-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
m—mm
I
1
-ocr page 4-
mm
,
-ocr page 5-
BUZONDERB G ENEESMIDDELLEEK.
.
-ocr page 6-
-ocr page 7-
B Ü Z 0 N b e a E
GEMESMIDDELLEER.
IN VERBAND MET DE EDITIO ALTERA
PHAM1C0P0EA NEERLANDICA,
*
NAAR DE NIEUWSTE BRONNEN BEWERKT
Dr. D. J. € 0 8 T E R.
UTRECHT,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; |nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;AMSTEEDAM,
C. VAN DEI? POST Jr.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; 1nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; CO. VAN DEE POST.
1876.
BIBUOTHEEK
DIERGENEESKUNDE
UTRECHT
-ocr page 8-
M ed\ cina e L i m i ta s.
Contra vim mortis non est medicamen in hortis. Si medicus cunctos aegros posset raedicari. Üivinus magis deberet jure vocari, Non phyaieus curat vitam, tjuamvis bone longat Kraquo;tura, quae conservat, dc^cemlcns, corpora suuaf
SCHOLA SALkBMTANA.
-ocr page 9-
AAN
ONZE STUDEERENDEN
G E N E E S K U N D E.
DE SCHRIJVER.
-ocr page 10-
T
lt;
-ocr page 11-
-
Nadat de Pharmacopoea Neerlandica versehenen was, droegen mij de uitgevers dezes de taak op, in verband daarmede, Oestkki.en's lieilmiltellehre op nieuw voor onze landgenooten te be werken. Dat boek is met zooveel welwillendheid ontvangen en heeft reeds aan zoovelen uwer voorgangers tot studie-bron gestrekt, dat het aantal der tlians nog bescliikbare exemplaren zieh slechts tot een klein cijfer beperkt.
Toen nu de Bditio altera van de lJkarmacopoca Neerlandica het licht zag, kwam een nieuw verzoek tot mij, om namelijk, ten behoeve onzer studeerenden en wel ten gebruike bij collegien in r/raateries medic aquot;, een liandboek voor geneesmiddelleer te schrijven, in ver­band met die 2de uitgave, en met het oog da^rop, dat met 1 Augustus 1872 het gebruik van decimaal-gewicht in onze apotheken verplicht is gesteld.
Aan eeae hernieuwde omwerking van Oesteklen's Handboek viel niet meer te denken. Wel is waar kan het nog niet als verouderd beschouwd worden, maar zulk eene uitgave zou daardoor tot eenen zoodanigen omvang zijn uitgedijd, dat zij voor het beoogde doel ten eenenmale ongeschikt zou geworden zijn.
In nieuweren tijd zijn echter in den vreemde verschillende wer­ken versehenen, — ik noein vooral die van No'iminagei-, Binz, Husemann, Koi.u, Benxuby en Redwoüd, enz. — waariu met de jougere waarneiningen en beschouwingen op het gebied der genees­middelleer namvkeurig rekening is gehouden.
Ik meende dus aan het tot mij gekomen verzoek het best te kun-nen voldoen, door uit al die nieuwere, uiij ten dienste staande bronnen zooveel over te nemen, als er voor Uwe studien vereischt kan worden, en vooral datgene, wat nog als het minst belwijfelbare door u dient gekend te zijn.
*
-ocr page 12-
Vooral liet laatste block inij, tocn ik aau den arbeitl ging, het moeilijkste deel der op mij genomene taak. Men moet, zooals ik nu hier, in do gelegenlieid zijn gewcest, vevschillende anteurs te raadplegen, om liet ten slotte te betreuren, hoe weinig eenstemmigheid er onder die velen heersclit omtrent de waarde, door hen of in ' algemeen aan eenig geneesiniddel toegekenrl, of omtrent de verwach-ting, welke men van zijnc toediening in eenig concreet geval koeste-ren mag.
Het behoeft niet voor n verzwegen te blijven, — Oesteulen aarzelde evenmin ook eens in de Tnleiding van zijn werk zoo te spreken, — drtt een Geiieesmiddellecr, als de uitdrukking van een goed volgehouden logisch stelsel, nog niet bestaat. Ik maak zelfs zijne woorden tot de mijne en berbaal het: ,/Waaroni zoude ik bij mijne lezers verwach-tingcn en een ijdel geloof aan stellige kennis opwekkcn, daar hun toch door den eerstcn den besten lijder de oogen geopend kunnen worden ?quot; De gcneesmuldcllcer, zooals zij nu nog bestaat, is een won-dcrlijk brouwsel van gelooven en weten ; daar blijf't nog veler samen-werking noodig, om haar tot een hooger standpunt in de wetenschap te verheft'en.
Onder al de door mij gebruikte fontes, waarbij ik veel moeite had, tusschen de klippen van het uiterst niliilisme cenerzijds en een al te san­guinisch vertrouwen anderzijds door te Zeilen, koos ik mij vooral Noth-STAQBliS Handbuch der Arzneimi Hell ehre (Berlin, 1870J tot gids; ge-heclc vokiuuen, hier en daar zclfs bladzijden nam ik er uit over. En dan, wanneer ge soms naast het thans voor u liggende, nog een uitvoeriger werk zoudt willen raadplegen, zoudt gij, door de lezing van dat Handbuch o. a. bekend kunnen worden met de vele proefnemin-gen met geneesmiddelen, waaraan men dieren blootstelde. Door mij zijn deze, — iioe bclangwckkend zij op zieh zelveii ook zijn mögen, —
,
-ocr page 13-
om verschilleude redenen, weggelaten; de o. a. ook hieruit afgeleide theorien der working van geneesmiddelen vindt gij echter in inijn boekske terug.
Met zou mij evenwel voor de waardeering van dezen arbeid leed doen, wanneer gij \\ hat tot stand komen daarvan zoo voorsteldet, als zou hier aan eene boeken-makerij gedacht moeten worden, waarbij de sclmjver zieh uitsluitend met compileeren, excerpeeren, extraheeren en meer soortgehjke manipulatien onledig had gehouden. Zij 't dan ook niet met bijzondere ingenomenheid, dan toch zeker met al de zorg en conscientie, die zulk een werkkring vereischt, bewoog hij zieh iiu reeds ruim Ü0 jaren längs allerlei ziekbedden, en zoo kan toch wel de daardoor venvorvene ervaring bijgedragen hebben, bepaalde meenin-gen bij hem te vestigen.
Die subjectiviteit heb ik dan ook geenszins verloochend bij het sohrijven van dit werk. Waar zoovelen een eigen gevoelen voorstaan, behoefde ik toch, met alien eerbied voor dat van anderen, ook het mijne niet te verbergen. Ik heb bovendien, na de bewerking van OEsrERi.EN, dit gedeelte mijner studie geenszins veronachtzaamd en vooi'tdurend de aandaclit gevestigd gehouden op de verschilleude wis-selingen, welke de geneesmidclelleer in onderscheidene tijden en landen ondergaan heeft.
Gij znlt het reeds terstond bemerken, dat ik, om zoo te zeggen, met de deur in het huis gevallen ben, en, zooals dit trouwens in eene Bijzondere Geneesmiddelleer behoort, niet eens eene detinitie van hot woord Narcotivu gegeven hob. Dergelijke bepalingen immers zijn, met de systematiek dor matcria modica, de leer der artsenijwerkingen in ^t algemeon, en de vonnen van aanwending dor geneesmiddelen de onderwerpen van de Älgemeene Oeneesmiddelleer. Hicrvoor nu be-zitten wij een uitmuntend werkje van Dr. J, J. Kehbeut, getiteld;
-ocr page 14-
Handleiding tot de kennis der Arlsenijstofen (Amsterdam, bij Geb-hard en O. 1865). Met eene eenvoudige wijziging, naar aanleiding van de 2de uitgave onzer Pharmacopoea en van het ingevoerde deci-maal-gewicht, is dit in onze taal het bruikbaarste, wat ik u als zoodanig aanbevelen kan.
En, vergeten we 't met, juist die beschouwingen, zooals zij in de Algemeeue Qeneeamiddelleer ter sprake komen, zijn het, welke in den loop der tijden ten verste uite'enweken. Men moet daarin o. a. in körte trekken geresumeerd vinden, wat als slotsom uit de werking van verschillende geneesmiddelen op te maken is en het oordeel, waarvan zulk een slotsom getuigt, hangt voor een dcel af van den voorraad der bruikbare gegevens in elk bijzonder tijdperk, en voor een ander en zeker niet gering deel van het subjectief standpunt en de weten-schappelijke ontwikkeling van hem, die de slotsom opinaakt.
Tot die Algemeene Geneesiniddelleer behoort o. a. de klassifikatie d. i. de rangschikking der geneesmiddelen in zekere groepen. Iloeveel proeven daarvan ook reeds bekend zijn geworden, geen daarvan kan geacht worden in alle opzichten te voldoen. VVij wachten nog van de toekomst een deue;delijk systeem. Men is hierbij over 't algemeen in de fout vervallen, eerst een stelsel van indeeling te ontwerpen en dan aan elk voorkomend geneesmiddel zijne eigene plaats aan te laquo;ijzen. Maar hoe nu, wanneer eens — en dat gebeurt niet zelden, — eene en dezeifde stuf, in verschillende vormen toegediend, werkingen uitoefent, die haar met even veel recht eene plaats in twee of meer onderscheidene groepen kunnen verzekeren? In welke com-pagnie dient zij dan ingelijfcl? Dat bezwaar bleek mij zoo groot, dat ik niet aarzelen mocht in dit werk een en hetzelfde geneesmiddel in verschillend gezelschap herhaaldelijk ter sprake te brengen.
Zoo meende ik ook in de opvolging, waarin de geneesmiddelen
-ocr page 15-
beschreven worden, geheel naar eigene overtuiging te rnoeten handelen. De docenten, onder wier leiding ik hopen wil, dat dit werkje een uwer studiebronnen worden möge, zullen van zelf wel den draad herkennen, die het eene met bet andere verbiudt. Had ik mij hier willen voegen naar betgeeu er voor mij lag, ik had er mij nimmer doorheen gered en lieb dus liever eenen stouten stap gewaagd, dan met pijnlijke angstvalligbeid door dik en dun te waden. Tot verdere klassitikatie dan tot die in zeer groote groepen, — Narcotica, Exoi-lantia, enz. — waagde ik het niet af te dalen.
Om b. v. alleen van Narcotica te spreken, — kan ik het voor deskun­digen, naar ik meen, met alle recht vercLedigen, dat ik de schoolsche indeeling in Narc. pura, acria, enz. heb laten varen. De wetenschap-pelijke grondslagen daarvoor zijn nog zoo zwak, dat zij geen gebouw steunen kunnen. En bovendien verbeeldt n niet, dat zij, die nog hechten aan zulk eene soldatische regeling der geneesmiddelen het eens zijn over de vraag, in welke bijzondere groep dit of dat moet worden ingedeeld. De een b.v. houdt voor lets eene plaats open onder de Narcotica acria, wat een ander onder de Narc. spinantia te buis brengt, enz. Om slechts een middel te noemen: Secale cornutum vond ik bij vier nieuwere schrijvers in vier onderling verschillende groe­pen; zoek er o. a. eens naar in de Gmnäzüge der ArzneimitteUehre van Binz, dan vindt ge 't onder de //Tonica Nervinaquot; behandeld, in gezelschap van Digitalis en Nux Vomica! Met eene menigte voorbeelden zou ik dit dene kunnen vermeerderen; doch ik wil niet verder gaan, en neem aan, dat ieder auteur voor zipe ziens-wijze zijn recht kan doen gelden, — maar dan zij ook ieder ander vrij, daarbij eenen eigenen weg in te slaan. Is die laat-' ste inzonderheid zdo gekozen, dat hij het naast grenst aan dien, waarop zieh de praktische arts beweegt, dan houd ik hem nog
-ocr page 16-
voor den besten, zoo laug er althaus geene betere puden aange-legd zijn.
Verder is dit boek /,oo bewerkt, dat het u uiet, zooals (Desteri,en's Ilaudboek, tot vraagbaak kaustrekkeu omtrent alles, wat /ich den naam van wgeneesmidder' verworven heeft. Ik lieb mij, op enkele uitzonderiu-gen na, — (Gurare b.v. eudergelijke, die wellicht nog eene toekomst hebbell) — vooral bepaald tot de behandeling dier Stoffen, waarvan ouze tegenwoovdige Pharmacopoea gewag maakt. En dat zijn ter toch voor hen, die het paucos halere amicos onder de geneesmiddelen op prijs hebben leeren stellen, inderdaad reeds meer dan genoeg.
Die laatste woorden kunnen u doen begrijpen, dat ik in de hoop leef, dat wellicht — behalve voor u en uwe opvolgers, — mijn ge-sclirijf ook eenige waarde hebben kan voor mijne rceds gevestigde collega's. Tk heb mij althans beijverd, in beknopten vortn, het tegen-woordig standpunt der Bijzondevc Geneesmiddelleer zod aan tc wijzen, dat ook aan hen, die reeds korter of langer de college-banken verlaten hebben, eene schets daarvan wordt voovgehouden. Mochlen vooral zij, de meer ervarenen, iets goeds daarin vinden, dan zal mij dit zeer vereeren.
In 't bijzonder echter zal het mij een aangenaam loon voor de bestede moeite zijn, nog eens van mijne vrienden, de uitgevers dezes, te verneinen, dat ook dit mijn geschrijf met welwillendlieid ontvan-gen is. Mocht bet door u tot leiddraad bij uwe studiiin gekozen worden en het o. a. daardoor bijdragen, om u tot bekwame arisen, met een zelfstandig oordeel, te vormen, dan ware een mijner oprecht-ste wenschen vervuld.
Kaleaiis ! Amsterdam, !i September ]872.
-ocr page 17-
I. NARCOTICA.
Nai-colicum nc fiat neorotlouml
6, W. 'WKnKI,, Ojiiolngia.
Opium. Heul sap,
Sncra vitne anohora circumspcotc ngcntibns cst i)|)iiiin ; cyralm vero Cliaronlis in mann impcriti.
Wkdki,.
Het inwendig gebruik van kleine giften (mg. 20—50) bij per­sonell, die daaraan niet gewend zijn. veroorzaakt ecnigc droogte in den mond en de keelholte, eenige wannte in de maagstreek en eene al-gemecne opgewektlieid, ongeveer ssooals zij /ich na ocn niiin gebruik van wijn voordoet. Deze wordt later door eenen staat van verslapping gevolgd, welke /ich vooral kenmerkt door verminderde geestwcrkiug, liartsatnentrekking en spiervermogen. Hieraan paren zieh een hoi ge-voel in het hoofd, een kleiner en trager pols en neiging tot slape-righeid.
Na grootere giften (mg. 60 — 200) of ook na het hcrhaald gebruik van kleine giften volgt ecu dnidelijker vorm van dronkcnschap, waarbij /ich de vroeger genoemde verschijnselen in sterker mate openbaren. Spoediger ontstaan dui/eligheid, zwaarte in het hoofd, spierzwakte, trager pols, en daarbi^ eene droge, heete, soms /weetende huid. Dc indrukken van buiten worden minder dnidelijk waargcnomen; de gang en spraak worden moeilijk; de drang tot slaaj) wordt steeds sterker. In den nu gevolgden staat van verdooving ontstaan bchaaglijke of opschrikkende droomen, en zoo er geen dicpe slaap volgt, dan vertoonen /ich ijlhoofdigheid en stuipbewegingen.
Na nog grootere giften (mg. .'500— 500) klimmen eindelijk de laatste verschijnselen in bet tijdperk van verslapping, soms ook reeds vroeger, namelijk in dat van opgewektlieid, tot aanvallen van waan-
Costeb, Qeneeamiddelleer,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;*
\nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;/
-ocr page 18-
Unbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;Opium.
zin en vrij lievige stuipcn. De slanp kfin uren lang voortduren; de ademhaliug is laiig/aam, snorkfind; de pols traag en onregolinatig, en de pupillen zijn stevk vernauwd, Lateri soms dagen aclitereen^ blijft er na liet ontwaken, in nog veel hoogere mate dan na hei gebruik van kleinere giften, een gevoel van zwakte over, vooral in de beenen, met lioofdpijn, venninderden ectlust en stoelverstopping gepaard.
Zijn er nog grooter giften gebruikt (b. v. ing. 600 of meer), dan volgt gewoonlijk zeer spoodig een volslagen coma, waaruit bet niet mogelijk is den patiünt wakker te krijgen, onder de volgende ver-sehijnselen: Eon bleek, ingevallen, inaar rüstig gelaat, met slap neerhangende onderkaak; starre, onbeweeglijke blik; zeer sterk ver-nauwde pupillen; de iris zonder rcactie op lichtjmkkels; een bleeke, koele, soms met koud zweet bedekte buid; somtijds een versneide, doch gewoonlijk een vertraagde, onrcgelinatige, kleine pols, rocbelende adem-haling, en meestal binnen 15—30 uren na het gebruik de dood.
Tan de lijkbevinding bij opium-vergiftiging zijn nog de meest be-stendige verscbijuselen een dun vloeibare toestand van het bloed en overvulling van de vliezen en vaten der licrsenen inet bloed; daaren-boven vindt men meestal ook de longen, het rechter hart cu de groote aderstammen met bloed overvuld. Hetzelfde geldt veelal ook van de lever, milt en nieren, terwijl niet zelden gal- en pisblaas sterk ge-vuld worden gevonden.
Men hechte niet al te veel ann de hierboven opgegevene iloses. Vooral voor kin-deren moeten ztj vaak tot veel geringere worden herleid. Daarentcgen komen er ook wel govallen voor, #9632;waarin hoogst nan/.icnlijke lioeveelhcden niet cens den dood ten gevolge hadden. 1k herinner inij twee gevallen van opium-intoxicatie te hebben ge-zien, neiden by apothekers. In het uene geval lind de patient, naar ik vernam, slechts betrekkelijk weinig gebruikt, ongeveer mg. 400, — en toch volgdc bij den ongevecr SOjarigen man van tengeren bouw zeer spoedig de dood. In het andere geval had de rnim Sfljarige, toen sedert lang een stevig potator, volgene eigene en wel aan-neembnre verklaring, ongeveer grm. 1 opium, in den vorm van laudanum, gebruikt, zonder eenige andere stoornis dnn wat dulzcligheid, dnbbelzien, enz De man leeft nog — nu na ongeveor 18 jaren — en is, ook by onthouding van spirituosa, volko-men gezond geblevcn. — Er zijn zelfs gevallen bekend, waarin nog goneziiig volgi'e na het gebruik van C med. oncen laudanum (= 90 grein = grm. C opium).
Blijft het geval /,ioh wat liinger slopeml voordoen, dlt; i. volgt de dood niet in het opgegevou tijdperk, dan blijve men nog steeds met do hoop op genezing vervuld en wende tlaurtoe onafgehroken pogingen aan. \n den beginne trachte inen de mang te entledigen door ipecac., sulph. zin-cic., met weinig vloeistof, opdat het opium zieh niet to veel oplosse, door de maagpomp, door inspuiiing van tartr. kalic.-stib in de äderen van den arm, enz. Voorts verkoelc men het hoofd door water of ijs; begiete de borst met koud water, geve prikkelende clysmata, legge mostaard-pappen aan de kuiten en voetzolen, plaatae hloedzuigers achter de ooren, koppen in den nek. enz. Kan er nog geslikt worden, dan komen excitantiraquo;, zooals kamfer, wijn, aethers, ammoniakaliön, koffie, enz. te pas. Eolladonna, en meer in 't hijzonder atropine, is geroemd als antidotum legen opium, en otngekeerd. De uitkomsteu van opzettolijk hierraede genomen proeven, met
-ocr page 19-
Opium.
.'5
name van subcut. injcot. van atropine bij mensohen on dieren en do kli-nisolm waavnemingen zijn inlusschon niet in overeensteraining mot elkamlor. Hot, verondersteldo antagonisme tnsschen opium en bolladonna blijft dus minstons tH'ijfelachtig. — Kr wordt ook opgegeven, dat een afkooksel van galnotcn een good tegcngift zou nijn.
Waar zieh na het gcbruik van zeer groote giften soms nog herstel begint to openbaren, volgt dit gewoonlijk vrij spoedig, doch blijven er niet zelden nog lang zemnvaandoeningen van versehillenden aard, bevingcn, stoornissen in de spijsvertcring, enz. over.
En zijn er (opium-eters on -rookers of -gchuivers), die zieh aan het gestadig gebrnik van opium gewend liebben; zij verlangen daardoor in 't bijzonder die behaaglijke fantasien op te wekken, die in het eerste tijdjjerk der working plegcn te ontstaan, om daarna in een staat van verdooving te geraken. De treurige invloed o]) geest en lichaam dier ellendige gewoonte blijft intusschen evenmin achter als bij hen, die zieh op den duur aan het misbruik van spirituosa overgeven.
Op dunne of ontvolde hnidplokkon en op slijmvliezen werkt opium, plaatselijk a an gewend, eerst prikkelend en, bij langer aanraking, plaatselijk Hcht verdoovend. Van daar (b. v. door inspuiting eener oplossing in den endeldarm) opgeslorpt, volgt do nlgeroeene working evenzoo als bij het opslorpen van uit rle inaag.
In den mond zelven wordt bij het gebrnik van kleine giften eerst de speeksel- of slijinafscheiding vermeerderd. Na langer gebrnik of na grootere giften volgt een gevoel van droogto in do mond- en keelholte, tot dorst toe. De eetlust wordt door opium verminderd; de voedingsmiddelen vertoeven door het gebrnik daarvan langer dan gewooidijk in de maag. Bij langdurig gebrnik ontstaat neiging tot brakingen en zoowel door kleine als groote giften worden de stoel-ontlastingen vertraagd en zelfs belemmerd. Sommigen boweren, dat de kleur der faeces onverandord blijft; anderen, dat, door beletten afvoer van gal-bestanddeelon, die kleur wit zou zijn.
In het bloedvaatstelsel veroorzaakt het verslapping van de vaatwnn-den en verwijding van de luraina.
Volgens sommigen ontstaat retentio urinae (door venninderde werking van den detrusor vesieae); volgens anderen, vormeerdering der urine-afseheiding, waarbij vermindering van hare vaste bestanddee-len en vooral van het piszuur, dat geheel verdwenon zou zijn
Met hot laatste ataat wollicht de venneerderde afscheidiug van zweet in verband; de hnid zelve kan na groote giften of na langdurig ge-bruik door sterke jenkte of wel door een eigenaardig nitslag worden aangetast.
Bij de Oosterlingen geldt opium als aphrodisiaeum; na langdurig gebrnik volgt echter impotentie.
1*
-ocr page 20-
#9632;#9632;#9632;i
4nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; - Opium.
De werking op het zenuwstelsel is uit het aangevoerde reeds gemakkelijk af te leiden en kan, zij 't ook, dat aanvankelijk door kleine giften eenige prikkeling wordt veroorzaakt, over 't algemeen onderdrukkend, verslaiipend, bedwelmend worden genoemd. De waar-genomene stuiptrekkingen moeten beschomvd worden als reflexbewegin-gen van het ruggemerg uitgaande, die steeds duidelijker zijn, naar-mate het hersenleven meer onderdrukt is.
Het is voorsimnds nog niet mogelijk te bepalcn, welke rol bij de werking van opium als zoodanig elk zijner bestanddeelen in het bij-zonder vervult. Men heeft echter ook den invloed dier verschillende bestanddeelen op zieh zelf bestndecrd en hieronder heeft tot nog toe vooral dat, wat van morphine, narceine en codeine bekend geworden is, voor de praktijk het meesto gewicht.
Jfiorp hinum.
Het komt, reeds in kleinere giften, in vele opzichten, wat zijne werkingen betreft, met opium overeen. Het verschilt intusschen van het laatstc, doordien het gewoonlijk in den beginne minder 02)wekkend werkt dan dit, en dc slaap veel spoediger volgt. Voorts doordien het veel sterker de maag zelve aantast, althans lichtelijk brakingen verwekt, den stoelgang minder belemmert en in grootere giften zelfs doorloop veroorzankt. Met bevordert de zwect-afscheiding veel minder, doch geeft eerder aanleiding tot lästige huidjeukte. In middelmatige en grootere giften werkt het, vooral bij mannen, belemmerend op de af- en uitscheiding der urine.
Bij onderhuidsche injectic volgt tcr plaatse van de inspuiting eene vermindering van liet tastgevoel en vertoonen zieh de algemeene ver-schijnselen veel eerder en reeds na kleinere giften dan bij het in­wendig gebruik.
Dit alles geldt niet nlleen van het therapeutisch nagenoeg niet ge-bruikelijke morphine zelven, maar ook en in 't bijzondcr van zijne als geneeamiddclen aangeweude zouten.
m arc etn um,
Dit werkt hoofdzakelijk als slaapverwekkend middel; in hoogere mate nog dan morphine. Zulk een narceine-slaap is diep en kalm, met. duidelijker vermindering van de snelheid van den pels, dan bij morphine, ook zonder dat vooraf opgewcktlieid wordt waargenomen. Het ont-waken is snel en gelieel zonder onwelziju of yerdooving. Terwijl opium en morphine, vernauwing der pupillen veroorzaken, blijft deze bij narceine achterwege.
-ocr page 21-
Opium.
Codetnumraquo;
In kleine giften y,ou het, volgens enkelen, een iuingenainen eu kiilrnen slaap verwekken, zondcr lastige unwcrkingen; door anderen echter wordt dat slaapverwekkend vermögen betwiif'eld. Wei zou (lit bij grootere giften duidelijker opgeiuerkt worden, waarbij zieh echter voor en na den slaap minder aangename bijwerkingen openbaren.
Ue waamemingeu aangaande den invloed van andere opium-bestand-deelen dan de geuoemde, zijn nog te weinig en te onbestemd, om daarnit onbetwistbare besluiten af te leiden.
Bij Binz vindon wij opgegevon, dat als slaapvcinvukkend bij den meuseh slechts morphine, mircei'iie eu codeine en, alleen in groote giften, papave-riue werken. Theba'ine eu narcotino sehijnen vooral den pols, do ndomha-ling eu do temperatuur op te wekkeu, doch gecne slaapmnkeude eigen-schappen te bezitten.
Volgens Bernard zoudeu als slaapverwekkend werken, in dalende reeks, narceiue, morphine en codeine. Als opwekkend en kramp veroorzakeud, in dalende reeks, theba'ino, papaverine, uarcotine, codeine en morphine ; bij uarceine zoii dit geheel outbrekon. Naar do suelhoid huuner vorgiftige, rloodelijko werkiugon rangschikto hij do door hem onderzochto alkaloideu, in dalende reeks, aldus; thebaiue, codeine, papaveriue, narceiue, morphine eu uarcotine.
Ten dien opziehto bestaat er echter bij verschillende waavnemers over 't algemeen weinig eenstemmigheid. De toe.stand, in welken de quot;personell verkeerdeu en vooral de aard en verscheidonheid dor diereu, die voor de waarueraingen eu proeven ten dieusto stonden, niet minder ook de zui-verheid en nangeweude giften dor gebezigdo praeparaien oefenden bij hot vasi stellen dor besluiten eonen zoer niteenloopenden invloed uit. Veel ver-schil ontstaat er ook wanueer alloon met ondorhuidsohe inspnitingen ge-experiraenteerd wordt, waarbij de opslorping sneller is en de working ater-kor volgt, dan wanneer alleen no inwendig gebruik over de wcrking geoor-deeld wordt. *
Men heeft getracht eenige theoretische voorstellingen van de opium-wer king in het algemeen te ontwerpen, waarbij het echter niet gelukken mociit, het aandeel daarin van elk zijner bestand-deelen juist te bepalen. Zooveel is zeker, dat het op alle deelen van het zenuwstelscl werkt, zoowel op ile centrale als pcriplierisclie deelen. Waardoor eerso de opwekkende en later de slaapmakende working eigenlijk tot stand komt, weet men nog niet.
In het ruggemerg verhoogt het eerst de retlexwerkzaainlieid van de grijze zelfstandigheid; later volgt daarin ecu tegenovergestelde toestand.
Morphine zou deraquo; working van de sympathische ganglicn-ccllen (met name van het ganglion subinaxillare) ophellen. De prikkelbaarhcid der gevoelszeinnven wordt medc verminderd; die der peripherische bewe-
-ocr page 22-
quot;nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;Opium.
gingszenuweu door kleine giften eerst verlioogtl en later verminderd, terwijl na grootc terstond de vermindeiing volgt.
Het afnemen van den eetlnst en de stoornis in do spijsvertering zijn misschien afhaukelijk van inwerking op de vagus-uiteinden in de inaag; de stoelverstopping van verminderde prikkelbaarheid der reüex-veroor-zakende nitcinden der gevoelszenuwen in het darmkanaal. Zoo hangen vennoedelijk ook de veranderingcn in de ademhaling, bij groote giften, van eene verminderde prikkelbaarheid van het adeinhalings-centrum af.
Van zijnen invloed op den bloedsoinloop en de daarmcde in verband staande telaperatuur en afscheiding der huid weet men alleen, dat opium op het hart rechtstreeks betrekkehjk weinig inwerkt. Omtrent de werking op de urine-afscheiding verkeert men nog geheel in het duister; terwijl eindelijk de vermagering bij habitueel opiumgebruik zoowel het gevolg van eene slepende maagkatarrhe, als van vermin­derde opneming van voedingstoffen zijn kan.
Het therapeutisch gebruik van opium vond reeds in vroegere dagen z66 ruime en veelzijdige toepassing, dat Hufeland zieh ge-rechtigd achtte tot de verklaring: //dat de geschiedenis van het opium de geschiedenis der geneeskunst is.quot; In lateren tijd kwamen nog zijne bijzondere bestanddeelen en allerlei scheikundige bereidingen daarvan in zwang en zoo is het wel, met kininc en iodium, tot een der meest gewichtige geneesmiddelen geworden, hetgeen ons ook aan-leiding gaf, het uitvoeriger te behandelen, dan dit in het vervolg met de meeste andere stoffen het geval zal zijn. Op zijne beperking van de werkzaamheid der gevoelszenuweu berust zijn pijnstillend ver­mögen. Wegens zijnen beleminercnden invloed op de hersemverking, wordt het als slaapverwekkend raiddel, en wegens gelijken invloed op de bewegingszenuwen, als krampwerend middel toegediend. Omdat het de ontvankelijkheid van enkele bijzondere zenawgrogpen voor uit-wendige prikkels onderdrukt, wendt men het aau, waar overprikkeling van zoodanige zenuwgroepen vcrondersteld wordt. Eindelijk vond men in zijne werking op bepaalde afscheidingen reden het toe te dienen, zoo men die, bij overmaat, onderdrukken wilde, of omgekeerd, in andere gevallen, waarbij hot bleek zekere afscheidingen te kunnen ver-meerderen, zoo men die bevorderen wilde.
Webbeb zegt (*): „De toediening van het opium vereischt eene zekere virtuositeit en cene juiste onderscheiding van de gevallen, wnarin het al of niet mag voorgcsclueveu worden.quot; Er ligt waarheid in die woorden; zij zijn echter niet minder toepasselijk op velerlei andere goneesraiddelen. Mij komt het iutusscheu voor, dat inen tot de hier bedoolcle virtuositeit, of
(*) In zijn Leerhuek der 6ijiundere Oeneesmidäelloer, vertaald iluor Dr. M. Meijebs Jr. (Tiul, bij (Jainpngno, lb70.)
'#9632;
-ocr page 23-
Opium.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; '
luten wij haar liever „ tactquot; noeraen, niet opgeleid kau worden door breedo vertoogen, wanrin haarfijn nl wat voor of tegou hot gobruik ploitou kau, overvvogcn en uitoengezet wordt. Dia tact kau alleen de eigeuaoiD worden van hem, die van nature eon gezond oordool buzit en do gelegoidieid hud zieh door luTigdurige on mime ervaring cen holderen blik op oik hem voor-komend gcval te verwerven, die lioni spoedig (loot besluiteii, hoc te handeleu. Men loert zoo iets niet nit boeken, inaar uit vlijtige waarneining bij het ziekbed. Uit dien hootde kondon wij ons ook eordor bevredigen met do weinige rogels, in welke 15inz do govallon oi)soint, wuarin hot gobruik van opium aangewozeri is, dan met do ellenlange besclirijvingen, die daaraan in de loorboekon van anderen gewijd zijn. Wij zulleu in dit op/ieht den middelwog inslaan.
Opium en in 't algerncen opiaten worden toegedieud: ]Jij acute ontstekings toestanden, met name van wei-en slijmvliezcn, van borst- en buiksingewanden. Vooral bedoelt men daar-mede reeds in den beginne zulke toestanden in hunne uitbreiding te onderdrukken. Zoo komt het vooral in aanwending bij dergelijke aan-doeningen van pleura, longen, maag, darmkanaal, lever, peritonaeum, uterus, enz. en ook bij a emit gewr ich ts-rheumatism e.
Vooral wordt in don beginne bij Kcmclde toestanden vaak opium in verbimling met calomel aangewend of wcl is pulv. Doveri bet ineor gebrnikclijke middol, waarbij men inderdaad niet zcldun den indruk veikrijgt als word door eene tijdige toudieniug ecne dreigendo i)louritis ofpneinnonio gecoupecrd. Klk piacticus zal zieh zulko govallon wel herinneren.
Het nut van pulv. J)oveii liij acuut gewricbts-ibcuinatisino wordt verscbillond be-oordeeld. Ik meeu vooral te mögen aanbovelen, vddr do toedieuing, hot pbysisch on-derzook van hot hart niet to vorzuimen. Vaak toch is eon acuut gewiiebts-rboumatisme slodits eon verschijnsel van zckcio haruiokton. Xiicfst late men dan opiaten uehterwege, wil men althans dikwijls do duaibij bestaando benauwdbeid, niissolijkhoid, dodo pijnen in do borst, enz. nlot nog zien toenomen.
De toedioning bij organische hartziokton vcreischt bijzondero oplottendbeid. Even schadolijk toch als het gobruik van opiaton zijn kan, wanneor zij onvoorziclitig worden toegedieud bij voi'schijnsolon van congestio met cen hoogeu graad van cyanoso. oven nuttig bevindt men het daui-ontegon tot bestrijding van aaiiinorkolijke boklem-ming on slapoloosheid, wanneer do lijdei's tevens block, anaomisch zijn on het blood niet mot koolzuur overladen is Doze voonvaardou vindt men vooral vervuld bij iu-sufficientio dor aorla-klapvliozen, bij vet-hart.
Bij deliria. Vooral bij delirium tremens potatorum werd het zeer lang als onmisbaar beschouwd, en wel in steeds klimmende giften toe­gedieud, om eindelijk toeli de lijders in slaap te breiigen. Wanneer er echter bij deliria nog ontstekingstoestanden vermocd worden, onthoude men zieh van opiaten.
Er zijn govallon van delirium door uitputliug, zooals na het acute stadium van pneumonie, typhus, zolfs meningitis oorobralis, waarin, naast de noodzakelijk daarbij vereisehte opwekkende en prikkolonde middelen, soms eeu enkolo gift opium de gowenschte rust, uanbreiigt en zoo bij-draagt tot horstel.
Zoo wordt het ook wel met good gevolg bij peraieiouse vormon van malaria-intermittons, vooral wanneer daarbij buitengewono opge-wondenheid on rustclooshoid bestaau, als ondcrstouningsiuiddel van kinino toegediend.
-ocr page 24-
8
Opium.
Bij ncuralgiön, voor zoo ver zjj niet geacht worden van ontste-kings- of congestie-toestanden of van weefsel-veranderingen afhanke-lijk te zijn. Ilierbij is inzoiiderheid in lateren tijd met goed gevolg van morphine-injection gebruik gemaakt.
Bij loodkoliek wordt opium door somraigen schier als specificum gei'oemd.
Ook bij p ij n e n na vcrwondingen, groote kunstbewerkingen, bij carcinoom, gal-, nier- en blaassteenlijders, enz. bewijst het als ver-zaclitend, pijnstillend middel vaak voortrell'elijke diensten.
Bij krampen, inzonderheid bij tetanus. Bij krainpweoen van barendcn wordt bet door vele verloskundigen gaarne, bij kraclitige in-dividu's, na vooraf'gegaue aderlating, in niet te kleine giften (b.v. extr. opii mg. 50, a. '/raquo;—'/* u-] voorgcschreven. Vooral dan bewijst het bij krampen dienst, waimeer dezen zieh als motorische stoornissen, ten gevolge van eenen invloed op gevoelszenuwen, derhalve als dnide-lijke reflexkrampen voordoen.
Bij slapeloosheid. Men neemt vooral den invloed van opium hierbij waar, als het 's avonds wordt toegediend. De noodige gift hangt gehcel van den individueeleti aanleg af; al te kleine giften werken veeleer in de meeste gevallen opwekkend.
Bij p s y c h o s e n. Men maakt er inzonderheid gebruik van bij puer-peraal-manicn, vooral wanneer dezen zieh door overgroote opgewonden-heid kemnerken.
Bij a d e m h a 1 i n g s - s t o o r n i s s e n. Bij h o e s t is het een zeer dikwijls aangewend middel. Waar echter door zijne toediening tevens de afsclieiding van noodzakelijk te verwijderen stoft'cn kan belemmerd worden, onthoude men zieli er van. Het komt dus alleen daar lepas, waar bij sclirale of matige afsclieiding een aanhoudende hoestprikkel bestaat, ten gevolge van eene hyperaesthesie der gevoelszenuw-uitein-den. Zoo bij phtisis, bij slepende luchtpijps-katarrhe, bij larynx-aan-doeningen, enz. Bij bloedhoesten doet liet vaak dienst, in verbinding met.acct. plumb., enz.
Bij z i c k e 1 ij k c a a n d o e n i n g e n van m a a g en d a r m k a-naal. Zoo bij perforeerende ulceratiön, carcinoom, enz. als sedati-vum. Ter voorkoming van brakingen; als zoodanig soins ook als adjuvans, met name van mercurialia. Bij doorloop, die met kolijk-pijncn verzcld is en niet met koorts gepaard gaat of niet van een ovennatig gebruik van voedscl afhangt.
Bij hardnokklge dianhoe, dio voor velerlei middelon niet wijkon wil, worden o. a. soins wanttopigo hoeveolheden opium ingcduwd. Vecl spoediger eu zonder vooiaf inet vele nndere horoLca to experimenteoren, kau dikwijls do verlangdo Stilsland verkrogen worden, wanneer men olysmata c amylo, waarin eenige droppels (10—15) laudanum, aanwondt, icts wnt In de burgerpraktyk gewoonl|)k te lang ol goheel verzulmd wordt,
15ij cholera nostras worden opiaten zeer geroemd. Bij cho­lera asiatica kunnen zij misschien bij het eerste begin van waarde
-ocr page 25-
Opium.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;quot;
zijii; in haar verder verloop echter wordt liuu nut zeer problematisch
geacht, door sommigen zelfs lumnc toedioning afgekeurd.
Er zyn velo clinici, dio o. a. den na oliolern vnnk volgenden typhus boschouwen als veroorzaakt of althans bovordeid door opiuragobniik of misbruik in don cholera-toestand.
Of opium iiulordaiul, zoo als oiikelou bewcren, bij diabetes mellitus meer vermag dan allcen den dorst te stillen, (zoodat liet zolfs als spocifi-cum legen die ziekte geprezen is,) is nog gelieol onbewezen.
Het nit wend ig gebruik van opiaten, in den vorm van in-spuitingen, inwrijvingen, omslagen, indroppeling. enz. 'is in zwang bij allerlei neuralgiön, pijnlijkc ontstekingen, blonnorrhoeen, verschil-lende oogaandoeningen, enz. Bij annwcnding in clysinata kan men dezelfde — volgens sommigen zelfs stcrkerc —- algemeene versehijn-selen van opium-werking verwach ten, als bij de toediening per os.
Men acht het gebruik van opiaten t e g e n a a n g e w c z e n bij plethorische toestanden; bij hevige koorts, met vollen, harden pols ; bij gastrische, bilicuse en septische toestanden ; bij nciging tot habitueele stoelverstopping; bij ovevmatig zwoet; bij bestaandc paralysis; bij kraebtsuitputting en bij hoogbejaarden leeftijd.
De toediening op zeer jengdigen ouderdoin gold mede steeds ids onge-past. In nieuweren tijd zijn onkelen hiorop teruggekomen, die zelfs bij jonge kinderon het nut daarvan in enkole govallon, b, v. bij snel uit-puttendo diarrhoe, met roorziohtigheid behandcld, levendig bopleitteu. Persoonlijk echter blijf ik mij nog steeds aan de zijdo der angstvalligen scharen en blijf ik, niet zonder eenige ervaring orntrent dit punt, geneigd, het opiumgebruik bij zeer jeugdige kinderon te ontraden.
-|- Opium V. N. (*) Hot in de luoht dik geworden melksap uit de niet geheol rijpe doosvnichten van Papaver somnifermn L. üit wordt, als zoo-danig, niet voorgeschreven.
Pulvis Opii P. N. Moet 9 — 13 procent morphine bevatten. Mg. 5—100! p. d. [De P. N. goeft op mg. 130! p. d.], mm. d., tot rag. 4001 [P. N.] d. d, (•)-) Bedoelt men eeno vollodige opiurawerking, dan is het
(#9830;) Het teeken vdor den naain van oen Konoesmiddel (;eplaatstgt; duidt aan, dat dit, volgens de Kditio allera van do Plmrmacopoea Seerlamhca, in onzo apotheken niet bohoeft vooihanden to zijn. — De letters V. N., door ons achter den nnam van een gencesmiddcl geplaatst, beteekenon, dat dit in gemelde nitgave beschroven is.
(t) Mg. boteekent: milligram; grm.: gram ; p. d.: pro dosi; m. d. : malen d a a g s; mm, d.: m o e r m a 1 o n d a a g s ; d. d. -. de die of d a a g s ; dl.: d e e 1 ; dln. -. deelon; git.: guttu lae of droppo 1 s. liet teeken ! achter cene gowichts-hoevoclheid geplaatst, beteekont, dat dit do hoogsto gift is voor eon vohvasaene ; wll de voorschiij-ver die voor inwendig gebruik uog verhoogen, dnn moet hij er, volgens de Edil. all. der Pharm. Neert. het teeken I achter plaatsen. Uit do label van maximaal-giften, zoonls zij in gonoomd werk voorkomt, blijkt dnidolijk, dat hiervoor ons vroeger gebruikolijk me-dicinaal gewicht rochtstreoks tot dccimaal gewicht herleid is. Wij echter, die bg het
-ocr page 26-
i^nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; Opium.
beter eene grootc gift in 66n6, dan kleinere, giften, ineonnalen her-hnald, te geven. Ju hot laatste gevui tooh heoft men eer kmis den opwokkendon clan den bedaionden invloed te zien volgen. Verlangt men intussehen, bij voiwassenen, zwakkero werkingon, dan geot't men ing. 5—15 p. d., a. u. of 2 u. ; gemiddeldo laquo;erkingen ing. 25 —5i)p. d., 1 of 3 m. ({., en voor storkere, meer vordoovendo werkingen mg. 50—100 p. d., 2—3 in. d. (Bjj personen, gewond aan opium-gebruik, bij tetanus, Hydrophobie en delirium tremens worden zelfs giften verdragen van ing. 300—500 en meer.) Zij, die meenen het aan kinderen te mögen geven (b. v. bij diarrhoe, in voreeniging met nitr. argent.), berekeuen daarvoor aV 0^ tV van ('e gift011 V001' voiwassenen. Het wordt, om zijne verstop­pende werking te voorkomcn, vaak met zoutcn vereenigd voorgesehreven (sulph. kalic, tarlr. kalico-stibic. enz.), of tot sneller en zekerder beda-rendo werking met nervina (ipeoao., eastoreum, valeriaan, enz.). Bij ont-stekings-tosstanden geeft men het gaarne met oalomel; als diaphoreticum, met ipecac., kamfer of spiesglans ; met kina en kinine bij hardnekkige in-termittentes; met ol. ricini of sulph. natrie, bij loodkolijk ; met digitalis bij longbloedingeii, enz. Tijdens hot opiumgebruik mögen plantenzuren genuttigd worden, doch ziju kol'tij en thee te ontraden. Men schrijft het voor in poeders of pillen. (Voor vloeibare vormen kieze men liever oxtr. ojiii, omdat hat pnlvis opü zieh in mixturen en emulsion te ongelijkmatig verdeelt.) —#9632; Uitw. In tandpillon, alk'en of met nagelolie, kreosoot, enz.; in clysmata (in dezelfde doses als inw.); voor oogpoedeis (1 dl. op 5—10 din. suiker of suiker en calomel iui); in oogzalveu (1 dl. op35 din.); in pleis-ters en zalven (1 dl. op 15 din.)] in zetpillon (mg, 50—100 per stuk, met sapo medic); als strooipooder of pasta (met amylum); in pappen (met narkot. krniden) en in verbandwaiers (grra. 1—3 op grm. 100 — 150). Inademing of het rookcn van opium geoft te onzokere uitkomsten, om het te mögen aanbeveleu.
Extraclum Opii P. H, [aguosum]. Soramigen nocmen het extract werkzamer, anderen zwakker in werking dan pulv. opii. Wij meenen, dat men het in dezelfde giften en vormen als dit voorschrijven kan. J)e P, N. bepaalt echter de inaximaal-giften hiervan op de helft vim de voor Pulvk Opii vastgcstelde, uamelijk op mg. lt;)5 ! p. d, on mg. 200 ! d.d. Hovendien is het beter geschikt om in oplossing (mixt.) te worden toegediend. Zoo o. a. ook uitw. voor moudsp. en gargar (mg. 500 — grm. 1 op urm. 150); voor in­jection in urethra of vagina (mg. 100-500 op grm. 50); voor oogwaiors (tot bading: mg. 50—300 op grm. 35 ; tot droppeling: mg 200—500 op grm. 35); in clysm., zalven, tandpilleu, enz. als pulv. opii. — Be P. N. noemt dit extract „oustandvastig in ziju gehalte aan morphinequot; ; dat er dus nog al vorschil in working van to verwachten is, volgt lueruit van zelf.
Fulvis Opii composiius of Fulvis Boveri P. N. 10 din. van dit poeder
vaststelleii der giften uitsluitcnd hot ducimaal gewicht, ook in de vormen, waarin hot In ouzo iipotheken vooihandon is, voor oogen hadden on ovor 't nlgemeen do ciifers 1, 5, 10, euz als grondslagon voor onzc licreiioning kozen, kwainen daar-door somtijdH tot andere getallen dan do in genoemde tabol aangenomens. Waargeon vorschil liostaut, hobbcn wij eonvoudig [V. N.] achter do inaximaal-giften goplaatst. Waalquot; dit wöl voorkomt (zoo als 1gt;. v. reeds hier bij Pulvis Opii;, wordt daarvau melding gemuakt.
-ocr page 27-
Opium.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; * *
bovatten 1 dl. opium. Voorul is bot als Hweetmiddel in gobruik, ook als stopmiddel bij diarrhoe, en inzondevhcid tot onderdrukking van hooat, vooral bij dreigciido bronchitis, pnouinonie, plcuritis, euü. Mon gecft er van in poe-dervorm, soms ook in verzaclitende inixturon, mg. 50—100 p. d., a. u. of 2 u., tot grm. 1 — 2 d. d.
Vinnm Opii of Tindura Opü vinosa P, N. 5 deulen van dezeu wiju bevatten het oplosbare uit 1 deol opiumpoeder. Men gevo hiervan mg. 100—500! [P. N.J p. d., mm. d., tot grm. 2! [P. N.] d. d., alleen, op suiker of in mixt. (rag. 500—grm. 2 in grm. 150—200). — Uitw. in mondsp., gargur., verbandwaters, voor inspiütingen, en/,. (1 dl. op 100 dln.); in clysm. in dezelfde giften als inwendigj overigens nog als het volgende.
Vinmi Opü aromaticum of Laudanum liquidum SyJunhami P. N. 6 dee-lou van dozen wijn bovatten het oplosbare uit 1 deel opiumpoeder Het is dus in üijn opiumgehalte ieta zwakker dan hot vorige. Inwendig in dc-zelfde giften en vorinen als dit. (*) — Uitw. ook als het vorige en bovendien in tanddroppels, oogwaters (tot hading: grm. 1—5 op grm. 100; tot droppoling : 1 dl. verdund inet 1—2 dln. aq. (lest.); in oog-en andere zalven cn in smeersels (1—5 dln. op 25 dln.J.
-j- Syrupus opiatus V. N. Grm. 31 van dezc stroop bevatten het oplos­bare uit mg. 130 opiumpoeder. Wordt als verzaehtendo (slaap-) stroop, tot grm. 25 d. d. (bij volwassenen), alleen, bij theelopels, of in mixt, toe-gediend.
-j- Emplaslrum opialum P. N. Wordt bij plaatselijkc krampen cn pijnen aatmewend.
-j- MorpMmm P. N. Als zoodanig wordt het zelden voorgeschreven, en dan in dezelfde giften als zijno zouten. Men is echter zekerder van de hoe-danigheid dezer bereiding dan van die der laatsten en het zon ook sterker werken dan denen. In poeder- of pillenvorm is hot aan te bcvelen. Voor waterige oplossiugen kunneu alleen de zouten dienen
-\- Acetas Morphini P. N. Daar het azijnzuur steeds min of ineer ver-vluchtigt, is deze bereiding zcer onbestendig in eigonschappeu en werkiu-gen. Het volgonde praeparaat, dal veel bestendigor in samenstolling is, verdient daarom de voorkeur.
Hydrochloras Morphini P. N. Van dit en van de vorige bereiding mg. 5—30! [32! P. N.] p. d., mm. d., tot mg. U5 ! [P. N.] d. d., in
(#9830;) De Tindura OjjH slmph.v on do Tmctiim Opü crocata (of Laudanum liquidum Sy-denhami) der l'harmacopnea üermunica, 1K72, bevntten In 10 deolcn hot oplosbare uit 1 deol opiumpoeder. Zij zijn dus in liaar oplam-gohnlto nog zwakker dau de beide hierboven goiioeindo bereidingen. Do maximaal-giften daarvan zijn echter botrekkelijk hoogor dan do onzo, uaiuelijk: mg. 1500! p. d. on grm. 5! d, d.
-ocr page 28-
•*#9632; *nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;Opium.
poeders (met sniker), pillon (met pulv. nid. en oxtr. litiuir.) of oploas. — Uitw. in clysm. (mg. 10 — 30), in zalven (1—5 din. op 50 din. vet), in smeersels (5—10 dln. op 50 dln. ol. araygd.); endertnatisch (mg. 10—30 met een weinig suiker); tot sube. inj. (mg. 100 in grm. 5 aq. dest., waarvan mg. 300—900 p. d. inspuiten).
Omtrent rtc raoiphine-inspuitin^on merkt BlKZ tcrecht op, dat de IHders zieh dani-aan zoo Kowennen, dat het van lieverlodo nioeilijk wordt, die im telaten; bovendion kiinnen zlj tot belangnjke stoornissen in de zODawwerklngeil en voedinf; aanleiding Rovon. Bij zwnkke, bluedanne personell, wier wcGistandsveiinogen men niet kent, dient inen inet voorzichtigo giften (mg. 5) de inspuitingen te beginnen. Zoo mogelijk vennijde inen daarlijj geheel de streck van hals en hoofd, wegons de naliijheid der grooto vaatstiinimen en de daarvan athankelijke mogolijkheid, dat het iniddel te vecl verdund de zeninvcentia tieft.
IIoo 't eiders hieimodo gesteld is, woten wo niot; inaar van onze hoofdstad is 't ons inet zekerheid liekend, dat aldanr in de laatste jaren door onkelon op eeno zoer lichtvaardige wijze inet moiphino-injectien wordt omgesprongon, zoodat de scliadelijko gevolgen hiervan onmogelijk achterwege kniinon blijven. Zoo zijn ons gevallen bo-kend, waarin zieh praotioi verbonden hebben, 3 malen daags Imnne lijders te injicieeren, hetgeen '/vooruorstquot; drie mannden auhteiocn zon worden voortgezet. Gold 't hierbij verzachting aan te biengen bij omiitstaanbaie pijnen of de noodzakelijkheid om andere onverdraaglijko kweilingen te verdrijven, dan ware dit inisschien nog te verdedigen. Het geschieht echter dikwerf.... onidat de patient er im eenmaal behagen in vindt, inconnalen daags in een tijdolijken Staat van narcoso te worden gebracht, — derhalve veelal nit gewoonte, schier gelieol vergclijkbaar met de behoofto van den liabitucelen zuiper naar een zoker aantal borreis daags. Nog sterker af to kourcii is 't, dat go-inakzucht er toe geleid beeft, dat aan lecken injeetie-spuitjos cn de to injicieeren vloei-stof in haiiden worden golaten, om er zelvcn gobrnik van te inakcn. Ook daarvan kennen wij menig trourig voorbeeld, zoodat wij onze jongeren de navolging hiervan ton ernstigste inoeton ontraden. llet laquo;narcotica no iiant necroticalquot; zou anders go-vaar loopen eeno ijdele vermaning to zijn.
-j- Sulphas Morphini V. N. De giften en wij/.en vnn gebniik zijn dezeü'den als van Ilydroc/doras Morphini, Voor tlierapentisdi gebruik is liet zeer aan te bevelen; in Noord-Amcrika is het 't meest in zwang zijiulo morphine-praeparaut, en ook in Frankrijk wordt het, nevens het voorgaande, het meest aangewend.
Codeinum P. N. De opgaven dor vevschillende sohrijvcrs omtrent de van dit raiddol noodige giften tot het venvekken van slaap, bernsten zeer waar-schijnlijk op een ondersohoid in de doov heu beproefde praeparaten. Uo P. N. stelt de maximaal-gift op mg 50! p. d., elders geeft men er zelfs mg. 300 on raeor p. d. van; daarom hebbon wij (in onze Eeceptuur met deeimaal gewicht, 1873] do giften van oodei'nutn en zijne zonten nldus aangewezen: mg. 30—100! [slechts tot mg. 50! l' N.] p. d., 2—3 m. d., tot mg. 300! [sleohta tot mg. 130! I'. N.] d.d., in pooders, pillen of stroop. (Do Syrop de Codeine der Pransche l'harmacop, bevat op grm, 10 stroop mg. 20 codeine.)
Volgens den omien zouden Sulphas en Ihjdrochloras Codeini zwakker, volgens den linderen sterker dan hot zuivere codeine werken.
Naree'inum. Ook liier schijnen verschillen in gehalte der beproefde prae­paraten aanleiding gegeven te hebben tot zeer onderscheideno beoordee-lingen der physiologische en therapeutische workingen. Men geeft daarvan mg. 10—100 p. d., min. (1., in poeders, pillen of oploss. — üilw. voor
-ocr page 29-
Caps. Papav.—Hydras Chlorali.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; Ab
anbeut, inject, wordt HydrocMor. Narc even als Hydrochlor. Morph. toege-diend; vooral bij prosopalgic wordt hot in dien vorm geroemd.
Capsuiae Papaverii*. Slaaphoilen.
Daar zij een zeer onbestcmlig gelialte aan morphine en andere werk-zaine stoii'en bezitten, zijn zij voor inwendig gebruik weinig gesehikt. Zeer zelden wordt er nog wel eens een afkooksel van toegediend te-gen pijnlijke en vooral krarnpaandoeningen dor buiksingewanden; ook uitw. als pijnstillend middel.
Capsuiae Papaveris P, N. \)o niet geheel rijpc vruchten van Papaver som-niferum L. In decoct, (grm. 6—10 op gnn. 100).— Uitw. in pappen (gross, pulv. met sem. lini of met narkot. kruiden); in decoct, (grm. 10 -20 op grm. 100 water of melk), voor wasschingen, mondsp., gorgeldr., cijsm., enz.
Syrupus Papaveris P. N. Wordt vooral als sedativum toegediend, bij theel. of in mixt. (grm. 10—25).
-)- Syrupus Diacodii P. N. Bestaat nit syrup, nlthaeae on syr. papav. im; gebruik als van de voorgaande stroop; vooral als adjnvans in verzachtende borstdranken.
Hydras ChloraH, Chioralhydraal,
Bij inwendig gebruik in middelmatige giften (grm. 2—3) volgt soins reeds na 4—5 minuten, zelden eerst na '/, mir, een onweer-staanbare vermoeidheicl, gevolgd door een slaap van 2—(i uren, die nagenoeg inet den physiologischen slaap overeenkomt. Bij het ontwa-ken bestaan er geene zwaarte in het hoofd, misselijkheid of braking, zooals vaak nn opiumgebruik.
Na grootere giften (grm. 4—8) volgt een veel diepere en längere slaap, — van 6—lit uren, Hierbij bestaan dan ook groote gevoel-loosheid en spierverslapping en blijven vaak op vrij levemlige prikke-ling (b. v. op bestrijking dor cornea met een spcldeknop) retiex-bewegingen achteiwege.
Na zeer groote giften dalen gedurende den slaap de liclmamstein-peratuur, de snelheid der ademlialing en de spanning der slagadcrs, zoodat zelfs de radiaalpols niet voelbaar is; bet gelaat wordt ontstemd en de ledematen beginnen koud te worden
Somtijds volgt er wel bij zeer verzwakte of prikkelbare personen, in stede van slaap, een toestand van hooge opgewektheid, eene soort van dronkenschap, of althans eene zeer onrustigc dommeling; inzonderheid is dit 't geval, wanneer aan zoodanige individu's zeer kleine doses toege-
-ocr page 30-
14-nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;Uyilrae Chloiali.
diend zijn Vooral zi] men er bij hot gebruik oj) bedacht, dat dit prae-paraat, uit ecu pliannaceutiscb oogpunt, volkomen zuiver moet zijn.
Eene vergiftiging nict ohloralhyclraat eischt, om bestreden to worden, allerlei opwekkende middelen, stooals die meerendeels hierhoven bij opinm-vergiftiging zijn opgegeven Van bruakmiddelen echter kan hierbij geen heil verwncht worden De meening van Likhkeich, die het oerst chloral-hydrnat in de geneesknndo heeft ingevoerd, dat stryohnino een bopaald te-gengift zon zijn, woi'dt door anderen bestreden. Wei schijnt hot oingekeerde waar te zijn, dat namelijk eldoralhydi-aat een tegengift van strychnine te noemen is; zeer groote giften stryehnine toch worden verdragen, wanneer men terstond diianui cliloralhydraat inspnit.
Men heeft opgemerkt, dat lijkon van door ehloralhydraat vorgiftigden 50 en zelfs 100 men na het sterven nog geene vcrsobijnsolen van ontbin-ding (stnnkj, enz.) vertoonden.
Als th60rie der werkingis het denkbeeld nitgesproken, dat chlo-ralbydraat zieh in alkalische vloeistott'en, mitsdien ook in liet bleed, in chloroform en mierenzuur s])litst, zoodat de invlocd van het ehloral­hydraat voornamelijk aan de vorming en aamve/ighcid van chloroform in het bleed zou moeten toegeschreven worden. Het strenge hewijs hiervoor is echter nog niet gelevcrd, en velen verklaren zieh zelfs ge-heel tagen dit denkbeeld. Eat bei eene belemmerende werking uitoefent op de groote hersenen en ook de verriehtingen van bet rnggemerg onderdrnkt, is zeker. Dc vcrminderde hartbeweging wordt toegeschre­ven aan een verlammenden invloed op den motorischen ganglüfn-toestel van bet hart, niet op diens spierzelfstandigheid zelve. De vertraging in de ademhaling zon bet gevolg zijn van eene verraindcrde prikkel-baarheid van het ademhalingscentrum.
Voor therapeutisch gebruik komt het met name als voor-treftelijk hypnoticum in aamvending. Het verdient als zoodanig de voorkeur boven opium-praeparaten, omdat de slaap spoediger eil zeker-der volgt; omdat er na het ontwaken geene stoornissen overblijven; omdat het lang kan worden toegediend en het daarbij noch den eetlust, noch de spijsvertering, noch tlen stoelgang belemmert; orndat het ook aau kinderen en, naar men zegt, ook in koortstoestanden gegeven kan worden.
Daarentegen werkt het, boewel er door sominigen ook bedarende werkingen van zijn opgemerkt, niet, zooah opium, als pijnstilicnd middeh hoestprikkeling en benanwdheid bij longaandoeiungen schijnen er niet door te verminderen; bij pijnen van neuralgischen aard zou het zelfs bijna wcrkeloos zijn.
Het komt dm vooral te pas bij slapeloosheid, welke ook de aanleiding daarvan zijn inoge.
-ocr page 31-
Cliloroforniuin.
16
Inzonderheid wordt liet geroemd bi j z u i p e r s w a a n z i n. Danrbij schijnen groote giften noodig.
()ok bij zielsziekten, vooral bij die, waarbij eon hooge mate van opgewoTidenbeid bestaat, wordt er veel waarde aan toegekcnd.
Voor stuipaclitige toestanden (tetanus, cpilepsie) is zijn in-vloed nog niet met zekeriieid vastgesteld, behalve bij eclampsie van barenden, waarbij het cnkele malen goede diensten heoft bewezen. Ue samentrekkingcn der baannoeder worden onder het gebruik niet ver-zwakt.
Als tegenaanwijzingen worden opgcgcven ulceratieve toestan­den van de maag, organische hart- en hersen/iekten en geelzuclit.
Hydras Chlorali P. N. Mg. 200—grm. 2! [P. N.] p. d., raeermalen, kovt na elkander, tot grm. 6! [P. N.] lt;1. d,, in zuivcr water met ecu stroop of in slijraige mixt, (van grm 50—150). Er üijn er, dio do giften veel hooger dnrven voorschrijven, tot zelfs gnu. 8! p. d. bij delirium potatorum. Veiliger is het ecbter, indien men zulke groote gitten wil toedienen, die niet op ecus, maar verdeeld, — sommigen doen dit reeds met grin. 3—5, — meermalen achtereen in te geven. Er is beweerd, dat eene verbinding van kleine giften chloralhydmat (gnu. 1) met kleine giften morphine (mg. 10) bij nitstek bedarend werken zou. — Uitw. voor snbcut. injeetie: grm. 5 met aq. dest. grm. 5; waarvan inspuiten grm. 1—3 en meer p. d.j soms meertnalen achtereen. llierna (ook vim grm. 5 met acj. dest. grm. 10)boeft men echter vaak abscesvorming ter plaatse van de inspuiting zion volgea. Voor clysmata: in dezelfdo giften als per os.
Chlor of'or mum. Chloroform.
Bij inademing gaan meestal vcrschijnselen van opgewektlieid aan do latere verdooving vooraf. Bij de eerste iiiadcmingen ontstaat ge-vvooidijk een gevoel van branding in de conjunctiva, vermeerderde traan-afscheiding, een sclierp gevoel in de keel, iioestprikkeiing en soms eene lichte salivatie. Dan volgt een meer algemeen gevoel van wärmte en van eene behaaglijke vrijheid en lichtheid naar lichaaui en geest. Daarbij wordt de gevoeligheid in de ledematen venninderd, de vingers zijn als ingeslapen en er wordt vaak iets kricbclends of ju'ikkelends gevoeld. lleuk en smaak worden gevvoonlijk minder sclierp, hoewel ook beweerd is, dat er een prikkelend-zoete indrnk opgemerkt wordt. Het bewustzijn neemt af; het omringende wordt niet duldelijk waargenomen; het denken wordt minder helder. Allerlei gehoors- en gezichts-hallncinatieu en illusien treden op; somwijlen zijn daarentcgen in den beginne beide zintuigen bijzondcr prikkelbaar. Er volgt nu eene levendige vlucht van denkbeelden, die zeli's in deliriiin kan overgaan. ,Er wordt gezongen, getloten, gepraat, enz. Daarbij wordt het aangezicht meestal rooder, de
-ocr page 32-
Chloroformum.
huid warm en vochtig; de pupillen worden zeer nauw (soms ook niet, met name bij anaemische en verzwakte personen). De pols is versneld, meestal ook voller en sterker; ook de ademlialing is sneller; voor lichte prikkels wordt de huid ongevoelig. Soinwijlen ontstaat misselijkheid of braking,
Soms blijft dit tijdperk van oj)gevvektI\eid geheel achterwege en volgt na weinige inademingen reeds volledige anaesthesie. Vooral is dit het geval bij kinderen. Bij enkelen duurt het slechts zeer kort (2—4 minuten). Bij anderen daarentegen, vooral bij prikkelbare, ze-nuwachtige personen kan het zeer lang duren; zoo kunnen zieh soms bij vrouwen krampen voordoen; bij mannen een hevig verzet tegen de aanwending, vloeken en men, zelfs tetanische versclüjnselen. Bij habitueele znipers duurt de opgewektheid meestal het langst.
Intusschen volgt dan toch of langzamerhand, öf plotseling een toe-stand van narkose. Do persoon wordt kahn, de hcvige spierwerkingen laten na, de spieren worden slap en de ledematen .kunnen zonder wcerstand passief in elke richting verplaatst worden; het laatst ver-slappen de kauwspieren; alle gevoeligheid verdwijnt, — het laatst in de voorhoofd- en slaapstrcek. De oogleden vallen toe, het hoofd zakt af; de pupillen zijn meestal vernauwd en naar boven gericht, of somwijlen verwijd; het bewustzijn is verloren; huidprikkels veroor-zaken geene reflexbewogingen; soms worden er nog onzamenhangende woorden uitges])roken. De ademlialing wordt diep en langzaam, vaak snorkend; de pols, klein, week en langzaam; het gelaat is bleek en niet zelden even als het overige lichaam met zweet bedekt. Het ge-heele voorkomen is dat van een rüstig slapende. Het gebeurt soms, dat tijdens de narkose onwillekenrig faeces en ilatus geloosd worden. In dien toestand kunnen de pijnlijkste kunstbewerkingen verricht worden, zonder dat zieh uitcrlijk eenig verschijnsel van ])ijn openbaart; enke­len beweren, — na het ontwaken — dat /,ij vvel iets gevoeld hebben, als ware 't eene aanraking. Van anderen wordt vernomen, dat zij zieh wel bewust bleven van de plaats gehad hebbende kunstbewerking, doch geen pijn daarvan gevoelden; weder anderen verklaren wel de pijn gevoeld te hebben, doch die niet te hebben kunnen uiten Ook ontsnapt soms aan den lijder een pijnlijke kreet, doch later verzekert bij geen pijn te hebben gevoeld. Verreweg de meesten echter ont­waken met de betuiging, dat zij niet weten, wat er met hen is voor-gevallen en vragen dan ook gewoonlijk, of de operatic reeds afge-loopen is? Alles hangt hierbij af van de individualiteit der patiSnten en van den duur en de mate van aanwending.
Zet men nu de toediening niet verder voort dan tot het ontstaan der gemeide verschijnselen, dan ontwaakt de patient meestal na 6—30 minuten langzamerhajid of meer plotseling, en bij het openen der oogen volgt zeer spoedig eene sterke pupilverwijding; hij ziet gewoon-
-ocr page 33-
Chloroformum.
17
lijk min of ineer verwonderd om zieh lieeu; de denkljeelden zijn nog wat verward, doch eindelijk komt iiij weder gelieel tot zieh zelf. Soms volgt nu eerst misselijkheid of l)riiking. In den regel echter zijn de miwerkingen niet noemenswaardig; bij enkelcn — en vooral bij zwakke en bejaarde lieden — blijft nog ongeveer 21 ureu aanhou-dende inisseiijkheid, zwaarte en pijn in het hoofd over on inzonder-heid kinderen vallen soms op nieuw in eenen langdurigen, zelt's coma-teusen slaap. — In eukele gevallen volgen koude rillingeu en zelfs collapsus.
Gaat men echter na het ontstaan der gcinelde verschijnselen met de toediening voort, dan verraden vaak alieen de ademiiaiing en de hartslag, dat er nog leven is. Maar ook dozen kunuen verminderen; de pols wordt langzamer, de golf lager en minder resistent; de hart-werking vertraagd, onregelmatig; ook de ademiiaiing wordt langza­mer, zwakker; de borstkas zet zieh moeilijk uit; het gelaat wordt eyanotisch; de oogbollen puileu nit; de pupillen verwijden zieh ; er bestaal levensgevaar. Dan worden ook de nagcls en de tong blanw ; de onderkaak zakt ueer; voor den mond komt schuim: men hoort een kort rochelcu en met eenige lichte schokken volgt de dood. Komt het al niet dadelijk zoo ver, is er nog redding mogelijk geweest, dan blijft vaak eene gevaarlijke zwakte over, die zelfs nog na eenige dagen — soms nog na den l:illei1 dag — den patient kan doen bczwijken.
I?ehalve zulk een chloroformdood door asphjxie, zijn er ook gevallen waargenomen, waarin de dood aau syncope of apnoe is toegeschreven. i'ij den syncopalen vorm staat de tot hiertoe soms gehecl regelmatige pols plotseling stil, of tegelijk met het hart, of met eenige vmchtelooze samentrekkingen hiervan ; dikwijls wordt tevens liet gelaat bleek, het eollabeert, het geheele lichaam wordt koel, de pnpillen verwijden zieh en de ademiiaiing staat stil. Bij den apnoetisehen vorm houdt de ademiiaiing plotseling op, terwijl de hartslag nog voortduurt en dan ontwikkelt zicii de aspbyktische toestand. De liocveelhcid ingeademd chloroform en de tijd tussohen de eerste inademing en den dood kun-nen zeer verschillen ; gemiddeld bedraagt de duur (i—10 miuuteu.
JDe lijkbevinding levert niets kensclietsends op. Slechts nog kort na den dood is de chloroformreuk waarneembaar. Soms is het hart stijf en gevuld met zwart, vloeibaar liloed; dan weder slap, bleek en bloetL ledig. De mate van dunheid van bei bloed sehijut in verband te staan met de snelheid van den dood; gewoonlijk is liet donker en enkele malen lieeft men in het aderlijk bloed gasbellen ontmoet.
Iiij het ontstaan van dreigendo verschijasoloii stake men terstond de toediening en zorge men voor onmiddellijken toovoer van vevscho lucht; men verwydere het slijm nit den mond, t.rekke do tong' imiw voren, blaze
(.'osTER, Qtnmmiddeltter,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; laquo;
-ocr page 34-
1 Hnbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;( lilniciroininm.
luobt in (vuu mond tot inond, of door eeti blausbulg, of door middel van eeno in dc larynx gebrachte buis), oiiderhoado eeno kunstmatige adem-Imling, onder het opstuwen vim hot middelrif, door middel van drukkiivj; op den bulk; men kittele liet neusslijmvlies, houde ammonia onder den neus, bespülte de tuiid mot eon likscbon straal koud water, sehuiere haar, en wassclie haar mot nzijn of spiritns. Voorts /ette men prikkelende olyslaquo; mata, faradiseere do norvi phreniai bcproevo zelfs tracheotomie en einde-lijk trunsfusio. I'.r /.ijn vooi'beelden, dat deze bohandeling nog na verloop van nron cindelijk herleving ten gevolgo had. Men zij er op bedacht, geeno vloeistof in de rnondholte te störten, wijl die in de luchtpijp kan zakken, daar tocli de schijudoode niet slikken of hoosten kan.
Bij het inwendig gebruik van kleine giften ontstaat een ge-voel van wärmte eu br.uiding in den slokdarm, de inaag en dc dannen. — Op grootere giften volgen dikwijls brakingen, doorloop, hoofdpijn en verdooving.
]5ij hoeveclheden van grm. 15—;30 gebruikt, kan een toestand van opgewektheid eu dan van narkose, of bij nog gruotere giften, tot grm. 100, tcrstond de laatste ontstaan, die ook met geheel ver­lies van bewustzijn, gevoel en beweging gepaard kan gaan. Van lieverlede kan dc. sainentrekking van het hart verlamd en de adem-haling moeilijker worden en onder verschijnselen van vagusverlam-ming en stülpen kan de dood volgen. Hetzelfde is opgemerkt na inspuiting in eene ader eu zelfs na aanwending van clysmata.
Bij de lijkopening vertoonen zieh verschijnselen van darmprikkeling, tot ontsteking toe, congestie naar de hersenen en longeu, en een vloei bare, onvolledig gestolde, donkere bloedmassa.
[Uit alles geldt ook van het inwendig gebrnik van aethersoorten; de behandeling is grootendeels zooals de boven geschetste, en boven-dieu zooals die later bij spiritns-intoxicatie zal worden opgegeven.]
Waar men nog herstelling ziet, komt toch vaak na terugkeer van het bewnstzijn een acute gastroenteritis tot stand, met braking, bloe-derigen stoclgaug en lievige pijnen, die of in genezing overgaat, 6f toch nog doodelijk eindigen kan.
Chloroform, u i t w e u d i g aangebracht, vcroorzaakt op de huid, (loor verdanipiug, een gevoel van koude lielet men de verdamping, dan ontstaat van lieverlede branding, roodheid en zelfs blaärvorming in de hnid ; bovendien vcroorzaakt zij plaatselijke gevoelloosheid', die niet alleen van de verwekte koude af hangt, want zij ontstaat ook bij de aanwending van chloroform in den vorm van zalf.
Als tiieorie der working neemt men aau, dat eerstdewerkzaam-
-ocr page 35-
Cbloroformnm.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; 'quot;
heid van de groote hersenen, dan die van de kleine hersenen en later die van het ruggemerg belemmerd wordt: veel later eerst de ver-richting van de peripherische zenuwen en van het verlengde merg. De gevoelloosheid hangt eigenlijk af van eene verlainming der zcnmv-centra, niet van eene aandoening der peripherische govoels/enuwen. Wei is waar blijkt het uit de plaatselijke anaesthesie, door chloroform te weeg gebracht, dat het ook op de laatsten werkt, doch zij kunnen nog onaangetast zijn, terwijl de centraalorganen reeds ge-heel verlamd zijn. Ook de bewegingszenuwen worden er door aangetast, maar de centrale gangliencellen blijven altijd veel gevoeliger voor deze stof dan de zenuwvezels. Bij de verlamming der centra worden ook de gevoels-gangliencellen eerder aangetast, zelfs verlamd dan de motorische. De scheikundige toestand der zenuwcelleu en -vezels schijnt daarbij eene verandering te ondergaan. Reclitstreeks op spieren aan-gewend, doet het dezen verstijven, en, met blocd in aanraking gebracht, zon het de roode bloedlichaampjes oplossen, waardoor het bloed lak-kleurig wordt. Men heeft ook sorns na langdurigc inhalatie eene icterische huidkleur en galklcurstof-reactie in de urine opgemerkt.
De bij diepe en langdurige narkose ontstaande onregelmatigheid en vertraging van den pels is het gevolg van eene vermindcrde prikkel-baarheid der centraaltoestellen van den bloedsomloop (vagus, vasomo-toriscli centrum en museulo-motorische toestel van het hart). De vermindering der drukking in het slagaderlijk vaatstclsel hangt ge-deeltelijk van eene rechtstreeksche werking op het hart af en vel op zijnen musculo-motorischen toestel, gedeeltelijk van eene verlamming van het vasomotorisch centrum, die eene verwijding der slagaders ten gcvolge heeft. Met de laatste schijnt ook de vermindering der tera-peratuur in verband te staan als gevolg van eene vertraging in den bloedsomloop, en dus van eene vermindering der stofwisseling #9632;—#9632; Even als op de circulatie-organen werkt het ook op de ademhalings centra.
De pupil-verschijnselen hangen af eerst van prikkeling en later van verlamming der centra in de hersenen; bij de secundaire verwijding kan ook eene verlamming van het Sympathieus-centrum betrokken zijn.
Als de doocl volgt onder geheel plotselingen stilstand van het hart, clan zal dat wel van eene verlamming van den musculo-motorischen toestel van het hart afhangen. Is liij het gevolg van stooruissen in de ademhaling, dan staat of de ademhaling plotseling stil ten gcvolge van eene verlamming van het centrum in de medulla oblongata, of er ontwikkelt zieh het complex van verschijnselen eener koolzuur-ver-giftiging. In het laatste geval kan men ;;oowel de verminderde prik-kelbaarheid van het ademhalingscentrum in rekening brengen, als ook in 't bijzonder de gebrekkige opneiuing van /nurstof, ten gevolge van de inadeining der chlorofonndampen.
-ocr page 36-
20nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;Chlorofominm.
Met therapeutisch gehruik bepaalt zieh tot inhalatien en uitwendige toediening. Men heeft het ook als inwendig middel be proefd en soms geroemil in vele gevalleu, waaria deze beide vonnen van aanwending te pas komeu. JJaarin kon het echter best door andere middclen worden vervangeu en heeft het alllmns geene eigen-aardig gunstiger gevolgen dan dozen gehad.
De inhalatien zijn niet zelden met vrucht aangewend bij allerlei kramptoestanden, asthma, chorea, epilepsie, tetanus, iiydrophobie, enz. (ook naar beweerd wordt, met bijzonder succes, bij pneumonie).
Voorts en vooral bij chirurgische kuns tbe werkingen, waarin het als anaestheticum onmisbaar geaclit kan worden, zoowel cm de lijders, Wien men daardoor vaak een weldaad bewijst, door hun kwellingen te bespaxen, als in het belang van den goeden gang der kunstbe-werking zelve. De patient tocli is daarbij rüstig; door de spierver-slapping gelukt eerder de repositie van heniiae, outwrichtingen, frae-turen, enz. Het ouderzoek wordt in enkele gevallen, met name bij kinderen, gemakkelijker. Bij bepaalde kunstbewerkingen zou zelfs de sterfte der gecliloroformiseerden gunstiger zijn; hetzij als gevolg van de mindere psychische opgewektheid bij en na de operatic, hetzij, zooals ook beweerd is, door het mindere bloedverlies, waarmede de chloroform-anaesthesie gepaard zou gaan. Ook bij oog-operatien, met name bij coremorphosis, bij cataract-operation, enz. bewijst liet gewich­tige diensten.
Bij verloss ingen aangewend, schijnt de inhalatie niet nadeelig op de vrucht te werken. Ue uterus wordt aanvankelijk verslapt, de weeen worden flauwer en staan soms 1Ü—15 minuten stil, om later weder terug te keeren. Na de inhalatie kunuen meer dan anders stoornissen in het tijdperk der nageboorte volgen, vooral bloedingen en gebrekkige uitdrijving der placenta, ten gevolge van zwakkere sa-mentrekkingen van den uterus. Oaarom bepaalt men zieh met hare toepas-sing alleen bij bnitengewoon gevoelige vrouwen en eene bovenmatige pijidijkheid; bij vrces, dat door te woesten aandrang der weeen, scheurmg ontsta in gespannen weeke deelen, bij slrictura en tetanus uteri, en vooral bij eclampsie der barenden, bij zeer pijnlijke mani-palation en kunstbewerkingen (moeilijke keeringen, embryotomie, enz.); als er post part um geeue bloedingen bestaan, bij liet laat wegnemen der placenta en bij zeer hevige naweeen.
Er zijn gevallen, waarin men zieh niet van de inhalatie bedient, zooals bij kleine, spoedig ailoopendc kunstbewerkingen, b. v. bij het trekken van tanden, bij operation in de mond- en keelholte, waarbij gevaar bestaat, dat het bloed in de luchtpijp zakt; in omstandigheden, waarin spierspanning lioodig is, zooals bij jjeesdoorklieving; bij litho-
-ocr page 37-
Chloiolonnuiii.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; 21
tripsie, omdat men iluarbij vaak leitelaquo; inoet o|) de subjectieve gewaar-wordingen der Inders, enz.
Hepaald tegenaangewezen acht men de inhalatie bij zeer jongc kinderen en zeer hoog bejaarden; bij liartziekten, ancurysmata, long* cavemen en dergelijke die]) iugrijpende organische gebreken. Zeer voorzichtig zij men daannede bij zware vetbuiken, bij aanleg tot her-sen-hyperaemie, bij epileptici -en bij siepende spiritus-intoxicatie.
Het cliloroformiseeren mag niet. geschieden bij een gevulde maag, maar ook even min na langdurig vasten.
Hij het nitwendig gebruik bedoelt men eene plaatselijke anae-stiiesie teweeg te brengen, zooals bij neuralgien van oppervlakkig gele­gene zenuwen. bij spierrheiunatismus, bij hyperaesthesie der huidzenn-wen; bij tandpijn (door inwrijving van het tandvleesch of het brengen van watten, doortrokken met chloroform in de gecariiierdc holte); Dij oorpijn (op gelijke wijze, of met spiritus vermengd, in het oor gebracht); bij carcinomateuse verzweringen kin den vorin van omslagen); soms ook bij hernia inoaroerata (als smeersel), bij spasmi, tenesmus, lood-koliek (in den vorm van clysmata), bij pijnlijke gezwelien, enz.
Chloroformum P. N. Inwendig: Qtt. 2—10 p. d., mm. d., op suiker, ook in aether, of spirit, oploss., in siijinige deoooten of als emulsie met die of eidojer. — Uitw. alleei), opgodroppeld, in omslagen of tot be-strijking (alsdnn soms mot 2-4 din. spiritus vermengd); of in smeersels en zalven (grra. 3 -10) met (grin. 15 -80) ol. oliv., ol. hyoso.,ol. terebinth, of glycerine.
Tot inhalatie, wanneer men geene narkose bedoelt, gtt. 5—IB p. d., a. 2-4 u.
Waar men die wel verlangt, zorge men voor volkomen zniver chloroform, in niet to geringen voorraad. Men ontdoe den patient van kleedingstuk-ken of banden, die de vrije beweging van de inademingsspieren of van het diiiphragina konden belemmeren. Ken bijzondere tocstel voor de inademing is overbodig. Ken trochtervormig gevonwen dock of een als eon peperhnisje gevouwen papieren zak met oponen bodera (d. i met breed atgeknipte punt), waarin de doek luchtig wordt ingebracht, of in plaats van (lit, een spons of watten is voldocnde up hot doek, de spons of watten giet men voor kinderen 5—10 droppeis, voor volwassencn 60—60 droppels, hondt dan de bevochtigde oppervlakte eerst op eenigen afstand, dan steeds dich­ter bij, zonder echter het aangezioht to raken, zoo voor inond en neus, lt;lat nog altijd tegelijk met het chloroform eene voldoende hocvcelheid damp-kringslueht kan worden ingeadenid Men vernieuwt de opdroppeling van tijd tot tijd; voor kinderen zijn vaak 20 30 droppels, voor volwassencn grm. 4—15 toereikend. Intusschen wordt door een deskundig helper onaf-gebroken op den pols en do adcnihaling acht gegeveu en bij do minste on-regelmatigheid (daarlatend de pritnairo vcrsnelling) tegen de voortzetting der inhalatie gewaarsrhuwd Is er volkomen anaesthesie, dan late men niet
-ocr page 38-
^
Afithei'i
venlev iniulfiiueraquo;; slechts dan wamieer bij langdurige kunstbewerkingen het l)e\vustzijii temg wil keeren, kau weder eeue geringe hoeveelheid toegodiend worden.
Vele practioi hebben do gewoonte, na bet ontwaken van belangrijk geo-pereerden uit den ohloroforraslaap, aan dozen, wnnneer zij weder op hunne legerstede zijn gebracht, kleiiu- giften morphine (mg. 10—15) te laten in-nemeu of subcutaan te injicieeren; zij beweren, dat hierbij do working van het laatate geenszins gowijzigd wordt door het voorafgegnne chloioform-gebruik. Zoo zijn er ook, die het, voorai wanneor hot om relaxatie-vorschijn-selen te doen is, b. v. bij hernia incarcerata, zeer voordeelig achten, vdor do chloroform-toediening morphine snbcutaan te injicieeren en do inhalatie van chloroform te doon geschieden juist diin, wanneer do oerste verschijn-selen van morphineslaap zichthaur worden. In zulke gevallen zou er eene veel mindere hoeveelheid chloroform noodig zijn, om volledige anaesthesia en relaxatie te zien volgen. Zclfs aan op die wijzo behandelde patienten wordt, zoo zij ingrijpende kunstbewerkingen hebben ondergaan, na hun ontwaken uit don gecombineerden morphine- on chloroformslaap, niot zol-den op nieuw morphine ingegoven of geinjicicerd.
jAether.
Wij bespreken dit middel te dezer plaatse slechts om zijne working als anaestheticum, waardoor het zieh hier onmiddellijk aan het zoo oven be­handelde aansluit. De ovorige werkingen van aether en vordere daartoe behoorendo bereidingen zullen later — onder de Excitantia — nader tor sprake komen.
Ofschoon als anaestheticum vroeger in gebruik gekoinen dan chlo­roform, is het als zoodanig tot inhalaticn schier overal door het laatste verdrougen, omdat cliloroform minder onaangenaam riekt, minder tot hoest prikkelt en een spoediger, langduriger en dieper narkose ver-wekt dan aether; dit laatste zou daarentegen minder spoedig asphyxie tevveeg brengeu. Men heeft bij het aamvenden der aether-inhalatie hetzelfde in 't oog te iiouden als bij cliloroform. De hoeveelheid, noodig om volledige anaesthesie te verwekken, is echter bij aether gemiddeld gnu. 16—20 (en souis meer) bij volwassene personen van overiguns gezond gestel.
Meer wordt het echter aangewend als een piaatselijk anaesthe­ticum, waarbij het voorai door de koude werkt, die het, bij ver-damping, op de bevochtigde plek doet ontstaan. Men kan die ver-damping bespoedigen door op die plek te blazen of door middel van hiertoe ingcrichte toestelletjes (ook door een gevvonen pulverisateurj. Men gebruikt het zoo bij kleine operation, kunstbewerkingen aan de tanden en de nagelleden, bij liet opereeren van phimosis, het wegnemen van haren, enz.; zelfs bij grootere operation (zooals ovariotomie, enz.) De voorafgegane koude heeft op het verloop der wonden geenen nadee-ligen invloed. Ook als eenvoudig anodynum bij kiespijn, oorpijn, enz.
-ocr page 39-
liulliiiliiiinn.
2'6
werkt het, wanueev men het op of in deu oitltrek van liet /ieke deel in kleine hoeveelhedon annbrengt, tlooi' /.ijn koudmakencleTi invloed
dikwijls /,eer nnttig.
Behalve ohloroform en aether, zijn aohtereonvolgeaa uog uon nantal anlaquo; dere vluchtige Stoffen In gebruik gcnonieii, hctzij om plsmtselijke, of wel om iilgemeene iiuaustlicsic tot stiuul te Iji'ougun. Green daarvan ook o. a. niet het in de tandheelkunde in sswang gukomen sttkatofoxy dulegas) heeft bijzondere voordoelen boven de genoemde vloeistoffenj integoiulccl zijn er aan de aanweiuiing vim menig iniddel daaronder veel meer Ijezwaren en zelfs gevaren verbünden. Uit dien hoofde gaan wij ze, als onnoodige nien-wighedeu of spoedig weder vergetone inode-artikels, met stilzwljgon voorhij.
Helladonna I0oodkrtnd.
Hiervan zijn olliciueel Rad'uv en Folia, De eigenlijke wei'king van alle deelen der inoederplant is nClinnkelijk van een daarin voorkoinend alkaloid, hetwelk in den jongsten tijd meer nog dan cle wortel en de biaderen in aanwending gekomen is. Dit alkaloid,
/flro|iiMiiilaquo;,
werkt, hoewel reeds in veel kleinere giften, identisch met genoemde deelen in substantie en kan dus hier tegelijk met dezen besproken worden.
Het inwendig gebruik in /eer kleine giften (Rad. B, mg. 20—60; Sulpli. Atrop. mg. I, 2—3 malen daags), Jiecft verwijding der pupillen ten gevolge, daarna droogte in de keel en dorst, soms eenige hoofdpijn en eene lichte roodheid der liuid.
Na grootere giften atropine (b. v. .j maal grootcr daii de ver­melde) ontstaat hoofdpijn en reeds na '/, mir pupil-verwijding, voorts heete banden en eene zeer droge, brandende huid; zoo sterke droogte in den niond en de keel, dat het slikken bijna omnogelijk wordt; eerst vermindering, later versnelling van den jiols, gruote sjiier-Zffakte, sterk beven en onzekere gang, groole opgewondenheid en on-rust. (Nog .'5 dagcn later zijn pupil-verwijding, droogte van de huid en algemeene zwakte waargenomcn.)
Bij voortgezet gebruik van deze of zelfs van iets kleinere giften, wordt de pupil sterk verwijd; bet gezichtsvermogen ncemt af, tot blindheid toe; allerlei hallucination van srezicht en gehour, meestal van vroolijken aard, en begripsvenvarring volgen; slaaj) ontbreekt of wordt door ijlen gestoord; soms ontstaat daarentegen stnpoiquot;, ook iiet sjjre-ken kan beieminerd zijn, zelfs tot stoinheid toe.
Bij nog grootere, eigenlijk toxische giften (zooals zij soms door het gebruik van belladonna bessen veroorzaakt worden, ontstaan vaak mis-selijkheid, soms brakingen, buikpijnen, zelden diarrhoe en wijders a) de reeds genoemde verschijnselen. Met aatigezieht is meestal roo I en
-ocr page 40-
24
liollHiloinin
ook het gehecle lichaam droog, heet en soins scharlakenrood. Ilet beven klimt tot schokken, met name in liet gebied van den nervus facialis; de oogbollen puilen uit; het biudvlies is sterk opgespoten; de adem-baling is benauwd en versneld; de pols is /eer snel en vaak onregel-niatig. Eindelijk worden urine en faeces onwillekeurig geloosd, en onder deliria of in coma volgt de dood.
Als lijkbevinding wordt opgegeven bioedovervuiling van hersenen, hersenvliezen, longen en iiart; sterk geinjicieerde nervus vagus en donker, kleverig bloed. — Dat atropine in de urine te vinden is, wordt als zeker vermeid.
Bij vergiftiging- wende men 't eerst braakmiddelen aan on handele men vervolgens symptomatisch; inzonderheid koinen uit- en inwendige opwok-kende prikkels te pas (waarovor men vergelijko het boven bl. 2 bij opium op-gegevene, — alwaar ook iets vermeid is van hot beweerde nnttigonisme tusschen morphine en atropine).
Bij rechtstreekschc aamvending van atropine op de conjunctiva volgt de pupil-vcrwijding nog cerder dan bij inwendig gebrnik; hierbij ont-staan ook accümodatiestoornissen.
Onzeker is 't, of atropine door de gave buid opgeslorpt wordt; dikwerf wordt echter reeds pupilvcrwijding opgemerkt, wanneer atropine bevattende zalf in den omtrck der oogen ingewreven is.
Bij subcut. injectie zou rondom de plaats van inspuiting de gevoe-ligbeid veel geringer worden.
De aan wending op plekken, die van de opperbuid ontdaan zijn, kan tot vergiftigings versohijnselen aanleiding geven.
Als theorie der werking is weinig meer te vermelden, dan dat atropine reolitstreeka verlammend werkt op de uiteinden van de ge-voclszenuwen in de longen. het hart, de organen met gladde spier-vezels, voorts op de pcripherische uiteiuden van den hartvagns en de motorische hartgangliön. De pupil-verwijding wordt toegescbreven aan cene verlamming van de pupil-vernauwende zenuwen, van de uiteinden van den oculomotoriiis of rechtstreeks van den muse, sphincter iridis; de acconiodatic-stoornissen aan parese van de daarbij betrokkene spieren.
Bij het therapeutisch gebruik van belladonna en atropine wordt bedoeld de ziekelijk verhoogde prikkelbaarheid van peripherische gevoelszenuwen te verminderen; ook dan wanneer zieh deze door reflex-verschijnseien openbaart.
Hit dien hoofde wordt belladonna toegediend:
Hij neuralgicn, vooral van de maag, — welke ook de oorznak der cardialgie ziju möge, waarbij het minder verstoppend werkt dan opium; voorts bij prosopalgie, ischias, enz.
-ocr page 41-
Rellnilonna.
25
Hij k r a in p-toestandcn van verschillenden aard, met name van het darmkanaal; vooral bij die van sluitspieren, zooals van den sphincter ani en vesicae, van het collum uteri, enz. Zoo iieel't zieh dit middel ook bij asthma en kinkhoest (in het laatste geval soms met tannine of moschus verbonden) zekeren naam verworven. Ook lieeft men het als specificum bij habitueele incoutinentia urinae geroemd
Bij e p i 1 eps i e en p s y c h i s ch e s t o o r n i s s e n (mauie, melancholia, enz.) is vroeger belladonna en later atropine vaak met goed gevolg aangewend.
Helzelfde wordt beweerd van zijn gebruik bij stoelverstojjping, vooral wanneer die afhankelijk is van traagheid der dikke darmen
Eindelijk lieeft belladonna en atropine in de oogheelkunde ruiine toe-passing gevonden; inwendig o. a. bij lichtschmvheid met pnpil-ver-nauwing, enz.
Vooral bij oogaandoeningen van verschillenden aard is het uitwendig gebruik in zwang; vooreerst als onderzoekings-middel, tot verwijding der pupil, waarvoor men zoo slap mogelijke oplossingen bezigt; en ten andere als eigenlijk geneesmiddel bij verschillende ont-stekingstoestanden (keratitis, iritis, enz.), bij adhaesien van den pupil-rand, bij voor- of achterwaartsche synecliien van de iris; ook na operatien, ter voorkoming van iritis, enz.
Voorts is belladonna als plaatsclijk pijn en kiampstillend middel aangewend bij vele toestanden, waarbij het ook inwendig gegeven wordt; daar echter de bestanddeelen van radix en folia bellad. vermoedelijk niet door de gave huid worden opgeslorpt, zijn er ook, die de be-darende werking alleen aan de wärmte der pappen, waaronder men ze pleegt te vermengen, willen toeschrijven. — Aftreksels van belladonna zijn ook wel met hetzelfde doel, in omslagen of in clysmata, toegediend.
Het rooken van belladonna-bladen door asthma- en teringlijders is, als gevaarlijk, af te keuren.
-j- Radix Belladonnae P. N Deze bexit iets grooter atropine-gehalte dan de folia bellad. Mg. 10—200t p. d., 1—3 m. d., tot mg. COO! d, d., in poeders pillen of infnsie (mg. 300—grm. 1 op grin. 100), — Uitw. in infus. (grin. 1—3 op grm. 300) als oogwater bij zeer pijnlijke ophthal-mien of als olysma bij hernia inenro. spasmed.; voor inhalation (mg. 500— grm, 1 op gnn. 51)0 water); voor inspuitingen (grm. 3—-t op grm. 100) bij pijnlijke utenis-aandoeningon ; voor omslagen (grm. 2—^B op grm. 100); voor zalven (1 dl. poeder op 5—10 din. vet).
Folia Belladonnae P. N. Even als de Radix, af komstig van Atropa Bella­donna L. Mg 50—2001 [P. N.] p. (I., 1 3 m. d., tot mg. 600! [P. N.] d. d., in poeders, pillen of infnsie (mg. 5UÜ—grm. 1 op grm. 100). — Uitw. In substantie, als rookmiddel (vergel hierouder bij stramonium:
-ocr page 42-
2fi
Bcllmlouim
Charta antasthmatica) of in pappeii (b. v. 1 dl. poeder op 5—10 din. lijnraeel). In infusie (gnu. 1—10 op grm. 200) voor verl)andwater, orasla-gen, plaatsolijke damphaden, inspuitingeu (b.v. in do vagina); tot inhala-tien !mg 500—gnu. 1 op grin. 500 water); chsmata (ing. lOI)—grm. 1 op grm. 100); voor oogwaters (tot verwijding der pupil, eone infusie: grm. 1-3 op grm 25; voor oogbndcn: grm. 3—6 op grin. 100).
Liever dan de Radix of Polin worden de nit de versehe bladeren be-reide extracten nangewend:
Exlraclum Belladonnae iiquosum P. p. d., mm. d., tot mg. 130! [P. N.] d
N. Mg. 0—30! [tot ing. 32! P. N.] d., in ))illen of poeders. — Üitw.
in zalf (1 dl. op 15—30 din. vet).
Extractum Belladotmue spirituomm P, N. Mg. .'i—15! [tot mg. 16! P. N,1 p. d, mm. d., tot mg. 65! [P. N.]d. d., in poeders, pillen on oplossing. (Hij cardialgie vaak in poeders, vereenigd met nitr bismuth, bas., — of wel met BQ. ainygd. amav.) — Uitw. tot bestrijking van het osti um uteri; tot insraeering van bougies, bij pijnlijke strioturon ; voor inspuiiiugen (mg 50 —100 op gnn. 25); voor oogwators (tot verwijding der pupil: mg. 250—500 op gnn. 10); voor oogdroppels (bij ophthalmie: mg. 100—600 op grm. 25); in pleisters, zetpillen en zalven, bij rigiditeit van het ostium uteri, bij blaaskramp, stricturen en herniae incarcer. (gnn. 3—6 op grm. 20—25 j; in oogzalven, bij scrophuleusc lichtschuwheid (mg. 300—600 op grm, 10); tot inhalatie (mg. 60—250 op grm. 600 water).
Zecr spoedig na de aanvonding van suppositoria lieb ik vaak |mtieiitiiii ovot cen bitteren smaak hooien klagen, — liij de toodieiiing van het extract in clysmnta mag hoogstens mg. SJÜÜ per olysma toegediend worden, dnnr op giootere (loses niet zelden zoer gevaarlijko verschijuselen volgen
-|- Infmum Belladonnae. uleomm P. N Uereid door trekking der ge-droogde bladeren met olijfolie. U it wendig gebruikt bij pijnlijke aandoeniu-gen tot iuwrijving vun de huid; werkt vermoedelijk niet anders dan enkele olie ook doen zou, onidat het eigenlijk werkzame bestanddeel niet in de olie oplost en, zoo het dat wel zou doen, toch waarsehijnlijk niet door de gave huid indringt.
-|- Emplastnm Belladonnae V N, Als pijnstillende pleister in gebruik. B(j de bereidiug van Unc/uenlum pupuleum P. N. worden o. a lol. belladonn. gebruikt.
Wagens het zeer onbestendig gehalte aan het eigenlijk werkzame be­standdeel, — het atropine, — zijn genoemde geneesmiddelon in lateron tijd voorul door hot laatste zelf vervangen.
-H Atropinum P. N. In zuiveren toestand wordt (lit alkaloid nagenoeg niet gebruikt; daar men, tot oplossing, cenige droppels zunr behoeft, schrijft men liever het volgende voor; wil men het echter toch als zooda-nig aanwendon, dan geve men het in dezelfde giften als sulphas atropini.
Waiineor man in Duitscho werken opgeteekend vindt, dat de working van I dl. atro­pine wordt gelijk gesteld aan die van ^U0 din. extract of GU0 dln l'oi. beilad., neme men Hie voorstellinir bij ons diiÄrom niet over, omdat er nog nl vcrschil hestant in de
-ocr page 43-
onbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;quot;7
M run him in ii,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;~ '
voorschnften van onze extract-beroiding en die van elders. In Ooetenrijk o, a. wordt het uit den gedroogden wortel herald) volgens do Pharmacop. (hrmanica, 1872, nit dt versehe bladon en takjes van het bloeicnde kruid; enz.
Sulphas Atropini P. N. Mg 0,3— mg T! [P. N.] p. d., 1 — 3 m. d„ tot mg. 8! [Pi N.] (1. lt;!., in pillen (met extr. en pulv r. liqnirit), poe-ders of oploss. — Uitw. in zalven (mg 20—5') op grin. 10 vet), ender-rantiscli, in poeder (1 di. met 300—5(10 din, suiker); tot oogdroppell (mg. 40—80 in grm. 10—25 aq. dest.); voor subc. inj. (mg. 100 op grm, 10—15 water, waarvan inspuiten mg. 100—200 p. d.).
Met de subcutane inspniting zij men niet al to kwistigj neheel onvonvachte bljwer-kingen kunnen soms hot gencesiniddol nog gevaarlijkor maken dan de kwaal.
Do pupil verwijding volgt bij lüchtstroekscho aanwending zelfs van de moest ver-slapto oplossing nog veel snoller dan bij het inwendig gebruik. Men raquo;ij laquo;chter voor-zichtig, dot het praeparaat niet met oen overniaat van zuur vcrontreinigd zij, daar dit pijn en prikkeling van do conjunctiva tcweeg brengt. Er is echter geen reden, om, zooals men vroegur nieendo, aan het in Kngeland bereide sulph. atrop. do voorkeur to govon. Het onze, naar eisch bereid, voldoct oven good.
Het met atropine-oplossing doortrokken papier (van Stkaitfield), waarvan men kleine Vierkante stukjes in hot oog brengt, verdient minder toopassing, omdat do ver-deeling van het atropine in de ondorschoidene kwadraatjes niet golijkmatig bleek tozijn. Beter zijn do daarmed doortrokkene gelatine-blaadjes, in Frankrijk en Zweden aanbe-volen, Elk klein kwadraatje der laateten door Almen bereid,) lost in het traanvocht op, zonder prikkeling te verwekken on bevat ongevoer mg 0,6 sulph. atrop
Stramonium. Doornappei,
Hiervan zijn officineel Folia en Semen. De werking is afhankelijk van een daarin voorkoinend alkaloid, daturine, hetwelk in een schei-kundig opzicht geheel met atropine overeenkomt, doch waaraan som-inigen eene nog sterkere werking dan aan het laatste toeschrijven.
De physiologische werkingen van stramonium, met name op de hersen-verrichtingen, worden over .t algemeen beschouvvd als in hevigheid die van belladonna te overtreft'en.
Het inwendig gebruik be.paalt zieh tot dezelfde gevallen, als waarin belladonna pleegt toegediend te worden Men gaf het zoo bij verschillende neuralgien, bij kinkhoest, epilepsie, psychische stoornissen, vooral bij opgewekte hallncinatien (erotoinanie, enz.); bij kramptoe-standen, met name bij asthma spasticum.
Uit wendig worden de bladeren aangewend als behoorende tot de wherbae narcoticae,quot; die men soms aan pappen toevoegt, of waarvan men aftreksels tot wasschingen en omslagen als pijnverdoovende mid-delen bereidt.
Vooral zijn zij als rookmiddel in gebruik bij asthma en krainphoest, waarbij zij echter op den duur niet zonder gevaar gebe-zigd kunnen worden. Zoodra onder het rooken zelfs de lichtste dui-zeligheid wordt waargenomen, moet het gebruik onmiddellijk gestaakt
-ocr page 44-
quot;quot;nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;HtraiiKiiiium.
worden. Bij personen met apoplectischen habitus vennijde men liet, zoo mogelijk, geheel.
Folia en fernen Str. zijn aflcomstig vim Datura Stramonium L.
Folia Stramomi P. N. Mg, 30—100 p. d., 1—3 m. (I,, in poeders of pillen; zeldzamer in infuaie (mg. 500— grin. 1 op gnu. 100). — Uitw. als rookmiddeli b.v mg. 500— grin. 1 in eone pijp, gevuld met. tnbak, snlie of rozeblmlen; voorzichtig, bij tussc.henpoozen te rooken; hat laatste geldt ook van de zoogoimumde stramonimn-sigaren, waarin soms grra. 4 strnmoninm, omlnild met een dekblad van nicoliana, voor-komen. In somraige der in den liandel zijnde nsthma-eigurettes koinen boven-dien opium en belladonna voor — In infusio, tot Inhalatie (mg. 500— grm. 1 op grin. 500 water); soms in zalven (1 dl op 5—10 din.)
Ook wordt wel eens salpeter-papier (obarta mtrosa, „papier nitrequot;), — ver-kregen door ongelijmd papier te doortrekken met eene sterke oplossing van sal-peter en dan te Inten drogen, — in eerie infusie van strain, gedoopt en ge-droogd, om in kleine strookjes op een bord verbrand te worden; de ach in de lucht verspreidende damp liiervan wordt dan bij asthma met open mond ingeadeind Als zoodanig wordt ook wel aangewend hot meer gecomplieeerde
4- Charta antasthmatica V. N,, voor de bereiding van welk papier, be-halve salpeter en straraonium-bladon, ook belladonna-, digitalis-bladcn en saliokruid (in aftreksel) gebrnikt worden; het papier wordt, na dioging, nog besprenkeld met tinct. benzoes en spiritus en dan op nienw gedroogd.
-|- Semen Stramonii V N. VVordt nagenoeg niet meer gebrnikt; zoo men (lit voorsohrijvon wil, dan gove men liet in poedera of pillen, in dezelfde giften als de folia. Sommige practici eehter aehten de werking der zaden sterkor dan die der bladeren en imenen daarom slechts de halve giften te mögen toedienen.
-\- Exlracticm Stramonii aquosum F. N., even als het volgende, uit de versehe binden bereid: Mg. 20 —130! [T. N.] p. d., mm. d., totlaquo; mg. 400 I [I'. N ] d. d., in poeders en pillen.
Extractum Stramonii spirituosum V. N. Mg. 10—65! [!'. N.] p d., mm. d., tot mg. 200! [P, N.] d. d, in poeders, pillen of oploss. — Uitw. voor oogbaden (mg. SiO— grm. 2 op grm. 10 )), voor oogdroppels (mg. 200—600 op grm. 25); voor inspuit (grin. 1—3 op grm. 200); in zalven (grm. 2—3 op grm. 50); tot inhalatie (mg. 50—500 op grin. 500 water); in tandpillen, enz
Ten opzh'hto van do inaximaal-Kit'ten Inj inwendig gebrnik liebben wij ons hier gcvoegd nani- de bepaling onzor I'lainnarojiiiea. llcl is eehter mogelijk, flat zij in vor-gelijking met exti-. helladonnae veol to hoog zijn Kcsteld, of wel dat ilio der laatsten to laag laquo;ijn aangenomen. Ue fharmacop. Gennanica, lö72, noemt als maxiinaal-gilton voor Jot. belladonnae: mg 200 p. d. en mg. 600 d. d.j voot Jbl. s/ri/inonn: mg. 250 p. d on gnu. I d.d., doch voor de erlracta (spirit.) van bellad fen van raquo;tramon : mg 1011 p. d., en mg. ICO d. d.
-ocr page 45-
Ilyoscyamns
29
Hyoscyamus. HUxenkvuM.
Folia Ryosoy iml bevatten als werkzaam bestanddeel hyoscyamine, een alkaloid, waarvan de werkiugen veel overeenkomst hebben met die van atropine.
Sommieen vergelijken den physiologischen invloed meer met dien van belladonna, anderen met dien van opium, ay 't dan ook in veel geringeren graad; het zou echter niet, zooals opium, den stoelgang verstoppeu en prikkelend op het vaatstelsel werken. Omtrent zijn slaap-verwekkend vermögen verscliillen de opgaveu; de een noeiut hyoscya-mus een hypnoticuin, sterker althans dan belladonna; de ander niet; de verlamraing der sluitspieren en de psychische opgewektheid openba-ren zicii daarbij veel minder dan bij belladonna.
ßij het inwendig gebruik van kleine giften kunnen, even als bij belladonna, droogte in den mond en de keel, vermmderde speeksel-afscheiding, zwaarte in het hoofd en wat vennoeidheid volgen; ook eene vennindering in pols- en adeinhahngssnelheid.
Na grootere giften kernen hierbij soms brakingen, meer stoelver-stopping dan diarrhoe, zeer hevige hoofdpijn, heete eu droge huid, droogte en bitte in keel en slokdarm, heesche stem, afgematheid, tot slapens toe; weifelende gang; sterk vervvijde pupillen met verzwakt gezicbtsvermogen.
Na groote giften vertoonen zieh de genoeinde versclüjnselen in nog hoogere mate. Er bestaat sclucr onvermogen om teslikken; oorsuizen ; verdooving; onrustige slaap; bijna aphonie. De psychische verrichtin-gen kunnen geheel gestoord zijn; zelden bestaat er coma, meestal ver­toonen zieh furibuude deliriim en onder algeineeue convulsien kan dan de dood volgen.
Uitwendig toegediend, op eene gave huid, is er geene werking van zichtbaar. Maar hyoscyamine-oplossing, recbtstreeks op de con­junctiva aangewend, hecft eenen yeel snelleren en sterkeren invloed op de pupil-verwijding dan atropine.
Het therapeutisch gebruik was weleer in zwang in dezelfde omstandigheden, waarin men ook belladonna of stramonium placht te geven; ofschoon men wist, dat het veel zwakker werkte clan dezen. Na verloop van tijd heet't hyosc. zieh echter alleen nog weten te hand-haven als een niet te verwerpen middel bij erethische toestandeli der adembalingsorganen, met name tot vermiudering van hevige prikkeling.
Uitwendig werd het bij pijnlijke gezvvellen, kanker, kraiuploe
-ocr page 46-
80
Hyoscyoiuue. - Nicotianraquo;.
standen van darmen, uterus, blaas, enz., —ook bij asthma toegedieiid: soraraigen beweren met, anderen verklaren zonder eenig gevolg.
Folia Hyoscyami P. N. Van flyoscyamus niger L. Mg-, 60—300! [alechts tot mg. 26 raquo;! P.N.] p. (1., mm. d., tot grin. 1! [P. N.] d d , in poedere of pillen. — UitW. in pappen (met herb, conii ivv en sein, lini); geinfnndeerd voor clys.n. (grra. 1-2 ad clvsma); ook in oogwaters (thans niet raeer in gebruik); als rookmiddel ; uit eene pijp met tabak of in cigarettes; tot inhalatie (mg 500—grm. 2 op grm 500 water).
-|- Extractum Hyoscyami aquosum P, N. Mg. 25—260! [P. N.] p. d., mm. d., tot grm. II [P. N.] d, d., in poeders, pillen en mixt.
Do Tharm Neerl. stelt das de maximaal-giften der bladeren en van het daarnit he reide watorig extract geheel golljk.
Extractum Hyoscyami spirituosum. P N. Even als het vorige, nit de versehe bladeren bereid: Mg. 10 — 130! [!'. N] p. d., mm. d., tot mg. 500![P. N.] d. d., in poeders, pillen en mixt. — Üitw. in clysm. (mg. 50—2it0 ad clys-ma); oogwaters (mg. 500—grin. 1 op grin. 25—50); oog-en andere zalven (mg. 500—grm. 2 op grm 10 vet); tot inhalatie (mg. 250—grra. 1 op grm, 500 water).
De Pharm. Germ 1872 geeft als maximaal-gifton hiervan op; mg. 200 p. d. en grm. 1 d. d.
Infusum Hyoscyami oleosum P. N. Hiervan geldt hetzelfde als hierboven (bl. 26) bij Inf. Beilad. oleos. opgomerkt is. — Door enkelen wordt het ook inwendig toegediend (grm. 1—2 daags, in eene emulsie) bij borstlijders.
-j- Emplastrum Hyoscyami P. N. Als pijnstillende pleister in gebruik.
Bij de bereiding van Unyuentum populeum F. N. worden o. a, ook fol. hyoso. gebruikt.
Folia Nicotianae (van Nicotiann Tabacum L. en N. rustica L.) en het daarin nan-wezige nicotine dienden ook wel als therapeutische middelon, doch zijn thans na-genoeg geheel als zoodanig verlaten. Zlj behooren medo — en vooral het laatste — tot de zeer Sterke vergiften, aan wier gebruik men zieh echter — blijkens het zoo algemeen in zwang zijnde tabakrooken — gewennen kan, zonder al die vreeselijke ge-volgen te ondervinden, welke de unnti-tobaccoquot;-vereenigiiigen daarvan verkondigen. Zeker is 't wel, dat men door geen tabak te rooken, zljne gezondheid nict benadeelt. Vooral vond het uitwendig gebruik van tabaksbladen in clysmata in den vorm van rook of als infusio (mg 50o— grm. 8 op grm. 100—160) bij allerlei vormen van ileus en daimbeklemming vroeger veel toupassing. — Kngelsche en Amerikaansche artsen roenulen het gebruik van tabak inwendig (als infusie mg. 5U0—grm. I op grm. IOOj of in clysmata bij tetanus en strychnine-vergiftiging.
Nieotinttm werd toegediend (bij palpitationes cordis of chronische huidziekten) i n w. mg. 1—3 p. d , in spirit, oploss. of slijmige mixt.; — uitw. tot inwryving, enz. (in dubbele giften als inw.) en tot subeut. inject, (mg. 20 in grm. 5 aq. dest., waarvan insp. mg. 260 p. d.).
-ocr page 47-
Dnlumnarraquo;. — Lraquo;ctiioft.
81
Mßuicamara. Hiiierzoet,
De jongc Stengels en takken, van oudslier, hoewel zonder grond, // slipites'quot; genoemd, bevatten o. a. een weinig solauine, Wil men Dul­camara wegens bet laatste aanwenden, dan ware 't misschien beter het te vervangen door de jonge, nog ongekleurde Stengels (uitloopers) van aardappelknollen, waarin althans meer solanine te vinden is. Om het in Dulcamara ook voorkomende // dulcamarinequot;, verdient het de eer niet, officineel te zijn.
Aan solanine wordt toegesohreveu eene vertragende werking van de ademhaling door verlamming van vagus en medulla, versnelling en ver-kleining van den pols, en congestie naar de nieren, tot eiwit-uitsaheiding toe. Volgens andere proeven (met mg. 900) ontstond slechts misselijkheid, een weinig doorloop, voorbijgaande duizeligheid en een korte slaap. In zeer groote giften of lang nohtereen gebruikt, heeft solanine echter duide-lijke toxische werkingen, zieh vooral oponbnrend door braking en doorloop, door veiiamming, stuipen, enz. die zelfs doodelijk knnnen worden.
VVij bebben hUr — hu we toch eens aan 'le groep der Solaneen waren — een plaatsjc aan Dulcamara ingeniimcl. maar missen den inoeil om te beweren, dat die plaats daaraan recbtens toekomt. In de verschillende handboeken vindt men liet dan ook nu eens onder de Narcotica, dan weder onder de Acria beschreven; de een noemt het een expectorans, de ander een diaphoreticum, een derde een uropoie-ticnm, — ten slotte zai seen practiens van onzen tijd er bij willen zweren. Het be-liuort, met een nmssa andere middelen, tot de verouderde erl'stukken van onze goed ^eloovige voorvaders.
Het therapeutisch g c b r u i k bepaalt zieh hoogstens tot prikke-lingstoestandeu der aderahalingsorganen, zooals bij broncho-katarrhe. (Men had zoo weleer de gewoonte het vooral bij zoodanige stoornis na mazelen toe te dienen.) De overige gcvallen, waarin het werd voor-geschreven, behoeven geene vermelding.
-\- Stipites Dulcamarae V. N. Van Solatium Dulcamara L. Mg. 500 — grm. 2 p. d., mm, d., in poeders, infus. of decoct, (grm. 5—20 op grra. 100); ook bij species pectoiales, enz.
Extractum Dulcamarae P. N [aquosum]. Mg. 500— grm. 1 p. d,, mm. d., in pillen of oploss.
Eductuca. Latuw.
Zoo mun den artsenijschat ecus ernstig ziften en zieh alleen bopalen wilde by het behind van imlcrdnad werkzame stutfen, dan zou, evonmtn als Uuluamara, ook doze niet onder de gcciirliicdigde behouren, maar vermoedelijk, met zoorclo andere articles de luxe, tor deuro gowczen worden
Vroeger, met opium bijna gelijk gesteld, hebben de hieruit bereide praeparaten zieh thans hoogstens nog als .-edativa en antispasmodica, o, a. bij hardnekkigen kramphoest, staande gehouden, zoodat zij als
A
-ocr page 48-
82
Lactuca.
Cannabis.
uiterst zwakke narcotica, in dezelfde gevallen als hyoscyainus, hier en
ilaar aaiiwencling vindeu.
Het landvolk on ineuige stooilsuho baker hochtftn nog vool waanle aan ccn i/vorschquot; of raquo; gokookt 8lft-lgt;lim(ljoquot; (.vnu Lncluca saliva) tot uttwendlg gebruik, op zieh zelf of iu pappen.
-|- Folia Lactucae virosae P. N, van Laciuca virosa L., dienen tot be-relding van
-j- Extrarlum Lactucae virosae aquosum P. N. Mg. 50—500! [1J. N.] p. d., mm. (I., tot grm. 2! [!'. N.] d.d., in poeders, pillen of oploss.;— en
Extractum Lactucae virosae spirituosum P, N. Mg. 35—260! [IJ. N.] p. (I., mm. d., tot grm. 1! [P, N.] d. d., in poeders, pillon of oploss.
De fharm. Oerm, 1872 botoont zieh mimlci' an^stvallig on geeft van hot lautste als maximaal-giften op: mg 600 p. d. on mg. 25(10 d, d. - Dan kon ook, wanneer men zieh blernaav voegon wilda, van ons waterig extract het dubbols dar bier vermelde giften gegoven worden. Men houdo echter in 't oog, dat do bestanddcelon der moe-derplant, (|uaiititatief, nnar bodem en klimaat versebillon kuniion.
Lactucarium P N. Het ingedikte melksap uit Lactuca virosa L. en Laet. sativah. Mg. 30—200p. d.,iniu.d., tot grin. 1 d.d. in poeders, pillon of eraulsie.
Do l'/iarm. (lernt, stolt do maximaal-giften van haar Lactucarium, hetwelk zij alloen van Laciuca virosa wil ontleend hobben, nagonoog gelijk aan de helft van die van haar Extr. Laet. vir. ^spirit.).
Cannabis, MMennep.
Onze Pharmacop. vermeldt daarvan alleen als officiueel lt;le vruchtjes (Semen Cann.). Deze bohooren, pluirmakodynainisoh, onder de Kmollientia.
-f- Semen Cannabis P. N. Van Cannabis sativa L. Eene daarvan be-reide emulsie (grm, 50 op grm. 200—300) wordt vooral als verzach-tende drank bij blonnorrlioea urethrae en ziokten der blaas voorgeschreven.— Uitw gebruikl men ook wel daarvan met melk of water gekookte ver-zachtende pappen,
Uit alle deelen (behalvo nit het zaad) derzelfde inoederplant, in Indiii groeiond, wordt een extract bereid, haschisch genaamd, hetwelk in 'tOosten in veel bedwelraende spijzen en dranken voorkorat en aldaar ook gerookt wordt. In zijne werkiugen heeft het eene verwijderde overeenkomst met die van opium.
In nieuweren tijd is een spirituous extract uit de van Oost-lndie aangevoerde bloeiende takken der vronwelijke plant in gebruik ge-komen (volgens de P/iarm. German., 1S72, oflicineel), hetwelk zwakker werkingen uitoefent dan haschisch.
Het inwendig gebruik van haschisch heeft aanvankelijk zekere op-gewektheid ten gevolge, meestal van vroolijken aard, met vermeerderden eetlust en verhoogde geslachlsdrift, — gevolgd door slaperigheid en ver-dooving.
-ocr page 49-
Cannabis. — Lnpulus. — Acidum hydrocyanicum.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;88
Door gvoote giften knnnen beiwunvde adeinhalitig, ijlhoofdiglieid en stuip-beweglngeil ontstnnn. Meestal zijn Iberbij de pupillen verwijd en bestant er sterke raquo;midrang tot uritieeren
Ken voortgezct gebniik werkt störend op liet gowasirwordingsverrnogsn, liet geheugou en het verstand en kim eindelijk tot waanziunigheid leiden.
Het inwendig gcbruik van extr. caun. ind. heeft (in giften van mim ing. 400) eeneu aangenamen slaap ten gevolgc; waar opiaten of spirituosa niet te pas koinen, kan liet dus als sedativuin of hyp-notioum anngewe/ien zijn; zoo o. a. bij opiophagen, bij psvchosen van allerlei aavd ^inelancbolie, iiysterisclie en bypochondrische klachten, de­lirium tremens, enz.). Men geeft liet ook wel bij spas modischen boest on neuralgien van verschillende zenuwgroepen.
Ook uitwendig heeft men het als j)ijnstillen(l middel voorge-schreven.
Extractum Cannabis Indicae spirUuosum. Mg 31)—200 p. d., 3—3 in. (I., in pillen of in spiritueuse oplossing (als Tinotura Gam. Indict). — Uitw. in zalven en smeersels (1 dl. op 100 —135 din.).
Lupulus. Hop.
De klieren van hopkegels zijn bokend als Lupuline. Hieruit kan men eeno kristallene bittere stof — 1 up a lit — en eene zeer vluohtige aetbe-rische olie afseheiden.
Van de eerste hangt vorraoedelijk zijne working af als stoinachioum, overeenkorastig met die van andere tonioa; als lioedanig men even doel-treffend — althans in gevallen, waarin daartugen geene bezwaren bestaan, — goed gehopt bier geven kan,
Van de laatste kan zijn vooral door Amerikaansehe arisen zeer geroemde invlood afhangen tot onderdrukking van veriieogcle prikkelbaarheid der gevoelszenuwen van de geslaclusorganeu; zoo b. v bij pijnlijke of te veel-vnldige oreeiien, pollution, bij onanie, satyriasis en nympliomanie; l)ij eliorda venerea (bij blennorrlioo), enz
Ook uitwendig is het als piaa.selijk pijnstillead middel voorgesehrovon.
- - Lupulhiuin I'. N. Van Humidus Lnpulus L. Mg. 100 — grin. 1 p d., mm. d., in poeders of pillen (dikwijls met laot. ferr.) of in spirit, oploss.— Uitw. in zalven (1 dl. op 3—.5 din vet), bij pijnlijke zweren, kneu-zingen, enz.
Acidum, hydrocyanieum, Hlauwsuur.
Ilet wntei-vi-ij blainvzmir is een dor liovigsto on stielst doodoiule YOl'glften, Van alle slijmvlios-oppoivlaktoii p,aal hut uuer snol in hot hloed raquo;vor on ueient torstoml op do zonuweontra on op hot hart oono veilamniondo working uitj nog snoller on heviger, #9632;wannoor hot ingoadomd of regtstreoks in hot bloed gohrncht wordt. 1'lantsol.ljk zou het anaosthotisch workon. Vroegcr bohoorde hot onder de genoesmiddoleii. Züne govaailijkhoid on lichte ontleodbaarheid heeft hot oohtor als zoodanig weder gehool
Cosriiu, Oeneesmiddi.'ilccr,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; 3
-ocr page 50-
34
Actdum hydrocyanicum.
doen verlaton, zoodat het mi alleen nit con toxikologisch oogpunt belangrijk te noe-men is. Men gebruikt, in de plaats daarvau, ilo lieido volgende wntoron.
-|- Aqua Amygdalarum amararum V. N. Bereid uit -4- Amygdala ainara
P. N.
Vroeger waren do bittere amamlelon (6—12 stuks) zolven in gobrnik blj koorts, krampon, epilepsio, wormen, enz. Hot bleck echter, dat zij in grooto houveclhcid tin-deelig werkten door dc vorming van blanwzuni- uit hnn amyglaline- en eiimlsine-gehalto ondor den invloed van water.
Aqua Laurocerasi P, N. Bereid uit -|- Folia Laurocerasi reoentia P. N. Dlt wonlt ook wel, vooml voor uitwendig gebruik, vervaugen door Oleum Laurocerasi P. N., nil. gemeide binderen bereid.
In 1000 din. van ons Aqua Amygd. amar. zijn bevat l^iooo dcelen walervrij blauw-zuur; in 1000 din. van ons An. Lauroc. 83i,/,l||l, deolcn watorvrij blauwznnr. Met laatste water plocgt echter onbestendiger in gelmlto to zijn dan het eerste.
Beide waters worden als lichte narcotica gebruikt tot verminderiug van eene ziekelijk verlioogde gevoelighoid, hetzij de/.e zieh als ^ijn openbaart of als eene sterk vermeerderde rellexwerking.
Zoo b. v. als palliatieven bij cardialgie en brakingen, wanneer dezen althans niet van eene ziekelijkheid der maagwanden zelven het ge-volg iiijn.
Bij kramphoest, zonder koorts, en waarbij geene ruiine afscheiding bestaat.
Men geeft ze of alleen, of met andere narcotica, als menstruum.
Ook uitwendig worden zij soms toegediend, als pijn- of kramp-stillende middelen. Met name komt, zooals gezegd is, Oleum Lanroc. als zoodanig in aanwending.
Men geeft van Aqua Amygd. amat. grin. I—4! [P. N.] p. d., tot grin.
161 [I*. N. 20; [P. N.
d. d ; van Aqua Lauroc. grin. 1—6 ! [P. N.] p. d., tot grin.
d. d., alleen of met suikerw. of in mixt. — Uitw. wordt
Aq. amygd. amar. ook voorgeschreveu tot inhalatie (grin. 3—15 op grin. 50 i water) on, even als Aq. Lauroc, in olysmata (,mg. 500- gnu. 2 ad elyama), inspnitingen, oogwaters, wasschiiigou, on/,, in al welke vormen het echter woinig dienst kau bewijzen.
Oleum Laurocerasi P. N, (gt;U. ^1^—1 p d., 1 —2 in. d., als elaeosacch. in poeders, ook in pillen, iu spirit, of aether oploss., met vette olien. — Uitw. alleen of in oploss. tot penseeling (bij trage ulcera corueae); tot iuwrijving (bij neuralgiöu); in dampvonn (bij oogaandoeniugeu); in zal-ven {\ dl. op 10—60 din. vetj; in cosmetica, euz.
Op het inwendig gebruik heb ik vaak hevige hoofdpijnen zien volgen.
Men rnaakto ook, met name in Frankrijk. vroeger gebruik van Cyanetum kalicum bij verschillemle noiiroson en neuralgien, inzonderhcid bij cardialgie en krampachtig asthina (nig. 10—801 p. d., 2—8 in. a., in oploss.) — Uitwendig werd hot in op-lossing (nig. 50—300 op grin. 2S water) op pluksel of coni])iessen opgelegd by hoofd-
\
ijnen, prosopalgie, ischias, rhcumatisclio pijnenj ook als waschwater (mg. 40U op grm. 00 emuls. amygd.-amar.), bij pijnlijkc, slependc of sterk jeukcntlo exanthemata, of in
-ocr page 51-
Acidum hydiocyanicum. — Coniiim.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;35
znlvon (mg. 100—300 op grin. 25 vet). — Tlians is hot omdat hot, zij't niot in (jevaar lijkliciil, lt;lnii altlmns in onzekcrheid van WQI'klng liut l)lainvzuiir iki^ ovortreft, nage-noog v/cdcr verlatcn.
ßij vorgtftlglng door Jcid. hijilroci/nn. of Cyanel. kalic. zijn nitwendigfl piikkels, mostnardpappen, enz., en komle begfotlngen van liet hoofd en don nif;, Inj |)liiatgt;inL,' van het liilumm in een warm l)ad, aan^cwezen. Zoo zelt's do ado/nlialini; stilstaat, doch hot liart uo^ klopt, kan kunstmatigO opwekking der rospiratic niisscliien nog dienst docu.
Zoo word ook Cytmelum zincicum liij epilepsie, kinklioest, maagkranip, carcinoma ventricnli, enz toegediend (nig. .:)—15, voorzlohtlg kliinmcnd tot nig. 30 p. d.. !}—4 in. d.) in pooders of pillen. (*) — UitW. in oogzalven (mg. 100 in grin. lOj.
Cynnelum hydtargytioUM is hier en dam- nog in gehruik bij syphilis, huidziekten, levcrverhanliiigon, enz. (nig. 6- 15 p d., 1—3 m. d.) in watorigo oplots., poeders of pillen. — Uitw. voornamelijk 1)1] syphilitische nlccratiün, in gorgeldrankon, Inspui-fingen, verbaiuhvaters (mg. 100 — 300 op arm. 100), zalvcn (mg 500—grin. 1 op grm. 25) en oogwatcrs (mg. 50 — 100 op grm. 100),
Cj/anelum Jerricoferrusnm \ liiervan word gogeven mg 100—500 p. d*, mm. d., in pooders of pillen, als mljnvans van kinino hij hardnekkigo intermittons isoms ook uitw. in zalf: grin. 3 op grm. 25 vet).
#9632; - Ci/anetim kalko-ferrosum I'. N. (Mg. 500— gnn. 1 p. ,)., opgelost in water, mm d ,) met veel o|3helquot; nls koortsmiddcl aanbevolen, knn even nls lief vorige en volgemle pmepnraiit door zekerder middelen vervangeu worden.
-\- Cycmetum zincico-ferromm P, N. In gehruik nls altenms, antispas-raodioum, bij cardialgie, enz.: mg. 30—1601 [130 1 P. N.l p. d., mm. d., tot mg. 600! [P. N.] d. d., in poeders of pillen —#9632; Uitw. in oogwaters (mg. 600 in grm. 25 water).
Bij de drie laatstgonoenido bereidingen is de oynanwerking migenoeg of in 't gelieel niet raerkbaar.
ionium. Scheerliny,
llievvan zijn olticineel Polia Couü. De moederplant bevat con vloei baar vluchlig alkaloid (niet in alle tijden van het jaar en op allerlei groeiplaatsen in gelijke hoeveelheid) •\\a eigüiilijk wevkzaam bestanddeel. In de gedroogde bladeren en ook in hot extract kan het vaak ver-vluchtigd of ontleed zijn. Dit alkaloid,
Von tin tint,
werkt ongevcer identisch met genoetnde bladeren, doch in kleine giflen reeds in zulk eene hevige mate, dat het tot de sterkste vergiften be-hoort.
(.#9830;) Van dit gcneosniiddel, hetwelk niet in onze. I'/mrmacop. opgenomon is, wnnlt editor in do lijst dor iiiaxiinaal-giftcn melding gemaakt. De daar genoemde gifien (mg. 8! p d. en mg, 32! d. d.) zyn ochtoi' vool kleiner dnn die gewoonlijk gogeven worden.
8*
L
-ocr page 52-
nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;Coniiim.
Het inwendig gebruik van iniddelmatige en groote giften van de versehe bladeren, even als reeds van geringe hoeveelheden coniine, heeft een hevig branden in den mond, scherpte in de keel, speeksel-vloed, gcvoelloosheid en vcrlamming van de tong ten gevolge. Daarna zwaarte in het hoofd, duizeligheid, slaperigheid, ondnidelijk zien en hooren; bet tastgevoel wordt onzeker, gepaard inet eene gewaarwording van inierenkruipen; groote spierzwakte en zelfs tonische krainpbewe-gingen. Voorts misselijkheid, soms braking en diarrhoc, — volgens sommigen ook venneerderdo urinelozing. Bleek, ingevallen gelaat, cya-notisebe en koude banden, met vochtige vingers.
Bij zeer groote giften eerst versneide, later vertraagde, kleine en zwakke pols; eindelijk een staat van dronkenschap, die met hevige deliriün kan gepaard gaan of wel meestal een comateuze toestand, met bevingen, stuipen, benanwdheid, ten slotte de dood.
Uitwendig op de huid, vooral echter op slijmvliezen en nog sterker op eene wonde aangebracht, verwekt coniine eene brandende, pijnlijke gewaarwording, waarop verminderde gevoeligheid volgt.
Als theorie der wer king neemt inen aan, dat eerst de uiteinden en dan de stammen der bewegingszenuwen verlamd worden, zoodat de dood, door paralyse der ademhalingszenuwen, asphyktiscb is. Alleen bij reebtstreeksche aanraking sciiijnen de uiteinden der gevoelszennwen verlamd te worden. De working op de hersenen is wellicht afhan-kelijk van eene verlainraing der vaatzeuawen.
Vroeger waren Folia Conü zeer in aanzien als bedareml, pijn-en knunp-stillend middel, l)ij neuralgien, lioest, kinkhoost, Maas- en baarmoeder-krampen, scrofuleuze oegontsteking, lichlschuwheid, enz. Voorts schreef men daaraan het vermögen toe, de verdeeling of resorptie te bevorderen bij allerlei scrofuleuze aundoeningeu, bij ziekelijko weefsel-veranderingen an afzetseh, zwellingen, met name in klieren, zooals de mamscliijf, de prostatn, ovaria, enz.
I nzonderheid werd dit middel geroemd bij scirrhus, oarcinoma, syphili­tische beenziektea en slepende exanthemata.
Coniine werd tegen dezelfdo aaiuioeningen in- en uitwendig toegediend, o. a. bij liehtschuwheid en brandende of jeukende slepende exanthemata, waarbij het, volgens veler heweren, inderdnad goede diensten bewyst.
Tegenwoordig is bet therapeutisch gebruik veel minder in zwang dan vroeger en wordt vooral het inwendig gebruik door onbe-vangene waarnemers niet meer aanbevolen, als zijnde, volgens hen, de vermeende gevolgen daarvan, uit een therapeutisch oogpunt, zeer pro­blematisch en veiliger door andere middelen te bereiken.
Alleen schijnt de uit wendige toediening eene niet te miskennen
-ocr page 53-
Coiiiuin. — Digitalis.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; 87
verminderiug van gevoeligheid en dus eene pijustillende werking uit te oefenen.
Folia Conii P. N. van Conium maculatum L. Voor inwendig gebruik, met name in gedroogden Staat, niet aan te bcvolen. Mg 50—300 IIP. N] p. d., rarn. d., tot grm. II [P. N.] d. d., in poeders of pillen. — Uitw. by pappen (sotns met fol. hyose. iih, 1—8 din. op 50 din.); als infus. (grm. 1—4 op gnn. 100) voor inondsp., gorgeldr., clysin., inspuit., was-schingon; tot inhulat. (rag. 500-grm. 1 op grm. 500 water); in zalven (de versehe bladeren, met gelijke din. vet gekooktj.
Het inwendig gebruik der uit do versehe bladeren bereide extraoten werd in praxi steeds liooger gesteh! dan dat der folia zelven.
-j- Extracium Conii aquosum P. N. Mg. 25—360! [P. N.] p. d., mm. rl., tot mg. 8raquo;0 ! [f. N.] d. d., in pillen, poeders en oploss.
Extractum Conii spirituosum P. N. Mg, 10—1301 [P, N.| p. d., mm. d., tot mg. 400! [P. N.] d. d., in pillen en oploss. — Uitw. in oogwaters (2—3 dln. op 100 dln.), oogdroppels (1 dl op 25 dln), oogscalven (1 — 3 dln op 10—15 dln vet), tot inhal. {tag, 2quot;gt;0—750 op grm. 500 water;.
-j- Infusum Conii oleo-um V. N. Bereid door trekking der gudroogde bladeren met olijfolie. Uitw. als verzachtend smeersel
-|- Emplasirum Conii P. N. Als verdeelend en pijnstillend middel bij ge-zweiler en verhardingen in gebruik.
Conünum P. N. Mg. 0,1—mg. 1! [P. N.] p. d., 1—3 ra. d., tot mg. 3! [P. N.l d. d., in droppels of mixturen (beproefd bij intermit* tens, hyperaesthesicin, met name bij lielitseluiwhoid, enz.). — Uitw. tot snbeut injeetie (mg. 100 in spir. rectif. en aq. (lest, iia grm. 5, waarvan inspniton mg. 100—400 p d.), beproefd bij blepharospasraus en asthma. Voor inwrijvingen, oraslagen, clysmata (in dubbelo hoeveelheid als per os); in zalven (1 dl. op 50—150 dln, die),
Aon de niet officineele Cicu/a virosa worden laquo;olijksoortigo workingoii als aau Coniuni maculatum tOogOüchrOVOU,
Uufiialln. I inifei'hoed*hrititl.
De werkingen der liiervan ofliciiieclc Fu/ia eu van het hierin voor-liamlene digital ine (een glykosid, lioogst bitter en cerst in nieuweren tijd in kriatalvorm verkregen,, scliijnen ident;sch te zijn, doch die van het laatste zijn ongeveer 30 inaal steiker dan die der eersten.
De werking verschilt niet weinig, miannate digitaline door gezonde, dan wel door zieke pursonen, un bovendien naar gelang het in kleine, dan wel in groote giften gebruikt wordt.
-ocr page 54-
88
Di^itlllis.
Proefucimiigen bij gezonde persouen leerden, dat, liet inwendig gcbruik van digitalino (begonnen inet mg. 2, en telken dage tng. 1 raeer) of van foi. digit, 'nig, 50—150) geenen byzonderen invloed op liet spijsvertci'ingskanaal uitüefent, maar vooral ccne verundering teweeg brcngt in de vollieid, snelheid en rlivtlimus van hart- en polsslag. Meestal wordt deze niet vooraf vermeerderd, inaar dalen de polsslagen na 24—48 uven vrij bestendig tot 50, 40 of 20, welke verminde-ring, /.elfs na staking van liet gebruik, nog 5—S dageu kan voort-duren. De pols bleef daarbij ecliter zeer prikkelbaar; de eenvondigste lichaainsl)eweging of liet gebruik van wannen drank kon dien spoedig weder 12—20 slagen sneller inaken. Volgens enkeien zon ook de adeinhalings-snelheid liierbij afnemen. Volgens do meesten echter /ou dit niet bet geval zijn. Veriniiiduring der licliaamstemperatuur is al-geineen geconstateerd, zoo ook door do meesten eene niet venneerderde urii\e-secretie; slechts sommigen beweren, doze wel venueerdcrd to !ieb-ben waargenomen. liierbij knnnun zieh nog hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid paren, waarbij soms over liikkering voor de oogen ge-klaagd wordt. Ook ontstaat er eene hooge mate van spiemvakte. Door eenen enkclen waavnemer is eene zeer sterke vennindering van geslachts-drift opgemerkt; door anderen zijn rhcumatisehe gewrichtspijnen en versehijnselen van coryza waargenomen.
Door grootere giften digitaline (mg. :5—6) of fol. digit, (mg. 150— UOO) ontstaan genoemde versehijnselen veel heviger en sneller; mis selijkheid, oprispingen, brakingen en soms diarrhoe volgen nu veel duidelijker.
Bij nog grootere giften van digitaline ,mg. 8 —10) of fol, digit, (mg. 400 — 500) treedt dit alles nog sterker op den voorgrond. Het-zelfde kan ook door euimdatieve working van eene reeks kleinere giften veroorzaakt worden. Alsdnn worden, behalve gemelde versehijnselen, nog opgemerkt benanwdheid, gezichtsverdnistering, oorsnizen, eene koude buid, draadvormige, vertraagde pols, ilauwten, ijihoofdigheid of verdoo-ving. Zelfs kan dit alles nog eenige dagen, nadat bet gebruik ge-staakt is, voortduren.
Na voortgezette toediening of na grootere giften worden pupil-ver-wijding en stuipen o|)gemerkt, die eindelijk in eenen toestand van eoma den dood ten gevolge kunneu hebben.
Waarnemingen bij zieke personen leidden tot do volgende uit-komsten:
Fol. digit, in kleine giften (mg. 80) toegediend bij klapvliesgebre-ken van hot hart, die zieh in bet tijdperk van gestoorde eompensalic bevinden, veroorznken vennindering van dc snelheid van den pols, met venneerdering van spanning en omvang der slagader; zoo liierbij on-regelmatige hartwerking bestaat, wordt zij regelmatig. Daarbij werkt
-ocr page 55-
Digitalis.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; 39
dit middel diuretisch, noodat zelfs liydro])s verdwijnt. Bij voortgezet gebmik echter komt een tijdsti|), waarop dit alles weder verändert: de slagaderspauning vermindert weder, de polssnellieid ueeint toe, de hartwerking wordfc weder onregehnatig, de diurese neeint af, doch die versliminering, die soins geheel plotseling kan ontstnan, hcrstelt zieh weder, wanneer men de toediening staakt.
De invloed van digitnlis in koortstoestanden is nagegaan bij cmn peuze pneumonie, rlieuinatisinus acutus febrilis, ileotyplius, pleuritis en erysipelas Wordt daarbij digitalis (ing. iJOl)—!JÜ0, om de i uren) tocgcdiend, dan vermindert de polssnelheid en tcgelijk de slagadcr-spanning. In liet iievigste van pneumonic is deze imverking van het middel het niinst te bespeuren, meer en snellcr bij haar afnemen en bij koortsaclitige stoornissen inet langdurig verloop. Soms volgt zij geheel plotseling met hevigen Ink, braking en collapsus. Met de pols­snelheid daalt ook de abnormaal verhoogde temperatuur. Bij typhus geschiedt dit alles reeds na kleinere giften en vroeger; soms reeds binnen de eerste 2-i uren, — bij pneuinonie na 24—48 uren; ook wanneer het gebruik gestaakt wordt, duren die verschijnselen nog eenige tijd voort. Somwijlen paart zieh aan dien koortsverminderenden invloed ook een stilstand van het plaatselijk ontstekingsproces. — Onzeker is 't nog, of een vaak waargenomen, deels erysipelateus, deels papuleus exantheem op het aangezicht en den roinp inderdaad als ge-volg van het digitalis-gebruik te beschouweii is.
Op groiul daarvan, iliu, die cxanthecin ineeruialuu (.lour mij gezien is, met name bij neuut rheumatismo, zondei' dat daarbij dipjitalis was toegedieiid, on ik het in andere gevailcii ondur hot gelmiik van dit middel sieuhts uiterst zelden zag untstaan, meeii ik in dit opzicht digitally vrij te kunnen pleiten.
De plaatselijke working van digitalis op de gave huid is zeer onbeduidend, behalve, volgens sommigen, wanneer zij in verschen staat zeer krachtig daarop wordt aangewend; op de van de epidermis ontdane huid kan zij pijn en ontsteking verwekken; op ^lijmvliezen raoeten zeer groote hoeveelheden inwerken, alvorens er ontsteking volgt.
Als theorie der digi t alls-wer king wordt aangenomon, dat dit middel eene specilieke werking op het regulatorisch zenuvvstelsel van het hart uitoefent, ook op de hartspier zelve en op lict vasoinotoriscii centrum. V an daar als gevolgen van den prikkelenden invloed van kleine giften ; polsvertraging en verhoogde bloeddrukking. ürootere giften prikkelen ook in den beginne het regulatorisch stelsel, waardoor dan de pols­vertraging ontstaat; bij langer voortgezet gebruik of bij snelle invoe-ring van kleine giften ontstaat reeds terstond eene verlamming van dit stelsel, — waardoor de secundaire, vaakraquo; geheel plotselinge, onge-wone polsvenneerdering. Bij grootere giften wordt door de prikkeling van het regulatorisch stelsel de snelheid van den bloedstroom, maar
-ocr page 56-
w
40
Digitalis.
ook le gelyker tijd dc zijdelingschc drukking in lici slagaderstelsel verminderd; /ulke groote hoeveclheden vcrlammen reclitstrceks de liart-spier zelve eu onderdrukken hai-e werking en verlammen ook waar scliijnlijk het vasomotorisch centnuti. Bij zeer groote giften eindelijk is de prikkelende werking van bijzonder körten duur en volgt spoedig verlamming en dood der hartspier (Uij proeven op dieren is geblelaquo; ken, dat het hart alsdan niet eens raeer op den sterksten inductie-stroom reageert, terwijl de prikkelbaarheid der willekeurige en darin-sj)ieren nog voortdunrt.)
Als dimetioum werkt digitalis alleen ten gevolge van de door haar teweeg gebrachte verhoogde drukking in het slagaderstelsel.
De vennindering der lichaamstemperatuur en de inwerking op ont-slekingsprocessen zijn wellicht het gevolg van de vertraging van den bloedstrooin en van den invloed op het vasomotorisch mmwstelsel.
Het therapeutisch gebruik vereischt een nauwkeurig toezioht, oindat (lit middel bij uitstek tot cumulatieve werking aanleiding kan geven. Zoodra /.ich duidelijke vennindering van het getal der pels slagen, onregelmatige rhjtlnnus der hartwerking of braking vertoonen, stake men de toediening. Wil men het b. v. bij liartlijders längeren tijd door geven, dan late men altijd tussehen eenige dagen eene rust-poos invallen. — Het wordt toegediend :
Bij bartziekten, vooral bij kiapvlies-gebreken. In het be gin van hunne ontwikkeling (^bij rheumatismusj, bij eene volledige coin-pensatie of wanneer de lijders zieh betrekkelijk gezond voordoen, dan is digitalis eerder seliadelijk dan niittig. Wanneer daarentegen, zelfs bij vrij volledige compensalie, eene zeer levcndige hartwerking bestaat, een zeer frequente, soma intermitteerende jiols, hevige hartkloppmg met /.eer sterken stoot der punt, met belangrijke dyspnoe, — een toe-stand, die in/.onderheid na psjcliisehe en physische opwinding pleegt to volgen, -*#9632; dan is digitalis aangewezen, — Even gunstig werkt zij in het tijdperk van gestoorde coinpensatie, wanneer de stoornis uit eon beginnend onvermugen in de werking der hartspier voortspruit en, als gevolg van hare verminderde persing, algemeene hydrops ontstaat, met verminderde diurese, lievige dyspnoe, een zeer frequente en onre­gelmatige pols met gelijktijdige vennindering van den omvang en de spanning der slagader. Al die verschijnselen wijken soms met ver-rassende snelheid, inzonderheid door eene vereeniging van digitalis met kleine giften kinine. Ueeft een broncliiaal-katarrhe aanleiding tot de compensatie-stoornis, dan dient deze het eerst behandeld te worden en daarbij kan dan toch digitalis ook van dienst zijn. — Bij klapvliesgebreken geeft ftien slechts kleine giften ieene infusie van mg. 60Ü op grin. ISO) — Bij hartkloppingen, die niet van klapvliesge breken afhangen, heeft digitalis slechts eene ])alliatieve waarde, a's zij
-ocr page 57-
Digitalis.
41
bij zoogenaamde // nerveuze'1 personen, ten gevolgc van psychische aandoeningen, ontstaan zijn.
Digitalis voor een diureticuin te willen hoiulcn bij allerlei hydrolaquo; pisohe toestanden, is onjuist. Waar de slagaderspauiling normaal of zelfa verhoogd is (/ooals b. v bij chronische nephritis , bij hydrops, ait hy draemie gesproten, hecft zij gcene waarde Daarentetfen wevki '/,[] inderdaad als diureticuin, waar men den hydrops afimnkelijk kan siellen van cene vermindering der liartwerking, waar dus de hydropisclic exsndatcn bet gevolg zijn van bet gemis aan voldoende drukking in iiet slagader stelsel. Aan eene lange voortzetting van het gebruik kan hierbij echter niet gedacht worden, om de rnogelijkheid van spoedig optredende ver-hchijnseleu van hartvcrlamming of cerebraal-stoornissen, door cumulaticve working.
l?ij a cunt verloopende koortsach t i ge aandoeningen kan zij de voornaainsto koortsverschijnselen — verhoogde temperatuur en polsfrequentie — inatigen. Meer van haar o. a. bij croupeu/e pnen-tuonie te willen verwachten, is niet gegrond; bij zwakke, anaemische personen en bij gastrische toestanden kan zij zelt's schadelijk zijn. Ook bij abdoininaal-typhus kan inen haar missen; hoogstens zou zij bij hevige koorts van zeer krachtige voorwerpen alsdan eenige waarde kunnen hebben. Hetzelfde geldt van bare aanwending bij pleuritis en acuut rheninatisme; sommigen houden haar daarbij voor een niet te verwerpen antipyreticum, als hoedanig zij zieh reeds door bet doen ver-inimleren der temperatuur op den 18tün of 2l|ci1 dag der toediening betoont. l)e gift kan des te grooter genoinen worden, naarmate dc ziekte een snelier beloop heeft of meer tot haar hoogste standpunt genaderd is.
Bij haemoptyse, die niet te hevig is en met koorts gepaard gaat, zoo ook bij koortsachtige kazige processen kan zij in grootere giften nuttig zijn door de zijdelingsche drukking in het slagaderstelsel te verminderen. Ook bij phthisis pulmonum. die zieh voordoet als een subacuut verloopende kazige pneuinonie, kunnen kleine giften door on-derdrukking van temperatuur en polsfreqnentie palliatief werken.
Voorts is digitalis toegediend bij epilepsie, manie, inelancholie, delirium tremeus, enz., zoo ook bij erethische toestanden der genitalia, bij blennorrboe, onanie, enz.
Bij bet uitwendig gebruik van digitalis, als verseil gekneusd kruid, of van bet sap daaruit, of in zalven, uit het poeder of extract hereid, bedoelde men de verdeeling van kliergezwellen, de genezing van liuidziekten, enz. Daarvoor ziju echter zekerder werkende middelen beschikbaar.
Folia Digitalü W N. Van Digitalis purpurea L. Ouze PAarmacopoea geeit als maxiimiiial-gift op van fol. digit, in poedervorm: mg. 130! p. d.,
-ocr page 58-
42
nigitalis. — Helleborus.
en mg. 500! cl raquo;1.; In Infusiei gnn. 2! d, cl. l)e Ph. Germ. 1872, geeft als goodanig op, zomler den vorm te vermelden -. ing. 300! p. d. en grm \\ d d. Ue praotioi echter bopalon in hanue handboeken de giften ahlus: Voor kleine giften: mg. 30—60 p d., 2—3 m. d., in substantie, of mg 300—600 in infusic d. d.; voor groote giften mg. 100-300! p d., tot gnn. 1! d. d., in substantie of infnsie. Onder do nieuweren nijn er zelfs, die voel verder durven gaan en zelfs (als antiphlogisticum en bij hurtziekten) digitalis in infusie tot grm 3 op grin. 100 voorschrijven; wij gelooven cuhter, dat do voorziohtigheid gebiedt, die voorbeeldeu niet na te volgen en moenden, na rijp overleg, tot het vaststellen der volgende do­ses gerechtigd te zijn (,*); Mg. 30-200! p. d., mm. d., tot grm. 1! d. d., in poeders of pillen In infusie mg. BOO— grm, 2! op grm. 100 -150 d, d. — Uitw, de infusie, voor wnssoliiiigen (bij slepende hnidwekten), onz.
Folia Digit, worden ook gebmikt bij de bereiding van Charta antasth-matica \\ N. (zie boven, onder: Slramonimri).
4- Extractum Digitalis V. N. [spirituosim]. Van (lit extract uit de vorsehe binderen geeft men mg. 10—130! [P. N.] p. d., mm. d., tot mg 500! II'. N.] d. d,; volgens sommigon zelfs tot mg. 200! p. d. en rag 800! (1 d.) in pillen of oploss. — Uitw. in zalven (1 dl. op 5—10 din. vet).
Onze Pharm. stelt dus dezolfdo niaximaal-giften voor Fol. Dig. In pulvere en voor Kxtr Dig. I)ü Ph. Germ., die, zooals gozegd is, voor Fol, Dig. opgeoft rag. 300! p. d. en grm. I ! d. d., bepaalt voor het extract ing. 200! p. d. en mg. 80U! d. d.
Tinctura Digitalis P. N. Mg. 300-grin. 2! [P. N.| p. d., mm. d., tot grm 6! [P. N.] d. d., op suiker of in raixt. (voonuunelijk met andere dinrotica). — Uitw. tot inwrijving (op den bnik, in do nierstreek of längs de binnenvlakte der dijen, bij hydrops; geheel empirisch, — doch irra-tioneel!).
Jcetum Digitalis P. N. Mg. 300—grm. 2! [P. N.] p. d., ram. d., tot grm. 6! [P. N.] d. d., alleen of in raixt. — Uitw, tot wassch., enz
De aanwending van Digilalinum is, als zijnde dit cen zeer afwisselend praoparaat, niet aau te bevelen. Die hot voorschrevon, graven daarvan mg, 1—3 p. d,, 2—3 m. d., in poeders, pillen, stroop of pastieljcs. — Uitw. iu zalf (1 dl opgel, in spir, q,8, op 100—150 din. vet).
Helleborus. Wieswortel,
kan tegelijk behandeld worden met
Sabadilla, Staverxaad,
omdnt in TDeiden o. a. als voornaarast wcrkzaam bestanddeel voorkomt een alkaloid:
(*) Zie; Receptuur met l)ecimaal gemchl\ Anistcrdam, C L. Brinkman, 1872
-ocr page 59-
Voratrinum.
48
Be v Hi r in um,
waarvan liet gebruik vooral in nicuwercn tijd dal der beide eersten nagenoeg golieel verdrongen hecft. Huime working is dan ook, behalve in qnantitatief opzioht, identisoh.
Ofsohoon zelf reukelops, veroorzaakt vcralrine, reeds in de kleinste hocveelheid in den neus gebracht, /eer licvig aanlioudend niezetl, met opvolgende cory/a; vorder volgt in de luohtwegen een gevocl van scherpte, hocst, en zelfs eene voorbygaande heesohheid: in de long ontstaat een gevoel van verdoovint^. Over 't algemeen werkt hot, zij 't op de siijmvliezen of op de luiid, plaatsei ij k als een selierp prik-kelend middel.
l^ij bet inwendig gebruik in kleine giften (ing. 4—6) ver­oorzaakt liet ineestal verraeerderde speekselafsoheiding, rnisselijkheid en een gevoel van warmtc en branding in do maag.
Na voortzefctiug diet giften of na grootere (tot mg. 80) in (?ens, vermindert de eetlnst; liet brandend gevoel in de maag, borst en buik neemt toe; soras is 't, als Hep daarbij con koude waterstroom over de huid, of wel ontstaat er een gevoel van prikkeling in dc ledeinaten, vingers en teenen, gepaard met eene gewaarwording van warmtc of koude. De rnisselijkheid wordt gevolgd door brakingen en doorloop, die soms zecr pijnlijk en bloederig kan zijn. Er ontstaan spiorbevingon eu stuipbewegingen, soms venncerderde werkzaambeid van huid, nieren, spcekscl- en traanklioren en een pustulous exanthcein. Daarbij ontwikkelt zieh eon aanmerkelijke eollapsus; de lichaamstem-peratuur daalt; hart- en polsslag verminderen : do golf wordt klein; de slagaderspanning neemt af; is do bloeddrukking tot op zekeren graad gedaidd, dan begint de pols onregelmatig to worden. De adem-haling wordt vcrtraagd. (Volgens enkelc waarnemors, gaan aan dien toostand van inzinkon vcrhoogde zemuvprikkclbaarhoid, versneldc adein-haling, venueerderde polsfroquontic, enz. vooraf.)
Door langduriger gebruik of nog grootere giften (mg. flO- 180) zag inen scliokken in enkelc spieren, vooral in hot aangczicht en do lede­inaten, tot klonisclie stuipon toe. Dij daardoor teweog gebrachte ver-giftiging bestond hovig brakon en purgeeren met tenesnius, stuipon, tetanus, trismus, zeldzaine, onregehnatige pols, vorlainining dor lede­inaten, en oimlelijk volgde, bij nauw voelbaren pols, onder een buitcn-gewonen eollapsus, stuipon en bewustoloosheid, de dood.
liitwendig, b. v. in zalfvonn, op dc huid aangewond, ontstaat plaatselijk of ook iets vorder in den omtrck een gevoel van wärmte, prikken en branden (soms als van lichte elektrische scliokken); zelden volgt cr ontsteking op; enkclo malen ontstaan daarbij meer algemeene
-ocr page 60-
44
Voniaiiiuin,
verseilijusclen. Ih elysmata toegedieiul, veroor/aakt hot stoeloutlasting met tenesmus. Bij subcutane injectie volgt steeds ontstekiugs-prikkeiing op de plaats van inspiiiting. — Bij lijkopening, na plaats gehatl heb bende vergiftijring, heeft men ecliter, in weerwil van voorafgegane bra-kingen en doorloop, geene plaatselijke ontstekings-versclujnselen in maag en dannkanaal aangetroflen.
Als theorie der veratrine-working stelt men zieh voor, dat do veranderingen van de hartwerking veroorzaakt worden door zijnen invloed op de verscbillende /.enuwtoestellen van het hart en op de hartspier zelve. Daarom is het tegelijk een spier- en een zenuwvergift genoemd; in de laatste richting werkt het echter reeds vroeger dan in de eerste; de van de spier ineest verwijderde zenuwbanen worden het eerst verlamd. Vooral treft veratrine in grootere giften den hart-vagus, waardoor de polsvertraging ontstaat, terwijl bet in kleinere giften meer op het motorisch hart-zenuweentrum werkt, waardoor aladan in den beginne polsversnelling volgt. Ret zinken der hartwerkzaainheid en de vermindering der bloeddnikking schijnen te ontstaan doordien de nervus depressor cordis aanvankelijk geprikkeld wordt en daardoor bolemmerend op het ook eerst geprikkelde vaat-zenuweentrum werkt; van daar vaatverwijding en vermindering der bloeddrukking; eindelijk volgt, vcrlamming van genoemd centrum zelf. iVlet de vermindering van hartwerkzaamheid en bloeddrukking en met de vaatverwijding staat waarschijulijk de daling der temperatuur in verband. Kleinere giften werken aanvankelijk prikkelend op de vagus uiteinden in de longen; vandaar alsdan in den beginne versneide ademhaling. Grootere giften verlammcn haar en belemmeren de werkuig van het ademlialings-centrum in het verlengde merg. De stuipen zouden ontstaan door­dien veratrine aanvankelijk de dwarsgestreepte spieren sterk prikkelt; later worden dezen verlamd. llechtstreeks op hersenen en ruggemerg sclüjnt veratrine niet te werken.
Het therapeutisch gebruik van veratrine vindt enkele warme voorstanders; de meeste practici ecliter achten het een te gevaarlijk middel, dan dat zij het althans inwendig gaarne toedienen, zoo lang zij zieh nog van andere, minder heroische en, naar zij meenen, zeker-der werkende middelen bedienen kuiinen.
Enkelen roemen het zeer bij pneumonie (in giften van mg. 4—5, oin het uur, tot dat braking volgt, die spoedig op solut. amtnon, spirit, anis. zou bedaren).
Anderen bevelen het aan bij ontstekingen of verhoogde zenuwwer-kingen van het hart, — in 't algemeen ook als antipyreticum, althans als te hooge temperatuur eu polsbeweging verminderend.
-ocr page 61-
Veratrinum.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;^
Bij jicht, rlieumatisme, neuralgiiin van allerlei aard, vcrlamrningen, lichtschuwheid, zelfs bij waterzucht, als purgans en dinreticum, vond liet aanwending, — maar te recht? De meesten onlkennen dit.
Uitwendig is het bij vale der genoemde ziekten toegediend. Inzonderheid bij neuralgiön van oppervlakkig gelegene zenuwbanen, bij pijidijke rlieumatismen en gczwellen wordt het ingewreven, tot dat er hnid-erytiieem pleegt te volgen; onverklaard is het, of het hierbij uls eenvondige iiuidprikkel, dan wel als narcoticuin werkt. Men vennijde bij die inwnjvingen huidwondjes, wegens de iievige pijn, welke veratrine daarin veroorzaakt.
-\- Radix Hellebori albi V. N., de wortelstok van Veratrum. album L,, werd vroeger nog bij jicht, epilepsie, hurdnekkige quurtana, asthma, kinkhoest, verlammingeu eu amaurosis inwendig toegediend; het meest nog als purgans bij waanzin, die afhankelijk werd geaoht van onderbuiks-vorsto|)pingen (waaibij intussohen clysmata, frangula, rheum, jalappe, enz. dezelfde wonderkuur verrichten kunnon). — Uitwendig vormde dit mid-del als niespoeder een bestanddeel van de Seh neeb erger zinkiug-snuif, — o. a. bij amaurosis, sehijndood, euz. toegediend. Bij chro­nische huiduitslagen, scabies, hoofilzeer, enz. werd het in infusie of in zalfvorm aangewend.
Die nog goedo verwachtingen daarvan heeft, kan daarvan toedienen mg. 30—300! p. d., mm. d., tot grm. 1! d. d. in poedera, pillen, spir. maoer., infus. of decoct, (rag. 300— grm. I! op grm. 100). — Uitw. in niespoeder (1 dl. met 5 — 10 din. suiker of rad. irid tlor.) of strooi-poeder; de infusie ook in omslagen; in zalvon (1 dl, pocder op 5—10 dlu vetj.
Radix Hellebori, vroeger aan llelleborus nit/er, later aan H. viridis untleend, word in zijne therapoutischo werkingen vrij overoonkomstig met Had. Hell, atbi besciiouwd en in dezolldu giften en vorinen als dezc toegediend. Uaarin kumt intussclien geen veintriiie vour, maar boviiulcii zicli ale werkzamc liestaiuldeelen twee glykosiden: hol' leburine en liellebomne.
#9632;\- Semen Sabadillae V, N,, de vruchteu van Sabadilla officinarum Brdt. Wordt voor inwendig gebrnik niet meer voorgesclirevüii, Hoogstens nog uitwendig als strooip.; in infus. of decoct, (gnu. 2—4 op grm 100 water of azijn) voor wasschiugen, of in zalven (1 dl. op 4—10 din. vet.) tegeu luizen op het hoofd, enz.; bij ontvellingen der huid onthoude men zieh daarvan, wegens mogelijkc resorptie en daamit voortspruitende alge-meene verschijnselen.
Veratrinum P. N Mg. 1-61 (P. N.] p. d., mm. d., tot mg 30! [P. N.] di d., in pillen of trochisci. — LJitw. tot inwrijving : in spirit, oploss. of in zalven (mg. ;00—500 op grm. 10—25 vet); voor subcut. inject, (rag 60 In gnn. 5 spir. rectif. en grm. 5 aq. dost.; waarvan insp. mg. 250-600 p. d.).
*
-ocr page 62-
46
Aconitum.
t von Hum. Jfionnikskap,
Ten aanzien van de aau dezc plant toegesclirevene werkingen, hebben wij er vooral op te letten, dat daarvan volgens o n z e P/iar-mocopoea de Folia offloineel zijn; in Dnitsohland daarentegen is de /ooveel werkzamer knolvoi'inige woriel (Rni/ia, Tubcra Aeon.) in ge-bruik. De oudere wortel wordt bescbouwd als veel kracbtiger werkend dan de jongorc en in quot;1 wild groeiende planten worden mede voor veel werkzamer gebouden dan gekweekte. Men beweert ook, dat de bladeren voor den bloeitijd bebooren ingezaineld te worden, om-dat zij dan hot rijkst zouden zijn aan hun voornaamst werkzaam bestanddeel,
tconiiinum,
betwelk in alle deelen der moederplant, dooh onder verscbillende omstandigbeden in zeer afvvisseleude boeveelbeid, voorbanden is.
Ilet inwendig gebruik van aconitum in kleine giften veroor-zaakt, bij kauwing, eenen bitter-scjierpen sinaak en een gevoel van dofbeid, prikkeling en branding in de aangcraakte deelen van den mond. Eij doorslikking volgt een lievig brandende pijn in den mend en den slokdarm; in de maag een gevoel van wannte, op-risping en misselijkheid.
Na grootere giften wordt bet geheele licliaain wanner, docb slechts tijdelijk ; bet boofd en bet aangeziebt worden beet; bet slijmvlies van den inond wordt rood (dikwijls ontstaan blaasjes). üe pols wordt träger (volgens enkelen, eerst sneller), kleiner en minder resistent; meestal dicrotiscb De adembaling wordt langzamer, moeilijk; er ont-staat sterke oppressie, een gevoel als wierd de keel toegesnoerd en de borst gedrukt. Een uur ongeveer na bet gebruik volgt een krie-beleiid gevoel in de tong, de lippen en den gebeelen mond, dat zieb verder tot de toppen van teenen en vingers, door de armen en ein-delijk over bet geheele licbaam nitbreidt. Er ontstaan zonderlinge subjectieve gewaarwordingen, als wierden de vingers verplaatst en bet gelaat vertrokken. Deze byperaestbesie wordt gevolgd door een gevoel van verstijving en ook objectieve par- of anaesthesie. In bet aange­ziebt ontstaat een hevige stekende pijn, vooral in den I0'0quot; en S116quot; tak van den trigeminus; daarop volgen boofdpljn, duizeligbeid, von-kenzien, oorsuizen, beving der ledematen, ongevoeligbeid van de buid, vennindering der lichaamswannte, groote vermoeidbeid en spierzwakte, lusteloosbeid en een bleek, ingevallen, angstig gelaat. Volgen nu eiu-delijk brakingen, dan verdwijnen de meeste dier verscbijnselen — be-halve de spierzwakte — vrij spoedig.
-ocr page 63-
Aconitum.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; *•
De toestnnd der pupillen wordt niet door alle waarnemers gelijkelijk beschreven. Sommigen spreken van gevoeligheid voor het licht en be-weren, dut de pupil aanvnnkelijk '/eer beweeglijk en veranderlijk, later sterk gedilateerd is. Anderen zeggen, dat de pupil vernauwd en onbe-weeglijk is. Zoo wordt ook niet hetzelfde van urine- en zweetafschoiding vermeid; sommigen zagen hiuir vormeerderd, anderen niet; Schroff nam vermindering van de zweet- en vermeerdoring van de urine-afscheiding waar.
Bij nog grootere giften kamen de genoemde verschijnselen starker en sneller tot stand. Er volgen o. a. behalve lievige aandoeningen in het spijsverteringskanaal, Hauvvten. träger, kleiner, onregelmatige, ten slotte onvoelbare pols; ook de ademhaling wordt veel zwakker; er ontstaan soms stuipen en zoo kau de dood onder verschijnselen van asphyxie volgen, ten gevolge van hart-verlamming, terwijl meestal het bewustzijn nog vrij ongestoord is.
De lijkbevinding levert niets anders in 't oog vallend op dan ont-stekings-verschijnselen — zelfs tot exsudaatvonning — in het spijs­verteringskanaal.
Bij vergiftiging komen terstond brank- en purgeerraiddelen te pas, — later eene symptomatische behandeling.
Plaatselijk op de huid veroorzaakt aconitum een gevoel van prik-kcling en branding, doch niet zoo sterk als op de slijmvliezen.
Men stelt zieh als t h e o r i e der working voor, dat aconitum eerst de vagi prikkelt, die dan later verlamd worden; ook de motorische gan­glion van iiet hart — waarschijnlijk niet de hartspier zelve — worden verlamd, waardoor vermindering van de bloeddrukking en van de tem-peratuur en het inzinken van den pols verklaartl kunnen worden. De bui-tengewone spierzwakte schijnt afhankelijk te zijn van eene rechtstreek-sche aandoening der motorische zenuwstammen; de spierzelfslandiglieid zelve blijft echter nog prikkelbaar. Het reftexvermogen en de werking van het ruggemerg blijven onaangetast; de invloed op de hersenen is nog niet opgehelderd. De meesten schrijven de stoornissen in de ge-voeligheid aan eene rechtstreeksche aandoening — narkose — der peripherische gevoelszenuwen toe, — en daarop berust dan ook de aanwending van aconitum als geueesmiddel.
Het therapeutisch g e b r n i k is door sommigen even hoog ge-prezen, als door anderen nutteloos verkhard:
By neuralgien — met name van den nervus trigeminus, vooral wanneer die als van rheumatischen oorsprong werden beschouwd ; hetzij gedeeltelijk inwendig, gedeeltelijk uitwendig (als acouitine-zalf) toegediend.
-ocr page 64-
4H
Acomtiim.
Colcliicum.
Bij r h e u in a t i s m u s van gewrichten en spieren, vooral in acute gevallen, waardoor do pijnen en de koorts /ouden verminderen.
Voorts tot bestrijding der koorts bij allerlei acute ziekten; als narcoticum bij de meest verscliillende erelhisclie toestanden; bij dysen-terie, haemoptysis ^vegeus een vermeenden invloed op het capillair stelselj, als diureticum bij waterzucht, als emmenagogum, enz. - In-tussclien zullen wel in de meeste dier gevallen kmine, opium, digitalis, enz. veel zekerder tot het gewenschte doel leiden.
-j- Folia Aconiti P. N van dconitum Napellus \u Mg. BO—300 p. (I. 3—4 m. di, in poedere en piileu.
-j- Extractum Aconiti aquosum P. N,, 'Even als het volgende, uit de ver­sehe bladeren bereid. Mg. 30—300!! [P. N.] p. d, mm. d., tot grm. 1! [tot mg. 1300! P. N.] d. d., in pillen eu oploss.
Extractum Aconiti spirituosum P, N. Mg. IB—-UO! [P. N.] p. d., mm. d., tot mg. 600! \y. N.j d. d., in pillen. poeders en oploss. — Uitw. (als pijnstilleml of verdeelend middel) in zalf (8 din. op i'i lt;lln. vet).
-|- Aconitinum P. N. Behoort, wegens zijne afwisselende working, tot de onzekere, althans gevaarlijkste middelen; terwijl bij den een reeds op mg. 1 of 2 toxische toevallen ontstnan, blijft het bij een ander zelfs in grootere giften — weikeloos; men geeft er van mg. 1—4! [!'. N.] p. d., 1-2 in. d., tot mg 8! | tot mg. 33! P. N. (*)J d. d., in pillen. — Uitw. in zalven (1 -2 din. op 60 din.) en spirit, oploss. (tot indroppel.ng in den gehoorgang of aanstipping van de cornea); voor subout. inject, (mg. 100 met eenige gutt. ac. hydrochl. dibit, in grm. 10 water, waar-van inspuiten rag. 100 -400 p. d.).
ColcHicum. Tijtoos.
Hiervan zijn ofHcineel Tuber en Semen. Omtrent het verschil in werkzaamheid van beiden bestaat geene voldoende eenstemmigheid. Tn verschen toestand namelijk en op den j nisten tijd ingezameld, zou de knol, volgens soramigen, veel krachtiger werken dan het zaad. Anderen daarentegen beweren, dat van het voornaamste wcrkzaara be-standdeel, — het op zieh zelf zeer vergiftig alkaloid: colchicine, — in beiden voorhanden, het meest zou voorkomen in het zaad, aan welk laatste zij ook bet voordeel toeschrijven van eene meer standvastige scheiknndige samenstelling en behoud van werkzaamheid bij iiet dro gen. — De meeste physiologische proeven met eolchicum van nicuwe-ren tijd zijn met semen colchici genomen.
[*) Ook volgens de P/i, Germati.: m%. 4J p, d., tot mg. 30! d. d.
i
-ocr page 65-
Colchicum.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;49
Het inwendig gebruik van colchicum in kleine giften verwekt eenen bitteren, scherpen smaak, soms misselijkheid en van lieverlede eene vermindering van polsfrequentie.
Na grootere giften blijft deze laatste bestaan, met vermindering van eetlust, een gevoel van wärmte, zelfs branding in de maag, toene-mende misselijkheid, kolijkpijnen en waterige diarrhoe.
Door sterkere giften nemen de polsfrequentie en resistentie steeds af; aan de kolijkpijnen paart zieh tenesmus; de bulk wordt gevoelig bij drukking, de stoelgang soms bloederig; er ontstaat braking; som-wijlen openbaart zieh hierbij eene belangrijke spierzwakte.
Nog grootere giften veroorzaken heviger kolijk-verschijnselen; groote zwakte; een langzamen, vaak intermitteerenden pols, met zeer geringe slagader-spanning; het gelaat is bleek en ingevallen; daarbij bestaan hoofdpijn, duizeligheid en oorsuizen.
Bij doodelijke giften neemt de collapsus steeds toe; de pols wordt eindelijk zeer frequent, terwijl liet bewustzijn meestal nog vrij is; soms echter gaan nog aan den dood deliria, coma en stuipen vooraf.
Somwijlen is ook pupil-venuiuwing opgeraerkt; met zokerheid is verraoer-derde zweet-afscheiditig niet geconstuteerd en ten opzichte van de nrine-afscheiding, die sommigen als vermeerderd opgeven, bestaat evenmin eenstemmigheid, daar anderen verklaren haar onderdrnkt gezien of wel pijn in de blaas en bloedwateren waargenomen to hebben.
De lijkbevinding vertoonde meestal verschijnselen van gastro-enteritis.
Vele verschijnselen zijn af te leiden uit de blijkbaar hevige prikke-ling, die colchicum op het slijmvlies van liet spijsverteringskanaal uit-oefent; doch van de overige is de aanleiding nog onbekend.
Het therapeutisch gebruik bepaalt zieh hoofdzakelijk tot ge-vallen van r hen mat ism us en jicht, waartegen bet, volgens som­migen, schier een specificum zou zijn. Vooral wordt liet bij vliegend gewrichts-rheumatisme door zijne voorstauders geprezen; sommigen beperken de aanwending tot chronische gevallen van rlieumatisme; anderen beweren er juist nut van gezien te hebben bij acute toestan-den. Bij acute jicht-aanvallen, met name bij voetjicht, — volgens sommigen, zelfs in verouderde gevallen, — zou het, wanneer de lijders nog betrekkelijk Jong en krachtig zijn, goeden dienst bewijzen. — Men beschouwt echter het gelijktijdig bestaan van peri- of endocarditis als eene tegenaanwijzing tegen zijnc toediening.
Als diureticum en als geneesmiddel bij liuidziekten en zooveel mcer heeft het in den loop der tijden zijuen vroegeren naam uiet kunnen handhaven.
Costkk, GeneeitniddeUeer,
-ocr page 66-
^m^mmmmm
50nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; Colchicnm. — Lobelia.
-|- Tuier ColeMci P. N. Even nls het volgende, afkorasttg van Colchicnm autumnale L. Wordt nagenoeg nooit laquo;Is zoodanig voorgeschreven (mg. 100—300 p dt, mm. d., in poeders of pillen).
-j- Semen Colchici P. N. Ook dit koint als zoodanig weinig in aamven-ding (mg. 20—60 p. d., mm. d., in poeders of pillen; snms in vereeniging met extr. aconiti of met subliinaat).
Men kiest gewoonlijk w'ne der volgende bereidingen, niet zelden met een opium-praeparaat verbonden, ter voorkoming van raisselijkheid, enz.
Tinctura Colchici P. N. — of
Vinum Colchici P. N. Beiden uit bet zaad bereid. Mg. 300—grm. 2! [P. N.] p. d., mm. d., tot grm. IJ! (P. N.] d. d., op suiker of in mixt.
-j- Acetum Colchici P. N. Uit den gedroogden knol bereid. Grm. 2—5 p. d,, mm. d., in mixt, eu saturat.
-}- Oxymel Colchici P. N. Grm. 3—15 p. d., mm. d., ulleen of in mixt.
Lobelia.
Het officineele Hcrha LoheUae bevat als werkzaam bestanddeel een
olieachtig alkaloid, — lobeline, — betwelk in scheikundig opzicht
verwant is met nicotine en coniine, clocb in hevigheid van werking
ver daarbij achterstaat.
In N.-Amerika wordt vaak ccno oxtvactachtige stof of llever een resinoid, onder deniolfden naam van lobeline gebruikt, als zftoht doch zckor emeticum, doch zonder narkotische werkingen.
Bij inwendig gebruik van niet al te kleine giften veroorzaakt dit scberp smakend kruid vermecrderde speeksel-afscheiding, een ge-voel van scherpte en branding in keel en slokdarm, misselijkheid en braking, duizeligheid, pijn in bet achterhoofd, beving der ledematen, groote zwakte en intermittcerenden pols.
Groote giften verwekken vrij spoedig braking; verder kan collapsus volgen, groote angst, gevoelloosheid, stuipen en eindelijk de deed.
Yoor therapeutisch gebruik is het aanbevolen bij asthma, kratnphoest, dyspnoe en kinkhoest. — Engelsche en Amerikaansche ge-neesheeren schrijven het ook als emeticum voor.
llerba Lobelias P. N., van Lobelia inflata L. Mg. 200—500 p. d., mm. d., in poeders; in decoct, (grm. 2 (5 op grm. 100); voor kinderen in infus. (grm. 1—3 op grm. lOOj. — Uitw. In clysm. (decoct, van grm. 4—8 op grm. 100—150); ook als rookmiddel (in sigaren ; bg asthma).
Tinctura Lobellae P. N. Gtt. 10—30 p. d., mm. d., op suiker of in mixt.
-ocr page 67-
Chelidoiiium. — Strychninum.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;51
Chelidoniumraquo; dtouwe.
Herha C/ielidonii, in kleine giften inwendig gebruikt, prikkelt het darmslijmvlies tot vermeerderde afsclieiding en zou ook de gal-af-scheiding vermeerderen.
Door grootere giften kan braking cn diarrhoe volgen en zelfs een gevoel van bedwelming, zwaarte in het lioofd, benauwde adeinhaling, flauwte, vermindering van den pols en sterk zweet.
Plaatselijk werkt het gele melksap vrij prikkelend; het maakt, bij inwrijving, de huid rood en verwekt jeukte.
Het therapeutisch gebruik bepaalde zieh vroeger tot ophefflng
van traagheid in de werking der buiksingewunden, met name van de
lever, in welk laatste geval het, inzonderheid volgens Rademachek
(in den vorm eener tinetunr), als specilicum gold. Men gebruikte ook
wel het versehe sap alleen of in vereeniging met andere sappen.
Als volksmidtlel Staat hot min of nicer in nanzien, b. v. om het bij amenonhoo in de kimsen te dragen I enz. Paar Schijnt het noe; 't best op zijn plaats. — llitwendiR WOl'dt het soms tot vernietiging vnn wratien gelnnikt.
#9632;\- Herha Chelidonii P. N., van CheUdonium m.ajtts L. Wordt als zoorta-nig riet voorgesohreven. Hoogstens nog het uit de versehe hlnden bereide
Extractum Chelidonii P. N. \aquomm']. Mg. 300—grm. 1 p. d., 2—4 m. d., in pillen of mixt.
Wune vomica. Hraaknoot.
Dit zaad bevat als voornaamste werkzame bestanddeelcn de alkaloiden strychnine en brucine. Daarvan is het eerste,
Strychninum,
offlcineel. Het zou, hoewel grootendeels identisch, 12—24 maal ster­ker dan brucinum werken. De werking van Nux vomica zelve tot die van strychnine zou staan, volgens den een als 1:2, — volgens een ander als 1: 24.
1?inz merkt op, dat de naam laquo;Nnx voiidcaquot; niet juist is, ouulat slechts uiterst zelden door dit zaad braking wordt opgewekt cn, waar dit het goval is, dan dikwerf slechts wegens den walgelijk-bittcron smnak
Bij het inwendig gebruik van zeer kleine giften (strychnine mg. 3), eenige malen daags, vermeerdert dikwijls de eetlust, de spijs-vertering en ook de urine-afscheiding; soms ook de temperatuur en de zweet-afscheiding. Na voortgezet gebruik kan wel eens een zekere onrust en verhoogde gevoeligheid voor licht en geluid volgen.
4raquo;
-ocr page 68-
52
Strychnimim.
Na aanhoudetu) gebruik van iets grootere giften kunnen van liever-lede of plotseling, door cmnulatieve Working, toxisclie verschijnselen ontstaan: Groote onrust en ontstemining; mierenkruipen; verhoogd tastgevoel; zwakte en pijn in de ledemateii; spanning en stijfheid in de spieren, 't eerst van den nek en de borst.; dikwijls ook moeilijk slikken. Daarna volgen enkele sciiokken in de spieren (bij paralytici 't eerst in de vcrlamde deelen), die, hoewel door lange tusschenpoozen afgewisseld, steeds sterker worden. Vooral uitwendige indrukken (be-tasting, teinperatmirverandering, geluiden) doen die sciiokken ontstaan, die zicb vooral vertoonen in de extensoren der ledematen, de rüg­en met name de nekspieren, de kauw- en gelaatspieren, en zicli als voorbijgaande tetanus voordoen Dooi de kramp der adembalingsspieren wordt het ademen moeilijk en Staat zelfs in do paroxysinen stil. Men heeft bevige erectien van penis en clitoris, vermcerderde geslacbtsdrift en, door convulsieve bewegingen van den /.wangeren uterus, abortus zien ontstaan. Bij dit alles blijft bet bewusl.zijn ongesloord en kan nog genezing volgen, doordien langzamerliand de frequentie en hevigheid der aanvallcn verminderen.
Indien zieh soras congestie naav het hoofd of bewusteloosheid vertoo­nen, dan zijn deze rerschunselen niet als primoire herseti-aandoeningen te bescliouwon, mnar als renexen van de gestoorde adcmhaling en bloeds-oinloop. Op de herseneu zelvon immers werkt het niet; — bij dieren, wier hersenen geheel verwijdcrd waren, werkte het toch op de bekende wijze.
Na zeer groote giften (mg. 60 cn meer) volgen de vergiftigings-verschijnselen spoedig, onder het duidelijk beeld van een zeer hevigen tetanus. Er ontstaat weldra een ont/ettende angst en onrust; de ge-laatstrekken zijn bleck en ingevallen; de mg- cn nekspieren worden stijf; de ledematen zijn zoo hard als planken en uitgestrekt; de moud is krampachtig gesloten; clke willekenrige beweging is onmogelijk. De adcmhaling is zeer moeilijk en staat eenigen tijd stil; de geheele buid wordt blauwachtig; het aangezicht oyaiiotisoh; de aders zwellen op, de oogen worden strak, de pupillen verwijd. De pols wordt snel-ler, onregelinatig, llauwer, bijna onvoelbaar. Meestal wijkt de tetanus na 1—3 minuten plotseling; de ademhaling, de steeds versneld blij-vende pols en het bcwustzijn keeren terug. In de tusschenpoozen be-staat een ongemeen verhoogde reticxgevoeligheid voor alle uitwendige indrukken; de minste prikkel (focht, enz.) kan een aanval opwekken; vaak scbijnt die geheel van zelf te ontstaan. Meestal volgt de dood reeds in den 2(lequot; — 't''6quot; aanval door asphyxic, als gevolg van de kramp der adembalingsspieren; zeldzainer iT\ den tusschentijd, onder verschijn­selen van de boogste uitpntting, bij ongestoord bcwustzijn.
De lijkbevinding levert geene specilieke stoornissen op; de verschiju-
-ocr page 69-
Stiycliuinum,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; 58
seien zijn ineestul die, welkc men over 't algemeeu bij aspliyktiseh gestorveueu ontmoet; sommigeu liebben de lijken terstoud na den dood verstijfd gezien, als bij lijkverstijving; anderen echter vonden dan de spieren slap en zagen ze later verstijven.
Bij vorgiftiging, waarbij nog eoniglaquo; hoop op herstel gevoed kan worden, trachte men het vergift te vemijderen vdor zijn overgang in het bloed (door kitteling der keel, sulph. ziuc, innagpomp). Als tegengiften worden genoemd looistot'hondende middelen, opitun (acet. raorph. enderm. of ge-injicieerd), chloralhydraat, chlorotbrni, eene infusie van tabak, enz.; vooral in nieuweren tijd en rare, van welks working wij om die reden — bij wijze van tegenstelling aan die van strychnine — hieronder eene korte beschrijving leveren; ook werd In den laatstcn tijd calabar meermalen geroemd. Hij dreigonde verstikking onderhonde men kunstmatig de adem-haling.
Plaatselijk werken strychnine en zijne zouten sterk prikkelend. Beengt men nig. 15—30 op eene van de epidermis ontdane huidplek, dan ontstaan hevig brandende, stckende pijnen en eene belangrijke huidontsteking; ja zelfs reeds spierverstijving, stuiptrekkingen en krampen.
Voornamelijk werkt strychnine, na opgeslorpt tc zijn (men vindt het in de urine terug). Zijne eerste working geschiedt in het darmkanaal, en met de omstandigheid, dat liet gistingsproces in eene gistende vloei-stof door bijgevoegd strychnine zeer vertraagd wordt, heeft men de bij ervaring geblekene gunstige werking van nux vomica bij sommige maag- en darmziekten in verband gebracht.
Als theorie der werking neemt men aan, dat de vertragende werking van grootere giften op den hartslag waarschijnlijk afhangt van eene prikkeling der vagus-uiteinden in het hart.
Strychnine oefent voornamelijk rechtstreeks invloed uit op het rug-gemerg, welks rellexwerkzaamhcid het buitengewoon verhoogt, waarvan dan ook de tetanische verschijnsels het gevolg zijn. Zecr waarschijnlijk werkt het op de ganglitincellen, waarvan do reflexen afhangen, niet op de motorische vezels; deze kunnen alleen indirect door overpriklaquo; keling bij den tetanus verlamd geraken. Evenmin worden de gevoels-zenuwen rechtstreeks aangetast; zij scliijnen echter toch niet geheel buiten spel te blijven, tc oordeelen naar de subjectieve gewaarwordin-gen bij strychnine-werking.
Bij het therapeutisch gebruik is het de gewoonte bij voor-keur nux vomica bij stoornissen in het darmkanaal voor te schrijven; daarentegen — vooral in nieuweren tijd — strychnine in 't bijzonder
-ocr page 70-
54
Strvcliiiinmn.
als spiuaahuiddel aan te wenden, hocwcl voor het laatste doel ook nux vornica nog wel toegediend wordt.
Wanneer ditiet en andere eenvoudiger tonica niet voldoende zijn
om eene trage working van de maag te herstellen, als die zieh alleen
door zeer sterk gebrek aan cetlnst openbaart, wordt nux vomica ge-
geven; ook bij eenen anderen vorm van d y s p e j) s i e : anorexie, tijde-
lijke aanvallen van pijn in de inaagstroek, oprispingen.
Hij zoodanlge tOOStanden — met name wannoor daarbij caidialgie op don voor-grond stoiul, — moobt ik dikwerf zeer goedo govolaen zlen na het gebruik van oxtr. nuc. vom. spirit., met kleine giften nitr. argent, verbonden.
Zoo is zij ook bij doorloop toegediend, vooral bij chronische darmkatarrhc (vaak verbonden met adstring., ipecac, enz.); ook soms in acute gevallen, bij besiaande koorts (wanneer opium tegenaangawe-zen is); b. v. bij typhus, ook bij kinderen; — zelfs bij cholera.
Intusschen wordt zij ook bij aanhoudende stoel vers t opping (in vereeniging met rheum, aloe, enz.), naar men zegt, met succes ge-geven.
Alleen, of in verbinding met kinine, is zij vaak ter bestrijding van hardnekkige intermittentcs voorgeschreven. Zoo wordt zij ook toe­gediend bij prolapsus recti, incontinentia urinae; bij hyperaesthesien van den meest verschillenden aard, enz.
I
Strychnine wordt vaak aangewend tegen verlammingen, zoo lang er nog verband bestaat tusschen de verlamde deelen en het rugge-merg, de zenuwen daavin nog ge?cliikt zijn tot voortleiding en de spieren daarvan nog werkzaam kunnen zijn. Bij cerebraal-paralysen echter is het cen ongesohikt middel; zoo ook bij spinaal-verlammingen, wanneer daarbij eene zickelijke weefselverandering van het ruggemerg iself verondersteld wordt. AVil men het bij eentrale verlammingen toe-dienen, dan trachte men vooraf door minder gevaarlijke middelen, met name door clcktriciteit, herstel te beproeven; o. a. schijut het dan nog bij loodverlammingen dienst te kunnen bewijzen. De eerste verschijn-selen van werking openbaren zieh steeds in de zieke deelen door een gevoel van spanning en lichte schokken.
Bij de laatsten en ook bij blaas- en rectum-paralysen is het uit-wen dig toegediend; ook bij amblyopie en beginnende amaurosis, bij paralysis retinae, hevigc ncuralgini, vooral van den n. facialis, enz. ilet wordt dan meestal endcrmatisch aangewend, in de nabijheid van het lijdcnde deel (op de slapeu, rondom de oogleden, op de heiligbeen-strci.'k, enz.).
])e meest(!ii plegen de toedicning zoo lang voort te zetten tot dat zieh kleine schokkcu vertoonen; dan echter is 't zeer geraden, het gebruik terstond 1e doen staken, ook ter vermijding van cumnlatieve werking, waartoe dii middel licht aanlciding kan geven.
-ocr page 71-
Stiychnimim. — Curare.
55
-{- Nux vomica P, N., het zaad van Strychnos Nux vomica L, Wordt yxlf slechts uitorst zelden voorgeschreven (ing. 50—150 p. d., 2 — 3 ra. d,, in poeders of pillen) ; meer do daaruit bereide pmeparateu.
Extractum Nucis vomicae V. N. [spirituosum]. Mg. 5—30! [32! ?. N.Jp.d., mm. d., tot mg. 130! [P. N.] d. (I,, in pillon en poeders, — quot;Uitw. in spirit, opl. (1 — 35 din. op 250 din.) of zalven (1—2 din. op 25 din.).
Tindura Nuc'm vomicae P. N. Mg. 300—grm. 1! [P. N.] p. d., 1—3 m. d., tot grm. 3! [P. N.l d. d., in een aromatisoh water. (*) — Uitw. tot inwrijving (bij rhenraatisme).
Stryohninum P. N. Wordt als zoodanig zeer zelden gebrnikt (in dezelfde doses als het volgende).
-j- Nitrat Stryohnini P. N. Mg. 3—8! [P. N.] p. d., mm. d., tot mg. 30! [32! P. N.J d. d. (t), in poeders, pillen of oploss. — Uitw. tot inwrijving, in zalven (mg. 100—500 op grm. 10 vet); endermatisoh (mg. 5—10, 1—2 ra. d.); voor subent. iiij. (ing. 100 in grm. 10 water, waarvan inspuiten mg. 150—(iOO p. d.).
Brucinum wordt in de genceskundo niet gobruikt.
Curare (een extract uit het sap van verschillende .SVycÄMiw-soorteii, enz.), eon Zuid-Amcrikaaiisch pijlvcrgift, bevat een zuiirstofvrij alkaloid :—curarine. Het tweede werkt wel identisch met het eerste, maar ongeveer 20maal sterker dan dit. In nieuweren tijd is curare mcormalen aangewend als een zuiver narkotisch verlammiiigsmiddcl voor be-paalde zenuwgroepen.
Na reeds in kleine hoeveelhcden in het lichaain gebracht te liijn, — met name längs do conjunctiva, het neus-slijmvlies, wonden, of wel door inspuiting in de adors, subcu-tano injectie, enz. — worden de uiteinden der bewegingszenuwen, tot in de zenuwstam-men opkliinmend, zoo verlamd, dat gedurendo do curare-werking de sterksto inductie-stroomon op hot ruggemerg of do zenuwen aaiigewond, geene spiersamentrckking veroorzaken. Wol heeft rechtstrecksche prikkeling van do spicrzolfstandighcid zelvo nug samentrekkingen ten govolge. Zoo blijft uok do workzaatnheid der ccntripetaal geleidende gevoelszenuwen en die der reflex-toostellen In het ruggemerg ouveranderd. Van do beHegiiigszomiwen der willekemige spioren zet zieh do verlamining voort op do vasomotorische zonuwen (de afscheidiiig van zwect, tranon, speekscl en urine wordt venueerderd) ; later op do vagus van het hart, do maag en de blaas, eindelijk op do bewegingszemiwen van het hart. Door verlatnming dor adeinhalinga-bewegingeii kan eindelijk de dood volgen.
Proeven meestal genomen door subc. inject., dio (by ongefiltreerde oplossingon) plaatselijk ontstcking en abscosvorniing kan tewoeg brongen, op overigens gezondo epiloptici leorden, dat door kleine doses de pols snollor, meer geapanncn, ook eonige uren dicrotisch wordt; het getal dor ademhalingen on do oksel-temperatuur toene-men; soins zweet uitbreekt en de urine-afsclieiding vermccrdert; de urine wordt daarbij zoer holder on diabotisch.
(*) Onze Pharmacopoea wil haar bercid hebben door trekking van 1 dl. nux vom, mot 6 din. spiiitus on geoft do goineldo maximaal-gifton op. Ue I'harmacop. German., die haar laat beroidon uit 1 dl. mix vomica en 1U din. spiiitus, — dus oene slappere bereiding dan do ouzo eischt, — stclt als inaxiniaal-giften ing. 500; p. d. on mg 1500; laquo;1. d., — dus juist do helft van do boven opgogeveno.
(t) De opgave van Nothnaobi., in zijn Handbuch der Arzneimillellehre, bl.83: — to 0,3 daags, is blykbaar con drukfout, te vcrandoron in; 0,03,
-ocr page 72-
5fi
Curare. — Sucalu oomutUIU.
Op gruutere gil'ton volgen koudo rillingen, angstgevuul, niueilijko ademhaling, verkloiniii^ en versiiclliiig van den pols; veimindering van hct bewegingsvermo-gcn, vooral in de ondoiKtc ledcnmten, storko dorgt, lievigo hoolUpiju met slaporig-heid, vernieerdcnle diurese. Do koudo wordt spoedig vorvnngen door etoike tempo-ratuiirs-vuiliooging met roudhcld van hot geheolo licliaiuu, met name van hot gelaat. De pols wordt vol en diorotlsoh) ecu hevig zweet breokt uit; do urine bovat suiker en curaro. Do verlammiiiK dor ondcrsto ledemateu duurt hoogstcns 1 uur, wannoer men hct lid centraal van do injeetloplaats omsnoert; de koorts daarontegen langer, bij grootere giften tot G dagon. In cnkolo govallun was ook het gezichtsvermogen gestoord (strabismus, diplopio, pupil-vbrwijding, enz.).
In do maag gebracht, werkte het zou zwak, dat men het zolt's voor workeloos hiold. Wordt het ook al van uit do maag opgeslorpt dan geschiodt dit toch zuo langzaam, dat het in gelijke verliouding wodor door de liieren uitgescheiden wordt.
Het the rap o u ti sch gebruik bepaalde zieh ineer bijzonder bij tetanus van traumatischen of rhoumatischon aardi en als togongift bij strychn ine-intoxi-catie. Er zijn in nieuweren tijd onkelo govallen bekend geworden, waarbij het in do laatste hoedanighoid indordaad goode diensten bewezen heeft. ISohalve dat hicrbij subcut. injectien in betrekkelljk grooto, althans verlammend werkende giften plaats moeton vinden, behoort daarbij ook do ademhaling kunstmatig opgewekt en aan den gang gehouden to worden.
Van Curare is inwendig toegediond mg. 1—3 p. d., met voorzichtige opklimming, in waterigo of spirit, oploss. — Uitw. Voor subc. inject, (mg. 100 op gnu. 10 atp dest.; beginnen met hiervan in to spuken mg. 151) p. d , later meer; tot mg. 600 p. d.J. Kndennatibch is het beproefd (mg. 100 op grin. 40 aip, klimmend tot grm. 1 op grm. 80 nq.) op wonden, die oen traumatischen tetanus veroorzaak(eii of op ontbloote luiid-plckken. Ook in clysmata is het toogediend (tot mg. 400 p. d.).
Er heerscht in de opgaven der giften bij do onderscheidene schrijvers eon belangrijk verschil. (Men stelt ze zolfs voor inw. gebr. b. v. op mg. 30—60 p. d.) Uit kan voor een dcel dnanian worden toegeschreven, dat niot bij alle proofnemingen even dcugde-lijkc praoparateu tor beschikking stondon. Ten andere echter is 't ons goblekcn, dat niel nltijd mot lt;le noodige zorg ondorsclieiden en bericht gogoven is, of or met curaro, dan wel met curariue goexperimonteord word. Voorzichtig zal 't daarom zijn, steods met de kleinste gifton to beginnen.
Van Sulphas on Uydrochloras Curarird (in an. dest. opgelostj kan men beginnen mg. 2 sulicutaan to injiciceren, om echter in de ineeste govallen spoedig daannede te klimmen.
Secaie cornuium. Moederleoorn,
Het inwendig gebruik in kleine giften (mg. 500—1500) zou, met uitzondering van eenen eigenaardigen invloed op den uterus (waarover zoo aansUmtls meer), soms geene bijzondcre verscliijusolen veroorzaken. In andere gevallen zouden, behalve een bitteren smaak, daardoor een weinig speekselvloed ontstaan (volgens enkelen ook vermeerderde uriue-afsclieiding), misselijkheid, oprispingen en een gevoel van volheid, zeits pijn in het epigastrium.
Änderen beweren, dat het do spijsvertering bovordoren en de zonuweentra opwok-ken zou. Er zijn weinig niidtlolcn, wior working door verschiilendo modici op zoo ulteoiiloopende wyzen beoordeeld is, dan dit. Do mcerdore of mindere dcugdelijkheid van bctgeen or toegediond is, kan daarop eenen grooten invloed uitgeoefend hobbon.
Na grootere giften (grm. 4—8) treden de genoemde onaangename verschijnseleu duidelijker op, vcrgezeld van buikpijnen en soms van
-ocr page 73-
ScchIc ooi'nutum.
57
diarrhoe; voorts pijn en eeu gevoel van zwnarte in het lioof'd; volgens bijna alien, eene vermindering van poUfrequeötie; volgens enkelen, ook eene belangrijke papilverwijding.
Hetzelfdo werd opgemerkt na kleinere giften van het extract (*J (mg. 200—500) en ook van de vette olie (mg. 100—300),
Op groote giften (grin. 8—12) volgt branding in de maagstreek, misselijkheid, braking, kolijkpijnen met diarrhoe, hoofdpijn, duizelig-heid, oorsuizen, pupilverwijding, afgematheid, inzinken van den pols, bedwelraing of deliriön, zelfs coma, soms pijuen in de spieren, de rug-gegraat en de vingers, huidjeukte, stuiptrekkingen en zvelling van de lymphatische klieren
Eene geheel specifiekc working oefent sec. corn, nit op de samen-trekkingen der baarmoeder, vooral in zwangeren staaf, zoodat het abortus, ja zelfs, volgens het beweren van sommigen, ruptuur kan teweeg brengen. Zoo werkt bet reeds in de vroegerc maanden der zwangerschap, doch veel zekerder in de latere, maar vooral wanneer eens de verlossing begonnen is. Gedurende de laatste gebruikt (in giften van mg. 500—grin. I), maakt sec. corn, meestal reeds na 10—15 minuten de vveeen kraehtiger, pijnlijker en veelvuldiger. De pauzen daartusschen worden veel korter, verdwijnen eindelijk geheel en vooral bij gevoelige personen kan soms volslagene tetanus uteri onlstaan; de weeen verliezen daarbij haar uitdrijvend karakter; de werking duurt gemiddeld ongeveer een uur. Door eene al te heftige inwerking kan soms retentio placentae ontstaan, of het kind asphyk-tisch sterven, als gevolg van de stoornis in den bloedsomloop, door den tetanus uteri teweeg gebracht. Bij voorziclitige aanwending van het middel, zijn deze gevaren echter minder te vreezen
De invloed van een lang voortgezet gebruik heeft men vooral leeren kennen door mi en dan voorgekomene volksziekten, welke het ge­volg waren van het nuttigen van roggomeel of brood, gebakken uit meel, waarin zieh veel sec. corn, bevond. Bijkomeude oinstandiglieden (armoede, moeraslucht, enz ) zouden dan ook het hare bijdragen tot het doen ontstaan diet ziekte, die men vroeger „licilig vuurquot; of „St. Antonie's vuurquot; noenide, later met, den naam van „inorbus cercalisquot;, „raphania', „ergotismusquot;,
(*) Het spirilucus extract uit sec. corn., ivnarnau vooraf door aether de votte olie en het was onttrokken ziju = Eryolmum van Wigoers. Hot watorig extract = Eryoti-num van Bonjean. iliorbovon is het oerstc bcdoeld. Men venvnne doze in de prak-tyk gewoonlyk met den naam van vKrgotlnfiquot; bcstempelde cxtracten, waarmede, zoo er niets bijgevoegd wordt, mccstnl dat van Uonjkan bedoeld woidt, niot met het al­kaloid eryoUrie, hetwelk, cvenmiu nls het alkaloid ekbuline, nog niet in geheel zuiveren staat bereid is. Uebalve deze nlkaloiden, is ook trimelhylamine in secale corn, voor-handen. — Terwijl er veel verschil bestaat over de viaag, welk van dozen wcl het cigenlyk werkzaam bestanddeel van sec. corn, is, en do meesten dnt in de verceni-ging van alle bostanddoolen (mut jttbegrip van de vette olie, bars, enz.) zoeken, is in den jongstcn tijd iiitgesproken, dat vooral van ekboline de working van secalo corn, op den uterus afhankelljk zon zijn.
-ocr page 74-
58
Sccalo Qot'initttm.
„kriebelziektequot;, onz. bestornpelde. Zij treedt op onder twee, hoewol niet altijd streng to scheiden vonnon: Ergotismus gnngruenosus eu Ergotismus spasmodious of cotivulsivus. De eerste vorm is vooral bij epidemien in FraukrUk, de laatsto In Uuitsohlaud, Rusland en Zweden waargenomen.
Meestal gaan vooraf gebrek aan eetlust, misselijkheid, brakingen, kolijk-pijnen en soins diarrhoe, duizeligheid, zwaarte in hot hoofd, zelfs alge-meone zwakto, hullucinatiüu;. koude rillingun en raierenkmipen, vooral in do ouderste ledomuten ; liohte saniontrekkingou eu schokken ; bij de vrouwen voelvnldige abortus. Bij ergotismus spasmodious volgen dan hevige kram­pen, in den vorm van Ionische contractureni gevoeilooshoid der hnid, hevige pijnen, vernauwde, ingetrokken slagaders; — in de sliinste gc-vallen gingen de stuipen in ware epileptisch i toevallen over. Bij ergotis­mus gangraenosus echter volgen op do gemelde prodromi soms in enkele, soms in alle extremiteiten, in den beginne ouder hevige pijnen, roosach-tige zwelling en gelijktijdige gevoelloosheid, gangreon, die gewoonlijk als eenvoudige raummifioatie verloopt. Daarbij zijn ook petechien gezien en is het uitvallen van harea en imgels opgemerkt. Hot eerst vertoont zieh meestnl het gangieen in do teenon en schrijdt het vorder voort, naar men bewoert, als govolg van thrornbosen in slagaders en aders der ondcrste ledematen. Do dood kau dan volgen onder stuipen of door waterzuohl, scorbuut, hektische koorts, enz.
Eeue theorie der werking is voor alsnog niet to leveren; dat het cle slagaders tot samentrekking brengt, schijnt zeker, en hiervan kan o. a. de polsvertragiiig afliangen. De uterus-werking kan het gevolg zijn van verhoogde prikkeling van zekere sympathicus-banen ol wel van rechtstreeksclie prikkeling der organische spiervezels.
Het therapeutisch gebruik bepaalt zieh vooral tot het op-wekken van vroegtijdige baring, maar meer nog tot versterking van te zwakke wee en, bij overigens normale verlossingen. In hot laatste geval — bij eene goede (lioofil-Jligging van het foetus, bij nonnaal bekken, na afvloeiing van het water en verwijding van het ostiuin uteri, — bevorderen 1 — 3 poeders van secale corn (mg 500—grin. 1 p. d.), oiu het '/i 0^ 'I* liur gegeven, meestal spoedig de verlüssing. Ook kan het bij te zwakke samentrekkingen van den uterus de uitdnjving van de placenta bevorderen. Ongeveer 10—20 minuten, nadat het ingenomen is, nioet men reeds den invloed op de uterus-samentrekkingen bemerken. Blijven die achterwege na eeu paar eerste proefneiningen, dan zette men de toediening niet al te laug voort, omdat dan toch gewoonlijk de volgende giften evenmin lets uitwerken. Is oingekeerd de working op de weeen te hevig, dan is daartegen het chlorolormiseeren aanbovolen.
Als tegenaanwijzing moet gelden, behalve geheel abnormale oinstandighedcn bij dc verlossing,— tegenovergesteld nainelijk aan dc
-ocr page 75-
Secalu cnniiituMi
5raquo;
gemelde gunstige voorwaardcn, — actievc congestic of zelfs outstekiu^ van den uterus. Vooral zij men er niet te liaastig mede bij eerstba-renden en bij zeer zoQUwaohtige personen.
Voorts wordt bet toegediend als bloeds telpend in id del; met
name bij metrorrbagien, zoowel bij niet zwangeren, als in de zwanger-
sohap en na de verlossing, wauneer een atonische of torpide toestand
der baarmoeder als oorzaak claarvan beschouwd wordt. Zoo ook bij
andere bloedingen: uit den neus, de longen, de maag, het darmkanaal,
enz., waarbij het vooral in den vorm van subcut. inject, spoedig
goede diensten zou bewijzen.
In vele (jovalloii moclit ik, na hot vruchtcloos gebruik van acet. plumb., liq. styptic, onz. tegen haumoptoe, na hot inwendig gebruik van niot al to kleine gifton oxtr. see. corn., stilstand waarnemen.
Bovendien is het aanbevolen bij. menostasie en dysmenorrhoe, die
men af hankelijk acht van eenen torpiden toestand der baarmoeder door
ziekelijke innervatie; tot vcrkleining van aneurysmata (door inspuiting
onder de daarboven gelegene huidj; bij verlammingen, vooral paraple-
giiin, wanneer die van eene bloedovervulling of ontsteking van het
ruggemerg en zijne vliezen af hangen; bij idiopathische pupilverwijding;
bij paralysis vesicae en recti; bij neurosen door atonic van het zenuw-
stelsel (cardialgie, chorea, enz.) teweeg gebracht; ook bij kinkhoest.
Eindelijk bij chronische blennorrhoeen van de urethra, vagina of het
longslijmvlies ; bij vergiftiging door kooloxydegas, enz.
Secale cornutum P. N., het sclerotium van Claviceps purpurea Tul, Als emmenagoguin en bij metrorrhagien mg. 500— gnn. 1 p. (1., 3—3 m., a. 10 of 15 minnten. Voor langdarigor gebruik mg. luO—300 p. d., mm. d.; meestal in poeders; ook in pillen, sohudmixt, infus. of decoct, (grm. 2—6 op grm. 100). — Uitw. nls slrooipoeder (bij bloodingen); in infus. (grm. 3—8 op grm. 100), voor clysm. (ter bevordering van weecn) en inject, (bij bloedingen).
Exlractum Secalis cornuii I'. N. \aqtcosiim\. Mg. 100—500 p d., 3 — 4 in, d., in pillen of oploss. — Uitw. als clvsma (grm. 2—3 op grm. 100—200 water) bij darmbloedingeu, ook voor omslagen en inspuitingen bij andere bloedingen; voor subcut, inj. (grm. 5 op gnn. 5 aq. dest., of grm. 5 op glycerine en spir. rect. (iii grm. 15; van het eerste inspuiten mg. 120—260 p. d.j van het tweede mg. 500—900 p. d.).
[let Extract, sec. corn, spirit, (of Eryotimtm van WlOOKRS) wordt ten onzont nooit gebruikt. Wordt het elders gegeven, dan schrijft men het in veel kleinere doses dan het gonoemdo voor, — hoewel het loch in den rogel als minder werkzaam beschre-von wordt. Men gaf cr niet meer van dan mg. 6-26 p. d., in poeders of pillen, on uitwendig, als haemostaticum, 1 dl. op 3—J6 din. water.
Tinctura Secalis comuti P, N. Gtt. 10—30 p. d., mm. dlt; of a. J—I u., in suikerwater.
-ocr page 76-
80
Calsbar.
Calabar.
BiJ hot inwendig gebrnik veroorzaken reeds kleine giften (ongeveer nig. 100j van het zaad drukking in de maagstreek, angst, oprisping, speekselvloed, dyspnoe, hartkloppingen, groote spierzwakte, beneveling van het geziclit en dikwijls aanmerkelijke vennindering van de polsf'reqnenlie.
Na groote giften volgt soms braking, waarna dan de andere ver-seliijnselen weder wijken. Yolgt zij niefc of onvoldoende, dan ontstaat ten laatste volslagene algeineeue verhunming, docii iiet bewustzijn blijft daarbij ongestoord; urine en faeces worden onwillekeurig ge-loosd; de speeksel- en zweetafscheiding worden soms profuus; de huid is keel; de dyspnoe neemt toe ; liet spreken is belemmerd ; de pupillen veruauwen zieh, en gewoonlijk volgt na eenige uren de dood, ten gevolge van hart-verlamming.
Bg plaatselijke aanwending van het extract op het oog volgt zeer spoedig pupil-vernauwing, die zelfs meerdere dagen duren kan en die een koi'te poos met vergrooting der accomodatie-breedte gepaard gaat.
Als theorie der werking neemt men nan, dat calabar in groote giften het bewegingsvermogen vernietigt, ten gevolge van inwerking op het ruggemerg, doordien het — juist het orngekeerde van strych­nine-working — de prikkelbaarheid van de gauglienze spinaal-clementen eerst vermindert en dan vernietigt. Door deze functioneele stoornis in de grijze /eifstandigheid is de verlaniming verklaarbaar; daardoor tocli wordt de geleiding van de wils-iinpulsien van de hersenen naar de peripherie afgebroken; daardoor gaan ook het reliexvermogen en de gewaarwordingen van pijn gehcel verloren. De bewegings- en gevoels-zenuwen worden eerst veel later verlamd, nadat het ruggemerg sterk aangetast is. Eene inwerking op de hersenen schijnt niet plaats te vinden. De vermeerdenle afscheiding van speeksel, tränen en zweet is misschieu van vaatverwijding af'hankclijk; dc ruime dci'aecatien van reclitstreeksche ])rikkeling der dannganglien. Ue prikkelbaarheid van het musculo-inolorisch stelsel van het hart wordt verminclcrd en einde-lijk verlamd.
Onzeker is 't nog, of de myosis en accoinodatie-wijziging afhangen van eene verlamming van den syinpathicus, of van eene prikkeling der ciliaarspieren en der uiteinden van den oculomotorius,
i
B
Het therapeutiscli gebruik bepaalde zieh inwendig bij toe-standen van verhoogde rellex-prikkelbiiariieid, met name bij tetanus
-ocr page 77-
Calabar. — Coffeinuni,
61
traumnticus en s t r y c li n i n e -1 e t a n u s, bij wclkeu laatsten vooral in den jongsten tijd goede gevolgen na /.ijne aamvending zijn M'aar-genomen. — Of het bij cpilepsie, cliorea en atropine-vergiftiging mede zoo veel waarde heeft, is nog onbcslist. Men leite bij de toediening nauwkeurig op de bartwerking.
Uitwendig is bet vooral in gebruik gekomen als ophthalmialaquo; t ri s c h middel. Zoo om inydriasis (ook de kunstmatige, na atropine-indroppeling) en accomodatie-verlamining te bestrijden; om syuecbien op te beften, en?,. Bij bestaande ontstekingen kan bet deze soms verslimmeren.
-f- Semen Calabar P. N., zjjnde de zadcn van Physostigma venenosum Balf., worden als zoodatiig niet voorgeschreven. Met werkzame bestanddeel daar-van is een alkaloid: physostigmino of eserine genoemd.
-\- Extractum Calabar P. N. [spirituosurn], Uit het vorige bereid. Mg. 5 — 10 p. d., 2—3 in. d., in oplossing, poedeis of pillen. (Meestal eene oploss. van mg. BOO in grin. 10 glycerine, waarvan gtt. 5—8 p. d., eenige malen daags.) — Uitw. voor oogdroppels (1 dl op 15 — 20 din. glycerine). Zou men het snbcutnan willen injicii'eren, dan mag men met niet raeer dan met mg. 1 p. d. beginnen, (let wordt ook (even als atropine) in den vorm van papier of in gelatine-blaadjes, die men er mede doortrok-ken heeft, in het oog gebracht. Kr zijn ook znlke blaadjes, met eserine doortrokken, in gobrnik gekomen.
CofJ'einum.
Nadat Coffeinum of Citras Colfeini, in giften van mg. 250—500, in het lichaam gebracht waren, (hetzij in de maag of door subcut. injectie,) zijn reeds door sommigen boofdpijnen, oorsuizen, vonken-zien, duizeligbeid, zelfs braking, polsversnelling, enz. waargenoinen,
Anderen konden genoemde en ernstiger bersenverschijnselen, zelfs slapeloosbeid, onrust, opgewondene verbeelding, eene soort van dron-kcnschap, gepaard met sterken aandrang tot urineeren, cTcctien, enz. en later — soms na eenen zeer diej)en slaap, — gevolgd door onge-scbiktbeid tot het opvatten van den gewonen arbeid, eerst na groo-tere giften opraerken.
Men telt bet onder die Stoffen, die door verhooging der re-llexwerking stuipen veroorzaken en, onder belangrijke stoornissen in den bloedsomloop en de adembaling, door aspbyxie of in eenen toe-stand vim paralyse, den dood teweeg breiigen knnnen, De tetanische verschijnselen, na groote giften colleine volgende, zijn duidelijker, ge-lijkmatiger van duur en beviger dan die na kleine giften strychnine.
Onzeker is 't nog, of de bersenverschijnselen van eene recbtstreek-sehe inwerking op de bersenen afhangen dan wel van de veranderde
i
-ocr page 78-
ßil
Coflfeinum.
I
I
#9632;Ml
hartwerking, die /.icli eerst versnekl en later vertraagd voordoet. Dat het prikkelend werkt op de nieren en de blaas, schijnt vrij zeker.
Het therapentisch gebvuik bepaalt zieh inzonderheid tot gevallen van hemicranie, voornl van idiopathischen aard, hoevvel het ook als palliatief bij sympathische migraine dienst zou bewezen hebben.
Het is ook reeds als diuretieum antipyreticuin en als antidotum bij morphiae-vergiftiglng beproefd, docli nagenoeg of geheel zonder gevolg.
-J- Coffebmm P. N , cen alkaloid, o a. bcreid nit de zaden van Co/ea arabica L., — en het meer gebruikelijke Citras Coffeini, Mg. 1Ü—60 p d., mm. d., in poeders pillen of tabletjes. De Fransche geneesheeren geven veal hoogere giften (tot zelfs grin. 2—4). - Uitw. voor sube inj. (mg. 500 in spir. on aq. dest. aii grm. 5, wimvvan iuspniten mg. 300—900 p. d.).
I
I
-ocr page 79-
BLADWIJZER.
(NARCOXICA.)
Biz.
Acctus Morphini....................nbsp; nbsp; 11
Acetum Colohioi....................nbsp; nbsp; 50
Digitalis...................nbsp; nbsp; 42
Acidum hydrocyanicura..............nbsp; nbsp; 33
Aconitinum..................... 46,nbsp; nbsp;48
Aconitum...........................nbsp; nbsp; 46
Aether.............................nbsp; nbsp; 22
Aqua Amygdalarum araaramm.......nbsp; nbsp; 84
„ Laurocerasi....................nbsp; nbsp; nbsp;,,
Atropinum...................... 23,nbsp; nbsp;26
Belladonna..........................nbsp; nbsp; 23
Bilzenliruid.........................nbsp; nbsp; 29
Bitlerzoet,..........................nbsp; nbsp; 31
Blauwzuur..........................nbsp; nbsp; 33
Braoknoot..........................nbsp; nbsp; 61
Brucinum...........................nbsp; nbsp; 55
Calabar.............................nbsp; nbsp; 60
Cannabis............................nbsp; nbsp; 32
Capsulae Papaveris..................nbsp; nbsp; 13
Charta antasthmatica......... 26,28,42
Chelidouium........................nbsp; nbsp; 51
Chloralhydraat......................nbsp; nbsp; 13
Chloroform.........................nbsp; nbsp; 15
Chloroformum................... 15,nbsp; nbsp;21
Cicuta virosa.......................nbsp; nbsp; 37
Cilins Coffeini......................nbsp; nbsp; 62
Codeinum........................ 5,nbsp; 12
Coffeinum....................... 61,nbsp; 62
Colohioum..........................nbsp; nbsp; 48
Coniinum....................... 35,nbsp; 37
Conium.............................nbsp; nbsp; 35
Curare.............................nbsp; nbsp; 65
Curarine............................nbsp; nbsp; nbsp;
Cyanetum hydrargyricum............nbsp; nbsp; 36
nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;ferrico-ferrosura.............
„ kalico-ferrosum............nbsp; nbsp; nbsp;
„ kalicum..................nbsp; nbsp; 34
„ zinoico-ferrosum...........nbsp; nbsp; 35
ziiicicum.................nbsp; nbsp; nbsp;
Digitalinum.........................nbsp; nbsp; 42
Digitalis............................nbsp; nbsp; 37
Biz.
Doodkruid.......................... 23
Doornappel......................... 27
Dulcamara.......................... 31
Kmplastru
?,fi
Conii...................
37
30
it
opiatum.................
11
Ergotinum
...................... 57,
5laquo;
48
n
„ spirituosum........
)1
Bcllailounac aquosum......
26
gt;*
„ spirituosum.. .
ft
raquo;raquo;
Calabar...................
61
raquo;j
Cuunabis Indicacspirituosum
33
Clielidouii................
51
ii
Conii aquosum............
37
i)
Digitalis..................
42
Dulcamarae...............
31
ii
llyoscyami aquosum.......
30
spirituosum.,..
it
Lactucac virosae aquosum..
32
ii
,, „ spirituosum
ii
Nucls vomicae............
55
Opii......................
10
Secalis cornuti............
59
ii
„ „ spirituosum.
it
Stramonii aquosum........
28
raquo;i
„ spirituosum.....
||
Folia Aconiti.......................nbsp; nbsp; 48
Belladonuae...................nbsp; nbsp; 25
Conii.........................nbsp; nbsp; 87
Digitalis......................nbsp; nbsp; 41
llyoscyami....................nbsp; nbsp; 80
Lactucac virosae...............nbsp; nbsp; 33
Nicotianac.....................nbsp; nbsp; 80
Stra monii.....................nbsp; nbsp; 28
Gouwe.............................nbsp; nbsp; 51
Haschisch...........................nbsp; nbsp; 32
Helleborus..........................nbsp; nbsp; 42
-ocr page 80-
ß4nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;Bl.AUWIJZER. —
BIZ,
Heonep.............................nbsp; nbsp; 33
Herbraquo; Chelidonii....................nbsp; nbsp; 61
„ Lobcliae......................nbsp; nbsp; 50
Heulsap. . .........................nbsp; nbsp; nbsp; 1
Hop................................nbsp; nbsp; raquo;3
Hydrna Chlorali................. 18,nbsp; nbsp;15
Hyilrochloraä Cudeini................nbsp; nbsp; 12
„ Cmarini...............nbsp; nbsp; 56
„ Morphini..............nbsp; nbsp; nbsp;11
„ Narocini...............nbsp; nbsp; 13
Hyoscyamus.........................nbsp; nbsp; 29
lafuäum Belladonnae oleosum.........nbsp; nbsp; 26
„ Conii ,..........nbsp; nbsp; 37
„ Hyoscyami ...........nbsp; nbsp; 30
Lactuca.............................nbsp; nbsp; 31
Lud uca rium........................nbsp; nbsp; 33
Latuw..............................nbsp; nbsp; 31
Laudanum liquidum Sydeuhami.......nbsp; nbsp; 11
Lobelia.............................nbsp; nbsp; 60
Lobeliue............................nbsp; nbsp; nbsp;
Lupulinum............'..............nbsp; nbsp; 33
Lupulus.............................,
Moederkoorn........................nbsp; nbsp; 50
Monnikskap.........................nbsp; nbsp; 46
M urpluraquo; um...................... 4,nbsp; nbsp;11
Narceinum....................... 4,nbsp; nbsp;12
Narcotica...........................nbsp; nbsp; nbsp; 1
Nicotinum..........................nbsp; nbsp; 30
Nieswortel..........................nbsp; nbsp; 42
Nitras Stiychnini...................nbsp; nbsp; 55
Nux voraica...................... 51,nbsp; nbsp;
Olcum Lauroccrasi..................nbsp; nbsp; 34
Opium........................... 1,nbsp; nbsp; 9
Oxyroel Colchici.....................nbsp; nbsp; 50
Pulvis Doveri.......................nbsp; nbsp; 10
„ Opii.........................nbsp; nbsp; nbsp; 9
„ „ compositus..............nbsp; nbsp; 10
Radix Aconiti.......................nbsp; nbsp; 46
,, Relladonnae...................nbsp; nbsp; 25
„ Hcllebori.....................nbsp; nbsp; 45
(Nareotirn.)
Radix Hellebori albi.
Blz.
46
Sabadillu...........................nbsp; nbsp; 42
Soheerling..........................nbsp; nbsp; 35
Sceale cornutuui................. 66,nbsp; nbsp;59
Semen Calabar......................nbsp; nbsp; 61
„ Canuubis.....................nbsp; nbsp; 32
,, Colchici......................nbsp; nbsp; 50
,, Sabadillae....................nbsp; nbsp; 46
„ Strnmonii....................nbsp; nbsp; 28
Slaapbollcn.........................nbsp; nbsp; 13
Staverzaad..........................nbsp; nbsp; 42
Stikstofoxydulegaa...................nbsp; nbsp; 23
Stipites Dulcamarae.................nbsp; nbsp; 31
Stramonium.........................nbsp; nbsp; 27
Strychniiium.................... 51, 56
Sulphas Atropini....................nbsp; nbsp; 27
,, Codeini.....................nbsp; nbsp; 12
,, Curarini....................nbsp; nbsp; 56
„ Morphini...................nbsp; nbsp; 12
Syrop de Codeine...................nbsp; nbsp; nbsp;
Syrupus Diacodii....................nbsp; nbsp; 13
„ opiatus.....................nbsp; nbsp; 11
„ Papaveris...................nbsp; nbsp; 13
Tinctura Cannabis Indicae............nbsp; nbsp; 33
Colchici....................nbsp; nbsp; 50
„ Digitalis....................nbsp; nbsp; 42
„ Lobeliae....................nbsp; nbsp; 50
„ Nucis vomicae..............nbsp; nbsp; 55
„ Opii ciocata................nbsp; nbsp; 11
„ „ simplex................nbsp; nbsp; nbsp;
,,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; i, vinoaa..................,
„ Seealis cornuti..............nbsp; nbsp; 69
Tuber Colchici......................nbsp; nbsp; 60
Tubera Aconiti.,.,..................nbsp; nbsp; 46
Tijloos.............................nbsp; nbsp; 48
Cngucutuin populeum............ 26,nbsp; nbsp;30
Veratrinum..................... 43,nbsp; nbsp;46
Vingerhocdskruid....................nbsp; nbsp; 87
Vinum Colchici.....................nbsp; nbsp; 50
,. Opii........................nbsp; nbsp; a
nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;„ aromaticum...............
Zinkingsnuif (Sehnceberger)..........nbsp; nbsp; 45
-ocr page 81-
II EXCITANTIA.
Quo mnjor anaesthescofi gradus, co cautius saltern ab initlo adhibenda suut remedia, valida vi excitante praedita. Languen* tern nervorum sensuiu nimia irritamentorum copia sulTocat potius quam cxcitat. Scintillam ignis sub cineribus latentem caute quidem alere possumus, earn vero prorsus exstinguetnus, nimio ignis pabulo statim utentes.
SDBlMOiS.
* pi rituM.
Verachillende vloeistoflen, alien ontstRan door gisting van dmiven- of vruchtensuiker bevnttende Stoffen, worden onder den naam Spiritus (of Spiritus Vini, Alcohol, Alcohol Vini, W ij n g e e s t) samengevat. Elk daarvan onderacheidt zieh door eenen eigenen geur en smaak en wellicht ook door eene eigene working. Naar gelang van de zelfstandigheden, waaruit zy be-reid zijn, ook soras naarmate van hare meerdere of mindere zuiverheid, geeft men haar verschillende benatningen. Allen echter bevatten gemeenschappelaquo; lijk 66n bestanddeel, naraelijk aethy 1-alkohol (Cj H6 0), in grootere of geringere hoeveelheid met water vermengd. Hiermede is in vele dier vloeistoiten, met name in de gemeenere soorten, ook amyl-alkohol (het hoofdbestanddeel van „foezeloliequot;) verbünden. In andere — en wel vooral in de fijnere soorten, — komt o. a. ook oenanthaether voor. Bovendien knnnen er ook andere aetherische of aromatische, soms bittere zelfstandig­heden, kleurstoffen, enz. in voorhanden zijn.
Men pleegt al deze spiritus-soorten — met wijn en bier en met de likeuien (die door biivoegiiig van suiker bereid worden) to zanien, — Spirituosa, Alcoholica, Spiritus-, Alkohol- of Wy ngcesthoudende middclcn te noemen. En wanneer hier nu in de eerste plaata Spiritus, als eene algcmeeno benaming, ter sprake komt, dan wordt daaronder aethyl-alkohol verstaan, met mcer of minder water vermengd.
Op het inwendig gebruik van eene kleine hoeveelheid spiritus van 30—70 pet. volgt een gevoel van wärmte en branding in den mend en de keel tot in de maag, met vermeerderde speekselaf-scheiding, waarna zieh door het geheele lichaam een aangenaam ge­voel van wärmte verspreidt.
Na eene grootere hoeveelheid of na kleine giften, spoedig na elkander
Costeb, Geneetmiddelleer,nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; 5
-ocr page 82-
66
Spiritus.
gebrnikt, treedt vooral dit laatste, als eene subjectieve warmte-gewaai'-wording, dnidelijker te voorschijn. Nieltemin is uit proef- cn waarne-iniiigen van jüngeren tijd afgeleid, dat de algemeene licliaamstemperatnur eigenlijk dalen zou en wel in verhouding van de verbmikte boeveelheid sierken spiritus. Daartegen staan nog nadere waarnemingen over, volgens welke bij gesioude personen geene tcrnperatunrs-verlaging, raaar in de meeste gevallen wel eene verhooging voorkomen zou, meestal minder dan 1 graad (liet minät bij sterk koortsenden), in enkele gevallen echter zell's tot eenige graden ineer. Hieraan paren zieh dan oök vermeer-derde polsfrequentie en vcrsnelde adeinhaling. Het aangezicht wordt rood, de oogen glinsteren, de spierkracht neemt toe, de bewegingen worden levendiger en krachtiger. Ren gevoel van vroolijkheid gaat meestal gepaard met andere verschijnselen van opgewekte fantasia; bestaande honger vermindert. Somwijien volgt vermeerderde stoelgang, maar vooral ruimere urineloozing, waarbij het gehalte der urine aan stikstof, met name aan ureum, verminderen zou. Ook de boeveelheid uitgeademd koolzuur wordt geringer.
Na een al te ruim gebruik van groote hoeveelheden, soins reeds na betrekkelijk kleine hoeveelheden bij personen, die daaraan niet ge-wend zijn, volgt een roes, waarin alle genoemde verschijnselen dni­delijker optreden en waarin zieh de psychische opgewondenheid vooral daardoor kenmerkt, dat de dierlijke begeerten den boventoou voeren, dat de samenhang der denkbeeiden verloren gaat, dat de uiting van het karakter zieh geheel anders voordoet dan in normalen staat en dat zieh in de gemoedsstemming de snelste afwisseling openbaart. — Na die opgewondenheid volgt echter een tijdperk van verslapping; de spraak wordt stotterend; alle spierbewegingen worden onzeker; de gang wordt wankelend en de beenen willen niet meer dragen; de beschou-kene weet niet meer, waar hij zieh bevindt, en vindt zieh op zijn weg niet meer terecht; uitwendige zintuigs-indrukken worden of niet meer waargenomen of verkeerd beoordeeld. De voorafgegane levendig-heid is verdwenen; er volgen, vooral bij eene hooge mate van dron-kenschaj), oprispingen, mlsselijkheid en braking van veel zuuraehtig voohl, slaperigheid, eindelijk een diepe onrustige slaap. Na het ont-waken, is het hoofd zwaar, hol, pijnlijk; misselijkheid en dorst, met trek naar zuuraclitige en pikante spijzen, ongeschiktheid tot werken, eene algemeene afgematlieid van lichaam en geest blijven over; alles te zamen vulgo -/Katzenjammer11 of //haarpijn11 geheeten, inderdaad echter het duidelijke syinptomencomplex van een acute maagkatarrhe. Wel hem, die hier eenen niet zelf doorleefden toestand beschreven vindt; — waarlijk //Zaligquot; zijn wel de nuchtersten!
Na het gebruik van buitengewoon groote hoeveelheden spiritus vol­gen, dikwerf zonder een voorafgaand tijdperk van opgewondenheid, verschijnselen van intoxicatie, eene volslagene //bezopenheidquot;, nieton-
-ocr page 83-
Spiritus.
67
gelijk aan die bij vorgiftiging door opium en andere narcot.ica. Die toestand kenmerkt zieh door gehcele bewustelooslieid en ongevoeligheid, een soporen/.en toestand, soms met /acht ijlen gepaard, of overgaand in coma, waaruit het niot mogelijk is, den patient wakker te krijgen. Het gelaat is of bloedrood, gezwollen, met uitpuilende, strakke, glin-sterende oogen, — of wel doodsbleck, met gesloten oogen. Gewoon-lijk zijn de pupillen verwijd, sointijds echter vernauwd; de ademhaling is lang/aam, snorkend; de pols gewoonlijk vertraagd, licht te onder-drukken; de harttonen zijn zwak. De spieren zijn slap; de huid is kond en soms met een kleverig zweet bedekt. De pols kan onregel-matig, draadvormig worden, de ademhaling rochelend; er kunnen kramp-bewegingen ontstaan en zoo kan eindelijk de dood volgen door apo-plexic (hersen-extravasaat) of aspliyxie (glottiskramp en longverlamming). In enkele gevallen zijn, na meerdaagsehen sopor, post mortem sugil-latiiin en blnren, gelijkend op de door verbranding gevorrade, op de huid gevonden.
Bijna watervrije spiritus veroorzaakt reeds in kleine hoeveelheden maagontsteking, die bij grootere nog heviger wordt en bij aanzienlijke hoeveelheden cauterisatie van den maagwand en zoo den dood, onder versehijnselen van gastritis, te weeg kan breiigen.
Bij de lijkbevinding kan er, hoewel zelden, nog spiritus in de maag voorkoinen; haar slijmvlies en dat van de dünne darmen zijn gewoonlijk gei'njicieerd, onregelmatig donkerrood, met eiwitstremsels en bloedextravasaten bedekt. De hersenen, waaruit men somtijds nog spi­ritus afscheiden kan, zijn, even als de hersenvliezen, bloedrijk, vooral de aders. Men vindt soms in de hersenen apoplectisclie foci en in de zijdelingsche Ventrikels dikwijls vrij groote hoeveelheden serum, die soms, even als de hersenmassa en de stremsels in het hart, naar spi­ritus rieken.
Gewoonlijk wordt een niet al te diepo roes uitgeslapen; doch in ernsti-ger gevallen kan hulp to pas komen, zoo als het kunstmatig opwekken van braking, — wanncer er nog aanwezigheid van spiritus in de maag ver-ondersteld wordt, — het losmakcn van te nauw sluitende kleedingstukkeii, eene verplaatsiag van den patient, aict verheven hoofdligging, naar eon niet te warm vertvek; bij hovigen bloedsaandrang naar de hersenen, koude om-slagen om het iioofd, prikkelende clysinata en mostaardpappen aan de kuiten en voetzolcn, bloedznigers achter de ooron of wel eeuige kleine aderlatingen. Sterke riekniiddeleii, vooral ammonia liquida, hebben som­tijds veel waarde, zoo ook bij dreigendo stikking krachtige huidprikkols, koude begietingen en baden, ecu kunstmatig onderhouden van de adem­haling, zelfs trunheotomie. (In Engelsohe gastlmizen, waar niet zelden hevig besehonkenen iugebracht worden, wendt men, met goed gevolg, galvanis-me aan.) Do naweeen worden beatreden met sterke koftie, amara, aetherea, ammoniaealia, enz.
r.*
-ocr page 84-
i^m
#9632; I
08
Spiritus.
Bij hen, die zieh aau ecu gestadig en oumatig gebruik van spiri-tuosa overgegeven hebben, ontstaat een eigenaardig lijden, de zui-pers-dyscrasie [alcoholismus chroniais), die zicli vooral kenmerkt door gebrck aan eetlust, beslagen tong, zure oprispingen en het braken van eene massa vocht (//waterkolkquot;), vooral 'smorgens,— alien vcrschijnselen van eene slepende maagontsteking, waarbij het exsudaat lichteliik hypertrophie en zelfs scirrheuze toestanden van maag- en dann wanden veroorzaken kan. De stoelgang is onregelmatig, of ge-neigd tot diavrhoe, of verstopt. De spierkracht vermindert; in de meeste gevallen heeft bij zuipers eene sterke vetvorming plaats in het ouder-huidsch bindweefsel, in het omentum en rondom het hart; in enkele gevallen vermindert het vet. In de lever, milt, nieren en andere weef-sels ontstaan eiwit of vet-infiltratien, die tot levercirrhose, spek- of vetontaarding van lever en milt, Brightsche nierziekte, atheroom in de slagaders, enz. leiden kan. Het bloed wordt dunner vloeibaar, don-kerder, armer aan eiwitstofl'en, met neiging tot doorzweeting in de huid en weivlieszakken. — De zuiper is aau zijn uitzicht te herkennen, aan zijne opgespoten conjunctivae, aan zijne glazige oogen, aan zijn opgeblazen gelaat met verslapte trekken, aan zijn koperkleurigen neus en andere huiduitslagen [ixcwe. rosacea, enz.), aan het beven zijner banden en aan zoovele andere stooruissen, die er op wijzen, dat zijne bersenen en ruggemerg niet behoorlijk functioneeren. Zijn verstand en wils-kraclit zijn verminderd; hij verkeert in aanhoudend prikkelbare, ontevreden stemming; hij wordt dof, lui, kwaadaardig, impotent; lijdt aan partieele anaesthesien, verlarnmingen, zinsbegoochelingen en wordt soms gebeel stompziimig,
Niet zelden wordt de loop dier verschijnselen door eenen anderen toestand afgewisseld, meer bekend als zuipers-waanzin (delirium tremens), die in apoplexie of blijvende stoornis der geestvermogens kan overgaan, dikwijls echter slechts een korte poos duurt, om later M'eder te recidiveeren en eindelijk in blijvende stompzinnigbeid te veran­deren. (Men meent, dat deze toestand vooral op het voortgezet gebruik van zulke spirituosa volgt, waarin veel foezelolie voorkomt.)
?!.;5
Uitwendig, in kleine hoeveelheden op de huid aangebracht, bvengt spiritus, wanneer hij verdampen kan, een gevoel van koude te weeg. Bij belctte verdamping, wanneer hij ingewreven wordt, wordt de huidplek rood en outstaat er een brandend, zelfs pijnlijk gevoel; bij laugduriger inwerking, kan zelfs huidontsteking met ontvel-ling volgen. Is de spiritus meer verduud, dan beperkt hij de zweetaf-scheiding en veroorzaakt slechts een licht samenschrompelen der huid.
(Worden bij dieren kleine hoeveelheden vrij sterke spiritus in de aders gespoten, dan kunnen al die verschijnselen volgen, welke na het invoeren van gelijke hoeveelheden in de maag ontstaan. Groote
-ocr page 85-
Spiritus.
69
hoeveelhedeu van sterk geconcentreerden spiritus veroorzaken, zdo aangewend, terstond den dood; men vindt dau het bloed in het hart en de longslagaders gestold.)
Bij het ontwerpen eener theorie van de spiritnsworking, heeft men er op te letten, dat alkohol zieh in alle verhoudingen met water vermengt en dit dus ook aan de organische weefsels en secreta onttrekt, en bovendien dat hij eiwitstoff'en coaguleert. Hieraan kan de plaatselijke, samentrekkende working op huid en slijmvliezen toegeschreven worden; waarvan echter de prikkelende working hierop afhangt, is onbekend.
Terwijl de spiritus uit de inaag en het dannkanaal zoer spoedig wordt opgeslorpt, wordt liij alsdan eerst in de herseuen, dan in de longen, nieren on spieren en eorst later hot meost in het bloed op-gehoopt, maar ook voor een gedoolto door de Jongen uitgeadenid. In de urine is de aanwezigheid van spiritus (zelfs reeds na het gebruik van ^ liter wijn) scheikuudig aangetoond.
(De moening, dat er bij habitueele zuijjers zolfontbranding kau voorkomen, wordt togenwoordig wol door de inoosten bestreden, maar vindt toch nog enkele voorstanders.)
De verhoogde speokselafscheiding door spirituosa is als reilectorisch te beschouwen; in de maag veroorzakon zij moor afscheiding van maagsap en vermoorderde beweging.
De stofwisseling wordt vortraagd door spiritusgehruik, blijkbaar, naar men bewoert, uit de geringere koolüuur- en uroum-afscheiding, uit de vermindorde behoefte aan voedsel, en uit de ruimero votvor-ming. De eon meont, ter verklaring daarvan, dat de aanwezigheid van alkohol in hot bloed eene inniger verbinding van de zuurstof inet het haemoglobine te weog brengt; een ander, dat een deel van de zuurstof zieh in iiet slagaderlijk blood met de oleinenten van den alkohol verbindt, zoodat zij niot tot de oxydatie van integreerende bostanddeelen des lichaams dienen kan.
Met bloed in aanraking gebracht, zou alkohol even als chloroform werken (z. b. bl. 19). De bij proovon waargenomen vermindoring van drukking in de slagaders wordt geducltelijk aan eene prikkeling van de centvalo vagusuiteinden toegeschreven, gedeeltelijk aan een vorlam-monden invloed op den musculo-inotorisclien toestol van hot hart. De verwijding der horsenvaten wordt afhankclijk geacht van verlamming der vaso-motorische contra.
De tomperatuurs-vemiiuloring, die alles behalve zoker bewozon te uoemen is, kan nog niet tot eene bepaaldo oorzaak herleid worden.
Evenmin bestaan er voldoende gogevens tot verklaring van de zoo cigenaardige hersenverschijnsolen, van de eerst verhoogde en later
-ocr page 86-
70
Spiritus.
ondcrdrukte ps)'c!nsche werkiugen (.'ii van den aard der werking op het ruggemerg en op de peripherisohe bewegings- en gevoelszeimwen. J3ij zuipers-dysoraaie brengt grooteadeels de reclitstreeksche aanwe-zigheid van alkohol in liet bloed en in de Organen allerlei weefsel-stoornissen te weeg.
Het tb er ape u tisch gebruik van spiritns, als inwendig middel, is in ons land ininder in zwang dan elders, #9632;— met name in Enge­land en Amerika. Aldaar wordt liij vooral als brandewijn [Spi-ritus Vini Gallic)), op '/Ach zelf of inet aromatische of eiwithoudende stoffen vereenigd, toegediend, en wel bij indigestie, koliek, braking, zelfs bij cholera, bij vergiftiging door nareotica, slangenbeetj enz.
Bij allerlei toestanden van uitpntting, liet/ij na lange voetreizen, ondergane kunstbewerkingen, verlossingen, langdurige ziekten, hevig bloedverlies, bij typbeuze koortsen, trage werking van rnaag en dann-kanaal, enz. schrijft men er goede werkingen aan toe, als een vlug en krachtig opwckkend middcl. Vclen geven dan daaraan de voor-keur boven wijn; terwijl anderen hem alleen als surrogaat hiervan beschonwen willen, in omstandigheden, waarin men niet over wijn beschikken kan. Sommigen schrijven er cene bepaald antipyretische werking aan toe.
Ala diaphoreticnm maakt men or gebruik van (o. a. als punch,
grog, enz.) bij katarrbalc toestanden, chronische bronchitis, zelfs bij
traag verloopende pneumonie, in al welke gevallen echter bijzon-
der rckening te houden is met do individualiteit der lijders, zoodat
bij zoodanigen, die niot govroon zijn in gezonde dagen spiritnosa te
gebrniken, ecu minder gewenschto uitwerking het gevolg zou kun-
nen zijn.
Niet te ontkennon is het, dat men vnak eeneu tiJJolijken, vluehtig opwekkeiulen Invloed van con flinken teug brandewijn of jenevcr ziet bij ijllioofdiglieid van lijders aan delirium tremens. Onder 't sclirijvcn dezes, lierinner Ik me nog Icvcndig, lioc in de dagen van olim de bezockers von het zoo locrzame clinicum van eon onzer meest gelicfdc hooglceraren getrolFen werden door do deelamatorisehe ontboezeming van eenen aanhoudend ijlonden potator, wien door den hooglooraar, die hem tot dus-ver zonder resnltaat aan allerlei behundeling onderworpen had, oj) zokeren morgen de vraag word gediian; r/Wel kerlaquo;l, wat zou je wel 'reis zeggen van een iikschon borrel?quot; l)e patient word daarop terstond „ lumineusquot; en antwoorddo omniddellijk (met een krachtigon knoop vooiaf); Wertester! dat is nou 'reis hot eorsto verstän­dige woord, dat ik in acht dagen van je hoor Iquot;
Dat de spiritus in de vorschilleude tincturen, die er medo bereid wor­den, ook — on sons wel allecu — zijuo werking, vooral als opwekkend iniddel, golden doet, is liolit te begrijpeu,
i'
Ilet uitwendig gebruik van spiritus, vooral in den vorm van brandewijn, meer of minder verdund, is in zwang om zijnen adstrin-geerenden (coaguleerendon), exciteeronden of rcsolveerendon invloed. Zoo o. a. voor inwrijvingen, wassciiingon, omslagen, inspnitingen, gorgoldranken, dainpbaden, enz. bij zweren, decubitus, atonische
-ocr page 87-
Spiritus,
71
bloedingen, vorstblaren, zwelling van tandvleesch en keelsliimvlies, slappe borattepels; zeih bij carcinoom (tot oplossing van rayeline?). Yoorts bij verbrandingen; te trage of te stcrke zweetvonninlaquo;; bij kneuzingen, sugillatien, oedemateuze en andere exsudatieve zwellin-gen; bij neuralgische, artbritische en rheumatische pijnen; bij maag-krampen, koliek; bij cholera; bij hydroecle en ovarienkysten (tot het opwekken van adhaesieve ontstekingen, ingespoten) ; bij verlain-mingstoestanden, (tot inademing) bij vergiftiging door gassoorten,
cnz
Met watten of eene strook vloeipapier, wordt dit middel ook
tot branding (als moxa) aangewend.
De omstandigheden, waarbij men in het algemeen het gebruik van
spirituosa tegenaangewezen acht, ziju zeer jeugdige leeftijd,
zenuwachtige prikkelbaarheid, zooals die vooral bij de vrouwelijke
sekse voorkomt; eon zoogenaamde habitus apoplecticus, met neiging tot
congestion naar het hoofd, en aanleg tot longbloedingen en liart-
gebreken.
Hocwol ik evenmin do toedicning op jeugdigon leeftijd zou willen op den voor-grond stellen, maakt danrop echter de atrophisehe toestaud van zoo vele jonge kin-doren, waarbij onze bijstand wordt ingeroopen, naar ik nit ervaring meen, cone uit-zondoring. Van mijno gewoonte, om daarbij nevens de diaetetische vooiBcbrit'ten, die voor elk bijzonder geval gepasi voorkwanioii, zeer dikwijls het gebruik van eonige drop-pels tot 2 theclepcls daags van eon goeden spaanschon wijn aan te rnden, heb ik nog geen reden govonden, beronw tc govooleii. Vele dankbare moeders vertekion hot zolfs aan harcopy; vriondinnon, „dat de doktcr haar kindjo, met nialaga, van den dood gored had,quot; Toon nu zoo volen hot veihaalden, begon ik hot oindelijk zeit te goloovon, (*)
Spiritus P. N. Soort. gew. = 0,908—0,910. Bevat dus ongeveer 62 pct. aethyl-alkohol en 38 pct. water.
Spiritus recti/icaius V. N. Soort. gew. = 0,878—.0,880. Bevat dus onge-veer 74 pct, aetliyl-alkohol en 26 pct. water,
Spiritus redificaiissimiis P. N, Soort. gew. = 0,828—0,830. Bevat dus ongeveer 92 pct. aetliyl-alkohol en 8 put. water.
Daaiiatend liet gobniik in de phannacio van deze vloeistoft'en gemaakt, komt daarvan, voor therapeutische bedoolingeu, met name de spir. recti-licatus nog het meest in aanwending. In stede hiervan geeft men yaak ook brandewijn, rum, cognac, arak, enz. on wel in eene gift van '/a—2 thecle­pcls, meermalen daags, alleon, op suiker, of met water vcrdinul, Zoo b, v. in Engeland, in den vorm van „brandyquot;, dikwijls bij koortsziekten, — in
(*) Dat geloof is nog versterkt, nu ik in WbRBBB's Geueesmiddelleer (van.üoor Dr M. Mkijkks Jh.) blz. 21i;, onder het artikel „wijnquot; het volgendo leos: „Hier ter plaatse wil ik de opmerking niot achterwego lioudsn, dat men over hot algemeen vcel to woinig van don wijn, on bijzonder van ninlaga, |iaplcpelsgewijs, of van bran­dewijn met water en suikor vermengil, in de kinde ipraktij k gebruik maakt. liij adynamic, atrophio, ateloctasio en dergelyke ziekteo Is do wijn bijna onontbeorlijk. Steffen, Stkinük on anderen zijn liet met mij in dit opzicht ton voile eens.quot; bo-vreemdond was het inlj daaieiitegen, onder do tegonaanwijzingen voor het diaetetisoh gebruik van wijn, bij Notiinaoei, (Artndmilleltehie, blz, öJiö) hot volgonde vermeid te zien: „Zu diesen Oontraimlicationon gehört zuniiehst das kindliche und überhaupt jugendliche Alterquot;.
-ocr page 88-
7a
Spiritus. — Vinum.
do loatslc jareu ook in Frnnkrijk beproefd en zelfs in de kindeipruktyk door Bkuier in vele gevalleu nuttig bevonden. Met voel eiaphase is spiritus o. a. bij diphtheritis, — zoowel inwendig als plaatselijk, — geroerad. — Ui t w. voor inoiulspoelingcn, gorgeldranken, koelsmoersels (alleen of met 3—10 din. water); voor oogwatcrs (1 dl. met 5—20 din. water); voor omslagen (op korapressen, met of zondor water); in dampvorm (bij gowone of ver-hoogde temperatuur; in het laatstc geval door een elastieken buis uit een verhit blikken vat), om.
B i nu hi. If i/ii.
Hoofdbostanddeelen van wiju zijn aethyl-alkohol on water, waaraan zieh in de ondersoheidene wijnsoorten nog qualitatief en (juantitatief verschil-lende aniiere Stoffen paren, met name aethers (o a. oenanthaether), suiker, glycerine, vrijo zuren (o. a, wijnsteenznur, appelzuur, looizuur. koolzuur), zonten (waaronder vooral met wijnsteen- en phosphorzuur, inzonderheid aan kali en kalk gebenden), extractiefstotlen, kleurstotfen, enz.
Het alkohol-gehalte wisselt af tusschen 6 en 17 pet.
Met het oog op hare beteekenis als geneesmiddolen, kan men de verschillende wijnsoorteu, hoe groot ook haar aantal zijn möge, in 5 groepen verdeelen; de therapeut let hierbij naraelijk inzonderheid op de betere en edelere soorten:
1)nbsp; nbsp;Met veel alkohol (gemiddeld 16 pet.) en suiker; ook likeur- of sekwijnen genoemd. Er bestaan hiervan witte en roode: Ma­laga, Madeira, Alikante, Xeres, Schiras, Kanariesek, Constantia, Kaap, Cyprus, Chios, Syrakuse, Orvietto, Port, Lacrymae Christi, Tokayer, Frontiguac, Lunel, enz.
2)nbsp; Met een matig alkoholgeh alte (gemiddeld 13 pet.) en geurig bouquet; in de witte is een min of meer zuurachtige, in de roode een eenigszins wränge smaak: Rijn-, Main- en Moezelwijnen, waaronder Johannes berger, Markobrunner, Rüdesheimer, Ilochheimer, Liebfrauenmilcli, enz. Ook fijne witte Bourgogne-, Bordeaux- en llhöne-wijnen, zoo als Mersaidt, Montrachet, Chilteau d'Yquem, Hermitage blanc, enz. en roode Eransche, b.v. BoussiDon, Hermitage rouge, Mddoc cote rotie, Chambertin, enz.
3)nbsp; nbsp;Met minder alkohol (ongeveer 8—10 pet.) en niet ge­ring looizuur geh alte: lichtere roode Bordeaux- en Bourgogne-wijnen, b. v. Margeaux, Lafitte, St. Julien; lichtereDuitsche en Zwit-sersche, b. v. onder de witte: Stein- en Leistenwijn, Bleicherte, Förster, Pisporter, enz.
4)nbsp; nbsp;Met minder alkohol (ongeveer 8 pet.) en vrij koolzuur (mousseerende wijnen): witte en roode Champagne, o. a. Epernay, Sil-lery, enz. en eenige Duitsche en Bourgogne-wijnen.
5)nbsp; nbsp;Met een gering a) koholgehalt e (4 — 6 pet.) en veel
#9632;
-ocr page 89-
Vimuii.
7.-5
zur en en zouten : de meest gewone Duitsclie, Fransehe en Zwit-sehe landwijnen, vooral de jongere soorten.
De werking der wijnen verschilt natuurlijk naar gelang van hunne beslanddeelen. Het aan allen eigene karakter als excitantia staat vooral in verband met him alkoholgehalte, waarbij men ook den invloed van den oenanthaether in rekening ])leegt te breiigen; de mousseerende wijnen oefenen bovendien in het bij/onder den snelst, maar tevens vluchtigst-opwekkenden invloed op de hartwerking nit.
Een matig gebruik van goeden, niet te jongen wijn verhoogt de werkzaamheid van het zenuw- en bloedvaatstelsel. Daarnevens kan zieh zijn invloed op de spijsvertering uitstrekken, zoodat hij de assimilatie der voedingäiuiddelen bevordert. Hehalve de vermeerderde snelheid en tonus van den pols, neemt men daarbij een gemakkelijker digestie waar, oene aangenamer steraniing, verhoogde werking van huid en nieren, waarop echter, bij overmatig gebruik, dronkenschap volgt. Deze ontstaat intusschen niet zoo spoedig en doet zieh niet zoo hevig voor, als na het gebruik van een even sterk tnengsel van spiritus en water.
De hartstochtelijke liefhebbers van wijndrinken boeten echter die gewoonte met zuurvorraing, haemorrhoiden, jiclit, het ontstaan van pis-zure concrementen, leverziekten, enz. zelfs ten slotte met delirium tremens (hoezeer dit laatste ook door sommigen betwijfeld is).
Waar de geneesheer wijn voorschrijft, bedenke hij steeds, dat de exciteerende werking op den voorgrond staat, en dat de zoogenaamde versterkende, toniseerende werking zieh eerst na langdurig en matig gebrnik, en dan nog niet cens altijd even dmdelijk, openbaart.
De werking der wijnen met veel alkohol en suiker is het meest doordringend, het snelst en krachtigst opwekkend, — daarentegen ook het spoedigst verliittend, tot congestion en dronkenschap aanlei-ding gevend.
Die met een matig alkoholgehalte en geurig bouquet zijn bij tor-jiide gestellen zeer geschikt, om de energie van zenuw- en bloed­vaatstelsel te verhoogen, tervvijl zij daarentegen soms bij zeer gevoelige persouen de, spijsvertering kunnen beinoeilijken.
Die met minder alkohol- en niel gering looizuurgehalte oefenen dikwijls vooral een weldoenden invloed nit bij atonisehen toestand der spijsverteringsorganen.
Die met minder alkohol en vrij koolzuur werken het vluchtigst, verbitten het minst en kiinnen vooral op de werking van het zenuw-stelsel cenen gunstigen indruk te weeg breiigen.
Die met eeu gering alkoholgehalte en veel zuren en zouten vcroor-zaken inzonderheid nicer outlasting van urine en faeces, doch worden het minst of liefst in het geheel niet als geneesmiddelen aanbevolen, oindat zij zoo licht het digestieproces stören kunnen
-ocr page 90-
74
Viiiuin,
#9632;
Het therapeutisch gehruik vau wiju als analepticum komt vooral te pas in die e;eva!len, waarin de hartwerking geheel dreigt op te houden, zoo als dit o, a. na hevige bloedingen of na veel ander vochtverlies (b. v. bij cholera, enz.) lict geval kan zijn Die toestand is gekenschetst door eene smalle slagader, eene läge polsgolf met ge­ringen weerstand, een zwakke stoot der hartpunt en gewoonlijk dollere harttonen, waaraan zicli paren duizeliglieid, liauwte, bleek gelaat en koude ledematen. Een ilinke teug wijn, met name zoo die te verkrij-gen is, van Champagne, of wel van verwarmdeu rooden wijn doet vaak in zulke omstandigheden uitmnntende diensten.
Vooral wanneor ouzo bijstnnd word ingoroopeu bij tlrtuwtcii, door ovennatig bloed-verlies na verloBslngsn ontstaan, zagon wij souis du liijna schijudoodo vroinven weder spoedig na het gebvuik van nuiuu hoeveolUedeu wijlaquo; — tut ecu halve en zulfs een gvliecle (losch — in zeer kui'ton t'yd als herlcven.
Ten andere is de aamvending van wijn als ondersteuningsmiddel bij eene toniseerende behandeling zeer aan te bevelen; zoo b. v. bij overgebleven zwakte na iievige ziekten, bloedverlies, etlering en andere profuse afscheidingen; voorts bij sclieurbuik, bleekzucht, water-zucht, scrofuleuze atrophie, marasmus, enz.
Als het kraohtigst middel bij rhacliitis eu andere kaobektisohe toestan-den van kinderen roemt Uomberg Tokaycr, die o. a. veel phosphorssure zouton bevat.
Voorts als toniconervinum bij sommige nenroscn, brakingen van zwangeren, krampen, tlanwten, tetanus, pneumonie bij oude potatores, ook bij vergiftiging door narcotica of slangenbcet.
Vooral in Engeland schreef men aan de toediening van wijn groote voordeelen toe bij typhus, pyaemie, acute exanthemata, zelfs bij pneu­monie, nadat proeven op dieren geleerd hadden, dat spiritus ook in koortstoestanden de teuiperatuur kan doen dalen. iliertoe waren ecliter aanzienlijke hoeveelheden noodig en tevens was daardoor niet bewezen, dat de hartwerking gelijken tred liield met dezc warmtevermindering. Daar het bovendien vrij zeker aangetoond is, dat door groote hoe­veelheden wijn de hersenvaten verwijd worden, mag men van dit mid-del in die gevallcn geene andere verwachtingen koesteren dan van zijne werking als analepticum. Even als in de hierboven geschetste omstandigheden, kan dus de toediening ook alleen bij de hier ge-noemde ziekten aangewezen zijn, wanneer de lijders, b. v. in typhus, door profuse ontlastingen spoedig collabeeren, de hartwerking plotseling inzinkt, de slagaderspanning zeer klein wordt en de temperatuur der huid vermindert.
Daarentegen komen soins ataxische koortsen voor, met neiging tot verlamming en sepsis, waarin wijn niet zelden grootere diensten ver­riebt dan andere tonica of excitantia.
-ocr page 91-
Vinmii.
(Jorcvisia.
Voor zoover wijn een bestaiuldosl vonnt van versohillendo pbarmaosuti-sche bereidingen, welke als geneesmiddeloii in gebrnik zijn, werkt hij als zoodanlg ongetwijfeld medo.
Uitwendig kan wijn in dezelfdc omstandighedeu als spiritus toe-gediend worden, met name voor wassclungeu en omslagen de roode looizuurhoudende; men geeft hieraau zelfs voor adstringeerende inspui-tingen, b. v. bij blennorrhoea nrelhrae, vooral als voenuiddel van an­dere gcneesmiddelen, zoo als tannine, vaak de voorkeur boven spiritus ; zoo ook tot adstringeerende gorgeldrauken en mondspoelingen. Voor radikaalkunr bij hydrocele is hij, wegens de niet zelden daarop vol-gende buikwaterzucht, minder aan te bevelen.
Hat gebrnik van zoogenaamde „roode wijn mo erquot; bij torpide ulcera-tien, decubitus, gangraena, enz. borust uitsluitend op hare adstringeerende werkingen.
(Over de tegenaan wijzingen z. b. bl. 71.)
4- l^inum P. N. Hot uitgepeiste, door wijngisting verandorde sap van druiven, de vmchten van Vitis vinifera L.
„Voor pharraacentisoh gebruik worden echte donkerroode Spanusche, en witte Fransc.lie wijnen van eeu goed merk verkozen.quot; P, N.
Waar wijn, als zoodanig, wordt aanbevolen, wordl die van een wijn-kooper ontboden en of alleen, of in mengsela met aromatica, suikor, eido-jer, eiizv of als heete wijn met kaneel (bij diarrhoe), of als bisschop, kar-dinaal, wijupunch, eiorwijn, enz. gebruikt; ook wel met water en o. a. met Selters- of aiet eenig ander koolzuurhoudend water vorraengd.
Ue hoeveelhcid is gclioel afhankelijk van do individu's en van den aard dor gekozene wijnsoort; bij zeer jonge kindoren begiut men met droppels, om tot 1—3 theelopels daags te klimmen; voor volwassenen schrijft men het gebruik voor bij oetlepols, kelken en vierde flesscheu, klimmend tot halve en geheele flessohen daags. Van do monsseerende wijnen geeft men als analoptica meestal do grootste giften en wel spoedig achtereen.
Appelwijn of ciilor, door gisting nit het sap van gekncusdc appelen en peron Iieroitl, I)evat slechts zeer weini;; alkoho), ducli smnakt verlVisscliend en werkt als ssaobt ifi-xiius en dluretionnii
llierbij sluiten zieh andero lichtere gegisto drankon aan, zooals bcssenwijii, palm-en herkenwijii, mee, kuinys, euz.
Cerevisia, Hier, meestal uit ^ersteninout bereid un, bij dezuivorste bchandeling, eene aromatisüh-bittereextractiefstof van hop bevattend, en bovendien dextrine, nihumiiic, zou-ten en veel koolziiur, wissult zeer af in zijn alkohülgelialtc; In do lichtere soorten be-draagt dit ter imuwornood 1 pet.; in steikc Boijerselie (Bock, Salvatoi)nog goon i pet., in do stwarO Engelsehc liieren soms nicer dan 8 pet. liriiino bieren zijn het rijkst aim hop on moutj in witte bieren kuaicn dozen bijna ut' in het gohool niot voor. Als on-derstonningsmiddcl bij eeno vocdzame behandeling hooft het veel waarde, — ondor do exciteoronde genoesniiildelcn ploegt men het echter geen plaats te vorleenen.
Do na ovennntig gebrnik daiii'van volgende dtonkunschap is vooral in do naweeen voel kwellendoi- dan do door wijn veroorzaakte; men moent dnt hop- on koolzuurge-halte daaibij hnnncn invluod doen golden.
Voor personell, inet noiging tot votvorming, is hot niot gesclukt.
-ocr page 92-
7laquo;
Aether.
A e i h e r,
Het inwendig g e b r u i k van kleine giften heeft nagenoeg de-zelfde verschijnselen ten gevolge als die, welke door chloroform te weeg gebracht worden (z. b. biz. 18), met dat verschil, dat reeds na kleinere giften aether de polraquo; en ademhaling duidelijker versneld blijken te zijn, en dat de wannte van de maag eene snellere vervluchtiging veroorzaakt. Van alle plaatsen van aanwending, geraakt aether spoe-dig in het bloed, maar wordt even spoedig weder door de longen, de huid en de nieren uitgescheiden.
Na grootere giften kan (behalve de bl. 18 na chloroform-gebruik geschetste verschijnselen) eene zoo sterke tympanitis ontstaan, dat door het opdringen van het middelrif de dood volgen kan. — Bij in-spuiting in eene ader of bij applicatie in clysmate kunnen dezelfdc verschijnselen als na het gebruik per os volgen.
l)e behundeling van uether-iutoxicatie komt overeea mot die bij spi-ritus-vergiftigiug (z, b. bl. 67).
Zijn plaatselijke invloed op de huid en slijmvliezen is ongeveer dezelfde als die van spiritus, maar door zijne snellere verdatnping doet hij de temperatuur lager dalen; terwijl op langduriger en sterker inwerking prikkeling en zelfs ontsteking volgen. Bij belettc verdamping volgt hetzelfde als hetgeen hieromtrent van chloroform (bl. 18) vermeid is.
Eene kortstondige inadem ing werkt zeer opwekkend; bij voortge-zette inhalatie volgt daarentegen gevoelloosheid (z. b. bl. id2).
Zoo heeft ook de koude, door plaatselijke aanwending ontstaan, eene tijdelijke gevoelloosheid op de getroffen pick ten gevolge (z. b. bl. -It).
Als iheorie der wer king neemt men dezelfde voorstellingen aan, als daaromtrent van chloroform gelden.
Het therapeutisch gebruik van aether en daaruit bereide praeparaten is vooral in zwang bij Hauwten, acuut ontstauen collap-sus, dreigende verlamming van hart- of longwerking, in een woord, waar men een krachtig, snel werkend opwekkend mid-del behoeft.
Voorts bij krampen, neurosen, hysterische aanvallen (o. a wanneer die zicli als hevige brakingen voordoen), enz. Inzonderheid wordt er wel waarde aan toegekend bij krampen in de maag en het darm-' kanaal, ook o. a, bij zoogenaamd galstcenkoliek (*).
(quot;; Het middel van Udkamp;nd, waaraan men zelfs het vermögen toeschreef, galstee-ncn te kunnen oplussen, bcBtond uit 'A din. aether en 1 dl. ol. terebinth.; men liet hicrvan zoolang 15—30 droppols moormalen daaga innemen, lotdai ongeveer 380 gram verbruikt waren.
-ocr page 93-
Aether.
77
Zoo maakt men er ook gebruik van bij narkotische vergiftiging, sorawijlen bij hevige dronkenschap en zelfs bij delirium tremens.
De toediening bij pernioienze intermittentes (kort vödr den aanval, alledn of met kinine), bij lintworra, als diureticura, enz. vindt thans slechts weinig aanhangers meer.
Wei scbrijft men de verschillende aethers nog dikwijls voor bij bestaande zwaktetoestanden eu venninderde energie van bepaalde verrichtingen, als adjuvantia, in vereeniging namelijk met versterkende middelen, zoogenaamde tonica.
Uitwendig worden aethers vooral als opwekkende riekmiddelen toegediend bij fiauwten, asphyxie en narkose, — hierbij ook soms in den vorm van clysmata of op de huid gedroppeld (o. a. bij hevige hoofdpijn en bij asphyxia neonaioriim). Bij opdroppeling is de wer-king voornamclijk afhankelijk van de daardoor te weeg gebrachte koude (verg. bl. ii, over de aanwending als plaatselijk anaestheti-cuin). \an die koude, door verdamping, heeft men ook meermalen gebruik gemaakt als samentrekkend middel, b. v. bij hernia incar-cerata, hevige vloeiingen kort na de verlossing, enz,
Enkelen meenen eck aan de toediening in dampvorra bij beginnende amaurosis of nerveuze doofheid waarde te mögen hechten.
Aether P. N. Gtt. 5—15 p. d , mm. d., op sniker, in suikerwater, in kamillenthee, enz.; tot grm. 1 — 8 d. d. in mixt. — Uitw. als riekmid-delj tot bedroppeling, in clystnate (grm. 1—3, met koud water).
Aether cum Spiriiu P. N. Werkt eenigzins zwakker dan het vorige en is, wogens zijne mindere vlnchtiglieid, etrder dan dlt geschikt, om in mix-tnren te worden toegediend. Men geoft van (lit onder de huismiddeien als Hoffmann's dl'oppels algetnoen bekend exeitans, in dezelfde vormen als het vorige, inw. gtt. 10 — 20 en meer p. d., mm. d., tot zelfs by theelepela of in raixt. (grm. 2—6 d. d. op grm. 100).— Uitw, als riekm., tot inwrijving, bedroppeling, in clysm. (grm. 2—5).
Nitris aetliylicus cum Alcohole P. N. Even als de vorige bereiding, tot de exciteerende huismiddeien behoorend (bckend als Spiritus Nitri dulcis), wordt in dezelfde omstandighedon (en ook in dezelfde vormen en giften) als het vorige toegediend. Men meent er eene prikkelende werking op de nieren, de hnid en de raaag aan to kunnen toeschrijven. Vooral geven som-migen het danrom als adjuvans in diuretische, diaphoretische en earrni-natieve mixturen.
Aether muriaticus alcoholiem P, N. De wijzen van werking en vormen van aanwending zijn geheel overeenkomstig met die van het vorige. —i Ook uitw. in gargar. (grm. 3—10 op grm. 100).
-ocr page 94-
I Snbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; Aether. — Ammonin liquida.
Acetas aet/iylicus ?.}$. AunvierHMugfilsvim hot vorige; de giften kunnen nagenoeg even groot nls die vim ylether genoraeti worden. De „nzijnnetherquot; is mode een zeer gebruikolijk nniiloptüuini, o. a, bij asthma, krampen, enz.— Ook uitwendig, als riekmiddel (l)ij tlanwto), of geclroppeld (bij tand-pijn, in de carieuze holte), in dampvorm of ook ingewroven of opgedrop-peld bij hoofdpijn, oorpijn, enz.
|;
Ho nu to behaiulclon Ammomacaiia vormon in zoo vor ecu schokel tusschen lie excitnntia en vnstc alkalien, als aij voor eon deel opwckUeml werken op hot vaat-on zenuwstolsel, en bevorilercnd voor do adomhaling, do wannto-ontwikkcliiig en af-scheidingen, anderdeels echter vrijc zurcn binden, eiwitstoffen oplossen en, bij lang-durig gebruik, stoiiriiisson in voeding en stol'wisseling te wceg brengen.
Ammonia liquida. t locilmre Ammoniak,
Bij eene meer dan zeer vluchtige inademing (dus ook bij het rieken en tot in lt;le longen doordringen) van ammoniakgas, — ook wanneer dit met veel lucht vermongd is, — ontstaat hevige prikke-ling, tot zelfs ontsteking in de daardoor getrofien slijmvliezen. De traanafsoheiding vermeerdert; er ontstaan hoest, benauwde ademhaling en hevige pijn in de luchtpijp.
Bij langduriger inademing wordt de pels versneld, onregelmatig, klein; soms zelfs volgt de dood lerstond door verstikking, terwijl in andere gevalleu hevige ontsteking van het neusslijmvlies, traclie'itis en bronchitis ontstaat, die na 24—48 uren doodelijk kan worden.
De benauwdheid bij de ademhaling wordt veroorzaakt door eene refiectorische glottiskramp.
Bij het inwendig gebruik van zeer kleine hoeveelheden, b. v. 6 droppels, ontstaat een gevoel van branding in de keelholte; doch na 10 — 25 droppels drnkking in de slaapstreek, eene voorbijgaande zwaarte in het hoofd; volgens sommigen ook een vluchtige toestand van opgewektheid, met vermeerderde wannte, zweetafscheiding en Urineloozing.
Zijn echter groote hoeveelheden ingenomen, dan ontstaan alle verschijnselen van eene ernstige gastro-enteritis, hevige pijnen in het epigastrium, braking en doorloop, meestal van bloedige massa's, collap-sus en dood. Het tegelijk vervluclitigend gas kau daarbij de lucht-wegen tevens zoo aangctast hebben, dat er gevaar van stikken en opvulling tier bronchicn met slijin volgt, en zoo de dood, onder asphyxie of vvel in soporeuzen staat, onder krampen. Enkele malen vie­len de verbruikers, terstond na het innemeu van eene groote hoeveel-heid, bewusteloos omver en stierven zij na weinige rainuten,
-ocr page 95-
ADimoma liquids.
79
Vdür im ongeveer 13 jaron word niijn bystand ingcroepcn by cene thans nog levende, toon awangure vrouw, door ecu hevigon sclnik getroffen, aan welke hare huifgenoo-ten meenden terstond wat „vruchtwatorquot; to moetcn ingeven [eon onder dion naam liij zulko omstandighcdun door het volk zocr vertrouwd inengeei van 1141111 cinnaiuomi en andere aromatiea]. De npotlieker, met zoodanig water niot bekend en misleid door hot wat onzokore accent der dienstliodo, mcoiulo, dat or „ vlugwaterquot; gevraagd word en dat het bestcmd waraquo;, om als riekmiddcl te dienen. Ilij gef danrom eon flcschje aminonla liipuda, en ecu gedeeite hicrvan — naar schatting ougeveer 3 gram — wcrd döor do vrouw pcslikt. Enorme hoeveolhcdcn water en melk brachten in do eorste oogenblikken oonige vcrlichting aan; — do intusschen niet achtergeblo-von plaatsulijke ontstekingsveriicliijnfelen mochten verder gelukkig worden opgehe-vcn en er is alleen bij de langzaara herstolde volslagen gemis van smaak- en reuk-gewaarwording overgoblevent
Ook inspuitingen in eene ader brengen hevige dyspnoe te weeg, waarop de dood onder stuipen en tetaniache verschijnselen volgt.
Als lijkbevinding na ammonia-vergiftiging wordt vermeld de aan-wezigheid van brandkorsten op al de getroffene deelen, afgewisseld door plekken met congestie- en ontstekingsversclujnselen. Het longparen-chym en broncliiaalslymvlies zijn zeer bloedrijk en hier en daar oede-mateus geinfiltreerd; het bfoed is meestal vloeibaar, zonder stollings-toestand.
Zoo de hulp na de intoxicatie uiet te taat korat, kan men nog goeds verwachten van het gcbinik van slijinige en oliehoudende vloeistoil'en en van de toediening van plnntnardige zuren; zoo kan soms ook het doen inademen van azijnzure dnmpon nog nut hebben. Overigens lette men bij de bebandefing op de dreigemle of reeds bestaande gastro-enteritis, waar-togen de noodigo antipbtogistica (o. a. ook het inwendig gebruik van ijs) te pas koraen.
U i t w e n d i g op do gave huid aangebracht, veroorzaakt ammonia liqnida een gevoel van prikkeling, pijn en roodheid; bij sterker in-werking, blaarvorming, af'stooting van de opperhuid, zelfs cauterisatie, met verzeeping van het vetgehalte.
Uechtstreeks verklaarbaar is deze prikkelende in working op de huid en zoo ook de invloed op de slijmvliezen, wier epitheliumcellen los-raken en opgelost worden, niet, — evenmin als de prikkelende inwer • king van mostaard, cantharides, enz.
lets zekerder kan inen als tlieorie der werking na het inwen­dig gebruik aannemen, dat kleine in de maag gekomen hoeveellieden de voorhanden zijnde znren neutraliseeren; het nog overige kan op-lossend werken op de eiwitstoff'en van het maagsap, die daardoor in eeu doorsclujnend, taai draderig vocbt veranderd worden. — De roode bloedlichaampjes worden, bij rechtstreeksche aanraking met ammonia liquida, opgelost.
-ocr page 96-
AmmoniR liquidii.
#9632;i 1
Het therapeutisch gebruik bepaalt zieh, althans als inwendig 'middel, tot zeer zeldzame gevallen, met name dan wanneer er levens-gevaar bestaat, b. v. bij asphyxie, apoplexia nervosa, schijndood, cho­lera, enz.
Sominigen meenden daaraan bij epilepsie, asthma en kinkhoest eenige waarde te mögen hechten.
Voor velen gold het als nntidotum bij vergiftiging door narcotica (tabak, digitalis, opium, enz.j en met name door blauwzuur. Of in het iaatste geval de inademing of het innemen van de vloeistof wer-kelijk waarde heeft, is zeer twijfelachtig, hetgeen ook nog meer geldt van het gebruik bij chloor-, koolzimr- en kooloxyde-intoxicatie, waar-bij men dit middel vroeger wel toediende.
Daarentegen scliijnt het nog steeds een beteekenenden naam te heb-ben bewaard als antidotum bij den beet van vergiftige slan-gen, waarbij het niet slechts inwendig gebruikt, maar vooral ook op de beetwonde zelve uitwendig geappliceerd wordt; — zoo is het ook bij gevaarlijke insektensteken aangewend. Ilierbij en bij den beet van dolle honden geven velen, om hare dieper doordringende inwer-king, echter de voorkeur aan de plaatselijke aanwending van bijtende kali, of liever nog aan het gloeiend ijzer.
Het gebruik van eenige weinige droppels ammonia liquida, met water verdund, kunnen vaak den duur van een hevigen spiritus-roes bekorten; op de naweeen hiervan oefent het echter geen in-vloed uit.
IInbsp; 1
IIInbsp; n
Het uitwendig gebruik van ammonia liquida is, behalve in de zoo even genoemde gevallen van plaatselijke aanwending op ver-giftige beetvvonden, vooral in zwang in den vorin van riekmiddel, met name bij Hauwten, hysterische krampen, intoxicatie door narco­tica, spirituosa, enz. Het doel hierbij is, om, door eene hevige prik-keling van het neusslijmvlies, reflectorisch ademhalingsbewegingen op te wekken.
Bij vergiftiging door blauwzuur vermijde men vooral de inade­ming van te geconcentreerd gas (men kieze daarvoor liefst den damp van met eenige ammonia bedeeld water); ditzelfde geldt bij kool-zuur- en kooloxyde-vergiftiging, over 't algemeen bij asphyktische toestanden; in de eerstc plaats omdat de paticnten alsdan nog meer en voornamelijk belioef'te hebben aan reine, frissche lucht en ten an­dere omdat het geneesmiddel zelf bij te hevige inwerking den dood, door stikking, veroorzaken kan.
Men gebruikt haar voorts tot inwrijving (soms niet slechts als rubefaciens, maar zelfs tot blaarvorming en cauterisatie toe), bij jich-tige en rheumatische aandoeningen; bij verlammingen; ook als verdeelend middel bij kneuzingeu, sugillatien, enz.
#9632;#9632;#9632;
-ocr page 97-
Ammonin liquida. — Sesquicflrlionns innnionidus.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;81
Bij chronische liceschheid, longbleutlörrböe on asthma isdoor enkelen de inademiug aanbcvolen en zelf's de jjJaittselijke cauterisatie van de keelholte (met eene aan een langen steel bavestigde pluksehviek, die met de vloeistof bevochtigd is,) bij asthma, djapnoe, epilepsie en water-vrees, — trouwens een zeer gevaarlijke knur, oindat allieht, wanneer er lets van het vocht in bet strottcnhoofd geraakt, dreigend gevaar van stikking ontstaat.
Ammonia liquida P, N. Gtt., 3—5—10 p. d., zeer sterk met water of eene slijmige vloeistof verdund, — tot grm. 1—3 d. d. in slijiuigo mixt. (grm. 300). — üitw. als riek- on bijtiniddfil; voor wasseliingeii on iuwrijvingon (inet aromalische on spirituenze vloeistoffen, grm, 2—(5 op grin. 35—50); soms bij torpide amaurosis, als prikkelend iniddol, in de mibijliuid der oogon ingewrevon (gtt. 3—10 op grm. 10—20); als smeersel, in verconi-ging met vette of vlnchtige oliiin, als zalf (1 dl. op 4 —10 din. vet).
Sapo Ammoriiae P. N. (moor bokend als Linmentum volatile). Dient vooral als prikkelend smeersol (met name bij spiorrboumatisme), ook als verdeolend middel, en wordt of alleon, of in vereeniging met andere Stoffen kamfer, kwik, enz.) ingewreven.
Sapo aromaticus liquidus P. N. (of BaUamum OpodeldocJi. liquidum) en -f- Sapo aromaticus solidus P, N. {of Balsamum Opodeldoe/i). Uitwendio-o toudie-ning bij dezelfde gevallen en in dezelfde vormen, als liet vorige praeparaat.
Solulio Ammoniaci spirituosa anisa/a P. N, Dit praeparaat werkt oneindig zachter dan ammonia liquida alleen. Men kan het dan ook in veel grootere giften toedienen. Het bewijst vooral dieusten bij sie-pende borstkatarrhen en inzonderheid dan, wanneer bij ophooping van bronchiaalslijm de expectoratie door gebrekkige working der uitade-mingsspieren belet is. Voorts wordt het toegediend bij astlima^ mete-orisme, dyspepsie, enz.
Men geeft hiervan gtt, 6 —In p. d., 3—4 mid., in suikorwater; grm. 3—5 d. d., in mixt., vaak in aromatische infusion (grm. 100); dikwijls als bronchiaal-middel in vereeniging met senega.
Sesqwicarbonas ammonicus. Ander-halfkoolzure Ammoniak.
De plaatselijkc en algemeeue werkingen zijn nagenoeg overeenkom-stig met, maar veel zwakker dan die van ammonia liquida en hierom wordt zij, voor inwendig gebruik, boven de laatste verkozen.
Bij wijze van proefneming, in eene ader gespoton, veroorzaakto zij liovige vergiftigiiigs-verscbijnselen, die gohoel met hat klinische boold van uracmic
CosTmij Geneesmidileileer.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; ti
-ocr page 98-
82
Sosqnionrlxmns ammonicns.
overeenkwamen. Of uit (lien hoofde te reoht beweerd is, dat urne.mie het gevolg zou zijn van omzetting van uroum in koolzure amraoniak is zeer twijfelnchtig.
Men geeft dit middel in dezelfde omstandigheden, als hierboven bij ammonia liquida vermeid zijn en het heeft dan ook in praxi den naam van een goed zweetdrijvend middel te zijn, met name bij asthma, djsenterie, cholera, enz.
Het is voorts toegediend bij dreigende longverlamming en andere paralytische toestanden, ook bij eldampsie, en het had zekeren naam bij chronische exanthemata, vooral bij scarlatina en den vaak daarna volgenden hydrops, ook bij syphilitische huidziekten, scrofuleuze kwa-len, verouderde borst-katarrhen, diabetes, enz.
Soms diende het ook u i t w e n d i g als riekpoeder, in dampvorm (waarbij het zout in heet water gestört ward en men, b. v. bij doof-heid, de dampen in het oor leidde), enz.
#9632;I
Sesquicarbonas ammonicm P. N. Mg. 250—500 p. d., ram. d., tot grra. 3—4 d. d.; het best in oploasing en raixt. (minder goed in poeders of pil-len). #9632;— Uitw. als riekpoeder; in sraeersels, zalven (1—-Sdlu. op 10 din.) en wasschingen (1 — 3 din. op 25 din.).
l
Solutio Sesquicarhonatü ammonici P. N. Hiervan worden toegediend gtt- 20—50 p. d., 3—4 m. d., in slijmige vehioulu on mixturen(grra. 10— 15 op grra. 150—300). In bruismengsels (b. v. gtt. 30 met | eetlepel citroensap) wordt het als een goed middel bij „katzenjiunmerquot; geprezen. Ook is het zeer geroemd, als inspuitingaraiddel in eene ader, bij slan-genbeet.
-{- Spiritus aromalicus ammoniacalis P. N. Dit middel, welks wer-kingen wel ongeveer gelijk te stellen zijn met die van solut. aramon. spirit, anisat., wordt ook vaak in dezelfde omstandigheden als dit laatste vootgeschreven. Zijne racer aromatische bestanddeelen doen het echter dan verkiezen, wanneer men, nevens zaoht ammoniakale, ook nog car-minatieve werkingen verlangt.
Gtt. 15—30 p. dig mm. d., op suiker; grm. 8—5 d. d. in mixt. — Uitw. voor wasschingen, imvrijvingen, enz.
Sesqtdcarbonas ammonicus pyroanimalk \y. N. Schijnt in werking niet te verschillen van sesquicarb. aminon. (sinaakt echter zeer onaangenaara). Sommigen hebben het inwendig bij allerlei typheuze toestanden, ook bij chro­nisch rlieumatisme, eklampsie van barenden, delirium trcmens enz. laten gebruiken.
üitwendig dient het als riekmiddel en in zalven.
De giften en vormen van toediening zijn dezelfde als die van sesqui­carb. ammon.
-ocr page 99-
Sesquicarbonas amnionicns. — Solut. Acot. ammon.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;83
Solutio Ssaguioaröonatis nmmonici pyroanimeMt P, N. Dezn waterigti op-lossing van het vorige zont (ineer bekend ills Spiritus Cornu Cervi, geest van hertshooru,) wordt vooral bij hysterische krampen en de overige hiervoren genoertule govallen toogcdieiul. Gtt. 15—30 p. lt;1., mm. d. (niet zelden in een nromatiscli aftreksel, b. v. van kamillon, valeriaan, enz.) of in mixt. (grm. 3—6 op grin. 100). — Uitw. als tanddroppels (alleen), voor oogdroppels (met aa water, o. u. bij umaurosis), in wasohwaters, enz.
-j- Solntio Suceinatis ammonioi pyroanimalis P. N. (meer be­kend als Spiritus Cornu Cervi mccin'atus). Men sclirijft hieraan min­der opwekkende, dan wel nicer diapliorctisclie en antispasmodisclie wer-kingen toe. Bij allerlei krainptoestanden van hysterische en hypochon-drische patiiinten wordt het toegediend; door soinmigen ook bij plot-selingen collapsus in het beloop van acute koortsziekten. Enkelen beeilten er waarde aan bij het zoogenaamd //inslaanquot; van acute exan­themata : bij slepende jiciit en chronisch rheumatisme.
Dnarcnteften reikt Notiinagel nan (lit midde! hot diploma nlti raquo;NirgQnds von bo-#9632;wiiliitcin Nutzenquot;. — llct Liquor anlar/hritious Ki.lehi, tc^cn quot;iieiTouzo jiciitquot;, bestond nit dit miiklel met gelijko deolen Hofl^nann^ droppels.
Men gaf het vrorger in allerlei verbindingen, met spiritueuze on aromati­sche middelen, ook met aether, moschus, castorenm, opium, onz.
Gtt. 15—2(1 p. d,, mm. d., alleen, op suikor of met aether, in arora. water, enz., tot grm. 6 d. d. (in mixt, van grin. 100—150). — Uitw. in tanddroppels.
Solntio Acetat'm ammov'ici V. N, (ook Spiritus Minderen ge-naamd). (*)
Terwijl sommigc wnarnemers bij het gebruik van dit middel door gezonden sleohts weinig beduidende werkingen constateerden (zoo als eenige prikkeling in de keel, eenig warmtegevoel in de maag en in de huid, lichte hoofdpijn en gebrek aan eetlust;, is door anderen beweerd, dat dnarop de pols sneller, voller en sterker werd, dat er algemecne opgewektheid ontslond, verhoogde liuidwarmte en zweetaf-scheiding, waarna later algemcene afrnatting volgde,
Het tberapentisch gebruik komt vooral te pas, — te meer omdat dit middel meestal goed verdragen wordt, — wanneer bij lichte koorts- en ontstckingstoestaiiden nog geen bepaalder indicatie bestaat dan het volgen eener exspectatieve methode. terwijl men toch reden vindt, om de huid wat sterker te doeu werken. Het heeft immers
(*) Volgcns do mcesto Phnrmacopooeu wordt onder Spiniut Minderen cone verdun-ning van Sol. Aect. ammon, met ongovoer gelijkc doolcii aq. dcstill vcistnnn. Zoo o. a. ook volgcns do Ph. Uemttnica, 1H72. Daarentegen gebrmken enkele (zoo als de Ph. Bavarioa on Ph. Neerland. Ed. II) den naam Spiritus Minderer! als synoniem met Sol, Acet. ammon. (sonder bygovoegd water;,
6*
-ocr page 100-
84
Sohlt. Acot. raquo;mmon.
Chloret, ammoii.
in praxi den naaw van een zeer /.acht diaphoretioum, waardoor het vaat- en zenuwstelsel sleclits weinig geprikkeld worden. ]}ovendien solu'ijft mon er bedareude, Jiuretisclie en antispasmodisohe werkingen aan toe.
Het wordt daarom voornaraelijk toegediend bij katarrhale en lichte rheumatisohe koortsen. Wil men liierbij een sterk zweet opwckken, dan doet men goed, door bovendien vei'meerdeide bcdwarmte en het gebruik van heote drankeu aan te bevelen.
Voorts wordt het tot het // uitdrijvenquot; van acute exanthemata aangewend; ook bij lichte gevallen van huidwateraucht; bij hysteri­sche en hypoohondrisohe krampen; bij trage, pijnlijke menstruatie (zelfs hierhij in vaginam ingespoten); bij dronkensohap eu de naweeön, bij delirium tremens, euz.
Uitwendig gebruikt men het soins in dezelfde gevallen als sapo amraoniae (z. b. bl. 81); ook in oollyria, bij slepende oogontsteking en boornvliesvlekken.
Grra 3—5 p. d., tnm. d.; als (li^phol•. grra. 10—25, alleen of in mixt, of in oen aromatisoh aftreksel (b. v. van siunbucus; grra. 15 — HO op grm. 201)) (*).— Uitw. in oogwaters (1 dl. op 50 dln.), tot wassohingen, enz.
Chloretum ammonicum, CMoor ammonium.
Na het inwendig gebruik van mg. 300—500, meermalen, elk nur, werd eenige wannte, een onbohaaglijk gevoel in de maag en een weinig hoofdpijn waargenomen j daarbij iets meer aandrang tot urinee-ren en een weinig ruimur urincloozing. De hocveellicid vaste stofi'en in de urine, met name van ureum, zou hierbij venneerderd zijn. Itui-mer stoclontlastmgeu volgen nict daaropj wel wordt hierin meer slijm dan gewoonlijk outlast. Bij liet begin van het gebruik zou meer, later veel minder koolzunr uitgeadcmd worden.
In middelmatige giften werkt het vooral als ecu prikkelend mid-del op het slijinvlies van maag en darmkanaal; ook bevordert het de slijinafscheiding in de luchtpijpstakken.
Bij aanlioudend gebruik echter vermindert de eetlust, de tong wordt beslagen en de spijsvertering gestoord; zoo kan ook het bronchiaal-slijmvlies daardoor in een katarrhalen toestand gebracht worden.
Door groote giften of al te lang voortgezct gebruik ontstaan pij-nen in de inaagstreek, misselijkheid, braking (volgens sommigen zeer
i
l
[*) Wcgens do hicrvorcn opgegevon reden, gceft men in Duitsohlanil daai'van meestal het dubbule dier giften.
-ocr page 101-
Chlorotum iimiimuicum.
85
zclden, volgens anderen steeds doorloop); zelfs versehijnselen van gas-tro-enteritis, met hare gcvolgen.
Eeu prikkelende invlood op de Imrtwerking is nict wnargenoinen; zelfs zou liet gctal der polsslagen onder Iiet gebruik verminderen en wordt er bcweerd, dat onder een voortgezet gebruik het bloed dnn-ner worden en raoeilijkcr stoilen zon. Dat bet in iiet bloed opgcno-mcn wordt, schijut vrij zeker.
Voor da. theoi'ie der working is het van gcwiclit, dat uit proefnemingen gebleken is, dat dit zout eenen eigenaardigeninvloed op de epitlieiinmlaag van de maag en dünne (lärmen uitoefent. Het verband Uisschen de versehillende epitheliimicelien wordt losser; zij zwellen op en verdwijnen ten slotte, onder vorming van eene mime boeveelheid slijm; iets hetgeen zieii ook op de slijmvlie/.en der ge-noenule deelen voordoen zou, wanneer men het middel op eene huidwond aanwendt.
Het therapeutisch gebruik is vooral bij twee omstandighe-deu in zwang, namelijk bij maag- en broncIiia a 1 -katarrhe. Derhalve bij die groep van verschijnselen, die men samenvat als status gastriens of gastricisme, en in het twecde tijdperk van een acute maagkatarrhe, wanneer de eerste ontstekings-verschijnselen voorbij zijn en er een zoogenaamde status gastriens bestaat. Was er tevens reeds van den aanvang eene koortsvrije of in bet tweede tijdperk ver-keereude acute broncbokatarrhe, dan acht men het bijzouder aangewe-zen. Bestaat daarbij echter groote gevoeligheid der luchtwegen, eene sterke lioestprikkeling, of is do patiiint zeer verzwakt, dan verkiest men, ter opheHing van het gasLricisine, bicarbonas natrious.
Bij bronehiaalkatarrhe, in den zoo even gesohetsten vorin, en bij
zeer sterke personen reeds in den aanvang van eene eeuvoudige acute
katarrhe zou het, naar veler meaning, goede diensten bewijzen.
Üesibri.kn o. n. belwijfclt dit, en zolfs plnclu Autknuiltii, in woörwll ilat hij dit middel dikwyis voorschroofi zioh aUlus nit to latem laquo;Gelivuikt men liij ecu katanhe eon doktor, dan dnmt /.ij vier woken, — iroliniikt men niets, dan maai' oen inaand.quot; Toch iniiakt KoLB liierhij de jnisto opmerklng, ilio hem wcl alle praotioi zullen toegeven : raquo; Indien ook nl een borstkatai'l'lie nict door Salmiak gonozen wonlt, dan is toch dit iniddol, wcKons laquo;ijno physiologische Inwerking op liet lironcliiaalraquo; slijmvliee, gesoblkt, oin do atonlo van liet slijinvlies, die zieli dour do afsoboldlng van ocn taai, mocilljk oplosbaar slijm openbaart, op to liotlen, dit vloelbaarder to maken en daardoor somroige dnarvau nl'liankolijko verschijnselon (pijnlijke hoest, atithina) to bestrijdenquot;.
Zoo geeft men het ook bij pneumonic, na de kritische koorts, bij het bestaan van reutelgeruisch, piepen en snorreu, om de expectoratie gemakkelijk te maken.
Bestaat er eene siepeude broncliiaalkatarrhe met gemakkelijke expet;-toratie, dan geeft men het alleen dan, wanneer hierbij tijdelijk het
-ocr page 102-
86
Ohloretuiii aimiiigt;nicuiii.
Moüdius.
ophoesten bclennnerd is, ten gevolge von eene lichte acnut ontsteking-aclitige exacerbatie van het proces.
Ann phtblsioi, door stRi'ke hoestprikkeling gekweld, geve meiihet niet,— in weorwil van de annbovelingon van enkelen, die meenden, dat men met Salmiak longtuberkels ojilossen of het hektiseli proces onderdrnkken kan.
Als cliaphoreticum en als een middel, om verhavdingen, kliergezwel-len, enz. tot oplossing te breiigen, is het nagenoeg verlaten.
Uitwendig wordt bet echter nog vvel eens bij de laatstgenoemde toestanden aangewend, waarbij inen echter over andere, botet //ver-deelendequot; michlelen beschikken kan.
Bij \vijy,e van inludatie hceft men ook saliniakchnnpen bij slepende bronehiaalkatarrlie, met of zouder tiiberculosc, beproefd, Voorts is het, tot gorgoling, in gcbruik bij angina, slepende pliarynx-katarrhe, enz.; eindclijk als bijvoegsel in koudmakende mengsels.
Chloy'etum ainmonicum P, N. Mg. 300 — grin. 1 p. A,, mm. d,, tot gm. 8 d. d., in poeder, jiillen of oploss.; ook in pijpvorm of als tabletjes (met drop: 1 dl. op 8—20 din. suoc. liqnir., bekend onder den naam van zoutdrop). Het beste oorrigens voor don sinaak is sncc. liquirit. of ciaeosacch. foenic. — AI on geve hot in alien gevalle niet al te Ianraquo;' ach-tereen, wegens de mogelijk daarop volgeiule slooruissen in de spijsverteriug. — Uitw. in niondsp. en gorgeldr. (grin. 1—3 op grm 10Ü), wasschin-gen, zalven en smeersels (1 dl, op 5—10 din.), tot inhalatie (grm. 1—10 op grin. 500 water). [Als volksniiddel in gobniik, om in do kousen te strooien, tot het bevordoron van onderdrukt voetzweet. |
Men ondersclieidt Mosc/ius en Castnreum, wegens Imnnen ooroprong, als Krcitamia animalia, waarbij men in vroe^cren tijil noj; .linöra //risea, Zi/je//iuM au Jli/raceum telda.
JfMoschus. ilMuskusraquo;
Het inwendig gebrnik van kleine giften (mg. 50—300) ver-wekt een sterken indruk op de reukzemnven en ceneu bitterachtigen smaak, doch, behalve onaangenatne oprispingen met een muskusgeur, geen verdere verschijnselen.
Grootere giften fing. 300 — grin. 1) veroorzaken een gevoel van dnikking en volheid in het epigastrium; de eetlust wordt afwisselend verminderd of vermeerderd; in de keel ontstaat droogte; soms volgt braking, üewoonlijk wordt de pols lets sneller, de polsgolf hooger en de slagaderspanning iets sterkcr; soins volgt een algeineen gevoel van wannte en ecnig zweet Duidclijker en bestendiger dan dit alles, openbaart zieh echter de iudrnk op het zenuwstelsel, en wel daardoor, dat de psychisciie verrichtingen iets levcndiger worden, de gevoelig-
ii
h
-ocr page 103-
MuKuhus,
87
heid voor uitwendige zintuigs-imlrukken toeneemt. e7\ ook de ge-moedsstemming luchtiger, vaak vroolijker woi'dt. Daarna begint het hoofd wat zwaar te worden en er ontstaan lichte neuralgische pijnen, vooral in de slaapstreek. Dc verhoogde o])ge\vektheid en prikkelbaar-heid gaan echter ras voorbij; en nu volgt juist het omgekeerde : gapen, slaperigheid, algemeene afinatting en dan een diepe slaap; soms kan de neiging hiertoe wel 12—18 uren duren. Vooral bij prikkelbare personen treden die zenmv-verschijnselen sterk op den voorgrond, en kunnen er zelfs na groote giften lichte spiertrekkingen op verschillende plaatsen en algemeene tremor ontstaan.
Het is nog twijfelachtig, of moschus in de urine, het zweet of de uitgeademde lacht ontwijkt; doordien de geheele omgeving sterk naar mnskus riekt, is dit zoo moeilijk te i)eslissen.
Door sommigeh worden, ncvens de genoemde verschijnselen, nog ver­meid duizeligheid, verhoogde geslachtsdrift, vervroegde menstruatie en nensblocding, terwijl zij op groote giften een staat van dronkenschap zagen volgen, zoo als na wijn, met een vollen, wecken, frequenten pels en vermeerderde huiduitwaseming.
Zoo zou ook eene voortgezette inademing van moschus pijn en bitte in het hoofd, duizeligheid, zelfs verdooving veroorzaken.
Zij, die aannemen, dat in het zweet, de uitgeademde lucht en de urine de geur naar moschus te herkennen is, gronden daarop banne overtuiging, dat althans het riekend beginsel in het bloed opge-nomen wordt.
Eene eigenlijke theorie der wer king is intusschen nog niet te leveren.
Het is niet gemakkelijk, bij het zeer uiteenloopend oordeel over de waarde van moschus, die gevallen juist te omschrijven, waarin men lets goeds van zijne toedieuing verwachten kan. Er was een tijd, waarin de medicus, vooral bij de beluiudeling van n zenuwzicktenquot;, zieh niet verantwoord aehtte, zoo hij niet, wanneer de ziekte tot collapsus neigde, inosclius-poeders voorschreef, om de // levensvlainquot; weer op te wekken. Zij waren in den regel de heksluiters en van daar, dat thans nog, wanneer men moschus toedienen wil, een woord van geruststelling aan lijders en omstanders mag worden toegesproken, oindat het gebruik van dit iniddel bij vele leeken nog liet denkbeeld opwekt, dat de ziekte // op haar hoogstquot; geklommen is, en de dokter een proeve waagt met // er op of er onderquot;, — uti ajunt.
quot;Van liunne bijzondere ingenomenheid met dit middel lieten echter de latere practici wel zooveel varen, dat zij begrepen, de toediening bij toestanden van uitpulting na slepende ziekten en bij hoog-
-ocr page 104-
88
Muüuhus,
I
#9632; ;
I
bejaai'de personell tc tnoeten achterwege laten; wnar luerbij agonie dreigti sonynt het namelijk den doodstrijd te beinoeilijken, zoodat het de eutlianasie eer tegemverkt dan bevordert.
Met Iiet tli e rap entisch gebrnik van moschns, als ex ci tans, bedoelt men dan ook niet eene bepaalde ziekte tot genezing te bren-gen of verontrustende verscliijnselen op te heffen, maar de Icvens-energic of, zoo men liever wil, de werkzaamheid van het centvale zemiwstelsel tijdelijk zoo te verhoogen, dat er nog golegenheid over-blijft tot eene natmirlijke verelf'ening der bestaande stoornissen. En vooral, zoo men dan den mosclms niet al tc laat toedient, zal niet zelden de uitkomst zeer bevredigend knnnen zijn.
Yooral lieeft dit middel ziclij gelijk wij zeiden, een naain verworven bij typhus, en ineer bepaald bij dien vorm, dien men febris nervosa ver-satiiis noemt, inzonderheid ilan, wanneer de collapsus liierbij zeer snel eu plotseling invalt en zelfs toeneeint, zoodat er behoefte bestaat aan een spoedig werkend excitans. Wanneer zieh, naast de algemeene zwakte, hierbij krampaclitige verschijuselen voordoen (peeshuppelen, trekkingen der gelnatspieren, knarsetanden, enz.) acht men het meer bepaald aangewezen.
Als leiddniad voor jüngere beoelenaars van geneeskunst zijn de volgen-de Symptomen, die liet recht geven tot mosohus-toedieiiing, opgesomd (*): „Ken groote spierzwakte, een bleek aangezicht, met ontatemde en ingeval-len geliuitstrekkcn; oen dolt'o, strukke buk, zonder gloed; frecpiente of zeer verauderlijke, snelle, kleine, zwakke en leege pols; ijleu; waterheldore of zeer minie mine; peeshuppelen, vlokkenlezen, hik, trekkingen eu krampen.quot;
De keuze tusscheu mosclms eu andere exciiautia (alcohollca, aether, kam-fer, enz.) wordt dnardoor bepaald, lt;lat inosehus niet zoo snel en zeker, maar ook niet zoo vluchtig eu voorbijgaand werkt als aether en alcoholiea. Daarentegen werkt hij sneller en zekerder, maar ook veol vluehüger dan knrnfer. — De practici rocinen het vooral ;ds een voordeel van mosclms, boven kam for, dat de eerste het vaatstelsel niet prikkelt, de koorts niet verhoogt en de lijdende spijsvertcnngsorgiuien niet bezwaart.
Zoo kan moschns ook te pas komeu in het beloop van zoogenaamde typheuze pneumonienj bij collapsus, door barlziektcn, acute haemor-rhagien, cholera, enz. te weeg gebracht; inzinking van patienten inet acute exanthemata, puerperaal-peritonitis, — volgens sommigen zelfs in zoodanig geval bij croup, enz.
Behalvo als excitans, beschouwt men moschns ook als antispas-modicum, zoodat men hem wel voorschrijft bij stnipen en andere krmnpverschijnselen, die bij sommige ziektetoestanden (met name van hysterischen aard) plegen voor te komen; zoo vorder bij eklampsie, katalepsie, chorea, enz.
1
(*) In hot door Baum uitgegeven en later door Laühek nog eens omgewerkt Handbuch dar Arziieimitlellehre van Seifert (ürcUswaid, 1866).
-ocr page 105-
Moschus. — Caetureum.
89
Door' velen wordt moschus als een veel beteekeuend middel in de kinderpraktijk beschouwd, omdat kinderen veel duidelijkcrop het gebruik daarvan reageeicn, dit veel beter verdragcn eu bij koortsvrije zenuwtoevallen veel eerder daardoor herstellen dan volwassenen. Men kan bem hun daarovn ook vroegei dnn aan de laatsten toedienen, en hij woi'dt zelfs door enkelcn als een soort van speciflcum voorgescbre-ven bij spasmus glottidis in de eerste levcnsjaren (als laryngismus stridnlus bekend), /.oo ook bij kinkhoest (volgens sommigen, in ver-eeniging met tannine). Voorts wordt moscluis nog toegedicnd bij eclamp­sia infantum, hydrocephalus aoutns, enz., waarbij echter anderen er geen grootcr waarde aan toeschrijven dan aan valeriaan, asa foetida en dergelijkc, die bovendien zooveel goedkooper zijn.
Om de laatste reden heeft men er ook van afgezien, om, gelijk men vroegcr wel deed, moschus in clysmate toe te dienen.
Als tegenaanwij zingen gelden — behalve reeds vermelde om-standigheden, — zuivere ontstekingstoestanden, aanleg tot actieve bloedingen en het bestaan van wecfselveranderingeu in hersenen of ruggemerg.
Moschus V. X., eene nfsciieiding in den voorhuidszak van Moschus mo-schiferus L. Bij zuigelingen werken dikwijls reeds mg. 8— 15 p. lt;i. zeer (laidelijk; bij ondere kinderen kan daarcntegen mg. 15—50 p. d., tot mg. 160 lt;l.(l. of in i'dns reeds eene goede uitwerking licbben. Voor volwas­senen worden mg. 150—500 p. d. (en zelfs mcor), om de 3 — 4 ureu, voor-geschrovon. lieftt in poedervorm, met saooharum (in Charta cerutii), voor kinderen soms in linetus; ook wel in emulsion (Spiritus cinmnnomi zou hierin het beste simmkeorriguns zijn). Om zijue werking te bevorderen of te ondeisteuneu, voegen enkelen er wel bijsesquicnrb. nmmon. ofsesquicarb. ummon. pyro-anint., of wel kamfer; ook calomel (bij ontstokingen) ; digi­talis (bij hydrocephalus aoutus); zelfs opium (bij chronische neurosen, ulgien en krampen), — Uitw. Voor clysmata nam men do giften hooger dan voor inwendig gebmik (zelfs, in woerwil van de kostbaarheid en geinuk-kelijkc vervanging door een ander excitans, tot grm. 1 — 2 p. d.)j voorts hezigde men moschus tot endermatischo iawrijvingen, als bestanddeel van riek-, tandpoeders, enz.
C as to reu m. Mievergeii.
De meeste wnarnemingen stemmen daarin overeen, dat liet inwen­dig gebruik zelfs van groote giften bij gezonde personen geen be-teekenenden invloed uitoofent, maar boogstens wat misselijkbeid en oprispingen te weeg brengt.
-ocr page 106-
#9632;
90
Castm-oum,
I
Het therapeutisch gebruik, dat vooral oudUjds hoog werd anngeslagen, be])aalt zieh hoofdzakelijk, wegens de dnaraan toegesclire-ven kiatnpweiende en pijnstilleudc werkingen, bij hysterische of hy-poohondrisohe stoornissen van allerlei aard; zoo vooral bij spasmus uteri, tijdens de zwangcrschap en de verlossing.
Het is miasobien Inzonderheld voor die lijderesson uit hoogere stiiu-rlen een goed anti-hystericuin, wier verlieelding ook door den duren prijs van een geueesmiddel gcinllueiiceei'd wordt; — a bon eiilendeur raquo;nlut!
'I
I
#9632;
-\- Castoreum P, N., eeno afscheiding in zakvormige klieren nabij de geslachtsdeelen van Castor liber L. on 0. americanus C.vv. In poeders, met saccliarum (in ohartn oerata); soms ook in pilicn, boli of electuaria.
Van de officineele soorten, C. Sibirioum en 0, Canadense, wordt nog de eerste voor de therapeutisoh raeeat verkioslijko gohoudon.
Mg. lOU — grin. 1 p. d., ram. d. —Soras uitw. in clysin., supposi-toria, enz. — ougewettigde luxe!
-\- Tiwtura Castorei P. N. (uit C. Sibirioum bereid). Gtt. 10—20p.d.,
—6 m. d., op suiker (bij liysteriseho krampen, a. j—\ u.). — Uitw.
als riokiu., in oogwnters (grin. 3 op grin. 100), oordroppels, clysm. (grm. 1—4).
1
De mi to belmndelen gencesmiddelen wonlcn samengevat ondor den naara van Actliereo-oleosa. Zoowcl plaatfeelijk als aleemeen, vorourznkon zij oene meor of minder sterke prikkeling, die soms, bij groote hooveellieden, tot p;astio-eiiteritis of wcl, na overgang der olie in het bleed, tot vorscliijnsolon van narkotische vergiftiging aan-leiding geven kan.
Camphora. Ham Je v.
Bij het inwendig gebruik van kleine giften (mg. 30—grm. 1) veroorzaakt kainfer eerst eenen bitter-scherpen sinaak en een brandend, later verkoelend gevoel in den inond. Ook in dc maag ontstaat eene gewaanvording van wärmte, welke zieh daarna door het gelieele lichaam uitbreidt; soms volgen oprispingen, ilatus, doch zelden stoel-gang. De snelheid van den pels, de spanning en omvang der slag-ader nemen toe en er volgen (hoewel niet bestendig) een ruim zweet en venneerderde urineafscheiding. Daaraan paren zieh eene aangename, psychische opgewektheid, lichtheid in bewegingen, levendighcid in voorstellingcn, soms verhoogde geslachtsdrift. Hoe grooter de ge-bruikte giften waren, des te sterker is deze psychische opgewondenheid; het aangezicht wordt rood, de oogen glinsteren, het lioofd is zwaar en eenigszms pijnlijk; er ontstaat eene soort van duizeligheid of een gevoel van dronkenschap. AI die verschijnselen verdwijnen echter spoedig, zoodat slechts zelden een gevoel van afgematheid overblijft.
Na grootere giften (mg. 1500—grm. 5) volgde (bij opzettelijke
-ocr page 107-
Camphüin.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;quot;'
proefiieming) eene ongewone vermoeidheid; de pols daalde van 77 tot 67 slagen; het hoofd werd zwaar; het viel moeilijk hefc evenwicht te houden, er ontstond behoefte om te gaaii liggenj de denkbeeldcu ge-raakten verward ; inisselijkheid belettc te eteu. Do geostverwari'ing uam steeds toe ; gevoel eu begrip van de oingeving gingen verloren en eindelijk ontstond volslagen gevoellooslieid. Toen volgden bra-kingen; na een iniden kreet, bevige, als epileptische stuipen, en vervolgens, gedurende eenige minuten, razende ijlhoofdigheid. Uaarna rust en verlies van bewustzijn voor tijd en plaats, inaar toch nog het vermögen oin zieh tegeu het ondergaan van eene aderlating to verzetten ; het aangezioht was na de stuipen rood geworden en de toen ook weder snel-ler geworden pols bedroeg lüü. Eenigen tijd hierna werd veel warm water gedronken, waarop braking volgde. Toen — er waren inmiddels 3 uren verloopen, — keerde van lieverlode het bewustzijn terug. In den nacht volgde een goede slaap, en, behalve eene algemeene afgeinalheid en stijfheid, bleven er den volgenden dag geene naweeiin achter.
Ook andere waarneiners stemmen in de hoofdzaken daarmede overeen; bijna allen gewagen van eene liooge mate van liebamelijke vermoeidheid, beneveling van het sensorium, ijlen, danswoede, ttuipen.
Meerendeeis was, na het innemen van eene hoeveelheid van grm. 4—fgt;, de cerslc verandering die, dat het gelaat bleek en ingevallen werd, de buid koel, en de pols langzaam, met zeer geringe spanning. JS'a de stuipen, die roodheid van het gelaat met een vollen en ver­sneiden pols te weeg brachten, volgde dau weder de toestand van collapsus. Onder voortduring der stuipen, heeft men zelt's in coma den dood zien volgen.
Behalve de genoemde verschijnselen, worden ook nog als de uit-werkingen van groote giften kainfer in substantie vermeld het ontstaan van gastro-enteritis, strangurie, bloedwateren, strakke buk met pupil-verwijding, bevingen en somwijlen mondklem, met scluüm oj) de lippen, een bonte en kille liuid, totdat eindelijk coma volgt, waarin de ver-bruiker (volgens den een' asphyktisch, volgens anderen apoplektisch) bezwijken kan.
Als lijkbevinding, na vergiftiging met kainfer in substantie, zijn opgegeven ontsteking en zelfs verzwering van het slijmvlies, van inaag en darmen, overvulling van de hersenen, longen eu dikwijls ook van de pisblaas met bleed, — volgens sommigen ook hyperaemie en ont­steking in de nieren, — slapheid van bet met bloed overvuld hart en onvolkonien stolling van de doukerc bloedinassa, die meestal sterk naar kainfer riekt.
Daarentegen is ook reeds bij (lootlelijk afgeloopen kamfer-vorgiftiging geeu gustrü-enteritis gevondeu, miiar oiugekeord, blcekheid van het slijmvlios der inaag en hierop, behalve opgebhtzonheid door gas, eene raenigte kleine
-ocr page 108-
1 *
quot;~nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; Cninpliuia.
witte vlokken, up uitüongevulleii orouprUezen golijkoiul. Niet ten onrechte is kainfer een pl'oteus gonocmd, wolks workiugon zieh, in onderschoideno hoeveolhodon, bij vevsohilieiule mensohett, zeor uitcenloopond voordoen.
Bij vergiftiging vcrwijdere men 't eorst zoo mogolijk door emeticu liet in de iniiag nog aanvvezige vim de materia peooans, wende koude omsln-gen of begletingen op liet hoofd on hnldprikkels nan (sinapismi, enz.); voorts gove men aether, wijn, stoi-ke kot'fio, oitroensap, clysmata (met aoetum),euz.
U i t w c n d i g, op cle gave huid ingewreven, veroorzaakt kamfer vrij duidelijkc branding en bitte, op wondvlakten aangewend, zeer bevige branding, en op slijinvliezcn ontsteking. Na het toedienen van clysmata volgen weldra algemecnc verscbijnselen, en mot name zooclanige, die stoornissen in de zenuweentra verraden.
Als theorie der working is beweerd, dat kamfer, in het bloed overgegaan, spoedig en geheel hierin ontleed zou worden; als zoodanig heeft men baar noch in de urine, noch in bet zweet, noch in de long-exhalatie kunnen terugvinden; intusschen wordt toch bijna in al de excreta de gear van kainfer waargenomen en is in de urine kamferzuur aangewezen. De ainoeboide beweging der witte blocdcel-len wordt zelfs door zeer vcrdunde kamferoplossingen tijdelijk ver-lamd. Spoedig echter keert de vroegere coutractiliteit van het plasma weder terug.
De nog niet met zekerheid geconstateerde meening is uitgospro-ken, dat kamfer vooral op de kleine bersenen, den pens en de me­dulla oblongata zou inwerken.
Het hart beboudt, bij doodelijkcn afloop, zijn normaal reactiever-mogen. Intusschen worden onder den invloed van kamfer de vaten verwijd, Avaarvan wellieht ook de ruimere zweetafschciding en expecto-ratic tijdens baar gebruik afbankelijk zijn.
Even als de ineeste vluchtige oliiin, verhindert kamfer alle om-zettingen van organische stofl'en, die op de werking van plasmatische ferrnenten berusten.
i
Bij hat therapeutisch gebruik vatten de practici kamfer nu eens als excitans, dan weder als sedans op, — een verschil, dat ont-spruit uit de verschillende werking van kleinere en grootere giften. Kleine toch wekken duidelijk de hartwerkzaamheid en de verrichtingen van het centrale zenuwstelsel op; groote daarcntegen verminderen die.
Uit de opmerking, dat solutio camphorae spiritnosa, öp do huid ge-droppeld, (door vetvluohtiging) koude te weeg brengt, en uit de omstan-digheid, dat kamfer in den mond ook een gevoel van koude veroorzaakt, heeft men, zeker hoogst overijld, aan kainfer v verkoelendequot; werkingen toegesohreven en haar daaroiu, vaak in vereeniging met ultras kalicus, als „refrigoransquot; toegodiend. Misschicn ligt hierin ook do oorsprong van hu­ren naam als antaplirodisiacum.
-ocr page 109-
C amphora.
93
Voornamelijk wordt nij nog toegediend bij algcmeene zwakte, drei-genden c o 11 a p s u s in den loop van acute koortsziekten, ongeveer in dezelfde oinstandigheden, als waarin men ook wijn jdecgt te geven. Zoo kan die voorkomen bij acute exanthemata, typhus, cholera, asthenische puerpcraal-pi-ocessen, gangraena nosocoinialis en seuilis, bij hevige vormen van erysipelas, enz. Velen hechten er in die gevallen en zoo ook bij ontstekingaclitige aandoeningen van slijinvliezen, vooral van het bronchiaal-slijinvlies, daarom aau, omdat zij in de kaml'er een excitans zien, hetwelk, naar zij beweren, geene versnelling der ademhaling te weeg brcngt.
Men heel't haar ook aangewend bij allerlei rheumatische en arthri-tische aandoeningen, en bij neuralgien, verlaminingen, krampen, enz. die men als van rheumatischen of jichtigen oorsprong beschouwde, of wel aan // teruggeblevenquot; exanthemata meende te mögen toeschrijven.
Voorts bij vele plaatselijke ontstekingen (carditis, pneumonie, bron­chitis, dysenteric, metroperitonitis, phlebitis, enz,), waarbij zij echter, zoo daartoe geon dreigende collapsus reden geeft, door anderen in 't geheel niet aangewezen geaclit wordt.
Daarentegen wordt er vrij algemeen waarde aan toegekend bij in-toxicatie door verschillende narcotica, met name door opium of belladonna.
Men geeft haar ook wel bij hevige verdooving, door alcoholica te weeg gebracht en verder bij delirium tremens, met groote zwakte gepaard (in vereeniging met arnica), bij verschillende neurosen, vooral van spasmodischen aard (kinkhoest, hik, epilepsie, chorea, katalepsie, nerveuze dysphagie, enz.J.
Omtrent baren naam als specilicum bij aandoeningen der urogenitaal-organeu, zijn de geleerden het niet eens. Dat zij in staat zou zijn, de ge-slachtsdrift (bij den man) te temperen, is door anderen geheel tegen-gesproken ; toch gaf men haar bij allerlei verhoogde aandoeningen in de geslachtssfeer (priapismus, satyriasis, nyniphomanic, enz.). Zoo werd zij ook, omgekeerd, bij impotcntie en de gevolgen van sexueele uit-spattingen tocgediend. Niet zonder succes bliji't soms haar gebruik bij chorda vencrea, als versciiijnsel van acute blennorrhoea urethrae. Of datzelfde ook waar is bij pollution van oude onauisten en bij blaasver-lamming; voorts, zoo als sonnnigen willen, bij strangurie, ischurie, blaaskramp (ook na iiet gebruik van cantharides) en zooveel andere aandoeningen der urogenitaal-organen, is voorloopig nog zeer onzeker te noemen.
U i t w e n d i g wordt kamfer gebezigd tot het opwekken van granu­lation op trage of vuile zweien (bij decubitus, gangraena, enz.), vooral in zalfvorm; zoo ook bij herpetische en slepende huidziekten, Voorts tot het prikkelen van verslapte of oedematcus gezwollen deelen en
-ocr page 110-
PH
94
(ampliorn.
Iff
tot bevovdering van de opslorping bij subaoute ontstekingen; dan vooral in wasschingen on omslagen (bij vorstbluren, kneuzingen, dis-torsien, sugilintien, enz.). Ook bij rbcumutisclie en artbritiscbe aau-doeningen ; bij erysipelas (vaak in substantic); bij kiespijii, in de holle kies of in het oor aangewend (ook in substantie of in oplossing); voorts in prikkeleude clysmata, enz.
Is:
Als tegenaanwijzingen tegen de aanwending van kamfer wor­den opgegeven toestanden van ware overprikkeling (byperstlienie), hevige ontstekingen, actieve congestion naar liersenen en longen, nei-ging tot actieve bloedingen en apoplexie.
Camphora P. N., eeue vlnohtigo die, in vasten vorm, afkomstig van Camphora officinarum Nees. Mg. 30—300 p, d., mra. d„ tot grm. 1. d.d., in poeders (mot eenige droppels spiritus bevoohtigd en fijn gewreven: „Cam­phora tritaquot;, — het hest met zniver gompoedev, in oliarta oeratu); in pillen (met gumrai arab. en exlr. liquirit.), oploss. (in vette olie of in spiritus) of emulsion (met eon vette olio). — Uitw. in snbstantie (als kauwmid-del; in linneu zakjes, bij spasmus glottidis np don hals, als antaphrodi-siacum nabij do genitalia; in eon hollen taiul of in het oor); in krui-denkussens (bij erysipelas, rheumatische taudpijti: mg. 500 op spec. arom. grm. 25); tot berookiugon (soms met den damp van heet water, waarin stukjes kamfor geworpen zijn) bij angina, taudpijn, enz. (moor echter op heete metalen platon verdampt en met het lijdend dccl in aanraking ge­bracht; die damp wordt ook wel op watton of flanel opgovangen [„lana camphorataquot;] on dozen worden dan op do zieke pick golegd); die boroo-kingen zijn nog vaak bij veroudcid rheumatismc, bij vorlainmingon, trage huiduitslagen — psoriasis, impetigo, lichen en dorgelijke — in zwang; tot inhalutie (door glazen cilinders, waarin do kumfer door proppon watton gohoudeu wordt: „cigarettes camphrccsquot;); als snuifpoedor, oogpoe-der, strooipooder (op gangraoneuze zweren, met myrrhe, kina, koolpoodor, enz.); in injection en clysinata (mg. 300— grm, 1 ad clysma, liefst met olio gecmulgeerd); in gorgoldrankon, oogwaters, baden, zaivon (grm. 1—3 op grm. 25), smeersels, pleisters en zeepen. In oplossing, tot wasschingen en omslageu.
Solutio Camphorae spirituosa P, N. Gtt. 10—30 p. d., mm. d. — Uitw. voor wassoh., mondsp., gorgeldr., enz. (grm. 5 — 15 op grin. 100).
Sapo aromaticus liquidus 1', N. en Sapo aromaticus solidus V. N. (z. b. bl. 81).
-|- Emplastrum saponatum P. N. Eon verdeelende ploistor; o.a. bij kneu­zingen, melkklonters, likdoorns, enz. in gobruik.
-)- Unguentum Carbonatis plumbiei camphoratum P. N. Inzonderheid aan-
I
-ocr page 111-
Oleum Cajuputi depuratuui.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; quot;•'
gewend, tot inwrijving en als verbaiulmiddol, bij vorstblfircn; ook bij dec-u-bitus, gangreen, enz.
Oleum, Cajuputi depuraiumraquo; Gezuiverde Cajupuiotie*
Het veroorzaakt een aromatisch-brandeiulcn stnaak, waarop later een gevoel van koude in den mond volgt. In de inaag brengt het eene ge-waarwording van wannte te weeg en de frequentie van den pels wordt er eenigszins door vermeerdcrd. Of het ook de urine- en zweetafschei-ding bevordert, is nog niet zeker; — gcmeenlijk sclirijft men er wer-kingen aan toe, die ongeveer het midden houden tusschen kamfer en valeriaan.
Het therapeutisch gebruik was vroeger zeer algemeen, en dat zoowel in- als uitwendig, tegen allerlei neurosen, neuralgien, kram­pen, met name in den onderbuik, bij hystericae en bjpochondrici; bij allerlei paralysen, vooral van bijzondere deelen (tong, slokdarm, blaas); — voorts, zoo als men licht begrijpen kan, alweder bij epi-lepsie, chorea, asthma, et quot plures tales cruces sunt, — ook bij clio-lera; wijders als anthelminthicum; bij rheumatische tand- en aange-zichtpijnen, enz. — Het schijnt by tympanites (als gevolg van ab­normale gistings-processen in het spijsverterings-kanaal) en de daaruit voortspruitende cardialgie en koliekpijnen niet zonder waarde te zijn.
Uitwendig gaf men het bij dezelfde ziekten, als waarbij men
hat inwendig gebruik te pas bracht. Thans echter bepaalt men er zieh
voornamelijk bij, om het als inwrijvingsiniddel te bezigen bij aange-
zichts- en tandpijnen, en vooral ook bij allerlei vormen van rheuma-
tismus.
Oe Nederlandsche zecman, die, van cone reis naai- O.lndiii toruggekecrd, vergelen zou hebhen, een roorraad „echte kaatjeputquot; meo te hrengen, om bij gologonheid — mot name tot uitwendig gebruik, — familie en vrieuden daarnicde te bedienen, zou in zijn' kring niet op een vriendolijk „welkomlquot; kuunen rekonon.
Oleum Cajuputi depuralum V. N., eene vluohtige olie, afkomstig van Melaleuca minor Sm, en M. Leucadendron L. Gtt. 1—3 p. d., rum. d.; op suiker; in poedera (ids cliieosacch.^, spirit, ol'aether, opioss. en in pillen.— Uitw. bij droppeis (of op watten) in holle tanden, of (op wation) in het oor, bij doofheid, oor- eu kiespijn. Voorts tot iuwrijvingen bij proso-palgie, odontalgie on rheumatische i)ijneii, uliecu of vereonigd met spi-rituoso, aetheroa of kamfer-praeparateu; ook met vette olien en chloroform ; in zalven (1 dl. op 5—10 din. vet), als riekmiddel, enz.
-ocr page 112-
96
VnlonaiiB.
Maleriaiia. Vaieriaan,
Onzeker is liet nog, of men lt;le workingen aun de vluclitige valeriaanolie of aun het vluohtig valeriaanzuur, zijude de hoofdbestanddeelou van den offieineelen liadu Valerianae, — aan ieder op zieh zelf, dan wel ann bei­den gezamenlijk — toeschrijven mag, dan wel daaraan, dat de olie in het licluuvm eerst in het zuur verändert en als zoodanig werkt.
Het inwendig gcbrnik van kleine hoeveelheden valeriaan in poedervorm (mg. 500—grin. 1) lieef't, behalve een eigenaardigen reuk- en smaak-indruk — en, bij voortgezet gebruik, eenige ineerdere eetlust en betere spijsvertering, — geene merkbare gevolgen.
Grootere giften (grm. 5—10) breiigen een gevoel van wärmte in de inaag te weeg, oprispingen, soms brakingen, koliekpijnen, door-loop ; vevder een algemeen warmtegevoel, met versnelden jjoIs ; soms vermeerderde urine- en zweetafscheiding. De psychische verrichtingen M'orden eerst meer opgewekt; doch er volgt ras zwaarte en pijn in het hoofd, — soms ook kriebelen in de handen en voeten en een gewaarwording van trekkingen längs de wervelkoloin. Dat alles kan echter weder spoedig voorbijgaan.
Bij voortgezet gebruik van groote giften, zijn door sommigen zelfs deliritin, hallucinatien en convulsion waargenomen.
In de urine vindt men na het gebruik van valeriaan diens reuk terug. Dat valeriaan-reuk met dien van kattopis ovoreenkomt en dat diezelfde reuk van dit middel zeer eigenaardig op kutten werkt, tot stuipen toe, is algemeen bekend, — maar waardoor eigenlijk dit laatste ontstaat, is nog duister.
Wat kan men er t li c r a p e u t i s c h mee uitrichten ? Hysterie, epilepsie, allerlei neurosen (b. v. cliorea), febris nervosa, typhus versa-tilis, enz., it genezenquot;, zoo beweerde men van oudsher. Maar zoo po-sitief nemen het de meeste nieuweren niet meer aan. Dat echter die twijfelgeest nog niet tot alien van onze dagen doorgedrongen is, is zeer zeker een troost voor hen, die zieh, wegens dat zoo vervallend geloof, bedroeven mochten. (*)
Bij verschillende hysterische toestanden, vooral bij die, welke zieh als motorische stooruissen^ kemnerken, met name bij krampachtige
(*) De hoogl. Werber I), v., blijklmar nog niet door den Vorneinungsgeist van zoo velen zijner collega's meegeslecpt, prijst in zijn Leerboek der Bijzondere Geneesmid-del leer valeriaan als een nervinuin, stiiiuünns, antispasniodicum, diaphoreücum en anthelmintliicum. „Frijstquot;, zeg ik, — want als nervlnnm noemt hij v. „cen licilznam nüddelquot; j liij koortsen met adynnmio „een gewichtig middelquot;; v. raquo;spcelt een groote rolquot; in slcpende zcmnvzicktcn zonder koorts; nlgicn, spnsincn, enz. heeft v. moniginaal dragelijkor gemaakt cn zoll'a laquo;tot genezing gebracht ; eindelijk boveelt hij^extr. va­lerian., in verceniging met ijzer, enz. als raquo;zeker werkend anthelmintliicumquot; aan. — Mü het bestudecren van znlke werken, wordt waarlijk de moed wedr wat grooter
-ocr page 113-
Valonano.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;97
(vefil minder of bijna niet bij paralytische) verscliijnselen kan men er vaak goede nitwerking van waarneinen (zoo o. a. vooral bij baar-moederkrampen als prodromi menstrnationis, soins ook bij blaaskramp, mefeorismus, enz.). Bij stoovnissen in de gevoelssfeer, bij neuralgien en dergelijke pleegt valeriaan zieh minder werkzaam te betoonen. Boven-dien schijnen tecrdere, zwakke individu's beter op dit middel te rea-geeren, dan stevige, bloeiende //lij der essenquot;, die — hoewel dezulkeu trouwens zeldzamer voorkomen, — veel meer schijnen te behoeven dan eenvoudig radix valerianae, om van hare kwellingen bevrijd te worden.
Zij, die de toediening van valeriaan bij epilepsie roemen (o. a. eenige Transche geneesheeren) geven hem daarbij in groote en lang voortgezette giften (grin. 25—40 d. d. in substantie, indien hij als zoodanig verdragen wordt).
Wanneer er in het herstellingstijdperk na langdurige zieklen (ty­phus, pleuritis, puerperaalziekten), behalve voor het gcbruik van kina of kinine, ook, wegens dreigenden of reeds bestaanden collapsus, aan-wijzingen zijn, om den invloed van genoemde geneesmiddelen door een excitans te ondersteunen, vooral am de hartwerking of de verrichtin-gen der centrale zenuworganen spoedig op te wekken, pleegt men niet zelden valeriaan daarrnede te verbinden.
Tot dooding en afdrijving van spoelwonnen en ascarides wordt valeriaan alleen, tot ondersteuning, in vereeniging met sterkere anthel-minthica toegediend.
Uitwendig gebruikte men valeriaan somssisniesmiddel Veelvuldi-ger dient men hem toe bij kramptoestanden in den onderbuik van hyste-ricae of hyponchondriaci, in verzachtende en krampwerende elysmata (dikwijls in vereeniging met vette olien, asa foetida, enz.j; vooral dan, wanneer zoodanige patienten niet slikken kunncn.
Radix Valerianae P. N., de wortolstok van Vahriana officinalü L. Mg, BOO-grm. 4 p. d., mm. d., in poeders (wordt als zoodanig, in substantie, moeilijk verdragen); elect., pillen ; het meest in infus. en macerat. (grin. 5—15 op grm. 100); ook bij species. (Men noerat macis het beste simiuk-corrigens voor valeriaan.) Uitw. in niespoeder; tot clysm. (in infus.).
-|- Oleum Valerianae P. N. De werkzaamste bereiding uit den radix. Gtt. 1— 4 p. d , mm. d., als elaeos., in pillen, aether, en spirit, opioss.
Tinctura Valerianae 1'. N. Gtt. 30—60 p. d., mm. tl,, op suiker of in mixt.
-j- Hxlractum Valerianae P. N. Grin. 1—2 p. A,, ram. d., in pillen of opioss.
CosTKraquo;, Geneesmiddelleer.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;'
-ocr page 114-
!gt;8
Armen.
-|- Andum valerianicwn P. N. Ott 2 — 10 in spirit, of slijmigü oploss-Wordt zcldeu als zooclanig anngeweud; veelruldlgor in zijne zoutverbin-dinjien met innnionia, bismuthlaquo; zink, ijzer, chinine, enz. — {Falerianas zincicus, zio bij Zincum.)
11
A r n i c a. Wolvevlei.
lliervau zijn ofKcineel Floren en Radix, Met voornaamstc werkzaam bcstauddecl liiervan scliijut eene vluchtige olie te zijn. De physiologi­sche en therapeutische werkingen /ijn vooral en nauwkeuriger van de cersten dan van den laatsten waargenomen. Met exciteerend vermögen schijnt ook bijzonder aan de Floves eigen te /JJn, terwijl de lladix meer tonisch-adstringeerende eigenschappen bezit.
Het inwendig gcbruik veroorzaakt een gevoel van branding en scherpte in dc mond- en keelholte, soms ecnigen speekselvloed. Groo-tere giften veroorzaken laquo;prispingen en een gevoel van warinte in de maag, dat zieh over het geheele liciiaam uitbreidt. Verder ontstaau mis-selijkheid, braking, dikwerf buikpijn, en soms ook vermeerderde stoel-ontlasting, zweet- en uriueuitscheiding. Tevens worden de pols en ademhaling snelleren de hnidwannte hooger; het hoofd wordt zwaar, hol, duizelig; de slaap is daarna meestal onrnstig, door droomen ge-stoord; er ontstaat een pijnlijk gevoel längs den rug en tusschen de schouders, en er volgen algemeene afgeinathcid en ontstemming.
Na groote giften vertoonen al die verschijnselen zieh duidelijker en kan de plaatselijke prikkcling in hot spijsverteringskanaal zelfs tot gastro-enteritis klimmen, gepaard met beneveling van het sensorium, eene hooge mate van benauwdheid, onvermogen om te staan, kramp-achtige trekkingen in de spieren (soms met haemorrhoidaal- of nens-bloeding).
1
Uitwendig, op de huid, veroorzaken flor. arnic. jeukte, branding en zelfs eene lichte roodheid.
Als tegenaanwijzingen tegen het gebmik van arnica worden opgegeven: plethora, congestieve toestanden, groote opgewektheid van het zenuwstelsel, prikkelbare zwakte van het spijsverteringskanaal on gastricisme.
Dat arnica in groote giften aanvankelijk de hartwerking // opwektquot;, is zeker. Hoe dit echter tot stand komt, is even min duidelijk als de prikkelingsverschijnselen in het darmkanaal en de teweeg gebrachte verzwakking — schier tot narkose toe, — in de verrichtingen van hersenen, ruggemerg en motorische zenuwen. Men neemt ook aan,
-ocr page 115-
Arnica. — Serpontai'la.nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;99
clat zij de functie der opslorpende vaten verhoogen en, in niet te groote giften, eene tonische werking uitoefenen zou.
Het therapeutisch gebruik van flores arnicae was vroeger veel meer in zwang dan tegenwoordig. Men meende iiaar zoo inzon-derheid te pas te moeten brcngen bij den //torpideuquot; vortn van typhus, bij allerlei # zenuw- en slijinkoortsenquot; met ingezonken hersenwerking; bij apoplexini en paralysen, amaurosis, doofheid, en vooral bij kneu-zingen en scliokkcn en daardoor tcwoeg gebrachte bloed- en wei-extravasaten, met name in de schedelholte; dus ook bij allerlei vormen van hersencommotien en //asthenischcquot; ontstekingcn. quot;— Voorls bij atonische en passieve bloedingen, amenorrhoe, onderdrukte lochicn, enz*.
Radix arnicae was vooral in gebruik bij blennorrhoeein en tot be-strijding van chronische en asthenischo diarrhoe en djsenterie.
Uitwendig hceft men van arnica, in waterige en spiritueuze af-treksels, gebruik gemaakt tot omslagcn, om als prikkelend of de o])slor-ping bevorderend middel te dienen bij kneuzingen, sugillatien, trau­matische extravasaten, oedemateuze zwellingen, — ook bij gangrcen, enz.; soms ook in visceraal-clysinata en baden.
Mores Arnicae. V. N., de van de omwindsels outdnne bloemhoofdjes van Arnica tnontana L. Mg. 300—gnu. 1 p. d., ram. d., in poeders of pilleu;
meestal en beter in infusie (grra. ?. —10 op gnu. 100, a. 2 u. 1 1.). __
Uitw. In niespoeder; voor badcn, oraslageu, wasschingen, gorgeldrankou en olysmata Ignn. 5—20 op grm. lOO—2()0j ; ook in pappen.
- - Tinctura Arnicae P. N., raquo;it de vorigen bereid. Gtt. 10—30 p. d., mm. (1., op sniker of in mixt. — Uitw. voor omslagen, inwrijviugon, enz.
Radix Arnicae P, N., de wortelstok van dezelfde plant. Mg. 300 — grra. 1 p. d., mm. d. In poeders en elect. ; — beter in infus. olquot; decoct (grm. 3-8 op grm. 100). — (Jitw. in infus. (grin. 5—20 op arm 100—200).nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;_____________nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; J raquo; •
Herpeniavia. Stangenworlei.
Eene vluclitige die is ook in de hiervan gebruikelijke wortelstok bet voornaamste werkzaain bcstanddcel.
Tn eenigszius groote giften inwendig gebruikt, venvekt hi) misselijkheid en dikwijls braking, een gcvoel van wannte in de maag, iets versneiden pols, wärmte en zwaarte in het iioofd. Voorts eenige koliekpijn, winderigbeid in den buik en vermeerderden aandrang tot stoelgang. Yolgens sommigen, ook venneerderde zweet- en urine-afscheiding, en vaak vennindering van eetlust.
7*
-ocr page 116-
101)
Seipentnria, — Angelica. — Artemisia.
Therapeutisch vroeger aangeweml (zoowel in- als uitwendig) bij slangenbeet, — weleer in N.-Amerika als apeoifloum daartegeu besohouwd.
Voorts bij typhus en typhoide toestanden, ook bij intermiltentes (als diaphoreticum), vaarbij men hem zelfs als exeitans de voorkeur gaf boven valeriaan, vooral wanneer men daarbij vertrouwen stelde in de hem mede toegeschrcven expeetoreerende working; voorts bij gangreen, atonische hydrosen, septische toestanden, enz.
-i- Radix Serpentariae P. N., de wortelstok van Aridolochia Serpentartah. Mg. 500 —grin 1 p d., mm. d., in poeders en elect.; beter in infus. (grin. 10-20 op grin. 100—200).
Anfielt c a. Engeiworlel.
De hiervan officineele Radiiraquo; werkt minder opwekkend dan de vo­rige; daarentegen meer prikkelend op de hartwerking, de zweetaf-scheiding bevorderend en als carminativum.
Vroeger vooral bij typhus in gebruik, ongeveer in dezelfde omstan-digheden als valeriaan; — voorts bij kwaadaardige acute exanthemata, passieve bloedingen, rheuma, jicht, amenorrhoe; ook weder bij epilepsie, enz.: meer in 't bijzonder echter als aromatisch stomachicum.
-j- Radix Anpelicae P. N., de wortel van Archangelica q/Zcma^'s Hoffm. Mg. 500—grm. 2 p. d., mm. d., in poeder of elect.; in infus. (grin 3— 10 op grm. 100).
Ariemisia. Bijvoet,
De hiervan oiliciueele Radix was reeds vroeg als volksmiddel in aanzien, wegens daaraan toegeschrcven krampstillende, zweet- en weeiin-hevorderende en wormdoodende eigenschappen. Vooral echter toen zieh daaraan de naara paarde van ecu middel tegen epilepsie, vestigden ook geneeskundigen de aandacht hierop.
In giften van grm. 24 daags inwendig gebruikt, zou vooral de algemeene lichaamswarmte daardoor bevorderd worden en een ruim alwemeen zweet uitbreken.
Therapeutisch schijnt zijn gunstige invloed bij epilepsie zieh voornamelijk te bepalen bij recente en lichte gevallen, en vooral dan, wanneer de toevallen bij jeugdige, in de puberteitsjaren verkeerende en bij hysterische individu's, met name alleen nog bij dag voorkomen.
-ocr page 117-
Artemisia. — Aotheroo'ulooga inltiortinbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp; nbsp;1'Oi
Voorts is er gebruik van gemaakt bij chorea, eklain^isie, inenstru-aallaquo; en andere krampen.
•\- Radix Artemisiae V. N., de wortelvezels vm\ Artemisia vulgarin L. Mg. 600--grin. 4 p. d., mm. d., in pocders; of in infus. of decoct, (gnu. 6—IB op grm 100).
Bij cpilepsio plaeht men clit middel voorhcen nidus toe te dieiion i Nadat de patient zieh to bed begoven had, werd liein of liaar grm. Ü—8 pulv. rad. arteru. — verseh ^cstampt — toegediend, en wcl in eens, in warm bier; dan •waclute men het awect af; kwam dit niet, dan bevorderde men dit door een infus. rad. valer. of serpent, of door solut. sucein. ammon. pyroanim. Na 1 of 2 dagon verlioogde men do gift tot grm. 3—4, en na verloop van oonige dagen tot eeno derde gift van grm. 4-6. Golukie nu do genezing na doze laatste tocdioning niet, dan beschouwdo men het vorder ge­bruik van dit middel als mittoloos.
Do reeds bosprokon Aethereo-oleosa worden door sommigon do sterkero (valenliora) gonoemd, ter onderseheiding van do nu volgende, welko men dan als zachtere, Ael/m reo-o/eosa miliuro, beschouwt. Hoofdzakelijk berust ook huime working op den invioed van do daarin voorhanden vluclitigo olien.
Kortheidshalve vermelden wij hier de gemecnschappelijke kenmerken van de nu te behandelen geneesmiddelen, waaronder ook veie als // specerijenquot; bekende stoflen voorkomen en die als hnisiniddelen of als keuken-ingredienten een niet onbeteekenende rol vervullen.
Zij bezitten alien een min of meer aromatischen, soms scherpen, en gedecltelijk bitteren smaak. Bij kauwing vermeerderen zij de speek-selafscheiding. Door kleine giften worden de eetlust en spijsvertering bevorderd, terwijl in de maag ecu gevoel van wannte ontstaat. Bij lang voortgenet gebruik kunnen zij echter de spijsvertering stören, waardoor dyspepsie en zelfs maagkatarrhe volgcn kau.
In groote hoeveclheden werken vele dier middelcn zeer prikkeiend op het darmkanaal; bij overmaat zelfs kuunen zij maagontsteking op-wekken. Zij bevorderen de sneiheid van den pols, die ook voller en resistenter wordt en bovemlien vaak eene ruime zweetafsclieiding.
De vluchtige oliön op zieh zelven in groote giften (grm. 4—6) kunnen zelfsj gelijk uit proefnemingen op dieren (konijnen) geblekcn is, toxische verschijuselen — te vergeiijken met de door terpentijuolie veroorzaakte, — teweeg breiigen, die eindelijk zelfs sopor, coma en den dood ten gevolge hebben.
Als t h e o r i e der w e r k i n g stelt men zieh voor, dat de speeksel-afscheiding het gevolg is van retlexwerking, cu dat vermoedelijk ook zoo de verhoogde afscheiding van maagsap tot stand komt. Onbeslist is het, of zij reeiitstrceks abnormale gistingsprocessen in het spijsverte-ringskanaal, dan wel middellijk, ten gevolge der maagsap-afscheiding, beperken kunnen. Ook wordt er de peristaltische beweging der darmeu door bevorderd. De bovenmatige afscheiding van het spijsverterings-
-ocr page 118-
f
102
Aottiereo-olensn initioriraquo; — Chainomilla,
voclit en gedeeltelijlc de kiitarrhale toestand vun het niaagslijinvlies verklären de stoornis in de spijsvertering bij langdurig gebruik.
llet werkzaam bestanddecl, met name de vlucbtige olie, wordt op-geslorpt en werkt dan, na den ovcrgang in het bloed, op lict circulatie-en zenuwstelsel. Voor den overgang in het bloed pleit liet terugviuden der olien (als zoodanig of gewijzigd) in de nitscheidingen, o. a. in de urine.
Het therapeutisch gebruik heeft voornamelijk twecderlei be-doeling; of om ze als digestiva aan te wenden, d. i. om de spijs­vertering te bevorderen, — öf als carm ina ti va, d. i. om darm-gassen te doen ontsnappen; soms worden ze ook nog voor andere bedoelingen gebezigd, waarvan bij de stolfen zelven sprake zal zijn.
Als digestiva — waarbij zieh ook enkele acria (zoo als piper, sinapis enz.) aansluiten — koraen zii te pas of om cene be-trekkelijk te geringe afscheiding van spijsvertcringsvocht in yerhouding van de hoeveelheid genuttigde spijzcn te vermeerderen; of wel om uiet alleen een betrekkehjk, maar ook een absoluut te sclirale afschei­ding van maagsap te verhoogen, waardoor vooral bij lieden, die een weinig bewogen, stilzittend leven leiden, indigestio ontstaan kan.
liestaat er daarentegen eene zoogcnaamde // atonische zwakte der spijsvertering,quot; dan neeint men liever de toevlucht tot zuivcre amara of amara-aromatica, — en zelfs zijn bij bepaald tegenaangewezen bij alle ontstekingstoestanden van de maag, en niet alleen bij acute toestanden, maar ook bij slepende katarrhen. Anderen gaan verder en keuren haarsgebruik zelfs af bij plethorische personen, met aanleg tot ontstekingsziekten; iets hetgeen o. a. in het oog te houden is bij het niet zelden overdreven gebruik dier stolfen als huismiddelen (zij 't dan ook b. v. dat de leek zieh verantwoord acht, omdat de aanbeveling uitging van deze of gene wijzc baker of consortenj.
Als carminativa dienen zij ter opheiling van ilatulentie, die het gevolg is van te sterke gistingsprocessen in het darmkanaal, het zii door onmatig gebruik van voor gisting vatbare stolfen, of wel door gebrekkige dann- en inaagsap-afscheiding. Behalve dat zij de laatste vermeerderen en zoo middellijk de gasvorming beperken, bevorderen zij de peristaltiseiie bewegingen en het ontsnappen van de reeds gevormde gassen.
Daarentegen mögen zij niet aangewend worden bij meteorisraus, die in het beloop van peritonitis, typhus en andere acute ontstekingstoe­standen voorkomen kan.
tJhamomiiia. tiamifie.
Men beschouwt dit iniddel als vluchtig-opwekkeud voor het zenuw-
-ocr page 119-
( llilllinülllln.
103
sielsei, bedareud eu krainpstilleud, voonmuiolijk voor de ondcrbuiks- en vrouwelijke sexueel-orgiinen. Groote giften veroor/.aken misselijkiieid, zelfs braking en doorloop, of sleclits lioofdpijn en een gcvoel van (mwelzijn.
Men gebruikt het ther'apeutiscb aeer dikwijls als luiismiddcl, vooral als dinphoreticmn bij liebte katarrliale en rheumatische aandoc-ningen. {*) Voorts als onderamp;temiingsiniddel bij lict braken. (f) Ook wordt het toegedieud bij allerlei cardialgiseiie en kolick-aandoeningen. Bovendien als antispasmodicum en anodynuin bij neuralgiiin en krampen van de maag en vrouwelijke geslaeiits-organen (uteruskramp, stoornis-sen in de menstrnatie, pijnlijke weeen en nawecen); ook in het tijd-perk van koude bij intennittens (de heete infusie), enz.
Uitwendig wordt het ook zeer dikwijls aangewend, als opwek-kend, of als bedarend iniddel, ook om op zieke oppervlakten eene gezonde uitsebeiding in het leven te roepen. Zoo bezigt inen het (in den vorm van krnidenkussens) tot verdeeling en als pijnstillend iniddel bij rbeuinatisehe en roosachtige ontstekingen en zwellingen; (in aftreksels) tot baden en omslagen, (ook in pappen) bij slappe en onznivere zweien, gangreen; tot inspuitingen in listelzweren, ook in de scheede en in den uitwendigen gehoorg-ing; tot gorgeldrankeu bij keelontstekingen ; tot algemeene en plaatselijke (oog- en oor-jbaden ; eu vooral als menstruum van de ineeste (krampstillende en bedarendej clysmata.
b'lores Chamomillae vulyaris P. N., de bloeinlioofdjes van Mairicaria Chamomilla L. In infusie (gi'm. 5—15 op gnu. 100) j bij species. — Uitw. in substantie (in poedervoim, met name bij atonischc zweren), voor krnidenkussens; als infusie (grra. 16—25 op grai. 160 wäter) voor omsla­gen^ gorguldranken, injeotiön on dysmataj tot iuhalatie (grm. 5—25 op gnn. 600 water).
-|- Aqua ühamomülae P. NT. Als eonstituens van diaphoretisohe en krainp-stillende mixturen.
-\- Exlractum ChamomUlue V. N. Werkt als een zaoht bitter en toniseil iniddel: grm. 2—5 p. d., mm. d., tot grm. 15 d. d., in mixt, en (ook als eonstituens) in pillen.
-\- Oleum, C/iamomülae V. N. Wordt slechts /olden (o. a. wegeus den
(*) NoTHMAoBti voegt hierbij du ondsngendo opinerking, dnt hot wel vrij zoker is,
dat niet ami de knmille, maar aan het vueimiddel, het heete water, waami zij gc-hnukt wordt, de zweetdrijvemto working toekoint. — O, die seepticus I
(t) Ook hierhij heweert dezolfde, dat de working alleon nfhankelijk zoll zijn van de gioote massa ingevoord voeht.
-ocr page 120-
104
Cliainomilla, — Mentha.
hoogen prijs) uungewend bij koliek, flatuleutie, onderbuikskrampen, onz,). Gtt. i/a—2 p. lt;!., mra. d., op suiker, in poeders, in tubletjos (gtt. 1—3 op grin. 15), spirit, of aether, oploss.
Mores Chamomillae Romanae P. N., de bloemhoofdjes van Anthemis no-bilis L., worden even als M. Chainoiii. vulg, gebruikt; sommigen echter beschouwen ze meer als stoinachicum, dan als nervimun. Door nagenoeg de meeste schrijvers wordt haar gehalto aan vluchtigo olie geringer genoemd dan dat van fl, chamom. vulg. (Volgens Binz echter zouden ze de laat-sten in oliegehalte overtretten en daardoor sterker werken.)
I
Mentha. JfMunt.
Ecu van de stärkste en aangenaamste middelen uit deze groep; wordt daarom vooral, wegens zijne vluchtig opwekkende, krampstil-lende en winddrijvende werkingen, gaarne (ook als huismiddel, in den vorm van thee getrokkeu,) aangewend bij dyspeptische stoornissen, koliek, brakingen, nerveuze cardialgie (d. i. zonder ziekelijke aandoe-ning der maagwanden zelve), enz.
Uit wend ig (in kruidenkussens) bij rhcumatisclle pijnen, klier-zwellingen, melkklonters, sugillatien, enz.; (in aftrckselsj voor baden, omslagen en clysmata.
Herba Menthae Fiperitae V. N., do bebladerde takken van Mentlia Pipe­rila L. In infusie (voor in- en uitw. gebruik: grm. 5—15 op grm. 100); ook in species.
ylqua Menthae Fiperitae P. N. Alleen of als constituens van mixturen.
Oleum Menthae Piperitae P. N. Gtt. 1 — 3 p. d., mm. d., op suiker, als elaeos., in tableljes, spirit, of aeth. oploss. eu (vaak als corrigens; in mixt.— Uitw. Tot inwrijving, als riekmiddel en in tandmiddcleu.
(Is ook oen bestanddoel van Emplaslrum aromaticum)
Ilerba Menthae crispae P. N., de bebladerde takken van Mentha crispa L. Zwnkker van renk en minder verhittcnd, en daarom soms ook beter te vordragen dan herb, menth. piper. Kan in dezelfde omstandigheden en vormen als deze loegediend worden.
-f- J/jua Menthae crispae P. N. Even als aq. menth, piper.
Oleum Menthae crispae P. N. Gtt. 1—3 p. d., mm. d., op suiker. Uitw. tot inwrijving, enz.
-ocr page 121-
SumbueiiB. — Tiliu -- Rosmarinus.
105
£ ambuvux. filer.
Vlierbloemen worden als liuismiddel, in den vorm van cen lieet aftreksel, gaarne gebruikt als zweetbevordercnd bij lichte of begin­nende katarrhale en rheumatische toestnnden.
Ook uitwendig worden zij (in krnidenkussens en in aftreksel), tot verdeeling en verweeking, even als kamille aangewend.
Mores Sambuci Y. N., de bloemon von Sawbucus nigra L. Giften en vormeu als van fl. cliamom. vulg. (Koraen ook voor in Species laxauies.)
-j- Agua Sambuci P. N. Ala constit. van mixt. — Uitw in oogwaters.
-j- Baccae Sambuci V. N., do vruciiten van Sambucus nigra L. Dienen
alleen ter berciding van do volgendu gelei.
Rob Sambuci P. N. wordt (alleen of in vereeniging mot oen aftreksel van flor. snmb.) als diaphoreticum toegediend. Bij tlieol of in electuar. (grm. 5—25 d. d.); ook wcl in urine- en zweetdrijvendo mixt., als adjuvans en corrigens. In zeer groote giften werkt zij laxeorend;
Til I alaquo; MAntic.
Lindebloesem smaakt, in aftreksel, aangenainer dan vlierbloemen en wordt met lietzelfde doel en in dezelfde gevallen als dezen gebruikt.
Mores Tiliue P. N., de bijscherinen van Tilia europaea L. Giften en vormen als van 11. ohamom. vulg. — (Uitw. niet in gebruik.)
Wij voegcn hier nog eenige middelen bij, welke gewoonlijk in ge-lijke omstandighedeu als de laatstgenocmden in aanwendiug komen.
-(- Folia Rosmarini P. N., de bladeren vim Rosmarinus officinalis L. Bij speoiesj in infus. (grm. ß—10 op gnu. 100). — Uitw. ook in infus. voor wussohingeu ; in kruidenkusseus, enz.
l)e daarvan gemaakte praeparalen worden voornamelijk voor uit wen-dig gebruik, als licht prikkelende middelen gebezigd, zoo als tot inwrij-ving bij kiieuziugen , spierrheuuiatisme, euz. ; ook in prikkelende verbanden bij ulooratien.