-ocr page 1-
A MPHION.
DERDE JJJRGJNG,
)
\
R
II
- \
-ocr page 2-
r
/$1d . G?. $&
ION,
AMPH
E E N T IJ DSCHEIFT
TOOK
S
V K I E BT1) E N
KJf
B E O E F E IST A A R S
1)ER
nn
r O O N K IT TsT S T
dfe<*-<4e- Jaargang.
-«<
te GEOraGEK, bij
W. van H O E KE RE N.
BIBLIOTHEEK DER
RUKSUNIVERSSTEIi
1 0. OCT. 1928
,/.<? I't.vssr,*/:
UTRECHT,
afc~.
-ocr page 3-
N
ALGEMEENE
I N H O U D
VAN DEN DERDEN JAAKGANGm
• .
I. Vcrhandelingen, enz.
Mr. N. W. SCHROEDER STEINMETZ. Losfe
'"' i
gedachten over de verhouding van den toon-
dichrer tot den toonfpeler.....bladz. I.
C. SCHREIBER. De tien geboden voor kun-
flenaars en beoordeelaars van kunstwerken ■
          15.
fr. outhmann. Diaetetifche en psyeholo*
logifclie i-aadgevingen vooi' praktiiche toon-
kunftenaars . ., . .
          . —— ig»
C. f. kist, med. doct. te 's Gravenhage.
Verhandelirig over den waren aard en de
heilzame iiitwerklelen der muzijk, uitg£>
           L'-'_
fproken in de maatfch'appy: Dilpgentia
akiaat - ,.- - „.» .• - ,.» „ — 48..
Korfc
-ocr page 4-
ir           ALGEMEENE INHOUD.
»
Kort gefchiedkundig overzigt van den ftaat
der muzijk in Engeland . . . bladz. 81.
lAo\>eiKo'(piKo(. Brief aan den Redakteur met
losfe gedachten van johannes kreisler ------- 109.
Vraag en antwoord. Over de oorzaken
van den verbazenden opgang, welken de
opera's van rossini veekl gehad hebben------. 240.
II. Levensberigten van beroemde toonkunjienaars.
Levensbijzonderheden van ernst ludwig
■i           oerber , den fchrijver der biographifche
woordenboeken van toonkunftenaars enz.------- si.
De Engelfcbe zangeres Mrs. salmon. Over-
genomen uit de quarterly mufical maga-
zine and review
....., . . ------- 118.
III. Binncnlandfche Bcrigten.
Over de Wiuterkoncerten te Rotterdam.
t • (Bevaftende de zes eerfte gewone koncerten
en het buitengewone van den heer julhjs
miller van Amllerdam).....-------,128,
Over de Wiuterkoncerten te Rotterdam.
(Vervolg en Hot. Het gevvaagt van de
pverjge gewone winterkoncerten en van
de buitengewone van den heer kiesewet-
ter , van Amfierdam, van het koncert
ten voordeele der noodlijdenden door den
watersnood, en van dat van de heeren
bon en tours) ., , ♦ . ... »lf . —— 153;
Ovet
-ocr page 5-
ALGEMEENE INHOUD.           j#
Over de muzijk te Gronitigen. (De jonge
Amftcrdamfche operisten van dessaur.
en pransman ; hbrmstedt ; de gewone
               7
winter - koncerten; en de heer rohlfes
van Koppenhage)....... . bladz. 141.
Over de muzijk te Groningen. (Vervolg en
flot. Ontwikkeling der Sinfonien van c.
M. VQN WEBER , Cn VAN BEETHOVEN
(no. 7) en der Ouverture van spohr's
Air una. — De duitfche operisten onder di-
rektie van julius karsten — koormuzijk
in de vergaderingen der maatfchappij tot
Nut van 't Algemeen — militaire muzijk ------ 179.
Schets van den toeftand der toonkunst tc
Amflerdam: eene Inleiding tot de beoor-
deelingen en detail. —■ Het koninklijk
Inftituut — Het onderwijs — Het holland-
fche, duitfche en franfche tooneel. — De
- ■ - \
koncerten van Eruditio mufica, Felix
mentis
en Harmonica. —— De benefice-
koncerten. — De muzijk in de Roomsch-
katholijke kerken. — Slot . .... ------- 193,
Over de koncerten van de gebroeders boii-
rer te 'sGravenhage......------- ai6.
Vervolg van dit berigt. — Oorzaken van het
miskennen en verongelijken, ja zelfs on-
derdrukken van menigen kunftenaar . . •------ 22$,
Over de koncerten, welke de violist ktese-
wetter te 's Gravenhage heeft gegeven —•*• 233.
-ocr page 6-
*i          ALGEMEENE INHOUD.
IV. Gemetigde^ zoo buiten- ah binnen-
landfche Berigtert.
De AcolinCy uitgevonden door eschenbach
re Konigshoven, verbeterd door voit
' en toen Aeolodikon genoemd .... bladz. 256.
Het chromatifche bashoorn, uitgevonden door
STH.EiTwo.LF te Gottingen ^ . . . . ------- 257.
Uitvinding van een werktuig, om de handen
by het klavierfpelen aan eene goede hou-
ding te gewennen, door den majoor haw-
ker............—— 259.
De mdloplaste van galin ......-------260.
Berigt van spohr over het inftituut en de
leerwijze van logier te Londen . . . ------- 261..
Verbetering door spohr aan de viool ge-
maakt, naar aanleiding van de inftrumen-
ten van chanot . . ♦ ' . . .------- 265*
Het getal der tooneelen en der zangers en
zangeresfen in Italie. De vruchtbaarheid
van de Had Bergamo in het voortbrengen
van goede zangers . .. ...... —----- 267.
be voornaamfte komponisten (jnaestri) in
Italie . . ........ « • •------268.
De Italiaanfche opera's in Duitschfand en de
komponisten voor dezelve . . . . . —— 269.
Oprigting van een' monument te Venetie,
ter eere van joh. ad. hasse , door hand-
ler............. ------- 270.
JKerkelijke feestviering te Napels, met muzijk
van rossinx ........ .' ■ 2.71.
V.
• ■■■.
-ocr page 7-
ALGEMEENE INHOTJD.
V. Beoordeelingen.
a.) Leerboeken.
Erfte Lectionen fur das Pianoforte, von
h. c. steup......... «-----278.
b.) Muzijk voor net klavier.
Introduction et Walfe avec Variations par
LA TOUR .... . , , . . . ■ ■ 273»
Variations sur P air favori de rode , chart'
tdes par mad. catalani.....------- 274*
Fantaisie et variations sur P air: Id vivat,
par j. van boom . . . . ... ------- 277.
Noble iclat du diad&me, air varie" par
CH. MUHLENFELDT.......-          a8l.
VI. Antikritiek.
Brief van de heeren h. c. kleine , l. mann
en j. c. kleine aan den Redakteur, no-
pens het berigt over de muzijk te Haarlem
van den heer s. (te vinden in den tweeden
jaargang, bl. 254).......-------
x%\%
|Een woord van den Redakteur, en antwoord
yan den heer s.........------- 15a.
VII- Aanprijzing van kerrijke werkcn
voor toonkunjlenaars.
Mr. n. w. schroeder steinmetz. Aan-
prijzing van die Serapionsbriider van E.
t. a. hoffmann , en proeve uit der
Dicker und der Componist
.... —— 283.
vm.
.
-ocr page 8-
ALGEM.EENE INHOUD.
vxn
VIII. Aankondigingen.
Aankondiging van een nieuw tijdfchrift, Deut-
fche Parifer Chronik
genoemd, en uitge-
geven wordende door g. l. p. sievers
tc i snjs •••••••«•«•
Aankondiging van den Redakteur en van
den Uitgever, over de voortzetting van
dit tijdfchrift....... . •
til
294.
*
"
....
. ■ ■
-ocr page 9-
A M P H I O N.
LOSSE GEDACHTEN over d »
YEBH6UD1N0 VAN DEN TOONDICH-
X E E X O T DEN IOOISPIUR,
\/\/ ie eenige ondervinding heeft in den omgang me*
toonkunftenaars, gelijk men ze gewoonlijk noemt, maar,
■welke ik, uit lioofde van de onbepaaldheid dier bena-
ming, in bet opschrift, in tegenoverstelling van den toon->
dichter (koroponisl) toonspelers genoemd heb ; wie geiegen-«
heid gehad heeft, eenen blik te werpen in hun karakter,
in den gang hunner dcnkbeelden en, voornanielijk, in de
mate van het gevocl hunner eigene waarde , die heeft
ook zonder twijfel opgemerkt , dat praktische toonkun-
stenaars(i) of liever dc toonspelers niet misdeeld zijn van
eigenliefde , of, om de iaak bij harm waren naam to
noe«
I               ||        .■.■■Milium ——1
(i) De benamingen praklifehe toonkuttst, praktifcho
tnonkunstenaar
zijn niet juist in de beteekenis vaa
ooordfagtnde toonkunst, voordragende loonkunste*
naar, toonspchr.
Men zal zich daarvan overtuigd
hebben uit het slot der verhandeliug van a. webeh',
■welke in het laatsle stnk van den vorigen jaargang
te vinden is. Men zal daarom die benamingen tel-
kens door andei'e naauwkeurigere bewoordingea
vervangen zien.
III. JA.HIS. I, St.                A
. 4
\
-ocr page 10-
C * )
noemen, dat zij mcestal hooge denkbeeldea ran zich
zelven koeateren. Ik beken het, er worch oneindig vele
moeite*» onophoudelijke oefeni-ng toe veveischt, vil men
het in de voordragende loonkunst tot-eensn zekeren graad
van velmaaktheid brengen; en uit dit oogpunt be-
icnouwd, kan men den toonspelcr een vveiuig evermaat
Tan eigenliefde door de vingeren zien , eerder althans
den toonspeler, dan menig' ander' man, die, de liemel
■weet hoe, tot een ambt, gekoine* , raaar niet altijd evea
tfpi nliartig is, als zekere officitr in een der kotzebuescbe
t?me«1stukken , die ronduit bekent, dat hij niet weet,
hoe hij tot de ridderster gekomen is, die zijnen rok
vcrsicrt. Men kan, zegik, den toonspeler een -wfinig
te veel eigenliefde vergeven, zoo dil te veel hem niet
tt'n koste van den toondicliter verlieft. Maar, heiaas !
Ti'anneer men de geschiedboeken opslaat en de bijzon-
(Ji'rhcden van het leven der meeste tO(indieli!ers en
toonspelers nagaat, dan vindt men de treurige zekcr-
fieid , dat de eerslea meestal slechts kommerlijk aa'a de
liiiodwendigste levensbehoeften vo'.doening hehben kun-
rien verschaffen , terwijl de anderen in den school des
overvloeds gek9esterd zijn geworden, en dikwijls zelfj
flaavin te gronde gegaan zijn.
lift nooddruftige lot der toondichters vri\t ik ten
dee!e aan de toonspelers. — Immera liet imponerende
•voorkurnen, dat de meeste virtuosen aanneroen, ver«
oorzaakt, dat de groote hoop hen ais goden beschouwt
-ocr page 11-
C 3 )
m niet er aan denkt, dat hij een groot deel Tan het g»U
*iot, dat hij gesmaakl heeft.j aan den vervaardiger vatt
het uitgcvoerde stuk verschuldigd is. Het is wel \vaar>
de handdruk van den kenner, het weenend oog van
den gevoelvollen man is den toondichter meer waard ,
dan het oorverscheurcnde handgeklap evi het dooftna«
makende gejuich der onkundige mtnigte ; maar de zoo
even gerepte oudankbaarheid heeft nieltemin ten gevolge*
dat de toondichter onbe'oond hlijft; datliij vergeten wordtj
dat hij dikwijls naauwelijks eene bete broods heeft, terwijl
de toonspe'er, in plaats van te bcdenken, dat hij zonder
den komponist niets zoude zijn, dewijl hij niets zonde
kunnen nitvoeren, wanneer niet de komponist voor hem
gewerkthad; terwijl de toonspeler, zeg ik, met eene gevul*
de beurs heen gaat, dikwijls aan zijnen overmocd paal
kiocli pevk veet te stellen , en den man, aan vien hij
de bekrooniug zijner talenten grootendeels te danken
heeft, als eecen armen zonc'aar' staan laat.
Bij zangevs eh zangeressen stijgt die overmocd meestat
hog hooger , en zelfs dikwijls tot schier onverdragelijke
dwingelandij. De komponist, die in de verheffing vaA
sijnen geest een overlieerh'jk knnstwerk geschapen beeft^
en nu van verlangen brandt, de vrucliten van eijneia
arbeid tot levendige klaarhcid gebragt en door eene
juistc uilvoering verwezenlijkt te 2ien, kan met diepa
•mart van 'dieri ovefmoed gewagen. Hij heeft een
treuvspel in muzijk gebragt; maar ongelnkkig komt
A a                 . ,            resd»
i
-ocr page 12-
C 4 )
Weds Onwriddellijk na de inleiding de prima donna in
eene treurende gemoedsgesteltenis op ; zij heeft eene
cavatina te zingen, o bemel! welk eene lompheid !
Waafom niet terstond eene groot en breed uitgew.-rkte
aria? Te vergcefs stell haar de komponist voor, dat
de situatie juist medebrengl, dat zij eene cavatina ea
geene aria zingc, en dat de boofdaria gespaard moet
tvorden lot in bet derde be.drijf. Onverdrageiijke dom-
kop! roept zij uit; wilt gij mij dan eerst in, fiet dtrde
bedrijf
het hartroerende, het aanlokkeiijke da capo
van het in verrukking gebragte pubiiek doen vernemen?
■Waarom mij niet de gelegenheid gegcven, om dien
TVellust ook in het eersle bedrijf te smaken ? Hadt gij
nog een lialf dozijn roulades en cadencen in uwe ver-
voerde cavatina gebragt, ik zoude uwe domheid over
het hoofd zien; maar die lange, uitgehoudene, nietsbe-
duidcnde toonen! enz. En dc ter neer geslagene kom-
ponist kan, even als een misdadiger, van genadige straf
spreken , wanneer de cavatina, ondtr voorwaarde van
eenige roulades, behouden blijft.
De primo basso maakt het niet beter. Hem is de rol
van eenen bloeddorstigen tiran toegedeeld, en al, wat
hij te zingen heeft, ademt volstrekl dien geest. O hemelt
hij speelt zijne rol maar al te wel reeds op de eersta
Tepetitie. Eischt hij niet, dat de komppnist hem, ter-
wijl hij, ondcr de hevigste vloeken tegen het niensche-
lijk geslaelit, de prima donna met eigene hand den
doik
-ocr page 13-
( 5 )
dolk in het hart sloot, cene romance pastorale til la*
ten zingen , waarin liij naar willekeur kwinkcleren , in
de fans set stijgen, en, de hemel 'weet, wat niet al doen
Ian. — Arnae komponist! waarorn rukt gij u niet ui*
den stroom der schimpredenen, die u van alle tauten
bedekken? waarom verbergt gij niet u en uwe kunst
in eenen afgeiegenen hoek der aarde , waar gij , wel is
waar , sleclits in de eenjsaamlieid uw hart aan de vruch-
ten uwtr genie knnt laven , maar waar gij ook bevrijd
zijt van de pijnigende martelingen eener onmenschelijke
dwingelandij? — Gij ziet mij aan met een bedrukt ge~
laat ?— Ik versta u, beklagenswaardige ! Gij liebt ee-
ne vrouw, gij hebt kinderen, en niet bet regt, dezeu
hun levensondevbond te onttrekken ! Uw lot is dubbel
te bejanimeren!
Denk niet, goedgnnstige lezer! dat ik u door een
■vergrootglas doe zien. In waarheid , ik heb u den toe-
stand der meeste toondicliters naar de natuur geteekend.
Ik herhaal het, sla de geschiedboeken op , en gij zult u eu
Tan overtuigen. Beschouw de meeste italiaansche ope-
ra's — wat zijn ze anders, dan schetsen, die door de
zangers en zangeressen aangcdikt en aangevuld worden ?
Het zijn eenvondige strekcn, op het lioogst hanepoo-
ten, die eerst bij de uitvoering tot letters ea tot
Tfoorden gevormd worden. (Vergeef, lezer! het beeld
is niet edel, maar het is waar.) En welke is de oor-
spronkelijke reden, dat de italiaansche opera's alduf
A 3                                     in«
-ocr page 14-
Ingerigt zijn ? Geene andere, dan de dwingclandij dey
Bangers en zangcresscn, die zicb. niet aaa de voor-
schriiten van den komponist willen onderwerpen, maar
zelve mat.'u wilen, wat zij zingen, en van hem niets
"vcrlangen , dan een nooddruTtig akkompagnement. ——
Zelfs mozakt, de verkevenste genie, dieo a*oil a
ens geschonken heeft, heeft de boven omschrevene
droevige outletvinding maar al te dikwijls gemaakt, en
aich in sijne opera,s , zijnen Don Giovanni ffiisschien
nl.een nitgezonderd , ni*t g^heel boven de wet durven,
veikiaren, die den komponist oplegt , om veel , oitt
bijna alles aan de willekeur des zangers over te laten,
ofschoon liij zich op verre na nict zoo zeer, als de
aoderen , onder dat kneliende juk gekromd lieeft.
„Maar," dit -werpt men mi j tegen , „ zoude niet in-
derdaaJ den toonspeler , niet den dwingeland , maar de©
Waren kunstenaar, de rang toekomen, boven den toon»
dicbter ? Immers het werk van den laalsten is dood
Voor ons, zonder den eersten; wat lielpen ons de
voonveffelijkste kompositie'n, -wanneer wij niemand
hebben, die se ons kan doen koorcn ?"
Ik beken, zie daar mijn antwoord, ik beken , dat het
\oortreffelijkste kunstwerk voor ons dood en nuttoloos
is, wanneer wij het niet hooren voordragen, of he»
?elve niet kunnen uitvoeren, en niet geleerd hebben
Jnuzijk te lezen en te bestuderen, zoo dat vrij het in
ojftjea geest hooren; maar wat benijst dit voor d*
too*-
-ocr page 15-
■■'
C 7 )
voortreffelijkheid ven den toonspeler boven den tooji-
dichter? Ik vraag op mijne betirt even eens , wat helpen
ons de beste toonspelers der wereld, wanneer wij lmn
gecne goede wcrken tei uitveering kunnen voorleggeu?
Yoorseker nog minder, dan in het omgekeerde geval>
daar wij oris hier niet door een liuismiddeltje helpen
kunnen, gelijkstaande met het lczen der mnzijk.
           ,
Men heeft wel eens over den hier bedoelden rartg
getwist, en meer nog oter de reden van den voorrang
der toondichters. Sommigen hebben dezelve gezocht in
Ac grootere zeldzaamheid der komponisten, dan der
voordragende toonknnstenaars; maar zij hebben gedwaald.
Jrnmers wat zeMaaara is , is da&rom niet altijd goed.
De diamant, bij voorbeeld , is zeldzamer, dan de gewone
keisteen ; het goad zeldzamer, dan het ijzer ; de perzik
zeldzamer, dan de aardappel; en nicttemiu zal niemand
aarselen, om tnsschen den meerderen ofminderen graad
van voortreifeiijkheid dier voor\rerpen te beslissen. —
Be zeldzaamlieid kan hier dus geen punt van onder-
gcheid opleveren , en buitendien , liet zeldzame wovdt
Hieestal gewaardeerd, niet juist dewijl het zeldzaam i»,
maar veelal, omdat het eigenschappen bezit, wier vooi»
•reffelijklieid men aan gewone dingen niet ontdekt: de
goede eigenschappen van het zeldzame leopen in lie*
«og cr» die van dagelijks voorkomende dingen meiki
men niet eens op.
Aadsrca kebbea den loondichler daaro/a boven den
A 4
                                    looar
-ocr page 16-
X « *)
iooiispcler gesleld, dewijl de eersle een ullgebreider noi
■voortbrengt , dan de laatste, De muzijkwerken zi ja
•voor iedereen verkrijgbaar, maar niet iedereen kan
eich verkwikken door het hooren van een' yirtuoos;
deze, hoe groot ook iijne verdiensten zijn mogen r
bevordert toch raaai het genoegen van een veel ge.
ringer aantal menschen, dan de komponist, De vip-»
tuoos is, even als zekere bloem, de man des oogen--
Hiks ; de komponist daargntegen is onvevgankelijk ,
gelijk de natuur, die de bloem heeft voortgebragt. —
Maar ook deze meening van de besehermers der.
komponisten is ongegrond. Het is immers slecht#
een toeval , dat de muzijkwerken door afschrijven en
afdrukken vermenigvuldigd worden kunnen, en dit
toeval zet aan het kunstwerk geene meerdere noch
rnindere waarde bij. Dan zoude ook, gelijk zekere
schrijver te regt opmerkt, een slecbl gedicht door
eene groote oplage goed worden, en eene scbilderrj
Van BAFifl of coheggio geene of althans zees
^yeinig waarde hebben, dewijl er maar e'e'n exeroplaar
♦an bcslaat, en dit niet in de liandcn van vele kunst-
vrienden zijn kan.
De eigenlijke reden, vaarom de loondichter de
Voorkcur verdient bovcn den toonspeler, is de hoogera
male van talent, en de genie moral. Door aanhou-
dende oefening, door ijver en vlijt kan men leeren,
{bet een of ander instrument te spelen; maar wi«
Jeer/
i
-ocr page 17-
( 9 )
Jeerl den toondichter komponeren? Ook de toonspeler*
het is waar, zal bet, is hij van natuurlijken aauleg.,
Tan talent, zelfJ, indien men vril, Tan genie onlbioot,
niet tot de spits der bereikbare volmaaktheid brengen>
waar door bl»ote oefening kan hij loch het toppun*
nabij lumen ; de toondichter daarenlegen kan zonder
genie niets, dan noten zamenflansen. Beide (ik neenx
ook den toonspeler in zijne verhevenste bestemming) ,
beide -worden> wel is waar, geschapen; beide worden
naderhand beschaafd; maar nu schept de toondichter
op zijne beutt, en de toonspeler geniet slechts de
vruchten van het geschapene. De eerste voert met
kracht en majesteit den scliepter in het rijk der toonenj
Ae andcre staat demoedig beneden hem en vangl be-
ccheiden de toonen op , die de heerscher uit zijnen
ondoorgrondelijken geest te voorschijn roept.
Meerder talent, grootere genie, zie daar het pnnt t
Iietwelk den toondichter boven den toonspeler verheft!
verheft? vraagt men: hoe kan men den toondichter de
genie als eene verdienste toerekenen , daar ze blootelijk
eene gave der natuur is, en de virtuoos daarentegen
alles of althans het grootste deel zijner Torderingen
•an eigene arbeidzaamheid verschuldigd is ? Het is
immers geene verdienste, schoon, maar het is er eene,
wijs te zijn. Te onregte maakt dus de komponist
aanspraak op grooter vereering, dan de toonspeler^ —
Mccn, itzeri gij dwaalt! want ook de toondichter, ho*
A. |                                 waa»
-ocr page 18-
C io )
frwr oofc dettitspraak des ouden dichtevs is-.homep't, porta
nascitur
, ookde koniponist moet zich door onvernioeide
vlijl en studie beschaven 0<f gelooft gij, dat de grondige
kennis van de leer der toonen en akkonrden, deoppcrmagt
■in het duistererijk der harmonie; de naauwkeurigstrkenni*
Tan den bijzonderen aard en de uitwerking der verscail-
iende instrumenten, de doordringende blik in bet men-
•chelijke hart, de wijsgeerige beschouwing van destrekkiog
der kunst, en vele andere dingen hem zoo maar aan-
geboren worden, even als de genie? Neen waarlijk!
de naiuur heeft nieniand tat luiheid geschapen ; zij
fchcnkt den mensch blootelijk het vermogen, om den
top des bergs te bereiken; maar zij zendt hem geen*
iioogvliegenden arend ter hulp, om hern derwaarls op
%e voeren; hij moet de hem verleende kraeliten self
jnsparmen. De toondichter heeft vcel meer te leeren,
dan de toonspeler: waar de laatsle reeds voortreffe*
lijk zijn kan, wanneer hij ook slechts de algemeene
legelen der harmonic verstaat, daar moet de eerste-
die regelen zoodanig door alle de vezelen van zijnen
geest heenweven , dat de geheimzinnige liarmonik van hem
©nafscheidbaar word* en, als het ware, met hem een,
ligchaam, eene ziel uitmaakt; wanneer de toonspeler
lijne pogingen reeds bekroond ziet, zoo hij slechts zijn
•instrument met zekerheiJ weet te behandelen* zoo moet da
Tdondichter daarentegen alle instrumenten in het geheele
xijk dcv tooneu ichterschen iuuucn ; kan gene volstaan
unci
-ocr page 19-
( »* )
gieteene oppervlakkige tennis van de aesthetische wtardit
der kunst, deze moet de philosophic der kunst in hard
afgelegenste schuilhoeken nagespoord, en hare fijnst*
subtiliteiten doorgekropen hebben. En hoe weinig
heeft de virluoos noodig te veten van den aar4
en de uitwerking der verschillende instrunienten, vaa
de duistere gangen ran hct menschelijke hart, en
Tan honderd andere zakcn, die de toondichter zicfy
•lie tot in de kleicsle bijzonderhedea moet eigen gemaakt
hebben.
Wannner gij . <lit allcs in aanmertir; neemt, goed-
gunstige lezer ! zu!t gij het, hoop ik, met nrij een*
lijn, dat de toondicliler, scboon hij als zoodanig ge*
boren wordt, niettemin veel roeer vlijt moet aanwenden,
em het in de kunst ver te brccgen , dan de virtuoos,
om op het een ander of ander instrument uit te mnnteiu
De architekt- en de timiurrinan , de scl.'ilder en d»
graveur, de oorspronkelijke schrijvrr en de v^rtaler
staan ongeveer in dezclfJe verhouding tot elkander,
als de toondichter en de toonspeler. De ttnt goat van
het geheel uit r de andere daarentcgen van het gedeeU
tclijlte.
De eerste heerscht over de §chec]c , onafmeet.
hare uitgestrektheid van het rijk der tconen.de laatste-
voert slechts het he-wind in dat gedeelte, waarvaa
het bestier a,»n hem wordt toevertrouwd; gene is
it monarch met een onbepaalde magt, dcze de bestierdeir
\                                                       J4»
-ocr page 20-
( '» )
*aa Mn wi'ngewest, die niets anders rermag, dan de
hevelen ter uitvoering te brengen, hem door den op-
{termagtigen heer gegeven.
Laat ons nu nog voor. eene korte poos stil staan bij
de pligten van den toonspcler jegens den toondichter,
tn dan v/il ik voor dezen keer mijn geschrijf staken. Ik
beb misscbien nu reeds des lezcrs geduld op de pijn-
bank geschroefd ; maar ik kan Let niet he]pen, het -was
mij juist om de ontvouvring dier pligten te doen, en
%\j moet u dus het verdriet getroosten , lezer ! om verder
te lezen, of de moeite , om het blad om te slaan. Kie*
dan; ik schrijf intusschen voort.
Daar de toouspeler volstrekt niets zijn zonde zonder
den toondichter, past hem ook volstrekl geen overmoed
jegens dcnzelven ; inlegendeel moet bij ran dankbaarheid
en vereering voor den komponist doordrongen zijn,
die hem niet slechls den bijval des publieks , lof, eer>
TOem en eene voile beurs helpt winnen , maar die hem ,
toven dat alles , een onvergelijkelijk genot in de vruch-
ten van zijnen geest doet smaken:
Wanneer hij des toondichtcrs werkenuitvocrt, of doet
ttitvoeren , dan zij zijn hoogste wit, die werken zoo voor
te drage'n, als dc geest, die er in hecrscht, vordert; an-
ders ontsteelt hij zijnen weldoener een gedeelte van den
jroem, die hem toekomt, en die deszelfs schoonste belooning
uitmaakt. Tot dat einde bestudere hij vlijtig en met
de niterste naauwgezetheid het werk, dat hij voor-
-ocr page 21-
( *3 )
dragen wil; hij trachte met zijne geheele ziel in te drin»
gen in de bedoeling van den toondichter ; hij sport
den loop van desze]fs denkbeeldcn sclirede voor schrede*
na ; hij verheffe zich, is het mogelijk, tot op he!
standpunt, vanwaar gene in de schepping van zijnj
werk is uitgegaan ; hij trachte, zoo te zeggen, met
e'e'ncn enkelen blik te overzien liet dikwijls zoo uit-
gestrekte veld , waar de komponist over heen geschreden.'
is; hij bespicde in zijne donkcrste vcrborgenhederi
het gevoel , dat den toondickter geleid heeft. Wan.;
neer hij zich dan van dat alles rekenschap geven kan,
dan, maar ook eerst dan, trachte hij de mechaniscke
zwarigheden van het uittevoerentoonstuk in zijne magt te>
krijgen ; hij trachte dan ook het geheele werk in den daarv
in wonenden gecst, dien hij zich eigen gemaakt heeft j
roor te dragen; hij veroorlove zieh niet de minste,;
versiering, welke met dien geest strijdt, al moet hij
ook daardoor afstand doen van een daverend hand.,
geklap: de kiiHStenaar moet vrij van vooroordcelei*
zijn, en zich nict naar den smaak des publieks,
maar naar de eeuwig onomstootelijke regelen der,
tchoonheid vormen, en aldus op de bescliaving zijner,
toehoorders zoeken te werken.
Zoo ruenigvuldig en zoo zwaar zjjn de pligten J
die de toonspeler jegens den tsondichter en zijn«
tverken te verrullen heeft: en zoude dan deze volj
itekt aaa geenc vevpligtingen jegen* geneu gebonden
aija?
-ocr page 22-
C H )
*ija I Wei degeiljk! De toondichter ntoet niets schri j*
,Ven, -wat voor den toonspeler onuitvoerbaar, of niet,
«lan met groot gevaar vau scbipbreuk te zullen lijden,
Wit te voeren is; hij vermijde de moeijelijkheden, die
den toonspeler van den bijval der toehoorder*
■*er»teken, dewijl zij geene of eene vetkeerde uitwer-
Jung hebben; hij zorge, dat er geest in zijn werk
Krone, -wanneer hij verlangt, dat de speler er geest in
jtoeken en uithalen zal; hij zorge vooral, dat zijn
Verk eenheid hevatte, en een kunstmatig geheel uit-
tnake, en houde de regelen der sclioonheid, als zijne
lioogste -wetgeefster, steeds voor oogen*— Wanneer
tcide, en de "toondichter en de toonspeler, de godili
der schoonheid eene onbepaaldc gelioorzaamheid wijden,
*» ieder in Jiet bijzonder de plisten nakomt, die oj*
Hem rusten, ' dan rerschaffen zij den inenscli het ver.
kerenste genot, waarvoor de weldadige natuur hem vttii
fcaar gemaakt heeft, het gevoel der kunst, en vinden
hi het genot des menschen, dat Jevens hun eigen isj
de hoooste belooning , die den edeldenkenden man alles
aijn moet: de overtuiging van' niet nutteloos geleefd,
te hebBcn en het zalige genot, dat vele tijdgenooteri
teat met nyeemoed hun verscliciden naoogen zulen.
«:. ; r -)                             ■-. >?■! ■ ■'■                              [                                -                              i<*>
.'•■;: = ■ ■ . -..-.:.
rv,'i-!.                   ,                           ;;»« ;* •                          :,
5
',
-ocr page 23-
DE TIEN GEBODEN, voot (oi.
illSUH EN ItOOBDIlliill
YAN CU1IWIII1C. (a)
-?/ef eerslc Gebod.
Gij zult geene andere, dan poetisclc goden hehbehj'
en geene andere deskbeelden, dan de zulke , welke het
goddelijkc en tedelijk - sclioone, dat in den nicniclfc
ligt, zoo veel mogelijk nabij komen.
Het ttveede Gcbod.
Gij zult de namen en de kracht van den genius , di«
U bestiert en dien gij Tiulde Leioont , niel ten onnutlt
gebruiken: want de nakomelingschap zal hem niel'
cngestraft laten,die zijnen eigenen nuarn misbruikt heeft,
.3.;                 - >«'
Het derde Gebod.
Gij zult den geest des tijds hell!gen.', dat is hellJf
maktn ,
maar denzelven niet verslimmeren door gemeen*
of siecble werken , die hij begunstigt.
.                                                                                    : ,t                 ,              ■> i ' /
Het vlerde Gebodj
:.....■
Gij ztilt rrwe radercn, ondsr elke beschaafd^ natte,
terbiedlgen door een vlijtige studie , opdat het u ivelgct
«n gij lung levtn moogt in uwe werken,
Hti
(2) Dit zoo wel, als het volgende stuk: dtaetetlscJie en psj*
chohigische raadgeolngen ooor praktische toonkunste*
naors,
zijn ons tef plaatstng toegetond«n. Zij nijnl
beiile getrokkea uit de allgemeine mutikalische Zci»
lung van
ifcoG.
                                                   »> b.i».
-ocr page 24-
'
C i<5 )
Het vijfde Gebod.
Gij mil niet doodslaan, noch de ontkiemende genie,
Bocli de verdiensten van hen, op wier schouderen gij
*teunt en vooruit ziet! Ook zult gij bem , wiens wer-
len gij recenseert, geen nadeel toebrengen, aan ziju
lijf.of aau zijne persoonlijkheid, wanneer gij hem ook
in de barensweeen van tijnen geest niet onderstcunea
of voorthelpen kunt<
Het zesde Gebod,
Gij tuit niet ecbtbreken met de zanggodinnen «n d«
^ration, naar kuiscli en eerbaar zijn in uwe woor-
den en werken ; ook zal een ieder het vak , waarin hij
uiununten kan, boven alle andere vakken bemianen ea
in eere houden.
i
Het zevende Gebod.
Gij *ult niet stelen ! — noch onmiddellijk de denkheel.'
Aen en idefc'n vagn eenen andcren schrijver, noch moogt
gij dezelve door sluikhandel als uw eigendom doen
Toorkorocn; maar gij zult de overgenonieae gedachtcu
behoorlijk aanhalen.
*; f i                                                     . *
Het achtste Gebod,
Gij tult geene valsche getuigenis geiett — in de let-
terkunde, dat is: gij zult de ideen van den schrijver,
• ver wien gij een oordeel velt, niet \iit d«n zamenhang
rukken, noch yerkserd opgeveB, geene anekdolen van
bem
*
-ocr page 25-
C 17 )
yan hem verspreiden, di« slechts voor d« helft waar
of geheel verdicht zijn; veel minder nog zult gij, met de
onbezonnenheid van een«n jon^en knaap, eenen pen-
nentrijsr beginncn, maar daarentcgen, 200 lang hct in
uw vermogen is, alles , zoo reel mogelijk, ten Lesle
wenden.
Het ntgende en tiende Gebodt
Gij zultnict sclirijven, bloolelijk om a van den rotmj
liet ambt of hct honorarium van cenen anderen schrij«
ver, uwen kollcga, meesler te makes ; maar nit vrije,
aandrift tot de trije kunst, tot welke velcn meenen
.gevoepen te wezen, maar slechts weinige verkoren.
zijn.
Dit zija de tien geboden. Het elfde bevat dat, ■was
jean pajl 'fflf zi jne Vorfchule zur Aesihetik alien zijnei>|
medearbeiders toeroept:
„ Wacneer gij slechts genie bezit, dan zult gij u
v-erwtnideren, hoe ver gij het brengen kunt (3)."
C. SCIIEIIBIS,
. J
4»1— .....- I ■
(3) Pe woorden van jean fAtit zijn hier niet juisf
vertaald ; hij zegt: Halt nur corzuchlich ivahres
herrUches Genie; dann werdet i/ir eucfi wundcrn',
wie tveit
iVjr's ireibt,
D E BED.
B                                        Bli
-ocr page 26-
i -?8 )
Dmiieiuchi en pstchoiogischt
raadsevin6is voor pkaksischs
I       lOOKHHSTESAAIi,
Niets spanl de zenuwen meer in, nock verzwakt ze
zoo spoedig , als het aanliondende soJ/icren. Men kan
gedurende twee uren met de ingespannenste oplettend-
lieid sonaten en dergelijke stukkcn spelen, zonder zoo
Verh.it en afgemat te zijn , als wanneer men sleclits de
helft van dien lijd gesolfieerd hecft. Het eehvormige
lierhalen van, -Wfcl is waar, nuttige en noodzakelijke,
tnaar toch altoos smakeloezc en: riietsbeteekenende
passages verwefct' in c(e ziel eehe bogenblikkelijke
stompheid, en veroorzaakt, wanneer het lang voort-
^ezet vfordt, ook wel hoofdpijn, voornamelijk bij
teeer irritabele personen. De ontspanning heeft ten
gevolge, dat men, na zulk eenen arbeid (zoo mag men
die oefeningen wel noemen) niet gescliikt is, om met
lioop" op eenen goeden uitslag , iets andcrs te beginnen,
•waarbij ' eenig nadenken en oplettendheid vereischt
tvordt. Ik zoude daarom den virtnoos niet aanraden,
om oefeningen van dien aard in de uren van den
morgen tc houden Wel is waar, hij zal ze ligtelijk
en met goed gevolg otulcrnemen ; iwaar hij spar.t zich
<lan , reeds in" de eersle helft van den' dag, te sterk in,
en zal naderhand , bij het bestuderen van andere stnk-
len, ten ininstc traag, aoo niet uilgeput zijn. Hij
doet
-ocr page 27-
,j-v «-■.:;;-."...'
C »* )
Vjoet bctet, dat liij die oefeningen tot den 'nademid-
dag of lot den avond liitstelle , wanneer hij na dezelve
ill,-1s anders meer belioeft te doen. Trou-wens, eene
bitlere artsenij! maar hot h«lpt niets: liij meet ze
inneruen !
Niets is nadceliger voor de gezondheid, dan onmid-i,
dellijk na den raaaltijd te spelen; de gecst en het lig-s
cliaam beide worden dan gewelddadig aangegrepen. Ilett
bloed stijgt naar het hoofd; het gsbeele ligchaam, be«
gint te bey en, en hevigc hoofdpijn maakt het final*
nit. Wie dit niet ondcvvonden beeft, die moet van
eene zeer koude geaardheid zijn , oT slechts weinig be^
teekenende kleinigheden zondcr vtel inspanning en ver4
spilling van krachten gespeeld hebben.
Ilet afschrijven van muzijk (het komponerep minder)
behoort, zonder twijfel', ook tot die bezigheden , welkft
meer, dan anderen, de zenuwen verzwakknn. Het een-
tponige heeh en we£r kijketi, het in acht jiemen van
•luizerid kleinigheden, de inspanning der oogcn , en dcfc
JiiiH'ijflijldieid van bij dat wefk met zamenhaag te
denken — dit allcs is ten hodgste verajoeij*nd. Ik
kan daaroro ook niet geloovtn, dat een man van waarj
lijk muxijka.le genie veel nooten achter elkander kan
afschrijven; ten zij het van zijn eigen vreriv njogj zijn*
of oniStandigheden hem tot zoodanigen avbeid dwin«
gen; .rnaar con arnpre zjil hij dien niminrr aanyatten*
In mijne oogen verdicnt een nooien-afschrijver zijn
brood zeer zuur, en ieder toontunstcnaar behoort eoB
B a                                        te
-ocr page 28-
C =0 )
te danfccn en den overledenen beeitkopt in eore le
houden voor zijne uitvinding en verbreiding der mu.
zijkdrukkeri jen.
Voor de muzijk, en over het algemecn voor iedere
sclioone kunst, is niels zoo voordeelig in de uitoefe-
riing, als een fraai en viiendelijk vertrek, cene aange-
narae ligging van lielzelve, en in het algemeen sclioo-
ne, met smaak ingerigte omgevingen. De geest verheft
eich dan veel gemakkelijker en spocdiger uit de lagere
gewesten tot in de hoogcre en ideale streken.
Men verbeelde zich niet, dat de toonkunstenaar te
keter in staat zal zijn , den eenen of anderen hartstogt
Op zijn instrument voor te stellen , -wanneer hij , door
uitwendige oorzaken, dien hartstoclit zelf in zich voelt.
Zijn gevoel, zijn bloed is te zeer in beroering, dan
dat eene treffende voorstelling derzelve mogelijk zoude
zijn. De heerschende gesteldheid van den gees I alleen ,
■Wanneer zij niet tot het hartstogtelijke overslaat, kan
eenen voordeeligen invloed op het spel hebben; groote
treurighcid, groote blijdschap , zijn steeds nadeelig.
Onder de verschillende gewaarwordingen is de gema-
tigde romanlische liefde misschien wel die gene, wel«
ie het gunstigst op het spel werkl; deze liefde veree-
migt in zich zoo vele voorstellingen, of liever, zij
aelve is eene compositie, eene groote vereenigde veel«
•oortigheid van zoo velc aodcre gewaarwordingen.
H. GUTHMAHH.
-ocr page 29-
, ₯"
( 21 )
lEFENSBUZONDERHEDEff
YAW
ERNST LUBW1G G E R B E R.'
Wij voldoen aan onze belofte , den lezer in het 3<le stufi
ties voorgaanden jaargangs gegeven , en deelen hem de
belangrijke levensschels mede , -welke de achtingwaar-
dige n. bochlitz van den in het opschrift get
noemden geleerden, letterkundigen toonkunslenaar get
leverd heeft.
In eene buitenge-woon vrolijkc geestgeslellenis en
met jeagdigen moed (aldns spreekt hij) nam gerbeh,
die toen reeds den grijzen ouderdom nabij kivam, op
mijn verzoek, om gelcgenheid, hem ecnen aangenamen
dienst te kunnen bewijzen, mijn woord, om, wanmer
bij eens tol zijne vaderen zoude gegaan zijn, dit in
de bladen der Leipziger musikalischc Zeitun% aan te
kondigen., en voor zijne in de -wcreld verstrooide vrien.
den en bekenden cenige woorden over hem zelvei*
daarbij te voegen. Thans , nu liij zich inderdaad tes
ruste begeven heeft en ik. mij gereed make , aan mijp
gegeven woord te voldoen , vind ik de alonde ervaring
op nieuw bewaarheid : dat, zoo ligt laet ook valt, on>
van inenschen, die zich door een in zijne verschillende
schakeringeu zeer uiteenloopend karakter, door in het
oog springende eigenaardigheden, door afwisseling vaa
lotgevallen, of eenen naar verschillende kanten uitge.
C 2                                hrefr
\
-ocr page 30-
(■** )
Ireiden werkkring ondtrscheiden, iets te verhalcn , dat
gemengde lezers aantrekt en boeit ; het daarentegen
8eer moeijelijk is , de opmevkzaamheid des lezers
te ketenen bij roannen van een hoogst eenvoudig ka-
raider, wier denk- en liandelwijze door geeoe onregeU
matigheden gckenmerkt -wordt, wier lot, als het
•ware, op eens voor altijd bepaald is, wier levensloop,
hoe aangenaam ook, en wier werkzaamheid, lioe vcel
heteekenend die ook mag geweest zijn, in eene slille,
bedaarde gelijkvormigheid daarheeneu vloot, en even
zoo voleind werd. Onze ceibii hehoorde tot de
Hiannen van deze laatste soort, in eene mate, dat
Mien hem slechts zeer weinigen, welke ten algomee-
»en nutte met zoo gelukkigen uils'ag werkzaam gc-:
,weest zijn , ter zijde stellen kan. En zoo mogen het dan
aijne vrienden en bekenden, en ook andere lezers, met
datgene voor lief nemen, v>at ik hun uirzekere , maar
niet zeer rijke bronnenmededeelen zal; en is dit weinig,
of valt het niet in het oog, zoo schrijve men zvilks
liever toe aan het onvermogen , oni roijne taak ten
♦Igemeenen genoegen te volbrcngen , dan aan gcbrek
ran levendige deelneming aan mijn onderwerp, of van
zorgvuldige vlijt, om Iiet naar waarde te behandelen.
Eissi MPTU 6ERBEH (geboren den 29 Sep-
tember 1746) was de zoon eens ernstigen , welwillen.
den, kristelijk vromen mans, die zich als een bekwante
ftClktuigkuadige en groudige toonkunstenaar veel ach-
J                               /
\ 1 ■
I .. ' ■
-ocr page 31-
C 53 >
ting rerwerven hecft. HtrSkieK sicoiltl at lit
eerC4) was nij gonaa*nij en stierf, in 1775, »1» h«f*
ornnnist van den vorsfr van Skbwai'zburg, De vadeif
had e'erbied en lftsfde voor zijiic knnst; maar hij had)
00k, in vroegere jaren, lict drtokkehde, in laleren
tijd, liet armoedige en *de bekiMtolpenhdid der btirger-
lijke betrekkingen ondervonden, t<ot \trelke, in diert
tijd alttians, zij irieeslal verVrezeb wcnlta , die hun
geheele Jeven aan - die kunst teevrijdden; en daarom
■wenschte hij, dat zijn' zodri trou-wens wel voor haaff
gevoimd xrorden, toaar in dezelve vcel meer zijne
vrengde en een huIpniWdel van zijn beslaan, dan zija
hurgerlijk beroep zotken zoude. Hij bestemde daarom
zijuen zoon voor de regtsgeleerdlieid en derzelver
praktische beoeiining, le meer, daar de levendigheid
vai»
(4D H- N- ojskber M-a», als toonknnstenaar, een Jeeri
ling van den grootrn iol, sib, bach, en fliede.
scholier van verscheiden der bekwaamste kweeke-
Jingen van dczen onsterl'elijken man, als kirn-
be n g k b , siuriiit, icniut en anderen. Hij
had re Leipzig, bebalve de niuzijk, 00k de regts-
geleerde -weteiischappen bestndeerd, hetgeen hem
in staat stelde, om, even als de zoon, zijnen vorst
«ok in andere opzigten, dan zijn cigenlijk ambt ,
van nut te zijn. Als ■wevktuigkundig.e lleeff hij-
niet -weinig, ibeh' ter tijd bewohderde, muzijkale
- *n andere ihstrturienlen vervaardigd, en eindelijk
als koinponist, vooroamelijk door orgel - en kerke*
lijke mnzijk getoond, dat 'hij een waardigs feei"*
Bag lijns. grooten meresters was.
M
-ocr page 32-
(f«n zijn temperament en bet haastige en driftige Tan
lijnen aard liem alle gcschiktheid voor den diensl der
godgeleerdheid scheen te betwislen. Door Ettlke be.
ginselen geleid, entwierp hij in zijn geheel het plant
van de opvoeding, de leiding en de beschaving van
zijnen zoon, reeds toen deze nog ten knaap was, en
■wcrkte het naauwkeurjger uit, toen hi} de jaren des
jongelings bereikt had. De zoon, gewend zij.nen vadeu
te eerbicdigen , en in alles, wat kij hem opleide, te ge^
hoorzamen, voegde zich gewillig in alle noodig geoor-
declde voorbeveidselen en bezigheden , oi'achoon zijne.
persoonlijke neiging hem steeds naar de beoefening dec
toonknnst hcnentrok (5)..
En
£5) Gubih zelf spreckt Iiierove^ omstandig in zijb
neues TonkiJnstler Lexicon, en daar dit voof-
tre.ffclijke -werk in Duitschland in ieders han-
den is, heeft BOCHUIi gemeend , zijn ver-
haal te kunnen bekorten. In ons vaderiand-
echter, -waar niel iedcr licfhebbcr, hoe zeer dit
ook te bejammeren is, oerbers woordenboek
jbezil, zal menigeen vrel gaarne iets racer omstan-
dig met dit tijdslip in 's mans loopbaan bekend
•willen zijn, en wij laten daarora deszelfs eigene
•woorden hier volgen: „ Ik ben," zegt hij, den
ag September 1746 te Sondershausen gehorcn.
Omstreeks mijn zevende jaar begon mijn vader
mij onderwijs in het klavierspel te geven, terwijl
ik reeds vroeger alhier ter school ging. Naauwe-
lijks was ik negen jaren oud, toen , ik reeds in
bet zangkoor van de school opgenomon en wtldra
als koncerlzanger gebruikt -wcrd. In 1758, toen de
vorst ciuiiiiis euNTHER de lengels van liet
bevrind aanvaitede, bekwara onze hofmuzijk een
nieuw
\-in lii'-tf^- ■
-ocr page 33-
( 25 )
En zoo trcffeu wij hem dan, van 1765 af, op ds
lioogeschoo! te Leipzig aan , als een arme, maar yrolijke
student, die vljjtig en zijnen piigt belrachtende , behalve
de algemeene wetenschappen, zijn eigenlijk Tak, da
regten, bestudeert, en dan 00k onder zijne makkers ,
als een uitmuntend muzijkant, geen gering aanziea
be-
nieuw leven, doordien deze vorst, behalre de
vorige -vvaardige leden dev vorstelijk Gunthersclie
kapel, nog verscheiden brave virtuosen voor on-
der.sclieidene inslrumenten aanstelde. De menig-
vuldi^e nitvoeringen van muzijk in de slolkerk en
aan tai'el, waarbij nog kwamen de kantaten op
geboortedagen en de oratoricn in den lijdenstijd,
roaakten eenen te dieperen indruk op mij, daar
die stukkeu , meeslal van bpaok en de beide
jupi's, geene allcmanden, konranten , preludes
noch fugen waren , -welke anders mijn niuzijkaal
tijdverdrijf hadden nitgemaakt. Van dat tijdsiip
af aan vervolgde ik den weg , dien ik zelf mij
voorleekende, kocht de klaviersonaten van ■scha-
III, KICKIIJU9H, C. PHII,. EM BACK en
anderen, welke een kunstpiaathaudelaav van Neu«
renberg mij bezoryde. Tevens bestudeerde ik de
violoncel, omdat het onder mijne schoolmakkers
aan eenen bassist ontbrak, en ik bragt het, nog
gedurende mijnen schooltijd, zoo ver, dat de kon-
certmeester aiii gaarne zag, dat ik bij de mo-
zijkaie uitvoeringen aan het hof bij eene paitii
zat. Of ik 00k koniponeerde , behoefl men in
het geheel niet te vragen. Ik deed dit reeds in mijn
•veertiende jaar. Het niuzijkgezelschap, dat ik in
het huis mijns vadcr verzamelde, bezat geene
sinfonien. Ik sckreef, of om beter te zeggen,
komponeerde er verscheidene r welke vervolgens
onder eenen bedektea naam met veel gedruisch
gespeeld werden. Een weinig later spaarde »ijn
broeder, die toen te Jena studaerde, mij deze moeite ;
B 5
                                         hij
y
-ocr page 34-
( =6 )
fiezit; hij is immers na reeds naauwkeurig bekend me*
tie theorie en vele hoofdafdeelingtn van de gesciiie-
denis der toonkunst ; hij/is o<sk een zeer geoel'endev
klavier- en orgelspeler, een bek-warne , hij cite gelegen-
heid altijd vaardige komponist, en hij -wordt zelfs ,
daar er juist bij de gefcellige muzijkpartijen der stu-
denlcn-
2iiJ zond mij, namolijk, geheele pakellen sinfonien,
om ze af te schrijven. Dit kosKe mij veel tijd ,
xnaar was mij nietti'itiin van nut. In dim lus-
schentijd had mijn prentekoopman mij c. phil,
EM. BACKS Versuch iiber die wahre Art, das.
Klavier zu spielen ,
medegebragt , en dit stuk gaf
inij veel licht over verscliillende zaken Meer dan
dit alles echlcr boeide ad e lungs Anhitung zur
musilialischen Oelahrtheit
, welkc mij naderliand
toevallig in de lianden viel, mijne aandacht De
menigvuldige tereglwijzingen naar en aanhalingen
van andere boeken, welk* in dat werk voorko-
jnen, bragten mij mijns vaders boekver zameling te
ninnen. Ik zoeht en zoclit , en zag mij -weldra ,
lot mijn groot gcnoegen , in liet bezit eener aardige
Miuzijkale bihliotlieek. Het ondcrzoek dezer boeken.
werd dobbel bclangrijk voor mij , omdat ik in
Adeicng reeds de hoodige ophelderingen over
derzelver ontstaan en over hunnt waarrle gevon.
den had. Ik scliafte nu ook aan , wat ik nog
mistc, vooral het muzijkale woordenboek van
WAlTHiei, de oollkomrncne Kapelmcister van
MATTHEsgn en de periodieke gescliril'ten van
W A n J u R o. En nu zat ik zoodanig onder mijne
toeken begraven, dat mijn broeder, die intusscnen
van de hoageschool weir te huis gekomen was , mij
Iierinneren moest, van mijn klavier niet, om der
boeken wille, te Veronachtzamen enz."
Het vervolg vindt men grootendeels ook in het
i>pstel van tocHiiti, Op zijne schrii'ten zullea
"vv>j nog nader terugkomea.
JDS lUi
-ocr page 35-
( V )
dcntcn een bassist onthreekt, weldra een knappe fiat
loncelspeler.
■ Als zoodanig \ferd sintu dan ook kort daarn.1
aangesteld in het orkest, zoo wel in de opthlijkc kbn*
cerlen . als in de opera; en fchoon deze aanstelling
hem in de eerste plaats trouwens voorthielp in zijrits
vorderingen op het bedoelde instrument; zij was heiti
HO* tan veel meer nut in de verlheerdefing zijner
mtizijkale kundigheden en in de beschaving vail zijnen
fmaak; terwijl ze eiridelijk nog' (en dit roetnde hij-
levfnslang bijzonder) zter vcel bijdtoeg tot zijne \ir-
trolijking , lot de opbeuring van zijnen door 6e
betrekkingen, waarin hiy zicli bevond, ter ne<*r ge-
druklen moed, en lot de gelukkige verkwikking v»n
geheel zijn in- en uitwendig leven.
En -waarlijk , wanneer men zich herinnert, dat de
beroenidc huiee in dien tijd begon de reeds vroeger
bestaan hebbende wekelijksclie koncerferi naar vaste ,
klare, inderdaad op de regelen der kunst gebouwde'
beginselen in te rigten en te bestieren; dat hij de
damen schroder tnscHninlne (wejke ndderhandP
als m a r a zoo beroemd geworden is) voer deze kotx*
certen vormde, en dat beide als de schoonste sie-
raden dier instelling, met virtuosen als coffsrt,
schitterden j wanneer men daarbij in aanmerking neemt,
dat het voorbeeld aller denkende tooneeldirekteuren
en die het 'welzijn hunner kunst steeds voor oogen
he&-
-ocr page 36-
£ *8 )
hebben , dat K o e H (in rijpere jaren) het schotwloo-
Reel en de opera te Leipzig, niet zonder medewerking
ran isssisc, huiei, eckhof en andere ver«
dienstelijke mannen, tot eenen hoogen graad van vol-
maaktheid gebragt bad; dat builendien, te gelijk met
de kleine opera's van vinss C6) en hiilii, de
grootere werken van italiaansclie en fransche meeslera
aldaar voor het eerst ep het dtiitsehe tooneel versche-
iien, en dat dit alles een pnbliek vond, -wien het niet
slechts geheel en al nieuw, maar dat zelf ook voor al
jdie voortbrengselen nieuw was, en hij gevolg een=
levendig deel daaraan nam , voile vatbaarheid en on-
bedorvenen zin voor genot, en achting daarvoor had
en vreugde daaraan ondervond, dat zich niet met
enkele kleinigfeeden bezig ln'eld, niet den kouden, ge-
voelloozen opmerker speelde , on te bedilien, niet
bcdilde, om voor kenner gehouden te worden , en.
•van hetwelk men nog in het geheel niet zeggen konde:
',, Ook hebt gij gewcldig veel gelezen!1'
wanneer men zich dit alles te binnen brengt, dan kan
men zich niet alleen ligtelijk een denkbeeld vormen van
den gunstigen invloed, dien die toestand der kunst op.
jonge mannen als giiih hebben moest, maar men
zal eelfs ook gaarne en met overiuiging met
hem instemmen, wanneer hij er^ens vraagt: „ Hoe
sou.
(8) Den dichter.
-ocr page 37-
( *9 )
*                -                                   s
zonde it toch, na rolbragten arbeid , mijne avondca
leerrijker en aangenamer tevens hebben kunnen door^
brcngen, dan in zulk eene koncert- of komediezaal?''
Op deze wijze on besloot bjekbeb zijne driejarige1
ikademische loopbaan , lei de gewone proeven van-
zijne bekwaamheid af, en zoude nu bij eenen advokaat
leeren, de verkregene kundighcden in pvaklijk te brea-
gen, zoo veel het geraeme leven zulks toelaat. Maar"
dat streed tegen zijnen aard ; dat konde hij niet. De
oud-thuringsche rondheid van zijn karakter liet ; Vitl
toe, dat hij het reg't, maar met altijd, dat hij de regttn
rerdedigde ; zijn bijzondcre aard, die hem altijd met
kracht en nadruk regt door zee lejdde , -wilde zich met
aan den rorm -onderwerpeia, en het stiet hem tegen de*
borst, dat men, om hem teregt te vvijzen, steed*
■vrederom den vorm, zoo niet lets slimmers nog, *aa«
toonde. Na eene korte, vruchtelooze proeve verkooj
hij daarom , om zich, in zeker opzigt op avontuur,
naar zijne vaderstad te -wenden, in het vertrouwea
op zijne bekwaamheid, zijne arbeidzaamheid en op
COB.
De Voorzienigheid zorgde dan ook voor hem: men
tocht al dadelijk Tan zijne knndighedea partij te tiekj
ken, en hij werd als onderwijzer der muzijk bij di
kinderen van dtn vorst aangesteld. Ziyae arbeidzaam-
heid vond echler niet lang daarna een nienw veld te
J>ebouw*n, ea wel reeds toen jnist dat veld, ■waat*
hij
-ocr page 38-
C 3<* >
Ijl] zieh a\|engskens huisselijk^.nfidevzeHen, veel . Out.
tigs vrerken,' en * zieh zelf .teyetts een gedeukjeeken
Bprigtcu konde, dat, hoe veel-^ateye rtijden daaraan. ook
te ve-rbeteren 2 alien heljben, ujeUemia aeer vele ,ye.r-
diensteri heeft, en zijnen naam lot hij deji laatsten
Daiicef in dankhaar aandenkeq zal doen bjijvea. ' >,.,..
^SJijBB vond, nainclijk , tot zjjn gropt leed\T&*«*l »
in zijne vadcrstad yyein.ig zin en *albaarlifeid vper de
toonkunst,. nog minder beschaving, en scltier gccne
hulpiuiddclen tot verbetering. ;JJij kompoijeerde teler-
lei, en wel voflrnamelijk, out zieh < den toegang te
kumien yerscliaffen tot personen, die hem in de be*
vorderipg j}e? knnst, behulpzaatn kondea zijn , vele
stukken. vQor bjjspndere gelegenheden ; fmaar hij kon*
4? 4sze].ve naauwelijks , en dan nog altijd sleckts
gebfekkjg, doen uitvoeren. Hij speelde overaj, waaf
llij ganleiding <Jaarloe vond; maar slechis enkele men*
$clien verstanden hem ; de anderen Iioorden hem niet
gaavne , omdat hij ern.slige en grondig bewerkte sluk-
len vootdvoeg, Zoo trok hij ^ch eindelijk , na menig-
Vuldige , maar steeds vrucliteloos genomene proeveii)
met: zijne kunst en zijne liefde vo'or dezelre terug; en
daar hij toch d« eene noeli de anderc er aan gevea
konde , en hij «pk geiyoop. Was, zieh wetensphappeli jke
iezighejlen te- verschafi'eB » en ia bet bijzonder (sedert
HiU|s« leiding en dopr dezen; daavloe aangas-poord}
em, mejj *»jne kiinstpet'eningen eene helderedenkwijz*
in
-ocr page 39-
C 3* >
{b bet algemecn en inzoiulcrliciil krilisc.be en histori.
sche beschouwingen te paren , zoo zockt hij , en zocht
^teeds naar een onderwerp en naar bouwstoffen «
am ziek en de bckoeflcn ran zijnen geest vocdsel te
geven.                                j- : • .....,          i "' ... . : :
■: De kuJpmidJelen , die zich .daartoe vafl buiten den
mensck moeten aanbiedcn , Jni.ste hij gehefcl en »1, eB
njets qntkrak hem zoo zeer, als erne, .ook slechtj
eenig?ins aanzicnlijkc iboekver&anteling , ! een paar
dozijn tbepre^isfche of geschiedkwwdige schrifien uitge*
zonderd, en wat hij ze}f van muaijkwerken , in vre«»>
gere jarcn , in slapelopze naehten a h^d- afgesckreyenv
Dit -was al> Vfat hij aan kulpwiddelen bezat, en meet
konde liij zich in den beginne ook niet aanschaffen.
Zijn geest werd daardeor eckter geenszins uitgedoofd,
*iock ontmoedigd , en zijn lust yoistrekt niet verkoeld
nocfy ai'keerig gemaakt; alleenlijk was hij genoodzaakt,
Kick tot ket naastbij gelegene en het geringste te be-
palen, tot dat dit kleine — gelijk zoo dikwijls bij
standvastigen ijver plaats hceft — zich yan zelf uit-
breidde, vevmeerderde en eindelijk aanzienlijk en be«
langrijk werd voor iedcreen en voor de zaak zelve.
Toen, namelijk, in 1775 sib'iejs vader overleed,
diens bediening aan den zoen werd opgedragea, ea
hij aldus met een verzckerd bestaan aan zijne geboor*
teplaats en de naauwe betrekkingen aidaar gebondea
was, begon kij in zijne vrije urea voor deo dag te
halen
~^
-ocr page 40-
C 3* )
halen en met grooteren ernst te behandelen, wat hem
in Leipzig meer tot liefhebberij gediend had, namelijk,
«ene kleine verzameling van ten deele goed, ten dee.le
■alecht geteckende , gedeeltelijk goed of slecbt gegraveer-
de beeldtenissen van toonkunstenaats en schrijvers over
anuzijk , -welke eenigen naam hadden. Hij had tot nog
toe slechts die beeldtenissen bijeen gcbragt, die hij
voor ten' geringen pri js had kunnen bekomen; maar
nu brevdde hij zijne verzameling met veel kosten uit,
en besteedde daaraan al wat hij, bij zijne hoogst
«envoudige, burgcrlijke manier van leven overgaren,
konde, en hij nam voor eenen aldus genoemdcn
'■catalogue raisonne" over die beeldtenissen te v«r-
vaardigen. Bij dezen arbeid , die, wel is waar, vrijd-
loopig en moeijelijk was, maar hem, in zijne een-
zaaraheid, slechts te meer vermaak verschafte, schoan
liij veel tijds vereischle, bij dezen arbeid, zeg ik,
lei hij tot. grondslag walthkbs Tvnkunstlcr - Lexi-
con
, dat zich in zijne kleine boekverz.ime'hig bcvond ;
liij verbcterde de, trouwens niet zonder viijt, maar
toch zohder geest ea smaak zamengevoegde artikelen
in dit boek, brridde ze uit, vermeerderdc. dezelve, en
aettede ze lers'ns voort tot op zijnen tijd (het boek is
thans scliier honderd javen oud). ------ Hoe meer hij
in dien arbeid vorderde , zoo veel te aangenamer -werd
hem dezelve, en zoo veel te meer wakkerde zija lust aan.
Hij ondernam dam ook eene briefvvisseling met geleer-
dcn>
-ocr page 41-
( 35 >
elen, die nrnzijk verstonden, en met toonkimslenaars,.
die -wetenschappe'ijk beschaafd warcn , en de meesten ,
voornamelijk nnni, Eoiin en tiEiist, be-
vordcrden zijnen arbeid , deels onmiddellijk door a»n-
te.ekeningen en te,regtwij.zingcn,, deels middebaar door
de mededceling van geschiedkundige en kvilische schrif-
ten of belangrijke muaijkwcrken. Ku, voorzien van
tamelijk rijke bronnen en aan^emoedigd door mannen ,
welke hij. hoogachling toedrocg, bevond hij zich in.
zijn element en boweog zich daarin zo& levendig en
vrolijk , a^s de - visch in het water- De beschrevene
bladen groeidm schier ongemerkl aan tot dikke back;
declen ; de bijvoegselen en verb.eterin<jen moestm na-
luurhjk al meer en meer aanzieulijk en talrijk wirdcn,
toe meer vorderingen hij zelf maakle in de kennis van.
de zaak , en daarom schreef hij het geheel af, werkte
het om, wendde ook meer vlijt aan op taal en wijze
van zich uit te drukken, en zoo had hij, na eenigen
tijd, iels gereed, dat w.el ecnigermale vot,r een werk
-                                                                                                                ■■ • «j
gelden konde.
.                                     - i                                         ■■••                                           
Maar daarin had de zoo zeer h/scheidene schrijvep
zelf nict bet minste erg, of althans wilde hij het
zich zclven niet duidelijk \ocr oqgen stellen ; hij ~ag in
eijn handschrift niets. dan een zoq volledig en. zoo
naauwke.urig mogelijk register van r nam en en zaken
■.                                             '                                                                                 '                                                                                                                                                                           '
over zij.ne beeldienissen, en over ben wier betldtenis-.
•ea hij nog hoapte te verkrijgen — en. dit alles no?
C                                      suaas
-ocr page 42-
C 34 >
tnaar voor zijne eigene onderrigting, om zich zelvea
Werk en vreugde te geven. Maar Hit lib, deze op-
yegte Triend en onbaatzuchtige bevorderaar Tan al,
Iraarvan bij zich iels voor de toonkunst beloofde,
BULer verzoclit eindelijk eenige deelen ran dit hand-
Schrift te zien. Gerber zond bet lieni. Hnuii
toonde net werk aan zijnen vertrouwden vriend, den
duderen jBBiuon in Leipzig, dezen onvergetelij -
ten man, die zoo uit'gestrekte verdiensten lieefl met
Opzigl tot de toonkunst en hare lett'erkunde , en beide
»agen spoedig in, dat van bet Gerbersche handschrift
Sets worden kon, dat niet slechts van veel en van
cen blijvend nut zoude zijn, maar dat ook misschien
itleen deze man in staat zoude zijn, te voltooijen, uit
hoofde der kundigh'eden , die hij reeds bczat, der.
bewonderenswaardige vlijt en lust, die hem eigen
Was, en der bijzondere hetrekkingen, waarin bij zich
tevond. Zij stelden hem nu voor, zijnen arbeid hog
eens, maar tot algemeen gebruik, over te wcrken ;
gebeel ter zijde te laten, al wat er onnoodigs, onge-
Schikts Toor deu tegenwoordigen tijd, of in het alge-
kneen, wat er onbruifebaars in wiiinins woorden-
fcoek gevonden -wordt (tervvijl men, indien liet noodig;
geacbt •rtrierd, heler zoude doen, naderband eene
trieuwe, verbeterde uitgave Van dit wcvk in bet licht
le geven) , en om alclus een, trouwens zoo kort, maar
b'ok zoo volledig mogelijk, op zich zelf slaand Werk —
«ei»
-ocr page 43-
■»-^rr~"
( 35 )
ttn in deti vortii van eeii woordenboek gegoten bio«
grapliisch liandbbek over het leven en de tvertcn der
toonkunstenaars , voor den tcgenwoordigen tijd te
le*eren.
                              ,
Gibui ontving deze nifnoodiging met de grootste
treugde, maar tevens schier met schrik : want dat
had hij zidi niffiiner voorgesteld, veel minder geldofd,
Ait, wat hij nu reeds gedaan had , liem een' 200 ver«
eerendert last van twee zulke mannen zoude doert
opdragen. Maar zoo veel te grooter was de lust, 206
veel te opgeruimder de ijver, met welke hij nu aari
het wevk ging , vooval 00k, daar men hem nu vaa
Leipzig alle aanwezige Kulpbroriiien list toevloeijen.
Eene aanzienlijke winst kon bueitkopf hem niet
aanbicden ; doch dal was het 00k geensziris , wat
SERB br op het oog had. Van al , wat hij tot scha-
deloosstclling bekwam voor den tijd en de ontzaggelijko
moeite, die hij, gedurende verscheidene jareri , onaf-
gobroken en met gvoote inspanning had moelen aan-
weiiden, was hem niets 7.00 aangenaam, niets zoo
bc'.angrijk , als de aanzienlijke aanwas van mee'r bt
tain voorireffelijke ,' meer of min zeldzame schrifieii
en muzijkwe'iken, vvaarmede zijne verzanoeling ver»
rfijkte , en die de hdofdstcffen uitmaakte tot eene mu«
zijkale hibliotheelk ,' zoo rljk en, "200 verre "liiogejijk »
zoo rolledig, als niemand voorzeker , wat de letter-
iunde onzer kunst betreft, ooit vergaavd heeft,
C a                                       Op
-ocr page 44-
C 3^ )
Op deze Wijze ontslond an het eerste, meer aanziew
lijke werk, dat de eigenaardighcid van gbrbeh's
geest gsheel omvatten kondc, en dat zijmn naam over-
al in Duitschland , en daar nict alleen , met roem deed
bekend worden, namelijk zijn
Histdrisch-biographisches Lexicon der Tonkunstler %
welches Naclirichten con dem Leben und den VFerhen
mvsihalischer SchriftjleUer
, beriihmter Komponlsten,
Sanger, Meister out Instrumenten , Dilettanten , Orgel-
und Instrumcnlenmacher enthiilt; zusammengetragen
von
ernst lcdwig gerber, furstl, Schivarz-burg-
Sonderhausischen Kammcrmusicus und Hoforgan! sten*
Het eerste deel, A—M , kwam uit te Leipzig, bij
breitkoff in 1790, en het tweede, N—Z, ir.ede
aldaar in 1792. Hier dient ecliter aangemerbt te wor-
dcn, dat de druk langzaam voortging, en dat het
bandschrift vroeger voltooid was, dan Let openlijk in
het licht kwam.
Over dit werk zelf hier breedvoerig tc spreken,
schijnt mij te noodeloozer toe, daar het sedert lane
in elks handen is , en het eervolle oordeel over hetzel.
ve, in den loop van zoo veel jaren , on zoo te zeggen ,
pal gestaan heeft en nog staat. Nieuemin is men
ovcrtuigd, dat in de duizende arlikelen, die bet bevat,.
nog menige onnaauvrkeurigheid slaan gebleven is, zoo
dal de volledigheid van dit werk niet in den uitge-
stvektsUn zin moet worden opgevat; niaar men kaa
\
\
-ocr page 45-
C 37 )
en moet die onYolIedigheid ook verontscfruldigen, «i<
hoofde der onlzaggelijke massa van boirwstoffen, der
onnaaawkeurigheid van velen, die gerbeb berigten
»ed«dee!den , en der toen ter tijd nog geringe en
nig waarde hebbcnde werken , waaruit hij putten.
konde ; eindelijk moet men ook in het algemeen aaa
de zwakheid der menschelijke kracliten denken, in,
-vergelijking gebragt met iedere wijdtoopige onderne-«
Biiug. Niemand leerde de waarde des -werks betev
Ttennen, dan die het eenen tijd Jang als handboekv
■gebrnikl had, en niemand kwam gulhartiger voor des-:
zelfs onvolroaaktheden uit, daneimii zelf, zoo dat
hij naderhand menigwerf daarover treurig -werd. Maar-
het strckte hem tot gcrnstslelling, dat hij met ecu,
zuiver gewelen in de voorrede van zijn werk had
kunnrn schrijven: ,, Ik heb geetie letter ter neer
geschreven, wanneer ik die iiiet , buiten de scbrifte-;
lijke brrigten van WIITHII, konde bekrachtigen r
■het zij door gedrukte bewijzen , of door mijne eigenes
<oniniddcllijk" zinnelijke overtniging enz.'% en dat hij vaa
het oogenblik af aan, dat het wei'k aan de drukpers
■werd afgegcven, met steeds loericroend doorzigt, steeds
aangroeijende hu'pmiddelen, met niet minder vlij't en
doorzettenden ij-ver, enophoudelijb nalezingen, verbe-
teringen >en aanvullingen opteekende , dat alles van tijd
tot tijd in orde schikte, op nieuw omwerkte en
besloot, het geheel omslagtige werk, met ontzaggelijke
C 3                                  moeite
-ocr page 46-
/
C 33 )
moeite troawens, ipaar wet oabegrensden inoed, voort
te zeltea tot aan liet eipdpunt, dat hij zicji zelf ge«
sield had: het einde dcr eeuiy.
Dezen arbeid, dien men zjcli, ik herhaal het, niet
voorstellen moot, als ware dezelve slecliis eene bij
geUgenbeid ondernomene nalezing geweest, maar als
eene ten uiterste moeijeiijke, dagelijksche inspanuing,
welke hij als eeae beroepsoefening jaren acbtereen
Toortzettede, als een werk, dat zjjn liandschrlft drie-
en TJervond verdubbelde; dezen arbeid, zeg ik, vol*
toojde gerber, zoo als bij dien begonnen bad,
hoofdzakelijk -vrel Bit belangstelling in da zaak zelve,
en indien men wil^ om zich zelt" v/ille; maar tocb 00k
niet zonder gedaclile aan de voorloopig beloofde,
geheel en al vermeerderde en verbeterde nieuwe uit-
gave van wuibik'j woordenboek, en met de be-
doeling, ova zijn eigen werk naderhand als supplement
en vervolg tot op de jongste tjjdrn te doen versoliijnen.
Maar er deden zich, zwariglieden tegen dit plan op.
De oude miTlon was sedeit lang overleden, en
de jonge hem, in middelbare jaren, gevolgd; de liefde
voor de rouzijk «n de beoeffning dezer kivnst li*t zich
*edert aanmerkelijk veel meer aan Let praktische, dan
aan liet theoretische en geschiedkundige gelegen leggen;
de reranderde slaat Tan zakcn in Duitschland, die,
sedert het uitbreken der omw«nleling in Frankrijk,
alle ver uitgestrekte oudernemingen der bovkdrukkerij
be«
-ocr page 47-
mm-
C 39 )
bedenkelijk maakte, Ici eBimt's oftjtW?rp, dat sjeteri
lijk in den geest des tijds geen gunstig oogenblik aan-i
Irof, zoo veel hindernissen in den weg, dat het schier
©nuitvocrbaar werd. ' G e eb Ea moest zijn plaa opge«
ven en wist nu volstrekt niet, wat hij met de vruch-
ten ran eene langdurige vlijt en van zeer aanzienlijke
tipofferingen zoude aanvangen. Dit 'was hard, zeer
hard, en we] 1e nieer, hoe zekerder hij in werken van
deze soort zijne bestemming erkend had, en hoe nicer
hij daarin > sedert zoo vele jaren, vooi'tgerukt was*
Hij gevoelde diep het drukkende van dien staat van:
zaken ; maar hij beurde niettemin het hoofd weir, opy
vattede nieuwen mocd , won overal berigten in, vroeg
Welonderrigte mannea on raad, toetste, overwoog
van alle kanten , en \yerd ejndelijk overtuigd, daf; zijn,
ontwerp niet nieer met den geest des tijds strookle»'
maar van de andere zijde ook, dat eea tweede op.
zich zelf staande werk, dat zijn eersje voortzettea
Terder uitbreiden, vollediger en rigliger maken zoude.
JOfhT iederen tijd deugen, in elken een goed onthaal
vind^n en van nut zijn moest. i
Ilij werkjte nu alle zijne voorhandene, in de oogen
van elk' andcr zekcriijk afschrikkende bouwsloffea'
nogmaals over to,t ecn werk, dat de geschiedenis der
loonkunstenaars tot aaa het einde der achltiende eeu-w"
■'■.■;'• i tnf o               '            rjTns            " ( i ■ o ■ i ; •
, iehandeldc; en door zijne onwankdbare standvastigheid
«n eer vermeerderde , dap yerroinderde vlijt en ijver
ppt^tond zoo het
                       C 4                       Awe*
-ocr page 48-
C 40 )
fjffleiies historisch - biographlsches Lexicon der Torf
Uiinstler, welches NaChrt'chien von Aem Leben und deit
1
PPcrken musikalischer Schrlftsteller• bcriihmter Korn-
ponlsten, Sanger, Meistcr auf Instrunienten, Musikvef-
Icger, ouch Orgel- und Insirumcnienmacher, iilterer
uud neuerer Zeit, aus alien Nati'oncn enthiilt, ton
tmsi ludw to sum," enz.
Naauwelijks was dit werk gerced, of de brave man
had met nieuwe zwarigheden , met niciiwen kommcr
en verdriel te karepen. Daar dit woordenboek, zoo
■vcrre het mogelijk was, alles bevattede over de in den
tilel opgenoemde onderwerpen, wal noodig scheen, om
lift nevens en met liet oude woordenhoek te kunnen
gebrniken, had liet natuurlijk eene vrij aanmerkelijke
tiitgebreidlieid bekomen ; de tijden -waren voor alle
liandelfondcrnemingen van dien aard nog ongtmstiger ge-
vorden; de liefde voor de toonktinsl was, wcl is waar,
veel merr verbreid, maar ook veel meer in liefhebberij
onlaard of altnans van de wetenschappelijke beoefening
afgetrokken , en wat er nog meer voor liindernissen
■wartn: om kort te gaan , het boek was voltooid, de
schrijver w-ilde gaarne van a!!e voordeel, hoe zrer het
licm ook toekvvara, afstand doen , en in we^rwil van
ae/.e brlang.'ooslieid, wilde niemand bet werk drukken.
GiitiEi trad op verschillende plaatsen met onder-
scluidene boekrlrukkers in onderhandeling , es ook
uudercii, die hem CD zijnen arbeid genegen warm,
span-
-ocr page 49-
C 4i )
spanden alle htinn* pogingen ten beste dier aaak in,
jnaar alles bleef Vruchteloos, zoo dat 6Iibii schieif
besloot, zijn werk als handschrift eene plaats in zijn*
boekerij aan te -wijzen , en het na zijnen dood in be*
lot dezer laatste te doen deeltn. Ja, reeds had hij
Met groote letters op de laatste bladzijde geschrevenr
„ vollooid twee jaren na het elude der oorige eeuiv ; aan
de tijdgenootcn aangeboden gedurende ies Jange jaren,
maar door hen oersmaad; aan de nakomelingschap
toegewijd
, en door deze, zoo ik hoop, gecvaardeerd en
ten nutte gehruikt
;* toen het eenen zijner vrienden
gelukte, den toenmaligen bezittef van het bureau de
musiaut
te Leipzig, den heer A. liiHKEi, voor he*
vyerk in te nemen, en zoo kwam het dan eindelijk bij
dezen in het licht otider den boven epgegeven titel en
in vier deelen: het eerste A—D, en het tweede E—t
in 1812, het derde K—R in i8i3 en het vierde S—Z
in 1814.
Met den inhoud, den vorm en de bedoeling ran difc
werk zal men reeds bekend zijn, uit het geen hiet
boven gezegd is; over deszelfs
-\vaarde en voortreffe*
lijkheid schijnen alle stemnien zich te yereenigen, zoo
wel die van het gemengde pubiiek (ofschoon dit ge«
■woonlLjk den arb> id van den vlijiigen verzamelaat
verre beneden de -waarde schat en schier alleenlijfa
eijnen bijval schenkt aan hetseen er aieuws uitsevon-
den wordO, als die van de toetsende en deskundige
G5                                  1*.
-ocr page 50-
r
C 4* )
!ezers, oFschoon deze met de onvolmaaktheJen Va».
het werk zeer wel bekend zijn. Met gcjieel is doelmatig
en goed; in sommige bijzondere gedeellen is er zeer yeel
voortreffelijks en wezenlijk onverbelerlijks in; in andere
daarentegen is ook dit -werk — gelijk ieder ander,
\vanneerhet het eerste in deze soort is — nog allijd voof
Verbetering en vermeerdering vatbaar. In het alge-
meen
zal men vinden , wanneer ik mij niet bedrieg,
dat de artikelen over de Duitschers de besten ziinj
dat die over de Ilalianen niet reel minder zijn; dat
onder die, weike over de kunstenaars van andere na*
tien handelen, die over de Franschen de onvolledigsjen
en zclfs de gebrekkigsten zijn, en dat de antiquarische
artikelen (weike ecliter in vergelijking met de overigen
Weinig in getal zijn) meestal als luttel beteekenend of
gehecl verkeerd motlen bescheiiwd worden. Enke.lt
■punten van lie! werk thans nader te OHtwikkelcn,
durf ik mij te minder veroorloven, daar elk deel ■
onmiddeilijk na de uilgave , door mij beoordeeld
is (7), en dat wel zoo uitvoeriglijk, als de plaatg
toeliet , zoo onparlijdig, als mij bij mijne liefde
■voor de zaak en derzelver verraardiger mogelijk
<yvas , zoo duidelijk en grondig , als het in mijn
ver-
(7) De bier b doelde belangrijke en schoon uitgewerk-
te recensii-n van cerbjer's -werk zijn te vjnden in
de \llg. Mus. Zeit. XlVe Jaarg. bladz. 615, XVe
Jaarg. "bladz. 197 en 5o5 , XYIe Jaarg. bladz. 5i«
PE red.
-ocr page 51-
( 43 )
vt rmogen was, en ik lieb de voldoening geliad, dajl
dit alles zoo door de lezers, als door den beoordeel.
den schrijver erkend is. Het zij hier gcnoeg le zeggen,
dat in den tegenwoordigen jtoestand van de tponkunst
«p van de algeroeene vcrspreiding barer beoefening,
een werk van deze sport tjtn hoogs$« noodzakelijk
was , en wanneer men, gejijk men nioet, beide woof
denboekcn gezamenlijk gebruikt, is Jief van gropt nut,
en zal dit altijd zijn en blijyen ; g£en yolk ter wereld
bezi,t een werk van dezen aard, hctweik dat vau
PEb»ek sJechts eenigzims in waarde nabij konit. Aile
natien komen hier vosor nit, alien trekkcn zij van
• ziizss arbeid veel partij. En zelfs onder de Duit»
sellers zoude niet ligt ieraand anders in staat gevreest
fcijn, denzelvcn too te volbrengen, als cehbeb gedaan,
heelt. De aanvulling, waar zulks noodig is , levert
thans geene zwarigheden en weiDig moeite op. YVa$
Wprdt er meer vereisclxt tot den roem des schrijvers»
en wat verlangt men nog, om bij iederen wel onder-
rigten en billijken lezer den altijd onwrikbaar staanden
grondslag te leggen van de dankbare herinnering aan
den rusteloozen uniu?
Maar — gelijk de dichter, wannser liij eene schoon*
landstreek beschrijft, de hoogste spits van hare het*,
gen bereikt, en dan getracht heeft af te males, -wat
Eich daar aan het vermkte oog vertoont, zich niet
lang oplioudeajmoet bij hclgeca hem in iiei atklimwu
-ocr page 52-
C 44 J
tto'g Yoorkomt, 'is dil namelijk, indicn ook. let-
lewikkend, toch minder beslissend en eigenaardig ; even
Boo zul'en eok wij , nadat faij de gescliiedkundige yrooT-
denboekcn van onzen vriend, als het hoogsle wit eii
de rijpste vruchten van geheel zijn lang leven , be-
schouwd hebben, slechts eene fcorte poos vertoeven bij
lietgeen ons nog overig blijft te verhalen.
Hij beefl, voornameljjk in jongere jaren, verschillen*
de werken gekomponeerd , en tot aan het einde zijns
levens van tijd tot tijd kleinere of grootere verhande-
lingen over onderwerpen der toonkunst gescbreven ,
■welke grootendeels in de Allg. mus. Zeitung opgenomen
sijn(8' ; het meeste van dit een en ander is voortref*
felijk, en niets te verwerpen: nuar dit hceft hij met
weuig ander gemeen. Hij beeft steeds, en zelfs nog ia
^rijzen ouderdom, met jeugdige levendigheid, en win.
lieer zich de geiegenheid daartoe aanbood ook door
daden, zoo wel met de pen als met zijne violoncel,
met ter zijde stelling van alle eigrnbelang deel geno-
>naen aan alias, wat met zijne kunst, hare bevordering,
^itstekende kunstenaars , belangrijke ondernemingen en
ook leerrijke en aan^ename scbriften over zijn vak
in betrekking stond ; hij heeft zijne ambten (-in Iiet
laatst ook ais secretaris van het hoi.) met caauwgezetheid
van
£8) De lijst zijnpr voornaamste gescliriften is reeds in
het 4 stuk van den vorigen jaargang door on)
opgegeven.
                                        be »£»t
-ocr page 53-
**mm----!
( 45 )
ran geweien en de onkreukbaarste tronvr» tot aan het
laatste uur zijns levens waargenomen; dit alles i»
lofwaardig, schoon en goed •> maar ook dit hebben
andoren met hem gemeen. Hi}, was een in den grond
regtschapen, rroom, helderdenkend , vrijmoedig. en
onverschrokken man ; zijne openhartigheid grensde aan
goedhartige lompheid, zijne gemeenzaamheid aan on-
bcpaald vertrouwen, zijne onbevangenheid aan jeugdige
loszinnighcid ; liij was bescheiden, met weinig tevreden
en in den hoogsten graad een vriend van regelmatig-
heid en orde, een getrouwe dienaar van zijnen vorst,
een liefdej>ijke en zorgende hloedverwanl, een stand-
vastige vriend en misschien de declnemendste en
warnaste van alle verzamelaars: dit alles is voortref-
felijk, lof en dank waardig ; maar ook dit nog hi1 eft hij
met anderen, en zoo ik hoop, met. niet weinigen,
gemeen. Maar daarin onderscheidde hij zich van an«
deren, dat hij alle die hoedanigheden en nog daaren-
boven de bijzondere, boven ontwikkelde goede eigen-
schappen bezat, en dat deze niet door gene verkleind
noch op oneignnlijke plaats verzet -werden. Mel voile
■waarheid en eenvoudig schoon, konde hjj dus im het
jaar 1812 over zich zelven schrijven : fa) „ Op mijnen
Mweg , waar; ik mij dikwijls door doornen heb moeten
„winden, maar op welken ik toch ook nienige rooj
„ geplukt heb, ben Jk nu zoo ver gekomen, dat miine
»■
eo.
(9; Keues Lex. der Tonk. lie deel bladz. 3o4
-ocr page 54-
C AS >
i,\kzif§ Mif, inet ibijne gebreken em m"«t fietgeea
t,hea soms aah rilij hehagen rhogt, hebben leeren
j,keniien. ... . Mijne hartstogten zijn gedeeltelijk tot
„ rtiit gebragt, in gedeeltelijk van zelf in slaap geraaltt;
„om nimmermeer te ontvvakcn En ofsclioon de waar-
„ dige laiisi in "zijn Traktdt von der musikaliicheri
„ Poesfe
bevV'crcn Hvil, dal de mensch meer last heeft
„ van ccn leven zondei- hartstogten , dan van di
j,hartstogtet» zclv* , dit is toch, zijne woorden in
,, ecre , niet itraar. Men late mij bij mijne boeken,
,', muzijkwerken en instrumented mijne gezohdhiid be-
„ llbuden, en ik maak mij sterk, icder uur , dat mij
11 van mijne beroepsbezighedeu overb'ijft, indien ook
„ al niet met vreugde, dan loeli g'erust en tevredeii
„ door te bfengen ; en d'ii is dan tobh \faaflijk geen
eleven, dat mij tot last zttudekunnen zijn.'' En toen lu'J
Hiij dit deei toezond en in zijneri brief raet mannelijke
•vrijmoedigheid over die plaats sefieTtste, laat hij er op
■^olgen: ,, en zal hel daarbij dan nog somtijds heirlijk
t)toegtian, dan doe
gob mi), even AH tot nu ibet can
„t!jd tot tijd vreugde nan de mifrien heleven, en Hij gee&
t>mij nu en dan een bevvijs , dat ik hog getrouive orient
* den heb f Dit hadde ik cr eigerilijk nbg bijVoegen mb«S*
„ten; maar ik wilde niet gaarne epenlijk zoo veel
»ipraats teaken van' mijne hijzohd*rfe belangen;'* Ik
ibude niet weteh > wat een grijsaard innemenders via
zifch zelven of een aader van hero zoude zeggen kuu-
»en,
r
-ocr page 55-
•I
t A? 3
Zoo teefde de diefbare di-ie- eri ietUtigjarige roan i
zdnder de niinste. veraridering lot aan den 3© Junij
1819. Ook op1 dezeri dag b'eVorid hij zich nog gezond ,
vcrviglle de* voorilemiddags vrdiijk eri zorgyuldig zijne
h'eroepsbezigheden, zettede zich toen aan zijn eenvoudig
rtiddagroaal, eri daarna, als naar gewoonte, in zijnen
arihstoel, 6ni Ibi verkwikking eench korten slaap te hou-
den. Hij sliep obk waarlijk gerust in ; hij wferd in-
derdaad verkwikt> niaar tot de pelgrimaadje in eeit
beter leven: want hier op aarde onuvaakte hij nie'f
wider (io>
                                                                    VER*
(io)t)e tijdihg van eih:i*s overlijden tnaakte ecn*
bijzonder trei'fenden indruk <>p ">ij» daar riiij 'de
de beschrijving te binnen school, die hij , dertig
jareh Vroeger, Van het afstei'ven zijns bemi'n'deh
vromen vaders gaf. (Zie het oude Lex. tier Tnnfr*
1. deel, bladz. 49^). „ Het was den tarn Augustus
,,1775, op eenen zondag, dat mijn vader zifcli,
,,tervijl ik den dienst in de kerk verrigtte , aan
jiliet klavicr hezi'g hield. fllj had het ko'raal ge-'
,,yarieerd, Machos mil mfr, oott, nach deinet
ffGuf, zich vervolgens , naar zijne jaren, vrolijk
„ en -Welgemoe'd, aaiigekleed, en \Vas toen op zijn
„kantoor aan het hot" gegaan. Een kwartier nun
„daarna, toen de gbdsdiensi geindigd was, kvvam
„ ik bij hem, en Vond hem door eene beroertS
„ overvallen. Hij sliep weinige minuten daarna in
„ mijne armeti in. Alle middeten Werd'en aari^e-
,, wend, maar, vruchteloos ; hij sjiep zachtken*
„door, tot dat des nademiddags tegen vi* r uren
„ zijne schier bnirierkbare a'dem'Iia^ng geheiel a*fi&
.,, tevwege bleef.1' Even a's in het inwendige..vaB
liunnen aa'rd, kwamen beide ook in den dood met
elkander overeen ; roaar ook even als in het Ve*ea|
■was de■ zoon in het slerveu sneller ea voortvarea,
«kr , dan de vadcr.
-ocr page 56-
( 48 )
VERHANDELING over dbn wa»
>I» HID ENDEHEILZAME U I T-
TBKKSELIS BE1 MUZ UK, IIICI-
OlOIII DOOR. W. C. K1ST , K E D.
BOCI. TE 'SGRAVSNHAGE, IN DE
XAAUCHilPIJI BIIUESTIA, At-
BAAB OP DEN 24 TEBEUAKIJ 182O.
leder menscli, van den onbescbaafdsten tot den ge-
lecrdsten toe , nioet in zijnen kring werkzaam zijn,
vanneer hij een waavdig lid der maatschappij zal ge-
noemd worden ; maar ook ieder inensch, de eene in
meerdere, de andere in mindere mate, helt over, om
de eene of andere wetenschap als eene uitspanning tot
aijne beoefening te kiezen. De eene spreekt in treffende
beelden, met het edelst v.mir bezitld, de taal der
Coden; de andere maakt het tot zijnen grootsten wel-
lust, om in de uren zijn«r uitspanning de goddelijkc
zialuur in voile kracht op levenloos dock te scheppen ;
een derdc, in zijn ouderlijk huis opgeroed, v/aar de
toonkunst als eene vetenschap wordl beoefend, ook
met dien geest bczield, smaakt geen grooter genoegen ,.
dan wannger hij in zijne snipperuren in di« w.eten-
iscliap werkzaam kan zijn,
            ■ Dit was ook altijd
feet mijne, en ik konde mij niet weerhouden, om thans
eenen tak van deze -w«tensch.ap met u te behandelen.
Ik wil u, namelijk , in dit uur met den wares aard ea
Ac iteilzame uitwerkselen der twonkunst bezig houden.
Om.
)
-ocr page 57-
C 49 )
Oin deze te leeren kennen, zal ik eersi van de g*3
luidgpvende ligchamen spreken, van weike de toonkunst
zich bedient, en ten ttveede uw« aaudacht bij har«j
iieilzame uilwerkselen bepalen.
                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             | ••,■:.-■■•• -
E e r s t e D e e I.
Even als nieinand, hoe Me* liij door de milde ini^s
tuur ook met genie moge begaafd zijri, eeu waarlijK
goed dichter kan vyovden, vyanneer liij niet de grond-*
regelen der dichtkunst heefl leeren kennen, en alia
Vakken der welcnschappen doorkruist heeft, in we'.kej
ingewijd te zijn tot het vervaavdigen van krachtige eii
vloeijende versen onontbeerlijk is; even als de godgeleery
'de, zonder de kennis der oude talen en van de geschie*
■denis der volken, een oppervlakkig godgeleerde nioet zijnj!
en de geneesheer, zonder de krachten de* planten>
4ruiden en zouten te kennen, nicts Ineer dan eeft
Empiricus en een gevaarlijke arts is; even zoo i*
hrt voor den beoefenaar der toonkunst van het groot-
ste belang, ja onmisbaar, om de gTondoorzaken op;
te sporen , waaruit het geluid geboren wordt.
Het geluid ontstaat nit ecne trillende hevt'eging, door;
een' slag of stoot van een of ander ligchaam a an een,
geluidgcvend ligchaam medegedeeld, well geluid doofc
aiiddel der vloeistof, die hetzelve omringt, tot on»'
j»«r ivordt overgebragt.
-ocr page 58-
( 5d >
Sleft noemt eigeriiijk geluidgevende ligchamen, de
Sulken, van welke de gelniden duidetijk en van eenigen
duur zijfl, zo6 iffs die van eene klok, Unit, viool of
has, en niet dezulken, welkc een otfduidelijk geluid
voortbrengen, zoo als bet vallen van den eenen stecn
op den anderen, Geltiidgevende ligchamen moeten vol-
strekt rekbaarhcid (elasticiteit) bezilten; en de lang-
dtirigh'eid eii de Stcrkte van bet geluid is geeverfredigd
aan den kortereti of langeren duur en de riteer of min*
Hire snelheid deir triliingen.
Stellen wij ohs, bij voorbeeld , cetic Klok voor $
hare kleine decsttjes bewegen zich door hare rekbaar-
Jieid zeer snel in eene iSoort van beving en golvihg-,
welke niet moeijelijk is te benlerken en te gevoeleh,
■wanneer men eeii der vingeren even bp htel klokje zet.
Om dit wel te verstaan, moet men zicli verbeelden ,
dat een klokje uit cirkelvormlge randeii is zamehge*
steld, velkc, zicb bhderling opvolgende , tot bet einde
toe afloopen, en elk in'tbijzondcr als platte ringen
lunnen beschouwd worden.
Wanneer men deze ringeh op 'tpunt a (fig. i. van
de bij deze verhandeling bchoorende plaat) aantikt,
leweegt zicb dit gescbokte deel naar g, terwijl zich de
deelen b en d te gelijker tijd naar i en m wenden ; waar-
door net punt c gedwongen wordt, zich naar llet punt
c te bewegen. Maar een oogenblik daarna trachteD
die deelen zich, door hare veerkracht, in hunnen vori«
gen
-ocr page 59-
( 5* )
jgen tftaat te herstellen , en , daar dit met gr«tfte SBeThfiJ
geschiedt, worden zij verder gebragt, dan het vorig£
Tustptrnt: het deel a verplaatst zich, namelijk, naar
,f, nada't het van g tot a gel omen is ; het deel c Tse-
^vveegt zicli tot h, en de dcelen b on d tot k en ?.
Hicriit vloeit dan voort, dat de Tronde omivang ^ani
llet klokje in twee tegenovergestelde punten ovaajvor*
*nig wo'rdt.
Dit zelfde lieeft plaats , wafineer Men de snaar va»
ecn k'avieT of harp aanslaat, als wa'nneer dezelve ndod*
ssakelijk moet verle'ngd, en defzelver deeten vetmeeti
4erd worden, om een1 platten halven cirkel te Tbeschrij*'
Ven, gelijk dit, bij fig. a, met de snaar BD zigtVaar is,
Wanmer het geluid duidelijk is, en zich geregeldt
opvolgt, worden er toonen gehoord, -welke door d&aftbe
nitgeyondene instrumenten worden voortgebragt. De re*
den,waa*rom Yerschillende toonen door iniddel van detzelfde
snaren gehoord worden, valt niet moeijelijk te hepalen*
"wanneer men weft, dat veinige trillingen eenen la-
gen, rele trillingen daarentegen eenen hoogen tooa
voorlbrengen, en om deze trillingen te vermeerderen"
of te vermiuderen , behoeft men slechts de snaar ster»
•kcr te spannen of te verkorten. Deze sterkere span-'
ning lieeft plaats in piano fortes en diergeJijke snaar-'
instranienten door middel van scliroeven of andere
^eTktuigen. Om dit duidelijker te maken, stel ifc
he* vel^endt voor:
P *                                    M
&
-ocr page 60-
T
i
C 52 )
%. Wanneer men , bij voorbeeld , in fig. 3. de snaar
AA , van dezelfde dikte als BB , de helft korter niaakt
dan deze laatste, dan trilt de snaar A A tweemaal zoo
veel als de snaar BB, waardoor dan de oktaaf van
BB geboren wordt.
a. "Wanneer men de snaar AA zoo veel verkort , dat
zij de twee derde van BB zij, dan zal A A drie, en
BB slechts twee bewegingen ondergaan , en een' toon
gevcn, die de quint van den tweeden genocrad wordt*
3.    De snaar AA tot liet drie vierde van BB gebragt
zjjnde, zal de eerste vier, en de tweede driis trillin-
gen maken, terwijl de eerste cenen toon voortbrengt,
die ten opzigte van den tweeden den naam van quart
draagt.
4.    Als men AA tot hct vijf fierdc van BB brengt,
zal de eerste vijf en de andere vier bewegingen on-
dergaan, en in dit gcval AA eenen toon geven , die de
lerts van BB genaamd wordt.
5.    Eindelijk , wanneer men AA tot het vijf zesde
van BB verkort, maakt AA zcs, en BB slechts vijf
trillingen ; de toon, welken de eerste geeft, wordt de
Heine terts van den anderen genoemd.
Dit alles heeft p!aals, wanneer snaren van dezelfde
dikte verkortingen ondergaan; maar snaren van ge-.
lijke lengte en dikte kunnen 00k gelieel en al van
toon veranderen door middel van sterkere spanning;
bij Toovbeeld :
-ocr page 61-
C 53 )
AIs men twee snaren van gelijke lengie en diktffj
de eene met e'e'n, de andere met vier pond gewigt
sterker spant, maakt de laatste tweemaal zoo veel
trillingen en geeft eenen toon, Vv-clke men den oktaaf van
den eersten noemt, en wanncer men de eene snaar met
vier en de andere met negen pond spant, geeft de Iaat-<
ste eenen toon, welke de quint van den eersten is, enz.
Bit he«fl mi plaats ten opzigte van snaren van ge-
'lijke dikte, en van dezulke moet d« eene verkort o£
sterker gespannen worden dan de andeie, wannecr men.
te gelijker tijd verschillende toonen wil doen hooren*
Maar zeer onvolmaakt zouden de i»strumenten zijn,
en vveinig oktaven bevatten, bijaldien men slechts over
eene soort van snaren konde beschikken. Hierin heeft
de kunst gelukkig voorzien, door snaren van verschil-
lende lengte, dikte en gehalte te vervaardigen. Hoe
dikker eene snaar, hoe minder, hoe dunner, hoe meer-i
der trillingen er ontstaan , en van daar de vaste laagttt
en hoogte der toonen, welke men op barpen, bassen, vi-
olen, piano's hoort, buiten die genen, welke op die instru*
iucril.cn door middel der vingerzetting geboren worden.
Hiemand, geloof ik, zal aarzelen, aan te nemen, dat
er zonder trillingen geen gelnidgevend ligchaam deak-
haar is, daar ieder mensch, zelfs de onbeschaafdste
hij opzet of toeval weet, dat het geluid in eene bel
ophoudt, wanneer men dezelve met de hand omvatf'
of met een dof ligchaam in aanraking bvengt* Het
D 3                                  *a|
-ocr page 62-
C 54 )
&$? Mtt moeijelijk. vallen, te bewijzen, dat elke Voon<
<altijd hetelfde getal trillingen maakt, altijd in denzelf-
den toon en in denzelfden- tijd, tot in de fijnsle too-
nen toe, hetzelfde getal trillingen plaats hebhen nioet,
<wanneer wij de proeven van den grooten c head if I
gadcslaan. Welk een' tijd heeft deze man niet toege-
fcragt, cm dit duideiijk te bewijzen dour middel van;
net maken van toonen op glazen van al!e»lei vormfl
Tierkante, ronde, zeskante , langwerpige , driekanle
enz., op welke, door middel van daarop gestrooid,
aeer fijn, droog zand, ondcs bet voortbrengcn van<
verschiltende toonen, altijd drzelfde figuren elk iai
'tbijzonder aan die toonen eigcn , zigtbaar -worden ,
en bij de mii-ssle zakking of .rijzing des toons, -welke-
van de wijzo van strijking en vingerplaatsiug afbangt,
■wederom veranderen. Deze fignren hangen van de-
(Herkte en menigte de-r in beweging zijnde glasdaeltjcs
S>f: -want bij elke verandering des toons -wordt lieu
*and op die glasdeeltje* geplaatst, -welke in rust blij-
■vea, en door cHlabSI Knotenlinien genaamd zijnw.
■TJ met de Algebraische berekeningen bezig te howden,.
zoude al te veel van U gevergd lijn, en ik verwijze
die gcnen, welke dezelre nader wilden leeren kennen,,
»aar bet sclioone' werk van professor oheadni; dochc
alleenlijk -wil ik V verschillende figuren mededeelen,.
'welke hooge eit lage toonen op rerschillende glazen tea*
gevolgo hebbcn, als mede d» wijze, waarop dezelne
fccntaakt moeten, worden                                           £8^
-ocr page 63-
C 55 >
Tot net vooribrcngen van regelmatige figuren word*
fijn, regelmatig g.las, aan de randen mat geslepen, en
te gelijk eene groote joefeniog vereischt; de drietante
glazen zijn het best van grooite, wanneer de langste
diameter vier duim heeft, en zoo ook ten opzigte van
de vierkajjte en ronde enz. Men 'gebruiki door^aans
de duim en voorste vinger van de linkerhand, em dej
glazen vast te houden ; maar naar gelang der tooaen»
\yelke men wil voortbrengen , moet men meerdere vin^
geren op het glas , naast de andere of op eene yeryyij«i
derde plaais, neerzetten. Zie de geteekende ftguren,
onder fig. 4- beliooi-ende.
De geluiden , uit blaasinstrumenten voortgeJVragt>
•worden we] door trilling, maar op eene gehcel andere
wijze geboren ; het is hier niet de trilling der yyanden,
van zulke instrumenten, vrelke, even ajs eene snaar, een
gfluid maken ; de luchtkolom in he* werktuig words
akticf, terwijl het, dezelve omringende, hout , ijvoort
of kristal, als het ware, passief bjijft; het gelnid
hangt hier af van de scliiejijk instroomende mass*
lucht op de luclit, welke zich in bet instrument he*
vindt, en daardoor -yvprdt eene triilende beweging^ ver«
oorzaala, maar njet ia de bestandeelen van het iastru*
went zelf, daar in dat geyal de dikte yan het hout en
het orawoelen van hetr.elve met een dof ligehaaaa eeni-
gea tegenstand zoude maetea bieden, ea dit bewijs*
iminers geaoegzaaia het tegendeel. Jsaa? mate de luchl
P. 4                                    Sat
i
-ocr page 64-
C 5* 3
fei Min ©f meer groote hoeveelheid, sneller of Tangza>--
liier in- het instrument •wordt ingeWazen, en naaR-
Kate van de lengte van het instrument zelf, zijn de*
toonen grof of fijn, hard of zacht.
In fluiten, obotfn, klarinetten , fagotten, horens ,,
trompetven en ook in zulke orgelpijpen, die men fluit-
"werken noemt, hangen de toonen hoofdzakelijk af van.
de lengte der trillende luclitkolom , zoo dat door ver»
seheidenheid van blazen geene andere toonen vrorden-
voovlgebrayt, dan die gene, -welke met de lengte der
trr'ende juchtkoloni of met de lengte van het deel, in
we'.ke zij zich op eene regclmatige vvijze afdeelt, in
emgtkcerde betrekking siaan. ------ In orgelpijpen , als
mrde in andere soorten van blaasinstrumeuten, ge«
schiedt het blazen door middel van een mondstuk,.
tetwelk bij de meesten zoodanig is inger'gt, dat de
door eene enge reet stroomende lucht, door ecne in
de nabijbeid geplaatste opening yederpm nitgaat, en:
door derzelver voorbijgaan in bet eene eindt van de ,,
iik de buis zich bevindende, lucht, de oyerige in tril-
kndc bewegitig brengt.
Bij vele andere- instrumentcn , bij voorbeeld', in dt
horens en trompetten, doet het zamendrukken der
lippen onder het blazen dezelfde uitwerking, en de
ingebragte lucht vi'ndt geenen anderen doortogt, dan
door de buis z-elve, zoo dat de zich daaiin bevindende,
an de l«ngte triiiendc, luchtkolom zeker altijd ver«
-ocr page 65-
^Wsmmp'*'"rir*r'''"""'*'' vn'.i■■!.»■■,......■<.-■■..■. i
■*-~—--—■'--'■-
~~"
C 57 )
aieuwd wordt. Om de hooge toonen in znlke instru"
menten voort te brengen, wordt er eene sterkere bla-
zing en meerdcrc zamendriikking der lippen , of een
instroomen der lucht door ecne naauwere opening
gevorderd. ——• Ook worden de hooge toonen ia die
instrumenten of pijpen, welke, in vergelijking van de
lengte, geene groote wijdte hebben, het gemakke'.ijkst
geboren ; en in blaasinstrumcnten, aan de ! zijde met
openingen voorzien, waardoor de Irillende luchtkolon*
verkort wordt, worden de toonen hooger: in het eer-
ste geval werken de lippen alleen tot verhooging en
verandering der toonen, in het laatste spannen de ope-
ningen aan de zijde van het instrument, door middel
>an de lippen, tot dit einde zamen met hel dwingen
der lucht.
Wij zagen zoo even, op welk eene wijze het geluid
nit kunstige weiktuigen ontstond; gaan wij nu den
aard en de werking van een geluid na, door een otgaan
roortgebragt , hetwelk daartoe door de Voorzienigheid
in den mensch gevormd is, «n hetwelk wij met den
naam van stem bestempelen. Gewis kan geen instru-
nient zulke zuivere, afwisselend sterke en zachte, be-
tooverende geluiden voortbrengen, welke de stem eve.
naren: want alle andere geluiden toxh zijn slechts eene
pavolging van deze;
De longen, luchtpijpen en het slrottenhoofd zijn de
tferktuigen, tot ket uitbrengen der stem geschikt. D<*
P 5                              Ion-
-ocr page 66-
C 58 >
iQBgea^ daarroe aangezet, werljen starker, dan hij d*
gewone aderabaling ; de lucht wordt uit de luchtcclle*
tjes door de luchtpijpen en vervolgens door het slrpt-
tenheofd naar huiten gcdreven. Het laatstgenoemde
alleen is bestemd tot de wijzjgi»g der stem , en i»
uit de vie,r volgende kraakbeenderen zamengesteld: als
uit het ringvormig kraakbeen, tot basis Tan het stroti
tenhoofd dienende; uit het schildvormig kraakbeen,
aan de voorzijde van het strottenhoofd voelbaar, en uifc
de twee spleetmakende kraakbeenderen, waaraan twee
spleetmakende banden gehecht zijn, welke voor eene
ep- en nedei'waartsehe beweging, spanning en ont span-
ning valbaar zijn; voorls bevindt er aich nog een
xijfde kraakbeentje, het strotklepje gcnaamd, hetwelk
niets tot het vorroen der stem loebrengt, raaar dat,
gedurende de slikking, door mid del van den -wortel der
•long, de stemspleet sluit, om te beletten , dat er spijze
vf drank in de luchtpijp valle. Het inwendig gedeelte
yan dit ligchaam is met slijmvliezea voorzien, e»
tare op en nederwaardsche bewegjng, veraaauwing en>
»erwijding, wovdt d«or eenige kleiae spiertjes teweeg
gebragt,
                                            ;,-■.'
Verschillend waren van oudsh«» de aieeniagen om«
trent de voortbrenging der stem. Sommigen beweer*
den, dat dezelve door eene trillende beweging ontstond*
ta *ergeleken dit orgaan dus b»j een enaarinstrument ,
%C0 als serbbim tvi d* groole BAll-iBR. ^.pderew
1
-ocr page 67-
C 59 }
Ysm nieirweren tijd, onder wclke c ti Y * B> » vergelijke*
de werking der stam met die van een blaasinStrumerl^J
nog anderen daarentegen stellen eene gemeenzame
-\veT-
king. De volgende proeven spreken, zonder twijfel-j
het gevoelea van iiidEih tn de zijnen tegent
i. Watte snaron zijn veel minder voor trilling
vatbaar, dan drooge.
a. Harde dierlijke Hgchamen zijn tot voortbrea.
ging van geluiden geschikt, de zachte niet.
3. Daar de stembanden in verband staan met
zaclite ligchamen , is het gcve'n van gchiid in die dee-
len door trilling onmogelijk.
4- De stembanden zijn veel te klein, dan dat wij
in haar zulk eene trillende beweging zouden kunnen
vooronderstellen, on het geluid voort te brengen! want
■tvannccr wij die banden vergelijken met geluidgevende
snaren, is bet immers onmogelijk, dat' dezelvc zulk
eene sterke stem kunnen voortbrengen.
5.     Hierbij komt nog, dat geene gcspannen snaar
door de lucht voor zulk een sterk geluid vatbaar is-,
daar wij immers door ondervioding wetrn, dat zolfs
•en storm slechts een zacht geluid op de Aeolus - Harp
voortbrengt, en wat is onze adem bij de kracht van
tenen storm?
6.      Wanneer de stembanden als snares >verken»
dan kaa immers de stem Bulk eenen grooten omvang
van tooneu niet hebben.
En
-ocr page 68-
C 6° )
' 7. Eindelijk is zulk eene geweldige snaarachtige span-
ning wegens het gering aantal spiertjes niel denUbaar;
•want die spanning der strmbanden hangt hoofdzakelijk
van een paar kleine dunne spiertjes af, de crico - Ary-
tenoidei postici.
genaamd ; en sonde dan eene span-
ning door middel van die spiertjes bij soromige men-
schen een1 omvang van drie oklaven kunnen teweeg
brengen ? Dit slrijdt iramers tegen het gezond verstand.
C H L a I) N 1 wijkt een weinig, doch niet geheel van
de meening der ouden af. Ciiyien vergelijkt de stem,
der zoogdieren bij het geluid der blaasinstrumenten»
hij meent, naraelijk, dat zij op dezelfde wijze »ntstaat,
gelijk wij straks zeiden , maar gelooft oak, dat de
hoogte en laagte der stem door middel der mondholte
g«vormd wordt, welke meeuicg wij moeten tegenspre-
Jken, daar het zekcr is , dat het sluiten of openen der
lippen, bij het geven van eenen toon, nieis tot deszelfs
verhooging of verlaging, maar wel tot deszelfs vee-
elerking en helderheid loehrengt, en daartoe werkt de
geheele mondholte mede, zeo wel de goede vorming
derzelve, als liet getal en de zuiverheid der tanden.:
want, door het gemis der tanden verli'est de stem
ineestal hare helderheid en vollen klank. , _.-,-'
In Duitschland, waar de toonkunst niet allcen door
gewone, maar, gclijk bij de ouden, 00k door menschea
van naam in allerlei vakken, 00k bijzonder in dft
geneeskunde, wordt bearbeid, nam hskovius, <loct.
in.
-ocr page 69-
C Si )
in de geneeskunde te Leipzig, de volgende belangrijke
proevcn met de luchtpijp in bet strotlenhoofd, ora te
bewijzen, dat alleen de trillendc luchtkulom, en met
de trilling der stembanden, het geluid voortbrengt. Hij
nam rratv
                    .-..;■■                              ■ -.,. , . ! - ...
x. dat bij de verslapping der stembanden een hoo*
ger en bij derzelver spanning, een lage toon geborea
werd.
                                                              .,,.,, .,;., , ;
2. Dat bij de spanning.van den eenen, en;de.verslap,
ping van sen1 anderen stemband, de toon, naar even-
redigheid der opening ran de stemspleet dezelfde bleeC
3. "Wanneer Jiij de gefpannen stembanden met
den vinger aanraakte, blecf de toon evenwel dezelfde,
en dit zoude geheel anders zijn bij eene snaar.
4.      Wanneer de banden te droog wares, gave*'
zij geen geluid; een nieuw bewijs legen timns,
5.    Door loutere vernaauwing der stewrcet, zonder;
spanning , werd de stem hooger.-
6.     De hoogte des toons hing niet alleen af vaa'
de breidte der stemreetj maar 00k van de lengle en
wijdle tevens.
7.     Naar mate de luclit sterk of zacht tyerd inge-i
bragt, werd de stem hooger of lager, terwijl dti
opening dezelfde bleef.
En deze waarnemingen pleiten, naar mijn oordeel;
genoegzaam voor de meening van cuvieh en anderc
Hieu'we physiologen, dat namelijk het geluid der stem!
,on dezelfde wijze ontstaat, als in blaasinstruiucnten.'
In
-ocr page 70-
C to )
ih a?Ie taftiw&rkandige wet-kern vindt men Ae tbeorie
der borststem onl-wikkeld, maar de Eoogenaamde lis.
talstem (fausstty wordt niel «angeroerd.: De groote
kAliSn'spt'eekt er kort van; maar hij beschbnw*
ze als eene ziekelijke aandoening der stem; hetgetife
ftfcn ongegrond is. Ov<tr de wijz-e, -waarop de-ze soort
Van sl«m wordt voortgebragt, jnoet ik u «enige -<bbgen«
blikken bezig houden.
'Waar de borststem een einde neeml , be-gint de
listtel- d'F lioofd'stem. Bride stemmen Vers-ehillen daarin
Van elkander, dat de stembahden zich alleen bij de
"tistelslem oitTekken, ttvens meer gesparinen zijH en
tie stemspleet klein -wordt. Bij- de fisfelstem is elf
bijna geene trilling in de banden, tnaar wel eenigzins
Ml
de borststem, onidat de bandjes sterker gespaimen
Eijn: door de sterkere spanning der sten banden in de
fistelstem, -worden de randen der spVet scherper, dan
bij de borststem; en einde'ijk wordt net achterste
gedeelte der stemspleet gesio'tenj waardoor namdijk de
spleet korter, en, volgcns iHtoTits, die stem ge«
boren wordt, welke men met den naam van fistelsiem
teslempelt, en b)j de meeste ' inenschen gemakkelijk
van de borststem te onderscheiden is , door oeTening
ecliler een vrij groote volmaaktbeld verkrijgen kan,
l)oor meerdere scherpbeid en mindere grofheid in toon
ondersclieidt het gehoor de fistel- van de borststem^
V*U welke eerstgenoemde nimmer, dan bij gebrek aarif
''«
-ocr page 71-
( «3 )
|(*at>eg2ateea <Jtava»g van stem, gebrulfc moet genfaait
Borden (ii>
                                        ,
Even als de trillende bewegirig in harde ligcnaYhefi.
alSrhede -de trilling der lucht in daartoe vervaardigde
iiiStrumenten, het geluid voorthragten, even zoo be^
stemde de alwijze ScSepper de onS omringefide lutht,
dbof midddl van de triHende beWegihgen der ItiChW
deelljes, tot voortplantihg van hetzelVe. •—' Er tfroTdt
tot dit einde »ehe rekbare lucht vertischt, en z<m'de'i*
deze Wordt dfe irking verminderdof gehtfel vernietigd.
Hoe digter en rekbaarder, zoo veel te kraclitigcr, hoe
fijtier
o':.
(n)Het zij oris geoorloofd praMisch aan te hierkehj
dat, onzes inziens , de zanger niet wel doet, d*/
fistelstem te geferuiken, noch zich in dezelve te
oereheri; of wil In en stelligcr uildrukkinlgen, dat
hij die stem nimmer gebruiken moet. Immet»
deze stem heeft, om slechts e'e'n punt aan te roe*
ren, nocli de kraeht, noch- de rohdi- en Velfesi^f
Tan toon, die aan de borslstem eigen is , en. «ii
is dus niet gescbikt tot zoodanige vbordragt, als
de komponisl moet voorondersteld worden, bedocld
te hebben. En wat de oefening betreft, meeneQ
wij op grond van ervaring te fcunnen bewerin,
dat de borststem door bet gebruik der fistelsteen,
lijdt ; immers moeten de organen der stem, in.
eene onnatuui'lijke en gedwongene gesteldheid ge^'
bragt wordende, aan veerkracht en alle die an^
dere eigenschappen verliezen , Svier gcrhis l&et
eene goede borststem niet bestaanbaar i#, •>......"
Dit is onze individueele meening; het kan mis*
schien van bel&ng zijn, dat ze doer physiblo&eb'
iiader onderzocht en met <de ualuur der stcwor*
ganen vcrgelekeo wordt.
v.. '
D S BED,
-ocr page 72-
C H )
fijne* [en 'minder rckbaar, zoo reel tt zwatker word*
bet geluid ; eene le groote warmte is even schadelijk
als eene te groote kuude ; de malige luclitgesteldheid
is de voordeeligste voor liel geluid. Dat de verminde-
ring van lucht en ran derzelver rekbaarheid , welke
de geluidgcvende ligchamen omringt, voor de voort-
planting van bet geluid nadeelig is, bewijzen de proeven»
met de Inchtpomp genomen, en welke hebben doen
zien, dat bet geluid in sterkte afneenit, naarmate de
lncht nit eene daartue bestemde k!ok wordt uitge-
pompt.
t)e geluiden worden verder gehoord, en derzelver
hoogte en laagte veranderd, in eene rekbare vloeislof,
Nvelkn digter dan de lucbt is, hetwelk chlabhi met
yerscheiden genornene proeven wi! bewijzen.
In tuur-gas (oxygenium) uit bruinsteen is de klank
tneer dan «en' halven toon, en zelfs bijna een' gcheelen
toon lager, dan in de gtwone lucbt,
ffaterslof- gas (hydrngenium) geeft veel hoogere too-
nen, dan de gewone lucht; bij het gas uit ijzer en
gwavelzuur is het onderscheid een weinig meer dan
een oktaaf; bij dat uit zink en zoutzuur bijna een
oktaaf.
In kooteuur*gas (gas carbonicuni) uit krijt en zwa«
V
Yelzuur is de toon zeker eene groote terts iagcr, daa
In de gewone lucht. Het slik-gas (gas axuton) is niel
fot dit eiadc onderiocb.1 geworden,
-ocr page 73-
■■ ■                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                        5
V
C *5 )
De sterkte, waarmcde het geluid zich door vcrscliil^.
lende gassoorten versprcidt, hangt volgens pbistlei?
alleen van derzelver digtheid en niet van hare cheW
mische bestanddeelen af. Hij bs^dicnde zich tot dit
onderzoek van een klokje met een tikkend hamertjet
voorzien, helwelk onder eene met gassoort gevulde stulg
geplaatst word, en nam dan waar, op welk eenen af-
stand liet geluid konde gehoord worden.
In walerstof - gas (gas hydrogenium) was het geluid.
even sterk, als in den gewonen dampkring; in kool~[
zuur-gas {gas carbonicurn)
sterker, zoo dat het zekcffj
zich de helft verder hooren liet.
In zuur- gas (oxygenium) was het geluid eveneenat'
krachtiger, dan in de gewone lucht, en zeker sterker»
dan men ten opzigte van deszelfs digtheid verwachten.
zoude.. ------ De daartoe door mij gcnomene proevem'
spreken die van chiuii in zoo verre tegen, dat
siechts hij het gas hydrogenium de toon eene oktaaf
hooger was, en men geene yerandering van toon in desv
andere gassoorten konde bespeuren.
Welke dan ook de rekhaarheid der lucht of sterkere
voortplanting van het geluid in verschillende gassoorten
zij , het komt eindelijk tot het gehoor, een orgaan p'
hetwelk bestemd is, om al wat hoorbaar is, te out.;
a angen en aan onze ziel mede te declen; hieraan twij-
felt niemand. Maar ik opper bij deze gelegenheid met
andere mannen een denkbecld , dat ook het geluid langsW
eenen andeven weg tot de ziel kan wovden overgebragt*
Wanneer wij in den omtrek van geluidgevende ligclia-^
men , ook aan andere voorwerpen , als tafels , deuren ■
stoelen, glazen enz. , bij de uitoefening der muzijk eeno,
zekere trilling waarnemen ; wanneer wij op den aanval
van koude en andere aandoeningen onmiddellijk tene.
Filling gevoelen; wanneer er veorbeelden, zijn, dat.
E                                              8ew
.?,* <■■
.
-ocr page 74-
... ._.. .
C €6 )
gelieel dove menschen een uilftmntend gelioor voor de
Wuzijk hebben , alle toonen good kunnen onderscheiden,
vooral dan, wanneer de eigenlijke fuHclie van het
orgaan onderdrukt is, zoo als ook, bij Voorbeeld,
hlinde menschen . door het gevoel de kleuren eeni>;zins
lunueii onderscheiden ; waaroin zouden -\yij ons niet
■vosrstellen kunnen, dat de mazijk door middfcl der
huidzenuwen onze aandoeningen trcfl? Waarom "z~ou-
den wij aan de liuidzenuwtjes, -wier allergrootsle ge«
voeligheid en verwantschap met groolere zenuwen zoo
wel, als derzelver ligte aandoening voor ontelhare prik-
lelingen befcend is, dit Vermogen niet kunnen* toe-
schrijven? ten minste mij komt het gansch niet on-
aannemelijk voor, dat onze aandoeningen ook langs
dien weg worden opgewekt. En nu ,komen wij van
zeli op ons tweede deel.
T <x> e e d e Deel.
Ik moet uwen geest nog eenige oogenhlikken bezig
liouden , mijnc Ileerenl met tent stof, -wcike veler
aandacht mogclijk onwaardig scliijnt, omdat de toon-
kunst er het onderwerp van is ; inaar juist dez* in
het, van welker uitwerkselen geleerden van vorige
eeuvven, en ook van de onze, in andere laoden, den
grootsten lof vermelden, en w«!keT groote uitwerkselen
de meesle mer.schen niet kennen , of bij aldien ze aan
Sommigen al bekend zijn, gcven zij zich meeslal de
moeite niet, om deze'lve van nabij te beschouwen, en
te bewonderen. ------ Het zijn geene hypothesen, op
ligte gronden gebouwd, welke den toets der waarheid
of dien der ondervinding niet kunnen doorstaan: neen,
■verre van daar! ik zal TJ deze hemelsche kunst in hare
Voile kracht trachten af te roalen, derzelver invloeil
Op de vorifling van ziel en ligchaam, op de harts tog-
lea
'                              ■■                                                     y <■
-ocr page 75-
»
( 67 )
ten en ziekten der menscllen doen zien, dtt Silt allet!
met voorbeelden en getuigenissen van gelcerde m'annen*
staven, Maar voor dat it hiertoe overga, zal ik Vf
a!s in het voorbijgaan, een denkbeeld van de ware mu-
zijk en derztlver uitvoering trachten te geven.
Wanneer men in het algemeen over ccne vyetenschap'
sprei-kt, bedoelt men die in hare volmaaktheid , en.
zondcr deze volmaaktheid veiliezen alle kiinsteh en
wetenschappen liaar sclioon en hare waarde: zoo ook'
de toonkurist.
                                               '
Men kan de uitvoering van muzi'jkwerkeB vergelijkeA'
bij een toitier landgezigt op levenloos doek gemaald»
waar licht en schaduw in vcrschillende kleureh, vol*
gens natnur en kunst geschakcerd , den aanschotnver
een aajigenaam geheel biedt. Wanneer een muzijksluk,
het zij Adagio of Allegro , Largo of Presto , steeds in den«
zelfden Irani, zonder afwisseling van forte, piano, ehz.'
zonder de minste expressie wordt gesteld en voorgeW
dragen, dan spreekt het van zelf, dat zoodahig stufc'
den kenner walgen moet, en bij den onkundigen niet
de minste sporen van aandoening achterlaten kan. De>
kunst van muzijk te komponeren stel ik oneindig
moeijelijkcr, dan die van «cnen held of afgestorvenen
vriend, in schoone en verhevene versen, te bczingen:
want hoewel er eene uitgestrekte kennis tot de laalsC
genoerade kunst vereiscln wordt, zij houdt zich tochj
itiaar met een houfddenkbeeld bezig, terwijl de koui-
ponisl ook legclijk aan een tiental partijen denkea'
moet, welke zijnen hoofdtckst of vergezellen of bif
afwisseling overnenicn en verfraaijen moeten.
Ik hedoel hier niet de uitvoering van muzijk, zoal
sis' wij dezelve dagelijks kunnen hooren op pjWalsen ,'
waar deze kunst als een punt van opvoeding wordt
g^Ieerd aan kindefen, welfce ovir het al'gemeen . zp'nder
E a                                          |t-
-ocr page 76-
C 63 )
geroel of gronillge tennis, het Adagio als Allegro, het
Andante als Rondo aframnie'cn ; ik bedoel evcnmin liet
genang van dezulken, wier stem meer tot gtLIen, dan
tot zingen overhelt, of die, war.neer zi j ook al eene
sclioone stem bezillen, van dezelvc, uitj gcbrek aan
©efening en onderwijs, ook dikwijls van natuurlijk
gevoel, geen gebruik wcten te raaken. Ja wat meer is,
■wij kunnen de kunstige viugge gvepen of sprongen op
"viool, has, piano enz. , welke eene snelle aaneenscha-
leling van toonen voortbrengen , even als de kunstige
luchtsprongen van een' koordendanser of paardenrijder,
vel bewonderera, niaar met geene goedkeuring aanboo-
ren, noch met regt muzijk noemen. Keen ! Die zich van
de toonkunst zulk cen denkbecld vovmt, kent helaus!
de -ware niet. ------• Wij moeten da uitvoering van
zang- of andere muzijk niet alleen bewonderen, maar
er ook door getroffen worden , en dan eerst lecren wij
bare kraclit kennen , dan kan zij dezcifde. aandoening
in oris verwekken, als bij den grooten reusseau,
vanneer hij in zijne Julie zegt:
,, Als ik haar hoorde zingen, maakte 2icb eene onbe-
„ kende wellust van inijne geheele ziel mecster, bij el-
„ ken toon stelde zich een beeld voor mijnen geest of
,, vormde zich eene aandoening in mijn hart. ------ Eii
,, de scliitterende voordragt, vol van de sterkste uit-
„ drukking, yvaardoor de verwarring van hevige driften
,, geschilderd, en tegelijk wezenlijk daargesteld werd,
„ verdween bij mij a!!e denkbeeld \ an muzijk, zang en
„ nabootsing. Ik meende indedaad de stem der
,, smart, des looms en der wanhoop te hooren. —
,,Ik dacht het waren de sleuimen van eene kermende
,, woeder , van een bedrogene geliefde en van woedende
„tirannen, en ik had moeite bij den geweldigen in-
,,druk, welke dit op mij maakte, op inijne zitplaats
„u blijven."
                                                                  Wis
-ocr page 77-
C ^9 >
Wie irnmers Iras niet verrukt bij de goedc uilroe«!
Ting van een verlieven Requiem en andere statigft
kerltelijke muzijk , van de Zauberfliite, Don Juan en
die llochzeit von Figaro van den rummer volprezenen
wozAHT, bi; de missa's en opera's van eenen c H B-
BtiiBl, de koncevten, sinfonien en quartctten van
eenen bjiibotii, bij de Griselda of Camilla van
eenon ran, de opera's van wijiih en zoo vele
anderen ? Maakte zich geen zachte aandoening van uwe
ziei meester, -wanueer gij eenen ho m sue op de
violoncel , eenen rode, spoHRenvioTTi opde vi-
ool, eenen mouti op de f luit, eenen HEiHSTagf
op de klarinet hoordet tooveren ? Ja, mijne Heerenl
zoodanige muzijk moet U in verrukking bvengen ,
waardoor de onstcrfelijke mozart den dag van bet
jongste gi rigt afmaalt en van den oppersten Regtei*
dcr wereld vergiffenis voor de gestorvenen afsmeekt»
■waardoor Haydn de schepping voortbrengt, en de
jaargetijden schildert, waardoor tiuct de rnenscbe-
lijke zwakheden en liartstogten, en loccHEimi
oris aan de tijden der kinderlijke onschuld herinnert.
De goede beliandeling der instramenten is sclaoon,
maar de mensclienstem overtreft alien, niet alleen
door derzelver zacbtheid , volheid en helderheid ,
maar door onmiddellijke uitdrukking van gevocl in de
yoordragt der slukken , en mogelijk , omdat deze toonen,
•Is bet ware rneer overeenstemtning bebben met ons
ligchaam (?) Vooral dan is de zang het schoonste,
•wanneer zij in eene daartoe het best geschikle taal, en
door cene volmaakle harmonie van strijk- en blaasin*
*trumenten ge-akkoropagneerd, met gevoel en krachc
Vordt voorgedragen; wanneer de zanger geheel en al
4a den geest der -woorden doorgedrongen is, en de-
ceive natuurlijk en duidelijk uitsgreekt.
E 3                               K*
-ocr page 78-
C 70 )
3De beoefening van deze kunst, welke reeds luthks,
jBaast den godsdiensl, het scboonst op aarde noemde,
Kioel ontegenzcggelijk cen1 groolcn invloed op de
forming van het hart en dp bartstogten liebben.
Dit. immers leert de ond«rvinciiog. Eeeds bij den
iuigeling zien wij de angsivoile moeder met eene be-
•vende stem de diepste smarten van haren lieveliiag tot
Jiedaring brengen : zonder dat het kind -weet, wat deze
klankcn zijn, gevoelt het nogtans iets aangenaams,
lietwelk zich dikwijls door lacbjes openbaard. \A an-
Meer het kind tot rijpere jaren gekomen , met een
goed gehoor, aanleg en stem begaal'd is, en al'engs in
je toonkunst wordt onderwezen, kent het geea grooter
jcnoegen dan tot uitspanning deze kunst te beoefe-
*ien. ------ De jeugdige leeflijd , in welken de grondslag
■voor het geheele volgende leven gelegd word!, zoo -wei
slechte als goede zadcn in rijpere, jaren vrnchlcn
■voortbrengen, in dezen tijd , zeg ik , is de toonkunst
gescbikt, om het gevoel te verfijnen, en van daar niet
alleen tot mecrdcre kiesheid en boogere denkbeelden
t>p te lei den, wanncer zij met de beoefening van andere
tvetenschappen gepaard gaat, maar ook, om eene treu-
yige geaardheid in eene vrolijke te herscheppen en
eene afleiding van schadelijke uitspanningen te makrn.
Dit is niet alleen het denkbeeld van hedendaagsehe
achrijvers, maar ook de groote pythagoras was
•van deze meening, daar hij zich van de toonkunsfc
hedier.de, om de havten tot edele en vcrhevene gevoe«
lens op te vyckken, en de liefde tot de deugd in de-
sselve te doen ontbranden. Plato en ciceio waren
van hetzelfde gevoelen, en de invloed der muzijk opt
het karakter der Crieken en andere volken kunnen -wij
in de geschiedenis vinden, — Kan de sehoone ker*
kelijke muzijk niet regt tot ernstige denkbeelden stem-
jmenl.
-ocr page 79-
I
i
it*)
men ? >loeiden nict stille r,eine, aandqeningen in uW<>
ziel, als gij bet heiligdom der moravische breeders
binnentraadt en in de teedere, hariponische gezangen de
gevoelens ran deugdgezinde harten meendet te bespeu-
tcje. ? Denkt gij niet , mijne Heeien! dat de toonkunst
in staat is , den bloodaard. tot raoed op te wekken , en
den wrcedaard in een goedaardig men sell te verande*
rcn ? VcrplaatstU ,voor cencn oogenblik met rnij op he*
slag veld: ziet gij niet hoc de moedigen in woede ont-
vlammen; hoe de krijgsman, die al te after aan de
geneugiens des levens gchrcht, en zclfs mogelijk een.
bloodaard is, alle vrees vergeet en op den vijand aan.
vliegt, wanneer de krijgsmuzijk in verrukkende harmo-
nien aanheft ? '
David had door het hespelen der harp op de
gecstgesteldheid van saol eencn grooten invloed; Tip
motheus ontstak de gramschap van alexandeh,
door in Plirygischen toon te spelen, en in den Lijdi-
schen over te gaan. Emeus, koning van Penemar-
ken, werd door zekere muzijktoonen zoo woedend, daj
hij zijne huisgenooten doodde. De driflen van xlisa.
■werden bedaard door ecnen snarenspeler. Ulijsses^
koning van Itaca, Troije moctende helpen belegeren,
stelde zijne echtgenoote onder de bewaring van den,
muzijkalcn diehtcr phemitis, welke de aanlokkelijke
aanzoeken van Penelope's minnaren door zijne mu<
zijk krachteloos maak,te, en even zoo stelde a g a~
memnon zijne gemaiin onder het opzigt van den
xanger demadoeus, die door zijn spel de vorsten
onvatbaar maakte voor de verleidende aanzoeken vaiji
imsius, welke dan ook zijne oogmerken niet be»
jeikte, dan na dat hij den muzijkalen dichter rev;
jbannen had.
Hoftderde voorheelden van diea, a*xd aseude we^
jE 4
                                    kavn
K
-ocr page 80-
C 7* )
Icunncn optcllen; tnaar dit zij genoeg, om eenige b>-
Vfijzen aan te voeren. Zien v/ij nu , welken invloed
de nauzijk op de vorming van ]iet ligchaam hceft.
Gezonde ligchamcn , welke niet de hoogste gevoeligheid
Jbezitten , zijn hct best voor de nilocfening der loon-
iunst geschikt, daar eene te groote gevoeligheid wel-
ligt tot ziekten van allerlei aard aanleiding zoudc kunnen
geven ; maar somtijds kan de muzijk deze ook onder-
<5rukken- — Het is natmivlijk , dat de behandeling der
3nslrurtienlcn, daar zij bewegi'ng van de spieren verei-
schen , welke aan den wil ondorworpen zijn, over het
algemeen niet dan een goede uilwe.rking op den gezonden.
Slaat van het h'gehaam kunnen hebben. De blaasinstru-
menten zijn voor die menschen allcen nadeeiig, -wilke
3ezel ve in overmpat en te jong , of op eene verkeerde wijze
leoefenen, of aan eenen ziekelijken staat der ademha-
li'ngs--werktuigen onderlievig zijn, Zoo mott bet, bij
-voovbeeld, nadeeiig zijn, dadolijk na den maaHijd, na
sterke vermooi ji'nissen van geest en iigchaam, of in
eene. vooroverzitlende houding met groote inspanning
jmizijk te maken , daar zonder twijfel eene voorover-
webogene houding, de vrije werking der longen be-
lemmert, en de longen door de versnelde aderobaling ,
te sterk geprikkeld worden ; eene matige inspanning
daarentegen, ter regter tijd aangewend, versterkt dit
orgaan.
Maarde zangtunst houde ik voor bet meest gescliikt tei'
kevordering der gezondheid. Wanneer de menscli in zijne
jcugd , onder een goed opzigl, naar de regelen der
kunst, in dczelve onderwezen wordt en tegen do
jaren der manbaarheid of huwbaarheid zijne oefenin-
gen voor eenigen tijd geheel en al staakt, of tea
wrinste niet dan met de grootste omzigligheid voortzet •■
kan liet niet anders, dan gelukkige gevolgen voor hem.
-ocr page 81-
C 73 )
hebben. De longen immers, zoo te zeggen het teederst*
orgaan van het menschelijke ligchaam, zijn voor ziekten
vatbaar, welke bijna onherste'baar zijn; maar door de
dagelijksche trapswijze oefening der stem worden de-
zelve krachtig en minder gevoelig, en het zingen heeft,
over het algemeen , even als andere ligchaamsbewe-
gingen eenen goeden eellust en gemakkelijke spijsver-
tering ten gevejge, waavschijnlijk door de bewcging
van het middenrif (diaphragma) op de maag en inge-
•wanden. Daarenboven geeft ons de oefening der stem
eene aangename fpraak, en vorrat den man tot een wel-
luidend redenaar.
Dit zijn gewigtige uitwerksejcn der toonkunst, Mijne
Heeren ! maar wanncer gij mij nog eenige oogenblikkcn
met uwe aandacht volgen wilt, zal ik U de kracht der
muzijk in haren vo/Ien Iuisler doen zien.
De voortreffelijke eamerabius, roederich a.
CASTRO, ETMULLER, ERENDEL, UStEB, WIl"
KARD,HA1LER,B1SM1K1ACH, TISSOT,IISADII,
OSSIANDK R, ENNEMOSER, WEBER en de groot*
RfCHTER, zijn hier mijne gidsen, welke over deze stof,
in het algemeen, of in het bijzonder , geschreven hebben.
Wanneer de muzijk op den mensch in bijzondere
ziekten eeae goede uitwerking zal hebben, moel zij
goed worden uitgevoerd , gepast zijn, en de zieke moet
eene volkomene vatbaarheid bezilten.
Men moet den zieken in zijn geheele gestel en ka-
rakter gadeslaan, nasporen tot welk eene stemming hij
an den gezonden staat overhelt, tot vrolijkheid of
tot droefgeestigheid , of hij oploopend of gematigd van
temperament is, of hij zelf de muzijk beoefent, en
Welke muzijkstukken zijne gelief koosden zijn; dan eih-*
delijk nog moet de geneesheer zelf de toonkunst theo<
Tetiscb. of praktisch behamlelen, om die soort van sink-*
£ 5                                   ken
i
-ocr page 82-
C /4 )
hen te kunnen uatzOeken , welke juist voor de zieke*
lijke gesteldbeid van den lijder voordeelig kunnen zijn,
en voernamelijk, on tc kunnen bepalen, welke ziekten in
let bijzonder deze wijze van genezing kunnen vorderen.
De zenuwziekten zijn in het algemeen het best, voor
deze behandeling gescbikt ; maar er bestaat ncg zu'k
een groot verscb.il van zenuwziekten en de natuur der
lijders is zoo vcrschillend, dat de arts daarop voorna-
melijk acht geven mod ; want dezelfde verschijnselen
■van zenuvraandoeningen hebhen dikwijls gekeel andere
oorzaken , zijn aan wijzigiagen onderbevig , en kunnen
met eene verhoogde of vernainderde gevoeligheid, direkte
of indirekte zwakle geparrd gaan, en eene verschillende
ioediening van de muzijk vereischen. Somlijds strrkt
de muzijk geliecl en al tot genezing, dikwijls ecliter
slechts tot een bedarend of pijnstiliend middel. In
ziekelijke aandoeningen der zenuwen , gepaard met eene
▼erhoogde gevoeligheid, wordt eene zachte en aanhou"
dende muzijk, in de ziekten der zenuwen met eene
verminderde gevoeligheid, snelle, harde, afgebrokene
muzijk aanbevolen. Evenwel wordt dit voorschrift
somtijds in beide gevallen of zonder*nut of met nadeel
aangewend , zoo als dit ook met, somraige genecsmid-
delen, ten opzigte van derzelver uilwerkselen, bij ver-
#cb»Uende lijders plaats heeft.
De groote ticHin (Specielle Thctapie, 7P dcel
Jbladz. i5o) zegt het volgende:
wDe indrukken op bet gehoor worden als tegenprik;-
ykels misschi«n al te. zeer veronachtzaaKid, vooral bij
,, zielsvcrwarringcn. Slagen, kanonschoten en andere
., onverwachte schrikverwekkendp geluiden kunnen toj,
„ nisr.he krampen der hersenen ontbinden, — Aangv
,, name of sterke, onafgebroken voortdurende of naa*
j, eene aekere maat aapgegevene looneu, en eveneens met
-
»
-ocr page 83-
C 75 )
„ bepaalde lusselienpozen herhaalde slagen op een xwhij?
„ klok, pauk of turksche trora, het aanhoudend bromr
,, men ecner orgelpi jp , het droppelswijze afvallen vafl
„ water in een metalen vat, het klappcren van eenen mo-
,, len, het ruischen van eenen waterval, zelfs het tikken
it van een hnisklokje, weklen ooze opnierkzaamheid op,
,, houden de verbeeldingskracht bezig, stillen daardoor
,, hel aangedane zenuwgestel, leiden den zieken van eea
„ vast denkbeeld af, verwckkcn soratijds slaap, en stil—
,,len zelfs krampen en delirien. Gemeenlijk worden zij
,, dan bet wirkzaamst, wanneer de andere zinluigen in
„rust zijn en dus ook wanneer de lijder zich in de duis-
„ ternis bevindt.------Bij zieklen der ziel, wanneer de
„ lijder onophoudelijk ijlt en de ongerijmdste denkbeei-
i, den zich doorkruissen, kan eene -wildc en verwarde
„ verroeiiging Tan toonen , als die van het kalten-
„ klavier , waarvan mil sprcokt(ii) heilzaam zijn. D*
,, muzijk brengt door bare aangename indrukken het
,, hevig aangedane zenuwgestel tot bedaren, neemt de
„ oproerige bcwegingen der in\yendige zinnen weg , oo-
„ derdrukt tievige hartstoglen, door eene onbepaalde
,, opweiking der phantasie , en verbant de droefgeestig-
„ heid, bijpochondrie, en staarzucht (catalepsis) door
„ het opwekken van een zachter gevoel: en men kaa
,, des te eerder krampen van allerlei aard wegnemen,
,, hoe gvooter de gevocligheid voor haren prikkel is*
(i Men verkieze, bij voorkeur, zulke tooncn , instrument
,,ten en kompositien, welke den lijder in zijncn get"
„ zonden staat bijzonder aangenaam waren. Zoo werkli
«, op den Zwitser bijzonder het herderslied, der Kuh~
^reigen
genaamd, op den krijgsman, marschen en an-
4n) Rhapsodien Hber die Ancvendung der psynhhcheit
Curmethode auf Gcisteaerruilung. i8o3, bl. *o5.
-ocr page 84-
ipWffWBlPPPpilllfflpiWpp'
C 7* )
1, dere krijgsmuzijk, de fuge op den kapelmeesier. ——
„Evenwel moet de soort van muzijk naar de aanwezigc
», gemoedsgesteldheid en den graad van gevoeligheid hij
,, geestberoeringen naar hare versclieidenheid uitgezocht
„ worden ; ten opzigte waarvan hot nog aan genoeg-
,, zarue ondervinding en aan bepaalde overtuiging ent-
,, breekt enz.
Dat de muzijk de genezing in hevige koorlsen be-
vordcrt, leoren de waarnemingen van Dr. teei*>
8CHNIGENS, *PEBtIKG, TISSOT, H O G E It , geneeS-
lieer aan de uuiversiteit te Montpelier, en eerdmam,
Professor te Wittenberg. In H jaar 1696 gaf spit-
Iing te Wittenberg cen vrerkje uit, waarin hij de
muzijk tegen het jjlen in hevige koortsen aanprijst,
en TissoT deelt ons verscheiden waarnemingen, in
deze soort van koortsen gedaan , mede, van welke ik
«r U eene zal verhalen.
Een dansmeester te Alais , had zich, gedurendc het
karneval in het jaar 1708, zoodanig door buitengewone
werkzaamheden van zijn beroep vermoeid, dat hij
liek , en door eene hevige zenuwkoorts aangetast
■werd. Den vijfden dag zijner ziekte verviel hij in eene
«laapzucht, waar uit men hem nict dan met veel moeite,
Jtonde opwekken : deze verliet hem , maar hij bekwam
iaarop een stomme razernij , gedurende -welke de kran-
ke alle pogingen deed, ora uit het bed te springen, met
Jioofd, handen en voelen die genen sloeg en traple,
welke hem dit wilden beletten, en eindelijk alle ge-
»eeskundige hulp onbewust weigerde. — De heer M a n«
jiijai zag hem in dezcn toestand, kwam op het
denkbeeld, dat de muzijk hier veelligt heiizaani zotule.
kunncn zijn, en deed den geneesheer daaromtrent cenen
Toorslag, welke volkomen werd goedgekenrd. Men ver-
locht, namelijk, ceneu vrieud des dansmeesters, om op
-ocr page 85-
mm          -'WW
C 77 )
de viool te spelen, en wel die stukjes, welke het vrd-
lijkste en den zieken het meest bekend waren. Zoodra
srijn vriend op de viool begon te spelen, rigtte de lijder
zich in de houding van een' measch, die aangi-naam.
rerrast wordt, in H bed op, en wilde met de armen
en het hoot'd de dansbewegingen maken, welke ;tot
het gespeelde, stukje behoordcn. Maar daar men hem
vastbie'.d, konde hij nict dan door het knikken vaa
Eijn hoofd , het genoegen aan den dag leggen, dat hij.
©ndervond, Eindelijk na een kwartier ilurs de muzijk
gehoord te hebben, viel de zkke in slaap, en in dezen.
slaap volgde eene krisis, waardoor hij geheel herstelde.
Volgens het getuigenis van Gissoiisos bedien^e
Bich asjclepiades van de imizijk;, als palliatief in
de ontsteking der hersenen, welk middel in de meeste
gevalien, naar mijn denkbeeld, wegens de spoedige be-
siissing en de heviglieid dezer ziekte, niet gemakkelijk
kan wordea aangewend. /
Doctor denis, te. Douai , genas door de muzijk een«
ioorts met staarzncht vexgezeld, in welke andere van pas
aangewende geneesmiddelen de kwaal vercrgerden. Ook.
Jiegt men, dat thalks de pest genas met muzijk;
het komt anderen en mij, evenwel waarschijnlijker voor,
dat hij door de muzijk de menschen in eene opgewek.
tere stemming bragt, en aldus de vatbaarheid voor de
pest verminderde.
Absoldus in zijne verhandeling, de villa Graeca,
en hebrman geven de muzijk ajs middel op in de
derdendaagsche koortsen, maar meer als bijkomend,
dan als hoofdmiddel, en o o s T E r d ij k s c h a c H b
schrijft aan dezelve in koortsen, over 'talgemeen, een
jiaapverwekkend vermogen toe.
E iMiititB. en tIikaki prijzen de muzijk al*
gtneesmiddel in de melancholie aan, en deelen de vol«
jgeiule gebeurlenis mede :
                                               Een
-ocr page 86-
C 78 ) ,
., Een man, welke in den hoogstcn graad melancholiek
jjWaSj en welkeri zonder vrucht een aantal middelen
,> waren toegcdieiid, verzochl mij hem in eenen lievigca
flaaiival te bezoeken, en een e'e'nig, maar het beste mid-
,, del voor te schrijven ; waarop ik muzijk in eenen vro-
jjlijkeh Irant liet uitvoeren, en met zu'.k een goed ge-
„ vo!g, dat, zoodra hij de eerste toonen hoorde, hij
„ bi'gon te schatereli van lagchen en dansende , geheei
5) van de ziekte genezen, zijne legerstede verliet."
' Ahjiieos en haieeb verlialen ons voorbeelden
tan gehezing der razernij door de muzijk. Ondev an-
derefa zegt de laatste, dat nitiiits IV, v.olgeuS
net getuigenis van nuinilis cantemir, door
niiddel def muzijk van die kvvaal genas.
De hypochondrie belioort gewis onder die ziekten,
welke door de beoefening der muzijk en het aaiihooren
raft dezelve kan verminderd, zoo niet gcliecl hersteld
worden.
AlftEHAEUS, rtlNIWS, JIOtEO! EAEJ1TIUS,
IPIPHABIUS, FERDlNANDVS, JOHN. HENINIOS,
VOSSIUS, AISJ AS - S Y I V I U S , COSBAS GESNER
en richtEr, prijzen dezelve in de jigt aan. Sin a pi us
en wEBEr eveneens , maar meer als palliatief. Ten op*
zigte van de vermindering der pijn verhaatt sikaiius
het volgende : „ toen ik te Kleef eenige jaren doorbragt,
„ beoefende ik de citer als mijn gcliel'koosd instrument
,, en bezocht van tijd tot tijd het liuis van den baron
,jt)K WACHTENDONK, "weike dikwijls aan het podo-
fi gra ziek lag, en mij verhaalde, dat hij veel verlich.
i, ting van pijn had, wanneer ik voor hem op de cite?
„ dpeelde."
Philistion en aulus itnus, hebben veeF
6p niet de toontaitst voor den' heupjicht, en porta
in zijn natmuvijk tooVerboek haalt uit de ouden i s«
»*•
-ocr page 87-
r .                                  ■ . ■ ■ ,
C 79 )
MANIAS ran Tliebe aan, tfeTfce de lienpjicht door dft
toonkr.nst &enas. Ook ii'ofHUAStBS de Eresier, houdt
hi diergeiijk* ziekten, de muzijk voor een hulptniddel.
De 'beupjiclit heei't vcrschi'l'ende oerzaten, eii dikwijlS
is zij ongeneeslijk ; maar van welken aard die dan Oofc
rfijn ir.oge, de ko'r'fc ohdervinding fceeft ittrij doen zien»
dat somnrige inenschen , welke aan d^t ongeinat l'ijd«fcf
de mnzijk volstrefct n*ret verd'ragen kuttnrfn. Ond'er aifci
detfen is mij Sen meisje -b'eken'd, Wier pijn^n dadelijk op?
het hooren van gevoelvolle mtrz'ijk xsifftstaab ,' of Verer*
geren, waar-schijuiijk. door eene, in den hoogsten graad
verlioosjde , gevoeligheid.
Chastehic en doct. -ihtm, vooral de laatste,
elaven met voorbeelden hunne meening, dat de muzijk in,
de pijnen der oogen als pijnstil'l'end nllddel ^anodyhtiiji)
hellzaam zijn kah. „ Toen it," zegt Webeh, „inhetjaatf
„ 17*82 een hevige ontsteking aan net oOg Iiad, Meter
„ zich een virtuoos, met name ti-fc I i f e ft, te Mainz,'
,, op de fagot hooren. Ik -vVoond'e zijn koric'ert'nlj; t%
„ tot mijne groove rerwonderi'rtg bespeurd'e ft ged'ur'en'd'ii
,, de uitvoering der muzijk, aanmcrkelijke vermindering
„ van pijn , maar bij het verlaten van de zaal, verhie£
„ zij zich weder. Mijn klavier was mij tot hetzelfd«
f,einde ook van nut."
Dat de muzijk de folteringen des doods kan verligteaj
aullen ons de twee volgende voorbeelden genoegzaam
fcevestigen. Toen koning I091TMI XIII ster«
vende was, Het hij zich iets voorspelen, en liij zeide,'
dat zijne ziel zacht en aangenaam insliep. Ook koning
gin Elisabeth, welke wel niet als ckomwei op
gelijke gronden door de hevige vrees voor den dood
gefolterd werd, liet aan haar slerfbed koncert gaven»
opdat zij vrolijk zoudc sterven.
£o die mannen, ^rier ntmen ik U reeds lieb opge-
noemd
-ocr page 88-
C 80 )
jioomd, mijne Heercn! prijzen,bij veaarneming, de aan-
Wendiog der muzijk 00k in de doofheid, moeijelijke
spijsvertering , krampen van allerlei aard , St. Vitus
dans, vallendc ziekle , en ongevoeligheid van het zenuw-
geslel aan, in clke ziekte bijna verschillende voorbeel-
den aanhalende. Maar dit zij genoeg ; ik zal mijne
Jnoeite dubbeld beloond zien, wanneer deze verhande-
ling de kennis der toonkunstenaars kan verraeerderen ,
^n mijne kunstbroeders tot vurige beoefening dozer
edele kunst wag aansporen.
0, P. KI!T.
De schrijver der bovenslaande Veihandeling , ons
dringend verzoclit hcbbende, om dezelve in haar ge-
heel in een stuk en -wel zoo spoedig mogelijk te plaat-
#en, hebbcn de voorhandene berigten tot het volgende
^tuk moeien blijven liggen, te ineer, daar dit sluk
p-eeds boven de mate groot geworden is.
PE 1EJ,
.
-ocr page 89-
A M P H I O N.
:   :    i .
KORT GESCHIEDKUNDIG OVER-
ZIGT VAN DEN STAAT DER
MUZ UK 1NENGELAND.
T
An het derde stuk van den vorigen jaargarig van
dit tijdfchrift, op bladz. aot , hebben wij onzen lezers
beloofd, heteenof ander stukuit the quarterly musical
magazine and review,
in onze taal vertolkt, als eenft
proeve van de wijze, waarop de Engelsclien over de
toonkunst denken , en van <ien trap van besrhaving,,
welken zij in deze kunst hebben bereikt, in ons tijd-.
tchrift over te nemen. Ten einde echler onze lezers
te mcer genot en nut uit die lektuur te doen trekken,
bebben -wij het noodig geoordeeld , een kort overzig*
van den staatder muzijk in Engelaod vooraf te zen-«
den, hetwelk wij hebben getrokken uit eene om&lan*
digere befchvijving , te vinden in den een en twintig-"
sten jaarg&ng van de allgemeine musikalische Zeitungt
III. IAAEC. II. St.               F                                           ft
-ocr page 90-
r 82 3
De Engelsche natie, onder wclke in het algemcen 00k
de Scholsclie en Iersclie begrepen wordt, lieeft, vojgens
«Ie vroegsle berigten. altijd veel gevoel gehad voor de
snuzijk in het algemeen, en voor den zang in het bij-
*onder. Daarvan leveren de , zeifs tot op ons gekomene ,
-gezangen der oude Bardcn en de volkslicderen dier
jiatie een treffend bewijs op; alle die liederen zijn
■vol van het innigsle gevoel, ofschoon sommige harer
melodien en modulation in onze ooren hard en onaan-
genaam klinken. En ofschoon men gemeenlijk beweert,
dat de Engelschen niet, als andere volkeren, door een
»nel ontvlambaar muzijkaal gevoel worden weggesleept,
lietwelk ecliter dikwijls:, even als de -wijngeest, te snel-
ler vervliegt en geenen blijvenden indruk achter Jaat;
het is nieitemin ontegensprekelijk, dat in Engeland,
over het algemeen, eene vfaarlijk goede kompositie mecr
kijval vindt, dan eene middelmatige van dezelfdc soort,
en dat, -wanneer sommige weiken door bijzondere om-
Standigheden 00k al eenen tijdlang onverdienden opgang
maken, zij toch in de verdiende vergetelheid terug
zinken, zoodra de oorzaak ophoudt, -waaraan zij die
toevallige verspreiding te danken hebben. De billijke
lezer y.al wel niet vcmvachten, dat men hem voorbeel-
den van dit laatste bijbrenge; maar zich levreden stclS
len met de verzekcring , dat hatbn, mozab*» beet-
Hove s, w inter en andere mannen ran <iien aard in
Let hoog geprezens Albion steeds veel liijval vinden.
Ja
-ocr page 91-
C 83 )
3a, zelfs de fuga's van johann susastuj «A 8 B1
ziin, indieri zij. helioorlijk voorgedragcn -vTorden ,■ nitt4
te geleerd voor het' gevoel dar Engelschen.
De muzijkale instellingen in Engeland brcngen inttrs-'
schen slechts weinig toe tot opwekking van muzijkale
lcunsl en -wetensebap, met nitzondering evenwel van d»
kathedrale kerken. Wij zullen van elk dier instellingeni
kortelijk gewag maken, en beginnen billijk met de
M U i IJ I VAN DEN KONIH8, VAN HIT HOT enti
Het Britsclie hof onderhoudt niet, even als andere
hoven, een glansrijk orkest van zangers en instrumental
le toonkunstenaars , kapelmeesters en koncertmeesters^
wier soldij hen, zijn zij komponisten , in staat stelt,
om al hunnen tijd en bunne krachlcn met lust en ijvetf
aan het voortbrengen van kunstwerken te besleden, of^
tijn zij enkel leden van het orkest, om zulkeiwerkea
met deelueming, en liefde voor de zaak te bestmleren i
zoo dat dc door den komponist bcoogde uitWerking in«
derdaad ■ tot; klaarheid gebragt Wordt. Hieruil vloeit
voort, dat men in Engeland geenen bepaalden aandrangr
gevoelt., om de muzijk als kunst ea wetenschap le
beoefenen, da»r men de gelegenheid ontbeert tot aanftel-
linge.a- van groote zangers en toonkunstenaars, v,relke
andrrs , even als aan velc hoven, hunnen ouderdom
onbekommerd , en zonder vrees voor een nooddrnftig
be ft a an, zouden kunnen te gemoet zien. Er is te Lon»
r a
                                        den
-ocr page 92-
C 84 )
Hen wel tea zoogenaamd orkest van het bof, maar de
leden van hetzelve irekken slechts zeer weinig foldij en
lebben, zoo veel men weet, eok niets anders te doen,
dan des Tnorgens van 's Konings geboortedag eene gele-
genheids-kantate uit te voeren, tot welke eenige
•werkzaamheid zij zelfs plaatsvervangcrs zenden knn-
acn. Hoe weinig waarde die kanlaten hcbben , kan
men ligtelijk opmaken , wanneer men bedenkt, dat die
ionipositien gewoonlijk noch door de drukpcrs , noch
op eenige andere wijze bekend worden.
Wel is waar, de Koning en 00k de Prias-regent
bebben ieder een privaat orkest, lietwelk, even als de
xnilitaire muzijkanten, uniform draagt, maar de bezol-
diging, welke aan de leden van beide deze orkesten
betaald wordt, is te gering , dan dat zij ijver voor de
lunst in hen zoude kunnen opwekken.
Ondcr zulke omstandiglieden trekt Engeland door het
hof noch virtuosen , noch gioofe komponisten of derzel-
ver voorlbrengfelen. Wanneer ferns enkele lieden van
let hoforkest of van de twee konink'ijke private orkes-
ten zich boven het middelmatige verheffea, dan is dit
geenszins de vrucht van de aanmoediging en de onder-
Cteuning,uie hen ten deel wordt, maar enkel van hunnen
«igenen gelukkigen aanleg, welke zich gewoonlijk door
innerlijke veerkracht en in we^rwil ran alle hinder-
jiisfen ontwikkelt.
KO If-
-ocr page 93-
( 85 )
KONCEHTEK.
Men eottile zich iseer Yergisfen, wanneer men van it
honcerten voor oude muzfjk (concerts of ancient music"),
■vvelke, als de oudste, hier de eerste plaats verdienen,
veel aanrooedigirig voor de knrist meende te kunnen ver-
wachten. Zij hebben, wel is -waar, sedcrt ve!e jaren
cnder de bijzondere befclierming des Konings gebloeid ,
en werden ook door de tegenwoordigheid van H. H.
M. M. en van het koninklijke huis vereerd, weshalve
de meeste voorname familien deze koncerten* ook be«
zochten. Het grondbeginsel van deze inrigting bragt en
brcngt nog mede, dat er geene andere werken gegeven
■vvorden, dan die dertig en meer jaren oud zijn ; eenc ver-
ordening, -welke zonder, en zeer zeker legen , de welge-
roeende bedoeling des Konings een der grootsle hinder-
nisfen is , die de ijverige muzijkale genie in den vreg
konden gelegd vyorden. Deze koninklijke koncerten
zouden immers de cenige gelegenheid kurinen zijn, om
inheemscbe loonkunstenaars ten tninste van een onpar-
tijdig gehoor te verzekeren, ryanneer zij ook geene an-
dere aanmoedigingen te hopen liadden: niaar dit zelfs
wordt door die grondwet tegengegaan. Immers welke
koraponist zoude nu -willen ondernemen, werken van
greoten omvang te vervaardigen, in de bedriegclijke
hoop, dat men ze na dertig jaren mUfchien, en nog
maar misfchien, de eer der uitvoering zoudf kunnen
vraardig keuven ? En hoe weinigen onder hen, die in
F 3                                     »u«
-ocr page 94-
C 86 )
staat zouden zijn, om werken voor een koninklijk kon-
ccrt te Londen te komponeren, hebben hct vooruilzigt,
ran nog derlig jaren in onzekerheid te zullen leven ?
Een ander nadeel , dat deze koncerten aan de kunst
toebrengen , is , dat die toehoorders , weike niel tevens
andere koncerten bezoeken (en dit doen de mcesten
niet) in kennis en fmaak , meer dan dertig jaren acli-
ternit zijn, daar geveoonlijk slecbts de eens in zwang
gekornene oude wevkea, met zeer weinig afwisseling,
gegevcn worden. Ja, deze overdrevene liefde voov het
oude schijnt ook de oorzaak te aijn van de koude
uitvoering der aria's Tan hah del, niettegcnslaande
men te Londen deze koelheid voor de eenig ware wijze
houdt, op welke die stukken moeten gezongen worden.
Kindelijk hceft het hier bedoelde kuncert nog dit na-
deelige gevolg, dat de aanzienlijke familien , welke op
lietzelve ingeteekend zijn, voor het grootste gedcelte
gcene andere koncerten bezoeken, en dus dat een
werk , hetwelk in laatslgenoemde koncerten gegeven
wordt, door een veel geringer aantal personen uit de
hoogere standen aangchoord wordt, dan het geval zou-
de zijn, indien het in eerstgenoemde koncerten uit-
gevocrd wierd; en zoude het noodig zijn aan te toonen,
hoezeer dit de komponisten in Engi'land, welke niet,
gclijk in andere landen, als zoodanig openlijk aangesteld
zijn, van het vervaardigen van groote werken affchrikt?
De andere koncerten in Londen zijn van zeer ver-
fchil-
-ocr page 95-
C 37 )
fchilleuden aavd. Onder de koncerten, can openhare in.
rigtingen van tveldadigheid toegen'ijd, zijn die voor de
royal societij of musicians en voor de new musical fund de
aanzienlijksten. Allc vokale en instrumentale virtuosen
■van Londen werken zonder eenige betaling tot deze
koncerten niede, en nieuw aankomende kunstenaars
houden dezelve roor eene goede gelegenheid, om zich
voor een groot aantal mcnfchen te doen hooren. Het
laalstgenoemde koncert wordt , sedert twintig jaren, in
het groote gebouw der opera gegeven ; het orkesl is op
het tooneel geplaatst en zelfs van een orgel voorzien.
Men hoort er vokale en instrumentale stukken van g«-
roengden inlioud en stijl. Jonge bekwame zangers en
instrumentale knnstenaars tracliten in dit koncert,
hetwelk zeer druk bezoclit wordt, toot het eerst open-
/
lijk proeven van lmn talent af te leggen,
De zoogenaarode bengfice-honcerten, -welke groote
virtuosen of zangers ten hunnen, bijz-onderen voordeele
gcven , zijn te Londen zeer talrijk, zoo dat het der
moeite wel waardig zoude zijn, dezelve op te tellen.
Zij zijn echter grootendeels alleen belangrijk in de
obligate stukken. Somtijds wordeo ze gegeven in de
woning van eenen aanzienlijken befcliermer, helgeea
echter voor den toehoorder, in Bieer dam een opzigt,
©naangenaam en lastig is. .'.,,..,■
Eindelijk moeten hier die koncerten opgenoemd wor-"
den, welke door enkele personea of gezelscliappen, ge-i
F 4                                   ffleen-
-ocr page 96-
C 88 )
jiieenlijk na voorafgaande inteekening, ondernomen wof-
den. Hieronder behooren de voormalige koncerten in
de Abdij van Westminster,
de voovmalige professional-
koncerten
en de Salomonifchc, de tegenwoordige kon-
certen van de philharmonische maatschappij,
de zooge-
naamde vokaie koncerten , de Orator ten, welke in de
twee voornaamste Engelsche schouwburgen gegcvea
worden , en de mvxijkale feesten in de steden van som-
tnige provincien,
De koncerten in de Abdij van Westminster, eea
prachtig gebouw, in den edelslen gothischen stijl ge-
homvd , hetwelk de gedaante van een langwefpig krui*
heeft, wraren eenig in hare soort. Men voerde ergroote
wcrken van Handel op, -welke dan ook, rati uilshil-
ling raisschien van alle andere, of althans roeer dan
alle andere, voor dit gebouw geschikt zijn. Daar deze
koncerten tbans niet meer in wezen zijn, zullen wi j
over dezelve niet breeder uitweiden. "Wie naauwkeuri-
ger wi'l onderrjgt worden , kan zijnen weethist tevredeu
Slellen in Dr. burheij's general historij of music enz.
IV deel , XII hoofdstuk, en ook in account of the musical
performance in Westminster Abdeij and the Pantheon.....
in commemoration
o/hSnpel, van denzelfden schrijver.
De- professional-koncerten werden ondernomen door
een gezelschap van toonkunstenaars, aan wier hoofd
W-nHim crameb stond, Daar deze ook direkleur
was in de koninklijke koncerten voor cude muzijk,
Jig-
-ocr page 97-
C 89 )
rigtte 3A10DU), 00k eeii duitsclier, een ander kon<
cert op, bekend onder den naam des oprigters, en het
gelukte hem, hatdn over te lialen, om het orkest te
dirigeren en voor ieder koncert een sluk te komponeren.
Dit deed de ondernemers van het professional-koncert
besluiten, om fiiiil tot hetzelfde einde te engageren.
De naijver, welke op deze wijze lusfchen de heide
direktie'n ontstond , kon voor de kunst niet dan zeer
voordeelig -werken; maar voor de kas der belanghebben-*
de partijen weid hij 00k even nadeelig, zoo dat beide
deze koneerten 11a eenige jaren ophielden te bestaan.
Maar voor de geschiedenis blijven die inrigtingen altijd
belangri jk , uit aanmerking van de werken , welke havdi
en PiEin voor dezelve geschre\ en hebben. De twaalf
Sinfonien, door den eersten voor het Salomonsclie kon-
cert vervaardigd , zijn nog altijd zoo goed als nieuw, en
zijne twaalf Canzonetten worden gedeeltelijk nog in den
tegenwoordigen tijd in koneerten te Londen en zelfs in
Oratorien gezongen. Ook tie t el's Sinfonien worden
nu en dan nog met bijval gchoord.
De koneerten van de philharmonisehe maatschappij
bestaan sedert vijf jaren ; jaarlijks geeft men er acht.
Het eerste jaar werden zij geopend op eene eerbied-
•wekkende wijze, waarvan men in de gefchiedenis der
muzijk slechts weinige voorbaelden zal kunnen vinden.
De grootste virtuosen op de viool namelijk , wier
aantal toen le Londen vrij aanzienlijk was , vvisfelden
I 5                                    «!-
-ocr page 98-
C 90 )
elkander iederen avond als direkteur af, en wanneer zij
dien eerepost niet hekleedden, of niet in Quartetten
*chitterden, schikten zij zich, zander zich eene, hnn dan
niet loekomcnde, hoogere plaats aan te matigen , of er
slechts naar te dingen, oader de ripienislen. Welle
fraaie uitwerking het gezigt daarvan alieen deed, kan
B»en ligtelijk nagaan, en hoe veel moet deze inrigting
niet bijdragen tot de juiste en zinrijke uitvoering zelfs
■der tutti's? Daarenboven liadden de gtootste klarierspe*
lers, die tot de maatschappij behoorden , eveneens afwisse-
Jend de eer van het voorzitterfehap aan het Piano-forte,
en de taak van stukken voor te dragen , welke voor
■verscheiden hoofdinstrumenlen ge.schreven zijn, als
Quartetten, Sextetten em,, terwijl ook dan tnenig kun-
stenaar van rang in den rij der ripienislen trad. De
rzang was ook goed bezet, maar niet zoo volkomen, als
ide instrumenten. Op deze wijze konde het niet raissen ,
iof deze koneerten moes|en eenen diepen indruk maken.
■In de volgende jaren, wel is waar, hebben de voor-
naawste virtuosen niet zoo sterk aan dezelve deel ge-
'sno-men, daar er thans niet meer zoo velen onder de
.jripienisten zijn ; nietlemin zijn deze koneerten nog altijd
-eerbied wckkend, en zij verdienen de ondcrsteuning,
-welke zij genieten. Eene nadere beschrijving van de
,philharmonisclie maatschappij hop^n wij bij eene ao-
-dere gelegenheid te geven.
De ookale koneerten , van welke boven gewag geroaakt
is,
-ocr page 99-
C 9i .)
is, worsen, sedert langen tijd, door de hccren fl ariiM
sos,KNYVETTenBARTiEMAH gegeven. Men hoort c*
meestal niets anders, dan engelfche kompositien voor
den zang, van de grootste geliefdste meesters. In deze
koncerten heeft men, raeer dan in alle anderen, gele*
genli»id, ora te hooren , wat eigenlijk voor engclschen
stijl gehouden wordt, namelijk , Catches of rondgezan-
gen , in welke de woorden der eene stem zoodanig met
die eener andere zamcn I komen, dat daaruit een nieu«
we zin ontstaat, welke in den tekst, too als hij oo»-
spronkelijk is , niet gevcnden wordt. Deze dubbt-le
zin vloeit doorgaans veort uit eene eenigzins verander-
de uitspraak der woorden, of uit eene verandfrde
woordvoeging ; in welk gcval trouwens de nieiimre betee-
kenis dikwijls niet bewonderenswaardig, maar veeleer
als onzin belagchelijk is. Nieltemin verrnaken vole
toehoorders zich met deze gezangen even zeer, als de
Franschen met hunne double entendus.
Voorts hoort men in de vokale koncerten nog decs,
of gezangen voor meer partijen, tot welke geene kino-
nische navelging der partijen vereischt wordt, maar
die echter alle de fchoonheden der harmonische za-
menstelling van toonen toelaten. Zij zijn imionaal m
Engeland, en hebben waarschijnlijk lmnnen oorsprong
te danken aan de muzijkscholen, welke bij da kit-
thedrale kerkcn behooren. In deze scholen bodren
cn zingen de koorjongens en manbare zangers nie«,
daa
N
-ocr page 100-
C 9* >
dan de meerstemmige vrerken der Engelsche kerke>
komponisten, waarvan die van ouderen tijd zich vei-
lig m«t de beste buitenlandfclie kunstenaars kunnen
meten. Wanneer die zangers de kompositie bestu-
dcerd, genie en gevoel hebben , dan vinden zij rni-
jnere gelegenheid, om proeven ran hun talent te geven,
indien aij wcreldsche gezangen voor onderscheidene
itemmen schvijven , dan wanueer zij zich bij kerkelijke
niuzijk brpalfin. Daar hun oor door veelvuldige oefening
aan het harmonische zamenklinken van melodische
stemmen gewend is, vindt men in hunne meerstem-
mige gezangen nog aliijd sporen van de schoone na-
volgingen, die hun zoo bekend zijn; van daar dan
ook , dat de zoogenoemde Glees , of aangename gezangen
voor mcerdere stemmen, zeer goed zijn en dikwijls,
Tooral die van ouderen tijd, zeer voortreffelijk.
De Catches en de Glees zijn gewoonlijk van gcen
ander akkompagnement voorzien, dan van een Piano-
forte, en dan nog maar alleenlijk, om bet zakken der
stemmen voor te komen; heeft men dit niet te vreezcn,
dan worden zij zonder eenig akkompagnement gezongen.
In de vokale koncerlen hoort men buitendien ook
nog andere, vooral Engelsche kompositien voor zang-
jtenimen, en gewoonlijk heeft het orkest daarbij niet
reel van belang te doen.
De Oratorien vrorden, oorspronkelijk na de koncerten
in de abdij van Westminister, in den schouwburg , gedu-
re»-
-ocr page 101-
/
\
C 93 )
rend« de vasten, en op andere dagen , wmneer m«
geene wereldsche muzijk mag doen hooren, tegen den
gewonen prijs gpgeven, Deze inrigting is zeer prijzen*-
waardig: immers verschaft zij ook aan minder gegoede
vrienden der muzijk de gelegenheid , van daaraan deel te
nemen, en het aldus vermeerderd aanlal toehoorder»,
geeft den ondernemer dikwijls betere rekening dan een
koncert, voor hetwelk de entree - prijzen op alle plaat-
sen even hoog zijn. Deze koncerten -worden in den
scliouwburg van Coeentgarden, en sedert eenige jaren
ook in dien van Drurij - lane gegeven. Gedurende vele
jaren werden er alleenlijk Oratorien en gemengde
geestelijke muzijkwerken uitgevoerd, zoo als het ook
behoort te zijn ; fomtijds -werd er -wel een instrumen-
taal koncert tusschen de afdeelingen ingelascht, ket-
geen ook niet aanstootejijk zijn konde. Maar deze
inrigting is allenskens veranderd, en nu hoort men in
de Oratorien zelfs stukken uit opera's van pah en
anderen. Het is onbegrijpelijk, dat deze; koncerten,
die uit stukken van Oratorien, en uit brokken van
opera's zamengesteld, en daardoor nog aanstootelijker
zijn, altijd nog onder den naam vau Oratorien geoeven
en bezocbt worden, Zelfs in het jongst afgelospene
jaar waren ze wederom zoo ingerigt, zoo dat eene
verzameling van programmes dezer koncerten eene
sonderlinge olli podrigo zoude opleveren,
De muzijkale featen in de steden van sommige pro-
tin*
-ocr page 102-
( 94 )
ttnCien aija op navolgende wijze ingerigt. Dric steden,
waar bisschoppelijke zetels naar de Engelsche wijze
gevestigd sijn, namelijk Gloucester, "Worcester en
Hereford, hebben zicli vereenigd, dezelve bij afwisse-
ling te geven, zoo dat de beurl alle drie jaren aan
ieder dier steden jtomt. Zij worden gehouden in den
tjjd <ler vergaderingen van de stenden , wauneer die
plaatsen drukker bezoclit -worden , dan gewoonlijk.
De bestnurders van weldadige instellingen zijn roeest-
al de ondernemers daarvan, ten voordeele dier instel-
liagen. Zij inaken tot dat einde een akkoord met ee-
tien- entrepreneur te Londen, welke zich verbindt, om
«enBepaald aaiital bekwame zangers, en instrumentale
knnstenaars, benevens de noodige xnuzijk-w.erken. te be-
zorgen, terwijl de zangers van de katbedrale kerken
der opgenoemde steden tevens een gedeelte van liet
iorkest nitmaken. Zulk een feesl duurt gemeenlijk drie
<lagen ; telkeas -wordt des voorderaiddags in eene kerk
•een Oratorium, of verscheidene uitgelezene geesteiijke
Muzljkstnkken gegeven , en des avonds is er een zoo>ge_
naamd miscetlanconcert in eene groote zaal« Des mor-
-genr hebben de eerste Engelsche kerkzangers gelcgen-
"heid, zich te doen hooren, en des avonds jeggen de
beste Italiaansche zangers, welke men Leeft kunnen
bekorcen, proeven van liuntie talenten af. Dikwij!* hoort
men in deze koncerten ook de voortreffelijkste Yir-
tiiesen op instrumenten. De opbrengst dezer feesten
is
-ocr page 103-
C 95 )
is dikwijls zeer *aanzienlijk, en eene nelangrijte bij*
drage tot ondersreuning der -weldadige instelling<eri ,
vo'or welke ze beslemd is. Buitendien zijn deze fees*
ten ook daarom ten boogste prijzfenswaardig, dewijl
zij , behalve het heerlijke genot, dat zij verschafferi
aan duizenden ran menschen, die daarvan anderi
■weiligl liun leven lang verstoken zbuden blijverii ee*
nen onloogchenbaren invloed uitoefenen op de gezellig^
heid des volkk, en -op/.de vorming en den goeden
smaak in die streken, waar zij jaarjijks gegeven
vorden..
                                                         ■•■.••■■ ' >$ '",;-' '«'>'•■
Schier van gelijke soort zijn de muzijRfccsten, wetke
in verscheiden andere Engelsclie steden , a!s Liverpool'^
Manchester, York, Norwieh, Birmi^Jham, Oxford,
Cambridge cnz. jaarlijks, of ook.om.de twee a drie ;j«S*
Ten geboud«n worden. Aan deze feeSteri moet men feet-tbe*
sckrijven, dat, eelfs in de afgeleger«st» *»r*ljen*vanEngfci
land, de algemeene klasse van, indienook slechtS welriig',
beschaafde menschen in den smaak voor toonkunst en een
juist oordeel over dezelve niet zoo achterlijk zijn, als
anders wel plaats hebben zoude. Want bijna elk be«
woner dier streken vindt gelegenheid, de hes'te meesl
terstukken der kunst en goede zangers en virtnesen op
instruraenten te booren. Het eerste muzijkfeest van.
deze soort werd op het eind van i8i5 te Edinburg ge-
gevea, en was in nicer dan e'e'n opzigt bijzonder merkwaar-
dig
-ocr page 104-
C 9* )
dig (i»), vooral 00k , omdat me« tan hetielve de op-
rigting eener zangschool te Edinburg te danken heeft,
\velke des le rijkere vruchten voor Schotland opleverea
lean, naar mate de kunst des gezangs in dit land,
■waar mn bij de godsdieatstoefening zelfs geen or-
gel toelaat, dieper ondcr eene overdrevene voorin-
genomenheid met overoude nationale liederen bedolven
lag.
Eehalve alle deze feesten, aan -welke de naburige ge-
■westen, als aan eene zaak van gemeen belang, ket le-
Tendigste deel mmen, Worden er nog in onderscheidene
streken van Engeland koncerten gegeren, gewoonlijk
bij inteekening. Die te Bath, eene zeer fraaije stad,
welke uit hc^e harer minerale wateren, gcdurende
eenen zekeren tijd van bet jaar, door de beschaafde
Standen zeer druk bezocht -wordt, munten boven alle
anderen nit, zoo wel door innerlijke waardij , als door
het uitgexocbte publiek,
£B MUZ UK IN D E KUIKK,
De voornaamste van de muzijkale instellingen wier
leden ad vitam zijn aangesteld, zijn de katliedrale kcr-
ken:
(ia)Men vindt een vrij omstandig verliaal van dit
feest in de allg. mus Ztit. iSde jaarg. bladz. 6ay,
welk
\erhaal grootendeels een uittreksel is uit eena
grootere te Edinburg, onder den titel: an account
of the first Edinburgh musical festival
enz, , gc-
drukte beschriiving van r. gba.ham, Esq,
-ocr page 105-
£5
r~
"'^
) "<—> L
) o(
^ /->, r
<
(
ztx
ff
$
s
(5
)
i
r\
ofe«>,^)*t.cnyi«-<l^^'Va^Vjert.»j«ai*\ J&Mv&mo tnvom\Dc»W*«.«.<\
-ocr page 106-
■ ■
( 97 )
ken; m&nsvindt eic nog bijrta twintig. Bij iedere kerV
behooren -ktiorjongens en volwassette zangers; echle*
\vOrdt, zoo veel men vVeet, alleenlijk de sopraanstem
met jongehs, de altstem daarentegen, de tenoor- eh
de basstem m«t mannen bezet, hetgeen niet die goede
uitwerking heeft, als wanneer ook de altstem, gelijk
in Duitsche zingkooren, ddor jongens gezongen wordt.
Alle deze zangers worden behoorlijk in de toonknnst
onderwezen. De godsdiehstoefening in de katbedralt)
kerken heeft in den uiterlijken vorm eenige 6vcreen>
komst met die der kalliolijken, en van daar dat En-
geland zicli beroemeh kan op rijkdoih in voortreffclij-
ke kerkelijke muzijk, gekdmponeerd sedert de laatsle
helft der zeventiende eeuw, lot bijna op den iegen-
woordigen tijd ; maar thans hbort men vele klagteh
over de veronachtzaming van den waren kerkstijl. -i-
Reeds ten tijde der koningin eiisabetH, in de i6de
eeuw, sclireef byrd, behalve zijne schoone kerkstuk-
ken, ook den Canon riori nobis, doniine eriz. j wclke
nog ten lluidigen dage, bij de mceste openlijke maal-
tijden, voor dat bet tafellaken wordt weggenomen, zoo
gezongen wordt, dat bij eenen wegslependen indruk
m.iaki. In "\ve4rwil Van al!e vrijete beschaving des
kerkelijken stijls , hield d<;zelve zicli in zijhe grondig-
heid en 'eenvoudige waardigheid staande, tbt aan den
dood des onsierfelijken ni»n tn zijner onmiddel-
lijke opvolgers, Maar sedert dien tijd zijn de kompo-
G                                        nis-
-ocr page 107-
C 98 )
nisten merr en meer den sierlijken genaderd, en van
den verkevenen stijl afgedwaald; en thans klaagt men
zelfs over eene steeds toenemende koelbeid in de uit-
Yoering der oude, aandacblwefckende meesterstukken
voor de kerk. Pesniettenjin blijven de inrigtingea
der kathedrale kerken nog aliijd van zeer veel waarde*
De koorjongens blijvcn bij dezelve aangesteld tot dat
liunne stem verandert ; dan trachten zij de vakant
gewordene plaatsen der volwasfene zangers te bekomen,
op welke zij de eerste aanspraak liebben; terwijl ande-
ren als organisten of muzijkonderwijzers hun brood
vinden. Daar nu deze lieden regelmatig en grosdig
onderwijs in de toonkunst ontvangen, gelijk wij reeds
Loven hebben aangestipt, kan men ligtelijk bevroeden,
dat zij, ,nu op hunne beurt onderwijzers geworden, van
zeer veej voordeel kunnen zijn voor de kunst : eene
reden te meer, waarom deze isrigting prijzenswaar-
dig is.
Behalve in de katbedrale kerkcn wordt in Eageland
oofe in de parochiekerken en in de kapellen muzijk
gemaakt. In de eerstgenoemden zingt men meeslal
slethts in dichtmaat gebragte psalmen en anthems,
welke nit een paar versen nit den bijbel, in derzelver
natuurlijke prosa, bestaan. Behalve deze gezangen.
worden er 00k hymnen gezongen, welke echter, even-
min als de psalmen en de anthems, de verste vergelijking
met de sclioone duitsche koraalmelodien uitbouden
kuO"
-ocr page 108-
C 99 }
kunnen. De orgels zijn in Ergeland nog lang mel
algemeen in gebruik, en klein ran omvang; het pe.
daal is eerst federt weinige jaren ingevoerd, en, zoo
veel men wect , overal gekoppeld met het manuaa].
Hoe weinig men met het gebruik des pedaals bekend
was, blijkt, onder anderen, daaruit, dat het orgel in
de kerk van Cooent - Garden, hetwelk voor ongeveer
twintig jaren gebouwd is , ronde pedalen heeft in de
gedaante van slukken van ecn dambord, op welke de
namen der noten geschreven staan. Op het land en
zelfs in eene niet onaanzienlijke, slechts drie uren
van Londen verwijderde , plaats bedient men zich, in
stede van een orgel, van gemengde instrumenten, en
dieper in het land behelpt men zich meermalen met
een paar blaasinstrumenten. Niettemia moet men be-
kennen, dat ie orgels van jaactot jaar meer en meer
in zwang komen, en dat men thans ook grootere
orgels maakt, dan voorheen.
Onder de benaming van kapellen verslaat men in
Engeland alle zoodanige huixen, voor godsdienstige
aandacht bestemd, -welke niet de voorregten der pa-
rochiekerken genieten, ofschoon ze dikwijls evea zoo
groot zijn en zelfs grooter. In de kapellen, bestemd
tot verligting der parochickerken, volgt men in de
godsdienstoefentngen den bij alle kerken gebruikelijkea
vorm. In anderen daarcnlcgen , welke door partiku-
lieren gebouwd zijn, legt men er zich, hoe zeer oak
G a                                             tot
s
-ocr page 109-
\
V V
I
tot de Engelsche kerk behoorende, op toe, om de
godsdienstoefeningen door grootere verscheidenheid des
gezangs en door volstemmige gezangen aantrekkelijker
te raaken , en het gevolg bewijst, dal men zijn doel
volkomen bereikt. Op deze kapelien volgen die der
Methodisten , onder welke sonimigen ook tabernakels
gcnncmd worden. De Methodisten wijken slechts in
boo verre van de Fngelsche kerk af, dat zij meenen in
eenen strengeren zin vroom te zijn, en dat zij niet
oseer naauwgezet zijn in het opvolgen der voorgeschre-
vene vormen van den Engelschen godsdienst: men
zingt daarom in hunne kapelien m^esta! zulke gezan-
gen ,* die het meest schijnen te behagen , en somtijds
lelfs melodie'n, -welke voor fraaije wereJdlijke Hederen
geschreven zijn; eene inrigting , welke, onzes inziens ,
■wonderlijk genoeg met hunne geprezene vroomheid
kontrasteert. Behalve deze kapelien vindt men er in
Londen nog voor alle andere gezindheden, wier aantai
en verscheidenheid icer groot is, als : de Lutherschen ,
de Hervormden, de Hernhutters, de Wederdoopers, de
Schotlanders, de Katholijken , dc Jooden, de Sweden-
borgers enz. In de kapelien der drie eerstgenoemden
is dezelfde muzijk geoorloofd, als in de kerken diet*
gezindheden in Uuitschland ; de Wederdoopers hebben
ook orgels en zingen hymnen; de Schotlanders bedie-
nen zicll niet ran een orgel, gelijk wij'boven reeds
aangemerkt hebben. De Katholijken doen hier, gelijk
meest
-ocr page 110-
meest overal , veel opofferingen voor goede mtizijk,
in enkele kapellen hoorl men ecliter somtijds kcrke—
lijke woorden ?.ingen op wereldlijke melodien uit ope-
ra's van winter, mozart enz, , gelijk men ook
wel elders hoort: een schandelijk misbruik der toon-
Ivunst , over hetwclk het hier de plaats niet is,
uit te weiden.------In de hoofdsynagoge , een voortre£-
lelijk gebouw, hoort men ook van tijd tot tijd goede
solozangers.
II Ollli') II EHOIlAKIi
De itatiaanfehc op&ra, welke hier in de eerste plaafs
moet opgenoemd worden, is sedert 1720, en du3 gedu.
rende eene geheele eeuw, met onberekenbare kostea
staande gehonden, en onder zeer aanzienlijke gunstbe-
■wijzen door eene reeks van zeer befewame mannca
bestierd; niettemin heeft zij steeds met ontzaggelijke
hindernissen te kampen gehad, en dikwijls dea gehee-
len ondergang harer ondernemers na zich gesleept.- De
voornaamste oorzaak van dien val is waarschijnlijk
daarin gelegen, dat deze ten hoogsle kostbare *n ge-
■waagde inrigting niet, even als in andere rijken, voor
rekening van het hot' loopt, noch onder eene voondurendfe
direktie, waarvan de meesle leden voor faun leven
aangesteld zijn ; maar dat deze opera door partiknlie-
ren veor hunne eigene rekening moet oodernomen
warden, en dat de endernemer, van den begi-nne at
G 3                                   aan ,
.....- — _                                    1                 ..... i........„
-ocr page 111-
( 102 )
a.in, bchalre de gev/onc cntzcttende kosten, ook nog
de processen bestrijden moet, hem door nijd en af-
gnnst op den hals geschoven, welke in zulke aanzieii-
lijke zaken ten uiterste kostbaar worden. De tegen-
woordige ondernemer of eigenaar (proprietor, gelijk
hij genoemd -wardt), de heer waters, heei't een zeer
belangwekkend tafereel van de hicr bedoelde zwarig-
heden en hindernisscn vervaardigd in een klein le
londen uitgekomen werkje, onder den litel: a state-
ment of matters relative to the lung's Theater
, bfj
£. WATERS Esq.
Het tegenwoordige gebouw der italiaansche opera,
Iietwe]k opgerigl is, nadat het vorige in 1789 afgebrand
was, is een der grootsten en best ingerigten, welke
men kent , en mnnt rooral door zijne akustisclie bouw-
prde nit, daar men ook op die plaatsen, welke het
■verst van het tooneel verwijderd zijn, iederen toon
$yen zoo duidelijk hooren kan, als in cene koncert-
zaal. Onder de zangers telde men altijd ecnige der
leroemdsten; zoo lang echter mevrouw caiaiaji te
Xonden geengageerd was , kon men, nit hoofde der
looge bezolding dezer zangeres, niet zoo veel andere
zangers van naam engageren, als van te voren, zoo
dat de uitvoering van moeijelijke veelstemmige stuk-
Sten toen ter tijd niet naar wensch konde gelnkken.
Jtlaav in 1817 was de opera zoo voortreffelijk bezet,
tUt MOSAB^.'* Dom Giovanni keurig uitgevoerd
werd
-ocr page 112-
C i°3 )
■werJ. De navolgende opera's Wtrdcn eveneens voor-
treffelijk gegeven, als: Griselda en Agnese van pin,
la inolinara van PAESietLj), le none di Figaro,
Cost, fan tcitte
en la Ctemenza di Tito van HOiiBi.
De hoofdrollen werden gezongen door ue dames en-
p o n e s e en f o d o b , en door de hceren a m b a o g e t»
11, CBEVELii en SAX si. Het orkest is gemeenlijk
niet alleen sterk , maar 00k met zeer bekwame
meeslers bezet; lerwijl de heer weichsel (een
hroeder van de beroemde en beruchtc zangeres tit"
linotoh), wiens virtuositeit op de viool genoeg-
zaam bekend is , het orkest dirigeerde. Voorts
telde het orkest nog 18 violen , 4 alten , 4 violon-
eels, 5 contrabasOn, 2 iluiten, 2 oboen, 2 klarinet-
ten, 2 hoorns, 2 fagotten, a trompetten en pan-
ken. •—— In de twee volgeade jaren via* de oper*
even zoo goed ingerigt.
Uit alles, wat wij hier van de italjaansche opera
gezegd hebben, zal de lezer ligtelijk het besluit lain-
nen opmaken, hoe jammer het is, dat eene ondern
ruing" van zoo veel aanbelang niet onder een en ket-
zelfde voortdurende bestuur staat, en niet een of twee
bekwame kapelmeastcrs en koncertmeesters aan het
lioofd heeft, vvelke voorzeker veel beter voor de za«
menwerking van alle middelen en voor eene volmaak-
tere uitvoering zorgen zouden, dan men van ecnen di-
rekfeur verwaehtcn kan, die slechts voor cenen tijdl
aan-
-ocr page 113-
( i©4 )
aangesteld is, en niet gaarne gevaar loopt, zick het
prkest tot vijand le maken.
In de tweede plants komen hier in aanmerking twee
tooneelen in het -winter hali'jaar, dat van Cooent-Garden
en dat van Druiylane, en ongeveer twaalf andcren,
waarvan sommigen ook niel klein zijn, gedurende den
zomer. Ofschoon alie rijke en aanzienlijke familien de»
winters in de stad wonen, zijn echter de opgenoemde
drie hoofdtooneelen loereikende in dat saizoen, dewijl
de groote menigte koacerten en assemblers de groote
wereld voor cen aanmerkelijk gedeelte terug houdt»
om den scbouwliurg zoo dikwijls le bezoeken, als
anders wel bet geval zoude zijn.
In al de boven genoemde tooneelen wordt in het
Engelsch gcspeeld ; doch ran fijd tut tijd ziet men ook
vel eens in het Fransch spelen. Cogent-Garden en Dru-
rylane
bezitten zeer goede en gedeeltelijk zelfs groote
zangers en zangeressen , zoo als mevrouw jb i i l i n s-
»on was, en de heer eeaham nog is. Te meer is
het dus te beklagen, dat de ondernemer^ er dikwijls
Diet genoeg werk van maken, om konjponisien ' te en-
gageren, wrier werken op den duur den bijval des
publieks behouden moelen. Men -was zelfs vele jarea
Jang gewoon, om eene opera door vcrscheidene kun-
stenaars te zamen in muzijk te doen brengen, zoo dat
ieder van hen niet een. geheel bedrijf, maar slechu
Snk.els stukken komponeren moest; eene gewoonte,
-ocr page 114-
C 105 )
welke natuurlijk, gelijk 00k de dagelijksche ondervin-
ding bewijst, zeer nadeelig raoet zijn voor kunstma-
tige eenheid en de goede uitwerking van het geheel,
De legenwoordige gezangen voor het tooneel hebben op
verre na zoo veel waarde niet, als die, welke voor
twintig , devtig en veertig jaren gekomponeerd zijn.
Het orkest vau deze tooneelen is 00k sterk en vrij
goed bezet ; niaar de vevmindering der bczoldingen,
■welke veeleer, naar den maatstaf vau de klimmende
prijzen van alle dingen, 00k hoogvr moesten gezet
worden, lieeft ten gevolge, dat sommige der beste
leden hetzelve verlaten.
Tie sedert eenige jaren te Londen opgerigte engelsc.be
opera kan misschien metlertijd voortreffelijk worden;
maar in dit oogenbiik is zij nog niet van dien aard,
dai zij eene aanzienlijke plaats onder de tooneelen zou-
de kunnen bckleeden, en het orkest is 00k nog niet
zoo sterk en uitgezocht, als het wel behoorde te zijn.
Wat de everige tooneelen betreft, is het voldoende
a an te merken , dat, ol'schoon zij dikwijls voorzien
zijn van zeer goede zangers en van een toereikcnd
orkest, zij echter, uit een muzijkaal oogpunt be->
schouwd, de hoofdtooneelen niet evenaren kunnen.
DEPRQFESSOBATEN IK DE TOOHKUNST.
Ten bewijze van de hooge achting, welke men in
Engeland v»a oudsher voor grondige muzijkale kun-
G 5                                   dig-
-ocr page 115-
C 106 )
digheden gehad heeft, strekt nog het ambt van hoog-
leeraar der toonkunst aan de beide hoogesclioien van
Oxford en Cambridge, alwaar ook de -waardigheden
van baccalaureus en doctor der niuzijk verlecnd wor-
den. De hoogleeraren zijn gehouden, op de daartoe
bepaalde tijden, terms genaamd , voorlezingen te liou-
4en, en voorts hun oordeel nit te spreken over de
stukken, welke de candidaten tot de waardiglieid van
baccalaureus of doctor komponeren en in het bijzijn
der hoogeschoo] rooeten doen uitvoeren. Sedert lan-
gen tijd scliijnen er geene eigenlijke studenten in de
muzijk op de hoogesclioien aauwezig te zijn, zoo dat
de lieeren professorcn juist nie.t zeer vele bezigliedcn
hebben. De tegenwoerdige hoogleeraar der- toonkunst
te Oxford is Dr. chotch, welke reeds in zijn zeven-
de en aclitste jaar om zijne rouzijkale talenten zoo
berocnid was, dat Dr. edikei eene bijzondere ver-
handeling over hem schreef. Hij woont sedert ver-
scheiden jaren te Londen, een bewijs, dat ambtsbe-
zigheden zijne onafgebrokene legenwoordigheid te Ox-
ford niet vereischen. Hij lioudt ook muzijkale voor-
lezingen te Londen, voorheen in de Royal Institution
en nadcrliand in A* Surrey Institution, beide instel-
lin°en bij inteekening, waar voorlezingen over ver<-
echillende nuttige wetenschappelijke takken geliouden
worden, -waar de inteekenarea ook dagelijks alle dag-
bladen en tijdschriften lezen kunnen en het gebruik
-ocr page 116-
,ftwj.i.'i|<*^ w:»m**r,:-*?- vW.miuwmwtF'
1 A.
C 107 )
i !
hehben van eene aanzienlijke boekerij. Daar echter
sij , die niet ingeteekend hebben, niet dan met i»i>-
zonder verlof tot deze bijeenkomsten toegelaten wor-»
den, en de meeste inteckenareu geene wetenf chappelijk
beschaafde toonkunslenaars zijn, zoo kuiinen de hier
bedoelde voorlezingen niet zoo Ted nut stichten, als
anders wel mogelijk was , en zelfs de korte inhouA
dier voorlezingen (syllabus), welke gedrukt uitgegeven
wordt , komt zelden in handen van anderen, dan in«
teekenaren. ------ De tegenwoj#rdige hoogleeraar dee
muzijk te Cambridge is Dr. hagse, -welke aldaar
woonachtig is.
Een derde werkdijk professorsat der toonkunst is
in Londen zelf, aan hct zoogenaamd Gresham-College;
dit professoract is ccbter sedert Tele jaren niet veel
meer, dan e<>,ne cig°nlijke prebende. Om echter den
hoogleeraar eenige eer te bevn'jzen, of om hem te
plagen, vereenigt zich somtijds -wel eens het, tot het
houden der voorlezingen vereischte, aantal kunstlief.
hebbers, welke een oogenblik voor den tijd binnen-
trcden, na welken de professor niet behoeft te wach«
ten, en dan lioudt hij een uur collegie. De tegen-
woordige hoogleeraar is de heer «iitiis, een ach-
tingwaardige kunstenaar en organist bij de Charter-
bouserkerk. Wonderlijk is bet, dat dit professoraat
niet dan aan een angehuwd man mag opgedragen wor-
den; daar ecbter niet voorgeschreven is , dat hij oa-
ge-
-ocr page 117-
( 108 )
gehuv/d blijven rooet, hetgeen toch waarachijnlijk de
bedoeling dier verordening medebrengt, zoo tan hij
na de aanvaarding van zijn ambt in het liuwelijk Ire-
dea , wanneer liij verkiest.
Behalve de opgenoemde voorlezingen hebben toot
weinige jaren Dr. callcott, Dr. kbmp en de heer
Samuel tisiii, ieder mwr dan eenen cursus
gehouden. Zij hadden eveneens in de reeds gemelde
of in soortgelijke Institutions plaats . en voor het nut ,
dat zij hadden kunnen stichten, was het even nadee-
lig, als bij Dr. cioich, dat zij niet voor weten
schappelijk beschaafde kunstenaars geliouden en van
daar sleclits weinig hekend geworden zijn.
Zoo veel zij voor ditmaal genoeg, daar het,
naar vrij obs vleijen, vooreerst voldoende zal zijn
ter bereiking van het doel, dat -wij ons daarmede
yoorgesteld en boven opengelegd hebben. In een
volgend nummer zullen wij nog eenige ophelde-
ringen geven over de private muzijk, over de
Tolksmuzijk, over eenige der veornaainste kun-
stenaars en bonne werken, en nieer onderwerpes
van algemeen belang.
li ill.
-ocr page 118-
C 109 )
ill Din ltDAIlltli
Mij hoogst vereerd vindende, Mijn Heer! dat Gij
in uw geacht lijdschrift wel eene plaats hebt gelieven
tc verleenen aan de ktcine bijdragen , -welke ik ran
tijd tot tijd, uit verschillende duitsche schriften in
onze taal overgebragt, aan UWEd. heb , toegezonden;,
en welke, naar ik hoop, UWEd. zullen hebben doen
zien , dat ik gaarne, zoo veel mijne geringe krachten
gedoogen, Let doel , dat Gij U met de uitgave van u\y
journaal voorstelt, -wil trachten te bevovderen; neem
ik vrederom de vrijheid , UWEd. te verzoeken in uyr
tijdschrift te willen inlasschen de navolgende gedach-
ten van den kapelmeester
johahnes ibeislei,
■wiens verhaal van zijne muiijkale pijnbank, geplaalst
, in den eersten jaargang des Amphions, mij dien ge-
voelvollen man zoodanig heeft leeren • hoogachteji en
lief hebben, dat ik niet heb gerust, voor en aleer ik
alles , wat de geeslrijkc hoffmabn van hem heeft
in het licht gegeven, gelezen, herlezen en schier van
buiten geleerd had. De gedachten, die ik tlians aan
uwe lezers wensch medegedeeld te zien , zijn even zoo
treffend , als leerrijk , en uit dien hoofde hoop ik, dat
Gij niet zuil vcrfmaden den arbeid der vertaling van
Uwen bestendigen lezer
LOS-
-ocr page 119-
C no )
I O S S E GEDACHTEN
r
VAN
JOHANNES KREISLER.
Er werd veel getwist over den Builsehen JO H Ann
Sebastian each en over de oude Italiaanaclie
komponisrtn, en de partijen konden het maar in het
geheel niet eens warden, wien de voorkeur toekwame.
Teen zeide naijn geestrijke vriend: ,, de muzijk van
,, Sebastian bach staat in dezelfde verhouding tot
„ die der oude Ilalianen, als de Munster le Straats-
„ burg tot de St. Pieterskerk te Rome."
Hoe diep ben ik doordrongen van de -waarheid en
levcndigheid van dit beeld! ------ Het stoule, wonder-
•fcare en remantisclie gebouw van den Munster te
Straatsburg met al zijne phantaslische vcrsieringen,
die kunstrijk tot cen geheel inecnfmeltcn, zie ik, in
-bach's achtstemmige Motetten, zich met fierheid en
roajesteit tot de weiken verlieffen , en zoo ontwaar ik,
in de vronte gezangen van beneyoli of linn, de
auivere en grootsche verhoudingen Jer St. Pieterskerk,
Welke verhoudingen zelfs de grootste massa afnieet-
baar maken en het gemoed verheffen, terwijl zij Let
met heiligen eerbied vervullen.
Niet }uist in den droom, maar onder het inslapen,
en vooral wanneer ik veel muzijk getoovd heh, vinde
ik
-ocr page 120-
C «* .)
ik overeenkomst tnsschan de kleuren, tie toonen en
de geuren. Htt komt mij voor, dat alle drie op dezelf-
de gebeimEinnige wijze door lichlstralen te voorschijn
geroepen worden, en zich dan tot een wonderbaar kon-
cert zamen vereenigen nioeten* — De geur der don-
kerroode angelier -werbt op mij met eene zonderlinge,
betooverende magt; onwillekeurig val ik in eenen
droomachtigen toestand en dan hoor ik, als van een'
verren afstand , de zwellende en zaclit weder wegsmel-
lende lage toonen van het bassethoorn.
Er zijn oogenblikken, voornamelijk "wanneer ik veel
in de werken van den grooten sebastiaah bach
gelezen heb, dat de muzijkale verhoudingen dcr cijfers,
ja zelfs de mystieke regelen van den kontrapunt mij
inwendig eene siddering aanjagen. ------- O muzijk!
met eene geheimzinnige huivering, ja met ijzing spreek
ik uwen naam nit! van U , gij in toonen uitgesprokene
Sanskritta der natuur! De ongewijde kweelt ze ha,
die toonen, met kinderachtige klanken ; de naboolscn-
Ae hciligschendcr gaat onder in zijnen eigenen hoon !
Groote dichters en kunstenaars zijn ook voof de be-
risping van ondergcschikte verstanden gevoelig; zij laten
zich zoo gaarne prijzen, op de handen dragen ,
liel'kozen. — Maar gclooft gij daarom, o menscben,
dat.
-ocr page 121-
C «a )
dat die zelfde vooringenomenheid met zicfc zelvett, welke
u zoo dikwijls verblindt, zoude kunncn huisvesten in
de ziel der hoogere geesten? —— O neen! maar
ieder vriendelijk woord, iadere welwillende belang-
stelling brengt de inwendige stem tot bedaren , welke
den kunstenaar onophoudelijk toeroept: „ o hoe ]aag is
Uwe vlugt nog; hoe zeer nog verlamd door de kracht
van het aardsche! klap uwe wieken met magt en
verhef U met geweld tot aan de schitterende gestarn-
ten des hemels !" En, aangespoord door deze stemme ,
dwaalt de kunstenaar dikwijls in het ronde, en kan
net land, waar hij «en tehuiskomen heeft, niet we-
der vinden , tot dat zijne vrienden hem toeroepen eB
hij aldus weder in het regte spoor geleid wordt.
Wanneer ik in forkji's musikalische Bibliothek
de gemeene, sinaadvoile beoordeeling van cLtct'i
Iphigenia in Aulis leze, -wordt mijn gemoed door de
Eonderlingste gewaarwordingen ontroerd. Moet de
groote lieerlijke man , ■wanneer hij dat ongerijnide ge~
babbellas, niet doordrongen geweest zijn van hetztlfde
onaangename gevoel, als iemand , die, in eenen scboo^
nen tuin, tusschen bloemen en bloesems been en we<*r
wandelende, van schreeuwende , bassende ket'fertjes
aangerand wordt, welke, zondcr licm eenig, zelfs niet
het minste kwaad te kunnen aandoen , hem evenwcl
on-
-ocr page 122-
\
C "3 )
iinverdraaglijk lastig zijn. Maar, gelijk men na e>ne
hcvochtene overwinning gaarne hoort spreken van dft
moeijelijke omstandigheden en de gevaren, die haa#
voorafgegaan zijn > juist omdat zij den glans der
zegcpraal nog verhoogen, zoo ook is het verheffend
voor ziel en geest , de gedrochten te beschouwen ,
Over welke de genie hare zegevaan zwaait, zoo dat
zij orokomen in hunnc eigene schande! —— Weest
getroost, gij, wier grootheid door de ligtzinnigheid en
de onregtvaardigheid van den geest des tijds niet er-
kend, ihaar onderdrukt wordt! gij kunt op eene on-
twi.jfelbarc
zegepraal rekenen , en die is eeuwig, terwijl
de vermoeijenissen des strijds U slechts voor eeae koi'le
poos aangetast liebbeu!
Men spreekt zoo veel van de geestverrukking, tot
vrelke de kiiustcnaars zich door het genot van geest-
rijke dranken, als met geweld , verheffen, en men
noemt zelfs toonkunstenaars en dicbters, welke niet an-
ders, dan op die wijze , zouden hebben kunnen werken,
(De kunstschilders zijn, zoo veel ik -weet, bewaard
gebleven voor dit verwijt). ik geloof niet aan de
waarheid van dat gezegde ; maar zeker is het nielle-
min, dat , -wanneer men zich in die gnnstige stem-
ming, ik zoude wel zeggen willen, onder die gnnstige
comlellatie bevindt, dat de geest van het broeijtn over-
.- .
                                         H                                        gaat
-ocr page 123-
< 114 )
gaat tot bet scheppcn, een gccslrijke dronk den leven-
digen omloop der gedachten bevordert. —— Het if
juist geen edel beeld, maar de verbeeldingskracht komt
mij voor als een molenrad, lietwelk door den aan-
iwellendcn stroom sneller gedreven wordt: de mensch
§iet er wijn op , en he I binnenwerk beweegt zich
•nellor! ------ Het is toch inderdaad heerlijk , dat eene
edcle vruclit het geheim in zich bevat , on op eene
•wonderbaarlijke wijze over den nicnscbelijken geest in
Bijne eigendommelijksle klanken te kunnen heerschen.—■
Wat in dil oogenblik in het glas voor mij wasemt,
is die' drank, wclke nog, (even als een gclieimzinnige
vreemdeling, die, om onbekend te blijven, telkens van
naam verandert), geene algemeen gangbare benaming
heeft, en aldus gcmaakt wordt, wanneer men cognac-
quebrandewijn, tarn of arak dntsteekt en er broodsuiker,
in een' klomp gelegd op een paar vorken of andere soort-
ge.'ijke dingen, in druipen laat. De bereiding en het
jnatige genot van dezen drank heeft voor mij iets
"weldadit's en vervrolijkends, Als de vlam zoo fonkeleni
»aar boven schiet , zie ik, hoe de Salamanders er
gloeijend en vuurspuwend uitvliegen en met de Aard-
geeslen kampen , die in den suiker wonen. Deze hou-
den zich dapper; zij knitteren in gele lichtstofjes
door de vijanden henen, maar de magt van dezen is hen
te groot; zij zinken sissend en knarsend naar onder;
de Watergeestea verheffen zich krinkelend in den wasem
naar
-ocr page 124-
r
C "5 )
naar boven en onivlugten, terwijl de Aardgecstea <£&
uitgepulle Salamanders naar beheden trekken en in
hum eigen rijk vcrteren ; maar ook zij vergaan en
stoute, nieuw geborene genietjes springen in glocijertS
rood in de hoogte , en wat "de Salamander en de Aard-
geest, te niet gaande in den strijd , geboren hebben ,
heeft den gloed van den Salamander en de duurzame
kracht van den Aardgeest.
lndien hel -waarlijk heilzaam is, om opbet inwendige
*ad der verbeeldingskracht geestrijke vochten te gie-»
ten (en *k zoude het toch wel denken, de-wijl de kunsle*.
Iiaar daardoor, behalve den sneljeren omloop der ge-
dachten, eene zekere welgemoedheid, ja zelfs eene ze.
kere vrolijkheid verkrijgt, die het werTcen ligt maakt) ,
indien het dan waarlijk heilzaam is, dan zoude men
zekere grondbeginselen kunnen vaststellen betrekkelijk
het gebruik derudranken. Zoo zoude ik, bij voorbeel'd,
onder het komponeren van kerkeiijke muzijfc ouden
Kijnsclien en Franz-wijn aanraden , voor ernstige ope-
ra's zeer fijnen Bourgonjewijn , voor de komieke opera
Champagne, en voor Canzonelten vurige italiaansche
■wijnen; terwijl onder eenen hoogst romantischen ar-"
bcid, zoo als de Bon Juan, eon matig gins van den
boven bedoelden drank, dien de Salamander en de
Aardgeest ver\vekt hebben , heilzaam zijn moet.
       
Intusschen laat ik elks bijzondcre mcening daaromtrent
onaan^elast , en \ inde sleclits nog noodzalelijk vobv1
H a                                        lnij
.
-ocr page 125-
C 116 )
*taij zelven stUletjes aan tc merken, dat de geest, die,
nit licht en onderaardsch vuur geboren, den mensch
met zoo veel stoutbcid helieersclit, zeer gevaarlijk is,
en dat men op zijne vriendelijkheid niet te reel ver-
Irouwen mag , daar hij spoedig van aard verandert en ,
an plaats van een1 -weldoenden vriend , een vreesselijke
tiran wordt.
/                                                               - ,
In geene kunst is de theorie onbeduidender en on-
toereikender, dan in de toonkunst. De regels van den
Contrapunt hebben natuurlijk alleen bctrekking op de
harmonische bouworde en een naar die regels goed
geschreven muzijkstuk staat gelijk met de leekening ,
■welke de kunslschil<!er naauwkeurig naar de bepaalde
regelen van evenredigheid onfworpen heeft. IVJaaf wat
liet koloriet betreft, de instrumentatie, staat de toon-
liunstvuaar geheel alleen en van alle zijden verlaten. Het
is reeds bloot uit boofde van de onberekenbare verschei-
denbeid der muzijkale volzinnen onmogelijk, ecrien en-
Xelen regel
op te stellen; evenwel kan men, oiadersieund
door eene levendige en door ervaring gelonlerde ver-
beeldingskraclit , aanwijzingen doen , en deze cyklisch
vereenigd zoude ik my stick der instrumenten noemen.
De kunst, om ter behooriijke piaats mi eens met het
voile orkest, dan eens met enkele instrumenten te
werken, is het muzijkale pcrspektief; gelijk dan ook
de.
-ocr page 126-
C "7 5
de muzijk de uildrukking toon , vvclke de scliilderkunst
van haar onlleend lieeft , terug eischen en van toon-
aard
onderscheiden tan. In den tweeden hoogeren
zin zoude dan de toon van een stuk zijn het diepere
karakter, helwelk door de bijzondere behandeling des
gezangs en de begeleiding der zich aan hetzelve aaaleu-
nende iiguren eu melismen, ontwikkeld wprdt.
•
&J$
H 3
Mas.
-ocr page 127-
( n8 )
MRS. S A L M O N(i3).
Zelden heeft men eene zangeres gevonden, welke ia
zulk eene mate het vermogen bezat, om zoo algemeep
te voldoen, als deze Ladij, zonder dat zij juist kan
gezegd worden, hevigc gemoedsaandoeningen gaande te
maken en daardoor bij hare toehoorders innige deel-
neming en geestdrift op te wekken. Aan dit vciTnogen
heeft zij te danken, dat zij eenen aanzienlijken r?aig
hekleedt onder onze eerste koncertzangeressen. Zij
behoort ontegenzeggelijk tot diegene , welke een ge-
mengd publiek het meest behagen, ofschoon eene
naauwkeurige ontleding van hare hoedanigheden mis-
schien zotide doen denken , dat de gestrenge kritiek
haar die vermogens ontzegt, welke men met met stil-
zwijgen kan voorbijgaan , of men doet haar talent
voovkomen als geheel verstoken van vercischten, die
Bood-
(»3) Dit berigt over eene Engclscbe zangeres, welke,
schoon zij niet onder de eigenlijk groove zangeressen
kan gerangschikt worden, echter hoogst belang-
•wekkend is, hehben wij overgenomen uit de
musical magazine and review, vol. II. no. VI,
pag, io5, deels als eene proeve van de wijze, op
welke de Engelschen in de kritiek te werk gaan,
deels ook als een bewijs, dat Engeland zich op
talen'en van rang kan beroemen.
Wij zijn in de vertaling het oorspronkelijke^
eoo veel mogelijk , naar den letter gevolgd.
SE RED,
-ocr page 128-
C up )
noodzakelijk gevorderd worden, om een* zanger die
eervolle bnderscheiding te doen verwerven, welbe Mrs.
s A L in o k geniet. Gelukkig evenwel voor het ver«
trouwen op onze onpartijdlghcid, dat er weinigea
zijn, aan wien haar betooverend talent onbekend is,
«laar het zoo algemeen heroemd is geworden, dat er,
zoo wij meenen , bijna geene muzijkale bijcen-
komst van eenig belang in eene der provincie'n plaats
heeft , aan welke Blrs. salmon nict -wordt verzocht,
deel te nemen. Dit heeft scdert eenigen tijd plaatS
gehad en dus kan bet Engelsch publiek voorondersteld
■worden met hare verdiensten algemeen bekend te zijn.
Velen hebben de meening aangenomen, dat eene
bijzondere bewerktniging, als 't ware, erfeiijk is, o£
dat zij ten minste verschillende takkcn van een' ea
denzelfden famiiieslam ten deel valt, en wij kennea
een' zeer waardigen geneesheer , die, slellig beweerd
heeft, dat een kind van iets meer dan een jaar,
■wiens vader en greotvader eene bijzonder fraaije ea
voile stem hadden, dezelfde eigenschap zou bezitten.
Mrs. salmom belioort tot eene familie, vvclke be-
ror.md is vvegens hare muzijkale verniogens , zoo wel
in Uet algemeen, als met belrekking tot den zang — de
mahons van Oxford. Hare moeder, met name si v *-
bat, was eene zuster van de btroemde Miss mahok,
thans echtgenoote van Dr. vf A n T o H , bestierder der
school te Winchester, en ook van Mrs. Almost «>a
H 4                                 Mis,
-ocr page 129-
C 120 )
Mrs. secokb, beide zangeressen van beroep, o»
liare schoone stemmen mei-kwaardig. Mrs. salmon's
eerste meester was Mr. jobs ashl£y; rnaar tijd,
oefening en opmerkzaamheid schijnen hare bekwaamste.
Jeermeesters geweest te zijn. Met alle hare verkrege-r
Re lioedanigheden kan zij zekerlijk met regt gczegd
■worden, lot geene school te behooren. Zij zingt En~
gelsch en Italiaansch met even schitteiende stem en
evenveel gemakkclijkheid, en dit zijn de twee kentee-
kenen, die iedereen de uitwerkiugen van hare kunst
doen ondersclieiden.
Mrs, salmoh's i.ntonatie is over het algemeen
Beer zuiver, ofschoon men wil beweren, dat zij som-
tijds hoogcr wordt en wel bijzond<>r dan , wanneer
zij met tnansstemroen medezingt ; eene bewering even-
•wel. welke nooil door eene onzer eigene opmerkingen
is bewaarbeid geworden; wlj hebben, integendeel, de
ongewone jnislheid van haren zang opgemerkt, zelfs
als zij met eene erge onpasselijkheid te worstelen had,
gelijk het geval was gedurende haar engagement bij de
koncerten voor oude muzjjk in de lente van het vorige
jaar.
Inderdaad, wij schrijven de verwonderlijk schitte-
*ende uitwerking van haren zang bijna niet minder
aan deze hoedanigheid toe, dan aan andere wezenlijke
eigenschappen. Het is trouwcns zeer merkwaardig,
dat eene zangeres deze mecr schitterende uitwerking
teweeg
i
-ocr page 130-
( 121 )
leweeg brengt door eene intonatie, welke niet vol-
slrekt zuiver is, maar eenigzins 1ol scherpheid (meer-
dere hoogte) overhelt, zondcr eclitev zoo zeer van da
eigculijk vereisclite hoogte af te v/ijken, dat men deze
niet duidelijk zoude kunnen onderscheiden. Op eene
gelijke ondervinding rust de bekende neiging der in-
slrumentale toonkunstenaars, om telkens liet aangeno-
mene standpunt ran stemming te verhoogen.
Wat aangaat lie t cermogen, om den rtgten geest if art
ten muzijhstuk te vatlen,
streeft Mrs. salmon naar
vreinig ir.ecr, dan naar datgene, wal de natuttr in
hare eenvoudigste zangwijzen gewoon is te leggen. Zij
?ingt nooit theatraal en is dan ook te dezen opzigte zel~
den treffend. Zij is tevreden , wanneer zij behaagt door
kunstmiddelen , welke nicer bepaaldelijk indruk maken
op duizenden van toehoovders , wcinig gevaar loopen,
door de kritiek aangerand te worden en door geene
oneigene bijvoegselen verdoukerd, maar zuiver en ge-
hcel der stem eigen zijn. In den toon harer stem ligt
de wellust, dien men gevoelt met haar te hooren;
waarlijk wellust is het regie woord ! Hare stem bezit
gcenen buitengewonen omyang, noch bijzondere vol-
haid, en ofschoon dezelve meer tot de fijne , dan tot
de prachtige soort van slemmen behoort, gclijkt zij
evenwel naar geene der andere stemmen, die vri; ona
herinneren, gehoord te hebben, maar komt misschien
het naast bij deu toon der harmonika, zoo yrij ons
H 5                                     dat
-ocr page 131-
( 122 )
dat geluid een weinig vcrdund en rerfijnd verheelden.
„Waar," dus lecst men in het verhaal van een mu-
zijkaal feest, gehouden in eene stad, welke uitmunt
door den goeden smaak barer inwoners voor dc mu-
zijk, ,, waar zullen wij woorden vinden , on een juist
denkbeeld te geven van de tooveres , welke de ziel ver-
lukt door eene zoo effene, wee'rgalmende, schitterende
en zoo bekoorlijke stem, dat wij naauv/elijks in staat
blijven, om iets anders te verlangen, dan het genoe-
gen, hetwelk reeds alleen het enkele geluid harer stem
ons doet genieten. Van alle zangeressen, die wij ge-
hoord hebben, ontwapent Mrs. salmok de gestreng-
heid der kritiek het spoedigst en het gelukkigst. Hare
stem verrukt het oor , gelijk het eerste lentegroen het
oog bekoort, gelijk de geur der uitgezochlsta bloemen
de reuk verkwikt en gelijk de keurigste en edelste wij-
nen den smaak hoogstaangenaam prikkelen. Verre van
ciiinji in volheid van stem, vermogen en kracht
van uitvoering, wekt zij evenwel niet minder verwon-
dering, dan deze, door de verbazende gemakkelijkheid ,
snelheid en duidelijkheid , met welke zij de voortref-
felijksl gedachte en nog voorlreffelijker ten uitvoev
gebragte versicringcn aanbrengt. Zij bezit, vrel is
ivaar, geene prachtige stem, noch breede voordragt;
jnaar men hoort haar en vergeet, dat ook die groote
eigenschappcn vereischten van den zaDg kunnen zijn.,
Haie intonatie is zoo cchoou en hare manier ran
-ocr page 132-
C 123 )
passages te makcn, zoo buitengewoon fraai ~ zij veiv
deelt de nuancen van sterkte en zachtheid met zoo
vcel kuusl, dat zij daardoor noodzakelijke vereischlen
van gcheel anderen aard vergoedt.
Heeft Mrs. salmon eene imponerende waardigheid
in hare voordragt? — Neen! Heeft zij eene fijnbe-
schaafde uitspraak? ------ Neen! Zingt zij met weg-
skper.de hartstogtelijkheid ? — Neen! ------ Heeft zij
iets uitstekends in vuur, kracht, gevoel of uildruk-
king ? — Wij moeten al wederom neen zeggen. Wat
heeft zij dan ? — Eene namelooze looverkracht, om alle
onze zinnen in slaap te wiegen, maav niet het gevoel van
de zoete verrukking , tot welke hare stem ons opvoert.
O wclk een stem ! ■. . 'tis meer dan menschlijk, wat men
(hoort!
Dit zi jn geen toonen , die van aardsche lippen stroomen I
Geen maagdenzang ! — Neen , 't is gewijd akkoord,
Hetwelk uit Eden schijnt te komen!
'tis reine hemeUlucht!
't Is louter Englenzang — een Serafijne-zucht —•
De taal dcr Hemellingen,
Die voor den hoogsten troon het hoogste loflied zingen!
Wij
£i4) Deze vertaling zijn wij aan een' onzer vrienden.
verschuldigd ; het oorspronkelijke luidt aldus :
,,And then her voice, 'tis more than human,
», Never till now had it been giv'n ,
„To lips- of any mortal woman,
„ To utter notes so fresh from heav'n ;
,, Sweet as the breath of angel sighs,
MWhen angel sighs are most divinev"
-ocr page 133-
C 124 )
Wij zijn geheel en al van hetzelfde gevoelen. Mrs.
iaimou bezit geen bijzonder vermogen ran bevatting,,
noch erne uitslekende voordragt, en evenmin is hare
uitspraak, ofschoon juist niet gebrekkig, buitengemeen
bcscnaafil. En tocll zal niemand, die baar lioort,
het gemis van deze voorname vereiscbten beklagen.
Te regt zeggen dus de Italianen, dat de zanger, die
eene fraaije stem hceft, gg van de 100 noodzakelijk
gevorderde eigenschappen bezit.
Kunde is niet geraakkelijk le omschrijven, indien
wij cr eene bepaiing van wilden geven len opzigte van
den zang. Zij wordt maar al te gewoonlijk genomen
in eenen zin, die alleen slaat op liet bijvoegen van
versierselen- Mrs. salmon is bijzonder' begaafd te
dezen opzigte. De buigzaamheid van hare stem is
zoo buitengemeen, dat zij noten en passages inlascht,
waar het onmogelijk schijnt, en zij komt bet rooeijelij-
ke te boven met eene vlugheid, welke zich door nicts
laat. stuiten.
Hare verbeeldingskracbt is stout en nogtans teeder,,
▼ruchtbaar en weelderig. Zelfs wanneer zij gecne
bovenmatige waardigheid van stijl of voordragt scbijn*
te wiilen vertoonen , maar dezeifde zoetvloeijende en
gelijkvormige manier behoudt , strijden hare vlugge
passages nooit met de hooge vorderingen der kunst
De aanminnigheden van haren zang komen tot on« even
als het bekoorlijk sclioon, hetweik de natuur meestal
on-
-ocr page 134-
C »5 >
wnwillekeurig, kunsteloos en als van zelve aatibiedt,
Zij lagchen ons toe, even als de bloemen in de lente
die onzen weg versieren, onze zinnen bekoren en be-
tooveren, en alle andere gedachten verwijderen , be-
halve die aan haren oorsprong, en aan het gevoel en de
hetuiging van dankbaayheid. Hare voordragt past vol-
komen bij den aard harer stem; doch zij verschilt
evenwel in soort wezenlijk van die van alle zangeres-
sen , welke wij ons kusnen te binnen brengen , en dit
■ondersclieid , in deszelfs uitwerkselen beschouvvd ,
lunnen wij niet anders beschrijven , dan als meet
tot de natuur, dan tot de kunst te behooren. De
voordragt van mara, billinstoh en zelfs van
catalahi liet 5eis meikeu van de langdurige oefening
en de grobte moeite , die bet haar gekost bad, om
dien trap van volmaaktbeid te bereiken. Deze zange-
ressen (vooral mara) schenen als met afgemetene
gtudie te zingen (to sing from the chest) en groote
spierkrachten aan te wenden in de uitvoering en de
duidelijke artikulatie van de onderscheidene deelen van
het zangstuk zelf of ook van de passages, die zij er
tusschen voegden. De voordragt van Mrs. s a B m o w
daarentcgen schijnt, even als de vogelenzang, zoo
gemakkelijk te gaan, dat de toehoorder haar geheel
aan de natuur toesshrijft. Zij schijnt mcer het-
geen
-ocr page 135-
%een men in eenen gemeenzamen stijl eene gaire
noernt, dan de werking van eenige kunstige behande-
ling. Zij schijnt geheel en al voort te komen nit de
organen der keel en in de snelste, gcrektste en moeije>
lijkste muzijkale zinnen ontdekt men even weinig blijken
van inspanning, als indie van de oenvoudigste en nicest
gcwonezamenstelling. De keus van hare versieringen heeft
ook zeer weinig gemeens met die van hare voorgangers.
Het bekoorlijke, snelle en schitterende harer wijze
van nitroering is verwonderlijk en wordt voorzeker
niet door de vaardigste , liefelijkste en duidelijkste
yjoolspelers van onzen tijd overtroffen.
Hieruit blijkt ten klaarste, dat hare talenten bij
uitstek geschikt zijn tot het voordragen van zangstuk-
len, die eene groote vaardigheid vereischen , en in
dozen munt zij bijzonder uit, onvcrschillig , tot welk
eene school zij gehragt kunnen worden. „ From migh-
ty kings he took the spoil,'1''
uit HitNDEi's Judas Mac-
cabeus,
zingt zij met zulk eene vaardigheid,, juistheid
en gemakkelijkheid, dat het niet minder verwonderlijk,
dan schoon is. Variation op liederen, als bij voor-
beekl , my lodging is on the cold ground leveren het
volkomenste genoegen op, dat men immer van fijnheid
en gemakkelijkheid van uitvoering en versiering ver-
wacliten kan, welke mogelijk nog meer uitkomen ,
wanneer zij in tegenoverstelling gebragt worden met
cen enkel obligaat instrument; en met zulk atkompag-
-ocr page 136-
( is; )
moment te zingen, heeft deze Ladij zecr dikwijls voor
gewoonte gehad. Duidelijkheid, sclioonheid, snelheid,
bescliaving, vinding en smaak zijn haar cigen , en hier-
mcde vereenigt zij zoo volmaakt lietgeen het oor
verrukt, zonder het oordeel te beleedigen, dat zij
in eenen rang gesteld moet worden, verre verlievei»
horen dien, welke gewoonlijk toegekend wordt aan ta-
lenten, wier voortreffelijkheid men eerder van eenen
■vrerktuinelijken, dan van eenen verstandelijken kant
besckouwd heeft.
Ofschoon nooit groot, en zelden of nooit zeer ge-
voelvol of treffend, ofschoon nooit eene schatting van
toejuiching afpersende door onverwachte, krachtige en
©nwe£rstaanbare aanvallen op de verbeelding of op het
liart, is zij niettemin zeker van haar onderwerp.
Zij neemt in door zoetheid, liefelijkheid an onder-
scheidenheid, door keurige versieringen en door on-
ge-wone vlugheid. Zij laat het oordeel vrij, maar ver-
ineesterl de zinnen, en deze tooveres van den nieu-
■wen tijd dwingt ons te bekennen, dat zelfs de streng-
*te van onze eigene regelen maar al te dikwijls de
slaven, zoo niet de slagtoffers van de zinnen zijn.
•
BIN-
-ocr page 137-
( «8 )
JBINNENtANDSCHE BEfclGTEN.
OVER BE 'W1NT ER-KOMCEBTEH TE EOTTEEDAM.
Overeenkonistig riiijne gedane belofte, om in dit tijd*
fchrift het een en ander mede te deelen over de alhier
gehoudene koncerten , volgt hier het berigt van dezelve.
Zij hebben ons, wel is waar, eensdeels door de on-
dersteuning en dadelijke medewerking van onze eerste
dilettanten en liefhebsters (onder welke wij, gelijk ik
reeds vroeger aangemerkt hcb , zeer uitmuntende talenten
hezitten , vooral onder de dames), en ten andere ook
daardoor, dat onze voornaamste toonkunstenaars ons,
trouwens sleclits weinige maim, op hunne talenten ver-
gast hebben , zeer veel genoegcn verschaft ; jmaar ik
moet echtcr den lezer dringend verzeeken , zijne ver-
Wachtingen van onze koncerten, in het begin van den
■winter, niet te hoog te spannen. De eerste koncerten
Borden door de dames volstrekt niet bezucht, Waar-
om niet? zal menigeon vragen. Het is geen ton! —
Maar vraarom toch is het geen ton ? Ecne netelige
vraag , wier beantwoording ik aan den lezer zelven over*
laat: ik altbans -nil het antwoord liefst schuldig blij-
ven. — Intusschen heeft de afwezigheid d< r dames ten
gevolge, dat wij in de eerste koncerten ook haar ge^
zang misfen. Daarenboven onthouden de kunstenaars
aelve zich, in de eerste koncerten, ook ecnigzins van
i
-ocr page 138-
C 129 )
£e uitvoering van obligate stukken , en deze beide oni-
. fltandigheden zijn de oorzaak, dat ze in den heginne -wait
kaal vborkomeh. ------ Na deze kleine voorbereiding
torn ik op de zaak zclve.
Het eersfe koncert levei'de niet vee] bijzondeH op«
Het werd met de nieiiwste, zeer groole en overheerlijk
hewerkte Sinfonie in Es dur van a. loiiitie geo-
pend i waarop de Ouverture van nossiNl's Tancredd
volgde. Deze twee Stukken maakten de eerste afdee-
ling nil. In de tweede hoorden wij: I. eene Sinfonie
Van AN Dae', Welke San de blaasinstrumentcn Veel te
te docn geeft , en ons de gelegenheid aanbood, om d<s
aanzienlijke verbeteringen op te mcrken , die dit ge-
deelte van het orkeSt door eenige nietiws geengagcerde,
knappe meesiers ondergaan heeft. Evenwel kan men
Hog niet veel roemcn op eenheid in het ensemble.
"Wanneer. de heeren zich eerst wat naanwkeurigci?
ZUllen hebben leeren kennen, zal het 00k te dien op-
2igte wel beter worden: het goede gedijt niet op eeti-
maal. 2. Hondo, bijgenaamd <i la modi de Paris,
•voor de viool van a. bombEs*, door den beer n»
to was zeer goed uitgevoerd. Ilij Speclde het met veel
netheid en geniakkelijkheid. Het eenige, dat op zijn
spel aan te merken vial, is, dat een paaf passages,
vrelke met kracht en vUttf badden moeteh vrorderi
uitgevoerd , sen -weinig te flaatiw voorgedfageri werden.
Voor het overigc konde men zeer voordeelige verande-
tingen in zijnen toon, zijnen smaak en zijrie vJugheii!
I                                        met
-ocr page 139-
t
C 130 )
met den strijkstok -waarnemen. 3. Ouverture uit Circe
en Ulysses
van b. sountn.
Tweede kuncert. ». De voortreffelijke Sinfonie van
Mozabt in Es dur werd zeer goed uitgevoerd. 2.
De Ouverture uit de Zauberflote van vo>il( werd
al te lanyzaam ingezet; onwillekeurig echter dreef het
vuur, dat in dil meestersluk gloeit, ve^scheiden in-
strumnnten aanmerkelijk voorwaarts. Ik moet hier ,
200 leed liet mij doet, nog eene aanmerking maken,
vvelke zich vooral in deze twee stukken aan roij opge-
drongen heeft , hoe jammer liet, namelijk is, dat eene
zckere partij van de slrijkinstrumenten , vvelke nog
lioogst zwak is, niet -wat mecr steun krijgt. Is de .
vijandeiijke aandrang te hevig, dan kunnen eenige
je sturke batterijrn , die trimmers asijn, maar niet ge«
noegzaam gebruikt worden , mgen liet geweid des vij-
ands met goeden irtslag werkzaam zijn. Twecde af-
deeling: 1 de bekende , maar toch allijd sclioone Sin-
fonie van a. bom be kg, in Es dur, en tot slot eene
Ouverture van denzelfden anieur,
Op dit koncerl volgde dat van den voortreffelijken
tenoorzanger jnus miileb, liet sieraad der hoog-
duitsche Opera te Amsterdam , hetwelk echter niet
eoo groolea indiuk maakte, als men -wel, naar de hem
vooruit gesnelde faam, had kunnen verwachten. Men
moet echler de schuid daarvan hoofdzakelijk lorschrij-
ven aan den Sard onzer luclilgesteldheid, welke eene
nadeelige verting had op den hecr miileb, en hem
eene
-ocr page 140-
C 131 3
'eene klcine heeschheid veroorzaakte. In den licgjnne
vooral was zijne stem, welke, naar liet getuigenis van
hen, die dezen zanger vroegcr te Amsterdam gelioord
hebben , sterk en vol toon is, zeer bedekt, en zij
kwam zelfs in het geheel niet lielder nit, hetgeen
natirarlijk niet voovdeelig voor hem -was in de eogen
van een publiek, dat zoo bijzonder groote verwach-
tingen van hem koesterde. . In de slukken, welke hij
later in den avond zong , ging het betcr, en het pu-
bliek verzoende zich bijna geheel met den zanger ^
bewonderde de doorgaande gelijkheid en de buitenge-1
wone bnigzaamheid zijner stem , en zijne voortreffelij-
ke methode en voordragt, waaraan men, als met een
opslag van het oog, den beschaafden kunstenaar ia
liem erkent. Alleenlijk zoude liet te wenschen zijn ,
dat de heer kiii.ii een weinig huishoudeHjker met
zijne versieringen te vyerk ging. In het algemecn is
het waarlijk te hejammeren, dat zoo velen der eerste
hedendaagsche zangers en zangeressen de toejuiching des
publieks juist, en wel bijzonder, door versieringen zoe-
ken te winnen en, dat zij, daar veie toehoorders, fcelaas !
maar al te veel behagen aan dat beeldwerk scheppen,
die manier van zingen zoo oumatig overdrijven, dat
zij hun gezang, in plaats van het te verfraaijen, ont-
sieren. Vooral is dit afscbusvelijk, wanneer zij, het-
geen echtcr op den lieer miller volstrekt niet toe-
passelijk is, de muzijk zelve niet goed verstaan en
I a                                daar«
-ocr page 141-
( i3a )
daardoor hunne versieringen niet ter regler plaatse en
dikwijls tegen de regelen der barmome aanbi-engen.
Het koncert van den lieer miller was uit navol-
gende stukken zamengesleld: i. Ouverture van 3. mil-
IEe, welke zeer goed bewerkt is, maar er veel bij
winnen zoude, indien zij, in plaats van de menigvul-
dige al te gewone ide'en, wat rijker war* aan oor-
spronkelijke gedacklen. a. Aria nil Achilles van faer,
waarlijk eene echte peiza di bravura; jammer eeliter ,
dat de zanger niet regt meester over zijne stem was,
scboon hij dit stuk anders wcl in zijne magt heeft,
en daarvan daan kwam Lit, dat men hem kon aan-
eien, hoe hinderlijk zijne lieeschkcid hem was, zoo
dat juist dit eerste stuk de algemeene tevrcdenbeiil
niet verwekte. 3. Koncert voor het piano-forte van
ST. n 1 E s , in Es dur , gespeeld door den be«r c. M ti H-
IlSlIItli een voorlreffeiijk en zeer origineel ge-
echreven muzijksluk, rijk aan liefslijke , en innemende
melodieuse plaatsen, zeer scboon bewerkt voor het
orkest en daarenboven voor hem, die het uitvoeren
tan, zeer dankbaar door hoogst schitlercnde passages.
De heer mijhlenfeldt kwam de schier overgroote
nioeijelijkheden met g'ans te boven; zijn spel was
Zeer vlug en vol nadruk, en hij oogstte den algemeen-
*ten bijval in. 4- Polacca van den heer miller zelf:
een zeer liefelijk en aangenaam stuk , dat hij veel beter
uitveerde, dan de hier boven genoemde Aria, waar-
, door
-ocr page 142-
( 133 )
door de stemming van hct publiek reel gunstiger voor
hem werd. Tweede afdcelrng* i. Eene tweede Ouver-
ture van musi') kompositie, welke ontegenspre-
kelijk verre de voorkeur verdient boven de eerste,
en eenige regt fraaije gedacbten voor de blaasinsru-
menten bevat : een bewijs , rfat de komponist van deze
zeer goed partij weet te trekken. Evenwel moet men
ook aan dit sink laken, dat hcl zwaar valt, er geheel
nieuwe gedacliten in te vinden, en dat sommige ine-
dulatien wel wat voorzigtiger hadden kunnen voorbe-
rdM worden. a. Cavatina van iikibali, een aller1-
licfst zang'lufc, hetwelk even liefelijk voorgedragen
werd.. Tronwens dosclite de zanger het rijkelijk met
sieraden uit ; maar zij pas fen ook goed voor de Ita-
liaansclie mutijk. 3. Variation voor de Unit op lit
tiroH'ene '
ran van boom, zondfer bepaalde muzijkale
waardij, maar toch heel aardig gcschreven , welk* de
jonge iahxii zeer netjes uitvoerde. Hij beeft cenen,
aangenamen toon , maar xneer kracht ware hem te
•vrenscben. Het hooren van uitstekende fluitisten zonde
hem zeer natlig zijn en voor de beschaving van zijnen
smaak zelfs noodzakelijk. 4- Tot besluit werd der
treue Tod,
een in Duitschlafld zeer geliefdkoosd lied
van den heldhafligcn dichter IB. ioiiib, uitstekend
schoon door- den heer milled, gezongen Her ga£
hem ruime gelegenheid1, om bewijzen af te Ieggen van
xijne muzijkale kundighedeo, doordien hij telkens bij
ieder van de vier couplelten nieuvre- en vrel zeer
I 3                               fraai-
-ocr page 143-
( 134 )
fraaije veranderingen liet liooren. Indien de eevsle
stukken hem, naar evcnredigheid, even goed gclukt
warco , dan zoude hij, zonder twijfel, bij ons, gelijk
ciders, de volledigste toejuiching van zijne verdiensten
ingeoogst hebben. Maar bet mogt ons niet ten deel
worden, dozen zanger in den vollen luister zijner stem
te booren, en gerolgelijk hem die toejuiching in voile
mate toe te zwaaijen. Onze luchtgesteldheid had ook
indeidaad minder fel kunnen zijn , terwijl zij nu aan
de vrienden des gezangs, wier vcrwacllting zoo hoog ge-
Spaaneri was , waai-Iijk eene leeiijkc poets gespeeld heeft.—
liet koncert -werd tamelijk druk bezoclit en het gezel-
scbap was uitgelezrn; zelf$ de dames konden de magt
des gezangs niet wederstaan en kwamen in Ti'ij groot
aantal op.
Derde Zaturdags-koncert. i. Sinfonic van kkom =
steb in D dur. Zeer aangenaam is het mij , te kun-
nen verzekeren , dat de blaasinslrumcnten in dit
imizijkstuk proeven gaven van aar.zienlijke vorderin-
gen. Jammer maar, dat een van hen, en wel cen van
die, vveikc in handen van de besten'behooren te zijn,
ons somtijds, uit beweeggronden, die men niet wel
Tcrmijden kan, te eerbiedigen, in het mineur op dur-
ioonen ontliaa't, gelijk zulks in het Adagio van deze
Sinfonie het geval was, en anders ook zich soiawijlen,
uit .onzekerheid , kleine veranderingen veroorlooft ,
Welke goede muzijkale ooren juist niet aangenaam
yerrassen. . Dat toch iedereen zich zelden beter kende
-ocr page 144-
C 135 )
en wist te beoordeelen! Zoo nutlig als dit in liet
algemeen zijn zoude, zoo goed zou het hicr in liet bij-
tonder wezen. 2. Koncert voor de fagot van siuMpr,
door zekcren coppjes gehlazen, . die voor het eerst
in het openbaar oplrad , en, daardoor aanvankelijk een
weinig bevrecsd seheen te zij,n. Hij verraadt aanleg,
maar spel en smaak inoeten nog zeer gelouterd wor-
den. In de niiddeltoonen, en 00k in de lagc, is zijn
toon goed, en kan nog veel beter worden; maar in
de booge toonen zal liet niet zoo gemakkelijk gaan;
daar ontbreekt het, hem aan zckerheid , en men hoort
te veel gebSaas. Voor het overige is hij lamelijk vlng
in passages , en tan, indien hij zicli bevlijtigt, een
goede fagollisl worden. 3. Ouverture uit paeb's
Sargi.no,
, Twcede afdecling: 1. Sinfonie van Hiiis, 2. Aria
nit il matrimonio segretto, door eenen liel'hebber goed
gezongen. 3. Ouverture uit Sofonisba van P a e a-
Vi'crde koncerl, betwelk door . eenige dames, maar
van, de eerste kunstvriendinnen, met hare iegemvoor-
digVieid opgesierd werd. Wij hebben veel hoop, ons
op liet vo'gende koneei't over een zeer schitterend ge-
zelschap te zullen kunnen verblijdcn, en dat de kon-
cerls-n zelve dan in vele opzigten belangrijker zullen
-worden. In dit koncert hoorden*"wij dc navojgende
(stukken: 1. Huihovis's schoone Sinfonie in C
dur. 2. Koncert voor het hoorn, gckomponeerd en
g,cbl»zcn door den licer hutscHehbusteb jr. Hi];
1 4                                  blie*
' (
-ocr page 145-
C tjff }
blies goed en het schijnt zelfs, dat hij zich meer din
voorheen op goeden toon en smaak in de voordragttoe-
Jegt, en het fraaiheid van uitvoering minder in het
rooeijclijke zoekt le vinden. Hij volharde in zijne
pogingen en hij zal zich met anders, dan wel daarbfj
kunnen bevinden. Aan de kompositie van zijn koncert
kan men gceue andere beduidende gebreken berispen,
dan dat aan zijne gedachten, met uilzondering van
eenigen, die heel aardig zijn, meer nieuwkeid van vin-
ding toe te wenschen is ; roeer dan eens ontmoet men
o-de bekenden. Vit de enkele fraaijc ide'en, die meft
in dit koncert aantreft, blijkt e elite r, dat, wanneer
hij zich niaar waarHjk moeite gaf, hij wel in staat
aoude zijn, een goed muzijksluk te vervaardigen. 3..
Aria uit les maris garpons van unios, welke een.
liefhebbe-r zeer goed zong. 4- Onverture van siiuji:.
een zoetluidend Adagio , een gedruisch makend Alle-
gro , dat even als eene Marsch aanheft, en beide deze.
stukken nog eens herhaald ; zie daar de ouvertnre,
•welke, daar het haar aan kracht en oorspronkelijMieidS
onlbreekt, schier dezelfde uitwerking lieeft, als dcze
of gene slappe kost zonder specerijen. Tweede afdee-
ling. r. Allegro eener Sinfonie van boiaet, 2. Va-
riation voov de viool van babicati, geheel in den,
smaak van eodi geschreven, welke door een' onzei?-
teste liefhebbers voor dit instrument, zeer aardfjj
uitgevoerd verden. 4. Duet uit eene fransche opceai
V9A ouderen tijd, door twee lijeib.ebb.era gezongen.
-ocr page 146-
C 137 )
S. Ouverture uit cost fan tulle van mozabt.
Vijfde koncert. 1. Militaire Sinfonie van HATuy.
3. Aria van zingabelli, door eenen liefhebber
zeer braaf gezongen. 3. Militair koncert van bosses
voor het piano-forte , zeer bevalllg en brillant geschre-
ren, en door zekeren heer sea I wane K gespeeld,
een jong niensch, die zich albier as piano-uicester
ne^rzettcn zal, Hij gaf blijkcn van zeer goeden aan-
leg; maar Let onlbreekt liem nog aan vasllieid en ze-
kerheid in passages voor beide handen, ats loopen in
tertsen , sekston en oktaven. Ook moeten wij hem
nog aanspoorcn, om zicb meet op duideiijkheid en
reinheid van spel te bevlijtigen, en om zijnen smaak
Beer te besctiaven, waar het liem nog aan fijnheid en
gladlieid ontbreekt. De vrerken van ivsnc vooral,
vereisclien eene teedere en elegante behandeling, welke.
men in de voordragt van den lieer schiwanek fe
weinig opmerken loude. Wannecr hij deze vvelge-
Jneendc les ter harte neemt , en met vlijt en
volharding het geko-zene instrument beoefent, dan kah
hij altijd als eene regt goede aanwinst voor deze stad
beschouwd vvorden. Middelen en vermogen bezit hij,
zij vorderen nog reaar oefening en beschaving. 3*
Ouvcrturft uit la clochetle ou le diable page, van
SJsolli wclke reel gedruisch maakt, maar voor
Jiet overige -weinig muzijkale waarilr heeft. In het
orkest scheen 00k een booze geest gevaren te zijn, aj-
tlians bespeurde men een zeer onaangenaam heun en
I 5                                     ^ye-
-ocr page 147-
C 138 )
•wedcr waggelen, en tusschcn de violen heerschte de
groolste oneeniglield. Tweede afdeeling. 1. Allegro
uit cene Sinfonie van mo z art, in I) dur. z. Aria
uit Fenjotvskt'j van baleyrac, met wellse cene lief-
hebsler aihicr ons zeer aangenaam verrastc. Reeds in
den afgeloopenen winter verschafte zij ons veel genoe-
gen door haar aanminnig gezang, en zij had daardoor
groote verwachtingen doen geborcn worden, die zij
echter tlians zoo vcr overtrof, dat men er algeroeen
over vtrbaasd was. Met eene bevallige, zeer inne«
mende stem vereenigt zij zeer veel smaak en een fee-
der gevoel in de voordragt en daarenboven eene goede
methode en groote vlugheid in het uitvoeren van
zware passages, De luide en a'grmeene toejuiching,
die haar ten deel viel, moge haar ten bewijze ver.
slrckken van de hoogachting, welke men voor haar schoon,
200 veel belovend talent gevoelt. Jammer maar , dat
haar begeleider aan het piano-forte (zij zong zonder
akkoropagncmenl van het orkest) den wensch liet op-
konien, dat hij zicli in zijn akkoropagneinent wat meer
mogt gematigd en aan het gezang , orn zoo te zeggen,
meer aangeleund hebben. Eenige malcn werd er zoo.
<reducht op het instrument geklopt, dat het in mistoo.
nen uitbrak. Hoe konde hij er tooh, toe komen, om
aldus te akkompagneren ? 3. Ouvertur.e uit une folic,
van m b ho t.
Zesde koncert. Onze dames , welke hetzeh;e in groo-
ten getale bezochlen, zcltcden er veel luisler bij.
Waar-
-ocr page 148-
( 139 )
Waarom waren zij toch zoo hardvochtig, ons liare aan-
genam.fi en alles verlevendigende tegenwoordigheid zoo
lan<J te onttrckken. De nieuwste Sinlonie van A. n 0 M-
BE kg in Es dur , waarlijk een nuestei'stuk, waarin de
komponist vooral zijne magt in het rijk der harmonie
aantoont, opende dit koncert, en werri zeer goed en
veel beter, dan in het ecrste gemaakt : en er was le-
ven , vuur en eenheid in de uitvoering. Ecbter is het
piano voor het voile orkest nog niet zachl grnocg. 2,
Eene Aria van jvi o s c A gat' veel genoegen, om de fraai-
heid van liet stuk zoo wel, als van de uitvoering.
3. Variation voor de fli^it van mot, welke de
Leer iahiiik blies. \ De passages kwanien er neljes
nit ; maar wij moeten den jongen kunstenaar aanraden,
zich Kieer op eene nadrukkclijke voordvagt toe te leg-
gen , te nieer nog, daar men het in de knnst, oro door
werktuigen toonen nit lluiten, of fiuitwnken , te lok-
ken, zoo ver gebragt lieeft, dal de fuhist, , welke
zonder leven, zonder ziel blaast, zeer veel werks
lieeft, wil liij zich, vooral wat de vaardig'ieid. aaD-
gaat , met die werktuic,en ineten. De Unit vordert,
nit hoofde van hare eenvornjightid nog meer expres.
sie, dan iedcr ander instrument, en de heer iiahmen
zal, hoopen wij, daarom onzen 'welgemeenden raadr
niet onopgemerkt laten, 4. Ouverture uit Circe en
Ulysses
van b. k o m b e h g. Tweede afdeeling, 1. Ge-
deelte eener Sinfonic van Hiuj. 2. Grodte Scene
en Aria uit paer's Camilla, door eene onzer liefliib-
stera
-ocr page 149-
■ ■— i                     -w                           ^.s-
C 140 >
iters voortreffelijk gezongen. Zij had den geest dea
stuks gelieel doorgrond, alle de gedachten van den
komponist naauwkeurig gevat, en droeg ze met een
heerlijk orgaan en met de grootste zekerheid in de
niitvoering der moeijelijkheden voor, zoo dat liaar go.
zang met geestdrift toegejuicht ■werd, Inderdaad vnj
inoeten ons geluk wenschen met het bezit van zul-
ke uitmuntende zangrressen onder onze liefhebsters"
3. De overheerlijke Ouverture van mo z art's Don
Juan-
— Dank zij den heer eon, dat hij er zich in
dit koncert bijzonder scheen aan gelegen te laten lig-
gen, om ons al de ensemble-stukken, zoo goed moge-
lijk , te doen hooren. Ook moeten wij hem het loffe-
lijke getuigenis geven, dat hij in de direktie zorgvul-
diger te werk gaat , dan voorheen.
Nog eene aanmerking, tot vyelke d'eze avond rooral
aanl<-iding gegeven heeft. Men beschouwe toch het
koncert als eene muzijkale bijeenkomst! het ontbreekt
iramers niet aan andere menigvuldige zamenkomsten
voor de gaelligc conversatt'e.
(Uct vervolg in het derde Stuk.)
OTIl
-ocr page 150-
C 141 )
OVER BE MUZ UK II ttONIKSIJi
De slof, waaruit ons tcgeBwoordig berigt over ds
vevscliijnselen aan den muzijkalen horizont te Gronin-
gen zal zamengesteld zijn, is zoo rijk, dat wij ons
rorgvuldig zullen raoelen beijveren, om dezelve in
een zoo kort mogelijk bestck te bewerken, zonder nog-
taiis eenig punt onaangeroerd. te laten, hctwclk voor
onze lezers in Let algemeen van belang tan geacht
Worden, of 00k nicer bepaaldelijk onze lezers hier
ler sledc in het bijzonder zoude kunncn aangaan.
Naar de chronologische volgorde, en misschien 00k
wel naar die , aan welke ieder schrijver althans eenig-
Kins gehouden is, om, naraelijk, de magtige redekun-
dige figuur, climax of opklimming genaamd , te eer-
biedigen, tnoetcn -wij het cerst verlialen, dat wij ge-
durende de herfstkermis van i8rg, eeriige 200 holland-
Sche, a!s duilscte zangstukken en stukjes gehoord
hehben , welke de jonge Amsterdam*che tooneelisten,
onder direktie van de heeren dessaok. en fkaws-
wan, bier gegeven hebben. Wilden wij aan het mo-
raliseren
gaan , dan zouden deze vertooningen ons
overvloedige stof daartoe aanbieden; maar, ofschoon
onze redeneringen misschien niet van het vermogen
zouden verstoken blijven , om althans hier en daar ,
eenig zaadkorreltje van nut te doen Tallen, dat welligt
welig opgroeijen en ecne voedzame plant zoude kunnen
worden, willen wij ons echter daarvan onthouden,
deeis , om dat .wij bij oniicrvinding weten, dat wij
een*
-ocr page 151-
( H2 )
tens »an het moral!scren gaande , zoo spoedig niet. klaar
*aken , en deejs ook, om dat de predikatie'n meni<--
««n niet zeer welkom zijn , en wij gaarne aan iedereen ,
300 veel het, behoudens onze liefde \oor de waarheid ,
doenlijk is , iets aangenaams' zeggen. Daarenboven
jeugd hecft, naar het oude spreekwoord, zelden dengd ,
en de hier boven opgenoemde tooneelisten zulien ons ,
naar wij vernemen, gedurcnde de aanslaande herfstker-
mis wcderom met een bezoek vereeren. Dan zulien
wij misscliien nog grond genoeg vinden, om hetgeen
■wij thans verzuimen, weder in te Iialen; ahhans wij
vreezen het, sclioon wij ons hartelijk zouden verheu-
gen, indien ons alle stof daartoe ontnomen wierd.
Kort„oa het vertrei van «!•* *noneelgeze]schap had-
den wij den beroemden en waar^jk grooten klarinetlist
HERMstidt ik ons midden. (De iezer merkt, naar
wij hopen, op, dat wij niet vande chronologische yolg-
ordc , maar wel van den ontzagwekkenden climax af^aan.)
Wij bepalen ons enkel bij de vermelding van zijna
tegenwoordiglieid, en ontliouden ons van alle brecdere
ontwikkeling zijnrr verdiensten en van de besclirijving
van zijn koncert, daar dit een en ander reeds in een
omstandig sluk ,'zie bladz 266 en volg. van den aden
Jaargang) door Mr. ». w. scbboedeb sieibmih
behandeld is.
Onze gewone winter-koncerten waren nog op den-
zelfden voet ingeiigt als in het vorige jaai- , dat is,
zij
-ocr page 152-
C 143 )
zij warcn ecne private onderneming van kunstenaars.
Voor het overige kunnen wij niet verzwijgen, dat het
orkest wel zoo gocd was , scboon het nog aanmerkelijk
bnter had kunnen zijn. De verbeteringen zijn groo-
tendeels daaraan toe te schrijven, dat de bekwaamste
mii7.ijkar.len van bet korps , dat tot de 8e afdeehng
Infanterie bchoort, in het orkest geengageerd waren;
nog beter zoade het geweest zijn , indien alle onze
lief hebbers, die cenig instrument in een orkest goed
wcten te behandelen, in hetzelve niede gespeeld hadden.
Daardoor zoude het orkest zeer gewonnen hebben, en
het is te hopen en zelfs met zekcrheid vooruit te
zien, dat zij zich in een volgend jaar, wanneep, na<
melijk, onze koncerten, gelijk -wij hopen, dat einde«
lijk cens gebturen zal , op eenen vasten voet ingerigt,
en naar onwankejbare regelen hestuurd worden, niet
emirekken zullen, om bet hunne tot de goede uitvoe-
riug dcr muzijkstnkken voor het voile orkest toe te
brengen.
Aan zang zijn -wij even arm gebleven, a]s -wij reeds
een jaar vroeger waren* Wij hebben, gelijk men lig-
tclijk kan nagaan, geene zangeressen van beroep in
onze siad; vrcemde zangeressen exprcsselijk voor bet
koncert te engageren, gelijk men in Amsterdam doet ,
dit laat de kas niet toe , en wij hebbpn dus tot nog-
|oe altijd geene andere zangeressen gehoord, dan lief-
hebsters, die ons dan 00k , -wij erkennen het dank-
baar, roenig aangenaam oogenhlik verschaft hebben.
Than*
-ocr page 153-
i
C 144 )
Than* echter ontberen wij 00k dit genoegen: sommi*
•gen onzer dames zijn van hier vertrokken, aDdcreri
«ijn moeder des huisgezins geworden, en de weinige,
die er nog overgebleven zijn, schijnen, daar zij zoo
Hjzonder weinig in getal zijn, niet de eenigen te wil-
len wezen, waarin wij baar, (zoo aangenaam het onS
00k zijn zoude, indien zij zich verledigen wilden , om
aan onze koncerten luister bij te zetten), niet geheel
ongeHjk geven kunnen, wanneer wij naar ons eigen
gevoel spreken. Maav zoude niet, hare verdienste te
grooter zijn , zoo zij, in weerwil van de gegrondheid
van haar achterblijven, evenwel zongen ? Het publiek
eoude althans, dit durven wij verzekeren, hare goed-
lieid te dieper erkennen, en zich te dankbaarder be*
toonen.
W'ij willen den lezer niet vermoeijen met eene lang-
durige optelling van al de stukken, die wij in deze
koncerten gehoord hebben, maar blootelijk de belang-
rijksten uitkippen, en we[ bepaaldelijk met de obligate
(tukken beginnen , en met de Sinfonien en Ouverturen
eindigen.
De heer w. keyzeb, die even als in vorige jutea
orkestmeester was, speelde drie malen , en telkens van
sfohb, hetgeen ons te aangenamer was, daar de
andere violisten ons andere komposilien lieten Imorrn.
Voorecrst hoorden wij Variation uit A dur, die on»
reeds bekend waren. Dit strekke echter den i>ek,va-»
aea
-ocr page 154-
t
t US )
men ipcler niet tot berisping, daar die variatien zo6
voortreffelijk schoon zijn , dat men ze met hetzelfde.
verraaak hondcrd malen zoude kunnen hooren, vooral
wanneer ze met zoo veel gevoel voorgedragen worden,
als de heer iitzbi werkelijk deed, schoon hjj , wij
welen niet waarom, daar hij ze goed in zijne magt
heeft, eenigzins beefde en beangst scheen. Ten ande-
re speelde hij een Pot-pourri van spohh niet etikel,
maar hier en daar obligaat akkompagnement van het
piano-forte. Dit muzijkstuk, dat met een zeer gevoel"
vol adagio van eigene rinding, als inleidiog , aanheft,
en twee thema's van Ioiaii tot grondslag heeft,
net cene uit Figaro en het andere uit die Ent-
fuhrung aus dcm Serail
is misschien niet minder
fraai, dan de eerstgenoemdc variation, De kroon span-
de echter het zevende Koncert van spohr, waarvaa
reeds in den vorigen jaargang (bladz. 61) gesproken.
en hetwelk daar als het voortreffelijkste van alle de
Koncerten van dien komponist geroemd is, De spelcr?
liet ons een ander adagio hooren, namelijk, dat uit
het vierde Koncert van denzelfden komponist met eeue
obligate violoncel (pizzicato). Dit inlassclien van
vreemde stukken mcenen wij te moeten laken; niet
als of het andante uit het vierde Koncerl niet voor<
Ireffelijk -ware , maar omdat het eenen van liet zevende
Koncert >vreemden gecst ademt en dus liet kunstmalige
geheel van dat Koncert verbreekt : eene handelwijze,
welke bij werken, gelijk die van spohr, die als uit e'e-
nen snieet gevormd zijn, hoogst misdadig is, den kom-
ponist in zijn regt van eigendom aantast, en den op-
merkzamen toehoorder , in mcer dan een opzigt, het
genot verbittert. Wij liopen, dat de heer tiiui)
die zeer gocd in staat is , oni de gegrondheid van onz4
aanmerking te kunnen inzien en, wat meer is, te ge«
K                                      Vo«-
-ocr page 155-
;
C H6 )
roelen, ons dezelve niet ten kwade zal duiden, maar
ze beschouwen zal, als eene verdediging van de regten
der kunst, in bet algemeen, en van den komponist, in,
het bijzonder.
De heer M a r p u r e , muzijkdirekteur ran het korps
muzijkanten dcr 8e afdceling Infanterie, alhier in gar-
soen, liet zich drie malen hooren op de viool. Hij
speelde , namelijk, een Koncert van pollEbro, kon-
Certmeester van den koning van Saksen, uit D mol ,
met turksche muzijk , een Koncert van MATTHai,
ioncertmeester te Leipzig, uit E dur, en de vioolpavtij
in de laatsle helft van het beroernde Septet ran beet-
Hoy bn. Beeds in het koncert van hermstedx
hadden wij hem spohr's tweede Koncert (uit D mol)
hooren spelen. Openlijk hebben wij nog geenc gele-
genheid geliad van zijn spel te spreken, en wij zullcn
cius eenigzins langer bij hem vertoeven. Hij behan-
<Jelt zijn instrument met vlugbeid en iekerheid, is
overal , gelijk men zcgt, goed te huis, speelt over het
algemeen zuiver, (en dit is inderdaad veel) hecft eenen
Trij sterken, maar cenigzins schralen toon, hetgeen.
echter misschien ook, althans voor een gedeelte, aan
zija instrument toe te schrijven is , en heeft eenen goe-
den arm en niet kvvaden Slreek. Waarlijk voortreffelij-
ke cigenschappen, welke de vorderingen van het werk-
tuigc-lijke der kunst vrij wat bevvedigen. Te meer jam-
mer is het daarom , dat deze knappe violist de vorde-
ringen van het gcestige der kunst niet even zeer tevre-
den stell. Zijne voordragt is nog weinig beschaafd en
eelfs ruw, het portamento di voce vormist men bijna gc-
heel en al en zelfs zoo , dat hij dikwijls de nooten niet
op den kop raakt, maar vooraf eenen voorslag hooren
laat: eene kwade gewoonte, welke te nadeeliger voor
den kunstenaar zelf is , daar zij hem doet voorkomen,
als
-ocr page 156-
C H7 )
als of het hem aan dat onontbcerlijke en doar oefening
alleen verkrijgbare vermogen des gchoors ontbrak, om de
tooncn in de verbeelding le hooren, voor dat men ze grijpt,
waardoor alleenlijk de kunst. van zuiver te spelen kan ver-
kregen worden ; en wclke gewoonte daarenboven bij den
toelioerder cen alleraangenaanist gcvoel doet ontstaan ,
hetwelk hem tc hinderlijker is , daar het ieder oogenblik
terugkeert, en hem belet, oni den kuuslenaar dien bijval toer
te juichen, -waarop deze anders aanspraak zoude hebben.
Wij zouden ons zelven moeten herhalen , indien vrijt
na deze heschrijving Tan het spel des heeren hibfubii^
nog iets over de voordragt der boven opgenoemdc Kon-
certen wilden laten volgen, daar die beschrijving het
onmiddeliijke resultaat is van onze overwegingen ondeir
het hooren dier Koncerten. Alleenlijk moeten wij hier
nog bijvoegen, dat het ons aangenaam zoude zijn , dat
de lieer maepubs, dien wij niet slechrs als violist,
jnaar ook , en rooral, in zijne meer bepaalde betrekking,
als muzijkdirekteur der militaire muzijkanten, veel ach-
ting toedragen, deze onze vrelgemecnde kritiek , maar
zoo als zij door ons gesteld is-, onder het oog kreeg,
(liij is cen duitscher, en te weinig bckend met onze
taal, dan dat wij zouden kunnen hopen, hem onder
onze lexers te tellen) en wij houden ons over«
tuigd , dat bij, over zijn eigen spel nadenkende, de ge-
grondlieid onzer booordeetiug zal inzicn; en dit zal vol-
doende zijn, om hem dadelijk met a!le vlijt aan de rer-
betering van zijn spel te doen werken: wij kunnen zulks
van zijne eerzucht en van zijne muzijkale tnndigheden
verwachlen. Hem mondeling zijne gebreken onder het
oog te brengen, is niet de zaak van de kritiek, maar
die van de vriendschap. —■ Over de verdieosten van den
heer iiirvit, als mililaire muzijkdirekteur, zullen
wij nader spreken, bij gelegenheid dat wij van zijn
korps gewaj maken zullen.
               K. a                       Da
i
v.
-ocr page 157-
( 148 )
De derde violist, eindclijk, die zich in onze koncerten,
Ijet hoorcn , is de beer Hansen, eerste hoornisi van
het korps militaire muzijkanlen- 11 ij speelde een Koncert
ran robe, en gat' doorslaande proeven van veel aanleg,
welke echter niet genoeg geoi'fend , noch bescliaafd is ,
om aan cen publiek, hetwelk violisten hoorl, als de hee-
ren iiijbh en marfurg, het bedoeldc vermaak te
kunnen geven , hoe wel geen van deze beide heei-en
den top der volrnaaktheid bereikt heeft. Wanneer de
heer Hansen zich sterk op de viool toelegt, (en wij
vernenien , dat hij dit doet) dan kan hij met den aan-
leg, dien liij bezil, en de vorderingen, die hij reeda
gemaakt heeft., zonder twijfel zeer knap wordeu. Bij-
zonder'ijk moeten wij nog de fraaiheid \an zijnen arm
roenien , \velke inderdaad biiiten^evroon is , en waaria
bij menig groot violist overtrefl : maar het ontbreekt
hem 00k te dien opzigte aan vastbeid en zekcrheid vaft
streek.
Als hoornist heeft de heer Hansen 00k verdienste,
ecnen niet zwaren , doch vrij liefelijken toon , ir.aar niet
genoeg duidelijkheid in loopende passages. Ook dit
gebrek laat zich door oefening te bov^n komen. ■
Hij. blies een Koncert van a e the, waarvan het ak-
konipagnement, door onoplettendheid van fommige le-
den van het orkest, grootendeels verloren ging, zoo,
dat wij over de waardij der kompositie niet konden
oordeelen; voorts de hoprnpartij in het reeds boven
yerraelde Septet van bee th oven en eindelijk die in
. de Koncerlante voor klarinet, hoorn en fagot van
c n u s e L l.
De heer wintee, een onzer stadsmuzijkanten , van
wien reeds in een vroeger berigt gewag gemaakt is ,
Het ons op de klarinel hooren het voorlreffelijke Kon-
^r,tino, dat c. m, von weber voor, zijnen vriend,
*'                  d.en
-ocr page 158-
C *4J> )
ien uitstekerielen Beijersctien klarinettist bSrmanS>
gekomponeerd heeft. Indiea het veel gewaagd is, di*
overheerlijke muzijkstuk in het openbaar voor te dra-»
gen, wannccr men het niet zoo in zijne magt heeft,
als men zulks van eenen b an it an N verwachten kan ,
hoe veel te eerder moet dan het talent van den kun»
stenaar niet schipbreuk lijden , wanneer hij , ho»
naauwkcurig hij ook de noolen spcelt, echler , tegelijk
met den adem in de klarinet, geene warmte aan de
voordragt dier oooten weet in te hlazen. De heer win-
ter heeft ons de toonen doen hoot-en , die in het
stuk voorkomen, tnisschien zelfs wel alle de toonen,
zonder e'e'n enkel toontje over te springen , (want in-
dci'daad het ontbreekt hem niet geheel aan vlugheid in
het maken van passages) •, maar de hezielde toonen van
den koroponist , zoo als deze ze gedachl heeft, hebben
■wij in de voordragt van den heer winter niet her-
kend. Wij rekenen dit dien heer volstrekt niet toe-
als een vcvgrijp, daar wij zeer wel weten, dat geooel-'
eol/e
voordragt slechls het gevolg is van een ge-
sclienk der natuur, welk geschenk troiiwens door den
kunstenaar moet vcrwerkt worden. Wij maken ep
slechts melding van, als van een ongeluk, daar wij
overtuigd zijn , dat, indien de heer winter de gavo
ontvangen had, om bezieling aan 7ijn spel te geven,
hij zich, zonder twijfel, zoude bevlijiigd hebben, om
die gave te bescliaven en in zijne voordragt steeds
»an te wenden ; te meer, daar hij een zeer vlijtjg
man is, die zich vooral in het geven van onderwija
zeer verdienstelijk gemaakt en vele zijner lcerlingen
tot bruikbare liefhehbers gevormd heeft. Uit dien
hoofde zoo wel, als om zijne vlijt in de vraarneroing
van zijn beroep en zijne overigc betrekkingen bezit
K 3                                  hij
-ocr page 159-
( i5o )
hij dan ook de Welverdiende achting van zijne mede-»
burgers en ook de onze.
De heer hum, organist van de martini-kerk heeft
ons op een klavier-koncert van dcssek onthaalt , dat
hij met groole vaardigheid gespeeld en aldus veel bijval
Verwerven heeft, schoon hij geene pioeven heeft af-
grlegd van fijnheid in de voovdragl, als waartoe dit
Koncert geene gelegenheid geeft.
Eenige andere obligate stukken, voor de fagot , de
klarinet , en de bazuin , gaan wij, als van te weinig
Lclang, met stilzwijgen voorbij ; moeten echter met
een -woovd gewag maknn van de vaardigheid van den
hazuinblazer hiiiwibkji, die ook tot de militaire
nmzijkanten behoort, en met een Koncert op zijn moei-
jelijk instrument veel en welverdienden bijval kehaalde.
Eindelijk moeten •wij nog gewag maken van cenen
■vreemden obligatist, die ons bezocht met bet voorne-
men, om alhier koncert te geven, maar zijn doel niet
hereiken konde, nit hoofde van de toen beslaande nae-
nigvuldigheid der openbare vermakclijkheden. Hij is
rohltes genaamd, en is huisonderwijzer der muzijk
jn eene der eerste , deensche grafelijke familien. Men
■verooi'loofde hem , om zich in een onzer gewone kon-
certen te doen hooren, en hij blies daav op de fluit
een Koncert van A. e. limiti, en spcelde met een*
onzer liefhebbers voor het klavier de variation van
onzen wlint voor klavier en fluit op paesiello's:
nel cor piu non mi. sento. Hij zong ook de Cavalina
xiit Tancredo : deh lanti palpiti. Schrijver dezes was bij
het fluit-koucert niet tegenwoordig , en kan dus niclmeer
daarvan zeggen , dan dat men hem met genoegen ge-
hoord heeft. Kenners mcrkten op, dat hij groote
vaardigheid bezat met den zoogenaamden Doppthchlag
of
-ocr page 160-
C W >
of dubbelde tongslag. AIs zanger is zijnf stem t«
iswak voor eene zaal. Men knnde hem niet goed hoo-
ren. Hij speelt 00k viool, en is voor het overige een
nian, wiens gezelschap zecr aangenaam is, doordien hij
veel van zijne menigvu'dige reizen weet te verhalen,
die hij met eenen opiuerkzamen geest gedaan heeft.
Nu blijft ons nog overig van de Sinfonicn en Ou-
vertnren te spreken, en wij willen met de laattten
bfgiaoen.
(Het vervolg in het derde Stub.)
--------O--------
A A N DIN B.EDAKTEVR VAN BEN AMFHIOK.
Mijnhecr de Jiedakteur !
In het berigt geplaalst in het Tijdfchrift Am-
phion,
ade Jaargang 4^e stuk , lazen wij met verwon-
dering eene beoordeeling over het Haarlemsch koncert ,
en het kwam ons voor, dat diergelijke kritiek geens-
zins tot verbetering van gebreken o£ aanmoediging vau
kimstliefde strekken kan.
Wij hebben een en andermaal dat koncert bijgewoond
en vinden ons gedrongen, ter Hefde van de waarheid
te verklaren, dat de door ons aldaar uilgevoerde nra«
zijkstukken, naar gelang der plaatselijke omslandighe-
den, goed zijn geakkompagneerd geworden , en het ons
Voorgekomen is , dat de wcrkende leden van het gezelschap
doorgaans met veel ijver bezield zijn, ter bevordering
van dit gedeelte der schoone kunSten. ------ Wijders
veroorloven wij ons, aan te merken, dat de heer S.
zeer onjuist omtrent den heer koehlen oordeeltr,
alzoo eene veeljarige ondervinding bewezen heeft, dat
die heer zeer wel berekend is voor het bedoelde vak.
Ver-
-ocr page 161-
. .
VelTpligten zult UEd. ons met het plaatsen van
fleae onze verklaring in een volgend nummer van U\T
Tijtlschrift, dat wij veronderstellen eeniglijk tot doel
le hebben het bevorderen van ware kunde en smaak.
"Wij hebben de eer ons te onderschrijven
UEd. D. FT. Dienaren,
Amsterdam Ultov
                     H. C. KLE1NE,
Junij i8ao.                          L. MANN,
J. C. K L E I N E.
Daar de Redakteur gcenszins in staat is, nocli zijn
tan , om de gegrondheid ot ongegrondheid der aanmer-
kingen, in den bovenslaanden brief rervat, te heoor-
deelen, en het punt van oerschil gehecl buiten fient
ligt
, heeft hij gemeend, verpligt te zijn, dien brief
aan den heer &. te moeten niededeelen, voor en alecr
hij werd afgedrukt, ten einde dien heer de gelegcnheid
te geven, om , zulks noodig acbtende, het zijne over de
gemaakte aanmerkingen te kunnen zeggen. En zie hier
het
ANTWOORD van hem heeb S,
Het strekt den Ref. tot een groot genoegen, dat de
f»eeren xlei he c, s. zoo kort en bondig zijne beoor-
deeling (voor zoo verre zij dil met kennis van zaken
hebben kunnen doen, en gedaan hebben) hebben be-
%rachtigd. J)eze heeren staan bij den Ref. te zeer ia
editing, dan dat liij hunnen bijval en de ondervinding,
dat zij eenstemmig denken , nict op den hoogsten prijs
£ou stellcn.
Wat, voot het overige, dit brjefje, ter mededceling
ia den Arnphion, aanbelangt:
De dankbaarheid is eene dcugdt
Die menscben en God en vcrliengt.
S.
I
' .'B^fe^v'"
_i_,— —*»—— -—;___-___^^^i~i-
-ocr page 162-
A M P H I O N.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
• VER DE AHBUOtlBI 1TIKI ICI OSCI1IIII
XX BOIII11DAII,
(Vervolg en slot van bladi, i^oi).
berigt loopt van af de wederopening der kon*
crrten m het nieuwe jaar, tot aan derzelver einde:
Het eerste, het zevende naar de volgorde, werd ge««
pcnd met eene Sinfonie van noiut 2. Tenoor*
aria van sacchini, -welle, schoon zeer eenvoudig,'
•chter door de aangename wijze, op wclke ze vverd voof«
gedragen, veel genoegen gat. 5. Koncert voor de vioot
van vioTti (A mot), waarmede de jonge Hiitscnts*
uriJTER'ons vevraste: want waarlijk zijnc bekwaam*
heid op dat instrument was nog Zeer weinig bekend,
Het Koncert >zelf is ecn der ligtsten van vlotli, ea
liet is zeer voorziglig van den jongen man en doct
jrijne keuze eec aan, dat bij de2« Biel zijne krachter*
ill Jaars. Ill St.
                L                                     zo»
-ocr page 163-
.0
( 154 )
zoo goed in overeenstemming weel ic brcngen. Zijn
spel is regt zuiver en net, dock er blijfl nog wat meer
toon, meer vastlieid en vaardighcid in de. streek en
■vooral Itteer smaak ito ter: w,eusclu'n over. 4- Ouver-
lure ntt Sofonisba van p A E B. — De tweede afdeeling
leverde weinig balangrijks pp. Zie bier de slukken,
wit welke dezclve was zamengesleld, en over welke
niets merkw'aardjgs, valt la zeggeji. l. Eene oude-Sin-
fonie ran HAiib. De toehoorders braglcn er den
tijd zeer aangenaam bij door, we] niet met de inuzijk,
o neen ! maar met balst,' bet tooneel, andere feesteh
en parlijtjes, voort* met nieuwe modes, fraaie looi
en meet dergelijke onderwerpen, waaroyer de conver-
satie
liep. Dit alles wekte de b'elangstelling veel meer
op,, dayo, de oude Hajjdjiscbe Sipfonie^ Maar waarom
Iracht men ook niet, b.ct publiek, w^nneer bet zoo-
danig . tqt sprcken gest^md is, door nieuwe sch,oone
muziik, waaraan bet toch waarlijk niet ontbreekt,
meer belang voor het eigcnlijke doel der muzijkale
biieenkomsten in te boeze,men ? Op dcze wijze zoude
l^et getal der praters althans aanmerkelijk verminde-
ren, Eene Aria, uit de schepping van h a y b N, was
het tweede en de ouverture uit Jean de Paris het
laatste stiik dezcr afdeeling.
Achtste koncert. i. Sinfonie van so.caat. Bas-
Aria nit das unterbrocheiie Opferfest, van winter,
v.aarvaa de uitvoering zeer goed gelukle. 3. Koncer-
Mn3
/
-ocr page 164-
C W )
tante voor twee horens Tan HtiseHimuuuii Jr.,'
door hem en eenea liefhebber zqer braaf uitgevoerd,
Mogt. de eerste toch meer liclit en scliadnw in zijij,
spel aanbrengen ! want tot nog toe ziet men sli'chts
weinig sporen van de fijnere nuancen , en dit is te
meer 'jammer, daar bij bijna alle moeijelijkheden van
zijn instrument met zekerheid en naauwkeurigheid te
boven korot, en zijn toon ook beter schijnt te worden»
Wat de kompositie van het uitgevoerde stuk botreft»
moct ik bekennen , dat de auteur, was het er hem orof
te doen een braoourstuk te schrijven (en dit schijnt
zoo), zijn oogmerk bereikt beeit. De passages zijn
heel fraai en hrillant geschreven voor beide parlijen.
De mclodien zijn echter al te alledaagsch en nu en
dan zelfs veroudcrd, kan men wel zeggen, en zij ma*
ken, in tegenoverstelling met de niouwere en fraaijere
gedacliten, die er ook in zijn, ongeveer dezelfde ye?-;
toonjng , als een ouAc papa, met eene stijve paruik.
uitgedoscht, in een gezelscliap van jorigc, nieuvymodi«i
sche heercn van den hedendaagschen tijd. $og icts !
Waarom worden in het eerste stuk vap het kopcjsrt,
gedj^rende de soloes, de pauken zoo menigvuldig aafl-j
gewend? Hn het tutti hoort men ze re^ds dikwijls
genyog. I)e uitvyerking van, d$ze niapier is waarlijfc
?op gvoot niet, als de, autejjr zjch misscbien wej
verbeeldt. — Eipdelijk: niijne, aanmerkipgen zijp niets
meer, dan vv'elgemeepde y/e nkc.n, >velke d£ hcer hut-
La                           sche s-
-ocr page 165-
C 15* )
!s>c Hisi d ij (r E r ) zoo ik hoop , Diet kwalijk Vefstaan
jmoge. 4- Ouverture uit Joseph en JEgyptc van me Hut.
In de tweede afdeeling \ i. Allegro efner Sinfonie van
if a t d h. 2. Koncert voor de violoncel van m v n t z-
mtctK, door den hecr s. a A s z v6urgedragcn. 11 et
bragt eene algemeene slilte te weeg, en dit kan den
kunsteuaar tot- het groOlste bewijs verstrekken, hoe
algemecn zijn spel bavicl, vooral -wanneer men de on-
rust en het gedruisch in aannierking nee-mt, dat er
dezen avond -was. Hij speelde ook voortreffelijk: een
krachtige, zilveren toon, eene vasle en riiet minder
vaardige slreck, en grotite reinhcid en zuiverheid in
alle moeijelijkheden zijn eigcnschappen, die hij in
hooge mate bezit, en daarenboven heeft hij eene zeer
goede voordragt. Het inlasschen eener Polacca uit
een ander koncert van denzelfden auteur is een vev-
grijp tegcn de kunst , daar zij in eenen anderen toon
en in eenen anderen geest geschreven is , dan het kon-
cert zelf. Doch aangezien de Polacca zeer bevallig en
Irillant is, oogstte het publiek te mcer genoegen en
de kunstenaar te meer bijval, die hem dan ook, gelijk
hij ten voile verdiende, rijkelijk geschonken werd.
3. Het geliefkoosde lied: sul margine tfun rio, met
moeijelijke variation, voorgedragen door dezelfde zan-
geres , welke in het 5e koncert zong. Zij bekrachtigde
het bij die gelegenheid over haar gevelde oorieel. 4*
Ouverture uit une folie van w e h v l.
-ocr page 166-
( *57 )
Negende Iconcert, lietwelk met de sclioone Sinfonie
van bebtHoven fC dur^ geopend werd. He.t orkest
overtref zich zelf. In het algemeen moet men den
direkteur, den heer boh, "den lof toekenen, dat hij
sedert korl veel warmte en ijver aan den dag legt
voor dc juiste en goede uitvoering, en wij ondervon-
den dien avond zeer merkbaai* den weldadigen invloedj
dier zorg. Het piano, crescendo, diminuendo, in e'e'n
vroord, alles wat to-t de, door den komponist beiiogde ,
uitwerking hijdragen mod, kwam heden zeer fraai
nit, en gaf den waren beroinnaar der kunsl een beer-
lijk genoegen. De bekwaamheden van ons orkest .ver-
toonden zich tevens in een zeer scboon licht: men
belioeft er slechts behoorlijk parlij van ta irekken.
2. Tenoor-aria uit Vicolc des maris van paer, door
ccnen liefhebber regt goed gezongen, 3. Variation op
e<n duitsch lied voor bet forle-piano, zonder akkom-
pagnement, van f. iies, door den licer pitiss ge-
speeld. Dcze variation zijn zeer brillant ea teven*
moeijelijk, dock minder bcvallig. indien het tbema
er min of meer vorborgen, ecbter duidelijker in te hoo-
ren ware, en de moeijelijkheden, vooral tegen het
slot, niet zoodanig op een gestapeld waren, zouden
zij voor het gehoor veel aangenamer zijn. De uitvoe-
ring van den heer paling strekte ten bewijze van
de aanmerkelijke vordeiingen., die hij, en wel aedcrt
korten tijd, gemaakt heeft; indien hij in de delikau
L 3                                       be~
-ocr page 167-
C '5» )
behandeling van het instrument even veel aanwirtt,
4ls hij reeds in de vaardigheid gedaan heeft, dan zal
Zijn spel weldra voortrelfelijk kunrien genoemd. wor-
flen. Wij bevelen hem zulks dus ten ernstjgste aan.
Voor het overige zijn er onder de door hem gespeelde
variation loch ook wel sommigen, die zijne krachten
nog eenigzins te boven gaan, ten ware bescliroomdheid
het volknmene gelukken mogt belet liebben: men merkte
hier en daar ecnige onduidelijkheid op, doch in het
ilgcmeen speelde hij regt goed. De algetneene en wel-
verdiende bijval, dien hij vcrwierf, mogc hem verder
tot aanmoediging verstrckken! 4- Ouverture nit I-
phigenie
van G L v c K. De tweede at'deeling werd ge-
opend met een zeer zeldzaam muzijksluk , dat zonder
twijfel wcinig navolging vinden za!, namclijk, met een
Koncert voor adit pauken , helwelk door cenen lief-
hebber met too veel vaardigiieid en gemakkclijk-
heid werd nitgevoerd , dat men de weerga daarvan
IJiet ligt rinden zal. De wijze der uitvoering wekle
bewondering, en het oog vermaakte zich zeer wel; rnaar
zal het oog ronduit zijne meening zeggen, dan kan
het wel niet van vermaak gewagen. Men denke aan
het gedruisch , door acht pauken gemaakt, daarbij ge-
■voegd twiee trompetten, per horens en voorts alle
blaasinstrumenten, welkc ten niinste in c\rie vierde
gedeelten van het Koncert druk bezig zijn, zelfs bij
ken solo voor xre viot>il, helwelk de he'er b. tours,
•
-ocr page 168-
C '59 )
gelijk men van hem gewend is, zeer goed voor-
droeg ; men denke aan dit alles, en men xal vrel
willen gelooven, dat op die wijze wel eene dreunende ,
maar geene vleijende werking op liet gehoor voortge-
bragt wordt. Zal ik van de komposilic van net Con-
cert spreken (netzelvc hestaat uit een Allegro mart!,-
ale
, dat door eene lorte inleiding voorafgegaan en
door ecn klein Andante gevolgd wordt, ,om de aan-
gctasle zenuwen des gehobrs ecn oogenblik rust te
schenken, welke zij te meer behoeven , daar ze in het
slot, helzelfde Allegro martiale, op nieu-w regt lievi'g
aangcgrepen wordcn), dan ben ik verpligt te zeggen ,
dat men er -wel eenige heel aardige gedachten in vindt
fde inleiding hovenal is goed gescliveven) , maar dat
00k vele ide'eri door langdurig gebruik verouderd zijn.
Voor het overige is het een der eerste werken van
den heer Hiusc'Msntuuiii, en de taak, om voor
acht pauken, oT, hetgeen op fietzelfde neerkomt, voor
acht toonen , eeh solo te maken, is niet zoo gemak-
kelijk te volbrongen ; niettemin had de heer hut-
sCBBsnuuiin wel wat meer zorg moeten besteden,
oto liet geoefende bor door vergirijpen tegen de regelen
van komposiiie h'iet zoo gevoelig te kwetsen- 2.- Een
zeer s'choon duo uit Achilles vanPAER, hetwelk deor
dezelfde dame, die ons in het Ge Kcmcert met liaar
gezang betooverde, en een' zeer braaf lief hebber tot
groot gendt der tbehoorders uitgevoerd vrerd. 3« Tot
I» 4                                 slot
-ocr page 169-
#lot en in volkomene ovcreenstemming met hct jaar-
gelij , daar de naluur met sneeuw bedekt was , de sle-
de-aart van den vader des onsterfelijken mozaet.
lene muzijkale kluclit, welke inderdaad zeer kluchtig
armde zijn, zoo ze roaar niet al le lang duurde, en
zoo men zich niet vervelen moest op een voorouderlijk
lal , dat met de eerbare menuet begint, en met ver-
ncbeidene ouderwetsche dansen voortgezet wordt, van
■vve'ke men daarenboven zorgde, dat er niet eene ach-
lerwege bleef. Het ontbrak dut heden niet aan ge-
druisch in de muzijk ; daarentegen beerschle er cene
groote stilte onder het publiek. "Wij hopen, dat deze
laatste moge voortduren.
Tiende koncert. 2. Sinfonie van HAVPJf. 2. Een
liefhebber uit 's Gravenhage, die met eene aangename
Stem zeer veel gemakkelijkheid en ongedwongcuheid in
derzelver gebru'k, «n 00k veel smaak in de voovdragt
Tereenigt, vergastte ons met eene tenoov-aria nit
Stratonice van m e H v l. 3* Een Koncert voor het
horen van den heer HuTSCHENnulJTERen door hem
voortreffelijk , men kan zelfs zeggen , uiistekend schoon
geblazen, in het bijzonder 00k , wat de voordragt be-
treft, vrelke hij , (wij roerken dil met veel vermaak
aan 1 met veel meer zorg schijnt te bescbaven^ Indien
hij aldus voortgaat, dan kan men zich veel voortref-
" fc i iks van hem belovea. Aan de kompositie van
het koncert zelf, hetwelk 00k tot aijne oudere werken
schijnt
-ocr page 170-
( i*« )
schijnt le bcliooren, is te taken, dat er vooral in het
eerste Allegro niet genoeg zamenhang is, om kort
te gaan, dat het niet regelmatig genoeg bewerkt is,
dat de modulation natuuriijker en ni«t zoo gedwon-
gen behoorden te wezen, en dat het akkompagncment
ook eenige kleine verandrringen behooft, eer het aan
tenm scherpcn toets kan onderworpen worden. Maar —
allcs kan niet even volmaakt zijn. Voor het overige
is de heer,H u T s 0 H E N n u u T B B op eenen goeden ■weg ;
evenwel moest hij niet zoo snel scbrijven en kie-
• cher zijn, om zijne muzijk met meer oorspronkeiijke
en minder ouderwetsclie gedaclilen te rerfraaijen : bet
goede vordcrt tijd! 4- Duo uit ma tante Aurure van
BoiEtniEu, door eenen vader en zijncn zoon ge-
rongen. De zoon lieeft eene frissche en krachtige te-
noorstem en doet veel goeds verwachten. 5, Ouverture
uit il morlo vivo van pair, Tweede afdeelingi i. Eer-
ste stuk uit eene Sinfonie van K a o m m e b. 2. Duet
uit Vamant troubadour. Een zeer bevallig muzi jtsiuk,
hetwclk diezelfde liefliebsler, die, kort geleden, de
variation op sul margine {Fun rio zoo heeiiijk zong,
benevens de haagschc liefhebber, tot groot genot van
het gezelscliap uitvoerde. 3. Menuet uit de even be-
doelde Sinfonie. 4* Groote Scene en Aria van mco.
liKii waarin wij eindelijk, voor het eerst in den loop
van dezen winter , na lang en vruchleloos hopen , het
L 5                                      ge.-
-ocr page 171-
C 16* )
geluk hadden , cene waarlijk zeer uitimmtende liefheb-
ster te hooren , begaafd met eene stcrkc , doordrittgende
stem, welke geheel voor hct groote genre di bravura
geschikt is, maar van welke de zangeres evcnwel zoo
zeer meesler is tin welke zij zoo matigen kan , dat zij
tcvens aangenaam is. Daarenboven bezit zij zeer veel ze-
lerheid en vastlieid in moeijelijke passages, en dc blij-
ken , die zij daarvan in het door haar gczongene , zeer
moeijelijke, uuizijkstnk aan den dag lei, verweklen
algemeene bewondering. Moglen wij toch zoo gelukkig
zijn, nog dikwijls gewag van haar te kunnen ntaken!
5. Ouvcrture uit Titus van mozaht.
Elfde koncert. De eerste Sinfonie van A. lOhBinc
(Es d«r). a. Tenooraria uit gli virtuosi ambulanti
van noiiv.AJii, 1-egt goed uitgevoerd. 3. Ouver-
ture uit Ginevra van paer. Tweede afdeeling: I. Biok
eener Sinfonie van h a y d n. a. Duet voor vrouwe-
stemmen van nasoliki. Eene zeer bevallige zange-
1-es, welke wij sedert lang het verhiaak niet hadden
gehad van te hooren, trad tot vreugde aller vtfienden
der kunst wedcr op, verecnigd met de zangeres, wirr
schoon talent 6ns in het ge Koncert zoo veel genoegen
gaf. Dc twee dames veerden dit Duet zeer goed uit,
en verwohderlijk Vooral -was hare naauwkeurigheid in
de menigvuldige in lerlfen voortloopendc passages. 3.
Ouverture uil Figaro van mozabt, welke met veel
\unr en groote juistheid gespeeld werd.
                   *ob-
-ocr page 172-
XONCB&T YAW tES RHkltlSlWIItU.
Dit koncert verdient afzonderlijk vermcld te worden,
daar net zonder twijfel lot de rijksten aan geiiot be-
hoort, welke ons in den loop des ■winters aangebodtn
*ijn. Alles, wat niet slechts met opzigt tot de grool-
ste moeijelijkheden en de gevaarlijkste waagsttikken,
xnaar ook met betrekking tot het teedere, het liefe-
lijke, het roerende, alles verecnigd met eenen heerlij-
ken loon, op de viool kan worden uitgevoerd, dat alles
omvat lict talent van den heer kiese wetter. Hij
beviel aan de meeste kunstkenners in onze stad mecr,
dan al!e zijne gvoote voorgangers op dit instrument.
Waariijk verbazend is de magt, die hij over de viool
uitoefenl: hij is er geheel heer en meester van. Zijn
spcl in alle fijnheden te ontleden, zoude , daar hetzelve
200 vele volkomenheden vereend bezit, te veel p!aats
innemeu; ik bepaal mij dus bij het nayolgende: be-
halve al wat men van eenen voortreffelijken vioolspe-
ler verlangt, als een1 goeden toon, eene schoone streok
en het vaardige gcbruik des arms , onderscheidt hij
zich vooreerst nog bijzonder in de hoogte, zoowel door
eene ongemeene netheid en reinheid, als door buiten-
gewone kracht; hij verrast vooral door het gemar-
kcerde van de streek en door het staccato, waarin
hij het bijzonder ver gebragt heeft. Hij n.aakt het
tiaar boven en naar onder met even veel kracht, in
eene
-ocr page 173-
C 164 )
^e'ne street van de kwint naar onder tot de lag'e G
en -weer terug tot bijna de uitersle hoogte van liet
instrument, door de halve loonen en, in e'e'11 woord,
op alle mogelijke -wijzen. In dit opiigt is hij onover-
treffelijk, en in den triller eveneens. In de vaardig.
Iieid, met welke hij de moeijelijkste passages uitvoert,
en in de zekerheid in het volbrengen dcr gewaagdste
sprongen vindt hij 00k niet ligt eenen meectcr. Met
dit alles vereenigt hij eene voordragt, vol ziel en le-
•ven, welke tot het hart spreekt. In langzame stuk-
len doet hij ons den instiumentalen kunstenaar geheel
•vergeten, en men gelooft, eenen zanger te hooren. De
begoocheling wordl nog te grooter, daar men het aan-
zetten van den slok in het geheel niet gewaar v/ordt,
of althans niet meer, dan de ademhaling bij den zan-
ger. iWet alle deze voortreffelijke eigenschappcn en
deugden kon hem algemeene en mischende bijvat
niet ontgaan , die dan trouwens 00k in de sterksle
trekken op het gelaal van iederen vriend der kunst
te lezen was. De stukken, waarop hij ons ontliaalde,
■vvaren de navolgenden. Een Koncerl ran iioffmakn,
gelijk het aangekondigd werd; doch hij speelde er , met
■wijs overleg, slechts het rerste Allegro van, hetwelk
ons gelegenheid gaf, den kunstenaar bijzonder in
inoeijelijke passages te bewonderen , daar liet te weinig
fraai gezang bevat, weshalve het, over het geheel ge-
nomen, niet zoo algemeen beviel. Daarentegen schiep
»en
-ocr page 174-
( i*5 )
inen te meer beliagen in een Adagio van eenen anderea
mi-ester, wiens naam mij niet bekend is; .het geleek
zeer naar het werk van R. kreutzer. Het Rondo,
e'ene Polacca van HAistmi, betooverde alle toe-
hoorders door de zoete, liefelijke gedachlen en door
de waarlijk verbazcnd moeijelijke passages, die het
bevat. Hij speelde vervolgens nog variation op rus-
sische thema's van B. Romberg, welke oorspronkslijk
voor de violoncel geschreven , maar voor de viool
gearrangeerd zijn, en tot slot een Pot-pourri over
eenige thcma's uit Don Iuan van a, Romberg, het-
welk zeer goed berekend was , om eenen diepen indruk
achter te laten. Te meer was het jammer, dat het
genot niet ongestoord bleef! De oude klagt over de
blaas-instumenten werd wederom vernieuwd , daar zij
in het Pot-pourri eenige grove fouten begingen. Zij
verbeteren zich sleclits langzamerhand en wat is
ei* de oorzaak van ? Niels anders , dan zorgeloosheid
«n onopletlendheid.
Eenige onzcr eerste kunstenaars droegen het hunne
hij tot veraangenaming van den avond. In de eerste
afdeeling , en wel na het vioolkoncert {ware het
slechts toen niet geschied
.'), blies de jonge dahmeh
eene Polacca van kohler op de fluit. Het oogenblik
was niet gunstig gckozen, en de speler scheen eenig-
ains beangst; ora kort te gaan, in andere koncerten,
6»f kij meer genoegen. De Polacca is, ofschoon een
\rei-
-ocr page 175-
t               ,- -
■weinig ledig , echter bevaljig geschreven, maar die van
Maysedeb klonk ie^ereen nog te zeer in de ooren
en Da H men scheen de moeijelijke passages ook niet
regt in zijne magt te hehben. In de tweede afdeeling
■vergastte de heer muhlenfeldt ons met een koncert
voor het piano-forte van field (as dur). Hij ver-
rastte ons zoowel door de kompositie van Ijct kon-
cert , hetwelk zeer veel nieuws bevat en daarenboven
met reel smaak, uiterst bevaUig en tevens bri'Iant
bewerkt is, als ook door zijn voortreffelijk spel, hetwelk
den [evendigslen indruk maaktc , gelijk hij wel nit den
ruischenden bijval, die hem te deel werd , zal hebben
kunnen zicn. ——. De grooto kunslvriend verliet het
koncert vol ran het heerlijkste. gepot, de mindere lief-
hebher met de grootste tevredenheid. Mogten toch de
heerlijke toonen, -waarmede de heer kiesewetteb
ons veii'ukte , hem rijkelijker vergoed zijn door de
zilvcrklanken aan het bureau! Met bijval -werd bet
in de ruimste mate beloond.
Van nu af aan, zal ik, om het geduld des lezer*,
door eene al te zeer uitgebreide kritick der volgende
koncerlen niet buitengewoon op de proef te stellen ,
slecltts van liet voornaamste gewag maken, daar zij
loch ook niet maer zoo belangwekkcnd ziju, qls de
vroeeeren. Menieeen zal va» oordeel zijn, dat ik
ovev
■ '.:■.■                                                                                       ''\". '
-ocr page 176-
over het algemeen veel korter had kunnen zijn, en
is hij geen Rotterdammer, dan heoft hij ook inderdaad
gelijk; men kan iramers niet van hem vergen, dat hij
er zoo veel belang in stellen zal, om te -weten, wat
v.oor muzijkslukken er in den loop des winters gemaakt
zijn. Evenwel konde de Referent, die het hoofddoel
der kritiek nimmer uit het oog vorlcrea heeft en
gaarne , zoo veel mSar irnmer in zijn vermogen is, tot
het welzijn deT kunst in zijne stad iou -willen bijdra-
gen , — hij konde, wilde hij zijn doel niet inissen ,
tot hier toe zijne beoordeelingen niet bekorten. Som-
migen zijner stadgenooten, dit is hem zeer wel bekend,
vinden zijne oordeelvellingen op vele plaatsen min of
meer scherp en plkant. Ora zich daartegcn in een
zuiver licht te plaatsen, kan hij niet voorbij, hier
openlijk de stellige verzekering te gcven, dat er in
geen gedeeltc zijner kritiek de geringste zweem van
persoonlijkheid is ingeslopen. Geheel overtuigd van
dat, wat hij schreef, heeft hij steeds gcmeend, dat
zijne oordeelvellingen, zouden zlj van nut nijn, juisfc:
zoo, en niet anders , noch slappcr moesten gcsteld
worden. Wanneer de kritiek misbruiken, kwade ge-«
woonten of ook sterk io zwang grkomene zwakheden,-
die niet opgemerkt worden, omdat men er sedert
langen tijd aan gewend is , aantasten rooet; wanneer.
zij dezen of genen, die wel vele bckwaamheden bezit A
ruasr door oorzaken, wclkc hier niet ter plaatse die-
nen.
-ocr page 177-
C 168 )
nen, in sluimering gevallen is, -wakker maken moet;
of wanneer zij den man, die door cene kwalijk ge-
piaatste eerzucht verblind is, den band van het oog
rukken moet, — in deze en in vele andere gevallen mag
zij niet slap, maar moet zij streng zijn. Ora den
onzijdigen lezer in zijne stad een juist dcnkbecld van
zich te geven, konde de Ref. niet nalaten, zich daar-
over eens te uiten. Hij hoort hier menigeen mom-
pelen, en hij verneemt menige Terkeerde en zotte re-
censic zijner kritiek ; doch waarom treedt niet deze
of gene onder de kwalijk gehumeurden openlijk in dit
tijdschril't tegen den Schrijver dezer berigten op, en
brengt met overtuigende bewijzen de waarheid aan den
dag? Dit zoude veel verstandiger zijn, dan al dat ge-
ruompel , en den Bef. zoude het genoegen verschalfen.
Maar het zoude met overtuigende beivijz.cn moeten ge*
schieden.
Hij heeft reeds vroeger daarop aangedron-
gen, want dwalcn is menschelijk , en dus zoude het
niet onmogclijk aijn, dat ook zijne beschouwingen in
sommige opzigten onjuist -waren. Hij zal zich gaarne
onderriglen laten. ------ Intusschen heeft de Schrijver
de voldoening van op le merken, dat verscheiden
dingen, welke in zijn eersle stuk over de algemecne
betrekkingen der kunst en over de kunstenaars in het
bijzondcr, gelaakt zijn, scdert zeer voordeelig vcran*
derd ziju. Al is de Schrijver hier en daar ouk al wat
streng, al boudt men zich ook, als of men zijae kri-
, ..                                                                                    liek
-ocr page 178-
c m )
tiet met onvqpschillige oogen beschouwde, en al spot
men er ook mede, zij treft toch haar doel, en bar*
aitwerktngen zijn heiizaarn.
______
Na deze tusschenspraak keer ik tot het voornaamste
van de laaistc koncerten terug. — Doch eer ik daartoe
overga , ben ik nog verpligt, van twee extra koncerten
gewag te niaken , -welke ons een buitengewoon genot
verschaften. Hrt eersle, het'we'k ten voordesle on%er
door den jongslen watcrsnood geteisterde landgcnoolen
gegeven \verd , en hetwelk een nieuw bewijs was , hoe
gaarne de Rotlerdammtr den noodlijclenden , op welke
wijze ook, Ondersteunl , — want de zaal en het voor~
vertrek waren drukkend vol, — het eerste kuncert
her ft ons getoond, wat hier uitgevoerd worden
kan , wanneer alle dc liefhebbers zich vereenigrn, ge-
lijk op dien avond , loen niet een eenige van de he-
teren onder hea zich uitsloot, en een ieder liunner
met den hestcn ijver vervuld was. Alle slukken ge»
lukten dan ook heerlijk ; maar boven alles muntie ui't
de Aria uit Benjowsl<y van DJintAt, welke reeds
op het 5e koncert gezongen was. De zangeres had
juist deze aria gekozen, omdat zij op dien avond zoo
tiitnemend bevallen was, en men den wensch geuit
had, dezelve nog eens te hooven. Veel dank zij haar!
Hoe braaf zij ook anders altijd ?ingt,_nien konde
M                                       eeh-
-ocr page 179-
£ »7» )
I
«ehter met regt van taar zeggen, dat zij, op die*
4vond, zich zelve bijna nog overtrof; de toehoorders
werden alien tot de luidrnchtigsle bewondering wegge-
aleept' Voorls hoolrden w'ij een groot ilaliaansch
Duet voor twee sopraanstemmen , ketwelk ons, door Lift
^reder optreden van eene zangeres, wclke zonder MrSJ-
Cel de kundigste en dus de bcschaafdste van onze lief-
Jiebsters is , en door het gezang van de met liaar
zingende jonge dame, zeer veel vermaak deed. IVloga
deze liefhebsler, die veilig op den rang van kunsle^
narcs aanspraak maken kan, loch nog lang tot den
luister onze* koncerteu bijdragen ! — Op lift voor-
gaandc volgde eenzangstuk, dat door den rijkdom van
liefelijke en schertsende gedachten algemeen behagen
■vond, namelijk een italiaanscli Quartet, -waarvan de
komponist onbekend bleef. Het werd in het ensemble
seer goed uilgevoerd ; maar bijzonder muntte de so-
-praanpartij uit. De zangeres, welke deze parlij op
zich genomen bad en ook een der voornaamstc sie-
raden van ons koncert is, voerde de -waarlijk groote.
nioei jelijkheden met zoo veel vaardigheid en onge-
dwongenheid uit, dat zij, om zoo te spreken, met de
schertsende ide'en van den komponist slechts scheeu
te scherlsen , en ons alien bijzonder veel vcrmaak
jfleed. Algemeene vreugde schitterde haar op elks ge-
laat te gemoet. Het slot der zangstukken en van bet
koncert tev.ens bestond in het eerste Finale uit <?*
Scficp •
-ocr page 180-
c m 5
Schepping van lliTDii, en hierop doelt eigenlijk, liet*
geen ik boven zeide van de voortreffelijke muzijkala
vruchten, die men hicr kondc plukken, indien al do
bckwame liefhebbers zich meerrnalen lot de uitvoerin{j
van groote zangstukken vercenigden. fie omstandig-
heden zijn echter niet van dien aard , dat men daar-
op met grond zou kunnen hopen. Met blijft enkel bij
wenschen, wejke men evenwel niet onderdrukken kan,
wanneer men zulke muzijk zoo voortreffelijk hoort
uitvoeren, als werkelijk het geval was. Hoe naautr*
keuvig was de uitvoering ! In 'tkort, het was waart
lijk voortreffelijk, en luid werd de wensch geuit , toen
jhet sluk ten einde was, om liet no<j eens te hoo-
ren, dewijl het zoo goed was gehikt. De vriendelijk-
lieid der deelnemeren voldeed aan den wensch, en dit
had ten gevolge , dat iedereen, vervuld van het lieer-
lijksle genot, de zaal verliet. — Ecne Koncertante
voor twee violen, door de liceren a. don en B. iouii
ongemeen braaf uitgevoerd, droeg ook zeer veel tot de
vevaangenaming van het koncert bij , en zoo wel de
voordragt, als de zekerheid en volkornene ovcreen-
stemming in de moeijelijke passages , verdienen den
grootstea lof. Mel luiden hijval bragt men aan liet
talent van beide heeren de welverdiende hulde toe.
Behalve dit alles hoorden wij nog op bet piano met
veel smaak en teederheid en Zeer netjes spelen vara-
tie'n voor vi«r lianden van r. & IE s op de Cavalin*
i
Ma                                     uii
j
'■s
-ocr page 181-
C r72 0
uit Tanereio: deh tonti palpiti, door eenrn bij ons
«eer geachten en zeer verdienstelijken liefhebbfr en
een jonge meisje, dat zich voor het eerst in lid opcn-
baar liet hooren en de s-choonste vcrwachtingcn deed
opkomen. ——- Zekerlijk zal dfze avond , die zoo rijkv
was aan kunstgenot, bij iederen vriend der muzijk in
]e\~endige herinnering blijven.
Nn moet ik nog van een ander loncert wal -uitreerN
ger gewagmaken, namelijk , van dat, betwelk delieeren
BON en to u its gemeenschappelijk gaven- Beide legden
nieuwe en schilterende proeven al* Tan bun uitninntend
talent in twee Koncerlanten, welke ons beide zeer'
veel v,ertnaak gaveii. De eene -was van winter en
de andere van eck; de laatste, welke zeev brillant
is, -werd vooral met algemeencn bijval bekroond. De
eersle is zeer fraai bewerkt, inaar minder bevallig,
dan de andere, en wat den g7ans bclreft, kan zij het
er lang niet bij halcn. De groole naauwkeorigheid en
eenheid der beide kiinstenaars is waarlijk bewonderings-
■waardig, en het is niet ligt inogelijk, hen daarin te
overtrelfen. Slechts ee'ne ziel sclieen hun beider spel
te verlevendigen, waarin zij veel nadrtik en zeer veel
vuur aan den dag legden, hetgeen hen, waniieer men
het streng ncetnt, somwijlen veel een weinig te steik
•wegsleepte ; op een paar plaalsen hadden zij hun vuuf
■wel wat mogen dempen. Eigenlijk is het mij lief,
juist dit een weiuig te mot ten misprij^en, daar ik
vroe-
-ocr page 182-
C |b )
vrofgir , Hn de oritleding van het spcl van beide h«e*
rcn , juist de tegenovergesteide aarimerking heb moeten
maken ; en baitendien is overmaat van vuur toch
altijd boven koeiheid te verkiezen. Htt eerstgenoemd*
wordt door den tijd van zelf gedempt; maar de laatste
te verwijderen , kan men niet wel hopen. Voor het
overige heei't ieder der beide jonge knnstenaars aan-
zji'nlijke vorderingen in zijn spel gemaakt, en het doet
mij zeer leed, dat ik niet ineer van hel eigenaardige
van c!k van hen in het bijzonder kan zeggen, daas
zij zich niel afzonderlijk lieten hoorcn. Het is waar-
lijk jammer, dat de eigenschappen, die zij beiden be-
lli! . n, niet in elk hunncr vcrrem'gd zijn, namelijfc,
van den eenen kant buitengemeen gelukkigc aanleg en
" van de andere zijde zaer gronte vlijf. Hoe veel groots
ejju men niet van deze he'oren kunnen verwachten, in-
dien deze eigenschappen in lien gepaard, waren, daar
zij nu reeds zoo veel uitvoeren-? De beer oenne-
YOIse, van de fransc.he opera te 's Gravenhage, zong
dien a.vond regt braaf; even wel had hij zich wel wat
minder mogen aangrijpcn. Men moet beklagen, dat
hij, vooral daar hij eene goede rnanier van zingen en
eene aangename stem- heeft, dc, k-raclit van deze laatste
te veel tracht aan te toonen, waardoor z.ijn gezang
dan in gcsclireeuw ontaardt. Hij vergat zich zelvcn
zoo zeer in dit koncert, dat hij in eene Aria, la prist
de Jericho,
zoe ik meen, de muren der zaal voor- die
M 3                                   van
-ocr page 183-
.■■
c *74' i
•an Jericlio scheen te houden en ze door het for-
«che zijner stem te willen doen bersten , hetgeea
hem echter niet gelukte, daar de zaal nog al vrij vast
gebouwd is. Evenwel ondergingen de gehoorzenuwen
van de gezamenlijke toehoorders eene hevige dreu-
Jaing. Indien hij zijne stem maar meer matigde, dan
*oude zijn gezang alt:jd veel genoegen geven, gelijk
dan ook plaats vond in hetgeen hij nog niter zong.
De lieer h u t s c h e nru ij t er blies Variation -van zij-
ne kompositie op ecne heel aardige Romance, die zeer
bevallig geschreven zijn. Hij droeg ze met veel gevoel
voor. Aan de partijen van het akkompagnement is
eigenlijk wel te -weinig zorg besleed. — Er weid ook
eene nieuvre Onvevture van hem gemaakt, -waarin al
te vecl gedruisch en te weinig regelmatigbeid en vast-
Jieid van plan is. Aan eenige plaatsen voor de blaas-
instrumenten kan men bespeuren, ik -wil juist niet
aeggen, dat hij ze niet genoeg kent, maar ten minste
dat hij aan ons orkest bovennatuurlijke vermogen*
toerekerit. De Variation van vlna op TVilhelmus
van Nassamven
werden braaf uitgcvoerd. — Het kon-
cert werd zeer druk bezocht , gelijk altijd de kon-
certen van deze twee kunstenaars, die bij ons zoo
zeer in aanzien zijn ; doch er waren weinig dames —
de gewone klagt bij openbare koncerten. Maar de
zangers maken eene uilzondering.
2Nu blijft mij nog over, aoo kort als mogelijk, ge-
■wag
-ocr page 184-
'J"*T"'W-
( i75 )
vag te maken van de beste en belangrijkste stukken
van dt; laaisle Zainrdags koncerten. Wat den zang
bnreft, verschafte de goedheid onzer verdienstelijka
liel'bebsters ons nog bet genoegen te hooren : eena
Aria uit Tancredo, oh patria, cen Duet uit Achillea
van paer, -waarin de vronwestem voorlreffelijk werd
uitgevoerd, en eene zeer moeijelijke en brillante Aria
van B. bomeeeg, met eene obligate Violonccl-partij.
Deze Aria werd beerlijk gezongen door diezelfde da-
me , welke laalstelijk bare parlij in dat schoone ita-
liaansche Quartet zoo voorf.reffelijk uitvoerde. Be«
■wondcrenswaariiig is hare duidelijUheid in de moeije-
lijksle passages, die aanhoudend voorlloopen en veel
kracbt vertischen : men boorde iederen toon. De heer
c A N z droeg de zeer moeijelijke violoncel-parlij tea
uilersle braaf votr ; bij wist zich dear, waar het
zijn moest, behoorlijk aan Jict gezang aan te leunea
en op zijn1 tijd zijne partij tocb ook te doen golden,
in e'e'n woord , men zag in hem tevens den ervarenea
kunstenaar.
Wij hoorden ook nog eenige fraaije obligate stukkea
voor instrumenten. De hcer a. son speelde zeer
schoone Variation van a. lointc (A dur); daar
was maar e'e'ue aanmerking op te maken , iiameli jk ,
dat hij deze reis niet met de hem anders'eigene vlug-
heid en vrijmoedigheid speelde. De beer c. m ii h-
HHfiiiii onthaalde ons op een koncert van u ti s-
M 4                              s*^
-ocr page 185-
C 176 )
SEK (Bdur), hetwclk hij met veel netheid en deh'catcs-
se nitvoerde. Maaj' \vaarom koos hij toch wel een
koncert van deze sooi't, daar hij imrners zonder moi^i-
te werken van veel grooteren aan'eg spelen kan ? Het
koncert van miini is heel aardig maar staat Vol-
ts '
strekt niet in evenredig heid met de grootere en moei-
JElijker stakken , die hij ons vrorgcr liet hooren.
De Variation van den heer hciscbbshiihb op
het volkslird: wien Neerlands bloed in de ad'ren
oloeit
zijn obligaat voor het horen, de klarinet, dt
flail en de viool. Men moot er aan prijzen , dat men
er overal het thema in hoort , en dat zij zeer voor-
deelig voor de instrunienten en zeer bevallig gcschrcven
zijn. Het ontbreekt dlt werk niet aan gedruisch: want
de pank en de tvompet hoort men daveren, zelf» bij een
»oIo roor de viool, zoodat de lioli.t, vooral wacncer
trompet en pauk liare stemmen een weinig onbeschei-
dcn vevheffen, werks genoeg heeft, om met zijne too.
Tien door le dringen. De komponist zelf toondc veel
smaak in de uitvoe.ring van zijne partij , en hij heeft
in dat opzigt sedeit dien tijd veel vorderingen gemaakt.
Hij mogc verder zoo voortvaren! —De dric andere so!o-
partijen geluklen 00k zeer goed in de uitvoering. Voor
het overige moeten wij nog aan hetwerk , in het algemeen,
misprijzen, det het ten aanzien van den vorm te veel
gelijkenis heeft met de Varialien van ytilms op ipil-
helmus van Nasfautven. ——
In het laatste koncer*
hoor-
.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                               ■                                                                                *
-ocr page 186-
C *77 )
hoorden -wij ook nog den jongen naMij in varia-
liiin voor dc fluit van keller, die hij zeer netje*
blies. Eene der Variation, in oktaven, viel bijzonder
goed uit, en eene andere met slepende noten door
de halve toonen even goed; minder echter eene Varia-
tic met triolen in sclierp gestooten nooten , als voor
welke het liem aan kracht onlbrak, om te volharden.
Men kan hem met dat al niet dikwijls genoeg toeroepen,"
dal hij zijn inwendig gevoel moet doen medespelen, en
niet de vingeren alleen ! Vooral hij de fluit is zulks eeti
hoofdvereischtc, daar dit instrument bultendien reeds
zoo bepaald en eenvormig is, Zijn toon , die zeer liefe-
lijk en aangcnaam is, moctook nog in kracht aanwinnen.
Dit is nu het belangwekkende, dat de laatste kon-
cerlen nog opgeleverd hebben, en hier wil ik dus mijd
berigt besluiten; hopende , dat een ieder dat, wat
hem raakt, ad notam nemen en er nut uit trekken mo-
ge: -waarlijk , het zal goede vruqhten voortbrengen. In*
dien deze of gene aan de uitspi'aak der kritiik geen
geloof mogt willen hechten, doet hij zeer verkerrd,
en het zal tot zijn eigen nadeel uitloopen. Hij ande-
ren, die de beoordeeling juist vinden, maar er niet
voor uilkomen durven nochmogen, bevoikt de Schrijver
evenwel zijn doel, en htt zal hem steeds zeer aan-
gcitaam zijn, nit de gevolgen waar te nemen, dat zijne
kritiek niet zondcr nut geb'even is. — Indien andere
bezighedvn en drukten den Ref. het maar eenigzins
M 5                            - yet'
,                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      •'■•..'
* ■-.■-''
-ocr page 187-
( i?8 )
♦eroorloven, zal hij nict in gebreke blijven , in dit
tijdschrift van den afloop der volgende winterkon-
Certen verslag te geven ; mogt de tijd het hem center
volstrekt niet toelaten, en hij genoodzaakt zijn, den
lezer voor eenen geruimen tijd vaar«vel te zeggen (i5),
dan hoopt hij , dat zijne plaats moge bekleed wordrn
door eenen man , die even zoo getrouw en naauwge;;et
in zijne beoordeeling is, als de Eef, naar zijne over-
tuiging. steeds getracht hceft te zijn. Men geloove
veilig, dat het hem meer dan eens onaangenaam was,
Juist zoo en niet anders te moeten schrijven ; maar
Wilde hij nict van de waarheid afwijken, dan k inde
hij niet anders, en dit zal ieder onzijdig denfcende en
in de kunst genoegzaara ervaren lezer moeten toe-
lleiumcD.
(i5) Het strekt ons tot cen groot genoegen , den lezer
te kunnen verzekeren , dat onze korrespondent, wiens
groote kundigheden de lioo^steachting vrrdienen, oris
stellig beloofd lieeft, zoo immer mogelijk , zijne herig-
tcn. wannrer ook minder oinstandig, te zollen voort-
zetten, «n dat wij de gegroudste hoop nipenen te
kuuuen koeslercn op de vervulling dier beloftc.
IE AID.
-ocr page 188-
( *79 )
• V E H B 2 MUZ UK TB GROWIKCB.H.
t
[Vcrvolg en slot van bladz.. i5t.)
Behalve de' Ouverture van paer, boikldieu,
mehul en anderen, welke men reeds in vorige jaren»
en sommigen zelfs zecr dikwijls, uitgevoerd had, hoor-
den wij voor het eerst eene van beetHovew nit C.
dur, naar wij naenen, van het Ballet Prometeo. Dezelve
kwam ons zeer goed bewerkt voor, zoo als men Diet
anders van dien grooten komponist verwachteft kan ,
maar zij heeft ons voor het overige niet veel stof tot
verrukking opgeleverd. Eene tweede Ouverture, waar-
van wij ccnige woorden zeggen wiilen , is die van
spohh voor zijne opera Alruna. Wei is waar; heeft
men deze Ouverture reeds in het vorige jaar uitge-
voerd, maar zij mislukte toen geheel en al, zoo dat ze
niel te verstaan was. Deze keer ging het veel hcter,
en wanneer men de krachten van ons orkest en
de ontzettende moeijelijkheid van dat mu2ijksluk itt
aanmerking neemt, moel men zelfs hekennen , dat het
aeer goed uitgevoerd wcrd. — Het is klaarblijkrlijk ,
dat spohr bij het komponeren dezer Ouverture op
het oog gehad heeft, om een pendant te vervaardigea
Toor die van xoiibi's Zauberjlote, en over het al-
gemeen moeten wij den grooten kunstenaar de getui-
genis geven , dat hem zulks uitstekend gelukt i*. Het
Jivil nog al zoo lets zeggen, eene Ouverture te schri)-
\t»
1
-ocr page 189-
C *8© )
%en, welke op een thema, gebouvyd is, dat eenige over-
eenkomst heeft met dat van m o z a b t , schbon hut
veel hartstogtelijker is, waarvan voorts de bewerking
schier geheel op dezelfde leest gesttboeid en nogtans
voor onmiddellijke ontleeningen bewaard gebleven is,
en welke e.indelijk , als tegtnhanger met bet aangehaauie
meesterstuk vergelekcn wordende, niet alleen door * dit
stuk niet geheel in den achlergrond terug gcdrongen
wordt, maar integendeel die vergelijking zeer wel uil-
houden kan, Evenwel moeten wij er vrijmoedig voor
nitkomen , dat spom's bewerking niet zoo k'aar of
duidelijk is, als die van Mozart; een gebrek ecliter,
hetwelk voor het gvootsle gcdeelte misscliien aan de
moeijelijkheid der nitvoering , veroorzaakt door de
reeds hoven aangestipte harlstogtclijkheid van liet the-
ma, moet toegeschreven worden ; en is dit waarlijk
bet geval, dan zoude men alleenlijk den komponist
kunnen te last leggen , dat hij een tiiema, had bebooren
te kiezen, dat voor klaardere bewerking vatbaar -was,
oischoon wij niet kunnen ontveinzen , dat, wat ons
eigen gevoel aangaat, het zwaarmoedig hartslogtelijke
van het thema zoowel, als ■ van de geheele bewerking
ons voorkomt een der grootste sieraden van deze Ou-
verture te zijn-
Eene der voor ons nieuwe Sinfonien , welke wij
hoorden fwant de oudercn willen wij ook met stilzwij-
een voorbijgaan) , w-as die van c. m. voj w»W'
Kracht,
■ ■.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                    .                                                                         .
-ocr page 190-
Krach't, your, kunstrijke bewerting, levendige, }•
somlijds uilgelatene vrolijkheid en zelfs bier en daar
uitspattende wildheid: zie daar de boofdkaraktertrek-
ken van dit sclioone werk. In deszclfs enkele deelen
besch«u\vd, is vooral het Allegro (C. di/r) , ■waarraede
helzelve , zonder de gewoonlijk voorafgaande inleiding
in eene langiamere tijdmaal, zeer verrassend aan*
heft, vol kracht en vuur en rijk aan kontrapuntische
Wendingen , ecliter eenigzins vermoeijend, dewijl het
niet genoegzaam met bevallige en zoetvloeijende me-
lodien doorwevon is, en zicli te aanhoudend bij
ruiscliende figurcn bepaalt, vvaarvan zelfs sommige
naar den ouden lijd rieken. — Het Andante daarente-
gen (C. mo!) is hoogst eenvoudig , litfulijk en vol
gevoel ; het ademt door^aans die zoete melankolie ,
welke men gewoonlijk met den naam van romantlsch
bestempelt , en welke te verrukkender is, naar male
bet Allegro orizen geest te hevigcr aaeg«tast en als
met gevveld in deszelfs rvildheid ingerukt heeft. —
Hel Scherzo presto (C. dur~) is wederom hoogst vro-
lijk en in de cerste. afdeeling niet slechts schertsend,
inaar zelfs vinnig en scherp, terwijl de tweedc afdee-
ling, het Trio, als kontrast van de eerste , schoon
van helzeifde vrolijke karakler, melodieus en liefelijk
is. ------ Het Fit ale-presto zct de kroon op aan hel
vrcrk. lie uitge'alensle geest van vrolijkheid heerscht
er in, seiner als onbepaalde Souverein. Tusschen bei«
Jen,
-ocr page 191-
i
( 18a )
ten, wcl is waar, mengen scliertsende idtfen zicli in
ie uitoefening van zijn gebicd, en zelfs de ernst doet
jsijae bedaarde taal voor eene korte poos met Idem en
nadruk hooren ; maar gecn van beiden is bestand te-
gen de oppermagt der vrolijkheid en deze behaalt de
glansrijkste zegepraal op de weerspannelingen, de beu-
•elende scherts en den maimelijken cfrnst.
Voor de uitvoering is deze Sinfonie zeer zwaar;
*llc instrninenten moeten goed en sommigen zelfs ,
▼oornainelijk de horens, de violoncel en de contrabas ,
mtstekend bezet zijn Dit was nu juist niel geheel
het geval bij ons; maar niettemin hecft ons orkest
sich knap gehouden en ons daardoor veel genoegen
verschaft.
De tweede nieuwe Sinfonie , waarop men ons ont-
haaltle , is de zevende van ueihotes nit A. dur;
lij werd iweemaal gogeven. Het was aanvankelijk ons
voornemen , deze Sinfonie geheel tc ontleden , ten
einde al bet sclioone , dat deceive bevat, bij gedeclten
den lezer voor oogen te stellen , en wij yoelden ons
daartoe te sterker aangevuurd, dewijl de recensien,
die er tot nu toe -ran die Sinfonie in de duitsche
tijdschriften uilgekomen zijn, hoezeer zij grondig en
met vecle kennis zijn gesclireven, alle, voor zoo veel
eij ons bekfrnd zijn geworden, Onvolledig zijn, en
*nen vele der schoonsle plaatsen geheel met stilzwij-
|en heeft voorbij gcgaan. Doch wij hebben ons ge-
nood-
-ocr page 192-
C 183 )
aoodzaakt gezien, van dat vooriiemsn »f te st&ppr■ j
nit aanmerking dat eene ontleding ran dien aard, zoo
als wij z* Op het oog hebben, voor dit berigt al te
uitgebreid zoude moelen worden, en geschikter in ee»
al'zonderlijk stuk behandeld zou kunnen worden. Wij
■willen dus voor het tegenwoordige den lezer liev«r
eene dichtcrlijke beschrijviug toot oogen leggcn , wclke
Wij gcput hebben uit een alleriiofst werkje, grtiteld:
Rosaliens Brie/e an Serena, geschrleben attf einer Ret-
se naih Coin im November
1816 ; fterausgegcben von
liiiDiicH mo!E8«eii(i6). Wij zullen die be-
schrijving, welke ons liitr en daar eveneens onvolledig
voorkDmt, aanvullen , onze bijvoegselen door curcijvett
lettei-druk onderscheidende van het oorspronkelijke.
De Sinfunie begint met een Sotlenulo (A dur)»
vaelhs karakter niet moeijelijk te vatlen is. Het maakt
ons oplettend, dat er dingen tan aanbelang zullen,
ooaroallen, door den ernst, waarmede het fitch somwijlen
Xaat hooren; doch beivaart ons tevens voor de vrees
voor onaangename gewaarwordingen door de liejelijke
en zoetvh eijende melodli'n, die er het hoofdthema
can ultmahen
, of er tusschen beide ingetveven zijn.
Op het eind geven verscheidene instrumenten een. of
meet
(*) Sfeinlngeh, bij jHiu?t hahtmank, 1817. D»
bier iugeiaschtc plaats staat op bladz. 68 en vo!gg.
\
-ocr page 193-
C i*4 )
meer toonen van het thema des volgenden Allegro etart,
mis of zij hot nog niet sens cvarcn, tvat er nu loch
eigenlijk zal gehoord tvorden.
Plotseling (era het Alle-
gro is daar*) heft
de fluit, als had zij nu de juisle
gcdachte gevonden, •welke ten toppunt der gezelscbap.
pelijke -vrolijkheid voeren moet, uit de hoogte eenen
springenden daktylus aan, en sleept allengskens , riiet
slechts het geheele instrumentenkoor,,, maar 00k de
toeboorders , onwederstaanbaar in dezen onnavolgha-
ren, kunstrijk ineengeslrengelden daktylen dans met
zich voort. Maar het is geen dans van beit'oners der aarde ,
necn ! het is een dans van genien in het onmetelijke
rijk der geesten
: liunne vrolijkheid i» niet die der
gewone menschen
, neen! men voelt de ontzeitende hui-
veringf die het gevoel der nabijheid van geesten ons
doet ondergaan.
In het tweede stuk (^Allegretto, A mot) ziet men de
genien der inslrumenten, als -waren zij vermoeid van
dc oneindige vrcugde , die zij zoo even te zamen ge-
nolen htbben, riecrgezegen op de zalige velden van het
rijk der toonen, Als in den droorn zweven eenige
geestenstemmen over de stille vergadetiug ; het
zijn zoct ineensmeltende toonen der Bassen. Zij her-
halen nog ecus hun melodieus gefluister; <r— nog is
alles in diepe rust ; doch eindelijk ontwaken eenige
snaarinslrumenten van den tweeden rang en moetcn ,
moeten
de wegslepende toonen nazingen. Inlussclien
is
-ocr page 194-
\t eeh vioWncel tot hoogere verrukking opgestegen e'ff
het zingt hij het gcfluisteir der anderen eene melo«
die, waarover eeh engel zich niet behoefde te schameh*
lanaar welfee de iriensch juist om die reden niet regt
kan uitduidcn, Zal hij ze zacht, sm'achlend, klagend,
liefkozerid of weemoedig noe'meh? Hij weet het niet,
doch dat hij ze nooit weer v'ergeten zal, dat weet
'hij. — De indriik , welken deze in het heiligdbm der
harmonie gevondene wijze op de overige Gehien maakt,
Ve'rlodnt Zich als hiet geweld. Alles , alles ontwaakt
wit den slaap; de eersle violen hebbch het thema reeda
Vrriegeir opgenomeri en kunneii zich er maar niet aan.
Verzadiaeh. De. blaasinstrurm riten vatten het oob
allengskens op , en zoo vallen alien in het voile koor
in eh klimmeri op tot den hoogsten trap van kraclit.
■ ■                                                                                                                                        -                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  f
''Wanrie'er ook hier en daar een der luchtige Hgtgevl'eu-
'gelde weze'ns , ktapwiekende van verrukking, uitvliegett
Wil , het moe't toch terilg keeren in de hetooverde sfee'r
Van het eerste kleinc liedgefluistc'r. In e'eii ■woord',
Wert wordt' niet moede eevst het ie hdufen en dan het
te prijzen.
Het der"def stnk (Presto,' F1 Jar) is eene kolossale
{"cherts, rijk aan geest, die echter, even als alle voort-
"hreiigfeleM va"h echt vermift, geehe bntteden'de, bi-eede
liefchlSjvingj maar slefchts eene korte becldelijke
«foc]aat. ■ '                                              • -
•De Genien gerakenj zdo dikwij's zij niet grnoodzaakt
N                                        zijn?
-ocr page 195-
£ 185 )
eijn in het koor mede in te stemmen, op allerlei; vvo-
lijke, plaagzieke im alien. Zij spreken nu cens ai'son-
derlijk, dan eens alien te geiijk; roaar niemand vraagt,
niemand antwoordts op het lioogst parodieert soras de
cene den anderen. Naderband , yvel is waar, trcden
eenige ernstiger gesienide waldhorens te voorfchijn,
en ademen een zapht, liefelijk bezadigd lied ait, bij
hctwelk de toehoorder op eens zijn glimlagchcn staakt,
dewijl zijn hart zich -weder openl voor de aoetere en
aachtere harmonica ; maar de vei-maoing der horens ,
oi'fchoou tweeniaal herhaald wordende, blijft zonder
vrucht. De vrolijke luim heeft de hjchtige Sylfen te
Zeer overmeesterd; Zij ziugen fomtijds \vel eenige mi.
nuten mede, dock langer laten zij zich niet bedwingen
en zij plagen zich, weder onderjing met hare yoriga
jokkernij. Geheel op het laatst beproeven de ernftige
vermancrs, die liever zingen, dan schertsen -willen,
nog eens het luchtige volkje voor kunne zackte liederen ,
die als uit ver afgelegene schaduwrijke wouden koman
aangolven, in te nemen ; doch te yergeefs! ------ AI»
door eenen tooverslag stuift alles uit een, en de arme
horens , het begonnene onvoltoojd latende , zwijgen al»
verwonderd stil.
In het laatste stuk eiodelijk {Allegro eon Briot
A dur~)
komt het als uit hooge luehtgewelven, om het
een of ander ons onbekend feest der geesten te yieren ,
met onheschrijfelijk triomferend gejuhel weder aan-
brui-
-ocr page 196-
kl-inscHj *n buldett geheel uit lot afmatting toe*
OntzagtvekftenA is dit gejubtl en oooral op het lnnl.it
jaagt het ons eene zekere ijzing aan
, welke, hoe heeig
ook, echter ten oerruhkend gevoel van vneindi gheid na-
iaa't, veaaruit wij niet, dan tegen onzen ivil, tot de
wezenlijke (Vtreld terug keertn.
Zoo Verre de befchrijving. Zij is alleen gelukt tert
•anzicn van de middelste stukken , het Allegretto, na«
roelijk, en het Presto. Het overige is minder goed,
dewijl het hog geeh volledig dehkbeeld geeft Van de ver*
fcchillende gewaarwordingeij, die zich aah de ziel op«
dringen. Wij moeteh ecliter bekennen, dat die gewaar-
wardingeh met woOrden niet lumnen uitgedrukt wor-
sen ; men moet de Sinfqhie hooren, en wel met de
grootste ingespannchheid en van alle vreemde denkbeel-
den afgetrokkcn hooreh, en dan eersl zal men al het
frchoone knnnen gevoelen , dat dit kunstgewfocht bevat*
Het valt moeijelijk, ora na zulk een werk terug te
feeen-n lot het verhaal van betgeen wij meer fchooni
of ook niet fcboons gehootd hebben. Nieltemin eischt
onze pligt, dat wij ook daarvan verslag doen, en wij
Varen dus in deszelfs vervulling Voort.
Een duitsch toneelgezelfchap biedt zich het eerst aaA
tt'me herinnering aan, en wij willen dus eenige woor-
den o*er de vertooningen zeggen, wclke hetzelve ia
-ocr page 197-
i i88 )
*pnze stad gcgeven heeft. Dit gezelschap, behoort elgen"
lijk in een gedeelte van het koningrijk Hanover te huis,
en werd nit Oostvriesland verdreven door de sluitina
van alle openbare Yermakelijfchedea gcdurende den
rouw over den dood des konings van Engeland. Met
slant of slond onder de direklie van den heer Jcimi
XAiiSTEN en was eigenlijk allcen voor toneelspelen
ingerigt ; doch daar men den direkteur onder het oog.
bragt, dat zijne vertooningen in onze stad door on-
hekendheid met de taal, in welke zij gegeven werden .
niel zouden bezoclit worden, lei het gezelschap zich op
opera's toe en gaf bij afwisseling toneel - en aang-
spi'len. Men kan zich ligtelijk verbeeldcn, dat deze
laatsten niet voorireffelijk konden uitgevoerd ivorden
door een gezelschap, dat, zoo te zeggen, uitsluitend
van toneelspelen zijn werk maakle ; inaar er waren
toch eenige onder deszelfs leden, die tant bicn que inal
zingen konden. Daarenboven gaven zij zich zeer veel
moeite, en zoo gelukle bet hun lamelijk we!, Wij
zagen echter meeslal kleine stukken, als der4 Dorfsbar*
bier,
eene kleine aardige opera in t*ee bedrijven,
•waarvoor schenk de muzijk gemaakt heefl, en welke
ook te Amsterdam wel eens gegeven werdt ; voorts
die Schwestern von Prag, welke tot de besle werken
van wenzel muller behoort, die Zaubertitter,
niisschien het slechtste maaksel van dienzelfden auteur;
der Unsichtbare van evle, welke ook wel te Amsler-
-ocr page 198-
C 189 J.
dam gegeven wor.1t, gelijk 00k die Schwesiern von
Prag ,
en einde'ijk een gvooter werk , Joharin von
Paris {Jean, de Paris},
van imisuist, Van alio
deze opera's zullen wij niets meer zeggeu, dan dat zif
gegeven zijn, met uitzondering eehter vaa de laattt-
genoerade, van welfce wij bekennen moeten, dat. zij,
naar der zakrn omstandigheid , zoo goed mogelijk
werd uitgevoerd. Alle leden van het gczelschap, zelfs
de allerminsten, verdienen dm hoogstcn lof wegem
den grooten ijver, met welken zij Lij het opvoeren vaa
deze opera getoond hebben bezield geweest te zijn. De
rol van den page vooral werd door zekere Mad. koH-
*ut, eene zeer bekwame toneelspeelsler in bet treur-
spel, voortreffelijk uitgevoerd; de zang liet trouwens
veel te wcnschen overig , maar haar spel was vol b««
vallighcid en hiimigheid , en het zou moeijelijk zijn,
haar in dat opzigt te zien overtreffen, De heer
schligku M zong, als Johann von Parts, zijne pariij
met eene helderklinkende aangename stem ; zijn spel
betcekende weinig. Maar den hoogsten lof verdient de
heer prEiL, /teen man van jaren , die in zijnen tijd
zooder twijfel een- voortreffelijke buffo geweest is e»,
wit zijn spel aangaat, nog is, maar wiens stem zeker-
lijk veel verloren heeft: deze man was het, nameiijk ,
op -wiens schonders de onlzaggelijke last rustte, om de
paitijen aan alle zangers en zangeressen in te pepereri,
gelijk men. \yel eens z.egt, en aan wieas onvermoeiden
NJ                                   »j.ye*
-ocr page 199-
C *9<? ")
Jjver wij eigenlijk hct genoegca te danken hebben , dat
gommige dezer vertooningen, en voova! de laatste, ons
Verschaft hebben.-
Na eerie afwezigheid van weinige weken, gedurende
Welke dit gezelschap zicli in Oostvriesland, waar de
Xouwtijd uit was, ophield, bezocht het bns voor de
tweede reis. De direkteur had bij zijn vertrek bcloot'd,
verscheiden bekwame zangers en zangeressen te srullen
4Sngageren, om gednrende de Mcikermis grootere ope-
ra's te kunnen geven, en dezelve goed uit te voeren,
IVlaar tot zijn ongeluk kwara hij deze belofte slechts
•voor een zeer klein gedeelle na. Hij bragt wel eenige
Iruikbare monsclien mede, maav bij maakte twist me|
■verscheiden anderen, en zelfs met Mad. kShi.sk; daar*
enboven gaf hij, in plaats van nieuwe en groote ope-
ra's, dezelfden , die wjj reeds gehoord hadden, en heS
gevolg daarvan was, dat het publiek , zicli in zijne
killijke verwachting bedrogen ziende , de opera slechts
seer traag bezocht, en dat de direkteur verliezen on-
derging, tegen wclke zijne bcurs niet gewapend was.
De eenige opera, welke hij nieuw opbragt, was Joseph
vncl seine Briider
, (Joseph en Bgypte) van M e' H u L ;
terwijl Johann oon Paris ten deele door andere men-
schen bezet was. De eerste opera werd tweemaal en
»iet geheel slecht gegeven. De rol van Benjamin werd
vooral goed gespeeld en gezongen door mejufvrouw
J*A» s ch a fcL, eene jonge zangeres, welke eene zeer
i
-ocr page 200-
~-~ ' —.....
C *9' )
•angcaame stem hecl't en iMe, wanneer zij zich zoo
hlijft ocfenen , als zij getoond hoeft te doen, veel goeds
belooft. Zij zong ook de prins*s in Johann aon Paris
en ook deze partij vo*rde zij" prijzenswaardig uit. Wij
liopen gelegenheid te zu-llen helthen, van deze zangeres
nog herhaalde malfn te knnnen fpreken , daar zij door
een huwelijk in onze stad gevestigd is en ons dus
■waarschijnlijk den volgenden winter op liet koncert
meermalen met haar aangenaam talent zal verblijden.
Wij kunnen niet geheel met slilzwijgen voorbijgaan
de koormvizijk, die wij in eenige openlijfee yergaderin-
Sjen van ons departeiuent der maatsehappij tot nut van
'* algemccn gelioord hebben en welke door een klein
aantal zangers en zangeressen uitgevoerd wordt, die
aich sedcrt twee jaren vereenigd hebben, om zich in
hct zingen van koren te oefenen. Bit gezelschap be-
staat geheel uit liet'hcbbcrs en bet verledigt zich, enkel
op aanzoek der maatsehappij, om de openlijke vergade-
riogen foruwijlen te veraangenamen. Ofschoorc men
■van di« gezelschap geene volmaakte uitvoering der <re-
kozene koren vcrwachten kan , moet men hetzelve ech-
ter het regt laten wedervaren, dat alle deszelfs Jeden
l^er veel ijver voor de kunst aan den dag leggen, en
dat zij hunne vlijt door waarlijk ongemeene vorderin-
gen bekroond zien. Reeds nicer dan eens hebben zij.
proevcn daarvan gegeven, waarover men niet andera
dan zeer tevreden kan zijn. Zij zullea zonder twijfel
«4                               ia
-ocr page 201-
{ 19* )
In hunne loffeHjke pogingen met verdubbnlden ijv«f
yoortvaren , en wij hopen nog menige aangename viucfa-
ten daarvan te mogen plukken.
Eindeljjk moelen wij nog met een woord van lie*
lorps militaire muzijkanten gewagen. Hetzelve neemt
xneer en raeer toe in zuiverheid en naauwkeuri«heid in
de uitvoering yan eigenlijke militaire rnuzijk zoo we-1,
als ook van zoogenaaui.de liarmonien. Men moet den
heer marpurb, die aan. liet hoofd van dit korp,s
staat, den lpf tockennen, dat hi] zich steeds veel
saoeite geeft, om hetzelve te befchaven , en da,*
hij in die kunst -wrel ervaren is. Hij maakt zieh
daardoor niet sleclits bij, zijne afdeeling , niaar ook bij
let geheele pub'iek zeer verdienstelijk ; en wij meenen
jredenen te hebben , h,em te kunnen veizekeren , <lal zijn
lorps rnuzijk tot de besten belioort, die men bij onzg
afdeelingen Infanterie vindt.                                               *
En (m besluiten wij dit berigt in het aangenam*
■yoonjjtzigt, dat de rnuzijk ons in den volgenden winr
ter menig aangenaam oogenblik, rijk . aan genqt,, aiaj
aanbieden.
(
5CHET4
^
-ocr page 202-
C 193 >
S C H E T S VAN lEI *I)B!IAK» B S *
TOONKUHST IE A' M S.T S HD A M. jll
V
Boor den Redakteur van dit lijdscbrift uitgenoodigd
zijnde, om bcrigten over de muzijkale voorvallen in
deze beroemde bandelstad in te zeiideii, heb ik te
finder zwarigheid gemaakt , mij daartoe t£ verledi-
ge'n , orndat het niet alleen vooj de lezers hier ter
stede belangrijk moet zijn , het qordeel van eenen
derden te vernemen over onderwerpen, welke zij
reeds b.ij zich zelven, min of meer, juist be ordceld
hcbben ; maar 00k, (jifldat het publiidc in andere
steden van ons vaderland voorzeker veel belang moet
stcllen in de voortbrengselen der kuust in eene stad,
welke niet met betrekking tot den handel alleen,
maar 00k met opzigt tot de toonkunst, de eerste van
ons vaderland ka,n genoemd worden. Eene derde
beweegreden, welke mij geboor doet geven. aan het
aanzoek van den Kedakteur, is de overtuiging van mi)
zelven, door de berinnering aan bet gebeurde , aange-
name oogenblikken te zullcn verscbaffen, wanneer ik
rekenschap geef van de gevvaarwordingen en opmer^
kingen, welke zich mij, gedurende de kunsloefe.ningen
zelve , als ware het, hebben opgedrongen. Ik kau en
wil intusschen niet ontkenncn, dat de geringe oc£e-
niog, of, li^ver de ongewoontc , om. mijn oordeel ove?
• de
-ocr page 203-
C 194 >
de kunst Beer te schrijoen, mij schicr had terug ge«
houden, om mi} in den rij der schrijvers te stellen,,
te meer nog, daar de 's Gravenhaagsche, Botterdam-
Bier en Groninger heoordeelaars hunne taak zoo bui-
tengewoen goed vervullen, en de kunst daardoor gee-
uen geringen dienst doen. De hoop echter, dat mijne-
beoordeelingen, wanneer 00k niet naar hehooren ge»
Steld, echter niet te eencnmale zonder nut mogcn,
hlijven, heeft mijnen moed gesterkt, en ik ga dan,
gerust en met ijver over tot de behandeling van de-
mij opgedragcne , voorzeker eervolle taak.
Alvoiens echter met de beoordeelirig der versehil-
lende kunstvoortbrengselen een begin te maken , acht
ik net noodig, om een kiein overzigt van den toestand
der toonkunst in deze stad vooruit te zenden. Het
Ian den nadenkenden lezer, hij moge in of buiten deze
Stad woonen, niet onaangenaam zijn , om ]iet gezigt-
punt, waaruit de schrijver bij zijne beoordeelingea
uitgaat, te leeren kennen ; iedere oordeel veiling, vooral
in de kunst, is immers betrekkelijk, en menige uit-
▼oering, welke in de eene plaals voor voortreffelijfc
mag worden geliouden, verdient in eene andere zoo
grooten lof niet , ja somtijds zelfs berisping. De min-
dere of meerdere talrijkheid van het kunstminncnde
*n beschermende puhliek, de bekwaamheden der kunst"
oefenaren zelve, hun getal en de daaruit ontspruitende
geiegenlieid, on de besten onder hea tot dc uilvoering
lsaa
-ocr page 204-
C »P5 )
ran grootere Werken uit te kippen, roorts de graad
van beschaving , welken het publiek zoo w«l , als do
iunstoefenaren (bet een is een gevolg van het andere)
bereikt hehben , dit al!es — en nog veel meer, hetgeen
bier juist niet behoeft aangehaald ta worden, — dit
alles, zeg ik, maakt den grondslag uit, welken de
kritiek, zal zij geen bouwvallig en door eigene rwak-
heid instortend gcbouw zijn, ondcrschrSgcn raoet. Een
algemcen overzigt kan den lezer niet anders, dan vrel-
koin zijn, daar het hem den besten, en missehien ee-
nig waren toetssteen in handen geeft , om de beoordee-
lingen te -waarderen, welke bero voor eegen zullen.
gelegd worden.
Ik heb dus besloten, den lexer vooraf zulk een
overzigt medfl te deelen ; hij verwachte echter geene
omstandige beschrijving, uitgewerkl tot in de kleinste
bijzonderheden toe ; een stuk van dien aard toch zoude
better voor eene volledige geschiedem's der toonkunst
t« Amsterdam gescliikt zijn (en die ben ik niet voov-
nemens op te stellen) ; in een tijdschrift althans , be-
hoort zij niet te huis. Hier zal dus niet meer gczegd
■worden, dan noodig is, om het bovenvermelde doel
te bereiken, en wel bepaaldelijk om te strekken tot
inlei.ding voor de beoordeelingen, welke den lezer ntt-
derhand zullen worden aangeboden.
Am-
-ocr page 205-
( *9« )
Amsterdam, de eerste handelstad van ons vaderland,,
ofschoon niet meer, als voorheen, de eerste. der we-
reld, is, buiten alle tegenspraak, in ons land de eerste
*tad voor de kunst , vooral met betrekkinw tot de
toonkunst. Zij telt in hare muren meer kunstoefena-
ren, dan elke andere stad; geene barer zusters kan zich
beroemen op zulk een groot en aaniienlijk publiek,.
hetwelk de kunst onderstcunen kan en wil; zij bezit,
bij gevolg, nieerdere hulpmiddelen, om lict goede in
de kunst te bevorderen, dan andere steden ; zij kan
zich beroemen de zetel te zijn van een koninklijk Ia-
Stiluut, hetvrelk ook voor de toonkanst zijne afdeeling
beeftj bicdt den inwoner dikwijls zecr goede gelegcr*-
beden aan, om zich in de muzijk le oefencn en eenen
hoogen graad van beschaving te bereikcn , niet alleen
door grondig onderwijs, maar ook door het aanhooren
van voortreffelijke werken en groote kunstenaar*, en
dit nog te meer, aangezien zij hem tevens, door de
verschillende soortcn van muzijkopvoeringen voor de een-
iijdigheid bewaart, welke voor de ware kunst zoo gevaar-
lijk is ; zij geeft den kunstenaar zelven, welke liaar bo-
woont, de ongezochlste gcleg'enheid , om zicli hoe langer
«oo meer te volmaken en ook de mogelijkheid om,,
tonder de kunstmin door huitengevroon veel arbeid in
hem te verdooven , een gemakkelijk en tevens.voor zijne
kunst en vlijt voordeelig leven te leiden ; voor den
yreemden, waarlijk verdienstelijken kunstenaar is zij,
zees
-ocr page 206-
f w )
teer ciikele gcvallen ttitgezonderd, eene onuitputtelijk»
bron der rijkste belooning van zijri talent, en daarenbo*
fen is zij voor zich zelve cenc goudmijn van het
reinste en kostelijkste genot. ——
Deze schets, hoe onvo'komen zij ook is, zoudc dea
lezer in het denkbeeld kunnen brengen, dat Amsterdam,
met betrekkins tot de kunst, het ideaal der volkomen*
heid ware, in zoo verre namelijk een ideaal in dit on"
dermaansche bestaanbaar is. Dit is echter het geval
t>iet: die schets zal eigehlijk meer aantoonen, wat Am«
sterdam wezen konde , indien het van alle liulpmid-
delen, waarover het bescliikken kan, gebruik maak-
ste, dan wel wat het weFkelijk is. Er wordt helaas 1
uit alle die rijke bronnen zoo veel goeds en heilrijks
niet geput, als zij bevatten, en ik heb dus niet ge.
zegd, wat Amsterdam waarlijk is, maar enkel wat het
in zij'ne oms'tandigheden in zijnen toestand, zoude
kunnen zt'jn.
Om dit alles nu in een helder daglicht
te plaatsen, zal ik mij veroorloven, om de voornaamstt
inriglingen , instellingen en ondernemingen voor de
kunst, zoo als zij boven aangeroerd, of ook slechu
gedacht zijn , van naderbij t» beschouwen, en daarmed*
zal ik dan tevens eene, aan mijn doel beantwoordendej
beschrijving van den toestand der toonkunst in deze
stad opgesteld hebben. Ik zal bij niijne oordeelvcllin-
gen de naauwgezetstc oupartijdigheid in het oog lion.-
tlen, en alle eenzijdigheid trachten te vcrmijden, wan«
n«er
-ocr page 207-
■ .
**e* bok de toestand d*r zakett tot Stre&gheid in- mifH
wwrdeel mogt aanleiding geven. De waarheid te tneldea
2a] mijn eerste e« gewigtigste pligt zijn, en waar het
iloodig is of nultig kan zijn, zal ik mij noch door d*
*rces em den ingebeelden weetniet tegen mij in het
Ibarna* te jagsn, nech door de mogelijke ontevredeB-
Ireid der van dwaalbegrippen Vcrblinde menigte lateft
•fschrikken, on dien pligt stiptelijk te vervnllen, »1-
tijd erenwel dien beschcidenen toon voerende, welk<e
Her kritiek even fraai staat, als de waarheidsliefde.
Dat Amsterdam in hare mureh eett groot aantal
teonkunstenaars telt , en onder deze zeer voonreffelijke>
flat yri\ ik hier slechts staande houden, nadrrband
eal het van xelf biijkcn. Men kan nit den grootett
oratrek der stad, ait d« bcvolfcing en del» rijkdom van,
*ele barer ingezetenen ligtelijk opmalu-n , dat zij sett
fcaneienlijk muzijkaal publiek in zich bevat, hetwelk in
Jtaat is, de kuast te ondersteunen; en dat dil publiek
de kunst waavlijk ondersteunt, kan daaruit blijken,
(3at alle ondernemingcn Voor de muzijk , ■welke nader
feullen beschr«ven worden , zeer voordeelig staan , ja
dat sommige zelfs zeer wclig bloeijen. Het konitiklijk
Instituut voor Kunslen en Welenschappen, en in het-
fcelve de afdeeling voor de Toonkuiist, biedt zich das >
aiar boveostaanden schets, het eerst onzfir opraerk^
Baamheid aan.
Dit Instituut, eene zoete vrucht uit eejaen biltereri
-ocr page 208-
C m )
tijd, heeft de beschaving ea volmaking der Wetett*
schappen , der Letterkunde en der schoone Kunsten tea
doel, en zulks deels door eigcne navorschingen en
ontdckkingen, deels ook door het verzamelen en onder-
zoeken der ontdekkingen , welke elders gedaan woi'den*
De afdeeling voor de. toonkunst is dc zesde van de
vierde klasse en bestaat slechts uit vier leden, te-                                  (
wetcn : de Heeren c. a. fodor en I, w. VliMS te
Amsterdam, p. de voidei te Gent en c, f. ecppe te
Leiden. Men is vrij algemeen van gedachten, dat ge-
melde heeren weini-g aan het doel hunner roeping be-
antwoorden, doordien zij , gelijk men beweert, niet*
ten voocdeele, veel minder dus ter beschaving der
kunst zouden bijdragen. Het komt mij zeer moeijelijk voor
Ae vrillen bepalen, of e» in hoe vcrre de openbare mecning
gelijk of ongelijk hebbe. Men moel, wel is waar, be-
kennen, dat, naar de gevolgen te oordeelen , de afdee-
ling voor de toonkunst wel niet veel tot stand bfengt
waarover men zich zoude kunnen verheugen ; roaa*
dit bevvijst nog in 'tgeheel niet, dat zij er zich niet
Beer veel aan gelegen liggen laat, om de ktinst , zoo
veel mogelijk, te onderstcunen en den smaak te zuive-
Ten en te verfijnen. Wi« kan, met grond, beweren o£
die heeren in de vefgaderingen, welke zij tocli voorze-
k.-r op bepaalde tijden houden, en in de torrcspon-
dentie, -welke zij deels onderling, deels met de loch                                c.;
Kekerlijk daarom benoemde korrespondentcn, vorrm,
het
>.,. .-*-._.._
-ocr page 209-
fir*.
/                                                                            x
'■■■.'"                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                          ' ■ ' '
■.■'.*. ■■.'.'■ V
C ao° )
•l»el d'oel hutstktt roeping niet vegt innig tcf hairte n't'
•tnen , en of het ftief vaaarschijnH jker aan de moeijtf-
Jijkheid, of z*lfs we I aan de onmogelijkheid der zaak »
-dan aan hmnen goeden wil toe te schrijven zij , dat zij
.geon meerder nut sticliten? ------ T.)* tnoeite , welke zi)
■zich voor eenige jafen gegven hehben , om in Amster-
dam eem cnnservdtoirt de musique, naar hel voorbreld
van bet Parijsche , op terigten, pjrit altbans voor hit
Jaatste ; dit plan is center door heogere magten niet
goedgekeurd. Bovendien moet men die lieeren regt
doen met te bekennen, dat zij, een paar jaren geledeti,
«enen prijs liebben uitgeloofd voor eene Kantate, de
Tonnhumt
getiteld , en dat zij ook een dcr ingekoroene
*tukken den prijs hebbenwaardig geacht, schoon men
de aanmerkj'rig zoudc knunen maken, dat het gedich'l
niet goed gekozen was, ojndal bet voor den komponist
«eer onvoordeelig is , en (in de vooronderstellihg, name-
lijk, dat liet Voorbedachtelijk besterad is, om in rtin-
zijk- gebragt te worden) de duideiijkste kenmerketi
draagt, dat de dicliter, wiens groole rcrdiensten ilt
'Voor het overige naar waardc boogfciiat, of de miizijk
■niet verslaat, of niet weet, wat de komponist van een
;dichtstuk eischen kan en moet, zoo zijn werk , indieft
llij, naroelijk;, bet veieischte talent bezlt , good uitval-
ien zal. Vraagt men mijne meenillg daaromtrent, dan
tnoet Ik rondborstig bekennen, te gelooven, dat. die
Verkeerde kcuze de reden is, waarom er zoo weini.
i
l                                „■"'"■'■■                                                                                         I
-ocr page 210-
JV''™\
C aoi )
ge kompositien ingezonden zijn, en dat het doel de*'
prijsuilloving juist daardooi' niet bercikt is. Maar
daarvan afgezien, geloof ik, staande te kunnen hbu-;
den , dat de afdeeling voov de toonkunst meer nut
stichten zou, wanneer zij prijzen uitloofde, niet voor
Kantaten, maar voor kleinere en gemakkelijkere stuk-
ken. Het is waarlijk de zaak niet van iedereen, ja>
zelfs niet van eenen waarlijk goeden lomponist, om
eene goede Kanlate te vervaardigen; hoe veel moeije-
lijker nioct dcze prijsvraag dan niet op te losfen zijn in
een land, als het onze, -waar het talent voor de kompo-
sitie zeer zelden aangetroffen wordt, en, zoo te zeggen,'
nog in de wieg ligt. Ik verstoute mij daarom ook,
te beweren , dat er meer nut zoude gesticht wordcn,
■wanneer men , in plaats van in een lang tijdsverloop
e'enen aanzienlijken prijs op e*e'n moeijelijk en uitge«>
breid werk te stellen, meermalen, en wel zoo dikwijfs
mogelijk', kleinere prijzen voor kleinere en minder
moeijelijke slvikken , als Sonaten , Trios , Quartetten ,
«nz., uitloofde: -want men kan bijna stellig overtuigdL
zijn, dat van de eersten geen goed vcerk lot stand
komt, terwijl men echler rerwachten mag, dat de
Iaatsten van oneindig beter ( alooi zouden zijn. Het
doel der uitloving moel en kan niet zijn, om de a>e->
reld met schoone weiken te verrijken: want daarvoor
bezilten wij de bee IB ovens, sroHRS en, Gode
aij dank! meer anderen > maar het oogmerk is, om/n
O                                       ons
• . !
-ocr page 211-
<
en* vaderland hel misschien slapende talent voor de
kompositie op te wekken, in hetzelve den lust lot
ontwikkeling en beschaving zijuer vermogens aan te
fyakkeren, en zoo doende op te betirrn. Zoodanige
inaatregelen, verbeeld ik mij , kunnen alleen der lioop
■»ocdsel geven, dat ons vaderland te eeniger tijd kom»
positien zal voortbrengen , die zich gerust naast de
besten van Duitschland kunnen plaalsen. Of het In-
Stituut, door aldus , overeenkomslig het doel zijncr
oprigting, te handelen, zich nict waarlijk bij de toon-
kunst verdienstelijk zoude maken en roem verwerven»
is eene vraag, welke wel geen ander dan een beamend
anlwoord toelaat.------Met een enkel -woord wil ik
ook nog vragen , of het getal der leden niet te goring
is, en waarom niet , even als in de afdeeling voor de
schilderkunst het geval is, kenners en begunstigers
der toonkunst, van welke men toch dikwijls meer
verwachten mag, dan Tan de kunslenaars zelvc , tot
mcdeleden gekozen worden ?
De gelegenheid, welke men bier vindt, om zich te
doen onderrigten en te beschaven, is eene andere
zijde , -waardoor onze stad boven andere steden van
ons vad'erland uitmunt, inaar echter nog meer uitmun-
ten konde. Wij hebben eene menigte van onderwij-
zers in de toonkunst, en onder dezelve vrij goede.
"Wien het niet onbekend is, wat het zeggen wil, een
goed onderwijzer in de toonkunst te zijn, die zal
-ocr page 212-
J~.
C 203 )
moeten toestemmen , dat zulk een man een onwaar-<'
deerbaar geschenk is. Het grootsie gedcelte onzer on-
derwijzers behoort, helaas! niet tot de betere soort.
Die sleclits een of ander instrument speelt, acht zich
00k geregtigd, om onderwijs op hetzelve te geven, en
zoo bederven tien slechte onderwijzers in e'e'n enkeld
jaar meer , dan in lien jaren wederom teregt kan ge«
bragt worden.
Men heeft zich , dit inoet tot lof der regering gezegd
■worden, sedert vcrscheidene jaren , zeer vele moeite
gegeven, om het lager onderwijs in de volksscholen
te verbeteren, en die moeite is met de beste ge-
volgen bckroond , zoo dat thans niemand sclioolonder«
■wijzer worden, of zelfs op anderen voet onderwijs
geven kan, die niet vooraf, door eene daartoe expres-
selijk benoemde en uit ktindige manncn bestaande
kommissic, bekwaam is bevonden voor zijne taak.
Maar niemand is, voor zoo ver ik weet, nog op den
inval gekomen, dat het even noodzakelijk is, de zoo-
genaamde rouzijkmecsteis oildcr opzigt te stellen, a!s
de schoolonderwijzcrs. niet alleen mot betrekking tot
hunne bekwaamheden , maar 00k met opzigt tot hunne
zeden. Aan elk een, die het in het hoofd krijgt, om
onderwijs in de muzijk te. geven, slaat zulks vrij,
het zij hij er toe berekend of een stumper, het zij hij
braaC of een mensch van hedorvene zeden is; daar-
naar wordt niet gevraagd. Men laat den armen leer-
O a                                     li„g
-ocr page 213-
C 204 5
ling in de muzijk rondtasten , even als een blinde op
onbekende wegen, en in plaats, dat men zorgen zoude ,
dat den leergierigen jongeling de regte weg -worde aan-
gewezen, ]aat men er z!ch niet aan gelegen liggen,
wanneer hij in eenen afgrond vail en zonder redding
verloren gaat. lit zoude dit thema tot in het oneindige
kunnen uitwerken , maar ik zal mij hij de uitkomst
bepalen , en deze is , dat wij vblslrekt geen gebrek
bebben aan menfeben. die vele muzijklessen geven;
jammer maar, dat onder deze, voor eene zoo groote
stad, te iveinige gevonden wordi'n , die in hunne lessen
00k onderwijs geven. ------ Ik versta door onderwijs,
goed onderwijs, hetwtik 00k reeds in'liet VfOOrd zelf
opgesloten is.
Aan zangnieesters ontbreekt het ons voornamelijk,
en bet ware te wensclien, hetgeen tocli in Amsterdam
gemakkelijk zonde kunnen geschieden, dat eenige fa-
rnilien zicb onderling verbonden, en e'enen of meer, in
dit vak, bekwame mannen hervraarts beriepen , om
zicb enkei met bet leiden der stemmen bezig te houden ,
ten eindc bet zotte vooroordeel, dat de Hollander geen,
zingen kan leeren, eindelijk eens wierd uitgeroeid.
Na bet genotene onderwijs (want wij vinden dan
tocli altijd nog eenige goede inuzijkmeesters) beklira-
men wij de tweede sport der beschaving, door het
aanbooren van voortrefielijke werken, en de derde
^iadelijk door het aanhooren van onderscheidene soor-
ie,-
-ocr page 214-
C 205 )
Un van mtm'jkwerken, waardoor wij ?oor eenzijdig»
beid bewaard b'ijven.
«
Tot beide biedt Amsterdam ons de ruimste gelegen-
lieid aan. In welke siad van ons vaderland toch
rindt men zoo vele schouwburgen , waar zoo vele
toncerten , zoo veel muzijk in de kerken , «n welke stad
wordt door zoo vele en zoo groote kunstenaars be-
zocht? ----— Alle deze gelegenheden tot kunslgenot
zal ik , hoe zeer kortelijk, ecliter ieder in het bijzonder
aanroeren.
Het Tooneel. Wij liebben drie hoofdschouwhurgen :
de bollandsche of Rationale scbouwburg, de duitsohe
en de fransche. De eerste kan hier slechts in zoo
verre ter sprake komen, als zij zich verstout heeft
(het woord is niet te sterk) van opera's te geven,
als die Zauberflote en andere , tot wier opvoering zelfs
een wel ingerigte trorp , die zich enkel met opei-a's
iezig houdt, niet zoo Jigtelifk heshiit. Der holland-
sclib scbouwburg ontbrak het tocli waarlijk, zoo te
zeggen , aan atles. Zij bezit geene eerste zangeres,
•want kan men de tooneelspeelster, welke de rol der
Koningin van den nacht, in bovengemelde opera , op zich
genomen llad, eene zangeres noemen , daar zij de aria's,
diezij-zihgen moest, sprak, de muzijk achterwege laten-
de ? De'rol van Pamina -was door Mej. foichui
niet slecllt bezet, maar zij' was dan 00k de eenige
O 3                                      flikZ
-ocr page 215-
( §<& )
flikkerende star in dezen duisteren naeht. IJoe ver
echter bleven niet Tamino, Sarastro, de Dames (eene
enkele ecnigzins uitgezonderd) en bijna alle anderea
verwijderd van hot punt , dat zij hadden moeten
bereiken ! ------ Men heeft opgehouden , opera's te
geven, en liet betere gedeelte van bet publiek be-
•weert, dat men er -wel aan gedaan hebbe. In zeker
opzigt heeft men geen ongelijk: want men hoort nu
geene groote opera's meer bederven, m.aar in den
volsten zin van het woord is bet niet goed, dat men
de opera heeft af geschaft. Ik wil zeggen , dat men
beter- zou gedaan hebben, zich tc vergenqegen met
kleine opera's ; vooral zorgende , dat deceive zoo goed
mogelijk gegeven /wierden. Alletigskens zoude men hot
zoo verre brengen, dat ook groetetej en eindelijk, na
verloop van tijd, dat de grootste -wcrken volkomen
goed konden gegeven ■worrlen. lmuiers, dat onze
natie ongeschikt zoude zijn, om goede zangers en
zangeressen voort te brengen, is, gelijk ik reeds vroe-
ger gezegd heb, een bespottelijk vooroordeel.
De duitsche schouwburg bestaat sedert verschriden
jaren en is, niet lang geleden, zoodanig ingerigt, dat
wij alle hoop op haar voortdurend bestaan hebben;
'eij is, namelijk , door middel van abonnement, op
eenen vasten voet gebragt, en wordt dus bij aanhou-
dendheid door een aanzienlijk publiek bezocht. Dit too-
neel-
-ocr page 216-
( 207 )
neelgezel'schap staat onder het bestuur van den Heerm,
HABEeicorn en telt verscheiilen waavlijk goede mede-
leden. Men inoet den IMrekteur de eer geven, dat hij
zicli zeer veel moeite geeft , om de opera's, zoo goed
mogelijk, te doen nitvoeren , en ons genot, door de
keuze van yeori*eff«Mjke werkei*, le verhoogen. In
de laalste tijden hoorden wij , hij voorbeeld, die Ves-
tali.n
en Ferdinand Cortez van (F'obiiii, en hoven
alles Zemire unil As.or van spohh, laler nog Emma
ion Rensburg
van M a u E b. uti. Het is hier de
plaats niets, om deze en ineer andere werken te be-
oordeelen, noch, om van de wijze van nitvoering vei*-
slag te doen., omd.it ik, voor bet tcgenwoordige,
slechts van de tooneelen in het algemeen spreke, en
het bijsondere voor de latere beriglen ter zijde leggen
moet. Het zij hier genoeg, te verzekeren, dat'de mees-
te opera's , over het geheel genomen , goed vrorden uit-
gevoerd, hoe zeer niet ontkend worden kan, dat men
in bijzondere gedcelten het een en ander nog beler
zou wenschen te zien. De tenorist, de beer uliji
nib leu, is ontegenzeggelijk de eerste en voornaam-
ste van al de zangcrs ; hij is een man van treffelijke
beschaving, gelouterden smaak , uitgestrckle kundighe-
den, en die als zanger zekerlijk tot het kleine getal
ier goede tenoristcn behoort. Na hem zijn de
lieeren habebkoen, barritonisl ^ en toiiuut,
bassist, zoo ook de dames schiemeb, bitsler en
O ^                                       ook
-ocr page 217-
C 208 )
00k Mad, herb in g, achtingswaardige leden van <lit
gezejscbap. Het orkest kan, zoo men op 4»et aanlal
dcr in hetzelve geengageerde goede kuustenaars ziet,
eigenlijk niet ondcr de hesten gerekend worden, doch
het overlreft menig ieler en sterker hezet orkest in
©plettendlicid, naauwgezetkeid eu discretie. ISiettemin
ian het zich 00k op eenige zeer brave kuustenaars
leroemen, van vvelke ik , voor liet tegcnwoordige ,
slechts den waardigeu violoncellist 6raff noemen
Wil.
           ..
De fransche schouwburg, in welke zoowel opera's
als tooneelstukken gegeven worden, hceft cene bijzon-
dere inrigting. Zij niaakt, met die ..van 's Gravenhage ,
sleclits een gezelscliap uit, of liever , in de beide ste-
den bestaat maar e'e'n gezelscliap, hetwelke, in twee
afdeelingen gescheiden is, bet eene voor opera's,, bet
andere voor tooneelslukken. Terwijl de eene afdeeling
in 's Gravenhage speelt, is de andere in deze stad.
Aldus wisselen beide afdeelingen , om liet vierendeel-
jaars, om. ' De afdeeling voor opera's (van de andere
Ian hier natuurlijk de rede niet zijn) bezit maar
■weinigc regt bekwame leden, en onder dezen komt
den tenoorzanger coeubiot voorzeker de eerste rang
toe. Het is opmerkelijk , dat wij , terwijl er in het
algemeen zoo stcrk over gebrek aan goede tenoorzanger*
geklaagd wordt, ons in bet bezit van twee verheugen
kunnen. Het orkest tclt eigenlijk meer brave kunste-
,
                                                                    naars,
(
-ocr page 218-
C 209 ) .
naars , dan het duitsche ; het is echter, over 'tgehcel
genomen , zoo goed niet, en men zbude het voeral
gebrek aan discretie kunnen te last leggen. Of heeft
misschien de Direkteur op het oog, ora het dikwijls ge-
brekkige van het gesang eenigzins te bedekken ? ——.
Daar het franscbe gezelschap , over het algeraeeii,
weinig nieuwe, en onder deze nog minder -waarlijk
goede werken ten tooneele voert (hetgeen 00k zee*
•moeijelijk zoude vallen y devrijl er in Pari js zelve thans
zeer> zelden e*ne goede opera gekonoponeerd wordt_),
zoo zal ik slechts nu en dan over dit gezelschap
spreken.
Onder de koncerlen zijn-de vaste,of jaarlijks we-
derkeerende, het ecrst aan de beurt. Des winters \vor-
de'n er twee gehouden: Felix meritis of Felix, zdo
als men hier kortaf gewoon is te zeggen, en Frudi-
tio musica ,
en des zomers e'e'n, Harmonica. Ill
verscheidene opzigten zijn' de beide eerstgerroeroden
eigenlijk slechts e'e'n, hetgeen voor ons genot niet
altijd voordeelig is. Het koncert in Felix staat onder
de direktie van liefhebbers; Fruditio musica is, daar*
entegen , eene onderneming van kunstenaars. ledeif
Instiluut geeft 20 koncerten.------ De beide Direklieil
engageren , in den winter, te zamen eene zangerei
Van naani, Welke uit een ander^Iarid uitsluitend voor*
deze koncerlen geroepen wordt, en voorts nog eenige
leden der operagefcelsehappert. Dajlr doen - zij zeer tret
O 5
                                       aan,
' ■
f
"■■*■
-ocr page 219-
C 210 )
aan, omdat ieder afzonderlijk de tosten van die c»g»-
genientcn kwalijk zoude kunnen hesirijden; minder
■wel doen zij , van den anderen kant, dat zij in beide
loncerten gewoonlijk dezeifde slukken laten uitvoeren.
Vele werken zijn, wel is waar , van dien aard, dat
de ware liefhebber niet verzadigd is met ze eenmaal
te hooren, en door herliaalde uitvoering er eerst het
I'egte genot van smaakt: want dan eerst is hij in
staat , in de enkele deelen van zulke werken door te
dringen en al het schoone op te mcrken , lietwelk
aij bevatten ; maar eene menigte andere werkep, daar-
entegqn, zijn niet van dien stempel, en menig lief-
hebber bckmipt de wensch, dat, in bunne piaats,
apdere uitgevoerd wierden. Ik weet wel , dat het veel
gemakkelijker en minder kostbaar is , dat het ook
mindere repetitien vereischt , wanneer de thans be-
staande inrigting voortaan altijd gevolgd wordt ; maar
is dit reden genoeg, om er niet van af te wijken en
fene betere te kiezen ? ------ De instrumental uitvoe-
ring in Felix wordt door die in Eruditi.o musica
verre overtroffen; en dit heeft zijne natuurlijke re»
den, wanneer men ook geene andere noemen wil, dan
dat in het eerste ook lief licbbers medespelen, die de
yepetitien (welke buitendien niet te dikwijls gehouden
worden) , allhans niet aanhoudend bijwonen, en aan
J»et goede spel del' eigenlijke mecsters nu en dan wel
fens wat nadcel toebrengen, la het katstgenoemde
-ocr page 220-
C 211 )
koneert worien die werkcn 'doorgaans z«er goed uit-
geyoerd; —• men zoude echter somtijds de, repetitien.
met meer zorgvuldigheid kunnen houden.
Het vcrwijt, dat er te weinig repetitien gehottdea
worden, is, wel is waar , zelden tocpasseiijk; maar
daaruit ontstaat juist *en ander verwijt, dat men
ods , namelijk, te zelden nieuwe werken laat hooren.
Ik wil hiermede juist niet te kennen geven, dat men
oude Sinfonien speelt, maar dat men te weinig op af.
•yvisseling ziet; dat men ons het eenmaal gespeelde -|e
dikwijls opdischt, en daardoor menig ander uitBUin,-
tend sluk ter zijde liggen laat. Wij hooren, b. v.,
van beethoveh nooit de 3e of zoogeuaamde llelden-
Sinfonie , even zoo min de 4C (B dur), noch de 6e of
Pastoraal-Sinfonie ; de 5e (C mol) en de 72 (A duf)
hehbcn wij een- of tweemaal , en de 8e (F dur) zelfc
sleckts een eenigmaa! gehoord.
Deze instellingen zouden misschien nog in menig"
ander opzigt van berisping niet vrij te spreken zijn,
maar ik wil daarvan thans niet verder gewagen, om.
saij niet bloot te stellen aan het verwijt van overdre-
verie slrengbeid, en liever het prijzenswaardige alleen
vermelden. Men moet dan bekennen , dat de instru-
mental werken, welke meermalen gemaakt zijn, voor«
treffelijk uitgevoerd worden (in het Zond.agskonceyt
echter beter, dan in Felix, gelijk men, uit hetgeen
ik boven gezegd heb , yfel kan opmakcn); dajt, de
obli:
-ocr page 221-
C 2IS )
obligaatspelers tclkens nit onze bests ktmstbeoefenaars
gekozen worden, waaronder men mannen vind, als de
beideKLEiNE, iodoi, fims en zoo vele anderen;
dat deze zich zeer vele moeite geven-, ora de gefcozene
sink ken, zooveel in hun vermegen is, vo'maakt nit te
voeren; dat hel gezang altijd zeer goed bezet is, en,
naar alle ■waarschijnlijbheid , nog beter -worden zal;
men zegt, nanielijk, dat, behalve Mej. there ze sessi
en de andere Heeren en Dames, ook de Hr, iulhs
Wtller voor de aanstaande winterkoncerten geenga-
gecrd is.
Hel derde koncert, bekend onder de benaming van
Harmonica,' -wordt in een lokaal buiten de Leidsche
poort, enkel gedurende de zomermaanden , gehouden ;
het verdient te meer lof, daar hel de muzijkvriendett
ook gedurende den zomer vereenigt , wanneer toch ge-
vroonlijk het kunstgenot vtijken moet voor de genoegens,
\irelke de naluur ons aanbiedt. — Het is dus een band,
•welke de koncerten van den verloopenen winter aan
die van den op Landen zijnden vaslkno$pt. Jammer
jnaar , dat de zaal zoo laag van verdieping is, dat er
de muzijk, vooral als het gezelschap groot is, in hetge-
heel niet klinkt. Somtijds is de hitte ondragelijk , en
net ware te wenschen , dat de Direbtie middelen be-
raamde , niet alleen tot de verhooging , maar ook tot
de vergrooting der zaal.
Ook in dit koncert hoort men goede muzijk; men
i
                                                                                     mag
-ocr page 222-
m
(. 213 )
wag er echter niet zoo veel van verlangen, als van dt
anderen, dewijl deze instelling eigenlijk een mixtum
quid
is, en deels de genoegens van den winter, deels
die van den zomer ten doel heeft; de bij het huis be-
Jioorende tuin g«eft tot de laatste aangename gelegen«
heid. Van tijd tot tijd worden er 00k voorlezingen ge-
houden over ondervvei'pen, die betrekking hebben tot
dc kunst.
De Benefice-koncerten cindelijk zi)n tweederlei: na-
melijk dezulke, die door bier wonende, en dezulke,
die door vreemde kunstenaars en virtuosen gegeven
■worden. Wij hebben hier ve.Ie koncerten van dien
aard, en van de laatsten -worden wij somtijds zelfs
overstroomd. Het is inlusschen zeker, dat beide soor-
ten, wanneer ze niet al te dikwijls voorkomen (de
ijverigste liefhebber toch verliest door overmatig genot
eindelijk den lust) , ons vele genoegens verschaffen ; en
zij dragen, vooral die dcr vreemde kunstenaars, niet
•w«inig lot beschaving van den goeden smaak bij , en
worden meeiendeels vrij sterk bczocht.
Ik ga tlians tot de kerkelijke muzijk over. Zij wordt
alleenlijk in de Roomscli-Katliolijke kerken, en niet,
gelijk in Duitschland, misschien ten nadeelc dei> aan-
dacht, en zekerlijk ten nadeele der -vyare kunst, in de
protestantsche teinpels geboord. In de laatste worden
hier en door het gehecle rijk blootelijk psalmen en "e.
zangen, naar dc inanicr der psalmen, met of bonder
be-
-ocr page 223-
.(
>
behulp van een orgel, gezongcn, of 00k wel ge»
echreeuwd. Slechts in twee Roonisch-Katholijke ker-
kcn wordt behoorlijke imizijk gemaakt: in de Mo-
tes
era Aiirons ]lcx\l en in de zoogenaamde fransehe
kerk. De missen worden in de eerste grootendeels
door liefhebbers gezongen, aan wier hooi'd de waardige
dilettant en brave tenoorzanger, de Hr. w. stmsonfr
staat; lcrvvijl de meeslers in de laatste de voornaamsle
orol spelen. In beide kerkcn hoort men meermalen
Beer schoone missen van haijdn en anderen regt braaf
nitvoeren ; de koren konden echter, vooral in de eersl-
genoemde kerk, sterker bezet zijn. De orkesten zijn
er vrij goed.
En hiermede geloof ik genoeg gezegd le Iiebhen van de
menigvuldige gelegenheid, wclke de kunslvriend heeft,
pin zich te beschaven en oni niet slechts eenen tnid-
delmatigen , maar zelfs eenen hoogen trap van kultuiir
te bereiken: want de verscheidenheid en veelsoortigheid
der muzijkale uitvoeringen gecft er aanleiding toe. Tot
slot diende hicr nog -wel een klein tafereel van het
dilettantisrnus in Amsterdam te volgen; maar zoodanig
atuk op tc hangen, zoude niet alleen eene zeer moeijC-
lijke, maar tevens eene zeer netelige taak zijn, die ik
»iet waag op mij te nemen. Zoo veel zij echter in het
algeroeen gezegd, dat wij uitmuntende liefhebbers op
onderscheidene instrumenten bezitten , doch dat
jmisschien de uitgestrektheid der stad, misschim het
alt*
-ocr page 224-
( it's >
uiteenloopen der liefhebbers , of ook misschieH andere
redenen den eigenlijken geest van eenheid van gevoel
niet regt opkomen laten. Afzonderlijk beschouwd zija
onze liefhebbers regt braaf.
AUes, eindelijk, wai ik tot nu toe gezegd heb, lal
den opmerkzamen lezer voorzeker overtuigen, dat onze
kunstenaars hier een zeer aangenaam, voor hun talent
en hunne verdere bescliaving zeer vodrdeelig leven lei-
den, en hunne J.unst rijkelijk beloond vinden kunnen.
En nu nog een paar woorden over mij zelven. — Ik
weet niet, of ik mij vleijen mag van niet geheel ver-
wijderd te zijn gebleven, van lielgeen de lezer mis«
schien van deze algemeene schets van den tegenwoordi*
gen toestand dor toonkunst in Amsterdam verwacht
heeft. Evenwel kan ik mij zelven de getuigenis geven,
dat ik mij eerlijk beijverd heb , om mijn verliaal, wel
is waar, rondborstig , maar niettemin naar waav-
heid en zondcr valsclie bedilzucht op te stellen. ——
Voorbedachlelijk heb ik het een en ander minder wijd-
loopig behandeld, om het voor de latere bijzondcre
berigten te kunnen fparen, terwijl ik hoop, dat de
aanstaande winter, de bloei- en oogsttijd Tan de kunst,
mij in de gelegenheid mag stellen , om den lezer vele wel-
riekende bloenaen en kcurige vruchten te kunnen aanbieden.
BE-
-ocr page 225-
C «<S )
BERIGT 0MTRENT DE KOHCBBTEH
IE -?S,6 RA V E » H A G E.                               . ,,, ;
De eerste vreemde kunstenaars, welke wij, in de
verloopene wintermaanden , in een openbaar koncert
hoorden , waren de gebroeders boh re a, de eene vio«
list, de anderc violoncellist.
Beide dcze Heeren hebben zich door hun sohoon
talent, reeds sedert verscbeiden iaren, den grootsten
main vcrworven, en juet regt. Het openbare oordeel
viel ecliter, wanneer men het talent der beide lieeren
met elkander vergeleek , gemeenlijk gmistiger uit
voor den violoncellist, dan voor den violist. Ik voot
mij ben niet geheel van dit zelfde gevoelen: immcrs ,
schoon de violoncellist mede tot de beste spelers van
onzcn tijd tan gerekend worden te behooren, het is
daarom nog niet bewezen, dat zijn talent de voorkeur
verdient boven dat van zijnen broeder ; daar toch
elk hunner die goede eigenschappen bezit, welke bij
ieders instrument passen. En, wanneer ik ook al
toegeef, dat de violoncellist eenen krachtigeren toon
wit zijn instrument weet te lokken , dan zijn broeder,
de violist; in deze meerderlieid allcen Hgt , op verre
na de gcheele kunstwaarde nog niet opgesloten, en
de violist kan , bij kunstenaars van rang op zijn in-
strument , en niet bij den violoncellist, zijnen broeder,
ver-
-ocr page 226-
%
C 217 )
vei'geleken wordende, de proef toch zeer wel <loor-
slaan. ------ Wanneer ik beide'r lalenten, in het alge-
mcen beschouwd , met elkander vergelijk, gelijk de he-
dendaagsche wereld, die liever opmerken , dan gevoelen
vril, zoo gaarne doct (schoon ik er zeer ongaarne toe
overga , omdal de jvijze van bebandeling der beide in-
strumented te zeer verschillend is) ; dan moet ik rond-
uit bekennen , dat in den violist, zoowel met opzigt
lot de komposilie, als met betrekking tot de kunst-
vaardigheid, -waarover ik straks nader zal spreken ,
geen geringcr talent schittert, dan in zijnen broeder,
den violoncellist. Het zij echter verre van mij , den
onbegrensdcn roem van den violoncellist te willen be-
snoeijen ; integendeel tracht ik alleen de eenzijdige
en wangunslige meeningen van vele mensclien door
eerie regtvaardige en onpartijdige beoordeeling te
■wederleggen, en hem, die -waarlijk het goddelijke vuur,
genie, bezit, niet te doen afschrikken, Wanneer de Faam
00k eenigen tijd den hoogsten toon gevoerd heeft , de
geregtigheid moet eindelijk zegepralen en de kvvaad-
sprekendheid uitsterven. ------ Ik moet roij hier eene
kleine afwijking veroorleven , ten einde in een en ai,<
der opzigt te bewijzen, hoe dikwijls en waardoor
hedendaags zoo menig kunslenaar miskend en veron-
jelijkt , ja zelfs onderdrukt wordt.
{Het vervolg in het stuk,~)
-ocr page 227-
C 3*8 )
fV!j zijn door den lieer sieve hs oerzochl,
hel na\>olgende stuk le plaatfen:
■■ • ■ •                                                                               '                                                                                                                                                                ' '                                                 '
DEUTSCHE PARISER CHROMK.
Hiirt sir.h nicht Paris roit Wohlgefalien die kleine
Welt nennen ? Was ist aber die grosse? Ein Nar-
renhaus, beliaupten die Weisen, Fo'glich muss es
erlaubt sein , Paris eine Narrenboutique zu heissen,
ohne das sich die Einwohner liber eine seiche Finua
ieschweren dtirfen. Routiquen haben ilire Mustorkar-
len , ihre Waarenverzeichnisse , Paris entbehrte
deren bis jctzt. Die deutsche Pariser Chronik soil
der vollstandigste Katalog aller Raritaten sein, welche
die grosse VVett (das heisst hier, die Weltleule) in
der kleinen (nemlich in Paris} zu suchen bat. Dieser
Katalog wird kein rasoni.i render (verniinftelnder)" sein,
denn die Herausgeber trciben ja selbst in einem Win.
ielchen jener Boutique ihr Wesen, und der Apfel
fallt nich -welt vom Stamme. Sie wollen vielmehr die
Maske des Demokrit (welcher bekanntlich ein grosser
Narr war, weil er fiber andere und nicht fiber sich
selbst laclite) vornehmen und den Tand der Boutique
nacli Kral'ten be'achen. Ob und wie viel Ernst hinler
der Maske stecken mocbte, wird denjenigen deutlich
■werden , welche sich dereinst die Miihe geben wollen,
dieselbe zu liiften und den Herausgebern ein wenig liefer
in die Augen zu schauen, Soniit ware iiber Materie
und
* '                                                                                                                                                    I
-ocr page 228-
C 3*9 )
und Form der deutschen Pariser Chronik das NSthige
gesagt: es ergibt sich, ^ass ilir Zweck humoristisch«i
ja (ware es nickt Vermessenheit, so zu sagen) saty«
risclie Unterhaitung sein soil. Die Person -wird in
derselben durehaus verschont bleibon. Ein ahhliches
Versprechen thun gewohnlich alle andcren dergleichen
Vnternelimungen ebenfails : sie Iassen sicli aber in der
Sache eine Iiintertiiiir offen. Dies Verfahren scheint
eben so unerlaubt, denn sine jede Sache muss docll
irgend einer Person anijehoren. Die deutsche Paristf
Chronik
soil sich einzig und alleih di« Satyre der Idee
erlauben. Die Idee gehort dem Universum an: wer
von ihr getroffen werden wird, der hat es nicht mifc
den Ilerausgeburn, sondern mit dem Universum zu
thun , desseu einzelnes Glied er ist. TJm es mit einem
W orte zu sagen, die angekiindigte Zeitsclirift soil alle
gesellschafflichen , wissenschaftlichen , kunstrerisclien.
wnd Modogegenstiinde aus Paris , welcfie den Welt-
mann
interesseren bonnen , in der gefalligslen und
epigrammatischsten Form zur Kunde des Publicum*
bringen. Audi die VFeHdame wird, eigentlich und
uncigentlich , ihrtn T/ieil bekammen. Um diesen so
scliicklich a!s moglich einzukleiden, werden die
Herausgeber, so oft sich die Gelegenheit dazu darbie-
let, eine gelreue- Abbildung alter derjenigen Pariser
Damen liefern, dercn Toilette , wie es in diesem
jkugenblicke mit Demoiselle Bourgoih als Ce'phife im
P a                                      Di$*
-ocr page 229-
C &20 )
Dlsslpaieur der Fall 1st, Epoche macbt. Abcr nicht al-
lein den Moden , auch den Franzosischen mechanischen
Kiinslen und Gewerken soli eine besondere Aufmerk-
sambeit gewidmet und kein dahinschlagender Gegen»
Stand, der irgend fvir den deutschen Gewerbflciss von
Wichtigkeit sein konnte, mit Stillsehweigen ubergan-
gen -werden.
Was Unterzeichneler , der Grunder und Ilauptre-
dacteur der deutschen Pariser Chronik ist, in Dar-
slellungen, wie diejenigen , welclie die vomehmste
Stelle in derselben einnebmen -werden, zu leisten ver-
mag , glaubt er, durch seine verschiedenen , iiber Pari*
gescbriebenen und in den vorziiglichsten deutschen Zeil-
schrit'ten abgedrukten Mitllicilungen bewiesen zu baben.
Seine Mitarbeitcr, welche von ilim nacb bestem VS'is-
sen und Gewissen gewalilt worden sind, haben sich
samintlich anbeischig gemacht, so viel es ihre respec-
tive Individualitat gestatten diirfte, in den Geist des
voro ihm entworfcneu Plans einzugeben.
Die stebenden Hauptartikel der Dcutsshen Parisep
Chronik
werden folgende sein:
I. Sitlenspiegel.
II.  ' Tagesgeschichte.
III.    AUerlei.
IV.     TJbersicht der neuesten Frantosischen Literatur.
V.    Modenberichte.
VI.     Theater, und
VII. Musik.                                                                  Auf
i
-ocr page 230-
1
C *U )
Auf die Ausarbeitung der beiden letzfen Artikel••
welche sich der Unterzeichnele neben dem Sittenspie~
gel
ausschliessiich vorbehalten hat , wird derselbe
die grosste Sorgfalt anwenden: ihre Form soil ergotzen;
und die Neugierde in Anspruch nehmen, ihr Inlialt
durch seinen kritischen Werth dem Schauspiel- und
Musikkiinstler nutzlich zu warden stceben.
Um in keiner Hinsicht mit den deutschen Censur-
behiirden in Beruhrung zh kommen, so wenig dies
auch bei einem durcbaus niclit politischen Blatte
zum Nachtheile desselben zn befurcllten gewesen ware,
werden die Heraugeber die Deutsche Pari.ser Chronik
in Paris drucken lassen. Sie wird daselbst mit Anfange
des Jahrs i8ai an jedem letzten Tage, des Monala,
sechs Bogen stark und im grossten Octavformate,
erschcinen und sich eben sowol durch vorzilgliche
Giile der Papiers , als durch eleganten Druck (mit neu-
gegossener, -wahrscheinlieh lateinischer Scbrift) aus-
zeichnen. Jedem Monatstiicke sullen wenigstens zwei,
von den ersten hiesigen Kiinstlern gezeichnete und ge-
stochene Kupfe'r beigcfugt werden.
Der Preis des Jahrgangs is 5o franken, -wofiir da»
Journal in alien Deutschen Staten und in Holland post-
frei zu haben sein wird. Alle hochlobliche Post- und
Zeitungsexpeditionen werden geziemend ersucht, unter
den gewohnlichen Bedingungen Vorausbezahlnng sb-
2un.ehm.en und die Gelder am i5 Nov. an ein hiesiges
-ocr page 231-
C 222 )
HandeTs-- oder Wechselbaus zu senden , in (lessen
Verwahrung sie bis zur Erscheinung des ersten Hef-
tcs am 3i Jan. 1&21 verbleiben werden. Privatsan>m«
lerV trelche sich rait ihren Bestellungen direct und
postfrei an die Heraugeber -wenden wollen, erhallen
fhre Exemplare franco Amsterdam gesandt, und ge-
niessen die bei Zeitschriften ublichen Vortheile.
Uebrigens ergeht an alle Herren HerauS'eber von
Zeitscbriften die dringende Bitte, vorste'hende An«
Beige (diese Bitte mit eingesclilossen) zu sechs ver«
scbiedenen malen und vierzehntagigen Zwiscllen
raumen abdructen zu las sen und dafflr nach Mass-
gabe ihres respectiven Insertionspreises die Deutsche
Pariser Chronlk
in Zahtnng anzunehmen, auch uberdera
sich aller Gegendienstleistungen von d"en Herausgeberu
de*selben in Voraus gewarlig zu sein.
Paris im Juli 18401
&, 1. v> iny*n.
-ocr page 232-
Bij or. van boekeren te Grom'ngen,
zijn te bekomert'-
fortepiano-schule , oder Anweifung zur
richtigen und gefchmackvollen Spielart diefes
Jnflxuments nebst vielcn praetifchcn Beijfpielen
und einem Anhange vom Generalbass. je ver-
mehrte Auflage, von a. e. muller , Capel-
meister in Weimar. . .........../8-to-j
Abhandlung von der Fuge, nach den Grund- •
fatzen und Exempeln der besten deutfehen
und ausliindifchen Meister. Nebst Exempeln
in 62 und 60 Kupfertafeln. Neue verb,
aufl., von marpurg. ........... .fS-t-t
Le Clavecin bien tempdrd 011 preludes et Fu-
gues dans tous les tons et demitons du
Mode Majeur en Mineur, 2 vol. Edition
toute nouv................../10 -: -:
Elementarbuch fur Flotenfpieler. Nebst ange-
hangten Tabellen fur Floten mit einer und
roehrern Klappen, wie auch mit einer An-
weifung zu alien wur mogl. Trillern, von
A. E. MULLER. ...'......"....,/ 5 - 8 - J
schlimbach , uber die Structur, Erhaltung
Stimmung und Priifung der Orgel, mit 5
Kupfertafeln und 2. Blatt Noten......./2-18-:
gerber , historisch - biograpbifches Lexicon
der Tonkunstler, a tlieile........../3 - t- :
Dezelve neemt beftellingen aan op alle in Duitschland
en Frankrijk uitkomende M u z ij k.
Bij
-ocr page 233-
Bij den Uilgever dezes te Groningtn»
zijn te bekomen:
c. m. wielands , Sammtliche Werke 45 Brin-
de, 1814—1815 inch der 6 Supplements-
Biinde t . .:.............../ 40 - : -:
fr. v. schiller, Sammtliche Werke in 18
Biinden, dritte Auflage, 1818. cornpl. . /22- :-:
•-----------------Gedichte in 2 theilen. . f 1 -16- :
klopstocks Mesfias in 4 Banden, 1818. . / 5- :-:
'----------------Oden, 2 Bande, 1818. . . . / 2- :-:
Holtijs Gedichte, 1819........../:- 16- :
burgers Gedichte, in 2 Biinden, 1818. . / a-12-:
gellerts fammtliche Werke, in 10 Banden
1818..................../11 -10 -:
Korners , (Thcodor) fammtliche Werke in
4 Banden; vollllandige Auflage, 1819. . ./ 4-10-:
uz fammtliche Werke, 2 Bande, 1819. f 2 - :-:
kleists Gedichte, 1818........../ :-i8-:
gleim, SiimmtlicheWerke, 4 Bande,1820. / 4-16-:
Bovenftaande Werken zijn op velijn papier gedrukt,
•en met gegraveerde, tijtels voorzien.
Getrouwe, onveranderde tekst en de geringe prijs zijn
.oorzaak, dat in korten tijd deze duitfche Klasficke fchrij-
vers verfcheiden drukken hebben gehad.
-ocr page 234-
■ - - .-f-r.
v-
A M P II I O N.
BINNENLANDSCHE B E R I G T E N,
OVBR DE (OKCElTEIf TE 'j * t J TESHA tift'
(Vervolg en slot van bladz, 21-7.)
H
et zal wel geett' ibijne'r l«zers onbekend zijn > d*^
tan oudsher de kunstenaar , en de geleerde cveneens 1
(men ga slechts de biograpliie'a na) bij zijn leveA
niet naar verdiensteh gewaardeerd is; de toonkuTiste->
fiaar ecliter het allei'minst: want juist d'eze is het meest
-tan eigenzitanige begrippen en aan verscliiJtends mee*
ningen der loehootders, of 00k Wei aan de voor-»
bordeelen der "mode, on'der welke de lieilige toonkunst
kelaas ! dikwij's lijden moet, blootgesteld. De schi(-»
der -en de beeldhouWer hebben het in huh vak veel
betcr : -want zij hebben slechts de natuur en het kunstJ
nialig schoone te volgeh , fix bereiken zij hierin het
toppunt, dan wordt hiln werfc, in alle landen der we*
teld , een meesterstuk genoemdi -'— De dichter heeft
het rnsgelijks beter: ■want dezc schrijfl loch voorna-
1H JAAat.IVSt.                Q                                 me-
-ocr page 235-
C 226 )
Snelijk sleclits Voor e'c'n volk, en dan zal net immers »
is het plan van zijn werk voor het overige goed aan-
gelegd, wel gemakkelijker zijn, om door woorden en
Weldoordachte zinsneden, regelmatig en genialisck uit-
gewerkt, verstaan en gewaardeerd te worden.
Met den toonkunstenaar is het echter geheel anders
gesteld. Deze schiet, met al zijne theoriUische kcnnis,
1
met de gevoelvolste en best uitgewerkte ideen , dikwijls
nog veel te kort; en vanwaar dit ongcluk? —— Moest
niet jnist onze goddelijke kunst, die, meer dan elke
andrre , indruk op het hart roaakt (door welkc geene
uiisdaad, geene slechte handeling en, in e'e'n woord*
niets, hetwelk tegen het gevoel van den menscli strijdt,
afmalen laat^ 00k meer dan iedere andere hooggeacht en
op prijs gesteld worden ? >—• Moest niet elk inuzijbstuk,
onverschillig door welk volk het gedacht of gevoeld moge
zijn, zoo het slechts de kenteekenen van een echt
kunstgewrocht . draagt, 00k door iedere natie gevoeld
•worden? Maar, helaas! neen ! Onze hedendaagsche
■wereld wil niet meer weten, wat onze Aesthetic!, gc-
zegd hebben over de kracht der toonen en over den
magtigen invloed, dien deze op alles , wat zich in de
natuur beweegt , uitoefenen !
De oppervlakkige Italiaan van den tegenwoordigen
tijd meenl, dat geene muzijk beval'cn kan , die niet
naar zijnen gewonen slenter gemaakt is, en staat als
eene ijsschol voor eene duitsche komposilie, omdat
daar-
-ocr page 236-
., :.,■»; y
C «7 %
ia&rin iets verheveners en voor hem onbegrijpelijVer*
verborgcn is, dan in zijne untaarde maaksels. Do
Duitscher denkt en gevoelt, bij het hooren der lta-
liaansche muzijk van den nieuweren tijd, wederom
gehcel anders. Hem bevalt de vinding der 1 taliaansclie
melodien, doch op den duur (omdat het slechts Tuete
en altijd zoete, met kruUetjes overladene , melovliea
eijn, die trouwens, in het eerste oogenblik het OOP
sircelen) worden ze hem zoo vervelend , vooral door de
slechte zamenstelling met de overige instrumenten , dat
hij er, na ze een- of
twecmal.cn gehoord te hebben,
geheel van verzadigd is.
De Franschman is weder met. eenen gcheel anderen
geest bezield. Hij houdt slechls van brillante stukken,
liami'iijk stukken, waarin bloolelijk de eerste parlij (in
loopen en triiiers) alles te zeggen heeft, en het or-
kest zelden iets nicer, dan een ecnvoadig Roman-
cen-akkompagnement maken mag. Hij is vooral veraot
op stukken, die in het piquante en kluchtige uitmun-
ten, en hij verveelt zich bij alle stukken' van andere
natuur. Zijne nationale mclodie is een rouzijkaal
gehuilebalk door dur- en moltoonen , hi twelk op
elk ander volk eenen onaangenamen indruk maakt;
en Frankrijk kan slechls op weinige mannen bo-
gen, in slaat, om hun volk, door waarlijk goed
nitgevallene y<erken, een beter voorbeeld te kunnen
geven.
«>                               14
'
-ocr page 237-
T-......"~".....':" "":.............' '":....... ■--.—-^
Tn Jit punt moet , naar ik meen, eehe oorzaak ge->
teocht worden, -waarom kunstcnaars van ondcrsclieidene
nation nie't algtmeen gewaardeerd worden. ------ Erne
tweede oorzaak, die zich met dc eerste vereenigt, en
"waardoor, vooral in onzen lijd, zoo menig talent on-
derdrukl wordt, is eigenlijk de sleclite toon, -weike
ondcr -de kunstenaars zclve hecrsclit. Zeldeh toch, of
liever nooit zal men hooren, dat zij zamen komen,
om over hun uitgebreid vak tc spreken en hunne ideeo
tegen elkander om te ruilen; maar de eene wijkt den
anderen nit , omdal hij misschien meer naam, data
werkelijke kennis bezit, en zijne zwakheid daardoor
aan den dag vreest te leggen. De anderc wederom
wil zijne , misschien met moeite , bijcengebragte
zoetiglieden, die bij, even als de hij, nit ondcr-
sclieidene plantjes vergaderd hecft , niet raededeelen ;
en zoo doende heeft de eene dan 00k geene verp'igling
aan den anderen, -wanneer een derde vraagt; ,, hoe
"findt gij de kompositic of lie I spel van dezen of ge-
nen ?" en zij zeggen: „ Wij kennen niets van hem.''
Het gaat zeifs meermalen zoo ver, dat de eene niet
jnede tot lof van den anderen veil instemmen, wan-
neer zij 00k van elkanders talent overtuigd zijn. Ik
■Weet den grond van deze allezins berispelijke han«
delwijze nergens anders van af tc leiden, dan van
het tegenwoordig zoo groote aantal praktischc toon-
feunstenaren (vooial vioolspelersj, van weike ieder
gaar-
-ocr page 238-
■ ■
C 229 >
gaarne zijne eigene manier en den onbepaaldsten i>oewf
zoude wiilen bezilten. (1 7) Het is bij gevolg natuuriijk,,
dat litj, wiens instrument het mees-t beoefend \vordt4
00k de meeste kabalen van alien te verwachten heeft,
die hem den rang wiilen betwislen. Men onthoudo
sich nogtans, om dit laatsle 0.0k op klassieke toon-
dicliters toe te pasfen: want bij, die den dichterlijkett
vonk waarlijk hezit, laal zu'ke onwaanlige gedachtea
riiet bij zich opkomen. Doch , om wederom tot mijn
hoofdonderwerp terug te keeren> het zal nu wel geeneu
mijnet lezers meer twijfelaclitig blijven> waarom het
spel van den violist boHbe a minder bevalt, daft
dat van zijnen broeder, den violoncellist.
Gaan wij over tot de kunst-voortbrengselcn, welke heidb
heeren , op hun koncert , ons aangeboden hebben. Dft
■v.ioolspeler boh be a trad het eersl met een koncert op»
lietwelk geheel naar de fransche wij.ze zamengesteld is,
namelijk, met weinig plan en zonder zout of geest in
de bewerking. De principale partij biedt alles aan, waft
thans in Frankrijk van een viool-koncert gevordercl
typrdt, ala: vele na'ieve wen,dingen , piquanle bijzon-^
(17) Ik geloof niet te overdrijven , wanneer ik zeg , flat
men tegenwoordig wel 4°'—5o goede yioiuspcltr* f
legea, 1—2 goede violoncelspelers vindt.
Q 3                                        ,
-ocr page 239-
C 230 )
tlerne^en, "waarhij de strijkslok 00k in de IncTit werkes
XDoet: ccne manier, die niet enkel voor het oor, inaar
t»ok voor het oog berekend is. Van tijd tot tijd komen
er ecliter 00k wi derom fraaije zang-passages in voor, die
het gevoel treffen. De cadence op het eind is goed bewerkt,
en maakte eenen heerlijken indruk. Ik kan dit kon-
Cert noglans slechts voor een modewerk, en niet voor
een planmatijj en weldoordacbt sluk verklaren. Dat de
heer boh be r echter in slaat is, beter te -werken,
daarvoor staan ons zijne vroegere werken borg.
"Vervolgens hoorden wij eenige koncerlerende duo-stiite»
ken , gekomponeerd en gespeeld door dc beide heeren
10H111. Men vindt hierin niet alieen eene oorspron-
kelijke en goede bewerking, maar 00k eene vrijze van
ttitvoeren , welkc men waariijk zelden , nitgenomen van
de gebroeders boh bee , in eene zoo groote volkomen-
neid hooren kan: -want juist in deze soort van rou»
zijkstukken munten zij voornamclijk uit.
Daarop Het de violoncelspeier bohber ons een
door hem zelven gekomponeerd koncert hooren. Ik kan
aan dit koncert eigenlijk nog minder waarde tockennen,
dan aan dat van zijnen broeder: want het geheel is door-
gaande zeer droog , bevat weinig nieuws en aantrekke-
lijks, en vele passages zijn niet vrij van heriilneringen ait*
andere werken. De slot-cadence is van den ouden stijl
engezocht, en past tot het geheel. ""• Wat het spel der
beide heeren aangaat, moet ik zeggeu, dat, wan-
nee*
-ocr page 240-
§
C W )
aeer ik den violoncellist van den eenen leant tie roor>«
keur geven , met bctrekking tot den krachtigen en
vollen toon, dien hij , zelfs in alle positien , en over
de vier snamj , met bewonderingswaardige zuiverheid
nit bet instrument haalt, ik van de andere zijde het
meerdere gevoel van den vioiist, de losheid, waar-
xnede hij elke Zwarigheid overwint, en vooral zijn
meer te zamenhangend en doordacht spel voortrek.
Daarentegen moct ik de eenvoudigheid van den violon-
cellist prijzen, en vinde niel allijd bchagen in de
Tersieringen van den vioiist. Naauwkeurigheid en vol-
barding bezitten beide kunstenaren in den hoogsten.
graad.
Eindelijk heb ik op den violoncellist nog deze aan»"
merking te maken : dat het, aamelijk, te wenschen ware ,
dat hij de gewoonte, oni menige passage, welke hij met
den strijkslok tc digt bij den kam uitvoert, (18) (>ens
verouderd gebruik der violoncellisten, hetwelk men ei-»
genlijk niel spelen, maar schaven ZQude dirnen to
noemen} toch moge afleggen, en ons het betere, zoo
als hij in slaat is, zulks te doen, daardoor niet ont»
houden moge.
Hierop volgde een Trio van piano-forte, viool ea
violoncel van vah beethovsh, op. 97. Dit mees-
ter-.
m m 1 1                                     1
(18) De Italianen noeiaen deze ■wijze van spelen: alia
gcinba,
                             q ,
-ocr page 241-
C 232 )
terstuk, ketwelk zoo eenvoudig groot aangelegd, mi
als het ware , zonder het te willen, het hooge doel eener
yolnjaakte schepping nabij komt, waarin men noeh den
wil, om oorspronkelijk te zijn, nocli om eenige andero
bijzonderheid voort te brengen, bespeuren kan, werdi
door onze onvergelijkrlijke, in dit tijdscbrilt reed*
ineermalen met roem vermelde klavierspeelster, Mejx
s. it a h deb be a e h en de heeren gebroeders iohii«
vQorgedragen. "Waren de b.ecren iomn op buone^
Teizen meermalen zoo gelukkig, bunne opcnlijke koncer-«
ten door de Imip der eerste kunstenaars ea kunste«
naressen ondersteund te zien, hetgeen zij ook waar«
]ijk verdienen, dan waren zij liier nicl alleen niet min-
der gelukkig, maar zij ontvingen een nog grooter be-
Vijs, dat men hunne talenten weel te waarderen, door-
djen Mej. van bes bekgh, welke tot dus ver elk
verzoek, om zich openlijk te laten hooren, van de
band gewezen had, aaa het hunne voldeed.
De uitvoering van dit heerlijke Trio -was, zoo als.
men zrilks van een zoo voortrefCelijk klaverblad ver»
wachten mogt. Bovendien zag men? met veel genoegcn,.
hoe deze drie talenten onder elkander wcdijverdenn
niet als. wilde de eene boven den anderen uitsteken,
maar het, -was cnkel dat edele streven, om den genialea.
geest van beethoven in zijne ware grootbeid.
voor te stellenj hetwelk ook op elken toehoorder, die
bet verhcvcne van het middelmatige te onderscheiden
i
-ocr page 242-
C 233 )
irist, den diepsten iudruk geroaakt , en de xvarmste
deelneming veroorzaakt heeft.
Tot slot speelden de lieeren bohber een Potpourri
voor viool en violoncel van eigene kompositie. De
inleiding van hetzelve is » door de daarin voorkomendet
figuren • welke tot aan het eerste tliema nabootsend
en vloeijend voorlgaan , kunstmalig en inii'tessant
geschreven. De daarop volgende thema's zijn briliant.
en met oorspronkelijklieid gevarieerd, en werden
piet minder goed uitgevoerd. Het geheel oogstte (gelijk
tile muzijkstukkcn van dien aardf we'ike eitjenlijk
voor het algemeen berekend zijn) onverdeelden bijval.
Men verliet het koncert, dat zeer talrijk bezocbt
■was , met den algemeeneu wensch , dat de heeren
b o h b e a ons spoedig wederoni bezoeken, en door
«en lierhaald kunstgenot verhlijden mogten,
■■                                     
OVER BE K0NCEBTEN, WUIS Jl TIOIIII X!t<'
SEWETTER IE 's 6 R A V E H H A 6 E H!I?I
O E G E Y E N.
'*'
Den l5 Maart hadden wij het genoegen, dat dq -
beer iusewiiiei. eerste vioolspeler en koncert-
meester bij het hof van Hanover, een. openlijk koncert
gaf. Wij lioorden hem een Allegro en een Adagio van
een koncert van hojfmak, uit E dur, en als Rondo,
Q 5                                      *en«
-ocr page 243-
C M4 )
ie"ne Polonaise Yah maijsedee spelen. I)e koimpoi
sitien beider auteuren pasten, in zoo ver, goed te zainen,
als men na een geestig produkt een minder geestig
genieten kan: hij, die in een viool-koncert een mnzij«
kaal geheel zoekt, dat is, een stuk, waarin niet alleed
de principale partij alles be vat, -wat door eenent
gezuiverden smaak voortgebragt kan worden, maar
waarin ook tevcns gezorgd is voor eene planma-
tige bewerking van het geheel, die wordt door da
beide eerste stukken voorzekcr tevreden gesleld; terwijl
bij, die meer op een briliant toonstnk ziet, hetwelfc
wel vloeijend en bevallig geschreven is , waarin edited
de eerste partij alles bevat, en waardoor zich de
kunstenaar slechts als vaardige en gecstige speler kra
voordoen, die -wordt ook zekerlijk door het laatste
voldaan. .
          De voordragt van den hecr iiesk*
WETTEB laat niets te wenschen over; en met regt
kan men er nog bijvoegen, dat er thans bezwaar*
lijk een vioolspeler gevonden wordt, die elken aiz-^
teur , aoo in deszelfs geest, weet op te vatten en voor
te dragen, als de heer kiesewetteh. Om zulks
echter met meer zekerheid te kunnen beweren , acht
ik het noodig, de goede eigenscliappen van gezegden.
knnstenaar meer uit een te zetten.
Niemand zal het wel in twijfel trekken, dat, -wanneer
Cen praktisch toonkunstenaar, blootelijk door het voor-*
dragen van vreemde tooustukken , cenen zekereii naam
▼er-
-ocr page 244-
t 235 >
vervorven heeft, hij voorzeker oofc met alle hooge
eigenscbappen, die de volmaakte voordragt van elk
■voortbrcngsel der lunst vordert, moet bcgaafd zijn ;
en ik durf schier met zekcrheid beweren, dat eon
zoodanig kunstenaav (die in Staat is, in alle karak-
ters fin geheime schuilhoeken, w?1ke de kunst ma at"
cplevert, in te dringen en alle kunstmaiige wendingen
en zwarigheden tc ovcrwinnen), op zijn instrument
beter te lmis moet zijn, dan hij, die steeds met zijne
eigene werken , welke nog meesta! naar zijne gevoelen*
en kracliten gemaakt zijn , oplreedt.
Hel talent van den heer kiesewetter bestaat
vooral in bet heerlijke gebruik van den strijkstok,
zoo dat hij niet alleen in brillante allegro's- door
pracht, nadruk en vaardigheid van spel uitmunt; niaar
00k in het adagio dehoogste volmaaktheid bereikt heeft
floor zijne gladde, aanzwelleride en afnemende streek ,
waarbij men . zelden het aanzetten van den strijk*
itok, noclt bij het op-, noch bij het neesstrijken}
vsrneemt. In passages toonl hij duidelijkheid, kracht eH
Volharding , en hij weet, bij elke herliating, door zijnen
rijkdom aan menigvuldige bindingen, eenen zekeren trek
Van nieuwheid aan dezelve te geven. Zijn staccato,
letwelk hij met eene uiterroate-grootc zekerheid, zoo
■wel met de op- als met de afstreek, door diatonischc
en chromatische loopen, en in ieder tempo duidelijk
Jiiaakt, mag waarlijk eenig in zijne soort genoemd worden.
Door
/
1
-ocr page 245-
C 236 )
Door zijne vaardigheid met de linkerliand belie erschthij
gemakkelijk de geheele uitgestrektheid van net instrument.
Hem gelukken dus eerdcr, dan aan vele andere virtuosen.,
dsar de natuur hem hovendien. met geheel tot vioolfpc-
len geschikte vingeren heeft begiftigd, alle moeijelijklie"
den, ivelke alleen door dit g^schenk der natuur met z&-
kerheid uitgevoerd kutinen worden; en daarmede veree-
nigl hi} dan nog eene buitengewoon goede intonalie. —
Hi) vreet zijne Cadenceu dik^vijls door allerhande dulv
heldc grepen , als loopen van te.rtseiv, sexten en decimen,,
als 00k door zijnen kracbtigen en aanhoudenden dub-
belden tremblant, heerlijk en brillant te versierenf
ecllter zoo, dat het karakter van het s.tuk er niet
onder lijdt. — Tot dus verre heb ik , zoo veel ik door
woorden uitdrukken konde,, van de meclianische be-
kwaamheden, welke de heer kiesewetteh in zoo;
ruime mate befcit, gesproken. — Het edelste en ve,rlie»
venst,e, zijn spel, vol ziel en gevoel, waavdoor gemelde
kunstenaar zoo magtig op den toehoorder, werkt (eene,
eigenschap , welke niet door studie , niet door mensche-
lijke wijsheid, noch door sluwheid of muzijkale scherp-.
sinnigheid te veikl'ijgen is; maar die als een heilij*
gesclienk, hetwelk de Mu,sen den mensch bij zijne in-<
^rede in de -wereld toevertrouwen, znoet heschouwdi
Vorden) , heb ik voorbedaclitelijk tothet laatst gespaardt
Am daardoor tevens te bewijzen, dat geene der boven*.
coincide goede eigenschappen iemand tat den warea,
kun-i
1                                               !
*
-ocr page 246-
I,.'.'-,:,.                                                         "■
C ny >
kttnstcnaar maken, -wanneer dezelva niet, zoo al'S it
heer KiESEwETTEn doet, enkel als middel gebruikt
■Wordcn, on datgene, wat diep in zijn binrienste ont-
'Bpringt, aan het dagliclit te brengen, -*•
Mejufvrouw 3 c ho T te zettede dit koncert gten,*
geringen hiister bij, doordien zij twee ltaliaanfche
■aria's, met hare heldere stem, voortreffelijk en tot al-
gemeen genoegen zong. — V'oorts speelde de heer KiEr
sevetter eene Polonaise van mauseder in Adiir,
Velke *eel bevalligs en brillants heeft; een ieder
werd, zoowel door de. kompositie, als door de volmaak-
te voordragt, ten voile bevredigd. ■
          De heer
•6 a n z , eersle Violoncellist te Rotterdam (wiens
i>ekwaamheden te zeer bekend zijn, dan dat het noodig
zoiide -wczen, hier eerst breedvoerig over dezelve nit
te -wijden), ver'schafte het publiek het genoegen, om eene
Polonaise van b. Romberg te spelen, waardoor hi)
den slerksten en algemeensten bijval oogstte. ——
Hierop volgde eene koncertante van winter, weV
Jke de beer kiesewetter met onzen eersten vio-
list, den heer oahz, uitvoerde. Reeds meermalen heb-
ben wij gelegenheid gehad, om in onze berigten met
lof van' het talent van den heer sans te gewagen',
doch nimmer heeft hij ons zoo voldaan, als in dez*
koncertante. Een ieder heeft eene volkomene overeen-
stemming zoo van toon, als van voordragt, in de uit-
yoei'ing der beide koncerteremle partijen opgemerkt,
eenq
\
-ocr page 247-
»
( 238 )
•ene hoofdzaak bij het spelen van deze soort van ma*
zijk. In het algemeen moet men erltonnen, dat het
spel van den heer ganz veel met dat van den heer
XIESEwetter overeenkomt. De bijval, waarmede
men den heer a a n z bekroonde, moet tot een bewijs
verstrekken, dat hij door eene star van dat verblin-
dende licht, als waar nevens hij grplaatst was, niet
alleen niet verdonkerd werd , maar zelfs glansrijk bleef
schitteren.
Ten slotte Het ons de heer kibsewettsb de
geliefkoosde Violoncel-variatien in D mol, van b,
no mb erg, hooren. Hoezeer ik geen" groote vereerder
hen van zulke gcarrangeerde stukken . dewijl het eigen-
aardige van het instrument er grootendeels door verloren
gaat, ik moet echter zeggen, dat mij in dit werk ,
uitgezonderd eenige arpegio's, welke maar al te zeer voor
de violoncel gefchikt zijn, niets voorgekomen is, dat
aan den indruk van het gelieel nadeel gedaan heeft.
Het publiek , gehecl opgetogen van al het schoone, het-
yrelk de heer iiesswiiiji ten toon gespreid had,
Verliet de zaal, reikhalzend wenschende, dat de kun«
stenaar aan hetzelve een gelijk kunstgenot, door een
tweede konceit, bereiden mogt. — Deze wensc-h van
het publiek werd ook weldra vervuld, doerdien de
beer kiesewetter een Iweede koncert aankon-
digde. Alvorens echter dit koncert plaats had, werd
de heer suuwinn door Kommissarissen van
he»
i
-ocr page 248-
ifcsi^pp
" --j^juppi
C 239 )
iie't Zondags-koncert uitgenoodigd, on 00k dezen fering
door zijn voortreffelijk talent op te luisteren. De
heer iiejiwJUm gaf aan die uitnoodiging gehoot
en fpeelde een koncert van polledro, hetwelk
eigenlijk in de zamenstelling weinig lunstmatige waar*
de bczit , daarentegen ecliter nienige liefelijke melodic)
en brillante passage en 00k een wel uitgevallen adagio
bevat; voorts, op verzoek, de bovengemelde koncer-
tante met den heer «a»z, en de vorige Polonaise van.
HAIJIEIIIR. -
Gaf men den heer kiesiwbiiei, bij zijn eerste
koncert, de algemcene tevredenlieid door een buitenge-
jneen gterk liandgeklap te kennen, hier betoonde men
hem^ achting en bijval op eene geheel andere -wij-
ze, doordien men, zoolang hij speelde, eene plegtige
Blilte in acht nam , en men eene ingespannene aandacht
opmerkte, zoodat men den diepen indruk, dien zijn
spel veroorzaakte, in elken gelaatstrek gewaar vrerd*
/■
(Ilet veroolg in een volgend Nommer.')
\
YRAAG
-ocr page 249-
( MO )
VRAAG*e» ANTWOORO.
In de allgtmeine tnusikalische Ztitung, tnit btson&t*
rer Rucksicht auf den Oesterreichischen Kaiserstaat
(Jaargang 1820, No. 85} werd de navoigende vraag
Icdaan:
„ Is liet eene oorzaak of wel eene uiiiverking vaa
„ de schier uitsluitende heerscliappij vanittssiKI op
„ de tooneelen voor de opera, dat bijna alle nog le-
„ vende groote genien der toonkunst gedurende dien
», tijd stil zwegen , of len minste slechts zeer spaar*
tt zaam werken voor hel tooneel openbaar maakten,
,»en dat sij daarmede zelden hunnen vroeger verwor*
„ venen roem konden staalide houden ?"
Doze vraag werd door den Iieer t. F. von kosii('
eenen edelman, niet minder vermaard dour zijne gron*
dige geleerdheid en wijdomvattende kundigbeden , zoo in
de eigenlijke theorie , a1s in de geschiedenis eh de wijs-
geerige beoefening der toonkunst, dan door de komposi*
tien, die hij der kunstwert'ld geschonken heeft, op ee-
jae, hoezeer kortu , ecliter, naar oris oordeel, alles af-
doende wijze beantwoord. Wij nn-enen onze JezefS
geenen ondienst te doen met hun dat antwoord in zijn
geheel mede te deelen, zoo om de belangrijkheid van
het onderwerp zelve, als om tevens eene proef te
geven van bet achtingwaardige tijdschrift ,'• waaruit
tyij hetzelve geput hebben. lmmcrs wij achten ons
ver-
-ocr page 250-
( Mi )
verpHgl, om aan het nederlandfche publiek die werken
t* leeren kennen, welke in andere landfn tot nut van
vrienden en beoefenaars der toonkunst worden uilgege->
ven: om die reden hebben wij in het tweede stuk van
dezen jaargang eene proef gegeven uit de musical ma-
gazine and review,
en die zelfde reden spoort ons te
meer aan, om onze lexers ook het boven genoemde»
te Wccnen uitkomende , tijdschrift te leeren kennen.
Het antwoord van den heer v o it bosii luidt
aid us :
Dat ik, om het voorgestelde viaagpunt op te lessen,
mijn vertoog van af de uilvinding der opera zal begin'
Ben, kan slechts aan hen vreemd voorkomen, welke
gewoon zijn, om verschijnselen, als dat, hetwelk ons
thans bezig houdt, biootelijk oppervlakkig te beschou-
■wen. Het is niets nieuws, wanneer men beweert, dat
de oorzaak van menige gebeurtenis, die thans eerst
daar is, reeds voor langen tijd ontstaan en sedert op
verschillende wijzen ontwikkeld is , voor dat ze te
voorschijn brengen konde, wal nu onze verwondering
gaande niaakt en piotseling schijnt geschied te zijn ,
terwijl het echter langen tijd voorbereid werd. Daap
nu het onderwerp der bovenstaande vraag niet het
resultaat is van eene enkele, maar van versefwiden
tamenwerkende
oorzaken, is eene voldoende oplossing
te moeijelijker, en het is dus te noodzakelijker, om
van ecn punt uit te gaan , uit helwelk dc versehillenda
R                                        aan«
-ocr page 251-
m.....HHHHH
C S4S )
•anleidiugen tot hetzelfdc verschijhsel ontsproten zijn»
De opera is, gelijk men weet, in Italie', de bakermat
der toonkunst, uitgevondcn, en wel langen tijd voor dat
het regelmatige looneelfpel aldaar bekend was: eene
omstandigheid , vraaruil sommigea, en niet zonder
grond, de nog altijd in Italie heerschende onverschil-
ligheid jegens de gedichten dor opera en de daaruit voort*
vloaijende geringe waarde van de mceste dier gedichten
willen afleiden. Zcker is het , dat, inuien het tooneel-
spel, en voora! het treuvspe] , in Italic voor de inslel-
ling van de opera niet slechls bekend, maar ook tot
eenen zekeren graad van volmaaktheid gebragt geweest
ware, en indien de laatsle Cge'>jk men natuurlijk moet
vinden) nit de eerslen ontsproten ware, de miizijk der
opera in Italie, en dus in de gelieele beschaafde -we-
reld f over -welke zij zich, van dat land komende, ver--
apreid heeft, op eenen geheel anderen grond gebouwd
en niet, gelijk thans, als eerste, ja als ccnige grond-
•tof van het nmzijkale schouwspel, maar, gelijk ver-*
stand en natuur vereischen, als een tweede van het
gedicht afhangende stof bewerkt en beschaafd zOude
«ijn geworden.
Uaar de zangkunst buiten Italie vreinig of in het ge-
lieel niet beoefend werd en zich schier allcen tot den
dienst in de kerken bepaalde ; daar de andere talon,
en vooral de duitsche , te dier tijd nog te weinig
beschaafd traren, om voor het kleed der melodic geschikt
U
■\
V
i
-ocr page 252-
C 243 )
te zijn , moest daaVuit de noodzakelijkheid voortsprnJ«
ten , om de overgenomene opera 00k door Itaiiaansehe
Zangers te doen uilvoeren, en zoo kwam het, dat
eene itaiiaansehe operalroep , bij welke een of meet
sopraanzangers niet mogten onlbreken , aan elk hof vail
Eurepa eene wezenlijke bejjoefte was.
Deze staat van zaken duurde zoo lang, tot dat eeni-
de uitrauntende duitsche mannen beproefden, om aan hun
vaderland een eigen en zelfstandig lyriscli tooneclpel te
schenken. Goethe, w 1 e l a n d , weissi, michac-
11 s dichtten zangspelen, welke door Schweitzer*
killer, iCHiisiti, wo if en anderen in muzijk
gebragt werden.- tJoch Let zij, dat de rouzijkale be-
schaving in Duitschland nog niet ver genoeg gevor-
derd was , om op het tooneel eenig auder gezang aan«
trekkelijk te vinden, dan' het toert ter tijd nog zeer
achrale itaiiaansehe gezang; het zij , dat de duitsche
zangers (hetgeen zeer waarschijnlijk is]) het bij de
toenraalige Italianen noch in schoonheid van stem,
noch in voortreffelijkheid van methode halen kondenS
het schoone vooruitzigt op eene vaderlandsche opera
verdween in Duitschland weldra weder, en (met
schijnt deze aangelegene zaak in eenen te troosteloozen
toestand gevondeu te hebben, dan dat hij zou hebben
durven hopen, om dezelve, zelfs door de roagt van iij«
ne buitengewone genie, zoo spoedlg op eenen betereit
weg le brengen. Op deze wijze altUans kan men het
11 a                                      best
-ocr page 253-
C H4 )
best verklaren, 'waarom liij niet zrjn vaderland, maar
Frankrijk, waar men reeds vroeger en met ineer geluk ,
dan in Duitschland, getracht had, e.ene nalionale opera
op te rigten, tot de schonwplaats van zijne onstcrfe-
lijke werken heeft tiitgckozen,
Welke omwenteling deze groote man in de toonkunst
in Frankrijk bewerkt heeft, is genoegzaam bekend, en
eveneens, dat liij, zonder het daarop juist aangelegd
te hebben , de sticllter eener nieuwe school geworden
is, wier sieraden Me'Hui, CHlitust, ciiei,
• Pojiisi, louuiEii, isoiAiD enz. keurige en
«elfs eenige klassieke kunstgewrochten geleverd hebben ,
en -wier grondslag in juiste deklamatie, treffende ka-
rakterschetsing, getrouwc uitdrukking dcr hartstogten,
in het kort, in de dramatischc waarheid gelegen is.
Het kon niet missen , of zoo vele en zoo belangrijke
voortreffelijkheden moesten 00k buiten Frankrijk ge-
Toeld -worden , en dit was vooral het geval in Duitsch-
land, waar men middelerwijl, indicn 00k, — door
Tooroordeelen en andere stuitende omstandigheden op-
gehouden — niet in de dramatische muzijk, in andere
takken der toonkunst te groote vorderingen had gemaakt,
dan dat de italiaansche opera's van ouderen tijd , die
met betrekking tot den zang, en nog meer ten aanzien
van het akkoropagnement, grootendeels zoo eentoonig
waren, nog den ge-wonen indruk konden maken. Te
veigcefs had mozahi in zijne, niet voor Italie gekoro*
po-
. ■
.
-ocr page 254-
C '-45 >
poceerde. Notzi di Figaro, Dom Giovanni, Cos) fbl%
tulle, Glemenza di Tito
en Zauberflole praluisch geleerd",
hoe men Italie's aangename melodiijn met Duitschland*
pittige bewerking verbinden en beide met den tekst en
de situalien ineen versmelten konde: hi} werd ons ont-
rukt, en om die baan t« vervolgen, had men zijne he«
melsche gCDie- moeten bezitten. De eerwaardige Pa-
triarch der duitsche dramatische komponisten, von
WIHTEB, was door zijne belrekkingen in het geval, van
meer vflor de tooneelcn in Italie, dan voor die van
lijn vaderland te schrij ven. Nac mann, ecn niet minder-
edeje en liefelijke, dan grondige komponist, die zoo
veel voor de- duitfche lyrische tooneelkunst bad kunnen
tiitvoeren, telde onder zijne opera's niet een enkel
duitseh gedichti We I-e L be wees in zijn Waisenhaus-
en zijne Schtveilierfamiiief en cijbowetz in zijne
Agnes Sorel en zijn' Augcnartit, wat het duitseh*
zangspel had kunnen worden, -wanneer edit dramatische
muzijk door ecn maar eenigzins belangwekkcnd gedicht'
ondrrstcund wierd. Uoch alle deze gebeurtenissen ble_
yen,, oro redenen, wier ontwikkeling alleen stof toleene
uitgebreide vcrhandeling zoude opleveren, te zeer van
alkander afgescheiden, om- aan het zangspel vaste en
»p den dour stand houdendc grondslagen te kunnen.
given, waartoe eene enafgebrokene reeks van gelijk.
•oortige voorlbrengselen onontbeerlijk gewecst- ware.
Het viel dus der. nieuwe fransehe ope^, iu h'et bezit
* K                     B 3                                   van.
-ocr page 255-
( 246 )
»an de hi«rboven opgenoemde eigenschappen, te min«
der inoeijelijk, om aan de duitsche hare naauwelijks
ontkiemende licerschappij te ontrukken, vooral oolj;
dewijl zij,: met haren rijkdom aan gewrocliten, het
eene op het andere snel kon laten volgen, en dus deu
.indriik voedsel geven , dien zij aanvankelijk geinaakt had,
Vaderlandsgczinde Duitschers mordcn wel tegen deze
inbezitneming ; nielteirnn was die tijd, bij hel nu toclx
bes.taande gebrek aan oovspronkelijk duitsche werken,
waarin zoo ligt en zoo spoedig niet kon voorzien wor-
den, een schoone tijd, in vergelijking van den tegen-
■woordigen: want toen werd niet aan het por alleen,
maar ook aan den geest en aan het hart genot bereid!
Middelerwijl waren de uitmuntende zangers en zan-
geressin, zelfs in het land der schoone stemmcn en van
het zoete gezang, zeldzaiuer geworden. Met de schoon-
heid en de kracht der sU'imnen, met de ,e,chte, bevallige
italiaansche methode ging tevens verlorcn de eenvou-
dige , roerende zang , en le gelijk met dezen verdwnnen.
de in melodien rijke -werken van cenen s a i i E H i
(wiens naam in Frankrijk nevens dicn van zijnen vriend
G i. u c k prijkte en in Italie op alle tooneelen bloeide)
van eenen cimahosa, faisiello, sacchini,
uiio, nicolinI) (air en anderen. Men zocht
het verlies van de opgenoemde eerste vereischten van den
zang door toevallig klatergoed te bedekken; de breede
Moten, die men niet meer kon dragen, werden door
-ocr page 256-
( =47 )
«e»e menigle van kleine nootjes vervangcn, het sipeli
tcnde cantabile -wen! verwandeld in eenen onophou*
delijk op en neer zwellenden Etroom van vlugtige too-
sen, die iedereen naair zijne willekeur voortbragt*
en het matte , belangelooze akkoropagBement begon al-
lengskens verveling te verwekkcn,
Toen trad cr een jonge lomponist op, door de natuur
Met vijke verbeeldingskraciit en met eenen aanzienlijkea
voorraad van liei'elijke, pikante melodit'n begiftigd.
llij had weliigl de duitsche muzijk vlugtig doovgezien ,
het voordeel eener levendire, aantrekkelijke instriimcn-
tatie bogrepen en wilde , verzadigd van da wilkkeurige
versierhigen der zangers, daaraan paal en perk stel-
len, door ze zelf voor te schrijven. Doch ge'ijk men.
in iedere kunsl, hoe gelukkig het talent ook zijn mogc»
wasnuede men uitgerua* is, zondereene diepe kennis der
*heorie en der aesthetika steeds op dwaalwegen ver«
valt, zoo ook liicr. Hadden de zangers somtijds eene
Roulade op eene verkeerde p!aa!s te pas gebragt, na
slrooide de komponist ze met voile handen, zonder
keus en oordeei, overal heen , en daar iedere terkvvis-
fcing armoede baart, -werden dezelfde rouladcn eindelijk.
*^<tot- walgens toe hrrhaald. Was het akkompagnement
voor bet orkest van de italiaansehe opera bckrompea
e,n eenvormig, nn weisd het stormachtig en verdoovtnd:
geen instrument mogt in rust b'ij ven ; zij werden alia, zelfs
dszulken , die in de opera anders niet.gebruikeiijk'waren,
» 4. .                        te
-ocr page 257-
C 248 )
te voorscliijn gefaaald ; in plaats van twee waldhorens ,
schafte men cr vier aan, in p!aats van twee trumpet-
ten, acht of tien; de bazuinen , wier doelmatig gcbruik
in de draniatische muzijk oluck en mozart hadden
leeren kennen , bliesen nu onophoudelijk voort; de pau-
ken, welke voorheen, toen zij spaarzaam , docli ter
regte plants aangebragt wevden, zoo veel indruk raaak-
ten, werden nu , als waren zij te zwak, door kleine
en groote trommen ondersteund. En al dit gedruisclt
■werd niet blootelijk in aangrijpende oogenblikken, in
krachtige koren enz. , neen! 00k in aria's te pas ge~
Lragt, tcrwijl nogtans eerst de zangers hadden moeten
geboren worden, in staal, om er door heen te dringen
en doze woedende elemeiiten tc heheerscUen. Met dat
al werd niet het rainste acht gestagen op den tekst,
de situatie en de karakters , en ev werden op bet
zeerst in het oog loopende plagiatcn met eenen inder*
daad bewonderingwaardigen moed gepleegd.
Zoo stonden de zaken, toen de fransche muzijk op
de duitsche lyrische tooneelen uit de voormalige gunst
begon te komen , hetgeen veroorzaakt werd door eenige
ongelukkig geko^ene, tot de verplanting op duitschen
bodem ongeschikte zangspelen, en nog meer door de
gebrekkigheid in de tooneelspeeikunst, terwijl alle fran-
sche opera's meer of min talent in die kunst vorderen.
Een toeval , of misscbien eene voorbedachtelijke
jjroeve, bragt eenen, over bet aJgemeen zeer ireinig b.e*
tet-c
<
■ ■ .
-ocr page 258-
C 249 )
teekenenden , troep van italiaanschc zangersop het ope-
ra-toonce! tc Weenen. Na verschciden inislukte ver-
tooningen , werd de Tancred gegevm, en deze opera
■werd , door het aanvallige barer frissche inelodie'11,
door dc .Jevendigheid van liaar akkompagnement, en
vooral door de heerlijke voordragt der hoofdrol, de
grondslag van den , titans in het grootste gedeelte van
Duitscliland hrerschenden smaak in de tooneelwerken ;
vruchteloos toch zou men trachtcn te ontkennen, dat
dil kwaad — dat het kwaad is , is immcrs reeds zon-
neklaar bewezen — zich van Weenen uit in Duitsch-
land verfpreidde, ahvaar (Munchen uitgezqnderd} tot
aan dicn lijd aelfs de nuatn en het heslaan van dezen
modernen Orpheus ge'ueel onbekend waren.
Pen deskundigen opmerkzamen beschomrer zal het
wel niet ontgaan , hoe ongemeen gunslig de bijval der
werken van rossini voorbereid was door dc bekla-
genswaardige omstandigheid, dat de smaak in de mu-
zijk zich, reeds eenen ge.rnimen tijd vroeger, in het
algemeen van de inwendige waarde naar den uitwen-
digen vorm, van verstand en nadruk naar werktuige-
Jijkc. vaardigheid henen gewend had, en dat de zoo vcel
beteekenende werken van Mozart, h a ij d u en SEEf
H o v e k wijken moesten voor eenen stroom van kom-
posiiien, die geene anderc verdienste hezaten, dan dat
l\) zin- en smakelooze moeijelijkheden bevalteden.
Peze vlugtige , geschiedkundige schets mogc voov eerst
R 5
                                     vol-
\
-ocr page 259-
( *5o )
voldoende jsijn , om te verklarcn , hoe het mogelijk was,,
dat de in de vraag vermelde opcramuzijk niet slechts ingang
vinden , maar zelfs zoo huitengeinecn veel opgang makeft
ton. De invloed, welken Italic sedert de uilvinding
van het zangspel, deels door vooroordeelen, deels door
werkclijke voortreffelijkheden , op de opera heeft uit*
geoefend, fn welke nooit te eeiicnroale, of ten min-
ute slechts voor eene korte poos werkeloos was; de
geringe aanmoedigiiig, welke duitsche dichtcrs en kom-
ponisten onder deze omstandighedcn genoten, en de
kwaiijk begrepene ijverzucht, door welke zij elkander
lelve tegengeweikt en aldus het gemeenschappelijke doel
verijde'.d hebben; de mangel aan verstandig bcschaafde-
duitsche zangers ; Let vervaL der soliditeit in kompo-
sitie en uitvoeciug ; de zoo even aangevoerde wending,
welke de smaak in de loonkunst bijna overal genomen,
heeft , en de omslandigheid, dat er oneindig niper toe-
hoorders zijn, welke de uitooering, dan die de homposltie
Van een muzijkwerk wetcn te beoordeelen ; alle deze oor-
taken hebben de hier bedoelde, beklagenswaavdige uit«.
komst opgeleverd.
Dil resultaat bevat reeds in zich de reden , waarom
schier al de nog levende achtingwaardige koroponistea.
in dit tiidpirk stilzwegen of alllians hoogst zelden.
met enkele werken voor het tooneel te voorscliijn tra*
den. Een tijd, in welken men, geiijk wisnia z«gt»
mlleenlijk met tie ooren <vil hooren, waaria werken aan
de
-ocr page 260-
C *5i )
<Je orde van den dag ».ijn , wier gcnot noch de werking van
het verstand , noch die van het gevoel vcrcischt, bij wel-
fee men dikwijls zelfs het eene zoo wel , als het andere
moet verloochenen, wil men zich niel. de armjalige
oorenkitleling, de eenige vrucht dier verken, verbit-
leren,; Bulk ecn lijd is er niet toe geschikt, dat
groole meesters hunne werken knnnen ten toon slelr
len, indien zij niet willen gevaar loopen , dat de-
ceive onteerd en door de verblindc en omvetende
menigte minder geacht -worden , dan \ oortbrengseUj
waarvan zij zich scliamen zouden de auteurs te zijn.
Hoe zouden z\] knnnen hopen, dat eene riglige dckla-
matie , eene natmiriijke afmaling der gewaarwordingen
in edele, eenvoudige melodien, eene juiste karakter-
schets der zingende personen , een gepaste en zich
gelijk blijvende stij! door het geheele werk been enz,
naar beliooren erkend werd, tervvijl de zin voor dat
alles verzonken is in den onleschbaren dorst naar
rouladen en naar gedruiseli? — Viet is voor het kleine.
aantal vrienjen der echle dramatische rou/.ijk smarte-
lijk, dat de meesters zich Icrug , trekken : want in
hunne dringende bihoefte %yordt hun volstrekt geen
troost, geene verkwikking aangeboden ; nitttemin is
dit het verstandigsle en voor de goede zaak het voor*
deeligste , wat de meesters kuanea doeri; het verstan-
digste, omdat mangel aan bijval door onverstandigea
voor gebrek aan waardij \Vordt gehouden, en/ aldus
de
-ocr page 261-
y-,»r. - ■»--> "t—          "'- -
( =5* )
He ornegtr t/erworoene roem dcr meestcrs in gevaar-
zoude kunnen komen van aangclast te zullen worden:
het voordeeligste voor de goede zaak, omdat daar ,
■waar grondige redeneringen, Met bewijzen gestaafd,
gelijk zij in aHe tijdschriften van beteekenis vruchle-
loos in menigte worden aangevoerd, ni^ls baten, de
verblindheid slechts door hare eigene overmaat kaa
bezworen worden , en de genezing bloot door onmatfg
genot en walging voor- de lievelingsger*gtea bewerk-
•telligd kan worden (19).
Met