ARCHIEF
|
||||||
KERKELIJKE EIV WERELDSCIIE GESCHIE»EiVISS£\,
|
||||||
o<oKucuiir.iii vak
|
||||||
UTRECH T.
|
||||||
o om 60 z
|
||||||||||||||
ARCHIEF
|
||||||||||||||
voor
|
||||||||||||||
KERKELIJKE EN WERELDSCHE GESCHIEDENISSEN.
|
||||||||||||||
IMOHDEnUEll) VAK
|
||||||||||||||
UTRECHT.
|
||||||||||||||
ONDER BEGHNSTIGING TAN Z. M A JEST. DEN KONING
DOOR J. J. DODT van Flensburs.
|
||||||||||||||
MET E E if E TOOlttDI
VAH IERH. JOE, ROYAARDS,
THEOt. DOCT. EN HOOGLEERAAR TE BTRECHT.
|
||||||||||||||
UTRECHT,
TOH. ALTHEER, Akndemie-drukker,
1838.
|
||||||||||||||
VOORREDE.
|
|||||
E r is in onzen leeftijd eene levendige zucht ontwaakt voor de beoefening der Geschie-
denis,en gelukkig mogen wij in dit opzigt dit tijdperk noemen, alzoo opdelving van tot dus ver ongeopende bronnen en critische schifting der daadzaken zich aan eene ware, op daadzaken rustende, pragmatisohe bewerking zoeken te paren. Na de herleving toch van Europa heeft de voortgang der historische wetenschap op beide behoeften het oog geslagen. Men gevoelde behoefte aan een vernieuwd critisch en diplomatisch onderzoek, zoo wel der bekende en reeds bewerkte bronnen, als ter opdelving van nieuwe, vroeger geheel onbekend. Want zoo menig- maal zag de onpartijdige geschiedschrijver in onzen tijd zich gestremd door gebrekkige kennis der historische gedenkschriften (monumenta), charters , diplomata , plakkaten , bullen, breven en historische schriften van vroegeren tijd, die, of bij verzuim van onderlinge vergelijking, of door de partijdige en eenzijdige voorstelling, in dezelve vervat, verkeerdelijk gebezigd wer- den, of als nog verscholen waren in de geheime schuilhoeken van bestaande archieven, boe- kerijen en afzonderlijke verzamelingen, alwaar zij vaak, zonder orde en zamenhang en zonder behoorlijke registers, tot eene altijddurende duisternis schenen gedoemd te zijn, of aan worm, water en vuur werden prijs gegeven. Onze leeftijd, deze behoefte gevoelende., als onmisbaar voor de beoefening, niet alleen der
oude, maar vooral ook der middeleeuwsche, geschiedenis, wekte tevens den lust op, ora in die schuilhoeken te snuffelen en daaruit authentieke stukken optesporen, tot dus ver aan het oog des geschiedvorschers ontgaan, of het reeds vroeger ontdekte en gebezigde aan een nieuvv critisch onderzoek te onderwerpen. Hier en daar besloot men met gemeen overleg de ont- dekte schatten door den druk bekend te maken, en dezelve den geschiedschrijver tot verder onderzoek voor te leggen. |
|||||
II
limners nicl alles, wat tie oudheidkundige ontdekte, was even belangrijk, of evenzuer ge-
loofwaardig. Ilet moge vnak gebeuren, dat de geestdrift, voor dit vak zoo noodzakelijk en niet te miskennen bij dci'gelijke, meer dorre en afgetrokkene, werkzaamheden, in den eersten oogen- genblik in verrukking vervoere bij de gedacbte, dat men nieuwe documenten gevonden heeft, die de bistoriscbe waarheid in een nieuw daglicbt plaatsen zullen; ook die geestdrift moet noodwendig bekoelen. Want niet alle gedenkschriften behelzen waarheid. Zij zijn niet zel- den zeer moeijelijk te lezen, en vereischen dus diplomatische kennis der handscbriften, of 't zij te eenzijdig, 't zij te onvolledig, 't zij te afgebroken, dan dat zij de echte voordragt der zaken zouden bebelzen. Daartoe moest men critische kennis en werkzaamheid bezigen, ten einde on der bet stof der oudheid het kaf van bet koorn te scbeiden. Waar de geschiedvorscher deze zijne taak verrigt beeft, treedt de geschiedschrijver ap.
Beiden moeten elkander de band bieden, zal de geschiedenis in ouzen tijd, (waarin na de be- koeling van vele vroegere partijschappen en de overdreven scbatting van het gezag van achtings- waaidige, maar niet altijd volledig onderrigte of onpartijdige, geschiedschrijvers, de bistorische waarheid meer onbewimpeld kan aan het licht komen,) niet alleen beschreven, maar te- vens verrijkt en gezuiverd worden. ■ Dit kenmerk toeh moet den waren pragmatischen ge- schiedschrijver karakteriseren. Hem is het niet alleen te doen, de oorzaken en gevolgen der daadzaken aan te duiden , (eene dwaling, die ook nog bij velen huisvest!) maar de daadzaken, uit de zuivere bronnen geput, moeten zoo worden voorgesteld, als zij in de werkelijke we- reld plaats hadden, d. i. in verband met de oorzaken, die haar deden ontstaan, en de ge- volgen, die daaruit voortsproten. (*) Uit deze behoefte en dit streven van onzen leeftijd zijn de vele Codices diplomatiei, cum
civiles, turn ecclesiastici, ontstaan, die b. v. in vele Duitsche staten en steden, grootere zoowel als' kleinere, voor de burgerlijk - staatkundige en kerkelijke geschiedenis zijn verzameld en uitgegeven, en welker verzamelingen in alle openbare Bibliotheken dienden voorhanden te zijn; gelijk ook de loffelijke onderneming van Pektz, in zijne Monumenta, enz., om uit den rijken voorraad geene andere voorbeelden aan te halen. Teregt toch heeft men begre- pen, dat, zal de geschiedenis volledig gekend worden, zoodanige verzamelingen niet slechts (*) Ik heb hierover uitvoeriger gehandeld in de Verh. : Over den voortgang van de beoefening der Geschie-
denis , te yinden in het Archief voor kerkel. Geschied., inzonderheid van Nederland, D.I. bl. 6 very. 34 ywv. |
||||
m
geheele landen of tijdvakken omvatten, maar even eens bijzondere kleinere landen, steden,
corporatien, instellingen, enz., moeten betreffen; en hoe veel licht is er voor den prag- matischen geschiedschrijver uit deze vernieuvvde bronnenstudie niet reeds opgegaan! |
||||||
In het bijeenbrengen van dergelijke verzamelingen waren ook vroegere Nederlanders niet on-
' ledig. De verschillende Plakkaat- en Charterboeken, de verzamelingen van MlRAECS, Mat- THAECS, Hoynck VAN Papendrecht , Bondam , en zoo vele anderen, het Codex diplomalieus Dioeceseos Rheno-Trajectinae, dat door K.ASP. Burman in geschrifte werd nagelaten, en thans in het bezit onzer akademische Bibliotheek is, en zoo vele andere, meer afzonderlijke, verzamelingen van Charters, Diplomata, Staatsstukken, Bullen, enz., openden voor den geschied- schrijver nieuwe bronnen, waaruit reeds ijverig geput werd, en lieten aan het nageslacht het voorbeeld na, hoe men de geschiedenis moest trachten te verrijken. Desniettemin voegt het ons geenszins op den arbeid van het voorgeslacht in te sluimeren.
Zij begonnen slechts, wat onze leeftijd moet voortzetten. Elke beoefenaar der vaderlandsche, zoowel burgerlijk-staatkundige, als kerkelijke, geschiedenis, kan er zich, zelfs bij een opper- vlakkig onderzoek, van overtuigen, hoe vele gapingen en leemten er zich nog in dezelve op- docn, alleen aan te vullen door eene naauwkeurige opdelving der bronnen , tot dusver aan den geschiedvorscher onbekend. ■ Voorzeker, zonder zoodanige navorschingen, en eer dezelve verder gevorderd zijn, zal wel de Nederlandsche geschiedenis niet volledig worden opgehel- derd. Maar hiertoe wordt de gezamelijke arbeid van Vele, in velerlei gedeelten van ons vaderland woonachtige, landgenooten gevorderd. Verblijdende waren daarom voor den beoefenaar der vaderlandsche geschiedenis dd bepa-
lingen van het koninklijke besluit, ter aanmoediging van derzelver studie (23 Dec. 1826.), waarbij verordend werd: » Er zullen middelen daargesteld en aangewend worden, om de » bronnen der Nederlandsche geschiedenis, voor zoo verre die tot nog toe onbekend, of » nog niet volledig bewerkt mogten zijn, te doen opsporen, nader te onderzoeken en zoo » veel noodig, in het licht te geven," en men mogt zich hiervan de gelukkigste gevolgen voorspellen. Doch de daarop al ras gevolgde toestand des vaderlands verijdelde deze hoop, |
||||||
IV
en doet cms als nog de in werking-brenging verwachten dier toen genornene bcpalingen. Drin-
gend gaat daarom de stem des geschiedvorschers op tot den Koning, opdat, indien die onzekeve toestand des vaderlands eerlang, gelijk wij wenschen, mogt wijken, en deze episode onzer geschiedenis zal zijn afgeloopen, ook dit status quo der bevordering van de studie der Ne- derlandsche geschiedenis moge worden opgeheven, en alzoo de koninklijke belofte niet uit- blijve, maar veeleer aan deze bepalingen volledige uitvoering worde gegeven. Intusschen, wat de Staat niet doen kon, deden aanvankelijk afzonderlijke personen en in-
stellingen, Gaf de Koning voor zich zelven het voorbeeld, door zijn huis-arcliief voor de natie te openen, en Mr. Groen van Prinsterer te magtigen, om hetzelve, zoover het voor dezelve belangrijk was, in zijne Archives de la Maison d'Orange-Nassau, te ontsluiten, had de Rijks-archivarius, Mr. J. C. DeJonghe, reeds in 1828, met koninklijke toestemming, eene niet genoeg gekende en overrijke bron, het Rijks-archief, beginnen te openen, door de uitgave van de Besluiten der Staten-Generaal van J566 a/, en in deszelfs Geschiedenis van het Zecwezen i?i Nederland en andere geschriften; niet minder waren afzonderlijke provincien en steden werkzaam, door de aanstelling van afzonderlijke Archivarii. En van welk be- lang die aanstelling voor de vaderlandsche geschiedenis zijn kan, toonde onder anderen Nthoff te Arnhem, die, ten vervolge op den arbeid van Bondam en VAN Spaan , zijne Gedenkwaar- digheden uit de geschiedenis van Gelderland begon uittegeven, nadat hij van hooger hand met de uitnoodiging vereerd was, om zoodanige oorkonden in het licht te geven, als, voor openbaarmaking geschikt, in het provinciaal-archief van Gelderland vporhanden zijn; gelijk ook zijne beschrijving van het Archief van Kuilenburg en andere stukken daaraan dienst- baar waren. Even als deze in het Geldersche, zoo waren andere mannen, in verschillen- de provinciale en stedelijke archieven werkzaam, ter ontdekking en mededeeling van oor- konden en hulpmiddelen voor de geschiedenis, en meer en meer schijnt in de verschillende gewesten van noordelijk Nederland de zucht aan te wakkeren, zoowel om afzonderlijke Ar- chivarii aan te stellen, die krachten en leven daaraan konden besteden, als om uit dezelve aan het licht te brengen, wat tot nu toe in die verborgene schuilhoeken het oog des geschied- vorschers ontging. |
||||
V
|
|||||
Het was uit dit oogpunt, dat de onderneming van den heer Dodi mb Flensburg mij
regt welkom was, ter uitgave van een Archief voor kerkelijke en wereldlijke geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht, waarvan de twee eerste stukken, gelijktijdig, als tot eene proeve verschenen. Er bestaat toch eene dubbele reden, waarom de kerkelijke en wereldlijke gescliiedenis van
Utrecht waardig zijn, om nader te worden aangevuld: zij is gelegen, zoowel in het be- lang der Utrechtsche geschiedenis, als in de aldaar voorhanden zijnde Archieven. Immers is het voor den beoefenaar der vaderlandsche geschiedenis niet twijfelachtig, hoe
belangrijk de Utrechtsche geschiedenis is, en op zich zelve, en voor die vanNederland in't algemeen. Gelijk toch de historie der Hollandsche, Geldersche en van andere gewesten zoo vele gedeelten der vaderlandsche geschiedenis aanvullen, en zonder derzelver volledige kennis die van Nederland niet kan gekend worden, zoo was vooral Utrecht belangrijk, niet alleen als een deel van het geheel, maar tevens om het naauwe verband van dit Sticht met de overige Nederlandsche gewesten. Gedurende een belangrijk tijdsverloop stond daar de eenige Bisschopsstoel, van waar het kerkelijke gezag in het Over- en Nedersticht uitging, en dus over de meeste der Ne- derlandsche noordelijke gewesten. De geschiedenis van het Sticht moest dus noodwendig raak- puntenhebben met de voornaamste der Noord-Nederlandsche gewesten, en invloed op dezelve uitoefenen. De Bisschop, als wereldlijk vorst, voerde niet alleen oorlogen en sloot verbonden met de Hollandsche Graven, de Hertogen van Gelder, en andere Vorsten; had niet alleen zijne goederen en tienden alom gelegen; maar de geestelijke zorg van dezen, in zijn gewest tevens wereldlijken, vorst, strekte zich mede uit over andere gedeelten des vaderlands. Hier- door werd Utrecht niet zelden het middenpunt van Nederland, en waar de staatkundige magtbezweek, daar trad de geestelijke magt op; vooral in de middeleeuwen, dat kerke- lijke tijdvak der Germaansche volken. Staatkunde en godsdienst, in de geheele geschie- denis der middeleeuwen ineengesmolten, drukten in Utrecht dat zelfde karakter volledig uit. Voorzeker, wat Rome in die eeuwen was voor de nieuwe Europesehe volken, dat was Utrecht voor vele Nederlandsche gewesten. - Teregt, dunkt mij, heeft dan ook de heer Dodt, In d.t archief voor Utrecht, de kerkelijke en wereldlijke geschiedenis vereenigd: want hier wa- re,, dezelve, zoo lang de Bisschop tevens het wereldlijke gezag uitoefende, nooit afgeschei- |
|||||
VI
den. En das mag dit karaklcr dcs tijds niet gemist worden in de verzamelingen van oor-
konden dier dagen, daar het in de corkonden zelve zoo duidelijk staat uitgedrukt. Maar er bestaat daarenboven eene andere reden, waarom vooral Utrecht belangrijk is voor
zoodaiiig Archief. Ik bedoel de verschillende archieven, die in onze stad voorhanden zijn. lmmers het Archief der vroegeie Kapiltelen, thans Domein-Archief alhier, bevat alsnog een' belangrijken schat ter verrijking onzer vaderlandsche geschiedenis. Gaf voor eenige ja- ren de benoeming van een' Archivarius voor dit archief, in den persoon van den veel belo- venden Dedei, goede hoop, dat men eenmaal meer in staat zijn zoude te weten, welke belang- lijke oorkonden aldaar, vaak ongeordend, althans zonder behoorlijke registers, voorhanden zijn, en wat, behalve hetgeen vooral vanSpaan, Bondam, en anderen, daaruit vroeger geput hebben, nog aanwezig is; zijn vroege dood nam dit uitzigt met zich in het graf. Dit archief toch vereischt, om voor de geschiedkundige wetenschap belangrijk te worden, al de krachten van een' afzonderlijken Archivarius. Daar de papieren van meer dan een der Kapittelen alsnog ongeordend liggen, is het aan niemand bekend, wat daar verscholen ligt, en het geen nu en dan, door goedgunstige toestemming van de Administratie der Domeinen en van den heer VAN DooRN, agent der domeinen alhier, mogt te voorschijn treden, toont genoegzaam aan, hoe be- langrijk het zijn zoude, dat een afzonderlijke Archivarius met die zorge belast wierd. In het belang dus der vaderlandsche historische wetenschap wenschen wij, dat de Staat zoodanige maatregelen moge verordenen, welke reeds dadelijk een der eerste beginselen konden in het leven roepen van de bovengenoemde, in het koninklijke besluit (1826) vastgestelde, bepalingen. Niet minder belangrijk voor de kerkelijke geschiedenis, niet alleen van Utrecht, maar voor
die van Nederland in het algemeen, is een ander Archief in onze stad voorhanden, dat der Oud-Roomsche klerezie, thans onder den achtingswaardigen pastoor van Werkhoven berus- tende. Gelijk toch in het Domein-aichief dat der vroegeie Kapittelen voorhanden is, zoo zijn de overhlijfselen van het vroegere Bisschoppelijke archief hier aanwezig. Niet slechts de ver- gelijking der documenten, in de beide archieven gelijkelijk, of in afschrift, of in originali berustende, maar het bijzonder eigendommelijke dezer belangrijke verzameling is, vooral voor latere tijden, in en na de 16ceeuw, geschikt, om de Nederlandsche Roomsch-katliolijkc kerkelijke geschiedenis in het ware daglicht te plaalsen. Ik onthoude mij van bijzondei-heden. |
||||
VII
|
|||||
Eene derde vei'zamelplaats bezit deze stad in het P rovinciaal-Archief, mede in de latere
dagen geordend. (*) Maar inzonderheid is de vierde bewaarplaats van historische gedenkscliviften voor de we-
reldlijke, en gedeeltelijk ook voor de kerkelijke, geschiedenis van Utrecht gewigtig; te we- ten , het rijke Stads-Archie/, sedert eenige jaren, onder en door de zorg van onzen on- vermoeiden en scherpzinnigen beoefenaar der Vaderlandsche en bijzonder der Utrechtsclie geschiedenis, den Burgemeester dezer stad, Jonkheer van Asch van Wick, behoorlijk en naauwkeurig geordend en geregistreerd; waarvan ons zoowel de uitgegeven historische schrii- ten van het gemelde hoofd des stedelijken Bestuurs, als het tijdschrift voor Geschiedenis, Oudheden en Statisliek van Utrecht reeds proeven gegeven hebben. Waar (om van andere verzamelingen, in onze akademische Bibliotheek en bij afzonderlijke
personen berustende, niet te gewagen) zulk eene rijke verscheideuheid van oorkonden, nog in lange na door de zorg van geschiedvorschers en geschiedschrijvers niet uitgeput, gevon- (*) Bij den afdruk dezer voorrede zie ik in het jaarlijksclie verslag aan de Staten der provincie Utrecht,
(3 Julij 1838.) de volgende opgave Tan den rijken voorraad van Handschriften, in dit Provinciaal-Archief voorhanden , welke hier worde overgenoinen : » De handschriften van het provinciaal-archief, in het Gouvernementsgebouw hewaard wordende , hestaan :
» 1". Uitruim vijfduizend folio hoekdeeleu, waarvan de oudste behooren tot de regering van Bisschop Floris VAN
» Wisvr.LrNCHOVF.N , die in 1379-1398 het Utrechtsclie Bisdom bestierde , en voortgaan , tot dat door Bisschop Hen- » DRIK VAN Beijeren in 1528 het sticht onder het gebied van Keizcr K.AREL den V. gebragt werd. » De memoriaal-boeken van het Hof te Utrecht en anderen uit den tijd der regering van K.AR EL den V. en zijneii zoon
» Filips den II. zijn slcchts gedeeltelijk aanwezig; maar uit hctzelfde tijdperk zijn de resolutien der Staten onzer pro- » vincie van bet jaar 1536 af, bewaardgehleven; en loopenzij met de hen in latere dagen opgevolgdeBesturenonafgebro- » ken tot op de jongste tijden door. Hetzelve kan gezegd wordeu ten aanzien der resolutien der Gedeputeerde Staten , » welke sedert 1580 aanwezig zijn ; alle welke resolutien eene menigte origineele en autbentieke afschrilten bevatten , » achterdenotuleu, waartoe zij behooren, ingebonden. De authentitkeal'schriitenvan denotulen der Stateu-Generaal » van de Vereenigde Nederlanden zijn van omstreeks 1590 tot 1795 aanwezig. i) De overige belangrijkste oudste stukken , welke , ora eene al te grootc uitgebreidhcid te voorkomen , bier slechts
» k unneu worden opgenoenid , zijn de resolutien der twee voorstemmende leden van de Staten , namelij k der geciigeerden » uit de Geestelijkheid of der vijf Kapittclen en der Edelcn en Ridderschap ; die der kamcr van Financien , waarbij n gevoegd kmmeu worden de rekeningen , manualen der belastingen en andere linancieele aangelcgenheden der provin- » cie , zoowel als van degoedcren der kloosters en andere gecstelijke instcllingcn. » Eindelijk eene belangrijke verzameling van stukken aaugaande den Waterstaat, de Justitie en de Militic ; en vooral
» een getal registers van de leengoederen van den Bisschop van Utrecht, van den Hcer van Gaasbeek , van den Burggraai' » van Montfoort en van de abtdij van St. Paulus te Utrecht, alien sedert de laatste helft der vecrticude eeuw tot het be- » gin der negentiende , op weinige uitzondcringen na , met de daartoe behoorendc registers , vollcdig bewaard gebleven. » 2°. Uit eene menigte pakken , portefeuiiles en cartonucn dozen , waarin de charters en andere documenten , meestal
» uit een vroeger tijdperk overgebleven , en behoorende tot de sub n".l. vermelde stukken , verzamcld werden. Het ger » talderzelve kan niet juist worden opgegeven , maar wordt bij de steeds voortgaandcclassilicatiedagelijksgrooter. Ook » deze stukken zijn van het grootstebelang , en dienen , daar zij onder bepaalde rubrieken gebragt worden , niet zelden , » om het gcbrek van bladwijzers of zaakregistcrs te vergoeden. » 3". Eindelijk uit een aantal diplomata , waarvan aanvankelijk ruim tweeduizend zijn geinventariseerd. Deze stuk-
» ken , bestaande uit verbonden , overeenkomsten , privilegien enz. , waarvan een goed gedeelte tot vrocgcVe ceuwen » behooit, mogen vooral voor geschiedenis, taal en regtskennis van gewigt gerekend worden. Het oudste tot nog toe » in het archief opgespoorde stuk is een diploma van het jaar 1219 , afkomstig uit het archief der abtdij van Oostbroek , » tot welke het ook betrekking heeft." |
|||||
vrn
den wordt, daar betaamt hct onzen leeftijd die bronnen te openen. Het kan niet anders,
of de Geschiedcnis moet hierdoor noodvvendig veelvuldig worden verrijkt. Wat in bet duis- tere ligt, kan licbt verspreiden over de kerkelijke en wereldlijke geschiedenis. En waar de toegang tot deze arcbieven niet angstvallig en bekrompen gesloten wordt, daar voegt die me- dedeeling inzonderheid aan onze dagen. Het was dan, dunkt mij, eene gelukkige gedachte van den werkzamen opdelver van ge-
schiedkundige oorkonden, den Heer Dodt van Flensburg, door de uitgave van zoodanig eene onderneming, hoedanig dit Archief voor kerkelijke en wereldlijke geschiedenis van Utrecht is, eene proeve te nemen, of onze landgenooten belangstellen in de verrijking hun- ner geschiedenis, en ik mogt zijn verzoek niet weigeren, deze onderneming aan ons bisto- risch publiek aan te bevelen. Wat zoo velen, en daaronder een Matthaeus, Bor, Draken- borch, Broedersen, enz., nit de Utrechtscbe bronnen hebben geput, moge door hem woi'den aangevuld. Waar hij toch, door oordeelkundige scbifting, alleen , hetgeen waarlijk belang heeft voor
de geschiedenis, mededeelt; ■ hierin naauwkeurig te werk gaat, en den onvermoeiden en talloozen arbeid van een' Bondam getrouw en diplomatisch nagaat; ■ de uit onderscheidene arcbieven opgedolven historische gedenkschriften, behoorlijk rangschikt, tot een geheel ver- eenigt, en, zoover dezelve nog niet zijn bekend gemaakt, mededeelt, en dus het reeds be- kende aanvult en den geschiedschrijver nieuwe oorkonden ter beoordeeling voorlegt, en eindelijk de bruikbaarheid zijner verzameling door registers vermeerdert, dan zal ook dit Ar- chief, nevens zoo vele ondernemingen van onzen leeftijd, belangrijke diensten kunnen bewij- zen. Het ontbreke dan ook den verzamelaar en uitgever niet aan aanmoediging bnder onze
landgenooten en geleerden buiten 'slands, die bereid zijn ter ondersteuning en aankoop van deze verzameling, welke voor elken beoefenaar onzer vaderlandsche, kerkelijke en wereldlijke geschiedenis, die haar uit de bronnen zelve wil kennen en beoordeelen, van hoog belang woiden kan. iI,echt)2.Julij, 1838. H. J. ROYAARDS.
|
||||
I N H 0 U 0.
|
||||||
|
||||||
EERSTE STUK. Het Liber hlosbs van S.Marie teUtrecht, diplomatischbeschreven. . bl. i~48.
TWEEDE STIIK. De werluaamheden van het Generaal-capittel te Utrecht in 1524, sede
episcop. vacante. . . « '«..........M. 1.
Bijvoegs. I. Geloofsbrief der afgevaardigden aan het generaal-capittel van wegens Mar-
guerite, gouvernante der Nederlanden. ....... 15. II. Geloofsb. der afgevaard. aan 't gen-capittel van weg. Karel, hert. v. Gelre. 15.
Stukken betrefiende do overgave der temporaliteit door bisschop Hendrik van Beijeren
aan keizer Karel den vijfden. I. Het Tractaet van Schoonhoven, 15nov., 1527, en minuten. . . . .17.
II. Het Tractaet van Dordrecht, 12 febr., 1528. . , . . ... 23.
Additie van sekere articulen, te Dordrecht geaccordeert, tusschende keyserl. Maj. ende
mynen genadigen Heere van Utrecht, den xi. in february, 1528, na'tschryven des bisdoms van Utrecht. . ..........28. De peys van Gorcum, gemaeckt 3. October, 1528. ..... . 31,
Stukken, betrefiende den inwendigen toestand der stad van Utrecht, in 1525.
1. Pun ten, gemaect by den gescicten wten gilden, ende van Hasenberch gepubliceert
by Cornells Henrickse van Vyanen, clerck van den bylhouwers, 16. apr., 1525. 41.
2. Raminge ende overcomen by den gilden van der stat van Utrecht, meye22, a". 1525. 42.
3. Besluit van het capittel van S. Marie, wegens de violentien, waar aan hetzelve
was blootgesteld, 5.juny, 1525..........43.
4. Copie des compromis, gekeert van den gilden aen myn genedigen heere van UtrecKt,
19.aug., 1525...............45.
5. Wtspraeck van myn genedighen heere van Utrecht, 28. aug., 1525. . . . 46.
6. Gebot des raets, 3. Oct., 1525........... 47.
DERDE STUK. Stukken, betr. de handelingen der kerkvergadering te Basel in de Ulr. zaken.
1. Inlyving v.Jo. PassertenNic.deTrajecto in de kerkvergadering te Basel, 21. aug, 1432. 49
2. Bui der kerkvergadering te Basel, waarby dezelve, sub poena excommunicationis.
|
||||||
X
|
|||||
gebiet, zekere goederen, aan het capittel van S.Marie te Utrecht ontvreerad, aan
hetzelve te restitueren, m. non. oclo., 1434. ....... 50.
3. Vonnis, gewezen door de kerkvergadering te Basel, in zake, tusschen Jo.Passert,
en 't capittel van S.Marie te Utrecht, 20. mart., 1436...... 51.
4. Insinuatie van de voorgaande procedure, 24. mart., 1436. ..... 62.
5. Procedure van wegens den Paus tegen Walraven vanMeurs, 25. aug., 1436. . 63.
6. Schryven van den Paus aan Filips, hertog van Bourgondie, etc. .... 72.
7. Schryven van den Paus aan Arnold, hertog van Gelre, etc. .... 73.
8. Schryven van den Paus aan die van Overyssel. ....... 74.
9. Schryven van den Paus aan de staten van Utrecht. ...... 75.
10. Handeling van Walraven van Meurs, als elect en confirmeert, 27. juny, 1437. . 76.
11. Copia mandati domini, ducis Burgundiae, facti per dominia sua, ne obediatur li-
teris Basileensibus, 7. July, 1439.......... 77.
Upistola venerabilis patris, fratris Johannis Brugman, ordinis minorum, ad quendam
liatrem domus domini Florentii. .-...... 79. De stichtings-oorkonden van het Utrechtsche Fraterhuis. ...... 89.
Borigt omtrent een Cod. MS. der keizerlijke bibliotheek te Weenen, als bevattende suk-
ken, betrekkelijk het schisma ecclesiae Trajectensis, a. 1423 sqq. ..... 95. VIERDE STUK. Stukken aangaande Engelbert van Cleve, als ruwaard van het sticht.
1. Yerbant der drie staten 's lants van Utrecht in der sake van myn joncheer van Cle-
ve. L.V. av.purif., 1482. ........ 97.
2. Verbant der ritterscap ende steden des gestichts van Utrecht aan dese syde der Ys-
selen, in ontfanginge myns jonchere van Cleve, ll.febr., 1482. . . - 98.
3. De confirmacy, die myn joncheer van Cleve in onderhoudenisse der stat rechten
gedaen heeft, 24. febr., 1482...........101.
4. Wtsettinge, belieft by myn joncheer van Cleve, 24. febr., 1482. . . . 102.
Stukken, loopende over het tijdperk 14861500. der Utrechtsche geschiedenis.
1. Compositie tusschen Utrecht ende Amersfoort over de renten. 'sMaend. postinv., 1486. 103.
2. Zoene tusschen bisscop David van Bourgonien mitten gesticht ende joncker Johan,
heere tot Wyssche. Dond. na Aid. heyl., 6. aug., 1490...... 104.
3. Enicheyt tusschen Utrecht en Naerden, 15. Maert, 1492...... 107.
4. Eninge tusschen Utrecht ende Wyck. Vryd. na S.Anthonis dach, 1493. . . 109.
5. Sauvegaerde des Roemschen conincx, 1494. ....... 109.
6. Compromiss ende geblyff tusschen den hertoge van Gelre ende onsen genedigen van
Utrecht, 4. april, 1495............111.
7. Wtspraeck myns genadigen heren van Utrecht, tusschen den heer van Ysselsteyn
ende ridderscap ende stat van Utrecht, 17. rnaart, 1498. ..... 114.
8. Accort tusschen Utrecht ende Amersfoert van morgengelt te deylen, 18.Jan., 1499. 116.
9. Die stat Gent aen Utrecht van een jairmact, 1. sprocke, 1499..... 117.
10. Ordinantie opte wacek. Woensd. na Simon ende Juda, 1499. .... 118.
Stukken, loopende over het jaar 1511, 12, 15 en 17. der Utrechtsche geschiedenis.
1. Verbantbrief van renten van wegen den dryen staten 's lants van Utrecht, vercoft
wtten Hynderdam, in der oerloghe tegens den here van Yselsteyn, 14. febr., 1511. 119.
2. Leest, dacrna de staten des Nederstichts losrcnten vercoft hebben. S. Peters avont
adeathed., 1511.............121.
|
|||||
XI
|
|||||
3. Verbantbrief van den Meehys, gemaect by den drien staten, ll.mey, 1511. . 122.
4. Brief van bysscop Frederick van Baden, aen de staten van Utrecht, 8. July, 1511. 124.
5. Laetstezoene tusschen den Bourgoensche, den greve van Bueren, mitten jongen heer
van Yselsteyn, ende onsen genedigen heer van Utrecht ende gesticht van Utrecht,
aug., 1511.............. 125.
6. Gelofte van sekere nabescreve heeren, om den tractaet van peyse voirscreve by den
jonge prince te doen confirmeren, etc. 7. august, 1511......129.
7. Brief van bisscop Frederick van Baden aen zyn leenman Geryt van Zuylen van Nve-
velt, 4. nov., 1512............. 130.
8. Brief van de regentesse Margaretha aen bisschop Frederick van Baden, 4. July, 1515. 131,
9. 't Geleyde voer alien ouden ruytersculden, 1. mey, 1517......132.
Stukken, loopende over de jaren 15251527. der Utrechtsche gesehiedenis.
1. Brieve, d. gheestelicken afgedwongen xxvm. gold.guld. optebrengen etc., 24.mey, 1525. 133.
2. Generate remissie van coramotien ende oproeren, Julio, 1526. .... 134.
3. Clockluyd. in tegenwoordigheid d. raden'sheerenv. Utrecht, woensfl.n. S.Valent., 1527. 135.
4. Slytinghed. staten v.Utrecht, ruer.de wtspraeckv.d. bisschop, 1525., 16.maert, 1527. 137.
5. Confirmatie van de voorgaende slytinghe door bisscop Henrick, l.apr. ,1527. . . 140.
6. Procuratie der staten van Utrecht, om losrenten te lichten, 5. Jan., 1528. . . 140.
7. Hoe Maerten van Rossera naer den Haghe is getoghen, 1528. (meraor. hist.) . . 141.
VIJFDE STUK. Stukken betreffende bisschop David van Bourgondie en het sticht, onder
zijn bestuur. 1. Translaet vande minuten van mynsgenad. heer den hertoghe van vergiffenisse, 1456. US.
2. Minute v.d. brieven, by welken m. gen. heer d. hertoghe consenteertprecarium, 1456. 144.
3. Min. v.d. brieven van non-praejndicien, ten voordeele v.d. staten des Ned-stichts, 1456. 145.
4. Translaet v.d. minuten v. niyn here'sbyscops v. Utrecht, brieve v. vergiffenisse, 1456. 145.
5. Translacy van den sulken brieven, als die van den staten, der stat ende Ned-sticht van
Utrecht geven sullen, als vercalt is, etc. ........ 147.
6. Brieve, waarby Jan, hertoch v. Cleve, en Adolph, syn broeder, beloven, het trap-
taet te sullen doen nacomen, 3. aug., 1456. ....... 148.
7. Jan van Cleef machticht Gysb. v. Brederode, den brief, -hem door den staten v. Utrecht
wtgereikt, als eygenaer te gebruyken. Christd., 1456......148.
8. 'sGenadighen heren van Utrecht bevel aen de maerscalcken, roerendede verdreven
borgeren, daechsna S. Valentynsdach, 1457........149.
9. G. ende R. v. Brederode gev. aen m. gen. heer v. Utrecht een goetbestant, 20. nov., 1457. 151.
10. Confirmatio traetatus domini ducis Burgundiae facti inter dominos David epis., etG.
praeposit. Trajectens. cum absolutione dicti domini G. praepositi et suorum adhae-
rentium ab omnibus censuris, 4. id. maji, 1459........153. 11. Reservacio et assignacio pensionis annuae IIIP'.IF. florenorumaureorumdereno, ex
fructibus, etc., ad usum domini G. praepositi, etc., idmaji, 1459. . . . 154.
12. Bulla executorialis super pensione praedicta, prid.id.maji, 1459. . . .155.
13. Assignacio bonorum mensae episcopalis citra Ysselam, per r. d. David, episc. Traj., facta
vener. dom. G., praeposito Traject. pro pensione sibi debita, etc., l.juny, 1464. 156.
14. Actev.getuyg.,voorBurgermrnv.Utr., ten versoeke v.d. abt v.S.Paul., 7.dec.,1469. 158.
15. Beclachten op ons heren van Utrecht, over de punten, die myn here van Utrecht ge-
daen soude hebben teghens synen eedt.........160.
16. Henr. vander Aa sweert, niet te sullen doen teghens syn genade, etc., 20. Jan., 1484. 168.
17. Henr. vander Aa, weder binnen de stat moghende comen, sweert. niet tegen syn ge-
nade, etc, te doen, 25. Jan., 1489...... . . . . 169.
|
|||||
xri
|
|||||
IB. Verz. derballingen v. Utr., totten gebruyckeTan haregoederen, etc., temogencomen. 170,
19. Commissie voor BerndtUtenEnge, als casteleyn van TerHorst, 10. apr., 1488. . 171.
20. Dedinghe van myn gen. heer en de staten v. Utrecht met Fre. v. Tselsteyn, 26. fbr., 1493. 172.
21. Brief y. quytscheldinghe voor B.UtenEnghe, alsmaersch.v.'tOv-sticht, 20.jun., U93. 173.
22. Commissie voor Dirck v. Beckesteyn, als forestier van'tboschteHaerlem, 9. Jan., 1497. 173.
Stukken, betreffende de geestelijke broederschappen te Utrecht, in de middeleeuwen.
1. Ordonnantie van het broederschap van't heylighe Cruys. Cruysav. inventio, 1313. 175.
2. Ordonnantie van het heylich Cruys gasthuys. S. Remeysdage, 1412. . . . 179.
8. Tweede ordonnantie van't Cruys gasthuys. S. Servaesdach, 1413. . . . 184. 4. Fundatiofraternitatis in hospitali S.Martini in suburbioTraj. Optenheyl.palmav., 1472, 186. 7.ESDE STUK. Stukken, loopende over dejaren 1577en 1578. der Utreehtsche geschiedenis.
1. Brief der staten van Utrecht aen den prince van Orangien, 3. Jan., 1577. , . 191.
2. Memoriale historieum, 23. fbr., 1577.......... 192.
3. Brief der gecommitteerden wt Brussel aen de staten van Utrecht, 26. mart., 1577. 195.
4. Brief der gecommitteerden wt Brussel aen de staten van Utrecht, 31. mart., 1577. 198.
5. Brief der gecommitteerden wt Brussel aen de staten van Utrecht, 7. apr,, 1577. 198.
6. Don Jan van Oostenryck, etc., aen die van Utrecht, 9. maji, 1577. . . . 203.
7. Copye vande conclusie van de vvff godtshuysen, ll.jun., 1577..... 204.
8. Resolutie vande vroedschap, 16.jun., 1577. ....... 204.
9. Verelaring der acht hopluyden, 16. jun., 1577. , ..... 204.
10. Brief der hopluyden aen mynheer van Boussu, 19. juny, 1577. . . . 205.
11. Anto. van Riebeeck aen FlorisThin, 3. Jul., 1577. ...... 206.
" 12. Brief der gecommitteerden wt Brussel aen de staten van Utrecht, 14. aug., 1577. 206.
13. Les estats d'Utr. a. mss. les estats. gener. des Pays-Bas aBrux., av. apost., 19. aug., 1577. 207.
14. Pieter van Vryenes aen FlorisThin, 26. spt., 1577....... 209.
15. Requeste van L. randerMoelen, omontslaghen tewesen v.'tscependom, 22,oct., 1577. 210.
16. Ander requeste by denzelven, ten fyne voorsz., 19.nov., 1577. .... 210,
17. Brieff vande regeerders der stadt Utrecht, tot antwoordt aen de HH. vanden hove,
roerende de voorgaende requesten. . . . . . .211.
18. FlorisThin aen Ger. Wyekersloot, 14. dec, 1577....... 212.
19. De staten van Utrecht aen de staten generael, apr. (?), 1577. .... 213.
20. Van alle inconvenientien, die dorchdat slot van Vredenborch, etc., gevallenzyn, 1577. 215.
21. Quitancie vande penninghen, gecomen vanden sulverwerk derkerke, 17.may, 1578. 218,
22. De staten van Utrecht beloven den vyff godtshuysen, degefurneerdepenningen, etc.,
weder te sellen reslitueren, 24. may, 1578. . . . 219.
23. FlorisHeermale, wt Antwerpen, aen de staten van Utrecht, 29. juny, 1578. . 220.
24. Dezelve aen dezelven, 2.July, 1578. ...... 222.
25. Request v. weghen ' t conv. v. S. Pauwels binnen Utrecht, aen den ertshertoch Matthias,
ruerende de incorporate vanhaerl. goederen tot't nyeuweaertsbisdom, Jul., 1578. 224.
2(i. Johan, grave toe Nassaw, aen mr. Floris Thin, 3. spt., 1578. .... 226.
27. FlorisHeermale wt Antwerpen aen de staten van Utrecht, 5. dec., 1578. . . 227.
28. Instruetie v. weghen de vyffecclesien van Utrecht, gegheven hr. en mr. Ja.CuynretorfF,
Offline hem daer nae by de excel]. vande prince v. Orangien, etc., te reguleren, 1578. 229.
Stukken, loopende over dejaren 15531558. der Utreehtsche geschiedenis.
1. Accomod. entre le clerge d'Utrecht et la gouvernante sur un subside, 19. aug., 1553. 231.
2. -Resolutie ende conclusie der staten van Utrecht ende Montfoert, rakende ene petitie
van weghen keyserl. majesteit, 21. apr.. 1554...... - , 232,
|
|||||
zm
|
|||||||||||||||||
3. Inhuldigiiighe Philippi, regis Hispaniarura, inden Iande van Utrecht, 20. oct,, 1555. 23-4.
4. Consent van den coninck, om renten te lichten, 13.jun., 1558.....236. |
|||||||||||||||||
ZEVENDE STUK. 1. Remonstrantien, door de gedeputeerden v. weghens Gelderland over
gegeven aen don Louis deRequesens, etc., in October, 1574. . . . 2. Reeckeninghe, etc. van W. v. Lamsweerde secrt., van de administratie vande pennin
ghcn, gecomen van het zilver ende goud der kercken ten Dom, etc., fbr. sq., 1578,
3. Relatie van hotgeen W. Oem, etc. den baron van Hierges aengedient heeft, belan
ghende de pacificatie, etc., 1576. ........
. 4. Lettre de ffl. le card. Granvelle a M. deS. Bavon, Rome, ll.aug., 1576.
5. Hoe die gemutineerde Spaengiaerden in't eyndt van't jaer 1574. voor de stadt van
Utrecht gecomen zyn, nov. en dec, 157-4........
6. Brief van Fred. Schenck van Tautenburch aen Jo. Bruhesen, 4. aug., 1574. .
7. Stukken, betreffende het tresorierschap van Gerrit Jansz. Delff, 1580.
8. Brieven: 1. J. des Homes aen mademoiselle de Montmorency, 14. Jan., 1566.
2. Van wegen den prince v.Orangien aen deregering v. Ysselsteyn, 23. July, 1560
3. Ordre van den hertoch van Alva, 15. aug., 1568, ....
4. Gasp.Schetz aen FlorisThin, 9. July, 1570.......
|
|||||||||||||||||
A.CHTSTE STUK. Brieven en stukken, tot opheldering der geschiedenis d. Nederlanden, in-
zonderheid met betrekking tot de Utrechtsche zaken, van 15651569 1. Viglius aen Jo.Bruhesen, 7. juny, 1565.
2. 27. juny,
3. 12. spt.,
*. " 22. nov., 5. 16. dec,
6. 12. maji, 1566.
7. ll.aug.,
8. 24. aug., ,
9. Corn. Boonen aen Ger. Wyckersloot, 14. spt., 1566.
10. Viglius aen Jo. Bruhesen, 23. spt., 1566.
|
|||||||||||||||||
Claes
|
|||||||||||||||||
11. Tsamenspraeck, geh. te Haerlem, 18. oct., 1566, tusschen JanGerriti, mr.
tereenre, ende JanArentsz, enz., ter andere zyde. .
12. Viglius aen Jo.Bruhesen, 19. nov., 1566.
13. 11.Jan., 1567.
14. 27. Jan., ....
|
|||||||||||||||||
15. Instructie voor de gedeput. aen hare hoocheyt, weg. de vereen
|
v. Vianen met Utrecht,
|
||||||||||||||||
16. Die van Lopick aen't capittel van S. Marien te Utrecht.
17. Viglius aen Jo. Bruhesen, 8. mart., 1567.
18. 19. mart......
19. 21. maji, ....
20. 30. jun., ....
21. 19. aug., . .,,,,. .
23. 5. spt., ....
24. 5. dec, ....
25. Guil. de Castro aen zyn breeder Joannes, 29. Jan., 1568.
26. Jo. Metellus aen Corn. Valerius, prid. non. febr., 1568.
27. Viglius aen Jo.Bruhesen, 17.febr., 1568.
28. 25. febr......
29- 12. maji, ....
|
|||||||||||||||||
XIY
|
||||||||||
30. Com.Boonen aen Ger. Wyckersloot, 5.jun., 1568. . .
31. Viglius aen Jo.Bruhesen, 20. Jul., 1568. . . ...
32. 4. oct.,........
33. Declaration etc. desdeputez des estatsgen., comp. alassembl. deBrux., 21.mars, 1568
34. Yiglius aen Jo.Bruhesen, 23.mart., 1569........
35. 19. may.........
36. Corn, de Castro aen zyn broeder Jo. a Castro, 5. id. aug., 1569.
37. Yiglius aen Jo.Bruhesen, 13.dec., 1569.......
|
310.
311. 311. 312. 314. 315. 315. 316. |
|||||||||
Ordonnantien op de Dach- ende Nachtwacht binnen Utrecht, gemaectin 15661578. 317-334.
Missive by die van Zeelent aen den rentm. te Tertholen, nop. d'admin, der domeynen, 1578. 336. Matthias, archid. Austriae, aen Fr. SchenckaTautenburch, archiep.Ultr., 17.jan., 1579. 337, Acte van decharge voor de commissarissen Joa. Ortell ende Jor. Frinck, 20.apr., 1579. 338. |
||||||||||
V
|
||||||||||
TIJDREKEIVKCNDIGE OPGAVE
|
||||||||||
I N H 0 U D.
|
||||||||||
1313. Cruysav. invent. Ordon. van het Cruysbroederschap....., bl. 175.
1412. S. Remeysd. Ordon. van het Cruysgasthuys. . . . . " . . . 159.
1413. S. Servaesd. Tweede ordonnantie van het Cruysgasthuys. . . . . 184.
1423. Over een HS. betreffende het schisma der Utrechtsche kerk. . . . . 95.
14321437. Stukken, loopendo over dat zelfde schisma........ 50.
1439. Jul. 7. Mand. due. Burgundiae, ne litt. Bas. cone, obediatur..... 50.
14561470. Stukken, betreffende bisschop David van Burgondien en het sticht, onder
|
||||||||||
zijn bestuur. ............ 143-
1472. Heyl. palmav. Fundatio fraternitatis S. Martini in suburbio Trajectensi.
1475 sq. De stichtings-oorkonden van het Utrechtsche Fraterhuys. ....
1482. Stukken, betreffende Engelbert van Cleve, als ruwaert van het sticht. . 97-
1484 en 1489. Hendr. vander Aa zweert oorvede. ....... 168 en
1486. 's Maend. post invoc. Compositie tusschen Utrecht en Amersfoort.
1488. Apr. 10. Commissie voor Berndt Uten Enge, als casteleyn van T«r Horst.
1490. Aug. 6. Zoen tusschen bisschop David en Jo. van Wyssche. ....
1492. Maert 15. Enicheyt tusschen Utrecht en Naerden......
1493. Febr. 26. Dedinghe des bisschop en der staten van Utrecht met Fre. v. Yselsteyn
-"*-- Jun. 20. Decharge voor B. UtenEnghe, als maerschalk van het Qver-sticht. ------ Vryd. na S. Anto. Eeninghe tusschen Utrecht en Wyck..... 1494. Sauvegaerde des Roemschen Conincx.........
|
160.
186. 89. -102. 169. 103. 171. 104. 107. 172. 173. 109. 109. |
|||||||||
1495. April 4. Compromiss tusschen den hertoge van Gelre en den bisschop van Utrecht. Ill,
1497. Jan. 9. Commissie voor D. van Beckesteyn, als forestier van het bosch te Haerlem. 173.
1498. Mart. 17. Wtspraeck van den bisschop tusschen den heer v. Ysselsteyn en Utrecht. 114.
1499. Jan. 18. Accoort tusschen Utrecht en Amersfoort. . , . . . . 116.
------ Sporckel. De stad Ghent wegens een jairmarct. . . . . . . '117. |
||||||||||
xn
|
|||||
15ii., 12., 15., 17. Stukken, inzonderheid betreffende de geschillen met den hear van
Ysselsteyn. :.......... 119-128.
152'.. De werkzaamheden van het Generael-Capittel....... 1-16.
1525 1527. Stukken, betreffende de stad en het sticht onder bisschop Henrick van
Beyeren............1-15. en 133-140.
1527. Nov. 15. Het tractaet van Schoonhoven. ........ 17.
1528 Febr. 12. Het tractaet van Dortrecht. ......... 23.
------ Octob. 3. De peys van Gorcura........ . .31.
1553sq. Twee stukken, betreffende de keyserlyke bede......231 sq.
1555. Octob. Inhuldiginghe van Filips II. in de landen van Utrecht.....234.
1558. Jun. 13. 'sConines consent, om renten te lichten.......238.
15651578. Ordonnantien op de wacht binnen Utrecht. . . . . 317-334.
15651569. Brieven van Viglius aen Jo. Bruhesen. ...... 291-316.
1566. Spt. U. Corn. Boonen aen Ger. Wyckersloot........'... 294.
------ Octob. 18. Tsamenspraeck, gehouden te Haerlem. . . ... . 297.
------ Jan. 14. J. des Homes aeri Mademoiselle de Montmorency. ... . . 289.
------ Jul. 23. Van wegen den prince van Orange aen die van Ysselsteyn. . . . 289.
1567. Wegens de vereeniging van Vianen met het sticht.......300.
Die van Lopic aen het Capittel van S. Marie. . , . . . . . 303.
1568. Jan. 29. Gu.de Castro aen zyn broeder Joannes. . . . 367.
308.
------■ Mart. 21. Specification des deputez des estats generaulx a l'assemblee de Bruxelles. 312.
---- Jun. 5. Corn. Boonen aen Ger. Wyckersloot. . . '.■: . . 310.
■ Aug. 15. Order van den hert. van Alva. . ... - . . . 290.
1569. id. Aug. Corn, de Castro aen zyn broeder Joannes. . . . . . 315.
1570. Jul. 9. Casp. Schetz aen Flor.Thin. . . . . . . . . ' . 290.
1574. Aug. 4. Fre. Schenck van Tautenburch aen Jo. Bruhesen. . ... . . . 278.
------«"Octob. Bemonstrantien wegens Gelre aen Bequesens. . . . . ;,-■ 239.
Nov. en Dec. De gemutineerde Spangiaerden voor Utrecht. . . , . . . 271.
1576. Relatie van Willem Oem. . . . . . ... . . . 263.
------ Aug. 11. Granvelle aen M. de S. Bavon. . ... . 269.
1577., 1578. Brieven enz. over dat tijdvak der Utrechtsche geschiodenis. . . 191-229.
1578. Febr. Beekeninghe v. Lamsweerde, wegens het zilver en goud van ' t Domkapittel. 257.
------ Missive by die van Zeelant aen de rentmeester van Tertholen.....336.
1579. Jan. 17. De aertshertoch Matthias aen den aertsbisschop Schenck v. Tautenburch. 337.
------ Apr. 20. Decharge voor Ortell en Frinck, als commissarissen. . . . ■ 337.
1580. Betreffende het tresorierschap van Ger. Jansz. Delff.......279-
|
|||||
ARCHIEF
|
||||||||||||
DE KERKELIJKE EN WERELDSCHE GESCIIIEDEMSSEW
|
||||||||||||
INZOKDEKHEID VAK
|
||||||||||||
UTRECHT.
|
||||||||||||
UITGEGEVEN
DOOR J. J. DODT van Flensburg.
|
||||||||||||
EERSTE STUK.
IFf.t Liber pizosus van S. Marie te Utrecht , DIPLOMATISCH BESCHREVEN.
|
||||||||||||
UTRECHT,
JOH. ALTHEER, Akademie-drukker,
1838.
|
||||||||||||
HET
LIBER PILOSIS
VAN
S. Marie te Utrecht,
BERUSTENDE IN HET
jDomein - archie f
ALDAAR,
DIPtOMATISCH BESCHREVEN O00R WIJIEN PROF. PIETER BONDAM.
DE BESCHRIJVING OVER HET LIBER PIZOSVS
HERZIEN EN VERBETERD
DOOR
J. J. DODT van F LENSBURG.
|
||||||
UTRECHT,
JOH. ALTHEER, Alademie-drukker,
1838.
|
||||||
Litera BtmcHARDi, EpiscopiTrajectensis, super
ecclesia de Herenkem. |
||||||
In nomine Domini JhesuChristi et in nomine piae matris
ejus, universis fidelibus praesentibus et futuris; quod Ego, Burchardus, Dei misericordia Trajectensis episcopus, eccle- siam de Herenkem, dcdi bealae Mariae ad custodiam eccle- siae novi operis, quam praedecessor meus, felicis memoriae Conradus episcopus, fundaverat. Ut autem commodior sit custodi ipsa eeclesia, et per hoc gratior Sanctis elemosina mea, dimisi earn a circatu, ab oblatis, ab omni denique reditu li- beram, excepto servitiopraepbsiti, quod ipse ens tos persolvet. Quod ut ratum maneat, jussi per banc cartulam memoriae commendari, et earn meo sigillo signari. Actum est hoc anno ab incarnatione Domini M°.C. primo, indictione nona, sub Henrico Imperatore Henrico nlio ejus rege sub testimonio Christi et ecclesiae. Quf hoc infringere temptaverit, iram summi pontificis incuiTat, nee matrem ejus propiciam inve- niat. Liber pilosus, pg. 477.
|
||||||
Ml weederlei zijn de lezers, welke wij bij de uitgave der beschrijving van het Liber pilosus
voor oogen hebben. In de eerste plaats zijn het zulke, voor welke dezelve bij uitsluiting of toch bij uitnemenheid daartoe zal dienen, het aanwezen der daarin beschrevene oorkonden in het algemeen duidelijk aantewijzen, terwijl ieder van hen, naar zijne behoefte, een nader onderzoek omtrent dezelve zal kunnen en willen ondernemen. Voor deze lezers is elke, dus ook de volgende inleiding overbodig, en titel en werk voldoende. Maar wij zullen, in de tweede plaats, ook wel lezers vinden, die zich uit het gebruik van dezen arbeid, als zoodanig, bij hunne studien, meer of mindere uitkomsten beloven, en om deze reden niet versmaden, denzelven te raadplegen. Voor zulke lezers zal eene korte inleiding wel haar nut kunnen hebben. Wanneer wij ons namelijk in de omstandigheden dezer laatst- genoemde lezers verplaatsen, dan doen zich voor ons eene menigte hiertoe betrekkelijke vra- gen op, welker beantwoording zich noch uit den titel van het werk noch uit het werk zelf voldoende laat opmaken, en waarvan evenwel de mindere of meerdere waarde van den ganschen arbeid, voornamelijk mede afhangt. Zoo hierdoor tevens mogt gezegd zijn, dat deze vragen vooral het wezen der zaak betrefFen, en derzelver oplossing, als een weten- schappelijk streven, alleenlijk de meerdere bruikbaarheid van het werk, en geene bevredi- ging van ijdele nieuwsgierigheid mag beoogen; zoo kan het ons toch geen verwijt berok- kenen, dat wij deze inleiding met eene beschrijving van het uiterlijk van het Liber pilosus beginnen, indien daarna blijkt, dat zich genoemde vragen gedeeltelijk alleen langs dezen weg laten oplossen. |
||||
Met Liberpilosus, dan, is geeu boek in den gewonen zin van het woord, maar een, uit
eene menigte van kleinere of grootere fasciculi, ook wel hier en daar uit enkele bladen be- staande, en in een lederen omslag zamengevoegde bundel; waaruit zich dan het bijvvoord pi- losus als van zelf verklaart. Blijkbaar zijn deze enkele gedeelten, waaruit het geheel bestaat, gesehreven, alvorens zij met elkander werden verbonden. Doorgaans is elk gedeelte, hetwelk zich van het naastliggende, veelal mede door een onderscheid in het formaat te kennen geeft, door eene en dezelfde hand gesehreven, en kenmerkt zich nog daarenboven, als bijzonder gedeelte, door eene zekere tijdelijke of zakelijke, afgeslotene orde en opvolging der enkele oorkonden; terwijl in deze orde de bekende omgekeerde tijdverhouding der transfixa tot de Iransfxis, veelal nog eene onder-orde vormt: gelijk zich deze waarneming bij den eersten blik aan den lezer opdringt. Toch is dit alles slechts in'talgemeen waar, en in het bijzon- der zoekt men niet zelden elke tijd- en zaakorde te vergeefs. Hares oorsprong verschuldigt deze verzameling van afschriftelijke oorkonden, in hare dee-
leu, gelijk in haar geheel, hoogstwaarschijnlijk, van den eenen kant, aan de behoefte, om, bij het gedurig toenemende getal der kerkehjke documenten, een overzigt gemakkelijker te maken ; terwijl men, van den anderen kant, er welligt op bedacht mag zijn geweest, den inhoud der oorspronkelijke oorkonden voor de vergetelheid te bewaren; gelijk reeds wij dan ook veelvuldig redenen hebben daarvoor dankbaar te zijn. Ook de overige capittels beza- ten zulke, of soortgelijke, of ten minste tot hetzelfde doeleinde vervaardigde verzamelingen, van welke de Liber catenatus S.Salvatoris, en de Codex donationum imperialium ecclesiae major is, onder de grondige Nederlandsche diplomaten meer bekend en veel sterker gebruikt zijn geworden, dan ons Liberpilosus; waarvoor dan ook zeer goede redenen bestaan. Met de, bijzonder uit de veertiende en vijftiende eeuw, veelvuldig, ook in de Utrechtsche archie- ven voorkomende, zoogenaamde Copij~boeken, heeft ons Liber pilosus wel minder gemeen- zaams. Hun doel schijnt veelal een ander te zijn geweest, en meer dat onzer Concept-boeken. Tenminsten toonen de copij-boeken, welke wij zelven gelegenheid gehad hebben in te zien, volstrekt dezen stempel. Uit dit gezegde blijkt tevens het character der verzameling en hare zakelijke verhouding
tot de oorspronkelijke oorkonden, zoo als eveneens het volstrekt betrekkelijke hunner bewijs- kracht. Met weinig meer stelligheid laat zich bepalen, hoe beide, de oorspronkelijke oor- konden en derzelver afschriften, zich tijdelijk tot elkander verhouden. Dat hier eene alge- meene bepaling van den ouderdom der afschriften, zoo als zich die bij boeken-handschriften, onder omstandigheden laat geven, niet mag gevorderd worden, ja, volstrekt onmogelijk is, leert de beschrevene eigenaardige inrichting der verzameling. Maar ook met betrekking tot |
||||
de gemelde afzonderlijke gedeelten, waaruit het geheel bestaat, achten wij zoodanige bepa-
ling eene vergeefsche, of zich niet beloonende moeite te zijn; wij althans wagen het niet ons dezelve tot taak te stellen. Alles wat wij hieromtrent meenen te mogen en moeten zeg- gen, bestaat daarin, dat die, in de verzameling voorkomende oorkonden, uit de twaalfde en dertiende eeuw, grootendeels in deze laatste, en dat die uit de volgende eeuwen hunne originalia in niet langere tijdsafstanden zijn opgevolgd; hetwelk door de beschrijving zelve dan nader wordt toegelicht. Zoo veel over het Liber pilosus zelf. Wat de beschrijving van hetzelve aangaat, zoo
noemt de tijtel haren eersten vervaardiger, den grondigen vorscher Bondam, aan wien het groot Charterboek van Gelderland eenen duurzamen roem waai-borgt; een werk, waartoe ook onze verzameling hier en daar het hai-e heeft opgeleverd. Gaarne zouden wij bij deze ge- legenheid dien voortreffelijken geleerden, wiens arbeiden ons dikwijls van zoo hoog nut zijn geweest, een gedenkteeken der dankbaarheid hebben opgerigt, maar, gevoelende over de daar- toe behoorende bouwstoffen, althans nog niet, vrijelijk te kunnen beschikken, hebben wij gemeend, dit tot eene andere gepaste gelegenheid te moeten uitstellen. Reeds voor jaren leerden wij een afschrift van Bondam's beschrijving kennen; en derzel-
ver beduiding en waarde wel begrijpende, rees bij ons aanstonds de wensch, dezelve door den druk ook voor andere toegankelijk te maken. Maar voor als nog oordeelden wij het ook bij den wensch te moeten laten, en deszelfs verwezenlijking uit te stellen, tot wij gelegenheid niogten hebben het Liber pilosus zelf te vergelijken. Deze gelegenheid deed zich dan op eene bijzonder aangename wijze voor ons op, toen het omstreeks twee jaren geleden zijne Majesteit den Koning, op voordragt der H.H. Curatoren der Hooge School, behaagde, de gezamen- lijke, uit de capittels herkomstige, en als zoodanig dcel van het Utrechtsche domein-archief gewordene eigenlijke boekwerken, handschriften zoowel als drukken, tot een bestendig ge- bruik aan de Academie over te laten; en wij, ingevolge daarvan, door den Hr. bibliotheca- ns van Heusde er mede belast werden de herstelling dezer boeken, voor zoo verre dezelve nog mogelijk was, en noodig en nuttig kon geacht worden, te besturen, en daarna de \et- plaatsing in het bibliotheeks-locaal te bezorgen, na alvorens den daarvooi onmisbaren, fun- damentaal- en nominaal-catalogus te hebben geconsigneerd. bchoon dit alles in de zij- vertrekken van het archief-gebouw zijnen voortgang had,
zoo viel ons toch het geluk ten deel, juist in een van deze vertrekken onzen grijzen Liber pilosus, ja, er de eigenhandige beschrijving van Prof. Bondam bij te ontmoeten. Wij aar- zelden thans met langer aan onzen reeds lang gevoeden wensch te voldoen, waarin ons door den Hr. agent VAN Doobn niet weinig werd te gemoet gekomen, die ons met de hem zoo |
||||
eigene wellevendheid op de verpligtendste wijze toestond, het liber bij aanhoudenheid te
kunnen vergelijken; waarvoor wij den Hr. van Doorn , in den naam der wetenschappen, bij deze eenen warmen dank meenen te mogen brengen. Na dit alles, zouden wij 1111 nog gelegenheid hebben het op den titel geplaatste: herzien
era verbeterd, nader toe te lichten , door van den geheelen arbeid te gaan ziften, hetgeen wij daarvan als het onze meenen te mogen in aanspraak nemen. Maar, dewijl het ons voor- komt, dat de bruikbaarheid van het werk daar weinig of niets aan zoude winnen, zoo oor- deelen wij dit te mogen achterwege laten. Alleen zij de lezer er van verwittigd, dat wij de in het latijn gestelde diplomata van de nederduitsche door sterretjes hebben kennelijk ge- maakt; en dat wij, vooral ten aanzien van de spelling der eigennamen het belang der we- tenschappen in 't oog houdende, deze zoo naauwkeurig mogelijk uit den Liber pilosus heb- ben wedergegeven, De literaBurchardi, geplaatst in dorso tiluli, is, aangaande de woorden, stiptelijk Over-
gcbragt, en tie lczing komt dus op rekening van den afschrijver. Gesclircven den 1"" February, 1838.
|
|||||
J. J. DOI)T VAN FLENSBURC.
|
|||||
Berigt van de Brievek
|
|||||||||
EN ANDERE DOCUMENTEN , WELKE GEREGISTREERD STAAN IN HET OUDE
PERKAMENTEN MS. IN FOLIO, OUDTIJDS GENAAMD HET LIBER PILOSUS,
AFKOMSTIG UIT HET CAPITTEL VAN S. MARIE TE UTRECHT,
THANS BERUSTENDE IN HET DOMEIN-ARCHIEF ALDAAR.
|
|||||||||
* 1418. Jul. 8. Ordonantie, dat geen ca-
nunnik, afwezig zijnde extraprovinciamColo- niensem, stem, of eenige capitulaire i-egten zal genieten, pg. 1. (Pg.2. niet beschreven.) ('). Conditien van het verkopen van de tien-
den in Lopick, pg. 3. (a). Conditien van de korentienden te Houten
en in 't Goey, pg. 4 sq. (3). * Register van verscheidene stukken , welke
in dit boek gevonden worden , pgg.b-12. (*). 1393. Vrydag na S. Geertruden-dach.
Overdragt der stad Nimwegen met het ca- pittel, over het betalen van den tol te Smithui- sen, pg. 13. (5). Aanteekening of lijste, welke steden vrij
en niet vrij zijn op den tol te Embrik, als- mede hoeveel tol betaald wordt, pg. 13. (6). Op S. Laurens-avont anno fyc. nono (1509.)
Certificatie der regering van Embrik, dat het capittel den tol weder aan zich gelost had, en de bovenstaande tollijste der steden aan de bedienden der tol had ter handen ge- steld, pg. \.H. (7). 1510. Maendagno, Cantate. Johan,her-
tog van Cleef, confirmeert het privilegie van graaf Reynald van Gelre, van den jare 1318, |
|||||||||
donredages na derlyen dach, waarbij aan 't
capittel vergund wordt den tol binnen Eui- merik te heffen, pg. 15. (8). 1510. Symonis $■ Judae. De tol van Em-
merik weder aan 't capittel afgestaan door den tijdelijken heer van Culenburg, Anthonis van Lalaing en zijne vrouw, pg. 16. (9). 1512. Vrydag na Oculi. Bevel des her-
togs van Cleef aan alle amptluiden en rechters, om 't capittel goed regt te laten wedervaren, en bijstandig te zijn tegen alle ontvreemding van hunnen tol te Emmerik, pg. 17. [Pgg- 18. 19. 20. niet besohreven.) il°). 1510. Jttn. 21. Ordonnantie van't capit-
tel, hoe de drie zielpriesters de misse zullen lezen na den dood van jonkfrouw Tymen Peter Goyerssoens weduwe, welke daartoe 12 morgen lands in Bylevelt gegeven had aan 't capittel, pg. 21. l»»'. * 1509. Febr. 12. Statuut voor de canonici
honoris, en hun salaris voor hunne kerkdien- sten , pg. 22. ----- * Statuut van 't capittel,
hoeveel de canonici honoris, de misse en an-
dere kerkdiensten. voor een canonicus prae- bendatus waarnemende, voor iedere misse en dienst zullen trekken, pg. 23. (**?i 1
|
|||||||||
o
|
|||||||
* 1509. Navb.27. Statuut, hoeveel depres-
byteri animarum, of zielpriesters, zullen ge- nieten en trekken , pgg' 23. 24. (l3). * 1511. Jvn.W. Statuut, waarbij de voor-
gevallene oneenigheden en injurien tusschen de eanunniken in vergetelheid worden ge- steld , en onderling vergeven; eu vastgesteld, dat, wie vervolgens een' anderen zou injurie- ren, slaan, of anders delinqueren, door 't ca- pittel zal gestraft en gecorrigeerd worden, zon- der te mogen appelleren. pg. 25. ----- * Kor-
te aanteekening , waar geregistreerd staat een
pauselljk indultum, alsmede eenige statuten: de conferendis minoribus officiis eccle- siae, pg. 25. (»*). * 1512. Jan. 16. Renovatie van het sta-
tuut : de conferendis memoriis, en vvelke beurten daarin plaats hebben; ten opzigte ook van den lurnarius, pgg. 25. 26. (l5). * 1515. Dec. 10. Statuut: ut nemini con-
ferantur memoriae, nisi XIX. annum im- plevit, pg.2Q. Ii6). Zeer oude lijsten , in 't midden van de XIV.
eeuw ongetwijfeld reeds gescbreven , van de tienden, de zetelhoven, van de eigene lui- den , wastinsche, keurmedige , van pacbten, en thinsen, welke op Veluwe gelegen zijn, en aan't capittel behooren, en hoeveel ieder betaalt. NB. Zeelhorst, Apeldoorn, Vne, Riplichove. Hit zijn die IIII. zetelhoven., pgg. 27-30. (»7). * 1512. prid. obi/us B. Martini. Statuut
over de verdeeling van de Novalia de Isel- steyn, ten opzigte van een'gestorven canun- nik, pg.il. ('8\ * 1513. Statuut over de verdeeling der com-
pulatio bonorum de Oem inVelua, ten op- zigte van degenen, die hunne prebenden intus- schen geresigneerd hebben, pg. 31. (l9). ( Alle dcze voorgaande stukken schijnen naderhand
bij dit register geschreven en gevoegd te zijn. Ver- volgens begint dezelfde oude hand , welke ook het re- gister , zoo als op pag. 612. thans staat, geschre- ven heeft; zijnde dat schrift ongetwijfeld van de XIV. eeuw , waarmedc de eerste stukken geschreven zijn.) {Pg. 32. niet besc/ireven.)
* 1156. Beslissing van keizer Frederik I.
|
|||||||
over de gesehillen tusschen het capittel, en
den graaf van Gelre, als advocalus van 't ca- pittel, tereenre, en Egbert van Aeinstel, ter andere zijde, pg. 33. (20). * 1286. in vigil. Mathiae. Copie, door den
officialis gegeven, van 't privilegie van keizer Frederik, waarbij dezelve de goederen van 't capittel in villa Betheudorp ondei' zijne be- scherming neemt, pg. 33. (!1). * 1200. hid. HI. Brief v. bisschop Theode-
ricus, wegens de inkomsten van den proost, alsmede van den deken , dat dezelve zal heb- ben de begeving van de kerk in Lopick, pg. 34. C"). * 1293. in crast. Mariae Magdal. Ar-
nold deErcle, miles, bekent om een jaar- lijksche pacht van 20 ponden, gedurende den tijd van tien jaren, gehuurd te hebben de medietatem jtirisdictionis, census, decimae majoris fy minoris XII. mansorum terrae sitorum inter Ameyde el Merkerke, en zulks subpacto obstagii. pgt3h. (25). * 1266. fer. VI.post'Petriadvincula. Het
capittel en Theodericus de Herler compromit- teren hunne verschillen over de XII. mansi inter Ameyde fy Merkerke aan de uitspraak van Engelbertus, decanus S. Mariae, en Ar- noldus de Forest , canonicus S. Johannis , pg. 35. (z4). * 1269. in die B. Viti martyris. Theoderi-
cus de Herler belooft het capittel te voldoen alle schade, die hij hetzelve gedaan had in de XII. mansi retro Ameydam, pg. 36. (a5). * 1269. (sic.) in die Vilify Modesli. Dezelve
compromitteert zijn vcrschil met het capittel over gemelde XII. mansi, aan den deken En- gelbertus, en Arnoldus de Forest, pg.36. (2G). * 1267. invig.Odulfi. Arbitr. uitspraak in
't gemelde verschil, waarbij de lielft van die XII. mansi cum jurisdictione, decimis, fyc. wordt toegewezen aan't capittel, pg. 36. (27). * 1302. invig.assum.pt. b.Virginis. Theo-
dericus de Herlaer voor zijn leven in pacht genomen de goederen van't capittel, tusschen Ameyde en Merkerke, jaarlijks om XX. pon- den , en zulks sub pacto obstagii, pg.ZT. {28). * 1325. Saterdages na onser Vrowendage
|
|||||||
3
|
|||||||
1330. Dingsd. na S. Peters dage ingaen-
den Oeste. Henrik van Brederode verleid met de erfpacht van de halve tienden in Papen- drecht, 'sjaars om 7 pond Hollandsch, on- der conditie, dat, zoo hij zonder lijfserven overleed, zijne vrouw de lijftogt zal hou- den, pg.iO. (35). * 1263. in vigil, b. Berthol. De goederen
in Oesthave in erfpacht gegeven aan Theo- dericus de Omere, jaarlijks om tres modios ordei, fy servitium duorum dierum in messe, te betalen incurti deHoynen, pg.il. (36). * 1262. in die nativ. B. Mariae. Attestatie
van schout en schepenen van Harderwijk, dat Wissekinus Lefardi filius, bij resignatie en vrijwilligen afstand van Johannes de Velde, het goed, hetwelk deze van 't capittel in erf- pacht hield, weder in erfpacht had ontvan- gen, en hetzelve van 't capittel zou verhef- fen, pg.il. (?7). * 1316. in vigil, b. Berthol. Attestatie der
stad Harderwijk, dat eenige pacht- of thins- goederen van 't capittel door iemand tilulo emptionis verkregen wordende, zoodanige ver- koop niet nadeelig is aan 't capittel ten opzigte van thins, pacht, of tiende, pg.il. I38). * 1303. for. VI.post Judica. Verdrag tus-
schen Harderwijk en 't capittel over de be- taling van 21 ponden 'sjaars uit de groote kamp bij Harderwijk , pg. 42. (59). * 1265. in vigil. b.Marie Magdalene. Theo-
dericus de Omere judex Velue, verpandt aan 't capittel zijne goederen in Osterowic voor 30 ponden, onder behoud van inlossing voor zich en zijne erfgenamen, sub pacto obsta- giali, pg.il. l*°). * 1290. fer. II. post Mathiae apost. De
goederen te Velde, onder den curtis Zelhorst, door eenen Gerlacus voor de helft in erf- pacht van't capittel ontvangen, zullende een' dubbelen erfpacht betalen, zoo hij zijn pacht op den termijn, of eene maand daarna niet betaald heeft, pg. 43. (4l). * 1294. die Petri fy Pauli. De groote kamp,
campus magnus, even buiten de poort van Harderwijk gelegen , aan die stad in erfpacht gegeven voor 21 ponden 'sjaars, pg. 44. (*2). |
|||||||
te Lichtmisse. 't Capittel bekent in pacht
gegeven te hebben aan Diederik van Her- laer, » haere helfthe van den gherechte van tinse van tienden groet ende clene, alse van 12 houenLants, dy gelegen sin tusschen der ameyde ende merkerke, tot sinen live elcx jaers om 20 ponden." pg-'A7. l29?. 1333. fVoensd. na S.Mertinsdach indent
winter. Door Gisebrecht, Here van Isel- steine, aan 't capittel gegeven » enen vrien eygendom van eenre vierteel lants, dy vir mor- gen hout, ende dy geheten is dy oude hofstede te Merloe." pg. 37. (3o). 1334. Maand. voor S. Jan te midsomer.
Gisebrecht, heer van Iselstein, bekent in pachte ontvangen te hebben voor zes jaren v de tiende van opburen, de tiende van Eytheren ende den tiende van dermaerne elcx jaers om 200ponden en 10 schellingen ; endeomdrie salme, oftvor elcken salme dertich grother tornoyse", adjecto paeto obstagiali. pg.%%. (3l). * 1432. Sept.9. Verdrag, dat de 12marken,
en aan ieder der canunniken eene Zeelandsche kaas, welken de Pi'oost uit de Zeelandsche goederen jaarjijks aan 't capittel moest uit- reiken, vervolgens betaald zullen worden met 8 marken zilvers. (Tusschenpg. 38 en 39 op een ingevoegde perkam. cedel.) (3a). * 1251. xr. kal. Maji. Wil helm, de Bred e-
rode, miles, bekent in erfpacht ontvangen te hebben, de helft der tiende, medietatem de- cimate, in Papendrecht, voor een jaarlijksche pensie van zeven ponden Hollandsch , nisi per inundationes aquarum terra marabilis fiat vel per ruptiones aggerum segeles om- nino in aqua remaneant. Adjeclunt est
praeterea, quod si ego pensionem staluto termino non persolvero, Episcopus Trajec- tensis, quicunque fuerit pro tempore, me sine monitione fy citatione excomunicabit. Met een vidimus van den officiaal gegeven 1330. feria VI. post vincula Petri, pg. 39. (33). 1330. Maend. na S. Peters dage ingaen-
den Oeste. Volmagt van Henrik van Bred erode, om uit zijn' naam van 't capittel te verheffen den halven tienden van Papendrecht, in een erfpacht, pg. 39. (34), |
|||||||
4
|
|||||||
* 1290. fer. VI. ante naliv. dontini. De
andere goederen te Velde, onder den curtis Zelhorst, in erfpacht gegeven aan A.tetus, filius Sconeldis, en wel op dezelfde conditien en in dezelfde woorden , als hier voor op pag. 43. de andere helft gegeven was aan eenen Ger- lacus, pg. 44. I43). * 1291. invrast. Odulfi. De curtis de Scin-
haven door 't capittel in een erfpacht uitge- geven aan eenen Gosuinus, burger van Her- derwijc, om zekere geld- en zaadpacht, als- niede, dat hij er een liuis op moet houden, om te kunnen logeren, voor de canunniken; tevens ook, dat hij een curmedige zal zijn, en zijn erfgenaam, pg. 45. lM)f * 1330. sabbato post fesium annunc. Ma-
rie virg. glor, Het dagelijksche gerigt van 't capittel, hoe ver het zich nitstrekte, nader be- paald door den Bisschop, en aan schout en schepenen belast, zich zulks niet te onderwin- den, pg.^Q. (45). * 1288. in die decoll. Joh. Bapt. De tiende
in Wale, door bisschop Jan aan 't capittel gegeven, pg. 46. I46). * 1169. (sine die.) De tienden te Wilthen-
burgh en in Lopick door den proost Balduinus aan't capittel afgestaan, pg. 47. (47). {Pag. 48. niet besckreven.) * 1505. Oct. 24. Statuut der kerke van U-
trecht, hoe de oanonici honoris, non prae- bendati, te plaatsen in chore {Tussehen pg. 48 era 49. op een lospap. blaadje.) (48). * 1333. fer. VI. post omn. SS. Statuut van
het capittel, om met de canunniken aan te stellen zes receptores bastoni, qui bastonarii voeabuntur, pg.h.%. i^'J'. * 1264. in crastino B. Nie/iolai episeopi.
Statuut en ordonnantie van 't capittel, de emanvipalione tarn prelaforum, quam eu- nonicorum, pg. 49. (At>1. * 1333. sabbato post translationem B. Mar-
tini. Statuut van 't capittel over de railing der pvaebenden, en hoe lang iemand wachten moet, eer hij capitulair wordt of stem in 't capittel heeft; ook over 't houden van resi- dence, pg.bO. (5l>. '1334. in crast, conversion is Pauli, Con-
|
firmatie van het voorgaande statuut door bis-
schop Johan, pg.bl. (5a). * 1280. incrast. Barnabae apostoli. Sta-
tuut , dat, zoo bij discrepantie van 't capittel, twee tot een praebende of beneficie verkoren waren, zich beide verkorene zullen absente- ren a choro, en geen opkomsten zullen trek- ken , tot dat alter ab altero evincatur per sententiam, veleicesserit. pg.bl. (53). * 1248. in vigil, annunciationis B.Mariae.
Statuut, hoe lang een afgestorven canonik, of, zoo hij monnik wierd (religionem intrarei), de vruchten en opkomsten van zijne prae- bende nog zal genieten, om daaruit zijne schulden te kunnen betalen; wordende die tijd bepaald ad duos annos fy duos menses, pg. 52. (54), * 1296. in vigil, nativ. B.Mariae. Briefaan
den proost Hubertus de Amersfoerde, inhou- dende de namen van de ministeriales praepo- siturae ecclesiae beatae Mariae, en hoe veel dezelve aan den proost moeten betalen, si ali- quis predictorum facere voluerit permu- tationem, que vulgariter Wissele dieatur, namelijk libram cerae, mits het is een simi- lis fy equalis, dien zij in hunne plaats stel- len , pg. 52. (55). * 1290. fer. VI. post Mathiae apost. Door
het capittel de goederen te Velde onder de curtis Zelhorst op dezelfde conditien en met dezelve woorden, voor de helft in een erf- pacht uitgegeven aan eenen Gherlacus , zoo als hij dezelve bekent ontvangen te hebben in zijn' brief, hier voren geregistreerd op pg. 43., pg. 53. (56). * 1325. in vigil, nativ. b. Mariae. Schepe-
nen-brief van Harderwijk, dat het capittel de pachtgoederen van Gherlacus magnus, en van Gherlacus filius Johannis, weder aan verschei- den andere burgers in erfpacht heeft uitge- daan, pg.bk. (67). * 1266. in die b. MariaeMagdal. Uitspraak
der geschillen tussehen het capittel, en die van Harderwijk over 't betalen der thinsgoe- deren in den hof te Zelhorst, pg. 55. i.58). * 1290. infestoS.Vitalismartiris. Eenige
areae, of huissteden binnen Harderwijk, vrij |
||||||
5
|
|||||||
van thins, en in vollen eigendom door het
capittel afgestaan en verkocht aan de Min- derbroeders aldaar, pg.bb. (59). 1311. Saterd. nae S. Margareten-dagke.
Reversaalbrief, waarbij Heer Jan van AJblaes, vidder, bekent de helft van alle tienden, die gelegen zijn in de heerschap van Alblaes, groot en klein, in een' altoosdurende erf- pacht van 't capittel ontvangen te hebben, om eene jaarlijksche pacht van veertig pon- den, pgg. 56-58. l6t>). 1329. des vriedaghes naeMeydach. Gys-
brecht van Alblaes, heeren Johanszoon, de voorgemelde tienden van Alblaes weder in erfpacht ontvangen, op dezelfde voorwaar- den, pgg. 59,60. (6V. 1329. Sond. na S. Philippes ende S. Jacobs-
daghe. Dezelve Gysbrecnt van AJblaes ont- slaat 't capittel van alle voorwaarden en brie- ven, welke zijn vader en voorouders met 't capittel gemaakt hadden, vooi-behoudende hem alle zijne voorwaarden en brieven, die hij van nieuws van het capittel ontvangen had- de, pg.Gl. 16»). * 1288. fer. V. ante ramospalmarum. Jo-
han de Alblaes bekent de helft van de tiende in Alblas van 't capittel ontvangen te heb- ben , op dezelfde erfpacht van tien ponden Hollands en onder dezelfde voorwaarden , als zijn vader Henrik van Albaes, ridder, dezelve ontvangen had bij zijnen brief van 1255. vigil. Bartholomei, welke brief woordelijk in dezen geinsereerd is, pg.61. I63). * 1279. in die S.Agnetis virgin. Johan de
Alblaes bekent de tienden in boreali plaga in Alblas, in loco, quidicilur: Dekens poire, in erfpacht ontvangen te hebben, op die- zelfde voorwaarden, als Otto van Alblas en zijne vrouw die ontvangen hadden in 1219. pg. 62. (64). * 1305. V.non.Maji. De tienden in terri-
torio de Alblaes ty de Blocwere, jure patro- nalus ecclesiarumparochialiumpredictarum terrarum duntaxat excepto, in eene erfpacht door 't capittel gegeven aan Maria, huisvrouw van Johannes de Barlar, en hare erfgenamen, 'sjaars om 10 ponden, pg. 63. (65). |
|||||||
* 1296. in vigil. B. Fictoris. Mandatum
van den officiaal van Utrecht, aan den pries- ter in Alblaes, en aan anderen, om Joannes de Alblaes in de kerken uit te roepen, als mein- eedig en gee'xcommuniceert, om dat hij de tienden van 't capittel in Australi parte de Alblaes versus Merwede usque Gravelanf, tegen den erfpachtbrief, buiten consent van 't capittel, had verdeeld en gealieneerd, pg.Q'i. (66). * 1311. sabbato post pctav. translations
b. Martini, 't Capittel bekent uit hoofde van verdrag over de tienden van Alblaes, Bloc- were en Nesse, aan Maria, domina de Barlar, schuldig te zijn 300 ponden, in drie termij- nen te betalen, sub pacto obslagii,pg. 65. i67'. *Eod. Acte, waarbij de gemelde Maria,
vrouwe van Barlar, ten behoeve van 't capittel renuncieert van al haar regt, en afstand doet van de gemelde tienden in Alblaes, Blocwere en Nesse, pg.db. (.68). * 1280. in exallatione S. Crucis. Verdrag
tusschen Johan van Alblaes en Nicolaus van Subburgh, over de tienden apud Alblaes ver- sus septentrionemjacenlibus, waarbij de eer- ste aan den laatsten een derdepart van de- zelve tiende afstaat, mils een derde van de erfpacht aan 't capittel betalende, pg. 66. (69'. * Eod. Joh. van Alblaes belooft bij het
capittel te zullen uitwerken, dat het derde- part der gemelde tienden, alsmede het derde- Eart der tienden de Blocware fy de Nesse, zoo
ij bevonden werd daar regt aan te hebben, overgedragen wordt aan den gemelden Nico- laus de Subburgh, ridder, pg. 66. (7°). * 1255. in vigil. Bartholomei apost. Erf-
pachtbrief, waarop Henrik van Alblaes de tien- den van 't capittel ontvangen heeft. Dezelfde zoo als hier voren op pg. 61. ook geinsereerd is in de Reversaal-brief van Jan van Alblaes, in 1288. pg. 67. (70. * 1219. Twee derde parten van de tiende
van de Dekens poire aan Otto van Alblaes, en zijne vrouw in erfpacht gegeven voor 4 pon- den 'sjaars, pg. 67. XT2). * 1377. fer. V. post Lucae euangelist. De
kerk van Scaekerslo door H. dictus Buffels, 2
|
|||||||
G
|
|||||||
dominus de Scaekerslo, geconfereerd aan ma-
gister Egidius, canonicus S. Mariae, en aan den deken verzocht denzelven te investieren daarmede, pg.68. (73'. * 1364. in die scholasticae Virginis. De
capellaan van den proost bekent van Egidius Buffels ontvangen te hebben 1 lOsolidi, ^.68. (ri . * J 273. fer. V. antefestum Mariae Magda-
lenae. Jobannes van Albenbuvch staat af aan Gerard us de Meruende zijne voogdijeover Jo- lian van Alblaes , pg. 68. (7s). * 1312. fer.II. post dominicam, qua canta-
tur: judica. Quitantie van lOOponden tour- nois, welke Maria, weduwe van Johannes de Baerle, bekent ingevolge verdrag van 1311. (Zie liier voren oypg. 65.) van 't capittel ont- vangen te hebben, renuncians omnibus ex- ceptionibus doli mali, non numerate pe- cunie, actioni in factum, ao omnibus aliis privileges, Vellejani, ac aliis indutgentiis sive graiiosis concessionibus fy defensionibus juris Sffacti, pro nobis quomodolibet intro- ductis sive introducendis, pg. 68. (76). * 1311. sabbaio post oclavas trans latiojiis
B. Mariae virginis. Verdrag van 't capittel met Maria, vrouwe van Baerle, over het af- staan van 't regt op eenige tiende/i in Al- blaes, van welk verdrag in 't vorige stuk gewaagd wordt, pg. 68. (77). * 1307. in assumptione B. Mariae virginis.
Een vidimus van den brief van 1305. F.non. Maji, zoo als hiervoren reeds geregistreerd staat op pg. 63. pg. 69. (7s). * 1288. fer. V. ante ramospalmarum, De-
zelfde brief, zoo als hier voren op pg. 61. nog eens geregistreerd staat, pgg.70,71. (79\ * 1280. indieB.Servatii. NicolausdeSub-
burch, miles, bekent in erfpacht om 5 pon- den 'sjaars van 't capittel ontvangen te heb- ben de tiende: inter duos aggeres de Alblaes fy Finkenlant, pg. 72. (»°). * 1227. Het jus palronatus van de kerk
van Alblasdoor den proost aan 't capittel af- gestaan, pg. 72. I8'). 1317. des anderendaghes nae onserVrou-
wendaghe te Lechtemisse. CompromissoriaJe |
|||||||
uitspraak der zegsluiden over de verschillen
lusschen het capittel en de vrouwe van Voorne, aangaande de tiende van 150 morgen lands tusschen Oosternesse en Westernesse, pg. 72. (8j). * 1330. XIII. Indict, mensis Oclobris die
vicesima oclava. Eenige stukken lands door Rudolphus, filius Reineri, voor den officiaal opgedragen en geschonken aan 't capittel, ad capellaniam instituendant de novo, et haben- dant perpetuo ad altare S. Crucis, ante cho- ram ecclesie B. Marie virginis construc- tum, pgg. 73,74. (83). * 1342. ipso die Ambrosii. Brief van't ca-
pittel , waarbij eenige andere goederen ver- wisseld worden ten voordeele van de voorge- melde capellanie ad altare S.Crucis, pg.7h. (84). 1348. Des vridaghes na S. Philips ende
S. Jacobs daghe. Ghisebrecht, Heer van Ap- coude en Gasebeke, bekent voor zijn leven in pacht genomen te hebben, »het gerechte, tinse en tiende van Cortehoeven ende van Tankenvene, het gerechte van Horstwerde en- de Indjx tiende, jaarlijks om 170 gulden schil- de." Subpacto obstagiali. pg. 75. (85). 1349. Op S. Odulfs dach. Ghisebrecht
van Starkenburch stelt zich in plaats van Ghisebrecht van Loenreslote, tot borge voor den Heer van Abcoude, en onderwerpt zich aan't voorgaande pactum obstagii, pg. 76. (86), * Eod. Eeneaanteekening, tot welke kerk-
diensten de twee semi-prebendati imperiales verpligt zijn , pg. 76. (87). * 1322. ipso sec. die Paschae. Brief van't
capittel over het testament van magister Petrus de Mare, semi - prebendarius ecclesiae, en wel- ke goederen de erfgenaam van denzelven aan 't capittelhuis heeft uitgereikt, waarvoor, in- gevolge dat testament, gesticht is een altaar in dextra parte primi altaris ejusdem eccle- sie , in quo prima missa de Domino nostra cantatur; en dat na den dood van den erfge- naam, welken 't vruchtgebruik gemaakt was, de opkomsten van die goederen door den ca- pellaan zullen genoten worden, pg-77. (88), * 1196. Uitspraak ov. de geschillen tusschen
|
|||||||
7
|
|||||||
het capittel en de stad, de domo, que est
juxta pontem tirbanum supra fossalum, 'pg. 78. (89). * 1217. Stichting enfnndatie van de kerk
in't Geyn, door bisschop Otto, pg.79. '9°-. * 1310. sabbalo post diem Tiburtii. De
grond, waarop de verplaatste nieuvve kerk van Heteren en 't kerkhof staat, door Gisel- bertus van Yselstein gescbonken aan 't ca- pittel, pg.79. (91). * 1293. indie B. Victor is. Door Agnes, we-
duwe van Werenboldus , dictus Vlaminck, een hoeve in Benscop, en twee andere stukken lands, gegeven aan 't altaar S. Crucis voor twee derden, en aan de vicarie te Heyteren voor een derde gegeven, en dat na haar dood de collatie van die vicarie zal staan aan deken en capittel, pg.80. (9J). * V3lO.fer.Ir .post diemPaschae. Degrond,
waarop de nieuwe kerk, welke van Heteren verplaatst was, gebouwd is, en het kerkhof beslaat, door Giselbert van Yselstein geregtelijk overgedragen en afgestaan , en tevens bekend, dat het capittel alleen regt heeft tot de col- latie van dien, pg. 81. (93). * 1287. in crast. conversionisB.Pauliapost.
Hubertus de Everdingen draagt op aan 't ca- pittel, met toestemming zijner kinderen, 15 morgen lands, en ontvangt dezelve weder in erfpacht, 'sjaars 10 ponden, pg.&\. (94). * 1282. fer. VI. ante Valenlini martyris.
Volmagt van Johannes, dominus de Kuic (!), op Wilhelmus Rusche de Linscoten, om 16 mor- gen lands, sita juxta Seme/am, aan 't ca- pittel optedragen, coram justiliario loci fy kominibus vicinis, landgenoten nuncupatis, pg. 82. (95). * 1313. in crast.b. Bartholomew. Van de
26 morgen lands, in jurisdictions Herberni de Overvechte juxta bona teer Setnele dicta, in pacht uitgegeven door het capittel 13 mor- gen, 'sjaars om 10 ponden en 10 hoenderen aan Wolterus filius Richardi, voor deszelfs leven lang, pg. 82. (96). * 1282. fer. VI. ante Valenlini martyr. Jo-
hannes, dominus deKuch(!), renuncieert ten behoeve van't capittel, van den eigendom en |
regt op 26 morg. lands, gelegen inparochia de
Werkunden, in loco juxta Semele, pg.83. (97). * 1313. in crast. B.Bartholomei apostoli.
13 Morgen van de bovengemelde 26 morgen door 't capittel, 'sjaars om 10 ponden en 10 hoenders verpacht aan Wilh.Rusche en zijn' zoon, gedurendehunbeider leven, pg.83. (9H). * 1312. in crast. B. Agathae virginis. Wil-
helmus dictus Rusche de Linschoten cedeert zijn regt op de bovengemelde 26 morgen aan 't capittel, en belooft bij den leenheer Joh. deKuch te zullen uitwerken, dat dezelve den eigendom 00k aan 't capittel cedere. Sub pacto obslagii, pg. 83. (99). * 1273. in vigil.B.Thomae apost. Theode-
ricus de Velda en zijn vrouw Eufemia renun- cieren al hun regt in bonis, que Gelmath appellantur, en permitteren met consent des Bisschops, als leenheer, dat het capittel eerie waterleiding zal mogen graven door hun land, hetgeen naast die goederenligt, pg.8*i. (10°). * 1271. in die B.fVillebrordi. Het land apud
Vechten, quae Gelmade dicitur, en door So- phia, dochter van Theodericus de Velde, in erfpacht bezeten werd door 't capittel, 00k toegestaan aan haar man Hanezo de Wijc, om na haar dood 00k in erfpacht te houden, mits dat na zijn dood, bij gebrek van wet- tige kinderen, die erfpacht weder kome op de erfgenamen der vrouw, pg.85. (r°2). * 1272. fer. II.postfest. b.Remigii. Hanezo
de Wijc, miles, verkoopt voor 45 ponden aan 't capittel zijn erfpachtsregt op de bona in Gelmale, met toestemming van zijne vrouw, aan die hij weder uit zijne eigene goederen in de plaats geeft eenige andere in Koten ge- legen, mits dat zijne erfgenamen dezelve van zijner vrouwe erfgenamen altoos zullen mogen inlossen met 45 ponden, pg.8h. (1Q3). * 1280. in crast.purific.mariae. Nicolaas
de Gats, miles, bekent, om 12 ponden 'sjaars, van 't capittel in erfpacht ontvangen te heb- ben jurisdictionem cum censu de Loepeke ty decimam in Boenrepas cum censu Sf jurisdic- tions, pg.8&. (loi). * 1268. in die B.Severini arckiepisc. Hen-
ricus, dominus de Lekka, bekent niet langer |
||||||
8
|
|||||||
dan voor zijn. levea van't capittel, om 15 pon-
den 's jaars, in pacht gekregen te hebben ju- risdictionem ipsorum fy censum in Lopeke fy jurisdictionem cum decima fy censu in Boen- repas. Sub paclo obstagiali el renunciatione omnium exceptionum juris canonici et civilis, pg. 87. (toij. * 1295. fer. III.postPascha. Bevel des ca-
pittel aan Nicolaas deCats, om de nieuwe ge- maakte waterloozing in Lopik weder toe te ina- ien, als nadeelig zijnde, pg.88. (lo6). * 1263. indieLucae evang. Verbond der
vijf capittelen, om zich op gemeene kosten te verzetten tegen den aartsbisschop van Keulen, ten opzigte van zijne eischen en invorderin- gen, pg.88. (»°7>. * 1265. fer. VI. ante dominicam: Vocem
jucunditatis. Overdragt van 't capittel, onx de scbade, hun door den aartsbisschop van Keu- len aangedaan, uithoofde van de vorenstaande verbintenis, in descensu vini sui, van de ove- rige kerken weder te eischen, pg.8§. («°8). * 1200. Indict. 111. Verdrag tusschen den
foisschop van Trier en het kapittel, over de praebende des Bisschops, dat dezelve door een' vicaris zal bedienu worden, dat dezelve zijn salaris zal hebben, en dat't capittel voor de overige opkomsten jaarlijks 5 steuren {slu- riones bonos Sf laudabiles), te Coblentz zal bezorgen, en eenen voor den aartsdiaken, pg. 90. (*°9\ {Sine anno vel die.) * Confirmatie van het
vorenstaande verdrag, door den aartsdiaken van Trier, pg. 91. (ll°). * 1246. in erast. sanct.Virginum undecim
millium. Het capittel door bisschop Otto vrij- yerklaard van den dijk bij Bomgarde, pg. 91. t"i). * 1272. mense Novemb. Het capittel vrij
verklaard van de reparatie van den dijk juxta Geyne, en dezelve toegelegd aan de Priorissa conventus in Oostbrueh, door bisschop Jan, pg. 91. (»*). * 1282. in erast. Bartholomei. Bevel des
Bisschops, om 't capittel het genot te doen hebbeti van de vorenstaande vrijverklaring van dien dijk in 't Geyne, pg. 92. C"3). |
* 1252. in die b. Caeciliae. Giselbertus de
Goye en zijn broeder staan af de tienden in viilis Halten, Lurich, Westerhem en Ooster- hem aan't capittel, enbekent, dat hij dezel- ve te onregt bezeten heeft, pg. 92. (,l4). * 1285. octava Pentecostes. Ghiselbertus
de Goye staat, met zijn neef, aan het capittel weder af de tiende in 't Goye, welke hij be- kent onregtvaardig geoccupeerd te hebben, pg.9S. ("s). ♦1276. in vigil. Petri <$ Pauli. Eenig land
en een dijk in de parochie van Hesel namens 't capittel geregtelijk voor schepenen van Bom- mel opgedragen aan Arnoldus van Staken- borch, pg.93. (»6). * 1281. Die Mathaei apost. 't Capittel van
S.Jan bekent geen regt te hebben op een tiende in de parochie van Hemerde, en staat dezelve af aan 't capittel van S.Marie, p^.93. ("7). * 1208. ind. XL De novale tienden langs de
LekenUssel, door bisschop Theodericus aan 't capittel afgestaan, pg.d'i. Ul8). * 1235. non. Maji2. Verdeeling der grens-
scheidinge der tienden de Curtenhoven, van de tienden de Durschinrevene, tusschen het capittel en Ghiselbertus de Amestel, miles, pg. 94. (»9). * 1268. in vigil. MariaeMagdal. Otto de
Amestel bekent voor zijn leven, 'sjaars om 20 ponden, van 't capittel in pacht ontvan- gen te hebben, jurisdictionem $ decimam tarn majorem quam minorem in fVavere cum censu fy attinentiis, pg.%k. i1*0). * 1247. ir.kal.Maji. Theodericus Suert-
vegher verruilt, quondam aream in loco, qui dicitur under de ledersnider, met drie vier- telen lands onder Lopike, pg. 95. (l21). * 1277. fer. VI.post laetare. Pachtbriefv.
zes morgen lands in Strilant, 't morgen 'sjaars om 3 modii tritici, pg. 95. (122). * J 275. octava Epiphaniae. Pachtbrief v.
de landerijen in Strilant, cum jurisdictione fy censu, ieder morgen 'sjaars om drie mudde tarwe, pg. 95. l|a3). 1328. des sonnendaghes nae S.Margariten-
daghe. De tiende in't Goye voor tien jaren |
||||||
9
|
|||||||
verpacht aan GhiselbrechtvtenGoye, elkjaar
om 225 pont. Subpaeto obstagiali. pg. 96. * 1288. dominica: laetare. Vijf en eenhalf
viertel lands in Camerijk, door 't capittel ver- huurd aan Vredeburge deKameraco, om3 pon- den jaarlijks, zoo Iang hij leeft, pg. 97. (la5). 1310. op S. Bonifacius dank. Johan van
Lintscoten, ridder, bekent voor jaren in pacht ontvangen te hebben dat gsrechte, de tinse erde de tienden van Camerik ende van Segfelt, des jaars om 45 ponden , sub pacta obstagii, pg.97. I"6). 1320. desdinxdaghesnaPalmedagh.es. Ar-
nout van Iselsteine, ridder, bekent in pachte, tot sinen lieve, van 't capittel ontvangen te hebben, het gerechte van Cameric ende van Secfelt mitten tienden ende tinse, 's jaars om 30 ponden , sub pacto obstagiali, Pgg- 98 sq. ("7). 1131. Indict. Villi. Eenig land bij von-
nis weder toegewezen aan de parochiani de Mi, door bisschop Andreas, ^o^. 100. (i*8). * 1116. Indict.VllIl. Confirmatie der gifte
van bisschop Burchard van de curtis ante Cas- tellum, door bisschop Godebold ,pg. 100. (,29). *1108. Indict. I. De kerk Limber, of Lun-
ber, door bisschop Burchard , libera a cir- caiu fy jure Episcopali, overgegeven aan het capittel, pg. 100. (l3°). * 1250. in die VilifyModesti martyr. De
collatie der kerken de Selhurst, et de Hesle cum suo appendicio Valdrik, door den proost Walterus af'gestaan en overgegeven aan't ca- pittel, pg. 101. (>3i). * 1290. fer. II. post undeeim millium vir-
ginum. Wissekinus, filius Lefardi de Herder- wike, staat af, voor den officiaal van Utrecht, en den aartsdeken van Veluwe, van zijn regt van erfpacht op de bona de Velde, ten be- hoeve van 't capittel, pa'. 101. (l32) * 1278. in vigil. Mariae Magdalenae. Eene
area sita in Garde, door eenen Henricus Cle- ricus geschonken aan't capittel, pg. 102. (l33). * 1310. sabbato post festum Pentecostes.
Verdrag tusschen den proost en 't capittel wegens het jus patronatus en collatie van de |
kerken in Muden, Dyemen en Herderwijc,
pg. 102. («34). * 1256. in die SS. innoeentum. Otto,graaf
van Gelre, belooft, geen exactien te doen in de zedelhoven van 't capittel op Veluwe, de cuermede te laten genieten en de tienden, alsmede 't regt van versterf h turner eigen- horigen niet te beletten, ^.103. (l3i,. * 1256. in die SS. innoeentum. GraafOtto
van Gelre bekent, datonder de goederen tus- schen de Lek en de Linge, welke 't capittel aan hem verkocht had, niet begrepen zijn deftdeles, of vasallen, van 't capittel, pg. 103. ('36). * 1272. VII.id.Martii. Deabt en 't con-
ventus jioridi campi bekennen zeker land in Ostenwalde van 't capittel in erfpacht geno- men te hebben, jaarlijks om decern dtnarii, pg. 103. l»37\ * 1321. ipso die B. Petri ad vinculo. Ap-
probatie des Bisschops, om vervolgens vier prieslers in de kerk van Harderwijk te hou- den, pg.103. ('38). * 1310. sabbato post festum Penteeosles.
Verdrag tusschen den proost en 't capittel over de collatie der kerk van Herderwijc, pg. 104. <'39). 1337. des donredaghes na aire heylighen
dach. Borchard v. Eenscoeten met zijne vrouw en kinderen van de eigenhorigheid ontslagen, en denzelven met zijn goed in 't kerspel van den Aenstoet, beleend in dienstmans stat, pg. 105. ('*«). * 1362. ipso die B.Remigii. Statuut des
capittels, dat ieder canunnik bij zijn admissie 6 aam, en ieder praelaat 12 aam Rhijnsche wijn aan 't capittel zullen moeten geven, en dat zij zoo lange geen opkomsten zullen trek- ken , tot zij aan zulks voldaan hebben, pg. 106. (i4«). * 1359. ipso die Mathaei apost. Fundatie
van zes vicarien of capellanien in de kerk van Ysselstein; met de confirmatie en den transfix- brief van bisschop Johan, pg. 107. U*2). 1347. des anderendaghes nameydach. De
tienden van Opburen , Eytheren, en de Maer- ne, door't capittel verpacht aan Arnoud, Heer |
||||||
10
|
|||||||
van Ysselstein, voor deszelfs leven lang, om
300 ponden 'sjaars en drie salmen, of 6 pond daarvoor, pg. .108.. (l45L * 1359. in crast. B.Mi/tiriciify soeior. ejus.
Bisschop Joliaa permitted! aaii Arnold, {do- mino de Iselsteine, Baroni, consanguineo noslro.) dat de zes capellanen, welke hij in de kerk van Ysselstein had ingesteld, in ipsa eoclesia fy extra, tempore debilo fy consuelo, Almuciis griseis de vario 8f sericis super- pliviis more canonicorum ae reclorum civi- tatisfy dyocesis Trajectensis uti, easque de- ferre libere valeant in signum honoris fy prae- rogativae singular is, pg.lQS. ('**). * 1359. ipso die exaltationis S.Crucis. Ar-
noldus, dictus Slaper, rector ecclesiae paro- ehialis in Ysselstein, geeft zijne toestemming en consent tot het oprigten van zes capella- nien in die kerk, mids jure parockialis ec- clesiae saluo el retento, pg. 108. (>*5). * 1276. in die Cosmae fy Damiani. Bis-
schop Johan, aangesteld hehbende Bernardus, decanus S.SeveriniCoIoniensis, tot zijnen vi- carius in de kerk van S. Marie, erkent die aanstelling voor nul en erroneus, en herroept dezelve, dewijl de deken altoos 's Bisschops vican's is, pg. 109. ili(>). * Eod. Attest der vijf capittelen, dat van
ouds gebruikelijk is, dat de Bisschop geen' vicaris, qui vicem Episeopi in ckoro geril, noch in den Dom, noch in S.Marie, mag aanstellen, maar dat de dekens dier kerken de vicarien des Bisschops genieten, of welke zij daartoe aanstellen, pg. 109. (l47). * 1248» sabbalo infra oelavam B. Martini.
Bisschop Otto bekent, dat de bisschops vi- caris in S. Marie, welke door den deken wordt aangesteld, voor al zijn leven vicaris blijft, pg. 109. ('48). * 1285. in octava nalivil. S.Joannis Bapt.
GhiselbertusdeGoye,miles, enzijnneef, er- kennen, geen regt of aanspraak te hebben op de tienden : de Goye, en renuncieren van de- zelve tenbehoeve van 'tcapittel, pg. 109. (l49). * 1278. in octava nativii. S.Joannis Bapt.
De possessie van de tienden in Houten, Lu- reke, Westerhem en Dennwert, bij vonnis |
|||||||
door bisschop Johan toegewezen aan 't ca-
pittel, en Ghiselbertde Goye onder poene van excommunicatie gelast, dezelve niet te turbe- ren, pg. 110. ll5°). 1316.desdonredaghesnae S.Marcusdag/ie
ewang. Gysebrecht van Goye, cnape, boreh- grave van Utrecht, bekent aan het capittel schuldig te zijn 100 pond van zijns vaders memorie, en belooft dezelve met 10 pond aan rente op zekeren tijd te betalen, sub pacta obstagiali, pg. 110. U5i . * 1227. Indict. XIV. De possessie en het
eigendom der tienden van Hal ten, Lurke, Westerhem, Oosterhem en Dennenwerth, bij vonnis, door bisschop Otto toegewezen aan't capittel tegen den Utrechtschen burggraaf Uit ten Goye, pg.Vli. (^2). * 1260. fer.lll. post octavam Pentecostes.
Bisschop Henrik geeft in vollen eigendom over aan Gerardus de Sconegge, twee areae, in fine plaleae, quae thollersteghe nuncupalur
versus Heymstende, en ontvangt daarvoor van denzelven in wissel (in concambio) 24 mor- gen lands in Werconden, pg. 112. (l53). 1324. op S. Pancraes daghe. Gosuin van
derHorst, knape, bekent, dat hij 8 mou- der koorn en een kamp lands ten gebruike zal overlaten aan BerendvanRypelikerhove en zijne vrouw, voor haar beider leven: dat hij voorts den hof Rypelikhove vrij houden zal van alle schattingen op zijn eigen kost; on- der verwilkoring van trouweloos te zijn en in den ban, pg. 112. (^4), 1324. Eod. Goswin van der Horst, knape,
bekent, in dienstmansregt, onder zekere voor- waarden, voor zich en zijne erfgenamen ont- vangen te hebben den hof Rypeliker- hof', om 10 mouder rogge en 25 mouder gerste. jaarlijks binnen Deventer of Zutphen te be- talen, of geld daarvoor volgens den prijsvan 't koren, pg. 113. (l5S). 1324. Eod. De verleibrief, zoo als van 't
capittel gegeven is aan Goswin van der Horst, wegens. het verleenen van den gemelden Ry- pelikhof; zijnde deze brief gevidimeerd door Gelys van Bake, deken te Deventer, in 1330. op S. Andreas-avond, pg. 11^ (l56). |
|||||||
II
|
|||||||
* 1259. domin.posf/estum b.Remigii. De
curtis Ryplikerhof aan Bernard Bernardszoon door 't capittel uitgegeven op zekere condi- tion , onder anderen ook met het regt, om een currnedie te trekken, pg. 115. tl57'. * 1309. in vigil, b.Laurentii martyr. Alle
de koornpachlen, vvelke 't capittel op Velu- we heeft te ontvangen, door hetzelve verpacht voor twaalf jaren aan Wilhelinus, dictus Pape, burger van Harderwijk , 'sjaars om 25 ponden, <J- pro pensione quintorum (sic) modiorum siliginis. Sub paclo obstagiali, pg. 116. (■58). * 1291. sabbato ante: invocavit. Guaran-
tee, aan 't capittel gegeven, dat de dochter van Godeschalcus, zoo ras zij meerderjarig is geworden , den verkoop van een' halven man- sus in Swesterhinge, welke haar vader aan 't capittel verkocht had, zal approberen, pg. 117. ('59). 1312. Vridacks na mitvasten. Erm-
brecht Ermbrechtszoon, burger te Utrecht, bekent van 't capittel drie en eene halve hof- Steden, gelegen in de Backersteghe, in erf- pacht ontvangen te hebben, elke hofstede om 15 schellingen des jaars, pg. 117. (lGo). * 1325. in die b.Maroi ewang. Eenigelan-
derijen in Odyc en Achtevelt gelegen, door 't capittel aan Ghiselbertus de Roemste en zijn' zoon Nicolaus, zoo lang zij zouden leven, en aan een' zoon derzelve, in pacht uitge- daan voor 48 ponden 'sjaarlijks, pg. 117. (161). * 1288. in die B. Brictii pontif. Dezelve
landerijen in Odyc en Achteveld door 't ca- pittel in pacht gegeven 'sjaars om 15 pond, aan Willem van Odyc, en na zijn' dood aan zijn' zoon, zoo hij eenen naliet, of anders aan zijn* breeder, zoo lang hij zou leven, #§-.118. (162). * 1236. in die S. Gertrudis, Drie morgen
min een hond lands tusschen Wercunden en Odike, door 't capittel in erfpacht uitgege- ven om 5 solidi 'sjaars aan Ghiselbertus de Scadwyc, pg. 118. 1*63), * 1280. inoctavaPentecostes. Eenige lan-
derijen bij Odich om 15 ponden 'sjaars, in |
|||||||
pacht uitgedaan aan Wilhelm, dictus de Uter-
mathe, en zijn' oudsten zoon, met uitslui- ting der overige erfgenamen van denzelven, pg. 119. (i64). * 1285. Jul. 1. Het regt der waterleiding
van Lopik aan het capittel toegewezen door graaf Floris van Holland, pg. 119. (l6i). * 1285. mense Julio. Bevel des Bisschops,
om 't capittel niet te verhinderen in 't vrij gebruik der waterleiding te Lopik, pg. 119. (66). * 1155. Het regt van waterleiding of nieu-
we weteringe, met een sluis in den Ussel, door bisschop Herman aan die van Lopik op 't verzoek van 't capittel vergund, pg. 120. (l67). * 1313. in vigilia Paschae. Gyselbertus de
Syvendore bekent een derde part der tiende van vijftien-hoeven (quae dicilur quindecim mansi), gelegen in occidenlaliparle de Loep- wyc, vvelke hij van 't capittel te leen ge- houden heeft, aan hetzelve verkocht en het geld daarvoor ontvangen te hebben, onder anderen ook, renuneians omni juris auxilio tarn eanonici quant civilis, pg. 120. (l68). 1328. Sond. na translatio Martini. De
schout van Loopwyc door Jan van Henegou- wen gelast, om het capittel » te verdragen enig lantgift te gheven, aldaer zy zevene of wezen zouden." pg. 121. (l<>9). * 1254. in vigil. S.Thomae. Hetderdepart
der groote en de geheele kleine tiende over de vijftien hoeven (quindecim mansi) bij Lo- pik door 't capittel aan Gyselbert Syvendere en zijne erfgenamen terleen uitgegeven, mits telkens te verheergewaden met twee salmen. Gevidimeert door den officiaal van Utrecht anno 1294. fer. VI. ante Jacobi apostoli, pg. 121. ('7°). 1315. Wonsdaghes na Palmen. Den ei-
gendom van vijf gherden lants, in Lopik op 'trietveld, door Gysebrecht, Heer van Yssel- stein, aan 't capittel afgestaan, pg. 121. ('7'). 1320. op S. Gregorius daghe. Het gerechte
van Lopik en't gerechte van der Zevendaer met de tienden en thinsen aan Jan van Henegou- wen, Heer van Beaumont, voor zijn leven in pacht gegeven door 't capittel, 'sjaars om |
|||||||
12
|
|||||||
* 1286. in die S. Ambrosii. Vrijheid van
tollen, door bisschop Johan aan 't capittel be- vestigd, voor wijn, koorn en visch, pg. 127. * 1164. Brief van bisschop Godefridus,
waarbij de .donatie van een huis, aan de ker- ken van S. Marie, S. Pieter en Oudmunster gegeven, geconfirmeerd wordt, pg. 127. (l83). * 1299. Domin.: oculi. Vrijgeleide brief van
Amilius van Minden, om het koorn van het capittel te Utrecht te mogen brengen, pg. 127. (.84). * 1329. fer. V. post resurrection. Domini.
Ernestus van Yselmude verzoekt, dat 't ca- pittel de thinsgoederen te Laersen of Larshem, welke zijn vader verkocht had aan Lambert Odic, onder dezelve thins aan dien Lambert mogte overlaten, pg. 128. (>85). * 1330. in crast. B.Martini kyemalis. De
canunnikHugo, diclus Hardebolle belooft aan't capittel de 4 ponden, welke zijn com gegeven had, te zullen betalen jaarlijks, en, zoo hij mogt komen te sterven, voor dat hij ander goed daarvoor gezet had, dat dan *t capittel uit de opkomsten van het annu? gratiae, 40 ponden zouden aftrekken en inhouden, pg. 128. (»86). * 1280. in die beatorum....... Sf Pancratii.
Nicolaus de Subborgh, miles, bekent van 't
capittel de tiende van Blocwere, quaeaban- tiquo pertinet ad capiiulum ipsorum jure palronalus ipsius ecolesiae de Blocwere, voor zich en zijne erfgenamen ontvangen te hebben, onder eene jaarlijksche erfpacht van 35 solidi Hollandenses, pg. 128. l,87). * 1234. Een halve hoeve in Bunniker-
broek, en de Salemathe, door 't capittel in erfpacht gegeven aan Giselbertus, miles de Rhetem, om 2 pond 'sjaars, pg. 129. (l88). * 1244. in die scholasticae Virginis. Aan
die van Graveland gepermitteerd eene kapel te bouwen, en een' priester aldaar te hebben, pg. 129. t>89). * 1334. fer. II. post dominicam laetare.
Testament van Gosuinus de Berke, clericus , waarbij dezelve na zijn' dood een viertel lands, en nog eenig land te Vleuten aan 't capittej |
|||||||
300 ponden, onder borgtogt en leisting der
steden Schoonhoven en Gouda, pg. 122. l»72'. * 1255. indie Philippic Jacob L Een hal-
ve morgen aan het Duitsche Huis, onder een jaarlijksche thins van een pond afgestaan door 't capittel, pg. 123. ('73). * 1306. in octava B. Martini kyemalis.
Vier en een half morgen lands door 't capittel aan 't Duitsche Huis in erfpacht gegeven otn 6 ponden 'sjaars, pg. 123. i1!^). * 1320. fer. II. post convers. Pauli. Ste-
phanus, diclus de Koker bekent van 't capittel IS morgen lands in parochia de Masberghen , tot een erfthins ontvangeu te hebben, pro oclo grossis regalibus, des jaars, pg. 124. (■75). * 1270. in nativilate Mariae. Gerard van
Outhusen, door 't capittel beleend met het land in Malberghen, en zulks om een jaar- lijksche thins van vijf solidi Trajectenses, pg. 124. (176). 1329. Dinxdaghes nae S. Matheus dach.
Uitspraak van graaf Reinaut van Gelre, van de geschillen tusschen 't capittel en Janne dien Koc, ridder, wegens de gepachte goederen in Tielreweert, pg. 124. 1*77). * 1296. fer. VI. ante /est. Nieolai. De
hof te Apeldoorn in eene altoosdurende erf- pacht, om 12 mudden winterrogge jaarlijks, aan Wilfrindus, dicto de Scrude uitgegeven; te verheergewaden bij ieder versterf met een mark, en tot een ceurmede 25 solidi te be- talen, pg. 125. l*78). 1333. deswoensd.naS.Vicloersdaghe. Uit-
spraak van den regter van Veluwen , waarbij 't hof in Splendoren (Aplendoren?) aan't capittel toegewezen wordt, bevrijd van alle erfpacht, welke Reynar ten Hove daaraan pretendeer- de, pgA2b. («79). * 1332. Nov.3. Testament van de wedu-
we van GhysLoy, waarbij zij begeert in de kerk begraven te worden; legatei-ende daar- voor aan de kerk een' uitgang uit eene weere en huis in de boterstrate, pg. 126. (l8o\ * 1260. III.kal.Martii. De wijn van het
capittel vrij op den tol te Rhenen verklaard door bisschop Henrik, pg.lll. (»£»\ |
|||||||
13
|
|||||||
geslagene 35 morgen van Nyenlande tot Ol-.
ne (Oen ?) op Veluwen, tusschen het capittel, en Henrik ten Have, ^.134. (»97). 1342. op S. Gregerius daeh. Een en
twintig morgen nieuwlands in Oener kerspel gelegen , door't capittel voor twaalf jaren ver- huurd aan Gheraerd van Eme en drie anderen te zamen, 'sjaars voor 16 pond zwai'te tour- noisen, pg. 135. (J98). * 1342. Een gedeelte van den brief, waar-
bij Henricusde Lecca , miles, den tol vanSmits- husen van't capittel in pacht neemt; doch niet geheel uitgeschreven, en met een dwars- streep doorgehaald ; zijnde op den kant er bij geschreven : vacat, pg. 136. ('99). * 1365. MajiW. Het proces tusschen den
Bisschop en de Gapittelen der vijf kerken, over de regten van visitatie en censure der capit- telen, sedert lang ongedecideei'd in het hof van Romen hangende, bij onderling accoord tusschen den Bisschop Johannes en de Ga- pittelen opgeschort, en in staat gehouden voor den tijd van dertig naastvolgende jaren, en dat intusschen iedere der partijen in de pos- sessie zou blijven, waarin zij was, pg. 136. (200).
* 1300. Volmagt van 't capittel op een
der canunniken, om de pensie van den tol te Smitshusen op te beuren, en quitantie daarvoor te passeren , pg. 137. (30tJ. * 1343. Dertig morgen lands in Secvelt voor
't capittel aan Johannes Nicolai fil. verhuurd voor zijn leven lang, ieder morgen om 14 so- lidi en 4 denarii 'sjaarlijks, pg. 138. (20i)r * 1344. ipso die Agnetis vi?-g. Een rnansus
lerrae arabilis, gelegen in Vulencop, 'sjaars om 16 pond, aan HenricusSanderi voor zijn leven en dat van zijn' zonen verhuurd, pg. 138 (ao3). * Eod. Eene area, sita in insula versus
orientem, aan Hermannus de Woerden (Wer- dren ?), voor hem en zijne erfgenamen in eene jaarlijksche erfpacht van 8 solidi uitgegeven , pg.138. (*>4i. * Eod. Eene area, sita seujacens in insu-.
la versus orientalem partem, aan Jacob dic- tus Backer, voor hem en zijne erfgenamen in 4
|
|||||||
seeft, om uit deszelfs opkomsten zijne me-
morie te vieren, en driepaar waskaarsen, ie- der paar van 16pond, op zekere tijden drie- maafin 't jaar te kopen , pg. 129 s<j. (>9°). * 1331. Jun. 16.Notariele acte, waarbijonder
zekere conditien Gerard Smeken (Fincken ?), vicaris, aan den canunnik Frederik Osseken, een' jaarlijkschen uitgang van 2 ponden zwarte tournoisen (duarum librarum nigrorum tu- ronensium, grosso regali argenteo pro se- decim denariis computato) verkoopt uit een huis, in de emuniteit der kerke gelegen, pg. 131. ('9'). 1329. Ocfobr. 2. Notariele acte, waarbij
dezelve Gerard Smeken (?) aan denzelven ca- nunnik verkoopt een'jaarlijkschen uitgang van 20 konings grooten uit zijn huis, gelegen te- gen over het kerkhof der kerke van S. Marie, pg. 132. (»9»1. * 1253. in die B. Gregorii marlyris. De
thinsgoederen in Hoseren weder uitgegeven op dezelve voorwaarden ,. als Gerardus de Ho- seren dezelve bezeten had, aan Arnoldus, milieus noster in Apeldorne, pg. 133. ('93). * 1228. ipso Petri fy Pauli. Altetus be-
leend door 't capittel met de curtis in Apel- dorne, om 12 malder rogge jaarlijks, voor hem en zijne erfgenamen; te vei'heergewaden met een mark, in cas van versterf, pg, 133. (»9*). * (Sine anno vel die.) Deken en capittel
bekennen, dat Wibrandus Thietejnge(Thiece- linge?) zich met hen gereconcilieerd heeft we- gens schade en injurien, 't capittel aangedaan , en vvel voor 60 ponden; en is dezelve beleend met het vierde gedeelte, quartapars terrae, ad curiam in Alferdhove pertinentes, voor zekere jaarlijksche pensie, pg. 133. (195). * 1327. in vigil, b. Andreae apost. Com-
promissoriale uitspraak, dat de collatie van de kerk, Lopiker-capelle, beurtelings zal ge- schieden, eerst bij Gnisebertus Boke] de Vlie- ten, en dan door den deken van S. Marie, en dus altoos in'tvervolg bij beurten, wan- neer die kerk komt te vaceren, pg. 134. (>96). 1337. op S. Reymeys dach. Compromis-
soriale uitspraak der geschillen over de toe- |
|||||||
14
|
|||||||
eene jaarlijksche erfpacht voor 10 solidi uit-
gegeven, pg. 138. (?o5l. * Eod. Eene diergelijke uitgifte van eene
area, sita in insula, naast de voorgaande gelegen, aan denzelfden Jacob Backer, 'sjaars om 10 solidi, pg. 138. (*>6). * 1343. in die Andreae apost. De smalle
tiende en visscherijen (decimae minutae cum piscariis) in de Wildenesse, aan Jacob, Claes Scouten sone, en twee anderen, voor den tijd van aclit jaren vei-pacht, om zeventig grooten sjaars , pg. 139. (2°7).
* Eod. Het land op der Waver, aan Eg-
bert dictus Bongaer, en ziju' broeder Henrik dictus Duvel, voor den tijd van acbt jaren, om 18 ponden en 10 solidi 'sjaars verhuurd; zijn- de dit land groot 36mergen, pg. 139. (2°8). * 1345. in vic/il. B.Miokaelis. Constitute
van bisschop Johannes, wegens de absentien der canunniken en andere pi'aelaten, en dat de goederen der absenten door de capittelen zelve, waaronder zij gehoren , zullen gead- ministreerd worden, pg. 139. (I09). * 1351. fer. VI.post convers. b. Pauli. Vijf
roeden veens in de breedte (quinque virgas veni secundum latum) , gelegen in 't gereeht van den aartsdiaken , aan Jan Bolle den ou- den en Jolian, zijn' zoon, voor hun beider le- ven, verpacht 'sjaars voor 20 solidi, pg. 140. l2i°). 1351. d. manend. n. O.L.vrouwen dach licht-
misse. Verhuurd tenen ewelike erfpachte aan Ghisebrecht Boekel van den Bijn, den ouden, vier mergen lands in 't kerspel van Jutfaes in des Heeren gerechte van Ysselstein, elksjaars om 8 ponden zvvarte tournovsen, pg. 140.1211). 1347. d. and. daqh.naMeyedach. De groven
smalle tienden van Opburen, van Eytheren, en van der Maerne, aanArnoud, Heer van Yssel- stein, voor deszelfs leven lang, verpacht om 300 ponden zwarten, 'sjaars, pg. 141 s<j. (2tI). (Boven pg. 143. staat het volgende : » Hoc
est registrum privilegiorum de bonis eccle- sie B. Marie Trajectensis, datorum ab anno Domini millesimo trecentesimo trice- simo tercio sub sigillo rotundo tunc pri- mitus innovato.") |
* 1333. in die translationis B. Martini.
Een mansus in Cameric, in nostra jurisdic- tione, aan Herman Oldekose en Johannes Ja- cabszoon, voor hun leven, verhuurd om 12 ponden 'sjaars, pg. 143. (a*3). * 1333. fer. II. post b. Martini hyemalis.
De goederen in Voerthusen, in loco dicto Overhorst, ten thinsregte uitgegeven aan Wai- terus, films Andreae de Overhorst, voor hem en zijne erfgenamen , om een jaarlijksche thins van 12 denarii, pg. 143. C*1*). * 1333. in die b. Barbarae. Een mansus
in Polsbroek aan Theodoricus en Gerhardus dictus Ghoem, gebroeders, voor den tijd van elfjaar, verhuurd om 12 ponden jaarlijks, pg. 143. (2l5). * 1333. Dec. 12. Bona, sita in Pas, aan
Gerardus filius Ludolphi, dicti de Pas, voor een jaarlijksche thins van 28 denarii, voor hem en zijne erfgenamen uitgegeven, pg. 143. (21(>). * Eod. De goederen in Dorenspike, apud
bekam sita, na resignatie des bezitters, door 't capittel weder uitgegeven aan Steneldis, weduwe Dibbolds en hare erfgenamen, jure curmedali de herede in heredem tenenda, mids jaarlijks gevende 3 mudderogge, fyduos modios brasii, en tot thins 32 denieren, pg. 144. (3*7). * Eod. Een weideland (j>ratum), gelegen
bij der Munniken - weide, quod nunc vul- gariter dicitur Appelrelo, aan Herbertus, dictus Koninc en twee andere burgers van Elborg, erfelijk uitgegeven voor een' jaar- lijksche thins van twee solidi, te betalen in de curtis in Zelehorst, en bij verkoop eene dubbelde thins te betalen door den koper, pg. 144. U'8). * Eod. Eene weide, insgelijks gelegen in
Appelrelo, aan Segerus, burger in Elborg, uitgegeven in erfthins voor twee solidi; ins- gelijks in de curtis in Zelehorst jaarlijks te betalen; en bij verkoop een dubbelde thins, pg. 144. (al9). * 1334. sabbatopostdominvcam: oculi mei.
Zes morgen lands in Vloeten, door Frederik Ossekijn, canunnik, alsmede 30 grotenjaar-- lijksche uitgang of rentea uit een huis ouder. |
||||||
15
|
|||||||
helft, om 18 ponden 'sjaars, pg. 147. (II8!.
1335. des vridaechs na 0. Vr. dach te Lichtmisse. Aan Ghiselbrecht, schout te Jut- faes, en aan deszelfs neef, tot hunner beider lijven, zes mergen lands, gelegen ten ouden Gheynen in Diderex gherechte van Jutfaes ver- huurd, 'sjaars om zestehalf pond goed ghelds, pg. 147. i«9). * 1335. in die dominica: invocavit. Tien
mergen lands, gelegen in Cameric in juris- diction domini de Abcoude, aan Henrik Sale voor zijn leven verhuurd, 'sjaars om 4pon- den, pg. 147. (*3o). * 1335. in die b. Alexis confessoris. Aan
Willem Janszoon veertien morgen lands in Ga- lencop, voor zijn leven lang verhuurd, om 20ponden zwarte tornoisen 'sjaars, pg. 148. * 1298. in octava PetrifyPauli. De goe-
deren, que dicuntur bona Reynekijn, apud Oestenwolde sita, aan den Abt en het Con- ventus floridi campi Cisterciensis ordinis, in een altoosdurende erfpacht gegeven, 'sjaars om tien denarii Trajectensis monetae, te ver- heffen bij dode van den abt, door zijnen opvolger, met vijf solidi, pg.lkS. (^2). * 1335. incrast. b. Johannis Bapt. Qui-
tantie van 't capittel van 10 solidi, wegens de verheffing der in den vorigen brief gemelde goederen, ontvangen van twee abten van 't conventus floridi campi, pg. 148. (a33). * 1335. fer. II. post assumpt. Mariae virg.
A.an Theodericus, dictus Marten zoon, en zij- nen oudsten zoon, een mansus in Tekencoep, voor hun beider leven verhuurd, 'sjaars om 5 ponden, pg. H8. (*34). 1336. des anderen daghes nae onscrVro-
wen lichlmis, die heel: purificatio. Het ca- pittel bekent met Peter, Heer van der Lecke, wegens verzuimde pacht van de tollen te Smit- husen, en daarop gelopene penen, geaccor- deerd te zijn om 1750 ponden, 10 schellin- gen en 9 penningen, /Jgr.-149. (*35). Eod. 't Capittel belooft onder zekere voor-
waarden, aan Peter, Heer van der Lecke, dat men hem geene penen zoude afnemen of eis schen, indien hi| jaaiiJjks niet aanstonds be- |
|||||||
ile emuniteit der kerke, aan 't capktel opge-
dragen en geschonken; en denzelven daar- voor wed'er door het capittel vrij verklaard van eeue jaarlijksche pensie van 6 pond, 12 so- licit en 6 denarii, welke hij uit zijn claustraal huis, 't geen hij in de emuniteit bewoonde, moest betalen; pg. 144. (*»"»,'. * 1334. fer. II. post dominioam: laetare.
Dezelfde brief, welke hiervoor op pg. 129 sq. reeds geregistreerd staat, pg. 145. ("»). * 1334. in vigil, b. Odulji. De dertien
mergen lands, welke Hermannus, dictus Kreyt, in hure gehad heeft, weder verhuurd aan deszelfs weduwe en zoon, voor hun bei- der leven, om 12 ponden 'sjaars, en acht jonge hoenders, pg. 145. (2«) * 1334. in die Vilify Modesti. Eene area,
siia in parochia S. Jacobi in Trajecto in pla- tea, quae vulgariter dieitur: Upten campe, aan Theodoricus de Tollenbrugge, 'sjaars om ligrossi, grosso regio eomputatopro sedeeim denariis, voor twintig jaren verhuurd, pg. 146. («3). * 1334. in diePraxedis virg. Eene area,
sila in Trajecle loco super campum dicto, aan Lubbertus o?tcft« Vos, en zijne huisvrouw Mabilia, voor al hun leven verhuurd, om 9 so- lidi 'sjaars, pg. 146. ("*>. 1334. des saterdaghs na aire heylighen
misse. Het land , dat Jan van der Lande ge- pacht had, gelegen op Mylant, aan Philips Flans verhuurd tot synen live, jaerlixs um acht punt goets ghelds , pgAkQ. ("5). * 1334. invigil. b.Wtllibrordi. Vier en twin-
tig mergen in Mylant, aan Philippus, dictus Flans, voor zijn leven verhuurd om 8 pon- den 'sjaars, pg. 146. («6). 1334. in vigilia natalis domini. Een stuk
lands, gelegen injurisdictione nostra de Cur- tehoeve, 'sjaars om 20 grossi Turonenses re- gales, aan Peter Hermanszoon in erfpacht uitgegeven, pg. 146. (227V 1335. in vigilia eonversionis Pauli. Eene
hoeve lands {mansus) injurisdictione nostra inLopic, in erfpacht uitgegeven aan Vol- quinus de Wedenhorst de bovenste helft, en. aan Ainoldus Cost van der Hoeve de onderste |
|||||||
16
|
|||||||
taalde de erfpaeht van den tol te Smithusen,
pg. 149. (»56). * 1336. indieb.Agnetis. Aan Peter dictus
Vemdser eene area, sita in vico, qui dicitur Stroesteghe, in eene altoosdurende thins van 20 solidi, jaarlijks te betalen, overgegeven, pg. 149. (237). * l3'SQ.inc?'ast.b.Agnetisvitg. Eene area,
sita apud Nyegraft, tendens retrorsum in longum usque ad vicum, qui dicitur Nyestrate, aan Johan dictus de Eec en zijne vrouw en hare erfgenamen in erfpaeht gegeven om 25 solidi 'siaars, pg.lhO. (a38). {Zonderjaarofdag.) Oude aanteekening
van eenige goederen, door Gheye van Secvelt aangekocht, pg. 150. (l29). 1335. des vrydaghes na S.Matkeus dach.
Accoord tusschen het capitte! en Peter, heer van der Lekke, over het betalen der achter- standige pacht van den tol te Smithusen, en zulks onder guarantie van graaf Reinout van Gelre, en Johan van Cleve, domdeken van Keulen, pg. 150. (24°). Eod. Soortgelijk accoord tusschen dezel-
ven, en onder dezelfde guarantie, hoe in 't vervolg de pacht van gemelde tollen en op vvat termijnen betaald zal worden, pg.lbl. C2*1). * 1300. fer. III. post /est. b. Remigii. At-
test van het capittel van Keulen, hoe veel solidi Keulsche munte een mark zilvers uit- maken, en dat drie denarii bij hen een ko- nings tournoische groot bedragen, pg. 152. * 1193. xrm. kal. Jun. De tol te Smit-
husen door keizer Henrik VI. geconfirmeerd , pg. 153. (*«). * 1219. Indict. VII. De tol te Smithusen
en de curtis Ewyc en Malberge aan de vrouw van Henrick de Smithusen, Machtelda, enhaar dochter Othelda, voor haar beider leven door 't capittel verpacht om 42 ponden en 200 mudden tarwe 'sjaars, pg. 153. C2**). * 1228. Nader verdrag van 't capittel over
denzelfden tol, waarbij 't capittel onder de- zelfde jaarlijksche pacht denzelven overlaat na dode van Othelda, aan een van hare kin- deren voor deszelfs leven, welke zij bij Fol- |
|||||||
pert, Heer van der Lekke, in echte verwek-
ken zou, pg. 154. (j45). * 1255. sabbato ante nativitat. b.Mariae.
Volmagt van 't capittel op zes canunniken, om de 100 mark, welke Henrik van der Lek uit den tol bij verdrag belooft had te beta- len , te beleggen in jaarlijksche renten ; en verdere belofte, dat Ghiselbertus de Aemstelle, hun mede-canunnik, zoo lang hij leefde, de gemelde opkomsten of renten zoude genieten, pg. 155. I246). * 1293. fer.V-postdom.: jubilate. Mandaat
van bisschop Johannes, waarbij Henrik van der Lek, wegens niet-betaling van zijne pacht van den tol te Smithusen, in den ban gedaan en geexcommuniceerd wordt, pg. 155. (2*7). * 1293. fer.V.post b.huciae. Transfix van
den voorgaanden brief, waarbij aan den Bis- schop kennis gegeven wordt, dat het voor- staande mandaat in Dordt en twee andere ker- ken ter executie gesteld is, pg. 156. (2*8). * 1255. mense Aprili. De tol te Smithu-
sen voor dezelfde jaarlijksche pacht, alsvoor- heen , aan Henrik, heer van der Lek, in eene altoosdurende erfpaeht weder uitgegeven, pg. 156. (^9). * 1285. in crast. invent. S.Crucis. 't Ca-
pittel belooft aan Henrik van der Lek den schuldbekendtenisbrief weder uit te reiken en over te geven, zoo ras hij de beloofde 700 ponden, en verdere schuld, betaald had, pg. 157. i^°). * 1287. in vigil, b. Willebrordi. Bevel van
den prior S. Pauli, als judex subdelegatus, om Henrik, heer van der Lek, te excommu- niceren, pg. 157. (2Sl). * 1274. xr. kal. Jun. Henrik van der Lek
neemt aan , de achterstandige pacht van de tol op zekeren termijn, onder verbeurte van 't geld, hetgeen Th., diot. de Alcmathe voor hem betaald had, te zullen betalen, pg. 158. b52). * 1271. in crast. commemorat, animarum.
Henrik van der Lek, oudste zoon van heer Henrik van der Lek, belooft binnen zekeren tijd ter verheffing van den tol te Smithusen, te Utrecht te zullen komen, om zijn' eed af te leggen, pg. 158. (253), |
|||||||
17
|
|||||||
Uitspraak wegens de geschillen over het tes-
tament van bisschop Henrik, pg. 165. (a62). * 1288. in die b, Galli confessoris. Jaco-
bus Speyhut bekent de jurisdiclio secularis en de tienden vanMilant, en twee hoeven {man- si) in hure genomen te hebben van 't ca- pittel voor zeven jaren om 15 ponden 'sjaars, pg. 166. (263). * {Sine anno vel die-) Eenige oude statu-
ten, hoe zich te gedragen, zoo een canunnik gevangen wierd; en andere statuten, ten op- zigte der gemeene capittelen, pg. 167 sq. U<5''). * 1253. mense Septemb. Tien canunniken ,
uit ieder capittel twee, aangesteld, en ver- volgens jaarlijks te verkiezen, om de regten der kerken voor te staan , pg. 169. (a65). * 1286. fer. IF. postfestum b.Martini hye-
malis. Compromissoriale uitspraak over de geschillen tusschen het capittel en Johannes Tidemanni, wegens eene praebende, welke de deken Enghelbert weleer bezeten badde, pg. 169. U66'. * 1253. ///. non. Aprilis. Koning Willem
permitteert aan het capittel, om de keizer- lijke praebende aan twee priesters te mogen geven, pg. 170. (j67). * 1279. in octav.b. Martini hyem. Theod.,
diclus Luy (?) ontvangt in erfpacht een halve hoeve, behorende tot de curtis in Selehorst, alle jaar om 8 solidi, pg. 170. (a68>. * 1306. sabbato post Vintoris. Door Henr.
dictus Friso aan 't capittel jaarlijks te betalen twee pond, zoo lange hij niet zoo veel aan vaste renten aan het capittel zal geresigneerd hebben, pg. 170. (269). * 1286. in invent. S. Crucis. Theod., diet.
de Gowege bekent, tot de memorie van canun- nik Hugo, van deszelfs executeurs ontvangen te hebben tien ponden, om daarvoor een jaar rente van een pond te bezorgen, pg. 170. (27°). * 1287. sabbato post feslum b.Katarinae.
De canunnikBodolphus bekent, aan de exe- cuteuren van Johannes de IVIerloe ten behoeve van de kerk verkocht te hebben eene jaar- lijksche rente van 15 solidi; zijnhuis, 'tgeen hij bewoonde, en zijne praebende daarvoor verbindende, pg. 171. (270- |
|||||||
* 1296. in die Penteeostes. Henrik, heer
van der Lekke, verzoekt van het capittel, om 200 mark aan zijne vrouw tot een donarie op den tol te Smithusen te mogen assigneren, pg. 158. (*54). * 1295. sabbato quasi modo geniti. Het
kerkehjk interdict tegen Hendrik, heer van der Lecke, over het niet betalen der pensie van den tol, uitgesproken, op verzoek van graaf Florens van Holland, bij provisie door den bisschop Johannes opgeheven, pg. 159. * 1294. fer. IV. post convers. b. Pauli. De
kerken en plaatsen, vvaar de geexcommuniceer- de Henrik, heer van der Lekke, mogte verkeren of vernachten, onder een kerkelijk interdict ge- bi'agt door bisschop Johannes, pg. 159. (j5>>*). * 1259. mense Augusto. De eigendom van
eenige leengoederen in Kovelswade, door Ge- rard us de Hamme verkocht aan 't capittel, door bisschop Henrik afgestaan, en in plaats van dien weder twintig morgen onder The- niaet tol een leengoed door denzelven opge- dragen, pg. 160. (a56). * 1290. fer. II. post Tyburtii. Bevel van
"t capittel aan die van Cortenhove, en Tan- ken vene, om niemand anders te erkennen, dan EgidiusBlok, aan wien zij hun gerecht aldaar hadden overgegeven, pg.lQl. (257). 1310. op S. Bonifaeius dach. Sweder,
heer van Abcoude, bekent van 't capittel in erfpacht tot synen lyve ontvangen te hebben het gerigte, tinse en tiende van Cortenhove en Tankenvene met het gericht van Horst- weerde ende lndyx tiende, om hondert pont goetgelt 'sjaers, pg. 161. (258). * i 176. Indict. IX. De grove en smalle
tienden te Otterlo, door Baldewinus aan 't ca- pittel afgestaan, pg. 162. (aS9). * 1231. II. non. Octobr. Verdrag tusschen
het capittel en de stad over het gemeene huis of de negen kameren van hetzelve, bij de burgbrugge, pg. 163. (*6o), 1308. Frijd. na om H. hemelvaert. Ver-
drag des capittels en der stad, wegens de thins- regten van den ommeloop, pg. 164. (a6t). * 1271. fer. III. antefestum b. Laurentii.
|
|||||||
18
|
|||||||
* 1308. dom.: Misericordia domini. Henr.,
Virse (?) en Joh.de Campo bekennen jaarlijks 20 solidi schuldig te zijn, tot dat zij dezelve in een vastejaarrente zouden belegt hebben, pg. 171. (»72). * 1326. dom.: reminiscere. Door't capit-
tel gepermitteerd, de renten uit 't eene claus- trale huis op bet andere te mogen verleggen, of op andere goederen te mogen constitue- ren, pg. 171. (273). * 1306. in die b. Gervasii fy Prolhasii. Ni-
eolaus de Volde bekent, jaarlijks uit zijn huis schuldig te zijn een rente van b ponden, pg.ni. W).
* 1313. in die b. Katarinae virg. Willem
de Zittert, canonicus, verpandt zijn claustraal huis, ty curtim ipsi domui attinentem, aan 't capittel voor een jaarlijksche rente van 4 pon- den, pg. 172. (37s). * 1202. Statuut van het capittel over de
opkomsten der vacante praebenden, hoe te gebruiken, en wat een nieuw verkoren in de eerste twee jaren zal trekken, pg. 172. (>76). * 1238. Statuut van't capittel, datiemand
der canunniken, monnik wordende, het an- nus graliae zal genieten, even als een afge- storvene, pg. 173. (a77\ * 1238. in die Luoiae virg. Statuut van't
zelve, hoe lang een canunnik afwezig inag we- zen, en van vvien die absentie te verzoeken, en te verkrijgen, pg. 173. (278). * 1264. in crast. b. Mathiae apost. Sta-
tuut van 't capittel, hoe lang een gestorvene, of monnik gewordene, canunnik de opkom- sten zijner praebende sal genieten, alsmede welke opkomsten aan een afwezige (foraneus) canunnik zullen uitgereikt worden, pg. 174. (279). * 1321. in crast. exaltat. S. Cruris. Sta-
tuut, dat ieder nieuw gekoren canunnik aan 't capittel een voeder wijn (carrata. boni vi- ni), of, in plaats van dien, 30 ponden zwarte tournoizen zal betalen, pg. 175. (l8°). * 1334. fer. III. post GervasiiSf Prolhasii
mart. Unie en verbindtenis der vier capit- teleu, waarbij acht procuratores aangesteld worden, om de regten en oude gewoonten |
|||||||
der vier capittelen tegen het Dom-capittel te
maintineren, pg. 175. (a8»). * 1198. Indict. I. De Graaf van Holland
geeft aan de vicarie van S. Greorgius zeker goed , bij Naltwijk gelegen, pg. 176. (a82). 1310. salurd.naonsH.hemelvaert. Uit-
spraak van Bisschop Guy en den Graaf van Hol- land , over 't geschil tusschen den capellaan der voorgemelde vicarie en Willem van Naeltwijk, aangaande de jaarlijksche pacht van't goed: dePoel, aan die vicarie behorende, pgATl. (283). * 1331. fer. II. post dom.: quasi modo ge-
niti. Geen castelein op Dyepenheim te zetten of ontzetten door den Bisschop, dan met over- leg van het generale Capittel van Utrecht, pg. 178. (28*). 1331. vridaghesnaS.Pontiaensdach. Door
den Bisschop en de vijf Capittelen aan den Heer van Boecstelle verkocht 200 ponden jaar- lijksche renten uit den tol te Renen, binnen vijf jaren losbaar met 2000 ponden: welk geld in mindering zou strekken van de koop- penningen, waarvoor de Bisschop van den Heer van Boxtel gekocht hadde de heerlijk- heid Dyepenheim en het graafschap Dalen, pg.VSsqq. (sSS). 1336. dinsdaghes na S.Margarilen dach.
Dideryc v. Herlaer, here van der Ameyde, rid- der, bekent, in pachtgenomen te hebben van 't capittel » tot zynen lyve, ende zyns oudsten zoons lyve, hare helfte van den gerechte, van tinse ende tienden, groot ende kleine van twaalf hoeven lants, gelegen tusschen der Amey- de ende Merkerke, om een jaerlixe pensie van twintig ponden"; subpacto obstagiali, pg. 181. (»86). 1337. donderdaghes na S.Petersdach ad
cathedram. Aan Geerlof, Ghelis Ketelmans- zoon, tot eene ewelyke erfpacht door 't capit- tel verpacht anderhalf viertel lands in Hede- kendoerp, om vier pond jaarlijks, pg, 181. t*87). * 1337. eodemdie. Re-versaal voor schout,
schepenen en raad van Oudewater, afgegeven door den gemelden Geerlof, gepasseerd we- gens de yorenstaande erfpaoht van anderhalf |
|||||||
19
|
|||||||
viertel lands te Hedekendorp, pg. 181. (288).
* 1337. fer.III. post: reminiscere. Johan-
nes van der Hoele bekent, voor zijn leven in pacht genomen te hebben vier en een half mor- gen lands, gelegen in Leysweteringhe, inter quandam communilatem terrae de Woerden, 'sjaarlijks pro quatuor libris fy septem soli- dis fy sex denariis, pg. 182. (2a9'. * 1360. ipso die b. Remigii. Verscheide
landerijen door Arnold, heer van Yselstein , aan de kerk aldaar geschonken, om de op- komsten derzelve uit te deelen aan die genen, welke de horae canonicae in die kerk zonden zingen, pg. 182. (29°V * 1338. in crast. b. Remigii. Ricardus de
Embrica door 't capittel aangesteld tot gevol- magtigdeop dentolteSmithusen, pg. 183. 29'). * 1338. in die b.Urbani. Door 't capittel
eene area in der Tollensteghe in erf pacht uit- gegeven aan Joh., diet. Witte, pro anno pacto quinque solidorum cum duobus pullis, vel pro divtispullis unum solidum, pg.183. t292). * 1338. in oolava b. Laurentii mart. Eene
area indei'Werde, inoecid. parte fossati, aan Henrick, diet. Potter in erf pacht gegeven pro anno pacto septem solidorum. pg,\S'i. (293). 1338. maandaghes na der Apostelen dach
divisio. Aan Gerard Wouterssoen in een ewe- ljke erfpacht gegeven een hofstede, gelegen in de Boterstrate, elx jaars om 25 groter Co- nynx tornoysen , pg. 184. (294). * 1338; in crast. b. Laurentii. Aan Gerar-
dus, did. de Wede, een mansus terrae, situs in Wede juxla Wiltenborch, voor negen j aren in pacht uitgegeven , 's jaars om 13 ponden en 10solidi, $ pro sedeeimpullis. pg. 184. U95). * 1336. in vigil. b.Miohaelis archang. Aan
Heyn Wouterszoon en zijn zoon Elyas, voor hun beider leven verpacht de helft van zes- en-twintig mergen lands opteZemele, 'sjaars om 10 ponden en lOhoenders, pg. 184. t29fl). * 1338. ipso die S.Fabianitf- Sebasliani.
't Capittel bekent, vanAlard, diet, de Voele- ken , vicaris, ontvangen te hebben 50 ponden , pm uit de opkomsten van dien tot eene me- morie voor Nicolaas vande Vglde, eertijds de- ken, op zijn jaardag of anniversarius te dis-. |
|||||||
tribueren 15 solidi, en in 't anniversarius
van Ghiselbertus, capellanus capellae comitis Hollandiae, quinque solidi; en de meerdere opkomsten zou hij, zoo lang hij leefde, be- houden, doch na zijn dood zouden daaruit 30 solidigedistribueerd worden, tempore, quo memoria Conradi, prae memoriae episcopi $■ fundaioris dictae Ecclesiae nostrae inibi peragi §psalterium legi solet; hetgeen dan nog van die opkomsten overbleef, zou jaar- lijks uitgekeerd worden tot eene memorie op deszelfs jaardag, pg. 185. (297). * 1338. in domin.: laetare. Aan Wouter
diet. Helmslagher en zijne vrouw en erfgena- men, eene area in Zadelstrate, in erfpacht gegeven pro annuo censu duodecim solido- rum , novem denariorum fy unius obuli, pg. 185. (298). * 1338. in crast. puri/icalionis b. Mariae.
Voor negen jaren aan Johannes de Ooestrom (Oestraem ?) verpacht een mansus, sita ultra Leckam retro castrum Vyane in loco vulgari- ter appellato Vpmile, 'sjaars 22 ponden ni- grorum Turonensium, pg. 185. (299). * 1338. in crast. b.Miohaelis. Twee vier-
tels lands in de parochie van Lopick in erf- pacht uitgegeven aanTheodoricus, diet, vander Hove, 'sjaars om 10 ponden, voor hem en zijne erfgenamen, ita quod in perpetuum dicta concessio ad unam personam succes- sive fy apud unam permaneat indivise, pg. 186. l3°°). 1338. Fri/daghes na S. Remeys dach. Een
eigenhorige met zijne vrouw en kinderen uit de eigenhorigheid ontslagen, en tot curme- digen gemaakt, en zijn goed in de parochie van den Anstoyt ten cuermedigschen regten gegeven, pg. 186. (3ol\ * 1338. in oclava S. Martini hyem. Twee
areae vpten Campe, in erfpacht gegeven aan Lubbert, diet. Vos , pro annua pens ione triginta solid»rum_, pg. 187. (3°z). 1338. Manendaeghe na S. Niclaes daghe.
Sophia van Oenerhorsts beleend ten Zutphen- sche rechte met den Hof ter brake, de gele-r ghen is tot Hurde, pg. 187. (3°4). 1338. Vrydaghes na o. Remeys dach, De-
|
|||||||
20
|
|||||||
brief nog eens, zoo als hier voren onpg. 186.
reeds geregistreerd is, pg. 188. l*°3). 1339. des woensdaghes in ons Herenpassie
■weke. Aan Herman Mertenssoon voor zijn leven verpacht zeven en twintig en een halve morgen lands in Camerik, 'sjaars om ^pon- den, pg. 188. (3). 1339. Woensdaghes na Paesch dach. Aan
Jacob Rammekijns zoon, tot een eweliken erf- paclit uitgegeven eene hofstede, gelegen in de Zadelstrate , 'sjaars om 14 goede groten, pg. 189. (3°7). 1339. Saterdaghes na Paeschen. 't Goed
ter Steglie en alle regt, welke Heyne van der Steghe daarop hadde, voor den reenter van Veluwe weder afgestaan aan 't capittel, pp. 189. (9o8,. * 1339. fer.Vl. post Marci euang. Eene
urea, sila in insula versus orientalempar- tem , aan de zoons van Dirk, diet, vanden Ho- ghenlande in erfpaclit gegeven, sub annopac- io viginti solidorum, pg. 189. (3o9). 1339. Saterd.naPaeschen. Dezelfdebrief,
wegens 't goed ter Steglie, als straks te vo- ren op pg. 189. pg. 190. (3l°). * 1339. in vigil, assumpt. b.Mariae. Aan
Woltherus, dictus vptenDike, de goederen weder beleend, zoo als zijn vader dezelven bezetenhad, pg.\9Q. I5'1). * 1339. in die b. Marci euang. Eene area
in de Koornmarkt, aan Henrik Kreit in erf- pacht gegeven , sub annua pensione duodecim solidorum, pg. 190. (3»2). * 1339. in die decoll. S.Joannis Bapt. Een
mansus, situs super Kovehvade, aan Wilhem did. deStremmaat voor zijn leven verpacht, 'sjaars om 18 ponden, grosso Turonensi regis pro XII. denariis computalo, et anti- quo Brab. pro tribus denariis, pg. 191. I5'3). * 1340. in die b. Bartholomew. Een man-
sus , situs in Suesserenghe, alsmede acht mor- gen aan Nanno Jacobszoon voor zijn leven ver- pacht, 'sjaars om 15 ponden, pg. 191. (3l4). * 1339. in die b. Barbarae. Eene area in
de Tollensteghe aan Herbordus, diet, van Pa- laes in erfpacht uitgegeven sub annuo j acto septem solidorum , pg. 191. (3l5.. |
|||||||
1340. op S.Pouwels avont in den after
winter. Door 't capittel en de stad Utrecht tot eene ewelike erfpaeht aan Peter Walmaer, een werf, after vpte graft aan synen huse in de Linemaerct, breed 25 voeteu, elx jaars om 25 groten, pg. 192. (3»6). Eodem. Door dezelven insgelijks in eene
eeuwige ei-fpacht aan Johannes van Vynen uitgegeven een warf van tiende half voeten breed, after vpte graft aen sinen huse in de linenmarct, elk jaar om tiende half gro- ten, en wel op dezelfde conditien, als in 't voorgaande stuk, pg. 193. (3l7). Eod. Aantekening, dat op dezelfde voor-
waarden nog een werf aldaar, van elf voeten breed, was uitgegeven aan Jacob, dictus van dierVischmaerct, om elf groten, pg. 193. (3l8). Eod. Aantekening van de uitgifte van eeu
werf, van 10 voeten breed, aan Johan van Ameronghen , om 10 groten, pg. 193. (3l9). * 1339. in die b. Luciae. Een mansus,
gelegen in de Wierse, voor dertien jaren ver- pacht aan Theodoricus, dictus Moelenaar, om 12 ponden 'sjaars, pg. 193. (32°). 1339. op aire heilighen avont. De tienden
in 't Goye, groot en klein, voor tien jaren in pacht gegeven door 't capittel aan Heer Henrik van Viancn, ridder, » tot behoef des kinds van den Goye, daer hi mombaer of is," 'sjaars om 230 ponden, voorbehoudens, dat Henr. van Vianen alle jaar, zoo hij wil, des pachts verdraghen sal wesen, pg. 19.4. <32i). * 1341. Mart 4. Een viertel lands in Cor-
tehoeve aan Nicolaas en Dirk, dicli Ram- poyz, voor hun beider leven verpacht, 'sjaars om 5 ponden , pg. 194. i5^). * 1341. ultimo Mart. Vier morgen lands
in Strilant aan Arnold en Peter, diet. Wedighe, voor hun leven verhuurd pro annuo paclo sex librarum; alsmede aan dezelven nog verhuurd aeht morgen, sila in jurisdictione GhiselbertideWeyde, om 8 ponden 'sjaars, pg. 195. (3a3). * 1341. in die convers. Pauli aposl. Eene
area in de Stroesteghe in eene erfpacht uit- gegeven aan Herman, dictus Beel pro annuo pacto xxrm. solidorum, pg. 195. I3*4;, |
|||||||
fll
|
|||||||
men te eyschen pleghet, et si heren orloghe,
here ofte brant, somervloet, wintervloet, of enegherhande punten die men eyschen mochte; addito pacto obstagiali, pg. 199. (33*). 1351, op S.Phillips en S.Jacobs dock. Ghi-
sebrecht uten Goye, Borggrave van Utrecht, bekent, van 't capittel gehuurd te hebben tot elf jaren toe, die tienden in 't Goye, grote ende clene, elkes jaers om 375 pont swarter Tornoyse ; itidem sub pacto obstagiali, pg. 200 scj. (333). 1354. oplen leyslen van Mey. Aan Johan
Everaerd Louwekyns sone verpacht de tienden tot Roemde ende tot Gellinchem voor ses jaren, elk jaar om 95 pont, mits te korten, zoo de hertog van Gelre die tiende name, pg. 202. (336). 1354. des vrid. na S.Johans dach anlepor*
lam latinam. In pacht gegeven aan Johan van Harlaer, heer vander Ameyde, tot synen ly- ve, des capittels helfte van den geregte, tinse en tienden, groot en klein, van twaalf hoc- ven lands tussehen Ameyde en Merkerk, om eene jaarlijksche pensie van twintig ponden, pg. 202. l337). 1355. Nov. 12. Brief van bisschop Johan,
belovende geen' oorlog of vrede te maken bui- ten consent der ecclesien, pg. 203. (33S). Eod. Brief van denzelfden bisschop, dat
hij in den tegenwoordigen oorlog met den graaf van Holland geen' zoen zal maken, dan met consent en goeddunken der drie staten, pg. 203. C339). * 1356. Mart 5. Statutaecclesiaederecep-
toribus, dictisbastonis, quibastonarii vocaban- tur, pg. 204. l34°). 1355. in vigil, b. Remiyii. Reversaal van
een' huurbrief van een viertel lands in Loos- drecht, verhuurd aan Aernde Reyners sone en zijn'zoon, alsmede aan Peter Lutaert en zijn' zoon, en zulks voor het leven van hen vieren, 'sjaars om 4 ponden, w*.204. (3<il). 1352. saturd. na S. Mathys dach. Ver-
drag tussehen het capittel en de stad, over 'tverhogen en vermaken van de strate in de Montade, tot aan den rooster van't kerkhof, en 'tzetten van eene put aldaar, pg.'lOb. (3/*2). |
|||||||
* 1341. Marl 4. Een viertel lands in trech-
ter vene, injurisdietione praepositi majoris eeclesiae^ aan Hugo en Johan de Wedighe, voor hun beider leven verpacht, pro anno panto xi. solidorum, pg. 195. (325). * 1340. in vigil, apostolorum Symonis <$
Judae. Veertien morgen lands in 't Goye, aan Gerhard en Johan dicti Harinc voor hun beider leven verpacht, pro annuo paclo nil. librmrum, pg. 196. l3*6). 1341. saterdayhes na Pinxleren. Eenige
goederen in Oestenwoude weder beleend aan Wouter, diclus Up ten dike , alsmede aan Mat- tlryes Voelemanne van Campen, pg. 196. (327). (342. op S. Pouwels avont in den after
winter. In eene eeuwige erfpacht aan Dirk vanJutfaes uitgegeven eene halve hoeve lands, gelegen in Jutfaes, alsmede nog een viertel lands, 'sjaars om 24ponden, pg. 196. C328J. 1342. donredayhes na miifasten. Aan
Alard vanden Wale, tot zijn lijve in pacht gegeven twaalf morgen lands te Scalcwic, elk jaar om 16 pont goet gelds, en om acht hoenderen, pg. 197. (^J1. * 1342. ipso die b. Ambrosii. Eene vicarie
op 't altaar S. Crucis, in de kerk van S.Ma- rie , gesticht door Gheyo van Zechfelt en zrne vrouw Aleydis, pg. 197. (33°). 1336. des anderen dayhes na 0. Vr. misse,
die heet: purificationis. Accoort van 't capittel met Peter vander Lecke, over de verschuldigde erfpacht wegens den tol te Smithuizen , en de daarop verschuldigde penen wegens wanbeta- ling van dezelve, pg. 198. I33'). * 1340. Octob. 12. Accoord met den exe-
cuteur van het testament van HugoPollaert, wegens het daarbij gemaakte legaat van hon- derdduizend gebakken steenen , tot opbouwing van het nieutve choor der kerke, pg.198. (33*). 1312. op S.Martyns avond in den winter.
Ghisebrecht van Nywenroden bekent, van 't capittel in pachte tot synen lyve ontvangen te hebben de tiende, thins ende gerechte, gelegen in Broeclederweert, pg. 199. (333). Eodem. De pachtbrief zelve daarvan, en
wel 'sjaarlijks om sestien pont swarte pay- ments, vrijgelt, alle tientrecht wtgheset, dat |
|||||||
22
|
|||||||
de , elk jaar om 115 goede oude gulden vranc-
ryxe sehilden , pg. 210 sq. (350. 1387. vrydaghesna S.Gervasius en S.Pro-
thasius dach. Door 't capittel aan huu con- canonik Hemic van Beesde, in eene eeuwige erfpacht uitgegeven elf morgen lands in Ber- wouds-weerde in de parochie van Woerden, elk jaar om twaelf pont penninghen, pg. 212. (35^). 1395. vryd. na S. Margare/en dach. Ver-
drag tussclien'tkapittel en Heurik then Have, wegens de hofhorige regten van den zetelhof tot Oene, gepasseert voor den rechter van Veluwen, Arnt ten Boechop, pg. 213. (353). 1393. donred. post diem omn. Sanctorum.
De hof Apelderhave te Aneldoren om zeven- tien mudde rogge jaarlijks, door 't capittel verhuurd aan Albrecht van Willinchusen, voor zich , zijn' zoon en zijne kleinzoons le- ven gedurende, ^.214. (354), * 1336. in crast. b. Agathae. PetrusVemd-
zer bekent, in erfpacht genomen te hebben eene area in de Stroesteghe, om een jaar- lijksche tins van 20solidit pg.2\b. (335). * 1348. fer. V.post dominvcam in quadra-
gesima, qua cantatur: judica. Drie mor- gen lands in Tankenveen verhuurd aan Bee- ro, filius Emondi, en zijn' zoon Petrus, voor hun beider leven, sub annuapensione trium scudatorum liberaepecuniae, pg. 215. (356). * 1351. fer. IF. post Valentini marty-
ris. Johannes Bolle bekent, op nieuw ge- huurd te hebben voor hem en zijn dochters zoons leven, quinque virgas Veni secundum latum, situs in jurisdictione archidiaconi Trajectensis, annuatim pro viginli solidis, pg.llb. C357). * 1351. sabbato post b.Luciae virg. Johan-
nes Cose, en zijn broeder Aruoldus, dictus Welle, bekennen op nieuw van het capittel gehuurd te hebben, eene hoeve lands, in Ben- scoep, in jurisdictione domini de Yselsteyn. naast de kerk ten noorden gelegen, in hunc modum, quod Johannes Cose praefatus .... omnia Sf singula onera $ pericula de Jlu- viis hyemalibus Sf aestivalibus, deincendio, de praedd, de spoliis, de exeroilu, de de- |
|||||||
* 1357. sabbato post feslum omnium Sanc-
torum. Attest van den cancellier vanPargs, ilat het proces tussclien Johannes de Orato- rio , archidiaconus, praepositus et canonicus ccclesiae B. Mariae Trajectensis, en het capit- sel, bij minnelijke schikking , vereffend was , pg.'ZQh. (343). 1357. maend.na S. Lucien dach. Belofte
van den Landconimandeur des Duitschen Huis, om deszelfs pacht aan 't capittel te betalen , schoon de stad van dat goed iets afgegraven had, pg. 206. i344'. L358. op S. Agnitten dach. Aan Gheryt
Ruuschen, tot synen lyve. verhuurd twaalf moreen lands in 't Lijnpad, 'sjaars om 42 ponden en 12 hoenders, pg. 206. (3*5), 1349. op S. Thomaes dach. Verdrag tus-
sclien den abt van S.Pouwel en 't capittel, over 't betalen van eene rente van 12 pond, wegens 't verdrag over de tienden te Vande- rik, Hesel en Ophemert, pg. 206. (346). Eod. 't Verdrag zelve, tussclien den abt
van S. Pouwels en 't capittel, over die ge- melde tiendens, pg. 207. (347\. * 1340. sabbato post feslum bealor. Petri
§■ Pauli. Statuut des capittels, over de vi- carissen , 't verdeelen der meraorien en prae- sentien, en 't waarnemen der officien, door da hebdomadarii, pg. 207. (348). * 1359. in vigilia Paschae. Reversaal,
waarbij Johannes de Voeiden bekent, van bet cajjittel gehuurt te hebben vier morgen lands, gelegen in Lancbroec, tien jaren lang, het eerste jaar om drie pond, de volgende negen jaren om vier pond , vrij gelds, pg..2Q8. '3*9\ 13G0. op aire heylighen avond, Reversaal,
waarbij Theodoras de Weyda bekent, weder voor tien jaren gehuurd te hebben acht mor- gen lands, daar hij zelfs op woont, 'sjaars om 20 ponden ende om 4 stuivers, pg. 209. (35o). 1388. ditixd.najaersdach. Door het ca-
pittel aan Willem, heer van Abcoudeen Duer- stede, voor een' tijd van zeventien jaren ver- pacht het gherechte, tinse ende tiende van Cortehoeven ende van Tankeveene, 't ge- Eechie van Horstweerde, ende Yndijcs tien- |
|||||||
23
|
|||||||
vaslatione per aliquem exercitum, de ex-
actione cujuslibet domini vel dominorum, de rupiura vel fraclura aggeris vel ag- gerum, de contributione, de aquaeducti- bus, de fossatis novis vel antiquis pttralis vel reparandis, simul cum sensu , si prae- dicta terra nostra censualis esse reperia fueril, vel alias quulitercunque vel emer- gcntia supportabit, ac solvet Sf deliberabit sub laboribus suis periculis Sf expensis no- bis vel camerario noslro .... singulis annis vigitUi novem tibras nigrorum monetae cur- rentis, en zulks gedurencfa hun beider leven, pg. 217. (). * 1.352./'er. H.postfestum b.Malhiae apost.
De gebroeders Willem en Arnold, die. Ley- den , bekennen, voor bun beider leven ge- huurd te hebben , eene halve boeve lands, gelegen in loco, diclo: an den ouden Rijn, in jurisdictione Wilhelmi de Marne, in pa- rochia civilis ecclesiae Trajectensis, jaarlijks om zeventien pond swarten en zes hoenders, ■non obstante quacunque sterilitate sen fruc- tuum devastaiione, vel demolitione out oc- easione alia qualicunque .... adjeclum fuit insuper, quod si generalis exactio de tal- lione jugerum, dicta vulgar iter morghen- gbelt, Jieret in episcopaiu Trajectensi citra Yslam, cut exactioni nos decanus et capi- tulum praedicti consentiremus, talempecu- niam deberent Wilhelmusfy Arnoldus fratres praedicti pro tunc exponere, nos veto de- bemus eisdem illam pecuniam poslea de suo
pactu in ultimo termino illius anni favora- biliter defalcare, pg.218. C?%). * 1352. sabbato post festum Sacramenli.
Aan Hejnemannus, fil. Pauli de Hoeve, voor zijn leven veilmuid een viertel lands in Loepic, jaarlijks om 8 ponden swarten, en wel onder dezelfde conditien, vvoordelijk zoo als in den voorgaanden brief ook gevonden worden, pg. 219. (36o). * 1352. in crast. exalt. S. Crucis. Ever-
hard diet. Scoute, bekent, voor zijn leven ge- huurd te hebben eene halve hoeve lands, in parochia de Werconden annualim pro quin- deeim libris nigrorum > pg. 220. I3?1). |
* 1352. Oclobr.1. Aan Petrus, diet. Koc
verhuurd voor zijn leven, vier en een halve morgen, Dirxs hofstede genaamd, gelegen in jurisdictione archidiaconi Sf praepositi ec-
clesiae S. Salvatoris in parochia ecclesiae deVloeten, in loco diclo: ten Oldenhusen, jaarlijks om 12 pond swarten, pg. 221. (^2). 1355. sabbato post domin.: reminiscere. In eifpacht aan Gjsbrecht, diet. Koornekijn, verhuurd drie viertalen lands, gelegen in den kerspel van Montfoorde tachthoeven, elk jaars om 20 pont swarten ■■ » vryes gheldes te le- veren ons ende onsen capetel voerseyt com- merloes binnen Vtrecht in ouser montade op sinen cost, anxt ende arbeyt; ende wy en sel- len hem niet ofslaen of of corten van enighen seade .of van enighen coste, de op dit vor- screven lant vallen, of de hi der op reken niochte van wintervloet, van zoemervloet, van haghel, snee , donre, blixen, heye (sic), wint, water, reghen, of van enighen ander onweder of tempeeste, of van oorloghe of vyantscepe, die die biscop van Vtrecht of borchgrave van Montforde, de is inder tyt, of anders enich Here of minsche hebben mochte teghen ye- ment of van scattinghen of van morghen- ghelde, dat de biscop van Vtrecht of de borchgrave voerscreven, of anders enich Here of minsche nemen mochte, of van diken, van weteringhen , van sloten, van graven, of van brande, of anders in enighen manieren. .... Voert sint voiwaerden, dat dat voerscreven lant sal altoes bliven alinghen ende ongescey- den an euen erfname of an enen nacomeline Gbisbrechts voerscreven." pg. 222 s<j. (3651. * 1355. sabbato post fest. b.Gregorii papae.
Voor den tijd van tien jaren aan JNicolaus fil. Rotaerdi, verhuurd vier morgen land, in parochia de Werconden in jurisdictione de~ canity capituli ecclesiae B. Martini, in loco dicto vulgariler: Semele , pro quinque libris nigrorum, absque defalcalione Sf contradic- tione qualicunque solvendis singulis annis .... adjeclum est insuper, quod si generalis ex- actio de tallione jugerum, dicia vulgariler morghenghelt, cut exactioni nos decanus Sf capitulum praedicti consentiremus rJierit in |
||||||
24
|
|||||||
bij de bakkerbrugge binnen Utrecht, elk jaars
om een pond, onder voorwaarde, dat het wa- ter van 't kerkhof door dien zyl gelegd mogte worden, pg.2%\. (37»). * Eod. Aan Theodorieus, fil. Ghiselb. de
Roden, voor deszelfs leven verhuurd twaalf mor- gen lands aan den ouden Rijn, in jurisdictione fVilhelmi de Maren, jaarlijks om 24 ponden vrij gelds en acht hoenders, pg. 232. (372). Yib7.fer.VI. post dom.: misericordia doin.
Door jonkvrouwe Yde, Araouts Borren doch- ter, opgedragen aan Wouter van den Velde, eene halve hoeve lands in den kerspel van Larsen, om een jaarlijksche thins van 8 schel- lingen , pg. 233 sq. (373). * 1357. fer. II.post dom.: cantate. Ame-
longs goet, in parochia de Wye # Heyne, aan den rector capellae sacramenti in Has- selt, atgestaan voor een jaarlijksche thins van 4 grooten, pg. 235. l37*;. * 1357. in vigil, ascensionis domini. Con-
firmatie van de voorgaande uitgifte, door bis- schop Johannes, pg.236. l375). 1357. sabbato post ascens. domini. Aan
Coenraat Buys, in huurwere gegeven, eene halve hoeve lants, gelegen in den Hogen Byesen in der heren gherechte van S. Mar- tyns, geheten Vrouw Hannekyns lant, voor den tijd van tien jaren, 'sjaers om 18 pont vry gelts, en 8 hoenders, pg.2Z7. (376). * Eod. In huurwere gegeven aan Adam
Aernoutssone twee halve hoeven lants, ghe- leghen in dan Hoghen Byesen in der heren gherechte van S. Martyns , die vroutve Han- nekyns lant geheten syn ; gedurende tien ja- ren , jaarlijks om 36 ponden vrij gelds, en 16 hoenders, pg. 238 sq. l377). 1357. in vigilia b. Jacobi. Aan Jacob,
den Scriver van Scoenhoven, verhuurd voor zijn leven achttien morgen lands in Lopic, jaarlijks om 40 pont swarten, vry gelts, pg. 240. (378). 1357. des vryd. na Korsdach. Transport-
brief van drie morgen lands in Lopic, door Emond van der Goude, voor schout en land- genoten opgedragen in eigendom aan 't ca- pittel, pg. 241. (.379). |
|||||||
episcopaiu Trajectensi citra Ystatn 6f in lo-
co, ubipraedicta terra sita, talempecuniam deberet Nicolaus praefatus pro tunc expo- nere, nos vero debemus eidem Mam pecu- niam postea in ultimo termino illius anni favorabiliter defalcare, pg. 224. (364}. 1355. sabbato post festum Paschae. In
erfpaclit gegeven aan Johannes Hoefvliet, drie morgen lands, die gheleghen syn in Loe- pic in onsen gerechte, elk jaars om seven pont swarte » ende dit voerseyde lant sal altoes bliven aen enen erfname mit vorwaer- den, als voerscreven syn." pg.22b. (365). * 1355. fer.IV.post festum b.Bai-tholomei.
Zeventien morgen, nog 14 hont, nog 2 hont, in Odijk, alsmede een kamp van 4 hont, en dan nog een en twintig morgen in Actenvelt, aan Bartholomeus Reynoldszoon voor zijn le- ven verhuurd pro pensione decern Sf octo librarum ; zullende na zijnen dood zijne zus- ter, of zijn oudste zoon of dochter in de huur opvolgen, pg.226. (366). Eodem. Aan JanClaessone de Polsbroec,
en Dii'k Ghoemensz. voor tien jaren ver- huurd eene hoeve lands in Polsbroek, inju- risdictione Gheraerdi de Vliet, jaerliks om 30 pont swarten, vryes ghelts sonder afslaen van enighen onraet die daerop vallen moch- ten, pg.227. Wl). 1355. fer. IV- post nativ. b.Matiae virg,
Voor tien jaren aan Werner Ghenens zoens- zoon Johan, ofte sinen erfnamen, of syns ghe- brake, den Buddixweert inden gerechte v.Jaers- velt, jaarliks om 4 pont swarten, pg. 228. (3S8). 1356. sabbato post translat. b. Martini.
In erfpacht gegeven aan Bertoud van Ecke, veertien morgen lands in Lopic, elk jaers om 16 pont, 13 scillingen ende vier penningen vrys ghelts, pg. 229. (36g;. 1357. fer. VI. post dam.: invocavit. Ver-
huurd aan Gheraerd den Groten, en zijne vrouw Sophia, voor haar beider leven, eene halve hoeve lands aan den ouden Bijn , elk jaars om 12 pond vrij gelds, pg. 230. (37°). 1357. fer. V. post dominica: misericordia
dom. Aan Hughen den Bakker, voor den tijd van vijftig jaren verhuurd den Zyl, gelegen |
|||||||
25
|
|||||||
we Enghel Hubreehts dochter van Vulven,
tot haren lyve verhuurd twaalf morgen lands in 't Lynpat, om 36 pont en lOschellingen, en twaalf hoenders 'sjaars, pg. 251. (389). 1359. op S. Lambrechts dach. Aan den
proost van Arnhem, Gheryt vander Veen, voor vijf jaren verpacht de tienden van Malsem, Deyl, Vandric, Hezel, Ruemde en Gellinchem, 'sjaars om 81 mark, 3 loot en een vierde loots zilver, vrij gelds, pg. 252scf. (39°). 1359. sond. na S. Margrieten dach. Een
watergang door Jan, heere van Arkel, gege- ven onder zekere conditien aan die Yan Lo- pik en anderen, pg. 254 sq. (39'). 1360. maend. na S. Johans dach decolla-
te. Aan die van Wilnisse en Wavervene eenen watergang gegeven in den Amstel, door den rent- meestervan Amstelreland, Ghisbr.v. Yselsteyne, namens den graaf van Holland, pg. 256. (392). * 1360. Aug. 27. Statuut en overeenkomst
van het capittel, wegens de tourbeurten ter begeving van de vacei'ende beneficien, pg. 257 sq. (3g3). 1360. Novembr. 27. Johau, heer van Cu-
lenborcht, na doode van zijne moeder Jutte, verlyed met de erfpacht van den tol te Em- merik, en de tvvee, daai'onder behorende, renthoven, Ewyc en Malberghe, pg. 259 sqq. (39*). * 1369. dominicapost assumptionem b.Ma-
riae. Aan den proost vanZutphen, Henri- cus Steenberghen, wegens deszelfs diensten aan 't capittel bewezen, een canonicaat, cum exspectatione praebendae, vereerd door't ca- pittel , pg. 263. l395). * 1370. in vigiliapalmarum. Aan den-
zelfden proost, wegens zijne diensten, bij her- tog Eduward voor het capittel bewezen, eene jaarlijksche pensie van 50 pond toegelegd , tot dat hij werkelijk eene praebende zoude heb- ben, pg.263. (39S). 1368. op S. Gregorius dach. Botersgoet,
gelegen in Apelderen, aan Hendrik Kaerl en zijne twee zonen, tot hunner drielyven, ver- huurd om twee mark payements, iederjaar, ^.264. (397). 1362. op S.Peters enPauwelsavont. Ghy-
7
|
|||||||
1357. saterdughes na Kersdach. Rever-
saal van denzelfden Einond van der Goude, knape, waarbij hij sub pacto obstagiali be- looft de voorgemelde verkochte en opgedragene drie morgen lands jaar en dag te zullen wa- ren en wagten , pg. 242. (38°). 1357. post feslum b.Bartkolomei apost.
In erfpacht gegeven aan Heinric Cuper, Meewsone, een viertel lants in Lopic, 'sjaars om 8 pont swarten, f^. 243. Is8'). * 1302. in vigil.Palmarum. Verdrag tus-
schen 't capittel en de parochianen van Hou- ten, over 't repareren van de outerbure, of het tectum sanctuarii der kerk van Houten, pg. 244. (38.). * 1357. fer.III. post b. Martini hyemalis.
Zoortgelijk verdrag wegens 't repareren van de kerk van Houten, pg. 244. (38i). 1358. sabbato post convers. b.Pauli. In
huurwere gegeven Willem Ghisebrechts sone ende Steven den Scomaker, zes morgen lands in de parochie van Scalcwyc, in Otten ge- reclite van Sconauwen, voor den tijd van zes jaren, 'sjaars om 20 ponden vrij gelds, pg.m>, (38/»).
1358. in vigil, b. Agnetis virg. Verhuurd
aan Jan Janssoen een hoeve lands van acht- tien morghen, gelegen in Broekeleder kerspel, gedurende zes jaren, 'sjaars om 18 ponden vrij gelds, pg.2*i&. (3s5). 1358. fer.1V. post ootav. b. Agnetis. Ver-
huurd aan Gherryt Ruuschen, voor zijn le- ven, twaalf morgen lands in den gerechte van't Lijnpat, om 42 pont'sjaars , vrij gelds, en 12 hoenders, pg. 247. l586). 1358. in die S.Maroi euang. Verhuurd
aan Willem van Rietbeec, voor den tijd van tien jaren, zes morgen lands in den ker- spel van Linscoten, om 9 pont 'sjaars vrij gelds, #§'.248. (387). 1356. des anderen daghes na S.Lambrechts
dach. Aan Ghisebrecht van der Weyde in pacht voor deszelfs leven gegeven, de tiende ten Wale, om 30 pont 'sjaars; alsmede een viertel lands aldaar, om 12 pont vrij gelds, sub panto obstagiali. #§-.249sq. I388). 1359. op S.Clemens dach. Aan jonkvrou-
|
|||||||
2!)
|
|||||||
sebrecht, hcer vanVyanen, vlcn.Glioye, en-
de Borchgrave van Utrecht, bekent, in pacht ontvangen te hebben de tienden in 't Gdye, tot sinen live, om 450 pont swarter tornoyse jaarlijks, pg. 265 sq. 1,39s). 1392. op S. Margrieien dock. Henrik,
heer van Vyanen, vandeu Ghoye en vander Ameyde, bekent, de tienden in 't Ghoye, te Houten, te Loepic, Weestrum, Oestrum ende Overdye, ende Nywenweert in pacht ontvangen te hebben, vaor tven jaar, elk jaar om 225 oude scbilden, pg. 267 sq. t599). 1356. op S. Simon en Juden avont. Ar-
nout van Arckel, ridder, bekent, de helfte van alle de tienden in de heerlijkheid van Alblaas, beyde groot en klein, van 't capittel gehuurd te hebben in erfpacht, om een jaarlijksche pacht van dertien marck ende acht loet goet lodich silvers, pg. 269sq. (4oo\ * 1359. Aug. 20. Opdragt van tien mor-
geii twee hont en vijf en een halve roede lands in Lopik, door Jacobus, diclus Lubbe, aan 't capittel verkocht, mits dat zijn zusters kin- ders den lijftogt gedurende haar leven daaraan behielden, pg. 271sq. (4°i). * 1362. Julii 23. Oprigting en instelling
van een altaar en vicarie ia de kerk van S. Ma- rie , welkers begeving zou staan aan den de- keu in der tijd; en zulks ingevolge het tes- tament van den canunnik Henricus Macheli- nus, pg.llZ. (*02>. * 1329. in die S.Jacobi apost. Een vidi-
mus van den erfpachtbrief van den jare 1292. in die Petrify Fault, waarbij de groote kamp buiten Harderwijk aan de stad in erfpacht is gegeven door 't capittel, pg. 274. (4°3). 1363. lerlio subbato post feslum Paschae.
Aan Lisebet, Peter Bertraeds dochter, ver- huurd voor haar leven, een hoeve lands bu- ten der Tollensteghe op Raven, om seven en en een halve mark goet silvers, vrjje gelds , elkjaars, pg.llb. ^oi). 1363. Verhuurd aan den jongen Peter Bel-
lekijn, tot synen lyve, vier morgen lands en vier hont, in den kerspel van Oudewater, om 16 pont 'sjaars, vrij gelds, pg.llb. (4o5). * 1363,, fer.ll.postoctav, Paschae. Ver-
|
huurd aan Aruoud van Lopic, tot synen lyve,
vier en een halve morgen lands, die geleghen syn in den kerspel van Buerkerke , om 17 pont 'sjaers, vrij gelds, pg.276. (/l06). * 1377. Decembr. 1. 't Capittel van S.Jan
belooft 'sjaars aan 't capittel van S. Marie te betalen twee lood zilver, te verdielen tusschen de canoniken en vicarissen , welke op de na- tivitas S.Joltannis de kerk van denzelven zou- deu komen bezoeken, pg. 277. (4o7). 1363. dinsd.no, S.Bonifaesdach. Johan,
heer van Egniond, bekent, ten lyve van zijn vrouvve Ghyote, vrouwe van Yselstein, van 't capittel gepacht te hebben de tienden van Op- burum, Eyteren, en van der Maerne, groot ende smal, elk jaar om zestig en een half mark zilver, en drie salmen, of 6 pont daarvoor, pg. 278 sq. (4oS,. 1400. op S. Barberen dach. Aan Johan
van Berkenvelde in erfpacht gegeven de tiende van den huyse Berkenvelde in 't karspel Apel- doorn, elk jaar om drie en half mudcle rogge, pg. 280. (*°9). 1363. saturd. na S.Bonifaes dach. Bis-
schop Johan en de proost van Arnhem, be- loven, dat zy, gedureude vijf jaar, den schout van Lopik zullen daartoe houden, om de pach- ten van het capittel uit te panden over dwers nacht, even als of het gerechte in handen van 't capittel zelve was, pg. 281. (*"°). Eodem. Het gerechte, tienden en tinsen
te Lopik door het capittel voor den tijd van vijf jaar verpacht aan den bisschop Johan en den proost van Arnhem, Gheryt van den Veen, 'sjaars om 127 mark, vier en een vierde loot silver, en zulks sub pacto obstagiali, pg. 281sqq. I*'-'). 1308. op S.Martyns dach in de winter.
Door bisschop Guy vernieuwd de regten van des bisschops goed te Mylant, en op hoeda- nige erfpacht dezelve goederen bezeten wor- den, hoe, en aan wien dezelve verkocht mor gen worden, en hoe op te dragen , en welken handwissel daarvan te geven, pg. 285 sq. C^ia), 1363. op S. Nicolaes avont. Verhuurd aan HendrikPers voor tien jaar eenige stuk- ken lands in 't karspel van Marsen, le.zaitn.en |
||||||
27
|
|||||||
oni twintich grolen ende vier capoenen, vrij
geld 'sjaerlijks, pg.287. I*'3). 1363. des anderen daghes na S. Marien
Mwjdalenen dach. Verhuurd aan Ghisebrecht Loe^en, voor zijn lcven , vier en cen halve mor- ghen lants, gelegen in 't kerspel van buerkerke, oni 16 pont vrij gelds elk jaar, pg.288. I4'3*). * 1364. Mew 11. Statuut en concordatum
der vijf cnpittelen, wegens de magt der Bis- scboppen, pgi289 sqq. I*1*1. * 1387. fer. III. post diem S. Marci evaiuj.
Rodolph, din/. Turn, door't capittel aangesteld tot procureur en gevolmagtigde van hetzelve, bij vonnis van schepenen van Tuel daarvoor erkend en geadmitteerd, pg. 291. (*'*). 1365. fer. IF. post b. Ponciani martyris.
In erfpacht gegeven aan CoenraatBuus ende synen naesten recliten erfname, drie morgen lants in Lopik, om 7 pont vry gelt 'sjaar- liks, pg. 292. (4i6). * 1365. Oct. 17. Aan Henricus,«?tc/.Sca]k-
aert, verhuurd twee viertels lands, quarum una sita circa viam, quae vulgariter: vel- vvech, om 6 ponden jaarlijks in een altoos- durende erfpacht, pg. 293. C"7). 1365. op S. Geertruden dach. Negende-
half morgen land, gelegen in Lopic, door Jan van Herlaer, ridder, opgedragen en verkocht aan't capittel, pg. 294. (4>8). 1365. fer. V.post concept, b. Mariae. In
erfpacht uitgegeven aan Jan Gherytssoon zes morgen lants in Lopic, om 23 pont vrij geld 's jaarlijks, p^.295. (4l9). * 1365. fer. IF. post Luciaevirg. Statuut
des capittels, waarbij voor den tijd van tien jaar zes capitulares aangesteld worden tot bas- tonarii, pg. 296. (4'°). * 1366. sabbato post circumcisionem do-
mini. In erfpacht gegeven aan Elyas Ael- brechts soen drie morgen lands in Lopic, om 7 pont 'sjaars vrij gelds, pg. 297. l42»). * 1365. Decemb. 23. Notarise copic, of
een transsumplum van den brief van bis- schop Jan van den jare 1290. in qctavis Pen- tecostes, en nader geconfirmeerd in 1330. postOdulphi, bij welken brief gestatueerd is, Tioe de opkomsten van den thesaurier of scho- |
|||||||
laster bet eerste jaar na deszelfs dood, of af-
stand, zullen verdeeld worden, pg. 297sqq. (4«). 1360. op S. Bartholomeus avont. Brief
van Dyderic van Brederode, waarbij hij be- kent, in eeneeeuvvige erfpacht de halve tiende van Papendrecht van 't capittel ontvangen te hebben, 's jaarlijks om twee mark silver en een pont Hollandsche penningen ; en verders uit diezelfde tiende belooft, drie mark silver te betalen voor de zielmissen en memorie, welke door't capittel tweemaal in't jaar zou- den gedaan worden voor de zielen van hem en zijne ouders en vrienden, pg. 300. (*23). 1370. des anderen daghes na S.Ambro- sius dach. Aan Jan van Arkel in erfpacht gegeven de halve tiende in Alblas, om een jaarlijksche pacht van 13 mark en 8 loot sil- vers, pg. 301 sq. 14»4). 1360. op St. Peters dach ad calhedram.
In erfpacht uitgegeven de Ryperinch-hof, om in dienstmans stat te houden , en zulks om een jaarlijksche pacht van tien mouder rogge en vier en twintig mouder gerste, of de waarde van dien in gelde, ter keuze van 't capittel, pg. 303. I425). 1370. op S.Mathaeus avont. Jacob Lub-
ben verlyed en beleend met den Scuerhof en eenige kampen lands inErmelo, toteenvryen dienstgoede, om zes mudde rogge, en tot tins drie oude groten, in deu liof tot Zeel- horst jaarlijks te betalen, op pene van dub- belde pacht, pg. 304. 1**6). 1410. April 1. Afdragt, door Coep Sube
met het capittel, wegens verschenen pacht, en den Scuerhof met zijn toebehoren in Ar- mele weder beleend aan denzelven op dezelf- de pacht en tins, als in den voorgaanden brief,- pg.dOb sq. v**?). 1279. dingsdach na aire heyligen. Ghi-
sebrecht, heer van Ysselstein, bekent, voor vijf jaren in pacht genomen te hebben de tienden onder Yselsteyn, 'sjaars om 154 pon-* den, pg. 307. (4=>«1. 1285. vryd. na S. Victors dach, Dezelve
bekent, voor zestien jaren gehuurd te hebben het dageliksche gerechte van Ysselstein, de |
|||||||
28
|
|||||||
tienden en visscherye, 'sjaars om 185 pout
en vier salmen , pg. 308 sq. (*39). 130-4. divgsd. na S. Johannes misse te
midde somer. Aan den zelfden Ghisebrecht van Yselstein die tienden, gerechte en vis- scherye weder verpacht voor twee jaar, voor 126 pont 'sjaarliks, pg. 310. (43°). {Tusscken pg. 310 en 311 gedeelte/ijk, en
tusscken pg. 318 en 319 V under gedeelte, is doorgestoken en ingenaaid de navolgende publicatie van den Heer van Ysselstein , op papier gesehreven:) 1429. July II. Publicatie van den Ileer
van Ysselsteyn, dat 't capittel in 't verhuren der tienden hem in zijn heerlijkheid te na was gekomen, en dat 't capittel niet meer dan diie blokken tienden aldaar heeft, van Opbueren, Eyteren, en van der Maerne, ^.310. («i). 1375. oplen Meyedach. Aan den Heer van
Yselstein de tienden aldaar verpacht, voor den tijd van tien jaren, elk jaar om zestigeneen half mark silvers en drie zalmen; sub paeto obstagiali, pg. 311 sqq. (*3^). 1377. op S.Mwhiels dach. Verdrag tus-
schen 't capittel en den Heer van Gulenborch wegens de betaling van de erfpacht van den tol te Smithusen of Emmerik, en met hoe veel geld, in plaats van het pachtkoorn, hij zal kunnen volstaan, pg. 314. I433). * Eodem. Reversaalbrief van den Heer van
Culenborcb, aan't capittel gegeven , wegens 't vorenstaande verdrag over de betaling van den tol te Smithusen, pg. 315. (45*). * 1348. in crast. S.Laurentii. Permissie
des Bisschops aan den abt van S.Paul, om uit de goederen te Papendorp eenige jaar- renten te mogen verkopen, tot af betaling der schulden van die abdije, pg.316. (435). * 1348. Aug. 24. Ingevolge der vorenstaan-
de permissie des Bisschops, door de abdije van S.Paul aan 't capittel van S. Maria ver- kocht 25 pond jaarlijksche opkomsten uit hun goed te Papendorp, pg.dlG. t436). 1380. op Sacraments avond. Gheryt Mat-
thys soen, knape, bekent, aan het capittel schuldig te zijn 40 oude schilden, en belooft |
|||||||
dezelve in vier jaarlijksche termijnen te beta-
len, ^.317. (*37). 1380. opMeyeavond. 'tGerechte, tins en
tienden van Secveld en Camerik, verpacht aan Johan Mathijs soen, voor den tijd van vijf jaren, jaarlijks om 140 oude schilden, pg. 3 18 sq. l«8). Eodem. Aan Alfaerd vanderHorst, voor den
tijd van tien jaren, verpacht't gerechte, tinze en tienden , groot en klein, van Cortenhoeve, Ankeveen, Horstweerde, en Indyx tiende, 'sjaars om 115 oude schilden, pg. 320. (439). Eodem. Pachtbrief van denzeffden inhoud,
als de voorgaande, doch met verscheide voor- waarden, en ook met een pactum obstagiale vermeerderd, pg. 321sqq. l4*°). 1380. op S. Johans avond te midde somer.
Aan Jan van Chastell, grave van Bloys, heer van Avesnes etc., voor den tijd van twintig jaren, het gerechte van Lopik, ende vander Zevendaer met de tienden en tinse, elk jaar om 410 oude schilden, sub paoto obstagia- li, van zijn' broeder, alsmede van de steden SchoonhovenenGouda, ygr.324sqq. (44i), * 1380. Martii 3. Uitspraak van bisschop
Florens tusschen 't capittel en den Heer van Arkel, wegens een' watergang te Lopic, pg, 327. (44»). Eodem. Uitspraak des Bisschops, over
den doodslag van een canunnik van S.Jan, en welke penitentie en bedevaart de daders zullen opgelegd worden tot soeninge der ker- ke, fg-.327sq. (*«). 1380. op S. Jacobs avond. AanDyrcGhys-
brechts soen, voor den tijd van dertig jaar. verhuurd een hoeve lands in Vulcoep, 'sjaars om 13 oude schilden, pg. 329 sq. C44*). 1370. op S.Peters avont advine. Ghisebr.,
heer van Abcoude, belooft, 't capittel schade- loos te stellen, en deszelfs goederen, wegens de mede bezegeling van een Bisschops brief, waarbij hem 200 ponden uit den tol te Re- nen 'sjaars waren toegelegd, mils dat 't ca- pittel hem weder bchulpsaam was in 't ver- krijgen van dat geld, pg.ZSl. (■**$). Eodem. Quitantie van den Heer van Ab-
coude van 1100 pont, door het capittel be- |
|||||||
2a
|
|||||||
taalt, belovende hetzelve te zullen vrijwaren
van de aantalinge van Otto van Asperen op de tienden in Tielreweert, pg. 331. (446). 1370. op S.TAomaes avont. Quitantievan
denzelven van 282 oude schilden, door het capittel aan hem betaald, pg. 332. (447), 1365. op S. Gheertruden dach. Quitantie
Van Jan van Herlaer, wegens negen en een half moreen lands in Lopik, door hem aan 't ca- pittel verkocht, pg. 332. (448). 1357. sabbato post festum S.Bartkolomei.
In erfpacht aan Henric Cuper, Mews zoen, gegeven een viertel lants in Lopic, 'sjaars om 8 pont swarten, pg. $33. l*49). 1361. fer. IF. post oetava Paschae. Aan
Jan Hermans zoen, in erfpacht gegeven acht morgen lands in den kerspel van Woerden, om 8 ponden swarte 'sjaers, pg.333. (45o\ ■ 1366. in crast. b.Gheertmdis. AanJohan, Jacobs zoen, in erfpacht gegeven twee mor- gen- lands in Teekoep , 's jaars oin 2 pont, vrij gelds, pg. 33b. (45i». 1373. sabbato post festurn b.Remigii. In
erfpacht gegeven aan Aelbrecht lleynen soen vier morgen lands in Polsbroek, elk jaar om 6 en een half lood zilver, pg. 335. (45*). 1373. in crast. undecim millium virginum.
In erfpacht gegeven aan Aleyde Kyel Aerntszoens wijf, zes morgen lants in den kerspel van Pols- broek, elk jaar om 10 lood zilver, bij versterf te verzoeken met een lood zilver, pg. 336. (453). 1373. in vigil. Symonis $■ Judae. In erf-
pacht gegeven aan Kyel Aernts zoon , zes mor- gen lands in den kerspel van Polsbroek, 'sjaars om 10 lood zilvers, te verlijen met een lood zilver, pg.337. (454). .1,374:. sabbato post dominie: reminiscere.
In -erfpacht gegeven aan Dyrc Lyesvelt, acht morgen lands, gelegen in den kerspel van Polsbroek, elk jaar om 13 lood zilver, vrij gelds, te verzoeken bij versterf om een lood zilvers, pg. 338. (455). 1376. op S.TAomaes avont. In erfpacht
gegeven aan jongfrou Salome Johans dochter van Clarenborch, een hoeve lands in Overlang- bfoek, elk jaar om 44 pont penninghe, vrij gelds, p£.339sq. (456). |
|||||||
1380. op S.Martyns avont in den winter.
Hendrik vanBredevoert bekent, geregtelik voor den drost van Veluwe, dat hij voor hem en zijn zoons leven het groote en kleine Swt- wijc, in het kerspel van Eep, van't capittel ontvangen heeft, 't eerste om 19 mudde rog- ge, het tweede, of klein Swtwijc, om 4 mud- de rogge en 4 mudde gerste, 'sjaerliks, en onderwerpt zich uit dien hoofde als cuerme- dich aan 't capittel, tot dat zijn zoon mun- dig zou zijn, welke zich dan ceurmedich zou stellen, pg. 341. (457). 1369. vnjd.naVr.dachassumptio. Acte
van toeeigening wegens een hoeve lands, in Overlangbroek, ten behoeve van 't capittel, voor den bisschop gepasseerd, pg. 342. (458). * 1333. in vigil. b.TAomae apost. Walnin-
ghes gueth op Veluwe in erfpacht gegeven aan Bertraminus de Bochope, sub annopacto unius modii ordei dalivi, fy ad curmedam , pg. 342. («9). * 1390. Martii 21. Acte van praesentatii:
en benoeming van Egidius de Vvnyns tot Pas- tor ecclesiae parochialis de Borchte prope Antwerpiam, pg.3i2. C*6°j. 1373. in crast. b. Katharinae virg. In erf-
pacht gegeven aan Gysebert Sys, zeveneneen half morgen lands, onder Gamerik op die meye syde, 'sjaars om 6 ponden vrij gelds, pg. 343. 146H. 1374. in crast. conceplionis b. Marine. In
erfpacht gegeven aan Dyedolf, Henric Zalen soon, zes morgen lands, in de parochia van Camerik, 'sjaars om 6 pont vrij gelds, pg.3i3. CWsy. 1377. woensd.naS.Gkeerirudendack. In
erfpacht gegeven aan Willem van Angheren, twee morgen in Vloeten, en een huistede al- daar, om 32 schillinghen en 10 hoenderen 'sjaars, pg. 344. (*>3); 1377. op Pinxleravond. Vernieuwing van
een verloren erfpachtbrief van een erf in de Zadelstrate, aanWonnen, Jans van den Oevers wijf, nitgegeven voor twee loot zilver 'sjaars, pg. 345. l«4\ 1381. woensd. na dertien dock. Gert die
Rode en zijne vrouw bekennen, in erfpacht 8
|
|||||||
30
|
|||||||
in erfpacht ontvangen te hebben anderhalf
viertel lands in de parochie van Oudewater, ora een mark silver sjaars, pg. 346. 1*55). 1380. ipso die b. Petri ad cathed. Uit-
spraak des bisschops over de geschillen we- gens het gereclite, tins en tiende van Lopic, tusschen het capittel en Otto, heer van Ar- kel, pg.Mlsaq. (466). * 1381, fer. III. post /est. nativit. b. Ma-
riue. Otto Hassia, miles, bekent, in erf- tins ontvangen te hebben achttien morgen lands in parochia de Malberghen, om 8 gros- sen jaavlijlis, pg. 350. (4&7). 1367. saterd. na Cruisdack inventio. Ghe-
ryt Vrenken, canonik capitulaer, gevolmagtigd door het capittel, om des capittels zaken te verantwoorden, zoo in geesteiijken als werelt- lijken rechten, pg.ZhO. (468). * Eod. Dezelve Ghery t Vrenken gevolmag-
tigd tot waarneming der capittelszaken in de geregten te Tuyl en te Deyle, pg. 3,41. (469). 1366. Nov. 13. Het proces, tusschen de
capittelen en den bisschop over het bisschops- regt wegens de kerkelijke visitatien, voor den pauselijken stoel ongedecideerd hangende, met beider partijen bewilliging gesuspendeerd, en in staat gehouden , voor den tijd van achten twintig jarennaastvolgende, £5g'.351sqq. 1*7°). * 1384. in vigil, conversion. b-Pauli apost.
Aan Henrik van Steenberghen, proost van Ou- demunster, toegelegd 'sjaarlijks een lijfrente van 32 goudgulden, wegens bewezen diensten aan 't capittel bij den Hertog van Gelre, pg. 354. C<7»). * 1242. IILnon. Aug. Twee areae, sitae
in fine plateae tenebrosae, quae vulgo dici- tur: Dunkerstrate , aan Theodericus Craft en Wilhelmus Ridder, burgers te Utrecht, in erf- pacht uitgegeven, om 15 solidi iedere area 'sjaarlijks, #^.355. (472). * 1385. Jan. 10. Uitspraak van den schout
ende heemraden en regters v. Stolcwyc, wegens een verschil over een hoeve lands aldaar, tus- schen Wilhelmus Petri Alius, ter eenre, en 't capittel ter andere zijde, waarbij die hoeve aan 't capittel toegewezen wordt, pg. 355 sq. (473). * 1385. Apr. 27. Notariele acte, dat voor
|
buurluden en landgenoten op Rylvelt in de
parochie van Woerden, door Aleydis, doch- ter van Johannes Biese, aan 't capittel ver- kocht en opgedragen zijn drie morgen lands in die Smallewere, pg. 357 sq. (*7*). 1385. do?ired. na S. Marcus euang. De
opdragtbrief zelf, door schout en buurluiden daarvan algegeven, wegens die gemelde drie morgen, pg. 359. (47s). 1394. op S. Victoers dock. Uitspraak der
geschillen tusschen het capittel en de kerk- meesters van Vanderik, waarbij 't capittel op- gelegd wordt, jaarlijks tot onderhoud van 't choor dier kerke aan de kerkmeesters te be- talen drie lood zilvers , pg. 359. (476). * 1387. in crastino b.MariaeMagdalenae.
Stalulum capilulare de Bastono, ad decern an- nos in ecclesia slatuendo, pg. 360. (477h 1396. op S. Andries dach. Bisschop Fre-
derik bekent, niet van regtswegen, maar uit gunst, eene bede van de kerk ontvangen te hebben, pg.SQO. (478). * 1387. ipso die Calixtipapae. Interpre-
tatie en ampliatie van het statuut van 1238. wegens de absentien der canunniken, welke in 't Hof van Romen proces voeren wegens hunne praebenden en beneficien, pg, 361. 1*79). * 1387. May 4. Overeenkomst tusschen 't
capittel en de kerkmeesters van Vanderik, wegens het onderhoud van 't choor dier kerk, en hoe veel het capittel jaarlijks daartoe zal contribueren, pg.%61. (48o), * 1388. Maji 25. Soortgelijke overeenkomst
tusschen het capittel en de kerkmeesters van Hezel, wegens het onderhoud en de reparatie van de kerk aldaar, pg. 362. (*8t). 1390. op S. Peters avont ad cathed. Een
halve hoeve lands en een viertel veens onder Westbroek aan Willem ende Hendrik, Lub~ brechts kinderen, en hun beider vrouwen, zoo lang een van hun vieren leeft, verhuurd, jaarlijks om 10 oude schilden vrij gelds, en vier goede capoenen, pj'. 363. (48a). 1390. op ons Vrouwen dach nativit as.
Het groot en klein Zwtwike in de parochie van Epe, voor den tijd van dertig jaren ver- |
||||||
31
|
|||||||
pacht aan Egbrecht vanderHorst, 'sjaars om
20 mudde rogge, zonder afkortinge van eeni- ge ongevallcn, pg. 364. (483). 1384. op S. Johans avond te midsomer.
Het groote en kleine Zwtvvijc, alsmede eeni- ge tinsgoederen , door HenrikvanBredevoerde geregtelrk voor den drost van Veluwe afge- staan aan 't capittel, pg. 365 sq. (484). Eod. Register der stukken lands, welke on -
der Hassekyns goeds, of groot Zuytwijc, in't kerspel van Epe behoren, pg. 367. 1*85). Eod. Register van het goed, dat in 't kleine
erve te Zuytvvijc belioort, pg.3G8. (486). 1388. in Petri ad cathedram. Aan Ma-
theus, Merten Pane zoon, en zijne twee doch- ters, Lysbet en Aieyde, zoo lang een hunner drien zal leven, verhuurd een viertel en vijf roeden veens in des Domproost gerecht van Utrecht, 'sjaarlijks om lOschilden, vrygelds, pg. 369. (*87). * 1387. in vigil. b.Jacobiapost. Wissel en
ruiling van drie ceurmedige luiden in Ermel, tegen drie anderen, tusschen het capittel ter eenre, en Gherlacus Voet, burger te Herder- wijc, ter andere zijde, pg. 370. (488). 1391. op S. Pancraes avond. Een erfrente
van 4 pond 'sjaars uit den Braecakker, aan 't capittel voor den l-egter en schepenen van Wagheningen opgedragen en gevestigd door Willemvan Sconenbrenc, en zijne vrouw Ag- niese, pg. 370. (489). 1391. vryd. na Pinxteren. Een half-
mudde rogge land bij de groote kerk van Harderwiik aan 't capittel opgedragen, door Aleyd Rogghen, voor schepenen van Harder- wijk, pg.Zll. (49°). * 1361. fer. IV. post b. Georgii martyr is.
Werner ter Birke, en zijne vrouw Lutgardis, bekennen, voor schepenen van Zutphen, ceur- medig te zijn aan 't capittel, en doen den eed van getrouwheid, daartoe staande, pg.il1. l49«). * 1377. Dec. 1. Het capittel van S.Jan
belooft aan het capittel van S. Marie jaarlijks twee lood zilvers te betalen, te verdeelen on- der de canunniken, welke in de kerk van S. Jan het festum nativitatis Johannis zou- denbijwonen, pg. 371. (49*>. |
|||||||
1390. des woensd. na S. Martynsdach in
den winter. Viertehalf morghen lands, ge- heten: die Hoen, gelcgen in 't nedereynde van Jutfaes, voor schout en lantgenoten op- gedragen aan 't capittel door Lysabeth Hen- ric Trinden wijf, Herman Vinckens dochter, ^g-,972. (495). * 1360. Aug. 18. Een vidimus, voor notaris,
op verzoek van den deken Hugo Braem, gepas- seerd, van een brief van 1311 .fer. VI. postramis palmarum, waarbij deken en capittel na dode van Helmericus, diet. deVoerde, deszelfsoud- sten zoon, weder ten cenrmedische regten be- leenen met het goed te Oene, op een jaar- lijksche pacht van 30 denarii, voorbehoudens den lijftogt aan de moeder, pg. 373. (*94). 1393. Novembris 14. Nominatie van een
priester in de kerk van Borchte bij Autwer- pen, door Nicolaus de Cats, als heer van dat dorp en collator dier kerk, gepraesenteerd aan 't capittel en door hetzelve geconflrmeerd, pg. 374. 1*9^). * 1393. in vigil, b. Thontae apost. Ordon-
nantie der executeurs van het testament van Johannes de Attavilla, praep. eccl. b. Mariae, wegens 't legaat van ses oude schilden jaar- liks, tot den wijn voor den genen, diedemisse celebreerden, pg. 374. C*96). 1395. des vrydaghes na S. Urbaens dach.
Compromissoriale uitspraak. der geschillen tus- schen den Heer van Arkel en het Capittel, wegens den dijk, welke gelegd was over het thiendland van het capittel te Alblas en te Alblasserdamme, pg. 375. (497). 1395. des woensd. na S.Bonifaes dach.
De zes voet dijks, welke op de tienden van 't capittel te Alblas gelegd waren, door den Heer van Arkel verlegd op een ander stuk lands, en 't capittel daarvan ontheft, inge- volge de voorgaande uitspraak, pg, 376. (498). 1395. des dinxd. voor S.Johan te midzo-
mer. Het capittel quytgescholden, door den dijkgraaf van Alblas, alle de boetens, welke gelopen waren op de voorgemelde zes voet dijks, p£\376. tog). 1396. Martii 4. Vidimus, door den of-
ficiael van Utrecht afgegeven, van den brief |
|||||||
32
|
|||||||
han Van den Rijn, Bokels zoen, ten behoeve
van 't capittel, pg. 385. CSo7). * 1398. Decemb. 6. Permissie van 't ca-
pittel aan den canunnik A. de Lichtenberch, om zijne praebende te mogen verruilen tegen eene vicarie in de buurkerk, welke zijn bree- der F. de Lichtenberch bezat, pg.38b. (5°8). 1402. op S. Servacius dach. Quitantie
van 20 gulden, door het capittel betaald aan de kerk van Vanderic, #^.385. t5o9). 1396. dinxd. na S. Johans dach ante por-
tatn Lalinam. Twee morgen lands op Raven in Hughen gerechte van Loenresloot, door Dy- derik Rusche verkocht aan 't capittel, pg. 386. (Start. Eod. De geregtelijke overdragt zelve van
die vorenstaande twee morgen, pg.386. (s«0. 1400. op on%er Vrouwen avond nativitat,
Een half mark zilver aan de vier capittelen van Oud-Munster, S. Pieter, S. Johan, en S. Marie, ieder twee lood, 's jaarlijks als een erfrente, gegeven door Tydeman op'tEynde, om daarvoor jaarlijks te celebreren de me- morie van wijlen den domdeken Lubbrecht Bolle, zijnen com, pg.387. C5,a). 1401. op S. Valentyns dach. Een huis
in de montade der kerke, onder zekere voor- waarde, ten gebruike afgestaan aan Henrik Vos en zijn vrouw Lysbet van Eeke, voor hun beider leven, mits geen comenscap daar- in te doen, pg. 388 scp C5*3). 1401. des maend. najaar dach. Wouter
uteiiBogaart belooft, het capittel te ontheffen van alle aanspraak en hinder, wegens ge- kochte twee morgen en vijf hont lands in den kerspel van Odyc, pg. 390. (5l4'. 1400. des donredaghes na S. Thomaes dach.
Wouter uten Boegaart draagt op voor schout en bueren van Odijk aan het capittel de erf- pacht en alle recht, dat hij hadde aan twee morghen en vijf hont lants te Odijk, pg. 390. (5i5). * 1401. Jan. 10. De huisvrouw van Wouter
utenBoegaert bekent, die vorengemelde twee morgen vijf hont lants te Odyc van 't capit- tel in perpetuum pactum ontvangen te hebben, 'sjaars om 12 lood zilvers, pg. 390. (5»6>. |
|||||||
ran Hertog Albrecht van 1395 , maandaghes
na S. Malhys dach, wegens het zetten van Heemraden in 't Waterschap van Woerden, pg. 377. (5<>o). 1397. des donred. na S.Margrieten dach.
Accoord tusschen de stad en het capittel, over 't zetten van eene muur, langs de oos- terzijde van S. Marten sloot, tusschen de twee uiterste roosteren; alsmede, over de wijdte van die sloot, met twee besloten trappen, en over het schoon en rein houden van ae Marie- plaats tot een' markt, pg.378, l5o>>. * 1397. Jun. 18. Een halve mansus ter-
rae, te Jutfaes, in erfpacht uitgegeven aan domicella Gheryt vander A, Johans wyf van Clarenborch, elk jaar om agt en twintig lood zilvers, der stad wichte van Utrecht, pg. 379. 1397. des maend. na S. Odulphs. Borg-
togt van Johan van den Rijn en Johan van Clarenborch, voor de betaling van de voren- staande erfpacht, pg. 380. 15d3). 1398. op on%er Vrouwen dach annuncia-
tio. De tienden van Opburen, Eytheren en Maerne, voor den tijd van zesjaren verpacht aan Gheryt vanden Masche, en vier andere Utrechtsche burgers, om 190 oude schilden 'sjaars vrij geld, pg.%80. i5^). 1398. Maart 8. Aan Henrik, heer van Vya-
nen etc., voor den tijd van twee jaren ver- pacht de tienden in 't Goye, te Houten, te Loeric, Weestrum, Oestrum, Overdye, en- de Nyemveert of Grevenweert, groot en klein, om 225 oude schilden des jaars, vrij geld, pg. 381 scf. (5°5). * Eod. VI. non. Maji. Pontificates anno oc-
tavo. Bulle van Paus Bonifacius, bevattende eene declaratie, dat de instelling van deken en canunniken in de kerk van Yselsteyn, en het erigeren van die parochiale kerk tot eene collegiale kerk en eapittel, niet strekken zal tot praejudicie of vermindering van regten, welke het capittel van S.Marie op die kerk hgeft, pg. 383 sq. (5°G). 1398. desdinsd. na S.Peters en Pouwels
dach. Opdragt voor schout en buerluiden van Jutfaes, van een halve hoeve lands, door Jo- |
|||||||
33
|
|||||||
1400. des donredaghes na S. Andries dach.
Het eigendom van acht hont lands, gelegen in die Linschoten, en gekocht van Peter Wouters zoen, aan 't capittel opgedragen voor schout en landgenoteu van Snodelrewaeide en Linscoten, pg.3Ql. [5<i). Eodem. fielofte van Pieter Wouters zoen
en die anderen, om den voorgemelden koop van die acht hont lands het capittel jaar en dag te zullen waren, en alien voor kommer af te doen, en alle schaden te zullen oprig- ten en vergoeden, pg. 391. (5l8). Eodem. Die voorgemelde acht hont lands in
huurwere uitgegeven aan Pieter Wouters zoen, om twee oude Vrankryksche vrancken ende om twee derdendeelen van eenen ouden vrancken 'sjaers, also lange als hy leeft, pg. 392. (5'9). 1400. op S.Thomaes dach. Wisseling van
eenige landerijen, gelegen bij Elburg, en be- horende in 't ceurmedische goed ter Bleke, tusschen het capittel en Pelgrim van Putten, pg. 392. (5^0). 1401. des dinxd. na S. Willebroerts dach.
De amptman Willem Dolre bekent, tot be- hoef des capittels ontvangen te hebben de erfenisse, als aanbestorven was van Wouter Munters wijf, welke eene vulsculdige eyghen wiue was van 't capittel, pg.393. (*al). * 1375. Met/ 14. Bisschop Arnolds brief,
waarbij hij de capittelen belooft, om hunne goederen te beschermen tegen wereldlijke hee- ren, pg.Wi sq. t5«\ * 1379. in crast. undeo. millium Virqinum.
Bisschop Florens conlirmeert den voorgaanden brief, #°\395. C*a3), * 1394. Febr. 17. Confirmatie van bisschop
Frederik van Blankenheim van dien zelfden brief, pg.idh. (5»*). 1391. op S.Johans dach apost. Een ge-
regtelijk vierendeel van achttien morgen drie hont en vijftig roeden lands, gelegen tot Over- meer, voor schout en schepenen van Corten- hoeve, opgedragen aan 't capittel door Dire Corlync, pg.3%. C5^). 1398. August. 17. Scheiding en afdeeling
van twee kampen lands, gelegen tusschen den huyze Nederhorst ende Overmeer. geheten: |
|||||||
't Hogheland, en: de Lagheweide, tusschen
't capittel en Albert Croken,-p£\ 396. (Sa6). r 1391. MaartSQ. Voor schout en schepe- nen van Cortenhoeve, door Wouter van Ma- thenes, knape, overgedragen aan Alfer vander Horst een vry eygendom van zeventien morgen lands mit hun toebehoren tot Over- meer, en de helfte van dien, door gemelden Alfer en zijne twee zoons weder opgedragen aan Johan den Hanen , der heren cnape van sinte Marien, tot behoef der kerke van S. Ma- rie, pg. 396. (5*7\ 1403. op S. Martyns avond inden winter.
Scheiding en afdeeling van twee kampen lands tot Overmeer, geheten: de Molencamp, en: de Langecamp, tusschen het capittel en Ael- brecht Croec, voor schout en schepenen van Cortenhoeve gepasseerd, pg. 397 sq. (5l8). Eodem. Register van » die tynse hoeven
in Tankenveen, op Corthehoeve ende in Horstwerde, die toebehoren die Heren van Sinte Marien" ; alsmede, hoe veel tinse daar- van betaald word : en welke smalle tienden; gelijk ook, hoe ver de limiten der goederen in Gortenhoeven zich uitstrekken, pg. 399 sq<j. (529). 1402. op S. Valentyns dach. Opdragt
voor schout en schepenen op Gortehoeven, van een vierdepart in drie morgen land, ge- legen by den Berge van Horste, door Aelbrecht Croke, pg\403. (53°). 1403. op S. Vwtoers dach. Voor schout,
lantgenoten en bueren van Zulen, door Hen- rik Zoudenbalch, canonik, en zijn' broeder Gheryt Zoudenbalch, opgedragen aan 't ca- pittel vier morgen lands op Zvvezereng, in den voorsehreven gerechte, pg. 403. I531). 1403. des vryd. na S. Marty tis dach in
den winter. Twee morgen lands op Zvve- zereng onder Zulen door Beatris, Aernts we- duwe vanLochorst, opgedragen aan 't capittel voor schout en lantgenoten van Zuilen, pg. 404. tf*»>* 1400. op S. Thomas dach. Wissel en rui-
ling van eenig land, gehorende in het ceur- medische goed ter Bleke bij Elborch, tusschen Pelgrim van Putten, en Beernt Heymans zoen |
|||||||
34
ter Bleke, met toestemming van het capittel,
pg. 405. (533). 1401. des dinxd. na S.Willebroerts dach.
De amptman van't capittel, Willem van Dol- re, bekent, voldaan te zijn wegens het ver- sterf, of de erfenisse, welkewaseen » vulscul- dig eyghen wyf" des capittels. (Dezelfde brief stoat ook geregistreerd hierboren op pg. 393.) pg. 405. (534). 1400. op S. Marcus dach des heyligen
ewangelisle. De tienden tot Vanderic, He- sel, de prenttiende, de tiende tot Malsen, te Deyle en Gellinchem, aanRoelof vanYsen- doorn, proost van S. Pieter te Utrecht, ver- huurd voor deszelfs leven, 's jaars om drie hon- dert oude schilden, vrij geld , pg. 406. (535). 1375. des donred. na S. Servaes dach.
De landbrief van bisschop Aernt van Hoorn, pg. 407. (536). 1379. des anderen dacjhes na elf duizend
maagden dach. Confirmatie des vorenstaan- den landbriefs door bisschop Florens, pg. 408. (537). 1393. Nov. 14. Confirmatie door bis-
schop Frederik van Blankenheim , pg. 408. (538). 1331. op S. Martyns dach inden winter.
Voor cameraar, schout en schepenen in der heren geregte van S. Marien, een jaarlijk- lijksche rente van vijf pont, door Delyane, Everards wijf van Beyarden, en hare kinde- ren, ten behoeve van Lysbet van der Putten, opgedragen uit een hofstede, gelegen aan den nieuwen steenwech, engeheten: denkarre- huse, welke van het capittel in erfpacht ge- houden wordt, pg. 409. l339\ 1335. des maend. voor S. Maryrielen dach.
Door dezelfden uit dezelfde vooigeinelde hof- stede nog verzet en opgedragen 6 pont jaer- likse renten, ten behoeve van Rycquin Bak- ker, pg. 409. (5/'°). 1336. des maend. voor Palmdach. De
yoorgemelde 6 pont renten door Rycquin Bak- ker weder geregtelijk getransporteerden gece- deerd aan Vrancken van iVIuden, pg. 410. ^a*7). 1308. (1338?) (boven geschreven met eerie
^ndere hand 1408.) deswoensd. na S.Martyns |
||||||
schuddecorfs dach. Dezelfde 6 pont renten
door Vranke van Muden getransporteerd aan Niclaes vanden Putte, ;>£-. 410. (54i). 1372. op S. Gheertmiden avond. Elf pont
rente uit den goede: ten karrehuse, voor schepenen van Utrecht door Claes vanden Putte gecedeerd aan zijn' vader Beernt vten Enghe, pg".411. (54a). 1372. d. saturd. na S.Peters ende Pouwels
dach. De vorenstaande schepensbrief door Beernt vten Enghe weder afgestaan tot behoef van meyster Peters van Lewenberch, deken tot S.Marien, mits, dat gheen huzinge noch hof- stede in gheesteliker hant comen en zullen, ft*. 412. (543). 1393. des maend. na Hemelvaerts dach.
Door den deken Peter van Lewenberch de vorenstaande brief weder gecedeerd ten be- hoeve van't capittel, ftf. 412. (s44). 1407. des anderen daghes na S.Peters
dach ad vincula. Willem van Alendorp be- kent, in erfpacht ontvangen te hebben, om 45 schellingen 'sjaars, de hofsteden op de Marieplaats aan de zuutside, naast de hui- zinge, van ouds geheten, der lombaerde huys, pg. 413. (545). 1407. des donred. na S.Valentyns dach.
Voor schout en buerluden in Snuelreweert, in den lande van Woerden, bekent, Jan van Hees- wijc, in erfpacht ontvangen te hebben een viertel lands aldaar, jaarlyks om drie pont des goeden ouden ghelts, pg'. 413. (546), 1406. des donred. na S. Margarelen dach.
De tienden van Opburen, Eyteren en van Maerne, in den lande van Yselsteyn, verpacht voor een jaar aan den heer van Yselsteyn, om 199 oude schilden, vrij gelds,pg. 414. (5*8). 1407. des vryd. na S. Martyns dach trans-
late. De heer van Yselsteyn bekent, schul~ dig te zijn, 185 oude schilden voor het jaar hure van de tienden van Opbueren, Eyte- ren en Maerne, pg.*i\b. l**9>. 14Q8. Junii 23. Aan Korstant Aelbrechts
zoen in erfpacht gegeven negen morgen lands in Lopic, elk jaar om 2 gouden nobelen, vrij gelds, pg.blG. (55o). 1408. July 11. De voorgemelde erfpacht
|
||||||
35
|
|||||||
door Korsten Aelbrechts zoon weder overge-
dragen aan Ghysebrecht Hugemans zoen, poerter te Schoenhoven, ^.417. (55>). 1408. sabbato post b. Margaretae. De
erfpachtbrief zelve van die negen mox'gen lands, zoo als door het capittel aan Ghyse- brecht Hugemans zoen, poerter te Schoen- hoven, daarvan is afgegeven, pg.418. C55*). 1408. desmaend. na onser Frouwen dach
nativiiatis. Door Jan van Vyanen en Bever- weerd aan het capittel overgedragen het vnj eigendom van vier morgen lands in eene hoe- ve in de parochie van Schalkwijk, pg. 419. (SS3). Eodem. De geregtelijke opdragtbrief zelve
van die bovengemelde vier morgen lands, voor schont, landgenoten en bueren van Schalkwijk gepasseerd, pg. 420. 1*5*). 1408. des donred. na S. Peters dach ad
calhedram. Door Gheryt van Vuylcoop , en eenige anderen, geregtelijk aan 't kapittel op- gedragen het vrije eigendom van een vier- tel lants in Schalkwijk, pg, 421. (555). 1408. des sondaghes na S. Maihys dach.
De koopbrief zelf van die boven gemelde vier- tel, door Gheryt van Vuylcoep, pg. 421. (566). 1408. Mey 20. Een viertel lands in de
parochie van Benscoep, in erfpacht voor vijf- tig jaren lang, uitgegeven door Daem Dircs zoen, elks jaars om drie oude franken, vrij gelds, pg. 422. (S57\ 1403. op S.Fictoers dach. Door Henrik
Zoudeubalch en zijn' broeder, voor schout en buren van Zuylen geregtelijk aan het ca- pittel opgedragen vier morgen lands op Zwe- zereng, in den voorschreven gerechte, pg.k1%, (558', 1403. des vryd. na S.Martyns dach in
den winter. Door Beatris, weduwe van Aernt Van Lochorst, voor schout en buren van Zuy- len geregtelijk opgedragen het eigendom van twee morgen lands op Zwezereng, pg. 423. (55g\ 1399. des dinxd, na S. Peters en Pouwels
dach. De helfte van tien morgens land in Galencoep, door Henrik Zoudenbalch en zijn' broeder voor schout en lantgenoten van Ga-» |
|||||||
lencoep geregtelijk opgedragen aan't capittel,
pg. 424. (56o). 1399. deswoensd. na S.Peters en S.Pou-
wels dach. De koopbrief van 't vorenstaande land, door Hendrik Zoudenbalch en zijn' broe- der daarvan gepasseerd, pg. 425. l56i), 1409. des saterdagh. na S. Pouwels dach
convers. Roelof Taem, canunnik ende scho- laster der kerke van S.Marien, geeft en draagt op voor schout en landgenoten van Galencoep achte halve hont lands, die hy kogte tegens Philips van Wadenoye ende Aleyden syn' wy- ve, pg. 426. I562). 1410. des saterd. na S. Mauricius dach.
DoorGhysbrecht v.Goberdinghen en zijne zus- ter voor schout en landgenoten van Galencoep, opgedragen het eigendom van achte half hont lands, in voorschreven gerechte gelegen, pg. 427. (563). 1415. des donred. na S.Pontiaens dach.
Voor Henrik van Leiden, reenter, Gheryt van Waemel ende Vrederic Hubrechts zoen, sce- penen tot Wye, door Herman Passert en Dire van Hontswyc opgedragen ten behoeve van 't capittel, drie morgen lants binnen den ker- spel van Wijk, en een kampjen lands, ook aldaer gelegen in't middelbroek, pg. 428. l5^4!. 1415. d. saterd. na S.Pontiaens dach. De
koopbrief zelve van dit voren staande land, waarbij de verkopers zich verbinden, hetzelve, land jaar en dag te zullen waeren , en alle voor kommer af te doen, pg. 428. l5^5). 1409. fer. II. post dominicam ■' laetare.
Herman van Oudewater bekent, van't capittel in erfthins ontfanghen te hebben drie hof- steden, gelegen aan die borchvval der stad Utrecht onder die lyndreyers, elk jaars om 8 lood zilver, pgA29. ^G6). Eodem. Dezelfde bekent, nog een halve
hofsteden in erfthins ontvangen te hebben, insgelijks daar naast gelegen, om een lood zilver 's jaars, #§-. 430. (567), 1409. sabbato post Qregariipapae. An-.
derhalve hofstede onder de Lyndreyers, aan Dire die Boel in erfpacht gegeven dm 16 scil lingen, 10 penning hellinc des goeden oudeh gelts, jaarlijks, pag.431. (568/, |
|||||||
36
|
|||||||
1408. op S. Thomaes avont. De erfpacht
van twee hofsteden , gelegen onder die lyn- drayers, door Johan van Entvelt weder afge- staan aan 't capittel, pg. 432. (56g\ 1409. sabbato post dominicam: laetare.
Gerards Werners zoen in erfthyns van 't ca- pittel ontvangen een hofstede, gelegen achter S.Jacobs kerke te Utrecht, om een lood zil- ver elk jaar, pg. 432. (57°). 1409. des anderen daghes na S. Grego-
rius dock. Frederik vtenHamme, cnape, be- kent, te renuncieren en over te geven de erf- pacht van die voorgemelde hofstede, aan het eapitte], om daarmede haren vville te doen, pg. 433.' l«70. 1408. in die b.Thomae. Jan Gheryts soen
bekent, in erfpacht ontvangen te hebben derde half morgen lands in de parochie van Lin- schoten, elk jaar om 4 lood zilver, pg. 433. 1409. fer. VI. post dominicam: invocavit.
Symon de Weesmaker bekent, in erfpacht ont- vangen te hebben een viertel lands in de pa- rochie vanOudewater in Hedekendorp, elk jaar dm 6 lood zilver, pg. 434. (573). 1409. des donred. na (/role vaslelavond.
Ghysbert Scoter resigneert en slaat af, zijn regt van erfpacht van den voorgemelde viertel lands onder Oudewater in Hedekenkorp, pg. 435. (574). 1408. op S.Katherinen avond. Aan Gel-
maar vanden Tollen, voor zijn leven in pacht gegevcn , eene hoeve lands in Byleveld in de parochie van Hermalen, om 14 oude schilden en vijf kapoenen, 'sjaars, vrij gelds, pg.436. l*7*>.
1409. in vigil. Pent hecostes. Aan Peter,
Ghvsebrecht Peters zoens zoen , in erfpacht uitgegeven een akker lands in Cortenhoeven, \sjaers om 5 lood zilver, pg.b'37. (576). 1328. des sondagkes na S.MarienMag-
dalenen daclt. Copie van een' brief van graaf Willem van Henegouwen en Holland, over het leggen van een' dijk in de Lopikerweerd, #*. 438. l577). 1402. op S. BarlAolomeus avond. Ver-
drag tusschen 't capittel en de stad Schoon- |
|||||||
hoven, dat de burgers aldaar, van ieder mor-
gen lands, gelegen in de capittels tiende an der Zevender, hetgeen met hoppe beteeld wordt, tot tiende jaarlijks zullen betalen een vierde van een oud schild, pg. 438. (578). S. ind. temp. Aanteekening der wasch- en
ongel-kaarsen , welke de thesaurier dagelijks in de kerk moet leveren, pg. 439. Cs79). S. ind. temp. Register van de tyenden,die
de heer van Vyanen, en van den Goye, van 't capittel in pacht heeft, en voor hoe veel geld, belopende de geheele somme 1809 ponden, pg. 439. (58o). 1411. op S. Servaes daoh. Jacob, heer
van Gaasbeek, belooft, wegens eene erfpacht van negentien morghen lands , gelegen bij den huize ten Goye, jaarlijks aan het capittel te zullen betalen 22 pond en 10 schellingen, pg.'t'iQ. (58i). 1337. op den achtstendauhvan S.Agneten.
De graaf van Gelre permitteert aan 't capit- tel, 't afghespleyt goed van den hof te Apel- doren weder te mogen aenvanghen, ^.440. (5S2). {Sine an?io.) * Copia processus bullarum
super confirmatione consuetudinis de male- dicendo, door bisschop Frederik, pg. 441 sqq. (5831,
1407. op elfdusent magheden dach. Voor
schout en schepenen van Gortenhoeve, door Claes Otten zoen, aan 't capittel opgedragen een' vrijen uytvvech over zijn land, pgA'ib. (584). 1412. sabbato postfestum b-Lucae ewang.
Gheryt, Henrik zoen, van Maersen bekent, in erfpacht genomen te hebben een hofstede in 't lynpadt, 'sjaars om een oud schild en een quartier van een oud schild, pg. 446. (585). 1412. fer. II. post b.Kilianimartyr. Ghe-
ryt van Brueclede bekent, voor den tijd van veertig jaren in pacht ontvangen te hebben een viertel veens, gelegen op Trechter veen in des Domproost geregt van Utrecht, elk jaar om 5 oude schilden, pg- 447. (586). 1412. (sine die.) Hendrik Lubbrechts zoen
bekent, voor zich, zijne vrouw en beide zoons,, zoo lang een van hen vieren leefde, in pacht |
|||||||
37
|
|||||||
genomen te hebben een halve hoeve veen-
land, gelegen in Westbroek, en zulks om elf en een half oud schild, en vier capoenen, 'sjaars, vrijgeld, zonderafslaan vaneenigeon- gelden, uitgenomen mergengelde, pg. 448 sq. 1415. das vryd. na S. fVillebroerds dach.
Glieryt vander Horst bekent, in dienstmans recht, ontvangen te hebben den Ryperinch ho/, om tien mouder rogge en vijf en twintig mouder gerste 'sjaarlijks; verder, om nie- mand in dat goed te setten, dan een welge- boren dienstman; alsmede, om twee-of drie- inaal des jaars , afgezondene van 't capittel, liefelyk te ontfangen, en al zulke herberge te doen, als des hoves regt ende gewoonte tot hiertoe geweest is, pg. 450. (5^8). 1411= op S. Servaes dach. Jacob, heer
ran Gaesbeek, etc. bekent, van 't capittel in erfpacht te hebben negentien moi'gen land, gelegen bij den huyze ten Goye, en geheten : dat Dweerland, ende Cortland, 'sjaars om 22 pond en 10 schellingen, pg.'ibl. (589'. 1402. op S. Barlholomeus avont. Over-
eenkomst tusschen het capittel en de stad Schoonhoven, dat de burgers van ieder mor- gen lands, gelegen in de capittels tiende aan der Zevender, welke met hoppe beteeld wordt, zullen betalen 'sjaars een quartier van een oud schild, pg. 452. (59°). (Zieoo/cpgA38.) 1416. Maart 4. Bisschop Frederik be-
kent, dat het goed te Meerne, in 't kerspel van Wye, een vrij onschatbaar goed is, en kwalijk in de registers der schattinge van Sal- land als een schatbaar goed gebragt is, pg. 452. (59i). . 1417. des domed, na Hemelvaerts dach.
Egbert opder Horst, enzijnzoon, nemen op zicb, 't capittel te verantvvoorden tegen alle last, aanspraak en klage, wegens het aan hen verkogte goed Zuytwyc, in het kerspel van Eep, pg. 452. t592). 1416. Sept. 17. Vidimus van een' brief
op S.Servaes dach, waarbij Jacob, heer van Gaesbeek, bekent, in pacht ontvangen te heb- ben, tot vijf jaren, de tiende in 't Goye, te Houten , te Loeric, Westrum, Oestrum, Over- |
|||||||
dyk, ende Nyenweert, elk jaar om 260 oud'e-
schilden, vrij geld, pg. 453 sqq. l593\ 1414. fer. VI. post b.Mauricii. Sen ten-
tie des officiaals, waarbij Arnold van Leyen- berg en zijne vrouw Heilwig verklaard worden vervallen te ziin van 't regt van erfpacht op de halve tienden van Alblas, met het execu- toriaal van dien van 1416. fer. V. post dom.: cantate, pg. 456 Sqq. (59*). 1416. Jun. 14. Johan van Leyenberch,
knape, bekent, de halve tiende van Alblas van 't capittel weder in erfpacht, waarvan zijn vader, Aei-ntvanLeyenborch, wegens vjr- zuim vervallen verklaard was, ontvangen te hebben, om eene jaarlicxe pacht van I4muk zilver, pg. 459 sq. (595). Eod. Aernt, heer van Leyenberch , bc-
looft, zoo lang hij aan die voorstaande halve tiende van Alblas, wegens zijne vrouw z?l gelijftugtigd zijn, de voorsz. pacht jaarlijLs te zullen betalen, pgAQl. (d96). 1419. Met/ 23. Aernt, heer van Leyen-
berch, renuncieert van zijn lijftugt, en zijn zoon , Jan van Leyenberch, resigneert zijne erfpacht van de halve tiende van Alblas, ten behoeve van Wouler v. Ghent, pg. 462. (597'. 1419. July 22. De gemelde Wouter van
Ghent door 't capittel weder verleyt met de erfpacht van de gem. tiende, pg. 463 sq. (598). * 1421. Becemb. 17. Arnoldus de Ghent,
armiger, resigneert in handen van 't capittel de pacht van de halve tiende in Papendrecht, pg. 465. (599). 1422. op S.Victoers avond. Willem Moel-
naer van Stryen bekent, voor tien jaar in pacht genomen te hebben den halven tiende van Papendrecht, elk jaar om 3 en een half mark zilvers en een pont Hollandscher pen- ningen, pg. 466. ifoo), 1424. July 3. Wouter van Ghent renun-
cieert van den leenweer en de pachtinge van de capittels tienden onder de heerlijkheid van Alblas en Alblasserdam, ££'.467. (6o1). Eodent. Verdrag namens den proost en het
capittel ter eenre, en Wouter en Aernt van Ghent, gebroeders, ter anderer zijde, over de tienden van Alblaes, pg. 468. (6o2\ IP
|
|||||||
38
|
|||||||
1428. op aire heyligen avond. De hof
te Oene op Veluwen, om 18 oude schilden 'sjaars, verpacht aan Wouter Gruter voor zijn leven, en voor het leven van zijn'zoon, of van dien genen, dien hij daartoe benoe- men zou bij zijn leven, pg. 469. i6°3). 1432. April 11. Aernt van Ameronghen
en Johan van Lichtenberch bekennen, ge- pacht te hebben de tienden van Upbueren, Eyteren, van der Maerne, met de tienden van de hofcampen en uiterweerden; en zulks voor den tijd van tien jaren; de twee eerste jaren, elk jaar, om 145 oude schilden, de acht laatste jaren, elk jaar, om 170 oude schilden, pg. 470 sq. (6o4). 1433. July 11. De tienden van Alblas,
door afstand van WoutervauGhent, weder in erfpacht uitgegeven, op de vorige condi- tien, aan Florens van Kyf hoeck, cnape, 'sjaars om 14 mark zilver, pg. 472. ^°5). Eod. Florens van Kyf hoeck lijftugtigt met
consent des capittels zijnen broeder Ghys- brecht van Loen, aan de erfpacht van de ge- mekle tiende en in Alblas, pg. 474. (6o6). 1433. op S.Jacobs dach apost. De zus-
teren van meyster Gheryt groten buys te De- venter, beleend met 't goed te Middesdorp, in het kerspel van Olst, om een' jaarlikschen thins van 4 loot zilver, pg. 475 sq. (607*. * 1287. fer. III. ante Gregorii papae. Aan
Henrik Wandelaer in erfpacht gegeven eene area extra Tollebruy, om een jaarlikse pen- sie van een pond: nog eene area of weere, daar naast, om 5 solidi en een derde, om 8 solidi, pg. 477. (<^8). 1420. Jug. 10. Het goed TeMerne, in
het kerspel van Wye, aan het convent van Dvepenveen uitgegeven in erfthins om 10 schel- lingen 'sjaars, 5 voor 't capittel, en 5 voor den meyer van den hof te Oene, in plaats der diensten, pg.'kll. tf°9). ♦1101. (sine die.) De kerk de Herenkem
door bisschopBurchard afgestaan aan de cuslo- dia of kosterije van S.Marie, pg.^77. (6l°). 1395. op S. Ambrosius dock in April.
Alaert, heer van Bueren, bekent, dat de se- paratie der kerke van Erinchem en de capel |
|||||||
van Bueren, niet zal strekken tot nadael der
thesaurie van S. Marien, pg.^77. (6l0. S. ind. temp. Begister der tienden, toebe-
hoi'ende aan de thesaurie van S.Marie, te Erinkhem, pg. 478. (5,2). S. ind. temp. Be- gister der tienden totBuren, pg. 478. (6l3). S. ind. temp. Begister der goederen van't ca-
pittel, gelegen teUpBaven, bi Covelaersbrug- ghe, Jutfaes, aen den OudenBijn, opdieHo- gheweyde, op Strilant, te Heyencoep en Ga- lencoep, Bilevelt, Beynerscoep, endeMeern, Vulcoop en 'tWael, 't Gheyn ende Wierssen, Houten ende Vreeswiks velt, Scalcwyc, Wer- conden ende Cortryck, 'TGoy, Odyc ende Bunnyc, Zweserenghe, Vloten ende Hermalen, aen die Linscoten ende Cattenbroeck, Brue- kel, Lonen , en Maerssen, Lopyck, Corte- hoeven ende Nederhorst, Cameric, Zecvelt, Bertenghen, intVeen, Zeyst, Leersen, Wye, Lancbroec, Everdinghen, Polsbroeck, Mont- foord, Meerloe, pg. 47SI sqq. (6i4). S. ind. temp. Begister der goederen en op-
komsten, in 't sticht gelegen, welke toebeho- ren aan de altaren, of vicarien, in de kerk van S.Marien, pg. 482. (6i5). 1428. Sept. 29. Aan Willem, heer van
Buiren en Buesinchem, in erfpacht gegeven alle de tienden in Tielreweert, elk jaar om 68 mark zilver, vrij geld, pg. 483sqq. (616). 1423. Sept. 22. Jan, heer van Culen-
borch, weder op de oude vorige conditien beleend met de erfpacht van den tol te Smit- husen, en de curtes Ewyk en Malbergen, #§\ 486 sqq. (6'7\ 1427. op S.Marcus dach ewangel. Aan
Jan van Vyanen, heer van Noerdeloes, voor den tijd van tien jaren, verpacht de tienden in 't Goy, te Houten, te Loric, Westrum, Oestrum, Overdye ende Nyenweert, ofFGra- venweert, groot en kleine, elk jaar om 260 oude schilden, vrij geld, ^.489. t6l8)» * 1433. Octobr. 3. Statuut des capittels,
hoe veel die genen, welke de thesaurie, de scholastrie, of de semipraebendae imperiales 8f episcopates in het vervolg zullen krijgen, betalen moeten bij hunne aanstelling, tot de fabrica ecclesiae, pg, 490. l6l9). |
|||||||
39
|
|||||||
* (Sine anno.) Adnolatie wegens de gewone
uitdeeling van brood aan de armen, pg. 491. (67.01,
* 1435. Jung 28. Statuutdes capittels, dat
ook de deken, bij deszelfs overlijden, het an- nus gratiae zal genieten , gelijk andere canun- niken, pg. 492. (621). 1437. op/en anderen dagke nae S.Marcus
dach. Aan Jacop, heer van Gaesbeek, etc. voor den tijd van tien jaren verpacht de den- den in 't Goy, te Houten, te Loric, Wes- trum, Oestrum, en Njenweert, 'sjaers om 260 oude schilden, vrij geld, pg. ^93. (6i2). 1438. op S.Marcus dach. Acte van borg-
togt en pactum obstagiale, voor die pacht van de bovengemelde tienden van den heer van Gaesbeke, pg. 494. (.6a3} 1437. op S. Marcus dach. De heer van
Gaesbeke belooft, de voile pacht van de bo- vengemelde tienden te zullen betalen , al ware het, dat hij van de tiende vanNyenweert niets krege, pg. 494. (624). 1436. April 24. Aan Willem, breeder
te Egmond, heer van Ysselstein, voor den tijd van tien jaren verpacht de tienden van Op- bueren , van Eyteren, en van der Maerne, 'sjaars om 200 oude schilden , vrij geld, pg. 495. 16*5). 1425. opten aevenden dach in Martio. Aan
Evert van Vermuiden den hof Ryperinxhof in dienstmans regt gegeven onder betaling van eene jaarlijksche pacht van 10 molder rogge, en 25 molder gerstekoorns, pgA96. (626). 1436. Juny 15. Evert van Vermuden be-
kent, geen verdere aanspraak tegen het ca- pittel te zullen maken, wegens dat des ca- pittels yyand , Wennemaer Ten Hove, hem op Rypelickhof zijn saat had afgebrand, pg. 497. (627). 1434. Maart 3. Erfpachtbrief van drie
viertel lands te Jutfaes, in erfpacht uitgege- ven aan de vrouw van Jan van Jutfaes, om anderhalf mark fijn zilver jaarhjks, pg.k%l. (628). 1435. op elfdusent magheden dach. Het
goed TerBeke bij Elborg tot thinsgoedsregt uitgegeven aan Henrik ten Bleke, onder beta- |
|||||||
ling van een jaarlijksche thins van 8 looden
fijn zilvers , pg. 498. (629). 1435. Mey 16. Den hof ter Brake, on-
der Hierden bij Harderwijk gelegen, aan het nonnenklooster aldaar tot een thinsgoed ge- geven , jaarlijks om twee mudden rogge en twee mudden koorns of gerste; en hetzelve klooster door het capittel vrij gegeven, van geen manschap daarvan in net vervolg aan het capittel te doen, pg. 499. (63°). 1435. op S. Remu/ius dach. Door Claes
Aelberts zoen de erfpacht van twaalf morgen lands onder Segveld afgestaan, ten behoeve van 't altaar S. Andreae in de S. Marien kerk, en aan denzelven weder in erfpacht gegeven om twee engelsche nobelen 'sjaars, ten be- hoeve van 't gemelde altaar te betalen, pg. 499 sq. (63i). 1435. op S.Dionysius dach. Een hofstede
in 't lijntpad bij het ellenden kerkhof, in erf- pacht uitgegeven aan Gheryt van Maersen, des jaars om een lood fijns zilvers, pg. 500 sq. (632). * 1436. op S.Mathias avond apost. Re-
versaal, waarbij 't susteren convent te Olden- burg bekent, onder een'jaarlijkschen thins van een' halven grooten tournois, van het capittel ontvangen te hebben het vierdepart van een zeker thinsgoed in Oestenwolde, hetwelk door Johannes Sondersorghe aan 't gemelde con- vent was afgestaan, pg. 501 sq. (633). Eodem. Meester DirkNucke van Elburg,
op dezelfde conditien, als in den voorgaanden brief, met een ander vierdepart van dat zelfde thinsgoed beleend, pg.502. (634). Eodem. Een derde vierdepart van dat zelf-
de thinsgoed beleend aan Arnold van Erler, burger van Elburg, pg.b03. (6351. Eodem. Het vierde vierdepart van het ge-
melde thinsgoet te Oestenwoude, beleend op dezelfde conditien aan HenrikBigge, poorter te Elburg, pg.bO'3. (636). 1437. Maart 6. Aan Gheryt den Berger
verlijt op nieuws de erfpacht van een viertel lands in Snodelreweert, jaarlijks oin 3 pont goeds gelds , pg. 504. t637). 1437. Mey 16. De overste helfte van veer-
|
|||||||
'tO
|
|||||||
tiea moreen lands ondei" bet geregte van Lo-
pik, weder in erfpacht uitgegeven aan Wil- kia Foyt, pg. 504 sq. C638). Eodem. Die nederste helfte van gemelde
veertien morgeu lands, op dezelfde conditien in erfpacht uitgegeven aan Rutgher Egberts zoon, pg. 506 sq. tf '9). 1438. op assohel woensdach. Een akker
lands van de Vredelander zytwen opgaende lot aan Loesdrecbter rade, aan Vrederic Pou- wels zoeu in erfpacbt verleyd en gegeven, otn tweeoude vrancken jaarlijks, fig'. 506. I6*"). 1436. op S. Jans daeh te midden somer.
Aan Zwanelt, Dirk Jansz. weduwe, na doode van haar' vader Aernt vanden Polle, weder verleyt de erfpacht van 10 hont lands in den kerspel van Linschoten, behorende aan S.Ja- cobs altaar, en zulks om 30 oude Dortsche plakken jaarlijks, pg. 507. (64'). 1^36. d.donred. na S.Peter adnalliedram.
Geerloff Aernts zoen beleend met de erfpacht van een viertel lands in het kerspel van Oude- water, jaarlijks om vijf lood zilvers, pg. 508. 164*). 1437. des donred. na Paesdach. Ses mor-
geu lands onder Lopik in erfpacht uitgegeven aan Wessel Dircx zoen , om tvvaelf lood zilvers ieder jaar, ^.509. (6*3). 1437. saturd. na S.Jacobs apost. Wou-
terGruter, Gheryt vanGhaerner, Gheryt en Aernt Gruter bekennen, door 't capittel vol- daan te zijn van alle schaden en onkosten, die zij geleden hadden van Wynmar ten Ho- ve , die zich tot vijand van 't capittel en des- zelfs hulperen verklaard had, pg.509sq. (G4i\ 1435. op S.Valenlyns avond. Wennemar
ten Hove bekent, een zoen gemaakt te heb- ben, en weder bevredigd te zijn met 't ca- pittel, pg.hlO. (6W). 1438. dcs maend. naO.L.Fr. purificalio.
De rentmeester van Gelderland, Johan die Jode, bekent, dat hij 't capittel van S.Ma- rien in het tynsboek heeft gezet, wegens de nieuwe landen onder den hof tot Oene be- horende , en zulks in plaats van Henrik en Wenmer ten Hove, en dat W outer Gruter de thins vervolgens aangenolnen heeft te beta- |
len, zoo lang hij den hof tot Oene van het
capittel in pacht heeft, p^. 510. I6*6). 1431. S. Symonis fy Judae. De prior en't
convent des cloosters van Galilea toe Zibekeloe consenteert, de giften,welke Herman van Del- den aan zijne twee dochteren, en geestelijke maagden, en de vergadering tot Deventer, die nu mede to Aernem vvonaehtig zyn, gegeven had, bestaande in het erve endegoed, gehe- ten : Misdorp, pg. 511. i6i7\ 1432. desVrouwenavond nativilas. Het
erve en goed Midsdorp geregtelijk voor sche- penen van Arnhem door Mette en Aleyd van Delden opgedragen aan het susteren-huis te Deventer, pg. 511. (648). 1433. op S.Jacobs daeh apost. Dezelfde
brief, zoo als hier voor op pg. 475 en 476. ook reeds geregistreerd is, wegens de ver- leijing van het thinsgoed Midsdorp, door het capittel aan het susteren huis te Deven- ter , pg. 512. (6*9). * 1433. in vigil, b. Laurentii marl. Brief
van Johannes de Loen , canunnik van S. Le- buinus, en van den capellaan van S. Marien kerk te Deventer, aan den officiaal van Utrecht, van denzelven verzoekende, om uit naam van het susteren huis den straks voorgaanden brief mede te bezegelen, pg.blS. l65°). * 1439. Oetobr. 15. Statuut des capittels,
wegens de begrafenissen binnen de kevk van S. Marie, en hoe veel gelds daarvoor zal moe- ten betaald worden, pg. 513. (55t). * 1303. in arast. b.Luciae virg. Eene area
in via lapidea (steenweg), om 15 solidi jaar- lijks in erfpacht gegeven aan MartinusdeSlo- the , pg. 5 14. I65*). 1368. d. donred. na Vrouwen daeh annunf.
Een transfix van den voorgaanden brief, waar- bij het regt van dien erfpacht voor schout en schepenen van Utrecht door Aernt Rynkyn (Romkyn?) aan meister Coenen de Messema- ker, pg. 515. (653). * 1387. fer.lll. post diem b.Marci ewamj.
Acte van admissie, waarbij in 't gerechte van Tuel magister Rodolphus wordt geadmitteerd als procureur namens het capittel van S. Ma- rie, pg. 514. (6541. |
||||||
%l
|
|||||||
1443. Juny 5. Acte van compromis, waar-
bij door den bisschop, de capitlelen en stad van Utrecht aan de uitspraak van eenige arbiters gesteld worden de geschillen, die zij met den borchgraaf van Montfoort hadden, wegens 't dijkgraafschap van de Lopikervveerd, pg. 515. [655', 1411, op S. Servaes dach. De beer van
Gaesbeek belooft, voor eene erfpacht van ne- gentien morgen lands, belend aan de heer- lijkheid van den Gove, jaarlijks te zullen be- talen 22 ponden en 10 schellingen , oud goed gelds, pg.bl&. (<>56). {Zander datum.') * Oude aantekening, hoe
veel een scholaris canonicus jaarlijks uit de opkomsten trekt tot aan zijne emancipate, pg.b 16. (657). 1328. des sondaghes na S.MarienMagda-
lenen dach. Overeenkomst des bisschops met den graaf van Holland, en andere ambagts- heeren in den Lopikervveerd , dat voortaan de dijken zullen gemaakt worden » morgen mor- gens gelyke"', en niet » met de koe ende met de kerne", pg. 517. (658). Eod. Dezelfde overeenkomst, als in den
voorgaanden brief, zoo als die gegeven is door den graaf van Holland, pg.bl7. (659). 1369. dessond. na S. Jans decoHat. Uit-
spraak der heemraden van den Lekdijk, dat de dijkgraaf voor de onwilligen moot laten dijken, en, van zijn uitgelegde geld, voor eenen penning, weder twee heffen mag, of vier schatte panden, pg.517. v66o). 1368. des daghes na S.Jan le midsomer.
Dingtale, tusschen deii dijkgraaf van den Lek- dijk, en den lieer van Ysselsleyn, wegens of die van Ysselsteyn verpligt zijn niede te dij- ken aan den dijk , pg. 518. (<">'). 1369. op S. Barberen dan/i. Brief des bis-
schops aan hertog Aelbrecht van Beijeren, we- gens dat geen hoger beroep van liet oordeel van heemraden van de Leekeudijk, ver^oe- kencle, dat hij, wegens het appel van den lieer van Ysselstein, daaraan de hand houde, en dat appel niet aanneme, pg. 5l8s<j. .661). 1367. des vryd. na O.L. V rouwen concept.
Bevel van hertog Aelbrecht aan den dijkgraaf, |
|||||||
om de onwilligen te constringeren tot het
maken der dijken, of anders, volgens oor- deel der heemraden, zijn geld daarin te leg- gen, en te doen maken, pg.b\9. (663). 1348. Bevel van graaf Willem aan den
borggraaf van Montfoort, als dijkgraaf, om de wadens, die gescheurt zijn tusschen Schoon- hoven en den nieuwen dam, ten eersten te doen bedijken, pg. 519. ("64', 1337. des sond. na S- Johans dach decollat.
Bevel van graaf Willem van Henegouwen en Holland aan den bailjuw van Woerden, om de poorters van Oudewater en alle die woon- achtig zijn in Lopikervveerd, welke niet mede dijken willen, uit te panden op haar kosten en sehade, pg. 519. (665). 1370. des woensd. na S.Valenlyns dach.
Schepenen en raad van Schoonhoven belo- ven aan den dijkgraaf van den Leckendijk, dat zij die van Ysselstein, welke tot den dijk niet wilden betalen, zouden doen panden , en de panden binnen IMontfoert aan den dijkgraaf leveren ; of dat zij, zulks niet doeu- de, zelve aan den dijkgraaf zouden betalen zijn uitgeschoten geld voor die van Yssel- stein, en zulks subpacto obstagiali, pg. 520. (666). 1385. (1386.) Hertog Aelbrecht belooft aan
den heer van Montfoert, als dijkgraaf, te zullen betalen 600 gulden, zijnde het geld, hetgeen dezelve in den dijk van de Lopiker- weerd had uitgelegd voor het land van Yssel- stein, pg.b'20. (.6671. 1385. des woensd. na S. Odulphus dach.
Bevel van hertog Aelbrecht aan den lieer van Montfoert, als dijkgraaf, om die van Yssel- stein uit te panden, die onwillig waren mede te dijken, pg.blO. (668). * 1403. fer. VI. post dominicam: cantate.
Monitio canonica en inhibitie van den offi- ciaal des hofs van Utrecht, tegen Herman van Apeldoorn, drost van Salland, om den bouwman van het goet terMeerne, in't ker- spel van Wyhe, niet te schatten, op pene van excommunicatie, pg. b2\. (669). * 1415. Oclobr.b. Judiciele acte van den
officiaal van Utrecht, vervattende een verbaal 11
|
|||||||
12
|
|||||||
tier procedure, zoo als 't capittel van S.Marie
gevoerd heeft tegen Henricus ten Hove , we- gens het afperssen en de invordering van schat- ting van den bouwman van 't goed ter Meer- ue, in 't kerspel van Wyhe, pg. 521 sq. (67°\ 1447. April2/k. Aan Willem, broeder te
Egmond, heer van Ysselsteyn, in pacht gege- yen, voor den tijd van tien jaar, de thienden van Opbueren, Eyteren en van de Maerne, groot endesmal, oudeende nieuwe, gelegen in de heerlijkheid van Ysselstein, elk jaar om 200 oude schilden, pg.h'23. t67'), * 1446. Mey 11. Stalulutn capiluli de me-
In el meticulosis, pg.Wl'i. ,(573). 1446. op aire heylighen avond. Aan Ja-
cob, beer van Gaesbeek, voor den tijd van tien jaren verpacht de tienden in bet Gov, te Houten, te Lopik, teWestrum, Oestrum, Overdijk, ende Nieuwenweert, of Greven- vveert, groot en klein, te zamen elk jaar om 260 oude schilden, pg. 525 sq. (67s). 1447. Apr.27. Acte van borgstelling, door
den beer van Gaesbeek aan het capittel ge- daan , wcgens de voorgaande pacht van 260 oude schilden . en zulks subpaclo obstagia^ li, pg. 527. (67*). 1453. des donred. na S. Marcus euana.
Aan Walraven van Haeften, ridder, voor den tijd van tien jaren verpacht des capittels tien- den in Tielrewaerd, als tot Malsen, Deyl, Roernde, Gellichem, Vanderick en Heessel, 'sjaars om 220 oude Vrankryksche schilden, pg. 528 sq. I6y5), 1432- Sepl.%. Overeenkomst tusseben den
proost en 't capittel, yvaarbij bepaald wordt, hoe veel geld de proost uit de goederen van Zeeland jaarlijks zal betalen, in plaats van de 12marken, en de Zeeuwscbe kazen, welke hij aan ieder der canunniken verpligt was te geven, pg. 529sq. (676). 1452. Mauri 2. Belofte en borgstelling van
den proost Adolph van Rutenberg, dat hij de vorenstaande overeenkomst en verdrag zal vol- doen en nakomen, en zulks sub paclo obsta- giali, pg. 530. (677). *1438. Oclb. 19. Testament v. Frederik vten
Hamme, heer van Baersel, ridder ,pg.531, (67s). |
|||||||
1462. Feb/: 1. Hendrik van Uterwijk be-
leend met den hof Rypperlinkhof op Velu- wen, tot een thins jaarlijks te geven 10 mol- der rogge en 25 molder geistkoorn, ^.532. (679). 1462. Maarl 7. Uitspraak van de regering
van Harderwijk in de geschillen tusschen 't capittel en TydeSubbe, wegens't goed, ge- heten : Lulteke Zeelhorst, of anders: Schuyr- hoven, pg. 533. (68°). 1462. op S.Mathys avond. Acte, yaar-
bij, tot weder opzeggens toe, Claas Hey- nensz, door het capittel word aangesteld tot schout over des kerken schout-ambacht van Cortenhoeve met zijn toebehoren , pg. 534. I681). 1464. des maend. na S. Odulphus dach.
Jacob Backer Kerstiensz., en Andries Ja- cob Kerstiensz., stellen zich als borgen voor Hessel Gheryts, die door het capittel was aangesteld tot diender en knecht van den deken en 't capittel, pg.hM. (68i). * 1459. in vigil, nativit. b. Mariae. Nadere
overeenkomst tusschen den proost en 't ca- pittel , wegens de uitkeering des proost aan net capittel uit de goederen van Zeeland; (zijnde deze brief in dezelfde woorden bevat, als de voorgaande van 1432. op pg. 529sq., met die verandering alleen, dat in plaats van 8 mark zilver, de proost vervolgens maar 6 mark zou betalen), ^.535. (6^3). * 1423. Sept. 22. Het begin of hoofd van
een notariele acte, doch welke niet uitge- schreven is, maar waar onder staat: habetur in libro rufo fol. XXV. ab isto folio compu- tando; doch boven dit begin staat: lilera D'jmini Johannis deCulenborch etc. de Theo- loneo etc. pg. 535, t68*). 1448. Oclob. 22. De tol te Smithusen,
met de hoven Ewyck en Malbergen, door Johan. heer van Culenburg, afgestaan en ge- resigneerd zijnde, door het capittel op de- zelfde condition weder verleid, en in erf- paeht uitgegeven aan deszelfs oudsten zoon Gerard van Culenborg, pg. 536 sqq. (635). 1471. April 10. De halve tiende van Pa-
pendrechl voor den tijd van twaalf jaren |
|||||||
'!
|
|||||||||
43
|
|||||||||
gesteld en voorgeschreven door den deken
en het capittel van S. Marie, als ambachts- heeren van Lopick, pg. 545 sqq. I688). 1469. des saterdaghes te midvasten. De
curtis, of hof te Oen, aan Willem Lerink, en SanderSchimmelpenninck, voor hun bei- der leven lang, in pacht en huurweer uit- gegeven om 25 oude schilden 'sjaars, voor- behoudens aan het capittel de thinsen, die in dien hof behoren en betaald worden, pg. 549 sq. (689). |
|||||||||
verpacht aan Marten van Herlaer, heer van
Pouderojen, de eerste tien jaar om 5 mark zilver des jaars, en de laatste twee jaar om 6 mark, pg. 539. I686). 1468. Decemb. 20. Compromissoriale uit-
spraak van den bisschop en van den domproost, over de geschillen en oneenigheden tusschen de capittelen van Oudemunster en S. Marie ter eenre, ende Frederik vten Ham ter an- dere zijde, pg. 541 sqq. (687). 1469. Decemb. 12. Statuten en ordon-
nantie, voor het gerechte van Lopick, in~ |
|||||||||
^^«*^a»%^«g^H«^«-------
|
|||||||||
TIJDREKENKUNDIGE REDUCTIE
OP DE
VOORGAANDE BESCHRIJVING.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaar- en dagtcekening, pgg.
133 , 136 , 150 , 167 , 193, 367, 368, 383, 399, 439, 441, 478, 478, 479, 482,
516. IIOI.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zonder
91, 193, 439, 491, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pg. 477.
pg. 100. pg. 100. pg. 100. />?. 120. pg. 33. pg. 127. pg. 47. pg- 162. pg. 153. Pg- "3-
pg-176. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1108.
1116,
1131. U55- U56- 1164. 1169. 1176. "93
1196. 119^. I2CO,
12C2.
1208. 1217. 1219. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indict.
Indict. Indict. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I,
Villi vim
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indict.
18. kal |
IX.
Junii , |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indict. I.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pg- 34.
90. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indict. III.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pg-172.
pg. 94.
pg. 79.
pg- 67.
153. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I .diet. VII.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i5
1288.
Fer.V. ante ramos palmaf. pg. 61. Dom. : laetare , 97. S. Galli confess. 166.
Decollat. b. Joh. Bapt. 46.
Brictii pontif. 118.
1290.
Fer. II. p. b.Mathiae apost. pg. 43.
VI. 53.
Fest. s. Vitalis martyr. 55.
Fer. II. p. b. Tyburtii , 161.
p. XI m. virginum , 101.
VI. ante nativ. Domini, 44,
1291.
Sabb. antedom. : invocavit ,pg. 117.
Crast. b.Odulphi, 45.
I292.
Crast. b. Mariae Magdal. pg. 35. 1293.
Fer. V. post b.Luciae , pg. 156.
post dom.: jubilate , 155.
S. Victoris, 80.
Fer.IV. ante fest. b.Nicolai, 125.
1294.
Fer.VI.post couv. b. Pauli, pg. 159. SS. Petri et Pauli , 44. 1295.
Sabb.: quasimodo geniti, pg. 159. Fer. III. post Pascham , 88. 1296.
Pentbecostes, pg. 158. Vigil, nativ. b. Mariae , 52.
1298.
Octava ss. Petri et Pauli, pg. 148. 1299.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1271
Crast. commemor. animar. pg. 158
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S. Willebrordi,
1272.
Fer.II. p.fest. b.Remigii, pg VII. id. Martii , Mense Novemb.
|
- 85.
85.
103.
91.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1273.
Fer.V. ante fest.b.Mar.Magd.^g-, Vigil, b. Thomae apost. 1274.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
68.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XV. kal. Junii,
|
pg. 158.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1275-
Octava Epiphaniae , 1276.
Vigil, ss. Petri et Pauli, SS. Cosmae et Damiaui , |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
95.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
93.
109. 109. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PS-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1277.
Fer. VI. post laetare, 1278.
Vigil, b. Mariae Magdal. I279.
S. Agnetis virg. Dingsd. na Alreheiligen , Octav. b. Martini hyem. I 280.
Crast. purif. b. Mariae , Beatorum .... et Pancratii, S. Servatii, In octava Pentecostis, Crast. s. Bernabae apost. In exaltatione s. Crucis , |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
95.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pg. 102.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
62.
307.
170. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PS
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pg- 86.
128.
72.
119
51.
66
66.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I28l.
S. Mathaei apost. pg. 1282.
lcer. VI. ante b. Valent. mart.n§-. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
127.
137.
152. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Domin.: oculi,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
93.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1300. ^
Fer. III. post b, Remigii , 1 302.
Vigil, palmarum, Vigil, assumpt. b. Virginia , 1303
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Crast. b. Agatliae virg. 83.
b. Bartholomei apost. 92.
1285.
Crast. invent, s. Crucis , pg. 157. Octava Pentecostis , ■ 93. nativ. s. Joh. bapt. 109.
Mense Julio, 119 1 Julii, 119.
Vrijd. ria s. Victors dag , 308, 309.
12*6.
S. Ambrosii , pg. 127. In invent s. Crucis, 170.
Vigil, s. Matniae, 33.
Fer. IV. p. fest. b.Mart.hyem. 169.
8087.
Crast. conv. b. Pauli apost. pg. 81. Sabb. p. fest. b. Catharinae , 171. Fer.III. ante Gregorii papae , 477. Vigil, s. Willebrordi, 157. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
.244.
- 37. 42.
514. .310.
. 63
.171.
-170. -123. 69.
171.
164. 285.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fer. VI. p. dom. : jvdica ,
Crast. b. Luciae , I304.
Dingsd. na s. Johan zomer , 1305-
IV. non. Maji,
1306.
SS. Gervasii et Protasii , |
Pg
Pk
K
PS |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sabb. post b. Victoris , ■
Octav. b. Martini hyem.
I3"7-
Assumpt. b. Mariae , pg. 1308.
Sabb. Misericordia Domini , pgVrijdag na Hemelvaart, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Martyn in den winter ,
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*6
|
|||||||||
I338.
S. Remigii , pg. 183.
Vrijd. na s. Remigii, 186, 188.
S. Fabiani etSebastiani , > 185.
Crast, purificationis, 185.
Dom. : laetare , 185.
Maand. na Apost. divis. 184.
B. Urbani , 183.
Woensd. na b.Mart. schudd, 410. Octav. b. Laurentii, 183.
Crast. b. Laurentii, 184.
Crast. b.Michaelis, 186.
Oct. b. Martini hyem. 187.
Maand. na b. Pttcolai, 187.
1339-
Woensd. in de passieweek , pg. 188. Woensd. na Paaschdag , 189. Saturd. na Paaschdag, 189, 190.
S. Marci , 190. Fer. V I. post s. Marci , 189.
Vigil, assnmpt. b. Mariae , 190.
Decoll. s. Johannis, 191. Aller heiligen , 194.
B. Barbarae, 191.
B. Luciae, 193.
1340.
S.Paulus avond, pgg. 192,193. Sabb. post ss. Petri et Pauli, 207.
B.Bartholomaei, 191. 12 Octob. 196.
Vigil, b. SymonetJudae , 196.
i.34t'
Convers. s. Pauli , pg, 195.
4 Maart, 194,195.
Ult". Maart, 195.
Sat. na Pinkster , 196.
1342.
S. Paulus in de winter , pg. 196. S. Anibrosii, 75, 197.
S. Georgii, 135.
Donderd. na midvasten , 197.
1343-
pg.138.
S. Andreae , 139,139. 1344.
B. Agnetis, pgg. 138,138,138,138. '345-
Vigil, b. Michaelis, pg. 139. 1347'
2 Mei , pg. 108.
Daags na Meidag , 141.
1348« J)?. 519.
Fer. V. post dom.: judica , 215.
Vrijd. na ss. Phil, et Jacob. 75. Crast. b. Laurentii, 316.
24 Aug. 316.
i349«
S. Odulphus, pg. 76.
S. Thomae , 206,207.
|
|||||||||
133° l
Sabb. p. annunc. b. Mariae , pg. 46.
Maand. na s. Pieter in d. oest, 39. Dingsd. na s. Pieter in d. oest, ■ 40. 28 Octob. Ind. XII. _ 73. Crast. b. Martini hyem. 128.
'33'-
Fer.II. p. dom. : quasimodo , pg. 178.
16 Junij, _ 131. S.Martini hyem. 409.
Vrijd. na s. Pontiaens dag , 178.
i;32-
3 Noverob. pg. 126.
JJ"
Transl. b. Martini, pg. 143. Sabb. post transl. b.Martini, 50.
Woensd. na S.Victor , 150.
Fer. VI. post omn. Sanct. 49.
Woensd. na b.Martini hyem. 37.
Fer.II. post b.Martini hyem. 143.
S. Barbarae, 143.
12 Decemb. 143, 144, 144, 144.
Vigil, b. Thomae , 342.
1334-
Vigil, nat. Dom. pg. 146. Crast. convers. s. Pauli, 51.
Sabb. post dom. : oculi, 144. Fer.II.p. dom.: laetare ,129, 145.
B. Viti et Modesti, 146. Maand. voor s. Jan ind. zom. 38.
Vigil, b. Odulphi , 145. Fer. III. post b. Gervasii, -175.
B. Praxedis , 146. Sat. na Aller heiligen , 146.
Vigil, b. Willebrordi, 146.
1335-
Vigil, convers. b. Pauli, pg. 147.
Vrijd. na lichtmis , 147.
Dom.: invocavit, ■ 147.
Crast. b. Johannis , 148.
Maand. voor b. Margriet, ■ 409.
B. Alexis , 148.
Fer. 11. post assumpt. 148.
Vrijd. na s. Matheus, 150, 151.
I33<5-
B. Agnetis , pg. 149.
Crast. b. Agnetis, 150.
Purificationis , 149, 149. Daags na vr. d. purificatio , 198.
Crast. b. Agathae , 215.
Maand. voor palmdag, 410.
Dingsd. na b.Margriet, 180.
Vigil, b. Michaelis, 184.
1337-
S. Reymeys dag , pg. 134. Acht dageu voor b. Agniet, 440.
Dond. na s. Pet. ad catb. 180,180. Fer.III. p. dom.: reminisc. 182. Zond. na s. Joh. decoll. 519. Douderd. na Aller heiligen , 105.
|
|||||||||
1 3 ^'
Maand. na lichtmis, pg. 140. Fer. IV. post b. Valeutini, 216.
Fer. VI. post conv. b.Pauli, 140. SS. Philippi et Jacobi , 200. Sabb. post b. Luciae. 217.
'3«-
Fer.II. post b. Matthiae , pg. 218. Sabb. post Sacrament. 219.. Crast. exalt, s. Crucis , 220.
Saturd. na s. Mathijs , 205.
7 Octob. 221.
S. Martijn , winter, 199, 199;
1354.
Ult". Mei, pg. 202. Vrijd. na s. Jan ante port. lat. 202.
1 355.
Vigil, b.Remigii , " pg-20i.
Sabb. p. Gregorii papae , 224,
dom. : reminiscere , 222.
Pascham, 225.
Fer.IV. p. b.Bartholom. 226, 227.
nativ. b. Mariae , 228.
12 Novemb. 203,203.
I35<5.
5 Maart, pg.20b.
Daags na s. Lambrecht, 248.
Sabb. post transl. Martini , 229.
SS. Simon en Judae , 269.
1357.
Fer.VI. p. dom.: invocavit, pg, 230. II. cantate, 235.
V. miseric___221,232.
Vigil, asceus. Domini , , 236.
Sabb. post ascens. Dom. 237,238.
Fer. VI.post: miseric.Dom. 233. Vigil, s. Jacohi, 240. Post fest. b. Bartholomaei , 243.
Sabb. post Bartholomaei , 333. na Aller heiligen , 205. Fer. III. post b. Mart. hyem. 244. Maand. na b. Lucien , 206. Vrijd. na Kersdag , __241.
Saturd. na Kersd. __242.
. . ■ J358-
S. Agmeten , pg.206.
Vigil, s. Agnetis, 246.
Sabb. post convers. b. Pauli , 245.
Fer. IV. post Agnetis, 247. S. Marci, 248.
1359.
Vigil. Paschae, pg. 208.
S. Lambrecht, 252.
Zond. na s. Margriet, 254.
20 Aug. 271.
Exalt, s. Crucis , 108.
S.Matthaei, 107.
Crast. b.Mauritii, 108.
S. dementis, 251,
|
|||||||||
i7
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1390.
S. Petri ad cathedr. pg.363, 21 Maart, 342,
Woensd. na s.Martyn. hyem. 372.
Vrouwendag nativ. 364. 1391-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30 Maart,
S. Pancras avond, Vrijd. na Pinkster, S. Jan apost. 1392.
B. Margriet,
|
pg. 396.
370.
371.
395.
pg. 267.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1393-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrijd. na s. Gertrude ,
|
P,
|
13.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maand. na Hemelvaart,
Donderd. na aller heiligen, 14 November ,
15 November ,
Vigil, b. Thomae. 1394-
17 Februarij ,
S. Ambrosii in april, S. Victor, 1395.
Woensd. na s. Bonifacius ,
Vrijd. na s. Urbanus, Dingsd. voor s. Jan midz. Vrijd. na b.Margrieten, I396.
4 Maart, S. Andreae, |
412.
214.
408.
374.
374.
pg. 395.
477.
359.
pg.376.
375.
376.
213.
pg. 377.
360.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dingsd. na s. Jan apost. 386, 386.
1397-
Maand. na s. Odulphus , ^g\ 380.
18 Junij , 379.
Donderd. na b. Margriet. 378. 1398.
8 Maart, pg. 381. Annunc. s. Mariae , 380.
Dingsd. na ss. Petri et Pauli , 385.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1400,
S.Marcus, ^.406.
Nativitas b. Virginis , 387.
Dond. na s.Andries, 391,391,392.
S. Barbarae, 280. S.Thomas. 392,405.
Donderd. na s. Thomas , 390.
I40I.
Maand. na jaarsdag, pg. 390. 10 Januarij , 390.
S. Valentijn, 388.
Dingsd. na s. Willebrordi, 393,
400. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48
|
|||||||||||||||
I438.
Maand. na Vrouwen purif. pg. 510.
Aschel woensdag, 506.
S. Marcus , 494.
19 October, 531.
H39-
15 October, pg.513.
M43-
5 Junij, pg. 515. I446.
11 Mei, pg. 425. Aller heiligen , 525.
I447.
24 April, pgg. 523, 527. 1448.
22 October , pg. 536. 1452,
2 Maart, pg.530. 1453-
Donderd. na s. Marcus , pg. 528. I459-
Vigil, nat. b. Mariae , pg. 535. I462.
1 Februarij , pg. 532.
S. Mathys , 534.
7 Maart, 533.
1464.
Maand. na s. Odulphus , pg. 534.
1468,
20 December, pg-.541.
1469.
Saturd. midvasten, pg-. 549. 12 December , 545.
147*.
10 April , pg. 539.
15°5-
24 October , pg. 48*. 1509.
12 Februarij, pgg.22,23.
S.Laurens avond, 14.
27 November, 23.
1510.
Maand. na dom.: cantate, pg. 15.
21 Junij , 21.
SS. Simon en Judae , 16. 1511.
11 Junij, pg. 25.
1512.
16 Januarij , pg. 25.
Vrijd. na dom.: oculi, 17.
Prid. obit. s. Martini, 31.
I5I3-
3 August. pg. 31.
I515-
10 Decemb. pg. 26. |
|||||||||||||||
1409.
S. Valentijn , pg. 403.
S. Servacii, 385.
S. Bartholomaei, 438, 452.
1403.
S.Victor, pgg. 403, 423. Fer.VI. p. dom. : cantate , 521.
S. Martyn. hyem. 397. Vrijd. na s.Mart. hyem. 404, 423.
1406.
Donderd. na s. Margriet , pg. 414. I407.
Donderd. na s. Valentyn , pg. 413. V rijd. na s. Martyn transl. 415. Daags na s. Petri ad vine. 413. Elf duizend maagdeu , 445. I40H.
Donderd. na s. Petri ad cath. pg. 421. Zond. na s. Mathys, 421. 20 Mei, 422.
23 Junij , 416.
11 Julij, 417.
Sabb. post b. Margarethae , 418.
Maand. na b. Mariaenativit. 419. B. Katharynen ayond , 436. S. Thomas , 432, 433.
I409.
Saturd. na s. Pauli conv. pg. 426. Donderd. na groote vasten , 435. Sabb. post Gregorii papae , 431. Daags na s. Gregorius, <433. Sabb. post dom. : laetare, 432.
Fer.II. p. d. laetare', 429,430. Fer.VI. p. dom. : invocavit , 434. Vigil. Penthecostis, 437. 1410.
1 April, pg.305. Saturd. na s. Mauricius , 427.
1411.
S.Servaes, pgg. 440, 451, Sl6. I412.
Fer. II. p. s. Kiliani, pgg. 447, 448. Sabb. post s. Lucae, 446. 1414.
Fer. V I. post s. Mauricii , pg. 456. I4'5-
5 October , pg. 521. Vrijd. nas. Willebrord , 450.
Dond. na s. Pontiaen , 428,428. 1416.
4 Maart, pg. 452.
14 Junij, 459,461.
17 September, 453.
I417-
Donderd. na Hemelvaart, pg. 452.
|
|||||||||||||||
I419.
23 Mei , pg. 462.
22 Julij , 463.
1420.
10 Augustus, pg.477.
1421.
17 December, pg. 465.
1422.
S. Victors avond , pg. 466.
1423.
22 September , pgg. 486, 535. 1424.
3 Julij, pgg. 467, 468. 1425.
7 Maart, pg. 496.
1427.
S. Marci, pg. 489.
1428.
29 September, pg. 483.
Aller heiligen , -469.
I429.
11 Julij, pg. 310.
1431'
S. Symonis et Judae , pg. 511.
1432-
11 April, pg. 470.
Vrouwen nativit. } 511.
9 September, 38*, 529.
1433-
11 Julij, pgg. 472, 474.
S. Jacob apost. 475, 512.
Vigil, s. Laurentii, 513.
3 October, 490.
'434-
3 Maart, pg. 497.
435-
S. Remigii , pg. 499.
S. Valentijn , 510.
16 Mei, 499.
28 Junij , 492.
S. Dionysius , 500.
Elf duizend maagden , 498.
1436.
Donderd. na s. Petri ad cath. pg. 508. S.Matthiae, 501,502,503,503. 24 April, 495.
15 Junij, 497.
S. Jan midz. 507. H37
6 Maart, pg. 504.
S. Marcus , 494.
Daags na s. Marcus , 493.
Donderd. na Paschen , . 509.
16 Mei, 504,505.
Saturd. na s. Jacob , 509. |
|||||||||||||||
I418.
|
|||||||||||||||
Pg- 1-
|
|||||||||||||||
8 Julij ,
|
|||||||||||||||
ALPHABETISCH REGISTER
0» DE BESCHBIJVIHG VAN DEI
L 1 B E R P I L 0 SU S.
|
||||||||||
A.
Aa, Gheryt v. d., Jans wyf van Cla-
renborch, 32 a.
Abcoude , do. de , 15 b. Ghiseb. v. , 6 b , 28 b.
Sweder v., 17 a.
Willem v. , 22 a.
Aclitevelt, 11a, 24 a. Aelbrecht v. Beyeren, hert, 32 a, 41a, b.
Aelbrechtsz , Elyas, 27 a. Konsla., 34 b , 35 a,
Aenstoet, zie: Anstoet, Albenburch , Jo. v. 6 a. Albertaz , Claes , 39 b. Alblas, 6 a, 26a, 27 b, 31 J), 37 b,
38 a.
Alblas , Ghysb. v. 5 a. Johansz. 5 a.
Henr. v., ridder , 5 b.
Jo. v. , 5 a , b.
Otto v., 5 a , b.
Alcmatlie, Th.dict.de, 16 b. Alendorp , Willem v. 34 b. Alferdhove , curia in , 13 a. Almucii grisei, 10 a. Anieroughen, Aerntv. 38 a. Ghiselbr. 8b, 16 b.
Otto de, 8b.
Andreas, bissch. 9 a. Angheren, Willem v. 29 b. Ankeveen, 28 b. Anstoet, 9 b , 19 b.
Apelderbave, 22 b. Apeldoren, 2a, 12a, 13a, 22b, 26 b, 36 b.
Apeldoren , Arnold de , 13 a. Henu. van, drost v. Sal-
lant, 41 b. |
||||||||||
Bertraeds docht., Liseb,, Pet. 26 a.
Berwouds-weerde, 22 b.
Bethendorp , 2 b.
Beyaerdeu , Delya Ever, wyf v. 34 a,
Biese, Aleyt, docht. v. Jo. v. 30 b.
Biese, Hooghe , 24 b.
Bigge, Henr. 39 b,
Bilevelt, lb, 36b, 38b.
Billekin , Peter , 26 a.
Birke, Wern. ter, en Luitg. zyn
wyff, 31 a,
Bisschop , 4a, 7 b , 13 b , 18 b , 27 a , 29 b , 30 a , 43 a.
Blankenheim , Fre. v. 33 a, 34 a. Bleke , ter , 33 a, 34 a. Bleke , Henr. ten , 39 a. Block, Egid. 17a. Blockwere , 5 a , b. 12 b. Bochope , Bertram de , 29 b, Bockel , zie : Boeckel. Boeckel, Ghisebr. 14 a. deVlieten, 13».
Boeckop , Arnt ten, 22 b. Boecstelle , zie : Boxtcl. Boel, Dire, 35b. Boenrepas , 7 b , 8 a. Bogaert, Wouter uten , 32 b. Bolle , Joan. 14 a , 22 b. Lubbr. 32 b.
Bomgaerde, 8 b. Bommel, 8 b. Bongaert, Egb. diet. 14 a. Bonifacius , paus , 32 a. Borchte , by Antwerpen , 29 b , 31 1>. Borren dochter, Yde , Arn. 24 b. Botersgoet, 25 b. Botterstrate , 12 a , 19 a.
Boxtel, 18. b. Henr. van , 18. 6.
Braem , Hugo, deken , 31. a. Brake, ter," 19b, 39b. Bredurode , Did. v. 27 b. _ Henr. 3 a, b, 29 b, 31 a.
Willem , 3 a.
13
|
||||||||||
Apelrelo, 14 b.
Apelteren, 25 b. Arentsz , Gherlo. 40 a. Kyel, 29 a.
A rkel, Heer van, 31 b. Arnt vaa, 26 a.
Jan v., 25b,27b.
Zie ook: Jan. Otto v. 30 a.
Armele. Zie: Ermel. Arnhem, 40 b. Arnolt, bissch. 33 a. Arnoutsz, Adam, 24b. Asperen, Otto van , 29 a. Attavilla, Jo.de, 31b. B.
Backer , Hugh, den , 24 a.
Jan, diet. 14 a.
Rycquin , 34 a.
Zie ook : Kerstiaensz. Backerbrugghe , 24 b.
Backersteghe , 11 a.
Baerle, Maria , wed. Jo. de , 6 a.
Bake , Gelys, dek. te Devent. 10 b.
Balduinus, 4 a. 17 a.
Barlar , Jo. de , 5 a.
Maria de, 5 b.
Bastonarii, 4 a , 21 b , 27 a , 30 b. Bede , 30 b. Beel , Herm. , dictus , 20 b.
Beero , fil. Emondii, 22 b. Beesde , Henr. van , canon. 22 b. Beka, 14 b. Beke , ter , 39 a. Benscoep , 7 a , 22 b , 35 a. Berge van Horste , 33 b. Berger, Gher. den , 39 b. Berke , Gosw. de , cleric. 12 b. Berkevelde , Jo. van , 26 b. Bernard., dec. S. Sev. Colon. 10a. Bernaerdz , Bern. 11 a, Bertenghen, 38 b. |
||||||||||
50
|
||||||||||
Broeclcder , kerspel, wceit, etc.
21a, 25 a, 31a, 36 b, 38 b.
Buddixweert, 24 a. Bucrkercke , 26 b , 27 a , 32 b. Buffels, Egid. 6 a. H. 5 b.
Butmic, 12 b, 38 b. Burchart, bisscb. 9 a. Buren , 38 a. Willem van , 38 b.
Buys , Conr. 24 b , 27 a. C.
Cameric,9a,20a,28b,29b, 38b.
Camp buyten Harderwic, 3 b. op ten, platea, 13 a. 19 b.
Campo , Jo de , 18 a. Cancelier van Parys , 22 a. Cauonici, 1 a , b , 2 a , b , 3 , a , 4a,b, 9b, 13b, 14a ,b, 17b,
18 a, 25 b, 26 b, 27 a, 28"b,
30 b , 31 a , 41 a , 42 a.
Capellae rector , 24 b. Gapellanus , 19 b. Castellanus, 18 b. Castellum , curtis ante , 9 a. Cattenbroec , 38 b. Cats , ISic., miles. 7 b, 8 a, 31b. Chastell, Jan , grave van Bloys , etc. 28 b.
Clarenborcb , Joan , 32 a. Salomon Joans doch-
ter van , 39 a. Zie ook : Aa.
Clacsz. van Polsbroec, Jan, 24 a. Cleve , Jo. hert. van , 1, a , b , 16 a. Clericus , Hcnr. , 9 a. Coblentz , 8 a. Colonia , 1 a , 8 a , 16 a. Conradus , episc. 19 b. Corlync, Dire , 33 a. Cortenboeven , 6 b, 8 b, 15 a, 17a, 20b, 22a, 28b, 33a,b,
36 a, b, 38 b, 42b.
Cortlant, 37 a. Cortryc, 38b. Cole , Joan , 22 b. Covelaersbrughe, 38 b. Croec, Albr. 33 b. Culeuburch , beer van , lb, 28 a. Ger. van, 24 b.
Jan van , 25 b , 38 b ,
42 b. Cuper Meewsz., Hcnr., 25 a, 29 a.
Custody eccles. , 38 a. D.
Dagelicx gherecht, 4 a,
Dalen, 18 b. |
I Decanatus , 2 b , 29 a.
Dekenpolrc , 5 a , b. Delden, Alyd van , 40 b. ■ Herm. v. 40 h.
Mette v. 40 b.
Dennvert, 10 a , b. Deventer, 38 a. Zusterhuis te , 40 b.
Dcyl , 25 b , 30 a , 34 a , 42 a. Dibbolds , Steneldis wed. 14 b. Didericxgcrechte van Jutfaes, 15 b. Dike , Wouter , diet, opten , 20 a , 21 a.
Dircxhofstede , 23 b. Dircxsz. , Daein , 35 a. Wessel, 40 a.
Dolre, Willem , amptman , 33 a,
34 a.
Dom, 18 b. -Domproest, 31a, 36 b, 43 a. Dootslach , 28 b. Dordt, 16 b. Dorenspike , 14 b. Duitsche buis, 12 a, 22 a. Dunkerstrate , 30 a. Durscbinrevene, 8 b. Duvel, Hcnr. , diet. 14 a. Dweerlant, 37 a. Dyemen , 9 b. Dyepenheim , 18 b. Dyepenyeen , 38 a. E.
Ecclesiam S.MariaeTraj. fipect. :
Altare S. Andreae , 39 b. S. Cruris, 6b, 7a, 21 a.
S. Jacobi, 40 a.
Chorus , 21 a. Emancipat. 4a, 41 a. Fabrica, 38 b. Mariensloot, 32 a. Marieplaets , 32 a. Praeposit. la, 2 b. Sepulturae in ea , 40 b. Scbolaster, 38 b, 39 a. Thesaur. 38 b, 39 a. Turnus, 25 b. Yicarii, 20 a, 22 a, 26 a. Zie ook : Canonicatus , Deca-
natus , Ministeriales, Montade, Oinmeloop , Praebendati, Pro- curators Eduard , hcrtocb , 25 b.
Eec , Tertrand van , 24 a.
Joan, de , 16 a.
Lysb van, 23b.
Eep , 30 b , 37 a. , Eenschoten, Burehard van , 9 b.
|
|||||||||
Egbert oplcr Horst, 37 a.
Egbertsz., Rutg. , 40 a. Egidius, magistr. , can. 6 a. Egmont, Jo. van , 26 b. Elborch , 14 b , 33 a , 39 b. Embrica , Ricard. de , 19 a. Erne, Gher. van , 13 b. Emcric , 1 a , 28 a. Enghe, PeerntUten, 34 b. Engelbert, deken , 2 b , 17 b. Entvelt, Jo. 36 a. Ercle , Arnolt de , 2 b. Zie ook : Erler.
Erinchem , kerk van , 38 a. Zie ook : Herenkem.
Erler , Arn. v , van Elborch , 39 b. Ermbrechtsz. , Ermbr. 11a. Ermel, 27 b , 31 a. Everdiugben, 38 b. Hub.de, 7 a.
Ewyc, 16a, 25b, 38b, 42b. Excommunicato, 5b, 17 a. Eynde , Tydem. opten , 32 b. Eytheren, 3a, 9 b, 14 a , 26 b , 28 a , 32 a , 34 b , 38 a , 39 a .
42 a. F.
Flans , Phil., diet. 15 a.
Floridi campi, convent. 9 b., 15 b. Florys , van Hollant, lib, 17 a. bisscb. v. Utr. 33 a , 34 a. Foeyt , Willem , 40 a.. Forest, Arn. 2 b. Fossatum , 19 a. Fredcricus I. Imp, 2 a. bisschop van Utrecht ,
30 b, 36 b, 37 a. Zie ook : Blankenheim.
Friso , Henr. diet. 17 b. G.
Gacrde , «area in , 9 a.
Gaerner , Gher. van , 40 a. Gaesbeeck, Ja.,hr. v. 6 b, 36 b, 37 a, 39 a, 41a, 42 a.
Galencoep , 15 b, 35 a , b , 38 b. Gellinchem , 21 b , 25 b , 34 a, 42 a. Gelmate, 17 b. Gelre, hertoch van; 2b, 21b, 30 a.
Gencrael-capittel, 18 b. Ghenensz(l) zoen Job., Wern., 24 a. Zie : Ghoemensz.
Ghent, Wouter v. 37b, 38a. Arn. , armiger , 37 b.
Gherlacus, 3b, 4 b. fil. Joan, 4 bv.
|
||||||||||
51
|
|||||||||
Gherytsz. , Jan , 27 a.
Gherytsz. , Hessel, 42 b. Gheyn, 't, 7 a , 8 a , 38 b. Zie ook : Oudcn Gheyn.
Ghisebrecbtsz. , Willem , 25 a. Ghiselbrecht, schout tot Jutfaes , 15 b. capell. co. Holl. 19b.
Ghoem , Theod. et Gherh., diet. , 14b.
Ghoemensz. , Dire , 24 a. Zic ook: Ghenensz. Ghysbrechtsz , Dire , 28 b. Jan , 36 a.
Zie ook: Ghisebrecbtsz. Goberdingben , Ghysebr. v., 35 b.
Godebald , bisscliop , 9-a. Godefridus , bisschop , 12 b. Godescalcus , 11a. Goudo , 12 j, 28 b. Goude , Emond v. der , 24 b , 25 a. Gowege , Theod. , diet , 17 b. Goye , 't, 1 a , 8 b , 20 b , 21 a , 26 a, 32 a , 36 b , 37 a , 38 b ,
39 a , 41 a.
Goye , Ghiselbr. wten, borcbgr. 8b, 9a, 10a, b, 21b.
Goyerszoens wed., Tym. Peter ,1b. Graft, Theod. 30 a. Gravelant, 5 b , 12 b. Gravenweeft, 32 a , 38 b , 39 a , 42 a.
Zie ook. : Nyewenweert.
Grote, Gher., Susterb. te Dev. van, 38 a.
Groten , Gher. den , en zyn vroaw Sophia , 24 a.
Gruter, Aernt, 40 a. Gher. , 40 a.
Wouter , 38 a , 40 a.
Guy , bisschop , 18 b , 26 b. H.
Haeften , Walr. van , 42 a.
Halten , 8 b.
Ham , Fre. uten , ridder , 36 a ,
42 a , 43 a.
Hainme , Gerh, de . 17 a. Hanen , Joan, van , 33 b. Hannekynslant, vrou- , 24 b. Hardeboile , Hugo , diet., can. 12b. Harderwyck , 3b,4b, 5a, 9a,b, 31 a , 39 b , 42 b.
Gosw. van , 4 a.
Harinc , Gerh. en Job., diet., 21 a. Hassekynsgoet, 31 a. Hasselt, 24 b.
Hassia , Otto , miles , 30 a.
|
Haven , Henr. then , 22 b.
Hebdomadarii , 24 a. Heckendorp , 18 b , 36 a. Heeswyck , Jan van , 34 b. Helmslagher , Wout. diet., 19 b. Hemerde , 8 b. Henricus II. Imp. 16 a. Henrik , biss. , 10b, 12a, 17a, b. Herenkem , 38 a. Zie : Eriuchem.
Herlaer , Did. van , 18 b. Joau. v. 21 b , 27 a , 29 a.
Mart, van , 42 b , 43 a.
Theod. de , 2 b , 3 a.
Hermalen , 36 a , 38 b. Hernial! , bisschop , lib. Hermansz. , Jan , 29 a. Peter , 15 a.
Hesel, 8b, 9a, 22a, 25 b ,30b, 34 a , 42 a.
Heteren , 7 a. Hyencoep , 38 b. Heymann , Beernt , 33 b. Heymsende , 10 b. Heyne , 24 b. Heyueman , fil. Pauli de Hove , 23 a.
Heynensz. , Aelbr. 29 a. Claesz. 42 b.
Hierden, 39 b. Hoefvliet, Jo. 24 a. Hoele , Joan, vander , 18 b , 19 a.
Hoen , den , 31 b. Hoeve , zie : Hove, Hoghelande , 33 b. Dirck , diet. v.d., 20 a.
Hogheweyde, 38 b. Hollant, grave van, 18 b, 19 b, 21 b , 25 b , 41 a.
Hoorn , Aelbr. van, 34 a. Hoppe, 37 a. Horae canonicae , 19 a. Horst, Alfr. vander, 28 b, 33 b. Egb. vander, 30 a, 37 a.
Gher. vander , 37 a.
Gosw. vander , 10 b.
Horste , Berge van, 33 b. Horstweerde , 6b, 17 a, 22 a , 28 b, 33 b.
Hosereu, 13 a. Gher.de, 13 a. >
Houten, la, 10 a, b, 25 a, 26 a, 32 a , 37 a , 38 b , 39 a , 42 a.
Hove , Arn. Cost vander , 15 a. . Henr. ten, 42a. Reyn. ten, 12 a.
Tlieo., diet, vanden , 19 i.
Wynmaer ten , 12 a* Zie ook : Heyneman.
Hoynen , curtis de , 3 b. |
||||||||
Hubrechtsz. , Vred. 35 b.
Hugemansz , Ghysebr. 35 a. Hughe , Raven in , 32 b. Hugo, can. 17 b. Hurde , 19 b. I.
Jacob , Rammekynsz., 20 a.
Jacobi, parochie S. 15 a. Jacobsz., Joan. 14 b , 29 a. Nanno, 20 a.
Jaersvelt, 24 a. Jan, cap. S. 26b, 28b, 31a.
Jan van Henegouwen , lib. bisschop. 4a, b, 8a, 9b, 10 a, b, 12 a, 13 b, 14 a, 16 b, 17 a, 21b, 24 b, 26 b, 27 a. Jansz., Jan , 25 a. Willem, 15 b.
wed. Zwanelt, Dire, 40a.
Indyxtiende , 6 b , 17 a , 22 a, 28 b. Insula , 20 a. Jode , Jo. die , rentm. v. Gelre , 40 a.
Jutfaes, 12a, 14a, 15b, 31b, 32 a, 38 b, 39 a.
Jutfaes , Dirck van , 21 a. Ghisebr., schout v. 15 b.
K..
Kaersen, 36 b.
Kameraco , Vredeb. de , 9 a.
Karel, Henr. 25 b.
Karrenhuse , 34 a , b.
Kerstiaensz., Jac. Backer, 42 b.
Ketelmansz. , Gherl. Ghelis , 18 b.
Keulen , zie : Colonia.
Keyl , Aleyde , Aerntsz. nyf, 29 o.
Koc , Janne dien , ridder, 12 a.
Petr. , diet. 23 b.
Koker, Steph. , diet. 12 a. K.oninek , Herb., diet. 23 b. Kornekyn , Ghysebr., diet. 23 b. Korenmarkt, 20 a. Koten , 7 b. Kowelswade , 17 a , 20 a.
Kreyt, Henr. 20 a. Herm., diet. 15 a.
Kuic , Jo., heer van , 7 a , b. Kyefhocc, Flor. van , 38 a. L.
Laersen , 12 b.
Lagheweide , 33 b. Lalaing, lb. JLancbroec , 22 a , 38 b, Zie ook: Overlancbroee.
Lantcommandeur , 22 a. |
|||||||||
52
|
|||||||||
Nucke v. Elburg, Mr. Dirck, 39 b.
Nyenlande, 13 b. Nyegraft, 16 a. Nyestrate, 16a. Nyewenrode , Gbisebr. v. 21 a. Nyewenweert, 26 a , 32 a , 37 b , 38 b, 39 a, 42 a.
Zie ook: Gravenweert.
O.
Odyc, 11a, 32 b, 34 a, 38 b.
Lamb, van , 12 b.
Oem , 2 a, Oene , 13 b , 22 b , 31 b , 38 a ,
40 a, 43 a.
Oencrshorst, Sophia van , 19 b. Oestbruch , 8 a. Oestenwoude, 9 b , 15 b , 21 a , 39 b.
Oesterhem , 8 b. Oesternesse , 6 b. Oesthave , 3 b. Oestrum , 26 a , 32 a , 37 a , 38 b , 39 a, 42 a.
Joan, de, 19 b.
Oevers wyf , Wonnen, Jan vanden ,
29 b.
Oe... , zie : Oo... Officiael, 2a, 5b, 41b. Oldekose , Herm. 14 b. Oldenburg, cony, te , 39 b Oldenhusen , 23 b. Ger. v. 12 a.
Oest , 38 a. 01... , zie : Ou...
Ommeloop van S.Marie, 17a,
Omere, Theod.de, 3 b.
Oo... , zie : Oe...
Opburen , 9 b , 14 a , 26 b , 28 a ,
32a, 34b, 39a, 42a.
Ophemert , 22 a. Ossekyn, Fre. 13 a, 14 b. Ottensz., Claesz. 36b Otterlo , 17 a. Otto, bisschop , 7a, 8a, 10 a, b gr. van Gelre , 9 b.
Oudemunster , cap. v. 12 b , 23 b . 43 a.
O ude-Gheyn, 15 b. Oude-Ryn , 23 a , 24 a , b , 38 b. Oudewater , 18 b , 26 a , 30 a . 35 b , 36 a , 41 b.
Outerbure , 25 a. Ou... , zie: 01... Overdye , 25 a , 32 a , 37 a . 38 b , 39 a, 42 b.
Overborst, 14 b. Walter, fit. Audr de ,
14 b. |
|||||||||
Lande , Jan vand,ei , 15 a
Landgenoten , 7 a. Langecamp, 33 b. Landgift, lib. Lecke, 9b, 19b, 41a, Aloyt, Pet.v.d. , wyf , 21 a.
Folpert v. d. 16 a.
Henr. v. d. 7 b , 13 b , 16 b , 17a.
Peter y. d. 15 b, 16 a , 21 a.
Ledersniders , onder de, 8 b, Leerseu , 38 b. l«ef hardi , Wissek. 3 b.
de Herderw., W., lil. 9 a.
Lerink, Willcm, 43 b. Leiveiibcrcli , Peter v. 34 b. Leyden, Am., diet. r. 23 a. Henr. v. 35 b.
Willem , diet. v. 23 a.
Leydenberch, Arnold, v. 37 b Jo. r. 37 b.
Lyndreyers , 35 a , 36 a.
Leystwerinch , 19 a. Lichtenberch , A.de, oan. 32b. F. de , 32 b.
- Joau. v. 38 a.
Limber , kerk van , 9 a.
Lincmarckt, 20 b. Lirtgc, 9b. Linscoten , 9 a , 33 a , 36 a , 38 b ,
40 a. Zie ook: Eeuscoten.
Locborst, Beatris, wed. v. Aemts v. 33 b, 35 a.
Loenresloet, 32 b. Ghisebr. v. 6 b.
Loeric, 8b, 10 a, b, 32*, 37a, 38 b . 39 a.
Loesdrecht, 21 b, 40 a.
Loey . Ghisebr. , 27 a,
wed. Tan . 12 a,
Lorabaerdc huis , 34 b.
Lonen, 38 b.
Jjoon, Ghysbr. v. 38 a. ■ can. S.Lebuin , Jo.de, 40b.
Lopic , la, 2b, 4a, 7b, 8a, b,
11 a, b, 13 a, 15 a, 19 b, 23 a , 24 b , 25 a , b , 26 a , b , 27 a , 28 b, 29 a, 30 a, 34 b, 36 a . b , 40 a, 41 a, b , 42 a, 43 a , b. Louwekynsz. , Everaert, 21 b.
Lubaert, Petr 21 b.
Lubbe, Jac. , diet. 26 a, 27 b.
Lubbrechtsz. , Henr, 36 b.
Lubbrecbts kynderen, Willem en
Hendrik , 30 b. dLuy , Theod. , dint. 17 b.
Lynpadt, 22 a , 25 a , b . 36 b, 39 b.
Lylsyelt, D_.ro. 29 a.
|
|||||||||
M.
i | Machehims, Henr., can. 26 a,
I Maelsen , 42 a. I Maerne , 9 b , 14 a , 26 b , 28 a ,
32 a, 34 b , 37 a , 38 a , 39 a , 41 b , 42 a. Maersen, 26 b, 38 b. Gher. van , 36 b , 39 b.
Malbergben , 12 a , 16 a , 25 b , 30 a , 38 b , 42 b.
Maledicendo , de , 36 b. Malsen , 25 b , 34 a. Mare , Petr. de , 6 b. Willem de, 24 b.
Mariae , capittel van S. Zie : Ecclesia.
Marckt, 32 a. Martensz., Theod., diet. 15 b.
Martynsgerereebt , 24 b. Maine , With, de , 23 a. Zie ook: Mare.
Masberghen , zie : Malbergben. Massche , Gher. vanden , 32 a. Matheues , Wout. v. , knape , 33 b. Matthysz,, Gher., knape , 28 a. Mcertensz., Herm., 20 a. Zie ook: Martensz.
Memoriis , de , 2 a. Merkerke , 2 b , 3 a , 18 b , 21 b. Merloe , 3 a , 17 b , 38 b. Merwede , 5 b. Gher. de , 5a.
Messemaker , Coenen de, 40 b. Meticulosis , de , 42 a. Middesdorp , 38 a , 40 b. Milant, 8a, 15 a, 17 b, 19 b, 26 b.
Minden, Ameliusvan, 12 b. Ministeriales praep. S. Mar. 4 b. I Moelenaer , Theod., diet. 20 b. Will. , v. Stryen, 37b.
Molencamp , 33 b. Montfoert , 23 b , 38 b , 41 b.
Willem van , burggr.
41 a , b. Montade eccl. S. Mar. 21 b.
j Morghengelt , 23 b. Muden , 9 b. Vranckcn van , 34 a , b.
Munuickenweide, 14 b. Hunters wyf, Wouter . 33 a. N.
Naeltwyck, Willem van , 18 b.
Nederhorst , 33 a , 38 b. INesse , 5 b. Nimwcgen , 1 a, I, |
|||||||||
53
|
|||||||||
Rotaerde, Nic. fil. 23 b.
Rudolph., can. 17 b. fil. Reineri , 6 b.
Zie : Rodulphus. Rusche , Dire , 32 b. Gher. 22 a, 25 a.
Wilhclmus, de Linscoten ,
7a,b. Rutenbercb , Ado. v. 42 a.
Ryn, Jo. vandenBokelsz. 32 a. Zie ook: Boeckel.
Rynkyn, 15 b, Aernt, 40 b.
Rypelinchoven , 2a, 10 b, 11a, 27 b, 37 a, 39 a, 42 b.
Berentvan, 10 b.
Rytvelt, 30 b.
S. Zie de letter Z.
Sale, Henr. 15b.
Salemathe , 12 b.
Sallant , 37 a.
Salvator , zie : Ouderaunster.
Sanctuarium , 25 a.
Sande , Mabilia vander , 15 a.
Sanderi, Henr. 13 b.
Scadwyc, Gbiselbr.de, 11a.
Scaekerlo, 5b, 6a.
Scalcwyc , 21a, 25 a , 35 a , 38 b.
Scalckaert, Henr. , diet. 27 a.
Scater , Ghysebr. 36 a.
Scbimmelpenninck , Sander , 43 b,
Scholaster eccl. S.Mar. 38 b, 39a.
Schoonhoven , 12 a , 28 b , 36 a ,
37 a , 41 b.
Schout, 4 a. Schnyrhoven , 27 b , 42 b.
Scinhaven , Curtis de , 4 a. Schomaker , Steven den , 25 a. Sronauwen , Otten gerechter. 25 a. Sconegge, Ger.de, 10 b. Sconeldis , Atet. fil. 4 a. Sconenbrenc , Willem v. 31 a. Seoute, Everh., diet. 23 a. Scouten sone , Jac. Claes , 14 a. Scriver van Schoonhoven , Jac. den , 24 b.
Scrude , Wilfr. , diet, de , 12 a. Sc... , zie ook : Sch... Secvelt, 9a, 21a, 28b, 38b; 39 b.
Gh. van , 16 a. Seger , van Elburg , 14 b. Selhorst , 2a, 3b, 4a,b,9a, 14 b, 17 b, 27 b.
Lutteke, 42 b.
Semele , 7a, 19a, 23b. Serui-praebendati , 6 b , 38 a. |
|||||||||
Overmeer , 33 a , 6.
Overlancbroec , 29 a, b. Zie ook : Lancbroec-
Overvechte, Herb. de , 7 a. P
Pallaes , Herb. , diet. v. 20 a.
Pape, Willem, diet. 11a. zoon, Matth. Mert. , en zy-
ne docbt. Lysb. en Aleyd. 31, a. Papendorp , 18 a.
Papendrecht, 3a , b , 27b , 37b ,
42 b.
Pas, Gher. fil. Ludolplii, diet. 14 b.
Passert, Herm. 35 b. Patronatus jus , 9 b , a. Pauli, abbas S. 16 b, 22 a, 28 a Pauwelsz. , Vred. 40a. Pers , Hendr. 26 b. Petri, cap. S. 12b, 34a Wil. fil. 30 a.
Pietersz. , Ghysh. 36 a Poel, de, 18b. Pollaert, Hugo , 21 a. Polle, Aernt v. d. 40 a. Polsbroec , 14 b , 24 a , 29 a , 38 b. Pons urbanus supra fossatum , 7 a. Potter , Henr. , diet. 19 a. Praebenda, 4a, 17 b, 18 a. Zie ook: Canonici, Ecclesia,
Proost, 2b, 3a. Procurator , 40 b. Putten, Lysb. vander , 34 a , 6. Nic. v. d. 34 b.
Pelgr. v. 33 a , b.
R.
Rammckynsz. , Jan , 20 a.
Hampays , Dire , diet. 20 b. Nic. , diet. 20 b.
Reinold v. Gelre, la, 12 a, 16 b. Reinoldsz. , Barthol. 24 a. Reynerscoep , 38 b. Rbenen, tol te , 12 a.
Rliesen , Gbiselbr. , miles. 12 a.
Richardi , Wolt. fil. 7 a.
Ridder, Wilh. 30 a.
Rietbeek , Willem van , 25 a.
Rode, Gher. die , 29 b.
Roden, Theod. fil. Ghiselberti de,
24 b.
Rodolpbus , Mr. 31 a. Roemde, 21b, 25 b , 42 a. Roemste , Ghiselbr. de , 11 a. Hie. 11 a.
Roggben . Alcyt, 31 a. |
Slaper, Am. , diet. , reel. eccl. in
17 a, 19 a, 21a, 28 a, 38 a,
42 a.
Henr. de , 16 a.
Mechtelda , vrouw van
Henr. van, 16 a. Othilda, dochter van
Mecht., vrouw v. Henr. v. 16 a, Snodelreweert, 30 b, 33 a, 34 b,
39 b.
Soudersorghe , Jo. 39 b. Speyhut , Jac. 17 b. Starckenborch , Arn. van , 8 b. Ghisebr. 6 b.
Steenberghe , Henr. , proost van
Zutphen en van Oudemunster te Utrecht, 25b, 30a. Steenen , gebakken, 31a. Steenweg, 40 b. Steghe , ter, 20 a. Heyne vander , 20 a.
Strilant, 8 b , 20 b , 38 b. Stolcwyc, 30 a. Stremmaet, Wilh., diet. 20 a. Stroesteghe, 16 a, 20 b, 22 b. Sturiones , 8 a. Subburch , Wic. de , 5 b, 6 a, 12 b.
Sube, Coep. 27 b. Tybe, 42 b. Swertvegher , Theod. 8 b. Sv*eserenghe, 11a, 20 a, 33 b, 35 a, 38 b.
Svtwyc , 29 b , 30 b , 31 a , 37 a. Sys, Ghysebr. 29 b. Syvendore, Ghisebr. lib. T.
Taem, Rudolph., diet. 27 a, 35 b.
Tallio jugerum , 23 b.
Taukeveue , 6 b , 17 a , 22 b , 33 b.
Zie ook : Ankeveen.
Tecoep , 15b, 29 a. Tideman, Joh. 17 b. Tielreweert, 12 a, 17 b, 38 b, 42 a.
Themaet , 17 a. Theodoricus , bisschop , 2b, 8 b.
Thietejunge, Wiebra, 13 a. Tollebruch , area in , 38 a. Tollen , Gelmaer vanden , 36 a. Tollenbrughe , Theod. dc , 15 a. Tollesteghc , 16 b , 19 a , 20 a , 26 ;. Trechterveen ,' 36 b. Trier , ertzb. van , 8 a. 14
|
||||||||
54
|
|||||||||
Wildenesse, 14 a.
Willem , ko. 17 b. van Hcneg. 36 a, 41b.
Willinchusen , Aelbr. v. 22 b. Wilnisse, 25 b. Zie ook :. Wildenesse.
Wiltenborch, 4a, 19 a. Wisselo , 4 b. Wittc , Jo. , diet. 19 a. Woerden, 19 a, 22 b, 29 a, 30 b, 32 a, 34 b, 41b. Herm. de , 13 L.
Woutcrsz. , Elyas , 19 a. _ Gher. 19 a.
Heyn. 19 a.
- Peter , 33 a. Wye, 24b, 37a, 38b.
- Hannezo de , miles . 7 b.
Wyhe, 38 a, 41a, b. Y.
Yselmudcn , Ernest van, 12 b.
Yselsteyn , 2 a , 9 b , 14 a , 32 a , 41b, 42 a. heer van , 22 b , 34 b ,
41a. Arnold van, 9b, 10 a,
14 a, 19 a. Ghiselbr. 3 a , 7 a, 11 b ,
25 b , 27 b , 28 a. Gyote , vr. van, 26 b.
Willem v. 39 a , 42 a.
Ysendoren , Roel., proost v. S. Pie- ter t'Utrecht, 34 a.
Z. Zie de letter S.
Zadelstrate, 19 b , 20 a , 29 b.
Zalensoon, Dyedolf, Henr. 29 b.
Zeelant, 42 a, b.
Zevender, 11 b , 28 b , 36 b , 37 b.
Zeyst, 38 b.
Zibekeloe , clooster v. Galilea toe ,
40 b. Zielspriester , 2 a.
Zie ook. : Praebenda.
Zittert, Will.de, can. 18 a.
Zoudenbalch , Gher. 33 b.
Henr. 33b, 35a.b.
Zulen, 33 b, 35 a.
I Zutphen , 31 a. Zuytvike , zie: Sntnye.
I Zyl, 24 a. |
|||||||||
Lubb., dictus, 15 a, 19 b.
Vredelander zytwen , 40 a. Vreeswicsvelt , 38 b. Vrenken , Gher., can. 30 a. Vuleucoep, 13 b, 28 b, 38 b. Gher. van, 35 a.
Vulven, Enghel , Hubr. dochter v. 25 b.
Vyanen , 19 b. - heer van , 36 b.
Henr. van , 20 b , 26 a ,
32 a. _ Janv. 20 b, 35a, 38b.
Zie ook ; Goye. Vynyns , Egidius , 29 b. W.
Wadenoye , Philips van, en zyn wyf
Aleyde , 35 b.
Wael , 't, 4 b , 25 a. Wagheninghen, 31 a. Wale, Allart vanden, 21a. Walmaer , Peter , 20 b. Wamel , Gher. van , 35 b. Walninghenguet, 29 b. Walter , proost , 9 a. Wandelaer , Ilentlr. 38 a. Waveren , 8 b , 24 a , 25 b. Wede, 19 a. Hughode, 21a.
Joh. de , 21 a.
Petr. , diet, de, 20 b.
Weesmaker , Symon de , 36 a. Welle, Arnold , diet. 22b. Wennemaer ten hove , 39 a. Werconden, 7 b, 10b , 11a, 19a , 23a , b, 38b.
Wernaersz., Gher, 36 a, Westbroec, 30 b, 37 a. WeSterhem , 8b, 10 a, b. Westernesse , 6 b. Zie ook : Nesse.
Westrum , 26 a , 32 a , 37 a , 38 b , 39 a 42 a.
Weyde', Ghiselbr. de, 20 b , 25 a. Theod. de , 32 a.
Wiersse, 20 b , 38 b. |
|||||||||
Ti-inden wyf, Lysb. Henr. v. 31b.
Tuel, 27 a , 30 a , 40 b. Tiirnarius, 2 a. U.
line , 2 a.
Zie : Oene.
Up Mile, 19 b. Up Raren , 32 b , 38 b. Utenhamme , zie : Hamme. Utermathe, Wilh. , dict.de, 11. V.
Valderici, 9a, 25b, 30b, 32b,
34 a, 42 a.
Vechten, 7b. Veen, Gher. van der , proost van Arnhem, 25 b, 26 b.
in't, 38 b.
Velde, 3b, 4a, b, 9 a. Eufemia , uxor Theod. de ,
7 b. Joan, de, 3 b.
Nic. van de , 19 a.
Sophia , doch. v. Th. de ,
7 b. Theod.de, 7 b.
Wouter vanden , 24 b.
Veluwe, 11 a. aertsdeken op , 9 a.
droest van , 29 b , 31 a.
reenter op , 12 a , 20 a ,
22 b. Velwech , 27 a.
Vemdser , Petr., 16 a , 22 b.
Vermuyden , Evert van, 39 a.
Vicarissen, 26 b.
Vincken's dochter, Herm. 31 b.
Vinum, 8 a.
Virse, Henr. 18 a.
Vischmaerct, Ja , diet. v. dier, 20b.
Visitatieu , 30 a.
Vlaminck , Agnes wed. van Weren-
boldus , diet. 7 a.
Vliet, Gher. de, 24a. Vloten , 12 b , 14 b , 23 h, 29 b , 38 b.
Voeleken , Alard , diet. 19 a. Voeleman van Campen , Math yes , |
|||||||||
ARCHIEF
|
|||||||||||||
VOOB
|
|||||||||||||
KERKELIJKE EN WERELDSCHE GESCHIEDENISSEN,
|
|||||||||||||
1NZ0KDBKIIEID VAN
|
|||||||||||||
UTRECHT.
|
|||||||||||||
UITGEGEVEN
DOOR J. J. DODT van Flensburg.
|
|||||||||||||
TWEEDE STUK.
Het Generael-capittel, 1524. Het tract, v. Schoonhoven, 1527.
Het TRACTt V. Dortrecht , 1528. De peys v. Gorcum , 1528.
Betreffende Utrecht in 1525.
|
|||||||||||||
UTRECHT,
JOH. ALTHEER, Akademie-drukker,
1838. |
|||||||||||||
!.
|
|||||
Met prothocollum van Jan van Goch , waarmede wij dit tweede stuk van ons Archief
openen, en hetwelk, ons inziens, naar vorm en inhoud den beoefenaren der geschiedkun- dige wetenschappen niet dan welkom kan zijn, wordt door ons gegeven, volgens eene gelijk- tijdige kopij, uit het archief der oud-roomsch-catholijken alhier, berustende onder zijn W.Ew. den beer pastoor A. S. van Werckhoven, die met de meeste hartelijkheid ons een betamelijk gebruik van hetzelve wel heeft willen toestaan. Er dient hierbij te worden aangemerkt, dat, hoezeer bet lezen van deze kopij met beduidende moeijelijkheden was verbonden, wij evenwel meenen dezelven te zijn te boven gekomen, en dat de enkele gapingen, welke wij naar derzelver uitgestrektheid door puntjes hebben aangeduid, aldus in de kopij zelve worden gevonden; terwijl wij het buiten ons bestek achtten te zijn gele- gen, deze gapingen van elders aan te vullen; hetgeen anders ligtelijk had kunnen geschieden. Tevens kon het voor den lezer belangrijk zijn, om te weten, dat hier en daar een enkel woord , aangaand* den vorm afwijkende van de schrijfwijze, die men ten deze in soortge- lijke stukken bij Matthaeus en anderen vindt in acht genomen, stiptelijk uit de kopij door ons is wedergegeven. Dit geldt onder anderen van ons officiolatus, in tegenoverstelling van den meer gewoonlijken vorm, oflicialUas, enz. Naar hetgeen Matthaecs {Anal.l. 206 sq.), nopens dezen modus procedendi heeft kunnen of willen zeggen, is het meer dan waarschijnlijk, dat het doms-capittel ook hiervan het originate bezit, of ten minste beze- ten heeft. De beide aangevoegde geloofsbrieven zag Matthaecs in originali. Zijne kopij, volgens welke wij dezelve geven, berust op onze academische bibliotheek |
|||||
Matthaeds (deNobil.) heeft al weder de verdienste, de eerste te zijn geweest, die ge-
tracht heeft de oorspronkelijke stukken, betreffende de translate der temporaliteit door bisschop Hendrik van Befjeren aan keizer Karel V., in 't licht te brengen. Te Water, van dien arbeid gebruik makende, heeft eene reeks van hiertoe betrekkelijke stukken, in zijn verdienstelijk Staten-I'laccaeiboek medegedeeld, en hen, als'tware, aan zijn werk ten grondslag gelegd; terwijl Hoynck van Papendrecht (Anal.), beider arbeid ter beschik- king hebbende, dien des laatstgenoemden op eene niet altoos even kiesche wijze, uit een hem ter hand gekomen handschrift, af komstig van Gysr. Lap van Waveren , gepoogd heeft te verbeteren en vollediger te maken. Maar niet tegenstaande deze vereenigde pogingen, om den apparatus ten deze volledig te maken, heeft Let hun, gelijk Hoynck zelf be- kent, niet mogen gelukken, de beide door ons medegedeelde tractaten, te weten, het tractaat van Schoonhoven en dat van Dortrecht, op het spoor te komen. Wij geven dezelve, gelijk eveneens den peys van Gorinchem, tot welks uitgave wij mede en bepaal- delijk door de uitnoodiging van den heer Mees (over L. Hortensius) zijn aangezet gewor- den, naar den tekst, zoo als die in de stadsboeken vvordt gevonden; waarbij wij echter aanmerken, dat van het laatstgenoemde stuk, den peys van Gorcum, wij in de gelegenheid waren een' tekst te vergelijken, die, door Dvbliovl eigenhandig onderteekend, der stad Utrecht, (als zijnde dezelve in dezen vrede grootelijks betrokken,) werd toegezonden, ter publicatie van het stadhuis; en welke dus als origineel mag beschouwd worden. Dezelve is berustende op de academische bibliotheek. Wat eindelijk de stukken, betreffende den inwendigen toestand van Utrecht, aangaat,
zij zijn gezamenlijk afgedrukt volgens gelijktijdige kopijen, berustende, of onder den voor- noemden heer pastoor van Werckhoven, of op de academische bibliotheek. Het eerste, vierde, vijfde en zesde stuk, mede in de stadsboeken door ons gevonden zijnde, hebben wij niet verzuimd, dien tekst te vergelijken, zonder e;hter eenige aanmerkenswaardige afwij- kingen te ontmoeten. |
||||||
Geschreven den 1* Maart, 1838.
|
||||||
J. J. DODT van Flenssorg.
|
||||||
DE
|
|||||||
WERKZAA HHEDEHi
tiK HET
GENERAALCAPITTEL
te UTRECHT in 1524.,
sede Episcopali vacante.
|
|||||||
Manuale sive prothocollum mei Johannis de Goch, clcrici
Coloniensis dioecesis, publici apostolica et imperiali auc- toritatibus notarii, ac venerabilium et egregiorum domi- norum, praelatorum et capitulorum quinque ecclesiarum Trajectensium scribae, in causis et actibus generalem ec- clesiam Trajectensem, etiam tres status patriae Trajectensis concementibus inferius designatum, inceptura anno a na- tivitate. Domini millesimo quingentesimo yicesimo quarto. \ Obitcs domii^Philippi, episc. Trajectense.
iovis men^DA^n!.Till?-im° ?uinSent?s° yicesimo quarto, indictione duodecima, die vero
et do'mW nosu-f domn^rt' T T^ vd ^' P°ntifica^ *>^ in Christo patris damTPT : dom:nl9ement's' divma providentia papae septimi anno primo, obiit quon- casTroZ ntZTf dom,nu% d~ PWJippusdeCrgondia, episcopus Tr jectenl, in ZlZms SrjSrf'- ffS ? .C,UJUS ana in aeterna Pace defeat. Ejus mortem ,H h «'Sefnd,f deV^d».filiuS Henrici, dictis statibus capitulariter convocatis b- scupseiunt ad opp.da Daventnense, Zwollense, Campense, Amersfordense, Renen,
|
|||||||
2
|
|||||
et Wyck: et ad nobilem virum, dominum Danielem de Bouchout, dominum de Boelre, ut
oppida custodiantet conservent, praesertim castrum de Duersteden, ad usum ecclesiarum et pa- triae, et quod ulterius intimare curent superioribus et castellanis respective sub eis degenti- bus. TRADITIO SlGIIXORUM.
Die veneris, mensis Aprilis octava, comparuit in domo capitulari minori ecelesiae Trajec-
tensis mane, bora cajoitulari eonsueta, coram dominis praelatis et capitulis quinque ecclesia- rum Trajectensium, capitulariter coneregatjs*, dominus et magister Johannes de Tiela, vicarius in spiritualibus generalis dicti quondam domini Philippi, episcopi Trajectensis, et assignavit ibidem, ac facto et realiter tradidit ad manus eornndem dominorum praelatorum et capitu- Jorum duo sigilla, unum videlicet rotundum et magnum dicti quondam episcopi, quod di- cilur sigillum ad causas, et aliud parvum, tan qua m signetum, in dorso sigillorum apponi et imprimi solitum; quae duo sigilla Wilhelmus Johannis de Trajecto superiori de dic- torum dominorum mandato cancellavit ac frcgit ; item adhuc duo sigilla officiolatus sine ar- mis episcopi, quae venerabilis dominus Jacobus de Appelteren, decanus Trajectensis, de con- sensu omnium aliorum dominorum ad se rccepit. Item comparuit etiam ibidem magister Ghvsbertus Zael de Woirderi, vicarius ecelesiae Trajectensis, qui eisdem dominis ibidem etiam assignavit et tradidit tria sigilla parva, videlicet, duo argentea et unum cupreum, quae dicuntur parva sigilla, etiam sine armis episcopi et semper manentes, cum quibus sigillantur Jnonitiones et citationes et similes literae, quae emittantur ab officiali curiae Trajectensis, quae etiam dictus dominus decanus Trajectensis, de consensu aliorum dominorum, ad se re- eepit. Item dominus Wilhelmus Henrici, provisor, etc., assignavit et tradidit ibidem sigilla ad provisoriam spectantia. Tkaditio cl avium Palatii episcopalis.
Eisdem die et bora comparuit coram diclis dominis praelatis et capitulis quinque ecclesia-
rum Trajectensium, ut supra , congregatis , Gerard us, janitor, seu custos aut caslellanus Palatii episcopalis civitatis Trajectensis, ac tradidit et realiler ibidem assignavit eisdem dominis cla- ves Palatii supradicti: qui quidem domini, tandem, aliquali deliberatione praehabita, tradide- runt eidem Gerardo janitori dictas elaves, praestilo per eum ibidem corporali juramento de fideliter custodiendo nomine ipsarum ecclesiarum et futuri per eos eligendi episcopi Trajectensis dictum palatium et omnia in eodem existentia ad episcopum spectantia. Quo facto, de mandato dictorum dominorum, venerabilis dominus TbeodoricusTaets et dominus JohannesReaell, per eosdem dominos deputati ac ego notarius et Wilhelmus de Trajecto hora vesperorum dictum palatium episcopale accesserunt et ibidem inventarium omnium bonoi'um in dicto palatio repertorum et existcntium, prout in cedula desuper conscripta plenius con- tinetur, confecimus, praesentibus ibidem dictis deputatis et Wilhelmo de Trajecto et dicto Gerardo janitore, et ejus conjuge legitima testibus, etc. Indicitur processio generalis.
Eisdem die et hora venerabiles et egregii domini praelati et capitula ordinarunt unam ge-
neralem processionem in dominica jubilate proxime ventura, quae erit decima septima men- sis Aprilis, cum venerabili Sacramento solemniter observandam pro salutifera electione novi pontjlicisj et hodie, a duodecima hora usque ad secundam, fiet generalis compulsatio om- |
|||||
3
|
|||||
nium campanarum in omnibus ecclesiis, etiam parochialibus, monastery's et capellis totiu*
civitatis Trajectensis, pro anima defuncti episcopi, cum tribus pausationibus, more ecclesiae consueto. Depctatto ad visitandum casira.
Eisdem die et hora venerabilcs et egregii domini praelati et capitula quinque ecclesiarum
deputarunt commissarios ad visitandum castra et ad capiendum a casteilanis et marscalcis ibidem respective juranicntum fielelitatis, videlicet dominam Fridericum die Konnynck et magistrum Gerardum Zuggerodc ad castrum de Duerstedeu, dominum Amilium de Nyevelt, praepositum Leydensem, et magistrum JohannemdicVosch ad castra de Apcouda et Vrede- lant, et dominum Marcum de Weze, praepositum de Culcmborch, et magistrum Barthole- meum Knyff ad castra dc Ema et IJorst, cum Uteris credentiarum, respective ad castellanos et marscalcos ab eisdem dominis emissos et ipsis directis. Deputatio Vicarii generaus.
Die sal)bati, mensis Aprih's nona, mane, hora capitulari consueta, capitulo ad infrascripta
peragendum specialiter indicto, venerabilcs et egregii domini praelati et capitula quinque ec- clesiarum Trajectensium in dorao capitulari minori ecclesiae Trajectensis capitulariter congregati, elegerunt ac concorditer et unanimiter, nomine discrepante, deputarunt et ordinarunt venera- bilem et egregium virum, dominum Thomam de Nyekerkc, chorepiscopum et canonicum eccle- siae Trajectensis, in commissarium et vicarium geuerakm in spiritualibus et tcmporalibus in omnibus et singulis, quae conccrnunt juiisdictionem ecclesiae et patriae Trajectensis, sede episcopali vacante , dempta jurisdictions official's curiae Trajectensis: salvo, quod majora officia per persouas ecclesiasticas quo ad exercitium iurisdictionis ecclesiasticae deserviri faciet et procurabit; petentes iidem domini, quatenus dictus duminus Thomas, chorepiscopus, com- missionem hujusmodi pro bono pacis et cuncordiae, ac utilitate totius patriae Trajectensis ac- ceptare vellet et dignaretur. Qui quidem dominus Thomas, chorepiscopus, tandem, post multas excusatioues per eum factas, etc., matura deliberatione praehabita, commissionem prae- dictam modo, quo supra, in Dei nomine acceptavit, cum protestatione tamen, quod ipse nemini alteri, quam ipsis dominis praelatis et capitulis aut eorun'i deputatis de hujusmodi comiuissioue adminislrationis couiputum et rationem faciet seu facerc habebit; et in eventum quoforsan, quod absit, per futurum dominum ekgendum Trajcctensem, aut quemvis alium propter praemissa quovismodo tribularetur, etc., dicti domini praelati et capitula ipsi domino chorepiscopo in hoc snmmani assistenlinm facient, eumque in omnibus et per omnia desuper defendent; super quiljus, etc., idem dominus chorepiscopus petiit a me notario instrumentum et instrumenta, pracsentibus ibidem mngistro Theoderico de Malsen, nuntio capituli, et Wil- helmo Johannis de Trajecto testibus, etc. DEPGTATIO SoFFRAGANEI.
Die et hora praedictis comparuerunt coram dictis dominis praelatis et capitulis , ut supra
adhuc congregatis, successive reverendus dominus magister Jacobus Redder, episc. Ebronensis, et reverendus dominus, magister Johannes de Heetvelt, episc. Hieropolitanus, suffraganei Trajec- tenses, petentes servire in dioecesi et patria Trajeetensi, etc.; unde venerabiles domini, prae- habita aliquali deliberatione, deputarunt R. P. dominum et magistrum JacobumRydder, episc. Ebroneusem, tanquam principalem suffraganeum ecclesiae Trajectensis, qui, sede vacante, |
|||||
4
|
|||||
oi'dines ministrabit et alia necessaiia peraget in dioecesi et patria Trajectensi. Et quia diver-
sae consecraiiones, tarn in Hollandia, ZeelandiaetFrisia ac quatuor officiis Flandriae aliisque locis necessario fieri debent, ipsi domini praelati et capitula admiserunt etiam R. P.D. Johannem deHeetvelt, episc. Hieropolit., tanquam coadjutorem; qui etiam juxta ordinationem vicarii officium suum faciet; et recipient ipsi R. patres hincinde pensiones consuetas, sede vacante, vel usque adventum futuri episcopi, praesentibus magistro Theodorico de Malsen et Wilhelmo Joliannis de Trajecto superior} testibus, etc. CONSTITDTIO SYNDICORUM.
Die dominica, mensis Aprilis decima, praelati et capitula quinque ecclesiarum Trajectensium
capitulariter in domo capjtulari ecclesiae Trajectensis minori congregati, constituerunt suos syndicos et procuratores, videlicet magistrum Gerardum Zuggerode et dominum Fredericum die Konnynck ad petendum et requirendum nobilem virum, Danielem de Bouchout, dominum de Boelre, et alios deputatos in castro de DuerSteden existentes, ut corpus defuncti episcopi quan- totius ecclesiasticae tradant sepulturae, adfinem, quod ad decretum electionis procedi possent ac desuper, si opus fuerit, protestandum, petentes desuper a me Johanne de Goch instru- mentum et instrumenta. Requisiiio syndicorcm in Duerstede.
Die lunae, mensis Aprilis undecima, venerabiles domini, magister Gerardus Zuggerode et
doiuinus Fredericus die Konnynck, deputati, requisiverunt dominum Danielem de Bouchout, Einestum de Ysendoren, Franciscum Corbel, Bernhardum Vreysse, Jacobum de Mynre et certos alios deputatos in castro de Duersteden existentes, quatenus corpus defuncti episcopi ecclesiasticae traderent sepulturae, ut ad decretum electionis praelati et capitula quinque ec- clesiarum procedere possent. Qui quidem D. deBoelre et alii deputati, praehabita delibera- tione, responderunt se velle intimare ecclesiis diem sepelitionis hujusmodi infra duos dies. Et deputati desuper protestati fuerant, quod non stat per eos, quominus ad decretum electio- nis procedere possent. Et ulteiius ad requisitionem deputatorum, sigillum magnum et par- vum secretum fuerunt ibidem ostensa, comminuta et cancellata : et quod in vim juramenti sancto Martino praestiti conservarent castrum de Duersteden cum oppido deWyck, ad aliud juramentum se astringere seu astringi facere nollentes, nisi quatenus de jure tenerentur, et quod facerent fieri inventarium bonorum per quinque deputatos, qui illud, praeviis eorum juramentis, conscriberent ac ecclesiis desuper copiam traderent; et si baculum pastoralem, sive mi tram invenerint, aut aliqua alia ad ecclesiam Trajectensem spectantia, jam fideliter ad usum ecclesiae conservarent et restituerent, ac babita communicatione cum executoribus testamenti domini nostri reverendissirai defuncti, copiam testamenti ejusdem exbibereiit, et cfficerent, quod vestis ejus nuptialis ecclesiae applicaretur, quantum in eis esset. Actum in castro de Duersteden , bora quasi undecima ante meridiem , praesentibus ibidem magistro Leonardo Hardynck et Leonardo, ostiario, sive janitore, testibus, relatione desuper die XIII. men- sis Aprilis in capitulo ecclesiae Trajectensis inde facta. SciILTETUS IN WyCK JURAVIT.
Die marlis, mensis Api'ilis duodecima, Antonius Jacobi, scultetns in Wyck, praestitit jti-
ramentutn de fideliter exercendo officium suum, ad requisitionem venerabilium deputatoru;n,. |
|||||
5
|
|||||
magistri Gerardi Zuggerode et domini Friderici die Konnynck cum protestatione de ...'..
eorum ecclesiis in capitulo. Actum in Wyck, praesentibus ibidem Jacobo Bertholdi, nuntio capituli, HermannoHack et Gerardo de Essen testibus in domo dicti sculteti, hora quasi sex- ta ante meridiem. Relatio deputatorum in Abcodda.
Die tertia decima magister Johannes Vosch et dominus Amilius de Nyevelt deputati, missi
ad castellanum in Abcouda et Vredelant, exposuerunt, quod ipsi requisiverunt Anthoniumde Mynden ad praestandum ecclesiis juramentum, qui voluit primo se deliberare attente, quod breviter juramentum praestitisset in Duersteden, prout in notula requisitionis. et quod domus sive castrum de Vredelant esset omnino desolatum et inhabitabile; et sic de illo se non in- tromisit. Actum in domo capitulari ecclesiae Trajectensis minore. Relatio deputatorum in Ema et Horst.
Eisdem die et hora comparuerunt, ut supra, venerabiles domini, Marcus de Weze et do-
minus Bertholemeus Knyff, deputati in castrum de Ema et Horst, exponentes, quod ipsi de mandato ecclesiarum fuerunt in castro de Ema, et ibidem receperunt juramentum a valido viro Johanne de Wulven, marscalco sive castellano ibidem; deinde fuerunt in castro ter Hoist et similiter juramentum fidelitatis ex parte ecclesiarum receperunt; ulteriusque fecerunt, prout in notula desuper confecta. Quibus quidem relationibus sic ut praescribitur per venerabi- les dominos, magistrum Gerard um Zuggerode et dominum Friden'cum die Konnynck et prae- scriptos deputatos sic ut factis praelati et capitula quinque ecclesiarum eisdem deputatis ma- ximas gratias egerunt, decernentes, quod deputatis in Duersteden mitteretur instrumentum aut copia ejusdem auctentica per quatuor notarios publicos subscriptum, ad informandum eosdem, quatenus ecclesiis, sede vacante, juramentum praestare tenentur, et quod propterea praestent adhuc juramentum literatorie eosdem exhortando et requirendo. Praefuio termini elections Episcopi.
Die jovis, mensis Aprilis quarta decima, postqUam per dominos praelatos et capitula quin-
que ecclesiarum Trajectensium bona facta fuit diligentia apud dominum Danielemde Bouchout, dominum deBoelre, et alios deputatos in Duersteden, ut corpus quondam domini Philippi, episcopi Trajectensis, ecclesiasticae traderent sepulturae, quod tamen ipse dominus de Boelre et alii deputati in castro de Duersteden facerc promiserUnt, quantotius ipsique domini desuper coram me notario et testibus etc. desuper protestationes debitas fecerant, quod per eos non steterit, neque stetit, quominus dictum corpus defilncti episcopi traditum jam du- dum fuisset ecclesiasticae sepulturae etc.; iidem domini praelati et capitula mane, hora capi- tulari consueta, in dicta domo capitulari minore ecclesiae Trajectensis capitulariter congregati, capitulo ad id, ut moris est, indicto, ad consulendum et providendum ipsi ecclesiae Trajec- tensi, ut praemittitur viduatae et Vacanti, propter, etiam pericula, quae ex diutina vacatione evenire possent, evitanda, statuerunt et praefixerunt diem sextain mensis Maji proxime ven- turi, quae erit in crastino ascensionis domini nostri, Jhesu Christi, ipso die S. Johannis ante portam latinam, horam capitularem ejusdem diei cum continuatione dierum et horarum se- quentium ad electionem seu postulationem futuri episcopi Trajectensis per eos celebrandam ac ad eligendum seu postulandum futurum episcopum, volentes, quod quatuorarchidjaconis in |
|||||
ecclesia Trajectensi, videlicet S. Walburgae Aernhemensis, S. Lebuini Daventriensis, S. Mar-
tini Embricensis, et S. Plechelmi Aldezalensis ecclesiarum praepositis, nee non singulis cano- qjcis quinque ecclesiarum Trajectensium capitularibus absentibus infra tamen provinciam Colo- niensem existentibus, dies bujusmodi electionis seu postulationis celebrandae intimetur; ad eam- que pro electione seu postulatione bujusmodi una cum iis faciendamet celebrandam, acadeli- gendum seu postulandum citentur ac literalorie vocentur. Quapropter decreverunt citationes bujusmodi sigillis omnium quinque ecclesiarum sigillandas et per me Johannem de Gocb sub- scribendas, etc., praesentibus ibidem domino GoeswinodeHatthem sancti Salvatoris, et domino Lujffrido vander Haer beatae Mariae ecclesiarum Trajectensium canonicis uon capitularibus tes- tibus, etc. NOTARII CURIAE ET PROCURATORHS CACSARUM JCRARUNT.
Die mcrcuiii, mensis Aprilis tertia decima, de mandate venerabilis viri, domini Jacobi
de Appelteren , decani Trajectensis, sede episcopali vacante, officialis Trajectensis, praesente magistro Bernbardo de Hairlem , decretorum doctore, ejus assessore , magistri Adrianus Buer, FranciscusBeyer, ArnoldusZeelum, Jacobus deMedenblick, et Jac.Stoep, notarii curiae , ma- gister Johannes die Wael, magister Johannes de Mechelinia, magister Johannes Pels de Novio- magio, Johannes dePlatea, magister HenricusdeEyck, Johannes Spierinck et JohannesBoelen, causarum procuratores, Bertholdusde Angeren ac certi alii clerici literarum pi'aestiterunt ju- ramentum fidelitatis juxta statuta consistorii, prout quemlibet in officio suo concernit. Ac- tum in consistorio episcopali Trajectensi, hora audientiae causarum consueta. DfiPCTATI AD WarfDANDAM KtECriONEM JURARCNT.
Die veneris, mensis Aprilis quinta decima, venerabilis dominus Jacobus de Appelteren mo-
nuit et requisivit magistrum Ghisbertum Clos et Theodoricum de Zulen ad Coloniam, et ma- gistrum Cornelium Palinck et Johannem Boelen ad Brabantiam respective deputatos ad citandum etexequendumjuxta mandata ipsis data, qui successive jurarunt, se fideliter velleexequi hujus- modi mandataet singula diligenter conscribere, ac instrumentum sive instrumenta desuper trade- re; super quibus idem dominus decanus petiit instrumentum et instrumenta. Actum in domo capitulari minore, praesentibus ibidem magistro Johanne die Wael, Malsen et Wilhelmo Jobannis testibus, etc. SrNDICI ITERDM DEPCTAMT0R AD DcERSTEDEN.
Eisdem die et hora capitulari praelati et capitula quinque ecclesiarum Trajectensium iterum
deputarunt syndicos alias constitutos, videlicet, magistrum GerardumZuggerode et dominum FridericumdieKonnynck ad requirendum dominum Danielem de Boechout, dominum de Boel- re, et alios deputatos in Deursteden super inhumatione et sepelitione corporis quondam do- mini nostri reverendissimi, ac desuper de novo protestandum ; ac ad capiendum juramentum fidelitatis ab eisdem, nomine ecclesiae, aliasque et alia faciendum juxta informationem ipsis alias datam. Actum in domo capitulari ecclesiae Trajectensis minore, praesentibus ibidem domino Luyffridovander Haer et domino GoeswinodeHatthem, canonicis non capitularibus, Malsen et Wilhelmo testibus. Processio generalis.
Diedoninica: jubilate, decima septima mensis Aprilis antedicti, fuit habita et observata gene-
|
|||||||
-
|
|||||||
7
|
|||||
ralis processio per praektos, canonicos c-t beneficiatos quinque ecclesiarum Trajectensium et a-
Jios, etc., cum deportatione venerabilis sacramenti pro salutifera electione novi pontificis, etc. Reiatio syndicorum.
Die Junae, mensis Aprilis die deciraa octava, venerabiles domini, magister Gerardus Zugge-
rode et dominus Fridericus deputati, una cum domino Johanne de Goch exposuerunt, quod dominus Daniel de Boelre et alii deputati in castro de Deursteden, requisiti primo et secundo, ac praeviis deliberationibus, volunt et intendunt ecclesiis praestare juramentum per deputatos committendos juxta tenorem literae patriae, petentes salvum conductum ab ecclesiis et civitate Trajectensi sibi decretum et xx. die ejusdem mensis missum per Jacobum Bertholdi, nuntium capituli majoris ecclesiae. CoMMITTirUR MaLSEN. NUNTIO, KXECUTIO.
Die martis, mensis Aprilis die decima nona, venerabilis dominus Jacobus de Appelteren
tradidit magistro TheodoricodeMalsen, nuntio capituli, citationem exequendam in quinque ecclesiis Trajectensibus, medio suo juramento ecclesiae praestito. Actum in ecclesia Trajectensi bora quasi nona ante meridiem , praesentibus domino Johannes Zelbach et domino Henrico Jo- hanuis, vicariis ecclesiae Trajectensis testibus, etc. PrOTESTATIO QCINQCE ECCXESIARUM.
Die vicesima septima mensis Aprilis, venerabilis vir, dominus Thomas de Nyekercke, exposuit
coram venerabilibus dominis praelalis, canonicis et capitulis quinque ecclesiarum capitulariter in domo capitulari ecclesiae Trajectensis, hora capitulariconsueta, congregatis, quatenus juxta continentiam literarum Theodoricide Zulen dominica die praeterita in capitulo exhibitarum et lectarum magister Ghisbertus Glos in Dodewerde per satellites esset apprehensus et abductus ac idem Theodoricus de Zuylen pecuniis suis spoliatus; adeo, quod executiones mandatorum insinuationum diem electionis novi pontificis reverendis dominis praepositis Embricensi et Oldenzalensi ac domino LazarodeRosetis minime fieri possent; super quibus domini praelati et capitula protestati sunt, quod non stetit, neque stat per eos; decernentes novam citatio- nem per magistrum Johannemdie Wael, ibidem praesentem et acceptantem exequendam et insinuandam; qui quidem magister Johannes die Wael eadem die, hora quasi septima, praes- titit juramentum de mandato domini decani majoris ecclesiae de fideliter exequendo. Actum in domo ejusdem domini decani, praesentibus ibidem magistro Johanne de Boemel, commen- sali meo, et Jacobo Bertholdi. Qui dominus Johannes protestalus coram eisdem testibus eo- dem vespero equester arripuit iter ad insinuandum juxta mandatum sibi traditum. Electio Episcopi Tra/ecteksis.
Die vero veneris, sexta niensis Maji, ipsa die Johannis ante portam latinam, et altera ascen-
sionis domini nostri, Jhesu Christi, fuit per dominos praelatos et capitula quinque ecclesiarum Tra- jectensium in domo capitulari majori dictae ecclesiae Trajectensis capitulariter congregates, capi- tulo ad id sufiicienter etc. indicto, venerabilis et illustris dominus Henricus, comes Palatini Rheni, duxBavariae, et canonicus ecclesiae metropolitanae Coloniensis, in episcopum et pastorem ecclesiae Trajectensis praeficiendum concorditer et unanimiter, una voce, nemine discre- |
|||||
8
|
||||||
pante, per LXXI. electores via scrutinii electus et postulatus. Et fuerunt deputati tres sera-
tatores, videlicet reverendi et venerabiles domini, Philibertus Naturelli majoris praepositus et archivarius, dominus Hei-mannus de Lochorst S. Salvatoris , et doininus Georgius de Zolmiis S.Petri ecclesiarum Trajectensium decani, prout hie et omnes alii actus ante et post hanc them celehrati et facti ipsam electionem seu postulationem concernentes in quodam pro- cessu electionis seu postuladonis hujusmodi per me notarium confecto; signis el subscrip- tiombus mei et magistri Johannis Pels de Recninchuesen et domini Johannis de Amerongen , notariormn etiam publicorum in scrutinio mihi adjunctorum subscripto et signato in archivis ecclesiae Trajectensis conservato, plenius continetur. CojrsriTurro syndicorum.
Die lunae, mensis Maji nona, praelati et capitula quinque ecclesiarum Trajectensium capi-
tulariter congregati, capitulo ad hoc spectaliter indicto, hora capitulari consueta , constituerunt, ordinarunt et deputarunl eorum sjndicos et commissarios, videlicet, venerabiles et egregios dominos, Jacobum de A.ppelleren majoris, Georgium de Zolmiis S.Petri decanos, Thomam deNjekercke, chorepiscopum , Gerardum Zuggerode S. Salvatoris, Theodoricum Lyeverjan S. Johannis, et Adam Wynandi B. Mariae ecclesiarum Trajectensium canonicos, praesentes et acceptantes ad exhibendum et praesentandum illustri domino, domino Henrico, ex comitibus Palatinis Rheni, et duci Bavariae , electo et postulato, Coloniae apud ecclesiam Coloniensem resi- dent , electionem et postulationem hujusmodi; ac ad petendum et inquirendum ejus consen- sum in forma. Actum in domo capitulari minore ecclesiae Trajectensis, praesentibus ibidem venerabilibus et discretis viris, domino Wilhelmo de Palude , canonico B. Mariae Trajectensis, et magistro TheodoricodeMalsen, praebendato prebenda dormitorii in ecclesia Trajectensi testibus. Insinuatio decreti electionis.
Die mercurii, mensis Maji decima octava, venerabiles viri et domini, dominus Jacobus de
Appelteren majoris, Georgius de Zolmiis S. Petri decani, Thomas de Nyekercke, chorepis- copus, Gerardus Zuggerode S. Salvatoris, Theodoricus Lyewerjan S.Johannis, et Adam Wynandi B. Mariae ecclesiarum canonici, deputati et commissarii, comparuerunt Coloniae in domo habitationis illustrissimi domini Henrici, ex comitibus Palatinis Rheni, ducis Bavariae, canonici ecclesiae metropolitanae Coloniensis , Coloniae in die Dranckgasse sita , et ibidem exhi- buerunt literas commissoriales, sigillis quinque ecclesiarum sigillatas per me Joannem deGoch lectas. Quibus lectis , exhibuerunt instrumentum decreli electionis et postuladonis, petentes et requirentes in forma per os domini decani Trajectensis ; et idem dominus electus habens hujus- modi instrumentum pro lecto, dixit, ex quo causa sit ardua, quod velit se cum doctis et amicis deliberare usque ad crastinum. Actum, ut supra, hora quasi decima ante meridiem, prae- sentibus ibidem illustribus et nobilibus viris et dominis in notula infrascripta descriptis. ACCEPTATIO ELECTIONIS.
Die jovis, mensis Maji decima nona, ad petkionem deputatorum, illustris et reverendus
dominus HenricusElectus, facta oratione per dominum doctorem Lucam, tandem acceptanda electione, pronunciavit haec verba: quia placuit venerabilibus dominis praelatis, et canoni- cis quinque ecclesiarum Trajectensium, me in locum recolendae memoriae domini Philippi, dum vixit, episcopi Trajectensis, concorditer in futurum episcopum eligere et postulare, li- |
||||||
*
|
||||||
9
|
|||||
cet me ad tantutn onus minus sufEcientem recognoscam; ne tamen divinae videar velle
contraire voluntati, auxilioDei acdictorum dominorum confratrum confisus, in electionem de persona mea factam et mihi praesentatam, ut electus consentio, et earn electionem in nomine Patris, Filii et Spiritus Sancti accepto. Quo facto, dicti domini deputati egeruut eidetn infi- nitas gi-atias, recognoscendo eundem tanquam dominum principem electum ; ac idem dominus electus et deputati praedicti petierunt a nobis notariis, ibidem praesentibus instrumentum et instrumenta desuper fieri. Actum in domo ejusdem domini elecli, hora quasi decima ante meridiem, praesentibus ibidem illustribus et generosis dominis, domino Friderico, comite de Bychelen, chorepiscopo, domino Johanne, comite deEppensteyn, scholastico, domino Georgio, comite de Wytkensteyn, capellano ac perpetuo cancellario aixhiepiscopi Coloniensis, praelatis, domino Theodorico, comite de Waldeck, Deghenardo Witten, cancellario, Bernhairdo van Haghen , sigillifero, Theodorico de Meynershaeghen, canonicis majoris ecclesiae Coloniensis, et magistris Judoco de Wyltenborch de Empach, Petro Kleppis, doctoribus. CASTEiLANUS IN DuEKSTEDKN PRAESTIIIT JUR AMENTUM.
Die vicesima mensis Maji, anno, etc., XXIIII. validus virBernhardusVreys, castellanusinDuer-
steden , in vim literae patriae Trajectensis, praestitit juramentum fidelilatis et de conservando castrura in Duersteden et bona inibi existentia, coram venerabilibus viris ct dominis, domino HenricoZoudenbalch majoris, et magistro JohanneVoscli S.Salvaton's ecclesiarum ad hoc deputatis, per tres status patriae Trajectensis, in praesentia magistri TheodoricideMalsen , notarii, eisdem deputatis adjunct! 7 prout idem hoc ipsum in scriptis redegit. DePUTATIO ORATORUM AD INSINUANDUM PaPAE ELECTIONEM.
Die martis, mensis Maji ultima, mane, hora terciarum et capitulari cousueta, praelati et
capitula quinque ecclesiarum Trajectensium in domo capitulari minori capitulariter con- gregati deputarunt et constituerunt suos oratores et syndicos, reverendissimos patres et do- minos, Wilhelmum de Enckevoirt, sacrosanctae Romanae ecclesiae cardinalem, dominum Jbhannem Matheum, datarium , Johannem Inghenvvynckel S. Victoris Xanctensis , domi- num Johannem Slacheck B. Mariae Trajectensis praepositos, dominum Georgium de Zolmiis S. Petri decanum , dominum Thomam de Nyekercke , chorepiscopum, majoris, Gerardum Zuggerode S. Salvatoris, Theodoricum Lyeveijan S. Johannis, et AdamWynandi B. Mariae ecclesiarum Trajectensium canonicos, nee non magistros ChristoforumScarentingher, Geor- giam Gocler et ComeliumKnyff, in Romana curia causarum procuiatores, absentes tanquam praesenlcs et coram quemlibet in solidum ad praesentandum et insinuauduin sanctissimo domino nostro, Papae coetuique cavdinalium electionem praedictam, eamque prosequendam cum po- testate substituendi et clausulis consuetis, praesentibus ibidem WilhelmodePalude et Luyffii- do de Hair, canonicis non capitularibus B. Mariae Trajectensis testibus , etc. PrOTESTATIO ECC1ESIARUM.
Die lunae, mensis Septembris decima nona, mane hora terciarum et capitulari cons tie ta,
dicti domini praelati et capitula quinque ecclesiarum Trajectensium, in dicta domo capitulari minori capitulariter congregati allegarunt per os venerabilis viri Jacobi de Appeltereu, de- cam^ Trajectensis, quod cum reverendissimus et illustrissimus princeps et dominus noster, dominus Henricus, Palatinus Rheui comes, dux Bavariae, electus Trajectensis, die mercurii 3
|
|||||
10
|
|||||
in fcsto S. Matthaei apostoli et evangelistae sit venturus et civitatem suam Trajectensem in-
traturuS, proposuerunt, eum honoritice et reverenter, utdecet, acceptare, ac eidem debitum honorem et reverentiam impendere; et in eventum, quo confirmationem sanctae sedis apos- tolicae obtinuerit, omnes soiempnitates debitas juxta librum camerae et eonsuetudines antiquas fa cere et juramentum recipere illique possessionem traders, etc. In'eventual vero, quo con- firmationem praedictam nondum receperit, ex quo concorditer et unanimiter electus sit ipsamque electionem acceptaverit, eidemque, ut praefertur, consenserit et per talem consensum praestitum , verum matrimonium inter ipsum et sponsam suam, ecclesiam Trajectensem, con- tractual sit, proposuerunt motu proprio et non ad illius aut alicujus alterius requisitionem seu petitionem cum crucibus et vexillis ob singulares honores et reverentiam, sibi exhiben- duin, processionaliter eidem occurrere etobviare, ac eundem ad ecclesiam suam et chorum Tra- jectensem locumque capitularem ducere, eundemque rogare ut adroinistrationem ecclesiae suae Trajectensis, tarn in spiritualibus quam temporalibus acceptet, propter pericula et tribulationes , quotidie in patria hac vigentes et quae in dies vigeri formidantur, evitandum; ab eodem quoque juramentum de lideliter et debite administrando usque confirmationem sedis apos- tolicae obtentam, et possessionem veram et actualem ipsius ecclesiae Trajectensis ei traden- dum exigere et recipere, ac eundem in possessionem aulae episcopalis inducere, protestando solempniter et expresse, quod haec omnia per ipsos sic factura non cedant in praejudi- cium juris sui ad ipsam ecclesiam Trajectensem, nee etiam in contemptum sedis apostolicae fient, sed solum pro defensione et tuitione ecclesiae et patriae Trajectensis, etc. Super quibus, etc., praesentibus magistro Theodorico de Malsen, nuntio, et Wilhelmo Johannis tes- tibus. Domini invitantur ad prandium cum electo.
Die martis, mensis Septembris vicesima, hora capitulari consueta, de mane, comparuerunt
in domo capitulari minori ecclesiae Ti-ajectensis, coram dominis trium statuum patriae infe- rioiis Trajectensis capitulariter congregatis venerabiles et circumspecti viri, dominus Wolff- gangus de Affensteyn, doctor et miles, Jacobus de Mynden magister curiae , et Adrianus de Rede, ex parte reverendissimi domini electi, deputati ad ipsos tres status, qui per os dicti domini WoifFgangi rogarunt et invitarunt dictos domhios trium statuum, ut feria quinta proxime Ven- tura in die sancti Mauritii compareant ad prandendum cum praefato domino nostro electo ad prandium in ecclesia sancti Salvatoris. INTROITUS REVBRENDISSIMI DOMINI ElECTI PRIMUS.
Deinde die mercurii, mensis Septembris vicesima prima , ipsa die sancti Matthaei apostoli et
evangelistae, intravit civitatem Trajectensem reverendissimus et illustrissimus princeps et do- minus, dominus Henricus, Palatinus Rheni comes, duxBavariae, electus Trajectensis, cum magnifico domino, domino Johanne Hannairt, oratore caesareae Majestatis, domino Gangul- pho, comite Palatino, duceBavariae, fratre suo juniore, domino..............de
Eysenborch, domino......, comite de Nova Aquila, domino Wilhelmo, domino deRen-
nenberch, ac quam pluribus aliis comitibus, barombus, militibus, militaribus et aliis nobi-
libus in magna multitudine cum pulcherrima comitativa et dioecesis et patriis Trevirensis, Coloniensis, Juliacensis, Clivensis, et aliis locis per portam tollesteghe, et descendit de equo suo ante domum consulatus Trajectensis ; quam una cum dictis principibus ascendit pariter et nobilibus majoribus; et statim descendendo intravit cum eisdem ecclesiam parochialem ci- |
|||||
!I
|
|||||
vilcra, vulgariier dictam : die buerkerck; in cujus sacristia armis se exuit et indutus flift
veste louga et superpeilicio; et accesserunt ibidem domini decani majoris et sancti Salvatoris Trajectensis, tanquam duo seniores praelati ad sacristiam; qui eundem ibi cum debitis Iionore et reverentia receperunt; a qua exeuntesoccurrerunt eidem ceteri praelati, canonici, vicarii, chorisocii ac singuli beneficiati, officiati, chorales clcrici et scholares dictarum quin- que ecclesiarum Trajectensium super pontera uibis, dicli decani majoris et S. Salvatoris intro- iluxerunt eundem dominum electum, processione praedicta praecedente, in ecclesiam Trajec- tensem, in cujus medio altare quoddam praeparatum erat, cum reliquiis sanctorum suprapo- sitis ; ante quod altare idem dominus electus in loco ad hoc adaptato ad genua se prostravit et ibidem decantabantur reverendiss. Marlinus Abrahae, cum prosa euphonias et antepho- nia: Dominus Deus nosier, etc., cum prosa et collecta de sancto Martino, quam cantavit dominus decanus Trajectensis. Quo facto, duxerunt ulterius praelati et capitula dictarum quinque ecclesiarum eundem dominum electum cum dictis principibus et certis comitibus armis adhuc semper indutis, dempto domino Wolffgango, comite Palatino, qui armis se exuil in sacristia ecclesiae civilis una cum fratre suo, domino electo, ad domum capitularem ma- jorem dictae ecclesiae Trajectensis, et ibidem singulis aliis, demptis oratore imperiali, fratre suo, nee non comitibus de Ejsenborch, Nova Aquila , de Rennenborch, Empach , cancellario, et certis aliis majoribus nobijibus , praefati domini praelati et capitula per os domini Jacobi de Appelteren, decani Trajectensis, petierunt humiliter a dicto domino electo, ut dignaretur suscipere et acceptare administrationem ecclesiae suae Trajectensis in spiritualibus et tempo- ralibus, propter varia pericula ipsi ecclesiae et loti patriae Trajectensi evenientia, acjuramen- tum desuper praestare. Ex tunc idem dominus electus, praevia aliquali deliberatione cum fratre et aliis suis consiliariis habita, tandem respondit per os domini doctoris Wolffgangide Affensteyn in armis mile, quod ipse dominus electus jam dudum debitam in curia Roma- na fieri fecit et procuravit diligentiam pro confirmatione obtinenda, quodque desuper sa- tis ......receperat responsum, sperans, eandem in brevi sine aliquo impedimento recepturum; et ipse reverendissimus dominus electus, attendens et considerans pericula praedicta allega-
ta, etc., contentus erat acceptare dictam administrationem ob rogatum et petitionem ipsorum dominorum praelatorum et capitulorum quinque ecclesiarum Trajectensium in vim concordis electionis per eos de persona sua, utpraemittitur , factae , et non alias aliter, neque alio modo, de quo protestabatur expresse, praestitoque juramento solito, dictam administrationem modo praemisso acceptavit; super quibus, etc., praesentibus ibidem dictis dominis principibus et nobilibus, nee non domino Adriano de Renesse majoris, domino Goesvino de Hatthem S.Sal- vatoris, domino Jacobo de Medenblick S. Joannis, dominis Wilhelmo de Palude, Anthonio deAmerongen, Andrea de Vinea et Lujffrido de Haer beatae Mariae ecclesiarum Trajecten- sium canonicis non capitularibus , Theodorico de Malsen et Wilhelmo Johannis testibus. Illico etiam dicti domini praelati et capitula per os saepedicti domini decani Trajectensis protes- tationem eorum alias die decima nona hujus mensis desuper factam renovantes, etiam denoo protestati sunt, et fuerunt, quod honores et reverentias dicto domino electo impensas et im- pendendas, ac quos et quas, eidem jam impenderunt et adhuc impendent, motu eorum pro^ prio,etc, tanquam vero eorum sponso concorditer electo, et non alias impenderunt et impen- dent; et quod etiam in vim dictae concordis electionis, propter pericula, etc., eundem domi*- num electum rogarunt, ut administrationem ecclesiae suae suscipere dignaretur; super qui- bus etc, praesentibus eisdem testibus. Quo facto, dicti domini praelati et capitula duxerunt dictum dominum electum processionaliter ad chorum ecclesiae Trajectensis, cantantes et psal- lentes cum organis et vocis jubilo canticum laetitiae: Te Deum laudamus, cum prosa : Domi- nus cwiservet mm et vivificef eum , et collecta de pace. Quibus peractis, praelati praed icti as- |
|||||
12
|
|||||
sociarunt eundem dominum electum cum commilativa sua praedicta ad palatium episcopale
ipsum ibidem dimittentes etc., clavesque dicti palatii eidem assignantes. PRANDIUM REVERENDESIMI DOMINI NOSTRI TRAJECTENSIS.
Die vero jovis, mensis Septembris vicesima prima, idem reverendissimus et ilJustrissinius
dominus electus, habuit tres status patriae inferioris Trajectensis, nee non quamplures depu- tatos nobilium et oppidorum patriae in prandio in ecclesia S.Salvatoris Trajectensis, et trac- tavit eos magnificentissime ad numerum quadringentorum et sexaginta octo; et non fuit alius potus quam villi; et in eodem prandio fuerunt omnes vicarii et chorisocii quinque ecclesia- rura ac pastores vicecurati capitulornm et beneficiati aliarum parochialium ecclesiarum Tra- jectensium: et chorales quinque ecclesiarum successive cantarunt respective eorum carmina. PrOIESTATIO DOMINI ELECTI.
Die insuper veneris, mensis Septembris vicesima secunda, comparuit dictus reverendissimus
ct illustrissimus dominus noster electus, de mane, bora quasi decima ante meridiem, in do- mo capitulari ecclesiae Trajectensis majoris capitulo trium statuum ad hoc indicto, et proponi fecit coram eisdem dominis praelatis et capitulis quinque ecclesiarum, nobilibus et militaribus patriae Trajectensis inferioris ac consulatu Trajectensi, ibidem capitulariter congregatis, per os domini WolfFgangi, militis et doctoris, quod , cum reverendissimus in Christo pater et dominus\ dominus Philippus , episcopus Trajectensis, felicis recordationis defunctus tempore vitae suae di- versis involutus fuerit debitis, quodque executores per earn deputati executionem testamenti ipsius domini Philippi acceptare denegarunt, non intenderet se de bonis per eum relictis intromittere, neque debitoribus satisfacere in aliquo, sed de debitis cum consilio, consensu et ordinatione suo- rum statuum pro conservatione et utilitate patriae contractis, libenter velit facere juxta consilium et ordinationem statuum suorum, de quo protestatus fuit ac protestabatur expresse; super quibus, etc., praesentibus ibidem in praesentia illustris domini Wolffgangi, fratris sui, domini deEmpach, domini de Rennenberch, et rdiorum multorum nobilium, magistro Theodorico de Malsen et Wilhclmo testibus, etc., aliisque canonicis non capitularibus. Tramho sigillorcm domino electo facta.
Die sabbati, mensis Septembris vicesima tertia, venerabilis dominus Jacobus de Appelteren ,
decanus Trajectensis, coram reverendissimo domino electo Trajectensi in palatio episcopali as- signavit eidem sigilla, per eum post mortem dicti domini Philippi, episcopi, recepta; quae idem dominus electus benigne recepit, agendo eidem gratias de administratione desuper habi- ta; et post deliberalionem praebabitam idem dominus electus tradidit dicta sigilla venerabtli viro, domino Thomae de Njekercke , chorepiscopo, committens sibi dispositionem eorundem, nee non sigilla vicariatus, olficiolatus et ad ordines, per eundem dominum Thomam, chor- episcopum et vicarium recepta et acceptata. ACCEPTATIQ JORISDICriONIS TEMPORALIS IN ZeTST PER PCLSUM CAMPANAE.
Eodem die, hora vesperorum, reverendissimus et illustrissimus dominus noster, electus compa-
rens cum oratore caesareae Majestatis, domino Johanne Hannart et domino Wolffgango, fra- tre, domino cancellario, doctore AfFensteyn, .in ecclesia parochiali in Zeyst, ac, facta oratione |
|||||
|
|||||
13
ante summum a]tare, flexisgenubus, coram veneraLili Sacramento, fecit oblationem in sumn:o
altari, tandem revertentlo versus turrim, apprehendit funem campanae munda inappa circum- datam, pulsando campanam; quo facto, protestatus super hujusmodi actu per cum celebrato in vim concordis electionis et non alias aliter, neque alio modo, petens desuper instrumentum et iustrumenla, praesentibns ibidem testibus praediclis ft aliis quam pluribus. lNTROMSATiO SECUNfU CUM rftAE.SE.Yf AXtO.VE COiNFlRMATtONtS.
Anno etc., vicesimo sexto, die lunae , mensis Octobris quinta, bora tenia vol quasi post
meridiem, reverendissimus dominus ac illustrissimus princeps ct dominus, dominus Henri- cus, Dei et apostolicae scdis gratia electus et coiilirmatus Trajectensis, intravit equesler cum suis nobilibus, officiatis et sua comitativa civitatem suam Trajectensem , et desceudit re equo suo ante domum consulatus Trajectensis, et cum suis consiliariis domum eandem ads- cendit et ad instantiam superiorum ejusdem civitatis piivilegia et statuta ejusdem civitatis approbavit ac alia juxta autiqnam consuetudinem ejusdem more consueto peregit, et desccn- dendo ad sacristiam ecclesiae beatae INIariae civilis Trajectensis se transtulit; ibidemque armis suis depositis et indutis vestibus tnlaribus, etc., religiose inter venerabiles dominos, dominum Amilium de Nyevelt decanum majoris, et dominum Johannem Slacbecken praeposi- tum beataeMariae ecclesiarum ductus, processione quinque ecclesiarum processionaliter in al- bis praecedente, majorem ecclesiam Trajectensem intravit, clericis et cantoribus reverendis, Martinus Abrahae cum antiphona: Domine Deus nosier, cum versiculo et colkcta per decanum Trajectensem decantatis et tandem ad domum capitularem ejusdem ecclesiae ma- jorem introduxerunt, concomitantibus consiliariis, militaribus etsuperioribus civitatis Trajec- tensis ; tandem militares et superiores civitatis se respective ad cameras suas translulerunt, et seclusis omnibus ex domo, demptis consiliariis idem dominus noster reverendissimus coram praelatis et canonicis quinque ecclesiarum, literas apostolicas confirmationis suae ibidem prae- sentari et exhiberi fecit per nobilem virum Jacobum de Amstel et Mynden , petens in vim li- terarum apostolicarum ad possessionem episcopatus Trajectensis cum solempnitatibus debitis admitti. Literis igitur apostolicis confirmationis ibidem per Wilhelmum Johannis, secretariuni rnajoris ecclesiae, lectis , idem dou;inus noster reverendissimus et illustrissimus princeps ad ca- meram suam in eadem domo capitulari contiguam se cum suis consiliariis retraxit, ductus ad eandem per praelatos, et, praebabita aliqua deliberatione, fuit reductus iterum ad locum suum in dicta domo «apitulari et ad possessionem episcopatus receptus, praestito per eum jura- mento consueto corporal]'ter ad sancta Dei evangclia. Quo facto, vocatis militaribus et supe- rioribus civitatis, ibidem respective ex cameris suis comparentibus fucrunt successive lectae Htera patriae, nee non litera obligatoria , seu anno duodecimo concepta et sigillatn. Quas quidem literas idem dominus noster approbavit, ac literas desuper expedites, ibidem suo sigillo sigillari fecit et rnandavit. Qui bus peractis , canonicis et praelatis, processionaliter ad cborum dictae majoris ecclesiae prccedentibus, idem dominus noster reverendissimus duc- tus fuit ad chorum et ibidem in sede cathedral! ejusdem chori collocatus in signum ve- rae, realis, corporalis et actualis possessions dicti episcopatus Trajectensis et ibidem can- tantibus et psallentibus cum organis et vocis jubilo: Te Deum laudamus, cum antiphona: Dapacem, Domine, in diebusnostris, cum versiculo etcollecta, quam dictus dominus Ac canus legit. Qua finita, dicti domini praelati duxerunt eundem dominum nostrum re- verendissimum ad palatium suum episcopale. Acta fuerunt baec in locis piaescriptis, praesentibus ibidem nobilibus eximiis et spectabilibus viris Jacobo de Amstel et Mjnden,
4
|
|||||
14
magistro Philippo Bourchairdt, cancellario, magistro Johanne Lump, doctore consiliario re-
verendissimi domini archiepiscopi Trevirensis, magistro Rutgero vander Kerck, Friderieo Zeldenecker, et Ghysberto de Hardenbroeck reddituario (?) , consiliariis, nee non domi- nis, Johanne de Veno majoris, Johanne de Goch S. Salvatoris, Henrico die Jonghe S. Pe- tri , magistro Gobellino ...... S. Johannis, et Ludolpho vander Haer B. Mariae ecclesiarum Trajectensium canonicis non capitularibus.
|
||||
B1JVOEGSELS.
|
||||||
I. GELOOFSBRIEF »ER AFGEVAARDIGDEN AAN HET GENERAAI - OAPIT1E1
VAN WEGENS MARGUERITE, GOUVERNANTE DER NEDERLANDEN. Weerdigen, besonderen, goeden vrienden. Die eerweerdiehste vader in Gode, den Eerts-
bisscop tot Palermo, hooft van den secreten jade, Heere Adolf van Bourgoengen, heere van Bevre, onsen neve, ridder vander ordene, admirael vander zee, meester Gillis vander. Bloctjuerie, zeghelaer des bisdoms van Ludyke, ende meester Joos Sasbout, alien raiden, ende meester Joris van Espleghem, secretaris van den Keysere, onsen heere ende neve, zenden wy jegenswoirdelyck, van vvegen onsen voorsz. Heere by u, oin de saken ende re- denen wifle, die zy u verclaren zullen, grootelicke concerneerende den eeren vanden Key- sere ende die gemeyn profyte ende welvaert van zynen landen ende ondersaten ende vander kercke , staten, steden, lant ende stichten van Utrecht, ende vander suppoosten derzelven u ende anderen onse begeerten is van wegen als vooren, dat ghy die voorsz. 'sKeysers gedeputeerden guedelycke gelooven ende hooren wilt, als ons, in dies zy u seggen ende verclaren sullen, en sulcks te bewysen tot den gemeyn welvaert, als de Keyser, onse heere ende neve, ende wy v gantslyck betrouwen, weerdighe, besonderen goeden vrun- den. Onse Heere Godt sy met U. Geschreven t'Antwerpen den 21 April 1524. MARGUERITE.
II. GELOOFSBRIEF DER AFGEVAARDIGDEN AAN HET GENERAAL - CAPITTEI.
VAN WEGENS KAREL , HERTOG VAN GELRE. Karel, Hertoch van Gelre, ende van GulicA, ende Grave van Zulphvn.
Weerdige, hoochgeleerde, ende eerbare, lieve, aendechtige. Op onse guetliche schriii,
wy onlancx aea u gedaen hebben, heroerende die electie, ete., schicken wy tegenwooidieb |
||||||
l
|
||||||
16
|
||||||
tot u den hoechgeleerden ende getiouwen onsen lieven rade, meister Wynant van Aernhem,
doctor etc., ende Heinrichdie Gi'oiff, erfvoocht van Erckelen , lantrentmcister, als ghy van zyn wail vorder vernemen wordt, guetlicken met gantser andecht begheerende, ghy dieselve onse rade hooren, volcomelyck, ghelyck ons selven , gelooven, ende in 't ghene sy u van onsent weglien seggende werden, u halden ende bewysen willen, als tot eer ende welvaert onser, uwer ende beider lantschappen 't best dienen ende behoeren: Dair an zal ons son- derlingh denekelich ende lieve geschien, ende willens met genaden erkennen ende t'allen tyden voor oigen hehben. Des versien wy ons also tot uwe liefden , die Godt almachtich bewaren moet. Gegheven binnen onser stat Zutphen op ten yisten dach der maent mey, vostro sub secreto, anno 1524, |
||||||
■^P*H»H»»»«
|
||||||
STUKKEN
|
|||||||
BETREFEENDE
DE OVERGAVE DER TEMPORALITEIT
DOOR
bisschop HENDRIK VAN BEIJEREN
AAN
Keizer KARELDEN VIJFDEN.
|
|||||||
I. HET TRACTAAT VAN SCHOONHOVEN, 15 nov. 1527.,
EN MINUTE Jf.
1. JuLunrick, van Gods gnaden elect ind conflrmeert t'Lftrecht, coadjutor tot Worms,
proost ende heere tot Elwangen, palsgrave by Rijn, ende hertoge in Beyeren, alien den genen, die dese jegenwoordige sullen sien, saluyt. So wy onlancx in onse eygen persone over onse syde, ende den welgeboren heere Floris
vanEgmonde, grave van Buyren, etc., capiteyn-generael, ende heere Anthonis van Lalaing, grave van Hoichstraten, etc., stadthouder van Hollant, etc., onse neven, meester Gerart Mu- lart, meester van den requesten, ende Laurens Dublioul, yerste secretaris ende audiencier van den abedeuiluchtigste, grootmogendste, onverwinlickste furst ende heere, heere Kaerle, van Gods genaden Roomsche keyser de vyfste, coninck van Spaengien, ende by de deurluchtigste, hoechgeboren, mogendste furstinne ende vrouwe, vrouwe Margriete, eertshertoginne van Oistenryck, hertoginne ende gravinne vanBourgoengen, etc., keyser].Maj. moeye, ende voor hem regente in synen landen van herwaertsover, onse lieve nichte, van wegen der voersz. keyserl. Maj. gedeputeerde, mit speciael commissie ende volcomen macht, waer af ons deuch- delyck gebleken is naer diversche communicatie in sekeren articulen overdragen, geaccordeert ende overcomen syn, als hier nae volgt: Artyckelen, overdragen ende geaccordeert in de communicatie tot Schoonhoven gehouden,
tusschen den hoochweerdichsten, hoochgeboren, deurluchtigen furst, Hemyck, van Gods ge-' naden elect ende conflrmeert t'Utrecht, coadjutor tot Worms, proost ende heere tot Elwan- gen, palsgrave by Rijn, ende hertoge van Beyeren, in synre genaden persone, aen d'een syde; ende den welgeboren, mogenden heeren, heere Floris van Egmonde, grave van Buyren , etc., |
|||||||
18
|
|||||
capiteyn-generael, ende lieere Anthonis vanLalaing, grave van Hoichstraten, etc., stadthouder
ende gouverneur van Hollant, ridders van den ordene, Gerart Mulart, meester van den voersz. ordene, ende yerste secretaris ende audiencier, als raden van den keyser, daertoe gedeputeert van wegeu myne genadichtste vrouwe, eersthertoginne van Oistenryck, herto- ginne ende gravinne van Bourgoengen,.,des keysers moeye, ende voer liem regente in syne landen van herwaertsover, in den name der keyserl. Maj., over d'ander syde. In der eersten, dat myne voersz. genadichste vrouwe, van wegenals boven , mynen voersz. ge-
nadigen heere van Utrecht, tot betalinge van synen ruyteren ende knechten , ten vier en twintich- sten dach van de jegenwoordige maent november in gereeden penningen leenen sal, die som- me van sestien duysent currente guldens, van XL. grooten Vlaems den gulden, ende dat op al sulcke verseeckerheyt, belofte ende conditie, als de brieven, die myn voersz. genadige heere van Utrecht van der date van den vyftienden dach der voersz. maent onder syn ge- naden hantteycken ende segel, de voorgenoemde gedeputeerde der keyserl. Maj. dair af gele- vert ende gegeven heeft; dat myne voersz. genadichste vrouwe, van wegen als voren, mynen voersz. genadigen heere van Utrecht sal doen furnieren binnen der stadt van Antwerpen, by handen Geryts Sterck, coopman, aldaer residerende, van maende tot maende, altyt ten ejnde van elcke maent, tot vyf maenden toe, innegaende opten vier en twintichsten van de- ser jegenvvoordiger maent van november, ende uytgaende opten vier en twintichsten aprilis naestcomende incluys, die somme van vyf dusent currente guldens van XL. grooten, bedra- gende voer die voersz. vive maenden ter somme toe van vyf ende twintich duysent gul- den, van den prys als boven, om daermede te onderhouden duysent knechten, ende dat op al sulcke versekerheyt ende conditien, als de brieven, die myn genadighe heere van LJtrecht gehantteyckent ende besegelt ende van den date als voiren den voersz. gedepu- teerden der keyserl. Maj. gelevert ende overgegeven heeft; dat indien de keiserl.Maj. mit- ten coninck van Vranckryck tracteert, syne Maj. in dien gevalle mynen genadigen heere van Utrecht in den tractaet sal comprehenderen, ende syn vermoegen doen, op dat myn voersz. heere van Utrecht gerestitueert sy tot synre steden van Utrecht ende van Hasselt, hem by den furst van Gelre boven tractaet genomen, ende in gevalle de keyserl. Maj. ende den co- ninck van Vranckryck binnen de voerz. vyf maenden niet en tracteerden, ende myn ge- nadige heere van Utrecht binnen middeler tyt niet en ware uytter jegenwoordiger oorloghe, in dien gevalle myn genadichste vrouwe, van wegen als boven, sal myn voorsz. heere van Utrecht naer expiratie der voersz. vyf maenden sulcke assistentie doen, als heurer bevder genaden binnen middelre tyt overdragen sullen; dat so wanneer myn genadichste vrouwe van wegen de keiserl. Maj. eenige gedeputeerden sal willen ordonneren , om mitten staten van den Overgestichte te communiceren, dat myn genadige heere van Utrecht oick van syn raden mede ordonneren ende deputeren sal, mit al sulcke last ende commissie, als heurer beyder genaden oick overdragen sullen, dat myn genadichste vrouwe van wegen de keyserl. Maj. die arresten van den goeden van den staten ende luyden van der stadt ende Nederge- slichte van Utrecht in des keyserl. Maj. landen gedaen, sal doen continueren ende onderhou- den, sonder hantlichtingen van den selven goeden te doen oft gedoegen gedaen te werden, ter tyt toe denselven van Utrecht gefurniert ende voldaen sullen hebben die conventie, die de gedeputeerde van mynen genadigen heere van Utrecht ende de heuren samentlycke mit- ten gedeputeerden van de keyserl. Maj. binnen der stadt van Mechelen gedaen hebben. Aldus geaccordeert ende gesloten by mynen voersz. genadigen heere van Utrecht, ende de
voeisz. heeren ende gedeputeerden, van wegen als boven. Oirconde heurer hantteyckenen, hier onder gestelt, opten XV. dach van november, XV" seven ende twintich. Den selven ar~ teyckelenonderteyckent: Henricus, Floris, A. DK Laiaing , G.Mojlart ende L.Doblioul, |
|||||
19
|
|||||
So is, dat wy, willende in goeder trouvve mitter voersz. keyserl.Maj. procederen, gelooft
hebben ende by dese op onse trouvve, ende eere, ende in furstlycke woorden gelooven alien den voersz. articulen, ende een ygelic van dien in alien heuren punten te furnieren, te vol- comen, ende onverbi'eeclic t'onderhouden, sonder ymmermeer daer tegens te comen ofte doen comen, noch gedoogen gecomen of gedaen te worden by ons, noch by anderen, di- rectelyck of indirectelyck, in wat maniere dat het sy, al sonder arch ende list. In kennisse van desen, soe hebben wy desen onsen segel aen desen selven doen hangen
in der stadt van Schoonhoven, opten XV. dach van november, anno XVC' seven en twintich. Aldus onderteyckent: Henricus, ende stont opte ploye geschreven: collatie is gedaen. 2. Hen rick, van Gods genade elect ind confirmeert t'Utrecht, coadjutor tot Worms,
proost ind heere tot Elwangen, palsgrave by Rijn, ind hertoch in Beyeren, alien den ge- nen, die desen jegenwoordigen sullen sien, saluyt. Also die allerdeurluchtigste, grootmogendste, onverwinlyckste furst ende heere, heere Kaerle,
van Gods genaden Roomsche keyzer de vyfste, coninck van Spaengien, van beyden den Sici- lien, etc., eertshertoge van Oistenryck, etc., hertoge van Bourgoengen, van Brabant, etc., grave van Vlaenderen , Artois, Henegouwe, Hollant, Zeelant, etc., heere van Vrieslant, om ons te subvenieren in onsen grooten, swaren ende lastigen affairen, ende tot praeservatie van ons, onse landen, heerlicheden, ende getrouwen ende gehoh'samen ondersaten , van den invasien, die welcke onse ongehoirsame ende wederspannige ondersaten onser stadt van Utrecht, ende die furst van Gelre, heur adbaerent, deur heuren onredelycken voornemen hem gevordert ende gepynt hebben , ende dagelycx so langs so meer pynen ende vorderen te doene tegen ons ende onse voersz. getrouwe ende gehoirsame ondersaten, daertoe, tot reductie van onse voersz. stadt, ende ongehoersame van Utrecht tot onderdanicheyt ende om weder in onse handen te gecrygen onse stadt van Hasselt, die welcke die voersz. furst van Gelre boven tractaet by verrassinge ingeno- men ende ons deselve af handich gemaeckt heeft, tot onse seer naerstige versoeck ende begeerte ons gelecnt ende realyck heeft doen leveren in gereden penninckgen, die somme van sestien duysent guldens, tot XL. grooten Vlaems 't stuck , die wy in baren gelde bekennen ontfangen te hebben; Soist, dat wy syne keyserl. Maj., of syne erven ende nacomelingen , heeren oft vrou- vven van syne Majestyts landen van herwaertsover, voor ons ende onse successeurs electen geypo- thequeert, geaff'ecteert ende verbonden hebben, ende by desen tegenwoordigen ypothequeren, affecteren ende verbinden, alle die temporale goeden van den selven onsen bisdom. ende specialyck onse sloten, huysen ende heerlyckheden van Abcoude endeterEem, mit alien den hoocheyden, heerlicheyden , luyden, landen, erven ende dependentien daertoe behoorende, niet daervan uyt- gescheyden. Ende de welcke sloten, huysen, ende heerlicheyden van Abcoude ende ter Eem, mit alien die goeden ende toebehoirten van dien , wy by onse trouwe, ende eere, ende infurste- lvcke woorden heloven de voersz. syne keiserl. Maj., syne voersz. erven ofte nacomelingen, ofte des commissie van hem hebbende, over te leveren ende in handen te stellen, als wy des versocht sullen wesen, om de selve huysen ende sloten mit hoeren voersz. toebehoirten by de voersz. keyserl. Maj., syne voersz. erven ende nacomelingen, heeren oft vrouwen van synen lande van herwaerts- over, te houden ende te gebrin cken mitallen den profyten, als heme eygen goeden, tertyttoewy of onse nacomelingen hem luyden sullen gerestitueert ende betaelt hebben in gereden penningen , tot enen male de voirsz. somme van sestien duysent currente gulden , ten piyse voersz., in goe- den goud en ofsilveren penningen, als in des keyserl.Maj. Nederlanden nu gevalueert syn ende ganck hebben. Ende tot meerder verseeckerheyt des keyserl. Maj. hebben wy bevolen ende ge- ordonneert, bevelen ende ordonneren by desen, onsen capiteynen, van den selven onsen sloten ende heeilicheyden v;an Abcoude ende ter Eem, tegenwcordich ende toecomende, by heuren so- |
|||||
20
|
|||||||
lemnelen eedt te gelooven ende te sweren in handen van den grave van Buyren, als capiteyn-
generael, ende van den grave van Hoochstraten, als gouverneur ende stadtnouder van Hollant, ende elck van hem, oft andere gecommitteerden van de keyserl.Maj., of syne voersz. erven, de voersz. sloten mit heuren toebehoirten overtegeven in handen van de keyserl.Maj., ofvansy- nen erven, of van heuren gecommitteerden, als sy des van wegen de keyserl.Maj., of van syne voersz. erven versocht sullen wesen, ende onsen officieren ende ondersaten, onder den selven huyse geseten, dat sy der keyserl. Maj., of synen erven , sweren ende obedieren, terstont als die voornoemde huysen ende sloten hem gelevert sullen wesen, sonder daeromme enich vorder bevel van ons te verwachten van desen jegenwoordigen. Ende indien de voersz. onse huysen ende sloten van Abcoude en terEem, mitten goeden ende heerlicheyden daertoe behorende, beide of een van dien ons af handich gemaeckt werden, by wat middele dat het ware, dat Godt be- hoeden wille, daerby wy deselve huysen of enich van dien niet leveren en mochten, in dien gevalle, ende tot meerder verseeckerheyt der keyserl.Maj., of syn erven, beloven wy, de voersz. keyserl.Maj., syn erven ende nacomelingheu, andere sloten, huysen ende heerlicheyden van on- sen bisdomme ende gestichte van Utrecht te leveren, van gelycken sterckten ende profyte van renten ende andersins, als de voersz. huysen ende sloten, ende heerlicheyden van Abcoude ende ter Eem syn, oft die gene van den tween, die ons af handich gemaeckt mochten wesen, ende wy niet leveren en souden mogen. Ende van al des voorsz. beloven wy voorts onse uyterste naersticheyt getrouwelick te doen an
den staten van onsen gestichte oft an den ghenen van hem, dient behoren sal, ten eynde dat sy tot desen onsen jegenwoordigen verbant mede heuren consent dragen, ende daer af oick geven heure brieve in goeden forme. Ende dat wy van dit voerz. verbant oick sullen vercry- gen consent, approbatie, ende ratificatie van onsen heyligen vader den Paus t'allen tyden, als wy des van wegen de keyserl.Maj., of syne voersz. erven, versocht sullen hebben. Des al son- der fraude of argelist. In kennisse van desen, so hebben wy desen jegenwoordigen met onser hant ondergeteykent,
cude onsen segel aan den selven doen hangen. In der stadt van Schoonhoven, optenXV. dach in november, anno XVC' seven en twintich. Aldus geteyokent onder de ploy: Henricus. 3. II en rick, van Gods genaden elect ind confirmeert t'Utrecht, coadjutor tot Worms,
proost ind heere tot Elwangen, palsgrave by Rijn, ind hertoge in Beyeren , alien den genen, die dese jegenwoordige sullen sien , saluyt. Also die alredeurluchtigste, grootmogendste furst ende heere, heere Kaerle, van Gods genade
Roomsche keyserde vyfste, coniuck van Spaengieu, van beiden den Sicilien, etc., eertshertoghe van Oistenrycke, etc., hertoghe van Boergoengen, van Brabant, etc., grave van Vlaenderen, Ar- tois, Henegouwe, Hollant, Zeelant, etc., heere van Vrieslant, etc., om ons te subvenieren in onse groote, svvare ende nootlycken aft'airen , ende sonderlinge tot defensie ende reservatie van ons, onse landen ende heerlichevden , ende getrouwen ende gehoirsame ondersaeten , van derinvasien, fortsen , violentien , ende overdaden, de welcke onse ongehoorsame ende wedei'spannige onder- saten , onse steden van Utrecht ende die furst van Gelre, heure adhaerent, deur heuren onre- delicken voornenien hem gevordert ende gepijnt hebben , ende dagelycx so langs meer vorderen en pynen te doen tegen ons, onse voirsz. landen ende gehoirsame ondersaten, daertoe tot re- ductie van onse voersz. stede ende ongehoirsame van Utrecht tot onderdauicheyt ende weder in onsen handen te gecrygen onse stede van Hasselt, de welcke de voersz. furst van Gelre boven trac- taet by verrassinge ingenomen, ende ons deselve afhandich gemaeckt heeft, tot onser seer naersti- ger versoeck ende begeerte geconsenteert heeft, te leenen de somme van vyf en twintich duysent currente guldens, tot XL. groolen Vlaems 't stuck, ende die ons te furnieren ende te leveren |
|||||||
21
|
|||||
in den Steele van Antwerpen, by handen van GerardusSterck, coopman, aldaer residerende,
hinnen vyf naestcomende maenden, ingaende den vier en twintichsten dach van deser jegen- woordiger maent November ende uytgaende den drie en twintichsten Aprilis naestcomende, by gelyke portien, te weten, t'elcker maent en in't eynde van dien vyf duysent der voersz. guldens, om deselve penningen beneven tot onderhout ende betaelinge van duysent knechten den voersz. tyt van vyf maenden geduyrende, welcke wy in onsen dienst aengenomen heb- ben, jegens onse ongehoirsame ende heuren adhaerenten, al om daervan noode wesen sal; So ist, dat wy in goeden trouwe belooft hebben ende beloven by desen onsen brieven, de voersz. keyserl. Maj., of syne keyserl. Maj. erven ende nacomelingen, die voersz. somme van vyf en twintich duysent guldens van den voersz. pryse, ofte so vele als wy van de voersz. somme ontvangen sullen hebben, blyckende by onser quilancie, wederom te restitueren ende te betalen naer expiratie van den jegenwoordigen oorloge, als wy des van wegen de keyserl. Maj., oft synen voersz. erven vermaent sullen wesen, ende dat in goude oft silvere pennin- ghen en tot al sulcken prys, als die by der lester ordinantie van der keyserl. Maj. op 't stuck van der munte gevalueert ende nu loop ende cours hebben; daertoe verbindende, affecte- rende, ende ypothequerende by desen alien den temporalen goeden van onser kercke, bis- dom ende geslichten van Utrecht, tot conservatie oft reductie van den welcken wy nootlyck geoorsaeckt syn geweest dese penninghen te ontleenen. Dit al sonder arch ende list. In kennisse van desen so hebben wy desen jegenwoordigen mit onser hant geteyckent en-
de onsen segel hier aen denselven doen hangen. In der stadt van Schoonhoven opten vyf- tienden dach van november, anno XVC'seven en twintich. Aldus geteyckent onder de ploy. Henricus. 4. Henrick, van Gods genaden elect ende confirmeert t'Utrecht, coadjutor tot Worms,
proost ende heere tot Elwangen, palsgrave by Rijn, ende hertouch in Beyeren , alien den genen, die desen onsen brieff sullen sien, saluyt. Doen te wetene, dat wy, anmerckende die vruntschap, hulpe ende bystandicheyt, die de alre-
deurluchtichste, grootmogendste, onverwinlickste furst ende heere, heere Kaerle , van Gods ge- tiade Roomsche keyser de vyfste, coninck van Spaengien, van beyden den Sicilien, etc., eerts- hertoge van Oostenryck, etc., hertoge van Bourgoengen, van Brabant, etc., grave van Vlaenderen, Artois, Henegouwe, Hollant, Zeelant, etc., heere van Vrieslant, etc. ons bewyst ende doet in onse nootlycke afTairen, so hebben wy syne voersz. keyserl. Maj. ende syn erven in syn Maj. landen van herwaertsover, geconsenteert ende consenteren by desen, in gevalle wy aflyvich werden , sonder van onse kercke ende bisdom van Utrecht gedisponeert te hebben, dat onse sterckte, die wy op de Vaert hebben doen maecken, alsdan van stonden aen na onse aflyvicheyt gelevert ende gestelt sal werden in handen van syne keyserl. Maj., oft synre voersz. erven , oft van heuren gecommitteerden. Ende op dat ons voersz. consent ten effect gebracht vverde, hebben wy gelooft ende beloven op onse trouwe ende eere by desen, dat wy van onsen capiteynen opte Vaert jegenwoordich ende namaels wesen sal, ter eedt sullen nemen, dat sy in gevalle van onse voersz. aflyvicheyt, sonder van onse voersz. kercke ende bisdom gedisponeert te heb- ben , sy alsdan de voorsz. sterkte op de Vaert realyck ende by effecte leveren sullen in han- den der voersz. keyserl. Maj. ende syner voersz. erven, ofte van heuren gecommitteerden. Ende dat de voersz. capiteynen van 't zelfde also te doene andere gelycke eedt ende gelofte doen sullen in handen van de keyserl. Maj., syn erven, ofte heuren gecommitteerden, als sy des van keyserl. Maj. wegen, oft syn voersz. erven versocht sullen wesen, ende 't selve be- velen wy by desen den voersz. capiteynen, also te doen. Dit al sonder fraude, arch, of list. In kennisse van desen, so hebben wy desen jegenwoordigen mit onsen hantteycken onder-
6
|
|||||
22
|
|||||
teyckent, ende onsen segel hier aen den selven doen hahgen. In der stadt van Schoonhoven
op den vyfthiensten dach ih november, anno XV0, sewn en twintich. Aldus geteyokent on- der deploy: HeNRICITS. 5. Henrick, van Gods genaden elect ende confirmeert t'Utrecht, coadjutor tot Worms,
proost ende heere tot Elwangen, palsgrave by Rijn, ind hertouch in Beyeren, alien den ge- nen, die dese jegenswoordige sullen sien, saluyt. Doen te wetene, dat wy, aensiende die vruntscap ende bystandicheyt, die de alderdeurluch-
tigste, grootmogendste, ende onverwinlickste furst ende heere, heere Kaerle, van Gods genaden Roomsche keyser de vyfste, coninck van Spaengien , van beiden den Sicilien, etc., eertshertoge van Oislenryk, etc., hertoge van Bourgoengen , van Brabant, etc., grave van Vlaenderen, Ar- tois, Henegouwe, Hollant, Zeelant, etc., heere van Vrieslant, etc., ons bewesen ende gedaen heeft, ende dagelycx bewyst ende doet in onse nootlycke afFairen in diversche manieren, 't selve gemerct, hebben wy op onseeere, ende trouw, ende in furstelycker woorden gelooft ende by desen geloo- ven, onsen rebellen ende wederspannigen in onser stadt van Utrecht nimmermeer tot eenigen trac- taet t'ontfangen noch insgelycx mitten furst van Gelre, noch yemant anderseenige alliantie, ver- bant ofte tractaet te maken ofte aen te gaen, ten sy by weten, wille ende consente van synre keyserl. Maj., ofte van der deurluchtigste, hoochgeboren furstinne ende vrouwe Marguerite, eerts- liertoginne van Oistenryck, hertoginne ende gravinne van Bourgoengen, des keyserl. Maj.moeye, ende in syne Maj. landen van herwaertsover regente, onse lieve nichte, in den name dersel- ver keiserl. Maj.; des en sal de keiserl. Maj. oock geen tractaet maken noch aengaen mitten voirsz. furst van Gelre, noch mit dien van onser stadt ende gestichte van Utrecht, dan by onsen wille ende consent, ende tot desen hebben wy voorts gelooft ende geloven als voren, dat wy onse kercke ende bisdom, noch den gestichte van Utrecht in't geheel, noch in't deel nye- mant, wie hy sy, transporteren, resigneren, overgeven ende by eenich ahder middel laten sullen, ten sy by wille, weten ende consente van de voersz. keyserl. Maj., ofte synen erven in synen landen van herwaertsover, maer dat wy onse voersz. kercke, bisdom ende bey- de>de gestichten van Utrecht mitten toebehoirten van dien, tot vermaninge ende versoeck van de voersz. keiserl. Maj., ofte synen erven genomineert sal worden; ende dat overmits behoirlycke recompensie, sulcx als wy mit syne keyserl. Maj., syn erven, ofte heuren gecom- mitteei'deu overcomen sullen: welverstaende, indien wy om enighesaecken onse voersz. kercke, bisdom, ende gestichten laten ende overgeven willen, al eer wy van wegen der keyserl.Maj., of syn erven daertoe versocht wei'den, dat in aien gevalle, de keyserl. Maj., of syn erven, binnen jaers, naer dat wy hem, of der voersz. deurluchtichsten furstinne en vrouwe regente, oft andere heui'e stadtholders in den lande van herwaertsover 't selve vercundicht sullen hebben, schuldich sullen wesen ons te noeinen ende verclaren die personaige, tot wiens be- hoef sy begeren souden, wy onse voersz. kercke, bisdom ende gestichten overdragen ende re- signeren sullen, ende binnen den selven jaere mit ons te tracteren ende te overcomen van de voersz. behoirlycke recompensie, ende versekert synde van de voersz. recompensie, so geloven wy, alsboven, van stonden aen, onse voersz. kercke, bisdom, ende beyde de gestichten van Utrecht met heme toebehoirten, te laten ende te resigneren, tot behoef van den genen , die ons van wegen als voren genomineert sal wesen, ende den selven daertoe realycken ende by effecte overleveren alle onse steden, sloten, blockhuysen ende andere stercten, so wel die sterete nu op die Vaert wesende, die wy geheel en Sonder afbreecken doen bewaren sullen, als andere, egheen daer of uytgesceyden. Hebben noch hier en boven belooft ende beloven by desen, indien de furst van Gelre der keiserl. Maj. landen Van herwaertsover, oft enich van dien, invadeerde, dat wy in dien gevalle onse VoerSz. steden, sloten, blockhuysen, ende |
|||||
23
|
||||||
andere sterckten, die wy in onsen handen hebben oft hebben sullen, die sterckte op die Vaert
so wel als d'andere, die keyserl. Maj,, syn erven, oft heuren stadthouders, capiteynen, ruy- tei'en ende knechten openen sullen, om daer in ende uyt te ryden, ende uyt deselve den voersz. furst van Gelre ende syne hulpers ende toestanders by alle wegen ende manieren te mogen beschadigen. Des sullen de keyserl. Maj. ende syn erven gehouden syn, heuren ste- den, sloten ende sterckten, op die frontieren van Gelre Jiggende, ons ende onsen capi- teynen , ruyteren ende knechten op te doene, indien wy mit hem in oorloge syn, 't selve al, sonder schade, cost ende last van den ondersaten aen beyden syden. Alle dingen sonder argelist. In kennisse van desen, so hebben wy desen jegenwoordigen mit onser hant ondergeteyckent
ende Onsen segel aen den selven doen hangen. In der stadt van Schoonhoven, opten XV dach november, anno XVC seven en twintich. Aldus geteykent onder de ploy: Henricus. |
||||||
II. HET TRACTAAT VAN DORDRECHT,
12 FEBR. 1528.
H eiiriek, van Gods genaden, elect ende confirmeert t'Utrecht, coadjutor tot Worms,
proost ende heere tot Elwaftgen, palsgrave byRijh, ende hertouch in Beyeren, alien den ge- nen , die desen jegenwoordigen sien sullen, saluyt. Soe wy onlancx in onsen eygen persone ende voer ons selven over een syde, ende den
welgeboren heer Floris vanEgmonde, grave vanBuyren, heere van Yselsteyn, sinte Martens- dyck etc., capiteyn-generael, etc., ende den heere Anthonis van Lalaing, grave van Hooch- straten, heere van Moiitigny, van Culemborch etc., gouverneur ende stadthouder van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, etc., onsen neven, ridders van der ordene van den gulden-vliese, heere Nicolas Everardi, doctor, presided van Hollant, meester GerartMulart, meester van den recruesteh in den secreten ende grooten rade, ende Laurens Dublioul, heere vanderSart, grifEer van der voersz. ordene, ende eerste secretaris ende audiencier van den alderdeurluch- tichste, grootmogendste ende onverwinlickste furst ende heere, Kaerle, van Gods genaden Roomsch keysei' de Vyfste van dien name, coninck catholyck van Spaengien etc., eertshertoge van Oistenryck, hertoge vanBoUrgoehgen, van Brabant, van Limburch, van Luxemburch, van Gelre, etc., grave van Vlaenderen, van Artois, van Hollant, van Zeelant, etc., in den name ende van wegen synre keyserl.Maj., als hertoge van Brabant ende grave van Hollant, daertoe speciael be- vel ende commissie hebbende, waer af ons deuchtelycken gebleken is, over d'andere syde, naer diverse communicatien in der stede van Dordrecht tusschenonsgehadt ende gehouden, in sekere articulen overdragen, veraccordeert, overcomen, getracteert, ende gesloten hebben, als hierna volgt: Dit syn al sulcke punteh ende articulen, als den alderdeurluchtigsten, grootmogend-
sten furst ende heere, heere Kaerle, van Gods genaden Roomsch keyser de vyfste van dien name, coninck catholyck Van Spaengien etc., eertshertoghe van Oistenryck, herthoge van Bourgoengen, van Brabant, van Limburch, van Luxemburch, van Gelre, etc., grave van Vlaenderen , Van Artois, van Hollant, van Zeelant etc., by syn gedeputeerden, daertoe speciaelyck gecommitteert, te Wetene, heer Floi'is Van Egmond, grave van Buyren, heere van. |
||||||
24
|
|||||
Yselsteyu, sintMartensdyck etc., capitein-generael, ende heere Anthonis Lalaing, grave vail
Hoochstraten, heere van Montigny, van Culemborch etc., gouverneur ende stadthouder van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, ridders van synder ordene, heere NicolasEverardi, doctor, president van Hollant, meester Gerart Mulart, meester van de requesten in den secreten ende grooten raden, ende Laurens Dublioul, heere van der Sart, griffier van der voersz. orde, ende syn eerste secretaris ende audiencier, alle syne Maj. raden, van synen wegen, als her- toge van Brabant ende grave van Hollant, over d'een syde, ende die hoochweerdigste, deur- luchtichste, hoochgeboren , mogende furst, heere Hendrick, elect ende confirmeert t'Utrecht, coadjutor tot Worms, proost ende heere tot Elwangen, palsgrave by Rijn ende hertoge inBeye- ren, in synre genaden persone, ten bjwesen van synen raedt, over d'andere syde, getracteert, veraccordeert ende gesloten hebben , roerende ende aengaende den bisdom van Utrecht, ende die steden, sloten ende andere sterckten van dien in den Over- ende Neder-gestichte, ende heuren toebehoirten, met dat daer aen cleeft. In den eersten, den voersz. elect ende confirmeert t'Utrecht, verstaen hebbende, dat Jo-
han Mulart, rentmeester van Zallandt, Bourchart van Westerhalte, drosspert tot Vollenhove, Lubbert Mulart, scholt van Hasselt, opperste bevelhebber tot Geelmuyden, Johan Stellinck, cas- teleyn in der Kuynre, van wegen der ridderscap, ende GerytKryt, Henrick Plaetman, raets- luyden, ende Henrick ter Spillen, secretaris der stadt Deventer, Lubbert van Hathem, Ge- ryt Bourchart, Jan van der Vecht, Tielman van den Veen, raetsluyden, ende Jan van Bre- da, secretaris der stadt Campen , Johan van Herwarden , raetsman, ende Wernerus Puffe- linck, secretaris der stadt Swol, gedeputeerden van de voei-sz. drie steden, ende represente- rende die ridderscap ende die gemeyne steden ende landen van Overyssel, van wegen der voersz. ridderscap, steden ende gemeyne landen, tot heure ende des voersz. lande defensie ende praeservatie van den invasien, fortsen, violentien ende oppressien van heere Kaerle van Gelre, nae diversche communicatien by hemluyden gehadt mit den voersz. grave van Buyren, George Schenck, vryheer van Tautenburg, stadthouder in Vrieslant, den voornoemden meester Gerart Mulart, JoosSasbout, raedt, ende meester Pieter van sinte Pieters, secretaris ordi- narissen in Hollant, gedeputeerde van de keyserl. Maj., daertoe speciael commissie hebben- de , in tegenwoordicheyt ende weten van den hoochgeleerden heere Wolfganck van Afsteyn, stadthouder in den lande van Overyssel, ende Philips Burchart, cancelier des voersz. heere van Utrecht, beyde doctoren in de rechten, by rype raedt ende deliberatie, onder anderen belooft hebben , dat sy luyden, ende die steden ende landen van Overyssel, so bait ende ge- ringe hemluyden getoont sal wesen 't consen* van den voersz. heere van Utrecht, den Key- sere,, onsen voersz. heere, als hertoge van Brabant ende grave van Hollant, voer hem, synen erven ende nacomelingen, heeren ende vrouwen van denselven landen, tot heuren erf heere ontfangen, ende solemnelycken voor heurlieder heere hulde ende eedt doen sullen, soe dat behoert, den voersz. heere elect aenmerckende, des voersz. is, ende mede dat hem, overmits de groote voorgaende oorloge ende costen, die hy gesustineert heeft, niet mogelyck en was syn voersz. ondersaten ende landen van Overyssel te defenderen ende te bescermen van den oppressien van den voernoemden heere Kaerle van Gelre, so hy sculdich was ende gaerne gedaen soude hebben, ende daertoe anders geen raet en wiste, om beters wille ende tot be- houdcnisse van syne voersz. landen ende ondersaten , ende tot praeservatie van de geheele de- structie ende ruyne van hemluyden , op heuren bidden ende begeren, soo sy sich selfs niet en wisten te defenderen noch te bescermen, want sy so seer benauwt waren, ende so verre gecomen, indien sv egheen hulp noch troost gecregen en hadden, dat die noot se gedrongen soude hebben, sich in viander handen te moeten ergeven, heeft geconsenteert, dat syne voersz. ondersaten, vasallen, steden, sloten, sterckten, ende andere vlecken, ende alle die |
|||||
2b
|
|||||
luyden ende lande van Overyssel, mit alle hoere toebehoerten niet daer van uylgesceyden,
voor hem, heuren erven ende nacomelingen in den voersz. landen, hem luyden overgegeven, in handen van den Keysere voersz., als herloghe van Brabant ende grave van Hollant, voor hem, synen erven ende nacomelingen, heeren ende vrouwen van den voersz. landen, ende den selven tot haren erfheere ende natuerlycken prince ontfaen ende nemen, hulde ende eedt doen sullen, als dat behoert. Ende tot dien eynde soe heeft den voersz. heere elect ende confirmeert t'Utrecht den voersz. ridderscap ende steden, alien den vasallen, luyden ende landen van Overyssel, mit heuren toebehoerten in 't generael, ende ygelick van dien in 't particulier, soo wel syn drossaten, casteleynen, capiteynen van den voersz. steden, sloten ende andere sterckten, die rentmeesteren ende alle syn officieren, als andere syne luy- den ende ondersaten aldaer, egheen daer af uytgesteken, gequyt, ontlast, ende geabsol- veert van der subjectie, obedientie ende obligatie, daer inne sy ende ygelick van hem aen syne genade verbonden syn geweest, als aen heuren heere, ter cause van den eedt, die sy hem gedaen hebben , oft andersins in wat manieren dattet sy, ende daertoe, ende tot meerder seeckerheyt ende vasticheyt van de voersz. keyserl. Maj., heeft den voersz. heere van Utrecht, also vele syn genade te doen heeft, gecedeert, getransporteert ende overgegeven, cedeert, transporteert, ende geeft over by desen , syne voorsz. vasallen, luyden , landen , steden, sloten ende sterckten, met den artilleryen ende munitien, die syn genade tot syn aencompst aen den bisdom van Utrecht vonden heeft, naer den inventaris, daerafsynde, indien enighe daer sy, oock dien platten landen, domeynen, renten, ende alien incomen, profyten ende rech- ten, die hy aldaer gehadt heeft, niet daer van uytgesceyden, mit den chartulairen, regis- ters, leenboeken, renteboeken, ende andere brieven, documenten ende schrifturen, daertoe dienende, ende dit tot behoef ende profyt van de voersz. keyserl. Maj., als hertoge van Bra- bant ende grave van Hollant, ende diere erven ende nacomelingen, heeren ende vrouwen van den selven landen, des de voernoemde syn keyserl.Maj. gedeputeerde, aldaer jegenswoor- dich, tot behoef derselver syne Majesteyt, in de qualiteyt als boven, geaccepteert hebben, behouden den voersz. heere van Utrecht ende syn successoren hare geestelycke jurisdictie, alleenlyck in den landen van Overyssel, behaltelyck dat die keyserl. Maj., die successoren den voersz. heere van Utrecht van dien temporalen goeden in Overyssel behoerlyck ende naer gelegentheyt der saecken recompenseren sal; ootmoedelyck biddende, die voersz. heeren van Utrecht ons alderheylichste vader, den Pauwes 't selve voor beejuaem te willen hebben, dat te approberen ende te ratificeren ; welcke approbatie ende ratiiicatie, ende andere grade, dis- pensatie, ende provisie, daertoe nootlvck wesende, mit den brieven ende bullen apostolycque , daerop dienende, die keyserl. Maj. aengenomen heeft tot synen cost ende last, ende sonder den voersz. heere van Utrecht cost ende last, te obtineren ende te verwerven, ende den voersz. heere van Utrecht sulcker bewilliging ende cessien halve altyts scadeloes te halden. Ende so den voersz. heere van Utrecht, hier te voren uyt syn eygen wille gepresenteert, geaccordeert ende belooft heeft, ende nu van nieuws presenteert, accordeert ende belooft, syne kercke ende geheele bisdom van Utrecht te resigneren ende te transporteren in handen van onsen alderheylichsten vader den Paus van Bomen, tot nominatie van den Keyser, tot alien tyden, als hy des van syne Maj, wegen versocht sal werden. Waerof veraccordeert is, dat selve ge- schien sal binnen 'sjaers, van den eersten dach martii naestcomende, overmits l-edelycke re- compensie, de Keyser by syne voornoemde gedeputeerde, aensiende die groote costen ende lasten, die den voersz. heere van Utrecht ter cause van den oorloghe gesupporteert heeft, ende noch supporteren mochte, in recompensie ende erkentenisse van dien, uyt syn keiserl. Maj. eygen wille heeft den voersz. heere van Utrecht liberalyck gegunt die somme van dertich duysent karolus guldens, van XL. grooten Vlaems 't stuck, of die weerde van |
|||||
2G
|
|||||
dien in andere goede munte van goude of silvere, die te betalene, te wetene d'een derden-
deel van dien in gerede penninghen, ten daghe dat den voersz. heere van Utrecht procu- ratie speciael irrevocable, in behoerlicken forme, om syn bisdom voersz. resigneren in han- den van voersz. onsen alderheylichsten vader, den Pans, tot nominatie van den Keysere, als voren, gepasseert ende overgelevert sal hebben in handen van syn Maj., of van den gede- puteerden derselver, dat tweede derdendeel binnen's jaers daeraen , ende het laeste derden- deel binnen een ander jaer daeraen naestvolgende. Waerof die Keyser den voersz. heere van Utrecht sal doen responderen by den Fokers, den Hoochsteters, of den Welsers, coop- Juvden van der Duytsclien natie, residerende binnen der stat van An twerp en, tot keure van den voersz. heere van Utrecht, ende die obligatie daeraf, van den ghenen, die syn genade kicsen sal, besorgen , geven , ende leveren , binnen vier maenden tyts naestcomende. Ende mils desen, so heeft die voersz. heere van Utrecht, ter contemplatie van de keyserl. Maj,, ende aenmerckende die groote costen ende lasten, die syn genade ondersaten ende landen van Overyssel gehadt ende-gedragen hebben, ter cause van den voersz. oorloghen, den selven quytgescolden ende geremitteert de somme van thien duysent gouden guldens, dewelcken hy hem luyden hier te voren in gereden penningen geleent heeft, ende insgelycx des sy syn genade, ter cause van den piecarien, schuldich ofte ten achteren wesen mochten. Ende die brieven van obligatie van den voersz. somme van thien duysent gulden in handen van de kejserl. Maj., of van syn voernoemde gedeputeerde doen leveren, om deselve die van den Overslichte te restilueren: vvelverstaende'nogthans, dat syn genade sal mogen doen innen ende opbeuren sulck recht van piecarien, als hem over die geestelycheyt in den lande van Overyssel competeert, daertoe keyserl. Maj. gedeputeerde synre genade bevelhebbers behul- pelvck ende vorderlyck wesen sellen. Ende dat de keyserl.Maj. den drossaten, casteleynen, rentmeesters, ende andere amptluyden, ende officiers, ende alien anderen particuliere pach- ters ende schuldenaers van den voersz. heere van Utrecht in den lande van Overyssel in dien hebben sal, dat sy synre genade rekeninge doen sullen van der ad minis tra tie sy van synre genade wegen, of van syne genade goeden hier te voren gehadt, of in paehte of anders ge- houden hebben, ende noch hebben of houden sullen, tot den eersten dach der maent mey naestcomende, ende syn genade betalinge doen van des sy den selven by slote van reke- ninghe bevonden sullen werden ten achteren te wesen, behalven den lasten ende schulden, daerop staende endebewesen, ende so verre die rekeninghe ende betalinghe te doen aengaet; ende ter tyt toe sy deselve voldaen sullen hebben, sullen die amptluyden, officiers, pachters ende schuldenaers gehouden wesen in den eedt, dien sy syn genade daer af gedaen hebben, ende voider niel, ende tot des voersz. is, sal onse alregenadichste heere den Keysere doen bewysen ende assigneren tot behoef des voersz. heeren van Utrecht, in recompensie van't verlies ende schade, die synre genade lyden sal, overmits resignatie van synre voersz. bisdom, ende by den overgeven van den landen van Overyssel een jaerlyksche pensioen van drie duysent karolus gulden, ten pryse als voren , ende die doen wysen ende assigneren op die twee steden van Ant- werpen ende van Mechelen , ende dien brieve van obligatie ende verseeckertheyt van den voersz. heere Utrecht versorgen, ende in syner genade handen doen leveren binnen vier maenden tyts naestcomende, van huyden 's daechs. Ende hoewel alien pensioenen, gemeyntelick die, welcke men in recompensie van enighen beneficien geeft ende assigneert, niet en plegen inne te gaen noch cours te nebben, dan op den dach van der resignatie van de beneficien, in recompen- se van welcken die gegeven ende geassigneert worden; des niet te min de Keyser, onsen aldergenadichsten heere.^ aensiende dat die voersz. heere van Utrecht van der temporaliteyt van den lande van Ovecyssel, overmits 't overgeven ende transport van dien voortaen niet hebben en sal tot hulpe ende onderstant van syn genade staet, geconsenteert heeft, dat die |
|||||
27
|
|||||
selve pensioen innegaen ende beginnen sal opten dach ende tyt denKeyser, in de qualiteyt als
boven,' ontfaen sal worden voor erfheere in den lande van Overyssel, ende dat die selve pensioen betaelt sal worden van halve jare tot haJve jare by gelycke portie ; welverstaende ende in desen expresselyck besproocken, dat so wanneer die keyserl. Maj. den voersz. lieere van Utrecht voorsien sal hebben van een beneficie, of an der pensioen, merckelyck beter dan den pensioen van drieduysent karolus guldens voersz., ende syn genade des seecker sy, dat als- dan die pensioen van drie duysent karolus guldens, bewesen op de steden van Antwerpen ende Mechelen, geextingueert ende te niete wesen sal. Ende daerenboven heeft den Keyser den voersz. heere van Utrecht gegunt ende toegeseyt duysent karolus guldens, ten pryse als boven, 'sjaers, die hem betaelt sullen worden tot al sulcken termynen als boven, so lange ende ter (yt toe syn genade die kercke ende bisdom van Utrecht mit dier toebehoerten overgege- ven ende geresigneert sal hebben in handen van onsen alderheylichten vader den pauws, tot notninatie der keyserl. Maj., of syn speciael procuratie daertoe irrevocable overgegeven als vo- ren : dit al nae rate ende advenant van den tyde hierinne merckelyck besproken, verac- cordeert ende getracteert, dat so wanneer de voersz. resignatie gescien sal, dat de voersz. lieere van Utrecht alsdan verseeckert synde van syn recompensie van den voersz. bisdom, in der manieren als boven , alledie steden, sloten, blochuysen, endeanderen, oock die beem- den, bosschen ende anderen erven, insgelycx den cynsen, reuten ende anderen goeden ende toebehoerten van der kercke ende bisdom van Utrecht, die hy alsdan in syn genade handen, bewindt, ende macht hebben sal, reelyck ende by efFecte overleveren ende geven sal in han- den van den ghenen. die de keyserl. Maj. tot den voersz. bisdom genomineert sal hebben, of van dien gecommitteerde, al naer uytwysen dien tractate daer af gemaeckt in der stede van Schopnhoven , ende van den brieven daer af synde, van den XV. dach der maent no- vember lestleden. Ende oft gebeurde, dat den voersz. heere van Utrecht, des God verhoede, aflyvich vvorde voer en al eer hy die bisdom van Utrecht ende dier toebehoerten overgege- ven ende geresigneert hadde in handen ende tot behoef als voren, in dien geval syn genade, aenmerckende die groote vruntscap, hulp ende bystandicheyt, die de keyserl. Maj. syn genade bewyst ende doet, ende belooft heeft te doen, tot synre keyserl. Maj. groote kosten ende lasten, heeft gewilt, geconsenteert ende geordonneert, dat in dien voersz. geval, alle die steden, sloten, blockhuysen, ende andere sterckten ende vlecken van der kerke ende bisdomme van Utrecht, dat blockhuis opte Vaert, als anderen, mitten artillerien ende munitien in densel- ven wesende, die hy ten dage van syn aflyvicheyt in syn genade handen, bewindt, bevel, of macht hebben sal, in handen van de keyserl. Maj., of van synen erven, heeren ende vrouwen , in dese Nederlanden, of van heuren gecommitteerde, ree'Jyck gelevert, geset ende gestelt worde. Ende op dat sulcxs gescie, so heeft den voersz. heere van Utrecht, op furste- lycke trouwe ende eere, toegeseyt ende belooft, dat hy van alien syn hooflluyden, capiteynen, amptluyden ende bevelhebbers, nu synde ende die namaels wesen sullen, in den voersz. ste- den, sloten, blockhuysen, ende andere vlecken van de voersz. kercke van Utrecht, van de voersz. Vaert, als van den anderen, ende van een ygelick van dien, heuren solemnelen eedt nemen sal, of doen nemen, dat sy den voersz. steden, sloten, blockhuysen, ende andere vlec- ken , de Vaert, als andere, in handen der voersz. keyserl.Maj., syn voersz. erven, heeren ende vrouwen van de voersz. Nederlanden, of diere gecommitteerde, stellen, overgeven ende leveren sullen. Daertoe ordinerende den voersz. heere van Utrecht van nu den voersz. capi- teynen van den voersz. steden, sloten ende anderen sterckten ende vlecken, van der Vaert, als anderen, dat sy van des voersz. es te doene, andere gelycke eedt doen sullen in handen der keyserl. Maj., syne erven, heeren ende vrouwen in desen Nederlanden, of van heuren gecotmuitteerden, als sy des versocht worden. Oock is veraccordeert ende gesloten, dat die |
|||||
28
|
|||||
keyser ende die voersz. heere van Utrecht geen appoinctement, noch tractate met heere
Kaerle van Gelre ende syn adhaerenten, noch mitten staten van die steden ende Nederstichte van Utrecht aengaen noch maecken sullen, d'een sonder d'anders weten ende consente. Tot desen heeft den keyser den voersz. heere van Utrecht toegeseyt, dat, so wanneer die stede van Utrecht, tot obedientie gereduceert sal wesen, dat syn Maj. als dan den selven heere van Utrecht alle assistentie ende bystandicheyt doen sal omme syn betalinge te gecrygen van vier of vyf duysent guldens, of daer omtrent, die de staten van de voersz. steden ende Neder- stichte syn genade sculdich ende ten achteren wesen mogen, ende dat syn Maj. als dan oock der voorsz. heeren van Utrecht, officieren, dienaers, ende getrouwe ondersaten, geestelyck of weerlyck, die om synre genade wille verjaecht syn, oft heure verloren hebben, assistentie doen sal, om heurlieder beneficien, renten , ende andere heur erven te mogen recouvreren ende daeraf gebruycken, om by rechten gehalden ende voor gewalt bescermt te worden; en- de des sal de keyser]. Maj. op syn cost ende metter macht den voersz. heere van Utrecht bystandicheyt ende assistentie doen, tot defensie synre genade personen ende landen in den Nederstichte van Utrecht, ende tot vercrygen der afgenomen steden ende vlecken van den selven sticht, als tot defensie van synre Maj. eyghene luyden ende landen, ende daer af met aflaten, voeren die crych ende oorloghe een eynde hebben sal. Aldus veraccordeert, getracteert, ende gesloten , by den hoochweerdichsten, deurluchti-
gen, hoochgeboren, mogenden furst, den heere van Utrecht, ende de voornoemde gedepu- teerden der keyserl. Maj., van wegen derselver, in de stede van Dordrecht. Oerconde heuren hantteycken, hier onder gestelt, op den XII. dach february, in den jare XVC' acht ende twintich, naer styl ende scryven des bisdoms ende hoofs van Utrecht. Den selven articulen ondergeteyckent: Henrick, Floris, A. de Lalaing , Nicolas Ever ardi, G.Mdlart, ende L. Dublioctl. Soe ist, dat wy, willende in goeder trouwe met de voersz. keyserl. Maj. procederen, ge-
looft hebben, ende by desen op onse trouwe, ende eere, ende in furstelyke woorden geloven alien den voersz. articulen, ende een ygelyck van dien, in alien hoeren pointen te furnieren, te volcomen, ende onverbreeckelyck te onderhouden, sonder nymmermeer daer tegens te comen, noch gedogen, gecomen of gedaen te werden, by ons noch by anderen , directelyck of indirectelyck, in wat maniere dat het sy. Al sonder arch ende list. In kennisse van desen, so hebben wy desen jegenwoordigen met onser hant ondergeteyc-
kent, ende onsen segel aen den selven doen hangen, in der voersz. stadt van Dordrecht, op den voersz. XII. dach van february, int jaer ons Heeren XVC acht ende twintich, naer styl ende scryven des bisdoms ende hoofs van Utrecht. Aldus geteyokent onder de ploy: Henriccs. |
|||||
29
|
|||||
AdDHIE van sekere articulen, te Dordrecht geaccordeert,
tusschen de keyserl. Maj. ende mynen genadigen Heere van Utrecht, den XL in february, XVC' acht en twintich, na 't schryven des bisdoms van Utrecht. Op huyden den XL dach february, anno XVC' acht en twintich, na 't scryven des bisdoms
van Utrecht, is overcomen binuen Dortrecht by den graven vanBuyren, ende Hoochstraten, ende andere, van wegen keyserl. Maj. ende mynen genadighen heere van Utrecht, der bystan- dicheyt halven, so synre genade van keiserl. Maj. in den Nederstichte gescien sal: In den eersten, dat die geweldige hoop yerstwerf Overyssel, om die blochuysen te Wilsem
voor Campen, ende op die Swarte sluys af tewerpen, synen tooch nemen sal; ende soe bait dat geschiet is, sich voegen na den Nederstichte, om Renen ende andere vlecken te recupereYen. Item, myn genadighe heer van Utrecht sal weghe soucken ende alien vlyt aenkeren, die
van Amersfoert te vernoeghen sy eenige ruyteren ende knechten binnen haer stat nemen, en- de de vianden mitten selven hoere passaige langs den berch te behinderen. Item, dat men een sterk venlyn knechten, van vyf hondert mannen, tot welcken venlyn
keiserl. Maj. eerstdages vierhondert knechten seinden sal, ende dat ander hondert sal men nemen van den huysen Apcoude, Vrelant, Loenresloet ende Nyenrode, ende leggen binnen Zuylen of elders, daer den grave van Rennenberch ende den heer van Castro ordonneren sullen; den welcken venlyn knechten dagelycx dien van Utrecht hare passaige ende victalie benemen ende verhinderen mogen, ende tot den selven venlyn knechten sullen den voersz. heere van Rennenberch ende Castres van een goet hopman versien. Item, so myn heere van Rennenberch an den huyse van Zuylen van den vianden ofte dese
knechten enighe schade toegevoecht worde , dat men sulcx van den vianden ofte der van Utrecht goeden hem stueren sal, ende hier af sullen hem brieven van consent ende appro- bate geexpedieert worden , so van den keyser, als van myn genadighe heere van Utrecht, van elck een van hem bysonder. Item, dat men in den Nederstichte vyfhondert peerden ordonneren ende onderhouden
sal, daer inne begrepen, die nu ter tyt tot Wyck syn, ende den ghenen , die myn genadi- ghe heere van Utrecht comen werden , die drie hondert peerden, die welcke Lubbert Turck opbriugen sal, ende 't surplus tot den voersz. getal toe van Vc', sal die keyserl. Maj. doen furneren; ende deselve vyfhondert peerden sal men distribueren op Wyck, Beverweert, en- de soe verre mogelyk sy, tot Amersfoert. Item, die knechten, so nu te Wyck syn, sullen daer bliven. Ende so myn genadighe
heere tot Utrecht bis bier toe in synre genaden Nedersticht over een duysent knechten ge- halden heeft, ende tot Schoonhoven geaccordeert es keiserl.Maj. synre genade mer duysent versolden soude, sal keyserl. Maj. die geene, die daer meer dan duysent geweest ende uoch syn, voert aen nemen in den getal, die synre Maj. in den Nederstichte versolden sal, boven dien duysent knechten. 8
|
|||||
30
|
|||||
Item, sullen ruyteren ende knechten in den Nederstichte bestellinghe hebben van myn
genadigen heere van Utrecht, des sal der keyserl. Maj. syn genade schadeloes halden ende schaff'en , datse tot gebuerlycker tyt betalinge crygen. Item , dat Keyserl. Maj. in den Nederstichte grof geschut, bussen, cruyt, ende cloten,
besorghe ende onder anderen yerstedaghes twee of drie mortiers, om vuyrwerck daer mede te werpen mitten groven geschut, aldaer synde. Item , so die Geldersche ofte Utrechtsche Hollant antasten wouden, sullen ruyteren ende
knechten , in den Nederstichte leggende, op aensoecke des heeren van Casteren, dat helpen keren, ende e contra. Item, sullen die gedeputeerden van der keyserl. Maj. yerstdaghes enighe op Heydelberch
senden , met bestellingh voor twee duysent knechten, ofte so veel daer onder men meynt te becomen , ende met so veel goets, dat die knechten enen gulden op die hant hebben mogen , om daer mede af te com en , ende daer toe gelt, om den voersz. knechten te schepe af te bringen. Item, dat men plaetse ende tyt benoemt, waer men de betalinge van ruyteren ende knech-
ten , tot elcker maent, vinden sal. Item, wat voer contscap , bodenloon, ende andere oncosten, ten cryge dienende, van den
oversten uytgelacht sal worden, als men te velde trecken solde, men den oversten weder- geven sal, sulcx , als met hem binnen middeler tyt geaccordeert wort. Item, dat die hopluyden van ruyteren ende knechten in den Nederstichte mynen genadi-
gen heere met plicht ende eede, om synre genade ende den oversten gehoersaem te wesen, elck verbonden sullen syn. Item, so in den verdraghe ende overcompste, so nu alhier tot Dortrecht gemaeckt, ge-
exprimeert ware , dat die pensie van drie duysent gulden , sampt den duysent gulden, die mynen genadighen heere hebben sal, so lange syn genade hier in den Nederstichte blyven, augaen sal, als die keyserl. Maj. gehult sal syn in den Overstichte, is versproken , so sulcx sich noch lang verlrecken mochte, die pensie voersz., sampt den anderen duysent gulden, aengaen sal primo martii naestcomende. Item, dat myn heere van Rennenberch, met sampt den ghenen hem van keyserl.Maj. toe-
gegeven sullen werden, ruyteren ende knechten, tot aire tyt, als van noode wesen, monste- ren sal. Item, dat myn genadighe heere van Utrecht behulpelyck sy syn genade wederom veylich
to Wyck comen moghe. Tot desen is veraccordeert, dat myn genadighe heer van Utrecht, den Keyser, of synen
gecommitteerden, sal doen leveren die leenboucken, renteboucken, rekenboucken, ende an- dere diversche tytelen, registeren, ende schrifturen, gespecificeert in een blat papier, syn genade gegeven, ende alle andere, die men sal mogen vinden, roerende 't lant van Overyssel, ofte copie authenthyk van dien, tot coste der keyserl.Maj., ende dat binnen twee maenden tyts. Aldus veraccordeert in de stadt van Dortrecht, op den jare ende dach als boven. Aldus
onderteyckent: Henricus, Floris, A. de Lalaing. |
|||||
DE
|
||||||||
PE YS,
|
||||||||
TE G O R C U M GEMAECKT,
3 OCTOBER, 1528. |
||||||||
Die alderhoochste, doorluchtichste, aidermogenste ende onverwinlickste prince, heere
Kaerle, by den gratien Gods gecoren Roomsch keyser de vyfste van dien name, altyt ver- meerder 's rycx , coninck van Spaengien etc., eertshertoge van Oestenryck, hertoge van Bour- goengen, van Brabant, van Gelre etc., grave van Vlaenderen, van Hollant, van Zutphen etc., voor hem, ende syne erven, ende nacomelingen, heeren ende vrouwen van de landen van Brabant ende andere landen, by advys van de doorluchtichste, hoochmogenste furstinne ende vrouwe, myn genadige vrouwe Margareta, eertshertoginne van Oestenryck, tochtersse van Savoyen etc., syne keyserl. Maj. moeye, ende regente van deselve ende voersz. landen van herwaertsover, ter eenre syde, ende den hoochgeboren, ende deurluchtigsten furste ende heere, lieere Kaerle, hertoge van Gelre, ende van Gulich, grave tot Zutphen, heere tot Groe- ningen, tot Coeverden ende tot Diepenhem etc., voor hem, syne landen, heerlicheden , vasallen, onderdanigen , ende verbondenen, ter andere syde; begerende elck van de voersz. princen, in heuren qualite, een eynde te stellen tot den oorlogen, die sy ende hare onder- saten, die een tegens den anderen , tot noch toe gehad hebben, mits saecke ende occasie van den voersz. hertochdom van Gelre ende graefschap van Zutphen, daer toe elck van hem recht gepretendeert heeft, als sy noch pretenderen, ende omme te remedieren totten groo- ten, onseggelycken ende inestimablen quaden, die gedurende die voersz. oorloge, ter oer- saecke van dien, geperpetreert ende gesciet syn, ende voor den toecomenden tyt te voer- sien, totten rust ende vrede van haren voersz. landen ende ondersaten, ende ten eynde dat sy bysonder die luyden vei-eenigen ende verstaen, ende tot wederstant van den Turccj ende andere ongelovighe, ende cock tot extirpatie der vermaledyder Luteriaensche ende anderen heretycquen secten, die in den keyserryck ende andere syne landen wesen mochten, daer toe synre Majesteyt met al syn herte ende wille singuliei-lyck ende bysonder geaffectionneert r geinclineert ende genegen is, ende boven al ter eeren van Godt almachtich, ende by tus- |
||||||||
32
|
|||||
schenspreecken van hare ambassadeurs, gecomniitteerden ende gedeputeerden, als heeren
Florens van Egmont, grave van Bueren etc., heere van Yselsteyn etc., capiteyn-generael van herwaertsover, heer Anthonis vanLalaing, grave van Hoochstraten, heere van Culemborch etc., gouverneur ende stadtholder van den landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, ridders van der orden, ende Laurens van Buchem, heer van der Sart, griffier van der selver orden, ende eerste secretarius ende audiencier van der keyserl. Maj. wegen; ende van wegen den voersz. heere van Gelre , Henrick de Groeff, erfvoocht tot Erckelens, heer Herman Kiespen- ninck, doctor in de medicynen, raden, Henrick Collaert van Lienden, amptman , ende Mr. Johan Veersen , secretaris , overcomen ende veraccorderen, ende alien den differenten, die de voersz. heeren ende fursten, uyt redene ende saecke van den voersz. hertochdomme van Gelre, ende graefscap van Zutphen ende den toebehooren , d'een tegens den anderen mogen hebben , in der formen ende manieren hier nae volgende: In den eersten, dat myn genadige heere Kaerle, hertoge van Gelre ende grave van Zut-
phen etc., omme te comen tot die genade, gralie, vrientscap , ende eerlycke alliantie van den keyser, sal wederroepen den eedt, gelofte ende toeseggen, dat hy den coninck van Vi'anck- ryck, of eenige andere fursten, geestelyck ofte weerlyck, ofte eenigen landen, steden, ge- meynten , ofte particuliere personen, hier te voren tot den dage van huyden toegeseyt mach hebben, dat geweest is, ofte gevveest mach syn, tegen of in praejudicie van den keyser ende van syne landen, heerlicheden of ondersaten, ofte van den tegenwoordigen tractate, ende den voersz. coninck van Vranckryck, ende alien anderen fursten ende heeren, geestelyck ofte weerlyck, ende alien landen, steden ende gemeynten, verlaten ende begeven, ende hare al- liantie, pensioenen ende ander tracteringe, ende weldaden verlaten ende afgaen, ende 't selve by syne behoerlycke brieven den voersz. coninck van Vranckryck insinueren , binnen eenre niaent tyis na de publicatie van den tegenwoordigen tractaet, ende of bevonden worde, dat die bannerheeren, ridderscap, steden, landen, luden "ende gemeynten van den hertoge van Gelre ende grave van Zutphen hem eenige beloften, verbant, ofte alliantie gedaen had- den, met wien dattet syn ofte wesen mocbt, in praejudicie van den keyser, ofte synen lan- den , vasallen, steden ende ondersaten, ofte desen tegenwoordigen tractate, deselve sullen afgaen ende renuncieren voor mynen genadigen heere, binnen ses maenden tyt nae de belof- te, verbant, ofte alliantie, in der manieren voersz. gebleecken sal wesen. Ende den Keyser over d'andere side, ende syn vasallen ende steden van den lande van
herwaertsover by synre Maj. wil, consent ende authoritevt, sullen insgelycx renuncieren en- de afgaen alle geloften , toeseggen, verbanden ende alliantie, die sy eenige vorsten, geestelick ofte weerlick, of eenige landen, steden, gemeynten, oft eenigen particulieren personen, hier te voren totten dage van huyden toe gedaen mogen hebben, dat geweest heeft ofte wesen mocht, tegens ende in praejudicie van mynen voersz. genadigen heere van Gelre, ende van synen landen, heerlicheden, ende ondersaten, ofte van desen contracte. Is oock veraccordeert, dat myn genadige heere van Gelre hem ergeven sal in dienst, ge-
nade, vrientscap, verbant, ende alliantie van den keyser, tot defensie ende confirmatie van syn Maj. persone, ende steden van synen lande, heerlicheden, vasallen ende ondersaten, teghens alien den ghenen, die deselve oploopen, invaderen, beschadigen, of enichsins sou- den willen offendeien , nyemant daer van uytgesceyden; welverstaende, dat syn furstelycke genade niet gehouden sal syn in eenige (!) personen te dienen, ten ware dattet hem beliefde, ende dat door erachte van desen articule syn genade landen, luden ende ondersaten, noch onder ander decksel met geenieley scattinge ofte andere lasten van de keyserl, Maj. beswaert en sullen worden. Is voort gecontracteert ende veraccordeert, dat den keyser, als hertoge van Brabant, voor
|
|||||
33
|
|||||
hem, synen erven ende nacomelingen, hertogen van Brabant, aensiende die ootmoedige goet-
willicheyt ende affectie, die myn genadige heere van Gelre betoont te hebben tot synre Ma- jesteyt, ende om enen ygelick vredelick in syn landt te stellen, niet tegenstaende 't recht, dat hy tot den hertochdom van Gelre ende graefscap van Zutphen heeft ende hebben mach, sal consenteren, dat mynen genadigen heere, den voersz. hertochdom van Gelre ende graefscap van Zutphen, mit horen toebehoren, houden, besitten ende gebruycken sal syn leven lanck, soe hy nu doet, so verre den keyser, in de qualiteyt alse boven, ende synen lande van her- waertsover ouigaet(!), ende nae hem, synen kinderen, vrouwen, ofte manspersonen, van synen lichaem in houwelycken staete vercregen, ende voorts die kynderen ende heuren wettigen erven, oock vrouwen ende niannen, van hem in rechter linie descenderende. Ende tot meerder verseeckei-heyt van den voersz. heere van Gelre, sal die keyser, als hertoge van Brabant, voor hem ende syne erven, in den selven landen van den voersz. hertochdom van Gelre ende graefschap van Zutphen transporteren ende overgeven, transporteert ende ovei'geeft mits desen tractate, al sulcke recht ende *actie, als syne Majesteyt, in der qualiteyt voornoemt, totten hertochdom van Gelre ende graefscap van Zutphen geintenteert heeft ende hebben mach, tot behoef myns genadigen heeren ende synre genade kynderen, van synen lyve in houwe- lycken state geprocreeert, ende van dien kynderen ende wettigen erven, van hem in rechter linie descenderende. Ende daer toe sal den keyser, in der qualiteyt voersz., den voersz. heere van Gelre ofte
synen procurateur, daer toe specialyck ende behoorlyck procuratie hebbende voor hem in den voersz. hertochdom van Gelre ende graefscap van Zutphen, als wesende lenen van den key- serryck, believen ende investieren met der lediger hant, so verde't selve syne Majesteyt aen- gaet, om van dien te gebruycken, by hem ende syne wettige kynderen, ende heuren wet- tigen erven, van hem in rechter linie descenderende, alse voersz. is, met conditien ende expresse voerwaerden, in gevalle myn voersz. genadigen heere van Gelre aflivich worde, son- der kynt ofte kynderen, van synen eygenen lichaem in houwelicken staet geprocreeert, ach- ter te la ten, ende insgelycx of die kynt ofte kynderen, ofte heuren wettigen erven, van hem in rechter linie descenderende, tot eenigen tyden gebraken, dat alsdan die keyset' ofte sy- nen erven, hertogen ofle hertoginnen van Brabant, totten voersz. hertochdom van Gelre en- de graefscap van Zutphen op de voersz. conditien comen sullen, ende daer of rustelick, vredelick, ende euweljck gebruycken, waer toe myn voersz. genadige heere van Gelre con- senteren sal, ende den transport ende infeudatie van den voersz. hertochdom van Gelre en- de graefscap van Zutphen op de voersz. conditien ontfangen sal. Ende tot ineerre seecker- heyt myns genadigen heere van Gelre, in geval syn genade kynt ofte kynderen, sonder kynderen of wettigen erven, van hem in rechter linie descenderende, aflivich worden, sal voor hem ende voor synen erven, voor nu als dan, ende voor dan als nu, den voersz. her- tochdomme van Gelre ende graefscap van Zutphen, ende dier toebehoren, overgeven ende transporteren, ende in den gevalle alse boven den selven, overmits desen contract, overgeeft ende transporteert, mit alien actien ende rechten, die hy totten voersz. landen heeft ende hebben mach, ende in dien voersz. gevalle den selven, voor nu als dan, ende voor dan als nu, afgaet, ende vertyt (!) ende renuncieert tot behoef ende profyt der keyserl. Maj. ende synen erven, hertogen ende hertoginnen van Brabant. Ende oft gebeurde, dat den keyser, alse hertoge van Brabant, of synen erven, totten voersz.
landen van Gelre ende Zutphen, by middelen ende in der manieren voersz., namaels quame, ende oock aen de stadt van Groningen ende Ommelanden, aen de stadt van Coeverden, en- de van Diepenhem, ende aen 't land van Drenthe, in dien gevalle so sal de kejserl. Maj. voer hem ende synen erven ende nacomelingen, hertogen ofte hertoginnen van Brabant, voor 9
|
|||||
u
|
|||||
nu als dan, ende voor dan als nu, aire bannerheeren, ende ridderscap, ende steden 'slants
\an Gehe ende graefscap van Zutphen, groot ende cleyn, oock die Stadt van Groeningen, die Ommelanden, die voersz. steden ende sloten van Coeverden ende Diepenhem, alle heure privilegien , vryheden , leenreehten, landtrechten , stadtrechten , dyckrechten, ende water- rechten, ende alien den goeden ouden gewoonten ende hercomen, hemluyden van Roomsche kdyseren ende coningen, hertogen ende graven van Gelre ende Zutphen, ende oock van my- nen genadigen heere van Gelre tegenwoordich, verleent of verleent souden raogen wesen, confirmeren. Oock hemlieden alle verschryvingen ende pantschappen, deuchdelyck verleent, laten, ende den selven onverbreeckelick houden ende doen onderhouden, sonder daer tegens te doen ofte te laten geschien, in eeniger manieren, ende hem lieden daer of behoorlicke confirmalie brieven verlenen, alse sy des versoecken sullen. Ende tot onderhoudenisse ende meerder verseeckerbeyt van den tegenwoordigen tractate,
is veraccordeert ende geappoincteert, dat indien myn genadigen heere van Gelre tot synen aflivicheyt kynt ofte kynderen, van sinen live in houwelicken staete geprocreeert, after laet, dat den ghenen van hem, ofte van heuren kynderen, ofte erven, van hem in reenter linie descenderende, so vrouwen alse manspersonen, die aen den hertochdomme van Gelre ofte graefscap van Zutphen succederen sullen, tot houwelicken staet gestelt sullen wesen by advys ende goetduncken van den keyser, als hertoge van Brabant, ende van synen erven ende na- comelingen, hertogen ende hertoginnen van Brabant, aen eenige van heuren kynderen, ofte andere fursten of furstinnen van hoeren bloede, op de verbeurte by den ghenen, die daer- tegens dede, van al sulcken recht, als den keyser den selven totten voersz. lande van Gelre ende Zutphen by den tegenwoordigen tractate geconsenteert ende verleent heeft. Ende of die keyser, synen erven ende nacomelingen, hertogen ende hertoginnen van Brabant, in gebreecke waren van den bestellingh tot den houwelycken staet van den kynderen van Gelre, die aen den hertochdomme van Gelre ende graefscap van Zutphen succederen sou- den , so voersz. is, in dien gevalle sullen die voersz. kynt of kynderen van Gelre onge- houden wesen, om bestelt te werden aen den kynderen ofte bloet van den keyser, ofte synen erven, hertogen ofte hertoginnen van Brabant, die in den voersz. gebreke soude wesen. Dat, indien myn voersz. genadige heer van Gelre tot syn aflyvicheyt, kynt ofte kynderen,
van synen lyve in huwelycken staet geprocreeert, achter liete, onbejaert wesende, dat d'selve staen ende bliven sullen in de mombaerscap, tutele ende administratie van den ghenen bin- nen den lande van Gelre, die syn genade daer toe geordonneert sal hebben; ende in gevalle syn genade daer toe niet gedisponeert en hadde, sullen die staten 'slants van Gelre daer toe ymant van binnen 'slants committeren ende ordonneren, ende geloven den tegenwoordigen tractaet in alle syn articulen t'onderhouden. Ende overmits des voersz. is, sal den keyser, alse hertoge van Brabant, mit syn liberali-
teyt, die steden, sloten, ende sterckten van Hattum, Harderwyck ende Elburch, ende dier toebehooren, die hy onlancx by feyten van oorloghe tot synre onderdanicheyt gebrocht heeft, myn genadige heere van Gelre transportfiren ende realycken overleveren, sonder argelist. En- de de borgers, onderdanen ende ingesetenen derselver steden van den eede, die sy der keyserl. Maj. gedaen hebben, verlaten ende absolveren, terstont naer d'selve heer van Gelre den te- genwoordigen tractaet geaccepteert, aengenonien ende solemnelyck besworen sal hebben, ende daer af behoorlycke brieven , acten ende instrumenten van notarissen gelevert in handen van den ghenen, die den keyser, of myn genadighe vrouwe, van synre Maj. wegen, daertoe specialycken committeren ende deputeren sullen, al in der manieren nierin verclaert. Welcke geschieden sal veerthien dagen na de publicatie van den teghenwoordigen tractaet, omme van den selven drie steden ende syne toebehooren, by syne genade te gebruycken alse leden vaq |
|||||
35
|
|||||
den hertochdomme van Gelre. In desen besproocken, dat die borgeren ende alle ingesetenen
van den steden onbeswaert ende onbelet sullen bliven van alien saecken, in den welcken sy hem in desen oorloghe begeven mogen hebben, ende daertoe van heuren rechten, privilegien ende costuymen ," ende oock van heuren goeden rustelyck ende vredelyck gebruycken, so sy te voren gedaen hebben. Dat den keyser, in faveur van desen tegenwoordigen tractate, den voersz. myn genadigen
heere van Gelre, die stede, slot ende lant van Montfoort, mit heuren toebehoren, sal over- geven ende realyck leveren binnen jaers ende daghe syn genade den tegenwoordigen tractaet aengenomen ende besworen sal hebben, omme van die te gebruycken, als van den drien ste- den voersz. Is oock veraccordeert, dat myn genadige heere van Gelre die stadt van Groeningen ende
die Omlanden, oock die steden ende sloten van Coeverden ende Diepenhem, ende die (!) Drenthe syn leven lanck besitten ende gebruycken sal, als hy se nu besit, ende syn kynt ofte kynderen, van sinen live in huwelycken state geprocreeert, ende dien kynderen ende wet- ticb erven, van hem in rechter linie descenderende, na hem sullen die selve parthyen, mit alle die profyten, besitten ende gebruycken, als erfgubernators van wegen des keysers, in qualiteyt als hertoge van Brabant ende grave van Hollant, ende synen erven ende succes- seurs in den selven landen, op conditien in desen besproken, indien die voersz. beer van Gelre aflivich worde, sonder kynt ofte kynderen, sonder wettige erven, van hem in rechter linie descenderende, achter te laten, dat in dien gevalle deselve parthyen, ende een ygelick Van dien, aen den keyser ende synen erven ende nacomelingen, in Brabant ende Hollant comen sullen, in alien manieren alse den hertochdom van Gelre ende graefscap van Zut- phen, so hier te vorens verclaert is. Dat den keyser, in faveur van desen tegenwoordigen tractaet, myn genadigen heere van
Gelre gunnen ende geven sal, syn leven lanck, een jaerlicks pensioen van XVI"' gulden, van XL. groten Vlaemscher munten den gulden , ende hem daer ofte betalen by den rentmeester- generael van synre financien, tegenwoordich ende toecomende, van half jaer tot half jaer, by gelycke portien. Welcke pensioen beginnen ende ingaen sal, ten dage van den publica- tien van den tegenwoordigen tractaet. Tot dien sal den keyser myn voersz. genadigen heere gunnen ende onderhouden, syn le~
len lanck, vyftich mannen van wapenen ofte kurassen, maeckende twee hondert ende vyf- tich mannen te peerde, tot al sulcken gelycken gagien ende onderhout, als die andere man- nen van wapenen van synre Maj. ordinantie hebben, waer af sy betaelt sullen syn van synre Maj. thresaurier van den oorloge, tegenwoordich ende toecomende, van drie maenden te drie maenden, ende binnen die vierde maent onbegrepen, beginnende ende ingaende alse voren. Des sal myn voersz. genadigen heere den voersz. vyftich mannen van wapenen tot alien tyden gereet houden totten dienst van den keyser in dese Nederlanden, waer syne Majesteyt myn genadigen heere ofte synen stadthouder-generael believen sal. Ende so wanneer den keyser den vyftich mannen van wapenen niet en sal behoeven, sal myn genadige heere van Gelre die selve mogen gebruycken, daer 't hem goetduncken sal, uytgenomen tegens den keyser ende diens verwanten, heuren landen ende ondersaten. Is oock getracteert, dat alle gevangenen, geestelick ende weerlyck, die in den voerleden
oorloge, tusschen die keyserl. Maj. ende mynen genadigen heere van Utrecht over die ene syde, ende mynen genadigen heere van Gelre over d'andere syde, gevangen syn, overmits den tegenwoordigen tractate, los, ledich ende geabsolveert sullen wesen van alien rantsoen, -scattingen , ofte compositien, mits alleen betalende een ygelyck syne redelycke costen, ende alle brantscatten, dingtalen, ende andere diergelycke compositien, duerende die voersz. oer- |
|||||
36
|
|||||
loge, over alle syden gescien, oock die gyselaers ende borgen, daer af van heuren gyselen
ende borchtochten quyt ende geabsolveert sullen worden, ende alle brieven ende obligatien, daer van gegheven, over alle siden gerestitueert sullen worden, mits alleen betalende de cos- ten, alse voren. Dan den keyser, in faveur van desen tractate, uytsyn liberaliteyt gegunt ende geconsenteert heeft myn genadigen heere van Gelre een somme van dertich duysent golden gulden, ofte die weerde daer voer, die te betalen binnen der stadt van 's Hertogenbossche, te vveten, een derdendeel binnen een maent na de publicatie van den tegenwoordigen trac- tate , d'andere helfte totten eersteu dach van de vasten , ende de reste tot S. Jacobs dach naestcomende, om by syure genade gedistribueert te worden, so ende daer't hem believen sal. Is oock getracteert, dat alle vasallen, dienaren, ondersaten, capiteynen, ruyteren ende knechten, coopluyden ende alien anderen personen, geestelyck ende weerlyck, van wat state, conditie, ofte waer die selve wesen mochten, die duerende die voerleden oerloge die parthye van den keyser, ofte van myn heeren van Utrecht, ofte van Gelre gehouden hebben, ofte in heuren landen ende onderdanicheyt gepresideert, overmits desen tractaet gerestitueert sul- len worden tot heuren huysen, erven, renten, ende anderen onruerlycken goeden, waer die gelegen syn, alse dat sy dat selve vinden sullen ende die gebruycken, van den dage van der publicatie van den voersz. tractaet, als sy voortyts voer den oorloghe gedaen heb- ben , ende als van vruchten van den voersz. huysen, erven ende renten, mitten afterslallen van dien, mits des daer of by den voersz. fursten, ofte heuren stadthouders, oft anderen heuren oflicieren, by heuren beveel ende commissie gegonnen ende gegeven van den begin- sel van den voersz. oorloge, totten daghe van de voersz. publicatie van den teghenwoordigen tractate, sal blyven gegont ende gegeven, sonder dat men daer of enich vervolg sal mogen doen tegens die commissarissen, die 't bewint daer af gehadt hebben, ofte der ghene, die deselve ontvangen of geparticipieert sullen hebben. Ende aengaende die afterstallen van de voersz. huysen, landen, pachten ende renten, waer of die daghen ende termynen van be- talinge gevallen syn voor de publicatie van den tegenwoordigen tractaet ongeheven, deselve sullen volgen ende blyven tot profyt ende behoef van den ghenen, die de giften van den voersz. fursten, of heuren stadthouderen, ofle oflicieren, daertoe commissie hebbende, binnen tyde van den oorloghe gehadt souden hebben. Als van den anderen roerende ende mobilen goederen, die voor die publicatie van desen
tractate niet gehouden noch getransporteert syn geweest, van den huysen ofte andere plec- kea, daer sy toe behoert hebben, sullen volgen, ende behoerende proprieteyten van de voersz. huysen, erven, oft andere plecken. Wei verstaende, dat die ballingen van Utrecht, ter cause van den voergaenden oorloge, geestelyck of weerlick, van heuren huysen binnen Utrecht ende van den erven tot den selven toebehoorende, niet en sullen gebruycken, noch oock binnen der stadt van Utrecht comen voor uytgaende april naestcomende, dat sy als- dan heuren huysen ende erven, tot dien toebehorende, gebruycken sullen, ende binnen Utrecht mogen gaen, ende aldaer mogen resideren, mits der keyserl. Maj. behoerlycke eedt te doen aen handen van synre Majesteyts stadthouder, gouverneur, ende overste officier bin- nen Utrecht. Ende insgelycx sullen die ballingen van Zwolle ende Rhenen in den selven steden niet mogen gaen voor uytgaende december naestcotnendt, dat sy alsdan aldaer sullen gaen ende resideren, mits doende den keyser den behoorlyeken eedt, als voren. Voort is besproken, dat die goeden van den vasallen, ondersaten, dienaers, ende luden
van den voersz. fursten, die een in des anderen fursten landen liggende hebben, voertaen niet hooger, noch verder belast, noch beswaert en sullen worden van beden, settingen, scattingen , diensten, impositien, ofte andere lasten, hoedanich ende uit wat saecken die syn, dan den goeden van den vasallen, ondersaten, ende dienaers van de fursten van de goeden |
|||||
37
|
|||||
leggende syn. Ende sullen die landen, luden, ende ondersaten van den voersz. fursteu,
over alien siden, gebruycken van al sulcke privilegien, rechten, vryheden, die in des an- deren fursten landen, ende heerlicheden, van welcken sy gebruyck hebben voor desen voersz. oorloge. (!) Ende overmits desen tractate sullen alle die vasallen, dienaren ende ondersaten van den
fursten voersz., in wat staete ofte conditie die syn, die enen in des anderen fursten lan- den ende heerlicheden mogen gaen ende varen, over lande ende over zee ofte zoete wa- teren, mit heuren goeden op die oude to], wechgelt ende gewoonlycke impositien, sonder dat men deselve of heuren goeden sal mogen vangen, arresteren, houden, ofte eenichsins becommeren, onder decksel van brieven, van mercke of contremercke, van repressalien be- gonnen, ofte van vonnissen ende sententien, in tyden.van oorloghe by contumacie gege- ven, 't welck overmits desen contracte geaboleert ende te niet wesen sal, noch onder net deksel van brieven van verbande, van bestel, ofte van onderhout van capiteynen, ruyters ofte knechten, ofte andere obligatien ofte cedullen, die in eenigen van den voersz. fur- sten ofte heeren bedryve, ofte stadtholders, ofte andere officieren heuren landen, steden ende luden, eenige capiteynen, ruyters ofte knechten, ofte andere personen, in desen ofte andere voorgaende oorloghen geschiet, behoudelicken dat denghenen, die sulcke obligatien ofte brieven hebben, hare actie daer of sullen mogen vervolgen by weghen van justitie aen den ghenen, die se hemlieden gegheven hebben, ende dat ter plecke van heure residentie. daer sy te recht behoren, ende nieuvaerls el(.'-ders), dat een ygelyck voor syn eygen proper in justitie gehouden wert te responderen. Oock is veraccordeert ende gecontracteert, dat die keyserl. Maj. ende myn genadigen heere
van Gelre, ende heur stadthouders, raden, ofte andere richters, ofte officieren , tegens mal- candei-en, hunnen landen, vasallen ende ondersaten, noch andere personen, in heuren lan- den residerende, eghene brieven van mercke, contramercke, repressail ofte diergelycke, tot niemants begeerte verlenen noch consenteren en sullen, dan ygelyck van hem syn eygen ondersaten, ende dat in gevalle van weygeringh der justitie, die eerst ende vooral versocht moet worden, doende dan so 't behoort te geschieden, ende mils voergaende requisitie mitten solemniteyten, van rechts wegen daer toe dienende. Als van den sestien dusent golden gulden, die myn genadige heer van Gelre die staten
van Utrecht in tyden van den lesten oorloge geleent souden hebben, op heure obligatie- bi'ieven, onder heuren segel ende verbintenisse van heuren goeden, in den landen van Gelre liggende, is veraccordeert, dat hy syn actie by wegen van justitie sal mogen vervolgen. Aengaende die renten, die de voersz. staten van Utrecht, ofte enighe van dien, by hem selven ofte heuren procuratoers, duerende den voersz. oerloghe, vercoft souden hebben op heuren voersz. goeden, in Gelderland liggende; die coopers ofte rentieren sullen hare actie daer af oock by wege van justitie mogen vervolgen. Oock is veraccordeert, dat die keyserl. Maj., alst die believen sal, enich van syn hooft-
luden sal mogen scicken int lant van Gelre, om luyden te voete ende te peerde aen te ne- men , ende dat myn genadige heer den selven hooftluden daer toe vorderlyck ende hulpe- lyck wesen sal, sonder cost, last, ofte scade van synre genade, ofte synre genade landen ende ondersaten. Ende of eenigen twist, gescille, onwille, ende diveisiteyt van verstande, ter cause van enighen overgrepen ofte anderen oersaken, tusschen den keyser ende mynen genadigen heere van Gelre, ofte heuren vasallen, officieren , dienaers ende ondersaten, dies Godt verhoeden moet, gebeurden, daer omme en sal desen tegenwoerdigen tractaet niet ge- broocken werden, maer 't selve niet tegenstaende geheel ende in syn cracht ende van weei> den bliven, maer die sullen die voersz. onwille, twist, questien, ofte diversiteyt van ver* |
|||||
38
|
|||||
statide benent(!) ende nedergeleyt word en by vier notable mannen , die den keyser ende voersz.
hoere van Gelre daertoe elck ordonneren, ende deputeren, ende noemen sal. Of cock by twee conservateurs, die de voersz. fursten, te weten elck een, kiesen sullen binnen ses we- ken na de publicatie van desen tegenwoordigen tractate, ende welcke conservateurs parthyen. voov hem geconvoceert, ende die gehoort, heuren vonnisse ende appoinctemente op de voersz. differenten, so sy bevinden sullen te behooren, sullen pronuncieren binnen een jaer ten lfingsten, nae sy parthyen gehoort hebben. Welcken appointemente parthyen sullen after- volgen ende voldoen, op die verbeurte van den rechten van den ghenen van den selven parthyen, die se niet achter volgen en souden willen, ende dat tot profyte van den anderen. Ende of die voersz. gedeputeerden oft conservateurs, oft enighe van hem, aflivich, ofte
cranck, ofte andersins sulcx geoccupeert waren, dat sy totter kennisse van den onwille, twist, diversiteyt van verstande ofte anderen differenten, die gebeuren souden, niet ver- staen en mochten , in den gevalle sullen ander in heuren stede gedeputeert ofte genomineert werden, die welcke alle differenten, die overcomen souden mogen, appoincteren ende ter- mineren sullen, als boven. Tot desen is overcomen ende geaccordeert, dat die keyser in syn keyserl. woort, binnen
"sjaers van der publicatie van den tegenwoerdigen tractate, ende myn voersz. genadige vrou- we, regente in syne Majesteyts afwesen , voor hem binnen eenre maent voor den daghe myn genadighe heere van Gelre den tegenwoerdigen tractaet geaccepteert ende besworen sal heb- ben , op heuren trouwen ende eeren, ende op dat heylige evangelie, ende 't houte van den heyligen cruce, in tegenwoerdicheyt van den heyligen sacramenten, ende in't bywesen van den gedeputeerden van myn heere van Gelre, daer toe specialyck commissie hebbende, ende van notaris ende tuygen, solemnelyck sweren sullen, op die penen van geestelycke censuren, liem totten selven submitterende, ende tot die correctie van alien praelaten ende reenters, geloven den tegenwoerdigen tractaet in alien synen articulen onverbreeckelyck te volcomen, t'onderhouden ende doen onderhouden, sonder emmermeer daer tegens te comen, tedoen, noch gedogen gedaen te werden, by hem selven ofte by anderen, directelyck of indirecte- lyck, in wat manieren dattet syn ofte wesen mochte, tot desen renunti^rende expres alien vryheden, privilegien ende exemptien, die de keyserl.Maj., ofte myn genadige vrouwe, daer tegens, ofte diergelyke obligatien ende verbant hier of vercrygen mocbten, beloovende nim- mermeer, als voren, daer tegens, noch in praejudicie van dien, ofte van heuren eede dis- pensatie te verwerven van onsen heyligen vader den paus, noch andere praelaten, noch mit eenigen dispensatien hem te behelpen, al waert saecke, dat den paus, oft eenige praelaten, uyt heuren puren ende eygen wille hem die verleenden. Ende dat myn heere van Gelre, over d'ander side, van den onderhout van den voersz.
tractaet, gelycken ende solemnelycken eedt opten heyligen evangelie ende houte des cray- ces, ende in presentie van den heyligen sacramente, ende op gelycke pene ende renuncia- tie, doen sal 't selve in 't bywesen van den gecommitteerden van de keyserl. Maj., daer toe commissie hebbende, alse voren verhaelt is. Ende dat den keyser, ende myn voersz. ge- nadige heer van Gelre, over bsyden siden, heuren behoorlycken brieven onder heure Ma- jesteyt ende synre genaden hantteyckens ende segelen, van der acceptie, approbatie ende confirmatie van den tegenwoerdigen tractaet, ende van den onderhout van dien, sullen doen expedieren, ende malcanderen oft heuren gedeputeerden, daertoe commissie hebbende, ter selver tyt overleveren. Tot des voersz. is, sullen drie ridders van der oerde, ende andere drie bannerheeren van
syne Majesteyts Nederlanden, mit t'samen ses van de principaelste steden van Brabant ende Hollant, toebehorende syne Majesteyt, ende insgelycx drie baenreheeren ende drie van de. |
|||||
39
|
|||||
ridderscap, ende die vier hooftsteden 'slants van Gelre ende Zutphen, ende die steden van
Groeningen ende Diepenhem, overmits heuren segel ende brieven, in behoorlycke formen, geloven, desen tractaet in. alien synen puncten onverbreeckelick te onderhouden, ende den soo Verre hem aengaet, voldoen, sonder daei' tegens in eenigen manieren te doen. Ende sullen die voersz. brieven den voersz. fursten ende heuren gedeputeerden rapporteert, over- gegeven ende gelevert worden, ten langsten binnen ses naestcomende jaren van dev publi- catien van den voersz. tractaet. Ende voorts is getracteert ende geaccordeert, dat naer myn genadige heere van Geh'e voor
hem ende myn genadige vrouwe regente van wegen ende in name van den keyset.', den te- genwoordigen tractaet geaccepteert ende besworen sullen hebben, naer inhout desselfs ti'ac- taets, binnen den tyt, daertoe gestelt ende gespecificeert te geschien, sal de keyser van dan voorts den name, titulen ende wapenen van den hertochdom van Gelre ende graefscap van Zutphen la ten, ende den selven schriftelycken, noch andeis vueren, noch gebruycken, ende sal 't seive nochtans sonder praejudicie van 't recht, syne Majesteyt ende synre erven op het hertochdom van Gelre ende graefscap van Zutphen, by den tegenwoordigen tractaet expres gereserveert syn, in geval des aflyvings myns genadigen heere van Gelre sonder kyndt ofte kynderen, van sinen lichaem in houwelycken staete geprocreeert, ofte by aflyvicheyt syni'e genade kyndt ofte kynderen, sonder wettelycke erven, van hem in reenter linie descenderen- de, achter te laten. Is noch veraccordeert, dat in den tegenwoordigen tractaet begrepen ende gecomprehen-
deert is, ende sullen wesen die verwanten ende geallieerde van den keyser, ende myn gena- digen heere van Gelre, ende van Utrecht, dewelcke sy noemen sullen, te weten elck den synen, binnen twee maenden nae de publicatie van den tegenwoordigen tractaet, waer af die selven genomineert, binnen anderen twee maenden daernae, hem sullen verclaren, by heure behoorlycke brieven. Ende dat den tegenwoordigen tractaet gepubliceert sal worden op die frontieren van den voersz. furst, binnen drie dagen, nadat die selve gesloten ende geconcludeert sal worden, ende over alien heuren landen ten langsten binnen anderen vyf dagen daer nae volgende. Ende in welcken tractate, hier boven geinsereert, die gedeputeerden van de keyserl.
Maj. ende van myn genadigen heere van Gelre, boven genoemt, uyt crachte van der com- missie, hemluyden gegeven, van welcken den teneur, van woerde te woerde, eerst van den keyser ende daerna van myn genadigen heere van Gelre; hier na volght: Kaerle, ende geschreven op de plycke, by den keyser, ende geteeckent by den secretaris, P. Doedse, Aide besegelt met 'skeysers groten segel, in roden wassche ende dubbelden uythangende steerte. Ende wy, Karrle etc., geleeckent onder de ploye: Charles; ende op de ploye, by
den secretaris, Mdlckpm ; ende waren die selve brieven besegelt mitten segel mjns gena- digen heere van Gelre, in roden wassche, ende dubbelden uythangenden staerten. In den name ende van wegen hem-en voersz. fursten ende hteren geconcipieert, gedi-
rigeert, geconcludeert ende gesloten, ende hebben gelooft, dat deselve heure fursten ende heeren dien tractaet aennemen ende accepteren, ende den selven in syn puncten ende ar- ticulen, ende een ygelick van dien t'onderhouden, solemnelyck geloven ende besweren sullen, in der tegenwoordicheyt ende den namen, ende onder die penen, boven verclaert, ende heuren brieven van ratificatie, ende approbatie, ende confirmatie, in behoorlycke for- me, te doen expedieren, ende malcanderen, ofte heuren gedeputeerden, daertoe commissie hebbende, binnen den tyt, daer toe gestelt, geven ende overleveren sullen. In oercunden |
|||||
40
|
|||||
des voersz. hebben die voersz. gedeputeerden dit tegenwoordige tractaet mit heuren natnen
ende gewoonlycken handteycken geteyckent. In de stad van Gorinchem, opten derden dach octobris, anno XVU XX.VIII. Onder-
teeckent: FtORENS , DE LAMING, DOBUOUt, ERCKEIENS, HERMAN KlESPENNINCK , COL- LAERT, VEERSEN. |
|||||
STUKKEN,
BETHEFFENDE
DENINWENDIGEN TOESTAND
DER STAD VAH
UTRECHT,
in 1525.
|
||||||
1. Punten, gemaect by den gesciclen wten gilden, ende
van Hasenberk gepublieeert by Cornells Henriokse van Fyanen, clerck van den bylhouwers, 16. ap\, 1525. Mn den yersten, dat alle edele ende onedele,- cleyn ende groet, ryck ende erm, weder
bynnen der stat van Utrecht vry ende veylich sellen mogen comen ende bliven, wtgeson- dert alle doetslagers, daer die stat rechten ende statuyten mede vercort worden mochten. Item, dat men voertaen van elck vat byers geven sel te excys, behalven dat stuyver gelt,
dat vyf pont vier stuyvers plach te wesen, nu bliven ende wesen sel voor alle borgeren ende ondersaten twee pont, alse vyf stuyvers current voer die twee pont, ende voer den tappers drie pont, alse vyf stuyvers current voer die drie pont, al met gelde te betalen. Ende dat die geestelicheyt boven hoer taxie, dat voertyts by den rade, out ende nye, geordineert ende gemaect is, excys mede geven sellen, gelyck andere borgeren ende ondersaten, (dit voersz. punt van der geestelicheyt werde doorgedaen by den rade ende meentemannen des manen- dages, den IX. inmeye, om dattet die geestelicheyt niet langer dan ses jaren believen en wou- den; dus hebben se binnen een maent hier na vollen zys van als moeten geven ende bese- gelen.) Item, dat men van dese tyt voert niet meer liven van ponden, of enich ander lyfrenten,
dan by consent van den gemeynen gilden, besegelen, ende dat men dat segel daer af voer den gemeynen gilden ontwee breeckea sel. Item voert meer, dat die heele raet, op dese tyt wesende, off wesen, ende dat men
mergen, ende God wil, weder enen nyen raet kyesen sel wten gemeynen gilden, sonder eni- ghe ridderscappen daer in gecoren te werden. |
||||||
42
|
||||||
Item, dat GoeyertvanRoeyenburch, EvertZoudenbalch, ende Goeyert vanVoerdeHenrickse,
mitten ghenen, die daer aan houden, wten l'ade wesen ende ewelicken daer wt bliven sellen. Item, dat men die rekeninge van den oerloge van Yselsteyn, ende voert alle andere re-
keningen van dien tyt af, gedaen veil hebben voer den gescicten van den gemeynen gilden, die men daer toe ordineren ende scicken sel. Item, die slotelen der stat sel men leveren ia handen van den twee gilden voersz. ouder-
mans ende sestien gescicten, daer toe gescict wesende, tot behoeft der tween borgermeysters, die gecoren sellen werden. Item, dat voertaen geen brouwers noch backers in den rade gecoren sellen wesen of wer-
den , dan alleen in hoer gilde. Item, so wanneer ende van stonden aen, als die oversten oudermannen gecoren sellen we-
sen , dat men dan die drie canieiaers by den gemeynen oudermans altyt kyesen sel. Item, dat nymant yet nyewes meer te handen trecken en sel, anders dan hier voer be-
screven staet, ende dat te straffen, als men sulck gewoenlick is te doen. Item , voert meer andere saecken , die men den nyewen rade toecomende te kennen geven sel.
Ende onse genedige heer elect ende voert die nye gecoren raet, hebben alle dese voersz. punten ende articulen geapprobeert, ende te onderhouden ende te doen onderhouden be- loeft; ende dat men hier omme nyemant van den gilden of giltbruederen, in't gener |