ARCHIEF
|
|||||||
KEUKEUJKE EJV WERELDSCHE GESCHIEDEJVISSEN,
|
|||||||
INZ0NDE11VF.11> TAN
|
|||||||
l T It E C II T.
|
|||||||
ARCHIEF
|
||||||||||||
K.EKK.ELIJKE EN WERELDSCHE GESCKIEDENISSEiX,
|
||||||||||||
INZONDERHEID VAN
|
||||||||||||
UTRECHT.
UITGEGEVEN
OKDEIl UEGUNSTIGING VAN Z. MajEST. DEN KoNING 71 0 </ II
J. J. 1IOBT van Flensbijiig.
|
||||||||||||
MET E K Pi E V l> 0 K U E D E
V A N II K 11 M. I O II. I! 0 Y A A 11 1) S,
IlinOL. DO«I. BK IIO0i:i.ECr.iAn Tb UT11KOIIT.
|
||||||||||||
ir. n«ei
|
||||||||||||
U T 11 E C II T ,
N, via uiu MO Nl) E,
I 8 5 <J.
|
||||||||||||
De Resolutien der Staten 's lands van Utrecht, van December 1568 tot aan Maart
1570, loopende in liet Archief van biz. I tot biz. 24; gelijk die van Sept. 1574 tot aan Octob. 1575, loopende van biz. 147 tot 168, besloegen in het oorspronkelijke twee afzonderlijke fasciculi. De jaren daar tusschen vallende, te weten van Maart 1570 tot aan Sept. 1574, zullen denkelijk twee of drie soortgelijke cahiers bebben uitgemaakt, die wij te vergeefs getracht hebben te ontdekken. Het komt ons niet onwaarschijnlijk voor, dat dezelve in der tijd zouden kunnen gebruikt geworden zijn , om een' of ander' afgevaar- digden bij eene of andere bezending ten behoeve van dezelve te instrueren; tot welke gissing wel zou kunnen aanleiding geven, hetgene Willem Vuesel, deken van S. Pieter, in het jaar 1570 door de Stateu van Utrecht tegen de sententie van den hertog van Alva aan den Koning van Spanje gezonden, zegt, omtrent de wijze, vvaarop men hem de noodige papieren deed geworden. De medegedeelde beide fasciculi bevinden zich op het archief der Oud-Roomsch-Catholijken, bier ter stede; en het is zoovvel die plaats, als de authentieke form der stukken, die ons bewogen heeft dezelve letterlijk mede te deelen, al vindt men bij Bor , mo loco, den wezenlijken inhoud van dezelve, voor een gedeelte geboekt. Van de Testamcnla pia , loopende in het Archief vart biz. 25 tot 92, zijn eenige af-
gedrukt geworden, uaar bet oorspronkelijke, andere volgens de oorspronkelijke minuten der crfinakers; terwijl wij eindelijk ten aanzien van nog andere oris met notariele ko- pijen hebben moeten vergenoegen, welke stukkeu gczamenlijk op het gezegde Archief worden gevonden. |
||||||
Vf
|
|||||
De stukken, betreffende de overgave van Amersfoort aan de keizerlijken in 1629, en
wel die ondcr nonimer II. en III., wier inhoud het gevoegelijkst kan getoetst worden aan hetgene Mattiiaeus in zijn SS.Rer. Amersf., en Bor in zijne Beschrijving van 'sHertogen- boseh te zijner plaatse daaromtrent berigt, zijn gegeven volgens gelijktijdige kopijen, be- rustende op het gemelde Archief, terwijl de brief van VAN Dam aan Ma'TTHAEUS naar het origineel, en de brief van den graaf dk Berck en die van Ernst Casimir eras, zijn ge- ttokken uit de gesehiedkundige Adversaria van Hans Bontemantkl, berustende onder de du HWGH. Beeldsnuder van Voshol. Van de brieven en andere doctitnenten, dienende tot oplieldering van 'slands geschie-
denis, van 1570 tot 1574, zijn gegeven A. naar het oorspronkelijke : 1. Het procesverbaal van de visitatie van het convent van S. Barbara te Delft, eras.,
in 1570 en 1571, dat door Ciirisi. Andrichomius eigenhandig geschreven is, bldz. 105-107. 2. De ordonnancie van wegens Alva, betreiFende de Engelsche waren, bldz. 107.
3. De commissie voor Steven de Witt , als drost van Vianen, bldz. 108.
4. Alle de onder dit hoofdstuk voorkomende brieven van VlGLlOS.
5. De brieven van Ja. Hesics.
6. Het bevel van 't capittel van S.Marie aan die van Sechfelt, ens., bldz. 112.
7. De commissie van LcMEr gegeven aan Tserclaes, bldz. 11.5.
8. De brief van H. Bdcheix aan Hoghelande , bldz. 122.
9. De brieven van Fre. SchenckvanTadtenburch aan Engelb. van Bruhksen , bldz. 125.
10. De beide brieven van Dirc Cornelisz. , bldz. 127.
11. De verklaringe omtrent het werken op Vredenburch, bldz. 136.
12. De brief van Corn. Boonen aan Ger. Wijckersloot , bldz. 138.
13. De brief van Jo. Fonchios aan Jo. Axelius, bldz. 145.
Van welke oorspronkelijke bescheiden de ordonnantie van Alva, de commissie voor Steven
he Witt, de brieven van Schenck aan Brchesen , en de commissie voor Tserclaes door Lu- MEr, mij door den HWGH. Beeldsnijder , uit zijne fraaije verzameling, tengebruike zijn ver- strekt, de andere alle op het gemelde Archief der Oud-Roomsch-Catholijken berustende zijn. B. naar gelijktijdige kopij : 1. De ceremoniae sponss. Philippi regis Pragae celebr., 4. May, 1570., bldz. 101.
2. Acte van aanstelling van Groisbeecke door Alva te Utrecht, bldz. 111.
3. De brieven van Alva en die van Ldmey aan Amsterdam, bldz. Ill, 114, lib.
4. Het request van die van Utrecht aan den Koning, bldz. 119.
|
|||||
VII
|
|||||
5. Het schrijven van Barlaimont aan 't capittel van S. Walburg te Arnhem, bldz. 121.
G. De commissien voor Jo. Bucquet, als vvaerdijn en essaijeur der ko. munt te Uti-echt, bldz. 121, 137. 7. Het inventaris van de documenten afkomstig van de abdij ran Egmont, bldz. 129.
8. De memorie, over te geven door de Ulr. afgevaardigden aan Hopperus, bldz. 130.
9. Het memoriael nopens het gevecht bij Romerswael, bldz. 133.
10. De brief van Requesens aan de abbe de Floreffe , en die van dezen aan den
abt van Grimeerg , bldz. 134. 11. De instructie voor de Utr. afgevaardigden naar Brussel, 30. Junij, 1574, bldz. 135.
12. De remonstrantie der Staten van Brabant aan den Groot-Commandeur, bldz. 138 scjq.;
ten aanzien van welke laatstgenoemde remonstrantie wij aan ons zelven verschul-
digd zijn. om aan te merken, dat deze kopij eene dergenen was, wier ontcijfe-
ren alle onze krachten en oplettenheid heeft ingespannen, en waaromtrent wij
bijzonder de toegevendheid van den lezer dienen in te roepen.
Genoenade kopijen zijn genoegzaam alle als losse papieren op het gemelde Archief voor-
handen. Alleen de commissien voor Bucquet (n°. 6.) zijn genomen uit een lijvig folio-
boekdeel, bevattende geschiedkundige adversaria, oorspronkelijk en voornamelijk bijeen-
gebragt door WliXEM Oem , waarvan reeds in het eerste deel van dit Archief melding is
gemaakt.
. De staat der Gasthuizen te Utrecht, ten tijde van de overdragt der teroporaliteit aan
Karei. V., biz. 169 tot 182, is gegeven naar het oorspronkelijke rapport, uitgebragt door den gecommitteerden Rennoy ; en het daarna volgende mandaat tegen de heinielijke hu- welijken van Georgius van Egmont naar een perkament charter ; het eene en andere op het genoenade Archief te vinden. Aangaande de daarna, bldz. 195 tot 248 volgende Utrechtsche brieven, merken wij aan:
In de voorrede van het eerste deel van Bdrmas's Utrechtsche Jaarboeken wordt gele- zen : »Jammer is het, dat de brieven van en aan den Raad geschreven , welke de stalls klerk of geheimschrijver, volgens zijne instructie, in het jaar 1440 hem voorgeschreven , bewaren moest, niet te vinden zijn, alleen maar overig zijnde een boek , vvaarin de brie- ven van de jaren 14701482 geschreven en ingekomen, te lezen zijn." Naar dit gezee- de, moet men ten aanzien van het niet voorhanden-zijn van stads-brief-kopijboeken on- derscheiden den tijd v66r 1440 en dien van 1441 tot 1470, als hebbende, hetgeen Bi'H- M4N zegt, enkel betrekking tot het laatstgenoemde tijdperk, terwijl men geheel in het on- |
|||||
VIII
|
|||||
wrier Llijft veikeeren. of er voov 1440 ooit kopijboeken van (lien anrd zijn gehoudeii ge-
woidcn. Dus mogen wij net a]s een geluk aaninerken een stads biielLoik le hebben ontdekt, bebelzende de biieven van en aan den Raad van Utrecht gcschreven, geduren- de het bclnngrijke tijd perk van JACOBA VAN Beyeren's leven en bedrijf, van 111" tot 1436. Met is uit dit boek, dat wij de biieven in dit deel bladz. 195 tot 248 voorkomende lieb ■ ben medegedceld , welke mededeeling zoo veel meer te wenschen was, wegens den deer- lijken staat, waarin zich dat boekdeel bevindt, die eensdeels voorkomt nit de wijze, waarop hetzelve ooisproiikelijk is gehouden . en anderdeels uit den invloed , welken tijd en behandeling op hetzelve hebben uiigeoefend. Wij nemen deze gelegenheid te baat, om nog een enkel woord le zeggen, over he!
ontstaan en den aard der BcilMANSche Jaarboeken. Het gedeeltelijk gemis der brief-kopijboeken heeft ten aanzien dezer Jaarboeken tweeder-
lei gevolg gehad ; vooreerst, de onevenredigheid van den omvang der bewerking, in vcrge- lijking met dien van den tijd, welken dezelve betreft, het al meer en meer breeder wor- dcn van den lekst, naarmate men voortgaat. Want dit blijkt duidelijk, wanneer men slechts oppervlakkig de drie deelen dooiziet, Ioopende het eerste deel, van 526 bldz., over de jaren 14021440, bet tweede, van 542 bldz., over de jaren 14411469, en het derde , van 545 bldz. , over de jaren 14701481. In de tweede plaats heeft het gcmelde gemis mede veroorzaakt het onderscheid ten aanzien der naauwgezetheid in de raadpleging van het Raads-dagelijksboek en Buurspraakboek door Burman ; daar het genoegzaam kan bc- wezen worden, dat hij het gebru'k dier boeken al meer en meer begon te verwaarloozen, rip.armate mede het genoemde briefboek hern meer stoffe ter mededeeling begon aan te bie- deu ; iels, dat door later gebruikers dezer boeken voornamelijk dient in het oog te worden gehouden. Met was daarenboven voor de Jaarboeken van BORMAN eene allergewigtigste om- standigbeid, dat het Charterboek van Holland van VAN SVIieris een jaar later het licht zag, dan de Jaarboeken, en dus door Burman voor de jaren 14021435 niet kon geraadpleegd worden, bctwelk, zoo dit had kunneu geschieden, eenen hoogstgewigtigen invloed op Bim- MANS bewerking der Utreclusche geschiedenis, gedurende deze jaren, had moeten hebben, en dezelve voor zoo verre grootelijks had moeten wijzigen. De apparatus, welken Burman, ter zamenstelling van zijn vverk, als voorarbeid had
bijeen gebragt, was veelledig. Dezelve bestond : 1. uit Excerpten uit het Raads-dagelijksboek en de Buurspraakboeken. Voor de door
Burman bewerkte jaren, 1402 tot 1482, bestonden die in twee lijvige quarto-boekdeelen, die nog voorhanden zijn, en berusten onder den H.W.G. Jhr. staatsraad van Asch van Wijck. Er is een derde deel bij , Ioopende over de jaren 1482 tot 1600 en iets verder, dat |
|||||
a
|
|||||
echter slechts hier en daar over een en ander gewichtig tijdvak of gebeurtenis met ecnigc
uitgebreidheid den inhoud der twee genoemde boeken wedergeeft, waarbij valt aangemerkt te worden , dat de raadsboeken nit de jaren 1552 tot 1569 toen in het stads-archief ont- braken en nog ontbreken, lerwijl die nit de tijden van Leicester, na vele jaren te zoek te zijn geweest, eevst in onzen tijd door gemelden heer Staatsraad ontdekt zijn geworden : uit welk tijdelijk niet-voorhanden-zijn zich van zelve verklaart, het gebrekkige en verkeer- de aangaande de Utrechtsche zakeii in werken, die in dien tnsschentijd zijn geschreven en uitgekomen, zoo als b- v. oin maar een te noemen, het geschrift van Delprat over de Broederschappen, voor zoo verre het Utrecht gedurende dezen tijd betreft. Aan den rand van deze excerpten nbteerde Burman uit gedrukte geschiedkundige wer-
ken de plaatsen, die hem dienstig voorkwamen, om zijne ongedrukte bouwstoffen tot een geheel te verbinden en op te helderen. 2. Uit eene collectie van diplomata , die door hem of uit charters werden ovorge-
schreven , of van welke slechts de plaats, waar zij in andere werken voorkomen, werd aangewezen; bij welke verzameling zich Burbian , wat de charters zelve betreft, genoeg- zaam geheel tot het stads-archief bepaalde ; eene beperktheid , die misschien door andereu zou kunnen verklaard worden, uit den tijd waarin, en de omslandighedeu waaronder Bur- JIAN schreef; want, het laat zich bijna niet denken,dat hij bij zijne verstandige vvijze van werken en schrijven niet naar meerdere uitbreiding in deze behoefte zou gevoeld hebben. De diplomata uit het tijdperk, waarover de Jaarboeken loopen, maken slechts het kleinsti: gedeelte uit van deze verzameling, die in haar geheel uit twee lijvige boekdeelen bestaat. behelzende de charters aangaande de Utrechtsche zaken van de vroegste tijden af aan, tot (om sulks rond te bepalen) aan de translatie toe ; welk geheel na P. McssCHENBROEK, die hetzelve bezat, den inhoud gedeeltehjk met oorspronkelijke charters en afschriften ver- geleek, en uittegeven voorhad , bekend staat onder den naam van: *Codex diplomalicus. Het iuvcntaris van den inboedel van den aartsbisschop Frb. Schknck van Tautenburch ,
biz. 249264, is gegeven naar eene atithentieke kopij, op het genoenide Archief der Oud-Roomsch-Catholijke voorhanden. De stukken, betreffende den Aluinhandel, biz. 264272, hebben wij doen afdrukken
oaar gelijktijdige kopij, onder de papieren van Willkm Oem afkomstig, welke, in een lij- vig folio-boekdeel gebonden, op het gezegde Archief gevonden worden. Het is vooral weder ten aanzien van deze, dat wij de toegevendheid van den lezer ten aanzien van de juistheid van eene of andere lezing inroepen. De kopij was zoo geschreven, dat wij ons, II. ** |
|||||
\
|
|||||
/.elfs ua tie meesle inspanning, geene volkomene geruststelling in deze hebben kunnen ver-
seliaffen. De tijd en taal, waarin, en de plaats waar dezelve geschreven werdt, hebben elk bet zijne bijgedragen, om dit te verbinderen. De berigten nopens de Utrechtsche gestichten S. Servaes en S. Maria Magdalena werden
afgedrukt, gedeeltelijk naar de oorspronkelijke perkamenten of papieren cbarters, gedeeltelijk naar gelijktijdigc of eenigzins latere afschriften, op bet meergenoemde Arcbief voorhanden, van welke afschriften sommigen door den tijd sterk hadden geleden, en vvel genoegzaata inogen gehouden worden thaus voor de laatste maal te hebben kunnen worden gebruikt. Eene en andere gaping, in dezelve voorkomende, verklaart zich daardoor van zelve. De Controlle van verpachtinge der keizerl. Visscherije, eras., in den Verdronken waert,
biz. 309315, is weder geuomen naar kopij, voorkomende in het boekdeel, vervattende colleclana, door Wille.m OEM geschreven of bijeengebragt; terwijl de twee volgende stuk- ken, den Hem bij Schoonhoven, en het Convent van Gheervliet betreffende, naar de origiuele perkamenten charters zijn medegedeeld geworden ; het een en ander weder op het genoemde Arcbief door oris ontdekt. De Thesauriers-rekening van Leyden , 15681569, biz. 317"342, is uit het origineel,
berusfende op het genoemde Arcbief, genoegzaam in haar geheel afgedrukt geworden, ten minsten is de vorm geheel behouden, en ten aanzien van den inhoud allccn, daar eenige inkorting geschiedt, waar zulks, zonder nadeel voor de geschiedenis, in haren ruimsten zin genomen, mogt geacbt worden te kunnen geschieden. ■ Het getuigenis in f'aveur Winfridi Arendell, bl. 343, was een oorspronkelijk perkament, ter genoemder plaatse gevonden. Het oorspronkelijke Egmondsche register, waaruit van biz. 343354 stukken zijn me-
degedeeld, berust op betzelfde Arcbief; gelijk als eveneens de kopij van de Rekeninghe, gedaan bij WiiLEM Vuesel , hlz. 355357. De Procedures tegen Adriaen Koerbach en zijn' broeder, biz. 359367, zijn getrok-
ken uit de papieren van Hans Bontemantei, , waarvan in dit Archief bij herhaling melding is geschied. Het lezen der kopij was met bijzondere moeijelijkheden verbonden. Van het Request van Treslong, biz. 368377, en de Rolle van 1563, biz. 378382r
vondea wij gelijktijdige afschriften op het genoemde Archief. |
|||||
xr
Bij de Geldersche stukken, biz. 383390, is de bron , waaruit zij geput zijn, af-
zonderlijk nangewezen. Van de drie laatste stukken, van Farnese, Duvenvoorde en Kcyk, zijn de originalia
voorhanden in de genoemde fraaije verzameling van den beer Beeldsnijder VAN Voshol. |
|||||||||
Uit deze opgave blijkt, dat verre weg het grootste gedeelte der bouwstoffen, die die
tweede deel van ons A.rchief bevat, medegedeeld zijn naar documenten, die gevon- den worden op bet Archief der Oud-Roomsch-Catholijken hier ter stede ; waarbij het ons weder een innig genoegen veroorzaakt, onzen dank aan den WelEerw. heer pastoor Werkhoven, voor zijne hartelijke tegemoetkoming, aan den dag te leggen, aan wien > zoo er iets goeds in ons werk is, de lezer daarvoor verpligt blijft. J. J. DODT van Flknsbukb.
Gesclueven, den I*' Oct., 1840. |
|||||||||
TIJDREKENKUNDIGE OPGAV'E
|
||||||||
VAN DEN
I N H 0 U D.
|
||||||||
r &s0--^>f\^*<
|
||||||||
(T200)-1609. De Utrechtsehe Cloosters. I. S. Servaes......273-290.
14-171436. Utrechtsehe brieven uit een stads-copijboek. (Eerste Afdeeling.) 195-248.
14381613. De Utrechtsehe Cloosters. IT. S. Marien Magdalenon. . , . 291-308.
1467 1600. Testaments pia, saeculi XV. et XVI.......35- 92.
1495. Hct Generaol Capittel gheeft het broederschap alien denghenen, die de hant
zullen reycken tot herstel van't clonster in den Hern by Schoonhoven. 315.
1535. Mandaet tcgen de heimelyke Huwelyken........ 194.
1536. Informatie, genomen door Willem Willemsz., procureur-generael van Holland,
op last van de viouwe Regente, onUrent de kerk van Cylishoek. . 183-194.
1536. Stukkcn, rakende den Aliiin-, Salpeter- en Zouthandel hier te lande, in de eerste helft der XVI. ceuw. I. Aluinhandel. . ' . . . . 265-272.
1538. Staat der Gasthuizen binnen Utrecht, ten tijde van de overdragt der ternpora-
liteit aan keizer Karel den vijfden. ....... 169-182.
15521553. Controllc van den verpachtinghe van 'skeyzers Maj. Visscheryen, Vo-
ghelaryen, endo andere domeyncn, gelegen in den verdronken Waert van
Zuydlhollandt ende dacr omtrent. ....... 309-315.
15621574. De abdij van Egmond betreffende. [Eerste medcdeeling.) . . 343-354.
1563. Le mile de 1 annee xv*.txin..........373-382.
1568-1569. Leyden. I. Stads-Thesauriers-rekeninghe......317-342.
15681570. Resolutien der Staten 'slants van Utrecht...... 1-24.
15701574. Brieven en andere doeumenten, dieneude ter opheldering van 'stands
geschiedenis. ........... 101-146.
15701576. Rekeninge, gedaen by Mr. W. Vuesel, deken van S, Pieter te Utrecht,
als al'gevaardigde der Staten van Utrecht aan den Koning van Spanje. 355-357.
1571. Commissie voor Cornells Adriani, van wegen het Capittel van Gheervliet, om
zekere penningen te heffen tot behoef vander dyckagie. . . . 316.
15741575. Resolutien der Staten 's lands van Utrecht. . 147-168.
1576. Rapport, gedaen by Adr. van Zuylen, etc., van hun wedervaren in Gelder-
lanf. ............. 357 sq.
15761600. Geldersche stukken....... . . . 383-390.
(1579.) Request van Jan van Treslong, aen myn hecren die Bailliu, Burgemeesters
etido Regierders vanden Haghe. ........ 368-372.
1580. Het sterfhuis en de nalatenschap van den aartsbisschop van Utrecht, Fre.
Schenck van Tautenburch. I. Inveataria van den inboedel. . . 249-264.
1583. Brief van Alexander Farnese, prins van Parma en Plaisance, stadthouder, gou-
verneur ende capiteyn-generael. . . . . . . ' 1\- 390.
1585. ------ van Jan van Duvenvoorde aen Flor. Thin. ..... 391.
1580. ------ van Anto. van Kuyck aen Flor. Heermale. ..... 391.
1629. Stukken betreffende de overgave van Amersfoort aen den keyscrl. generael
Montecnculi............93-99.
------ Cointe de Berck a Mr. le baron de Grobbendoncq, chevailler, etc. Ij. 99.
------ Ernst Casimir, grave van Nassau, etc., aen de Staten-Generael. . . 99.
1(568. Procedures teghens Adriaen Koerbach en deszelfs broeder Joannes, weghens
godslasterino-he............359-367.
|
||||||||
RESOLUTIEN
|
||||||||
DBI
STATEN SLANTS VAN UTRECHT,
TAN DECEMBER 1568. TOT MaART 1570.
|
||||||||
(XVc.LXVm.)
......die es aen Johan van Mertens weerdt, hebben daeromme gecommitteert ende com-
mitteren by dezen Mr. Floris Thin, haerluder advocaet, om te trecken tot Arnhem, ende
aldaer met die van de reckencamer voirsz. vorder d'voirsz. saeke aengaende ook in presentie van voorsz. commissaris, ist noot, int vruntlicke te handelen, als in redenen ende billicheyt bevonden zal worden te behoren, ende dit al op een besouck ende by maniere van pro- visie, ende onvermindert den staten ten principale haerluder gerechticneyt; ende geloven goet, vast ende van weerden te houden, wes alsoe by den voorn. Mr. Floris Thin gedaen zal zyn. Actum vts. Ten zelven dage hebben die drie staten 'slants van Utrecht verclaert, dat den voirn.
Mr. Floris Thin (by zoe verre hy niet meer te vruntschappen en souden connen obtineren, dan dat men die voorsz. cribbinge by provisie thien roeden wt den water af zoude breeken,) dat by tselve wt de naem van de staten, volgende die raminge van accoordt, achter aent voorsz. verbael gestelt, zal niogen accepteren, sonder nochtans Johan van Meerten te ver- bynden int gene geseyt wordt, dat hy zyn cribbinge nyet vorder wtsteecken en soude. Actum vts. Anno XVC.LXVIII., opten elf-
den dach van december. Opten elfden van december zijn die staten "slants van Utrecht beschreven inder can-
celarien 's hoofs van Utrecht vergadert geweest, om te horen trapport van Mr. Floris Thin, gedeputeert by den staten, om te reysen tot Arnhem, inder saecken, beroerende sekere cribbinge wtstekende by die van Culenborch over Schoordyck, aen dezer zyden van der Lec- ken gelegen, etc., ende gehoort trapport voorsz., ende dat de raet ende reckencamer tot Arnhem, hem der saecken nyet onderwinden willen, overmits tselve hemluden verboden was, geen kennisse te nemen van goederen, die geconfisqueert zyn, etc., remitterende die staten voorsz. aen de XH. gedeputeerde by de Excellentie des hertoge beroerende die con- II. I
|
||||||||
v
|
||||||||
2
Gscatien ende oproerten, etc., hebben die staten gecommitteert Mr.FlorisThin, advocaet
voorsz., om te reysen t'Antwerpen, ende aldaer by de twaelf raeden, van zyn Ex"' gede- putiei't, die voersz. zaeke te solliciteren, etc.; Ordonnerende mede die staten voersz. hoiren cameraer Jan vander Haei' te betalen twee chaerten, gemaect van den rivieren vander Lec- kcn, omtrent die wtgesteecken cribbingen voersz., etc. Actum vts., presentibus die dom- deken, Galama inden Dom, diedeken, Honthorst t'Oudemunster, Coddenoirt sint Peters, die deken ende Haemstede sint Jans , die deken van sint Marien, Jan vander Haer, Hen- rick die Vooclit van Rynevelt, Jan Taets vanAmerongen, burgemeesters t'Utrecht, Tyman tie Wit, secretaris tot Wyck. Anno XVC.LXIX., opten derden
dach van meerte. Syn die drie staten 'slants van Utrecht beschreven, ende in de cancelrien 'shoofs van
Utrecht vergadert geweest, om enige van de staten tedeputeren tereysen tot Brussel, aen de Exc"; des hertoge van Alve, etc., gouverneur ende capteyn-generael, etc., ende den XIX. mar- ly aldaer te syn ende te horen tgene van wegen co. Maj. den generale staten aengegeven sal wov- den etc. Ende die ridderluden heer Anthonis van Apcoude van Meerten , ritter, heer van Esse- steyn etc., ende die ecclesien ende die van der stat Utrecht verclaerden, dat zy oick elcx een wten hoiren zouden deputeren ende gereet houden. Actum vts., presentibus die domdeken, die deken van Oudemunster ende Schoere ibidem, die scholaster Uten Eng ende Bosch sint Pe- ters, diedeken, Hamstede sint Jans, diedeken van sin te Marien, terSpille ibidem van wegen die vyf ecclesien, heeren Dirck van Zuylen, die heere van Essesteyn, ritters, Adriaen van Renesse vander Aa, Jan vander Haer van wegen die edelen, Henrick die Voocht van Ryne- velt , burgermeyster t'Utrecht, Jacob van Hardevelt, schepen t'Amersfoirt, Willem van Ham, burgemeyster tot Rhenen, Anthonis de Wit, schepen tot Wyck, Cornelis Jansz. van Deyl, bur- fjemeyster tot Montfoort. Anno XVC.LXIX., opten eer-
sten aprilis. Syn die staten 'slants van Utrecht beschreven, ende in der cancelrien'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te hoeren trapport van de gedeputeerden van voorn. staten, diewelcke geweest zyn ten hogen hove by de Exc"L des hertoge van Alve, etc., gouverneur ende capi- teyn-generael over co. Maj. Nederlanden, etc., alwaer die selve gedeputeerden, als nament- lick mynen E. heer die domdeken ende Jan Taets van Amerongen, burgermeyster t'Utrecht, hoer rapport by monde myns E. heeren domdeckens gedaen hebben, leverende aldair over die propositie gedaen tot Brussel den gemene generale staten dezer Nederlanden ; Welck ge- lesen zynde, hebben elcx van de staten versocht copie, concluderende, dat men versoucken zal andere bescrivinge van deselve staten op woensdage nae paesschen naestcomende, om als dan te delibereren ende concluderen opte antwoorde, die men zyne Exc"c opte voirsz. propositie toevougen endegeven sail, om dselve antwoort wederom aen zyn Exc"c tebrengen vyftien dagen na paesschen, welcken termyn zyne Exc'ic den generalen staten geprefigeert heeft. Actum %ts., presentibus die domdeken, Galama ende Grovesteyn indenDom, die deken, Schetter endeCuyni-etorfft'Oudemunster, Coddenoirt, Veussel sintPeters, diedeken, Streng, Hemstede sint Jans, die deken, Buchel, Drolshagen, scholaster sint Marie, van wegen die tcclesien, Anthonis van Zuylen van Nyevelt, Adriaen van Renesse vander Aa, Jan vander Haer |
||||||
3
ende Louf aya zoene, van wegen die edelen, Henrick die Voochtvan Ryhevelt, JanTaets
van Amerongen, burgermeysters, Henrick Valckenaer, schepen t'Utrecht, Adriaen van Eg- raont, burgermeester t'Amersfoort, Willem van Ham, burgermeester tot Rhenen, Jan van Zuydoort, burgermeester tot Wyck, Gerrit Gysbertz., burgermeester tot Montfoort. Eodem, alsoe sommige vande butensteden sustineerden, dat men hem telkens, als er enigen
propositien gedaen waeren , elcx copie leveren soude tot costen van de staten, hebben die staten verclaert ende geordonneert, dat achtervolgende die oude observantie die secretaris vande staten op zynen cost ende jaerlicxe gaigen leveren zal elcx vande staten een copie vande propositie, die gedaen is ende in toecomende tyden gedaen zullen worden, te weten, die ecclesien een copie, die ridderluyden een copie, ende die vande stat Utrecht een, als representerende die andere steden ende den derdenstaet, ende zoe wie verder van der steden ofte yemant an- ders copie beghere. zal zyn tot costen van vande genen, die zulcx begeert. Anno XVC.LXIX., opten Xin.
dach van aprille. Syn die staten 'slants van Utrecht betcreven ende in der cancelrien 'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om eyntelick te resolveren opte propositie lestmael van wegen co. Maj. on- zen aldergen. heere, by der Exc"c des hartoghe van Alve, gouverneur capiteyn-generael etc. gedaen, ende nadien myne E. heeren die domdeken, mitsgaders die andere mede commissa- rissarien der staten voorn., achtervolgende 't versouck, bevel ende ordonnantie by de Ex- cellence des hertoghe van Alve, gouverneur ende capiteyn-generael etc. lestemael in't par- ticulier syn Exc"e tot Bruessel, nae de generale propositie gedaen, die saeken vander petitien, neerstelick ende hartelick den voorn. staten gerecommandeert hadden etc., hebben die voorsz. staten tzamen op als gecommuniceert ende opte voorsz. propositie ende petitie rypelick gelet ende gedelibereert, dan overmits die selve staten als noch nyet en costen eendrachtelick accorderen, zyn eendrachtelick gesloten, te versoucken ende begeren andere generale dachvaert ende be- scrivinge op maendaghe naestcomende, den xvm. dach van aprilis, om als dan eyntelick te resolveren ende nyet van malcanderen wter stadt te scheyden, sorider die selve eyntelicke con- clusie te nemen. Actum vts., presentibus myne heeren die domdeken, Galema, proost van Noorthuysen indenDom, die deken, Cuynretorf, Herema t'Oudemunster, die scholastei Uten Eng, BoschsintPeters, die deken, Pyl,Knoop, Streng sintJans, die deken, ter Spille, Schucrinck, Noortwyck, Buche], Drolshagen, Westrenen, de Jonge sinte Marie, van wegen die vyf ecclesien, die heer van Montfoort, heer Dirck van Zuylen, heer Anthonis van Ap- coude vanMeerthen, litters, Adriaen vanRenesse van der A.a, Johan vander Haer, van wegen die edelen, Henrick die Voochtvan Rynevelt, Jan Taets van Amerongen, burgetneesters, Jan van Renesse van Mourmont, Claes van Oostrom, Cuyck , scepenen t'Utrecht, Adriaen van Egmont, Rutger Penyt, burgermeesters t'Amersfoort, Willem van Harn, burgerm. tot Renen, Jan van Zuydoort, burgermeester, TymandeWit, secretaris tot Wyck, Cornells Jansz. van Deyl, burgermr, Willem Gollart, Thomas Cornelisz vande Poll, scepenen tot Montfoort. |
||||||
Anno XVC.LXIX., opten xmi.
dach van aprille. Hebben die gedeputeerden vande staten, vergadert zynde inder staten camere, gecommit-
teert Mr. FlorisThin, advocaet van deselve staten, om achtervolgende die raminge aldaer by 1*
|
||||||
4
|
|||||
denzelven gedeputeeiden ovcrcomen, te concipieren opt behagen vande staten alsulcken schrif-
telick anlwoorde, als men d'Excellentie des hartogen van Alve etc., gouverneur etc., den xv. dach na paesclien, opte propositie ende petitien lestmael den gemenen generate staten tot Brussel gedaen, geven ende oveaeveren zall. Actum vts. Welcke geconcipieerde antwoorde die veorn. gedeputeerden eeu salerdach toecomende ter plaetze te uegen uren zullen hoiren lesen. Anno XVC.LXIX., optenxvm.
dach aprilis. Syn die drie staten 'slants van Utrecht bescreven ende in de cancehien'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om eyntelick te resolveren, ende nyet van den anderen te scheyden, zonder eendrachtelick te concluderen opte propositie ende petitie van wegen co. Maj., onzer alder- gen, hceren, by de Excellentie des hertogen van Alve etc., gouverneur ende capiteyn-generael, etc. gedaen. Ende na dit seker concept van antwoort gelezen was, alzoe die staten noch nyet vvel en costen accorderen in als, is deze dachvaert gecontinueert tot morgen te negen uren. Opten zelven dach hebben geordonneert Jan vander Haer, cameraer, dat hy alle die
bancken in der staten camere, mitsgaders die muere zal laten becleden mit pruys root leer. Actum vis., presentibus die domdeken, Galema , Walscapple in den Dom, die deken, Schet- ter, Herema t'Oudemunster, die scholaster UtenEng, Bosch sintPeters, die deken, Haem- stede sintJans, die deken, ter Spille, Buchel, Schuerinck sinte Marie, die heer van Monfc- i'oort, heer Dirck van Zuylen, Anthonis van Apcoude van Meerthen, ritter, Adriaen vanRe- nesse vander Aa, Anthonis van Zuylen van Nyevelt, Jan vander Haer van wegen die edelen, HenrickdieVoocht vanBynevelt, JanTaetsvan Amerongen, burgermrs, Cornells vander Maeth, N. Cuyck,, schepenen t'Utrecht, Adriaen van Egmont, burgermr t'Amersfcort, Willemvan Ham, burgermr tot Bhenen, Zuydoort, burgermr, TymandeWit, secretaris tot Wyck, Cornell's Jansz. van Deyl, burgermr te Montfoort. Anno XVC.LXIX., den xix. aprilis.
Syn die staten 'slants van Utrecht wederom by continuatie van den dachvaert, gisteren
gehouden, vergadert geweest, om eyntelick te resolveren ende nyet van den anderen te scheyden, sonder eendrachtelick te concluderen opte propositie ende petitie van wegen Co. Maj., onzen allergen, heere, by d'Excellentie des hertogen van Alve etc., gouverneur ende capitain-generael etc., gedaen ; ende alsoe die heeren van sinte Peters nyet en compareerden, die edelen cleyn int getal waren, zoe hebben die voorsz. staten als noch nyet connen eyndelyck concluderen noch resolveren, hebbende daerom deze dachvaert gecontinueert tot morgen ten negen uren, om als dan wederom in der cancelrien alhier te compareren, ende alle vliet ende neersticheyt te doen, om als dan eyntelick te concluderen ende resolveren, zoe Verre hem tselve mogelick zyn zal te doen. Actum vts., presentibus die domdeken, Galema, Wee, Walscapple in den Dom , die deken, Schetter, Herema t'Oudemunster, die deken, Pyl,Knoop sintJans, die deken, ter Spille, Buchel, Schuerinck , Drolshagen sinte Marien, heren Dirck van Zuylen , ritter, Adriaen van Renesse vander Aa, Jan vander Haer van we- gen die edelen, Henrickdie Voochtvan Rynevelt, JanTaets van Amerongen,burgermrs, Cor- nells vander Maeth , N. Cuyck, schepenen t'Utrecht, Adriaen van Egmont, burgemr t'Ameri- foort, Willem van Harn , burgermr tot Rhenen, Jan van Zuydoort, burgermr, Tyman de Wit, secretaris tot Wyck, Cornelis Jansz. van Deyl, burgermr tot MontfoorU |
|||||
5
Anno XVC.LXIX., oplen XX.
dach van aprille. Syn die drie staten 'slants van Utrecht by conlimiatie van deze dachvaert, op gisteren
gedaen, in der cancehien 'shoofs van Utreclit wederom vergadert geweest, om eyntelick te concluderen ende resolveren opte propositie ende petitie van wegen co.maj., onzer alder- gen, heere, by de Excellentie des hertogen van Alve etc., gouverneur ende cnpiteyn-generael Van co. Maj. Nederlanden etc. gedaen; ende gehoort eerst by den zelven staten, het rap- port van hoir luder gedeputeerden ten hoogen hove, by d'Excellentie des hertoge voorsz. ge- weest zynde tot Brussel, ende gelesen die schrif'telicke propositie van zyne co. Maj. ende syn Excellentie, den gemenen staten overgegeven, beroerende die contributie van den honder- sten penninck voor een reyse van alle roerende ende onroerende goederen, mitsgaders den thienden penninck van het zuyver comende van de roerende goederen, ende den xx. pen- ninck comende van de vercopinge der onroerende goederen, ter tyt toe in de propositie bre- der gespecificeert, met die'middelen by syn Excell. voorgeslegen op de collectie van dezelve penningen etc.; ende daerop verscheyden commnnicatien gehouden, ende op al rypelick gelet hebhende ende bevindtn de voorsz. contributien, als wesende te zeer zwaer lasten voor den landen van Uti-echt, nyet dragelick , aenschuu genomen, dat het voorsz. lant een zeer clein lant is, zulx dat men op een ure uten zelven landen kan gaen, staende daer het al- derbreedste is, ende bynae die helft steryl, heye ende onlant is, ende dat tselve, d'welck van de voorsz. landen vruchtbaer is, met grote notelicke costen van dycken, dammen, molens, sluysen, watergangen, ende diergelycken wercken, gehouden moeten worden, belopende jaer- lix merckelicke getaele van duesent guldens, ende dat selve lant daer beneffens sedert veer- tig jareri, dat keyz.Maj., hoochstloeflicker memoiie, daer aen gecomen is, boven alle andere voorgaende contributien ende subventien als noch beswaert is, over twee hondert duysent car. guldens, die alle geemployeert zyn tot prouffyte van keys, en co. Maj. in verscheyden beden ende subventien, hem luden gewillich geconsenteert, waervan zy luden als noch die renten ende lasten dragende zyn, ende is d'voorsz. petitie des te onverdragelicker, dat die voorsz. landen, door die voorleden troubelen zeer geaffigeert zyn geweest ende merckelicke grote costen hebben moeten dragen, zoe in't onderhouden van de knechten, die sy omine die stat ende landen van Utrecht te preserveren tcgens d'invasie ende verscheyden aenslagen van de rebellen ende sectarissen, op de voorsz. stat en landen meer dan andere gemaect, op haerluyder eygen buydel aengenomen ende onderhouden hebben gehadt, als oick door verscheyden tocnten van kn< chten , zoe van voorn. rebellen als andere van zyne Maj., die geduerende de voorsz. troebelen door deze landen gepasseert zyn. ende oick een tyt lange op de Vaert ende binnen die stat Utrecht ende Wyck gelegen hebben, behalve dat die voorsz. landen als meer andere ter cause van de voorsz. troubelen, ende overmits het vertreck van velc personen wte voorsz. lande, in neringe, coopmanschap ende andere handel, die daer (hoewel zeer zoberlick) plach te wezen, zeer gekrenkt is, ende indien die petitie voortganck hadde, noch meerder in neringen ende coopmanschappen gekrenckt zoude worden, over- mits door gebreck van gelde nyemant wat zoude laten of doen maeken, ende doer dien die gemene man ende arbeyders van alles gebreck geschapen zouden zyn te gecrygen, dat oick daer beneffens zoe overmits, te weten muysjaren, waterjaren, groote sterlte van beesten ende den yskaringe, destructie van dyckagen, die op dit jegenwoordige jaer gevallen zyn, enige voorgaende onvruchtbare jaren, als oock ter cause van den voorsz. troubelen, die huysluy- den zeer verarmpt zyn, ende die rycken geen betalinge van hoerl. pachten crygen connen, in der vougen, da.t die landen dagelix tot mindere pryze beginnen te comen, als zy on- |
||||
6
|
|||||
twyflelick noch mecrder geschapen zouden zyn, in haer prys gediminueert te zullen wor-
den, even verre die voorsz. petitie voortgancK. hebben zouden, mits dat het lant daer door ran gelde genoucht gebloot zoude worden, alsoe dat de voorsz. lasten nu veel zwaerder voor de voorsz. landen zouden vallen, dan eertyts gedaen zoude hebben, als die co.Maj. die petitie dede van den hondersten penn. van de onroerende goeden ende de vyftichsten penn. van de coopmanschap, ten welcken tyde die voorsz. landen noch veel meer in fleure ende welvaert waren, dan zy nu tegenwooruich zyn , ende nochtans die co. Maj. alsdoen van de lasten ende cleynicheyt van de voorsz. landen, onlanx aen zyne Maj. heer vader hoochl. memorie gecom- meii, geinformeert zynde, ende daerop aenschou nemende, heeft hem mit een zekere somme van de penningen, te weten, achten twintich duezent keyzers guldens, op acht jaren te be- talen, in de plaetze van de voorsz. bede, laten contenteren ende te vreden gehouden, met welcke ofte gelycke somme, die voorsz. somme die voorsz. staten nu oock wel zouden verhopen dat zyne Exe''1 te vreden zoude wezen, nyettemin die voorn. staten, overleggende die grote costen, die zyne Maj. ter oirzakc van de voorsz. troubelen, ende omnie deze zyne Neder- landen in vrede ende d'oude catholycxe religie te houden ende conserveren, gedaen heeft, oontinuerende voorts die gewoonlicke goetwillicheyt, die zy altyts in gelycke zaecken gethoont hebben , willende zyne Maj. na haerluder vermogen, ende soe veel als hemluden enigsins mo- gelick ofte dragelicK is, totte voorsz. costen te bate comen ende soe veel te meer, als zy wel connen denken die lasten zwaerder te zyn, dan die eertyts waxen , ende zouden zulx te vreden wezen, ymmers mits dat zy van tie voorsz. vier petitien ende alle puncten ende ar- tickelen in deselve, mitsgaders in de voorgeslegen middelen begrepen, outlast zouden blyven ende daervau verzekert zynde etc., zyne Maj. te geven ende accorderendie somme van twee ende seventig duyzent guldens eens, daer inne gerekent die twaelf duyzent guldens, die zy on- laucx betaelt hebben, d'welcke hemluden belooft zyn te zullen wezen tot verminderinge van meerdere somme, die van hemluden begeert zouden worden, ende dit al tot onderhoudinge van den crychsvolcke, die zyne Maj. ter cause van voorleden troubelen moet onderhouden, mits dat men hem zoude geven consent ende octroye die selve te collecteren ende vynden by den genen, die de staten voorsz. daertoe deputeren zullen, het ware by copinge van ren- then ofte andersinls, op zulcke onderpanden, als zy dat mitten ander ter minster lesie ende tjuetsinge van de landen ende arme ondersaten adviseren zullen, te betalen, de voorsz. som- me op zes jaeren, mits oick, dat men hemluden duerende deze zes jaren mit geen andere petitien, hoedanich zy oick wezen mochten, belasten noch bezwaren zall, waervan d'eerste, lermyn betaelt zal worden vier maenden na dat die staten 't voorsz. octroy geaccordeert ende gelevert zal zyn, ende zoe voert jaerlix die voorsz. jaren wt geduerende, wel verstaende, indien daer enighe dykstoringe ofte inbreck geschieden ('twelck Godt verhoeden moet), dat in zulcken gevalle die betalinge van dat jaer, tot een jaer daer na gesurchiert zal worden, mits welcke zy verhopen ende bidden zeer ootmoedelick, dat zyne Exc"°, aenschou nemende opte voorsz. lasten ende goetwillicheyt, hem te vreden houden, ende diens achtervolgens d'voorsz. staten .van de voorn. vier petitien vorder ongemoeit te laten, ende dezen haerlieder antwoort ende consent ten besten te nemen gelieven zal. Heemraat opte Vecht ende Crommen-ryn.
Opten zelven dach hebben die ridderluden genomineert joncker Henrick van Apcoude
van Meerten, heemraet te zyn voor drie aenstaende jaren opte Vecht ende Crommen-ryn, ende die goodshuysen ende regierders vander stat zullen de hoiren oock elck bereet heb- ben ende nomineren. Opten zelven dach heeft Herman vande Vecht van wegen de heer van Warenborch, ca-
|
|||||
7
|
|||||
pilL-wi op Vredenborch, de slaten aengegeven, hoe dat die capiteyn voorn. door mynheer
die grave van Meghen bevel gesonden vant sloot zeecker soldaten tot Apcoude, omt huys al- laer te bewaren, ten tyde als die geusen door tlant togen, ende alsoe die zelve knechten al- dair te scepe gebracht werden , ten eynde sy ten platten lande ende den huysman geen schade doen zouden , ende men den scippers daervan noch sculdich is thien gulden, begeerden, dat *die staten tzelve betalen wilden, overmits zulex geschiet is tot defensie van tgemeen lant; waer op de staten zeyden, de saecken haer nyet aen te gaen, dan dattet conincks saecke is, etc. Actum vts., presentibus die domdeken, Galema, Grovesteyn , Axelius, Walscappele in denDom, die deken, Schetter, Herema t'Ondemr, UtenEngh, scholaster, Bosch sint Pe- ters, die deken, Knoop, Haemstede sititJans, die deken terSpille, Drolshagen, Schuer- rinck, Noortwyck sinte Marie, van wegen die vyf ecclesien , die heer van Montfoort, heeren Dirck van Zuylen, Anthonis van Apcoude van Meerten, heer van Essesleyn, ritters, Authonis van Zuylen vanNyevelt, van wegen die ridderluyden, Jan Taefs vanAmerongen , Hendrick de Voocht vanRynevelt, burgermrs, Cornell's vander Maeth , Herman vander Vecht, Cuyck, scepenen t'Utrecht, Adriaen van Egmont, burgermr t'Amersfoort, Willem van Harn, bur- germr tot Renen, JanZuydoort, burgermr, TymandeWit, secretaris totWyck, Cornell's Jansz. van Deyll, burgermr tot Montfoort. Anno XVC .LX1X., XXV. aprilis.
Syn die staten 'slants van Utrecht beschreven ende inder cancelrien's hoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te hoiren , tgene hem van wegen co. Maj. aengegeven zal worden, etc., alwaer gecompareert is Mr. Willem van Dyemen, vicepresident's hoofs voorsz., ende nadien hy by monde , 'tgene hem van wegen die heeren van Boussu, stathouder vanHollant, bevolen was, den voorn. staten te kennen gegeven hadde, beroerende die leste propositie ende peti- tie etc., hebben die staten versocht ende verworven copie,om elex de hoiren aen te bren- gen, ende op vrydage alsoluyt antwoort te geven. Actum vts., presentibus Bruhese, Gro- vesteyn in den Dom, die deken, Cuvnretorff t'Oudemunster, Veussel sint Peters, die deken sint Jans, die deken ter Spille, Buchel, Drolshagen sinte Marie, heer Dirck van Zuylen, rit- ter, Antonys van Zuylen van Nyevelt, Johan vander Haer, Henrick de Voocht van Rynevelt, Cornelis vander Maeth, burgermrs ende schepenen te Utrecht, Adriaen van Egmont, bur- germr t'Amersfoort, Weyer van Riebeck, burgermr tot Wyck, Gerrit Gysbertsz, burgermr lot Montfoort. Anno XVC.LXIX., opten xxix. aprilis.
Syn die staten bescreven ende inder cancelrien 's hoofs van Utrecht vergadert geweest,
om eynlelick andere resolutie te nemen ende geven, volgende die propositie den gcdepu- teerden van de staten by geschrifte overgelevert, tot contentement ende intentie vande Excel!, des hertogen van Alve etc. ; ende die drie staten voorsz. hebbende rypelick gelet opte pro- positie een maendage lestleden , door bevel des edelen welgeboren heere, mynheere die gra- ve van Boussu etc., stathouder van Hollant etc., by de weerdige hooggeleerde heer Mr. Wil- lem van Dyemen, als outsten raet inden provintialen hove van Utrecht, den voorgen. staten voorgehouden; Geven mit alle reverentie voor antwoort, dat zy haarluder voorgaende re- solutie, d'welcke hare gedeputeerde nu ter tyt d'Exc. vanden hertoghe (gelyck het wel te pre- snmeren is) aengegeven hebben, nyet en te connen ofte behoiren enichsins te altereren ende te bnyten gaen, boven velerande redenen , regardt nemende,dat dieselve resolutie zoe preg- |
|||||
I
|
||||||
a
|
||||||
nant ende vruchtbaer is, om die co. Maj., onzer aldergen. heere, ende zyneExc"', zoeveleti
als den staten mogelick is geweest, te believen, dat die voorsz. staten gansselick verhoepen, dat zyne Exc"c, aensiende die grieven ende lasten van dit cleyne landeken, van hoere reso- lutie, breder verhaelt, van hoire goetwillich. een goet benoegen ende contentement zal be- lieven te nemen. Actum vts., presentibus heer Jan vanBruhese, Walscapple indenDom, die dekea t'Oudemunster, Bosch, Veussel sintPeters, die deken Esch sintJans, die de-* ken, Collaert, Schuerinck sinte Marie, van wegen die ecclesien, heer Dirck van Zuylen, rit- ter, Jan vander Haer, van wegen die edelen, Henrickdie Voocht vanRynevelt, burgermr, Cornelis vander Maeth, scepen t'Utrecht, Jacob van Barnevelt, burgermr t'Amersfoirt, Wil- lem van Hairn , burgermr tot Renen, TymandeWit, sccretaris totWyck, Gerrit Gysbertsz , burgermr tot Montfoort. Anno XVC.LXIX., den vn. meye.
Syn die drie staten 'slants van Utrechts bescrevcn ende in der cancelrien 'shoofs van
Utrecht vergadert geweest, om te horen het rapport ende wedervaren van de gedeputeerden der drie staten 's lants van Utrecht, welcke geweest zyn ten hogen hove, aen d'Exc"c des hartogen van Alve etc., beroerende die leste propositie ende petitie. Item, om te comnra- niceren beroerende die publicatie van den placcaet, aengaende den impost van de Rynsche en andere wynen, ende t'adviseren wat men voorts daer inne doen zal etc.; Ende eerst hebben die voorsz. gedeputeerden by monde des eerw. heeren Johan vander Vecht, domdecken, jnede commissaris, hoir rapport gedaen, ende hoir wedervaren, hen ten hogen hove be- roerende die voorz. petitie gemoet, int lange ende breet verhaelt, gehoort welck rapport, hebben die staten geordineert, dat eenen yegelick aldaer present zynde, 'tzelve dat zy ge- hoort hebben, den hoiren overbrengen ende te kennen geven, ende dat men verzoucken zal, nyewe bescrivinge op vrydach nae ascensions dach naestcomende, ten eynde een yege- lick van de voorsz. staten als dan geresolveert wederpm come, om gelyckelick voort t'advi- seren ende concluderen, wat men voorts in der saecken van de voorsz. propositie ende pe- titie doen zal, ende aengaende die publicatie by den deurwaerder gedaen, beroerendai»aen impost voorsz., zyn die staten eendrachlelick gesloten hem tegens dieselve publicatie te op- poseren, ende deselve oppositie den deurwaarder bchoorlyk te intimeren, gelyk ook deselve oppostie ende intirnatie van dyen opten staende voet den voorn. deurwaerder inden staten ea- rner geroupen zynde, by monde van mynheer den domdecken gedaen is, welcke oppositie hier na volcht: Alsoe tot kennisse gecomen is van den gemenen staten van den lande van Utrecht, dat
onlancx, als opten vierden dach van meye lestleden , zonder haerluder voorweten ofte con- sent, by de stadt clocke van Utrecht gepubliceert is geweest zeker placcaet, inhoudende, dat men den nyewen excys van dertich stuvers op elcke ame wyns, voor den tyd ende ter- inyn van een geheel jaer zoude moeten betalen, naer uytwysen die specificatie, breder int selve placcaet gestelt zynde, van daten den nil. may, anno XVC.LXIX. etc., zonder dat die voorsz. staten verstaen in de voorsz. excys ofte impost geconsenteert te hebben, ende dat zy darom ongehouden zyn alsulcke excys ofte impost te betalen, ende al ist, dat zyluden hem laten dunckeu 't voorsz. placcaet door enich onverstant geemaneert ofte binnen Utrecht ge- publiceert te zyn, zoo ist nochtans, dat die voorsz. staten, collegialiter vergadert zynde, onvermindert ende onvercort co. Maj. hoocheyt, alleenlyk om te conserveren die gerechtich- heyt van tgemene lant van Utrecht, hebben hemluyden tegens't voorsz. placcaet, publicatie ende executie van dien, alrede daer van gedaen. ende die noch gedaen zoude mogeu.wor- |
||||||
9
|
|||||
den, geopposeert, ende expresselick hem daer tegens mits dezen opposeren ende begeren
zeer oetmoedelyck, dat zyne Maj. gelieve deze hoire oppositie int beste te verstaen ende tet tyt toe zyne Maj. volcomen kennisse van de voorsz. saecke genomen zal hebben, d'executie van dien te surchieren. Actum als boven , in presentie van voorsz. deurwaerder 's hoofs van Utrecht, geroupen zynde in der staten earner, ende dat by monde des eerw. heeren dom- dekens, wten naem van de staten voorsz., den vii.dach van meye, annoxvc.LXlx. Anno XVC.LXIX., den XIIH.
dach van meye. Syn die drie staten's lants van Utrecht bescreven ende in der cancelrien's hoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te horen lesen die sciercedule van den Leckendyck ende Hinderdam, mitsgaders aengeven die gebrecken zynde opten Hinderdam etc., gehoort welcke sciercedule, hebben die staten dselve geapprobeert. Anno XVC.LXIX., den xx.
dach van meye. Syn die drie staten bescreven ende in der cancelrien 'shoofs vergadert geweest, om voor's
te communiceren, delibereren ende eyntelick , ist mogelyk, te concluderen, beroerende die propositie ende petitie van wegen co.Maj., onzen aldergen. heeren, by d'Excell. des herto- gen van Alve etc., gouverneur, capiteyn-generael etc., lestemael tot Brussel gedaen etc., al- soe zyn Excell. niet te vreden en is geweest mette leste presentatie in dezen gedaen , dan begeert absoluyt antwoort affirmatief oft negatief etc. , ende na vele ende diverse ende me- nichvuldige communicatien ende deliberatien , alsoe die voorn. staten noch nyet en costeti overcomen ende eyntelick resolveren, ende die edelen ende ritterscap luttel ende cranck in getale waren,. soe hebben die voorsz. staten eendrachtelick geadviseert te begeren nyewe be- scrivinge op vrydage den XXVir. van meye naestcomende, mits dat die edelen verscreven worden te compareren opte verbuerte van hoire stemme voor dese reyse, te weten, die ver- screven zynde nyet en compareerden. Actum vts., presentibus die domdeken, Galema, Walscapple in den Dom, Schetter t'Oudemunster, Bosch, Conine, Veussel sint Peters ^ diedeken, Pyl sintjans, die deken , terSpille, Schurinck, Noortwyck, Drolshagen sinte Ma- rie, van wegen die vyf ecclesien, heeren Dirck van Zuyleu vander Haer, heer van der Zeven- der, Anthonis van Apcoude van Meerten, heer van Essesteyn, ritters, Jan vander Haer, van wegen die edelen, Hendrick de Voecht van Rynevelt, Jan Taets van Amerongen, burgermrs, Cornells vanderMaeth, Herman vande Vecht, scepenen t'Utrecht, Adriaen van Egmont, bur- germr , Jacob van Hardevelt, scepen t'Amersfoort, Walraven Lucasz. burgermr , Jacob van Harn, scepen tot Renen, Weyer vanRiebeck, burgerm., TymandeWit, secretaris tot Wyck , Ghysbert Gysbertsen , burgermr. tot Montfoort. Anno XVC.LXIX., opten
XXVII. may. Syn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende in den cancelrien 's hoofs van Utrecht
vergadert geweest, om eyntelick te resolveren opte petitien by d'excell. vanden hertoge van II. 2 |
|||||
10
|
|||||
Alvc etc. vnn wegen go. Maj. den staten voorsz. gedaen, ende na vele diverse comraunicatien ende
d'eliberatien, alsoe die vooni. staten noch nyet en costen eyntelick overcomen ende resolve- ren, soe hebben die voorn. staten eendrachtelick geadviseert, te begeren nyewe besci'ivinge op woensdage toeconiende, ofte ten minste continuatie tot dyen dage toe i Verhopende (aen- gesien de voorsz. zaeke zoe op huyden geprepareert was), dat dselve alsdan eyntelick geter- mineert zoude worden. Actum vts., presentibus die domdeken, Walscapple indenDom, deken van Oudmunster, Bosch, Coninck sintPelers, die deken, Renesse sintJans, die de- ken , ter Spille, Di-olshagen, Noortwyck, Schuerinck van sinte Marian, mynheer van Mont- ibort, lieer Dirck van Zuylen, Anthonis van Meerten, Jan vander Haer van de ritterschap, Rynevelt, Amerongen, burgermrs, vander Maeth ende vandeVecht, scepenen der stadt Utrecht, Schaeyck, Peter Hoef kens der stadt Amersfoort, Harn ende Walraven Lucasz. van Rhenen, Frans van Riebeck, burgermr van Wyck, van Montfoort Peter Gerritsz, sce- pcn. Anno XVC.LXJX, opten l.dach
van junio. Syn die staten wederom beschreven ende vergadert geweest in de cancelrien 's hoofs van
Utrecht, om eyntelick le resolveren opte petitie by de Excell. des hertogen van Alve ge- daen, mitsgaders om zekeren wten haren te deputeren aen zyn Excell. , om de voorsz. re- solutie over tebrengen, etc.; Ende alsoe d'selve staten, na vele diverse communicatien, als noch nyet en kosten eyntelick concluderen , hebben gesloten te begeren ende versou- ckeu, begerende ende versouckende mits aen myne E. heeren, d'eerste ende d'andere rai- den des conincx t'Utrecht, andcre generale bescryvinge van d'selve staten op vrydaghe na heyligen Sacrementsdage naestcommende, om alsdan zonder vorder dilay eyntelick te re- solveren , ende ingevalle myne E. heeren van den raidt sulex den voorn. staten nyet en sou- den willeu gunnen, dat hoir E. deze hoir begeerte ende versouck believen te scicken aen d'Excell. des hertoge van Alve etc., gouverneur ende capiteyn-generael etc., ofte ten min- sten aen myn E. heere van Boussu, stathouder etc., om op deze hoire begeerte ende ver- souck by syne Excell. gedisponeert te worden. Op ten zelven dach hebben die staten geordonneert haren secretaris, te maicken een
nyewe registre, ende daer inne te doubbleren alle acten, requesten ende andere monu- inenten, geregistreert in zekere andere registre, belangende des conincks ende der staten saecken, ende tselve voortaeu te continueren, ende alle propositien van wegen keyz. ende con. Maj. gedaen, ende die noch geschieden zullen, registreren, alle totten staten costen. Actum vts., presentibus die domdeken, Veno, Walscapple, Luessinck in denDom, die
deken ende Schetter t'Oudemunster, Vuessel, deken sint Peters, die deken ende Rengers sintJans, die deken ende Collaert, ter Spille, Buchell, Noortwyck, Drolshagen sinte Marie, van wegen die ecclesicn, die heer vanMontfoirt, heeren Dirck van Zuylen , beer vander Ze- vender, Anthonis van Apcoude van Meerthen, heer van Essesteyn , ritters , Adriaen van Re- nesse vander Aa , Jan vander Haer van wegen die edelen, Henrick de Voecht van Rynevelt, Jan Taets van Amerongen , burgermrs, Cornelis vander Maeth, Herman vandeVecht, scepe- nen t'Utrecht, Jacob van Hardevelt ende Peter Hoef kens, scepenen t'Amersfoort, Willem van Harn ende Walraven Lucasz., burgermrs tot Rhenen , Frans van Riebeck , burgermr tot \V\ck, Peter Gerritsz, scepen tot Montfoort. |
|||||
II
|
|||||
Anno XVC.LXIX., den x. juny.
Syn die staten 'slants van Utrecht bescreven en in de cancelrien 's hoofs van Utrecht
vergadert geweest, om, zonder enich vorder dilay, eyntelick op als te resolveren, ende hoer gescickte te deputeren ende synde nae behoiren ten hogen hove, ende gehoort 't rap- port ende wedervaren van hoerluder gedeputeerden aen d'Excell, van de hertoghe van Alve etc. , gouverneur ende capiteyn-generael etc., mitsgaders tgene deselve onlancx voorgehouden is geweest, door't scriven van myn E. heere die grave van Boussu etc., stathouder over Hollant, jiopende die petitien lest by zyne Excel!, den gemenen staten gedaen ende voorgehouden etc., ende verscheyden communicatien daerop gelindt, ende die zwaricheyden van de zaecke ry- pelick overleyt ende overwegen hebbende, bevinden d'selve petiten hoe Linger hoe zwaer- der, ende voor bet gemeene lant van Utrecht in gcender ruanieren dragelick, als waer door 'tzelve lant ganzelick van gelt gebloot zoude worden, ende die coomanschap, neringe, ne- gotiate ende ambochten van dezelve landen (daer mede die borger ende schamele gemeente meest all onderhouden worden, hoewel zeer soberlick) cesseren, verlopen ende aiuleisitis te nyetle gaen souden , dat de voorsz. staten even verre die voorsz. petitie voortganck zou- de hebben, geen middclen sien, waermede men die borgeren ende schamele gemeente, die in effeete nyet en hebben, dan zy mit hacr neringhe , coomanscbap ofte ambochten en winnen , voortaeu zoude cunnen ofte mogen onderhouden , gelyck die staten wel gcloven tselve zyne Excell. van wegen andere staten , daer die handelinge van de coomanscappe meer- der is, int particulier ende in specie geremonstreert te wezen, willende nycttemin de voorsz. staten continueren in haer gewoonlicke onderdauicheyt ende goetwiliicheyt ende getrouwicheyt, die zy altyts tcgens die keyz. Maj. hoochlofl. memorie voor ende die con.Maj. naer gethoont ende gedragen hebben, merckelick in de lestcn voorlcden troubelen, in dewelcke zy, om die stadt ende knde van Utrecht ende andere onileggende landen tot behouft van zyne Maj. te bewaren ende verzekert te houden, nyet veel min dan hondert duizent Carolus gulden aen coste gedaen ende schade geleden hebben, syn wel bereil zyne Maj. als noch voor soe vele hemluden enichsins mogelick is te dragen ofte te vcrvallen, te subvenieren ook met meerdeie sommen, dan zy t'eeniger tyt ofte zyne Maj. ofte zyne Maj ts voorsaten gcgeven hebben, en- de alsulx zyn eendrachtelic gesloten overcomen ende te vreden in de plaetse van de voorsz. petitie zyne Maj. boven die twaelf duyzent gulden, die zy lest gegeven hebben, noch te te geven eens die somme van hondert duyzent Carolus guldens, ende dit al tot onderhoudin- ge van den crysvolck, die zyne Maj. ter cause van de voorlcden troubelen moet onderhouden, mils dat men hem zoude geven consent ende octroyen , die selve te collecteren ende vyn- den by den genen, die de staten daartoe deputeren zullen, bet ware by copinge van ren- ten ofte andersins, op zulke onderpanden, als sy dat mitten anderen ter minster lesie ende (juetsinge van de landen ende arme ondersaten adviseren zullen, te betalen die voorsz. somme op zes jaren, mits oick; dat men hemluden duerende deze zes jaren mit geen ander peti- tie, hoedanieh zy oick wezen mochte, belasten noch bezwaren zall, waarvan d'eerste ter- myn betaelt zal worden vier maenden na dat de staten 't voorsz. octroye geaccordeert ende gelevert zal zyn, ende zoe voert jaerlix die voorgenoemde jaren wt geduerende, welverstaende indien daer eniche dyckschoringe ofte imbreck gesehiede ('twelck Godt verhoeden moet), dat in zulcken gevallen die betalinge van dat jaer daerna gesurchiert zal worden, mits welcke zy verhopen ende bidden zeer ootmoedelyck, dat zyne Excell. aenschou nemende opte voorsz. lasten ende goetwiliicheyt hem te vrede houden, ende diens achtervolgende d'voorsz. staten van de voorsz. vier petitien vorder ougemoet te laten, ende dese hoerluder antwoort ende consent ten besten te nernen gelieven zal. Actum vts., prcsentibus die domdeken, Axelius, |
|||||
12
|
|||||
indcnDom, diedeken, Schetter t'Oudemunsler, Coninck , Zuylen, Peter, Camp ende Preys
sinlPetcrs, diedeken, van Esch sintJans, terSpille, Buchel, Collaert sinte Marien, heer Dirck van Zuylen, die heer van Essesteyn, Jan vanderHaer van wegen die ridderscap, Jan Tacts van Amerongen, burgermr, Henrick Valckenaer, vander Maeth, Vecht schepenen, Egmont, burgermr, Jacob van Hardevelt, scepen van Amersfoort, Willem van Ham, bur- germr, Walraveu Lucasz., scepen lot Rhenen, Jan van Hardenbrouck, burgermr, VVeyer vanRiebeck, scepen tot Wyck , Peter Gerritz., scepen tot Montfoort. Opten zelven dach hebben die staten voirsz. gedeputeert, om te reyzen ten hogen hove
mitten voorsz. conclusie ende accoordt, deselve, die lest aldaer geweest hebben, te weten, ' myn eer. heer die domdeken, die heer van Essesteyn, ende Jan Taets van Amerongen. Opten zelven dach hebben die staten gecommitteert heer Willem Pyll, canonick sintJans,
ende heer Dirck van Zuylen, ritter, om voorts te dirigeren ende beneerstigen die saeken heroerende d'affgraveu van de gemeenten, dewelcke dagelix hoe langer hoe meer by attemp- laten van den rentmr des conincx ende anderen gevordert wordt, ten eynde Mr. Floris Thin, advocaet, aan voorn. commissaris recours hebben mach, in derselver zaeken besoignerende. Anno XVC.LXIX., opten xxx. dach
van junio. Syn die drie staten 'slants van Utrecht beschreven ende inder cancelrien 's hoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te aenhoireu 't rapport van den commissaris,, dewelcke van wegen de staten voorsz. gedeputeert zynde ten hogen hove by de Excel], des hertoge van Alve etc., gou- verneur etc. r geweest zyn, beroerende die leste petitie van wegen co. Maj. by syne Excell. lestleden gedaen etc., ende nadien d'voorsz. commissarissen haer rapport by monde des eer. heren domdekens, medecommissaris, gedaen hadden, hebben hoer de staten gedanckt van hoer besogne, moeyte ende arbeyt, verclarende alle tselve elex de hoiren aen te willen ge- ven, ende dat men tselve 't hof van Utrecht te kennen geven zal, ten eynde tselve hof enen dach rame, om wederom die staten te doen bescriven, om eyntelick alsdan, ist moge- lick, te resolveren, etc. Actum vts., presentibus mynheer die domdeken, Bruhese thesau- rier, Walscappele indenDom, die deken, Cuynretorf, Honlhorst t'Oudemunster, Veussel, deken, Knyff, Pyll sint Peters, Esch sintJans, Buchel, ter Spille, Drolshagen sinte Marien, van wegen die vyf ecclesien, heeren Dirck van Zuylen, Anthonis van Apcoude van Meerten, heer van Essesteyn, ritters, Adriaen van Renes vander Aa, FredricUtenEngh, Anthonis van Zuylen van Nyevelt, Jan vander Haer, van wegen dieedelen, Henrick de Voocht van Ryne- velt, Jan Taets van Amerongen , burgermrs, Cornelis vander Maeth, Cuyck, scepenen t'U- trecht, Jacob van Hardevelt, scepen t'Amersfoort, Peter Gerritsz , scepen tot Montfoort. Anno XVC.LXIX., opten vi. July.
Syn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende vergadert geweest in der cancelrien 'shoots
van Utrecht, om eyntelick te accorderen ende resolveren aengaeude die petitie van zyne Kxcell. den staten dezcr Linden, volgende het bevel hoerl. gecommitteerden ten hove ge- daen etc., ende alsoe den tyt der bescrivinge te zeer cort was, zulex, dat overmits d'ab- sentie van vele personen, in elcken respective staet nyet en compareerden ende buyten warer /,,oe hebben die selve staten verelaert, dat zy luyden, aenmerckendc ende overleggende die |
|||||
13
|
|||||||
grote, treflelicke ende wichtige zwaricheyden van der zaecken, als noch nyet en costen eyn-
telick resolveren, ende dat men daeromme versoucken zal wederom nyewe bescrivinge op vrydaghe den XV. dezer maent July, ende begeren breder bescrivinge van de vidderlnden, ten eynde zyl. compareren ten dage voorsz. op heuren eedt ende verbeurte van haei' steimne. Actum vts., presentibus die domdeken, Wede, Walscapple in den Dora, die de- ken ende Ram t'Oudemunster, die deken , Buchel, Zuylen sint Peters, die deken, Pyl sintjans, terSpille, Buchel, Noortwyck sinle Marien, van wegen die ecclesicn , beer Dirck van Zuylen, filter, Adriaen van Renesse vnnder Aa, Jan vander Haer, beyde die burgei-mrs voorsz., Hen rick Valckenaer, Cuyck, scbepenen te Utrecht, Jacob van Ilardevelt, scepen t'Amersfoort, Willem van Ham, schepen totRhenen, Jan van Zuydoort, burgermr tot Wyck. |
|||||||
Anno XVC.LXIX., opten XV. July.
Syn die staten 's lants Van Utrecht bescreven ende in der cancelrien 's hoofs van
Utrecht vergadert geweest, om eyntelick te accorderen ende resolveren aengaende die petitie by do excel], des hertoghe van Alve etc. van wegen con. Maj. gedaen etc., ende die voorn. staten gehoort hebbende het wedervaren van haer deputaten , aen zyne Excell. wten naem van de staten gezonden, omme anlwoort te geven ende resolutie te brengen opte propositic ende petitie by syne Excel!, den generalen staten van deze Nederlanden, wten naem van co.Maj., onzer allergen, heeren , onlancx leden gedaen, mitsgaders die antwoort, die zyne Excell. belieft heeft denselven deputaten te doen geven, te weten, dat zyne Excell. nyet en coste verstaen, dat syl. genouchsaem hoer debvoir gedaen zouden hebben ende gebruyct middelen van inductie, daertoe dienende, om dat de staten zouden bclieven de begeerte van zyne Maj., ende consenteren of'te conform te maecken mit die andere staten hit geen, dat zyne Maj. van d'selve begeert hadde, ende daerom zyluden incontinent wederom zouden l-eysen nae buys, ende de staten wt zyne Excell. naem aengeven, dat zyluyden hem goet- willich zouden laten vynden in de petite van zyne Maj. ende mit die andere staten mae- cken conform, ende by faulte ofle gebreck van dyen , ofte dat zyluden zouden willen per- sisteren by haer voorgaende couclusie ende resolutie, dat in zulcken gevalle zyne Excell. za! gebruycken de authoriteyt van zyne-Maj. ende dat mit sulcke middelen ende manieren van doen, die zyn Excell. daertoe bequam vynden ende advyseren zal, d'welcke nochtaus zyne Excell. zaege liever verhoet, verclaiendc eerst ende vooral, dat hocrluder deputaten genouch- saem die petitie van zyne Maj. mit middelen, daartoe dienende, gepromoveert ende oock gerecommandeert, ende oock mede altyt getrouwelick haer wederfaeren ende rapport gedaen hebben gehadt, dan overmits die zy altyt hebben gevonden in de voorsz. petitie, ende heb- ben zyluden nyet anders cunnen resolveren dan zy hoirl. deputaten hebben niede gegeven , om zyn Excell. nit hoiren naem over te geven ende exhiberen, ende hadde oock wel ver- hoopt, dat d'selve resolutie zyne Excell. aengenaem geweest zoude hebben, byzonder aeu- gemerckt die grootheyt van somme, welckes zy nyet geaccordeert en hebben gehadt, waer wt men merckelick considereren kan die goede affectie ende obedientie, die syluden tot zvne co.Maj. dragende zyn, ende oock, dat zy luyden noch corts, als in den jare xxviii.y by tractaet aen keyz. Maj. ende mi con. Maj. gecomen zyn geweest, ende daerom op hemludeu wel een ander aenschou genomen te worden, dan op etslicke andere landen , ende die staten voorsz. bevindende als noch de voorsz. zwaricheyden ende onverdragelicheyt van deselve petitie, gelyck zy dieselve te voren gevonden hebben, hebben gelyckelyck ende eendrach- telick verclaert, te persisteren by haer resolutie, die zy opten x, dach juny lestledcn geuo.-» |
|||||||
I'l
|
|||||
men hebben, biddende zeer ootmoedelick, dienstcl. ende in alle ondcrdanicheyt, dat zy-
ne Excel), van wegen co. Maj. die voorn. presentatie van hondert duyzent guldens als nocli genedelick te accepteren believen willen, ende die prelaten ende vyf ecclesien binneu Utrecht uiede eonsidererende, dat hoerl. goeden zyn geestlicken goederen, als lant ende thicnden, tot Goots dienste ende onderhoudinge van hoeren kerck ende personen gemoi'- tificeert, ende diens achtervolgende alzoe zyn gepriviligeert, dat d'selve zonder expves con- sent van Pens heylicheyt njet en cunnen gevallen sub commercio laicorum, ende oock over- leggendc, quod in bulla, qwc legilur in coeua Domini worden gecxcomniiiniceert alien den ge- nen,die consenteren totten bsden laycale te contribueren van haei'geestlicke goederen, ende' oick d'selve bede ontfangen zonder expres consent als boven , ende bysonder, dat hemluy- den in tyden van den traclaet dcr temporaliteyt des lants van Utrecht by den agenten der keyz. Maj., hoochloffr. memorie, expvesselick ex pacto et conventione toegeseit is geweest, dat lioeie geestelyckc personen ende goederen gehouden zullen worden in lioiren rechten, pri- vilegien ende vryheden etc., ende zullen hare goederen mit gene contributien belast ofte beswaert worden, dan nae alle redelicheyt ende behoorlicheyt van zaecken behoren zal, blyckcndc by copye van een extract van de articulcn des tiactaets, hierby gevoncht, ende niede als nu verstaende dat zyne co. Maj. van onzen heyligen vader den Paus soude hebben geobtineert consent, om van die clergie, geseten onder zyne Maj. Nederlandcn, te collige- ren die halve vruchten van hare geestelicke goederen, ende alsoe in effect dubbelt soude raocten bctalen, ende en zyn van minder ende argcr conditien dan de weei'licke personen, zoe ist, dat zyluden hebben verclaert in die petitie, gelyck die van zyne Maj. begeert wordt, wt redenen boven verhaelt, salva aonscienlia et juramento nyet connen noch mogen con- senteren , biddendezeeroitmoedelyck, dat zyne co. Maj. believen zal hemluden van de voorsz. petitie genedichlick te ontlasten. Actum vts., presentibus die domdeken, Galama, Wee, Walscapple indenDom, die deken, Schore t'Oudemunster, diedeken, Coninck sintPeters, Peyl sint Jans, Collaert, Drolshagen, Noortwyck, de Jonge sinteMarien, van wegen die vyf ecclesien, heeren Dirck van Zuylen, Anthonis van Apcoude van Meerten , ritters, Jan vander Haer, Anthonis van Zuylen van Nyevelt, van wegen die ritterluyden, Henrick die Voocht van Rynevelt, Jan Taets van Amerongen, burgermrs, Cornelis vander Maeth, Cuyck, scepenen t'Utrecht, Adriaen van Eginont, burgermr , Jan van Westrenen, scepen t'Amersfoort, Wil- lemvanHarn, burgermr, Frans Verwai, scepen tot Rhenen, Lodewyck van Montfoort, Gys- bert van Hard enbrouck, burgermrs tot Wyck. Ende de staten bevelen hoiren secretaris deze voorsz. conclusie ende resolutie te leverer*
aen handen myns E. heeren Willem van Dyemen, outste raet t'Utrecht, ende te begeren, dat zyn E. deselve resolutie seynden wilde aen d'Excell. des hertogen van Alve etc., oft aen myn E. heere die grave van Boussu etc., waer op myn E. heer van Dyemen voor antwoort gaf, ontfangende d'selve conclusie, die te willen zenden aen mynheer van Boussu, etc. Anno XVC XXIX., den xvin. July.
Zyn die binnen staten van de duerweerder vergadert geweest in der cancelrien 's hoofe
van Utrecht, om enige wten staten te deputeren, d'welcke reysen zouden ten hogen hove aen d'Excell. des hertogen van Alve etc., gouverneur etc., ende aldaar presenteren die leste conclusie by de staten genomen, beroerende die petitie van wegen co. Maj. gedaen etc ^en- de nae communicatie hebben gesloten, dat die commissarissen, d'welcke lestemael ten hogen hove geweest zyn, wederom opt allereer te mitte voorsz. conclusie reysen zullen, etc. |
|||||
If.
|
|||||
Anno XVC.LXIX., opten n.
augustii. Syn die drie staten 's lants van Utrecht bescreven, ende in der cancelrien 'shoofs van
Utrecht vergadert geweest, om te aenhoeren 't rapport van de gedeputeerden, die welcke geweest zyn ten hogen hove aen d'Excell. des hertoghen van Alve etc., gouverneur etc.; beroerende die lesle petitien etc.; item, om te deputeren enigen wten ritterluden totter audkie Johans vander Haer. Item, om te hoircn aengeven zekere saecken, beroerende het het proces tegens die van Dordrecht, nopende het stapelrecht enz., ende nadien die ge- deputeerden haer rapport gedaen hadden, hebben hem die staten van haer besogne gedauct. Item , van wegen die ritlerluyden zyn gedepnteert totter auditie van de reckeuingcn Johans vander Haer, heer Dirck van Zuylen ende Anthonis van Zuylen vanNyevelt. Item, alsoe die raetsheeren deVergas ende del Ryo corts in denHaghe zullen comen, hebben die staten ge- committeert heei'en Floris van Heermale, canonic t'Oudemunster, ende Mr. Floris Thin, advo- caet, om te reysen in den Hage ende de voorsz. raetsheeren beroerende 't proces van de stapel- recht te informeren, achtervolgende het recueil by den advocaet voorsz. daer van gemaect. Actum vts., presentibus diedomdeken, Bruhese thesaurier, Walscapple, heer Engelbert van Bruhese indenDom, diedeken, Schetter, Cuynretorf t'Oudemunster, die deken, Buchel, Knyff, Zuylen, Bosch sint Peters, diedeken, Pyl, Knoop, Streng, Renes sintJans, Bu- chel , ter Spille, Drolshagen , Noortwyck, de Jonge sinte Marien , van wegen de vyf ecclesien , heer Dirck van Zuylen, litter, Anthonis van Zuylen van Nyevelt, Fredrick Uten Engh, Jan vander Haer, van wegen die edelen, Jan Taets van Amerongen, burgermr, Henrick Valcke- naer, Jan van Renes van Moermont. Anno XVC.LXIX., den xxuu.
septembris. Syn die staten'slants van Utrecht bescreven ende vergadert geweest, om d'uytzettinge te
doen van den Leckendyck ende Ilindeidain etc., ende syn geseth op elcke mergen lig- gende onder den Leckendyck twee stuvers, ende op elcke mergen liggende onder den Hin- derdam een oertgen. Actum vts., presentibus die domdeken, Poelenborch in den Dom, die deken van Oudemunster, die deken van sint Peters, ter Spille, Collaert sinte Marien, beer Dirck van Zuylen , Jan vander Haer, beide burgcrmeesters. Anno XVC.LX1X., den m. novembr.
Heeft Johan vander Haer, cameraer van het oulschiltgelt, begost zyn reckoning te doen
van dpi outschiltgelde voorsz. voor de jare XVC. . . . des morgens, alwaer present wa- ren heer Georgius vanRattaller, president 'shoofs van Utrecht etc., die domdeken, die deken van Oudemunster, W. Veussel, die deken van sintePeters, die deken van sintJans, die deken van sinte Marien, van wegen die vyf ecclesien, heer Dirck van Zuylen, ritter, heer van der Zevender , van wegen die binnen ridderluyden, ende Anthonis van Zuylen van Nyevelt van wegen die buyten ridderluyden, beide die burgermeesters t'Utrecht, Adriaen van Eg- inont, burgermr, ende Jan van Westrenen, scepen t'Amersfoirt, Willem van Harn, burgermr, W. Lyster, scepen tot Rhenen, Jan van Oostrom, substituyt van de schout tot Wyck, Tyman deWit, seeretaris aldair, Cornelis Jansz. van Deyll, Gerrit'Gysbertsz., burgerms tot Montfoort. |
|||||
16
|
|||||
F.iide die vconi. gedepuleerden zyn veraccordeert alle dagen te vaceren, totten eynde
toe, te wetcn, voor den middach van acht tot elf uren, ende na de middach van twee tot vvf uren toe, des zullc zy hebben dubbelde dacbgelden. Aprandio.
P)e;cnlilms vts. Anno XVc.LXlX.,denxvi.novembr.
Sui die staten 's Ian Is van Utrecht bescreven ende in der cancelrien 's hoofs van Utrecht
veigadert geweest, om te communiceren ende te adviseren, wat men van nu voortaen doen 7,al in der saeeke vant vcrvolgen van der Hanieyde, Honswyck ende Jaersvelt; Item, om te horen Jesen een requeste van den crediteuren, die ten achteren zyn, aen den genen, die lioer goederen geconfisqueert ende by de Maj. aengetast zyn, versouckende, dat de staten believen zoude tot hoiren costen die voorsz. betalinge te vervolgen: noch om te communi- ceren ende resolveren, wat men Louffvander Haer voor den dienst, die hy gedaen heeft int maeken ende toezicht te hebben ople gescoten dyck toeleggen zal; Item, om te com- municeren om te maecken twee nyewe doren op Cornelis de Haen sluys opten Hinderdam etc. Ende eerst aengaende die saecken van der Hameyde, Honswyck ende Jaersfelt etc., hebben die staten gecommitteert den freer, heeren Veussel, dekeu sint Peters t'Utrecht, om te reysen aen Mr. Jan Autruys, raedt tot Mecheleu , ende aen hem te vernemen na de gesteltenisse ende staet van desehen zaecken, alzoe hy commissaris ende rapporteur geordonneert is, ende alsdan die selve zaecke voorts ten eynde toe in der staten naem te vervolgen, etc.; Item, aengaende die requeste van de crediteuren voorsz., hebben die staten gesloten by hoiren voorsz. commissaris, deken sint Peters, te doen presenteren in hoerl. naem requeste, ten fyne, dat die miserable personen 'slants van Utrecht ende anderen, die welcke aen den fugityven ende geexecuteerden ter cause van den troubel te achteren zyn, by ordonnantie van zyne Excel), mogen gecontenteert worden, oft dat zyne Excell. gelieven zal te deman- deren, dat hoer zaeken by de raet van de troebel ofte die van Utrecht mitten eersten ge- termineert mogen worden, ende dat die voorn. commissaris tselve appoinctement, dewelcke hem op de requeste gegeven zal worden, leveren zal aen de genen, daer sulcx op geordon- neert is, mits overbrengende copie van dyen in handen van den staten, gevende voirts denzelven hoiren commissaris mede voile macht een sollicitaleur tot Brussel te substitueren, ende dat tot costen van de genen daer sulcx nae by den staten op geordonneert zal wor- den etc. Item, noch hebben die staten den deken voorn. bevolen te solliciteren, ordinan- ce op myn E. heer die president van Utrecht, dat zyn E. commissie gegeven worde, or- donnantie van betalinge wten oulschiltgelt te doen by Johan vanderHaer, cameraer, in der inanieren als anderen presidenten 's hoof's van Utrecht altyts gehad hebben; Item, aen- gaende die zaeken van den Hinderdam^ hebben hoiren cameraer bevolen, goede toezicht te dragen , dattet gemecn lant verzekert worde, ende dat men het maecken van de twee nye- we doren opzetten zal tot in de meye toecomende. Actum vts., presentibus die domdeken, Walscapple indenDom, die deken, Schetter, Ram t'Oudemunster, die deken, Bosch, Coninck sint Peters, die deken, Hamstede sint Jans, die deken, heer Hubert Buchel sinte Marien, heer Goort van Reede, heer van Zaesfelt fitter etc., Jan vander Haer, Jan van Re- nesse van Mourmont, Jan Botter van Snellenborch , scepen t'Utrecht. |
|||||
17
|
|||||||
Anno XVC.LX1X., den xxvi. novembr.
Syn die driestaten 'slants van Utrecht bescreven ende in de cancelrien'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te horen lezen de requeste, d'welcke geconcipieert is, om d'Excell. des hertoghe te presenteren , in den naem van de staten, ende van wegen de schamelen ende miserabelen, die welcke ten achteren zyn, aen de fugitiven, van d'welcke die goederen by co.Maj. beslagcn zyn; Item, om te horen lezen zekere requeste van die van der Ameyde, versouckende assistentie van de staten van Utrecht tegens die van Hollant, nopende die col- lectalie van den hondersten penninck, zoe zy notoirlyck sustineren begrepen te zyn onder 't lant van Utrecht; Item, om te concipieren een generale instructie, achtervolgende die welcke men zal mogen procederen tot stellinge by geschrifte ende verificatie van de cos- tumen van deze landen etc.; ende hebbende gehoort die voorsz. requeste, verclaerden die staten, dat deselve goet ende wel gemaect was, ende dat men d'sclve requeste in zulcker fbrmen wel mach presenteren aen d'Excell. des hertoghen etc.; Item, opte requeste van die van der Ameyde geappoincteert, dat die supplianten hoer request eerst onderteyckenen, om 't zelve gesien, voorts geordonneert te worden naer behoren ; Item, om d'voorsz. in- structie belangende die costumen te maeckeu, zyn gedeputeert van wegen die vyf ecclesien, myn E. heeren die domdeken, die deken van sintMarie, ende heer Cornelis UtcnEngh, scholaster sint Peters, ende van wegen die ridderluyden Jan van der Haer, ende die van de stad Utrecht zeyden, dat zy hoeren gedeputeerden oock hereyt zouden hebben. Actum vts., presentibus die domdeken, Walscapple in den Doin , Schetler ende Ram t'Oudeniun- ster, die deken ende Coninck sint Peters , die deken van sint Jans, die deken ende Col- lart sinteMarien, van wegen die ecclesien , heer Dirck van Zuylen, ritter, Jan vander Haer, vandeedelen, Cornelis vander Maeth, Jan van Renesse van Mourmont, scepenen t'Utrecht, Adriaen van Egmont, burgermr, Peter Hoefkens , scepen t'Amcrsfoort, Willem van Ham, burgerm. tot Rhenen, Cornelis Jausz. van Devil, burgermr tot Montfoort. |
|||||||
Anno XVC.LXIX., den Hi. decembris.
Syn die staten bescreven ende in den cancelrien 'shoofs van Utrecht vergadert geweest,
om te horen lezen ende beanlwoorden zeker request by den vier maerschalcken 'slants van Utrecht gepreseuteert, versouckende betalinge te hebben van de staten Vart hoer vacatien, gehad ten tyde van de verleden tuibel van den geuzen etc.; Ten zelven dage gelezen ze- kere missive by den deken ende capittele van sintAndries tot Coelen, beroerende die be- talinge van de renten van duezent daelders , hebben die staten geordonneert Jan vander Haer, camcraer, denselven deken ende capittele die gehele renten te betalen, tcff'ens by anticipa- te van den tweden termyu , vallcnde sint Jacob alle jaer hit beginsel van meye, ende't zal hem in zyn rekening alzoe gepasseert worden. Ende aengaende die requests van demaer- scalken, gehoort ende gezien by den zelven staten die zelve requeste ende appoinctementc by den rade daer op gegeven, verklaren ende gcven voor antwoort, onder correctie van myil E. heeren, die verZochte betalinge wel behoort gedaen te worden by co.Maj., alzoe 'tzelve geschiet is tot defensie ende bewaringhe der stat, steden ende lants van Utrecht, als ooek van .gelycke costen zyne Maj. tot noch toe gewoonlick is te betalen, ende ondertasten'tgeue dat zy by avontucren van buvten ende anders hebben genoten, zal by avontuer bevonden worden, dat hemluyden nvet veel toecomeu en zal. Actum vts-, presentibus die domdeken > II. 3 |
|||||||
IS
|
|||||
Veno, Walscapple indcnDom, Schore, Honthorst t'Oudenmnster, UlenEng, scholaster,
Bosch sint Peters, die deken endc Esch sintJans, Bucljel ende Schuerinck sinte Marion, van wegen die ecclesion , heer Dirck van Zuylen, ritter, Jan vander Haer, Jan Taets van Amerongen, burgenm- t'Utrecht, Adriaen van Egmont, burgermr t'Amersfoort, Gerrit Gys- beits, burgermr, Jacob Tonisz., secretaris tot Montfoort. Anno XV.LXIX., opten xx.
dach decembris. Syn die staten 'slants van Utrecht, binnen Utrecht residerende, door authorisatie 'shoofs
van Utrecht by den duerwaerder deszells hoofs geconvoceert ende wt cracht ende oirlof van den hove voorsz. in myn E. hecren domdekens buys vergadert geweest, om te hoiren van my nen E. heer deu domdeken, schout, burgermrs ende scepenen der stat van Utrecht, hoe dat zy per procuratorem verdachvaert zyn te compareren binnen Brussel by zyn Exellentie, om te aenlioren alzulcken eysch ende conclusie, als die procureur-generael tegens hemluden res- pectivelyck zal willen nemen, ende om voirder te zamen te communiceren, wat zy in de voorsz. saecke zullcn hebben te doen. Actum den xvn. decembris, anno lxix. Opte marge stont geappostilleert: 't hof authoriseert den duervvaerder, omme te convoceren die van de clrie staten, binnen Utrecht residerende, te comen op morgen ten huyse van den domdeken, overmits zyne jegenwoordige crancheyt ende sonder te trecken in consequentie, omme te traeteren van de saecken in dezen geroert. Actum Utrecht, den xix.decembris, 1569. ende was ondertekent: G. Scryvers. Ende gehoort tgene myn E. heer die domdeken in der saecken voorgehouden heeft, hebben die prelaten ende capittelen van de vyf goods- huysen , mitsgaders die edelen ende ritterscap, representerende die twee staten binnen Utrecht residerende geadviseert, dat, alsoe deze saecke gelyckelicken aengaet, den selven twee sta- ten, dat men daerom in den naern ende van wegen denzelven twee staten ende tot hoiren costen den dach van de dachfaerdinge waernemen zal, constituerende ende maeckende tot dyen eynde machtich, te weten die prelaten ende capittelen van hoiren wegen, mynEerw. heere den domdeken, heren Johan vander Vecht, ende heer Bartholomeus Goesen, canonick sinte Marien t'Utrecht, ende die ridderluyden Frederic UtenHam, om van wegen die sta- ten voorn. ten hogeu hove te reysen, ende aldaer te horen 'tgene den procureur-generael denselven twee staten opleggen, ende die conclusie, die by tegens hem nemen zal etc. Or- donnerende hiervan brieven van procuratie te maecken in behoorlicke forme, dewelcke be- zegelt zul'en worden by de vyf ecclesien, ende van wegen die ridderluyden by de heeren Jan van Boetzelaer, riltei', ende Jan van Renes van Baern. Actum vts., presentibus die dom- deken , Galema , Veno, Axelius, Wede in den Dom, die deken, Schetter, Cuynretorf t'Oude- nmnster, die deken, Joh.Block, Alphart die Coninck sint Peters, die deken, Pyl, Knoop sintJans, die deken, Buchel, Noortwyck , Barthol. Goesen , Schuerinck sinte Marien , van wegen die ecclesien, heer Dirck van Zuylen, die heer van Boetzelaer, ritters, Jan vander Haer, UtenHam, Wassenaer, Jan Renesse van Baern , Dirck Bor van Amerongen, Jan van Apcoude van Meerlhen. Anno XVC.LXIX., den xxvit.
dach decembris. Syn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende in de cancelrien 'shoofs van Utrecht
vwgadert geweest, om te hoiren rapport van de heeren Willem Veussel, deken sint Peters j. |
|||||
19
|
|||||||
die welcke geweest is ten hogen hove, in couimissie tier staten voorsz.; Item, om te ho-^
ien lesen die citatie, by syne Excell. den procureur-generael verleent tegens die staten voorsz., om te compareren voor zyne Excel), ofte zyne Excell. raet, by hem gevoucht, ende te aen- hoiren alsulcken eysch ende conclusie, als die voorsz. procureur, ten dage dienende, nemen zal, ende tot dyen eynde gelyckelick te stellen procuratie, om den geprefigeerden daeh waer te nemen etc. Op welcken dach die twee staten, als die van de ecclesien ende die van de edelen, geconstitueert hebbeu heur procureurs voir 1t hof van Utrecht, ende die selve pro- curatie te seynden in diligentie ten hogen hove, ende die van Amersfoort, Wyckende Mont- .loort zeyden, nyet te hebben enich bevel, om te constitueren, dat zy't zelve den hoiren aenbrengen vvilden, begerende tot dyen cynde copie van't mandement van citatie ende re- questen etc.; Item, beer Willem Veussel, deken sint Peters, heeft zyn rapport gedaen. Actum vts , presentibus die domdeken, Galema, Veno, Mulart, Walscapple, Wede in den Dom, die deken, Schetter, Cuynretorf, llerema t'Ondemunster, die deken, Coninck, Preys sint Peters, die deken , Streng sint Jans, diedeken, IIubertnsBuchel, terSpille, Schuerinck, Noortwyck, deJonge siute Marien, ende heer BartholomeusGoezen, canonick ibidem, van wegen die vyf goodshuysen, heer Dirck van Zirylen, fitter, Jan vander Haer, van wegen die edelen, liynevelt burgermr, Gerrit Pot, Domin. van Honthorst, schepen CUtrecht, Mi'. Ger- rit van Schayck ende Jan van Westrenen , scepenen t'Amersfoort, Jan van Zuydoort, bur- germv tot VVyck , Gerrit Gysbertsz., Jacob Tonisz., sccretaris tot Montfoort. |
|||||||
AunoXVc.LXX., den Vn. January.
Syn die drie staten 'slants van Utrecht bescreven ende in der cancehien 's hoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te hoiren lesen zekere brieven van Mr. Floris Thin, advocact van den gemeenen staten 'slants van Utrecht, ten hove geschict aen den hertoghe van Alve, gou- verneur ende capiteyn-generael etc., aen den domdeken alhier gesonden, beroerende cien eysch, fynen ende conclusie, by den procureur-generael van zyne Maj. tegens den voorn. sta- ten t'samenllick genomen, om op welcken eysch t'antwoorden den voorn. staten geen lan- ger vertreck gegeven en is, dan van zes dagen, mitsgaders, om by den vier cleynen ste- den van deze saecken dienende, als specialick versocht zynde by den voorn. procureur- generael, ende dat tgene voirsz. is, een saecke is van grote importantie ende consequen- tie etc., ende gehoort by den staten die voorsz. missive van Mr. Floris, hebben begeert op uryn E. beer die domdelien, die missive te wilien beantwoorden, ende dat men't selve by enen specialen bode tot costen van de staten, aen Mr. Floris, zynde te Brussel, zeynden zal in diligentie ende aengaende te beantwoorden den eysch van den procureur-generael, ende conclusie tegens de voorn. staten genomen, syn overcomen, dat elcke staet zyn antwoort apart eerst concipieren, ende daer na elex anderen antwoort communiceren ende besien,oft men die te zamen in een quoyer zal kunnen brengen , ende alsoe wten naem van de voorn. staten daer van dienen, ende die van de cleyne steden seyden, elcxhoire procuratie oick te willeu oversenden op hoire prive naemen. Actum vts., presentibus, die domdeken, Ga- lema, Duivenvoort, Veno, Walscapple in den Dom, die deken, Schore, Cuynretorf, lle- rema t'Oudemunster, die deken, Coninck, Preys sint Peters, diedeken, Peyl, Rumelaer, Breda, Streng sint Jans, die deken, Buchel, terSpille, Schuerinck, Noortwyck, Amerongen . vanderBorch sinte Marien, van wegen die vyf ecclesien, die heer van Montfoort, heer Dirck van Zuylen, Anthonis van Abcoude van Meerthen, heer van Essesteyn, fitters, Jan vander Ilaer, Anthonis van Zuylen van Nyevelt, van wegen die ridderluyden , Henriek die Voocht va« |
|||||||
20
|
|||||
fWnevelt, Jan Taets van Amerongcn , burgermrs, Henrick Valckenaer, Cuyck, scepen t"U-
trecht, Peter Hoefkens, Jan van Westrenen, scepenen t'Amersfoort, Willcni van Ham , bur- germr, Henrick Lyster, scepen lot Rhenen, Jan van Zuydoort, burgermr, Cornells van Ep- pesteyu , scepen tot Wjck, Gerrit Gysbertsz., Cornelis Jansz. van Deyll, burgermrs tot Mont- foort. Anno XVC.LXX., den XIX. January.
Syn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende vergadert geweest, om te horen trap-
poi t van Mr. Flora Thin, advocaet van de staten voorsz., geweest zynde ten bogen hove by d'Excell, des bertogen van Alve etc.; Item , #om te horen lesen net antwoort van we- gen den gemeenen staten voorsz., geconcipieert opten eysch by den procureur zyner Maj. overgeleyt, jegens denzelven staten daer op te delibereren, resolveren, ende van den ande- ren njet te scheyden sondcr op als genomen te hebben resolutie etc.; ende heeft aldaer Mr. Floris Thin voorsz. zyn rapport gedaen van zyn wederfaeren , d'welck by 'den staten gehoort, hebben hem daervan ende van zyn naersticheyt gedanckt; Voorts, alsoe die ant- woort, by den staten gemaect opten voorn. eysch, eensdeels gelesen zynde, noch nyet a) geschreven en was, is deze dachvaert gecontinueert tot op morgen te achturen precise, om als dan die reste te horen lesen ende daer op concluderen, etc. hem, opten XX.. XXI. ende XXII. van januario zyn die voorn. staten in de voorsz. can-
cellie by conlinuntie van de dachvaert voorsz. vergadert geweest, ten eynde als boven, ende hebben die voorn. staten gedeputeert, te weten , van de vyf ecclesien den weleerw. heeren Willem Veussel, deken sint Peters , ende Floris Heermale, canoniek t'Oudemunster, ende die ridderluyden hebben gedeputeert heer Anthonis van Apcoude van Meerten , ritter, heer van Essesteyn, ende die van de stat Utrecht zeyde, dat zy hoeren gedeputeerden bereyt zouden hebben, om te reysen ten bogen hove tot Brnssel, ende aldaer mit sommige advo- oaten, die de voorn. staten gedient hebben, te helpen raden , delibereren ende dirigeren die voorgen. zaecke, beroerende d'antwoorde, dewelcke van wegen de voorn. staten overge- leil zal worden op ende jegens den eysch des procur. generaels zyn Maj., ende voorts all in de voorsz. zaecke te doen solliciteren ende handelen, als zy bevinden zullen ter saecke te dicnen ende oirber te wesen, belovende al tselve vast ende van weerden te houden. Actum vis. Insgelvcx hebben die staten geordonneert te schickeu yemant aen myn E. heere van Me- ghen endeBoussu, om deze zaecke van den procur. generael haer E. te kennen te geven etc.; ende voorts eonsenteerden ende accordeerden die voorn. staten, dat die vier buyten cleyne ste- deu, telckens ende soc lange deze saecke des procureurs-generaels gehandell zal woi'den . niede zullen mogeu deputeren yemant van de heuren tot costen van de gemccne staten, wel- verstacude ende bthoudelicken, dat die stat van Utreeht, beroerende die deputatie, in ande- ren staten saeken bl^ft by de sententie ende acte. hem eertyts tegen de buten steden, be- roeiende die deputateo gegeven ende verleent, elide belangende die costen, by den gede- puteerden van de selve clejne steden gedaen in hoer leste rejse tot Brussel, om te horen den evsch van den voorn. piocureur-generael, zal daerop ter naester dachvaert gedisponeert worden. Item, heeft Jan vander Uaer, cameraer, geexhibeert zekere missive van de heeren. van sint Andrits tot Coelen , inhoudende, dat zy te vreden waereu mit alsulcke termyn van betalinge, te weten, allejaer iut beginsel van meye, van de gehele zomme van duezent dael- deis te doen, als die staten hoer lestemael aengescreven hebben. Actum vts., presentibus die domdeken, Galema , Wnlscapple in den Dom, Schetter, Ram, Schore, Cuynretorf, Honiboi'st t'Oudemunster, die deken , Bogart, Coninck sint Peters, die deken , Rumelaei |
|||||
2\
|
|||||||||
Pyl, Knoop, Streng sintJans, Scliuerinck , Noorlwyck, Goezen, Jonge sinteMarien, van
tvegeii die vyf ecclesien, die heer van Montfoort, die heer van Zuylen , die heer van Essesteyn, litters , Jan van Renesse vander Aa , Jan vander Haer , Frerick van Zuylen van Harmelen, van vvegen die ridderluyden, Heniick die Voocht van Rynevelt, Jan Taets van Amerongen, bur- germi's, JanBol, Jan van Renes vanMourmont, scepenen t'Utrecht, Peter Hoefkens, bur- germr t'Amersfoort, Willem van Hani, burgermr, Heniick Lyster, scepen tot Rhenen, Cor- nclis de VVit, scepen tot Wyck , Gerrit Gysbertsz., burgermr tot Montfoort. |
|||||||||
Anno XVC.LXX., opten v. february.
Syn die binuen staten 'slants van Utrecht, door consent ende autliorisatie van myn E. heer
die president van Utrecht ende by convocatie van den deurwaerder, vergadert geweest, ten huyze van myn E. heer die domdeken, om te communiceren , deliberen ende concluderen, aengaende het stoppen van de bruggen int Geyn, ten eynde, doer dien het water comen- de wten waey, gevalJen beneden Jaersvelt onlancx 't lant van Utrecht geen schade bij en bren- ge etc.; ende na communicatie ende deliberate hebben bevolen Herman Crona. cameraer van Reyerscop ende Bylevelt, die selve brug mit horden te stoppen, ten besten hy kan, tot costen van den gemenen lande, daer zyne onlfanck ende bedryf over strekt etc., ende die costen zullen hem in zyn rekening gepasseert worden, gevende commissie voorts den heem- raden opten Leckendyck, om den voorn. cameraer assistentie te doen , ende zoe wes hem daer van gemoet. zullen hem tzelve wtdragen , etc. Actum vts. ♦ |
|||||||||
Anno XVC .LXX., opten VIl. f'ebr.
Syn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende in der cancelrien 's hoofs van Utrecht
vergadert geweest, oin te hoiren Jesen zekere missive, geschreven by Mr. Floris Thin, advo- cnet, aen mj n E. heer den domdeken , wt Brussel, beroerende der staten zaeken ; gehoort welcke missive hebben die staten geordonneert, daer op antwoort te scriven aen den advocaet voorsz., ende dezelve over te zenden mit een eygen bode. Actum vts., presentibus die domdeken, Walscapple indenDom. die deken, Cuynretorf, Schetter t'Oudemunster, Coninck, Ztiilen . sint Peters, die deken, Hamstede, Pyll, Streng sintJans, die deken, Bucbel, Schuerinck, Voorlwyck sinte Marien , Jan vander Haer, Frederick van Zuylen van Harmelen , Rynevelt, burgermr , JanBol, scepen t'Utrecht, ende Claes van Ooslrum , Adrinen van Egmonf, bur- gertth" t'Amersfoort, Willem van Ham, burgermr van Rhenen. Anno XV .LXX., opten xr. febr.
Stii die staten , binncn Utrecht resideiende, door unlhoritevt ende consent fnh 't hof
ende by convocatie van de deurwaerdere, in der cancehie 's hoofs van Utrecht vergadert geweest, om te hoiren lezen zekere missive, gescreven by Mr. Floris Thin, ende wteu nnein van de gcdeputeerden der staten . tot Brussel zynde, beroerende die aenspraeke b\ prociireiir- generacl gedacn , tegens den voorn. staten, etc. Ende gchoort die voorn. missive, hebben die staten geordonneert, wederomme te scriven mitten bode aen voorn. gedeputeerden, dat zy al te saiiieu tot Brussel zoe lange blyven zouden , ter tvt toe zv die repkeke van den procurau- |
|||||||||
12
|
|||||
gencraei ontfauguti ende eeu duplycke mitten stateii advocael aldaer geconcipieert haddeu,
ende daernae mitteselve geconcipieerde duplycke wederom te comen, etc. Actum vis., pre- sentibus die domdeken, Walscapple, Renes indeuDom, die deken, Schetter t'Oudemun- ster, Bosch, Coninck sintPeters, die deken, Knoop endeStreng sintJans, Henrick deVoocht van Ryncvelt, burgermr, Cornells van der Maeth , Claes van Oostrum, scepenen t'Utrecht. Anno XVC.LXX., opten xxiu. dach
february. Syu die stateu 'slants van Utrecht bescreven eride in der cancelrie 'shoofs van Utrecht ver-
gadert geweest, om te horcn lezen zekere missive by Mr. Floris Thin, aen myn E. heer den domdeken gescieven, mitsgaders te horeu lesen de replycke by den procureur-generael des Co- nincks tegcns den staten overgegeveu etc., ende om voorts te concipieren d'duplycke opte voorsz. replycke etc.; ende alzoe die missive voorsz. inhielt, dat die gedeputierden van de staten , synde ten hogen hove tot Brussel, op gisteren , oft huyden ten langsten zouden tehuys zyn, mede brengende ecn concept van der duplycke, tot Brussel by de advocaten aldaer geconcipieert, soe is deze dachfaert gecontinueert tot op morgen, ten eynde als boven. Actum vts., presentibus die domdeken, Walscappele in den Dom, die deken, Schetter, Cuynretorf t'Oudemunster, Bogart, Coninck, Preys sint Peters, die deken sintJans, die de- ken, Drolshagen , Noortwyck, Goese, Jonge sinte Marien, van wegen die ecclesien, heer Dirck van Zuylen, Jan vander Haer, Frerick Uten Engh, Frerick van Zuylen van Harmelen, van wegen die edelen, Henrick de Voocht van Rynevelt, burgermr, Cornells vander Maeth, Claes van Oostrum, scepenen t'Utrecht, Adriaen van Egmont, Rutger Penyt, Willem An- driesz., scepenen t'Amersfoort, Henrick Lyster, scepen tot Rhenen, Weyer van Riebeck, bur- germr, Eppesteyn , scepen tot Wyck. Anno XVC.LXX., den xxv. febr.
Syu die staten 'slants van Utrecht by coutinuatie van dezer dachvaert vergadert geweest in
der cancelrien 'shoofs van Utrecht, om te horen lezen het concept van de duplycke, ge- maect opte replycke, by den procureur-generael co. Maj. tegens den voorn. staten overgege- ven; Item, om te hoeren het rapport van de gedeputeerden der staten, die welcke in derselver saecke geweest zyn ten hogen hove by d'Excell. des hertoge van Alve, gouver- neur etc., als namentlyk die E. edele erentfeste heeren Willem Veussel, deken sint Peters, Florentius Heermale . canonick t'Oudemunster. Anthonis van Apcoude van Meerten, heer van Esses ley n , ende Johan Taets van Amerongen , burgermr t'Utrecht, mit Mr. Floris Thin , ad- vocaet , alwaer die vooin. gedeputeerde, by monde van den E. heere die deken van sint Peters voorsz., gedaen hebben van haer wederfaeren haer rapport etc.; gehoort welck rapport, hebben die staten henluden gedanckt van hare moeyte ende arbeyt, ende alsoe die voorsz.. duplyck noch nyet volmaect was, hebben die staten geadviseert te begeren generaje dach- vaert ende bescrivinge van den generale staten op dinsdage toecomende, om alsdan te ho- ren lesen die voorn. duplycke. Actum vts., presentibus die domdeken, Veno, Walscap- ple in den Dom, die deken, Schetter, Cuynretorf, Heremale t'Oudemunster, die deken. Preys, Loefs, sint Peters, die deken, Knoop, vanderBorch sintJans, diedeken, terSpille, Drolshagen, Schuerinck, vanderBorch sinte Marien, van wegen die ecclesien, die heer van Montfoort, die heer van Essesteyn, heer Dirck van Zuylen , ritters, Jan vander Haer , Fre- |
|||||
'23
|
|||||||
dric van Zuylen van Harmelen , van wegen die edelen , Hendn'ck de Voecht van Ryuevelt, Jan
Taets van Amerongen, burgermrs, Claes van Oostrutn, scepenen t'Utrecht, RutgerPoeyt (!), Willem Andriesz., scepenen t'Amersfoort, Lystcr, scepen tot Rhenen, Eppesteyn ende de Wit. van Wyck. Anno XVC.LXX., den sxviii. fehr.
Syn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende in der cancelrie 'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te hoiren lesen die geconcipieerde duplycke van de staten gemaeckt opte replycke des procureurs-generaels, tegens denzelven staten overgegeven, ende alsoe die selve duplycke seer groot ende lanck was, is geordineert die selve duplycke te doen vi- siteren ende corrigeren by enige van de staten, mitten advocaet van voorsz. staten; ende op donredage toecomende d'selve duplycke wederoin hier in de staten earner gecorrigeert te brengen , om alsdan aldaer voor de staten gelezen te worden , continuerende tot dien eyn- de deze dachvaert tot opten voorn. dach, te compareren des moigens ten negen ure pre- cise. Actum vts., presentibus die domdeken, Walscapple indenDom, die deken, Schet- tnr, Schore, Cuynretorf, Heremale t'Oudemunster, Bogart, Coninck sint Peters, die deken, Ruinelaer, vanderBorch sint Jans, die deken, Drolshagen, Noortwyck , Goeze sinteMarien, heer Dirck van Zuylen, de heer van Essesteyn, litters, Jan vander Haer, Frerick van Zuylen van Harmelen , Rynevelt, Amerongen , burgermrs t'Utrecht, Peter Hoefkens, scepen t'Amers- f'oort, Eppesteyn, scepen tot Wyck. Anno XV".LXX.. den it. marty.
Syn die drie staten's Ianls van Utrecht by continuatie van deze dachfaert, als boven ge-
daen , vergadert geweest, om te hoiren lesen die geconcipieerde duplycke voorsz., ende tgene die gedeputeerden, die seive duplycke gevisenteert hebbende, dacr by gevoecht heb- ben; ende gelesen zynde eensdeels die duplycke mitten additien, is geordonneert by den staten , enen yegelyck copie te laten scriven, ende daer op te delibereren , ende dat men om te resolveren, eyntelyck d'zelve staten wederom begeren zal beschreveu te worden op dynsdage naestcomende. Actum vts., presentibus die domdeken, Walscapple indenDom, die deken , Schetter, Schore, Cuynretorf, Heretnael t'Oudemunster, die deken, Rumelaer, Knoop, vanderBorch sint Jans, die deken ende Schuerinck sinteMarien, heer Dirck van Zuylen, ritter , Jan vander Haer, [Verick van Zuylen van JNyevelt, Frerick van Zuylen van Harmelen, Ariaen van Egmont, burgermr, Peter lioefkens, scepen t'Ameisfoort, J/\ster tot lihcnen, scepen, Eppesteyn, secretaris totWjck. |
|||||||
Anno XVr; .LXX., den vm. maitiL
Syn die staten 'slants van Utrecht bescreven eude'in der cancelrien 'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te horen lesen die duplycke, geconcipieert opte replycke des pro- curcurs-generaels co. Maj., ende daer op te resolveren ende coneluderen , istmogelick etc.. ende alsoe die voorn. duplyck noch imperfect ende nvet volmaect was, hebben die staten deze dachvaert gecontinueert tot en vrytlage , den X. marty eerstcomende, om alsdan te com- pareren ter plaetse voorsz., te acht vren, ende die duplycke te horen lesen, etc. Actum ?U.j presentibus die domdeken. die deken, Cuynretorf, Heerniale t'Oudeiiiunster, Bogart |
|||||||
M
|
||||||
»int Peters, die dekeu, Strong sintJans, die deken , Collaeit, Nooitwyck, de Jonge sinte Ma-
rien, van wegen die ccclesien, heer Dirck van Zujlen, rilter, Jan vander Haer, Frerick van Zuvlen van Harmelen , van wegen die ridderluyden, Henrick de Voocbt vanRynevelt, Jan Taets van Amerongeu, burgermrs, Cornelis vander Maeth , schepen t'Utrecbt, Rutger Pe- ri yt(!), Mr. Gerrit van Schaeyck , burgermr, Willem Andriesz., scepen t'Amersfoort, Jan van Zuydoort, burgermr, Tyman de Wit, secretaris, Eppesteyn, scepen tot Wyck . An- thonis Jansz., Jan Aertsz., burgermvs tot Montfoort. Anno XVS.LXX., den .\. ende
den XI. marly. !Svn die voorsz. staten by continualie van dezer dacbvaert vergadert gevveest, om te ho-
vi'ii lesen die voorsz. duplyck etc., ende nadien d'selve duplycke gelesen was, is geordon- lKPi'l, dat men se in zitlcker forme ovcrleveren aft]. Actum vts., presentibus vts. (Voljrrns de ori». resoliitien )
|
||||||
|
||||||
TESTAMEffTA PIA
|
||||||
SAECULI XV. ET XVI.
|
||||||
WTSCHRIFT des TESTAMENTS van ZUWE JACOBSZ. D.,
10 dec, 1467. ic Zuwe Jacobsz. d. gheve ende bewize met conditien ende voirwaerden hier nae
bescreven den convente ofte susterhuys sinte Ursulen, vander derder regulen sinte Fran- cisci of vander penitentien binnen Sciedam, acht morghen lants, gheJeghen aen die noert- «ide van Lauwerys Damasz. woninghe, streckende vander slede van Delft butenwech tot die Madesloot toe, ghemengheder aerden ende ghemeynder vour metten breeders oft priesters ende clercken van sinte Hieronymus binnen Delf. Item, noch denzelven convente voirn. twe morghen, gecoft by minen vader, saliger ge-
dachten, tot mynre behoef teghens Joost Backer Jansz., gelyc die brief des coops wtwizet, gelegen in den vrien van gemeyngder aerden ende gemeene vour met capelrielant, optier tyt toebehorende beer Dire Bertheleuieusz., priester, ende Heyl Hermans d., ende hebben be- leghen aen die oostside Dire van Bleyswycks kinderen, ende die westside Lubbrant Alertsz. crgenamen, streckende van den watersloot noirtwerts tot Coudenhove werve toe. Item, noch denselven convente die rechte helft van twalf morghen lants; ende is die
eerste camp aen den huzen buten die Haechpoert, streckende van die Delfwech tot die Over- gae toe, gemeen mit lande des heylighen Geests binnen Delf, in deser manieren, dat die susteren des convents voorn. van renten, profiten ende vervallen deser arven of landen voer- gheseyt, sellen wtreycken of doen wtreycken alle jaren, eewich durende, den huysarmen, woonachtich binnen der stede van Sciedam aen cleeder of laken, spvse of dranc, of ghelt totter sommen van tien rynscher gulden toe, daer 't best nootdruftich of bestaet schynt te wesen. Item, noch sellen die zusteren voorn. doen ende houden, doen doen ende doen houden
van haren priesteren met vighelien ende missen, tot twe tyden van den jaer, myn memorie ende jaerghetide , myns vaders ende mynre moeder, broederen ende zusteren, ende myne andere vrienden, daer icxs voir begherende ben. Item, hier boven zellen die zusteren des voirsz. convents sculdich ende ghehouden we-
ten, twee maechden, puerlyk om Gode willen, sonder yet daermede te nemen of te be-
gheren, van minen bloede comende, ghewonnen in echtscap. Item, oft gheboirde, dat
xulke snaechden nicer en quamen van minen bloede. alst voirsz. is. begherende oms Gods
H. 4
|
||||||
wille dat nbyt ende regnie des buys voornoemt, of daertoe uyet bequaem en ware of nutte,
Han zullen die zusteren des buys voirn. sculdich wesen ende gelioaden aen te nemen om Gods willen twee ander maechden, die't begheren ende daertoe nutte ende bequaem sullen wesen, sender yet in te zoeken, wair om dat zy dat niet en waren, te doene na myn begheren ende wterste wille, ende of in enighe van alien desen punten voirn., dat God verbiede, enich ghebreck, hinder of versuemisse in geviele of gheboirde van sculden of onachtsaemheyt der zusteren des convents voirn., so vvil ic nu als dan, dan als nu, dat die zusteren sullen verbo- ren ende verliezen die achte mergben lants metten renten ende profiten, geleghen aen die noertzide van Louwerys Damasz. woeninghe ; ende ic wil, dat die vier morgben dan an ■ zellen vaten ende annemen, als haer vry eygen goet, met alien profiten, renten ende ba- ton, zoo der yemants wederseggben, in reenter aelniissen, die Cruysbroeders des convents binnen Sciedam ; ende die ander vier mergben die priesteren ende clercken dts huys sinte Jheronymus binnen Delf. Des zoe sellen die prior des convents der Cruysbroederen ende die pater des huys sinte Jheronymus voirn., nu wezende of namaels, ten ewighen daghen toe op haren conscientien bier toe zien, dat alle dese punten mynre begheerten volcomen ende volbracbt weiden ten ewighen daghen toe, zonder enich arch ofle list hier in te soe- kene. Ende den brief deser jaerlicxer wtreykinghe ende ander voirwairden ende conditieu bezegbeit met 't convents zeghel sinte Urselen, dicwile voirn. , begheer ic gheleyt ende be- wairt te werden inden handen of houdinghe des paters des huys sinte Jheronymus voorsz., of paters of biecbtvaders des convents van S. Aechten binnen Delf. Item, gheef ic der ouder kerck ende oec der nywer binnen Delff, item dat oude gast-
buys yghelic een Wilhelmsche scilt; Item sinte Jons ? , )
Item sinle ChristofTels $ ° ' Js> > yegbelye vanden drien 10 stvs.
Item den sicken te Betanien, -i
Item die kerck te Conincxvelt, ")
Item sinte Cornelis capelle , /
Item nonnen- of zusterbuys binnen Delff, J 10 stvs een yeghelyc.
Item die Cellebroederen , l
Item die sustergens in 't heylige Geesthuys, J
Item, den heyligben Geest, ~)
Item, die borthouwers, ) yeghel. II. pont Holl.
Item, die vir. ghetiden indie oude kerck, J
Item, die Minderbroederen binnen Delff tot drie maeltiden, wtvaert, sevendach ende
maenstond, ofte als't hem best dient, omtrent dese daghen voorn., VIII. pont Holl. Item, onsen tweiin priesteren, den oversten drie silvercn lepelen met vergulde knoppen,
den ondersten twee silveren lepelen van gheliker wairden ende formen. Item, onsen twee costergens, yeghelyc X. scellinghen.
Item, Katherinen ende Jutte haer zuster, Jan van Loon dochteren, of enich van hem
beyden, die my verleeft, also veer als zy met my bliven of blivet woenen, anders niet, eeus vyftich pont Holl. Item, heer Pauwels vander Soe Jacobsz. een alve, ofle laken daertoe.
Item, den convente der regulier Oirden buten Haerlem, die broederen mede te verma-
ken, omtrent der tyt mynre verscheydinghe, te wine II. pont. Item, yegelyck persoen opt beghynhoff woonaftieh, 1 stvr ende een wittebroet -van een
oertgen. Item, noch Til. nobelen tot zevenwerf x.vxn. missen, in steden of cloosteren der mya
|
||||
27
|
||||||||||
myn begheerteh toe wesen sal of myn testamentoers, aizoo ver als ickt zelver niet eu be-
schicke : Ende zyn myn Biechtvader ,
|
||||||||||
Claeys Heuyter Willemsz.,
|
een yegbelye van hem. een silvereu lepel.
|
|||||||||
Willem Pyn Aelbrechtsz. ende
Claes Damasz., ende gheve
Item wil ende begheer ic, dat of men enighen scrifteu by my of by enighen van myn
testamentoers of yemants anders, die ic dat ghetrouwen of gheloven sal, nae mynre doot, bevonde, dezen bovengescreven testamente of wterste wille yet ofdoende of toedoende tot godliken saken, of anders met myns selfs hant ghescreven of jements anders, die ghelooflic is, met eens goets mans seghel beseghelt, den scriften wil ic, dat stae ende geloove ende houde , ghelye die ander punten inden principael instrumente des notarius gescreven, zon- der yet anders daer in te trccken, In't jaer ons Heeren M.CGCC.LXVII., den x. dacb in decembri.
In dorso: Item , dit is dat wtscrift des notarius myns testaments,
wten latine in duytscben gbeset, ende is des notarius eyghen hant gheschreven. Anno LXVn., den x. dacb in decembri. Item dit ist TESTAMENT van here ALLERT PIETEKSZ.,.
ONSEN MEBEPRIESTER.
Item, in den eersten soe bespreeckt by Gode almacbtich syne siel ende syn licbaem let
aerden. Item, noch soe en is zyn wtterste wille, dat alsulcke penningben ende gueden, die hem
bestorven waren van vader ende moeder, sal. gedacbten, als c. pont Holl. ende VI.; item, noch mede die lxx. pont Holl. van myn eerste misse geve ick, here Allert Pietersz. voorsz., ende bespreeck onsen convent van S. Urselen binnen Seiedam voor my, ende myns vaders, moeders ende onser vrienden zielen van voir ons te bidden ewelyc. Item, noch bespreec ic, h. Allert voorsz. ons convent, die drie pont Holl. 'sjaers erfli-
ke renten, geleghen in Mees Henricxsz. woning, dair voir sal dat voirsz. convent ghehou- den wesen alle jaers, ten ewighen daghen, te doen ende te houden ewige memory voir myn ende mynen vader ende moeder zielen, oick mede voir Martgen myn suster, nae hare doot; mer Martgen myn suster, also langhe als sy leeft, zal ontfangen van den voirgen. renten ecu half pont Holl. 'sjaers, ende naer haer selt bliven an voirsz. convent. Item, noch soe is myn wterste wille ende bespreeck ons convent eens een pontgr. Vlaemscb
totteu susteren in 'tghemeen, ende dairvoir sullen geven die pater ende mater alle die sus- teren te samen een ghemeen mael, ende sellen voor hem bidden ten ewigen daghen. Item, noch soo bespreeck ik een pond gr. den convent voorsz., on te copen een blaauw
sarck, om te leggen opt graf, als ic doot ben. Item, noch bespreeck ick Martgen myn suster, myn beste huyc, van myn eerste misse
gehouden. Item, noch bespreeck ik onsen provisoor van Schielant een stoop vvyns.
Item, noch bespreeck ick, h. Allert Pietersz., ons convent voorsz. een silver lepel, die
my besproken is van pater Florys, «a. ged. |
||||||||||
M
|
|||||
Item , .Jjoch bespreek ik Clays Pietersz., mynbroeder, een beslagen yzeren kistgen, 'twelck
ick gekoft hebbe van Koert. Item, myn executoers ofte testamentoers van den testament voorsz. sellen wesen hr. Pie-
ter CJaesz,, pater van desenhuyse, ende Claes Pietersz., mynbroeder, ende die pater voor- noemt bespreec ick ende sel hebben voir synen arbeyt die silveren cop, ende Clays Pietersz. sel hebben voer synen arbeyt die silveren scael. Item, off hier yemant teghen dit voorsz. testament yet tegen seggen of doen wilde, soe
is myn wterste wille, dat alsdan ons voirsz. convent dese voirgenoemde goeden te samen sullen nemen ende ontfangen ende nymant anders. Item, op desen selven tyt soe hebben Clays Pietersz. ende Ymme Jansd. denselven con-
vent voirn. gegheven ende gbemaeckt tot een ewighe testament oeck alsulcke 15 pond Holl., gheleghen inde voorsz. woning, dairvoir dat convent sel wesen ghehouden te doen haer bei- de ewige memory, alle jaers op haren sterfdach ; mer deze renten sellen sy ontfangen also lange, als sy beyde in levende lyf syn. Et ego Petrus . . . auct. imper. nts. de Sciedam,
dum haec agerentur et fierent, praesens interfui, vi- di et audivi, quod testor manu mea, presentibus Petro Ogery de Haerlem, Arnoldo 61. Theodorici de Sciedam, viris 6de dignis, die septima novembr. P. H.. . . DE SciEDAM, sbst.
Meester ARNOUT JACOBSZ. TESTAMENT.
J.H.S.
Inden name des Vaders, des Zoens ende des heylighen Geestes.
Ick Harnout Jacobsz., priester.by oorlove ende consent onses genadigen heren, ge-
coren ende gecon6rmeert bisscop van Utrecht, ende zynen eerw. domproost, maecke ick myn testamente ende is myn wterste wille, gaende ende staende ende gesont van live ende machtich myns verstants, met mynen vryen moetwille, in maniere hier nae volgende: Inden eersten soe maecke ick God almachtich myn naekte ziele, biddende Marien, die
fonteynen der gratien ende genade, maget, ende mueder ons heeren Jhesu Christi, ende alle Sancten ende Sanctinnen , dat zy alle den almachtighen God willen bidden, dat hy die doer zyne groter onfarmicheyt een plaetse in zynre heylighe woenstede geven, gonnen ende verlenen wille; ende myn lichaem bespreeke ick der heyligher gewyder aerde. Item, ick bespreecke ende maecke onsen genadighen here van Utrecht voern. ende zynen
eCrwaerdighen domproost ende archideken, elcx een Karolus gulden van twintich stuyversi. Die fabryk tot Utrecht thien stuyvers.
Onsen eerwaerdighen heeren provisor ende deken van Delflant elcx xr. stuyvers.
Item, die oude prochiekerk binnen Delflant, vyff stuyvers gr. Vis.
Item, S.Cornell's capelle vyff stuyver.
Item, S. Hieronymus broerhuys een rynsgulden.
Item, die pastoer van de oude kerk een rynsgulden.
hem, die capellanen altesamen aldaer xv. stuyv. voer tsondachs gebet.
Item, heer JanvanGoch, canonik tot Oudemunster t'Utrecht, indien hy in levende fi*»
|
|||||
29
|
|||||||
is na myn overlyden, twintich rynsgulden , biddende hem daermede omme quytscheldinghe
van alle datte wy met malcanderen wtstaende hebbeu ofte tot zyuen wil'.e te zyne. Item, noch maecke ick Marietgen Harnouts dr., professide suster tot S.Urselen susterhuy*
tot Schiedam, 't beeldeken van S. Marie Magdalene, staende voor in myn huys. Item , noch maeck ick elcken ende een yegelyken van myn suslers kynderen, hoeft voer
hoeft, diie gulden, ende elck kints kinl, hooft voor hooft, een Carolus gulden, t'xx. stv. Item, noch maecke ick Aechts Gerritz dr., voor menighc trouwe dienst, die zy my ge-
daen heeft, acht jaren gedurende ende aen malcanderen volgende, van die penningen, die van myn huys jaerlix zullen incomen, alle jaers twee pont gr. Vis, indien zy die acht ja- ren beieefft, ende indien zy binnen die acht jaren overleden wort, soe sellen die reslen, die onverschenen zyn, sterven , die een helft op suster Marietgen Harnouts dr. voorsz. en- de tot reparatie van haren clederen , offte dat zy alsdan behoeven sal, indien sy oock in le ven lyvc is, ende soe lange die acht jaren gedueren sellen, ende indien zy eer overleden ware, soe sellen die resten met die helft, resterende van die acht jaren, by 't overlyden van Aechte Geryts dr. voorsz., sterven op mynen gerechten erve, nu ter tyd wesende. Item, noch maecke ick Aechte Geritsd. voersz., 't koetsgen mettet koetsbeddeken ende
met zyn toebehoren van dekenen ende slaeplakenen ende oircussens, ende myn bedde, daer ick dagelicx op slape, met die slaeplakenen daertoe dieneudc, ende met die rode dekenen, die op die voorkamer leyt. Noch maek ick Aechten voorsz., dat tresoer, dat voer in't huys staet, met die 6 tinne
kannetjes, daer op staende, ende met den bekertgen ende 't waterpotgen, daer onder 't tresoer staende. Noch make ick Aechten voorsz., vier van de kleyne linne platielen ende twee met die
meeste; ende die kleyne zauriertgens ende teliuren, die my ghegheven waren op myn eerste misse met den bordenhuysgen , daer die inne staen. Ende twee metalen candelaren ende 'tbeckentge, dat my op myn eerste misse gegeven was.
Noch geef ick haer alle, dat zy by myn van clederen ende juwelen ende anders vercre-
gen heeft, ende dat tot haeren .... toebehoort. Noch maecke ick haer, dat derdedeel van 't yserwerck ende alle ardtwerck, ende dat derdedeel van turff ende hout, van butter ende kaesen ende andere eetlyke costen , ende noch twe tinnen mengelsche wyncannen ende een pints tinnen wyncannetje. Gecollat. ende gecopieert teghen die originael brief, ge
scrcven by meester Harnoudt Jacobsz. zyn eygen handt, ende accordeert, by my Joa. Amera. Delphus. nts.
|
|||||||
TEST AMENTUM EGBERT! BOR, pastoris in- Lowck ,
ET TICARH S. MARIAE TrAJECT. , (1505.)
Haec est scedula testamenti D. Egberti Bor, pastoris in Lopick, et vicarii ecclesiae
beatae Mariae Trajecten., quam comprehendi voluit et vult sub testamento seu ultima vo- luntate sua coram notario publico et testibus rite factis eamque valere, proinde acsi de verbo ad verbum descripta fuerit in eodem. Item, primo commendavit animam suam , cum de corpore egressa fuerit, omnipotenti Dso,
beatissimae virgin! Mariae et toti curiae eclesti, et corpus suurn ecclesiasticae tradi voluit |
|||||||
30
sepulturae, in porticu ecclesiae beatae Mariae Trajecten. apud sepulturam D. Henrici de
VVycfe juxta januam atnbitus ecclesiae. Item, elegit pro executoribus suis doiuinum Albertum Scuersack, canonicum et scholas-
ticum ecclesiae beatae Mariae Trajecten., dominum Wilhelmum Beyer, semiprebendatum piebenda episcopali in ecclesia pvaedicta, et Godefriduin de Hey, presbyterum officiatum icclesiae cjusdem, petendo ab iisdem, ut hujusmodi onus velint propter Dcntn assumere, iacicndo, sicuti ipsi velint in sua execulione testamentaria eis fieri. Item , donavit praedictus testator minori camerae ecclesiae nostrae unum jugerum in Lo-
pick pro memoria sua, de quo tamen liabent celebrantes ecclesiae nostrae unum loot arg,, juxta formam literarum desuper -factai'um. Item legavit liliae suae naturali triginta duos flor. Aernem. cur. pro quolibet flor. prae-
dictorum VllJ St. computan. Item, adhuc filiae suae praedictae legavit unam ampboram stanneam unius quartae, in
qua vinum auferri solet, cum una vlescula etiam stannea unius quartae. Item, adhuc legavit filiae suae praedictae ollam cupream cum cacabo minore, maxiuto
eacabo cupreo. Item, adbuc filiae suae praedictae legavit sex scissoria stannea.
Item, Elisabeth ancillae suae legavit optimum suum tabbardum nigro foderatum mit bun-
sin ck. Item, adliuc ancillae praedictae legavit ledum cum lectisternio et lintheaminibus et aliis
atlinentiis. Item, adhuc legavit ancillae suae praedictae tringinta flor. aernem. pro quolibet Vllist.
computan. Item, legavit Hermanno Johannis in Lopick propter Deum cacabum max. cupreum.
Item, legavit Margaretae sorori Godefridi de Hey, presbyteri .... mit een waterpott.
Item, petiit et voluit dari singulis monasteriis civilatis Trajecten. infra muros et extra
tiuiim flor. r. cur., vt celebrando in die obitus sui orent pro anima sua. Item, petiit et voluit testator praedictus omnia alia per eum relinquenda debitis suis et
legatis solutis ministrari et dari paupeiibus, prout executoribus suis videretur saluti auimae suae e\pediie. Ita est Egbertus Bor.
Inventaiium pecuniarum praedicti D. Egberti Bor traditarum dno Alberto Scuersack, ca-
nonico et scolastico ecclesiae nostrae beatae Mariae Trajecten. Item, twee Henrietta nobell.
Item, een Vleemsche nobell.
Item, drie halve sonne nobellen ende een quaertier.
Item, lien Lebben.
Item, drie Hollandsche riders.
Item, drie saluyten.
Item, een scuytgen,
Item, twaleff cronen van alrehande conditien.
Item, twee Andries gulden ende twee halve.
Item, twee Ungaersche gulden.
Item, een enkell gulden.
Item, tien Davids gulden.
Item, drie clymmer gulden.
|
||||
z\
|
|||||||
Item, vier copponolle gulden.
Item, vyff ende een halff Philippi Austriae.
Item, twee ende een halff Philippi Burgundiae.
Item, een Arnoldus gulden.
Item, een Hoorngens gulden.
In pecunia argentea ejusdem.
Item, drie slapers.
Item, vyff silver vlieseu.
Item, twee jagers ende twee Nansy(?) penningen.
Item, dertien stoters.
Item, een bartoensche ....
Item, twee vuerysers ende drie halff.
Item, een Hollantsehe tuin.
Item, vier Zwolsche Philippus.
Item, een oudt zwartgen.
In dorso manu coaetanea:
De mandate D. Alberti Schuersack, scolastici.
Sumpsi ex pecunia D. Egberti jussu suo et emi panem ad usus pauperum III* fe-
bruar., anno quinto, unum aur. R., quincjue Philippeos Austriae , unum Hornensem. |
|||||||
IN NOMINE SANCTAE ET INDIVIDUAE TRINITATIS,
PATRIS ET FIL1I ET SPIRITUS SANCTI, amen. HAEC EST CEDULA TeSTAMENTI SIUE ULTIMAE VOLUNTATIS
Mr. THOMAE DE NYKERCKEN, decani
ECCL. S. JOANNIS TRAJECTEN.
Item in den yersten , aengemerckt, dat die ziel costelicker is, dan 't lichaem , ofte tyte-
licke goet, betrouwende op Godt almachtich, dat Godt een ootmoedich hart niet versma- den en sal, soe beveel ick myn siel, als zy van myn lichaem scheyden zall, Godt almach- tich ende zyner heylige di'ievoudichcyt, Maria, der hemelscher coninginne, ender alle 't liemelsche lieer, ende myn lichaem der eerden , ende begeer eerlyck begraven te worden in sint Johans kercke t'Utrecht, in sint Stevens capelle, daer ick myn graf hebbe laten be- reyden. Ten anderen , beveel ick all myn goet, gereet ende ongereet, gout, zilver, ge- rnunt ende ongemunt, cleynodien ende huysraet, hoe men die noemen zall, alle myne cedelc ende brieven van erfrenten, losrenten ende lyfrenten , daer die brieven offvermelden, hon- der des briefs, met zyne bewyslycke wille ontfangen te znllen weesen, geve ende stellc ick in handen myn executoiren , genaemt int instrument van myn testament, gemaeckt voor twee notarissen, als meester Jacob de Nova porta ende Meerten vander Berch, ende oick ge- maeckt by consent ende octroy, die my van keiz.Maj. verleent ende gegonstis, ende bese- gelt leydt by myn instrument ende rentbrieven inde aldereerste gebunt van A. ende begw |
|||||||
32
|
|||||
flotmoedelick, om Gods wille, van myn executoiren, dat zy myn testament willen aenvaerden
ende nae mynre begeevte, willen executeren buyten haere schade, soe ick ze niet veerder en denk te belasten dan myn goet streckt, behalven myn erftael, patriinoniael ende matri- monidel, die ick noch hebbe op mynen sterfdach, die wil ick hebben, dat die zullen co- rnea aen myn rechte erfgenamen, naer gewoonte ende rechten der landen, daer die gelegen zyn, ende oock behalven dat ik voor myn sterfdach bewyselick yemant onder myn handt- leycken ofte anders gegeven liebbe, 't zy renten brieven, cleynodien, huysraet ofte anders. Item, nae myn doot begeere ick, dat myn executoirs willen leggen alle myn zegele, brie-
ven , gout, zilver, gemuntendeongemunt, cleynodien ende anders, my toebehorende, met myn in ven talis in een kist, daer myn vier executoiren, hier na beschreven, een yegelyck een sleutel of hebben zullen , te weten , heer Henrick Goertsz., canonick in den Dom t'U- trecht, heer Adriaen van Zujlen , canonick sint Johans t'Utrecht, heer Jacob van Gheer, semiprebendnet sinte Marien t'Utrecht, heer Lubbert Ryckensz., vicarius in den Dom t'U- trecht : ende zy zullen t'zamen totter kiste gaen, om daer wt te haelen ende oock inne te brengen tot behouff der genen, die ick hierna beschryven zal. Item, die voorsz. kiste bogeer ick dat men zette in archivis ons capittels sint Johans t'D-
trecht, 'twelck dat men vruntlick vant voorschreven capittel begeren zal, als men gedaen beeft. Item, zoe dick als myn vier executoiren voorsz. tot die kiste willen gaen, dat zullen rj
den deken ofte vicedeken te kennen geven, ende begeren, dat der kercke notaris van sint Johans, die een sleutel heeft van archivis, mitte voorsz. executoiren op ende oft gaen wil- len , ende daervan zal die notaris hebben 'sjaers eenen Carolus gulden, ende die claviger S, Johans pro consensu 'sjaers twee Carolus gulden. Ende oft van myne rentbrieven cenige gelost worden, dat gelt vander losse zullen nryn
executorcs voorsz. van stonden aen, als zy deze brieven wtter kiste halen, weder inder kiste leggen , ende dan datzelve gelt wederom beleggen, alse allereerst mogen. Item, wanneer als zy dat gelt weder wtte kisten halen, zullen yerst den nyewen brief in
der kiste leggen , ende is daer eenich gelt, nae dat myn testament van den yersten jaere vervult is, zullen zy oock van stonden aen beleggen, behalven zes hondert Carolus gulden, die altyt inder kiste zullen blyven leggen voor alle noot, om oft zy op eenich tyt gebreck hadden om myn testament te voldoen, zullen zy d'voorsz. zes hondert Carolus gulden aen mogen fasten, ende van den toecomenden overloop weder voegen, dat die zes hondert gul- dens weder vervult worden. . Item, myn rentmr zal zyn tyt yerst aengacn jirimooctobris, S. Remigy, nae mynre doot,
ende paeschen, ofte xntr. dagen daernae onbegrepen , post annum revolutum scz. prima oc- tobris reckenschap doen van alles dat verschenen is, binnen den voorsz. jaer prima octo- bris usque ad primum octobris anni sequentis computando, ende zal dan leveren van alia pcrcelen gelt oil verwonnen recht. Item, int yerste jaer nae myn doot en zal dezen voorsz. rentmr nyet wt dorven geven
van tgeen dat in myn behouft, incommen ende verschynen zal, van aengaende nae myn doot, Remigy usque ad annum revolutum, opdat myn rentmr altyt een jaer te voren mach wezen, om te voldoen met gereede penningen, tgene ick begeere in myn codicil ende myn testament jaerlicx wtgerecht ende betaelt te worden, zoe ick myn wtfaert ende dootschult, maecke ende bevvjselycke schult, begeer dat betaelt zal worden van myn gereet gelt ende goet, ende van de renten , die myn executoiren verschynen zullen nae myn doot voort yerst Kemigy, daer ick myn executoiren voorschreven inventaris of zal doen hebben. Item, deze rentmr voorschreven zal deze reckenschap alle jaeren opten tyt voonz. Acwn
|
|||||
33
|
|||||
den executoiren ende den balyer van S. Catherinen, ende vier van de outsten capittularen
Van de capittele van S. Johans t'Utrecht int capittelhuys van S. Johans, ende zaJ dan den voorsz. executoiren ende capitulairen voirsz., die daerpresentes zullen zyn, a pvincipio us- que ad finem, tot presentie geven als hier nae volcht, te welen, den voorsz. executoiren ende den balyer een yegelyck een ducaet, ofte twee Hollantsche gulden daer voor, ende den vier capitularien yegelick een half ducaet oft een Hollantsche gulden daer voov, ende den notaris sintJohan een vierendeel van een ducaet, ofte een halve Hollantsche gulden daer voor, des zoo zal die notarius van S. Johans eenen dach te voren mynen executoiren ende den balyer voorsz. ende den vier outste capitularen van S.Jans te kennen geven, als die voorsz. rentmr zyn reckenschap doen zal. Item, als deze reckenschap gedaen is, gebreeckt daer aen, dat zal men nemen van de
zes hondert gulden, die in de kist leggen, ende loopt daer over, dat zal men van stonden in de kist brengen , ende beleggen zoo bald als men can, tot behouf van den armen I'Utrecht. Item, ick begeere een dagelicxe misse euwelike gedaen te hebben op sunte Stevens autaer in sunte Stevens capelle, stacnde aen de noortzyde van S. Johans choor, precise te half elf uren, per vices omgaende by de kercke vicarien van S. Johans, die bequaem zyn om misse te doen, ende gcdient te worden by een chorael in religione, die zal dat clocksken, dat voor dat choor hangt, eer men die misse begint, zoe lange te voren kleppen, dat men van der witlevrouwen brugge mach conuen in die kercke, om die misse te horen , ende zal een altaer bereyden, ende die lamp in der capelle voorsz. voor die misse aenfangen ende na de misse wtdoen, ende gaen dan mette priester, die de misse gedaen heeft, mit dat wy- water op myn graft, ende lezen : miserere mei Deus etc., cum: de profundis etc., met die collecte, als: propiliare animae famuli lui Thomae etc., Deus qui hos prim, et ma- trem etc., fidcliutn Deus omnium etc., voor myn ziel ende daer ick des voor begere, ende dan zal men den celebrant geven twee stuvers alle dach mit gereet gelt, ende de chorael een oort stuvers, oock mit gereet gelt. Item, ick wille dat by.deze voorsz. misse gheen fundatie behindert zullen werden, dan
een yegelyck zynen dienste, gelycker wel doen zal oft laten doen, gelyck oft deze misse niet geordonneert waere, ende wiet zyn beurt is, ende iaet deze voorschieve misse vallen, daer zal die coster suntJohan oft te peen nemen vier stuvers, daer van die choralen of hebben zullen een stuver ende die coster voorsz. een stuver, ende voor die andere twee stuvers zal die cosier des anderen daechs opt cleyn altaercken in de capelle voorsz. misse laten lezen, eodem tempore, als die half vrensehe misse gelezen wardt, ende nae beyde missen zullen beyde die priesters gelyck metten choralen op myn graf gaen ende lezen, als boven beschreven staet, op dat die verzuymde misse weder verhaelt worde, ende oft deze voorsz. misse niet onderhouden en worde ende een merckclicke tyt niet gedaen en worde, als te weten een maent lanck, zoe zullen die renten, tot die voorsz. misse behorende, int gasthuys van de balyer sunt Jans orde binnen Utrecht comen, ende nyemant en zal deze misse mogen doen, then zy hy eerst consentere in de pene van vier stuvers voorsz., ende ick begere van myne heren van den capittele, dat zy daer een toezicht op willen nemen. Item, deze voorsz. misse zullen alle zondag horen twaelf huysarmen, die nyet om broot
en gaen, die men yegelyck zal geven een stuver Hollantsch. Item, die lampe, hangende in der capelle, zal men ontfengen, alst donker wert, mitten
anderen lam pen, ende dies morgens ontfengen, eer men die metten begint, alst duister is, ende zal branden tot het licht is. Item, ick geve Johan van Moeraet, mynen neef, hondert Carolus guldens eens van myn
gerede goet, van stonden aen na myn doot te betalen, ende wt de kiste vyftich Carotin |
|||||
3 4
|
|||||
guldens 'sjacrs, zoe lange als hy leeft, ende nae zyn doot zulleu die vyftich guldens heb-
ben zyn outste zoen ende zyn erfgenaem, tzy man ofte vrou, erfelick wt die kiste, ende of hy hem opponeerde in eenige maniere jegens myn testament, zoe wille ick, dat hy nyet een stuver van myn goet zal hebben, ende van de hondert guldens voorsz. zal hy dootclederen af laten maecken. Item, noch geve ick Clara Thomas dochter zekere brieven ende renten, in manieren als
dat in een cedulle geschreven staet, mit myn hant onderteyckent ende myn signet daer onder gedruckt, ende noch vyf ende twintich Carolus guldens 'sjaers wtter kiste. Item, noch geve ick Hubert de Cuper twaelf Carolus guldens 'sjaers zoe lange als hy
leeft, ende twaelf Carolus guldens van myn gereetste goet etc., ende niet om dat hy myn bewant zoude zyn, dan om andere oirzake wille, ende zyn zoon Thomas, die ick ter dope geheven hebbe, tot clederen eens vyf guldens Brabants van myn gereede goet ende zes Ca- rolus guldens 'sjaers wtter kiste zoe lange als hy leeft. Item, ick geve noch mynre zuster Margriet ende Fye vanRynerscheyt, myn nichte, van
myn gereetste goet elck vyf en twintich gulden eens, ende wtter kiste elck zoe lange als zy leven zes Carolus gulden'sjaers, ende daertoe eenen brief tot behoift hoirs cloisters teS.Cla- ren binnen Nuys, van thien golden gulden 'sjaers, dies Daem Jan Ovens weduwe ende haer erfgenamen lossen mogen mit twee hondert golden gulden ende anders geen gelt, mit con- ditien, dat zy ende den clooster te S.Claren teNuys alle jaer myn memorie eens zullen la- ten doen mit vigilie ende een zielmisse, ende een half golt gulden broots om Goots wille te laten geven, ende die lampen in dat zesgen (!) te onderhalden, bequamelicke tyt te bran- den ; ende dezen brief zal by myn andere briefen in die kisten blyven liggen; oft hy gelost wordt, dat men dan dat gelt van die losse weder beleggen zal ende doen als voorsz., dan dat clooster zal hebben een copie van den brief, om die renten jaerlicx te manen ende te bueren. Item, ick geve Geertruyd Dircx dochter van myn gereetste goet vyftien Carolus gulden
ende noch hondert Carolus gulden. Item, noch geve ick die drie biddende oorden binnen Utrecht, als die Minnebroeders,
die Prekebroeders, die Vrouweubroeders, yegelyck zes Carolus gulden eens, om dat zy Gode voor myn willen bidden, ende] oock den Augustyner terminarius binnen Utrecht eenen Ca- rolus gulden eens. Item, ick geve die mater van Arkel, Dirck Schayens dochter, zes Carolus guldens eens
tot een tabbert, ende oock zuster Janneken aldaer een Carolus gulden, om spelden te coepen. Item, ick geve noch sunt Jacobs gasthuys zes Carolus guldens eens, ende noch wtten kis-
ten erfelycken zes Carolus guldens 'sjaers. Item, ick geve die Cellebroeders binnen Utrecht drie Carolus guldens eens, ende die
Melaten buten Utrecht zes Carolus guldens eens. Item, ick geve alle die vyf broederschappen, daer ick broeder inne ben, yegelyck zes
Carolus gulden eens, als die calander broederschap, sunte Barbaren gasthuys, sunte Bartho- lomei gasthuys, 't heylich Cruys gasthuys, sunte Anthonies broederschap, noch sunte An- thonies broederschap erffelyck wtter kiste 'sjaers zes goude gulden, als breder blyct in myn reckenschap, die ick int jaer van 3XVII. gedaen hebbe. Item, ick geve Jerusalem, Brandoly, sinte Niclaes, sinte Cecilien, sinte Agnietes, oock
sinte Agnites clooster binnen Amersfoort, elck zes Carolus gulden eens, om voor my te bidden.. Item, thien choralen zellen hebben een yegelick alle zondach een halve stuvers rogge-
broot ende twee succentoeren, die schoolmr ende die coster sintJohans, oock yegelyck een *tuver tot wittebroot, dat men oock in de capelle ministreren sal, salvo, dat zy finitis. ma^ |
|||||
35
|
|||||
tutinis te grave zullen gaen in sunte Stevens capelle Op myn graft, lezende aldaer miserere
meiDeus etc. ende deprofundis etc. ende collecta propitiare animae famuli tui Thomav el jidelium Deus. Item, ick geve sint Jacob Oestersz. ende Driebergen yegelyck eens vyftien Carolus gulden
tot ornamenten. Item, ick geve sunteSebastiaens broederschap tho Nuys zes golde gulden, daer zy myn
begangenisse mede zullen laten doen, ende dat mer eens, dat zal myn rentmr te Nuys be- talen. Item, ick geve die burgemr Henrick te Nuys huysfrou vyf golt. guldens eens, daer zy nae
myn doot eenen zwarten tabbert om zal laten maecken, dat myn rentmr oock aldaer be- talen zal, ende zyn reckenschap van alle zyne wtgaven ende van myne verscbenen renten myne executoiren alhier overzenden, ende doen hoer daer of goede rekening van alles. Item, ick geve myn geestelicke zuster ende myn geestelicke "nichten, te vveten Ryner-
scbeyt teNuys, Nykercken teDusseren, Allert ende Valck teNyemmegen, Staedt ende Goer te Huysen ende Staedt te Emeren, van myn gereet goet elck eens zes Carolus guldens, ende wt de kiste hoer leven lanck drie Carolus guldens 'sjaers elck, ende oft eenige van deze personen voor my aflyvich worden , die en derf men niet geven. Item, noch geve ick myn vier nichten, nonnen te Zeywerden, als Aller, Staidt, Valck
ende Dongen, yegelyck zes Carolus gulden tot een tabbert, ende wtter kiste yegelick zor lange als zy leven drie Carolus gulden. Item, alle maent, als men myn memorien houden zal, zoe zellen daer oomen wt bet
groothuys opt bagynhof vier zusteikens, die savonts ende smorgens te groef zsllen gaen . als dat choor te grave gaet, ende bidden voor myn arme ziel ende alle gelovige zielen, en- de dat by gebuerte omgaen, daer zy oft hebben zullen alle maent, als zy comeo, acht stu- vers Hollants, ende desgelycx oock, als die kerck myn jaergetye houdt, mitte vigilie ende zielmisse , want ick dat zoe begere. Item, noch beveel ick myn executoiren, zoe als in't groothuys opt baghynhoft voorsz.,
geen schoorsteen en is, zoe zullen myn executoiren aldaer een schoorsteen laten maecken, daer ick zes en dertich gulden op betaelt hebbe, als heer Jacob van Gheer ende LubbertRy- cken zeer wel weten,ende zyn in hoer handen, ende ick en wil daer niet meer toe geven. Item, ick geve die kerck sunte Johans t'Utrecht eenen hogen zilveren becker, daer myn
waepen boven opt decxel staen, om mede te communiceren op die hoochtydeu. Item, ick geve Thomas Thomasz. een dozyn zilvere cruyzens ende een grote vergulde
becker, geheten den Pals, met een dozyn kussens, daer myn wapen opstaen, by alzoe, dat by die niet vercopen noch verzetten noch in geenre wys verbrengen zal. Item, noch geve ick Willem van Nykercken, mynen neef, dat golt van myn dagelicxeu
signet, mit een zilveren noet, daer myn wapen op staet, ende noch negen rode kussens, daer myn vierendelen op staen. Item, zoe dickwils als heer AertBuchels huys, staende op sint Pieters kerkhof, vercoft
werdt, zoe zel men van die beterschap nemen veertich Carolus gulden , dat tot prouffyt ende oirbaer der choralen van S. Peters voorsz. , ende dat zal men beleggen alsoe dray als men can, ende als wtwyst die coopceel, tusschen Buchel voorsz. ende my vant huys gemaeckt is. Item, ick begeer solempne commemorationem in S. Jans kerck gedaen te wgrden in manie-
ren van luyden, ende desgelycx als jaerlycx voor bisschop Fredrick van Baden geholden wert, ende myn graft te begaen, ende daer maeck ick alsoe vele toe, gelyck als die kerck vanden Dom respondeert die vyf godshuyzen , ende deze penningen zullen t'zamen wt die kiste gaen, wel verstaende; dat myn memorie geschien ende gehouden zal werden, gelyck als die me- |
|||||
36
|
|||||
morie van bisschop Baden geholden wert, mutatis mutandis, vermogens eenre cedulle by my
ende Jacob, onze capittelsecretarius, handen onderteyckent, ende by't instrument van myn testament geleyt ende geordonneert is. Item, noch geve ick Constans van Nyckercken twee scons, te weten Thomas ende Wil-
lem, eens vyftich Carolus guldens van myn gereetste goet, daer zy droefcleder oft zullen doen maecken, ende noch wtter kiste onder hem beyden 'sjaers zeventich Cai-olus guldens, huere levens lanck geduerende, met conditie, dat zy alle jaer, eer zy die zeventich Caro- lus guldens van den rentmeester wtter kisten ontfangen zullen, zoe zullen zy eerst betalen die vyftien golt gulden 'sjaers, daer ick zegel ende brief of hebbe, die ick inder losse van huere patrimoniael goederen verschoten hebbe. van welcke renten ick in menigen jaeren niet ontfangen en hebbe , welcke verlopen renten ick huer quytschelde, mer indien zy den rentmr van der kiste de XV. goltgulden 'sjaers voorsz. met die gerede penningen , die ick hoer geleent hebbe . daer twee cedullen oft zyn , niet en betaelen, zoe wil ick expres- lick, dat zy wtter kiste niet eeh stuver zullen hebben , ende oock oft zy eeniger maniereu opponeerden jegens myn testament, zoe begeer ik, dat myn executoiren dat weder willen staen op mynen cost, ende geven huer van alle myn goet niet een stuyver in geenreleyde manieren. Item, noch geve ick zuster Marycken Reyersdr., wonende tot Noortwyck, eens van myn gereet goet zes Carolus gulden tot een tabbert, ende wtter kiste heur leven lanck 'sjaers zes Carolus gulden. Item, noch geve ick Zybert van Nyckerckens kynderen eens van myn gereede goet vyf
ende twintich Carolus gulden, ende wtter kiste yegelick ende alzoe lange als zy leven twee Carolus gulden 'sjaers. Item, noch geve ick mynre nichten Lysbeth van Nyckercken, genaempt van Gueterswyck, met haer kynderen vyftich Carolus gulden van myn gereet goet, om droefcleder daervan te
laten maecken, ende nae dat yerste jaer, geef ick mynre petten Henrick, hoer zoen, wtter
kiste 'sjaers zes Carolus gulden , zoe lange als hy leeft.
Item , noch geef ik Mr. Henrick Braemsz. Henrick Braem, wonende inde Nypoort, twaelf
Carolus gl. eens , om Goots wille , om mede gecleet te worden, ende Marycken, wonende te
Leyden, die welcke myns vaders meecht geweest is, Fye, wonende te Antwerpen, die myn
meecht geweest is, geve ick yegelick zes Carolus guldens eens, ende Marycken voorsz. 'sjaers,
zoe lange als zy leeft, wtter kiste zes Carolus gulden.
Item, noch geve ick Jacobgen CornelisdeRidders dochter, die ick wtter doope geheven
hebbe, van myne gereede goede zes Carolus gulden tot een tabbaert, ende wtter kiste 'sjaers.
zoe lange als zy leeft, zes Carolus gulden, ende desgelycken zal men oock geven Jantgen
Ott, van hoerenzoon, die ick wt der doope geheven hebbe.
Item, geve ick een yegelick van myn executoeren voer hoere gerechticheyt vyf ende twin-
tichtich gulden eens, ende ick begeer, zoe heer Jacob van Gheer voorschreven des dickwils
gehandell heeft, ende ick oock hem menich reyze te kennen gegeven hebbe myne menin-
ghe van myn vvtvaert te doen, hoe ick dicn gedaen begere te hebbe, zoe bevele ick hem
omnia, quae concernunt funeralia, mer nyet wtgezondert, om dat te doen, ende voor dien
arbevt zoe geef ick hem zes Carolus gulden.
Item, ick begere, dat men die Carthuysers ende sint Pauwels ende Oestbroeck elck een
pitantie zal geven nae ouder gewoonte, daer zy myn beganckenisse voor doen zullen, nae
alder gewoonte.
Item, ick geve tot die refectie, om laetare Jerusalem te houden, S.Jans erfelyck wtter kiste
thien Carolus gulden 'sjaers, ende ick begere, dat men, nae de gralias zal lezcn de prq-
J'undis, cum collecta pro salute animae meae,
|
|||||
37
Item, ick geve tot die joffrouwen tottcn Vrcmwenclooster buten Utrecht van myn ge-
reede goet nae myne doot zes Carolus guldens eens, ende wtter kiste erfelick 'sjaers ze* Carolus gulden, omop sinteMaartens avondt zich daermede vrolick te maecken; ende dezelvc gelyck geve ick do joffrouwen tot Wittevrouvven binnen Utrecht, als boven voorsz. staet. Item, zoe ick coram duobus capitularibus sc. Mr. Johan van Bommel ende Mr. Adriaen van
Zulen, ende by den notaris Jacob vander Nypoort myn huys op sintJans kerckbof, anno XLVIJ. prima juny, daer ick ter tyt inne woon. mettet huysraet, als men dat nae mynre doot bevynden zal, gemaeckt Thomas Thomassz., om zyn leven lanck te gebruycken, ofte deur hem gebruyct te worden, ende nae zynre doot zullen zyn executoiren ende naevolgers hoe- ren meesten oerbaer, mitte beterschap van den huyze doen na gewoonte der kercke van S. Johans, beheltelicken, dat zy dat viereudeel van de beterschap van die huyzinge voorsz. op renten zullen leggen, waervan Let eene deel tot ornamenten des hoogen altaers, ende het ander deel tot ornamenten der half elf vrense misse op S. Stevens altaer, ende het derden deel ad usum choralium boven haer salarium, dat zy vander kercken voorsz. heb- ben, om voor myne ziele te bidden, ende voortaen eeuwelick, zoe dick als dat huys ver- coft zal worden, zal men altyt dat vierendeel beleggen tot prouffyt, als voorsz. staet, ende die brieven daer of zullen altyt comen in archivis by myn andere brieven, daer myn exe- cutoiren die sleutel oft hebben, ende ick begeer, dat myn executoiren daer opzicht willen op hebben, ende dat gelt, dat daer af compt, dat zy daer cock bewynt of hebben zullen. Item, zoe die rentmr van der kiste zyn officio yerst aentasten zal den yersten Piemigius
dach nae myn doot, ende myn executoiren altyt by den anderen mogen comen, als men alle legaten betaelen zal, ende oock veel mynre renten verschenen zullen wezen voor Re- migy nae mynen doot, aldus begeer ick, dat heer Henrick Goertsz., heer Adriaen van Zuy- len , heer Jacob van Gheer, heer Lubbert Ryckz, de verschenen renten ende restanten in bueren, ende alle legaten ende dootschulden ende oncosten daer op betalen zullen. Item, op dat alle myn renten, daer die brieven oft vermoghen, holder des briefs mit zy-
nen wille, daer den rentmr beveel of zal hebben, in zyn reekenschap betalinge ofte ver- wonnen recht te leveren, omme dattet wel gedaen zal mogen werden, zoe beveel ick Leer Henrick Goertsz., Leer Adriaen van Zuylen , heer Jacob van Gheer, nae zyn doot, heer Christiaen Gornelisz., heer Lubbert Ryckz. daer sorg voor te draghen, dat alsulcx geschiet, ende daer voor zullen zy ende haer nacomelingen hebben alle jaer van den lesten overloop vyf ende twintich Carolus gulden een yegelyck ende anders niet, ende zy zullen den rentmr Lelpen raden, om dat ander overloop tot behouf der huysarmen te brengen , ende oft daer eenige brieven gelost worden, om te helpen raden, dattet gelt wederomme Lelegt inach worden, als boven voorsz. staet. Item, dat huys staende in d'ambachtstrate, daer zullen myn executoiren vier gootscame-
ren of laten maecken, daer schamel vroukens inne woonen zullen, die yegelyck daer toe hebben zullen twee Philippus gulden, te weten, vier Philippus gulden tot reparalie der vier cameren , ende die ander viere yegelicke earner een Philippus gulden tot brant, daer die rentmr van der kist een opzicht op zal hebben, ende myn vier executeuren voorsz. zullen daer gifters of zyn, beheltelicken, dat myn twee meechden, te weten, Aeltgen Her- man Crynsz. dochter ende Geertruyd Dirx haere lyftocht aen tvoorsz. zullen hebben, ende zullen wtter kiste hebben, van stonden aen nae myn doot, tot reparatie ende brant, als boven voorsz. staet, ende wie van heur beyden langst leeft, die zal thuys te zauien moghen behouden haer leven lang. ende nae heur beyder doot zullen myn executoers dan in dien tyt wezende 'thuys laten maecken, als voorsz. staet. Item, ick, begeer speciaeJ metnoric vievmael 'sjaers gehoaden te worden, ende altyt «lst
|
||||
38
quatertemper is, voor myn ende myn olders zielen, daertoe ick geve tsayonts in de vigilie
uiie Hollantsclie gulden, ende des inorgens in de zielmisse drie gulden, duae partes pro QAQOaicu et tertia pars pro vicariis, endc die choralen elck een oort stuvers Brabants, ende myn executoiren zullen ordonneren eene bequaeme persoon, die in de solempne me- moric ende in de vier quatertempers voor schamele huysarmen ministreren zullen yegelicken meniorie dach tbien Garolus gulden. Item, ick geve Gatherina van Rynerscbeyt, Frans Berents huysvrouw, mynre nichte, van
myn gereede goet vyftich Garolus gulden eens, om mit haeren kynderen droefclederen te maecken, ende haer oltste docbter, jufvr. Anna, die ick ter doope geheven hebbe, nae dat yerste jaer vvter kiste 'sjaers zes Carolus gulden, zoe lange als zy leeft. Item, noch geef ick zeeckere vrunden een. stuck vreemt gelts oft twee, die in een lin-
nen sacxen zyn, ende yegelick parceel in een brief ken geslagen ende die naemen daer op geteyckent, vvie dat hebben zal, ende daer steeckt oock een cedulle by, daer die naemen oock inne staen, ende wat een yegelick hebben zal, welcke sacxen ick beer Lubbert Ry- cken gedaen hebbe, ende by vvetenschap ende presentie van beer Adriaen van Zuylen, heer Willem van Nykercken ende heer Jacob vander Gheer, ende dat hyt myn executoiren nae myn doot zal leveren, wtwyzende myn codicil. Item, om zonderlinge oorzaecken, die my moveren, maecke ick den clooster te Brighten
vyfende twintich Carolus guldens 'sjaers, erfelick wt myn kiste, om voor ons 'sjaers opten xvi. dach van meert myns vaders Jan van Nykercken ende zynre huysfrou, mynre moeder, ende myne zuster Fulsken, ende myns neven Thomas van Honselaer ende mynder memorie af te holden, tewcten, 'savonts met vigilie ende des morgens met een zielmisse. Item, desgelycken maecke ick den clooster te bekeerde Zusteren binnen Utrecht, ende
die oock te doen, gelyck als boven van de Brighten clooster geschreven staet, van de vyf en- dc twintich Carolus guldens'sjaers, ende noch van myn gereet goet eens zes Carolus gulden, ende similiter den clooster te Nonnen binnen Nymegen, als van de bekeerde zusters geschre- ven staet. Item, noch maecke ick dat clooster te Bethlehem by Utrecht tbien Carolus gulden eens,
om myn memorie mit vigilie ende zielmissen eens devotelicken te laten doen. Item, ick geef myn meecht, Aeltgen Hermans Crynsz. dochter van Nykercken , die ick
wtter doope geheven hebbe, boven haer loon , nae myne doot, van myn gereede goet eens thien Carolus gulden, ende wtter kiste'sjaerlycx twintich Carolus gulden, zoe lang zy leeft, te betalen alle jaer den tweden Remigy eerst aen nae myn doot, zoe verre als zy by myn blyft, tot in myn doot toe. Item, ick geef Mr. Johan van Bommel, canonnick S. Johans te Utrecht, een van myn vyf
zilveren schalen, om myn daerby te gedencken, zoe verre hy myn doot beleeft. Item, noch maecke ick erflelyck alle zonnendaghe vyf stuvers tot presentie in 't choor
sinte Johans te ministreren, te weten , een stuver in de metten ende vier stuvers in de hooch- misse, mit voorwaerden, dat men in de processie zal zyn, ende oock zynt voorwaerden, dat voor dat euangelie opt choor zal wezen, ende zal daer blyven usque ad linen missae , wtgezeyt nootsaecken van de kercke wegen voorsz. ende anders nyet, duae partes pro cano- nicis et tertia pars pro vicariis. Item, zoe ick opten vyfden dach van meye , anno zes ende veertich, heer Lubbert Rycken
ende zynre zuster Lysbeth Rycken, in jegenwoordicheyt myns neven, heere Willem van Ny- kercken, canonick tot Oudemunster t'Utrecht, zeckere gelden toegetelt hebbe, als genoempt staen in cedullen by 't gelt, ende al by 't instrument van myn testament, ende die by myn jieve voorsz. liggen, die samenllicke mit myn neve heer Lubbert, zynre zuster voorsz. en- |
||||
39
|
|||||
de myne handen onderlekent zyn, in kislgcns gelegt, daer van vier sleutelen zyn, die ick
beholden hebbe ende by't instrument van myn testament gebonden, in een briefken, mit myn signet toebesegelt, ende ick Beer Lubbert mit zyn zuster dat voorsz. kistgen te, bewa- ren hebbe gegeven, die myn belooft bebben, dat voorsz. kistgen mitter zelver gelden myn altyt tot myn vermaninge in myn leven tot myne handen weder le brengen, ende nae myne doot tot handen van myn executoiren, die dat dan visiteren zullen, ende want ick dan mit- ten zelven gelden myn testament, nae wtwysing myn codicil myns testaments, volbracht ende betaelt wil hebben, duer deze myn executoiren naebeschreven handen, als heeren Henrick Goertsz, die den eersten sleutel zal hebben, heer Adriacn van Zulen den anderen sleutel, heer Jacob van Gheer , ende nae zyne doot heer Christiaen Cornelisz. den derden sleutel, ende heer Lubbert Ryckz. den vierden sleutel, ende ick begere ende wille, dat't kistgen gezet zal worden, daer deze vier voorsz. executoiren altyt te zamen by mogen comen, ende wtrech- ten nae vermogen myn codicille myns testaments voorsz. Item, al myn zilverwerck, dat ick noch hebbe op myn sterfdach, ende niemant gegeven
hebbe nae myn doot, dat geve ick heer Willem van Nykercken, Thomas Thomasz., ende Clara Thomasz. dochter, in drie gelycke deelen te deylen, ende dat in't bywezen van myn vier executoiren voorsz., ende isser yemant van huer drieen, die eenich weerspannicheyt tboont, die wil ick, dat men nyet geven zal, ende dat zelve deel zal comen tot profyt van den armen, daer myn executoiren dat ordineren zullen. Item, nae Thomas Thomasz. doot, zullen alle brieven ende renthen, die ick hem ge-
maeckt ende gegeven hebbe, weder comen in de kiste by myn andere brieven, tot behouf der huysarmen binnen Utrecht, ofte tot Goots eren, daer 't myn executoiren duncken zal wel bestayt te zyn. Item, alle brieven ende rentlien, die ick Clara Thomasz. dochter nae myn doot geven
ende gemaeckt hebben, wil ick, dat zy haren vryen wille daer mede zal mogen doen, zoe 't huer gelieft. Item, ick geef Thomas Thomasz. zegel ende brieven ende rentlien spreckende op Henrick
Gerrits tot Schalkwyck , ende noch anderen , mit voorwaerden, als in een cedel gescbreven is, ende mit myn handen onderteyckent is, ende mit myn signet onder op gedruckt, ende nocli vyfendetwintich Carolus gulden 'sjaers wtter kisten, zyn leven lanck. Item, die beterschap van myn huys op S.Jans kerckhof, daer ick in plach te wonen,
ende mi Joost van Lent in woont, geef ick nae myn doot myn neef Willem van Nykercken, mit voorwaerden, dat hy binnen zes weecken nae myn doot der fabriecke van S. Johans geven. ende betalen zal hondert Philippus gulden, oft die rechte weerde daer voor, die men - weder beleggen zal op losrenten, ad usum ornamentorum summi altaris etcapellae, daer ick een omgacnde dagelicxe misse geordonneert hebbe, ende nae myns neve voorsz. doot, zul- len zyn executoiren dat voorsz. huys vercopen, nae gewoonte der kercke van S. Johans voorsz. ende oock geven van de beterschap der fabriecke van S. Johans voorsz. hondert Philips gul- den, in maniere als voorsz., ende gelyckerwys zoe dick als dat voorsz. huys vercoft wert, ten ewigen dage, zoe zal men altyt van de beterschap der fabriecke voorsz. betalen hondert Philips gulden, die men beleggen zal ad usum pauperum ut supra. Item, ick geef die kerck van S.Johans t'Utrecht eenen zilveren waterpot, die weecht twee
marck ende zevendalf loot, ende een zilveren waterbecken, wegende zeven marck min dric oncen, facit t'zamen negen marck ende een half loot zilver, dit zal men gebruycken in «tationibus, gelyck als die heeren van den Dom hueren zilveren waterpot ende becken ge- bruycken. Item, of zich yemant beclaechde nae mynen doot aen myn ten acbteren te wesen, daer
|
|||||
40
|
|||||
Jiy wettelicke bewys of conde brengen, ben ick te vreden, dat myn executoiren die zelfde
contehteren nae heur goetduucken, ende dat zelve te betaelen van myn gereet goet, ende nfter eenige waren van myn vrunden, die my yet zoude willen eysschen, dat men die niet en zal geven, ende staen haer met recht weder. Item, noch geef ick Jacop van Aken, nae mynre doot, van myn gereede goet vier Caro-
lus gulden eens, ende wtter kiste 'sjaers zes Carolus gulden, te betaelen eerst aen de twee- de Pvemigy nae myn doot. Item, geef ick Cornelis Jansz. vander Aa, myndienaer, eens zes Carolus gulden, ende wtter
kiste zyn leven lanck jaerlicx zes Carolus gulden, indyen dat hy by myn blyft tot in myn sterfdach. Item, noch gheef ick den huysarmen binnen Utrecht, die nyet om en gaen, vyf ende
twintich Carolus gulden 'sjaers, aengaende den tweden Remigy nae myn doot, duerende tot- tcn ewigen d;ige, ende geministreert te werden by den rentmr vander kiste in cleyne perce- len, die in den huyzen zal gaen ende geven een yegelycx nae zyn behoeven, daer die meeste percelen oft zullen zyn zestien, achtien, ofte twintich stuvers Hollants, daer bewys- selicken reckenschap af te doen, propter certas causas, my daertoe moverende. Item, zoe dick alst static is in de vyf goodshuysen, zoo zullen die vier goodshuysen, die
daer omme comen, yegeiycx hebfcen veerthicn stuvers Brabants, wel verstaende, dat duae partes zullen zyn pro canonicis et tertia pars pro vicariis, ende daer blyven usque ad ii uem excepta paschae, pentecostes, ascensionis, purificationis, Pontiani et Agnetis. Item, ick maecke tot die feest praesentationisMariae, tot beyde vesperen elck twee pont,
ende in de boochmisse vier pont tot presentie, ende twee deelen voor de heeren ende het derde deel voor de vicarien, beheltelick dat zy zullen wezen in de vesper voor de vierde psalm in 't choor ende daer blyven usque ad finem vesperarum, ende desgelycx in de hooch- misse voor den euangelie, ende oeck opt choor te blyven usque ad finem missae, oft zy en zul- len van de presentie nyet hebben. Item, alle vrydach, als men lignum domini zal dragen in S. Johans kercke, daer geef ick
alle vrydach toe twee pont, als men in dezelve kerck ministreert, ende daertoe om dat die deken ende die beeren zullen vergaderen opt choor, ende die deken ofte die outste pries- ter zal nemen dat wieroocksvat, ende twee canonicken ofte canonicaten zullen dragen die stal keersen , ende zoe processionaliter cantan.: salve crux sancte, cum collecta de santa crnce, ende na de misse desgelycx weder opt choor gaende processionaliter, ende die presentie zel men ministieren duae partes pro canonicis et tertia pars pro vicariis, ende d'officianten dubbel, ende ick begeer, dat het zal geschien als men t'Oudemunster doet, oft nae goetduncken van myn executoiren. Item, nae myn doot zal men myn drie pallien, indenDom, sint Peters ende S. Johans,
elck in heur kerck brengen. Item, ick begeer, dat myn executoiren kiezen een goeden man, die vrcom is, tot een
rentmr, ende dat by die meeste stemmen, die alle myne renten inmanen ende opbueren /.al, nae vermogens copie van myn renthen, daer myn vier executoiren voirsz. elck een oft feebben zullen, ende daer van wtgeven zal, gelyck als deze codicil myns testaments vermaent. Item, myn executoiren zellen den voorsz. rentmr een goeden redelicken bequaem loon as-
slgneren jaerlicx, dat ick huer luyden conscientie bevele dat zy hierinne doen oft huer zelfs zaecke waere. Item, dezen rentmr zal men altyt by de meeste stemmen mitte executoiren in of moegen
zetten ende weder enen nieuwen kiezen, als voorschreven staet. Item, ick begere, dat myn heren van 't capittel S.Jans, als zy nieuwe choralen aen nemen
|
|||||
41
|
|||||
zullen, dat zy dan boven heur getal, te weten, aclit, nocli twee halve choralen aennemcu,
die men yegefick een roden tabbaert geven zal van Amersfoorts doeck, als ick hem dat yerste jaer gegeven hebbe, op hoop, indien zy zich wel tieren, gantsche choralen te worden, en- de dan zullen die heeren alweder een nyewen halven chorael mogen aennemen ende afzet- ten, ende die cleden ende dat maentgelt zal die rentmr voorsz. oeck betalen, ut supra. Item, ick begeer, dat die chorael-moeder de choralen scherpbiers zel brouwen, zoe veel
als zy behoeven door 't heel jaer, daer voor wil ick, dat men die chorael-moeder zal geven voor" heur braridt, arbeyt'ende oncosten, 'sjaers zes Carolus gulden wtter kiste voorsz. Item, noch geve ick AnneValck, professide nonne tot Brigitten binnen Utrecht, zes Ca-
rolus gulden eens, toteenen tabbaert, ende wtter kiste 'sjaers zes Carolus gulden beur leven lanck, ende 't convent zes Carolus gulden eens. Item, zoe myn executoiren moeten hebben eenen dienaer, die myn renthen inmaent, naer
vermogens myn testament hier voor beschreven, alzoe promovere ick myn dienaer Cornells Jansz. vander Aa voorsz. voor een ander, zoe verre myn executoiren hem bequaem ende suffi- cient kennen te wezen, ende anders nyet. Item, oft ick in dit codicil myns testaments eenige punten ofte articulen zette, die myn
executoirs wisten rationabiliter te verbeteren, dat zette ick int goetduncken der meeste stem- men van myn executoiren, ende ick wil, dat men dat volgen zal, gelyck of ick dat zelfs in dit codicil gezet hadde. Item, zoe vvat giften, dat ick Thomas van Nykercken voorsz. hier in myn jegenwoordigc
codicil te voren voorsz. gedisponeert hebbe, alsoe waer daer yemant, die daer inne bevon- den wart, die daer tegens contradiceert van dat gheene dat ick haer gemaeckt hebbe, ende daer niet mede te vreden en is, die en zel men niet geven, ende van die renthen ende brieven begeer ick, dat myn testamentoirs converteren ende beleggeu wiilen ad usum paupe- rum ; ende waeren daer yemant van myn nichten ofte neven, die yet van myn zonae wii- len eysschen, wil ick ende bevele myne executoiren, dat zy dat weder zullen staen mit recht zoe lange myn goet duerende is, want ick niemants goet en hebbe, dan ick mit Godt ende mit eeren mach hebben, al zynder zommige, die achler my qualick gesprocken heb- ben, dat ick in haer olders goet zit, dat zy niet bewysen en zellen, ende mogen heur wel schamen van de groten dienst, die ick haer gedaen hebbe, dat zy zoe ondanckbaer zyn; nyet meer. Item, in primis revoco omnes executores meos in antea electos, et nunc a novo eligo et
constituo hos sequentes, vid. den domdeken , in sua absentia den vice-domdeken , den deken van S. Peters, in sua absentia den vice-deken, Mr. Johan van Bommel, et post ejus mortem den deken van S. Johans, in sua absentia den vice-deken, Mr. Willem van Lockhorst, postmor- tem ejus Thomas Thomasz., ende nae die doot van hem een van 't geslacht van Nykercken, zoe veer als daer een bequaem is, anders den schepen burgermr in der tyt van der stadt van Utrecht, ende zoe eeuwelick ende erffelick voortaen, ende deze voorsz. en zellen gheen regi- ment hebben van eenige dingen te disponeren dan post mortem sequent., scil. Henrick Goertsz, canonick in den Oom t'Utrecht, heer Adriaen van Zuylen, canonick S.Johans t'Utrecht^ heer Jacob van Gheer, semiprebendaet S. Marien , et post mortem ejus heer Christiaen Cor- nelisz., vicarius S. Salvatoris, ende heer Lubbert Rycx, vicarius in den Dom t'Utrecht, ende deze vier zullen elex een sleutel hebben van de kistkens, om samenllick altyt te doen ende te laten als dit codicil wlwyzende is. Onder stont geschreven: Nykercken, decanus, ende voorts ego Jacobus a Nova porta, clericus Trajecten. dioec. sacris aplica. et imperiali auctori- tatibus notarius publicus, venerabil. dominorum, decani et capituL eccl. S. Joan. Traject., scriba juratus a rever. et nobiliss. duo D. Thoma de Nykercken, decano tccl. S. Joan., supradicto |
|||||
42
ttslatoic ac conditore lestamenti retroscripti, una cum Martino Verborch etc., nto,inpre-
sentia testium infrascriptovum requisitus presentem codicillum in sedecira papyri foliis pnti etiam numcrato conscriptum manu et signo meo minuto subscripsi ac subsignavi, quod pro- testor sive attestor manu mea propria. Onderteyckent: Ja. a Nova porta, nts, stont voorts volgens ego Martinus vander Borch, clericus Trajectens. dioec. publ.. sacris aplica. et impe- rial) auctoritatibus nts, per magnificam curiam cesariae Maj. provinciae Traject., juratus et admissus a reverendo et nobili dno D. Tboma de Nykercken, decano Scti Joan. Trajecten., teslatore et conditore retroscripti testament!, una cum prefato Jacobo a Nova porta , connotario, in pntia testium infrascriptorum requisitus presentem codicillum manu mea propria con- . scriptum signo meo minuto subscripsi, quod protestor manu mea propria bic subscripta, ende was onderteykent: M. vander Borch, ntssbst.; eenweynich leger stont: ego Franciscus -Tacobi deBaern, attestor manu mea propria ; endenoch: ego Everardus Adriani deScbayck, attestor manu mea propria; noch lager stont aen de rechter handt aldus: gecollationeert je- gens d'originale codicille, gescbreven in papier by handen van Marten vander Borch, alsvts. Heszelfs codicils, onderteyckent ende onderschreven, alsboven, bezegelt met een wthangende root zegel aen een dubbelde coorde, door 't voorn. codicil gestecken gevesticht, is bevoiw den deze copie daer mede accorderende, by my notaris des capittels van S. Johans t'Utrecht ondersz., onderteyckent: Bo. Strengt, nts sbst. ; ende aen de slinckerhandt stont: gecollt. deze copie jegens 't principael codicille by my notaris eygen handt, geschreven, ende als boven onderteyckent ende ondergeshreven, wthangende met een root zegel aen eeii dubbelde coorde, door 't voorsz. codicille gestecken, bezegelt, ende is daermede bevonden t'accor-* deren, by my, ende was onderteyckent: M. vander Borch , nts sbst.
Naast dit testament lag, hetgeen hier volgt, met eene uitermate slechte hand
geschreven: H. Thomas van Nykercken, deken S.Jans t'Utrecht, heeft syn dochter Clara, die
hy in sacerdotio by Elisabeth Bycken, een ongebonden vrouwe, geprocreert hadde, gegeven een jaerlycxe erfelycke losrente van vyftich gulden, tebetalen wt synder kiste, l'Bemigy na synre doot, volghens d'acte van donatie, in date den ...., onder de handt ende cachet van den voorn. beeren deken. Dese donatie werdt gefondeert op sekeren custuyme des bisdoms van Utrecht, dicterende,
dat een priester, diaken ende subdiaken, huer natuerl. kynderen, die sy in suis ordinibus conslituti, by een ongebonden vrouwe geprocreert hebben, moghen geven ende maecken. Dese donatie werdt by den executcur Zuylen geimpugneert mits dese objecten : eerst, dat
die voorsz. deken zyne voorn. dochter nyet en heeft moghen maecken praeter alimenta en- de also usumfructum vande voirsz. renlen , ende nyet pioprietatem secundum constitutiones juris canonici, etc.: Ten tweeden : dat dese donatio soude syn mortis causa, ende als sulex gerevoceert by den deken Nykercken, mit sekeren generale clausule van revocatie, in"t hoof- de van syn codicille geinsereert; Ten derden; dat dese donatie sou wesen verbonden neffens d'andere goederen van Clara. Het eerste object van constitutien der geestel. rechten werd geresolveert met de voorsz.
coutrarie constuyme des voorsz. bisdoms, quae derogat juri scripto, als tot meermalen in ju- dicio contradictaiio geconfirmeert synde. Het twecde object werdt geresolveert byde denegatie, dat die donatie vande renten nyet
en is donatio mortis causa, mer inter vivos, cujus executionein donator distuli.t post mortem. |
||||
43
|
|||||
suam , reservato sibi usufructu by d'acte van donatio, cum ex toto contexlu rem adjectam esse
solutioni, non donationi....; Ende genomen dit ware donatio mortis causa (als neen) , sooen soude nochtans deselve nyet connen gecomprehendeert zyn onder die voirsz. generale clau- sule van revocatie, wt oorsake, dat den heer deken Nykercken zelfs by 't voorsz. codicille wel expresselyk alle giften van rentcn, huysraet, cleynodien, by hem voor syn (loot aen ye- mant gedaen onder zyn handt ende seghel, willende, dat die haer volcomen effect sorteren souden ende oock specialyken alle die brieven ende renten, die by Clara voorn. hadde g'e- geven: sicut enim exceptio confirmat regulam in casibus non e,xceptis; ita vitiat in casibus exceptis. Daar beneffens soo heeft den deken Nykercken by sekere navolgende acte, anno 1554,
geremitteert die lyftocht, die hy bevorens haer gereserveert hadt, ende....de donatie, by hem te voren gedaen ten behoeve van Clara, ende gevende haer daer by volcomen macht, omme daermede te doen, by welcke acte emmers notoir verstaen moet werden deze donatie even verre die mortis causa gedaen hadde geweest, .... getransfundeert te zyn in donatiouem puram inter vivos. , Teghens 't derde object staet te considereren, dat het hetzelve geintroduceert es in net
codiciilum van Nykercken , welck eerst geconfirmeert es met dode van Nykercken, omdat dese donatie al voor dode van Nykerqken geweest is in hereditate ende dat alsulcx in die machte van denselven nyet gheweest en is, nyet alleen te revoceren enighe giften ende do- natien onder de levenden, by hem aen Clara ende anderen ghedaen, nemaer oick n\ct dezelve donatien eens pure gedaen ofte by hem gepurificeert zynde , namaels te beswnren ofte te restringeren met enich . . ., . ofte conditie text, in 1. perf. don. Cod. de donai. Haec est cedula et ultima voluntas TESTAMENT!
Domini GOSWINI DE I1A.TTUM, canonici ei THESAURARII ECCLESIAE TllAJECTENSIS S. SaLVATORK ,
~i . QUAM MANU PROPRIA SCRIPSIT , 1548. -In nomine Uni amen. Haec est cedula testamentaria et ultima voluntas mei Goswini
de Hat turn, canonici et thesaurarii ecclesiae Traj. S. Salvatoris, quam manu mea pro- pria scripsi, et volo, fpiod executores mei, quos constitui et nominavi in instrumento tes- tamenti mei, coram magistro Jacobo Medemblick, notario capituli nostri, de data decima maji, anno XLVIII., et illi etiam, quos nominaverim in hac cedala per manum meam scrip- la, hanc ultimam meam voluntatem, rite et debite cam omni diligentia, quamprimum exequantur, prout in cedula ista praesenti continetur et cavetur, super quibus onero ac gra- voconse'entias eornm, et si aliquem executorum meorum ante praesentis testamenti mei exe- cutionem mori contigerit, superstites eandem habebunt potestatem ad infrascripta disponen- dum et exequendum; et si postea contigerit, istam cedulam in toto vel in parte per aliam cedulam immutari, per manum tamen meam scriptam, vel de alterius manu tamen notarii de mandato meo subscriptam, volo, quod stetur eaedem et sit ejusdem roboiis, sicut ct haer erit. Item volo et mini reservo potestatem toties et quoties mihi placuerit revocare, muta- r;e, augere vel minuere executores meos in instrumento principali, vel in hac cedula nomi- natos in toto vel in parte aliosque iterum deputare juxta aibitrium.nieum in hac cedula, e-tsi quem vel quos in instrumento principali nominaverim, quern vel quos hie revocare coutigeiit erit haec revocatio fir ma et valida: instrumento tamen meo principali in aliis |
|||||
44
|
|||||
suis clausulis in suo robore et aucloritate semper permanente, de quo hie per uianum nieam
protestor meam voluntutem ita esse. In primis volo, quod corpus nieum, postquam anuria egressa fuerit, humiliter sepelietui
apud piae memoriae domiuum scolastjcum Buser, in sepulchro doiuini decani Suckerode in capella de Montfoert. Item volo, quod tarn in die sepulturae meae, et in prima septima die, et in prima die
inensurnali obitus mei et in anniversario fiet visitatio sepulchri mei per mulieres et matro- nas, etiani adjunctis sex beguttis honestis et pauperibus, alios dies mensurnales obitus mei volo observari cum ilia pompa mulierum. Item volo, quod executores mei ante omnia solvant debita mea, si quae liquide extant.
Item do et lego, pro debito fraternitatis meae, hospitali sanctaeBarbarae in Trajecto, sel.
unum rosarum nobilem. Item do et lego, conventui sanctae Ceciliae in Trajecto sel. dandum tres fl. Phlos pro pi-
tantia. Item, conventibns Minorum, Praedicatorum et Carmelitarum , cuilibet conventui sel. dan-
dum ties fl. Caroli; et quilibet florenus Caroli, qui per me legatur, potest solvi per exe- cutores meos cum viginti stv. Holl. Item do et lego, ecclesiae S. Nicolai in Campis sel. tres flor. aureos dandos.
Item do et lego, ecclesiae B. Mariae in Campis sel. tres fl. Caroli.
Item do et lego, hospitalibus S. Spiritus, S. Catharinae et Geertrudis opidi Campensis,
cuilibet hospitali sel. dandum duos fl. Caroli. Item do et lego, conventui Minorum in Campis sel. dandum tres fl. Caroli.
Item, conventibus sanctorum Agnetis et Brigittae in Campis, cuilibet conventui sel. dan-
dum duos fl. Caroli in vino pro virginibus. Item, de Cellesusters ende Cellebroeders binnen Campen sel. ellick convent enen golden
gulden. Item, conventui S. Geertrudis in Zwollis, alias toe Kaeneters, sel. dandum pro pitantia
tres flor. Caroli. Item dc et lego, conventui in Monte Solis opidi, vel apud opidum Campense, sel, dan-
dum fratribus pro pitantia tres fl. Caroli. Item, lego memoriis vel fraternitatibus opidi Campensis, sc. venerabilis sacramenti eu-
charistiae, sanctae crucis, et beatae Mariae virginis, cuilibet memoriae sel. dandum duos fl. Caroli pro debito fraternitatis meae ibidem. Item do lego, nepti meae in Clara Aqua, moniali sc. KuneraRoepers, sel. dandum unum
flor. aureum. Item do et lego, conventui in Bronnepe prope Campis, sel. dandum quinque flor. aureos,
pro pitantia op min maenstont. Item do et lego, sorori meae, sc. Domicellae Maria van Hattum, sel. dandum unum rosa-
rum nobilem, et nepti meae ibidem in coenobio, sc. Ghesae van Hattum , sel. unum engelottum. Item do et lego , adhucsorori meae in Bronnepe unum flor. aureum, singulis annis ad vitam
duntaxat tot een ki-ulpenninck, tl post mortem ejus, neptis mea Ghesa van Hattum, cjusdem coenobii monialis habebit eundem fl. ad vitam rogabuntque executores ad hoc licentiam su- periorum ejusdem conventus, post mortem sororis et neptis praedictarum, conventus ipse in Bronnepe habebit perpetue eundem flor. aureum, ut orent pro anima mea, parentum, fratrum et sororum mearum et cum istis erit conventus separatus de omnibus bonis meis, post mortem relinquendis ratiotie ,.... sibi ex parte sororis meae competentium, et execu- tores mei possunt emere istum fl. aureum. denario viginti, vel a conveiiiu denario viginti li- |
|||||
i3
|
|||||
berarc et exstinguere; iusuper si ego ante sororem meam mortuus fnero, turn do et lego in
eodem convenlu pro ornanientis, unum paersche scheerlackens tabbert mit fluyel gevoert, at orent pro me. Item volo, quod bona patrimonialia , si quae post mortem meam inveniantur, nullo de-
bito vel legato graven tur, sed omnia mea debila lam funeralia quam alia, et etiam legata mea debent solvi de anno gratiae meae et bonis mobilibus, quae in testamento non legavi. Item , desuper executores mei hie Trajecti habitantes non intromittent se de bonis patri-
monialibus, sed illorum dispositionem habebunt affinis meus Joannes Kruse, cum fdio suo Heimanno Kruse, nepote meo, et hoe cum consilio decani S. Petri et tamen aeque bene affinis et nepos meus habebunt, sel. cum aliis executoribus ineis Trajecti omnimodam dispositio- nem omnium bonorum, tam mobilium quam aliorum, sc. frucluum annorum gratiae et de omnibus per me relictis, cessis et cedendis. Item, nepoti meo Lubberto deEnsse lego sel. dandum unum florenum rosarum nobilem.
Item do lego, affini meo Kruse, myn rinck mitten groeten torkoesz met myn swaerten
lakensz tabbert mit maerteren gevoert. Item do lego, Hermanno Kruse, nepoti meo, myn twee beeste silveren beekers, teweten,
de eene heel ende overall vergult, ende de andere, daer den vergulde aerne op staet, quern a matre mea habui, met noch myn beste. dre solvaten, boven ende beneden vergult, met noch myn beste desyn sulveren krusen, ende myn beste zwarte tabbaert met fluyel gevoert, ende vyf'tich de beste stucken golts onder myn gelt sint, ende myn beste sulveren water- pot, de noete gemaeck met sulver nls en kannyken. Item, Herman Kruse, myn nichte van Wilsum en Kunera, sullen ellick een rouw tabbaert hebben van outersin, desgeliken meester Ludolf. Item do lego, myn nicht van Wilsum myn beste tafel van dymant in golt gheset endt;
IX. sulvere lepels met de vergulde leeuwkens, ende myn romenisse voerder van camelot, mit den tabbaert daert onder staet. Item, myn nicht Kunera van I Iattum, boven in't convent, geve ick myn sulveren be-
kerken, ghenoemt: datfortuynken, met ses dagelycxe sulveren lepels. Item do lego, nepti meae Metken van Tye, in S. Agnieten -convent toeCampen, dandum
It. Car. gl. Item do lego, uxori nepotis mei Hermanni Kruse myn rinck mitten robyn ende myn twee
dagelyxe solvaten. Item do lego, confratri meo, Scatter, myn roode gardyn met de vergulden bellekens, de
ick gekoft heb, ende hanckt inde groote kamer omdat veltbedde, met noch dat roode laken- sche spreysel, daertoe horende. Item do lego, domino Lubberto IIenrici, sacristae in Oudemunster, vestem lugubrem, mit
een note, binnen mit sulver besleghen ende een rosennobel, ende of hy my noch wat van sya cost schuldi'ch were, gheve ick hem quit, wat daer van onbetaelt is, ende myn oxe- outoers moghen hem noch wat van't daghelycx huyeraet geven. Item, Aleyde, Hermanni Speykersz. huysvrouw sel., dandum unum flor. aur.
Item do lego, ancillae meae Jannike, si in die obitus mei in domo mea habits.verit, *een
vouwtabbaert van tunzwart et duodecim fl. Caroli, mit dat bedde, daer se op slaept, mit de deken ende wit, ende een paer slaeplakens, twee olde oerkussens met twee sluyven, die sj daghelyx besicht op hoer bedde. Item, famulis meis, qui in die obitus mei in domo mea morantur, cuilibet een rouw-
tabbaert van tunzwart ende ses fl. Caroli semel. Item, pro reparaUone novi tecti ecclesiae nostrae do lego semel quinquaginta fl. Caroli
|
|||||
46
|
|||||
'! volo, quod il'ae pecuniae ad null urn aliuni usum convertentur, alias revoco legatum et
ipplicetur pauperibus Christi. Ilem adhuc eligo executores meos, dominuta Jacobum de Gheer rt D. Lubbertutn Hemici, ut perficient computus camerarum mearum, et emonebunt debita ■ameiaium, quae adhuc sunt solvenda. Item, pro memoria mea assignabunt executores mei juxta consuetudinem ecclesiae nostrae,
s. unuin scutum antiquum annue, facit pro dominis It. pont, et sociis It. pont. Item voert <;apittelhus een . . . , de ick hit lant van Haghesteyn an de tvve morghe belecht hebbe. Item, juxta statuta eeclesiae nostrae, quilibet canonicus tenetur dare medium pallium, sed
volo, quod executores mei procurabuut integrum pallium de IV. ulnis cum flueto et armis . tucis, ut decet, et quod illae pecuniae ad nullum alium usum applicentur, sed quod cum pffectu procurabunt et ordinabunt integrum pallium. Item, myn beste desyn kuysene, de in myn saelstaen, daer de zwarte marken ende gbeele
mane op staen, sal myn nicht van Wilsum hebben, ende myn ander desyn groen met de witle marken hit rode velt sal meester Ludolph de sesse hebben, ende myn nicht Kunera, in't convent toe Gampen , de ander sesse, ende myn ix. rode saygene kuyssene sal myn neve Herman Kruse hebben. Item, myn neve, meester Ludolf van Hattum, raetshecr in Vreslant, soe ick in voortyde
grote kost aen hem gelecht heb, zoe aengaende de proven toe Oldenzael ende vicaria S. Ma- rjae, als hem aen zyn staet in Vreslant toe helpen, ende dat duer hulp van meyster Le- naei't Hardinck, ende gaf hem noch vyftich Garolus gl., doe hy in Vreslant reysde, ende jiu rick ghenoech is, gheve ick hem niet, dan noch een rouwtabbert ende kovel. Item, off meyster Ludolf seggen wolde, ick in voortyden enighe penninghen van synre
weghen ontfanghen had, zoe van de proven toe Oldenzael, als van de vicaria S. Mariae, ende pensy vande deken van Wisk, heb ick hem van als guede reckeninghe gedaen, nae lude zyn quitantie, ick toe Campen by myn breven heb legghen ende oock copy daervan is in myn cantoer, dat van altgene ick myn leven lanck van synre weghen geboert ofte ge- handelt mach hebben, hem goede reckeninghe of gedaen heb ende my gequytert heft, niet teghenstaende eensdeels vande penninghen my selven toequame, dan leet hem de vollighen, om en man daer af te worden, dan heft aen my of syn susters ende broeders sullickes niet vvel verdient. etc. Item, altgene myn swagher Jan Kruse, ofte Herman Kruse zyn zoon, my op myn sterf-
dach sculdich mach wesen, tsy van opgebeurde renten ofte geleende penninghen, omme sjaers, ofte in voortyden ick hem veilecht mach hebben oft geleent, ende in myn register ofte manuael niet wtgedaen mach hebben, schelde ick huerlude dat al quit, ende wil niet myn swagher ofte Herman myn neve daer yemant rekeninghe of doen sullen, ende myn executoren ofte anderen, de daer interesse by meenden te hebben, sullen hem sullickes oock nyet eyschen, want ickt hemlude al quit geve, hoe de schult ofte opgebeurte renten ofte verlecnt- gelt geschyet mach wesen tot myn sterfdach toe, ende nymant daeraf toe rekenen, ende wil oock niet, dat myn executoren myn broeders kynderen enighe copye van myn testa- ment ofte cedel geven sullen. Item, myn patrimoniael goederen, ick noch in Overysscl hebben mach boven tgeneick Her-
man Kruse, myn neve, in hilleckes voorwerden mede gegeven hebbe, sal Herman, myn neve, de eene helft of hebbeu, staende in zyn model's stede, ende de ander heleft sullen hebben myne nichten van Wilsum ende Kunera van Hattum, boven int convent, ende Hansken myn nicht, Alit van Hatlumsz. zoenken, staende in syn moders stede, soe sc-haer soe re- gyert heft tegen hoer vruude wille, dat icse voer geen erfgenaem hebben wil; desgelicks oiek meyster Ludolf Evert ende Lubbert van Hattum, alle dre hemselven teghen myn will-. |
|||||
47
|
|||||
hem ghehillickt hebbende, soe dat ick se verby gae ende voor glieen erfgenamen kenne, hoe-
wel meyster Ludolf dat met studyren verhaelt beft, dan heft zyn decl in voortyden ghe- noucb en wech ende is wel daeran gheholpen. Item, aen alientgene ick in desen cedel of in myn principael testament ghemaeckt macli
hebben holde ick myn wederroep aen, zoe dick dat my belyven sail, ende sal oock myn executoren, die ick in myn instrument geslelt hebbe, in dese cedel moghen veranderen , -vermeren, verminderen, hoe myn des believeu sail, ende sal van weerden vvesen, of int instrument gescreven stonde, altvt nocbtans blyvende myn instrument in al syn ander clau- sule van weerden, gelyck voor genoech verhaelt is. Item, myn tafereyl, inde zael staende opt tresoer, van die hillighe drie coninghen, geve
ick myn suster toe Bronnepe by Campen in't cloester. Item, van myn beste roede fluyle wambois, zoel men drie ofte vier corporael sakken of
maken ende inde eere Godes gheve, toe weten, ene opt altaer van min vicaria in sunter Claes kerke toe Campen, t'ander op onse altaer in onse lieve Vrouwen kerk, daer min sa- lighe broedcr voer begraven licht, dat daerde toe Minnebroeders binnen Campen, dat vyer- de", dat daer af komen mach toe Bronnepe in't cloester. Item, of min testament ende legate meer lepen, dant gnet ick achterlate, allit doetscult
ende andere sculden voer af betaelt, zoe zal men een yegelyck korten naer advenant. Item, ik begeere min neve HermanKruse mit syn huysvrouw nae myn doet X. ofxil. we-
ken moghen in myn bus blyven, daer Scatter het insegghen in beeft. Item, ofter yemant van myn broders kynderen teghen dit voerscreven testament of min
utterste wille weren ende daer teghen deden, de sal verliesen zyn legaet, want ick ze niet voor erfenisse holde ofte kenne, dan exheredyerse, overmits hoer ondankbaerheyt, ende te- ghen myn wille altyt gedaen hebbende ende hoer sclven seer mishillickt hebbende, altit daeromme, nicht van YVilsum ende myn nicht Kunera boven int convent wtgesondert, de my wel toe wille gewest sint, ende sullen daeromme hebben als voorgescreven staet. Item, of Mr. Ludolf hyer teghen doen wolde, sullen myn executoeren hem met recht
daertegen stellen , op myne kost ende duer cracht myn octroy ick van k. Maj. verworven heb, want dit myn wterste wille is. Itam, soe ick manichmael executoer gewest zyn, hebbe ick nochtans van nymant enych
guet onder, ten were men sullickes expresseKk by my bescreven vonde van myn hant, auders niet, want ick van ghene testamenten ghenoten hebbe, meer dan myn leges ofte by compositie en gelach wins, hoewel nochtans sommighe my dat naghesecht hebben , dan heb dat God gegbeven, dorven daeromme min executoren nae min doet nymant gheloven ofte ymant segghen wolde, ick noch testament onder hadde of genoten hadde, meer dan ick behoorde, want dat soe nyet en is, of men sal by scrifte by my vinden, ofter noch enich dinck were te executyren. Item, aengaende de scolaster Busers testament heft heer Herman Verwer dat ontfanc en-
de wtgheven geholden, ende dat gelt naet 't inventaris by my bewaert is, heb ick weder van wtghegeven , ghelyck in dat inventaris bescreven staet per notulas pro memoria, ende somwylen heer Herman in groote sommen mede onderteykent heft; aengaende my toetpiam van de thesauraria van Oudemunster, vaudie jaren XXXVH. tot den sterfdach van de sco- laster, heb ick niet een stuyver ghenoten of aen my daerof geholden, hoewel my de helfl daervan toequam, niet tegenstaende my de scolaster dickmael de thesauraria heel utter hant gaf, dan leet my daeraf niet ghenyten, dan nu int lest voor syn doet de pensie van vyf- tich Carolus gulden op myn transferyerde, ende my in lest zoe zeer toeghedaen was, dat jcker wel vele of ghenoten wolde hebben, hadde ick my ghesocht; dat ick in zyn hnitf |
|||||
48
|
|||||
J»y6 levenlanck wczc sal, meet ick noch voor timmeren, ghelyck dat by't capittel, ese-
rutorcn ende my accordiert was, ghelick oock myn boeksken holt, daer ick inne gescreven bob igene ick ant huus getiramert heb, eude foopt over vyfhondert gl., ende behoorde daeromme ratione thesaurariae van aide verleden jaren wel mede toe ghenyeten pro medie- tate . . . pro tertia parte, als hy my van begin aen , doe ickse krich , boet. Item, als myn doetschult, testamenten endelegaten betaelt sint, ende myn zwagher Jan Kru-
se, myn neve Herman Cruse mit syn huysvrou, ende voert ellick betaelt is van syn legaet etc., wat dan van myn guet overloept, gheve ick d'eenebeleft den rechten armen hyer ende toe Gauipeu, ende de ander heleft sal men gheven de Jesus-kinderen toe Campen tyen gold gulden. tens, ende van de rest sal men op onse altaer in onse lieuwe Vrouwen kerick geven nyve altaer dwelen, ende de rest delen onder Hansken myn nicht Alii van Hattums zoenken, Alit Evert ende Lubbert van Hattum, soe veer zy bem eerlyck bolden, anders sal ment oeck den armen 'lelen, ende iu't lest, als myn executoren weten watter overloept, eer sint se hyer niet toe rerbonden. Item, aengaende myn erf bus toe bolden gheve ick Herman Kruse, myn neve, met zyn
busvrou, daer vollemacht toe, of se myn husraet hit openbaer ofte onder den doem ver- kopenwillen, datse overleggen. vves profilelicxt wesen sal, want daer gheboert voele bou- rye onder, ende of der eet sunderlinghes onder weren van tapeten , die Herman gerne hadde, mach hy wel nae hem nernen sonder gelt, ende of hy ende myn nicht van Wil- suin ellick een bedde Legheerden, sal men oick laten volligben, alweert van de beste bedde. Item, als ick doet zyn, wil ick niet, dat Alit van Hattum, ofte Evert, ende Lubbertvan
Hattum tot mynen kommen sullen, ofte daer logyeren sullen; dan of zy dat mitter daet deden, wil ick, dat men se met dat recht daer wt sette, want ick wilse in myn huus ofte over myn guet niet hebben ; dan meester Ludolf, nicht vanWilsum ende myn nicht Kunera moghen daer op myn wtvaert wel komen. Ick doe dit niet van hatofnyet, dan zolde niet dynen om reden. Item, dit voorscreven is, alsus, myn wterste wille, ende in een teycken van dien heb
ick dese cedel selver gescreven ende myn naem hyer onder gesettet, ende wil dese cedel van weerden geholden hebben, of se in't principael instrument gescreven stonde. Actum de mense augusti, anno XLVHI. Ghosen van Hattcm, canonick ende thesaurier
van Oudemunster. Item, myn nicht Kruse ende jofFer van Pallaes zullen de funeralia regyeren, ende geven noch deselve jofFer van Pallaes een dyamant in golt gheset, dat ick van myn salighe suster hadde. Daer is noch een golden ketten, dat gheve ick myn nicht Aeltgen van Wilsum. Islud Ghosen van Hattum sic scripsit in infir-
mitate sua, quia ita est ultima voluntas sua. Op een byliggend blaadje:
Ick Harman Cruese heft myn suster Mette van Tye ghesant
by Claes zyn knecht vier Karls gulden, van wegen meyster heer Ghoesen van Hattem de II. totter tafel des convents tsunt Agnie- tcn toe Campen, ende II. voor myn suster Mette van Tye, int jaer m.ccccc.ii. (!). |
|||||
w
|
|||||
TEST AMENTUM JOANNIS GOSWINI dk AMERONGEN,
can. B. Mariae virginis Trajectensis. multa we iegantur; NONNUILA ETIAM DUOBUS PROUBUS AB IPSO PROCREATIS. VlDETUR
POENITEimA DUCTUS. 24. Oct., 15;i9. Complurirois sanctorum, prophetarum et evangelic, admoniti doctrinis, conditionis huma-
nae brevitatem certamque nedum hominum, verum etiam omnium nascentium mortem pa- riter et interitum multiphariam proloquentibus; Ego Johannes Goswinus de A.me- rongen, templi deiparae virginis Mariae Trajectensis cahonicus, presbyter indignus, ne me morbo aliquo graviori correptum ac morte praeoccupatum, hinc intestatum deceden., contingat banc testamenti et ultimae voluntatis meae ac cedulam seu codicillum de bonis et rebus mihi a divina pietate concessis et post mortem meam relinquendis, quamquam cor- pore parum debilis, tamen per Dei gratiam compos adhuc mentis et intellectus, ordinavi el ordinare volui atque conscribi curavi; Quam quidem cedulam sive codicillum valere peto et volo jure testamenti seu codicillorum, donationis causa mortis aut alias, quo melius valere poterit de jure vel consuetudine cujuslibet ultimae voluntatis. Hoc igitur meum esto tes- tamentum et ultima voluntas. Primum omnium clementissimo dno, Deo Jesu Cbristi creatori et redemptori mco, pecca-
tricem animam meam, spiritumque ei, proh dolor, toties inobedieutem immensae et in- effabili suae misericordiae in fide sanctae matris ecclesiae ac spe bona obnixe commendo: obsecrans, quatenus illam tametsi ex suis de meritis juste damnabilem, non tarn secundum judicium suum judicare, sed secundum multitudinem miserationum suarum, remissis iniqui- tatibus et offensis universis ad autorem suum revertentem pie suscipere dignetur. Amen. Gloriosam deinde et intemeratam Dei genetricem, semper virginem Mariam, omnesque
electos Dei suppliciter oro, ut precibus suis acceptissimis justo me judicio Deo reconeilient ac pro me interpellent. Amen. Corpus vero meum exanime ad ecclesiasticam reponi peto sepulturam in loco convenien-
ti, donee in die novissimo reseuscitatum ac spiritui suo rursus unitum cum electis omnibus creatori suo occurrere et ilium eternaliter collaudare valeat. Amen. Illud obiter adjiciens, rogando sc. executores meos inferius nominandos , quatenus in fune-
ralibus exequiis ac sepulturae conditione (quantum omnino citra obloquutionem liccat) expensis parcunt. Malo equidem sumptus bujusmodi ad refocillandum Cbiisti membra ac Dei templa expendi et consumi; discretioni tamen et pietati eorundem meorum executorum id relinquimus. Quibns sic, quae maxime ad hominem spectant utrumque, testamentaria descriptione praedisposilis, reliquumest, ut de rebus meis externis de numine et gratia concessis seu per industriam comparatis et post mortem meam relinquendis, deinceps ultimam meam declarem voluntatem. De rebus itaque et bonis meis bujusmodi post mortem relinquendis, quibuscunque lego
veris pauperibus semel ducentos florenorum R. post mortem meam ipsis paupeiibus distri- buendos per manus meorum executorum, ita tamen, quod piaeferautur pauperes, si qui sint, de meo sanguine vel consanguinitate. Item relinquo et lego collegio fratrum sancti Hieronymi in civitate Trajectensi cyphum
argenteum, quem habeo munere illustr. dni, dni Henricide Bavaria, quondam episcopiTra- jectensis, ea conditione, quod ex illo curabunt fieri calicem ad divina ministeria. Relinquo etiam et lego tribus conventibns Mendicantium et conventui divae Magdalenae
in Trajecto singulis duos modicos tritici in specie semel, ut Deum orent pro me. Item void tribus hospitalibus, vid. divi Bartholomaei et sanctae Barbarae in civitate Tra-
il. 7 |
|||||
50
|
|||||
jecteu. et sanctae Crucis in suburbio civitatis, per meos executores solvi et tradi, singulis
unum nobile Eduwardi in solutionem debiti mortis, ut consuetum est fieri; similiter sol- Vsntur fraternitati Kalendarii majoris jura consueta. Item volo, quod ad ofTicium altaris sanctorum Philippi et Jacobi in ecclesia nostra emant
raei executores duos R. auri annue in locum certae summae pecuniariae pro me ad usus ejus- dem receptae et nondum applicatae. Item lego et relinquo prolibus meorum fratrum et sororum legitimis ducentos flor. Carol,
semel dividendos secundum .... parentum. Qua summa volo dictos meos fratres et so- vores ac alios quoscunque heredes meos esse contentos, et ab omni ulteriori successione ex- dusos, et, ne se de bonis meis, mobilibus aut immobilibus aliquo modo intromittant, se- cundum privilegium imperiale milii desuper concessum. Item lego et relinquo Alberto fratri meo et Joannae sorori meae, singulis unam dimidiam
duodenam pulvinarum, liabentium insignia mea sive arma, ex quibus ipse Albertus, frater meus, babebit electionem. Item, cyphum meum argenteum minorem, quern habeo ex legato piae memoriae Heliae
de Luttekenhuys. volo per meos executores dari JacoboNobel, pictori. Item lego conventui sanctae Agnetis in Scboonhovia, ad usum Mechtildis, neptis meae,
duas libras flan, semel. Item, Joannae sorori meae naturali lego semel viginti flor. Caroli VII., ut Deum oret pro me.
Item lego fratri Joanni Nerdeno, patri conventus sororum in Bethleem extra muros Traj.
unum Angelotum ami semel, tit mei babeat memoriam in suis precibus. Item, . . . , matri conventus S.Agnetis in Trajecto , unum lego Angelotum semel.
Item relinquo et lego duabus meis prolibus naturalibus in puram eleemosynam et vitae
sustentationem quadringentos flor. Car. semel applicandos ad redditus rcdimibiles vel per- petuos, ita tamen, quod una earum decedente, reliqua illi in omnibus succedat, neque po- testatem babeat aliter de eisdem disponendi, vendendi aut alienandi quovismodo, salvo, quod in praedictae summae diminulione tradentur illis aut eorum tutoribus literae redditus re- dimibilis quinque flor. R. ami cum dimidio, quern emi super eorum hereditariorum bonis in Lopii'k. Item habeo summam pecuniariam ducentorum et octaginta flor. Ren. aut circiter deposi-
tam apud certos amicos, quos augeri volo usque ad trecento* flor. R. et applicari ad reddi- tus vitales emendos ad vitas duarum prolium mearum praedictarum, ea tamen conditione, quod Goswinus ex reddilibus vitalibus hujusmodi levabit, vita sua durante, viginti flor.R. et Marlinus veliquos. Item emi nuper domum in platea seu vico, dicto dieVisscherssteech, quam volo pos-
sideri a Margarets mea ancilla ad vitam suam juxta conditiones in litex'is scabinalibos de- super jconfectis expressas. Item dictae Ma'-garetae committo proles meas et pro servitio mibi praeslito et cura pro-
lium habenda, lego eidem semel centum flor. et pro salario deservito, semel triginta flor. similes. Item ancillae, quae tempore mortis mihi cohabitabit, lego semel tres flor, R. et ministro
sex flor. Item, libros, in quantum tales non fuerint in bibliotheca ecclesiae nostrae, volo in ean-
dem reponi et ibidem asservari et reliquos divendi. Reliqua omnia mea bona, tain melioration cm domus meae, quam inhabito, quamque Tes-
tes, vasa argenteaet reliquam suppellectilem volo publice perautionem plus offerenti divendi, et pecuniam inde provenientem volo applicari ad executionem praesentis ultimae meae volunta- tis. Si vero quid su per fueri t, converti volo i n pios usus j uxta discretionem meorum executoruro. |
|||||
51
|
|||||||||||
Ut autem haec mea voluntas suum debitum sortiatur effectum, eligo meos executores et
fidecommissarios dilectum confratrem Mr. Nicolaum de Castro, S. theologiae licentiatum, ca- nonicum capitularem, dom. Jacobumde Gheer, capitularem, et Arnolduna Venraedt, impe- lialem semipraebendatos ecclesiae nostrae; rogans eosdem, quatenus hujusmodimeam ultimam voluntatem (secuti iis confido) exequi dignentur, et quantocius fieri poterit, ad finem et ef- fectum debitos deducere. Qnibus lego in recompensam laborum et solicitudinis vid. ma- gistro Nicolao de Castro suo confratri dilecto duo sollina argentea, dno Jacobo de Gbeer an- nulum meum majorem cum signeto, et dno Arnoldo Venraedt annulum aureum cum lapide jacintino et una ex pateris meis argenteis. , In cujus rei testimonium ego Joannes filius Goswini de Amerongen, canonicus
praefatus, hanc cedulam meae ultimae voluntatis exinde fieri et per notarium nostri capituli subscribi petii et rogavi. Quod ego Joannes Boelen, notarius infrascript. de ipsius mandato atque rogatu lubens feci et hanc cedulam manu mea propria subscripsi et signavi. Actum Trajecti, in domo habitationis et solilae suae residentiae ibidem, anno a nat.
Dni millesimo quingentesimo quadragesimo nono, die vero vigesima quarta mensis octobi'is, bora ferme undecima ante meridiem, pi'aesentibus ibidem M. Theodore Gherardi, rectorc scholarum ecclesiae beatae Mariae Trajectensis, et Theodoro de Goricbem, familiar! dicli |
|||||||||||
>
|
1. Joannis, testibus. Sic subseriptum:
|
||||||||||
Jo. BOEIEN , notarius sbst.
TESTAMENT van MAR1AE PAUWELS dochter,
WED. VAN CoRNEMS DVE SciIRYVER , I. spt., 1557.
Dit navolgende is het testament ende wterste wille van my Marie Pauwels docbter,
weduwe van wilen Cornelis Scryver denouden, d'welck ick begheere, dat naer myne afly- vicheyt effect sorteren ende stadt houden sal, tzy by forme van testamente, wterste wille, codicille, ofte hoemen dat enicbsins anders inden rechten sonde moghen noemen, al waert oick, dat alle de solemniteyten naer rechten behoirende, daerinne niet geobserveert en waren. Inden eersteu beveele ick Godt almacbtich ende zyne ghebenedyde moeder myne siele,
zoe wanneer die van dczer weerelt verscheyden zal; ende myn lichaem der ghewyder oer- den, ende revocerende by desen alle voergaende myne testamenten, codicillen ende ander scheydinghe ende deelinghe, die by my ghemaect zyn, nopende de successie van myne goeden, die my Godt verleent heeft, wil ende ordinere, dat deselve gbedeelt ende ghepaert zullen werden by mynekinderen, tnitsgaders by Tanneken Scry vers, myn zoons docbtcre, elck hooft boofts gbelycke, ende ten eynde hetzelve bet geschie, zoe sullen dezelve alle myne kinderen ende kindtskinderen, nae myne aflyvicheyt afgecort werden aen huerlieder successie alle sulcke penninghen, als zy-van my ontfanghen hebben, tnitsgaders het interest van dien , tsjaers den penninck twinlich, zoe verre sieluden tselve niet betaelt en hebben tot mynder afly- vicheyt toe, te rekenen, Tanneken Scryvers , Cornelis Scryvers myns soons dochter, zedert date van haers moeders doot, ende myn andere kynderen zedert date van haeiluder obligatie. Inden eersten Neelken, myn dochtere, zal gekort vverden de somme van dryehondert pon-
den gr. Vlaems, mitten verlopen ende onbetaelde renten van dien, zander ineer; Maycken., weduwe PietersvanBuyten, mynedochtere, dryehondert ses ende sestich ponden XUIst. mid., met den onbetaelde renten, ende anders nyet. Tanneken Scryvers, Bernd Somei-s huysvr., hondert ponden gr. Vlaems , metten verlopen
van dien te rekenen sedert date, als boven geseyt is: nntsgiders noch houdcrt gelycke 7*
|
|||||||||||
52
|
|||||||
poudeu, die zy den voorn. BerndSomer, onlancx op ronton den penninck twinlich gbe-
daen heeft, met den onbetaelden ran ten vandien. Pauwels Scryvers, mynen soone , de somme van vierhondert verthien ponden twee st.
eenen dr. Vlaems, die ick hem tot diversche stonden wtghereyckt hebbe, volgende de re- ckeninghe tusschen hem ende my ghehonden op den xxix. augusti lestleden, die ick voer goet ende oprechte houde ende wil gehouden hebben. Ende boven dien het interest, dye penninck twintich, vande voorsz, somme, te rekenen sedert date van desen, wel verstaen- de, dat trecht ende actie, die ick hebbe jegens Ariane, zyne huysvrouw , comen ende wesen sal t'synen prouffyte, tselve hem midts desen cederende ende transporterende, des zal ick tselve vervolghen ofte doen vervolghen op mynen name, tot coste nochtans vande voorsz. Pauwels. Ghilain Scryvers, mynen soone, de somme van dryehondert sesendeseslich ponden der-
thien st, 1III dr. met Jen verloope vandien. Ende zoo verre enighe van myne kinderen ofte kindtskinderen dese myne wterste wille
niet en nchtervolgde, ofte deselve woude impugneren ofte beletten in eniger manieren, soe wil ende oidonneere ick, dat deselve myne kinderen ofte kindtskinderen, sulex doende, niet meer en sal ghenieten van mynen goeden, dan zyne legitime portie, die hem ofte haer naer beschreven jechten moet volgen. Actum terVere, den l.spt., XVC. seven ende vyftich.
Dit is het selve testament, dwelck opengebroken es geweest in presentie vande curateur
ende vrienden ende magen, opden xxvu. January, XVL.LIX. a na'% Daer over geroupen waren, als getuygen, hr. ende mr. Cornells Houck, deken vande kerke vanderVere, ende Patrick Barber, poirter der selver stede. My present, als notaris, van Werchter.
In dorso stont:
Op huyden den H. septemhris, a°.XV~. seven ende vyftich, compareerde voir my
openbaer notaris ende ghetuyghen onderscreven, daertoe gheroepen ende ghebeden by Marie Paulus dochter, wed. van wylen Cornells dye Schryver, ende verclaerde d'inhou- den van desen besloten ende in mynder presentie bezeghelden brieve by Jacop dye Cueninck, een vande ghetuyghen, te wezen haer testament ende wtersten wille, ver- zouckende daervan acte van my notaris voirn., Dye ick haer verleent hebbe ende verleene by dezen. Aldus ghedaen ten huyse van dye voirghenoemde comparante, ten jaere ende daghe als boven, ter presentie van Jacop dye Cueninck ende Patrick Barber, poirters vander Veere. Cornelius Houck, publicus ad missus per
curiam Hollandiae nls. sbsst. |
|||||||
TESTAMENT van DANIEL vander HEIDEN, dekbs-
ende canonick S. Jans t'Uxrecht. y.may, 1565. Dit navolghende is d'wterste wille, codicille ofte testament van my Daniel vander
Ueyden, deken ende canonik S.Jans t'Utrecht, welken ick wille ende begeere, dat myn executoors zullen voltrekken ende tot volcomen effect brenghen, tot sulx oeck recruirerenaa d'erfgenamen in dit instrument geinstitueert. Inden eersten, aengaende myn ziele met veel sonden heladen, soe stel ick die inde han-
i den myns Heren ende Godts, in syne salutmakende doet myn ganselicke betrouwende, ende |
|||||||
53
|
|||||
bevelc Let lichaem der geweyder eerde, dat ick begeer S.Jans inder kerken begraven te
fiytt;» zonder daer toe te gebruyken wtwendighe pornpeuscheyt, als van psaulteren ende dier- gelyken. Aengnende myn tytlyke goeden, my vanGodtmjn hemelscten vader verleent, soeist, dat
men moot weten, dat ick by een Joost van Muyden, wesende doen tyt dienstmaeclit van myn moeye van Everdinghen, verworven beb ende vercreghen twee twylinghe tot eendcr dracht, te weten Esau ende Jacob genaempt, ende sonder dat ick naerderhant mitte voorsz. Joost enighe meerder ofte voorder conversatiu gehadt bob. Corst bier nae mitter woon ende in kost gekomen synde met mynen breeder Jan vander
Heyden, liebbe kennisse ende vrintscap gekreghen met een Katryn Christoffels dochter, in sulcker voegen, dat sy my geprocreert heeft een derde soen, genaemt: Isaack. Daer nae zynde ick testateur selver te huysraet gewaeren , ende heeft mynen huysraet van
dien tyde tot huyden opten dacb opgebouden ende gedrnghen die voorsz. Catryn Chris- toffels dochter. Nu is myn meeninghe ende verklaringhe ende meinorie midts desen, den voorsz. Isaack,
geprocreert \vt d'vooisz. Catryn, cum qua mibi poternt esse patrirnonium inter meos, hem diensvolgende makende ende instituere myn universeel ende wettel. erffgenaem, mits noch- tbans dese navolgende conditien ende restricten : Als te weten, als dat, nadien van mynen goeden betaelt zullen syn myn wtvaert, doot-
schulden ende legatien, dat er dan zuyver overblyven zal, tselve by executores ende erfge- namen voorsz. gestelt ende geleyt sal worden in drye gelyke deelen, daer van bet een der- dendeel sal hebben ende behouden Esau, bet tweede derdendecl Jacob, ende het derde der- dendeel Isaack, die ick daer inne mits desen instituere myn erfgenamen , ende de andere twee broeders geve ende make ick elcx haer derdedeel. Wei verstaende, in gevalle vmant van die drye kynderen voorsz. quamen te sterven son-
der blycke blivende wettelycke geboerte acbter te laten, dat dezelfde derdendeel, op haren erfgenamen ende nacomelingen, ende dit in stirpes et non in capita. Ende waert, by alzoe de voirsz. drye kynderen gelyckelyk quamen aflyvich te worden,
zonder enighe blyckende blyvende wettelyke geboerte acbter te laten, dat die zelfde goede- ren als comen ende succederen sullen op myne testateurs erffgenamen, dat in de tyt we- sende, wel verstaende, dat ick wille expresselyk by desen, dat d'administralie ende ondev- wint, als ick van de selve goeden ben makende, behouden zal die voorsz. Catryn Christof- felsz dochter, indyen sy laugher leeft als die kynderen, tot profyt als bier nae gestelt zal worden. Voorts verclaer ick te wesen, myn meyninghe ende wterste, dat d'onderwint ende dit
ininistratie vande voorsz. goeden sal hebben ende behouden de voorsz. Cathryn, daervan zy genieten zal hoer alimentacy ende onderhout haer leven lanck ende 't surplus, dat sal zy distribueren tot onderhout vande voirscreven kynderen. Noch is myn meyninghe et wterste wille, dat, alsoo ick bier in specie geen legaten en
make, dat daerom myn executeurs ende erfgenaem gehouden zullen wesen te voldoen en- de betalen alsulcke gif'te, make ende legate, als zy bevinden zullen mit myn bant gesci\ ende onderteykent, wclcke schrifte ick met dese approbere ende van weerde make, als off in dit instrument van woorde te woorde begrepen ware. Actum den r. dach in mey, anno 1565. Oirconde myn testateurs hant, hier onder gestelt, myn daer mode praesent, ondertey-
kent: Ro. Stresg, nts sintJan*.
|
|||||
5fc
En<h» H|i nog onderschreveti: Dit b myn testament ofte wterste vville,
Daniel vander Heiden, deken S.Jans.
'■'id.- nocli: Ick Balthazaer van Blienburch, medicus, qui rogatus, subsignavi,
6. t. Blienburch.
Onder siondt geschrevcn: Gecoll. met myn originael, onderscr. als boven, is daer mede
bevonden accorderende: Ro. Streng , nts S. Jans, |
||||||
TESTAMENT endb Codicill, wtlen Mr. JOACHIM
OPRODE, bisschop van Hebron, can. t'Utrecht, 28. wot;., 1575. In deu naem ons liefs Heren Jesu Christi, amen.
By descn jeghenwoordighen openbaer instrument zy condt ende kennelyck eenen yegelyk,
dat inden jare deszelfteu ons lieren xvc.lxxv. , inden dryde indictie, opten xxvui. dach des juaents novembris, compareerde voor my openbaer notaris, buyten op dit jeghenwoordicb besloten testament mettie getuygen geexpresseert ende beschreven, die hoocbweerdighe hee- ren, H. ende Mr. Joachim van Op rode, doctoor inder godtheyt, bisschop van Hebron, canonik ten Dom t'Utrecht, zynder memorie, i-edens, vyf sinnekens ende verstandt over al wel machtich ende volcomelyck gebruyckende, (a)st wel scheen ende bleeck, mitter gra- cie Godts, voor een yegelyk,) gaende ende staende met ons opter aerden, ende nae men- schlyke krancheyt welvarende; ende heeft wt zynen eygenen vryen wille, onbedwongen. onverleyt van yemauden, met goede deliberatien zyn testament gemaeckt ende wtersten wille Verclaert, in aire bester forme ende maniere, alst hem muegelyck was, hier naer volgende: Willende ende wterlyk begerende, dat dit zyn testament zal gehouden worden, goet,
vast, gestandich ende van weerden by een yegelyck ende zyn effect sorteren zal, in forme van tcstamente off gifte, die men beet, gifte ter sake vanden doot, nyet jegenstaende, dat alle ende een yegelyk solemnitaten indie geestelike of weerlike rechten begrepen, niet al nocb volcomelyk in dit zyn jegenwoordighc testament onderhouden en zyn, derogerende oeck mits dcsen, alien statuten, municipale rechten, costumen, usantien ende lantrechten van Ant- werpen , Mechelen , Utrecht, ende generael ende speciael oick alien kerkenrechten, landrechten ende ordinantien van plaetsen , steden oft dorpen overal, egeen wtgenomen, die zelfste ten desen vertyende, casserende, doot ende te nyete doende, (soe veel als in hem testateur is, ende voider nyet, willende alloes dit zyn teslament ofte codicille van weerden te blyven,) die welcke defect van desen zynen wtersten wille enichsins zoude mogen beletten, ende byson- der den rechten, seggende, dat generael renunciatie van egeen weerden en es, ten sy sake, dat speciael voorgaet, wcderroepende, doot ende te nyet doende. mits desen alien voorgaende testamenten , maecksclen , codiciHen, voor den datum van deze, deur hem testateur by woer- dcn of sciiflure enichsins gemaeckt of gelegateert. Comcnde voorts totter dispositie van desen, heeft bevolen zyn ziele, (zoe wanneer die wt
zyn lichaem scheyden zal,) den barmhertighen Godt van den hemelen, Marie, zyn ghebe- nedyde moeder, ende alien het liefelyk ghcselschap des hemels; zyn doode lichaem der ge- wyder aerden; begerende altoes zyn wtvaert eerlyck te gheschieden, maer soe cleynlyck van post ende soe lutte] sumptuenselyk endepompeuselykalst gheschieden mach, maer devotelyek, |
||||||
55
|
|||||
kiesende zyn sepulture aldaer zyn testateurs, na genoeinpt, beste ende eerlyckste duncken
sal, inden Dora t'Utrecht, soe want hy testateur noch tot Utrecht woonachtig is, dan wel begerende zyn grafstede onder de capelle , aldaer hy testateur gewoonlyk celebrerende es, te weten, aldaer die heer deken Mr. Johan vander Vecht begraven leyt, ende zoe wanneer ende zoe verre hy testateur noch woonachtich t'Utrecht, quame aflyvich te worden binnen zeven mylen in't ronde van Utrecht, zoe begeert hy testateur altyt zyn doode lichaem ge- bracht ende gevuert te worden (zoe verre ende zoe wanneer hetzelve doendelyk ware) bin- nen Utrecht, ende begraven te worden ter plaetse als voren ; Maer zoe, want ende wanneer de zelfste testateur quame aflyvich te worden binnen der stadt van Antwerpen, ofte zeven mylen in't ronde buyten Antwerpen, zoe begeert ende vereyscht hy zyn sepulture mits de- sen lot die Carmeliten of lieve Vrouwen bruers binnen Antwerpen, hide kerke aldaer, in't graf van zyn lieve vader ende moeder, groote vader ende groote moeder, ende ander vrunden, te weten, compt hy buyten de stadt Antwerpen te sterven, dat zyn doode lichaem binnen Antwerpen gebrocht ende gevuert sal worden; Ten derden, zoe verre hy testateur quame aflyvich te worden T'shertoghenbossche, tot Oosterwyck of daeromtrent, zoe verkiest die sellste testateur mits desen syn sepulture in't klooster van Marienborch, op den VJenborch binnen 'sHertogenbosch, aldaer opten choor, ten naesten, alst wesen maeh bet gcstoelte of den sitten, aldaer hy testatoer, noch rectoer van tsejfste convent wesende, gewoenlyk eens was, aldermeest te knielen ende te bidden, die zoe sal men eerl. hetzelfste cloester daer af vernueghen; begerende ende willende, op zyn graf geleyt te worden eenen sarcksteen (is datter van te vooren egeenen op het graffen leyt) tusschen beyden groot, van XV. keysersgl. van xx.stuyver of wadt meer, ende inden selfsten sarck gesteken ende gehouden te worden een schilt ofte rondeel, ende hetzelfste bedect ofte gevult te worden met latoen ofte cueper ende daerin syn wapen van syn waders weghen gesteken, als te weten, drie roods oude muelen- ysers hi een wit veil met witte silver Jloemeringhe ende een bisschopshoet daer en boven, ende onder de schilt of rondeel een latoenen plate, inde welcke sal gesteken worden zyns testateurs gewoenlyke dichte ofte devys: virtutem nummispraeponito, in al sulcke forme alst benaest hier in margine de figuere staet, met den naem ende date zyns aflyvicheyts van hem testateur; Maer zoe wanneer hy testateur tot Antwerpen quame begraven te worden, zoe is hy terzelver plaetse te vreden mitten sarcksteen van zyn ouders, ende die welcke op zyn ouders graf leyt, maer begerende ende bevelende zyn executeurs naegenoempt, als dat zy zyn testateurs naem, met den date van zyn sterfdach, ende oeck zyn wapenen van zyn vadeis weghen, mit eenen bisschopshoet daerover, inden selfden sarck sullen laten houden, als voorsz. is, of eenen anderen sarcksteen beneffens zyn ouders graft sullen laten leggen, van prys als voor, want in zyn ouders sarck nyet te passe en compt. Ende voorts zoo be- geert ende wil omtrent Hjn lichaems graff, daer hy testateur zal comen begraven te wor- den , een la/ereel, monumenlum of epilapkium gehouden te worden , of geset van steen of schilderye, daertoen besettende, ofte latende vyff ende verticil keysers gl. van XX. stuy- vers Brabants den gulden, ende tgene, dat beneden de XV. gl. den sarck gecost sal hebben, tzamen voor den sarck ende tot dit tafereel latende sestich dcr voorsz. guldens. Maer zoe wanneer ende zoe verre hy testateur quame begraven te worden totten Carmeliten binnen Antwerpen, als voorsz. is, ende nyet en behoeft op syn zelven een sarcksteen, soe maeckt ende legateert hy acht ponden Vlaems tot een tafereel oft epitaphiuin omtrent syn ende syns vaders graf, in't welcke hy testateur begeert geschildert te hebben ende met name be- schreven te hebben zyn grootvader ende zyn grootmoeder van zyns nioeders wegen> zyn vader ende moeder, Elisabeth zyn zuster, hemselven , ende voorts alle syn bruers aldaer be- graven ende die men aldaer noch begraven sal r ende indien men bcbouft op zyn zelveu |
|||||
56
|
|||||
een saicksteen, soc tnaeckt hy lestateur totten zelven sarcksteen een uiemorietafel, als voorsz.
e», thien ponden Vlaems eens tsamen ofte wat nieer, naer da I sya cxeculcurcn zal verdun-* cken van node te zyn. Nu comende totter dispositie van zyn tytlicke goederen, heeft hy testateur gelegateert der
fabricke van des bisschops tempel, inne welcks bisdom hy sal comen aflyvich te woi'den, twintich stuyver Biabants eens, oft hy onvvetend enich onregtveerdich goet hadde. Voorts heeft hy vooral gewilt ende gedisponeert zyn \vterste wille te wesen; als dat voor zyn lega- ten cnde makinghe alle zyne testateurs schulden betaelt ende voldaen sullen worden, ende voorts wtvaert ende dootschult ende daernae onder syn legaten vooral sullen voldaen wer- den die legaten ende makinghe, die hy mits desen maeckende ende legaterende es, juffr. Maria van Gerwen ende Mechtelt van Gerwcn, hare zuster, ende dat wt seker reden ende oersaken, ende Lyncken van Loven; heeft voorts gemaeckt ende gelegateert ende gegeven , inaeckt ende legateert ende geeft mits desen, inden tempel van poser liever Vrouwen te Buerkerke binnen Utrecht, xxv. der voorsz. gl. eens, tot makinghe ende oprechtinghe van een omganck, raempte of staketsel, rontons het heylighe sacramentshuys, van metale oft kistenwerk, ende luchters of candelaers daerop, comende opt hooghe choor ende onsev lie- ver Vrouwen, maer principaelyck op onser liever Vrouwen choor, ende dieselfste XXV. gl. eens van den execnteurs dits testaments nyet wtgerykt behoren te worden, voordat het selfste werk bestaet zy, ende inde makerye sy, oft anders de selfste XXV.gulden tot enighe andere orbel. cnde proufytel. vercieringhe inder selfster kerken, naden wille des executeurs dits testaments gecmployeeit te werden. Ende dit alsoe, want nyet bevonden en wordt, dat hy testateur sodanighe XXV. gl. eens den voorsz. tempel tot reparatie van het voorsz. es, binnen zynen leven van hem gegeven sal hebben; heeft noch begeert ende gewilt die hoochweer- dighe bisschop testatoer, dat men nae zyn aflyvicheyt, zoe verre als mogelyk ende doende- lyk is, zal houden het zevenste ende eerste maenstondt, ende mede alle maenstonden des eerste geheel jaers, zoe verre alst zoo geleghen zal wesen, ende ommers d'eerste jaergetyde gehoutlen te worden, makende ende legaterende den celebrant vander missen elcke reyse vier stuyver Biabants boven den offer, dies zoe zal hy gehouden wesen alle reyse naerder missen het graf te begaeu des testateurs ende aldaer te lezen: miserere etc. ende: de prof'undis etc. cum collccta pro defuncto episcopo. Maeckt nocli ende legateert mits desen den voorsz. cloosteren van Marienborch opten
Vlenborch binnen 's Hertoghenbosch, nae dat sy seker sullen wesen van des testateurs af- lyvicheyt , den dach als sy des testateurs wtvaert sullen houden , hetwelck hy begeert al- daer vande gemeyne susteren devotelyck gehouden te worden, hoe eer hoe liever naer synre aflyvicheyt, een pont Vlaems eens, of sesse Carolus gulden, tot een pitantie oft refectie op dien dach van wyn oft van bier ende wittenbroot, alsoe 't doenlyk sal wesen, voordie ge- meyn susteren. Dies soe sullen die vanden voorsz. goidshuys een misse alsdan van requiem gehouden wesende te doen singhen ende mede te singhen ende naerder missen den priester te doen lesen miserere, de prof'undis, pater noster, met een collecte pro defuncto epis- copo. Heeft noch gemaeckt ende gelateert die gemeen joncfrouwen van het clooster optie Hal-
5traet, daer syn testateurs nichte S. Margriet van Oprode wonende es binnen Loven, sesse dergel. gl. eens tot een pitantie van wyn ofte "bier ende wittenbroot voorde gemeen jonc- frouwen cnde zusters, in meyninge als voor, te bidden voor des testateurs ziele. Insgelyx het clooster ende die gemeen nonnen ende susteren vanden Wyngaert onder die
borcht binnen Loven, elck vier dergelycke guldens, inder selfster meyninge, ende oin ge- iroHwelyk voor zyn testateurs ende syn ouders ende vrunden ziele. |
|||||
57
|
|||||
HJerenboven noch gemaeckt ende gelegateert den voers2. cioester vanden Carmeliten of:
vrouwen bruers binnen Antwerpen, om getrouwelyck voor zyn testa teurs ende zyn ouder.« ende vrunden ziele te bidden, aldaer begraven, ende misse van requiem in't cioester te singhen opten dach des testateurs wtvaert, begravinghe ofte daeromtrcnt, ofte ten csrstcn, zoe'tgelegen sal wesen, als hoer van des testateurs aflyvicheyt gebootschapt zal wesen, oeck zesse Carolus gulden eens. Nocb het cioester vande Minrebroeders ende vande Prcdicareu binnen Utrecht, zoe verre
ende vvanneer by testateur noch tot Utrecht wonende es, als hy corapt aflyvich te worden, ■ ende anders oeck nyet, elck cioester vandien een vat biers van een croon oft zcven schel- Jinghen, omme getrouwelvk voor des testateurs ziele te bidden. Noch heeft gemaekt susteren Margriet vander Houven ende S. Urselken, haer suster, in't
convent vande Carineliteressen binnen Brugge, ende S. Marietgen Malleus in't convent van den derden oerden binnen Oosterwyck, elex vandien twee Carolus gulden van twyntich stmvcr 't stuck voor hoer personen , met consent van haerl. oversten te gebruyken, ende sondtr derselfster nyet, om voor des testateurs ziele te bidden. Noch beeft gemaeckt Margriet Lauvyns, syn testateurs peetgen ende nichte , alsnu syndu
in't susteren cioester van S. Nicolaes binnen Utrecht, tot een behulpelicheyt des staets, die sy aldaer begeert aen te gaen , of elders in een goet gereformeert ende wel gereguleeit cioes- ter, met weten ende raet van myn bruers oft bruers kyndcren, tot derzelfster cleeren ende habyt, dewelck zy tcr tyt haer prolessie behouven sal, ende eer nyet ende anders nyet, derselfster wtgereykt te worden die somme van xvr. Carolus guldens, van XX. stuyver Brabants tstuck. Hier en boven maeckt ende geeft midts desen dezelfde testateur den armen huysarmen , bysonders huyszitters inde stat van Antwerpen , den almoeseniers derselfster in handen ge- geven te worden tot proufFyt ende oerbaer derselfster armen , vyftich der gelyker guldens eens. Noch inde Buerkerke, om hotter totten broode, datter ghcdeylt wordt teghen den preek- <loel over, te copen, tot hotter ende broet nae dat meest gebreck sal wesen ende meest van doene ende van noode sal ghevonden worden, tachtentich dergheljke guldenen eens, om die zelfste aendie kerckmeesters aengheleyt te worden, ofte elders ende daeroin ghecoclit rente, den penninck XX. ofte XVIH. ende voort alsoedanighe rente tot hotter ofte broet, als voorsz. is, zoe verre alst strecken mach, geimployeert te worden. Legateert noch tot vermeerderinghe van't heylich sacraments lof te eerliker ende devoter
in derzelfster kercke ghehoudeu ende gesonghen te worden, thien guldens eens, om een halven gulden erfel. daerom gecocht te werden den pen. XX., gheimployeert te worden ter rneninghe als voorsz. is, ten zy, dat hy testateur dese twee legaten volbracht ende ghegeveu »al hebben in zyn leven, als noch zyn wterste meyninghe es, zoe verre, als hem Godt wil sparen. Voerts maeckt, legateert ende geeft mits desen Jacob van Oprode zynen broeder, behalve zyn legaet, dat hy testateur hem zal maken, als testamenteur off executeur des tegenwor- dichs testaments, wt alien die boeken, die hy heeft, ende Jacob zyn broeder best aenstaeu sollcn, t« mueghen copen tot eenen gl. erfel. toe gerekent tot sesthien gulden, zonder daer voer yet te betalen; ende daernae Cornells, zyn lieven bruer, legateert ende gunt wt ende van alle zyn testateurs boecken te mueghen copen tot die somme van veerthien gulden, die hem best genueghen ende aenstaen zullen, zonder yet daervoor te betalen; heeft ten der- den alsoe ghemaect ende gegunt te copen meesleren Jacob van Oprode Jacobsz., zyn cousyn, licentiaet in beyde rechten, totte somme van acht dcrgelyker gulden; ende Henr. Cornells/, van Oprode, ende Peterken Ariaensz. Willems ende Annekens van Oprode sone, zyn cousynen, xoe verre als zy aen't studium blwen , ende anders oeck nyet, gemaect ende gegunt te copen , als voren. van zyn boeken. oft de ouders oft vrunden in hoer plaetze, alle bevde tot vvfl* U 8 " |
|||||
58
|
|||||
puldeu toe, altoes hier ende 't geheel testament deur te rekenen tot twintich stuyver Bra-
bants, ende dit al tot een ghedenckenisse zyns testateurs, voer heur ende lieur nacomelin- gben. Heeft voorts gemaect alien zyn gescreven boeken, mitter band des testateurs gescreven,
of anders, als exposition vande heilighe scrifture, authoers, leeringhen, sermoenen ende diergbelyke, wtgbesondert prothocollen van contracten, testamenten , houwelicxe voerwaer- den ende dierghel\ken, zyn twee bruers voorsz., -voer heur gbebruyk oft heur kynderen prouffyt ende andere vrundekens, als te willen die selfste tot memorie onder die vrunden te blyven , op da tier vrucht by de vrunden mede mach gheschien, dat by testateur soe suerljk besuert lieeft, wel te verstaen , dat by, testateur, begrypt onder dese gescreven boe- ken dien zyn bybel, in dricn stucken ghedeylt, ende in groote papieren berders met naes- telen gebouden, tot Loeven bv Bartbolomeus Gravius gheprint in't jaer 1547., overmits, dat by testateur zoe veel daerinne gearbeyt heeft ende daerby gescreven, nyet jeghenstacn- de dat den text des bybels gheprint is, als voorsz. es; ende dezelfste boeken onder alle de voorsz. gescreven boeken, die de voersz. vrunden nyet en dienen of begeren en sullen ofte huer kinderen, voerts om Godts wil te geven andere schamele heeren ofte clercken, , studenten in't cloestcr ofte daer buyten. Noch maeckt ende geeft ende gunt heren Jannen Cornelisz. vanderGouwe, pastoor tot
Bodegraven, wt sekere vrunlschappen, tot twee guldenen toe van zyne boeken te copen, maer wat hy nieer of hooger zal copen, zal hy moeten opleggen. Heeft noch gemaect ende ghelegateert den genen, die des testateurs, als bisschop tot
Ebron , capellaen zal comen te wesen, tot gedenckenisse ende memorie van hem, tot ses gulden boeken te moghen copen, van dezelfste zyns testateurs, zonder te betalen, die den zelfste capellaen best dienen ende believen zullen, om daerdeur de zelfste capellaen te be- ter geoorsaect te wesen, om te studcren, begeerende daerom hy testateur, dat de zelfste zyn capellaen soedanighe boecken nyet weerloes te worden ofle ofhendich te maecken, maer te willen bewaeren, wt die voorsz. oersaecken, ende tot zynder testateurs gedenckenisse. Ende dit aengaende zyn testateurs boecken. Voerts lieeft gemaeckt ende gelegateert mils dezen zyn silveren vergulden kelke metter patene
ende custode, daertoe twee silveren pullen met des testateurs wapen daerop gesteken, endeboven eenen bischopshoet, op de scbelen ofte decxels die letteren. .. ende V. met hoer custode, eenen silveren pacs met een hanthave, den gecruystcn Jhesum met Maria ende Joannem daerop gesteken, ende achter opten rugge syn testateurs vaders wapen met des testateurs divisie, als te weten : virlutcm minimis praeponilo, ende een casuyfele van half voeset met een root fluweelen cruys ende een crucificx daerop geborduerwerkt, met stole, manipule, zvn toebeboren, een albe bynaest nyeuwe, twee amicten, twee schortscoorden, twee kelck- sacken , drie kelckdoeken, twee pateensaksken of snutteldoeken daertoe, een roomsche mis- sacl, nae d'ouder ord. . . met seem overtooghen, ende noch zyn beste corporael doze met een deksel van een kclk ende twee corporalen, die de vrunden verkiesen sullen, mit noch twee corle altaerdwelen, grof, van een ammelaken gemaekt, die wel gewyt zyn; Dit al te samen zynen voorsz. bruers ende voerts bruers kynderen ende zoe voorts, in ende onder het geslacbte ende vrunden gebruyckt te worden, wettelyk ende deuchdelyk buyten Ant- werpen , op de bouve tot Doernen ende elders, of binnen Antwerpen in huys tot bequa- me tjt, of by siecten ende noot, die te gebruycken tamelyk ende duechdelyk met oerloff; Ende bier beutfiens noch een wit altaersteen, in kistwerk of wagenschot gesloten ende be- leist met een leeren oudt saxken daertoe; Dit al te samen met conditien, ende dies zoe sullen die vrunden een vyftich gulden eens wtreycken den executeurs, tot behouff van het |
|||||
59
|
|||||
sterfhuys, om sekere lasten ofte commer daermede ghesleten ende betaelt te worden. A.n-
ders soe sai men alien het voorsz. vercopen ende tot pen. ende prys maecken, om de las- ten, schulden, legaten des testateurs te voldoen, ende noot zv, anders buy ten noot mue- gen die voorsz. vrunden het zelfsle houden, al of een deel nae de geleghenheyt. Voorts es zyn testateurs meyninghe ende wille, in zyn andere casuyfele, van wilte syden
Brugge satyne, met een root cruys daerinne vande wapene ons heren Jhesu in gheborduer- werct, met zyn behorende stoole ende manipule in begraven te worden, of ist van noode in een pluviael of cappe begraven te worden, om zyns bisscbops staet wille, hiervan, alst tc: weten, van dese casuyfele een cappe te maecken, ofte anders teghen een vvitte cappe, mits desen te mangelen, ende hier toe te nemen zyn tunicellam of dalmaticam of rochetum, nae dat behoren sal, met zyn oudste, fynste ende witste albe eude amicte, want in de selfste heeft by int beghinsel syns priesterdoms gecelebreert. Zyn derde casuyfel, van gheel voetset met een zwart satynen cruys daerinne, met root
lint beleyt met lappen van dezelfste manipule ende stoole, maect ende legateert hy testa- teur een eerlyk, schamele kercke, in stede of dorpe van weerlycke luyden, die verbrant es \inmargine: Dese es tehans in bant om Godtswille ghedaen, om in haer convent te cele- breren tot Schoonhoven in't zusterbuys van S.Elisabeth, de mater van't convent, de sus- tcr van Jacob Deel, geweest of gespolieert ende berocft, als totCameriek, of Heuclom, iVs- peren, of elders, daer zyn executeuien goet duncken sal.] Ende voorts allc andere geweyde gereetschappen , als amicte, corporale, kelck, sacken,
doecken ende snutteldoeken, schortscoerden ende andere, als men in't buffet of in het 6chappraiken of scapken van het buffet des testateurs, staende alsnu in de neercamer by- een, in een groff lynen saxken byeeu zal vinden gebonden, sal men om Godts deylen soe- danighe voirsz. scatnele kercken of scatnele priesters ende heeren, soe die executoers belie- ven sal; protesteert hier beneffens hy testateur expresselvck te hebben een albe boven aeu den hals gefronst ende mede inde syden, toecomende ende toebehorende de Buerkercke; ende noch syn fynste albe, hem testateur gegeven te zyn van S.Marien Laps, om zyn leef- daghe die te gebruycken, ende nae zyn testateurs aflyvicheyt te moeten toecomen tot de voorsz. Buerkerke, noch te gebruycken een oude fyn amicte, met een root cruisken getey- kent, toecomende het convent van Marienborch opden Ulenborch binnen's Hertoghenbosch. Item noch t'onder te hebben twee alben ende twee amicten , toecomende het vicariken oft officie, d'welck hy testateur bezit inde raetscapelle, van acht guldens, waeraf de heren van de stadt gifter van zyn, die hy testateur daerom tot noch toe niet gebruict en heeft; noch een groote dwale, toecomende het capittel vandenDom, die hy testateur gebruict opte ca- pellealdaer; noch een cleyuder dwaelken, aldaer opten altaer, d'welck by testateur nyet en weet, of den altaer competeert of het voorsz. capittel, maer es hem testateur vergeten, maerhoudl beler het voorsz. capittel toe te komen. Noch ghebruyct hy testateur twe dwalen, als hy inde voorsz. raetscapelle misse doet, zynde inde kiste, die sint Thomas altaer toebehoort, die hy testateur noch gebruyct, waer af die beste S.Thomas altaer competeert, ende d'andere den al- taer inde capelleinden Dom, d'welcke al te samen wilt hy testateur etlyke lynwaet tot het tzyne gekeert te worden ende aldaer wederom gegeven te zyn, aldaert behoert, off hy testateur roe- keloes ende ras quam te sterven, eest, dat hy selfste by syn leven nyet gedaen en heeft, ah hy verhoopt jae: Hier en boven maect ende geeft hy testateur alien die kynderen van zvn bruers, wtgesondert Henrick Cornelis van Oprode, die ter tyt zyns aflyvicheyts in't leven zullen wesen, elck van dien een angelot in specie, ofte een dubbelde reaell, tot eene ghe- denckenisse, tzy opte werelt of int cloester wesende, voor haer personen, met consent des overste; maer diegene, die hy testateur opte vonte gheheveu heeft, of tot vormsel ghehou- 8*
|
|||||
ft
|
|||||
den heeft, maect liy testateui- daerenboven tot een pondt gl. VI. elck van dien , 'tzy opte
werelt of een religiens zjnde, tot een ewige memorie; ende voorts alien anderen, die be- vonden sullen worden, dat by se opte vonte gheheven zal hebben ende den naem ghege- ven, tzy Jochetn of Anna, t'Antwerpen of tot Loven, Utrecht of elders, maeckt by elck van dien twee Garolus gulden, tot gedenkenis, de schamele, om daerniede wat gecleet te wor- den; Maer alien anderen zyn peteren, peetkens of pillen, tot wat steden oft plaetsen die woouacbtich zyn, die hy testateur den naem nyet gegeven en heeft noch nae den zelfsten nyet genoempt en zyn, elck van dien, zoe menich als er wezen mach, daer betuycb, be- scheyt oft blyck van alsulcxs es, eengl. eens, tot zyn gedenckenisse, die schamele ende ar- nie zyn, om wat daermedc gecleet of gerepareert te werden. Maect ende legateert hierenboven, Jacobs van Oprode zyns broers kynderen, tsamen ende
gelykerhands, eenen hooghen silveren cop, op de welcke dexel binnen staet de naem van hoer grote vader, A.driaen deMolenaer sal. ged., ende boven van een manneken gehouden wordt een schilt met molen daer inne, begerende, dat zy den selfsten, als nyet swaer zynde naer zyn groo'e willen bcwaren ende in bet geslachte laten blyven, tot memorien van hem testa- teur ende den voorz. Adriaen de Molenaer. Heeft noch gbemaeckt ende gelegateert, maect ende legateert mits desen , joncfr. Maria
van Genven Gerardtsdocbter, by hem testateur seer veel jaren woonachtich, als nu inde vier ende twintich jaren, wt eerlycke liefde ende getrouwicheyt, die zy hem testateur dicmael in- dernoot. lyden ende inden tyt van pest bewesen heeft, ende voor grooten, veelen, langhen, sundei'linghcn dienst, nioeyte, pyne, arbeyt, hem testateur bewesen, ende met den selfsten ghehadt, ende daer beneflens van hem testateur noyt geen loou ontfanghen en heeft, ende noyt nyet veel van bem ghecregben noch hy testateur haer gbegheven en heeft, vyftich Caro- lus gulden 'sjaers, deszelfste Maria van Gerwen leven lanck geduerende, ende ten leven van baer die t'ontfanghen ende nyet langher, of drie hondert gulden eens , daervoer elcken gul- den alloes XX. st.; ende dat zoe wanneer ende zoe verre zy Maria compt te woonen ende blyft woonen by hem testateur ter tyt zyns aflyvicheyts, oft anders met wille, raedt ofte con- sent van hem testateur ghescheyden zy ende afgeweken; Maer want zy by hem testateur alsdan tzyner aflyvicbeyt nyet en woent, ende in anderen manieren dan voorsz. is, van hem afgheweken is, zoe en sal dezelfste Maria maer vyf ende twintich gulden 'sjaers tot haren lyve hebben of hondert ende vyftich dergelycke guldenen daervoor eens. Heeft noch gemaeckt ende gelegateert zyn dienaers elck, die ter tyt zyns aflivicbeyt by-
hem testateur woonen ende dicnen sullen een pont groot Vlaems boven syn huer eens, wt liefde tot dezelfste dienaeren, ende voor moeyte, pyne ende dienst ende arbeyt; ende voorts al tgene, dat dezelfste dienaers in hem testateur ghehouden sullen zyn of hy test, voor hoer alsdan bevonden sal wordeu verleet te hebben tot den dach zyns aflivicheyts, ende dat, zoe wanneer ende soe verre die zelfste dienaeren by hem testateur twee gheheele jaren gedient ende gewoent sullen hebben, alsdan, ende anders oeck nyet; maer ingeval die zelfste nyet zoe langhe by hem testateur gewoent sullen hebben , maect hy die selfste ende eenen yge- lyken van bun alleen een pont Vlaems eens, alst voorsz. es; insgelyx noch die meecbt of mcecbden, ofte joncwyven, die by hem testateur zullen woonaftich syn ende die selfste zul- len dienen, als gestadighe meechden ter tyt zyns aflivicheyts, maect hy testateur, boven baer verdiende huyre ende loon, elex een slecht beddeken met een hooftpeluwe, een slecht oer- cussen met een flouwyne oft oercussen bladt, een paer geraeen slapelakens ende een slechte sargie daertoe, alsoo die executeurs dezes testaments haer sal believen te geven, of zoe die selfste verstaen zullen de selfste voorsz...... meecbt of meechden by hem testateur verdient De hebben, oft anders een pont Vlaems eens voor alles wes voerseytes, ende anders nyet, ho-
|
|||||
61
|
|||||
ven noer verdiende loon ofte huer. Ende, zoe wanncer, ende zoe verre die selfste een
ofte meer bevonden sal vvorden by bem testateur Iwee gchctle jaren gevvoent te hebben ende daerenboven noch een maent vier ofte vyfe, maeckt hy tcstateur de zelfste voor dat jaer noch een gl. boveii hoer verdiende loon ende tgene dat voorn. es, ende zoe voorts alle ja- ren enen gulden meer boven heur verdiende loon, zoe veel ende zoe langhe jaren gbeheel, als zy by hem testateur gewoent sullen hebben boven twee jaren ter tyt zyns aflmcheyts. Heeft noeh gemaect ende gelegateert, maect ende legaleert mits desen, joncfr. Joanna van
Gervven, die suster van Maria van Gerwen voirsz., wtsonderlingbe duecbt ende liefde tot der . selfster endedienst, die sy hem testateur bewesen heeft, anderbalven gulden eens, ende een tafereelken of bordeken van S. Hieronymus; Noch jufl'r. Mechtelt van Gerwen, haer suster, wt eerl. liefde ende sunderlinghen dienst ende vruntschappen, die sy hem testateur bewesen heeft, ter eeren van die acht salicheyden, acht dergelyker gulden eens ende het cleyn cruys- ken van gouwe met het heylicbdom daer inne, als hy testateur ghevvoenlyk voor zyn borst es dragende, begerende mede, dat die zelfste joncfr. Mechtelt het zelfste cruysken alsoe belie- ve te gebruycken haer leefdaghe, ende het zelfste nyet weerloes en worde ofte van haer nyet en laten gaen ; Maect heeren Jannen Stalyn van Roucus by Ryssel, zyns testateurs dienaer eertyts gheweest, thien guldenen eens, zoe verre die zelfde noch in'tleven is, ende dat zoe verre ende zoe want dezelfste afstaut doen wille van al zoedanighe brief van achtien of twintich gulden lyfrenten 'sjaers, die hv testateur den selfsten heere Jannen gegunt oft verleent heeft op eenen sekereu pandt van huysinghe, gheheten: den Horen, staende inde camerstraet bin- nen Antwerpen, met een plechte aldaer voor de wet gepasseert, hetwclck hy testateur inaer gedaen ende laten passeren heeft wt goede gunst, om voorgen. heren Jannen een titulum te hebben, om daermede ad ordines te moghen procedereu, ende nyet den zelfsten brief tot laste van hem testateur te ghebruyken of daermede rigoureuselyk den voorsz. rente van hem testateur te vereyschen of wt te manen, ten waer by aldien dat hy beer Jan hadde schade ende last gheleden ende alsoe nyet en hadde mogen eerl. ter goeder wys duercommen. In alsulcke poincten soude hy testateur hem geerne laeten vinden hebben behulp ende bystaut te doen denzelfsten, ende alsoedanighe rente ofte meer, een ofte twee jaren laten volghen hebben dese zelfsten heer Jannen. Nu eest alsoe, als dat de zelfste beer Jan Stalyn, re- delyk ter tyt zyns priesterschappe heeft kutineu gedoen hem stlven behelpen ende deur- kommen, alsoe, dat hy binneu dier tyt nojt hem testateur moeyelyck en cs gevallen, of van den zelfsten yet vereyscht heeft aeugaeude die voorsz. jaerl. rente ofte andersins, achtervolgende sekere accoort ende contract ende opdrachl, tusscben hem testateur ende heer Jan voorsz. gemaect, als te weten, dat die zelfste heer Jan, overmits ende deur cracbte van alsulcken gepasseerden rentebrief, hem testateur nummermcer enighe renten en zoude manen,. dan ter noot ende in noot zynde, dus eu behoort nyet noch en betaemt met nae eerbaerheyt ende redelycheyt ende mede getrouwicheyt, als dat tot enighen tyden nae d'aflivicheyt des tes- tateurs , die dickgenoemde beer Jan d'erfgen. of executoers des testateurs alzoedanighe jaer- licxe lyfrente van 18 of 20 gulden zouden comen manen ende vereysschen, zoe est dan zoe verre ende zoe wanneer, dat hy heer Jan of de zyne egeene molestatie en comen te doen, om de voorsz. rente te willen eysschen ende ontlangheu, (als hy testateur vast ver- hoopt neen) want hy er naerder conscientie cgeen recht toe en heeft, dat hy den zelfsten vryelyck ende erfel. legateert mits dezen, thien gulden eens, zoe verre dieselfste alsdan noch in leven es ofte te vinden es, of daer nae talendees, ende anders oeck nyet, om voer de salicheyt des testateurs getrouwelyck te bidden. Insgeljcx legateert mits desen heren Sebastiaen van Balen, priester, dewelcke oeck die die-
naer eensdeels des testateurs es geweest, ende van bem testateur deur alsulcken middel met al- soedanighe titnlum ende met alsoedanighe condition tot den priesterljken staet, oeck ghehol- |
|||||
62
|
|||||||
pen heeft, oeck thien gulden eens in alle manieren, met alsulke conditien endc voirwaerden
.lis voorsz. es van heer Jan, (die te vergeefs hier weer souden verhaelt vvorden) ende anders oick met, om elck voer des testateurs siele getrouwelyck te bidden. Hier en boven maeckt ende legateert den steer hoochweerdighen beeren, H. Frans vande
Vclde, weerdich doetoor inde godtheyt ende bisscbop tot A.ntwerpen, zyn testateurs, weer- diehe meester, ende seer sunderlinghe vrundt, enen silveren lepel van enen angelot, ofte drie guldens daer voor, tot een gbedenckenisse, al eest cleyn. Item, heren Peteren van Geffen , canonik in de catbedrale kerke ten Bosscbe ende seghe-
laer van den eerw. bisscbop, voor sunderlingben dienst ende getrouwiebeyt, hem testateur eertyts bewesen; heren Peteren Champ, can. alhier S.Peters, oeck voer sunderlinghen dienst ende getrouwiebeyt, eertyts bewesen: noch heeren ende Mr. Jacob vander Horst, weerdich docloor inde godtheyt, ende can. ende scholaster inden dom tot Gent, zyn test. sunderlinghe vrundt ende bruer inden Here, yegelyk van hem drien legateert ende maeel liv een silveren lepel van een gouden croon, ofte 2 gulden tot een silveren lepel. Insgelycx eenen lepel heren Jan van Tilborch, can. tot Oudemunster, deur getrouwicheyt
eertyts hem test, bewesen, ende mede al te samen voor des testateurs ziele te bidden. Noch, heren ende Mr. Charles Gargan , baccalnurcus inde godheyt, can. S.Jacobs binnen
Loven, den we'eken hy test, over lunghe jaren als syn breur ghehouden heeft, schelt hy test, den sol ven quyt, aid at die selfste Mr. Charel hem test, van gheleende gelde schuldich es, als die selfste Mr. Charel zeer dicmael bekent ende beleden heeft, ende daervan't meeste by hem testateur obi . . . vande selfsten Mr. Charel zullen bevonden worden, ende daer en bo- ven noch eenen gulden lyfrente des selfsten Mr. Charel leven lanck ghedurende, of ses gul- den daer voor den pen. sesse. Voorts den genen, die ter tydt des aflivicheyts bevonden sal worden doorgaands ende ge-
mcenl. zyns test, biechtvader gheweest te hebben tot zyn siek ende stervensdach toe, en- de sonderlinghe ende vooral, eest, dat die selve hem test, in zyn wterste noot ende in't scheyden van deser werelt bystaet, negen der voorsz. gulden eens, anders, staet hy den zelven test, inde noot nyet by, ende nyet en compt by te wesen in't wterste, zoe maeckt hy deselfste sesse derghelyke guldens eens, maeckende ende legateerende die andere drie guldens den priester (wye hy oeck sal comen te wesen), die hem testat. in zyn siecbedde tot syn wterste sal comen by te staen tot zyn eynde toe, laest by hem blyvende. Heeft noch gemaekt, die zyu test, capellaen sal comen te wesen in zyn pontiflcael officie,
tot een gedenkenisse een vanden testateurs tabbaerts. die den selfsten sal believen te kiesen, behalven ende wtgesteken drie des testateurs beste tabbaerts. Noch maeckt ende legateert mits desen, zyn nichte ende peetkint, Margriet van Oprode
Jacobsz., zoe verre ende zoe wanneer die zelfste in't clooster tot Loeven opte Halfstrate vol- herdeert ofte elders, met wille haer overste ende anders oeck nyet, hare leefdaghe lanck ende verder nyet, twee gulden lyfpensie of lyftochte ofte sestien gulden daer voor, elcken gulden met acht te lossen, ende die haer leefdaghe lanck, met consent haer overste, te ghebruy- cken , ende anders oeck nyet. Insghelycx suster Lysken Smith van Loven, in liet cloester van Marienborch opdenUlen-
borch t' Hertogenbosch, zoe verre ende zoe wanneer die zelfde noch in't leven sal wesen ter tyt des testat. aflivicheyt ende in het cloester gebleven, of anders in een goet cloester wonende, eenen gulden, als voor lyfpensie of lyftochte, of zeven gulden daarvoor, met consente ende wille haers overste te ghebruycken. Insghelycx mede vrouwe AnnaConincx, in het cloester van onser liever Vrouwen Wyn-
faert onder die boreht binnen Loven, diewelcke hy test, over veel jaren als zyn suster ghe-
ouden heeft, een gl. siaers oick lyfpensie, of ses gulden eens daervoor. |
|||||||
63
|
|||||||
Noch S. Maiiecken ende Urselkeu vanden Hoven, van Loeven van geboerte, in't Carme-
liter- clocster binnen Brugge, tot heuren gbebruyck, ende daer tsy toe behoeven sullen, met consent heur overste, elck een gouden croon van XL. st. Brab., om voor des testa- teurs ziel getrouwelyck te bidden. Noch S. Margriet van Merven , hit cloester vanden zusteren van Ortlien binnen 'sHertoghen-
bosch ; S. Marietgen van Gorcum , int cloester van Marienborch opten Ulenbercb aldaer; noch Petcren Huevelman, laeckenbei-eyder binnen Oesterwyck, elck van dien een keyzersgulden eens voor hoer selven, met consent van boer overste te gebruyken. Noch Ariesken Lombaerts, een deuste maecht aldaer tot Oosterwyck, wt sunderlinghe vrunt-
scbappe ende liefde, die zy iu eeren hem testateur in voorleden tyden bewesen heeft; item noch Heylken, een gcestel. persoene tot Vuecht byden Bossche, die op het kerckhof vande oude kercke plach te won en, elck van dien drie gulden eens, wt vruntschappe ende voor des testateurs ziele te bidden. Noch Lyncken Tyras van Loven, tot deser tyt noch hagynken opt groot Bagynehof tot
Loeven, (die by test, over veel jaren tot hem genomen heeft ende twee ponden Vlaems jaerl. ghegeven heeft) haer leefdaghe lanck alleen durende, om haer by leven daeraf te genieten, vyftich gulden jaerlicx lyftocht , of hondert gulden ende vyf eens, daervoor te betalen den pen. seven; ende hiermede doot ende te nyet te sullen syn alle voorgaende gheloften, die hy test, derzelfste mach ghedaen hebben, ende alien brieven ende sehriften, deur hem testateur overghegeven, daer die selfste Lyncken enichsins yet zoude moeghen mede manen. Noch S. Mechtelt Cornelisz, zyn geestel. dochter in het cloester vande Magdalenen alhier t'Ulrecht, een beelt van Ecce ftomo, als in myn earner hanckt, beneffeus die coetse boven tzee coffer; ende S. Cornelia Zacharias dr., in het cloester 't Geyn binnen (!) Utrecht, een Marien- beelt totten middel toe, occk aldaer hangende; item, Anna Jansz., aenden put opten gro- ten Bagynhof, wt vruntschappen ende voersproken redenen, sesse guldens, tot een silveren croes ofte becker te laten maken, tot syn test, ghedenknisse; noch Mechtelt ende Ag- neetken Splintersz, ghesusteren, wt sunderlinghe vruntschappe, tot een ghedenkenisse, d'eerste een tafereel vanden avontmael, d'andere een tafereel vanden gecruysten Jesu, met Marie ende Joannes ; hier en boven , hrueren Jannen van Gissel, donaet in't cloester vanden Throon inde Cempen, twee of drie van syn testateurs cleyne devotie-boekskens, omtrent een keysets gl. weert, min of meer, daer dezclfste breur Jan, syns testateurs neefmeest begeerte toe hebben zal, oft d'executem-s verduncken zullen denselven best te dienen. flier en boven heeft gemaeckt ende gelegateert Willem Vlens, seghelaer van't bier t'Ant-
werpen, cousmaker, zyn testatetvrs compeer, ende Adriaenkeu, zjn huysvr., tsameu ende oecK elex bysonder die den laricx levende sal comen te wesen van beyden, wt sunderlinghe vruntschappen, die deselfste den test, eertyts bewesen hebben, ende niede tot betalinghe van sonimighe gheheel of half hozen of cousen , ende andere cleyn werck, hetwelk hy test, heur doen eertyts doen maecken heeft of wercken (off die zelfsle yet soude mogben te rekeninghe hrenghen) drie ponden Vlaems eens van alsoedanighe verthien ponden VJaems eens, als die voirgen. hem test, wettelyk schuldich zyn over veel jaren van geleenden gelden, als blyckcn zal by zekere obligatie, die de voirgen. van hem gegheven hebben, by hem test, berustende. Hier en boven maect hy test, noch vande zellsle veerlhien ponden VI. noch de dochtere vanden voorsz. VVillem ende Athiaenken, alsnu geprofl'essit (als hy test, nyet bcter en wiste) in abdisse cloester in Vlaenderen , mit namegenaenipt^Mwe^era (als hy testateur meynde), die welke hy test, opter von ten gheheven heeft, om de zelfste deuchdeljk in haren staet te le- ven, twee ponden Vlaems, om twee guldens sjaers lospensie voor de zelfste gecocht te wor- den; ende het residuum ende; overschot zal van de veerthien ponden, te wcten, neghen |
|||||||
u
|
|||||
ponden Vlaems tens van zyn execuleurs ontfangcn te worden len eersten, als sy best kuiraen,
om daermede te voldoco, eensdeels zyns testateurs tegenwoordich testament; voorts alien schul- den, die men hern test, schuldich es, die de zelfste zyn schuldenaren nyet en kunnen of nyet sufficient en zyn, om te betalen, eude dair deur begeercu , om Godts wille, quytge- scbouden le weseu , schelt by testateur, om de liefde Godts, quyte mits desen, mit con- dilien, als bier verhaelt. rindc noch zoe maect by testateur alio zyne biecbtkinderen, zoe mans als vrouwen, die
alle weken, min of meer, by bem testateur te biecbt comen, elcken \vt zyn inboedel een gedenckenisse, tzy van boeken, van tafereelkens, van tinne. lynwaet of anders, tot tbien st. ■ wcert» onder ende njet over, zoe yegelyk believen ende zyn executeurs goetduncken sal, eude Lysb. vander Gouwe, Mr. Jan , schooimeester van Oudcmunster, huvsfrou, oeck alsulken testament, om getrouvvelick voor des testateurs ziele te bidden. Heeft ten laetste gemaeckt ende gelegateert mits deze, alien goederen van zyn testateurs
oudcrs bercomende, of die hy van zyn bloet gedeylt beeft, die noch in esse zyn ende daer by nyet af gcdisponeert en sal bebben, zyn naeste erfgenaem , willende ende begerende, dat zy met de zelfste boven ende bebalven heur lcgatcn zullen te vied en wesen; maer daer beneffeus verclarende, als dat zyn testateurs wille ende begeerte es, dat al zoedanige vier- hondert gulden, als Corn, van Oprode zyn broer onder hem heeft genomen ende behouden- de es als noch met wille ende consent van Jacob van Oprode oeck zyn bruer, maer nyet wel met des test, wille, gccomen zynde deur vercopinghe vande huysinghe, de zeven-sterre genaemt, die welke vierbondert gulden voersz. hy test, houdt voor zyn legitima ende wetti- ge portie hide goederen , ende ran de goederen van Jacob de Brockere, zynsmoeders vader, za. ge., acbtergelaten, om met de zelfste vierhondert gulden zyn wille te mueghen doen, zullen gccmployeert worden tot zyn steifhuys, tot zyn testateurs uytfaert, tot legaten, schulden ende andere lasten mede te slechten, zoe verre als die zelve vierhondert gulden verstreckeu muegen, ende sunderlinghe, van juffr Maria van Gerven ende Lynken van Loeven. Voorts beeft gewilt ende geordoneert, dat alle zyne goederen, ruerlyke ende onruerlyke,
oeck ZAii testateurs boeken, zullen vercocht worden ten eersten op zyn bequamen tyt, om dit zyu test, ende wlerste wille volbracht te worden, ende dat met gereden gelde, ende die boecken vercocht deur eenen pastoer, priester, of anders goet clercq, die wat verstants van de lat. boecken heeft ende de tomos mach byeen voughen, ende soe te samen verkopen te worden. Heeft ten lacsten geordonneert ende gewilt mits desen, dat alien tgene, dat men vinden
sal met zyn testateurs bant gescreven, of van een anders gescr., ende met zyn test, handt onderteckent, of deur handen vanden secretaris des capittels gescreven, off hy testateur te siec waer, dat alsulcx zal gehouden van weerde worden, of hier inne dese codicille oft testament begrepen waere ende wt geexpresseert, tzy desen contre of met desen hier inne begrepen accorderende, als hy test., aen hem houdende dit testament te meerderen ende te minderen ende te veranderen naer zyn belieften, soe verre als tzelfste gescrifte nae datum van desen zy gescreven. Om alien dinghen wes voersz. zyn te beter zyn effect te sorteren ende vol- bracht te worden, ende terexecutie gestelt te worden, zoe verkiest hy testateur, heer ende Mr. Joachim van Oprode, bisschop van Hebron, midts dezen, voer zyn testamenteurs ende executeurs dezes zyns testaments oft codicille, eersame ende welgeleerde meesters inden rechten Valerium van Cuyck ende Joannem vanden Berghe, ende int ontbreken van yemant van enige van bun beyden heeren, heeren Maximiliaen van Waelscappel, zyn medebroe- ders ende medccanoniken, ende Jacob van Oprode , zyn testateurs broer, zoe verre als dcselfstc zondcr groot peryckel binnen corten daghen t'Utrecht zoude mueglien comeu |
|||||
65
|
|||||
nae des testateurs aflyvicheyt, verkiesende ende ordonerende daer en tnsschen in deszeifste
plaetse meester Jacob, licentiaet in beyde rechten, zyn neve des voersz. Jacob zyn broew sone, principael, es die zelfste noch t'Utrecbt woonachtich, of binnen corten daghen al- daer zoude muegen overcomen. Ende zoe want, ende zoe wire die voorgenoemde Mr. Ja- cob nyet te Utrecht alsdan woenachtich es, noch binnen corten t'Utrecht nyet en zoude kunnen overcomen ende aldaer verblyven, om dit teghenwoordich syn testament te effec- tueren, is hy kiesende ende ordonnerende voer des zelfsten, beneffens ende met Jacob zyn bruer, a]s zyn vierde executoer, DirckGouda, rentmeester van de confiscatie, maer des . nyet en es, maer de voirgen. Mr.Jacob, zyn cosyn, noch mitter woen t'Utrecht es, zoe verlaet hy testateur den voorsz. Dirck van dese executie; voorts tot vervulling ende om alle dingnen te beter zyn effect te sorteren, ende te beter volbracht des testateurs laet- sten wille te worden, zoe verkiest hy testateur tot die voirgen. executoren noch juffr. Ma- ria van Gerwen als mede principael executoer, om alle dinghen te beter te middelen en- de te sturen, ofter enighe questien tnsschen die voirsz. executoers oprees, want zy beste den sinne ende wille weet des testateurs, ende eensdeels des testateurs secreten ende die^ mobil goederen ende des testateurs schulden ende weerschulden, als die welcken soe me- nich jaren by hem testateur gewoent heeft, ende dneroni d'andere executoren wel te weghe mach helpen ende wel beraden. begeerende ende biddende die voorgen. executoren desen last ende executoerschappe te willen aenveeidcn, om die liefde van Godt ende hem testateur, van het geheel zyn sterfhuys, ende nyet alleen tot dat bet maentstont van hem test, gehou- den sal wesen, maer zoe langhe ende totdat dit zelfste zyn testament volbracht ende effec- tueert sal wesen, zoe veel als doenlyk zal wesen, deze zelfste alle zyn goeden in handen stel- lende, volcomelyck betrouwende ende alien saecken bevclende, sonder voer enich gerecht, geestelyck of weerlyck rechter of camere van rechte te dorven compareren of enich bewys, reckeningh en reliqua yemant te dorven doen, of enich inventaris of staet van goederen yeraant te moeten exhiberen of laeten volgen, gevende oeck die zelfste volcomen macht, auc- toriteyt ende sterckmakinghe, om dit zyn test, wterste wille ter executie te stellen ende vol- comelyk te volbrengen ende tegen alien opponenten, met recht ende andersins, ten coste ende laste van zyn sterfhuys te defenderen ende vervolgen, met machte een ofte meer pro- curatoer ofte procurateurs (ad lites tantum) voerts in heur plaetse te stellen ende te sub- stitueren, ende voorts al te doen, dat goede executoers ende testamentlyke momboirs schul- dich zyn le doen, ende dat hy test, zoude moeghen doen of kunnen doen van zyn goederen, waer hy noch int leven, altoes achtervolgende den wtersten wille van hem testatoer ende tes- tamentlyke dispositie voer bes. ende nae bes. mach worden, zoe veel als moeghelyk zal wesen, latende ende niakende een yegelyk van zyn executoers, die den last van desen sal believen te aenveerden (boven ende behafve, dat die selfste ende een yegelyk van hem be- vonden zal worden voor off naegemaect of gelcgateert van hem test, te wesen) voer moeyte ende pyne in desen, een schale off cop van twaelf gulden met een rouwe mutse ofte bo- nette, of anders van zyn test, boecken te muegen nemen of copen, tot twaelf gulden toe, want hy test, alsnu van egeen groote rycdom of machte en es, overmits groote schulden, die hy testateur in voerleden tyden heeft moeten maeken, ende daernae heeft moeten beta- len ende noch dagelycx betalende es, maer want hy test, compt tot meerder macht ende ryckdotn, eer hy compt aflyvich te worden, zoe maeckt hy de voergen. zyn executoers ende elck van bun een rouwe tabbaert van tamelyk ende bequam goet laken, yegelyk ter maten nae dat hem dienen sal ende van noode sal wesen, zoe wanneer deze zyn codicille of test, met zyn alien achlergelaten goeden mach volbracht worden, boven ende behalven die voirgen. gclegateerde twaelf guldenen, willende ende ordinerende ende mits desen legaterende alien II. 9 |
|||||
06
|
|||||
vberlaen syii achtergelaten goeden, hoedanich die bevonden sullen worden of wesen sullen ,
haefl. ende erfl., ruerende ende onruerende, over ende boven wettelyke schulden, wtfaert, kerkenrechten, legaten, daer by test, nyet en af zal ghedisponeert hebben, de waerachtighe scamelen armen, willende altoes, dat die gene, die van zynen bloede zyn, of onder zyn geslacbte zyn, of daer aen gehoudt zyn, of zyn pillen zyn, dat men al sodanigbe (fere ceteris paribus) zal prefereren. Maer by expresse protesterende, nyet te willen, dat men yemant heretique of gueseurs
daer af deylen sal, noch oeck die, welcke oncuyslyk (als buyten den houwelyken staet) le- vende zyn, dat notoires, of and ere van quaet ende scandaloes leven zyn, rekenende ende estimerende notoir, dat vyf personen buyten 't sacrament der biechten kennelycken es, stellende die voersz. goederen zyn testa teuis in handen ende tot heurl. discretie, geemployeert te word en, tzy tot een borse of meer tot Loeven van studium theologiae, of hier t'Utrecht tot bebulp van 't seminarium, zoe verre als veritable hope es, het zelfste teghenwoerdich of binnen corten daghen geerigiert te worden; tot welcke borse of borsen hy test, wilt geprefereert te worden, die van zynen bloede zyn, of anders als voer, ende die hy test, op die vonte geheven zal hebben, of ten vormsel den bischop gepresenteert, als zyn pillen wesende, ende dit zoe verre die overblivende goederen zoe veel wtmaken moghen, of tot schamele kerken of verdistrueerde cloesters, ofte lot een deylinghe van broot of hotter inde domkerke ofte buerkerke, nae dat zyn test, achtergelaten goederen zullen vermueghen ende d'executeurs goetduncken zal of oerbaerl. zal duncken te zyn. Heeft noch gemaeckt ende gbelegateert, ten laetsten voor dese reyse, zyn nichten juffr.
Maria Scry vers, juffr. Clara Jacques, juffr. Catharina Houdtbrakers, elck vandien in heuren huysraet een half dozyn servietten, nyet vande beste noch oeck van de slechtste, maer tus- schenbeyden, alzoet zyn sterf buys meest prouffytel. zal wesen ende de voirgen. aengenamer; bierenboven noch zyn test, sesse rode cussenen met zyn wapenen, maekt ende legateert hy der kerken aldaer zyn doede lichaem zal comen begraven te worden, eest dat zy aldaer aengenaem zyn, anders zoe maeckt hy test, ende wil diezelfste te blyven by zyn twee bruers , by elck drie of by heur kynderen zyn die aflivich, ende zal daervan den keur van dryen hebben den oudste bruer, is hy noch in't leven, anders die joncste bruer, is hy in't le- ven , legens des oudtste bruers kinderen. Aldus ghedaen ende gheschiet int jaere, indictie, maent ende dach, als voorsz., binnen
Utrecht, ten woenhuys vanden hoochw. heren bisschop van Hebron, can. den Dom, tes- tateur, in zyn studoer, des achternoens tusschen twee ende drie hueren. In tuychenisse des waerheyts, met ous eygen handt gescreven ende onderteykent. Ende was onderteykent: Joachimcs ab Oprodk ,
qui sup. attestor et assevero ut sup.
Ende buyten op stont noch aldus: Wederroupe mits desen myn executoir te wesen ende verdraghen hem (?) ganselyk, ende
verkiest in zyn plaetse volcomelyk met alle rechte meesteren Antho. vanGryspere, raedtor- dinaris. Actum sub mea propria, vigesimajuny, 1576. Ende ondert.: Joachimos AB Oprode , ep. Hebr.
Noch ook : het cloester van Magdalenen t'Utrecht, boven dat hetzelfste van ons gemaeckt
mach zyn, vier gl. eens. Ende was ondert.: Joach. abOprode, ep. Hebr.
Gecollationeert tegen het origineel test., ondert. ende buyten op geteykent als boven, is dese copie bevonden daermede te accorderen, by my Lamsweerde.
|
|||||
67
|
|||||
Ende was 't voorsz. originael testamente gesloten in een vel papiers, toegezegelt met drye
zyn testatoers signeten of wapenen, ende was daer buyten'opgeschreven aldus: Anno XVC, septuagesimo quinto, die vero ultima mensis novembris, comparnit coram
me notario et testibus infrascriptis reverendissitnus in Christo pater et dominus D. Joa- chimus ab Oprode, sacrae paginae professor, nee non episcopus Ebronensis et cano- nicus ecclesiae metropolitanae Trajectensis, ac ibidem tenens in manibus suis presentem papyri scedulam sigillo minori ad causas munitam, in eadem suam condidisse testamentum et ultimam voluntatem, ac manu propria scriptum et subscriptum, declaravit et suos exe- cutores seu manufideles ibidem nominasse, cupiens juxta eandem hanc scedulam dictam suam ultimam voluntatem exequi etc., de et super quibus etc. Acta sunt haec in do- mo praefati Rml retro templo beatae Mariae virginis, vulgo civilis Trajecten., anno, mense et die praescriptis, praesentibus ibidem venerabilibus dominis Petro Wilhelm deWyert, metropolitanae, et Cornelio Wely, beatae Mariae ecclesiarum Trajecten. respective vicariis, et Georgio Arnoldi, testibus ad praemissa vocatis, et me et ita erat Ssb""° Joachimus ab Oprode, et adhuc de Lamsweerde nts. Collatione facta cum originali concordat cum eodem,
teste me Lamsweerde, nts. * ------
TESTAMENT tan heer LODEWYCK van SGHORE,
canonick t'Ocdemunsier i'Uxrecht , 17 July, 1579. In den name des Heeren , amen. By desen jegenwoordigen openbaren instrumente zy alien
ende een yegelyck kennelyck ende openbaer, die tselvc sullen sien ofte horen lesen, dat in den jaere ons Heeren duysent vyfhondert negen ende tseventich, inde zevenste indictie, op- ten seventhienden dach July, orntrent te negen men voeinoen, int achste jaer des pausdoms van onsen allerheylichsten vader in Gode, heer Gregorius, dertliiende paus van dien naeme, int derdejaer des keyserrycx vanden allerdoerluchtichsten ende onveiwinlicxten prince ende heere, heer Rudolphus, tweede keyser van dien name, voer my openbaer notaris ende ge- tuygen onderschreven, in eygen persoen gecompareert is, die weerdige ende hoochgeleerde heer ende Mr. Lodewyck van Schore, licentiaet in beyden rechten, canonick t'Oude- munster t'Uytrecht, sieck van lichaem, gesont nochtans ende tgebruyck hebbende van sy- nen sinnen, verstant ende memoiie, als wy andeis niet bemercken en conden, dewelcke be- gerende die ure desdoods, die onseker is, te voircomen ende van syn tytlicke goederen, die hem van Godt almachtich op deze werelt verleent syn, te disponeren ende zynen vryen wille daermede te doen, heeft eerst ende voeral gerevoceert ende wederroepen alle zyne voergaende testamenten, codicillen, donatien, dispositien ende andere wterste wille voer date van desen enichsins gemaekt, oeck hoe die geclausuleert, gemaect ende gepasseert mogen syn, oeck voer wie ende wat persoenen, egeen daer van wtgesondert, ende van nyew disponerende van zyne goederen, die hy mitter doot ruymen sal, heeft voer syn testament ende wterste wille geor- donneert ende gedisponeert tgeen hier naer volcht, te weten, dat hy eerst ende voeral be- veelt syn siel Godt almachtich, Maria syn gebenedyde moeder, ende alle de hemelschen heyr, ende syn lichaem der aerden, 't welck hy begeert begraven te worden in Oudemunsterskerck, onder den zarck van zalige heer Peter van Malen, met een tamelyck wtvaert, sonder noch- tans groote mercklicke pompe ende gelyck syn executoirs nae den state van syn testatoirs goe- deren bevynden sullen ende goetduncken sal te behoiren. Voirts heeft hy testatoir geinsti- tueert ende institueert by desen tot zyn erfgenamen joncker Johan van Schore, zynen broe- 9*
|
|||||
68
der, ende die kynderen van wylen joffrouw Barbara van Schore, zyne suster, saliger ge-
dachten, in alle zyne patrimoniael goederen, daer inne sy luyden respectivelyck succede- ren sullen, volgende die lantrechten ende costuymen van Lueven; Voerts wil ende ordi- ueert hy testatoir, dat alle syne andere goederen, als syn huys, huysraet, inboedel, jaeren van gratie, inschulden ende alle andere, hoe die genoemt mogen worden, by syne executoirs geemployeert, geappliceert ende gevoecht sullen worden in betalinge van syne wettelycke schulden, dootschulden ende legaten, soe in desen als in andere codicillen by hem testa- toir achtergelaten ende gelegateert; ende tgeen by avontuyren bevonden sal worden daer over te lopen, maect ende geeft hy testatoir d'voirn. joncker Johan van Schore, syn broe- . der, omme tselve te distribueren den armen, ofte anders, zoe hem totte salicheyt van syn testatoirs siele goetduncken sal; Voerts maect ende legateert hy testatoir syn broeder voirn. alle syn distilleerglasen, phiolen, olien ende wateren, mit al tgeen die distillatien ende ovens aengaet ende daertoe behoert, mitsgaders syn twee coperen instrumenten mathematices en- de syn dosen met drie glasen flesschen; Item, Mr. Gielis indie minrebroederstraet t'Uy- trecht voer een memorie synen grooten ontfanger ofte receptaculum van glas. Desgelycx maect ende legateert hy testatoir synen tegenwoordigen dienaer, by soe verre hy tot syn tes- tatoirs sterfdach toe by hem blyft te woonen, mitsgaders het jongsken, dat hy testatoir in den overval van Oudewater opgenomen heeft, elcx een nyewen mantel ende nyewen hoosen. Item, alsoe syn testatoirs broeder voirn. int particulier administratie gehadt heeft van zyn I>atrimoniael goederen, ende hem die penningen daer af comende overgesonden heeft, ge-
yck hy testatoir, in Brabant gecomen synde, deselve oeck tot diverse reysen opgebuert ende ontfangen heeft, soe verclaerde hy testatoir daervan gecontenteert te syn, ende niet te wil- len, dat yemant zyn broeder ter cause van dien reckeninge, bewys ofte reliqua afeyschen sal, welverstaende nochtans, dat al tgeen althans noch onbetaelt ende open staet, zynen sterfhuyse volgen sal, waer van syn voorsz. broeder (die daer inne vol gelove hebben zal) state maecken ende dien synen executoiren overleveren sal, soegeringe tselve doenlyck sal syn ; gelyck hy testatoir oeck niet en wil, dat zyne executeuren oft yemant anders Maria vande Pol, ofte yemant anders van zynen huysgezinne afeysschen ofte hemluyden moeyelyck wesen sal,om van hemluyden te hebben, tgeen binnen zyn testatoirs huys eertyts geweest is, ende nae zynen doot aldaer niet gevonden en sal worden, overmits hy tzelve verteert ofte andersints daervan gedisponeert ende tselve gelaten heeft, alsoo syn goede beliefte geweest is. Allen twelcke voorsz. is, verclaerde hy testatoir zyn testament, codicille ende wterste wille te wesen, devvelcke hy begeert ende wil staet te grypen ende haer voile effect te sorteren, tzy by forme van testamente, codicille, donatie onder die doeden ofte andere wtersten wille, zoe tselve ten besten nae de goedertiereu rechte soude mogen staen ende staet grypen, oeck niet tegenstaende, dat alle solemniteyten van rechten in desen niet geobserveert, jae geomit- tcert ende achtergelaten waeren, ende alle anderen costuymen, style ende usantien ter con-> traiie , versoeckende aen alien reehteren, hoven ende gerechten, zoe geestelick als weer- lick, dese syne dispositie ende wterste wille te willen confirmeren, approberen ende daerna jugeren, opdat d'selve in als volbracht ende geeffectueert mach worden naer syn ordon- nantie ende believen voirsz.; versoeckende hiervan by my notaris onderschreven een ofte meer openbaar instrumenten gemaect te worden. Actum t'Uytrecht, ten huyse van hem testatoir, inden jaere, indictie, maent, dach, ure ende pausdom als vooren, ter presentie van d'eersame Johan vander Meer, borger t'Uytrecht, ende Joost Mannars, dienaer vande Voorsz. testatoir, getuygen, hierloe by denselven testatoir geroepen ende gebeden. Et ego Joannes deWiel, clericus Leodiensis dioc. publicus sacris aplica et imperial!
auctorilalibus notarius et in cuiiis archiepiscopali et archidiaconali Traced. oausarumv |
||||
69
|
|||||||
6criba juratus, quia praemissis omnibus ct singulis, dumsic, ut praemittitur, fierent,
una cum praenominatis testibus interfui, eaque sic fieri vidi et audivi ac in notam sumpsi. Idcirco pns publicum instrumentum exinde confeci, et in hanc publicam formam redegi, signoque nomine et cognomine meis solitis subsignavi et subscripsi in (idem et testimonium praemissorum rogatus et requisitus. |
|||||||
TESTAMENT van PETER van AELST, canonick
van Oudemcnsteb, 22 nov., 1592. In den name desHeere, amen. Dit is die testaments, codicils ofte wterste wils cedulle
myns Peter van Aelst, canonick t'Oudemunster t'Utrecht, waervan ick mentie gemaect hebbe in 't instrument van de deputatie mynder executoiren, gemaect ende gepasseert voor Hendrick van Ommen, openbaer notaris, by den hove provinciael t'Utrecht geadmitteert, ende secretaris van den capittele van Oudemunster voorsz., ende zekeregetuygen, daer inne benoemt, opten achsten dach in Julio, anno xvc. twee ende tnegentich. In den eersten bevele ick myne ziele Godt almachtich, myn schepper ende zalichmaker,
zyne gebenedyde moeder ende maget Maria, ende 't gansche heyr der hemelen, ende myn lichaem begere ick begraven te worden in den domkercke tot Utrecht, in de grafstede van zal. heere ende mr. Thyman van Moerendael, in syn leven mede canonick der voorsz. kercke van Oudemunster, myn goeden heere, gelegen in de capelle van S. Marie Magdelene aldaer, willende ende begerende (ingevalle ick sulcx selfs in myn leven nyet gedaen ende voltogen en hebbe), dat myn genomineerde executoiren, hier nae mede verclaert, aldaer een kelder sullen doen maecken, daer inne myn voorschreven here ende ick by den anderen bequa- melick gestelt sullen mogen worden, al tot costen van myne nagelaten goederen. Item , myn wtvaert begere ick eerlicken gedaen te hebben tot discretie van mynen vooi'sz.
executoiren, ende sulcx ick deselve naer gelegenheyt des tyts gantselick vertrouwe. Item, ick hebbe by 't voorsz. instrument van deputatie geeligeert, verkosen ende gedepu-
teert, gelyck ick eligere, verkiese ende deputere mits desen tot myne executoiren van deze mynen testamente die eerwaerdige hoochgeleerde heeren, Mrs. Folcardt van Montzima, deken, Adelbert van Egmont vander Nyenburch , scholaster t'Oudemunster voorsz., ende Mr. Cornells Oom, raet in den hove van Hollaut, mitsgaders Johan van Huesden, schout derselver kercke van Oudemunster. In handen van welcke myn executoren voorn. ick stelle ende overgeve alle myne goede-
ren , roerende ende onroerende, geestelick ende weerlick, begerende ende hem luyden gan- selicken vertrouwende, dat zy deselve goederen employeren ende bestellen sullen, als hier nae beschreven staet. In den eersten, maecke ende legatere ick elcke van de echte kvnderen van Tan Jacobsz.,
mynen oudsten broeder, item elcken van den echten kynderen van Laurens Jacobsz, mynen iniddelsten broeder, item elcken van den echten kynderen van Aeltgen, myn halve zuster, die gehuwelickt is geweest aen Lenaert Pompen. item Jacobs Jansz., myne voorsz. oudtste bree- ders natuerlycken zoon, alien van desen, die mynen doot beleven sullen, elck hondert gul- den eens, noch elcx een rouhoet, een lint ende een paer hantschoen, ende twee pont gr. Vlaems tot reysgelt, die op myne begraefenisse ofte wtvaert comen sullen, ende of eenige van dese voorsz. legatarissen quaeme voor my testatoir te overlyden, ende oock kynderen achterlaten, wille ende ordinere, dat die samentlycke kynderen mit een hant hebben endv genieten sullen 't voorsz. legaet Van heur ovorleden oudeis. |
|||||||
70
|
|||||
Noch maecke ende legatere ick heere ende Mr. Adelbert van Egmont vander Nyenburch,
canonick ende scholaster t'Oudemunstei' t'Utrecht, mynen goeden heeren endevrundt, eenen dubbelden gouden rosennobel in specie mit noch eenen van myne silvere biercoppen. Noch maecke ende legatere ick wt myne gereetste goederen naer myne overlyden den
liondert armen personen, die in de heylich cruys capelle, anders genoerapt S.Victors ca- ]iclle, by onse kercke voorsz., aelmissen gegeven ende wtgedeylt worden, de somme van twee liondert Carolus keysers gulden, tot twyntich stuyvers den gulden gerekent, omme die by mynen voorsz. executoiren op losrenten geleyt te worden, ten besten verseckertheyt vanden voorsz. armen, ende jaerlicx denselven armen wtgedeylt te worden, d'eene helfte van de- selve rente op myne sterfdach, ende d'andere helfte tot discretie van myne voorsz. execu-' toiren, ende sulcx deselve goetvynden sullen. Item, ick legatere ende besprecke die heeren van die Predikaers, noch binnen Utrecht
r.ynde, tot ecu pitantie ofte gcdenckenisse eens de somme van acht gulden. Item, den Minrebroeders ten voorsz. fine oock de somme van acht guldens eens.
Item, de susteren int convent vande Brighten binnen Utrecht, d'somme van eens thien
gulden. Item, legatere ende besprecke juffr Mechtelt Knyfs, wylen mater van Bethlehem, een
rosennobel in specie. Item, die gasthuysen van S.Barbara ende S. Bartholomeus binnen Utrecht, in wiens
broederschappe ick ben, deselve heb ick myne dootschulden betaelt, legatere nyet te min ende besprecke by desen d'selve twee gasthuysen elcx eenen rosennobel. Item, ick legatere ende besprecke't gasthuys vant heylich Cruys buy ten Utrecht, zoo over
myne dootschult, als 't gunt ick haer by desen gunne, de somme van eens twyntich Caro- lus keysers gulden, pryse voorschreven. Item, 't convent van S. Marie Magdalene binnen Utrecht thien gulden eens.
Item, ick legatere ende besprecke die eerweerdige heere Dirckvan Driel, administrated!
S. Pauwels, een vergult custodickeu van een ruyckercken, mit een vergult ketteken ende rincksken daer aen. Item, ick legatere ende besprecke die ed. heere Peter van Hon thorst, myn medebroeder,
een rinexken met een wit hoofken. Item, heere Bobert van Hon thorst, mynen medebroeder, eenen rosennobel in specie.
Item, legatere ende besprecke heer A-driaen van Oirschot, zielpriester S. Jans, een gesne-
den casken mit een aelbastert crucifix daer in, hebbende aen die zyden die beeldekens van onse lieve Vrouwe ende S. Jan, mit een gouden leeuw in specie. Item, heer Cornelis van Coesfelt, vicaris ten Dom, een gouden reael ofte vyf gulden daervoor.
Item, heer Peter Cannemacker insgelycx eenen gouden reael.
Item, ick legatere, maecke ende besprecke Gerrit Henricxz. van Wyck, vicaris der voorsz.
kercke van Oudmunster, een van myne beste half vusette wambusen, mit die zilvere kno- pen daer aen zynde, mit noch een van myne laeckense roexkens, oock mit d'zilvere kno- pen daer aen zynde, ende twee paer van myne bocxen, d'eene van laecken ende d'andei van gekepert boerat, ende daertoe noch de somme van eens hondert Carolus gulden, al ten pryse voorsz. Item, ick maecke ende besprecke Peter Jansz van Baern, myn tweede vusette wambus, mit
die zilvere knopen daer aen zynde, mit noch een laekens roexken, oock mette zilvere kno-- pen daer aen wezende. Item, ick legatere ende besprecke Susanna, des voorsz. Peter Jansz van Baerns huysfrou.
een zilveren lepel met een vergulden overtogen steel enknopken.
' ■
|
|||||
71
|
|||||
Item, ick maecke ende besprecke Jan, des voorsz. Peter Jansz. vanBaerns soone, niyn
pille, twee lyfrenten, d'eene, van zes gulden ende d'ander van thien gulden achtien stuv- vers twee penn., die ick tot lyve van de voorsz. Jan opte staten imposte 'slants van Utrecht beleyt hebbe, daervan die brieven onder zyn voorsz. vader berustende zyn, ende daertoe noch de sornme van eens vyftich Carolus keysers gulden, pi'yse voorschreven. Item, ick verclaere ende bekenne mits desen, dat ick tot vervullinge van de somme van
achthondert gulden, die ick joffr. Maria van Moerendael voorsz. schuldich was, wt saecke van de opdrachtc ende overgifte van een jaerlicxe losrente van vyftich gulden, die d'selve spreckende hadde op die ed. heere Peter van Honthost. canonick der voorseyde kercke van Oudmunster, ende gevesticht was op de huysinge Claustrael, die wylen Mr. Tyman van Moe- rendael in syn leven beseten, ende de voorsz. here Peter van Honthorst van syne executoirs gecoft hadde, schuldich ben, ende volgende den gecasseerden opdrachtsbrief, daervan on- der my zynde, van date XTC. negen ende tachtich, den XXIX dach in October, belooft hebbe, ende belove mits desen te betalen, Jan, soone van Henrick Jansz. vanden Bosch, scobator ten Dom t'Utrecht, de somme van eens twee hondert Carolus keysers gulden, d'welcke hem d'voorsz. joffr. Maria t'zynder alimentatie, ende omme daer rnede te beter tot Godts eere voorts te mogen comen, gelegateert ende besproken heeft, willende ende begerende, datmyne executoren (ingevalle ick zulcx by myn leven nyet gedaen en hebbe) hem d'voorsz. twee hon- dert gulden wt myne gereetste goederen betalen zullen. - Item, ick legatere Gerrit van Iluesden, een goude pistolet van drie gulden. Item, d'huysvrouwe van Gerrit van Huesden, insgelycx een pistolet van drie gulden.
Item, ick legatere ende besprecke Jan van Iluesden een copere croon, dewelcke jegen-
woordelick hangende is int salet van syne huysinge, daer inne ick met hem woen, ende noch een coetze, staende opte voorcamer vande voorsz. huysinge, my toebehorende. Item, ick legatere ende besprecke Jacoba Alexander Vossen dochter, Johan van Huesden
hnysfrou, een vier dubbelde pistolet, ofte twaelf gulden daervoor. Item, elcke vande kynderen van de voorsz. Jan van Iluesden een gouden croon in spe-
cie, ofte de waerde daervoor. Item, Aeltgen, Henrick van Ommen, secretaris van onsen capittels, dochtercken, myn
pille, een gouden reael in specie. Item, legatere ende besprecke Matthys van Mierlo, secretaris van S.Pauwels voorsz., een
gouden cruys mit drie peerlen daer'aen , ende een agnusDei int midden van tzelve cruys. Item, Marrichgen Gerritsz. een gouden reael in specie.
Item, Marrichgen Brienen , nicht van den administrateur van S. Pauwels voorsz., een goude
Fransche croon, ofte drie gulden daervoor. Item, legatere ende besprecke d'maecht, die by Jan van Huesden ten tyde van myn over-
lyden wonende wesen sal, de somme van eens twaelf Carolus guldens. Item, Lyntgen, Mr. Henrick van Ness dochter, legatere ende maecke ick eenen goudeu
reael in specie, ofte vyf gulden daervoor. Item, ick verclaere, dat alsoo wylen heer Jan Leenaertsz., in syn leven pastoor tot Baern,
my gecedeert ende overgegeven heeft een obligatie, spreckende op Anlhonis Jansz.d'Ruych. ende die vyf ende tzevenlich gulden daer inne geroert, van date den xxin. decembris, an- no 1590., tzelve alleen ter goeder trouwe op myn ende tot behouve van Anna Wouters dochter, zuster van de voorsz. heer Johan, gedaen te zyn, waer omme ick wil, dat myne executoiren voorsz. deselven lxxv. gl. t'haren behouf innen, ende haer die geven zullen, ingevalle tzelve by myn leven nyet geschiet en is. Item, ick geve ende besprecke elex van myne voorsz. executoiren, dient believen sal;
|
|||||
72
|
|||||
d'Inste der voorsz. executie aentenemen, elcx een roumantel, hoet, lint ende hantschoen,
ende daertoe elcx een marck silvers, biddende ende begerende gants vrundelick, dat zy luyden ter liefden van Godt d'executie deser myne testamente gelieve aen te nemen ende te volbrengen, gelyck ick deselve oock zekerlyck vertrouwe. Ende voorts wille ende ordinere ick, dat alle myne andere goederen, roerende ende on-
roerende, jegenwoordich ende toecomende, actien ende crediten ende insehulden, geen wt- gesondert, boven myne schulden, wtvaert ende legaten overlopende, blyven zullen in han- den vande voorsz. myne genomineerde executoirs, omme die te geven ende distribueren tot godsvruchticheyt, aelmissen, ende zulcx anders tot myne ziele zalicheyt, als hem goet en-, de oirbaerlyckste duncken zal, mit respecte van myne schamele vrunden, daertoe d'selve authoriserende by desen, als hem tzelve gantschelyck toebetrouwende, denselven mynen executoiren onthefFende ende ontlastende, daervan aen yemanden, tzy int particulier of generael, eenige reckeninge te doen, al waert oock zoe, dat zy daertoe by yemanden ver- socht worden, verbiedende wel expressclicken alle ende een yegelyck, wie hy zy, vrunden of vreemden, oock oversten ofte anderen vande voorsz. myne executoiren eenige reckenin- gen te eyschen, of hem daer over moeyelyck te zyn, als denzelven ende yegelyck van hem bysonder dese distribulie ende dispositie des overschots van myne voorsz. goederen gantse- lyck in huere conscientie toebetrouwende, als voren geseyt is. Verbiedende ende prohiberende oock by desen, alien detractien, eenichsins nae beschre-
ven rechten ende costuymen geintroduceert, willende, dat alle legaten geheelick voldaen ende gepresteert zullen worden. Ende oft gebeurde (dat Godt verhoede wil), dat yemant van myne voorsz. legatarissen,
ende anderen by desen mynen testamente vereert, hem mit dese myne testamente ende wterste wille nyet en wilde genoegen, dan hem daer tegen stelde, tzy in rechten ofte daer buyten, ofte myne executoiren eenich belet, hynder ofte moetsel aen deden, ofte hem myne achtergelaten goederen onderwynden wilden, zoe wille ick, dat d'selve vande voorsz. heure legaten, ende alle tgunt daermede zy in desen vereert zyn, metter daet vervallen ende ge- priveert zullen zyn, ende dat tzelve commen zal tot behouve van myne voorsz. executoi- ren , ende te distribueren als voren. Verclare voorts mede te houden voor myne wterste wille, tgene ick buyten of, naerdate
van desen onder die signature van myn handt ofte andersints voor notaris ende getuygen, wetten ofte gerechten gemaeckt ende gedisponeert sal hebben, willende tselve van alsulcke cracht te wesen; als of sulex hier inne mede geschreven waer. Alle tvvelcke voorschreven is, verclaere ick Peter van Ae[Ist, testatoir vooi'sz., te we-
sen myn testamente ende wterste wille, begerende tzelve oock door crachte van octroy, my daerthoe by den hove provinciael van Utrecht verleent, van date den twyntichsten aprillis, xvc. twee ende tnegentich onverbreckelick, ende van sulcke cracht onderhouden ende geob- serveert te worden, als eenich testament, wterste wille, ofte oock als eenighe donatie on- der levende ofte wt saecke des doods ende teStamentaire dispositie, ad pias causas, alderbest ende inde alderbeste ende breetste forme nae rechten, geestelick ende weerlick, ofte nae gewoonten ende usantien van den landen ende andersins, cracht grypen ende effect sortc- rcn sal, nyettegenstaende yemants contradictie ofte eenige impedimenten ter contrarie, en- de oock nyettegenstaende, dat alle solemniteyten van rechten ofte goede gewoenten hierinne nvet volcomelick ende nae behoren geobserveert ende onderhouden zoude mogen wesen. biddende ende versouckende alle princen, heeren, steden, landen, ende haerluyden offi- .cieren, geestelick ende weerlick, daer onder-myne naegelaten goederen bevonden zullen .worden, alle tgene voorschreven is, naer alle goedertieren regulen van rechten ofte goedei |
|||||
73
|
||||||
getvoenten vvegen te willen approberen, confirmeren, ende als sententieels gewys van wcer-
den decerneren, revocerende alle voorgaende testamenten , mackingen ofte codicillen, in eeni- ger manieren, voor date van deze by my gemaect ofte gepasseert, reserverende nyet te miri altyts aen my volcomen macht ende authoriteyt myn testament ende wterste wille te mogen wederroepen, veranderen, vermeerderen ofte verminderen, int geheel ofte deel, zoe dick ende menichmael ende zoe my des goetduncken ende believen zal. In kennisse van alle twelcke heb ick desen mit myn eygen handt, in presentie van den
openbaer notaris onderschreven, daertoe versocht ende den getuygen, naerbenoemt, onder- ' teyckent, ende daertoe denselven notaris ende getuygen gebeden, deze tot meerder vev- seckertheyt mede te willen betekenen, opten twee ende twyntichsten dach novembris, int jaer ons Heeren xvc. twee ende tnegentich, nae den ouden sty!. ende was ondertekent: Peter van Aelst testator. Onder stont gescbreven , ter begeerte van den testatoir, die verclaerde sjn wterste wille in dese ende vyf voorgaende bladeren gescbreven te zyn-, onderteekent: Ommen, notarius admissus ad praemissa requisitus sst., Cornells van Coesvelt, als getuyge, ende P. Cam- macker sst., als getuyge. Gecollationeert jegens syn priucipael testamente, codicille ende
wterste wils cedule, ondertekent als boven, ende is deze copie daermede van woorde tot woorde bevonden t'accordercn , by mv ondergetekende nts by den hove provincial t'Utrecht geadmitteert, Ommen, nots admissus.
TESTAMENT van Mr. GER. v. WYCKERSLOOT,
CANONICK VAN S. MARIE T'UrRECHT, 20. fbr., 1593.
Op buyden den twintichsten february, anno xvc. drie ende tnegentich , te vier uren na
de middach, compareerde voor my Cornelis Wesman, openbaer notaris, by den hove provinciael van Utrecht geadmitteert, ende getuygen nabenoempt, die edele beer ende Mr. Gerardt van Wyckerslooth, canonick der kercke van sinte Marien t'Utrecht, cranck van lichame, nochtans zyn redenen ende verstant deur Godts gratie wel machtich, my notaris ende getuygen gebleeken, mit ons gaende ende staende, dewelcke begberende d'onsekerheyt van de tyt ende d'uyre des doots, mit ordonnantie ende dispositien testa- mentair van alle syne goederen, by Godt almachtich hem verleent, te voorcomen, heefl deur crachl van octroy, hem by den hove van Utrecht verleent in date den XIX. augusti, anno xvc. een ende tachtich, my notaris ende getuygen vertoont, gemaeckt syn testament ende wterste wille, in forme ende maniere nacrvolgende, bevelende alvoren syne siele Godt almachtich, synen schepper, begeert zyn doode lichaem begraven te worden in sint Jacobs kercke alhier binnen Utrecht, in syn ouders grafstede, revocerende ende annullerende by desen alle voorgaende dispositien, by hem eenichsins gedaen ende gemaect, ende comende tot nyewe dispositie testamentair van alle syne tytlicke goederen, beeft hy comparant ende testateur boven legaten, schult ende dootscbult in syne na te latene goederen, die hy mitter doot ruymen ende achterlaten zal, tot syne erfgenamen geinstitueert ende institueert mits desen, te weten , Hubert Henricxz., inwoonder tot Culemborch, Cunera Henricx dochter, des voorsz. Huberts suster, huysvrouw van Jacob Cornelisz. tot Culemborch, kynderen van xa. Angela van Wyckerslooth, syn testateur suster, ende Jan Dircxz., woenende aen den Dwersdyck, syn testateurs moeye soen, elex van hen luyden int recbte derde deel van de somme van eens negenthien hondert keyzerl. Carolus guldens, van twintich stuyvers den gul- II. 10 |
||||||
r
|
||||||
74
|
|||||
den, elcx even veel paert paerts gclyck, ofte by heurc aflyvicheyt hare rechte ende naeste
erfgenamen in heuil. plaetse tnit eene hant ihne te tasten, die d'execuleurs nae genoeuipt hem luyden elcx sullen wtreycken eiide betalen, terstont nae syn testateurs overlyden, wt syne gereetste ende na te latene goederen, d'welcke drie portien hereditair d'een op deu anderen erven sullen, totten lesten toe. Legateert voorts hy testateur het convent van sinte MariaMagdalena binnen Utrecht, in gereden gelde de somme van eens twee bondert Carolus guldens, wttereycken ende te betalen als vorens. Ende hy testateur, begerende voorts nae te comen ende voltrekken het testament ende die wterste wille van zyn sal. broe- der Willem van Wyckerslooth, gedateert den xrx. april, 1579., heeft geordineert ende or- dineert by desen, oock ernstelyk begerende, dat alsulcke duyzent guldens, als Lubbertvan Cleve, eertyts cameraer der stadt Utrecht, ingehouden heeft wte penningen vande domey- nen 'slants van Utrecht, ende gegeven heeft den weeskinderen van S. Elisabeths huys t'U- trecht, sonder expresse wil ende consent van hem testateur, de weeshuysmrs sullen gelie- ven ter ohzake van dien, ende van dezelfde duyzent guldens jaerlycx incomen of vrucht van dien, terstont na zyn testateurs overlyden voertaen jaerlicx te laten genieten ende ont- fangen JorisReael, syn testateurs swager, wesende deselve JorisReael gecomen tot syne oude dagen, mitsgaders belioorlycke interest van dat weeshuys, d'voorsz. duysent guldens, soo lnnge, te weten alsnu dertien jaeren lanck, onder gehad heeft, tot zyns Reaels notelycke onderhont ende alimentatie syn leven lanek, ende niet langher, doch soo verre de wees- huysmrs sich int gene voorsz. staet, onwillich laten vynden , ende alsoe nyet en effectue- ren, soe vvil ende begeert hy testateur, dat zyne nabenoemde executeurs van zyne vordere goederen, tzy huys ofte renten , actien ofte crediten, daervan hy hier voren nyet gedispo- neert heeft, ende d'welcke den executeurs terstont nae syn testateurs overlyden doen ver- copen ende tot gelt sullen maecken , den voorn. JorisReael in sulcken gevalle jaerlycx tot syn onderhout daer of soe veel sullen wtreycken, alst buer goetduncken, nootlyck ende best geraden zal syn, syn Joris leven lanck geduyrende ende nyet langher, ende na't overlyden van denzelven JorisReael, sal d'selve distributie, ende al tgene tot gelt gemaect sal syn, by de executeurs jaerlicx gedeylt ende wtgercyckt worden alle woensdach, begin- nende op schortele woensdach, onder dertich arme personen binnen sinte Marien kercke t'Utreeht, tot discretie van d'executeurs ofte directeurs van denzelven armen. Item maeckt ende legateert hy testateur, Neeltgen Loyen dochter, brodige dienstmaegt van Fredrick van Ghendt den ouden, de somme van eens vyftich Carolus gulden, voor hare getrouwe dien- sten hem testateur binnen veertien jaren herwaerts gedaen, te betalen terstont nae zyn tes- tateurs overlyden. Legateert noch hy testateur Metgen Lysgen Wevers dochter, woenende opt oude kerkhof t'Utreeht, zyn testateurs pille, eens de somme van twintich guldens, te betalen als vorens geseyt is. Legateert noch hy testateur, Mr. AdriaenvanderRurch, gref- fier 's hoofs van Utrecht, een paer geparfumeerdehantschoenen. Legateert noch hy Willem, Cornelisz van Reynegoms soontken, syn pil, eens vyf ende twintich gulden, ende Adriana, jonge Fredrick van Ghendts dochter, oock syn pille, ghelyke vyf ende twintich gulden eens, te betalen als voorsz. is. Insgelycx legateert hy testateur 't convent van Jerusalem binnen Utrecht de somme van eens dertich gulden, te betalen uts. Oin welcke voorsz. testament ende wterste wille te effectueren ende volbrengen in alle manie-
ren, gelyck voorsz. staet, heeft hy testateur tot syn executeurs van dien genomineert ende ge- stelt, nomineert ende stelt mits desen d'erentfeste, frome, hoochgeleerde ende weerde heeren, heer Lambert vander Rurch, deken der kercke sinte Marien t'Utreeht, Cornelis van Drenck- waert, canonick S. Marien voorsz., ende Erasmus van Revnegom, residerende t'Utreeht, sa- mentlick ende elck bysonder, dewelcke heer deken hy testateur wil ende begeert, dat sal. |
|||||
75
|
|||||
hebben de administratie van de penningen, versouckende ende dcselve biddende liy com-
parant, dat hemluyden gelieven wil dese executeurschappe te accepteren, die hy testateur voor heurluyder moeyten, in desen tedoen, elcx bespreekt ende legateert, 'tgene ende sidcx. als de ordinaris maniere ende costume is der kercke van sinte Marien voorsz. Al 't welck voorsz. staet hy testateur seyde ende verclaerde te weseu syn testament ende
wterste wille, 't welck hy wil ende begeert, dat na synen overlyden volcomen effect heb- ben ende sorteren sal, ende te wesen van sulcke cracht, als eenich testament, codicil, wterste wille, ghifte, onder den levenden ofte wt saecke des doots, soe 't selve best effect sorteren ende valideren sal mogen, niettegenstaende yemants contradiclie, stadts- of lant- rechten, ende andere impedimenten ter contrarie, ende oock niettegenstaende, dat alle solempniteyten van rechten, bier inne nodich, niet volcomelyck geobserveert mochte syn naer behoren, reserverende ende behoudende nyet te min hy comparant voile macht, om dit zyn testament ende wterste wille t'allen tyde, int geheel ofte deel, te mogen weder- roepen, veranderen, verniindSYen oft vermeerdeien, soe hem dat goetduncken ende belie- ven sal; op ende van al d'welck de voorn. testatenr stipulerende, aen handen myns no- taris versocht een ofte nieer openbaer act ofte acteu in de beste forme. Aldus gedaen t'Utrecht, ter woonplaetse van den testateur, by de reguliersbrugge, in denjaere, dach, macnt ende ure, als boven , ter presentie van Wouter van Duynen Ewoudtsz. ende Herman Cesar, borghers t'Utrecht, als get'uvgen hyertoe gerequireert, die met den testateur ende my notario, de minute van desen in myns notaris prothocolle onderteykent hebben, in kennisse van my. By dit testament lag , op francyu gesohreven , door de executeuien eigenh. geteekent,
hetgeen bier volgt: Alzoe wy onderschr. verordonneerde executoeren van zal. heeren Gerard Wyckersloot, in
zyrien leven canonic der kercken van Ste Maryen alhier binnen Utrecht, bevyndende zyn by veler diversche schriften ende afreeckeningen, onder de papieren van den voornoemden Wyckersloot, daerbyblyct, dat den zelven Wyckersloot van Jongs op onderhouden heeft in cost ende cleer zeeckere jonge maecht, genaemt Henricxken Corn, dr., als tzelve bestaet hebbende inde cost int convent vande Magdalenen alhier, haer verzyende van lynnen ende wollen cousen ende schoen, ende haere costen aldaer betaelende, al over den tyt van tyen jaeren langh: Ende oock, dat tzelve convent dese voornoomde persoon tzelve ouermits het afterven van Wyckersloot alsnu bleeff cesserende, ende over zulx haer nyet langer en be- geerden te houden binnen den voornoemden convente, ten waere zy verzyen waere van een cleen rentgen, om haer onderhout van lynnen ende wollen voortaen te moegen vervallen. Alle twelke den voorn. executoeren zulx aengedyent ende geremonstreert wezende, heb- ben delve executoeren, ten respecte als voorn, d'voorn. Henricxken Corn, toegevoucht een jaerlixe rente van twaelf gulden X. St. 'sjaers, tot XX. st. den gulden, ende dit haere leven lang geduyrende, ende zoe lange zy onder die obedientie in den voornoomden convente blyft ende langer nyet. Welcke voorsz. rente haer jaerlicx betaelt zal werden wt den ghoe- deren byden voorn. Wyckersloot achtergelaten, by handen vanden voorn. testateurs ofte die in bun plaetze zullen comen te succederen, jaerlix op den heilyghen Corsavont. Waervan Gorsmis toecomende xvc. zeven ende tnegentich weder een jaer renten verscheenen zal we- zen, daer onder zy testamenteurs verbonden alle de ghoederen van Wyckersloot voorn., willende ende ordonnerende, dat off de voorsz. Henricxken Coin. dr. langer quame te leven dan de voorsz. executoirs, dat de gheene, die in onse plaetze zullen werden gestelt ende genomineert. tzy dattet zyn particuliere persoonen, ofte den capittel van Ste Marien, aen 10*
|
|||||
76
Jen wclckeu de ghoederen vande voornoomden Wyckersloot oft die regeeringhe van dyen
zal comen, dat zy de voorsz. jaerlixe betaelinge zullen doen ende continueren tleeven laug gheduyrende vande voornoomde Henricxken Corn. T'oirconde van desen hebben wv tegenwoirdigen execuloeren dit onderteeckent, desen xxv. novembris, xvc. zeven ende tne- gentich. Lambert vander Burch. Reynegoh.
|
||||||
TESTAMENT of WTERSTE WILLE
VAH
JOHAN VAN RENESSE,
DEKEN VAN S. JAN x'UlRECHT.
In den naeme des Heeren, amen. Aengemerckt by de sententie Godts elck mensche is
opgeJeyt, deurt overtreden des gebodts Godts by onschen eersten aertschen vader Adam, dit tyielycke leven te moeten afleggen, sonder te weten ure ofte plaetze, maer ons te wa- cken bevolen is, dat wy mogen gereet worden gevonden, omme daerom onversienlyck, (tot groot nadeel van sommigen, die sonder deze dispositie testamentaire soude connen grotehcx verkort worden), deser werelt nyet te passeren, zoe is dit die wterste wille van my J oh an van Renesse, deken ende canonick S.Jans t'Utrechl, ende persone des personaetschap van Goeylant, alles wt mynen inonde geschreven ende met mynen eygen handt ondertey- ckent, met rype deliberatie ende met een hartelyck voorbidden aen den heyligen Geest ge- daen, om my tot dese dispositie genadelick te willen verlenen zyn goddelicke inspiratie, dat ick desen mach instellen sonder yemants te vercorten, maer te dispenseren nae de lioochste wille ende meeninge syns goddelicken Maj., die het alle verleent beeft, my den onweerdigen ge- schreven jegenwoordich myns vyf sinnen deur Godts gracie machtich , ende van lichaem nae gelegenheyt myns ouderdoms redelyck gesondt, willende desen cracht te sullen grypen, 'tzy by iforme van testament, codicille, gifte ofte maechgeschey onder die levenden ofte ter cause des doots, ofie in sulckc manieren, soe ick dit doe ofte maecke, ende soe het nae recht ofte costume der landen, privilegien ende gewoonten der vyf ecclesien binnen Utrecht, ofte nae sulcx het beste macb in eeniger wys subsisleren, volgende oock het octroye van den hove van Ulrecht, den vierden may anno XV3. een ende tnegentich hier over aen my verleent. I.
Voor eerst dan bevele ick myne arme sondige siele, bevlect (eylaci) mit veel misdaden,
supereiende bet getal van het stof der aerden , enorm ende lclyck , in banden van de goeder- tieven, alderheylichste Drievuldicheyt, om deselve te willen nemen, in respect van het hey- Jich wtvergoten preciose, onnosel bloet des heeren JesuGhristi, onses salichmakers ende ver- lossers , ingenaden, biddende, dat syn godtheyt wil wesen myn advocaet ende voorstander in den strengen dach des oordeels aen synen hemelschen Vader, interponerende voor myn sonden syn heylige wonden, ende daer benefTens te willen vergunnen, dat syn heylige lieve moeder, mynen heyligen engel, ende die heylige mannen, daer ick onweerdich den namen in deu heyligen doop van vercregen hebbe, ende die gan!scbe hemelsche scharc, keixke |
||||||
77
|
|||||
triumpherende, ende noch militerende, gestadich voor myn arme catyvige ziele mogen bid-
den om genade ende geen recht, ende dit deur syn heylrgen naem, menschwordinge, swaer lyden ende onbegrypelicke barmharticheyt, dewelcke ick oock ootmoedelick bidde, ende vast betrouwe my te sullen verguunen een salige wre, om mit voile kennisse, berauw, ver- giffenis ende pcrceptie der heylige sacramenten van bier nae syn eeuwich ryck ende leven te vertrecken. If.
Soe veel mi het lichaem is acngaende, al ist zelfde een vuyle stinkende prye ende 011- weerdich eenige eere ofte heylige plaetze, om nochtans dat daerin gerust heeft een christen ziele ende sal hebben te verwacliten die salige ende glorieuse verrysenisse, bevele ick der heylicher aeide, ende beghere tzelve syne rustplaetse te sullen hebben, (op wat plaetze ick kome te overlyden), in sint Jans kercke binnen Utrecht, in S. Anthonis capelle, in de graf- stede, daer ick een kelder hebbe doen maecken ende een sarcksteen op doen leggen , ende myn moeder, jonchvrouw Anna van Marthen van Abcoude, gestorven anno 1597, den XV. decembris, daer onder begraven is, alwaer ick mede hebbe doen inbrengen die reliquieu myns sa. vaders Adriaen van Renesse, gerust anno 1559, den VII. december, die begraven was tot die Minrebroeders of Observanten in de Renesse capel'en , onder een grote verheven sarck, noch liggende in de minrebroederstraet, ter plaetze daer die capelle voorsz. stonde, daer in dese sarcksteen verheven lach, neflens een tombe van mariner, albaster ende agaatsteen, daer syn broeder, heer Jan van Renesse mit vrouwe Alidt van Bronchorst, van Batenborch, syn huysvrouw, in albaster, in haere voile groote oplagen, constich gehouden, maer in de Nederlantsche religions troubles met die kercke (leyder) ende capelle, anno 1579. geraseert; Item hebbe hieromme in myne voorsz. kelder oock doen transfereren wt seckere tombe, die stont in de chore van dat heerlyck Carthuyser clooster buyten Utrecht, deur deselve troublen ghelycken afgebrocken ende vercoft, die reliquien van eenige heeren ende vrouvven van Gaesbeeck, Landen van Putten, Stryen etc., aldaer als fondatoeren van tzelve clooster mag- nifyckel. in een schoone tombe naest het hoge altaer begraven zynde geweest, ende hebbe op deze myne grafstede een sarcksteen doen leggen, ende met myn vvapenen behouden, alleen resterende die date van myn overlyden ende den ouderdom, dat myne executeuren bevolen blyft stracx te latcn doen, synde op dese bedroefde werelt gecomen anno 1540, den XI. may. III.
Die begraeffenisse bevele ick, dat voormiddach geschiedde, sonder enich drincken ten huyse, maer dat in plaetze van sulck midden in de kercke zoo langhe 't lyck aldaer in de kercke boven aerde te laten staen, ofte andersins sulex die executoeren nae gelegenheyt des tyts goetvynden sullen, voor den armen wtgedeylt worde elex een stuyvers broot met een stuyver daerinne, ende dit om andere te vervvecken sulex nae ende beter te doen, ende omme allenxken aftebrecken die gevvoonte van het onnutte drincken, ten huyse van deu overledene vallendc, des middaechs (lydt het den tyt ende gelegentheyt) sal een eerlycke rouwmaeltyt gedaen worden voor die bloetvrundcn, executoeren ende anderen, die het lyck naeste sullen volgen, iegatarissen ende naeste naegebueren, ende hierby sullen genoydt wor- den alle myne medebroeders, die haer sullen believen gelyckclick te presenteren int capittel- huyse, ende soo voorts nae den sterfhuyse ende het lyck volgen naest die vrunden, ende sullen hier voor vereert worden met eenslechterouwhoet, ongestofl'eert, als nu het gebruyck is , een bant daer omme, mette hantschoene, sulex als die bloetvrundeu mode gaende oock sul- len hebben, maer mits dat zyl. alle voorsz. tot haere costen hen presenteren met rouw- mantels ten tyde der begraefnisse, maer alsoe ick ben (door die onbegrypelicke barmhar- |
|||||
78
|
|||||
ticheyt Godts) die oudtste van de vyf collegieu al wat tyts geweest, ende prelaet onweeF-
dich geweest ben, willen my niede de prelaten van de vyf kercken die eere doen ende comiteren in I'ouwmantels, by hunl. selfs te procureren, bet dode lichaem, soe sullen de- selve elex mede een rouwhoet genieten ende des middaechs ter maeltyt genoot worden, al- les see bet de tyt ende gelegentheyt toelaet ende myne executeurs goetdunct, ende omtne dese costen wat te resarcieren en wil gansch voor bet wtgaen vant lyck of daernae geen geschenck van wynen bebben , nochte oock eenige pomperye meer als ter eere van onse ca- pitule ende mynen staet nodicb sal vveseu, op de rouwmaeltyt, daer geen droncken drincken en behoort omtegaen, sal beraempt worden voor elcken man drie pynten, die vi'ouen een, die knecbts ende boden goet bier; des anderen daeebs sullen genoodt worden die vicarien ende suppoosten der kercke in de stadt Utrecht residerende, ende die mede bet lyck sul- len volgen, ende sullen smiddaechs bebben een halve kanne wyns ende goet bier tot noot- fiinft, ende nae den derden dach bet overloop die buysannen , ende sal dit overal wesen Franscbe wyn, die men selfs sal inleggen, soe langbe die duerte in de Rynsche wynen blyft; dan by veranderingbe van tyden, dat die Catholycke religie met Godts grade weder geleden worden, sal dese wtvaert als dan gecelebreert worden naer costuymen, als inder vyff kercken over prelaten met dienst, bidden, luyden , lesen, etc. gebruyckelyck by de Catholycke tyden plaech te wesen, willende voorts, dat die wtvaert gepasseevt synde, nae den achsten dach bet huyshouden sal ophouden, omme oncosten te schouwen ende mid- del (e la ten, bet sterfhuys vrouger te redden, legaten te voldoen; die gebueren omme hun matelyck te vermaecken, ende den overleden den ewigen rust voor Godt te wenschen, sullen bebben twee vaten biers, elck tot zes guldens. mi.
Omme dan voorts te procederen tot wtdeylinge van seckere legaten, ende eerst spreckeu-
de ad pias causas, soe legatere ick voor eerst aen den capittele van S.Jans t'Utrecht, om- me by benluyden bewaert ende tot cieraet van den capiltelhuyse ofte kercke geappliceert te worden, sulex die gelegenheyt ende tyt lyden sal, twee groot ende hoge schilderyen, op douck gedaen, bet een met olyverf, dat Albert Durer toegeschreven wordt, ende het ander ontwyffelyck Mabuys, beide beduydende het afnemen van den h. cruys; item, noch legatere ick de voorsz. kercke, na dodc van de gene die de lyftocht besitten sal, twee schilderyen. oock d'afneminge des Heeren van den cruyse, by Maria Magdalena, gedaen by Z. Anthonis Mor; item, de begroetenisse van de engel aen Maria; Legatere noch aen de voorsz. kercke, nae dodc van de tochterse, twee schoone alabasterse ruyte, in swarten cassen hangende; item, noch die rondelen van onsen 1. Ileere ende Vrouwe ende van de twaelf Apostelen ende vier Evangelisten ; item, noch een van onsen Heere, ende een rondeel van paus Adriaen de zesde, van Utrecht geboren, (dewelcke oock myn sa. vader op de vunt geheven badde en- de synen naem van Adriaen gegeven, ten tyde hy proost van Oudemunster was, ende dat schoone buys aen S.Maertensdam dede timmeren); ende noch in een cleyn casken staende een silveren cruys, daer ons 1. Vrouwe ende S.Jan ter syden in silver staen met houte voet- kens; item, het cruys van Jerusalem , met alle de veliquien daer binnen mitten houten paternoster, om by de catholycke tyden op het hoge altaer te stellen, ende dit al boven die schoone memorie taefelen, tot seven int getal, als in sint Anthonis capelle ende elders deur die kercke hangende, verbiedende wel expresselyck die van den voorsz. capittele ende haere successeurs, die voorsz. gelegateerde schilderyen, ruyten endo rondelen, ende tvoorsz. cas- ken met tgene daer in is, te veralineren ofte vervreemden in eeniger wyse, maer deselve tot cieraet van haerluyder kercke te bewaren, op peyne, oft syluyden sulex deden, dat sy- luvden daervan datelick vervallen sullen syn, ende dat deselve metter daet geaenveert sullen |
|||||
7!)
|
|||||
worden by de rcgierders vant heylichCruys gasthuyse buyteii Utrecht, die ick deselve in
sulcken gevalle by dese legatere ende anders nyet, ende of het de goede wille Godts waere, dat die catholicke religie in S. Jans kercke weder worde geexerceert, in sulcken gevallen ende anders ofte eerder nyet, gecf ick de voorsz. kercke tot cieraet van het choor ten hooch- tyden , ende feesten er na dode vande dovagiere myn beste goude leeren tapeten, item myn beste tafelcleet, tot cieraet vant hoge altaer, ende ses beste tapeetkussens, mcde onder ver- bant ende conditie als boven. V.
Noch geef ick het capittel van S.Jans myn contrefeytsel gedaen by deGoyer, om int ca- pittelhuyse te hangen, belieft het haer de plaets aldaer te vergunnen. VI.
Legatere voorts die fabryck der kercke voorsz. alle jaers erffelyck twyntich gulden, die jiae mynen overlyden inganck nemen sullen binnen sjaers, nadat myne sculden sullen we- sen betaelt ende mynen staet sulcx sal mogen lyden, ende sullen beleydt worden wt de vruchten van myne jaeren van grade op de groot ofte cleyne camere, die aen de fabryck in twee termynen des jaers betaelt sullen worden, ende dit voor de somme van vier hon- dert guldens, die myne executeuren aen eene van de voorsz. earners sullen aentellen ende goede brieven onder het zegel des capittels nemen, onder de beloftenisse, dewyle het hae- rer kercke fabrycke aengaet ende tot voordeel streckt deselve nyet te sullen aflossen, maer als gemortiGceert eeuwelyck behouden, dan of den tyt veranderde, dat de catholycke waerachtige religie in de voorsz. kercke publyckelyck getolereert worden te exerceren, al- soe die prelaten ende canonicken in voorgaende tyden verobligeert waeren voor haer memo- rie te mortificeren een outschilt jaerl., soe wille ende bedinge ick, dat van dese twyntich gementioneerde guldens sjaers afgenomen sullen worden drie outschilden, twee voor de ca- nonicken ende een voor de vicarissen, wttedeelen ende te verdienen nae de oude kercke- lycke ordinantie ende gebruyck, als de memorie van my jaerl. gehouden sal worden. VII.
Gheeft noch die kercke van sintJans, groot ofte cleyne earner, hondert gulden eens, om daer van aen de fabryck jaerlicx wttekeercn vyf gulden, tot reparatie oft decken ter vol- sten van het dack gaende over de capel van S. Anthonis, daer ick myn sepulture onder hebbe. VIII.
Legatere noch ten behoeve van twee arme schoolieren, ten minsten die bequaem syu in sint Hyei'onimus schole in sexto te frequenteren twyntich guldens des jaers, die myne exe- cuteuren mede wt de vruchten van myne jaeren van grade met een somme van vier hondert guldens op een van de earners der voorsz. kercke sullen consdtueren, als boven van de an- dere vier hondert guldens geseyt is, welcke penningen de voorsz. studenten jaerlicx, yeder vierendeel jaers het vierde paert, wtgereyckt sullen worden by den secretaris der voorsz. kercke in der tyt, die de navolgende administratie hebben sal, ingaende binnen sjaers nae dat myne schulden belaelt sullen syn, ende myn staet sulcx lyden sal mogen, ende gediry- rende soe lange tot dat deselve studenten in sint Hieronimus schole wtgeleert sullen syn, en- de sal de nominade van de voorsz. scholieren telckens geschieden by de decken der voorsz, kercke in der tyt synde, mits dat hy regardt sal nemen, dat altyt daer inne sullen worden geprefereert de geenen die van mynen bloede souden mogen syn, welverstaende oft gebeur- de, dat de voorsz. pensie voor d'eene helfte vaceerde^ ende dat d'andere helfte genoten werde by een arme scholier, die van goeden hope ware, ende daer aen die gehele twyntich gulden des jaers wel bestaydt waere, dat men deselve de geheele twyntich gulden des jaers »oude mogen laten volgen, soe lange hy S. Hieronimus schole zal frequenteren, dan of de |
|||||
80
|
|||||
gocde Godt beliefdc, dat de L. catholicken dienstc in de kercke van S.Jans openbaerl. werdc
geilxerceert, soe sullen dese twyntich guldens jaerlycx gecmployeert worden tot subsidie van de twee jongste choralen, die men noeuide: des dekens choraels, ende minder hadden als d'ander choraels. , IX.
Tegens die voorsz. weldaden soude syn myn wterste begeren aen myn hceren van den capittele van S.Jans, dat zyl. die vruntschap weder believen te vergunnen (tvvelck zyl. buy- ten scbade sullen cunnen doen), dat myn secreet casken, daer innc myne originele brie- ven in sestien laden verdeylt leggen, gestelt mocht worden boven op de archiven, ende dat nae dode van de lochtersche ofte by baer leven, soe sy bet begeert, alle myne erfelycke goederen, daer die voorzeyde brieven van sprecken, ende ick naelaten sal, by den secre- taris des naj)Utels in der tyt jaerlicx ontfanghen soude mogen worden, om deselve by hem jaerlicx gedislribueert ende wlgedeylt le worden volgende myne wterste wille, ge- nielende daer van jaerlicx den veertichsten penninck, ofte soo veel meer als de heeren van den capittele naer gelegenheyt des tyls ende syn te doene moeylen sullen arbitre- ren, mils dat by van syne administrate alle jaers nae de gedane kercke-reckeninge sal doen pertinente reckeninge aen die van den voorsz. capittele, ofte denghenen, die haer E. daer- toe sullen comraitteren, maeckende die auditocrs, die over het horen ende sluyten present sullen syn, elcx ses stuyvers, welcke vacatie peuningen jaerlicx mede in reckeninge gebracht sullen worden, ende ol eenige der brieven voorn. afgelost worden, soe sullen die pennin- gen in de casse worden gcsloten tertyttoe, dat deselve met rait van de capittele weder wel beleyt sullen syn, wel versekert ende ten boochsten prouffyte na des tyts loop, daer inne 't capittel altyts preferentie sal hebben, indien 't baer belieit. A.*
Voorts soo bebbe ick gegeven bet beylicb Cruys gastbuys buyten Utrecht, item het Wees-
buys ende Dolhuys binnen Utrecht (in dewelcke alle ick broeder ben), tot vermaekinge van de siecken daer respectivelyck synde, een cleyn gedenckenisse sjaers van elck vyf gulden, losbaer elcx met hondert gulden eens, ende dese rente te betalen oock by myn leven, ge- lyck ick oock betaelt bebbe, ende alsoo ick het heylich Cruys gastbuys alreets haere hoofd- som opgebracht hebbe, soe verhope ick, gelieft het Godt de Heer my noch een tyt lanck bet leven te gunnen, by myn leven die reste oock selfs af telossen, ingevalle nyet, soe late ick desen last aen myne executeurs, om deselve te bevryden wt myne jaeren van gratie en- de de reste wt myne andere geestelicke goederen. hopende, boven de oncosten van myne wtvaert (die ick daerom nyet overdadich en wil gedaen hebben) soe veel over te sullen lo» pen, mach ick bet bcleven desen te lossen, soe dencke ick het Lasarus- ende sint Jobs-huys, beyde buyten Utrecht (daer veel ellendige menschen onderhouden worden), elcx op gelycke conditio als d'ander, vyf gulden sjaers te laten volgen, met hondert gulden losbaer, wil die staet van myne nagelaten goederen soe vallen, dat sulex nae dode van de dovagiere mach ge- vonden worden, terliefde van Godt, soude myn aengenaem wesen, als by myne executeurs yet vant geene voorsz. is afgequeten wordt, sullen daervan nemen besegeld* acquiten, met beloften, dat des met te min alle jaers die vyf gulden betaelt ende in reckeninge gebrocht sullen worden, tot zulcken fine ende conditien, als die by my gegeven syn. A-l.
Legatere noch aen mater ende conventualen van de Brigitten, item't convent van S. Ni-
claes, item van Maria Magdalena ende van Brandolie, ten respecte dat de maters aldaer ge- weest zyn van myneu bloede, elcke convent acht kannen fransehe wyn, om mynder in hare gebeden te gedencken, ende hartelyck, als naer ouder gewoonte, te bidden. |
|||||
81
|
|||||
XII.
Vooits soe maecke ick, tot alimentatie van twee eerlycke jonge dochterkens, elex vyftich
gulden sjaers, indien myn staet tselve inacli lyden, anders veertich gulden des jaers, ende ingevalle myn staet tselve immers nyet en conde lyden, voor een dochterken, die inganck nemen sullen t'eynden den overlyden van dedouvagerie, omme de voorsz. penningen te genie- ten by elcke eerlycke arme docnterken, den tyt van vyf aen een volgende jaeren, waervan de nominatie altyt sal staen by 't capittel van S.Jans t'Utrecht, beneflens een of twee van myne naeste vrunden in den bloede, ten waere ick enighe by myn leven selfs genomineert hadde, welcke penningen jaerlicx by den secretaris in der tyt der voorsz. kercke (die d'ad- rninistratie mynre goederen hebben sal) wt de vruchten van myne voorsz. goederen vvtgereyckl ende betaelt sullen worden, ende oft gebeurde, dat ler afganck van eene der voorsz. doch- terckens de casse nyet te voren en waere, soe sal als dan de nominatie van d'andere soelange stilstaen, tot dat de casse weder te voven gecomen sal sjn, ende sullen in de voorsz. nomi- natie altyts geprefereert syn arme dochterkens van mynen bloede, oock van natuurlicketi bedde gecomen, voor anderen , ende sullen de genen, aen dewelcke de voorsz. nominatie sal staen, gehouden syn sorge te dragen, dat de voorsz. dochterkens, geduyrende de alimen- tatie voorsz., onderbouden worden in een clooster ofte by een eerlycke weduwe, in de reli- gie van de catholvcke gelove synde. XIII.
Item, is een deel jaeren geleden, dat een canonick sintJans is gcweest, genaempt Mr.Jo- han van Bi-eda, die wt Vredenborch van Spaengiaerden geschoten worden, dien ick een mc- morietafel in de kercke van S.Jan hebben doen hangen, dese quam uoch wt een ministratie boeck , by gissinge vyftich of sestich gulden, ende en hebben noyt connen weten, wie syn rechte erlgenamen waeren, ofte waer die woonden, soe begeere ick, dat men op de fabrycke sintJans tsestich gulden sal beleggen, omme daer voor tot haerl. armentaeffel jaerlicx drie gulden te geven, ter tyt toe, dat yemant van de voorsz. erfgen. comt ende verthoont, dat die tsestich gulden (al ist nyet also veel) hem als naeste erfgenamen toecomen, dan als daer dekens choralen waeren, mochten deselve dit cleyntgen middelretyt jaerlycx mede genieten. X1III.
Ende of yemant quaeme, die noch yetwes rechtveerdel. aen my ten achteren waere, soe belaste ick myne executeuren, dat sy deselve inede contenteren, opdat myn conscientic nergens in gegraveert en worde, ende bysonder soe daer van mocht bevonden worden yet- wes voor memorie by myn handt geschreven te syn. XV.
Om dan voorts te comen met Godts grade tot myn tytelicken goederen dispositie, deur
de goedertierenheyt Godts den wel ondanckbaren verleent, soe ist, dat ick vooreerst ende
boven al wil, dat seekere lyftochte, gepasseert voor Dirck Aertse vanBuyren, notaris, ende
zeckere getuygen, in dato 1604, den XXVI January, blyven sal in syn voile vigueur, deselve
mits desen als noch confirmerende, te weten op de persoon van jouffrouwe Mechtelt Hack-
foort, alsoe ick my tot deselve in conscientie, ende wt verscheyde obligatien ende contrac-
ten, by monde ende audersints gecelebreert, gantschelick bevynde verbonden, waer over
of daer yemant, tzy van de naeste vrunden, legatarissen, ofte wie het ware, die hun in
rechten ofte daer buyten tegens dese voorsz. lyftocht, ofte tgene vorder tot haeren behoul
mochtc gemaeckt wesen, opposeerden, soe sullen alle deselve vervallen, ongekcnt, .gepri-
veert ende onterft blyven van al tgene ick haerluyden in dese dispositie ofte elders ben
makende, ende sal alsdan alsulcke giften ofte maecken comen aen deselve lyftochierse tot
een restoir van vexatien ende oncosten, haer in respecte van desen ofte oock andersins
IJ. 11
|
|||||
acngedaen; ende om haer enichsins hier toe te helpen, ist noot, ende sy raetsaem be-
vynt, sal van dit verval tot behulp enich gedeelte mogen vergunnen aen het heylich Cruys gastbuys buyten Utrecht, ofte het Weeshuys t'Utrecht. Syn oock eenige andere vordere ac- ten van lyftochte gepasseert tot bevestiginge ende versterckinge van tgene verhaelt staet, ,sal sulcx tot haeren vordel mogen ende moeten strecken, in dewelcke verhaelt staen menich- fuldige redenen, die my tot dese lyftochte bedwongen ende gemoveert hebben, soe in de bystant van menichfuldige sieckten, als onthuept ende gelempt door het omwerpen met een wagen, doen ick seven ende tsestich jaeren out was, cruepel ende lam gebleven, dat ick noch gaen noch siaen en can, veel andere siecten, chatarren ende apoplexie subject, ende voorts den ouderdom by haer selven, een sieckte, hierby jegenwoordich door Godts sonder- linge geuade van jaeren out lxxviii. boven noch vier maenden, soe dat ick myn selfs leden niet machtich en ben , veel min opsicht can dragen op myn huyshoudinge, dat alles tot haren laste heeft moeten blyven staen, ende den ouderdom oock dienste van doen heeft, by- sonder die soe veel sieckten subject is, daerom ick bidde, dat nyemant dese recompense van lyftocht, reciproce gedaen, wil misgunnen, gedaen (soe meer verhaelt is) door dwanck myn- dcr conscientie ende ick in myn siele anders daerom lyden mocht. XVI.
Nae dat het besith van de voorsz. lyftochte sal wesen gepasseert, alsoe myn de goede Godt jegenwoordich noch in leven gelaten heeft een suster, genaempt jouffrouwe Anna van. Renesse, huysvrouw van joncker Adam van Weerdenborch, tot Nymegen wonende, soe ist, dat ick haer als dan wt myne gereelste goederen geve ende maecke by dese, een jaerlicx pensie van twee hondert gulden desjaers, die t'haren prouffyte inganck nemen sullen t'eyn- cle de expiratie van de voorsz. lyftochte, ende by haer ontfangen sullen worden jaerlicx, ende alle jaer in twee termynen, wt handen van den genen, die d'administratie van de goe- deren hebben sal, haer leven lanck geduyrende, ende langer nyet, alles indien sy de doot van de tochterse compt te beleven, ende anders nyet, ende indien zy de doot van de toch- terse nyet en beleeft, ofte dat zy t'enicher tyt nae dode van de voorsz. tochterse compt t'overlyden, soe sullen in sulcken gevalle die voorsz. twee hondert gulden desjaers, nae des voorsz. tochterses aflyvicheyt, succederen op de navolgende personen, alse: eerst op jouf- frouw Herberta Splitloff, huysfrouwe van Geerlof Duys, burgermr tot Deventer, dochter van myn sa. outste suster jouffrouw Maria, huysfrouw van doctor Helmich Splitloff, burgermr tot Zwol, der beyder rechten doctor, ofte by gebrecke van de voorsz. Herberta haere kyn- deren, by repiesentatie in haer plaetze, vyf ende twyntich gulden 'sjaers. Insgelycx op jouffrouw Johanna Splitloff, huysfrouw van jonckhr Goort de Coninck, (na
dode als boven) gelycke vyf ende twyntich gulden 'sjaers, doch alsoe sy geen kynderen en heeft ende by apparentie geen en sal nalaten, soe sullen nae haeren doot die voorsz. vyf en-, de twyntich gulden des jaers alsdan erven ende succederen op hare andere susters, ofte by gebrecke van enige van dien , derselver kynderen, by representatie elex in haer ouders plaet-i ze, als boven. xviir.
Insgelycx op jouffrouw Maria Splitloff, huysfrouw van Philips Haddeman, drossaert van
Leerdam, vyf ende twyntich gulden desjaers, ofte gebraecke haers haere twee kynderen r in gelycke portien, mits dat oft gebeurde dat yemant van de voorsz. kynderen sonder echte- geboorte quame t'overlyden, d'een daerinne op den anderen erven sal. XIX.
Item op de twee nagelaten sonen van jouffrouw Anna Splitloff, huysfrouw van jonkhii;-
|
||||
83
|
|||||
Peter van Abcoude van Marthen, alsse, jonkhrn Johan ende Ernestus van Abcoude van Mar-
then , gebroeders, gelycke vyfende twyntich gulden des jaers, dewelcke, ingevalle een van bey- den compt te overlyden sonder kynderen, mede van d'een op den anderen succederen sullen, XX.
Item, de drie kynderen van jouffrouw Swana SplitlofF, alse een soon ende twee doch-
teren, gelycke vyf ende twyntich gulden des jaers, dan ingevalle de soon tot hoger conditio compt, daer hoop toe staet, soe sal hy gehouden syn syne gedeelte in de voorsz. vyf ende twyntich gulden te laten comen op syn twee susteren, dewelcke, mede sonder kynderen overlydende, daer inne van d'een op den anderen erven sullen, als boven, welcke Swana van SplitlofF geweest is huysfrouw van een Schots capitain, genaempt wezende Kirpatricx. AaIi
Insgelycx oock vyf ende twyntich gulden 'sjaers ten prouffyte van drie kynderen van sal.
jouffrouw Elizabeth SplitlofF, weduwe van jo'. Johan van Suylen van Nyvelt, alse twee zoo- nen ende een dochter, edoch alsoe den outsten zoon ryckelyck met leengoederen versien is, sal gehouden syn dese syne portie te laten comen op syn jongste broeder ende eenige sus- ter, gelyck oock de jongste zoon, ingevalle hy tot meerder staet ofte rycUdom compt, oftc dat hy'tsyn qualyck bewaerde, datelyck vervallen sal syn van dese syne portie, ende de- selve laten comen op syn voorsz. suster, ingevalle sy mit vrunden raet hylickt, ende haei draecht, als een jouffrouw met eeren naer haere qualiteyt behoort te doen, anders dat dt voorsz. portie sal gaen ende blyven voor den armen totter casse; synde, soe voorseyt is, alle de voorsz. personen, kynderen ende kynts kynderen van myn zal. outste zuster, jouf- frouw Maria van Renesse, in den Heer gerust anno 1571. den in. September, totZvvol, huys- vrouw, als voorseyt, van jonkhr Helmich SplitlofF, der beyden rechten doctor, burgmr tot Zwol, deser werelt gepasseert anno 1575. XXII.
Item, alsoe noch overlopen van de voorsz. tweehondert gulden 'sjaers, myn suster ge-
luaect, vyftich gulden jaerlicx, soe sullen daervan nae dode van de tochterse, als boven, succederen op jor. Fredrick Monier, canonick S.Jans t'Utrecht, soone van jo'. Simon Mo- nier, een soons soon van jo'. Johan Monier, ridder ende camerlingh van de hoochmachtigeu keyser Carol, de vyfde van dien name, gelycke vyf ende twintich gulden des jaers. XXIII.
Item, insgelycx op jouffrouw Anna SplitlofF, eenige dochter van jouffrouw Hester Monier,
suster van de voorsz. Frederick Monier, mede vyf ende twintich gulden des jaers, ende oft geviele, dat de voorsz. Frederick Monier ofte jouffrouw Anna SplitlofF sonder kynderen qua- men t'overlyden, soe sullen deselve vyf ende twyntich gulden des jaers comen op de langst levende van hun beyden ende synen descendenten, wesende dese van Monier gedaelt van jouffrouw Hester van Renesse, geweest myn jongste suster, in den Heere gerust in de craem van twee kynderen. een soon ende dochter, den VI. octobris, anno 1572., gelyck baer suster voorsz., jouffrouw Maria, oock in de craem gestorven was, ende was jouffrouw Hester, huys- frouw geweest van jo\ Simon Monier, geboven wt Brabant, beyde wonende by den Z. heert- ende vrouwe van Bocxtel. XXIIII.
Maer myne wille is dese, dat die voorsz. legatarissen, el ex hare contingenten portie in de
bovengen. twee hondert guldens, henluyder gelegateert, niet en sullen mogen versetten , ver- eppen, beswaren, ofte met eenige contracten veralieneren,. die ick nul ende van onwaerden by desen sy houdende, ende alle alienatien ofte bezwaernissen by desen expresselick verbiedende, tnaer wille, dat yeders portie ende gedeelten t'eynden derselver overlyden succederen sal op |
|||||
Si
|
|||||
elcx baerl. echte kynderen ende descendenten, tot in den vierden grade der rechter linie
van myn susters kynderen voorsz. incluys, ofte in d'eerste graden van de linie collaterale der geenre, die sonder eclite geboorte comen t'overlyden, te weten op de bovengesz. legataris- sen hare breeders ofte susters respective, ende vorder niet, dan dat deBciereude die voorsz. descendenten int vierde lith, ofte haerluyder breeders ende susters respective in de linie collaterale, alle die voorsz. gelegateerde penningen telckens weder gaen ende comen sul- len aen den genen, die d'administrate mynre goederen sal hebben, omme alsdan by hem met advys ende ten overstaen van de voorsz. capittele, ten behoeve van den armen wtge- reykt te worden, gelyck nae breder sal worden geseyt, tot welcke tyt toe ende soe lange de voorsz. legatarissen ofte hare descendenten voorsz., ofte collaterale vrunden voorsz. respec- tive in den eersten grade in leven wesen sullen, syl. de voorsz. jaerl. gelegateerde pensien, elex voor syn portie ende quote jaerlicx heffen ende ontfangen sullen, wt handen van den genen die tie voorsz. administratie sal hebben; dan oft gebeurde, dat eenige van de capi- talen quamen afgelost te worden, die nyet tytelick weder beleyt en conden worden, soe zullen die voorsz. legatarissen telckens pro rata van de voorsz. penningen met haere res- pective pensien soe lange moeten stille staen, tot dat d'selve penningen weder beleyt sul- len syn. XXV.
Item, alsoe eene jouffrouw Cunera van Rhenen een lyfpensie van my gegeven wordt van
hondert gulden des jaers, soe wil ick, oft deselve quame te sterven voor myn suster, dat myn voorsz. suster, nae mynen overlyden, alsdan terstont nae dode van de voorsz, Cunera, in minderinge van de twee hondert guldens des jaers, haer hier boven gelegateert, genieten sal die voorsz. hondert gulden 'sjaers, haer leven lanck geduyrende, ende in gevalle sy de doot van de voorsz. Cunera nyet en beleeft, soe sal de voorsz. hondert gulden des jaers in. sulcker cas mede comen, naer dode vau de voorsz. Cunera, onder die voorsz. generale lyf- tochte, ende sal de voorsz. myne suster, ingevalle sy myn doot beleeft, hierby hebben eene silvere schale, die sy t'eynden 'sjaers wt de mynen verkiesen sal, welcke schale nae haeren doot comen sal opt ouste ende naeste van myn vrunden indenbloede dan in leven synde, ende soe voorts successivelyck opten ousten ende naesten daernae. XXVI.
Ende alsoe in de universele acte van lyftochte gereserveert is, enige met legaten te mo-
gen versien, soe ist, dat ick aen Maria, huysfrouw van David t Gysbertsz van Matenesse, jegenwoordich stedehouder van den lande van Putten, geve ende maecke eerst alsulcke ]yf- renten, als ick op haren lyve op de sladt van Utrecht beleyt hebbe, eene van ses ende d'ander van anderhalve gulden, na vermogens de brieven die daervan sprecken, die haer gelevert sullen worden. XXVII.
Item, sal noch hebbe een silvere schale, binnen met een rose, ende ses silvere Iepelen,
die ick beyde van haer geeoft hadde, quytscheldende dat daerop betaelt is, mits dat de schale nae haren doot sal comen op Jan, ende die Iepelen op Jan ende Adriaen, haere sonen, ten waere sy daer van disponeerde, willende niet te min, als deselve op Jan ende Adriaen gecomen sullen syn, dat syluyden deselve niet en veralieneren, nemaer verbonden sullen blyven op hare echte kynderen, ofte, bygebrecke vandien, haerl.susteren ende soe voorts, XXVIII.
Voorts, alsoe ick de voorsz. Maria voldaen hebbe alle tgene ick haer ten huwelyck hebbe
belooft, ende dat zy tzedert noch met vele kynderen is beswaert geworden, soe legatere ick haer tot meerder alimentatie ende ten behoeve als volcht, vyftich gulden des jaers, sujcx. |
|||||
85
ick geypothequeert behouden hebbe op eertyts myne huysinge, staende aen sintJans kerck-
hof t Utrecht, nu toebehorende ende be woo nt wordende by beer NiclaesBerck, mits dat d'selve nae liaeren doot int gehcel sullen cumen op Jan ende Adriaen, haere soonen, by soe verre den tyt verandert, dat zyl. haere vicarien in S.Jans kercke (die ick henl. elcx al- daer versorcht hebbe) quamc quyt te worderi, overmits syluyden ongeleert ende onbequaem syn om priesters te worden, omme in sulcken gevalle de voorsz. vyftich gu-lden des jaers nae dode haers nioeders, by hun beyden in gelycke portien ende gedeelten genoten te wor- den , mits dat zyluyden dezelve niet en sullen mogen veralieneren nochte vervreemden ofte beswaeren , nemaer simpelick nae haeren overlyden laten comen op hare echte kynderen, ofte, by gebrecke van dien, op haer luyder susters ofte derselver echte geboorte, des de voorsz. Jan ende Adriaen mede gehouden sullen syn, terstont na mynen overlyden, gerech- telick indien 't noot sy, te renunthieren ende vertheyen van alien actien ende pretensien, die syluyden in eeniger wys op mynen boedel soude mogen hebben ofte pretenderen, ter oorzake van den ontfanck ende administratie, die ick van haerl. vicaryen gehadt zoude mo- gen hebben, als andersins, vermits ick de jaerlycxe vruchten van dien, ende noch veel meer, tot nut ende oirbaar van hen]., hare ouders ende susteren gecmployeert hebben, en- de oft syluyden oft yemant van beyden, weygerich waren de voorsz. renunciatie te doen, ofte dat syluyden eenighe actie ofte pretensie op mynen boedel quame te moveren, soe wil ick, dat syluyden, in sulcken cas, geheel en al wtgesloten sullen worden van al tgene ick deselve in eeniger wyse gemaect sal hebben, ende dat syluyden daer van nyet met alien en sullen genieten, ende dat al 't geene ick haerl. moeder ofte susters gemaeckt hebbe, ofte syluyden in crachte van desen soude mogen genieten, verbonden sal blyven voor sooda- nige pretensien, ende ingevalle de voornoemde Jan ende Adriaen hare voernoemde vica- ryen haerluyder leven lanck geduyrende bleven behouden, soe wil ick, dat in sulcken cas die voorn. vyftich gulden des jaers sal comen op haerl. susteren , in gelycke portien ende gedeelten, (indien syluyden selver geen echte kynderen , by vrunden consente gewonnen, nae en laten), gemerckt de voorn. Jan ende Adriaen alsdan door my elcx genouch met de voorsz. vicaryen syn voorsien, ende haere arme susters, veel int getal, oock tot haer schamel on- derhout mede wat moeten hebben, om 't selve voor haer ende haeren elcx echte kynderen jaerlicx genoten te worden, elcx haer leven lanck geduyrende, tot in de vierde graedt in- cluys, ende voorts achtervolgende myne wterste wille, sulcx hier na geseyt sal worden, mits dat zy luyden de voorsz. jaerlicxe pensie mede nyet en sullen mogen veralieneren oft be- swaeren in eeniger wyse, nemaer laten comen volgende deze wterste wille. XXIX.
Voorts soe wil ick noch wtdruckelyck, dat al tgene ick Maria voorsz., oft gebraecke haers,
haere kynderen ben maeckende, syluyden alleen het gebruyck hiervan respective sullen hebben, sonder man ofte mans hier inne te kennen , om van dit cleyntje haer plaisier en- de nootdruft te behouden, ende sal oock opte mans nyet mogen succederen ofte verbonden worden, die ick hiervan wtsluyte. XXX.
Item, alsoe eene jouffrouw Cunera van Rhenen, voorbenoemt, onder haer heeft seckere
meubelen, my competerende, met sinistre practycken genouchsaeru jegens mynen wille vercregen, vermogens certificatie daervan onder my synde, dewelcke my t'allen tyde ofteim- mers wt beleeftheyt nae haeren doot met recht moeten gerestitueert worden, soe ist, dat ick alle deselve meubelen legatere aen de voorsz. Maria, ofte, by gebreecke van haer, haere dochteren, mits dat sy deselve t'synre tyt tot haere costen met behulp van myn execnteu- ren sal vorderen. |
||||
86
|
|||||||
XXXI.
Noch maecke ick Jolian, haeren outstea zoon, alle myne restantea van myn vicarye tot
Braeckel, die groot syn, daer myn exccuteuren die handt aen houden sullen, ende tot se- eker vervolch van desen bystandich wesen (des noot met vyfende twintich gulden eens), en- de woont hy by my op myn sterfdach, sal int swart gecleedt worden, ende tot gedencke noch bebben eenen rinck met een key van een osmerande gestoffeert, maer stervende son- der ccbtc soon, comen op Adriaen, synen brooder. XXXII.
Item, sal noch myn duvagiere laten volgen Maria, syne uioeder, myn rouwmantel, om
haer oock int swart te cleden, of sy mach wat nieuwes nemen ende Jan de mantel laten; item haer noch laten, ora haer anderen kynderen wat te cleden , myn reysmantel, grof grey- nc mantel, ende voorts van andere oude clederen, wambaisen, broecken etc., nae der toch- terses goetduncken, ende voorts nae haeren doot van huysraet van alles wat te versien, naer discretie ende gelegenheyt; ende sal noch Maria hebben vier cleyne ringhskens, voor vier van haere dochters, nae der duvagieres overlyden, omme nae haeren doot eleke dochter met een te versien, die sy lot memorie bewaren sullen. XXXIII.
Item, Annaken, d'outste dochtev van Maria, by my wonende, moet oock gecleedt syn,
dat geschieden can van de grof greyne mantel, ofte van yet anders, nae der saecke gele- gentheyt, al waert met nieuw stoff. XXXIIII.
Item , noch soe maecke ick de voorsz. Maria, huysfrouwvan DavidtGysbertsz vanMatenesse,
met veele kynderen begaeft, om deselve te beter in de vrese Godts eerlyck op te brengen ende ter eeren te mogen besteden, (nae expiratie van de voorsz. lyftocht) noch hondert vyf ende twintich gulden jaerlicx, ingaende ter expiratie van de voorsz. lyftochte ende geduy- rende haer leven lanck, soe verre sy vyf dochters compt nae te laten, anders by aflyvi- cheyt van een van de voorsz. dochters, dan voortsaen hondert gulden jaerlicx haer leven lanck geduyrende, ende oft daer meer van haere dochteren overleden, soe sal de voorsz. pensie telkens nae advenant ten regarde van yeder afge3torvene dochter vermindert worden met gelycke vyf ende twintich gulden; van welcke pensie sy ten profyte van haer ende haere kynderen alleen meesterse ende regierster sal blyven , die oock nae haeren doot sal erven op haere voorsz. dochters, elex in gelycke portien,. mits dat sy luyden haer eerlyck blyven dragende, ende in de catholycke religie opgevoeydt worden, anders degenen, die haer on- eerlyck droegen, ofte buyten haere naeste vrunden raidt haer mishylickte, die soude van dese maecke vervallen syn, ende haere portie comen op haere andere susters, die haer wel ende eerlyck droegen, dan oft geviele, dat yemant door Godts inspiratie genegen waere in een clooster te gaen, dat men d'selve met behulp van myne executeuren daertoe helpt met de penningen, haer hier boven gemaect, tvvelck is de beste, ryckste ende salichste bruyde- gom, ende men en moet syn beroep niet wederstaen, ende sal dese gifte dnyren van Maria tot haere kynderen ende descendenten in den vierden grade voor den genen, die bun, als voorzeyt is, wel dragen, omme by hemluyden elex haer leven lanck geduyrende jaerlicx ont- fangen te worden van. de genen, die d'administratie hebben sal van myne goederen, ende daernae weder comen volgende myne wterste wille. XXXV.
Noch soe tmitere ick testatoer by forme van legaet, jouffrouw Alidt van Renesse, wedur
we van sa. jor. Jan vanOostrom, van het restoir van hondert gulden ende het verloop van dien, tegens lyfrenten. lange jaeren verlopen, ende nyet min als de hooftsom, als ick vooi |
|||||||
87
|
|||||
den voorsz. Oostrom borge was aen den advocaet Vianen, ende hebbe die hooftsom afge-
lost, ende alle de renthen betaelt met veel oncosten, om het verwoeren van dien g'exbur+ seert, ende dit in consideratie, dat ick somtyts int vervolgen van syn affaiien, hoewel so- ber, eenige honorarien ofte prouffyten macli genoten hebben, ende die fortune hem], nae- maels qualick beeft gedient, om myn biervan sonder Iesie contentement te cunnen doen, soe schelde ick tselve quyt voor baer ende baeren erfgenamen. XXXVI.
Item, noch soe geve ick de voorsz. jouffrouw Alidt van Renesse seckere obligatien, op haeren man ofle kynderen spreckende, te weten, alle d'obligatien, rentebrieven ofte con- tracten , daervan eenige syn van importantien, die ick op hem spreckende hebbe. xxxvir.
Item, alsoe eenen Marten de Leeuw, vicaris S.Jans, my jaerlicx respondeert een renthe
van veertien gulden, ter oorsaecke van penn., die ick hem in syn nootdruft ende studee- ringbe tot cledcren, boeken , gelt ende andersins verstreckt hadde, ende dese renthe ge- ypotequeert hceft op verbonden landen (soe ick meyne in Reyerscop), onder de gemeene erfgenamen van de vader van Jan Gysbertsz de Leeuw, in verbont vorder gestelt syn ende ge- houden, soe ist, opdat nyemant door my soude beswaert blyven, oft dat ick oock andere luyden goederen nyet en affectere, dat ick dese renthen geve ende resignere op de naeste erfgenamen van sa. Jan Gysbersz voorsz. hem van ter syden bestaende, dewelcke desen on- derpande nae rechten soude competeren; ende alsoe ick noch hebbe een renthe van seven gulden twaelf stuyvers sjaers, my by den voorsz. Marten de Leeuw, door oorsaecke als bo- ven, mede verplicht voor de stadt Utrecht op een huys, staende in de pottestraet, eertyts behoort hebbende Claes Gysbertsz de Leeuw, op welcke huys (soe ick verstae) veele recht pretendeeren, soe wille ick, dat dese renthen mede succederen ende genieten sullen de bree- ders ende susters van Jan Gysbertsz de Leeuw, ofte, gebreeckens haer, haere kynderen in de plaetse. XXXVIII.
Voorts is myn wterste wille, dat alle de vordere goederen, die ick sal comen nae te lae-
ten, boven d'genen, daervan ick in desen specialick gedisponeert sal hebben, te samen nae d'expiratie der bovengesz. lyftochte, mede ontfangen sullen worden by den genen, die ick den ontfanck mynre goederen hiervoor bevolen hebbe, die de vruchten van dien jaerlicx euiployeren sal tot behoef van den armen der voorsz. kerckc , ofte andere huysarmen , daer het de hoochste noot sal vereyschen , inganck nemende ter expiratie der voorsz. lyftochte, ende geduyrende ter tyt toe, dat de oude catholycke religie weder binnen Utrecht open- baerlick gecixerceert sal worden , van welcke tyt af deselve vruchten van dan voortsaen jaer- licx altyts geemployeert sullen worden tot behouf van soe veel arme studenten, als men daer op jaerlicx sal cunnen onderhouden. XXXIX.
Ende belangende myne meubelen, gout, silver, gemunt ende ougemunt, daervan in dese
codicille nyet gedisponeert en wordt, clederen, clenetten, huysraet, juwelen, tinnen, lin- nen , coperwerck, yzerwerck, houtwerck, bedden, ledicanten, stoelen, cussens, deckens van allerley soorten, sal het gebruyck van dien blyven by myne voorsz. tochtersse, omme die sonder yemants becroynige te gebruycken , haer leven lanck geduyrende, nae lyftochte rechten, alsoe wel het linnen als yet anders, dat met gebruycken verslyt, sonder yemant \an sulcx reckening te geven, vorder als inventaris aen haer mede executeuren, alsoe sy de- selve meubelen mede heeft helpen veroveren ende bewaren, wair over ick oock wille (sulcx redelick is), dat zy boven al tgene , dat sy daer selfs inne gebracht heeft, genieten sal ruytn |
|||||
83
de rcchte helfte lot haer voile benoegen, sonder yemanls wederseggen, ende alsoe zy ver-
scheydc stucken van huysraet in mynen boedel heeft gebracht, soe sal sy tselve nae myn overlyden absolutelick op haer verclaeringhe by waerheyt nae haer mogen nemen, dan wes r.y van myne voorsz. meubelen ofte roerende goederen, huysraet etc., nyet en behoeft ofte gcmissen can , sal sy wechdoen ende vercopen , tot rasscher bevrydinge ende ontlastinge van myne schulden, om myn conscientie in sulcx vroeger te mogen bevryt worden, maer sul- cke behoeftige lasten nyet gevonden vvordende, sal dan die cooppenningen, hier van comende, met advys van de andere executeuren beleggen op vaste renthen, om haer lyftocht ende myn nagelaten staet eyntelick mede tot behoefF van den armen te verbeteren, daer ick be- geer, dat zy naer verrnogen, a]s mede executoresse, ter liefde van Godt de handt sal aen helpen houden, dan nae haeren doot begeer deselve meubelen ten hoochsten oirbaer by myn executeuren, ofte die de administrate mynre goederen dan hebben sullen, vercocht te wor- den, ende oft gebeurde, dat sy haer nae mynen overlyden ten huwelick begave, soe sal sy iu sulcken cas gehouden syn voor haer lyftochte te stellen suffisante cautie. J-i A*
Aengaende myne boecken, ende cassen daer inne deselve geset staen, versoecke ick, dat
de heeren van aen capittele van S.Jans t'Utrecht daertoe na mynen overlyden een plaetse willen verleenen , omme deselve bewaert ende naderhant geemployeert te worden, sulcx ick hier nae, ofte onder myn handt ofte andersins disponeren sal, ten eynde haer E. het ge- bruyck hiervan onder inventan's hebben mogen ende deselve oock behouden, ingevalle de hibliothecque int clioor staende hun onttogen ofte elders verset wierde, tot een begin van een nieuwe bibliothecque, vermits de voorgaende, die geheel schoon was, by het distrueren der kercken vernielt is. XLI.
Maer myn brieven ende pampieren, goet ende quaet, hoe die syn, (wtgesondert die in
archivis van de kercke sintJans, als boven verhaelt, gestelt sullen worden), vvil ick, dat blyven sullen onder die bewaernisse van de lyftochtersse, ende dat nyemant anders buyten haer consent eude bywesen daertoe acces sal mogen hebben, ende sal wt dieselve, die noch enicherwys mochten te passe comen, in processen ofte andere affairen, byeen sluyten in een van myne coffers, ende die reste nyet importerende in een ton, ende nae haeren doot sul- len deselve (wtgesondert deprincipalen, die in de cassen in archivis voorsz. bewaert sullen syn) bewaert worden by Maria, huysfrouw van DavidtGysbertz vanMathenes, ofte een van hare kynderen , die daertoe de bequaemste sal syn. XLII.
Aengaende myne schulden, restanten van pachtcn, renthen ende andere lopende schul-
den, obligatien, actien, liquyt, illiquyt, daer ick niet van gedisponeert en sal hebben, be- geere, dat den ontfanck van desen oock sal wesen by myn voorsz. tochterse, omme daer mede te betalen alle myne deuchdelycke lopende schulden, soe verre die strecken sullen, doch alles, daert noot is, met kennisse van de andere executeuren, dan die doodschulden sullen betaelt worden by myn exr van de kercke wt die jaeren van gratien ende andersints, van die geestlicke goederen noch resterende, die tot synen ontfanck doch staen sullen, onder staet van reckeninge daervan te leveren, ende van dese inschulden voorts te handelen, als boven van de meubelen geseyt is. XLIII.
Executeuren van dese myne wterste wille maecke ick vooreerst Frederick Monier, als ca-
nonick S.Jans t'Utrecht, myn neve, om met syn persoon te voldoen de statuten ofte ge- woonten der ecclesien, dat men tot executoir een wt den capittele, daer men syne prebende |
||||||
80
|
|||||
obtineert (om niet vcrstaen te worden ongetesteert gepasseert te syn) moet stellen ofte no-
mineren, die sorcli moet dragen ende goede opsicht hebben, dat die vruchten van die jae-
ren van grade lopende ende resterende, wel worden geindt, ende mit alle voergaende came-
raers de sloten van haere respective reckeningen te besien, ende dat door dese trouble jae-
ren van veel verlopen jaeren herwaerts, al waert dertich jaeren; item of yemant sustineerde
van myn noch yet te competeren, wel te doorsien met wat goede titule hem met recht al-
sulcx toecompt, ende sulcx oock doende van alle andere actien, die buyten het capittele
mochten gemoveert worden, altoos willende, dat sorch gedragen wordt, dat myn conscien-
tie nergens in beswaert en blyve; item oock mede t'ontfangen alle de resterende vruchten
mynre decanye, personaetschap ende van alle andere geestel. vruchten, om dat deserve over-
lopende vruchten gecmployeert mogen worden, ende nae de intentie van dese myne dis-
positie, ende sal tot mynre gedenckenisse daer voor hebben myn groote signeth ring, ende
den grooten macr geborsten torkoys, myn aengekomen van de heere domdeken sa. Duven-
voorde; dan of de voorsz. Monier voor my quame aflyvich te worden, omme de voorsz.
gewoonte der kercke te voldoen , nominere ick als dan in syn plaelse lot executoer jo". Joost
de Voocht van Rynevelt, oock canonick aldaer, die voor syn moeyten sal hebben de gewoonl.
leges, sonder rouwclederen.
xliiii.
Omme dan voorts tot goede executie te vorderen alle myne andere goederen, hetzy dan
geestel., weerlycke, voerende ende onroerende meubelen, etc. nominere ick tot executeresse jouffrouw Mechtelt van Hackfoort, die ick de lyftocht, als boven verhaelt, gegonst hebbe, by welcke ick wil, dat blyven sal de voile administrate, in aenschou, dat sy doch de lyf- tocht daer aen heeft, sonder yemants gehouden te wesen reckeninghe dnervan te doen, want ick haer in alles deur getrouwe experiencie volcomcn geloof geve, daer elcx mede moet te vreden wesen, ende sal hebben voor desen dienst een van myne ringen, die sy verkiesen sal, een porcelain ende een van de glaeskens met silver; ende soe dese myne executoresse, als een vrouwspersoon wesende, swaricheyden mochten gemoeten, soe nomineere ick noch neffens haer tot executeur den hoochgeleerden in de rechten Mr. Pieter van Weede, advocaet voor den hove van Utrecht ende advocaet vant capittel van S.Jan, die my sulcx nae myn beste onthout eens belooft heefl, hem in sulcken cas gevende tot mynder memorie een sil- vere schael, andersints^ begeert syn E. het executeurschap nyet t'ontfangen, ende van anderen beraidt mach geworden syn, dat hy dan verwillicht wordt raidtsvrundt te bjyven, ende dit om een redelyck loon (aengesien het ovevloop den armen sullen hebben), ende daer by een memorie van my, ende sal Monier, myn neef, als executoir mede tot alle behulp gebruyct worden, belastende alle myne executeuren myn hangende processen te vervolgen ten wteyn- de toe, sonder dilayen te nemen, ten waere sy by accoort rust «nde proffyt vonden. XLV.
Ende nae den overlyden van de voorsz. duvagiere ende tochtersse, so nominere ick nu voor alsd an tot myne executoirs, twee wt den capittele van S.Jans t'Utrecht, die by de hee- ren deken ende capitularen in der tyt als dan daertoe gestelt sullen worden, die (als boven art. IX. geseyt is) tot myn secreet casse ende brieven, die in archivis gestelt sullen worden, acces hebben, ende alle myne goederen regieren ende administreren sullen, mits dat t'eyn- den den overlyden van een van deselve altyt by heeren deken ende capittele van S. Jans t'Utrecht in der tyt een ander in syn plaetse wt den capittele gesurrogeert sal worden, wel- cke executoiren tot den ontfanck ende innecomen van myne goederen, volgende'tbovengesz. art., committeren sullen den secretaris van den voorsz. capittele in der tyt synde, omme alle mvne iaerlicxse renthen ende pachten te ontfangen, ende daervan ter goeder tyt te betalen 'II. 12 |
|||||
90
|
|||||
ille de pensienende jaeilicxse renthen, die ick hier bovea gelegateert hebbe, ende t'eynden
den overlyden van de voorsz. respective legatarissen, ende den genen, die ick hemluyden elcx gesubstitueert liebbe, ofte by gebrecke van denselven, mitsgaders oock alle de vruchten, die boven de voorsz. gelegateerde lyfpensien by slote van reckeninge jaerlicx overschieten sullen, te leveren in handen van de voorsz. gestelde executeuren, omme by heml. conform dese myne wterste wille geiimployeert ende wtgereyckt te worden ten beboeven van den ar- men in de kercke van S.Jans voorsz., daer inne ick wille, dat altyt geprefereert sullen worden de genen. die van mynen bloede sullen syn ende tot armoede gecomen mochten wesen, waervan de voorsz. secretaris in der tyt geloont sal worden, als voren geseyt is, daer nae men hem voorts in alles reguleren; ende bysonder sullen de executeuren goede op- sicht nemen, dat de afgeloste capitalen telckens wedcr op goede vaste renthen beleyt mogen worden , daer men des seeker wesen sal, ende wel toesien, dat d'aclmissen van den voorsz. armen Wt myne goederen jaerlicx worden gedistribueert sonder respect van personen, altoos, dat men de genen, die catbolyck syn, daer nyet buyten en sluyt ofte verby en gaet, maer dat men hemlnyden, vermits sy overal vergeten worden, voor anderen daer in prefereert, want al de- volveert van overgespaerde geestelicke goederen, behorende aende catholycke roomscbe kercke. XLVI.
Voorts is myn wterste wille, dat oftgebeurde, dat de voorsz. legatarissen ende haere de-
scendenten, die ick bier boven metlegalen gebonoreert hebbe, tot in den vierden grade in- cluys toe, ofte eenige stroncken ofte stammen van dien waeren overleden, sulex, dat eenige der voorsz. legalen ende jaeilicxse pensien in haerluyden regardt quamen te cesseren ende aen de voorsz. executeuren vervallen waeren, ende deselve yemandt van haeren bloede had- den acbtergelaten, diehun naest aen den voorsz. vierde grade in linea recta bestaende waren, ende dat deselve personen hun eerlyck droegeu, ende de voorsz. legaten tot haer onderhout van noden badden, soe sullen die voornoemde executoeren soodanige personen in des overledens i)laetse mogen versien met soodanige pensie, als die lest overledene by syn leven genoten hadde. XLVII.
Revocerende voorts ende wederroepende mits desen alle andere voorgaende testamenten , co-
dicillen, giften, legaten ofte maecke, Aoor dato deses by my soo voor den gerechte van Wour- den, notaris ende getuygen, als andersints in eeniger wyse gepasseert ende gedaen, houden- de alleen van waerden dese myne dispostie ende anders geen, wtgesondert de acten van lyf- tochten ende tgene daer aeu dependeert, mitsgaders of in voorgaende dispositien, codicillen, testamenten of donatien, tot naerder interpretatie ofte verlichtinge van dese myne finale in- tentie yet mocbte bevonden worden tot yemants behoef, ende dat tselve desen nyet expres- selick es conti'arieerende, dat by myn executeuren daer op mach worden geleth ende vordcr nyet, wesende alleen tot dien eynde noch ongeraseert onder my gebleven. XLVIII.
Ende oft gebeurde, dat ick noch hier nae yetwes buyten deze codicille oft dispositie apart
maeckten, nae ofte ter seyden dezen innestelden ofte eenige andere woorden tusschen de re- gulen stelden, twelck can gebeuren, als door haesticheyt vergeten ofte versuymt synde, ofte om den sin te corrigeren , alst by myn eygenharidt, ofte door myn beveel by een legael no- tary's geschyet, soe wil ick, dat tzelve sulcken cracht ende effect sal sorteren, als oft wel in den text gearticuleert stonde ofte geinsereert in dese myne dispositie, als oock oft yet bevon- den worden wtgedaen , dat de sinnen soude schynen te veranderen, daerop en sal nyet wor- den geacht, als ick by myn handt ter syden daervan bekentenisse maecke. XLIX.
Reserverende des niet te mia desen te mogen wederroepen, veranderen, vermeerderen T ver-
|
|||||
91
minderen, soe my des believen cnde goetduncken sal, biddende myn heeren vanden capittcle
Van S. Jans, dewyle syl. doch alle myne executeuren nyet wesen cunnen, als opper-executeuren ende patronen van den overleden, die niet sprecken noch haer selfs defenderen en cunnen, haer authoriteyt hierby te willen vervoegen ende interponeren, ten fine, dat dese myne wterste wille (soe die doch ten eynde den armen is raeckende) tot syn behoorlicke executie sonder versloffin- ge wel gedirigeert worden, alst naer rechten ende costuymen der vyf kercken nae ouder ge- woonte ende andersins best vermach, ende emmers nyet na en laten te vervorderen, aensien- de, soe geseyt is, dat het overloop by den armen tsynre tyt genoten sal worden, ende daer- om het cleyntje, dat ick tot memorie der kercke sy latende, oock nyet en versmaden, haei hartelick biddende, als oock de heeren vande andere collegien , daer ick dear Godts gratie d'al- deroudtste van jaeren, in possessie al ecnigen tyt van ben geweest, out synde jaeren : voorts alle inwoondeis ende borgeren deser stadt, mitsgaders myn bloetbewanlen ende alle
die van myn jfamilie, ende andere, my te willen vergeven, daer inne ick yemant van henl. met woorden ofte wercken geoffenseert ofte quade exempel gegevcn bebbe, twclck ick ver- claere myn van harten leet te wesen, ende begere vergiffenisse van Godt ende henluyden, biddende anderroael die van myne bloetvrunden ende buysgesin liefde ende eendrachticheyl te onderhouden, ende den anderen te behelpen ende voor testaen, ende ofte yet goets (dat leyder weynich is) by my mocht gedaen syn, te willen uavolgen, ende die reste (aengcsien wy alle sondige menschen syn) yergeten, henluyden verseeckerende, als ick tot meer plaetzen ver- maeut hebbe, al ist mogelick dat yemant meer van my verwacht hadde ende vrouger te ge- nieten , verstaen moeten, dat hier aldus by my gedisponeert staet, gedisponeert te wesen door dwangh mynder conscientie, met hartelick vooibidden aen den heyligen Geest my te willen instorten, alsulcx alst den Almogenden , die't al gegeven heeft, aengenaemste ende myne armc siele tot hoochste salicheyt soude slrecken, daermede seggende yegelyck adieu, adieu tot indei ceuwicheyt, daer wy den anderen, met Godts gratie ende deur syn heylich lyden , wedev in vveuchden sien sullen, LJ alien bevelende middelietyt onder syn heylige protectie blyvende, de vier wtersten , ende mynder in u gebeden gedachtich, ist huyden myn beurt, morgei: salt den uwen wesen, daeron, leeft als ghy sterven wilt, by tyts doende of latende, dat ghy stervende gedaen oftegelaten soudt willen hebben, gedachtich, soe voorseyt, de eeuwicbeyt. die onbegrypelick, stervens, dat soe seeker is, ende daernae de sententie Godts op de eeuvvige glorie ofte verdoemenisse, die onwedenoepclick is, ende gedenckt toch den armen, dat sy 11 patronen, als de sententie gaet, mogen wesen, die aelmissen blust de sonden, als het water bet vier, in memorie houdende die woorden, die by den Salichmaker sullen gepronuncieert worden: ick hebbe naeckt geweest etc., ende dat veersken Davidts: beali, qui intelligunt su- per egenurn elpauperem in die mala liberabit eos Dominus, daer den boom valt sal die bly- veu in alle eeuwicbeyt; vergeet oock nyet Godts heylige moeder ende alle Godts vrundeu tc bidden, dat sy willen intervenieren aen den soeten heere Jhesum Christum, om syn passie, te willen mede onsen advocaet wesen aen syn hemelschen Vader voor ons, o aeternitas! oaeternitas! nu derdemael biddende, om het lyden Godts , dat groot ende onbegrypelick is geweest, ende een yzeren hard t soude ommekeeren, dat elex, wie desen aengaen mach, willen gerusl wesen, aen- siende, dat ick myne conscientie soeke te suyveren ende de armen mede te deelen, biddende dat hem elex wil becommeren , dewyle dat sy den tyt der gratien hebben, tot Godt te bekeren ende lief t'hebben, die ons alle soo lief gehadt heeft, ende danckbaer syn met wederliefde voor soe veel weldaden, ons vertoont, ende sorge dragen, op die blote knyen biddende, dat wy met geen ketteryen ofte valsche opinien in de schrift verwert en blyven, gelovende dat die heylige kercke gelooft, ende laet ons doch Godt soe vresen, dat wy niet te seer op syn genade en sondigen, onse verleden sonden beschryen, die aenstaende schouwen, die gram- 12*
|
|||||||
«
|
|||||||
n
|
||||||
scbap Godts keeren, opdat hy ons nyet geheelyck en verlaet ende verwerpt onder die macht
der Heydenen ende Turcken , want Let can ons gebeuren gelyck de Grieken, ende die van Asien ende Afrycken , twee deelen der werelt, alsoe wy niet heyliger noch machtiger en syn, als die eer- ste, dieprincipaelste, heylichstc ende devootsle Christeneusyngeweest, sy syn verlaten om haer sonden, ende dat sy doorgrooteonstantvasticheyt gaerne aenhingen die ketteryen, wy sien toe (met het selve sop overgoten) dat wy oock die gramschap Godts nyet en verwachten, wy ley- den vast onse dagen met lusten, ende op een ogenblick dalen wy ter hellen, daer geen order en is , maer confusie, aller eysselicke schvick, weenen ende scnreyen, knerssen der tanden, och of wy het lytl. verstonden, dewyle het licht noch met ons is; Godt heeft die sonden soe hooch geacht, dat hy die aen syn selver liever gestraft heeft, het misdaet van Adam, dandeursya rechtveerdicheyt ongeslraft te laten, daerom moeten wy wel schrick hebben, dat geen doot- sonde in ons wortelt, wy sullen alles vermogen in die geen ons versterckt nemende, een vast betrouwen, Godt onse vader en sal ons dan nyet verloren laten, beminde; en laet u niet verwon- neren, dat ick dus schyne,te divageren, het hart is my vol daer af, om van de mynen met desen oorlof te nemen, alleen incluserende tot eendracht, haer sonden tebeclagen, ende de- selve met aelmissen te blussen, haer vier wtei'sten te gedencken, voormyn, arme sondige men- schen , gestadich te bidden, ende by tyts doen, dat zy stervende gedaen wilden hebben. Ende was onderteycken t: Johan VAN Renksse , lager stondt: in myn presentie, J. V.D. Cloes , not. publ. Op huyden den twaelfden dach septembris des jaers xvic. ende achtien, ten seven uren des
avonts, compareerde voor my Johan vander Cloes, openbaer notaris, by den hove van Utrecht geadmitteert, ter presentie van de getuygen nabenoempt, den E. heere Mr. Johan van Re- nesse, deken ende canonick der kercke van S.Jan t'Utrecht ende persone des personaetschaps van Goylant, dewelcke my notaris en der voorsz. getuygen exhibeerde dit tegenwoordich quoyer, verclarende, dat syn Ed. Eerw. daer inne in achtien ende een half voorgaende bladeren, door handen van my notaris, wt syn Ed. Eerw. monde hadde doen beschryven een codicille ende wteiste wille, gemaeckt in craclite van octroye'shoofs van Utrecht, in den text deses wtge- druckt, ende dat tselve was syn Ed. Eerw. leste ende wterste wille, tvvelck syn Eerw. wilde ende ordiueerde, dat nae syn Eerw. overlyden in alles sal worden uaegecomen ende achter- volcht, als codicille, gifte maecke onder de levenden, ofte wt saecke des doods, ofte eeni- ge andere ordinantie ad pias causas, ofte andersints sulcx tselve best subsisteren ofte effect sorteren sal mogen, nyet jegenstaende ofte hier inne eenige solemniteyten van rechten geo- mitteert mochten syn, op alles die goedertieren rechten implorerende, versoeckende vant gunt voorsz. is acte. Aldus gedaen t'Utrecht, ten huyse van de ed. eerw. heere Testateur, ten overstaen van Mr. Willem Acrynsz vander Goye, vicarius S. Maryen t'Utrecht, Mr. Ever- hart vander Schuer, advocaet 's hoofs van Utrecht, ende Hendrick Dircxz van Slewyck, bor- ger te Utrecht, getuygen , hiertoespecialyck versocht, die desen met den heere testateur ende my notaris onderteyckent hebben, ten dage voorsz. Ende was onderteykent: Johan van Renesse , Willem vander Goye , Ev. vander Schuer ,
Hendrick Dircksz van Slewyck t J. vander Cloes, notspub.
|
||||||
--------BM^S^HS^^^^f^*®^^
|
||||||
STUKKEN
BSTRITfEKDS DR OVERGAVE TAR
AMERSFOORT
*EH DEH KEY8ERL. GERERAEL
HONTECUCULI,
in 1629.
|
||||||
I. L. tan DAM aan ANTO. MATTHEUS,
29 spt., 1692. M T N B E S R 1
Ue. heeft my, onlancx nae Zeelant gaende ende aen den Uythoom malcanderen ont-
moetende, gelieven te communiceren, dat UE. besich was met het maecken van een be- schryvinghe, ni fallor, vande stadt van Amersfoort, ende dat daerin, onder anderen, mc- de soude comen t'influeren 't gepasseerde in't jaer 1629, ende vervolgens t'vragen, of ick oock eenighe papieren of bescheyden onder my soude moghen hebben, die saecken ende gelegenheden enichsins concernerende. Ick hebbe dan, t'huis gecomen synde, dat maer drie a vier daghen is geleden, nagesien, wat ick daervan soude mogen vinden, specialyck 't gene myn vader za. soude kunnen raecken, waervan UE. geliefde mede ten goede ver- manen te doen. I. Belaugende dan het laetste, is my in handen gevallen een vidimus, ende waervau ick
d'originele mede onder my hebbe, daerin UE. de gansehe toedracht van saken, dien voor- val rakende, zal vinden vervath. II. Ten anderen, een resolutie, byde heren gedeputeerde staten den 22 spt. 1629., ge-
iiomen op het request, gepresenteert door Willem van Harteveld, Mr. WillemvanDam ende Peter de Goyer. III. Tenderde, een request ende appoinctement van haer E.mo. vanden 31meertl63l,
waerby de heeren staten de supplianten, daer in vermelt, stellen in soodanighen slaet, tiabiiiteyt ende vryheyt, als zy waren voor date vande sententie vanden raet van staten. |
||||||
94
IV. Ten vierde, copie van cen brief, doer myn vader aen myn oom zaliger geschreven
den 8. aug. 1629, met een gelyke copie van een verclaringe vande magistraet van Amers- foort, in date den 4. aug. daer te voren, behelsende de voorsz. brief een omstandich ver- hael van 't voorsz. gepasseerde , ende een justificatie van 'tgeen myn vader za. werd nae- gegeven. V. Ten vyfden, copie van een resolutie van liaer Ho. Mo. vanden 18 fbr. 1631, waer-
by de sententie vanden raet van staten teghens den beer van Dorp, geweest synde comman- deur binnen Amersfoort, gealtereert ende genoecbsaem verriieticht. VI. Eindelyk ende ten sesden, een originele resolutie van de opgemelde lieeren gedepu-
teerden , date 2 fbr. 1631., houdende een seer bonorabel afscheyt, door de selve aen myn vader saligber gegeven , nae een twee ende veeitich jarighe dienst aen de provintie gepraes- teert, met verclaringbe, dat deselve haer daer voor aen zyn E. vondt verschuldigt. Ick zende alle de voorsz. papieren ende bescheyden, off bet saeck waer, dat UE. zich
daervan naer goetvinden moghe bedienen, off dat die in't een of ander eenigh licht soude kunnen geven. Ick hebbe gelieugenis, dat, moghelyk inde twintich jaren geleden , my in handen is ge-
geven een beschryvingbe, off historisch verhael, mede vande stadt, zoo myne memorie niet manqueert inde latynsche tale, die my naderhant weder is afgehaelt, doch teghenwoordieh onbevvust, wie den autbeur soude moghen syn geweest. Oock boude ick, dat myn vader zaligher noch all 't een ende ander sal hebben gehadt;
daervan UE. sicb zoude cunnen bedienen, maer door de ongemacke vanden tydt int jaer 1632., syn seer vele patnpieren ontduystert of soeck geraeckt. Ick hebbe voor desen ge- hadt de namen van alle de rcgenten , door de welke eenige honderde van jaren de regie- ringh aldaer is bestelt geweest, doch was defectueus. Oock heb ick daerna gesocht, doch niet kunnen vinden. Het zoude kunnen wesen, dat ick die yemant heb geleent. Zoo UE. begeiich soude moghen wesen die te hebben, ick sal naerder ondersoeck daernadoen. Oock geloof ick, dat ick UE. zoude kunnen bestellen eenighe papieren, rakende bet recht, dat de stadt pretendeert te hebben tot het bestellen van haer eyghen magistraet, neffens ver- der gerechticheden, daerin sy sustineert door de stadt van Utrecht benadeelt ofte verkort te woi'den. Moghelyk, dat deselve UE. oock al sullen wesen ter handen gestelt. Wanneer UE. sich van dese pampieren sal hebben bedient, versoucke, dat ick deselve wederoni sail moghen becomen, of dat die worden weder behandicht aen myn neef, den advocaet van Leeuwen, door wien UE. dese staet te geworden. Soe UE. iets verder sou gelieven te re- quireren, off in t'een of t'ander nader geelucideert te wesen, gelieft het maer aen hem te seggen off op te geven. Ick sail in alle manieren trachten , voor soe veel myn kennisse ende memorie soude moghen toedraghen, UE. daervan te berichten , off hetzelve te suppedite- ren, alsoe het soude kunnen wesen, dat ick hier off daer onder enighe oude papieren noch ietwes soude kunnen vinden. Nadat ick in die stadt niet alleen ben geboren ende opgevoeth, maer mede van enighe
honderde van jaren afkomstich, dat ick selfs noch enighe leengoederen op Isselt geleghen, niet boven een quartier uure vande stadt, possidere, die vant jaer 1328. aff, moghelyck noch langher, onder onse familie syn geweest, ende waervan ick de bescheyden onder my heb- be, ben ick noch te meer tot die stadt geneghen, oock bereyt deselve in voorvallende ge- legenheiden, nae myn geringhe vermogen, dienst te doen. Ende is vorder in cas subject aenmerckelyck, dat onder anderen daer mede syn geboren ende voort afcorasticb. de heren Mrs PaulusBuys ende Jan van Oldenbarnevelt, dewelcke nae den anderen becleet hebben |
||||
95
|
||||||||
de funclie van advocaten, gelyck men deselve toenmaelsintituleerde, van Hollant ende Wesi-
vrieslant. Ick verblyve, nae aenbiedinghe van myn dienst,
Mynheer!
UE. oetnioedighe dienaer,
In Amsterdam, L. tan Dam. den 29. Sept., 1692.
|
||||||||
II. Naecte ende waeracutige verkxaringe by leven ende sterven,
gelyck ick voor Godt wil verantwoorden. Nae dat den vyant over d'Yssel was gecomen, ende wy daer wisse tydinge van hadden
ontfangen , bebben met den raedt alle mogelycke devoir gedaen , omme de stadt te verse- kei-en, committerende den 25 julii den burgemeester deGoyer ende Westrenen naer Utrecbt ende Amsterdam, die in 't vvedercomen rapporteerden, dat de staten van Utrecht gantsch geen staet en maeckten om Amersfoort te defenderen, oock plat afsloegen de lantwceringe, by haere gecommitteerden des jacrs te voren by haer afgepaelt, by der bant te nemen, maer dat sy geresolveert waren de Vecht, vande Vaert af tot de Zuyderzce toe, te doen stercken ende afgraven ; dat daerna wederom gecommitteert zyn de burgemeesters vanDam ende de Goyer, aen de voorgemclte staten van Utrecht, ende naer ernstige ende veelvoudige in- stantien niet anders aldaer hebben becomen, als de voorgaende, maer ter contrarie wort by de staten sterckelyck aengehouden, dat men de granen uyt Amersfoort ende 't gansche platte lant binnen Utrecht soude brengen, gelyck dien volgende missive alomme geschreven is; Resolveeren voorts met eenen den Grebbendyk door te steken, die Amersfoort ende 't gansche platte lant te doen overvloeyen, omme den vyant den intocht naer Utrecht te beletten , volgens de missive van datum den 10 julii, onder my berustende, doch also den Rhyn niet so hoogh en was en , conde niet opereren. Syn daerna de voersz. burgemeesters van Dam ende deGoyer gecommitteert, om aen syn Excellence troost te soecken. Daer oock weynich van quam anders, als dat wy oris souden ontblooten van granen, die de vyant anders apparentelyck na Amersfoort souden locken, ende by haer Ed. naer lange discouis syn wel- gemelte vorstelycke Doorluchticheyt gevraecht synde, hoe sy haer souden dragen in cas de stadt van den vyant belegert mochte werden, die haer antvvoorde : waert ghyluyden sol- daten, ick soude seggen, vecht, dat ghij barst, maer nu syt ghy burgers, met enen syne schouderen treckende, ende genoechsaem verclarende, dat men naer een goede uytcomste moste sien. Alle welcke rapporten by enen stercken ende besonderen eedt, by my den raedt afgonomen, belooft syn secreel te houden, omme de gemeente, die wy wisten tot de uytvoering nimmermeer te sullen verstaen , niet tot alteratie te brengen. Daer naer door lange ende ernstige aenhouden is geresolveert, de lantweeringe by der hant te nemen, doen de vyant al veertien daghen op de Veluwe geweest hadde, ende wel in defensie had cun- nen sien, so men die op ons eerste versoeck begonnen hadde, ende also dat werck slappe- lick voortginck, doordien men bet werck omtrent Utrecht principalyck bevorderde, so kon- den wy wel mercken, alhoewel wy het niet en dorsten lateti blycken, dat der stadts saken slecht souden staen, indien den vyant intochtbestont te doen. So ist gebeurt, datsaterdachs omtrent 4 ofte 6uren, voor de belegeringe in den Doelen aengecomen syn, neffens de heere van Hoist ende Golsteyn, de burgemeesters Overlander ende Oetgens van Amsterdam, neffens noch een gecommitteerde, my onbekent, die datelyck my lieten halen, ende ick by haer |
||||||||
-
|
||||||||
96
|
|||||
ild. gecomen sjnde, vraechden my, hoe veel goyers dien dach op't werck vande lantweeringe
gecomen waren. Waerop ick antwoorde: omtrent zesticb. Ende doen seyden syluyden: daei souden, so wy meynden, zeshondert wesen. Uyt helwelck ick occasie nam te verhalen, dat de lantweeringc voor ons maer een quaet toevei'laten was, ende hiernae tot prejudicie vande stadt soude cunnen gedienen, ende dat men, om de stadt te beschermen, andere middelen by de bant moste nemen,'die ick eensdeels noemde. Waerop my daetlyck by de heere vaiulerHorst geantwoort wierd: wy comen bier, om u dese ketterye uyt bet booft te pree- cken, maer bebben ander last, om u voor te houden ende raden een andere wecb integaen, welcke is, dat gby laet uytvoeren alle uwe overvloedige provisie van koorn ende diergelycke, daer den vyant meest bet oogb op beeft, daerom laet u raden, my met eenen exhiberende de resolutie, dien voormiddach inde statencamer genomen tot Utrecht, waerop ick datelyck den deurw.ierder sont naer burgemeester de Goyer, also van Dam buyten by net werck ge- reden was, tegen welcken int incomen ick seyde: confrater, iiier wort het leven ende alle bulpe afgeseyt. Daerop de gecommitteerden terstont seyden: burgemeester, gby moet dat so niet nemen , wy willen u nocb alle hulpe ende bystant doen; met diergelycke scboone ■woorden, ende also de saeck, daer sy om gecomen waren, worde gerepeteert, alsmede we- derom een balve uyre daerna, als de burgemeester van Dam aengecomen was, ende wy ter contrarie persisteerden op bulp ende assitentie van volck ende ammonitie, voorstellende de swaricbeyt, die wy vonden int uytvoeren vande granen, ende dat wy met tweeduysent man onse stadt boopten te defenderen; waerop geantwoort worde: met geen drie- ofte vier- duysent man dese stadt te kunnen defendeert worden, ende Golsteyn met befticbeyt uit- barstende, met geen vyfduysent man. Eyndelyck wy siende, datse met de resolutie voort wilden, bebben ons moeten gesedicbt stellen ? ende ben ick dienvolgende vertrocken, om den raet te doen laden ende prepareren, latende d'andere twee noch wel een uyre by de voorsz. gecommitteerden; ende also wy dacrna dese sake in den raet voorstelden en gaf al- daer geen cleyne akeratie; nocbtans, omdat wy sagen, dat bet niet anders wilde wesen, deden ons beste om den raet daertoe te bewegen, dewelcke genoeebsaem consenteerde, als geen uytcomst siende, resolveerden, dat men de heeren gecommitteerden soude doen ver- soecken, om op het stadtbuys te comen, om aldaer ordre te beramen, hoe men d'uytvoe- ringe best ende raet de minste confusie soude beginnen, committerende tot dien eynde na den Doelen den burgemeester van Dam, die, daer comende, verstont de heeren voorsz. al verreyst te syn, 't welck by ons vernomen synde, bebben datelyck den brief, ofte wel eer een pvotestatie, na Utrecht gesonden, die ons daerna in ons particulier veel waert soude bebben geweest, indien onse ricbters niet lange te voren, ofte door die generale verbaesthe- den ende quade opinien, ofte door quade ende valscbe rapporten ingenomen synde, een vooroordeel hadden gevelt, ende daerby partye ongeboort ende sonder defensie ten eynde toe hadden gepersisteert. Op welcken brief des sonnendaebs s'avonts aengecomen syn, als ge- committeerden vande staten, den ontfanger Berck ende scbepen Bemmel, verclarende, dat des daechs tlaeraen de schepen, om die provisie te halen, aldaer souden wesen, ende dat syluyden van de staten gesonden waren, om de luyden met gelt ofte assignatie haer goet te betalen; ende also ick na veel anders propoosten tegens hem seyde: mynheer Berck, gby hoorthier, dat den vyant tot Barnevelt leyt ende apparentelyk morgen vroeg voor de stacft sal syn, vreese over sukks dat liet te laet is. Daerop hy sich liet ontvallen: isset te laet, so sal hy (deneterende den vyant) dat nocbtans niet genieten. So isser andere last, om 't selve hem onbruyckbaer te maken. Over welcke woorden ick seer verschote, ende op dewelcke alle dien-gantschen nacbt, tusschen hem ende ons drieen, veele discoursen, so fip die vovder crudeliteyt ende swaricheden, die daer uyt nootsaeckelick mosten volgen, syn |
|||||
97
|
|||||||
gevallen veel te langh om te verhalen. Wy hebben oock nu ende dan indenacht aen d'eeu
ende ander van de raet gecommuniceert, die meestal riepen, dat men Berck behoorde bin*
nen te houden, 't welck my vreemt dochte, gecommitteerde vande staten tegen haer danck
te houden, ende hebben hem dienvolgende laten trecken. Maer naer syn vertreck was
daermede al onse moet ende couragie gedaen, ende waren onse harten als tusschen molen-
steenen geparst, siende aen d'eene syde den vyant voor de stadt, hetwelck ons alle swari-
cheyt dreychde, aen d'andere syde de cleyne hope van hem te kunnen tegenstaen, ende
principalyck het aenstaende gedreychde pericul, ende oversulcks tusschen twee quaden,
die, als wy d'eene eviteerden, nootsaeckelyck in d'andere mosten vallen, edoch Godt al-
inachtig heeft alles buyten menschen opinie ten besten geschickt, indien men het al soude
willcn stellen, soude noch so veel vallen, als onder anderen doen ick tegens den heere sey-
de: wat ist anders, dan of ghy seydet, packt u goet, ende gaet selver mede. Daerop <ie
heere vander Horst seyde: al deet ghy al, soud ghy veel versuymen. Maer om cortheyls
wil zal het ander overslaen.
|
|||||||
III. Cm te bettyzen, dat myn (Hartevelts) Sententie op opgekaepik
CAiUMNiEN is gefundeert, so sal dienen tot verclaringe van dien : Op het eerste point ofte beschuldinge, van geen genoechsame voorsorge van ammuni-
tie gedaen te hebben, sullen de heeren Staten van Utrecht my selver excuseren, als niet ick, maer van Dam geweest hebbende in de comparitie, die sulcx incumbeerde te cloen^ die oock door ons dagclicx aenhouden alle vlyt daertoe aengewent heeft, blyckende by de staten registeren. Op de tweede gecontrouveerde beschuldinge van capiteyn deVries en souden de Staten
van Utrecht niet wel genomen hebben, dat wy in Hollant gingen om provisie, haer Ed. Voorbygaende, dewyle de ingesetenen van Utrecht, die het cruyt, loot ende diergelyke le- veren", daerby vercort waren , daerop de provintien nau letten ; Dan siende, dat ons van Utrecht alles sober toegesonden worden, hebben donderdachs smorgens met een expressen naer Amsterdam geschreven, om geschut ende ammunitie, twelck, indient haer E. belieft hadde met haest datelick te seynden, tytlick genoech alhier hadde kunnen wesen, ende dat hetzelvige des maendaechs met de andere leclige schepen quam, is mogelick geschiet, om ons in plaetse van ons afgehaelt coorn met sulke juweelen t'encourageren, soe dat voor als- dan te beschuldigen souden syn diegene, die de schepen, om het coorn uyt de stadt te halent soe laet gesonden hebben, tot pericul vant heele lant, soe men voorgaf, hoewel ick boven die nochtans verclare, capiteyn deVries noyt daervan gesproken te hebben, dan hebbe ver- staen, dat hy het tegens den burgemeester deGoyer verhaelt ende gepresenteert soude heb- ben van wegen de heeren van Amsterdam. Op den derde, nopende het bevorderen vande reparatien vande dcfecten, by den com-
mandeur ende crychsraet aengewesen,_ is waerachtich, dat sy tegens den commandeur ende crychsraet geseyt hebben, in praesentie van den auditeur Mol: gaet om de vesten ende laet al hetgeen u goetvint te laten doen by den auditeur aentekenen, ende ons daerna over- leveren. Hetwelck also geschiet is. Op 'twelck ick punctuelyck, door orde ende bywesen Van den raet, in margine apostillen geset hebbe, opt eene ordonnerende den camelaer, dat datelyck te eftectueren, opt andere regierders gecomen, die ofte die van den raet, omme dit te doen vol trecken, op eenige oock hier op is al ordre gestelt, etc. In summa hebben het gantsche geschrift genoech voldaen, blyckende by hetselvige onder den auditeur tot noch II. 13 |
|||||||
98
|
|||||
toe berust hebbende, ende alsnu gevoecht by de stucken, die in appel van twee gebannen
heeren sullen dienen, ende souden hetselvige wel eerder geexhibeert hebben, indien men badde geweten, dat men ons daermede souden willen beschuldigen. Opt vierde, dat ick niet alleen daertegens niet en ben geweest, ende simpelyck gedocbt
de rapporten van v. Dam ende de Goyer, maer deselvige geuyt hebben, staet te letten, dat ick ende alle eerlycke luyden van den raet, die deselve geboort hebben, ende met eede be- looft op die tyt niet te openbaren, de voorsz. rapporten als noch voor oprecht ende naer waerheyt gedaen houden, gelyck oock syn excellence niet onbekent, nocb de heeren van Amsterdam ende de gecommitteerden van Utrecht deselve als noch styf ende sterck affir- meren ende den burgemeester van gelycken, die een van de gecommitteerden is geweest, dan doordien hy geen arminiaen was oite andersins suspect, is ongemolesteert gebleven, en- de daer geseyt wort, dat men konde staet maecken, dat men ons niet en wilde verlaten, doordien ses compagnien te voet ende een compagnie ruyters in de stadt gesonden waren, on! de arbeyders op de lantweeringe voor overval van eenige Uwpen te paert te bewaren, ende over de Veluwe tot bevrydinge van dien te ryden, bet voetvolck was om Amersfoort alleen niet gekomen, want hadde de vyant een dach later gekomen, soude de compagnie van capiteyn de Vries op de schans van Woudenberch gebleven hebben, welcke compagnie, als de ruytery van de vyant al voor de stadt was, op lyfs pericul binnen Amersfoort geweken syn, ende bet volck opt huys terEem, mede van deselve compagnie, bleef, sodat omtrent tusschen viev ende vyf'nondert man binnen Amersfoort was, een schonen hoop volcks, om sulcken stadt te defenderen, daer men te voren verclaert hadde, die met geen vyfduysent man te kunnen beschernien. Opt vyfde, van?t commandement van capiteyn Dorp niet volcomelyck gedefereert te heb-
ben, sal ick ende alle den raet verclaren, dat wy hartelyck bedroeft waren, siende dat hy geen dinck ter harten nam, ende na geen commandement en trachte, maer hem met wyn ende een pyp taback opvulde, hetwelcke ons stadich dede roepen om mons. Veer, aen welcke mr. Veer wy eenige dagen te voren lieten sehryven door AertvanDeuverden, om tesonderen of hy consent van syn Excellence conde crygen, om bynnen Amersfoort te comen, 'twelck niet wilde vallen. Ick en kan my oock niet erinneren, dat Dorp oyt om meerder comman- dement ten minsten tegen my gesproken heeft. Het incomen vanden trompetter is by de ruyterye van Chesie buyten kennisse van ymant
van de raet geeffeetueert, soedat wy op het stadthuys vcrwondert wai*en, siende daer een trompetter van den vyant. Den tweeden ende derden trompetter syn beyde by den commandeur ontvangen, ende
in den Doelen eerst gebracht, waerover de raet sich beduchte, ende heeft Dorp geantwoort, dat den eersten trompetter aen haer luyden gesonden was ende niet aen ons, doordien de graefF ons niet meer en wilde besenden, doordien wy syn brieif niet beantwoorden, etc. Het uytsenden van de wyn met den eersten trompetter is by my vreemd geacht, ende
hebbe dienvolgens den voile crychsraet daerop advys gevraecbt, die verclaerden, dat het maer een courtesie was, ende wel mochte geschieden, gelyck den geheelen i^aet dat seyde, de eene lopende om den vies ende de ander boven, om den trompetter te tracteren, Wel- cke personen ick als noch seer wel kan aenwysen, ende alsnu van de principaelste mede in den raet syn, Opt zesde is eensdeels bier vorens op de vierde beschuldinge beantwoert; ende aengaen-
de de reste staet te letten, dat ick met eene extraordinaere swaerhoofdicheyt tot die subite handelinge ben geeomen, maer den schoon opgepronckten brief van graefF Henrick vanden Bergh, met die bygevoechde dreygementcn aen aeene ende aen d'andere syde al het vooi."- |
|||||
99
gaende gepasseerde, ende bysonder het afscheyt van mynheer Berckr deden my cerst ende
den geheelen raet, uytgenomen Aert van Deuverden, die absent was, ende uyt syn klederen den gantscben dag tot 'savonts laet toe te bedde hadde gelegen, meer gedroncken als ge- geten hebbende, te resolveren. Dat geseyt wort, dat die gemeente oplopich was, ofte te- gens de bandeling, is geloogen, alsoe hem niemant openbaerde, als een deel canailje ende de ruyteren van Chesie, ende den Spangiaert Gloria de Dios, die veel spnls maeckten, vree- zende, als een overlooper, voor quaet quartier, ende van de burgers Aert de Emmenesser, Jan Verburch ende den dollen backer inde Uterse straet, ende diergelycke. Ende aengaende dat ick medeginck, om den trompetter uyt tehelpen, is door bidden van de raet geschiet, iraer lange weygeringbe. Maer Cotenbergh ende andere gingen mede sonder noot, uyt lieff- de ende om net werck te bevorderen. Ende dat het maer was om den brieff te beant- woorden, was waerachtich, want van gyzelaers te send en eerst gehandelt wort in den brief van Cuculi, onder my berustende, etc. Dit is int corte ende sonde veel anders noch te seggen vallen, ende die ditleest, sal moe-
ten de sententie daerby ende tegens confereren. Hieruyt can men sien hoe de heftige, on- gehoorde proceduren van gevanckenissc, ende de beclaechde onverhoort te condemneren, gedefendeert syn. ■ . |
||||||
Comte DEBERCK a mr. ie Baron DE GROBBENDONCQ, chevailler, etc.,
17. may, 1629.
Mons. J'ay receu differentes lettres vostres, par lesquelles m'advertissez de ce, qui passi
par de la. En reponce de quoy je vous diray, que son Exc. faict tous les efforts du moncle pour vous donner secours et toutes egualem. en ceste ville, s'y portent de tous debvoirs hu- mainement possibles, avecq une inclination non pareille; mais s'il va eung peu a la longue, c'est a fin de se pourveoir tant plus convenablement de tout ce qu'est necessaire pour led. secours; m'ayant Rubens, qui est fraischement retournu d'Espaigne, diet, qu'il scavoit, desia par de la, que l'ennemy estoit en tous momens pour sortir en campagne, m'ayant le ducq comte Olivai'ez aussi escrit le mesme, par ou nous nous imaginons, que sa Maj. ne tardera a nous envoyer bonne quantite d'argent. Et scachant bien, avecq combien de courage ceste ville sera defendue de vostre cdte ne se doubte avecq les efforts, que ce sera de cestuy cy, que la ville avecq l'aide de Dieu sera secourue, a quoy je tiendray la bonne main autant, qu'humainement me fera possible et en cest endroit, je demeure Mr.
Vostre tresaffectueux et tresasseure serviteur,
Henry , comte de Berck. ■
ERNST CASIMIR, grave vaiv Nassau, etc. aen de STATEN-GENERAEL,
20. aug., 1629.
Ho. Mo. Heeren!
Wy hebben tegelyck ontfangen U. Ho. Mo, drye missiven, d'een vanden xvif., dJandere
twee vanden XVIII. cfeses, by dewelcke deselve begeren, dat wy de compagnien vande colo- nellen Hauterive, Harwod ende Dieden op yt spoedichsten sulex wilden verdeelen. dat daer- 13*
|
||||||
100
|
||||||
mede beset mochte werden de Neder-Betuwe, van Ravesway af tot de uytterste hoofden, om-
dat de heere van Hauterive hem excuseerde syn troupes alleen te verdeelen tot Culemburch, ende dat wy daerbenefFens noch souden seynden twee coinpagnien harcquebusiers, om tot afbreuck vnnden vyant ende op contschap gebruyct te werden. Waerop wy nyet en hebben willen nalaten U Ho. Mo. te rescriberen, dewyle Godt al-
machtich belieft heeft UHo. Mo. te segenen met de veroveringbe van Wesel, daertoe wy genomen hebben zoo veel vnerroers, als wy hebben connen becomen uyt de respective frontier- steden van Zutphen, Groll ende Brevoort, die byden cap. ende lieutenant Wolff by elkan- deren syn gebracht ende geconduiseert, mitsgaders uyt Nimmegen, Grave, Gennipende Ra- vesteyn, als oock de respeclive Duytsche compagnien, hier ende inde Betuwe leggende^ d'welcke weclerom in haer guarnisoen metter tyt moeten werden gebracht, ende inde selve plaetse musquettiers ende formele compagnien gelecht, gelyck dan oock den heere van Die- den alreede uyt Emmerick ende Rhees enige compagnien ontboden heeft, dewelcke gesup- pleert moeten worden, dat U. Ho. Mo. nyet dan dienstich sullen oordeelenj, dat wy van hier voorts naer Wesel seynden, ende naer de Betuwe soo veel compagnien, als wy eenich- sins sullen connen byeenbrengen, ende oock de Betuwe van geen meerder ruyters voor dese reyse ontblooten, dewyle de compagnien, die metten heere van Dieden uyt syn, nyet syn weder gecomen. Opdat aen d'een zyde de groote victorie gemainteneert, ende aen d'andere zyde de Betuwe (daerop den vyant schynt syn meeste oogmerk te hebben, gelyk wy van alle kanten worden geadviseert, ende syne Exc. ons daghelyx waerschouwt daervoor goede sor- ghe te willen draghen) geconserveert moghen werden5 de vier compagnien ruyters, by ons aenden heer van Hauterive gesonden, connen, onder correctie, neffens de compagnie van Chieze U. Ho. Mo. tot contschap dienen, dewyle zy uyt haer quaertieren daerop by gedeel- ten gesonden werden ende te gelyke mede wacht inde Betuwe houden. Wy mynen, datde voorsz. veroveringbe van Wesel, den vyant in sulke posture sal stellen, dat by of zyn meeste machte datelyck sal moeten employeren om de stadt te recupereren, of dat hy met alle ge- welt sal souken door te bersten inde Betuwe, om also te comen tot ontset vanden Bosch5 al soude tselve met verlies van veel volck geschieden, ende dat daerom't principaelste oogmerck althans moet wesen beyde plaetsen te conserveren. Wy hebben naer Wesel gesonden drye canoniers uyt Schenckenscbans ende den ingenieur Block, meteenacte, om uit EmmericK., Rees ende Schenckenschans soodanighe materialen van schoppen, spaden, cordewagens ende diergelycke te Iichten, als hy te Wesel comende bevinden sal nodich te syn. Wy hebben oock den ontfanger Ommeren naer Wesel gesonden, om aldaer opteykeninghe te doen van vivres, geschut ende munitien van oorloghe, insgelyx met een acte, om uyt de naeste steden te Iichten *t geene meest van noode soude moghen syn. Hiermede,
Arnhcm, de xx. aug., 1629. Ho. Mo. etc.
XL Ho. Mo. dienstwillighe,
Ernst Casimir , Graeff zu Nassau, Rantvvyck , Essew , llUYGENS, VANDfi GAMER, BAERSDORP, VeLTDRIEIp,
J. VAN GOCH. |
||||||
-»^^--------
|
||||||
*
|
|||||||
BRIEVEN
EN ANDERE DOCDHESTEN,
1)IEHENI)E TER 0PIIEtDERJH6 TAR
'S LANDS GESCHIEDENIS,
X.OPENDE OVER 1570 EN VOIG. JAREN.
|
|||||||
CEREMONIAE sponss. PHILIPPI regis Pragae celebrat.,
4. may, 1570. l^uarta die maji, quae fuit jovis et dominicae ascensionis, solemnia celebrata sunt Pra-
gae invictissimi regis domini nostri Philippi sponsalia, in ipsius ciyitatis summo templo per ejusdem loci archiepiscopum, quem honoris gratia comitabantur decern alii episcopi, praesente ipso Gaesare cum serenissima conjuge una cum archiduce Garolo, qui serenissimi regis nostri personam repraesentabat. Sedebant sub umbella ad hoc ipsum appensa; et post illos subsequebantur suo ordine aliquot Germaniae principes, quorum apud Caesarem duces Lingenses et Blasbiensis adstantes proximi videbantirr. Aderant etiam caesarei oeco- nomi, et denique totius Bohemiae regni nobilitas sumptiosissime ornata fulgebat. Sedebat Caesar in choro ad dextram, ad sinistram vero erat scamnum serico coccineo stratum, re- gum atque principum legatis ad sedendum appositum. Aderant etiam summi Pontifices, Hispaniarum, Galliae, Poloniae, et Venetiarum legati. Archiepiscopi sedes erat ante altare quem sedentem caeteri omnes praelati siantes circumstabant. Populus autem tantae solem- nitatis videndae desiderio captus, quo faciliorem prospectum ad ea, quae gerebantur, habe- ret, quamplures suggestus sibi erexerat. Regina vero nostra adeo speciosa et tanto decore atque vultus elegantia comparuit, quantam yel ipse Apelles vix aliam depingere potuisset. Vestes autem erat forma Hispanica ex serico carnaceo et auro contexta, margaritis et summi valoris unionibus conspersa. Capitis ornamentum ita smaragdis et adamantibus splendebat, ut intuentium aciem omnino praestringeret. Archidux ipse eodem prodiit ornatu et ejus nobiles albo serico induti. Oravit archiepiscopus, prout in similibus moris est. Finita ora- tione prolata est pontificis dispensatio, una cum regis nostri diplomate, quo Garolo archi- duci spondendi suo nomine facultatem dabat, quibus visis, surrexit Caesar una cum sere- nissima conjuge, deduxeruntque reginam ad archiepiscopum, qui erat (pro more) pontifica- liter indutus. Quo cum pervenisset, obtulit Imperil** unulos sponsalitios; et quum pro |
|||||||
102
|
|||||||
forma, ab ipso archiepiscopo interrogaretur regina, an arcbiduci nomine Philippi Hispania-
ruin regis nubere vellet, respondit, velle. Finitis sponsalibus, regina procubuit ad genua parentum, eorum manus exosculatura ; aquibus prae laetita lachrimantibus sublevata et os- culata est. Illico sonuerunt aliquantisper omnis generis instrumenta musica. Omnibus si- lere jussis regis nostri legatus suirexit, deusculatusque tanquam subditus reginae manum, ob- tulit ejus regis donum, una cum epistola, qua illam rex conjugem et Hispaniarum reginam appellabat. Reddiditque legatus Imperatori alias literas a rege missas. Aderat etiam Ludo- vicus Venegas, summus regis m......, qui Lusitaniae principis foeminae nomine reginam
salutavit, et literas una cum donis tradidit. His omnibus solemnitcr peractis, discubuerunt
ad coenam, simul cum principibus et legatis quisque suo ordine. Post coenam tripudiatum est tanta Imperatoris laetitia, ut vix dici queat, adeo, ut saepius tripudiaverit. Fertur re- ginam nostram praeter eximias corporis dotes, esse summis animi virtutibus ornatam, quae spem faciunt, fore, ut Hispania tali regina in perpetuum sibi-gratulatura sit, utpote sa- piente, diserta, et, quantum decet, liberali; faxit Deus, utrexnoster, ea quam dmtissime salvus salva fruatur, feratque benedictionis fructum. |
|||||||
PllOCESVERBAEL tan eene visitatje van 't Convent van S. BARBARA te Delft r
POOR DEN BlECHTVADER VAN DEN DtJC d'Ai/VE , MET DE MlNREBROEDERS ;
EN VERDERE VERKIARING VAN Ch"R. Al)RICHOMIUS, 1570 Ct 1571. Anno XVC. tzeventicb, den zesten July, ende was op een donderdacb, tzavonts omtrent
te yvfF uyren, zyn gecomen tot DelfF in SteBarbara convent, inde priesterye, Lucas ab Ace- rato, biechtvader vanden hertoch van Alva, vergeselscbapt met Pippino ende Bilgoen, item die guardiaen van DelfF, Dortrecbt ende Leyden, ende met noch twee dienaers. Die biecht- vader zeyde totte pater des voirn. convents: Deo gi*acias. Die pater vraechie, wat haer believen was. De biechtvader antwoorde: volumus visitare conventum. Die pater vraech- de : quanam auctoritale f by antwoerdde : summi ponfificis et regiae majestatis* Die pater begeerde zyn besceit te zien ende te lesen, daer op Pippinus antwoordde; men zalt de susteren doen Jezen. Doen zeyde die pater: onse susteren en verstaen geen latyn, en- de al waert al schoon in't duytsch, zoe en A'erstaen zy die hoofsche termen niet, endeheb- ben myn gecoren voor haer overste, dat ick haer voorstaen soude. Pippinus antwoorde: wy staen daer niet op, wy willent den susteren vertoonen. Die pater zeyde: menheeren, het sal over xilll ofte XV daghen capittel zyn tot Amsterdam; aldaer sal onse generael ende d'andere paters ende ick mede comen, aldaer sullen wy met u van dese zaecke hanteren. Ik bidde u, dat ghy zoe langbe ophouden wilt met visiteren, want ons oeck geseit is, dat ghy voer die tyt ons niet moven en sout. Daerop Pippinus antwoordde: wy moghen co- men zoo wanneer alst ons belieft, wy en willen zoo langhe niet beyden. Doen seyde die pater: waeromme gaet ghy niet eerst S. Aechten, want dat ist outste convent. Si antwoord- den: die pater en is niet t'buys. Doen seide die pater: hy zal morgen t'huys wezen, ick bidde, dat ghy zoo langhe verbeyden wilt. Mei* zy en wilden niet beiden. Doen zeyde die pater haer biddende, dat zy wilden beyden tot 's anderendaechs 'smorghens, wanttet avont was ende en was geen gewoonlyke uyre, omine te visiteren, mer zy en wildent niet doen. Doen badt die pater, dat zy een half uyr ofte een quartier uyrs zouden willen ver- toeven, want die susteren niet en wisten, dat zy comen zouden voort capittel, ende oick niet en wisten, dat zy in stadt waren, of comen souden, ende zeide, zy zitten allegader op |
|||||||
103
|
|||||
haer werck, ende alzoo *t zomer ende heet weer is, zoo zyn zy niet gecleet noch bereyl
totte visitatie 9 sommighe zyn inde spincamer, sommighe in 't weefhuys, sommighe in an- dere pketsen in't werck, mer ick zal terstont haer vergaderen ende vermanen, dat zy stil ende manierlicke zyn, want anders zullen zy zeer verscrict ende verbaest zyn. Doen zey- de Pippinus zeer bert: suit ghyse vermanen? wy zullense vermanen, wy zyn haer oversten. Doen antwoordde die pater: mach ick haer niet vermanen, aJs een oversten? laet ick Jan die voorlooper wesen, ende laet ick haer een vermaninghe doen, opdat ghyluyden haer te bereyder vinden mocht, want anders en salt niet tieren, ick kenne myn scapen, zy zyn wat naestich, ende worden zy dus overvallen, zoe en Zalt niet wel gaen; dus bidde ick u, laet ickse eerst eens waerscouwen. Mer die Minrebroeders en wilden niet langher beyden, ende zyn nae binnen gegaen ende hebben die reverter clock doen cloppen, dat alle die sus- teren byeen comen souden, diewelcke seer ontroert ende geperturbeert wesende, zyn elcx van syn werck gecomen inde spincamer, aldaer hebben die Minderbroeders voertgehaelt de bulle variden Paus, ende hebben die den pater gebeeten te lesen. Die pater antwoorde: domine Pippine, ick heb u eertyts horen preeken ende hebbe oeck wel met u ter maeltyt geweest, doen ghi minister waert, ghy zyt zeer welsprekende, ende ick ben met Mosis en- de Esayas, niet zeer welspreckende, ick bidde u, dat ghi dese bulle lesen wilt. Mer hy en wildent niet doen, maer wilde, dat die pater daer wt lesen soude het punt, daer die visitatie vande generael des derde regels te niet gedaen wordt, ende die selve gegeven wordt den minister vande Minderbroeders etc. Die pater dat in't latyn gelesen hebbende, heeft bet blad terugge omme gekeert, ende heeft gelesen, dat haer die visitatie gegegen was, over- mits, dat de derde oordel niet onderbouden hadde zeker statuten, in't jaer xvc.xlix. ge- maeckt by Rudolphus, cardinael vande Carpen, etc., zoo vraechde die pater, wat statuten dat dat waren, dat men die vertonen soude f wantse moghelyke ontwetende die onderbou- den hadde. Pippinus antwoordde: dat en roert ons niet, die behoort ghi te hebben, zoeckt ghy die. Die pater antwoordde: wy bebbender allesins ende oeck te Guelen nae doen zoeken ende vereyschen, mer wy en wetense nergens te vinden. Doen gaven die Minderbroeders den pater een open bezegelden brief van onsen co.Ma., ende wilden, dat hy die lesen soude, dat die susteren dat horen souden. Dien al gelesen hebbende, zoe heeft Pippinus beginnen te vermanen die susteren, dat zy haer souden willen begeven tot haerluyder gehoorsaemheyt. Mer sommighe vande susteren begonden doen op te staen en- de te seggen, dat zy alsulcx niet en begeerden an te vaerden ende accepteren, eude dat zy baerluyden geen gehoorsaemheyt belooft en hadden, ende dat zy begeerden by haer belof- ten te blyven , ende haer zelven niet meer beswaren , dan zy belooft hadden, ende ander diergelyke woorden. Doen zyn die Minderbroeders opgestaen, ende Pippinus heeft die sus- steren zeer hert toegesproken , seggende, dat in haer niet meer geestelyck en was, dan in een steen, ende meer andere diergelyke woorden, ende heeft oock die mater zeer hart toe- gesproken, haer objicerende, wat rebelle susteren dat zy hadden. Daerop die mater droe- vich antwoordde, dattet haer leet was, ende excuseerden die susteren, dat zy overvallen worden, dat zy haer toecomste niet verwacht en hadde, dat zy niet gewaerschouwt en wa- ren, datter geen tyt, stont noch uyre van visitatie was, ende dat zy't voor dier tyt niet beteren en konde. Doen heeft Pippinus ende Bilgoen die mater tot twee reysen bevolen , dat zy vyff ofte ses vande rebelle susteren terstont opsluyten soude, haer dreigende, indien dat zy't niet en dede, dat zy s'anderen morghens haer in haerluyder plaetse tzelfde doen soude; daer onse mater op antwoorde, dat sy't alsdoen niet beteren en konde, ende seyde, tot tweemael toe: ons volck is zoo haestich, men behoort se aldus niet te verraschen, ick en wetet niet te beteren. Doen zeyde Bilgoen tegens onse mater: wy doen u ende allegader |
|||||
10-i
|
|||||
inden ban. Ende Pippinus sprak zeer hart die pater toe, hem verwitende, dat hi zulcke
rebelle stoute ondersaten hadde. Die pater antwoorde: 't is myn leet, ick heb't u wel te voren geseyt ende gewaerschout, ick en can't altans niet beteren. Doen seyde Pippinus: wat leert ghy se, dat sy aldus stout syn. Die pater antwoorde: dat ickse lere, dat wil ick wel staen, dat horen die buyren ende luden wel, die bier te preeken comen. Doen seide hi: waert, datghi se wel lcerde, zy en souden aldus rebel niet syn, Daer op antwoorde die pater: Moyses leerde die kynderen van Israel wel, nochtans waren zy te beter niet, mer wilden hem stenigen, ende Christus, die oppersten leeraar, leerde die Jueden ende Phari- seen wel, mer bleven nochtans bertneckich, ende hebben hem ten laetste gecruyst. Ende wtgaende vande priestery, soe heeft Pippinus metten biechtvader teghens den pater geseyt: wy doen u geheele convent inden ban; ziet, dat ghi morghen geen mette, missenoch dienst en doet, dat ghi geen clock en roert noch geen kerkdcur en opent, ende wy sullen scic- ken, datter Spangers tottet convent comen sullen, ende seyden met harde woorden totten pater: ende comt, gaet ghi met ons. Die pater seyde: ick zal cerst onse mater (die aldaer by hem tegenwoordich stondt) een of twee wooiden toe spreecken, dat gy die susteren te- vreden stelt, alsdan sal ick u volgen. Doen seyden zy zeer hert: neen, comt, gaet ter- stont tusschen ons, ende alsdan is die pater met hem gegaen , niet wetende, of zy zouden hem doen vangen ; mer zyn naer S. Aechten gegaen, ende onder vveechs langhes die straten gaende, zoo heeft die pater met Pippino veel disputatie gehadt ende woorden gebruickt, of dat een oprechte manier was van procederen enae alsulcx inden ban te doen, ende dattet evange- lie vermaende, dat men eerst den sculdighe eens, twees ende derdemael behoort te verma- nen ende ten laetsten den hertneckighe inden ban te doen, ende Pippinus beleet, dat hi gaern gehadt hadde, dat die biechtvader van dien avont niet begonen en hadde, mer dat hi lot 'smorgens gebeyt hadde. Comende by S. Aechten quamen ons te gemoet het volck, dat wTt die oude kerck wttet heylich sacraments loff kwam. Alse in S. Aechten die bulle en- de den brieff vanden coninck inde spincamer den susteren voorgelesen hadden die voirz. Minrebroers, zoe zyn zyn se gegaen inde oude kerck, om het nieuwe hoochoutaer te bezien. Aldaer heeft onze pater, die gardiaen van DeliF, met Pippino gebede'n, dat zy voor hem den biechvader wilden bidden ? dat zyn convent wt banne gedaen zouden mognen worden, allegerende, dat die susteren haesteh'cke overvallen waren, ende, datter veel van syn sus- teren waren, die niet gesproken en hadden, ende dattet gemeen volck opte werlt, zoe van zyn convent als vanden Minrebroers qualiken spreken zoude, ende nadat zy die biechtvader gesproken hadden, zoo heeft hi 't convent wten banne gedaen, mits dat die Minrebroers tzanderendachs wedcromme comen zouden ende dat die pater scicken souden, dat die sus- teren stil wesen soude ende die Minreboers adverteeren, daerop die pater antwoorde: ick zal myn best doen, mer off er vyfF ofte zes susteren wat rebelleerden, laet men die straffen, mer laet het geheele convent om haeiluyden in geen last comen, ende laet de goede om die quaden niet te lyden hebben , ende alsulcx zyn wy gescheyden. Als nu onse pater wederomme nae ons convent ginck, zoe is hem onderweechs te gemoet
gecomen een bute suster, die van 't convent nae hem gesonden was, sorgende, dat haer pater gevangenwas, ende die pater met heur t'huys comende, heeft terstont alle die susteren vergadert ende haer tot stillicheyt, eendrachticheyt ende gerusticheyt vermaent. Tsavents hebben die heeren vande stadt van Delf by de voirsz. Minrebroeders in haer cloester ge- geten, alwaer over tafel by de voorsz. Minrebroers verhaelt worden (als ons geseyt is) vande groote rebellicheyt van ons convent, ende hebben onder andere woorden geseyt: dat ons convent, overmits die rebellicheyt behoorde gedemolieert ende wtgeroeyt te worden, alsulcx. dat die schout ende die heren vandie stadt zeer met ons convent beducht waren, ende |
|||||
■ ■ i ■- ■'...-
105
t'sanderendaech nawlyk wt varen dorsten, besorcht wesende, wat ons convent overgaen
soude. .
Tsanderen daechs morghens heeft onse pater vanden heylighen Geest gelezen, ende nade
misse heeft hy weder alle die susteren vergadert ende haer wederomme vermaent, datter |jiemant sprecken en soude, opdattet convent in geen last comen soude, mer dat lii wel met reden ende lancbmoedicheyt voor't convent sprecken ende staen soude; ende dat men die Minrebroers voor dese tyt toelaten soude, tot dat men sien soude, ende die susteren beloofden hem, dat sy alleen wt vreese om zynentwille zwygen zouden. Omtrent te halve elven zoo is gecomen Lucas voorsz. met Pippino, Bilgoen ende die guardiaen van Leyden, ende Pippinus heeft die susteren een vermaninghe gedaen, ende alle die susteren swegen all stille, alsulcx datter niemandt en sprak, ende nae die vermaninge, soe beval Pippinus die susteren, dat zy haer confiteor lesen souden, ende als alle die susteren op haer knien lagcn, so heeft onse mater Anna Arentsdochter voor haer alien die confiteor gelesen ende scult gesproken, ende doen heeft die biechtvader in't latyn hen alien geabsolveert5 ende wtet convent gaende heeft hi onse pater belast, dat hy immers in't capittel tot Amster- dam comen soude, ende dat hi niet toelaten en soude, datter enich man ofte vrouvve in't convent gaen zoude, ende Bilgoen seyde, dat, zoe wat man ofte vrouwe datter ingaen soude, dat die inden ban wesen soude, ende onse pater antwoerde, dat hi in't capittel comen soude, want hem belast was die oracie te doen, ende want hi definiteur was, mer badt hem, dat hi tevreden wilde wesen, dat den inganck in't convent by hem gemodereert mochte worden, alsulcx, datter geen clachtvallen en soude, tertyttoe, tot dat men horen ende sien zoude, watter vandie sake in't capittel gedaen ende gesloten zoude worden5 ende die biechtvader heeft daermede tevreden geweest, ende alsulcx zyn zy gesceyden. |
||||||
Opten XIX. febr. XVC.LXXI. stilo communi, ?s morghens weynich na acht uyren, zoe
ben ick Christiaen Adriaensz. Cruys, onwaerdich pater van S. Barbaren convent binnen Delff, met Adriaen Adriaensz, eertyts burgermeester van DelfF, t'zamen gecomen tot Utrecht, in de herberghe, genaempt in den Hutch, ende als wy aldaer omtrent een half uyr geweest hadden, zoe zyn by ons gecomen inde eetzaal vande zelfde herberghe een Minrebroeder, verselschapt wesende met zekere Spangiaerts, welcke Minrebroeder seyde tot my, dat ick van stonden aen met hem gaen soude byden commissaris ende biechtvader vanden hertoch van Alva. Daerop ick vraechde: waertoe? ende wat hy myn wilde hebben ? hi antwoor- de : hi wil u sprecken, ghy moet mede gaen, Ick, verbaest wesende, woude myn een wey- nich excuseren. Soe heeft hi geseyt: ende wilt ghi niet mede gaen. Ziet hier zyn ze, dit u aldaer brenghen sullen, ende alsdan heeft een vande Spaense dienaers my aen myn slin- cker arm gevattet, als off hi my aldaer leyden wilden, Doen heb ick geseyt: moetet wesen; zoe zal ick mede gaen. Doen seyde den voorsz. minrebroeder tot Adriaen Adriaensz. voorsz.: ghy moet oock me-
de gaen. Hy antwoorde: ick en heb aldaer niet te doen, ick en behocf niet mede te gaen ; ende alsoe hy't selve weygherde, zoe seyde hy andermael: ghy moet mede gaen, ende wilt ghy niet mede gaen, hyer synse, die u leyden sullen, ende alsdoen hebben twee van de Spaensche dienaers hem gevattet, elex aen een van zyn armen, ende alsdoen syn wy goet- willicke mede gegaen 5 ende langhes die strate gaende nae 't Minderbroedershuys toe, soe gingen aen beyde onse syden een Spangiaert, ons geleydende, sonder dat zy ons aen den arm niet gevattet en hadden, ende voor ons ginck die Minrebroeder met een weerlyoke die- ir. 14
|
||||||
106
|
|||||
naer, als onsgedunckt, encle ons volchden ofte drie ofte meer Spangiaerts, dat wy 'tseker
getal met off onthouden en hebben. Comende in't Minrebroederhuys in de gastcamer, by den commissaris voirsz., zoo heeft hy my zeer hertelick iflft latyti toegesproken, vraghende, waeromine dat ick rebelleerde, ende dat hy alsulex my niet toebetrouwt en hadde. Ick, bevreest wesende, antwoordde, dat ick niet en rebelleerde, mer alsoe onse maters ende con- ventualen mettet versenden -vande susteren baer beswaert vonden, dat zyluyden daeromme geappelleerd hadden aen de beyliclieit vanden Paeus, om'te versoucken, dat hi die saken zoude willen mittigeren; soe heeft hi wederomme geseyt, ick hebbe die bulk vanden Paeus 3 / dattet zyn wille is, ghi heblse tot Amsterdam in't capittel horen lesen, ghi bebt bet con-
tract, alclaer gedaen, mede onderteykent. Daerop ick antwoerdde: 't is waer: ick heb't ondete\kent, overmits dat ick definiteur was, mer onse conventualen zeggen, dat sy niet gesien hebben het zegel vanden Paeus. Doen antwoordde hi myn, dat hy hadde 't zegel van den Paeus sub annulo piscatoris, ende dat bi oock mede hadde een bulle, door wel- ken, dat onse conventualen baer habyt zouden moeten veranderen, ende zeyde, dat wy overvloedicb waren van gelt, ende dat wy daeromme x*ebelleerden, ende nemende een cleyn dingetje met zyn handt vande tafel, seyde: wy sullen meer doen met een crummeltje broets, dan ghi luden met a]Ie u gelts5 ende seyde mede, dat hi macht hadde vande hertocb van Alva, omme rebelle paters te moghen doen apprehenderen ende opte geley te zenden, ende seyde, dat die ander paters van Delff myn tot Utrecbt gezonden hadden, overmits, dat ick soe suspect niet en was, ende dat hi myn alsnxipro suspect issimo hielde. Daerop dat ick hem zeer badt, dat hi beleefdelyke soude willen procederen, aengaende myn persoon, dat ick myn convent tot liefde diende, ende bebalven 't convent genoecb hadden, om off te leven, ende anders niet en socht off begeerde, dan christelyke God myn Heere te dienen. Dese ende meer andere diergelycke woorden zyn tusschen ons beyden gevallen, dien ick in ge- nere, mer niet in specie onthouden hebbe: ende doen heeft hi myn geseyt, dat ick wech gaen soude; ende terwyl dat als voorgaende geschiede, soo stondt AdriaenAdriaensz. byde viere, ende doe zyn wy tsamen wtgegaen. Ende int wtgaen van't convent, soe quam ons aen Alostanus, gaerdiaen van Dordrecht, endet vraechde, hoe die saecken aldaer tot Delff stonden, ick seyde, dat die conventualen haer beswaert vindende met het versenden, vande susteren versontlen moghen worden, ende dat die Minrebroers alleen door haer professie ge* incorporeert worden inde geheele oorden, ende dat die verseyndinge by haerluden diuusi- tala et frequens esse/, mer dat onse susteren daer niet op geprofessyt en waren, ende dat sy duer de professie geincorporeert worden in ons convent ende worden alsdan membra convcntus, ende dat die professie by ons inusiiata et insolens esset, ende dat men niet en beboovde leechlicke een litmaet van zyn lichaem te snyden, ende dat ick wel vyftich of hondert gulden om Gods willen souden willen geven, dat zy die versendinghe soo leeche- licke niet gedaen en hadden, mer lieflyker geprocedeert hadden, dattet voor eerste genoech hadde geweest, dat sy die visitatie hadden, ende dat sy die macht vant versenden noch een weynich vertoeft mochten hebben, alsoo die werelt noch oproerig is, ende alsoo die susteren voorsz. groote veranderinge gehadt hadde, ende dat Seneca seyde, dat den mensch van sulcker edele natuer waer, dat hi liever met zoeticheyt geleyt, dan met hardicheyt ge- dwonghen waer; hi antwoorde, dat zy genoech gedaen hadden met zoeticheyt, dat zy nu met harder manieren mosten procederen in't geestelyk, als den hertoch gedaen hadden in't waerlick; ick antwoerde, dat den hertoch geprocedeert hadden teghens rebellen, ende dat ick op eergisteren den prior van Sion buten Delft hooren seggen hadden, dat die reguliers mede macht houden, omme te versenden, mer tzelfde niet off weynich useerden, daeromme dattet voor ?t eertte mede genoech geweest hadde, dat die minnebroeders oeck die macht |
|||||
107
|
|||||
hadden , tner dat zy die nae myn duncken behoorden niet te gebruiken, dan omnibus teniutis
in extrema necessitate; hi seyde, dat zy niet versonden en hadden, dan in. groote zae- cken; ende hi vraechde, of heresis geen groote sonde en ware? Ick seyde: jae, zonder twyfel: hi antwoorde, dat die mater van S. Urselen tot Delff suspect was van heresie of ketterie, dat sy in twyntich jaren niet te l'echt gecappittelt hadde, dat sy mette pater, die ofgezet was, drie of vier uyren sitten spreken hadde. Ick vraechde: of die kock van S. Ur- selen mede omme ketterye versonden geweest zoude hebben? Daerop hy antwoorde, datzy bescict hadde eene tonne met vleys ten huyze vanden offgezette pater. Ick seyde, dat men behoorde die susteren, die yet misdaen oite bedreven, in haer eygen convente poenitentie te zetten, etiam in pane et aqua? aut carcere, alst die scult sulcx eysse, ende dat men maechden niet lichtelyke behoort te vex*senc3en; daer op hi seyde: sal men dan, om acht off tien hoorer die heele oorden bederven. Ick antwoorde, dattet onredelick was, dat men maechden alleen versclieyden souden, mer alst vmmers zulcx wesen soude, dat men alsdan behoorden een off twee buyten susteren te ordineren, die haer geleyden sonde; hy seyde, dat in sommighe convente sommighe susteren waren mette ketterye besruet, ende tgunt dat hy wist van binnen wt onse conventen. Ick antwoorde, dat hi wel al mocht weten, dat in oris convent geschiedde, want men niet en dede dan't gundt oprecht was; daerop hi ant- woerde: hi en wist van ons convent niet dan goet. Dese en meer andere diergelyeke woor- den met hem gehad hebbende, ende hem biddende, dat zy zouden willen beleefdelikeu procederen, zoe zyn wy gesceyden ende ick ben wederomme gegaen in myn herberghe, ende 'sanderen daechs 'smorgens heb ick die voorsz. dingen bescreven met AdriaenAdriaensz. voorsz., ende oock t'samen dueiiesen ende wel geconfereert, ende daernae ben ick terstont nae DelfF gereyst, ORDONNANTIE van tvegens de HERTOGH van ALVE, roerende ,
'"-'■ DEC1ARATIE EN SPECIFICATIE PER ENGELSCHE WAREN.
■■■- ■■ w ; ■'.-..- .' ■
Le secretaire d?estat Berty a veqxi par Hans Imbrecht, messagier jure du recepveur de
Bewesterschelt, le Xltt. du pnt mois des lettr. a son Ex cell, ensembles inventaires des biens d'Angleterre cy Joinctz, nayant ledict secretaire pour les negoces, dont il estait empesche, eu le loisir d'escripre ceste recepisse, par ou la commande, que fusse escripte par moy soubz- signe son clercqv ; Engelbert vander Vorst.
Don FERNAMDO ALVAREZ DE TOLEDO, duc d'Alve,
UEUTEN. GOUVERNEUR ET <?APIT. GENERAEL.
Treschier et bien aime. Ceste servira pour vous ordonner de par le Roy. que m con-
tinent et.en diligence ayez a nous envoyer invent, en bonne et souffisante forme coritenant declaration et specification particuliere des draeps, laines, cuyrs, peraulx, bateaulx et tou- tes aultres marchandises, debtes et biens, qui sont este trouves en vostre jurisdiction, ap- partenans aulx Anglois et comprins soubz l'arrest generael faict des biens desd. Anglois, vous ordonnahtiaultrefois, que lesd. commissaires d'Angleterre estant icy donnent presse, et font tres grande instance pour Pavoir. A tant treschier et bien aime, nostre seigneur soit garde de vous. J>'anvers, le.xaox. jour de Novembre, 1570. Et estoit signS: F. A., duc d'A?.te. Desoubz estoit escript: Bertv. 14* ' '
|
|||||
108
|
|||||||
Le Superset* estolt: A. nostre treschier et bien aime PhihberfcdeSerooskeike, seigneur
de Thorin, rentmr general de Zelande, Bewesterscbelt. Collatione contre son original par moi: Ja. Banckaert.
|
|||||||
COMMISSIE voor STEVEN DE WITTE, als Drost tan Vianen,
10 dec, 1570.
Alsoe Steven de Witte over ettelicken tyt voorsien ende gecommitteert es geweest totter
drostampt vander stadt ende lande van Vyanen, sonder dat in syne brieven van commissie gedcclai^eert zy, wat hy voor gaigen ende weddens soude bebben, mits welcken van noode sy daerop t'ordonneren ende hem desbalven beboirlicke acte te depescberen. Hebbende de trcsorier generael ende gecommitteerde vanden domeynen ende financien ons heren 's Gonincx tgundt voorsz. overgemerckt, ende willende den voorsz. Steven de Witte redelick tracteren, bebben denzelven wtten name van zyne Majest. toeghevoecbt ende geordonneert, toevoegen ende ordonneren voir gaigen ende weddens ter causen van zynen voorsz. staet van drost van Vyanen, de somme van twee bondert vyftich ponden, van veertich groeten Vlaemscher munte 'tpondt, 'sjaers, consenterende daerenboven, dat hy woninghe sal bebben opt buys van Vyanen voorsz,, welcke gaigen sullen beginnen loop te bebben van den tyt af, dat hy synen beboerlicken eedt gedaen heeft; waervan by jaerlicx betaelt zal worden by handen 'srentuirs 'slants van Vyanen voorsz., eischer vanden penninck van synen ontfanck, den- welcke de voorsz. vande finan. ordonneren dat alsoe te doen, ende mits by hem vuerbren- gende voor eens ende yerste reyse copye authentyque, soe van desen als spits commissien, ende soe dickwils, alst van noode wezen sal, quittantie daerop dienende, de voorsz. gaigen Tan IIcLp., ten pryse voorsz., 'sjaers sullen gefeden ende gepasseert worden, in't wtgheveji zynder rekeninghe ende afgecort vande penningen van zynen ontfanck, daer ende alsoe be- boiren sal, sonder enigbe swaricheyt, welverstaende, dat den voorsz. suppleant gehouden sal wesen, rekeninghe te doen ende verantwoerden voir die vande rekeninghe in Hollant, vande boeten ende breuken, daeraff hy sail trecken bet een derdendeel, ende de twee an- dere derdendeelen sullen comen te prouffyte van zyn Majest. (Jedaea teBruessel, tea hu- rtle vande voorsz. finan., den x. december, XVC zeventich. Barlant- ____ LDamhocdere. Van Lock
VIGLIUS aen JO. BRUHESEtf*
>i. ooU, 1&71. S.P. Revde dne thesaurarie. Miror, quid dom, t. movent, ut ea ad me scriberet, quae
Uteris tuis mense proximo septemb. datis continentur. Ut enim semper abhorrui, detesta- tusque fui lites inter viros ecclesiasticos motas, easque, quoad potui semper sopire corapo- nereque conatus fui, ita, quod alienam litem in me transferre voluerim, quomodo tibi per- suaderi passus sis, satis cogitare non potui. Nam, quod ilium scribis plenis buccis jactare, quidquid ejus rei facit, id se meo jussu ac mandato facere compulsum, nolentemque ac volentern, cum reluctari mihi non audeat, imperio meo compelli, id sane de tanto viro ere* dere nequeo. Ego enim hactenus, etsi tu aliter sentis, pro bono viro minimeque futnli cum babui, qualem te quoque habuisse olim scio, licet nunc insulsum imperitumque epis- |
|||||||
109
|
|||||
copum appelles, in quo tuum judicium a multis sane magnis probisque viris dissentit. Si
vero aliquod a me mandatum habeat, id, quneso, proferre eum jubeas, neque mecum in tenebris dimices. Quid ego autem de lite vesti*a sentiam, coram d. t. libere ac (ad pato) christiane monui; Et si quid dissidri inter vos extiterit, quum per regem ac poutiticem decidi possit, illud sane pace tua dictum velim, baud mibi probari ejusmodi convitiis inter vos concertari. Deus opt. max. dom. t. incoluuiem conservet ac placatiorem i*eddat. Bruxellae, i. octob., 1571. T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, VlGLIUS ZUICHEMCS.
YIGLIU5 aen JO. BRUHESEN,
x. ocl., 1571. S. P. Reverende ac eximie dne tbesaurarie. Quod per literas novissimas dom. V. a me certior
Geri cupivit, apud quern sollicitanda sit responsio ad literas regiae Majestatis super instruc- tione in causa vestra, non aliud comperire potui, quam acceptis per illustrissimum ducem super ea re regiae Majestatis Uteris, Excellentiam suam ad consilium, quod vocamus turba- rum, cui dns Vargas praesidet, eas remisisse, et cum inde sententia contra vos lata proces- serit, non aliunde instructio ejus causae peti potuisse videtur. Vereor autem, ne non ita cito per illud consilium Regi rescribetur, neque, quod magnum favorem ab judicibus qui antea vos condemnaverunt, exspectare debetis. Proinde deliberai'e una potei^itis, an apud Excellentiam suam responsionem earum literarum sollicitare debeatis, an vero aliam quae- rere rationem, qua ipsius indignationem placetis. Ego autem magno meo aere redemptum vellem, ut haec causa vestra tandem bonum consequeretur successum. Et si quid consilii aut adjumenti ad eum promovendum adferre potei'o, officio et affectioni, quam erga rem- publicam Trajecten. semper gessi, non deerO. Bene vale, rev, dne thesaurarie. Bruxellae, x, octob., 1571. T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, VlGUUS ZnCUEMUS.
,.■■■'-■.-■■:■■■■■"■
JAGOBUS HEZltfS Am ALB. BOLL,
16. «gv., 1571. & P. Accepimus ex fama, charissftne domine Cognate » Statum tristissimum reipublicae Ul-
trajectinae, quare non destitimus ejus vicem deplorare. Parum foret, quod Hispani ad tem- pus ibi hererent, nisi sentinam malorum secum adveherent. Docent haec superiorum tem- porum historiae, maxime ea, quae de Mediolanensibus scribit Capella, et de Siculis Paulns Jovius. Confirmat casus nuperus Isselsteinensis atque quod hestemo die apud Vuordae portam Erobusvir transfossus, et alia, quae passim jactantuiv Quls dubitat gravissima nostra peccata
anc poenam mereri. Est annona raritas, sciutillat pestis, pro foribus fertur esse bellum, intus mutui» injuriis premimur, Tu. hii domine cognate, in his omnibus discriminibus forti infractoque animo esto, perfer et obdura, Emendando, orando et patiendo hie et in per^ petuum viccris. Castigamur et premimur hie tristi apostolo, lie cum wundo pereauius. Per |
|||||
110
|
|||||||
mv&m tribulationes oporlet nos introire in regnum coelorum. OraLat D. Augustinus: hie
ure, hie seca 5 ut in aeternum parcas. Utinam omnes agnoscant Dei flagellum, et non Regi, Dnci Albano aut Hispanis imputarent haec incommoda: sed sibi suisque peccalis atque se- no poenitentiam agerent. Juxta Dei opt. max. promissiones statim adesset divinum auxiiiam, flageliaque conburerenter, quod Assur, Totilae et alliis contigit. Haec interim dominus cog- natus non rapiet in earn partem, quasi ilium erudire velim^ qui haec satis superque audivit; sed ut in praesenti maestilia eum auditorum memorem redderem, quare aequi bonique con- sulet. Quidquid ope aut consilio aut alio quovis modo prodesse D. Nepoti poterimus, lubenter fhciemus. Soror tua charissima Lamberta cupit, utscribas, quando liispani in urbem recepti erunt; ut tunc veniat te consolatum et adjutum. Bene vale, 16 novemb., 1571. Amersfortiae. Tuus cognatus, Jacobus Hezius, pbr.
Opsch.: Eersame efc. AelbertBoll, can.S. Marie CUtrecht, myn etc. heer ende neeff, etc.
|
|||||||
VIGLIUS aek JO. BRUHESEN,
26. ./an., 1572. S. P. Rev. dne thes. Gaudeo dom. t. ad ecclesiam suam ac aedes reversam esse. Dara-
na autem ac incommoda accepta cum multis aliis communia,, aequo animo perferre te de- cet, quibus hoc felicior es, quod ante ipsos libei^tus sis, ac dnm praesidem Tysenachium non parva tenuit sollicitudo, ut id impetraret, nepotibusque meis opto ne favore meo indi- geant, cum quotidie sentiam, quam parvus apud hoc genus hominnm, nostri respectus ha- beatur. M. Theoioricum, quern mihi de raeliore nota commendasti, lubenter, quoad potero, ju-
vabo, ut in novo deligendo procuratore ejus ratio habeatur. Plurimum vero ea res ex Sena* tus vestri judicio pendebit; et cum de officio agatur ad regis reipublicaeque utiKtatem cum- primis pertinente, eum, qui maxime idoneus ad hoc erit, praeferri expedit. Abbatiae in Oistbroeck administrationem non ita, uti optabamus , succedere doleo$ nam, quod consilium antea decrevit, ex bono selo profectum fuit. Si quid vero aliter contra spem eveniat, id etdem consilio secreto exponi convenit. Ego autem, ut te non ignorare puto, jamdudum ab negotiis ad illud consilium pertinentibus exoneratus fui; ac quamquam studiose operam dedi, cum praesidis auctoritate fnngebar, ut hoc damnum, quod a Montano monasterio ei illatum ferebatur fuisse,,avertei,em, non tamen me decet nunc litem ejus causae meam facere, Verum is, cui lampada tradidi, si requisitus fuerit, officio suo non deerit. Adjuvabo tarn lubenter, si quid ea de re ad me per consilium- referatur. Deus, Rd0 dne thesaurarie, te in multos annos incolumem conserve!. Bruxellae, xxvr. January, 1572. .... T. dom. , ,
vdeditfssjmus servitor ac amicus,
VlGltUS ZUICHSHIV&
VIGIiDS aen JO. BRUHESEN,
,21. mart., 1572. S. P. Rev. dne thesaurarie. De libis rursus abs te missis, non p6ssum non magna* tife
agere gratias, quanquam in hac temporum difficultate angustiague nihil tale exspectabam. |
|||||||
IM
|
|||||
D. T. ad injunas mflitum,quae vobis isthic inferuntur, paulatim assuescere gaudeo; eteavos
consolatio tenere debet, futaruxn, ut brevi haec nebula sequatur Phoebus. Itaque, miBrU- hesi, sei*va te meliori tempori, et, quae iinpraesentiarum te laedunt, aequo animo sustine. Non caremus et nos bic in curia nostris crucibus, sed ferendo sperandoque meliora, mala, quae avertere non possumus, tolerabiliora reddimus. Bene vale f Rdc dne thesaurarie. Bru- xellae, xjsi.marty, 1572* T. dom.
dediiissiraus servitor ac amicus,. VlGLHJS ZUICHEMUS.
VIGLIUS aew JO. BRUHESEN,
16. apr., 1572. S. P. Accepi, Rev. dne thesaurarie, per dominum Florentium HeremaT, binas literas tuas 81*
10'que hujus mensis datas, ex quibus dolenter intellexi, non aliud vos in Hispania impetras- se,quam quod illae continent, et ex regiae Majestatis decreto percipere potuu Ex Hopperi autem Uteris hactenus non aliud intellexi, quam occnpatum eum fuisse in relatione negocii vestri; in specie autem nihil mihi significavit. Vt vero quid contra agendum sit consilium meum vobis communicem, a me postulari non debet, cum regium me ministrum agnoscam, et ut ducemAlbanum offendere nolim, itanondebeo; cum ille a majestate sua nobis prae- positus sit. Si quid vero in hujusmodi causa suggerere licite possim, id ore quam scriptis exponex*e tutius autumarem. Quod autem ad dom. t. pertinet, non aliud habeo, quod con- sulam, quam ut casum eum multis communem patienter feras. De lite sanctimonialium cum Franciscanis nihil certi rescribere possum, et ego me non lubenter hujusmodi tragoediis immisceo, cogorque consulere aetati ae valetudini, et quantum licet abstinere ab its , quae animi tranquillitatem laedere turbareque aliquo pacto possunt. Optoque illis, ut saniora quietio- raque eonsilia amplectantur. Bene vale, Rev. die thesaurarie. Bruxellae, xvi. apr., 1572. T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, VlGXIUS ZuiCHEMUS.
AGTE par IE quel IE duc D'ALBE ekvoie a ceux d'Utrecht, ie sr. de GROISBEKE r
pour tenir la. place du COHTE DE BOSSU, en date l.jun., 1572. Don Ferdinando Alvarez van Toledo, hartoch van Alva^
lieutenant-gouverneur ende capiteyn-generael, etc, Weerdige, hoich ende wel geleerden, eerbare, lieuve besondere. Wy hebben in dese
vreembde loopen des werelts, voir goet aengesien den edelen ende erntfesten.....
heeren van Groisbeke te seynden binnen de stat Utrecht, angemevkt dye becommeringe
des graven vanBossu elders, aldaer een wvle tyts te resideren, ende met den ertsbisschop, dyen vande geestelykheit, vanden rade des conincx, onses genedichs liefs heeren, ende ma- gistral aldaer te houden goede correspondence, ende deselve te assisteren, helpen ende by- staen met raedt ende daet in alio tgene aldair voirvallen soude mogen, ende voirts alien s&- ien ten besten te helpen dirigeren, opdat die voirsz. stadt, burgers ende inwoenders cler- selver in rust ende vrecle geconserveert f oick tegen den quaetyvilligen beschut ende beschennt |
|||||
112
|
|||||||
mOgen worden, ende begeren daerop ende nyet temin van wegen zyne co.Maj. belasten tt,
dat gy met den voorsz. beer van Groisbeek bout alle goede correspondence, ben gelove toe- stelt, int gbene hy u zal zeggen tot uwer aire welvaert ende bescherminghe, ende voirt dat gby uwe uterste best doet, in alle tgbene voirsz. is, zoo men des to u vertrouwt. Wesende jegenwoirdelk den tyt ende stont, dat met wel te doen men wederomme niach verdienen ende herwinnen, tgene hier bevorens mocb zyn versuempt ende verloren geweest. Weerdige, boicb ende wel geleerde, eerbare, lieuve besundere, Godt sy met U«
Gescreven te Brussel, den eersten dacli juny, xvc.lxxiu Onderteykent: F. A. Due d'Alve. Ende wat lager: Bertiiy.
Opteu brief stondtaldus: Den weerdigen etc. proosten, dekenen. arcbidiakenen, canoniken,
ende capitelen des Dombs, ende der andere collegiale ecclesien I'Utrecht. Dese copie onderteykent alsvoren, accordeert mitten
principalen missive; Lamsweerde. VIGLIUS aen JO. BRUHESEN,
x.jun.9 1572. Revdc ac eximie dne thesaurarie.
Molestias, quas isthic sustinetis, scito vobis cum multis boc tempore esse communes. Quam- obrem aequiore animo devorandae sunt, allaborandumque, ut ad serenitatem pristinam redire aliquando Jiceat. Quas isthic autem de excubiis aliisque oneribus publicis babetis difficulta- tes, spero magna ex parte adventu ejus, quern illustrissirnus dux ad vos mittit, sopiri com- ponique posse. Est enim non tantum prudentia singular, experientiaque praeditus, verura aequitatis concordiaeque studiosissimus. De decanatu optarem votis vestris satisfactum esse9 sed hoc in genibus Deorum situm est*
Ego autem, quoad potero, lubens adjuvabo, ut ecclesiae vestrae, quam rectissime prospi- clatur. Bene vale, dne comprimis bonorande. Bruxellae, x. juny, 1572. T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, VlGLICS ZtJICHEMUS.
|
|||||||
Aen den PASTOER, SCHOUT, GESWOREN ende KERKMEESTERS,
in onsen gerechte van SECHFELT ende SECHFELDERBROUCK,
onsen besundern goeden viujnden , 23. juny 9 1572.
Goede vrunden. Naerdien wy verstaen bebben die dreygementen, soe openbaerlyk als
heymelyk van satanscben ende quaetwilligen ofte vagabonden, die de beylige kerke, de weer- dighe beylige sacramenten , kerkenbeelden ende ornamen ten te vernielen, an twee te slaen, de pastoren ende alle catholyke personen te willen verjagen ende spolieren, luydenlaten, twelck wesen soude jeghens God ons Here almacbtich, zyne godlyke geboden ende der heyliger ker- ken insettingen, ende oock directelyke conlrarie den co. Maj., onses aire genedicnten here, mandeuienten, ende oock jeghens de gemeene vreede; ende bebben wy daer om niet kun- nen gelaten, UE. te veradverteren ende u bevelen, zoo wy by desen veradverteren ende be- |
|||||||
113
|
|||||||
velen , goede wacht ende wake by dach ende by nachte, in merkelyk getal van personen te hou*
den ende draghen voor de voorsz. kerke, heylighe hoochweerdigbesacramenten, ornamenten, mits ook de beelden der heyligher kerke, pastoren ende alle catbolyke personen; besonder aengemerkt men daghelicx niet en verhoort enige bestormingbe ofte plunderinge in kerken gedaen te wesen % alwaer in't cleyn ofte groet resistentie ende wederstant geschiet is. Waerom wy bevelen, UE. mits desen in tyde van noot altoos by de kerke ul. te willen
laten vynden, ende indien gyl enigbe onraet verneemt, den clock met den repen voor als wthangende gereet hebben, ten eynde daerdoor gheen inconvenientien gebeuren. Ende indien 't gebeurt, ghylieden ofte enigbe van u, in tgbene voorsz.jis , gebreckelyk ware, souden wy van meyninge wesen met ulieden voor God alraachticb, den co. Maj. ende de Exc. vanden her- toghe ons te willen verantwoorden, by wyens mandementen onder anderen gedreycht wordt, den genen, die die kerke laten spolieren, haer huysen te doen verbranden. HiermedeGod den almachtigen bevolen. Gegeven t'Utrecht ondev tsignet des capittels opden xxin. Juny, a°. xvVtxxir. Door bevele.
Verhuel, nts capituli sbt.
|
|||||||
Don FERNANDO ALVAREZ van TOLEDO, hertoch van Alva,
LUITENANT-GOUVERNEUR ENDE CAPITEYN-GENERA EL , AEN DE BURGE-
MEESTEREN endeRADEN van AMSTERDAM, 28.>/?y, 1572.
Lieve besundere, wy hebben ontfangen uwen brief van den 21 dach deses maents, die
ons seer aengenaem is geweest, insunderheyt omme die hope ende vertroostinge, die ghy ons daer inne gheeft, die stadt tegen den rebellen wel te houden onder d'obediende van syne Maj., waertoewy u vermanen ende bidden alle mogelyckediligentie tecontinueren, gelyck ghy tot noch toe we] gedaen hebt, overdenckende die eere , prys, lofende danck, die ghy aen syne Maj. behalen suit van byna alleen in Iiollant gepersevereert te hebben in degetrouwheyt,die men denselven syne Maj., als synen natuerlicken beer ende prinche sculdich is, ende oirsake te wesen van recouvremente ende herwinninge van alle d'andere afgevallen steden van Hollant, soo wy metter hulpe Godts seer corts verhopen te doen, blyvende Amstelredamme alleene stantaftelick in devotie tot syne Maj., by die welcke gy u moogt versekeren, dat wy een goet intercesseur ende middler sullen wesen van tgene gy nae dese troubelen suit willen heys- schen , tot eenre euwige memorie ende eere vander getrouwicheyt der voorsz. stadt, tot meerder welvaert derselver ende goeder burgeren van dien. Ghy merkt wel aen tgene die rebellen aen- rechten opten platten landen, ende in kercken ende in goodshuyzen by u, als by uwen brief inhoudt, die vruchten, die men van sulcke boeven is venvachtende, ende horen meninge ende voornemen, twelck enen ygelyck behoort een vermaninghe te wesen, niet alleenlyck hem niet te geven tot hen, maer densulcken met alle mogelyke macht te helpen wederstaen ende verdryven , dewyle men versekert is Godt een aengenaem werck daer aen te bewysen ende doen. Aengaende die stede van Goylant, wy scryven tegenwoordelyck aen den grave van Bossu daer inne te versien. Ende beroerende die dierte ende soberheyt van den coorn, wy verhopen in Godt, dat sullicx by reductie van den voorsz. afgevallen steden, corts te gescien, beteren sal, daer by gevoecht die openinge ende veylicheyt van den stromen ende canalen in Zeelant ende Hollant, daer toe wy alle mogelycke diligentie doen doen, ende hopen corts in sulcke rustinge te wesen ter see, dan men'teffect daer of sien sal. Midlerwyle, isser yet, daer inne ghy ons ir. 15
|
|||||||
114
|
||||||
seer soudt moghen behoeven, sullies ons adverterende, moocht u alle goede hulp£ ende by
stants tot ohs vertrooten ende verlaten. Lieve, Godt zy met XL Geschreven te Rrussel, den 28dach juny, a. 72. Onderteykent: F. A. DUCD?Alve, ende noch lager: Berty.
Die superscripts was dese: Ons lieve bysundere, Burgemeesteren ende Raden der
stede van Amsterdam, VIGLIUS aen JO. BRUHESEN,
19.. jW;, 1572. S. P. Reverende dne thesanrarie. Quod proxrmis Uteris dom. V. requisivit, ut significarem,
an videretur consultant, ut deputati statuum vestrorum ad salutandum ducem Medinae Coeli hue se conferrent, cum pericula itinerum considerem, et dictus dux administrationem harum provinciarum nondum assumpsei'it, videtur mihi hoc ofEcium in aliud tempus differri posse, tametsi, qui viciniores sunt et negocia in curia nostra habent pei'agenda, Excellentiam suam quotidie salutatum congratulatumque adveniunt. De pertidia spontaneaque deditione urbium nonnullarum Hollandiae aliarumque satis mirari
non possumus, sed speramus, eas, viso aliquo armorum appai-atu, ad principis sui fidem re~ versuras; ad quod non parvum moment! ibrlassis adferet victoria nudiustertius parta adversus HngenottosGalliae, qui ad inferendum Montibus Hannoniae praesidium in hanc regionem ad- venerant, caesique a nostris ad interneeiouem omnes feruntur, quemadmodum non dubito ex aliis dom.V. plenius intellecturam. Deus, dom. V., diu incolumem ac constanter in fide regiae Majestatis conservet. Bruxellac, 19. July, 1572.
T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, VlGLHJS ZUICHEMUS^
|
||||||
Don FERDINANDO ALVAREZ van TOLEDO, hertoch van Alva,
LIEUTENANT-GOUVERNEUR ENDE CAPITEIN-GENERAEE, AEN DE BURGE-
MEESTEREN ende RADEN van AMSTERDAM, 25->/y, 1572. Lieve bysondere. wy hebben ontfangen uwen brief van den XVI. dezer maent, ende den
iuhout vandien wel verstaen 9 waerop wy u antwoorden, in den eersten versoekende, dat ^y wilt in ruemorie brengen 'tgene wy u den 28. des voorleden niaents geschreven hebben, ende vasfeelick geloven, dat die dipgen also gescien sullen, met die hulp van Godt. Wy kunnen wel overleggen, dat bet voor (Igii menschen, die niet van die geexperimenteerste en syn, schynt wonder te syn, dat die rebellen d'een sletle vooi' ende d'ander nae tot hoere devotie alsoe innegecregen hebben ; macr als men aensiet, datsy daer innegerecht (!) syn, door ontrou- wigheyt der burgeren, sonder enich wederstant, jae tot hoeren versoeck in veele plaetsen^ ervaren menschen en sullen hem daer van niet verwonderen, noch eenichsms ontsetten. Sy en synen oock niet gestelt met macht noch geschut, eenige stat, daer goede resistentie geboeden wrordt, als in de stadt van Amsterdam zoude mogen geschieden, te becraftigen, soo dat gy hoerenthalven niet en hebt te vresenj ende so veel te min, daer wy hoeren medehulpers uyt |
||||||
115
|
|||||
Vranckryck den 17. deser maent, iiiet verre van Bergen in Henegouwen , gantseljck versla-
gen, ende by de 2600 gevangenen noch in handen hebben, als wy vernieynen, dat gy wel verstaen hebt, veellichtelicker verhopen tecomen tot tgene wypretenderen, teweten den vyant seer corts te trecken soeken^ waer wy hem sullen connen vinden, ende uyten lande jaegen, oft mogen wy aen hem comen, soe tracteren ende handelen, als syn gesellen in Henegouwen uyt-. gestreeken syn geweest. Ende al schynt het, dat onse rustinge zeer langsaem toegaet, gy moet verstaen, dat sy daeromme te grotere, starckere ende dapperer sal wesen ; daer syne Maj, meenige is syrie goede ondersaten gewisselick ende ernstelick te bescbudden ende beschermen, gelyck wy verhopen, dat men corts oogenschynlick sal mogen sien. Waeroin en wilt u niet laeten verdrieten een weynich gedults te hebben, aengesien dat die coninck selfs wel moet wat patientie hebben, tot dat syn tyt comjit, die voorhanden is, u versekerende, dat die meninge is, niet alleen wat in Hollant, maer ook elders afgevallen is, te reduceren voor den winter, tot welcke eynde, all doen wy die thien Spacnse vendelen uyt Hollant haelcn, om ons daer mede ten eynde, als boven geseyt is, eenen tyt te behelpen , wy sullen nochtans corts na Hollant eenen geweldigen hoop met geschut ende alle toebehoren besiellen, tot reductie dei' afgevallene steden. Ende en wilt u oock niet stoeten aen enige tydingen, die de voorsz. re- bellen uyfgeven, aensiende dat die gene, die gbene grote macht en hebben ? hem ouder an- deren met gelycke dingen moeten behelpen, om'tvolck aen hem te trecken. Maer wilt wat persevereren ende continueren in u goet ende getrouwe debvoir, als gy tot noch toe soe wel gedaen hebt, ende bysonder noch cortelick, als wy van den grave van Bossu verstaen heb- ben , hebbende uyt die stadt van Amsterdam doen vertrecken eenige, daer gy suspicie op hadt, daer gy seer wel aen gedaen hebt, ende weten u daer grootendanck of; ende gy suit bevin- den, dat die dierte vant coorn, ende andere incommoditeyten in uwe brieffe, corts mits gratie Godts geremedieert sullen worden, sekerlick voornemende, dat wy lyf, noch wat wy hebben, niet en sullen sparen, om in gevalle van noot te hulp te comen, ende soe goede ende getrouwe ondersaten syner con. Maj. te conserveren. Lieve, bysundere, Godt sy met U. Geschreven te Brussele, den 25.July, a, 1572. Onderteykent: F, A. DPC d'Alve, ende by den secretaris , Bertv.
Superscriptie: Onse lieve, bysundere, Burgemeesteren ende Raden der stede
van Amsterdam.
',■-,.
COMMISSIE verleent poor LUMEY aan WENCELYN TSERGLAES,
2tjuL, 1571
YVrLHELM, graefF VANDER Marcke, vryheer tot Lumee ende Saram, etc., alien ende eenen
yegelycken, die dese onse jegenwoeixlighe letteren sullen sien ofte hooren lesen, dat voer ons gecompareert is dese jegewoerdighe edelman, genaempt Wencelyn Tserclaes, geboren bin- nen de stadt van Liere in Brabant, die welcke aen ons vriendelyck heeft versocht (als een ge- trou ende gehoorsaem dienaer van onsen genadigen heere den Prinche geweest zynde), om van ons te mogen vererygen dese onse jegewoerdighe letteren van conmiissien, tenfyne, om deur die selve commissie ofte bestellinghe onse vianden, zoo wel geestclyck als weerlyck, zoo ■oick in Brabant als in andere onse vianden landen te mogen crincken ende royeren, al naer gelegentheyt der zaken, midts oick ons belovende, niemandt van onse vrienden te bescha- digen oft te crincken, oft in eenigher manieren onse vrienden hinderlycken te vallen, maer deselve met lyff ende goet, ende met vleesch ende bloet te bescermen, ende in harennoot 15*
|
|||||
116
|
|||||||
voer te staen, etc. Sooeest, dat wy den voorgenoempde WencelynTserclaes vuyt sunder-
lingher gracien volcomelycken maclit ende authoriteyt geven, ende midts desen gegeven hebben, om alle zaken, voren gementioneert, te mogea in gerecliticheyt vuytrichten ende volbringen, besunderlycken, om alle papen met heui'e complicen te mogen royeren ende vangen, ende deselve alnier in den Briel te brenghen; des wy oick zeer ernstelycken versoucken ende be- gheren aen alle onse bevelhebberen, borgemeesteren, scepenen, cooplieden, rentieren ende alle anderen onse vrienden, dat zy aen alien des den voerschr. Wencelyn Tserclaes mocbte van noode wesen, willen goet behulp, bystandt ende secours doen, d'welck wy oick van gelycken willich ende bereet zyn te verscbulden, etc.; midts oick willende ende begherende, dat men den voerschr. Wencelyn Tserclaes zel gehoorsaem in alle zaken syn, want onse gelieffte zulcx is. In oirconde der waerheyt zoo heb ick Wilhelm, graeffvander Marck, vryheer tot Lumeeende Saram, etc., ditselve onderteekent, ende noch tot meerder versekerbeyt mynen secreten zegel hierop gedruct. Gegeven in onse stadt vanden Briell, desen XXVI. July, anno 1572. By bevele van den prinche, zynde G.
Wilhelm, GrafFzuderMarck.
|
|||||||
Erftoocht WILLEM, grave tot der Marck, vryheer tot Franchemont,
TOT LUMET ENDE SERAM, etc. , ENDE GUBERNATOOR OVER HOLLANT,
5. aug*, 1572.
Onsen vruntliken groet, gunstiger ende geneychter wil te voren.
Errentfeste, eerbare ende wyse besondere, lieve ende gunstige.
'tis genoucbsaem bekent, met wat gewelt, tyrannye, boosheyt,moordeu, rooven, hanghen,
barnen, verbannen ende ongehoorde schattinghen, als den thiendea penninck, dat den Dug van Alba, sedert syne aencompste in dese Nederlanden getiranniseert ende voortgevaren, en- de dese onse beminde vaderlant inder uyterste slavernye te brengen. voornemens is geweest, ende noch sonder ophouden voort te varen, vermeent, dat wy ons entlicn tot reddinghe dersel- ver, in den name Godts inder persoon daerheen begeven, ende desen crychsvolck tegens die van Alva ende syne Spaengiaerts opgenomen, ende duer verleeningne godtliker hulp, dat geheele Hollant, wtghesondert die uwe stadt, sonder eenighe tegenweer, onder des doorluch- tighen, hoochgeboren furs ten ende heren, des prince van Orange, wel hergebrachter erf.., ende gerechticheyt ondergebrocht, ende wy niet anders dan des gemeynen Nederlants wel* vaert, oude privilegien ende vryheyden weaerom op te rechten voerneinens hebben $ maer diewyle ghy u jeghens ons, wat ghy gesynt syt, niet en hebt verclaert, soe begeren wy in den name noochgedachtes fursten, gunstich ende genadelick, ghy wilt ons verstandighen, off ghylieden ons oock (ghelyk andere steden van Hollant gedaen hebben) innemen willen, uwe antwoordt (daevna wy ons te rechten) haestelick verwachtende. Datum, Leyden, den 5. augusti, anno d'ni 1572. TJ gpede vrundt.
Ondert.: Wilhelm, grafFzuder Marck.
Superscr.: Die eerbaren etc. Burgermeysterea, Schepenen eude Raedt der stadt Amsterdam
<tnde die gemecnte aldaer* |
|||||||
117
VIGLIUS aen JO. BRUHESEN,
14. aug., 1572. S. P. Per famulum tuum, Rev. dnethes., non habui ocium, ut Uteris tuis penultiina julij
datis responderem. Gaudeo vos diligenter defensioni vestrae incumbere. Et ita sane rebus vestris convenit, tam ut vos ipsos ab geusiorum vi ac tyrannide vindicetis, quam ut regiae Majestatis gratiam fidei constantia demereamini. Quod autem dom.V. significavit de decreto Hispanico, multum me recreavit. Verum cum nihil hie adhuc tale intellexerimus, plenius de veritate rei a vobis informaii desideramus. Nam hie non deerunt, qui manibus pedibus- que ei reluctabuntur. Bene vale, Rev. due Bruhesi. Bruxellae, xim. augusti, 1572. T. dom.
deditissimus servitor ac amicus? Viglius Zuichemus.
VIGLIUS aen JO. BRUHESEN,
22. aug. j 1572. S. P. Literas tuas, Rdc dne thes,, xni. hujus mensis die datas, accepi. De decanatu ad
regem favorabiliter scribi curavimus, ejusque ex Hispania responsum expectandum erit. Quod si autem ad praeposituram aditus dom.V. pateret, earn praeferendam utique censerem. Ad utramque autem dignitatem adjutorem me lubenter praestabo. Remui dns Trajectensis literis suis satis se propensum ostendit, ut nepoti meo archidiacono
Iprensi, praebendam in majori ecclesia conferat, cujus benevolentiam dom.V., quaeso, ut, quoad poterit, confirmet. Rl!o domino abbati S.Pauli, requiem aeternam precor, lubenterque operam dedi,ut dom. V.
in informatione facienda super novo abbate deligendo commissio una daretur. Bene vale, Rde dne thesaurarie. Bruxellae, 22. aug., 1572.
T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, VlGUUS ZUICHEMUS.
|
||||||
VIGLIUS aen JO. BRUHESEN,
14. oct., 1572. S. P. RJe dne thesaurarie. Certior his diebus factus de collatione praebendae Trajecten-
sis in nepotem meum Buchonem Ayttanum per Rmum archiepiscopum facta, non potui non magnopere de eo gaudere, dom. que V. gratias agere pro favore commendationeque illi xmpen- sis. Super provisione abbatiae S. Pauli, Duci nuper hue deflectenti relationem fecimus, qui vestram sententiam secutus, jussit, literas nominationis expedh'i pro eo, qui a vobis pi*aeci~ pue idoneus ad earn dignitatem judicatus fuerit; ea tamen lege, ut decimas in Nieukerken ec- clesiae vestrae metropolitanae attributas, citra ullam controversiam eidem per bulbs aposto- licas attributas relinqueret. Arbitror quoque per praesidem Tisenachium dom. V- certiorem lactam de rescriptione regiae Majestatis super decanatu Trajectensi, juxta quam spcramus (ubi |
||||||
118
|
|||||
dux hue redierit) non difficulter nos negotium secundum vestrum desiderium confecturos esse.
Vale Rds dne tliesaurarie. Bruxellae, xirn. octobris, 1572.
T. dom.
deditissimus servitor et amicus, VlGLIUS ZCIGHEMUS.
Acliter een op papier door Chiustiaen van Adrichem eigenhandig en tot eigen
gebruik geschreven Martyviologion, ontmoetten wij een byyoegsel, door den- zelven geschreven, geJijk't hier na volgt: De noyis marttribus.
Anno 1572, die 9.julii, mane ante ortum solis, sub tyranno Guilieltno Limine, comite
deMarck, Brielis Hollandiae, hoc est, in conventu Ruygensi, prope Brie]., post varias il- /lusiones, dira tormenta ac supplicia, laqueo suspensi ac sufFocati a geuseis, martyrii palmam meruerunt ac pro fide catholica fortier mortem obierunt: Fratres Minores ex conventu Gorcomiensi.
Pr. Nicolaus Pieck, gnardianus Gorcomianus.
Fr. Hieronymus Weertensis, vice-guardianus Gorcomiae.
Fr. Theodoricus Amersfordiensis, pater sororum tertii ordinis div. Francisci Gorcomiae.
Fr. "Wilhadus JDanus.
Fr Godefridus Mervellensis, custom.
Fr. Nicasus Hesius, laqueo per os suspensus, usque ad horam matutinam nonam vivus
pependit.
Fr. Anthonius Weertensis. Fr. Anthonius Hoernariensis, Fr. Franciscns Bruxellensis. Fr. Petrus ab Ascli, Iaicus. Fr. Cornelius de Wyck te Duerste, Jaicus. Eodem anno et die et loco etiam suspensi ac suffocati sunt:
Mr. Leonardus Vechel, Buscoducensis, pastor senior Gorcomiae.
Mr. Nicolaus Popelius, pastor junior Gorcomiae.
Mr. Godefridus Duynen, Gorcomianus, quondam rector universitatis Parisiensis, nunc vi-
carius Gorcomiae. Fr. Joannes Joannis al) Oesterwyck, canonicus regularis conventus in Ruyge, prope Brie-
lam, pater sororum ordinis D. Augustini in Gorcomia. Fr. Joannes, ordinis Praedicatprura, qui pastorem agebat in Hornaer.
Fr. Petrus Bekensis, pastor in Monster, frater ordinis Praemonstratensis ex abbatia Mid*
delburgensi. Fr. Jacobus, sacellanus in Monster, frater ordinis Praemonstratensis( ex abbatia Middel-
burgensi. Dns Andreas, pastor in Heynoort (*).
(*) Hierna volgde in Ideiner sell rift neneden aan de bladzijde :
Miraculum : Mathias Athoranius, civis Gorcomien- vit divinam per me'rita et suffragia martyrum , qui
sis, cum hernio , qui morbus est iutcstinorum irrum- Brielis pro catKohca iide mortem oppetiisseDt. Id utii pentium , la bora ret, adeoque periculose , ut nulla spes fecit, continuo a periculo, in quo vcrsabatur , libera-
vitae relicta foret, multis praesentibus opem implora- tus et sanitati pristinae restitutui est. _ |
|||||
119
|
|||||
Anno 1572, den 29 aut 30. July/ Brielis: Fr. Judocus Goudanus, CarthusianusDelphensis,
presbyter. Anno 1572: Pr, Gerardus Wolff, generalis minister tertii ordinis S.Francisci, Zutphaniae
a geuseis dire afflictus, exspiravit sub patibulo. Anno 1572, Ruremundae : Mr. Paulus Waelwyck. Anno Christi 1572, d. 22 octobr., Schoonhoviae laqneo ad arborem suspensi ac suffocati sunt;
Pr. Jacobus, supprior canonicoruin regularium inden Hem. Fr. Cornelius Reyneri, canonicus regularius, ibidem. 1572, die 27 octobris, Goudae crudeliter confossi et trucidati sunt: Pr. Joannes, pater Paulinorum Goudae. Fr. Adrianus Goudanus, procurator Paulinorum Goudae. 1572, die 10 deeember, Leydae Batavorum, post dira tormenta a geuseis suspendlo strangu- latus et necatus est honorabilis Mr, Cornelius Musius, Delphus, poeta laureatus, theologus et coenobiarcha sacrarum virginum D. Agathne apud Delplios Hollandiae, aetatis suae anno 72. Anno 1572, die 6 novembris, Delphis Hollandiae a geuseis laqueo suspensus et peremplus
est D. Hubertus, pastor Lyranus. ------
REQUEST van UTRECHT aen den KONING tegen de SENTENTIE
des HERTOCMS van ALVE, ende wegens het overleveren der
PRIVILEGIEN. (1572?)
/■ AeK den KONING.
Geven in alder oetmoet te kennen uw Maj. onderdanige, die prelaten, dekenen ende
eapitulen vande vyf ecclesien, mitsgaders schout, burgermrn ende andere regierders van nwe Maj. stadt Utrecht, hoe dat zy suppltn, sekere maenden geleden, uwe Maj. gepresen- teert hebben gehadt sekere recpieste, by dewelcke sy suppltn versocbt hebben, hernl. ver- leent te worden provisie van appel, met die elausule van inhibitie, defensie ende replica- tie op ende jegens alsulcker enorme ende rigoureuse sententie, als belieft hadde den her- toge van Alve, gouverneur ende capiteyn-generael over uwe Maj. Nederlanden, jegens hern suppltn met noch sekere andere leden van staten van uwe Maj. landen van Utrecht, op de xini.july a. lxx. te geven t op welcke versouck uwe Maj. des voorsz. hertoge advys, als die suppltn verstaen, versocbt ende ontfangen sonde hebben, ende al was't, dat die suppltn wel hadden verhoopt, dat den voorsz. hertoge die voorsz. sake so staende nyet en soude in prejudicie vande voorsz. appellatie geattenteert ofte geinnoveert hebben, soe wel in anschou vande reverentie, die hy uwe Maj. schuldich is 5 alsoeck, dat hy nae alle rechten, soe geest- Hck als weerlick, overmits die voorsz. appellatie, die behoirlicke geinsinueert is, schuldich ende gehouden was, met d'executie van voorsz. sententie te supersedercn , insonderheyt, als nu, dat hy wel weet, dat uwe Maj. selve die hant an de voorsz. saecke gelegen ende ken- nisse daervan begonst hceft te nemen, so isc nochtans soe, dat den voorsz. hertoge yerst in dien beghinne van augusto, a. lxx. voorsz., an die van uwe Maj. raden t'Utrecht gescreven heeft, dat sy die staten van voorsz. landen nyet meer en souden bescryven, ende daer be- neftens an die van de wet van voorsz. stat, dat by verstont, overmits die voorsz. sententien, dat alle die officien vande voorsz. stat in handen van uwe Maj. vervallen waren9 omme daer- van gedisponeert te worden , soe bevonden soude worden oirbaerlicxte te syn $ Ende dat hy bovendien noch in martio a. IXXt. ande cameraer van voorsz* stadt gescreven hadde, dat alsulcke penn. als hy mochte hebben, tlichaem vande voirsz. stat toecommende, dat hy die telleu |
|||||
120
|
|||||
,soude an handen van den rentmr vande confiscate over die landen van Utrecht, hoewel 'tselve
nyet en is gedaen geweest, vermits den cameraer meer schuldich was, dan hy hadde ofte stont te ontfangen. Soe heeft hy noch onlancx an den president vande voorsz. stat gescreven, dat hy die vande voorsz. stat bevelen soude, dat zy alle die charters, statuten, privilegien ende ordonnantien, die vande voorsz. stat originelick concernerende, leveren soude in handen Van d'selven president, om die voorts an syn Exc. overgesonden te worden; ende soe die regierders vande voorsz. stat nyet en verstonden die woorden vande voorsz. missive, preciseliek vande originale charters te spreckcn, mer alleenlick vande ghenen, die oorspronkelick die stat concerneerden, ende dat men nyet gewocntlyck en was al die originale charters, privilegien ende ordonnantien te verseynden, soe hebben syl, den voorsz. president gepresenteert die copien van alle d'voorsz. charters, privilegien, statuten ende ordonnantien te doen afscry- \en ende te leveren, mer alleer d'selve antwoorde ende presentatie an syn Exc. overgeson- den was, heeft d'selvesyn Exc qualick nemende, dat sy suppltn soe lange vertogen hadden antwoorde te geven, hoewel 'tselve nyet sonder merckelyeke redenen, by haerl, antwoorde verclaert, gedaen was, d'selve vande stat belast, dat zy terstont, angesien sbriefs ende alle ex- cusen gepostponeert, alle die voorsz. charters, privilegien ende statuten originalyick leveren souden in handen vanden voorsz. president, omme daer van gedaen te worden volgens die last hem gegeven , ende voorts by syne Exc. geordonneert te worden, soe hy tot het gouverne- inent ende beleyt vande stat bevinden soude te behoren , ofte dat syne Exc. geoorzaekt sou- de wezen anders daerinne te versien, nae breder inhout vande copie vande d'selve missive, hier by gevoucht, d'welcke by de raet vande voorsz. stat gelesen synde , hebben syn Exc. voor ant- woort verhaelt, 'tgene sy den voorsz. president ler antwoorde gegeven hadde; ende noch andermael gepresenteert die voorsz. copien te leveren, mitsgaders t'allen tyden haerl. voorsz, charters te openen, ende-syne Exc. gecommitteerden de visie ende lecture daervan te doen hebben, verhopende, dat s^nExc hem daer mede soude laten genoegen, mits dat men soe wel uyt die copien als originalen conste ordoneren, 'tgene tot gouvernement ende beleet van vooi'sz. stat dienlyck wesen soude 5 Ende ingevalle syne Exc, sonder daerop anschou te nemen, wilde verstaen, dat hem die voorsz. originele overgesonden soude worden, hebben die vande voorsz. stat hem laten duncken , dat 'tselve tot ghenen anderen eynde en coste ten- deren, dan omme die voorsz. sententie, by dewelcke die voorsz. stat buyten haer verdien- sten van alle haere privilegien, vryheyden ende exemptien gepriveert worde, ter executie te leggen , merckelicken overmits syl. nyet en verstonden, dat sulcx van eenige andere ste- den, landen ofte provmcien geeyscht was geweest, hebben daeromme syne Exc. geremon- streert, dat sy vande voorsz. sententie an uwe Maj. geappelleert hadden, ende dat uweMaj. syn advys daerop gehoort ende ontfanghen, ende also self's kennisse vande voorsz. saecke hadde begost te nemen. Ende soe voor syn Exc, als gedelegeerden van uwe Maj., geprocedeert was geweest, ende dat alsulcx syne Exc. die voorsz. sententie nyet in ofte op den naem van uwe Maj., mer op synen nafm , als gouverneur gepronunthieert hadde, dat syne Exc. daer omme die voorsz. appellatie behoorde te admitteren ende die selve te defereren, ende dien volgens vande executie vande voorsz. sententie, soe nae die geestlickeals weerlicke rechten, be- hoorden te supercederen, daer by voughende die auctoriteyten van rechten tot sulcx dien- lyck, endebovendien, dat zy noch onlancx uweMaj. by requeste versouckende, bevele vanden voorsz. president, heml. nopeude d'overleveringhe vande voorsz. charters gedaen, gex^emonstreert hadden. Biddende mitsdien syn Exc., dat hem soude gelieven met die voorsz. saecke te super- cederen, tot dat uwe Maj. daerinne gedisponeert soude hebben, gelyck sy verwachten, dat des cortelick geschieden soude. YVelcke antwoorde syn Exc. by missive toegeschickt is geweest den . January, a. txxiU
|
|||||
121
|
|||||
Ende hoewel dat die redenen van wegen die voorsz. stat geallegeeit, soe in rechten, rede-
nen, alsequiteyt, wel gefundeert syn, nochtans bemercken zy suppltn, dat die quade afTectie, die syn Exc. (hoewel sonder wettige redenen) tot die voorsz. stat ende die ingesetenen van dien, soe geestlick als weerlick, isdragende, ende die sy hem dagelick, soe met die verswa- ringhe van soldaten, onlancx gedaen, als zy suppltn uwe Maj. oock te kennen gegeven heb- ben, daeruyt sy nyet anders en connen bemercken, dan dat syne Exc. alle iniddeJen soeckt, omme die voorsz, stat uyt den gront te bederven, ende andere landen ende provincien te deterrei'en, dat zy hem souden an uwe Maj......
(Hiermede eindigde de onde gelijktyd.copie, onder de archiven van destaten van Utrecht,
in pak. A. n°. 41, waeruyt deze heb laten afschryven , ende waren 5 bladen schoon papier over gelaten, mogelijk om 't overige en Jaatste gedeelte van dit request daer op te schryven. BoNDAM.)
BARLAIMONT's ordre, het Capittel van S.WALBURGH te Aernhem
TAN WAHTEN, etc. TE ONTLASTEN,
- - 16. apr., 1573.
Eersame vnd voorsichtighe, besundere guede vranden1
Alsoe den deken vnd capittel van S.Waibnrghen daer binnen Aernhem, aen syn Excel- lentie gesuppliceert der beswernissen halven , dat zy waken vnd knechten in oiren huysen logeren vnd innemen motten, etc.; laten van co. Maj. wegen wv uwen Eer. weten, dat in betrachtong, dat zy daghelicx in Gods dienste behoiren ; oick, dat zy jetzonder voele vnd grote schade aen oiren goederen, als zy clachtlick te kennen gegeven, geleden, woe noch die wyle derselve goederen meest alle inder Nederbetuwen, omtrent Ravesway vnd daer omher gelegen zyn, dergestalt, dat zy nyet en bueren ende geheel onmachtich zyn, etc. VVy daeromme syluyden, voer zoe voele doentlick, te schonen vnd subleveren geneicht, onse derhalven van wegen zyner co.Maj. gescreven is, dat U.E. die voorsz. deken vnd ca- pittel, vnd oiren huyseren, opten kerchove staende, van wachten, waken vnd soldaten, vry, los ende ledich nalden vnd laten, ymmers zoe langhe als daer binnen Aernhem nyet meher dan een veendelen knechten en leggen vnd b]yven» Des versihen wy ons alsoe tot VEer., dieselve den almachtighen Heere bevelende. Gegev. tho Nymeghen, den 16.apr., xvc.ixxtll. Ondert.: Gilies tan Barlaimont.
OMMISSIE voor JANBUCQUET, Ats WAERDEYN tan 'sKo. MUNT t'Utrecht,
29. apr.j 1573.
Alsoe overmits der promotie van AndriesSerps, onlancx waerdeyn van zyne Maj. munte
t'TJtrecht totten staet ende exercitie van Jt exchysmeesterschap van Haerlinghen in Vries- lant, tselve waerdeynschap jegenwoerdelyck vacerende is, ter dispositie van zyne voorsz. Maj., waeromme van noode zy, tot praeservatie van zyne Maj. rechte, eenen anderen gequalifi- ceerden persoon daertoe te committeren, diehoofden? tresorier-generael ende gecommiteer- den vande domainen ende financien ons heren des Conincx, om't goet rapport hem gedaen vanden persoen van Jan Bucquet, volcomelyck betrouwende zynder nutheyt ende experien- tie in't stuck vander munte, hebben denselven by advyse vande generaels van zyne voorsz, Maj. munte van herwaertsover gesurrogecrt, gecommiUcert ende geordonneert, surrogeren, If. 16
|
|||||
122
|
|||||||
comrnitleren ende ordonneren by dezen,, om 't vdorsz. ofilcium van waerdeyn wel ende ge-
trouwelyck te bedienen ende exerceren, goedt regardt le nemen op't muntwerck, ende pre- sent te zyn als enige placeten, tsy vangoutoftevansilvere, gelevert sullen worden byden muntmr aldaer. om le doen munten, d'ordonnantie vander bussen wel ende deuchdelyck te onder- houden, ende voirts te doene al tgene des een goet ende recbtvaerdicb waerdeyn scbnldich is ende beboert te doene; alles acbtervolgende der instructien, die hem deshalve gelevert sa) worden hy de voirsz. generaels; op conditien oeck, dat den voirsz. waerdeyn de voirsz. busse in zynder bewaernisse sal nemen ende daer voiren borgbe stellen inder camere van re- keninge inden Haghe. jegenwoordelick t'Utrecht, totter somme van twelfF hondert ponden , van veerticb grooten Vlaemscber munle tpondt eens ; alles opte gaigien van acbttien ponden grooten Vlaenis t'sjrs, waervan by betaelt zal worden byden voorsz. muntmeester, ende dat voir sulcker tyt ende termyn, als de voirsz. munte geaccordecrt is , opgestelt ende gehoudcn te worden, waerop van hem wel ende getrouwelyck te quitene in?t exerceren ende bedienen van't voirsz. officie van waerdeyn; die voirsz. Jan Bucquet gebouden zal wesen den beboir- lyken eedt te doene in bande van die voirsz. rekenmr, soe beboren sal. Gedaen tot Brussel, ten burele vande voorsz. financien, den naestlesten aprilis, XV drie
ende tseveuticb. Ondert.: Philips de Croy , Damhoudere, Rewgoct, Doeyenbrcgghe.
7. meyy 1573.
Opten vn. mey? anno xvc,LXXin., soe beeft Jan Bucquet, genomineert in'twitte van desen,
den beboirlycken eedt gedaen, opt bedienen ende exerceren vanden staet ende officie van waerdeynscbap vander munte tot Utrecht, ende dat op sekere acte van attestatie uytten hove gegeven, vermits dese commissie alsdoen noch ongedepescheert bleefF leggen, ende dat an- dersins synder Majesteyts munte groot achterdeel ende praejudilie hadde moeten lyden; omme tselve officie wel ende getrouwelyck te bedienen ende exerceren naer breeder inholt vanden selven witte aen handen vande luyden vande rekeningbe in Hollant, w Actum, ten burele inde camere vande rekeningbe, nu ter tyt tot Utrecht, ten daighe ende
jare als voren. My jegenwoordicb. Ondert.: Rataljler.
|
|||||||
HUB. a BUG HELL ad JOH. ab HOGHELANDE,
anno dm 1573. 19. may*
Reverende dne et patrone bumanissime. Accepi 18. may a D. V, et capilulo nostro lite
("as v. maji conscriptas, ad quas toti capit. rescripsissem, sed data opera id obmisi, et no- mine capituli D. V. repondi; quare peto, ne in malam partem illud ipsum dni capitulares interpretentur. Nam multi nuncii nunc dispoliantur, et 7 si viderent literas toti collegio in- scriptas, in majus periculum incideret nuncius. Quare capituli Uteris perleclis sine moi'a accessi ad aedes cancellarii, sive summi syndici senatus. Qui quum mid lis negotiis esset oc- cupatus, altera die, ad eundem sum reversus, et habita ilium conveniendi potestate, de telonio nostro late locutussum. non sine quaerimoniis, quod Colonien, mercatores, autnau- tae Colonien. bona vehentes, abuterentur earn suis mercibus, aliorum plerumque permixtis privilegio telonii, et non dignarentur telonarium nostrum semel alloqui etc. Et quoniam* terminus 21. January ad comparendum esset. prorogatus in hunc pracsentem mensem, et ca- |
|||||||
123
|
|||||
pitulum lubentissime suos deputatos ad senatum ducis aut ejus commissarios mitteret, laineu
ob praesentia viarum discrimina, a cancellario et commissariis denuo petiisse, ut terminum hunc adhuc ad aliquot menses extendere vellent. Scire quoque petii, nnm certus dies cum senatu Coloniensi tractandi nunc iterum csset assignatus. Qui respondit', quod doctor Steen- wyck et secretarius Lintz breviter Cliviae fuissent, ut de certo die constituendo cum consi- liariis agerent, sed propter absentiam DD. Laurimanni et ArnoldideLeeuwen, etquoniamin- tegrae et pristinae sanilati cancellarius nondum esset plene restitutus, ac etiam propter occu- pationes ducis ob nuptias senioris suae filiae cum Prussiae magro Bran<leburgico celebran- das istic re infecta abiisse. Et se don dubitare, quin commissarii copias liter arum capituli nostri, de prorogando tcrmino essent senatui Coloniensi pvaesentaturi; tunc ille omnibus modis, ei- dem persuasurus esset, ut habita periculorum et ecclesiasticorum dominorum consideratione, conveniendi diem extraherent, donee tutiora commeandi tempora praeberentur. Deinde ite- rum atque iterum ab eo petii et obsecravi, ut quocunque tempore senatus Coloniensis de te- lonio appellatus fuisset, aut aliquam insinuationem aut literas sive mandatum comparendi ac-* cepisset, ne gravaretuv mihi illud ipsum sgnificare. Quod data manu se facturum sancte mibi pi^omisit, et spero ipsum expectationem meam non frustraturum. Haec ad D.V. et capi- tulares confratres scribere volui, Sed in hoc plerumque peccatur, quod admodum tarde literae capituli ad eorum marius, ad quos scriptae sunt, perferantur. Nam nuncius Joannes mini dixit, literas capituli, ob telonarii absenliam, nondum commissariis ducis fuisse exhibitas etc. Reverende dne, nunc de statu meo, D.V. ac capitulo pauca quaedam adjiciam. Scito, me indies, Deiauxilio, magis acmagis convalescere, et lubenti animo ad Trajectum revertere; sed nescio, quomodofit, quod propter intestina isla bella et periculosa itinex*a animus meus, de meo hinc discessu, quamvis lubenter aerem mutarem, tacito naturae sensu, abborreat, et ne- scio, quid male ominatur, praesertim, cum jam nullum habeam domicilium, in quo Tra- jecti habitare possum. Nam uti D. V. cum capitulo optime novit propter perpetuas His- panorum et mercenariorum nebulonum divexationes, coactus fui aedes meas aliis locare. Quare magnopere vellem a D.V. et capitulo petere, utRemigiifuturi inchoan. dni capitula- res. babito horum tristium temporum, bellorum, itinerum ac etiam imbecilliatis meae aliquo respectu, dignarentur, ad unius saltern, aut ad summum, duorum annorum spatium, gra- tiose absentandi licentiam coiicedere (interim spei'O furiosa ista intestina bella consopiri posse), iis tamen conditionibus, ut omnes pracbendae iructus, ac si praesens in ecclesia adessem, per- ciperem; exceptis tarn majoris quam minoris officiorum praesentiarum distributionibus, carerem quoque .... meae absentiae toto Veluae officio inOen, nihil quoque acciperem de capo- nibus, praeter eos, quos habeodemanso in Weeden, deinde derasonibus locationum terrarum in omnibus officiis, nihil perciperem, quae praescriptae particulne annue adscendentes ad 160 flor. rhen. aut circiter, manerent inter capitulares praesentes dividendae. Et ut ingenue rem ipsam fatear, non video, quid utilitatis praesentia mea corporalis in istis tumultibus et horridis temporibus adferre possit; imo plus oneris mea praesentia adportabit capitulo: cum propter morbi reliquias adhuc mihi inhaerentes, turn etiam, quod in hoc senio (sexagesi- mum annum nunc sum ingressus) ne tectum quidem habeam, in quo quiete hoc praesenti tempore habitare possum. Quod si dni capitulares liberaliter et gratiose mecum agere Vo- hint, et de ista concessione in capitulari consessu difficultatem facere videantur, turn spero me, divina opitulante gratia , contempto omni periculo, suo loco et tempore ad ecclesiam re- versurum, et adepta qualicumque nabitatkme, more consueto, omnibus et integris prac- bendae frustibus fruiturum. Sed spero , adominis etconfratribus , impetrandi spem, omni- bus circ,umstantiis rite perpensis, non praecidendam, sed certum responsutn de liac re ob- tenturum. Vellem D.V. haec capitulo, meo nomine pvoponere, ne gravaretur, praesertim 16*
|
|||||
124
|
|||||||
eum bae Hterae ad D. V. et capit. sunt missae. Sed de hisce rebus minis. Deus opt. mas.
I). V, ac confratres capitulares diu incolumes ac florentes conservare dignetur. Valete, rap- tim exColonia, 19. maji, anno Dni 1573, per me ad omnia obsequia paratissimum vestrum omnium confratrem. HUBERTUM A BUCHEIX.
Opschr.: Magnifico etc. D, Johanni ab Hoghelande , jurium doctoii ac regiae Majesty
consiJiario dno et patrono suo singular!. Trajecti. |
|||||||
Anno 1573, 16. July, tot Uytrecht, IN*T OVERGEVEN VANDE STAOT
VAN Haerlem, werden groote vyer ende trhimphe gedaen, autbore D. R. More, canonico Ultrajecten., ut vulgo erat fama. Inden eersten waren tot Uytrecht tsavonts gestelt in de veynsteren van't voorsz. stadthnys
ronsom veel barnende keerssen, mit papier rontsom. Voor het stadthuys stondt gemaeckt een groene ronde crans van bladeren, gemaeckt met
die wapen van onsen coninck Philippe, ende die stadt van Utrecht, met een dwarscruys daer deur3 dat vergult was, ende stondt daer onder geschrevent Teritur, dum ^provocat ignem,
en aen die rechter zyde stondt aid us; Hostis sperne dolosr
aen die ander zyde aldus: Viridl sub tegmine fraus est.
Aen die zyde van't stadthuys , op het oudt kerckhof ? stondt gemaeckt een stellinge van houdt r met groen becleet, met onse voorsz. conincx wapen, ende die wapen vandie carnelaer, schoudt ende bufgermeestei'en. In't naidden waren twee paertshoofFden, daerop gemaeckt die wapen van Uytrecht, ende daerby een manshoofft daer uyt zyende 5 boven daerop stondt het jaer, begrepen in dese woorden: Prist Godt y want Haerlem is geivonnen t
aen die zyde stondt aldus: Qui potestati resistit 9 Deo resistity
aen die ander zyde stondt: Durum est contra stimulum calcitrare;
Voor het logis. achter op het oudtkerckhof vanden deken van Oudemunster, alwaer die grave van Boussu, gouverneur van Hollant, gelogeert was, stondt gemaeckt een man, gecleet met blaeu ende oranje coleur, met een gebroken lancy in zyn handen, daeraeu hangende een vaentken, vande voorsz. coleur. Tusschen zyne beenen stondt gescreven; Tahitate auspice ;
daer onder stondt een momaensicht. ende daeronder stondt aldus : Discite jusiltlam moniti.
Hyer onder binghen die wapenen geschildert vandie vyer groote steden, als: Dortrecht, Leyden, Delft ende der Goude. Hjer jeghens over stondt gemaeckt omhooch een ronde crans van groen, ende was daerom geschreven; Rex f actios spolium Celsa tuentis habet; -
doer dezen crans was een ciuys gemaeckt met een bloodt swaert ende een silveren scepter*. |
|||||||
125
|
|||||||||
Vool* het logis ran Jan Baptista Taxis, als substituyt van S. van Groesbeeck, als gouverneur
van Uytrecht, stonden veel scboone kaerssen ende lichten, in die Trans van S. Salvator's* Iter eke, voor den huyze van Beusecom, canonick tot Oudemunsler. Hierby, op sint Maertensdam, stondt gemaeckt een groote boom, vol barnende kaerssen
ende lichten, die zeer hooch was, ende van verve gezien worde. Opdie Domstoorn worden veel pektonnen ende lichten gebrandt, die zeer verre gezien
women. Voor die president, raden, burgermeesteren, schoudt, schepen ende raden van Utrecht
vvorden mede al pektonnen die avont gebrandt, ende worde over die heele stadt groot lich- ten ende blyschap gethoont van dese overganck van Haerlem. |
|||||||||
FRED. SGHENCK van TAUTENBURCH aen ENGELB. BRUHESEN,
27. aug.9 1573.
Dne Ganonice. Juridicis excussis libris, styloque Romanae curiae diligenter expenso,
nostram sententiam Rd0 dno decano, fratri vestro hodie per literas indicavimus, multum Ro. pontifici, ultra ceteros, arctissimo observantiae vinculo, ob archiepiscopalem dignitatem, palliique munus obstricti. Crede mihi, si in aiio quocunque favor operaque nostra tibi usm esse queat, earn invenies non verbis, sed rebus ipsis, tibi ac tuis exprouiptissimam$ adju- tore Deo opt. max., qui te servet, 27. augusti, 1573. Fredericks, archiepisc. Trajectensis.
Superscr.: Dno Engelberto a Bruhesen, canonico metropolitanae ecclesiae Trajecten. suo.
|
|||||||||
FRED. SGHENCK van TAUTENBURCH aen ENGELB. BRUHESEN,
31. aug.y 1573.
Dne Canonice. Quondam vidimus, quod in cartophilacio nostrae ecclesiae servatur exem-
plum concordatorum, de quorum germano intellectu semper dubitatum fuit, idque prop- ter commata necessariasque distinctiones praetermissas, etscripturae locis quibusdam vai'ia- tionem. Utcunque se res habeat, certum est, ilia verba concordats inserta adienotaeva- caiionis, ad Romanum ponlificem esse referenda, ut tempus trium scz. mensium ei non currat ante talem in urbe notitiam habitam 5 jam vero nobis non constat, quando Pontifici vacatio talis innotuerit, igitur juris devoluti nulla jam supputatio certar probaque ratio iniri potest. Sed consideres, quaeso, conditionem nostram longe aliam quam aliorum esse, quum propter dignitatem archiepiscopalem, saemmque pallium de beatorum apostolorum corpora sumptum, ut habet diploma, velut adscriptitii simus sanctae Romanae sedis. Gaetera quae 6cripsimus nuper, e centro pectoris esse profecta, tibi persuade, sospesque vale. Ultimo augusti. 1573* Fredericks, archiep. Trajecten.
Superscr.: Venerabili viro dno Engelberto a Bruhesen, canonico ecclesiae metropolitanae
Trajecten. |
|||||||||
126
|
||||||||
VlGLIUS akn JO. BRUHESEN,
11. ipt.f 1573. S. P. Rev. due decane. Ex litem D. T. proxime ad me scriptis, intellexi difficultalein
obortam circa retentionem aut resignationem thesaurariae tuae, meminique, quod aliquando
dom. T. consulueiim, ut in fratrem id beneficium tempestive transferees* Quanquam enim
a Pontifice retentionem impetrares, sub eodem tamen tecto utrumque beneficium te retine-
re, parum mihi consentaneum videbatur. Et pvofecto, cum in earn sententiam dom. T.
jam inclinare videam, lubenter ejus effectum, si qua ratione possem, promoverem. Quod
autem per jus ad archiepiscopum devolutum, buic difficultati mederi posse putas, id an
solidum sit fundamentum, dubito. praesertim, cum post trimestre tempus, ejus.collationem
Pontifex praevenerit, ac vereor id ab archiepiscopo petere, quod T. D. jam antea negavit.
Et ille fortassis non solum summum Pontificem non vult ofFendere, verum etiam Accelium
non lubenter impediet: uti nee ego quidem scire ilium velim, me ejus causae contra ilium
defensionem suscepisse. Et novit D.V., quae ab ipso Reverendissimo archiepiscopo benefi-
cia recens acceperim, cujus sane benevolentia abuti me pudet. Gommunicavi autem literas
vestras cum domino Indeveldio, qui super eo, quod in secreto consilio fieri poterit, ipse tibi
melius indieabit; et cum ego illud consilium amplius non frequentem, de suffragio meo
nihil tibi polliceri possum. Bene vale, Rev. dne decane.
Bruxellae, xr. spt., 1573.
Rev. d. t,
deditissimus servitor ac amicus, VlGLIUS ZuiCHEflttJS,
Superscr.; Venerabili viro, dno Joanni a Bruhesen , ruajoris ecclesiae Trajecten, decano,
dno amico suo. Trajecti. |
||||||||
VlGLIUS aen JO. BRUHESEN,
3. nov.. 1573. S. P. Valde doleo, Rev. dne decane, te de thesauraria tantara sollicitudinem molestiamquc
sustinere, ac quando in gratiam meam Rmua) archiepiscopum, favorem D. V. impartiturum non diffidis, etsi gravate verecundeque hoc officium suscipio, quod ei me tot nominibus obli- gatum esse non ignoras, tamen denuo id tibi postulanti denegare non potui, atque aliquid literarum ad ejus Gratiam dictavi, quarum exemplum hisce inclusi, quas, si ita tibi videbi* tur, tradere eidem poteris, si validus, si laetus erit, si denique poscit. Nosti enim apud eum tempora esse observanda. Bellum, quod istic gestum est, non eum habuisse succes- sum5 quern speraveramus, nobis non minus, quam vobis, molestum est, verum jam hue adveniens novus gubernator, aliis fortassis consiliis, rem aggredietur, orandusque nobis est Deus, ut nostram rempublicam ecclesiamque nutantem suo favore conservare dignetur. Bene vale, Rev. dne decane. Bruxellae, 3. nov., 1573.
T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, VlGUts Zuichkmps.
|
||||||||
*
|
||||||||
127;
|
|||||
DIRCK CORNELISZ., etc., aek (?)
12. dec, 1573. Eersame, Ileue ende zeer beminde vrunden inCbristo, wy gebieden ons met alle demoe-
dicheyt t'uwaerts, latende ul. alien ende eenen yeghelycken wetene, hoe wy u lieuen t'an- deien thjden hebben vermr.ent ende vruntlyck begeert, ende begeren noch midls desen, ghy docb onser vervallen ende beduiven stede 'wilt eerbarmen, ende den invvoenderen van dien wilt bescudden ende bescermen, dat sy niet meerder beschadicht, beroeft ofte vanden guessen vanden bedde gehaelt en worden, want indien 'tselve synen voertganck zoude heb- ben, is geschapen, datter n\et eenen menschen inder stede sail blvven, die eenen s. beeft, soe dat alsdan die scbamele gheraeente (die God betert veele s^n) van lionger sullen moeten vergaen t ende nyemant sal den armen mogen sustenteeren. Wy connen in alien gevalle niet geloven, dat d'Excellentie vanden princelycke Maj. tselve toelaet, dat men die ghene, die goedt, bloet, hff ende leven met hem opgbeset bebben ende bem nocb genoeeh toegedaen zyn , sulle aldus berouen ende vanden bedde balen ; nocb connen nvet geloven, dattet tot synder ofte syns substituyts kennisse coempt 5 versoecken daerom zeer ernsteliek ende oetmoedelick,. ghy doch, uwen beminden oem, ons neeff Wermbout Claesz. ende elcx van u bysondere, bem will vernederen tselve van des scbamele ghemeents wegben te kennen te geven joncker DiderikSnuey, zynen beminden luytenant, dat bem wil gelieven hier inne te versien, dat docb. die ghemeente macb sitten in vreden, ende dat wy eonnen gehebben behoerlyke sau~ vegaerde tot onser redeliken costen, ende moegen blyven onbeschadicht van die guessen 5 wy willen tselve verschuldighen, waer wy connen; Ende est om een redelykheyt te doen, daer off wilt ons aduerteren, wy sullen ons in alien gbevall obedient vinden. Wy arbey- den mede dagelycx om tgemeen profyt, ende u\ve ende onse wederpartbye uyt die voechdye te stoeten, *t is soe verre all inder saecke geprocedeert, dat ick van daghe te daghe zy rerwachtende die commissie vant scboutambacbt van Naerden, ende ben oock vanden bai- liu onboeden zynde opthuys te Muyden gbeweest, ende by beeft my tselve toegheseyt, ende verhoep nu te licbtmisse eerstcomende alsoedanighe wedtbouderen te geeryghen ende te doen eeden, dat die nuyckhangers ende bedervers des gbemeens gbeheell daer uyt gestoten sul- len worden; Daerom doet ghy wel ende voorsiet, dat wy met vreden moeghen sitten, wy sullen wederom schicken dat alle dinck comen in vreden. Die Heere des hoops wil u ende ons alien vervullen met blyscap ende vrede inden gelove in dat, opdat ghy ende wy over- Yloediger zyn inde hope door den macht des heylighen Gecst, amen. Aengaendedie vergaderinghe van crysvolk, dat er gbeweest is by't lant vanden Bergb, die
Scbynt, datse gheweecken ofte wederom verstrooyt syn, sulcx wy niet en weten waer datse been syn, dan die faem gaet, datse bem begheven bebben naer Vrieslant, dan ist tselve nyet seker. Van Middelburgb en is nocb oock niet seeckers; dan die van Antwerpen zyn wederom, soo wy tot Uytrecht geboort bebben, zeer gescubbet met hem schepen, dan voor deese thydt en hebben wy gans nyet zeekers. Doet wel ende groet ons uwen alien* huysvrouwen ? kinderen ende goede vrunden, ende is met u yet zekers ofte gbebreeckt uyet* dat laet'ons weten. VuytNaerden, mitter baest, den xil.dec, XV". drieende tzeventich. . .
Die alien nwen goedtwilligen oera, vrundt ende dienaer Dirck Cornelisz. ende Claes Bercz, uwen beminden vaeder. Ende groet uwen lieuen ende beminden huysvrou bysonder ende Backer u zoen ende oem Peter met zyn huysvrou, Gysbertgen Peters ons atcbte, Jan Graft eude alle goede vrunden. |
|||||
128
|
||||||
VIGLIUS aeh JO. BRUHESEN,
14. dec, 1573. Reverende domineDecane. Literae D.V., ult. nov., v. decemb. scriptae, eodem tempore
tnihi redditae fuere. Memini abbati in Oostbrouck olim a curia injunctum fuisse, ut d^ fecuperandis terris in laesionem magnam monasterii sui alienatis, jure procederet; verum exschedula, quam reinitto, non aliud ab eo actum fuisse, intelligere potui, quani cespites inde ab eo citrajudicis auctoritatem (unde nunc ab fisco controversia illi movetur) ablatos fuisse. Me autem non magis decet consilium meum contra eundem fiscum impartiri, quam aliuni quempiam regiaeMajestatis servitiis obstrictum. Quamobrem, mi Bruhesi, alium consulto- rem quaerat oportet, cum ego quoque aetatis ingraveseentis publicorumque negotiorum molestiis aflectus, privatarum causarum defensioni vacare non possim. Privilegium , de quo nepos meus verba a pud te fecit, duntaxnt de duodecim personis lo-
quitur, atque iis, quae tempore indulti apostolici regiae Majestati concessi, nominatae fue- runt, verum Hopperus fortassis aliud consilium D. V. gratiflcandi inveniet. Meminit autem, D.V., quam aegre timideque me adduci passus fuerim, ut in negotio thesaurariae Reveren- dissimum arcbiepiscopum compellarem; et si quidem intellexissem, eum desiderio tuo tarn rigide fuisse adversatum, ab eo petendum non putassem, quod recusaturus esset. Placetum autem adversario tuo nisi ex justissimis causis consilium non facile denegabit, et si forte audiri antea frater tuus cupiet, opus erit> ut legitime se opponat, causasque contra manda- turn apostolicum in promptu adferat. Multo autem magis suaserim, ut amicorum interventu ac auctoritate, controversiam istam amicabili transactione consopiri patereniini. Bene vale^ Reverende domine decane. Bruxellae, xmr. dec, 1573.
T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, Viguus Zuichebus.
|
||||||
DIRCK CORNELISZ. aen JAN PIETERSZ.,
15. dec, 1573. Wy bebben op huyden, date van dese, verseekertheyt van Middelburgbe, van 't huys
te Rammekens ende oock van die Antwerpsche scheepen gecreghen, uyt monde meester Claesz., die eertyts mede ghelegen heeft tot Naerden , die den trommeter vanden prince van Orangien zelfFs by monde gesproken heeft, ende heeft hem vertoent des princen pinceell; die heeft ons gheseyt, dat waerachtich is, dat die van Antwerpen hebben verloren dertien scheepen nu onlancx, daerof zes indie grond zyn geschoten ende zeven by die van Vlissin- gen genomen; ende thnys te Rammekens hadden die van Antwerpen alle met verraet tol heuren wille; maer Gout heeft het versien, dattet die loflyke prince van Oi'angien we- derom he?ft gecregen , ende heeft met die verraders gehandelt, als daertoe staet. Ende die van Middelburch met die Spangiaerden ende Waelschen, daer inne wesende, hebben hem selven de Excellentie vanden Prince over willen geven, behoudens lyfF ende goede, gevende tot eenen ransoen zes ofte zeven tonnen schadts, daertoe alle die Spaensche ende papisten goede, maer d'Excellentie heeft sulcx niet willen accepteren; antwoerdende den Spangiaer- den, dat sy bloethondcn ende menschenvilders sulcx dorsten van hem verzoeken, hy wilde den borgheren wel nemen in genade, maer den anderen in alsulken genade , als sy die van |
||||||
129
Zutphen, Naerden ende Haerlem genomen hadden; ende seyde voorts, datse also benaeut
syn, dat sy Middelburch doer benaeutheyt nyet laugher mochten houden. Dus is te verhopen, dat, soe haest als daer ghedaen is, dattet dan op Amsterdam, ofte
alias Moordam sal eosten; want, zoe by mede zeyde, zyn zy in Zeelant well sterck 300 oorlogschepen ende 40 gheleyen. Hier mede bljft die almoghende Heere bevolen* Mitter baest uyt Naerden, desenxv.de-
cembris, xvc, drie ende tzeventich. CornelisZ. , uwen beminden oem, in alles wes ick ver-
tnacb, gunstich ende goedtwillich. Opscbr.: Eersame, voorsienighe, zeer discrete JanPetersze, ofte in zynre absentie Peter
Gerytse, alias: Peter Aertse van .Naerden, nuter tytresiderendetotMonnikendam. |
||||||
INVENT ARIS, genomen ten .huyse van GuillawMostaert binnen der stede van
Alcmaer, by Mr. GerardtBoot, rentmr vander abdye van Egmonl, ter praesen- tie van Willem van RiEivnCK ende Pieter van Neck , scbepens der voorsz. stede, volgens zyne commissie, daervan den tresoriei'-generael ende eommissaris vande finantie cfes eo. Maj. in Hollant, denr beveel van F. G. des Pr-van Orangien ge- expedieert, in date den XI. novembris lestleden den voorsz. scepen vertboont, van alsulcke besegelde brieven, boucken, registeren, rekeninghen, papieren ende monumenten, de voorsz. abdye toebehorende. Ende alsoe der besegelde brieven, brieven, boeken ende andere veel ende verscbeyden syn, sulcx, dat int parti- culier inventaryseren derselve groete moeyten ende veel tyts geemployeert soude moeten worden. heeft den voorsz. i*entmr Boot ende scepen goet gedacht, die selve besegelde brieven, boucken ende andere in bonden ende packen van graeuw papier te binden ende briefkens, geteykent met letteren A. B.C etc., daer op te naeyen, ende alsoo inventaris sommier te maecken, twelck sulcx gedaen is, gelyck bier nae volcht ende bescreven staet: Inden eersten , drie en twinticb packen, gebonden so voiren een brief ken daerop genaeyt,
geteyckent met capitael letteren van A,B, C, etc. Nocb drie en twinticb packen van gelycken , gebonden, met brief kens daerop genaeyt, ge-
teykent met dobbele letteren, eerst groote ende daer heneffens cleyne, van Aa,B6,Uc, etc. Nocb twee doosen met briefkens, daer op d'een geteykent Aaaa, d'ander Bbbb,
Noch een pack brieven, gebonden als voren, ende geteykent Acta.
Nocb vyftien packen boecken, sommighe lanck, sommigbe viercant, mer cleyn van bet
bladt gevouwen in vieren, mede geteykent met capitael letteren van A9B,Cf etc., tot de letter P toe incluys. Ende syn deze leste packen brieven geleyt ende gesloten inde grootste kiste met de twee
doosen; welcke twee kisten beyde toegespejkert ende met ons scepenen voorsz. segelen toe- gesegelt zyn. Aldus gedaen ende geinventariseert binnen der stede ende ten huyse, als voiren, opten,
vit, dec., anno XVC. drie ende tseventich, ter praesentie van ons Willem van Ryedtwyck ende Pieter van Neck, scepenen der stede van Alckmaer voorn., die hier goede scherpe toesicht ende regaert op genomen ende gehadt hebben. T'oirconde onse hanlteycken, hier ouder n. 17
|
||||||
130
gestelt, leu daghc ende jaere sovoiren, my tegenwoerdich, ClaesGomersz., noUrys publyck,
die dit mede onderteykent hebbe. WlLLEM VAN RlEDXWTCK. PlETER DlRRCKSZ. VAN NECK.
Gombrsz.Waversz., nts.
Daaronder stont:
Die charteren, brieven , boecken ende monumenten, in desen inventaris hyer boven be- grepen, heeft Mr. GeritBoot ten burele vande camere vande rekeningen tot Delff, in twee Ooestersebe kisten, besloten ende toegesegelt, overgelevert. In kennisse van my, den XX. Ja- nuary, 1574. stil.vet. De Bie. MEMOIRE, loco exhib. per commiss. Trajectensium ordinum clariss.
PRAESIDI DNO HOPPERO , (an.?)
1. Tresbonore Sr. Plaise a vostre Sre remonstrer a la Majeste, comme les estats d'Utrecht,
ne demandent aulcunes aultres lettres de saMajeste augrand commandeur, gouverneur etc., soit pour advis ou restitution, comme qui en ont eu des le mois demars, dernierement pas- se jusques a present en nombre de trois, tendantes a mesme fin; lesquelles n'ont rien ef- fectue ou proufite, soit pour avoir estes aultrement du gouverneur ou du conseil des trou- bles interpretes, que la Majeste les entendok, ou qu'on y ha pardeca adjouste ou oste quel- que chose, ou pour avoir estes indeuement mis en execution, au moins aultrement que les estats les ont receus et interpretez, tellement, que sa Majeste se metteroit en peine a escri- pre sans aulcun proufict, ou que les supposts pouvoient conoisire la bonne affection, que la Majeste leur porte. 2. Et d'aultant plus, que vostre S,!e diet avoir declaire et informe la Majeste, qu'il n'est
aulcunement conseille, qu'on oye les estats en justice pour certaines raisons a ce mouvans. 3. Item, que les estats requierent tant seulement estre ouys en justice, est, pour une
fois estre absoubs ou condemnes jurisdiquement, a fin, que la Majeste entende le service, que les estats ont faict en tous les temps des troubles, et la mauvaise recompense, tort et vio- lence, qu'ils ont receu et souffert par les gouverneurs. 4. Tellement, qu'il n'est besoing de demander advis au commandeur, surl'aultre, a sca-
voir sur l'abolition ; car il est besoing, que icelle soit faicte, puisque la Majeste ne les peult Ouyr en justice, si elle desire avoir service des estats, et que les etats se contentent, vivent en repos et n'ayent occasion de se plaindre, que leur roy les refuse justice, ce que aultres par avanture passe long temps auioient faict. 5. II est bien vray, que pom* mieux servir a SaMajeste, les estats se contenteront (comme
ils ont escript) que la Majeste aboliroit la sentence contre les estats par le due d'Alve don- nee, comme estant bien et deuement informee de l'innocence desd. estats, moyennant, que sa Majeste mesme le feroit sans commectre quelque aultre, car les estats ayment mieux une bonne parolle de leur sonverain seigr, que or privileges etc. dung estrangier gouverneur, 6. Item, que les estats ne peuvent croire, que le grand commandeur fera aultrement,
combien que la Majeste escrive millefois, que le due d'Alve n'a faict, parce qu'il a chez. luy le mesme conseil, qui ha condempne les estats avecque le due d'Alve, auquel il suyt l'advis et conseil. 7. Et que tout le monde pardeca a ceste fantaisie (comme on escript), que le grand com-
mendeur tient correspondence avecque le due d'Alve, et qu'il ne faict rien sans son advis et. de ses coadherens, qui ont enfrainct touts droicts, loix, coustumes et privileges du Pays.. |
||||
131
|
|||||||
8. Item, que de tant de fois escripre sans effectuer, chose, que diminue fort Pauthorite
de la Majeste, abaliene le peuple et efface le reciproque amour, 9. Aussi, qu'il semble (soubs collection), que la Majeste escrivant tant de fois, donne plus
d'authorite a son vassal gouverneur, que luy mesme souverain S\ et naturel prince en veult user, mesmement, qu'il semble qu'il s'assubjeetist a son gouverneur, tellement, que les es- tats ne peuvent plus longuement persuader au peuple, que la Majeste les ayme ou veult aulcun bien. 10. Et pour Rvoir si long temps pourchasse justice, a scavoir tantost quattre ans, ct
qu'on ha tant de fois escript sans que les estats ont receu proufict ou le pauvre peuple aul- cun soulagement, et qu'on n'execute les lettres de sa Majeste, selon qu'elles sont entenduea ontsonnent, et que le conseil des troubles faict si peu de comptc dalles, qu'il approclie plus au desestime et contempt, que a oultre chose, que indubitabement le peuple (selon que les estats escriperent) ne peult croire, que la Majeste les ayme, mais au contraire, que tout ce,~~ qu'ils ont endure et suffert, endurent et souffrent, est par conseil, advis et consen- tement de sa Majeste, dont ils deviennent comme enraiges et desesperez: et que plus leur fache est, qu'ils disent voire devant leurs yeulx, qu'ung gouverneur d'ung an ou deux peult plus endurcir par une letlre les oreilles de la Majesle, que loutes les "fidelites, obeissances, et services de tant d'annees des etats, ou les cris, pleurs, remonstrances, prieres et sap- plications d'un peuple n'aymer son prince nature], non par ans, jours ou temps prefix, mais a jamais, peuvent amolyr ou induire, qu'il les oye, poinct pour les recompense!*, donncr tre- sors, privileges, terres et biens, mais seullement en justice, contreceulx, qui les oppressent, etsefaignent estre bons et loyaulx vassaulx de la Majeste, et sont la racine et cause de touts les maulx tantost huict ans soufferts et advenus. 11. Item, que pour les susdict, est a craindre, si la Majeste mesme n'abolist en brief la sen-
tence, ou oye les estats en justice, comme diet est, que lesestats ne pourront plus longtcmps retenir le peuple en obeissance, et qu'ils seront contraincts eux mesmes se saulver, laissant le pays a ['abandon, ou qu'ils seront forces prendre les armes, pour conservation de la re- religion catholique, obeissance de vostre Majeste, le salut de la patrie, contre ceulx, qui les forcent, pillent, oppressent et violent touts droicts, coustumes et privileges , et mettent les bons, fideles ecclesiastiques et lays serviteurs et vassaulx de sa Majeste* en toute pauvrete, desolation, ruine et pitoyable estat, ne cherchans que piller, satisfaire a leurs voluptes, amasser, gaster, ruiner et poinct deffendre ne conserver le peuple ou le pays: a fin que le peuple de par soy (ce que Dieu ne veult) ne commence, et que par apies les estats ne pourraient remedier. 12. Etque, pour a ce remedier, obvier et contregarder, sans beaucoup u'escripre , fairedes-
pens, user de force ou armes, il semble n'y avoir melleur remede (soubs correction) que, que sa Majeste mesme restitue les estats avecque la premiere commodite en leur entier et premier estat, afin que tout le monde voye et cognoisse, que leur Prince les ayme, oytleurs querellcs et ne cherche que leur salut, repos et tranquillite de ses pays, etc. |
|||||||
VIGLIUS aen JO. BRUHESEN,
4. Jan., 1574.
.
S.P. Rev. dne decane. Nihil hactenus, quod scirepotuerim, super gratia , quntn jamdudum
in Hispania sollicitari procurastis, allatum fuit, neque suppressum aut intmeptum quicquara ejus esse arbitror, cum literasab dom. Hoppero, XVI. dec. aatas acceperim , quibus sennit, Tra- 17*
|
|||||||
132
|
|||||||||
jecten. negocium turn tractari, de quo bona nova per proximum cursorem se ad nos missu-*
rum sperat. Et causa fortassis tantae dilationis videri potest, quod regiae Majestati non vi- sum fuerit, in praesentia Ducis Albani acta ejus retractari. De sententia adversus Nardenos lata, nihil antea intellexei'am , rogoque, ut ejus exemplum,
si copiam habere queas, ad me mittere non graveris, et profecto, si ex veritate, historia ex- cidii ejus urbis nobis narrata fuit, praestiteritmulto, silentio involvi, quam ejus memoriam refricaii. Tantam hujus temporis calamitatem, mi Bruhesi, peccatis nostris asscribere debemus, qua-
rum finem turn demum spectare licebit, cum ea agnoverimus et in tribulatione nostra Deum ex animo invocaverimus. Qui Rev. dom. V. incolumem conservet, ac in adversis tarn multis communibus perferendis, patientiam consolationemque tribuat. Bruxellae, 4.jan., 1574. Rev. dom. v.
deditissimus servitor ac amicus, VlGLIUS ZuiCHEMCS.
|
|||||||||
VIGLIUS aeiv JO. BRUHESEN,
fk.jan., 1574. (1575?) S. P. Rev. dne decane. Literas vestras xvi. nov. scriptas, nudiustertius primum accepi.
Silentii, quod dom. V. excusat, ego itidem ejusdem deprecatione uti cogor, quern aetas ac non recta valetudo pigriorem ad scribendum ellicit. Jamque intellexi in consilio secreto super lite de thesauraria mota aliquid decretnm esse, et ea est consiliariorum integritas, ut a me of- ficii sui admoneri nihil opus esse crediderim; et per te intelligis officium judicis omni svn- ceritate administrandum esse, nee in eo affectionem aut favorem locum habere debere. Nos hie magna sollicitudo tenuit de vobis, sed gavisi sumus hostem a menibus vestris fortiter re- pulsum esse. Deus autem concedat, ut tandem aliquando ab hujusmodi periculis atque hisce malis calamitatibusqueerepta(I), serenitatem tranquillitatemque nobis redditam conspicere li- ceat. Bene vale, Rev. ac ampliss. dne decane. Bruxellae, 4. Jan., 1574. T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, VlULIUS ZniCHEMtJS.
|
|||||||||
VIGLIUS ae* JO. BRUHESEN,
14. Jan., 1574.,
S.P. Rev. dne decane. Quod mihi praesagiebat animus, cum dom. V. instantius a me pos-
tulasset, ut negotium thesaurariae Rdo dom. archiepiscopo commendarem, id reipsa accidisse comperio; nam potius meo officio offensum ilium intelligo, quam promotionem apud eum obtinuisse. Quae ne ulterius progrediatur non possum non consulere, ut dom. V. tempestive ejus animuin lenire mitigareque studeat, ne inde simultas aliqua concepta, altius radices jaciat. Deferendum autem D.V. cognoscit illis, qui in ecclesia nobis praepositi sunt; ut, quemad- modum nos ab inferioribus honorem exigimus, euudem ipsi majoribus vicissim praestemus, Et arbitror dom. V". erga se, benevolentiam aliquam ejus expertam fuisse, quam si in hoc $uo negotio denuo non persentiscit, non idcirco percepti antea beneficu obliyisci oportet. |
|||||||||
133
|
|||||
Uiide non possum non D. V. sincere candideque exhortari, ut omni sinistro afFectu deposito,
ipsius Rev. D. pristinohonoreobsequioqueprosequatur, et hanc nubeculaui, quae exoriri coe- pit, mature propellat, Deus, D.V., incolumem conserve!.. Bruxellae, XUII. January, 1574, Rev. d. v.
deditissimus servitor ac amicus, VlGIICS ZUICHEMUS.
MEMORIALE de proelio prope ROMERSWAEL,
24.>»., 1574. Mondragonius, qui Middelburgi in praesidio erat, commendatorem certioi*em reddit, quod
obsessi extrema inopia laborarent defectuque panis cujus duae tantura unciae multibus in dies singulos distribuebantur, vesci coeperant libis quibusdam ex semine lini confectis immunda- que omnia animalia quum et eorum coria jam consumpserant. Quare commendator, vir ad- modum mitis, et qui proximorum vel minimis calamitatibus sumniopere compati solitus erat, continuo Montes ad Zomam proficiscitur, ut classis quam citissime solveret, coramque statue- ret, quae in rem futura putai*et. Quae tandem numero quadraginta minorum navium per- fecta, quia Beauvasius aixhithalassus aeger lecto detinebatur, JulianoRomerono atque dno Gli- mesio, Beauvasi. vices gerenti commendatur, impositis novem cohortibus Hispanorum e le- gione Sicuia cum aliquot■Walonibus, ut mille fere milites in universum conferentur; classem vero banc sequebantur aliquot minores onerai'iae variam annonam ferentes. Solverunt au- tem e portu Montensi XXIII. January, steteruntque aliquot horis ad ancboram, ut cum recessu maris Romers-Walliam adveherentur, cum in partus exitu una ex praecipuis navibus displo- so tormento rupta fuisset, paucis mililibus cum centurione enatantibus. Postridie vero, cum post meridiem vela facere instituissent, classis rebellium, duce Ludo-
vicoBoisoto, in conspectum venit, monita ab iis classiariis, qui a regiis transfugerant, eo- dem tempore, quo portu Montensi excederent. Erat autem optime munita constabatque pluribus et grandioribus navigiis, quam regia. Praetoria enim atque suppraetoria ex earum navium genere erant, quas VUeboten appellant, quae ad malum arboris abacum, grandio- rura navium more superne afHxum ferebant, unde propugnatores magno regiorum praeju- dicio, quidquid in adversariorum navibus gerebatur, despicere poterant. Regii, sublatis ancboris, ad pugnam provebuntur. Praecedebat cum quinque navibus Climesius. Subseque- batur in media acie cum niajore navium parte Julianus. Extremam vero ducebatOsorio Au- gulensis. Jamque Climesius cum suis ad balistae jactuni hostibus appropinquarat, cum in syrtes imp...: unde cum in hostem ferri non posset, ipsorum tormentis expositus, pluri- mum damni sustinuit, donee, boste irruente, ad manus ventum est. Pugnabatur acerrime. Rebelles ignem nauticum in Glimesii naves projiciebant. Ipse vero tanta animi magnitudine repugnabat, ut nemo hostium in ipsius praetoriam transilii*e auderet. Accurrit subsidio Julia- nus. Verum cum idem incommodum incurrisset, aliquamdiu petitus bostium tormentis, de- mum et manum ipse conseruit. Interea Climesius, qui cum quatuor hostilibus navibus de- pugnabat, ab hoste superatur, ipsomortuo, ipsius praetoria igne consumpta fuit. Ex reli- quis navibus ejus quatuor, duae submersae fuerunt, tertia occupata, Haud dissimili fortuna Julianus cum quatuor item hostium navibus congressus, cum mul-
tis suorum amissis navera suam perforatam et submergendam videt, in aquas prosilit, et ad aggeremhaud procul distantern enatat; ubi a commendatore, qui, visa procul pugna, cum ali- quot militibus occurrerat, hilari facie excijMlui-, dicenteque Juliano: » Sciebas, Gubernator, |
|||||
134
|
||||||||
xnilitem me esse, non classiarium; metuendum est, ne, si mille mibi classes committeres,
omnes perderem", subintulit Requesentius, semper Deo gratias agendas, qui peccata nostra rebus adversis expiare solitus sit. Desideratae sunt ex parte regiorum naves belHcae novem cum septingentis militibus.
Sanchius autem Avilanus, qui cum classe majoruni navium Antverpia, eodem fere tempo-
re , discesserat, praetervectus insulam Goesanam ex adverso Flessingae in ancboris consti- terat, exspectans ciassem Montensem. Verum a Commendatore certior factus de bostium victoria, nullo incommodo accepto, Antverpiam regressus est. |
||||||||
Don LOUYS de REQUESENS et de CUNINGA, grand commanded de Castiue,
El LIEUTENANT GOUVERNEUR ET CAPITAIN GENERAL,
27. fbr., 1574.
Reverend pere, trescber et bien aime, nous estimons, que aurez entendu les tristes nou-
velles de la rendition de la ville de Middelbourgb aux l^ebelles. Or en cette infortune il y a ce bien, que le cbef de gens de guerre y ayant ete pour le roy, nostre Sr., a tellement besoigne, qu'il en a amene tous les religieux tant de vostre ordre, que autres, lesquels de Vostre ordre etantz venus icy, nous ont supplie vouloir vous escrire, a fin, qu'ils puissent estre repartis et colloquez, quelque part, selon que verrez par 1'escrit icy joinct, ce que lie leur avons sceu refuser, vous requerant partant que donner ordre, que les religieux. sbyent incontinent distribue par les monasteres de vostre ordre et que ce soit avec toute briefvete, neconvenant, qu'ils soyent icy en ceste ville longuement bors maisons de leur pro- fession. A tant Rev. pere, trescber et bien aimfi, nostre Sr., soit gard de vous.
d'Anvers, le 27 jour defebvrier, 1574.
ainsi signe: Don LOTS DE REQflESENS,
et plus bas: Berti.
Et sur le dos estait escrit: A Rev. pere, trescber et bien aime1, 1'abbe de Floreffe.
Collat. a Torig. et trouve concorder par moy N.J. vander Linden, nts.
-
GUILIELMY, abbas Floreff. , ad Abbatem S. PETRI GRIMBERG.,
3. mart., 1574.
Reverende in Cbristo pater. Religiosi domus Middelburgensis, qui post factam civitatis
deditionem evaserunt, gubernatori supplicaverunt, ut de monasteriis , ad quae mitterentur , illis curaret prospectum. Ejus Uteris, quarum transsumptum bis insertum mittimus, quia aequum postulant, quamprimum parere voluimus, ut ut maxime commodumfuit, diversis monasteriis diversos adscribendos duximus. Vobis itaque duos praesentium latores mittimus , ut vestrae do- mus religiosis adjungantur, et cum eis sub eadem disciplina contineantur. Exigit autem cbari* !tasj? ut sic aliorum sublevemus necessitatem, sicuti nobis subveniri desideraremus, si in si- |
||||||||
f
|
||||||||
135
milem nos iucidere contingeret. Dominus Deus opt. max. V. R. P. suo gregi diu incolumem
servare dignetur. Floreffia, 3. marty, 1574. stilo Namurcensi.
J A.R.V.P.
Confrater F. GuiUELMi, abbas Floreffiensis.
Superinscript.: Reverendo in Chi'isto, patri et domino, domino abbati monasterii S.Petri Grimbergen. Tot Grimbergen. VIGLIUS aen JO. BRUHESEN,
xvi. mart., 1574. S. P. Rev. dne decane. Aliquot superioribus diebus ab D. V. L'teras accepi, quibus, quod
non responderim, fecit adventus vestriexspectatio, arbitrabarque banc occasionem ad nos ex- currendi, D. V. non ingratam fuisse futuram, quod tantisper domesticis molestiis defungeretur, et hie cum amicis frontem exporrigere posset, vel saltern molestiam in amicorum sinum (quod - non minimum levamen solatiumque esse solet) eff'underet. Ea vero, quae D. V. hinc forsitan Scire desideravit, ex Buchone praeposito rescire potuit, cum non dubitem, fratrem ejus Fol- cardum, qui nobiscum hie agit, omnia ad eum diligenter perscribere. Noli vero, mi Bruhesi, nimium hujus temporis infelicitate te affligere, sed rebus te melioribus serva. Deus enim ad- huc vivit, qui uno momento trisiitiam nostram in laetitiam convertere potent. Bene vale, Rev. ac dne Decane. Bruxellae, xvi. martii, 1574. Rev. V. d.
deditissimus servitor ac amicus, VlGLItJS ZCICHEMCS.
INSTRUCTIO pro eximiis et circumspectis viris. dominis commissariis
trium ordinum Trajectensium, dominis Engelberto a Bruhesen, me- tropolitanae thesaurario, et FoLCARDO A MoJSTZTMA, sancti Salvatoris ec~ clesiarum Trajectensium canonicis, necnon magistro Florentio Thin- NIO, eorundem Trajectensium ordinum advocato, profecturis ad altam curiam Bruxellensem, ex eorundem ordinum speciali commissione et mandato. ZQ.jun., 1574, Inpriinis, ut, exhibitis illustrissimo gubernatori et ampFssimo domino, praesidi Viglio, li-
kens suis fiduciariis .... universamque rempublicam provinciae Trajectensis, ExcelJentiae suae et praescripto domino Viglio diligenter et accurate commendent. Deinde, ut intellecta eorundem, quae ipsis proponenda erunt, relatione, continuam jam mul-
torum annorum provinciae Trajectimsis, tam in oppidis qu-un in agro miseriam, expilationes, rapinas tam nostrorum, quam rebellium militum, concussiones, impositiones et orane calami- tatum genus, autscripto, aut viva voce, aut gubernatori, aut commissariis, quibuscum agent, prout videbitur ipsis et res exposcet, exordine cxponant factamque demum ipsis propositionem in scriptis sibi tradi deposcant ad ordines referendam. Tertio, ut illustrissimum gubeinatorem ordinum nomine per libellum supplicem interpel-
lent, quatenus absque cunctalione primo quoque tempore informationem accipere dignetur super novissima supplications per ipsorum commissarium in Hispaniis existenteai catholi- |
||||
136
eaeregiaeMajestali, et non ita dudum suum Excellentiae indagandae ejus veritatis causa inde
hue transmissa, quatenus facta super ea re per Excellentiam suam ad catholicam regiam Ma- jestatem rescriptione Ordines Trajectenses ex provisional!*, integram, plenam et absolutam consequirestitutionem queant. Non enim quoquo modo poterunt praescripti ordines in praes- tandis solitis subventionibus suae catholicae Majestatis desiderio satisfacere, quamdiu plene et absolute restitud non erunt, utpote quibus in obligandis hypothec-is ad praesentis confectionem pecuniae nulla a quoquam aut indigena aut externa idonea habebitur fides. Quarto, si quid per ordines provinciarum generalium ulterius tractabitur circa exhibitionem
demonstrationis aut libelli supplicis omnium nomine suae Excellentiae nuper exhibiti ei com- munication! utintersint, etsi grave aut arduum aliquid decernendum fuerit, id primum ante definitionem ut aut scripto aut coram ad ordines nostros referant. Postremo, ut ternas literas clausas a sua cathol. Majestate gubernatori general! inscriptas Ex-
cellentiae suae exhibeant, et super iisdem conveniens ration!, juri et aequitati responsum solli- citent; et quia ex lis unae de bonis agunt profugorum aut animadversorurn rebelHum. in prae- judicium tertii in regium fiscum redactis, non inconveniens fuerit nomine ordinum Trajecten- slum suae Excellentiae porrigere libellum supplicem, quatenus primo quoque tempore hujusce- modi lites et processus ad curiam nostram provincialem diffinitive decidendi rcmittantur, ne boiio jure et justissimis nixi titulis praeter oninem juris formam et ordinem suis bonis et annuis proventibus diutius carere et orbati manere cogantur. Cetera commissariorum supplebit sagacitas atque industria juxta illud vetus verbum: mitte
sapientem el nihil illi dixeris. Actum Trajecti, xxx. juny, 1574. De ordinum mandato,
Lamsweerde.
|
||||||
VIGLIUS aen JO. BRUHESEN,
16. Jul., 1574. Rev. domineDecane. Etsi impraesentiarum non habebam, quod literis D.T. responderem,
nolui tamen praetermittere, quin per eos aliquid ad te Hterarum darem, per quos tuas accepi. Quod illustrissimus gubernator noster a statibus vestris postulat, scio in his angustiis non ca- riturum magna difficultate, sed tamen (uti dicere solemus) de necessitate aliquando virtutem facere convenit. Reliqua, quae apud nos sunt, fratri tuo commemoranda relinquo, meque dom. T. ofileiose commendo. Bruxellae, xn. Jul., 1574.
T. dom.
deditissimus servitor ac amicus, VlGLIUS ZUICHEMUS.
.VERCLARINGE van alle de werkluyden, die gefrocht hebben op co. Maj. sterkten
van Vredenborch bynnen der stad Utrecht, by intervalJe van tyden, begyn- nende den yersten Augusti was tot den Iesten des voersz. maents, a". xvc.LXXim\ ? soe aen metselaers, tymmerluyden ende upercnechts, die gemaeckt ende gefrocht hebben die muyren int blyckfelt, ende oick gemaeckt hebbende boven den cypier op den waeli een verwulflsel onder den waell, soe dat gehell weder soude hebben gefallen, als men daer stucken geschuts over brocht. Ende dat voersz. wulffsel |
||||||
137
|
|||||||
samentgelacht ende waell versien. Ende voer den anderen nootlike reparacieu
gemaect: Inden jrsten:
Meester Cornell's Hermanse metselaer, gewerckt XIII dach, dachs
7 s. 6 p. . . . . . . facit mr. L. xvn. S. vi.p,
Jan Cornell's metselaer, gewerckt XIII dach, dachs 7 s. . facit nn. L. XI. S.
Willem Willemse metselaer 9 gewerckt XIII dach , dachs 5 S. facit III. L. V. S.
Jacob Wolferse metselaer, gewerckt Xlllldach, dachs 7 s. facit nil. L. XTiir, S»
Jorigen metselaer, gewerckt XIII dach, dachs 4 s. facit lHf.Lt XVI. S.
Fransois van Lyr tymmerman, gewerckt XVI dach, dachs 4 s. facit III. L. mr. S.
Herman van Delten uperknecht, gew. XXIIIIdach , dachs 4 s. 6 p. f. V. L. Tin. S.
Geryt Gerytse uperknecht, gewerckt XX dach , dachs 4 s. 6 p. f. nil. L. x. S.
Heinrich liuygen uperknecht. gew. XXIIIIdach, dachs 4 s. 1 p. f. V. L. Till. S.
Jan Janse uperknecht, gewerckt XX dach , dachs 4 S. 6 p. f. till. L. X. S.
Jan Gysbertse uperknecht, gewerckt XXI1II dach, dach 3 s. 6p. f. II. L. IX. S.
Heinrich v.d. Bosch uperknecht, gew. XXIIII dach, dachs 3 s. 6 p. f. nil. L. mi. S.
Thonis Jacobse uperknecht, gewerckt XVI dach', dachs 4s. 6p. f. III. L. XII. S.
Jan Zegers uperknecht, gewerckt VIII dach, dachs 4 s. 6 p. f. I. L. XVDI. S. HI. p.
Controlbir van opsigt vande voorsz. werckluyden , XXUI dach;
dach 2 s. . facit II. L. Tin. S.
Sonima belopen dese percelen in alles de som van . . lix. L. XTin. S. ix. p.
Ick Johan van Frens, controleur op co. Maj. sterckte van Vredenborch bynnen der stadt
Utrecht, attestere myts desen, dat die voorsz. werklieden gefrocht hebben op de voorsz. sterk- te, om te maken de noetlike reparacie, hyer vorens breder verclaert, belopende de somma van LIX ponden , van XL groten Vlaems ?t pont, achtien schelling,-negen penning, welcke voersz. som van LIX p. XVIII s. IX p. betaelt is wt handen van Loys van Bunghem, raet des Conincx, mede zyn Maj. rentmeester-generaell vande domeynen slants van Utrecht. Oirconde myn gevvoenlike hantteyken hyer onder gestelt. Actum, den lesten dach augusti, anno XTC. LXXriu. JOHAN TAN FKENS.
|
|||||||
COMMISSIE took JANBUCQUET, als ESSAYEUR van 'sKo. MONT t'Utrecht,
23. spt.j 1574.
Alsoe mits den overlyden van Jan Jansz. Vermaet, assajeur vander munte tot Utrecht, va*
cerende es 't officium van't assajcurschap. ende dat van noode es, ten dienste ende gerieve vanden coopman ende ander, daer inne te voersien, opdat de munte onverlet zy, ende dat de wercken derselver munten horen voortganck moghen hebben , soe hebben de lu\den vande rekeninghe des Conincx in Hollant, residerende t'Utrecht, gecommitleert ende committeren mits desen, by provisie, JanBoucquet, waerdeyn vander selver munte, omme tvoorsz, officie van assajeurschap te bedienen ende bewaren ter tyt toe, dat van wegen zyn Maj. anders daer inne voorsien ende geordonneert zal zyn, ende* dit al opten eedt, by hem in't stuck van zyn officie, als waerdeyn, co. Maj. destyts gedaen, ende denselven hem weder inde camere ©feenomen, IL 18
|
|||||||
138
|
|||||||||
Aldus gedaen tea burele vander reeckeninglie la Hollant, gehoudea bynnen dieabdyevan
S. Pauwels t'Utrecht, den xxrn. dach van septembris, xvc. vier ende tseventich. In absentie vanden auditeure deser camere , ondert.: J. Snopckaert.
|
|||||||||
CORN. BOOtfEN aen GER. WYCKERSLOOT,
29. ottf., 1574.
Mynheer, Ick hadde wel gehopt, dat gy hier soudt gevveest hebbenr naer u scryven, en-
de mitsdien u alsoe nyet gelegen en is, hebbe u wel willen adverteren, dat ick verstae, dat den onder rentmeester van Utrecht, Beugem, is heel in stucken, ende zal zyn recepte moeten verlaten, want by meer dan 7000 gl. ten aclitex*en blyft, ende alsoe sal geprimeert word en, gbelyck de procureur generael my gesegbt beeft, doch men en acht u nyet van node vele te sol- liciteren, ende die sollicitatie is odieus ende sorgbelick. Ick hebbe't hantschrift ontfangen, dat ghy ende myn swaegere had ondertevkent ende mynheer Hovelmans gegheven, inder vuege, dat dese saken al claer syn. Berthy is gbereyst oft zal reysen naer Spaengien binnen een dach of twee. Die saken van Amsterdam altereren die vanden hove zeer, ende nyet zonder redenen. De commandeur is al te Brussel besoigneren mette staten; die van Arthois hebben geconsen- teert, Brabant noch niet, ende d'apparencie is cleyne. Wy verghaen hier van armoede, en- de ick ghelove, dat ghy se nyet gebreck en hebt. Hiermede ghebiede my met mynder huys- frouw aen uw Eerw., biddende den almogenden Heere, die selve te willen verlenen een lanck salich leven. Uyt Antw., den xxix. October , xvc .lxxiiii. U vrent ende dienaer,
C(0RN.) B(OONEN).
Opschr.: Aen myn eerw. heer Gev. Wyckersloot,. can. van S. Marie. t'Utrecht,
|
|||||||||
LES ESTATS d'BRABANT a SON EXCELLENCE.,
en dec, 1574.
A son Excellence!
Remonstrant en toute humilite les trois estats de Brabant, comme par precedentes remon-
strances se sont doluy, que les anchiens droicts, privileges, chartres, usaiges et coustumes dudict pays et ducbe de Brabant ne sont este en plusieurs endroicts observez et entretenuz, et voyans, que les subjects dud. Brabant tant desirent et demandent la redintegration et ob- servation d'iceulx avecq abolition de toutes nouvelletez, ont tronve convenir en l'acquiet de leur serment d'informer vostre Exc. particulierement desdicts anchiens droicts, concessions et privileges par les nobles predecesseurs de sa Maj., ducqs et ducesses dud. Brabant, octroyez et successivement confirmez et jurez et aussy par sadicte Majeste\ Car en premier lieu, il est, que feu le due Henry, due de Lotricq et de Brabant, a par
son testamente du jour de S. Mathieuen Pan mil IIC.LXI. entre aultre ordonne bien expressi- yement, que ses subjects dudict Brabant ne seroient regiz ou traictez par forces ou voulon- Uz d'aulcunes, ains par droict et * . * » . |
|||||||||
139
|
|||||
Comme ce ensuyant aussy feu de bonne memoire le ducqJehan pour soy et tous ses sue*
cesseurs a perpetuite, tant par le cliartre commun du mois du may, que du Chartre de Cortenberge du mois de septembre mil IIIC.XII., et du chartre appelle den Wahchen Char- ire du vendredy apres la feste S. Pierre et S. Paul audict an XIIIC.X1I1I. ont pour soyetsesd* successeurs ou leurs conseilliers oste la voy de faict , force et violence ou volunte desregle vers lesd. subjects par serment solemnellement provez a tous inbabitans dudict Brabant, qu'ilz seroient regiz et maintenuz par droict et justice du lieu (par tout et en tout endroicts et en cas de defFault, apres trois plaintes de ce faictes, tout justice cesseroit, tant que droict fust faict auxd. plaindans) a paine, que telles juges deffaillants seroient perjures et traicte par voy de faict sans justice ; Et que a perpetuite par commun conseil dudict pays de Brabant et par ainssy, poinct par conseil des etrangiers se choiserent gens d'icelluy pays, etparainssy, poinct des estrangiers, qui oiront toutes doleances, et y ordonneroient ce qu'ilz trouveroient convenir au plus grande prouffit de luy clucq dudict pays et inbabitans. Et sy aulcun desd. iuhabitans fusse faict aulcun notable dommaige par la gendarmerie dud.
ducq ou pour sa debte, icelluy dommaige se restitueroyt..., que les estats la demanderoient, et que pour ce demeureroient obligez les i*evenuz ct demandes dudict Brabant. Comme aussy en toutes lettres d'acceptation et consentement des aydes, les princes ont promis
descbarger et indempner tous inbabitans de toutes foulles, forces, pifleries , concussions et exac- tions de gens de guerre. Sans qu'il feroit a aulcun desdicts points contrenu (!) par led. ducq ou successeurs, avec requi-
sition et mandement bien expresse faict a tous barons, chevaillers, nobles et tous inbabitans dud* pays sur leur fidelite, serment et veux, qu'ils doibvent a leur prince , de faire tout ce entretenir et observer en cas, que chose quelconque ce seroit par led. ducq ou successeurs au contraire en tout ou en partie desd. inbabitans, ne luy feroient aulcun service ou assistance et ne l'obieront tant, que le tout fusse par ledict prince remis , restably et redintegre en son premier et deu estat, et s'y fault, fusse trouve auxd. barons ou aultres et inbabitans, quant a fa requisition et commandement a eulx, faict, comme diet est, telz seroient tenuz et re- putez pour non fidelz a leur prince et pour gens sans sy tant en faict de temoinaige que aui- tre acte. Ayant lesd. feu ducq oultres ce requis, commande et . tous les barons, chevallierSj
nobles et aultres inbabitans semblablement sur leurs sermens, fidelites, bomaiges et obligations, qu'ils debvoient de faire l'ung a Paul tre entretenir et observer tout ce, que diet est, et a ce don- ner toute aide et assistance par forces et violences contre tous et quelconques contraventeurs avecq renuntiation expresse des voyes de faict et de droict, tant en especial que en general, que pouroient servir aux ducqs de Brabant, contre lesd. promesses. Et que tous les chartres et munimens des privileges et droicts accordez aux abbayes, bon-
nes villes et aud. pays de Brabant leur demeuroient a perpetuite fermes et establis sans onc- que pouvoir estre cnargez ou .... en aulcune maniere. Que le ducq Wencell et dame Jehanne de Brabant, ontparleurrecepteenBrabantleni.de
Janvier, XI1IC»LIII. entre aultres prouies par serment pour eulx et leurs successeurs de entrete- nir aux prelats et barons et toute le pavs de Brabant leurs privileges, chartres et coustumes; et que traicteroient tous habitans par droict et justice, et nullement par force ou violence; Et sy le contraire , lesd. habitans ne debvroeient faire service aux princes dudict Brabant n'y les obeyr et en especial ont lesd. chartres dudict Gortenberg et Walsch avecqtoutce, que diet est, par ledict feu Wencell et dame Jehanne, ducesse de Brabant, este confirme bien solemnellement et par serment pour eulx et leurs successeurs ? le jour de S. Lambert, XIIIC.LXXH. 18*
|
|||||
HO
|
|||||
ORDONNANCES, que tous les Officieus et Juges
DEBVROIENT JURER LES ENTRETEMR.
Et promectant entre auhres jamais clierger ou faire querir dispence ou absolution desd. ser-
mentz de nostre Sr. pere le Pape, de Pempereur de Rome, des toys ou d'aulcuns prelats ou. princes, avec tels commendements, requistions et renunciations des absolutions ou privileges a obtenir de nostre diet, sain etc pere le Pape ou d'aultres. Que plus est, a lad. dame Jebanne, le in. de Janvier X1IIC.LXXXV., entre auhres aussy promis bien solemnellement aussy pour ses. successeurs, qu'elle feroit mander quatre fois par an les barons et aultres Srs. dudict Brabant pour par leur advis et conseil et par ainssy (poinct par advis des estraingiers) pourveoir et re- medier a touttes faultes et desordres dudict pays, villes ou subjects dudict Brabant, de una mere, que ce, que seroit trouve nuysable ou domagable audict pays, par icelluy conseil desd. srgs de Brabant, ce quest ascheure en effect le conseil'.d*estat seroit dresse, et que les villes en .... ... demeuroint assembles etseroient fidellement pour lesdict redressement leur poursuyte jusques a
ce, que diet est, fut effectue. Et tout ce, que diet est promis successivement par le ducq Anthoine , le XVIII. de decembre,,
XIIIIC.VL, et ducq Jeban le 1111. son ills, le XIII. Janvier, X11IIC. et XV., lequelleauvoit aussy le ill. dc may. XIIIP. (?), entre aultres pour luyet ses successeurs jure, que, s'y aulcun ducq ou duccsse dudict Brabant en temps lors advenu demeuroit en le droict lesd. remonstrans- en leur privileges, cbartres, coustumes, usaiges et ancbiennes droicts ... violem. force ou vo- lunte et ce perdroit Paffection vers lesd. ducq, lesd. estats ne feroient a tel prince aulcuu ser- vice ou obevssance, et qu'ilz auroient faict a leur diet prince; et oultre ce, *ils pouvoient cboisir ung gouverneur ou ruwaert particulier dudict Brabant, comme leur sembloit couvenir au plus grande prouffyt d'icell prince et de sond. pays avecq telle pouoir et autborite, comme auroit led. due, tant queleurd. privileges,droicts et coustumes seroient redintegres et remisen leur deuestat. Davantaige a led. feu ducq, Jeban IIII. decenom, le xil.de may, 1'an Xllll .XXII. en-
tre auhres promis et consent! ausdict inhabitans dudict Brabant, que en cas, que les villes ou plat pajs ou aulcuns d'eulx, fussent en temps lors advenu oppressez ou graves et chargez avec ou par gens estrangiers d'armes ou de guerre, que d'aulcuns aultres, icell pays, villes ou villai- ges ou que ce adviendroyt, pourroit a ce resister, refuser Pentree voiresles encluse tant de fois, que lesdict inconveniens sui'viendroient sans abolir et sans pourvoir encourir aulcun indig- nation ou souffrir reprehension dudict ducq de Brabant. Quoy ensuyvant out tous successeurs ce, que diet est, confirme et promis pour eulx el leurs-
successeurs par serment, comme le ducq Philippe..., desdict. . . . frere dud. feu Jeban en Pan XIllT3.XXVII. et xxm.de may, et ducq Philippe le Bon en PanXULIc.XXX. Et entre aultres a led. Philippe le Bon, promis l'entretement dud. Walsche char tie, et que
tous cbastellains de tous ehasteaulx et forts dudict Brabant seraient brabansons ou ayans baro- nies en Brabant par eulx ou de par leurs compaignies. Ayant aussy par aultres ses le tires du xx. de sept. XIII1° XL et da xxvui. nov. XIIIIC.LVII.
promis pour soy et ses successeurs de tenir le pavs et inhabitans de Brabant descharge de tous gens de guerre au possible et en cas de necessile, sy que en passee ou logeant lesd. gens de guerre, il feroit soigneusement pourveoir, qu'ilz ne feroyent aulcune foulle ou domaige aux subjectz de Brabant, et sy lissent de contraire, de ce estant adverti, feroit lesdicts delinquantz capnes en con- duction aulcunement coulpables, reparer led. domaige et chastoyer a Pexemple des aultres. Estans tous lesd.......aussy confirmez etjurez par le ducq Charles le Hardy, Pempe-
rem* Maximilien avecq dame Marie de Brabant, le ducq Philippe , archeducq d'Austrice> et apres
toydeCastillej Pempereur Charles quint de ce norn et sa Maj. a present* |
|||||
HI
|
|||||
Entre lesqueles eousturnes, droictz, anchiens chartres, concessionsou privileges, y aussy, que
abbnyes doibvent estre concedees par election et aggrcation de sa Maj. au prouffyt des religieux du lieu, s'y il y a idoine ou aultre monastere de la mesme profession, sans pouvoir estre donnes et commande a vie et moiugs a perpetuite soubz le nom d'incorporation ou union au prouffit d'aultre dfgiiite seedier non monastique, comme par divers monimens de ce estans octroyez tant lad. feu dame Marie, ducesse de Brabant, feu Tempereur Maximilien, sonmary, de le feu sr. pere de sa Mt\j. ensemble plusieurs Papes de Rome ... en peult apparoir. Et sy est aussy, que riens ne peult suyvant le III ai tide de la joyeuse entree de sa Majeste
estre selle, tousles Franchoises, droictz et privileges d'oulcuns pourroient estre diminuez oudont les pays et subjects en recourroient domaige en aulcuiie maniere. Et cooime le -tout a este ainssy promis , jure et confirme et solemnellemerit passe pour 1'avan-
cbement et accroissement du bieu et prouffyt du ducq en son pavs, selon que lesdictes char- tres et concessions contiennent expressement et que pourtant et aultrement ce debvoit avoir este observee tout plus fermement soigneusement et serieusement; Toulefois il est plus que no- toir, que depuis hnyct ans en cba nul privilege, chart re, anchien droiet on louabie coustume a este garde , suyvy et entretenu, ains Ton a traicte les bons subjects au de hors de tout anchiens droicts et use quasi par tout Brabant, du moins en plusieurs lieux (en parlant a correction et en toute reverence) de voyes de faict, forces, concussions et voluntez desreglez , non seulement en droiet de justice (par laquelle tous roys regnent) que a non seullement dormi, mais este et est supplante ou mis dessoubs les pied tz en plusieurs lieux dudict Brabant, mais aussy aultrement. Ayant contre iceulx anchiens droicts, privileges et promesses solemnellement par sa Majeste
et ses predecesseurs jures, instkue le conseil de troubles des gens estrangiers non qualifiez a prendre coignoissance et exereer jurisdiction sur les inbabitans et biens dudict Brabant, dont tres grand mal, tort, injustice et domaige est advenu et faict auxdi subjects, et lequel se continue encoires a present non obstant tant de plaincts, tant generales que particulieres. Estant le mesme conseil, que les bons gens n'out sceu avoir pavement de leurs rentes sur les
biens coaflsques, ains leur a este defendu de ne pouvoir faire executer leurs ypoteques, leur droiet conventionel et coustume par ou entre autres indubitablement est plus venu... de Dieu en. cestes pa^s. IN'estant soubs correction raisonnable de difFerer Tabolition dudict conseil, et renvoy des cau-
ses aux juges ordinauvs, jusquesal'accjrder des aydes dernierement demandes, comme sy le pays debvroit achepter ce, que de droiet et selou lesdict privileges et droicts anchiens leur eompet et a quoy sa Majeste en vertu de son serment est tenu et oblige. Et pareillement ayant aussy charge la forme de justice en la ville d'Auvers et de radminis-
tration du revenu d'ieelle, non seulement au contraire desd. privileges generaulx dud. pays de Brabant, mais aussy ladicte ville d'Anvers en particulier aussy par sadicte Majeste jurez. Comme aussy divers placcatssont este decernez, signes, sellez etpubliez sans estre au conseil de
Brabent examiuez selon le VTC art. de la joyeuse entree de sa Majeste , et ce avec clauses exorbi- tantes , comme entre aultres, que aux juges est attribue les tiers, des confiscations et amendes, chose certes trop loing a tante droit et raison. Comme aussy aux prelatz , monasteries et aultres auvoit este leur ... propre deffenceleur com-
petant de droiet et nature contre les rescripts apostolicques a la pretendue incorporation et co- mande perpetuelle d'aulcuns desdict abayes au prouffyt des evesques seculiers contre tout droit divin, naturel, humain, canon et civil, voires contre Fadvis de ceulx du conseil de Bra- bant, que soyt que le premier estant avecq les aultres joints debvroient estre oys en juge- ment, et non obstant que les nouveaulx evesques se debvoyent contenter avecq pensions per- petuellesj telle que soylconvenu entre sa Majeste et le premier est .. . aultre moderee, pour ne- |
|||||
1«
|
|||||
charger le fane desd. abbayes et introduyre et commectre ung chiefs seculier aux religieux mois-
nes; et les biens des religieulx et lcur surcrois appropriez aux moisnes attribuer aux aultres se- culiers ; Oultre ce ? que les eveschiers requirent hommes enlieres francq et libres des travaulx, cures et soings pour regumens et administrations des abbayes, comroe parce estans moins pi*ompts a annonchier la parolle de Dieu et regir leurs subjects en bon ordre et discipline, demaniere, que ce tout considere, Iedncqd'Alve estant pardeeha, auroit souvent dit, selon que Ion entende, que lesd. incorporations ri'estoyent convenientz, mais bien dotations auxd. eveschez par pen- sions annuelles modei*ement donnes et bien affigiez et hypothecques. Et que par cydevant aulcunes abbayes, mesmement celle de S. Micbielen A.nvers out este
charges des pensions vitales a prouffyt desjeusnes gens seculiers en recompense de service de leurs parens faict a sadicte Majeste, chose certe non decente, signament en ce temps, comme en partie subject en effect an vice de simonie et ambition, et aussy chose non correpondente avccq lesdictes cbartres, concessions et privileges, et non obstant que les predecesseurs d'aulcunes telles, ayant receu lesd. pensions, ont bien solemnellement et a peyne destre tenu pour desloy- aulx a leur prince, promis, de ne enfraindre les droicts desd. abbayes, n'y oster a icelles ce, que leur appartient. Que pis est encoires, trouve l'on aulcunes des principaulx officiers poursuyvants a charger
et travailler l'abbay d'Everbode vacante par assignation des semblables pensions viaigieres au prouffyte de leurs enfans seculiers, combien queiceulx poui-suivantz ne peuvent ignorer ce, que seroyt directement non seulement contre le commandement vieul interdisant, ne mander les biens d'aulti'uy, mais aussy contre lesd. droicts et anchiens cbartres et privileges, concessions, pro- messes et sermens de sadicte Majeste, D'avantaige sont les bons et loyaulx subjects dudict Brabant traicts par vray force de gens
de guerre;, lesquelles tout fois sont prins pour la deffence du pays, comme ayans iceulx pille, mengeetspolie, non seullement de leurs vivres, aussy de leurs accoustremens, meubles, chat- tall ...., vaches et semble bestial, et leur argent, voires ayans constrained par blesseurs et .... a vendre leurz biens pour les furnir de l'argent et de tout ce quils ont demande, et aussy foin, avoine et paille pour leurs cheveaulx, ayans aussy cornuns plusieurs aulti'es actes execra- bles et abhominables en tout temps, mesmes aussy au temps que le Xmc dernier et aultres aides ont este levez des subjects depuis Pan XVC LXV11I. jusques environ a deux millions d'or, et aussy apres que les soldats mutinez en Anvers avoient receu leur payement. Et en quoy ils ne cessent encoires pour le present, ayns taxent les villes, franchises et villaiges a
leur delivrer autant qu'ils veulent, par jour, sepmaines et mois, et Pexecutent avecq force de gen- darmerie par moyen de AndrieuCigoigne , semblablement estrangier, etaultrement, etpuisque trouvent aulcuns, qu'ils leur donnent telles commissions sellees, et qu'ils, voyant la discipline militaire estre de tout bannie dudict pajs, font tout le mal, qu'ilz pensent. Et encoires, que pis est, non obstant tous lesd. violences, contributions, ne sont lesd. subjects
deffend uz et asseurez en leur propre maison, des ennemys, rebelles et malfacteurs, ains par iceulx aussy journellement spoliez, surprins et amenez les principaulx et plus riches des villaiges, sans estre deffenduz par les forts et aultres gens de guerre, et a quoy sy ils ne scavent resister pour estre plus que extenuez par lesd. exactions, et contributions, et de peur, que leurs maisons et seroient bruslez. Comme aussy les bonnes villes, franchises et villaiges sont charges de guarnisons, en effect,
aux depens desd. bons subjects contre tous droicts et ussaiges,etdont icelles villes et villaiges ainssy par force et violence tant longuement et iuhumainement traictes , travaillez et appovriez, se .., sentanttellement, qu'ils n'ont plus de moyens de se soubtenir, demaniere, que l'on ne doibt que attribuer a Dieu, lecreateur, d'avoir a eulx donne telle patience et grace d'endurer jus* |
|||||
143
|
||||||
ques a ores, non obstant qu'ils voyent devant Ieurs yeulx les soldats estrangiers venuz au pays,
n'avoir eu ny croix, ny maille, voires ny accoustreinens pour couvrir leurs corps, et se plaindans de nesire paye de leur solde, toutefois presentement par Iarchins et spoliations avoir tout asquis et prins de bons subjects de ce pays, qu'ils se monstrent entierement par les riches accoustremens et aultrement, comme princes ou nobles de pays, chose certes trop inhumaine et intolerable aussy entre payens et barbares. Et bien loing des proinesses solemnelles desd. ducq et princes de preserver 3e pays et subjects de foulles et mangeries et de leur restituer le domaige, qu'ils sentiroient par le logement ou passaige de gens de guerre. Oultre ce ne sont lesd. de Brabant traitez par conseil des barons et seigneurs de cepays,
touchant les poincts susd., comme sensuyt lesd. droicts ancbiens, tant des fois jurez et con- firmez , convient; et lesqueles pour estre leur patrie pour y avoir leurs parens et leurs biens, sont plus affectionez a estre soigneulx de pourveoir au bien et prouffyt du prince et du pays; ains sont tractez par conseil des estrangiers non aimans le pays, non ayans parentaige ny biens. ny cognoissance des droicts humaines, coustumes ancbiens et privileges, et aussy ne les pouantz ainssy prendre comme ceulx dudict pays, lesquelles estrangiers pretendentsuyvi'e leur volunte, se persuadans, qu'icelle doit estre effectue. Estant aussy mis es chasteaulx et forts dudiet Brabant estrangiers en vilipendie des nature-
lez et desd. notoires privileges. Au surplus, n'ont lesd. estats jusques oires sceu parvenir a l'effect de ce, que feu la ma-
jeste Imperialle avoit faict declarer, quant a la ville et territoire de Marienbourcli, qu'elle est et demeureroit Brab., non obstant plussieurs aultres ...., raisons et monuments pardecha par regte de la parte du procureur general de Brab. et desd. supplts exbibez, mais Ton auroit contre tout droit et raison, soubs urnbre, que 1'eschange de Herstal a l'encontre led. Marienbourcli ne seroit effectue de la part de sadicte Majeste, attribue ledict Marienbourcli au gouverne- ment de Haynault ou du conte de la . ♦.., directement en diminution du droit acquis au- dict pays de Brabant, consentement et effectualement dudict eschange de la part d'iceulx de Liege. Et comme les subjects dudict pays de Brabant non seullement se plaindent, que 1'on ne
leur observe lesd. ancbiens droicts, privileges et coustumes, et qu'ils soyent preservez de toutes foulles, mengeries, exactions, concussions et oppressions, mais aussy de la guerre ou dissen- tion en ce pays, par laquelle leur est oste le moyen de gaigner leur vie, et ernpesche le train de la marchandise et negotiation et aussy la navigation, caussant grande chierte, famine, misere et calamite au pays, semble aux remonstrants soubs bumble correction de vostre Exc., que est plus, que ce, que Ton trouveetsoit invente moyen possible a faire la paix, tantetsylon- guement desire et requise, ce, quepareulx, qui participent des prouffits et utilites d'icelle guerre, comme parties formelles, mesmes desdicts estrangiers, jamais du moings en temps opor- tun ne se fera si avant que Ton demandroit d'eulx leur conseil et advis. Mais pour FafFection grande et naturelle, que lesdicts remonstrans ont tousjoursporte, por-
tent et porteront a jamais a sa Majeste , comme leur prince et ducq naturelle et souveraigne, in- dubitablement ignorant de tous desreglements susd., ilsdesirent de donner ladicte paix tant ser- vice, ayde et assistance sy avant que vostra Exc. trouve rayde (!) de les y employer, comme ils esperent fermement, que les estats des aultres Pays bas a ce requis de leur part ne mancqueront en cest endroict, le tout avecq la conservation de la religion catholique Romaiue et de Pauthorite de sadicte Majeste, sans qu'ils sont ou seront oncques d'intention quelconque de permectre ou; soufFrelemoindre innovation ou changement de ladicte religion catholique Romaine, ains per- severont en icelle jusques a la mort. Et comme lesd. Remonstrans passe troix mois ou environ auroient a vostre Exc. ......
|
||||||
>
|
||||||
aufcuns moyens pour la conservation des pays, dont aussy ils ont faict remonstrance a sadictc
Majeste, leur prince souverain, et jusques oires riens est ensuivy, si supplient ils bien hum- folement, qu'ilplaisesur iceulx ou aulties telz, comme vostre Excellence trouvera convenir, be- soinger et adviser, pour pouvoir gaigner les . . . foumyez et le pays perdu et pour 1'extreme pourte du commun peuple si longuement duree et de tant innumerables miseres et calamitez de ceste guerre, ne pouvant plus longuement tollerer, faire tous debvoirs possibles a la fin de ladicte paciiication, d'autant plus, que cest affaire selon leur advis et la saison du temps n'admectre plus aulcun dilay. Et de lad. paix faicte et a laquclle lesd. remonstrants ofFrent comme dessus tout servive a eulx
possible et hs droicts ancliiens, chavtres , ussaiges et privileges remis en leur premier et deu cstat, comme con \ient,et les nouvelletez practiquesa l'enconlre mis a neant, taut a Pendroict dedolean- ces exlubeesau commenceinent du mois defevrier dernier, que dicelles cy devant speciOes, ne cesseront les Remonstrants s'efforeier a trouver moyen, pour secourir a sa Majeste et ses neces- sitez selon leur pouvoir, tant pour licencer les gens de guerre, que entretement des bendes d'or- clonnances et garnisons requis pour la seurete et defense dudict pays. Et comme les bons subjects audict Brabant se plaindent aux remonstrans des grandes et ex-
cessives cbarges de garnisons, quotisaiions, exactions, forces, spoliations, violences , mengeries etfurnissemenfs des \ivres, foin, avoine, paille, tellement, quils viennent a tomber en une des- peration, selon que plus an pJein continent les remonstrations a eulx exhibees, icy attachees, si supplient les remonstrans, qu'il plaise a vostre Excellence pourveoir et remedier et mectre 1'ordre, quiconvient, et sans dilay revoquer ledict Cigoigne et tous aultres et leur entredire d'usscr plus d'aulcunes cotisations, taxations ou contributions, forces et descharges les villes, franchises et villaiges desd. charges et entretement des garnisons, et quoy faisant, etc. L'A P P O S T I L L L
Son Exc. ayant faict examiuer la requeste a icelle, praesentee par les estats de Brabant etla
trouvant estre une recapitulation et declaration extendu des doleances par eulx auparavant faicts? tant par la requeste ties estats generaulx , que particulier desd. estats de Brabant, auxquelles son Exc. enteud avoir satifait par ses appostilks, scauroit presentement sur le faict deleurs piTivi- Jcges leur dire d'avantaige; si non , qu'elle est preste de faire de rechieff publier leplaccaert par cy devant publie , et dont pour lors ils se sont consentez, aussy de bien estroitement obser- ver lesdict pkecaert, apres qu'il sera publie; Et sy lesd. esfcats prelendent plus avant, que son Exc. leur pouroit conceder, et dont fauldroit advertir sa Majeste, icelle sera content de- scripre a satlicte Majeste par telle personnaige, qu'iJs vouldront deporter, pour obtenir de sad. Majeste mesme a quoy perviendront plus facillement, ayans donne contentement a sadict Majeste endroit leur accord, que icelle a fermement espere apres 1'abolition, tant du Xroc et XXrae denier, quede conseil des troubles, comme sad. Exc. moynnent leur diet accord leur pnte encoires, remectant aiussy a sadicle Majeste le changement des chastellaines aux forts, le faict d'incorporation d'abbayes et les pensions, qu'on est accoustume lever sur icelles. Et quant aux foulles des gens de guerre, ayant sad. Exc. este empesche par pure necessite de y pouveoir re- niedier, comme n'ayant eu la provison requise pour par moyen de payement les tenir en disci- pline, ladicte necessitele doitexcusser , n*ayant icelle riens ad mis ou ordonne a Andrieu Cigoi- gne n'y a aultre, que constrainct de lad. neeessite et pour eviter de plus grande mal. Ce neaul- rnoings, pour douner appaissement et soulaigemeut a ceulx , qui sont este endomaigez, sadicte Exc. a depuis le commencement declaire auxdiehs estats, d'avoir consenty, cju'ils seroient payez de eej que par. . . ., en espoir d'avoir par ce moyen pourveu au passe, et avecq intention d'y |
||||
145
|
|||||||
pourvoir ainssy a* Padvenir par le mesme accord, moyennant, que lesd. estats y veullent assister
par prompt consentement, sans lequel est impossible d'y pourveoir remedier, ayant toutefois ladicte Exc. ordonne audict Andries de Cigoigne de donner compte et raison de ce que il a faict et traicte, pour en cas, que se trouve, qu'il a faict contre sou debveoir, selon les plaints exhibees de faire la justice et raison. Et pour mieux terminer ces meaulx, sad. Exc. sera trescontent d'entendre a ce, que pou-
roit avancher la pacification moyennant, que se soit, commeils disent, sans praejudice dela reli- gion catholicqueRomaine et Pauthorite de sa Majeste , ayant desia veu ce , qu'ils ont a telle fin propose, comme elle verra aussy voluntiers ce , qu'ils vouldront remonstrer d'avantaige, dont de temps a aultreicelle advertit et advertira saltfajestl, et ja faict et fera tout ce, qu'elle pourra pour parvenir a ladicte pacification par eulx de... et par les moyens desad. Exc., affyn de veoir les pauvres subjects hors de leurs paines et travaulx, et que selon leur offre, ils puissent aussy mieulx assister sad. Majeste pour licencier les gens des guerre, qu'elle a sur le bras, dont son Exc, pour se deffendre contre le .... des grandesenvays (!) a son advenement au gouverne- ment de ces pays, et pour reprimer les rebelles, ne s'at peu excuser. Aiussy faict par son Exc. a Bruxelles, le Xir. jour de Decembre, XVC.LXX1IIL
Soubscript.: Don Loys de Requesens.
et plus bas: par ordonnance de son Exc.
signe: D'Overloje.
|
|||||||
JO. FONCHtDS aen JO. AXELIUS,
14. dee., 1574. Reverende et insignis domine confrater!
Hand diu est, quod redditae mini sunt literae, quas postremss, et quidem prolixissimas, in negotio contentiosi tui Placed, ad me ex Ultrajecto, octava hujus mensis praesentis dedisti. Et quandoquidem ex iisdem haud obscure perspicere potui, te in summa animi perturba- done constitutum , vehementer hanc ipsam ob causam cruciari et animo angi, non potui non ex innata mibi sympathia vices tuas dolere, praeserdm animo mecum considerans, hoccesus- ceptum abs te certamen, ejus esse generis, quasi imposita tibi videatur necessitas, non solum fortunes, verum etiam honesti nominis famam, in publico supremi senatus judicio tuendi et defendendi. Et proinde memor veteris nostrae noticiae simul et certioratus , nonnulla in iisdem tuis Uteris contineri, intentioni tuae haud vulgariter, (ut. arbitraris,) subservientia, credidi ad officii mei debitum pertinere, tenorem earundem in pleno senatu collegis meis clarissU mis communicarc. Omnino enim mihi praestandum putavi, ne documentorum aliarumve scripturarum abs te productarum ulla occultatio aut suppressio fieret. Quod quidem ipsum tanto niagis adlubuit, quanto certius constare mihi potuit, dictam vestram causam jampri- dem sub limam revocari cepisse, necnon senatum lustratione scripturarum vestrarum nine inde exhibitarum, hocce tempore occupatum, propediem decreta sua interposkurum. Est igitur quod gaudeas, literas tuas oportune redditas fuisse, necnon ad ilium scriptas, cui re* ligio fuit, te debita insinuatione earundem fraudare. Reliqua vero curae eruut superis et judicibus, quos certo affirmare ausim, te re vera experturum non minus incorruptos, quam prudentes peritosque, ac verae justio.iae zaelatores gravissimos; nee metuere debes, quic- quam ab illis decretum iri, cujus justam causam sis habitums ad ullam quaentnoniam seu reprehensionem. Ad earn vero epistolae tuae partem (qua requiris, ut perscribam, quid vcl II. 19 |
|||||||
146
|
|||||
quantum sperare debeas), aliud quod respondeam non habeo, quani vehementer me inira-
n, quod rem ab officio viri boni et integri senatoris tantopere alienam, a me efilagitaiidam duxeris, potissinmm cum non ignores, arcana senatus altissimo silentio esse tegenda ; nam pendente judicio, convenit judicein palienler ut multa audire , ita non nisi sobrie et ad- modam discrete animi sui motum propalnre. Adeo quod ne has quidem literas privatim ad te daturus fueram, nisi senatus post lectas tuas, responsionis hocce meum obsequium non tarn pcrmisisset, quam imperasset. Ejusdem fere generis est, quod postules, tuas literas per Sena turn ad regem destinari, cum scire debeas, rem illam potius ad te (cuj us praecipue in- terest) quam ad senatum pcrtinere, nt ne boc taceam, causam senatui haud adeo spinosam vel ambiguam videri, quin etiam citra oraculi regii sciscitationem percommode cnucleari, et justo judicio terminari valeat. Proximum est gratias tibi again immortales, quod ex Uteris tuis intelligam, te uuper con-
tra malignos quosdam obtrectatores, nominis mei existimationem, non minus fraterne quam cbristiane defendisse; neque enim is sum, qui tcmerarius existimem, me ab invidiae ac ma- Jevolentiae quorunclam bominum aculeis, prae caeteris aliis viris bonis ac cordatis exemptum esse. Fortassis ne id quidem optandum, cum dici soleat, quod invidia sequatur virtutem , sicuti umbra suum corpus. Mini vero ad innocentiam tuendam ac manifestandam, satis su- perque fuerit, conscientianedumrecta, verum etiam, quod ab adolescentia mea, quasi con- tinuo in publicis functionibus versatus, nee non plurimorum oculis judiciisque expositus, superioribus meis luculenter satisfecerim. Supei'est igitur post obsequiorum meorum fraternam oblationem, quam felicissime ac diutissime valeas. Bruxellis, XHH. decembris, 1574. Reverende D. T.
deditissimus confrater,
Joh. FoNcmrs.
Superset*.: Reverendo et egregio viro, domino Johanni Axelio, metropolitanae
ecclesiae Ultraje&ensis canonico, domino et coniratii. Ultrajecli. In dorso manu. Lappii:
Ex bibliotheca Gisb. Lappii a Waveren, JCti Traje&ihi.
Rev. ac clariss. vir, D. Johannes Fonchius, ad divam Mariam Ultraje&i praepositus
et arcbidiaconus, reg. Maj. consiliarius primarius, cujus elogium Michael Isseltius non uno loco depraedicat in suis mercurialibus scriptis. Senatus Belgici in Hispaniis prae- ses moritur vi. idus o&ob. M.D.LXXXV. Habeo et alteram ejus epistolam ad Reve- rendiss. dominum Schenckium. Electio autem Fonchii in praepositum ex resignatione Morillonii, patet ex adtu huic epistolae jundo. ■
|
|||||
RESOLIJTIEN
|
|||||||||
DIfc
|
|||||||||
STATEN 'SLANTS VAN UTRECHT,
tan September 1574, tot October 1575.
|
|||||||||
M^^t#
|
|||||||||
(XVC.LXXIV.)
......deselve staten geen gerede penningen en wetende te becoinen, hebben geordonneert ende
voort goetgevonden, dat men hem daer voor assigneren zal een erffelicke losrente, den penninc
sestien, op alsulcke onderpant, als men oock cortelick vynden zal moeten. Item, nopende de verzochte adhesie, zyn de voorsz. staten daer mede te vreden geweest, alzulcke adbesie te doen, mits nochtans, dat men noch andermael mit myn E. heere den president van Utrecht com- municeren zall, ende de saecke, ist mogelyck, met vruntscap vynden, behouden alleen die ritterscap, die welcke oock wel voor goet vonden, dat men myn heer den president voorsz. noch mit vruntscap de saecke aengeven soude, danzeyde, opte voorsz. verzochte adhesie niel te kunnen resolveren, of men sonde vooral myn voorsz. heere die president noch eens in vruntscap aengeven, desgelycx oeck die cleyne steden, als Amersfoort ende Wyck, mede ver- claerden. Item opte twee Jeste puncten, zoe die staten niet en beroerden, mer bet I. meer nieuwigheyt inbrengen zoude, ende twede die vande stad, als Herman vandeVecht gecommit- teert bebbende, toucheerden, hebben de voorsz. staten zulcks afgeslegen, endegeseyt, daer inne niet te connen treden. Actum vts., presentibus die domdeken, Wee inden Dom, Hee- remael t'Oudemunster, Uten Eng scbolastcr ende Coninck sintPeters, deken sint Jans, ende Pyl, Drolshagen sinteMarien, van wegen d'ecclesien, die heere vanZuylen, Ruweel, Urck, Rysenburch, Bor van Amerongen, Baecx, Nyevelt, Verhaer van die vant ritlerschap, die schout Zuylen, Rynevelt, Amerongen, burgemrs, Moermont ende vande Vecht, scepens van de stat van Utrecht, Peter Iloef kens ende Dashorst van Amersfoort, de schout ende Tonis de Wit van Wyck. Anno XVC.LXXIV, den Tin. septembris.
Zoe zyn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende inder cancelrie Vhoofs van Utrecht
vergadert gevveest, om te boren lesen zekere missive by syne Exc. den staten van Utrecht aengescreven. Item, om te resolveren, waert mogelick, opte petitie by syne Exc. van we- gen co.Maj. gedaen. Ende cerst nopende die missive, is deselvegelesen gevveest, ende heb- ben de voorsz. staten elcx van dien copie begeert, om den heuren te rapporteren, ende daer 19 *
|
|||||||||
us
|
|||||
op weydcr te delibereren. Item, aengaende die petitie, by zyne Exc. de staten gedaen, alsoe
die staten daerop nocb eyntelick nyet en costen resolveren', is geordonneert, andere bescri- vinge daerop te begeren. Actum vts., presentibus die domdeken, deken ende Heermale t'Oudemunster, Uten Eng ende Coninek sint Peters, deken ende Pyl sintJans, Jong sinte, Marie, die beere vanZuylen, Ruweel, R^senborch, Essesteyn, Urck, vanderAa, Bor van Amerongen, Baecx, Verhacr, vande ritterscap, Rynevelt ende Atnerongen, burgemrs der Stat Utrecbt, Peter Hoefkens ende Dashorst, burgemr. ende scepen t'Amersfoort, die scbout Oostrum ende Anthonis de Wit, burgemr tot Wyck. Opten xxir. septembris.
Zoe zyn die drie staten 'slants van Utrecht bescreven ende inder cancelrie 'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te boren lezen zekere missive van d'Exc. vande grootcommandeur van Castille. Item, om finalicken te resolveren opte petitie van co. Mnj. wegen den staten voorsz. gedaen. Item , om te boren lezen zekere requeste van den dyckgraeff, heemraden ende officie- ren van den Leckendyck. Endeeerst, zoe veel aengaet de missive, is dezelve gelezen geweest, ende hebben daervan elx copie versocht, etc. Item opte petitie, alzoe de meeste part vande staten nocb niet geresolveert en waeren, is deze dachfaerderinge gecontinueert tot op morgen. Ende nopende de requeste voorsz., nadat d'selve gelezen is geweest, hebben de voorsz. staten elcx daervan copie begeert, om mitte beure daerop te-delibereren. Actum vts., presentibus diedomdeken, Muylert, Bruhesen vanden Dom, deken, Cuynretorff, Heermale van Oude- munstcr, die scbolaster, Uten Eng , Coninek, Preys, Valerius sintPeters, deken, Haemstede sintJans, Pyl, Schuerinck, Drolsbagen , Gosee sinte Marien, van de collegien wegen , beer Dirck van Zuylen , die beer van Ruweel, beer van Urck , Frerick Uten Eng, Baecx , van- derAa, vantfer Haer, van wegen die ritterscap, Rynevelt, Amerongen, vande Vecht, van wegen der stat Utrecht, cade Peter Hoef kens, burgemr, ende Dashorst, scepen der stede van Amersfoort. Anno XVC.LXXHIL, optexim. (!) Sep-
tember. Zoe zyn die drie staten 'slants van Utrecht by continuatie inder cancelrie 'sboofs van Utrecht
vergadert geweest, om finalick te resolveren opte petitie, van wegen co. Maj. onzen aller- gen, heere, gedaen. Item, om te resolveren opt aengeven van myn G. beere den grave van Roche, stathouder, etc., om op te brengen zekere somme van penningen, by maniere van advancement etc., tot beboefF vande soldaten leggende in de lande van Utrecht ende Hollant, allet volgende zekere missive van zyne Exc. de staten voorsz. aengescreven. Ende eerst zoe veel die petiiie van co. Maj. aengaet, en costen die staten als nocb niet resolveren. Voorts, no- pende het aengeven van myn gen. heere den grave van Roche etc., zyn de voorsz. staten , om te vertonen haer ouwe getrouwicheyt totten dienst van zyne Maj., na lange communica- tie, eendrachtelick geresolveert, dat men myn voorsz. heere, den grave van Roche, stathou- der etc., voor deze reyse zyne begeerte van vyfduezent Carol us guldens, tot behoeffals vorens,. zal voltrecken ende voldoen, op conditien nabescreven ende auders nocb vorder niet 5 inden eersten, dat zyne gen., vermits die voorsz. staten ganschelick om enige gerede penningen ter*- stont op te brengen geen raet en weten, d'selve vyf duezent gulden zal rao^en lichten van als ul eke coopman, als syne Gen, verclaert heeft te kouncn bekomen, mits dat de voorsz. staten haer geloof |
|||||
Li9
|
|||||
daer voor strecken zulien, ende hun verbynden te betalen de renten naer advenant, den penn.
zestien ende hoger niet, ten ware zyn Gen. zelfs van wegen de co. Maj. het hoger fret (twelek de voorsz. staten wel Jyden mogen) op neut begeerden te nemen; ten twede, alsoe de voorsz. staten sich jegenwoordelicken in sulcke uterste noot ende benautheyt bevinden, dat zyl. geen macht meer en hebben, om in zuleker vougen ende manieren eenige ineer penningen op te brengeu, dat zynder Gen. hemluden nyet meer ofte border sliIcx vergen oft voor oogen hou- den en zal, ende dat men oock de voorsz. somaie van vyf duezent gulden zal mogen afcorten vande petitie van wegen co. Maj. voorsz. gedaen; ten derden, dat men op de platlen lande geen particulier nocb generael utsettinghe meer doen en zal, dan by advys van d'selve sta- ten, ende ofter alrede enige op nyeuws weder gedaen mochte zyn, dat d'selve mitterdaet ende terstont afwezen zulien, ende om nyet te min hare goetwillicheyt te tbonen ende uterste deb- voir te doen, om enige penningen seJfs op te mogen brengeu , hebben geordonneert eendrach- teliek, dat men mitter stat clocke van Utrecht doen utroepen ende publiceren zal, dat die staten van Utrecht renten vercopen willen op al zulcke octroy. als men verwerven za!, te we ten, den penninck zestien op los- ende den penn. zeven op lyfrenten, ende nyettemin, oock op los, binnen den tyt van zekere jaren , om te bezien, oft men alzoe enige gerede penningen zal connen gecrygen ,uiils nocbtans, dat men even wel mitte voorsz. coopman bandelen zal, den penn. zestien, om deselve penn. van hem te becomen, deputerende tot dien eynde wt elcken staet een, teweten, van wegen die vyf ecclesien de deken sintJans, van wegen het ritterscap Frerick Uten Eng, ende van wegen der stat ende stcden van Utrecht Herman vande Vecht; ordonnerende voorts, dat men opt spoedelicxt die voorsz. missive van zyneExc., inhouden- de d'assighatie van sekere penningen, d'welcke men op afcortinge vande jegenwoordige pe- titie, mynheer van Lannoi voorsz. hautreycken ende geven zoude, beantwoorden zal. Ac- tum vts. Anno quo, sup. den xxmi. septembris.
Zyn die drie staten 'slants van, Utrecht by continuatie inder cancelrie 'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om finalick te resolvcren opte petitie van wegen co. Maj. den voorsz. sta- ten gedaen, ende alsoe die drie steden van Wyck, Renen ende Montfoort niet gecompareert en zyn, is by den staten voor goet aengezien , dat men die zelve drie steden nocb en mael verscriven zal tegen maendage toecomende, om alhier te compareren ten fyne voorsz., op ver- buerte van haer lud'er stemmen, mitsgaders om evntelick te depnteren enige commissarien, die welcke ten hogsn hove mitten antwoort vande voorsz. staten zulien reysen , voorts alsoe myn gen. heere van Lannoye duer monde vanden eerw. en edele heere den domdeken van Utrecht, den staten heeft aen doen geven, om boven die somrae van VM. gulden , onlancx zyne gen. geconsenteert, nocb te consenteren de somrae van IIP1, gulden, hebben die staten verclaert, zoe lange als zyn Gen. al soedanige particuliere utsettinge op de steden ende dor- pen van Utrecht doet, dat zy geensins middel noch raet en we ten , om die voorsz. gecon- senteerde VM., veel min noch drie dissent boven die op te brengen, want zy in haer!. con- sent van VM. gulden expresselick gecaveert bebben, dat zulcke utsetlingen mitter daet af zou- de wezen ende d'selve zyn Gen. alsulcke, zonder advys vande staten, geenzins meer toe en zoude laten, by welcke heurluder consent dezelve staten inder voegen voorsz. gedaen, als noch persisteren, ende indien zyn gen. alsulcke utsettinge nyet af en dede, zoe zyn de voorsz. staten van meinunghe alle alzulcke penningen, als men bewysen can zedert date vant voorsz* consent by den steden ofte dorpen geleent te syn, aen de voorsz. somme van VM. gulden at tetrecken^ couiniittex*ende tot dyen eyndc Loufl'vander Haer, om zynder Gen. zulcxiutbeste |
|||||
150
|
|||||||
aen te geven. Daechs daer na hebben nocli de voorsz. heeren dye gedeputeerden, opt behagen
vande staten, mynheer van Lannoy geaccordeert de voorsz. IIP. gulden, op conditien in de RCte van mynheer van Lannoye begrepen. Actum int cleyn capittelhnys tenDom, ende hebben om d'utzettinge te doen gedepuleert die deken sintJans, ende Pyll, Verhaer ende Vermaet. Anno XVC.LXXIIIL, den XXVI. sept.
Zoe zyn die staten 'slants van Utrecht bescreven, ende inder cancelrie'shoofs van Utrecht
vergedert geweest, om finalicken te resolveren opte petitie van co. Maj. wegen gedaen. Item, om te deputeren zekere commissarien, die reyzen zullen ten hogen hove mitten voorz. re- solutie, ende na enige communicatie hier op gehadt, alsoe de voorsz. staten daer op niet en costen resolveren, hebben de voorsz. staten noch voor goet aengesien, deze dachfaerderinge te continucren tot op morgen toe. Actum vts., presentibus die domdeken, Weede, Bru- hesen inden Dom, deken, Schoere, Morr t'Oudemunster, die scholaster, Coninck sintPe- ters , deken, Pyll sintJans, Schuerinck, Drolshagen sinte Marien , heer Dirck van Zuylen, Urek, Baecx, Verhaer , vande ritterscap, Rynevelt, Amerongen, Vermaet, vanderVecht, vande stat Utrecht, Peter Hoefkens ende Dashorst van Amersfoort, Hector Cornelisz. ende Adriaen van Bleyckvliet vande stat van Montfoort, Anno XVC.LXXIHT., den XXVH, sept.
Zyn die drie staten 'slants van Utrecht by continualie inder cancelrie 'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, ende hebben aldaer gedeputeert haerl. commissarien, den eer., edh, erentfesten, wyzen ende zeer voorsinningen heeren, Mrn Engelbert van Bruhesen, canonick ende thesaurier der kercke tenDom, Folckart a Montzima, canonick t'Oudemunster, van wegen die vyf ecclesien, Frerick UtenEng van wegen het ritterscap, ende Jan Taets van Ame- rongen , burgermr der stat Utrecht, van wegen derselver stat ende steden vanden lande van Utrecht, mitsgaders Mr. Floris Thin, henren advocaet, om te reysen by de grote comman- deur van Castiile, gouverneur ende capiteyn generael van wegen de con. Maj. van deze zy- ne Nederlanden, ende zyne Exc. antwoort te geven opte petitie, heurl. gedeputeerden in julio lestleden tot Brussel voorgehouden, ende aen de voorsz. staten scriftelick overgezonden. Actum vts., presentibus die domdeken, Bruhesen vanden Dom, deken t'Oudemunster, ende Heermale, scholaster UtenEng ende Coninck sint Peters, deken ende Pyll sintJans, Drols?- hagen s;nte Marien, Baecx ende Louffvander Haer van wegen die ritterscap , Rynevelt ende Amerongen, burgemrs, Schroyesteyn ende vande Vecht vande stat Utrecht, Peter Hoef- kens ende Dashorst van Amersfoort, Ariaen van Blyckvliet ende Hector Cornelisz. vanwegens die van Montfoort. Ten zelven dage hebben de voorsz. staten de commissarien belooft, oft zy gevangen wor-
den van de rebellen, te zullen houclen indemne. Anno XVC.LXXIIIL, den xmi. dach
van October.
Zoe zyn die drie staten 's!ants van Utrecht bescreven ende hide cancelrie 'shoofs van Utrecht
|
|||||||
vergadert gewcest, om te adviseren , hoe men best die Vecht tusschen Utrecht ende Am-
sterdam bezetten sal; item, om te horcn lezen die requeste vande gevange burgers; item, opt aengeven van Henrick van JNoort, nopende die fortificatie vande Vaert; item, opte vor- der fortificatie vande Vaert. Ende eerst, nopende het besetten vande Vecht, hebben de voorsz. staten , om opt bequaemste mit zyn Gen. daer inne te remedieren, gecommitteert de eerw. heeren dekenen van Oudemunster ende sint Jans t'Utrecht van wegen die ecclesien, ende die heer van Zaesfelt van wegen die ritterscap, ende die vander stat zullen den hcuren gereet hebben; item, opte requeste van HenrickvanNoort is geordineert, dat men exhiberen zal die comniissle ende specificatie van de supplianten , om die gesien, daer inne geordonneert te worden liaer behoren; ende aengaende d'ander twee zaeken zyn d'selve opgestelt by con- tinuatie tot maenendage toecomende. Ten zelven dage hebben de voorsz. staten geordonneert LoufTvander Haer, cameraer van
de staten, dat by geen betalinge meer en doe opte geeonsenteerde acht duezent gulden myn gen. heere van Roclie etc,, by den staten gcaccordeert, ten zy vooral zyn Gen. hem eerst behoorlycke decharge vande linancie daervan gelevert heeft ,. belovende nietteuiin d'voorz. vander Haer van alsulcke penningen, als hy alrede den voorsz. grave van Roche aengetelt heeft. te indemneren ende in zyne reckeninge deselve te zullen passeren. Noch zoe hebben die vant ritterscap, verstaende, dat die vande geestlicheyt, in der zae-
cke van appel, hangende voor zyne Maj. in Spangien , mitsgaders die vander stat Utrecht, respectivelyck gedeputeert hebben zekere commissarien, hebben de voorz. vant ritterscap mede gedeputeert in derzelver zaecke, die heer van Zaesfelt endejoncker Henrick van Esse- Steyn. Actum vts., presentibus die domdeken, deken t'Oudemunster, scliolaster sint Peters ende .Goninck, deken sint Jans. Pyllj deken, Scuerinck, Drolshagen sint Marien, die heer van Zaesfelt, Urck, Essesteyn , vander Aa , Utenham, Baecx, Verhaer, vande ritterluyden » die schout, Rynevelt burgemr, Vermaet ende Vecht, scepenen t'Utrecht, ende Hector Cor- nelisz. ende Duxk Jansz. , scepenen te JYIontfbort. |
||||||||
Anno XVC.LXXIV., den ivill. octobris
|
||||||||
Zoe zyn die drie staten 'slants van Utrecht by continuatie inder cancelrie vergadert geweest,
om te resolveren opte requeste vande gevangeu borgers; item, opte requeste van de dyck- graefF, heemraden ende oinciers vande Leckenclyck. Ende eerst nopende die request van die gevangeu borgers etc., hebben die staten gedeputeert de eerw. heeren Johan van Bruhesen, domdeken, heer Adriaen van Zuylen, deken sint Jans, die heer van Zaesfelt, ende Henrick de Voocht van Rynevelt, burgemr der stat Utrecht, om te gaen by myn gen. heere van Hier- ges, ende zyn gen. te suppliceren totte verlossinge vande gevangen borgers, om tegens d'selve te mogen utgaen andere gevangens, hier ende elders gevangen; item, soe veel aengaet die requeste vanden dyckgraeff etc., is deze zaecke opgehouden totte naeste bescrivinge. Actum vts. Ten zelven dage zyn gedeputeert die dekens sint Jans ende sinte Marien, die heer van Zaes-
felt ende Rynevelt, burgemr, om te visiteren die commissie, ende besoigne van Henrick van Oirt (!)ende Barck, geometers, endeheur rapport daervan te doen etc. Presentibus, die dom- deken, Wee, Muvlert, deken, Cuynretorff, UtenEng, Coninck, deken, Pyll, Knoop, deken, Schuerinck. Buchel, Drolshagen, die heer van Zaesfelt, Urck, Essesteyn, Verhaer, Baecx, Rynevelt, Vermaet, vande Vecht, TonisdeWit ende TymandeWit van Wyck, ende Dirck Jansz, van Montfoort. |
||||||||
152
Anno XVC.LXXIIII. opte XXV. octrobris.
Zoc zyn die drie s la ten 'slants van Utrecht bescreven cnde inde cancelrie van Utrecht vergadert geweest, omme te resolveren opte requeste vande dyckgraeff, heemraden ende offi- cianten vande Leckendyck ; Item, opte requeste van Aert van Charloys; item, om te re- solveren opte requeste vande casteleyn opte Vaert, nopende die torf voir de soldaten; item, van utsettinge te doen vande Leckemhck ende Ilinderdam; Ende naer enige communicatie opte voersz. vierpuncten gehadt, alsoe die staten nyet daerop en costen resolveren, zyn d'sel- ve by continuatie opgestelt tot op morgen. Actum vts., presentihus die domdeken, Wee, Walscapple, deken, Cuynretorfi', Honthoist van Oudensunster, Uten Eng, Goninck, Vale- rius van sintPeters, deken, P3U , Knoop sintJans, Schucrinck, Drolshagen, vanderBorch, Gosce van sintelUarien, die beer van Zaesfelt, Rysenborch, Utenham, Essesteyn, Urck, \erhaer van't ritterscap , die schout, Rynevelt, Vermaet, Renes Moermont, vande Veeht vande stat van Utrechts wegen. Anno XVC.LXXIIIL, den XXVI. octobris.
Zyn die drie staten 'slants van Utrecht by continuatie inder cancelrie vergadert geweest.
omme re resolveren eyntelick opte requeste vande dyckgi'aeff, heemraden ende officianten vande Leckendyck, verzouckende augmentatie vande gagen opte ordinaris schoudagen cnde verhoginge van hare daggelden opte legerdagen; item, om utzettinge te doen vande Lec- kendyck ende Hinder dam 5 item, opte request vande casteleyn opte Vaert, versouckende betalinge vande staten van alsulcke verscote penningen, als by voor torf, tot behoef vande soldaten leggende opte Vaert, verscoten heeft; item, om te resolveren opte request van Aert van Charloys. Ende eerst aengaende die request vanden dyckgraeff etc., hebben de voorsz. staten, reguard nemende op de grote dieren tyt jegenwoordelick zynde, den heem- raden vande Leckendyck ende officianten gegost ende toegeleyt den tyt van twee jaren ende langer niet, geduerende 'sdaechs opte extraordinaris legerdagen, dubbeldc dachgelden, elcx naer advenant, utgesondert die dyckgraeff, vermits by het dyckgraefschap vande Maj. be- leent heeft, ende overzulcx de staten niet en competeert hem zyn dachgelt te augmente- ren, isnochtans, vermits veel redenen van wegen de dyckgraef ter contrarie geallegeert? na- derhant die saecke, mitsgaders het augmenteren vande gage, ordinaris opgestelt tot op mor- gen toe, om nocb een ygelick eens mitte zynen daer op te communiceren; Voorts , soe veel aengaet d'utsettinge etc., hebben de voorsz. staten op elcke mermen onder de Leckendyck twee stuvers ten blanck, ende op elcke mergen onder den llinderdam beboirende een oirtgen utgezet; Item , nopende die request vande betalinge te doen vande torf etc., hebben de voorsz, staten vcrclaert, alsoe die vande stat Utrecht eensdeels de cb\sen, eensdeels die andere prouf- fyten opte vaert vallende genieten, dat het een saecke zoude zyn van quader consequentie hier innc te treden, dan dat d'voorsz, beeren vande stat zulcx behoren te betaelen, docb nyeltemin wcteu de voorsz. heren vande stat enige andere bequaeme middelen, tzy met ze- Itere contribute opte scepen , daer deur na llollant ende elders passerende, te stellen, om die costen van brant, die men aldaer voor de soldaten behoeft, alsoe te vynden, mogen de voorsz. staten zulcx wel lyden, ende hebben tot dyen eynde, omme zulcke bequame midde- len te ramen , gedeputeert de eerw. heeren domdeKen ende deken t'Oudemunster t'Utrecbt van wegen .die eeclesien, die heere van Zaesfelt ende Louff vander Haer van wegen 't ritterscap, ende die van der stat zullen den beuren gereet hebben ; Ten lesten, soe veel aengaet die reques- te vande clereq van Louff vander Haer, Aert van Charloys, hebben die staten, vermits die van- lie geestlichey t niet geresolveert en waren, de saecke gecontinueert tot op morgen toe. Actum vts. |
|||||
i
|
|||||
153
|
|||||||
Tien zelven dage is by de staton voor goet gevonden ende geordonneert, dat die coui-
missarien vande staten, zijnde tot Rrussel, niet weder thuys comen, maer daer noch, om- me der staten zaecke, nopende die petide, of te maecken ende mit zyn Exc. te handelen, blyven zullen. Actum, presentibus die domdeken, deken, Honthorst, UtenEng, Coninck, Valerius, Pyll. Drolshagen, die heer van Zaesfelt, Rysenborch, Urck, Essesteyn, Rene* vanderAa, Louff vander Haer, Rynevelt, Moermont, Vermaet, vandeVecht. Anno XVC.LXXIV. opte XXVII. octobris.
Zoe hebben die drye staten 'slants van Utrecht by continuatie inder cancelrie 'shoofs van
Utrecht vergadert geweest, om eyntelyck te resolveren opt ander aengeven vanden dyck- freeff, heemraden ende offician ten vande Leckendyck , begerende m\ gulden 'sdaegs, negeu
aegen gedurende, vande ordinaris scoudagen , ende dat die dyckgi\ieff mede in als genieten zal, als die heemraden, etc.; item, opte requeste van Aert van Chailoys, versouckende recompense van zyne gelrouwe dienste, int apostilleren vande staten reckeningen, den tyt: van XXXI. jaren gedaen, ende voortaen jaerlixe augmentatie van salaris etc. Ende eerst, no- pende 't eerste poinct, ist zelve om redenen gecontinueert tot op vrjdach toecomende, en- de voirt soe veel Aert van Charloys aengaer, hebl>en denselven , om zyne getrouwe diensten , voertaen, zoe Jang als hy den staten als canton* clercq in't apostilleren der voorsz. reckeningen dienste doet, jaerlix toegeleyt d'somme van twin tl on Carol us guldens, sonder te trecken in consequentie van eenige andere cantoor clercken, afslaende zyn voider versouck. Ten zelven dage hebben de voorsz. staten geordonneert, Louff vander Haer af'tedoen en-
de betalen die costen van alsulck arrest, als die weesmeesters van Culenborg gedaen hebben Op denborgeren van Utrecht, omme alzoe te geraken aen de betalinge van harerenten. Actum Vts., presentibus die domdeken, Wee, Walscapple, Honthorst, UtenEng, Knyff, Valerius, deken sintJans, Drolshagen ende Gosee , die heer van Zaesfelt, Rysenborch, Renes vander Aa» Urck, Verhaer, Rynevelt, Moermont. Anno XVC.LXXIV., de xxrx. octobris.
Zoe zyn die drie staten 'slants van Utrecht by continuatie vergadert geweest, om finalick als
noch te resolveren opt aengeven vande djckgraeff, heemraden ende offician ten vande Lecken- dyck etc., ende na lange communicatie hebben de voorsz. staten eendrachtelic hare begeerte nopende d'augmentatie van huerluder jairlixe gage af, mirsgaders de dyckgraefF zyn dubbel- de dachgelden, alsoe hy syn officie van de Maj. houdende is, afgeslegen. Ten zelven dage hebben de voorsz. staten mit het officie vant conchergie vande staten-
camer versien enen Peter Cornelisz. van Veen , conchergie vande griffie 'shoofs van Utrecht, ende dat ter contemplatie van myn E. heere den president van Utrecht. Adum vts , pre- sentibus die domdeken, Walscapple, Honthorst, UtenEng, Coninck, Valerius, Pyfl, Ver- borch, Gosee. de heer van Rysenburch , vanderAa, Essesteyn, Rynevelt ende Moermont, Vermaet ende Vecht. |
|||||||
Anno XVC.LXXIV., den vm. novembris*
Zyn die staten bescreven etc., om te resolveren opt scriftelick aengeven van mynheer van
Hierges etc;, stathouder etc., begerende, dat die staten zouden willen opbreugen tot fur- II. 20 |
|||||||
154
|
|||||||
nisscmenl vande acht duzent gulden, myu gen. heere van Lannoye eertyts geconsenteert,
<le somme daer aen noch resterende. Item, opte begeerte van Mr. Floris Thin, versou- ckeude jaerlicxe gaige , indyen de voorsz. staten zyne dienst langer begeren te gebruycken, Eiide nopende 't eerste poinct, naer lange communicarie daer op gehadt, geven voor ant- woort, dat *t voorsz. consent van VIIIM. gulden by den staten voormaels geaccordeert is op zekcrc conditien, dVelcke d'voorsz. sUten niet en zouden connen veranderen, doch niet- temin d'voorsz. staten, nyettegcnstaende die groote benautbeyt van gelde, daer inne zy hem zelven bevinden , om bet eerste aengeven van uwe Gen. le believen, zyn te vreden zyne Gen. te lenen d'somme van I1IM. gulden eens, op zyn d re Gen. geloof, om d'selve t'employeren tot co. Maj. dienst, daer ende zoe het zyne Gen. goetduncken zal, mits dat zyne Gen. gelieven zal de staten te passeren behoorlicke obligatie vande voorsz. drieduyzent Car. gulden, te restitue- ren vande eerste leeninge ofte seeours, dat den soldaten van zyne Maj. gcschieden zal, ofte <Iezelve weder te geven, tot vermaninge vande voorsz. stolen. Item, aengaende't aengeven van Mr.FlorisThin etc., vermits soiumige vande staten niet geresolveert en waren, is deze zaecke opgestelt ende gecontinueert ter eerster bescrivinge. Ten zelven dage bebben de voorsz. staten bevolen Louffvander Haer, indien by d'voorsz.
drie duezentgl. op losrenten den penn. xuii. cangecrigen, dat hy zulcx vrylicken doen mach. Aclum vts., presentibus die doradeken, deken t'Oudemunster, Coninck sintPeters, deken, Pyll sint Jans , Ram, Drolshagen, Verborcb , die heer van Zuylen , Zaesfeit, vander Aa , Utenham, Verhaer, die schout, Rynevelt burgemr, Vermaet, -vande Vecht. |
|||||||
Anno XVC.LXXIV., den xiil. novembris.
Zyn die staten bescreven etc. ende vergadert geweest, om te horen lezen zekere impositie,
gestelt by maniere van raminge, by de gedeputeerde vande staten, op de waeren ende coop- manscap, passerende tusscben Utrecht ende de Vaert, oin te mogen vervallen die costen van de turf ende brant vande soldaten, leggende op de Vaert, geapprobeert by rnyn gen. hee- re van Hierges, stathouder etc. Item, om te mogen vynden ende stellen enige remedie, jegens die onveylicheyt vande wegen, opdat die coopluyden ende reysende man die passage naer Overjssel vryeJiek ende onbescadigt zoude moegen gebruyken. Ende eerst nopende die raminge, by de gedeputeerde vande staten geconcipieert ende by myn gen. heer van Hier- ges, stathouder etc., gendvoyeert, hebben d'voorsz. staten d'selve in alle syne poincten mede geapprobeert, dan om yemanls tot collectatie van de voorsz. impost te committeren, heb- ben d'voorsz. staten voor goetgevonden zulcx noch te continueren totter naesler vei'gaderin- ge. Item, beroerende ?t tweede poinct, is 5t zelve insgelyx noch opgehouden, als voorsz. Adum vts., presentibus die domdeken , Walscapple, dekeu t'Oudemunster, Block, Coninck, deken, Pyll, Drolshngen, Yerborch, Urck, vander Aa, Utenham, Essesteyn, Verhaer, Rynevelt, Moermont, vande Veclit. Ten zelven dage hebben die staten Jan de Grommer geschoncken, van dat hy gevangen ge-
weest heeft, nir. daeldeig, noch bevolen Louff vander Haer de vvou ende duerscote jongen te betalen nil. ende den jongen n. daelders. Anno XVC.LXXIV. opten xjui. novembr.
Zyn die drie staten 'slants van Utrecht by continuatie inder cancelrie 'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te adviseren ten versoucke van myn gen. heere van Hierges, stathour |
|||||||
155
|
|||||
tier etc., of die scantse, liggende tot Hermelen, Linschoten ende Cainerick, nodeloos rvn
tot bewaernisse vande landen van Utrecht, ende dienlick zyn opgenomen of niet. Item, om eyntelyck te resolveren op die vervallinge vande costen, nodich wezende totte leveringe vande torf ende brant voor die soldaten leggende op die Vaert. Ende eerst, nopende net eerste poinct, hebben de voorsz. staten eendrachtelick gesloten, dat men myn gen. been; vanMierges, stathouder etc., voor advys geven zal, zoo veel hemluden .bedunckt, ende altyt onder correctie van zyn Gen., dat het beter z\n zal voor co.Maj. leger, in Hollant zynde, de voorsz. schanse, ommers voor dezen tyt vande jare, aldaer te laten, dan dat men d'selve nu byna int midden van de vvynter opnemen, ende elders tot grote costen verleggen, ende alsoe die passage vande riviere der Vecbte , gaende nae Amsterdam, onve^lich maeken zoude f zoe duerdien die rebellen een voet geven ende deure open gedaen zoude wordfen , om dagelicks te licbtelicker opter selver riviere vande Vecbte te comen , ende sonder enich, oft ymmers minder, empechement alle die scepen ende scuyten, zoe mit victualie ende anders aldaer passerende, na tvoorsz. leger van zyne Maj. aen te halen ende spolieren geven zoude, indervougen dat gantzelick nyet na Amsterdam, ten ware zulcx met grote convo\e ende tot grote zware costen overgebrocbt worden,, doch nyettemin, indien zyn Gen. volgende die enqueste by de commissarien, daertoe gedeputeert, op dat stuk gen omen , oirbaerlick ende tot dienst van- zyne Maj. proufFytelick bevint te zyn, d'selve scanssen van daer te licbten ende d'selve te slechten, tvvelck nocbtans wel soe bequamelick tegens die utgaende tyt gescbieden zoude, als nu, vermits die wyntertyt, ende dat men zoe verre bet begost te vriesen nyet oft zeer wey- nicb om nyewe scanssen te leggen en zoude cunnen bedryven, zouden die voorsz. staten zyn Gen. wel gcbeden willen hebben, dat d'selve scanssen die vianden ende rebellen zoe na ge~ leyt mochte worden, alst mogelyck waer, ten fyiie daerdoor die vianden gecrengt ende be* naut, ende consequentel. die platte landen gepreserveert. mitsgaders die riviere der Vecbte vryelick nae 't leger van zyne Maj. gepasseert mochte worden. Voert, aengaende bet twee-"- de poinct, te weten, om die costen vande torf ende brant voor de soldaten, leggende opte Vaert, te vinden, hebben de voorsz. staten eendrachtelick gesloten, dat men alsulcke ramin- ge van impositie, als by hemluden lest gemaect ende beliet't was, casseren, ende om die coopman daer deur niet te verjagen, mitsgaders andere pregnante redenen, hem daer toe moverende, annulleren ende niet te werck stellen en zal. dan dat men de voorsz. costen vande turf ende brant vynden zal, gelyck d'selve tot noch toe, te weten, by de staten de eene helft ende die vander stat d'andere helft gevonden zyn geweest, mits dat men goede toezicht dragen zal op de administrnlie ende uytdeylinge vande torf ende brant voorsz. Ac- tum vts., presentibus die domdeken , Wee, deken , GuynretorfF, scholaster, Goninck, de- ken, Pyll, Drolshagen, die heer van Rede, Urck, Baecx, Verhaer, vander Aa, burgenu* Rynevelt, Vermaet, Vecht, Moermont* van de stats wegen. Anno XVC.LXXIV., den [im. decembri&
Zoe zyn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende inder cancelrie 'shoofs van Utrecht
vergadert geweest, om te horen lezen die replycke van zyne Exc. den commissarien vande staten overgegeven; item, om te disponeten opte requeste van de gevangen borgers: item, opte requeste van Walraven Hermansz., casteleyn opte Vaert. Ende eerst opte replyck van synder Exc, is dezelve in de staten gelezen ende hebben elx daervan copie verzocht, om mit de hueren daer opte communiceren. Ende voorts aengaende de andere twee poincten, vermits die van de stat daerop nyet geresolveert en waren, zyn deselve gecontinueert totter 20*
|
|||||
150
|
|||||
iiacste vcrgaderinge van deselve staten. A&um vts., presentibus die domdeken , Walscapple,
deken, Ileermale, Coninck, deken, Knoop, Schuerinck, Rede, Urck, Essesteyn, vander Aa, Baecx, vander Haer, die burgemr Rynevelt, Verniaet, Vecht, van wegen der stat. Anno XVC.LXXV., den xn. January*
Zoe zyn die staten 'slants van Utrecht by continuatie inde cancelrie 'shoofs van Utrecht ver-
gadert geweest, om te horen lesen die try ply eke, geconcipieert ople replycke van zynder Exc.; item, ople begeerte tan Mr. Floris Thin, veizouckende jaerhxe gaige. Endeeerst, soe vee] aengaet die trypdyck, hebben om d'zelve te visitereu ende corrigeren gedeputeert van wegen die geestlicheyt die pre] a ten* ofte senioren vande kerckeu, vant ridderscap Bysenborch ende Baecx, ende van wegen der stat die burgemr Rynevelt, Vermaet ende vande Vecht; voorts nopende die begeerde gaige van Mr. Floris Thin, hebben die voorsz. staten, om de conse- quentie endeandeisins, oxn redenen hun daertoe mouverende, dezelve afgeslagen, dan,indiea hy de staten enige diensten doet, dat hy daervan levere speciticalie, ende sullen de voorsz. staten hem zoo eerlick loonen , dat hy een goet contentement ende genoegen hebben zal, Voorts hebben de voorsz. staten eendrachtelick geslolen ©nde geordonneert heuren secretaris Willem van Lamsweerde, dat hy voortaen alle der staten schriftueren , copien ende anders,. den staten aengaende, van elex een copie voor yder litmaet van dezelve staten , als elcken vande vyf collegien, fcridderscap, die stat ende cleyne steden vande landen van Utrecht le- veren zal, tot costen van dezelve staten. Actum vis., presentibus die domdeken, Wee, vanden Berch ten Dom, Bogart sint Peters, deken, Pyll, Knoop sintJans, Schuerinck, Drolshagen sinte Marien, heer Dirck van Zuylen, van Rysenboieh, Renes vander Aa, die heer van Urck, Baecx, vant ritterscap, Rynevelt, Vermaet, vande Vecht, van de stat, Egmont Tan Amcrsfoort. Anno XVC.LXXV., den XXVII. January.
Zoe zyn die drie staten 'slants van Utrecht bescreven ende inde cancelrie 'shoofs van Utrecht
v'ergadert geweest, om te resolveren opt aengeven van de stat, nopende de VIIC. croonen, die myn gen. heere van Hierges, uten naem vande casteleyn op Vredenborch, van die van de stat geleent begeert te hebben, om d'selve wederom te corten, ende innen aen de petitie, die de voorsz. staten zyue Maj. accorderen zullen , ende na lange communicatie hier op gehadt, hebben die vande geestelicheyt ende ritterscap verclaert, dat zy niet en verstaen, dat yet van de staten geejscht wordt, dan dat die van de stat versoucken tzelve te mogen corten. aen deeerste petitie, die de staten consenteren zulien, ende dat zy daerom wel mogen Iyden ende te vreden zyn, dat die vander stat d'voorsz. penningen tellen ende dezelve zullen mo- gen corten ende innen aen de petitie voorsz. Actum vts., presentibus die domdeken, Wee, deken, Cuynretorff ende Ileermale t'Oudemunster, Coninck, Preys sint Peters, deken, Pyll. Knoop sintJans, deken, Schuerinck , Drolshagen, Gosee sinte Marien, die heer van Zuylen , Urck, Essesteyn, Rjsenborch, vander Aa, Baecx, Nyevelt ende Verhaer van die ritterscap, die burgemr Rynevelt, Vermaet, Vecht, Moermont, van de stede. Anno XVC .LXXV., den XXIX. January..
Zyn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende inder cancelrie 'shoofs van Utrecht ver |
|||||
157
|
||||||||
gadert geweest, om cjntelick te resolveren opte tryplyck ende opte saecke vande dyckgraeff
'slants van Utrecht, versouckende augmentatie van gaige vande staten, ende soe veeJe die try- pi yck aengaet, naveele communicatien bebhen dieselve soe die gecorrigeert was geapprobeert, ende die zaecke vande dyckgraff is opgestelt totte naeste vergadcringe. Actum vts., presen- tibus die domdeken, deken, Cuynretorff, Coninck, Knoop, Schuerinck, Drolshagen, Jong, Amerongen, Essesteyn, Baecx, Verhaer, Rynevelt, Vermaet, vande Vecht. |
||||||||
Anno XVCXXXVM den nn. february.
'Zyn die staten 'slants van Utrecht bescreven ende inde cancehie 'shoofs van Utrecht ver- gadert geweest, om te dehbereien, of men enige commiss-nien wederom van Bruessel revoce- ren zal of nyet; item, of men by requeste ofte rcmonstrantie zynder Exc. eerst ende zynder Maj. nae te kennen geven zal, die foule enue acten, zoe by de Spaenscbe als andere sol- daten inden lande van Utrecht aeng^richt; item, om te horen lezen die requeste vande griflier 'shoofs provinciael van Utrecht ende Gevert van Amerongen, mitten twee notarien. Ende nae lange communicatie opte revocatie voorsz. gehadt, zyn geresolveert, dat men alle die commissarien zal revoceren, wtgesondert mynheer Mr. Engelbert van Bruhesen, tre- sorier, d'welcke aldaer om der staten zaeken te vervolgen noch blyven zal. Item, nopende die remonstrantie te doen aen zyne Maj. ende zyn Exc., hebbeu gesloten eendrachtelick, dat men eerst visiteren zal d'informatie op d'voorsz. acten ende foule genomen, ende indien d'selve hevonden worden sterk ende pregnant genoeg, dat men alsdan 'tzelve by requeste, als voren te kennen geven zal; ten lesten. zoe veel aengaet den griffier, zal by zyne be- soigne breder specificeien, dan hy in zyne requeste gedacn heeft, ende die notarien met Gevert van Amerongen sullen hoire moeiten ende peryclen selfs begroten oft estimeren naer redelicheyt, om d'selve g |