. van Meta Knol... [et al.]. - Utrecht: Centraal Museum, 2000. - 840 p.: ill., portr. ; 23 cm. - Met bibliografie / [Ro- man Koot]. - Met reg. - Deze publi- catie is gelijktijdig verschenen met de tentoonstelling Theo van Doesburg: schilder, dichter, archi- tect in het Centraal Museum Utrecht en het Kröller-Müller Mu- seum Otterio, van 12 maart t/m 18 juni 2000. - ISBN 90-6868-255-5 |
|||||||||||||||||||||||||||
Woerden : geschiedenis en arclii-
tectuur I Jan van Es en Saskia van Cinkel-Meester ; eindred. Agnes E.M. Jonker. - Zeist: Kerckebosch; Utrecht : SPOU, 2000. - 350 p. : ill., krt. ; 21 cm. - Met lit.opg. - ISBN 90-6720-221-5 De geschiedenis van Woerden, Kamerik en Zegveld en beschrij- ving van ruim driehonderdvijftig monumentale gebouwen in woord en beeld. Een nieuw deel in de bekende MlP-reeks. |
|||||||||||||||||||||||||||
Qlara Schumann : lettres auto-
graphes conservées a la Bibliothè- que royale de Belgique - autogra- fische brieven bewaard in de Koninklijke Bibliotheek van België I textes établis et annotés par Cerd Nauhaus; ed. Yves Lenoir. - [Bruxelles] : Bibliotheca Regia Belgica, 1999. - 29 p.: ill., portr.; 27x35 cm. - (Fontes Musicae Bibli- othecae Regiae Belgicae, Series 1: Manuscripta ; VI). - Tekst in het Nederlands, Duits en Frans Acht brieven van Clara Schumann aan de Utrechtse muziekdirec- teur J.H. Kufferath en zijn echtge- note. De brieven bevinden zich in de collectie van de Koninklijke Bi- bliotheek van België en hebben betrekking op de eerste twee concertreizen die Clara Schu- mann eind 1853 en begin 1855 naar Nederland ondernam. In het bijzonder gaan ze over de drie concerten van het Collegium Mu- sicum Ultrajectinum waarop Cla- ra onder leiding van Kufferath speelde. |
|||||||||||||||||||||||||||
Schilderkunst tot 1850 I Liesbeth
M. Helmus. - Utrecht : Centraal Museum, 1999. - 2 dl. : ill. ; 13x17 cm. - A: Selectie uit de collectie. - Concord., lit.opg., reg. - B: Catalo- gus schilderkunst tot 1850. - ISBN 90-73285-61-5 Wetenschappelijke ontsluiting
van de bijna duizend schilderijen omvattende verzameling schilder- kunst tot 1850 met bovendien een yg perceptie- en verzamelgeschiede- nis van de Utrechtse School. |
|||||||||||||||||||||||||||
Over monumenten gesproken...
monumenten en hun verhalen in Oudewater I Merel Visse. - Utrecht : Matrijs, 2000. -112 p. : ill., ill., pigr., portr.; 24 cm. - Met lit.opg. -Met lijst van monumen- ten. - ISBN 90-5345-160-9 Verhalen van eigenaren en be- woners over de geschiedenis, de betekenis en de gebruiksfunctie van maar liefst vijfenzeventig monumenten. |
|||||||||||||||||||||||||||
De huisbewoonsters van Drift 79
1931-1941 en 1945-19651 door Loek Caspers. - [S.I.]: [s.n.], 2000. - 40 p. : ill., portr. ; 21 cm. - Uitgeven ter gelegenheid van de reünie van |
|||||||||||||||||||||||||||
De madonna's van Jan van Scorel
1435-1562: serieproductie van een geliefd motief I Molly Faries en Liesbeth M. Helmus ; met me- dew. van J.R.J. van Asperen de |
|||||||||||||||||||||||||||
Gewijde aarde -. de R.K. Begraaf-
plaats St. Barbara aan de Prinses- selaan in Utrecht I Ton H.M. van Schalk. - Utrecht: [Stichting R.K. |
|||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||
jur\\ 2001
|
|||||||||||||||||||||||||||
Utrecht. - ISBN: 90-805746-1-9.
Korte weergave van de inhoud zie de nederlandse uitgave: Zwer- ven tussen Dom en Werven. |
|||||||||||||||||||||
oud-huisbewoonsters op 20 no-
vember 1999 in het Clubgebouw van de 100-jarige Utrechtse Vrou- welijke Studenten Vereniging. - Met lijst van huisbewoonsters. - ISBN 90-9013838-2 |
gedurende zijn hele leven in
Utrecht. Hij ontving in 1955 de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre. |
||||||||||||||||||||
Fietsroute Leidsche Rijn : 3000
jaar wonen .- een historische fiets- tocht van 20 kilometer I [sa- menst. en tekst Herre Wynia en Tarq Hoekstra ; eindred. Hellen Clemens en Mieke Snelleman]. - Utrecht : Matrijs, 2000. - 63 p. : ill. ; 21 cm -(- Kaart met routebe- schrijving. - ISBN 90-5345-164-1 Fietsroute door Leidsche Rijn, dat al 3000 jaar door mensen wordt bewoond. Een gids langs de be- zienswaardigheden |
Het bastion Sterrenburg te U-
trecht / A.J. Six. - Utrecht: Stich- ting De Plantage, 2000. - 31 p.; ill., 24 cm. - ISBN: 90-805746-3-5. De geschiedenis van een intrige- rend bouwwerk dat wat merk- waardig midden in een verwil- derd plantsoen ligt: het bastion Sterrenburg. Het huis Sterren- burg diende in de 18e eeuw tot inspiratie voor diverse Utrechtse kunstenaars. |
||||||||||||||||||||
Het Gele Huis -. loojaar PhRM aan
het Janskerkhof / onder red. van Jim van der Meer Mohr... [et al.]; eindred. Bert Wiskie. - [Utrecht]: Het Utrechtsch Studenten Corps, 2000. -144 p.: ill., plgr., portr.; 24 cm. - Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Sociëteit van het Utrechtsch Studenten Corps 'Placet hic Requiescere Musis' gevestigd aan het Janskerkhof. - ISBN 90-9013760-2 |
|||||||||||||||||||||
Zwerven tussen Dom en Werven :
een historische wandeling door Utrecht I samengesteld door Mar- griet Hoogendoorn en Henk Den- neman ; foto's Rem Laan. - Utrecht : Stichting De Plantage , 2000. 2e dr.. - 48 p.: ill.; 22 cm. - Uitgegeven op initiatief van 't Gil- de Utrecht. - ISBN: 90-800224-9-7 Boekje geschreven door enkele er- varen gidsen van 't Gilde Utrecht, een vrijwilligersorganisatie van 50-plussers die stadswandelingen organiseert. Aan de hand van 22 foto's van bekende bezienswaar- digheden presenteren zij een be- loopbare route door het zuidelijke deel van de binnenstad. |
|||||||||||||||||||||
De wantsenjagers I door CD. La-
ros. - [S.I.]: CD. Laros, 2000. - 232 p. : ill., krt., portr. ; 24 cm. - Met lit.opg., reg. - ISBN 90-76859-01-9 Belevenissen van onvrijwillig tij- dens de Tweede Wereldoorlog in Duitsland terechtgekomen U- trechtse studenten, vastgelegd in brieven en dagboeknotities. Het boek begint met de beschrij- ving van het Utrechtse studen- tenleven in de eerste jaren van de oorlog. |
|||||||||||||||||||||
Op gezang en vlees belust: over
leven, werk en stad van Jan Engel- man I onder red. van Liesbeth Feikema, Roman Koot en Edwin Lucas. - [Utrecht] : Kwadraat, 2000. - 206 p.: ill., portr.; 25 cm. - Met reg. - Uitgegeven ter gele- genheid van de honderdste ge- boortedag van Jan Engelman op 7 juni 2000. - ISBN 90-6481-341-8 (geb.) Dichter, journalist en criti- cus Jan Engelman woonde bijna |
|||||||||||||||||||||
Wandering the Warves: a histori-
cal walk through Utrecht city I composed by Margriet Hoogen- doorn and Henk Denneman ; photographs by Rem Laan ; translated by Emilin Lap. - Utrecht : Stichting De Plantage, 2000. - 48 p. :ill.; 22 cm. - Uitge- geven op initiatief van 't Gilde |
|||||||||||||||||||||
ff
|
|||||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||||||||||
jun\ 2001
|
|||||||||||||||||||||
Het erf als spiegel van het landschap
|
|||||||||||||||||||||
MARTINE BUSZ & HÉLÈNE HiNE, LANDSCHAPSBEHEER UTRECHT
Boerenerven zijn van oudsher verankerd in het landschap. Daarbij speelt de erf-
beplanting een belangrijke rol. Denk maar eens aan de rivierkleigebieden, waar hoogstamfruitboomgaarden het landschap bepalen. Streekeigen erfbeplanting zorgt voor een herkenbaar landschap. Dus bepaalt het boerenerf mede de identiteit van een regio. |
|||||||||||||||||||||
het streekeigen landschap is dan
ook het motto. Natuurlijk moet het geen museumlandschap wor- den. De tijd gaat vooruit en het landschap ook. De moderne be- drijfsvoering kan met behulp van bomen en struiken op harmonieu- ze wijze in het omringende land- schap ingepast worden. De bewo- ner van het buitengebied hoeft niets in te leveren. Integendeel, een streekeigen erf geeft juist een extra dimensie! Bomen en struiken vormen de 'be-
kleding' van het landschap. Zij ge- ven het landschap haar streekei- gen uiterlijk en fleuren tegelijker- tijd de boel op. Wat is er nu mooier dan een boomgaard die in het voorjaar een prachtige bloesem geeft en in de herfst en zomer heerlijk fruit? Of wat dacht u van knotbomen, houtwallen en gerief- houtbosjes die het natuurlijke en cultuurhistorische karakter van de streek tot haar recht laten komen? Nieuwe en/of opvallende gebou- wen kunnen op een slimme ma- nier in het landschap worden in- gepast met behulp van een groep bomen of struiken. Maak je Erfgoed!
Landschapsbeheer Utrecht organi-
seert in samenwerking met een aantal hoveniersbedrijven de actie 'Maak je Erfgoed!' om het (boe- ren)erf weer in te richten volgens streekeigen tradities en met oog voor het agrarische bedrijf, wonen, vrije tijd en natuur en landschap. De actie richt zich op het verstrek- ken van informatie over de cul- tuurhistorische ontstaansgeschie- denis van het streekeigen erf. Behalve voor historische elemen- ten, moet er op het erf ook ruimte zijn voor hedendaagse functies. Met een goed doordacht erfbe- |
|||||||||||||||||||||
Singel met dode hoorn
|
|||||||||||||||||||||
Houtrü
|
|||||||||||||||||||||
Overboek
|
|||||||||||||||||||||
Vele generaties boeren hebben sa-
men met de natuur het landschap vormgegeven. De natuurlijke om- standigheden bepaalden de in- richtingvan het boerenerf. Boeren waren grotendeels zelfvoorzie- nend en maakten gebruik van wat de natuur hen bood: geriefhout- bosjes voor brandhout en takken, sloten en poelen voor het vee, hoge bomen en struiken om de boerderij bescherming te bieden tegen weer en wind. Leibomen zorgen voor schaduw en laanbo- men langs de oprijlaan vormde een statige entree naar de boerde- rij. Boerderij, erf en beplanting vormden samen een logisch sys- teem dat volledig met de omrin- gende natuur verweven was. Door modernisering van de land- bouwmethoden: mechanisatie, toepassing van kunstmest en be- |
|||||||||||||||||||||
strijdingsmiddelen werden boe-
ren minder afhankelijk van de na- tuurlijke mogelijkheden van hun streek. Het gevolg was dat er an- der eisen gesteld werden aan de gebouwen en de inrichting van het erf. Veel traditionele elemen- ten zijn dan ook van het erf ver- dwenen of dreigen te verdwijnen. Schaalvergroting en modernise- ring van de landbouw maakten dat de logica van het traditioneel ingerichte boerenerf achterhaald werd. Ook de trek van stadsmen- sen op zoek naar de rust, ruimte en romantiek van het platteland deed de streekeigen stijl van het boerenerf niet ten goede. De 'coni- ferengazons' schoten als padde- stoelen uit de grond. Het landschap is de spiegel van hoe de mensen in het verleden werkten en woonden. Behoud van |
|||||||||||||||||||||
■fi
|
|||||||||||||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
|||||||||||||||||||||
juni 2OOI
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
:iiiMéÉ^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rn^w\
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ifr
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LirfC^km.^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mm
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Landschapsbeheer Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plantingsplan kan er een duidelijke
samenhang ontstaan tussen ge- bouwen, beplanting en het omlig- gende landschap. Hoogstamboomgaarden
Hoogstamfruitbomen bepalen het
aanzicht van het rivierkleigebied. De geschiktheid van de bodem (kleigrond) in dit gebied leidde er- toe dat hier al van oudsher boom- gaarden hebben gestaan. De hoogstamfruitboom is een ka- rakteristieke boom voor erfbeplan- ting, die bovendien een paar kisten heerlijk streekeigen fruit oplevert. Bij vrijwel iedere boerderij stonden hoogstamfruitbomen: een paar soorten appels peren, pruimen. Fruitteelt hoorde bij veeteelt. Los daarvan, elders op het erf, stond vaak een notenboom. Voor de no- ten én tegen vervelende insecten. In de geriefhoutbosjes groeiden hazelaars die hazelnoten gaven. Vaak was de met gras begroeide boomgaard tevens het weitje waar jongvee graasde of waar zie- ke dieren konden lopen. De bo- men waren hoog om te voorko- men dat het vee ervan vrat. Zo had alles zijn nut op het boerenerf. Veel boomgaardjes zijn in de loop van de tijd helaas verloren gegaan door de intensivering van de fruit- teelt. Sinds een tiental jaren is de hoogstamboomgaard echter weer helemaal 'in'. Niet de productie is de hoofdfunctie, de huisboom- gaard zorgt voor aankleding en verfraaiing van het erf. Van een hoogstamboomgaard heeft men |
het hele jaar profijt. Een prachtige
bloesemweelde in het voorjaar en een heerlijke oogst van streekei- gen fruit in het najaar. Denk aan appelsoorten als de sterappel, no- tarisappel, bellefleur en perenras- sen als conferance, gieser wilde- man, suikerpeer en juttepeer. Een traditionele boomgaard is ge- varieerd en ruim beplant met de juiste onderlinge bestuivers en di- verse soorten appels, peren, prui- men en zoete en/of zure kersen. De meeste fruitbomen houden van voldoende vochtige, voedselrijke grond. Appels en kersen hebben een hekel aan natte grond, daar doen pruimen en peren het beter. Ook vogels profiteren van de hoog- stamboomgaard. De fruitbomen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Landschapsbeheer Utrecht stimuleert op
verschillende manieren het behoud en her- stel van hoogstamboomgaarden in de pro- vincie Utrecht. Eigenaren van hoogstam- boomgaarden kunnen bij Landschaps- beheer Utrecht terecht voor: vrijblijvend advies over aanplant en beheer van hoog- stamfruitbomen, subsidies voor aanleg en herstel van kleine landschapselementen en cursussen aanplant en verzorging hoog- stamfruitbomen. Daarnaast organiseert Landschapsbeheer Utrecht de actie Boeren Planten Bomen en een fietstocht langs boe- renerven in het Kromme Rijngebied. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijn het domein van de ringmus,
ekster, spreeuw, merel en grote lijster. Oude bomen met holten in de stam bieden broedgelegenheid aan steenuiltjes en zijn een gelief- de schuilplaats voor zangvogels als de gekraagde roodstaart en groe- ne specht. Het fruit trekt in het na- jaarveel vlinders aan. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
juni 2001
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Agenda
|
||||||||||||||||
Historisch café
Op vrijdag 8 juni vindt het laat-
ste historisch café van dit sei- zoen plaats in de kelder van café 't Weeshuls aan het Domplein. De spreker van die middag is Peter de Wit van Het Utrechts Monumenten Fonds. Rondleidingen langs
architectuur in Utrecht Architectuurcentrum Aorta orga-
niseert dit jaar een serie rondlei- dingen langs (moderne) architec- tuur en landschapsarchitectuur in de stad Utrecht. Tot en met oktober vinden bijna elk week- end wandelingen plaats, wisse- lend op vrijdag, zaterdag en zon- dag. Thema's die aan de orde komen zijn onder andere moder- ne architectuur in de binnenstad, gebouwen van Rietveld, de Uit- hof, Leidsche Rijn, museumarchi- tectuur en ige en 20e eeuwse parken. Deelname aan de rondleidingen
kost ƒ15, per persoon. Voor een uitgebreide folder of meer infor- matie: Aorta, tel. 030 - 232 16 86 ofwww.aorta.nl Themawandelingen op
woensdagavond van 't Gilde In de maand juni vinden op
woensdagavond de volgende themawandelingen plaats: 6juni
Langs singels en bolweken 13 juni
Jugendstil en Art Nouveau 20juni
Gilden in de Middeleeuwen 27junl
Stadswallen Meer informatie bij 't Gilde op
maandag t/m vrijdag (14 tot i6 uur), tel. 030-2343252. |
||||||||||||||||
Vereniging Nieuw Utrecht
Onlangs werd de vereniging
Nieuw Utrecht opgericht. Nieuw Utrecht wil innovatieve ontwikke- lingen in Utrecht op een prikke- lende manier onder de aandacht brengen en wil vernieuwende projecten stimuleren, initiëren en helpen realiseren. Zo ondersteun- de Nieuw Utrecht als uitgever de eerste druk van de BIG IDEA city guide Utrecht, een toeristische stadsgids. Muziekfabriek 2.0: de stem
Onder deze titel presenteert het
Nationaal Museum van Speel- kloktot Pierement van 9 juni t/m 28 oktober de tweede versie van MuzieFabriek, een muzikale for- mule voor 8-tot 15-jarigen waarin zelf muziek maken centraal staat. Na een succesvolle pilot- versie vorige zomer waarin aller- lei muziekvormen werden gepre- senteerd, wordt versie 2.0 geheel gewijd aan De Stem. Zie verder: www.muziekfabriek.nl Project nieuwkomers in
Utrecht 1000 - 2000 Op 25 april presenteerde het
Centraal Museum en Het Utrechts Archief een gezamen- lijk project over nieuwkomers in Utrecht van 1000 tot 2000. Be- halve een voor het jaar 2004 ge- plande dubbeltentoonstelling in beide instellingen, zal het pro- ject onder andere bestaan uit een publicatie bij de tentoon- stelling, educatieve activiteiten en een grote genealogische markt met als thema 'vreemde- lingen in uw stamboom'. Als startschot van dit project ver- scheen op 25 april een onder- zoeksgids van Het Utrechts Ar- chief over dit onderwerp met als titel Grensverleggers. |
Nieuwe brochure over
Utrechtse musea Alle 51 musea die de provincie
Utrecht rijk is, zijn gebundeld in een nieuwe full-colour brochure op zakformaat. De musea varië- ren van het kleinste Kruideniers- museum tot het grootste kasteel van Nederland dat als museum in gebruik is. De brochure met de naam 'Welkom inde musea van de provincie Utrecht' is gratis bij o.a. alle grote VVV's te verkrijgen. Excursie Kamp Amersfoort
en Ereveld Oud-Leusden Dit jaar is het zestig jaar geleden
dat door de Duitse bezetter het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort, beter bekend onder de naam Kamp Amersfoort, in gebruik werd genomen. Honder- den Nederlanders hebben hier gedurende de oorlogsjaren voor kortere of langere tijd vastgeze- ten: joden, verzetsstrijders, ont- duikers van de Arbeitseinsatz, zwarthandelaren enzovoorts. Velen zijn er door mishandelingen of executies aan hun einde geko- men. Een beroemde naam in dit verband is de Amsterdamse wet- houder De Miranda. Ook ongeveer honderd Russische krijgsgevange- nen hebben de verschrikkingen van het kamp niet overleefd. Op zaterdag 23 juni staat het His- torisch Platform, regio Utrecht, stil bij de geschiedenis van het zo beruchte Polizeiliches Durchgang- slager. De heer Biezeveld, kenner bij uitstek van het kamp en de lot- gevallen van de gevangenen, ver- zorgt de ontvangst en een ander- half uur durende rondleiding. Daarna zal de journalist Remco Reiding het woord nemen. Hij heeft veel tijd gestoken in het achterhalen van de identiteit van de vele Russen die op het Ereveld |
|||||||||||||||
80
|
||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||
juni 2001
|
||||||||||||||||
Start van een boekenreeks:
Utrechtse wijken in beeld Op 26 april werd het startsein
gegeven voor een nieuwe reeks wijkgerichte boeken voor de stad Utrecht onder de voorlopige ti- tel: Utrechtse wijken in beeld. De reeks, een initiatief van de Stich- ting Publikaties Oud-Utrecht en Het Utrechts Archief, sluit aan op het gemeentelijk beleid van wijk- gerichte aanpak en benadering. Voornaamste uitgangspunt is dat de boeken bestemd zijn voor een breed publiek en samengesteld worden op basis van gedegen on- derzoek. Als auteurs zijn inmid- dels aangetrokken drs. B. van San- ten, drs. M. Heurneman en drs. F. Vogelzang, deze laatste treedt te- vens op als projectleider. Het is de bedoeling dat deze wijkboeken in 2004 en 2005 zul- len verschijnen. Het Utrechts Ar- chief zal ter gelegenheid hiervan bijbehorende fototentoonstellin- gen in de verschillende wijken samenstellen. |
|||||||||||||
Oud-Leusden, in de onmiddellijke
nabijheid van het kamp, begraven liggen. Hij is hiervoor ook naar de voormalige Sovjet-Unie gereisd waar hij na meer dan vijftig jaar, vele nabestaanden eindelijk ze- kerheid heeft kunnen verschaffen over het lot van een in de oorlog verdwenen zoon, vader of echtge- noot. Diverse publicaties in de re- gionale kranten getuigen van zijn speurzin. Na het bezoek van het Russische Ereveld wordt de excur- sie afgesloten met een kop koffie in hotel Oud-Leusden. Het programma van de excursie
van zaterdag 23 juni ziet er als volgt uit: 11.15U
Verzamelen op het parkeerterrein
van hotel Oud-Leusden. n.30-13.00u
Rondleiding voormalig Kamp Amersfoort door de heer Bieze- veld. 13.15-14.15u
Bezoek aan het Russische Ereveld Oud-Leusden (een onderdeel van Rusthof), onder leiding van de heer Reiding. 14.30U
Koffie in hotel Oud-Leusden. |
|||||||||||||
Gevonden: Amersfoort 7 april j.l. in de Mariënhof;
bronskleurige damesbroche (spinnetje). Contactpersoon Henk Uppelschoten 030 - 280 09 97.
|
|||||||||||||
De kosten bedragen ƒ17,50 voor
leden van het Historisch Plat- form, ƒ 20,-voor niet-leden. Telefonische aanmelding bij de heer Roel Mulder, telefoon: 030 - 289 98 46 (uitsluitend tussen 20 en 21.30 uur). Roel Mulder heeft al verschillende excursies verzorgd voor leden van Oud-Utrecht. Hij is ook aanwezig op de excursiedag en bij hem kan tevens contant worden afgerekend. |
|||||||||||||
81
|
|||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||
juni 2001
|
|||||||||||||
Hermans Q Schuttevaer
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
notarissen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aingcflottn bl|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Utrecht: Hermans & Schuttevaer • Maliebaan 81 «Tel. 030-233 66 99
Vleuten: Notarispraktijk Hagen • Pastoor Ohllaan 25 «Tel. 030 - 677 61 17
(maakt deel uit van Hermans & Schuttevaer).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
POKMAAr
NOTARIStlH
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
pre-publishing
content management
c d - r o m
internet
digital print
drukwerk
direct mail
logistieke dienstverlening
teleservices
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
. . ^^ '^'
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
PlantijnCasparie
^utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrieslantlaan U
3526 AA Utrecht Postbus 7052 3502 KB Utrecht |
T 030-282 28 22
F 030-288 35 61 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Weten wat uw huis waard is?
Vraag naar de gratis waarde-indicatie!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
De prijzen van koopwoningen zijn de af-
gelopen jaren flink gestegen. Ook uw huis is hoogstwaarschijnlijk meer waard geworden. Maar hoeveel? Ligt dat droomhuis nu binnen uw bereik? Of kunt u met de overwaarde de keuken moderniseren? Wat uw wensen ook zijn; u kunt pas echt plannen gaan maken als u weet hoeveel uw huis waard is! ERA Makelaardij Utrecht geeft u gratis en
geheel vrijblijvend een waarde-indicatie van uw woning. En dat is slechts één onderdeel van de service die ERA u kan bieden. Als het u wat waard is om de waarde van uw huis te weten, bel dan met ERA voor die gratis |
waarde-indicatie. Of gewoon om meer te
weten te komen over de diensten die wij bieden. Dat kost u niets en levert u waarde- volle informatie op. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
BON VOOR GRATIS WAARDE-INDICATIE
Graag wil ik een vrijblijvende, gratis waarde-indicatie
van mijn woning. Bel mij voor een afspraak. Naam: ...............................................................
Straat: ...............................................................
Postcode: ...............................................................
Pbats: ...............................................................
Telefoon: ...............................................................
Knip de bon uit en stuur op naar ERA Makelaardij
Utrecht, Burg. Reigentraat 65, 3581 KN Utrecht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
M
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ERA
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaardij Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeester Reigerstraat 65,
3581 KN Utrecht.
Tel. 030 233 21 32. Fax 030 254 60 26
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan- en verkoopbegeleiding
Taxaties
Hypotheken
Verzekeringen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Muus & IJzerman makelaardij
heeft hart voor 'Oud-Utrecht' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
"^"''"^ Muus &
in on roeren d e
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
IJzerman
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
goederen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
/1so^
% 9002 ^
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maliebaan 48, Postbus 14014, 3 508 SB Utrecht,Telefoon: 030 - 234 00 08, Fax: 030 - 232 19 70
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUD
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
O VERBOUW
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
O NIEUWBOUW
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Zoelen bv
aannemersbedrijf
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
O RESTAURATIE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kantoor:
Nevadadreef 58 3565 CC Utrecht tel: 030-2631111 fax: 030-2623274 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUDSSERVICE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
24 UUR PER DAG
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaars in bedrijfsmatig onroerend goed.
verhuur-verkoop-taxaties-beleggingen-begeleiding
projel<tontwikkeling en herhuisvesting Maliebaan39a 3581 CC Utrecht 030-2 334 336
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
BEAUFORT
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
MAKELAARS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
tsy-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
J&BConseilB.V.
Rika Hoppcrlaan 17, 3584 GM Utrecht
Tel. 030 - 254 32 12, Fax 030 - 254 32 11 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
FINANCIEEL - ECONOMISCH ADVIESBUREAU
o.m. restauratiefinancieringen en hypotheken |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
'eenm es
|
|||||||||||||||||||
Onder meer:
• Contracten
• Contractsbesprekingen
• Behandeling én overname van incasso's
|
|||||||||||||||||||
bedrijfsjuridische
dienstverlening |
|||||||||||||||||||
Correspondentie uitsluitend
Postbus 12062
3501 AB Utrecht
telefoon 030-231 68 40
fax 030-233 45 95
|
|||||||||||||||||||
MrJ.C.V. Geenen
|
|||||||||||||||||||
EXCLUSIEVE
KLEDING
EN MODES
MAATKLEDING
0UDEGRACHT118
UTRECHT
TEL. 030-231 01 74 |
|||||||||||||||||||
BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING
HOFLEVERANCIER |
|||||||||||||||||||
TAILORSSINCE1850
|
|||||||||||||||||||
Je moet ze soms horen over deze kunst. Dan zeg ik: verderop hangen de Hollandse meesters.
Jullie zijn hier gewoon nog niet aan toe. Dat laatste zeg ik natuurlijk niet. Dat denk ik alleen. De Rabobank heeft iets met
kunst en cultuur. Eerlijk gezegd: we zijn er gek op. En onze smaak is al even breed als die van u. Popmuziek of klassiek, Cobra of impressionisme, vaan- delzw/aaien of klootschieten, het is ons allemaal even lief. Daarom krijgen heel veel ver- schillende evenementen onze steun. En u krijgt van ons een gratis Museumjaarkaart op uw Europas. Want we willen graag dat iederéén kan genieten van kunst en cultuur. |
|||||||||||||||||||
voor
Utrecht-boeken
stad en provincie
|
|||||||||||||||||||||||||||||
GREEP Schilders bv
• Restauratiewerken
• Onderhoud
Maarssenbroeksedijk 15A
3606 AG Maarssen Tel. 030-241 31 15 |
|||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdvestiging: Stadhuisbrug 5 * 3511 KP Utrecht
T. ()3()-2335200 * F. 030-2314071 |
|||||||||||||||||||||||||||||
Daatselaar & Godhelp
Antiquairs - Beëdigd Taxateur
Lid. VHOK/CINOA/VNAG/NVK
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Lid \'c(I. Ainiqitairs (hntHHSihiip
lltricht
Korte Jansstraat 17-19, 3512 tiM litn-cht
Tel. 030-23IS266, l'ax 030-2316474 Amsterdam l.aren
Rokin 46. 10)2 KV Amsterdam Torenlaan 5, 1251 Hls Ijreii
Tel. 020-6208100 Tel. 035 53«l454
|
|||||||||||||||||||||||||||||
AAMMEMIMCSBEDRIJF
H.J. JURRIËMS BV |
|||||||||||||||||||||||||||||
Bouw Belegging
Restauratie Recreatie
Bemiddeling
|
|||||||||||||||||||||||||||||
KERSBERGEN
INSTALLATIETECHNIEKEN B.V.
UTRECHT |
|||||||||||||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||||||||||||
i^
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Activiteiten o.a. op liet gebied van:
|
|||||||||||||||||||||||||||||
oLISU4N
&>LISU4N BV ZEIST
|
|||||||||||||||||||||||||||||
* Elektra
* Klimaat
* Sanitair
* Beveiliging
* Telematica
|
|||||||||||||||||||||||||||||
LAAN VAN VOLLENHOVE 3225 3706 AR ZEIST
POSTBUS 143 3700 AC ZEIST
TELEFOON 030-6956644
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Kaap de Goede Hooplaan 7,3526 AR UTRECHT
Telefoon 030-88 24 64 Telefax 030-88 57 33 |
|||||||||||||||||||||||||||||
Oud'Utrechtisl
Vereniging C
beoefening en verspreiding
der geschiedenis alsmede het wal(en over
het behoud van het cuitureel erfgoed van
stad en provincie Utrecht.
Voorzitter: P.A. Blok
Secretariaat: Mw. CCS. (Tolien) Wilmer,
p/a Alexander Numankade 199-201, 3572 KW Utrecht. Tel.: (030) 286 6611 Fax:(030)2866600 Het internetadres van Oud-Utrecht is: www.oud-utrecht.nl Penningmeester: P. Kroes il kunt zich opgeven ais lid van de vereni- ging Oud-Utrecht door te schrijven naar. Oud-Utrecht, Pr. Hendriklaan 76,3584 ER Utrecht.
De contributie bedraagt ƒ54,- per jaar (26-/30,-; 65-^ ƒ44,- per jaar). U-paslid/30,- Familielidmaatschap/i5,- Contributie- en ledenadministratie: P. Kroes. Betaling contributie op giro 575520. Redactie: B. van den Hoven van
Genderen, M. van Lieshout (eind- redactie), M.C. van Oudheusden, J.CM. Pennings, P. Rhoen, B. van Santen, M. van de Vrugt en M.A. Vugts. Redactieadres: Alexander Numankade 199, 3572 KW Utrecht. Vormgeving: leroen Tirion, Utrecht
Vormgeving cover Hans Lodewijkx Dru/c-PlantijnCasparie Utrecht Oud-Utrecht.
Tweemaandelijks tijdschrift
verschijnt zes maal per jaar. Deadline agenda nummer 5/2001 27 augustus 2001 Verschijningsdatum nummer5/2001
1 oktober 2001 Uw bijdragen kunt u toesturen aan de
redactie, Alexander Numankade 199, 3572 KW Utrecht, op 3V2 inch floppy (WordPerfect 5 of Word 6). Aanbevolen omvang: 3000 woorden.
Auteurs wordt gevraagd zich te houden aan redactionele aanwijzingen. Deze zijn te verkrijgen bij het redactieadres. Illustratiesuggestieszijn zeer welkom. |
|||||
87
|
|||||
Van de bestuurstafel
Een nieuwe traditie en een nieuw standpunt
|
||||||||||||
Mr. P.A. Blok, voorzitter
Het is boeiend aanwezig te zijn
bij de mogelijke geboorte van een traditie. Dat doet zich, danl<- zij de inventiviteit van de activi- teitencommissie en de secreta- ris, nu voor in onze vereniging. Jarenlang stond de formule voor de voorjaars- en najaarsleden- vergadering vast: er werd verga- derd in een zaal, waarna een le- zing volgde. Vanaf 1990 tel ik vijf maal de muziekschool aan het Domplein, vier keer het SNK- gebouw aan de Plompetoren- gracht, twee maal het CSB-ge- bouw aan de Kromme Nieuwe- gracht, twee maal de Fundatie van Renswoude en één maal de Lutherse Kerk. In 1999 verander- de de opzet, toen na de vergade- ring in de dekenkapel van de Pie- terskerk een bezichtiging en toe- lichting volgden. Daarna was nog één maal het SNK gebouw aan de beurt. Vervolgens zoch- ten we naar een steeds andere, voor onze leden boeiende plek waar na de vergadering een kor- te lezing en bezichtiging van het gebouw op het programma ston- den. De laatste drie ledenverga- deringen vonden plaats in de St. Antoniuskerk aan de Kanaal- straat, de voormalige synagoge (thans het Broodhuis) en, 21 juni jongstleden, het Hoogeland. De leden blijken de nieuwe for- mule op prijs te stellen en komen zelf met suggesties. Inmiddels heeft het bestuur een lijstje van mogelijke vergaderlocaties aan- gg gelegd en zo begint zich een tra- ditie af te tekenen. Verdere sug- gesties van leden voor boeiende gebouwen zijn welkom. Daarnaast zou het geweldig zijn, indien het voorbeeld van de heer Van Overhagen navolging krijgt. Hij verleende uitbundig gastvrij- heid, niet alleen door zijn mede- |
||||||||||||
leden in het Hoogeland verga-
derruimte aan te bieden, maar ook door te zorgen voor con- sumpties en een fraai boekje over het gebouw. De dia-lezing van onze secretaris over de histo- rie van het prachtige gebouw droeg zeer bij aan het succes van de avond. De bezichtiging, die vaak het karakter van een ont- dekking had, bekroonde die. Nog lang bleef het gezellig. Het verslag van de voorjaarsle-
denvergadering vindt u op een later tijdstip in dit tijdschrift. Daarop vooruitlopend noem ik de twee belangrijkste besluiten die genomen zijn. Uitvoerig dis- cussieerden de leden over het bestuursvoorstel om de contri- butie-categorieën en -tarieven aan te passen. Het uiteindelijke resultaat levert voor 2002 de vol- gende tarieven op: gewone le- den, waartoe voortaan ook de leden van 65 jaar en ouder en de instellingen zonder winstoog- merk behoren, betalen 25 Euro, jeugdleden, U-Pas leden en VVV- gids leden 15 Euro, huisgenoten 10 Euro en instellingen met winstoogmerk 50 Euro. Belangrijkste wapenfeit van de avond was de unanieme en met overtuiging uitgesproken stel- iingname van de ledenvergade- ring tegen een verdergaande aantasting van het Singelgebied in Utrecht. Hoe is het daartoe ge- komen? U herinnert zich wellicht dat vanuit de Commissie van Acht is aangedrongen op meer daadwerkelijke aandacht voor de tweede doelstelling van onze ver- eniging, het waken over het be- houd van het culturele erfgoed. Nadat daaraan, met dank aan de Commissie van Acht, in ons be- leidsplan met nadruk plaats is ge- |
||||||||||||
geven, is gesproken met een aan-
tal betrokken leden. Tijdens die bijeenkomst kwam de grote zorg voor de voortgaande aantasting van het Singelgebied prominent aan de orde. Ter plaatse is een projectgroep van vrijwilligers ge- vormd om een plan van aanpak op te stellen. Ook is aan ons be- stuurslid mevrouw Vroemen als portefeuille het waken over het behoud van het cultureel erfgoed toevertrouwd. In de vergadering onderschreven
de aanwezige leden het oordeel van het bestuur dat de aantas- ting van het Singelgebied al te ver is voortgeschreden. Samen met de projectgroep Singelge- bied zal het bestuur verdere con- crete stappen uitwerken. We houden u in ons tijdschrift op de hoogte. Al met al is er sprake van drie be-
langrijke stappen in het leven van onze vereniging: de ontwik- keling van een nieuwe traditie voor de ledenvergaderingen, een nieuw contributiestelsel en een krachtige stellingname om be- langrijk cultureel erfgoed te be- hoeden voor verdere aantasting. Geachte leden, zorg ervoor dat de zeggingskracht van onze ver- eniging zo groot mogelijk is en werf nieuwe leden als medestan- ders. Bovendien hebben zij deel aan het vele interessante dat onze vereniging te bieden heeft, zoals tijdschrift, jaarboek en al- lerlei evenementen. Kijk om u heen en laat anderen delen in wat u zelf prettig en belangrijk vindt. |
||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||
'Die film moeten we liier niet'
Utrechtse katholieken, feministen en voetbalsupporters in protest tegen bioscoopfilms
|
|||||||||||||||||
Bert Hocenkamp
|
|||||||||||||||||
Begin jaren dertig telde Utrecht
zes bioscopen. Ondanks het feit dat de Domstad als een van de weinige Nederlandse gemeenten een strikt ontmoedigingsbeleid voerde ten aanzien van het bio- scoopbezoek van jeugdigen tot zestien jaar, was 'een filmpje pik- ken' een populair tijdverdrijf^ Jaarlijks werden rond de miljoen kaartjes verkocht, wat betekende dat elke Utrechter boven de zes- tien zo'n tien keer per jaar naar de bioscoop ging. Hoewel Duitse speelfilms ook op een grote popu- lariteit konden rekenen, werd het filmaanbod - net als nu - toch vooral bepaald door Hollywood. Maar voor wat de Amerikaanse filmstudio's voortbrachten kon niet iedereen evenveel waarde- ring opbrengen. 'Stinkend geval'
In 1933 leidde de vertoning van
een Amerikaanse film tot een pro- testactie in het Rembrandt Theater, de grootste bioscoop van Utrecht. Het betrof Het teeken des kruizes, een nieuwe superproduc- tie van regisseur Cecil B. de Mille die een naam had opgebouwd met zijn bijbelse spektakels. Het onderwerp van The Sign of the Cross, zoals de oorspronkelijke ti- tel van de film luidt, was de ver- volging van christenen onder de Romeinse keizer Nero. Hoewel de film door de landelijke én de ka- tholieke nakeuring was toegela- ten, gingen er in katholieke krin- gen stemmen op om hem alsnog te verbieden. Vooral de manier waarop De Mille de decadentie aan het hof van Nero in beeld had gebracht stuitte tegen de borst. In het tijdschrift De Gemeenschap, waarvan de redactie in Utrecht zetelde, sprak de invloedrijke ka- tholieke filmcriticus A. van Dom- |
|||||||||||||||||
In december 2000 dreigden FC Utrecht supporters bioscoop en
personeel van Camera-Studio aan de Utrechtse Oudegracht te 'komen verbouwen'als de documentaire 'Ajax, daar hoorden zij Engelen zingen' niet uit roulatie werd genomen. De voetbalfans waren niet de eersten die vertoning van een film probeerden te be- letten. Katholieke studenten en abeidersjongeren en militante fe- ministen gingen hen voor. |
|||||||||||||||||
Rembrandt-
bioscoopin 1918. Foto: Het Utrechts Archief |
|||||||||||||||||
89
|
|||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
|||||||||||||||||
augustus 2001
|
|||||||||||||||||
'Die film moeten we hier niet'
|
||||||||||||||||||
De City-bioscoop
vóór en na de actie
in 1948 tegen de
dame in badpait..
Foto's: Het
Utrechts Archief
|
||||||||||||||||||
burg van 'dit stinl<end geval van
Cecil de Mille' en riep hij de katho- lieke nakeuring op haar oordeel te herzien. Studenten van de katho- lieke Utrechtse verenigingen Veri- tas en Unitas besloten een daad te stellen. Op vrijdag 17 maart 1933 verstoorden zij de tweede avondvoorstelling in de Rem- brandt 'door gelach, gefluit en ge- joel'. Het Utrechts Nieuwsblad be- richtte dat 'de aanstichters van het tumult werden verwijderd en daarna kon de voorstelling, zij het met eenige onderbrekingen, wor- den afgedraaid'. Onder de studenten die aan de ac-
tie deelnamen bevonden zich ook drie toekomstige literatoren: A. Al- berts. Anten Koolhaas en Leo Vro- man. Net als de andere ordever- stoorders werden ook zij hardhan- dig de zaai uitgegooid. Hoewel het bij deze ene actie bleef, zou Het teeken des kruizes voor hen nog een vervolg krijgen. Een van de |
jongens die aan het protest had
deelgenomen werd later krankzin- nig en kwam in een inrichting te- recht. Toen Koolhaas op zekere dag in het kader van een excursie de inrichting bezocht, schreeuwde de jongen hem van achter de tra- lies toe: 'Het teken des kruises!' Dat was het enige dat hij kon uit- brengen bij het zien van Koolhaas. Ook Alberts zou de jongen niet vergeten, zoals blijkt uit zijn ro- man De vergaderzaal (1974). Van Dalem, de hoofdpersoon van De vergaderzaal, is deels gebaseerd op de krankzinnige student. Dame in badpak in de Drift
Na de oorlog bereikte het bios-
coopbezoek een piek. In 1946 pas- seerden ruim vier miljoen bezoe- kers de kassa's van de inmiddels zeven bioscopen die Utrecht tel- de. Na vijfjaren van Duitse bezet- ting viel er op filmgebied het no- dige in te halen zoals de kennis- making met nieuwe Hollywood- |
sterren. Een van hen was Esther
Williams, een veelvoudig zwem- kampioene. Haar grootste kwali- teiten bestonden uit een mooi fi- guur en een innemende lach. In 1948 vertoonde het City Theater in de Voorstraat Bathing Beauty (1944), de kleurenfilm waarmee Williams doorgebroken was bij het grote publiek in de Verenigde Staten. Een flinterdun verhaaltje over een componist met liefdes- verdriet op een meisjesschool vormde het excuus om Williams zoveel mogelijk in badpak-al dan niet zwemmend - in beeld te brengen. De landelijke filmkeu- ring zag er geen kwaad in en stond vertoning voor alle leeftij- den toe. Gebruikmakend van een foto uit
de film, die door diezelfde keuring was toegestaan, plaatste de direc- tie van het City Theater op de voorgevel een grote beeltenis van de ster in badpak. Dit was een doorn in het oog van de secretaris |
||||||||||||||||
90
|
||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||||
plastic regenmantel. Want, zo liet
de directie van het theater weten, 'al voel je je in het water thuis, die Hollandse regen... Brrrll!' Of het die slechte zomer was of de vele publiciteit rond de gevelreclame, de bezoekers stroomden in drom- men toe. Uiteindelijk liep Bathing Beauty maar liefst vijf weken ach- tereen. In die jaren werden films zelden zo lang geprolongeerd. De politie verrichtte weliswaar on- derzoek naar het incident, maar wist de identiteit van de drie da- ders niet te achterhalen. Of ze daarvoor erg haar best heeft ge- daan is overigens de vraag. Uit het rapport van waarnemend hoofd- commissaris A.W. Brandt aan de burgemeester blijkt dat zijn voor- naamste zorg was of er 'geen overtreding der bepalingen van de Bioscoopwet' had plaatsgevon- den. Aangezien dit niet het geval was, behoefden er volgens Brandt 'dezerzijds geen verdere maatre- gelen [te worden] getroffen'. |
||||||||||
van de Katholieke Arbeiders
Jeugd In Utrecht, Geert Derks. Hij stuurde een protestbrief naar de gemeente, met het verzoek 'de meer dan ergerlijke voorstelling aan de voorluifel van het City Theater te willen laten verwijde- ren'. Dat er mensen waren die een kaartje kochten om deze 'walge- lijke voorstelling' te bezoeken, was tot daar aan toe, aldus Derks. Maar zo'n reclamebord was voor iedereen zichtbaar, en 'men kan toch niet verwachten, dat de rest der mensen met de oogen dicht gaat lopen?' In de nacht van 21 juli 1948 dreef
het reclamebord in de Drift. Een drietal mannen (in hun eigen woorden 'drie weiedelgeleerde burgers dezer stad') maakte in een brief aan verschillende dag- bladen bekend dat zij deze daad op hun geweten hadden. Het voorval inspireerde de journalist van het Utrechts Nieuwsblad tot het schrijven van een fijn stuk |
proza: 'in het koelst van de afgelo-
pen nacht [werd] de dame in bad- pak uit haar slaap gehaald en ge- dwongen tot een niet zeer fris bad in het water van de Drift. Zij bleef er liggen met één been bo- ven water en door de val was haar gelaat deerlijk gehavend'. Als in- teressant detail wist hij nog te melden dat op de achterkant van de enveloppe waarin het drietal hun brief had bezorgd, 'een door- gestreept adres [stond], waaruit wij konden herkennen: "Der Reichskommissar für die besetz- ten niederlandischen Geblete. Den Haag"....' De conclusie liet hij graag aan de lezers over. Het City Theater beschouwde de actie als een ongevraagde maar welkome reclame voor de film. De gevelversiering werd onmiddellijk uit de Drift gevist en weer aange- bracht. Enige tijd later werd de pers weer op de afbeelding geat- tendeerd. Dit keer omdat Esther Williams was voorzien van een |
|||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||
'Die film moeten we hier niet'
|
||||||||||||||||||||
Poep in Palace
In de tweede helft van de jaren
vijftig nam het bioscoopbezoek in Nederland dramatisch af. Utrecht vormde geen uitzondering. De komst van de televisie en de ver- hoogde mobiliteit worden als be- langrijkste oorzaken van deze te- rugval genoemd. Sommige bio- scopen konden het financieel niet meer bolwerken en moesten hun deuren sluiten. Andere begonnen met het opdelen van hun grote ruimten in meerdere kleine zalen (de zogenaamde inbouwbiosco- pen). Tot slot waren er zalen die zich gingen specialiseren in het lu- cratieve genre van eerst de soft sex- en later de harde pornofilms. Door de afschaffing van de ver- plichte landelijke filmkeuring in 1977 konden deze vrijelijk ver- toond worden aan bezoekers van achttien jaar of ouder, hoewel mi- nister Van Agt het maximale aan- tal zitplaatsen in dergelijke biosco- pen nog wel trachtte te beperken tot 49. De pornofilms die er op het pro-
gramma waren zonder uitzonde- ringvan buitenlandse makelij. Een bedrijfsleider bij het Utrechtse bioscoopconcern Wolff zag het als een uitdaging om daar verande- ring in te brengen. Hij wist de be- nodigde anderhalve ton voor de productie van een avondvullende film bijeen te brengen, evenals een cast van Nederlandse acteurs en actrices die bereid waren 'het' voor de camera te doen. Onder het pseudoniem Willem van Baten- burg regisseerde hij in zijn vrije uren de 'eerste grote Nederlandse pornofilm' (NRC). In april 1982 werd deze onder de titel Pruimen- bloesem in acht steden, waaron- der natuurlijk Utrecht, uitge- bracht. De pers vond het prachtig en liet |
||||||||||||||||||||
Van Batenburg uitgebreid aan het
woord. Niet dat Pruimenbloesem als film veel voorstelde, zo gaven dejournalisten eerlijk toe. Een jon- gedame (Diana de Koning) die ge- trouwd is met een oudere man, heeft een onweerstaanbare lust naar seks. De film laat zien hoe ze deze bevredigt. Maar het ver- schijnsel pornofilm leverde ge- noeg stof op. Van Batenburg werd de gelegenheid geboden zich te verdedigen tegen verwijten van feministische zijde dat elke porno- film per definitie 'vrouwonvrien- delijk' was. Hij stelde dat hij 'be- roepshalve' het repertoire van de normale pornobioscoop van haver tot gort kende:'... daar [zitten] bij- na geen films tussen waarover |
||||||||||||||||||||
valt vol te houden dat ze met een
vrouwvijandige mentaliteit zijn gemaakt'. Er waren echter vrouwen die daar
anders over dachten. Zij be- schouwden Pruimenbloesem als een provocatie en kozen de Utrechtse Palace Bioscoop tot hun doelwit. Meteen al tijdens de eer- ste middagvoorstelling gooiden zij een fles met poep de bioscoop bin- nen. Een aantal dagen later vlogen twee bakstenen door de ruiten van het kassahokje en werd er met poep (door het Utrechts Nieuwsblad nu aangeduid als 'een stinkende substantie') en blauwe verf gesmeten. Het aanwezige personeel kwam met de schrik vrij. Het UN wist verder te melden dat |
||||||||||||||||||||
Advertentie in het
Utrechts Nieuwsblad
13 december 2000.
|
||||||||||||||||||||
DREIGEN SCOORT NIET IN ONZE STAD
Elf dagen na het schrappen van de film ,,Ajax, daar hoorden zij eng'len
zingen" blijft het oorverdovend stil in de stad.
De directie van Camera/Studio boog voor de dreigementen van laffe,
zich FC Utrecht-supporters noemende, anonieme bellers.
De film kan nu niet in Utrecht worden bekeken.
Dreigen met terreur lijkt zo beloond te worden.
De tirannieke opstelling van deze mensen past niet in onze stad.
Vrijheid van Meningsuiting is een grondrecht. Daarbij hoort het vrij programmeren van een film. En die vrijheden horen weer bij respectvol met elkaar omgaan. Wij vroegen de directie van Camera/Studio de film zo snel mogelijk weer
te programmeren. In januari is de film waarschijnlijk weer te zien. Laat bij vertoning allen zien dat we ons niet laten intimideren door de
dreiging met geweld. Want zo gaan wij niet met elkaar om in Utrecht. Utrecht is een stad waar je met plezier kunt wonen, werken, sporten én naar de bios gaan. Dreigen scoort niet in onze stad.
Toon dat de onverschilligheid in Utrecht niet wint!
Ondertekend door de volgende Utrechters,
oud-Utrechters en met Utrecht verbonden mensen: Elly Admiraal (tandarts), Doortje v. Aken (wijkverpleegkundige), Rob Aiflen (o.a. ex-pr"' '*- - ■ ■
ex-Ajax), Fred allers, Kor Al (iournalist-VARA), Herman RoH'^-- '--------'
Frans Boon (drukker), Robert Jan Booij {r?'^'
Breukelen (oiiri-'--------------
BiFi- '-
|
||||||||||||||||||||
92
|
||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||
vereniging Oud'
Utrecht |
||||||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||||||
Veel politie en beveiliging bij bioscoop
Vlekkeloze vertoning Ajax
|
||||||||||||||||||
■film
|
||||||||||||||||||
'pogingen van de bedrijfsleidster
om onmiddellijl< telefonisch de politie te waarschuwen werden gehinderd doordat de lijn werd ge- blokkeerd door telefoontjes van vrouwen die allemaal inlichtingen wilden over de vertoningen in Pa- lace'. In feministische kringen konden
de acties op de nodige sympathie rekenen. Zo stelde Elsbeth Etty in een beschouwing in het commu- nistische dagblad De Waarheid 'dat vrouwen die tegen zo'n film, dat wil zeggen tegen seksistische vooroordelen, actie voeren geen inquisiteurs zijn maar mensen die bezig zijn met bevrijdingsstrijd en meteen actie tegen onrecht'. Voor het bioscoopconcern Wolff echter was de tweede protestactie aanleiding om de politie in te schakelen. J. Ph. Wolff herinnert zich het gesprek dat volgde nog goed. Hij kreeg bezoek van een vrouwelijke politieagent die hem zei dat zij de strekking van Prui- menbloesem weliswaar volstrekt afkeurde, maar tegelijk van me- ning was dat het principieel on- juist was om aan de dreigemen- ten van de actievoerders toe te ge- ven. Zij zegde de nodige politiever- sterking toe om de Palace bio- scoop te vrijwaren van verdere ac- ties. 'Dreigen scoort niet'
Bijna twee decennia later re-
ageerde de politie anders. Nadat FC Utrecht supporters in anonie- me telefoontjes gedreigd hadden met gewelddadige acties besloot |
bioscoopconcern Wolff om de
film Ajax, daar hoorden zij Eng'len zingen uit roulatie te nemen. Op de Website van de FC Utrecht Fa- naticals heette het triomfantelijk: 'In Utreg hoorde [sic] zij geen En- gelen meer zingen'. De politie wil- de pas optreden als er aangifte werd gedaan. Dat was voor het Wolff concern te laat. Woordvoer- der Lex Veerkamp liet de Voll<s- krant weten: 'Als we het idee had- den gehad, dat de politie van Utrecht een extra inspanning zou leveren, hadden we de film ge- woon laten draaien'. Het Utrecht- se voorbeeld vond navolging in Groningen en Den Haag, waar bioscopen besloten de film niette vertonen. In Rotterdam en Nijme- gen gingen de vertoningen wel door, zij het in nauw overleg met de plaatselijke politie. De makers van de film reageer- den teleurgesteld, terwijl de dis- tributiemaatschappij RCV dreig- de met een aanklacht tegen de FC Utrecht. Omdat 'de naam Ajax voor veel Utrechters al [werkt] als een rode lap op een stier', weiger- de de voorzitter van de FC Utrecht supportersvereniging de acties te veroordelen. Het voorval wekte de nodige be- roering. De actie van de voetbal- supporters werd op één lijn ge- steld met de dreigementen die hadden geleid tot de afgelasting van de opera Aïsja en het geweld- dadig binnendringen van een groep Heli's Angels tijdens een uitzending van het televisieduo Barend en Van Dorp.^ Conclusie: |
de vrijheid van meningsuiting
was in gevaar. Het slappe optreden van het ge-
zag en de weigering van de offi- ciële supportersvereniging om af- stand te nemen van de dreige- menten waren aanleiding voor vier Utrechters om een tegenac- tie te beginnen. Cees Grimber- gen, bekend van het televisiepro- gramma Rondom Tien, cabaretier Vincent Bijlo, journalist Dick van der Peijl en fotograaf Rob Huibers zamelden ruim honderd steunbe- tuigingen in. Onder de kop 'Drei- gen scoort niet in onze stad' werd een advertentie in het Utrechts Nieuwsblad geplaatst. Opvallend genoeg ontbraken de namen van burgemeester Brouwer en poli- tiekorpschef Vogelzangopde lijst van ondertekenaars. Geschokt door de commotie die hun optre- den had veroorzaakt, waren zij achter de schermen bezig de schade te herstellen. Ze maakten afspraken met het Wolff concern om de film onder veilige omstan- digheden weer te laten draaien. Ook de naam van de voorzitter van de FC Utrecht supportersver- eniging stond niet in de adver- tentie in het UN. Maar hij was wel teruggekomen op zijn eerde- re standpunt en verkondigde dat er geen bezwaar was als de film weer werd vertoond: 'omdat men het doel in eerste instantie heeft bereikt'. Op zondag 2i januari werd Ajax,
daar hoorden zij Engelen zingen twee keer in de Camera-Studio vertoond. Er waren tientallen |
||||||||||||||||
Kop Utrechts
Nieuwsblad
22 januari 2001.
|
||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||
iging Oud*Utrecht
|
||||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||||
'Die film moeten we hier niet'
|
||||||||||||||||
agenten In en rond de bioscoop
aanwezig om eventuele protest- acties in de kiem te kunnen smo- ren. Maar er deden zich hoege- naamd geen incidenten voor. Politieke protesten
Protesten van burgers die zich
door een film beledigd of geschokt voelden waren zeker geen speci- fiek Utrechts verschijnsel. In Am- sterdam liepen de communisten regelmatig te hoop: in 1921 tegen de anti-Sovjet film Keten des doods, in 1933 tegen de Duits-na- tionalistische rolprent Morgen- rood en in 1949 tegen Hollywoods bijdrage aan de Koude Oorlog Het ijzeren gordijn. Ook de NSB liet zich niet onbetuigd en poogde in 1936 in onder meer Amsterdam, Den Haag en Haarlem een einde te maken aan de vertoning van Hel- denl<ermis, omdat deze satirische film over de Tachtigjarige Oorlog een ' 'belediging voor het Neder- landse volk' zou zijn. Hoewel deze klassieke politieke stromingen ook in Utrecht actief waren, is het op- vallend dat in de Domstad de pro- testacties uit een andere hoek kwamen. Een verklaring voor de vraag waar-
om het alleen de tegenstanders van de Ajax-film lukte om deze voortijdig van het programma te krijgen, moeten we vooral zoeken in de veranderde positie van de bioscoop binnen de samenleving. Destijds was het een medium voor de massa, nu wordt het voorna- melijk bezocht door jeugdigen en echte liefhebbers. Nu staan er geen potige geüniformeerde por- tiers meer bij de ingang, die er geen probleem mee hadden om ongewenste bezoekers (in de meeste gevallen minderjarigen die waren binnengeglipt) uit de zaal te verwijderen, maar 'lieve' |
jongens en meisjes in vrijetijdskle-
ding die bepaald geen gezag uit- stralen. Destijds bracht bijvoor- beeld de gemeente Amsterdam een grote politiemacht op de been om ervoor te zorgen dat de verto- ningen van Morgenrood of Het ij- zeren gordijn doorgang konden vinden. Tegenwoordig worden diezelfde politiemachten nog wel ingezet, maar dan om op wed- strijddagen voetbalsupporters in toom te houden... Bert Hogenliamp is bijzonder hoogleraar in
de gescliiedenis van film, radio en televisie in Nederland aan de Universiteit van Utrecht Bronnen
Bij het schrijven van dit artikel is dankbaar
gebruik gemaakt van onderzoek dat in het kader van het Utrecht Project is verricht door Marianne Akker, Saskia van der Kam, Marieke van Kranenburg, Evelinc van Rooij en Annelien Wiarda, allen student Film- en Televisiewetenschap aan de Universiteit Utrecht. Voor hun onderzoek hebben zij literatuur, kranten, tijdschriften en archie- ven bestudeerd. Indien mogelijk hebben zij verder gesprekken met betrokkenen ge- voerd. Het onderzoek is ondermeer op de volgende archiefstukken gebaseerd: - Statistische Berichten (bezoekcijfers
van de Utrechtse bioscopen); - Het Utrechts Archief, Stadsarchief VI,
inv.nr. 12547.1 (dossier over Bfl(ftmg Beauty) - Knipselcollectie van het Filmmuseum
(voor de rellen rond Pruimenbloesem en de Ajax-film). Het Utrecht Project is een onderzoekspro-
ject naar de geschiedenis van film, radio, te- levisie en nieuwe media in de stad Utrecht dat onder leiding van Bert Hogenkamp aan de Universiteit Utrecht, met steun van het Nederlands Audiovisueel Archief, wordt uitgevoerd. Verdere informatie is te vinden op de website van het project: http://www.let.uu.nl/tftv/UtrechtProject |
|||||||||||||||
Noten
1. De Lichtbeeldenverordening {\915, revi-
sie 1917) van de Gemeente Utrecht hield in dat jeugdigen onder de 16 geen bioscoopvoorstellingen mochten bij- wonen, tenzij alle films in het program- ma waren goedgekeurd door de (zeer strenge) Plaatselijke Bioscoopcommis- sie. Toen in maart 1928 de Bioscoopwet in werking trad, liet Utrecht de keuring over aan de landelijke Centrale Com- missie voor de Filmkeuring, maar stond het kinderen alleen toe om film- vertoningen bij te wonen als het hele programma goedgekeurd was voor alle leeftijden én bestond uit educatieve films. Zowel voor als na 1928 wisten de Utrechtse bioscoopexploitanten zich geen raad met de situatie, waardoor er nauwelijks kindervoorstellingen waren. Ondanks regelmatige protesten van de bioscoopexploitanten bleef de verorde- ning van kracht tot 1941, toen ze door de Duitsers werd afgeschaft. 2. Aïsja was een muziekstuk (uit te voeren
door het Onafhankelijk Toneel in het kader van Rotterdam Culturele Hoofd- stad 2001) over een vrouw van de Pro- feet MohamiTied. Na afzeggingen en dreigementen van Marokkaanse zijde werd de uitvoering afgelast. De Heli's Angels vielen een uitzending van Ba- rend en Van Dorp binnen en dwongen met fysiek geweld het duo negatieve uitspraken die het enkele weken daar- voor over deze groepering had gedaan te herroepen. Het blauwe oog van Frits Barend was in de uitzendingen daarna nog te bewonderen. |
||||||||||||||||
94
|
||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||
Monumentaal wonen
|
||||||||||||||||
Manon van der Wiel
De vijftiende Open Monumentendag op zaterdag 8 september heeft als thema 'Huis en haard, monumenten van het wonen'. Ook in de stad Utrecht openen die dag verschillende panden met bijzondere interieurs hun deuren. |
||||||||||||||||
houd van het historische interi-
eur vormt het hoofddoel van de stichting. Die doelstelling is las- tig te realiseren, omdat er niets vergankelijker is aan een monu- ment dan het wooninterieur. Dat verandert steeds onder in- vloed van de eisen die bewoners stellen aan het dagelijks gebruik van een pand. Nieuwe bewo- ners, de mode van de tijd en technische vindingen laten alle hun sporen na. Stijlkamers in Kantongerecht
Tijdens de Utrechtse Open Mo-
numentendag zijn hoofdzakelijk twee soorten panden voor het publiek geopend. De eerste - zeldzame - categorie betreft in- terieurs uit een voorbije periode die nog aardig in tact zijn geble- ven. Het bekendste Utrechtse voorbeeld hiervan is het Rietveld Schröderhuis aan de Prins Hen- driklaan. Een ander markant in- terieur - recentelijk totaal in ere hersteld door de Vereniging Hendrick de Keyser - is een ver- derop in deze straat: het voorma- lige woonhuis van Sybold van Ravensteyn uit 1932. De tweede groep panden her- bergt nog specifieke woonhuis- details uit een bepaalde periode. Met enige fantasie kan de bezoe- ker zich daar 'met terugwerken- de kracht' een beeld vormen van het vroegere interieur. Dat is bij- voorbeeld het geval in een woon- huis aan de Kromme Nieuweg- racht dat een i8e-eeuwse gang met trappartij in nagenoeg oor- spronkelijke vorm bezit en een schouw in Lodewijk XV-stijl. Een |
andere voorbeeld is het Kanton-
gerecht aan het Janskerkhof 13. Wie in gedachten de nog aanwe- zige stijlkamers vult met ander meubilair krijgt een goed beeld van het vroegere wonen in deze patriciërswoning. Langs de opengestelde monu- menten met een bijzonder inte- rieur(element) zijn enkele wan- delroutes uitgezet. In de route- beschrijvingen is informatie te vinden over de betreffende pan- den en over andere aspecten die samenhangen met het thema van dit jaar zoals woonvormen en huizen van beroemde of be- ruchte bewoners. Zoals ieder jaar zijn er daarnaast verschillende activiteiten in relatie tot het the- ma. In panden met een bijzonder interieur wordt muziek of poëzie ten gehore gebracht. Voor kinde- ren is er een wedstrijd 'Ontwerp je eigen woondoos' en 't Gilde organiseert speciale themawan- delingen. Op woensdag 5 september ver-
schijnt de Open Monumenten- dagkrant als bijlage in het Stads- blad. De huis-aan-huis krant met de wandelroutes en het activitei- tenprogramma is op de dag zelf ook verkrijgbaar bij het centrale informatiepunt op het Domplein. Informatie over het programma en de
opengestelde monumenten kunt u krijgen bij het Gemeentelijk Informatie Centrum gevestigd in het Utrechts Stadhuis (030) 286 10 43 of bij Bezoekerscentrum RonDom (030) 233 30 36. Tijdens de Open Monu- mentendag kunt u voor informatie terecht bij het centrale informatiepunt op het Domplein. |
|||||||||||||||
Het thema van dit jaar is geïn-
spireerd door zowel het loo-ja- rig bestaan van de Woningwet als de manifestatie Historisch In- terieur 2001. Het eeuwfeest van de voor de woningbouw en haar gebruikers revolutionaire Wo- ningwet heeft dit jaar al geleid tot diverse activiteiten (zoals de tentoonstelling in de Beurs van Berlage). De Stichting Manifes- tatie Historisch Interieur is een initiatief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en het In- stituut Collectie Nederland. Aan- dacht voor het beheer en het be- |
||||||||||||||||
Interieur
Kantongerecht. Foto: Het Utrechts Archief |
||||||||||||||||
95
|
||||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||
Jan Jongerius, een bloeiend bedrijf
aan het Merwedelianaal |
||||||||||||||||||||
Bettinavan Santen
|
||||||||||||||||||||
Foto's: Het Utrechts Archief tenzij anders aangegeven
|
||||||||||||||||||||
Het bedrijf van Jan Jongerius in 1948. Voor aan het kanaal het nieuwe woonhuis met de halfronde tuinaanleg en oprit. Daarachter de oudste hal.
Links van het huis is nog een groot hallencomplex gebouwd. Achter het complex zijn de uitgestrekte boomgaarden nog aanwezig. |
||||||||||||||||||||
Het constructie- en carrosseriebedrij f van Jan Jongerius was decennia lang een be-
grip in Utrecht en omstreken. Jongerius stond onder andere voor garagebedrijven, tankstations, bussen, touringcars en vrachtwagens. Speelden er zich in de villa van de katholieke selfmade man vlak voor de oorlog nog Hollywood-achtige taferelen af, in 1953 ging zijn bedrijf failliet. Enkele bijzondere gehouwen die bewaard zijn geble- ven herinneren aan opkomsten ondergang van een opmerkelijk zakenimperium. |
||||||||||||||||||||
reerde tot grootindustriële ge-
dachten weten we niet. Maar een feit is dat Jan Jongerius het ver- voer van zijn agrarische produc- ten inwisselde voor vervoer van andere zaken op zijn kar, zoals pe- troleum. Hij moet op een bepaald moment tot het inzicht gekomen zijn dat zijn toekomst lag in een combinatie van petroleum, ver- voer en alles wat daar te maken had. Binnen korte tijd vertrok de voormalige hovenier, nu zaken- man in spe, naar Amerika waar hij contracten afsloot met Ford en Texaco. De exacte inhoud daar- van is wellicht in een huisarchief nog na eens te gaan. Zeker is dat |
||||||||||||||||||||
Jan Jongerius had rond 1920 een
hoveniersbedrijf aan het Merwe- dekanaal. Dit kanaal was nog niet zo lang geopend (1892) en gemeenten als Utrecht en Jutphaas hoopten op een sterke stimulans voor de industrie. In eerste instantie viel dat wat te- gen, maar na de Eerste Wereld- |
oorlog begon zich aan de west-
zijde van het kanaal toch een in- dustriestrook van enige omvang te ontwikkelen. Aan de oostzijde, net ter hoogte
van het bedrijf van Jongerius, be- gon de gemeente Utrecht in 1920 met de aanleg van een industrie- haven. Of dit uitzicht hem inspi- |
|||||||||||||||||||
96
|
||||||||||||||||||||
verenlging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||||||
De architect van het woonhuis
en de hal zijn vooralsnog onbe- kend. In het woonhuis zelf werd in de hal een glas-in-lood raam aangebracht met in de hoek een afbeelding van een bouwteke- ning van het huis. Het lijkt er op dat Jongerius de onbekende ar- chitect heeft laten tekenen wat hij - Jongerius - zelf al in zijn hoofd had. Opmerkelijk in con- trast met het uiterlijk is het ou- derwetse interieur van het pand: een donkere, houten betimme- ring bedekt de wanden van de woonkamer en in de hal is boven de monumentale trap een glas- in-lood raam aangebracht met een in 'neo-Sixtijnse-Kapel stijl' uitgevoerd beeld van God de Va- der. Is wellicht in het interieur de voorkeur gegeven aan een meer conventionele stijl, omdat de |
|||||||||||||||||
stand van het gebouw en de di-
rect daarachter gelegen fabrieks- hal heenkijken. De foto's uit de glorietijd van het bedrijf tonen echter een staaltje modern bou- wen aan het kanaal dat in Utrecht en Jutphaas veel opzien moet hebben gebaard. Waarschijnlijk deed Jan Jongerius in de Verenig- de Staten inspiratie op voor de bouw van een nieuw woonhuis. De stijl van het woonhuis en die van de fabriekshal zijn duidelijk geïnspireerd op het Modernisme en heeft ook wat weg van de ar- chitectuur van Frank Lloyd Wright. Had Jongerius in Amerika bij de 'moguls' van de olie-indus- trie dergelijke moderne woonhui- zen gezien of was het juist de rijk- dom van hun optrekken die hem inspireerde tot de bouw van een passend woonhuis? |
|||||||||||||||||
Jongerius na terugkomst een be-
drijf opbouwde dat aan het eind van de jaren dertigtot een imperi- um was uitgegroeid. Jongerius bezat in heel Nederland benzine- stations (Texaco) en fabriceerde auto- en vliegtuigmotoren, tou- ringcars en vrachtwagens en tal- loze andere producten die met vervoerte maken hebben. Een droomhuis
De geslaagde zakenman bouwde
voor zichzelf en zijn familie een nieuw huis. Een droomhuis, zo mogen we het rustig noemen. Want het is dit opmerkelijke woonhuis dat tot nog steeds een aparte plaats inneemt tussen de doorsnee kantoren en bedrijfsge- bouwen aan het Merwedekanaal. Om dat te zien moeten we wel door de wat onderkomen toe- |
|||||||||||||||||
Het hoveniers-
bedrijf aan het Merwedekanaal, genaamd Bastiaanshof. |
|||||||||||||||||
97
|
|||||||||||||||||
.:...^»a«^-^..ti»^r>a«.»«
|
|||||||||||||||||
-%
|
|||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||
augustus 2001
|
|||||||||||||||||
Defamilie
Jongerius met hun
tien kinderen.
|
|||||||
S 98
|
|||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
|||||||
augustus 2001
|
|||||||
laan en een benzinestation. Het
woonhuis en de hal waren ver- bonden door een pergola. Aan deze zijde was ook de toegang tot de wijnkelder onder de villa. De ondergang
Met zijn overlijden in 1942 kwam
aan al het succes van Jan Jonge- rius abrupt een einde. De schok was groot en de uitvaart kreeg veel aandacht in de pers. Die on- derstreepte nog eens het belang van Jan Jongerius als succesvol zakenman en steunpilaar van de katholieke gemeenschap. Wie moest het bedrijf overnemen? De zonen waren nog niet ervaren genoeg om hun vader op te vol- gen en dus werd een broer tot hoofd van het bedrijf benoemd. Deze Co Jongerius had tot dan toe een garage en benzinesta- |
||||||||||||||||
vrouw des huizes dit voorstond?
Een andere aanwijzing dat het huis ontworpen werd naar een idee van Jan Jongerius is de wat onhandige bouwkundige opzet van het geheel. Het enorme bre- de overstekende balkon en het eveneens overstekende dak hou- den het niet goed zonder extra ondersteuning. Hollywood aan het kanaal
In 1939 gaven Jongerius en zijn
vrouw een groot feest ter gele- genheid van hun 25-jarige brui- loft. De toen gemaakte fotore- portage geeft een prachtig beeld van de rijke, succesvolle, katholie- ke zakenman en zijn familie en vrienden. Het woonhuis en de fa- briekshallen zien er uit als een decor in een Hollywood-film be- volkt door zakenlieden met dikke |
sigaren, mondaine dames en vro-
lijkejongemannen in dure auto's. Uit de foto's blijkt goed hoe het woonhuis en de fabriekshal er in oorsprong uitzagen. Naast de woonkamer en de grote hal - waar de portretten hingen van vader en moeder - was er boven- in nog een kleine huiskapel. De prachtige fabriekshal had op de hoeken verhogingen in de vorm van lantaarns die tegelijkertijd dienst deden als reclamezuilen. Een groot glas-in-lood raam, ge- schonken door het personeel ter gelegenheid van een jubileum, toont alle takken van het bedrijf in vanzelfsprekende combinatie met de evolutie van het trans- port en Mercurius, de god van de handel. Met de auto konden be- zoekers tot voor de hal rijden. De tuin was aangelegd mét oprij- |
|||||||||||||||
De familie in de
huiskamer. Goed zichtbaar is nu de wat ouderwets aandoende lam- brisering. |
||||||||||||||||
99
|
||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
||||||||||||||||
augustus 200.1
|
||||||||||||||||
Ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijksfeest wordt voor familie,
vrienden en werknemers een feest gegeven. In de grote hal is onder andere een receptie. Aan een lange tafel zit de familie met het bruids- paar centraal links een oom {witte pater) en op de achtergrond een geheel met bloemen versierde auto. |
||||||||||
100
|
||||||||||
De gasten die gearriveerd zijn ter gelegenheid van het feest vermaken
zich onder de pergola. De toegang aan deze zijde van het woonhuis
leidde onder andere naar de wijnkelder. Het lijkt een familie die weet
wat genieten is, dat stralen deze heren in ieder geval wel uit.
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||
%
|
||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||
ment opgericht ter nagedachte-
nis aan de slachtoffers die tijdens het uitoefenen van het verzet omgekomen waren. Dankzij de diverse getuigenissen ten faveu- re van Jongerius, werd de verden- king van collaboratie weer opge- heven en mocht het bedrijf voort- gaan. Helaas bleek het zakelijk leiderschap van Co Jongerius geen succes en in 1953 werd fail- lissement aangevraagd. Van filmdecor tot monument?
Kort daarna kwamen het terrein
en het woonhuis in bezit van de- fensie. De nieuwe eigenaar bleef het woonhuis en de hal gebrui- ken als respectievelijk kantoor en opslagruimte, maar behandelde sommige delen van het woon- huis niet altijd even zorgvuldig. |
Zo bracht defensie nogal zorge-
loos allerlei voorzieningen aan die in het woonhuis hier en daar ten koste ging van de originele afwerking. In de jaren negentig deed het ge-
rucht de ronde dat defensie het terrein zou gaan verlaten. Een bezoek ter plekke door de sector Monumenten van de gemeente Utrecht bracht pas goed aan het licht wat voor een bijzonder complex hier stond en deels nog staat. Ook werd het glas-in-lood raam ontdekt, dat inmiddels ver- plaatst was van de oorspronkelij- ke plek in de fabriekshal naar een gebouw even verder op het ter- rein. Bij het vertrek van defensie - die het overigens in beheer gaf aan de Dienst der Domeinen - werd het gebouw gekraakt. De |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tion aan de Leidseweg onder zijn
hoede. Helaas bleek Co niet het zakeninstinct van zijn overleden broer te hebben, hoewel dat pas na de oorlog zou blijken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog behoorde Jongerius bij uitstek tot een tak van industrie die de Duit- sers graag inlijfden ten behoeve van de oorlogsindustrie. Jonge- rius maakte onder andere vlieg- tuigmotoren en geschut. Dat is hem direct na de oorlog niet in dank afgenomen en het bedrijf werd in eerste instantie beschul- digd van collaboratie. Al vrij snel bleek - na diverse petities van goede bekenden - dat de fabriek tijdens de bezetting ook een dek- mantel was geweest voor ver- zetsactiviteiten. In 1945 werd er op het terrein een klein monu- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het glas-in-lood
raam met de ge- schiedenis van het transport, de be- drijvigheid van Jongerius en aller- lei andere beelden die te maken heb- ben met het be- drijf. Het raam be- vindt zich nu op een andere plek op het terrein in een kantoorgebouw uit de jaren zeventig. Foto: ABC |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
101
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
krakers vreesden dat het terrein
'ten prooi' zou vallen aan de Jaar- beurs. Die was immers het Mer- wedekanaal overgestoken en had naast Jongerius een grote parkeergarage gebouwd. Toen Domeinen vervolgens het woon- huis en de hal verhuurden voor de opnamen van een televisiese- rie, werden de krakers gedwon- gen de panden te verlaten. Lange tijd brandden er grote lampen rondom het woonhuis en waren woonhuis en hal to- neel van de meest uiteenlopende praktijken. Jongerius was alsnog een filmdecor geworden en wel van de televisieserie Wet en waan. Maar alleen voor de ken- ner van het woonhuis en de hal was dat zichtbaar, want zoals ge- |
bruikelijk in speelfilms kwamen
deuren dikwijls uit op heel ande- re ruimten dan in de werkelijk- heid. Zo maakten de hoofdrol- spelers veelvuldig gebruik van de monumentale trap om vervol- gens in volstrekt verschillende vertrekken uit te komen. Met name de hal bleek uitermate ge- schikt om rechtbank- en gevan- genisscènes op te nemen. Het is echter voor het gebouw en de hal te hopen dat het op ter- mijn een definitieve functie krijgt en opgeknapt wordt. De staat van beide gebouwen gaat hard achteruit. Gelukkig is het woonhuis sinds 31 januari 2001 geplaatst op de Rijksmonumen- tenlijst. Jammer is wel dat de ge- meente Utrecht zowel het woon- |
huis als de hal als het glas-in-
lood raam had voorgesteld voor plaatsing. Dit fabriekscomplex is immers in zijn geheel van archi- tectonisch en cultuurhistorisch belang. Het lijkt dan ook gerech- tigd om de hal én het bijzondere glas-in-lood raam in ieder geval op de gemeentelijke monumen- tenlijst te zetten. Dan kunnen woonhuis en hal bij toekomstige ontwikkelingen niet makkelijk gescheiden worden en dan kan het glas-in-lood raam weer terug naar zijn oorspronkelijke plaats. |
||||||||||||||
De fabriek in goe-
de tijden: een schoonzoon toont zijn nieuwe auto (een Merairy) met op de achtergrond het huis en de hal. |
||||||||||||||||
102
|
||||||||||||||||
-%
|
||||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||
stichting Utrechtse Kastelen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■c^; De familie van Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rencer de Bruin
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de provincie Utrecht staan tientallen kastelen, historische landhuizen of resten
daarvan, vaak omgeven door opstallen, grote tuinen en landerijen. De Stichting Utrechtse Kastelen ontfermt zich over deze monumenten. Donateurs kunnen deel- nemen aan lezingen en excursies, binnen én buiten de regio. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de grens waaraan de donateurs
enkele malen per jaar kunnen deelnemen. Tot de bestemmingen behoorden de afgelopen jaren on- der andere de landcommanderij van de Duitse Orde Alden Biezen in België en de Wasserburg Anholt in Duitsland. In Nederland staan dit jaar de Overijsselse kastelen Twickel en Nijenhuis alsmede de stad Deventer op het programma. Natuurlijk worden ook de kastelen en landhuizen in de eigen regio niet vergeten. Zo waren er excur- sies naar de Utrechtse forten, het Domplein, de huizen Doornburgh en Goudestein in Maarssen, het Landgoed Vollenhove in Zeist, Wijk bij Duurstede en het Duitse Huis in Utrecht. leder jaar staat er ook een buiten-
landse reis op het programma. Net als in 2000 is het reisdoel dit jaar de Tsjechische Republiek. Eer- der togen de deelnemers voor meerdaagse reizen naar Dene- marken, Luxemburg, Duitsland en Polen. Verder organiseert de stichting le-
zingen. Zo hield bestuurslid J.J.C, baron Taets van Amerongen een verhaal over zijn eigen woonhuis, het kasteel Renswoude dat dit na- jaar doel van een excursie zal zijn. Excursies en het Mededelingen- blad zijn bestemd voor de dona- teurs van de stichting. Dat zijn er rond de 500. Het aantal donateurs neemt langzaam toe. Door de leef- tijdsopbouw is er, net als bij Oud- Utrecht, ieder jaar sprake van ver- lies door overlijden. Dat wordt net iets meer dan gecompenseerd door het winnen van nieuwe do- nateurs. Meer informatie over de stichting is te krij-
gen bij mevrouw B. Kortenhoff-Neppérus, Maliesingel 5,3581 BA Utrecht (030) 231 93 96 fax (030) 236 85 19. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kasteel De Ham in Hoofddoel van de in 1970 opge-
Vkwten richte Stichting Utrechtse Kaste- Voto: Henk Bol, len is het behoeden voor verval en Provincie Utrecht Ondergang van de in de provincie Utrecht aanwezige kastelen, kas- teelruïnes en historische landhui- zen met de daarbij behorende in- ventarissen, tuinen, opstallen en erven. Bovendien wil de stichting bijdragen aan het behoud van de hierin besloten kunsthistorische, cultuurhistorische en landschap- pelijke waarden. Ze doet dat door onderzoek te (laten) verrichten, adviezen te geven en bij de over- heid, bedrijven en particulieren belangstelling en steun te werven. Anders dan de Gelderse zusteror- ganisatie heeft de Utrechtse kas- telenstichting geen kastelen in ei- gen bezit of beheer. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het verrichten van wetenschappe-
lijk onderzoek vormde een tiental jaren geleden de hoofdactiviteit van de stichting. Dat resulteerde onder andere in het in 1995 ver- schenen standaardwerk over Utrechtse kastelen en ridderhof- steden. Dit uitgebreide overzicht van de bouw- en bewoningsge- schiedenis van 107 kastelen beleef- de al spoedig een tweede druk die inmiddels vrijwel is uitverkocht. Lezing over je eigen kasteel
De uitkomsten van kleine onder-
zoeken worden met regelmatig gepubliceerd in het vier keer per jaar verschijnende Mededelingen- blad van de stichting. Het bevat ook uitgebreide verslagen van de excursies in eigen land of net over |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
103
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuursignalement
|
|||||||||||||||||
Anneke Jansen, Het Utrechts Archief
|
|||||||||||||||||
Dekker. - Amersfoort : Bekking,
2000. (Amersfortia reeks; deel 12). - ISBN 90-6109-464X Studie over de maalschap in Hoogland vanaf het ontstaan tot heden. Maalschappen (in andere provincies 'marken' genoemd) zijn genootschappen van boeren om de nog niet in cultuur gebrachte gronden van de dorpsgemeen- schap te beheren en eventueel te ontginnen. Heilig vuur -. het St. Antonius Zie-
kenhuis te Utrecht / Nieuwegein 1910-20001 Rob Wolf. - Nijmegen: Sun, 2000. - - Gedenkboek uitge- geven ter gelegenheid van het 90- jarig bestaan van het St. Antonius Ziekenhuis op 15 november 2000. ISBN 90-5875-121-X len paradijze voeren haar de enge-
len : gedenkboek van het rooms-ka- tholieke kerkhof in Zeist I J.H. van der Kolk en D.M. Servaas. - [S.I.] : [s.n.], 2000 - ISBN 90-9014518-4 Gedenkboek beoogt met het ver- schijnen de herinnering levend te houden aan de op het rooms-ka- tholieke kerkhof aan de Utrechtse- weg in Zeist ter aarde bestelde mensen. Gebaseerd op gegevens verkregen door het vastleggen van alle opschriften op de grafmonu- menten zoals aanwezig eind 1998. Aanvullende informatie uit aante- keningen van de begrafenisonder- nemer wijlen de heer J.M. Bruynis. Huizen in Nederland ; Utrecht,
Noord-Brabant en de oostelijke provincies: architectuurhistorische verkenningen aan de hand van het bezit van de Vereniging Hendrick de Keyser I R. Meischke, HJ. Zant- kuijl en P.T.E.E. Rosenberg. - Zwolle : Waanders ; Amsterdam : Vereni- ging Hendrick de Keyser, 2000. - ISBN 90-400 9431-4 |
|||||||||||||||||
De Vereniging Hendrick de Keyser
besloot bij haar 75-jarig jubileum in 1993 de ontwikkeling van het Nederlandse woonhuis opnieuw te laten beschrijven aan de hand van ruim 300 panden in eigen be- zit. Dit is het vierde en laatste deel van dit project. Eerder versche- nen: Friesland en Noord-Holland, Amsterdam en Zeeland en Zuid- Holland. liber pilosus: cartularium van het
kapittel van St.-Marie I transcriptie door de Werkgroep Latijnse paleo- grafie van Het Utrechts Archief ; onder red. van Kees Smit en Jan Wolters; met een beschrijving van het handschrift door Gisela Gerrit- sen-Geywitz. - Utrecht : [Het Utrechts Archief], 2001. Het cartularium is een middel- eeuwse bundel afschriften van be- langrijke stukken die met het ka- pittel van St. Marie te maken heb- ben. Er is niet gestreefd naar een nauwkeurige diplomatische uitga- ve maar naar een uitgave die de lezer in staat stelt zonder onnodi- ge hindernissen toch een be- trouwbare tekst door te nemen. De Looborch 50 jaar I samengest.
door J. Nagel. - [S.I.] : [s.n.], 1999 (Zeist: Donath). Gedenkboek uitgegeven t.g.v. het
50-jarig bestaan van Zorgcentrum De Looborch te Zeist. Zeist terug in de tijd : foto's uit de
collectie Kraal van het Zeister His- torisch Genootschap Van de Poll- Stichting I door V.A.M. van der Burg en K.M. Veenland Heineman. - Rotterdam : Barjesteh van Waal- wijk van Doorn ; Zeist: Zeister His- torisch Genootschap Van de Poll- Stichting, 1999. Fotoboek uitgege- ven bij de gelijknamige tentoon- stelling in Slot Zeist van 27 novem- |
|||||||||||||||||
Verkrijgbaar bij boekhandel of uitgeverij:
De vestiging van het Duitse Huis in
de stad Utrecht I Martin de Bruijn, Gerard Pouw en Luit van der Tuul< [onder red. van Annesietske Sta- pel ; fotogr. en pigr. Luit van der Tuuk]. - Utrecht: Ridderlijke Duit- sche Orde Balije van Utrecht, 2000. - ISBN 90-805816-1-5 (Bij- dragen tot de geschiedenis van de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht; 1) Uniek in de stad -. de oudste geschie-
denis van de kloostergemeenschap op de Hohorst bij Amersfoort, sinds 7050 de Sint-Paulusabdij in Utrecht .- haar plaats binnen de Utrechtse kerk en de ontwikkeling van haar goederenbezit (ca. looo-ca. uoo) I door Charlotte Jeanine Christine Broer. - Utrecht: CJ.C. Broer, 2001. Met samenvatting in het Engels. - Proefschrift Universiteit van Am- sterdam. - ISBN 90-805772-1-9 Uitvoerige studie over de vroege geschiedenis en de unieke plaats van de Paulusabdij in Utrecht en de rol die deze speelde in de entou- rage van de bisschop. Het tweede deel gaat nader in op het goede- ren- en rechtenbezit van de abdij. ian Roelof StJacobus Jan van Nijen-
daal, kunstenaars uit Wijk bij Duur- stede I Lisette Le Blanc; onder red. van Jos de Meyere ; [reprod. fo- togr. Hans Dirksenj. - Wijk bij Duurstede : Museum Dorestad, 2000. - ISBN 90-805573-1-5 Leven en werk van vader en zoon Van Nijendaal die van ca. 1900 tot 1972 het aanzien van Wijk bij Duurstede hebben vastgelegd in foto's, tekeningen en schilderijen. f e/1 zeer oud en voornaam college -.
geschiedenis van de malen op het Hoogland buiten Amersfoort I C. |
|||||||||||||||||
104
|
|||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||
vereniglng Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||
augustus 2001
|
|||||||||||||||||
als dat er uit ziet op het moment
van de samenvoeging van de ge- meenten Vleuten-De Meern en Utrecht. Dagboek Kanaleneiland I Charlotte
Huisman ; [samenst. Abe Mijdam ; omslagfoto Robin Utrecht; foto's binnenwerk Jaap de Boer... [et al.]. - [S.I.] : Wegener Midden Neder- land i.s.m. Woningcorporatie Mi- tros, [2000]. - ISBN 90 72735-13-7 Bundeling van stukken uit het Utrechts Nieuwsblad (sept/okt 2000). Verslaggeefster Charlotte Huisman schreef vanuit haar huurflat in Kanaleneiland verha- len waarin de mensen uit de wijk centraal staan. Multiculturele wandeling door
Lombok I [onder red. van André Jonkers ... [et al.]. - Utrecht: Komi- tee Utrecht tegen Racisme en Fas- cisme (KURF), [2001]. Gids met korte beschrijving van de migratiegeschiedenis van de stad Utrecht en een routebeschrijving van een wandeling door de wijk Lombok. Boswell en Holland I vertaald, be-
werkt en ingeleid door Jan Pieter van der Sterre ; met medew. van CD. van Strien. - Antwerpen [etc]: Atlas, 2000. - Uitgave gebaseerd op Boswell in Holland. - Yale, 1952. - ISBN 90-450-0259-0 Het verslag van James Boswell over zijn studententijd in Utrecht in de jaren 1763-1764. In deze Ne- derlandse vertaling van Boswell in Holland (1952) zijn fragmenten ge- schrapt en toegevoegd. Met inlei- dende teksten over de aanloop tot de reis en de volledige correspon- dentie tussen Boswell en Belle van Zuyien. |
|||||||||||||
aan, 2000. - ISBN 90-6140-755-9
Onderzoek naar de Veenendaalse sekte van Jannetje Hootsen Dirksdochter, bijgenaamd Zwart Jannetje (1860-1919). /4.M. Hammacher .- kunst als le-
vensessentie I Peter de Ruiter. - Baarn : de Prom, 2000. - ISBN 90- 6801-503-6 A.M. Hammacher(i897-...) was in
de periode 1919-1927 kunstcriticus van het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad. Daarbij wordt ook ingegaan op het Utrechtse kunstklimaat in de jaren twintig van de vorige eeuw. Biografie waarin een beeld wordt gegeven van Hammachers werkzame le- ven, waarin zijn schrijverschap, het directoraat van het Kröller- Müller Museum en zijn overige maatschappelijke functies cen- traal staan. Vee/ vertier en doortogt -. een greep
uit de geschiedenis van Houten, Schalkwijk, 't Coy en Tuil en 't Waal I Otto Wttewaall ; [eindred. Ernst Jan Peters]. - Houten : Gemeente Houten, 1999. Degelijk én leesbaar boek over de
rijke geschiedenis van Houten. Onder Willibrord's hoede.- herinne-
ringen aan dierbare plaatsen I [te- keningen Charles v.d. Broek ; tek- sten Gerard Zuidberg]. - Utrecht: Charles v.d. Broek en Gerard Zuid- berg, 2000. - Deel 1. Eerste boekje in een serie tekenin- gen en teksten die om de paar we- ken verschenen in het zondags- blad Utrecht op Zondag. Leidsche Rijn ; landschap in bewe-
ging I [fotografie Werry Crone] ; [teksten Johan de Vos]. - Utrecht: Stichting De Plantage, 2001. - ISBN 90-805746-9-4 Uitgegeven op initiatief van het
projectbureau Leidsche Rijn Utrecht, Gemeente Utrecht ter ge- legenheid van de samenvoeging van Vleuten-De Meern en Utrecht op 1 januari 2001. Verstilde foto's en poëtische tek-
sten leggen het landschap vast zo- |
|||||||||||||
ber 1999 tot en met 9 januari
2000. - ISBN 90-5613-046-3 Selectie van 45 foto's uit de glas- negatievencollectie van boek- en kunsthandelaar Jan Willem Kraal betreffende Zeist rond de perio- de 1900-1930. De foto's zijn toe- gelicht met citaten uit KraaI's Nieuwe Croote Gids van Zeist uit 1907. De zgn. Collectie Kraal be- vat 400 glasnegatieven en is thans in het bezit van het Zeister Historisch Genootschap Van de Poll-Stichting. 'n l-laonderik vol ruggemeters .-
Scliall<wijl<s dialect I P.AA. Heijmink Liesert; [met tek. van Peter Koch]. - Houten: Historische Kring tussen Rijn en Lek, 2000. ISBN 90- 806002-1-0 Dit naslagwerk, verlevendigd met
tekeningen van Peter Koch, is niet alleen interessant voor de Schalk- wijker maar voor iedereen met be- langstelling voor taal en volksle- ven. h/\ar Diemèl, leven en werk I onder
red. van Dick Adelaar en Inemie Gerards; met bijdr. van Wim Die- mei, Xabier Jense en Hanneke Matthijssen. - Houten : Stichting Mar Diemèl, 2000 (Nobel-reeks ; 1).-ISBN 90-6481-329-9 Mar Diemèl (1903-1983) was als schilder, illustrator en oprichter/di- recteur van de academie Artibus een invloedrijk persoon binnen het Utrechtse kunstklimaat. Met een biografische schets en ruim 100 af- beeldingen uit zijn oeuvre. Transcriptie register van verkoop
tienden te Woudenberg, Ameron- gen etc 1563-1615 Kapittel van Sint Pieter te Utrecht I Dick van Wage- ningen. - Amersfoort: D. van Wa- geningen, 2001- Met alfabetische lijst op achternaam of beroep Ver- kort afschrift van het origineel: Ka- pittel van Sint Pieter te Utrecht (HUA Toegang 220, inv. nr. 268-1). Het Antjesgeloof: het merkwaardi-
ge gezelschap van Zwart Jannetje uit Veenendaal I Leendert de Kluij- ver. - Kampen : De Groot Goudri- |
|||||||||||||
105
|
|||||||||||||
Rectificatie
In het vorige nummer is door een fout van de re-
dactie de kopij van de literatuursignalementen uit nummer vijf van de vorige jaargang opnieuw afgedrukt. Hiervoor onze excuses de redactie
|
|||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||
augustus 2001
|
|||||||||||||
Nieuwe ruimte voor de meanderende beelc
|
|||||||||||||||||||||||||||
MARTINE BUSZ & HÉLÈNE HiNE, LANDSCHAPSBEHEER UTRECHT
|
|||||||||||||||||||||||||||
'Hi^ } >
|
|||||||||||||||||||||||||||
Laaglandbeken, zoals we die in Nederland kennen, zijn op wereld-
schaal vrij zeldzaam. Maar van het oorspronkelijke dynamische landschap met snelstromende, kronkelende beekjes is niet veel meer over. Na beekherstel, zoals van de Moorsterbeek op het land- goed Achterveld, kan het water zich weer in alle bochten wringen. |
|||||||||||||||||||||||||||
Kenmerkend voor beken is ook de
kronkelende loop, het zogenaam- de meanderen. Die zorgt voor ver- schillen in stroomsnelheid. In de buitenbocht, waar de water- stroom het sterkst is, ontstaan steile oevers en wordt grof materi- aal afgezet. In de binnenbocht is de stroming langzamer. Hier heeft de beek flauwe oevers en sedi- menteert fijn slib. De loop van be- ken verandert met de tijd. Door de stroming wordt de buitenbocht steeds verder 'uitgehold', terwijl de binnenbocht door de slibafzet naar binnen toe 'opschuift'. Door de eeuwen heen wijzigen de be- ken zo hun koers in het landschap. Het meanderen van de beek draagt bij aan het ontstaan van verschillende ecologische mi- |
|||||||||||||||||||||||||||
Door de lage
stroomsnelheid in een deel van de meanderende beek slibt zand aan en krijgen planten als de lisdodde kans om te groeien. |
|||||||||||||||||||||||||||
Beken zijn smalle, snelstromen-
de, doorwaadbare waterlopen. In Nederland gaat het meestal om zogenaamde 'laaglandbeken' 106 "^^^ ^^" zandige bodem. Ze wor- den door vele greppels, slootjes en stroompjes gevoed met kwel- en oppervlaktewater . Vergelijk- bare laaglandbeken komen al- leen voor in de Belgische Kempen en plaatselijk in Sleeswijk Hol- stein, Denemarken, Polen en Rus- land. |
Door menselijk ingrijpen zijn veel
beken omgevormd tot rechte wa- terlopen met stuwen die een te snelle afvoer van het water moe- ten voorkomen. Een natuurlijke beek ziet er met zijn stroomrib- bels en specifieke oeverplanten heel anders uit. Elzen op de zand- gronden en wilgen in kleigebie- den behoeden de oeverbeken voor afbrokkeling en zorgen voor schaduw, zodat het water koel en zuurstofrijk blijft. |
||||||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||||||||
augustus 2001
|
|||||||||||||||||||||||||||
Landschapsbeheer Utrecht
|
||||||||||||||||
Heus. De variaties in voedselrijk-
dom, vochtigheid, stroomsnel- heid en bodemmateriaal hebben op hun beurt invloed op planten en dieren. Zo vinden we broek- bosjes met els en es vooral op de drassige delen langs een beek. Bermpje, rivierdonderpad, kleine modderkruiper en beekprik zijn karakteristieke vissoorten van natuurlijke beken. De bruine kik- ker, grote en kleine watersala- mander en ringslang leven in beekdalen. Ziet u de grote gele kwikstaart, een waterspreeuw of ijsvogel: dan bevindt u zich waar- schijnlijk in de buurt van een na- tuurlijke beek. Veelzijdig economisch belang
Sinds eeuwen benutten mensen
beken voor allerlei, meest econo- mische doelen. Al vóór de Middel- eeuwen waren er watermolens in gebruik om met behulp van wa- terkracht graan te malen. Behal- |
ve waterkracht leverden beken
ook schoon water dat werd benut voor wasserijen, papierindustrie, grachten, waterpartijen bij land- goederen en viskwekerijen. Ver- der dienden beken als veekering. De functie om (overtollig) water af te voeren kregen beken al in de vroege Middeleeuwen. Dat was nodig om drogere weidegronden te krijgen of voor de ontwatering van veengebieden die vervolgens makkelijker vergraven konden worden. Boeren gebruikten be- ken vaak om hooilanden te voe- den met mineraalrijk water. In de Middeleeuwen waren han- del en ambacht de motoren van de economie. Rivieren en beken werden zoveel mogelijk bevaar- baar gemaakt voor het transport van hout, turf en granen. In de Nieuwe Tijd werd geïnvesteerd in herstel en aanleg van buiten- plaatsen. Het bouwmateriaal kwam dikwijls via beken op de |
plaats van bestemming. In de
loop van de ige eeuw verloren de beken hun transportfunctie. Straatwegen en later spoorwe- gen en kanalen maakten groot- schaliger vervoer mogelijk. Functionele afvoerkanalen
In de 2oe eeuw verdwenen veel
van de 'economische' toepassin- gen van beken. Door nieuwe, grootschalige ingrepen verander- de het aanzien van beken en beek- dalen in een hoog tempo. De ver- gaande ontginningen rond de vo- rige eeuwwisseling stelden steeds hogere eisen aan een goede ont- watering. Ook de toenemende verstedelijking en intensivering van grondgebruik droegen daar- aan bij. De meeste beken werden getransformeerd tot 'functionele afvoerkanalen'. Natuurlijke meandering maakte
daarom vanaf de jaren '30 plaats voor normalisatie en kanalisatie. |
||||||||||||||
Een natuurlijk,
dynamisch beek- landschap |
||||||||||||||||
107
|
||||||||||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||||||||
augustus 2001
|
||||||||||||||||
Nieuwe ruimte voor de meanderende beeic
|
|||||||||||||||||||||||
Instroom van vervuild water
maakte van beken soms letterlijk afvoergoten. Ook andere karakte- ristieke kleinschalige landschaps- elementen, zoals houtwallen en broekbosjes, moesten het op veel plaatsen ontgelden . Verdere in- tensivering van de landbouw in de jaren '50 ging gepaard met verla- ging van de grondwaterstand en versnelde waterafvoer. Er kwa- |
men stuwen en zandvangen in be-
ken. Daardoor ontstonden proble- men die zich nog steeds voordoen, zoals verdroging, piekafvoer of overstroming, instroom van ge- biedsvreemd water en migratie- belemmering voor vissen. De aanpak van wateroverlast was in de jaren '80 mede aanleiding voor de eerste plannen tot beek- herstel. |
||||||||||||||||||||||
Steeds meer drong ook het besef
door dat beken een belangrijke natuur- en cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen. Na- tuurlijke beken en beekdalen zor- gen voor beter waterbeheer en voor een gevarieerder landschap. De aandacht daarvoor is letterlijk in een stroomversnelling geraakt. |
|||||||||||||||||||||||
Moorsterbeek terug in natuurlijke staat
De Moorsterbeek stroomt
voor een groot deel door land- goed de Boom hij Achterveld. Na werkzaamheden in zowel 1993 als het najaar van 1999 is een deel van de Moorster- beek in zijn oorspronkelijke staat hersteld. |
|||||||||||||||||||||||
Toen in 1969 de waterhuishou-
ding in de omgeving van de Moor- sterbeek werd aangepakt, werden natuurlijke processen onderge- schikt gemaakt aan gecontroleer- de en snelle afvoer van het water. De bovenloop van de Moor- sterbeek werd gekanaliseerd en genormaliseerd en er werd een af- leidingskanaal gegraven. De gelei- delijke toename van de hoeveel- heid water vanaf de bron tot aan de monding In het Valleikanaal verliep niet langer op een natuur- lijke manier. Het ritme van natte en droge seizoenen verdween en daarmee alle dynamiek die hoort bij een natuurlijk beeksysteem. In 1993 is het Waterschap Vallei en Eem begonnen met het herstel van de Moorsterbeek. Op het mid- |
|||||||||||||||||||||||
dengedeelte van de beek is een
aantal meanders opnieuw gegra- ven. Vervolgens heeft Land- schapsbeheer Utrecht in 1999 een herstelplan gemaakt. Bij het aflei- dingskanaal is een stuw opgezet, zodat zoveel mogelijk water door de oude beekloop gaat lopen. Oude meanders zijn weer opge- graven en door middel van elzen- stobben is meandering aange- |
bracht in de rechte beekstukken
Beekbegeleidende beplanting is hersteld, waar die ontbrak of niet uit de juiste soorten bestond. Vis- sen als het bermpje en het drie- doornig stekelbaarsje, maar ook de waterschorpioen en vele libel- len herbevolken de beek. En lang- zaam maar zeker keert ook in de provincie Utrecht het natuurlijke beeklandschap terug. , |
||||||||||||||||||||||
De Moorsterbeek
|
|||||||||||||||||||||||
108
|
|||||||||||||||||||||||
Oud'Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||||
augustus 2001
|
|||||||||||||||||||||||
Agenda
|
|||||||||||||||||||
Tuinenmaanden
Vorigjaar trokken de tuinenmaan-
den in de provincie Utrecht meer dan 130.000 bezoekers. Naar ver- wachting zal dat aantal dit jaar nog hoger zijn dankzij openstel- ling van nog meer tuinen en een uitgebreider activiteitenprogram- ma. Tijdens de Tuinenmaanden die duren tot en met oktober staan de tuinen en parken in de provincie Utrecht centraal. Bijzon- der is dat er meer dan 20 privé-tui- nen bezocht kunnen worden. Alle activiteiten zijn terug te vinden in een speciale, gratis brochure ver- krijgbaar bij de grote \AA/'s en bi- bliotheken in het land, bij de deel- nemende tuinen of telefonisch aan te vragen: 0900-4141414. Kinderactiviteiten in
Utrechts Museumkwartier Het Utrechts Museumkwartier
staat nog tot en met september bol van de kinderactiviteiten. Het Museumkwartier, gelegen in de zuidelijke oude binnenstad, toont dan een groot aantal bijzondere schatten aan kinderen. Met be- hulp van een schatkaart, speurend door kerken, kelders, steegjes en hofjes, kunnen de deelnemertjes raadsels oplossen en krijgen ze een mooie beloning om mee naar huis te nemen. De schatkaarten zijn verkrijgbaar bij de VW Utrecht en bij RonDom, het bezoe- kerscentrum voor cultuurhistorie aan het Domplein 9 te Utrecht. Wandeling in Oudewater
Op zaterdag 15 september organi-
seert Oud-Utrecht een wandeling door het monumentenstadje Ou- dewater met een bezoek aan het Touwmuseum, dat eerder dit jaar werd geopend. In Oudewater draaide het leven rond touw en dat bracht in de 17e eeuw heel wat |
|||||||||||||||||||
geld in het laatje. Omdat de markt
voor touw in de 19e eeuw instortte en er geen geld was voor nieuw- bouw, bleef veel van die oude schoonheid bewaard. De gids Net- tie Stoppelenburg werkte mee aan de oprichting van het Touw- museum en verdiepte zich in de geschiedenis van de touwproduc- tie in Oudewater. Want met touw deden ze in Oudewater van alles: je kon het draaien, je kon er rijk mee worden, je kon het stelen, je kon er zelfs mee moorden. Verzamelen op de parkeerplaats aan het Plesmanplantsoen in Ou- dewater (onbeperkt en gratis par- keren) op 15 september om 14 uur. Opgeven bij Hubert Luijsterburg: 030 - 24416 49. Maximaal 25 deel- nemers. Kosten f 10,-, inclusief be- zoek aan het Touwmuseum en een kopje koffie. Themawandelingen
't Gilde Utrecht Tot en met half september verzor-
gen gidsen van 't Gilde in Utrecht iedere woensdagavond een wan- deling waarin steeds een ander thema leidraad vormt. Op 1 augus- tus is het thema kloostertuinen en pandhoven, 8 augustus schuilker- ken, 15 augustus wonen in Utrecht in de 20e eeuw, 22 augustus Utrecht in de poëzie, 29 augustus Karel V in Utrecht, 5 september Middeleeuwse kelders en came- ren en tot slot 12 september histo- rische poorten. Laatstgenoemde wandeling start om 19 uur, alle an- dere om 19.30 uur. Voor informa- tie over deelname en vertrekpunt: 't Gilde, 030 - 234 32 52 op weekda- gen van 14 tot i6 uur. ledere zon- dag begint er om 14.15 uur bij RonDom, Domplein 9, een wande- ling waarvoor geen reservering nodig is. Kosten voor alle genoem- de wandelingen f5,-. |
|||||||||||||||||||
Gezocht: website-beheerder
De website van Oud-Utrecht is de afgelopen vier
jaar kundig beheerd door JanJaap Luijt. Wegens tijdgebrek moet hij zijn werkzaamheden overdra- gen. Daarom zijn we op zoek naar een nieuwe en- thousiaste beheerder van de site. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen
met Monique Dirven: 030 - 236 82 17. |
|||||||||||||||||||
Wijziging openingstijden Het
Utrechts Archief Vanaf 3 september aanstaande
zijn de studiezalen van Het Utrechts Archief de gehele maan- dag gesloten. Daar staat tegen- over dat u op donderdag van 9 tot 21 uur terecht kunt in Het Utrechts Archief, waarbij vanaf 6 septem- ber tot 20 uur (i.p.v. 16.30 uur) stukken uit de depots worden ge- haald. Uitkomsten enquête Oud-
Utrecht Afgelopen april is onder de leden
van Oud-Utrecht een enquête ver- spreid. Maar liefst 290 enquêtes zijn ingezonden. De resultaten zijn inmiddels grotendeels verwerkt en in het najaar verschijnt in dit tijdschrift een uitgebreid verslag. Dan worden ook de winnaars van de boekenbonnen bekend ge- maakt. Wel v^il het bestuur alvast alle inzenders hartelijk bedanken! |
|||||||||||||||||||
109
|
|||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
|||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||
augustus 20Q1
|
|||||||||||||||||||
Hermans Q Schuttevaer
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
notarissen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
AtnicllDttn bit
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Utrecht: Hermans & Schuttevaer «Maliebaan 81 «Tel. 030-233 66 99
SoTAifittiï Vleuten: Notarispraktijk Hagen • Pastoor Ohllaan 25 • Tel. 030 - 677 61 17 (maakt deel uit van Hermans & Schuttevaer).
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
pre-publishing
content management
c d - r o m
internet
digital print
drukwerk
direct mail
ogistieke dienstverlening
e Ie services
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
PlantijnCasparie
-»Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrieslantlaan 14
3526 AA Utrecht Postbus 7052 3502 KB Utrecht |
T 030-282 28 22
F 030-288 35 61 |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Weten wat uw huis waard is?
Vraag naar de gratis waarde-indicatie!
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
De prijzen van koopwoningen zijn de af-
gelopen jaren flink gestegen. Ook uw huis is hoogstwaarschijnlijk meer waard geworden. Maar hoeveel? Ligt dat droomhuis nu binnen uw bereik! Of kunt u met de overwaarde de keuken moderniseren! Wat uw wensen ook zijn: u kunt pas echt plannen gaan maken als u weet hoeveel uw huis waard is! ERA Makelaardij Utrecht geeft u gratis en
geheel vrijblijvend een waarde-indicatie van uw woning. En dat is slechts één onderdeel van de service die ERA u kan bieden. Als het u wat waard is om de waarde van uw huis te weten, bel dan met ERA voor die gratis |
waarde-indicatie. Of gewoon om meer te
weten te komen over de diensten die wij bieden. Dat kost u niets en levert u waarde- volle informatie op. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
BON VOOR GMTIS WAARDE-INDICATIE
Graag wil ik een vrijblijvende, gratis waarde-indicatie
van mijn woning. Bel mij voor een ajspraak. Naam: ...............................................................
Straat: ...............................................................
Postcode: ...............................................................
Plaats: ...............................................................
Telefoon: ...............................................................
Knip de bon uit en stuur op naar ERA Makelaardij
Utrecht, Burg Reigerstraat 65, 3581 KN Utrecht. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
lOi
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
BH
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ERA
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaardij Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeester Reigerstraat 65,
3581 KN Utrecht.
Tel. 030 233 21 32. Fax 030 254 60 26
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan- en verkoopbegeleiding
Taxaties
Hypotheken
Verzekeringen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Muus & IJzerman makelaardij
heeft hart voor 'Oud-Utrecht' |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
mokelaord i j
in onroerende
goederen
|
Muus &
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
113
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
IJzerman
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
f\SO\
i9D02 $
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Maliebaan 48,Postbus 14014,3 508 SB Utrecht,Telefoon:030 - 234 00 08, Fax: 030 - 232 19 70
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUD
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O VERBOUW
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O NIEUWBOUW
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
van Zoelen bv
aannemersbedrijf
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O RESTAURATIE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Kantoor:
Nevadadreef 58 3565 CC Utrecht tel: 030-2631111 fax: 030-2623274 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUDSSERVICE
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
24 UUR PER DAG
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaars in bedrijfsmatig onroerend goed.
verhuur-verkoop-taxaties-beleggingen-btgeleiding
projektontwikkeling en herhuisvesting Maliebaan39a 3581 CC Utrecht 030-2 334 336
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
BEAUFORT
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
MAKELAARS
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
J&BConseilB.V.
Rika Hopperlaan 17, 3584 GM Utrecht
Tel. 030 - 254 32 12, Fax 030 - 254 32 11 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
FINANCIEEL - ECONOMISCH ADVIESBUREAU
o.m. restauratiefinancieringen en hypotheken
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
'eenen es
|
||||||||||||||||||||
Onder meer:
• Contracten
• Contractsbesprekingen
• Behandeling én overname van incasso's
|
||||||||||||||||||||
bedrijfs/ur;d;sc/?e
c/;ensfverlening |
||||||||||||||||||||
Correspondentie uitsluitend
Postbus 12062
3501 AB Utrecht telefoon 030-231 68 40
fax 030-233 45 95
|
||||||||||||||||||||
MrJ.C.V. Geenen
|
||||||||||||||||||||
EXCLUSIEVE
KLEDING
EN MODES MAATKLEDING
OUDEGRACHT 118
UTRECHT
TEL. 030-231 01 74 |
||||||||||||||||||||
BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING
HOFLEVERANCIER |
||||||||||||||||||||
TAILORSSINCE1850
|
||||||||||||||||||||
Je moet ze soms horen over deze kunst. Dan zeg ik: verderop hangen de Hollandse meesters.
Jullie zijn hier gewoon nog niet aan toe. Dat laatste zeg ik natuurlijk niet. Dat denk ik alleen. |
||||||||||||||||||||
De Rabobank heeft iets met
kunst en cultuur. Eerlijk gezegd: we zijn er gek op. En onze smaak is al even breed als die van u. Popmuziek of klassiek, Cobra of impressionisme, vaan- delzwaaien of klootschieten, het is ons allemaal even lief. Daarom krijgen heel veel ver- schillende evenementen onze steun. En u krijgt van ons een gratis Museumjaarkaart op uw Europas. Want we willen graag dat iederéén kan genieten van kunst en cultuur. |
||||||||||||||||||||
Tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht
|
|||
voor
Utrecht-boeken
stad en provincie
|
|||||||||||||||||||||||||
GREEP Schilders bv
• Restauratiewerken
• Onderhoud
Maarssenbroeksedijk 15A
3606 AG Maarssen Tel. 030-241 31 15 |
|||||||||||||||||||||||||
Hoofdvestiging: Stadhuisbrug 5 * 3511 KI' Utrecht
T. ()3()-23352()() * F. 030-2314071 |
|||||||||||||||||||||||||
Daatselaar & Godhelp
Antiquairs - Beëdigd Taxateur
Lid. VHOK/CINOA/VNAG/NVK
|
|||||||||||||||||||||||||
Uil Ni'd. Antiquairs (icnoonchiii)
Utrecht
Korte Jansstraat 17-19, 3512 CiM litriclil
Tel. 030-2318266, Jax 030-2316474
Amsterdam Mren
Rokin 46, 1012 KV Amsterdam Torenliiaii 5, 1251 Ml- Uireii
Tel. 02O-620SI00 Tel, 035-53S1454
|
|||||||||||||||||||||||||
AAMMEMIMCSBEDRIJF
H.J. JURRIËMS BV |
|||||||||||||||||||||||||
Bouw Belegging
Restauratie Recreatie
Bemiddeling
|
|||||||||||||||||||||||||
KERSBERGEN
INSTALLATIETECHNIEKEN B.V.
UTRECHT |
|||||||||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||||||||
ip
|
|||||||||||||||||||||||||
Activiteiten o.a. op het gebied van:
* Elektra
* Klimaat
* Sanitair
* Beveiliging
* Telematica
Kaap de Goede Hooplaan 7, 3526 AR UTRECHT
Telefoon 030-88 24 64 Telefax 030-88 57 33 |
|||||||||||||||||||||||||
oLISIMN
&>LISM4N BV ZEIST
|
|||||||||||||||||||||||||
LAAN VAN VOLLENHOVE 3225 3706 AK ZEIST
POSTBUS 143 3700 AC ZEIST
TELEFOON 030-6956644
|
|||||||||||||||||||||||||
Q?i.\)a|
|
|||||
Coloi
Oud-l^Mit
Tweerr^Hdelijkl
74ejaa^^gnr.5'^ oktoben ISSN 138(3 Oud-Utrecht^^^^itgave van de
Vereniging Oud-
beoefening en verspreiJi^
der geschiedenis alsmede het waken over
het behoud van het cultureel erfgoed van
stad en provincie Utrecht.
Voorzitter: P. Blok
Secretariaat:!. Wilmer
p/a Alexander Numankade 199-201,
3572 KW Utrecht.
Tel.: (030) 286 6611
Fax: (030) 286 6600
Het internetadres van Oud-Utrecht is:
Penningmeester: P. Kroes
U kunt zich opgeven als lid van de
vereniging door te schrijven naar:
Oud-Utrecht,
Pr. Hendriklaan 76,
3584 ER Utrecht.
De contributie bedraagt/S4,- per Jaar
(26-/30,- / 6S+/44,- per jaar)
U-pas/30,-
Familielidmaatschap/1$,-
Contrihutie- en ledenadministratie:
P. Kroes
betaling contributie op giro 575520.
Redactie: B. van den Hoven van Cenderen,
M. van Lieshout (eindredactie),
M.van Oudheusden.J. Pennings,
P. Rhoen, B. van Santen, M. van de Vrugt
enM.Vugts.
Redactieadres:
Alexander Numankade 199,
3572 KW Utrecht.
Vormgeving:leroen Tirlon [BNO],
Utrecht
Ontwerp cover: H. Lodewijkx
Druk: PlantijnCasparie Utrecht
Oud-Utrecht
Tweemaandelijks tijdschrift
verschijnt zeven maal per jaar Deadline agenda nummer 7/2001: 30 oktober 2001 Verschijningsdatum nummer 6/2001
(themanummer):\ november 2001 Uw bijdragen kunt u toesturen aan de 115
redactie, Alexander Numankade igg,
35J2KW Utrecht, op 31/2 inch floppy
(WordPerfect t/m 9 of Word 97J.
Aanbevolen omvang: 3.000 woorden
inclusief noten en literatuur.
Auteurs wordt gevraagd zich te houden
aan redactionele aanwijzingen. Deze
zijn te verkrijgen bij het redactieadres.
Illustratiesuggestles zijn zeer welkom.
|
|||||
Van de bestuurstafel
'Blijf met je vingers van de singels'
|
|||||||||||||
P.A. Blok, voorzitter en J. Vroemen, bestuurslid
|
|||||||||||||
Bij dit nummer treft u de stukken
aan voor de najaarsledenvergade- ring die ditmaal plaatsvindt in het Universiteitsmuseum. In de con- cept-begroting 2002 is weer een belangrijk bedrag aan buitenge- wone bestedingen opgenomen, die mogelijk zijn dankzij de op- brengst van de erfenis van me- vrouw Ulbrich. Over de meeste ex- tra bestedingen is vorig jaar al be- sloten. Dat geldt voor de eindre- dactie en een extra nummer van het tijdschrift en voor het weg- werken van een historische witte vlek. Het betreft uitgaven van structurele dan wel kortlopende aard (twee tot vijf jaar). Een be- drag van ongeveer 6.500 gulden kan nog vrij besteed worden. Het bestuur heeft enkele ideeën daar- voor, maar hoort tot 15 oktober graag welke plannen er onder de leden leven voor de aanwending van dit geld. PB Op 19 juli is een delegatie van het
bestuur op bezoek geweest bij Jan van Zanen, de Utrechtse wethou- der voor onder andere economi- sche zaken en openbare ruimte. Ook de monumentenzorg behoort tot zijn portefeuille. Van Zanen wil graag structureel contact met de vereniging en afgesproken is ten- minste eenmaal per jaar bij elkaar te komen. Het bestuur heeft enke- le ontwikkelingen naar voren ge- bracht die de Vereniging Oud- Utrecht zorgen baren. De commissie actuele ontwikke- 116 lingen van de vereniging vreest dat een aantal (monumentale) panden in de binnenstad ten prooi is aan verval en/of verloedering. De heer M. Stafleu, aanwezig als hoofd van de sectie monumenten van de gemeente, heeft aangebo- den om een en ander nader met de commissie te bespreken. In- |
middels zijn leden van de commis-
sie bezig met een 'pandenschouw' in het veld. Al wandelend door de- len van de binnenstad trachten zij, volgens vooraf opgestelde criteria, vast te stellen welke panden in verval zijn en op welke wijze daar- bij het straatbeeld ontsierd wordt. Een tweede belangrijk punt dat het bestuur tijdens het gesprek met Van Zanen naar voren bracht is de toestand van de Utrechtse singels. Tijdens de laatste leden- vergadering is besloten dat de vereniging op de bres zal staan voor het singelgebied onder het door de voorzitter geformuleerde motto 'Blijf met je vingers van de singels!'. De Singelwerkgroep be- reidt momenteel een werkbijeen- komst voor met de voornaamste Utrechtse groepen die zich al lan- ger met deze problematiek bezig (zouden moeten) houden. De ver- eniging hoopt bij te dragen aan de verdediging van het singelge- bied door een verbindende scha- kel te zijn tussen een groot aantal dappere en soms eenzame strij- ders voor het behoud van dit waardevolle cultureel erfgoed. Verder werkt het bestuur hard aan
verbetering van de contacten tus- sen de verschillende commissies die de vereniging kent. Zo betrekt de activiteitencommissie de com- missie actuele ontwikkelingen bij de voorbereiding van een rondlei- ding en lezing in Daelwijck in Zui- len (zie de Agenda). Laatstge- noemde commissie stond eerder al op de bres om te voorkomen dat nieuwbouw de tuinen van dit voormalige gemeentehuis zou aantasten. Onlangs stelde ze ech- ter vast dat er dwars door die tui- nen een fietspad wordt aange- legd. Ter hoogte van het verderop gelegen Vechtplantsoen zijn bij |
||||||||||||
deze werkzaamheden zelfs mid-
deleeuwse muurresten van het klooster Mariendaal vernield. De bemoeienissen met Daelwijck zijn dan ook nog niet voorbij. In het volgende nummer brengen wij u op de hoogte van de laatste ont- wikkelingen. Wie gebeurtenissen te melden
heeft betreffende het cultureel erf- goed in stad of provincie kan con- tact opnemen met de voorzitter van de commissie actuele ontwik- kelingen, de heer D. van Baten- burg, Hugo de Crootstraat io, 3581 XS Utrecht, of per e-mail naar luit@tolsteeg.demon.nl. Voor an- dere zaken over cultureel erfgoed, in bijzonder de singels, kunt u een e-mail sturen naar jvroemen@hot- mail.com of een briefje naar de se- cretaris van de vereniging, p/a Het Utrechts Archief, Alexander Nu- mankade 199,3572 KW Utrecht. In de volgende jaargang van het tijdschrift verschijnt een rubriek Cultureel Erfgoed waarin u maan- delijks op de hoogte wordt gehou- den van de werkzaamheden van de commissie actuele ontwikke- lingen en de Singelwerkgroep. JV |
|||||||||||||
vereniging Oud«Utrecht
|
|||||||||||||
oktober 2001
|
|||||||||||||
Automobiliteit in stad en provincie Utrecht
|
||||||||||||||||||||||
Met de komst van lichtere modellen kon na 1907 ook de gegoede bur-
gerij zich een auto veroorloven. In de jaren '20 werden goedkopere Amerikaanse modellen, waaronder de populaire T-Ford, ook betaal- baar voor middenstanders. Tot 1929 was Utrecht de provincie met de hoogste autodichtheid van het land. De relatief sterke verstedelijking van de provincie vormt de waarschijnlijke verklaring daarvoor. |
||||||||||||||||||||||
schoolde arbeiders lagen in 1890
op ongeveer 460 tot 600 gulden en voor geschoolde werknemers op 600 tot 760 gulden. Het inko- men van ongeschoolden was on- voldoende om hun uitgaven te dekken. Dat betekende dat vrou- wen gedwongen werden voor ne- veninkomsten te zorgen. Voor luxe artikelen bleven slechts enkele centen per week over. Voor de goedkoopste Benz, een populair automerk, was een ongeschoold arbeider in 1898 minstens twee tot drie jaarlonen kwijt. Aertnijs, de belangrijkste importeur op dat moment, rekende 1.300 gulden voor een Benz. Als we het vrij be- steedbaar inkomen (nu) op 20 pro- cent schatten, betekent dat dat de prijs van een auto voor een arbei- |
||||||||||||||||||||||
Verkeersdrukte
tijdens de Paarden- markt op het Utreciitse Vreden- hurgin 1926 Foto: Het Utreciits Archief |
||||||||||||||||||||||
Peter-Eloy Staal
|
In 1898 meldt De Kampioen (het
officiële orgaan van de Algemeene Nederlandsche WIelrijders Bond) dat er voor de a uto geen grote toe- komst is weggelegd. Omdat hij veel duurder en langzamer was en de sportieve kant miste, zou de auto de concurrentie met de fiets niet aankunnen. Dat een auto relatief duur was, valt
makkelijk te berekenen. De gemid- delde gezinsuitgaven van onge- |
|||||||||||||||||||||
Promovendus bij de vakgroep techniek-
|
||||||||||||||||||||||
117
|
||||||||||||||||||||||
Verricht promotie-onderzoek naarde
verspreiding van de auto in Nederlaiu |
||||||||||||||||||||||
* Met dank aan Gijs Mom
|
||||||||||||||||||||||
verenigirtg Oud'Utrecht
|
||||||||||||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||||||||||||
Automobiliteit in stad en provincie Utrecht
|
||||||||||||||||||
der toen i6o tot 240 maal hoger
was dan tegenwoordig. Als direct gevolg van een kleine economische crisis kwamen er pas in 1907 goedkopere automo- bielen op de markt. Die leidde volgens onderzoeker van de voor- oorlogse autogeschiedenis Van der Vinne tot een overproductie van luxe automobielen, terwijl er nog grote voorraden van luxe chassis bij de fabrieken stonden. Na die crisis nam de vraag naar goedkope wagens alleen maar toe. Dat kwam deels door belas- tinghervormingen die luxe auto's zwaarder aansloegen. De goedkopere, lichte auto's van 10 tot 20 pk vonden vooral aftrek bij een nieuwe groep autogebrui- kers. Deze artsen, advocaten, no- tarissen en ondernemers behoor- den niet tot de 'kapitalisten' (de eerste autobezitters), maar tot de gegoede burgerij. ledere lOOkm 20 lekke banden
Naast hoge aanschaf- en onder-
houdskosten vormde ook de in- frastructuur een groot beletsel voor de verspreiding van de auto in Nederland. Tot ver in de ige eeuw vormden de waterwegen en de dijken de enige betrouwba- re verbinding in grote delen van het land. De landwegen waren vaak onverhard en een groot deel van het jaar slecht begaanbaar waren. Ook de techniek stelde automobi-
listen regelmatig voor problemen. De slechte kwaliteit van de ban- den leidde tot grote ergernis. Twintig lekke banden per honderd kilometer bedierf voor menig au- tomobilist het plezier in het auto- rijden. De auto gold dan ook als een 'reus op lemen voeten': veel potentieel maar nog erg kwets- baar. De motorfiets, een goed en |
||||||||||||||||||
Grafiek 1: Aantal belaste auto's per 1.000 inwoners per provincie 1923 -1939
16
Noord-Holland
Utrecht Groningen Zeeland 0= Zuid-Hollland ®= Gelderland *■ Friesland Overijssel Limburg Noord-Brabant Drenthe |
||||||||||||||||||
I I I I I I II II
^ -pp ■^ ^
|
||||||||||||||||||
-Pt'
|
||||||||||||||||||
goedkoop gemotoriseerd alterna-
tief was weliswaar minder com- fortabel, maar, zoals De Kampioen in 1921 meldde, het enige vervoer- middel dat onder alle weersom- standigheden goed functioneer- de. De redacteur raadde daarom aan naast een auto een motorfiets aan te schaffen. Het enorme tekort aan nieuwe
auto's vlak na de Eerste Wereld- oorlog wakkerde de handel in ge- bruikte auto's flink aan. Al in 1919 stelt N.J. Kollewijn vast: 'Het ge- brek aan nieuwe auto's heeft in ons land een levendige handel in gebruikte automobielen doen ontstaan, welke ongetwijfeld wanneer de fabricatie en import weder beginnen voorloopig niet zal verminderen, daar menig au- tomobilist dan zijn ouden wagen |
van de hand zal willen doen om
zich een nieuwer model aan te schaffen.' Uiteraard moesten con- sumenten voorzichtig zijn met de aanschaf van deze auto's: 'De zo- genaamde oorlogswagens waar- over men in tijdschriften en kran- ten reeds genoeg heeft kunnen lezen, raken thans langzamer- hand over het geheele land ver- spreid en er worden, nadat zij wat "opgelakt" zijn, zeer hooge prij- zen voorgevraagd.' De invoering in 1919 van een nieuw belastingstelsel versterkte de toch al grote vraag naar tweedehands auto's. Niet langer was de hoogte van de heffing afhankelijk van het aantal pk's maar van de waarde van de auto. Richtlijn was de ver- koopwaarde van de auto onder normale omstandigheden. |
|||||||||||||||||
118
|
||||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het succes van Ford
De enorme belangstelling voor ge-
bruikte auto's wijst er op dat naast de elite en de gegoede burgerij ook anderen de auto gingen gebrui- ken. Dat niet langer alleen de zeer rijken auto reden, bleek ook op de RAI-tentoonstelling van 1924. Uit de catalogus blijkt dat de Indus- triële Waarborg Maatschappij Am- sterdam, aanwezig met een eigen stand, de aankoop van alle op de RAI aanwezige merken financierde op afbetaling. De luxe auto vorm- de nog wel het hoofdbestanddeel van de tentoonstelling, maar de vrachtauto en de autobus waren zeer prominent aanwezig. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
brinck in Autokampioen (1930) aan
een populair vervoermiddel als eerste en hoogste eis gesteld moest worden: betrouwbaarheid. Het gebrek daaraan was meer een kwestie van de omstandigheden waaronder de auto's moesten rij- den dan van de constructie van de wagentjes zelf. De slecht aange- legde en nog slechter onderhou- den wegen stelden eisen waaraan een normaal gebouwd voertuig, ontworpen voor hoge snelheden, onmogelijk kon voldoen. Volgens Autokampioen trok Ford hier de lo- gische conclusie uit en bouwde een auto voor abnormale omstan- digheden. Het resultaat was een |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De snelle groei van het wagenpark
in de jaren '20 valt toe te schrijven aan de Amerikaanse wagens. De komst van Henry Fords model T, al dan niet in de vorm van een be- stelauto of kleine vrachtauto, bracht de auto binnen het bereik van de middenklasse. Er waren daarvoor al vele pogin- gen gedaan om een voor grote groep consumenten een betaalba- re auto te creëren. Zonder succes. Lichte voertuigjes, voiturettes of babycars waren voor een betrek- kelijk lage prijs op de markt ge- bracht, maar hadden in de praktijk gefaald. Zij misten de eigenschap, die volgens P. Lamberts Hurrel- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wachtend verkeer
bij de spoorweg- overgang op de Amsterdamse- straatweg in Utreciit, 1936 Foto: Het Utrechts Archief |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
119
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Automobiliteit in stad en provincie Utrecht
|
||||||||||||||||
licht voertuig met een sterke mo-
tor, gedrongen van bouw en hoog op de wielen. Door de vermijding van alle luxe was de wagen bo- vendien goedkoop. Anders dan zijn voorgangers bleek Fords wa- gen bestand tegen de slechte we- gen. 'De ontzaglijke vlucht, die het automobilisme in de laatste jaren genomen heeft, is voor een groot deel te danken aan deze veel ge- smade en geridiculiseerde Fords. Deze goedkoope en na eenige ja- ren door ondervinding als bruik- baar bewezen wagentjes hebben de massa tot het automobilisme gebracht.'^ Nadeel van de Fords was dat ze
snel in waarde daalden. Omdat hun eigenaars relatief snel door- verkochten, kwamen veel Fords beschikbaar voor de tweede- hands markt. In 1930 werden er in de Verenigde Staten meer twee- dehands dan nieuwe automobie- len verkocht: tegenover tien nieu- we auto's stonden ruim zestien tweedehandse. Ook in Duitsland groeide deze handel. Vooral de nieuwkomers onder de autobezitters kochten eerst een gebruikte auto. De aanhoudende economische malaise en de hoge benzineprijzen leidden ertoe dat veel autobezitters zich gedwon- gen voelden hun wagen te verko- pen. De handelaren kregen hier- door auto's in handen die veelal in behoorlijke staat waren en redelijk geprijsd konden worden. Tot die tijd zou de handel in twee- dehands auto's niet alleen in Eu- ropa maar ook in Amerika gering zijn geweest. Als een auto een- maal de fabriek verlaten had, be- moeide de fabrikant er zich abso- luut niet meer mee. Door het ont- breken van service was het moei- lijk aan vervanging voor versleten of gebroken onderdelen te ko- |
men. De defecte auto's werden
door de agenten van het be- treffende merk en door repara- teurs zoveel mogelijk opgeknapt, maar dit kon niet verhinderen dat de tweedehands auto's vervol- gens hard achteruit gingen. Vanaf de jaren '30 veranderde dat. De autofabrieken zorgden ervoor dat voor alle onderdelen van de door hen geleverde wagens mak- kelijk nieuwe te krijgen waren. Daardoor konden de automobie- len veel langer in goede staat blij- ven. De aldus onderhouden machi- nes kochten de fabrikanten en im- porteurs graag terug. In de meeste gevallen vonden deze auto's, aldus Autokampioen van 3 oktober 1931, spoedig weer een nieuwe koper. Zo niet, dan ging de auto naar de autosloperij. Op lange planken, keurig gerangschikt, wachtten bij de betere autokerkhoven de bruik- bare onderdelen op een nieuw leven. 'Het zijn hoofdzakelijk de producten uit vervlogen jaren, toen auto's gebouwd werden voor tientallen jaren dienst, die men er aantreft. Zeker, ook modern maak- sel wordt door de slooper aan- vaard. Maar... het grootste deel van die buit gaat naar de oudroest hoop.' (Autokampioen 1933) Auto- kerkhoven waren dé plaats om voor een schijntje onderdelen te kopen. Het gevolg was dat het au- topark bleef groeien. Niet geheel toevallig werd in deze periode ook de BOVAG opgericht. Meer auto's, minder kwaliteit
Het uitdijende wagenpark ging
gepaard met een groei van het huren en verhuren van automo- bielen. Vooral het huren van au- to's 'uit de hand', dat wil zeggen zonder chauffeur, werd, zo blijkt uit Autokampioen van 13 februari 1932, populair. Daarmee ontstond |
dus een duidelijk verschil tussen
het feitelijk gebruik van auto's en het bezit ervan. Dit beeld komt ook naar voren uit onderzoek naar de verkeerstellingen in Ne- derland. Hoewel het moeilijk is op basis van deze bron conclusies te trekken blijkt de verkeersintensi- teit, ondanks de crisis, in de perio- de 1908 -1938 alleen maar te zijn toegenomen. Ook andere cijfers tonen aan dat
het gemotoriseerd verkeer bleef groeien. In de eerste helft van 1928 passeerde de motorisering in ons land de 100.000. Tien jaar later was dat aantal verdubbeld. De 200.000 werd bereikt op 1 augus- tus 1938 en aan het eind van dat jaar bedroeg het totale aantal mo- torrijtuigen 209.387, volgens Au- tokampioen (1939) een belangrijke mijlpaal in de vaderlandse motori- sche geschiedenis. Bij die cijfers passen wel enkele kanttekeningen. Zo werden er zeer uiteenlopende motorische vervoermiddelen opgeteld. In 1939 waren er 94.000 personenauto's waarvan i6,6 procent behoorde tot voertuigen van de lichtste klas- se. Dat was een veel hoger aantal dan in de jaren daarvoor. Ook het motorrijwiel en dan met name het lichte motorrijwiel vertoonden de- zelfde trend. Het autobezit had zich dus kwantitatief hersteld van de crisis van 1935, maar kwalitatief liet het nog te wensen over. Utrecht, een autorijke
provincie Opmerkelijk is, dat de provincie
Utrecht (tot 1929) het hoogste relatieve autobezit van Neder- land kende. Grafiek 1 geeft, voor de elf provincies, het aantal on- der de belasting vallende auto's weer in de periode 1923 - 1929 per duizend inwoners.^ De drie |
||||||||||||||
120
|
||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||
vereniging Oud«Utrecht
|
||||||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||||||
meest opvallende provincies zijn
Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht. De trend in die provin- cies wordt bepaald door de vier grootste steden die de meerder- heid van de autoregistraties voor hun rekening namen. Uit de curven van grafiek i en 2 blij- ken enkele opmerkelijke verschil- len in autodichtheid tussen grote stad en provincie. In Zuid-Holland heeft Den Haag een hogere auto- dichtheid en Rotterdam juist een veel lagere dan de provincie als ge- heel. Dat heeft ongetwijfeld te ma- ken met de bevolkingssamenstel- ling van die twee steden. Den Haag was immers een deftige stad. Amsterdam had als hoofd- stad wel de meeste inwoners, maar de regeringszetel bevond zich in Den Haag. De aanwezigheid van de meeste ambassades maak- te Den Haag tot een deftige stad met een relatief rijke bevolking. Dat verklaart waarom Den Haag meer auto's had dan Amsterdam. Zoals de grote arbeiderspopulatie in havenstad Rotterdam de reden is voor het relatief lage autobezit. In Utrecht liep de autodichtheid in stad en provincie lange tijd min of meer parallel. Na de Eerste We- reldoorlog werd de autodichtheid in de provincie Utrecht hoger dan in de stad. De 'winst' van Utrecht zat dus in de provincie en niet in de stad. Als gevolg van de sterke verstedelijking (in de steden be- vonden zich de meeste auto's) van deze provincie werd de auto- dichtheid - tot 1929 - de hoogste van alle provincies. Vooral de mid- delgrote plaatsen met een relatief welvarende bevolking zoals Zeist en Amersfoort telden een groot aantal auto's. Tot 1918 ontwikkelde het aantal
autoregistraties zich in alle provin- cies, behalve Noord- en Zuid-Hol- |
||||||||||||||||
Grafielt 2: Aantal belaste auto's per 1.000 inwoners in de vier grote steden 1909 -1939
l6
DEN HAAG
AMSTERDAM
UTRECHT |
||||||||||||||||
ROTTERDAM
|
||||||||||||||||
II I II II IJ I II II I I II I I I I I I I U I II I
0°) r^ ^ ^ rS^" '^^ -^ -^ 'Qi -^ '&
|
||||||||||||||||
land, nagenoeg synchroon. Gel-
derland was de enige andere pro- vincie waar in de beginfase meer dan 500 auto's rondreden. Moge- lijk kwam dat door de vestiging in deze provincie van Aertnijs, lange tijd de belangrijkste Nederlandse auto-importeur. Het lijkt aanne- melijk dat het eerste autogebruik vooral plaatsvond in grote steden en productiecentra (voor Neder- land importcentra). Typisch agrari- sche provincies, zoals Drenthe, Friesland en Zeeland, waren tot de Tweede Wereldoorlog ook de pro- vincies met het laagste aantal au- to's pen.000 inwoners. Het gebruikte type auto (gere- kend naar pk's) week in Utrecht nauwelijks af van het landelijke gemiddelde. Percentueel was in Utrecht sprake van een lichte |
||||||||||||||||
oververtegenwoordiging van de
duurdere auto's. Dit verschil is echter te gering om van een trendbreuk te spreken. Het enige verschil was te zien in 1914 waar de klasse 7 tot 14 pk doorgroeide, terwijl in het hele land een afvlak- king is waar te nemen. Het auto- bezit in de provincie Utrecht week in deze zin dus nauwelijks af. Dat Noord-Holland Utrecht vanaf i929in de statistieken voorgaat is waarschijnlijk te danken aan de komst van de goedkopere auto's. Sterker dan Utrecht profiteerde Noord-Holland van deze vroege 'massamotorisatie'. |
||||||||||||||||
1»
|
||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||||||
Automobiliteit in stad en provincie Utrecht
|
|||||||||||||
Literatuur
- anoniem, 'Het motorrijwiel voor den
dokter ten plattelande', De Katnpioen 1921 nr. 10(11 maart 1921)259-260. - anoniem, 'Drie wenschen', De Kam-
pioen 1924 nr. 7(15 februari 1924) 121 125. - anoniem,' De gebruikte automobiel als
handelsartikel', Autohunpioen 1931 nr.40 (3 oktober 1931) 1391. - anoniem, 'Waar nieuw autoleven uit
ruïnes bloeit', Autokampioen 1933 nr.l4(8april 1933)561-563. - anoniem,' Motorisering passeert mijl-
paal 200.000', Autokampwen 1939 nr.5 (4 februari 1939) 190- 191. - F. Alkemade, F. 100 jaar KNAC. Club-
tocht door een eeuw heen (Utrecht 1998). R. van der Bie, 'Een doorlopende groote roes'. De economische ontwikkeling van Nederland 1913 - 1921 (diss. Amster- dam 1995). - A. Bos, 'De gebruikers geteld: het vroe-
ge automobilisme in cijfers en statis- tieken', in: Ariejan Bos, Hans van Groningen, Gijs Mom (red.), Vincent van der Vinne, Het paardloze voertuig: de auto in Nederland een eeuw geleden. (Deventer 1996). C. Curta, R. Dasselaar, W. Houët, S.
Ruijsink, Can van der Velden, Verkeers- tellingen (verslag TUE Geschiedenis van Techniek en innovatiesystemen 11 2001) - H. van Groningen, 'Biografisch inter-
mezzi 2 M.W.L.J Aertnijs: de eerste autohandelaar', in: A. Bos e.a. (red.) Het paardloze voertuig [...] 149- 156. - W.A. Hoek,'Van huur en verhuur van
automobielen zonder chauffeur'. Auto- kampioen 1932 nr. 6 (13 februari 1932), 194-197. - N.].Ko\\evii)n, Het onderzoek en de
reparatie van gebruikte automobielen (Delft 1919). - H.G. Labots, 25 Jaar. Mr.A.F.H. Jansen
en de BOVAG (Voorschoten 1964). - P. Lamberts Hurrelbrinck, 'Staat het
automobilisme voor een revolutie?', Autokampioen 130 nr.48 (29 november 1930), 837. |
|||||||||||||
Noten
1. Bovendien was er in de periode 1916 -
1923 sprake van een trendmatige da- ling van de inkomensongelijkheid met gemiddeld 1,7 procent per jaar. De oorlog had in dit opzicht als grote her- vormer gewerkt (iets wat zich ook met de Tweede Wereldoorlog zou voor- doen). 2. De grafieken vertonen een aantal
merkwaardige dieptepunten. In 1918 stopten veel mensen met het betalen van belasting vanwege het rijverbod in verband niet de Eerste Wereldoorlog. In 1922 en 1926 - 1928 ontbreken be- volkingsgegevens en goede gegevens over autobezit. Tot 1923 (in de grafiek niet weergegeven) blijft het aantal au- to's per duizend inwoners in alle pro- vincies beneden de twee. Tussen 1909 en 1923 is Utrecht de (relatieve) koplo- per. De terugval van het aantal auto's in
1935 is een gevolg van de crisis van 1929. Deze had in kwantitatieve zin niet direct een terugval in het totale aantal auto's laten zien. Kwalitatief be- gon het wagenpark al achteruit te gaan. Omdat de regering de belasting op de auto steeds verder opvoerde en Neder- land internationaal meer onder druk kwam door het vasthouden aan de 'gouden standaard' (geldprijs gekop- peld aan goud, waardoor de gulden (te) sterk was) was het voor steeds meer mensen moeilijk het autorijden te kun- nen betalen. Een aftiame van het aantal in de belastingvallende auto's was het gevolg. Met veel mensen die wèl kon- den autorijden ging het overigens best goed. 1935 was ook het jaar dat de au- toradio en de caravan in Nederland doorbraken. Voor de constructie van deze grafieken zie: Mom en Staal, 'Au- todiffusie in een klein vol land [...]'. |
|||||||||||||
Gijs Mom en Peter-Eloy Staal, 'Autodif-
fusie in een klein vol land. Historiografie en verkenning van de massamotorise- ring in Nederland in internationaal per- spectief, in: Yves Segers (red.) Op weg naar een consumptiemaatschappij, over het gebruik van voeding, kledingen luxe- goederen in België en Nederland (19de- 20steeeuw) (Leuven 2000) 142 - 145. Ncderlandschc Vereeniging De Rijwiel en Automobicl-industrie, Catalogus der tentoonstelling van automobielen, vrachtautomobiclen, autobussen, auto- mobieltoehchooren, enz. enz., in het gebouw der vereeniging te Amsterdam vanStot 17februari (924(z.p.l924) V. van der Vinne, Automobielen in Ne- derland 1896 - 1940. Ondernemers, con- sumenten en overheid in een innovatie- proces (ongepubliceerde afstudeerscrip- tie Nijmegen, z.j.). A. van der Woud, Het lege land. De ruimtelijke orde van Nederland 179S - ;84S (Amsterdam 1987). |
|||||||||||||
122
|
|||||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
|||||||||||||
oktober 2ooi
|
|||||||||||||
Een autominnend dorp
Auto's en hun eigenaren in Zeist tussen 1899 en 1919
|
|||||||||||||||||||||||||||
De eerste auto in
Zeist, eigendom van de rijwielenfa- briek Wilhelmina. V.l.n.r. jonkheer H. Pauw van Wiel- drecht, mr. W.H.J. Blanckenhagen en een derde man. Foto: Gemeente- archief Zeist |
|||||||||||||||||||||||||||
Eind 19e eeuw was het verschijnen van een auto
in het straatbeeld nog goed voor een bericht in |
|||||||||||||||||||||||||||
R.P.M. Rhoen
|
|||||||||||||||||||||||||||
hage. Waarschijnlijk zal het over
eenige dagen op de terugtocht op- nieuw een bezoek aan onze ge- meente brengen. De drijfkracht van dit rijtuig wordt geleverd door een benzine motor.' De twee krantenberichten betrof- fen de eerste auto die op de Ne- derlandse wegen reed. Wie denkt dat het voorpaginanieuws was, vergist zich. Het eerste bericht staat gewoon tussen het lokale nieuws op pagina drie. Het 'rijtuig bewogen door een petroleummo- tor' was een auto van Duitse ma- kelij, een vierpersoons Benz Victo- ria, die de Haagse fotograaf A. Zimmermans in 1896 in Man- nheim gekocht had. De auto werd vanuit Mannheim per boot over de Rijn naar Nederland vervoerd |
|||||||||||||||||||||||||||
wiiwyiiwii
|
|||||||||||||||||||||||||||
jgjygjjUjm
|
|||||||||||||||||||||||||||
de krant. In 1899 schafte de eerste Zeistenaar
een auto aan, in de volgende 20 jaar gevolgd door minstens 40 dorpsgenoten. De plaatselijke autohandelaar Broedelet spon garen bij de aanwezigheid van vele rijke families op de Utrechtse Heuvelrug. Want veelgeld was de eerste voorwaarde voor de aanschaf van het nieuwe luxe-artikel. |
|||||||||||||||||||||||||||
De Weekbode voor Zeist van
woensdag 20 mei 1896 meldt: 'Maandagavond trok hier zeer de aandacht een rijtuig bewogen door een petroleummotor. Het nieuwe vervoermiddel was uit de fabriek van den heer van Rennes te Utrecht.' Op dat laatste punt vergiste de krant zich. Die omissie werd in het nummer van 23 mei |
rechtgezet: 'In ons nummer van
Woensdag II. maakten wij mel- ding van een stoomrijtuig dat door onze gemeente was geko- men. Dit bericht was in zooverre onjuist dat het niet behoorde aan den heer Renes (sic) te Utrecht, maar afkomstig was van een Ma- chinefabriek te Mannheim. Het doel van de tocht was 's Graven- |
||||||||||||||||||||||||||
«3
|
|||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||
oktober 200.1
|
|||||||||||||||||||||||||||
lengte van 2.28 m. en een breedte
van 1.34 m. De auto werd aange- dreven door een benzinemotor. Waarschijnlijk was het een Benz Vélocipède. De rijwielfabriek Wil- helmina was gevestigd op de Kar- pervijver 17 en heeft maar enkele jaren bestaan. De eerste particuliere eigenaar
van een auto op de Heuvelrug was mr. Willem Henri Johann Blanc- kenhagen (1876 -1950), die op de buitenplaats 'Lommerlust' aan de Utrechtseweg in Zeist woonde. In augustus 1899 kreeg hij (onder nummer 107) een vergunning voor een door een benzinemotor aan- gedreven auto, die 2.40 m. lang was en 1.37 m. breed. Blanckenha- gen bezat een Benz Comfortable, die blijkens een opschrift aan de zijkant van de auto geïmporteerd was door M.W. Aertnijs in Nijme- gen, een autopionier van het eer- ste uur. Gewoonlijk is het merk van de auto niet bekend, omdat de vergunningen alleen de afme- tingen van de auto vermelden. Van beide auto's bezit het Ge- meentearchief Zeist een foto. In de auto van de rijwielfabriek Wil- helmina zien we aan het stuur W.H.J. Blanckenhagen, naast hem Jonkheer Henry Pauw van Wield- recht (1863 -1912) en een onbeken- de derde. Pauw van Wieldrecht staat waarschijnlijk op de foto, omdat hij commissaris bij de rij- wielfabriek was. Op de foto waarop de auto van
Blanckenhagen staat, zit hij weer aan het stuur en zijn zus Amélie J.E.M. Labouchère-Blanckenhagen (1875 1952) als passagier naast hem. De foto's zijn mogelijk ge- maakt door haar man mr. Alfred Joan Labouchère (1867 -1953), een fervent amateur-fotograaf. Net als op andere oude foto's van vroege autobezitters ontbreekt ie- dere actie. De chauffeur kijkt strak voor zich uit met één hand aan het stuur, alsof zijn blik op de weg is gericht, en de medepassagier kijkt quasi achteloos in de lens van het fototoestel. De trotse eigenaren wilden graag met hun rijkdom pronken. |
||||||||||||
Mr. W.H.I. en op i8 mei in Arnhem ont-
Bknckenhagen scheept. Vanaf Arnhem ging de met zijn zuster reis over land via Zeist en Utrecht Améliel.E.M. naar Den Haag. Labouchère- Met 'den heer van Rennes te Blanckenhagen in Utrecht' bedoelde de Weekbode zijnBenz de Utrechtse uitvinder en fabri- Comfortable kant Dirk Willem van Rennes (1836 Foto: Gemeente- -1912). Hij bracht in 1883 een gas- archief Zeist motor op de markt en in 1891 een petroleummotor. Van Rennes' pe- troleummotor werd vooral in de scheepvaart een groot succes. Zijn fabriek was gevestigd in het huis Drakenburg aan de Oudegracht. Twee jaar later, in 1898, konden de inwoners van Zeist zich al verga- pen aan vele auto's die door hun dorp reden. Op 9 en 11 juli lag Zeist op de route van de rally Parijs - Amsterdam - Parijs, georganiseerd door de Automobile Club de France. Dat Zeist al vroeg autover- keer trok, kwam door zijn ligging aan de Rijksweg 25 van Utrecht naar De Grebbe. De Weekbode schreef op 9 juli: 'Hedenmorgen kwamen circa honderd motorwa- gens de gemeente door op weg naar Amsterdam. Op groote af- standen van elkander "stoomden" deze nieuwerwetsche vervoer- middelen, welke van de meest ver- schillende vormen waren, het dorp door. Een vijftal raakte de- fect, die achter moesten blijven. Van persoonlijke ongelukken hoorden wij niets. Een woord van lof voor de politie, die op uitste- |
||||||||||||
kende wijze al het mogelijke heeft
gedaan om ongevallen te voorko- men.' Die wedstrijd zal de aan- schaf van auto's gestimuleerd hebben, getuige het snel toene- mende aantal motorvoertuigen in de periode hierna. 1898-1902: de pioniers
Een goede bron om de opmars van
de auto te volgen, zijn de van rijks- wege verstrekte vergunningen om dergelijke vervoermiddelen te berijden. Op 19 januari 1898 werd een reglement voor het gebruik van rijkswegen vastgesteld. Vol- gens artikel 9 was een vergunning van de minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid nodig om de rijkswegen te berijden met 'rij- of voertuigen, welke door eene me- chanische kracht worden voortbe- wogen en een grooter gewicht hebben dan van 150 kilogram' (zie kader op pagina 123). Het Provin- ciaalblad van Utrecht publiceerde een lijst van de vergunningen die de minister tussen 1898 en 1902 verleend had. Van augustus 1898 tot juni 1902 liep het aantal op van 18 naar 672. De eerste vergunning die werd
verleend op de Utrechtse Heuvel- rug dateert van 8 juni 1899. Het Provinciaalblad nummenoi meldt onder volgnummer 77: 'Maat- schappij tot Exploitatie der rijwie- lenfabriek "Wilhelmina" [te] Zeist' voor een 'motorwagen' met een |
||||||||||||
124
|
||||||||||||
vereniging OudUtrecht
|
||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||
Autoliefhebbers
Net als nu bevonden zich onder
de autobezitters ware liefhebbers voor wie één auto niet voldoende was. Een van hen is Athanas Adolphe Henri Boissevain (1843 - 1921) bewoner van de buiten- plaats Prins Hendril<soord aan de Soestdijkerweg 17 in de gemeente Zeist. In augustus 1901 verkreeg hij zijn eerste vergunning, ge- volgd door meerdere vergunnin- gen in de daarop volgende drie jaar, voor acht verschillende au- to's. In 1919 bezat hij vijf automo- bielen. Ook Boissevain heeft zich meerdere malen met een van zijn auto's laten fotograferen. Op een foto van circa 1905 zien we hem in een De Dion Boutonet. De provincie Noord-Holland ken- de een reglement voor het rijden met motorrijtuigen in Noord- Holland. Om in die provincie te mogen rijden met de drie auto's die hij toen bezat, vroeg Bois- sevain in 1902 een vergunning aan. De burgemeester van Zeist adviseerde provinciale staten van Noord-Holland op 24 febru- ari: 'dat de aanvrager ter goede naam en faam bekend staat en m.i. voldoenden waarborg ople- vert, dat hij bij het rijden met motorrijtuigen de openbare vei- ligheid op de wegen niet in ge- vaar zal brengen. [...] dat de adressant, die bovendien een chauffeur heeft, naar mijn mee- ning geacht kan worden vol- doende vertrouwd te zijn met het besturen en de behandeling van een motorrijtuig'. Voor zijn chauffeur diende Bois- sevain ook een aanvraag in. Op 3 maart werd de burgemeester ad- vies gevraagd over de aanvraag voor deze 'bediende', in de brief- wisseling als 'S. Tossijn' aange- duid. Het betrof echter Gijsbert Tossijn, wiens hoofdtaak het was als machinist de stoomketels op Prins Hendriksoord te bedienen. Drie maanden later ontving de burgemeester een nieuwe ad- viesaanvraag, nu voor 'chauffeur' C. van den Hoek. Volledig heette hij Johannes Casper van den |
|||||||||||
Lijstvan automobieleigenaren in de gemeente Zeist, 1919
G. van Amersfoort, rijwielhandelaar, motor- en rijwielhersteller, Slotlaan 39,1 auto
S.G.T. Bendien, arts, Huydecoperweg 13 Parl<Hill, 1 auto
J. Blooker, cacaofabrikant, Rembrandtlaan 2 Nieuw Zandbergen, Huis ter Heide, 2 auto's
AAH. Boissevain, commissionair in effecten, Soestdijkerweg 17 Prins Hendrikoord, Den Dolder, 5 auto's *
H. Broedelet, automobielhandelaar, ie Dorpsstraat 20,6 auto's
Jkvr. M.M. of A.L.J. van Eys, Driebergseweg 9 Klein Heerenwegen, i auto
C.H. Figi, kok en banketbakker ('confiseur'). Donkerelaan 8,1 auto
Jhr. E.L de Geer, kandidaat-notaris, Siberiëweg (thans Arnhemse Bovenweg) i8 Kerkebosch, 2 auto's
F.C. Geitel, Woudenbergseweg 15 HetJagershuis, 1 auto
Gemeentelijke gasfabriek, 1 auto
Jhr. C.WJ. Hooft, bankier, Amersfoortseweg 17 Huis ter Wege, Huister Heide, 1 auto *
Jhr. mr. J.A. Huydecoper, Blikkenburgerlaan 4 Blikkenburg, i auto
Jhr. H.M. Huydecoper, bankier, Tiendweg 5 Wulperhorst, 3 auto's *
Mr. R. Labouchère, Zinzendorflaan i Het Slot en Mauritskade 39, Den Haag, 1 auto*
R.A. Mees, assuradeur. Dennenweg 2 Veldheuvel, Bosch en Duin, 1 auto'
A. Ovink, Vossenlaan 13 Hans Robert Hoeve, Bosch en Duin, i auto
Mr. J J. Clotterbooke Patijn van Kloetinge, burgemeester. Utrechtseweg 17 Veldheim, i auto *
Douariere H. Pauw van Wieidrecht, geboren J.E. Boissevain, Dennenweg 4S;7vc7r7a, Bosch en Duin, 1 auto
Jhr. CA. de Pesters, industrieel. Utrechtseweg 8 Nuova, 1 auto *
Douariere F. van Reenen, geboren J.L. Fransen van der Putte', Utrechtseweg 19 Schaerweijde, 1 auto
F.C.W. Juckema van Burmania baron Rengers, oud kolonel met rang van generaal majoor der
cavalerie. Utrechtseweg 32 Stenia, i auto *
Jhr. P.J. Repelaer, bankdirecteur. Utrechtseweg 30 Beeklust, 1 auto *
Mevr. Wed. mr. J.B. Roelvink, geboren H. Willink, Biltseweg io Vinkenhof, Bosch en Duin, 1 auto
Mr. C.P. van Rossem, letterkundige, Amersfoortseweg 15 Florence Grove, Huis ter Heide, 1 auto
Dames Royaards, Duinweg 29 Tannenberg, Bosch en Duin, 1 auto
R.J. graaf Schimmelpenninck, gepensioneerde generaal-majoor, adjudant in buitengewone
dienst van H.M. de Koningin, Siberiëweg (thans Arnhemse Bovenweg) Pavia, 1 auto *
Jhr. C.J. Rademacher Schorer, Utrechtseweg 6 Rozenoord, 1 auto
W.G.Th.H. van Sorgen, Utrechtseweg 3 Blanda, 1 auto
Jhr. G.F. van Tets, Schaerweijderparklaan (thans Boulevard) n 't Valkenbosch, 2 auto's"
M.L.H. Thissen, directeur Landbouwbank, Driebergseweg 20 Tallyo-Cottage, ^ auto
Gebroeders Uitman, 2e Dorpsstraat 63,2 auto's
P.M. van der Veen, architect, Driebergseweg 24 Noordberg, 1 auto
J.N. Verloop, fabrikant, Amersfoortseweg 43 Beukenoord, Huis ter Heide, 1 auto *
Mr. C.C.W. van Romondt Vis, advocaat en procureur, Driebergseweg io Schoonoord, 1 auto'
G. Wolfs, Stationslaan sJohanna Helena, 1 auto
1. De eclitgenoot van de douairière Van Reenen, geb. Fransen van de Putte, was op 19 november 1916 bij een
verkeersongeluk om het leven gekomen. Jonkheer Fredrik van Reenen (1850 -1916) was op weg naar een concert in Utrecht. Nabij Utrecht deed zich een verkeersongeluk voor waarbij een paard met wagen betrok- ken was. Een disselboom drong de auto binnen. Van Reenen raakte daarbij bekneld tussen de disselboom en het achterpaneel van de carrosserie van de auto. Opmerking; de gegevens over de beroepen en de adressen van de hier genoemde personen zijn ontleend aan het
Adresboek van Zeist van het jaar waarin betrokkene een auto kocht en aan het bevolkingsregister. Voorts is de Lijst van hoogstaangeslagenen in de rijles directe belastingen in de provincie Utrecht\a.n het jaar waarin betrokkene een auto kocht, geraadpleegd. Bij de hoogstaangeslagenen in de rijks directe belastingen is een asterisk geplaatst. |
|||||||||||
Hoek, in het bevolkingsregister
ingeschreven als rijwielrepara- teur. Over beide personen advi- seerde de burgemeester positief in dezelfde bewoordingen die hij voor Boissevain had gebruikt. |
|||||||||||
In juni 1901 was Anna Maria Ver-
cruijsse-Bonnike de eerste vrouw in Zeist die een rijvergunning verwierf. Zij was in die tijd een van de weinige vrouwen in ons land in het bezit van een eigen |
|||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||
oktober 2001
|
|||||||||||
Zijn eerste klant was Louis Anne
Labouchère (1865 - 1936), lid van een van de meest gegoede fami- lies in Zeist. Veel van zijn klanten waren bewoners van een buiten- plaats in Zeist of omgeving. Enke- len woonden zelfs verder weg, bij- voorbeeld in Den Haag of Rotter- dam. Tot zijn clientèle behoorde ook de Duitse ex-keizer Wilhelm II, die in 1928 een Horch kocht. De duurste auto die hij in de periode tot 1920 verkocht, was een Benz, model Torpedo. Voor 13.350 gul- den werd mr. Raymond baron de Smeth (1890 -1945) de nieuwe ei- genaar. Er waren ook kopers die alleen het chassis van een bepaald merk kochten. De carrosserie werd dan verder naar hun wensen ver- vaardigd. Broedelet werkte daar- voor samen met het carrosserie- bedrijf Pennock in De Bilt. Broedelet wist dat reclame be- langrijk was. In een 60 pagina's tellende brochure van zijn bedrijf, uitgegeven najaar 1927, staan alle kopers en verkochte auto's. Uit die brochure blijkt dat hij in twintig jaar tijd 246 auto's had verkocht. Niet alleen de eigenaren lieten zich met hun auto fotograferen, maar ook autohandelaren, in ieder geval Herman Broedelet. Voordat hij een auto aan een klant aflever- de, liet hij er vaak eerst een foto van maken. Bij voorkeur gebeurde |
dat bij Slot Zeist, in de tuin van ho-
tel Schneider (tegenwoordig Her- mitage) aan Het Rond, of aan het einde van de Verlengde Slotlaan. Broedelet en zijn opvolgers heb- ben alle verkochte voertuigen ge- noteerd in een zogenaamd 'kar- renboek', dat tot 1968 werd bijge- houden. Een voorrecht voor de rijken
Natuurlijk kochten niet alle Zeiste-
naren hun auto bij Herman Broe- delet. Op een lijst uit 1919 van in- woners van Zeist die een of meer auto's bezaten (zie kader op pagi- na 125) komen namen voor die niet in het 'karrenboek' van Broedelet staan. De reden waarom deze lijst werd opgesteld, is niet bekend. Uit de lijst van Broedelets klanten blijkt dat ze vrijwel allemaal op een buitenplaats of in een villa woonden. Rijkdom was begin vori- ge eeuw een voorwaarde om zich een auto te kunnen permitteren. De lijst van de hoogstaangeslage- nen in de rijks directe belastingen in de provincie Utrecht van 1917 vermeldt 192 personen, van wie er 23 in Zeist woonden. Dertien van hen bezat in 1919 een of meer au- to's. Uit beide overgebleven lijsten van autobezitters blijkt dat velen van hen tot de rijkste personen in de provincie hoorden (aangege- ven met een asterisk). |
||||||||||||||||||||
auto. Haar man was eigenaar
van de buitenplaats De Breul aan de Driebergseweg 17. Herman Broedelet
De eerste lokale autohandelaar
in Zeist was Herman Broedelet (1872 1930). Hij begon in 1895 een sigarenwinkel, in 1904 gevolgd door een fietsenzaak. De groei- ende belangstelling voor auto's deed hem besluiten ook in de au- tohandel te gaan. In 1908 ver- kocht hij zijn eerste auto, het jaar daarop twee auto's, het jaar daarna vijf auto's en zo groeide zijn bedrijf aan de ie Dorpsstraat steeds verder. Rond 1915 had hij een tweede vestiging in Utrecht aan de Westerdijk. Tot 1920 ver- kocht hij bijna zeventig auto's, waarvan 33 in Zeist. Van zijn ko- pers is een lijst bewaard geble- ven (zie kader). De eerste jaren leverde hij vooral Fiats, maar in de loop der jaren kwamen daar andere merken bij zoals Merce- des, Benz, Cadillac en Chevrolet. Hij verkocht echter ook de Ne- derlandse Spijker en - heel bij- zonder - een Zeist Hudson. |
|||||||||||||||||||||
Een Ford, eigen-
dom van Jonkheer LM. Schuurbeque Boeije (de foto da- teert uit 1916) Foto: Gemeente- archiefZeist |
|||||||||||||||||||||
Een aanrijding door de Koninklijke auto
Toen H.M. de Koningin Zaterdagmiddag per auto van Den Haag naar Het
Loo terugkeerde is tusschen De Bilt en Huis ter Heide een ongeluk gebeurd, doordat een karrevoerder, die achter zijn wagen liep en naar de kar wilde gaan, door de Koninklijke auto werd aangereden. De man werd daarbij vrij ernstig gewond. Een zijner beenen was gebroken. Dadelijk stopte de auto en stapte de Koningin uit. Een dokter, die juist op zijn fiets kwam aangere- den, kon onmiddellijk de eerste hulp verleenen. De Koningin bood haar ei- gen auto aan, om den gewonde naar een ziekenhuis te vervoeren, maar de dokter achtte het beter een auto uit Utrecht te laten komen, die geheel voor het vervoer van zieken was ingericht. Daarop is de Koninklijke auto met spoed naar De Bilt gezonden om de zie-
kenauto aan te vragen. Koningin Wilhelmina bleef geruimen tijd op de plaats van het ongeluk en overtuigde zich persoonlijk dat alle noodige maatregelen waren genomen. Eerst daarna is de reis naar het Loo voortge- zet. De karrevoerder is in de kliniek te Utrecht opgenomen. Uit: Weekbode. Zeister- & Prov. Utrechtsche Courant, woensdag 30juli igig
|
|||||||||||||||||||||
126
|
|||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||
Oud<Utrecht
|
|||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||
oktober 2001
|
|||||||||||||||||||||
deelnemers waren volgens het
programmaboekje: 'Mevr. Blanc- kenhagen, Mevr. Clotterbooke Pa- tijn van Kloetinge (echtgenote van de vorige burgemeester), P.M. van der Veen, P.H.M, van Dijl, J.A. Bach, G. FIgi, Dames Peppink, J. baron van Hogendorp, A. Veder'. De echtgenoten van de dames Blanckenhagen en Patijn kenden we als autobezitters, evenals de heren Van der Veen en Figi. De da- mes Peppink en de heren Van Ho- |
gendorp en Veder woonden in
1919 elders. Wel verbleef Veder 's zomers op zijn buitenplaats Dji- mat aan de Woudenbergseweg in Zeist. Van Dijl en Bach waren tot nu toe nog niet als autobezitter bekend. P.H.M, van Dijl, van be- roep koopman, bewoonde op de Schaerweijderparklaan (thans Boulevard) het huls Klein Schaer- weide en Bach, agent in metaal- waren, woonde in de Stationslaan InBeatusllle. |
||||||||||||||||||||
De meeste autobezitters van Zeist
in de eerste twee decennia van de 2oe eeuw zijn zo getraceerd. Uit andere bronnen kunnen nog en- kele namen worden toegevoegd. In 1919 trad mr. C.J. baron van Tuyil van Serooskerken aan als nieuwe burgemeester van Zeist. Een van de feestelijkheden tijdens zijn inhuldiging op 28 augustus was een bloemencorso. Vier groe- pen namen daar aan deel, een met versierde auto's. De negen |
|||||||||||||||||||||
Inwoners van Zeist die een auto kochten bij Broedelet tussen 1908 en 1919
Naam van de autokoper
LA. Labouchère, ze Dorpsstraat 30
Jhr. E. de Pesters, directeur Brouwerij 'De Amstel', Utrechtseweg 27 Bloemheuvel *
M. Duys, koopman. Utrechtseweg 18 Nieuweroord *
Jhr.mr. F. van Reenen, Utrechtseweg 19, Schaerweijde *
Mr. H.B. Verloren van Themaat, Duinweg 5, Victoria Dignus, Bosch en Duin
Mr. H.B. Verloren van Themaat, Duinweg 5, Victoria Dignus, Bosch en Duin
Jhr. H.M. Huydecoper, bankier, Tiendweg 5 Wulperhorst
Mr. JJ. Clotterbooke Patijn van Kloetinge, burgemeester, Utrechtseweg 17 Veldheim *
Jhr. C.CJ. van Reenen, Utrechtseweg 19, Schaerweijde
Mr. R. Labouchère, Zinzendorflaan 1 't Slot'
F.C.W. Juckema van Burmania baron Rengers, oud kolonel met rang van generaal-majoor
der cavalerie, Utrechtseweg 32 Stenia *
Jhr. CA. de Pesters, Utrechtseweg 8 Nuova * Mr. H.B. Verloren van Themaat, Duinweg 5, Victoria Dignus, Bosch en Duin
Mr. W.C.C. Romondt Vis, Utrechtseweg 10 Schoonoord Mr. W.HJ. Blanckenhagen, Utrechtseweg 4iB Jhr. C.F. van Tets, Schaerweijderparklaan 1 't Valckenbosch * I. Vorkink, directeur NV 'Maatschappij Vorkink', Boschlaan 26 Le Turc of 2e Utrechtseweg 10 Oirschot
Jhr.mr. F. van Reenen, Utrechtseweg 19, Schaerweijde Mevr. de wed. Mr. H.M. de Kuyper, Duinweg 12 Cenista, Bosch en Duin; alleen zomers
Jhr.mr. C.CJ. van Reenen, Utrechtseweg 19, Schaerweijde J. Blooker, industrieel, wethouder, Rembrandtlaan 2 Nieuw Zandbergen, Huis ter Heide *
Mevr. H. Roelvink-Willink, Biltseweg io Vinkenhof, Bosch en Duin Jhr. mr. J.A. Huydecoper, Blikkenburgerlaan 4 Blikkenburg J.Ph.H.PIeines, fabrikant, Duinweg 18 Wogw, Bosch en Duin Jhr. H.M. Huydecoper, lid van de gemeenteraad, Tiendweg 5 Wulperhorst' J. Blooker, industrieel, wethouder, Rembrandtlaan 2 Nieuw Zandbergen, Huister Helde * M.L.H. Thissen, directeur Landbouwbank, Driebergseweg 20 Tallyho-Cottage Mr. R. baron de Smeth, hotel Donkerelaan 8 [thans Het Rond 2, hotel Figi] P.W. Lourens, makelaar, Amersfoortseweg 11A Mr. R. baron de Smeth, hotel Donkerelaan 8 [thans Het Rond 2, hotel Figi]
H. Meulenbelt, ma keiaar, Prins Alexanderweg 80 Zeepfabriek 'De Duif, Dolderseweg 27, Oen Dolder A. Ovink, Vossenlaan 13 Hans Robert Hoeve, Bosch en Duin |
|||||||||||||||||||||
Datum van aankoop
18 augustus 1908
12 januari 1909
15 augustus 1910
26 augustus 1910
27 januari 1911
11 april 1911 9 augustus 1911
14 oktober 1911 5 januari 1912
6 maart 1912
1 augustus 1912
13 december 1912
30 januari 1913 2 april 1913
14 februari 1914
14 maart 1914 16 mei 1914
i8 mei 1914
27 mei 1914 I4julii9i4 5 juli 1915
10 mei 1916
2ijulh9i6 3 maart 1916
8 september 1916
14 september 1916
23oktoben9i6 6 maart 1919
22julh9i9 10 september 1919
11 november 1919
15 novemben9i9
17 september 1919
|
|||||||||||||||||||||
Opmerking: de gegevens over de beroepen en de adressen van de hier genoemde personen zijn ontleend aan het Adresboek van Zeist van
het jaar waarin betrokkene een auto kocht en aan het bevolkingsregister. Voorts is de Lijst van hoogstaangeslagenen in de rijks directe belastingen in de provincie Utrecht van het jaar waarin betrokkene een auto kocht, geraadpleegd. Bij de hoogstaangeslagenen in de rijks directe belastingen is een asterisk geplaatst. |
|||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||
Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||
oktober 2001
|
|||||||||||||||||||||
Voorwaarden voor het berijden van de rijks-
wegen , vastgesteld in 1898 en opgenomen in de vergunning 1^ Aan het rijtuig moet aan in zwarte cijfers op wit-
ten grond het bovengenoemde volgnummer duide- lijk zichtbaar zijn aangebracht. De cijfers moeten lang en breed zijn resp. ten minste 8 en 4 c.M. Tus- schen zonsondergang en zonsopgang moet dit nummer helder verlicht zijn. 2^ Wederzijds het rijtuig moet tusschen zonson-
dergang en zonsopgang een helderlichtgevende lantaarn zijn aangebracht, waarvan het licht vooruit en zijwaarts goed zichtbaar is. 3* Het rijtuig moet voorzien zijn van eene inrich-
ting, waardoor het zoo nodig elk oogenblik van volle vaart binnen een afstand van io M. tot stilstand kan worden gebracht. 4^ Het rijtuig moet voorzien zijn van een bel of hoorn,
waarmede een tot op een afstand van loo M. goed - hoorbaar geluidsignaal kan worden gegeven. 5^ De snelheid mag nimmer meer bedragen dan
twintig K.M. in het uur, behoudens het navolgende. Bij het afgaan van hellingen, nabij of in bochten, na- bij bebouwde kommen, bij het kruisen of oversteken van wegen, over bruggen of langs gebouwen, welke onmiddellijk aan den weg staan, mag geen grootere snelheid worden gereden dan acht K.M. in het uur. Bij mist mag laatstgenoemde snelheid op geen weg- vak overschreden worden. Overigens moet naar mate van de omstandigheden de snelheid worden verminderd telkens als de veiligheid van het verkeer zulks vordert. 6^ Bij het ontmoeten of inhalen van paarden of
langs den weg gedreven of geleid vee moet de be- stuurder van het rijtuig de snelheid verminderen of stoppen, zoodra hij bemerkt, dat de dieren onrustig worden of de geleider of bestuurder der dieren een waarschuwend teeken geeft. Voorts behoort alles te worden vermeden wat het schrikken der dieren tot gevolg zou kunnen hebben. 7* De bestuurder van het rijtuig is verplicht, tijdig
met de bel of den hoorn een duidelijk signaal te ge- ven: bij het achteroprijden van rijtuigen of perso- nen, van losse, aangespannen of bereden paarden of van vee; bij het naderen van kruis-overwegen, bij bochten of bruggen; in het algemeen telkens wan- neer dit in het belang der veiligheid van het verkeer langs den weg gevorderd wordt. 8^ Voor het overige moeten bij het berijden de voor
het gewone verkeer bestaande bepalingen of gel- dende gebruiken worden gevolgd. 9^ Het rijtuig mag niet gebezigd worden voor het
trekken van andere rij- of voertuigen. |
||||||||||||
A.A.H. Boissevain, eigenaar van een buitenplaats in Den Dolder, in een van zijn auto's.
Foto: Gemeentearchief Zeist |
||||||||||||
Een oude foto uit 1916, die een
Ford met het nummer L386 toont, levert nog een auto-eigenaar op, te weten Jonkheer Leendert Mari- nus Schuurbeque Boeije (1863 - ■I937)- Hij was getrouwd met een lid van de rijke bankiersfamilie La- bouchère, die eigenaresse van Slot Zeist was. Hij bewoonde met zijn gezin een zijvleugel van het Slot. Daarmee zijn waarschijnlijk bijna alle bezitters van personenauto's in Zeist in de eerste twee decennia van de vorige eeuw opgespoord. Een autominnend dorp
Op grond van de verschillende
bronnen waren er eind 1919 in Zeist in ieder geval 41 autobezit- ters. Samen bezaten ze 56 wa- gens. Eind 1918 telde Zeist 16.321 inwoners, wat resulteert in een autodichtheid van 1 auto op 291 in- woners of 1 op 398 als we alleen het aantal eigenaren als uitgangs- punt nemen. In heel Nederland had één op iedere 1.000 inwoners een auto. Van de 6.675.000 inwo- ners op 1 januari 1919 waren er 6.676 in het bezit van een auto. Of personen die tussen 1908 en 1916 een auto bij Broedelet gekocht hadden - tijdens de Eerste Wereld- oorlog was vanaf 1917 het verkopen van auto's verboden - dit voertuig in 1919 nog bezaten, weten we niet. Over de gemiddelde gebruiks- en levensduur van auto's in die tijd is weinig bekend. Waarschijnlijk reed |
een aantal van die auto's nog rond
en was derhalve de autodichtheid in Zeist zelfs nog iets groter dan hiervoor berekend. In de praktijk reden er meer auto's rond. De bewoners / autobezitters van de buitens en huizen die al- leen in de zomer in Zeist woon- den, waren niet in het bevolkings- register van Zeist opgenomen. Tot hen behoorden de eerder ge- noemde Veder van Djimat en 'Mevr. de wed. Mr. H.M. de Kuy- per' van Cenista. Al met al lijdt het geen twijfel dat Zeist al vroeg een autominnend dorp was. |
|||||||||||
Bronnen en literatuur
- Arcliicfder gemeente Zeist, 1906- 1945,
inv.nrs. 266 (ag.nr. 250) en 280 (ag.nr. 1785); Gemeentearchief Zeist
- Idem, 1906 -1945, lijst van autobezitters;
GAZ - Arcliief van het garagebedriif Broedelet;
particulier bezit - A. Bose.a. (red) Hetpaardloze voertuig.
De auto in Nederland een eeuw geleden, (Deventer 1996). De Weekbode voor Zeist, Driebergen en
Omstreken - Staatsblad 1898, nummer 25
- Provinciaalblad 1898 (78,82,84,102,
116 en 130); 1899 (8,34,48,84,101,117,
133cn 152); 1900 (15,62,96 en 157); 1901 (24,62,95en 128); 1902(22,37,59 en 71); 1908 (54); 1909 (43); 1910 (27); 1911(55); 1912 (52); 1913 (46); 1914 (52);1915(42);1916(44)en 1917(43) |
||||||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||
Aantasting van de Lustwarande
of 'Kogelf lesjespolitiek'? Strijd rond de modernisering in de jaren twintig van Rijksweg 25
|
|||||||||||||||||||||
Hans Buiter
|
|||||||||||||||||||||
De straatweg Utrecht - Zeist -
De Grebbe dateert uit het begin van de 19e eeuw. Hij maakte deel uit van het nationale we- gennet zoals dat onder Willem I tot stand kwam om het vervoer over land te verbeteren. Het be- heer van deze rijksweg kwam, net als de overige delen van dit landelijke net, in handen van de in 1798 opgerichte dienst Rijks- waterstaat. Langs de straatweg ontstonden in de eerste helft van de 19e eeuw de landgoede- ren die het gebied rond de weg de erenaam Stichtse Lustwaran- de bezorgden. |
|||||||||||||||||||||
vond. Voetgangers en bespannen
rijtuigen vormden het leeuwen- deel van het verkeer over de weg. In het laatste kwart van de 19e eeuw kregen deze weggebruikers gezelschap van een paardentram die Utrecht verbond met Zeist, het station Driebergen en de ove- rige plaatsen op de Heuvelrug. De tramrails lagen aan één zijde van de straatweg. Vanaf 1909 werd deze tramlijn geleidelijk geheel geëlektrificeerd. Met de komst van de elektrische tram (waarvan de snelheid twee tot drie keer zo hoog lag als van de paardentram), het groeiend aantal fietsers en la- |
|||||||||||||||||||||
zooksproject
|
|||||||||||||||||||||
Deplannen van Rijkswaterstaat uit 1927 om de
weg Utrecht - Zeist - De Grebbe te verbreden leidden tot veel protest. Met name burgers en bestuurders uit De Bilt en Zeist verzetten zich tegen de dreigende aantasting van het land- schap. De Zeistenaren hadden daar meer succes mee dan de inwoners van De Bilt. |
|||||||||||||||||||||
De grotendeels van klinkers voor-
ziene vier meter brede verbinding vervulde een belangrijke ver- keersfunctie, zij het dat vervoer van personen en goederen over langere afstanden vooral over het water en over het spoor plaats |
|||||||||||||||||||||
ter ook automobielen was er in de
vroege 20e eeuw sprake van een ware verkeersrevolutie. De 19e- eeuwse infrastructuur voldeed niet langer aan de eisen van de tijd en bracht de verkeersveilig- heid in gevaar. |
|||||||||||||||||||||
Rijksweg25 anno 1905. Twee rijtuigen van de
Zeister tram (Utrecht - Zeist) passeren elkaar. Foto: Het Utrechts Archief |
|||||||||||||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
|||||||||||||||||||||
oktober 2001
|
|||||||||||||||||||||
Concurreren om de ruimte
Het verkeer op de weg was het
drukst op de eerste kilometers bui- ten de stad Utrecht. Toen Rijkswa- terstaat vanaf 1923 landelijke ver- keerstellingen organiseerde, bleek dat dit wegdeel tot de drukste landverbindingen behoorde. Al voor de Eerste Wereldoorlog drong het Utrechtse gemeentebe- stuur aan op verbetering van de verbinding. Met name het tracé ten zuiden van het Fort de Bilt aan het begin van de route van Utrecht naar De Bilt en Zeist was de stadsbestuurders een doorn in het oog. In augustus 1912 lieten ze de Minister van Waterstaat weten 'dat den weg wegens zijne vele krommingen allerminst op een druk gemengd verkeer berekend is'.'' Het aantal fietsers dat van de verbinding gebruik maakte groei- de explosief. Rijkswaterstaat telde op zondag 22 september 1912 bijna 3.000 wielrijders op de weg. Ter vergelijking: diezelfde dag pas- seerden 166 auto's het fort.^ Echter niet zo zeer de drukte maar vooral de menging van het ver- keer op de smalle weg zorgde voor problemen. Voetgangers, fietsers, mensen met handkarren en hon- denkarren, ruiters, bespannen wa- gens, berijders van motorfietsen en motorrijtuigen concurreerden met de tram om de beperkte ver- keersruimte. Regelmatig ging het mis. Vooral fietsers en voetgan- gers waren het slachtoffer van de onveilige verkeerssituatie, soms met noodlottige afloop. In juli 1911 werd de Utrechter dr. Van der Waals 'rijdende tusschen een vrachtwagen en de tram van het rijwiel gevallen door de tram over het linkerdijbeen gereden'. 'Tij- dens het vervoer overleden', meld- de het ambtelijke schrijven van Rijkswaterstaat droog.3 Rijkswaterstaat onderkende de ernst van de situatie, maar tot maatregelen kwam het niet. De ruimte om de smalle weg op de dijk rond het fort te verbreden was zeer beperkt. Om de verkeersvei- ligheid te verbeteren lanceerde de ANWB in 1918 een plan om deze |
||||||||||||||||||||||||||
Voorstel van Rijks-
waterstaat uit 1927 voor een nieuwe doorgaande rijksweg buiten de bebouwde kom van Zeist om. In plaats van de oorsponkelijke ver- binding via beide Dorpsstraten, wilde de dienst een 32 meter brede weg langs het Slot aan- leggen. Foto: Het Utrechts
Archief |
||||||||||||||||||||||||||
Dat zo'n omleiding rond De Bilt de
landgoederen Beerschoten en Vol- lenhove doormidden zou snijden riep veel kritiek op. Die viel echter in het niet bij de afschuw die de voorgestelde omleiding ten zuid- westen van de dorpskern van Zeist wekte. Deze twee kilometer lange nieuwe verbinding zou het achter- terrein van het buiten De Brink kruisen en tussen het Zeister Slot en het complex van de Broederge- meente doorlopen. De Zeister wet- houder mr. Fr. A. Beunke hield de lezers van het Utrechtsch Dagblad voor: 'Ziedaar met een potloods- treep vernield wat de gemeente Zeist met belangrijke offers in de laatste drie jaren tot stand ge- bracht heeft. Toen voor enkele ja- ren het welbekende Zeister Slot onder sloopershanden dreigde te vallen, besloot de gemeente tot aankoop teneinde dit historisch monument te behouden [...] Maar waterstaat kent geen erbarmen en geen eerbied voor aloude traditie'.4 Beunke riep op de voor- gestelde verbinding achterwege te laten. De wethouder stond niet al- leen. De Zeister gemeenteraad sprak in juli 1927 zijn verontwaardi- ging uit over het plan en protes- |
||||||||||||||||||||||||||
smalle weg te vervangen dooreen
nieuwe bredere verbinding door het fort heen. Rijkswaterstaat, Utrecht en gemeentebesturen van plaatsen als De Bilt en Zeist onder- steunden dit idee. De betreffende gemeenten verklaarden zich be- reid om in navolging van de ANWB en andere organisaties van weggebruikers de aanleg van een weg door het fort financieel te on- dersteunen. Het grootste deel van de benodigde financiën zou echter van het ministerie van Waterstaat moeten komen. Aangezien deze gelden niet op korte termijn vrij- gemaakt konden worden en het ministerie van Oorlog, dat het be- heer over de fortenreeks van de Nieuwe Hollandsche Waterlinie voerde, aanvankelijk niet instem- de met een nieuwe verbinding, duurde het tot 1930 voordat daad- werkelijk een brede verkeersweg door het fort op de Biltstraat werd aangelegd. Ambitieuze plannen
Deze aanleg vond plaats in het ka-
der van het in 1927 door de minis- ter van Waterstaat gepresenteer- de Rijkswegenplan. Dit plan be- vatte voorstellen om het nationale |
de meeste bomen langs de weg,
het slopen van belemmerende ge- bouwen en het onteigenen van delen van langs de weg gelegen landgoederen. Gemengde gevoelens
Toen de voorstellen in de vroege
zomer van 1927 bekend raakten, waren de gevoelens in de regio gemengd. Enerzijds waren be- stuurders en andere opinieleiders blij met het plan de bestaande, steeds drukker wordende verbin- ding te moderniseren. Anderzijds schrokken velen van de omvang van de voorgestelde verbreding en betreurden ze de aantasting van de langs buitenhuizen, land- goederen en bospartijen lopende, door oude eiken en beuken om- zoomde straatweg. Opvallend genoeg waren de omlei- dingen die Rijkswaterstaat projec- teerde rond de bestaande dorps- kernen en route de voornaamste steen des aanstoots. Om de be- bouwde kom van De Bilt, Zeist, Driebergen, Rijsenburg en Doorn te mijden, projecteerde de rijks- dienst nieuwe verbindingen bui- ten deze plaatsen om met een lengte van twee of vier kilometer. |
|||||||||||||||||||||||||
van het nationale wegennet wilde
Rijkswaterstaat Utrecht - De Greb- be voorzien van een steviger fun- dering en harder wegdek om de toenemende vaart en wieldruk van het opkomend gemotoriseerd vrachtvervoer en autobusverkeer te weerstaan. Een centraal uit- gangspuntvan de plannenmakers was scheiding van de verschillen- de verkeerssoorten. Zo situeerde ir. H.B. Bakker, verantwoordelijk voor de modernisering van Utrecht - De Grebbe, de over de straatweg rijdende tram op het midden van de weg. Een zes meter brede strook tramsporen zou het rijverkeer in beide richtingen moe- ten scheiden. Aan weerszijden van deze sporen plande Bakker drie meter brede rijbanen voor auto- verkeer, verharde bermen en bo- men. Een rijweg voor karren en paard-en-wagens, een fietspad en voetpaden completeerden het concept. De aanleg van al deze voorzieningen zou de nieuwe ver- binding 32 meter breed maken. De bestaande straatweg was vier me- ter breed. Deze enorme verbre- ding zou Rijkswaterstaat noodza- ken tot even rigoureuze ingrepen in het landschap: het kappen van |
||||||||||||||||||||||||||
wegennet aan te passen aan het
drukker wordende verkeer en de opkomst van de automobiel. Het investeringsschema dat eraan ten grondslag lag, was vergelijkbaar met de inspanningen van de rijks- overheid in de periode 1860 tot i88o om tot een nationaal spoor- wegennet te komen. De middelen voor de omvangrijke en ambitieu- ze verbeteringen waren afkomstig van het in i926tot stand gekomen Wegenfonds, gevuld met de ba- ten van de motorrijtuigenbelas- ting en de rijwielbelasting. Aan de nieuwe aanpak van het ministerie was een langdurige lobby van or- ganisaties van weggebruikers voorafgegaan. Het Nederlandsch Wegencongres had daarbij het voortouw. Het Rijkswegenplan bevatte enke-
le nieuwe wegen maar ging vooral uit van verbetering van het be- staande i9e-eeuwse rijkswegen- net. Zo omvatte het plan niet al- leen de doortrekking van de rijks- straatweg Utrecht- De Bilt - Zeist door het Fort de Bilt, maar ook een ambitieuze verbetering van de hele verbinding Utrecht - De Bilt - Zeist-De Grebbe. Net als voor andere onderdelen |
||||||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||||||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||||||||||||||||
Behalve de winkeliers vreesden
ook ondernemers uit de toeristi- sche sector in Zeist dat de geplan- de omleiding hen klandizie zou kosten. B&W deelden deze angst: 'Dat door de voorgenomen aanleg aan het vreemdelingenbezoek aan onze gemeente sterk afbreuk zal worden gedaan, behoeft geen betoog'.^ De Zeister VVV stelde: 'Geen gemeente wordt er beter van, wanneer men de aandacht van haar afleidt.'7 Deze organisa- tie roerde zich om deze reden fors in de campagne tegen de verbin- ding. Het gemeentebestuur legde echter de nadruk op de dreigende aantasting van het Slot met het bijbehorende natuurschoon. De bestuurders verwachtten dat de minister en de kamer voor dit ar- gument gevoeliger zouden zijn dan voor economische schade. Papoea's
In maart 1928 berichtte minister
van Waterstaat mr. H. Van der Vegte dat de Zeister bezwaren voor hem geen reden waren de plannen te wijzigen. Hij legde de voor de nieuwe verbindingen te onteigenen gronden ter visie. De Zeister bestuurders lieten de be- windsman weten zeer teleurge- steld te zijn. Toen een reactie van de minister uitbleef, bewerkten de Zeister opposanten de pers en de Tweede en de Eerste Kamer. De burgemeester en andere notabe- len stuurden hen bekende Kamer- leden amice-brieven waarin ze zich tegen de weg langs het Slot kantten en de autocratie van Rijks- waterstaat en het ministerie he- kelden. Burgemeester C.J. van TuyII van Serooskerken luchtte bij Eerste Kamerlid De Gijzelaar zijn hart. Hij schreef: 'Op geen enkele wijze heeft men in dien tijd ge- tracht nader voeling met het Ge- meentebestuur van Zeist te hou- den [...] Alles gaat buiten ons om. De ingenieur Bakker, die de groot- ste voorstander van het te kwader ure uitgedachte plan is, heeft, na- dat hem gebleken was, dat er voor zijn project alhier geen sympathie bestond, ook nooit meer van zich |
|||||||||||||||||
geen verwondering. De winkeliers
vreesden vermindering van hun inkomsten wanneer een nieuwe verbinding buiten Zeist om tot stand zou komen. Ze wilden het doorgaand verkeer door de Dorps- straat behouden. Ook winkeliers in De Bilt en in Doorn kantten zich tegen omleidingen en kregen hier- voor steun van hun gemeentebe- sturen. Toen Rijkswaterstaat in 1933 een nieuwe doorgaande weg van Utrecht naar Den Bosch plan- de om Jutphaas en Vreeswijk heen, protesteerde ook hier de middenstand met steun van Burgemeester en Wethouders. Volgens stedenbouwkundige P. Bakker Schut leefden dergelijke sentimenten op veel plaatsen: 'Er zijn [...] tal van gemeenten, waar men zich stelt op het standpunt, dat het een voordeel voor de gemeentenaren is om zooveel mogelijk auto's door de kom te persen. Immers de een koopt er een onsje tabak, de tweede een glaasje spuitwater en de derde wat benzine.'5 Bakker Schut noemde dit 'kogelflesjespolitiek'. Hij vond dit kortzichtig. Bakker Schut was een voorstander van de aanleg van doorgaande wegen buiten de bebouwde kom om. Het doorgaand verkeer moest van het overig verkeer gescheiden worden ter wille van de efficiëntie en verkeersveiligheid. |
|||||||||||||||||
Beeld van demo- teerde bij de minister. Organisaties
derniseringvan als Heemschut en Het Utrechts
Rijksweg 25 bij De Landschap steunden deze opposi-
Büt in het midden tie. De familie Van Beuningen,
van de jaren der- mede-eigenaar van de Steenkolen-
tig. Wegarbeiders handelsvereniging, kondigde aan
zijn bezig met het het landgoed De Brink te zullen
kggen van beton- verlaten wanneer de voorgestelde
platen. Op het verbinding werd aangelegd. Tot
fietspad rechts ontzetting van de gemeente Zeist,
druk rijwielver- die werd geconfronteerd met
keer. meer wegtrekkende grootgrond-
Foto: Het Utrechts bezitters en met projectontwikke-
Archief laars die vrijkomende buitenplaat-
sen wilden verkavelen. Kogelflesjespolitiek
Om de weerstand tegen zijn aan-
pak van Rijksweg 25 te overwin- nen nam Rijkswaterstaat, na over- leg met Staatsbosbeheer, een landschapsarchitect in de arm om de voorgestelde verbinding land- schappelijk zo fraai mogelijk aan te leggen. Een commissie van Zeis- ter ingezetenen onder wie hotel- houder G.H. Figi werkte een alter- natief uit om de omleiding over- bodig te maken. Volgens deze plannen zouden de beide Dorps- straten verbreed worden tot 20 meter. De winkeliers en overige eigenaren in deze twee straten zegden hun medewerkingtoe. Dat de middenstanders uit de Dorpsstraat hieraan wilden mee- werken (mits de herbouwvan hun panden betaald werd) behoeft |
|||||||||||||||||
132
|
|||||||||||||||||
-%
|
|||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
|||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||
oktober 2001
|
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vormden feitelijk een tussen-
stap. Het betrof een overgangs- fase naar toepassing van het concept van de autosnelweg, een wegtype dat alleen voor ge- motoriseerd verkeer bestemd was en elke bebouwde kom meed.9 De strijd rond de moder- nisering van de Biltse-, Zeister en Utrechtseweg heeft enerzijds de kenmerken van een kinderziekte die eigen is aan het geschikt ma- ken van het bestaande wegen- net voor het snel toenemende automobielverkeer. Anderzijds is hij ook een illustratie van de 'dis- cussie zonder eind' over wegen- aanleg in het landschappelijk waardevolle suburbane gebied van de Utrechtse Heuvelrug. De tegenwoordige controversen over een verbreding van de Lage- weg en een hernieuwd voorstel voor een Zeister rondweg bewij- zen dat die discussie nog steeds niet afgesloten is. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze luchtfoto Uit laten horen.' Na een opsomming
i9J7tooH(de(!rtH- van de pogingen om met de mi- kgvandegemo- nister te overleggen, verzuchtte (krniseerdeRijks- de burgemeester: 'Ik vraag me af, weg25 buiten de wat een gemeentebestuur in Ne- bebouwde kom derland toch moet doen om door vanDeBihom. een minister omtrent zijne vitale nc veertig meter belangen gehoord te worden. Ik brede weg was ben ervan overtuigd, dat aan een aanzienlijk breder verzoek van Papoea's tot den Gou- Ja» (/e oorspron- verneur Generaal meer aandacht
kelijke verbinding. ZOU gewijd worden dan aan het Unksboven zien onze.'^ TuyII van Serooskerken wenognetde vroeg het Eerste Kamerlid bij de weertoren van het minister aan te dringen met Zeist KNMI, rechtsbo- te overleggen over een door het ven de dorpskern gemeentebestuur uitgewerkt al- vanDeBilt. tematief. In augustus 1928 vond Foto: Het Utrechts daadwerkelijk een gesprek plaats Archief tussen het Zeister gemeentebe- stuur, de verantwoordelijke inge- nieurs van Rijkswaterstaat en de minister van Waterstaat. Het door de burgemeester aangekondigde alternatief bleek een verharding en verbreding van de parallel aan de Dorpsstraten gelegen Lageweg (op dat moment nog een zand- pad) te zijn. Rijkswaterstaat en de minister wilden zich niet binden aan dit alternatief, maar schortten wel de plannen op voor de weg voor het Slot langs. Bij de verdere uitwerking van de modernisering van Rijksweg 25 schrapte Rijkswaterstaat vervol- gens de omleiding langs het Slot |
en nam de verbetering van de be-
staande straatweg door Zeist, in- clusief de beide Dorpstraten, als uitgangspunt. Het besluit uit 1931 om een nieuwe verbinding voor snelverkeer Utrecht - Driebergen - Arnhem - Duitse grens via Bunnik aan te leggen, zorgde voor defini- tief schrappen van de geplande verbinding voor Het Slot langs en deed de urgentie van verbreding van de Dorpsstraten verdwijnen. In 1967 werd als 'tijdelijke' oplos- sing (die anno 2001 nog steeds van kracht is) eenrichtingverkeer in de Dorpsstraten ingevoerd en de Lageweg geschikt gemaakt voor uit de richting van Utrecht komend verkeer. De Zeister lobby was succesvoller
dan die van De Bilt. Bij deze plaats legde Rijkswaterstaat vanaf 1936 wel een omleiding buiten de dorpskern aan. De rijksdienst voorzag Utrecht in dezelfde perio- de van een rondweg die op het kruispunt met Rijksweg 25 zelfs met een ongelijkvloerse rotonde, de Berekuil, werd toegerust. Discussie zonder eind
De omleidingen buiten de be-
bouwde kom om voor het door- gaand gemotoriseerd verkeer zo- als Rijkswaterstaat die in de ja- ren twintig plande en in de jaren dertig en veertig aanlegde. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noten
1. Schrijven van het gemeentebestuur van
Utrecht aan de minister van Waterstaat, 6 augustus 1912 (Het Utrechts Archief (HUA) toegangsnr. 248, doos 398) 2. Bijlage 1 bij schrijven van de hoofdin-
genieur-directeur van Rijkswaterstaat in de 6e directie, 7 januari 1913 (HUA, toegangsnr. 248, doos 298) 3. Ibidem
4. Het rijkswegenplan voor Zeist en zijne
beoordeling in de Nederlandsche pers, z.j.,z.p., 11. 5. Verslag van de Jaarlijkse Algemeene
Vergadering der vereeniging Het Ne- derlandsch Wegencongres, 30 decem- ber 1930,14. 6. Schrijven van B. en W. aan de raad, 5 juli
1927. (Archief Gemeente Zeist (AGZ), 1.811.111.4(Rijkswegenl927B1965)) 7. Rapport VW Zeist, zj. z.p. (AGZ,
1.811.111.4(Rijkswegen 1927 B 1965)) 8. Schrijven van mr. C.J. Tuyl van Seroos-
kerken aan mr. De Gijzelaar, 30 juni 1928 (AGZ, 1.811.111.4 (Rijkswegen 1927B1965)) 9. Voor de totstandkoming van dit wegty-
pe zie Hans Buiter en Kees Volkers, Oudenrijn. De geschiedenis van een ver- keersknooppunt. (Utrecht, 1996). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oktober 2001
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuursignalement
|
||||||||||||
Anneke Jansen, Het Utrechts Archief
|
||||||||||||
Maurer; [fotogr. Ruben de Heer... [et al.].
- Amersfoort : Museum Flehite, 2001 - Met lijst van tentoonstellingen. - Met ge- nealogie Nieweg. Catalogus bij de gelijknamige over-
zichtstentoonstelling gehouden van 1 april tot en met 24 juni 2001 in Museum Flehite te Amersfoort. Crensverleggers .• gids voor historisch on-
derzoek naar migranten in de provincie Utrecht I Ronald Rommes en Marlou Schrover. - Utrecht: Het Utrechts Archief i.s.m. Stichting Stichtse Geschiedenis, 2001. - Met reg. - ISBN 90-76366-07-1 (Trajecten door Utrecht 5) Gids als hulpmiddel bij onderzoek naar 'grensverleggende' voorouders. Geeft antwoord op vragen waar informatie te vinden is over migranten in het verle- den en hoe migratie-onderzoek aange- pakt kan worden. Jubileumboek 25 jaar 'boeren' op Het Erf
1975-2000. - Veenendaal : Basisschool Het Erf, [2001]. Uitgegeven ter gelegenheid van het 25-
jarig bestaan van de Protestants Christe- lijke Basisschool Het Erf te Veenendaal in 2000. Zij zochten Adullam in Zeist .- overzicht
van de joodse inwoners van de gemeente Zeist, 1940 - ig4S I door R.P.M. Rhoen. - Zeist : Zeister Historisch Genootschap van de Poll Stichting; Rotterdam : Barjes- teh van Waalwijk van Doorn, 2001. - ISBN 90-5613-058-7 Uitgegeven ter gelegenheid van de ont-
hulling op 23 april 2001 in het Walkart- park te Zeist van het herdenkingsteken ter herinnering aan de 102 Zeistenaren van Joodse afkomst die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgebracht. Achterkant stadhuis : avonturen in de
Utrechtse politiek I René Verhulst. - Zel- hem: Arboris, 2001. ISBN 90-343-2991-7 Roman beschrijft de aanloop naar de tus- sentijdse gemeenteraadsverkiezingen in |
||||||||||||
Verlirijgbaar bij boeidiandd of uitgeverij:
Hof van Holland -. rollen van eisen, betrek-
king hebbend op de Karthuizers buiten Utrecht periode 1503 tot en met 1567/ Mr\ Mackor. - [Si] : [Adri Mackor], 2000 - ARA-Toegang nr. 3.03.01.01, Inventaris nrs. 3696 t/m 3768 Met bijbehorende diskette. Met betrek-
king tot de uitgebreide bezittingen die het klooster bezat voornamelijk op de Zuid-Hollandse eilanden. (Voor nadere toegangen op de Sententien van het Hof vanaf 1550 -1600 zie in het ARA) 'Met het beste wat men heeft en kent': de
geschiedenis van het Diaconessenhuis Utrecht 1844 - iggg I MJ. van Lieburg. - Kampen: Kok, 2000. - ISBN 90-435-0173-5 Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het 150-jarlg bestaan van het Utrechtse Diaconessenhuis. Met lijsten van medici en diaconessen. yan de brug afgezien.- sprokkelingen van
een Merenees I door Theo van den Berg; met tekeningen van Barbara Gravendeel. - [Vleuten]: Historische Vereniging Vleu- ten, De Meern Haarzuilens, 1997-2001 - ISBN 90-804037 1-7 (dl.[i]). ISBN 90- 804037-2-5 (dl. 2) Gebeurtenissen in het dorp De Meern
opgetekend door Theo van den Berg. Zijn aantekeningen werden eerder gepubli- ceerd als anekdotische verhalen in het Tijdschrift van de Historische Vereniging van Vleuten, De Meern en Haarzuilens. Wandelen door Wijk C en de Breedstraat-
buurt : stadsgeografische excursie in de noordelijke oude stad van Utrecht I [tekst n» Monique Geerdink ; eindred. Ronald Kra- nenburg ; fotografie Jacqueline van der Kort]. - [Utrecht]: Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap, [2001]. (Geografische Routes nr. 4) + routebe- schrijving. - ISBN 90-6809-310-X iakob Nieweg : in stille bewondering I
Renske van der Linde-Beins en Onno |
Utrecht van november 2000. De laatste
roerige maanden van het college van B&W en de onderhandelingen voor een nieuw college komen aan de orde. Met humor opgetekend door de auteur, frac- tievoorzitter van het CDA. De orgels van de Dom I Willem Jan Ce-
vaal. - Utrecht: Stichting Vrienden van de Domkerk, 2001. Bevat een lijst van Domorganisten en
een korte geschiedenis van het rijke or- gelbezit van de Dom. Het Utrechts kerkenkruis, feit of fictie? :
een beoordeling in het licht van de vroege ontwikkeling van de Utrechtse kerk I Charlotte J.C. Broer. - Utrecht : [CJ.C. Broer], 2001. ISBN 90-805772-2-7 Onderzoek naar de vraag hoe zeker het is dat de bisschoppen met de bouw van een kruis van kerken in Utrecht een duidelijk vooropgezet plan hebben uitgevoerd. Het surrealistisch universum van Willem
Wagenaar (1907 - iggg) I Dick Adelaar; onder red. van Meta Knol ; [tekst Dick Adelaar, Sjarel Ex en Meta Knol; fotogr. Dea Rijper en Ernst Moritz]. - Utrecht : Centraal Museum, 2001. - ISBN 90-73285- 771
Catalogus bij de gelijknamige tentoon-
stelling in het Centraal Museum Utrecht van 7 april tot en met 29 juli 2001. Architectuur Universiteit Utrecht I [sa-
menst. en red. Cees de Jong en Joost de Vries; fotogr. Edwin Walvisch]. - Utrecht: Universiteit Utrecht; Blaricum : V+K Pu- blishing, 2001. - ISBN 90-74265-17-0 Architectonische hoogtepunten van ruim 350 jaar Utrechtse universitaire panden. Krenten in de pap: bewonersgroepen in de
Utrechtse binnenstad I [Debora Lenten]. - Utrecht: Cumulus Opbouwwerk, [2001]. Overzicht op basis van gesprekken met vertegenwoordigers van bewoners- groepen. |
|||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||
Het landschap van Mandron
|
||||||||||||||||||||||
MARTINE BUSZ & HÉLÈNE HiNE, LANDSCHAPSBEHEER UTRECHT
|
||||||||||||||||||||||
Heidelandschap
met Koeheuvels |
||||||||||||||||||||||
Grafheuvels, houtwallen, een 12e eeuwse beek, een even oud hooiland, 17e eeuwse
'birkten' en 19e eeuwse Koeheuvels en heidevelden: het grondgebied van het huidige Maarn is rijk aan historische landschapselementen. Door herstelplannen keren ze zichtbaar terug in wat eens de buurtschap Mandron heette. geschreven over een buurtschap
Mandron dat ressorteerde onder het zeer oude Leusden. De spo- ren van bewoning zijn nog ou- der. Bij Maarn zijn verschillende grafheuvels gevonden, zoals aan de Buurtsteeg en bij Den Treek. |
||||||||||||||||||||||
dorp nog bijzonder gaaf aanwe-
zig. Met name de Maarnse Meent is nog zeer duidelijk te herkennen als aparte ontginning die zich uitstrekt aan de rand van de Heuvelrug, dus in de lage gronden van de vallei. Rijke hooilanden
De Maarnse Meent is waar-
schijnlijk al vanaf de 13e of 14e eeuw in gebruik geweest als ge- meenschappelijke weide voor het buurtschap dat toen 'Man- dron' genoemd werd. Later func- tioneerde de Meent lange tijd als hooiland voor de boeren uit Maarn. Deze hooilanden waren enorm rijk aan bloemen en gras- soorten en werden ook wel blauwgraslanden genoemd. On- der meer door de toepassing van kunstmest is deze soortenrijk- dom de laatste honderd jaar op de meeste plaatsen verdwenen. |
||||||||||||||||||||||
Landschapsbeheer Utrecht
|
De oudste bewoning lag op acht
|
|||||||||||||||||||||
meter boven NAP, op dezelfde
hoogtelijn als de grafheuvels. Tot ongeveer 1700 bevond zich een strook van tien tot twintig wo- ningen ook grotendeels op deze historische bewoningslijn. Van de oudste bewoning is door de aanleg van de spoorlijn en de uitbreiding van het dorp weinig overgebleven. Toch zijn de ver- schillende ontginningen in het |
||||||||||||||||||||||
Maarn is een vrij jonge gemeen-
te aan de oostzijde van de Utrechtse Heuvelrug. Pas in de jaren twintig van de vorige eeuw is door het bouwen van het zoge- naamde tuindorp de kern van het dorp ontstaan. De geschiede- nis van Maarn gaat echter ver te- rug, zelfs tot 1028. Dan wordt er |
||||||||||||||||||||||
135
|
||||||||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
||||||||||||||||||||||
vereniging
|
||||||||||||||||||||||
ktober2001
|
||||||||||||||||||||||
Het landschap van Mandron
|
||||||||||||||||||||
Door deze begrazing en afplaggen
ontstond een prachtig heidege- bied met vele zandverstuivingen. In de 20e eeuw is de Heuvelrug en daarmee de uitgestrekte heide ge- leidelijk aan bebost en zijn de scha- pen verdwenen. Zo is een einde ge- komen aan een lange periode van dit cultuurlandschap. Restanten van heide en zandverstuiving, de zogenaamde Koeheuvels, bevon- den zich tot in de jaren vijftig ten noorden van het huidige dorp Maarn. Door opslag van bomen en geleidelijk dichtgroeien zijn deze heuvels vrijwel verdwenen. Gemeente Maarn en Landschaps- beheer Utrecht hebben een her- stelplan opgesteld om het bijzon- dere karakter van de Koeheuvels weer terug te brengen. Dit kan al- lereerst door de opslag van bo- men en struiken van de laatste dertig jaar te verwijderen. Daar- naast wordt in een groot deel ook de voedselrijke humuslaag ver- wijderd. Een schrale, voedselar- me bodem biedt ruimte voor een kleurenpracht van heide met een evenwichtig en rijk dierenleven. Toen dit herstelplan in 1997 van start ging, was er kritiek op de for- se ingreep in het gebied. Het op grote schaal terugkeren van de bij- na verdwenen heide leidde bij om- wonenden en betrokkenen uitein- delijk tot groot enthousiasme. Dit jaar is het laatste deel van de Koe- heuvels hersteld, zodat na vier jaar het gehele gebied in de oorspron- kelijke staat is teruggebracht. Landschapsbeheer Utrecht en de gemeente Maarn zullen in de toe- komst nog wel moeten ingrijpen door jonge opslag van bomen en struiken te verwijderen. Omdat er geen schapen lopen zal het ge- bied anders binnen vijftig jaar - als de natuur haar gang gaat - op- nieuw in bos veranderd zijn. |
||||||||||||||||||||
Het goed Ter Schuere
|
||||||||||||||||||||
dron bevond zich een uitgestrek-
te heide. Tussen 1640 en i68o is deze heide ontgonnen als birkt- ontginning. Een birkt of driest is een nat, drassig onland; dus een woeste, nog niet in cultuur ge- brachte grond. Dit gebied heet nog steeds De Birk. Daarna zijn er in deze streek geen grote ingrepen in het landschap meer geweest, zodat deze ontgin- ningen nog bijzonder gaaf in het landschap aanwezig zijn. Dit geldt ook voor alle houtwallen en bijbe- horende dubbelzijdige greppels. Eén strook langs de Heigraaf heeft een nog oudere ontginningsge- schiedenis: hier bevond zich in de Middeleeuwen het goed Ter Schu- ere (later Eykelenburg). Van deze versterkte boerderij zijn afbeeldin- gen bewaard gebleven waarop een huis met toren en grachten langs de Heigraaf te zien zijn. Dit huis was een van de eerste ver- sterkte huizen in de regio. Koeheuvels
Nog maar honderd jaar geleden
was het grootste deel van Maarn omringd door uitgestrekte heide- velden. Dit heidelandschap was ontstaan door de eeuwenoude schapencultuur. Schapen vraten de jonge planten op en de heide werd hierdoor in stand gehouden. |
||||||||||||||||||||
Daarnaast rukt gras steeds meer
op door het intensieve gebruik van de landbouwgronden en het zaaien van eentonige grasmeng- sels zoals Engels raaigras. Tegenwoordig is de Maarnse Meent gelukkig nog vrij goed als aparte ontginning in het land- schap te herkennen. In een deel van de Maarnse Meent is vorig jaar een uniek natuurherstelproject uit- gevoerd. De bovenlaag is afgegra- ven, zodat het overgebleven schra- le gebied weer teruggebracht is in de staat van ongeveer honderd jaar geleden. De oorspronkelijke verkaveling van de Meent is hierbij in takt gebleven. Na verloop van tijd zal er weer een grote soorten- rijkdom aan flora en fauna in dit natuurontwikkelingsgebied ont- staan en is er een historisch stukje hooiland teruggewonnen. Birkt of driest
Precies op de grens van de Meent
en de Heuvelrug is een zoge- naamde steilrand aanwezig met een hoogteverschil van een a twee meter. In 1130 hebben mon- niken van het bisdom Utrecht langs deze steilrand - als eerste ingreep in het landschap - de beek de Heigraaf gegraven. Tussen de Meent en het oude buurtschap Manderen of Man- |
||||||||||||||||||||
136
|
||||||||||||||||||||
Oud*Utrecht
|
||||||||||||||||||||
vereniging
|
||||||||||||||||||||
M
|
^ I oktober 2001
|
|||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Agenda
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lezing en bezoek Daelwijck
Op dinsdag 16 olctober organiseert de
Vereniging Oud-Utrecht met de Stich- ting Zuilen en Vecht een avond over de geschiedenis van het Buitenhuis Dael- wijck. Dit voormalige patriciërshuis ligt direct aan de Vecht in de Utrechtse wijk Zuilen aan de Burgemeester Nor- bruislaan 17. Het oudste gedeelte, rond 1840 gebouwd in opdracht van de familie Plomp, is bekend als het voormalige ge- meentehuis Zuilen. Dagelijks vinden er nog trouwerijen plaats. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
scheiden delen. Het Nedersticht bestond
globaal uit de tegenwoordige provincie Utrecht. Het Oversticht omvatte de huidi- ge provincies Overijssel en Drenthe, als- mede de stad Groningen en een stukje van het tegenwoordige Duitsland. In 1528 lijfde keizer Karel V de Stichtse Landsheer- lijkheid in bij zijn Nederlandse gewesten. Utrecht, Overijssel en Groningen maak- ten later deel uit van de Bourgondische Kreits en van de Republiek van de zeven Verenigde Nederlanden. De historische samenhang van de Sticht- se Landsheerlijkheid herleeft sinds 1997 tijdens de tweejaarlijkse Stichtendag. De derde editie wordt verzorgd door de Ver- eeniging tot Beoefening van Overijs- selsch Regt en Geschiedenis en vindt plaats in Zwolle. Het thema van deze dag - zaterdag 20 oktober vanaf 10.30 uur - is 'Bouwen in Sticht en Oversticht'. De dag begint met een ontvangst in het Logege- bouw, Bloemendaalstraat n. Daarna zijn er lezingen en wandelingen door de his- torische binnenstad van Zwolle met be- zichtigingvan enkele bijzondere panden. Deelname kost ƒ 50,- (inclusief koffie, thee, lunch en borrel). Opgave door over- maken van dat bedrag op Postbankreke- ning 546.70.46 tnv. VORG, p/a Praub- straat 25, 8011 PN Zwolle. Nadere inlichtingen zijn te krijgen bij: A.J. Mense- ma (038) 42 23 181, e-mail: a.mense- ma@wxs.nl, of C.M. Hogenstijn (0570) 6i 63 07, e-mail: chogenstijn@hotmail.com Tuinenmaand
De maand oktober is het nog Tuinen-
maand in de provincie Utrecht. Er zijn dan tal van Utrechtse tuinen, van privé- tot kasteeltuinen opengesteld voor het pu- bliek. Een gratis brochure kunt u afhalen bij alle VW's in de provincie of bij Ron- Dom, Domplein 9 Utrecht. Telefonisch aanvragen kan ook: 0900-4141414. Stadswandelingen
Oculare organiseert in oktober en novem-
ber diverse stadswandelingen door Utrecht. Kosten voor deelname, inclusief |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
consumptie en documentatie, bedragen
ƒ 17,50. Oculare verzorgt voor gezelschap- pen ook lezingen, stadswandelingen en programma's 'op maat'. Een agenda van de activiteiten en nadere informatie zijn te vinden op internet: www.oculare.nl. of telefonisch aan te vragen: (030) 288 32 61. Mammoetkies
Tot 15 oktober 2001 is in de Oranjerie van
het Universiteitmuseum, Lange Nieuw- straat 106 in Utrecht, de tentoonstelling 720 jaar stenen verzamelen in Maarn te zien. Er worden bijzondere gesteenten, mineralen en fossielen afkomstig uit de zandafgraving te Maarn tentoonge- steld. De zandwinning in Maarn gaat te- rug tot 1845. Vooral voor de Tweede We- reldoorlog was Maarn een bekende vindplaats voor amateur- en beroepsge- ologen. Hierdoor zijn in diverse musea en universiteiten, door heel Nederland verspreid, collecties met stenen uit Maarn te vinden. De tentoonstelling geeft een beeld van wat er de laatste 120 jaar gevonden is. Er zitten bijzondere stukken bij: verschillende zoogdierres- ten zoals een mammoetkies gevonden in 1893, een groot stuk versteend koraal vol met kristalletjes, agaatjes, en een paar werktuigen uit het Paleolithicum (zo'n 250.000 Jaar geleden gemaakt door de prehistorische mens). De tentoonstelling is alleen toeganke- lijk op dinsdag t/m vrijdag en op zondag van 11 tot 17 uur. Najaarsledenvergadering
Het Universiteitsmuseum is ook de bij-
zondere locatie van de najaarsledenver- gadering van de Vereniging Oud- Utrecht. Die vindt plaats op donderdag 15 november 19.30 uur. De stukken vindt u bij dit nummer. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tijdens de avond zal Bettina van Santen,
medewerkster van het Archeologisch en Bouwkundig Centrum, een dia-lezing houden. Daarna is er gelegenheid om het huis en de bijzondere toegangspoort te bekijken tijdens een rondleiding door Gerard Joost Esser, bestuurslid van de Stichting Zuilen en Vecht. De avond begint om 20 uur. Er zijn par- keermogelijkheden. Buslijn 3 (richting Zuilen) stopt praktisch voor de deur (hal- te Sporthal). Opgave en verdere inlichtin- gen: Hubert Luijsterburg (030) 24416 49. Kosten voor deelname (inclusief kopje koffie) bedragen ƒ 5,-. Derde Stichtendag
De Stichtse Landsheerlijkheid vormde
vanaf de 11e eeuw een onafhankelijke staat onder de bisschop van Utrecht. Deze was niet alleen kerkelijk bestuurder van zijn diocees, maar ook wereldlijk macht- hebber en legeraanvoerder. Zijn gebied viel uiteen in twee door de Veluwe ge- |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«7
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oktober 2001
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hermans Q Schuttevaer
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
notarissen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Atii|Cilot«M bH
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Utrecht: Hemians & Schuttevaer • Maliebaan 81 «Tel. 030 -233 66 99
NOTARiiiiM Vleuten: Notarispraktijk Hagen • Pastoor Ohllaan 25 • Tel. 030 - 677 61 17 (maakt deel uit van Hermans & Schuttevaer).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
' ' ''^■'
|
■■»■>
|
-^-ii-^i^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• -»->-»-»
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^^->v-»-^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PlantijnCasparie
^utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prepublishing j Drukwerk j Direct marketing
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
T 030-282 28 22
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weten wat uw huis waard is?
Vraag naar de gratis waarde-indicatie!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De prijzen van koopwoningen zijn de af-
gelof)en jaren flink gestegen. Ook uw huis
is hoogswaarscliijnlijk meer waard geworden.
Maar hoeveel.' Ligt dat droomhuis nu binnen
uw bereik? Of kunt u met de overwaarde de
keuken moderniseren?
Wat uw wensen ook zijn: u kunt pas echt
plannen gaan maken als u weet hoeveel uw
huis waard is!
ERA Makelaardij Utrecht geeft u gratis en
geheel vrijblijvend een waarde-indicatie van
uw woning. En dat is slechts één onderdeel
van de service die ERA u kan bieden.
Als het u wat waard is om de waarde van uw
huis te weten, bel dan met ERA voor die gratis
|
waarde-indicatie. Of gewoon om meer te
weten te komen ovet de diensten die wij bieden. Dat kost u niets en levert u waarde- volle informatie op. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BON VOOR GRATIS WAARDE-INDICATIE
Graag wil ik een vrijblijvende, gratis waarde-indicatie
van mijn woning Bel mij voor een afipraak. Naam: ...............................................................
Straal: ...............................................................
Postcode: ...............................................................
Plaats: ...............................................................
Telefoon: ...............................................................
Knip de bon uit en stuur op naar ERA Makelaardij
Utrecht, Burg. Reigerstraat 65,3581 KN Utrecht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bia
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ERA
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaardij Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeester Rcigerstraat 65,
3581 KN Utrecht.
Tel. 030 233 21 32. Fax 030 254 60 26
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Aan- en verkoopbegeleiding
• Taxaties
• Hypotheken
• Verzekeringen
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Muus & IJzerman makelaardij
heeft hart voor 'Oud-Utrecht' |
||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||||
i n on roerende
|
||||||||||||||||||||||||||||||
IJzerman
|
||||||||||||||||||||||||||||||
goederen
|
||||||||||||||||||||||||||||||
99002 f
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Maliebaan 48, Postbus 14014, 3 508 SB Ulrechl,Telefoon: 030 - 234 00 08, Fax: 030 - 232 19 70
|
||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUD
|
||||||||||||||||||||||||||||||
O VERBOUW
|
||||||||||||||||||||||||||||||
O NIEUWBOUW
|
||||||||||||||||||||||||||||||
van Zoelen bv
aannemersbedrijf
|
||||||||||||||||||||||||||||||
O RESTAURATIE
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Kantoor:
Nevadadreef 58 3565 CC Utrecht tel: 030-2631111 fax: 030-2623274 |
||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUDSSERVICE
|
||||||||||||||||||||||||||||||
24 UUR PER DAG
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaars in bedrijfsmatig onroerend goed.
verhuur-verkoop-taxaties-beleggingen-begeleiding
projektontwikkeling en lierhuisvesting Maliebaan 39a 3581 CC Utrecht 030-2 334 336
|
||||||||||||||||||||||||||||||
BEAUFORT
|
||||||||||||||||||||||||||||||
MAKELAARS
|
||||||||||||||||||||||||||||||
J&BConseilB.V.
Rika Hopperlaan 17, 3584 GM Utrecht
Tel. 030 - 254 32 12, Fax 030-• 254 32 11 |
||||||||||||||||||||||||||||||
FINANCIEEL - ECONOMISCH ADVIESBUREAU
o.m. restauratiefinancieringen en hypotheken
|
||||||||||||||||||||||||||||||
'eenmes
|
|||||||||||||||||||||
Onder meer:
• Contracten
• Contractsbesprekingen
• Behandeling én overname van incasso's
|
|||||||||||||||||||||
beórl'ifsjuridische
d/ensfverlening |
|||||||||||||||||||||
Correspondentie uitsluitend
Postbus 12062
3501 AB Utrecht telefoon 030-231 68 40
fax 030-233 45 95
geenen@geenencs,myweb.nl
|
|||||||||||||||||||||
C
|
|||||||||||||||||||||
MrJ.C.V. Geenen
|
|||||||||||||||||||||
EXCLUSIEVE
KLEDING
EN MODES
MAATKLEDING
OUDEGRACHT 118
UTRECHT
TEL. 030-231 01 74 |
|||||||||||||||||||||
BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING
HOFLEVERANCIER |
|||||||||||||||||||||
TAILORSSINCE1850
|
|||||||||||||||||||||
Je moet ze soms horen over deze kunst. Dan zeg ik: verderop hangen de Hollandse meesters.
Jullie zijn hier gewoon nog niet aan toe. Dat laatste zeg ik natuurlijk niet. Dat denk ik alleen. De Rabobank heeft iets met
kunst en cultuur. Eerlijk gezegd: we zijn er gek op. En onze smaak is al even breed als die van u. Popmuziek of klassiek. Cobra of Impressionisme, vaan- delzwaalen of klootschieten, het Is ons allemaal even lief Daarom krijgen heel veel ver- schillende evenementen onze steun. En u krijgt van ons een gratis Museumjaarkaart op uw Europas. Want we willen graag dat iederéén kan genieten van kunst en cultuur. |
|||||||||||||||||||||
Tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
ud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
-Tir*.-)t>-f:flas
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
74^= jaargang
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
,p: het Romeinse gevecht
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
met het Nederlandse water
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
toegste ontwikl(ellng van Amersfoort
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
jii^'
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Resultaten ledenenquête
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Themanummer ArcIÜblogie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
."^.M>%,:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Itorie en cultur^eel erfgoed in de pw;wi|}fie Ut
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
voor
Utrecht-boeken
stad en provincie
|
|||||||||||||||||||||||||
GREEP Schilders bv
• Restauratiewerken
• Onderhoud
Maarssenbroeksedijk 15A
3606 AG Maarssen Tel. 030-241 31 15 |
|||||||||||||||||||||||||
Hoofdvestiging: Stadhuisbrug 5 * 3511 KP Utrecht
T. 030-2335200 * F. 030-2314071
|
|||||||||||||||||||||||||
Daatselaar & Godhelp
Antiquairs - Beëdigd Taxateur
Lid. VHOK/CLNOA/\'NAG/N\'K
|
|||||||||||||||||||||||||
Lid AV(/, Aniiqtiairs Ck'nool.Minip
litrt-cht
Korte Jansstraat 17-19, 3512 GM Utrecht
Tel. 030-2318266, Fax 030-2316474
Amsterdam I.aren
Kokin 46, 1012 KV Amsterdam ïorenlaan 5, 1251 HE Laren
Tel. 020-6208100 Tel. 055-5381454
|
|||||||||||||||||||||||||
AAMIUEMIMCSBEDRIJF
H.J. JURRIËMS BV |
|||||||||||||||||||||||||
Bouw Belegging
Restauratie Recreatie
Bemiddeling
|
|||||||||||||||||||||||||
KERSBERGEN
INSTALLATIETECHNIEKEN B.V.
UTRECHT |
|||||||||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||||||||
é^
|
|||||||||||||||||||||||||
Activiteiten o.a. op het gebied van:
* Elektra
* Klimaat
* Sanitair
* Beveiliging
* Telematica
Kaap de Goede Hooplaan 7,3526 AR UTRECHT
Telefoon 030-88 24 64 Telefax 030-88 57 33 |
|||||||||||||||||||||||||
riLISM4N
BV ZEIST
|
|||||||||||||||||||||||||
LAAN VAN VOLLENHOVE 3225 3706 AR ZEIST
POSTBUS 143 3700 AC ZEIST
TELEFOON 030-6956644
|
|||||||||||||||||||||||||
nv j, c
|
|||||||||||||||
Redactioneel
Het grootste gedeelte van onze geschiedenis ligt onder de grond. Zonder veel
graaf- en spitwerk hadden de artikelen in dit themanummer over archeologie nooit geschreven kunnen worden. En het is meestal het bouwen aan de toekomst dat het mogelijk maakt om te graven in het verleden. Het enorme bouwkundige project dat nu plaats vindt in Leidsche Rijn is zeker niet het eerste op die plaats. ï Erik Graafstal beschrijft hoe de Romeinen in hetzelfde gebied werkten aan het verdedingssysteem van de Noordgrens van hun rijk. Grote inspanningen en voortdurend onderhoud waren nodig om het Nederlandse rivierenlandschap in toom te houden. In het tweede artikel laat Francien Snieder zien dat zonder archeologie de geschiedenis van een stad als Amersfoort niet te schrijven valt. Omdat we in dit nummer alle ruimte willen geven aan het speciale thema, vindt u niet de vertrouwde rubrieken. Wel het verslag van de enquête die eerder dit jaar gehouden werd onder de leden van de Vereniging Oud-Utrecht. De redactie
|
Colo:
Oud-i^mit
Tween^HdeliJI
74eJaa^Bgnr. novemc^Boi ISSN 138 Oud-UtrechtJ.
Vereniging Oud-i
beoefening en verspreid
der geschiedenis alsmede het waken over
het behoud van het cultureel erfgoed van
stad en provincie Utrecht.
Voorzitter: P. Blok
Secretariaat: T. Wilmer
p/a Alexander Numankade 199-201,
3572 KW Utrecht.
Tel.: (030) 286 6611
Fax: (030) 286 66 00
Het internetadres van Oud-Utrecht is:
Penningmeester: P. Kroes
U kunt zich opgeven als lid van de
vereniging door te schrijven naar
Oud-Utrecht,
Pr. Hendriklaan 76,
3584 ER Utrecht.
De contributie bedraagt f $4,- per jaar
(26-f}0,- / 6s+f44,- per jaar)
U-pas/jo,-
Familielidmaatschap f ij,-
Contributie- en ledenadministratie:
P. Kroes
betaling contributie op giro S7SS^°-
Redactie: B. van den Hoven van Cenderen,
M. van Lieshout (eindredactie),
M. van Oudheusden, J. Pennings,
P. Rhoen, B. van Santen, M. van de Vrugt
enM.Vugts.
Redactieadres:
Alexander Numankade 199,
3572 KW Utrecht.
Vormgeving: Jeroen Tirion [BNO] Utrecht
Ontwerp cover; H. Lodewijkx Druk PlantijnCasparie Utrecht Oud-Utrecht
Tweemaandelijks tijdschrift
verschijnt zeven maal per jaar Deadline agenda nummer 1 /2002: 30 december 2001 Verschijningsdatum nummer 7/2001:
1 december 2001 Uw bijdragen kunt u toesturen aan
de redactie, Alexander Numankade 199, J572 KW Utrecht, op 31/2 Inch floppy (WordPerfect t/m g of Word gj). Maximale omvang: 3.000 woorden inclusief noten en literatuur. Auteurs wordt gevraagd zich te houden aan redactionele aanwijzingen. Deze zijn te verkrijgen bij het redactieadres. Illustratlesuggesties zijn zeer welkom. |
||||||||||||||
Inhoud
|
|||||||||||||||
n de bestuurstafel
|
|||||||||||||||
Limes en landschap
Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in het rivierengebied Erik Graafstal
De naam, het water en de stad
De vroegste ontwikkeling van Amersfoort vanuit archeologisch perspectief Francien Sniedbr
Leden tevreden over Vereniging Oud-Utrecht
Monique Dirven
|
|||||||||||||||
14J
|
|||||||||||||||
iÉÉMÉÉMÜBMÉilÉMÜII
|
|||||||||||||||
Van de bestuurstafel
De Zevensprong |
||||||||||||||||||
P.A. Blok, voorzitter
|
||||||||||||||||||
Het is zover. Voor u ligt het ex-
tra nummer van het tijdschrift. Het draagt als nummer zes, maar brengt voor het eerst sinds tijden het jaarlijks aantal op ze- ven. Het is de sprong naar ze- ven, de zevensprong van ons tijdschrift. Dat is, zoals meer zaken binnen
onze vereniging, vooral mogelijk geworden door de erfenis waar- in mevrouw Ulbrich ons heeft laten delen. Eerder schonk ik op deze plaats met dankbaarheid aandacht aan haar en haar roy- aal gebaar. Dat mag echter best nog wel een keer. Want onze vereniging is dankzij mevrouw Ulbrich een stuk sterker gewor- den. Nieuwe initiatieven, zoals het wegwerken van historische witte vlekken, hebben daardoor een kans gekregen. Voortaan werkt Oud-Utrecht elk jaar een vlekje weg. En tot die nieuwe mogelijkheden behoort ook het verhogen van het aantal jaarlijk- se nummers van ons tijdschrift tot zeven, de zevensprong. Het uitbrengen van een extra nummer van het tijdschrift is niet alleen een financiële kwes- tie, al gaat het om een substan- tieel bedrag. Het betekent ook extra werk en inzet van de re- dactie. Daarvoor is het bestuur haar erkentelijk. De inhoud van dit extra num-
mer zal menigeen aanspreken. Het is een themanummer ge- worden over archeologie. Vooral de leden die deelnamen aan het groot evenement op 7 april van dit jaar in Amersfoort zullen zich snel in de inhoud willen verdie- pen. Die wordt namelijk groten- deels bepaald door artikelen van de hand van twee van de drie in- leiders van die dag. Zeer de moeite waard derhalve. |
Het bestuur zou graag zien dat
de opkomst bij de verschillende activiteiten als excursies, lezin- gen en het Historisch Café gro- ter wordt. Soms zeggen leden dat ze erg laat iets over een be- paalde activiteit lezen. Dat ex- cuus zou geen opgeld meer mo- gen doen. Tegen deze achter- grond heeft het bestuur een overzicht gemaakt van de voor de komende maanden geplande activiteiten. Dat is minder een- voudig dan het lijkt. Want dat betekent dat de Activiteiten- commissie lang tevoren de acti- viteiten moet organiseren en vastleggen. Dat is soms lastig, bijvoorbeeld als aangezochte sprekers geruime tijd een slag om de arm willen houden. Toch is het gelukt. Het bestuur hoopt dat de opkomst nu zal gaan toe- nemen. Voor tips hoe dat nog meer te bevorderen houdt het bestuur zich aanbevolen. Het ledental van onze vereni-
ging blijft rond de 2.000 schom- melen. Er traden ditjaar tot dus- verre 102 nieuwe leden toe, maar ioi vielen er af of hebben dat aangekondigd. Het positief saldo bedraagt derhalve één en dat is wel erg laag. Een wat rui- mere marge zou toch wei pret- tig zijn. Nu onze vereniging steeds meer te bieden heeft, zo- als thans het zevende nummer van ons tijdschrift, zouden meer mensen voor het lidmaatschap geïnteresseerd kunnen worden. Maar dan moeten ze wel van het bestaan van onze vereniging weten door erop geattendeerd te worden. Praat over Oud- Utrecht, kijk om u heen en iaat anderen delen in wat u zelf pret- tig en belangrijk vindt. Nieuwe leden en zij die hen aanmelden |
|||||||||||||||||
ontvangen nog steeds een cd.
Het aantal nummers van het tijdschrift is vergroot. Laat nu ook het aantal leden toenemen. Laat Oud-Utrecht ook de zeven- sprong maken door het ledental met een zevende te doen stij- gen. Het bestuur is u erkentelijk voor uw inzet. |
||||||||||||||||||
144
|
||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||||||
Limesen landschap
Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in het rivierengebied
|
||||||||||||||||||||
Vanaf 1997 gaat de uitgebreide nieuwbouw in Leidsche Rijn gepaard met groot-
schalig archeologisch onderzoek. De vondsten bieden een nieuw inzicht in de ont- wikkeling van de Romeinse rijksgrens in het Nederlandse rivierengebied. Opbouw en onderhoud van die grens vereisten enorme inspanningen. De beheersing van het dynamische rivierlandschap deed een voortdurende beroep op de creativiteit en de technische vaardigheden van het Romeinse watermanagement. |
||||||||||||||||||||
Erik Graafstal
|
||||||||||||||||||||
athcelding I
De Romeinse we^ vlak na de ontdek- king in 1997. Het 5 meter brede weg- liehaatn wordt geflankeerd door palen en planken van eikenhout, gedateerd in 124-125. Foto: Rijksdienst voor het Oudheid- kundig Bodem- onderzoek |
||||||||||||||||||||
Uniek organisch geheugen
In tegenstelling tot de landen om
ons heen heeft Nederland aan de Romeinse tijd nauwelijks een 'ste- nen geheugen' overgehouden. Wat zich hier rond het jaar 200 aan steenbouw en stedelijkheid had ontwikkeld - en dat valt nog alleszins mee -, is na de Romeinse tijd stukje bij beetje weggebroken. Daar staat tegenover dat ons land van klei, veen en water een min- der zichtbaar, maar uniek 'orga- nisch geheugen' in zich draagt, |
||||||||||||||||||||
verleden niet al veel eerder werd
omarmd door cultuurhoedend Nederland. Aan de andere kant is dat ook wel verklaarbaar, want er- varen van de Romeinse rijksgrens in ons land als een culturele een- heid is nauwelijks mogelijk. Zo zijn de belangrijkste resten van de li- mes, de ruwweg twintig leger- plaatsen die ooit de Rijngrens ver- dedigden, voor een belangrijk deel overbouwd geraakt of door rivier- activiteit verzwolgen. Te zien is er op al die plaatsen vrijwel niets. |
||||||||||||||||||||
Eindelijk is het dan zo ven na een
aanloop van enkele jaren vinden nu de eerste verkenningen plaats om te komen tot een nationaal project dat zich bezig moet gaan houden met de planologische be- scherming, de historische beeld- vorming en de toeristische ont- wikkeling van het voormalige Ro- meinse grensverdedigingssys- teem (limes) in ons land - het //mesproject. Eigenlijk is het merk- waardig dat een zo tot de verbeel- ding sprekend onderdeel van ons |
||||||||||||||||||||
145
|
||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||||||||
Beddingafzettingen
Oeverafzettingen |
Komafzettingen
Crevasse-afzettingen |
|||||||||||||||||||||||
Niet gekarteerd
Inheemse nederzettingen |
||||||||||||||||||||||||
afbeelding 2
Het Romeinse landschap in de VINEX-locatie Leidsche Rijn. Aangegeven zijn de rivierlopen, de inheems nederzettingen, het Romeinse castetlum en de limesweg ten opzichte
van de natuurlijke ondergrond van stroomgordel- en komafzettingen. De getallen verwijzen naar enkele in de tekst besproken elementen: (1) wachtpost Vleuterweide, (2) loska- de Veldhuizen, (3) moerasbrug Veldhuizen, (4) Romeinse nederzetting op de Hoge Woerd. |
||||||||||||||||||||||||
Romeins Nederland ligt misschien
niet voor het grijpen, maar gewa- pend met enige kennis valt er veel te ontdekken. Ons land vormt, met zijn eigen-
aardige fysieke gesteldheid en culturele tradities, een bijzonder geschikte proeftuin voor de be- studering van Romes militaire strategie en cultuurpolitiek in een grenssituatie. Waarschijnlijk valt er over het wezen en het functioneren van de limes wel extra veel te leren in een land- schapstype dat om allerlei aan- passingen vroeg. De eigenheid van de Romeinse rijksgrens in het |
Nederlandse rivierengebied is tot
nu toe misschien te weinig het uitgangspunt geweest van on- derzoek dat gegevens uit ver- schillende bronnen met elkaar in verband brengt.'' Eigenlijk is dat vreemd, want juist vanwege zijn landschappelijke setting heeft de Nederlandse limessector in inter- nationaal perspectief een bijzon- der verhaal te vertellen. En juist hier liggen ook de cultuurhistori- sche kansen voor de Romeinse rijksgrens in ons land. Want voor- al in het huidige cultuurland- schap kunnen we iets van deze formidabele erfenis terugvinden. |
|||||||||||||||||||||||
waarvan wij de betekenis nauwe-
lijks kunnen overschatten. In het Nederlandse 'wetland' zijn kwets- bare archeologische materiaal- groepen zoals hout, leer, zaden, stuifmeel en botten, beter be- waard gebleven dan elders het ge- val is. Voor de beeldvorming over het verleden zijn dit onschatbare informatiedragers. Ze kunnen ons bijvoorbeeld van alles vertellen over de natuurlijke vegetatie of de voedseleconomie van de Romein- se tijd. Ook het landschap waarin het verhaal zich heeft afgespeeld, ligt er voor een groot deel nog, on- danks alle gedaantewisselingen. |
||||||||||||||||||||||||
146
|
||||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||||||||||||
II
|
||||||||||||||||||||||||
Limes en landschap
In het onderzoeksprogramma dat
de laatste jaren ontwikkeld is in Leidsche Rijn bestuderen de on- derzoekers de limes vooral in deze landschappelijke context. Verwonderlijk is dat niet, want de VINEX-locatie is grotendeels ge- legen op de stroomrug van de Oude Rijn. Deze brede gordel van zandige rivierafzettingen vormde vanaf het midden van de ie eeuw de basis voor de Romeinse rijks- grens in West-Nederland. Binnen het plangebied van Leidsche Rijn kronkelt de limes over een lengte van acht kilometer met een slangachtige beweging door de stroomgordel. Deze bereikt hier een breedte van ruim drie kilo- meter, wanneer wij de afzettin- gen van een zuidelijke neven- geul, de zogenaamde Heidam- mer stroomrug, erbij betrekken. Door de ontwikkeling van Leid- sche Rijn komt een complete sec- tie van de rijksgrens zoals deze zich in het Nederlandse rivieren- gebied manifesteerde, voor on- derzoek beschikbaar. Dat is inclu- sief een flink stuk van het directe achterland én een brede strook in het 'Overrijnse' (zie afbeelding 2). Sinds het begin van dit jaar wordt al het onderzoek in Leid- sche Rijn gecoördineerd door het Archeologisch en Bouwhistorisch Centrum van de gemeente Utrecht. De continuïteit die deze dienst kan garanderen, zorgt er- voor dat we nu al enkele hoofd- lijnen kunnen onderscheiden in het ongeveer tienjarige pro- gramma van noodopgravingen dat de nieuwbouw met zich mee brengt. Drie zwaartepunten te- kenen zich daarin af. Om te beginnen is daar de aloude Romeinse vindplaats op de Hoge Woerd ten noorden van De |
||||||||||||||||
afbeelding 3
De kademuur uit het jaar 100. De brede onderste plank is van den- nenhout, de overige van eikenhout Foto: E.P. Graafstal |
||||||||||||||||
van de Hoge Woerd is wettelijk
beschermd, maar de directe om- geving is dat niet en daar zal de komende jaren het nodige gaan gebeuren.^ Door oude en nieuwe onderzoeksresultaten aan elkaar te koppelen wil het Archeologisch en Bouwhistorisch Centrum de komende jaren werken aan een betrouwbare topografie van de Romeinse nederzetting. Die kan dan als inspiratiebron dienen bij de inrichting van het Rijnsche Park in het hart van Leidsche Rijn. |
||||||||||||||||
Meern. Tussen ongeveer 50 en
270 bevond zich hier een omvang- rijke militaire nederzetting, be- staande uit een ommuurde kazer- ne voor enkele honderden solda- ten (castellum), een kampdorp (vi- cus), een badhuis, grafvelden, we- gen en kadewerken. In de Neder- landse grenssector lagen langs de Rijn een kleine twintig van dit soort nederzettingen. Er zijn er echter weinig die zo compleet be- waard zijn en nog toegankelijk voor onderzoek. Een groot deel |
||||||||||||||||
147
|
||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||||
Limes en landschap
Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in het rivierengebied
|
|||||||||||||||||||
Een tweede programmaonderdeel
vormen de nederzettingen van de inheemse bevolking, die aan weerszijden van de voormalige rijksgrens gelegen waren. In Leid- sche Rijn zijn het er al gauw een stuk of twintig. In hun ruimtelijke verspreiding en uiteenlopende ontwikkeling lijken deze agrari- sche nederzettingen een belang- rijk verhaal te vertellen over de Ro- meinse politiek in de grenszone. Het derde zwaartepunt betreft het buitengebied van de limes. Eigenlijk was er tot nu toe weinig bekend over het uiterlijk en de uitrusting van de rijksgrens bui- ten de militaire nederzettingen. Juist op dit punt heeft het Ro- meinse onderzoek in Leidsche Rijn zich de afgelopen jaren ge- concentreerd. Ten westen van De Meern volgde de limes de zuid- rand van de eerder genoemde Heidammer stroomgordel, die in de Romeinse tijd actief was. Van- af 1997 hebben archeologen hier, dat wil zeggen in de plangebie- den Veldhuizen en Vleuterweide, vrijwel ononderbroken onder- zoek gedaan.3 In deze 'schone' landschappelijke setting, buiten de invloed van nederzettingen, is inmiddels een paar kilometer buitengebied van de limes in kaart gebracht en 'aangekleed'. Leidraad vormde steeds de in- middels beroemde limesweg, die de opeenvolgende legerkampen langs de Rijn met elkaar verbond en die in 1997 in Veldhuizen voor de dag kwam (afbeelding 1). Drie zwaartepunten dus: de mili- taire nederzetting op de Hoge Woerd, het inheemse nederzet- tingspatroon aan weerszijden van de rijksgrens en de fysieke uitrus- ting van de limes in het buitenge- bied. Door nu de landschappelijke ontwikkeling als leidraad te ne- |
de verschillende landschappelij-
ke zones die overbleven na de in- richting van de limes? Het onder- zoeksprogramma Limes en land- schap gaat dus over de complexe wisselwerking tussen de fysische geografie, de natuurlijke vegeta- tie en het cultuurlandschap, die met de vestiging van de Romein- se rijksgrens op gang kwam. Een civieltechnisch project
zonder einde Het ligt aan de bouwactiviteiten
in Leidsche Rijn dat het Romein- se onderzoek zich tot nu toe vooral richtte op het derde zwaartepunt van het onder- zoeksprogramma: de uitrusting van de limes in het buitengebied. Achteraf blijkt dit een gunstig vertrekpunt te zijn geweest, want inmiddels hebben we een idee hoe groot de invloed is ge- weest die de opbouw van de rijksgrens heeft gehad op het be- treffende gebied. Alleen al de aanleg en het onderhoud van de limesweg met alles wat daar aan infrastructuur aan vastzat, vorm- den een permanent civieltech- nisch project. De contouren daar- van worden nu pas duidelijk. De ontwikkeling van de weg, die rond of kort na het midden van de ie eeuw werd aangelegd, ziet er in grote lijnen als volgt uit.4 In zijn eerste aanleg is de Ro- meinse weg wat betreft tracé- keuze, profilering en materiaal- gebruik nog geheel aangepast aan de natuurlijke condities van het rivierengebied. Zo blijkt de weg in Veldhuizen en Vleuter- weide met grote kennis van het terrein te zijn aangelegd op een dun pakket van oeverafzettingen op de flank van de stroomgordel. De knikpunten in het tracé wer- den hier bepaald door zuid- |
||||||||||||||||||
men ontstaat uit deze drie com-
ponenten een toegespitst pro- gramma. Door zijn bijzondere ge- steldheid heeft ons land allerlei beperkingen opgelegd aan de ontwikkeling van een politiek-mi- litair systeem dat om ideologi- sche en praktische redenen juist sterk gericht was op eenvormig- heid. Vanuit dit perspectief richt het onderzoek zich allereerst op de dynamiek van het rivierland- schap en de daarmee gepaard gaande beperkingen voor de ont- plooiing van de limes en voor de inrichting en het gebruik van het gebied in het algemeen. Complexe wisselwerking
Het onderzoek spitst zich toe op
de fysisch-geografische voor- waarden, de natuurlijke hulp- bronnen en de culturele tradities die van invloed zijn geweest op de inrichting van de rijksgrens. Vervolgens kijken de onderzoe- kers naar de gevolgen die de op- bouw van de limes had voor landschap en vegetatie. Aan- dachtspunten daarbij zijn bij- voorbeeld de beïnvloeding van de waterhuishouding en de ex- ploitatie van locale bosbestan- den. Tenslotte is er aandacht voor de ontwikkeling van het ne- derzettingssysteem, dat in de loop van de Romeinse tijd ingrij- pende veranderingen onderging. De inheemse samenlevingen aan weerszijden van de limes lijken vanaf de late ie eeuw snel uiteen te groeien. Voor het directe ach- terland spelen twee vragen. Eén: is het nederzettingspatroon toen 'van bovenaf' herschikt met het oog op een meer rationele ex- ploitatie van het beschikbare landbouwareaal? Twee: in hoe- verre ontwikkelden zich bijzon- dere vormen van landgebruik in |
|||||||||||||||||||
148
|
|||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||
Oud.Utrecht
|
|||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||
november 2001
|
|||||||||||||||||||
deze minder ruim voorhanden, zo-
als in de tracégedeelten die een ri- vierbocht afsneden en over slap- pere bodem gingen, dan koos men er vermoedelijk voor om het weg- lichaam wat steiler te profileren en in te klemmen tussen lichte be- schoeiingen. In alle gevallen construeerden de Romeinen de weg aanvankelijk met materiaal uit de directe omgeving: klei, zand |
||||||||||||||||||||||
waartse rivierbochten. Waar de
ondergrond het toeliet sneden de Romeinen noordwaartse bochten recht af. In andere ge- vallen bleef de weg de hogere oeverafzettingen volgen. Op deze manier zochten de bouwers het midden tussen de kortst mo- gelijke verbinding, een optimale natuurlijke fundering en een vei- lige afstand tot de rivier. |
weg in het Nederlandse rivieren-
gebied vaak enkele meters smaller is dan elders gebruikelijk was: 4,5 a 5 meter, net genoeg voor twee karren om elkaar te passeren. Wa- ren de inspanningen ten behoeve van aanleg en onderhoud in dit milieu anders somste hoog? Al gauw raakten Romeinse inge- nieurs en soldaten verwikkeld in een gevecht met het water. In |
|||||||||||||||||||||
en elzenhout. Alleen het plaveisel,
bestaande uit grind (bijgemengd met zandige klei), moesten ze van elders uit het rivierengebied aan- voeren. Eikenhout komt in de eer- ste fase van de weg nauwelijks voor: het lijkt erop dat het beste bouwhout rond 50 na Christus al was weggetimmerd in of gereser- veerd voor de legerkampen langs de Rijn. Wat opvalt is dat de limes- |
||||||||||||||||||||||
Het profiel van de weg pasten ze
aan aan de verschillende terreinty- pen. Op hoger gelegen terrein ging het in eerste Instantie om niet meer dan een grindbed op maaiveldniveau, begeleid door een of twee greppels. Op wat la- ger terrein kwam de rijbaan te lig- gen op een bescheiden dam, in- dien ter plaatse voldoende ge- schikte grond aanwezig was. Was |
Veldhuizen bijvoorbeeld kwam al
in de jaren 80 van de ie eeuw een rivierbocht tegen de weg aan te staan en begon er een eindeloze geschiedenis van verbeteringen en reparaties. De weg kreeg daar- door al snel het karakter van een dijk, en zoals dat met dijken gaat, brak de rivier er op zwakke pun- ten doorheen. In het jaar 100 voorzagen de Romeinen daarom |
|||||||||||||||||||||
afbeelding 4
Reconstructie van de losplaats, zoals deze er aan het hepn van de 2e eeuw uit kan hebben gezien. Tekening: Willem |
||||||||||||||||||||||
149
|
||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||||||||||
Limes en landschap
Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in het rivierengebied
|
||||||||||||||
afbeelding5 de hele rivierbocht over een leng-
Onderzoek rond de te van honderden meters van een moerasbrugin zware beschoeiing van eikenhout Veldhuizen. en scheepsplanken. Er werd zelfs Op de voorgrond basalt uit de Eifel aangesleept, de beschoeiing vermoedelijk om erosiegevoelige van het westelijke oevers te versterken. En zo ont- landhoofd, wikkelden zich al gauw tientallen op de achtergrond van dit soort situaties in de Ne- de brugpijlers uit derlandse rivierdelta . Ondertus-
hetjaar 125 sen veranderde de Romeinse weg Foto:E.P. Graafstal over steeds grotere delen van het tracé in een flink aardwerk, dat van lieverlee de natuurlijke wa- terhuishouding ging beïnvloe- den. Voor grootscheepse onder- houdsbeurten moesten vanaf het einde van de ie eeuw bovendien steeds meer gebiedsvreemde materialen worden aangevoerd. Keizerlijke lastgeving
Als het onderzoek in Veldhuizen
en Vleuterweide iets duidelijk maakt, dan is dat wel hoeveel menskracht er door Rome is geïnvesteerd in de opbouw en het onderhoud van de Neder- landse limes-sector. Bijna jaar- lijks zullen bouwploegen vanuit de omliggende castella zijn uit- gerukt voor reparaties en regu- lier onderhoud aan de weg. En- kele malen is ook de hele grens- sector ineens onder handen ge- nomen. Zo blijkt uit jaarringon- derzoek dat in de jaren 99-100 en 124-125 niet alleen in De Meern, maar ook in Woerden, Leiden- Roomburg en het Zuid-Hollandse Valkenburg op grote schaal is ge- werkt aan de limesweg en aan ri- vierbeschoeiingen en -kruisin- gen. Bouwcampagnes op deze schaal, met de aanvoer van scheepsladingen met natuur- steen en eikenhout uit Duitsland en de vermoedelijke inzet van le- gioenen, konden alleen op kei- zerlijke lastgeving plaatsvinden. |
||||||||||||||
Geleidelijk aan breekt ook het in-
zicht door dat de limes in het Ne- derlandse rivierengebied veel meer was dan alleen een reeks castella verbonden door een weg. In dit weerbarstige milieu bestond de limes vooral uit een reeks van voorzieningen op het gebied van communicatie, logis- tiek en watermanagement. Voor alle drie leverde het recente on- derzoek in Veldhuizen en Vleu- terweide verrassende aanwijzin- gen op. Het gaat om kleine in- richtingselementen die aan de |
||||||||||||||
Het ligt dan ook voor de hand
een verband te leggen met het verblijf van twee opeenvolgende keizers in 'onze' provincie Neder- Cermanië: Trajanus in 98 en Hadrianus in 122. Er lijkt aan deze campagnes zelfs een verande- ring van het strategisch concept van de limes ten grondslag te lig- gen: door ingrijpende verbete- ring van de infrastructuur en communicatielijnen moest voor- taan een kleinere bezettings- macht in staat zijn de Rijngrens teverdedigen.5 |
||||||||||||||
150
|
||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||
druk van de erachter aange-
plempte grond. Al in 103 trok men een nieuw front op, ditmaal op- gebouwd uit elzen- en iepen- stammen, die men haast manne- tje-aan-mannetje naast elkaar plaatste. In het jaar 112 kwamen daar nog een aantal palen bij. Deze tweede kademuur was aan de landzijde geborgd door middel van trekbalken. Enkele daarvan bevestigden de bouwers aan de steigerpalen van 93, die toen ken- nelijk nog overeind stonden. Op de trekbalken bouwden ze een nieuw platform. Dat bestond minstens tot de bouwcampagne van 125, want de wegbeschoeiing uit dat jaar vertoont een onder- breking precies ter hoogte van het platform. Het materiaalgebruik, de bewerkingssporen op het hout en überhaupt de zwaarte van het werk wijzen eenduidig op een militaire constructie. Een monu- mentale bouwinscriptie op de eerste kademuur ([...jASSI) zal dan wel verwijzen naar de centurio van het verantwoordelijke leger- onderdeel. Wat was de functie van deze aan-
legplaats? (afbeelding 4) De leng- te van de kademuren bedroeg in beide gevallen minstens 20 me- ter. Het lijkt erop dat hier flinke schepen moesten kunnen afme- ren. Het brede platform dat de steiger van het jaar 93 en de ka- des van de jaren 100 en 103 met de weg verbond, moet wel be- doeld zijn geweest om goederen van schepen over te slaan op het land. Nu is het curieuze dat het archeologisch onderzoek in het directe achterland van deze los- plaats geen spoor van bewoning of economische activiteit heeft opgeleverd. De conclusie lijkt ge- rechtvaardigd dat de aan land ge- brachte goederen bestemd wa- |
ren voor opbouw en onderhoud
van de weg zelf. Het zal wel geen toeval zijn dat de verschillende bouwfasen van de losplaats pre- cies vallen in de tijdsspanne tus- sen de vroegste gedateerde repa- raties aan de limesweg in Veld- huizen (89 en 90-91) en de grote campagne van 125. Ook op grond van historische bronnen is aan- nemelijk dat dit de jaren van uit- bouw en consolidatie van de li- mesinfrastructuur zijn geweest. De vraag is natuurlijk: stond deze
logistieke voorziening in Veld- huizen op zichzelf? Vast staat dat bij de grote bouwcampagnes aan de limesweg per strekkende kilometer scheepsladingen ei- kenhout, grind en natuursteen moeten zijn aangevoerd. Het ligt dus voor de hand dat de Romei- nen op regelmatige afstand em- placementen inrichtten als de- pot voor materialen en als werk- plaats om de aangevoerde stam- men een eerste bewerking te ge- ven. Telmerken op sommige paalpunten kunnen er zelfs op wijzen dat werklieden op een centrale werkplaats hele partijen aangepunt hout vervaardigden ten behoeve van onderhoudsbe- hoeftige secties van de weg. Zo'n werkwijze beperkt de maximale afstand tussen twee opeenvol- gende losplaatsen, want vervoer over land was relatief omslach- tig. Bij een landtransport van en- kele kilometers was het voordeel van zo'n opzet waarschijnlijk al weer verdwenen. Het ligt dus voor de hand dat er meer van dit soort voorzieningen hebben ge- functioneerd, althans in de pe- riode van opbouw van de limes. Er waren ongetwijfeld talrijke analoge situaties, waar weg en rivier bij elkaar kwamen, en het |
|||||||||||||
oppervlakte nauwelijks materië-
le resten hebben achtergelaten. Bij een archeologische kartering zullen we ze daarom gauw over het hoofd zien. In Leidsche Rijn kwamen zij, na geduldig zoeken, als spelden uit de hooiberg val- len. Toch lijkt het erop dat we in alle drie gevallen te maken heb- ben met regelmatig terugkeren- de elementen in de uitrusting van de limes. Ze zorgen voor een wezenlijke verrijking van ons beeld van de Romeinse aanwe- zigheid in het Nederlandse rivie- rengebied. Een losplaats zonder handel?
De eerste 'speld' kwam in 1998
voor de dag in een rivierbocht in het westen van Veldhuizen, waar de geul en de weg over enkele honderden meters tegen elkaar aan lagen. Aan het einde van deze bocht, waar de oever rela- tief weinig was blootgesteld aan erosie, verrees al in het jaar 93 een flinke steiger van eikenhout, die kennelijk weg en rivier met elkaar moest verbinden. Eigenlijk mogen we wel spreken van een platform, want de breedte ervan bedroeg minstens 5,5 meter. Bij de grote bouwcampagne van het jaar 100, toen de rivierbocht de- finitief werd vastgelegd door middel van een zware beschoei- ing, vervingen de Romeinen de steiger door een heuse kade- muur. Deze was manshoog op- gebouwd uit van boven naar on- der steeds zwaardere planken van dennen- en eikenhout. Die werden bijeengehouden door 5,5 meter lange eiken palen, die met een zware hei-installatie in de ri- vierbedding moeten zijn gedre- ven (afbeelding 3). De kademuur is binnen enkele jaren voorovergevallen door de |
||||||||||||||
151
|
||||||||||||||
%
|
||||||||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||
Limes en landschap
Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in het rivierengebied
|
||||||||||||||
werk aan de weg en alle voorzie-
ningen eromheen hield waar- schijnlijk nooit op. Het is logisch te denken dat logistieke facilitei- ten zoals opgegraven in Veldhui- zen tot de standaarduitrusting van de limes behoorden. Alleen: zie ze maar eens te vinden! Een brug over het droge?
Ons tweede object confronteert
ons opnieuw met de factor toe- val. De onderzoekslocaties in de wijk Veldhuizen waren namelijk allemaal bepaald door de ligging van toekomstige straten en nutsleidingen: alleen op die plaatsen zou de Romeinse weg worden onderzocht. Zo kwam er in het najaar van 1998 een sectie van 20 meter aan snee op de kruising van twee straten. De on- derzoekslocatie lag halverwege het rechte tracégedeelte dat de twee rivierbochten in Veldhuizen met elkaar verbond. De verwach- ting was dat hier palenrijen langs een dijkvormig wegli- chaam te voorschijn zouden ko- men. Maar in plaats daarvan vonden de archeologen zware ei- ken staanders die in zes rijen van doorgaans vier palen dwars op de weg waren geplaatst (afbeel- ding 5). Verschillende palen wa- ren ongeveer 45 graden scheef- gezakt, een enkele zelfs afgebro- ken. Daaruit kon worden afge- leid dat zij ooit ruim boven de grond hebben uitgestoken. Ken- nelijk was hier sprake van een wegconstructie op palen, in de dwarsrichting verbonden tot juk- ken, waarop dan een brugdek moet hebben gelegen (afbeel- ding 6). De constructie kunnen we het beste aanduiden met de term moerasbrug. Aan de oostzij- de liep het palenrooster uit op een landhoofd. Een kleine uit- |
||||||||||||||
breidingvan de opgraving bracht
ook aan de westzijde een land- hoofd aan het licht, bijeenge- houden door een kistwerk van voornamelijk eikenhout. Op deze wijze kwam geheel toevallig een 20 m lange en 5,5 m brede moe- rasbrug aan het licht. De constructie is verwant aan enkele andere 'paaljukbruggen' uit de Romeinse tijd. Ook op de zuil van Trajanus in Rome zijn er trouwens enkele afgebeeld. Een goede parallel is de 300 meter lange moerasbrug van Bicken- bach in Hessen (Duitsland), ge- dateerd in het jaar 119.^ Onze brug is iets jonger en behoort tot de grote bouwcampagne van 125. Maar gezien de datering van het westelijke landhoofd in het jaar 100 moet de brug minstens één voorganger hebben gehad. Deze heeft echter geen spoor in de bo- dem achtergelaten, wellicht om- dat zij op sloffen (houten liggers) was gefundeerd. Wat kan de functie zijn geweest van deze moerasbrug? De rivier lag honderden meters verderop en ook een overloopgeul of een ander obstakel viel er hier naar het schijnt niet te overbruggen. Veel drassiger dan de directe omgeving lijkt deze plek niet te zijn geweest. In eerste instantie legden de bouwers de Romeinse weg hier dan ook aan met het voor dit terreintype gebruikelij- ke profiel: een iets verhoogd weglichaam tussen lichte be- schoeiingen. De twee landhoof- den tonen echter aan dat de Ro- meinse weg in het lage terrein tussen de twee rivierbochten al gauw is opgewerkt tot een gronddam van misschien wel een meter hoog. En daar zit ver- moedelijk de reden voor de aan- leg van de brug: de weg was |
gaan functioneren als dijk en
had het natuurlijke afwaterings- systeem verstoord, waardoor overtollig rivierwater niet meer vrijelijk kon afvloeien naar de la- ger gelegen komgronden ten zuiden van de stroomgordel. In het natte seizoen raakte het wa- ter opgesloten in het lage ter- rein ten noorden van de weg, waar het een bedreiging vormde voor de wegconstructie. De moerasbrug was vermoedelijk bedoeld als een doorlaat en moest de natuurlijke afwatering naar het zuiden herstellen. Dat het daarbij soms flink tekeer is gegaan blijkt uit allerlei aanwij- zingen voor verspoeling en repa- raties. Het westelijke landhoofd moesten de Romeinen al in het jaar 107 flink verstevigen. Daar- voor gebruikten ze onder andere de mastbank van een schip. Om de stroomsnelheid van het water te breken, dreven ze rond de noordelijke opening van de doorlaat kransgewijs talrijke rijen van elzen paaltjes in de grond. Vermoedelijk hebben die bundels rijshout of vlechtwerkhorden vastgehouden. Achter deze bar- rières en dus vlak vóór de brug ontstonden van lieverlee steeds grotere en diepere spoelgaten in het veen. Op een gegeven mo- ment begonnen deze zelfs de sta- biliteit van de brugpijlers te on- dermijnen. Tegen het einde van de 2e eeuw of iets daarna lijkt de brug door een calamiteit te zijn getroffen, want enkele staanders zijn schuin weggesleurd, één is zelfs als een lucifer afgeknapt. Eigenlijk is opstuwing van ijs van- uit het noorden de meest plausi- bele verklaring voor wat hier is gebeurd. Dit zou kunnen beteke- nen dat de laagte ten noorden van de weg in de winter soms |
|||||||||||||
152
|
||||||||||||||
vereniging Oud«Utrecht
|
||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||
Een toren in het niets?
De grootste archeologische ver-
rassing deed zich nog maar kort geleden voor in het plangebied Vleuterweide. Het ging hier om een schijnbaar onbeduidende, maar vanwege zijn ligging in- trigerende vindplaats, ongeveer 125 meter ten noorden van de li- mesweg. Tijdens een vooronder- zoek in de zomer van 2000 was al vastgesteld dat de vindplaats, die op de zuidoever van de Heidam- mer stroom lag, reeds in de 2e en 3e eeuw aanzienlijk was aange- tast door erosie. Veel erger nog waren de gevolgen van de klei- winning die hier in recente tijd heeft plaatsgevonden ten behoe- ve van de dakpan- en baksteenin- dustrie. Van eventuele bewo- ningssporen op de zuidoever was |
|||||||||||||
toch blank kwam te staan. Dat is
alleszins in overeenstemming met ons beeld van het landschap. In het Nederlandse rivierenge- bied moeten zich talrijke verge- lijkbare situaties hebben voorge- daan op die plekken waar de li- mesweg lager gelegen terreinde- len doorsneed die een functie hadden in de natuurlijke afwate- ring. Maar ook op hogere oever- afzettingen en vooral in rivier- bochten zullen heel wat bruggen zijn geslagen. Met name in bui- tenbochten ontwikkelen mean- derende rivieren zogenaamde crevasse- of overloopgeulen, die bij hoogwater door de oeverwal- len breken en in rustiger tijden doorgaans snel weer verzanden. In het oosten van Veldhuizen is onlangs vastgesteld dat de Ro- |
meinse weg in de 2e en 3e eeuw
op één punt minstens vijf opeen- volgende crevassedoorbraken te verwerken heeft gekregen. Het lijkt erop dat de Romeinen hier pogingen hebben ondernomen om deze natuurlijke 'uitlaatklep- pen' te beteugelen en in stand te houden. Zulke voorbeelden ge- tuigen van een goed ontwikkeld inzicht in de ecologie van het ri- vierengebied. Zij doen ons besef- fen dat de limes in de Nederland- se rivierdelta, wilde zij standhou- den, vooral ook een doordacht systeem van watermanagement moet zijn geweest. Behalve een reeks van losplaatsen en em- placementen mogen we rondom de limesweg derhalve een aan- eenschakeling van bruggen, dui- kers en dammen verwachten. |
||||||||||||
afbeelding 6
Reconstructie van een houten brug op basis van Julius Caesars beschrij- ving in De Bello Gallico. Uit: Archeologi-
sche Kroniek pro- vincie Utrecht 1998-1999 |
|||||||||||||
'53
|
|||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||
r)ovember 2001
|
|||||||||||||
Limes en landschap
Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in het rivierengebied
|
|||||||||||||||||||
want de meest vondstrijke lagen
uit de rivierbedding zijn met een grote spoel- en zeefinstallatie se- cuur uitgekamd. De samenstel- ling van het vondstmateriaal maakt duidelijk dat er op deze plek is gewoond, want er is behal- ve slachtafval relatief veel keu- ken- en tafelaardewerk bij. Wat waren de achtergronden van deze bewoners, die zich nes- telden in de verboden zone tus- sen limeswegen grensrivier? Het antwoord op deze vraag wordt gecompliceerd doordat op het westelijke deel van het onder- zoeksterrein ook veel inheems, met de hand gevormd aarde- werk is gevonden. Omdat in de- zelfde context ook enkele vond- sten uit de eerste helft van de ie |
eeuw zijn gedaan, moeten we
voorlopig uitgaan van een bewo- ning in twee fasen. De vroegste betreft dan een kleine nederzet- ting van de inheemse bevolking, die de Romeinen hier tolereer- den zolang de inrichting van de limes-zone nog niet serieus ter hand was genomen. Maar toen die uiterlijk rond het jaar 70 of 80 de weg aanlegden, moesten de bewoners wijken.7 In de 2e en 3e eeuw huisde er heel ander volk op het terrein. De samenstelling van het aarde- werk wijst sterk in de richting van Romeinse militairen. Niet mis te verstaan zijn enkele lans- punten en bijlen en een partij ko- gels voor werpgeschut (ballista). In dezelfde richting wijzen vijf- |
||||||||||||||||||
afbeelding? hierdoor vrijwel niets bewaard
Restant van een gebleven. Toch waren de vond-
cirkelvormige sten van dit terrein zo bijzonder,
greppel, die moge- dat het Projectbureau Vleuter-
lijk een wachttoren weide, in goed overleg met de ge-
heeftomgeven. meente, de provincie en de Rijks-
Vandeoorspron- dienst voor het Oudheidkundig
kelijkebodem- Bodemonderzoek, middelen be-
opbouwisde schikbaar stelde voor een inte-
bovenstemeter grale opgraving van de resten.
door kleiwinning Dit vervolgonderzoek vond plaats
verdwenen van februari tot april 2001.
Voor het verhaal van deze plek
zijn we voornamelijk aangewe- zen op de vondsten uit de rivier- bedding, maar hier bevond zich dan ook een kleine schatkamer! Om te beginnen zijn er enkele duizenden aardewerkfragmen- ten gevonden. Daaronder bevin- den zich ook veel kleine scherven, |
|||||||||||||||||||
154
|
|||||||||||||||||||
-%
|
|||||||||||||||||||
Oud'Utrecht
|
|||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||
november 2001
|
|||||||||||||||||||
afbeelding 8
Reconstructie van een wachttoren aan de Zuid- Duitse limes Uit: D. Baatz en K-R. Herrtnann (red.), Die Romer in Hessen (1982) |
||||||||||||||||
tien bespijkerde schoenzolen, die
alleen in militaire nederzettin- gen in deze verhoudingen voor- komen. Maar het meest opval- lend zijn wel de talrijke bouwma- terialen. Er zijn ruim 1400 stuk- ken natuursteen gevonden, vele daarvan met bewerkingssporen en/of mortelresten. Het lijkt erop dat hier een stenen bouwwerk heeft gestaan. Basalt overheerst, maar er komt ook zandsteen, kalksteen, trachiet, tuf en lei- steen voor. Opvallend is een re- gelmatig bekapt stuk tufsteen, aan de buitenzijde rechthoekig en naar binnen iets taps toe- lopend: een steen voor de bekle- ding van een opgaande muur, uitgevoerd in kistwerk - een klas- sieke Romeinse constructietech- niek. Behalve natuursteen ko- men er ook dakpannen voor, enkele daarvan met militaire stempels. Een daarvan dateert uit de jaren 211-222. Wat kan de aard zijn geweest van deze kleine militaire site? Alle mogelijkheden wegstrepend blijven twee opties over: een kleine post {statio) van de mili- |
taire wegpolitie of een wachtto-
ren bedoeld voor observatie en voor het doorgeven van signalen. De eerste optie ligt bij nader in- zien minder voor de hand. Het complex lag ruim honderd meter van de weg af. Bovendien zou- den we zo'n marechausseepost in de buurt van een grotere mili- taire nederzetting verwachten, niet midden in de negorij, zoals in Vleuterweide. De eigenwijze en geïsoleerde ligging, op een landschappelijk markant punt in de binnenbocht van de rivier, wijst eerder op de tweede moge- lijkheid: een wachttoren. Want de locatiekeuze voor dit soort ob- servatieposten lijkt in het bui- tenland vaak bepaald door op- vallende terreinkenmerken, in het bijzonder natuurlijke zicht- assen. Het enige aangetroffen grondspoor waar we iets van kunnen maken, wijst ook in deze richting. Het gaat om het restant van een langgerekt cirkelvormi- ge greppel, die een binnenterrein van ongeveer 12 bij 17 meter lijkt te hebben omsloten (afbeelding 7). In de greppel is een 3e-eeuwse |
|||||||||||||||
kruik en een flink aantal bouw-
fragmenten teruggevonden. Uit de buitenlandse literatuur ken- nen we vergelijkbare greppels in verband met wachttorens: zij omsluiten en ontwateren dan de standplaats van een vierkante toren, waarvan de zijden door- gaans tussen 4 en 5 meter lang zijn (afbeelding 8). Cebouwspo- ren zijn in dit geval echter niet gevonden, waarschijnlijk vanwe- ge de diepe bodemverstoringen. Gehate of geliefde
wachtdiensten? De vondst van sporen van een
wachttoren van Vleuterweide is een verrassing, maar komt ook weer niet helemaal onverwacht. Van andere Romeinse grenssec- toren, zoals die in Zuid-Duitsland en Noord-Engeland, kennen we hele series van dergelijke wacht- of signaaltorens. Zij dienden voor observatie en in het bijzonder ook voor het doorgeven van opti- sche signalen door middel van vuur, rook of bakens. Hiermee konden in korte tijd over grote af- stand gecodeerde berichten |
||||||||||||||||
155 >7
|
||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||||
Limes en landschap
Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in het rivierengebied
|
|||||||||||||||||||
worden doorgegeven. Voor het
functioneren van het midden- Romeinse grensverdedigingssys- teem, gekenmerkt door kleine troependepots verspreid over een lange riviergrens, was zo'n com- municatiestructuur eigenlijk on- misbaar. Dat was zeker het geval nadat de troepensterkte in het begin van de 2e eeuw verder werd teruggeschroefd. Toch is aan de Nederlandse li- mes nog nooit een vrijstaande wachttoren aangetoond; alleen in de militaire nederzetting van Valkenburg (Zuid-Holland) is een houten wachttoren uit het einde van de ie of het begin van de 2e eeuw opgegraven.^ Maar waar één wachttoren is, zijn er meer. Immers, voor het functio- neren van een dergelijk commu- nicatiesysteem moesten de sig- naaltorens op zichtafstand van elkaar staan, ook bij minder gunstige weersgesteldheid. Tus- sen de locatie Vleuterweide en het castellum op de Hoge Woerd, hemelsbreed 2,5 kilome- ter uit elkaar gelegen, zou er dan al gauw nog zo'n voorziening moeten hebben bestaan. Nu wil het geval dat juist in de afgelo- pen zomer een tweede locatie met aanwijzingen voor steen- bouw is ontdekt - precies halver- wege. De plek ligt vlak naast het Romeinse schip dat archeologen in 1997 ontdekten en dat vol- gend jaar zal worden opgegra- ven. Als we hier inderdaad het begin te pakken hebben van een reeks wachtposten langs de grensrivier, dan zet de afgelegen site in Vleuterweide ons moge- lijk op een belangrijk spoor. Mis- schien was het in de Nederland- se rivierdelta vooral het verkeer over water dat geobserveerd en gecontroleerd moest worden, en |
Opbouw en onderhoud van de
Nederlandse grenssector moeten in termen van transport, man- kracht en ingenieurskunst on- gehoorde inspanningen hebben vereist. In alle fasen van de ontwikkeling van dit systeem moeten er uitgebreide logistieke voorzieningen zijn geweest, in de vorm van vrachtschepen, ka- dewerken, emplacementen en voorzieningen voor landtrans- port. De landschappelijke context dwong daarnaast tot de ontwik- keling van een intelligent sys- teem van watermanagement, uitgerust met talloze kunstwer- ken in de vorm van dammen, be- schoeiingen, bruggen en duikers. Voor het beheer van een dergelijk complex systeem, in een dyna- misch landschap vol waterroutes, was een fijnmazig stelsel van ob- servatie- en communicatieposten nodig. In het Nederlandse milieu moest het buitengebied van de li- mes dus wel uitgroeien tot een bonte aaneenschakeling van voorzieningen op het gebied van transport, logistiek, waterbeheer en communicatie. Het onderzoek van de limessec- tor Leidsche Rijn toont aan dat dit systeem niet van de ene dag op de andere bestond en dat de evolutie ervan tot in de 3e eeuw doorging. Ook dat is een nieuwe dimensie. Strikt genomen wis- ten we van de latere ontwikke- ling van de limes niet veel meer dan dat de Romeinen de meeste castella vanaf circa i8o gedeel- telijk in steen herbouwden. In- middels begint het erop te lijken dat ook de kleinere wachtposten in deze ontwikkeling meegin- gen. En volwaardig: de jongste vindplaats in Veldhuizen levert behalve tufsteen en dakpannen ook stukken van vloerbeton. |
||||||||||||||||||
vormde de rivier, meer dan de
weg, de leidraad voor de situ- ering van wachtposten. We mogen veronderstellen dat ploegen van ongeveer vier solda- ten, waarschijnlijk afkomstig uit nabijgelegen legerkampen de wachttorens in wisseldienst be- manden. Die zaten daar dan ver- moedelijk een aantal dagen ach- tereen. Zij maalden er hun graan, aten en sliepen er, deden onder- tussen wat aan het onderhoud van hun wapenrusting, en draai- den natuurlijk hun dienstroosters. Die wachttorendiensten zullen wel gehaat zijn geweest. Of bete- kende het juist een paar dagen van relatieve vrijheid, met zeeën van tijd om te dobbelen? Eén tijd- verdrijf op de wachtpost in Vleu- terweide is door de opgravingen goed gedocumenteerd: niet min- derdan vier palingfuiken Hetende soldaten hier in de 3e-eeuwse ri- vierbedding achter! (afbeelding 9) Lang leve de limes
De fuiken van Vleuterweide
staan symbool voor een belang- rijk nieuw inzicht: in het buiten- gebied van de limes sluimert een schat aan informatie over de Ro- meinse aanwezigheid in het hart van ons land. Het onderzoek dat de laatste jaren in Leidsche Rijn is uitgevoerd, heeft daar vermoe- delijk maar een klein voorproefje van laten zien. Eén ding begint althans duidelijk te worden: de limes in het Nederlandse rivie- rengebied betekende veel meer dan de eenmalige aanleg van een reeks legerkampen verbon- den door een weg. Wat zich be- gint af te tekenen is een nimmer voltooid bouwproject, dat gaan- deweg vorm kreeg in wisselwer- king met het dynamische Neder- landse landschap. |
|||||||||||||||||||
156
|
|||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||
Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||
november 2001
|
|||||||||||||||||||
afbeelding 9
Palingfuik van gevlochten wilgen- tenen. De bovenzijde is
niet bewaard ge- bleven, waardoor de trechtervormige vangmond zicht- baar is. In de fuik bevindt zich aller- lei verzwarings- materiaal, onder andere natuur- steen en dakpan- fragmenten Foto: Archeolplan |
|||||||||||||
stucwerk en vensterglas op! En
waar we de ontwikkeling van de limesweg aanvankelijk slechts konden volgen tot de campagne van 125, komen er de laatste tijd steeds meer aanwijzingen dat het onderhoud tot ver in de 3e eeuw doorging.9 Voegen we daarbij het vondstmateriaal van de nieuwe steenbouwsites in Leidsche Rijn, dan lijkt het erop dat de limes met zijn gehele in- frastructuur minstens tot het midden de 3e eeuw zorgvuldig is onderhouden en bemand. Ook wanneer wij de rijksgrens vanuit cultuurpolitiek oogpunt bezien dagen er nieuwe perspec- tieven. Tot nu toe was de archeo- logische monumentenzorg als het om de limes ging voorname- lijk gericht op de grotere militai- re nederzettingen - terecht. Maar juist de laatste tijd wordt duide- lijk dat veel van deze complexen, met name in het oosten van het land, door latere rivieractiviteit |
voor een groot deel zijn opge-
ruimd, terwijl zij in het westen van het land door hun ligging in (binnen)stedelijk gebied moeilijk te beschermen zijn. Des te be- langrijker is het dat het buiten- gebied van de limes waarschijn- lijk veel rijker aan informatie is dan tot nu toe werd gedacht. En dit buitengebied valt, niet geheel toevallig, voor een groot deel sa- men met de huidige groene ruimte, waarvoor op dit moment overal nieuwe ontwikkelingssce- nario's worden uitgedacht. Hier tekenen zich nieuwe uitda- gingen af voor de archeologische monumentenzorg. Veel van de inrichtingselementen in het bui- tengebied van de limes zijn voor- alsnog lastig te traceren - het zijn werkelijk spelden in een hooi- berg. Maar zij dragen heel speci- fieke informatie in zich over de Romeinse aanwezigheid in ons land. Die informatie betreft veel- al de ingrepen die nodig waren |
om het grensverdedigingssys-
teem te laten functioneren in het bijzondere milieu van het Neder- landse rivierengebied. En juist op dat punt heeft ons land een fas- cinerend verhaal te vertellen. Noten en literatuur op pagina 158
|
|||||||||||
157
|
|||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||
november 2001
|
|||||||||||||
Limes en landschap
Over de uitrusting van de Romeinse rijksgrens in het rivierengebied
|
||||||||||||
W. Geyer e.a., 'Die römische Sumpfbrücke
bei Bickenbach (Kreis Darmstadt)', Saaiburg Jahrbuch 34 {\977) 29-41. E.P. Graafstal, 'Veldhuizen', in: D.H. Kok
e.a. (red.). Archeologische kroniekpro- vincie Utrecht 1996-1997 [Vttechi 1998) 137-168. E.P. Graafstal, De Meern, Letschertweg -
AAO (Bunschoten 2000(a)) ADC- rapport 43. E.P. Graafstal, 'Waterland', in: D.H. Kok,
K. van der Graaf en F. Vogelzang (red.). Archeologische kroniek provincie Utrecht i998-/999(Utrecht2000(b)) 167-191. E.P. Graafstal, Veldhuizen - Waterland.
De Romeinse weg en de bewoning in het achterland (in voorbereiding) D.P. Hallewas en R.M. van Dierendonck,
'The Valkenburg - Marktveld and Valkenburg - the Woerd excavations, 1985-1988: a preliminary report', in: R.M. van Dierendock, D.P. Hallewas en K.E. Waugh (red.), The Valkenburg excavations 1985-1988. Introduction and detail studies. (Amersfoort 1993) 11 -46. Nederlandse oudheden 15 / Valkenburg project 1. W.A.M. Hessing, 'Het Nederlandse kust-
gebied', in: T. Bechtert en W.|.H. Willems (red.). De Romeinse rijksgrens tussen Moezel en Noordzeekust (Utrecht 1995) 89-101. W.A.M. Hessing, 'Building programmes for
the Lower Rhine Limes', in: H. Sarfatij, W.I.H. Verwers en P.J. Woltering (red.), In discussion with the past. Archaeological studiespresented to W.A. van Es (Zwol- le/Amersfoort 1999)149-56. R.S. Kok, Archeologische inventarisatie
gemeente Alphen aan den Rijn (Alphen aan den Rijn 2001). W.K. Vos, Aanvullend archeologisch onder-
zoek in Alphen aan den Rijn langs het GoMrfseR/jpfld (Bunschoten 2001) ADC-rapport 106. D.J. Woolliscroft, 'Signalling and the
design of the Gask Ridge system' (2001), op internet: http://www.mor- gue.demon.co.uk/Pages/Gask/Pages/ Introduction/Gask_signalling.html |
||||||||||||
Noten
1. Een aanzet is reeds te vinden in Hessing
1995. 2. Blom en Graafstal, 2000.
3. Graafstal, 1998,2000(a), 2000(b) en in
voorbereiding; Blom en Graafstal, 2000; Bakker en Vos, in voorbereiding. 4. Zie eerdere, uitvoerige samenvattingen
in Graafstal, 1998 en Graafstal, 2000(b). 5. Hessing, 1999
6. Geyer, 1977.
7. Eerder vond proefonderzoek plaats op
twee inheemse sites aan de Meentweg (1998) en de Letschertweg (1999), respectievelijk in het directe achterland van de limes en pal ten noorden van de Romeinse weg. Op beide terreinen lijkt de bewoning rond het einde van de Ie eeuw op te houden, maar dit moment kan zelfs nog wat vroeger vallen: Bakker, 2000, p.19, en Graafstal, 2000a, p. 9-10. 8. Hallewas en Van Dierendonck, 1993,
p.23. 9. Een overzicht voor het wegtracé Zwam-
merdam-Alphen aan den Rijn is onlangs samengesteld door Kok, 2001, p. 111 -159. Onlangs werden aanwijzingen gevonden voor een laat-2e tot 3e eeuwse bouwfase van de weg bij een proefonderzoek door het Archeologisch Diensten Centrum aan het Goudse Rijpad in de gemeente Alphen aan den Rijn (Vos, 2001). Literatuur
A.M. Bakker, Aanvullend Archeologisch
Onderzoek in de gemeente Vleuten- De Meern (provincie Utrecht). Vindplaats De Meern - Meentweg (Bunschoten 2000) ADC-rapport 29. A.M. Bakker en W.K. Vos, Archeologisch
onderzoek in de gemeente Vleuten - De Meern. Vindplaats Stroomweg Veldhuizen - Romeinse tve^ (Utrecht, in voorbereiding) Pandhuis-rapport. E. Blom en E.P. Graafstal, Aanvullend
archeologisch onderzoek Vleuterweide (Bunschoten 2000) ADC-rapport 54. E. Blom en E.P. Graafstal, Aanvullend
archeologisch onderzoek Hoge Woerd (Bunschoten 2001) ADC-rapport 73. |
||||||||||||
158
|
||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||
De naam, het water en de stad
De vroegste ontwikkeling van Amersfoort vanuit archeologisch perspectief
|
|||||||||||||||||||||||
Voor de vroegste geschiedenis van een stad kunnen we niet buiten archeologische
vondsten. Neem Amersfoort: dankzij opgravingen kunnen we reconstrueren wan- neer en waar de eerste bewoners zich vestigden en hoe de stad vooral in de 13e en 14e eeuw uitgroeide tot een regionaal centrum. |
|||||||||||||||||||||||
Francien Snieder
|
|||||||||||||||||||||||
Het verschil tussen de historicus
en de archeoloog is dat de histo- ricus een archief raadpleegt dat de samenleving wilde bewaren en de archeoloog een archief dat in de bodem bewaard is geble- ven. Wat in de bodem zit, kwam daar vaak in terecht door ram- pen of verlies. Eem
|
In het begin van de stedelijke
ontwikkeling, in Amersfoort in de 12e en 13e eeuw, bewaarde mensen niet zoveel. De histori- sche bronnen uit die tijd zijn dus |
heel schaars en zeggen meestal
niets over fysieke zaken als om- vang en ligging van de stad. Be- langrijke vragen als die naar de oudste kern van de handelsne- |
|||||||||||||||||||||
159
|
|||||||||||||||||||||||
Huidige stratenpatwon van Amersfoort
Tekening: Sectie Archeologie Gemeente Amersfoort |
|||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||
Oud'Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||||
november 2001
|
|||||||||||||||||||||||
De naam, het water en de stad
De vroegste ontwikkeling van Amersfoort vanuit archeologisch perspectief
|
||||||||||||||||||
van het hoge land (Hoogland)
ten noorden van de latere neder- zetting Amersfoort en belangrij- ke plaatsen in het zuiden, zoals Leusden, Maarn, Doorn en Dores- tad. Reizigers op deze landroute moesten ergens het water over- steken. Dat was het eenvoudigst op de plek waar de verschillende beken van het oosten en zuid- oosten in één stroom verder gaan: in de Eem. De beken wor- den hier door de hoogten van de Amersfoortse Berg en de hoogte van Bloemendal (Hoogland) in één bedding geperst. Deze doorwaadbare plaats heeft ergens gelegen waar zich nu het centrum van Amersfoort be- vindt. In het huidige stratenpa- troon zijn hiervoor enkele kans- hebbers te ontdekken: De krui- sing Bloemendalsestraat en. het Havik en ook de kruising Lange- straat en Weverssingel. Zowel Havik als Weverssingel zijn, in te- genstelling tot veel andere grachten en singels in de stad, natuurlijke delen van het water dat door de stad loopt. De vroeg- ste voorde heeft wellicht het Ha- vik doorsneden, omdat de noord- zuid route (Hoogland richting Leusden en Dorestad) waar- schijnlijk ouder is dan die van de Langestraat. Die ging richting noordoost en werd pas belang- rijk tijdens de ontginning van de Gelderse Vallei, ongeveer vanaf het begin van de 12e eeuw. Akkerland te 'Amersfoirde'
Het ontstaan van de verkeers-
route en bijbehorende voorde gaat vooraf aan het ontstaan van de stad. Al vanaf circa 1000 bevond zich op de hogere delen in dit gebied een boerengehucht. Bij archeologisch onderzoek van de laatste jaren en zeer overtui- |
||||||||||||||||||
Paalsporen van
een boerderij uit de Ue eeuw, gevon- den onder het Mooierplein Foto: Sectie Archeologie Gemeente Amersfoort |
||||||||||||||||||
Doorwaadbare plaats
in de Eem De naam Amersfoort was er eer-
der dan de nederzetting die later deze naam kreeg. De naam duidt de plek aan van een voorde, een doorwaadbare plaats, door de ri- vier de Amer. 'Amer' wordt ge- zien als een oudere vorm van Eem. Hoe oud de naam Amers- foort is, valt moeilijk vast te stel- len, maar mogelijk dateert hij al uit de vroegmiddeleeuwse of Ka- rolingische tijd. Uit deze periode stamt namelijk de route die liep |
||||||||||||||||||
derzetting en de betekenis van
de grootte daarvan l<unnen we alleen beantwoorden door ar- cheologisch onderzoek. Voor de latere geschiedenis van de stad speelt de archeologie een andere rol. De gegevens uit de archieven zijn dan rijkelijker voorhanden, maar over het da- gelijks leven zeggen zij niet zo- veel. Een opgegraven beerput of een bierbrouwerij geven juist die verbeelding aan de geschiedenis, waardoor deze voor iedereen gaat leven. |
||||||||||||||||||
160
|
||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||
vereniging Oud'Utrecht
|
||||||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||||||
De afsnijding van de bocht be-
vorderde niet alleen een snelle afwatering, het water bood ook een verdediging van de neder- zetting, die zich rond 1200 nog concentreerde ten westen van de Langestraat en ten noorden van de Langegracht. Of in deze fase van de ontwikkeling al een (aar- den) wal om de stad lag is niet bekend. Toen Amersfoort in 1259 stadsrechten kreeg, was er ech- ter al sprake van een omwalling in welke vorm en van welke af- meting dan ook. De vertegenwoordiger van de
bisschop, de schout of heer van Amersfoort, vertrok en een stadsbestuur kreeg de touwtjes in handen. Het bestuur liet al snel stadsgrachten graven die dienst deden voor zowel de af- watering als de verdediging. Met de opgraven grond kon men de stad ophogen en daar- mee het te bebouwen areaal vergroten. Zo sneed het mes aan twee kanten. De sporen van die eerste activiteiten van het bestuur vinden we, in de vorm van ophogingen, nu nog terug in de bodem van Amersfoort. Een andere activiteit van het jon- ge stadsbestuur was de verste- ning van de omwalling. De stads- muur die rond het jaar 1300 vol- tooid zal zijn geweest is nog al- tijd goed in het huidige straten- patroon te herkennen. De stra- ten Muurhuizen en Breestraat volgen het tracé. De muur is zelfs het fundament van de voorgevel van de huizen, die hier vanaf on- geveer 1500 zijn gebouwd, toen de muur zijn functie al enige tijd verloren had. De poorten die toegang gaven
via de wegen en het water zijn als eerste van steen opgetrok- ken: Er waren wellicht twee wa- |
||||||||||||||||
gend bij de opgraving van het
Mooierplein, zijn boerderijen uit de iie en 12e eeuw gevonden. Deze rurale voorganger van de stad Amersfoort bevond zich op de zandige hoogtes in het zuide- lijk deel van de middeleeuwse stad. Die hoogtes zijn uitlopers van de Amersfoortse Berg en on- derdeel van een stuwwal. Het gebied vormt een soort landtong en laatste 'opduiking' van het zand, waaromheen de Eem me- andert. De drieschepige boerde- rijen, die zijn opgegraven waren min of meer noord-zuid georiën- teerd. Het zijn zeer waarschijnlijk de boerderijen die hoorden bij het akkerland, waarvan in een oorkonde van 1028 sprake is. In deze oorkonde duikt de naam Amersfoort voor het eerst op. De Duitse keizer bevestigt in dat do- cument dat het klooster Hohorst gelegen op de Heiligenberg ten zuidoosten van de stad eigenaar is van tienden uit het akkerland te'Amersfoirde'. Het uiterste puntje van deze landtong koos de bisschop van Utrecht aan het begin van de 12e eeuw uit als plaats voor de hof- stede van waaruit de ontginnin- gen van de Gelderse Vallei geor- ganiseerd moesten worden. De locatie was zeer strategisch: het gebouw lag binnen de bescher- ming van het water van de me- ander en vlakbij de weg, de Lan- gestraat, die het gebied ten oos- ten en ten noorden ontsloot. Bo- vendien waren de voorde (waar die ook lag) en de haven dichtbij. Toen er opgravingen gepland waren op de Hof hadden de ar- cheologen hooggespannen ver- wachtingen dat ze iets van de bisschoppelijke hofstede terug zouden vinden. Alleen al het to- poniem Hof gaf voeding aan die |
verwachting. Slechts een gegra-
ven gracht, daterend uit de 12e eeuw, aan de noordkant van het plein, dicht tegen de Sint Joris- kerk, bleek een restant van die hofstede. Deze vormde de zuide- lijke begrenzing van het bis- schoppelijk terrein. De locatie van de hofstede moeten we daarom zoeken op de plaats van de huidige Joriskerk, waarvan de voorganger de hofkapel is ge- weest die bij het complex hoor- de. De huidige kerk, vele malen groter dan deze kapel, staat ver- moedelijk op de plaats waar ooit de hofstede lag. In de onmiddellijke omgeving,
aan de zuidwestkant ontstond de vroegste stedelijke bewoning tegen het einde van de 12e eeuw. Het zijn houten huisjes gelegen op kleine zandige hoog- tes. Door de stormvloed van 1170 die onze streken op grote schaal teisterde en waarbij de Zuider- zee in zijn huidige vorm ont- stond, zal de afwatering naar het westen aanmerkelijk zijn verbeterd, waardoor ook de iets lager gelegen gebieden beter bewoonbaar werden. Stadsgrachten en
waterpoorten Al vroeg in de geschiedenis van
de stad hebben de Amersfoorters de afwatering een handje gehol- pen. Rond 1200 zijn de Korte- en Langegracht gegraven waardoor de afwatering naar het westen aanzienlijk sneller verliep. Op- gravingen hebben definitief een einde gemaakt aan de discussie of deze grachten natuurlijke dan wel gegraven waterlopen zijn. De natuurlijke meander blijkt recht afgesneden; hetzelfde wat enkele eeuwen daarvoor al ge- daan was in de stad Utrecht. |
|||||||||||||||
161
|
||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||
Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||
vereniging
|
||||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||||
De naam, het water en de stad
De vroegste ontwikkeling van Amersfoort vanuit archeologisch perspectief
|
|||||||||||||||||
Bewoningaanhet terpoorten: aan de westzijde ter
Havik. Rond 1300 hoogte van museum Flehite, die staan hier de eerste het Havik afsloot, en aan de stenen huizen. Het oostzijde Waar het water de Kor- zi;n pakhuizen die tegracht instroomt. Van deze metdevoetenin poorten is niets teruggevonden. het water staan. De belangrijke verkeersroute, de Tekening:Sectie Langestraat, werd in het oosten Archeologie Ge- bewaakt door de Viepoort, de meente huidige Kamperbinnenpoort, en Amersfoort in het Zuidwesten door de Rode- torenpoort, gelegen aan de te- genwoordige Varkensmarkt. Om de toegangsweg vanuit het noorden, de Bloemendalse straat, af te sluiten bouwde men de Havikerpoort. Van deze drie landpoorten zijn bij graafwerk- zaamheden delen van de funde- ring teruggevonden. De zeer gro- te baksteenformaten, die boven- dien ook aanmerkelijk groter zijn |
dan de formaten waarvan de
stadsmuur zelf is gebouwd, ma- ken het aannemelijk dat de poor- ten al in het laatste kwart van de 13e eeuw gebouwd zijn. Het Havik en het Spui
De ommuring met bijbehorende
singelgracht volgde voor een deel de natuurlijke bocht van het water, maar aan de zuidzijde moesten grote delen worden ge- graven: de Zuidsingel en de Westsingel. Niet alleen de singel- grachten werden in deze vroege periode aangelegd, ook de aan- voerroute naar de stad werd grootscheeps aangepakt. Omdat de bevaarbaarheid niet voldeed, is rond 1300 al een Nieuwe Eem, en aan de stadszijde aansluitend, het Spui gegraven. Het is moge- |
||||||||||||||||
lijk dat het Spui toen de functie
van haven heeft overgenomen van het Havik. Het Havik was ha- ven in de vroegste situatie. De huizen zijn daar gebouwd als pakhuizen, ze stonden met de voeten direct in het water, zodat de goederen zo vanuit de sche- pen naar binnen konden worden getakeld. Archeologisch onder- zoek wees uit dat rond 1300 hier enkele stenen huizen stonden, waarvan een in ieder geval voor- afgegaan was door een houten huis. Het is bijzonder dat deze huizen, die daarna natuurlijke vele wijzigingen hebben onder- gaan en ook niet meer recht- streeks aan het water grenzen, er nog steeds staan. Ze onderschei- den zich van de huizen die er la- ter - sommige veel later - tussen |
|||||||||||||||||
162
|
|||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||
vereniglng Oud*Utrecht
|
|||||||||||||||||
november 2001
|
|||||||||||||||||
zijn gezet door de nokrichting
die haal<s op het Havik is. Boven- dien springen ze met één hoek- punt uit de rooilijn en zijn op en- kele plaatsen ramen en deuren aan de zijgevels zichtbaar. Aanleg tweede stadsmuur
In de 14e eeuw maakte de stad
een periode van economische bloei en zeer snelle groei door. Aan de zuidzijde van de Korte- gracht werd circa 1325 een groot stenen huis gebouwd. Ten noor- den echter van de Kortegracht was het nog te drassig voor be- woning, daar zijn de eerste hui- zen pas na 1400 gebouwd. Tot die tijd bevond zich hier 'de Maat' (een oud woord voor een weidegebied). Het vee kon dus binnen de muren worden ge- bracht. Hoewel het er op lijkt dat de stad
binnen de eerste stadsmuur toen nog niet helemaal volgebouwd was, begon men circa 1380 met een enorme vergroting. De toen aangelegde tweede stadsmuur zorgde voor een verdrievoudi- ging van het oppervlak van de stad. Waarschijnlijk was er in deze periode sprake van een ex- plosieve groei, zowel van binnen- uit als vanaf het omringende platteland. Bovendien vestigden zich in deze tijd vele kloosters in Amersfoort. De grote verwachtingen over de
groei van de stad in de daarop volgende periode zijn echter niet |
uitgekomen. Het kostte de
Amersfoorters de grootst moge- lijke inspanningen de tweede stadsmuur af te bouwen. Pas 70 jaar na het begin, zo rond 1450, is deze muur voltooid. Amersfoort zat toen zeer ruim in zijn jas en dat zou nog eeuwen zo blijven. Tot ver in de 19e eeuw vormde de middeleeuwse omwalling de fei- telijke stadsgrens. Grenzen aan de groei
De regionale functie die Amers-
foort al in de 14e eeuw had, heeft zij tot in onze tijd behou- den. Voor het omringende land ligt Amersfoort gunstig. Maar door een aantal andere factoren heeft Amersfoort het regionale belang nooit kunnen ontstijgen. Het water waar Amersfoort aan ligt was slecht bevaarbaar. Toen na 1400 de vrachtschepen steeds groter werden, was de stad niet meer rechtstreeks te bereiken en moest er enkele kilometers stroomopwaarts worden overge- laden op kleinere scheepjes. Bo- vendien lag Amersfoort aan het eindpunt van een vaarroute, zo- dat van doorvoer over water geen sprake kon zijn. Werden goederen verder vervoerd dan moest dit over de weg en dat was vele malen duurder dan over het water. Deze betrekkelijk on- gunstige ligging is een van de belangrijkste oorzaken dat Amersfoort nooit uitgroeide tot een grote handelsstad. |
|||||||||||
1^
|
||||||||||||
%
|
||||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||
Leden tevreden over Vereniging Oud-Utreclit
|
|||||||||||||||||||
Monique Dirven, bestuurslid
Volgens de in het voorjaar van 2001 gehouden enquête is de meerderheid van de le-
den tevreden over de Vereniging Oud- Utrecht. Met name het Tijdschrift en het Jaarboek worden zeer gewaardeerd. |
|||||||||||||||||||
schillende activiteiten krijgen in
het algemeen een positieve be- oordeling. Grafiek 1 geeft het waarderings-
cijfer aan dat de inzenders het Tijdschrift geven. Daar is te zien dat de cijfers heel hoog liggen, meest acht en in iets mindere mate zeven en negen. Er zijn ook enkele uitschieters naar be- neden. Uit de enquête is niet goed af te lezen welke redenen de betreffende leden voor hun negatieve oordeel hebben. Ook de onderwerpen van de artike- len in het Tijdschrift worden goed beoordeeld: 42 procent geeft een acht, 21 procent een zeven en 17 procent een negen. De artikelen zijn voor de lezers verreweg het belangrijkste on- derdeel van het Tijdschrift. De vormgeving krijgt ook voorna- melijk zevens, achten en ne- gens. En natuurlijk zijn er zowel wat betreft de onderwerpen als vormgeving -naast een enkele tien- ook uitschieters naar be- neden: een paar vieren, een tweeen een één. Ook het Jaarboek heeft hoge waarderingscijfers gekregen, zo- als grafiek 2 aangeeft. Opvallend is dat 70 van de 290 inzenders al- tijd alle artikelen in het Jaarboek leest. 192 inzenders lezen de arti- kelen die hun interesse hebben; de overigen geven aan het boek slechts door te bladeren of ge- heel ongelezen in de kast te zet- ten. Wat betreft de keuze van de onderwerpen zijn de inzenders tevreden (35 procent geeft een acht, 26,5 procent een zeven, 15,5 procent een negen en 6,6 procent een zes). Hetzelfde geldt voor de vormgeving (hiervoor geeft 37 procent een acht, 24 procent een negen, 19 procent een zeven en 4,4 procent een zes). |
|||||||||||||||||||
Doel van de uitgebreide vragen-
lijst die meegestuurd werd in het aprilnummer van het tijdschrift was de mening van de leden te peilen over de activiteiten en de koers van Oud-Utrecht. Ontevre- denheid over onderdelen van de vereniging kan een aanpassing wenselijk of noodzakelijk maken. Sommige leden geven tijdens de ledenvergaderingen of excursies regelmatig hun mening. De en- quête bood ook de leden die niet deelnemen aan activiteiten de ge- legenheid zich te laten horen. In totaal hebben 290 van de onge- veer 2.000 leden van die moge- lijkheid gebruik gemaakt, wat als een hoge respons mag gelden. Trouwe leden
De inzenders weerspiegelen de
samenstelling van het totale le- denbestand. Ruim tweederde van de inzenders is man. De leeftijd |
varieert van 26 tot en met 94 jaar;
meer dan 60 procent is boven de 55. Ongeveer de helft van de in- zenders komt uit de stad Utrecht, de meeste overigen uit de rest van de provincie, een enkeling uit andere delen van het land. Uit deze enquête is weer eens ge- bleken dat Oud-Utrecht erg trou- we leden heeft: 50 procent van de inzenders is al meer dan tien jaar lid. En 5 procent is al lid sinds de jaren veertig of vijftig van de vorige eeuw! Hoge waardering
Op de vraag naar hun belang-
rijkste reden(en) om lid te zijn geeft 70 procent aan dat ze het bestaan van Oud-Utrecht be- langrijk vinden en de vereniging graag willen steunen. Andere redenen in volgorde van belang- rijkheid: het Tijdschrift, het Jaar- boek en de activiteiten. De ver- |
||||||||||||||||||
Crafielc 1: Cijfer voor de l<waliteit van het tijdschrift
|
|||||||||||||||||||
164
|
|||||||||||||||||||
9 10
|
|||||||||||||||||||
vereniging Oud • Utrecht Jj^^
|
|||||||||||||||||||
november 2001
|
|||||||||||||||||||
Graf iele 2: Cijfer voor de icwaiiteit van het jaarboek
|
||||||||||||||||||||||||||
van de bedoeling van het Histo-
risch Café is, zal er dus meer aan- dacht aan de toegankelijkheid besteed moeten worden. Gevraagd naar hun voorkeur voor andere activiteiten noemt 35 procent van de inzenders le- zingen, 35 procent excursies en 12,5 procent actieve 'uitjes' als fietsen en wandelen. Ook niet-leden kunnen over het algemeen deelnemen aan activi- teiten van Oud-Utrecht. Zij beta- len hiervoor meestal een hogere bijdrage dan leden. Ruim de helft van de inzenders van de enquête vindt dit verschil terecht. 16,5 procent vindt dit niet belangrijk; de overigen hebben hier geen mening over. Website weinig gebruikt
De meeste leden halen de infor-
matie over de activiteiten uit het Tijdschrift. In veel mindere mate is de informatiebron de Utrecht- se pers. Van de website wordt door de leden nog niet vaak ge- bruik gemaakt. Een grotere be- kendheid geven en uitbreiden van de informatie kunnen leiden tot meer gebruik daarvan. De Vereniging Oud-Utrecht heeft een tweeledig doel: wek- ken van de belangstelling voor en het verspreiden van kennis over de geschiedenis van stad en provincie Utrecht en waken over het behoud van het cultureel erf- goed. 70 procent van de leden vindt beide delen van deze doel- stelling even belangrijk. 17 pro- cent hecht het meeste belang aan het eerste deel; 10 procent geeft de voorkeur aan het twee- de deel. Boekenbonnen
Het bestuur dankt alle inzenders
voor hun medewerking aan de enquête. Onder de inzenders is een aantal boekenbonnen ver- loot. De gelukkigen zijn: de heren H.F. van Elk, R. Snel, A.W. Stam- rood, CL Temmick Groll (ieder 25 gulden), J.B. Jonassen en J.H. von Santen (beiden 50 gulden) en W.D. Schram (100 gulden). |
||||||||||||||||||||||||||
50%
|
||||||||||||||||||||||||||
9 10
|
||||||||||||||||||||||||||
Café te hoogdrempelig?
In tegenstelling tot het Tijd-
schrift en het Jaarboek, die door alle leden ontvangen worden, zijn lang niet alle leden op de hoogte van de activiteiten van de vereniging. Van de inzenders van de enquête gaf meer dan de helft aan nooit aan een activiteit deel te nemen. De enquête heeft geen gegevens opgeleverd die er op wijzen dat andere organisa- tie, onderwerpen, tijdstippen of locaties van activiteiten tot meer deelnemers zullen leiden. Voor- naamste reden om niet deel te nemen aan activiteiten lijkt toch tijdgebrek te zijn. Andere rede- |
||||||||||||||||||||||||||
nen zijn dat leden te ver weg wo-
nen of slecht ter been zijn. Het Historisch Café vormt een uitzondering op het bovenstaan- de. Een aantal leden zegt het Café niet bij te wonen vanwege de locatie (de kelder van café-res- taurant 't Weeshuis op het Dom- plein). Met name de verstaan- baarheid levert problemen op. Dit probleem is al vaak bespro- ken, maar alles afwegende lijkt tot nog toe 't Weeshuis de beste locatie. Een ander kritiekpunt dat enkele malen naar voren komt is dat de drempel hoog is, dat het Café gesloten en elitair lijkt. Om- dat dat het tegenovergestelde |
||||||||||||||||||||||||||
Grafiek 3: Cijfer kwaliteit activiteiten Oud-Utrecht in het algemeen
|
||||||||||||||||||||||||||
40%
|
||||||||||||||||||||||||||
30%
|
||||||||||||||||||||||||||
20%
|
||||||||||||||||||||||||||
165
|
||||||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||
november 2001
|
||||||||||||||||||||||||||
Hermans Q Schuttevaer
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
notarissen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AtnflCiIottn bl)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
utrecht: Hermans & Schuttevaer • Maliebaan 81 • Tel. 030 - 233 66 99
HOTAÏiiiiM Vleuten: Notarispraktijk Hagen • Pastoor Ohllaan 25 • Tel. 030 - 677 61 17 (maakt deel uit van Hermans & Schuttevaer).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
->->->-*-)
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PlantijnCasparie
^utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weten wat uw huis waard is?
Vraag naar de gratis waarde-indicatie!
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waarde-indicade. Of gewoon om meer te
weten te komen over de diensten die wij bieden. Dat kost u niets en levert u waarde- volle informatie op. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De prijzen van koopwoningen zijn de af-
gelopen jaren flink gestegen. Ook uw huis is hoogstwaarschijnlijk meer waard geworden. Maar hoeveel? Ligt dat droomhuis nu binnen uw bereik? Of kunt u met de overwaarde de keuken moderniseren? Wat uw wensen ook zijn: u kunt pas echt plannen gaan maken als u weet hoeveel uw huis waard is! ERA Makelaardij Utrecht geeft u gratis en
geheel vrijblijvend een waarde-indicatie van uw woning. En dat is slechts één onderdeel van de service die ERA u kan bieden. Als het u wat waard is om de waarde van uw huis te weten, bel dan met ERA voor die gratis |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BON VOOR GRATIS WAARDE-INDICATIE
Graag wil ik een vrijblijvende, ^atis waarde-indicatie
van mijn woning. Bei mij voor een afspraak. Naam: ...............................................................
Straat: ...............................................................
Postcode: ...............................................................
Plaats: ...............................................................
Telefoon: ...............................................................
Knip de bon uit en stuur op naar ERA Makelaardij
Utrecht, Burg. Reigerstraat 65, 3581 KN Utrecht |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
164
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
na
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ERA
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaardij Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Burgemeester Reigerstraat 65,
3581 KN Utrecht.
Tei. 030 233 21 32. Fax 030 254 60 26
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan- en verkoopbegeleiding
Taxaties
Hypotheken
Verzekeringen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Muus & IJzerman makelaardij
heeft hart voor 'Oud-Utrecht' |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Muus &
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
m ü k e i a (] r d i j
in on roerende |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
m
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
ooedercn
|
IJzerman
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
? 9002 ^
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Malicbaon 48, Postbus 14014,3508 SB Utrecht.Telcfoon: 030 - 234 00 08, Fax: 030 - 232 19 70
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUD
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
O VERBOUW
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
O NIEUWBOUW
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Zoelen bv
aannemersbedrijf
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
O RESTAURATIE
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kantoor:
Nevadadreef 58 3565 CC Utrecht tel: 030-2631111 fax: 030-2623274 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
O ONDERHOUDSSERVICE
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
24 UUR PER DAG
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Makelaars in bedrijfsmatig onroerend goed.
verhuur-verkoop-taxaties-beleggingen-begeleiding
projektontwikkeling en herhuisvesting Maliebaan39a 3581 CC Utrecht 030-2 334 336
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
BEAUFORT
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
MAKELAARS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
J&BConseilB.V.
Rika Hoppcrlaan 17, 3584 ÜM Utrecht
Tel. 030 - 254 32 12, Fax 030 - 254 32 11 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
FINANCIEEL - ECONOMISCH ADVIESBUREAU
o.m. restauratiefinancieringen en hypotheken |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
wnm CS
|
||||||||||||||||||||||||
Onder meer:
• Contracten
• Contractsbesprekingen
• Behandeling én overname van incasso's
|
||||||||||||||||||||||||
beór\]fsjuridische
dienstverlening |
||||||||||||||||||||||||
Correspondentie uitsluitend
Postbus 12062
3501 AB Utrecht telefoon 030-231 68 40
fax 030-233 45 95
|
||||||||||||||||||||||||
MrJ.C.V. Geenen
|
||||||||||||||||||||||||
EXCLUSIEVE
KLEDING
EN MODES MAATKLEDING
OUDEGRACHT 118
UTRECHT
TEL. 030-231 01 74 |
||||||||||||||||||||||||
BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING
HOFLEVERANCIER |
||||||||||||||||||||||||
TAILORSSINCE1850
|
||||||||||||||||||||||||
Je moet ze soms horen over deze kunst. Dan zeg ik: verderop hangen de Hollandse meesters.
Jullie zijn hier gewoon nog niet aan toe. Dat laatste zeg ik natuurlijk niet. Dat denk ik alleen. De Rabobank heeft iets met
kunst en cultuur. Eerlijk gezegd: we zijn er gek op. En onze smaak is al even breed als die van u. Popmuziek of klassiek. Cobra of impressionisme, vaan- delzwaaien of klootschieten, het is ons allemaal even lief. Daarom krijgen heel veel ver- schillende evenementen onze steun. En u krijgt van ons een gratis Museumjaarkaart op uw Europas. Want we willen graag dat iederéén kan genieten van |
||||||||||||||||||||||||
i(
|
||||||||||||||||||||||||
__kunst en cultuur.
|
||||||||||||||||||||||||
Rabobank
Midden in de samenleving
|
||||||||||||||||||||||||
Rabobank Utrecht (030) 287 87 00
|
||||||||||||||||||||||||
nO'-'-
|
|||||||||||||||||||||||
Tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||
trecht
|
|||||||||||||||||||||||
74=jaargang
|
|||||||||||||||||||||||
2 0 0 1
|
|||||||||||||||||||||||
grafie
|
|||||||||||||||||||||||
^htse
|
|||||||||||||||||||||||
buitengerechten Oudwijk en Abstede
|
|||||||||||||||||||||||
De andere kant van Jan Jongerius
|
|||||||||||||||||||||||
Herstel van historische voetpaden
|
|||||||||||||||||||||||
^^^^^Sfe^'j.^ ■^
|
|||||||||||||||||||||||
voor
Utrecht-boeken
stad en provincie
|
|||||||||||||||||||||||||
GREEP Schilders bv
• Restauratiewerken
• Onderhoud
Maarssenbroeksedijk 15A
3606 AG Maarssen Tel. 030-241 31 15 |
|||||||||||||||||||||||||
Hoofdvestiging: Stadluiisbrug 5 * 351 1 KI' Utrceht
T. ()3()-23352(K)* F. 030-2314071
|
|||||||||||||||||||||||||
Daatselaar & Godhelp
Antiquairs - Beëdigd Taxateur
Lid. VHÜK/C;iNOA/VNAG/NVK
|
|||||||||||||||||||||||||
» l.iii St'd. \ul'ujiulii\ (}fiu<til\chap
l'trccht
Korti-Jansstraat 17-19, 3S12 (iM lllricht
Iel. (),W-2.<1S2C)6, la.\ 030-23 Kvl^t
.\instt'rdani I.;ircn
Rokin 46. 1012 KV .\mstirdain Torcniaan 5, 1251 IlI! lartn
Tel. 020 620«100 lel. ()35-ï,^Sl 15 t
|
|||||||||||||||||||||||||
AAMMEMIMCSBEDRIJF
H.J. JURRIËIUS BV |
|||||||||||||||||||||||||
Bouw Belegging
Restauratie Recreatie
Bemiddeling
|
|||||||||||||||||||||||||
KERSBERGEN
INSTALLATIETECHNIEKEN B.V.
UTRECHT |
|||||||||||||||||||||||||
K
|
|||||||||||||||||||||||||
^
|
|||||||||||||||||||||||||
Activiteiten o.a. op het gebied van:
* Elektra
* Klimaat
* Sanitair
* Beveiliging
* Telematica
Kaap de Goede Hooplaan 7, 3526 AR UTRECHT
Telefoon 030-88 24 64 Telefax 030-88 57 33 |
|||||||||||||||||||||||||
r.LISM4N
&>LISM4N BV ZEIST
|
|||||||||||||||||||||||||
LAAN VAN VOLLENHOVE 3225 3706 AR ZEIST
POSTBUS 143 3700 AC ZEIST
TELEFOON 030-6956644
|
|||||||||||||||||||||||||
Redactioneel
Redactioneel
Lopen boven niet meer bestaande rivieren. Dat kan in het oosten van de stad
Utrecht, waar ooit aftakkingen van de Rijn en Vecht hun weg zochten door Oud- wijk en Abstede, twee zogenaamde buitengerechten. Het eerste artikel legt mini- tieus de vele veranderingen bloot die zich in de topografie van dit deel van de stad hebben voorgedaan. Het artikel over het zakenimperium en de bijzondere villa van Jan Jongerius in
het augustusnummer heeft veel herkenning en reacties opgeroepen. Jongerius, zo blijkt uit aanvullende informatie in dit nummer, was ook in andere opzichten een opmerkelijk man. Hij stond tijdens het interbellum in het centrum van het Rijke Roomse Leven en zijn activiteiten leverde hem een pauselijke ridderorde en ridderuniform op. De redactie
|
|||||||||||||
Colofon
|
|||||||||||||
Oud-Utrecht
Tweemaandelijks tiji
74e jaargangnrj december 2001 ISSN 1380-71W Otid- Utrecht is een\
Vereniging Oud-Utrecht, vereniging tot beoefening en verspreiding van de kennis der geschiedenis alsmede het waken over het behoud van het cultureel erfgoed van stad en provincie Utrecht. Voorzitter: P. Blok
Secretariaat:!. Wilmer
p/a Aiexander Numankade 199-201,
3572 KW Utrecht.
Tel.: (030) 286 6611
Fax: (030) 286 6600
Het internetadres van Oud-Utrecht is:
U kunt zich opgeven ais lid van de vereni-
ging Oud-Utrecht door te schrijven naar: Oud-Utrecht Pr. Hendriklaan 76, 3584 ER Utrecht.
De contributie bedraagt € ^5 per jaar voor jongeren tot 26 en U-pashouders ^20 huisgenootlidmaatschap € 'o instellingen zonder winstoogmerk € 25 instellingen met winstoogmerk g ;o Contributie- en ledenadministratie: P. Kroes betaling contributie op giro STSS^o Redactie: B. van den Hoven van Cenderen,
M. van Lieshout (eindredactie),
M.vanOudheusden,J. Pennings,
P. Rhoen, B. van Santen, M. van de Vrugt
enM. Vugts.
Redactieadres:
Aiexander Numankade 199,
3572 KW Utrecht.
Vormgeving:Seroen Tirion [BNO] Utrecht
Ontwerp cover: H. Lodewijkx Druk: PlantiJnCasparie Utrecht Oud-Utrecht
Tweemaandelijks tijdschrift
verschijnt zeven maal per jaar Deadline agenda nummer 1 /2002: 24 december 2001 Uw bijdragen kunt u toesturen aan
de redactie, Aiexander Numankade igg, I7I
3572 KW Utrecht, op 31/2 inch floppy
(WordPerfect t/m 9 of Word 97).
Maximale omvang: }.ooo woorden
Inclusief noten en literatuur.
Auteurs wordt gevraagd zich te houden
aan redactionele aanwijzingen. Deze
zijn te verkrijgen bij het redactieadres.
lllustratiesuggesties zijn zeer welkom.
|
|||||||||||||
Inhoud
|
|||||||||||||
Van de bestuurstafel
|
|||||||||||||
De vroege topografie van de Utrechtse buitengerechten Oudwijk en Abstede
LA. VAN DER TUUK
'Geen enkel liefdewerk is hem vreemd'
De andere kant van Jan Jongerius
Ton H.M. van Schaik
Literatuursignalement
Herstel van historische voetpaden
MaRTINE BUSZ & HÉLÈNE HiNE
Agenda en berichten
|
|||||||||||||
Van de bestuurstafel
Blijf met je vingers van de singels (2)
|
||||||||||||
J. Vroemen, bestuurslid
De commissie actuele ontwikke-
lingen heeft de gebeurtenissen rond Daelwijck nauwkeurig ge- volgd. Vooral dankzij de inspan- ningen van de Bond Heemschut, gesteund door de Vereniging Oud- Utrecht, lijken de kansen voor het voormalig gemeentehuis van Zui- len gekeerd. Het fietspad door de tuinen, waar in het oktobernum- mer sprake van was, wordt in ie- der geval niet aangelegd. Een tweede aandachtspunt is het verval van (monumentale) pan- den in de binnenstad. De commis- sie heeft een groot aantal panden geïnventariseerd en is tot de ver- heugende conclusie gekomen dat de totale indruk niet slecht is. De volgende stap is nu een lijstte ma- ken van specifieke panden die het straatbeeld wel ernstig ontsieren. Deze lijst kan eventueel worden voorgelegd aan het hoofd van de sectie monumenten van de ge- meente. Heeft u iets te melden be- treffende (bedreigingen voor) het cultureel erfgoed, stuur dan een e- mail naar luit@tolsteeg.demon.nl of schrijf naar de heer D. van Ba- tenburg, Hugo de Crootstraat 10, 3581XS Utrecht. In de voorjaarsledenvergadering
heeft de vereniging besloten op de bres te gaan staan voor het Utrechtse singelgebied. Wij heb- ben een park van nationale allure, daar moeten wij trots én zuinig op zijn! Niet elke stad in Nederland kan bogen op een Zocherplant- „2 soen, en dan nog wel een van vijf kilometer lengte. Naast het cul- tuurhistorisch belang heeft het park ook grote natuurwaarde. Er staan duizenden bomen, sommi- ge uiterst zeldzaam zoals een sier- appel op de (inmiddels) parkeer- plaats aan het Lepelenburg. Hon- derden van deze bomen hebben |
||||||||||||
de status 'monumentaal'. Er hui-
zen tientallen vleermuizen en vele soorten zangvogels. In de herfst zijn er verschillende bijzondere paddestoelen te bewonderen. Waarom wordt dit prachtige ge- bied niet beschermd, waarom wordt dit rijksmonument niet met dezelfde omzichtigheid behan- deld als bijvoorbeeld de werven, of de Domtoren? Waarom moeten kabels en leidingen altijd door het groen aangelegd worden, waarbij boomwortels onherstelbaar wor- den beschadigd? Waarom mogen bouwketen gerust maandenlang in het park blijven staan, mag gras worden kapotgereden door vrachtwagens, mogen er telkens weer stukjes groen worden opge- offerd voor nog meer parkeer- plaatsen? Waarom blijft de poli- tiek maar aandringen op parkeer- garages midden in het plantsoen? Gaat u eens kijken bij de Stads- schouwburg op het Lucasbolwerk: zit u lekker op die vervallen bank, met uitzicht op de 'tijdelijke' afras- tering met daarachter een paar containers, een berg zand, een sta- pel stenen? Let wel, dit staat mid- den in het park. Wandelt u ook eens over het gedeelte tussen de Smeestraat en het Duitse Huis, bij het Willemsplantsoen. Wat nu? U kunt niet verder? Er staan hekken, overal ligt troep, een boom staat te zieltogen, zijn wortels blootge- steld aan de buitenlucht. De grond ligt open voor herstelwerkzaam- heden aan stadsverwarmingspij- pen. Noodzakelijk kwaad, zegt u? Is het ook noodzakelijk dat dit maanden zo blijft liggen? Gaat u eens goed kijken in ons plantsoen, en u zult geen andere conclusie kunnen trekken dan deze: de Utrechtse singels zijn vogelvrij. Het groen is steevast kind van de rekening. Hoe dat komt? Een be- |
langrijke oorzaak is gelegen in het
feit dat er nergens een centrale in- stantie is die zich om het Singelge- bied bekommert. Er is geen wet- houder met 'de' singels in zijn of haar portefeuille. De Plantsoenen- dienst is jaren geleden al opgehe- ven. En de Rijksdienst voor de Mo- numentenzorg kan geen vuist ma- ken tegen de gemeente. Het wordt tijd dat er een instantie
komt die zich exclusief met de sin- gels bezighoudt. Wij, en met ons een groot aantal anderen, gaan hiervoor vechten. De projectgroep Singels heeft in oktober een bij- eenkomst belegd met vertegen- woordigers van de gemeente en van actiegroepen, die zich allen hard willen maken voor de singels. Het was een vruchtbare avond, waarop wij hebben afgesproken de handen ineen te zullen slaan. Wij hebben gepraat over mogelij- ke oplossingen en hoe die te berei- ken. U zult hier binnenkort meer van horen. Wat wij in ieder geval zullen moeten doen, is de politiek wakker schudden. En om dat te bereiken, hebben wij een breed draagvlak nodig. Wij willen dat heel Oud-Utrecht als één man (m/v) achter dit waardevolle ge- bied gaat staan. Hier ligt ook voor u een taak. Trek u het lot van de singels aan. Ga kijken, ga praten, zegt het voort: blijf met je vingers van de singels! Voor alles wat u te melden heeft betreffende de sin- gels, mail naar jvroemen@hot- mail.com of schrijf naar de secre- taris van onze vereniging. |
|||||||||||
/ereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||
De vroege topografie van de Utrechtse
buitengerechten Oudwijk en Abstede |
|||||||||||||||||||||||
L.A. VAN DER TUUK
|
|||||||||||||||||||||||
historische ontwikkeling van de
topografische structuur van dit tegenwoordig volgebouwde ge- bied. In het bijzonder besteed ik aandacht aan de verlande rest- geulen van niet meer bestaande rivieren, omdat deze het belang- rijkste element in de topografie vormden. Bovendien zijn de hoogste gebieden van de stroomrugafzettingen, de kron- kelwaarden, gebruikt als hulp- middel om de vroegste neder- zettingen te kunnen opsporen. Om het overzicht in de vaak moeilijk te dateren stadia van de rivierenloop niet te verliezen on- derscheid ik twee fasen: de Kromme-Rijnfase en de Min- stroomfase (zie kaart i). |
|||||||||||||||||||||||
Melatenland in de
Minsweerd Bron: Kaartenboek van het Melaten- huis(HUA,BAI, nr. 449) |
|||||||||||||||||||||||
Hoe een gebied zich in de loop der eeuwen ontwikkelt, is voor een
belangrijk deel afhankelijk van topografische factoren. Een recon- structie van de manier waarop steeds veranderende rivierlopen het aanzien en de inrichting van de Utrechtse buitengerechten Oudwijk en Abstede bepaalden. |
|||||||||||||||||||||||
genoemd, vormt de overgang
naar het laag gelegen Trechter Veen. In dit oostelijke gebied be- vond zich nog een uitloper van de stadsvrijheid: de Absteder- weide. Aan de hand van oude platte-
gronden (zie kader), oorkonden en gegevens over de natuurlijke ondergrond probeer ik in dit ar- tikel inzicht te verschaffen in de |
|||||||||||||||||||||||
De topografie van de voormalige
buitengerechten Abstede en Oudwijk, ten oosten van de Utrechtse binnenstad gelegen, is in hoge mate bepaald door oude rivierlopen. Het westelijke deel van het gebied, het Abste- der- en Oudwijkerveld, bestaat voornamelijk uit hoger gelegen stroomrugafzettingen. Het oos- telijke gebied, ook wel 'De Eng' |
|||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||||||
Oud^Utrecht
|
|||||||||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||||||||
december 2001
|
|||||||||||||||||||||||
De vroege topografie van de Utrechtse
buitengerechten Oudwijk en Abstede |
|||||||||||||||||||
Halfstedelijk karakter
Kaart 1 Oudwijk vormde samen met Ab-
Stadiavande stede het oostelijke gebied bui- rivierenloop ten de oude stad (kaart 2). Het viel nog wel binnen de stadsvrij- heid, dat wil zeggen onder Utrechtse jurisdictie. Volgens Im- mlnk zijn de gerechten Abstede en Oudwijk ooit ontstaan uit twee nederzettingen van die naam. Vervaart vermoedt hier in de late Middeleeuwen een half- stedelijk karakter, iets tussen stad en platteland in.^ In de bui- tengerechten oefenden buurra- den, gevormd door de bewoners zelf, lagere rechtspraak uit. De raad of de schepenen van de stad behandelden alleen hogere- en beroepszaken. Rond 1340 duikt het begrip 'buitengerecht' voor het eerst op in het Liber albus, het oudste Utrechtse rechtboek. Volgens de Decisie van Maria van Hongarije uit 1539, die de juridi- sche status en de begrenzing van de gerechten vastlegde, volgde de oostelijke grens van de stads- |
|||||||||||||||||||
Plattegronden
Belangrijke bronnen van infor-
matie vormen de plattegron- den van het gebied. De oudste is een geschilderde kaart van Evert van Schaick uit 1541, be- doeld om de grenzen van de stadsvrijheid aan te geven, zo- als vastgesteld door Maria van Hongarije in 1539 (Donicersloot 1989,126). Jacob van Deventer vervaardigde omstreeks 1560 een minder schematische, maar ook een minder gede- tailleerde kaart (ibidem, 28- 29). De eerste nauwkeurige en tevens gedetailleerde kaart wordt pas in 1696 gepubli- |
|||||||||||||||||||
i8). Deze laatste kaart geeft
alleen het gebied van Oudwijk zoals door Specht weergege- ven. Uit ongeveer dezelfde tijd stamt een kaart van landerij- en in 'De Galgenwaard en de Bree' (HUA, TA, Ah 37). Verder zijn er nog enige kaarten van kleinere gebieden (HUA, TA, Ah9, Ah36, Ah38) en drie in 1579 of 1580 vervaardigde kaarten uit het kaartenboek van het Melatenhuis (HUA, BA I, nr. 449).Voor de plattegron- den bij dit artikel is als onder- legger het kadastrale minuut- plan van 1832 gebruikt. |
|||||||||||||||||||
ceerd door Caspar Specht;
hierop staan eveneens de grenzen van de verschillende buitengerechten van 1539 aangegeven (ibidem, 127). Uit de 17e eeuw stammen verder enkele detailkaarten, namelijk 'De kaart van de tiendblokken Abstederveid en Absteder- bree' van Bernard de Roy uit 1697 (Het Utrechts Archief, KI. kap. en kloosters, nr. 412), 'De kaart van de tiend te Oudwijk' uit 1642 (HUA, St.Pieter, nr. 342) en 'De kaart van Abstede, Oudwijker- en Beeserveldt' uit ongeveer 1660 (HUA, TA, Ah |
|||||||||||||||||||
174
|
|||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||||||||
december 2001
|
|||||||||||||||||||
ten dunner en gaan over in een
door komklei afgedekte veen- laag in het oostelijk deel van het gebied, de Oudwijkereng en de Abstederweide. Het pleistocene zand helt naar het westen; onder de Abstederweide zit dit zand slechts anderhalve meter onder het maaiveld. De fluviatiele afzettingen be-
staan voor het grootste gedeelte uit rivierklei die bij hoog water is afgezet. Dit tamelijk hoog gele- gen en vruchtbare gebied was zeer geschikt als bouwland. Zo waren er in het Oudwijkerveld korenvelden, boomgaarden en moestuinen te vinden. Tot in de 14e eeuw vonden er bijeenkom- sten en rechtspraak van ridders en vrije mannen plaats. Alleen de omgeving van de huidige Ru- benslaan ten zuiden van het Diakonessenhuis was wat lager en drassig. In de Sterrenwijk, bij de Krom-
houtkazerne en in een gebied bij de voormalige abdij Oudwijk zijn zandige kronkelwaardafzettin- gen aangetroffen die getuigen van een meanderende rivier. Bo- vendien zijn in het bestudeerde gebied een aantal restgeulen van de Rijn en de Vecht aanwe- zig. De huidige loop van de Kromme Rijn volgt ten oosten van de Waterlinieweg de oudste bedding van de Rijn (tijdens de Kromme-Rijnfase, zie kaart 1). Deze bedding heeft ten westen van de Waterlinieweg een sterk meanderend tracé. Hier zijn ook de oeverwallen hoog opge- bouwd, wat doet vermoeden dat de Kromme-Rijnfase vrij lang - minstens een paar eeuwen - ac- tief is geweest. De meanders zijn de oorzaak van een gering verval en daardoor versnelde dichtslib- bing van de rivier geweest. |
||||||||||||||||||
Kaart 2
De buiten-
gerechten Abstede en Oudwijk |
||||||||||||||||||
De natuurlijke ondergrond
Slechts een klein deel van de bo-
dem van Abstede en Oudwijk is gekarteerd. Het betreft voorna- melijk het gebied ten oosten van de Waterlinieweg. Het grootste gedeelte van het gebied is bestu- deerd aan de hand van grondbo- ringen van de gemeente Utrecht (boringreeksen 36, 37 en 38), hier en daar aangevuld met eigen veldwaarnemingen en enkele in de literatuur beschikbare gege- vens.3 Het westelijk deel van het ge-
bied, het Absteder- en Oudwij- kerveld, bestaat uit een pakket fluviatiele (= rivier) afzettingen op een pleistocene ondergrond. Het Pleistoceen is het tijdvak van de ijstijden. Deze fluviatiele af- zettingen worden naar het oos- |
||||||||||||||||||
vrijheid 'die Oude Vecht, gelegen
buijten die Witte Vrouwen ende Alendorps Gerechten, tot die Cil- depoorte op 't Steenstraet, en van daer voorts streckende Zuijt- West op langs 5t. Niclaes Wegh, of Watergank, die aldaer lopen- de is tot Oudtwijcker Enge toe, van daer voorts de Watergank langs gelijk die streckende is tus- schen die voorsz. Enge ende 't Weijland van Oudwijck, tot in Mr. Jan Valks nieuwe Grift, ende soe voorts aen den Hoofddijck aen Bitterland - soo verre die Heerlijckheijt van Abstede st- reckt.'^ De oostelijke grens van het rechtsgebied volgde dus voornamelijk de Vecht - en wel de oostelijke tak bij een eiland in die rivier - en een deel van de Kromme Rijn. |
||||||||||||||||||
175
|
||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||
Oud*Utrecht
|
||||||||||||||||||
vereniging
|
||||||||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||||||||
De vroege topografie van de Utrechtse
buitengerechten Oudwijit en Abstede |
||||||||||||||||
Utrecht is hiervan een stukje rest-
geul bewaard gebleven: de Oud- wulverbroekwetering. Deze rest- geul is duidelijk te herkennen in de boringenreeks 38.41. Ongeveer bij de spoorwegovergang op de Koningsweg verdwijnt deze bed- ding, die vanaf dit punt opge- ruimd is door de sterk meande- rende Kromme-Rijnfase van de ri- vier. Deze laatste fase moet daar- om al vroeg, dat wil zeggen in de ie eeuw, zijn ontstaan. Een opmerkelijk element in het landschap vormt de zandige kronkelwaard in de huidige Ster- renwijk, waar een hoogste zand- voorkomen bereikt wordt van cir- ca twee meter boven NAP (borin- genreeksen 37.32, 37.66 en 37.67). Deze hoogte is vergelijkbaar met die van de bewonerskernen in de Utrechtse binnenstad. Met Kro- nemeijer neem ik aan dat hier de nederzetting 'Abstede' heeft ge- legen, tot voor kort een vrij dicht- bebouwd tuinbouwgebied, waar- uit zich later het buitengerecht Abstede heeft ontwikkeld.4 Abstede
Het toponiem Abstede wordt
voor het eerst in 1132 genoemd in de Annales Egmundenses. In dat jaar werd de onfortuinlijke Floris de Zwarte, broer van de Holland- se graaf, te Abstede vermoord nadat hij van zijn paard gevallen was. In 1249 verkochten Ludolf van Overdevecht en zijn zoon Herman aan de nonnen van de Servaasabdij tienden die zij in leen hadden van de Domproost, gelegen in de villa Abstede en Ab- stederveld 'tussen de Hollebrug ten oosten en de Rijn ten westen van de voornoemde villa, en van- af de Rijn in het zuiden tot aan het gebied in het noorden dat het Veen en Oudwijk genoemd |
||||||||||||||||
Kaart 3
Ligging percelen
Melatenland |
||||||||||||||||
Tijdens een periode van groot
wateraanbod zal dit hebben ge- leid tot overstroming waardoor de rivier zijn bedding heeft ver- legd. Dit is de oorzaak van het ontstaan van een doorsnijding, die grotendeels nog herkenbaar is als de Minstroom tussen het huidige revalidatiecentrum De Hoogstraat en het Spoorwegmu- seum (de Minstroomfase). Bij deze doorsnijding zijn zo goed als geen oeverwallen herken- baar, een teken dat de rivier in deze fase relatief kort actief is geweest. In het begin van de 12e eeuw werd een verbinding tus- sen de Kromme Rijn bij de Tol- steegpoort en de Rijn in de bin- nenstad (ter hoogte van het hui- dige stadhuis) gegraven: het zui- delijke gedeelte van de Oude- gracht. Door de verbeterde door- |
stroming die deze verbinding
veroorzaakte kon opnieuw water door de Kromme Rijn stromen. De Vecht splitste zich tijdens de Kromme-Rijnfase van de Rijn af bij het huidige zwembad De Kromme Rijn. De aftakking van de Vecht kwam tijdens de Min- stroomfase vanzelf bij de nieuwe afsnijding, waar nu het revalida- tiecentrum De Hoogstraat ligt. Het stukje water tussen het zwembad en het revalidatiecen- trum, ook wel het Vossegat ge- noemd, was dus achtereenvol- gens Vecht en Rijn. De bocht (geen meander) van het Vosse- gat, en de Minstroom omsloten deMinsweerd. Tot in de ie eeuw was er nog een
vroegere fase van de Rijn actief, namelijk langs het Romeinse fort Fectio bij Bunnik. Vlak buiten |
|||||||||||||||
176
|
||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||||||
19e -eeuwse
steendruk van de Sint-Servaasabdij omstreeks 1650 |
|||||||||||||
bied oorspronkelijk afwaterde op
de MInstroom en men de contro- le op de afwatering In eigen hand wilde houden.^ Erg logisch is dit argument niet, want de Mins- weerd lag vanuit De Bilt gezien aan de overkant van het Vosse- gat, een deel van de voormalige Min. Er Is ook geen wetering be- kend in het gebied tussen het Vossegat en het veen. De Hoofd- dijk zou bovendien een barrière hebben gevormd voor zo'n afwa- teringskanaal. Waarschijnlijker is dat nattuurlijke waterlopen van- ouds de grens van de stadsvrij- held bepaalden. Alleen een even- eens tot de stadsvrijheid beho- rende smalle uitloper ten noord- oosten van het Vossegat tot aan de Hoofddijk maakte de grens nogal grillig. Dit lager gelegen gebied In de Abstederwelde werd nog tot de stadsvrijheid gere- kend, omdat dit bij de Melaatsen van Utrecht in gebruik was, zoals verderop nog ter sprake komt. Merkwaardig Is dat Specht de smalle strook land tussen de Ab- stederdijk en de Tolsteegsingel tot het gerecht Tolsteeg laat be- horen. Deze strook maakte oor- spronkelijk deel uit van de Rljn- bedding, die na zijn verlanding blijkbaar door Specht bij Tolsteeg |
gevoegd werd. De noordelijke
begrenzing van het gerecht Ab- stede lag niet, zoals Specht aan- gaf, langs de Zonstraat, maar noordelijker. De curtis (hofstede) Goudoever, ook wel Codden- kamp of Heer Ludolfskamp ge- noemd, lag althans gedeeltelijk ten noorden van de Zonstraat (toen NIcolaasweg) en toch in (het gerecht) Abstede (en In de NIcolaasparochIe). In twee pachtbrleven uit 1413 en 1529 heet het dat Goudoever gelegen is: in Abstede aan de stadssingel achter St. Servaas en aan de zuid- kant begrensd door de NIcolaas- weg. Goudoever is sita in pa- rochia sanctiNicolai, dus In de NI- colaasparochIe gelegen.7 Servaasabdij
De in 1224 of 1225 gestichte Ser-
vaasabdij was de belangrijkste grondeigenaar In Abstede. De In een meander van de Kromme Rijn gelegen Galgenwaard was sinds 1232 In zijn geheel in bezit van de abdij. Van de (Ab5teder)bree gin- gen de tienden naar de Servaas- en de Paulusabdij. Mogelijk lag hier de 'bij Abstede' gelegen curtis, genoemd in een oorkonde van 1241. Het gebied ten noorden van de huidige Notebomenlaan was |
||||||||||||
wordt'. Dit is ongeveer het gebied
van het gerecht Abstede, zoals aan het einde van de 17e eeuw Is weergegeven door de kaarten- maker Caspar Specht, met uit- zondering van de Abstederwelde. Met de Rijn in het westen kan niet anders dan het deel van de stadsbuitengracht, dat nu de Tol- steegsingel is, bedoeld zijn. De Rijn in het zuiden is de huidige Kromme Rijn, de Hollebrug Is waar het Vossegat en de Krom- me Rijn splitsen, de grens met Oudwijk is de MInstroom. De grens met het veen moeten we zoeken langs de Hoofddijk, de oostelijke begrenzing van de Ab- stederwelde. De villa Abstede lag In de buurt van de Hollebrug.5 Het gebied dat de genoemde ri- vierarmen omsloten werd het Abstederveld genoemd. Het noordwestelijke deel was de Bree - mogelijk afgeleid van het hier voorkomende toponiem 'de breden Camp' - het zuidoostelij- ke gedeelte de Galgenwaard. Het noordoostelijke deei, tussen het Vossegat en de Minstroom, was de Minsweerd. Volgens Heeringa behoorde dit
laatste grotendeels tot het ge- bied van het huidige De Bilt, om- dat het achterliggende Blitse ge- |
|||||||||||||
177
|
|||||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
|||||||||||||
december 2001
|
|||||||||||||
De vroege topografie van de Utrechtse
buitengerechten Oudwijlc en Abstede |
||||||||||||||
grotendeels van het Domkapittel.
De Abstederweide, ten noordoos- ten van het Vossegat, behoorde aan de bisschop. Dit gebied was in gebruik bij de Melaatsen, ofwel le- pralijders, zoals blijkt uit het 'Kaar- tenboek van het Melatenhuis'. Een van de kaarten geeft precies de percelen aan zoals deze op de kadastrale minuut van 1832 terug te vinden zijn. Deze percelen om- vatten bijna het gehele gebied van de smalle uitloper van de stads- vrijheid (zie kaart 3). Uit vrees voor besmetting werden de melaatsen, die voor het eerst in 1267 genoemd worden, naar de periferie van de samenleving ver- bannen. Ketner vermoedt dat de behuizing van de lepralijders, het Melatenhuis, zich in het oostelijke deel van de Galgenwaard bevond.^ Uit een andere kaart in het Kaartenboek blijkt echter dat het oostelijke deel van de Mins- weerd (op de plaats van fort Vos- segat, later de Kromhoutkazerne) en niet een deel van de Galgen- waard aan de melaatsen behoor- de. Mogelijk hebben ook hun in verschillende bronnen genoemde kapel en begraafplaats zich hier bevonden. Sporen zijn echter nooit teruggevonden. De laat i5e-eeuwse kroniek van de abdij van Kamp (het moederkloos- ter van de Servaasabdij) meldt dat de in Abstede gelegen Servaasab- dij naar een terrein binnen de stad was verhuisd. Deze op veel punten niet erg betrouwbare kroniek lijkt alle gegevens over de beginperio- de van de Servaasabdij te hebben overgenomen uit de kroniek van Jan Beke uit het midden van de 14e eeuw. De verhuizing en een mira- culeuze verschijning van Sint-Ser- vaas zijn er pas in de 15e eeuw ten onrechte aan toegevoegd. Over de veronderstelde vestiging in Abste- |
de schrijft de kroniekschrijver:
'buiten de stad in een veld naast een brug en de villa die Abstede heet'. Dit zal een achterafinterpre- tatie van de gegevens zijn ge- weest. Een belangrijke gebeurte- nis als een verhuizing van het klooster zal Jan Beke toch niet zijn ontgaan. Bovendien is er in 13e- en i4e-eeuwse oorkonden steeds sprake van de oorspronkelijke lig- ging van het convent in Abstede en de latere ligging in de stad zelf. Er wordt dus niet expliciet van een verhuizing melding gemaakt. Er wordt slechts gezegd dat de naam van het gebied veranderde. Dat is heel goed mogelijk: voor de aan- leg van de stadsomwalling be- stond er nog geen afscheiding tus- sen Abstede en het zuidelijke bin- nenstadsgebied. Het is daarom waarschijnlijk dat dit gebied ten tijde van de stichting van de abdij aan het begin van de 13e eeuw tot Abstede gerekend werd, zoals reeds door Immink geopperd is. Zo heet het water ten westen van de abdij vanaf 1391 Nieuwegracht, maar in 1348 werd het water dat hier al was de 'Oude Abstede' ge- noemd. Daarom is het goed mo- gelijk dat men later dacht dat het klooster oorspronkelijk in het (bui- tengerecht) Abstede had gelegen. Bovendien bezat het klooster reeds vroeg, zoals hiervoor ge- meld, een hofstede in Abstede. Mogelijk is deze later verward met het klooster zelf.9 Het voorgaande impliceert dat het stuk Rijn ter plaatse van de huidi- ge Tolsteegsingel grotendeels ver- land was in de tijd dat het gebied binnen de latere stadswal nog Ab- stede werd genoemd. De rivier zou anders een natuurlijke grens heb- ben gevormd. Dat voor de aanleg van de stadsbuitengracht het tra- cé van de bedding is gekozen, be- |
tekent aan de andere kant dat er
toch gebruik gemaakt is van een aanwezige restgeul. De belangrijkste weg door Abste- de was de Oude Steenweg, de oudste uitvalsweg vanaf de Tol- steegpoort naar het oosten, die over de huidige Abstederdijk en de Notebomenlaan liep en verder over de Vossegatselaan naar het oosten. Deze weg liep precies over het hoogste deel van het landschap. De andere Steenweg ten oosten van de stad was de Nieuwe Steenweg, ook wel Ne- dersteenweg genoemd, de huidi- ge Biltstraat en het verlengde daarvan naar De Bilt. Deze moet door het veen zijn aangelegd rond 1290, maar kan volgens Dek- ker al na de ontginning van het gebied vanaf 1257 een onverhar- de voorganger hebben gehad. De Oude Steenweg werd in de 13e eeuw dus al onderscheiden als oud. Wellicht was dit de weg waar de reeds genoemde Floris de Zwarte in 1132 vermoord werd. Deze weg ging over het Vossegat, de voormalige Min, via de Holle- brug - zoals blijkt uit een om- schrijving van het in de Absteder- weide gelegen goed Rijnsweerd: 'gheleghen bi der Hoelre-brugge, streckende uten Riin opgaende aen den Hoefdijc'. In 1337 wordt de Hollebrug in het Liber albus genoemd als begrenzing van het visrecht in de Minstroom.^° Kromme Rijn
De zuidelijke begrenzing van Ab-
stede wordt gevormd door de Kromme Rijn. De naam van deze rivier duikt volgens Dekker pas voor het eerst op in de 16e eeuw. De Middeleeuwers noemden dit water eenvoudig de Rijn en het gegraven gedeelte de Nieuwe Min (Nyminne of Nyerminne). De |
||||||||||||
178
|
||||||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
||||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||||
westen van het Abstederveld gesi-
tueerd en hiermee moet de stads- buitengracht bij de Tolsteegsingel bedoeld zijn. Immink vermoedde al dat water van natuurlijke oor- sprong is. Dat deed hij op grond van een stroomregaal, een recht dat van de bisschop was en niet van de stad. Als dit deel van de stadsbuitengracht door het stads- bestuur gegraven was, kon de bis- schop daar immers geen rechten op hebben. Ook het thans niet meer bestaande deel van de Min- stroom, parallel aan de Tolsteeg- singel, maakte deel uit van de oor- spronkelijke rivierbedding. Mis- schien was hier in de 10e eeuw nog bevaarbaar water. Dat zou al- thans kunnen worden afgeleid uit de vondst van een uit deze eeuw afkomstig (Noormannen?)zwaard, dat tijdens rioleringswerkzaam- heden op de Abstederdijk gevon- den is en mogelijk uit de bedding van de rivier komt^^ Oudwijk
Ten noorden van de Minstroom en
grotendeels omsloten door de oorspronkelijke Vecht (tot aan het latere bolwerk Wolvenburg op de noordoostelijke punt van de bin- nenstad) lag het buitengerecht Oudwijk. De naam Aldewic komt voor het eerst voor In een oorkon- de uit 1156. Hierin wordt Heren- mannus de Aldewic genoemd. Het toponiem Oudwijk moet dus ou- der zijn en deze wordt op zijn beurt weer 'oud' genoemd. We mogen dus aannemen dat Oud- wijk al voor de 12e eeuw bestond en dus voor de aanleg van de 12e- eeuwse stadswallen. In een oor- konde uit 1165 is sprake - in de vertaling van het latere afschrift - van 'een plaats die Oldwyck ge- noemd wordt'. We hebben hier met een nederzetting Oudwijk te |
||||||||||||||||||
De Nieuwe Grift
bij de Tolsteeg- singel, verbinding tussen de Minstroom en de Nieuwegracht Foto: L. van der Tuuk |
||||||||||||||||||
al veel oostelijker begint, namelijk
bij de Waterlinieweg. Een tweetal sloten, nog te vinden op de kada- strale minuut van 1832, blijken precies in de voormalige bedding te liggen (boringenreeks 37.52). De Galgenwaard ligt in zo'n niet meer zichtbare meander en is dus een echte 'waard' ofwel een gedeelte- lijk door water begrensd grondge- bied. Het vervolgtracé van de Kromme Rijn moeten we niet zoe- ken in het bochtig verlopende zui- delijke deel van de Oudegracht. De rivier stroomde daarentegen ter plaatse van de Tolsteegsingel en maakte vervolgens een bocht over het huidige terrein van het Spoor- wegmuseum, om bij het Lepelen- burg de stad binnen te komen. In een op het Lepelenburg gegraven proefsleuf kwamen inderdaad twee restgeulen aan het licht. In de eerder genoemde tiendbrief uit 1249 is de Rijn onder andere ten |
||||||||||||||||||
vroegste vermelding van dit
laatstgenoemde water is te vin- den in de archieven van de Duitse Orde in een oorkonde uit 1348: 'eene molenstede mit hoiren mo- lenwerff, gelegen an onser stadt singell buyten der Gansepoirte op- ten oirt vander Nyeuwe Mynne'." De Kromme Rijn leefde na het gra- ven van de Oudegracht in de 12e eeuw enigszins op. Toch was dit water gedoemd te verworden tot een kleine restgeul. Het kanalise- ren van een deel, de bovenge- noemde Nieuwe Min, heeft nau- welijks geholpen om de rivier be- vaarbaarte houden. Volgens Heeringa is de Nieuwe Min vanaf de spoon^/egovergang op de Koningsweg (waar de Oud- wulverbroekwetering aansloot) tot de stadsbuitengracht gegra- ven, omdat hier geen bocht in zit. Uit het boringenonderzoek blijkt echter dat het gegraven gedeelte |
||||||||||||||||||
179
|
||||||||||||||||||
-%
|
||||||||||||||||||
Oud-Utrecht
|
||||||||||||||||||
vereniging
|
||||||||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||||||||
De vroege topografie van de Utrechtse
buitengerechten Oudwijk en Abstede |
||||||||||||||
maken. Er is helaas geen 'nieuwe'
wijk bekend. Het noordelijke ge- deelte binnen de stad werd ten oosten van het Begijnhof ingeno- men door het gebied dat als Sint- Jans Oudwijk bekend stond.^3 Het oostelijke deel van wat nu de binnenstad is, Oudelle genaamd, kan bij gebrek aan een geografi- sche grens ook deel hebben uit- gemaakt van Oudwijk. Dit ge- bied werd afgesplitst van Oud- wijk door de aanleg van de stads- wal. In 1239 wordt een getuige Albertus, 'meier of schout uit Au- della', genoemd. De afscheiding van het territoir door aanleg van de stadswal betekende dan split- sing van het gerecht. Het gerecht Oudwijk komt pas voor het eerst voor in een oorkonde uit 1291.^4 Het gerecht Oudwijk bleef in de 14e eeuw voortbestaan onder de naam 'Buiten de Wittevrouwen- poort' of kortweg Wittevrouwen. De naam Oudwijk leeft nu nog voort in een buurt van die naam en in een straatnaam. Zoals de Servaasabdij het groot- ste gedeelte van Abstede in bezit had, zo had de benedictijner Ste- vensabdij grote delen van Oud- wijk in bezit, vooral in het Oudwij- kerveld. Het in 1135 door Mechtil- dis gestichte vrouwenklooster wordt voor het eerst als Oudwijk (Altwyck) genoemd in 1164. Deze stichting wordt beschreven in een oorkonde uit 1174 van bisschop Godfried, waarin deze de voogdij van de abdij op zich neemt.^5 Het convent had in de late Middeleeu- wen gebouwen, een kerk, boer- derij met stallen, brouwhuis, per- soneelsgebouwen, boomgaard, ringmuur en gracht. Net als de Servaasabdij was de Stevensabdij, meestal Oudwijk genoemd, be- stemd voor dames uit aanzienlij- ke families. Beide abdijen, die |
||||||||||||||
nauwe betrekkingen met elkaar
onderhielden - in het necrologium van de Servaasabdij komen heel wat abdissen uit Oudwijk voor - waren rijk en voerden een grote staat. In of kort na 1584 werd de Stevensabdij afgebroken. De Vecht
De Vecht vorkte tijdens de Krom-
me-Rijnfase bij de Hollebrug van de Rijn af. De door boringen ge- staafde oorspronkelijke loop is grotendeels terug te vinden op de kaart van Gaspar Specht. Het eer- ste gedeelte heet bij hem 'Vosse- gat'. Het tweede gedeelte, langs de huidige Koningslaan, heet 'Be- gin van de Vecht'. Het derde ge- deelte, vanaf de abdij Oudwijk, heet 'Oude Vecht'. Bij de abdij splitste de rivier zich in twee ar- men. Beide armen kwamen ten noorden van de Biltstraat weer samen en vormden zo het reeds genoemde eiland. Op dit eiland bevond zich het kleine gerecht Alendorp, dat volgens een oor- konde uit 1546 bij de Gildbrug ge- legen was.^^ Resten van de Gild- brug kwamen recent bij werk- zaamheden op de Biltstraat aan het licht. Na het ontstaan van een nieuwe rivierloop door een bed- dingverlegging van de Rijn (de Minstroomfase) kwam deze af- takking, de Vecht, meer dan een kilometer stroomafwaarts te lig- gen: bij het huidige revalidatie- centrum De Hoogstraat. Langs de buitenplaats 'De Oor- sprong' is nog een stukje restgeul van de 'Oude Vecht' te zien. In de tuin van de buitenplaats 'Oud- wijk' achter de voormalige Heilig- Hartkerk, op het terrein van de voormalige abdij, was een deel van de bedding omgewerkt tot vijver (oorspronkelijk de visvijver van de abdij). Een hierin aange- |
troffen scheepsanker duidt op het
actieve verleden van dit water. Volgens Acket gaat het mogelijk om een Romeins anker. In een rioolsleuf, gegraven in de Muse- umlaan werden in 1984 bedding- afzettingen van de Vecht aange- troffen. De hierin gevonden An- denne-scherven kunnen worden gedateerd in de 12e eeuw.^7 pe ri- vier is daarna niet lang meer ac- tief geweest: in dezelfde eeuw heeft men stroomafwaarts de restgeul van de Vecht gebruikt voor de aanleg van een deel van de noordelijke stadsbuitengracht. In i66i was de Vecht langs Oud- wijk zo sterk dichtgeslibd dat er een nieuwe verbinding werd ge- graven tussen de Minstroom en de Biltse Grift, die langs de Steen- weg naar De Bilt was gegraven. Deze nieuwe verbinding is de Rid- derschapsvaart, ook Oudwijker Grift of Nieuwe Grift geheten. Het resterende deel van de Vecht ten noorden van de Gildbrug kreeg sindsdien eveneens de naam Bilt- se Grift. Het tracé van de oostelijke Vechttak, die eens de Steenweg bij de Gildpoort passeerde, is alleen nog als de westelijke grenssloot van de begraafplaats Sint-Barbara herkenbaar. Langs de oostelijke Vechtarm liep de Nicolaasweg, aangegeven op de geschilderde kaart van Van Schaick uit 1539. Trechter Veen
Niet de Vecht maar de Hoofddijk-
se Wetering diende als ontgin- ningsbasis van het Trechter Veen. Doordat dit veen zo laag lag, kon alleen maar op een stroomaf- waarts gelegen plaats op de Vecht, in de nabijheid van het late- re fort De Klop, worden geloosd.^^ De veenontginning van Oost- broek, door de benedictijner mon- niken van de Sint-Laurensabdij, |
|||||||||||||
180
|
||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||||
grens van Specht en de verdwe-
nen Rijnloopbocht, waar - zoals hiervoor al beschreven - de hofste- de Goudoever lag, wel degelijk tot Abstede te horen. Is het toponiem Goudoever een reminiscentie uit de tijd van de verdwenen rivier? Na wijzigingen in de waterhuis- houding - de Lek werd steeds be- langrijker - en uiteindelijk de af- damming van de Kromme Rijn bij Wijk in de 12e eeuw heeft het ver- landingsproces van de Rijn door- gezet. Het graven van het zuidelij- ke deel van de Oudegracht in die- zelfde eeuw betekende het defini- tieve einde van de Minstroom- fase: het water ging weer door de Kromme Rijn stromen. Hierdoor was de Minstroom gedoemd tot een kwijnend bestaan als restgeul en verdween de bocht bij het spoorwegmuseum zelfs geheel. Door gebrek aan archeologische vondsten in of boven de restgeul- afzettingen is het niet bekend wanneer het thans verdwenen deel van de rivier volledig verland is. Als terminus ante quem zou een akte uit 1340 kunnen dienen. Dit is de oudst bekende oorkonde waar- in de hofstede Goudoever wordt beschreven zonder dat er een ri- vier genoemd wordt. Bovendien kunnen we aannemen dat dit stuk rivier tegelijk of mogelük al eerder is verland dan het verlengde ervan binnen de stad in de 13e eeuw. Di- rect ten noorden van Goudoever is er een aanwijzing voor de richting van de rivier te vinden, namelijk in de begrenzing van het goederen- complex Boeltjeskamp en Gere, dat al voor het graven van de stadsbuitengracht in de 12e eeuw moet hebben bestaan.^° De oos- telijke grens strookt niet met de stadsbuitengracht maar wel met de verdwenen rivier. Immink wijst erop dat ten noor- |
|||||||||||||
Opgegraven
restant van de Gildbrug Foto: L. van der Tuuk |
|||||||||||||
vordt al in 1113 vermeld. Oost-
broek kon aanvankelijk nog op de *romme Rijn afwateren, maar in de 13e eeuw was het veen te ver ingeklonken en kreeg de abdij toe- stemming van de bisschop om het overtollige water naar het noord- westen, in de richting van de Vecht, te lozen. Langs de Hoofd- dijkse Wetering was de Hoofddijk opgeworpen om te voorkomen dat water vanaf de stroomruggen het veen invloeide. Het kwam veel voor dat de ver- schillende ontginningen in con- cessie werden uitgegeven aan de- genen die reeds aangrenzende bezittingen hadden langs de ont- ginningsbasis. Zo lagen van het noordwesten naar het zuidoosten langs de Hoofddijkse Wetering de ontginningseenheden, tevens ge- rechten, Oostveen, Herbertskop en Overdevecht. Dit laatste ge- recht was lange tijd in handen van het ministerialengeslacht Van Overdevecht. Deze familie had een wellicht versterkt huis, |
Overdevecht, dat oorspronkelijk
mogelijk aan het einde van de Biltstraat lag, waar nu de begraaf- plaats Sint-Barbara is. De latere hofstede werd in 1317 aan de abdij van Oudwijk verkocht en blijkt la- ter Compostel te heten.^9 Oost- veen was in handen van de Dom- proost, het aangrenzende gebied heette Domproosten-Engh. Her- bertskop werd door de familie Proys van de bisschop in leen ge- houden. Minstroom
De Rijn vormde van de Min-
stroom-fase af de grens tussen Oudwijk en Abstede. Deze grens is op de kaart van Specht uit 1696 aangegeven langs de Min, thans de Minstroom genoemd. Zoals hiervoor is beschreven, boog de ri- vier vlak bij de stadsbuitengracht, waar nu het Spoorwegmuseum is, naar het noorden. Deze bocht is niet in de grens tussen de gerech- ten bij Specht terug te vinden. Toch blijkt het gebied tussen de |
||||||||||||
181
|
|||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
|||||||||||||
december 2001
|
|||||||||||||
De vroege topografie van de Utrechtse
buitengerechten Oudwijlc en Abstede |
|||||||||||||||||||
op de Minstroom betrekking.'^^
Misschien om een betere verbin- ding met - de voorloper van - de Nieuwegracht, de Oude Abstede, te kunnen krijgen, werd er een verbinding gegraven tussen de Min en de Nieuwegracht, die ver- warrend genoeg, de Nieuwe Grift genoemd werd. Het Is onbekend wanneer dit water dwars door de voormalige rivierbedding heen ge- graven is. Het komt al voor op de kaart van Jacob van Deventer. De i6e-eeuwse kaartenmaker Evert van Schaick noemt ook het Vosse- gat 'die nije grift'. En als laatste stond ook de Ridderschapsvaart bekend als Nieuwe Grift. Wellicht kan een diepgaand bronnenon- derzoek meer duidelijkheid ver- schaffen In het gebruik van de toponiemen Nieuwe Grift en Nieuwe Min. |
|||||||||||||||||||
den van de Schall<wijl<straat de ju-
risdictie van Oudmunster begon, mogelijk een aanwijzing dat hier de zuidgrens van Oudwijk lag. Bo- vendien was de noordelijke grens van de SInt-Nicolaasparochie bin- nen de stad de Schalkwijkstraat / Zuilenstraat / Korte Smeestraat en bulten de singel volgens Muller te- vens de noordgrens van Abstede. De Schalkwijkstraat eindigt achter de stadswal ongeveer waar de ver- dwenen RIjnloopbocht de stad binnenkomt (bij het Lepelenburg) en vormt daardoor een logisch vervolg als grens binnen de stad. Verwarrend Is dat met de Nieuwe Min, evenals het hiervoor ge- noemde gegraven deel van de Kromme Rijn, vaak ook de Min- stroom wordt bedoeld. In veel bronnen Is de aanduiding Nieuwe Min voor dubbele uitleg vatbaar, zoals in een oorkonde uit 1337:'[...] dat de vischerye der stat toebe- hoerd van Wedermoet - de St. Ser- vaastoren - doer de Nye Minne op streckende tot der Hoelrebrugghe toe'. Er waren immers twee ma- nieren om van de Sint-Servaasto- ren (aan het eind van de Nieuweg- racht) naar de Hollebrug te varen. Bij een ise-eeuws getuigenver- hoor in een conflict tussen het Domkapittel en de abdij van Oost- broek wordt de Nieuwe Min ge- noemd In verband met de afwate- ring van het Oostbroekse veen. Hierbij worden de Oude Steenweg en de Holenweg genoemd en blijkt dus ook de naam Nieuwe Min op het laatst gegraven deel van de Kromme Rijn te slaan. Het lijkt erop dat juist de ondub- belzinnige bronnen op het nieuw gegraven deel van de Kromme Rijn slaan en de Minstroom kort- wegmet Min of Grift werd aange- duid. De in een pachtbrief uit 1535 genoemde 'Gryft' heeft duidelijk |
|||||||||||||||||||
uit 1230 (OSU, nr. 799). In een inven-
taris uit 1582 (HUA, Staten van Utrecht, nr. 937, met hierin 'Staet der goederen des convents S. Servaes...', 5) komen de bijeengetelde percelen van de Servaasabdij op minstens 180 mor- gen (=150 ha). Ter vergelijking: het door de rivierarmen omsloten deel van Abstede is nog geen 50 ha. Zie voor de bezittingen van de Servaasabdij OSU nr. 848; OSl/nr. 962 en Immink 1942, 396. Over de melaatsen in OSf nr. 1717; Ketner 1951, 32-33. 9. Immink 1942,373; de 'Oude Abstede'
zie HUA, SA I, nr. 328. Voor de ge- schiedenis van het klooster zie de doc- toraalscriptie van Kronemeijer 1987 en het hierop gebaseerde artikel van Van Moolenbroek (1997); de kroniek van Kamp in Keussen 1869, 283-284; Jan Beke1973,169 en 177. 10. Dekker 1983, 178. Voor de omschrij-
ving van het goed Rijnsweerd zie HUA, Archief Bisschoppen, nr 270 f 16. Voor het visrecht zie Muller 1883, 54. 11. Dekker 1983, 238, n. 140. De oorkonde
van de Duitse Orde in: De Geer van Oudegein 1875, 16. 12. Heeringa 1924, 59. Voor het vervolg-
tracé van de Kromme Rijn zie Van der Tuuk 1996,14. De restgeulen onder het Lepelenburg zijn te vinden in een niet gepubliceerd rapport van het Archeo- logisch Bouwhistorisch Centrum geti- teld: Archeologisch proefonderzoek Le- pelenburg van 8 t/m 13 juli 1998, zon- der auteur. Immink 1946, 56. Voor het zwaard van de Abstederdijk zie Bakker en Hoekstra 1997,18. 13. Aldewic'm: OSU nr. 416; Oldwyckin:
OSU nr. 450. Sint-jans Oudwijk in Im- mink 1942,371 e.v. (hij gaat ervan uit dat Oudwijk de binnen de stad gelegen koopmanswijk 'Stathe' tussen het stad- huis en de Bakkerbrug was. Oudwijk strekte zich in zijn visie als afzonderlijk rechtsgebied deels uit vanaf de Oude- gracht) en De Bruijn 1994,337-340. 14. Oorkonde uit 1239. Het betreft hier de
schout van het gerecht van Oudmun- |
|||||||||||||||||||
Noten
1. Immink 1942,415; Vervaart 1990,40.
2. Acket 1950, 109.
3. De auteur dankt de heer ing. N. van der
Zouw van de sectie Geotechniek van de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Utrecht voor het beschikbaar stellen van de gegevens van de grondboringen. Voor de kartering van het onbebouwde gebied, zie Buringh en Van der Knaap 1952; Berendsen 1982, blad 3. 4. Kronemeijer 1987,24.
5. Voor de Annales Egmundenses zie Op-
permann 1933,148; voor de begren- zingvan de villa Abstede zie Heeringa en anderen, Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301 (verder aange- duid als OSU), nr. 1196; over de Holle- brug zie Damsté 1968,65. 6. Heeringa 1924,63.
7. Het Utrechts Archief (HUA), Domka-
pittel, nr. 1441 en 1439 1-3. 8. De vroegste vermelding van de abdij is
in een oorkonde van paus Gregorius IX |
|||||||||||||||||||
182
|
|||||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||||||||
december 2001
|
|||||||||||||||||||
Niederr/icm 20 (1869) 261-368.
J.E. Kronemeijer, St.-Servaasabdij. Servatius
en Abstede: over de oorsprong van de Utrechtse St. -Servaasabdij en over de ge- ografie van zuidoost Utrecht in de Middel- eeuwen (Doctoraalscriptie Vrije Univer- siteit 1987). E.M. Kylstra, 'Oudwijk, riolering', Archeo-
logische en bouwhistorische kroniek van Utrecht over 1984, in: MOU58 (1985) 162-165. H. Lagers, 'De dertig hoeven in Oostveen',
in: JVfOL'(1992) 73-77. J.J. van Moolenbroek, 'De Stichting van cis-
terciënzer vrouwenkloosters in Neder- land tot 1300', in; Arc/i/ef voor de Ge- schiedenis van de Katholieke Kerk in Ne- derland 27 (1985) 169-2U. J.J. van Moolenbroek, 'Servatius en Johan-
nes. Over de vroegste geschiedenis van het Utrechtse vrouwenklooster van St. Servaas', in:/OL/1997,169-203. S. Muller Hz, 'De indeeling van het Bisdom',
in: J.G.C. Joosting en S. Muller Hz, ed.. Bronnen voor de geschiedenis der kerkelij- ke Rechtspraak in het bisdom Utrecht in de Middeleeuwen, Eerste afdeling, Il (Den Haag 1906). S. Muller Fz, De Middeleeuwse rechtsbronnen
der stad Utrecht i's Gravenhage 1883). S. Muller Fz en anderen, Oorkondenboek van
het Sticht Utrecht tot 1301 (Utrecht 1920- 1959). O. Oppermann, ed., Fontes Egmundenses
(Utrecht 1933). L.A. van der Tuuk, 'De natuurlijke
ondergrond van de stad Utrecht', in: Historisch Geografisch Tijdschrift, 14/1 (1996)11-23. O.M.D.F. Vervaart, 'Waar stad en platteland
elkaar ontmoeten. Tolsteeg, een Utrechts buitengerecht in de vijftiende eeuw', in: /OU 1990,39-57. J.M. van Winter en A.L.P. Buitelaar, 'Nog-
maals de dertig hoeven in Oostveen', in: MO(;(1992) 124-125. J.M. van Winter en A.L.P. Buitelaar, 'Stad
en veen in Utrecht, toegelicht aan de ge- rechten Oostveen en Herbertskop', in: /OU 1988,9-34. |
|||||||||||||
ster, voortgekomen uit de oude do-
meinorganisatie van de Utrechtse kerk (vriendelijke mededeling Bram van den Hoven van Genderen); OSU nr. 942; oorkonde uit 1291: OSU nr. 2471. 15. Oorkonde uit 1164: OSU nr. 442; oor-
konde uit 1174: OSU nr.481. 16. HUA, Domkapittel, nr. 2380.
17. Acket 1952,9. Voor de opgraving in de
Museumlaan zie: Kylstra 1985,164. 18. Van Winter en Buitelaar (1988,9-34)
stellen dat de ontginningsbasis van het veen niet de Hoofddijk, maar de Gagel- dijk is. Hiertegen zijn steekhoudende bezwaren ingebracht door Lagers (1992,73-77). Een reactie hierop werd door Van Winter gegeven in 1992,124. Zie ook de argumenten van Gottschalk (1956,207-222) ten gunste van de Hoofddijk als ontginningsbasis. 19. Over Compostel zie Dekker 1983,415
enDamsté 1967,40. 20. De akte van de hofstede Goudoever in:
HUA, Domkapittel, nr. 1439 a-1. Voor de rivierloop binnen de stad zie: Van derTuuk 1996, 18. Voor Boeltjeskamp enGerezie: De Bruijn 1994,317. 21. Immink 1942,373-375; Muller 1906,362.
Voor de oorkonde uit 1337, zie Muller 1883,54. Het getuigenverhoor in HUA, Domkapittei, nr. 1058 en de pachtbrief uit 1535 in ibidem, nr. 1439 a-5. |
(Utrecht 1982).
M.W.J. de Bruijn, Husinghe ende hofstede,
een institutioneel-geografische studie van de rechtspraak over onroerend goed in de stad Utrecht in de Middeleeuwen (Utrecht 1994). P. Buringh en W. van der Knaap, De bodem-
gesteldheid rond de stad Utrecht ("Wage- ningen 1952). M.P. van Buijtenen, 'De St.-Servatius-abdij
en Utrechts stadsuitleg', in: MOL'53 (1980) 40-43 en 50-54. P.H. Damsté, 'Compostel in Utrecht', in:
/OL/1967,27-52. P.H. Damsté, 'Rijnsweerd en de Hoelre-
brug', in: M0U41 (1968)62-66. C. Dekker, Het Kromme Rijngebied in de
Middeleeuwen, een institutioneel-geo- grafische studie [Utrecht 1983). M. Donkersloot-de Vrij, Kaarten van
Utrecht. Topografische en thematische kartografie van de stad uit vijf eeuwen (Utrecht 1989); J.J. de Geer van Oudegein, Het oude Trecht
als oorsprong der stad Utrecht (Utrecht 1875). M.K.E. Gottschalk, 'De ontginning der
Stichtse venen ten oosten van de Vecht', in: Tijdschrift van het Koninklijk Neder- lands Aardrijkskundig Genootschap, twee- de reeib 73 (1956) 207-222. K. Heeringa, 'Bijdrage tot de oude geschie-
denis van de stad Utrecht en haar naaste omgeving', in: JOU 1924,55-70. P.W.A. Immink, 'De stadsvrijheid van
Utrecht', in: Opstellen aangeboden aan Prof Jhr. Dr. D.G. Rengers Hora Siccama 1906-^942 (Utrecht 1942) 314-434. P.W.A. Immink, 'Iets over den Rijnloop in
Utrecht', in: MOU19 (1946) 53-60; ). (J.G.C. Joosting?), ed., 'Een necrologium der St.Servaas-abdij te Utrecht', in: Archief voor de Geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht27 {m\) 104-175. F. Kelner, 'De ligging van het oudste
leprozenhuis bij Utrecht', in: JOU 1951, 27-34. H. Keussen, ed., 'Chronicon monasterii
Catnpensis ordin. Cisterciensis', in: An- nalen des Historischen Vereins für den |
||||||||||||
Literatuur
JOU = Jaarboek Oud- Utrecht,
MOV = Maandblad Oud- Utrecht N.M. Acket, 'Ligging en grenzen van
Utrecht', in:/OU 1950,77-123. N.M. Acket, 'Het veen ten oosten van
Utrecht', in: MOLf25 (1952) 9-14. G. Bakker en T. Hoekstra (red.). Het stenen
geheugen, 25 jaar archeologie en bouw- historiein utrecht (Utrecht 1997). Johannes de Beke, Chronographia, H. Bruch
ed., (Den Haag 1973). H.J.A. Berendsen, De genese van het land-
schap in het zuiden van de provincie Utrecht, een fysisch-geografische studie |
|||||||||||||
18}
|
|||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
|||||||||||||
december 2001
|
|||||||||||||
'Geen enkel liefdewerk is hem vreemd'
De andere kant van Jan Jongerius
|
||||||||||||||||||||||
Het artikel over de Utrechtse ondernemer jan jongerius in het augustusnummer van
dit tijdschrift heeft vele reacties opgeroepen. Uit de hier opgenomen bijdrage blijkt dat Jongerius ook een belangrijke rol speelde in het Rijke Roomse leven in de stad Utrecht. |
||||||||||||||||||||||
Ton H.M. van Schaik
|
||||||||||||||||||||||
Historicus, publicist en oud-rcdactcur van
Oud-Utrccht |
||||||||||||||||||||||
Janjongerius Een succesvolle utrechtse in-
(midden voor)met dustrieel, die aan het Merwede- mede-leden van de kanaal zijn autobedrijf had en DerdeOrdevan met zijn grote gezin een SintFranciscus droomhuis bewoonde, waarin 3juni 1934 zich bij tijd en wijle, bijvoor- Foto; He( [7frec/i(s beeld bij het zilveren huwelijks-
Archief feest in 1939, Hollywood-achti-
ge tonelen afspeelden. Dat is het beeld dat Bettina van San- ten schetst van Jan Jongerius. Zij besteedt in haar artikel voor- al aandacht aan de bouwge- schiedenis van het opvallende, nog steeds bestaande woon- huis aan de Kanaalweg en de daarin ostentatief ten toon ge- spreide welvaart, waarvan we dankzij de sprekende foto's uit |
het Utrechts Archief een goede
indruk krijgen. Het ging hier overigens om een eenmalige gelegenheid, waarvoor kenne- lijk alles uit de kast was ge- haald. Voor het overige waren deze vrolijke en mondain ogen- de feestgangers - van afkomst roomse tuinders - hardwerken- de en zeer godsdienstige men- sen, die leefden voor hun be- drijf en in hun vrije tijd allerlei sociale functies bekleedden. Zo'n man was ook Frans van Seumeren, kerkmeester van de Gerardus Majella, op de hier nogmaals afgedrukte foto te zien (met strikje) in gezelschap van Klaas van Kraaij, broer van |
|||||||||||||||||||||
mevrouw Jongerius, hovenier
op de Helling en bestuurder van de Gertrudis-parochie in de Ri- vierenwijk en later van de St. Jan de Doper op Hoograven. Tussen deze vermogende katho- lieke families kwamen later meer huwelijken tot stand: twee jongens Van Seumeren, Jan en Frans, trouwden met meisjes Jongerius, respectieve- lijk Toos en Truus. Terzijde: een zoon van Jan, Frans van Seume- ren, bestuursvoorzitter van het hijsbedrijf Mammoet, was on- langs internationaal in het nieuws bij de opzienbarende berging van de gezonken Russi- sche atoomonderzeeër Koersk. |
||||||||||||||||||||||
184
|
||||||||||||||||||||||
%
|
||||||||||||||||||||||
vereniging OudUtrecht
|
||||||||||||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||||||||||||
De foto's opnieuw bekeken
Bij die incidentele en on-Utrecht-
se glamour raal<t een andere kant van Jan Jongerius, ook be- kend als 'Jan de Sok'- de familie was rijk gesorteerd in bijnamen - wat in de schaduw. Zo was de succesvolle zakenman met zijn Amerikaans geïnspireerde resi- dentie en zijn Nederlandse impe- rium van benzinestations en vrachtwagens onder meer lid van de Derde Orde van Sint Fran- ciscus. Dat was een lekenbewe- ging van franciscaans georiën- teerde katholieken, die de bele- ving van de armoede en de so- berheid hoog in het vaandel droegen. Er zijn foto's van de plaatselijke afdeling waarop Jon- gerius prominent te zien is, in zijn hand de onafscheidelijke si- gaar met eigen bandje. Die Der- de Orde-afdeling was onderdeel van het rijk geschakeerde vere- nigingsleven in de Antonius- parochie aan de Kanaalstraat. Van die parochie was Jan Jonge- rius een morele en financiële steunpilaar. Een van de foto's, afgedrukt in
het augustusnummer van Oud- Utrecht en hier opnieuw te zien, vraagt onze bijzondere aan- dacht. We zien het echtpaar Jon- gerius op zijn 25-jarig huwelijks- feest aan een feestelijke tafel, met aan weerskanten twee gees- telijken, de beide oudste zoons van het echtpaar. Links, naast zijn moeder, in het schilderachti- ge witte tenue met de rode fez van de Missionarissen van Afrika - beter bekend als de 'witte pa- ters' - zit de oudste zoon Jos (dus geen oom, zoals het bijschrift in het augustusnummer vermeldt). Hij was net priester gewijd en zou direct na het feest naar zijn missiegebied vertrekken. Hij is |
|||||||||||||
Frans van Seumeren
en Klaas van Kraaij |
|||||||||||||
overleden in 1980. Rechts, naast
vader, zit de tweede zoon Wim (W.J.), in de zwarte soutane van de bisdomgeestelijkheid. Hier is hij nog grootseminarist van Rij- senburg. Hij zou in 1941 priester worden gewijd, werd in 1958 be- noemd tot (bouw)pastoor van de Emmanuelparochie in Zutphen en overleed in 1989. Naast de |
|||||||||||||
witte pater zit de oudste dochter,
Aletta (met bril), die met haar broer in gesprek is. Dat zou niet zonder gevolgen blijven, want zij trad in bij de witte zusters, bracht net als haar broer haar werkzame leven door in Tanza- nia, en woont nu, oktober 2001, in een verzorgingshuis in Drie- bergen. Een jonger zusje werd |
|||||||||||||
185
|
|||||||||||||
vereniging Oud*Utrecht
|
|||||||||||||
december 2001
|
|||||||||||||
'Geen enkel liefdewerk is hem vreemd'
De andere kant van Jan Jongerius
|
||||||
vereniging Oud • Utrecht J^
|
||||||
december 2001
|
||||||
franciscanes van Heythuizen. Op
de andere familiefoto (pagina 99 in voornoemd nummer) is Aletta te zien in religieus habijt, met witte kap, naast haar moeder. Die foto is van enkele jaren na 1939, misschien van het priester- feest van Wim in 1941. Mevrouw Jongerius, moeder van tien zo- nen en dochters en tenslotte grootmoeder van 53 kleinkinde- ren, heeft haar man vele jaren overleefd en is gestorven in 1974. Van de tien kinderen Jongerius zijn anno 2001 nog drie dochters in leven. Een onderscheiding voor
Jan Jongerius Nu terug naar de pater familias,
Jan Jongerius, het gefortuneerde weldoenerstype uit de periode van het Rijke Roomse leven, die vanaf augustus 1929 tot aan zijn dood in 1941 (niet in 1942 zoals Bettina van Santen vermeldt) lid was van het kerkbestuur van de Sint-Antonius parochie. Het 25-ja- rig bruiloftsfeest en de vijftigste verjaardag van zijn kerkmeester was voor diens pastoor, B.Th. Ger- ritsen, die aan de Antoniuskerk verbonden was van 1933 tot 1939, aanleiding om een hoge kerkelij- ke onderscheiding voor hem aan te vragen. Hij besprak dat in okto- ber 1938 eerst met de aartsbis- schop, die hem vroeg zijn verzoek met redenen omkleed op papier te zetten. Hij deed dat beknopt in een brief aan mgr. De Jong, en la- ter uitvoeriger aan de man die op het bisdom zulke zaken adminis- tratief afhandelde, secretaris dr. J.Geerdinck.^ Deze laatste brief geeft een indruk van de vele acti- viteiten die Jongerius gedurende de jaren van de economische cri- sis, met haar grote werkeloos- heid, op charitatief en kerkelijk |
terrein gebied ondernam. Daar-
van hebben, naast allerlei privé personen, minstens drie rooms- katholieke parochies aan de west- kant van de stad - de Antonius, Gerardus Majella (Vleutenseweg) en Dominicus (Oog in Al) - gepro- fiteerd. De pastoor vermeldt zelfs dat Jongerius' milddadigheid lan- delijk bekend was. Voor het overi- ge spreekt het epistel voor zich, reden om het hier volledig en on- gewijzigd, dus in de spelling en met de overvloedige hoofdletters van Gerritsen, op te nemen: |
|||||||||||
Utrecht, 15/11/1938 R.D.^
|
||||||||||||
Hierbij zend ik u de noodige inlichtingen: Naam: Joannes Josephus Jongeri-
us. Hij is dit jaar 50 jaar geworden en is in Febr. 1939 25 jaar getrouwd. Hij is lid van het R.K.Kerkbestuur en van de Vincentius -Vereeniging v.d.
St. Antoniusparochie. Hij heeft buitengewone verdiensten voor de Kerk, vooral zijn werk in de grond-exploitatie van ons kerkbestuur in 'Oog in Al' en aan de Vleutensche Weg is buitengewoon veelomvattend en met de grootste ijver en een schitterend succes is hij hiervoor voortdurend bezig. Voor de Armen: Nooit wordt er tevergeefs een beroep gedaan op zijn milddadigheid, die alom in den lande bekend is. Hij steunt verschillende behoeftige Priesterstudenten, geeft ontzettend veel voor de Armen, helpt voortdurend met zijn raad en zijn geld behoeftige zakenmensen, die door de tijdsomstandigheden in moeilijkheden zijn geraakt. Hij bekostigt voor de St. Antonius en St. Gerardus Majella-Parochie een kleedingmagazijn, |
||||||||||||
i»7
|
||||||||||||
vereniging Oud-Utrecht
|
||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||
'Geen enkel liefdewerk is hem vreemd'
De andere kant van Jan Jongerius
|
|||||||||||||||||
Noten
1. De brief bevindt zich in het Utrechts
Archief, Archief van r.k. aartsbisdom Utrecht, nr.1150, St. Antonius. 2. Atl<ortingvan Rcvvrciuk Dominc,
F.erwaartie Heer. 3. B.Th. Ccrritsen (Bergh 1884 - Okien-
zaai 1957) was van 1933 tot eind 1939 pastoor van de St. Antoniuskerk te Utrecht. Daarna is de parochie op Lombok van de seciilieren overgegaan naar de paters dominicanen, in ruil voor de sluiting van hun Dominicus- kerk aan de Mariaplaats. (ierritsen werd toen pastoor van de St. Plechel- mus in Oldenzaal. 4. De Orde van {"iregorius de (iroto (f )r-
dinediSan Grcgorio Mcigno) is ingesteld door paus Grcgoriiis XVI in 1831 en door 1'ius X in 1905 vernieuwd. De orde kent drie graden: die van ridder, com- mandeur en grootkruis. 1 let teken is een achtpuntig kruis met allicelding van paus (iregorius de (Irote en het wordt gedragen aan een roodgeel lint. Het sta- tieportret bevindt zich in privé-bezit. 5. Anders dan Van Santen schrijft, is
volgens mondelinge informatie van familieziide voor de firma Jongerius in 1953 surseance van betaling aan- gevraagd, terwijl eerst in 1955 het faillissement is uitgesproken. |
|||||||||||||||||
waar onze Armen schoenen, onderkleeding, sloopen, lakens, dekens, ba-
bygoed, en ook bovenkleeding kunnen bekomen. Hij is een voorbeeldig werkgever: Nog pas heeft hij zijn gehele Personeel in de gelegenheid gesteld op zijn kosten een Retraite te maken en heeft zoo vier Retraites, telkens van 65 personen, alleen geheel gevuld. Hij geeft zeer veel voor de Missie's en voor de Missionarissen. Kortom geen enkel liefdewerk is hem vreemd en altijd is hij bereid hulp te bieden, onverschil- lig door wie deze gevraagd wordt. Hij zelf en geheel zijn Gezin is buiten- gewoon godsdienstig. Hij heeft een gezin van 10 kinderen waarvan twee jongens zich voorbereiden voor het H. Priesterschap en twee meisjes reli- gieuzen hopen te worden. Zijn goedheid en milddadigheid is bekend ook buiten Utrecht en er wordt dan ook voortdurend gebruik van gemaakt. Me dunkt, hier vindt Ge stof in overvloed en een ieder zal overtuigd
zijn, dat deze hooge Onderscheiding ten volle verdiend is. Bij voorbaat U dankend. Met vriendelijke groeten. |
|||||||||||||||||
B. Gerritsen. P.-^
|
|||||||||||||||||
De verdienstelijke kerkmeester
heeft zijn hoge pauselijke onder- scheiding, Ridder In de Orde van Gregorlus de Grote, inderdaad ge- kregen. De parochie (of de gedeco- reerde zelf?) heeft er het Vaticaan, dat van zulke dingen leeft, ƒ 500,- taxa voor betaald. De trotse drager heeft er maar kort van kunnen ge- nieten, want hij overleed al op 27 |
april 1941. Toch was het een goede
investering. Jan Jongerius heeft een groot statieportret laten schil- deren, waarop hij ten voeten uit in het gala-uniform van zijn ridder- schap, compleet met zwaard en steek, is afgebeeld. Hij is ook in dit uniform begraven.4 Veertien jaar na zijn dood zou zijn bedrijf ten onder gaan.5 |
||||||||||||||||
i88
|
|||||||||||||||||
vereniging Oud Utrecht
|
|||||||||||||||||
december 2001
|
|||||||||||||||||
; ".w '.-isws.'-ij»-; #«tss.s
|
||||||||
Jan Jongerius in
zijn ridderuniform Foto: door W. Abstede uitprivé- bezit |
||||||||
189
|
||||||||
vereniging Oud Utrecht
|
||||||||
december 2001
|
||||||||
Literatuursignalement
|
||||||||||||
Anneke Jansen, Het Utrechts Archief
|
||||||||||||
Dagboek voor New York: brieven van
een zestienjarige uit bezet Nederland aan een joods meisje in Amerika I Maarten Reinink; ingeleid en toege- licht door Wessel Reinink; [met pot- loodtek. van Maarten Reinink; onder red. van Wessel Reinink ; eindred. Eric Strijbos]. - Bussum : Thoth, 2001. - Uitgegeven op initiatief van de Stichting G. Ribbius Peletier Jr. tot behoud van het Landgoed Llnscho- ten.-ISBN 90-6868-281-4 Het dagboek van Maarten Reinink, 16-jarige scholier van het Baarnsch Lyceum uit de periode augustus 1944 - mei 1945. Het is geschreven in de vorm van brieven gericht aan Fredy van der Rijn, een joodse vriendin uit zijn lagere schooltjd. Maartens moeder was de jongste dochter van de in Utrecht wonende eigenaar van het Landgoed Linscho- ten, G. Ribbius Peletier. Het meren- deel van het dagboek is geschreven in het Jachthuis te Linschoten. Geschiedenis als ambacht: oudheid-
kunde in de Gouden Eeuw.- Arnoldus Buchelius en Petrus Scriverius I Sand- ra Langereis. - Hilversum : Verloren, 2001; Proefschrift Universiteit van Amsterdam. Tevens verschenen als deel 37 van de Hollandse Studiën. - ISBN 90-70403-48-X Dit boek brengt het historische am- bacht van Buchelius en Scriverius in kaart: hun werk als verzamelaars en onderzoekers van bodemvondsten uit de Bataafs Romeinse tijd, monu- mentaal erfgoed zoals kerken en kloosters, middeleeuwse archief- stukken en oude annalen en kronie- ken. Werpt een nieuw licht op de politieke motivatie van geschiedbe- oefening in de Gouden Eeuw. De gevangenis aan het Wolvenplein
I Bettina van Santen. - Utrecht: Stichting De Plantage: 2001; 127 biz.; ISBN 90-77030-02-6 |
||||||||||||
Geschiedenis van de in 1856 geo-
pende Utrechtse gevangenis die in de loop der tijden vele verbouwin- gen zou ondergaan om te voldoen aan nieuwe eisen met betrekking tot de detentie van gevangenen. Het gebouw, inmiddels een Rijks- monument, is na een ingrijpende restauratie en renovatie eind 2001 opnieuw in gebruik genomen. Kennis als opdracht. De Universiteit
Utrecht 1636 - 20011 Hervé Jamin. - Utrecht, Matrijs, 2001; 224 bIz.; ISBN 90-5345-188-9 Rijk geïllustreerde, compacte ge-
schiedenis van een instituut dat al bijna vier eeuwen een belangrijk stempel drukt op het leven in de stad Utrecht. Over de voorloper van de universiteit, de Middeleeuwse il- lustre school, het aanvankelijk eli- taire karakter van het docenten- en studentengezelschap, de groei van wetenschappelijk onderzoek in de 19e eeuw en de enorme toename van het aantal studenten in de laat- ste decennia van de vorige eeuw. Utrechts vuil. 125 jaar reinigings-
dienst I Ingrid Jacobs. - Utrecht, Ma- trijs, 2001; Historische Reeks Utrecht deel 32. - ISBN 90-5345-196-X Over de toenemende aandacht voor vuilverwijdering en de steeds grote- re verscheidenheid aan manieren om de stad schoon te houden. Het Utrecht van C.C.S. Crone I Frans
Crone. - Baarn, De Prom, 2001. - ISBN 90 6801-767-5 'Wandelbare' biografie van de in Utrecht gewortelde schrijver Crone (1914 -1951) door zijn jongste zoon. De vijf wandelingen voeren langs lo- caties die een belangrijke rol speel- den in Crone's leven. Bij dezelfde uitgever is ook zijn verzameld werk opnieuw uitgebracht [De schuif- trompet). |
||||||||||||
Verkrijgbaar bij boekhandel of uitgeverij:
Soest, Hees en De Birkt van de acht-
ste tot de zeventiende eeuw I Jan H.M. Hilhorst en Jos G.M. Hilhorst. - Hilversum : Verloren, 2001. - ISBN 90-6550 652-7 Studie over de geschiedenis van
Soest sinds de Germaanse oor- sprong, gebaseerd op niet eerder gepubliceerd bronnenmateriaal. Ingedeeld in drie perioden: tot ca. 1000, van 1325 tot 1550 en de perio- de na 1550. Soest onder vuur I Geke van de
Merwe-Wouters ; [eindcorrectie J. van der Meulen]. - Muiderberg : Loreiax Productions, 2001. Om- slagtitel: Soest onder vuur 1939 tot en met 1945. - Met overzicht van genoemde personen. Uitgegeven in opdracht van Boekhandel Van de Ven te Soest. - ISBN 90-76254- 27-3
Verslag van gebeurtenissen tij-
dens de periode 1939-1945 in Soest aan de hand van interviews met (oud-)inwoners. Tevens beschrijft de auteur hoe haar vader, domi- nee Sietse Wouters de mensen in Soest opving en verder hielp. Gezigten aan De Rivier de Vecht .-
Petrus Josephus Lutgens / Lutgers 24 Augustus 1808 - ig April 1874 I samenstelling A.J.A.M. Lisman, E. Munnig en H.W.M, van der Wyck. - [S.I.] : Stichting Nederlandse Bui- tenplaatsen en Historische Land- schappen; Oudheidkundig Ge- 100 nootschap Niftarlake ; Alphen aan den Rijn : Canaletto/ Repro-Hol- land, 2001. - ISBN 90-6469762-0 Boek bevat reproducties van alle tot nu toe gevonden orignele aquarellen en olieverfschilderijen van de hand van P.J. Lutgers (1808-1874), alle in de Vechtstreek gesitueerd. |
||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||
Herstel van historische voetpaden
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MARTINE BuSZ & HÉLÈNE HiNE, LANDSCHAPSBEHEER UTRECHT
Historische voetpaden zijn zichtbare overblijfselen van de vroege-
re bewoners van ons land. Vele daarvan hebben hun functie ver- loren en zijn vaak letterlijk 'weg' uit het landschap. Door de groeiende belangstelling voor de rust, kleinschaligheid en de com- binatie van cultuurhistorie en natuur op het platteland komen historische paden weer tot leven. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
, !
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pt!:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Landschapsbeheer Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sche linten door het landschap,
die, waar ze nog bestaan, erg tot de verbeelding spreken. De komst van de auto en de trac- tor brachten grote veranderin- gen teweeg. Nieuwe verharde en verbrede wegen vervingen de voetpaden. Veel zogenaamde 'binnendoorpaden' werden over- bodig, omdat verplaatsing langs de nieuwe wegen sneller ging. Een groot aantal, tot die tijd be- langrijke paden en landwegen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tot de jaren dertig verplaatsten
de meeste Nederlanders zich te voet, per fiets, met paard en wa- gen of per boot over het water. Van gemotoriseera verkeer was vrijwel nog geen sprake. De be- slaande voetpaden, zoals kerke- paden, jaagpaden en tiendwe- gen verbonden oude boerderijen en dorpen met elkaar. Hoewel meestal nogal smal, voldeden deze paden aan de toen gelden- de normen. Ze vormden histori- |
raakte in verval. Door ontginning
van heidevelden en hoogveenge- bieden, aanleg van bossen en uitbreidingen van steden en dor- pen verdwenen nog eens talrijke cultuurhistorische weggetjes. Zichtbaar maken van
historische voetpaden Landschapsbeheer Utrecht wil
het bestaan van die paden en het eigen karakter van de betreffen- de gebieden in de provincie op- |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lommerijk pad
tussen Driebergen en Bunnik |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
191
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vereniging Oud<Utrecht
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een stuk of twintig oude eikenbo-
men aan de rand van een weiland het enige overblijfsel van dit pad. Op initiatief van de Stuurgroep Kromme Rijnlandschap is het en- kele jaren geleden weer in oude glorie hersteld. Over een lengte van 960 meter is een strook van 12 meter breedte van het weiland ingericht met beplanting en een onverhard pad, net zoals het vroe- ger was. Een oude route en tege- lijk een oud landschapselement is weer zichtbaar in het landschap. Natuurlijk kon dit herstelproject alleen worden uitgevoerd met de vrijwillige medewerking van de agrariër die de grond in eigen- dom had en heeft gehouden. De waarde van de grond is voor en na de uitvoering getaxeerd en het verschil is aan de eigenaar uitbetaald. Hij gebruikt het pad om bij zijn weilanden te komen. De grondeigenaar onderhoudt het pad en de beplanting, waar- voor hij een subsidiebijdrage ontvangt. Zo is in uitstekende harmonie een stukje geschiede- nis in het landschap weer zicht- baar geworden. In de gemeente Breukelen is een
kade hersteld, zodat die opnieuw ais wandelpad gebruikt kan wor- den. De kade is een relict van twee Middeleeuwse afwaterings- kanalen, de Heicop en de Bijleveld. Tegenwoordig is de kade in eigen- dom van het waterschap. In over- leg met het waterschap is de kade opnieuw toegankelijk gemaakt voor voetgangers. Door kleine herstelwerkzaamheden en het plaatsen van klaphekken, omdat er nog schapen grazen, kan er weer gewandeld worden. Alleen in het broedseizoen is het pad af- gesloten. Het land tussen beide waterlopen is een broed- en rust- gebied voor eenden, ral, roer- domp, reiger en nog vele ander water- en moerasvogels. Binnen- kort gaat de kade zelfs deel uit- maken van de NS wandeltocht van Woerden naar Breukelen. Dit is de laatste aflevering in de serie
over kleine landschapselementen. |
|||||||||||||||||
Historische paden in Leusden,
Driebergen en Breukelen Het plan maakt deel uit van het
Actieprogramma Cultuurbereik 2001-2004 van de provincie Utrecht en met de uitvoering is dit jaar een begin gemaakt. In de gemeente Leusden is een pilot- project opgezet. Samen met de l-listorische Vereniging Leusden inventariseert Landschapsbeheer Utrecht alle oude paden in de ge- meente. Een projectgroep, met vertegenwoordigers van onder andere gemeente, grondeigena- ren en de historische vereniging, zal aan de hand van de resulta- ten de (on)mogelijkheden voor herstel onderzoeken. In andere gemeenten zijn al oude paden in ere hersteld. Zo is het oude lommerrijke weggetje van klooster Arca Pacis in Driebergen naar de tol bij Beverweerd terug. Tientallen jaren lang vormden |
|||||||||||||||||
Kade langs Hekop nieuw onder de aandacht bren-
gen. Het plan Zichtbaar mal<en van historisciie voetpaden richt zich op drie gemeenten, particu- liere grondeigenaren en recrean- ten. Bedoeling is een deel van de identiteit van het historische landschap te herstellen en waar mogelijk de historische weg- structuren nieuwe functies te geven. Bewoners, recreanten en toeristen kunnen dan weer, ver weg van snelweg en bebouwing, te voet het agrarische cultuur- landschap en de geschiedenis van een streek herontdekken. De paden zorgen daarnaast voor een betere toegankelijkheid van natuurgebieden en cultuurland- schappen. De omgeving komt in een geheel nieuw daglicht te staan. Als groene linten in het landschap zijn voetpaden ecolo- gisch, recreatief én cultuurhisto- risch interessant. |
|||||||||||||||||
192
|
|||||||||||||||||
%
|
|||||||||||||||||
Oud Utrecht
|
|||||||||||||||||
vereniging
|
|||||||||||||||||
december 2001
|
|||||||||||||||||
Agenda en berichten
|
||||||||||||
Presentatie Jaarboek 2001
Restaurant Goesting (voorheen
Bougainville) aan het Veeartse- nijpad 150 is op zondag 9 decem- ber om 16 uur de plaats waar het Jaarboek 2001 van de Vereniging Oud Utrecht wordt gepresen- teerd. Alle leden zijn welkom. Historisch café
Het Historisch Café op vrijdag 14
december verwelkomt de heer P. de Haan, directeur van het Uni- versiteitsmuseum als gastspre- ker. Hij gaat in op een aantal as- pecten van de rijke geschiedenis van de universiteit en het muse- um. Een maand later, vrijdag n janu-
ari, zal Loek Pastoor iets vertellen over de bunker op het Servaas- bolwerk, die, zoals we uit diverse berichten moeten opmaken, be- dreigd wordt in zijn voortbe- staan. Ter gelegenheid van het nieuwe jaar biedt het bestuur van Oud-Utrecht die middag een hapje en een drankje. Plaats en tijd van beide bijeenkomsten, zo- als gebruikelijk: 17 uur in Café 't Weeshuis, Domplein i5, Utrecht. Bezoek Steenkolen Handels
Vereniging De Steenkolen Handels Vereni-
ging (SHV) is een Utrechts fami- liebedrijf met een lange geschie- denis. Op donderdag 17 januari om 19.15 uur zijn leden van Oud- Utrecht welkom voor een bezoek en een dialezing op het adres Rijnkade 1 (hoek Mariaplaats) in Utrecht. Directiesecretaris, de heer Van
Klink, geeft informatie over de huidige activiteiten van de SHV, waarna twee oud-medewerkers iets vertellen over de Utrechtse en wereldwijde activiteiten in |
||||||||||||
het verleden. Koffie bij aanvang,
een drankje na afloop. Deelname is alleen mogelijk voor wie zich tevoren aanmeldt. Dat kan bij mevr. P. Vlot Werner (030) 220 26 08 of de hr. H. Luijs- terburg (030) 24416 49. Lezing Stichtse Lustwarande
Op dinsdag 19 februari om 20 uur
zal Catharina L. van Groningen in de Pieterskerk in Utrecht de jaar- lijkse Nicolaas van der Monde- lezing houden. Het onderwerp is de het leven op de Stichtse Lust- warande vanaf de 17e tot de 20e eeuw. Meer informatie volgt in het februarinummer. Hoogleraar Utrecht Studies
Op 23 juli 2001 is Dr. Renger E. de
Bruin benoemd tot bijzonder hoogleraar Utrecht Studies bij de Faculteit Letteren aan de Univer- siteit Utrecht. Hij is de opvolger van pionier Piet 't Hart. De tot- standkoming van de leerstoel is het werk van de Stichting Leer- stoel Utrecht Studies. Het be- stuur daarvan bestaat uit twee leden namens de Vereniging Oud-Utrecht (de heer H. Kern- kamp, tevens voorzitter van de stichting en mevrouw E. Erke- lens) en twee leden namens het Provinciaal Utrechts Genoot- schap van Kunsten en Weten- schappen (PUG). De twee leden namens Oud-Utrecht leggen over hun werk verantwoording af aan bestuuren ledenvergade- ringvan de vereniging. Genoemde stichting is in augus- tus 1995 opgericht om de benoe- ming van zo'n hoogleraar tot stand te brengen. De leerstoel heeft tot doel interesse te kwe- ken voor en onderzoek te stimu- leren naarde geschiedenis van de |
stad en de provincie Utrecht. De
invulling van het onderzoeks- en onderwijsgebied en de voorge- dragen kandidaat worden door de universiteit uitvoerig getoetst. Het bestuur ondersteunt verder de leerstoel in algemene zin en houdt zich onder andere bezig met de organisatie van de oratie waarmee het hoogleraarschap officieel ingewijd wordt. Oud- Utrecht en het PUG ondersteu- nen de leerstoel ook financieel. In het aprilnummer 2002 van dit tijdschrift valt een dubbel-inter- view met de nieuwe hoogleraar en zijn voorganger te verwachten. |
|||||||||||
193
|
||||||||||||
vereniging Oud>Utrecht
|
||||||||||||
december 2001
|
||||||||||||