-ocr page 1-

T T

-ocr page 2-

/ :

\' .f4

r-\' „ ■ ■

-ocr page 3- -ocr page 4-

\'^^•\'•.v \' r-- -, ■■ ■ i ■•\'■\'\'•■I\'d\'

> :s-f\' ; .

-ocr page 5-

A-

HET OPSPOREN

VAN

Antifebrine, Exalgine, Phenacetine en MetliacBtine

I.ANOS

MICROCHEMISCHEN WEG.

-ocr page 6-

< V ■

1

tv.-: ^

i

- * \'\' -

..........

\'-"■•.vn . .

-ocr page 7-

HET OPSPOREN

van

Antifebrine, Exalgine, Phenacetine en lethacetine

langs

Microclnemisclien wee.

PROEFSCHRIFT

ter verkrijging van den graad
van

DOCTOR IN DE ARTSENIJBEREIDKUNDE

AAN DB RIJKS-UNIVERSITEIT TE UTRECHT,

na machtiging van den rector magnificus

Dr. C. A. PEKELHARING,

lloool.kkuaar l.n l)k facui.tkit dkh okneeskundk,
volgkns hksi-uit van üen slinaat dkr univiiksitl-it

tkükn dk ukuknkingkn van 1)k
I^ACULTEIT DER ^IS- EN f^ATUURKUNDE
te verdedigen

op Maandag 14 December 1896, des namiddags te 4 uren,

dook

ROBERT JACQUES LEON HUBERT SCHOEPP

geboren te Maastricht. ✓\'^.Sliïi/o^

•S (JHAVKNlIAr.i;.
DK (JKliliOKDKRS VAN CLKKI",

-ocr page 8-

: y /ißiöiäsayumiî -n-1;:R;t!

i.: .

r ; :<! i ! ui\'is

-ijT\'v.\'r-Kvtïr;.\' -Ktr /rfçi • if v •!

M

Y\'.

-ocr page 9-

MIJNE pUDERS.

-ocr page 10- -ocr page 11-

Jan het officieele einde mijner arodewische loopbaan (/ekonien,
is het mij een aangename plicht,
?7, Hoo<j<jeJeerde Heeren,
Professoren in de faculteit der If^/x- en Natnurkiinde, mijn
oprechten dank te hetvigen rnor het onderwijs, dat ik van IJ
heb mogen genieten.

Vooral 2)ast wij een woord van warmen dank aan U,
Hooggeleerde
Wekkus Bkttink, Hooggeachte Promotor. Heeds
terstond hij mijne komst aan de Academie, werd ik door U
met bijzondere welwillendheid ontvangen, eene welwillendheid,
die ik des te meer op prijs leerde stellen, toen ik later, onder
Uwe onmiddellijke leiding, mijne studiën mocht voortzetten.
Uwe belangstelling en, niet het minst. Uw gewaardeerde steun,
mij, hij de bewerking van dit proefschrift , zoo ruimschoots
verleend, zullen mij steed,^ in dankbare herinnering blijven.

Ook gevoel ik mij verplicht i)i het bijzonder aan l\', Hoog-
geleerde
Wijsman, mijne erkentelijkheid tc betuigen voor de
hulp, die ik, bij de samenstelling van dit proefschrift, van U
mocht ondervinden.

-ocr page 12-

\' Vtyv ..........VM-i^V\'-

- ~ • \' \' • . • . \' < ■ . . J . i- \'4.

S

.<«>1»,li til

-ocr page 13-

INLEIDING.

Historisch ovorziclit.

Zooals bokeiul ia, diif^teokent het gebruik van den micros-
coop bij do clieniischo analyse reeds sedert lang. ^len denkc
slechts aan het opsporen van kaliuniverbindingcn met chloor-
platinawaterstofzuur; van natriumverbindingen met kaliumsti-
biaat; aan do haominekristailen, e. a. Toch lieeft men eerst
in de laatste jaren getracht, om dat gebruik meer algemeou
te maken, liet microchomiscli onderzoek blijkt, naarmate hot
verder wordt uitgewerkt, meer en meer aan do verwachting
te beantwoorden en zal in do toekomst geroepen zjjn, om in
vele gevallen, met groote besparing van tjjd en arbeid, do
qualitatiovo analyse te vervangen, l^ij haar ontstaan was dc^o
methode van onderzoek ocliter niet zoozeer eono microchemischo,
dan wol eeno microkristallografische. En geen wonder! liet
waren toch mineralogen, geen chemici, dio zich hot eerst
van don microscoop bedienden, om do uiterst kleine, in
gesteenten voorkomende, fragmenten van minoralen to oiuler-
zoeken.

Nadat reeds in 1800 IFauting, in het tweede deel van zijn

-ocr page 14-

werk „das Mikroskop", de kristalvormen van calciumcarbonaat,
calciumoxalaat en bariumsulfaat had beschreven, werd de
eerste krachtige stoot in deze richting, in 1877, gegeven door
Boricky. Dit onderzoek, hetwelk zich bepaalt tot die mine-
ralen, welke de meest verspreide gesteenten opbouwen, is
gekenmerkt door de groote eenvoudigheid der gevolgde methode.
De kleine fragmenten der mineralen worden door middel van
kiezelfluorwaterstofzuur uit de gesteenten vrijgemaakt, terwijl
datzelfde kiezelfluorwaterstofzuur tevens, behoudens zeer enkele
uitzonderingen, het eenige reagens is. Een splintertje van het
te onderzoeken mineraal, wordt op een met Canadabalsem
overtrokken voorwerpglaasje, in een droppel kiezelfluorwater-
stofzuur gebracht, Men laat nu gedurende 2—6 uren inwerken
en verdampen eu kan dan direct de kristallen der kiezel-
fluorwaterstofzure zouten, met den microscoop, bestudeeren.
Terwijl men volgens deze methode goede resultaten verkrijgt
waar het geldt kalium, natrium en calcium op te sporen,
minder goede voor lithium, magnesium, ijzer en mangaan,
was er toch een groot nadeel aan verbonden. Het algemeen
voorkomende aluminium toch, geeft aanleiding tot do vorming
van aluminiumfluoriden, die niet goed kristalliseeren, doch
in kristallijne korsten optreden en zoodoende bij do waarne-
ming der kristallen hinderlijk zijn.

Aan dit bezwaar werd 5 jaar later te gemoet gekomen door
Beurens. 2) Volgens zijne methode worden de mineralen ook
ontleed door fluorwaterstofzuur, doch \'do gevormde fluoriden
worden, door afdampen in een platinaschaaltje met zwavelzuur,

\') üoricky. Elemente einer neuen clieinisch-mikroskopischen Mineral-
und Gesteinsanalyse: Archiv iler naturwissenschaftliciien Landesdurch-
forschung von Böhmen. Dd. III. Prag, 1877.

1) Heiiuens. Mikrochemische Methoden. Verslagen en mededeelingen der
Kon. Akaä. v. Wetenschappen te Amsterdam. Natuurkundige afdeeling. 1882

-ocr page 15-

in de sulfaten omgezet. De verdampingsrest wordt dan met
water of zoutzuur uitgetrokken en volgens de gebruikelijke
methoden verder onderzocht. Het vraagstuk van het, tot
dusverre, moeilijk niicrochemisch aantoonen van aluminium,
werd ook door
Behrens opgelost, doordien hij voorstelde de
aluminiumverbindingen om te zetten in caesiumaluin, die in
prachtige octaëders kristalliseert.

In de volgende jaren verschenen verschillende mededeelingen
van
Streng. Door hem werd de microchomische methode
uitgebreid tot vele, tot dusverre nog niet behandelde elo-
menten, en word de microchemischo techniek met vele, ver-
nuftig uitgedachte, handgrepen verrijkt. Toch blijven ook bij
hem de morphologische en physische kenmerken nog de
hoofdzaak, en zou men van zijn arbeid veeleer kunnen zeggen,
dat hij de microchemische eigenschappen der stoffen gebruikt
als aanvulling van het microscopisch onderzoek der minoralen.
Zeer eigenaardig is zijne methode waar hot geldt om van
een mineraalschilfortje slechts oon bepaald gedeelte te onder-
zoeken. Hot schilfertje wordt op een voorwerpglaasje in moei-
lijk smeltbaren Canadabalsem gebracht. Daaroverheen legt hij
oen dekglaasjc, waarin, door middel van üuorwaterstofzuur,
oen klein gaatje is gemaakt. Dit dokglaasjo wordt zoolang
verschoven, totdat hot gaatje zich juist boven dat gedeelte
van den mineraalsplinter bevindt, dat men wil onderzoeken.
Nu wordt hot voorwerpglaasje verwarmd totdat do Canadn-
balsem uit het gaatje in hot dokglaasjo to voorschijn komt.
Na bekoeling wordt mot eon, in spiritus gedoopt, penseel,
de Canadabalsem uit het gaatje verwijderd. Zoodoende is dus

\') A. Streng. Hcrichto der obcrhcssischen Gcsclsdian für Natur- und
Ileilkumle. Bd. XXII und XXIV. Neues Jahrbucli für Mineralogie. iSSr» I,
1880 I. Vorder in zijno bewericing van de »/Anleitung zum ßestimincn der
Mineralien\'/ van Fucns.
Qiksskn, 1890.

-ocr page 16-

de mineraalsplinter aan alle kanten door Canadabalsem inge-
sloten, en alleen dat gedeelte, hetwelk zich onder het gaatje
in het dekglas bevindt, is voor de reagentia toegankelijk.
jS\'u wordt op de opening in het dekglas een droppel van een
of ander oplosmiddel gebracht en nadat dit eenigen tijd heeft
ingewerkt (desnoods nog een- of meermalen door een verschen
droppel is vervangen) wordt de oplossing door middel van een
kleine pipet opgezogen, op verschillende voorwerpglaasjes
verdeeld en verder onderzocht. Moet, als oplosmiddel, fluor-
waterstofzuur worden gebruikt, dan wordt het dekglaasje ver-
vangen door een dun plaatje van platina, waarin eveneens
een fijn gaatje is geboord.

IIaushofer ging wederom een stap verder. Na eene kleinere
mededeeling, waarin hij voorstelt de te onderzoeken mine-
ralen in een reageerbuisje met geconcentreerd zwavelzuur te
behandelen en den aard der zich, uit dezAvavelzureoplossing,
afscheidende sulfaten met den microscoop te bepalen, ver-
scheen van zijne hand een boek, getiteld: i\\[ikroskopische
Reaktionen. 2) Op een reeds veel grooter aantal elementen,
dan tot nu toe geschiedde, werden door hem microchemische
reacties toegepast. Op den titel van liot boek afgaande, zou
men ook\' hier wederom verwachten meer een inicrokristallo-
grafisch, dan een microcliemisch werk voor zich te liebben.
Eene nadere bestudeering leert ecliter, dat do inhoud, lioowel
ook hier nog een groot gewicht aan de optische verschijnselen
wordt gehecht, toch reeds een meer chemisch karakter draagt.
Zelfs beijvert hjj zich, zooals hij ook in do voorrede zegt,
door hot geven van zooveel en zoo volmaakt mogelijke teeke-

\') Sitzungsbcr. .1. Bayr. Akad., 1885, S. 403.

i) K. IlAUsiiOFEn. Mikroskopische Hcaktionon. Kine Anleitung znr\'Kr-
Ttennnng verschiedener lilemcntci und Verbindungen unter dorn Mikroskop,
als SiippleitR\'Ml. -#11 den Methoden der (pKilitativuii Aniilyse. München, IHHr),

-ocr page 17-

ningen, te gemoet te komen aan het gebrek aan oefening in
de microkristallografische optiek des onderzoekers. De door
hem gevolgde methode is de gewone, dat nl. bij voorkeur
zulke reacties worden gekozen, waarbij de grootste en de
meest volkomen gevormde kristallen ontstaan.

Het een jaar later verschenen werk van Klément en Renaro \')
is het beste met het vorige te vergelijken. ïlet geeft eon goed
overzicht der reeds toegepaste reacties, zonder evenwel nieuwe
gezichtspunten aan te bieden.

Op oen geheel ander standpunt plaatst zich Lehmann.
Do door hem gevolgde methode bestaat hierin, dat men de
te onderzoeken stof vergelijkt mot oen andere, waarvan de
samenstelling bekend is. Dit geschiedt dan door to bepalen of
do beide stoffen bij dezelfde temperatuur smelten, gelijke
oplosbaarheid in hetzelfde oplosmiddel bezitten, of de kristallen
der onbekende stof homogeen verder groeien in do smeltmassa
of do verzadigde on vordamponde oplossing dor bekende stof,
enz. In do inleiding noemt hij zijne methode dan ook „ver-
gleichende Kristallanalyse ". Alhoewel doze methode in sommige
gevallen grooto voordoelen aanbiedt, en snol en zeker tot het
doel voert, zoo is toch do uitvoering meestal zóó gecompli-
ceerd, vordert zij eene zóó grooto mato van oefening en
bovendien een, op geheel bijzondere wijze uitgerusten micros-
coop , dat men zich, bij den togenwoordigen stand der micro-
chomie, er slechts hoogst zelden van zal bedienen.

Vorder mogen hier nog worden vormold oenige kleinere
modcdeelingon van onze landgonooton; van
L. C. Schrokder
van der
Kolk , over hot microchemisch aantoonen van

\') C. Klémknt ct A. uiinaiu). Uéiiclions microcliimiques cristiiux ct
leur application en analyse qualitative. IJruxelles, 188G.

0. Lkiimann. Die Ivristallanalyso oiier tlie cheinischu Analyse liurch
neobachtiing ilor Ivristallbililiing mit Hülfe des .Mikroskops. Leipzig, 1891.

-ocr page 18-

nikkel, over dubbel verbindingen van aniline met metaal-
zouten en van G.
Romijn , over het aantoonen van form-
aldehyde.

De grootste verdienste op dit gebied komt ontegenzeggelijk
toe aan prof.
H. Behrens. Na verschillende mededeelingen
in de annalen der Polytechnische School te Delft en in andere
tijdschriften, verscheen in 1895 van zijne hand het hoogst
belangwekkende werk: „ Anleitung zur mikrochemischen
Analyse". Iedereen, die in dezen arbeid eenigszins dieper
doordringt, zal met bewondering worden vervuld over de
rustelooze werkzaamheid van dozen onderzoeker, zal worden
getroffen door de scherpzinnigheid, waarmede do talrijke
reacties werden gekozen en tot in de kleinste bijzonderheden
werden uitgewerkt. Aan hem vooral is het te danken, dat
deze methode van onderzoek thans terecht den naam van
„microcïmnische^^ mag dragen. Zeer eigenaardig is hetgeen
hij hieromtrent op blz. 4-5 van bovengenoemd werk zegt en
ik kon dan ook niet weerstaan aan do bekoring, om dit citaat
hier in zijn geheel over te nemen: „Die Zurückhaltung der
Chemiker (nl. van de toepassing van microchemischo reacties)
ist wohl in erster Linie auf dio vorgefasste Meinung zurück
zu führen, dass für mikrochemische Arbeiten eine lange Lehr-
zeit in dem Gebrauch des Mikroskops unerlässlich sei, dass
man ohne dieselbe in Gefahr komme auf Irrwege zu geraten,
aus denen man sich nur durch umständliches Probioren und

\') L. C. SciiROEDER v. d. Kolk. Beitrag zur mikrochemischen Aufllndung
von Nickel. Zeitschrift für wissenschaftl. Mikroskopie und für mikroskopische
Technik. Bd. X, 1893. S. 451-453.

ä) L. C. SciiROEDER v. d. Kolk. Doppelverbindungcn von Anilin mit
Metallsalzen. Fresenius\' Zeitschrift für analytische Chemie. Jahrgang XXXV,
S. 297-305

G. Romijn. Over het aantoonen van Formaldehyde. Nederl. Tijdschrift
voor Pharm., Chêmie en Tox., Jaargang 1895.

-ocr page 19-

mit viel XJeberlegung wieder zurecht findet, und sodann auf
die UnVollständigkeit und Mangelhaftigkeit der Reaktionen.

„Die Bemerkungen von 0. Lehmann über dio Unzuverlässig-
keit Mikroskopischer Beobachtungen an Krystallon sind nicht
ohne Bedeutung für die Beurteilung mikrochemischer Reaktionen.
Ohne Zweifel ist die Messung von Krystallwinkeln unter dem
Mikroskop mit mehr als einer Fehlerquelle behaftet. Ebenso
ist nicht zu leugnen, dass die Bestimmung der optischen
Konstanten mikroskopischer Krystalle eine missliche und in
vielen Fällen auch eine rccht lästige Aufgabe ist, welche dio
Geduld des Arbeitenden auf eine harte Probe stellen kann.
Durch eine ungewöhnliche Lage und durch ungünstige Beleuch-
tung eines mikroskopischen Krystalles kann die Deutung des
mikroskopischen Bildes ausserordentlich erschwert werden. Li-
dessen beruhen alle diese Einwände auf morphologischen
Schwierigkeiten; sie verlieren viel von ihrem Gewicht, sobald
man statt der morphologischen Kennzeichen vor allem die
chemischen Eigenschaften ins Auge fasst und hiermit eino
mikrochemische an Stelle der mikroskopischen Analyse. Wären
dio mikrochemischen Reaktionen von Chemikern erdacht imd
ausgearbeitet worden, statt dass dio Anregung und erste Verwirk-
lichung dieses Gedankens von ^[ikropotrographen ausgegangen
ist, so wären Form und Flächenwinkel der Krystalle sicherlich
nicht als Kennzeichen ersten Ranges aufgestellt worden. Sollen
alle Elemente in den Bereich der mikrochemischen Analyse
gezogen worden, so kommt dem
chemischen Verhalten der
Substanzen dio erste Stelle unter den Kennzeichen zu".

Van do hand van donzelfden schnjver bovindt zieh thans
nog tor porso eene „Anleitung zur mikrochemischen Analyse
der wichtigsten Organischen Verbindungen", waarvan reeds drio
afleveringen zijn versehenen. "Wat op dit gobiod wordt geleverd
overtroft do stoutsto verwachtingen, Voor den pharmaccut is

-ocr page 20-

vooral de derde aflevering hoogst belangrijk, daar zij, voor een
groot gedeelte, aan de behandeling der voornaamste alcaloïden
is gewijd, terwijl de tweede aflevering eene uitstekende hand-
leiding aanbiedt bij het onderzoek van vezelstoffen, en, behalve
door figuren in den tekst, door eenige tafels in fraaien kleuren-
druk wordt toegelicht.

Dit korte, historische litteratuuroverzicht moge worden
besloten met de vermelding der „Botanische microchemie".
Reeds lang, voordat de microchemie in eenigen anderen tak
van wetenschap toepassing had gevonden, hadden de botanici
geleerd, chemische agentia te gebruiken om verschillende
plantenstoffen onder den microscoop aan te toonen. Begonnen
met de ontdekking van
Stromeyer , dat de zetmeelkorrels met
iodium eene blauwe kleur aannemen, breidde deze metliode
zich allengs meer en meer uit. ]\\[en leerde de verschillende
elementen, waaruit de plant is opgebouwd, de stoffen, die
tijdens het loven ontstaan, en hetzij als producten der stof-
wisseling, hetzij als reservemateriaal of anderszins in de
cel of in bijzondere holten, worden afgescheiden, langs micro-
chemischen weg opsporen, eene methode, die do volmaaktheid
nadert, bij de localisatie-onderzoekingen van den laatsten tijd.

Ten slotte zij nog vermeld, dat ook de zoölogie en do
bacteriologie zich van deze methode van onderzoek bedienen.
Men heeft hier echter niet met chemische verbindingen te
doen, doch do methode berust op het vermogen om verschillende
kleurstoffen rast te leggen, waardoor dan de weefsels en de
bacteriën onder den microscoop kunnen worden oiulersclieiden.

-ocr page 21-

Kort. ovcrziclii der niacrochomischo oinlorzookiiigoii.

Onder do talrijke, nieuwe gcneesniiddelon, die, voor het
grootste gedeelte, als epiienieriden van uit do laboratoria der
chemisclio fabrieken opduiken, om even snel weer spoorloos
to verdwijnen, behoort een groep van stoffen, die zich eene
meer blijvende plaats in dó geneeskunde hebben verworven.
Bedoeld worden eenige afgeleiden van aniline, en meer bepaald
do vier geacetyleerdo aniliden: Antifebrine, Exalgine, Pho-
nacetine en >[othacetino. Alvorens tot het overzicht dei- onder-
zoekingen omtrent deze vier aniliden over to gaan, mogooeno
korte beschrijving der stoffen vooraf gaan.

Aniifobrino.

Accotanilido Cg lig N < g\'ji^ qq

3 *

Roods hing vóóv dat AcoctiwUulo, onder den nnnni van
Antifebrine, door
Caun en llkvr \\u do geneeskunde wen\\ inge-
voerd, waa hot, als corpus cheniicum, bekend. Het word nl.
in 184B hot eerst bereid door
Gkuuardt, door inwerking van
acotylchloride op amidobcnzol.

c,II5 CII3COCl = C, N < ^^^^ (.Q

-ocr page 22-

10

Toen men later, nadat de antipyretische werking dezer
verbinding was gebleken, begon ze als geneesmiddel aan te
wenden, werd naar een meer eenvoudige bereidingswijze
gezocht, door de rest van azijnzuur direct in de amidogroep
van aniline te brengen. Deze bereidingswijze, die ook thans
nog wordt gevolgd, geschiedt door een mengsel van aniline
en ijsazjjn, gedurende een paar dagen, in een kolf met terug-
vloeier zóólang te koken, totdat al de aniline in Aceetanilide
is omgezet. De reactie verloopt volgens de formule:

Cg Hg N < g CÏÏ3 COOH = Ce Hs N < ^^^ ^^ H^ O.

Is dit punt bereikt, dan wordt gefractionnoerd gedestilleerd,
waarbij eerst het gevormde water en het, niet in reactie
getreden azijnzuur, overgaat, vervolgens bij 295° de zuivere
verbinding. Daarna wordt uit alcohol omgekristalliseerd.

Aceetanilide vormt kleur- en reuklooze plaatjes, met zijdo-
achtigen glans. Het is oplosbaar in 194 d. water van 15° en
in 18 d. kokend water, i) Het smeltpunt, dat volgens de
Pharmac. Nederl. Ed. III bij 120° ligt, geven andere onder-
zoekers op als 113°, terwijl het, volgens de laatste onder-
zoekingen\'van
Ritsert, 2) bij 114° ligt.

Als voornaamste reacties worden de volgende genoemd:

a. Aceetanilide wordt met oen ongeveer gelijke hoeveelheid
droog chloorzink verhit. Er ontstaat daarbij een gele
kleur (Flavaniline), met groene fluorescöntie.

b. Aceetanilide wordt met kaliloog gekookt. Vervolgens
houdt men boven de vloeistof een glazen staafje, waar-

\') Zie voor de oplosbaarlieid, ook van de drie overige aniliden, in de andere
oplosmiddelen, de tabel in de dissertatie van Dr. P. R
eynen, bh. 75-77.
Utrecht,
189G.
i) E. Ritsert. Pharm. Zeitung, 1890, blz. 306.

-ocr page 23-

11

aan een droppel Vjo chloorkalkoplossing hangt. De droppel
wordt spoedig geel, bij opvallend licht met violetten
weerschijn. Zet men het koken verder voort, dan wordt
de droppel violet.

c. 0.1 gram Aceetanillde wordt met 1 c.c. sterk zoutzuur
gedurende een minuut gekookt. Daarop worden 3 c.c.
water toegevoegd, daarna één droppel vloeibaar carbol-
zuur en vervolgens een 10 "/„ oplossing van chloorkalk.
Er ontstaat een uieiiroode kleur, die bij verzadiging mot
ammonia in indigoblauw overgaat (Indophenolreactie).

d. Verwarmt men Aceetanilide met natronloog en chloroform,
dan ontstaat do reuk van isonitrile.

e. Kookt men een weinig Aceetanilide met 1 c.c. sterk
zoutzuur en voegt men, na bekoeling, eenige druppels
versch chloorwater toe, dan ontstaat een korenblauwe
kleur, die allengs weer verdwijnt.

Kxalgino.

CII

Metliylaceetanilide Cg II5 N < qjj^ qq

Deze, aan Aceetanilide nauw verwante, verbinding werd
in 1874 door A. W. v.
JIofmann ontdekt en is in 1889 door
Bahdet en Dujakdin-Beaumetz in do geneeskunde ingevoerd.
Ter bereiding brengt men in oen kolf, mot terugvloeicr,
monomethylaniline en laat droppelsgewijzo acetylchloride toe-
vloeien. Er volgt oen heftige reactie volgons do formule:

Cfi Iln N < CJI3 COCl ^ C, n, N < ^^ ^ HCI.

Na liet eindigen der reactie, brengt men den kolfinhoud in
kokend water, waaruit, bij bekoeling, Exalgine uitkristallisoort.

-ocr page 24-

12

Het vormt lange, kleurlooze naalden, die bij 100° smelten en
tusschen 240°—250°, zonder ontleding, koken. Bij afkoeling
ontstaan dan bladvormige kristallen.

Wat de reacties aangaat, sluit het zich bij Aceetanilide aan
en is, langs raacrochemischen weg, slechts moeilijk en niet
met volkomen zekerheid van Aceetanilide te onderscheiden.

IMienacctino.

Aceetparaphenetidine Cg 11^ < ^jf/cHj CO (4).

Deze verbinding werd in 1887 het eerst door IIinsberg en
Kast bereid en als geneesmiddel aangewend.

liet wordt fabriekmatig op twee wijzen bereid.

I. Phenacetine „Baijer\'\'\\

Volgens deze methode gaat men uit van p. nitrophenolna-
trium, dat door aethyliodide wordt\'omgezet in p. nitrophenetol.
Dit wordt door waterstof in stat. nasc. gereduceerd tot p.
amidophenetol, waaruit door acotylchloride, aceetparaphene-
tidine wordt verkregen.

Ce< nS: (\'11 I = c,. II. < fs^ff^ Na I.
r TT / (1) I \'ur —p ir / (O i oir n

NHo (4)

— p ir / (O 4-irni

— AI4 < j^u QH3 CO (4) ^^

-ocr page 25-

13

II. Phenacetine ^^ Riedel".

Men gaat uit van p. amidophenetol. Het liydrochloraat van
p. amidophenetol geeft met salpeterigzuur: p. oxyaethyl-
diazobenzolchloride. In werkelijkheid geschiedt de reactie
door op p. amidophenetol, zoutzuur en natriumnitriet te laten
werken:

(1) (4)

N

11,

H

0

OH

C2 n,0-c,,ii,-N —

Cl

= 2 IL, O

(1) (-1)

p. oxyacMiyldia/.obcnzolcliloride.

Daarop laat men, bij aanwezigheid van natriumcarbonaat,
phenol werken. Er ontstaat dan een geel neerslag van aethyl-
dipara-dioxyazobenzol.

N. Cl.

0)

N. Cl JI Cjr,,. ()![ =

Plienol

(1)

an,o-c,iL-N

piiriinxyacthyldiiizobonzoldilorido

(4) (4) (1)

= N —Ceir^-OIl HCl.

(4)

(1)

(4)

c,ir4-N

iioiliyldii»ari\\dioxyi»/.ol)i!n/ol.

Dit lichaam wordt in hot natriumzout omgezet en op 150°
met aothylbromide verwarmd. Daardoor wordt de waterstof,
van de 011 groep in phenol, vervangen door do aetliylgroop,
wuirdoor dipara-diaotboxyazobenzol ontstaat:

(1) (4) (4) (1)

C2 Hj O — Cf, II4 - N = N — Cg ir^ - OC2 Hj.

Dit wordt door waterstof in stat. nasc. omgezet in twee
moiciMilcn pani-aimdoplienotol.

-ocr page 26-

14

(1) (4) (4) (1)

Ca Hj O — Ce H^ — N = N — Cg H^ — OC2 H5
ÏÏ2 ÏÏ2

2 ^C H C OC2H5(1)\\

2 mol. p. amidophenetol. \'

De eene helft van de opbrengst wordt, door acetyleeren
volgens de eerste methode, omgezet in Phenacetine, terwijl de
andere helft opnieuw aan de beschreven inwerkingen wordt
onderworpen.

Phenacetine vormt witte, glanzende plaatjes of een wit,
kristallijn poeder, reukloos en nagenoeg smaakloos.

Het smelt bij 135°.

Bij langdurige verhitting met kali- of natronloog, evenzoo
met sterk zoutzuur, wordt de acetylgroop afgesplitst en ont-
staat weer p. amidophenetol.

(1)

C H ^ Hs_

W ^ NH. CH3 CO 4-OH I H = CHa COOH

(4)

 <; NHa (4).

Het is op de vorming van dit p. amidophenetol, dat de
kleurreacties voor Phenacetine berusten:

o. 0.1 gr. Phenacetine wordt met 1 c.c. sterk zoutzuur eene
minuut lang gekookt, daarop verdunt men de oplossijig
met 10 c.c. water en filtreert na bekoeling. Het filtraat
neemt, bij toevoeging van 3 droppels 3 % chroomzuur-
oplossing, allengs oen robijnroode kleur aan. Deze ver-
kleuring ontstaat eveneens na toevoeging van andere
oxydantia.

-ocr page 27-

15

b. Op de afsplitsing van p. amidophenetol berust ook de
isonitrile-reactie, die Phenacetine, na langdurig koken
met kaliloog en chloroform, geeft.

c. Evenals Aceetanilide geeft Phenacetine de indophenol-
reactie.

Methacotine.

Para-aceetanisidine Cg H^ < ^pjqjj qq j^j

Deze verbinding werd in 1889 door Maiinekt in do genees-
kundo ingevoerd. Do bereiding geschiedt op analoge wijze als
van Phenacetine „Bayer", met dien verstande, dat het natrium-
zout van p. nitrophonol met methyliodide wordt omgezet in p.
nitroanisol. Zie voor do verdere omzetting van p. nitroanisol
in p. anisidino en van dit lichaam in p. Acoetanisidine bij
Phenacetine I.

Methacetino vormt reuklooze en nagenoeg kleurlooze (zwak
roodo) glinsterende plaatjes, dio bij 127° smelten.

Wat de reacties aangaat, stemt het volkomen met Phenacetine
overeen; alleen treden, wegens de grootere oplosbaarheid van
Mothacetine, de reacties wat sneller en krachtiger op. Een
macrochomischo reactie, waardoor Methacotine van Phonacetino
kan worden onderscheiden, bezitten wij op dit oogonblik nog
niet, tenzij do verhouding in alkalische vloeistof tot kalium-
permanganaat, waarbij bij Methacotine reductie optreedt, ter-
wijl die bij Phenacetine eerst later volgt en ook niet zoo ver
gaat. Doch ook dit is geen scherp onderscheid.

Beschouwen wij do structuurformules van deze vier aniliden
wat nader , dan valt liet niet moeilijk om allo tot Aceetanilide
terug to brengen.

-ocr page 28-

16

C-NH.CH3 CO

CH
CH

C-N<

CH

CH
CH

Aceetanilide

CH

CH3
CH3 CO

CH Methyl-

_ Aceetanilide
CH . „ , .
ol Lxalgme

CH

CH

p. oxyaethyl- CH
Aceetanilide

CH

of Phenacetine

C-N H . CH3 CO

CH CH
CH CH

CH p. oxymethyl-
Acectalinido

C-N H. CHo CO

CH

of iMethacetine

C-OC., H,

Het was dan ook, bij chemisch zoo nauw verwante stoffen
a priori te verwachten, dat zjj groote overeenkomst in reacties
zouden vertoonen. De onderzoekingen, die, op macrochemisch
gebied," omtrent deze vier aniliden zijn bekend geworden
hebben dan ook weinig resultaat opgeleverd. En al mogen
sommige reacties kleine kleurverschillen vertoonen, zoo ver-
liezen toch ook deze hunne geringe waarde, zoodra het er
op aankomt, deze vier stoffen naast elkander op to sporen.

Do uitvoerigste onderzoekingen zijn gedaan door Ritsert
en Kottmayer.

C-0 CH3

De resultaten van Ritsert zijn te zamen gebracht in de
volgende tabel: \')

\') Pharm. Zl-ituiiK, 1880. blz. IM.

-ocr page 29-

17

I.

0.1 gram der
stof met
1 c.c.
geconc. IICI.

II.

Bijopl.Hdrop.
geconcentr.
UNO,.

III.

Opl I gekookt,

bekoeld en
verd. met
5-G
c.c. water,
daarbij
3 dr.
opl. van Cr Oj
v. 3 o/„.

IV.

0.1 gr. der stof

opgelost in
5-6 c.c. geconc.
HCl, daarbij 1
c.c. opl. van
CrOj w.3%.

V.

0.1 gr. der stof
gekookt met
1 c.c. KOH opl
Na bekoeling
daarbij
5-8 dr.
opl.
v. KMnOt
v.
0.1 o/o.

Exalgine
smeltp. lOOo.

oplosbaar.

kleurloos.

geel.

geel.

donkergroen
en reukloos.

l^Iethacetine
smeltp. 127°.

oplosbaar.

roodbruin.

bloedrood.

groen.

bruingeel.

Phenacetine
smeltp. 135o.

onoploabaar.

geelrood.

bloedrood.

geel,
allengs groen

donkergroen.

Antifebrine
smeltp. 111°.

oplosbaar,
wordt ecliter
terstond
weer afge-
scheiden.

kleurloos.

geel.

geel,
na eenige
uren groen.

donkergroen
en reuk van
iaonitrile.

ZooalH men goinakkolijk kan /ion, kunnon, volgons dozo
tabol, do vior aniliden in twoo groopon worden verdeeld:
Antifebrine — Exalgine.
Phenacetine — Methacotine.

Hot onderscheid tusschen deze twee groepen is vrij scherp.
Het blijft echter moeilijk do beide leden van iedere groep
van elkander to onderscheiden. Dit zou nog het beste kunnen
geschieden volgens de reactie, in do laatste kolom der tabel
opgegeven. Leest men dan echter bij
Kottmaykr, \') dat alle

") Pliariii. Post., 1890, blz. .\'>17.

-ocr page 30-

18

vier de carbylamine-reactie geven, als men ze, door zacht
koken, in alcoholische kaliloog oplost, dan verliest ook deze
reactie veel van haar waarde.

Kottmayer gaat als volgt te werk: de stof wordt gedurende
30 seconden met een öOvoudige hoeveelheid zwavelzuur ge-
kookt. Op de met water verdunde oplossingen worden de ver-
schillende reagentia toegepast. De resultaten zijn vervat in de
volgende tabel:

-ocr page 31-

19

Methacetine.

Keagens.

Antifebrine.

Exalgine.

Phenacetine.

Carbohvater
natronloog
in overmaat.

Geen kleurverandering.
De indoplienolreaetie treedt
eerst op na toevoeging van
Na CIO opl.

Intense blauwkleuring.
De indophenolreactie
treedt dus op zonder toe-
voeging v. oxydantia.

Versch
chloorwater.

Later natronloog
in overmaat.

Terstond rood-

violet, over-
gaande in violet
met sterk
blauwe tint.

Ten slotte
geelbruin.

Trage, door
schudden be-
spoedigde ,
violetkleuring.

Bijna terstond
vuilbruin.

Langzaam optredende
violetkleuring.

Diep donkerbruine,
heldere oplossing.

Langzaam, bij
schudden snel-
ler, optredend
vuil blauw-
groen.

Violet.

Natroidoog in
geringe over-
maat -t- Na 010
opl.

Donkerbruin.

KNO» NaOn

in overnjaat
4- a-impbtol.

Vorming eener

geelrood e
azokleurstof.

Azokleurstof.

Geen azokleur-
fitof, behalve
als met IIj 804
te lang en te
sterk is gekookt,
waardoor j).
toluidine ont-
staat.

Kalinmbismuth-
iodide.

Geen praeci-
pitaat.

Overvloedig,

geelrood
praecipitaat.

Geen praecipitaat.

-ocr page 32-

20

Het onderscheid tusschen de twee groepen:
Antifebrine — Exalgine,
Phenacetine — Methacetine,
is volgens deze tabel voldoende. Het verschil tusschen Anti-
febrine en Exalgine zou volgens deze tabel met kaliumbis-
muthiodide goed uitkomen. Volgens de later te beschrijven
microchemische reactie met kaliumbismuthiodide in de gekookte
oplossing in sterk zoutzuur, blijft bij Antifebrine de proef-
droppel wel gedurende de eerste oogenblikken helder, doch
scheidt zich spoedig een kristallijn praecipitaat af.

Twee jaar laterpubliceerde Kottmayer nogmaals een
onderzoek der vier aniliden. Hij reageert in de waterige
oplossing, met verdund zwavelzuur zuur gemaakt (behalve bij
de reactie met broom water, waar geen zwavelzuur wordt toe-
gevoegd). Deze oplossingen worden gemaakt door het water,
bij verhoogde temperatuur, met de stof te verzadigen. Men laat
wat afkoelen en filtreert. ]\\[en gebruikt terstond een gedeelte van
deze oplossing (a), voor de toe te passen reacties. De rest der
oplossing laat men, onder voortdurend schudden, volkomen
afkoelen, totdat de oplossing bij de gewone temperatuur ver-
zadigd is.\' .Men filtreert dan en gebruikt deze oplossing (fi)
voor de reacties. Een overzicht van zijne resultaten geeft de
volgende tabel:

Beckurts Jaliiesberichte, 1892, blz. :5\'28.

-ocr page 33-

21

Phenacetine.

Mettacetine.

Exalgine.

Antifebrihe.

Reagens.

Kaliumbis-
miithiodide en
zuur maken met
verdund HjSOi.

Oplossing |5.

Oplossing

Oplossing

Oplossing
Geen praec.

Geen praec.

Oranjerood
praec.

Geen praec.

Overvloedig
praecipitaat.

Geen praec.

Geen praec.

Kaliumkwik-
iodide en zuur
maken.

Geen praec.

Kristallijn,
vlokkig praec.,

dat, bij toe-
voeging der 5-6

voudige lioe-
veelheid water,
nog niet oplost

Broomwater.

Bij lVr2°/.opl.
een praec., dat,
bij toevoeging
van water, ge-
makkelijk op-
lost. Verdunde
opl. geven geen
praec.

Geen praec. Geen praec.

Oploss. « (tamelijk heet).

Poedervormig pracc.,
dat zich, bij schudden,
tot vlokken samenpakt.

Phospliormo-
lybdeonzunrna-
trium en zuur
ninkcn.

Geen pracc.

Overvloedig,
geelwit, kaas-
achtig praec.

Oplossing ß.

Oplossing (Î.
Geen praec.

Geen praec.

loodioodkalium
en zuur maken,
het beste eene
normale iood-
oplossing.

Bruin pracc.,
uit droppels
bestaande.

Bruin, kristal-
lijn praec.

Nauwelijks
een zwakke
troebeling,
door afschei-
ding van
droppels.

Na eenigen
tijd kristal-
lijn, geel-
bruin praec.

Oploss. a (tamelijk heet).
Nabekoeling Nabokoeling

gering praec,
van bruine
droppels.

een over-
vloedig, kris-
tallijn praec.

-ocr page 34-

22

De verschillen met deze resultaten van Kottmayer, die ik
verkreeg, door toepassen van microchemische reacties met
deze reagentia, in de oplossing der aniliden in sterk zout-
zuur, zijn zóó talrijk, dat ik ter vergelijking moet verwijzen
naar de tabel, waarin ik de resultaten van mijn onderzoek
zal neerleggen.

Terwijl dus uit deze en uit eenige kleinere onderzoekingen
van
hirschsoiiif, Schröder , 2) Vülpius 3) en Guasti
(waarbij het geldt om Antifebrine in Plienacetine aan te
toonen, en van de geringe oplosbaarheid van Phenacetine in
water wordt gebruik gemaakt om de stoffen te scheiden) blijkt,
dat het zeer moeilijk is deze vier aniliden, langs macroche-
mischen weg, van elkander te onderscheiden en men van de
mogelijkheid om ze naast elkander aan te toonen, geheel en
al moet afzien, kwam het mij niet onbelangrijk voor te onder-
zoeken , of men, langs microchemischen weg, misschien beter
tot dat doel zou geraken.

In hoeverre het mij is gelukt op deze wijze do vier ani-
liden, niet alleen scherp van elkander te onderscheiden, doch
ook met zejterheid naast elkander in mengsels aan te toonen,
moge uit do volgende bladzijden blijken.

<) Pharm. Zeitung fiii- Kiissland. 1888, S 7!H.

Nederl. tijilschr. v. Pharm., Cliemie cn Tox. 188!), blz. H.

3) Pharm. Centralhalle. 1880, S. 17.

4) Apotheker Zeitung. 1894, N« 94.

-ocr page 35-

23

lïoschrijviiig dor reacties.

Ton einde niet telkens in herhaling te moeten vervallen,
mogen hier eenige algomeene opmerkingen voorafgaan:

Waar gesproken wordt van sterk zoutzuur is steeds bedoeld
zoutzuur van 25 "/
q.

Tenzij anders is aangegeven wordt gereageerd met do op-
lossing dor te onderzoeken stof in dit zoutzuur. Deze oplos-
singen worden voor Antifebrine, Exalgine cn ^Methacotine aldus
gemaakt, dat men de stof mot koud zoutzuur eenigen tijd
schudt en vervolgens door een klein propje watten filtreert.
Bij Phenacetine, dat in zoutzuur moeilijk oplost, geschiedt
dit onder zachte verwarming (tot ± 70®). ilen koelt dan
snel in water af, laat de oplossing ongeveer oen uur staan
en filtreert vervolgens. Deze oplossingen moeten telkens versch
bereid worden, omdat, door de inwerking van hot sterke
zoutzuur, de stoffen langzamerhand ontleed worden, waardoor
do reactie moestal eene geheel andere wordt. Voor de reacties
mot de ontlede stof, kookt men do oplossing in sterk zoutzuur
vooraf gedurende ± 5 minuten.

De reactieven worden, tenzij anders is opgegeven, opgelost
in gedestilleerd water.

"Waar geen sterkte dor oplossingen is opgegeven, worden
zij altijd verzadigd genomen, behalve de roaetieveu als ioodiood-
kalium, A[
ayer\'8 oplossing onz., dus do zoogenaamde algomeene
alcaloïde-roactievon, die op de sterkte worden gebracht,
zooals ze gewoonlijk in do analytischo scheikunde worden
gebruikt en waarvan men do voorschriften in ieder handboek
kan vinden.

Bij hot reagoeren onder den microscoop bedient men zich
steeds van zwakke objectieven, omdat, voor het uitvoeren van
eenige bewerking op het voorwerpglaasjo, een grooto afstand

-ocr page 36-

24

tusschen dit en het objectief noodig is en men dan bovendien
den droppel bijna geheel in eens kan overzien. In de meeste
gevallen is dan ook een vergrooting van het objectief A, met
het oculair
2 van Zeiss, voldoende, om de kristallen goed
waar te nemen. Is sterker vergrooting noodig, dan gebruike
men toch het zwakke objectief, maar neme in dit geval
een. sterker oculair. Nooit had ik sterker vergrooting noodig
dan Z. A 5. Tenzij anders is opgegeven, wordt dus steeds
bedoeld vergrooting Z. A
2. Bij eenigszins sterk licht gelukt
het, bij deze zwakke vergrooting, niet, om met gekruiste
Nicol\'s, het gezichtsveld volkomen donker te maken. Toch komt
de werking der kristallen op het gepolariseerde licht steeds
duidelijk tot haar recht. Verder is het aan te raden om, indien
men gepolariseerd licht gebruikt, het opvallend lichtte onder-
scheppen. Dit geschiedt zeer gemakkelijk door middel van
een klein schermpje van bordpapier, in twee houders van
ijzerdraad geklemd, dat men op de voorwerptafel plaatst.

Bestaat er, bij ontwikkeling van scherpe dampen, gevaar
voor beschadiging der lens van het objectief, dan beveiligt
men dezo, door er een klein, rond dekglaasje, met glycerine
bevochtigd, tegen te plakken.

De reacties worden als volgt uitgevoerd: op een objectglaasje
brengt men een klein droppeltje der oplossing van do te
onderzoeken stof. Daarbij voegt men, door middel van een
puntig uitgetrokken glazen staafje, een kleine hoeveelheid van
de oplossing van het reactief. In de meeste gevallen is hot,
om de kristallen gelegenheid te geven zich ongehinderd, en
derhalve in fraaieren vorm, af te scheiden, aan to raden het
proefdroppeltje niet om te roeren. Soms ovenwei moet ihen
juist, door wrijven van het droppeltje, de kristalvorming
bevorderen. Dit geschiedt dan het beste met een platinadraad.

-ocr page 37-

Microclioinisclie reactios.

Msiyer\'s oplossing.

Antifebrine.

Bij dc oplossing viin Antifebrine in zoutzuur voegt men een

weinig Mayer\'s oplossing. Er
ontstaat een amorf praecipitaat,
waaruit zicli onmiddellijk naald-
vormige kristallen beginnen af
te scheiden (zie Fig. 1). Bij
het uitvoeren dezer reactie moet
men eenige voorzichtigheid in
acht nemen, omdat ze bij over-
maat van het reactief niet tot
stand komt. Het beste en met
absolute zekerheid gelukt deze
reactie, wanneer men als volgt te
werk gaat: op een objectglaasje
brengt men een klein droppeltje
van de oplossing van Antifebrine

met Mayer\'s onl., Vercr.: Z. A \'2. . , ,

\' \' " en roert oven om mot een glazen

staafje, waarmede men de oppervlakte der Mayer\'s oplossing

heeft aangeraakt. Er ontstaat terstond eene witte troebeling;

onder den microscoop ziet men hieruit onmiddellijk zich

prachtige naalden afscheiden, waarvan do vorming zoolang

voortgaat, totdat do troebeling geheel is verdwenen. Do naalden

vertoonon in het gepolariseerde licht fraaie kleuren en worden

inoostal zóó groot, dat men zo gemakkelijk mot hot bloote

oog kan waarnomen.

-ocr page 38-

26

Exalgine.

Voert men deze reactie uit met de zoutzure oplossing van
Exalgine, dan ontstaat een witte troebeling, waaruit zich
echter, ook na verloop van langoren tijd, en zelfs na het
opdrogen van het proefdroppeltje, geen naalden afscheiden.

Phenacetine.

Bij Phenacetine ontstaan noch de witte troebeling, noch
de naaldvormige kristallen, ook niet na het • opdrogen van
den droppel.

Methacetine.

Bij Methacetine verloopt de reactie als bij Exalgine.

Ontleedt men de stof, door koken van de zoutzure oplossing
gedurende eenige minuten, alvorens het reactief toe te voegen,
dan wordt de reactie bij

Antifebrine
niet waargenomen.

Exalgine.

liet verloop der reactie blijft hetzelfde als wanneer de op-
lossing niet vooraf wordt gekookt.

Phenacetine

Bij het opdrogen van den droppel ontstaat van den rand
af een flauwe troebeling, uit kleine droppeltjes bestaande.

Methacetine.

De proefdroppel blijft helder. Bij het opdrogen van den
droppel ontstijiat van den rand af een flauwe, uit droppeltjes
bestaande, troebeling.

-ocr page 39-

27

loodioodkalium.

Antifebvine.

1. Verseil bereide oplossing.

fir ontstaat terstond een bruin praecipitaat. Spoedig scheiden

zich hierin, aanvankelijk goed
gevormde, naalden af. Lang-
zamerhand gaat door verderen
aangroei do scherp begrensde
naaldvorm meer en meer ver-
loren, en ontstaan breedere,
lichtgeel gekleurde kristallen,
zonder scherpen vorm (zie
Fig. 2). Toch blijft, ook bij
het opdrogen van hot proof-
droppeltjo, steeds nog duide-
lijk waar te nemen, dat er
aanvankelijk eono naaldvor-
^^ migo structuur heeft bestaan.
Deze kristallen oefenen op

gepolariseerd licht oon sterko
Tig. 2, A. Aiiüfabriiic. K, ICxalgiiio.
1\'. 1\'licnacctiiic. M. Motliacetiiie.
werking uit.
Gcpracc. met iootUoodkiiliiim,
Vcrgr.: A. cii M: Z. A 2; E. en \\\\: Z. A 5.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Heeft men de oplossing vooraf eonigo minuten gekookt,
dan komt deze reactie niet meer tot stand.

p

-ocr page 40-

28

Exalgine.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaat een steenrood gekleurd praecipitaat. Spoedig
ontwikkelen zich hieruit kleine, steenroode plaatjes, waarvan
de meeste zich voordoen als kleine rechthoekjes, andere als
ruitjes ot parallelogrammen; een enkele maal als zeshoeken.
Hier en daar, vooral aan den rand van den proefdroppel,
vormen zich ook fraaie naalden van dezelfde, iets lichtere kleur.
De werking op gepolariseerd licht is zeer zwak (zie Fig. 2).

2. Vooraf gekookte oplossing.

De reactie verloopt op dezelfde wijze als wanneer de op-
lossing niet gekookt wordt.

Phenacetine.

1. Versch bereide oplossing.

Men ziet het gezichtsveld als bezaaid met zeer kleine, fijne
naaldjes van donkere kleur, soms tot stervormige groepjes
vereenigd. Deze veranderen, ook bij het opdrogen van den
droppel, niet van vorm. De werking op het gepolariseerde licht
is fraai en duidelijk waarneembaar. Bij sterker vergrooting
(Z. A 5.) ziet men, dat deze naaldjes zich voordoen als donker-
geel gekleurde scheefhoekige prisma\'s. Later scheiden zich ook
grootere kristallen van denzelfden vorm af (zie Fig. 2).

2. Vooraf gekookte oplossing.

Het verloop der reactie blijft hetzelfde.

Methacetine.

1. Versch\'bereide oplossing.

Er ontstaat eene bruin gekleurde troebeling, die gedurende

-ocr page 41-

29

eenige oogenblikken amorf blijft. Spoedig echter scheiden zich
daaruit geel gekleurde, boomvormig vertakte of vedervormig
gerangschikte kristalmassa\'s- af, die op het gepolariseerde licht
eene sterke werking uitoefenen (zie Fig. 2).

2. Vooraf gekookte oplossing.

Roert men den proefdroppel niet om, dan ontstaat nog wel
het amorfe praecipitaat, doch heeft daarin geen kristalvorming
plaats, liet praecipitaat loopt weldra tot gele droppels samen,
die zich grootendeels naar den rand van den proefdroppel
terugtrekken.

Roert men, bij het toevoegen van het reactief, den droppel
om, dan ontstaat, na verloop van eenigen tijd, nog hier on
daar een enkel kristal. Het grootste gedeelte van het praeci-
pitaat loopt ook dan tot gele droppels samen.

Alhoewel bij scherp toezien en eenige geoefendheid do
verschillen, dio men, bij deze vier stolfen, door do reactie met
ioodioodkalium, waarneemt, duidelijk zijn, heeft men toch
vooral voor Exalgine in ioodioodkalium een middel, waar-
door men het van do andere kan onderscheiden. Dit sjiringt
vooral dan duidelijk in het oog, wanneer men verder als volgt
te werk gaat: men Iaat do vior proofdropi)oltjes opdrogen en
voegt vervolgens bij ieder een droppeltje gedestilleerd water,
üij Antifebrine, Phonacetino en Methacetine wordt woldra
alles tot een heldere vloeistof opgelost. Bij Exalgine is er van
oplossen niets of slechts zeer weinig te bespeuren. De kristal-
vormen blijven, ook na verloop van langoren tijd, volkomen
bewaard, en komen, na verdamping van hot water, nog voel
scherper uit, vooral daar, waar zo niet zoo dicht opeengehoopt
liggen.

De reactie van Exalgine met ioodioodkalium komt nog beter

-ocr page 42-

30

tot haar recht, wanneer men, terstond na het reactief, een
droppel absoluten alcohol of benzol toevoegt. Men moet dan
echter wat meer ioodioodkaliumoplossing gebruiken. Er ont-
staan dan bijzonder fraai gevormde kristallen. Een dergelijke
behandeling bij de drie andere stolfen doet do reactie veel
minder scherp uitkomen.

Verder is deze reactie ook nog van belang, omdat ze ons
een middel aan de hand doet om Phenacetine en Methacetino
van elkander te onderscheiden.

Pikriiieziiiir.

Men verdunt do oplossing van het reactief zóólang met
gedestilleerd water, totdat met sterk zoutzuur geen praecipitaat
meer ontstaat.

Zoowel vóór als na liet koken der oplossing van Antifebrine,
Phenacetine en Methacetino heeft met pikrinezuur geen reactie
plaats.

Bij Exalgino ontstaat in beide oplossingen een zwak, amorf
praecipitaat, dat weldra tot gele droppols samenvloeit en na
verloop van eenigen tijd weer verdwijnt.

Kwikclilorido oii Krooiniialriuin.

Door toevoeging van kwikchloride werd bij geen der vier
stoffen eeno reactie waargenomen. Toen word beproefd of eene
reactie is tot stand te brengen met behulp van broomnatriuin.
De reactie wordt aldus uitgevoerd, dat men bij een droppel
der zoutzure pplossing van de stof een weinig van eene verzadigde
sublimaatoplossing voegt en vervolgens eeiiige korreltjes broom-
natriuin in vasten staat.

-ocr page 43-

31

Antifebrine.

Rondom het broomnatrium ontstaat een amorf praecipitaat,

(soms vormen zich
\'terstond naalden)
waaruit zich spoedig
fraaie naalden af-
scheiden , meestal
afzonderlijk, soms
ook vedervorinig ge-
rangschikt, en sterk
polariseerend. Deze
naalden worden zóó
groot, dat men ze
gemakkelijk met liet
bloote oog kan waar-
nemen (zie Fig. 3).

Exalgine.

Er ontstaat een amorf praecipitaat, dat tot droppels samen-
loopt. Kristalvorming heeft niet plaats.

Phenacetine.

Geen amorf praecipitaat, maar spoedig afscheiding van
talrijke, uiterst kleine kristalletjes. ]\\ret sterker vergrooting
(Z. A 5) ziet men kleine prisma\'s, soms goed gevormde
Pyramiden; do meeste echter in don vorm van min of moer
rogelmatigo ruitjes. In gepohvrisoord licht vertoonon deze zich
als glinsterende puntjes.

Dc oplossing van Phenacetine moet verzadigd zijn, anders
komt do kristalafschoiding niet of slechts na verloop van
langen tijd, en dan nog spaarzaam, tot stand. Om dio reden

-ocr page 44-

32

is het niet onwaarschijnlijk, dat de kristalafscheiding niet het
gevolg is van de vorming eener dubbelverbinding van Phena-
cetine met kwik en bromium, doch slechts daarvan, dat,
door het inbrengen, van broomnatrium, te veel vloeistof aan
de oplossing wordt onttrokken, waardoor het moeilijk oplos-
bare Phenacetine uitkristalliseert. Voor deze meening pleit
nog, dat men, ook in de meer verdunde oplossing, een over-
vloedige kristalafscheiding kan te voorschijn roepen door toe-
voeging van een grootere hoeveelheid broomnatrium.

Methacetine.

Er ontstaat een amorf praecipitaat, tot droppels samen-
loopend, doch geen kristalvorming.

Kwik chloride oii loodiiatriiiiii-

Deze reactie, zich bij de voorgaande aansluitende en
overeenkomende met de vroeger beschreven reactie met ^
Mayek\'s
oplossing, wordt aldus uitgevoerd:

Men brengt op een objectglaasje een droppeltje verzadigde
sublimaatoplossing en voegt nu zóóveel ioodnatrium, in vasten
staat, toe, dat het gevormde kwikiodido weer oplost. Vervolgens
brengt men in dezen droppel een weinig dor zoutzure oplossing
van de te onderzoeken stof.

Anti fehr ine.

Aanvankelijk neemt men of geen reactie waar, of* men
ziet een amorf praecipitaat ontstaan. Na een paar minuten
vormen zich fraaie, kleurlooze naalden, dio, langzamerhand
aangroeiend, weldra zóó groot worden, dat ze van den eenen
rand van den proefdroppel tot den anderen reiken en met hot

-ocr page 45-

B3

bloote oog ^ goed zijn waar te nemen. In gepolariseerd licht
vertoonen ze fraaie kleuren.

Exalgine.

Er ontstaat terstond een sterk, amorf praecipitaat, uit kleine
droppeltjes bestaande, die weldra tot groote, gelo droppols
samenvloeien.

Phaiacetine.

Er heeft geen reactie plaats. Bjj hot uitdrogon van don
droppel ziet men aan don nuid een flauwe troebeling, uit
droppels bestaande.

Methacetine.

Er onstaat terstond een zwak, amorf praoci])itaat, uit kleine
droppeltjes bestaande, dio weldra tot groote, gole dropjiols
sanionlooi)en.

Taniiiiio.

De oplossing van hot reactief moet zóólang mot water
verdund worden, totdat met sterk zoutzuur geen praecipitaat
moer ontstaat.

Met Antifebrine, Phenacetine en Methacetine hoeft geen
reactie plaats. 13jj Exalgine ontstaat een praecipit4mt, dat
echter amorf is on ook blijft.

Ainmoniiiinmolybdaai.

IJjj het reageeren met dozo verbinding moet men vooral
er op lotton, dat men de oplossing van hot reactief zóólang

-ocr page 46-

34

met water verdunt, totdat met sterk zoutzuur geen praecipitaat
meer ontstaat. Men zou anders licht tot vergissingen komen,
daar het zich afscheidende molybdeenzuur in naalden uit-
kristalliseert.

Met Antifebrine, Phenacetine en ^[ethacetine heeft geen
reactie plaats.

Bij Exalgine ontstaat een amorf praecipitaat, dat lang-
zamerhand weder verdwijnt en zich, bij het opdrogen van
den droppol, van don rand uitgaande, weer afscheidt.

Kaliiiiiibichroinasit.

Antifebrine.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaan onmiddellijk grooto, geel gekleurde naalden, die
sterk op het gepolariseerde licht werken (zie Eig. 4). Deze
reactie komt het beste tot haar recht,
als men sleclits weinig van hot reactief
toevoegt. Ook zorgo men, door middel
van de vochtige kamer (zie blz. 48),
er voor, dat de proefdroppel niet
kan opdrogen, omdat zich dan tevens
grooto, gele kristallen van het reactief
afscheiden, die evenwel niet op hot
gepolariseerde licht werken.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Gedurende de eerste oogenblikkon heeft geen reactie plaats.
Spoedig echter ontstaat een amorf praecipitaat, terwijl de
goheelo proefdroppel oen donker-olijfgroeiio kleur aanneemt.

-ocr page 47-

35

Exalgine.

1. Versch bereide oplossing.

Rr ontstaat terstond een geel, amorf praecipitaat, dat lang-
zamerhand tot gele droppels samenloopt, zonder oon spoor
van kristalvorming te vertoonen.

2. Vooraf gekookte oplossing.

liet verloop der reactie bljjft hetzelfde.

Phenacetine.

1. Versch bereide oplossing.

Er heeft geen reactie jdaats.

2. Vooraf gekookte oplossing.

In deze oplossing is de reactie met kaliumbichromaat zeer
eigenaardig. Voegt men, mot eon puntig glazen staafje, slechts
zeer weinig van hot reactief toe, dan ontstaat een lichtpaarse
kleur, dio langzamerhand nagenoeg geheel verdwijnt. Is de
proefdroppel opgedroogd, dan is nog alleen do rand flauw
gekleurd, terwijl zich ook kristallen zonder bepaalden vorm
hebben afgescheiden.

Voegt men meer van hot reactief toe (doch voorzichtig, met
een puntig staafje, zoodat nog een gedeelte van den droppol
vrij blijft van het reactief) dan is de kleur sterker. Zij wordt
echter ook hier langzamerhand lichter, om ten slotte nagenoeg
geheel te verdwijnen. Tevens treedt, in de plaats dor paarse
kleur, oen amorf praecipitaat op. In hot gedeelte van den
droppel, dat van het reactief is vrij gebleven, ontstaan nu
zoor fijne, donkergekleurde naalden, van zeer zwakke werking
op hot gopolarisoorde licht. Onderzoekt imui den proefdroppel.

-ocr page 48-

86

wanneer hij begint op te drogen, in gepolariseerd licht, dan
ziet men talrijke kleine, glinsterende puntjes, ten bewijze, dat
zich kristalletjes hebben afgescheiden. Een bepaalde vorm is
aan deze kristalletjes, ook met sterker vergrooting (Z. A 5),
niet te onderscheiden.

Voegt men eindelijk een overmaat van het reactief toe, en
roert men den proefdroppel om, dan ontstaat een snel voorbij-
gaande paarse kleur, plaats makende voor een amorf praeci-
pitaat. De boven beschreven naalden treden evenmin op als de
kristallen, die zich, bij liet opdrogen van den droppel, afscheidden.

Methncetine.

1. Versch bereide oplossing.

Aanvankelijk heeft er geen reactie plaats, dan het optreden
van een, uit droppeltjes bestaande, troebeling. Na eenige minuten
evenwel ontstaan plotseling talrijke kristallen. Soms doen deze
zich voor in den vorm van fraaie, regelmatige kruisjes; meestal
^ ^ ^ 1 echter niet zoo regelmatig, alhoe-

^ ^ ^ ^^^^ ateeds duidelijk de kruia-

^ ^ ^ ^^ vorm te herkennen is. Enkele

kristallen vertoonen zich ook als
y ^0 °^\'\'Ü regelmatige ruitjes (zie Fig. 5).

De kleur is lichtgeel.
Fig. n. M. Methncctine met kalium- Dozo reactie is zeer karakteris-
bichromaat. Vcrgr.: 7, A tiek voor ^lethacetine en zeer
geschikt om Methacetine van de drie andere aniliden te
onderscheiden. Vooral kan men deze reactie goed waarnemen,
wanneer nfen zich van gepolariseerd licht bedient. Dit is
bovendien ook nog daarom aan te bevelen, omdat de zich
later, bij het opdrogen van het proefdroppeltje, afscheidende
kristallen van chloorkalium de waarneming soms bemoeilijken.

-ocr page 49-

37

Bij ccnigc oefening evenwel kan men, ook zonder gepolari-
seerd licht, do lichtgeel gekleurde kristallen duidelijk onder-
scheiden.

Deze fraaie reactie komt het beste tot haar recht, wanneer
men slechts weinig van het reactief toevoegt (totdat de droppel
lichtgeel gekleurd is). Bij overmaat van kaliumbichromaat,
vormen zich slechts weinige van deze typische kristallen,
waarvan de waarneming bovendien nog wordt bemoeilijkt
door de groote kristallen van cliroomzuur, die zich lang-
zamerhand afscheiden. Deze laatste oefenen evenwel goene
werking uit op het gepolariseerde licht.

2. Vooraf gekookte oplossing.

De reactie is gelijk aan die van Phenacetine. De kleur is
hier echter sterker en ook bestendiger. Ook zag ik liier nooit
de, bij Phonacetino beschreven, naalden. De vorm der kristallen
is wel iets regelmatiger dan bij Phenacetine hot geval is; zij
vertoonen hier en daar overeenkomst met degene, welke men
vorkrijgt, als do oplossing niet vooraf wordt gekookt.

(\'hrooniKuiir.

Met chrooinzuur heeft natuurlijk een overeenkomstige reactie
plaats als met kaliumbichromaat. Toch moge liier de be-
schrijving ook van deze reactie volgon, omdat hier on daar
kleine verschillen zijn waar to nemen en omdat, zooala later
zal blijken (zie blz. 121), deze reactie, bij het opsporen van
Methacetine in mengsels, in sommige gevallen de voorkeur
verdient boven »lo reactie met kaliumbichromaat. De oplossing
van hot reactief is ook hier wedoroin de in water verzadigde.

-ocr page 50-

38

AnUfehrine.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaat onmiddellijk een kristallijn praecipitaat, dat uit
fraaie, fijne naalden bestaat. Langzamerhand scheiden zich

daarnaast nog naalden af, die
breeder zijn en minder fraai
gevormd, benevens kleinere, pris-
matische kristallen (zie Eig. 6).
Do werking op gepolariseerd
licht is sterk.

Wil men deze reactie volkomen
tot haar recht doen komen, dan
moet men slechts zeer weinig van het reactief toevoegen.
Bij overmaat ontstaan de naalden wel, doch in voel geringer
aantal en worden zij ook langzamerhand weer opgelost.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Er ontstaat spoedig een donkergroen, amorf praecipitaat,
terwijl, na verloop van eenigen tijd, de geheele proefdroppel
donkergroen wordt gekleurd.

Exahjinc.

Zoowel in de gekookte, als in do niet gekookte oplossing,
ontstaat onmiddellijk eene troebeling, die spoedig tot groote,
gele droppels samenvloeit. Ook na verloop van langoren tijd,

heeft geen kristalvorming plaats.
» ♦

Phenacetine.

1. Versch bereide oplossing.

-ocr page 51-

39

Er heeft, ook na verloop van langoren tijd, geen reactie plaats.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Rondom de plaats, waar men den proefdrojipel, met hot
puntig glazen staafje, met het reactief bevochtigd, heeft aan-
geraakt, ontstaat een lichtpaarse kleur, weldra overgaande in
een zwak, amorf praecipitaat. De kleur wordt allengs lichter,
om ten slotte geheel te verdwijnen. Na verloop van korten
tijd ontstaat in den droppel een kristallijn praecipitaat. Do
vorm der kristallen is niet duidelijk. Met sterker vergrooting
(Z. A 5) kan mon echter ook kristallen vinden, die beter
uitgegroeid zijn. Deze hebben dnn den vorm van tainolijk
regelmatige ruitjes. De werking op hot gepolariseerde licht is
duidelijk. Laat men den proefdroppel opdrogen, dan neemt
hij weldra een bruinroodo kleur aan.

Metliucetinc.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaat onmiddellijk een amorf praecipitaat (als mon niet
to veel van het reactief toevoegt). Na verloop van korten tijd
treden plotseling talrijke, zeer fraai gevormde kristallen op in
do gedaante van een kruis met korten dwarsbalk, en waarvan
do grenslijnen elkander in een vrij schorpon hoek ontmoeten
(zie Fig. 5). Vooral in gepolariseerd licht, zijn zij goed to
onderscheiden.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Rondom do plaats, waar men don proefdroppel, mot hot
puntig glazen staafje, heoft aangeraakt, ontstaat een donker-
paarse kleur, gevolgd tloor een amorf praecipitaat. Langzamer-

-ocr page 52-

40

hand wordt do kleur lichter, om ten slotte geheel te verdwijnen.
Na korten tijd vormen zich talrijke kristallen. Voor verreweg
het meerendeel, en vooral de eerst ontstane, zijn deze kris-
tallen goed gevormd en doen zij zich voor als regelmatige
ruitjes. De meeste dezer kristallen zijn ook grooter, dan bij
Phenacetine het geval is, en hebben daardoor een sterker
werking op het gepolariseerde licht. Laat men den proefdroppel
opdrogen, dan neemt hij weldra een donker-bruinroode kleur aan.

Kaliumbisiiiiithiodidu.

Antifebrine.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaat onmiddellijk een oranjegeel praecipitaat. Aan-
vankelijk amorf\', beginnen
zich echter spoedig daaruit
groote, breede, donkerrood
gekleurde naalden af te
scheiden. Meestal zijn ze
tot stervormige of boom-
vormig vertakte groopon
vereenigd, die reeds met
het bloote oog waarneem-
baar zijn. In gepolariseerd
licht vertoonen ze een bloed-
% roode kleur (zie Fig. 7).
Bij het uitvoeren dezer

i\'h.

reactie moet men een over-

Fig. 7. A. Antifebrine, Ph. Phenacetine, het reactief VOr-

gepraec. met italiiimbismnthiodide, mijden, omdat daardoor het
Vergr.: A.: z. A 2; Ph.: Z. A praecipitaatwordtopgelost.

-ocr page 53-

41

2. Vooraf gekookte oplossing.

De proefdroppel blijft helder. Spoedig ontstaan, van den
rand van den droppel af, grootere en kleinere geel gekleurde
kristallen, meestal breed-naaldvormig. De kristallen zijn niet
scherp begrensd

Exalgine.

Zoowel vóór, als na het koken der oplossing, ontstaat een
oranjerood, amorf praecipitaat.

Phenacetine.

1. Versch bereide oplossing.

De proefdroppel blijft helder. Zeer spoedig echter volgt
do afscheiding van talrijke, zeer fraai gevormde kristallen
(zie Fig. 7). Do meeste zijn ruitvormig of tot parallelogrammen
verlengd of tot stervormige groepjes vereenigd. Tevens vindt
men hier en daar kleine naaldjes. Sommige kristallen zijn
S-vormig gebogen. Do kleur is van donkergeel tot lichtbruin en
do werking op gepolariseerd licht fraai en duidelijk.

Do kristalvorm komt hot scherjist uit bij een kleine over-
maat van hot reactief.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Kr ontstaat oen amorf praeci|)itaat. liijna onmiddellijk echter
beginnen zich daaruit kristallen af to scheiden, die in vorm
overeenkomen mot degene, welke men verkrijgt, als de
oplossing niet vooraf is gekookt. Do l<riHtalloii zijn hier oven-
wol veel minder fraai gevormd.

-ocr page 54-

42

Methacetine.

Zoowel in de gekookte, als in de niet gekookte oplossing,
ontstaat een amorf praecipitaat, dat langzamerhand tot oranje-
gele droppels samenvloeit. Het praecipitaat in de gekookte
oplossing is minder sterk dan in dc niet gekookte, en zet zich,
meer bij het opdrogen van den droppel, in den rand als groote,
gele droppels af.

Aniinuiiiuinvaiiadaat.

De oplossing van het reactief wordt bereid door zacht te
verwarmen.

Antifebrine.

1. Versch bereide oplossing.

Er hee\'ft geen reactie plaats. Bij het opdrogen van den
proefdroppel ontstaat een zwak-groene kleur, overgaande in
lichtbruin.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Üe proefdroppel blijft aanvankelijk helder. Langzamerhand
ontstaat, van den rand af, een groene kleur, terwijl dc droppel
tevens troebel wordt. He groene kleur blijft bij het opdrogen
bestaan.

Exalgine.

1. Versch bereide oplossing

-ocr page 55-

43

Er ontstaat oen gering, spoedig verdwijnend, amorf praecipi-
taat. Verder geen reactie.

2. Vooraf gekookte oplossing.

De proefdroppel blijft helder. Langzamerhand ontstaat een
gele kleur, die spoedig haar maximum heeft bereikt en dan
allengs lichter wordt. Bij het opdrogen van den droppel ver-
dwijnt deze kleur geheel of nagenoeg geheel. Alleen rondom
de zich afscheidende kristallen van chloorammonium, blijft
de gele kleur soms behouden.

Phenacetine.

1. Versch bereide oplossing.

Er heeft geen reactie plaats.

2. Vooraf gekookte oplossing.

I<]r ontstaat een donkerviolette kleur, dio langzamerhand lichter
wordt, zonder evenwel geheel to verdwjjnen. Tegelijk vormen
zich talrijke, fijne naalden, die hot best met vergrooting
Z. A f) zijn waar to nemen. De werking op hot gepolariseerde
licht is zeer zwak en komt eerst eonigszins duidelijker to
voorschijn, als de kleur lichter is geworden. Een kleine over-
maat van het reactief bevordert do duidelijkheid dei* reactie.

Methacetine.

1. Versch bereide oplossing.

lür heeft geen reactie jilaats.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Er ontstaat een donkerviolette kleur, dio langzamerhand
lichter wordt en zich ten slotte verzamelt in roodpaarse droppols.

-ocr page 56-

44

die zich naar den i\'and terugtrekken. De naaklvorming, zooals bij
Phenacetine, treedt niet op. Wel ziet men soms, vooral als
men het reactief in te groote overmaat heeft toegevoegd, hier
en daar in den rand enkele, kleine naaldjes ontstaan, die
echter bij het opdrogen van den droppel weer verdwijnen.

Het onderscheid tusschen Phenacetine en Methacetino is
ook nog op de volgende wijze te zien. Wanneer de reactie goed
is tot stand gekomen, voegt men een droppel absoluten
alcohol toe. De proefdroppel spreidt zich over het object-
glaasje uit, terwijl de naalden oplossen. Na het verdampen
van den alcohol, ziet men nu bij Phenacetine hier en daar
groepjes van naalden uitgekristalliseerd. Dit is bij Methacetino
niet het geval.

Nsitriuniwoll\'nviiiaiit.

De opFossing van hot reactief moet zóólang met water
worden verdund, totdat met sterk zoutzuur geen praecipitaat
meer ontstaat.

Hiermede geven deze vier aniliden zwakke praecipitaten;
het sterkst Exalgine. Deze praecipitaten zijn\'en blijven amorf
en bieden dus geen ondersclieidingskenmerkcn aan. Ooli niet
bij het opdrogen van de proefdroppeltjes.

, IMiospUonuol.vbdcoiizuuv.

^ren verdunt de oplossing van liet reactief zóólang met water,
totdat met sterk zoutzuur geen praecipitaat meer ontstaat.

-ocr page 57-

45

Antifebrine.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaat een amorf praecipitaat.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Er ontstaat eon praecipitaat, dat aanvankelijk amort ia.

O ^^cj ^ talrijke, groengekleurdo kristallen af
^^ scheiden, in den vorm van korte

Spoedig ecliter beginnen zich daaruit

^ ^ê^cêS\'[j prisma\'s, mot fraaie werking op het
^ gepolariseerde licht (zie Fig. 8).

Bjj liet uitvoeren van dozo, voor
^ Antifebrine zoor kenmerkende, reactie,

beeft 111011 geone bijzondere voorzorgen
^ i\'.M. in acht to nemen. Een kleine overmaat

\' van het reactief hindert niet. Do vorm

Fig.S.A.Antifc.briuo.P.cnM.\'ict schorpsto uit, als lueu den

Plicnacctinoen.yctimcetino, (ipoppel niet omroert,
gepraec. met pliospliormo- \' \'
lybdeeiu.mir.Vergr : Z. A .\'i.

Exalgine.

Zoowel in de gekookte, als in do niet gekookte oplossing,
ontstaat een amorf praecijiitaat.

Phenacetine on Methacetine geven mot dit reactief dezelfde
reactie. In do versch boroide ojilossing ontstaat een amorf
praecipitaat. In do vooraf gekookte oplossing oveneens een
amorf praecipitaat, waaruit zich kleine kristalsterren, uit fijne
naaldjes bestaande, afscheiden (zie Kig. 8). Men neemt zo

-ocr page 58-

46

het best met vergrooting Z. A 5 waar. De werking op het
gepohiriseerde licht is zeer zwak. De klenr is bruin.

Ferrocyaankaliiiiu.

Antifebrine.

Zoowel in de gekookte, als in do niet gekookte oplossing,
heeft geen reactie plaats.

Exalgine.

Zoowol in do gekookte, als in do niet gekookte oplossing,

is de reactie dezelfde. Er
ontstaat onmiddellijk, uit
oen weinig bestendige,
R amorfe troebeling, oen
kristallijn praecipitaat. Den
vorm dezer kristallen kan
men niet beter beschrijven,
dan door zo te vergelijken
Fig. \'X E. Ex-ilgino met ferrocyaankalium. mot sneeuwkristallen. Tlior

i\'

en daav zijn ze afgewisseld

door kleine, naaldvormige kristallen en zeer kleine, vierkante
plaatjes (zie Fig. 9). Vooral in gepolariseerd licht zijn zo
duidelijk te herkennen.

Phenacetine en Methacetine.

In beide oplossingen heeft geen reactie jjlaats.

Bij deze reactie is nog hot volgende op to merken. Men
moet bijzondere
zorg besteden aan de bereiding van het
reactief, omdat sterke oplossingen van feiTocyaaiikaliuni met

-ocr page 59-

47

sterk /,o\\itzuur terstond een kristallijn praecipitaat geven,
eveneens werkende op het gepolariseerde licht. En hoewel
deze kristallen zeer veel in vorm verschillen van die, welke
men met Exalgine verkrijgt, zoo blijft de mogelijkheid eener
verwisseling toch bestaan, ili?^ moet derhalve de oplossing
van het reactief zóólang met water verdunnen, totdat
niet
meer terstond
met sterk zoutzuur een praecipitaat ontstaat. De
bijvoeging „niet meer terstond" vinde hierin haar verklaring,
dat zelfs zeer verdunde oplossingen van ferrocyaankalium met
sterk zoutzuur, bij het opdrogen van het proefdroppeltje, nog
aanleiding geven tot het ontstaan van kristallen (behalve
natuurlijk de kristallen van chloorkalium), kort-prismatisch
van vorm on werkend op het gepolariseerde licht. Daarom ook
is het aan te raden den proefdroppel niet te laten opdrogen.
Dit verkrijgt men zeer gemakkelijk door de volgende een-
voudige inrichting, waarbij hot tevens mogelijk bljjft, don
jiroefdroppel microscojiisch to blijven beschouwen.

.Men neemt een klein kristalliseerbakje, waarvan do opening
zóó klein is, dat ze door een dokglaasjo ruim kan worden
afgesloten. Dit bakje plakt men, mot Canadabalsem, op een
voorwerpglaasje. Daardoor wordt men in staat gesteld, om
het toestolletje gemakkelijk onder den microscoop te kunnen
verschuiven, terwjjl men tevens een grooto vastheid verkrijgt.
In hot bakje brengt men een weinig water en legt nu het
dekglaasje, met den proefdroppel naar beneden, er op. Meestal
is deze afsluiting voldoende; zoo niet, dan kan men den rand
van hot kristalliseerbakje, vóór het opleggen van het dok-
glaasjo, bestrijken met eon weinig vaseline, waardoor eon
volkomen afsluiting wordt verkregen.

(Heeft men, in het tegenovergesteld geval, te doen met een
proefdroppel, waarin een hygroscopischo stof is opgelost, dan
gebruikt men dezelfde inrichting, doch brengt in hot kristalli-

-ocr page 60-

48

seerbakje een paar droppels sterk zwavelzuur. Zoodoende ver-
krijgt men een zeer energisch werkenden microoxsiccator.)

Deze inrichting, die in het vervolg roclituje kamer zal
worden genoemd, werd verkozen boven de meer gebruikelijke
voorwerpglaasjes met verdieping, omdat bet, bij de geringe
diepte der uitholling, dikwijls voorkomt, dat de droppels in
elkander vloeien.

Heeft men deze beide voorzorgen in acht genomen, dan
komt de opgegeven en voor Exalgine bijzonder karakteristieke
reactie, goed tot haar recht.

Forri cyaan kal iii ni.

Bij Antifebrine, Phenacetine en Methacetine gebruikt men
een geconcentreerde oplossing van het reactief, echter zorg
dragende, dat men zóólang met water verdunt, totdat met
sterk zoutzuur geen praecijiitaat meer ontstaat.

Bij Exalgino gebruikt men een verdunde, slechts lichtgeel
gekleurde, oplossing, omdat zoodoende beter gevormde kristallen
ontstaan, dan wanneer men een geconcentreerde oplossing
gebruikt. Bij al deze reacties mnakt inen gebruik van do
vochtige kamer.

Anti fehr ine.

1. Versch bereide oplossing.

Er heeft geen reactie j)laats.

2. Vooraf gekookte oplossing.

De proefdroppel blijft aanvankelijk helder. Spoedig ontstaat,
van den rand af, een donkergroene kleur, terwijl zich, na
verloop van korten tijd, een donkergroen amorf praecipitaat afzet.

-ocr page 61-

49

Exalgine.

1. Versch bereide oplossing.

M

cs^ g / o

Er ontstaat een kristallijn
praecipitaat, voor verreweg het
grootste gedeelte, bestaande uit
geel gekleurde vierzijdige plaat-
jes. Deze zijn tot onregelmatige
groepjes vereenigd en afgewisseld
door kleine, fijne naaldjes of
sterren (zie Fig. 10). De wer-
king op hot gepolariseerde licht
is atork.

Fig 10. H. Exalgine, M. Motliacetine
met. Ferricyaankalium. Vergr.:
7, A .\'i.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Spoedig ontstaat eon fijnkorrelig praecipitaat, langzamer-
hand in fraaie kristallen overgaande. Ook hier vindt men weer
do kristallen in den vorm van sneeuwkristallen, afgewisseld
met naalden, ruitvormige plaatjes en kristallen van kort-
prismatischen vorm (zie Fig. 9). Do werking op gepolariseerd
licht is sterk. Na verloop van eenigen tijd treedt in do plaats
van de gele, een lichtviolotto kleur op, die langzaam ver-
dwijnt. Dan vooral kan men do kristallen goed waarnomen.

Phenacetine.

1. Versch bereide oplossing.

Er heeft geen reactie plaats.

-ocr page 62-

50

2. Vooraf gekookte oplossing.

Er ontstaat een donkerpaarse kleur, die langzamerhand
lichter wordt, terwijl zich tevens een amorf praecipitaat vormt.
Spoedig ontstaan nu fraaie, kleurlooze prisma\'s, die of wel
afzonderlyk, of tot stervormige groepen vereenigd, optreden.
De werking op gepolariseerd licht is duidelijk, alhoewel niet
bijzonder sterk. Na eenigen tijd op de vochtige kamer gelegen
te hebben, lossen de kristallen op en blijft alleen nog het
amorfe praecipitaat over.

Methacetine.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaat onmiddellijk een amorf praecipitaat, waaruit
zich spoedig kristallen beginnen af te scheiden. Deze kristallen
zijn geelgekleurd en hebben een zuiveren kubusvorm (zie
Fig. 10). In verband met den kristalvorm oefenen zij geone
werking uit op gepolariseerd licht. Laat men het dekglaasje
eenigen tijd op de vochtige kamer liggen, dan beginnen de
kristallen langzamerhand op te lossen.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Er ontstaat een donkerviolette kleur, die veel bestendiger
is dan bij Phenacetine. Allengs Avordt Qchter ook hier de
kleur lichter en ontstaat een paarsgekleurd, amorf praecipitaat.
Tegelijkertijd ontstaan donkerviolet gekleurde, kubische kris-
tallen, benevens kleurlooze prisma\'s, afzonderlijk of tot ster-
vormige groepen vereenigd. Ook liier lossen, evenals bij
Phenacetine, na verloop van eenigen tijd de kristallen op en

blijft alleen het amorfe praecipitaat over.

Bij het toepassen dezer reactie, heeft men, tot goed onder-

-ocr page 63-

51

scheid Tan Phenacetine en Methacetine, eenige voorzorgen in
acht te nemen.

Heeft men de oplossing van Phenacetine in zoutzuur bereid
door zachte verwarming, dan heeft men nauwkeurig toe te
zien, dat de oplossing niet oververzadigd zij, m. a. w. dat zich
geen kristallen afscheiden, spoedig nadat men een droppel
der oplossing op het dekglaasje heeft gebracht Dit gebeurt
bij Phenacetine, wegens de geringe oph»sbaarheid, zeer ge-
makkelijk. Men koelt dan de oplossing, onder herhaald schudden,
in koud water af en filtreert na een uur, in welken tijd
men wel kan aannemen, dat alles wat boven den graad van
verzadiging bij de gewone temperatuur was opgelost, weer
is uitgekristalliseerd. Het komt nl. wel voor, dat, indien de
oplossing oververzadigd is, ook bij Phenacetine, kubische
kristallen ontstaan, dio volkomen oj) dio van ^[othacetine
gelijken. Heeft men echter bovengenoemde voorzorg genomen,
dan komt dit nooit voor. Vorder moet men het dekglaasje
ownid-
dellijk
op do vochtige kamer leggen, omdat ook bij Phena-
cetine, gedurende het opdrogen van den droppel, na verloop
van eenigen tijd, kubische kristallen worden afgescheiden. Dit
voorkomt men volkomen mot do vochtige kamer.

Do oplossing van Methacetine moot verzadigd zijn, daar
anders de kristallen niet onmiddellijk ontstaan en zich dan
ook, bij het verdere verblijf op do vochtige kamer, niet moer
afscheiden.

Heeft men deze voorzorgen in acht genomen, dan geeft do
reactie oen goed onderscheid tusschen Phenacetine en Metha-
cetine. Men moet echter steeds goed opletten en voorzichtig
zijn bij hot nemen van oen besluit.

^let groote mate van zekerheid kan de reactie als volgt
worden uitgevoerd: op een dekglaasje brengt men oen droppol
sterk zoutzuur en voegt daarbij een weinig van de oplossing

-ocr page 64-

52

van het reactief. In dit mengsel brengt men eenige kris-
talletjes Phenacetine of Methacetine en legt het dekglaasje
onmid-
dellijk
op de vochtige kamer. Bij Phenacetine ziet men, ook
na verloop van langen tijd, geen reactie optreden. De kristallen
blijven onaangetast. Bij Methacetine daarentegen worden de
kristallen spoedig opgelost en treden talrijke, fraaie, lichtgele
kuben daarvoor in de plaats. De vochtige kamer is ook hier
noodzakelyk, omdat, indien men deze niet gebruikt, ook bij
Phenacetine, na verloop van eenigen tijd, kubische kristallen
worden afgescheiden. In beide gevallen ziet men soms ook
nog kleine, kleurlooze, rechthoekige prisma\'s optreden, met
zwakke werking op het gepolariseerde licht.

Kaliunipormaiij^aiiaat.

Antifebrine.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaat een zwak, amorf praecipitaat van lichtbruine kleur.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Er ontstaat onmiddellijk een donkergroene kleur, tengevolge
van het optreden van een donkergroen, ivmorf praecipitaat.
Deze kleur is constant. Na het opdrogen van den droppel is
de groeno kleur wel lichter geworden, maar toch nog steeds
duidelijk waarneembaar.

Exalgine.

1. Versch bereide oplossing.

Er heeft geen reactie plaats.

h <

Iii Fr

-ocr page 65-

2. Vooraf gekookte oplossing.

53

Er ontstaat een donkergele kleur. Langzamerhand ziet men
deze kleur lichter worden, terwijl dan, aan den rand van den
proefdroppel, een zeer lichtgroene kleur optreedt, eveneens
onbestendig. Nadat de proefdroppel is opgedroogd, zijn beide
kleuren verdwenen.

Phenecetinc.

1. Versch bereide oplossing.

Er hoeft geen reactie plaats.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Rondom de plaats, waar men hot reactief in don droppol
heeft gebracht, ontstaat een flauwe, nauwelijks waarneembare,
paarse verkleuring.

Methacetine.

1. Versch bereide oplossing.

Er hooft geen roactio plaats.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Rondom do plaats, waar nion hot reactief in den droppol
hooft gebracht, ziet mon woldra een lichtpaars gekleurde
ring optreden. Deze ring trokt zich langzamerhand naar don
rand van hot proefdroppeltje terug, om daar tot paars gekleurde
droppeltjes samen to vloeien. Na het opdrogen van hot proef-
droppeltje kan mon aan den rand do paarse kleur nog waarnemen.

-ocr page 66-

54

Chloorgoiidwaterstofzuur,

Men gebruikt een oplossing van chloorgoudwaterstofzuur in
water, van 5

Antifebrine.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaat een zwakke troebeling, uit lichtgele droppels
bestaande.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Er heeft geen reactie plaats. Laat men den proefdroppel
opdrogen, dan ziet men aanvankelijk ook niets bijzonders
gebeuren. "Weldra echter ontstaat eon lichtgroene kleur, die
hoe langer hoe donkerder wordt.

Exalgine.

Zoowel in de gekookte, als in de niet gekookte oplossing
ontstaat terstond een sterk, amorf praecipitaat, dat spoedig
tot groote, gele droppels samenvloeit.

Phenacetine.

Versch bereide oplossing.

Aanvankelijk heeft geen reactie plaats. Langzamerhand
ontstaat, van den rand af, een flauwe troebeling, tot droppels
samenloopend.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Na verloop van eenigen tijd ontstaat eon flauwe, amorfe
troebeling, terwijl de droppel blauwgroen wordt gekleurd.

-ocr page 67-

55

Later onataan donker-blauwgroene droppeltjes, die langzamer-
hand paars gekleurd worden.

Methacetine.

L Versch bereide oplossing.

Er ontstaat terstond een sterk, amorf praecipitaat, dat tot
groote, gele droppels samenvloeit. Na het opdrogen van den
droppel, kleurt de rand zich lichtpaars.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Er ontstaat weldra een violette kleur, die langzamerhand
overgaat in blauwgroen, terwijl zich een amorf praecipitaat
afscheidt, dat tot donker-blauwgroen gekleurde droppels samen-
vloeit. Deze trekken zich naar den rand van den droppel terug.

Kalininchlorniit.

Deze reactie voert men aldus uit, dat men, in den proef-
droppel dor zoutzure oplossing van do to onderzoeken stof,
een klein kristalletje van kaliumchloraat brengt.

Antifebrine.

1. Versch bereide oplossing.

Rondom het kristallotje van kaliumchloraat ontstaat eono
troebeling, die uit kleine droppeltjes blijkt to bestaan. Deze
troebeling blijft langen tijd onveranderd. Eerst wanneer de
proefdroppel begint oj) te drogen, ziet men uit deze troebeling
eon fraaie, boomvormig vertakte kristalmassa ontstaan, die
vooral in gepolariseerd licht goed uitkomt. Daartusschon ver-
toonen zich soms kleino kristallen, zonder bepaalden vorm, of
kristalaggregaton van kortprismatische structuur.

-ocr page 68-

56

2. Vooraf gekookte oplossing.

Rondom het kristalletje van kaliumchloraat ontstaat weldra
een licht-wijnroode kleur, die, langzamerhand donkerder wor-
dend , in paars overgaat. Middelerwijl wordt in den proefdroppel
een amorf praecipitaat afgezet en gaat de kleur van paars in
donkerblauw over. Ten slotte, bij het opdrogen van den drop-
pel, neemt deze een blijvende, donkergroene kleur aan.

Exalgine.

Zoowel in de gekookte, als in de niet gekookte oplossing,
heeft geen reactie plaats.

Phenacetine.

1. Versch bereide oplossing.

Rondom het kristalletje van

9

kaliumchloraat treedt spoedig

/ JPAI. kristalvorming op. Aanvankelijk
kleine prisma\'s, gaat de scherpe

vorm langzamerhand meer en
meer verloren. Andere verlengen
zich tot naalden, ook niet scherp
begrensd, die zich tot stervormige

yhil. groepen te zamen voegen (zie

«

Fig. 11. Ph. Phenacetine met Fjg. n). De werking op het ge-
kaliumchloraat. Vergr.: Z. A 5.

I. opl. met gekookt. polariseerde licht is sterk.
II.
opl. gekookt.

-ocr page 69-

2. Vooraf gekookte oplossing.

57

Rondom het kristalletje van kaliumohloraat ontstaat een
amorf praecipitaat en daaromheen een violette kleur, die zich
weldra over den geheelen droppel verspreidt. Langzamerhand
wordt de kleur lichter en hoopt zij zich in violette droppeltjes
op. Na verloop van korten tijd ontstaan, in de nabijheid van
het kristalletje van kaliumohloraat, talrijke, kleine kristallen,
die zich het eerst door het gepolariseerde licht doen herkennen.
Met sterker vergrooting (Z. A 5.) ziet men dat het meeren-
deels kleine naaldjes zijn, tot sterren vereenigd. Later, bij
het opdrogen van den droppel, scheiden zich nog, meer plaat-
vormige, kristallen af, in den vorm van een kruis, met gebogen
grenslijnen, of van ruitjes (zie Fig. 11). Do werking op hot
gepolariseerde licht is zeer fraai.

Men neme slechts een zeer klein kristalletje van kalium-
ohloraat. Zijn de kristallen soms niet fraai gevormd, zoo is
dit meestal een gevolg daarvan, dat do oplossing van Phona-
cetino te geconcentreerd is. Men ziet dit reeds aan het optreden
van een zeer donkere , violette kleur. Men verdunt do oplossing
dan mot een weinig sterk zoutzuur.

Methacetine.

1. Versch bereide oplossing.

^ ^

M

Fig. 12. M. Metliacetine
met kaliumohloraat.
Vergr.: Z. A 5.

Rondom hot kristalletje van kalium-
chloraat ontstaat een amorf praecipitaat,
waaruit zich weldra rozotvormigo kris-
tallen afscheiden, die eon zwakko werking
op het gepolariseerde licht uitoefenen (zie
Fig. 12).

-ocr page 70-

2. Vooraf gekookte oplossing.

58

De reactie is volkomen gelijk aan die, welke met de
gekookte oplossing van Phenacetine plaats heeft.

Bromium.

Het reageeren met bromium geschiedt als volgt: men neemt
een toestelletje, zooals vroeger (blz. 48), onder den naam van
vochtige kamer, is beschreven. In het kristalliseerbakje giet
men eenige droppels sterk broomwater. Vervolgens brengt
men op een dekglaasje een klein droppeltje van de zoutzure
oplossing der stof, waarop men wil reageeren en legt nu het
dekglaasje, met den droppel naar beneden, op het kristalliseer-
bakje, zoodat het proefdroppeltje aan de werking der broom-
dampen is blootgesteld. Nadat de proefdroppel eenigen tijd
aan de werking der broomdampen is blootgesteld geweest,
brengt men het dekglaasje over op een vochtige kamer. In
de nabijheid zet men een klein schaaltje met ammonia, om
de nadeplige werking der broomdampen op microscoop, enz.
op te heffen.

Antifebrine.

1. Versch bereide oplossing.

In het midden van den droppel ontstaat onmiddellijk een
kristallijne massa, zonder bepaalden vorm, waartusschen hier
en daar naalden zijn waar te nemen. Ook in den rand
van den droppel scheiden zich kleine naalden af. Men Jaat
de broomdampen ± 5 minuten inwerken en brengt het
dekglaasje dan op de vochtige kamer over. Na verloop van
eenigen tijd neemt nu ook de kristallijne massa duidelijker

-ocr page 71-

59

vorm aan en ziet men, dat ze, voor verreweg het grootste
gedeelte, uit naalden bestaat. Deze naalden zijn evenwel nooit
zoo fraai gevormd, als wanneer men de oplossing eerst heeft
gekookt. De werking op het gepolariseerde licht is niet bijzonder
sterk. Bovendien ziet men ook nog plaatjes van onbepaalden
vorm, die sterker op het gepolariseerde licht werken.

2. Yooraf gekookte oplossing.

Bijna\'onmiddellijk stolt het proefdroppeltje, als hot ware,
door de vorming van tallooze, fraaie, kleurlooze naalden.
Langere werking der broomdampen heeft geene verandering
der eenmaal gevormde kristallen ten gevolge. Na ± 5 minuten
brengt men het dekglaasje op een vochtige kamer over. De
gele kleur der, in het zoutzuur opgeloste, broomdampen, trekt
spoedig weg en men kan nu nog beter de fraaie, kleurlooze
naalden waarnemen. Verandering heeft niet plaats. De werking
der naalden op hot gepolariseerde licht is zwak.

Exalgine.

1. Versch bereide oplossing.

Er ontstaat spoedig een, tot gele droppels samenloopondo,
troebeling. Zoolang do droppol aan do werking der broom-
dampen is blootgesteld, ziet men verder geen verandering.
Na verloop van ± 5 minuten brengt men hot dokglaasje op
een vochtigo kamer over. Spoedig gaan nu de droppels in oen
kristallijno massa over. De uitloopers dezer, overigens onduide-
lijke, kristallijno massa vertoonen eene naaldvormige structuur.
Zij laten soms van do hoofdmassa los en drijven dan, als losse
naalden, in don droppel.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Spoedig wordt de proefdroppel troebel, door do vorming

-ocr page 72-

60

van donkergele droppels. Men laat de broomdampen ± 5
minuten inwerken en ziet dan, dat de droppels hebben plaats
gemaakt voor een donkerbruin praecipitaat, dat, blijkens de
werking op het gepolariseerde licht, kristallijn is, doch
waaraan geen bepaalde vorm valt waar te nemen. Men brengt
nu het dekglaasje op een vochtige kamer over. Men ziet dan
het bruine praecipitaat allengs verdwijnen, om weer plaats te
maken voor de gele droppeltjes, die ten slotte meerendeels
tot één grooten, gelen droppel samenvloeien. Na verloop van
eenigen tijd gaat deze droppel over in een grillige kristalmassa,
die in het midden bruin gekleurd is; de uitloopers zijn echter
lichtgeel of kleurloos.

Phenacetine.

Yersch bereide oplossing.

Spoedig wordt de proefdroppel troebel door de vorming van
kleine droppeltjes. Laat men de boomdampen ± 5 minuten
inwerken, dan ontstaat weldra een kristallijn praecipitaat. Op
een vochtige kamer overgebracht, ziet men dat dit praecipitaat
blijft bestaan. Alhoewel men dit praecipitaat, op het eerste
gezicht, voor amorf zou houden, moet men toch, blijkens eeno
geringe werking op gepolariseerd licht, een kristalhjne structuur
aannemen. Een bepaalde vorm is nergens to onderscheiden.

Vooraf gekookte oplossing.

Weldra wordt de proefdroppel troebel door het ontstaan van
zeer kleine droppeltjes. Laat men de broomdampen ± 5 minuten
inwerken, dan scheiden zich allengs uiterst kleine kristallotjes
af. Men brengt het dekglaasje op een vochtige kamer over en
ziet nu met^* sterker vergrooting (Z. A 5), dat de meeste
dezer kristalletjes den vorm hebben van min of meer regel-

-ocr page 73-

61

matige ruitjes. Andere zijn meer kruisvormig. De werking op
gepolariseerd licht is duidelijk, alhoewel niet bijzonder sterk.

Methacetine.

1. Yersch bereide oplossing.

De proefdroppel wordt weldra troebel door de vorming van
kleine droppeltjes, die langzamerhand tot groote droppels

samenvloeien. Men laat de broom-
dampen ± 5 minuten inwerken
en ziet dan niets bijzonders go-
beuren. Zoolang do proefdroppel
aan do broomdampen blijft bloot-
gestold, heeft geen kristalvorming
plaats. Mon brengt nu het dek-
glaasje over op een vochtige kamer.
Woldra ziet men, uit do droppols,
zich prachtige, veelstralige sterren

Fig. 13. M. Metiiacetinc met afscheiden (zie Fig. 13). Deze

bromium. Vergr.: Z. A 2. , •• i i i i i

sterren zijn kleurloos en, vooral do

eerste, fraai gevormd. Later, als zich meer kristallen hebben

afgescheiden, loepen deze sterren oenigszins in elkander,

zoodat de zuivere stervorm dan min of meer verloren gaat.

De droppels verdwijnen geheel of nagenoeg golioel. Do werking

dezer sterren op gepolariseerd licht is bijzonder fraai.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Terstond wordt de proefdroppel troebel door hot ontstaan
van zoor kleine, olijfgroene droppeltjes. Deze worden allengs
zóó talrijk en do kleur zóó donker, dat de geheelo proef-
droppel ondoorzichtig wordt. Men laat de broomdampen
± 5 minuten inwerken en ziet dan do proefdroppel langzamer-

-ocr page 74-

62

hand weer doorzichtig worden, doordat de kleine droppeltjes
tot grootere samenvloeien en zich, meer naar het midden van
den proefdroppel, samentrekken. De kleur is nu ook meer
bruin geworden. In den aldus vrijgeworden rand, ontstaan ver-
volgens talrijke, fraaie kristallen in den vorm van een kruis,
waarvan de armen door boogvormige lijnen begrensd zijn.
Brengt men nu het dekglaasje op een vochtige kamer over,
dan komen deze kristallen nog fraaier uit, vooral wanneer
men ze in gepolariseerd licht beschouwt. Men ziet ook dat ze
kleurloos zijn of, vooral de grootere, lichtgeel gekleurd. De
droppeltjes worden allengs minder, verdwijnen echter niet
geheel.

Door omstandigheden verhinderd zijnde verder aan dit
onderzoek te werken, bleven deze proefdroppeltjes, gedurende
ruim een dag, op de vochtige kamers staan. Na dien tijd had
ik gelegenheid ze nog eens te onderzoeken en het bleek toen,
dat de proefdroppels van Antifebrine, Phenacetine en Metha-
cetine volkomen onveranderd waren gebleven.

Bij Exalgine was de kristalmassa verdwenen en bleef niets
anders over, dan een volkomen kleurlooze, heldere droppel.

Natriuiiiiodide.

De oplossing van het^ reactief wordt zóólang met water
verdund, totdat met sterk zoutzuur geen afscheiding van kris-
tallen meer plaats heeft.

Bij deze reactie is het tamelijk onverschillig of do oplossing
der stof in zoutzuur vooraf wordt gekookt of niet. Daar, waar
verschil bestaat, zal dit bij de beschrijving der reactie worden
vermeld.

-ocr page 75-

Antifebrine.

63

Er heeft geen reactie plaats.
Exalgine.

Langzamerhand vormen zich groote, geelgekleurde droppels.
In deze droppels volgt spoedig daarop, beginnend aan den
rand van den proefdroppel, de afscheiding van tallooze kristallen,

van bruinroode kleur
en zeer afwisselend van
vorm en grootte.

Bijzonder fraai ont-
wikkeld zijn deze kris-
tallen niet. Slet sterker
vergrooting (Z. A 5)
ziet men evenwel ook
beter gevormde kristal-
len. Zij doen zich dan
voor als vierkante of.
ruitvormige, ook wel
als zes- of achthoekige
plaatjes. Op andere
plaatsen (vooral later,
als de droppel oen
weinig begint op te
drogen) ziet men Hink

ontwikkelde, breede naalden, die meestal iets lichter van
kleur zijn dan de kleinere kristallen (zie Fig. 14). De werking
dezer laatste kristallen op gepolariseerd licht is nauwelijks
waarneembaar; die der naalden duidelijker, alhoewel ook niet
bjjzonder sterk.

Deze, voor Exalgine zeer kenmerkende, reactie komt nog

-ocr page 76-

64

beter tot stand, indien met de oplossing in zoutzuur vooraf
kookt. Het beste is, dat men een kleine overmaat van het
reactief toevoegt, anders komt de reactie slechts traag en
minder fraai tot stand. De vorming der kristallen kan men
bespoedigen door voorzichtig, op een zeer klein vlammetje, te
verwarmen. Men merkt dan daarbij op, dat de reeds gevormde
kristallen weer oplossen, om zich echter bij bekoeling terstond,
en in veel grooter aantal, weer af te scheiden. Bij de ver-
warming zorge men er voor, dat de proefdroppel niet opdroogt.

Phenacetine.

Weldra scheiden zich fraaie naalden af, die meestal reeds
met het bloote oog zijn waar te nemen (zie Fig. 14). Deze
naalden zijn beter gevormd en talrijker, indien men de op-
lossing in zoutzuur vooraf kookt. De kleur is lichtgeel. Later
ontstaan ook nog kortere, rechthoekige prisma\'s, van iets
donkerder kleur. De werking op gepolariseerd licht is sterk.
Soms scheiden zich, bij het opdrogen van den droppel, ook
nog kleine ruitjes af, met zeer scherpen hoek.

Zoowel de vorm, als de lichtgele kleur en de sterkere
werking op gepolariseerd licht, leveren genoeg kenmorkondo
verschillen op met de kristallen, die met dit reactief bij
Exalgine ontstaan.

Soms ziet men aanvankelijk geen reactie optreden. Spoedig
echter scheiden zich aan den rand van den droppol groote,
kleurlooze naalden af, die waarschijnlijk niets anders zijn
dan zuiver Phenacetine. Na verloop van eenigen tijd ziet men
evenwel, als het ware in die naalden, geelgekleurdo,, recht-
hoekige prisma\'s ontstaan. Deze vormen zich later ook buiten
deze naalden, doch zijn dan veel korter. Langzamerhand
treden ook midden in den droppel kristallen op, dio dan

-ocr page 77-

Go

meestal den boven beschreven vorm vertoonen, nl. ruitjes
met zeer scherpen hoek.

De reactie komt het beste tot haar recht bjj een kleine
overmaat van het reactief.

Methacetine.

Er heeft geene reactie plaats. Hoogstens vormt zicli, bjj
het opdrogen van den proefdroppel, een zwakke troebeling,
die uit kleine droppeltjes, van lichtgele kleur, blijkt te bestaan.

Kaliuincadniiiiniiodido.

Er ontstaat een amorf
praecipitaat, dat terstond
overgaat in fraaie, lange,
kleurlooze naalden. Deze
zjjn reeds met het bloote
oog waarneembaar en
boomvormig vertakt of
vedervormig gerangschikt
(zie Fig. 15). Tn gepolari-
seerd licht vertoonon zo
fraaie kleuren.

Exalgine.

Er ontstaat een sterk, amorf praecipitaat, tot droppels
samonloopend.

-ocr page 78-

Phenacetine.

66

Aanvankelijk heeft geen reactie plaats. Langzamerhand
ontstaat, van den rand af, een zwak, amorf praecipitaat, uit
kleine droppeltjes bestaande.

Methacetine.

Er ontstaat een amorf praecipitaat, dat tot drop])ols samenloopt.

Behalve bij Exalgine, heeft er geene reactie plaats, indien
de oplossing in zoutzuur vooraf wordt gekookt.

Bij Exalgine ziet men bij hot opdrogen van den droppel,
daaromheen een aanslag ontstaan. 3[et sterker vergrooting
(Z. A 5) gezien, blijkt dit te bestaan uit kristallen, geheel
overeenkomende met die, welke bij de reactie met natrium-
iodide zijn beschreven (zie Fig. 14). Ook in den droppel ontstaan
groote, gele droppels, waaruit zich dezelfde kristallen afscheiden.

Kaliuiiicliloraai m Nairiumbroniid«.

Deze reactie wordt op do volgende wijze uitgevoerd: op
oen dekglaasje brengt men een droppeltje van do zoutzure
oplossing dor te onderzoeken stof. Daurbij voegt men een
weinig van eene oplossing van broomnatrium, die zóólang
met water is verdund, totdat met sterk zoutzuur geen afschei-
ding van kristallen meer plaats heeft. In dezen droppel brengt
men vervolgens een klein kristalletje van kaliumchloraat. Nu
legt men het dekglaasje op oen vochtigo kamer. Men voego
slechts zeer weinig van de oplossing van broomnatrium toe,
om hot zoutzuur niet to veel to vordiiniieii. Daardoor zou,
bij do gewone temperatuur, hot chloor, dat, op zijne beurt

-ocr page 79-

07

uit broomnatrium, het bromium moet vrijmaken, te langzaam
uit het kaliumchloraat worden ontwikkeld.

Antifebrine.

1. Versch bereide oplossing.

Rondom liet kristalletje van kaliumchloraat ontstaat onmiddel-
Ijjk een amorf praecipitaat, dat slechts korten tijd blijft
bestaan. Spoedig scheiden zich daaruit fijne, kleurlooze
naalden af. Langzamerhand wordt het pvoefdroppeltje met
naalden gevuld. Deze later ontstane naalden zijn echter veel
broeder en minder fraai gevormd, dan de eerste. De werking
op gepolariseerd licht is duidelijk, alhoewel niet bijzonder
sterk.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Er heeft in de eerste oogenblikkon geen reactie pliiats. Na
verloop van oen paar minuten echter ziet men, uitgaande
van het kristalletje van kaliumchloraat, zich fijne, kleurlooze
naalden afscheiden. Deze naalden vorinen zich fraaier en in
veel grooter aantal, als men even, zeer voorzichtig, verwarmt
en vervolgens het dekglaasjo weer onmiddellijk oj) de vochtige
kamer overbrengt.

iMen zorge, bij het uitvoeren van deze reactie, dat men
slechts oen zeer klein kristallotjo van kaliumchloraat toevoegt,
daar anders de, bij de reactie mot kaliumchloraat, beschreven
kleuren optreden (zie blz. 5(5), die de waarneming dor naalden
bemoeilijken.

Exalgine.

Zoowel in do gekookte, als in do niet gekookte oplossing.

-ocr page 80-

68

ontstaat een amorf praecipitaat, dat langzamerhand tot groote,
gele droppels samenvloeit.

Phenacetine.

Zoowel in de gekookte, als in de niet gekookte oplossing,
ontstaat een amorf praecipitaat, uit kleine droppeltjes bestaande.
Kristalvorming heeft niet plaats. Is, bij het reageeren in de
gekookte oplossing, het kristalletje van kaliumohloraat wat te
groot uitgevallen, dan ontstaat tevens een lichtpaarse kleur.
Laat men nu den proefdroppel opdrogen, dan wordt de kleur
in lichtpaars gekleurde droppeltjes opgenomen.

Methacetine.

1, Yersch bereide oplossing.

Rondom het kristalletje van kaliumohloraat ontstaat oen
amorf praecipitaat. Spoedig echter scheiden zich hieruit fraaie,
boomvormig vertakte kristalmassa\'s af, waartusschen kleine
kristalrozetten. De werking op gepolariseerd licht is sterk.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Men kan hier het kristalletje van kaliumohloraat niet zoo
klein nemen of er ontstaat toch een violette kleur. Deze wordt
allengs donkerder en verspreidt zich over den geheelen droppel.
Spoedig scheidt zich ook een amorf praecipitaat af. Laat men
nu den proefdroppel opdrogen, dan wordt do kleur in paarse
droppeltjes opgenomen en ontdekt men, door nüddel van het
gepolariseerde licht, kleine, kruisvormige kristallen.

Ten slotte wensch ik nog eene reactie te beschrijven met
chloorplatinawatorstofzuur, onder toevoeging van natrium-
iodide. Hieraan moge echter do volgende verklaring vooraf-

-ocr page 81-

69

gaan. Deze reactie vond ik aangeduid in de voorrede tot de
eerste aflevering van de „ Anleitung zur mikrocheniisclien
Analyse der wichtigsten organischen Vorbindungen" van prof,
H.
Behrens. Daarin wordt gezegd, dat, in een later te ver-
schijnen aflevering, zal besproken worden de onderscheiding
van Antipyrine, Antifebrine en Phenacetine als nitrosovor-
bindingen en als „ Jodoplatinate". Daar echter, toen dit
onderzoek tot zoover was gevorderd, deze aflevering nog
niet was verschenen, kon ik daarvan geen gebruik maken.
Verder wordt deze reactie beschreven op bladzjjde 44 der
eerste aflevering van genoemd werk, waar ze wordt gebruikt
om aniline aan te toonen, die verkregen is door reductie van
nitrobonzol mot natriumamalgama.

Ik heb de reactie als volgt uitgevoerd.

De gewone oplossingen van Antifebrine, Exalgine, Phena-
cotino en ^lethacetine in sterk zoutzuur, konden niet worden
gebruikt, omdat, in een verzadigde oplossing van natrium-
iodido, met sterk zoutzuur een gedeelte van het natriumiodide
wordt neergeslagen. En, daar hot er bij deze reactie vooral
op aankomt, dat men een flinke overmaat van natriumiodide
heeft, ten einde te voorkomen, dat platina-iodido uitkristalliseert,
zoo waren de oplossingen in sterk zoutzuur hiervoor minder
geschikt. Daarom heb ik van do vier aniliden verzadigde
oplossingen in water gemaakt. liet water werd bij verhoogde
temperatuur met de stof verzadigd en deze
0])l0S8ing onder
herhaald schudden, oenige uren in koud water afgekoeld.
Daarna word gefiltreerd. Van doze oplossing nu brengt men
oon droppeltje op een voorwerpglaasje en voegt daarbij een
ruime overnmat eener verzadigde oplossing van natriumiodide.
In dezen droppel brengt men eon zeer kleine hoeveelheid
eener, vijf procentische, oplossing van chloorplatinawaterstof-
zuur en verwarmt voorzichtig, op een zeer klein vlammetje.

-ocr page 82-

70

Toen ik later, na het verschijnen der derde aflevering van
bovengenoemd werk , deze raadpleegde, vond ik deze reactie
daar anders uitgevoerd. In een droppel verdund zoutzuur lost
men chloorplatinawaterstofzuur en een overmaat van natrium-
iodide op. Daarin brengt men een kristalletje der te onder-
zoeken stof en voegt vervolgens een droppel alcohol toe. Do
resultaten, die ik verkreeg, stemmen, vooral wat Phenacetine
betreft, met de daar vermelde niet volkomen overeen.

Do toevoeging van alcohol heb ik achterwege gelaten. Ook
zonder alcohol komen, behalve bij Phenacetine, (wat dan
echter weer als een onderscheidingskenmerk voor Phenacetino
kan dienen) de reacties snel en fraai tot stand, terwijl, inde
toevoeging van alcohol, een bron van vergissing kan gelegen zijn.

Het procentisch gehalte aan alcohol van den gebruikten
spiritus Avordt op blz. 11, bij de beschrijving der reactie, niet
opgegeven. Slappe spiritus bespoedigt de reactie niet noemens-
waard, terwijl, door toevoeging van sterken spiritus, do
proefdroppel over het objectglaasjo wordt uitgespreid, waarbij
dan ook tevens een gedeelte van het natriumiodido wordt
neergeslagen. Ik dacht nu, dat het, door de snelle en onge-
lijkmatige verdamping van hot water, als gevolg van het
ontstaan van een grooter verdampingsoppervlak, zou kunnen
gebeuren, dat hier of daar niet meer genoeg opgelost natrium-
iodide zou voorhanden zijn, om hot platinai-odide in oplossing
te houden. Werkelijk bleek dan ook, dat, indien men do
reactie op de aangegeven wijze, met sterken spiritus uitvoert,
doch zonder toevoeging van een der aniliden, er talrijke,
donkergekleurde kristallen van platina-iodide ontstaan, fin al
moge nu de kristalvorm ook verschillend zijn, toch blijft do
mogelijkheid van vergissing bestaan, vooral voor iemand,

I) IJkiiukns. Aiil,/.. inikrocli. Aniil. il. wicliligsteii org. Verl)., All.:»,, 1)1/.. lO l l.

-ocr page 83-

71

(lie met deze reacties niet volkomen vertrouwd is. Om aan
dit gevaar te ontkomen, heb ik do reactie aldus uitgevoerd :
ik maakte ± 1 c.c. verzadigde oplossing van natriumiodidc
in water en voegde daarbij een droppel verdund zoutzuur
(van 12.5 \\ llCl-gehalte). Van dit mengsel bracht ik een
droppel op een voorwerpglaasjo, voegde daarbij een weinig
oplossing van chloorplatinawatcrstofzuur van 5 % en vervolgens
een kristalletje der te onderzoeken stof\'. Ook zonder toevoeging
van zoutzuur komt de reactie tot stand, evenwel voel lang-
zamer en minder fraai. Do invloed van het zoutzuur op de
reactie zal dus alleen deze zijn, dat daardoor de aniliden ge-
makkelijker worden opgelost.

Daar het nu, zooals later zal blykoii, wanneer men met
mengsels der aniliden to doen heeft, in sommige gevallen de
voorkeur verdient (zie b.v. blz. 11(5), de reactie, op deze laatst
beschreven wijze, uit te voeren, zoo zal ik voor de vier
aniliden beide methoden beschrijven:

onder I, zooals ik do reactie het eerst uitvoordo;
onder 11, de gewijzigde reactie met dc vaste stof.
Vorder heb ik ook nog de overoenkomstigo reacties ui (ge-
voerd met natriumiodido en chloorgoudwaterstofzuur, mot
natriumbromido en chloorplatinawaterstofzuur, en met natrium-
bromide en chloorgoudwaterstofzuur.

Ook deze liob ik volgens beide methoden toegepast en
wonsch ze to beschrijven:

onder I, de reactie met de opgeloste stof;
onder II, de gewijzigde reactie met de vaste stof.
Hot zal wel overbodig zijn to zeggen, dat in al deze ge-
vallen blinde proeven, ter contrôle, werden genomen.

-ocr page 84-

72

Cliloorplatiiiaivaterstolzuur on Natriumiodhlc.

L

Antifebrine.

De proefdroppel blijft, na de toevoeging van chloorplatina-

wateratofzuur, helder. Na de
verwarming wordt hij troebel,
door het ontstaan van een
A. amorf, uit droppeltjes be-
staand, praecipitaat. Spoedig
scheiden zich daaruit, terwijl
de kleur van den droppel
allengs lichter wordt, groote,
reeds met het bloote oog
waarneembare, donkerrood-
bruin tot zwart gekleurde,
naaldvormige kristallen af.
Deze naalden zijn goed ge-
vormd, breed, met toegespitst
eindvlak en soms tot onregel-
matige, weinigstralige sterren
gegroepeerd (zie Fig. 10).
Men kan den proefdroppel

E.

- O O

Fig. -16.\' A. Antifebrine. Exalgine
met chloorplatinawaterstofzuur en
natriumiodide. Vergr.: Z. A 2.

veilig aan de lucht laten liggen, omdat de aanwezigheid van
natriumiodide het opdrogen verhindert.

Men moet zorgen, dat de kristallen zich langzaam kunnen
vormen. Dit verkrijgt men gemakkelijk door slechts kort en
zeer voorzichtig te verwarmen, totdat de troebeling begint
op te treden. Laat de kristalafscheiding wat lang op zich
wachten, dan kan men de verwarming nog even herhalen.
Snelle afscheiding der kristallen, tengevolge van te sterke
verwarminggeeft veel minder scherpe vormen. Indien, ten-
gevolge van de verwarming, het natriumiodide neiging begint

-ocr page 85-

73

tc vertoonen, om, aan den rand van den droppel, uit te
kristalliseeren, dan is licht beademen van het praoparaat vol-
doende, om dit te voorkomen.

Exalgine.

Er ontstaat terstond een steenrood, amorf praecipitaat, dat,
na de verwarming, tot donkerroodo droppels samenvloeit.

Phenacetine.

De proefdroppel blijft ook na de verwarming, gedurende do
eerste oogenbiikken, nog helder. Daarna treedt, van den rand af,
eene troebeling op, schijnbaar amorf, echter in werkelijkheid,
blijkens do werking op het gepolariseerde licht, kristallijn.
Bij sterker vergrooting (Z. A 5) kan men dan ook zoor
kleine, donkergekleurde naaldjes waarnemen, vooral aan den
rand van den droppel.

Methacetine.

De proefdroppel wordt, na do verwarming, langzamerhand

troebel. Na eenigen t|jd be-
ginnen zich kristalion af to
scheiden. Deze zijn niet fraai
gevormd. Meestal zijn het
- ff tm onregelmatige, onvolkomen

,, ,, .. . ,, ... uitgegroeide, brcedo, korte
l\'ig 17. M. Motliacctuie met cliloorplatinn- ® " \' \'

watcrstofzuur en natriumioiliiiü naalden, tot onregelmatige
Vergr.: Z. A \'2. storron gegroepeerd. Daar

tusschen ook donkere, fijne naalden. Soms, wanneer ten-
gevolge van eon weinig te sterke verwarming, do kristallen
zich snel afscheiden, ontstaan hier ook donkerroodo, plaat-
vormige kristallen, meestal in den vorm van onregelmatige
kruisjes of sterren (zie Eig. 17).

Der vermolding waard is nog hot volgende: laat men deze
vier droefdroppels, op een stofvrije plaats, aan de lucht liggen,

-ocr page 86-

74

dan ziet men, bij Antifebrine, Plienacetine en Methacetine,
langzamerhand neiging ontstaan, tot oplossen van de kristallen.
Bij Exalgine daarentegen beginnen de droppels neiging tot
kristalvorming tc vertoonen. Na verloop van ± 24 uur zijn
de drie eerste proefdroppels volkomen helder geworden. Bij
Exalgine hebben zich, na eenige uren, tallooze kristallen
afgescheiden. Behalve eenige groote, breede, zeer donker-
gekleurde , prismatische kristallen, bestaan deze, voor het
grootste gedeelte, uit bruinroodo, vierzijdige plaatjes (recht-
of schcethoekig), en, eveneens bruinroodo, naalden, soms
tot kleine sterren vereenigd (zie Fig. 1(5). Na verloop van
langoren tijd wordt ook deze proefdroppel helder.

11.

Antifebrine,

Rondom het kristallotjo
van Antifebrine begint
terstond, terwijl do vloei-
stof wordt ontkleurd, do
vorming van donkerrood
gekleurde, breedo ])ris-
niatische kristallen, met
fijne, boomvormig vertakte
uitloopers. Soms ook daar-
tusschen breede, lichter
gekleurde plaatjes (zie
Fig. 18). Vooral die
kristallen, die minder dik
zijn, vertoonen, in gepo-

Fig. 18. A. Antifebrine, K. I\':xalKine met l\'VriHOOrd licllt, oondoiiker-
chloorpliUinawaterstofziiiir cii iiatrinm- bloc\'droodo klour.
iodidc. Vergr.: A.: Z. A \'2; K.:Z. A 5.

-ocr page 87-

ExiiUjine.

75

lict kristallctjo vun Exalgine wordt terstond opgelost, ter-
wijl zich donkerroode droppels vormen. Kristalafscheiding liecl\'t
vooreerst niet plaats. Eerst na verloop van ± een uur heeft
zich, rondom den droppel, een aanslag gevormd, Avaarin men,
met sterker vergrooting (Z. A 5), kleine, ruitvormige plaatjes
ontdekt. Langzamerhand beginnen ook dergelijke kristallen in
den droppel te ontstaan. De werking op gepolariseerd licht is
nauwelijks waarneembaar. Na verloop van längeren tijd (12
tot 2-1: uur) is de kristalvorming algemeen geworden. Men
vindt dan groote, brecde prismatische kristallen met weinig
sprekenden scheeven hoek. Verder lange, fijne naalden, tot
sierlijke pluimen gegroepeerd en kleine plaatjes, vierzijdig
(recht- of scheefhoekig), ook zes- of achtzijdig (zie Eig.
hS).

Voegt men geen zoutzuur toe, dan verloopt de reactie cenigs-
zins anders. Ook dan wordt het kristalletje van Exalgine
spoedig opgelost en treedt daarvoor in de plaats een praecipitaat,
dat gedeeltelijk kristallijn (kleine phiatjes), gedeeltelijk amorf
(droppels) is. Langzamerhand gaan ook deze plaatjes in dropj)els
over. Na verloop van 12 tot 24 uur is ook hier algemeene
kristalvorming o})getreden. Wederom groote, donkergekleurde,
prismatische kristallen, verder talrijke, fraaie, bruinroode
naalden en plaatjes van den bovenbeschreven vorm (echter niet
zoo duidelijk).

Phenacetine.

De kristallen van Phenacetine blijven onaangetast; lang-
zamerhand worden ze doortrokken met een donkerroode kleur.
Na verloop van eenigen tijd zag ik, dat aan elk kristal van
Phenacetine zich kleine, prismatische kristallen Itegonnen af
te zotten. Jk twijfelde echter of ik hier wel met do iood-

-ocr page 88-

76

platinavcrbinding van Phcnacotine te doen had, omdat ze zoo
licht van kleur waren en ook de vloeistof er omheen niet
werd ontkleurd. Ik achtte het daarom noodig een controleproef
te nemen. Daartoe bracht ik een kristalletje van Phenacetine
in een droppel van het mengsel van natriumiodide en verdund
zoutzuur en werkelijk zag ik hier weldra, aan het kristal van
Phenacetine, lichtgeel gekleurde, rechthoekige, prismatische
kristallen aanschieten.

Methacetine.

Rondom liet kristalletje van Methacetine ontstaan terstond don-
kerrood gekleurde, prismatische kristallen,
boomvormig vertakt gegroepeerd. Ook hier
en daar enkele lichter gekleurde plaatjes
(zie Fig. 19). Deze kristallen zijn veel fijner

^n in xf .1 f ^"i Antifebrine en staan ook dichter

1\' ig. 11). M, Methacetine "J

met chloorpliitina- op elkander. De werking op gepolariseerd
waterstof/.uur en natri-
umiodide\', Vergr.: Z. A 2.
licht is als bij Antifebrine.

("hloorg()ud\\vsit(M-stofzuur m Nsiii\'iiniiiodid(<.

Bij het toepassen dezer reactie, moet men vooral voor een
flinke overmaat van natriumiodide zorgen; het goudiodide kris-
talliseert, nog gemakkelijker dan platina-iodide, in dikke, zwarte
naalden uit. Heeft men voor een genoegzame hoeveelheid
natriumiodide gezorgd, dan zij men niet al te angstvallig met
het toevoegen van chloorgoudwaterstofzuur, daar te weinig
van het reactief tengevolge heeft, dat de reacties slechts traag
en onvolkomen tot stand komen.

-ocr page 89-

77

T.

Antifebrine.

Na de verwarming wordt de proefdroppel troebel en woldra

beginnen zich, uit die troe-
beling, kristallen af te
scheiden. Deze zjjn niet
scherp begrensd. ]\\[eostal
zijn het lange en breede,
geelgekleurdo, onregel-
matig gevormde kristallen,
hier on daar tot boom-
vormig vertakte groepen
vereenigd. ])aartusschen
enkele fraaie, donkergeel
gekleurde naalden (zie
Fig. 20). De grootere
kristallen workon bijzonder

Fig. 20. A. Antifebrine, E. Exalgine, »terk op gepolariseerd

M. Methacetine mot natriumio.li.le en donkergekleurde

cliloorgondwnlerstof/iiur.
Vergr: A. en M.: Z. A 2; E.: Z. A
naalden vcel minder.

Exalgine.

Er ontstaat terstond een donkorbruingeol, kristallijn praeci-
pitaat, bestaande uit bruine plaatjes on rechthoekige prisma\'s.
Na de verwarming loojit het tot grooto, donkerbruine droppols
samen. Hij bekoeling scheiden zich woer donkerbruine plaatjes,
van onrogelmatigen vorm, af. Vergroot men sterker (Z. A 5)

-ocr page 90-

78

en stelt men den microscoop scherp in op den onderkant van
den droppel, dan ziet men ook beter gevormde plaatjes, als
rechthoeken en enkele zes- of achthoeken (zie Fig. 20). Dn
werking op gepolariseerd licht is tamelijk zwak.

Phenacetine.

De proefdroppel blijft, ook na de verwarming, gedurende de
eerste oogenblikkon helder. Spoedig echter treden tallooze, zeer
kleine kristallen op, waaraan, met vergrooting Z. A 2, weinig
vorm te herkennen is. Vergroot men sterker (Z. A 5) en richt men
don microscoop op den onderkant van den droppel, dan ziet
men kleine, lichtbruin gekleurde naaldjes, ook enkele scheef-
hoekige prisma\'s. De meeste kristallen zijn evenwel voor die
vergrooting nog te klein. De werking op gopolariseerd licht
is zeer duidelijk.

Methacetine.

Na de verwarming wordt do jjroefdroppel troebel en weldra
scheiden zich, uit die troobeling, fraaie, geel gekleurde naalden
af. De meeste zijn lang en fijn, soms stervormig gegrooi)eerd.
Later ontstaan ook nog kristallen, die\'broeder zijn en dan
min of meer onregelmatig (zie Fig. 20). De werking op
gepolariseerd licht is zeer duideljjk. liet geheel geeft een
beeld, dat totaal verschilt van hetgeen men bij Antifebrine
waarneemt.

Na verhoop van een ])aar uur beginnen al deze kristallen
op te lossen en na 12 uur zijn ze geheel, ol\'nagenoeg geheel,
verdwenen.

-ocr page 91-

II.

Antifebrine.

Aanvankelijk heeft geen reactie plaats. Spoedig worden de
kristallen van Antifebrine doortrokken met een gele kleur en,

na verloop van korten tijd,
scheiden zich uiterst fraaie,
scheefhoekige ])ri8ma\'s af. Zij

0

zijn lichtgeel van kleur, weinig
langer dan breed en sterk ])ola-
riseereiul (zie Fig. 21). Do
kristallen van Antifebrine wor-
den slechts weinig aangetast,
maar dezelfde lichtgele jirisnni\'s
vormen zich langzamerhand ook
aan de kristallen zelf. Soms
schieten spoedig aan do kristallen
van Antifebrine lange, fraaie,
lichtgool gekleurde naalden aan,
waartusschen en waaraan zich
dan later de bovengemelde pris-
nm\'s ontwikkolen. De vloeistof

Fig. 21. A. Antifebrine, li. Exalgine,
M. Methacetine met natrinmiodiile

en chloorgou(lwatorstof/.inu-. wordt ontkleurd.
Vergr.: Z. A .\'">

Exalgine.

De kristallen van Kxalgine worden terstond tot bruine
droppels opgelost. Spoedig scheiden zich bruine, vierkante of
min of meer onregelmatig gevornide plaatjes af, benovens
kleine prisnnv\'s, meestal rechthoekig. Later ontstaan ook nog
fraaie, donkerbruine naalden (zie Fig. 21). De werking op
hot
ge2)olariseer<le licht is Hauw. De vb)eistof wordt ontkleurd.

-ocr page 92-

80

Phenacetine.

De kristallen van Phenacetine worden niet aangetast, ook
niet na langoren tijd. Het eenige wat men ziet, is, dat de
kristallen een lichtbruine kleur aannemen. De vloeistof wordt
niet ontkleurd. Na verloop van een paar uur hadden zicli
eenige, weinige, lichtbruine kristallen afgescheiden, zonder
bepaalden vorm.

Methacetine.

De kristallen van Methacetine worden terstond met een
gele kleur doortrokken. Weldra ontstaan daaraan prismatische
kristallen. Deze zijn vele malen langer dan breed, en geel of
lichtbruin gekleurd. Deze prisma\'s zijn aan het eindvlak soms
rechthoekig, meestal echter schuin afgesneden of toegespitst
(zie Fig. 21). De werking op gepolariseerd licht is fraai. De
vloeistof wordt ontkleurd.

Cliloorpljitiiisiwaiorsiofzuiir on Nairiiiiiibrniiiido.

I.

Deze reactie verloopt voor Antifebrine, Exalgine en Motha-
cetine geheel overeenkomstig aan de reactie met chloorplatina-
watorstofzuur en natriumiodide. De kristalvorming komt ovonwol
slechts traag en onvolkomen tot stniid en daarom is deze
reactie niet aan te bevelen.

Anders daarentegen is het mot

-ocr page 93-

Phenacetine.

81

Er ontstaat, na de verwarming, eene, uit di\'0])peltjes bestaande,
troebeling. Spoedig volgt de afscheiding van talrijke kristallen.
Die, welke het eerst ontstaan, zijn ook hier klein en weinig
scherp van vorm. Later echter scheiden zich kristallen af,
die veel grooter zijn en daardoor gemakkeljjker waar te nemen.
Het zijn fraaie, korte zuiltjes; soms ook ruitvormige plaatjes
(zie Fig. 22). Vooral in gepolariseerd licht zijn zjj duidelijk
te herkennen.

Bij eene nadere beschouwing dezer kristallen, vooral met
sterker vergrooting (Z. A 5), trok het mijne aandacht, dat
zo kleurloos zijn, terwijl do omringende vloeistof geel gekleurd
bijjft. Dit gaf mij aanleiding om te onderzoeken, wat er zou
gebeuren, indien ik de reactie geheel op <lezelfde wijze uit-
voerde , doch zonder toevoeging van chloorplatinawaterstofzuur.
Daartoe werd een dropjiel der waterige oplossing van Phenacetino
samengebraclit met een droppel der verzadigde oplossing van
broomnatrium in water en zacht verwarmd. Werkelijk zag ik nu
weldra een afscheiding van volkomen dezelfde kristallen (zie
Fig. 22). Toch schijnt de toevoeging van chloorplatinawateratof-
zuur niet geheel en al zonder invloed to zijn, ten minsto hot
maakte op mij den indruk, alsof daardoor de kristalafscheiding
overvloediger wordt en de kristallen beter gevormd zijn.

Hot volgde nu, als hot ware van zelf, dat ook werd nagegaan,
hoe do drie overige aniliden zich, bij gelijke ,behandeling,
gedragen. Ik kroeg daarbjj de volgende uitkomsten.

Antifehrine.

Na do verwarming ontstaat een, uit droppeltjes bestaande,
troebeling. Spoedig scheiden zich hieruit talrijke, uiterst
fraaie kristallen af. De meeste doen zich voor in don vorm

-ocr page 94-

82

van een kort prisma, met zeldzaam scherp begrensde vlakken.

^ ^ ^ Sommige zijn meer langgerekt en

^ ^ ^ ^ platter, als rechthoekige plaatjes.

" ▼ v- ^

^ ""u ^ die de eigenaardigheid vertoonen,

dat men daarin twee driehoeken
ziet, waarvan de tophoeken naar
elkander zijn gekeerd (zie Fig. 22).

O , Hier en daar ook een kristalmassa,

j y//* PA. bestaande uit aan elkander ge-

groeide prisma\'s, die dan echter

minder fraai gevormd zijn. De
Fiff. 22. A. Antifebrine, , . , . i w •

Ph. Phenacetine met «I» licht is

natriumbromide. Vergr.: Z. A 5. zeer sterk.

Exalgine. \'

Er heeft geen reactie plaats. Eerst na verloop van een uur,
ziet men, bij beschouwing van den droppel in gepolariseerd
licht, hier en daar zwak-glinsterendo puntjes. Dit wijst dus
op kristalletjes. Zij zijn echter zóó klein, dat men, ook mot
vergrooting Z. A T), geen vorm kan onderscheiden.

Methacetine.

Na de verwarming ontstaat een flauwe troebeling, waaruit
zich weldra boomvormig vertake kristalmassa\'s afHcheidon. Hier
en daar ook een enkel, vierkant plaatje.

IJ.

Antifebrine,

De kristallen blijven onaangetast. Eerst na vorlonj» van
10 tot 1.5 minuten scheiden zich, rondom de kristallen van
Antifebrine, breod-naaldvormige kristallen af, niet scherp
begrensd, lichtgeel gekleurd en sterk ])olariseorend. Do om-
ringende vloeistof wordt ontkleurd.

-ocr page 95-

Exalgine.

sn

De kristallen van Exalgine worden terstond opgelost en
laten eene, uit gele droppeltjes bestaande, troebeling achter.
Kristalafscheiding heeft niet plaats.

Phenacetine.

Er lieeft geen reactie plaats. Na verloop van een paar uur
liadden zich onduideljjk stervormige, geelgekleurde kristal-
groepjes, zonder bepaalden vorm, afgescheiden. Do werking
op gepolariseerd licht is fraai.

Methacetine.

De reactie verloopt als bij Antifebrine. De kristallen zijn
hier iets boter gevormd. Men herkent eene prisniatisclie
structuur, met schuin afgesneden of toegoa))itste eindvlnkkon.

Ohloorgoudwsiiorsiorzmir on Nsiirinnibroiuido.

1.

Men zorge, bij liet uitvoeren van deze reactie, vooral voor een
flinke overmaat van broomnatriuni, cmidat, indien dit niet in vol-
doende hoeveelheid voorhanden is, het goudbroinide zich terstond
iii groote, bruine naalden begint af te sciieiden. Men voegt, mot
een puntig glazen staafje, slechts zeer weinig chloorgoudwater-
stofzuur toe. De verwarming geschiede op een zeer klein
vlammetje en zeer voorzichtig, omdat broomnatriuni minder
hygroHcopisch is dan ioodnatrium en er hier dus grooter gevaar
voor liet uitdrogon van het proofdropi)oltje bestaat.

-ocr page 96-

84

Antifebrine.

Na de verwarming ontstaat eene troebeling, uit kleine,
donkergele droppeltjes bestaande, die later tot grootere droppels
samenvloeien. Vorming van kristallen heeft niet plaats, ook
niet na verloop van längeren tyd. Indien men bemerkt, dat
de proefdroppel begint op te drogen, dan brenge men hem
over op eene vochtige kamer. Want als de droppel te veel
uitdroogt, zal er langzamerhand geen voldoende hoeveel-
heid broomnatrium, in opgelosten vorm, meer aanwezig zijn,
om het goudbromide in oplossing te houden. Dan zullen zich
ook hier natuurlijk de groote, bruine naalden van goudbromide
afscheiden, hetgeen tot vergissing aanleiding zou kunnen
geven. En dat dit werkelijk het geval is, daarvan kan men
zich gemakkelijk overtuigen, door den droppel te laten op-
drogen. Er ontstaan dan groote, bruine naalden. Een licht
beademen van den droppel, waardoor mon weer een voldoende
hoeveelheid broomnatrium in oplossing brengt, is dan vol-
doende, om do naalden wederom terstond te doen verdwijnen.

Exalgine.

Er ontstaat terstond een donkerbruin praecipitaat, uit zoor
kleine droppeltjes bestaande. Men roero den proefdroppel
niet om. Weldra ziet mon hot amorfe praecipitaat kristalljjn
worden. De kleur dor kristallen is van donkergeel tot donker-
bruin. Aan deze kristallen is geen bepaalde vorm te her-
konnon. Do werking op gepolariseerd licht is duidelijk.

Een andere droppel worde, onmiddellijk na do toevoeging

0

van het reactief, verwarmd. Het praecipitaat loopt dan tot
bruine droppels samen. Bij de bekoeling evenwel ontstaan
spoedig wederom kristallijne afscheidingea, zonder bepaalden
vorm. Beschouwt men don droppol, oen weinig later, in

-ocr page 97-

85

gopoliirisccnl licht, clan ziet men, dat ieder droppeltje kristal-
lijn is geworden, zonder evenwel een bepaalden kristalvorm
te vertoonen.

Phenacetine.

Do proefdroppel blijft helder. Na do verwarming ontstaat

eeno nauwelijks waarneembare
troebeling. Spoedig daarop eclitcr
volgt de afscheiding van talrijke,
zeer fijne, fraaie naalden van
donkerbruine kleur (zie Fig. 23).
De werking op gepolariseenl
licht is duidelijk waar te nemen,
alhoewel zij niet bijzonder
sterk is.

Methacetine.

Na de verwarming ontstaat eene troobeling, dio tot gele
droppels samenvloeit. Kristalvorming heeft niet plaats.

II.

Antifebrine.

Na verloop van eenigen tijd worden do kristalion van Anti-
febrine met een bruine kleur doortrokken. Langzamerhand
worden de kristallen omgeven door eeno, uit bruine droppeltjes
bestaande, troebeling, waaruit zich, oerst na verloop van
± oen uur, een onregelmatige, boomvormig vertakte kristalnuvssa
afscheidt. De werking op het gepolariseerde licht is zwak.

Exalgine.

De kristallen van Exalgine worden terstond tot bniino

-ocr page 98-

86

droppels opgelost. Spoedig ontstaat een, uit bruine droppeltjes
bestaande, troebeling, waaruit zich kristallen, zonder bepaalden
vorm, afscheiden. De kleur is van lichtgeel tot bruin. Vooral
de lichtgele kristallen werken sterk op het gepolariseerde licht.
Na verloop van eenigen tijd scheiden zich, in het overige
gedeelte van den droppel, beter gevormde kristallen af. Dit
zijn kleine, rechthoekige prisma\'s, niet veel langer dan breed»
en eveneens lichtgeel tot bruin gekleurd.

Phenacetine.

Terstond schieten aan de kristallen van Phenacetine fijne,
donkere naalden aan. De vorm der Phenacetine-kristallen blijft
onveranderd. Langzamerhand echter maakt het den indruk,
alsof het binnenste dezer kristallen wordt aangetast, en dooreen
dicht vlechtwerk van donkerbruine naalden wordt ingenomen.
De werking dezer naalden op gepolariseerd licht is zwak.

Methacetine.

\' I

Ml;

De kristallen van ^[othacotinc worden rloortrokken met oon
bruine kleur. Daaromheen ontstaat Aveldra eene, uit bruine
droppeltjes bestaande, troebeling. Na verloop van ± een uur
scheiden zich, aan de kristallen van ^fethacetine, eenige zeer
donkerbruine, niet fraai gevormde kristallen af. JJij sommige,
die wat beter uitgegroeid zijn, herkent men eene prismatische
structuur, met schuin afgesneden of toegespitst eindvlak. J)e
werking op gepolariseerd licht is zwak.

-ocr page 99-

87

Overzicht der verkregen resiiltateu.

SUian wij een blik op de, in de voorgaande bladzijden,
medegedeelde uitkomsten, dan blijkt daaruit ten duidelijkste,
dat het, langs mierochemischen weg, mogelijk is, deze vier,
chemisch zoo nauw verwante stoflfen, op gemakkelijke en
eenvoudige wijze, tegelijk met absolute zekerheid van elkander
te onderscheiden. Het zoude te ver voeren, voor al deze
reacties nog eens op te sommen, welke onderscheidingskenmerken
zij voor de vier aniliden aanbieden. Liever dan dit wil ik do
verkregen uitkomsten in een tabel vereenigen. Daardoor verkrijgt
men een gemakkelijk overzicht, terwijl dan tevens duidelijk
in het oog springt, welke reacties het meest geschikt zijn,
om een der aniliden van de drie andere te onderscheiden.

Evenals bij de beschrijving, zullen in deze tabol onder 1
worden vermeld de reacties in de versch bereide, niet gekookte,
en onder 2 die in de gekookte oplossing in sterk zoutzuur.

liij de reacties met chloorplatinawaterstofzuur en natrium-
iodide enz., onder

I. dc reactie met de opgeloste stof.

II. dc reactie met vaste stof.

-ocr page 100-

1 ;
! ,

«; Reagens
(1
ti

Jlayer\'s oplossing.

1, 1 2.

|i \'

J; ■ Antifebrine.

r ;

1

1

Amorf praec., overgaande
in naalden.

Geen reactie. ■!

\' i ■
\'\'ï

; Exalgine.

il
j;

Amorf praec.

Amorf praec. >

\'i ,

), Plienacetine.

Geen reactie.

Geen reactie.

; 1

! Metliacetine.

Amorf praec.

Geen reactie.

Reagens m>-

Kvrikcliloride en iialrinm-
lodide.

K\'aliuni

1.

...........- -i

\\ Antifebrine.

i ,

Fraaie, kleurlooze naalden.

Amorf, oranjegeel pracc., |
waaruit groote, brecde, ■
donkerroode naalden, meestal^
ster- of boomvormig.

• Exalgine.

1

Amorf praec., tot droppels
samcnloopend.

Oranjerood, amorf praec.

1

1 \'

Phenacetine

!

(ieen reactie.

Proefdroppel helder. Spoedifj
talrijke, scheefhoekige prisma\'f

Methacetine,

ii
1,

l| 1
li\'

Zwak, amorf praec., tot
droppels samenloopend.

Oranjegeel, amoi f praec.

-ocr page 101-

89

Ioodioodkalium.

Kwikcliloridc cii iiafrium-
bromidc.

1

Amorf praec., overgaande in,
^nvankelijk goed gevormde,
8eel gekleurde naalden. Later

minder duidelijk.
^ Oplosbaar in water.

Geen reactie.

Amorf praec., overgaande in
fraaie naalden.

Steenroode plaatjes van ver-
schillenden vorm en naalden.
Onoplosbaar in water.

KrislalUjn praec.,
als onder 1.

Amorf praec., tot droppels
samenloopend.

kleine, fijne naaldjes van
\'•^nkere kleur. Later grootere
donkergele scheefhoekige
prisma\'s.
^ Oplosbaar in water.

Kristallijn praec.,
als ouder 1.

Kristallijn praecipitaat (?)
(zie blz. 31).

Atnorf praec., overgaande in
®f>om- of vedervormige, geel-
: gekleurde kristalmassa\'s.
! Oplosbaar in water.

Amorf, praec.

Amorf praec., tot droppels
samenloopend.

\'^hlodlde.

Kaliumeiidmiumiodldo.

2.

1.

Proefdroppel helder. D.aarna
Vorming van onregelmatige,
geelgekleurde kristalmassa\'s.

Amorf praec., ovenjaandp. in
groote, kleurlooze naalden.

Geen reactie.

Head ie als onder 1,

Amorf praec., tot droppels
snmonloopend.

liij hel opdrogen van den
droppel kristallen ah bij
de reactie met ioodnatrium.

Ij\'^l^orf praec , waaruit spoedig
\'stallen als onder \\ , mimler
fniai gevormd.

Langzamerhand /.wak,
amorf praec.

Geen reactie.

lU-actie als onder 1.

Amorf j)raec., tot droppels
samenloopend.

Geen reactie.

-ocr page 102-

90

reagens

Katriiimiodide.

1 en 2.

Antifebrine.

Geen reactie.

Exalgine.

liruinroode plaatjes van
i\'erschiUenden vorm, later
breede naalden van licht-
bruine kleur.

Phenaretine,

Groote, fraaie, lichtijele
naalden, later rechthoekige
prisma\'s. Soms nofj kleine
ruitjes met zeer scherpen hoek.

Methacetine

Oeen i-eactie.

Sterk, amorf pracc., tot gel
droppels samenloopcnd.

Latigzamerliand een Hauw
troebeling

Terstond sterk, amorf praec
tot groote, gele droppels
samenloopend. Rand later
lichtpaars.

CliloorgoiKhvaterstofzniii\' en natriiiiiiiodidü.

:

Chloo

1.

Zwakke troebeling.

llcajfeiis m>-

J

JI.

j_______

-------^

Kristallen van A. worden ilo^
trokken met een gele kleur.

I

Antifebrini!.

Exalgine.

scheidmg van geelgekleurde, ^„„i tijd fraiJ

omegelmatige k. istallen, waar-J nchtgeel gekleSrde, scheef-

Proefdroppel heldor. Na de ver-
warming troebel Daarna af-

tusschen hier en daar enkele : „risma\'s.
goed gevormde naalden.

Terstond kristallijn praec., uit r\'\'"

bruine plaatjes bestaande. Na >ost tot brume droppels Spoe^
de verwarming vervloeiend tot
afsche.dmg van onregelmatig
bruine droppels. Bij bekoeling
weer kristallijn.

prisma s. Later fraaie, donkel
bruine naalden.

Proefdroppel helder. Na de vei -
warming eerst langzamerhand
afscheiding van uiterst kleine
naaldjes en scheefhoekige
prisma\'s.

Proefdroppel helder. Na de ver-
warming troebel. Afscheiding
van fraaie, geelgekleurde
naalden.

Phenacetine.

Methacetine.

Kristallen van Ph. wordci\'
niet aangetast.

Kristallen van M. worden n
een gele kleur doortrokke"
Daaraan ontstaan langer«
prismatische kristallen.

-ocr page 103-

91

Chloorplatiuawaterstofzuur en natrlinuiodide.

^»terstofzHur.

I.

II.

Aanvankelijk geen reactie.
Na het opdrogen van den
\'\'oppel langzamei\'hand groen.
steeds donkerder wordend.

Proefdroppel helder. Na de
verwarming troebel. Daarna
afsclieiding van donkerbruin
tot zwartgekleurde naalden.

Rondom kristal A donker-
roode , breede, prismatische
kristallen, tot boomvormig
vertakte groepen vereenigd.

Terstond steenrood praec. Na
Ie verwarming tot donkerroode

droppels samenvloeiend. Na
ferloop van langen tijd kristal-
vorming.
(Zie blz. 74).

Proefdroppel helder. Na de
verwarming langzamerhand
een praec.. schijnbaar amorf,
in werkelijkheid zeer kleine
naaldjes.

Reactie als onder i.

■Langzanieiiiaiid blauwgroen.

Kristal E. wordt opgelost.
Na ± een uur breede prisma\'s,
lijne naalden en vierzijdige
plaatjes.

Geen reactie.
(Zie blz. 75).

Violet, overgaande in
blauwgroen

Proefdroppel helder. Na de ver-
warming troebel. Daarna afschei-
ding van onregelmatige, brcedo

on korte naalden, soms ook
donkerroode plaatjes. Daartus-
schen donkere, lijne naalden.

Rondom kristal M donker-
roode, prismatische kristallen,
boomvormig vertakt. Hier en
daar plaatjes.

Cliloorplatinawiiterstofzunr en imiriumbroinido.

Nnlriiimbromldc, luot de
stof opi?clo.sl in waler
(zlo blz. 81).

Reactie met lIjIHCl,;
Nal. 1.

Kristallen van A. blijven onaan-
getast. Na 101.\') minuten
onregelmatige breed-naald-
vormige kristallen.

Na de verwarming troebeling.
uit droppels bestaande.
Daarna
ifschciding van fraaiepnsma\'s.

Reactie met lijPlCiu
-f- Nal. 1.

Kristallen van E. worden tot
bruine droppels opgelost. Geen
kristalvorming.

Eeisl na verloop van een mn-
kristallijn praec., /onder
bepaalden vorm.

^ Reactie met IliPtClr, Nal, 1.

kristallen zijn hier grooter
®n doen zich voor als fraaie,
Wte zuiltjes (?). (Zie blz. 81.),

Geen reactie.

TcrslonU na de vcrwarinin;/

afsc/ieidin;/ van talrijke
kristallen. Vooral de later
gevormde: fraaie, korte zuiltjes.

Reactie = Antifebrine.
De kristallen hier wiit beter
gevormd.

: Reactie met ll,PtClfi Nal. 1

Na de verwarming flauwe
troebeling, waaruit boom-
vormig vertakte kristalmassa\'s.

-ocr page 104-

92

Proefdroppel helder. Na de
verwarming troebel Geen
kristalvorming.

Antifebrine.

Kcagciis

\'Kristallen van A. blijven onaan-
getast. Na verloop van een uur
i onregelmatige, boomvormig
i vertakte kristalmassa.

Chloorgoudwaterstofzuur en natriunibrouiidc.

I. IL

Kristallen van E. terstond opg^
Terstond een donkerbruin praec., lost tot bruine droppels. Spoedig
overgaande in kristallen van j kristallen zonder bepaalden
dezelfde kleur, zonder bepaaldenivorm. Na verloop van een inn"
vorm. I beter gevormde kristallen als
_j kleine rechthoekige prisma\'s^

Proefdroppel helder. Na de ver-
warming slechts Hauw troebel.
Spoedig afscheiding van
talrijke, fijne, donkerbruine
naalden.

Exalgine.

Terstond schieten aan dc
kristallen van Ph. fijne,
donkere, naalden aan,

1\'lienacetine.

Proefdroppel helder. Na de ver-
warming troebel. Geen kristal-
vorming.

Metliacetine.

Kristallen van M. blijven onaaii\'
getast. Na verloop van een uul
scheiden zich daaraan eenige
donkergekleurde kristallen af|
zonder bepaalden vorm.

A nimoniuniYanadaal.

Reagens m>-

1.

Antifebrine.

Groen.

Geen reactie.

Gering, spoedig verdwijnend,
amorf praec.

Geel, verdwijnend.

Exalgine.

Donkerviolet; tegelijkertijd
talrijke, donkergekleurde, fijt^
naalden.

Geen reactie.

Phenacetine.

*

Geen reactie.

Donkerviolet.

Methacetine.

-ocr page 105-

)

93

IMkrinezuiir.

1 en \'2.

Tannine.

Anuuoniiniimolybdant.

Geen reactie.

Geen reactie.

Geen reactie.

^wak, amorf praec., tot gele
•Iroppels samenvloeiend,
weldra verdwijnend.

Amorf praec.

Amorf praec.

Geen reactie.

(ioen reactie.

Geen reactie.

Geen reactie.

Geen reactie.

Geen reactie.

I>liosp1iorniolyhilccn/.uur.

Natriunnvoirrainnat.

1.

2.

1 en 2.

Amorf praec.

Amorf praec., overgaande in
i/roengekletirde. prismaH.^che
kristallen.

Zwak, amorf praec.

Amorf praec.

Amorf prnec.

Sterker, amorf praec.

Amorf praec.

........1

Amorf praec., later hier en
daar hruingekleurde kristal-
sterren.

Zwak, amorf praec.

Amorf iiraec.

Ke-u-lie als bij Plienacetine.

Zwak, amorf praec.

-ocr page 106-

94

1

Reagens »>

Ferrocjaankalinin.

1 en 2.

Ferricj\'i

1.

-------------------------------^

Antifebrine,

Geen reactie.

Geen reactie.

Exalgine.

Kristallijn pt-aec. Sneeuw-
kristallen, afgewisseld door
naaldjes en kleine vierkante
plaatjes.

Kristallijn praec.. bestaande
uit min o/ meer regelmatigCi
vierzijdige plaatjes.

Phenacetine.

Geen reactie.

Geen reactie.

Methacetino.

Geen reactie.

Amorf praec., terstond ovei"
gaande in kleine kuhen.

UcagciiH m>-

Kaliumbicliroiiiaal.
1. 2.

Antifebrine.

Terstond groote, gele naalden.

Donkergroen.

i

Exalgine.

Amorf praec.. tot gele droppels
samenloopend.

Reactie als onder 1.

Phenacetine,

Geen reactie.

! Paars; later kristalvorminf!
(Zie blz a.^.)

Methacetine.

Na eenige tninnteu talrijke,
kruisvormige kristallen.

1

Donkerpiinrs. Later kristal\'
vorming.

\'I
■>!

r
!i;
li

-ocr page 107-

9.5

Cliroomzunr.

1.

2.

Donkergroen,

i
!

Kristallijn praec., bestaande
uit fraaie, fijne naalden.

Donkergroen.

; ^iinhorrelig pracc , kristallijn
moordend. Sneeuwkristallen;
i: ^\'^aldjes; ruitvo)tnige plaatjes
I en kleine prisma\'s.

Amorf praec., tot groote, gele
droppels samenloopend.

Reactie als onder 1.

; Donkerpaars. Later fraaie,
kleurlooze prisma\'s.

Geen reactie.

Lichtpaars, verdwijnend;
later onregelmatige ruitjes.

: \'^"nkerviolet; terstond donker-
i violette kuben; later kleur-
J looze prisma\'s.

Amorf praec.; later fraaie,
kruisvormige kristallen.

Donkerpaars, verdwijnend;
later ruitvormige kristallen.

t

k.

Donkergroen.

(•een reactie.

Ocen reactie.

Lichtpaars.

Ka1!iim|ieriimiignniuit.

l.

Zwak, amorf, lichtV)niin pi-aec.

Donkergeel, lichter wordenil, dan
verdwijnend.

Klauw paars.

Geen reactie.

-ocr page 108-

96

Reagens »>-

Kaliumchloraat.
1. L>.

Antifebrine.

. Amorfe troebeling; later
boomvormig vertakte kristal-
massa.

Wijnrood, overgaande in
donkerrood, paars, donkerblau\'
ten slotte groen.

Exalgine.

Geen reactie.

1

Geen reactie.

Phenacetine.

Spoedig kleine prisma\'s en
naalden, aanvankelijk goed
gevormd , later, minder .scherp.

Amorf praec., daaromheen
violette kleur. Daarna klein«
sterren. liij het opdrogen va"
den droppel, kruis- en mit-
vormige kristallen.

Methacetine.

Amorf praec., waaruit later
krist alrozetten.

Reactie als bij Phenacetine.

Reagens m>

Knliiinichlornnt ei
1.

t iiatriiiiiibroniide.

Antifebrine.

Amorf pracc. terstond over-
gaande in fraaie, fijne naalden.

Aanvankelijk geen reactie.,
Spoedig afscheiding van frafl\'
naalden.

Exalgine.

Amorf praec., tot gele droppels
samenloopend.

Reactie als onder 1.

1

Phenacetine.
*

Amorf praec.

«

Reactie als omler 1.

Melhac(>line.

Amorf praec., waaruit boom-
vormig vertakte kristalmassa\'s
en kleine krislalrozetten.

Violette kleur met amorf pracf\'
tot paarse droppels samen-
loopcnd.
Na het opdrogen
kleine, kruisvormige kristallt*

-ocr page 109-

97

Broiiihiiii.

1.

I

Midden in den proefdroppel terstond een\'
kristallijne massa, /.onder bepaalden vorm.
"fiartusschen en in den rand van den droppel
kleine naalden. Later de kristallijne massa
ook naaldvormige structuur.

Tot gele droppels samenloopende troebeling.
Later kristallijne massa, /onder
bepaalden vorm.

r*roefdroppel spoedig troebel door kleine,
gele droppels. Later kristallijn pi-aec,
zonder scherpen vorm.

I^roefdroppel spoedig tioebel door kleine,
Rcle droppels
l.alnr ronnimj vnn pfacUlüjo.,
f/ro»/(!, hhuirtonzn xlrrrrn

Terstond tallooze, fraaie, kleurlooze
naalden.

Donkergele droppels, kristallijn wordend.
Later wederom vervloeiend. Ten slotte
onregelmatige kristalmassa, na verloop van
tijd verdwijnend.

Proefilroppel troebel door kleine, gele droppels.
Later uiterst kleine, min of meer regelmatige,
ruitvormige kristallen van lichtgele kleur

Proefdroppel troebel iloor olijfgroene drop-
peltjes. Spoedig ondoorzichtig. Later meer
ophelderend, tevens, in den vrij komenden
rand, talrijke, lichtgeel gekleurde, kruis-
vormige kristallen.

I

-ocr page 110-

98

Onderzoek van Mengsels.

Nadat het dus was gelukt eene reeks van microcheraische
reacties te vinden, waardoor men in staat is, de vier ge-
noemde aniliden gemakkelijk en met absolute zekerheid van
elkander te onderscheiden, werd het onderzoek in deze richting
uitgebreid, dat werd nagegaan, in hoeverre de opgegeven
reacties bruikbaar zjjn, indien deze vier stoffen gemengd voor-
komen. Daar de tijd ontbrak om de talrijke, tusschen vier
stoffen mogelijke, combinaties ieder afzonderlijk te onderzoeken,
achtte ik het het doelmatigste, om terstond het meest ge-
compliceerde geval te nemen, nl. een mengsel der vier stoffen.
Tot dat dool mengde ik, van ieder der vier stoffen eene gelijke
hoeveelheid, nauwkeurig ondereen. Dit mengsel, waarin dus
ieder der aniliden tot een gehalte van 25 voorkomt, zal
A worden genoemd. Verder maakte ik nog vier mengsels,
ook uit gelijke doelen der stoffen bestaande, waarin telkens
een der vier aniliden niet voorkomt. Het doel, waarmede
deze mengsels werden gemaakt, is duidelijk. Zij zullen voor
de controleproeven dienen.

Mengsel A golijke doelen A. E. Ph. en M.

„ « „ „ A. E. en Ph.

„ C „ „ A. Ph. \'en M.

„ D „ « E. Ph. en M.

„ E „ „ A. E. en M.

Om in mengsel A ieder der samenstellende stoffen op te
sporen, komen natuurlijk, in de eerste plaats, zulke reactieven
in aanmerking, die óf met de drie andere geen reactie, of
met de te zoeken stof een kristallijn-, met de andere een
amorf praecipitaat geven. Reeds aanstonds stuitte ik liier op

-ocr page 111-

99

eeu groote moeilijkheid. Het bleek namelijk, dat een kristallijn
praecipitaat niet ontstaat, indien een der aanwezige stoften
met dat reactief\' een amorf praecipitaat geeft, l^len wacht te
vergeefs op de afscheiding der kristallen; de proefdroppel
droogt op, zonder dat het gewenschte, kristallijne praecipitaat
te voorschijn komt.

Om aan deze moeilijkheid te ontkomen, ging ik uit van de
gedachte, het amorfe praecipitaat in het een of ander oplosmiddel
op te lossen, in de hoop, dat zich, na de verdamping van dat
oplosmiddel, do kristallen zouden afscheiden. Werkelijk gelukte
dit in vele gevallen. In andere gevallen liet dit hulpmiddel echter
in den steek; dan werd de een of andere kleine kunstgreep
toegepast, zooals ter gelegener plaatse zal worden aangegeven.

Al de beschreven reacties werden beproefd, doch ik heb
alleen die vermeld, welke een gunstig resultaat opleverden.

Over het algemeen werden do reacties uitgevoerd op do
wijze, zooals vroeger is beschreven. De oplossing van do
mengsels in zoutzuur werd steeds zóó gemaakt, dat hot in
bewerking genomen gedeelte geheel werd opgelost, tonoindo
in de procentische verhouding goene verandering to brengen.
Om echter, bij aanwezigheid van hot moeiijjk oplosbare
Phenacetine, do oplossing niet al to zoor te mooten ver-
dunnen, geschiedde dit soms ouder zachte verwarming.
Terstond werd dan in koud water afgekoeld en nauwkeurig
nagegaan of zich nu geen kristallen hadden afgescheiden.
Geschiedde dit, dan word nog, droppolsgewjjze, zóóveel
zoutzuur toegevoegd, als noodig was, om alles in oplossing
to houden.

-ocr page 112-

100
Antifebrine.
Pliosphormolybdeeuznnr.

Een klein droppeltje der gekookte, zoutzure oplossing van
mengsel
A, wordt op een objectglaasje gebracht en daarbij een
weinig der oplossing van phosphormolybdeenzuur gevoegd. Er
ontstaat een amorf praecipitaat, waaruit zich, ook na verloop
van langen tijd, geen kristallen van het reactieproduct van
Antifebrine afscheiden. De proefdroppel wordt nu omgeroerd
\' met een droppel spiritus van 10 "/o- Het praecipitaat lost geheel,

of nagenoeg geheel op. Langzamerhand ziet men dat zich,
] eerst aan den rand, later ook midden in den droppel, de

typische prisma\'s van Antifebrine met phosphormolybdeenzuur
■ afscheiden. Vooral in gepolariseerd licht zijn ze goed te onder-

scheiden. Bovendien ontstaan ook nog fijne, bruine naalden,
I tot ster- of pluimvormige groepen vereenigd, afkomstig van

Phenacetine en Methacetine. Deze zijn echter voor de waar-
neming niet hinderlijk.

Nadat dus was uitgemaakt, dat men op deze wijze de
; moeilij\'kheid, gelegen in het verhinderen der kristalafscheiding

^ door het amorfe praecipitaat, kan ontgaan, werd nog nagegaan

of er invloeden waren, waardoor deze reactie zou kunnen
worden gestoord. Het is noodzakelijk dat de oplossing van
, liet reactief zoo geconcentreerd mogelijk zij. ^len verdunne

i daarom de oplossing slechts zóólang, totdat met sterk zoutzuur

nog even een praecipitaat ontstaat. Dit praecipitaat hindert
niet. De reactie komt het beste tot stand, indien men een kleine
^ overmaat van het reactief toevoegt. Om na te gaan of soms

^ de overmaat van het reactief hinderlijk bij de waarneming zou

kunnen zijn, werd een blinde proef genomen, die geheel op
dezelfde wijze werd uitgevoerd. Het bleek dat zich ook hier, aan
i den rand van den droppel, kristallen vormden, nooit echter

-ocr page 113-

101

midden in den droppel. Deze kristallen doen zich voor als
onregelmatige plaatjes, tot verwarde groepen opeengehoopt,
nooit in den vorm der voor Antifebrine kenmerkende prisma\'s.
Vergissing is bovendien totaal uitgesloten, indien men gebruik
maakt van gepolariseerd licht. Daarop oefenen de kristallen,
uit het reactief ontstaande, absoluut geen werking uit, terwijl,
zooals wij gezien hebben, dit met de kristallen van Antifebrine
met phosphormolybdeonzuur wel het geval is.

Verder werd nagegaan, welke invloed spiritus van 10 "/o
op de praecipitaten dor stoffen afzonderlijk uitoefent.

Hot volgende resultaat werd verkregen:

Antifebrine.

De eenmaal govtn-mdo kristallen worden door toevoeging van
spiritus van 10 "/„ niet aangetast, liij verdamping van den
spiritus ontstaan nog vcel meer kristallen, echter niet zoo
broed als de eorstgcnoemde, doch fraaier van vorm.

Exahjim\'.

Het amorfe praecipitaat wordt gedeeltolijk opgelost, doch
scheidt zich ook weer amorf af.

Phenacetine on Methacetine.

Hot praecipitaat wordt nagenoeg geheel opgelost en scheidt
zich, na verdamping van don spiritus weer af, gedeeltelijk in
den vorm van fijne naalden, tot ster- of pluimvormige groepen
vereenigd.

Uit deze proeven blijkt dus, dat do toevoeging van spiritus
van 10"/„, bij Exalgine, Phenacetine en .Methacetine, niet van
dien invloed is, dat zich kristallen vormon , die aanleiding zouden
kunnen geven tot verwarring met Antifebrine.

-ocr page 114-

102

Door toevoeging van spiritus van 20 "/o bereikt men het doel
ook. De kristallen zijn dan echter minder talrijk en minder
fraai gevormd. Nog ongunstiger resultaat verkrijgt men mot
spiritus van nog grootor alcoholgehalte.

Ook met andere oplosmiddelen werden in deze richting
proeven genomen, met hot volgende resultaat:

chloroform is voor dit doel minder geschikt dan spiritus,

benzol nog minder,

aether ongeschikt,

aether aceticus ongoschikt,

zwavelkoolstof ongeschikt.

Zoor doelmatig bleek petroloumaether te zijn. De wijze van
bewerking is deze, dat men het praecipitaat snel on sterk
omroert met een staafje, waaraan zich oen droppol petroloum-
aether bevindt. Soms moot men, wegens do snelle verdamping
van den petroloumaether, do bewerking nog eens horhalen.
Er scheiden zich dan talrijke, fraaie, prismatische kristallen
af. Indien do kristalvorming zich soms wat lang laat wachten,
kan men deze gemakkelijk inleiden, door, met oen puntig
glazen staafje, nog een weinig van hot reactief toe te voegen.

Ook bleek uit, in dien zin genomen, proeven, dat petroloum-
aether geen storonden invloed uitoefent op de praocipitaten
dor stoffen afzonderlijk.

Een controleproef mot mengsel I) bevestigde bovendien
nog do bruikbaarheid van deze roactio.

Kaliiiiiibicliromaat.

Komt Antifebrine alléén mot P]xalgino gemengd voor, dan
kan men met goed gevolg gebruik maken van do groene kleur,
die in de^ gekookte oplossing in sterk zoutzuur mot kalium-
bichromaat ontstaat.

Anders wordt het, wanneer in het mengsel ook nog Phena-

\'I\' \'

(

-ocr page 115-

103

cetinc of Mcthacctine, of beide voorkomen. Door de paarse
kleur, die deze laatste met dit reactief aannemen, wordt het
waarnemen der groene kleur van Antifebrine onmogelijk. Een
kleine kunstgreep maakt het echter mogelijk, om ook in een
dergelijk mengsel, met dit reactief, Antifebrine aan te toonen.
Men laat de reactie eenige seconden tijd om goed tot stand
te komen en voegt dan een droppel absoluten alcohol toe.
Terstond spreidt de droppel zich over het voorwerpglaasje uit,
de paarse kleur verzwakt aanmerkelijk en men kan nu duidelijk
het amorfe, groen gekleurde praecipitaat waarnemen.

Hetzelfde resultaat bereikt mon ook door herhaalde toe-
voeging van een droppel aethor aceticus of chloroform.

]\\rinder geschikt bleken petroleumaethor en aethor, terwijl
zwavelkoolstof en benzol voor dit doel geheel ongeschikt
bleken te zijn.

Ter contrôle werd nog nagegaan of absolute alcohol, aethor
aceticus en chloroform soms kleurverandering teweeg brengen
bij do reacties van Phenacetino en Methacetino, hetgeen niet
het geval bleek te zijn.

Aiiiiiioiiiuiiivanadaiit.

In oen mengsel van Antifobrino en Exalgino kan men
Antifebrine aantoonen door middel van do groene kleur, dio met
dit reactief in do gekookte oplossing in sterk zoutzuur ontstaat.

Komt in hot mengsel ook nog Phenacetino en ^[ethacetine
voor, dan is do violette kleur zóódanig overhcorschend, dat
van het groen niets tc zien is. Langzamerhand echter ziet
men een amorf praecipitaat ontstaan en wordt do violotto
klour allengs lichter. Dan kan mon duidelijk waarnemen,
dat hot amorfe praecipitaat groen gekleurd is.

Nog beter kan men de aanwezigheid van Antifebrine op-
sporen, indien men als volgt te werk gaat: men laat den

-ocr page 116-

104

droppel een paar minuten aan zichzelven over, zonder om
te roeren. Wanneer het amorfe praecipitaat zich goed heeft
gevormd, voegt men een droppel absoluten alcohol toe. Men
ziet tu de vloeistof, met de violette kleur, zich over het
voorwerpglaasje verspreiden. Het amorfe praecipitaat blijft
liggen en nu kan men zeer duidelijk de groene kleur waarnemen.
Ook chloroform en aether aceticus kan men tot dat doel
I gebruiken. Na, zooals boven is gezegd, gehandeld te hebben,

beweegt men, na toevoeging van een droppel chloroform
of aether aceticus, het voorwerpglaasje heen en weer en laat
nu het oplosmiddel van het praecipitaat afloopen. Deze be-
I werking herhaalt men eenige malen, waardoor men, als het

L*\'\' ware, de violette kleur uittrekt. Men kan nu duidelijk de

groene kleur van het praecipitaat waarnemen, die echter in
dit geval een flauw tintje naar blauw heeft.

Benzol, zwavelkoolstof, petroleumaether en aether, bleken
niet geschikt te zijn voor dit doel.

Ter contrôle werd nog nagegaan of absolute alcoiiol, clilo-
loform en aether aceticus ook van invloed waren oj) de kleur-
reactiç van Exalgine, Phenacetine en Methacetine afzonderlijk,
hetgeen niet het geval was.

Fcrricyaankaliiini.

In een mengsel van Antifebrine en Exalgine kan men door
11 middel van dit reactief in do gekookte, zoutzure oplossing

gemakkelijk Antifebrine aantoonen. Tusschen het kristallijno
praecipitaat van Exalgine ziet men duidelijk het groene,
amorfe praecipitaat van Antifebrine. Het beate met sterker
vergrooting (Z. A 5).

Komt irf het mengsel ook nog Phenacetine en Methacetine
voor, dan laat deze reactie in den steek. Het violet over-

-ocr page 117-

105

heerscht hot groen. Ook kan men, door toevoeging van het
een of ander oplosmiddel, de groene kleur niet duidelijk te
voorschijn brengen.

Kalinnipermaiiganaat.

Bestaat het mengsel alleen uit Antifebrine en Exalgine,
dan kan men door middel van deze reactie Antifebrine in de
gekookte, zoutzure oplossing aantoonen. De gele kleur van
lüxalgine verdwijnt spoedig en men kan nu het groene prae-
cipitaat van Antifebrine duidelijk waarnemen.

Komt echter \'in het mengsel ook nog Phenacetine en ^letha-
cctine voor, dan is deze reactie voor Antifebrine volkomen
onbruikbaar. Van de groene kleur is niets te bespeuren.

Kaliiiiiicliloraat.

In do gekookte, zoutzure oplossing, komt deze reactie
voor Antifebrine ook in mengsels tot stand. De t)i)volging der
kleuren is duidelijk zichtbaar. Het donkerblauw blijft echter
veel langer bestaan, dan wanneer men met Antifebrine alléén
te doen hoeft. Toch kan men, vooral op plaatsen, waar do
kleur wat lichter is, duidelijk waarnemen, dat het, zich af-
scheidende, amorfe praecipitaat een groene kleur heeft. Men
laat den proefdroppel vervolgens, zonder om te roeren, zóó-
lang liggen, totdat hot praecipitaat zich goed hoeft afgescheiden
on voegt dan een dropiiel absoluten alcohol toe. De droppel
spreidt zich over het objectglaaaje uit, en de groene kleur
van het praecipitaat wordt nu duidelijk zichtbaar.

Een gelijk resultaat verkrijgt men door toevoeging van oen
drop))el aether aceticus, benzol of chloroform. Met moet don
proefdroppel niet omrooron, omdat dan het praecipitaat samen-
pakt en do kleur niet moer i.s waar tc nomen. Vooral na

-ocr page 118-

106

verloop van een paar minuten, als de blauwe kleur begint
te verzwakken, kan men de groene kleur van het praecipitaat
goed zien.

Minder geschikt zijn zwavelkoolstof, aether en petroleumaether.

Kiilluiiicliloraat on Natriiiiubroniidc.

1. Versch bereide oplossing.

Komt Antifebrine voor niet meer dan 25 "/o \'\'^t mengsel
voor, dan heeft er geene afscheiding der naalden plaats. Er
ontstaat een amorf praecipitaat, dat tot droppels samenloopt.
Men voegt nu een droppel spiritus van 10 toe. Het praecipitiuit
lost gedeeltelijk op en spoedig scheiden zich talrijke, fraaie
naalden af. Bjj hooger Antifebrine-gehalte van het mengsel,
ontstaan de naalden ook zonder toevoeging van spiritus. Men
verhindere door middel van dc vochtige kamer het opdrogen
van den droppel.

Hetzelfde resultaat verkrijgt men mot spiritus van 20 "/„
of 30 "/„. Spiritus van hooger alcoholgehalte dan 30 "/o>
moet men niet gebruiken. Do naalden ontstaan dan ook wel,
doch\' do droppol wordt over het objectglaasje uitgespreid,
waardoor do naalden den tijd en de gelegenheid missen om
zich in behoorlijken vorm af to scheiden.

Prooven, in deze richting genomen, met de andere oplos-
middelen , leidden tot geen resultaat. Ook door toevoeging van
oen droppel water kan men dc afscheiding dor naalden te
voorschjjn roepen; zij zijn dan echter weinig in aantal en
onvolkomen gevormd.

Om nu uit to maken, of do afscheiding dezer naalden,

«

werkelijk aan de aanwezigheid van Antifebrine was toe te
schrijven, werd een contróleproef genomen met mengsel
1). Er
heeft hier geen afscheiding van naalden plaats, ook niet na

-ocr page 119-

107

verloop van langen tijd, als mon zorg draagt, dat do proef-
droppel niet kan opdiogen. Bij het opdrogen van don droppel
ontstaan (vooral als men spiritus van hooger dan 10 "/o alcohol-
gehalte heeft gebruikt) kleine kristalrozetten, dio men aan de
aanwezigheid van Methacetine moet toeschrjjven.

Men heeft dus in deze reactie een middel om Antifebrine
in mengsels aan to toonen.

2. Vooraf gekookte oplossing.

Zooals wjj vroeger hebben gezien, ontstaan bij deze reactie
voor Antifebrine, fraaie naalden. In de gekookte oplossing in
sterk zoutzuur van mengsel A, verloopt do reactie eenigszins
anders. Er ontstaat een violette
kleur, gevolgd door een amorf
praecipitaat. Terwijl nu de kleur allengs moor olijfgroen wordt,
begint het reactieproduct van Antifebrine zich af to scheiden;
eerst enkele afzonderlijke naalden, spoedig echter als oon
boomvormig vertakte kristalmassa.

Fraaier kan men deze reactie daii ook tot stand doen konion,
indien men, vóór hot inbrengen van hot kristallotjo van kalium-
chloraat, oon droppel spiritus van 10 "/„ of 20 "/„ toevoegt.
Er ontstaat dan een lichtviolette klour on een zwak, amorf
praecipitaat. De kleur wordt allengs donkerder, terwijl zich
talrijke naalden afzonderlijk afscheiden. Na verloop van eenigen
tijd voegen ook deze zich tot een boomvormig vortakio
kristalmassa samen.

Ter contrôle werd do reactie mot do gekookte, zoutzure oplossing
van mengael
1) geheel op dezelfde wijze uitgevoerd. Er volgde hier
geen afscheiding van naalden, alleen konden, bij het opdrogen
van den droppel, de kruisvormige kristallen van ^[ethacetine
worden waargenomen. Iliermedo is dus het bewijs geleverd,
dat de kristalvorming moot worden toegeschreven aan do
aanwezigheid van Antifebrine.

-ocr page 120-

108
Exalgine.

loodioodkalium.

In de zoutzure oplossing van mengsel A, ontstaat door
ioodioodkalium een amorf praecipitaat. Na verloop van eenigen
tjjd echter en vooral als men den proefdroppel, met een platina-
draad, voortdurend omroert, beginnen zich kleine kristallen
af tc scheiden.
x\\an deze kristallen herkent men terstond den
typischen vorm van het reactieproduct met Exalgine. Hier en daar
vindt men ook enkele scheefhoekige prisma\'s, die waarschijnlijk
aan de aanwezigheid van Phenacetine hun ontstaan te dsinken
hebben. Ten einde nu het bewijs te leveren, dat men hier
werkelijk met Exalgine te doen heeft, werd gebruikgemaakt
van de eigenschap, dat de praecipitaten van Antifebrine,
Phenacetine en Methacetine in water oplossen; dat van Exalgine
echter niet.

Terstond na de toevoeging van ioodioodkalium, als hot
praeciijitaat nog amorf is, voegt men een klein droppeltje
water toe. Men ziet nu het praecipitaat gedeeltelijk oplossen.
Dat gedeelte, hetwelk niet oplost, wordt terstond kristallijn;
mori kan duidelijk de vormen van het reactieproduct met
Exalgine herkennen.

Om verder te bewijzen, dat men, door middel van deze
reactie, Exalgine in mengsels kan aantoonen, werd een
controleproef genomen met do zoutzure oplossing van mengsel
C. Er ontstaat een amorf praecipitaat. Weldra echter scheiden
zich daaruit kristallen af. De lichtgele kleur, de weinig
scherpe vorm en de sterke werking op het gepolariseerde
licht, doen terstond zien, dat deze kristallen afkomstig zijn
van Antifebrine en Methacetine. Daartusschen ziet men
kleine, fijne naaldjes van donkerder kleur, ilie de aanwezigheid
van Phenacetine aantoonen. Voegt men nu hierbij een drop-

-ocr page 121-

109

peltje water, dan ziet men dat de kristallen daardoor spoedig
worden aangetast. Na verloop van eenigen tjjd lossen ze geheel
op, hetgeen men kan bespoedigen door den droppel met een
puntig glazen staafje om te roeren.

Op deze wijze is dus het bewijs geleverd, dat men, door
middel van de reactie met ioodioodkalium, Exalgine in
mengsels kan aantoonen.

Met nog grootere mate van zekerheid kan, door deze reactie,
de aanwezigheid van Exalgine worden aangetoond, indien
men de zoutzure oplossing van mengsel A vooraf gedurende
eenige minuten kookt. De voor Exalgine karakteristieke
kristallen treden dan zeer duidelijk op.

Ter controle werd de reactie ook nog uitgevoerd met do
gekookte, zoutzure oplossing van mengsel C. Er had in deze
o])lossing met ioodioodkalium geen reactie meer plaats. Eerst
bij het opdrogen van den droppel, scheiden zich, aan den rand,
eenige kristallen van het reactieproduct met Phonacetino af.
Een klein droppeltje water is echter voldoende, om deze weer
terstond te doen verdwijnen.

Forrocyaiiii kalium.

Deze zeer kenmerkende reactie kan ook gebruikt worden
om Exalgine in mengsels aan te toonon. De reactie komt in
mengsels evenwol trager tot stand, dan wanneer men ze op
zuiver Exalgine toepast, zoodat mon dan ook nooit moet
verzuimon om do vochtige kamer to gebruiken. Wat don
vorm der kristallen betreft, zoo treden de sneeuwkristallen
meer oj) den achtergrond en wordt de hoofdmassa van het
kristallijno praecipitaat ingenomen door vierkante on ruitvormige
plaatjes.

Zeer fraai komt deze reactie ook tot stand, indien men do zoutzure
oplossing van mengsel A vooraf gedurende eenige minuten koidvt.

-ocr page 122-

110

De grillige vormen der sneeuwkristallen treden dan ook weer
beter op, terwijl zich tevens prismatische, soms naaldvormige,
kristallen afscheiden, die echter niet scherp begrensd zijn.

Een contróleproef werd genomen zoowel met de gekookte,
als met de niet gekookte oplossing in sterk zoutzuur van mengsel
C. In beide gevallen hadden zich, ook na langer verblijf op
de vochtige kamer, geen kristallen afgescheiden.

Ferricjaaiikaliiini.

Zooals wij vroeger bij de beschrijving der reacties hebben
gezien, gebruikt men, bjj deze reactie voor Exalgine, de
verdunde oplossing van het reactief. In de zoutzure oplossing
van mengsel A heeft, bij gebruik van de vochtige kamer,
met de verdunde oplossing van ferricyaankalium, geen reactie
plaats. Bedient men zich van de geconcentreerde oplossing
van het reactief, dan verschijnen terstond in de zoutzure
oplossing van mengsel A, geel gekleurde, kubische kristallen.
De totale afwezigheid van eenige werking op gepolariseerd
licht, in verband met den kristalvorm (kubus, soms ook
octaëder), doet deze kristallen terstond herkennen als het reactie-
product mot Methacetine. Dc sterk polarisoorende, gele
plaatjes, zooals ze voor Exalgine zijn beschreven, scheidon
zich niet af.

Anders wordt het geval, wanneer men do zoutzure oplossing
vanmengsolA, vooraf gedurende eenige minuten kookt. Voort men
nu do reactie uit (met do verdunde oplossing van iiet reactief),
dan ontstaat oen paarse kleur. Terstond ovonwol volgt de
afscheiding van kristallen; do moeste hebben don vorm van
zuivere ruiten, sommige zijn meer langgerekt, doch bljjkon,
bij nadere beschouwing, ])laatjes te zijn, dio men op don smallon
kant ziet. Alle oefenen eene sterke werking oj) het gejKilariseordo
licht uit. Hoewel bij zuiver Exalgine de kristallen geel gekleurd

-ocr page 123-

Ill

zijn, zoo nemen zij hier, door de aanwezigheid der andere
aniliden, een lichtpaarse kleur aan. Vooral kan men deze
kristallen duidelijk waarnemen, als men den proefdroppel
eenigen tijd op de vochtige kamer laat liggen. De violette
kleur trekt dan langzamerhand weg en de kristallen komen
des te fraaier uit. Laat men den proefdroppel langzaam opdrogen,
dan scheiden zich, na verloop van eenigen tijd, kleurlooze
prisma\'s af, tengevolge van de aanwezigheid van Phenacetine
en jMethacetine. j\\[eu kan nu, door middel van het gepolariseerde
licht, deze prisma\'s, die zwak polariseeren, duidelijk onderscheiden
van de bovengenoemde, meer langgerekte kristallen van Exalgine,
die sterk polariseeren.

Bij oen controleproef met de gekookte, zoutzure oplossing
van mengsel O, traden deze kristallen niet oj), zoodat derhalve
is bewezen, dat men, mot ferricyaankalium in do gekookte,
zoutzure oplossing, Exalgino in mengsels kan aantoonen.

Natriuiiiiodidü.

Voegt men bij de niet gekookte oplossing in sterk zoutzuur van
mengsel
A, een weinig eener verzadigde oplossing van natrium-
iodide, dan ziet men aanvankelijk geen reactie optreden. Do
vorming der, voor Exalgino beschreven, kristallen komt niet
tot stand. Na verloop van oonigon tijd evenwel, ziet men,
beginnend aan den rand van don proefdroppel, zicli fraaie,
lichtgeel gekleurde naalden afscheiden, die sterk op hot go-
polariseordo licht werken. Terstond roes hot vermoeden, dat
men lüor te doen heoft mot hot reactieproduct van Phenacetine,
welk vermoeden word bevestigd door een controleproef met ,

mengsel K, waarbij absoluut geen kristalvorming optrad. Op i

deze wijzo kan dus IMienacetine in mengsels worden aangetoond.

Kookt men echter do zoutzure oplossing van mengsel A
vooraf gedurende eenige minuten, dan verloopt do reactie anders.

-ocr page 124-

112

Weldra treden fraaigevormde kristallen op, waarin men terstond
het typische reactieproduct van Exalgine herkent. Langzamer-
hand worden deze kristallen nog grooter en duidelijker. Bij
eenige oefening ziet men nu echter ook daartusschen kristallen
optreden van veel lichter kleur (lichtgeel), die zich steeds
voordoen in den vorm van rechthoekige prisma\'s. Beter nog
kan men beide soorten van kristallen van elkander onder-
scheiden, indien men een sterker vergrooting (Z. A 5) ge-
bruikt en vooral, indien men, bij zwakke vergrooting, het
licht polariseert. De kristallen van Exalgine werken daaroj)
nagenoeg niet (alleen ziet men, dat de kleur donkerbloedrood
wordt), terwijl de kristallen van Phenacetine daarop sterk
werken. Men heeft dus in den vorm, de kleur en de sterko
werking op gepolariseerd licht der kristallen van Phenacetine,
drie kenmerken, waardoor men ze duidelijk van die van
Exalgine kan onderscheiden.

Deze laatste reactie komt nog voel fraaier tot stand, indien
men, in plaats van de verzadigde oplossing van natriumiodide,
sterk ioodwatorstofzuur gebruikt. Wegens do gemakkelijke ont-
leedbaarheid, is het niet raadzaam dit laatste in voorraad
te houden. Men kan het op do volgende wijze gemakkelijk
en op de goede sterkte ex tompore bereiden: 1.5 gram wijnsteen-
zuur wordt opgelost in 3 gram water en daarbij gevoegd 1.7 gram
kaliumiodide. De omzetting hoeft plaats volgens de formule:

CJI,.0, KI = Hr CJIsKO,,
Na eenigen tijd geschud te hebben, wordt het gevormde
kaliumhydrotartraat afgcfiltreerd en het filtraat in een geel
fleschje l)ewaard.

Voegt men bij do gekookte, zoutzure oplossing van
mengsel A, een weinig van bovengenoemd reactief, dan heeft
de reactfe onmiddellijk plaats. Wanneer soms de kristallen zich
niet terstond afscheiden, dan kan men dit bespoedigen door

-ocr page 125-

113

zacht te verwarmen. De kristallen zijn grooter, dan wanneer
men ioodnatriiimoplossing gebruikt, en Exalgine en Phena-
cetine zijn nu vooral duidelijk naast elkander te onderscheiden.

Ook voor de reactie in de niet gekookte oplossing van
mengsel X, kan men ioodwaterstofzuur in plaats van iood-
natrium gebruiken. Weliswaar zijn de naalden dan niet zoo
scherp gevormd, doch na verloop van eenigen tijd, scheiden
zich bovendien nog fraaie, lichtgele (sommige donkergele)
ruitjes met zeer scherpen hoek af, die op het gepolariseerde
licht sterk werken en voor Phenacetine zeer kenmerkend zijn.

Beter is het om, voor deze laatste reactie, een meer verdund
ioodwaterstofzuur te gebruiken. Bij de bereiding neme men
dan 6 in plaats van 3 gram water. Men verkrijgt dan ook
in do niet gekookte, zotitzure oplossing van mengsel
A
fraaie naalden, terwijl ook de kleine ruitjes zicli scherp
afscheiden.

De controleproef met mengsel E bevestigde ook hier weer,
dat het ontstaan dezer naalden en ruitjes afhankeljjk is van
do aanwezigheid van Phenacetine. .Met ioodwaterstofzuur treden
ook in de niet gekookte, zoutzure oplossing, do kristallen van
Exalgine op.

De reactie met ioodwaterstofzuur kan ook zeer fraai op
deze wijze worden uitgevoerd, dat men, in plaats van het
mengsel
A in zoutzuur op te lossen, dit in vasten staat
gebruikt. Men brengt dan in een droppeltje ioodwaterstofzuur
een weinig van mengsel
A. Terstond .ontstaan de typische
kristallen van Exalgine. Antifebrine en Methacetino worden
tot groote, donkergele droppels opgelost. De kristallen van
Phenacetine blijven onaangetast, doch weldra schieten van
deze kristallen fraaie, gele naalden uit. Zelfs het kleinste
fragment van een kristal van Phenacetine, doet zich op deze
wijze kennen.

H

-ocr page 126-

114

Bij de contróleproef met mengsel E wordt terstond alles
opgelost. De kristallen van Exalgine scheiden zich af; Anti-
febrine en Methacetine laten slechts donkergele droppels achter.

Ciiloorgoudwaterstofzuur en loodnatrium.

Men maakt een verzadigde oplossing van mengsel A in
water. Bij een droppel hiervan voegt men een droppel eener
verzadigde ioodnatriumoplossing en vervolgens chloorgoudwater-
stofzuur (zie blz. 77).

Weldra treedt een kristallijn praecipitaat op. Deze kristallen
zijn de, voor Exalgine kenmerkende, vierkante of ruitvormige,
bruine plaatjes.

Bjj het uitvoeren dezer reactie zorge men voor een ruime
overmaat van ioodnatrium, doch voege dan ook een Hinke
hoeveelheid chloorgoudwaterstofzuur toe. Voegt men slechts
weinig chloorgoudwaterstofzuur toe, dan komt de reactie ook wel
tot stand; mon moet dan echter eenigen tijd wachten, alvorens
de, nu voel minder talrijke, bruine plaatjes zich afschoidon.
Mocht, na do toevoeging van chloorgoudwaterstofzuur, de vrees
bestaan, dat, behalve de kristallen van Exalgine, ook goud-
iodido is uitgekristalliseerd, dan is het inbrengen in den
droppel van een klein korreltje vast ioodnatrium voldoende,
om dit laatste weer torstoiul op to losson. Bovendien herkont
mon het goudiodide zeer gemakkelijk aan de zwarte kleur
der geheel en al ondoorschijnondo kristallen.

Verwarmt men don proefdroppel vervolgens voorzichtig, dan
smolten de kristallen tot bruine droppols; bovendien w»)rdt
do geheelo proefdroppel troebel (dit laatste geschiedt ook
langzamerhand zonder verwarming). Bjj het afkoelen gaan
deze droppels gedeeltelijk weer in kristalljjnen staat over,
doch de afscheiding van kristallen, wijzende op de aanwezig-

-ocr page 127-

115

lieid van Antifebrine, Phenacetine en Methacetine, heeft
niet plaats.

Bij een controleproef met mengsel C traden geen kristallen op.

Laat men den proefdroppel van mengsel A , zonder te ver-
warmen, eenigen tijd aan zich zelf over, dan ziet men dat
zich talrijke, fijne naaldjes en kleine prisma\'s hebben afge-
scheiden. Vooral kan men deze duidelijk waarnemen, als
men een sterker vergrooting (Z. A 5) gebruikt en den micros-
coop scherp instelt op den onderkant van den droppel, ilen
ziet dan zeer fraai gevormde, lichtgele, scheefhoekige
prisma\'s, soms ook breedere kristallen (dan meer als ruit-
vormige plaatjes), waaraan men terstond het reaclieju-oduct
van Phenacetine herkent. Behalve door de kleur en don
vorm, onderscheiden deze kristallen zich aanstonds van die
van Exalgine, door hunne sterke werking op hot geiiolariseordo
licht. Gebruikt mon gewoon licht, dan voroischt hot eenige
oplettendheid om deze kristallen niet over het hoofd to zien,
omdat do kleur nagenoeg dezelfde is als die der vloeistof,
waaruit zij zich hebben afgescheiden. Wat do onderscheiding
der kristallen van Phenacetino en Exalgine nog in de hand
werkt, is de omstandigheid, dat langzamerhand do kristallen
van Exalgine hun scherpen vorm verliezen en tot donkerbruine
droppeltjes vervloeien, terwijl juist in dion tijd do kristallen
van Phenacetino zich in hot grootste aantal afscheiden. Wol
behouden die dr()i)peltjes een zwakke werking op gopolariseerd
licht 011 doen zij zich dan voor mot donkerbloedroode klour,
doch do sterk polariseerende kristallen van JMienacetine stoken
daarbij scherp af. Men kan dus zoodoende fraai on duidelijk
Exalgine naast Plienacetine aantoonen.

Na verloop van oon paar uren verdwijnen do kristallen
van Exalgino g(^hoel en al en bljjven alleen dio van IMiena-
cetine over.

-ocr page 128-

: St Cecilia

> Patrones van dc zangers

\'CECILIA, Uw keel zo l.lank
werd ccns door l)cul cn Moedig zwaard

gcsjilolcn....... Weg van d\'nard.

vlood toon Uw zicl, doel». Cod zy dank,
•iccg die naar\'t gouden Paradiji......

Verwelkomd door hcl Maagdenkoor,
klonk hcnielzang U in hot oor.
Zo klinkt cr hier geen enk\'le wijs.

Sindhdicn trilt in Coda gulden Huis
Uw »Icjn cn allerzoclfil geluid,
wijl Eng\'Ien iiiclen op hun fluit
cn cither: zeldzaam schoon geluid. ,

Maar vij, in tempel en kapel, )

wc zingen Bomlijds nehor cn Bchcl,
cn overdreunen klok cn l>cl.

CECII.IA, Ü wen l»rt wel»
de ranc.er« Ijorrn qraag hun
rn zingen niel nllccn voor Hen».

Vervul or»i op dit pulafecil
niet ern vernir.wwdr, fri»>c pees»,
Aeli, leer on^ kurlcn fraai rn fijn,
zo zal ook God tevreden zijn.

JKF NOTKHMA.N\'S

,)\'

-ocr page 129-

116

Voor Exalgine treedt deze reactie fraai en ook veel zekerder
op, indien men ze uitvoert, zooals vroeger onder II is be-
schreven (zie blz. 79), door in een droppel, bestaande iiit
ioodnatrium, verdund zoutzuur en chloorgoudwaterstofzuur,
een weinig van mengsel A, in vasten staat, te brengen. Ter-
stond scheiden zich nu de kristallen van Exalgine af, als
vierkante, min of meer onregelmatige plaatjes, ook als kleine,
meestal rechthoekige prisma\'s.

De drie andere aniliden kan men door middel van deze
laatstbeschreven reactie niet aantoonen, terwijl de controle-
proef met mengsel C, door het uitblijven der bovengenoemde
kristallen, do bruikbaarheid dezer reactie, om Exalgine in
mengsels op te sporen, bewees. Eerst na verloop van ± een
half uur hadden zich bij mengsel C eenige weinige naalden
afgescheiden, die zich, zoowel door de lichtgele kleur, als
door de sterko werking op gepolariseerd licht, terstond van de
kristallen van Exalgine onderscheidden.

Phoiiacetiiio.

Ioodioodkalium.

Komt in het mengsel tevens Exalgine voor, dan is het
niet gemakkelijk, om, door middel van dit reactief, in het
mengsel Phenacetine aan te toonen. Het beste gaat men als
volgt te werk: de oplossing van hot mengsel in zoutzuur wordt
eerst gedurende eenige minuten 4»ekookt. Bij een droppel dezer
oplossing voegt men een weinig van het reactief en wacht
dan eenige minuten, totdat de kristalvorming is tot stand
gekomen. Nu voegt men voorzichtig, zoodat er in den droppel
zoo weiiüg mogelijk beweging komt, een droppel gedestilleerd
water toe. Het grootste gedeelte van het praecipitaat van

-ocr page 130-

117

Exalgine blijft nu onopgelost op zijn plaats. Na verloop van
eenigen tijd begint, in den rand.van den droppel, kristal-
vorming op te treden. Naast kristallen van Exalgine kan men
nu aan den vorm (scheefhoekig prisma), de lichtere kleur en
vooral aan de sterkere werking op liet gepolariseerde licht,
de kristallen van Phenacetine herkennen. Toch vereischt het
een groote mate van oplettendheid en oefening om, met
absolute zekerheid, tot de aanwezigheid van Phenacetine te
besluiten.

Komt Exalgine niet in het mengsel voor, dan kan men
met ioodioodkalium Phenacetine goed aantoonen. Hot beste
geschiedt de reactie dan in de niet gekookte, zoutzure oplossing
van het mengsel. Woldra kristallisooren lichtgeel gekleurde, on-
regelmatige kristalmassa\'s uit, die zoor sterk op gepolariseerd licht
werken en aan de aanwezigheid van Antifebrine on Metha-
cetine zijn toe to schrijven. Na verloop van eenigen tijd echter
scheiden zich in den rand van den droppel zeer fraaio, scheef-
hoekige prisma\'s af, waaraan men Phenacetine horkent.

AiiiinoiiiuinYanadnnt.

^Fon reageert in de gekookte, zoutzure oplossing van mengsel A.
Kr ontstaat oen violette kleur. Langzamerhand wordt deze kleur
lichter, terwijl zich tevens talrijke, fijne naaldjes afschoidon.
Daar bjj do controleproef mot de gekookte, zoutzure oplossing
van mengsel E, absoluut geen kristalvorming optreedt, zoo is
daarmede hot bewijs geleverd, dat men met ammoniumvanadaat
Phenacetine in mengsels kan aantoonen.

Kaliiimchloraat.

Voert mon deze reactie op de gewone wijze uit, door bij
do zoutzure oplossing van mengsel
A , een korreltje kalium-
chloraat to voegen, dan ontstaat eono troebeling, uit droppeltjes

-ocr page 131-

118

bestaande, waaruit zich geen kristallen afscheiden. Eerst bij
het opdrogen van den droppel vormt zich hier on daar een
enkel, onduidelijk kristal.

Door eene kleine wijziging in den gang dezer reactie tc
brengen, kan men ze zeer bruikbaar maken om Phenacetine
in mengsels aan te toonen. Men gaat dan als volgt te werk:
op een voorwerpglaasje brengt men een droppeltje der zoutzure
oplossing van mengsel A en voegt daarbij een droppeltje
spiritus van 20 "/o en vervolgens een kristalletje van kalium-
chloraat. Aanvankelijk heeft geen reactie plaats. Laat mon
den droppel rustig aan zichzelf over, dan ontstaat na verloop
van eenige minuten een lichte troebeling, waaruit zich weldra
talrijke, fraaie naalden afscheiden, tot stervormige groepen
vereenigd. Soms ontstaan ook kleine kristalrozetton.

Dat het ontstaan dezer naalden werkelijk hot gevolg is van
de aanwezigheid van Phenacetine, werd bewezen door de
controleproef met mengsel E, geheel op dezelfde wijze uitgevoerd,
waarbij, zelfs bij het opdrogen van den proefdroppel, geen
kristalvorming optreedt. Na verloop van langen tijd ontstaat,
in den opgedroogden droppel, een boomvormig vertakte kristal-
massa, die op Antifebrine wijst.

Natriumiodido.

Zie voor dexe reactie wat bij Exalgino is gezegd (blz. 111 o. v.).

loodnatriiim on Chloorplatinawaiorstofziiur.

Een bijzonder fraaie en kenmerkende reactie, waardoormen

in het mengsel A tegelijkertijd Exalgine en Phenacetine kan

«

aantoonen, is die met ioodnatrium en chloorplatinawaterstofzuur.
Deze reactie wordt voor dit doel uitgevoerd, zooals vroeger
is beschreven onder II, met het mengsel in vasten staat. Men

-ocr page 132-

119

neme slechts zooveel chloorplatiiiiiwatcrstofzuur, dat de kleur
lichtrood is, omdat een donkerroode kleur hinderlijk is bij de
waarneming. Voert men nu deze reactie, op do beschreven
wijze, uit met mengsel
A, dan wordt de reactie terstond
merkbaar, doordat de kristallen gedeeltelijk oplossen en een
groote, donkerroode droppel ontstaat, ^len moet den proefdroppel
niet omroeren. Kristalvorming heeft, door den invloed van
Exalgine, vooreerst niet plaats. Een gedeelte van het mengsel
blijft evenwel onaangetast en lost, ook na verloop van langen
tijd, niet op (gemakkelijk waar te nemen, door middel van
gepolariseerd licht). Dat zijn de kristallen van Phenacetine
(later te bewijzen door de controleproef). Dit stemt volkomen
overeen met hetgeen vroeger (zie blz. 75) omtrent Phenacetine
is gezogd en dit kenmerk zou reeds voldoende zijn om in het
mengsel Phenacetine aan te toonon. Na verlooj) van eenigen
tijd echter schieten aan elk kristalletje van Phenacetine fraaio
naalden aan, lichtgeel van kleur en sterk polariseorend. Dit
is dus een kenmerk te meer voor Phenacetine.

Middelerwijl hebben zich, over den geheelen proefdroppel
verspreid, uiterst fraaio, donkerroode kristallen afgescheiden,
die men hot beste met sterker vergrooting (Z. A 5) waar-
neemt en dio, voor verreweg het grootste gedeelte, bestaan
uit scheefhoekige prisma\'s. Deze kristallen wijzen op de aan-
wezigheid van Exalgine. Ook de min of meer onrogolmatige,
breed-naaldvormige kristallen van Antifebrine en Mothacetine,
scheiden zich na eenigen tijd af.

Om de waarde van deze reactie te bewijzen, zijn twoo
contróleproovon noodig: eene voor Exalgine, en eene voor
Phenacetine.

De controleproef voor Exalgine wordt, geheel op dezelfde
wijze, uitgevoerd met mengsel C. Ook hier ontstaat, door
hot oplossen der kristallen van Antifebrine en Methacetine,

-ocr page 133-

120

oen roode droppel. De kristalvorming, nu niet gehinderd door
dc aanwezigheid van Exalgine, treedt spoedig op. Nooit echter
ziet men de fraaie, voor Exalgine kenmerkende, donkerroode,
scheefhoekige prisma\'s ontstaan. Ook hier blijven do kristallen
van Phenacetine onaangetast en worden later overdekt mot
de vroeger beschreven, gele naalden. Deze naalden kan men
ook zeer goed, in gepolariseerd licht, tusschen de donker-
roode kristallen van Antifebrine en Methacetine waai-nemon.
Door dezo controleproef is dus bewezen, dat men op deze
wijze Exalgine in mengsels kan aantoonen.

De controleproef voor Phenacetine wordt uitgevoerd met
mengsel E. Na verloop van korten tijd zijn alle kristallen tot
een roodon droppel opgelost en kan men, door middel van
gepolariseerd licht, geen fragment van een kristal meer ont-
dekken. Daardoor blijkt dus do afwezigheid van Phenacetine.
Na verloop van eenigen tijd scheiden zich weer de voor Exal-
gine typische kristallen af. De kristjvlvorming van Antifebrine
en Methacetine komt, wegens de aanwezigheid van Exalgine,
niet of slechts zeer onvolkomen tot stand.

Mothacotiiio.

Ksiliunihiclironiaat.

Men gebruikt de niet gekookte oplossing in sterk zoutzuur
van mengsel
A. Er ontstaat een, uit droppeltjes bestaande,
troebeling. Na verloop van eenige minuten treden de, voor
Methacetine karakteristieke, kruisvormige kristallen op.

Dezelfde reactie komt ook met de verzadigde oplossing van
chroomzuur tot stand.

Bij het ^uitvoeren dezer reactie moet men zorgen, dat men
een voldoende hoeveelheid van het reactief toevoegt, omdat

-ocr page 134-

121

zc anders soms niet tot stand komt. Laat dc afscheiding der
kruisvormige kristallen wat lang op zich wachten, dan kan
men nog een weinig van het reactief toevoegen. Dit heeft in
sommige gevallen eene bespoediging der kristalvorming ten
gevolge. Heeft ook dan nog geen afscheiding van kristallen
plaats, dan gaat men als volgt te werk: men neemt een
nieuwen proefdroppel en verwarmt, na toevoeging van het
reactief, zeer voorzichtig op een klein vlammetje. De ver-
warming geschiede slechts zeer kort. Bijna onmiddellijk volgt
dan de afscheiding der kristallen. Deze zijn weliswaar veel
kleiner cn minder fraai gevormd, dan die, welke zonder ver-
warming ontstaan, maar, vooral met sterker vergrooting
(Z. A 5), herkent men ook hier don typischen kruisvorm.
Moet men tot verwarming zijne toevlucht nomen, dan ver-
dient hot de voorkeur, om met cliroomzunr te reageeren.
.Men verkrijgt dan grootere en ook beter gevormde kristallen.

Door de contróleproef met mengsel IJ, waarbij zoowel met,
als zonder verwarming deze kristallen niet optreden, word
bewezen, dat deze reactie kan worden gebruikt, om Mothacctino
in mengsels aan te toonen.

Forricyaankaliuiii.

Men gebruikt de geconcentreerde oplossing van hot reactie
on do niet gekookte oplossing in sterk zoutzuur van mengsel A.
Terstond scheiden zich talrijko, geolgeklourdo, kubische
kristallen af, zonder eenige werking op gepolariseerd licht.
J)ozo reactie is zeer gevoelig on typisch voor Methacetine ,
terwijl ook, bij do controleproef met mengsel H, geen afscheiding
van kristallen plaats hoeft. Ook hier heeft men do voorzorgen
in acht to nomen, die bij do beschrijving der reactie zijn
opgegeven (zie blz. 51).

-ocr page 135-

122

Laat men den proefdroppel opdrogen, dan beginnen bij
mengsel B zich langzamerhand ook kubische kristallen te
vormen. Dit kan men echter volkomen verhinderen door de
vochtige kamer; er heeft dan bij mengsel B volstrekt geen
kristalvorming plaats, terwijl bij mengsel
A de kristallen zich
ongehinderd afscheiden. _

Kaliuniclilorant oii Broomiiatriinii.

Deze reactie, in de niet gekookte, zoutzure oplossing van
mengsel
A, is niet geschikt, om daarin Methacetino aan tc
toonen. De afscheiding der kristalrozetton, bij het opdrogen
van den proefdroppel, komt dikwijls niet tot stand, zoodat
deze reactie onzeker is.

Toch kan men, door middel van dit reactief, de aanwezig-
heid van Methacetine in het mengsel bewijzen. Men gaat dan als
volgt te werk: de reactie wordt uitgevoerd op oen dekglaasjo
en dit vervolgens op den vroeger beschreven (zie blz. 47)
rnicro-exsiccator gebracht. Do droppel droogt snel op on nu
kan men de vorming van talrijke , kleine, kruisvormige kristallen
waarnemen. De kristallen ziet men het beste met sterker
vergrooting (Z. A 5) of in gepolariseerd licht. Als de droppel
geheel is opgedroogd neemt men het dekglaasje van den
micro-exsiccator af. Door het hygroscopische broomnatrium,
wordt hij nu langzamerhand weer vochtig en scheiden de kruis-
vormige kristallen zich in nog grooter aantal af. Tevens ontstaan
talrijke, fijne naalden, die aan do aanwezigheid van Antifebrine
moeten worden toegeschreven.

Deze reactie komt ook in do vooraf gekookte, zoutzure
oplossing van mengsel
A tot stand. Dit is evenwel niet aan te
raden, omdat de kruisvormige kristallen dan veel minder scherp
begrensd zijn. Bovendien wordt de waarneming nog gehinderd
door de donkere kleur en do kristallen, die ontstaan ten

-ocr page 136-

123

gevolge van de aanwezigheid van Antifebrine en die zich, als
een donkergekleurde, boomvormig vertakte massa, over den
geheelen proefdroppel uitstrekken.

Bij de controleproef met mengsel B, treden deze kruisvormige
Ivristallen niet op, noch tijdens het verblijf op den niicro-
exsiccator, noch nadat het dekglaasje daarvan is verwijderd.
Men kan dus zoodoende Methacetine in mengsels aantoonen.

-ocr page 137-

124

(ireiisbepaliiig.

Nadat wij in de vorige bladzijden hebben beschreven, door
middel van welke reacties en op welke wijze, men elk der
vier aniliden, in mengsels met de drie overige, kan opsporen,
zullen hier nog eenige mededeelingen volgen omtrent proeven,
die werden genomen om na te gaan, welke hoeveelheid van
elk der aniliden in het mengsel, nog met zekerheid kan
worden aangetoond.

Reeds dadelijk bleek, dat men de grens heeft bereikt,
wanneer het anilide, dat men wil opsporen, voor 5 °/o in het
mengsel voorkomt. Voert men de reacties uit met mengsels,
dio een nog kleiner procentgehalte van het te zoeken anilide
bevatten, dan krijgt men wel hier en daar aanwijzing op het voor-
handen zijn der te zoeken stof, doch geen absolute zekerheid.

Oppervlakkig redeneerende zou men kunnen denken, dat
deze reacties derhalve niet zeer gevoelig zijn. Een paar cijfers
mogen het tegendeel bewijzen. Gestold dat men een mengsel
heeft, waarin Antifebrine tot een gehalte van 5 % voorkomt.
1 milligram van dit mengsel bevat dus 0.05 m.gr. Antifebrine.
Men bedenke nu, welke kleine hoeveelheid van het mengsel
aan de reactie deelneemt. Zokor is het, dat deze hoeveelheid
steeds kleiner is dan 1 m.gr. Doch gesteld dat men voor
iedere reactie 1 m.gr. noodig heeft, dan kan men dus nog
met zekerheid 0.05 milligram Antifebrine aantoonen. •

Zooals later zal blijken is het voor Phenacetine zelfs nog
oenigszins bezwaarlijk, om daarvan 5 "/„ in het mengsel aan
te toonen.

-ocr page 138-

125

Voor deze proeven maakte ik de volgende mengsels:

1 40 m.gr. JJ 5 "/o Methacetine. Dilengsel U\'
I
40 m.gr. C = 5 7„ Exalgine. Mengsel C\'
10 m.gr. A  jj _ Antifebrine. Mengsel D\'

40 m.gr. E = 5 Phenacetine. Mengsel E/
Van deze mengsels werd niet meer dan de opgegeven
hoeveelheid van 50 m.gr. gemaakt en, ten einde onafhanke-
lijk te zijn van de min of meer nauwkeurige menging, werd
de geheelo hoeveelheid in zoo weinig mogelijk, sterk zoutzuur
opgelost. Bij die mengsels, waarin Plienacetine voorkomt,
geschiedde dit onder zachte verwarming. Er werd dan zoo-
lang, droppelsgewijze, sterk zoutzuur bijgevoegd, totdat, na
bekoeling, geen afscheiding van kristallen meer plaats vond.
!Moest de reactie worden uitgevoerd met het mengsel in vasten
staat, dan werd het, zoo nauwkeurig mogelijk, gemengd.

Autifohriiio.

De meest bruikbare reactie bleek die met broomnatrium on
kaliumchloraat to zijn.

Ook do reactie met phosphormolybdoenzuur, in do gekookte
oplossing in sterk zoutzuur, is wol bruikbaar, doch verdient
geen absoluut vertrouwen, daar zo wel eens niet tot stand
komt. Bovendien vereischt hot oen groote mate van oplettend-
heid en oefening, om, door middel van hot gepolariseerde
licht, dc enkele, prismatische kristallen, tusschen de kristallen
van hot reactief, uit to zooken.

De roactio mot broomnatrium en kaliumchloraat, wordt
op de gewone wijze in de zoutzure oplossing van mengsel D\'
uitgevoerd.

Men laat don proefdroppel eenige seconden liggen, totdat
hot amorfe praecipitaat zich goed heeft ontwikkeld, en voegt

-ocr page 139-

126

dan een flinken droppel spiritus van 20 "/o toe. Spoedig volgt
dan de afscheiding der naalden.

Uit vergelijkende proeven bleek, dat spiritus van 20 "/o het
beste voldoet. Ook met spiritus van 30 "/o gelukt de reactie.
De naalden zijn dan gewoonlijk minder talrijk, doch grooter.
Spiritus van lager of hooger alcoholgehalte moet men niet
gebruiken, omdat zoowel het een als het ander op de reactie
een ongunstigen invloed uitoefent.

Vooral van belang is het, dat men een voldoende hoeveelheid
spiritus toevoegt. Laat de afscheiding der naalden soms wat
lang op zich wachten, dan voegt men nog een droppeltje spiritus
toe, waarna dikwijls de kristalvorming volgt. Ook voorzichtige
verwarming op een zeer klein vlammetje, bespoedigt de
afscheiding der naalden.

Laat men den proefdroppel nu langzaam opdrogen, dan wordt
de kristalvorming hoe langer hoe overvloediger. Deze naalden
zijn echter niet meer vrij van elkander, doch vereenigen zich
tot ster- of boomvormigo groepen.

Nogmaals werd een controleproef genomen met mengsel 1),
vooral in dien zin, dat ik een proefdroppel, onder geheel
gelijke omstandigheden, liet opdrogen. Er ontstaan nu wel do
kleine rozetten van Methacetine, nooit echter do fraaie naalden,
die aan Antifebrine eigen zijn. Eene vergelijking der proefdroppels
doet het verschil zóó duidelijk uitkomen, .dat er geen vergissing
mogelijk is. Laat mon deze twee opgedroogde droppels eenigen
tijd liggen, dan ziet men de kristallen bjj mengsel
1) hoe
langer hoe onduidelijker worden, terwijl die van mengsel D\'
dagen lang hun fraaien vorm behouden.

Do reactie gelukt ook met de gekookte, zoutzure ojilossing
van mengsel 1>\'. Evenwel niet op de wijze, zooals ze wordt
uitgevoerd bij mengsels met hooger gehalte aan Antifebrine. Het

-ocr page 140-

127

beste gaat men als volgt te werk: bij een droppel der gekookte,
zoutzure oplossing van mengsel
D\' voegt men een weinig
eener verzadigde broomuatriumoplossing en een droppel spiritus
van 20 °/„. Vervolgens een klein kristalletje van kaliumohloraat.
Dit laatste neemt men zóó klein, dat het is opgelost, vóórdat
de kleurreactie intreedt. Naarmate nu de spiritus verdanipt,
ontwikkelt zich geleidelijk de violette kleur, doch er volgt
geen kristalvorming. Heeft de kleur haar maximum bereikt,
zoodat ze in roodpaars zal overgaan, dan voegt men wederom
een droppel spiritus van 20
"/o toe. Nu volgt spoedig de
afscheiding van fijne naalden, gedeeltelijk vrij, gedeeltelijk tot
kleine, boomvormig vertakte groepen vereenigd.

Exiilgiiio.

loodioodknliuni.

Het mengsel C\' wordt in zoo weinig mogoljjk, sterk zoutzuur
opgelost en de oplossing gedurende eenige minuten gekookt. In
deze oplossing kan men met ioodioodkalium zeer goed Exal-
gine aantoonen. Men voert do reactie uit, zooals bij mengsel
A voor Rxalgine is beschreven (zie blz. 108). Na de toe-
voeging van een droppel water, had terstond de afscheiding
der typische kristallen plaats.

Foodwaiorstofzuur.

Het beste geschiedt de reactie op deze wjjze, dat men het
mengsel C\' zoo nauwkeurig mogelijk mengt en dan een klein
gedeelte ervan, met een jiuntig glazen staafje, in oen droppol
sterk ioodwaterstofzuur brengt. De voor Exalgine typische
kristallen treden terstond op. Men moet evenwel nauwkeurig
toezien, daar de kristallen spoedig weer worden opgelost.

-ocr page 141-

128

Heeft men de kristallen nog niet goed waargenomen, dan
brengt men in denzelfden droppel opnieuw een kleine hoeveel-
heid van mengsel C\'.

Toodiialriiim en Cliloorgoudwatorstofziiiir.

Ook deze reactie is zeer geschikt. Zij wordt uitgevoerd met
het mengsel in vasten staat. Weldra ziet men de bruine
plaatjes verschijnen.

Plieiiacoiiiio.

Kaliiiinchloraat.

Do reactie met kaliumchloraat komt in de zoutzure op-
lossing van mengsel E\' niet tot stand. Laat men den proef-
droppel opdrogen, dan ontstaan weldra fijne naalden. Een
bezwaar tegen deze reactie is, dat zich ook bjj het opdrogen
van een proefdroppel van de oplossing van mengsel E, na
verloop van längeren tijd, een boomvormig vertakte kristalmassa
afscheidt. Hoewel de kristallen bij mengsel E\'eerder ontstaan en
ook, bij vergelijking van de twee opgedroogde proefdroppels,
het vÈrschil duidelijk in het oog springt, zoo is de mogelijkheid
van vergissing toch niet uitgesloten. Wel kan men, bij eenige
oefening, met vrij groote zekerheid bepalen of de kristallen
afkomstig zijn van Antifebrine of van Phenacetine.

Veel grooter zekerheid geeft deze reactie, indien men de
zoutzure oplossing van mengsel E\' eerst gedurende eenigen tijd
verwarmt (niet koken). Antifebrine wordt onder deze omstandig-
heden ontleed, hetgeen bij Phenacetine eerst na lang koken het
geval is. Treden bij het uitvoeren dezer reactie de, voor
Antifebrine beschreven, kleuren flink op, zoodat ten slotte oon
groen, amorf praecipitaat wordt afgezet, dan kan men do
ontleding als ver genoeg beschouwen. Na het opdrogen van
een proefdroppel van do aldüs behandelde oplossing van mengsel

-ocr page 142-

129

E\', scheiden zich kleine, fijne naalden af, die nu, met groote
mate van zekerheid, aan Phenacetine kunnen worden toe-
geschreven.

Bij de contrólepi\'oef met de aldus behandelde, zoutzure
oplossing van mengsel E konden, na het opdrogen van den
proefdroppel, behalve do kleine, kruisvormige kristallen van
]\\[ethacetine, geen naalden of boomvormig vertakte kristal-
nnissa worden waargenomen.

W de overige beschreven reacties kunnen niet worden go-
l)ruikt om in mengsel E\' Phenacetine aan te toonen.

Daarom word nog oen ander mengsel gennvakt:

20 m.gr. A iW m.gr. E 10 7„ Phenacetine. Mengsel K".

Voert men, met do zoutzure oplossing van dat mengsel, do
reactie mot kaliumchloraat uit, dan kan men ook hier geen
kristallen verkrijgen, vóórdat de proefdroppel is opgedroogd,
liet duurt echter niet lang, of er scheiden zich talrjjko, fraaie,
groote naalden af. Het verschil met oen proefdroppel van
mengsel E treedt hier bij vergelijking, zóó duidelijk op, dat
een vergissing vrijwel is uitgesloten.

ïoodwaiorstofzuiir.

In mengsel E" kan mon Phenacetine aantoonen door middel
van ioodwaterstofzuur. Hot mongsol wordt zoo nauwkeurig
mogelijk ondereen gemengd. Men brengt in oen droppel
ioodwaterstofzuur oen weinig van het mengsel. Zwak zuur geeft
do reactie fraaier dan sterk zuur. Woldra ontstaan de kristallen van
Exalgine, terwijl Antifebrine on Mothacctino worden oj)golost.
Do kristallen van Phenacetine blijven onaangetast en, na verloop
van korten tjjd, schioten van die kristallen fraaie naalden uit.
Vooral in gepolariseerd licht duidelijk waarneenjbaar.

-ocr page 143-

130

Lossen alle kristallen op, zoo kan dit een bewijs zijn, dat
het mengsel niet nauwkeurig genoeg was gemengd. ]\\[en moet
de proef dan nog eens herhalen. Ziet men echter deze reactie
niet optreden, ook als men de proef eenige malen heeft
herhaald, dan kan men zeker zijn, dat Phenacetine niet in
het mengsel \'aanwezig is.

Zeer fraai komt deze reactie ook nog als volgt tot stand:
men maakt een verzadigde oplossing van ioodnatrium in zout-
zuur van 12.5 7o\' I" een droppel van deze oplossing brengt
men een weinig van het, nauwkeurig gemengde, mengsel E".
Alle kristallen lossen op, behalve die van Phenacetine. Na
verloop van korten tijd schieten aan die kristallen weer do
beschreven, fraaie naalden aan. Li dit geval treden de kristallen
van Exalgine niet op, hetgeen de reactie nog duidelijker maakt.

Ohloorplatinawaterstorzuur on Toodnatrinni.

Ook deze, bij Phenacetine beschreven, reactie kan worden
gebruikt. Terwijl de andere kristallen spoedig worden opge-
lost, blijven die van Phenacetine langen tijd onaangetast,
riot
vereischt nu evenwel groote oplettendheid om, tusschen de
groote massa van donkerbruine kristallen, do gele naalden,
waarmede de kristallen van Phenacetino zich bedekken, op
te sporen. Met beste slaagt men hierin door gebruik te maken
van gejiolariseerd licht.

Motliacotino.

Al de bij Methacetine, in mengsels, opgegeven renctios
komen fraai en duidelijk tot stand niet mengsel It\'.

Hij de reactie met ferricyaankalium moet men do bescdiroven
vo»u\'zorgon goed in acht nemen (zio blz. .51).

-ocr page 144-

Bos] uit.

Teneinde mij van de practisehe waarde van deze metliode
van onderzoek te overtuigen, liet ik verschillende mengsels
dezer aniliden maken, waarvan de samenstelling mij ouhe-
kenil was. in geen geval leverde het eonig bezwaar op, om,
binnen zeer korten tijd, de bestanddeelen der mengsels op
te sporen.

Om dit onderzoek niet al te uitgebreid te maken, bediende
ik mij alleen van die reacties, welke bescln-even zijn bjj het
onderzoek van mengsels, waarin liet op to sporen anilide voor
5 "/o voorkomt (zie blz. 12.\')e. v.). Deze zjjn do meest gevoelige,
liet spreekt van zelf, dat men, om zich nog meer viin de
aanwezigheid van oen of\' ander dor vier aniliden to overtuigen,
de geheelo reeks van reacties, die voor elk anilide, bjj hot
onderzoek van mengsel A, zjjn aangegeven, kan doorwerken
(zie blz. ](){) e. v.).

Vóórdat men tot het onderzoek van mengsels overgaat, is
het wenscholjjk, zoo niet noodzakelijk, de reacties toe te
passen op de aniliden afzonderlijk, liot is noodig zich zoo-
doende met de kristalvormen vertrouwd te nuvken, teneinde
niet op een dwaalsjxior to geraken door de kleine verschillen,
die zich soms bij de kristalvormen voordoen , iiulien d(i reacties
op mengsles worden toegepast.

-ocr page 145-

132

Tot slot volgt hier een systematische gang voor het onder-
zoek van mengsels.

Het mengsel wordt opgelost in zoo weinig mogelijk, sterk
zoutzuur.

a. Bij een proefdroppel der zoutzure oplossing van het
mengsel voegt men een weinig van een verzadigde broom-
natriumoplossing, vervolgens een kristalletje van kaliumchloraat.
Er ontstaat een amorf praecipitaat. Na verloop van ± eene
minuut voegt men een droppel spiritus van 20 toe. Er
scheiden zich talrijke naalden af (zie blz. 125).

Aanwezig: Antifebrine.

b. 1. Bij een proefdroppel der zoutzure oplossing van het
mengsel, voegt men een weinig ioodioodkalium. Er ontstaat
een amorf praecipitaat. Terstond voegt men een droi)pel ge-
destilleerd water toe. Het niet oplossende gedeelte van het
praecipitaat wordt kristallijn in den vorm van bruine, vier-
kante plaatjes (zie blz. 127).

Aanwezig: Exalgine.

*

2. Een kleine hoeveelheid van het mengsel in vasten staat,
brengt men in een droppel sterk ioodwatorstofzuur (zie blz. 112).
Er ontstaan terstond bruinroode, vierkante of ruitvormige
plaatjes (zie blz. 127).

Aanwezig: Exalgine.

3. In een droppel, bestaande uit verzadigde ioodnatrium-
oplossing en chloorgoudwaterstofzuur, brengt men een weinig
van hot mengsel in vasten staat. Er ontstaan bruine, vierkante
plaatjes (zie blz. IIG).

Aanwezig: Exalgine.

-ocr page 146-

133

c. 1. Bij een proefdroppel der zoutzure oplossing van het
mengsel, voegt men een droppel spiritus van 20 "/o, vervolgens
een kristalletje van kaliumchloraat. Na eenige minuten ontstaat
een lichte troebeling, waaruit zich kristalsterren of kleine
rozetten afscheiden (zie blz. 118).

Aanwezig: Phenacetine.

2. Bij een proefdroppel der zoutzure oplossing van het
mengsel, voegt men een weinig van eene verzadigde iood-
natriumoplossing. Na eenige minuten ontstaan fraaio, lichtgele
naalden (zie blz. 111).

Aanwezig: Phenacetine.

Ii. In oen droppol ioodwaterstofzuur brengt men een weinig
van het mengsel in vasten sUuit. Aan dio kristallen van het
mengsel,
welke onopgelost blijven, vertoonen zich, na eenige
minuten, lichtgele naalden (zie blz. 129).

Aanwezig: Phenacetine.

d. 1. Bij een proefdroppel der zoutzure oi)los8ing van het
mengsel, voegt men een weinig van eene verzadigde oplossing
van kaliumbichromaat of chroomzuur. Na eenige minuten
Hchoiden zich talrijko, kruisvormige kristallen af. Soms moot
men oven verwarmen (zie blz. 120).

Aanwezig: Methacetine.

\'i. Bjj oen proefdroppel der zoutzure oplossing van het
mongsol, voegt mon een weinig ooner geconcontroorde oplossing
van ferricyaankalium on logt het dekglaasje terstond op de
vochtige kamer. Rr scheiden zich gele kubon af (zie blz. 121).

Aanwezig: Methacetine.

-ocr page 147-

1

134

3. Bjj een proefdroppel van do zoutzure oplossing van het
mengsel, voegt men een weinig van eene verzadigde oplossing
van broomnatrium en een kristalletje van kaliumchloraat. Ver-
volgens legt men het dekglaasje op den micro-exsiccator. Bij
het opdrogen van den droppel ontstaan talrijke, kruisvormige
kristallen (zie blz. 122).

Aanwezig: Methacethie.

i

-ocr page 148-

STELLINGEN.

-ocr page 149-

m

m

m

riW-

-ocr page 150-

STELLINGEN.

T.

Bjj do aniilyso, mot behulp van den microscoop, zijn de
cliemischo eigenschappen dor stofïen van meer belang dan de

kristallografischo.

II.

Het qualitatief aantoonen van Cl., Br. en I., naast elkander,
geschiedt het besto langs microchemischen weg.

III.

Stikstofbepaling volgens Stock\'s wijziging der kjeldaiil\'sche
methode, is do boste.

IV.

De zoogenaamde oscillatioformulo van KEKUi.tó geeft, tot
nu toe, hot meest bevredigende inzicht in do structuur dor
aromatische verbindingen.

-ocr page 151-

138
V.

De uoinenclatuur, duor CuRTius voorgesteld, verdient aan-

i

beveling.

VI.

Het HüBL\'sche ioodgetal levert geen vertrouwbare gegevens
voor het vaststellen van de identiteit van een vet.

VII.

Oxaalzuur is o. a. oon vorweenniddel der planten.

VIII.

Do scheikundige, niet hot toxicologisch onderzoek belast,
zij, wanneer hot het onderzoek van lijkendeolen geldt, indien
eenigszins mogelijk, bij de sectio tegenwoordig.

IX.

Heeft men, bij oen toxicologisch onderzoek, te doen mot
een eiwithoudende stof, waarin alcaloïden of glucosiden moeten
worden opgespoord, dan verwijdere men het eiwit met een
mengsel van glycerine en tannine, waarna men volgens de
gewone methode uitschudt.

X.

De methode van Kjppenherokk voor afscheiding van alca-
loïden, verdient de voorkeur boven die van
Stas-Otto.

-ocr page 152-

152

XL

Bestaat, bij een toxicologisch onderzoek, het vermoeden,
dat het vergift eerst na den dood in het Ijjk is gebracht, dan
verdient het aanbeveling om de parige organen afzonderlijk
te onderzoeken.

XII.

Voor de juiste booordeeling van de bruikbaarlieid van
drinkwater, is liet bacteriologiscli onderzoek niet voldoende.

XIII.

Van de verschilleudo methoden tot opsporing van nitrieten
in urine, verdient die met sulfanilzuur, zwavelzuur en «-napb-
tylamine de voorkeur.

XIV.

Hot vaststellen van den titer der volumetrischo kalium-
perinanganaatoplossing, geschiedo mot het neutrale natriuni-
oxalaat.

XV.

Hij (juantitatieve ijzerbepalingen verdient de gewijzigde
methode van
I\'arthkil de voorkeur boven de oorspronkelijke
van
öciiaciit.

XVI.

Van de methoden ter (juantitatieve boi)aling van 1, bjj aan-
wezigheid van (\'1. en Hr., verdient die mot ferrisulfaatde voorkeur.

-ocr page 153-

140

XVII.

Voor het in oplossing brengen der werkzame bestanddeelen
uit simplicia, verdient uittrekken met spiritus de voorkeur

V*

boven uittrekken met wijn.

XVIII.

De rationeelste bereidingswijze van tincturen is door percolatie.

XIX.

Het is de plicht der Regeering zoodanige wettelijke liepalingen
in het leven te roepen, dat de vervalsching van voedings-
middelen met kracht kan worden tegengegaan.

XX.

Er behoort een strenger toezicht te worden gehouden om
de besmetting mot trichina spiralis te voorkomen.

XXI.

Do scheiding van genees- en artsenijboreidkundo worde,
volgens den geest der wet, zoo streng mogelijk gehandhaafd.

XXII.

Dc visitoeronde Commissie gaat liaar bevoegdheid to buiten,

indien zij, tegen den wil dos apothekers, een geneesmiddel wil

in beslag nemen, mot het oogmerk om hot onderzoek ohlers
f

te verrichten.

-ocr page 154-

IN tr O IJ O.

niz.

INLEIDING.

Historisch overzicht...........1

Kort overzicht der macrochemische onderzoekingen 9

EFGEN ONDERZOEK.

Beschri.tvinq der reacties..........23

^Fayer\'s oplossing.............25

loodioodkalinm ... ..........27

Pikrinezuur...............30

Kwikclilorido en lirooinuiitriun»........30

Kwikchloride en Ioodnatrium.........32

Tannine................

Ammoniunimolybdaat............33

Kaliumbichromaat.............34

Chroomzuur....... .......

Kaliumbismuthiodide............40

Ammoniumvanadaat............42

Natriumwolframaat.............44

Phosphormolybdeenzuur...........44

Eerrocyaankalium.............4G

Ferricyaankalium.............48

Kaliumpornmnganaat............52

Chloorgoudwaterstofzuur...........54

-ocr page 155-

142

Blz.

Kaliuinchloraat..............55

Bromium................58

Natriumiodide..............02

Kaliumcadmiumiodide...........05

Kaliumohloraat en Natriumhromide.......60

Chloorplatinawaterstofzuur en Natriumiodide.... 68

Chloorgoudwaterstofzuur en Natriumiodide .... 76

Chloorplatinawaterstofzuur en Natriumhromide ... 80

Chloorgoudwaterstofzuur en Natriumhromide. . . . 8.3

Overzicht der verkregen resultatex.....87

Onderzoek van mengsels..........98

Antifebrine...............100

Fixalgine................108

Phenacetine..........,....110

iHethacetine...............120

Grensbepaling.............124

Besluit.................131

Stellingen...............IJ^T

-ocr page 156-

»

PI

t-tA-i

-ocr page 157-

I-«;, , ■ ■ \\ ■ \\ "

-ocr page 158-

rX-\'^ >

-iHv?.--\'-;.-

\' ■■■ ... .V" \' : ■ J^». : -i\'. 1 , .V-., , ar-

\'v

; V • \' i •■«ï.\'J. \' S

■I\'S

s ■
• \\ ■,

, 1,

Z ■ . ■
}

, ■ .. -■ ■•

Î .\'

\\a

» •

■ \' .1

sk,:--\'\'--:/^\'\'\'.

r ..).\'■.■ " I

/ \'t \'.

v,;:>

. K ä "i. y

i -,

-ocr page 159-

■-.uS\'y.-

\'• i -!

> f\'

VV\'rv;;- .V i

■/"i I

V

( i\'

" /

> \' 1 .1

r\'^-is:

«f

-ocr page 160-

■ r -O\'"^- ■ : ■

. j-\'\'..,, ■■■j,.\',-\' ■■\'• -j \'-f •. ;

-ocr page 161-