A MPHION.
|
|||||||||||
DERDE JJJRGJNG,
)
|
|||||||||||
\
|
|||||||||||
R
II |
|||||||||||
- \
|
|||||||||||
r
|
||||||||||||||||||||||||||||||
/$1d . G?. $&
ION,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
AMPH
|
||||||||||||||||||||||||||||||
E E N T IJ DSCHEIFT
|
||||||||||||||||||||||||||||||
TOOK
|
||||||||||||||||||||||||||||||
S
|
||||||||||||||||||||||||||||||
V K I E BT1) E N
|
||||||||||||||||||||||||||||||
KJf
|
||||||||||||||||||||||||||||||
B E O E F E IST A A R S
|
||||||||||||||||||||||||||||||
1)ER
|
||||||||||||||||||||||||||||||
nn
|
||||||||||||||||||||||||||||||
r O O N K IT TsT S T
dfe<*-<4e- Jaargang.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
-«<
|
||||||||||||||||||||||||||||||
te GEOraGEK, bij
W. van H O E KE RE N. |
||||||||||||||||||||||||||||||
BIBLIOTHEEK DER
RUKSUNIVERSSTEIi 1 0. OCT. 1928
|
||||||||||||||||||||||||||||||
,/.<? I't.vssr,*/:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
UTRECHT,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
afc~.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
N
|
|||||||||||||||||||
ALGEMEENE
|
|||||||||||||||||||
I N H O U D
VAN DEN DERDEN JAAKGANGm
|
|||||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||||
I. Vcrhandelingen, enz.
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ. Losfe
|
|||||||||||||||||||
'"' i
|
|||||||||||||||||||
gedachten over de verhouding van den toon-
dichrer tot den toonfpeler.....bladz. I.
C. SCHREIBER. De tien geboden voor kun-
flenaars en beoordeelaars van kunstwerken ■ 15. fr. outhmann. Diaetetifche en psyeholo*
logifclie i-aadgevingen vooi' praktiiche toon- kunftenaars . ., . . . ig» C. f. kist, med. doct. te 's Gravenhage.
Verhandelirig over den waren aard en de heilzame iiitwerklelen der muzijk, uitg£> L'-'_ fproken in de maatfch'appy: Dilpgentia
akiaat - ,.- - .» . - ,.» 48.. Korfc
|
|||||||||||||||||||
ir ALGEMEENE INHOUD.
»
Kort gefchiedkundig overzigt van den ftaat
der muzijk in Engeland . . . bladz. 81.
lAo\>eiKo'(piKo(. Brief aan den Redakteur met
losfe gedachten van johannes kreisler ------- 109.
Vraag en antwoord. Over de oorzaken
van den verbazenden opgang, welken de opera's van rossini veekl gehad hebben------. 240. II. Levensberigten van beroemde toonkunjienaars.
Levensbijzonderheden van ernst ludwig
■i oerber , den fchrijver der biographifche woordenboeken van toonkunftenaars enz.------- si.
De Engelfcbe zangeres Mrs. salmon. Over-
genomen uit de quarterly mufical maga- zine and review....., . . ------- 118. III. Binncnlandfche Bcrigten.
Over de Wiuterkoncerten te Rotterdam.
t (Bevaftende de zes eerfte gewone koncerten
en het buitengewone van den heer julhjs miller van Amllerdam).....-------,128, Over de Wiuterkoncerten te Rotterdam.
(Vervolg en Hot. Het gevvaagt van de pverjge gewone winterkoncerten en van de buitengewone van den heer kiesewet- ter , van Amfierdam, van het koncert ten voordeele der noodlijdenden door den watersnood, en van dat van de heeren bon en tours) ., , ♦ . ... »lf . 153; Ovet
|
||||
ALGEMEENE INHOUD. j#
Over de muzijk te Gronitigen. (De jonge
Amftcrdamfche operisten van dessaur. en pransman ; hbrmstedt ; de gewone 7 winter - koncerten; en de heer rohlfes
van Koppenhage)....... . bladz. 141. Over de muzijk te Groningen. (Vervolg en
flot. Ontwikkeling der Sinfonien van c. M. VQN WEBER , Cn VAN BEETHOVEN
(no. 7) en der Ouverture van spohr's
Air una. De duitfche operisten onder di- rektie van julius karsten koormuzijk in de vergaderingen der maatfchappij tot Nut van 't Algemeen militaire muzijk ------ 179.
Schets van den toeftand der toonkunst tc
Amflerdam: eene Inleiding tot de beoor- deelingen en detail. ■ Het koninklijk Inftituut Het onderwijs Het holland- fche, duitfche en franfche tooneel. De
- ■ - \
koncerten van Eruditio mufica, Felix
mentis en Harmonica. De benefice- koncerten. De muzijk in de Roomsch- katholijke kerken. Slot . .... ------- 193, Over de koncerten van de gebroeders boii-
rer te 'sGravenhage......------- ai6.
Vervolg van dit berigt. Oorzaken van het
miskennen en verongelijken, ja zelfs on- derdrukken van menigen kunftenaar . . ------ 22$, Over de koncerten, welke de violist ktese-
wetter te 's Gravenhage heeft gegeven * 233. |
||||
*i ALGEMEENE INHOUD.
IV. Gemetigde^ zoo buiten- ah binnen-
landfche Berigtert. De AcolinCy uitgevonden door eschenbach
re Konigshoven, verbeterd door voit ' en toen Aeolodikon genoemd .... bladz. 256. Het chromatifche bashoorn, uitgevonden door
STH.EiTwo.LF te Gottingen ^ . . . . ------- 257.
Uitvinding van een werktuig, om de handen
by het klavierfpelen aan eene goede hou- ding te gewennen, door den majoor haw- ker............ 259. De mdloplaste van galin ......-------260.
Berigt van spohr over het inftituut en de
leerwijze van logier te Londen . . . ------- 261..
Verbetering door spohr aan de viool ge-
maakt, naar aanleiding van de inftrumen- ten van chanot . . ♦ ' . . .------- 265* Het getal der tooneelen en der zangers en
zangeresfen in Italie. De vruchtbaarheid van de Had Bergamo in het voortbrengen van goede zangers . .. ...... ----- 267. be voornaamfte komponisten (jnaestri) in
Italie . . ........ « ------268.
De Italiaanfche opera's in Duitschfand en de
komponisten voor dezelve . . . . . 269. Oprigting van een' monument te Venetie,
ter eere van joh. ad. hasse , door hand- ler............. ------- 270. JKerkelijke feestviering te Napels, met muzijk
van rossinx ........ .' ■ 2.71. V.
■■■.
|
||||
ALGEMEENE INHOTJD.
V. Beoordeelingen.
a.) Leerboeken.
Erfte Lectionen fur das Pianoforte, von
h. c. steup......... «-----278. b.) Muzijk voor net klavier.
Introduction et Walfe avec Variations par
LA TOUR .... . , , . . . ■ ■ 273»
Variations sur P air favori de rode , chart'
tdes par mad. catalani.....------- 274*
Fantaisie et variations sur P air: Id vivat,
par j. van boom . . . . ... ------- 277.
Noble iclat du diad&me, air varie" par
CH. MUHLENFELDT.......
VI. Antikritiek.
Brief van de heeren h. c. kleine , l. mann
en j. c. kleine aan den Redakteur, no- pens het berigt over de muzijk te Haarlem van den heer s. (te vinden in den tweeden jaargang, bl. 254).......------- x%\% |Een woord van den Redakteur, en antwoord
yan den heer s.........------- 15a.
VII- Aanprijzing van kerrijke werkcn
voor toonkunjlenaars. Mr. n. w. schroeder steinmetz. Aan-
prijzing van die Serapionsbriider van E. t. a. hoffmann , en proeve uit der Dicker und der Componist .... 283. vm.
|
|||||
.
|
|||||
ALGEM.EENE INHOUD.
|
||||||||||||||||
vxn
|
||||||||||||||||
VIII. Aankondigingen.
Aankondiging van een nieuw tijdfchrift, Deut-
fche Parifer Chronik genoemd, en uitge- geven wordende door g. l. p. sievers tc i snjs «« Aankondiging van den Redakteur en van
den Uitgever, over de voortzetting van dit tijdfchrift....... . |
||||||||||||||||
til
|
||||||||||||||||
294.
|
||||||||||||||||
*
|
||||||||||||||||
"
|
||||||||||||||||
....
|
||||||||||||||||
. ■ ■
|
||||||||||||||||
A M P H I O N.
LOSSE GEDACHTEN over d »
YEBH6UD1N0 VAN DEN TOONDICH-
X E E X O T DEN IOOISPIUR,
\/\/ ie eenige ondervinding heeft in den omgang me*
toonkunftenaars, gelijk men ze gewoonlijk noemt, maar, ■welke ik, uit lioofde van de onbepaaldheid dier bena- ming, in bet opschrift, in tegenoverstelling van den toon-> dichter (koroponisl) toonspelers genoemd heb ; wie geiegen-« heid gehad heeft, eenen blik te werpen in hun karakter, in den gang hunner dcnkbeelden en, voornanielijk, in de mate van het gevocl hunner eigene waarde , die heeft ook zonder twijfel opgemerkt , dat praktische toonkun- stenaars(i) of liever dc toonspelers niet misdeeld zijn van eigenliefde , of, om de iaak bij harm waren naam to noe«
I || .■.■■Mili
(i) De benamingen praklifehe toonkuttst, praktifcho
tnonkunstenaar zijn niet juist in de beteekenis vaa ooordfagtnde toonkunst, voordragende loonkunste* naar, toonspchr. Men zal zich daarvan overtuigd hebben uit het slot der verhandeliug van a. webeh', ■welke in het laatsle stnk van den vorigen jaargang te vinden is. Men zal daarom die benamingen tel- kens door andei'e naauwkeurigere bewoordingea vervangen zien. III. JA.HIS. I, St. A
. 4
|
|||||
\
|
|||||
C * )
|
|||||
noemen, dat zij mcestal hooge denkbeeldea ran zich
zelven koeateren. Ik beken het, er worch oneindig vele moeite*» onophoudelijke oefeni-ng toe veveischt, vil men het in de voordragende loonkunst tot-eensn zekeren graad van velmaaktheid brengen; en uit dit oogpunt be- icnouwd, kan men den toonspelcr een vveiuig evermaat Tan eigenliefde door de vingeren zien , eerder althans den toonspeler, dan menig' ander' man, die, de liemel ■weet hoe, tot een ambt, gekoine* , raaar niet altijd evea tfpi nliartig is, als zekere officitr in een der kotzebuescbe t?me«1stukken , die ronduit bekent, dat hij niet weet, hoe hij tot de ridderster gekomen is, die zijnen rok vcrsicrt. Men kan, zegik, den toonspeler een -wfinig te veel eigenliefde vergeven, zoo dil te veel hem niet tt'n koste van den toondicliter verlieft. Maar, heiaas ! Ti'anneer men de geschiedboeken opslaat en de bijzon- (Ji'rhcden van het leven der meeste tO(indieli!ers en toonspelers nagaat, dan vindt men de treurige zekcr- fieid , dat de eerslea meestal slechts kommerlijk aa'a de liiiodwendigste levensbehoeften vo'.doening hehben kun- rien verschaffen , terwijl de anderen in den school des overvloeds gek9esterd zijn geworden, en dikwijls zelfj flaavin te gronde gegaan zijn. lift nooddruftige lot der toondichters vri\t ik ten
dee!e aan de toonspelers. Immera liet imponerende voorkurnen, dat de meeste virtuosen aanneroen, ver« oorzaakt, dat de groote hoop hen ais goden beschouwt |
|||||
C 3 )
m niet er aan denkt, dat hij een groot deel Tan het g»U
*iot, dat hij gesmaakl heeft.j aan den vervaardiger vatt het uitgcvoerde stuk verschuldigd is. Het is wel \vaar> de handdruk van den kenner, het weenend oog van den gevoelvollen man is den toondichter meer waard , dan het oorverscheurcnde handgeklap evi het dooftna« makende gejuich der onkundige mtnigte ; maar de zoo even gerepte oudankbaarheid heeft nieltemin ten gevolge* dat de toondichter onbe'oond hlijft; datliij vergeten wordtj dat hij dikwijls naauwelijks eene bete broods heeft, terwijl de toonspe'er, in plaats van te bcdenken, dat hij zonder den komponist niets zoude zijn, dewijl hij niets zonde kunnen nitvoeren, wanneer niet de komponist voor hem gewerkthad; terwijl de toonspeler, zeg ik, met eene gevul* de beurs heen gaat, dikwijls aan zijnen overmocd paal kiocli pevk veet te stellen , en den man, aan vien hij de bekrooniug zijner talenten grootendeels te danken heeft, als eecen armen zonc'aar' staan laat. Bij zangevs eh zangeressen stijgt die overmocd meestat
hog hooger , en zelfs dikwijls tot schier onverdragelijke dwingelandij. De komponist, die in de verheffing vaA sijnen geest een overlieerh'jk knnstwerk geschapen beeft^ en nu van verlangen brandt, de vrucliten van eijneia arbeid tot levendige klaarhcid gebragt en door eene juistc uilvoering verwezenlijkt te 2ien, kan met diepa mart van 'dieri ovefmoed gewagen. Hij heeft een treuvspel in muzijk gebragt; maar ongelnkkig komt A a . , resd»
|
||||||
i
|
||||||
N»
|
||||||
C 4 )
Weds Onwriddellijk na de inleiding de prima donna in
eene treurende gemoedsgesteltenis op ; zij heeft eene cavatina te zingen, o bemel! welk eene lompheid ! Waafom niet terstond eene groot en breed uitgew.-rkte aria? Te vergcefs stell haar de komponist voor, dat de situatie juist medebrengl, dat zij eene cavatina ea geene aria zingc, en dat de boofdaria gespaard moet tvorden lot in bet derde be.drijf. Onverdrageiijke dom- kop! roept zij uit; wilt gij mij dan eerst in, fiet dtrde bedrijf het hartroerende, het aanlokkeiijke da capo van het in verrukking gebragte pubiiek doen vernemen? ■Waarom mij niet de gelegenheid gegcven, om dien TVellust ook in het eersle bedrijf te smaken ? Hadt gij nog een lialf dozijn roulades en cadencen in uwe ver- voerde cavatina gebragt, ik zoude uwe domheid over het hoofd zien; maar die lange, uitgehoudene, nietsbe- duidcnde toonen! enz. En dc ter neer geslagene kom- ponist kan, even als een misdadiger, van genadige straf spreken , wanneer de cavatina, ondtr voorwaarde van eenige roulades, behouden blijft. De primo basso maakt het niet beter. Hem is de rol
van eenen bloeddorstigen tiran toegedeeld, en al, wat hij te zingen heeft, ademt volstrekl dien geest. O hemelt hij speelt zijne rol maar al te wel reeds op de eersta Tepetitie. Eischt hij niet, dat de komppnist hem, ter- wijl hij, ondcr de hevigste vloeken tegen het niensche- lijk geslaelit, de prima donna met eigene hand den doik
|
||||
( 5 )
dolk in het hart sloot, cene romance pastorale til la*
ten zingen , waarin liij naar willekeur kwinkcleren , in de fans set stijgen, en, de hemel 'weet, wat niet al doen Ian. Arnae komponist! waarorn rukt gij u niet ui* den stroom der schimpredenen, die u van alle tauten bedekken? waarom verbergt gij niet u en uwe kunst in eenen afgeiegenen hoek der aarde , waar gij , wel is waar , sleclits in de eenjsaamlieid uw hart aan de vruch- ten uwtr genie knnt laven , maar waar gij ook bevrijd zijt van de pijnigende martelingen eener onmenschelijke dwingelandij? Gij ziet mij aan met een bedrukt ge~ laat ? Ik versta u, beklagenswaardige ! Gij liebt ee- ne vrouw, gij hebt kinderen, en niet bet regt, dezeu hun levensondevbond te onttrekken ! Uw lot is dubbel te bejanimeren! Denk niet, goedgnnstige lezer! dat ik u door een
■vergrootglas doe zien. In waarheid , ik heb u den toe- stand der meeste toondicliters naar de natuur geteekend. Ik herhaal het, sla de geschiedboeken op , en gij zult u eu Tan overtuigen. Beschouw de meeste italiaansche ope- ra's wat zijn ze anders, dan schetsen, die door de zangers en zangeressen aangcdikt en aangevuld worden ? Het zijn eenvondige strekcn, op het lioogst hanepoo- ten, die eerst bij de uitvoering tot letters ea tot Tfoorden gevormd worden. (Vergeef, lezer! het beeld is niet edel, maar het is waar.) En welke is de oor- spronkelijke reden, dat de italiaansche opera's alduf A 3 in«
|
||||
Ingerigt zijn ? Geene andere, dan de dwingclandij dey
Bangers en zangcresscn, die zicb. niet aaa de voor- schriiten van den komponist willen onderwerpen, maar zelve mat.'u wilen, wat zij zingen, en van hem niets "vcrlangen , dan een nooddruTtig akkompagnement. Zelfs mozakt, de verkevenste genie, dieo a*oil a ens geschonken heeft, heeft de boven omschrevene droevige outletvinding maar al te dikwijls gemaakt, en aich in sijne opera,s , zijnen Don Giovanni ffiisschien nl.een nitgezonderd , ni*t g^heel boven de wet durven, veikiaren, die den komponist oplegt , om veel , oitt bijna alles aan de willekeur des zangers over te laten, ofschoon liij zich op verre na nict zoo zeer, als de aoderen , onder dat kneliende juk gekromd lieeft. Maar," dit -werpt men mi j tegen , zoude niet in-
derdaaJ den toonspeler , niet den dwingeland , maar de© Waren kunstenaar, de rang toekomen, boven den toon» dicbter ? Immers het werk van den laalsten is dood Voor ons, zonder den eersten; wat lielpen ons de voonveffelijkste kompositie'n, -wanneer wij niemand hebben, die se ons kan doen koorcn ?" Ik beken, zie daar mijn antwoord, ik beken , dat het
\oortreffelijkste kunstwerk voor ons dood en nuttoloos is, wanneer wij het niet hooren voordragen, of he» ?elve niet kunnen uitvoeren, en niet geleerd hebben Jnuzijk te lezen en te bestuderen, zoo dat vrij het in ojftjea geest hooren; maar wat benijst dit voor d* too*-
|
||||
■■'
|
|||||
C 7 )
voortreffelijkheid ven den toonspeler boven den tooji-
dichter? Ik vraag op mijne betirt even eens , wat helpen ons de beste toonspelers der wereld, wanneer wij lmn gecne goede wcrken tei uitveering kunnen voorleggeu? Yoorseker nog minder, dan in het omgekeerde geval> daar wij oris hier niet door een liuismiddeltje helpen kunnen, gelijkstaande met het lczen der mnzijk. , Men heeft wel eens over den hier bedoelden rartg
getwist, en meer nog oter de reden van den voorrang der toondichters. Sommigen hebben dezelve gezocht in Ac grootere zeldzaamheid der komponisten, dan der voordragende toonknnstenaars; maar zij hebben gedwaald. Jrnmers wat zeMaaara is , is da&rom niet altijd goed. De diamant, bij voorbeeld , is zeldzamer, dan de gewone keisteen ; het goad zeldzamer, dan het ijzer ; de perzik zeldzamer, dan de aardappel; en nicttemiu zal niemand aarselen, om tnsschen den meerderen ofminderen graad van voortreifeiijkheid dier voor\rerpen te beslissen. Be zeldzaamlieid kan hier dus geen punt van onder- gcheid opleveren , en buitendien , liet zeldzame wovdt Hieestal gewaardeerd, niet juist dewijl het zeldzaam i», maar veelal, omdat het eigenschappen bezit, wier vooi» reffelijklieid men aan gewone dingen niet ontdekt: de goede eigenschappen van het zeldzame leopen in lie* «og cr» die van dagelijks voorkomende dingen meiki men niet eens op. Aadsrca kebbea den loondichler daaro/a boven den
A 4 looar |
|||||
X « *)
|
||||||
iooiispcler gesleld, dewijl de eersle een ullgebreider noi
■voortbrengt , dan de laatste, De muzijkwerken zi ja voor iedereen verkrijgbaar, maar niet iedereen kan eich verkwikken door het hooren van een' yirtuoos; deze, hoe groot ook iijne verdiensten zijn mogen r bevordert toch raaai het genoegen van een veel ge. ringer aantal menschen, dan de komponist, De vip-» tuoos is, even als zekere bloem, de man des oogen-- Hiks ; de komponist daargntegen is onvevgankelijk , gelijk de natuur, die de bloem heeft voortgebragt. Maar ook deze meening van de besehermers der. komponisten is ongegrond. Het is immers slecht# een toeval , dat de muzijkwerken door afschrijven en afdrukken vermenigvuldigd worden kunnen, en dit toeval zet aan het kunstwerk geene meerdere noch rnindere waarde bij. Dan zoude ook, gelijk zekere schrijver te regt opmerkt, een slecbl gedicht door eene groote oplage goed worden, en eene scbilderrj Van BAFifl of coheggio geene of althans zees ^yeinig waarde hebben, dewijl er maar e'e'n exeroplaar ♦an bcslaat, en dit niet in de liandcn van vele kunst- vrienden zijn kan. De eigenlijke reden, vaarom de loondichter de
Voorkcur verdient bovcn den toonspeler, is de hoogera male van talent, en de genie moral. Door aanhou- dende oefening, door ijver en vlijt kan men leeren, {bet een of ander instrument te spelen; maar wi« Jeer/
|
||||||
i
|
||||||
( 9 )
|
|||||
Jeerl den toondichter komponeren? Ook de toonspeler*
het is waar, zal bet, is hij van natuurlijken aauleg., Tan talent, zelfJ, indien men vril, Tan genie onlbioot, niet tot de spits der bereikbare volmaaktheid brengen> waar door bl»ote oefening kan hij loch het toppun* nabij lumen ; de toondichter daarenlegen kan zonder genie niets, dan noten zamenflansen. Beide (ik neenx ook den toonspeler in zijne verhevenste bestemming) , beide -worden> wel is waar, geschapen; beide worden naderhand beschaafd; maar nu schept de toondichter op zijne beutt, en de toonspeler geniet slechts de vruchten van het geschapene. De eerste voert met kracht en majesteit den scliepter in het rijk der toonenj Ae andcre staat demoedig beneden hem en vangl be- ccheiden de toonen op , die de heerscher uit zijnen ondoorgrondelijken geest te voorschijn roept. Meerder talent, grootere genie, zie daar het pnnt t
Iietwelk den toondichter boven den toonspeler verheft! verheft? vraagt men: hoe kan men den toondichter de genie als eene verdienste toerekenen , daar ze blootelijk eene gave der natuur is, en de virtuoos daarentegen alles of althans het grootste deel zijner Torderingen an eigene arbeidzaamheid verschuldigd is ? Het is immers geene verdienste, schoon, maar het is er eene, wijs te zijn. Te onregte maakt dus de komponist aanspraak op grooter vereering, dan de toonspeler^ Mccn, itzeri gij dwaalt! want ook de toondichter, ho* A. | waa»
|
|||||
C io )
|
|||||
frwr oofc dettitspraak des ouden dichtevs is-.homep't, porta
nascitur, ookde koniponist moet zich door onvernioeide vlijl en studie beschaven 0<f gelooft gij, dat de grondige kennis van de leer der toonen en akkonrden, deoppcrmagt ■in het duistererijk der harmonie; de naauwkeurigstrkenni* Tan den bijzonderen aard en de uitwerking der verscail- iende instrumenten, de doordringende blik in bet men- chelijke hart, de wijsgeerige beschouwing van destrekkiog der kunst, en vele andere dingen hem zoo maar aan- geboren worden, even als de genie? Neen waarlijk! de naiuur heeft nieniand tat luiheid geschapen ; zij fchcnkt den mensch blootelijk het vermogen, om den top des bergs te bereiken; maar zij zendt hem geen* iioogvliegenden arend ter hulp, om hern derwaarls op %e voeren; hij moet de hem verleende kraeliten self jnsparmen. De toondichter heeft vcel meer te leeren, dan de toonspeler: waar de laatsle reeds voortreffe* lijk zijn kan, wanneer hij ook slechts de algemeene legelen der harmonic verstaat, daar moet de eerste- die regelen zoodanig door alle de vezelen van zijnen geest heenweven , dat de geheimzinnige liarmonik van hem ©nafscheidbaar word* en, als het ware, met hem een, ligchaam, eene ziel uitmaakt; wanneer de toonspeler lijne pogingen reeds bekroond ziet, zoo hij slechts zijn instrument met zekerheiJ weet te behandelen* zoo moet da Tdondichter daarentegen alle instrumenten in het geheele xijk dcv tooneu ichterschen iuuucn ; kan gene volstaan unci
|
|||||
( »* )
gieteene oppervlakkige tennis van de aesthetische wtardit
der kunst, deze moet de philosophic der kunst in hard afgelegenste schuilhoeken nagespoord, en hare fijnst* subtiliteiten doorgekropen hebben. En hoe weinig heeft de virluoos noodig te veten van den aar4 en de uitwerking der verschillende instrunienten, vaa de duistere gangen ran hct menschelijke hart, en Tan honderd andere zakcn, die de toondichter zicfy lie tot in de kleicsle bijzonderhedea moet eigen gemaakt hebben. Wannner gij . <lit allcs in aanmertir; neemt, goed-
gunstige lezer ! zu!t gij het, hoop ik, met nrij een* lijn, dat de toondicliler, scboon hij als zoodanig ge* boren wordt, niettemin veel roeer vlijt moet aanwenden, em het in de kunst ver te brccgen , dan de virtuoos, om op het een ander of ander instrument uit te mnnteiu De architekt- en de timiurrinan , de scl.'ilder en d» graveur, de oorspronkelijke schrijvrr en de v^rtaler staan ongeveer in dezclfJe verhouding tot elkander, als de toondichter en de toonspeler. De ttnt goat van het geheel uit r de andere daarentcgen van het gedeeU tclijlte. De eerste heerscht over de §chec]c , onafmeet. hare uitgestrektheid van het rijk der tconen.de laatste- voert slechts het he-wind in dat gedeelte, waarvaa het bestier a,»n hem wordt toevertrouwd; gene is it monarch met een onbepaalde magt, dcze de bestierdeir \ J4»
|
||||
( '» )
*aa Mn wi'ngewest, die niets anders rermag, dan de
hevelen ter uitvoering te brengen, hem door den op- {termagtigen heer gegeven. Laat ons nu nog voor. eene korte poos stil staan bij
de pligten van den toonspcler jegens den toondichter, tn dan v/il ik voor dezen keer mijn geschrijf staken. Ik beb misscbien nu reeds des lezcrs geduld op de pijn- bank geschroefd ; maar ik kan Let niet he]pen, het -was mij juist om de ontvouvring dier pligten te doen, en %\j moet u dus het verdriet getroosten , lezer ! om verder te lezen, of de moeite , om het blad om te slaan. Kie* dan; ik schrijf intusschen voort. Daar de toouspeler volstrekt niets zijn zonde zonder
den toondichter, past hem ook volstrekl geen overmoed jegens dcnzelven ; inlegendeel moet bij ran dankbaarheid en vereering voor den komponist doordrongen zijn, die hem niet slechls den bijval des publieks , lof, eer> TOem en eene voile beurs helpt winnen , maar die hem , toven dat alles , een onvergelijkelijk genot in de vruch- ten van zijnen geest doet smaken: Wanneer hij des toondichtcrs werkenuitvocrt, of doet
ttitvoeren , dan zij zijn hoogste wit, die werken zoo voor te drage'n, als dc geest, die er in hecrscht, vordert; an- ders ontsteelt hij zijnen weldoener een gedeelte van den jroem, die hem toekomt, en die deszelfs schoonste belooning uitmaakt. Tot dat einde bestudere hij vlijtig en met de niterste naauwgezetheid het werk, dat hij voor- |
||||
( *3 )
dragen wil; hij trachte met zijne geheele ziel in te drin»
gen in de bedoeling van den toondichter ; hij sport den loop van desze]fs denkbeeldcn sclirede voor schrede* na ; hij verheffe zich, is het mogelijk, tot op he! standpunt, vanwaar gene in de schepping van zijnj werk is uitgegaan ; hij trachte, zoo te zeggen, met e'e'ncn enkelen blik te overzien liet dikwijls zoo uit- gestrekte veld , waar de komponist over heen geschreden.' is; hij bespicde in zijne donkcrste vcrborgenhederi het gevoel , dat den toondickter geleid heeft. Wan.; neer hij zich dan van dat alles rekenschap geven kan, dan, maar ook eerst dan, trachte hij de mechaniscke zwarigheden van het uittevoerentoonstuk in zijne magt te> krijgen ; hij trachte dan ook het geheele werk in den daarv in wonenden gecst, dien hij zich eigen gemaakt heeft j roor te dragen; hij veroorlove zieh niet de minste,; versiering, welke met dien geest strijdt, al moet hij ook daardoor afstand doen van een daverend hand., geklap: de kiiHStenaar moet vrij van vooroordcelei* zijn, en zich nict naar den smaak des publieks, maar naar de eeuwig onomstootelijke regelen der, tchoonheid vormen, en aldus op de bescliaving zijner, toehoorders zoeken te werken. Zoo ruenigvuldig en zoo zwaar zjjn de pligten J
die de toonspeler jegens den tsondichter en zijn« tverken te verrullen heeft: en zoude dan deze volj itekt aaa geenc vevpligtingen jegen* geneu gebonden aija?
|
||||
C H )
*ija I Wei degeiljk! De toondichter ntoet niets schri j*
,Ven, -wat voor den toonspeler onuitvoerbaar, of niet, «lan met groot gevaar vau scbipbreuk te zullen lijden, Wit te voeren is; hij vermijde de moeijelijkheden, die den toonspeler van den bijval der toehoorder* ■*er»teken, dewijl zij geene of eene vetkeerde uitwer- Jung hebben; hij zorge, dat er geest in zijn werk Krone, -wanneer hij verlangt, dat de speler er geest in jtoeken en uithalen zal; hij zorge vooral, dat zijn Verk eenheid hevatte, en een kunstmatig geheel uit- tnake, en houde de regelen der sclioonheid, als zijne lioogste -wetgeefster, steeds voor oogen* Wanneer tcide, en de "toondichter en de toonspeler, de godili der schoonheid eene onbepaaldc gelioorzaamheid wijden, *» ieder in Jiet bijzonder de plisten nakomt, die oj* Hem rusten, ' dan rerschaffen zij den inenscli het ver. kerenste genot, waarvoor de weldadige natuur hem vttii fcaar gemaakt heeft, het gevoel der kunst, en vinden hi het genot des menschen, dat Jevens hun eigen isj de hoooste belooning , die den edeldenkenden man alles aijn moet: de overtuiging van' niet nutteloos geleefd, te hebBcn en het zalige genot, dat vele tijdgenooteri teat met nyeemoed hun verscliciden naoogen zulen. «:. ; r -) ■-. >?■! ■ ■'■ [ - i<*>
.'■;: = ■ ■ . -..-.:.
rv,'i-!. , ;;»« ;* :,
|
||||||
5
|
||||||
',
|
||||||
DE TIEN GEBODEN, voot (oi.
illSUH EN ItOOBDIlliill
YAN CU1IWIII1C. (a) -?/ef eerslc Gebod.
Gij zult geene andere, dan poetisclc goden hehbehj'
en geene andere deskbeelden, dan de zulke , welke het goddelijkc en tedelijk - sclioone, dat in den nicniclfc ligt, zoo veel mogelijk nabij komen. Het ttveede Gcbod. Gij zult de namen en de kracht van den genius , di«
U bestiert en dien gij Tiulde Leioont , niel ten onnutlt
gebruiken: want de nakomelingschap zal hem niel'
cngestraft laten,die zijnen eigenen nuarn misbruikt heeft,
.3.; - >«'
Het derde Gebod.
Gij zult den geest des tijds hell!gen.', dat is hellJf
maktn , maar denzelven niet verslimmeren door gemeen* of siecble werken , die hij begunstigt.
. : ,t , ■> i ' /
Het vlerde Gebodj
:.....■
Gij ztilt rrwe radercn, ondsr elke beschaafd^ natte,
terbiedlgen door een vlijtige studie , opdat het u ivelgct «n gij lung levtn moogt in uwe werken, Hti
|
||||||
(2) Dit zoo wel, als het volgende stuk: dtaetetlscJie en psj*
chohigische raadgeolngen ooor praktische toonkunste* naors, zijn ons tef plaatstng toegetond«n. Zij nijnl beiile getrokkea uit de allgemeine mutikalische Zci» lung van ifcoG. »> b.i». |
||||||
'
|
|||||||||||||
C i<5 )
Het vijfde Gebod.
Gij mil niet doodslaan, noch de ontkiemende genie,
Bocli de verdiensten van hen, op wier schouderen gij *teunt en vooruit ziet! Ook zult gij bem , wiens wer- len gij recenseert, geen nadeel toebrengen, aan ziju lijf.of aau zijne persoonlijkheid, wanneer gij hem ook in de barensweeen van tijnen geest niet onderstcunea of voorthelpen kunt< Het zesde Gebod,
Gij tuit niet ecbtbreken met de zanggodinnen «n d«
^ration, naar kuiscli en eerbaar zijn in uwe woor- den en werken ; ook zal een ieder het vak , waarin hij uiununten kan, boven alle andere vakken bemianen ea in eere houden.
i
Het zevende Gebod.
Gij *ult niet stelen ! noch onmiddellijk de denkheel.'
Aen en idefc'n vagn eenen andcren schrijver, noch moogt gij dezelve door sluikhandel als uw eigendom doen Toorkorocn; maar gij zult de overgenonieae gedachtcu behoorlijk aanhalen. *; f i . *
Het achtste Gebod,
Gij tult geene valsche getuigenis geiett in de let-
terkunde, dat is: gij zult de ideen van den schrijver, ver wien gij een oordeel velt, niet \iit d«n zamenhang rukken, noch yerkserd opgeveB, geene anekdolen van bem
|
|||||||||||||
*
|
|||||||||||||
C 17 )
|
|||||||
yan hem verspreiden, di« slechts voor d« helft waar
of geheel verdicht zijn; veel minder nog zult gij, met de onbezonnenheid van een«n jon^en knaap, eenen pen- nentrijsr beginncn, maar daarentcgen, 200 lang hct in uw vermogen is, alles , zoo reel mogelijk, ten Lesle wenden. Het ntgende en tiende Gebodt
Gij zultnict sclirijven, bloolelijk om a van den rotmj
liet ambt of hct honorarium van cenen anderen schrij« ver, uwen kollcga, meesler te makes ; maar nit vrije, aandrift tot de trije kunst, tot welke velcn meenen .gevoepen te wezen, maar slechts weinige verkoren. zijn. Dit zija de tien geboden. Het elfde bevat dat, ■was
jean pajl 'fflf zi jne Vorfchule zur Aesihetik alien zijnei>| medearbeiders toeroept: Wacneer gij slechts genie bezit, dan zult gij u
v-erwtnideren, hoe ver gij het brengen kunt (3)." C. SCIIEIIBIS,
. J
4»1 .....- I ■
(3) Pe woorden van jean fAtit zijn hier niet juisf
vertaald ; hij zegt: Halt nur corzuchlich ivahres herrUches Genie; dann werdet i/ir eucfi wundcrn', wie tveit iVjr's ireibt, D E BED.
B Bli |
|||||||
i -?8 )
|
|||||
Dmiieiuchi en pstchoiogischt
raadsevin6is voor pkaksischs I lOOKHHSTESAAIi,
Niets spanl de zenuwen meer in, nock verzwakt ze
zoo spoedig , als het aanliondende soJ/icren. Men kan gedurende twee uren met de ingespannenste oplettend- lieid sonaten en dergelijke stukkcn spelen, zonder zoo Verh.it en afgemat te zijn , als wanneer men sleclits de helft van dien lijd gesolfieerd hecft. Het eehvormige lierhalen van, -Wfcl is waar, nuttige en noodzakelijke, tnaar toch altoos smakeloezc en: riietsbeteekenende passages verwefct' in c(e ziel eehe bogenblikkelijke stompheid, en veroorzaakt, wanneer het lang voort- ^ezet vfordt, ook wel hoofdpijn, voornamelijk bij teeer irritabele personen. De ontspanning heeft ten gevolge, dat men, na zulk eenen arbeid (zoo mag men die oefeningen wel noemen) niet gescliikt is, om met lioop" op eenen goeden uitslag , iets andcrs te beginnen, waarbij ' eenig nadenken en oplettendheid vereischt tvordt. Ik zoude daarom den virtnoos niet aanraden, om oefeningen van dien aard in de uren van den morgen tc houden Wel is waar, hij zal ze ligtelijk en met goed gevolg otulcrnemen ; iwaar hij spar.t zich <lan , reeds in" de eersle helft van den' dag, te sterk in, en zal naderhand , bij het bestuderen van andere stnk- len, ten ininstc traag, aoo niet uilgeput zijn. Hij doet
|
|||||
,j-v «-■.:;;-."...'
C »* )
Vjoet bctet, dat liij die oefeningen tot den 'nademid-
dag of lot den avond liitstelle , wanneer hij na dezelve ill,-1s anders meer belioeft te doen. Trou-wens, eene bitlere artsenij! maar hot h«lpt niets: liij meet ze inneruen ! Niets is nadceliger voor de gezondheid, dan onmid-i,
dellijk na den raaaltijd te spelen; de gecst en het lig-s cliaam beide worden dan gewelddadig aangegrepen. Ilett bloed stijgt naar het hoofd; het gsbeele ligchaam, be« gint te bey en, en hevigc hoofdpijn maakt het final* nit. Wie dit niet ondcvvonden beeft, die moet van eene zeer koude geaardheid zijn , oT slechts weinig be^ teekenende kleinigheden zondcr vtel inspanning en ver4 spilling van krachten gespeeld hebben. Ilet afschrijven van muzijk (het komponerep minder)
behoort, zonder twijfel', ook tot die bezigheden , welkft meer, dan anderen, de zenuwen verzwakknn. Het een- tponige heeh en we£r kijketi, het in acht jiemen van luizerid kleinigheden, de inspanning der oogcn , en dcfc JiiiH'ijflijldieid van bij dat wefk met zamenhaag te denken dit allcs is ten hodgste verajoeij*nd. Ik kan daaroro ook niet geloovtn, dat een man van waarj lijk muxijka.le genie veel nooten achter elkander kan afschrijven; ten zij het van zijn eigen vreriv njogj zijn* of oniStandigheden hem tot zoodanigen avbeid dwin« gen; .rnaar con arnpre zjil hij dien niminrr aanyatten* In mijne oogen verdicnt een nooien-afschrijver zijn brood zeer zuur, en ieder toontunstcnaar behoort eoB B a te
|
||||
C =0 )
te danfccn en den overledenen beeitkopt in eore le
houden voor zijne uitvinding en verbreiding der mu. zijkdrukkeri jen. Voor de muzijk, en over het algemecn voor iedere
sclioone kunst, is niels zoo voordeelig in de uitoefe- riing, als een fraai en viiendelijk vertrek, cene aange- narae ligging van lielzelve, en in het algemeen sclioo- ne, met smaak ingerigte omgevingen. De geest verheft eich dan veel gemakkelijker en spocdiger uit de lagere gewesten tot in de hoogcre en ideale streken. Men verbeelde zich niet, dat de toonkunstenaar te
keter in staat zal zijn , den eenen of anderen hartstogt Op zijn instrument voor te stellen , -wanneer hij , door uitwendige oorzaken, dien hartstoclit zelf in zich voelt. Zijn gevoel, zijn bloed is te zeer in beroering, dan dat eene treffende voorstelling derzelve mogelijk zoude zijn. De heerschende gesteldheid van den gees I alleen , ■Wanneer zij niet tot het hartstogtelijke overslaat, kan eenen voordeeligen invloed op het spel hebben; groote treurighcid, groote blijdschap , zijn steeds nadeelig. Onder de verschillende gewaarwordingen is de gema- tigde romanlische liefde misschien wel die gene, wel« ie het gunstigst op het spel werkl; deze liefde veree- migt in zich zoo vele voorstellingen, of liever, zij aelve is eene compositie, eene groote vereenigde veel« oortigheid van zoo velc aodcre gewaarwordingen. H. GUTHMAHH.
|
||||
, ₯"
( 21 )
lEFENSBUZONDERHEDEff
YAW
ERNST LUBW1G G E R B E R.'
Wij voldoen aan onze belofte , den lezer in het 3<le stufi
ties voorgaanden jaargangs gegeven , en deelen hem de belangrijke levensschels mede , -welke de achtingwaar- dige n. bochlitz van den in het opschrift get noemden geleerden, letterkundigen toonkunslenaar get leverd heeft. In eene buitenge-woon vrolijkc geestgeslellenis en
met jeagdigen moed (aldns spreekt hij) nam gerbeh, die toen reeds den grijzen ouderdom nabij kivam, op mijn verzoek, om gelcgenheid, hem ecnen aangenamen dienst te kunnen bewijzen, mijn woord, om, wanmer bij eens tol zijne vaderen zoude gegaan zijn, dit in de bladen der Leipziger musikalischc Zeitun% aan te kondigen., en voor zijne in de -wcreld verstrooide vrien. den en bekenden cenige woorden over hem zelvei* daarbij te voegen. Thans , nu liij zich inderdaad tes ruste begeven heeft en ik. mij gereed make , aan mijp gegeven woord te voldoen , vind ik de alonde ervaring op nieuw bewaarheid : dat, zoo ligt laet ook valt, on> van inenschen, die zich door een in zijne verschillende schakeringeu zeer uiteenloopend karakter, door in het oog springende eigenaardigheden, door afwisseling vaa lotgevallen, of eenen naar verschillende kanten uitge. C 2 hrefr
|
|||||
\
|
|||||
(■** )
Ireiden werkkring ondtrscheiden, iets te verhalcn , dat
gemengde lezers aantrekt en boeit ; het daarentegen 8eer moeijelijk is , de opmevkzaamheid des lezers te ketenen bij roannen van een hoogst eenvoudig ka- raider, wier denk- en liandelwijze door geeoe onregeU matigheden gckenmerkt -wordt, wier lot, als het ware, op eens voor altijd bepaald is, wier levensloop, hoe aangenaam ook, en wier werkzaamheid, lioe vcel heteekenend die ook mag geweest zijn, in eene slille, bedaarde gelijkvormigheid daarheeneu vloot, en even zoo voleind werd. Onze ceibii hehoorde tot de Hiannen van deze laatste soort, in eene mate, dat Mien hem slechts zeer weinigen, welke ten algomee- »en nutte met zoo gelukkigen uils'ag werkzaam gc-: ,weest zijn , ter zijde stellen kan. En zoo mogen het dan aijne vrienden en bekenden, en ook andere lezers, met datgene voor lief nemen, v>at ik hun uirzekere , maar niet zeer rijke bronnenmededeelen zal; en is dit weinig, of valt het niet in het oog, zoo schrijve men zvilks liever toe aan het onvermogen , oni roijne taak ten ♦Igemeenen genoegen te volbrcngen , dan aan gcbrek ran levendige deelneming aan mijn onderwerp, of van zorgvuldige vlijt, om Iiet naar waarde te behandelen. Eissi MPTU 6ERBEH (geboren den 29 Sep-
tember 1746) was de zoon eens ernstigen , welwillen. den, kristelijk vromen mans, die zich als een bekwante ftClktuigkuadige en groudige toonkunstenaar veel ach- J /
\ 1 ■
I .. ' ■ |
||||||
C 53 >
ting rerwerven hecft. HtrSkieK sicoiltl at lit
eerC4) was nij gonaa*nij en stierf, in 1775, »1» h«f* ornnnist van den vorsfr van Skbwai'zburg, De vadeif had e'erbied en lftsfde voor zijiic knnst; maar hij had) 00k, in vroegere jaren, lict drtokkehde, in laleren tijd, liet armoedige en *de bekiMtolpenhdid der btirger- lijke betrekkingen ondervonden, t<ot \trelke, in diert tijd alttians, zij irieeslal verVrezeb wcnlta , die hun geheele Jeven aan - die kunst teevrijdden; en daarom ■wenschte hij, dat zijn' zodri trou-wens wel voor haaff gevoimd xrorden, toaar in dezelve vcel meer zijne vrengde en een huIpniWdel van zijn beslaan, dan zija hurgerlijk beroep zotken zoude. Hij bestemde daarom zijuen zoon voor de regtsgeleerdlieid en derzelver praktische beoeiining, le meer, daar de levendigheid vai»
|
|||||||
(4D H- N- ojskber M-a», als toonknnstenaar, een Jeeri
ling van den grootrn iol, sib, bach, en fliede. scholier van verscheiden der bekwaamste kweeke- Jingen van dczen onsterl'elijken man, als kirn- be n g k b , siuriiit, icniut en anderen. Hij had re Leipzig, bebalve de niuzijk, 00k de regts- geleerde -weteiischappen bestndeerd, hetgeen hem in staat stelde, om, even als de zoon, zijnen vorst «ok in andere opzigten, dan zijn cigenlijk ambt , van nut te zijn. Als ■wevktuigkundig.e lleeff hij- niet -weinig, ibeh' ter tijd bewohderde, muzijkale - *n andere ihstrturienlen vervaardigd, en eindelijk als koinponist, vooroamelijk door orgel - en kerke* lijke mnzijk getoond, dat 'hij een waardigs feei"* Bag lijns. grooten meresters was. |
|||||||
M
|
|||||||
(f«n zijn temperament en bet haastige en driftige Tan
lijnen aard liem alle gcschiktheid voor den diensl der godgeleerdheid scheen te betwislen. Door Ettlke be. ginselen geleid, entwierp hij in zijn geheel het plant van de opvoeding, de leiding en de beschaving van zijnen zoon, reeds toen deze nog ten knaap was, en ■wcrkte het naauwkeurjger uit, toen hi} de jaren des jongelings bereikt had. De zoon, gewend zij.nen vadeu te eerbicdigen , en in alles, wat kij hem opleide, te ge^ hoorzamen, voegde zich gewillig in alle noodig geoor- declde voorbeveidselen en bezigheden , oi'achoon zijne. persoonlijke neiging hem steeds naar de beoefening dec toonknnst hcnentrok (5).. En
|
|||||||||||
£5) Gubih zelf spreckt Iiierove^ omstandig in zijb
neues TonkiJnstler Lexicon, en daar dit voof- tre.ffclijke -werk in Duitschland in ieders han- den is, heeft BOCHUIi gemeend , zijn ver- haal te kunnen bekorten. In ons vaderiand- echter, -waar niel iedcr licfhebbcr, hoe zeer dit ook te bejammeren is, oerbers woordenboek jbezil, zal menigeen vrel gaarne iets racer omstan- dig met dit tijdslip in 's mans loopbaan bekend willen zijn, en wij laten daarora deszelfs eigene woorden hier volgen: Ik ben," zegt hij, den ag September 1746 te Sondershausen gehorcn. Omstreeks mijn zevende jaar begon mijn vader mij onderwijs in het klavierspel te geven, terwijl ik reeds vroeger alhier ter school ging. Naauwe- lijks was ik negen jaren oud, toen , ik reeds in bet zangkoor van de school opgenomon en wtldra als koncerlzanger gebruikt -wcrd. In 1758, toen de vorst ciuiiiiis euNTHER de lengels van liet bevrind aanvaitede, bekwara onze hofmuzijk een nieuw
|
|||||||||||
\-in lii'-tf^- ■
|
|||||||||||
( 25 )
En zoo trcffeu wij hem dan, van 1765 af, op ds
lioogeschoo! te Leipzig aan , als een arme, maar yrolijke student, die vljjtig en zijnen piigt belrachtende , behalve de algemeene wetenschappen, zijn eigenlijk Tak, da regten, bestudeert, en dan 00k onder zijne makkers , als een uitmuntend muzijkant, geen gering aanziea be-
|
|||||||
nieuw leven, doordien deze vorst, behalre de
vorige -vvaardige leden dev vorstelijk Gunthersclie kapel, nog verscheiden brave virtuosen voor on- der.sclieidene inslrumenten aanstelde. De menig- vuldi^e nitvoeringen van muzijk in de slolkerk en aan tai'el, waarbij nog kwamen de kantaten op geboortedagen en de oratoricn in den lijdenstijd, roaakten eenen te dieperen indruk op mij, daar die stukkeu , meeslal van bpaok en de beide jupi's, geene allcmanden, konranten , preludes noch fugen waren , -welke anders mijn niuzijkaal tijdverdrijf hadden nitgemaakt. Van dat tijdsiip af aan vervolgde ik den weg , dien ik zelf mij voorleekende, kocht de klaviersonaten van ■scha- III, KICKIIJU9H, C. PHII,. EM BACK en
anderen, welke een kunstpiaathaudelaav van Neu«
renberg mij bezoryde. Tevens bestudeerde ik de violoncel, omdat het onder mijne schoolmakkers aan eenen bassist ontbrak, en ik bragt het, nog gedurende mijnen schooltijd, zoo ver, dat de kon- certmeester aiii gaarne zag, dat ik bij de mo- zijkaie uitvoeringen aan het hof bij eene paitii zat. Of ik 00k koniponeerde , behoefl men in het geheel niet te vragen. Ik deed dit reeds in mijn veertiende jaar. Het niuzijkgezelschap, dat ik in het huis mijns vadcr verzamelde, bezat geene sinfonien. Ik sckreef, of om beter te zeggen, komponeerde er verscheidene r welke vervolgens onder eenen bedektea naam met veel gedruisch gespeeld werden. Een weinig later spaarde »ijn broeder, die toen te Jena studaerde, mij deze moeite ; B 5 hij |
|||||||
y
|
|||||||
( =6 )
fiezit; hij is immers na reeds naauwkeurig bekend me*
tie theorie en vele hoofdafdeelingtn van de gesciiie- denis der toonkunst ; hij/is o<sk een zeer geoel'endev klavier- en orgelspeler, een bek-warne , hij cite gelegen- heid altijd vaardige komponist, en hij -wordt zelfs , daar er juist bij de gefcellige muzijkpartijen der stu- denlcn-
|
||||||
2iiJ zond mij, namolijk, geheele pakellen sinfonien,
om ze af te schrijven. Dit kosKe mij veel tijd , xnaar was mij nietti'itiin van nut. In dim lus- schentijd had mijn prentekoopman mij c. phil, EM. BACKS Versuch iiber die wahre Art, das. Klavier zu spielen , medegebragt , en dit stuk gaf inij veel licht over verscliillende zaken Meer dan dit alles echlcr boeide ad e lungs Anhitung zur musilialischen Oelahrtheit, welkc mij naderliand toevallig in de lianden viel, mijne aandacht De menigvuldige tereglwijzingen naar en aanhalingen van andere boeken, welk* in dat werk voorko- jnen, bragten mij mijns vaders boekver zameling te ninnen. Ik zoeht en zoclit , en zag mij -weldra , lot mijn groot gcnoegen , in liet bezit eener aardige Miuzijkale bihliotlieek. Het ondcrzoek dezer boeken. werd dobbel bclangrijk voor mij , omdat ik in Adeicng reeds de hoodige ophelderingen over derzelver ontstaan en over hunnt waarrle gevon. den had. Ik scliafte nu ook aan , wat ik nog mistc, vooral het muzijkale woordenboek van WAlTHiei, de oollkomrncne Kapelmcister van MATTHEsgn en de periodieke gescliril'ten van W A n J u R o. En nu zat ik zoodanig onder mijne toeken begraven, dat mijn broeder, die intusscnen van de hoageschool weir te huis gekomen was , mij Iierinneren moest, van mijn klavier niet, om der boeken wille, te Veronachtzamen enz." Het vervolg vindt men grootendeels ook in het
i>pstel van tocHiiti, Op zijne schrii'ten zullea "vv>j nog nader terugkomea. JDS lUi
|
||||||
( V )
|
|||||
dcntcn een bassist onthreekt, weldra een knappe fiat
loncelspeler.
■ Als zoodanig \ferd sintu dan ook kort daarn.1
aangesteld in het orkest, zoo wel in de opthlijkc kbn* cerlen . als in de opera; en fchoon deze aanstelling hem in de eerste plaats trouwens voorthielp in zijrits vorderingen op het bedoelde instrument; zij was heiti HO* tan veel meer nut in de verlheerdefing zijner mtizijkale kundigheden en in de beschaving vail zijnen fmaak; terwijl ze eiridelijk nog' (en dit roetnde hij- levfnslang bijzonder) zter vcel bijdtoeg tot zijne \ir- trolijking , lot de opbeuring van zijnen door 6e betrekkingen, waarin hiy zicli bevond, ter ne<*r ge- druklen moed, en lot de gelukkige verkwikking v»n geheel zijn in- en uitwendig leven. En -waarlijk , wanneer men zich herinnert, dat de
beroenidc huiee in dien tijd begon de reeds vroeger bestaan hebbende wekelijksclie koncerferi naar vaste , klare, inderdaad op de regelen der kunst gebouwde' beginselen in te rigten en te bestieren; dat hij de damen schroder tnscHninlne (wejke ndderhandP als m a r a zoo beroemd geworden is) voer deze kotx* certen vormde, en dat beide als de schoonste sie- raden dier instelling, met virtuosen als coffsrt, schitterden j wanneer men daarbij in aanmerking neemt, dat het voorbeeld aller denkende tooneeldirekteuren en die het 'welzijn hunner kunst steeds voor oogen he&-
|
|||||
£ *8 )
hebben , dat K o e H (in rijpere jaren) het schotwloo-
Reel en de opera te Leipzig, niet zonder medewerking
ran isssisc, huiei, eckhof en andere ver«
dienstelijke mannen, tot eenen hoogen graad van vol-
maaktheid gebragt bad; dat builendien, te gelijk met
de kleine opera's van vinss C6) en hiilii, de
grootere werken van italiaansclie en fransche meeslera
aldaar voor het eerst ep het dtiitsehe tooneel versche-
iien, en dat dit alles een pnbliek vond, -wien het niet
slechts geheel en al nieuw, maar dat zelf ook voor al
jdie voortbrengselen nieuw was, en hij gevolg een=
levendig deel daaraan nam , voile vatbaarheid en on-
bedorvenen zin voor genot, en achting daarvoor had
en vreugde daaraan ondervond, dat zich niet met
enkele kleinigfeeden bezig ln'eld, niet den kouden, ge-
voelloozen opmerker speelde , on te bedilien, niet
bcdilde, om voor kenner gehouden te worden , en.
van hetwelk men nog in het geheel niet zeggen konde:
',, Ook hebt gij gewcldig veel gelezen!1'
wanneer men zich dit alles te binnen brengt, dan kan
men zich niet alleen ligtelijk een denkbeeld vormen van den gunstigen invloed, dien die toestand der kunst op. jonge mannen als giiih hebben moest, maar men zal eelfs ook gaarne en met overiuiging met hem instemmen, wanneer hij er^ens vraagt: Hoe sou.
(8) Den dichter.
|
||||
( *9 )
* - s
zonde it toch, na rolbragten arbeid , mijne avondca
leerrijker en aangenamer tevens hebben kunnen door^
brcngen, dan in zulk eene koncert- of komediezaal?''
Op deze wijze on besloot bjekbeb zijne driejarige1
ikademische loopbaan , lei de gewone proeven van-
zijne bekwaamheid af, en zoude nu bij eenen advokaat
leeren, de verkregene kundighcden in pvaklijk te brea-
gen, zoo veel het geraeme leven zulks toelaat. Maar"
dat streed tegen zijnen aard ; dat konde hij niet. De
oud-thuringsche rondheid van zijn karakter liet ; Vitl
toe, dat hij het reg't, maar met altijd, dat hij de regttn
rerdedigde ; zijn bijzondcre aard, die hem altijd met
kracht en nadruk regt door zee lejdde , -wilde zich met
aan den rorm -onderwerpeia, en het stiet hem tegen de*
borst, dat men, om hem teregt te vvijzen, steed*
■vrederom den vorm, zoo niet lets slimmers nog, *aa«
toonde. Na eene korte, vruchtelooze proeve verkooj
hij daarom , om zich, in zeker opzigt op avontuur,
naar zijne vaderstad te -wenden, in het vertrouwea
op zijne bekwaamheid, zijne arbeidzaamheid en op
COB.
De Voorzienigheid zorgde dan ook voor hem: men
tocht al dadelijk Tan zijne knndighedea partij te tiekj ken, en hij werd als onderwijzer der muzijk bij di kinderen van dtn vorst aangesteld. Ziyae arbeidzaam- heid vond echler niet lang daarna een nienw veld te J>ebouw*n, ea wel reeds toen jnist dat veld, ■waat* hij
|
||||
C 3<* >
Ijl] zieh a\|engskens huisselijk^.nfidevzeHen, veel . Out.
tigs vrerken,' en * zieh zelf .teyetts een gedeukjeeken Bprigtcu konde, dat, hoe veel-^ateye rtijden daaraan. ook te ve-rbeteren 2 alien heljben, ujeUemia aeer vele ,ye.r- diensteri heeft, en zijnen naam lot hij deji laatsten Daiicef in dankhaar aandenkeq zal doen bjijvea. ' >,.,.. ^SJijBB vond, nainclijk , tot zjjn gropt leed\T&*«*l » in zijne vadcrstad yyein.ig zin en *albaarlifeid vper de toonkunst,. nog minder beschaving, en scltier gccne hulpiuiddclen tot verbetering. ;JJij kompoijeerde teler- lei, en wel voflrnamelijk, out zieh < den toegang te kumien yerscliaffen tot personen, die hem in de be* vorderipg j}e? knnst, behulpzaatn kondea zijn , vele stukken. vQor bjjspndere gelegenheden ; fmaar hij kon* 4? 4sze].ve naauwelijks , en dan nog altijd sleckts gebfekkjg, doen uitvoeren. Hij speelde overaj, waaf llij ganleiding <Jaarloe vond; maar slechis enkele men* $clien verstanden hem ; de anderen Iioorden hem niet gaavne , omdat hij ern.slige en grondig bewerkte sluk- len vootdvoeg, Zoo trok hij ^ch eindelijk , na menig- Vuldige , maar steeds vrucliteloos genomene proeveii) met: zijne kunst en zijne liefde vo'or dezelre terug; en daar hij toch d« eene noeli de anderc er aan gevea konde , en hij «pk geiyoop. Was, zieh wetensphappeli jke iezighejlen te- verschafi'eB » en ia bet bijzonder (sedert HiU|s« leiding en dopr dezen; daavloe aangas-poord} em, mejj *»jne kiinstpet'eningen eene helderedenkwijz* in
|
||||
C 3* >
{b bet algemecn en inzoiulcrliciil krilisc.be en histori.
sche beschouwingen te paren , zoo zockt hij , en zocht ^teeds naar een onderwerp en naar bouwstoffen « am ziek en de bckoeflcn ran zijnen geest vocdsel te geven. j- : ....., i "' ... . : :
■: De kuJpmidJelen , die zich .daartoe vafl buiten den
mensck moeten aanbiedcn , Jni.ste hij gehefcl en »1, eB
njets qntkrak hem zoo zeer, als erne, .ook slechtj
eenig?ins aanzicnlijkc iboekver&anteling , ! een paar
dozijn tbepre^isfche of geschiedkwwdige schrifien uitge*
zonderd, en wat hij ze}f van muaijkwerken , in vre«»>
gere jarcn , in slapelopze naehten a h^d- afgesckreyenv
Dit -was al> Vfat hij aan kulpwiddelen bezat, en meet
konde liij zich in den beginne ook niet aanschaffen.
Zijn geest werd daardeor eckter geenszins uitgedoofd,
*iock ontmoedigd , en zijn lust yoistrekt niet verkoeld
nocfy ai'keerig gemaakt; alleenlijk was hij genoodzaakt,
Kick tot ket naastbij gelegene en het geringste te be-
palen, tot dat dit kleine gelijk zoo dikwijls bij
standvastigen ijver plaats hceft zich yan zelf uit-
breidde, vevmeerderde en eindelijk aanzienlijk en be«
langrijk werd voor iedcreen en voor de zaak zelve.
Toen, namelijk, in 1775 sib'iejs vader overleed,
diens bediening aan den zoen werd opgedragea, ea
hij aldus met een verzckerd bestaan aan zijne geboor*
teplaats en de naauwe betrekkingen aidaar gebondea
was, begon kij in zijne vrije urea voor deo dag te
halen
~^
|
||||
C 3* )
halen en met grooteren ernst te behandelen, wat hem
in Leipzig meer tot liefhebberij gediend had, namelijk, «ene kleine verzameling van ten deele goed, ten dee.le ■alecht geteckende , gedeeltelijk goed of slecbt gegraveer- de beeldtenissen van toonkunstenaats en schrijvers over anuzijk , -welke eenigen naam hadden. Hij had tot nog toe slechts die beeldtenissen bijeen gcbragt, die hij voor ten' geringen pri js had kunnen bekomen; maar nu brevdde hij zijne verzameling met veel kosten uit, en besteedde daaraan al wat hij, bij zijne hoogst «envoudige, burgcrlijke manier van leven overgaren, konde, en hij nam voor eenen aldus genoemdcn '■catalogue raisonne" over die beeldtenissen te v«r- vaardigen. Bij dezen arbeid , die, wel is waar, vrijd- loopig en moeijelijk was, maar hem, in zijne een- zaaraheid, slechts te meer vermaak verschafte, schoan liij veel tijds vereischle, bij dezen arbeid, zeg ik, lei hij tot. grondslag walthkbs Tvnkunstlcr - Lexi- con , dat zich in zijne kleine boekverz.ime'hig bcvond ; liij verbcterde de, trouwens niet zonder viijt, maar toch zohder geest ea smaak zamengevoegde artikelen in dit boek, brridde ze uit, vermeerderdc. dezelve, en aettede ze lers'ns voort tot op zijnen tijd (het boek is thans scliier honderd javen oud). ------ Hoe meer hij
in dien arbeid vorderde , zoo veel te aangenamer -werd
hem dezelve, en zoo veel te meer wakkerde zija lust aan. Hij ondernam dam ook eene briefvvisseling met geleer- dcn>
|
||||
( 35 >
|
|||||
elen, die nrnzijk verstonden, en met toonkimslenaars,.
die -wetenschappe'ijk beschaafd warcn , en de meesten , voornamelijk nnni, Eoiin en tiEiist, be- vordcrden zijnen arbeid , deels onmiddellijk door a»n- te.ekeningen en te,regtwij.zingcn,, deels middebaar door de mededceling van geschiedkundige en kvilische schrif- ten of belangrijke muaijkwcrken. Ku, voorzien van tamelijk rijke bronnen en aan^emoedigd door mannen , welke hij. hoogachling toedrocg, bevond hij zich in. zijn element en boweog zich daarin zo& levendig en vrolijk , a^s de - visch in het water- De beschrevene bladen groeidm schier ongemerkl aan tot dikke back; declen ; de bijvoegselen en verb.eterin<jen moestm na- luurhjk al meer en meer aanzieulijk en talrijk wirdcn, toe meer vorderingen hij zelf maakle in de kennis van. de zaak , en daarom schreef hij het geheel af, werkte het om, wendde ook meer vlijt aan op taal en wijze van zich uit te drukken, en zoo had hij, na eenigen tijd, iels gereed, dat w.el ecnigermale vot,r een werk
- ■■ «j
gelden konde.
. - i ■■ ■
Maar daarin had de zoo zeer h/scheidene schrijvep
■
zelf nict bet minste erg, of althans wilde hij het
zich zclven niet duidelijk \ocr oqgen stellen ; hij ~ag in eijn handschrift niets. dan een zoq volledig en. zoo naauwke.urig mogelijk register van r nam en en zaken
■. ' ' '
over zij.ne beeldienissen, en over ben wier betldtenis-.
ea hij nog hoapte te verkrijgen en. dit alles no?
C suaas
|
|||||
C 34 >
|
|||||
tnaar voor zijne eigene onderrigting, om zich zelvea
Werk en vreugde te geven. Maar Hit lib, deze op- yegte Triend en onbaatzuchtige bevorderaar Tan al, Iraarvan bij zich iels voor de toonkunst beloofde, BULer verzoclit eindelijk eenige deelen ran dit hand- Schrift te zien. Gerber zond bet lieni. Hnuii toonde net werk aan zijnen vertrouwden vriend, den duderen jBBiuon in Leipzig, dezen onvergetelij - ten man, die zoo uit'gestrekte verdiensten lieefl met Opzigl tot de toonkunst en hare lett'erkunde , en beide »agen spoedig in, dat van bet Gerbersche handschrift Sets worden kon, dat niet slechts van veel en van cen blijvend nut zoude zijn, maar dat ook misschien itleen deze man in staat zoude zijn, te voltooijen, uit hoofde der kundigh'eden , die hij reeds bczat, der. bewonderenswaardige vlijt en lust, die hem eigen Was, en der bijzondere hetrekkingen, waarin bij zich tevond. Zij stelden hem nu voor, zijnen arbeid hog eens, maar tot algemeen gebruik, over te wcrken ; gebeel ter zijde te laten, al wat er onnoodigs, onge- Schikts Toor deu tegenwoordigen tijd, of in het alge- kneen, wat er onbruifebaars in wiiinins woorden- fcoek gevonden -wordt (tervvijl men, indien liet noodig; geacbt rtrierd, heler zoude doen, naderband eene trieuwe, verbeterde uitgave Van dit wcvk in bet licht le geven) , en om alclus een, trouwens zoo kort, maar b'ok zoo volledig mogelijk, op zich zelf slaand Werk «ei»
|
|||||
■»-^rr~"
|
|||||
( 35 )
ttn in deti vortii van eeii woordenboek gegoten bio«
grapliisch liandbbek over het leven en de tvertcn der toonkunstenaars , voor den tcgenwoordigen tijd te le*eren. , Gibui ontving deze nifnoodiging met de grootste
treugde, maar tevens schier met schrik : want dat had hij zidi niffiiner voorgesteld, veel minder geldofd, Ait, wat hij nu reeds gedaan had , liem een' 200 ver« eerendert last van twee zulke mannen zoude doert opdragen. Maar zoo veel te grooter was de lust, 206 veel te opgeruimder de ijver, met welke hij nu aari het wevk ging , vooval 00k, daar men hem nu vaa Leipzig alle aanwezige Kulpbroriiien list toevloeijen. Eene aanzienlijke winst kon bueitkopf hem niet aanbicden ; doch dal was het 00k geensziris , wat SERB br op het oog had. Van al , wat hij tot scha- deloosstclling bekwam voor den tijd en de ontzaggelijko moeite, die hij, gedurende verscheidene jareri , onaf- gobroken en met gvoote inspanning had moelen aan- weiiden, was hem niets 7.00 aangenaam, niets zoo bc'.angrijk , als de aanzienlijke aanwas van mee'r bt tain voorireffelijke ,' meer of min zeldzame schrifieii en muzijkwe'iken, vvaarmede zijne verzanoeling ver» rfijkte , en die de hdofdstcffen uitmaakte tot eene mu« zijkale hibliotheelk ,' zoo rljk en, "200 verre "liiogejijk » zoo rolledig, als niemand voorzeker , wat de letter- iunde onzer kunst betreft, ooit vergaavd heeft, C a Op
|
|||||
C 3^ )
|
|||||
Op deze Wijze ontslond an het eerste, meer aanziew
lijke werk, dat de eigenaardighcid van gbrbeh's geest gsheel omvatten kondc, en dat zijmn naam over- al in Duitschland , en daar nict alleen , met roem deed bekend worden, namelijk zijn Histdrisch-biographisches Lexicon der Tonkunstler %
welches Naclirichten con dem Leben und den VFerhen mvsihalischer SchriftjleUer , beriihmter Komponlsten, Sanger, Meister out Instrumenten , Dilettanten , Orgel- und Instrumcnlenmacher enthiilt; zusammengetragen von ernst lcdwig gerber, furstl, Schivarz-burg- Sonderhausischen Kammcrmusicus und Hoforgan! sten* Het eerste deel, AM , kwam uit te Leipzig, bij
breitkoff in 1790, en het tweede, NZ, ir.ede aldaar in 1792. Hier dient ecliter aangemerbt te wor- dcn, dat de druk langzaam voortging, en dat het bandschrift vroeger voltooid was, dan Let openlijk in het licht kwam. Over dit werk zelf hier breedvoerig tc spreken,
schijnt mij te noodeloozer toe, daar het sedert lane in elks handen is , en het eervolle oordeel over hetzel. ve, in den loop van zoo veel jaren , on zoo te zeggen , pal gestaan heeft en nog staat. Nieuemin is men ovcrtuigd, dat in de duizende arlikelen, die bet bevat,. nog menige onnaauvrkeurigheid slaan gebleven is, zoo dal de volledigheid van dit werk niet in den uitge- stvektsUn zin moet worden opgevat; niaar men kaa \
\
|
|||||
C 37 )
|
|||||
en moet die onYolIedigheid ook verontscfruldigen, «i<
hoofde der onlzaggelijke massa van boirwstoffen, der onnaaawkeurigheid van velen, die gerbeb berigten »ed«dee!den , en der toen ter tijd nog geringe en nig waarde hebbcnde werken , waaruit hij putten. konde ; eindelijk moet men ook in het algemeen aaa de zwakheid der menschelijke kracliten denken, in, -vergelijking gebragt met iedere wijdtoopige onderne-« Biiug. Niemand leerde de waarde des -werks betev Ttennen, dan die het eenen tijd Jang als handboekv ■gebrnikl had, en niemand kwam gulhartiger voor des-: zelfs onvolroaaktheden uit, daneimii zelf, zoo dat hij naderhand menigwerf daarover treurig -werd. Maar- het strckte hem tot gcrnstslelling, dat hij met ecu, zuiver gewelen in de voorrede van zijn werk had kunnrn schrijven: ,, Ik heb geetie letter ter neer geschreven, wanneer ik die iiiet , buiten de scbrifte-; lijke brrigten van WIITHII, konde bekrachtigen r ■het zij door gedrukte bewijzen , of door mijne eigenes <oniniddcllijk" zinnelijke overtniging enz.'% en dat hij vaa het oogenblik af aan, dat het wei'k aan de drukpers ■werd afgegcven, met steeds loericroend doorzigt, steeds aangroeijende hu'pmiddelen, met niet minder vlij't en doorzettenden ij-ver, enophoudelijb nalezingen, verbe- teringen >en aanvullingen opteekende , dat alles van tijd tot tijd in orde schikte, op nieuw omwerkte en besloot, het geheel omslagtige werk, met ontzaggelijke C 3 moeite
|
|||||
/
|
|||||
C 33 )
moeite troawens, ipaar wet oabegrensden inoed, voort
te zeltea tot aan liet eipdpunt, dat hij zicji zelf ge« sield had: het einde dcr eeuiy. Dezen arbeid, dien men zjcli, ik herhaal het, niet
voorstellen moot, als ware dezelve slecliis eene bij geUgenbeid ondernomene nalezing geweest, maar als eene ten uiterste moeijeiijke, dagelijksche inspanuing, welke hij als eeae beroepsoefening jaren acbtereen Toortzettede, als een werk, dat zjjn liandschrlft drie- en TJervond verdubbelde; dezen arbeid, zeg ik, vol* toojde gerber, zoo als bij dien begonnen bad, hoofdzakelijk -vrel Bit belangstelling in da zaak zelve, en indien men wil^ om zich zelt" v/ille; maar tocb 00k niet zonder gedaclile aan de voorloopig beloofde, geheel en al vermeerderde en verbeterde nieuwe uit- gave van wuibik'j woordenboek, en met de be- doeling, ova zijn eigen werk naderhand als supplement en vervolg tot op de jongste tjjdrn te doen versoliijnen. Maar er deden zich, zwariglieden tegen dit plan op.
De oude miTlon was sedeit lang overleden, en de jonge hem, in middelbare jaren, gevolgd; de liefde voor de rouzijk «n de beoeffning dezer kivnst li*t zich *edert aanmerkelijk veel meer aan Let praktische, dan aan liet theoretische en geschiedkundige gelegen leggen; de reranderde slaat Tan zakcn in Duitschland, die, sedert het uitbreken der omw«nleling in Frankrijk, alle ver uitgestrekte oudernemingen der bovkdrukkerij be«
|
|||||
mm-
|
|||||
C 39 )
bedenkelijk maakte, Ici eBimt's oftjtW?rp, dat sjeteri
lijk in den geest des tijds geen gunstig oogenblik aan-i Irof, zoo veel hindernissen in den weg, dat het schier ©nuitvocrbaar werd. ' G e eb Ea moest zijn plaa opge« ven en wist nu volstrekt niet, wat hij met de vruch- ten ran eene langdurige vlijt en van zeer aanzienlijke tipofferingen zoude aanvangen. Dit 'was hard, zeer hard, en we] 1e nieer, hoe zekerder hij in werken van deze soort zijne bestemming erkend had, en hoe nicer hij daarin > sedert zoo vele jaren, vooi'tgerukt was* Hij gevoelde diep het drukkende van dien staat van: zaken ; maar hij beurde niettemin het hoofd weir, opy vattede nieuwen mocd , won overal berigten in, vroeg Welonderrigte mannea on raad, toetste, overwoog van alle kanten , en \yerd ejndelijk overtuigd, daf; zijn, ontwerp niet nieer met den geest des tijds strookle»' maar van de andere zijde ook, dat eea tweede op. zich zelf staande werk, dat zijn eersje voortzettea Terder uitbreiden, vollediger en rigliger maken zoude. JOfhT iederen tijd deugen, in elken een goed onthaal vind^n en van nut zijn moest. i Ilij werkjte nu alle zijne voorhandene, in de oogen
van elk' andcr zekcriijk afschrikkende bouwsloffea' nogmaals over to,t ecn werk, dat de geschiedenis der loonkunstenaars tot aaa het einde der achltiende eeu-w"
■'■.■;' i tnf o ' rjTns " ( i ■ o ■ i ;
, iehandeldc; en door zijne onwankdbare standvastigheid
«n eer vermeerderde , dap yerroinderde vlijt en ijver ppt^tond zoo het C 4 Awe* |
|||||
C 40 )
fjffleiies historisch - biographlsches Lexicon der Torf
Uiinstler, welches NaChrt'chien von Aem Leben und deit
1 PPcrken musikalischer Schrlftsteller bcriihmter Korn- ponlsten, Sanger, Meistcr auf Instrunienten, Musikvef-
Icger, ouch Orgel- und Insirumcnienmacher, iilterer
uud neuerer Zeit, aus alien Nati'oncn enthiilt, ton
tmsi ludw to sum," enz.
Naauwelijks was dit werk gerced, of de brave man
had met nieuwe zwarigheden , met niciiwen kommcr
en verdriel te karepen. Daar dit woordenboek, zoo
■vcrre het mogelijk was, alles bevattede over de in den
tilel opgenoemde onderwerpen, wal noodig scheen, om
lift nevens en met liet oude woordenhoek te kunnen
gebrniken, had liet natuurlijk eene vrij aanmerkelijke
tiitgebreidlieid bekomen ; de tijden -waren voor alle
liandelfondcrnemingen van dien aard nog ongtmstiger ge-
vorden; de liefde voor de toonktinsl was, wcl is waar,
veel merr verbreid, maar ook veel meer in liefhebberij
onlaard of altnans van de wetenschappelijke beoefening
afgetrokken , en wat er nog meer voor liindernissen
■wartn: om kort te gaan , het boek was voltooid, de
schrijver w-ilde gaarne van a!!e voordeel, hoe zrer het
licm ook toekvvara, afstand doen , en in we^rwil van
ae/.e brlang.'ooslieid, wilde niemand bet werk drukken.
GiitiEi trad op verschillende plaatsen met onder-
scluidene boekrlrukkers in onderhandeling , es ook
uudercii, die hem CD zijnen arbeid genegen warm,
span-
|
||||
C 4i )
spanden alle htinn* pogingen ten beste dier aaak in,
jnaar alles bleef Vruchteloos, zoo dat 6Iibii schieif besloot, zijn werk als handschrift eene plaats in zijn* boekerij aan te -wijzen , en het na zijnen dood in be* lot dezer laatste te doen deeltn. Ja, reeds had hij Met groote letters op de laatste bladzijde geschrevenr vollooid twee jaren na het elude der oorige eeuiv ; aan de tijdgenootcn aangeboden gedurende ies Jange jaren, maar door hen oersmaad; aan de nakomelingschap toegewijd , en door deze, zoo ik hoop, gecvaardeerd en ten nutte gehruikt ;* toen het eenen zijner vrienden gelukte, den toenmaligen bezittef van het bureau de musiaut te Leipzig, den heer A. liiHKEi, voor he* vyerk in te nemen, en zoo kwam het dan eindelijk bij dezen in het licht otider den boven epgegeven titel en in vier deelen: het eerste AD, en het tweede Et in 1812, het derde KR in i8i3 en het vierde SZ in 1814. Met den inhoud, den vorm en de bedoeling ran difc
werk zal men reeds bekend zijn, uit het geen hiet boven gezegd is; over deszelfs -\vaarde en voortreffe* lijkheid schijnen alle stemnien zich te yereenigen, zoo wel die van het gemengde pubiiek (ofschoon dit ge« ■woonlLjk den arb> id van den vlijiigen verzamelaat verre beneden de -waarde schat en schier alleenlijfa eijnen bijval schenkt aan hetseen er aieuws uitsevon- den wordO, als die van de toetsende en deskundige G5 1*.
|
||||
r
|
|||||
C 4* )
!ezers, oFschoon deze met de onvolmaaktheJen Va».
het werk zeer wel bekend zijn. Met gcjieel is doelmatig en goed; in sommige bijzondere gedeellen is er zeer yeel voortreffelijks en wezenlijk onverbelerlijks in; in andere daarentegen is ook dit -werk gelijk ieder ander, \vanneerhet het eerste in deze soort is nog allijd voof Verbetering en vermeerdering vatbaar. In het alge- meen zal men vinden , wanneer ik mij niet bedrieg, dat de artikelen over de Duitschers de besten ziinj dat die over de Ilalianen niet reel minder zijn; dat onder die, weike over de kunstenaars van andere na* tien handelen, die over de Franschen de onvolledigsjen en zclfs de gebrekkigsten zijn, en dat de antiquarische artikelen (weike ecliter in vergelijking met de overigen Weinig in getal zijn) meestal als luttel beteekenend of gehecl verkeerd motlen bescheiiwd worden. Enke.lt ■punten van lie! werk thans nader te OHtwikkelcn, durf ik mij te minder veroorloven, daar elk deel ■ onmiddeilijk na de uilgave , door mij beoordeeld is (7), en dat wel zoo uitvoeriglijk, als de plaatg toeliet , zoo onparlijdig, als mij bij mijne liefde ■voor de zaak en derzelver verraardiger mogelijk <yvas , zoo duidelijk en grondig , als het in mijn ver-
(7) De bier b doelde belangrijke en schoon uitgewerk-
te recensii-n van cerbjer's -werk zijn te vjnden in de \llg. Mus. Zeit. XlVe Jaarg. bladz. 615, XVe Jaarg. "bladz. 197 en 5o5 , XYIe Jaarg. bladz. 5i« PE red.
|
|||||
( 43 )
|
|||||
vt rmogen was, en ik lieb de voldoening geliad, dajl
dit alles zoo door de lezers, als door den beoordeel. den schrijver erkend is. Het zij hier gcnoeg le zeggen, dat in den tegenwoordigen jtoestand van de tponkunst «p van de algeroeene vcrspreiding barer beoefening, een werk van deze sport tjtn hoogs$« noodzakelijk was , en wanneer men, gejijk men nioet, beide woof denboekcn gezamenlijk gebruikt, is Jief van gropt nut, en zal dit altijd zijn en blijyen ; g£en yolk ter wereld bezi,t een werk van dezen aard, hctweik dat vau PEb»ek sJechts eenigzims in waarde nabij konit. Aile natien komen hier vosor nit, alien trekkcn zij van ziizss arbeid veel partij. En zelfs onder de Duit» sellers zoude niet ligt ieraand anders in staat gevreest fcijn, denzelvcn too te volbrengen, als cehbeb gedaan, heelt. De aanvulling, waar zulks noodig is , levert thans geene zwarigheden en weiDig moeite op. YVa$ Wprdt er meer vereisclxt tot den roem des schrijvers» en wat verlangt men nog, om bij iederen wel onder- rigten en billijken lezer den altijd onwrikbaar staanden grondslag te leggen van de dankbare herinnering aan den rusteloozen uniu? Maar gelijk de dichter, wannser liij eene schoon*
landstreek beschrijft, de hoogste spits van hare het*, gen bereikt, en dan getracht heeft af te males, -wat Eich daar aan het vermkte oog vertoont, zich niet lang oplioudeajmoet bij hclgeca hem in iiei atklimwu |
|||||
C 44 J
tto'g Yoorkomt, 'is dil namelijk, indicn ook. let-
lewikkend, toch minder beslissend en eigenaardig ; even Boo zul'en eok wij , nadat faij de gescliiedkundige yrooT- denboekcn van onzen vriend, als het hoogsle wit eii de rijpste vruchten van geheel zijn lang leven , be- schouwd hebben, slechts eene fcorte poos vertoeven bij lietgeen ons nog overig blijft te verhalen. Hij beefl, voornameljjk in jongere jaren, verschillen*
de werken gekomponeerd , en tot aan het einde zijns levens van tijd tot tijd kleinere of grootere verhande- lingen over onderwerpen der toonkunst gescbreven , ■welke grootendeels in de Allg. mus. Zeitung opgenomen sijn(8' ; het meeste van dit een en ander is voortref* felijk, en niets te verwerpen: nuar dit hceft hij met weuig ander gemeen. Hij beeft steeds, en zelfs nog ia ^rijzen ouderdom, met jeugdige levendigheid, en win. lieer zich de geiegenheid daartoe aanbood ook door daden, zoo wel met de pen als met zijne violoncel, met ter zijde stelling van alle eigrnbelang deel geno- >naen aan alias, wat met zijne kunst, hare bevordering, ^itstekende kunstenaars , belangrijke ondernemingen en ook leerrijke en aan^ename scbriften over zijn vak in betrekking stond ; hij heeft zijne ambten (-in Iiet laatst ook ais secretaris van het hoi.) met caauwgezetheid van
£8) De lijst zijnpr voornaamste gescliriften is reeds in
het 4 stuk van den vorigen jaargang door on) opgegeven. be »£»t |
||||
**mm----!
|
|||||||||
( 45 )
ran geweien en de onkreukbaarste tronvr» tot aan het
laatste uur zijns levens waargenomen; dit alles i» lofwaardig, schoon en goed > maar ook dit hebben andoren met hem gemeen. Hi}, was een in den grond regtschapen, rroom, helderdenkend , vrijmoedig. en onverschrokken man ; zijne openhartigheid grensde aan goedhartige lompheid, zijne gemeenzaamheid aan on- bcpaald vertrouwen, zijne onbevangenheid aan jeugdige loszinnighcid ; liij was bescheiden, met weinig tevreden en in den hoogsten graad een vriend van regelmatig- heid en orde, een getrouwe dienaar van zijnen vorst, een liefdej>ijke en zorgende hloedverwanl, een stand- vastige vriend en misschien de declnemendste en warnaste van alle verzamelaars: dit alles is voortref- felijk, lof en dank waardig ; maar ook dit nog hi1 eft hij met anderen, en zoo ik hoop, met. niet weinigen, gemeen. Maar daarin onderscheidde hij zich van an« deren, dat hij alle die hoedanigheden en nog daaren- boven de bijzondere, boven ontwikkelde goede eigen- schappen bezat, en dat deze niet door gene verkleind noch op oneignnlijke plaats verzet -werden. Mel voile ■waarheid en eenvoudig schoon, konde hjj dus im het jaar 1812 over zich zelven schrijven : fa) Op mijnen Mweg , waar; ik mij dikwijls door doornen heb moeten winden, maar op welken ik toch ook nienige rooj geplukt heb, ben Jk nu zoo ver gekomen, dat miine |
|||||||||
»■
|
eo.
|
||||||||
(9; Keues Lex. der Tonk. lie deel bladz. 3o4
|
|||||||||
C AS >
|
||||||
i,\kzif§ Mif, inet ibijne gebreken em m"«t fietgeea
t,hea soms aah rilij hehagen rhogt, hebben leeren j,keniien. ... . Mijne hartstogten zijn gedeeltelijk tot rtiit gebragt, in gedeeltelijk van zelf in slaap geraaltt; om nimmermeer te ontvvakcn En ofsclioon de waar- dige laiisi in "zijn Traktdt von der musikaliicheri Poesfe bevV'crcn Hvil, dal de mensch meer last heeft van ccn leven zondei- hartstogten , dan van di j,hartstogtet» zclv* , dit is toch, zijne woorden in ,, ecre , niet itraar. Men late mij bij mijne boeken, ,', muzijkwerken en instrumented mijne gezohdhiid be- llbuden, en ik maak mij sterk, icder uur , dat mij 11 van mijne beroepsbezighedeu overb'ijft, indien ook al niet met vreugde, dan loeli g'erust en tevredeii door te bfengen ; en d'ii is dan tobh \faaflijk geen eleven, dat mij tot last zttudekunnen zijn.'' En toen lu'J Hiij dit deei toezond en in zijneri brief raet mannelijke vrijmoedigheid over die plaats sefieTtste, laat hij er op ■^olgen: ,, en zal hel daarbij dan nog somtijds heirlijk t)toegtian, dan doe gob mi), even AH tot nu ibet can t!jd tot tijd vreugde nan de mifrien heleven, en Hij gee& t>mij nu en dan een bevvijs , dat ik hog getrouive orient * den heb f Dit hadde ik cr eigerilijk nbg bijVoegen mb«S* ten; maar ik wilde niet gaarne epenlijk zoo veel »ipraats teaken van' mijne hijzohd*rfe belangen;'* Ik ibude niet weteh > wat een grijsaard innemenders via zifch zelven of een aader van hero zoude zeggen kuu- »en, |
||||||
r
|
||||||
I
|
|||||||
t A? 3
Zoo teefde de diefbare di-ie- eri ietUtigjarige roan i
zdnder de niinste. veraridering lot aan den 3© Junij 1819. Ook op1 dezeri dag b'eVorid hij zich nog gezond , vcrviglle de* voorilemiddags vrdiijk eri zorgyuldig zijne h'eroepsbezigheden, zettede zich toen aan zijn eenvoudig rtiddagroaal, eri daarna, als naar gewoonte, in zijnen arihstoel, 6ni Ibi verkwikking eench korten slaap te hou- den. Hij sliep obk waarlijk gerust in ; hij wferd in- derdaad verkwikt> niaar tot de pelgrimaadje in eeit beter leven: want hier op aarde onuvaakte hij nie'f wider (io> VER* |
|||||||
(io)t)e tijdihg van eih:i*s overlijden tnaakte ecn*
bijzonder trei'fenden indruk <>p ">ij» daar riiij 'de
de beschrijving te binnen school, die hij , dertig
jareh Vroeger, Van het afstei'ven zijns bemi'n'deh
vromen vaders gaf. (Zie het oude Lex. tier Tnnfr*
1. deel, bladz. 49^). Het was den tarn Augustus
,,1775, op eenen zondag, dat mijn vader zifcli,
,,tervijl ik den dienst in de kerk verrigtte , aan
jiliet klavicr hezi'g hield. fllj had het ko'raal ge-'
,,yarieerd, Machos mil mfr, oott, nach deinet
ffGuf, zich vervolgens , naar zijne jaren, vrolijk
en -Welgemoe'd, aaiigekleed, en \Vas toen op zijn
kantoor aan het hot" gegaan. Een kwartier nun
daarna, toen de gbdsdiensi geindigd was, kvvam
ik bij hem, en Vond hem door eene beroertS
overvallen. Hij sliep weinige minuten daarna in
mijne armeti in. Alle middeten Werd'en aari^e-
,, wend, maar, vruchteloos ; hij sjiep zachtken*
door, tot dat des nademiddags tegen vi* r uren
zijne schier bnirierkbare a'dem'Iia^ng geheiel a*fi&
.,, tevwege bleef.1' Even a's in het inwendige..vaB
liunnen aa'rd, kwamen beide ook in den dood met
elkander overeen ; roaar ook even als in het Ve*ea|
■was de■ zoon in het slerveu sneller ea voortvarea,
«kr , dan de vadcr.
|
|||||||
( 48 )
|
||||||
VERHANDELING over dbn wa»
>I» HID ENDEHEILZAME U I T-
TBKKSELIS BE1 MUZ UK, IIICI- OlOIII DOOR. W. C. K1ST , K E D. BOCI. TE 'SGRAVSNHAGE, IN DE XAAUCHilPIJI BIIUESTIA, At- BAAB OP DEN 24 TEBEUAKIJ 182O. leder menscli, van den onbescbaafdsten tot den ge-
lecrdsten toe , nioet in zijnen kring werkzaam zijn, vanneer hij een waavdig lid der maatschappij zal ge- noemd worden ; maar ook ieder inensch, de eene in meerdere, de andere in mindere mate, helt over, om de eene of andere wetenschap als eene uitspanning tot aijne beoefening te kiezen. De eene spreekt in treffende beelden, met het edelst v.mir bezitld, de taal der Coden; de andere maakt het tot zijnen grootsten wel- lust, om in de uren zijn«r uitspanning de goddelijkc zialuur in voile kracht op levenloos dock te scheppen ; een derdc, in zijn ouderlijk huis opgeroed, v/aar de toonkunst als eene vetenschap wordl beoefend, ook met dien geest bczield, smaakt geen grooter genoegen ,. dan wannger hij in zijne snipperuren in di« w.eten- iscliap werkzaam kan zijn, ■ Dit was ook altijd feet mijne, en ik konde mij niet weerhouden, om thans
eenen tak van deze -w«tensch.ap met u te behandelen. Ik wil u, namelijk , in dit uur met den wares aard ea Ac iteilzame uitwerkselen der twonkunst bezig houden. Om.
■
|
||||||
)
|
||||||
C 49 )
Oin deze te leeren kennen, zal ik eersi van de g*3
luidgpvende ligchamen spreken, van weike de toonkunst zich bedient, en ten ttveede uw« aaudacht bij har«j iieilzame uilwerkselen bepalen. ■ | ,■:.-■■ -
E e r s t e D e e I.
Even als nieinand, hoe Me* liij door de milde ini^s
tuur ook met genie moge begaafd zijri, eeu waarlijK goed dichter kan vyovden, vyanneer liij niet de grond-* regelen der dichtkunst heefl leeren kennen, en alia Vakken der welcnschappen doorkruist heeft, in we'.kej ingewijd te zijn tot het vervaavdigen van krachtige eii vloeijende versen onontbeerlijk is; even als de godgeleery 'de, zonder de kennis der oude talen en van de geschie* ■denis der volken, een oppervlakkig godgeleerde nioet zijnj! en de geneesheer, zonder de krachten de* planten> 4ruiden en zouten te kennen, nicts Ineer dan eeft Empiricus en een gevaarlijke arts is; even zoo i* hrt voor den beoefenaar der toonkunst van het groot- ste belang, ja onmisbaar, om de gTondoorzaken op; te sporen , waaruit het geluid geboren wordt. Het geluid ontstaat nit ecne trillende hevt'eging, door;
een' slag of stoot van een of ander ligchaam a an een, geluidgcvend ligchaam medegedeeld, well geluid doofc aiiddel der vloeistof, die hetzelve omringt, tot on»' j»«r ivordt overgebragt. |
||||||
( 5d >
|
|||||
Sleft noemt eigeriiijk geluidgevende ligchamen, de
Sulken, van welke de gelniden duidetijk en van eenigen duur zijfl, zo6 iffs die van eene klok, Unit, viool of has, en niet dezulken, welkc een otfduidelijk geluid voortbrengen, zoo als bet vallen van den eenen stecn op den anderen, Geltiidgevende ligchamen moeten vol- strekt rekbaarhcid (elasticiteit) bezilten; en de lang- dtirigh'eid eii de Stcrkte van bet geluid is geeverfredigd aan den kortereti of langeren duur en de riteer of min* Hire snelheid deir triliingen. Stellen wij ohs, bij voorbeeld , cetic Klok voor $
hare kleine decsttjes bewegen zich door hare rekbaar- Jieid zeer snel in eene iSoort van beving en golvihg-, welke niet moeijelijk is te benlerken en te gevoeleh, ■wanneer men eeii der vingeren even bp htel klokje zet. Om dit wel te verstaan, moet men zicli verbeelden , dat een klokje uit cirkelvormlge randeii is zamehge* steld, velkc, zicb bhderling opvolgende , tot bet einde toe afloopen, en elk in'tbijzondcr als platte ringen lunnen beschouwd worden. Wanneer men deze ringeh op 'tpunt a (fig. i. van
de bij deze verhandeling bchoorende plaat) aantikt, leweegt zicb dit gescbokte deel naar g, terwijl zich de deelen b en d te gelijker tijd naar i en m wenden ; waar- door net punt c gedwongen wordt, zich naar llet punt c te bewegen. Maar een oogenblik daarna trachteD die deelen zich, door hare veerkracht, in hunnen vori« gen
|
|||||
( 5* )
jgen tftaat te herstellen , en , daar dit met gr«tfte SBeThfiJ
geschiedt, worden zij verder gebragt, dan het vorig£ Tustptrnt: het deel a verplaatst zich, namelijk, naar ,f, nada't het van g tot a gel omen is ; het deel c Tse- ^vveegt zicli tot h, en de dcelen b on d tot k en ?. Hicriit vloeit dan voort, dat de Tronde omivang ^ani
llet klokje in twee tegenovergestelde punten ovaajvor* *nig wo'rdt. Dit zelfde lieeft plaats , wafineer Men de snaar va»
ecn k'avieT of harp aanslaat, als wa'nneer dezelve ndod* ssakelijk moet verle'ngd, en defzelver deeten vetmeeti 4erd worden, om een1 platten halven cirkel te Tbeschrij*' Ven, gelijk dit, bij fig. a, met de snaar BD zigtVaar is, Wanmer het geluid duidelijk is, en zich geregeldt
opvolgt, worden er toonen gehoord, -welke door d&aftbe nitgeyondene instrumenten worden voortgebragt. De re* den,waa*rom Yerschillende toonen door iniddel van detzelfde snaren gehoord worden, valt niet moeijelijk te hepalen* "wanneer men weft, dat veinige trillingen eenen la- gen, rele trillingen daarentegen eenen hoogen tooa voorlbrengen, en om deze trillingen te vermeerderen" of te vermiuderen , behoeft men slechts de snaar ster» kcr te spannen of te verkorten. Deze sterkere span-' ning lieeft plaats in piano fortes en diergeJijke snaar-' instranienten door middel van scliroeven of andere ^eTktuigen. Om dit duidelijker te maken, stel ifc he* vel^endt voor: P * M
|
|||||||
&
|
|||||||
T
|
|||||
i
C 52 )
%. Wanneer men , bij voorbeeld , in fig. 3. de snaar
AA , van dezelfde dikte als BB , de helft korter niaakt dan deze laatste, dan trilt de snaar A A tweemaal zoo veel als de snaar BB, waardoor dan de oktaaf van BB geboren wordt. a. "Wanneer men de snaar AA zoo veel verkort , dat
zij de twee derde van BB zij, dan zal A A drie, en BB slechts twee bewegingen ondergaan , en een' toon gevcn, die de quint van den tweeden genocrad wordt* 3. De snaar AA tot liet drie vierde van BB gebragt
zjjnde, zal de eerste vier, en de tweede driis trillin- gen maken, terwijl de eerste cenen toon voortbrengt, die ten opzigte van den tweeden den naam van quart draagt. 4. Als men AA tot hct vijf fierdc van BB brengt,
zal de eerste vijf en de andere vier bewegingen on- dergaan, en in dit gcval AA eenen toon geven , die de lerts van BB genaamd wordt. 5. Eindelijk , wanneer men AA tot het vijf zesde
van BB verkort, maakt AA zcs, en BB slechts vijf trillingen ; de toon, welken de eerste geeft, wordt de Heine terts van den anderen genoemd. Dit alles heeft p!aals, wanneer snaren van dezelfde
dikte verkortingen ondergaan; maar snaren van ge-. lijke lengte en dikte kunnen 00k gelieel en al van toon veranderen door middel van sterkere spanning; bij Toovbeeld : |
|||||
C 53 )
AIs men twee snaren van gelijke lengie en diktffj
de eene met e'e'n, de andere met vier pond gewigt sterker spant, maakt de laatste tweemaal zoo veel trillingen en geeft eenen toon, Vv-clke men den oktaaf van den eersten noemt, en wanncer men de eene snaar met vier en de andere met negen pond spant, geeft de Iaat-< ste eenen toon, welke de quint van den eersten is, enz. Bit he«fl mi plaats ten opzigte van snaren van ge- 'lijke dikte, en van dezulke moet d« eene verkort o£ sterker gespannen worden dan de andeie, wannecr men. te gelijker tijd verschillende toonen wil doen hooren* Maar zeer onvolmaakt zouden de i»strumenten zijn, en vveinig oktaven bevatten, bijaldien men slechts over eene soort van snaren konde beschikken. Hierin heeft de kunst gelukkig voorzien, door snaren van verschil- lende lengte, dikte en gehalte te vervaardigen. Hoe dikker eene snaar, hoe minder, hoe dunner, hoe meer-i der trillingen er ontstaan , en van daar de vaste laagttt en hoogte der toonen, welke men op barpen, bassen, vi- olen, piano's hoort, buiten die genen, welke op die instru* iucril.cn door middel der vingerzetting geboren worden. Hiemand, geloof ik, zal aarzelen, aan te nemen, dat er zonder trillingen geen gelnidgevend ligchaam deak- haar is, daar ieder mensch, zelfs de onbeschaafdste hij opzet of toeval weet, dat het geluid in eene bel ophoudt, wanneer men dezelve met de hand omvatf' of met een dof ligchaam in aanraking bvengt* Het D 3 *a|
|
||||||
C 54 )
|
|||||
&$? Mtt moeijelijk. vallen, te bewijzen, dat elke Voon<
<altijd hetelfde getal trillingen maakt, altijd in denzelf- den toon en in denzelfden- tijd, tot in de fijnsle too- nen toe, hetzelfde getal trillingen plaats hebhen nioet, <wanneer wij de proeven van den grooten c head if I gadcslaan. Welk een' tijd heeft deze man niet toege- fcragt, cm dit duideiijk te bewijzen dour middel van; net maken van toonen op glazen van al!e»lei vormfl Tierkante, ronde, zeskante , langwerpige , driekanle enz., op welke, door middel van daarop gestrooid, aeer fijn, droog zand, ondcs bet voortbrengcn van< verschiltende toonen, altijd drzelfde figuren elk iai 'tbijzonder aan die toonen eigcn , zigtbaar -worden , en bij de mii-ssle zakking of .rijzing des toons, -welke- van de wijzo van strijking en vingerplaatsiug afbangt, ■wederom veranderen. Deze fignren hangen van de- (Herkte en menigte de-r in beweging zijnde glasdaeltjcs S>f: -want bij elke verandering des toons -wordt lieu *and op die glasdeeltje* geplaatst, -welke in rust blij- ■vea, en door cHlabSI Knotenlinien genaamd zijnw. ■TJ met de Algebraische berekeningen bezig te howden,. zoude al te veel van U gevergd lijn, en ik verwijze die gcnen, welke dezelre nader wilden leeren kennen,, »aar bet sclioone' werk van professor oheadni; dochc alleenlijk -wil ik V verschillende figuren mededeelen,. 'welke hooge eit lage toonen op rerschillende glazen tea* gevolgo hebbcn, als mede d» wijze, waarop dezelne fccntaakt moeten, worden £8^ |
|||||
C 55 >
Tot net vooribrcngen van regelmatige figuren word*
fijn, regelmatig g.las, aan de randen mat geslepen, en te gelijk eene groote joefeniog vereischt; de drietante glazen zijn het best van grooite, wanneer de langste diameter vier duim heeft, en zoo ook ten opzigte van de vierkajjte en ronde enz. Men 'gebruiki door^aans de duim en voorste vinger van de linkerhand, em dej glazen vast te houden ; maar naar gelang der tooaen» \yelke men wil voortbrengen , moet men meerdere vin^ geren op het glas , naast de andere of op eene yeryyij«i derde plaais, neerzetten. Zie de geteekende ftguren, onder fig. 4- beliooi-ende. De geluiden , uit blaasinstrumenten voortgeJVragt>
worden we] door trilling, maar op eene gehcel andere wijze geboren ; het is hier niet de trilling der yyanden, van zulke instrumenten, vrelke, even ajs eene snaar, een gfluid maken ; de luchtkolom in he* werktuig words akticf, terwijl het, dezelve omringende, hout , ijvoort of kristal, als het ware, passief bjijft; het gelnid hangt hier af van de scliiejijk instroomende mass* lucht op de luclit, welke zich in bet instrument he* vindt, en daardoor -yvprdt eene triilende beweging^ ver« oorzaala, maar njet ia de bestandeelen van het iastru* went zelf, daar in dat geyal de dikte yan het hout en het orawoelen van hetr.elve met een dof ligehaaaa eeni- gea tegenstand zoude maetea bieden, ea dit bewijs* iminers geaoegzaaia het tegendeel. Jsaa? mate de luchl P. 4 Sat
|
|||||
i
|
|||||
C 5* 3
|
|||||
fei Min ©f meer groote hoeveelheid, sneller of Tangza>--
liier in- het instrument wordt ingeWazen, en naaR- Kate van de lengte van het instrument zelf, zijn de* toonen grof of fijn, hard of zacht. In fluiten, obotfn, klarinetten , fagotten, horens ,,
trompetven en ook in zulke orgelpijpen, die men fluit- "werken noemt, hangen de toonen hoofdzakelijk af van. de lengte der trillende luclitkolom , zoo dat door ver» seheidenheid van blazen geene andere toonen vrorden- voovlgebrayt, dan die gene, -welke met de lengte der trr'ende juchtkoloni of met de lengte van het deel, in we'.ke zij zich op eene regclmatige vvijze afdeelt, in emgtkcerde betrekking siaan. ------ In orgelpijpen , als
mrde in andere soorten van blaasinstrumeuten, ge«
schiedt het blazen door middel van een mondstuk,. tetwelk bij de meesten zoodanig is inger'gt, dat de door eene enge reet stroomende lucht, door ecne in de nabijbeid geplaatste opening yederpm nitgaat, en: door derzelver voorbijgaan in bet eene eindt van de ,, iik de buis zich bevindende, lucht, de oyerige in tril- kndc bewegitig brengt. Bij vele andere- instrumentcn , bij voorbeeld', in dt
horens en trompetten, doet het zamendrukken der lippen onder het blazen dezelfde uitwerking, en de ingebragte lucht vi'ndt geenen anderen doortogt, dan door de buis z-elve, zoo dat de zich daaiin bevindende, an de l«ngte triiiendc, luchtkolom zeker altijd ver« |
|||||
|
||||||||||
■*-~--■'--'■-
|
||||||||||
~~"
|
||||||||||
C 57 )
|
||||||||||
aieuwd wordt. Om de hooge toonen in znlke instru"
menten voort te brengen, wordt er eene sterkere bla- zing en meerdcrc zamendriikking der lippen , of een instroomen der lucht door ecne naauwere opening gevorderd. Ook worden de hooge toonen ia die instrumenten of pijpen, welke, in vergelijking van de lengte, geene groote wijdte hebben, het gemakke'.ijkst geboren ; en in blaasinstrumcnten, aan de ! zijde met openingen voorzien, waardoor de Irillende luchtkolon* verkort wordt, worden de toonen hooger: in het eer- ste geval werken de lippen alleen tot verhooging en verandering der toonen, in het laatste spannen de ope- ningen aan de zijde van het instrument, door middel >an de lippen, tot dit einde zamen met hel dwingen der lucht. Wij zagen zoo even, op welk eene wijze het geluid
nit kunstige weiktuigen ontstond; gaan wij nu den aard en de werking van een geluid na, door een otgaan roortgebragt , hetwelk daartoe door de Voorzienigheid in den mensch gevormd is, «n hetwelk wij met den naam van stem bestempelen. Gewis kan geen instru- nient zulke zuivere, afwisselend sterke en zachte, be- tooverende geluiden voortbrengen, welke de stem eve. naren: want alle andere geluiden toxh zijn slechts eene pavolging van deze; De longen, luchtpijpen en het slrottenhoofd zijn de
tferktuigen, tot ket uitbrengen der stem geschikt. D<* P 5 Ion-
|
||||||||||
C 58 >
iQBgea^ daarroe aangezet, werljen starker, dan hij d*
gewone aderabaling ; de lucht wordt uit de luchtcclle* tjes door de luchtpijpen en vervolgens door het slrpt- tenheofd naar huiten gcdreven. Het laatstgenoemde alleen is bestemd tot de wijzjgi»g der stem , en i» uit de vie,r volgende kraakbeenderen zamengesteld: als uit het ringvormig kraakbeen, tot basis Tan het stroti tenhoofd dienende; uit het schildvormig kraakbeen, aan de voorzijde van het strottenhoofd voelbaar, en uifc de twee spleetmakende kraakbeenderen, waaraan twee spleetmakende banden gehecht zijn, welke voor eene ep- en nedei'waartsehe beweging, spanning en ont span- ning valbaar zijn; voorls bevindt er aich nog een xijfde kraakbeentje, het strotklepje gcnaamd, hetwelk niets tot het vorroen der stem loebrengt, raaar dat, gedurende de slikking, door mid del van den -wortel der long, de stemspleet sluit, om te beletten , dat er spijze vf drank in de luchtpijp valle. Het inwendig gedeelte yan dit ligchaam is met slijmvliezea voorzien, e» tare op en nederwaardsche bewegjng, veraaauwing en> »erwijding, wovdt d«or eenige kleiae spiertjes teweeg gebragt, ;,-■.' Verschillend waren van oudsh«» de aieeniagen om«
trent de voortbrenging der stem. Sommigen beweer* den, dat dezelve door eene trillende beweging ontstond* ta *ergeleken dit orgaan dus b»j een enaarinstrument , %C0 als serbbim tvi d* groole BAll-iBR. ^.pderew |
|||||
1
|
|||||
C 59 }
Ysm nieirweren tijd, onder wclke c ti Y * B> » vergelijke*
de werking der stam met die van een blaasinStrumerl^J nog anderen daarentegen stellen eene gemeenzame -\veT- king. De volgende proeven spreken, zonder twijfel-j het gevoelea van iiidEih tn de zijnen tegent ' i. Watte snaron zijn veel minder voor trilling
vatbaar, dan drooge. a. Harde dierlijke Hgchamen zijn tot voortbrea.
ging van geluiden geschikt, de zachte niet. 3. Daar de stembanden in verband staan met
zaclite ligchamen , is het gcve'n van gchiid in die dee- len door trilling onmogelijk. 4- De stembanden zijn veel te klein, dan dat wij
in haar zulk eene trillende beweging zouden kunnen vooronderstellen, on het geluid voort te brengen! want ■tvannccr wij die banden vergelijken met geluidgevende snaren, is bet immers onmogelijk, dat' dezelvc zulk eene sterke stem kunnen voortbrengen. 5. Hierbij komt nog, dat geene gcspannen snaar
door de lucht voor zulk een sterk geluid vatbaar is-, daar wij immers door ondervioding wetrn, dat zolfs en storm slechts een zacht geluid op de Aeolus - Harp voortbrengt, en wat is onze adem bij de kracht van tenen storm? 6. Wanneer de stembanden als snares >verken»
dan kaa immers de stem Bulk eenen grooten omvang van tooneu niet hebben. En
|
||||
C 6° )
|
|||||
' 7. Eindelijk is zulk eene geweldige snaarachtige span-
ning wegens het gering aantal spiertjes niel denUbaar; want die spanning der strmbanden hangt hoofdzakelijk van een paar kleine dunne spiertjes af, de crico - Ary- tenoidei postici. genaamd ; en sonde dan eene span- ning door middel van die spiertjes bij soromige men- schen een1 omvang van drie oklaven kunnen teweeg brengen ? Dit slrijdt iramers tegen het gezond verstand. C H L a I) N 1 wijkt een weinig, doch niet geheel van de meening der ouden af. Ciiyien vergelijkt de stem, der zoogdieren bij het geluid der blaasinstrumenten» hij meent, naraelijk, dat zij op dezelfde wijze »ntstaat, gelijk wij straks zeiden , maar gelooft oak, dat de hoogte en laagte der stem door middel der mondholte g«vormd wordt, welke meeuicg wij moeten tegenspre- Jken, daar het zekcr is , dat het sluiten of openen der lippen, bij het geven van eenen toon, nieis tot deszelfs verhooging of verlaging, maar wel tot deszelfs vee- elerking en helderheid loehrengt, en daartoe werkt de geheele mondholte mede, zeo wel de goede vorming derzelve, als liet getal en de zuiverheid der tanden.: want, door het gemis der tanden verli'est de stem ineestal hare helderheid en vollen klank. , _.-,-' In Duitschland, waar de toonkunst niet allcen door
gewone, maar, gclijk bij de ouden, 00k door menschea van naam in allerlei vakken, 00k bijzonder in dft geneeskunde, wordt bearbeid, nam hskovius, <loct. in.
|
|||||
C Si )
in de geneeskunde te Leipzig, de volgende belangrijke
proevcn met de luchtpijp in bet strotlenhoofd, ora te bewijzen, dat alleen de trillendc luchtkulom, en met de trilling der stembanden, het geluid voortbrengt. Hij nam rratv .-..;■■ ■ -.,. , . ! - ... x. dat bij de verslapping der stembanden een hoo*
ger en bij derzelver spanning, een lage toon geborea werd. .,,.,, .,;., , ; 2. Dat bij de spanning.van den eenen, en;de.verslap,
ping van sen1 anderen stemband, de toon, naar even- redigheid der opening ran de stemspleet dezelfde bleeC 3. "Wanneer Jiij de gefpannen stembanden met den vinger aanraakte, blecf de toon evenwel dezelfde, en dit zoude geheel anders zijn bij eene snaar. 4. Wanneer de banden te droog wares, gave*'
zij geen geluid; een nieuw bewijs legen timns, 5. Door loutere vernaauwing der stewrcet, zonder;
spanning , werd de stem hooger.- 6. De hoogte des toons hing niet alleen af vaa'
de breidte der stemreetj maar 00k van de lengle en wijdle tevens. 7. Naar mate de luclit sterk of zacht tyerd inge-i
bragt, werd de stem hooger of lager, terwijl dti opening dezelfde bleef. En deze waarnemingen pleiten, naar mijn oordeel;
genoegzaam voor de meening van cuvieh en anderc Hieu'we physiologen, dat namelijk het geluid der stem! ,on dezelfde wijze ontstaat, als in blaasinstruiucnten.' In
|
||||||
C to )
ih a?Ie taftiw&rkandige wet-kern vindt men Ae tbeorie
der borststem onl-wikkeld, maar de Eoogenaamde lis. talstem (fausstty wordt niel «angeroerd.: De groote kAliSn'spt'eekt er kort van; maar hij beschbnw* ze als eene ziekelijke aandoening der stem; hetgetife ftfcn ongegrond is. Ov<tr de wijz-e, -waarop de-ze soort Van sl«m wordt voortgebragt, jnoet ik u «enige -<bbgen« blikken bezig houden. 'Waar de borststem een einde neeml , be-gint de
listtel- d'F lioofd'stem. Bride stemmen Vers-ehillen daarin Van elkander, dat de stembahden zich alleen bij de "tistelslem oitTekken, ttvens meer gesparinen zijH en tie stemspleet klein -wordt. Bij- de fisfelstem is elf bijna geene trilling in de banden, tnaar wel eenigzins |
||||||||||
Ml
|
||||||||||
de borststem, onidat de bandjes sterker gespaimen
|
||||||||||
Eijn: door de sterkere spanning der sten banden in de
fistelstem, -worden de randen der spVet scherper, dan bij de borststem; en einde'ijk wordt net achterste gedeelte der stemspleet gesio'tenj waardoor namdijk de spleet korter, en, volgcns iHtoTits, die stem ge« boren wordt, welke men met den naam van fistelsiem teslempelt, en b)j de meeste ' inenschen gemakkelijk van de borststem te onderscheiden is , door oeTening ecliler een vrij groote volmaaktbeld verkrijgen kan, l)oor meerdere scherpbeid en mindere grofheid in toon ondersclieidt het gehoor de fistel- van de borststem^ V*U welke eerstgenoemde nimmer, dan bij gebrek aarif ''«
|
||||||||||
( «3 )
|
||||||||
|(*at>eg2ateea <Jtava»g van stem, gebrulfc moet genfaait
Borden (ii> , Even als de trillende bewegirig in harde ligcnaYhefi.
alSrhede -de trilling der lucht in daartoe vervaardigde iiiStrumenten, het geluid voorthragten, even zoo be^ stemde de alwijze ScSepper de onS omringefide lutht, dbof midddl van de triHende beWegihgen der ItiChW deelljes, tot voortplantihg van hetzelVe. ' Er tfroTdt tot dit einde »ehe rekbare lucht vertischt, en z<m'de'i* deze Wordt dfe irking verminderdof gehtfel vernietigd. Hoe digter en rekbaarder, zoo veel te kraclitigcr, hoe fijtier
|
||||||||
o':.
|
||||||||
(n)Het zij oris geoorloofd praMisch aan te hierkehj
dat, onzes inziens , de zanger niet wel doet, d*/ fistelstem te geferuiken, noch zich in dezelve te oereheri; of wil In en stelligcr uildrukkinlgen, dat hij die stem nimmer gebruiken moet. Immet» deze stem heeft, om slechts e'e'n punt aan te roe* ren, nocli de kraeht, noch- de rohdi- en Velfesi^f Tan toon, die aan de borslstem eigen is , en. «ii is dus niet gescbikt tot zoodanige vbordragt, als de komponisl moet voorondersteld worden, bedocld te hebben. En wat de oefening betreft, meeneQ wij op grond van ervaring te fcunnen bewerin, dat de borststem door bet gebruik der fistelsteen, lijdt ; immers moeten de organen der stem, in. eene onnatuui'lijke en gedwongene gesteldheid ge^' bragt wordende, aan veerkracht en alle die an^ dere eigenschappen verliezen , Svier gcrhis l&et eene goede borststem niet bestaanbaar i#, >......"
Dit is onze individueele meening; het kan mis*
schien van bel&ng zijn, dat ze doer physiblo&eb' iiader onderzocht en met <de ualuur der stcwor* ganen vcrgelekeo wordt. v.. '
D S BED,
|
||||||||
C H )
|
|||||
fijne* [en 'minder rckbaar, zoo reel tt zwatker word*
bet geluid ; eene le groote warmte is even schadelijk als eene te groote kuude ; de malige luclitgesteldheid is de voordeeligste voor liel geluid. Dat de verminde- ring van lucht en ran derzelver rekbaarheid , welke de geluidgcvende ligchamen omringt, voor de voort- planting van bet geluid nadeelig is, bewijzen de proeven» met de Inchtpomp genomen, en welke hebben doen zien, dat bet geluid in sterkte afneenit, naarmate de lncht nit eene daartue bestemde k!ok wordt uitge- pompt. t)e geluiden worden verder gehoord, en derzelver
hoogte en laagte veranderd, in eene rekbare vloeislof, Nvelkn digter dan de lucbt is, hetwelk chlabhi met yerscheiden genornene proeven wi! bewijzen. In tuur-gas (oxygenium) uit bruinsteen is de klank
tneer dan «en' halven toon, en zelfs bijna een' gcheelen toon lager, dan in de gtwone lucbt, ffaterslof- gas (hydrngenium) geeft veel hoogere too-
nen, dan de gewone lucht; bij het gas uit ijzer en
gwavelzuur is het onderscheid een weinig meer dan
een oktaaf; bij dat uit zink en zoutzuur bijna een
oktaaf.
In kooteuur*gas (gas carbonicuni) uit krijt en zwa«
V Yelzuur is de toon zeker eene groote terts iagcr, daa In de gewone lucht. Het slik-gas (gas axuton) is niel
fot dit eiadc onderiocb.1 geworden,
|
|||||
■■ ■ 5
V
C *5 )
De sterkte, waarmcde het geluid zich door vcrscliil^.
lende gassoorten versprcidt, hangt volgens pbistlei? alleen van derzelver digtheid en niet van hare cheW mische bestanddeelen af. Hij bs^dicnde zich tot dit onderzoek van een klokje met een tikkend hamertjet voorzien, helwelk onder eene met gassoort gevulde stulg geplaatst word, en nam dan waar, op welk eenen af- stand liet geluid konde gehoord worden. In walerstof - gas (gas hydrogenium) was het geluid.
even sterk, als in den gewonen dampkring; in kool~[ zuur-gas {gas carbonicurn) sterker, zoo dat het zekcffj zich de helft verder hooren liet. In zuur- gas (oxygenium) was het geluid eveneenat'
krachtiger, dan in de gewone lucht, en zeker sterker» dan men ten opzigte van deszelfs digtheid verwachten. zoude.. ------ De daartoe door mij gcnomene proevem'
spreken die van chiuii in zoo verre tegen, dat
siechts hij het gas hydrogenium de toon eene oktaaf hooger was, en men geene yerandering van toon in desv andere gassoorten konde bespeuren. Welke dan ook de rekhaarheid der lucht of sterkere
voortplanting van het geluid in verschillende gassoorten zij , het komt eindelijk tot het gehoor, een orgaan p' hetwelk bestemd is, om al wat hoorbaar is, te out.; a angen en aan onze ziel mede te declen; hieraan twij- felt niemand. Maar ik opper bij deze gelegenheid met andere mannen een denkbecld , dat ook het geluid langsW eenen andeven weg tot de ziel kan wovden overgebragt* Wanneer wij in den omtrek van geluidgevende ligclia-^ men , ook aan andere voorwerpen , als tafels , deuren ■ stoelen, glazen enz. , bij de uitoefening der muzijk eeno, zekere trilling waarnemen ; wanneer wij op den aanval van koude en andere aandoeningen onmiddellijk tene. Filling gevoelen; wanneer er veorbeelden, zijn, dat. E 8ew
|
|||||||
.?,* <■■
|
|||||||
.
|
|||||||
... ._.. .
|
|||||
C 6 )
gelieel dove menschen een uilftmntend gelioor voor de
Wuzijk hebben , alle toonen good kunnen onderscheiden, vooral dan, wanneer de eigenlijke fuHclie van het orgaan onderdrukt is, zoo als ook, bij Voorbeeld, hlinde menschen . door het gevoel de kleuren eeni>;zins lunueii onderscheiden ; waaroin zouden -\yij ons niet ■vosrstellen kunnen, dat de mazijk door middfcl der huidzenuwen onze aandoeningen trcfl? Waarom "z~ou- den wij aan de liuidzenuwtjes, -wier allergrootsle ge« voeligheid en verwantschap met groolere zenuwen zoo wel, als derzelver ligte aandoening voor ontelhare prik- lelingen befcend is, dit Vermogen niet kunnen* toe- schrijven? ten minste mij komt het gansch niet on- aannemelijk voor, dat onze aandoeningen ook langs dien weg worden opgewekt. En nu ,komen wij van zeli op ons tweede deel. T <x> e e d e Deel.
Ik moet uwen geest nog eenige oogenhlikken bezig
liouden , mijnc Ileerenl met tent stof, -wcike veler aandacht mogclijk onwaardig scliijnt, omdat de toon- kunst er het onderwerp van is ; inaar juist dez* in het, van welker uitwerkselen geleerden van vorige eeuvven, en ook van de onze, in andere laoden, den grootsten lof vermelden, en w«!keT groote uitwerkselen de meesle mer.schen niet kennen , of bij aldien ze aan Sommigen al bekend zijn, gcven zij zich meeslal de moeite niet, om deze'lve van nabij te beschouwen, en te bewonderen. ------ Het zijn geene hypothesen, op
ligte gronden gebouwd, welke den toets der waarheid
of dien der ondervinding niet kunnen doorstaan: neen, ■verre van daar! ik zal TJ deze hemelsche kunst in hare Voile kracht trachten af te roalen, derzelver invloeil Op de vorifling van ziel en ligchaam, op de harts tog- lea ' ■■ y <■
|
|||||
»
|
|||||
( 67 )
ten en ziekten der menscllen doen zien, dtt Silt allet!
met voorbeelden en getuigenissen van gelcerde m'annen* staven, Maar voor dat it hiertoe overga, zal ik Vf a!s in het voorbijgaan, een denkbeeld van de ware mu- zijk en derztlver uitvoering trachten te geven. Wanneer men in het algemeen over ccne vyetenschap'
sprei-kt, bedoelt men die in hare volmaaktheid , en. zondcr deze volmaaktheid veiliezen alle kiinsteh en wetenschappen liaar sclioon en hare waarde: zoo ook' de toonkurist. ' Men kan de uitvoering van muzi'jkwerkeB vergelijkeA'
bij een toitier landgezigt op levenloos doek gemaald» waar licht en schaduw in vcrschillende kleureh, vol* gens natnur en kunst geschakcerd , den aanschotnver een aajigenaam geheel biedt. Wanneer een muzijksluk, het zij Adagio of Allegro , Largo of Presto , steeds in den« zelfden Irani, zonder afwisseling van forte, piano, ehz.' zonder de minste expressie wordt gesteld en voorgeW dragen, dan spreekt het van zelf, dat zoodahig stufc' den kenner walgen moet, en bij den onkundigen niet de minste sporen van aandoening achterlaten kan. De> kunst van muzijk te komponeren stel ik oneindig moeijelijkcr, dan die van «cnen held of afgestorvenen vriend, in schoone en verhevene versen, te bczingen: want hoewel er eene uitgestrekte kennis tot de laalsC genoerade kunst vereiscln wordt, zij houdt zich tochj itiaar met een houfddenkbeeld bezig, terwijl de koui- ponisl ook legclijk aan een tiental partijen denkea' moet, welke zijnen hoofdtckst of vergezellen of bif afwisseling overnenicn en verfraaijen moeten. Ik hedoel hier niet de uitvoering van muzijk, zoal
sis' wij dezelve dagelijks kunnen hooren op pjWalsen ,'
waar deze kunst als een punt van opvoeding wordt
g^Ieerd aan kindefen, welfce ovir het al'gemeen . zp'nder
E a |t-
|
|||||
C 63 )
|
|||||
geroel of gronillge tennis, het Adagio als Allegro, het
Andante als Rondo aframnie'cn ; ik bedoel evcnmin liet genang van dezulken, wier stem meer tot gtLIen, dan tot zingen overhelt, of die, war.neer zi j ook al eene sclioone stem bezillen, van dezelvc, uitj gcbrek aan ©efening en onderwijs, ook dikwijls van natuurlijk gevoel, geen gebruik wcten te raaken. Ja wat meer is, ■wij kunnen de kunstige viugge gvepen of sprongen op "viool, has, piano enz. , welke eene snelle aaneenscha- leling van toonen voortbrengen , even als de kunstige luchtsprongen van een' koordendanser of paardenrijder, vel bewonderera, niaar met geene goedkeuring aanboo- ren, noch met regt muzijk noemen. Keen ! Die zich van de toonkunst zulk cen denkbecld vovmt, kent helaus! de -ware niet. ------ Wij moeten da uitvoering van
zang- of andere muzijk niet alleen bewonderen, maar
er ook door getroffen worden , en dan eerst lecren wij bare kraclit kennen , dan kan zij dezcifde. aandoening in oris verwekken, als bij den grooten reusseau, vanneer hij in zijne Julie zegt: ,, Als ik haar hoorde zingen, maakte 2icb eene onbe-
kende wellust van inijne geheele ziel mecster, bij el- ken toon stelde zich een beeld voor mijnen geest of ,, vormde zich eene aandoening in mijn hart. ------ Eii
,, de scliitterende voordragt, vol van de sterkste uit-
drukking, yvaardoor de verwarring van hevige driften ,, geschilderd, en tegelijk wezenlijk daargesteld werd, verdween bij mij a!!e denkbeeld \ an muzijk, zang en nabootsing. Ik meende indedaad de stem der ,, smart, des looms en der wanhoop te hooren. ,,Ik dacht het waren de sleuimen van eene kermende ,, woeder , van een bedrogene geliefde en van woedende tirannen, en ik had moeite bij den geweldigen in- ,,druk, welke dit op mij maakte, op inijne zitplaats u blijven." Wis |
|||||
C ^9 >
|
|||||
Wie irnmers Iras niet verrukt bij de goedc uilroe«!
Ting van een verlieven Requiem en andere statigft kerltelijke muzijk , van de Zauberfliite, Don Juan en die llochzeit von Figaro van den rummer volprezenen wozAHT, bi; de missa's en opera's van eenen c H B- BtiiBl, de koncevten, sinfonien en quartctten van eenen bjiibotii, bij de Griselda of Camilla van eenon ran, de opera's van wijiih en zoo vele anderen ? Maakte zich geen zachte aandoening van uwe ziei meester, -wanueer gij eenen ho m sue op de violoncel , eenen rode, spoHRenvioTTi opde vi- ool, eenen mouti op de f luit, eenen HEiHSTagf op de klarinet hoordet tooveren ? Ja, mijne Heerenl zoodanige muzijk moet U in verrukking bvengen , waardoor de onstcrfelijke mozart den dag van bet jongste gi rigt afmaalt en van den oppersten Regtei* dcr wereld vergiffenis voor de gestorvenen afsmeekt» ■waardoor Haydn de schepping voortbrengt, en de jaargetijden schildert, waardoor tiuct de rnenscbe- lijke zwakheden en liartstogten, en loccHEimi oris aan de tijden der kinderlijke onschuld herinnert. De goede beliandeling der instramenten is sclaoon,
maar de mensclienstem overtreft alien, niet alleen door derzelver zacbtheid , volheid en helderheid , maar door onmiddellijke uitdrukking van gevocl in de yoordragt der slukken , en mogelijk , omdat deze toonen, Is bet ware rneer overeenstemtning bebben met ons ligchaam (?) Vooral dan is de zang het schoonste, wanneer zij in eene daartoe het best geschikle taal, en door cene volmaakle harmonie van strijk- en blaasin* *trumenten ge-akkoropagneerd, met gevoel en krachc Vordt voorgedragen; wanneer de zanger geheel en al 4a den geest der -woorden doorgedrongen is, en de- ceive natuurlijk en duidelijk uitsgreekt. E 3 K*
|
|||||
C 70 )
|
|||||
3De beoefening van deze kunst, welke reeds luthks,
jBaast den godsdiensl, het scboonst op aarde noemde, Kioel ontegenzcggelijk cen1 groolcn invloed op de forming van het hart en dp bartstogten liebben. Dit. immers leert de ond«rvinciiog. Eeeds bij den iuigeling zien wij de angsivoile moeder met eene be- vende stem de diepste smarten van haren lieveliiag tot Jiedaring brengen : zonder dat het kind -weet, wat deze klankcn zijn, gevoelt het nogtans iets aangenaams, lietwelk zich dikwijls door lacbjes openbaard. \A an- Meer het kind tot rijpere jaren gekomen , met een goed gehoor, aanleg en stem begaal'd is, en al'engs in je toonkunst wordt onderwezen, kent het geea grooter jcnoegen dan tot uitspanning deze kunst te beoefe- *ien. ------ De jeugdige leeflijd , in welken de grondslag
■voor het geheele volgende leven gelegd word!, zoo -wei
slechte als goede zadcn in rijpere, jaren vrnchlcn ■voortbrengen, in dezen tijd , zeg ik , is de toonkunst gescbikt, om het gevoel te verfijnen, en van daar niet alleen tot mecrdcre kiesheid en boogere denkbeelden t>p te lei den, wanncer zij met de beoefening van andere tvetenschappen gepaard gaat, maar ook, om eene treu- yige geaardheid in eene vrolijke te herscheppen en eene afleiding van schadelijke uitspanningen te makrn. Dit is niet alleen het denkbeeld van hedendaagsehe achrijvers, maar ook de groote pythagoras was van deze meening, daar hij zich van de toonkunsfc hedier.de, om de havten tot edele en vcrhevene gevoe« lens op te vyckken, en de liefde tot de deugd in de- sselve te doen ontbranden. Plato en ciceio waren van hetzelfde gevoelen, en de invloed der muzijk opt het karakter der Crieken en andere volken kunnen -wij in de geschiedenis vinden, Kan de sehoone ker* kelijke muzijk niet regt tot ernstige denkbeelden stem- jmenl.
|
|||||
I
i
it*)
men ? >loeiden nict stille r,eine, aandqeningen in uW<>
ziel, als gij bet heiligdom der moravische breeders binnentraadt en in de teedere, hariponische gezangen de gevoelens ran deugdgezinde harten meendet te bespeu- tcje. ? Denkt gij niet , mijne Heeien! dat de toonkunst in staat is , den bloodaard. tot raoed op te wekken , en den wrcedaard in een goedaardig men sell te verande* rcn ? VcrplaatstU ,voor cencn oogenblik met rnij op he* slag veld: ziet gij niet hoc de moedigen in woede ont- vlammen; hoe de krijgsman, die al te after aan de geneugiens des levens gchrcht, en zclfs mogelijk een. bloodaard is, alle vrees vergeet en op den vijand aan. vliegt, wanneer de krijgsmuzijk in verrukkende harmo- nien aanheft ? ' David had door het hespelen der harp op de
gecstgesteldheid van saol eencn grooten invloed; Tip motheus ontstak de gramschap van alexandeh, door in Plirygischen toon te spelen, en in den Lijdi- schen over te gaan. Emeus, koning van Penemar- ken, werd door zekere muzijktoonen zoo woedend, daj hij zijne huisgenooten doodde. De driflen van xlisa. ■werden bedaard door ecnen snarenspeler. Ulijsses^ koning van Itaca, Troije moctende helpen belegeren, stelde zijne echtgenoote onder de bewaring van den, muzijkalcn diehtcr phemitis, welke de aanlokkelijke aanzoeken van Penelope's minnaren door zijne mu< zijk krachteloos maak,te, en even zoo stelde a g a~ memnon zijne gemaiin onder het opzigt van den xanger demadoeus, die door zijn spel de vorsten onvatbaar maakte voor de verleidende aanzoeken vaiji imsius, welke dan ook zijne oogmerken niet be» jeikte, dan na dat hij den muzijkalen dichter rev; jbannen had. Hoftderde voorheelden van diea, a*xd aseude we^
jE 4 kavn |
|||||
K
|
|||||
C 7* )
|
|||||
Icunncn optcllen; tnaar dit zij genoeg, om eenige b>-
Vfijzen aan te voeren. Zien v/ij nu , welken invloed de nauzijk op de vorming van ]iet ligchaam hceft. Gezonde ligchamcn , welke niet de hoogste gevoeligheid
Jbezitten , zijn hct best voor de nilocfening der loon- iunst geschikt, daar eene te groote gevoeligheid wel- ligt tot ziekten van allerlei aard aanleiding zoudc kunnen geven ; maar somtijds kan de muzijk deze ook onder- <5rukken- Het is natmivlijk , dat de behandeling der 3nslrurtienlcn, daar zij bewegi'ng van de spieren verei- schen , welke aan den wil ondorworpen zijn, over het algemeen niet dan een goede uilwe.rking op den gezonden. Slaat van het h'gehaam kunnen hebben. De blaasinstru- menten zijn voor die menschen allcen nadeeiig, -wilke 3ezel ve in overmpat en te jong , of op eene verkeerde wijze leoefenen, of aan eenen ziekelijken staat der ademha- li'ngs--werktuigen onderlievig zijn, Zoo mott bet, bij -voovbeeld, nadeeiig zijn, dadolijk na den maaHijd, na sterke vermooi ji'nissen van geest en iigchaam, of in eene. vooroverzitlende houding met groote inspanning jmizijk te maken , daar zonder twijfel eene voorover- webogene houding, de vrije werking der longen be- lemmert, en de longen door de versnelde aderobaling , te sterk geprikkeld worden ; eene matige inspanning daarentegen, ter regter tijd aangewend, versterkt dit orgaan. Maarde zangtunst houde ik voor bet meest gescliikt tei'
kevordering der gezondheid. Wanneer de menscli in zijne jcugd , onder een goed opzigl, naar de regelen der kunst, in dczelve onderwezen wordt en tegen do jaren der manbaarheid of huwbaarheid zijne oefenin- gen voor eenigen tijd geheel en al staakt, of tea wrinste niet dan met de grootste omzigligheid voortzet ■ kan liet niet anders, dan gelukkige gevolgen voor hem. |
|||||
C 73 )
hebben. De longen immers, zoo te zeggen het teederst*
orgaan van het menschelijke ligchaam, zijn voor ziekten vatbaar, welke bijna onherste'baar zijn; maar door de dagelijksche trapswijze oefening der stem worden de- zelve krachtig en minder gevoelig, en het zingen heeft, over het algemeen , even als andere ligchaamsbewe- gingen eenen goeden eellust en gemakkelijke spijsver- tering ten gevejge, waavschijnlijk door de bewcging van het middenrif (diaphragma) op de maag en inge- wanden. Daarenboven geeft ons de oefening der stem eene aangename fpraak, en vorrat den man tot een wel- luidend redenaar. Dit zijn gewigtige uitwerksejcn der toonkunst, Mijne
Heeren ! maar wanncer gij mij nog eenige oogenblikkcn met uwe aandacht volgen wilt, zal ik U de kracht der muzijk in haren vo/Ien Iuisler doen zien. De voortreffelijke eamerabius, roederich a.
CASTRO, ETMULLER, ERENDEL, UStEB, WIl"
KARD,HA1LER,B1SM1K1ACH, TISSOT,IISADII, OSSIANDK R, ENNEMOSER, WEBER en de groot* RfCHTER, zijn hier mijne gidsen, welke over deze stof,
in het algemeen, of in het bijzonder , geschreven hebben. Wanneer de muzijk op den mensch in bijzondere
ziekten eeae goede uitwerking zal hebben, moel zij goed worden uitgevoerd , gepast zijn, en de zieke moet eene volkomene vatbaarheid bezilten. Men moet den zieken in zijn geheele gestel en ka-
rakter gadeslaan, nasporen tot welk eene stemming hij an den gezonden staat overhelt, tot vrolijkheid of tot droefgeestigheid , of hij oploopend of gematigd van temperament is, of hij zelf de muzijk beoefent, en Welke muzijkstukken zijne gelief koosden zijn; dan eih-* delijk nog moet de geneesheer zelf de toonkunst theo< Tetiscb. of praktisch behamlelen, om die soort van sink-* £ 5 ken
|
|||||
i
|
|||||
C /4 )
|
|||||||
hen te kunnen uatzOeken , welke juist voor de zieke*
lijke gesteldbeid van den lijder voordeelig kunnen zijn, en voernamelijk, on tc kunnen bepalen, welke ziekten in let bijzonder deze wijze van genezing kunnen vorderen. De zenuwziekten zijn in het algemeen het best, voor
deze behandeling gescbikt ; maar er bestaat ncg zu'k een groot verscb.il van zenuwziekten en de natuur der lijders is zoo vcrschillend, dat de arts daarop voorna- melijk acht geven mod ; want dezelfde verschijnselen ■van zenuvraandoeningen hebhen dikwijls gekeel andere oorzaken , zijn aan wijzigiagen onderbevig , en kunnen met eene verhoogde of vernainderde gevoeligheid, direkte of indirekte zwakle geparrd gaan, en eene verschillende ioediening van de muzijk vereischen. Somlijds strrkt de muzijk geliecl en al tot genezing, dikwijls ecliter slechts tot een bedarend of pijnstiliend middel. In ziekelijke aandoeningen der zenuwen , gepaard met eene ▼erhoogde gevoeligheid, wordt eene zachte en aanhou" dende muzijk, in de ziekten der zenuwen met eene verminderde gevoeligheid, snelle, harde, afgebrokene muzijk aanbevolen. Evenwel wordt dit voorschrift somtijds in beide gevallen of zonder*nut of met nadeel aangewend , zoo als dit ook met, somraige genecsmid- delen, ten opzigte van derzelver uilwerkselen, bij ver- #cb»Uende lijders plaats heeft. De groote ticHin (Specielle Thctapie, 7P dcel
Jbladz. i5o) zegt het volgende: wDe indrukken op bet gehoor worden als tegenprik;-
ykels misschi«n al te. zeer veronachtzaaKid, vooral bij ,, zielsvcrwarringcn. Slagen, kanonschoten en andere ., onverwachte schrikverwekkendp geluiden kunnen toj, nisr.he krampen der hersenen ontbinden, Aangv ,, name of sterke, onafgebroken voortdurende of naa* j, eene aekere maat aapgegevene looneu, en eveneens met |
|||||||
-
|
|||||||
»
|
|||||||
C 75 )
|
|||||
bepaalde lusselienpozen herhaalde slagen op een xwhij?
klok, pauk of turksche trora, het aanhoudend bromr ,, men ecner orgelpi jp , het droppelswijze afvallen vafl water in een metalen vat, het klappcren van eenen mo- ,, len, het ruischen van eenen waterval, zelfs het tikken it van een hnisklokje, weklen ooze opnierkzaamheid op, ,, houden de verbeeldingskracht bezig, stillen daardoor ,, hel aangedane zenuwgestel, leiden den zieken van eea vast denkbeeld af, verwckkcn soratijds slaap, en stil ,,len zelfs krampen en delirien. Gemeenlijk worden zij ,, dan bet wirkzaamst, wanneer de andere zinluigen in rust zijn en dus ook wanneer de lijder zich in de duis- ternis bevindt.------Bij zieklen der ziel, wanneer de
lijder onophoudelijk ijlt en de ongerijmdste denkbeei-
i, den zich doorkruissen, kan eene -wildc en verwarde verroeiiging Tan toonen , als die van het kalten- klavier , waarvan mil sprcokt(ii) heilzaam zijn. D* ,, muzijk brengt door bare aangename indrukken het ,, hevig aangedane zenuwgestel tot bedaren, neemt de oproerige bcwegingen der in\yendige zinnen weg , oo- derdrukt tievige hartstoglen, door eene onbepaalde ,, opweiking der phantasie , en verbant de droefgeestig- heid, bijpochondrie, en staarzucht (catalepsis) door het opwekken van een zachter gevoel: en men kaa ,, des te eerder krampen van allerlei aard wegnemen, ,, hoe gvooter de gevocligheid voor haren prikkel is* (i Men verkieze, bij voorkeur, zulke tooncn , instrument ,,ten en kompositien, welke den lijder in zijncn get" zonden staat bijzonder aangenaam waren. Zoo werkli «, op den Zwitser bijzonder het herderslied, der Kuh~ ^reigen genaamd, op den krijgsman, marschen en an- 4n) Rhapsodien Hber die Ancvendung der psynhhcheit
Curmethode auf Gcisteaerruilung. i8o3, bl. *o5. |
|||||
ipWffWBlPPPpilllfflpiWpp'
|
|||||
C 7* )
1, dere krijgsmuzijk, de fuge op den kapelmeesier.
Evenwel moet de soort van muzijk naar de aanwezigc », gemoedsgesteldheid en den graad van gevoeligheid hij ,, geestberoeringen naar hare versclieidenheid uitgezocht worden ; ten opzigte waarvan hot nog aan genoeg- ,, zarue ondervinding en aan bepaalde overtuiging ent- ,, breekt enz. Dat de muzijk de genezing in hevige koorlsen be-
vordcrt, leoren de waarnemingen van Dr. teei*> 8CHNIGENS, *PEBtIKG, TISSOT, H O G E It , geneeS-
lieer aan de uuiversiteit te Montpelier, en eerdmam,
Professor te Wittenberg. In H jaar 1696 gaf spit- Iing te Wittenberg cen vrerkje uit, waarin hij de muzijk tegen het jjlen in hevige koortsen aanprijst, en TissoT deelt ons verscheiden waarnemingen, in deze soort van koortsen gedaan , mede, van welke ik «r U eene zal verhalen. Een dansmeester te Alais , had zich, gedurendc het
karneval in het jaar 1708, zoodanig door buitengewone werkzaamheden van zijn beroep vermoeid, dat hij liek , en door eene hevige zenuwkoorts aangetast ■werd. Den vijfden dag zijner ziekte verviel hij in eene «laapzucht, waar uit men hem nict dan met veel moeite, Jtonde opwekken : deze verliet hem , maar hij bekwam iaarop een stomme razernij , gedurende -welke de kran- ke alle pogingen deed, ora uit het bed te springen, met Jioofd, handen en voelen die genen sloeg en traple, welke hem dit wilden beletten, en eindelijk alle ge- »eeskundige hulp onbewust weigerde. De heer M a n« jiijai zag hem in dezcn toestand, kwam op het denkbeeld, dat de muzijk hier veelligt heiizaani zotule. kunncn zijn, en deed den geneesheer daaromtrent cenen Toorslag, welke volkomen werd goedgekenrd. Men ver- locht, namelijk, ceneu vrieud des dansmeesters, om op |
|||||
mm -'WW
|
|||||
C 77 )
de viool te spelen, en wel die stukjes, welke het vrd-
lijkste en den zieken het meest bekend waren. Zoodra srijn vriend op de viool begon te spelen, rigtte de lijder zich in de houding van een' measch, die aangi-naam. rerrast wordt, in H bed op, en wilde met de armen en het hoot'd de dansbewegingen maken, welke ;tot het gespeelde, stukje behoordcn. Maar daar men hem vastbie'.d, konde hij nict dan door het knikken vaa Eijn hoofd , het genoegen aan den dag leggen, dat hij. ©ndervond, Eindelijk na een kwartier ilurs de muzijk gehoord te hebben, viel de zkke in slaap, en in dezen. slaap volgde eene krisis, waardoor hij geheel herstelde. Volgens het getuigenis van Gissoiisos bedien^e
Bich asjclepiades van de imizijk;, als palliatief in de ontsteking der hersenen, welk middel in de meeste gevalien, naar mijn denkbeeld, wegens de spoedige be- siissing en de heviglieid dezer ziekte, niet gemakkelijk kan wordea aangewend. / Doctor denis, te. Douai , genas door de muzijk een«
ioorts met staarzncht vexgezeld, in welke andere van pas aangewende geneesmiddelen de kwaal vercrgerden. Ook. Jiegt men, dat thalks de pest genas met muzijk; het komt anderen en mij, evenwel waarschijnlijker voor, dat hij door de muzijk de menschen in eene opgewek. tere stemming bragt, en aldus de vatbaarheid voor de pest verminderde. Absoldus in zijne verhandeling, de villa Graeca,
en hebrman geven de muzijk ajs middel op in de derdendaagsche koortsen, maar meer als bijkomend, dan als hoofdmiddel, en o o s T E r d ij k s c h a c H b schrijft aan dezelve in koortsen, over 'talgemeen, een jiaapverwekkend vermogen toe. E iMiititB. en tIikaki prijzen de muzijk al*
gtneesmiddel in de melancholie aan, en deelen de vol« jgeiule gebeurlenis mede : Een |
|||||
C 78 ) ,
., Een man, welke in den hoogstcn graad melancholiek
jjWaSj en welkeri zonder vrucht een aantal middelen ,> waren toegcdieiid, verzochl mij hem in eenen lievigca flaaiival te bezoeken, en een e'e'nig, maar het beste mid- ,, del voor te schrijven ; waarop ik muzijk in eenen vro- jjlijkeh Irant liet uitvoeren, en met zu'.k een goed ge- vo!g, dat, zoodra hij de eerste toonen hoorde, hij bi'gon te schatereli van lagchen en dansende , geheei 5) van de ziekte genezen, zijne legerstede verliet." ' Ahjiieos en haieeb verlialen ons voorbeelden tan gehezing der razernij door de muzijk. Ondev an- derefa zegt de laatste, dat nitiiits IV, v.olgeuS net getuigenis van nuinilis cantemir, door niiddel def muzijk van die kvvaal genas. De hypochondrie belioort gewis onder die ziekten,
welke door de beoefening der muzijk en het aaiihooren raft dezelve kan verminderd, zoo niet gcliecl hersteld worden. AlftEHAEUS, rtlNIWS, JIOtEO! EAEJ1TIUS,
IPIPHABIUS, FERDlNANDVS, JOHN. HENINIOS, VOSSIUS, AISJ AS - S Y I V I U S , COSBAS GESNER en richtEr, prijzen dezelve in de jigt aan. Sin a pi us
en wEBEr eveneens , maar meer als palliatief. Ten op* zigte van de vermindering der pijn verhaatt sikaiius het volgende : toen ik te Kleef eenige jaren doorbragt, beoefende ik de citer als mijn gcliel'koosd instrument ,, en bezocht van tijd tot tijd het liuis van den baron ,jt)K WACHTENDONK, "weike dikwijls aan het podo- fi gra ziek lag, en mij verhaalde, dat hij veel verlich. i, ting van pijn had, wanneer ik voor hem op de cite? dpeelde." Philistion en aulus itnus, hebben veeF
6p niet de toontaitst voor den' heupjicht, en porta in zijn natmuvijk tooVerboek haalt uit de ouden i s« »*
|
||||
r . ■ . ■ ■ ,
C 79 )
MANIAS ran Tliebe aan, tfeTfce de lienpjicht door dft
toonkr.nst &enas. Ook ii'ofHUAStBS de Eresier, houdt hi diergeiijk* ziekten, de muzijk voor een hulptniddel. De 'beupjiclit heei't vcrschi'l'ende oerzaten, eii dikwijlS is zij ongeneeslijk ; maar van welken aard die dan Oofc rfijn ir.oge, de ko'r'fc ohdervinding fceeft ittrij doen zien» dat somnrige inenschen , welke aan d^t ongeinat l'ijd«fcf de mnzijk volstrefct n*ret verd'ragen kuttnrfn. Ond'er aifci detfen is mij Sen meisje -b'eken'd, Wier pijn^n dadelijk op? het hooren van gevoelvolle mtrz'ijk xsifftstaab ,' of Verer* geren, waar-schijuiijk. door eene, in den hoogsten graad verlioosjde , gevoeligheid. Chastehic en doct. -ihtm, vooral de laatste,
elaven met voorbeelden hunne meening, dat de muzijk in, de pijnen der oogen als pijnstil'l'end nllddel ^anodyhtiiji) hellzaam zijn kah. Toen it," zegt Webeh, inhetjaatf 17*82 een hevige ontsteking aan net oOg Iiad, Meter zich een virtuoos, met name ti-fc I i f e ft, te Mainz,' ,, op de fagot hooren. Ik -vVoond'e zijn koric'ert'nlj; t% tot mijne groove rerwonderi'rtg bespeurd'e ft ged'ur'en'd'ii ,, de uitvoering der muzijk, aanmcrkelijke vermindering van pijn , maar bij het verlaten van de zaal, verhie£ zij zich weder. Mijn klavier was mij tot hetzelfd« f,einde ook van nut." Dat de muzijk de folteringen des doods kan verligteaj
aullen ons de twee volgende voorbeelden genoegzaam fcevestigen. Toen koning I091TMI XIII ster« vende was, Het hij zich iets voorspelen, en liij zeide,' dat zijne ziel zacht en aangenaam insliep. Ook koning gin Elisabeth, welke wel niet als ckomwei op gelijke gronden door de hevige vrees voor den dood gefolterd werd, liet aan haar slerfbed koncert gaven» opdat zij vrolijk zoudc sterven. £o die mannen, ^rier ntmen ik U reeds lieb opge- noemd
|
||||
C 80 )
|
||||||||
jioomd, mijne Heercn! prijzen,bij veaarneming, de aan-
Wendiog der muzijk 00k in de doofheid, moeijelijke spijsvertering , krampen van allerlei aard , St. Vitus dans, vallendc ziekle , en ongevoeligheid van het zenuw- geslel aan, in clke ziekte bijna verschillende voorbeel- den aanhalende. Maar dit zij genoeg ; ik zal mijne Jnoeite dubbeld beloond zien, wanneer deze verhande- ling de kennis der toonkunstenaars kan verraeerderen , ^n mijne kunstbroeders tot vurige beoefening dozer edele kunst wag aansporen. 0, P. KI!T.
|
||||||||
De schrijver der bovenslaande Veihandeling , ons
dringend verzoclit hcbbende, om dezelve in haar ge- heel in een stuk en -wel zoo spoedig mogelijk te plaat- #en, hebbcn de voorhandene berigten tot het volgende ^tuk moeien blijven liggen, te ineer, daar dit sluk p-eeds boven de mate groot geworden is. PE 1EJ,
|
||||||||
.
|
||||||||
A M P H I O N.
: : i .
KORT GESCHIEDKUNDIG OVER-
ZIGT VAN DEN STAAT DER MUZ UK 1NENGELAND. T
An het derde stuk van den vorigen jaargarig van
dit tijdfchrift, op bladz. aot , hebben wij onzen lezers beloofd, heteenof ander stukuit the quarterly musical magazine and review, in onze taal vertolkt, als eenft proeve van de wijze, waarop de Engelsclien over de toonkunst denken , en van <ien trap van besrhaving,, welken zij in deze kunst hebben bereikt, in ons tijd-. tchrift over te nemen. Ten einde echler onze lezers te mcer genot en nut uit die lektuur te doen trekken, bebben -wij het noodig geoordeeld , een kort overzig* van den staatder muzijk in Engelaod vooraf te zen-« den, hetwelk wij hebben getrokken uit eene om&lan* digere befchvijving , te vinden in den een en twintig-" sten jaarg&ng van de allgemeine musikalische Zeitungt III. IAAEC. II. St. F ft
|
||||
r 82 3
De Engelsche natie, onder wclke in het algemcen 00k
de Scholsclie en Iersclie begrepen wordt, lieeft, vojgens «Ie vroegsle berigten. altijd veel gevoel gehad voor de snuzijk in het algemeen, en voor den zang in het bij- *onder. Daarvan leveren de , zeifs tot op ons gekomene , -gezangen der oude Bardcn en de volkslicderen dier jiatie een treffend bewijs op; alle die liederen zijn ■vol van het innigsle gevoel, ofschoon sommige harer melodien en modulation in onze ooren hard en onaan- genaam klinken. En ofschoon men gemeenlijk beweert, dat de Engelschen niet, als andere volkeren, door een »nel ontvlambaar muzijkaal gevoel worden weggesleept, lietwelk ecliter dikwijls:, even als de -wijngeest, te snel- ler vervliegt en geenen blijvenden indruk achter Jaat; het is nieitemin ontegensprekelijk, dat in Engeland, over het algemeen, eene vfaarlijk goede kompositie mecr kijval vindt, dan eene middelmatige van dezelfdc soort, en dat, -wanneer sommige weiken door bijzondere om- Standigheden 00k al eenen tijdlang onverdienden opgang maken, zij toch in de verdiende vergetelheid terug zinken, zoodra de oorzaak ophoudt, -waaraan zij die toevallige verspreiding te danken hebben. De billijke lezer y.al wel niet vcmvachten, dat men hem voorbeel- den van dit laatste bijbrenge; maar zich levreden stclS len met de verzekcring , dat hatbn, mozab*» beet- Hove s, w inter en andere mannen ran <iien aard in Let hoog geprezens Albion steeds veel liijval vinden. Ja
|
||||
C 83 )
3a, zelfs de fuga's van johann susastuj «A 8 B1
ziin, indieri zij. helioorlijk voorgedragcn -vTorden ,■ nitt4 te geleerd voor het' gevoel dar Engelschen. De muzijkale instellingen in Engeland brcngen inttrs-'
schen slechts weinig toe tot opwekking van muzijkale lcunsl en -wetensebap, met nitzondering evenwel van d» kathedrale kerken. Wij zullen van elk dier instellingeni kortelijk gewag maken, en beginnen billijk met de M U i IJ I VAN DEN KONIH8, VAN HIT HOT enti
Het Britsclie hof onderhoudt niet, even als andere
hoven, een glansrijk orkest van zangers en instrumental le toonkunstenaars , kapelmeesters en koncertmeesters^ wier soldij hen, zijn zij komponisten , in staat stelt, om al hunnen tijd en bunne krachlcn met lust en ijvetf aan het voortbrengen van kunstwerken te besleden, of^ tijn zij enkel leden van het orkest, om zulkeiwerkea met deelueming, en liefde voor de zaak te bestmleren i zoo dat dc door den komponist bcoogde uitWerking in« derdaad ■ tot; klaarheid gebragt Wordt. Hieruil vloeit voort, dat men in Engeland geenen bepaalden aandrangr gevoelt., om de muzijk als kunst ea wetenschap le beoefenen, da»r men de gelegenheid ontbeert tot aanftel- linge.a- van groote zangers en toonkunstenaars, v,relke andrrs , even als aan velc hoven, hunnen ouderdom onbekommerd , en zonder vrees voor een nooddrnftig be ft a an, zouden kunnen te gemoet zien. Er is te Lon» r a den |
||||
C 84 )
|
|||||
Hen wel tea zoogenaamd orkest van het bof, maar de
leden van hetzelve irekken slechts zeer weinig foldij en lebben, zoo veel men weet, eok niets anders te doen, dan des Tnorgens van 's Konings geboortedag eene gele- genheids-kantate uit te voeren, tot welke eenige werkzaamheid zij zelfs plaatsvervangcrs zenden knn- acn. Hoe weinig waarde die kanlaten hcbben , kan men ligtelijk opmaken , wanneer men bedenkt, dat die ionipositien gewoonlijk noch door de drukpcrs , noch op eenige andere wijze bekend worden. Wel is waar, de Koning en 00k de Prias-regent
bebben ieder een privaat orkest, lietwelk, even als de xnilitaire muzijkanten, uniform draagt, maar de bezol- diging, welke aan de leden van beide deze orkesten betaald wordt, is te gering , dan dat zij ijver voor de lunst in hen zoude kunnen opwekken. Ondcr zulke omstandiglieden trekt Engeland door het
hof noch virtuosen , noch gioofe komponisten of derzel- ver voorlbrengfelen. Wanneer ferns enkele lieden van let hoforkest of van de twee konink'ijke private orkes- ten zich boven het middelmatige verheffea, dan is dit geenszins de vrucht van de aanmoediging en de onder- Cteuning,uie hen ten deel wordt, maar enkel van hunnen «igenen gelukkigen aanleg, welke zich gewoonlijk door innerlijke veerkracht en in we^rwil ran alle hinder- jiisfen ontwikkelt. KO If-
|
|||||
( 85 )
|
|||||
KONCEHTEK.
Men eottile zich iseer Yergisfen, wanneer men van it
honcerten voor oude muzfjk (concerts of ancient music"), ■vvelke, als de oudste, hier de eerste plaats verdienen, veel aanrooedigirig voor de knrist meende te kunnen ver- wachten. Zij hebben, wel is -waar, sedcrt ve!e jaren cnder de bijzondere befclierming des Konings gebloeid , en werden ook door de tegenwoordigheid van H. H. M. M. en van het koninklijke huis vereerd, weshalve de meeste voorname familien deze koncerten* ook be« zochten. Het grondbeginsel van deze inrigting bragt en brcngt nog mede, dat er geene andere werken gegeven ■vvorden, dan die dertig en meer jaren oud zijn ; eenc ver- ordening, -welke zonder, en zeer zeker legen , de welge- roeende bedoeling des Konings een der grootsle hinder- nisfen is , die de ijverige muzijkale genie in den vreg konden gelegd vyorden. Deze koninklijke koncerten zouden immers de cenige gelegenheid kurinen zijn, om inheemscbe loonkunstenaars ten tninste van een onpar- tijdig gehoor te verzekeren, ryanneer zij ook geene an- dere aanmoedigingen te hopen liadden: niaar dit zelfs wordt door die grondwet tegengegaan. Immers welke koraponist zoude nu -willen ondernemen, werken van greoten omvang te vervaardigen, in de bedriegclijke hoop, dat men ze na dertig jaren mUfchien, en nog maar misfchien, de eer der uitvoering zoudf kunnen vraardig keuven ? En hoe weinigen onder hen, die in F 3 »u«
|
|||||
C 86 )
|
|||||
staat zouden zijn, om werken voor een koninklijk kon-
ccrt te Londen te komponeren, hebben hct vooruilzigt, ran nog derlig jaren in onzekerheid te zullen leven ? Een ander nadeel , dat deze koncerten aan de kunst
toebrengen , is , dat die toehoorders , weike niel tevens andere koncerten bezoeken (en dit doen de mcesten niet) in kennis en fmaak , meer dan dertig jaren acli- ternit zijn, daar geveoonlijk slecbts de eens in zwang gekornene oude wevkea, met zeer weinig afwisseling, gegevcn worden. Ja, deze overdrevene liefde voov het oude schijnt ook de oorzaak te aijn van de koude uitvoering der aria's Tan hah del, niettegcnslaande men te Londen deze koelheid voor de eenig ware wijze houdt, op welke die stukken moeten gezongen worden. Kindelijk hceft het hier bedoelde kuncert nog dit na-
deelige gevolg, dat de aanzienlijke familien , welke op lietzelve ingeteekend zijn, voor het grootste gedcelte gcene andere koncerten bezoeken, en dus dat een werk , hetwelk in laatslgenoemde koncerten gegeven wordt, door een veel geringer aantal personen uit de hoogere standen aangchoord wordt, dan het geval zou- de zijn, indien het in eerstgenoemde koncerten uit- gevocrd wierd; en zoude het noodig zijn aan te toonen, hoezeer dit de komponisten in Engi'land, welke niet, gclijk in andere landen, als zoodanig openlijk aangesteld zijn, van het vervaardigen van groote werken affchrikt? De andere koncerten in Londen zijn van zeer ver-
fchil-
|
|||||
C 37 )
fchilleuden aavd. Onder de koncerten, can openhare in.
rigtingen van tveldadigheid toegen'ijd, zijn die voor de
royal societij of musicians en voor de new musical fund de
aanzienlijksten. Allc vokale en instrumentale virtuosen
■van Londen werken zonder eenige betaling tot deze
koncerten niede, en nieuw aankomende kunstenaars
houden dezelve roor eene goede gelegenheid, om zich
voor een groot aantal mcnfchen te doen hooren. Het
laalstgenoemde koncert wordt , sedert twintig jaren, in
het groote gebouw der opera gegeven ; het orkesl is op
het tooneel geplaatst en zelfs van een orgel voorzien.
Men hoort er vokale en instrumentale stukken van g«-
roengden inlioud en stijl. Jonge bekwame zangers en
instrumentale knnstenaars tracliten in dit koncert,
hetwelk zeer druk bezoclit wordt, toot het eerst open-
/
lijk proeven van lmn talent af te leggen,
De zoogenaarode bengfice-honcerten, -welke groote
virtuosen of zangers ten hunnen, bijz-onderen voordeele gcven , zijn te Londen zeer talrijk, zoo dat het der moeite wel waardig zoude zijn, dezelve op te tellen. Zij zijn echter grootendeels alleen belangrijk in de obligate stukken. Somtijds wordeo ze gegeven in de woning van eenen aanzienlijken befcliermer, helgeea echter voor den toehoorder, in Bieer dam een opzigt, ©naangenaam en lastig is. .'.,,..,■ Eindelijk moeten hier die koncerten opgenoemd wor-"
den, welke door enkele personea of gezelscliappen, ge-i F 4 ffleen-
|
||||
C 88 )
|
|||||
jiieenlijk na voorafgaande inteekening, ondernomen wof-
den. Hieronder behooren de voormalige koncerten in de Abdij van Westminster, de voovmalige professional- koncerten en de Salomonifchc, de tegenwoordige kon- certen van de philharmonische maatschappij, de zooge- naamde vokaie koncerten , de Orator ten, welke in de twee voornaamste Engelsche schouwburgen gegcvea worden , en de mvxijkale feesten in de steden van som- tnige provincien, De koncerten in de Abdij van Westminster, eea
prachtig gebouw, in den edelslen gothischen stijl ge- homvd , hetwelk de gedaante van een langwefpig krui* heeft, wraren eenig in hare soort. Men voerde ergroote wcrken van Handel op, -welke dan ook, rati uilshil- ling raisschien van alle andere, of althans roeer dan alle andere, voor dit gebouw geschikt zijn. Daar deze koncerten tbans niet meer in wezen zijn, zullen wi j over dezelve niet breeder uitweiden. "Wie naauwkeuri- ger wi'l onderrjgt worden , kan zijnen weethist tevredeu Slellen in Dr. burheij's general historij of music enz. IV deel , XII hoofdstuk, en ook in account of the musical performance in Westminster Abdeij and the Pantheon..... in commemoration o/hSnpel, van denzelfden schrijver. De- professional-koncerten werden ondernomen door
een gezelschap van toonkunstenaars, aan wier hoofd W-nHim crameb stond, Daar deze ook direkleur was in de koninklijke koncerten voor cude muzijk, Jig-
|
|||||
C 89 )
rigtte 3A10DU), 00k eeii duitsclier, een ander kon<
cert op, bekend onder den naam des oprigters, en het gelukte hem, hatdn over te lialen, om het orkest te dirigeren en voor ieder koncert een sluk te komponeren. Dit deed de ondernemers van het professional-koncert besluiten, om fiiiil tot hetzelfde einde te engageren. De naijver, welke op deze wijze lusfchen de heide direktie'n ontstond , kon voor de kunst niet dan zeer voordeelig -werken; maar voor de kas der belanghebben-* de partijen weid hij 00k even nadeelig, zoo dat beide deze koneerten 11a eenige jaren ophielden te bestaan. Maar voor de geschiedenis blijven die inrigtingen altijd belangri jk , uit aanmerking van de werken , welke havdi en PiEin voor dezelve geschre\ en hebben. De twaalf Sinfonien, door den eersten voor het Salomonsclie kon- cert vervaardigd , zijn nog altijd zoo goed als nieuw, en zijne twaalf Canzonetten worden gedeeltelijk nog in den tegenwoordigen tijd in koneerten te Londen en zelfs in Oratorien gezongen. Ook tie t el's Sinfonien worden nu en dan nog met bijval gchoord. De koneerten van de philharmonisehe maatschappij
bestaan sedert vijf jaren ; jaarlijks geeft men er acht. Het eerste jaar werden zij geopend op eene eerbied- wekkende wijze, waarvan men in de gefchiedenis der muzijk slechts weinige voorbaelden zal kunnen vinden. De grootste virtuosen op de viool namelijk , wier aantal toen le Londen vrij aanzienlijk was , vvisfelden I 5 «!-
|
||||
C 90 )
|
|||||
elkander iederen avond als direkteur af, en wanneer zij
dien eerepost niet hekleedden, of niet in Quartetten *chitterden, schikten zij zich, zander zich eene, hnn dan niet loekomcnde, hoogere plaats aan te matigen , of er slechts naar te dingen, oader de ripienislen. Welle fraaie uitwerking het gezigt daarvan alieen deed, kan B»en ligtelijk nagaan, en hoe veel moet deze inrigting niet bijdragen tot de juiste en zinrijke uitvoering zelfs ■der tutti's? Daarenboven liadden de gtootste klarierspe* lers, die tot de maatschappij behoorden , eveneens afwisse- Jend de eer van het voorzitterfehap aan het Piano-forte, en de taak van stukken voor te dragen , welke voor ■verscheiden hoofdinstrumenlen ge.schreven zijn, als Quartetten, Sextetten em,, terwijl ook dan tnenig kun- stenaar van rang in den rij der ripienislen trad. De rzang was ook goed bezet, maar niet zoo volkomen, als ide instrumenten. Op deze wijze konde het niet raissen , iof deze koneerten moes|en eenen diepen indruk maken. ■In de volgende jaren, wel is waar, hebben de voor- naawste virtuosen niet zoo sterk aan dezelve deel ge- 'sno-men, daar er thans niet meer zoo velen onder de .jripienisten zijn ; nietlemin zijn deze koneerten nog altijd -eerbied wckkend, en zij verdienen de ondcrsteuning, -welke zij genieten. Eene nadere beschrijving van de ,philharmonisclie maatschappij hop^n wij bij eene ao- -dere gelegenheid te geven. De ookale koneerten , van welke boven gewag geroaakt
is,
|
|||||
C 9i .)
|
||||||
is, worsen, sedert langen tijd, door de hccren fl ariiM
sos,KNYVETTenBARTiEMAH gegeven. Men hoort c* meestal niets anders, dan engelfche kompositien voor den zang, van de grootste geliefdste meesters. In deze koncerten heeft men, raeer dan in alle anderen, gele* genli»id, ora te hooren , wat eigenlijk voor engclschen stijl gehouden wordt, namelijk , Catches of rondgezan- gen , in welke de woorden der eene stem zoodanig met die eener andere zamcn I komen, dat daaruit een nieu« we zin ontstaat, welke in den tekst, too als hij oo»- spronkelijk is , niet gevcnden wordt. Deze dubbt-le zin vloeit doorgaans veort uit eene eenigzins verander- de uitspraak der woorden, of uit eene verandfrde woordvoeging ; in welk gcval trouwens de nieiimre betee- kenis dikwijls niet bewonderenswaardig, maar veeleer als onzin belagchelijk is. Nieltemin verrnaken vole toehoorders zich met deze gezangen even zeer, als de Franschen met hunne double entendus. Voorts hoort men in de vokale koncerten nog decs,
of gezangen voor meer partijen, tot welke geene kino- nische navelging der partijen vereischt wordt, maar die echter alle de fchoonheden der harmonische za- menstelling van toonen toelaten. Zij zijn imionaal m Engeland, en hebben waarschijnlijk lmnnen oorsprong te danken aan de muzijkscholen, welke bij da kit- thedrale kerkcn behooren. In deze scholen bodren cn zingen de koorjongens en manbare zangers nie«, daa
|
||||||
N
|
||||||
C 9* >
dan de meerstemmige vrerken der Engelsche kerke>
komponisten, waarvan die van ouderen tijd zich vei- lig m«t de beste buitenlandfclie kunstenaars kunnen meten. Wanneer die zangers de kompositie bestu- dcerd, genie en gevoel hebben , dan vinden zij rni- jnere gelegenheid, om proeven ran hun talent te geven, indien aij wcreldsche gezangen voor onderscheidene itemmen schvijven , dan wanueer zij zich bij kerkelijke niuzijk brpalfin. Daar hun oor door veelvuldige oefening aan het harmonische zamenklinken van melodische stemmen gewend is, vindt men in hunne meerstem- mige gezangen nog aliijd sporen van de schoone na- volgingen, die hun zoo bekend zijn; van daar dan ook , dat de zoogenoemde Glees , of aangename gezangen voor mcerdere stemmen, zeer goed zijn en dikwijls, Tooral die van ouderen tijd, zeer voortreffelijk. De Catches en de Glees zijn gewoonlijk van gcen
ander akkompagnement voorzien, dan van een Piano- forte, en dan nog maar alleenlijk, om bet zakken der stemmen voor te komen; heeft men dit niet te vreezcn, dan worden zij zonder eenig akkompagnement gezongen. In de vokale koncerlen hoort men buitendien ook
nog andere, vooral Engelsche kompositien voor zang- jtenimen, en gewoonlijk heeft het orkest daarbij niet reel van belang te doen. De Oratorien vrorden, oorspronkelijk na de koncerten
in de abdij van Westminister, in den schouwburg , gedu- re»-
|
||||
/
\
C 93 )
rend« de vasten, en op andere dagen , wmneer m«
geene wereldsche muzijk mag doen hooren, tegen den gewonen prijs gpgeven, Deze inrigting is zeer prijzen*- waardig: immers verschaft zij ook aan minder gegoede vrienden der muzijk de gelegenheid , van daaraan deel te nemen, en het aldus vermeerderd aanlal toehoorder», geeft den ondernemer dikwijls betere rekening dan een koncert, voor hetwelk de entree - prijzen op alle plaat- sen even hoog zijn. Deze koncerten -worden in den scliouwburg van Coeentgarden, en sedert eenige jaren ook in dien van Drurij - lane gegeven. Gedurende vele jaren werden er alleenlijk Oratorien en gemengde geestelijke muzijkwerken uitgevoerd, zoo als het ook behoort te zijn ; fomtijds -werd er -wel een instrumen- taal koncert tusschen de afdeelingen ingelascht, ket- geen ook niet aanstootejijk zijn konde. Maar deze inrigting is allenskens veranderd, en nu hoort men in de Oratorien zelfs stukken uit opera's van pah en anderen. Het is onbegrijpelijk, dat deze; koncerten, die uit stukken van Oratorien, en uit brokken van opera's zamengesteld, en daardoor nog aanstootelijker zijn, altijd nog onder den naam vau Oratorien geoeven en bezocbt worden, Zelfs in het jongst afgelospene jaar waren ze wederom zoo ingerigt, zoo dat eene verzameling van programmes dezer koncerten eene sonderlinge olli podrigo zoude opleveren, De muzijkale featen in de steden van sommige pro-
tin* |
||||
( 94 )
|
|||||
ttnCien aija op navolgende wijze ingerigt. Dric steden,
waar bisschoppelijke zetels naar de Engelsche wijze gevestigd sijn, namelijk Gloucester, "Worcester en Hereford, hebben zicli vereenigd, dezelve bij afwisse- ling te geven, zoo dat de beurl alle drie jaren aan ieder dier steden jtomt. Zij worden gehouden in den tjjd <ler vergaderingen van de stenden , wauneer die plaatsen drukker bezoclit -worden , dan gewoonlijk. De bestnurders van weldadige instellingen zijn roeest-
al de ondernemers daarvan, ten voordeele dier instel-
liagen. Zij inaken tot dat einde een akkoord met ee-
tien- entrepreneur te Londen, welke zich verbindt, om
«enBepaald aaiital bekwame zangers, en instrumentale
knnstenaars, benevens de noodige xnuzijk-w.erken. te be-
zorgen, terwijl de zangers van de katbedrale kerken
der opgenoemde steden tevens een gedeelte van liet
iorkest nitmaken. Zulk een feesl duurt gemeenlijk drie
<lagen ; telkeas -wordt des voorderaiddags in eene kerk
een Oratorium, of verscheidene uitgelezene geesteiijke
Muzljkstnkken gegeven , en des avonds is er een zoo>ge_
naamd miscetlanconcert in eene groote zaal« Des mor-
-genr hebben de eerste Engelsche kerkzangers gelcgen-
"heid, zich te doen hooren, en des avonds jeggen de
beste Italiaansche zangers, welke men Leeft kunnen
bekorcen, proeven van liuntie talenten af. Dikwij!* hoort
men in deze koncerten ook de voortreffelijkste Yir-
tiiesen op instrumenten. De opbrengst dezer feesten
is
|
|||||
C 95 )
is dikwijls zeer *aanzienlijk, en eene nelangrijte bij*
drage tot ondersreuning der -weldadige instelling<eri , vo'or welke ze beslemd is. Buitendien zijn deze fees* ten ook daarom ten boogste prijzfenswaardig, dewijl zij , behalve het heerlijke genot, dat zij verschafferi aan duizenden ran menschen, die daarvan anderi ■weiligl liun leven lang verstoken zbuden blijverii ee* nen onloogchenbaren invloed uitoefenen op de gezellig^ heid des volkk, en -op/.de vorming en den goeden smaak in die streken, waar zij jaarjijks gegeven vorden.. ■■.■■ ' >$ '",;-' '«'>'■ Schier van gelijke soort zijn de muzijRfccsten, wetke
in verscheiden andere Engelsclie steden , a!s Liverpool'^ Manchester, York, Norwieh, Birmi^Jham, Oxford, Cambridge cnz. jaarlijks, of ook.om.de twee a drie ;j«S* Ten geboud«n worden. Aan deze feeSteri moet men feet-tbe* sckrijven, dat, eelfs in de afgeleger«st» *»r*ljen*vanEngfci land, de algemeene klasse van, indienook slechtS welriig', beschaafde menschen in den smaak voor toonkunst en een juist oordeel over dezelve niet zoo achterlijk zijn, als anders wel plaats hebben zoude. Want bijna elk be« woner dier streken vindt gelegenheid, de hes'te meesl terstukken der kunst en goede zangers en virtnesen op instruraenten te booren. Het eerste muzijkfeest van. deze soort werd op het eind van i8i5 te Edinburg ge- gevea, en was in nicer dan e'e'n opzigt bijzonder merkwaar- dig
|
||||
C 9* )
|
|||||
dig (i»), vooral 00k , omdat me« tan hetielve de op-
rigting eener zangschool te Edinburg te danken heeft, \velke des le rijkere vruchten voor Schotland opleverea lean, naar mate de kunst des gezangs in dit land, ■waar mn bij de godsdieatstoefening zelfs geen or- gel toelaat, dieper ondcr eene overdrevene voorin- genomenheid met overoude nationale liederen bedolven lag. Eehalve alle deze feesten, aan -welke de naburige ge-
■westen, als aan eene zaak van gemeen belang, ket le- Tendigste deel mmen, Worden er nog in onderscheidene streken van Engeland koncerten gegeren, gewoonlijk bij inteekening. Die te Bath, eene zeer fraaije stad, welke uit hc^e harer minerale wateren, gcdurende eenen zekeren tijd van bet jaar, door de beschaafde Standen zeer druk bezocht -wordt, munten boven alle anderen nit, zoo wel door innerlijke waardij , als door het uitgexocbte publiek, £B MUZ UK IN D E KUIKK,
De voornaamste van de muzijkale instellingen wier
leden ad vitam zijn aangesteld, zijn de katliedrale kcr- ken:
(ia)Men vindt een vrij omstandig verliaal van dit
feest in de allg. mus Ztit. iSde jaarg. bladz. 6ay, welk \erhaal grootendeels een uittreksel is uit eena grootere te Edinburg, onder den titel: an account of the first Edinburgh musical festival enz, , gc- drukte beschriiving van r. gba.ham, Esq, |
|||||
£5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
r~
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"'^
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
<
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ztx
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ff
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
$
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
s
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(5
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ofe«>,^)*t.cnyi«-<l^^'Va^Vjert.»j«ai*\ J&Mv&mo tnvom\Dc»W*«.«.<\
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ ■
|
||||||||
( 97 )
ken; m&nsvindt eic nog bijrta twintig. Bij iedere kerV
behooren -ktiorjongens en volwassette zangers; echle* \vOrdt, zoo veel men vVeet, alleenlijk de sopraanstem met jongehs, de altstem daarentegen, de tenoor- eh de basstem m«t mannen bezet, hetgeen niet die goede uitwerking heeft, als wanneer ook de altstem, gelijk in Duitsche zingkooren, ddor jongens gezongen wordt. Alle deze zangers worden behoorlijk in de toonknnst onderwezen. De godsdiehstoefening in de katbedralt) kerken heeft in den uiterlijken vorm eenige 6vcreen> komst met die der kalliolijken, en van daar dat En- geland zicli beroemeh kan op rijkdoih in voortreffclij- ke kerkelijke muzijk, gekdmponeerd sedert de laatsle helft der zeventiende eeuw, lot bijna op den iegen- woordigen tijd ; maar thans hbort men vele klagteh over de veronachtzaming van den waren kerkstijl. -i- Reeds ten tijde der koningin eiisabetH, in de i6de eeuw, sclireef byrd, behalve zijne schoone kerkstuk- ken, ook den Canon riori nobis, doniine eriz. j wclke nog ten lluidigen dage, bij de mceste openlijke maal- tijden, voor dat bet tafellaken wordt weggenomen, zoo gezongen wordt, dat bij eenen wegslependen indruk m.iaki. In "\ve4rwil Van al!e vrijete beschaving des kerkelijken stijls , hield d<;zelve zicli in zijhe grondig- heid en 'eenvoudige waardigheid staande, tbt aan den dood des onsierfelijken ni»n tn zijner onmiddel- lijke opvolgers, Maar sedert dien tijd zijn de kompo- G nis-
|
||||||||
■
|
||||||||
C 98 )
|
|||||
nisten merr en meer den sierlijken genaderd, en van
den verkevenen stijl afgedwaald; en thans klaagt men zelfs over eene steeds toenemende koelbeid in de uit- Yoering der oude, aandacblwefckende meesterstukken voor de kerk. Pesniettenjin blijven de inrigtingea der kathedrale kerken nog aliijd van zeer veel waarde* De koorjongens blijvcn bij dezelve aangesteld tot dat liunne stem verandert ; dan trachten zij de vakant gewordene plaatsen der volwasfene zangers te bekomen, op welke zij de eerste aanspraak liebben; terwijl ande- ren als organisten of muzijkonderwijzers hun brood vinden. Daar nu deze lieden regelmatig en grosdig onderwijs in de toonkunst ontvangen, gelijk wij reeds Loven hebben aangestipt, kan men ligtelijk bevroeden, dat zij, ,nu op hunne beurt onderwijzers geworden, van zeer veej voordeel kunnen zijn voor de kunst : eene reden te meer, waarom deze isrigting prijzenswaar- dig is. Behalve in de katbedrale kerkcn wordt in Eageland
oofe in de parochiekerken en in de kapellen muzijk gemaakt. In de eerstgenoemden zingt men meeslal slethts in dichtmaat gebragte psalmen en anthems, welke nit een paar versen nit den bijbel, in derzelver natuurlijke prosa, bestaan. Behalve deze gezangen. worden er 00k hymnen gezongen, welke echter, even- min als de psalmen en de anthems, de verste vergelijking met de sclioone duitsche koraalmelodien uitbouden kuO"
|
|||||
C 99 }
kunnen. De orgels zijn in Ergeland nog lang mel
algemeen in gebruik, en klein ran omvang; het pe. daal is eerst federt weinige jaren ingevoerd, en, zoo veel men wect , overal gekoppeld met het manuaa]. Hoe weinig men met het gebruik des pedaals bekend was, blijkt, onder anderen, daaruit, dat het orgel in de kerk van Cooent - Garden, hetwelk voor ongeveer twintig jaren gebouwd is , ronde pedalen heeft in de gedaante van slukken van ecn dambord, op welke de namen der noten geschreven staan. Op het land en zelfs in eene niet onaanzienlijke, slechts drie uren van Londen verwijderde , plaats bedient men zich, in stede van een orgel, van gemengde instrumenten, en dieper in het land behelpt men zich meermalen met een paar blaasinstrumenten. Niettemia moet men be- kennen, dat ie orgels van jaactot jaar meer en meer in zwang komen, en dat men thans ook grootere orgels maakt, dan voorheen. Onder de benaming van kapellen verslaat men in
Engeland alle zoodanige huixen, voor godsdienstige aandacht bestemd, -welke niet de voorregten der pa- rochiekerken genieten, ofschoon ze dikwijls evea zoo groot zijn en zelfs grooter. In de kapellen, bestemd tot verligting der parochickerken, volgt men in de godsdienstoefentngen den bij alle kerken gebruikelijkea vorm. In anderen daarcnlcgen , welke door partiku- lieren gebouwd zijn, legt men er zich, hoe zeer oak G a tot
|
|||||
s
|
|||||
\
V V
I
tot de Engelsche kerk behoorende, op toe, om de
godsdienstoefeningen door grootere verscheidenheid des gezangs en door volstemmige gezangen aantrekkelijker te raaken , en het gevolg bewijst, dal men zijn doel volkomen bereikt. Op deze kapelien volgen die der Methodisten , onder welke sonimigen ook tabernakels gcnncmd worden. De Methodisten wijken slechts in boo verre van de Fngelsche kerk af, dat zij meenen in eenen strengeren zin vroom te zijn, en dat zij niet oseer naauwgezet zijn in het opvolgen der voorgeschre- vene vormen van den Engelschen godsdienst: men zingt daarom in hunne kapelien m^esta! zulke gezan- gen ,* die het meest schijnen te behagen , en somtijds lelfs melodie'n, -welke voor fraaije wereJdlijke Hederen geschreven zijn; eene inrigting , welke, onzes inziens , ■wonderlijk genoeg met hunne geprezene vroomheid kontrasteert. Behalve deze kapelien vindt men er in Londen nog voor alle andere gezindheden, wier aantai en verscheidenheid icer groot is, als : de Lutherschen , de Hervormden, de Hernhutters, de Wederdoopers, de Schotlanders, de Katholijken , dc Jooden, de Sweden- borgers enz. In de kapelien der drie eerstgenoemden is dezelfde muzijk geoorloofd, als in de kerken diet* gezindheden in Uuitschland ; de Wederdoopers hebben ook orgels en zingen hymnen; de Schotlanders bedie- nen zicll niet ran een orgel, gelijk wij'boven reeds aangemerkt hebben. De Katholijken doen hier, gelijk meest
|
||||
meest overal , veel opofferingen voor goede mtizijk,
in enkele kapellen hoorl men ecliter somtijds kcrke lijke woorden ?.ingen op wereldlijke melodien uit ope- ra's van winter, mozart enz, , gelijk men ook wel elders hoort: een schandelijk misbruik der toon- Ivunst , over hetwclk het hier de plaats niet is, uit te weiden.------In de hoofdsynagoge , een voortre£-
lelijk gebouw, hoort men ook van tijd tot tijd goede
solozangers. II Ollli') II EHOIlAKIi
De itatiaanfehc op&ra, welke hier in de eerste plaafs
moet opgenoemd worden, is sedert 1720, en du3 gedu. rende eene geheele eeuw, met onberekenbare kostea staande gehonden, en onder zeer aanzienlijke gunstbe- ■wijzen door eene reeks van zeer befewame mannca bestierd; niettemin heeft zij steeds met ontzaggelijke hindernissen te kampen gehad, en dikwijls dea gehee- len ondergang harer ondernemers na zich gesleept.- De voornaamste oorzaak van dien val is waarschijnlijk daarin gelegen, dat deze ten hoogsle kostbare *n ge- ■waagde inrigting niet, even als in andere rijken, voor rekening van het hot' loopt, noch onder eene voondurendfe direktie, waarvan de meesle leden voor faun leven aangesteld zijn ; maar dat deze opera door partiknlie- ren veor hunne eigene rekening moet oodernomen warden, en dat de endernemer, van den begi-nne at G 3 aan ,
|
|||||
.....- _ 1 ..... i........
|
|||||
( 102 )
a.in, bchalre de gev/onc cntzcttende kosten, ook nog
de processen bestrijden moet, hem door nijd en af- gnnst op den hals geschoven, welke in zulke aanzieii- lijke zaken ten uiterste kostbaar worden. De tegen- woordige ondernemer of eigenaar (proprietor, gelijk hij genoemd -wardt), de heer waters, heei't een zeer belangwekkend tafereel van de hicr bedoelde zwarig- heden en hindernisscn vervaardigd in een klein le londen uitgekomen werkje, onder den litel: a state- ment of matters relative to the lung's Theater, bfj £. WATERS Esq.
Het tegenwoordige gebouw der italiaansche opera,
Iietwe]k opgerigl is, nadat het vorige in 1789 afgebrand was, is een der grootsten en best ingerigten, welke men kent , en mnnt rooral door zijne akustisclie bouw- prde nit, daar men ook op die plaatsen, welke het ■verst van het tooneel verwijderd zijn, iederen toon $yen zoo duidelijk hooren kan, als in cene koncert- zaal. Onder de zangers telde men altijd ecnige der leroemdsten; zoo lang echter mevrouw caiaiaji te Xonden geengageerd was , kon men, nit hoofde der looge bezolding dezer zangeres, niet zoo veel andere zangers van naam engageren, als van te voren, zoo dat de uitvoering van moeijelijke veelstemmige stuk- Sten toen ter tijd niet naar wensch konde gelnkken. Jtlaav in 1817 was de opera zoo voortreffelijk bezet, tUt MOSAB^.'* Dom Giovanni keurig uitgevoerd werd
|
||||
C i°3 )
■werJ. De navolgende opera's Wtrdcn eveneens voor-
treffelijk gegeven, als: Griselda en Agnese van pin, la inolinara van PAESietLj), le none di Figaro, Cost, fan tcitte en la Ctemenza di Tito van HOiiBi. De hoofdrollen werden gezongen door ue dames en- p o n e s e en f o d o b , en door de hceren a m b a o g e t» 11, CBEVELii en SAX si. Het orkest is gemeenlijk niet alleen sterk , maar 00k met zeer bekwame meeslers bezet; lerwijl de heer weichsel (een hroeder van de beroemde en beruchtc zangeres tit" linotoh), wiens virtuositeit op de viool genoeg- zaam bekend is , het orkest dirigeerde. Voorts telde het orkest nog 18 violen , 4 alten , 4 violon- eels, 5 contrabasOn, 2 iluiten, 2 oboen, 2 klarinet- ten, 2 hoorns, 2 fagotten, a trompetten en pan- ken. In de twee volgeade jaren via* de oper* even zoo goed ingerigt. Uit alles, wat wij hier van de italjaansche opera
gezegd hebben, zal de lezer ligtelijk het besluit lain- nen opmaken, hoe jammer het is, dat eene ondern ruing" van zoo veel aanbelang niet onder een en ket- zelfde voortdurende bestuur staat, en niet een of twee bekwame kapelmeastcrs en koncertmeesters aan het lioofd heeft, vvelke voorzeker veel beter voor de za« menwerking van alle middelen en voor eene volmaak- tere uitvoering zorgen zouden, dan men van ecnen di- rekfeur verwaehtcn kan, die slechts voor cenen tijdl aan-
|
||||
( i©4 )
aangesteld is, en niet gaarne gevaar loopt, zick het
prkest tot vijand le maken. In de tweede plants komen hier in aanmerking twee
tooneelen in het -winter hali'jaar, dat van Cooent-Garden en dat van Druiylane, en ongeveer twaalf andcren, waarvan sommigen ook niel klein zijn, gedurende den zomer. Ofschoon alie rijke en aanzienlijke familien de» winters in de stad wonen, zijn echter de opgenoemde drie hoofdtooneelen loereikende in dat saizoen, dewijl de groote menigte koacerten en assemblers de groote wereld voor cen aanmerkelijk gedeelte terug houdt» om den scbouwliurg zoo dikwijls le bezoeken, als anders wel bet geval zoude zijn. In al de boven genoemde tooneelen wordt in het
Engelsch gcspeeld ; doch ran fijd tut tijd ziet men ook vel eens in het Fransch spelen. Cogent-Garden en Dru- rylane bezitten zeer goede en gedeeltelijk zelfs groote zangers en zangeressen , zoo als mevrouw jb i i l i n s- »on was, en de heer eeaham nog is. Te meer is het dus te beklagen, dat de ondernemer^ er dikwijls Diet genoeg werk van maken, om konjponisien ' te en- gageren, wrier werken op den duur den bijval des publieks behouden moelen. Men -was zelfs vele jarea Jang gewoon, om eene opera door vcrscheidene kun- stenaars te zamen in muzijk te doen brengen, zoo dat ieder van hen niet een. geheel bedrijf, maar slechu Snk.els stukken komponeren moest; eene gewoonte, |
||||
C 105 )
|
|||||
welke natuurlijk, gelijk 00k de dagelijksche ondervin-
ding bewijst, zeer nadeelig raoet zijn voor kunstma- tige eenheid en de goede uitwerking van het geheel, De legenwoordige gezangen voor het tooneel hebben op verre na zoo veel waarde niet, als die, welke voor twintig , devtig en veertig jaren gekomponeerd zijn. Het orkest vau deze tooneelen is 00k sterk en vrij
goed bezet ; niaar de vevmindering der bczoldingen, ■welke veeleer, naar den maatstaf vau de klimmende prijzen van alle dingen, 00k hoogvr moesten gezet worden, lieeft ten gevolge, dat sommige der beste leden hetzelve verlaten. Tie sedert eenige jaren te Londen opgerigte engelsc.be
opera kan misschien metlertijd voortreffelijk worden; maar in dit oogenbiik is zij nog niet van dien aard, dai zij eene aanzienlijke plaats onder de tooneelen zou- de kunnen bckleeden, en het orkest is 00k nog niet zoo sterk en uitgezocht, als het wel behoorde te zijn. Wat de everige tooneelen betreft, is het voldoende a an te merken , dat, ol'schoon zij dikwijls voorzien zijn van zeer goede zangers en van een toereikcnd orkest, zij echter, uit een muzijkaal oogpunt be-> schouwd, de hoofdtooneelen niet evenaren kunnen. DEPRQFESSOBATEN IK DE TOOHKUNST.
Ten bewijze van de hooge achting, welke men in
Engeland v»a oudsher voor grondige muzijkale kun- G 5 dig-
|
|||||
C 106 )
digheden gehad heeft, strekt nog het ambt van hoog-
leeraar der toonkunst aan de beide hoogesclioien van Oxford en Cambridge, alwaar ook de -waardigheden van baccalaureus en doctor der niuzijk verlecnd wor- den. De hoogleeraren zijn gehouden, op de daartoe bepaalde tijden, terms genaamd , voorlezingen te liou- 4en, en voorts hun oordeel nit te spreken over de stukken, welke de candidaten tot de waardiglieid van baccalaureus of doctor komponeren en in het bijzijn der hoogeschoo] rooeten doen uitvoeren. Sedert lan- gen tijd scliijnen er geene eigenlijke studenten in de muzijk op de hoogesclioien aauwezig te zijn, zoo dat de lieeren professorcn juist nie.t zeer vele bezigliedcn hebben. De tegenwoerdige hoogleeraar der- toonkunst te Oxford is Dr. chotch, welke reeds in zijn zeven- de en aclitste jaar om zijne rouzijkale talenten zoo berocnid was, dat Dr. edikei eene bijzondere ver- handeling over hem schreef. Hij woont sedert ver- scheiden jaren te Londen, een bewijs, dat ambtsbe- zigheden zijne onafgebrokene legenwoordigheid te Ox- ford niet vereischen. Hij lioudt ook muzijkale voor- lezingen te Londen, voorheen in de Royal Institution en nadcrliand in A* Surrey Institution, beide instel- lin°en bij inteekening, waar voorlezingen over ver<- echillende nuttige wetenschappelijke takken geliouden worden, -waar de inteekenarea ook dagelijks alle dag- bladen en tijdschriften lezen kunnen en het gebruik |
||||
|
|||||||||
1 A.
|
|||||||||
C 107 )
|
|||||||||
i !
|
|||||||||
hehben van eene aanzienlijke boekerij. Daar echter
sij , die niet ingeteekend hebben, niet dan met i»i>- zonder verlof tot deze bijeenkomsten toegelaten wor-» den, en de meeste inteckenareu geene wetenf chappelijk beschaafde toonkunslenaars zijn, zoo kuiinen de hier bedoelde voorlezingen niet zoo Ted nut stichten, als anders wel mogelijk was , en zelfs de korte inhouA dier voorlezingen (syllabus), welke gedrukt uitgegeven wordt , komt zelden in handen van anderen, dan in« teekenaren. ------ De tegenwoj#rdige hoogleeraar dee
muzijk te Cambridge is Dr. hagse, -welke aldaar
woonachtig is. Een derde werkdijk professorsat der toonkunst is
in Londen zelf, aan hct zoogenaamd Gresham-College; dit professoract is ccbter sedert Tele jaren niet veel meer, dan e<>,ne cig°nlijke prebende. Om echter den hoogleeraar eenige eer te bevn'jzen, of om hem te plagen, vereenigt zich somtijds -wel eens het, tot het houden der voorlezingen vereischte, aantal kunstlief. hebbers, welke een oogenblik voor den tijd binnen- trcden, na welken de professor niet behoeft te wach« ten, en dan lioudt hij een uur collegie. De tegen- woordige hoogleeraar is de heer «iitiis, een ach- tingwaardige kunstenaar en organist bij de Charter- bouserkerk. Wonderlijk is bet, dat dit professoraat niet dan aan een angehuwd man mag opgedragen wor- den; daar ecbter niet voorgeschreven is , dat hij oa- ge-
|
|||||||||
( 108 )
gehuv/d blijven rooet, hetgeen toch waarachijnlijk de
bedoeling dier verordening medebrengt, zoo tan hij na de aanvaarding van zijn ambt in het liuwelijk Ire- dea , wanneer liij verkiest. Behalve de opgenoemde voorlezingen hebben toot
weinige jaren Dr. callcott, Dr. kbmp en de heer Samuel tisiii, ieder mwr dan eenen cursus gehouden. Zij hadden eveneens in de reeds gemelde of in soortgelijke Institutions plaats . en voor het nut , dat zij hadden kunnen stichten, was het even nadee- lig, als bij Dr. cioich, dat zij niet voor weten schappelijk beschaafde kunstenaars geliouden en van daar sleclits weinig hekend geworden zijn. Zoo veel zij voor ditmaal genoeg, daar het,
naar vrij obs vleijen, vooreerst voldoende zal zijn ter bereiking van het doel, dat -wij ons daarmede yoorgesteld en boven opengelegd hebben. In een volgend nummer zullen wij nog eenige ophelde- ringen geven over de private muzijk, over de Tolksmuzijk, over eenige der veornaainste kun- stenaars en bonne werken, en nieer onderwerpes van algemeen belang. li ill.
|
||||
C 109 )
ill Din ltDAIlltli
Mij hoogst vereerd vindende, Mijn Heer! dat Gij
in uw geacht lijdschrift wel eene plaats hebt gelieven tc verleenen aan de ktcine bijdragen , -welke ik ran tijd tot tijd, uit verschillende duitsche schriften in onze taal overgebragt, aan UWEd. heb , toegezonden;, en welke, naar ik hoop, UWEd. zullen hebben doen zien , dat ik gaarne, zoo veel mijne geringe krachten gedoogen, Let doel , dat Gij U met de uitgave van u\y journaal voorstelt, -wil trachten te bevovderen; neem ik vrederom de vrijheid , UWEd. te verzoeken in uyr tijdschrift te willen inlasschen de navolgende gedach- ten van den kapelmeester johahnes ibeislei, ■wiens verhaal van zijne muiijkale pijnbank, geplaalst , in den eersten jaargang des Amphions, mij dien ge- voelvollen man zoodanig heeft leeren hoogachteji en lief hebben, dat ik niet heb gerust, voor en aleer ik alles , wat de geeslrijkc hoffmabn van hem heeft in het licht gegeven, gelezen, herlezen en schier van buiten geleerd had. De gedachten, die ik tlians aan uwe lezers wensch medegedeeld te zien , zijn even zoo treffend , als leerrijk , en uit dien hoofde hoop ik, dat Gij niet zuil vcrfmaden den arbeid der vertaling van Uwen bestendigen lezer |
|||||
LOS-
|
|||||
C no )
I O S S E GEDACHTEN r
VAN JOHANNES KREISLER.
Er werd veel getwist over den Builsehen JO H Ann
Sebastian each en over de oude Italiaanaclie komponisrtn, en de partijen konden het maar in het geheel niet eens warden, wien de voorkeur toekwame. Teen zeide naijn geestrijke vriend: ,, de muzijk van ,, Sebastian bach staat in dezelfde verhouding tot die der oude Ilalianen, als de Munster le Straats- burg tot de St. Pieterskerk te Rome." Hoe diep ben ik doordrongen van de -waarheid en
levcndigheid van dit beeld! ------ Het stoule, wonder- fcare en remantisclie gebouw van den Munster te
Straatsburg met al zijne phantaslische vcrsieringen, die kunstrijk tot cen geheel inecnfmeltcn, zie ik, in -bach's achtstemmige Motetten, zich met fierheid en
roajesteit tot de weiken verlieffen , en zoo ontwaar ik, in de vronte gezangen van beneyoli of linn, de auivere en grootsche verhoudingen Jer St. Pieterskerk, Welke verhoudingen zelfs de grootste massa afnieet- baar maken en het gemoed verheffen, terwijl zij Let met heiligen eerbied vervullen. Niet }uist in den droom, maar onder het inslapen,
en vooral wanneer ik veel muzijk getoovd heh, vinde ik
|
||||
C «* .)
ik overeenkomst tnsschan de kleuren, tie toonen en
de geuren. Htt komt mij voor, dat alle drie op dezelf- de gebeimEinnige wijze door lichlstralen te voorschijn geroepen worden, en zich dan tot een wonderbaar kon- cert zamen vereenigen nioeten* De geur der don- kerroode angelier -werbt op mij met eene zonderlinge, betooverende magt; onwillekeurig val ik in eenen droomachtigen toestand en dan hoor ik, als van een' verren afstand , de zwellende en zaclit weder wegsmel- lende lage toonen van het bassethoorn. Er zijn oogenblikken, voornamelijk "wanneer ik veel
in de werken van den grooten sebastiaah bach gelezen heb, dat de muzijkale verhoudingen dcr cijfers, ja zelfs de mystieke regelen van den kontrapunt mij inwendig eene siddering aanjagen. ------- O muzijk!
met eene geheimzinnige huivering, ja met ijzing spreek
ik uwen naam nit! van U , gij in toonen uitgesprokene Sanskritta der natuur! De ongewijde kweelt ze ha, die toonen, met kinderachtige klanken ; de naboolscn- Ae hciligschendcr gaat onder in zijnen eigenen hoon ! Groote dichters en kunstenaars zijn ook voof de be-
risping van ondergcschikte verstanden gevoelig; zij laten zich zoo gaarne prijzen, op de handen dragen , liel'kozen. Maar gclooft gij daarom, o menscben, dat.
|
||||
C «a )
|
|||||||
dat die zelfde vooringenomenheid met zicfc zelvett, welke
u zoo dikwijls verblindt, zoude kunncn huisvesten in de ziel der hoogere geesten? O neen! maar ieder vriendelijk woord, iadere welwillende belang- stelling brengt de inwendige stem tot bedaren , welke den kunstenaar onophoudelijk toeroept: o hoe ]aag is Uwe vlugt nog; hoe zeer nog verlamd door de kracht van het aardsche! klap uwe wieken met magt en verhef U met geweld tot aan de schitterende gestarn- ten des hemels !" En, aangespoord door deze stemme , dwaalt de kunstenaar dikwijls in het ronde, en kan net land, waar hij «en tehuiskomen heeft, niet we- der vinden , tot dat zijne vrienden hem toeroepen eB hij aldus weder in het regte spoor geleid wordt. |
|||||||
Wanneer ik in forkji's musikalische Bibliothek
de gemeene, sinaadvoile beoordeeling van cLtct'i Iphigenia in Aulis leze, -wordt mijn gemoed door de Eonderlingste gewaarwordingen ontroerd. Moet de groote lieerlijke man , ■wanneer hij dat ongerijnide ge~ babbellas, niet doordrongen geweest zijn van hetztlfde onaangename gevoel, als iemand , die, in eenen scboo^ nen tuin, tusschen bloemen en bloesems been en we<*r wandelende, van schreeuwende , bassende ket'fertjes aangerand wordt, welke, zondcr licm eenig, zelfs niet het minste kwaad te kunnen aandoen , hem evenwcl on-
|
|||||||
\
|
||||||
C "3 )
|
||||||
iinverdraaglijk lastig zijn. Maar, gelijk men na e>ne
hcvochtene overwinning gaarne hoort spreken van dft moeijelijke omstandigheden en de gevaren, die haa# voorafgegaan zijn > juist omdat zij den glans der zegcpraal nog verhoogen, zoo ook is het verheffend voor ziel en geest , de gedrochten te beschouwen , Over welke de genie hare zegevaan zwaait, zoo dat zij orokomen in hunnc eigene schande! Weest getroost, gij, wier grootheid door de ligtzinnigheid en de onregtvaardigheid van den geest des tijds niet er- kend, ihaar onderdrukt wordt! gij kunt op eene on- twi.jfelbarc zegepraal rekenen , en die is eeuwig, terwijl de vermoeijenissen des strijds U slechts voor eeae koi'le poos aangetast liebbeu! Men spreekt zoo veel van de geestverrukking, tot
vrelke de kiiustcnaars zich door het genot van geest- rijke dranken, als met geweld , verheffen, en men noemt zelfs toonkunstenaars en dicbters, welke niet an- ders, dan op die wijze , zouden hebben kunnen werken, (De kunstschilders zijn, zoo veel ik -weet, bewaard gebleven voor dit verwijt). ik geloof niet aan de waarheid van dat gezegde ; maar zeker is het nielle- min, dat , -wanneer men zich in die gnnstige stem- ming, ik zoude wel zeggen willen, onder die gnnstige comlellatie bevindt, dat de geest van het broeijtn over- .- . H gaat |
||||||
< 114 )
gaat tot bet scheppcn, een gccslrijke dronk den leven-
digen omloop der gedachten bevordert. Het if juist geen edel beeld, maar de verbeeldingskracht komt mij voor als een molenrad, lietwelk door den aan- iwellendcn stroom sneller gedreven wordt: de mensch §iet er wijn op , en he I binnenwerk beweegt zich nellor! ------ Het is toch inderdaad heerlijk , dat eene
edcle vruclit het geheim in zich bevat , on op eene
wonderbaarlijke wijze over den nicnscbelijken geest in
Bijne eigendommelijksle klanken te kunnen heerschen.■
Wat in dil oogenblik in het glas voor mij wasemt,
is die' drank, wclke nog, (even als een gclieimzinnige
vreemdeling, die, om onbekend te blijven, telkens van
naam verandert), geene algemeen gangbare benaming
heeft, en aldus gcmaakt wordt, wanneer men cognac-
quebrandewijn, tarn of arak dntsteekt en er broodsuiker,
in een' klomp gelegd op een paar vorken of andere soort-
ge.'ijke dingen, in druipen laat. De bereiding en het
jnatige genot van dezen drank heeft voor mij iets
"weldadit's en vervrolijkends, Als de vlam zoo fonkeleni
»aar boven schiet , zie ik, hoe de Salamanders er
gloeijend en vuurspuwend uitvliegen en met de Aard-
geeslen kampen , die in den suiker wonen. Deze hou-
den zich dapper; zij knitteren in gele lichtstofjes
door de vijanden henen, maar de magt van dezen is hen
te groot; zij zinken sissend en knarsend naar onder;
de Watergeestea verheffen zich krinkelend in den wasem
naar
|
||||
r
C "5 )
naar boven en onivlugten, terwijl de Aardgecstea <£&
uitgepulle Salamanders naar beheden trekken en in hum eigen rijk vcrteren ; maar ook zij vergaan en stoute, nieuw geborene genietjes springen in glocijertS rood in de hoogte , en wat "de Salamander en de Aard- geest, te niet gaande in den strijd , geboren hebben , heeft den gloed van den Salamander en de duurzame kracht van den Aardgeest. lndien hel -waarlijk heilzaam is, om opbet inwendige
*ad der verbeeldingskracht geestrijke vochten te gie-» ten (en *k zoude het toch wel denken, de-wijl de kunsle*. Iiaar daardoor, behalve den sneljeren omloop der ge- dachten, eene zekere welgemoedheid, ja zelfs eene ze. kere vrolijkheid verkrijgt, die het werTcen ligt maakt) , indien het dan waarlijk heilzaam is, dan zoude men zekere grondbeginselen kunnen vaststellen betrekkelijk het gebruik derudranken. Zoo zoude ik, bij voorbeel'd, onder het komponeren van kerkeiijke muzijfc ouden Kijnsclien en Franz-wijn aanraden , voor ernstige ope- ra's zeer fijnen Bourgonjewijn , voor de komieke opera Champagne, en voor Canzonelten vurige italiaansche ■wijnen; terwijl onder eenen hoogst romantischen ar-" bcid, zoo als de Bon Juan, eon matig gins van den boven bedoelden drank, dien de Salamander en de Aardgeest ver\vekt hebben , heilzaam zijn moet. ■ Intusschen laat ik elks bijzondcre mcening daaromtrent
onaan^elast , en \ inde sleclits nog noodzalelijk vobv1 H a lnij
|
|||||
.
|
|||||
C 116 )
|
|||||
*taij zelven stUletjes aan tc merken, dat de geest, die,
nit licht en onderaardsch vuur geboren, den mensch met zoo veel stoutbcid helieersclit, zeer gevaarlijk is, en dat men op zijne vriendelijkheid niet te reel ver- Irouwen mag , daar hij spoedig van aard verandert en , an plaats van een1 -weldoenden vriend , een vreesselijke tiran wordt. / - ,
In geene kunst is de theorie onbeduidender en on-
toereikender, dan in de toonkunst. De regels van den Contrapunt hebben natuurlijk alleen bctrekking op de harmonische bouworde en een naar die regels goed geschreven muzijkstuk staat gelijk met de leekening , ■welke de kunslschil<!er naauwkeurig naar de bepaalde regelen van evenredigheid onfworpen heeft. IVJaaf wat liet koloriet betreft, de instrumentatie, staat de toon- liunstvuaar geheel alleen en van alle zijden verlaten. Het is reeds bloot uit boofde van de onberekenbare verschei- denbeid der muzijkale volzinnen onmogelijk, ecrien en- Xelen regel op te stellen; evenwel kan men, oiadersieund door eene levendige en door ervaring gelonlerde ver- beeldingskraclit , aanwijzingen doen , en deze cyklisch vereenigd zoude ik my stick der instrumenten noemen. De kunst, om ter behooriijke piaats mi eens met het voile orkest, dan eens met enkele instrumenten te werken, is het muzijkale pcrspektief; gelijk dan ook de.
|
|||||
►
|
|||||
C "7 5
de muzijk de uildrukking toon , vvclke de scliilderkunst
van haar onlleend lieeft , terug eischen en van toon- aard onderscheiden tan. In den tweeden hoogeren zin zoude dan de toon van een stuk zijn het diepere karakter, helwelk door de bijzondere behandeling des gezangs en de begeleiding der zich aan hetzelve aaaleu- nende iiguren eu melismen, ontwikkeld wprdt. |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
&J$
|
|||||||||||||
H 3
|
|||||||||||||
Mas.
|
|||||||||||||
( n8 )
MRS. S A L M O N(i3). Zelden heeft men eene zangeres gevonden, welke ia
zulk eene mate het vermogen bezat, om zoo algemeep te voldoen, als deze Ladij, zonder dat zij juist kan gezegd worden, hevigc gemoedsaandoeningen gaande te maken en daardoor bij hare toehoorders innige deel- neming en geestdrift op te wekken. Aan dit vciTnogen heeft zij te danken, dat zij eenen aanzienlijken r?aig hekleedt onder onze eerste koncertzangeressen. Zij behoort ontegenzeggelijk tot diegene , welke een ge- mengd publiek het meest behagen, ofschoon eene naauwkeurige ontleding van hare hoedanigheden mis- schien zotide doen denken , dat de gestrenge kritiek haar die vermogens ontzegt, welke men met met stil- zwijgen kan voorbijgaan , of men doet haar talent voovkomen als geheel verstoken van vercischten, die Bood-
|
||||||
(»3) Dit berigt over eene Engclscbe zangeres, welke,
schoon zij niet onder de eigenlijk groove zangeressen kan gerangschikt worden, echter hoogst belang- wekkend is, hehben wij overgenomen uit de musical magazine and review, vol. II. no. VI, pag, io5, deels als eene proeve van de wijze, op welke de Engelschen in de kritiek te werk gaan, deels ook als een bewijs, dat Engeland zich op talen'en van rang kan beroemen. Wij zijn in de vertaling het oorspronkelijke^
eoo veel mogelijk , naar den letter gevolgd. SE RED,
|
||||||
C up )
noodzakelijk gevorderd worden, om een* zanger die
eervolle bnderscheiding te doen verwerven, welbe Mrs. s A L in o k geniet. Gelukkig evenwel voor het ver« trouwen op onze onpartijdlghcid, dat er weinigea zijn, aan wien haar betooverend talent onbekend is, «laar het zoo algemeen heroemd is geworden, dat er, zoo wij meenen , bijna geene muzijkale bijcen- komst van eenig belang in eene der provincie'n plaats heeft , aan welke Blrs. salmon nict -wordt verzocht, deel te nemen. Dit heeft scdert eenigen tijd plaatS gehad en dus kan bet Engelsch publiek voorondersteld ■worden met hare verdiensten algemeen bekend te zijn. Velen hebben de meening aangenomen, dat eene bijzondere bewerktniging, als 't ware, erfeiijk is, o£ dat zij ten minste verschillende takkcn van een' ea denzelfden famiiieslam ten deel valt, en wij kennea een' zeer waardigen geneesheer , die, slellig beweerd heeft, dat een kind van iets meer dan een jaar, ■wiens vader en greotvader eene bijzonder fraaije ea voile stem hadden, dezelfde eigenschap zou bezitten. Mrs. salmom belioort tot eene familie, vvclke be- ror.md is vvegens hare muzijkale verniogens , zoo wel in Uet algemeen, als met belrekking tot den zang de mahons van Oxford. Hare moeder, met name si v *- bat, was eene zuster van de btroemde Miss mahok, thans echtgenoote van Dr. vf A n T o H , bestierder der school te Winchester, en ook van Mrs. Almost «>a H 4 Mis,
|
||||
C 120 )
Mrs. secokb, beide zangeressen van beroep, o»
liare schoone stemmen mei-kwaardig. Mrs. salmon's eerste meester was Mr. jobs ashl£y; rnaar tijd, oefening en opmerkzaamheid schijnen hare bekwaamste. Jeermeesters geweest te zijn. Met alle hare verkrege-r Re lioedanigheden kan zij zekerlijk met regt gczegd ■worden, lot geene school te behooren. Zij zingt En~ gelsch en Italiaansch met even schitteiende stem en evenveel gemakkclijkheid, en dit zijn de twee kentee- kenen, die iedereen de uitwerkiugen van hare kunst doen ondersclieiden. Mrs, salmoh's i.ntonatie is over het algemeen
Beer zuiver, ofschoon men wil beweren, dat zij som- tijds hoogcr wordt en wel bijzond<>r dan , wanneer zij met tnansstemroen medezingt ; eene bewering even- wel. welke nooil door eene onzer eigene opmerkingen is bewaarbeid geworden; wlj hebben, integendeel, de ongewone jnislheid van haren zang opgemerkt, zelfs als zij met eene erge onpasselijkheid te worstelen had, gelijk het geval was gedurende haar engagement bij de koncerten voor oude muzjjk in de lente van het vorige jaar. Inderdaad, wij schrijven de verwonderlijk schitte-
*ende uitwerking van haren zang bijna niet minder aan deze hoedanigheid toe, dan aan andere wezenlijke eigenschappen. Het is trouwcns zeer merkwaardig, dat eene zangeres deze mecr schitterende uitwerking teweeg
i
|
||||
( 121 )
leweeg brengt door eene intonatie, welke niet vol-
slrekt zuiver is, maar eenigzins 1ol scherpheid (meer- dere hoogte) overhelt, zondcr eclitev zoo zeer van da eigculijk vereisclite hoogte af te v/ijken, dat men deze niet duidelijk zoude kunnen onderscheiden. Op eene gelijke ondervinding rust de bekende neiging der in- slrumentale toonkunstenaars, om telkens liet aangeno- mene standpunt ran stemming te verhoogen. Wat aangaat lie t cermogen, om den rtgten geest if art
ten muzijhstuk te vatlen, streeft Mrs. salmon naar vreinig ir.ecr, dan naar datgene, wal de natuttr in hare eenvoudigste zangwijzen gewoon is te leggen. Zij ?ingt nooit theatraal en is dan ook te dezen opzigte zel~ den treffend. Zij is tevreden , wanneer zij behaagt door kunstmiddelen , welke nicer bepaaldelijk indruk maken op duizenden van toehoovders , wcinig gevaar loopen, door de kritiek aangerand te worden en door geene oneigene bijvoegselen verdoukerd, maar zuiver en ge- hcel der stem eigen zijn. In den toon harer stem ligt de wellust, dien men gevoelt met haar te hooren; waarlijk wellust is het regie woord ! Hare stem bezit gcenen buitengewonen omyang, noch bijzondere vol- haid, en ofschoon dezelve meer tot de fijne , dan tot de prachtige soort van slemmen behoort, gclijkt zij evenwel naar geene der andere stemmen, die vri; ona herinneren, gehoord te hebben, maar komt misschien het naast bij deu toon der harmonika, zoo yrij ons H 5 dat
|
||||
( 122 )
dat geluid een weinig vcrdund en rerfijnd verheelden.
Waar," dus lecst men in het verhaal van een mu- zijkaal feest, gehouden in eene stad, welke uitmunt door den goeden smaak barer inwoners voor dc mu- zijk, ,, waar zullen wij woorden vinden , on een juist denkbeeld te geven van de tooveres , welke de ziel ver- lukt door eene zoo effene, wee'rgalmende, schitterende en zoo bekoorlijke stem, dat wij naauv/elijks in staat blijven, om iets anders te verlangen, dan het genoe- gen, hetwelk reeds alleen het enkele geluid harer stem ons doet genieten. Van alle zangeressen, die wij ge- hoord hebben, ontwapent Mrs. salmok de gestreng- heid der kritiek het spoedigst en het gelukkigst. Hare stem verrukt het oor , gelijk het eerste lentegroen het oog bekoort, gelijk de geur der uitgezochlsta bloemen de reuk verkwikt en gelijk de keurigste en edelste wij- nen den smaak hoogstaangenaam prikkelen. Verre van ciiinji in volheid van stem, vermogen en kracht van uitvoering, wekt zij evenwel niet minder verwon- dering, dan deze, door de verbazende gemakkelijkheid , snelheid en duidelijkheid , met welke zij de voortref- felijksl gedachte en nog voorlreffelijker ten uitvoev gebragte versicringcn aanbrengt. Zij bezit, vrel is ivaar, geene prachtige stem, noch breede voordragt; jnaar men hoort haar en vergeet, dat ook die groote eigenschappcn vereischten van den zaDg kunnen zijn., Haie intonatie is zoo cchoou en hare manier ran |
||||
C 123 )
passages te makcn, zoo buitengewoon fraai ~ zij veiv
deelt de nuancen van sterkte en zachtheid met zoo vcel kuusl, dat zij daardoor noodzakelijke vereischlen van gcheel anderen aard vergoedt. Heeft Mrs. salmon eene imponerende waardigheid
in hare voordragt? Neen! Heeft zij eene fijnbe- schaafde uitspraak? ------ Neen! Zingt zij met weg-
skper.de hartstogtelijkheid ? Neen! ------ Heeft zij
iets uitstekends in vuur, kracht, gevoel of uildruk-
king ? Wij moeten al wederom neen zeggen. Wat heeft zij dan ? Eene namelooze looverkracht, om alle onze zinnen in slaap te wiegen, maav niet het gevoel van de zoete verrukking , tot welke hare stem ons opvoert. O wclk een stem ! ■. . 'tis meer dan menschlijk, wat men
(hoort!
Dit zi jn geen toonen , die van aardsche lippen stroomen I Geen maagdenzang ! Neen , 't is gewijd akkoord, Hetwelk uit Eden schijnt te komen! 'tis reine hemeUlucht! 't Is louter Englenzang een Serafijne-zucht De taal dcr Hemellingen,
Die voor den hoogsten troon het hoogste loflied zingen! Wij
|
|||||
£i4) Deze vertaling zijn wij aan een' onzer vrienden.
verschuldigd ; het oorspronkelijke luidt aldus : ,,And then her voice, 'tis more than human, », Never till now had it been giv'n ,
To lips- of any mortal woman, To utter notes so fresh from heav'n ;
,, Sweet as the breath of angel sighs, MWhen angel sighs are most divinev" |
|||||
C 124 )
Wij zijn geheel en al van hetzelfde gevoelen. Mrs.
iaimou bezit geen bijzonder vermogen ran bevatting,, noch erne uitslekende voordragt, en evenmin is hare uitspraak, ofschoon juist niet gebrekkig, buitengemeen bcscnaafil. En tocll zal niemand, die baar lioort, het gemis van deze voorname vereiscbten beklagen. Te regt zeggen dus de Italianen, dat de zanger, die eene fraaije stem hceft, gg van de 100 noodzakelijk gevorderde eigenschappen bezit. Kunde is niet geraakkelijk le omschrijven, indien
wij cr eene bepaiing van wilden geven len opzigte van den zang. Zij wordt maar al te gewoonlijk genomen in eenen zin, die alleen slaat op liet bijvoegen van versierselen- Mrs. salmon is bijzonder' begaafd te dezen opzigte. De buigzaamheid van hare stem is zoo buitengemeen, dat zij noten en passages inlascht, waar het onmogelijk schijnt, en zij komt bet rooeijelij- ke te boven met eene vlugheid, welke zich door nicts laat. stuiten. Hare verbeeldingskracbt is stout en nogtans teeder,,
▼ruchtbaar en weelderig. Zelfs wanneer zij gecne bovenmatige waardigheid van stijl of voordragt scbijn* te wiilen vertoonen , maar dezeifde zoetvloeijende en gelijkvormige manier behoudt , strijden hare vlugge passages nooit met de hooge vorderingen der kunst De aanminnigheden van haren zang komen tot on« even als het bekoorlijk sclioon, hetweik de natuur meestal on-
|
||||
C »5 >
|
|||||
wnwillekeurig, kunsteloos en als van zelve aatibiedt,
Zij lagchen ons toe, even als de bloemen in de lente die onzen weg versieren, onze zinnen bekoren en be- tooveren, en alle andere gedachten verwijderen , be- halve die aan haren oorsprong, en aan het gevoel en de hetuiging van dankbaayheid. Hare voordragt past vol- komen bij den aard harer stem; doch zij verschilt evenwel in soort wezenlijk van die van alle zangeres- sen , welke wij ons kusnen te binnen brengen , en dit ■ondersclieid , in deszelfs uitwerkselen beschouvvd , lunnen wij niet anders beschrijven , dan als meet tot de natuur, dan tot de kunst te behooren. De voordragt van mara, billinstoh en zelfs van catalahi liet 5eis meikeu van de langdurige oefening en de grobte moeite , die bet haar gekost bad, om dien trap van volmaaktbeid te bereiken. Deze zange- ressen (vooral mara) schenen als met afgemetene gtudie te zingen (to sing from the chest) en groote spierkrachten aan te wenden in de uitvoering en de duidelijke artikulatie van de onderscheidene deelen van het zangstuk zelf of ook van de passages, die zij er tusschen voegden. De voordragt van Mrs. s a B m o w daarentcgen schijnt, even als de vogelenzang, zoo gemakkelijk te gaan, dat de toehoorder haar geheel aan de natuur toesshrijft. Zij schijnt mcer het- geen
|
|||||
%een men in eenen gemeenzamen stijl eene gaire
noernt, dan de werking van eenige kunstige behande- ling. Zij schijnt geheel en al voort te komen nit de organen der keel en in de snelste, gcrektste en moeije> lijkste muzijkale zinnen ontdekt men even weinig blijken van inspanning, als indie van de oenvoudigste en nicest gcwonezamenstelling. De keus van hare versieringen heeft ook zeer weinig gemeens met die van hare voorgangers. Het bekoorlijke, snelle en schitterende harer wijze van nitroering is verwonderlijk en wordt voorzeker niet door de vaardigste , liefelijkste en duidelijkste yjoolspelers van onzen tijd overtroffen. Hieruit blijkt ten klaarste, dat hare talenten bij
uitstek geschikt zijn tot het voordragen van zangstuk- len, die eene groote vaardigheid vereischen , en in dozen munt zij bijzonder uit, onvcrschillig , tot welk eene school zij gehragt kunnen worden. From migh- ty kings he took the spoil,'1'' uit HitNDEi's Judas Mac- cabeus, zingt zij met zulk eene vaardigheid,, juistheid en gemakkelijkheid, dat het niet minder verwonderlijk, dan schoon is. Variation op liederen, als bij voor- beekl , my lodging is on the cold ground leveren het volkomenste genoegen op, dat men immer van fijnheid en gemakkelijkheid van uitvoering en versiering ver- wacliten kan, welke mogelijk nog meer uitkomen , wanneer zij in tegenoverstelling gebragt worden met cen enkel obligaat instrument; en met zulk atkompag- |
||||
( is; )
moment te zingen, heeft deze Ladij zecr dikwijls voor
gewoonte gehad. Duidelijkheid, sclioonheid, snelheid, bescliaving, vinding en smaak zijn haar cigen , en hier- mcde vereenigt zij zoo volmaakt lietgeen het oor verrukt, zonder het oordeel te beleedigen, dat zij in eenen rang gesteld moet worden, verre verlievei» horen dien, welke gewoonlijk toegekend wordt aan ta- lenten, wier voortreffelijkheid men eerder van eenen ■vrerktuinelijken, dan van eenen verstandelijken kant besckouwd heeft. Ofschoon nooit groot, en zelden of nooit zeer ge-
voelvol of treffend, ofschoon nooit eene schatting van toejuiching afpersende door onverwachte, krachtige en ©nwe£rstaanbare aanvallen op de verbeelding of op het liart, is zij niettemin zeker van haar onderwerp. Zij neemt in door zoetheid, liefelijkheid an onder- scheidenheid, door keurige versieringen en door on- ge-wone vlugheid. Zij laat het oordeel vrij, maar ver- ineesterl de zinnen, en deze tooveres van den nieu- ■wen tijd dwingt ons te bekennen, dat zelfs de streng- *te van onze eigene regelen maar al te dikwijls de slaven, zoo niet de slagtoffers van de zinnen zijn. |
|||||||
|
|||||||
BIN-
|
|||||||
( «8 )
JBINNENtANDSCHE BEfclGTEN. OVER BE 'W1NT ER-KOMCEBTEH TE EOTTEEDAM.
Overeenkonistig riiijne gedane belofte, om in dit tijd*
fchrift het een en ander mede te deelen over de alhier gehoudene koncerten , volgt hier het berigt van dezelve. Zij hebben ons, wel is waar, eensdeels door de on- dersteuning en dadelijke medewerking van onze eerste dilettanten en liefhebsters (onder welke wij, gelijk ik reeds vroeger aangemerkt hcb , zeer uitmuntende talenten hezitten , vooral onder de dames), en ten andere ook daardoor, dat onze voornaamste toonkunstenaars ons, trouwens sleclits weinige maim, op hunne talenten ver- gast hebben , zeer veel genoegcn verschaft ; jmaar ik moet echtcr den lezer dringend verzeeken , zijne ver- Wachtingen van onze koncerten, in het begin van den ■winter, niet te hoog te spannen. De eerste koncerten Borden door de dames volstrekt niet bezucht, Waar- om niet? zal menigeon vragen. Het is geen ton! Maar vraarom toch is het geen ton ? Ecne netelige vraag , wier beantwoording ik aan den lezer zelven over* laat: ik altbans -nil het antwoord liefst schuldig blij- ven. Intusschen heeft de afwezigheid d< r dames ten gevolge, dat wij in de eerste koncerten ook haar ge^ zang misfen. Daarenboven onthouden de kunstenaars aelve zich, in de eerste koncerten, ook ecnigzins van |
|||||
i
|
|||||
C 129 )
|
|||||
£e uitvoering van obligate stukken , en deze beide oni-
. fltandigheden zijn de oorzaak, dat ze in den heginne -wait kaal vborkomeh. ------ Na deze kleine voorbereiding
torn ik op de zaak zclve.
Het eersfe koncert levei'de niet vee] bijzondeH op«
Het werd met de nieiiwste, zeer groole en overheerlijk hewerkte Sinfonie in Es dur van a. loiiitie geo- pend i waarop de Ouverture van nossiNl's Tancredd volgde. Deze twee Stukken maakten de eerste afdee- ling nil. In de tweede hoorden wij: I. eene Sinfonie Van AN Dae', Welke San de blaasinstrumentcn Veel te te docn geeft , en ons de gelegenheid aanbood, om d<s aanzienlijke verbeteringen op te mcrken , die dit ge- deelte van het orkeSt door eenige nietiws geengagcerde, knappe meesiers ondergaan heeft. Evenwel kan men Hog niet veel roemcn op eenheid in het ensemble. "Wanneer. de heeren zich eerst wat naanwkeurigci? ZUllen hebben leeren kennen, zal het 00k te dien op- 2igte wel beter worden: het goede gedijt niet op eeti- maal. 2. Hondo, bijgenaamd <i la modi de Paris, voor de viool van a. bombEs*, door den beer n» to was zeer goed uitgevoerd. Ilij Speclde het met veel netheid en geniakkelijkheid. Het eenige, dat op zijn spel aan te merken vial, is, dat een paaf passages, vrelke met kracht en vUttf badden moeteh vrorderi uitgevoerd , sen -weinig te flaatiw voorgedfageri werden. Voor het overigc konde men zeer voordeelige verande- tingen in zijnen toon, zijnen smaak en zijrie vJugheii! I met
|
|||||
t
C 130 )
met den strijkstok -waarnemen. 3. Ouverture uit Circe
en Ulysses van b. sountn. Tweede kuncert. ». De voortreffelijke Sinfonie van
Mozabt in Es dur werd zeer goed uitgevoerd. 2. De Ouverture uit de Zauberflote van vo>il( werd al te lanyzaam ingezet; onwillekeurig echter dreef het vuur, dat in dil meestersluk gloeit, ve^scheiden in- strumnnten aanmerkelijk voorwaarts. Ik moet hier , 200 leed liet mij doet, nog eene aanmerking maken, vvelke zich vooral in deze twee stukken aan roij opge- drongen heeft , hoe jammer liet, namelijk is, dat eene zckere partij van de slrijkinstrumenten , vvelke nog lioogst zwak is, niet -wat mecr steun krijgt. Is de . vijandeiijke aandrang te hevig, dan kunnen eenige je sturke batterijrn , die trimmers asijn, maar niet ge« noegzaam gebruikt worden , mgen liet geweid des vij- ands met goeden irtslag werkzaam zijn. Twecde af- deeling: 1 de bekende , maar toch allijd sclioone Sin- fonie van a. bom be kg, in Es dur, en tot slot eene Ouverture van denzelfden anieur, Op dit koncerl volgde dat van den voortreffelijken
tenoorzanger jnus miileb, liet sieraad der hoog- duitsche Opera te Amsterdam , hetwelk echter niet eoo groolea indiuk maakte, als men -wel, naar de hem vooruit gesnelde faam, had kunnen verwachten. Men moet echler de schuid daarvan hoofdzakelijk lorschrij- ven aan den Sard onzer luclilgesteldheid, welke eene nadeelige verting had op den hecr miileb, en hem eene
|
||||
C 131 3
'eene klcine heeschheid veroorzaakte. In den licgjnne
vooral was zijne stem, welke, naar liet getuigenis van hen, die dezen zanger vroegcr te Amsterdam gelioord hebben , sterk en vol toon is, zeer bedekt, en zij kwam zelfs in het geheel niet lielder nit, hetgeen natirarlijk niet voovdeelig voor hem -was in de eogen van een publiek, dat zoo bijzonder groote verwach- tingen van hem koesterde. . In de slukken, welke hij later in den avond zong , ging het betcr, en het pu- bliek verzoende zich bijna geheel met den zanger ^ bewonderde de doorgaande gelijkheid en de buitenge-1 wone bnigzaamheid zijner stem , en zijne voortreffelij- ke methode en voordragt, waaraan men, als met een opslag van het oog, den beschaafden kunstenaar ia liem erkent. Alleenlijk zoude liet te wenschen zijn , dat de heer kiii.ii een weinig huishoudeHjker met zijne versieringen te vyerk ging. In het algemecn is het waarlijk te hejammeren, dat zoo velen der eerste hedendaagsche zangers en zangeressen de toejuiching des publieks juist, en wel bijzonder, door versieringen zoe- ken te winnen en, dat zij, daar veie toehoorders, fcelaas ! maar al te veel behagen aan dat beeldwerk scheppen, die manier van zingen zoo oumatig overdrijven, dat zij hun gezang, in plaats van het te verfraaijen, ont- sieren. Vooral is dit afscbusvelijk, wanneer zij, het- geen echtcr op den lieer miller volstrekt niet toe- passelijk is, de muzijk zelve niet goed verstaan en I a daar«
|
||||
( i3a )
daardoor hunne versieringen niet ter regler plaatse en
dikwijls tegen de regelen der barmome aanbi-engen. Het koncert van den lieer miller was uit navol-
gende stukken zamengesleld: i. Ouverture van 3. mil- IEe, welke zeer goed bewerkt is, maar er veel bij winnen zoude, indien zij, in plaats van de menigvul- dige al te gewone ide'en, wat rijker war* aan oor- spronkelijke gedacklen. a. Aria nil Achilles van faer, waarlijk eene echte peiza di bravura; jammer eeliter , dat de zanger niet regt meester over zijne stem was, scboon hij dit stuk anders wcl in zijne magt heeft, en daarvan daan kwam Lit, dat men hem kon aan- eien, hoe hinderlijk zijne lieeschkcid hem was, zoo dat juist dit eerste stuk de algemeene tevrcdenbeiil niet verwekte. 3. Koncert voor het piano-forte van ST. n 1 E s , in Es dur , gespeeld door den be«r c. M ti H- IlSlIItli een voorlreffeiijk en zeer origineel ge- echreven muzijksluk, rijk aan liefslijke , en innemende melodieuse plaatsen, zeer scboon bewerkt voor het orkest en daarenboven voor hem, die het uitvoeren tan, zeer dankbaar door hoogst schitlercnde passages. De heer mijhlenfeldt kwam de schier overgroote nioeijelijkheden met g'ans te boven; zijn spel was Zeer vlug en vol nadruk, en hij oogstte den algemeen- *ten bijval in. 4- Polacca van den heer miller zelf: een zeer liefelijk en aangenaam stuk , dat hij veel beter uitveerde, dan de hier boven genoemde Aria, waar- , door
|
||||
( 133 )
door de stemming van hct publiek reel gunstiger voor
hem werd. Tweede afdcelrng* i. Eene tweede Ouver- ture van musi') kompositie, welke ontegenspre- kelijk verre de voorkeur verdient boven de eerste, en eenige regt fraaije gedacbten voor de blaasinsru- menten bevat : een bewijs , rfat de komponist van deze zeer goed partij weet te trekken. Evenwel moet men ook aan dit sink laken, dat hcl zwaar valt, er geheel nieuwe gedacliten in te vinden, en dat sommige ine- dulatien wel wat voorzigtiger hadden kunnen voorbe- rdM worden. a. Cavatina van iikibali, een aller1- licfst zang'lufc, hetwelk even liefelijk voorgedragen werd.. Tronwens dosclite de zanger het rijkelijk met sieraden uit ; maar zij pas fen ook goed voor de Ita- liaansclie mutijk. 3. Variation voor de Unit op lit tiroH'ene ' ran van boom, zondfer bepaalde muzijkale waardij, maar toch heel aardig gcschreven , welk* de jonge iahxii zeer netjes uitvoerde. Hij beeft cenen, aangenamen toon , maar xneer kracht ware hem te vrenscben. Het hooren van uitstekende fluitisten zonde hem zeer natlig zijn en voor de beschaving van zijnen smaak zelfs noodzakelijk. 4- Tot besluit werd der treue Tod, een in Duitschlafld zeer geliefdkoosd lied van den heldhafligcn dichter IB. ioiiib, uitstekend schoon door- den heer milled, gezongen Her ga£ hem ruime gelegenheid1, om bewijzen af te Ieggen van xijne muzijkale kundighedeo, doordien hij telkens bij ieder van de vier couplelten nieuvre- en vrel zeer I 3 fraai-
|
||||
( 134 )
fraaije veranderingen liet liooren. Indien de eevsle
stukken hem, naar evcnredigheid, even goed gclukt warco , dan zoude hij, zonder twijfel, bij ons, gelijk ciders, de volledigste toejuiching van zijne verdiensten ingeoogst hebben. Maar bet mogt ons niet ten deel worden, dozen zanger in den vollen luister zijner stem te booren, en gerolgelijk hem die toejuiching in voile mate toe te zwaaijen. Onze luchtgesteldheid had ook indeidaad minder fel kunnen zijn , terwijl zij nu aan de vrienden des gezangs, wier vcrwacllting zoo hoog ge- Spaaneri was , waai-Iijk eene leeiijkc poets gespeeld heeft. liet koncert -werd tamelijk druk bezoclit en het gezel- scbap was uitgelezrn; zelf$ de dames konden de magt des gezangs niet wederstaan en kwamen in Ti'ij groot aantal op. Derde Zaturdags-koncert. i. Sinfonic van kkom =
steb in D dur. Zeer aangenaam is het mij , te kun- nen verzekeren , dat de blaasinslrumcnten in dit imizijkstuk proeven gaven van aar.zienlijke vorderin- gen. Jammer maar, dat een van hen, en wel cen van die, vveikc in handen van de besten'behooren te zijn, ons somtijds, uit beweeggronden, die men niet wel Tcrmijden kan, te eerbiedigen, in het mineur op dur- ioonen ontliaa't, gelijk zulks in het Adagio van deze Sinfonie het geval was, en anders ook zich soiawijlen, uit .onzekerheid , kleine veranderingen veroorlooft , Welke goede muzijkale ooren juist niet aangenaam yerrassen. . Dat toch iedereen zich zelden beter kende |
||||
C 135 )
|
|||||
en wist te beoordeelen! Zoo nutlig als dit in liet
algemeen zijn zoude, zoo goed zou het hicr in liet bij- tonder wezen. 2. Koncert voor de fagot van siuMpr, door zekcren coppjes gehlazen, . die voor het eerst in het openbaar oplrad , en, daardoor aanvankelijk een weinig bevrecsd seheen te zij,n. Hij verraadt aanleg, maar spel en smaak inoeten nog zeer gelouterd wor- den. In de niiddeltoonen, en 00k in de lagc, is zijn toon goed, en kan nog veel beter worden; maar in de booge toonen zal liet niet zoo gemakkelijk gaan; daar ontbreekt het, hem aan zckerheid , en men hoort te veel gebSaas. Voor het overige is hij lamelijk vlng in passages , en tan, indien hij zicli bevlijtigt, een goede fagollisl worden. 3. Ouverture uit paeb's Sargi.no, , Twcede afdecling: 1. Sinfonie van Hiiis, 2. Aria
nit il matrimonio segretto, door eenen liel'hebber goed gezongen. 3. Ouverture uit Sofonisba van P a e a- Vi'crde koncerl, betwelk door . eenige dames, maar
van, de eerste kunstvriendinnen, met hare iegemvoor- digVieid opgesierd werd. Wij hebben veel hoop, ons op liet vo'gende koneei't over een zeer schitterend ge- zelschap te zullen kunnen verblijdcn, en dat de kon- cerls-n zelve dan in vele opzigten belangrijker zullen -worden. In dit koncert hoorden*"wij dc navojgende (stukken: 1. Huihovis's schoone Sinfonie in C dur. 2. Koncert voor het hoorn, gckomponeerd en g,cbl»zcn door den licer hutscHehbusteb jr. Hi]; 1 4 blie*
' (
|
|||||
C tjff }
blies goed en het schijnt zelfs, dat hij zich meer din
voorheen op goeden toon en smaak in de voordragttoe- Jegt, en het fraaiheid van uitvoering minder in het rooeijclijke zoekt le vinden. Hij volharde in zijne pogingen en hij zal zich met anders, dan wel daarbfj kunnen bevinden. Aan de kompositie van zijn koncert kan men gceue andere beduidende gebreken berispen, dan dat aan zijne gedachten, met uilzondering van eenigen, die heel aardig zijn, meer nieuwkeid van vin- ding toe te wenschen is ; roeer dan eens ontmoet men o-de bekenden. Vit de enkele fraaijc ide'en, die meft in dit koncert aantreft, blijkt e elite r, dat, wanneer hij zich niaar waarHjk moeite gaf, hij wel in staat aoude zijn, een goed muzijksluk te vervaardigen. 3.. Aria uit les maris garpons van unios, welke een. liefhebbe-r zeer goed zong. 4- Onverture van siiuji:. een zoetluidend Adagio , een gedruisch makend Alle- gro , dat even als eene Marsch aanheft, en beide deze. stukken nog eens herhaald ; zie daar de ouvertnre, welke, daar het haar aan kracht en oorspronkelijMieidS onlbreekt, schier dezelfde uitwerking lieeft, als dcze of gene slappe kost zonder specerijen. Tweede afdee- ling. r. Allegro eener Sinfonie van boiaet, 2. Va- riation voov de viool van babicati, geheel in den, smaak van eodi geschreven, welke door een' onzei?- teste liefhebbers voor dit instrument, zeer aardfjj uitgevoerd verden. 4. Duet uit eene fransche opceai V9A ouderen tijd, door twee lijeib.ebb.era gezongen. |
||||
C 137 )
S. Ouverture uit cost fan tulle van mozabt.
Vijfde koncert. 1. Militaire Sinfonie van HATuy.
3. Aria van zingabelli, door eenen liefhebber zeer braaf gezongen. 3. Militair koncert van bosses voor het piano-forte , zeer bevalllg en brillant geschre- ren, en door zekeren heer sea I wane K gespeeld, een jong niensch, die zich albier as piano-uicester ne^rzettcn zal, Hij gaf blijkcn van zeer goeden aan- leg; maar Let onlbreekt liem nog aan vasllieid en ze- kerheid in passages voor beide handen, ats loopen in tertsen , sekston en oktaven. Ook moeten wij hem nog aanspoorcn, om zicb meet op duideiijkheid en reinheid van spel te bevlijtigen, en om zijnen smaak Beer te besctiaven, waar het liem nog aan fijnheid en gladlieid ontbreekt. De vrerken van ivsnc vooral, vereisclien eene teedere en elegante behandeling, welke. men in de voordragt van den lieer schiwanek fe weinig opmerken loude. Wannecr hij deze vvelge- Jneendc les ter harte neemt , en met vlijt en volharding het geko-zene instrument beoefent, dan kah hij altijd als eene regt goede aanwinst voor deze stad beschouwd vvorden. Middelen en vermogen bezit hij, zij vorderen nog reaar oefening en beschaving. 3* Ouvcrturft uit la clochetle ou le diable page, van SJsolli wclke reel gedruisch maakt, maar voor Jiet overige -weinig muzijkale waarilr heeft. In het orkest scheen 00k een booze geest gevaren te zijn, aj- tlians bespeurde men een zeer onaangenaam heun en I 5 ^ye-
|
||||
C 138 )
|
|||||
wedcr waggelen, en tusschcn de violen heerschte de
groolste oneeniglield. Tweede afdeeling. 1. Allegro uit cene Sinfonie van mo z art, in I) dur. z. Aria uit Fenjotvskt'j van baleyrac, met wellse cene lief- hebsler aihicr ons zeer aangenaam verrastc. Reeds in den afgeloopenen winter verschafte zij ons veel genoe- gen door haar aanminnig gezang, en zij had daardoor groote verwachtingen doen geborcn worden, die zij echter tlians zoo vcr overtrof, dat men er algeroeen over vtrbaasd was. Met eene bevallige, zeer inne« mende stem vereenigt zij zeer veel smaak en een fee- der gevoel in de voordragt en daarenboven eene goede methode en groote vlugheid in het uitvoeren van zware passages, De luide en a'grmeene toejuiching, die haar ten deel viel, moge haar ten bewijze ver. slrckken van de hoogachting, welke men voor haar schoon, 200 veel belovend talent gevoelt. Jammer maar , dat haar begeleider aan het piano-forte (zij zong zonder akkoropagncmenl van het orkest) den wensch liet op- konien, dat hij zicli in zijn akkoropagneinent wat meer mogt gematigd en aan het gezang , orn zoo te zeggen, meer aangeleund hebben. Eenige malcn werd er zoo. <reducht op het instrument geklopt, dat het in mistoo. nen uitbrak. Hoe konde hij er tooh, toe komen, om aldus te akkompagneren ? 3. Ouvertur.e uit une folic, van m b ho t. Zesde koncert. Onze dames , welke hetzeh;e in groo-
ten getale bezochlen, zcltcden er veel luisler bij. Waar-
|
|||||
( 139 )
|
|||||||||
Waarom waren zij toch zoo hardvochtig, ons liare aan-
genam.fi en alles verlevendigende tegenwoordigheid zoo lan<J te onttrckken. De nieuwste Sinlonie van A. n 0 M- BE kg in Es dur , waarlijk een nuestei'stuk, waarin de komponist vooral zijne magt in het rijk der harmonie aantoont, opende dit koncert, en werri zeer goed en veel beter, dan in het ecrste gemaakt : en er was le- ven , vuur en eenheid in de uitvoering. Ecbter is het piano voor het voile orkest nog niet zachl grnocg. 2, Eene Aria van jvi o s c A gat' veel genoegen, om de fraai- heid van liet stuk zoo wel, als van de uitvoering. 3. Variation voor de fli^it van mot, welke de Leer iahiiik blies. \ De passages kwanien er neljes nit ; maar wij moeten den jongen kunstenaar aanraden, zich Kieer op eene nadrukkclijke voordvagt toe te leg- gen , te nieer nog, daar men het in de knnst, oro door werktuigen toonen nit lluiten, of fiuitwnken , te lok- ken, zoo ver gebragt lieeft, dal de fuhist, , welke zonder leven, zonder ziel blaast, zeer veel werks lieeft, wil liij zich, vooral wat de vaardig'ieid. aaD- gaat , met die werktuic,en ineten. De Unit vordert, nit hoofde van hare eenvornjightid nog meer expres. sie, dan iedcr ander instrument, en de heer iiahmen zal, hoopen wij, daarom onzen 'welgemeenden raadr niet onopgemerkt laten, 4. Ouverture uit Circe en Ulysses van b. k o m b e h g. Tweede afdeeling, 1. Ge- deelte eener Sinfonic van Hiuj. 2. Grodte Scene en Aria uit paer's Camilla, door eene onzer liefliib- stera
|
|||||||||
■ ■ i -w ^.s-
|
||||||||
C 140 >
iters voortreffelijk gezongen. Zij had den geest dea
stuks gelieel doorgrond, alle de gedachten van den komponist naauwkeurig gevat, en droeg ze met een heerlijk orgaan en met de grootste zekerheid in de niitvoering der moeijelijkheden voor, zoo dat liaar go. zang met geestdrift toegejuicht ■werd, Inderdaad vnj inoeten ons geluk wenschen met het bezit van zul- ke uitmuntende zangrressen onder onze liefhebsters" 3. De overheerlijke Ouverture van mo z art's Don Juan- Dank zij den heer eon, dat hij er zich in dit koncert bijzonder scheen aan gelegen te laten lig- gen, om ons al de ensemble-stukken, zoo goed moge- lijk , te doen hooren. Ook moeten wij hem het loffe- lijke getuigenis geven, dat hij in de direktie zorgvul- diger te werk gaat , dan voorheen. Nog eene aanmerking, tot vyelke d'eze avond rooral
aanl<-iding gegeven heeft. Men beschouwe toch het koncert als eene muzijkale bijeenkomst! het ontbreekt iramers niet aan andere menigvuldige zamenkomsten voor de gaelligc conversatt'e. (Uct vervolg in het derde Stuk.)
|
||||||||
OTIl
|
||||||||
C 141 )
OVER BE MUZ UK II ttONIKSIJi
De slof, waaruit ons tcgeBwoordig berigt over ds
vevscliijnselen aan den muzijkalen horizont te Gronin- gen zal zamengesteld zijn, is zoo rijk, dat wij ons rorgvuldig zullen raoelen beijveren, om dezelve in een zoo kort mogelijk bestck te bewerken, zonder nog- taiis eenig punt onaangeroerd. te laten, hctwclk voor onze lezers in Let algemeen van belang tan geacht Worden, of 00k nicer bepaaldelijk onze lezers hier ler sledc in het bijzonder zoude kunncn aangaan. Naar de chronologische volgorde, en misschien 00k
wel naar die , aan welke ieder schrijver althans eenig- Kins gehouden is, om, naraelijk, de magtige redekun- dige figuur, climax of opklimming genaamd , te eer- biedigen, tnoetcn -wij het cerst verlialen, dat wij ge- durende de herfstkermis van i8rg, eeriige 200 holland- Sche, a!s duilscte zangstukken en stukjes gehoord hehben , welke de jonge Amsterdam*che tooneelisten, onder direktie van de heeren dessaok. en fkaws- wan, bier gegeven hebben. Wilden wij aan het mo- raliseren gaan , dan zouden deze vertooningen ons overvloedige stof daartoe aanbieden; maar, ofschoon onze redeneringen misschien niet van het vermogen zouden verstoken blijven , om althans hier en daar , eenig zaadkorreltje van nut te doen Tallen, dat welligt welig opgroeijen en ecne voedzame plant zoude kunnen worden, willen wij ons echter daarvan onthouden, deeis , om dat .wij bij oniicrvinding weten, dat wij een*
|
||||
( H2 )
tens »an het moral!scren gaande , zoo spoedig niet. klaar
*aken , en deejs ook, om dat de predikatie'n meni<-- ««n niet zeer welkom zijn , en wij gaarne aan iedereen , 300 veel het, behoudens onze liefde \oor de waarheid , doenlijk is , iets aangenaams' zeggen. Daarenboven jeugd hecft, naar het oude spreekwoord, zelden dengd , en de hier boven opgenoemde tooneelisten zulien ons , naar wij vernemen, gedurcnde de aanslaande herfstker- mis wcderom met een bezoek vereeren. Dan zulien wij misscliien nog grond genoeg vinden, om hetgeen ■wij thans verzuimen, weder in te Iialen; ahhans wij vreezen het, sclioon wij ons hartelijk zouden verheu- gen, indien ons alle stof daartoe ontnomen wierd. Kortoa het vertrei van «!* *noneelgeze]schap had-
den wij den beroemden en waar^jk grooten klarinetlist HERMstidt ik ons midden. (De iezer merkt, naar wij hopen, op, dat wij niet vande chronologische yolg- ordc , maar wel van den ontzagwekkenden climax af^aan.) Wij bepalen ons enkel bij de vermelding van zijna tegenwoordiglieid, en ontliouden ons van alle brecdere ontwikkeling zijnrr verdiensten en van de besclirijving van zijn koncert, daar dit een en ander reeds in een omstandig sluk ,'zie bladz 266 en volg. van den aden Jaargang) door Mr. ». w. scbboedeb sieibmih behandeld is. Onze gewone winter-koncerten waren nog op den-
zelfden voet ingeiigt als in het vorige jaai- , dat is, zij
■
|
||||
C 143 )
|
|||||
zij warcn ecne private onderneming van kunstenaars.
Voor het overige kunnen wij niet verzwijgen, dat het orkest wel zoo gocd was , scboon het nog aanmerkelijk bnter had kunnen zijn. De verbeteringen zijn groo- tendeels daaraan toe te schrijven, dat de bekwaamste mii7.ijkar.len van bet korps , dat tot de 8e afdeehng Infanterie bchoort, in het orkest geengageerd waren; nog beter zoade het geweest zijn , indien alle onze lief hebbers, die cenig instrument in een orkest goed wcten te behandelen, in hetzelve niede gespeeld hadden. Daardoor zoude het orkest zeer gewonnen hebben, en het is te hopen en zelfs met zekcrheid vooruit te zien, dat zij zich in een volgend jaar, wanneep, na< melijk, onze koncerten, gelijk -wij hopen, dat einde« lijk cens gebturen zal , op eenen vasten voet ingerigt, en naar onwankejbare regelen hestuurd worden, niet emirekken zullen, om bet hunne tot de goede uitvoe- riug dcr muzijkstnkken voor het voile orkest toe te brengen. Aan zang zijn -wij even arm gebleven, a]s -wij reeds
een jaar vroeger waren* Wij hebben, gelijk men lig- tclijk kan nagaan, geene zangeressen van beroep in onze siad; vrcemde zangeressen exprcsselijk voor bet koncert te engageren, gelijk men in Amsterdam doet , dit laat de kas niet toe , en wij hebbpn dus tot nog- |oe altijd geene andere zangeressen gehoord, dan lief- hebsters, die ons dan 00k , -wij erkennen het dank- baar, roenig aangenaam oogenhlik verschaft hebben. Than*
|
|||||
i
C 144 )
Than* echter ontberen wij 00k dit genoegen: sommi*
gen onzer dames zijn van hier vertrokken, aDdcreri «ijn moeder des huisgezins geworden, en de weinige, die er nog overgebleven zijn, schijnen, daar zij zoo Hjzonder weinig in getal zijn, niet de eenigen te wil- len wezen, waarin wij baar, (zoo aangenaam het onS 00k zijn zoude, indien zij zich verledigen wilden , om aan onze koncerten luister bij te zetten), niet geheel ongeHjk geven kunnen, wanneer wij naar ons eigen gevoel spreken. Maav zoude niet, hare verdienste te grooter zijn , zoo zij, in weerwil van de gegrondheid van haar achterblijven, evenwel zongen ? Het publiek eoude althans, dit durven wij verzekeren, hare goed- lieid te dieper erkennen, en zich te dankbaarder be* toonen. W'ij willen den lezer niet vermoeijen met eene lang-
durige optelling van al de stukken, die wij in deze koncerten gehoord hebben, maar blootelijk de belang- rijksten uitkippen, en we[ bepaaldelijk met de obligate (tukken beginnen , en met de Sinfonien en Ouverturen eindigen. De heer w. keyzeb, die even als in vorige jutea
orkestmeester was, speelde drie malen , en telkens van sfohb, hetgeen ons te aangenamer was, daar de andere violisten ons andere komposilien lieten Imorrn. Voorecrst hoorden wij Variation uit A dur, die on» reeds bekend waren. Dit strekke echter den i>ek,va-» aea
|
||||
t
|
|||||
t US )
men ipcler niet tot berisping, daar die variatien zo6
voortreffelijk schoon zijn , dat men ze met hetzelfde. verraaak hondcrd malen zoude kunnen hooren, vooral wanneer ze met zoo veel gevoel voorgedragen worden, als de heer iitzbi werkelijk deed, schoon hjj , wij welen niet waarom, daar hij ze goed in zijne magt heeft, eenigzins beefde en beangst scheen. Ten ande- re speelde hij een Pot-pourri van spohh niet etikel, maar hier en daar obligaat akkompagnement van het piano-forte. Dit muzijkstuk, dat met een zeer gevoel" vol adagio van eigene rinding, als inleidiog , aanheft, en twee thema's van Ioiaii tot grondslag heeft, net cene uit Figaro en het andere uit die Ent- fuhrung aus dcm Serail is misschien niet minder fraai, dan de eerstgenoemdc variation, De kroon span- de echter het zevende Koncert van spohr, waarvaa reeds in den vorigen jaargang (bladz. 61) gesproken. en hetwelk daar als het voortreffelijkste van alle de Koncerten van dien komponist geroemd is, De spelcr? liet ons een ander adagio hooren, namelijk, dat uit het vierde Koncert van denzelfden komponist met eeue obligate violoncel (pizzicato). Dit inlassclien van vreemde stukken mcenen wij te moeten laken; niet als of het andante uit het vierde Koncerl niet voor< Ireffelijk -ware , maar omdat het eenen van liet zevende Koncert >vreemden gecst ademt en dus liet kunstmalige geheel van dat Koncert verbreekt : eene handelwijze, welke bij werken, gelijk die van spohr, die als uit e'e- nen snieet gevormd zijn, hoogst misdadig is, den kom- ponist in zijn regt van eigendom aantast, en den op- merkzamen toehoorder , in mcer dan een opzigt, het genot verbittert. Wij liopen, dat de heer tiiui) die zeer gocd in staat is , oni de gegrondheid van onz4 aanmerking te kunnen inzien en, wat meer is, te ge« K Vo«-
|
|||||
;
|
|||||
C H6 )
roelen, ons dezelve niet ten kwade zal duiden, maar
ze beschouwen zal, als eene verdediging van de regten der kunst, in bet algemeen, en van den komponist, in, het bijzonder. De heer M a r p u r e , muzijkdirekteur ran het korps
muzijkanten dcr 8e afdceling Infanterie, alhier in gar- soen, liet zich drie malen hooren op de viool. Hij speelde , namelijk, een Koncert van pollEbro, kon- Certmeester van den koning van Saksen, uit D mol , met turksche muzijk , een Koncert van MATTHai, ioncertmeester te Leipzig, uit E dur, en de vioolpavtij in de laatsle helft van het beroernde Septet ran beet- Hoy bn. Beeds in het koncert van hermstedx hadden wij hem spohr's tweede Koncert (uit D mol) hooren spelen. Openlijk hebben wij nog geenc gele- genheid geliad van zijn spel te spreken, en wij zullcn cius eenigzins langer bij hem vertoeven. Hij behan- <Jelt zijn instrument met vlugbeid en iekerheid, is overal , gelijk men zcgt, goed te huis, speelt over het algemeen zuiver, (en dit is inderdaad veel) hecft eenen Trij sterken, maar cenigzins schralen toon, hetgeen. echter misschien ook, althans voor een gedeelte, aan zija instrument toe te schrijven is , en heeft eenen goe- den arm en niet kvvaden Slreek. Waarlijk voortreffelij- ke cigenschappen, welke de vorderingen van het werk- tuigc-lijke der kunst vrij wat bevvedigen. Te meer jam- mer is het daarom , dat deze knappe violist de vorde- ringen van het gcestige der kunst niet even zeer tevre- den stell. Zijne voordragt is nog weinig beschaafd en eelfs ruw, het portamento di voce vormist men bijna gc- heel en al en zelfs zoo , dat hij dikwijls de nooten niet op den kop raakt, maar vooraf eenen voorslag hooren laat: eene kwade gewoonte, welke te nadeeliger voor den kunstenaar zelf is , daar zij hem doet voorkomen, als
|
|||||
C H7 )
|
|||||||
als of het hem aan dat onontbcerlijke en doar oefening
alleen verkrijgbare vermogen des gchoors ontbrak, om de tooncn in de verbeelding le hooren, voor dat men ze grijpt, waardoor alleenlijk de kunst. van zuiver te spelen kan ver- kregen worden ; en wclke gewoonte daarenboven bij den toelioerder cen alleraangenaanist gcvoel doet ontstaan , hetwelk hem tc hinderlijker is , daar het ieder oogenblik terugkeert, en hem belet, oni den kuuslenaar dien bijval toer te juichen, -waarop deze anders aanspraak zoude hebben. Wij zouden ons zelven moeten herhalen , indien vrijt na deze heschrijving Tan het spel des heeren hibfubii^ nog iets over de voordragt der boven opgenoemdc Kon- certen wilden laten volgen, daar die beschrijving het onmiddeliijke resultaat is van onze overwegingen ondeir het hooren dier Koncerten. Alleenlijk moeten wij hier nog bijvoegen, dat het ons aangenaam zoude zijn , dat de lieer maepubs, dien wij niet slechrs als violist, jnaar ook , en rooral, in zijne meer bepaalde betrekking, als muzijkdirekteur der militaire muzijkanten, veel ach- ting toedragen, deze onze vrelgemecnde kritiek , maar zoo als zij door ons gesteld is-, onder het oog kreeg, (liij is cen duitscher, en te weinig bckend met onze taal, dan dat wij zouden kunnen hopen, hem onder onze lexers te tellen) en wij houden ons over« tuigd , dat bij, over zijn eigen spel nadenkende, de ge- grondlieid onzer booordeetiug zal inzicn; en dit zal vol- doende zijn, om hem dadelijk met a!le vlijt aan de rer- betering van zijn spel te doen werken: wij kunnen zulks van zijne eerzucht en van zijne muzijkale tnndigheden verwachlen. Hem mondeling zijne gebreken onder het oog te brengen, is niet de zaak van de kritiek, maar die van de vriendschap. ■ Over de verdieosten van den heer iiirvit, als mililaire muzijkdirekteur, zullen wij nader spreken, bij gelegenheid dat wij van zijn korps gewaj maken zullen. K. a Da |
|||||||
i
|
|||||||
v.
|
|||||||
( 148 )
|
|||||
De derde violist, eindclijk, die zich in onze koncerten,
Ijet hoorcn , is de beer Hansen, eerste hoornisi van het korps militaire muzijkanlen- 11 ij speelde een Koncert ran robe, en gat' doorslaande proeven van veel aanleg, welke echter niet genoeg geoi'fend , noch bescliaafd is , om aan cen publiek, hetwelk violisten hoorl, als de hee- ren iiijbh en marfurg, het bedoeldc vermaak te kunnen geven , hoe wel geen van deze beide heei-en den top der volrnaaktheid bereikt heeft. Wanneer de heer Hansen zich sterk op de viool toelegt, (en wij vernenien , dat hij dit doet) dan kan hij met den aan- leg, dien liij bezil, en de vorderingen, die hij reeda gemaakt heeft., zonder twijfel zeer knap wordeu. Bij- zonder'ijk moeten wij nog de fraaiheid \an zijnen arm roenien , \velke inderdaad biiiten^evroon is , en waaria bij menig groot violist overtrefl : maar het ontbreekt hem 00k te dien opzigte aan vastbeid en zekcrheid vaft streek. Als hoornist heeft de heer Hansen 00k verdienste,
ecnen niet zwaren , doch vrij liefelijken toon , ir.aar niet genoeg duidelijkheid in loopende passages. Ook dit gebrek laat zich door oefening te bov^n komen. ■ Hij. blies een Koncert van a e the, waarvan het ak- konipagnement, door onoplettendheid van fommige le- den van het orkest, grootendeels verloren ging, zoo, dat wij over de waardij der kompositie niet konden oordeelen; voorts de hoprnpartij in het reeds boven yerraelde Septet van bee th oven en eindelijk die in . de Koncerlante voor klarinet, hoorn en fagot van c n u s e L l. De heer wintee, een onzer stadsmuzijkanten , van
wien reeds in een vroeger berigt gewag gemaakt is , Het ons op de klarinel hooren het voorlreffelijke Kon- ^r,tino, dat c. m, von weber voor, zijnen vriend, *' d.en
■
|
|||||
C *4J> )
|
|||||
ien uitstekerielen Beijersctien klarinettist bSrmanS>
gekomponeerd heeft. Indiea het veel gewaagd is, di* overheerlijke muzijkstuk in het openbaar voor te dra-» gen, wannccr men het niet zoo in zijne magt heeft, als men zulks van eenen b an it an N verwachten kan , hoe veel te eerder moet dan het talent van den kun» stenaar niet schipbreuk lijden , wanneer hij , ho» naauwkcurig hij ook de noolen spcelt, echler , tegelijk met den adem in de klarinet, geene warmte aan de voordragt dier oooten weet in te hlazen. De heer win- ter heeft ons de toonen doen hoot-en , die in het stuk voorkomen, tnisschien zelfs wel alle de toonen, zonder e'e'n enkel toontje over te springen , (want in- dci'daad het ontbreekt hem niet geheel aan vlugheid in het maken van passages) , maar de hezielde toonen van den koroponist , zoo als deze ze gedachl heeft, hebben ■wij in de voordragt van den heer winter niet her- kend. Wij rekenen dit dien heer volstrekt niet toe- als een vcvgrijp, daar wij zeer wel weten, dat geooel-' eol/e voordragt slechls het gevolg is van een ge- sclienk der natuur, welk geschenk troiiwens door den kunstenaar moet vcrwerkt worden. Wij maken ep slechts melding van, als van een ongeluk, daar wij overtuigd zijn , dat, indien de heer winter de gavo ontvangen had, om bezieling aan 7ijn spel te geven, hij zich, zonder twijfel, zoude bevlijiigd hebben, om die gave te bescliaven en in zijne voordragt steeds »an te wenden ; te meer, daar hij een zeer vlijtjg man is, die zich vooral in het geven van onderwija zeer verdienstelijk gemaakt en vele zijner lcerlingen tot bruikbare liefhehbers gevormd heeft. Uit dien hoofde zoo wel, als om zijne vlijt in de vraarneroing van zijn beroep en zijne overigc betrekkingen bezit K 3 hij
|
|||||
( i5o )
hij dan ook de Welverdiende achting van zijne mede-»
burgers en ook de onze. De heer hum, organist van de martini-kerk heeft
ons op een klavier-koncert van dcssek onthaalt , dat hij met groole vaardigheid gespeeld en aldus veel bijval Verwerven heeft, schoon hij geene pioeven heeft af- grlegd van fijnheid in de voovdragl, als waartoe dit Koncert geene gelegenheid geeft. Eenige andere obligate stukken, voor de fagot , de
klarinet , en de bazuin , gaan wij, als van te weinig Lclang, met stilzwijgen voorbij ; moeten echter met een -woovd gewag maknn van de vaardigheid van den hazuinblazer hiiiwibkji, die ook tot de militaire nmzijkanten behoort, en met een Koncert op zijn moei- jelijk instrument veel en welverdienden bijval kehaalde. Eindelijk moeten wij nog gewag maken van cenen
■vreemden obligatist, die ons bezocht met bet voorne- men, om alhier koncert te geven, maar zijn doel niet hereiken konde, nit hoofde van de toen beslaande nae- nigvuldigheid der openbare vermakclijkheden. Hij is rohltes genaamd, en is huisonderwijzer der muzijk jn eene der eerste , deensche grafelijke familien. Men ■verooi'loofde hem , om zich in een onzer gewone kon- certen te doen hooren, en hij blies daav op de fluit een Koncert van A. e. limiti, en spcelde met een* onzer liefhebbers voor het klavier de variation van onzen wlint voor klavier en fluit op paesiello's: nel cor piu non mi. sento. Hij zong ook de Cavalina xiit Tancredo : deh lanti palpiti. Schrijver dezes was bij het fluit-koucert niet tegenwoordig , en kan dus niclmeer daarvan zeggen , dan dat men hem met genoegen ge- hoord heeft. Kenners mcrkten op, dat hij groote vaardigheid bezat met den zoogenaamden Doppthchlag of
|
||||||
C W >
|
|||||
of dubbelde tongslag. AIs zanger is zijnf stem t«
iswak voor eene zaal. Men knnde hem niet goed hoo- ren. Hij speelt 00k viool, en is voor het overige een nian, wiens gezelschap zecr aangenaam is, doordien hij veel van zijne menigvu'dige reizen weet te verhalen, die hij met eenen opiuerkzamen geest gedaan heeft. Nu blijft ons nog overig van de Sinfonicn en Ou-
vertnren te spreken, en wij willen met de laattten bfgiaoen. (Het vervolg in het derde Stub.)
--------O--------
A A N DIN B.EDAKTEVR VAN BEN AMFHIOK.
Mijnhecr de Jiedakteur !
In het berigt geplaalst in het Tijdfchrift Am-
phion, ade Jaargang 4^e stuk , lazen wij met verwon- dering eene beoordeeling over het Haarlemsch koncert , en het kwam ons voor, dat diergelijke kritiek geens- zins tot verbetering van gebreken o£ aanmoediging vau kimstliefde strekken kan. Wij hebben een en andermaal dat koncert bijgewoond
en vinden ons gedrongen, ter Hefde van de waarheid te verklaren, dat de door ons aldaar uilgevoerde nra« zijkstukken, naar gelang der plaatselijke omslandighe- den, goed zijn geakkompagneerd geworden , en het ons Voorgekomen is , dat de wcrkende leden van het gezelschap doorgaans met veel ijver bezield zijn, ter bevordering van dit gedeelte der schoone kunSten. ------ Wijders
veroorloven wij ons, aan te merken, dat de heer S.
zeer onjuist omtrent den heer koehlen oordeeltr, alzoo eene veeljarige ondervinding bewezen heeft, dat die heer zeer wel berekend is voor het bedoelde vak. Ver-
|
|||||
. .
|
|||||||||||
VelTpligten zult UEd. ons met het plaatsen van
fleae onze verklaring in een volgend nummer van U\T
Tijtlschrift, dat wij veronderstellen eeniglijk tot doel
le hebben het bevorderen van ware kunde en smaak.
"Wij hebben de eer ons te onderschrijven
UEd. D. FT. Dienaren,
Amsterdam Ultov H. C. KLE1NE, Junij i8ao. L. MANN,
J. C. K L E I N E.
|
|||||||||||
Daar de Redakteur gcenszins in staat is, nocli zijn
tan , om de gegrondheid ot ongegrondheid der aanmer- kingen, in den bovenslaanden brief rervat, te heoor- deelen, en het punt van oerschil gehecl buiten fient ligt, heeft hij gemeend, verpligt te zijn, dien brief aan den heer &. te moeten niededeelen, voor en alecr hij werd afgedrukt, ten einde dien heer de gelegcnheid te geven, om , zulks noodig acbtende, het zijne over de gemaakte aanmerkingen te kunnen zeggen. En zie hier het ANTWOORD van hem heeb S,
Het strekt den Ref. tot een groot genoegen, dat de
f»eeren xlei he c, s. zoo kort en bondig zijne beoor- deeling (voor zoo verre zij dil met kennis van zaken hebben kunnen doen, en gedaan hebben) hebben be- %rachtigd. J)eze heeren staan bij den Ref. te zeer ia editing, dan dat liij hunnen bijval en de ondervinding, dat zij eenstemmig denken , nict op den hoogsten prijs £ou stellcn. Wat, voot het overige, dit brjefje, ter mededceling
ia den Arnphion, aanbelangt: De dankbaarheid is eene dcugdt
Die menscben en God en vcrliengt. S.
|
|||||||||||
I
|
|||||||||||
' .'B^fe^v'"
|
|||||||||||
_i_, *» -;___-___^^^i~i-
|
|||||||||||
A M P H I O N.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
VER DE AHBUOtlBI 1TIKI ICI OSCI1IIII
XX BOIII11DAII, (Vervolg en slot van bladi, i^oi).
berigt loopt van af de wederopening der kon*
crrten m het nieuwe jaar, tot aan derzelver einde: Het eerste, het zevende naar de volgorde, werd ge«« pcnd met eene Sinfonie van noiut 2. Tenoor* aria van sacchini, -welle, schoon zeer eenvoudig,' chter door de aangename wijze, op wclke ze vverd voof« gedragen, veel genoegen gat. 5. Koncert voor de vioot van vioTti (A mot), waarmede de jonge Hiitscnts* uriJTER'ons vevraste: want waarlijk zijnc bekwaam* heid op dat instrument was nog Zeer weinig bekend, Het Koncert >zelf is ecn der ligtsten van vlotli, ea liet is zeer voorziglig van den jongen man en doct jrijne keuze eec aan, dat bij de2« Biel zijne krachter* ill Jaars. Ill St. L zo» |
||||
.0
( 154 )
zoo goed in overeenstemming weel ic brcngen. Zijn
spel is regt zuiver en net, dock er blijfl nog wat meer toon, meer vastlieid en vaardighcid in de. streek en ■vooral Itteer smaak ito ter: w,eusclu'n over. 4- Ouver- lure ntt Sofonisba van p A E B. De tweede afdeeling leverde weinig balangrijks pp. Zie bier de slukken, wit welke dezclve was zamengesleld, en over welke niets merkw'aardjgs, valt la zeggeji. l. Eene oude-Sin- fonie ran HAiib. De toehoorders braglcn er den tijd zeer aangenaam bij door, we] niet met de inuzijk, o neen ! maar met balst,' bet tooneel, andere feesteh en parlijtjes, voort* met nieuwe modes, fraaie looi en meet dergelijke onderwerpen, waaroyer de conver- satie liep. Dit alles wekte de b'elangstelling veel meer op,, dayo, de oude Hajjdjiscbe Sipfonie^ Maar waarom Iracht men ook niet, b.ct publiek, w^nneer bet zoo- danig . tqt sprcken gest^md is, door nieuwe sch,oone muziik, waaraan bet toch waarlijk niet ontbreekt, meer belang voor het eigcnlijke doel der muzijkale biieenkomsten in te boeze,men ? Op dcze wijze zoude l^et getal der praters althans aanmerkelijk verminde- ren, Eene Aria, uit de schepping van h a y b N, was het tweede en de ouverture uit Jean de Paris het laatste stiik dezcr afdeeling. Achtste koncert. i. Sinfonie van so.caat. Bas-
Aria nit das unterbrocheiie Opferfest, van winter, v.aarvaa de uitvoering zeer goed gelukle. 3. Koncer- Mn3
|
|||||
/
|
|||||
C W )
tante voor twee horens Tan HtiseHimuuuii Jr.,'
door hem en eenea liefhebber zqer braaf uitgevoerd, Mogt. de eerste toch meer liclit en scliadnw in zijij, spel aanbrengen ! want tot nog toe ziet men sli'chts weinig sporen van de fijnere nuancen , en dit is te meer 'jammer, daar bij bijna alle moeijelijkheden van zijn instrument met zekerheid en naauwkeurigheid te boven korot, en zijn toon ook beter schijnt te worden» Wat de kompositie van het uitgevoerde stuk botreft» moct ik bekennen , dat de auteur, was het er hem orof te doen een braoourstuk te schrijven (en dit schijnt zoo), zijn oogmerk bereikt beeit. De passages zijn heel fraai en hrillant geschreven voor beide parlijen. De mclodien zijn echter al te alledaagsch en nu en dan zelfs veroudcrd, kan men wel zeggen, en zij ma* ken, in tegenoverstelling met de niouwere en fraaijere gedacliten, die er ook in zijn, ongeveer dezelfde ye?-; toonjng , als een ouAc papa, met eene stijve paruik. uitgedoscht, in een gezelscliap van jorigc, nieuvymodi«i sche heercn van den hedendaagschen tijd. $og icts ! Waarom worden in het eerste stuk vap het kopcjsrt, gedj^rende de soloes, de pauken zoo menigvuldig aafl-j gewend? Hn het tutti hoort men ze re^ds dikwijls genyog. I)e uitvyerking van, d$ze niapier is waarlijfc ?op gvoot niet, als de, autejjr zjch misscbien wej verbeeldt. Eipdelijk: niijne, aanmerkipgen zijp niets meer, dan vv'elgemeepde y/e nkc.n, >velke d£ hcer hut- La sche s-
|
||||
C 15* )
|
|||||
!s>c Hisi d ij (r E r ) zoo ik hoop , Diet kwalijk Vefstaan
jmoge. 4- Ouverture uit Joseph en JEgyptc van me Hut. In de tweede afdeeling \ i. Allegro efner Sinfonie van if a t d h. 2. Koncert voor de violoncel van m v n t z- mtctK, door den hecr s. a A s z v6urgedragcn. 11 et bragt eene algemeene slilte te weeg, en dit kan den kunsteuaar tot- het groOlste bewijs verstrekken, hoe algemecn zijn spel bavicl, vooral -wanneer men de on- rust en het gedruisch in aannierking nee-mt, dat er dezen avond -was. Hij speelde ook voortreffelijk: een krachtige, zilveren toon, eene vasle en riiet minder vaardige slreck, en grotite reinhcid en zuiverheid in alle moeijelijkheden zijn eigcnschappen, die hij in hooge mate bezit, en daarenboven heeft hij eene zeer goede voordragt. Het inlasschen eener Polacca uit een ander koncert van denzelfden auteur is een vev- grijp tegcn de kunst , daar zij in eenen anderen toon en in eenen anderen geest geschreven is , dan het kon- cert zelf. Doch aangezien de Polacca zeer bevallig en Irillant is, oogstte het publiek te mcer genoegen en de kunstenaar te meer bijval, die hem dan ook, gelijk hij ten voile verdiende, rijkelijk geschonken werd. 3. Het geliefkoosde lied: sul margine tfun rio, met moeijelijke variation, voorgedragen door dezelfde zan- geres , welke in het 5e koncert zong. Zij bekrachtigde het bij die gelegenheid over haar gevelde oorieel. 4* Ouverture uit une folie van w e h v l. |
|||||
( *57 )
|
|||||
Negende Iconcert, lietwelk met de sclioone Sinfonie
van bebtHoven fC dur^ geopend werd. He.t orkest overtref zich zelf. In het algemeen moet men den direkteur, den heer boh, "den lof toekenen, dat hij sedert korl veel warmte en ijver aan den dag legt voor dc juiste en goede uitvoering, en wij ondervon- den dien avond zeer merkbaai* den weldadigen invloedj dier zorg. Het piano, crescendo, diminuendo, in e'e'n vroord, alles wat to-t de, door den komponist beiiogde , uitwerking hijdragen mod, kwam heden zeer fraai nit, en gaf den waren beroinnaar der kunsl een beer- lijk genoegen. De bekwaamheden van ons orkest .ver- toonden zich tevens in een zeer scboon licht: men belioeft er slechts behoorlijk parlij van ta irekken. 2. Tenoor-aria uit Vicolc des maris van paer, door ccnen liefhebber regt goed gezongen, 3. Variation op e<n duitsch lied voor bet forle-piano, zonder akkom- pagnement, van f. iies, door den licer pitiss ge- speeld. Dcze variation zijn zeer brillant ea teven* moeijelijk, dock minder bcvallig. indien het tbema er min of meer vorborgen, ecbter duidelijker in te hoo- ren ware, en de moeijelijkheden, vooral tegen het slot, niet zoodanig op een gestapeld waren, zouden zij voor het gehoor veel aangenamer zijn. De uitvoe- ring van den heer paling strekte ten bewijze van de aanmerkelijke vordeiingen., die hij, en wel aedcrt korten tijd, gemaakt heeft; indien hij in de delikau L 3 be~
|
|||||
C '5» )
|
|||||
behandeling van het instrument even veel aanwirtt,
4ls hij reeds in de vaardigheid gedaan heeft, dan zal Zijn spel weldra voortrelfelijk kunrien genoemd. wor- flen. Wij bevelen hem zulks dus ten ernstjgste aan. Voor het overige zijn er onder de door hem gespeelde variation loch ook wel sommigen, die zijne krachten nog eenigzins te boven gaan, ten ware bescliroomdheid het volknmene gelukken mogt belet liebben: men merkte hier en daar ecnige onduidelijkheid op, doch in het ilgcmeen speelde hij regt goed. De algetneene en wel- verdiende bijval, dien hij vcrwierf, mogc hem verder tot aanmoediging verstrckken! 4- Ouverture nit I- phigenie van G L v c K. De tweede at'deeling werd ge- opend met een zeer zeldzaam muzijksluk , dat zonder twijfel wcinig navolging vinden za!, namclijk, met een Koncert voor adit pauken , helwelk door cenen lief- hebber met too veel vaardigiieid en gemakkclijk- heid werd nitgevoerd , dat men de weerga daarvan IJiet ligt rinden zal. De wijze der uitvoering wekle bewondering, en het oog vermaakte zich zeer wel; rnaar zal het oog ronduit zijne meening zeggen, dan kan het wel niet van vermaak gewagen. Men denke aan het gedruisch , door acht pauken gemaakt, daarbij ge- ■voegd twiee trompetten, per horens en voorts alle blaasinstrumenten, welkc ten niinste in c\rie vierde gedeelten van het Koncert druk bezig zijn, zelfs bij ken solo voor xre viot>il, helwelk de he'er b. tours,
|
|||||
C '59 )
gelijk men van hem gewend is, zeer goed voor-
droeg ; men denke aan dit alles, en men xal vrel willen gelooven, dat op die wijze wel eene dreunende , maar geene vleijende werking op liet gehoor voortge- bragt wordt. Zal ik van de komposilic van net Con- cert spreken (netzelvc hestaat uit een Allegro mart!,- ale, dat door eene lorte inleiding voorafgegaan en door ecn klein Andante gevolgd wordt, ,om de aan- gctasle zenuwen des gehobrs ecn oogenblik rust te schenken, welke zij te meer behoeven , daar ze in het slot, helzelfde Allegro martiale, op nieu-w regt lievi'g aangcgrepen wordcn), dan ben ik verpligt te zeggen , dat men er -wel eenige heel aardige gedachten in vindt fde inleiding hovenal is goed gescliveven) , maar dat 00k vele ide'eri door langdurig gebruik verouderd zijn. Voor het overige is het een der eerste werken van den heer Hiusc'Msntuuiii, en de taak, om voor acht pauken, oT, hetgeen op fietzelfde neerkomt, voor acht toonen , eeh solo te maken, is niet zoo gemak- kelijk te volbrongen ; niettemin had de heer hut- sCBBsnuuiin wel wat meer zorg moeten besteden, oto liet geoefende bor door vergirijpen tegen de regelen van komposiiie h'iet zoo gevoelig te kwetsen- 2.- Een zeer s'choon duo uit Achilles vanPAER, hetwelk deor dezelfde dame, die ons in het Ge Kcmcert met liaar gezang betooverde, en een' zeer braaf lief hebber tot groot gendt der tbehoorders uitgevoerd vrerd. 3« Tot I» 4 slot
|
||||
#lot en in volkomene ovcreenstemming met hct jaar-
gelij , daar de naluur met sneeuw bedekt was , de sle- de-aart van den vader des onsterfelijken mozaet. lene muzijkale kluclit, welke inderdaad zeer kluchtig armde zijn, zoo ze roaar niet al le lang duurde, en zoo men zich niet vervelen moest op een voorouderlijk lal , dat met de eerbare menuet begint, en met ver- ncbeidene ouderwetsche dansen voortgezet wordt, van ■vve'ke men daarenboven zorgde, dat er niet eene ach- lerwege bleef. Het ontbrak dut heden niet aan ge- druisch in de muzijk ; daarentegen beerschle er cene groote stilte onder het publiek. "Wij hopen, dat deze laatste moge voortduren. Tiende koncert. 2. Sinfonie van HAVPJf. 2. Een
liefhebber uit 's Gravenhage, die met eene aangename Stem zeer veel gemakkelijkheid en ongedwongcuheid in derzelver gebru'k, «n 00k veel smaak in de voovdragt Tereenigt, vergastte ons met eene tenoov-aria nit Stratonice van m e H v l. 3* Een Koncert voor het horen van den heer HuTSCHENnulJTERen door hem voortreffelijk , men kan zelfs zeggen , uiistekend schoon geblazen, in het bijzonder 00k , wat de voordragt be- treft, vrelke hij , (wij roerken dil met veel vermaak aan 1 met veel meer zorg schijnt te bescbaven^ Indien hij aldus voortgaat, dan kan men zich veel voortref- " fc i iks van hem belovea. Aan de kompositie van het koncert zelf, hetwelk 00k tot aijne oudere werken schijnt
|
||||
( i*« )
|
|||||
schijnt le bcliooren, is te taken, dat er vooral in het
eerste Allegro niet genoeg zamenhang is, om kort te gaan, dat het niet regelmatig genoeg bewerkt is, dat de modulation natuuriijker en ni«t zoo gedwon- gen behoorden te wezen, en dat het akkompagncment ook eenige kleine verandrringen behooft, eer het aan tenm scherpcn toets kan onderworpen worden. Maar allcs kan niet even volmaakt zijn. Voor het overige is de heer,H u T s 0 H E N n u u T B B op eenen goeden ■weg ; evenwel moest hij niet zoo snel scbrijven en kie- cher zijn, om zijne muzijk met meer oorspronkeiijke en minder ouderwetsclie gedaclilen te rerfraaijen : bet goede vordcrt tijd! 4- Duo uit ma tante Aurure van BoiEtniEu, door eenen vader en zijncn zoon ge- rongen. De zoon lieeft eene frissche en krachtige te- noorstem en doet veel goeds verwachten. 5, Ouverture uit il morlo vivo van pair, Tweede afdeelingi i. Eer- ste stuk uit eene Sinfonie van K a o m m e b. 2. Duet uit Vamant troubadour. Een zeer bevallig muzi jtsiuk, hetwclk diezelfde liefliebsler, die, kort geleden, de variation op sul margine {Fun rio zoo heeiiijk zong, benevens de haagschc liefhebber, tot groot genot van het gezelscliap uitvoerde. 3. Menuet uit de even be- doelde Sinfonie. 4* Groote Scene en Aria van mco. liKii waarin wij eindelijk, voor het eerst in den loop van dezen winter , na lang en vruchleloos hopen , het L 5 ge.-
|
|||||
C 16* )
|
|||||||
geluk hadden , cene waarlijk zeer uitimmtende liefheb-
ster te hooren , begaafd met eene stcrkc , doordrittgende stem, welke geheel voor hct groote genre di bravura geschikt is, maar van welke de zangeres evcnwel zoo zeer meesler is tin welke zij zoo matigen kan , dat zij tcvens aangenaam is. Daarenboven bezit zij zeer veel ze- lerheid en vastlieid in moeijelijke passages, en dc blij- ken , die zij daarvan in het door haar gczongene , zeer moeijelijke, uuizijkstnk aan den dag lei, verweklen algemeene bewondering. Moglen wij toch zoo gelukkig zijn, nog dikwijls gewag van haar te kunnen ntaken! 5. Ouvcrture uit Titus van mozaht. Elfde koncert. De eerste Sinfonie van A. lOhBinc
(Es d«r). a. Tenooraria uit gli virtuosi ambulanti van noiiv.AJii, 1-egt goed uitgevoerd. 3. Ouver- ture uit Ginevra van paer. Tweede afdeeling: I. Biok eener Sinfonie van h a y d n. a. Duet voor vrouwe- stemmen van nasoliki. Eene zeer bevallige zange- 1-es, welke wij sedert lang het verhiaak niet hadden gehad van te hooren, trad tot vreugde aller vtfienden der kunst wedcr op, verecnigd met de zangeres, wirr schoon talent 6ns in het ge Koncert zoo veel genoegen gaf. Dc twee dames veerden dit Duet zeer goed uit, en verwohderlijk Vooral -was hare naauwkeurigheid in de menigvuldige in lerlfen voortloopendc passages. 3. Ouverture uil Figaro van mozabt, welke met veel \unr en groote juistheid gespeeld werd. *ob- |
|||||||
XONCB&T YAW tES RHkltlSlWIItU.
Dit koncert verdient afzonderlijk vermcld te worden,
daar net zonder twijfel lot de rijksten aan geiiot be- hoort, welke ons in den loop des ■winters aangebodtn *ijn. Alles, wat niet slechts met opzigt tot de grool- ste moeijelijkheden en de gevaarlijkste waagsttikken, xnaar ook met betrekking tot het teedere, het liefe- lijke, het roerende, alles verecnigd met eenen heerlij- ken loon, op de viool kan worden uitgevoerd, dat alles omvat lict talent van den heer kiese wetter. Hij beviel aan de meeste kunstkenners in onze stad mecr, dan al!e zijne gvoote voorgangers op dit instrument. Waariijk verbazend is de magt, die hij over de viool uitoefenl: hij is er geheel heer en meester van. Zijn spcl in alle fijnheden te ontleden, zoude , daar hetzelve 200 vele volkomenheden vereend bezit, te veel p!aats innemeu; ik bepaal mij dus bij het nayolgende: be- halve al wat men van eenen voortreffelijken vioolspe- ler verlangt, als een1 goeden toon, eene schoone streok en het vaardige gcbruik des arms , onderscheidt hij zich vooreerst nog bijzonder in de hoogte, zoowel door eene ongemeene netheid en reinheid, als door buiten- gewone kracht; hij verrast vooral door het gemar- kcerde van de streek en door het staccato, waarin hij het bijzonder ver gebragt heeft. Hij n.aakt het tiaar boven en naar onder met even veel kracht, in eene
|
||||
C 164 )
|
|||||
^e'ne street van de kwint naar onder tot de lag'e G
en -weer terug tot bijna de uitersle hoogte van liet instrument, door de halve loonen en, in e'e'11 woord, op alle mogelijke -wijzen. In dit opiigt is hij onover- treffelijk, en in den triller eveneens. In de vaardig. Iieid, met welke hij de moeijelijkste passages uitvoert, en in de zekerheid in het volbrengen dcr gewaagdste sprongen vindt hij 00k niet ligt eenen meectcr. Met dit alles vereenigt hij eene voordragt, vol ziel en le- ven, welke tot het hart spreekt. In langzame stuk- len doet hij ons den instiumentalen kunstenaar geheel vergeten, en men gelooft, eenen zanger te hooren. De begoocheling wordl nog te grooter, daar men het aan- zetten van den slok in het geheel niet gewaar v/ordt, of althans niet meer, dan de ademhaling bij den zan- ger. iWet alle deze voortreffelijke eigenschappcn en deugden kon hem algemeene en mischende bijvat niet ontgaan , die dan trouwens 00k in de sterksle trekken op het gelaal van iederen vriend der kunst te lezen was. De stukken, waarop hij ons ontliaalde, ■vvaren de navolgenden. Een Koncerl ran iioffmakn, gelijk het aangekondigd werd; doch hij speelde er , met ■wijs overleg, slechts het rerste Allegro van, hetwelk ons gelegenheid gaf, den kunstenaar bijzonder in inoeijelijke passages te bewonderen , daar liet te weinig fraai gezang bevat, weshalve het, over het geheel ge- nomen, niet zoo algemeen beviel. Daarentegen schiep »en
|
|||||
( i*5 )
inen te meer beliagen in een Adagio van eenen anderea
mi-ester, wiens naam mij niet bekend is; .het geleek zeer naar het werk van R. kreutzer. Het Rondo, e'ene Polacca van HAistmi, betooverde alle toe- hoorders door de zoete, liefelijke gedachlen en door de waarlijk verbazcnd moeijelijke passages, die het bevat. Hij speelde vervolgens nog variation op rus- sische thema's van B. Romberg, welke oorspronkslijk voor de violoncel geschreven , maar voor de viool gearrangeerd zijn, en tot slot een Pot-pourri over eenige thcma's uit Don Iuan van a, Romberg, het- welk zeer goed berekend was , om eenen diepen indruk achter te laten. Te meer was het jammer, dat het genot niet ongestoord bleef! De oude klagt over de blaas-instumenten werd wederom vernieuwd , daar zij in het Pot-pourri eenige grove fouten begingen. Zij verbeteren zich sleclits langzamerhand en wat is ei* de oorzaak van ? Niels anders , dan zorgeloosheid «n onopletlendheid. Eenige onzcr eerste kunstenaars droegen het hunne
hij tot veraangenaming van den avond. In de eerste afdeeling , en wel na het vioolkoncert {ware het slechts toen niet geschied.'), blies de jonge dahmeh eene Polacca van kohler op de fluit. Het oogenblik was niet gunstig gckozen, en de speler scheen eenig- ains beangst; ora kort te gaan, in andere koncerten, 6»f kij meer genoegen. De Polacca is, ofschoon een |
||||
t ,- -
■weinig ledig , echter bevaljig geschreven, maar die van
Maysedeb klonk ie^ereen nog te zeer in de ooren en Da H men scheen de moeijelijke passages ook niet regt in zijne magt te hehben. In de tweede afdeeling ■vergastte de heer muhlenfeldt ons met een koncert voor het piano-forte van field (as dur). Hij ver- rastte ons zoowel door de kompositie van Ijct kon- cert , hetwelk zeer veel nieuws bevat en daarenboven met reel smaak, uiterst bevaUig en tevens bri'Iant bewerkt is, als ook door zijn voortreffelijk spel, hetwelk den [evendigslen indruk maaktc , gelijk hij wel nit den ruischenden bijval, die hem te deel werd , zal hebben kunnen zicn. . De grooto kunslvriend verliet het koncert vol ran het heerlijkste. gepot, de mindere lief- hebher met de grootste tevredenheid. Mogten toch de heerlijke toonen, -waarmede de heer kiesewetteb ons veii'ukte , hem rijkelijker vergoed zijn door de zilvcrklanken aan het bureau! Met bijval -werd bet in de ruimste mate beloond. Van nu af aan, zal ik, om het geduld des lezer*,
door eene al te zeer uitgebreide kritick der volgende koncerlen niet buitengewoon op de proef te stellen , slecltts van liet voornaamste gewag maken, daar zij loch ook niet maer zoo belangwekkcnd ziju, qls de vroeeeren. Menieeen zal va» oordeel zijn, dat ik ovev
■ '.:■.■ ''\". '
|
||||
over het algemeen veel korter had kunnen zijn, en
is hij geen Rotterdammer, dan heoft hij ook inderdaad gelijk; men kan iramers niet van hem vergen, dat hij er zoo veel belang in stellen zal, om te -weten, wat v.oor muzijkslukken er in den loop des winters gemaakt zijn. Evenwel konde de Referent, die het hoofddoel der kritiek nimmer uit het oog vorlcrea heeft en gaarne , zoo veel mSar irnmer in zijn vermogen is, tot het welzijn deT kunst in zijne stad iou -willen bijdra- gen , hij konde, wilde hij zijn doel niet inissen , tot hier toe zijne beoordeelingen niet bekorten. Som- migen zijner stadgenooten, dit is hem zeer wel bekend, vinden zijne oordeelvellingen op vele plaatsen min of meer scherp en plkant. Ora zich daartegcn in een zuiver licht te plaatsen, kan hij niet voorbij, hier openlijk de stellige verzekering te gcven, dat er in geen gedeeltc zijner kritiek de geringste zweem van persoonlijkheid is ingeslopen. Geheel overtuigd van dat, wat hij schreef, heeft hij steeds gcmeend, dat zijne oordeelvellingen, zouden zlj van nut nijn, juisfc: zoo, en niet anders , noch slappcr moesten gcsteld worden. Wanneer de kritiek misbruiken, kwade ge-« woonten of ook sterk io zwang grkomene zwakheden,- die niet opgemerkt worden, omdat men er sedert langen tijd aan gewend is , aantasten rooet; wanneer. zij dezen of genen, die wel vele bckwaamheden bezit A ruasr door oorzaken, wclkc hier niet ter plaatse die- nen.
|
||||
C 168 )
|
|||||
nen, in sluimering gevallen is, -wakker maken moet;
of wanneer zij den man, die door cene kwalijk ge- piaatste eerzucht verblind is, den band van het oog rukken moet, in deze en in vele andere gevallen mag zij niet slap, maar moet zij streng zijn. Ora den onzijdigen lezer in zijne stad een juist dcnkbecld van zich te geven, konde de Ref. niet nalaten, zich daar- over eens te uiten. Hij hoort hier menigeen mom- pelen, en hij verneemt menige Terkeerde en zotte re- censic zijner kritiek ; doch waarom treedt niet deze of gene onder de kwalijk gehumeurden openlijk in dit tijdschril't tegen den Schrijver dezer berigten op, en brengt met overtuigende bewijzen de waarheid aan den dag? Dit zoude veel verstandiger zijn, dan al dat ge- ruompel , en den Bef. zoude het genoegen verschalfen. Maar het zoude met overtuigende beivijz.cn moeten ge* schieden. Hij heeft reeds vroeger daarop aangedron- gen, want dwalcn is menschelijk , en dus zoude het niet onmogclijk aijn, dat ook zijne beschouwingen in sommige opzigten onjuist -waren. Hij zal zich gaarne onderriglen laten. ------ Intusschen heeft de Schrijver
de voldoening van op le merken, dat verscheiden
dingen, welke in zijn eersle stuk over de algemecne betrekkingen der kunst en over de kunstenaars in het bijzondcr, gelaakt zijn, scdert zeer voordeelig vcran* derd ziju. Al is de Schrijver hier en daar ouk al wat streng, al boudt men zich ook, als of men zijae kri- , .. liek
|
|||||
c m )
|
|||||
tiet met onvqpschillige oogen beschouwde, en al spot
men er ook mede, zij treft toch haar doel, en bar* aitwerktngen zijn heiizaarn. ______
Na deze tusschenspraak keer ik tot het voornaamste
van de laaistc koncerten terug. Doch eer ik daartoe overga , ben ik nog verpligt, van twee extra koncerten gewag te niaken , -welke ons een buitengewoon genot verschaften. Hrt eersle, het'we'k ten voordesle on%er door den jongslen watcrsnood geteisterde landgcnoolen gegeven \verd , en hetwelk een nieuw bewijs was , hoe gaarne de Rotlerdammtr den noodlijclenden , op welke wijze ook, Ondersteunl , want de zaal en het voor~ vertrek waren drukkend vol, het eerste kuncert her ft ons getoond, wat hier uitgevoerd worden kan , wanneer alle dc liefhebbers zich vereenigrn, ge- lijk op dien avond , loen niet een eenige van de he- teren onder hea zich uitsloot, en een ieder liunner met den hestcn ijver vervuld was. Alle slukken ge» lukten dan ook heerlijk ; maar boven alles muntie ui't de Aria uit Benjowsl<y van DJintAt, welke reeds op het 5e koncert gezongen was. De zangeres had juist deze aria gekozen, omdat zij op dien avond zoo tiitnemend bevallen was, en men den wensch geuit had, dezelve nog eens te hooven. Veel dank zij haar! Hoe braaf zij ook anders altijd ?ingt,_nien konde M eeh-
|
|||||
£ »7» )
I
«ehter met regt van taar zeggen, dat zij, op die*
4vond, zich zelve bijna nog overtrof; de toehoorders werden alien tot de luidrnchtigsle bewondering wegge- aleept' Voorls hoolrden w'ij een groot ilaliaansch Duet voor twee sopraanstemmen , ketwelk ons, door Lift ^reder optreden van eene zangeres, wclke zonder MrSJ- Cel de kundigste en dus de bcschaafdste van onze lief- Jiebsters is , en door het gezang van de met liaar zingende jonge dame, zeer veel vermaak deed. IVloga deze liefhebsler, die veilig op den rang van kunsle^ narcs aanspraak maken kan, loch nog lang tot den luister onze* koncerteu bijdragen ! Op lift voor- gaandc volgde eenzangstuk, dat door den rijkdom van liefelijke en schertsende gedachten algemeen behagen ■vond, namelijk een italiaanscli Quartet, -waarvan de komponist onbekend bleef. Het werd in het ensemble seer goed uilgevoerd ; maar bijzonder muntte de so- -praanpartij uit. De zangeres, welke deze parlij op zich genomen bad en ook een der voornaamstc sie- raden van ons koncert is, voerde de -waarlijk groote. nioei jelijkheden met zoo veel vaardigheid en onge- dwongenheid uit, dat zij, om zoo te spreken, met de schertsende ide'en van den komponist slechts scheeu te scherlsen , en ons alien bijzonder veel vcrmaak jfleed. Algemeene vreugde schitterde haar op elks ge- laat te gemoet. Het slot der zangstukken en van bet koncert tev.ens bestond in het eerste Finale uit <?* Scficp
|
||||
c m 5
Schepping van lliTDii, en hierop doelt eigenlijk, liet*
geen ik boven zeide van de voortreffelijke muzijkala vruchten, die men hicr kondc plukken, indien al do bckwame liefhebbers zich meerrnalen lot de uitvoerin{j van groote zangstukken vercenigden. fie omstandig- heden zijn echter niet van dien aard , dat men daar- op met grond zou kunnen hopen. Met blijft enkel bij wenschen, wejke men evenwel niet onderdrukken kan, wanneer men zulke muzijk zoo voortreffelijk hoort uitvoeren, als werkelijk het geval was. Hoe naautr* keuvig was de uitvoering ! In 'tkort, het was waart lijk voortreffelijk, en luid werd de wensch geuit , toen jhet sluk ten einde was, om liet no<j eens te hoo- ren, dewijl het zoo goed was gehikt. De vriendelijk- lieid der deelnemeren voldeed aan den wensch, en dit had ten gevolge , dat iedereen, vervuld van het lieer- lijksle genot, de zaal verliet. Ecne Koncertante voor twee violen, door de liceren a. don en B. iouii ongemeen braaf uitgevoerd, droeg ook zeer veel tot de vevaangenaming van het koncert bij , en zoo wel de voordragt, als de zekerheid en volkornene ovcreen- stemming in de moeijelijke passages , verdienen den grootstea lof. Mel luiden hijval bragt men aan liet talent van beide heeren de welverdiende hulde toe. Behalve dit alles hoorden wij nog op bet piano met veel smaak en teederheid en Zeer netjes spelen vara- tie'n voor vi«r lianden van r. & IE s op de Cavalin* i
Ma uii
|
||||||
j
'■s
|
||||||
C r72 0
uit Tanereio: deh tonti palpiti, door eenrn bij ons
«eer geachten en zeer verdienstelijken liefhebbfr en een jonge meisje, dat zich voor het eerst in lid opcn- baar liet hooren en de s-choonste vcrwachtingcn deed opkomen. - Zekerlijk zal dfze avond , die zoo rijkv was aan kunstgenot, bij iederen vriend der muzijk in ]e\~endige herinnering blijven. Nn moet ik nog van een ander loncert wal -uitreerN
ger gewagmaken, namelijk , van dat, betwelk delieeren BON en to u its gemeenschappelijk gaven- Beide legden nieuwe en schilterende proeven al* Tan bun uitninntend talent in twee Koncerlanten, welke ons beide zeer' veel v,ertnaak gaveii. De eene -was van winter en de andere van eck; de laatste, welke zeev brillant is, -werd vooral met algemeencn bijval bekroond. De eersle is zeer fraai bewerkt, inaar minder bevallig, dan de andere, en wat den g7ans bclreft, kan zij het er lang niet bij halcn. De groole naauwkeorigheid en eenheid der beide kiinstenaars is waarlijk bewonderings- ■waardig, en het is niet ligt inogelijk, hen daarin te overtrelfen. Slechts ee'ne ziel sclieen hun beider spel te verlevendigen, waarin zij veel nadrtik en zeer veel vuur aan den dag legden, hetgeen hen, waniieer men het streng ncetnt, somwijlen veel een weinig te steik wegsleepte ; op een paar plaalsen hadden zij hun vuuf ■wel wat mogen dempen. Eigenlijk is het mij lief, juist dit een weiuig te mot ten misprij^en, daar ik vroe-
|
||||
C |b )
vrofgir , Hn de oritleding van het spcl van beide h«e*
rcn , juist de tegenovergesteide aarimerking heb moeten maken ; en baitendien is overmaat van vuur toch altijd boven koeiheid te verkiezen. Htt eerstgenoemd* wordt door den tijd van zelf gedempt; maar de laatste te verwijderen , kan men niet wel hopen. Voor het overige heei't ieder der beide jonge knnstenaars aan- zji'nlijke vorderingen in zijn spel gemaakt, en het doet mij zeer leed, dat ik niet ineer van hel eigenaardige van c!k van hen in het bijzonder kan zeggen, daas zij zich niel afzonderlijk lieten hoorcn. Het is waar- lijk jammer, dat de eigenschappen, die zij beiden be- lli! . n, niet in elk hunncr vcrrem'gd zijn, namelijfc, van den eenen kant buitengemeen gelukkigc aanleg en " van de andere zijde zaer gronte vlijf. Hoe veel groots ejju men niet van deze he'oren kunnen verwachten, in- dien deze eigenschappen in lien gepaard, waren, daar zij nu reeds zoo veel uitvoeren-? De beer oenne- YOIse, van de fransc.he opera te 's Gravenhage, zong dien a.vond regt braaf; even wel had hij zich wel wat minder mogen aangrijpcn. Men moet beklagen, dat hij, vooral daar hij eene goede rnanier van zingen en eene aangename stem- heeft, dc, k-raclit van deze laatste te veel tracht aan te toonen, waardoor z.ijn gezang dan in gcsclireeuw ontaardt. Hij vergat zich zelvcn zoo zeer in dit koncert, dat hij in eene Aria, la prist de Jericho, zoe ik meen, de muren der zaal voor- die M 3 van
|
||||
.■■
c *74' i
an Jericlio scheen te houden en ze door het for-
«che zijner stem te willen doen bersten , hetgeea hem echter niet gelukte, daar de zaal nog al vrij vast gebouwd is. Evenwel ondergingen de gehoorzenuwen van de gezamenlijke toehoorders eene hevige dreu- Jaing. Indien hij zijne stem maar meer matigde, dan *oude zijn gezang alt:jd veel genoegen geven, gelijk dan ook plaats vond in hetgeen hij nog niter zong. De lieer h u t s c h e nru ij t er blies Variation -van zij- ne kompositie op ecne heel aardige Romance, die zeer bevallig geschreven zijn. Hij droeg ze met veel gevoel voor. Aan de partijen van het akkompagnement is eigenlijk wel te -weinig zorg besleed. Er weid ook eene nieuvre Onvevture van hem gemaakt, -waarin al te vecl gedruisch en te weinig regelmatigbeid en vast- Jieid van plan is. Aan eenige plaatsen voor de blaas- instrumenten kan men bespeuren, ik -wil juist niet aeggen, dat hij ze niet genoeg kent, maar ten minste dat hij aan ons orkest bovennatuurlijke vermogen* toerekerit. De Variation van vlna op TVilhelmus van Nassamven werden braaf uitgcvoerd. Het kon- cert werd zeer druk bezocht , gelijk altijd de kon- certen van deze twee kunstenaars, die bij ons zoo zeer in aanzien zijn ; doch er waren weinig dames de gewone klagt bij openbare koncerten. Maar de zangers maken eene uilzondering. 2Nu blijft mij nog over, aoo kort als mogelijk, ge-
■wag
|
||||
'J"*T"'W-
|
||||||||||||
( i75 )
|
||||||||||||
vag te maken van de beste en belangrijkste stukken
van dt; laaisle Zainrdags koncerten. Wat den zang bnreft, verschafte de goedheid onzer verdienstelijka liel'bebsters ons nog bet genoegen te hooren : eena Aria uit Tancredo, oh patria, cen Duet uit Achillea van paer, -waarin de vronwestem voorlreffelijk werd uitgevoerd, en eene zeer moeijelijke en brillante Aria van B. bomeeeg, met eene obligate Violonccl-partij. Deze Aria werd beerlijk gezongen door diezelfde da- me , welke laalstelijk bare parlij in dat schoone ita- liaansche Quartet zoo voorf.reffelijk uitvoerde. Be« ■wondcrenswaariiig is hare duidelijUheid in de moeije- lijksle passages, die aanhoudend voorlloopen en veel kracbt vertischen : men boorde iederen toon. De heer c A N z droeg de zeer moeijelijke violoncel-parlij tea uilersle braaf votr ; bij wist zich dear, waar het zijn moest, behoorlijk aan Jict gezang aan te leunea en op zijn1 tijd zijne partij tocb ook te doen golden, in e'e'n woord , men zag in hem tevens den ervarenea kunstenaar. Wij hoorden ook nog eenige fraaije obligate stukkea
voor instrumenten. De hcer a. son speelde zeer schoone Variation van a. lointc (A dur); daar was maar e'e'ue aanmerking op te maken , iiameli jk , dat hij deze reis niet met de hem anders'eigene vlug- heid en vrijmoedigheid speelde. De beer c. m ii h- HHfiiiii onthaalde ons op een koncert van u ti s- M 4 s*^
|
||||||||||||
C 176 )
|
|||||
SEK (Bdur), hetwclk hij met veel netheid en deh'catcs-
se nitvoerde. Maaj' \vaarom koos hij toch wel een
koncert van deze sooi't, daar hij imrners zonder moi^i-
te werken van veel grooteren aan'eg spelen kan ? Het
koncert van miini is heel aardig maar staat Vol-
ts ' strekt niet in evenredig heid met de grootere en moei-
JElijker stakken , die hij ons vrorgcr liet hooren. De Variation van den heer hciscbbshiihb op het volkslird: wien Neerlands bloed in de ad'ren oloeit zijn obligaat voor het horen, de klarinet, dt flail en de viool. Men moot er aan prijzen , dat men er overal het thema in hoort , en dat zij zeer voor- deelig voor de instrunienten en zeer bevallig gcschrcven zijn. Het ontbreekt dlt werk niet aan gedruisch: want de pank en de tvompet hoort men daveren, zelf» bij een »oIo roor de viool, zoodat de lioli.t, vooral wacncer trompet en pauk liare stemmen een weinig onbeschei- dcn vevheffen, werks genoeg heeft, om met zijne too. Tien door le dringen. De komponist zelf toondc veel smaak in de uitvoe.ring van zijne partij , en hij heeft in dat opzigt sedeit dien tijd veel vorderingen gemaakt. Hij mogc verder zoo voortvaren! De dric andere so!o- partijen geluklen 00k zeer goed in de uitvoering. Voor het overige moeten wij nog aan hetwerk , in het algemeen, misprijzen, det het ten aanzien van den vorm te veel gelijkenis heeft met de Varialien van ytilms op ipil- helmus van Nasfautven. In het laatste koncer* hoor-
. ■ *
|
|||||
C *77 )
hoorden -wij ook nog den jongen naMij in varia-
liiin voor dc fluit van keller, die hij zeer netje* blies. Eene der Variation, in oktaven, viel bijzonder goed uit, en eene andere met slepende noten door de halve toonen even goed; minder echter eene Varia- tic met triolen in sclierp gestooten nooten , als voor welke het liem aan kracht onlbrak, om te volharden. Men kan hem met dat al niet dikwijls genoeg toeroepen," dal hij zijn inwendig gevoel moet doen medespelen, en niet de vingeren alleen ! Vooral hij de fluit is zulks eeti hoofdvereischtc, daar dit instrument bultendien reeds zoo bepaald en eenvormig is, Zijn toon , die zeer liefe- lijk en aangcnaam is, moctook nog in kracht aanwinnen. Dit is nu het belangwekkende, dat de laatste kon- cerlen nog opgeleverd hebben, en hier wil ik dus mijd berigt besluiten; hopende , dat een ieder dat, wat hem raakt, ad notam nemen en er nut uit trekken mo- ge: -waarlijk , het zal goede vruqhten voortbrengen. In* dien deze of gene aan de uitspi'aak der kritiik geen geloof mogt willen hechten, doet hij zeer verkerrd, en het zal tot zijn eigen nadeel uitloopen. Hij ande- ren, die de beoordeeling juist vinden, maar er niet voor uilkomen durven nochmogen, bevoikt de Schrijver evenwel zijn doel, en htt zal hem steeds zeer aan- gcitaam zijn, nit de gevolgen waar te nemen, dat zijne kritiek niet zondcr nut geb'even is. Indien andere bezighedvn en drukten den Ref. het maar eenigzins M 5 - yet'
, '■..'
■
* ■-.■-''
|
||||
( i?8 )
|
|||||||
♦eroorloven, zal hij nict in gebreke blijven , in dit
tijdschrift van den afloop der volgende winterkon- Certen verslag te geven ; mogt de tijd het hem center volstrekt niet toelaten, en hij genoodzaakt zijn, den lezer voor eenen geruimen tijd vaar«vel te zeggen (i5), dan hoopt hij , dat zijne plaats moge bekleed wordrn door eenen man , die even zoo getrouw en naauwge;;et in zijne beoordeeling is, als de Eef, naar zijne over- tuiging. steeds getracht hceft te zijn. Men geloove veilig, dat het hem meer dan eens onaangenaam was, Juist zoo en niet anders te moeten schrijven ; maar Wilde hij nict van de waarheid afwijken, dan k inde hij niet anders, en dit zal ieder onzijdig denfcende en in de kunst genoegzaara ervaren lezer moeten toe- lleiumcD. |
|||||||
(i5) Het strekt ons tot cen groot genoegen , den lezer
te kunnen verzekeren , dat onze korrespondent, wiens groote kundigheden de lioo^steachting vrrdienen, oris stellig beloofd lieeft, zoo immer mogelijk , zijne herig- tcn. wannrer ook minder oinstandig, te zollen voort- zetten, «n dat wij de gegroudste hoop nipenen te kuuuen koeslercn op de vervulling dier beloftc. IE AID.
|
|||||||
( *79 )
|
|||||
V E H B 2 MUZ UK TB GROWIKCB.H.
t
[Vcrvolg en slot van bladz.. i5t.) Behalve de' Ouverture van paer, boikldieu,
mehul en anderen, welke men reeds in vorige jaren» en sommigen zelfs zecr dikwijls, uitgevoerd had, hoor- den wij voor het eerst eene van beetHovew nit C. dur, naar wij naenen, van het Ballet Prometeo. Dezelve kwam ons zeer goed bewerkt voor, zoo als men Diet anders van dien grooten komponist verwachteft kan , maar zij heeft ons voor het overige niet veel stof tot verrukking opgeleverd. Eene tweede Ouverture, waar- van wij ccnige woorden zeggen wiilen , is die van spohh voor zijne opera Alruna. Wei is waar; heeft men deze Ouverture reeds in het vorige jaar uitge- voerd, maar zij mislukte toen geheel en al, zoo dat ze niel te verstaan was. Deze keer ging het veel hcter, en wanneer men de krachten van ons orkest en de ontzettende moeijelijkheid van dat mu2ijksluk itt aanmerking neemt, moel men zelfs hekennen , dat het aeer goed uitgevoerd wcrd. Het is klaarblijkrlijk , dat spohr bij het komponeren dezer Ouverture op het oog gehad heeft, om een pendant te vervaardigea Toor die van xoiibi's Zauberjlote, en over het al- gemeen moeten wij den grooten kunstenaar de getui- genis geven , dat hem zulks uitstekend gelukt i*. Het Jivil nog al zoo lets zeggen, eene Ouverture te schri)- \t»
1
|
|||||
C *8© )
%en, welke op een thema, gebouvyd is, dat eenige over-
eenkomst heeft met dat van m o z a b t , schbon hut veel hartstogtelijker is, waarvan voorts de bewerking schier geheel op dezelfde leest gesttboeid en nogtans voor onmiddellijke ontleeningen bewaard gebleven is, en welke e.indelijk , als tegtnhanger met bet aangehaauie meesterstuk vergelekcn wordende, niet alleen door * dit stuk niet geheel in den achlergrond terug gcdrongen wordt, maar integendeel die vergelijking zeer wel uil- houden kan, Evenwel moeten wij er vrijmoedig voor nitkomen , dat spom's bewerking niet zoo k'aar of duidelijk is, als die van Mozart; een gebrek ecliter, hetwelk voor het gvootsle gcdeelte misscliien aan de moeijelijkheid der nitvoering , veroorzaakt door de reeds hoven aangestipte harlstogtclijkheid van liet the- ma, moet toegeschreven worden ; en is dit waarlijk bet geval, dan zoude men alleenlijk den komponist kunnen te last leggen , dat hij een tiiema, had bebooren te kiezen, dat voor klaardere bewerking vatbaar -was, oischoon wij niet kunnen ontveinzen , dat, wat ons eigen gevoel aangaat, het zwaarmoedig hartslogtelijke van het thema zoowel, als ■ van de geheele bewerking ons voorkomt een der grootste sieraden van deze Ou- verture te zijn- Eene der voor ons nieuwe Sinfonien , welke wij
hoorden fwant de oudercn willen wij ook met stilzwij- een voorbijgaan) , w-as die van c. m. voj w»W' Kracht,
■ ■. . .
|
||||
Krach't, your, kunstrijke bewerting, levendige, }
somlijds uilgelatene vrolijkheid en zelfs bier en daar uitspattende wildheid: zie daar de boofdkaraktertrek- ken van dit sclioone werk. In deszclfs enkele deelen besch«u\vd, is vooral het Allegro (C. di/r) , ■waarraede helzelve , zonder de gewoonlijk voorafgaande inleiding in eene langiamere tijdmaal, zeer verrassend aan* heft, vol kracht en vuur en rijk aan kontrapuntische Wendingen , ecliter eenigzins vermoeijend, dewijl het niet genoegzaam met bevallige en zoetvloeijende me- lodien doorwevon is, en zicli te aanhoudend bij ruiscliende figurcn bepaalt, vvaarvan zelfs sommige naar den ouden lijd rieken. Het Andante daarente- gen (C. mo!) is hoogst eenvoudig , litfulijk en vol gevoel ; het ademt door^aans die zoete melankolie , welke men gewoonlijk met den naam van romantlsch bestempelt , en welke te verrukkender is, naar male bet Allegro orizen geest te hevigcr aaeg«tast en als met gevveld in deszelfs rvildheid ingerukt heeft. Hel Scherzo presto (C. dur~) is wederom hoogst vro- lijk en in de cerste. afdeeling niet slechts schertsend, inaar zelfs vinnig en scherp, terwijl de tweedc afdee- ling, het Trio, als kontrast van de eerste , schoon van helzeifde vrolijke karakler, melodieus en liefelijk is. ------ Het Fit ale-presto zct de kroon op aan hel
vrcrk. lie uitge'alensle geest van vrolijkheid heerscht
er in, seiner als onbepaalde Souverein. Tusschen bei« Jen,
|
||||
i
|
|||||
( 18a )
ten, wcl is waar, mengen scliertsende idtfen zicli in
ie uitoefening van zijn gebicd, en zelfs de ernst doet jsijae bedaarde taal voor eene korte poos met Idem en nadruk hooren ; maar gecn van beiden is bestand te- gen de oppermagt der vrolijkheid en deze behaalt de glansrijkste zegepraal op de weerspannelingen, de beu- elende scherts en den maimelijken cfrnst. Voor de uitvoering is deze Sinfonie zeer zwaar;
*llc instrninenten moeten goed en sommigen zelfs , ▼oornainelijk de horens, de violoncel en de contrabas , mtstekend bezet zijn Dit was nu juist niel geheel het geval bij ons; maar niettemin hecft ons orkest sich knap gehouden en ons daardoor veel genoegen verschaft. De tweede nieuwe Sinfonie , waarop men ons ont-
haaltle , is de zevende van ueihotes nit A. dur; lij werd iweemaal gogeven. Het was aanvankelijk ons voornemen , deze Sinfonie geheel tc ontleden , ten einde al bet sclioone , dat deceive bevat, bij gedeclten den lezer voor oogen te stellen , en wij yoelden ons daartoe te sterker aangevuurd, dewijl de recensien, die er tot nu toe -ran die Sinfonie in de duitsche tijdschriften uilgekomen zijn, hoezeer zij grondig en met vecle kennis zijn gesclireven, alle, voor zoo veel eij ons bekfrnd zijn geworden, Onvolledig zijn, en *nen vele der schoonsle plaatsen geheel met stilzwij- |en heeft voorbij gcgaan. Doch wij hebben ons ge- nood-
|
|||||
C 183 )
aoodzaakt gezien, van dat vooriiemsn »f te st&ppr■ j
nit aanmerking dat eene ontleding ran dien aard, zoo als wij z* Op het oog hebben, voor dit berigt al te uitgebreid zoude moelen worden, en geschikter in ee» al'zonderlijk stuk behandeld zou kunnen worden. Wij ■willen dus voor het tegenwoordige den lezer liev«r eene dichtcrlijke beschrijviug toot oogen leggcn , wclke Wij gcput hebben uit een alleriiofst werkje, grtiteld: Rosaliens Brie/e an Serena, geschrleben attf einer Ret- se naih Coin im November 1816 ; fterausgegcben von liiiDiicH mo!E8«eii(i6). Wij zullen die be- schrijving, welke ons liitr en daar eveneens onvolledig voorkDmt, aanvullen , onze bijvoegselen door curcijvett lettei-druk onderscheidende van het oorspronkelijke. De Sinfunie begint met een Sotlenulo (A dur)»
vaelhs karakter niet moeijelijk te vatlen is. Het maakt ons oplettend, dat er dingen tan aanbelang zullen, ooaroallen, door den ernst, waarmede het fitch somwijlen Xaat hooren; doch beivaart ons tevens voor de vrees voor onaangename gewaarwordingen door de liejelijke en zoetvh eijende melodli'n, die er het hoofdthema can ultmahen, of er tusschen beide ingetveven zijn. Op het eind geven verscheidene instrumenten een. of meet
|
|||||||
(*) Sfeinlngeh, bij jHiu?t hahtmank, 1817. D»
bier iugeiaschtc plaats staat op bladz. 68 en vo!gg. |
|||||||
\
|
|||||||
C i*4 )
meer toonen van het thema des volgenden Allegro etart,
mis of zij hot nog niet sens cvarcn, tvat er nu loch eigenlijk zal gehoord tvorden. Plotseling (era het Alle- gro is daar*) heft de fluit, als had zij nu de juisle gcdachte gevonden, welke ten toppunt der gezelscbap. pelijke -vrolijkheid voeren moet, uit de hoogte eenen springenden daktylus aan, en sleept allengskens , riiet slechts het geheele instrumentenkoor,,, maar 00k de toeboorders , onwederstaanbaar in dezen onnavolgha- ren, kunstrijk ineengeslrengelden daktylen dans met zich voort. Maar het is geen dans van beit'oners der aarde , necn ! het is een dans van genien in het onmetelijke rijk der geesten: liunne vrolijkheid i» niet die der gewone menschen, neen! men voelt de ontzeitende hui- veringf die het gevoel der nabijheid van geesten ons doet ondergaan. In het tweede stuk (^Allegretto, A mot) ziet men de
genien der inslrumenten, als -waren zij vermoeid van dc oneindige vrcugde , die zij zoo even te zamen ge- nolen htbben, riecrgezegen op de zalige velden van het rijk der toonen, Als in den droorn zweven eenige geestenstemmen over de stille vergadetiug ; het zijn zoct ineensmeltende toonen der Bassen. Zij her- halen nog ecus hun melodieus gefluister; <r nog is alles in diepe rust ; doch eindelijk ontwaken eenige snaarinslrumenten van den tweeden rang en moetcn , moeten de wegslepende toonen nazingen. Inlussclien is
|
||||
\t eeh vioWncel tot hoogere verrukking opgestegen e'ff
het zingt hij het gcfluisteir der anderen eene melo« die, waarover eeh engel zich niet behoefde te schameh* lanaar welfee de iriensch juist om die reden niet regt kan uitduidcn, Zal hij ze zacht, sm'achlend, klagend, liefkozerid of weemoedig noe'meh? Hij weet het niet, doch dat hij ze nooit weer v'ergeten zal, dat weet 'hij. De indriik , welken deze in het heiligdbm der harmonie gevondene wijze op de overige Gehien maakt, Ve'rlodnt Zich als hiet geweld. Alles , alles ontwaakt wit den slaap; de eersle violen hebbch het thema reeda Vrriegeir opgenomeri en kunneii zich er maar niet aan. Verzadiaeh. De. blaasinstrurm riten vatten het oob allengskens op , en zoo vallen alien in het voile koor in eh klimmeri op tot den hoogsten trap van kraclit.
■ ■ - f
''Wanrie'er ook hier en daar een der luchtige Hgtgevl'eu-
'gelde weze'ns , ktapwiekende van verrukking, uitvliegett
Wil , het moe't toch terilg keeren in de hetooverde sfee'r
Van het eerste kleinc liedgefluistc'r. In e'eii ■woord',
Wert wordt' niet moede eevst het ie hdufen en dan het
te prijzen.
Het der"def stnk (Presto,' F1 Jar) is eene kolossale
{"cherts, rijk aan geest, die echter, even als alle voort-
"hreiigfeleM va"h echt vermift, geehe bntteden'de, bi-eede
liefchlSjvingj maar slefchts eene korte becldelijke
«foc]aat. ■ ' -
De Genien gerakenj zdo dikwij's zij niet grnoodzaakt
N zijn?
|
||||||
£ 185 )
|
|||||
eijn in het koor mede in te stemmen, op allerlei; vvo-
lijke, plaagzieke im alien. Zij spreken nu cens ai'son- derlijk, dan eens alien te geiijk; roaar niemand vraagt, niemand antwoordts op het lioogst parodieert soras de cene den anderen. Naderband , yvel is waar, trcden eenige ernstiger gesienide waldhorens te voorfchijn, en ademen een zapht, liefelijk bezadigd lied ait, bij hctwelk de toehoorder op eens zijn glimlagchcn staakt, dewijl zijn hart zich -weder openl voor de aoetere en aachtere harmonica ; maar de vei-maoing der horens , oi'fchoou tweeniaal herhaald wordende, blijft zonder vrucht. De vrolijke luim heeft de hjchtige Sylfen te Zeer overmeesterd; Zij ziugen fomtijds \vel eenige mi. nuten mede, dock langer laten zij zich niet bedwingen en zij plagen zich, weder onderjing met hare yoriga jokkernij. Geheel op het laatst beproeven de ernftige vermancrs, die liever zingen, dan schertsen -willen, nog eens het luchtige volkje voor kunne zackte liederen , die als uit ver afgelegene schaduwrijke wouden koman aangolven, in te nemen ; doch te yergeefs! ------ AI»
door eenen tooverslag stuift alles uit een, en de arme
horens , het begonnene onvoltoojd latende , zwijgen al» verwonderd stil. In het laatste stuk eiodelijk {Allegro eon Briot
A dur~) komt het als uit hooge luehtgewelven, om het een of ander ons onbekend feest der geesten te yieren , met onheschrijfelijk triomferend gejuhel weder aan- brui-
|
|||||
kl-inscHj *n buldett geheel uit lot afmatting toe*
OntzagtvekftenA is dit gejubtl en oooral op het lnnl.it jaagt het ons eene zekere ijzing aan, welke, hoe heeig ook, echter ten oerruhkend gevoel van vneindi gheid na- iaa't, veaaruit wij niet, dan tegen onzen ivil, tot de wezenlijke (Vtreld terug keertn. Zoo Verre de befchrijving. Zij is alleen gelukt tert
anzicn van de middelste stukken , het Allegretto, na« roelijk, en het Presto. Het overige is minder goed, dewijl het hog geeh volledig dehkbeeld geeft Van de ver* fcchillende gewaarwordingeij, die zich aah de ziel op« dringen. Wij moeteh ecliter bekennen, dat die gewaar- wardingeh met woOrden niet lumnen uitgedrukt wor- sen ; men moet de Sinfqhie hooren, en wel met de grootste ingespannchheid en van alle vreemde denkbeel- den afgetrokkcn hooreh, en dan eersl zal men al het frchoone knnnen gevoelen , dat dit kunstgewfocht bevat* |
||||||||
Het valt moeijelijk, ora na zulk een werk terug te
feeen-n lot het verhaal van betgeen wij meer fchooni of ook niet fcboons gehootd hebben. Nieltemin eischt onze pligt, dat wij ook daarvan verslag doen, en wij Varen dus in deszelfs vervulling Voort. Een duitsch toneelgezelfchap biedt zich het eerst aaA
tt'me herinnering aan, en wij willen dus eenige woor- den o*er de vertooningen zeggen, wclke hetzelve ia |
||||||||
i i88 )
*pnze stad gcgeven heeft. Dit gezelschap, behoort elgen"
lijk in een gedeelte van het koningrijk Hanover te huis, en werd nit Oostvriesland verdreven door de sluitina van alle openbare Yermakelijfchedea gcdurende den rouw over den dood des konings van Engeland. Met slant of slond onder de direklie van den heer Jcimi XAiiSTEN en was eigenlijk allcen voor toneelspelen ingerigt ; doch daar men den direkteur onder het oog. bragt, dat zijne vertooningen in onze stad door on- hekendheid met de taal, in welke zij gegeven werden . niel zouden bezoclit worden, lei het gezelschap zich op opera's toe en gaf bij afwisseling toneel - en aang- spi'len. Men kan zich ligtelijk verbeeldcn, dat deze laatsten niet voorireffelijk konden uitgevoerd ivorden door een gezelschap, dat, zoo te zeggen, uitsluitend van toneelspelen zijn werk maakle ; inaar er waren toch eenige onder deszelfs leden, die tant bicn que inal zingen konden. Daarenboven gaven zij zich zeer veel moeite, en zoo gelukle bet hun lamelijk we!, Wij zagen echter meeslal kleine stukken, als der4 Dorfsbar* bier, eene kleine aardige opera in t*ee bedrijven, waarvoor schenk de muzijk gemaakt heefl, en welke ook te Amsterdam wel eens gegeven werdt ; voorts die Schwestern von Prag, welke tot de besle werken van wenzel muller behoort, die Zaubertitter, niisschien het slechtste maaksel van dienzelfden auteur; der Unsichtbare van evle, welke ook wel te Amsler- |
||||
C 189 J.
dam gegeven wor.1t, gelijk 00k die Schwesiern von
Prag , en einde'ijk een gvooter werk , Joharin von Paris {Jean, de Paris}, van imisuist, Van alio deze opera's zullen wij niets meer zeggeu, dan dat zif gegeven zijn, met uitzondering eehter vaa de laattt- genoerade, van welfce wij bekennen moeten, dat. zij, naar der zakrn omstandigheid , zoo goed mogelijk werd uitgevoerd. Alle leden van het gczelschap, zelfs de allerminsten, verdienen dm hoogstcn lof wegem den grooten ijver, met welken zij Lij het opvoeren vaa deze opera getoond hebben bezield geweest te zijn. De rol van den page vooral werd door zekere Mad. koH- *ut, eene zeer bekwame toneelspeelsler in bet treur- spel, voortreffelijk uitgevoerd; de zang liet trouwens veel te wcnschen overig , maar haar spel was vol b«« vallighcid en hiimigheid , en het zou moeijelijk zijn, haar in dat opzigt te zien overtreffen, De heer schligku M zong, als Johann von Parts, zijne pariij met eene helderklinkende aangename stem ; zijn spel betcekende weinig. Maar den hoogsten lof verdient de heer prEiL, /teen man van jaren , die in zijnen tijd zooder twijfel een- voortreffelijke buffo geweest is e», wit zijn spel aangaat, nog is, maar wiens stem zeker- lijk veel verloren heeft: deze man was het, nameiijk , op -wiens schonders de onlzaggelijke last rustte, om de paitijen aan alle zangers en zangeressen in te pepereri, gelijk men. \yel eens z.egt, en aan wieas onvermoeiden NJ »j.ye*
|
||||||
C *9<? ")
Jjver wij eigenlijk hct genoegca te danken hebben , dat
gommige dezer vertooningen, en voova! de laatste, ons Verschaft hebben.- Na eerie afwezigheid van weinige weken, gedurende
Welke dit gezelschap zicli in Oostvriesland, waar de Xouwtijd uit was, ophield, bezocht het bns voor de tweede reis. De direkteur had bij zijn vertrek bcloot'd, verscheiden bekwame zangers en zangeressen te srullen 4Sngageren, om gednrende de Mcikermis grootere ope- ra's te kunnen geven, en dezelve goed uit te voeren, IVlaar tot zijn ongeluk kwara hij deze belofte slechts voor een zeer klein gedeelle na. Hij bragt wel eenige Iruikbare monsclien mede, maav bij maakte twist me| ■verscheiden anderen, en zelfs met Mad. kShi.sk; daar* enboven gaf hij, in plaats van nieuwe en groote ope- ra's, dezelfden , die wjj reeds gehoord hadden, en heS gevolg daarvan was, dat het publiek , zicli in zijne killijke verwachting bedrogen ziende , de opera slechts seer traag bezocht, en dat de direkteur verliezen on- derging, tegen wclke zijne bcurs niet gewapend was. De eenige opera, welke hij nieuw opbragt, was Joseph vncl seine Briider , (Joseph en Bgypte) van M e' H u L ; terwijl Johann oon Paris ten deele door andere men- schen bezet was. De eerste opera werd tweemaal en »iet geheel slecht gegeven. De rol van Benjamin werd vooral goed gespeeld en gezongen door mejufvrouw J*A» s ch a fcL, eene jonge zangeres, welke eene zeer |
|||||||
i
|
|||||||
~-~ ' .....
|
|||||
C *9' )
angcaame stem hecl't en iMe, wanneer zij zich zoo
hlijft ocfenen , als zij getoond hoeft te doen, veel goeds belooft. Zij zong ook de prins*s in Johann aon Paris en ook deze partij vo*rde zij" prijzenswaardig uit. Wij liopen gelegenheid te zu-llen helthen, van deze zangeres nog herhaalde malfn te knnnen fpreken , daar zij door een huwelijk in onze stad gevestigd is en ons dus ■waarschijnlijk den volgenden winter op liet koncert meermalen met haar aangenaam talent zal verblijden. Wij kunnen niet geheel met slilzwijgen voorbijgaan
de koormvizijk, die wij in eenige openlijfee yergaderin- Sjen van ons departeiuent der maatsehappij tot nut van '* algemccn gelioord hebben en welke door een klein aantal zangers en zangeressen uitgevoerd wordt, die aich sedcrt twee jaren vereenigd hebben, om zich in hct zingen van koren te oefenen. Bit gezelschap be- staat geheel uit liet'hcbbcrs en bet verledigt zich, enkel op aanzoek der maatsehappij, om de openlijke vergade- riogen foruwijlen te veraangenamen. Ofschoorc men ■van di« gezelschap geene volmaakte uitvoering der <re- kozene koren vcrwachten kan , moet men hetzelve ech- ter het regt laten wedervaren, dat alle deszelfs Jeden l^er veel ijver voor de kunst aan den dag leggen, en dat zij hunne vlijt door waarlijk ongemeene vorderin- gen bekroond zien. Reeds nicer dan eens hebben zij. proevcn daarvan gegeven, waarover men niet andera dan zeer tevreden kan zijn. Zij zullea zonder twijfel «4 ia
|
|||||
{ 19* )
|
||||||
In hunne loffeHjke pogingen met verdubbnlden ijv«f
yoortvaren , en wij hopen nog menige aangename viucfa- ten daarvan te mogen plukken. Eindeljjk moelen wij nog met een woord van lie*
lorps militaire muzijkanten gewagen. Hetzelve neemt xneer en raeer toe in zuiverheid en naauwkeuri«heid in de uitvoering yan eigenlijke militaire rnuzijk zoo we-1, als ook van zoogenaaui.de liarmonien. Men moet den heer marpurb, die aan. liet hoofd van dit korp,s staat, den lpf tockennen, dat hi] zich steeds veel saoeite geeft, om hetzelve te befchaven , en da,* hij in die kunst -wrel ervaren is. Hij maakt zieh daardoor niet sleclits bij, zijne afdeeling , niaar ook bij let geheele pub'iek zeer verdienstelijk ; en wij meenen jredenen te hebben , h,em te kunnen veizekeren , <lal zijn lorps rnuzijk tot de besten belioort, die men bij onzg afdeelingen Infanterie vindt. *
En (m besluiten wij dit berigt in het aangenam*
■yoonjjtzigt, dat de rnuzijk ons in den volgenden winr ter menig aangenaam oogenblik, rijk . aan genqt,, aiaj
aanbieden.
(
5CHET4
|
||||||
^
|
||||||
C 193 >
|
|||||
S C H E T S VAN lEI *I)B!IAK» B S *
TOONKUHST IE A' M S.T S HD A M. jll
V Boor den Redakteur van dit lijdscbrift uitgenoodigd
zijnde, om bcrigten over de muzijkale voorvallen in deze beroemde bandelstad in te zeiideii, heb ik te finder zwarigheid gemaakt , mij daartoe t£ verledi- ge'n , orndat het niet alleen vooj de lezers hier ter stede belangrijk moet zijn , het qordeel van eenen derden te vernemen over onderwerpen, welke zij reeds b.ij zich zelven, min of meer, juist be ordceld hcbben ; maar 00k, (jifldat het publiidc in andere steden van ons vaderland voorzeker veel belang moet stcllen in de voortbrengselen der kuust in eene stad, welke niet met betrekking tot den handel alleen, maar 00k met opzigt tot de toonkunst, de eerste van ons vaderland ka,n genoemd worden. Eene derde beweegreden, welke mij geboor doet geven. aan het aanzoek van den Kedakteur, is de overtuiging van mi) zelven, door de berinnering aan bet gebeurde , aange- name oogenblikken te zullcn verscbaffen, wanneer ik rekenschap geef van de gevvaarwordingen en opmer^ kingen, welke zich mij, gedurende de kunsloefe.ningen zelve , als ware het, hebben opgedrongen. Ik kau en wil intusschen niet ontkenncn, dat de geringe oc£e- niog, of, li^ver de ongewoontc , om. mijn oordeel ove? de
|
|||||
C 194 >
de kunst Beer te schrijoen, mij schicr had terug ge«
houden, om mi} in den rij der schrijvers te stellen,, te meer nog, daar de 's Gravenhaagsche, Botterdam- Bier en Groninger heoordeelaars hunne taak zoo bui- tengewoen goed vervullen, en de kunst daardoor gee- uen geringen dienst doen. De hoop echter, dat mijne- beoordeelingen, wanneer 00k niet naar hehooren ge» Steld, echter niet te eencnmale zonder nut mogcn, hlijven, heeft mijnen moed gesterkt, en ik ga dan, gerust en met ijver over tot de behandeling van de- mij opgedragcne , voorzeker eervolle taak. Alvoiens echter met de beoordeelirig der versehil-
lende kunstvoortbrengselen een begin te maken , acht ik net noodig, om een kiein overzigt van den toestand der toonkunst in deze stad vooruit te zenden. Het Ian den nadenkenden lezer, hij moge in of buiten deze Stad woonen, niet onaangenaam zijn , om ]iet gezigt- punt, waaruit de schrijver bij zijne beoordeelingea uitgaat, te leeren kennen ; iedere oordeel veiling, vooral in de kunst, is immers betrekkelijk, en menige uit- ▼oering, welke in de eene plaals voor voortreffelijfc mag worden geliouden, verdient in eene andere zoo grooten lof niet , ja somtijds zelfs berisping. De min- dere of meerdere talrijkheid van het kunstminncnde *n beschermende puhliek, de bekwaamheden der kunst" oefenaren zelve, hun getal en de daaruit ontspruitende geiegenlieid, on de besten onder hea tot dc uilvoering lsaa
|
||||
C »P5 )
ran grootere Werken uit te kippen, roorts de graad
van beschaving , welken het publiek zoo w«l , als do iunstoefenaren (bet een is een gevolg van het andere) bereikt hehben , dit al!es en nog veel meer, hetgeen bier juist niet behoeft aangehaald ta worden, dit alles, zeg ik, maakt den grondslag uit, welken de kritiek, zal zij geen bouwvallig en door eigene rwak- heid instortend gcbouw zijn, ondcrschrSgcn raoet. Een algemcen overzigt kan den lezer niet anders, dan vrel- koin zijn, daar het hem den besten, en missehien ee- nig waren toetssteen in handen geeft , om de beoordee- lingen te -waarderen, welke bero voor eegen zullen. gelegd worden. Ik heb dus besloten, den lexer vooraf zulk een
overzigt medfl te deelen ; hij verwachte echter geene omstandige beschrijving, uitgewerkl tot in de kleinste bijzonderheden toe ; een stuk van dien aard toch zoude better voor eene volledige geschiedem's der toonkunst t« Amsterdam gescliikt zijn (en die ben ik niet voov- nemens op te stellen) ; in een tijdschrift althans , be- hoort zij niet te huis. Hier zal dus niet meer gczegd ■worden, dan noodig is, om het bovenvermelde doel te bereiken, en wel bepaaldelijk om te strekken tot inlei.ding voor de beoordeelingen, welke den lezer ntt- derhand zullen worden aangeboden. Am-
|
||||
( *9« )
|
|||||
Amsterdam, de eerste handelstad van ons vaderland,,
ofschoon niet meer, als voorheen, de eerste. der we- reld, is, buiten alle tegenspraak, in ons land de eerste *tad voor de kunst , vooral met betrekkinw tot de toonkunst. Zij telt in hare muren meer kunstoefena- ren, dan elke andere stad; geene barer zusters kan zich beroemen op zulk een groot en aaniienlijk publiek,. hetwelk de kunst onderstcunen kan en wil; zij bezit, bij gevolg, nieerdere hulpmiddelen, om lict goede in de kunst te bevorderen, dan andere steden ; zij kan zich beroemen de zetel te zijn van een koninklijk Ia- Stiluut, hetvrelk ook voor de toonkanst zijne afdeeling beeftj bicdt den inwoner dikwijls zecr goede gelegcr*- beden aan, om zich in de muzijk le oefencn en eenen hoogen graad van beschaving te bereikcn , niet alleen door grondig onderwijs, maar ook door het aanhooren van voortreffelijke werken en groote kunstenaar*, en dit nog te meer, aangezien zij hem tevens, door de verschillende soortcn van muzijkopvoeringen voor de een- iijdigheid bewaart, welke voor de ware kunst zoo gevaar- lijk is ; zij geeft den kunstenaar zelven, welke liaar bo- woont, de ongezochlste gcleg'enheid , om zicli hoe langer «oo meer te volmaken en ook de mogelijkheid om,, tonder de kunstmin door huitengevroon veel arbeid in hem te verdooven , een gemakkelijk en tevens.voor zijne kunst en vlijt voordeelig leven te leiden ; voor den yreemden, waarlijk verdienstelijken kunstenaar is zij, zees
|
|||||
f w )
teer ciikele gcvallen ttitgezonderd, eene onuitputtelijk»
bron der rijkste belooning van zijri talent, en daarenbo* fen is zij voor zich zelve cenc goudmijn van het reinste en kostelijkste genot. Deze schets, hoe onvo'komen zij ook is, zoudc dea
lezer in het denkbeeld kunnen brengen, dat Amsterdam, met betrekkins tot de kunst, het ideaal der volkomen* heid ware, in zoo verre namelijk een ideaal in dit on" dermaansche bestaanbaar is. Dit is echter het geval t>iet: die schets zal eigehlijk meer aantoonen, wat Am« sterdam wezen konde , indien het van alle liulpmid- delen, waarover het bescliikken kan, gebruik maak- ste, dan wel wat het weFkelijk is. Er wordt helaas 1 uit alle die rijke bronnen zoo veel goeds en heilrijks niet geput, als zij bevatten, en ik heb dus niet ge. zegd, wat Amsterdam waarlijk is, maar enkel wat het in zij'ne oms'tandigheden in zijnen toestand, zoude kunnen zt'jn. Om dit alles nu in een helder daglicht te plaatsen, zal ik mij veroorloven, om de voornaamstt inriglingen , instellingen en ondernemingen voor de kunst, zoo als zij boven aangeroerd, of ook slechu gedacht zijn , van naderbij t» beschouwen, en daarmed* zal ik dan tevens eene, aan mijn doel beantwoordendej beschrijving van den toestand der toonkunst in deze stad opgesteld hebben. Ik zal bij niijne oordeelvcllin- gen de naauwgezetstc oupartijdigheid in het oog lion.- tlen, en alle eenzijdigheid trachten te vcrmijden, wan« n«er
|
||||
■ .
**e* bok de toestand d*r zakett tot Stre&gheid in- mifH
wwrdeel mogt aanleiding geven. De waarheid te tneldea 2a] mijn eerste e« gewigtigste pligt zijn, en waar het iloodig is of nultig kan zijn, zal ik mij noch door d* *rces em den ingebeelden weetniet tegen mij in het Ibarna* te jagsn, nech door de mogelijke ontevredeB- Ireid der van dwaalbegrippen Vcrblinde menigte lateft fschrikken, on dien pligt stiptelijk te vervnllen, »1- tijd erenwel dien beschcidenen toon voerende, welk<e Her kritiek even fraai staat, als de waarheidsliefde. Dat Amsterdam in hare mureh eett groot aantal
teonkunstenaars telt , en onder deze zeer voonreffelijke> flat yri\ ik hier slechts staande houden, nadrrband eal het van xelf biijkcn. Men kan nit den grootett oratrek der stad, ait d« bcvolfcing en del» rijkdom van, *ele barer ingezetenen ligtelijk opmalu-n , dat zij sett fcaneienlijk muzijkaal publiek in zich bevat, hetwelk in Jtaat is, de kuast te ondersteunen; en dat dil publiek de kunst waavlijk ondersteunt, kan daaruit blijken, (3at alle ondernemingcn Voor de muzijk , ■welke nader feullen beschr«ven worden , zeer voordeelig staan , ja dat sommige zelfs zeer wclig bloeijen. Het konitiklijk Instituut voor Kunslen en Welenschappen, en in het- fcelve de afdeeling voor de Toonkuiist, biedt zich das > aiar boveostaanden schets, het eerst onzfir opraerk^ Baamheid aan. Dit Instituut, eene zoete vrucht uit eejaen biltereri
|
||||
C m )
tijd, heeft de beschaving ea volmaking der Wetett*
schappen , der Letterkunde en der schoone Kunsten tea
doel, en zulks deels door eigcne navorschingen en
|
||||||||||||||
ontdckkingen, deels ook door het verzamelen en onder-
zoeken der ontdekkingen , welke elders gedaan woi'den*
De afdeeling voor de. toonkunst is dc zesde van de
vierde klasse en bestaat slechts uit vier leden, te- (
wetcn : de Heeren c. a. fodor en I, w. VliMS te
Amsterdam, p. de voidei te Gent en c, f. ecppe te
Leiden. Men is vrij algemeen van gedachten, dat ge-
melde heeren weini-g aan het doel hunner roeping be-
antwoorden, doordien zij , gelijk men beweert, niet*
ten voocdeele, veel minder dus ter beschaving der
kunst zouden bijdragen. Het komt mij zeer moeijelijk voor
Ae vrillen bepalen, of e» in hoe vcrre de openbare mecning
gelijk of ongelijk hebbe. Men moel, wel is waar, be-
kennen, dat, naar de gevolgen te oordeelen , de afdee-
ling voor de toonkunst wel niet veel tot stand bfengt
waarover men zich zoude kunnen verheugen ; roaa*
dit bevvijst nog in 'tgeheel niet, dat zij er zich niet
Beer veel aan gelegen liggen laat, om de ktinst , zoo
veel mogelijk, te onderstcunen en den smaak te zuive-
Ten en te verfijnen. Wi« kan, met grond, beweren o£
die heeren in de vefgaderingen, welke zij tocli voorze-
k.-r op bepaalde tijden houden, en in de torrcspon-
dentie, -welke zij deels onderling, deels met de loch c.;
Kekerlijk daarom benoemde korrespondentcn, vorrm,
het
|
||||||||||||||
>.,. .-*-._.._
|
||||||||||||||
fir*.
/ x
'■■■.'" ' ■ ' '
■.■'.*. ■■.'.'■ V
C ao° )
l»el d'oel hutstktt roeping niet vegt innig tcf hairte n't'
tnen , en of het ftief vaaarschijnH jker aan de moeijtf- Jijkheid, of z*lfs we I aan de onmogelijkheid der zaak » -dan aan hmnen goeden wil toe te schrijven zij , dat zij .geon meerder nut sticliten? ------ T.)* tnoeite , welke zi)
■zich voor eenige jafen gegven hehben , om in Amster-
dam eem cnnservdtoirt de musique, naar hel voorbreld van bet Parijsche , op terigten, pjrit altbans voor hit Jaatste ; dit plan is center door heogere magten niet goedgekeurd. Bovendien moet men die lieeren regt doen met te bekennen, dat zij, een paar jaren geledeti, «enen prijs liebben uitgeloofd voor eene Kantate, de Tonnhumt getiteld , en dat zij ook een dcr ingekoroene *tukken den prijs hebbenwaardig geacht, schoon men de aanmerkj'rig zoudc knunen maken, dat het gedich'l niet goed gekozen was, ojndal bet voor den komponist «eer onvoordeelig is , en (in de vooronderstellihg, name- lijk, dat liet Voorbedachtelijk besterad is, om in rtin- zijk- gebragt te worden) de duideiijkste kenmerketi draagt, dat de dicliter, wiens groole rcrdiensten ilt 'Voor het overige naar waardc boogfciiat, of de miizijk ■niet verslaat, of niet weet, wat de komponist van een ;dichtstuk eischen kan en moet, zoo zijn werk , indieft llij, naroelijk;, bet veieischte talent bezlt , good uitval- ien zal. Vraagt men mijne meenillg daaromtrent, dan tnoet Ik rondborstig bekennen, te gelooven, dat. die Verkeerde kcuze de reden is, waarom er zoo weini. i
l ■"'"■'■■ I |
|||
■JV''\
|
||||||||||
C aoi )
ge kompositien ingezonden zijn, en dat het doel de*'
prijsuilloving juist daardooi' niet bercikt is. Maar
daarvan afgezien, geloof ik, staande te kunnen hbu-;
den , dat de afdeeling voov de toonkunst meer nut
stichten zou, wanneer zij prijzen uitloofde, niet voor
Kantaten, maar voor kleinere en gemakkelijkere stuk-
ken. Het is waarlijk de zaak niet van iedereen, ja>
zelfs niet van eenen waarlijk goeden lomponist, om
eene goede Kanlate te vervaardigen; hoe veel moeije-
lijker nioct dcze prijsvraag dan niet op te losfen zijn in
een land, als het onze, -waar het talent voor de kompo-
sitie zeer zelden aangetroffen wordt, en, zoo te zeggen,'
nog in de wieg ligt. Ik verstoute mij daarom ook,
te beweren , dat er meer nut zoude gesticht wordcn,
■wanneer men , in plaats van in een lang tijdsverloop
e'enen aanzienlijken prijs op e*e'n moeijelijk en uitge«>
breid werk te stellen, meermalen, en wel zoo dikwijfs
mogelijk', kleinere prijzen voor kleinere en minder
moeijelijke slvikken , als Sonaten , Trios , Quartetten ,
«nz., uitloofde: -want men kan bijna stellig overtuigdL
zijn, dat van de eersten geen goed vcerk lot stand
komt, terwijl men echler rerwachten mag, dat de
Iaatsten van oneindig beter ( alooi zouden zijn. Het
doel der uitloving moel en kan niet zijn, om de a>e->
reld met schoone weiken te verrijken: want daarvoor
bezilten wij de bee IB ovens, sroHRS en, Gode
aij dank! meer anderen > maar het oogmerk is, om/n
O ons
|
||||||||||
. !
|
||||||||||
<
en* vaderland hel misschien slapende talent voor de
kompositie op te wekken, in hetzelve den lust lot ontwikkeling en beschaving zijuer vermogens aan te fyakkeren, en zoo doende op te betirrn. Zoodanige inaatregelen, verbeeld ik mij , kunnen alleen der lioop ■»ocdsel geven, dat ons vaderland te eeniger tijd kom» positien zal voortbrengen , die zich gerust naast de besten van Duitschland kunnen plaalsen. Of het In- Stituut, door aldus , overeenkomslig het doel zijncr oprigting, te handelen, zich nict waarlijk bij de toon- kunst verdienstelijk zoude maken en roem verwerven» is eene vraag, welke wel geen ander dan een beamend anlwoord toelaat.------Met een enkel -woord wil ik
ook nog vragen , of het getal der leden niet te goring
is, en waarom niet , even als in de afdeeling voor de schilderkunst het geval is, kenners en begunstigers der toonkunst, van welke men toch dikwijls meer verwachten mag, dan Tan de kunslenaars zelvc , tot mcdeleden gekozen worden ? De gelegenheid, welke men bier vindt, om zich te
doen onderrigten en te beschaven, is eene andere zijde , -waardoor onze stad boven andere steden van ons vad'erland uitmunt, inaar echter nog meer uitmun- ten konde. Wij hebben eene menigte van onderwij- zers in de toonkunst, en onder dezelve vrij goede. "Wien het niet onbekend is, wat het zeggen wil, een goed onderwijzer in de toonkunst te zijn, die zal |
||||
J~.
|
|||||||
C 203 )
moeten toestemmen , dat zulk een man een onwaar-<'
deerbaar geschenk is. Het grootsie gedcelte onzer on- derwijzers behoort, helaas! niet tot de betere soort. Die sleclits een of ander instrument speelt, acht zich 00k geregtigd, om onderwijs op hetzelve te geven, en zoo bederven tien slechte onderwijzers in e'e'n enkeld jaar meer , dan in lien jaren wederom teregt kan ge« bragt worden. Men heeft zich , dit inoet tot lof der regering gezegd
■worden, sedert vcrscheidene jaren , zeer vele moeite gegeven, om het lager onderwijs in de volksscholen te verbeteren, en die moeite is met de beste ge- volgen bckroond , zoo dat thans niemand sclioolonder« ■wijzer worden, of zelfs op anderen voet onderwijs geven kan, die niet vooraf, door eene daartoe expres- selijk benoemde en uit ktindige manncn bestaande kommissic, bekwaam is bevonden voor zijne taak. Maar niemand is, voor zoo ver ik weet, nog op den inval gekomen, dat het even noodzakelijk is, de zoo- genaamde rouzijkmecsteis oildcr opzigt te stellen, a!s de schoolonderwijzcrs. niet alleen mot betrekking tot hunne bekwaamheden , maar 00k met opzigt tot hunne zeden. Aan elk een, die het in het hoofd krijgt, om onderwijs in de muzijk te. geven, slaat zulks vrij, het zij hij er toe berekend of een stumper, het zij hij braaC of een mensch van hedorvene zeden is; daar- naar wordt niet gevraagd. Men laat den armen leer- O a lig |
|||||||
C 204 5
|
|||||||
ling in de muzijk rondtasten , even als een blinde op
onbekende wegen, en in plaats, dat men zorgen zoude , dat den leergierigen jongeling de regte weg -worde aan- gewezen, ]aat men er z!ch niet aan gelegen liggen, wanneer hij in eenen afgrond vail en zonder redding verloren gaat. lit zoude dit thema tot in het oneindige kunnen uitwerken , maar ik zal mij hij de uitkomst bepalen , en deze is , dat wij vblslrekt geen gebrek bebben aan menfeben. die vele muzijklessen geven; jammer maar, dat onder deze, voor eene zoo groote stad, te iveinige gevonden wordi'n , die in hunne lessen 00k onderwijs geven. ------ Ik versta door onderwijs,
goed onderwijs, hetwtik 00k reeds in'liet VfOOrd zelf
opgesloten is. Aan zangnieesters ontbreekt het ons voornamelijk,
en bet ware te wensclien, hetgeen tocli in Amsterdam gemakkelijk zonde kunnen geschieden, dat eenige fa- rnilien zicb onderling verbonden, en e'enen of meer, in dit vak, bekwame mannen hervraarts beriepen , om zicb enkei met bet leiden der stemmen bezig te houden , ten eindc bet zotte vooroordeel, dat de Hollander geen, zingen kan leeren, eindelijk eens wierd uitgeroeid. Na bet genotene onderwijs (want wij vinden dan
tocli altijd nog eenige goede inuzijkmeesters) beklira- men wij de tweede sport der beschaving, door het aanbooren van voortrefielijke werken, en de derde ^iadelijk door het aanhooren van onderscheidene soor- ie,-
|
|||||||
C 205 )
Un van mtm'jkwerken, waardoor wij ?oor eenzijdig»
beid bewaard b'ijven.
«
Tot beide biedt Amsterdam ons de ruimste gelegen- lieid aan. In welke siad van ons vaderland toch
rindt men zoo vele schouwburgen , waar zoo vele
toncerten , zoo veel muzijk in de kerken , «n welke stad
wordt door zoo vele en zoo groote kunstenaars be-
zocht? ---- Alle deze gelegenheden tot kunslgenot
zal ik , hoe zeer kortelijk, ecliter ieder in het bijzonder
aanroeren.
Het Tooneel. Wij liebben drie hoofdschouwhurgen :
de bollandsche of Rationale scbouwburg, de duitsohe
en de fransche. De eerste kan hier slechts in zoo
verre ter sprake komen, als zij zich verstout heeft
(het woord is niet te sterk) van opera's te geven,
als die Zauberflote en andere , tot wier opvoering zelfs
een wel ingerigte trorp , die zich enkel met opei-a's
iezig houdt, niet zoo Jigtelifk heshiit. Der holland-
sclib scbouwburg ontbrak het tocli waarlijk, zoo te
zeggen , aan atles. Zij bezit geene eerste zangeres,
want kan men de tooneelspeelster, welke de rol der
Koningin van den nacht, in bovengemelde opera , op zich
genomen llad, eene zangeres noemen , daar zij de aria's,
diezij-zihgen moest, sprak, de muzijk achterwege laten-
de ? De'rol van Pamina -was door Mej. foichui
niet slecllt bezet, maar zij' was dan 00k de eenige
O 3 flikZ
|
||||
( §<& )
|
|||||
flikkerende star in dezen duisteren naeht. IJoe ver
echter bleven niet Tamino, Sarastro, de Dames (eene enkele ecnigzins uitgezonderd) en bijna alle anderea verwijderd van hot punt , dat zij hadden moeten bereiken ! ------ Men heeft opgehouden , opera's te
geven, en liet betere gedeelte van bet publiek be-
weert, dat men er -wel aan gedaan hebbe. In zeker opzigt heeft men geen ongelijk: want men hoort nu geene groote opera's meer bederven, m.aar in den volsten zin van het woord is bet niet goed, dat men de opera heeft af geschaft. Ik wil zeggen , dat men beter- zou gedaan hebben, zich tc vergenqegen met kleine opera's ; vooral zorgende , dat deceive zoo goed mogelijk gegeven /wierden. Alletigskens zoude men hot zoo verre brengen, dat ook groetetej en eindelijk, na verloop van tijd, dat de grootste -wcrken volkomen goed konden gegeven ■worrlen. lmuiers, dat onze natie ongeschikt zoude zijn, om goede zangers en zangeressen voort te brengen, is, gelijk ik reeds vroe- ger gezegd heb, een bespottelijk vooroordeel. De duitsche schouwburg bestaat sedert verschriden
jaren en is, niet lang geleden, zoodanig ingerigt, dat wij alle hoop op haar voortdurend bestaan hebben; 'eij is, namelijk , door middel van abonnement, op eenen vasten voet gebragt, en wordt dus bij aanhou- dendheid door een aanzienlijk publiek bezocht. Dit too- neel-
|
|||||
( 207 )
neelgezel'schap staat onder het bestuur van den Heerm,
HABEeicorn en telt verscheiilen waavlijk goede mede- leden. Men inoet den IMrekteur de eer geven, dat hij zicli zeer veel moeite geeft , om de opera's, zoo goed mogelijk, te doen nitvoeren , en ons genot, door de keuze van yeori*eff«Mjke werkei*, le verhoogen. In de laalste tijden hoorden wij , hij voorbeeld, die Ves- tali.n en Ferdinand Cortez van (F'obiiii, en hoven alles Zemire unil As.or van spohh, laler nog Emma ion Rensburg van M a u E b. uti. Het is hier de plaats niets, om deze en ineer andere werken te be- oordeelen, noch, om van de wijze van nitvoering vei*- slag te doen., omd.it ik, voor bet tcgenwoordige, slechts van de tooneelen in het algemeen spreke, en het bijsondere voor de latere beriglen ter zijde leggen moet. Het zij hier genoeg, te verzekeren, dat'de mees- te opera's , over het geheel genomen , goed vrorden uit- gevoerd, hoe zeer niet ontkend worden kan, dat men in bijzondere gedcelten het een en ander nog beler zou wenschen te zien. De tenorist, de beer uliji nib leu, is ontegenzeggelijk de eerste en voornaam- ste van al de zangcrs ; hij is een man van treffelijke beschaving, gelouterden smaak , uitgestrckle kundighe- den, en die als zanger zekerlijk tot het kleine getal ier goede tenoristcn behoort. Na hem zijn de lieeren habebkoen, barritonisl ^ en toiiuut, bassist, zoo ook de dames schiemeb, bitsler en O ^ ook
|
||||
C 208 )
00k Mad, herb in g, achtingswaardige leden van <lit
gezejscbap. Het orkest kan, zoo men op 4»et aanlal dcr in hetzelve geengageerde goede kuustenaars ziet, eigenlijk niet ondcr de hesten gerekend worden, doch het overlreft menig ieler en sterker hezet orkest in ©plettendlicid, naauwgezetkeid eu discretie. ISiettemin ian het zich 00k op eenige zeer brave kuustenaars leroemen, van vvelke ik , voor liet tegcnwoordige , slechts den waardigeu violoncellist 6raff noemen Wil. .. De fransche schouwburg, in welke zoowel opera's
als tooneelstukken gegeven worden, hceft cene bijzon- dere inrigting. Zij niaakt, met die ..van 's Gravenhage , sleclits een gezelscliap uit, of liever , in de beide ste- den bestaat maar e'e'n gezelscliap, hetwelke, in twee afdeelingen gescheiden is, bet eene voor opera's,, bet andere voor tooneelslukken. Terwijl de eene afdeeling in 's Gravenhage speelt, is de andere in deze stad. Aldus wisselen beide afdeelingen , om liet vierendeel- jaars, om. ' De afdeeling voor opera's (van de andere Ian hier natuurlijk de rede niet zijn) bezit maar ■weinigc regt bekwame leden, en onder dezen komt den tenoorzanger coeubiot voorzeker de eerste rang toe. Het is opmerkelijk , dat wij , terwijl er in het algemeen zoo stcrk over gebrek aan goede tenoorzanger* geklaagd wordt, ons in bet bezit van twee verheugen kunnen. Het orkest tclt eigenlijk meer brave kunste- , naars, (
|
||||
C 209 ) .
naars , dan het duitsche ; het is echter, over 'tgehcel
genomen , zoo goed niet, en men zbude het voeral gebrek aan discretie kunnen te last leggen. Of heeft misschien de Direkteur op het oog, ora het dikwijls ge- brekkige van het gesang eenigzins te bedekken ? . Daar het franscbe gezelschap , over het algeraeeii, weinig nieuwe, en onder deze nog minder -waarlijk goede werken ten tooneele voert (hetgeen 00k zee* moeijelijk zoude vallen y devrijl er in Pari js zelve thans zeer> zelden e*ne goede opera gekonoponeerd wordt_), zoo zal ik slechts nu en dan over dit gezelschap spreken. Onder de koncerlen zijn-de vaste,of jaarlijks we-
derkeerende, het ecrst aan de beurt. Des winters \vor- de'n er twee gehouden: Felix meritis of Felix, zdo als men hier kortaf gewoon is te zeggen, en Frudi- tio musica , en des zomers e'e'n, Harmonica. Ill verscheidene opzigten zijn' de beide eerstgerroeroden eigenlijk slechts e'e'n, hetgeen voor ons genot niet altijd voordeelig is. Het koncert in Felix staat onder de direktie van liefhebbers; Fruditio musica is, daar* entegen , eene onderneming van kunstenaars. ledeif Instiluut geeft 20 koncerten.------ De beide Direklieil
engageren , in den winter, te zamen eene zangerei
Van naani, Welke uit een ander^Iarid uitsluitend voor* deze koncerlen geroepen wordt, en voorts nog eenige leden der operagefcelsehappert. Dajlr doen - zij zeer tret O 5 aan, ' ■
f
"■■*■
|
||||
C 210 )
aan, omdat ieder afzonderlijk de tosten van die c»g»-
genientcn kwalijk zoude kunnen hesirijden; minder ■wel doen zij , van den anderen kant, dat zij in beide loncerten gewoonlijk dezeifde slukken laten uitvoeren. Vele werken zijn, wel is waar , van dien aard, dat de ware liefhebber niet verzadigd is met ze eenmaal te hooren, en door herliaalde uitvoering er eerst het I'egte genot van smaakt: want dan eerst is hij in staat , in de enkele deelen van zulke werken door te dringen en al het schoone op te mcrken , lietwelk aij bevatten ; maar eene menigte andere werkep, daar- entegqn, zijn niet van dien stempel, en menig lief- hebber bckmipt de wensch, dat, in bunne piaats, apdere uitgevoerd wierden. Ik weet wel , dat het veel gemakkelijker en minder kostbaar is , dat het ook mindere repetitien vereischt , wanneer de thans be- staande inrigting voortaan altijd gevolgd wordt ; maar is dit reden genoeg, om er niet van af te wijken en fene betere te kiezen ? ------ De instrumental uitvoe- ring in Felix wordt door die in Eruditi.o musica verre overtroffen; en dit heeft zijne natuurlijke re» den, wanneer men ook geene andere noemen wil, dan dat in het eerste ook lief licbbers medespelen, die de yepetitien (welke buitendien niet te dikwijls gehouden worden) , allhans niet aanhoudend bijwonen, en aan J»et goede spel del' eigenlijke mecsters nu en dan wel fens wat nadcel toebrengen, la het katstgenoemde |
||||
C 211 )
koneert worien die werkcn 'doorgaans z«er goed uit-
geyoerd; men zoude echter somtijds de, repetitien. met meer zorgvuldigheid kunnen houden. Het vcrwijt, dat er te weinig repetitien gehottdea
worden, is, wel is waar , zelden tocpasseiijk; maar daaruit ontstaat juist *en ander verwijt, dat men ods , namelijk, te zelden nieuwe werken laat hooren. Ik wil hiermede juist niet te kennen geven, dat men oude Sinfonien speelt, maar dat men te weinig op af. yvisseling ziet; dat men ons het eenmaal gespeelde -|e dikwijls opdischt, en daardoor menig ander uitBUin,- tend sluk ter zijde liggen laat. Wij hooren, b. v., van beethoveh nooit de 3e of zoogeuaamde llelden- Sinfonie , even zoo min de 4C (B dur), noch de 6e of Pastoraal-Sinfonie ; de 5e (C mol) en de 72 (A duf) hehbcn wij een- of tweemaal , en de 8e (F dur) zelfc sleckts een eenigmaa! gehoord. Deze instellingen zouden misschien nog in menig"
ander opzigt van berisping niet vrij te spreken zijn, maar ik wil daarvan thans niet verder gewagen, om. saij niet bloot te stellen aan het verwijt van overdre- verie slrengbeid, en liever het prijzenswaardige alleen vermelden. Men moet dan bekennen , dat de instru- mental werken, welke meermalen gemaakt zijn, voor« treffelijk uitgevoerd worden (in het Zond.agskonceyt echter beter, dan in Felix, gelijk men, uit hetgeen ik boven gezegd heb , yfel kan opmakcn); dajt, de obli:
|
||||||
C 2IS )
obligaatspelers tclkens nit onze bests ktmstbeoefenaars
gekozen worden, waaronder men mannen vind, als de beideKLEiNE, iodoi, fims en zoo vele anderen; dat deze zich zeer vele moeite geven-, ora de gefcozene sink ken, zooveel in hun vermegen is, vo'maakt nit te voeren; dat hel gezang altijd zeer goed bezet is, en, naar alle ■waarschijnlijbheid , nog beter -worden zal; men zegt, nanielijk, dat, behalve Mej. there ze sessi en de andere Heeren en Dames, ook de Hr, iulhs Wtller voor de aanstaande winterkoncerten geenga- gecrd is. Hel derde koncert, bekend onder de benaming van
Harmonica,' -wordt in een lokaal buiten de Leidsche poort, enkel gedurende de zomermaanden , gehouden ; het verdient te meer lof, daar hel de muzijkvriendett ook gedurende den zomer vereenigt , wanneer toch ge- vroonlijk het kunstgenot vtijken moet voor de genoegens, \irelke de naluur ons aanbiedt. Het is dus een band, welke de koncerten van den verloopenen winter aan die van den op Landen zijnden vaslkno$pt. Jammer jnaar , dat de zaal zoo laag van verdieping is, dat er de muzijk, vooral als het gezelschap groot is, in hetge- heel niet klinkt. Somtijds is de hitte ondragelijk , en net ware te wenschen , dat de Direbtie middelen be- raamde , niet alleen tot de verhooging , maar ook tot de vergrooting der zaal. Ook in dit koncert hoort men goede muzijk; men
i mag |
||||
m
(. 213 ) wag er echter niet zoo veel van verlangen, als van dt
anderen, dewijl deze instelling eigenlijk een mixtum quid is, en deels de genoegens van den winter, deels die van den zomer ten doel heeft; de bij het huis be- Jioorende tuin g«eft tot de laatste aangename gelegen« heid. Van tijd tot tijd worden er 00k voorlezingen ge- houden over ondervvei'pen, die betrekking hebben tot dc kunst. De Benefice-koncerten cindelijk zi)n tweederlei: na-
melijk dezulke, die door bier wonende, en dezulke, die door vreemde kunstenaars en virtuosen gegeven ■worden. Wij hebben hier ve.Ie koncerten van dien aard, en van de laatsten -worden wij somtijds zelfs overstroomd. Het is inlusschen zeker, dat beide soor- ten, wanneer ze niet al te dikwijls voorkomen (de ijverigste liefhebber toch verliest door overmatig genot eindelijk den lust) , ons vele genoegens verschaffen ; en zij dragen, vooral die dcr vreemde kunstenaars, niet w«inig lot beschaving van den goeden smaak bij , en worden meeiendeels vrij sterk bczocht. Ik ga tlians tot de kerkelijke muzijk over. Zij wordt
alleenlijk in de Roomscli-Katliolijke kerken, en niet, gelijk in Duitschland, misschien ten nadeelc dei> aan- dacht, en zekerlijk ten nadeele der -vyare kunst, in de protestantsche teinpels geboord. In de laatste worden hier en door het gehecle rijk blootelijk psalmen en "e. zangen, naar dc inanicr der psalmen, met of bonder be-
|
||||
.(
>
behulp van een orgel, gezongcn, of 00k wel ge»
echreeuwd. Slechts in twee Roonisch-Katholijke ker- kcn wordt behoorlijke imizijk gemaakt: in de Mo- tes era Aiirons ]lcx\l en in de zoogenaamde fransehe kerk. De missen worden in de eerste grootendeels door liefhebbers gezongen, aan wier hooi'd de waardige dilettant en brave tenoorzanger, de Hr. w. stmsonfr staat; lcrvvijl de meeslers in de laatste de voornaamsle orol spelen. In beide kerkcn hoort men meermalen Beer schoone missen van haijdn en anderen regt braaf nitvoeren ; de koren konden echter, vooral in de eersl- genoemde kerk, sterker bezet zijn. De orkesten zijn er vrij goed. En hiermede geloof ik genoeg gezegd le Iiebhen van de
menigvuldige gelegenheid, wclke de kunslvriend heeft,
pin zich te beschaven en oni niet slechts eenen tnid-
delmatigen , maar zelfs eenen hoogen trap van kultuiir
te bereiken: want de verscheidenheid en veelsoortigheid
der muzijkale uitvoeringen gecft er aanleiding toe. Tot
slot diende hicr nog -wel een klein tafereel van het
dilettantisrnus in Amsterdam te volgen; maar zoodanig
atuk op tc hangen, zoude niet alleen eene zeer moeijC-
lijke, maar tevens eene zeer netelige taak zijn, die ik
»iet waag op mij te nemen. Zoo veel zij echter in het
algeroeen gezegd, dat wij uitmuntende liefhebbers op
onderscheidene instrumenten bezitten , doch dat
jmisschien de uitgestrektheid der stad, misschim het
alt*
|
||||
( it's >
uiteenloopen der liefhebbers , of ook misschieH andere
redenen den eigenlijken geest van eenheid van gevoel niet regt opkomen laten. Afzonderlijk beschouwd zija onze liefhebbers regt braaf. AUes, eindelijk, wai ik tot nu toe gezegd heb, lal
den opmerkzamen lezer voorzeker overtuigen, dat onze kunstenaars hier een zeer aangenaam, voor hun talent en hunne verdere bescliaving zeer vodrdeelig leven lei- den, en hunne J.unst rijkelijk beloond vinden kunnen. En nu nog een paar woorden over mij zelven. Ik
weet niet, of ik mij vleijen mag van niet geheel ver-
wijderd te zijn gebleven, van lielgeen de lezer mis«
schien van deze algemeene schets van den tegenwoordi*
gen toestand dor toonkunst in Amsterdam verwacht
heeft. Evenwel kan ik mij zelven de getuigenis geven,
dat ik mij eerlijk beijverd heb , om mijn verliaal, wel
is waar, rondborstig , maar niettemin naar waav-
heid en zondcr valsclie bedilzucht op te stellen.
Voorbedachlelijk heb ik het een en ander minder wijd-
loopig behandeld, om het voor de latere bijzondcre
berigten te kunnen fparen, terwijl ik hoop, dat de
aanstaande winter, de bloei- en oogsttijd Tan de kunst,
mij in de gelegenheid mag stellen , om den lezer vele wel-
riekende bloenaen en kcurige vruchten te kunnen aanbieden.
|
|||||
BE-
|
|||||
C «<S )
|
|||||||
BERIGT 0MTRENT DE KOHCBBTEH
IE -?S,6 RA V E » H A G E. . ,,, ; |
|||||||
De eerste vreemde kunstenaars, welke wij, in de
verloopene wintermaanden , in een openbaar koncert hoorden , waren de gebroeders boh re a, de eene vio« list, de anderc violoncellist. Beide dcze Heeren hebben zich door hun sohoon
talent, reeds sedert verscbeiden iaren, den grootsten main vcrworven, en juet regt. Het openbare oordeel viel ecliter, wanneer men het talent der beide lieeren met elkander vergeleek , gemeenlijk gmistiger uit voor den violoncellist, dan voor den violist. Ik voot mij ben niet geheel van dit zelfde gevoelen: immcrs , schoon de violoncellist mede tot de beste spelers van onzcn tijd tan gerekend worden te behooren, het is daarom nog niet bewezen, dat zijn talent de voorkeur verdient boven dat van zijnen broeder ; daar toch elk hunner die goede eigenschappen bezit, welke bij ieders instrument passen. En, wanneer ik ook al toegeef, dat de violoncellist eenen krachtigeren toon wit zijn instrument weet te lokken , dan zijn broeder, de violist; in deze meerderlieid allcen Hgt , op verre na de gcheele kunstwaarde nog niet opgesloten, en de violist kan , bij kunstenaars van rang op zijn in- strument , en niet bij den violoncellist, zijnen broeder, ver-
|
|||||||
%
C 217 )
vei'geleken wordende, de proef toch zeer wel <loor-
slaan. ------ Wanneer ik beide'r lalenten, in het alge-
mcen beschouwd , met elkander vergelijk, gelijk de he-
dendaagsche wereld, die liever opmerken , dan gevoelen vril, zoo gaarne doct (schoon ik er zeer ongaarne toe overga , omdal de jvijze van bebandeling der beide in- strumented te zeer verschillend is) ; dan moet ik rond- uit bekennen , dat in den violist, zoowel met opzigt lot de komposilie, als met betrekking tot de kunst- vaardigheid, -waarover ik straks nader zal spreken , geen geringcr talent schittert, dan in zijnen broeder, den violoncellist. Het zij echter verre van mij , den onbegrensdcn roem van den violoncellist te willen be- snoeijen ; integendeel tracht ik alleen de eenzijdige en wangunslige meeningen van vele mensclien door eerie regtvaardige en onpartijdige beoordeeling te ■wederleggen, en hem, die -waarlijk het goddelijke vuur, genie, bezit, niet te doen afschrikken, Wanneer de Faam 00k eenigen tijd den hoogsten toon gevoerd heeft , de geregtigheid moet eindelijk zegepralen en de kvvaad- sprekendheid uitsterven. ------ Ik moet roij hier eene
kleine afwijking veroorleven , ten einde in een en ai,<
der opzigt te bewijzen, hoe dikwijls en waardoor hedendaags zoo menig kunslenaar miskend en veron- jelijkt , ja zelfs onderdrukt wordt. {Het vervolg in het 4° stuk,~)
|
||||
C 3*8 )
fV!j zijn door den lieer sieve hs oerzochl,
hel na\>olgende stuk le plaatfen:
■■ ■ ' ' ' '
DEUTSCHE PARISER CHROMK.
Hiirt sir.h nicht Paris roit Wohlgefalien die kleine
Welt nennen ? Was ist aber die grosse? Ein Nar- renhaus, beliaupten die Weisen, Fo'glich muss es erlaubt sein , Paris eine Narrenboutique zu heissen, ohne das sich die Einwohner liber eine seiche Finua ieschweren dtirfen. Routiquen haben ilire Mustorkar- len , ihre Waarenverzeichnisse , Paris entbehrte deren bis jctzt. Die deutsche Pariser Chronik soil der vollstandigste Katalog aller Raritaten sein, welche die grosse VVett (das heisst hier, die Weltleule) in der kleinen (nemlich in Paris} zu suchen bat. Dieser Katalog wird kein rasoni.i render (verniinftelnder)" sein, denn die Herausgeber trciben ja selbst in einem Win. ielchen jener Boutique ihr Wesen, und der Apfel fallt nich -welt vom Stamme. Sie wollen vielmehr die Maske des Demokrit (welcher bekanntlich ein grosser Narr war, weil er fiber andere und nicht fiber sich selbst laclite) vornehmen und den Tand der Boutique nacli Kral'ten be'achen. Ob und wie viel Ernst hinler der Maske stecken mocbte, wird denjenigen deutlich ■werden , welche sich dereinst die Miihe geben wollen, dieselbe zu liiften und den Herausgebern ein wenig liefer in die Augen zu schauen, Soniit ware iiber Materie und
* ' ■ I
|
||||
C 3*9 )
und Form der deutschen Pariser Chronik das NSthige
gesagt: es ergibt sich, ^ass ilir Zweck humoristisch«i ja (ware es nickt Vermessenheit, so zu sagen) saty« risclie Unterhaitung sein soil. Die Person -wird in derselben durehaus verschont bleibon. Ein ahhliches Versprechen thun gewohnlich alle andcren dergleichen Vnternelimungen ebenfails : sie Iassen sicli aber in der Sache eine Iiintertiiiir offen. Dies Verfahren scheint eben so unerlaubt, denn sine jede Sache muss docll irgend einer Person anijehoren. Die deutsche Paristf Chronik soil sich einzig und alleih di« Satyre der Idee erlauben. Die Idee gehort dem Universum an: wer von ihr getroffen werden wird, der hat es nicht mifc den Ilerausgeburn, sondern mit dem Universum zu thun , desseu einzelnes Glied er ist. TJm es mit einem W orte zu sagen, die angekiindigte Zeitsclirift soil alle gesellschafflichen , wissenschaftlichen , kunstrerisclien. wnd Modogegenstiinde aus Paris , welcfie den Welt- mann interesseren bonnen , in der gefalligslen und epigrammatischsten Form zur Kunde des Publicum* bringen. Audi die VFeHdame wird, eigentlich und uncigentlich , ihrtn T/ieil bekammen. Um diesen so scliicklich a!s moglich einzukleiden, werden die Herausgeber, so oft sich die Gelegenheit dazu darbie- let, eine gelreue- Abbildung alter derjenigen Pariser Damen liefern, dercn Toilette , wie es in diesem jkugenblicke mit Demoiselle Bourgoih als Ce'phife im P a Di$*
|
||||
C &20 )
Dlsslpaieur der Fall 1st, Epoche macbt. Abcr nicht al-
lein den Moden , auch den Franzosischen mechanischen Kiinslen und Gewerken soli eine besondere Aufmerk- sambeit gewidmet und kein dahinschlagender Gegen» Stand, der irgend fvir den deutschen Gewerbflciss von Wichtigkeit sein konnte, mit Stillsehweigen ubergan- gen -werden. Was Unterzeichneler , der Grunder und Ilauptre-
dacteur der deutschen Pariser Chronik ist, in Dar- slellungen, wie diejenigen , welclie die vomehmste Stelle in derselben einnebmen -werden, zu leisten ver- mag , glaubt er, durch seine verschiedenen , iiber Pari* gescbriebenen und in den vorziiglichsten deutschen Zeil- schrit'ten abgedrukten Mitllicilungen bewiesen zu baben. Seine Mitarbeitcr, welche von ilim nacb bestem VS'is- sen und Gewissen gewalilt worden sind, haben sich samintlich anbeischig gemacht, so viel es ihre respec- tive Individualitat gestatten diirfte, in den Geist des voro ihm entworfcneu Plans einzugeben. Die stebenden Hauptartikel der Dcutsshen Parisep
Chronik werden folgende sein: I. Sitlenspiegel. II. ' Tagesgeschichte.
III. AUerlei.
IV. TJbersicht der neuesten Frantosischen Literatur.
V. Modenberichte.
VI. Theater, und
VII. Musik. Auf
i
|
||||
1
|
|||||
C *U )
Auf die Ausarbeitung der beiden letzfen Artikel
welche sich der Unterzeichnele neben dem Sittenspie~ gel ausschliessiich vorbehalten hat , wird derselbe die grosste Sorgfalt anwenden: ihre Form soil ergotzen; und die Neugierde in Anspruch nehmen, ihr Inlialt durch seinen kritischen Werth dem Schauspiel- und Musikkiinstler nutzlich zu warden stceben. Um in keiner Hinsicht mit den deutschen Censur-
behiirden in Beruhrung zh kommen, so wenig dies auch bei einem durcbaus niclit politischen Blatte zum Nachtheile desselben zn befurcllten gewesen ware, werden die Heraugeber die Deutsche Pari.ser Chronik in Paris drucken lassen. Sie wird daselbst mit Anfange des Jahrs i8ai an jedem letzten Tage, des Monala, sechs Bogen stark und im grossten Octavformate, erschcinen und sich eben sowol durch vorzilgliche Giile der Papiers , als durch eleganten Druck (mit neu- gegossener, -wahrscheinlieh lateinischer Scbrift) aus- zeichnen. Jedem Monatstiicke sullen wenigstens zwei, von den ersten hiesigen Kiinstlern gezeichnete und ge- stochene Kupfe'r beigcfugt werden. Der Preis des Jahrgangs is 5o franken, -wofiir da»
Journal in alien Deutschen Staten und in Holland post- frei zu haben sein wird. Alle hochlobliche Post- und Zeitungsexpeditionen werden geziemend ersucht, unter den gewohnlichen Bedingungen Vorausbezahlnng sb- 2un.ehm.en und die Gelder am i5 Nov. an ein hiesiges |
|||||
C 222 )
HandeTs-- oder Wechselbaus zu senden , in (lessen
Verwahrung sie bis zur Erscheinung des ersten Hef- tcs am 3i Jan. 1&21 verbleiben werden. Privatsan>m« lerV trelche sich rait ihren Bestellungen direct und postfrei an die Heraugeber -wenden wollen, erhallen fhre Exemplare franco Amsterdam gesandt, und ge- niessen die bei Zeitschriften ublichen Vortheile. Uebrigens ergeht an alle Herren HerauS'eber von
Zeitscbriften die dringende Bitte, vorste'hende An« Beige (diese Bitte mit eingesclilossen) zu sechs ver« scbiedenen malen und vierzehntagigen Zwiscllen raumen abdructen zu las sen und dafflr nach Mass- gabe ihres respectiven Insertionspreises die Deutsche Pariser Chronlk in Zahtnng anzunehmen, auch uberdera sich aller Gegendienstleistungen von d"en Herausgeberu de*selben in Voraus gewarlig zu sein. Paris im Juli 18401
&, 1. v> iny*n.
|
||||
Bij or. van boekeren te Grom'ngen,
zijn te bekomert'- fortepiano-schule , oder Anweifung zur
richtigen und gefchmackvollen Spielart diefes Jnflxuments nebst vielcn praetifchcn Beijfpielen und einem Anhange vom Generalbass. je ver- mehrte Auflage, von a. e. muller , Capel- meister in Weimar. . .........../8-to-j Abhandlung von der Fuge, nach den Grund-
fatzen und Exempeln der besten deutfehen und ausliindifchen Meister. Nebst Exempeln in 62 und 60 Kupfertafeln. Neue verb, aufl., von marpurg. ........... .fS-t-t Le Clavecin bien tempdrd 011 preludes et Fu-
gues dans tous les tons et demitons du Mode Majeur en Mineur, 2 vol. Edition toute nouv................../10 -: -: Elementarbuch fur Flotenfpieler. Nebst ange-
hangten Tabellen fur Floten mit einer und roehrern Klappen, wie auch mit einer An- weifung zu alien wur mogl. Trillern, von A. E. MULLER. ...'......"....,/ 5 - 8 - J
schlimbach , uber die Structur, Erhaltung
Stimmung und Priifung der Orgel, mit 5 Kupfertafeln und 2. Blatt Noten......./2-18-: gerber , historisch - biograpbifches Lexicon
der Tonkunstler, a tlieile........../3 - t- : Dezelve neemt beftellingen aan op alle in Duitschland
en Frankrijk uitkomende M u z ij k. Bij
|
||||||
Bij den Uilgever dezes te Groningtn»
zijn te bekomen: c. m. wielands , Sammtliche Werke 45 Brin-
de, 18141815 inch der 6 Supplements- Biinde t . .:.............../ 40 - : -: fr. v. schiller, Sammtliche Werke in 18
Biinden, dritte Auflage, 1818. cornpl. . /22- :-: -----------------Gedichte in 2 theilen. . f 1 -16- :
klopstocks Mesfias in 4 Banden, 1818. . / 5- :-:
'----------------Oden, 2 Bande, 1818. . . . / 2- :-:
Holtijs Gedichte, 1819........../:- 16- :
burgers Gedichte, in 2 Biinden, 1818. . / a-12-:
gellerts fammtliche Werke, in 10 Banden
1818..................../11 -10 -: Korners , (Thcodor) fammtliche Werke in
4 Banden; vollllandige Auflage, 1819. . ./ 4-10-: uz fammtliche Werke, 2 Bande, 1819. f 2 - :-:
kleists Gedichte, 1818........../ :-i8-:
gleim, SiimmtlicheWerke, 4 Bande,1820. / 4-16-:
Bovenftaande Werken zijn op velijn papier gedrukt,
en met gegraveerde, tijtels voorzien. Getrouwe, onveranderde tekst en de geringe prijs zijn
.oorzaak, dat in korten tijd deze duitfche Klasficke fchrij- vers verfcheiden drukken hebben gehad. |
||||
■ - - .-f-r.
|
||||||||||||||||||
v-
|
||||||||||||||||||
A M P II I O N.
BINNENLANDSCHE B E R I G T E N,
|
||||||||||||||||||
OVBR DE (OKCElTEIf TE 'j * t J TESHA tift'
(Vervolg en slot van bladz, 21-7.)
|
||||||||||||||||||
H
|
||||||||||||||||||
et zal wel geett' ibijne'r l«zers onbekend zijn > d*^
tan oudsher de kunstenaar , en de geleerde cveneens 1 (men ga slechts de biograpliie'a na) bij zijn leveA niet naar verdiensteh gewaardeerd is; de toonkuTiste-> fiaar ecliter het allei'minst: want juist d'eze is het meest -tan eigenzitanige begrippen en aan verscliiJtends mee* ningen der loehootders, of 00k Wei aan de voor-» bordeelen der "mode, on'der welke de lieilige toonkunst kelaas ! dikwij's lijden moet, blootgesteld. De schi(-» der -en de beeldhouWer hebben het in huh vak veel betcr : -want zij hebben slechts de natuur en het kunstJ nialig schoone te volgeh , fix bereiken zij hierin het toppunt, dan wordt hiln werfc, in alle landen der we* teld , een meesterstuk genoemdi -' De dichter heeft het rnsgelijks beter: ■want dezc schrijfl loch voorna- 1H JAAat.IVSt. Q me- |
||||||||||||||||||
C 226 )
Snelijk sleclits Voor e'c'n volk, en dan zal net immers »
is het plan van zijn werk voor het overige goed aan-
gelegd, wel gemakkelijker zijn, om door woorden en
Weldoordachte zinsneden, regelmatig en genialisck uit-
gewerkt, verstaan en gewaardeerd te worden.
Met den toonkunstenaar is het echter geheel anders
gesteld. Deze schiet, met al zijne theoriUische kcnnis,
1
met de gevoelvolste en best uitgewerkte ideen , dikwijls nog veel te kort; en vanwaar dit ongcluk? Moest
niet jnist onze goddelijke kunst, die, meer dan elke
andrre , indruk op het hart roaakt (door welkc geene
uiisdaad, geene slechte handeling en, in e'e'n woord*
niets, hetwelk tegen het gevoel van den menscli strijdt,
afmalen laat^ 00k meer dan iedere andere hooggeacht en
op prijs gesteld worden ? > Moest niet elk inuzijbstuk,
onverschillig door welk volk het gedacht of gevoeld moge
zijn, zoo het slechts de kenteekenen van een echt
kunstgewrocht . draagt, 00k door iedere natie gevoeld
worden? Maar, helaas! neen ! Onze hedendaagsche
■wereld wil niet meer weten, wat onze Aesthetic!, gc-
zegd hebben over de kracht der toonen en over den
magtigen invloed, dien deze op alles , wat zich in de
natuur beweegt , uitoefenen !
De oppervlakkige Italiaan van den tegenwoordigen
tijd meenl, dat geene muzijk beval'cn kan , die niet
naar zijnen gewonen slenter gemaakt is, en staat als
eene ijsschol voor eene duitsche komposilie, omdat
daar-
|
||||
., :.,■»; y
|
||||||||||
C «7 %
ia&rin iets verheveners en voor hem onbegrijpelijVer*
verborgcn is, dan in zijne untaarde maaksels. Do Duitscher denkt en gevoelt, bij het hooren der lta- liaansche muzijk van den nieuweren tijd, wederom gehcel anders. Hem bevalt de vinding der 1 taliaansclie melodien, doch op den duur (omdat het slechts Tuete en altijd zoete, met kruUetjes overladene , melovliea eijn, die trouwens, in het eerste oogenblik het OOP sircelen) worden ze hem zoo vervelend , vooral door de slechte zamenstelling met de overige instrumenten , dat hij er, na ze een- of twecmal.cn gehoord te hebben, geheel van verzadigd is. De Franschman is weder met. eenen gcheel anderen
geest bezield. Hij houdt slechls van brillante stukken, liami'iijk stukken, waarin bloolelijk de eerste parlij (in loopen en triiiers) alles te zeggen heeft, en het or- kest zelden iets nicer, dan een ecnvoadig Roman- cen-akkompagnement maken mag. Hij is vooral veraot op stukken, die in het piquante en kluchtige uitmun- ten, en hij verveelt zich bij alle stukken' van andere natuur. Zijne nationale mclodie is een rouzijkaal gehuilebalk door dur- en moltoonen , hi twelk op elk ander volk eenen onaangenamen indruk maakt; en Frankrijk kan slechls op weinige mannen bo- gen, in slaat, om hun volk, door waarlijk goed nitgevallene y<erken, een beter voorbeeld te kunnen geven. «> 14
|
||||||||||
'
|
||||||||||
T-......"~".....':" "":.............' '":....... ■--.-^
Tn Jit punt moet , naar ik meen, eehe oorzaak ge->
teocht worden, -waarom kunstcnaars van ondcrsclieidene nation nie't algtmeen gewaardeerd worden. ------ Erne
tweede oorzaak, die zich met dc eerste vereenigt, en
"waardoor, vooral in onzen lijd, zoo menig talent on- derdrukl wordt, is eigenlijk de sleclite toon, -weike ondcr -de kunstenaars zclve hecrsclit. Zeldeh toch, of liever nooit zal men hooren, dat zij zamen komen, om over hun uitgebreid vak tc spreken en hunne ideeo tegen elkander om te ruilen; maar de eene wijkt den anderen nit , omdal hij misschien meer naam, data werkelijke kennis bezit, en zijne zwakheid daardoor aan den dag vreest te leggen. De anderc wederom wil zijne , misschien met moeite , bijcengebragte zoetiglieden, die bij, even als de hij, nit ondcr- sclieidene plantjes vergaderd hecft , niet raededeelen ; en zoo doende heeft de eene dan 00k geene verp'igling aan den anderen, -wanneer een derde vraagt; ,, hoe "findt gij de kompositic of lie I spel van dezen of ge- nen ?" en zij zeggen: Wij kennen niets van hem.'' Het gaat zeifs meermalen zoo ver, dat de eene niet jnede tot lof van den anderen veil instemmen, wan- neer zij 00k van elkanders talent overtuigd zijn. Ik ■Weet den grond van deze allezins berispelijke han« delwijze nergens anders van af tc leiden, dan van het tegenwoordig zoo groote aantal praktischc toon- feunstenaren (vooial vioolspelersj, van weike ieder gaar-
|
|||
■ ■
|
|||||||
C 229 >
gaarne zijne eigene manier en den onbepaaldsten i>oewf
zoude wiilen bezilten. (1 7) Het is bij gevolg natuuriijk,, dat litj, wiens instrument het mees-t beoefend \vordt4 00k de meeste kabalen van alien te verwachten heeft, die hem den rang wiilen betwislen. Men onthoudo sich nogtans, om dit laatsle 0.0k op klassieke toon- dicliters toe te pasfen: want bij, die den dichterlijkett vonk waarlijk hezit, laal zu'ke onwaanlige gedachtea riiet bij zich opkomen. Doch , om wederom tot mijn hoofdonderwerp terug te keeren> het zal nu wel geeneu mijnet lezers meer twijfelaclitig blijven> waarom het spel van den violist boHbe a minder bevalt, daft dat van zijnen broeder, den violoncellist. Gaan wij over tot de kunst-voortbrengselcn, welke heidb
heeren , op hun koncert , ons aangeboden hebben. Dft ■v.ioolspeler boh be a trad het eersl met een koncert op» lietwelk geheel naar de fransche wij.ze zamengesteld is, namelijk, met weinig plan en zonder zout of geest in de bewerking. De principale partij biedt alles aan, waft thans in Frankrijk van een viool-koncert gevordercl typrdt, ala: vele na'ieve wen,dingen , piquanle bijzon-^ |
|||||||
(17) Ik geloof niet te overdrijven , wanneer ik zeg , flat
men tegenwoordig wel 4°'5o goede yioiuspcltr* f legea, 12 goede violoncelspelers vindt. Q 3 ,
|
|||||||
C 230 )
tlerne^en, "waarhij de strijkslok 00k in de IncTit werkes
XDoet: ccne manier, die niet enkel voor het oor, inaar t»ok voor het oog berekend is. Van tijd tot tijd komen er ecliter 00k wi derom fraaije zang-passages in voor, die het gevoel treffen. De cadence op het eind is goed bewerkt, en maakte eenen heerlijken indruk. Ik kan dit kon- Cert noglans slechts voor een modewerk, en niet voor een planmatijj en weldoordacbt sluk verklaren. Dat de heer boh be r echter in slaat is, beter te -werken, daarvoor staan ons zijne vroegere werken borg. "Vervolgens hoorden wij eenige koncerlerende duo-stiite»
ken , gekomponeerd en gespeeld door dc beide heeren 10H111. Men vindt hierin niet alieen eene oorspron- kelijke en goede bewerking, maar 00k eene vrijze van ttitvoeren , welkc men waariijk zelden , nitgenomen van de gebroeders boh bee , in eene zoo groote volkomen- neid hooren kan: -want juist in deze soort van rou» zijkstukken munten zij voornamclijk uit. Daarop Het de violoncelspeier bohber ons een
door hem zelven gekomponeerd koncert hooren. Ik kan aan dit koncert eigenlijk nog minder waarde tockennen, dan aan dat van zijnen broeder: want het geheel is door- gaande zeer droog , bevat weinig nieuws en aantrekke- lijks, en vele passages zijn niet vrij van heriilneringen ait* andere werken. De slot-cadence is van den ouden stijl engezocht, en past tot het geheel. "" Wat het spel der beide heeren aangaat, moet ik zeggeu, dat, wan- nee* |
||||
§
C W ) aeer ik den violoncellist van den eenen leant tie roor>«
keur geven , met bctrekking tot den krachtigen en vollen toon, dien hij , zelfs in alle positien , en over de vier snamj , met bewonderingswaardige zuiverheid nit bet instrument haalt, ik van de andere zijde het meerdere gevoel van den vioiist, de losheid, waar- xnede hij elke Zwarigheid overwint, en vooral zijn meer te zamenhangend en doordacht spel voortrek. Daarentegen moct ik de eenvoudigheid van den violon- cellist prijzen, en vinde niel allijd bchagen in de Tersieringen van den vioiist. Naauwkeurigheid en vol- barding bezitten beide kunstenaren in den hoogsten. graad. Eindelijk heb ik op den violoncellist nog deze aan»"
merking te maken : dat het, aamelijk, te wenschen ware , dat hij de gewoonte, oni menige passage, welke hij met den strijkslok tc digt bij den kam uitvoert, (18) (>ens verouderd gebruik der violoncellisten, hetwelk men ei-» genlijk niel spelen, maar schaven ZQude dirnen to noemen} toch moge afleggen, en ons het betere, zoo als hij in slaat is, zulks te doen, daardoor niet ont» houden moge. Hierop volgde een Trio van piano-forte, viool ea
violoncel van vah beethovsh, op. 97. Dit mees- ter-.
m m 1 1 1
(18) De Italianen noeiaen deze ■wijze van spelen: alia
gcinba, q , |
||||
C 232 )
terstuk, ketwelk zoo eenvoudig groot aangelegd, mi
als het ware , zonder het te willen, het hooge doel eener yolnjaakte schepping nabij komt, waarin men noeh den wil, om oorspronkelijk te zijn, nocli om eenige andero bijzonderheid voort te brengen, bespeuren kan, werdi door onze onvergelijkrlijke, in dit tijdscbrilt reed* ineermalen met roem vermelde klavierspeelster, Mejx s. it a h deb be a e h en de heeren gebroeders iohii« vQorgedragen. "Waren de b.ecren iomn op buone^ Teizen meermalen zoo gelukkig, bunne opcnlijke koncer-« ten door de Imip der eerste kunstenaars ea kunste« naressen ondersteund te zien, hetgeen zij ook waar« ]ijk verdienen, dan waren zij liier nicl alleen niet min- der gelukkig, maar zij ontvingen een nog grooter be- Vijs, dat men hunne talenten weel te waarderen, door- djen Mej. van bes bekgh, welke tot dus ver elk verzoek, om zich openlijk te laten hooren, van de band gewezen had, aaa het hunne voldeed. De uitvoering van dit heerlijke Trio -was, zoo als.
men zrilks van een zoo voortrefCelijk klaverblad ver» wachten mogt. Bovendien zag men? met veel genoegcn,. hoe deze drie talenten onder elkander wcdijverdenn niet als. wilde de eene boven den anderen uitsteken, maar het, -was cnkel dat edele streven, om den genialea. geest van beethoven in zijne ware grootbeid. voor te stellenj hetwelk ook op elken toehoorder, die bet verhcvcne van het middelmatige te onderscheiden i
|
||||
C 233 )
irist, den diepsten iudruk geroaakt , en de xvarmste
deelneming veroorzaakt heeft. Tot slot speelden de lieeren bohber een Potpourri
voor viool en violoncel van eigene kompositie. De inleiding van hetzelve is » door de daarin voorkomendet figuren welke tot aan het eerste tliema nabootsend en vloeijend voorlgaan , kunstmalig en inii'tessant geschreven. De daarop volgende thema's zijn briliant. en met oorspronkelijklieid gevarieerd, en werden piet minder goed uitgevoerd. Het geheel oogstte (gelijk tile muzijkstukkcn van dien aardf we'ike eitjenlijk voor het algemeen berekend zijn) onverdeelden bijval. Men verliet het koncert, dat zeer talrijk bezocbt
■was , met den algemeeneu wensch , dat de heeren b o h b e a ons spoedig wederoni bezoeken, en door «en lierhaald kunstgenot verhlijden mogten, ■■ ■
OVER BE K0NCEBTEN, WUIS Jl TIOIIII X!t<'
SEWETTER IE 's 6 R A V E H H A 6 E H!I?I
O E G E Y E N.
'*'
Den l5 Maart hadden wij het genoegen, dat dq -
beer iusewiiiei. eerste vioolspeler en koncert- meester bij het hof van Hanover, een. openlijk koncert gaf. Wij lioorden hem een Allegro en een Adagio van een koncert van hojfmak, uit E dur, en als Rondo, Q 5 *en«
|
||||
C M4 )
ie"ne Polonaise Yah maijsedee spelen. I)e koimpoi
sitien beider auteuren pasten, in zoo ver, goed te zainen, als men na een geestig produkt een minder geestig genieten kan: hij, die in een viool-koncert een mnzij« kaal geheel zoekt, dat is, een stuk, waarin niet alleed de principale partij alles be vat, -wat door eenent gezuiverden smaak voortgebragt kan worden, maar waarin ook tevcns gezorgd is voor eene planma- tige bewerking van het geheel, die wordt door da beide eerste stukken voorzekcr tevreden gesleld; terwijl bij, die meer op een briliant toonstnk ziet, hetwelfc wel vloeijend en bevallig geschreven is , waarin edited de eerste partij alles bevat, en waardoor zich de kunstenaar slechts als vaardige en gecstige speler kra voordoen, die -wordt ook zekerlijk door het laatste voldaan. . De voordragt van den hecr iiesk* WETTEB laat niets te wenschen over; en met regt
kan men er nog bijvoegen, dat er thans bezwaar* lijk een vioolspeler gevonden wordt, die elken aiz-^ teur , aoo in deszelfs geest, weet op te vatten en voor te dragen, als de heer kiesewetteh. Om zulks echter met meer zekerheid te kunnen beweren , acht ik het noodig, de goede eigenscliappen van gezegden. knnstenaar meer uit een te zetten. Niemand zal het wel in twijfel trekken, dat, -wanneer
Cen praktisch toonkunstenaar, blootelijk door het voor-* dragen van vreemde tooustukken , cenen zekereii naam ▼er-
|
||||
t 235 >
vervorven heeft, hij voorzeker oofc met alle hooge
eigenscbappen, die de volmaakte voordragt van elk ■voortbrcngsel der lunst vordert, moet bcgaafd zijn ; en ik durf schier met zekcrheid beweren, dat eon zoodanig kunstenaav (die in Staat is, in alle karak- ters fin geheime schuilhoeken, w?1ke de kunst ma at" cplevert, in te dringen en alle kunstmaiige wendingen en zwarigheden tc ovcrwinnen), op zijn instrument beter te lmis moet zijn, dan hij, die steeds met zijne eigene werken , welke nog meesta! naar zijne gevoelen* en kracliten gemaakt zijn , oplreedt. Hel talent van den heer kiesewetter bestaat
vooral in bet heerlijke gebruik van den strijkstok, zoo dat hij niet alleen in brillante allegro's- door pracht, nadruk en vaardigheid van spel uitmunt; niaar 00k in het adagio dehoogste volmaaktheid bereikt heeft floor zijne gladde, aanzwelleride en afnemende streek , waarbij men . zelden het aanzetten van den strijk* itok, noclt bij het op-, noch bij het neesstrijken} vsrneemt. In passages toonl hij duidelijkheid, kracht eH Volharding , en hij weet, bij elke herliating, door zijnen rijkdom aan menigvuldige bindingen, eenen zekeren trek Van nieuwheid aan dezelve te geven. Zijn staccato, letwelk hij met eene uiterroate-grootc zekerheid, zoo ■wel met de op- als met de afstreek, door diatonischc en chromatische loopen, en in ieder tempo duidelijk Jiiaakt, mag waarlijk eenig in zijne soort genoemd worden. Door
/
|
|||||
1
|
|||||
C 236 )
Door zijne vaardigheid met de linkerliand belie erschthij
gemakkelijk de geheele uitgestrektheid van net instrument. Hem gelukken dus eerdcr, dan aan vele andere virtuosen., dsar de natuur hem hovendien. met geheel tot vioolfpc- len geschikte vingeren heeft begiftigd, alle moeijelijklie" den, ivelke alleen door dit g^schenk der natuur met z&- kerheid uitgevoerd kutinen worden; en daarmede veree- nigl hi} dan nog eene buitengewoon goede intonalie. Hi) vreet zijne Cadenceu dik^vijls door allerhande dulv heldc grepen , als loopen van te.rtseiv, sexten en decimen,, als 00k door zijnen kracbtigen en aanhoudenden dub- belden tremblant, heerlijk en brillant te versierenf ecllter zoo, dat het karakter van het s.tuk er niet onder lijdt. Tot dus verre heb ik , zoo veel ik door woorden uitdrukken konde,, van de meclianische be- kwaamheden, welke de heer kiesewetteh in zoo; ruime mate befcit, gesproken. Het edelste en ve,rlie» venst,e, zijn spel, vol ziel en gevoel, waavdoor gemelde kunstenaar zoo magtig op den toehoorder, werkt (eene, eigenschap , welke niet door studie , niet door mensche- lijke wijsheid, noch door sluwheid of muzijkale scherp-. sinnigheid te veikl'ijgen is; maar die als een heilij* gesclienk, hetwelk de Mu,sen den mensch bij zijne in-< ^rede in de -wereld toevertrouwen, znoet heschouwdi Vorden) , heb ik voorbedaclitelijk tothet laatst gespaardt Am daardoor tevens te bewijzen, dat geene der boven*. coincide goede eigenschappen iemand tat den warea, kun-i
1 !
|
|||||
*
|
|||||
■
I,.'.'-,:,. "■
C ny >
kttnstcnaar maken, -wanneer dezelva niet, zoo al'S it
heer KiESEwETTEn doet, enkel als middel gebruikt ■Wordcn, on datgene, wat diep in zijn binrienste ont- 'Bpringt, aan het dagliclit te brengen, -* Mejufvrouw 3 c ho T te zettede dit koncert gten,*
geringen hiister bij, doordien zij twee ltaliaanfche ■aria's, met hare heldere stem, voortreffelijk en tot al- gemeen genoegen zong. V'oorts speelde de heer KiEr sevetter eene Polonaise van mauseder in Adiir, Velke *eel bevalligs en brillants heeft; een ieder werd, zoowel door de. kompositie, als door de volmaak- te voordragt, ten voile bevredigd. ■ De heer 6 a n z , eersle Violoncellist te Rotterdam (wiens
i>ekwaamheden te zeer bekend zijn, dan dat het noodig zoiide -wczen, hier eerst breedvoerig over dezelve nit te -wijden), ver'schafte het publiek het genoegen, om eene Polonaise van b. Romberg te spelen, waardoor hi) den slerksten en algemeensten bijval oogstte. Hierop volgde eene koncertante van winter, weV
Jke de beer kiesewetter met onzen eersten vio- list, den heer oahz, uitvoerde. Reeds meermalen heb- ben wij gelegenheid gehad, om in onze berigten met lof van' het talent van den heer sans te gewagen', doch nimmer heeft hij ons zoo voldaan, als in dez* koncertante. Een ieder heeft eene volkomene overeen- stemming zoo van toon, als van voordragt, in de uit- yoei'ing der beide koncerteremle partijen opgemerkt, eenq
\
|
||||
»
|
||||||
( 238 )
ene hoofdzaak bij het spelen van deze soort van ma*
zijk. In het algemeen moet men erltonnen, dat het spel van den heer ganz veel met dat van den heer XIESEwetter overeenkomt. De bijval, waarmede men den heer a a n z bekroonde, moet tot een bewijs verstrekken, dat hij door eene star van dat verblin- dende licht, als waar nevens hij grplaatst was, niet alleen niet verdonkerd werd , maar zelfs glansrijk bleef schitteren. Ten slotte Het ons de heer kibsewettsb de
geliefkoosde Violoncel-variatien in D mol, van b, no mb erg, hooren. Hoezeer ik geen" groote vereerder hen van zulke gcarrangeerde stukken . dewijl het eigen- aardige van het instrument er grootendeels door verloren gaat, ik moet echter zeggen, dat mij in dit werk , uitgezonderd eenige arpegio's, welke maar al te zeer voor de violoncel gefchikt zijn, niets voorgekomen is, dat aan den indruk van het gelieel nadeel gedaan heeft. Het publiek , gehecl opgetogen van al het schoone, het-
yrelk de heer iiesswiiiji ten toon gespreid had, Verliet de zaal, reikhalzend wenschende, dat de kun« stenaar aan hetzelve een gelijk kunstgenot, door een tweede konceit, bereiden mogt. Deze wensc-h van het publiek werd ook weldra vervuld, doerdien de beer kiesewetter een Iweede koncert aankon- digde. Alvorens echter dit koncert plaats had, werd de heer suuwinn door Kommissarissen van he»
|
||||||
i
|
||||||
ifcsi^pp
|
|||||||||||
" --j^juppi
|
|||||||||||
C 239 )
iie't Zondags-koncert uitgenoodigd, on 00k dezen fering
door zijn voortreffelijk talent op te luisteren. De heer iiejiwJUm gaf aan die uitnoodiging gehoot en fpeelde een koncert van polledro, hetwelk eigenlijk in de zamenstelling weinig lunstmatige waar* de bczit , daarentegen ecliter nienige liefelijke melodic) en brillante passage en 00k een wel uitgevallen adagio bevat; voorts, op verzoek, de bovengemelde koncer- tante met den heer «a»z, en de vorige Polonaise van. HAIJIEIIIR. -
Gaf men den heer kiesiwbiiei, bij zijn eerste
koncert, de algemcene tevredenlieid door een buitenge- jneen gterk liandgeklap te kennen, hier betoonde men hem^ achting en bijval op eene geheel andere -wij- ze, doordien men, zoolang hij speelde, eene plegtige Blilte in acht nam , en men eene ingespannene aandacht opmerkte, zoodat men den diepen indruk, dien zijn spel veroorzaakte, in elken gelaatstrek gewaar vrerd*
/■
(Ilet veroolg in een volgend Nommer.')
|
|||||||||||
\
|
|||||||||||
YRAAG
|
|||||||||||
( MO )
VRAAG*e» ANTWOORO. In de allgtmeine tnusikalische Ztitung, tnit btson&t*
rer Rucksicht auf den Oesterreichischen Kaiserstaat (Jaargang 1820, No. 85} werd de navoigende vraag Icdaan: Is liet eene oorzaak of wel eene uiiiverking vaa
de schier uitsluitende heerscliappij vanittssiKI op
de tooneelen voor de opera, dat bijna alle nog le-
vende groote genien der toonkunst gedurende dien
», tijd stil zwegen , of len minste slechts zeer spaar*
tt zaam werken voor hel tooneel openbaar maakten,
,»en dat sij daarmede zelden hunnen vroeger verwor*
venen roem konden staalide houden ?"
Doze vraag werd door den Iieer t. F. von kosii('
eenen edelman, niet minder vermaard dour zijne gron*
dige geleerdheid en wijdomvattende kundigbeden , zoo in
de eigenlijke theorie , a1s in de geschiedenis eh de wijs-
geerige beoefening der toonkunst, dan door de komposi*
tien, die hij der kunstwert'ld geschonken heeft, op ee-
jae, hoezeer kortu , ecliter, naar oris oordeel, alles af-
doende wijze beantwoord. Wij nn-enen onze JezefS
geenen ondienst te doen met hun dat antwoord in zijn
geheel mede te deelen, zoo om de belangrijkheid van
het onderwerp zelve, als om tevens eene proef te
geven van bet achtingwaardige tijdschrift ,' waaruit
tyij hetzelve geput hebben. lmmcrs wij achten ons
ver-
|
||||
( Mi )
verpHgl, om aan het nederlandfche publiek die werken
t* leeren kennen, welke in andere landfn tot nut van vrienden en beoefenaars der toonkunst worden uilgege-> ven: om die reden hebben wij in het tweede stuk van dezen jaargang eene proef gegeven uit de musical ma- gazine and review, en die zelfde reden spoort ons te meer aan, om onze lexers ook het boven genoemde» te Wccnen uitkomende , tijdschrift te leeren kennen. Het antwoord van den heer v o it bosii luidt
aid us : Dat ik, om het voorgestelde viaagpunt op te lessen,
mijn vertoog van af de uilvinding der opera zal begin' Ben, kan slechts aan hen vreemd voorkomen, welke gewoon zijn, om verschijnselen, als dat, hetwelk ons thans bezig houdt, biootelijk oppervlakkig te beschou- ■wen. Het is niets nieuws, wanneer men beweert, dat de oorzaak van menige gebeurtenis, die thans eerst daar is, reeds voor langen tijd ontstaan en sedert op verschillende wijzen ontwikkeld is , voor dat ze te voorschijn brengen konde, wal nu onze verwondering gaande niaakt en piotseling schijnt geschied te zijn , terwijl het echter langen tijd voorbereid werd. Daap nu het onderwerp der bovenstaande vraag niet het resultaat is van eene enkele, maar van versefwiden tamenwerkende oorzaken, is eene voldoende oplossing te moeijelijker, en het is dus te noodzakelijker, om van ecn punt uit te gaan , uit helwelk dc versehillenda R aan«
|
||||
m.....HHHHH
|
|||||
C S4S )
anleidiugen tot hetzelfdc verschijhsel ontsproten zijn»
De opera is, gelijk men weet, in Italie', de bakermat der toonkunst, uitgevondcn, en wel langen tijd voor dat het regelmatige looneelfpel aldaar bekend was: eene omstandigheid , vraaruil sommigea, en niet zonder grond, de nog altijd in Italie heerschende onverschil- ligheid jegens de gedichten dor opera en de daaruit voort* vloaijende geringe waarde van de mceste dier gedichten willen afleiden. Zcker is het , dat, inuien het tooneel- spel, en voora! het treuvspe] , in Italic voor de inslel- ling van de opera niet slechls bekend, maar ook tot eenen zekeren graad van volmaaktheid gebragt geweest ware, en indien de laatsle Cge'>jk men natuurlijk moet vinden) nit de eerslen ontsproten ware, de miizijk der opera in Italie, en dus in de gelieele beschaafde -we- reld f over -welke zij zich, van dat land komende, ver-- apreid heeft, op eenen geheel anderen grond gebouwd en niet, gelijk thans, als eerste, ja als ccnige grond- tof van het nmzijkale schouwspel, maar, gelijk ver-* stand en natuur vereischen, als een tweede van het gedicht afhangende stof bewerkt en beschaafd zOude «ijn geworden. Uaar de zangkunst buiten Italie vreinig of in het ge-
lieel niet beoefend werd en zich schier allcen tot den dienst in de kerken bepaalde ; daar de andere talon, en vooral de duitsche , te dier tijd nog te weinig beschaafd traren, om voor het kleed der melodic geschikt U
■\
V
i
|
|||||
C 243 )
te zijn , moest daaVuit de noodzakelijkheid voortsprnJ«
ten , om de overgenomene opera 00k door Itaiiaansehe Zangers te doen uilvoeren, en zoo kwam het, dat eene itaiiaansehe operalroep , bij welke een of meet sopraanzangers niet mogten onlbreken , aan elk hof vail Eurepa eene wezenlijke bejjoefte was. Deze staat van zaken duurde zoo lang, tot dat eeni-
de uitrauntende duitsche mannen beproefden, om aan hun vaderland een eigen en zelfstandig lyriscli tooneclpel te schenken. Goethe, w 1 e l a n d , weissi, michac- 11 s dichtten zangspelen, welke door Schweitzer* killer, iCHiisiti, wo if en anderen in muzijk gebragt werden.- tJoch Let zij, dat de rouzijkale be- schaving in Duitschland nog niet ver genoeg gevor- derd was , om op het tooneel eenig auder gezang aan« trekkelijk te vinden, dan' het toert ter tijd nog zeer achrale itaiiaansehe gezang; het zij , dat de duitsche zangers (hetgeen zeer waarschijnlijk is]) het bij de toenraalige Italianen noch in schoonheid van stem, noch in voortreffelijkheid van methode halen kondenS het schoone vooruitzigt op eene vaderlandsche opera verdween in Duitschland weldra weder, en (met schijnt deze aangelegene zaak in eenen te troosteloozen toestand gevondeu te hebben, dan dat hij zou hebben durven hopen, om dezelve, zelfs door de roagt van iij« ne buitengewone genie, zoo spoedlg op eenen betereit weg le brengen. Op deze wijze altUans kan men het 11 a best
|
||||||
C H4 )
best verklaren, 'waarom liij niet zrjn vaderland, maar
Frankrijk, waar men reeds vroeger en met ineer geluk , dan in Duitschland, getracht had, e.ene nalionale opera op te rigten, tot de schonwplaats van zijne onstcrfe- lijke werken heeft tiitgckozen, Welke omwenteling deze groote man in de toonkunst
in Frankrijk bewerkt heeft, is genoegzaam bekend, en eveneens, dat liij, zonder het daarop juist aangelegd te hebben , de sticllter eener nieuwe school geworden is, wier sieraden Me'Hui, CHlitust, ciiei, Pojiisi, louuiEii, isoiAiD enz. keurige en «elfs eenige klassieke kunstgewrochten geleverd hebben , en -wier grondslag in juiste deklamatie, treffende ka- rakterschetsing, getrouwc uitdrukking dcr hartstogten, in het kort, in de dramatischc waarheid gelegen is. Het kon niet missen , of zoo vele en zoo belangrijke
voortreffelijkheden moesten 00k buiten Frankrijk ge- Toeld -worden , en dit was vooral het geval in Duitsch- land, waar men middelerwijl, indicn 00k, door Tooroordeelen en andere stuitende omstandigheden op- gehouden niet in de dramatische muzijk, in andere takken der toonkunst te groote vorderingen had gemaakt, dan dat de italiaansche opera's van ouderen tijd , die met betrekking tot den zang, en nog meer ten aanzien van het akkoropagnement, grootendeels zoo eentoonig waren, nog den ge-wonen indruk konden maken. Te veigcefs had mozahi in zijne, niet voor Italie gekoro* po-
. ■
■ |
|||||
.
|
|||||
C '-45 >
|
|||||
poceerde. Notzi di Figaro, Dom Giovanni, Cos) fbl%
tulle, Glemenza di Tito en Zauberflole praluisch geleerd", hoe men Italie's aangename melodiijn met Duitschland* pittige bewerking verbinden en beide met den tekst en de situalien ineen versmelten konde: hi} werd ons ont- rukt, en om die baan t« vervolgen, had men zijne he« melsche gCDie- moeten bezitten. De eerwaardige Pa- triarch der duitsche dramatische komponisten, von WIHTEB, was door zijne belrekkingen in het geval, van meer vflor de tooneelcn in Italie, dan voor die van lijn vaderland te schrij ven. Nac mann, ecn niet minder- edeje en liefelijke, dan grondige komponist, die zoo veel voor de- duitfche lyrische tooneelkunst bad kunnen tiitvoeren, telde onder zijne opera's niet een enkel duitseh gedichti We I-e L be wees in zijn Waisenhaus- en zijne Schtveilierfamiiief en cijbowetz in zijne Agnes Sorel en zijn' Augcnartit, wat het duitseh* zangspel had kunnen worden, -wanneer edit dramatische muzijk door ecn maar eenigzins belangwekkcnd gedicht' ondrrstcund wierd. Uoch alle deze gebeurtenissen ble_ yen,, oro redenen, wier ontwikkeling alleen stof toleene uitgebreide vcrhandeling zoude opleveren, te zeer van alkander afgescheiden, om- aan het zangspel vaste en »p den dour stand houdendc grondslagen te kunnen. given, waartoe eene enafgebrokene reeks van gelijk. oortige voorlbrengselen onontbeerlijk gewecst- ware. Het viel dus der. nieuwe fransehe ope^, iu h'et bezit * K B 3 van. |
|||||
( 246 )
»an de hi«rboven opgenoemde eigenschappen, te min«
der inoeijelijk, om aan de duitsche hare naauwelijks
ontkiemende licerschappij te ontrukken, vooral oolj;
dewijl zij,: met haren rijkdom aan gewrocliten, het
eene op het andere snel kon laten volgen, en dus deu
.indriik voedsel geven , dien zij aanvankelijk geinaakt had,
Vaderlandsgczinde Duitschers mordcn wel tegen deze
inbezitneming ; nielteirnn was die tijd, bij hel nu toclx
bes.taande gebrek aan oovspronkelijk duitsche werken,
waarin zoo ligt en zoo spoedig niet kon voorzien wor-
den, een schoone tijd, in vergelijking van den tegen-
■woordigen: want toen werd niet aan het por alleen,
maar ook aan den geest en aan het hart genot bereid!
Middelerwijl waren de uitmuntende zangers en zan-
geressin, zelfs in het land der schoone stemmcn en van
het zoete gezang, zeldzaiuer geworden. Met de schoon-
heid en de kracht der sU'imnen, met de ,e,chte, bevallige
italiaansche methode ging tevens verlorcn de eenvou-
dige , roerende zang , en le gelijk met dezen verdwnnen.
de in melodien rijke -werken van cenen s a i i E H i
(wiens naam in Frankrijk nevens dicn van zijnen vriend
G i. u c k prijkte en in Italie op alle tooneelen bloeide)
van eenen cimahosa, faisiello, sacchini,
uiio, nicolinI) (air en anderen. Men zocht
het verlies van de opgenoemde eerste vereischten van den
zang door toevallig klatergoed te bedekken; de breede
Moten, die men niet meer kon dragen, werden door
|
||||
( =47 )
«e»e menigle van kleine nootjes vervangcn, het sipeli
tcnde cantabile -wen! verwandeld in eenen onophou* delijk op en neer zwellenden Etroom van vlugtige too- sen, die iedereen naair zijne willekeur voortbragt* en het matte , belangelooze akkoropagBement begon al- lengskens verveling te verwekkcn, Toen trad cr een jonge lomponist op, door de natuur
Met vijke verbeeldingskraciit en met eenen aanzienlijkea voorraad van liei'elijke, pikante melodit'n begiftigd. llij had weliigl de duitsche muzijk vlugtig doovgezien , het voordeel eener levendire, aantrekkelijke instriimcn- tatie bogrepen en wilde , verzadigd van da wilkkeurige versierhigen der zangers, daaraan paal en perk stel- len, door ze zelf voor te schrijven. Doch ge'ijk men. in iedere kunsl, hoe gelukkig het talent ook zijn mogc» wasnuede men uitgerua* is, zondereene diepe kennis der *heorie en der aesthetika steeds op dwaalwegen ver« valt, zoo ook liicr. Hadden de zangers somtijds eene Roulade op eene verkeerde p!aa!s te pas gebragt, na slrooide de komponist ze met voile handen, zonder keus en oordeei, overal heen , en daar iedere terkvvis- fcing armoede baart, -werden dezelfde rouladcn eindelijk. *^<tot- walgens toe hrrhaald. Was het akkompagnement voor bet orkest van de italiaansehe opera bckrompea e,n eenvormig, nn weisd het stormachtig en verdoovtnd: geen instrument mogt in rust b'ij ven ; zij werden alia, zelfs dszulken , die in de opera anders niet.gebruikeiijk'waren, » 4. . te
|
||||
C 248 )
te voorscliijn gefaaald ; in plaats van twee waldhorens ,
schafte men cr vier aan, in p!aats van twee trumpet- ten, acht of tien; de bazuinen , wier doelmatig gcbruik in de draniatische muzijk oluck en mozart hadden leeren kennen , bliesen nu onophoudelijk voort; de pau- ken, welke voorheen, toen zij spaarzaam , docli ter regte plants aangebragt wevden, zoo veel indruk raaak- ten, werden nu , als waren zij te zwak, door kleine en groote trommen ondersteund. En al dit gedruisclt ■werd niet blootelijk in aangrijpende oogenblikken, in krachtige koren enz. , neen! 00k in aria's te pas ge~ Lragt, tcrwijl nogtans eerst de zangers hadden moeten geboren worden, in staal, om er door heen te dringen en doze woedende elemeiiten tc heheerscUen. Met dat al werd niet het rainste acht gestagen op den tekst, de situatie en de karakters , en ev werden op bet zeerst in het oog loopende plagiatcn met eenen inder* daad bewonderingwaardigen moed gepleegd. Zoo stonden de zaken, toen de fransche muzijk op
de duitsche lyrische tooneelen uit de voormalige gunst begon te komen , hetgeen veroorzaakt werd door eenige ongelukkig geko^ene, tot de verplanting op duitschen bodem ongeschikte zangspelen, en nog meer door de gebrekkigheid in de tooneelspeeikunst, terwijl alle fran- sche opera's meer of min talent in die kunst vorderen. Een toeval , of misscbien eene voorbedachtelijke
jjroeve, bragt eenen, over bet aJgemeen zeer ireinig b.e* tet-c
<
|
|||||
■ ■ .
|
|||||
C 249 )
teekenenden , troep van italiaanschc zangersop het ope-
ra-toonce! tc Weenen. Na verschciden inislukte ver- tooningen , werd de Tancred gegevm, en deze opera ■werd , door het aanvallige barer frissche inelodie'11, door dc .Jevendigheid van liaar akkompagnement, en vooral door de heerlijke voordragt der hoofdrol, de grondslag van den , titans in het grootste gedeelte van Duitscliland hrerschenden smaak in de tooneelwerken ; vruchteloos toch zou men trachtcn te ontkennen, dat dil kwaad dat het kwaad is , is immcrs reeds zon- neklaar bewezen zich van Weenen uit in Duitsch- land verfpreidde, ahvaar (Munchen uitgezqnderd} tot aan dicn lijd aelfs de nuatn en het heslaan van dezen modernen Orpheus ge'ueel onbekend waren. Pen deskundigen opmerkzamen beschomrer zal het
wel niet ontgaan , hoe ongemeen gunslig de bijval der werken van rossini voorbereid was door dc bekla- genswaardige omstandigheid, dat de smaak in de mu- zijk zich, reeds eenen ge.rnimen tijd vroeger, in het algemeen van de inwendige waarde naar den uitwen- digen vorm, van verstand en nadruk naar werktuige- Jijkc. vaardigheid henen gewend had, en dat de zoo vcel beteekenende werken van Mozart, h a ij d u en SEEf H o v e k wijken moesten voor eenen stroom van kom- posiiien, die geene anderc verdienste hezaten, dan dat l\) zin- en smakelooze moeijelijkheden bevalteden. Peze vlugtige , geschiedkundige schets mogc voov eerst
R 5 vol- |
|||||
\
|
|||||
( *5o )
voldoende jsijn , om te verklarcn , hoe het mogelijk was,,
dat de in de vraag vermelde opcramuzijk niet slechts ingang vinden , maar zelfs zoo huitengeinecn veel opgang makeft ton. De invloed, welken Italic sedert de uilvinding van het zangspel, deels door vooroordeelen, deels door werkclijke voortreffelijkheden , op de opera heeft uit* geoefend, fn welke nooit te eeiicnroale, of ten min- ute slechts voor eene korte poos werkeloos was; de geringe aanmoedigiiig, welke duitsche dichtcrs en kom- ponisten onder deze omstandighedcn genoten, en de kwaiijk begrepene ijverzucht, door welke zij elkander lelve tegengeweikt en aldus het gemeenschappelijke doel verijde'.d hebben; de mangel aan verstandig bcschaafde- duitsche zangers ; Let vervaL der soliditeit in kompo- sitie en uitvoeciug ; de zoo even aangevoerde wending, welke de smaak in de loonkunst bijna overal genomen, heeft , en de omslandigheid, dat er oneindig niper toe- hoorders zijn, welke de uitooering, dan die de homposltie Van een muzijkwerk wetcn te beoordeelen ; alle deze oor- taken hebben de hier bedoelde, beklagenswaavdige uit«. komst opgeleverd. Dil resultaat bevat reeds in zich de reden , waarom
schier al de nog levende achtingwaardige koroponistea. in dit tiidpirk stilzwegen of alllians hoogst zelden. met enkele werken voor het tooneel te voorscliijn tra* den. Een tijd, in welken men, geiijk wisnia z«gt» mlleenlijk met tie ooren <vil hooren, waaria werken aan de
|
||||
C *5i )
|
|||||
<Je orde van den dag ».ijn , wier gcnot noch de werking van
het verstand , noch die van het gevoel vcrcischt, bij wel- fee men dikwijls zelfs het eene zoo wel , als het andere moet verloochenen, wil men zich niel. de armjalige oorenkitleling, de eenige vrucht dier verken, verbit- leren,; Bulk ecn lijd is er niet toe geschikt, dat groole meesters hunne werken knnnen ten toon slelr len, indien zij niet willen gevaar loopen , dat de- ceive onteerd en door de verblindc en omvetende menigte minder geacht -worden , dan \ oortbrengseUj waarvan zij zich scliamen zouden de auteurs te zijn. Hoe zouden z\] knnnen hopen, dat eene riglige dckla- matie , eene natmiriijke afmaling der gewaarwordingen in edele, eenvoudige melodien, eene juiste karakter- schets der zingende personen , een gepaste en zich gelijk blijvende stij! door het geheele werk been enz, naar beliooren erkend werd, tervvijl de zin voor dat alles verzonken is in den onleschbaren dorst naar rouladen en naar gedruiseli? Viet is voor het kleine. aantal vrienjen der echle dramatische rou/.ijk smarte- lijk, dat de meesters zich Icrug , trekken : want in hunne dringende bihoefte %yordt hun volstrekt geen troost, geene verkwikking aangeboden ; nitttemin is dit het verstandigsle en voor de goede zaak het voor* deeligste , wat de meesters kuanea doeri; het verstan- digste, omdat mangel aan bijval door onverstandigea voor gebrek aan waardij \Vordt gehouden, en/ aldus de
|
|||||
y-,»r. - ■»--> "t "'- -
|
||||||||||||
( =5* )
He ornegtr t/erworoene roem dcr meestcrs in gevaar-
zoude kunnen komen van aangclast te zullen worden: het voordeeligste voor de goede zaak, omdat daar , ■waar grondige redeneringen, Met bewijzen gestaafd, gelijk zij in aHe tijdschriften van beteekenis vruchle- loos in menigte worden aangevoerd, ni^ls baten, de verblindheid slechts door hare eigene overmaat kaa bezworen worden , en de genezing bloot door onmatfg genot en walging voor- de lievelingsger*gtea bewerk- telligd kan worden (19). Met
|
||||||||||||