^F^CHIEF
|
||||||
lEDEKLANDSCHE KUNSTGESCHIEDENIS
|
||||||
■ - . .. ■■ -
=? RL. ."EIT.
|
||||||
NEDERLANDSCHE KUNSTGESCHIEDENIS
|
||||||||
VERZAMELING
VAN
MEERENDEELS ONUITGEGEVEN BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN
betreffende
Nedeblasdsche Schildebs, Plaatsnijdees, Beeldhouwees , Bouwmeesters
Juweliees, Goud- en Zilverdblïvees, Smeden, Stempelsnijdees, Tapijt-
wevebs, Boeduubwebkees , Plateelbakkees, Ivooesnijdees ,' Glas-
sohildees, Ingemeues, Landmetebs, Kaaetmakees, Veblioiitees
LeTTEBSNIJDEES , SCHOONSCHEIJVEES , BoEKBINDEES, eilZ.
MET BEEEIDWILLIGE MEDEWEEKING VAN VIBSCHEIDENE AECHIVAEISSEN e. a.
BIJEENGEBRACHT
DOOR
Fr. D. O. OBREEN
Adj. Bibliothecaris-Archivaris van Rotterdam
|
||||||||
4'~ DEEL.
|
||||||||
ROTTERDAM
VAN HENGEL & EELTJES (J. VAN BAALEN & ZONEN) 1881—1882
|
||||||||
1
|
|||||
Gedrukt te Rotterdam, bij J. De Jong.
|
|||||
*
|
|||||
INHOUD.
|
|||||
Mededeelingen uit het Haagsche Gemeente-Archief. I. De
boeken van het oude St. Lucasgilde te 's-Gravenhage. — Ver- volg van bl. 255, 111e Deel. — (Met facsimihe.) Medege- deeld door den Heer Abr. Bredius, Onder-Directeur van het Nederlandsch Museum............. . De boeken der Haagsche »Schilders-Confrerye". (Met facsi-
mile.) Medegedeeld als voren........... Onuitgegeven brief van Gekard De Lairesse. Medegedeeld
door den Heer J. TlDEMAN te 's-Gravenhage...... Getuigenverhoor te Antwerpen over het maken van ontwerpen
van gebouwen in de 16e eeuw door Schilders, Goudsmeden, Timmerlieden en Metselaars. Medegedeeld door den Heer Mr- S. Muller Fz., Archivaris van Utrecht....... |
|||||
— VI —
|
|||||
. Bladz.
Verzameling van bescheiden betreffende het maken van een
koperen hek voor een altaar in den Dom te Utrecht, 1519. (Met facsimile.) Medegedeeld door den Heer Mr. Ridder F. A. L. Van Rappard te Utrecht..........246. Diefstal van Schilderijen in de 18e eeuw........265.
Het Sint Lucasgild te Amsterdam. Medegedeeld door den Heer
Dr. P. Scheltema, Archivaris van de Provincie Noord-Holland en der Hoofdstad.........,......268. Iets naders omtrent het leven der Crareths. (Met een uit-
slaande Tabel.) Medegedeeld door den Heer Luitenant- Kolonel Nic. Scheltema te Gouda..........274. Bijzondere aanteekeningen betrekkelijk de Schilders Crabf.th
en hun werk. Medegedeeld als voren.........277. Kunstenaars welke te Delft poorters geworden zijn .... 279.
Het Album amicorum van Isaac Massa. (Met 2 Platen,
gemerkt 1—2.)................284. Iets over den Delftschen Schilder Johannes Vermeer .... 289.
Het Beeldwerk aan de Delftsche poort te Rotterdam . . . • 3°4-
Het sterfhuis van Rembrand. Medegedeeld door den Heer D'.
P. Scheltema, Archivaris van de Provincie Noord-Holland en der Hoofdstad .................3"- Iets over Hercules Segers. (Met facsimile.) Medegedeeld
door den Heer ABR. BrediüS, Onder-Directeur van het Ne- derlandsch Museum...............3 '4- |
|||||
f
— VII ----
|
||||||
Bladz.
De Schilders Joachim Van der Maes en De Roy te Rome 1650. Medegedeeld als voreD..............316. Verbetering...................319.
Bladwijzer.................... 321.
De bijdragen in dit en de voorgaande deelen, waarbij geen naam van medewer-
ker opgegeven is, zijn van den verzamelaar. |
||||||
MËDEDEELINGEN
UIT HÉT HAAGSCHE GEMEENTE-ARCHIEF.
I.
De boeken van het oude S*. Lucas gilde te 's-Gravenhage. 1)
|
||||||
(Medegedeeld door den Heer Abr. Brbdius, Onder-Directeur van het
Nederlandsch Museum.) Vervolg van boek B.
Dit sijn die Meesters van Sindt Lucas gilde binnen den Haghe
ende Hage-Ambacht. 1615.
(Ik sla de »glasemakers" en de »apteekers" over. (Sl.eger Krynsz. van der Maes blijkt glasemaecker te zijn). De meesters van de schilders. Meester Boltesaert Flesyers, schilder. Jackus de Gheijn, schilder. Jan van Ravesteyn , » Meester Aelbrecht, » » Joost de Putter , schilder.
Jacob Kapelle, schilder. M'. KoeNRAET Krynsz van Der Mae« , schilder.
Guileyaem Sent Symon, » Warnaerdus »
!) Vervolg van bl. 255, Ille Deel.
IV. I
|
||||||
PI 1
|
|||||||
Arch. v. Med. Kunstgesch. IV
|
|||||||
Lichtdruk Tan Oelrichs & Von Püppinfrb
|
|||||||
PLAN VAN MOSKOU
met de belegering van 1605 |
|||||||
Jan Mattheus, schilder, rest tue gulden.
Syeert Corneussen, schilder.
Danijfx Pavytssen, schilder.
Meester Anthony Goeteryus (?) schilder (Goelterus).
Jan Jaspersz. , schilder of vergtilder.
Claes Isaecxs Swanenisurch, schilder.
Abraham Artoys, verlichter.
PiETER DE PRUYSTER.
Claes Lyeffrincks outste dochter.
PlETER VAN DER LANDE.
CORNELIS MOUÏHAEN. Jan WiLlemsz. Luijt, vergulder.
1608. Hans Matijsz. Gardenier, boeckvercooper.
MaeïYES Willemsen, schilder, heeft, syen gildeghelt betaelt op
den 7e October 1610.
Jaecop Leven(?) misschien Lievensz. (zie verder) schilder, idem idem, 7 Oct. 1610.
Joechem Oette van Hojjckgeest, schilder, 7 October 1610. Dannibl MERTENsMiJTENS, schilder .... op den 7 October 1610. Jaecop Jansen, boeckebijnder, 18 Octobe.i 1611. Claes Baestijaf.nsen , boeckebijnder, 18 October 1611. Jan Jansen , idem. idem. idem. SamüEL Ferret, bouck-binder, 23 Oct. 1612.
Van BREEN, heeft syn gildegelt betaelt anno 1612. Adriaen Gyboons, schylder, 9 October 1613.. Andryes Stoock, plaetsnyder, 9 October anno 1613. Herman BlomAERT, 18 Oct. 1613. (Schilder van Luyck.) 1614.
Adam van Breen, schilder...........6 fl. |
||||
PI. 2
|
||||||||||
Arch, v. Ned. Kunstgeseh. IV
|
||||||||||
J|^$*>
|
||||||||||
. fi Vvj.3|;
|
||||||||||
Reizende kermistroep of heid-jns
Teekening van Pieteb Wouwekman |
||||||||||
ADKIAEN Fredericxs, beeltsnyder ende steenhouwer 29 Augusti 6 fl.
In margine hierbij: A». van Ouwendijck.
Melchior Ruys, schilder en jongman, heeft sijn gildegelt betaelt
de 14e October 1614 ............6 gulden.
Anthony van Ravesteyn, schilder, heeft sijn gildegelt betaelt,
den 14e Octob. 1614...........6 gulden.
ChaRel Swerius, heeft betaelt sijn gildegelt d. 14" October
1614. Schilder.............6 gulden.
Jan Broen heeft betaelt sijn gildegelt den 18 October 1614 . 3 gl.
Waervan noch rest S'. Lucas comende drye guldens. Dese 3 resterende guldens sijn by de gilde ontfg. . . 3 guld. Sijmon Frisius heeft betaelt sijn gildegelt den 18e October 1614..................6 gl.
Hans Lemeer (Lemaire??) heeft betaelt sijn gildegelt, d. 23
October 1614...............4 gl. Leendert Ravens heeft sijn gildegelt betaelt, 1 gl. 10 st., en
soo bevonden wordt, dat bij andere Boeekvercoopers meer ge- geven is, begeert hij het self)'de te doen.....I-—10 Merten Claesz in de Zon, boeckbinder, 20 Oct. 1625 . 1—10.
Jan van Nuerenkurch, boeckbinder, 14 October 1622 . 2 gl.
Mr. Samuei, Smit heeft sijn gildegelt betaelt op xi October 1616,
als burger.............. iiii gl. vin s.. GuiLUAM Gerst heeft betaelt op XI October 1616 op rekeningen
van sijn gildegelt twee guld. en sal toecomende jaer betalen noch twee guldens, dus...........mi g. Guili.iam Gerst heeft betaelt dit boven geschreven ende vol-
daen ten volle, op den r2 November 1617. (NB.! Hier wordt het schrift moeielijk te ontcijferen)
De antycksnijder op de gracht heeft belooft te betael. ses guld,
|
||||
__ 4 —
|
|||||
drie guld. gevent (?) 1615, en drie guld. over een Jaer, heeft
noch niet betaelt. Op 18 October 1617 Mi'. Joost Snewints heeft sijn gildegelt
betaelt als burger ter som van.........mj gl. Jan Gerritsen, beelthouder heeft gecooft het gilde van Sint
Lucas op den 13 October ende sal betaelen aen' den deken Ravestevn de somme van . . . . . . . . 6 gl. 10 st. Jan Gertsen heeft betaelt den 14 October 1617.
1618. Jan Pitersz. van Rijn, schilder, heeft betaelt sijn gilde-
gelt den 7e July 1620...........6 gulden. 10 October 1618. Cornelis de Jong heeft sijn gildegelt be-
taelt .................6 gulden. Idem 1 6 1 8. Esias van de Velde, syn gildegelt betaelt 6 g.
Cornelis Artsz. Valck, boeckvercooper, sijn gildegelt betaelt,
J620..................6 gl. 19 October 1620 Moysks Matteussen Wttenbrock . . 4 gl.
Den 5 Meerte 1621.
Heeft betaelt Cornillus Ci.aesskn, schilder, sijn gildegellt 4 gl.
AtJTHONlS Jansz, boeckvercooper, 18 Augusti 1621 ... 3 gld.
rest noch te betalen tegen St. Lucas 3 gl. (Deze drij gld. sijn betaelt 20 October.) DeSen 21 Augustus 1621.
Heeft betaelt Hans Bogaert sijn gildegelt . . . . . 6 gl.
Geerart Jacopts heeft het gildegelt betaelt den 12 October
1621; hy wont tot Amsterdam; ses guldents; omdat hy hier alleenlyck by gevalle mach arbeyden. 1622. Antoynne Heyndricxs van Breinen heeft betaelt sijn
gildegelt desen 4 October.........6 guldens. Op eene afzonderlijke bladzijde:
|
|||||
— 5 —
|
|||||
Antoynne Hindere (Heyndricxs?) van Amsterdam belooft te
betaelen de somme van vier gulden en dat om sijn begoste werck te voldoen tot den noetarius Herrinck sijn huys, op den Hoek van de Vijfverberch en anders geen. Desen 4 July 1622 en dat door consent van deken en Hof-
mants. (sic.) Ao. 1606, op Sinte Luyckas dach.
Leerjonghens.
Melssen Ruys, schilder 1606. Samuel Pyeterssen, id. 1606. Anno 1607, op Sinte Luyckas dach.
Leerjonghens. Gilles de Ridder, schilder.........x stuyvers.
Jan Bardy id. ......... id.
Oi.ivier Tempel, id.......... id.
Jaecop Livens, id.......... id.
Cornei.is Abrahams, id.......... id.
Pieter Coets (of Caets?) scl.ielder, bij mester Evert x stuijvers.
Dirck VAN Caets, schielder, geleert bij Mester Evert x stuyvers. Matthijs Aack (Aertsz?), schider, idem. Cornei.is Pif.terssen, » idem.
Claes Jorissen , » idem.
Jaecop Dienoet.
1609. Fransoys Buijdelo, van Luijck, x st.
1610. Peeter van den Bergen.
18 October 1611. DirckVerlaer, schilder, heeft sijn inganggelt betaelt en leerden
tot Ravesteyn. |
|||||
— 6 —
|
|||||
Willem van der Brul, en Pieter van der Brul, schilders,
gelert by mester Evert van der Maes. Abram van Tyi.burcii, schilder, gelert bij mester Evert van
der Maes. Cornei.ijs de Jong, schilder, als voren.
Joeris Suerius, schilder, als voren.
Ghisbert Joesten, schilder, als voren.
Fraens Canter, schilder, als voren.
Lubrecht Bruls, schilder, als voren (1612).
1612 Synte Luicaes dach. Leerjongens die doen haer inganggelt betaelt hebben:
Leerjongens bij Mester RavestEYK:
Jan Haermensen Boersmaen.
Aelbert Diercksen Coeppier.
Clement Ram.
Tomas Ouwatkr (1613).
Tot meester Warner Andries Jerimias heer (?) heeft sijn in-
ganggelt betaelt........... . . . x st. Tot Andries Stock een leerjongen genaemt Jacob Verborch,
betaelt..................x st. Jan Cornelisz., schilder, woonende by Adam van Breen, heeft
sijn Incomgelt betaelt 17 November 1614 . . . . . x st. 1618. Davit Calliot van Roowaen (Rouen), betaelt . x st.
Jan tot Cassapie betaelt............x st.
19 October 1618. Pieter Vinne , bij Mester Evert betaelt x st.
14 October 1619. JaqUES Pi.üijm van Rowaene (Rouen;
betaelt...............■ . . x st. Baltasar Flessiers ....••........x st.
Haye(?) Jacobus Delesamme betaelt.......x st.
|
|||||
_ 7 —-
|
|||||||
Joannes Wesïerbaen heeft betaelt sijn leergelt, desypel van
mester Evert...............x st. Adryaen Haddeman (Hanneman) leerknecht by Antony van
Ravesteyn................x st. Gilelmo Weda heeft betaelt sijn meestergelt . . . 6 — o —
1620. Jost Hendrixs, ingangsgelt......— 10 st.
Arent Jansz., id. .........— 10 st.
Jan Jacopsz. , id. .........— 10 st.
1620. bij Mr. Evert van der Maes:
Cleuaen(?) van der Goes, bet:.........x st.
.... (?) TlLBURCH, id..........id.
1622. Jan Matesen van Wyck, jonge van Antoynne Rave-
steyn ..................10 st. Herreman Suen, van Bremen..........10 st.
Claes Pieterssen, van Amsterdam........10 st.
Jacop de Roy, van Amsterdam.........10 st.
(Dese drij sij by Tunis Heyndericx, 1622.)
Bartolemeüs Bassen i) heeft betaelt sijn gildegelt.
Mijtens heeft ooek betaelt sijn gyldegelt.
Adryan Boes heeft sijn gildegelt betaelt.
Leerjongens Incomste geit tsedert t Jaer 1623 en Ano. 1624.
Tot Jan Ravesteyn :
Barent Janszen, leerjongen, betaelt.......10 st.
Jan Rassenbourch, id........ id.
Leendert Barthouts, betaelt.......10 st.
Noch Pieter Craen, id. .....id.
Dirck Abramsz. id........ id-
|
|||||||
1) Den 21 October 1613 was hij als vreemdeling ingeschreven in het St. Lucas-
gild te Delft (Zie Dl. I. 12.) |
|||||||
Noch Joost Odrve (Oudry?) betaelt.......10 st.
Samuel Janssen, sijn Incomstgelt betaelt 20 st. tot Hans Ma-
tijssen , Boeckbinder. 1625.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerrit Joryssen Hoeckgeest i) betaelt
Jan Willemsz. Lap 2) id. Jan Jansz. de Jong, id.
Jan de Creyne, id.
Jan Pentelant(?) leerjongen, id.
In margine: I Jacob van der Beke, knecht
bij Anthony R. i Paulus Cornelisz. , idem In margine: ( Leerjongen Lenaerï Fernandüs
MeesterEveraert | Louysa , dochter Vernandus |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1627.
Antoni Anïonisz. van Arem, sin Incomst van Sinte Lucas gilde................. 1 guld.
1628.
Andryes Strijen, Jongen van Aktony van Ravestein betaelt sy inkomt................1 gld.
Den atvokaet Jan Guell sin incomste betaelt 1629 . . 1 gld.
Aderyaen van der Mille 3), Jongen van Hondyus het betaelt 1629.................. 1 gld.
Seger Jorryssen, Jongen van Hondyus......I gld.
De soen van ïnyn Heer OssEWAERT betaelt syn inkomst 1 gld.
(Jongen van Dyrck van Hochstraeten) 1629.
Van den Heere VAN NooRTWIJCKX soon één gl. voor incomgelt.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Waarschijnlijk de groote Kerkschilder, die den 22 Jnli 1639 als vreemde-
iiug in het Delftsche gild trad (Dl. I. 33.) 2) De Iandschapschilder in Italië Giovannj Lap geheeten?
3) Van der Mijle?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 9 —
|
|||||
Incomstgelt.
1630. Julius Cesar Boetius, betaelt....... 2 gl.
1630. Jan van Haerlem, id........1 gld.
1630. Hendrick Stetin, id........ 2 gld.
1630. Willebort van Groënenberch, betaelt . . . 2 »
1630. Karel Hendricksz. van VeerwyCk..... 1 gl.
1631. Jan Papineau, geboren tot Gargant..... 1 »
1631. Hendrick van Rossem. ......... 1 »
1631. Willem van Odekerck i)........ 1 »
1631. Hendrick Sonnius........... 1 »
1631. joan woortman............ i »
1632. adryan cornelisz. van sevenberghen ... i »
JaëKOP PeTERSEN............ I »
fl1pp jansz. van der wyck........ i »
joan uankersz............. i »
Fliep Corstiaensz. Roemer........ 1 »
1632. Gabryel van Momfoert......... 1 »
/ Ue Soon van Jan Westerbaen....... 1 »
1648.? De soon van dockter Lyberghen...... 1 »
\ De soon van den Ho man Colster..... 1 »
Dese (3) syn desypels op de winckel van Montsieur
Haddeman. (Hanneman.) 1649. Jacoh van Steenvoorden........ 1 gl.
» MlGHIEL MOLTENS (of MüLTEUS) ...... I »
beijde op de winckel van Montsieur Danckers.
Jan Bets.............. 1 »
» Den 12 oct. 1643 als vreemdeling ingeschreven iu liet Delftsclie Gild (Dl. 1.38).
IV. 2
|
|||||
— 10 —
|
|||||
1649. Jan Pous Voet (?) by Ravesteyn den Ouden . 1 gl.
Jan Munckkens (Munnekes)........1 »
Mr. Driefhout............1 »
by HONTHORST.
Jan Batist Debensie..........1 ,»
Jan Tuenisz van Dyck.........1 »
bij den Homan van der Gracht
Philips Petyt ............1 »
Verder volgt slechts wit papier Op de laatste bladzijde:
Per Memorie ontfanghen van den broeder van Moyses steen- houwer op Rekeninghe van syn Incomste enz. 1607. Eenige onleesbare regels: Noch schuldich ghebleven opt omeghaen (?)......ses ghul-
dens min tue stuvers noch een pindt Spaens Vijns.
Boek C.
Eerste bladzijde (niet gepagineerd).
Oude meesters van den Jare 1567, met de notitie der straten
van den Haghe. Alhier syn aengeteeckent de Leerjougers ende die haer Incom-
gelt betaelt hebben, beginnende hierachter metten Alphabet, sedert het Jaer ons Heeren 1630. Op bl. 3 =
Dit is het ghilde boek van Sinte Lucas ende Sint Anne ende
Sinte rocus ende is ghemaect Int jaer van acht en sestige (156S) ende het beghint mit een A ende die In een van dese drie gilden zyn die zyn gheteykent by hare name ofse betaelt hebben ofte niet. Item men zal weten dat In Sinte Lucas ghilde zyn vyff ambachten
te weten schilders, glaesmakers, beeldesnijders, borduerwerckers ende |
|||||
— 11 —
|
|||||||
verlichters, ende soe wie in deze voorscreven vijf ambachten In den
Haghe ofte Hach ambachte werckt als meyster langer dan den tyt van ses weken die is schuldich den ghilde van Sinte Lucas voorscreven te gheven voor zyn meysterghelt xv stuyvers en voort alle Jaren één stuyver i) ende zyn dootschult xv stuyvers ende so wat Jonghen dat besteet wort om te leeren een van desse voorscreven wijfif (5) ambachten, en waer dattet een meysters getrout kint waer, die is schuldich te geven den ghilde voorscreven achtallffve (7|) stuyver. Op bl. 5: (alles schrift einde XVie eeuw:)
Dit zyn die meysters va" de" ambacht.
Die gheweest zyn ende die noch ter tyt leven en so wie zy doot-
schult betaelt heeft, die zyn achter haer naeme gheteykent met een crwis. In Forme als dit: f)
Cl.AES Doesen, borduerwercker.
Heijnrijck Ariaensz. , schilder.
Joris Offenz, borduerwercker.
Jan van der Mij, borduerwercker en glaesmaker.
Anthonis Aertsz., schilder.
Jacop Wii.lemsz., die Waert In de borch (?) schilder.
Cornelis Claessz. van Schevelinge, schilder.
Michghiel, schilder.
Cl.AES Dominicus, schilder.
Willem Jansz., schilder.
Willem, Borduerwercker,
|
|||||||
1) Het is aardig te zien hoe de prijs met de jaren steeg; veel lager kou
men al niet beginnen! 2) Deze kruisjes liet ik weg, daar zij thans niets meer beteekenen, immers
wij weten niet wanneer zij er achter gezet werden. De glaesmakers liet ik weg. |
|||||||
— 12 —
|
|||||
Jan Cornelisz., beeldesnijder.
Baernc Symonsz., beeldesnijder, rest zijn meystergeit ende alle
zijne jaeren penningen.
Jacop Jansz. . Schilder van Leijden. Willem Michielsz. , schilder. Gherrit Tijnaghel (duidelijk) ('1'engnagel?) schilder.
Jan Tynaghel, Schilder. Meyster Louwerens van den Bos, schilder. Claes Folkersz. schilder. Harman Vrericksz., schilder. Pyeter van Buyten. Dit zy die Jongen die haer meysterghelt betaelt hebben:
Sybrant Jacopsz. b. Jan Dircksz. b. Jan Willemsz. Poel, b. Thomas Zymonsz., b. Cornelis Jacopsz. Passer b. Marten Dircksz. b. CORNELIS GhYSBRECHSZ., b.
Heynryck Janssensz. , b
Meyster Adams soon rest.
Kryn Koensz., b.
Jan Ariaensz., b.
Eewout van Noordtwyck, rest.
Meyster Dirick Sangmeysters zoon, b.
Jan Poort, b.
Ansellmus de zoon van den fluweele, b.
Neei.tje Gerritszoon van Couenrurch, b.
Augustus Jacopszoon Stalpaert, b.
|
|||||
— 13 —
|
|||||
Hier beghint Sint Anne boek ende is een ghilde van wijven ende
so wie In dit ghilde is, die is Jaerlx schuldich een stuyver ende de dootschult xv groot ende so wie haer dootschult betaelt hebben, der staet achter haer naem geteyckent met een cruijs. Tn forme als dit: f Die Vis-marck.
(Nu volgen de namen van een aantal weduwen en vrouwen, met
aangifte der woonplaats;) terecht zegt Van Westhreene dat dit ge- deelte zeer duister is; ik geef er enkele namen van, en geloof dat de meesten zonder eenig belang zijn. Aechtghe, Weduwe van den rijcken beleman, a. b. c. d.
Jutte Claes dochter, in die Zon, a. b. c. d.
Barbare Wiixems dochter Achgens Jonckwijff haer dootschult
betaelt, a. b. c. d. Jannege Gerrit Cristus dochter, CoRNELisDANrELSz. wijff, a. b.c. d.
Anna Pouwels In die Mol, rest veel Jaren.
Anne Maertens dochter, de Huysfrou van Dirck Jansz. onder
Gryffyer, a. b. c. d. betaelt tot het Jaer van Lxxxi. (1581.) Die Veenstraet.
Anna Dircxs dochter, weduwe van Frans Symonsz., a. b. c. J/Cne hus Hendricks dochter, weduwe van Dirck Lodewicksz, a. b. Het Zuyt end tot aen die Hoghe bruge toe. O. a.: Lysbet Cornelis dochter van Montfooit, a. b. Marretge Jans dochter, die weduwe van Jacop Jacopsz., a. b. c. Anna Jacops dochter, Huysvrou van Ariaen Rycksz , a. b. cd. Machtelt Brandewyn Mans, rest drie Jaren. Magdalena Thomas van Bonens vvyff, a. b. c. Op »Die Spuy" o. a.:
Dirrickge Joosten dochter, Alias Pel het vroetwyff, a. b. enz. |
|||||
— 14 —
|
|||||
Die Spuye straet:
Anne Martens dochter, die Huysfrou van Dirick Jansz., onder grieffier, a. b. c. d. In die Vlamings straet o. a.:
Heer Jacob Laurens van der Croock, a. b. (toch geene vrouw?) Het West ende mit Jan Heynryckstraet, o. a.:
Stynge Jans dochter, die rectoors wijff. Annetge, suster int armesusterhuys. Die nuwe straet.
Meyster Jan van der Gou, advocaat, a. b. c. d. (alweer geene vrouw.) Anna Deyns, zijn Huysvrouw, a. b. c. d. Magdalena, meyster Jan van der Goüts dochter, a b. c. d. Die School straet.
Gerritge Dierixs dochter, die dekens jonc wijff, a. b. c. d. Marretge Korssen dochter Verbeeck, a. b. c. d. enz. ' Die Toornslraet.
Gheertgen Pieters dochter, out gorten wijff, rest een jaer. Die Molestraet.
Mertgen Claes, die huys(vrou) van Vynsent van Wijngen (Wingen ?) a. b. c. d.
In de Papestraat woont o. a. nog: eene »bontwerckster" een «deurwaerderswijff" enz. In »die Hoochstraet".
Niclaes Pietersz., goutsmit In den Helm, a. b. c. d. Marige Theunis dochter , het ghistwyff, rest drie Jaren , a. b. Aeltgen Cornei.is dochter, die Huysvrou (van) Josef die goutsmit, c. d. Het Noort ende.
Joffrou van Weldam, rest veel Jaeren, a. b. c. |
|||||
- 15 —
|
|||||||
Die Vyverbaich met die Kneuderdyck.
Die weduwe van Meyster Baltezar haer dootschult betaelt, maer rest wel X jaere penningen, a. b. Het Hoff. Frans van Bueren, Castelleyn van t Hooff, a. b. c. d. Swaentge Aelbrechts dochter, zijn wijff, idem. Aelge Jans dochter, PluméRXS wyff. Secretarius Wijff van den Hage, a. b. c. d.
Marytgen, die weduwe van den oudenJennynck, die bode, c. d. die doetschult betaelt. Dan: Dit is die rekeninghe van die Hooffmans van Sinte Lucas ende Sint Anne ghilde alhier In den Hage, te weten Evert Pjetersz., glaesmaker, Cornelis Pietersz. , glaesmaker ende Jochgum Rob- urechtz. ende Willem Jansz. , schilder, als oude Hooffmans; Ariaen Diricksz. en Huycii Cornelisz., beyde glaesemakers als nieuwe aencomende Hooffmans, die deselffde rekeninge ontfingen ëh is over- geleyt haren ontfang ende haren wigheef, alsulx dat bevonden is, dat haren ontfang elff stuyvers min een ooit meer is dan hare wtgheef. Dit is gheschiet te huyse van onse medebroeder Cornelis Pietersz. In die Spuystraet Anno 1587. Ghegheven op die rekeninghe voor die Hooffmans, also drie
Hooffmans absent waren op Sinte Lucas dach erf voor hare rekeninghe; XV stuyvers. |
|||||||
Dit is alsullycke ontfang als die voorscnreven Hooffmans ont-
fanghen hebben van den Jare seven en sestige (1567) tot den Jaer acht eu Sestich toe, Sinte Lucas dach ende dieen dach (?) al. |
|||||||
— 16 —
|
|||||
In den ierste onfangen elff stuyvers min eenoortgen; dat in die
rekeninge overschoot. Noch ontfangen van dat ghemael van Schoonhooven xn gulden,
dat verschenen was Anno 1567. Noch ontfanghen van Claes Jansz. , Proceruer van den Hove
van Hollant ses pont Hollants, dat verschenen was op alderheyligen avont laestleede, Anno 1567. Noch ontfangen van Cornelis Claessen, schilder, xxx stuyvers,
dat verschenen was Korssmis laestleeden, anno 15^7 en dat ter causse van Seker ghelt dat hij onder hem heeft, xvm gulden een blanck. Noch ontfangen van Ysbrant Matysz,, Stoelmaker In die Pape-
straet drie gulden, dat verschenen was Korssmis laestleede 1567. (Volgen dergelijke bedragen, waarschijnlijk van huishuren).
Noch ontfanghen een meystergelt van Huisrecht wt Brabant,
xv st. Noch ontfanghen van ghelen Bartel meest van verlopen Jare
van den eenhoorn, In die Hoochstraet, die somma van 3 pont Hol- lants en daermede offstaendc totten Jaere van 68 toe, by preverency van myn heeren die wethouders geordineert van alle verlope Jaren achlalffe gulden Noch ontfanghen op Sint Annendach:
In der Karcken boven Kosten XX st.
Idem op Sinte Rocus dach xi st.
Noch ontfangen wt die dynsdaechsse bos van Pieternei. , onsse
dienaerssche X stuyvers, Sam. xxviij gulden, vierdalff groot. Noch ontfangen van Willem Jansz., van den Jaere 67 Kors-
misse laestledcn xv st. Soma Incluys xxix gulden min 3 stuyvers en een oortgen. Links: l!y: dardalffe gulden VI st.
|
|||||
— 17 —
|
|||||
Dit is de wtgheef teghen den ontfang van dese voorscr. Hooffmans
te weeten: EVERT PlETERSZ., HUYC CORNELISZ., ISAAC DlRICKSZ. ende WIL-
LEM Jansz. . Op rek. geghev: xv st.
In den eersten Heer Pieter eijge voocht gegheven onsse Cappel-
laen nae beloop tyts dat hij die misse ghedaen heeft, ses gulden. Noch den selffden Heer Pieter gegheven achtaffve stuyver van
zielmisse die hy seyde dat hy gedaen hadde. Noch Willem Gerritsz. vanNeck, was-lichter, ghegheven van
seker was dat hy gelevert heeft van den Jare 65, 66, 67 en 68 tot Sint Anne dach toe, die somme van 55 st. als blycken zal by zyn quytancy die daer off is by zyn eyghen hant gescreven In presency van ons Hooffmans. Noch gegheven .... aan Willem van Neck v st.
Noch gegheven iiii stuyvers doe wy ontboden waren van die
erffghenamen van Martën Ariaensz. Volck, om die mis te beste- den die selffver niet en quamen. (In het vervolg neem ik de gewichtigste posten op; de overigen
hebben geen belang voor ons.) Noch daer moeten gheven Int ghelach, doen wy daer saten om
die penninghen te ontfangen. In comun: drie stuyvers. (NB!) Noch van die besteedinge van Sint Anne dach die maeltijt
xin stuyvers tol Marige Joppen, (waai de maaltijd gehouden werd.) Noch tot Marige Joppen voor die vrz. Hooffmans, Cappellaen
ende die Knecht-Inne facit xvi stuyvers. Noch int ghemeen gegheven voor die ghildebroeders XX stuyvers.
Noch voor een onbijt ende aen bier voor so vroukens die nae
die maeltyt quamen gegheven: 4 st. Noch tot bellezier die Jonckwyfs (!!) gegheven 4 st.
IV. 3 |
|||||
— 18 —
|
||||||
Dit sijn die oncosten op Sinte Rocusdach In den doelen, tot
Marige Joppen. In den eersten van die bestedinge X stuyvers.
Noch voor die vier Hooffmans ende die Cappellaen met die
Knecht-Inne i) en voor die ghemeene broers die daer waren geghe- ven XIII stuyvers. Noch tot bellezier, 4 st.
Noch Pieternel onsse dienarsse van dat zy dat ghilde ghedient
heeft, ghegeven xxx st., dat haer verschenen was Sint Anne dach laest leede Anno. 1568. Noch diese1ffde Pieternel onsse dienarsse gegheven m gulden
dat haer verschenen was op Sinte Lucasdach laest leede Ao. 1568. Op Sinte Lucas dach gegheven die Koster van luyen s-even groot.
Noch van die bestedingen van Sinte Lucasmael tot Marige Jop-
pen xvi st. (xvj) Noch voor die Hooffmans, die Cappellaen ende die Knecht-Inne,
(knechtinne) haer maeltijt van kost ende bier xxv stuyvers. Noch voor dat vier datter verbrant worden van bey die daghen iüi st.
Noch tot bellezier 4 st.
Noch voor Heer Jacop Louwerensz. verleyt van zyn maeltijt
s' anderen daechs drie groot, voor zyn bier III stuyvers. Noch gegheven van een nieu boek te maken, die somme van 6 st.
Noch drie stuyvers van alle die rekeninghe over te setten met
alle die naemen van den voorscreven ghilde, elx met zijn toenaem, daerse wonen van straet tot straet. Noch van die Vaen van Sinte Lucas ende Sint Anne ghilde
|
||||||
1) Er staat altijd zóó: Knecht Inue. Doch later eens: Pietee Nelle, onsse
Knecht Inne. |
||||||
— 19 —
|
|||||
gerepereert ende stucken daerin gheschoft van doek ende daer op
weder gheschildert, daer aen verdient IX stuyvers. Wy Uoofifmans van Sinte Lucas ende Sint Anuje gilde, te weeten
Ariaen Dircksz., Huych Cornelisz., Eevert Pietersz. en Wil- lem Jansz., schilder, hebben aenbesteet Heer Bartelmees Wille- boortsz. twee missen ter week te doen, die een zal hy singhen alle dynsdachs en die ander in die weeke alst hem alderbest te pas coomt leese, t welcke wij Uoofifmans hem bevelen by zynder goede conciency en deze missen heeft hy begonnen te doen te lichtmisse laest leeden. Anno 1568 en men sal hem betalen te lichtmisse (15)69 en die Uoofif- mans ofte haer naecomelinge zullen hem daer jaerlix voor betalen Xiil pont Hollants en indien dat hij er beter weet, sal hy die Hooff- mans dieselffde misse weder opseggen ende genen anderen overtrans- porteren mogen. Dit is die rekeninghe van dese voorscreven Uoofifmans, te wee-
ten Ariaen Diricksz., Huych Cornelisz., Willem Jansz., als oude Hooffmans en Huych Jansz , Harman Tymansz. als niewe aenco- mende Hooffmans, die die rekeninghe ontfingen; en is overgeleyt van haren ontfang ende wtgheeff, sulx dat bevonden is dat in die rekeninge aen suveren ghelde overschiet boven de wtgheeff sestalffve gulden en vierdalff groot, dit is van het jaer van (15)67 tot het jaer van 68 toe en is gheschiet ten huyse van Marige Joppen In den Doelen op alderheylighen avont. In presency van dese naegheteyckende personen:
is get: bij mij Willem Jansz Dirryckx. H. O.■ J, - Herman Timans guet f / (Goedhart).
Huych Cornelis. ^' |
|||||
— 20 —
|
|||||
Wy Hooffmans van Synte Luycas ende Synt Anna en ghylde, te
weten Huyck Cornelisz. ende Adryaen Dirckxsz en Herman Tyel- mansz ende Huych Jansz. hebben aenbesteet Heer Ja cop Louwerysz iwee myssen ter weecke te doen, die eene sal hy sijnghen dynxdachs ende die andere in de weeck alst hem te passé compt leesen, twelcke wij Homans hem bevelen by syndcr conciensije ende deese missen heeft hij begonnen te doen . . . (enz. als voren). geteekend: J. Croock, Willem Jansz. A. Dirckx 1569,
Huyck Cornelis, Herman Timansz. Dit is den ontfang van den Jare 1568 tot het jaer van 1569 toe
geduerende, en dit zijn die Hooffmans Ariaen Dirckx , Huych Cor- nelisz. als oude Hooffmans en Huych Jansz. met Harman Tymans als niewe aencomende Hooffmans. In den eersten ontfanghen dat in die rekeninge overschoot op
alderheyligen avont wijftalffve gulden 4 stuyvers in een oortgen en leyt in die Bos. Noch ontfanghen xv st. van die Renten opt Spey tot den sceep-
maecker bij handen van onsse knechtinnen Pyeternelleken ver- scheenen a<>. 1568. Noch ontfangen 2 doetschulden compt xvn st. (enz, enz.., meestal
als voren.) Noch ontfanghen op Synt Anna dach In der Kercke boven alle
costen xvi st. Noch ontfanghen een meesterghelt van Pyeïer VAN Buyten XV st.
(Volgen weer huishuren.)
Noch ontfanghen van Claes Jansz. xv st. van den Jaere 69 ses
pont Hollants ende een stuyver des Gherrit van den Hondenkote penen (poene). |
|||||
— 21 —
|
|||||
Noch ontfanghen van die dootschult Wudtsaert i) ende Jaer-
pennïngen van Jacop van Persijns huysvrou verleeden xxv st. Noch ontfanghen op Synt Anna dach in den Kercken boven alle
kosten XVI st. Uyt de dynsdaechse bus xxx st.
Noch ontfanghen van Willem Jansz, schylder An». 68 XV st.
Bij de Huishuren staat er van nu af telkens bij: des ghecort
voer den hondertsten pennk. Volgt de »dootschult" van verscheidene vrouwen en een lijstje
van nog in te vorderen huishuren van achterlijke huurders. — En: Voor Synte Luyckas dach An<>. (15)71 met noch meer anderen pen-
ninghen die wy Hoomans verschooten hebben aen beyde onsse Cappe- laenen twelcke deese Reekeningen breeder wdtwyssende (uitwijzende) is. De Wtghef vant Jaer 1568—1569. Ghegeven in den eersten Heer Jacop Louwerysz. van verdient
loen ofte seeckere misse, 3 gulden. Noch verleyt voer hem 5 scelck groet wlams (schelling groot
vlaamsch) dien wy hem corten sullen van syn pene. Noch ghegeven Willeboert Bartolomesz. Bleycker, van weghen
Heer Bartolomes synnen soen die somme van t>\ pont Hollants. Noch ghegeven van brengen vant gemael van Schoenhoven 10 st.
Noch ghegeven den Knecht vant op naeghlen der lynden ducken
(linnen doek) ende buyten dueren van ons Outer in de Kerck xhji st. Noch ghegeven .op die besteedijn (ding) van Synt Anna gijlden
(maaltyd) X st. Noch ghegeven voor die vyer Homans ende die Capelaen met
die Knecht Inne voer de maelty van Synt Anna XV st. Noch die meyssens gegeven tot bellezier iiii st.
1) Misschien is Ritsaert bedoeld? |
|||||
— 22 —
|
|||||
Op Sint Anne dach gegheven van die singende mis An». 69.
Die pastoor 111 st.
die schoolmeester III st.
die vier Dienders van de mis UU st.
den oerghelist VI st.
Die luyers van die nuwe clock VI st.
Die Kerck van die cappen VI st.
Die Coster van die cappen uwt te legge 11 st.
Van die clock op te setten Drie groot.
Beloopt xxxii st.
Hetzelfde op »Sin te Rocus dach" van die singende mis:
Die pastoor Drie st.
Die schoolmeester id.
Die 4 dieners vier st.
Die luyers van die nuwe clock, vi st.
Ncch van die clock op te schoorten, Drie groot.
Die beyerman, 2 st.
Die oerghelist, 6 st.
Noch gegeven voor die 4 Homans ende die Capelaen, 18 st.
Noch gegeven op die besteeding van Synte Roechus in den Doe-
len, XI st. Noch gegeven boven die coste de welcken die waerdyne toe
geloeft waer en boven die bestedinghe van Synt Anna dach mi st. Noch ghegeven op S«. Rochus tot bellesyer die meyssens in
den Doelen, uu st. de vyer Homans op die roaeltijt, X st.
Noch gegeven van vermaecken die voet onder onsse kelck van
Synt Anne ende Synt Lucas gylde, Claes Pyeters, goutsmyt, xvni st. |
|||||
— 23 —
|
|||||
Op Synt Luyckas dach ghegeven in der Kerck van de synghende
mis ano. 1569. die pastoor 3 st. (enz.)
Noch aenghaende die maeltyt noch ghegeven voor die Homans,
Cappelaen ende die Knecht Inne, xvm st. Noch ghegeven sanderdaechs an Synt Luyckas dach voer die
Cappelaen ende die Knecht Inne samen vu st. Noch ghegeven op die besteey van Synt Luyckas ende oock die
besteyn (besteding) van die deuren (deeren?) van Synt Annae Outer xi st. Noch ghegeven tot bellesyer, HU st.
Pieter NELLE onse Knecht Inne (knechtinne) ghegeven vyer
gulden ende tyen st., dat haer verscheenen was an». 68, dat sy dat ghylden ghedient heeft van Synt Anna. Noch ghegeven Aryaen Kgbertsz., smyt vant ysser werck te
maecken, dat slot anden ontaer met syn toebelioeryn (toebehooren) I st. Noch ghegeven voer Heer Jaecop Lowerys van den Jaere 69
van sijnder diensten In der Kercke ghedaen, XII ponden Hollants. Noch ghegeven vant brenghen dat ghelt vant ghemael van Schoen-
hoeven, vu st. Noch ghegeven Cornelys Claessen, schijlder, van maecken
schijlderen die buytendeuren an ons outer In der Kercke van Synt Anna ende Synte Luyckas, X st. Noch ghegeven Heer Eevert Seeghersz., Pryester ter causse
van die mysse die Hij ghedaen heeft opt outer van Synt Anna, an». 69, ui gulden. Noch ghegeven Pieternelle onsse Knecht Inne Ano. 69, dat
haer verdient was, XXX st. Noch ghegeven Heer Jacop dat wy verleyde op die besteeding
von sijn taevereel te schylderen, x st. |
|||||
— 24 —
|
|||||||
Op Sinte Anne dach ghegeven van die singende mis An°. tseven-
tich: (Weer als boven; ten slotte:)
Van Condichen (verkondigen, bekendmaken) gegheven een halve st.
Dit syn die oncosten op Rocus dach van die singende mis,
A«. 1570: (Als voren, o. a. weer:)
Die Kerck van die cappen (zeer duidelijk, geen ander woord
uit te lezen.) 1) VI st. Die coster van die cappë uwt te legghen 11 st.
Van die clock op te setten, drie groot.
Noch ghegeven op Synt Anna en dach voer die 4 Hoomans ende
Cappelaen met die Knecht Inne te saemen, xvm st. Noch ghegeven die meyssens tot beellesyer iiij st.
Noch ghegeven Heer JaeCOP van vyer Wtfaerden (uitvaerden)
ghedaen op Synt Anna dach, viij st. Noch ghegeven van die besteedijng van Synt Anna en ghijlden viij st.
Noch op Synt Annae dach overghehouden In den Kercke van
Synt Anna en dienst......(nihil.) Noch ghegeven onsse Knecht-Inne Pieter NELLE drije gul-
den, verscheenen An°. 69. Noch ghegeeven op die besteedyn van Synte Roechus vm st.
Noch gegeeven voer die vyer Hoomans en de Cappelaen, Knecht-
Inne, te saemen xviij st. Noch ghegeven Henderijck Janssen , Scrijenwercker van dat hij
die deuren ofgenomen heeft ende ook doen sluyten soet behoert xij st. |
|||||||
1) Het duidelök en herhaaldelijk hier voorkomende woord is: cappe of
eappen. Moet hier gedacht worden Aan een kap over 't altaar, die voor de mis wordt weggenomen? |
|||||||
— 25 —
|
|||||
Op Sinte Luicas dach An». sevenüch van die singende mis ghe-
geven : (als voren).
Noch ghegeven op die bestedyng van Sinte Luyckas dach In
den duellen, an«. 70, xn st. Noch ghegeven voer die vyer Homans ende Cappelaen met de
Knecht Inne, xxviii st. ende een Halleve. Noch ghegeven vant brenghen dat geit van Schoonhoven, dat
verschenen was an°. 70, vil st. Noch ghegeven Heer Jacop Low'erysz. neegen carolussen gulden
dat verschenen Was an°_ 70, gegeven den iiij mars (Maart) an°. 71. Noch ghegeven Heer Eevert Seegersz. vijcr pont Hollants, dat
veischeenen was an°. 7°, gegeven den iiij Mars daer an volle- gende An". 71. Noch verleyt opt Jaer van 71, voer Heer Jacop Lowerysz. xxx st.
Noch verleijt opt Jaer van 71 voer Heer Eevert Seegersz. x st.
Noch ghegeven voer die. vyer Homans ende die twe prijesters
ten huijsen van Claes Stam, x st. Noch ghegeven Ommengansdach In den Ommeganc m groot.
Ende oock op Sackraments dach 111 groot, compt: 111 st.
Noch ghegeven en grootgen vandt condighen Sijnt Anna en
dach Halffve st. Noch ghegeven op Sijnt Anna en dach Indt gulden Hert voor
de vyer Hoomans ende Cappelaen met de Knecht Inne te samen xvm st. Op Sinte Anne dach ghegeven van die singende mis an°_ 71.
(als voren.)
Noch ghegeeven op die besteedijn van Synt Anna en dach Indt
Ghulden Hert, X st Noch ghegeven Pieter Nelleken onssen knechtin, dat sy
IV. 4 |
|||||
— 26 —
|
|||||||
ghegeven heeft tot onderhoudenijs van Synt Anna en raysse (mis)
twelcke wij Homans hebben moeten reycken wt die bus, alsoo dat daer nu gheenen offerhanden In en comen soo alst wel hyer voertijts gedaen heeft, de somma van xvn st. Op Sinte Rockeus dach ghegeven van die singende mis dese
coste hier na volgende a«. 71 enz. ten slotte: Noch dat opte stoel gedaen is Condygen, een hal-
leve st. Noch ghegeven voer die 4 Homans met die Cappelaen ende
Knecht Innc op Sijntc Koeehus "dach Indt Gulden Hert, XVIH st. Noch ghegeven PiETER Nku.eken onsse dienaersse 4 gulden ende
tien st. dat haer vcrscheenen was An° _ 71 ter oersaecke dat sij dat ghylden ghedient heeft ende noch dient. Op Synte Luyckas dach van de sijngende mijs ghegeven In der
Kerck An»r 71. (als voren.)
Die Besteedynghe van Synte Luyckas eten (maaltijd) ghegeeven
Indt gulden Hert tot Pyeter van Buijten, after die Cappel, xv st. Noch ghegeven voer die 4 Hoomans haer maeltijden met dye
Cappelaen ende die Knecht-Inne elx iij st. comt Xviil st. Noch verschoeten voer Heer JACOP sijn byer mi st.
Noch ghegeven die meijt tot bellesijer iiii st.
Noch ghegeven die dieners van den Baliu van den Haech m st.
|
|||||||
Dit is Dye Reeckeninghe van deesse voernomen Hoomans, te
weeten Huvck Jansz. ende Adryaen DïRCKXZ. als oude Homans ofghaende ende Huych Korneelys, Heerman Tyelmans, blyvendc oude Homans ende Ghkerit Jans Tynaghei. , schylder ende Cor- neelys HuijüHENS aencomende Homans die deesse Reeckeninghe ont- |
|||||||
— 27 —
|
|||||
fijnghen den ix Mars Anno 72, sulx dat bevonden is dat den ontfanck
beloopt van den drije Jaerl. oDtfanck 75 gulden 9 st. grooten ende den Wtgheef beloopt 95 gulden ende XXII st. Desy ontfanghen sullen in desen ontfanck VIII gulden ende 5 st. ende dat Is geschyet ten huyssen van PYETER van Buyten Indt ghulden Hert an°. twe ende seeventych ondergheteyckent by desse Homans oude ende nyewe. get: Herman Timansz. A. Dyrcksz., Huych Cornki.is, Gerrit TyNNAGRI. , CORNELIS HUYGHE DROOCH.
Dit is den ontfanck van den jare van 71 beginnende tot het jaer
van 72 toe en dit sijn die Homans Huych Cornelisz., Herman Timansz., Ghf.rrit Jansz. Tynnaghel, Cornelis Huychghens als als nyewe ancomende Homans. In den eersten ontfanghen van Gt. Claes Jansz. 4 guld. xi st.
verschenen was an°. 71. Noch ontfange van ghemael van Schoenhoven XII guld. tijen st.
en was verschenen an<\ 71* Noch ontfangen 8^ st. van die dootschult van Anne van Dunen.
Noch ontfangen van Evert die Swager van Henijrick Jansz.
Hackevoort xx st. van vier (vuur) van 71. Noch ontfangen 8 st. een halve van die dootschult van Madda-
i.ena Jacops dochter, die huysfrou van Claes PlETERSZ. tresorier. Noch ontfanghen van PlETER in de Zon apteker xxx st. staende
op die bonte mantel ende was verscheenen An°_ 71. (Volgen eenige schoone bladen,)
Dit den Uwtgheef teghens den ontfanck vant jaer 71 beghinnende.
Heer Jacop Louwerisz. ghegeven neghen Karolus gulden, dat
vant jaer van 71 blikende by syn quitancy. Noch ghegeven vant brengen vant ghelt van Schoenhoven, VII st.
|
|||||
28 —
|
|||||
Noch ghegeven Heer Evert Zegersz. vier pont Hollts.
» » voer die Homans, Cappelaen, Knechtinne voev
haer maeltijd, xvm st.
Noch ghegeven die meijt van bellesyev 4 st.
Noch ghegeven op den omegancks dach ende Sacvaments dach
van dvagen van Siote Lucas ende van die vaen 4 st. Noch ghegeven die Secretarijus één st.
Noch Nelletge onsse Knechinne ghegeven xxx st.
Nu volgt in ééns:
An°. (15)77.
Den 10 Desembris ontfanghen vt handen van Crijn Tuensf.n de
soma van tue gulden ende dat ter causy (cause) van syn mestergelt. Item noch ontfangen wt handen van Pieter Wii.i.emsz. in den
ouden apteek de soma xxx st. van jaerlicks renten staende op de bonte mantel, versceenen opte Korsavent Anno 15 tue ende tese- ventich. Item noch ontfangen van Jop Jansz. (in den Een-hoern) by ackoert
gheackordeeit van de verloepen Jaeren de soma VI guld. ende dat van jaeilickse venten staende opt Wynhuijs in den halstiaet (?) op den Een-hoern de soma van xxx st. Jaers, verscynende alle Jaer Lychmisse dach opt dat hy betaelt heeff tot Jaer van 77 toe. Ontfangen van den Burgemvs. van Schoonhoven een jaer Ren-
ten van 77 gereserveert den Jaer 72, 73, 74, 75, 76 Actu(m) den xxue Juny Anno 78. xn £ X st. van 40 groot 't pont. Ontfangen van Assewerus voer zynen Inganck de somme van
dry caroles guld. van 40 groot den guld. Ontfangen van Hans van Stockem voer zynen Inganck, de
somma van drie gulden, van 40 groot den gulden. |
|||||
— 29 —
|
|||||||
Ontfangen op Rekenn. wyt Handen van Hübert Gerritsz. ,
Scheepmaecker, de somme van twee Carolus gulden. Op heden den 27 Februarius neghen ende seventich soo hebben
de Hoomans met den deken ghequiteert ende quitgescholden Klaf.s Jansoen prokureur drie jaren verloopen Renten, staande op sijnthuijn in de Molestraat, als" de Anno tue , drie ende vier ende seventich, midts dat hij mit ten eisten betalen sal vif, ses ende seven ende seventich, des Jaers vier ghuldens elf stuvers. Ontfangen vierdalve ghuldens op d. ersten Juny anno 1579.
noch onfange III guld. x st. den XX Octobr 79.
Noch hier op onfange o. 111 Juny (?) vierdalf guld. Uese tseven
gulden tsijn ghegeven Arent Ci.af.sen vijf guld. V st en sluidt (?) XXXI st. (Hoogst onduidelijk.) Mr. geit Anno 78. Gommar Andriesz., barduerwercker gegeven
op Rekening de somme van X stuivers actu"den 27 Augusti. Item noch ontfangen X st. |
|||||||
Dit zijn de meesters van de ambachte, Beghinnende van den
Jahre 1577 end het boeck van dien, geteikent met dese Jt (goth. a.)
met den gheenen die inde Jaerpenninghen volghende den brief hierin
verbonden sijn. Svbrant Jacobzoen, gl. a.
JOCHHUM ROBRRÊCHTZOEN, gl. A.
KORNELIS OLIVIERSZOEN, gl. Jan van Meekeren, gl.
Jan Jansz. Vermij, gl. a. Korneus Pietersz., gl. a. Ariaen Hughensoen, gl, a. |
|||||||
— 30 —
|
|||||
Krijn Koensoen, gl. a.
Hans van Stockkum, gl. a.
Assueris, gl.
Jan van Naeltwijck, gl. Betaelt sijn Mr. geit.
KORNEI.IS Siburchzoen, ontfangen.
sol vit, betaelt: Machgiiiei. Ruis , gl.
Ghommar Andriesz. , bet.
Neei.ken Meynaert alsoe sij de winckel aenhoudt.
Gerrit Adriaensz. van Waspick , Leerjongen tot Meester Evf.rt
van der Maes, heeft betaelt sijn Incomgelt 20 st. den 26 Juny 1634. Meester Syhert Monnincx heeft betaelt voor dese Leerjongens
den 10 October 1634: Matheeus Muller.
Willem Jansz. van Brederode.
Henrick Sonnius.
Rf.ynier Rasenburg.
Pauwels Willemsz. leerende by Jan van Ravesteyn den 9 Oc-
tober 1635. Niclafs Kouwknberch leereude by Theodor Hooch- straten, betaelt 1 gl. Willebort van Groenenberch, ne meert 1630.
Kakel Hf.ndriksz. van Verwyck, 1630 1 gl.
Hieronder : Deze namen zijn hier wtgedaen (doorgehaald) en in ordre van
Alphabet hierachter aengeteeckent. Dit zijn de Jonghers van Sinte Lukas ambacht, beghinnende van
den Jare 1577. 1) 1) Het schijnt 'dat men later (in 1630, 34) het bovenstaande op eenige der
(talrijke) witte bladen van dit boekje heeft geschreven. Nu zijn wij weer in eens in 1S77 verplaatst. Ik volg nogtans geregeld het H. S. |
|||||
— 31 —
|
|||||
DlRCK VAN EYNHOVEN.
KoRNELIS KKINSOEN. Jacop Molenijser.
Lenaert van Huesden (sijn by Krijn Koensoen.)
Arijaen Hugenssoen sijn leerjongens:
Sent Hendrixsoen vveeskint.
Willem Pietersz.
Floeris Jacopsoen, Mester Jacob Vernoftszoen.
Op heden den seven ende twintighsten februarius 1579, soo
hebben de Homans met den deken gequiteeid ende quitgescholden de erfghenamen van Jysbrant Matissen Mesmaker, van den jare 71 met den Jaer tue, drie ende vier ende Seventich, verschenen des Jars 3 ghuldens, dat sy als noch met den eersten betalen sullen Anno 5, 6, 7 ende 78 verschenen des Jaers 3 ghulden staende op syn huis in de papestraet. Noch ten selven daghe ghequiteert en quitgescholden. . . (volgt
een dergelijk geval van de Weduwe van Willem Jansoen, schilder, in de Vlaemingstraat.) Item van erfgcnaemen van VsBRANDT Mathijsz ontfangen wuijt
schuld van de Messemaecker de somma van zes gulden op reecke- ninghe van quytscheldingh. Achï den xxvil Octobris. tü 79. Deselve voorsz. ses gulden gegeven ten daege voorn. Davit Cornei.isz. , schilder. Noch heeft Davit Cornelisz., schilder, ontfangen van voorsz.
IJsbrants erfgenaemen op reeckeninghe van syn Sallaris van t schil- dery daer ik hem de quytanüe of gegeven hebbe. Soma thans: xii guld. |
|||||
— 32 —
|
|||||
Hier beginnen de Leer Jongers die haer Incomgelt betaelt heb-
ben ende sijn geteeckent met den Alphabet vm de namen te bequamer te vinden ende beginnen van den Jaere 1630. Die te vooren betaelt hebben, sijn genoteert int oude meesterboeck geteeckent met de Letter B. Oock de gelaesemakers Knechts. A. 1632. Adriaen Cornelisz. van Sevenbergen betaelt 20 st. voor sijn Incomgelt, ende soo voorts alle de aengeteeekende. 1636. Abraham Hendricxsz. betaelt 20 st. bij Monsr. Cracht. 1642. Adam, betaelt 20 st. tot Ravesteijn. 1666. Aendreas Reijst, boeckb.
C.
1667. Niclaes Wiet, boeckb.
1667. Niclaes Overbeeck, boeckb. 1667. Niclaes van den Broeck, boeckb. D.
1636. Dirick Schoenmaker, knecht bySTAETS,gelaesemaker, 20st. F.
1636. Francois van der Masten , kerende bij E. van der Maes. 1636. ï"rancois van Dalen, leerende by J. Hoeckgeest. G.
1634. Gerrit Adriaensz. van Waspick, by E. van der Maes
den 16e Juny.
Gabriel van Montfoort betaelt 20 st. 1650. Gilles Claasz. van Steenbergen, op de winckel van Monsuer Danckers, 20 st. H. 1635. Hendrick Sonnius, leerende by Svbrecht Monnincx,
den 10e October.
|
|||||
— 33 —
|
|||||
1630. Heer van NoORTWljCKXsoon betaelt eenen ghulden.
1630. HENDRICK Stktin betaelt eenen gl.
1631. Hendrick van Kossem betaelt 20 st.
1636. Hendrick Toewater, knecht by Albert Alberts, 20 st.
I.
1630. Julius Caeser Boetius betaelt 20 st. 1630. Jan van Haerlem, » » »
1631. Jan Papineau, geboren tot Gargant, betaelt 20 st.
1631. Jan Woortman, » » » JACOP PlETERSZ., » » >
JOAN DANCKERSZ. , » » »
Jacohwtjs Aerents, desypel op meester Everts wynckel, be-
taelt 20 st. 1649. Jacob van Steenvoorden, heeft betaelt 1 gl. leerende
bij Jan Danckers, schilder.
1650. Johan Schenkel, schilder, leerende bij den Hooman
Dankers, 1 gl.
1651. Joiiannes Beeckkercken, schilder.
1651. Johan Sporck, schiider. 1667. Jan Storm, Jan van Schereuer.
1667. Jan van der Kruis, boeckeb. 1667. Jacob Vylaer. idem. 1667. Jacob van der Penn, boeckeb.
1667. Jonas Lalleman, boeckeb. 1667. Jan yan Deile, boeckeb. K. . 1630 Karel Hendricksen van Veerwijck. L.
1666. Leenaert Leijster, betaelt. IV. 5 |
|||||
— 34 —
|
|||||
M.
1634. Matheeus Muller, by Sybrecht Monnincx den 10
October. 1649. Michiel Meltens (of Melteus) leerende bij Jan Danckers,
schilder, heeft betaalt ƒ I.—.
1667. Marthinus van Haeften, boeckeb. N. 1635. Niclaes Kouwenberch, leerendc bij Theou. Hüoch-
STRATEN, den 9 October.
1667. Niclaes Brouwers, boeckb. P. Pauwels Willemsz., leerendc by Jan van Ravesïeyn. 1630. PeeteR Makelijn, eenen gl. Philips Jansz. van Doornick, betaelt 20 st.
Philips Corstiaensz. Roover, betaelt 20 st. 1636. Pancras van Nispen, leerende by E. van oer Maes.
1636. Peeter Pietersz. Swertsenbukg , van'Anth. van Aken. 1667. Pieter van der Burgh , boeckeb. R.
1634. Reynier Rasenburg, leerende bij S. Monincx, den 10 October. S.
1667. Splinter, Jan, van Jacob Scheltus, boeckeb. V.
1634. Willem van Brederode , den 10 October, bij Monincx leerende. 1630. Wiixebort van Groenenberch , n Meert 1630.
1631. Willem van Odekerck, betaelt 20 st.
1649. Willem Louckers, heeft betaalt 20 st |
|||||
— 35 —
|
|||||||
w.
1667. Willem Dijckmans, boeckeb.
Hiermede is boek C uit.
Het boek D.
Op het (perkamenten) bandje: D.
Ontfang van de Renten.
Eerste blad: (16e eeuwsch schrift.)
Dit syn de daeghen wanneer de rentte verscheene syn Vant gilde
van S'. Lucas. 11 — 14— t ghemael van Schoonhoven, verschijnt op Sintte
Maertens avont. 4 — 5 — den Heer Dimmer (later ingevuld: nu sehepen Brant)
in de Moolestraet een rent op syn huis, verschijnt op alderheylichgen dach. i—S—Adriaen Snoeck, de bonte Mantel, in de Hoochstraet
een rent, verschijnt Cersavont. 1—8— Cornelis Ci.aesz. STAPEL op de Geest, een rent, ver-
schijnt Cersavont. 1 — 10 erf 1 — 10 — Aert Muers, Bouckvercooper inde Paepe
straet, twee rentte, verschijne een den 17 Ocktoober de ander op alder- heylichge daer aen. 2—16— Heynderick Jansz. Berckelo, in de Paepestraet, een
rent op sijn huis verschijnt op Cersavont. 0—14 — 0 Ary Pietersz. Smout een rent op syn huis in de
Vlamingstraet, verschijnt den 12 Jannewary. 6 — 5 — Ken rente opt Huys in de Wagenstraet genaemt de
»Pinceelen" en nu noch bewoont van de Erfgenamen van Mr. Bal- tasar Flessiers, i) verschijnende 18 December. 2) |
|||||||
1) Schilder, die 1587 in liet St. Lncasgilde kwam.
2) Deze laatste post is weer 17e eeuwsch schrift
|
|||||||
- 36 —
|
|||||||
Dese Rente is op het Hus.
6 — 5— te las — den op het Hus »de Vergulde Valck" ver-
schijnt d. 22 Juny 1633. Arent Joostensz. 6—5 — o. Een Rente op Jan Stevense, Cleermacker by Wa-
genbrugge. Int Zuytende voor borge Berent Zwieer, In de Pape- straet int Klaverblat, de somme van Hondert gulden verschijnt op Mey. (Een aantal onbeschreven bladen volgen.)
Jacob Hacke, -de knaep vant gilde, heeft Jaerlycx voor sijn
Solaris (sic) voor den dienst die hy aen het gilde is doende de somma van acht guldens. Is betaelt 1631, 1632, 1633.
|
|||||||
Alle de verschenen renten sijn betaelt tot het Jaer 1629 In cluys.
Nu volgt: Folyo I. Hier volghen de Renten die Jaerlyckx tot proffyte van S. Lucas
Gilde'worden ontfanghen. In ordre gestelt elck bysonder,
1636. Eerstelyck een Jaerlijcxse Losrente opt gemael by Schoonhoven,
dat bij de Magistraet wort betaelt, ende verschijnt dese rente op S'e Mertensavont, ende is van 12 gl. 19 st. ma er is door Ordre
van de Staten gecort, en wort ontfg. Jaerlyckx elf gulden vierthien tuijvers en is betaelt tot het Jaer 1634, S'e. Mertens avont. 19 April 1636. Ontfangen de rente vant gemael van Schoon-
hoven voor het jaer 1634, Mertensavont verschenen. 14 st. den bode, in cassa...........II gl.
In 1665 wordt de som op ƒ9 gereduceerd
Deze post wordt nu herhaald tot 1693. Dan: Alsoo myn Heere
|
|||||||
— 37 —
|
|||||
de State van Hollant een van de drie molens vvaer op dese Rent is
wesende in de stadt van Schoonhove hebbe doen af breke, tot het make van de stads fortifeykasey (sic) soo heeft Sint Lucas gilde dar mede verloore een derde part van haer Rent beginnende met de Jare 1694 soo dat tot de kas vant gilde sal ontfange worden de somme van ses gulde en 8 stuijvers. In 1696 en 1697.........ƒ 12 — 16 — o. enz.
Ontfangen de jaren 1727 en 1728 . . . » 15 — 12.
Aan de bode Verbrugge na ouder gewoonte gegeven 2 flessen
wijn en 2 gl. 16 st. De renten van Schoonhoven worden ontfangen tot 1789.
Daar houdt de rekening op.
Nu volgt de rekening van:
Een rente opt huys van Dimmer In de Meulestraet, nu toebe-
hoorende aen schepen Brant, verschijnt ep allerheylighen dach. Jaerlyckx ter somme van............4 gl. 5. Deze som blijkt betaald te zijn tot 1684. Dan:
Alsoo dese rente is af gelost door den Heer QUARis, alsdoen
eommijs ten comptoren van Hollant met een obligatie van Hondeit gulden captael opt comptor van Hollant gelijck blijekt hier naer fol. 24. Dan volgt de rente (l gl. 8 st.) op »de bonte Mantel" in de
Hooghstraet. Die som is betaald tot 1726; toen werd de rente met / 28.— afgelost. Het huis van Corneus Ci.aessen Stapel op de geest brengt
jaarlijks op / 1 — 8 st. tot 1723, toen afgelost met ƒ 28. Het huis van Aert Meurs, boeckvercooper, in de Papestraet
brengt jaarlijks op 2 gl. 10 st. tot 1657, waar de rekening ophoudt. Dat van BeRCKEI.o in de Papestraat 2 gl. 16 st. tot 1653; toen
met / 48._ afgelost. |
|||||
— 38 —
|
|||||
Dat van Smout in de Vlamingstraat 14 stuivers tot 1714; afgelost
met 12 gulden. Het huis genaamd : de Valck, tot Losduijnen jaarlijks ƒ 6 en 5 st.
In 1640 met 100 gl. afgelost. Deze som is weer belegd tegen dezelfde rente op het huis van
Jan Stevensz. , Cleermaecker, tot 1657, waar de rekening ophoudt. Op fol. 19. Rente.
Register van de Oolye Schippers die uyt Noort-Hollant ofte an-
dere plaetsen souden moegen komen om alhier in den Haegh te leveren haere Olye en Verf. Mits dat zij zijn gehouden ende geacor- deert hebben by deecken en hooftmans van Sint Lucas gilde met haer vieren, elck in zijn portie te betalen ende gehouden zullen wesen in handen te bestellen van den Deecken voor den 18 October be- ginnende in den Jaere als volgt, alle jaer 30 stuvers. 1683 enz.
Uit de volgende notities blijkt dat deken was:
In 1684 Jan de Steur (?)
» 1685 JACOB VAN SPIJCK.
» 1686 en 1687 Jan de Steur.
» 1688 en 1689 Daniet. Gesei.le.
» 1689 D. Gesei.le.
» 1690 en 1691 Hendrick van der Spijck.
» 1692 en 1693 Jacobus Mol.
» 1694 en 1695 Gideon Backer.
» 1696 en 1697 Antony Dyckmans.
» 1698 en 1699 C. van Goch.
» 1701 tot 1704 A. Troyel.
Op fol. 24.
|
|||||
— 39 —
|
|||||
Fol. 1352. Een obligatie tot Laste vant gemeene Landt van Hollandt
er sommevaneen hondertCar. guldens op den naam van Maria HüijgeN, fol. 1352, verschijnt op den X April 1665 Regt». Fol. L verso geagriert op den 8 Mey 1665, getekent my presente
J. ELEMAN. NlCOLAES TULP. SlMON VAN DER STOCK. onderstont Geret van Beaumont.
In 1685 ontvangt de deken Jacob van SpiJCK 4 gl. intrest hiervan.
Hetzelfde in 1686 en 1687 deken Jan de Steur.
In 1688 en 1689 deken Daniel Geselle.
» 1690 en 1691 deken Henderijck van der Spijck.
Verder 1692/93 Jacoisus Mol, 1694/95 Gideon Backer, 1696/97
Antony Dyckmans, 1698/99 Carel van Goch en Abr. Trovel (1700 en 1701). Fol. 27.
1689. Den 5 Desember soo heeft Louwerens Jüppe van V001-
schooten, schipper, dien in den llaegh komt met Svvartsel en pam- pier en andere dingen te verkoopen, is met ons verackordeert alle twee jaren te betaelen aen Sint Lukas Gilde twee gulden, (enz.) Volgen een aantal zulke rekeningen van olieschippers enz. zonder
ecnig belang. In 1729 blykt Pieper Münynckx deken te zyn.
In het boek, dat hiermede eindigt, ligt nog een los blaadje.
Op huyden den 16 September 1626 hebben mijne Heeren
\ran den gerechte bijforme van amplikatie van dese bovenstaande articulen goet gevonden dat voortaan geene schildery door den Conchargie ofte Knecht van de weescamer sallen mogen worden vercocht, als tot de vercoopers of des Consarges huysinge ende dat met den afslach, sonder dat men eenich stuck sal mogen ophouden |
|||||
— 40 —
|
|||||
en dat voor de vercoopinge eerst aen de overluyden moet overgele-
vert worden notitie van alle de stucken op de boete van twalef gul- den wtgesondert de stucken die sterfhuysen, weeskinderen of insol- vente boelen aengaet. Actum uts. presnb. ut In regro:
Ondertekent F. de Vries.
Coll. C. Dorsehofe.
Van achteren: verkoopingen van schilderyen 1626. De boeken E en F ontbreken. G liet ik aan A voorafgaan. Nog is er een klein boekje K gemerkt waarin: Notitie
van
Knechts en Leerlingen die betaelt hebben, sedert het jaer 1680.
(Hier volgt een alphabetische lijst van knechtsnamen, die ik meen
gerust weg te kunnen laten , daar zij allen onbekend en zonder twijfel die van kladschilders zijn. De eenige bekende naam is die van Geruit HoeT, 1726 in het Haagsche St. Lucas Gilde opgenomen; er staat dan ook bij een aantal leerlingen: »Knecht by IIoet"; bij één: »bruyneerd bij IIoet". Deze G. Hoet is hoogstwaarschijnlijk de zoon van den vermaarden schilder, die volgens van Gooe , wel eerst zijn 's vaders werken copieerde 1), het later echter voordeeliger vond rijtuigen enz. te schilderen. Na de afscheiding der fijnschilders in 1656 kwam geen meester van eenige beteekenis meer in het oude St. Lucasgilde en onder den naam «schilder" is sedert dien tijd »klad- schilder" te verstaan. Nog is er een perkamenten bandje, waarop geschreven staat:
1) Iets waarop niet genoeg gelet wordt. Sommige zeer zwakke stukken
„C+. Hoet" gemerkt, zijn dan van dien zoon, die dezelfde naam als zijn vader droeg. |
|||||
— 41 —
|
|||||
Notitie van alle de Perzonen die haar Proef hebben aangegeven,
beginnende met den Jaare 1744. Dit zijn echter allen onbekende namen en ook hier moet men
bij «schilders" aan grofschilders denken. De Hooftman Hoet, die hier in voorkomt is weer (de jaren wijzen het aan) de zoon van den bekenden G. Hoet. Het boek loopt tot 1798. Boekverkoopers voorkomende in het boekje K.
1690. Anthony Steenderen, boeckbinder.
1695. Andries Nolet , id.
1696. Anthony Suurmont, . id.
1687. Barent van Esvelti), boeckdrucker.
1688. Charles Cöurtois, boeckbinder.
1691. Christiaan Lom, id.
1693. Charles de Lo, id. 1697. Carel Godun, id.
1696. David de Later, id. 1698. Gerrit Tier, id.
1699. Gustavus Tier, id.
1701. Gijshert Gasiniet, id. 1690. Hermanus Crameri), boeckdrucker.
1699. Hermanus Smits, boeckbinder.
1687. Joost van Munster, id. 168S. Jacob Philipse i), boeckdrucker. » Jan Cassiopini), id.
» Johannes Schot, boeckbinder,
» Johannes Courbois id.
1689. JAN Vervloet, id.
1700. Isa ac Troyel, id.
1} Niet vermeld bij Ledebokr. IV. 6
|
|||||
_ 42 —
|
|||||
1700. Jacobus Gerelle, boeckbinder.
> .JOHANNES LUDES, id.
1702. Johannis van Bessel,(?) boeckbinder.
1700. Levijn van Dijck, boeckdvuckev. 1698. Matheus van «er Krochtei), boeckdrucker.
1690. Nicot.AES Trümi>, boeckbinder. 1688. Pietek NOBLET, id.
1690. Pieter do Pont, id.
1692. Pieter van Grootvelt, boeckbinder. » Pieter Husson, id.
* Pieter Volgrave, id.
1699. Pieter Favon, id.
» Symon van Es, id. 1692. Willem van Gardyck, id.
1693. Willem van Veen, id.
1699. Willem van Burcii, id. Het laatste der boeken van het St. Lucas Gilde is een groote
perkamenten band, waarop men leest: B oeckverkopers Gilde-Boeck 1702.
Dit is belangrijker. De aanvang luidt:
Alles beginnende in den name Godes.
Alsoo sedert meer als hondert gepasseerde Jaeren, onder het
S'. Lucas Gilde van 's Gravenhagc de Boeckverkoopers, Druckers, Boeckbinders, Fijnschilders, Camer-schilders, Beelthoudeis, Glase- inaeckers en Goutslagers etc. gecombineert sijn geweest, waervan voor eenige jaeren de Fijnschilders en Beelthoudeis op haer veisoeck bij de Ed. Maegistraet is geaccordeert eene separatie van dito St. I.ucas-Gilde. Ende alsoo naer dien tijdt de Boeckverkoopers etc. in soo groo-
ten getale sijn vermeerdert, soo hebben Deecken en Hooftmannen 1) Niet vermeld bij Ledeboeb. |
|||||
— 43 —
|
|||||
der Boeckverkoopers goet gevonden sich te adresseeren aen de Ed.
Magistraet en haer bij requeste mede versocht eene scheydinge van 't gemelde St. Lucas Gilde, het welcke niet hebben kunnen verkrij- gen als bij afstandt van alle de Documenten 't zij Silver, rentebrieven als anders onder 't voorn. S*. Lucas Gilde berustende. Ende dewijl verscheijden proeven van Boeckverkoopers en Boeck-
binders voorhanden waren, waarvan reeds voor de separatie sigh twee aen 't generale Gilde hadden aengegeven, soo pretendeerden de voorn, schilders en glasemaekers etc. daer deel aen te hebben, 't geen door de Boeckverkoopers aen haer wiert geweijgert. Doch de Ed. Magistraat ordonneerde dat de Boeckverkoopers de eerste proef alleen souden opneemen en het geit daervan ontfangen heb- bende aen dito schilders etc. uijt te keeren, waer op nader handt door den Deecken der schilders etc. wiert gepretendeert dat haer het geit van twee proeven door de Ed. Magistraet was geaccordeert enz. enz. Als doen heeft het de Ed. Achtbare Magistraat oock gelieven
de Boeckverkoopers, Boeckdruckers en Boeckbinders etc. te begun- stigen met een particuliere gilde-brief waervan Deecken en Hooft- lieden eerstelijck een project aen haer Ed. Achtbn. hadden gepresen- teert, 't geene aen de voorschreven Boeckverkoopers met eenige veranderinge is toegestaen, als blyckt uijt de Autentijcke Gilde-brief in dato den 25 May 1702. En hebben op deselve tijdt de Ed. Acht- baere Heeren Burgemeesteren gelieven te continueeren ende te eligeeren, Abraham Troyel tot .Deecken en Abraham de Hondt en Adriaen Moetjens tot Hooftmannen. En hebben dito Deecken en Hooftmannen Gideon Backer gecontinueert als volger. Abraham Troyel, Deecken. Abraham de Hondt , Hooftman. Adriaen Moetjens, Hooftman. |
|||||
— 44 —
|
|||||
(Volgt een lijst der verschillende Hooftlieden tot 1789.)
Na een aantal witte bladen volgen notulen van comparities van
af 1766 tot 1796. Hoeveel merkwaardigs dit ook bevat, het hoort niet in het Archief voor onze Kunstgeschiedenis thuis en blijft te onderzoeken door bibliophilen. Ik deel slechts mede, dat er een aantal verboden pamfletten en boeken in voorkomen, meest van politieken inhoud, die opgekocht en vernietigd moesten worden. 1) Toch is er nog wel een enkele notitie over schilders in te
vinden. Bijv.: 1768. Nog heeft sig aangegeven de Persoon van La Fargue
van Nieuwland, schilder en graveerder, omme te worden geadmitteert in het gilde, alleen om te verkoopen Printen die hij selfs soude gra- veeren, en geen anderen, hetwelke hem is geaccordeert, mits bèta lende vijfenseventig Guldens, enz. Hiermede eindigt de mededeeling van al het voor onze Kunst-
geschiedenis belangrijke uit de boeken van het S'. Lucas Gilde. 2) 1) De Heer Sekvaas Van Eoyen houdt zich onledig met de uitgave van dit
merkwaardige bandje. 21 Nog eeu storende fout is in de correctie vergeten. Men leze op pag. '216
Van het IÏIe deel, van onderen, tweemaal 1644 in plaat? van 1699. |
|||||
— 45 —
|
||||||
DE BOEKEN DER HAAGSCHE »SCHILDERS-CONFRERYE."
|
||||||
(Medegedeeld door den Heer Abr. Bredius, met bizondere vergun-
ning der eigenaars, het Gemeente-Archief van 's-Gravenhage, de Heer F. H. Wëissenbruch aldaar en de Heer J. Ph. Van der Keixen ) Wij hebben in de boeken van het Haagsche S*. Lucas Gilde
gezien, dat in 1656 door »grootsmoedicheyt" de Kunstschilders uit dat gilde traden en een nieuw gilde, of liever een broederschap oprichtten onder den naam van »Schilders-Gonfrerye". De Heer Vosmaer heeft in de Kunstkroniek van 1865 daarover reeds een hoogst belangrijk opstel geschreven, waarin hij in het kort eep over- zicht over de lotgevallen dier broederschap geeft. Toch meen ik dat ook hier openbaarmaking van den oorspronkelijken tekst der nog overgebleven MS. dier vereeniging zeer wenschelijk is. Eerst dan toch kan iedereen zelf daaruit putten hetgeen hem voor zijne kunst- historische studiën noodig is; terwijl de lezing van de verschillende besluiten en handelingen dier confrerie ons een belangrijk inzicht geeft in het leven en de gewoonten onzer vaderen. De overgebleven boeken en papieren der Schilders-Confrerie
berusten thans in het Haagsche Gemeente-Archief, met uitzondering van de zoo gewichtige boeken in bezit van de Heeren Wëissenbruch en J. Ph. Van der Keixen. Met deze twee banden , die de berichten omtrent het ontstaan der Confrerie en de notulen der 'eerste »bijeen- kompsten" behelzen, vang ik aan. Ten slotte wensch ik dan het door Kramm zoo dikwerf aangehaalde MS. van Pieter Terwesten, |
||||||
— 46 —
|
|||||
ook in het Gemeente-Archief berustende, gedeeltelijk aan deze mede-
deelingen toe te voegen, i) Mocht iemand, dit lezende, nog andere documenten der Ilaag-
sche Schilders-Confrerie bekend zijn, dan noodig hem ik hierbij uit, die ten bate onzer Kunsthistorie hier uit te geven of te doen uitgeven, om zoo mogelijk voor die wetenschap te redden wat nog te redden is. Inhoud van het boek, (folio in perkamenten band,) toebehoorende
aan den Heer F. li. Weissenbrucii, door wiens welwillendheid ik in staat gesteld werd, deze belangrijke bron voor onze Kunsthistorie algemeen toegankelijk te maken. •Voorin ligt een afschrift (uit de vorige eeuw) der:
PRIVILEGIËN
van de Confrerie der Kunstschilders, van dato 2 ie O et ober 1656. Gildebrief
van de Konst-schilders-Confrerie.
Alsoo Schout, Burgemeesteren, Schepenen en Regierders van 's-Gravenhage op het te kennen geven ende versoeck van de meesters schilders deser stede 's-Gravenhage ende omme verscheijden redenen ende inotiven daer inne verhaelt, hebben goetgevonden deselve vant oude St. Lucas-gilde, waer onder sijluijden tot nog toe hebben gere- sorteert, te separeren, en te houden voor een Confrerye apart, soo 1) Vóór bet ter perse gaan dezer mededeelrngen vond ik in bet Archief,
op aanwijzing van den Heer J. G. Fredeïuks, dien ik hiervoor openlijk mijn dank betuig, een bandje, getiteld: Venduwe van Schilderiien Ao. 1C47, waarin de verkoopingen van Van Goyen, Ade. v. b. Venne enz. Ook dit boekje hoop ik te laten volgen. |
|||||
— 47 —
|
|||||
ist, dat opgemelden .Schout, Burgemren, Schepenen en Regierders,
de voorsz. mr. schilders hebben toegestaen en geaccordeert gelyck haer E. toestaen ende accorderen bij desen, alle de poincten erT arti- culen hier naer volgende. I.
Eerstelyck sal niemant van dese boven verhaelde Mrs. haere Consten alhier mogen excerceren, erT sich daer mede generen, ten sij hij alvooren sijn Burgerschap sal hebben gewonnen erf den Burger- lijken Eedt gedaen. 2.
Niemant voor mi', in de voorsz. Conste bekent sijnde, 't sij in-
woonder ofte vreemdelingh, sal hier in den Hage eenige schilderije ofte Conste mogen maecken en" vercoopen voor en alleer hij in de voorsz. Coufrerije is geadmitteert; voor welcke admissie hij sal moeten betalen aen handen van den Deecken en" Hooftmans van deselve con- frerije, de somma ven achtien guldens; uijtgesondert die gene die alvoorens hebben betaelt. 3-
Ende doordien men bij dagelijcxe experientie bevindt, dat som-, mige uijtlandsche schilders en" handelaars van Cunst in den Hage, alleen en expresselijcken metter woon comen, en haer voor eenigen cleijnen tijt onthouden, omme bij vendue menichte van slechte schil- deryen eïï Cunst by haer mede gebracht (dikmaels haer nog niet toe- behoorende:) te vercoopen tot groot naedeel van de Jonge Schilders in dese Confrerije, soo sal voortaen niemant vermogen met soodanige schilderijen ofte Cunste vendue te houden, tenzij hij alvorens twee achtereenvolgende Jaren in den Hage ofte Jurisdictie heeft gewoont, ten minsten tot contentement van Deecken en Hooftinannen voorn1, gecaveert, 't selffde te sullen doen, en" bij de confrerye is geadmit- |
|||||
— 48 —
|
|||||
teert; en bewijse off verclaren, tot genoegen van den Magistraet ofte
Confrerije, dat alle deselve schilderyen ofte Consten hem in eijgen- dom toebehooren; Ende by defect van dien sullen de selve schilde- reijen en Consten ilico sijn verbeurt, ten behoeve van den Heer officier, confrerije en den armen van den Hage elx voor een gerecht dar- dendeel. 4-
Doch in gevalle soodanige persoon ofte sijne huijsvrouwe binnen
de bovenverhaelde twee jaeren quame te overlyden, soo sullen de
Erffgenamen (mits bewijsende, dat het geen geleende schilderijen en
sijn) en die int sterfhuijs bevonden werden, die mogen vercoopen.
5-
Geen buijtenpersoon sal eenige schilderijen, bcelthouwerije, const van plaetsnijderye, ende glaesschrijverije alhier in den Ilage mogen inbrengen ofte doen inbrengen omme te vercoopen ofte te doen ver- coopen, omme vendue te houden ofte doen houden, onder geen pre- text ter werelt, tensij daartoe bij de Magistraat met advijs van Deecken en Hooftmannen van de voorsz. Confrerye specialicken geadmitteert, op verbeurte van de ingebrachte Constgoederen, ten prouffite van den Heer Officier, Confrerije ende Armen, elcx voor een derden- deel, als vooren. 6.
Niemant van de Confrerye, andere Burgers en Ingesetenen van den Hage ofte jurisdictie van dien, sal vermogen eenige Schilders, Beelthouwers, Glaseschrijvers en Plaetsnijders tot haere huijse te werck te stellen, omme in den Hage met desselfs wercken coopinanschappen te drijven, en trafficqueren, onder pretext dat het haer Knechten sijn, op de verbeurte en boete, voor elck stuck wercx dat men vindt bij de vreemde meesters gemaeckt te sijn, Thien gulden aen de Confre- |
|||||
— 49 —
|
|||||
rije te betalen; Ende belangende de luijden ende m". van buijten
incomende, sullen geensints eenige schilderije ofte andere -.vercken, in desen gespecificeert, openbaarelijck ofte heijmelijck, op eenige plaetsen mogen vercoopen ofte veijlen, uijtgenomen op Kermistijden, haer gepermitteert, tensij met expres consent van de Magistraet, erf daer vooren ten behoeve van de Confrerije sullen hebben belaelt soodanige somme van pennen.; als bij de Magistraet naer gelegenlheyt van saecken sal worden goetgevonden. 7-
De schilderijen en andere wercken van de Constenaers in desen geexpresseert, die van buijten in den Hage en" resort van dien bij vreemde ofte Ingesetenen in de Boelhuijsen ofte sterffhmjsen in den Hage gevallen, werden gebracht omme bij den Boelhuijs m1'. verkocht te werden, sullen mede verbeurt sijn, en ten prouffijte van de Con- frerye moeten geredimeert werden, stuck voor stuck mette somme van Thien gulden, ten waere 'tselffde geschiede met speciael consent als voren. VIII.
Alle Liefhebbers Ingezetenen van den Hage ende Jurisdictie van dien sullen sonder becroon en tegenseggen van de Confrerije, ver- mogen aen uijtheemsche Mrs. eenige stucken en" wercken te besteden , deselve haer afï te coopen, In den Hage 't haren huijse te brengen, behoudel.: dat sij daermede niet en sullen vermogen eenige publicque venduen (te houden) ten sij 't selffde bij Burgemi's, om redenen wielde toegestaen. IX.
Op de vrije Jaermerckteo sullen alle Constvercoopers, van wat plaets eïT stede zij zijn, vermogen (soo lange deselve duijren:) haer IV. 7 |
|||||
— 50 —
|
|||||
goedeien en" Conste vercoopen ofte verhandelen sonder tegenseggen
ofte verhinderinge van de Confierije. X.
De Jaerlijcxe venduen by de . Confrerye te houden, sullen be- raemt erf geleijt worden op soodanige tijden en plaetsen, als de hoofden van de Confierije, met appiobatie van Burgem'8. sulcx sullen goetvinden, en sullen sij genieten van ijder gulden t gunt verkocht wert, den Twintichsten penning, behoudens den Boulhuijsm*. syn recht, mits daer uijt betalende des Contraboeckhouders vacatie, en" eenige extraordinar: oncosten op de vendu gemeenlijck vallende. XI.
Alle meesters, onder dese Confierije resorterende, sullen gehou-
den sijn, haer discipelen bij haev loerende, binnen een maent ten langsten, naerdat sij deselve sullen hebben aengenomen, de Hooffden van de Confrerije aen te brengen, en te doen aenteeckenen, op de verbeurte van een gulden, 'telckens als sy 't sullen hebben naergela- ten; voor welcke aenteeckeninge van ijeder discipul, len behoeve van de Confrerije, sal betaelt werden Twee gulden bij de meester tot laste van den discipul te verschieten, en bij de aenteeckeninge te voldoen. XII.
Een discipel ofte leerlingh, voor een seeckeren tijd aen een
meester, omme te leeren, besteet sijnde, en binnens tijts en vóór de expiratie van dien, sonder reedenen, by Burgem'8. bevonden sijnde , sijn meester te hebben verlaten, sal gehouden sijn de volle bedongen en belooffde somma, in allen schijn off hij den vollen tijt vvaere ge- bleven, te betalen. XIII.
Ende om alle disordre wijders desen aengaende, voor te comen,
|
|||||
— 51 —
|
|||||
soo sullen de meesters onder dese Confrerije behoorende, niet ver-
mogen d'een des anders discipul aen te nemen, voor en al eer hen- lieden sal volkomen gebleecken sijn, dat den discipul sijnen lesten verlaten meester van alles heeft voldaen, ende ingevallen een meester ter contrarie dede, ende soodanige discipul off leer-jongen evenwel aenname, deselve sal telckens verbeuren ses guldens. XIV.
De discipulen, dewelcke souden willen sustineren, dat haere
Meesters haer devoir en schuldige plicht niet naer behooren jegens henl: met onderwijsen ende anders souden hebben gedaen en ge- queten, sullen haer eerstelijcken aen den Deecken ende Hooftmannen van de Confrerije hebben te addreseren, dewelcke met alle minne ende billijckheijt de saecken ondersocht hebbende, paithijen soecken te vergelijcken ende accorderen, zoo eenichsints doenelijck is, soo niet, haer renvoijeren aen Burgemi's. ofte andere ordinaris compen- tente Rechters. xv.
Een discipul, of leerlingh, soo verre gecomen sijnde, dat hij zijn
naem onder sijn werek stelt, sal gehouden sijn, (: als een meester:) de Confrerije te voldoen. XVI.
Een meester sal sijn eijgen kinderen vermogen in sijn conste op
te trecken erT te instrueren, sonder ten dien reguarde ietwes aen de Confrerije schuldich te sijn, of te moeten betalen. XVII.
De kinderen van de meesters, onder deze Confrerye behoorende,
haere Vaders conste exercerende, en haer daer mede ernerende, sullen bij 't leven van haere Vaders, ofte binnen s'Jaers, naer haer Vaders overlijden, als sij haer voor meesters uijtgeven, en haer namen |
|||||
— 52 —
|
|||||
onder Viaer werck stellen, in de Confrerije geadmitteert werden,
mits alleen betalende de somma van ses gulden", ende sullen onder de meesters kinderen begrepen zijn, die haer dochters quamen te trouwen. xvni.
Ider Schilder, Plaetsnijder, Beelthouwer, Glaseschrijver en Lief- hebber, resorterende onder dese Confrerije, sal gehouden sijn, alle Jaren in de maent van October te betalen ses stuijvers, tot welstant en onderhoudinge van de Confrerije, welcke penningen ten gesetten tijt sullen werden opgehaelt bij haer gecommitteerden. XIX.
De broeders van voorsz. Confrerije, die Schilders sijn, gedespi-
ceert en becomen hebbende eene bequaine plaetse en kamer omme haere vergaderingen en bijeencomsten te houden, sullen gehouden sijn deselve camer te stofferen eif te vercieren met een stuck schil- derije van ijeders eijgen handt, naer haer beste vermogen geschildert, en de verdere meesters, namentlijck de Beelthouders, Plaetsnijders en Glaseschrijvers van dese Confrerije, sullen in haere keuze en wille hebben, omme daer een stuck wercx van haer consten te brengen ofte mede een stuck Schilderije van een goet meester. Ende belan- gende de liefhebbers dezer Conferije sullen daertoe niet mogen ge- constringeert werden; maer soo het haer gelieft, daer een stuck ver- mogen te brengen van een meesterlijcke handt geschildert. xx.
Ende sal 't selve bij alle die geene, die onder de voorsz. Con-
frerije zijn begreepen, moeten werden gedaen ten alderlangsten bin- nen den tijt van ses maenden, op peyne van elcke weecke te verbeu- ren thien stuijvers, die zij daerover nalatich blijven: verder sal een ijder gehouden sijn, het selvige stuck aldaer soo lange te laten blij- |
|||||
— 53 —
|
|||||
ven, tot dat het sal sijn vercocht, ofte een ander in de plaets te
brengen, erï" uijt de penningen daervan procederende-, de Confrerye laten trecken twee stuijvers van den gulden. XXI.
Bij leveringe van elck stuck, sal de Hooffden van de Confrerye
werden aengedient den naesten prijs waervoor men dat mach vercoo* pen, en" soo het geviele het tot meerder prijs verkocht werde, sal den eijgenaer met sijnen gesetten prijs moeten tevreden sijn; en" het overige tot nutte ende dienste van Confrerije laten strecken; Ende sal den geenen, wiens stuck verkocht is, een ander (: het eerste egua- lerende:) in plaetse moeten leveren, binnen den tijt, ende op de verbeurte als boven; Ende dat telckens als een stuck verkocht werd. XXII.
Soo ijmant bekeurt wierde over eenige misbruijck ende overtre-
dinge van eenich point in dese ordonnantie begieepen, die sal de boete datelijck voldoen, naer Inhouden ende ter somme in de articu- len, daer jegens hij heeft misdaen , gespecificeert. XXIII.
De regieringe van dese Confrerije sal bestaen in een Deecken,
drie Hooftmans en een Secretaris, de welcke sullen werden voortge- bracht en" geproduceert, als uijt de meesters Schilders ende mrs. Con- stenaers; welcke vijff Officieren thien dagen voor St. Lucasdach sullen bij de E. Heeren Schout, Burge M>'. en Schepenen uijtte nominatie alle Jaren vercosen, geeligeert en gesurrogueert werden in plaetse van degeene, die twee Jaren gedient sullen hebben; ofte bij Deecke- nen ende Hooftmanuen gecommitteert; naer haar E. welgevallen. XXIV.
De affgegane Deecken ende Hooftmannen sullen alle twee Jaren
gehouden sij», reeckeninge, bewijs ende reliqua te doen van haere |
|||||
— 54 —
|
|||||
handelinge en administratie der voorsz. Confrerije innekomen, aen
die als dan nieuwe aengecomeri Deecken ende Hooftmannen, en de laetste daer te vooren affgegaan. xxv.
Ende alsoo ondervonden wert, dat sommige persoonen, om de
voorsz. Confrerye met onbehoorlijcke ende indirecte middelen illusoir te maken, practiseren ende int werck stellen, dat sijl: iemant opma- ken , die hun in rechten roept, verwint ende condemnatie obtineert, omme betalinge van eenige gefabriceerde schuldt, 't sij huijshuijr off andersints, ende daervoor aenwijsinge doen en laten vercoopen soo- danige cunst ende schilderijen, als hun goetdunckt, ende 't selve gedaen hebbende, de penningen door den ge fabriceerden crediteur laten innen ende onifangen, Ende die alsoo wederomme becomende, indiervougen haer schilderijen quijt worden en vercoopen; soo wert 't selve wel expresselijk geinterdiceerd ende verboden op verbeurte van alle deselve schilderijen ofte penningen daervan bij vercoopinge gemaeckt, ofte anders tot discretie van den Magistraet. xxvi.
Het sal alle mi's, Beelthouwers, Plaetsnijders, Glaseschrijvers ende
Liefhebbers vrijstaen, haer onder de voorsz. Confrerye te begeven, onder de voorsz. conditien, mits dat 'tselve sal moeten geschieden binnen St. Lucas-dagh des jaars 1657 toecomende. XXVII.
Wie va.i de meesters, willende innecomen nae de voorsz. tijt.
sullen gehouden sijn te betalen, het volle récht hiervooren art. 2 gespecificeert. xxvin,
Ende opdat alle voorz. Articulen te beter naer haer forme ende
Inhouden sullen mogen werden geobserveert ende naergecomen; Heb- |
|||||
— 55 —
|
|||||
ben de Schout, BurgeM's., Schepenen en Regierdersvoorn*. Deecken
ende Hooftmans van de voorsz. Confrerije geauthoriseert, gelijck sij doen bij desen, in cas iemand onwillich ware de boeten erfbruicken in de ordonnantie vernielt, naer te comcn ende te voldoen, de on- willige daervoor datelijcken ende paratelijcken te mogen executeren; Belastende ende bevelende, met voorgaende kennisse ende consent van de Magistraet, in cas voorsz. de substituijt Schouten, Gerechts- bode, die van de Confrerije te assisteren, ende behulpelijcke handt te bieden, tot maintenu ende onderhoudinge van dese Confrerije. brie ff ende Ordonnantie, Reserverende nochtans Schout, BurgeMrs. ende Schepenen voornt.: de macht aen haer, omme de articulen van dien te mogen corrigeren, altereren, augmenteren, restringeren, aboleren ende vernietigen, sooals haer E. naer gele- gentheijt van saecken sullen bevinden dienstigh ende oorbaerlijck te wesen. Des ten oirconde, soo hebben wij Schout, Burgemeesteren, Schepenen ende Regierders voornt.: dese met ons uijt hangent Stadts- Zegel bevestight, ende bij onsen Secretaris laten teeckenen op den XXI Octobris xvic ses en vijfftigh. Onderstont:
Actum bij en ter presentie van de Heeren Jonkr. Quintijn DE
Veer, Bailliuw, Johan Doedeijn, Cornelis Splinter, Thomas Cletcher, Burgermrs., Mr. Wilhelm van der Does, Mr. Jacois van der Does, Mr. Jacob van der Houven , Diuerick van der Lisse, Dr. Johan van den Hoven, ende Mr. Johan van Banchem, Schepenen, Mr. Cornelis van Souïelande , Pensionaris. Ter ordonnantie van deselve,
G. Graswinckel. 1656. (Deze copij was, hoewel tamelijk nauwkeurig afgeschreven, op
|
|||||
56 —
|
|||||||
18e eeuwsche wfjze gespeld. Daar het origineel, op een groot vel
perkament, keurig door C. van Veen geschreven, in het Archief aanwezig is, volg ik de oorspronkelijke spelling. De daarbij behoo- rende »Ampliaties" enz. volgen later). Op het eerste blad van des Heeren Weissenbruch's boek
lezen wij: Den ien Novemb. des Jaers 1656 hebbe lek ondergeschieeven
Dit Bouck aen de Haechsche Schilders Confrerye vereert. CORNEUS VAN VEEN.
Het volgende blad maakt ons met den inhoud van dit boek
bekend: Aenteeckeningen bij mij Corn. van Veen, zeedert den 15^
February des Jaers 1656 van tijt tot tijt gehouden, ten versoucke van verscheijde meester Schilders de welcke van meyninge waren Requeste te presenteeren aen de Ed: Achtbaere Magistraeten van s'Graven Haege ouime te bekoomen Afsonderinge van het Sb. Lucas Gilde, ende oprechtinge van een nieuwe separate Confrenje, bestaende wt meesters Schilders, Glaeseschrijvers, Beelthouders ende Plaetsnijders. |
|||||||
Mij is gebleecken, dat al in den Jaere 1655, bij de booven ver-
haelde vier Leeden van Constenaers is Reqte gepresenteert geweest aen de Magistraet: van den Haege, ontworpen van de Heere At. Barïholomees Canoy omme te optineeren Separatie, ende Af- sonderinge van 't Sint Lucas Gilde, ende was op de margine van dien geappostilleert, dat de vertoonders haeren geannexeerden Con- frerij-brief anders souden hebben te formeeren, in teecken der waerheijt, dit bij mij onderteeekent
Cornelis van Veen. |
|||||||
— 57 —
|
|||||
Na dat al in den beginne van den Jaere 1656 verscheijde Bij-
eenkomsten waeren gehouden op diversche plaetsen alhier in den Hage, daer meenigten van meesters Schilders en andere Constenaers, te neevens eenige Liefhebbers sijn op gecompareert geweest, tendee- rende alle deselvige daertoe, dat men wederomme soude bij de Handt neemen om de voorsz. Separatie ofte Afsonderinge aen de Magistraeten te versoucken , so sijn eijntelijcken in September des Jaers 1656 noch ten selven fijne twee comparitien van een meerder getal van meesters Schilders en Konstenaeis beleijt in de Herberge van 't Hoff van Hollant en wiert doenmaels beraempt dat men soude een nieuwe Con- frery Brief ontwerpen met een Reqto. aen de Magistraeten van den Haege, Den 7"n Septemb. 1656 sijn de Heeren Scheepen van der Lts
te neevens eenige andere meesters Schilders ten huijse van mij CüRN. VAN Veen geweest, versouckende lek een ontwerp van een Confrery- Brieff soude willen concipieeren. 'T welck eijntelijck van mij ingewillicht sijnde, hebbe die op den
18 Septemb. 1656 haer behandigt, Den 20«n Septemb. 1656 met den A*. Walbeeck, de Heer
Scheepen van der Lis, Jacoe van der Does, en noch eenige andere Gedeputeere van de te erigeere Confrerije, de Articulen van de Confrerij-brieff nagesien en eenige van dien wat gealtereert, ende de selvige in 'handen van de Scheepe van der Lis gestelt. Dit is voorgevallen ten huijse van Appereo in de Herberge van het Hof van Hollant, in den Haege, Den 13011 Octobris 1656 gecompareert sijnde in de voorsz. Her-
berge van het Hoff van Hollant 38 Persoonen, expresselijck daer ontbooden, wt laste van de vier gedeputeerden in de leste compari- tie van de nieuwe te erigere Confrcrye daer toe geauctoriseert. Is aen alle de selvige voorgeleesen door de Heer Schepen VAN der IV. 8 |
|||||
— 58 —
|
|||||
Lis den gansenen Inhoud vand Confrery-brieff, welckers Articulen bij
alle de presenten naer lectuere sijn aengenoomen, Ende is beraempt, men die also soude aen de Ed. Achtbaere Heeren Magistraeten over- leeveren, omme approbatie van dien te bekoomen. Geevende alle de presenten daertoe last omme met den eersten
wt haerer aller naeme dat te vervolgen aen de Cappiteyn Alexander Petyt, Isaack Mytens, Jacob Verdoks ende Martinus Lengei.e, Den 15 Octobris 1656 bij mij een Reqte. ingestelt sijnde door
begeeren van de vier voorschreeven Gedeputeerdens omme overgelee- vert te werden, beneevens de nieuwe te approbeere Confrerij-brieff aen de Magistraeten van den llaege, so is den 16™ Octobris daer aenvolgende, op gevolcht, dat de Heeren Magistraeten het versouck bij Req'8 gedaen, hadden alle de Articulen vand Confrery-brief inge- willicht en Scheepen VAN der Eis gelast alle de Confrerybroeders (vermits eenige kleijne alteratien in de selvige Arteu waeren gedaen bij de Heere Secretaris Gkaswinckei.) de Confrery-brieff voor te leesen gelijck die nu lach. Tot dien eijnde sijn ter selve daege in de huysinge van Apperloo door ordere van<* Scheepe van der Lis endo de vier Gedeputeerdens beroepen 48 Persoonen, die alle gecom- pareert sijn, op 6 na, en hebben gesamentlijcke gelaudeert, erT ge- approbeert, mitsgaeders te achtervolgen aengenomen den Inhouden van den Confrery-brieff, by Magistraeten verleent. Hierop heeft de voorn. Scheepe van der Lis begeert en versocht dat de gansche broederschap souden des anderen daechs haer willen laeten vinden na de middach de kloeke vier uuren in de vertreckkaemer van het Raethuys van den Haege omme aldaer te kiesen ende nomineeren bequame persoonen wt den Haeren, omme daer wt by de welgemelte Magistraet geeligeert te werden een Ueecken, drie Hooftmannen met een Secretaris. |
|||||
59
|
|||||||||||
Den 17 Octobris 1656 de nominatie bij pluraliteit van stemmen
inde vertreckkaemer op het Statshuys gedaen sijnde, de-selvige noch dien dach aen Magistraeten overgeleevert. Den 24™ Octobris des Jaers 1656 sijn bij de Heeren Magistrae-
ten van den Haege gekoosen tot Deecken van de nieuwe Confrerye Adrian Hanneman, tot Hooftmannen Johak Mijtens, Jacob van der Does en Maerten Lengele, tot Secretaris Mr. Cornelis van Veen. Naemen van degeenen, die door Jan Tysz. de Wit,
(gedesigneerde Knecht van de Confrerije) op den 16 Octo- bris 1656 ontbooden sijn geweest ten huyse van Pieter Apperloo , waert in het Hoff van Hollant, tot de Erectie van een nieuwe Confrerije, bestaende wt vier Leeden namentlijck: meester Schilders, Glaseschrijvers, Beelt- houwers en Plaatsnyders. |
|||||||||||
1 Johan van Ravesteijn.
2. Adriaen van de Vennen.
3. Antoni van Ravesteijn.
4. lowys van der queborren.
5. Adriaen Hanneman.
6. Dirck van der Lis , Scheepen.
7. JOHAN LlEWITSZ. i)
8. Isaack Mijtens.
|
9. Dirck Daelentsz.
10. Alexander Petyt, Cappiteijn.
11. Pieter Nason.
12. Antoni van der Croost.
13. Pieter Verelst.
14. Joris Verhaege.
15. Johan Westerbaen.
16. Joncker La FE.
|
||||||||||
1) Kbamm houdt dozen meester terecht voor identisch met Jan Lievensz.
(In zijn onuitgegeven M.S. vóór zijn afschrift van Terwesten' s handschrift). Deze namen zijn in het bedoelde opstel (Kunstkroniek 1865) gedeeltelijk zeer
onjuist weergegeven. Daar men niet kan aannemen, dat een man als Vosmaer dit prachtige 17e eeuwsche schrift zoo oppervlakkig of verkeerd gelezen heeft, zullen wij het aan den zetter moeten wijten. Er staat daar voor (No. 7) Liewitsz. Liesbeths.
voor (No. 37) Wes. Vers
en voor (No. 42) G roe k e weegen. Groenenbergen.
|
|||||||||||
— 60 —
|
||||||||||
34. Cornelis Mooninx.
35. Pieter Mooninx.
36. Gysbert Lybergen.
37. Ferdinandus Wes i)
38. JACOBUS DüYVELANT.
39. Dirck Kraey.
40. conraet maes.
41. corstiaen coevershoff.
42. Jan Groeneweegen. i)
43. Willem van Diest, (door-
gehaald.)
44. Jan Westerbaen.
45 Lucas Verstraeten.
46. Urbanus van Yperen.
47. Johannes van der Stocke.
48. Hendrick Sonnius.
|
||||||||||
17- Martinus Lengele.
18. Jacob van der Does.
19. JOHAN MlJTENS.
20. Abram van Beijeren.
21. Willem van Diest.
22. Carel du Gardijn.
23. Arent van Ravesteijn.
24. pleter van der venne.
25. Jan le Dücq.
26. Jacob Pijl.
27. Sybrant van Beest.
28. Leelienberch. (Cornelis.)
29. Carré.
30. Laurens Engelraeve.
31. Jan Hulster.
32. Hendrick Noorderwiel.
|
||||||||||
33. Dirck Matham.
Alle welcke boven genomineerde persoonen lek ondergesclireeve
Jan Tysz. de Wit verklaere door ordere van de vier Gedeputeere der te eerig (er) en Confrerije, op den 16 Octobris des Jaers 1656 ten huyse van Pieter Apperlo in de Herberg van het Hof van Hollant, omme te helpen bevorderen de Erectie van" nieuwe Kunst- en" Schil- ders Confrerije, Ende sijn alle te saemen behalven ses ofte seeven gecompareert, In teecken der Waerheijt dit met mijn eijge handt be- krachticht deseu 17 Octobris 1656.
i. g. Jan Tysen de Wit.
Den 24 Octobris des Jaeis 1656 sijn bij de Ed: Achtb. Heeren
Magistraeten van s' Gravenhaege geeligeert dese navolgende Persoo-
|
||||||||||
1) Zie de noot op de vorige bladzijde.
|
||||||||||
— 61 —
|
|||||
nen omme te dienen als Hooft Officieren van"" Haechsche Schilders
en Constbroederschap tot den 18 Octob. des Jaers 1659.
Deecke Hooftmannen Adriaen Hanneman, Johan Mijtf.ns.
Secretaris Jacob van der Does.
Mr. CORNELIS VAN VEEN. MAERTEN LaNGELE.
Den ien Novemb. 1656 bij mij, als Secretaris van Haechsche
Konst eif Schilders Confrerye ontworpen sijnde, door ordere van
Deecke erf Hooftmannen twee geschriften omme magistraeten te be-
dancken over de gedane separatie en ingewillichde Confrery-brieff,
is by Pluialiteijt van stemmen niet goetgevonden die over te leeveren
maar die te supprimeeren en" by monde de Magistraeten te bedancken.
Den 4™ Novemb. 1656 gehouden de eerste cescie ofte
byeeukompste ten Huijse van Heer Deecken Adriaen
Hanneman.
Den 4.™ Novemb. 1656 Deecken en Hooftmannen geassisleert
met de Secretaris compleet vergaedert, hebben gecommitteert den Hooftman Jacob Verdoes,i) omme met den aldereerste (so ras doenelijck sal sijn) te solliciteeren de Confrery-brief in debita forma opgemaeckt, en met het Zeegel van" den Haege bekrachticht, en bij den Secretaris Graswinckee onderteeckent, Ten selven daege is oversien en geleesen de Reqte bij mij ont-
worpen, tendeerende omme van- Magistraet te obtineeren een Kaemer en" vertrek voor de Confrerije, staende booven de nieuwe Waege op de Prinse Graft. Is goet gevonden die wat te altereeren en dan in handen gestelt te werden van Deecken Hanneman, die aengenoomen heeft in persoon de selvige te presenteeren, 31T oock te solliciteeren. 1) Hier zien wij weer hoe dikwerf uit „Van der" Ver gemaakt werd. Van
der Does wordt Verdoes, van der Hagen = Verhagen enz. |
|||||
— 62 —
|
|||||
Den 5 January 1657 is op dese requests geappostilleert, en vol-
gens Apostille ingewillicht de versochte Caemer en" vertreck ende hebben den nen Januarij daer aenvolgende de Heeren Burgemeesters de Hoofden van de Confrevye in de volle possessie van dien doen stellen en" laeten behandigen de sleutels van de deuren. De tweede Cescie, ende de eerste Comparitie die ge-
houden is op de Confrerij-caemer booven de nieuwe Waege aen de Groenmart in den Haege op den 25en Maert A». 1657. Is goet gevonden, men by provisie voor Knecht van Confrerye soude gebruycken Jan Tysz. de Widt op sulcken Tractement als men daer naer soude bedingen. Dat men de Confrery-caemers van Taefel en Stoelen en" andere
nootsaeckelijckheeden wat versien soude, erf met den eersten doen schoonmaecken, Dat men alle de Confrery-Leeden soude doen verwittigen binnen
den tijt van ses eerstachtereenvolgende weecken ijder een stuck schilderije op de Confrerij-caemer te doen brengen, op de boeten in de Confrery-brief bcgreepen. De tweede bij eenkompste op de Confrerij-caemer den
4^11 Apprilis 1657. Op 4™ Apprilis 1657 is beslooten dat den Deecken soude koo- pen voor de Confrerije twaleff Pruijsleere Spaensche stoelen, een groote taefel en" een pultrum, 't welck den vendumeester Joris Bock, door versouck van Deecken gedaen heeft en die geleevert op den 10 Apprilis 1657. Bijeenkompste gehouden op den 5™ Meij 1657.
Deecken, Hooftmannen en" Secretaris compleet vergaedert, is be- slooten dat den Knecht Jan Tysz. tegens toekomende Saeterdach sal |
|||||
— 63 —
|
|||||
hebben te gaen ten huyse van verscheijde Schilders erT Confrery-broe-
ders, wiens naemen in geschrifte hem wierde ter handen gestelt, en" dachvaerden haer ten eynde sij koomen betaelen 't recht de Con- frerye competeerende. Item alle meesters Schilders die eenige Knechts houden, aen te
seggen dat sy moeten sorge draegen omme te betaelen voor ijder Knecht twee gul. volgens den teneur van de Confrerybrieff. Cessie gehouden op de Confrerijcaemer den 15 Junij A°. 1657.
Tot kennisse van Deecken erT Hooftmannen gekoomen sijnde dat
eenen Abraham Husson, burger erT schutter alhier in den Haege, met schilderijen trafiqueerende, wilde vendue houden, Is goet gevon- den een Reqte daer tegens over te geeven omme dat te verhinderen en gesamentlijcke bij de Heeren Burgemeesteren te gaen en haer aen te dienen dat den selvigc Husson sich met onwaerheijden was behelpende. Den 28™ July 1657 een tweede Reqte tegens den voorsz. Abra-
ham Husson aen de Baillu en" Burgemeesters overgegeven, tendee- rende dat hem, Hösson, soude verbooden en geinterdiceert werden met sijn begoste vendue niet voort te vaeren tot dat hij de Confrerye hadde satisfactie gedaen volgens de wtspraecke van magistraete. Na veel moeytens met desen Husson gehad hebbende, hier te
lange te deduceeren, hebben magistraeten ons toegeseijt dat in toe- koomende, de vendue van sodaenige Luyden die met schilderijen ommegaen, souden werden geweerten den vendmncester geiniungeert haer niet te sullen moegen dienen. Den 2ien July 1657 bijeenkompste gehouden.
Den 2ie« July 1657 Deecken en Hooftmannen compleet vergae-
dert, hebben goetgevonden een ordere te ben:emen, waer na sijlieden haer sullen gedraege op het te laet coomen, en afblijven ter Caemere van de Confrerije. |
|||||
— 64 —
|
|||||
Ende is den Secretaris gelasticht daer van een Acte te maecken.
Bijeenkompste van 28en July 1657.
Deecken en" Hooftmannen mitsgaeders den Secretaris van de Haechsche Confrerije op den 28en July 1657 bij den anderen com- pleet vergaedert ter caemerc heurer Confrerije, geresumeert hebbende de Resolutie van den 2ion July laest leede: Is vast en onverbreecke- lijck bij eenparige stemme gestelt, voor nu en" in toekoomende, (omme so veel doenelijck is alle disordere te vermijden.) Dat niemant van- Officieren hem tijdtelijckc door last van den
Deecken, bij de Knecht van de Confrerije aengedient sijnde de plaetse, en uure der bijeenkompste ofte comparitie, sal vermoogen't eenemael achter te blijven, ofte sal sonder tegenseggen verbeuren vier schellingen , ErT een uure te laetcomende, twee sehellingen, en een half uure, een schellinck, eri" een quartier uurs ter discretie van"Deecken. Tensij hij sodaenige gewichtige oorsaeck hebbe, die bij pluraliteijt van stemme van Deecke eri" Hooftmans daer vooren sullen werden erkent eri" aengenoomen. Aldus gearresteert eri" met eijgen handen bekrachticht, ten daegen eri" Jaere als booven. Ende is toen 00c ordere gegeven desen door den Secretaris int Confrerij-Resolusi-bouck te stellen. Ten selvige dacge dit geregistreert door ordere van
Deecke eri" Hooftmannen, CORNEI.IS VAN VEEN.
Was onderteeckent: Adriaen Hanneman. JOHAN MlJTENS.
jacob van der does.
Martijn Lengele. cornelis van veen. |
|||||
— 65 —
|
|||||
Bijeenkomste vaii 2 Augusti A°. 1657, ten huyse van
den Deecken. Also den Vendu-meester, Joris Claesz. Bock tsijnen huyse met
permissie van Magistraet varT Haege van meyinge was eenige schilde- rijen hem eygen toebehoorende ende noch eenige andere schilderijen seeckere Joffrouw toecoomende op boelhuys recht te verkoopen, erf dat hij ons hadde aengedient eenige Haechsche schilders leede- maeten van Confrerye op hem versocht hadden eenige const tot sijnen huyse te moogen brengen omme te verkoopen, strijdende recht tegens den Inhoud van Confrery-brieff. Is goet gevonden die Schilders te ontbieden de welcke ten selven
daege gecompareert sijnde, Is haer aengeseyt, dat sy haer souden hebben te onthouden van eenige Schilderije te brengen omme te ver- koopen ten huijse van voorsz.. vendu meester op de boete by haer bekent. Wiert alleen Antony Croost omme reedenen alhier te lange te deduceeren toegestaen bij Deecke en Hooftmannen, voor datmael 10 ofte 12 sluckxkens van sijn eyge handt daer te moogen brengen, sonder dat in toecoomende verder dit sal moogen in consequentie getrocken werden. Dit door ordere van Deecken en Hooftmannen op
2 Augi. 1657 geregistreert. Op de bijeenkomste gehouden.....7 Sept. 1657.
Also op de naestvoorgaende bijeenkomste gehouden was gere-
solveert dat de Knecht varT Confrerije soude gaen verneemen na zeeckere Fransman die men seyde een Kunstwinckel te hebben in de Bagijnestraet. Item dat wel scherpelijck eenige Schilders Leeden van de Con-
frerije hij soude hebben aen te maenen, ten eijnde sij ijdel een stuck schilderije souden hebben te brengen op de Caemere van de Confrerij. IV. 9 |
|||||
Ende oock versorgen dat de discipulen erf leerjongens betaelden
't recht der Confrerije competeerende, Op alles gehoort hebbende raport, eri~ bescheyt varï Knecht Jan
Tysz. is hem nader ordere gegeven in geschrifte. Bijeenkomste van den fjen Octobris 1657.
Michiel Page. burger eri" Inwoonder van den Haege , van mey-
ninge sijnde vendue te houden" van verschcyde stucken schilderije, hebbende van- magistraete geoptineert op sijn frivoel te kennegeeven daer toe permissie, hebben Deecken erT Hooftmannen omme dit te weeren, ende stuyten, veel moytens gedaen by de Magistraeten, ende is eijntelijcke daer over door tusschenspreecken vaiï' magistra,ete ge- transigeert in conformite als volcht: Op huyden den 19.™ Octobris des Jaers xvio en seevenenvijftich ,
syn door ordere en last van de Heeren Burgemeesteren van s' Gra- venhage overeengekoomen en" verdraegen den Deecken en" Hooftman- nen der Confrerye der meestei'schilders in den Haege ter eenre en Michiel Page ter andere zijde, Ende sijn conditien, dat de voorsz. Deecken en Hooftmannen moeten toestaen, dat de voorn. Page bin- nen den tijt van vier eerst achtereenkomende weecken sal vermoogen met sijne schilderye vendue te houden, mits aen de Confrerij betae- lende de somme van 25 Caroli guls. tot 20 st. 't stuck, en wijders by eede verklaren, directelijck nochte indirectelijck eenige schilderije, hem niet toebehoorende, in sijn te houden vendue, Ie moogen ver- köopen, ofte gedoogen verkoft te werden, op peene, daer over ge- convinceert sijnde, te betaelen voor ijder stuck schilderije vijftich gulds. 't sy groot ofte kleijn ten profijte als hacre Confrerij-brief is meedebrengende. Alles ter goeder trouwen in teecken der waerheijt dit by Partyen hinc inde onderteeckent ten daege en jaere als booven. |
||||
— 67 —
|
|||||
Michiei. Page ten huijse van" Deecken gekompareert sijnde heeft
het boovenstaende accoort niet willen onderteeckenen, maer belooft alles na te koomen. Gelijck hy oock gedaen heeft eiT de 25 guld. betaelt. Op de lestvoorgaende Cessie gehouden in Novemb.
1657 was goetgevonden men soude ontbieden doer de Knecht van" Confrerye Urbanus van Yperen, Johannes Marinus , en" Pieter van
Groeneweegen, 't welck gedaen synde, So sijn op den 9™ Decemb. 1657 dese drie persoonen gecompa-
reert ter caemere van" Confrerye en naer veel woorden van wtstel- linge gebiuijckt hebbende, is haer bij Deecken en" Hooftmannen wtstel verleent van haere schuit te betaelen tot den 1™ Apprilis toekoo- mende, A". 1658. Dit door ordere geregistreert den 9™ Decemb. 1657.
C. van Veen. i) Hier begint het Jaer 1658.
Den s^n Januarij 1658 ter Caemer gecompareert Is aen Jan Tijsz.
de Wit, knecht van de Confrerie te gaen dachvaerden belast eenige Discipulen van Schilders ten eynde sy souden hebben te koomen betaelen haer 2 guld. volgens 't recht der Confrerye competeerende, Item, dat noch eenige Leedemaeten van Confrerije mosten bren-
gen een Schilderije ofte weeckelijcke. so lange sij in gebreecken bleeven, te voldoen na den inhoude van de Confrerij-brieff. Den 12 January 1658 byeenkomste gehouden
Is beraempt, men een Inventaris van de Schilderije op de Con-
frerie caemer hangende soude maecken erï de prijs van elck stuck daer soude bij stellen. ' Deze telkens terugkeerende volzin zal Ik in 't vervolg weglaten.
|
|||||
— 68 —
|
|||||
Item is doen oock vastgestelt, dat niemant van de Confrerybroe-
ders een stuck vau voorsz. Confrerijcaemer sal moogen wech haelen, ofte sal eerst een ander dat ten minsten so goet is als hij wechhaelt in de plaetse brengen, ter keuze van Deecken en Hooftmannen. (Aldus geresolveert ten daege en Jaere als booven.) 19 January 1658.
Weit voorgeslagen om de Confreryes aenpart te eysschen voor
Burgemren van den Deecken van het S'. Lucas gilde. (C. van Veen moest daarvoor weer een »Request formeeren".)
26 January 1658.
Also ,op de voorgaende Cessie van 19™ January was beraempt
men de Heeren Burgemr. soude aenspreecken omme te consequeeren de molumcnten de Confrerye competeerende ende onder den Deecken van het oude St. Lucas Gilde berustende , Is datmael niet van geval- len also Burgemeesteren niet conden vaceeren door dien eenige van huys waeren. 2 February f658. Eene dergelijke notitie.
9 Febr. 1658. » Niets voorgevallen ofte beraempt;" alleen »Mons.
Sonnius" en drie aDderen, ongenoemden, worden wegens achterstal- lige betaling aangesproken. 16 February 1658. Is niets gedaen.
23 » 1658. Niets bizonders.
2 Marty » Bij den Secretaris van Veen voorgedraegen
sijnde of het int vermoogen soude sijn van yemant van de Confrery
leeden te doen haelen een Schilderije van de Confrery caemer omme dat te doen copieeren. Is bij eenparige stemme sulx afgeslaegen en" gestatueert, sulx nu ofte nimmermeer toe te laeten, op de boete van hondert guld. die ter contrarie sal bevonden werden gedaen te hebben. |
|||||
— 69 —
|
|||||
9 Marty 1658. Is sonderlings niet voorgevallen.
16 » » Als voren.
23 Marty 1658. Monsieur Sonniüs verontschuldigt zich en be-
taalt zijne schuld. 30 Marty 1658. Niets.
6 Apprilis » Is in t lang en" breet gesproocken van de ver- dere Actie en" het Recht dat de Confrerije heeft op de goederen en emolumenten, berustende onder St. Lucas gilde en geresolveert met den eersten die bij de hant te neemen. 13 Apprilis 1658. Een zekere Pieter Cousin, »die de Con-
frerije niet hadde betaelt haer recht1' en toch zijn schilderijen wilde laten verkoopen in de vendue zal aangesproken worden. 27 Apprilis 1658. Is ter camere van de Confrerije verschenen
de Huysvrouwe van Pieter Cousin en" na veel moytens met haer gehadt te hebben, Is eijndelyck geaccordeert, dat sy binnen den tijt van ses weecken de Confrerye sal betaelen voor haer man , eens de somme van 12 gulds. 4 tot 28 Mey 1658. (Onbeduidende notities aangaande betaling
der stoelen aan den vendumeester Bock.) 22 Juny 1658. Syn gedachvaert Urbanüs van Yperen, Maculijn,
Groeneweegen, La Ducq i), Cassiopijn , en noch eenige andere, die men seyde hier nieuw in den Haege gekoomen te sijn, waervan de Knecht van" Confrerye op de naestvolgende comparitie raport sal hebben te doen van sijn weedervaeren. 29 Juny 1658.
De knecht relateert, eenige van de boovcn verhaelde persoonen
1) Wie wordt hier onder La Ducq bedoeld? Zeker niet de veoschilder Jan
IjE Ducq, die onder de oprichters der Confrery behoorde. |
|||||
— 70 —
|
|||||
niet te hebben kunnen thuijs vinden, en dat verscheyden hadden be-
looft te compareeren, doch is niemant verscheenen. 6 July, den knecht de Wit last gegeven op te sojcken twee
gebroeders miniatuyr Schilders genompt J. en" B. Garnie, en" haer op de caemer van" Confrerye te noodigen, omme met de officieren te coomen spreecken. '3 Ju'y- (Weer over achterstallige rechten van discipulen en
het niet brengen van Schilderijen op de Confrerie-Kamer.) 20 July. Is niets beraempt, inaer gesproocken van ons recht
jegens de quaetwilliche belaelders eri" wat men behoorden te doen omme met alle vrindelijckheijt tot haer schuldige plicht te brengen. (Verder nog eens over het S'. Lucas gilde : als boven.)
3 Augusti 1658. Den Knecht ordere gegeven omme te gaen ten
huyse van" Philemon Lissau ende aldaer aen te spreecken seeckere Lantschap-Schilder met naeme N: Hondekoote (Koeter) teneijnde hij koome spreecken met de officieren van" Confrerye, en" daer van te doen raport. 10 Augusti. (Men besluit gezamentlijk wegens de quaestie van
't S'. Lucas Gilde nuar den magistraat te gaan.) 4 Sept. 1658. (Men gaat, na eenige comparities hierover gehad
te hebben naar »den Heer Baillu" en recommandeert hem »ernste- lijcken" de zaak van het S'. Lucas gilde, leeverende daarby over onderstaende Reqte." Aen de Ed. Achtbaeren Heeren den Baillu,
En Burgemeesteren van s' Graven Haege. Vertoonen reverentelyck Deecken en" Hooftmannen van de Const en de Schilders Confrerije by UEd. Achtbaarheeden van het St. Lucas Gilde afgesondert, dat haerluyde mochte volgen haer aenpart, en" |
|||||
— 71 —
|
|||||
gedeelte 't gunt sij sijn hebbende in de goederen en" emolumenten
onder den Deecken vant voorsz. S'. Lucas Gilde, stellende de be- grooting ende waerdie van het aenpart de Confrerye competeerende in de macht en ter discretie van UU: Ed: Achtbaerheeden. Ver- souckeade dat den Deecken vant S. Lucas Gilde mochte ontbooden werden, en aengeseyt sich te hebben te gedraegen gelyck de equiteijt is vereysschende, en U: Ed: Achtbaerheedens goede geliefte sal dicteeren. Ten selven daege s' avonts heeft den Burgemr. Hulshoudt aen
den Secretaris VAN Veen mondelinge geseyt, dat aen den Deecken van het St. Lucas Gilde Willem Colster was belast in handen van' magistraete over te brengen een partinenten staet van alle de Emolumenten het gilde van St. Lucas toebehoorende. 7 September 1658. Goet gevonden noch 8 daegen te wachten
omme dese saecke te vervorderen. 11 Septemb. Tot kennisse gekoomen sijnde van Deecken en'
Hooftmannen dat eenen Symon Perier, bour.kverkooper hadde doen affigeeren (afficher) een billet omme vendue te houden van Schilderije op de groote voorsael vant Hoff, hebben daer teegens Reqte overge- leevert, erf alle de Heeren magistraeten aengesproocken, ten eynde sodanige venduwen mochten in toecoomende werden geweert. De Reqtp. is overgeleevert geweest op den I2en Sept. 1658 21 Sept. (Gunstig antwoord hierop »dat in toekoomende sodae-
nige venduwen op de Saele souden geweert werden." 28 Sept. (Besluit weder over de quaestie van het St. Lucas gilde.
met de Heeren Burgemeesteren te gaan spreken.) 4 Octob. (Eenige schilders, ongenoemd, hebben geene schil-
derijen ter Kamer aanwezig.) '9 Octob. (De Knecht wordt alweer tot invordering van achter-
|
|||||
— 72 —
|
|||||
stallige rechten uitgezonden, met de bedreiging: »dat meji alsdan den
Besetter (deurwaarder") van den Haege haer soude toesenden." 26 Oct. (Niemand mag zijn schilderij weghalen zonder er een
nieuw voor in de plaats te brengen.) 2 Novemb. en 9 Novemb. Men »sal de saecke wegens 't oude
Gilde wederomme bij de hant neemen," en daartoe »yetwes schrifte- lyckx aen de Magistraeten over leeveren." 23 Novemb. (»Eenen Cassiopijn, Schilder, die sich hadde hier
»in den Haege raetter woon begeeven en met schilderen hem was erneerende" wordt door den Knecht Jan Tvsz. vermaand. 7 Decemb. 1658. Sijn ter Caemere gekoomen verscheijde Schil-
ders, voortbrengende dat de Hoofden varT Confrerye souden gelieven haer wel afteneemen indien sy yetwes proponeerden, daer aen de Confrerye geleegen was, waer op geantwoord sijnde, dat sij welkom waeren, en" wijders wilden openinge dosn, so hebben sij aen de officieren in bedencken gegeven , of tot meintenue eüf onderhoudinge varf Confrerie niet soude dienstich sijn, dat ijder onder de Confrerie sorteerende wiert voorgedraegen te willen yetwes na sijn doot de Con- frerije na laeten 1). 14 December, («vielen hierover verscheijde opinien").
21 Dec. (Jan Tijsz. moet »seer scherpelyck de nalatigen tot be-
taling aansporen".) 29. Is beraempt dat men in het toekoomende Nieuwe Jaer
wederomme sal bij de handt neemen de saecke jegens het oude Gilde. A°. 1659.
4 January 1659. (Wordt nog over het maken van een fonds
door beschikkingen na den dood gesproken; het voorstel was gedaan 1) Zie de later in dit boek volgende aanteekeningen van deze beschikkingen;
(waarby interessante handteekeningen. |
|||||
— 73 —
|
|||||
door »At. Walbeeck, Libergen, en andere liefhebbers van de
Schilderkonst". Ook sal men met den Bailluw over de nalatige be- talers spreken.) il January 1659. Is beraem.pt dat men met den Vendumeester
soude een effen boodem maecken. (Dus zal van Veen met hem afrekenen. De huisvrouw van Pieter Cousijn moet nog steeds 12 gld. betalen.) 18 January. (De Deecken Adriaan Hanneman doet afrekening;
de rekeningen worden goedgekeurd; ontvangst en uitgaven bedragen 117 guld. en 3 st.) 15 February. Also questie was ontstaen tusschen de schilders
Dirck Daelensz. en" Pieter Cousyn , en" ter caemere compareerende , Is na haer langen tijt gehoort te hebben, haer aengeseijt sij haere bewijsen souden hebben te berde te brengen op de naeste comparitie van 22 February toekoomende. 22 Febr. Is niets voorgevallen; als dat de Knecht belast weit met
den Besetter te spreecken omme eenige quaetwillige te doen betaelen. 1 Marty 1659. ^s 'en selven daege ter caemere gecompareert de huijsvrouw van Pieter Cousyn en" Dirck Daelensz. en" also de Hoofden van de Confrerije haer niet en konde vereenigen, naer de weg van Justitie geweesen. 15 Marty 1659. (Over schilders, ongenoemd, die nog schilderijen
ter Kamer moesten brengen.) 22 Marty 1659. Veel moijtens gehadt met de vrouw van Pieter
Cousyn en Dirck Daelensz. 29 Marty. (Zekere «Fransman" wil een vendu houden; zal wor-
den geweerd.) 5 Apprilis. (Men zal wegens deze vendu weer een Request bij
Burgemeesteren indienen.)
IV. 10
|
|||||
— 74 —
|
|||||
(Volgen weer nalatigen; enkelen komen en beloven ten eersten
te zullen voldoen.) 7 Juny. Is seecker koopman met naeme Heemelscourt der
caemere coomen versoucken omme te mooge eenige plaeten en printen verkoopen op de Confrery caemer, Deecken en Hooftman- nen gedelibereert hebbende, is sulx op seeckere conditien hem toe- gestaen. 14 Juny. Is ter caemer van Confrerye verscheenen den Vendu-
meester Bock, en heeft de saecke van Heemelscourt (daer eenige questie wt ontstaen was) afgemaeckt. (Weer zes persoonen die in gebreke blijven het recht der Con-
frerie te voldoen enz.) 5 July. (Over een «seecker schipper van Amsterdam, waermede
»de Regeerende Hooftman MaRTINUS LengêLE niet wel en konde »over een koomen van 't gunt den voorsz. schipper hem per rest was »schuldich gebleeven.") 12 July. (Drie ongenoemde schilders, die in den Haag zijn
komen wonen, worden opgeroepen ter Kamer te komen.) Item, is de knecht belast te gaen ten huyse van N. Brouwer,
Constverkooper, ome hem meede te doen verschijnen voor Deecken en" Hooftmannen. 2 Augusti 1659, (de Heer At. Walbeeck verzoekt het bestuur
der Confrerie voor hem met de Heeren Scheepenen te willen spre- ken xnoopende de questie ontstaan tusschen hem en de Vendumees- ter Müsch over een stuckie schilderije geschildert by Poelenburch, en Is hem sulx toegestaen en belooft. En is 00c geconcludeert dat so ras de hoofden van de Confrerije
bij de Scheepenen soude ontbooden werden haer te dienen van haer advijs raeckende het voorsz. stuckie van Poelenburch. |
|||||
— 75 —
|
|||||
9 en i6 Augusti. (Men zendt den »Besetter" naar zes personen
die niet betalen willen.) 23 Augustus. Is ter caemere gecompareert Reynier van Ger-
ven, Schilder, en" heeft aen handen van den Deecken belooft op den 6en September 1659 toekoomende de Confrerije te sullen voldoen. 30 Augusti. De zaak wegens het stukje van Poelenburg wordt
weer opgerakeld. 13 September. Men zal met den »Besetter" weer alle nalatigen,
waarvan een lijstje opgemaakt wordt, (dat niet aanwezig is,) sommeeren. 20 Septemb. Men stelt nog eens voor een »prouff te doen omme
de quaedtwillige te constiingeeren te comen betaelen". Is goetgevonden aen een kranck touw niet stijver te
trecken, en dat omme het onvermoogen van eenige. 4 October 1659. Sijn ter caemere gecompareert Melchior Hon-
dekooten, en" Johannes Marinus schilders, en na eenige ontschul- dinge hebben 't recht de Confrerye competeerende, voldaen. Ten selver daege is geconcludeert dat den sesten Octobris smer-
gens voor 8 uuren op peene van twee ryckxdaeld. mosten alle de officieren sijn ten huyse van den Deecken Hanneman ome de Jaer penn. op te halen. Ten selven daege is beraempt, dat men de nieuwe nominatie
van Deecken, Hooftmannen en Secretaris soude doen op de Confrery Caemer den 9 Octob. sijnde Donderdach. Extraordinaris Comparitie van den 9 Octob. 1659.
Den 9 Octobris is de nominatie gedaen, en aen de Magistraeten
overgegeven in conformite als hier volcht: Nominatie bij Deecken en Hoofdmannen van de Haech-
sche Confrerye gedaen op den 9 Octob. 1659 ome by de Ed. Achtbaere Magistraete van 's Gravenhaege daer |
|||||
— 76 —
|
||||||||||
wt te eligeeren so daenige personen die het haer Ed:
Achtbaeren sullen gelieven en goet vinden. De jegenwoordige, en regeerende officieren Nieuwe Genomineerden |
||||||||||
van voorsz. Confrerije sijn dese:
Deecken: Adriaen Hanneman Hooftmannen:
JOHAN MlJTENS. Jacob van der Does.
Maertinus Lengele. Secretaris:
Mr. CORNELIS VAN VEEN. |
sijn dese:
tot Deecken: JOHAN MlJTENS.
Jacob van der Does.
tot nieuwe Hooftmannen: ISACK MlJTENS. Jan Westerbaen.
Arent van Ravesteijn. Pieter Verei.st. |
|||||||||
Dirck Craey.
Hendrick Sonnius. tot Secretaris:
Den Advocaet Bisschop. Den Advocaet Mijtens. Dese alle te saemen hebben wt alle de Leeden van de Con- frerye de meeste stemmen gehadt, dien volgenden op den 10 Octobris 1659 aen den Schout en Burgemeesteren van 's Gravenhaege dese booven staende nominatie overgeleevert. Den 13 Octobris A«. 1659 is de electie dus wtgebracht omme te dienen tot den 18 Octobris 1660, volgens de Acte daer van sijnde. Deecken: Hooftmannen: Jacob van dek Does. Martinus Lengele.
Secretaris: Jan Westerbaen.
Cornelis van Veen. Pieter Verelst.
ii Octobris 1659. (Aan Martinus Lengele wordt toegestaen
bij voorvallende gelegenheid op de Confrery-kamer te mogen schilderen.) |
||||||||||
— 77 —
|
|||||
18 Octobris. (Adriaen Hanneman doet rekening en verant
woording.) Dien dach is de eerste Cessie genoomen van de nieuwe Officie-
ren, twelck geweest sijn dese navolgende persoonen, omme te dienen tot den 18 Octob. 1661. Deecke: Hooftmannen:
Jacob van der Does, gecontinueert. Johan WESïERBAEN,gecontinueert.
Secretaris: Arnoldus van Ravesteijn.
Mr. Cornelis van Veen , gecontinueert. Sybrant van Beest.
25 Oct. (De knecht Jan Tijsz. de Wit zal jaarlijks ontvangen
24 guld*. en daarboven een nieuwe jaer van zes gulden.) 23 Decemb. 1659 voor Kersemisse is vastgestelt, dat als Iemant
onder de Haechsche Schilders en Constbroederschap behoorende en resorteerende, dese weerelt compt te overlijden, dat allede Lee- den en" broeders sullen gehouden sijn haer persoonen te sisteeren ter begrafenisse ofte verbeuren een schellinck, behoudelyck dat sij van de Knecht, wt de naeme van de Confrerije werden gebeeden. Ao. 1660.
7 January 1660. (Weer nalatigen, die men door den Schout
tot betaling wil laten dwingen.) Den 21 January 1660 voorgeworpen sijnde of men (omme de
Confrerye in den Haege wat beetei bekent te maecken) niet behoor- den, als een regeerent Hooft ofte oock een oudt officier van de Confrerye quaeme te sterven, d' andere regeerende en" de lest afge- gaene Hoofden Collegialiter ter begrafenisse te bidden, 4 February. (Dit werd goedgevonden.)
il February. (De knecht wordt gelast »naerstich te verneemen
»wat nieuwe Jonge Borsten en Discipulen" bij verscheidene meesters waren gekomen, wegens 't recht der Confrerie.) |
|||||
— 78 —
|
|||||
18 Maert, (Men spreekt over het oprichten van een fonds ten
bate der Confrerie.) 25 Maert. De questie voor desen ontstaen sijnde tusschen de
Heere Deecken van der Does en" Margarita Schinckels, wincke- lierster alhier in den Haege, raeckende haere Soone, die Discipel was geweest van voorsz. van der Does , Is gedevolveerd voor Schee- penen also Margarita Schinckels nieuwers na wilde luijsteren. 15 Apprilis. (Men zal weer met Burgemr. van der Lisse over
de Emolumenten enz. van het S*. Lucas Gilde gaen spieken.) 20 Mey en 3 Juny 1660. Scheepen Dirck van DER Lisse wil
zijn stuk schildery van de Confr. Kamer laten halen, zonder een ander te presenteeren ; na deliberatie wordt hem dit vergund.) 17 Juny. (Daar het gerucht gaat dat de Magistraeten de Confr.
Kamer aen de »Apteekers" willen verhuren, wordt hierover gespro- ken 5 tegelijk aan den Pensionaris Soutelande verzocht «om eenige reparatie ter caemere heel noodich".) I July. (Weer zes personen, die door den »Besetter" bedreigd
zullen worden.) 15 July. (Dergelijke quaestie.)
22 July. Den oudt Deecken Adr. Hanneman , te kennen ge-
geven hebbende dat eenen La Heve, syne geweese discipel, hem niet wilde voldoen, Is beraempt, men denselvigen soude ont- bieden. 29 July tot 2 September. (Men beraamt weer middelen om tot
de gelden enz. van het St. Lucas Gilde te geraken.) 16 Septemb. Veel moijtens met eenen Jacob van der Bilt i)
gehadt hebbende, is by pluraliteijt van stemmen geoordeelt dat hij 1) Waarschijnlijk de stillevenschüder Bnsiüs, ook wel Biltsius genaamd.
|
|||||
— 79 —
|
|||||
met sijne gedane presentatie sal moogen volstaen, mits daetelijck
betaelende neegen guld. 30 September. (Willem van Diest had zijn schilderij laten weg-
halen zonder een nieuw te brengen; de knecht moet dit gaan halen.) 20 October 1660. (Worden gekozen: Deecke". Hooftmannen:
Jacob van der Does, continueert. Johan Westerbaen , continueert.
Secretaris: Arnoldus van Ravesteijn.
Mr. Cornelis van Veen, continueert. Sijbrant van Beest.
28 Novemb. (De vendumeester van den Haeg mag op de Confr.
Kamer «printen en plaeten" verkoopen.) 4™ Decemb. Also eenen Johannes de Baen van Amsterdam
hem in den Haegen ruijmen lijd onthouden hadde en gescMldert, en niet en voldeede 't gunt hij de Confrerije hadde belooft, Is last ge- geven omme hem daertoe te bedwingen. 7 January 1661. Comparitie gehouden, hoe men het maecken
soude met den Secretaris Graswinckel, de welcke een stuckxken schilderije pretendeerde over het verleenen van" Confrerij-Brief. Is hem een stuckxge toegeleijt geschildert bij den Commandeur Codde, eri" door Jan Tysz. hem thuys gesonden. 23 Aprilis 1661, gehoort hebbende ter caemere de quaestie van de
Wedue van den Notaris Bernoille jegens den Commijs Noortwiick, raeckende een stuck schilderije bij haer gedaen verkoopen, voor princi- pael van Hans Jordaens, ende gehadt daer op het advijs van den Vendu- meester, is verstaen dat men het voorsz. stuck alvoorens moste sien. 29 Apprilis 1661. Is den Deecken Jacob van der Does met
twee Hooftmannen gegaen bij de Heeren Magistraeten opt' Raeds- huijs omme te huijeren de Caemere tot noch toe by de Confrerye, staende booven de Waege op de Groen-marct, gratis gebruijckt. |
|||||
— 80 —
|
|||||
7 Meij. (Het huurcontract is gesloten; er wordt geen som ge-
noemd.) II Juny 1661. Naer dat Deecken en" Hooftmannen veel moytens
hadden genoomen op verscheijde comparitien in de saecke eiï questie tusschen Geraert Bertmerinck eif Arram van Beyeren is eynde- lijck door tusschenspreecken van eenige Magistraets personen de questie en" pretensien hinc inde gedaen, veraccordeerl en hebben partien genoomen contentement. 2 Julij. (Men besluit, om de kas te versterken, ook liefhebbers
op te nemen in de Broederschap, maar »alleen voor Liefhebber erf geen Broeder.") 13 Augusti 1661. Is beraempt dat den Secretaris sal met den
eersten dresseeren een Catalogc van alle de schilderijen die ter caemere sijn en noch gebracht sullen werden, en de prijsen daerbij te stellen waer voor sij te koope sijn. 27 Augusti. Weederomme op 't bert gesmeeten sijnde, of men
niet en behoorden nae een middel om te sien (also de caemerhuyere nu vast gestelt was, eiï op den Lesten Aprilis verleede 1661 wel eenige Hoofden, Leeden en Liefhebbers van" Confrerije jaerlyckx 3 guld. 3 st. hadden belooft, maer daer wt niet conde gevonden weide, de Lasten van de Caemer en* andere ongelden) waer door metter tijdt mochte gesubleveerd werden de Confrerije, met eenige inkompste en benefice, Is daerop geresolveert dat den Secretaris yets soude instellen tot vorderinge van dese specteerende. 10 Octobris 1661. De nominatie tot 18 Oct. 1662.
Deecke: Hooftmannen:
ARNOLDUS VAN RAVESTEIJN. ADRIAEN HANNEMAN.
Secretaris: Sijbranï van Beest.
Mr. Cornelis van Veen. Nicolaes Willingh.
|
|||||
— 81 —
|
|||||
18 Novemb. 1661. Bij den Deecken Arent van Ravesteijn
voorgestelt sijnde, ofte men niet behoorden alle die geene die een Ducaton jaerlyckx ten dienste van de Confrerije hadde belooft erf schriftelijcke haer handen daertoe hadden gegeven tot een vroolijcke maeltijt behoorden te noodigen, opdat sij in het toekoomende niet moesten in gebreke blijven, Is volkoomen toegestempt, doch noch wat wtgestelt tot het nieuwe jaer. 10 Decemb. 1661. Isser voorgedraegen hoe en" in watvougen
men soude een eerlijcke maeltijt ten dienste van de confrerije aen- stellen, opdat men geen calangie met recht soude moogen onderwor- pen sijn, naer linge deliberatie is goet gevonden dat men de mael- tijt soude op den 30 January 1662 toekoomende vaststellen, en daer jegens alles vervaardigen door een koek daer toe te verkiesen. 31 Decemb. 1661. (De Knecht zal den 10 Januari alle liefheb-
bers en leden van de Confrehe van dien maaltijd in kennis zetten.) 14 January 1062. Een schriftelij ck billet aen Jan Tijsz. de Wit
behandicht. daer bij versocht wiert dat wie geliefde op de maeltijt (den 30 January 1662 te houden op de Confrerijcamer) te verschijnen, sijnen naem op 't billet soude willen inschrijven. 28 January is geordineert hoemen alle disordere soude so veel
het doenelijck was des anderen daechs op de maeltijt voorkoomen en" beletten, tot dien eijnde geresolveert geen meysens ofte knechs te admitteeren. 4 February. (De leden worden verzocht, als zy »wt dese weerelt
»scheyden" de broederschap met een gift te willen bedenken.) 8 Maert. (Eenige Brabanders »te neevens Antoni van DER
Croost" willen vendu houden; zal worden gestuit.) 25 Maert. (Jacob van der Does heeft zonder voorweten der
|
|||||
— 82 —
|
|||||
mede-officieren van de Kamer laten halen het stuk van BastiNgius ;
hij moet dat, of de waarde er van, »terugge doen brengen".) 9 Mey. (Een zekere Schulenburch uit Goes wenscht »seer
treffelijcke Schilderije" op de Confreriekamer by vendu te verkoopen.) 17 Juny 1662 ter caemere gecompareert sijnde Jan LE Ducq, Is hem toegestaen op conditie en voorwaere schriftelijck e bij hem en den Deecken Ravesteyn den 17 Juny onderteéckent, sijn vendue van plaeten en printen. Den 2oen Juny 1662 Is door tusschenspreecken van den Burge-
meester DlRCK VAN DER LlSSE, JACOB VAN DER DOES en M. ScHU- leneurch 'schriftelijck over een gekomen en absoluijt verdraegen, dat de nagelaete Wedue van" Heere Hironimus van der Straete sal moogen gebruijcken den tijt van acht daegen de caemer van" Confrerye omme daer op te verkoopen de Schilderije volgens de Ca- telloge den Deecken en Mooftmannen ter handen gestelt, alles in conformite van het schriftelijck contract den 7 Mey gemaeckt. 16 July. Is last gegeven dat men de questie soude afmaecken
met Jan le Ducq somen best conde, en" is sulx ter weege gebracht door intercessie van den vendumeester Bock. 31 Augusti 1662. (Adriaen HannemaN zal met den vader van
Reynier la Heve — zie 22 July 1660— de zaak in orde brengen.) 15 Octobris 1662. De nieuwe Nominatie: Nieuwe genomineerde tot Deeckens
Adriaen Hanneman, Sybranï van Beest. Hooftmannen, De Heer Cappiteijn Martijn Lengele, Out-hooftman. Willem Doudeyns. Joris Verhaege. |
|||||
— 83 —
|
|||||
JOHAN MaRINUS.
Johan Larson, Statuarius.
Melchior Hondekooten. Nieuwe genomineerden tot Secretaris: Den Adt. Bisschop. De Heer Cappileyn Johan Mijtens, Oudt Honftman. (Gekozen, door Schout, Burgemeesteren en Scheepenen:) Deecken: Arnoi.dus van Ravesteyn. Hooftmannen: Sybrant van Beest. Adriaen Hanneman, Willem Doudeyns. Secretaris: Mr. Cornelis van Veen. Hier houden helaas! deze notulen op.
Eenige onbeschreven bladzijden volgen; dan volgt: In den jaere 1676 bij Deecken & Hooftmannen, daer toe spe- cialyck vergadert, goedgevonden zijnde aen de Ed. Agtbaere Heeren Burgemeesteren enz. van s' Gravenhaege te versoecken, dat de Con- frerie soude mogen gedechargeert en ontlast zijn van de jaerlijcksche huure, bij haer voor haere Vergaderinghplaetse betaelt weidende, so is by gemeen advijs tot dien eynde gepresenteert de reqte, en bekomen het appoinctement, beijde alhier onder van woorde tot woorde geextendeert. Aen enz.
Verthoonen met behoorlycke eerbiedigheyt Deecken ende Hooft- mannen van de Schilders Confrerije alhier in s' Gravenhaege, dat sy...... op den 21 Oct. 1656 van UED: Achtbaarh: hebben ver-
kreegen seeckere acte van Commissie, waer by sy luijden sijn gequa-
lifiseert geworden, omme de qualiteijt in 't hooft van dese vermeit, |
|||||
— 84 —
|
|||||
te bedienen en te bekleeden waervan jaerlyckx van prealabele nomi-
natie van een dubbelt getal, bij UEd: Achtb: wert gedisponeert tot Electie van Deecken, Hooftmannen en Secretaris van de voovsz Con- frerye enz. enz. enz. (Wordt verhaald hoe de Confrerie eerst niets, later jaarlijks 60 gulden voor de kamer boven de waag op de Prince- gracht betaalde; dat zij echter vertrouwde nu weer op de vorige conditie aan geene Remuneiatie subject soude zijn; »dat meede,naer »het loffelijck Exempel van andere provinciën ende steeden, Harlem, »Delft, Amsterdam ende meer andere steeden, (tot opweckinge van »de voorsz. liberale Cunst, ende de onderhoudinge van dien) sulkx »niet alleenlijck is geconsenteert, maer selfs door der Regenten eygen ..motijff opgereght; soo wenschten verthoonders mits desen.........
»dat UEd: Acht: haer.....gelieven te eximeren ende te onthouden
»van de laste der voorsz. jaerlijcksche Remuneiatie enz. enz." T welck
doende: J. de Baen.
R. Verhulst.
Ravesteijn.
Het antwoord hierop luidt gunstig, alleen wordt gevraagd »de »vereeringe van seecker stuck schilderije tot versieringe van Burge- rmeesters caemer"; het is geteekend: 21 Nov. 1676. N. VAN DER HOUCK.
Ingevolge van de bovenstaende Vergunniuge van de Ed: achtbare
Heere Burgem''. van s' Gravenhage hebben de Iïeeren Willem Doe- dijns en Johan de Baen gepraesteert en voldaen de mits in den voorsz. toestant en vergunninge breder gemelt, ende tot dien eijnde ter caemere van welgemelte Heeren Burgeneen effectieve en metter- daet overgebragt seeckere schilderije, zijnde het. conterfeytsel van Sijn Hoogheijt te paert, leevensgroote, welken aengaende de voorsz. |
|||||
— 85 —
|
|||||
Heeren Doedijns en de Baen, wegens de gemeene Confrerije, so
bij de Regenten als contribueerende Constenaers en andere Confra- ters voor haere aengenomen moeyten en het voordeel de voorsz. Confrerie daerdoor toegevoeght van herte zijn bedanckt, Gedaen ter camere enz. XXII February 1679.
de Secretaris: Joan de Hertoghe.
13 Novemb. 1689. (De Heer Heyndrick Rave wordt tot Biblio-
thecaris benoemd.) Daar de schilders aan de Confreriekamer zoo schoone stukken vereerden, was het niet meer dan plicht dat de liefhebbers ook iets deden tot dienst vau de Kamer; en daar deze nu ieder een boek vereerden, was er een boekenkast tot «conservatie" en een »bibliotheecquaris" noodig) 9 Nov 1702. (In plaats van den overleden Raad der Confrerie
Everard de Neys, is daartoe aangesteld de Heer en Mr. Samuel van Huls, Regeerend Burgemr. van 's Gravenhage.) (Was geteeekend R. Duval, van der Schuer, Haringh, ter
Westen, en den Heere Ad'. Codde.) Op het volgende blad:
4 February 1690.
D' Heer Nicolaas Thomas van der Marck vryheer van Lem-
met eenparigheijd van Confraters tot Raad, aengestelt. 26 Oct. 1706. D' Heer Burgemr. Mr. Gysbert van Kinschot, tot Raad aangesteld.
17 Nov. 1707. D'Heer Burgemr. Francois Louis van der Wiellen, tot Raad
aangestelt. 20 Oct. 1711.
De Heer Burgemeestr. Mr. Adriaen van Spierincxhouck , tot
Raad aangesteldt. |
|||||
— 86 —
|
|||||||
31 Oct. 1712.
D' Heer Agent Bout tot Raad aangesteldt in plaats van d' Heer
van Leur. 14 Nov. 1721 Raad: Baron van Boetzelaar, en de Heer
Schepen Johan Stenis. t8 Nov. 1723. Burgemr. Mr. Johan Tenhoven.
19 Mey 1733. d' Heer Vroedschap Hendrik van Heeteren
(voor den Heer Agent Bout.) Volgt:
Bij de Regente geresolveert, omme aan de Ed: Mog: Heeren
gecommitteerde Raaden te versoucken vrijdom van den dubbelden off Tappers Impost. (Volgt het hoogst uitvoerig schrijven, waarbij verzocht wordt
vrijdom van den Tappers impost; en wel omdat hunne Kamer geen tapperij is, maar dat zij elkander slechts nu en dan, als van ouds, op een glaasje wijn regaleren.) Het daarop volgende antwoord, waaruit blijkt, dat dit op 23
Maart 1707 geschiedde, was gunstig. Een zekere C. van den Broeck gaf dit stuk aan den pachter
Brekelencam (zonder P gespeld) »die tot antwoort gaff: het is wel." s' Hage 5 April 1707. |
|||||||
Resolutie bij de Heeren Regenten genomen op den ioen Juny
1716, ende werden de gesamentlyke.Heeren Confraters versocht haar daar naar te reguleren. Present de He=ren Deken Netschek, Hooftmannen Dl val , ter
Westen , Haansberoen. 1.
Eerstelyck, dat geen ander spel op de voorsz. Confrerie zal
|
|||||||
— 87 —
|
|||||
mogen werden gespeeld, als Volten, Bruijten, ende Picquetten; zon-
der nochtans Hoog-Spel; ende niet langer als tot negen uure des avonds; langer speelende zal yeder van deselve verbeuren een bou- telje wijn. 2.
Geene Confraters zullen ijemand (geen Confrater zijnde) mogen
binnen brengen, tenzij alvoorens aan de presente Heeren permissie
zal hebben verzocht, ende verkregen. Ende indien denselve binnen
den Hage woond, ten hoogste maar 2 a 3 maaien mogen geschieden.
3-
Die in militaire dienst zijn, zullen tot geen Confraters mogen worden aangenomen. 4-
Indien eenige questie off moeyelyckheden quame voor te vallen,
't zij over off buijten het speelen; dat daar door iemand in zijn facon
wierde beleedigd; zal den geene, die de oorzaack daarvan is, ten
behouve van de Camer verbeuren, het geen bij de meeste stemmen
van de presente Regenten ende Confraters zal worden goed gevonden.
1 5-
De teeringe des Saturdaghs zal zijn soo als 't bij de Regenten,
ende presente Confraters met haar gemeene toestemminge werd ge- ordonneert. 6.
Ende zullen de Regenten, zooals die bij de Meeren Magiste» van
s' Gravenhage zijn aangesteld, behoorlijck weiden gerespecteert. (get.) Secretaris W. Houper.
Is op de maaltijd, gehouden den 20 Oct. 1716, present geweest
de Heer en Mr. Willem van Assendelft, regerend Burgemr. deser stede, ende Tresaurier van de Domeyne wylen zyn Mat. William |
|||||
— 88 —
|
|||||
Coningh van Groot Brittagne Hooghloffelr. memorie; Ende is ZynEd.
in reguarde van de eer de Confïerie met zijn presentie als Burgemr aangedaan , bij de Regenten versocht tot Confrater; 't welck geaccor- teert hebbende, is gem. Heer bij de Regenten aangestelt tot Raads- heer van de Confrerie, 't gunt by zyn ErU. zijnde aangenomen, is den gouden kop bij de gesamentl. Confraters tot gelukwenschinge gedronc- ken. Ende bij Zijn Edt. bescheijd gedaan. (Een dergelijk bericht betreffende den Heer Mr. Casper van
Kinschot, Raad en Rentmr. generaal van Noordholland.) 7 Decemb. 1711. (Men zal een «vriendelijke maeltijt" geven op 1 Januarij 1712,
»de verjaring van het 50ste Jaer van de aenstelling van gemelte Con- »frerie, mits ijder daer toe contribueerende drie guldens, 't welk is «geschiet enz." Prensent waren:
Bailluw Dierkens, Burgemr. Kinschot, Bout, Rottermont,
VAN DE MoESEL, LOOFS, VAN HoECKEN, NlEUWENHUYSEN, DlEVOORT,
CAREL CODDE, VAN DER WlELE, Dlï NORMANDIE, SpiERINKSHOUCK , W». Haansbergen, Pr. Haansbergen, Deken Ter Westen, Duval,
Hooft, Martijn, Kint, W. Wolfgank, J. Wolfgank, Valette, Klinkenbergh, Jaghers, Roman vader en soon, ürroick, Haan, Secrets Codde, Netscher, Houper, Steenwijk, Esselink, Stenis. (Volgen 15 Arliculen van 30 Nov. 1719 over stemrecht, nomi-
natie, boeten op het niet komen, wie geen Confrater kan worden, (militairen en leveranciers) het rekening doen, geen raadsheer mag buiten de regeering van den Magistraat gemaakt worden als Één, enz. En 9 Articuleu voor de Academie, van ondergeschikt belang.
(Acht regenten, boeten, men zal de academie winter als zomer op zijn tijd laten beginnen enz.) |
|||||
89
|
||||||||||
Een stuk over het invorderen van achterstallige bijdragen enz.
is onderteekend: 19 Febr. 1720. Mattheus Ter westen, Deeken, Robbert
Duval, Constantijn Netscher en Willem van Haansbergen, Hooftmannen, Nic. Hooft, oud-Hooftman en regent der academie, Coenraad Roebel en Johan van Gool , mederegenten als voren, mitgadrs Mr. CHARLES CoDDE, als advocaat, Abr. VAN Neck en Cornelis van Well, procureurs van deze Confrerie. 1721. (Verkozen door den Magistraat.) Deken. Mattheus Terwesten.
Robb. Duval,
|
||||||||||
Hooft-
mannen. |
||||||||||
Constant: Netscher.
|
||||||||||
Willem van Haensbergen.
Secretaris: Jacob Guérin.
In üct. 1721 worden Bailluw, Burgemeesteren en Schepenen op
een »vrolijke maeltijt" uitgenoodigd. 10 Nov. 1721 en volgende dagen sijn de schilderijen van den
Heer VAN den Berg op de Camer gebragt, en daer voor bedongen voor huijr 63 guldens. Nov. 1721. Wordt de bovengenoemde vrolijke maaltijd gehou-
den en daarop de Heer van Boetselaar tot Raadsheer der Con- frerie verkoren en tevens de Heer Schepen Johan Stenis. 1722. (Verkozen door den Magistraat.)
Deeken. Will. Haansbergen.
Hooftmannen. Robb. Duval, Matth. Terwesten en Const.
Netscher. Secretaris. Jacob Guérin.
Extract eener Resolutie, rakende de Vendutien:
Voor recht der Vendüen zal bij de koopers betaald worden één
IV. 12 |
||||||||||
■ 90 —
|
|||||
stuiver en 4 penningen; waarvan
2 pennen, voor den Bailluw, 6 pennen. » de stad s'Gravenhage , 12 pennen. » de Confrerie.
19 en 20 Mey 1723 is de verkoping gehouden van de schilde-
rijen van de Heer van den Bergh tot Gent, en het restant ter montant van 25 stuks met Sijn Ede. op nieuws geaccordeert op de Kamer te laten hangen voor 20 guldens 'sjaers. 17 en 18 Nov. 1723 wordt de vriendelijke maaltijd gehouden;
Raadsheer wordt Burgemi'. ïenhoven. 24 Nov. 1724 worden verkozen door den Magistraat:
Deken: Matth. Terwesten.
Hooftmannen: (Voor den overleden Constantijn Net-
scher) Wm. Haensbergen, Robb. Duval, Coenr. Roepel. Secret. Jac. Guérin.
31 Oct. en I Nov. 1727 vriendelijke maaltijd.
21 November 1727 verkozen door den Magistraat:
Deeken: W». van Haansbergen.
Hooftm: R. Duval, M. Terwesten, Dirk Kint.
Secret: J. Guérin.
1 Dec. 1730 verkozen door den Magistraat:
Deeken: Matth. Terwesten.
Hooftm: Wm. van Haansbergen, Dirk Kint, Johan Vollevens.
Secr: Jac. Guérin.
Febr. 1731 wordt Isaac Scheltus bibliothecaris, benevens de
Heer Pauw. Een stuk over de invordering der beloofde beschikkingen na
het overlijden, is onderteekend : 3 Nov. 1732. J. Guérin, Wm. van Haansbergen, M. Terwes
|
|||||
— 91 —
|
|||||
ten, deecken. Dirk Kint , Joan Vollevens, Coenraed Roepel,
RlELLEJANS, P. LOEFF, H. VAN HETEREN, M. V. HOECKE, JACOB
van Neck, Stoppel, Hendr. Esselink, H. Verschuring, J. Schel-
tus, Jacob van der Esche, N. Hooreman, P. van Meerloo, C. v. Thiel, van der Helst, Vermaeten , B. Hoefkens, G. J. Stelt, Otto Groeninx van Zoelen, van Nieuwenhuysen. Oct. 1732 als van ouds de maaltijd gehouden.
Verkiezing Nov. 1733,
Deken. W». van Haansbergen.
Hooftmannen. M. Terwesten, Joan Vollevens, Coenr. Roepel.
Secr. Jac. Guérin.
Verkiezing October 1736.
Deken: Matth. Terwesten.
Hooftmannen: Willem van Haansbergen, Dirk Kindt en Coenr.
Roepel. Secr. Jac. Guérin.
20 Mey 1737. Is by Deken en Hooftmannen geresolveert te laten
snijden: Eerstelyk twee platen omme te dienen tot "de jaerlijkse almanakken, die de Knegt gewent is aen de respect. Heeren Con- fraters uyt te deelen, alsmede op het Exempel van de Heeren Ridders van St. George een ordre van Pictura te laten maken, omme op de dagen van de vrolijke maaltijden bij de Heeren Confraters te worden gebruijkt, 't welk geschiet zijnde met communicatie van de respe- Confraters alsdoen present zijnde, is met eenen goetgevonden , op de nalatige omtrent het dragen van de voornde ordre op de voorgem6 tijden te stellen een boete van vijff guld. 5 st. Oct. 1737 de vriendelijke maaltijd gehouden; Bailluw van Was-
senaar en Burgemr. van Slingei.andt werden Confraters en Raeds- heeren; ter zelver tijd de H™. Advoken. Codde en Rosenboom. |
|||||
— 92 —
|
|||||
Nov. 1737.
31 December 1737 z^l gevierd worden het 25jarig jubilé van
Deeken en Hooftmannen; hoofd voor hoofd zal men tot dat diner fourneren een pistool of 9 guld. 9 st. (Volgt de lijst der deelnemers; de meeste namen reeds hiervoor
genoemd; de Heer Scheepen Dierkens wordt Confrater en Raadsheer.) Op den voorsz. dag van het jubilé is bij Deken en Hooftmannen
geresolveert te laten afsteeken een magnificq vuurwerk; zijnde ook voor de gevel van de Confrerie-camer gestelt zeer fraeye illuminatien ter materie dienende en door de Heei Deken TerWesten zeer fraey geschildert, zijnde de kosten gevonden uyt de fondsen dewelke bij eenige van de H. Confraters daertoe by haer levenden lijve zijn ge furneert. Namentlyk enz.
Somma 599 guld. 10 st.
(Door 8 personen, waaronder de Raedsheer van Heeteren en
Bibl. Scheltus, ieder met een gift van / 100.—, bijeengebracht.) Bij dese occasie heeft de Heer van Braemt te Dordreght de
-Confrerie vereert met een magnificq gedigt 1) en is daer op Syn Ede. bij Deken en Hooftmannen geimmatriculeert als Confrater van dese Ed». Broederschap, en desselfs fonds als ontfangen te boek gestelt, ter S». van 100 gis.; daerenboven is Sijn Ede. vereert met een me- daille van gout ter waerde van 51 gids. bij dese gelegentheijd, (soo- als verscheijde in silver, ter waerde van 4 gld.) geslagen bij de Heer Medaillist van Swinderen 2) met goetvinden van de H. Magistraten 1) Dit gedicht volgt later.
2) De penning geslagen in 1737, ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan
van het Genootschap Pictura, is beschreven in het Vervolg op Van Looh, Nederl. Historie-penningen. 2e stuk. No. cxxm en afgebeeld op plaat 13. Dat het jubilé in het Hs. hierboven, als een 15-jarig vermeld wordt, kan slechts bjj vergissing zijn. |
|||||
— 93 —
|
|||||
en met kennis van Deken en Hooftraannen van dese Camer, zijnde
daervan bij meest alle de presente Heeren een silvere genomen en betaalt. Op den selven dag en ter selver occasie heeft de Heer AdvK
Mr. Jacob van der Esch mede een fraeij gedigt aen meergem. Confrerie vereert. Op voornoemde vrolijke maeltijt en jubilé is bij Deken en Hooft-
mannen geresolveert in het toekomende in plaetse van 4 niet meer als 2 Knegts te employeren. In de maandt October 1738 is op dese Camer gehouden een
considerabile verkoping, bestaande in Schilderijen, uytsteekend teeken- en print-konst, out verlakt werk, antique en moderne beelden, minia- turen, geboetseerd in metael, palmhout, als anders, alles nagelaten door wijlen de Hr. Burgemeester De Vries tot Amsterdam en desselfs opgevolgde erffgenamen. 2 Dec. 1737, wordt door Schout, Burgern^n enz. van s' Graven-
hage de jaarlijksche toelage van ƒ60.— voor turf op /' 100.— verhoogd. Verkiezing 1743. Deken: Joan Vollevens.
Hooftmannen: Matth. Terwesten.
Dirk Kindt. Willem van Haansbergen. Secretaris: Hendrik Verschuring.
Thans volgen de bewijzen dat er uit dit boek een menigte bla-
den uitgescheurd werden. Wie weet hoeveel belangrijks zij behelsden. Daarna een oud, geheel ongebruikt Register. Dan: Deecken Theodorus van der Schuer. 'T jaer 1679 be-
taelt, item 1680, tot en met 1687. Oudt Deecken Arnoldus Ravesteijn. 'T jaer betaelt 1680—1687.
|
|||||
— 94 —
|
|||||
Oudt Deecken Wilhelm Doudijns, betaelt 1679—1687.
Oudt Deecken Johan de Baen, betaelt 1679—1687. De Hv. Hoofftman Daniel Mijtens, betaelt 1679—1687. Oudt Hooftman Rombout Verhulst, betaelt 1679—1687. Oudt Hooffman Bartholomeeus Appelman, betaelt 1679—1687. Raedtsheer Mr. Jonas Cabeljaeuw, betaelt 1679. Obiit. Raetsheer Harmans de Custere, betaelt 1679—'687. Advt. M1'. Mathias Abrugghe, betaelt 1679—1686. Obiit. Oudt Secretaris de H'. Commijs Hoppingh. » » » » Ghijsbrecht de Bije.
(Bij deze beide namen staat niets.)
Oudt Secretaris Johan de Hertoghe, 't jaer 1679 betaelt. Obiit.
Secretaris Johan Louckers, 't jaer 1679 en 1680 betaelt. Obiit. D'Hr. Adv'. Mijtens, 't jaer 1679 betaelt. D'Hr. Fiscael Doudijns, 't jaer 1679 betaelt. obüt D'Hr. Lowijs Rosa, tegenwoordich balliuw van 's Ilage. Betaelt 1680-1687. D'Hr. Lowijs Govert Comans, 1679 en 1680 betaelt, obiit.
D'H>'. Pensionaris Niclaes van der Houck, 't jaer 1679 betaelt.
D'Hr. Oudt Burghemr. Johan Maes, Obiit.
Procureur Cornelis Vinck, betaelt 1679—1686.
D'Hr. Commys Esselinck , 't Jaer 1679 betaelt.
D'Hr. Postmr. Adriaen van Berghen. Betaelt. Obiit.
D'Hi'. Johan Dellon, 't Jaer 1679—1685.
Procur. George Rosenboom, betaelt 1679—1681.
D'Hr. Hendrick Rave, t'Jaer 1679 en lD^° betaelt.
Mr. DlEDERICK VAN DE VELDE.
Ritml\ VAN HlLL.
Hr. Pensionaris VAN der Staal.
|
|||||
— 95 —
|
|||||
Hr. & Mr. Vincent Pothoven.
Hl'. JOHAN VAN TrESLONGH.
Capn. Maes.
Postuver. Beuckelaer, 1679 eu 1680 betaelt.
d'Hr. Hendrick de Hertoghe. 1679 en 1680 betaelt. Lowijs Pieter van s' Gravesande. Doctor Bruijnesteijn. Betaelt. Obiit. Capn. Corn. van Maerle. 't Jaer 1679 en 1680. d'Hr. Louwijs van der Meule. 't Jaer 1679 en 1680 betaelt. d'Hr. Adriaen Smout. D'Hr. Leonardt Cleijberghen, 1679 betaelt ten volle en
overleeden. D'Hr. CORN. VAN ElJCK.
D'Hr. Fred: van Tongeren.
D'Hr. Maj'oor van Spange. Betaelt. Obiit.
D'Hr. Commijs Houpkr. 'T jaer 1679 tot 1687 betaelt.
D'Hr. SCHEFFER.
D'Hr. Carei. Codde.
D'Hr. Haensbergen. 1679 betaelt.
D'Hr. CORNELIS VAN DEN BURGH.
D'Hr. Ulrich Sternburch. 't jaer 1679 betaelt.
D'Hr. en Mr. Melchior Kemels.
D'Hr. Jacob Steenvoorden, 't jaer 1679 betaelt.
D'Hr. Adv*. De Neijn. 't Jaer 1679 en 1680 betaelt.
D'Hr. Contrerolleur Meesters, 't Jaer 1679 betaelt.
D'Hr. Augustinus Terwesten. T'jaer 1Ó79—1687 betaelt.
D'Hr. en Mr. Vlamingh.
D'Hr. Commijs Beuckf.laer.
D'Hr. Diederick Beecqman. 'T jaer 1679 betaelt (en 1680.)
|
|||||
— 96 —
|
|||||
D'Hr. Jean Baptista Tijssens.
D'Hr. Pensionaris Gregorius Blaeuw. T' jaer 1679 en 1680
betaelt. D'Hr. ende Ivl>\ Pieter De neijn. T' jaer 1679 en 1680 betaelt.
Volgt een (slecht geschreven) lijst van «Regenten en Confraters
»van de Confri (sic) en wat een eijder voor ducktons schuldigh is »tot den jare 1719 in kluys." 1720. April. M. Terwesten , Deecken 3 — 3 —
R. Duval, Hooftm. 3— 3 — C. Netscher , » 3 — 3 —
W. v. Haensbergen, » 3— 3 —
Ik noem slechts enkele namen: 1)
Avekade (sic) Mr. Codde, Burgmr.
Meesters, tot Middelborg. De Reysiger en Reijsbeschrijver DE
Bruijn, Terwesten, Raadsheer Corregio van Roermonde, Par- mentier (van Engelandt), Van der Luyt (Amsterdam) Sickertaris. Cocq (Leyden), Secret. Codde ^Eyndove), Volcker van Goens,
Adv. Hartsoecker, Klinckenberg, Schoonjans hofschilder bij de Keijser te Weenen, Adr. van der Duyn, Ryckloef van Goens, Ferguson, Cambier, Quartierschoudt Repelaar, Van Gool, Van Necke, (Philippus?) Van Deyck. Dergelijke opgave van 1720 en 1721, waarbij weer Schoonjans ,
keysers hofschilder van Weenen, Raedtsheer Meesters , tot Middel- borgh in de abdey, A. Hoogstraten , Van Gool , Van Deyck , en eenige malen Raedt Corregio. Roepel', deze wordt uitdrukkelijk Konst-schilder genaamd, Envoyé Meynertshagen, Dievoort enz. Na een groot aantal onbeschreven bladen ontmoeten wij met
1) De weggelatenen z)jn zonder eenig belang; allen «liefhebbers."
|
|||||
97 —
|
|||||
vreugde weer de fraaie 17e eeuwsche hand yan den Secretaris CoR-
nelis van Veen. Hij schrijft: Aengesien bij alle Luijden van verstandt, kennis ende oordeel,
van allen tijden, voor seer wijslijck, loffelijck ende honorabel is ge- houden gewerden, dat Collegien, vergaderingen ende wettelijcke geerigeerde Broederschappen, Gildens, ende Communaulees haere gemeenschap ende Bijeenkomste soecken, niet alleen te hanthavenen ende te maintineeren, maer oock sooveel doenelijck is, te augmen- teeren, te stereken ende te bekrachtigen: So hebben den jegen- woordigen aenwesenden regeerenden Heeren Deecken, Arnoldus van Ravestejjn , Adriakn Hannëman, Sybranï van Beest, Nicolaes Willing, Hooftmannen, erT Mr. Cornelis van Veen, Secretaris van de Haechsche Schilders en Constbroederschap, daer door opgeweckt sijnde, op huijden den ien Januarij des Jaers 1662 gesaementlijcken op haere Caemer bij den anderen vergaedert sijnde, overleijt, be- raempt erT beslooten, orrme haere Broederschap, Bij de Ed. Achtbaere Magistraeten, van s' Gravenhaege geerigeert, so veel in haer is te stereken, vast te stellen, ende te maintineeren, dat men alle de Leeden der selver Broederschap ende de Liefhebbers van dien, met alle de middelen van vrintschap soude soucken te beweegen tot sulcken loffelijcken werek de hant te willen bieden, ende tot dien eijnde toe te staen, te accordeeren ende in te willigen een algemeene fons en revenuwe; 't welck hier inne soude sijn bestaende, dat jemant coomende deser weerelt te overlijden, die desen met sijn eijge handt, voor sulcken somme, als het hem sal gelieft hebben wt te drucken en de voorsz. Broederschap te bespreecken, men sijne Erfgenaemen sonder eenige moyten ofte rechfpleginge daer vooren sal moogen aenspreken, die de selve wtgedruckte somme van pen- ningen gehouden sullen sijn daetelijke te betaelen, Actum als booven. IV. 13 |
|||||
_ 98 —
|
|||||
Wij alle Ondergeschreeven geleesen, ende geapprobeert hebbende
de boovenstaende Resolutie van i Januarij 1662, hebben aen de Haechsche Schilders ende Constbroederschap gemaeckt, gelega'eert ende besproocken in conformite als booven, de somme ende 't gunt met onse hant hebben wtgetrocken, ende met naeme bekrachticht, niet willende dat onse Erfgenaemen daer ijets sullen teegen seggen , maer aengesproocken sijnde, reeëlijck betaelen. En nu volgen een aantal belangrijke handteekeningen.
Ick ondergeschreeven mij refereerende tot het booven gestelde, geeve en" legateere na mijn overlijden , aen de Haegsche Schilders Broederschap desommevan vijftich Carolus Guldens. In teyken der waerheijt dit met mijn eygen handt bekrachticht op den 30 Januarij des Jaers 1662. Ravesteijn.
lek ondergeschreeve enz. de somme van' 50 guld. Ick segge vijftich guld. Adr. Hanneman.
(In margine: den 13™ Nov. 1671 is de fons van wijlen d'Heer Out Deken Hanneman door handen van d'Heer Rentmf. Hanneman betaelt in handen van Heer out Deken Doedijns.) Ick ondergeschreeven enz. de Somme van vyftich gulds.
30 January 1662. Cokn. van Veen.
(In margine: Voldaen.)
Ick ondergeschreeven enz. de somme van twintich guld. 30 january 1662. S. v. Beest.
(In margine : obiit.) 16S2.
lek ondergeschreeven enz. de somme van vleftich Karoles geulden.
30 Jannewary des jaers 1662. NlCOLAS WlLLING.
(In margine: Onfangen de somme van ƒ 50.—voor de Sophonisba
|
|||||
— 99 —
|
|||||
varT Hooftman Willing geschildert ende gelaten tot voldoeninge van
syn fonts. Hage 25 Ottober 1702. R. Duval. Ick ondergeschreeven enz. de Somme van vijftich guld.
31 January 1662. W. Doedijns. (In margine verklaart Johan DE Baen in mindering op deze som
4 ducatons ontvangen te hebben; een 2e notitie luidt: De resterende 37 — 16 — zijn voldaen aen den Hr. van der Schuyr en verant. in de Rekg. A«. 1698.) Volgen / 50.— van Joan Larson op 31 January 1662 inge-
schreven en volgens nota in margine 15 Oct. 1664 door de Erfgenamen aan Adriaen Hanneman betaald.) Volgen / 50.— van Pieter ds Neijn, 31 Jan. 1662 ingeschreven
en volgens nota i. in. gedeeltelijk door Jan de Baen als deken en de rest door Theod. van der Schuer 1679 ontvangen. Volgen / 20.— van Pedro de Valsqüenissb, (Pieter van
Valckenisse), 10 febr. 1662 ingeschreven. (In margine: Is ten selven dage voldaen. (1679.) Ick ondergeschreeve schencke en geeve na mijn aflijvicheyt enz.
ƒ 20.—. J. Le Ducq. In margine: Obiit Nihil.
Dit »nihil" zullen wij, en mede bij de vermaardste schilders
dier dagen, nog dikwijls ontmoeten. Vüsmaer zegt terecht, dat men dit niet altijd aan onvermogen kan wijten. Wellicht had deze ver- klaring geen wettelijke kracht, zoodat bij velen de erfgenamen hard- nekkig weigerden aan de beloften der overledenen te voldoen. Volgen ƒ 40.— van A. Rosa.
In margine : Dese nevenstaende fons is door de Heer Burgemeester
Rosa aen mij Willem Doedijns betaelt, dus bij mij te verantwoorden tot nader rekeninge. En: Bij ZijnEd. verrekent in de rekg. 1691—1693. |
|||||
— 100 —
|
|||||
lek ondergeschreeven enz. de somme van ƒ 25.—
25 Febr. 1662 Jan Westerbaen.
(In margine: übiit.)
Ick ondergeschreeven teykene voor mijn enz. f 30.—
29 Sept. 1664. Joan: Mytens. I. m.: den 5 Maart 1671 heeft den Advt. MiJTENSdeXXXg.be-
taelt aan den H*. Willem Doijlijns voor de fons van zijn Broeder Zalg F. DE Lietvelt beloofde ƒ 50.—. Echter: Obiit nihil,
M. Lengele beloofde 30 gulden op 29 Novemb. 1664. In ra.:
den 5 Maert 1672 heeft d'IIr. Adt. Mijtens de fonts van wijlen de Heer Lengele bet. met 30 G. aen d'Hi'. Deken de Baene. Charles Codde beloofde 11 Maart 1662/'30.— die Robb. Duval
in margine bekent ontvangen te hebben 15 Sept. 1699. Jacob Helt beloofde, en betaalde comptant f 20.— 25 Maart 1662.
Aernout van Overbeke beloofde 1 Apprillis 1662 / 50.—.
Veranderde dit later echter in twee Japansche Coubans, ter waarde van / 46— 19—4. verantwoord 1705 bij d'Hi'. Houler. Jacob van der Does beloofde 15 April 1662 /' 25.— Doch
» obiit", en de doorhaling meldt ons, dat die som onbetaald bleef. Nicolaus Magnus beloofde 15 Apr. 1662 ƒ40.—. In margine:
Nicolaus Magnus heeft A°. 1663 den 10 Aprilis dese overstaende 40 gulu. geredimeert aen handen van den Deecken Arnoldus van Ravesteijn met de somme van (oningevuld). Jan de GraeF beloofde na »sijn afsterven" ƒ 25.— In margine:
Obiit nihil. Christian van Sandrart beloofde 11 October 1663 ƒ 30.—,
die volgens notitie in margine 6 Sept. 1664 door Adr. Hanneman, deeken, ontvangen werden. V. Pothoven beloofde 6 October 1663/ 50.— (Obiit nihil)
|
|||||
101
|
|||||
Henricus Bornius beloofde f 50.— (Pbiit nihil.)
JOAN DE Baen beloofde 26 January 1664 ƒ 50.—. Hierbij de volgende duistere notitie: Dese gementioneerde Reeckeninge spruijt over den ontfangh der
4 silvere Ducatonnen in mindering van de fonds bij d'H''. DE Baen bedacht; op den 4 Jani'ü. 1680 in mindering van sijne fonds de somme van ƒ 21.— 11 st. die bij den genr Hi. de Baen was te boven ge- comen, als meerder wtgegeven dan ontfangen, volgens reecke, 0p heden gesloten bij mij als Secrets. I. Louckers 1680. R. Verhulst beloofde f 50.—, die 3 January 1699 uit zijn boe-
del door Th. van der Schuer ontvangen werden. D. Mijtens beloofde 26 January 1664 ƒ 50.— , die 15 Aug. 1692
W. Doedijns door den Heer Houper ter hand gesteld werden. Johan van Camay beloofde ƒ60.— maar! (obiit nihil.) T. Bei.lechere, ƒ' 25.— 2 Febr. 1664 (obiit nihil.) M. DE Bije, ƒ 50.—, beloofd 12 Nov. 1664 (obiit nihil.) Hermanüs Verelst beloofde 12 Nov. 1664/25.— (Obiit nihil.) Christiaen Dusart, 12 Nov. 1664 ƒ 25.— (obiit nihil.) Van der Stock 12 Nov. 1664/ 25.— (obiit nihil.) En nu Per de Hooch. |
|||||
— 102 —
|
|||||
12 Nov. 1664/30.— 1). Obiit nihil.
Thkodorus van der ScHUER/30.— 11 July 1665.
Dese fonds houden de Regenten voor voldaan voor het pla-
phon (sic) op de Camer bij hem geschilderd door ordere van de Regenten van 13 Decemb. 1707. W. Houper. Hubertus Doedijns 30 January 1666 ƒ 50.— (ontvangen door
J. I.ouckers, secret. 12 October 1680. Hendrik Doedijns beloofde 13 April 1666 /' 50.— die den
l6n Juny 1668 betaald zijn aan Deken Terwesten. Govert Comans 30 January 1666/46.—. (Volgens notitie by zijn
leven afgedaen en door W. Doedijns als Deken opófebr. 1681 ontvangen, onder Conditie verder van de jaarlijksche contributie van een ducaton ontslagen te zijn, daar Comans door »indispositie" nooit kan present zijn.) Marcus Doedijns, 30 Jani'ü. 1666 ƒ 50.— , (door de Baen en
later door W. Doedijns als Deken in 1678—1679 ontvangen.) Johan Deli.on, 30 Januarij 1666/ 30.— (Aan W. Doedijns bij
zijn leven betaald 4 Oct. 1686.) G. Ma es, 30 Janrij. 1666 ƒ 50.— (Door W. Doedijns van Mr.
"Henrick Maes in Julij 1682 ontvangen.) G. Lieberghen, 30 January 1666/ 50.— (obiit nihil.)
P. van der Gracht, 2 Octob. 1666/50.— (obiit nihil.)
Jacobus Steenvoorden, 8 Nov. 1666/50.— (1680 door Doe-
dijns van de Wedwe ontvangen.) Dr. Johannes Fridericus Helvetius , 17 Nov. 1666, ƒ40__
(De helft bij zijn leven, de andere in 1711 —2 Meij — door Mons. van
den Bergh betaeld.) Hendrik (van der) Hem, 17 Nov. 1666 ƒ50.— , den 1511 Sept.
1674 dese fons door d'Heev oud Deecken Ravks t e ij n betaelt. 1) Later zien wij de Hooch reeds in 1661 lid der Confrerie.
|
|||||
— 103 —
|
|||||
G. van Duynen, 17 Nov. 1666 ƒ36. — Obüt nihil.
......Goubeeck , 1667 f 25. - . Obüt nihil.
R. V. Cletcher, f 50.— Obüt nihil.
M. G. van den Hove, f 50.—, idem.
A. Vermeulen, f 48.— betaald aan M. Tervesten , 23 Aug. 1710.
D. Brevelt, f 50.—.
W. Hertmans, f 25.— (1680 aan Th. van der Schuer betaald.)
I. Roskam, 1667 /' 50.—.
Den 12» Oct. 1669 heeft d'Heer Advocaat Franchois Roskam
betaelt de 50 G. bij zijn Heer broeder in de fonts gett. aen d'Heer Deken Ravesteijn. Cornelis Vinck 1667 ƒ 50.— betaald 1689 aan ÏH. van der
Scheer. Dr. J. Cabeljau ƒ 50.— comptant 1668 aan Wm. Doedijns
betaald. Ick ondergeschrevei? vereere aen de Confreiye op d' eerste aen-
staende Reeckning" een halff aam Rynsche Wijne actum huyden . . Dec. 1667. Adryaen Verveer. A. v. Bergen, 18 Janry 1668/ 50.—. (1684 door Th. van der
Schuer ontvangen.) D. Bkuckelaer, [668. ƒ 50__, (Door Th. v. d. Schuer uit
de handen van ZEd. ontvangen Ac. 1688.)
A. v. Kerckhove 1668. ƒ 60.—. (Een deel door J. de Baen
ontvangen, de rest 168' betaald.) D. Arnouï, t668 ƒ 50. —. Dese fons bel.
Jeronimus van Diest /' 25.--. (obüt nihil.) G. de Bye, 1668. ƒ 42.—. (obüt nihil.) E. van Hogenhouck, / 70.—. (obüt nihil.)
J. v. Stael, 1669/ 50 —. (obüt nihil.) |
|||||
_ 104 —
|
|||||
Johannes van Haensbergen, ƒ 25.—. (3 Dec. 1689 door Th.
V. D. SCHUER ontvangen.) F. v. Hove , /' 42.—. (obiit nihil.)
FREDIsRlCK VAN TONGEREN, ƒ 25.—. (obiit nihil.)
AOOLF SLEEVOOGHT. (Vermits ADOLFF VAN SLEEVOOGHT,
Mi'. Vuyrwerckei', de Confrerye eenige jaren werwaaits heeft vereert
met eenige fraye vuyrwercken, waarmede hy Sleevooghi" loffelijck heeft voldaen.) Co rn el is van Eyck, 1669 f 30.— (door Th. van dee
Schuer 1689 van d'Heer out Deeken Doudëyn ontfangen.) jACiiw BoKCHGRAEFF 1669. /' 50.—.
A. Ragueneau, (wordt wegens zijne belangrijke diensten niet
gehouden deze som ooit te betalen.) Jonas Gutsche, /' 25.—, (Obiit nihil.)
Samuel van Hoogstraten, (Zonder jaartal, even als
verscheidene vorigen; waar het bij stond nam ik het natuurlijk over.) (Obiit nihil.) Johan van der Meer, ƒ 50.—. (Obiit nihil.)
Michael de Hertoghe, f 50.- . (n Oct. 1680 door Th. van
der Schuer ontvangen.) Jaques V aillant, ƒ 36. -. (obiit nihil.)
D. v. Velde, / 30.—. (obiit nihil.)
A. Smout, /' 50.—. (Obiit nihil)
Eglon van der Neer, /' 25.—. (Obiit nihil.)
A. van der Poel, /' 50.-. (Obiit nihil.)
H. de Hertogh, / 40.—. (door R. Duval , 2 Julij 1704 ont-
vangen.) A. V. BurCH, (Verburch) ƒ 40.— . (6 Jan") 1699 door Duval
ontvangen.) |
|||||
— 105 —
|
|||||||
H. Rave, ƒ 40.—. (gedeeltelijk door DE Baen, de rest doorDUVAL
in 1703 ontvangeD.)
Daniel Mijtens, i) 27 Juny 1671 / 40. — . (door v. d. Schuer,
den 23 Meert 1689 ontvangen.)
Johan Bruynsïein, / 40.—. (Op 6 Meert 1683 heeft d'Heer
Schepen Bruynsteijn de ƒ 40.— hier neevens geexpiesseerd voldaen
omme te worden geemployeert tot Cieraet en verbeetering van de
Camer van de Confrerie.)
A. de Lerssen, Oct. 1671 ƒ 51 — 2 — 8. (obiit nihil.)
W. van Hille, Oct. 1671/25.—. (1702 betaald.) G. van Hogenhouck, ƒ 31 — 10 st. (1674 betaald.) V. Sternberg, 1671/25 — 4. (1705 betaald.) W. Hoppinck, 1671 /' 31 — 10. (1690 betaald.) And: Esselinck, 1671 /' 31 — 10. (1705 betaald.) F. van Dijk, f 100— 16.
Noch belooft 19 K'ovemb. 1671 aen voorsz. Confrerie naer mijn
overlijden een ocxhooft Rinsche wijn. F. VAN Dijck. Bij mij als Deecken deese boovenstaende ontfange met de somme
van ƒ 150.— uyt hande van den Heer Vice admirael DE Vlugge, 13 Jan. 1680. Theod. van der Schuer. G. Maes, f 50 — 8. (ontvangen 1681.)
Matth. Abrugge, 1672 /' 5c.—. (ontvangen 1685.)
Arnout Baili.ij, 8 Oct. 1672 f 50: — 8: (Deecken de Baene
ontving hierop in mindering vier ducatons.) Martijnus Beuckei.aer, f 50.—. (door R. Duvae July 1700
ontvangen.) Jüan de Hertoghe, 17 Febr. 1673 / 50.—. (betaald door
Secret. Houper 4 Oct. 1686.) |
|||||||
1) W(J hebben hier een D. Mijtens No. 2; de handteekeningen verschillen zeer.
IV. 14 |
|||||||
— 106 —
|
|||||
s' Gravesant, 17 Febr. 1673 f 40.—. (obiit nihil.)
J. Louckbrs, 21 April 1673 f 50 — 8. (obiit.)
Hierbij de notitie: Bij tijden van den Deecken Van der Schuer
heeft de weduwe Loukers deese bovenstaende fonts voldaen met een stuck van Perselles, 24 Febr. 1681, geteijkent van achteren : L. K. (Thans zijn eenige niet-betalers zwaar doorgehaald ; ik lees nog:
Treslong, 1675 f 50—8. N: D: Molembach, 50 — 8. p. v. Pyll, 1674 /' 63.—. N: van der Hoück, J673 f 63.—. (14 Juny 1710 door C. Net-
scher ontvangen.) Hendrick van Maerle, ƒ 63.—. (Obiit nihil.)
B. LenïHEN (?), ƒ 25.—. (Obiit nihil.)
George Rosenboom, f 31 — 10. (1702 ontvangen)
Isaac Vlaming, Dec. 1674 f 40.—. (nihil.)
Leon: Cl.ElJBERCH, f 50. —. (1680 ontvangen.)
Dirck Beeckman, 1676 /' 50.—. (nihil.)
F. v. Spangen. 1676 ƒ 50.—. (1685 ontvangen.)
Bartolmeo Appelman, 21 Nov. 1676 /' 50.—. (Gedeeltelijk in
"geld, gedeeltelijk met ahet Stuck van de II'. Appelman" voldaan 1686. W. Dokdijns, Deken.) A. Schepper, 21 Nov. 1676 /' 50.—. (slechts gedeeltelijk door
de Baen ontvangen.) W. Houper, 2t Nov. 1676 f 31 — 10. (bij zijn leven betaald,
om te dienen volgens resolutie van 31 Jan. 1683.) Melchior Kemels, 1676 /' 50 — 8. (Obiit nihil).
Cornelis de Heem, i Juny 1678 ƒ25. — . (Obiit nihil.)
Advoc. de Neijn, 1679 f' 40.—. (Dese bovenstaende veertich
guldens heeft den Heer Secretaris de Neijn aen mij ondergt. als Deecken voldaen 1695, 26 Sept. R. Duval.) |
|||||
— 107 —
|
|||||
Augustinus Ter westen, 16 Dec. 1679 / 37—16.
Dese fonds is voldaen met het groote Blaffon by d'H''. Ter
Westen in de groote Camer geschildert, present alle de Regenten en my Secret. W. Houper, 29 Nov. 1708. W. Meester, 16 Dec. 1679 ƒ40.— (ontvangen door d'Heer
Secret. Meesters 10 Jan. 1702.) G. Bi.aau, f 50 — 8. (Obiit nihil.)
P. DE Neijn , f 40.- . (Obiit nihil.)
Matthias Dkmelë, 30 Oct. 1680 10 silvere Ducatons. (Dese *
tien Ducs. van den Hi'. Demele betaelt 1697 30 Oct. R. Düval.) Carei. van Hemert, 1680 / 63.—. (Obiit nihil.)
Johan Pai.mart, 28 Juni 1681 /' 63.— . (Obiit nihil.)
Johs. Orroijck , (groot-provoost), 25 Oct. 1681 24 Ducatons.
(1697 door DuvAL ontvangen.) De Rocqüete, 25 Oct. 1681 tijn Ducatons. (Obiit nihil.)
J. Sterenberg, 1681 25 Ducatons. (Obiit nihil.)
Toui.ar, f 37 — 16. (Obiit nihil.)
J. Speelman, /' 100— 16. (29 jan. 1689 bij den Deecken
Th. v. D. Schuer uyt handen van Mons. Emmerseel de neevens- staende fonds ontfangen onder belofte van meerder Eikentenisse ofte benificie ) Pieter Lefevre. ƒ 50. — (Obiit nihil.)
Adi. Houtuijn. ƒ50.— (Obiit nihil.)
M. Issaecx (?), ƒ50.— (ontvangen 1712 door C. Netscher.)
L. Garnier,/63.— (obiit nihil.)
Adiio. Groeninx. 1683. ƒ50.— (ontvangen 1697 door Duval.)
Romeijn de Hoog he schrijft: Gelesen hebbende de voorwaer-
den der voortreffelijke Broederschap en ontfangen hebbende de goeder- tieren admissie der tegenwoordige Heeren, hou de ik voor mijn grootste |
|||||
— 108 —
|
|||||
geluk mijn ingelijft te sien in so schoonen lichaem, met die voor-
waerden, dat ick na mijn aflijvicheijt sal laeten tot gemack met, en vermaeck der Broederschap Resp. 63.— guld. ROMEIJN DE HOOGHE
(Dese som aen mijn voldaen als deeken M. Terwesten, 22Meij 1711.)
C. van der Does. 13 Maart 1683, ƒ63.— (Obiit nihil.)
Bevele ick ondergeschreven dat naer mijn overlijden sal voldaen
werden de hiergemelde somme te weten: getrouwt sijnde de somme van vijftich guldens ende vrijer stervende de somme van 25 Ducatons segge / 78 — 15.— Robert Duval. Den 2911 Oct. 1708 is bij de regenten present zijnde dese fonds
ter sake dat de Hr. Duval zijn fonds voldaan met het blaffon in de groote Camer geschilderd, m. present W. Houper. Johannes Tieuus, /'Ó3.— (Obiit nihil.)
C. Solingen 1683. 16 Ducatons. (obiit nihil.)
HeNRI DE Fromantiou 1683. /'50.— (slechts ƒ14.— ontvangen
in 1683.) C. van der Pol, /'40.— (1691 bij Doüdijns ontvangen.)
Melchior de Toussain. Twintig Ducatons. (obiit nihil.)
Adv. Veerman, ii Dec. 1683. ƒ63.— (door de Hm. Weesmees-
teren 1686 ontvangen.) Daniel Jacob 1684. /' 100.— (na zijn overlijden de helft betaald
in Nov. 1700 door Burgemi'. Baert.) LlBERTTEN (?) Van de Burch 1684. /'40.— (1690 betaald.)
Jan Immerzeel 1684. ƒ40.— (1697 betaald.)
.Gekard de L ai resse, 30 Decemb. 1684 ƒ 37—16. (Obiit
nihil.) Bonaventura van Overbeke. 1685. Z'63.— (1706 door M. Ter-
westen ontvangeD.) |
|||||
— 109 —
|
|||||
Z. van Tongeren, 12 Febr. 1685. Vijfentwintig Ducatons.
(12 Jan.ru. 1690 heeft de Hr. Secr. van Assendelfï dese fonds voldaen.) Beeckerts van Thienen , f 60.—. (obiit nihil )
Schepers, 14 April 16S5. /'315. —. (ontvangen door R.DuvALin 1704.)
D. HakiNGH, 28 April 1685. /" 31 — 10. (obiit nihil.)
Stephanus Cousijns, Oct. 1685. 12 Ducatons. (obiit nihil.)
V. V. GoeNs, 1685. f 78—15. (voldaen.)
SymON Ruys, 1685. 16 Ducatons. (obiit nihil.)
Petrus Rijs, 1686. /' 50.—. (obiit nihil)
J. v. Brandt, /' 50.— . (obiit nihil.)
J. Lotïin, /' 50.—. (betaald met eea «fruijtben" door zijn hand
geschilderd; ook stukken in het plafond van de zaal.) Gerrit van Oosten, ƒ 50 — 8 st. (obiit nihil.)
J. A. (?) MlJTENS, 1687 f 50. — . (1689 voldaan.)
B. Haringh, f 50 — 11 — (obiit.)
Jacobus Vroom, f 50—12. (nihil.)
Johannes Glauber, 1687 /' 50.—. Dese fonds van d' Heer
Glauber met een stuck schilderij voor de schoorsteen van sijn eijgen hant gemaeckt. 2 Febr. 1701. R. Duval. Henr. Doedijns, /' 50.—. (1701 betaald)
H. v. Lent, 16S8. f ioo.—. (voldaan.)
J. V. Coen, f 31 —. 16. (voldaan.)
Quirijn van Rhijn, f 99 — 10. (voldaan 1717.)
La Fontaine, / 100.—. (voldaan 1705.)
Lieuvve Willems Graaf, 20 Ducatons. (nihil.)
J. Blom, f 50.—. (ontvangen 1705.)
Charles Codde, f 100.—. (1741 betaald.)
Johan Splinter, 1689. f 50.—. (nihil.)
Willem Paau, 1689. 30 Ducatons. (betaald.)
|
|||||
— 110 —
|
||||||
Pieter Dierquens, 1689 50 Ducatons. (1714 door C. Netscher
als deken ontvangen.) J. Rosa. (J. Roos?) 50 Ducatons. (1703 ontvangen.)
J. van Byemont, 32 Ducatons. (betaald.) Joh. Doedijns, 1689 f 50.—. (betaald 1719.) Jbus Doedijns, 1689 f 50.—. (betaelt 1701.) Commies \V. V. Roels, ƒ 50.—. (betaald 1723.) Dirck de Kruijn, 1689 /' 50 —. (betaald 1695.) A. B. Alewijns, f' [50. —. (nihil.) F. V. Aarck (?) hr. v. Leur. 1690, ƒ 100—. (betaald 1712.)
P. DE Laete, 1690 /' 63.—. (nihil) V. Spanheijm, f 63.— (met /' 50.— betaald 1716.) A. Beeldemaker, 1690 /' 50.—. (ontvangen 1729.) Har: van Ruijyen, 20 ducatons (betaald.) Jacoüus Roman, Febr. 1691, 20 Ducatons. (1716 betaald.) Corn. Ci.ant, 1691 ƒ100.—. (Vivat confraternitas!) (betaald.) Ns. Couckeisacker, Febr. 1692, 16 Ducatons (1709 door M. . Terwesten ontvangen.) J. van Roels, /' 50.— (door R. Duval 1696 ontvangen.)
Volgen: A. D. Vogel, Carel Borghert Voet, J. Mulder, J. H. Otten, J. Meester, A. B. Sena, D. v. Barnevelt, Corn. de Bruyn, Bt. Caeskoper, Jean Brandon, G. Valette, V. Dalen, A. van Hoogstraten,......., Johan van der Houten,
Pieter Mou.ick(?), Antoni Haan, J. F. Correge; dan eindelijk een
bekende naam: Dirck Maasi), 16 Maart 1697, f 30.—. 5 No- vember 1718, met nog 10 gld. door R. Duval ontvangen. Jan Brouwer, 1697, 10 Ducatons. (nihil.) |
||||||
1) De naam juist als op zijne schilderijen geschreven.
|
||||||
— 111
|
||||||
D. Codde, f 30.— (Oct. 1701 betaald door den Heer Codde.)
Volgen: P. Gebhardt, Orroick, Johan Sena , Pieter van der
Plaes, Nov. 1697. 10 Ducatons. 1708, 15 Sept. betaald. Franscois Beeldemaker , H. v. Moesel, J. Parmentier, Jacob van Ryssen (?); dan: C. Nets c her, 8 Aug. 1699, f 50.—.
Dese fons is mijn voldaen door de Weduwe van d'H''. Con-
stantijn Netscher op 3 April 1723, W. Haansbf.rgen als Deeken, M. Terwesten, 15 Aug. 1699, /' 50.— , (voldaan niet zijn
schildery voor de schoorsteen in de groote Caemer, 9 Dec. 1716.) C. v. Hoecke, ƒ48.—.
D'Heer Confrater Van Hoeke heeft dese bovenstaende fons
genereus voldaen met het vereeren van een bloemstuck schildery ge- maekt door Mejuffrou Ruijs op 4 Juny 1701. P. M. van Maaswijk, J. Ruysch, Jan van der Luijt, De-bacquer,
Albert van Spiers, alias de piramide. Il (Hierbij een pyra- mide geteekend of liever een obelisk). / \ .
n
Joh. de Vos, N. Hooft 1699 , Jan Martijn, S. van Huls,
B. van der Lely, J. Pool, 1701 , /' 50.—. Dese bovenstaende somme is voldaen door d' Heer Pool met het stuck schilderij van sijn lieffste, Mejuffrouw Ruys. 1) 4 Juny 1701. M. Terwesten.
Pieter Loofs, J. v. Holst, G. D. Decker, J. v. Coen, P. Cocq,
|
||||||
1) Jurexaen Pool was de echtgenoot van Rachel Ruysch.
|
||||||
— 112 —
|
||||||
Jon. Stapel Codde, Mich. Jaghers, C. Swaens (?) Themaet, Matth.
Stilte, Christ. Rachell, W Havius, J. Bertram, Jac. Akersloot, Johan Steenis, Fr. Hartsoecker, Volckert van Goens. (Deze laatste schrijft: Veel beloven en wijnig geven doet de vrinden in vreugde leven, f 150.— beloove ik te doen betaelen na mijn doot, schoon ik nog lang hoop te leven.) Johan Steenis (Secretaris der stad 's' Gravenhage) belooft nog
een Ducaton extra, omdat de kelck, eens weggebragt zijnde, weerom, alleen om mijn te installeeren, is gehaelt geworden. Oct. 1709. D. Groenhoudt 1704, P. Roman 1704, Antoni Schoonjans
(170?) 1) 50 ducatons. (nihil.) W. Havius 1705, Pieter van der Poel, G. A. Matsenius, G. van
Dievoort, D. Meinertzhagen, W. v. Klinckenbergh", W. Rosen- boom, W. Duyn, Hendi. Esselinck , P. Rottermondt (1706), Dirck Kint, G. van Kinschot, W. Wolffganck, Bout, W. v. IIaensbergen, J. van Steenwijk (1707), Joh. Wolffganck, A. v. Dievoort, Gasper Pedro Vereruggen, (voldaen met een fraey blomstuck van zijne handt, 1708,) J. Cambier, F. L. van der WlELLEN, L. V. NlEUWENHUVSEN, B. P. VAN GOENS, JAN ROOSMALE,
Thomas Pauw, P. Haansbergen, A. Spierinxhouk, M. Normandie,
J. F. Tromer, Dirck de Swart, H. Ferguson, Joh. Cambier, Valentyn Micheell, Adam Smits, J. Guerin, C. Roepel, Willem Brouwer, M. v. Hoecke, A. De Graaff, Gasp. van Kinschot, Al1>. Wassenaer, A. Guerin, M. van d: Baalkn, B.Repelaar, Reymer Plesius (?), W. v. Assendelft, C. van Wk.ll, W. v. Bosch, Jan Bout, nog eens Coenraet Roepel, dan: Johan van Gool. (Ik ondergeschreve bekenne nae mijn doot
|
||||||
1) Tusschen 1704 en 1705.
|
||||||
— 113 —
|
|||||
door mijn Erfgename te doen betalen an de loffelijke konfratrietij t
(sic) van Piektura de Somma van Dertieg silvere dukatons of de waarde van dieD. 5 Nov. 1718. De Fonds van wijlen de Hr. van Gool door den Deken A.
Terwesten verrekent 7 Dec. 1762. Rutgert Alberts, A. van Neck, Philip van Dijk, 9 Sept.
1719. D. van Doolen, P. v. Merloo, Joh. Stapel Codde,Samuel Duval, J. G. v. Boetzelaer (ƒ 300.—) M. v. Maaswijk, W». Bur- rough, Josias-Lambrechtsen , J. Verhouff, H. vanHeteren, J. van Rielle junior, De Vrint , H. v. Kervel, W. H. Ravens, J. v. Hoef- kens, Joh. ten Hove (1723), D. Greeff, A. Pauw, C. Loeff, N. v. Assendelft, van Dinter, van Hoornbeek, Jb. v Wassenaer, Joan Vollevens, 1728, (ontvangen 1737). P. W. Asselen, H. Roskam, J. P. Ravens, P. v. Craght, J. Scheltus, H. Verschuring, Oct. 1730, (verrekent door de Hr. Deken Aart Schouman 17 Mey 1768.) J. van der Helst, A. v. d. Stoppel, G.J. Stelt, H. Lanssel, Jacob van Neck, Pieter Nyman, L. Vermaten, Otto Groeninx van Zoelen, N. Hooreman, Jan Hudde Dedel (275 gld.) Jac. van der Esche, C. van Thiel, P. v. Turnhout, A. v. Wassenaer, H. van Slingelandt, J. P. Dierquens, Joannes van Braam 1737, f I0°-— (voldaan met het vaers hetgeen ZynEd. gemaekt heeft op het juwellée.) D. Kindt, N. van Wouw, W«. Binkhorst, C. Mulder. 1741. P. Hoyer, C, W. Juyn, Pieter Baartmans, G. v. Ruymveld , De Waardt, J. A. v. Meerloo, J. H. Reeland, P. (of D.) van Elsacker, A. van der Kaa, Gijsb. Heeneman, M. Doornik, Gysb. van der Hoop, IJsbrand 't Hoen, Joh. Bourcourd, B. Cock, C. van der Hoop, Aart Schouman ƒ65.— 25 Oct. 1749 (voldaan met het Blafon in de comparitiekamer van Pictura.) J. Turnhout 1749. J. v. D. Poel, F. v. d. Hoop, Johan Steenis jr., FKEDr. Abr. Cassa, Adriaen Vos- IV. 15 |
|||||
— 114 —
|
||||||||
MAER, (1750). ARN. BORWAÏER, JaCOB VOSMAER , AUGUSTINUS TER-
WESTEN f 100.— voldaan met het stuk schilderij voor de schoorsteen op de ords. Comparitie camer van Pictura. DlKCK DlJCKERHOlF, P. Terwesten (nihil.) Volgt een besluit van 14 Dec. 1751 dat de inschrijvingen niet
minder dan ƒ 100.— 'mogen bedragen. G. copius, A. L. van Hete- ren, A. Wrist (?), C. Rolandus, J. S. Cassa, J. Graafland Pie- TERSZ, PlEÏER CLOOT.
Dan een besluit waarmede de Hi'. J. Aved te Parijs , Raad van
»de K. Societijt Pictura aldaar," tot lid wordt aangenomen. (20 Febr. 1753.) J. B. de Vries, J. B. v. Rielle, Cs. Roepel, J. de Groot Az., Mr. S. de Groot Anthsz- Cour 1), D. Ellinckhuijsen, F. H. v. Was- senaer, J. Patijn, Carel de la Bassecour, P. M. Mestre, Johan Dominicus, A. van der Goes , N. Bondt, A. Francken , J. v. Rooi- JEN, T. P. C. Haag (ƒ 100.— betaald met een schilderij van zijn hand in 1812.) P. G. van Balen (1761), G. v Minninghen, Ge. Bose , A. van Neck, J. H. van Kervel, C. J. v. Beaümont, J. De Riemer (1763), J. Baert de la Faille, J. D. Heijns, A. Bosch (1764), ■C. W. V. Wydenbrugh (1765.) Dit bovenstaande Fonds is door den Deken A. Schouman verreckent den 17e May 1768. Secretaris: P. Terwesten, 1768.
De volgende fondsen of intekeningen zijn te vinden in het
Nieuwe Boek. Hiermede eindigt het boek van den Heer Weissenbruch.
|
||||||||
De papieren mij welwillend door den Heer Ph, van der Kellen
ter hand gesteld bevatten enkele hoogst belangrijke notities. |
||||||||
1) Verkorting van Courantier 'ï
|
||||||||
— 115 —
|
|||||||
In het perkamenten bandje liggen losse bladen waarvan één het
opschrift draagt: Ordre op den kamer dienaer, om de gebreckige aen
te maenen haer achterwesen te voldoen: en het regt van de Kamer op te leggen. 4 Oct. 1681.
Alsoo bij verloop van tijt verschelde klaghten ingekommen sijn,
als dat wij Regenten van de Haegsche Constschilders Confrerie den enen doen observeren het twede Articul van den brief ons bij Hare Eedele Aghtbaerheden van s' Gravenhage vergunt, en den anderen ongequalificeert laten genieten Equale vryheijt, neffens de vorige, soo is 't dat wij ondel-geschreven in qualiteijt als Regenten van voorsch. Confrerie ordineren Joiiannes Schelluijn voor het laatste een se- rieuse aenmaningh te doen aen dese volgende Constenaers soo Schil- ders als Beelthouders, ten eijnde sij hare vrijheid sullen hebben te voldoen met de somme van 18 gulds. volgens het Articul voorschr. opdat wij niet gedrongen worden ons met rigeur van Justitie te hel- pen, en haer tot grote kosten dwingen de ordres van Hare Eedele Aghtbaerheden voorschr. te obedieren. Aldus geresolveert ter Camere als boven op den 4 Oct. 1681. Is get.: W. Doedeijns, in qualiteijt
als Deken. A. J. Ravesteijn 1681. (Men leest moeielijk in de R de letters A. J. = Arnoldus JaNSZ.)
Romboudt Verhulst. Bartolmeo Appelman.
|
|||||||
Nu volgen de namen der wanbetalers met hunne adressen:
Monsr. .de Heem, ten eijnde het Noorteijnde.
Monsr. van Borssele , over de plaats in de Kleine blaesbalck.
|
|||||||
— 116 —
|
||||||
(Betaelt) Monsr. van der Hulst.
Op rekeningh Monsr. Palingh , in de Boeckhorststraet.
gegeven f 9—9. Monsr. Corn. van der Burgh. Nota. Monsr. Coedijck, — int Noorteynde.
betaalt. Monsr. DuVal
betaelt. Monsr. N.N. sijnde een predicantssoon en Conterfeitev.
Monsr. van der Hoeve, Beelthouwer, bij de pomp in de Wagestraet.
Monsr. N. Lunack, in het Westeijnde schuins ovev de Heer Griffier
Kinschot. Monsr. N. N. Beelthowder, wonende nogh verder in het West-
eijnde, schuijns over een wielmaeker. Monsr. N. N., in het Noorteijnde, sijnde van Amsterdam, schuijns
over de Heer de Baen. Monsr. van DOBBE, in de Korte pote bij de brugge.
Monsr. N. Sonnemans, op de gevolde graft.
Monsr. N. N. Beelthouwer, schuyns over het geschuthuys bij het
bosch, genaemt Burghhoorn, voor sooveel P. S. onderreght wert. Monsr. WiNNlNCX (Wëenix?) Const Schilder in de hoge.
Wert mede bij desen geauthoriseerd Johannis Scheli.Uyn in
qualiteijt als boven, om alle discipels aen te manen, voor sooveel haer reght niet gewonnen hebben met de somme van 2 gulds of dat bij gebreke van dien hare meesters sullen aenspreeckelijk sijn. N. N. Bodecker in de Pieterstraet.
Mr. Varé int Noorteijnde.
Mr. Bega in de Suijlinxstraet.
|
||||||
Nog ligt hierbij een cahier, inhoudende:
|
||||||
— 117 —
|
|||||
Ordere op het te Laet coomen, ende afblijven van
de Hooft-Offieieren onder haer beraempt. Den Deecken en Hooftmannen van de Haechsche Const en Schil-
ders Broederschap op huijden den 21 July des Jaers 1663 bij den anderen compleet vergaedert ter caemer heurder Confrefrije, Geresu- meert ende naegesien hebbende de Resolutien eri" beramingen bij heure Antecesseuren en" voorsaeten op diversche tijden beraempt en" genoomen, raeckende de ordere omme op gesetter tijt te Caemere te Compareeren, is bij eenparige stemmen vast, eri"onverbreeckelijcke gestelt, voor du en in het toecoomende (omme so veel doenelijcke is alle disordere te vermijden) dat niemant voortaen van de regeerende officieren, hen tijtdelijcke bij den knecht van de Confrerije aengedient sijnde door last van den Deecken de plaetse en uure der bijeenkompste, ofte vergaederinge ordinarie ofte extra ordinarie op heure Caemer ofte yewers elders geleijt, sal vermoogen na het geslaege uure te koomen, ofte sal sonder teegenseggen telckens verbeuren 6 st. En" een halff uure te laet coomende 10 st. Ende téenemaele achterblij- vende 20 st. Tensy hij soodaenige legitime oorsaecke en" gewichtige reede hadde, die bij pluraliteijt van stemmen van den Deecke en" Hooftmannen, daer vooren wierden erkent en"aengenomen. Wijders is meede beraempt, dat de penningen die wt desen hoofden souden moogen koomen te procedeeren, jaerlijckx op Sint Lucas dach sullen ten huijse van den Deecke, ofte ter Caemere van de Confrerie werden verteert. Aldus gearresteert enz. J. A. Ravesteyn 1663. Adr. Hanneman. S. van Beest. 1663.
W. Doedijns. Jan Westerraen. Joan Larsjn. Johan de Baen. CORNELIS VAN VEEN. N. WlLLING. H. HeRTMANS.
|
|||||
— 118 —
|
|||||
Bij mij Cornelis van Veen, als Secretaris van de Haechsche
Const- en Schilders Broederschap nagesien sijnde, wat ijder van de Officieren van voorsz. Broederschap was schuldig gebleven over heure Absenten eri te Laetcoomen ter Caemer in den Jaere 1659 hebbe 't selve bevonden als hier naer volcht: (Daar de bedragen voor ons van geen belang zijn noem ik slechts
de namen der Officieren zooals die blijken te zijn geweest in de vol- gende jaren:) Ï659.
Deecken: Adr. Hanneman. SMtjtens.
Van der Does. Lengele. Secretaris: C. van Veen. 17 Oct. 1660.
Deecken: Jacob van der Does. j M. Lengele.
Hooftmannen: / Verelst. ' Westerbaen.
Secretaris: C. van Veen. 20' Oct. l66l.
Deecken: A. Ravestëijn. / Adr. Hanneman.
Hooftmannen: | Niclaes Wii.lingh. ! S. v. Beest.
Secretaris: C. van Veen. 27 Oct. 1662 tot huijden 1 Juny 1663.
Deecken: A. Ravesteijn. |
|||||
119
|
|||||||||||||||
Hanneman.
WlI.LINGH.
Van Beest.
Willem Doudijns. Van Veen. |
|||||||||||||||
Hooftmannen: <
|
|||||||||||||||
Secretaris:
|
|||||||||||||||
20 Oct 1663.
Deecken: A. Ravesteijn. |
|||||||||||||||
Adr. Hanneman.
Larson.
Westerbaen.
C. van Veen.
1664-
Adr. Hanneman.
Larson.
W. Doedijns.
J. Westerbaen.
C. van Veen.
|
|||||||||||||||
Hooftmannen:
Secretaris:
December
Deecken: Hooftmannen:
Sercetaris:
|
|||||||||||||||
14 Nov. 1665.
Deecken: Adr. Hanneman. 1 W. Doedijns.
Hooftmannen: ) Mijtens. ( Lxngele. Secretaris: C. van Veen. Twee losse blaadjes melden ons:
De Goederen de Broederschap toebehoo rende.
Juffw. Maria Den 22en Oct. 1658 heeft Juffrouw Maria
Gouteus. Gouteus aen de Broederschap vereert een kleijn
stuckie met miniaturen ofte waeterverve geschildert,
inhoudende een muysie bij haer eijge hant geschildert.
|
|||||||||||||||
— 120 —
|
|||||
De Heer Deecke Den 10 Decemb. 1661 heeft den regeerenden
Arnoldus van Deecken Arnoldus van Ravesteijn aen de Broe-
Ravesteijn. derschap vereert een coopere candelaer met 2 coo-
pere Hanck-blaeckers, mitsgaeders twee banken en
een Tafel.
Den 18 P"ebr« 1662 een lange eijcke Sidt-Banck
doen Coopen bij den Deecken erTHooftmannen, daer voor betaelt f 2 — 14 st. De Heer Fiscael Den 18 Februari] 1662 heeft de Heer Procureur Boeij. Generael Cornelis Boeij aen de Broederschap ver-
eert een tinne waeterpot. (sic!)
Den 7<=n Martii 1662 gekoft bij de Officieren
een eijcke Casie betaelt daer voor in alles f 6— 10 —.
Den 9 Mey 1662 gekoft een groote schoone
Spieghel, cost met de coopere Krammen daer se
aen hanckt en" op staet veertien guld. dus
hier...........ƒ '4 — o — o.
MiSLCiiiOR d'Hon- Den 9 Juny 1663 heeft Melchior d'Honde-
decoeter. coeter aen de Confrerije vereert een stuckie schil- derije inhoudende twee doode voogelkens, hangende jegens een witte muyer bij hem geschildert en" ge- houden op........./' 20 — o — o. Den 10 Juny 1663 heeft men door de Knecht
Jan ïysz. de Widt doen coopen ten dienste van de Broederschap een blicke Handt-blaecker, een trechter erT een Taillioor voor . . /' 1 — 10 —. Ten selven daege doen coopen een bierkan en~een groote ronde wijn-vies. . . f 5 — 15 —. Den 12 July 1663 betaelt voor twee blicke |
|||||
— 121 —
|
||||||
blaeckers op de houdte armen . . ƒ i — 10 —.
Den 14 Julij 1663 noch doen koopen twee witte
geschilpte Livorinsche Schootelen compt. f \ — 6 —. Den 15 July 1663 doen koopen door den Vendu-
meester Joris Bock vier stoelen met root-rusleere bekleet voor de somme van neege guld. ƒ9 — o — o. Den 10 Septemb. 1663 een bier-can gekoft in
de plaetse' van een die gebroocken wiert op de maeltijt, daervoor betaelt . . . . f \ — 12—. Jan CREPE,Beelt- Den 31 Mey 1664 heeft Jan Crepe ter caemere snijder. gebracht een Knaepe ofte Geridon; en Is by accorde de Broederschap in eijgendomme aengekomen. Is
een peedestael van drie Dolfijnen. Een tweede lijstje behelst:
De Heer Capiteijn Den 20 Augusti des Jaers [659 heeft de Heer Bartholomees Brouwer, ende Cappiteijn Bartholomees Bosch Bosch. aen de Broederschap vereert twee schoone nieuwe tinne Kandelael's.
Arnoldus van Ten selven daege heeft Arn. van Ravesteijn Ravesteijn. vereert, aen de Broederschap twee ijsere Snuijters.
De Boelhuijs M*. Den gen Sept. 1659 heeft de Vendumr Joris Joris Bock. Bock aen de Broederschap geschoncken een rack
of Capstock om mantels op te hangen. De Heer Capiteijn Den 25 Oct. 1659 heeft den Hooftman Marti- Martinus Len- nus Lengele aen de Broederschap geschoncken gele. een greene houte Taefelke.
De Heer Capiteijn Den 21 Augusti heeft den oudt-Hooftman,
Johan Mijtens. Capiteijn Johan Mijtens aen de Haechsche Consten- |
||||||
t
|
||||||
— 122 —
|
|||||
Schilders Broederschap vereert het Schilderbouck
van Carel Vermander. Den Hooftman Jo- Den 27^11 Augusti 1661 heeft den Hooftman han Westerbaen. Johan Westerbaen vereert aan de Broederschap een groote schoone ronde glaese vlessche met een tinne Schrouve, inhoudende twee stoop. Den Hooftman Ten selven dage heeft den Hooftman Sijbrant Sijbrant van van Beest aan de Broederschap vereert oock een
Beest. ronde vlesche met een tinne Schrouve.
Den 5 Oct. 1658 Is de Confrerije vereert twee
ijsere tangen. Den 10 Aprilis 1657 hebben den Deecke en
Hooftmannen van de Const en Schilders Broeder- schap, door den Vendumeester Joris Bock, doen coopen een Lange wttrekkende eijcke taefel en daervoor betaelt....... ƒ 15— 10—.
Den 10 Aprilis 1657 noch doen coopen door
den selven Joris Bock , twaleff Spaensche Stoelen met roodt Russche Leer bekleet, daervoor be- taelt............ƒ 62—o —. Den 12 Meij 1657 door de Vendumr Bock
doen koopen een Pultrum ofte lessenaer bekleet
met groen Laecken, betaelt ^ . . f6 — 17 -.
De Heer Adriaen Den 8en Octobris 1659 heeft de Heer Deecken
Hanneman. Adriaen Hanneman aen de Broederschap vereert,
een schoon, lanck nieuw gestreept tafelkleet met
een kasie.
De Heer Commijs Den 9 Junij 1659 heeft de Heer Commijs
Bastingius. Bastingius aen de Broederschap vereert en" ge-
|
|||||
— 123 —
|
|||||||
schoncken een Stück Schilderije, wtbeeldende een
waeterken bij sijn eijge handt geschildert. Mr. Cornelis van Den 12 Junij 1659 heeft den Secretaris Mr. Veen. Cornelis van Veen aen de Broederschap gegeven, een Bouck in fol: genaempt C onfr e rij boek, te
neevens noch twee andere Schrijfboucken, en een intpot. |
|||||||
Het laatste losse stuk in het bovengenoemde perkamente bandje
is overgeschreven : Requeste. (Raekt de Beeldsnijders.) Aen de Ed. Achtbe Heeren
Schouwt Burgemn en Schepenen, Regierders van s' Gravenhage, Vertoonen met behoorl. respect deken ende Hooftmannen van de
Const Schilders Confrerie alhier, dat bij de articulen, haar bij Uw: Ed'. Achtb: op den 21 Oct. 1656 geaccordeert, de Beeldhouwers oft Beelt- snijders zijn resorterende onder de voorz. Confrerie als blijckt bij het 5 > 6 ende speciael het 18 articul van den Confrerie-brieff; dat bij het 15 articul wort gestipuleert ten reguarde van de Schilders, dat een dis- cipul soo verre geavanceert wesende, dat hij zijn eijgen naem onder zijn werck stelt, gehouden sal zijn als Meester der Confrerie te vol- doen; dat bij het 19e articul is geëxpresseert dat ijder Broeder ge- houden is de Camer van haer bijeencompst te stofferen ende te ver- deren met een stuck schilderije, bij veders eijgen handt, naer haer beste vermogen geschildert, ende de verdere meesters namentlijck Beeldhouwers, plaetsnijders ende glaseschrijvers (die eijgentl. die geenen zijn die onder deze Confrerie zijn begrepen) een stuck wercks van haer Const ofte een stuck schilderije van een goet meester t haerder keuze. T' is nu sulcx, dat eenige van de voornaemste Beelthouwers oft
|
|||||||
— 124 —
|
|||||
Beeldsnijders (haer hebbende laeten inschrijven volgens het ie artl ende
oock het Xle art1, wegens haere discipulen belooft hebben te voldoen) tot haer leetwesen ondervinden, dat veele hunner haer leerjaeren als discipulen niet voldaen hebbende, contrarie het 12, ende 13e artl. bovendien haer niet ontsien als ofse meesters waeren, publicque exer- citie van de Beeldhouwerije te doen, oock haer als knechts te laten gebruycken bij verschijdene personen, ende speciaal Spaensche Stoel- makers, carossemakers ende andere Burgers ende Ingesetenen alle het welcke met het leveren van een meesterstuck in conformité van het XIXe articul soude connen werden geprevenieert, ende het selve mitsgaders de voorverhaelde artl»n sich niet claer genough ten regu- arde van de Beeldhouwers schijnen te expresseeren. Soo souden de Verthoonders gantsch gedienstich-versoucken dat
Uw: Ed: Achtb: het voorz. XIX6 art.1 gelieven te amplieren in maa- niere als volght: Ende aengaende de Beeldhouwers off B eeld- snijders, deselve sullen gehouden zijn, alvoorens eenige publ. exercitie van haer conste te doen, in de voorz. con- frerie Camer te leveren een Meesterstuck, bij haer selven gémaeckt, tot approbatie ende Keure van Deken ende Hooftmannen van de voorz. Confrerie, mitsgds de Hooffden van de Beeldhouwerije, ende de verdere meesters, namentl. plaet- snijders, glaeseschrijvers etc. te laten blijven soodanigh het selve artl. is liggende. Dit doende etc. ïheod. van der Schurr.
Daniël Mytens. Deeken.
1684. Augustinus Terwesten.
Joan van Haensbergen.
Openen wij thans het bandje zelf. Dadelijk worden wij verrast
door het prachtige schrift van onzen vriend Cornelis van Veen ; dat |
|||||
— 125 —
|
|||||||||||
belooft iets goeds. En waarlijk, het volgende is gewichtig genoeg.
Schilderijen, Teeckeningen , Beelden, Staetuen, eilan- ders ter caemere van Haechsche Const en Schildersbroe- derschap berustende, mitsgaders de prijzen van dien, aen- vanck neemende den 5 Augusti 1657. Is den 5 Juny 1659 van de Den 5 Augusti des Jaers 1657 heeft
Antoni Croost een stuck schilderije
ter caemere van Broederschap doen brengen en dat gesteld op f 100—o—o. |
|||||||||||
c
p
|
|||||||||||
Is gestorven ende overleede.
|
|||||||||||
Den 9 Augusti 1657 heeft den Deecke
Adriaen Hanneman een Troonie van Keizer Caerel ter caemere doen brengen, gestelt op ... ƒ 100.— Den 9 Augusti 1657 heeft den Hooft-
man Mijtens een lantschap roet beel- den verciert ter caemere doen brengen en dat gestelt op..... Den 9 Augusti 1657 heeft den Hooft-
man Martinus Lengele ter cae- mere doen brengen een stuck schilderije inhoudende eenige naeckte Nimphen compt achter een lantschap, en dat gestelt op....... Den gen Augusti 1657 heeft den Hooft-
manjACOB VAN der Does een Land- schapken met beeskens van Schaepen, Geijten en anders ter Caemere gestelt, en dat geset op .... ƒ 40—. |
|||||||||||
Is den 5 Juny 1660 van de
caemere gehaelt met kennisse van de Officieren. Heeft den 5 Junij 1661 een ander stuck schilderije ter caemere gebracht, vide fol. 6 infra. Den 5 Novemb. 1659 heeft
J. Verdoes dit stucksken af doen haelen, heeft een ander in de plaetse gebracht, vide infra. fol. 7. |
|||||||||||
— 126 —
|
|||||||||||||
Met kennisse van de Hee-
ren Regenten weerom gehaelt ende hier geroyeert. |
|||||||||||||
Den 9 Augusti 1657 heeft den Secre-
taris C. van Veen ter Caemere doen brengen een stuck schilderije, inhou- dende eenige naeckte kinderen en" an- ders van Holsteijn geschildert ende dat geset op......f 60.—. Den 8 September 1657 heeft Wil-
lem van Diest een waeterken met eenige scheepkens daerin bij hem ge- schildert, ter caemere bestelt, ende dat geset op....../' 20.— Den 9 Sept. 1657 heeft Johannes
van der Stock een stuck Schilde- rije ter Caemere gebracht, inhoudende eenige voogelkens van sijn hant ge- schildert en getaxeert op . f 12.—. Den 19 Octob. 1657 heeft A er nol-
dus van Ravesteijn een Tronie, representeerende een Jaeger ter Caemer doen brengen en" die geset eu" ge- taxeert op...../' 20 — o —. Den 19 Octobris 1657 heeft Ur-
banus van Jiperen een mans tronie met een kan in sijn hant, bij hem ge- schildert ter Caemer gebracht, en" ge- stelt op......f 20 — o —. Den 20 Octobris 1657 heeft de Heer
Commijs Bastingius gelieft ter Ca- mere te doen brengen een Waeterken |
|||||||||||||
Den 9 Mey 1658 gedaen
wechhaelen; Debet een ander. |
|||||||||||||
Den 12 Februari) 1662
doen wechhaelen en ten sel- ven daege een ander in de plaetse gebracht, vide infra fól. 6, et hoc fol. 2. Met kennisse van de H. Re-
genten weerom gehaelt ende hier geroyeert. |
|||||||||||||
Dit stuck Schilderij , sijnde
een waeterken, heeft de Heer Commijs aen de Confierije |
|||||||||||||
- 127 —
|
|||||||||||
vereert op den 9 Juny 1659.
|
met scheepkens van sijn eijge hant ge-
maeckt en' dat getaxeert op /' 50 — o —. Den 21 Octobris 1657 heeft Johan-
nes Hulster een Teeckeninge van sijn hant wtbeeldende Prins Willem van Nassau met wit en zwart gemaeckt ter Caemere doen brengen en dat gestelt op.....f 18 — o—. Den i« Octobris 1657 heeft Arent
van Ravesteijn een mans troonie- ken met een mutsken a 1'Iteliano ter caemere doen brengen: geestimeert ƒ30 — o—.
Den 22 Octob. 1657 heeft Carel du
Jardijn een lantschapken verciert met eenige coetiens en" andere beesies ter caemere gebracht van sijn eijge hant geschildei t en geset op / 330 — o—. |
||||||||||
Den 7 Mey 1658 is voor
het stuckxken vanjARDijN gebooden 230 guld. Den 18 Mey 1659 is dit stuckxken met consent van de Officieren door den Oudt-Hooftman teruggen gesonden aen C A- rEL du Jardijn, die tot Amsterdam metterwoon was getrocken. Met kennisse van de Hee-
ren Regenten weerom ge- haelt ende hier geroyeert. Den 7 Juny 1660 heeft de
Heer van der Lis dat Stuck |
|||||||||||
Den 23 Octob. 1657 heeft Isack Mij-
ten s een vrouwe Tronie ter caemere doen brengen bij hem geschilden en geset op.....ƒ42—o — o. Den 26 Octobris 1657 heeft de Heer
Scheepen Dirk van der Lis een |
|||||||||||
— 128 —
|
|||||||||
doen terugge haelen. Debet
een ander 5 d. 29 Oct. 1662 eeu ander
gesonden vide infr. fol. 7. Den 19 Nov 1659 terugge
doen haelen en ten selven daege een ander in de plaetse gesonden vide infra fol. —. Met Kennisse van de Hee-
ren regenten teruggenomen ende hier geroijeert. |
|||||||||
stuck schilderije van sijn eijge handt ter
caemere doen brengen wtbeeldende de boeleeringe van Lot met sijn twee dochters in een grot en" dat getaxeert op.......f 230 — o — o. Den 26 Oct. 1657 heeft Pieter van
der Elst een stuckie schilderije in- houdende eenige Tabackdrinckerkens ter caemer doen brengen van sijn hant ge- maekt en bij hem geset op ƒ 50 — o — o. Den 3 Nov. 1657 heeft Adriaen
van de Vennen ter caemere bestelt een stuck schilderije, wtbeeldende de- sen sin: De kunst moet reegel houden, bij hem getaxeerd op f 20 — O — O.
Den 9 Nov. 1657 heeft Hendrik
Sonnius een stuck schilderije ter cae- mer gebracht, sijnde een vrouwe lee- vensgroote met een spiegel in de handt wtbeeldende het Gesicht bij hem ge- schildert en gesteld op. f20 — o—. Den 12 Nov. 1657 heeft Johannes
Westerbaen een Conterfeijtsel van den Coninck van Engelant CarEL Stu- vvarï ter caemere gebracht ende dat gestelt op.....f 18 — o — Den 22en Nov. 1657 heeft Alex-
ANDER Petijt oudt Cappitijen, ter |
|||||||||
Met Kennisse van de Hee-
ren Regenten weerom gehaelt en hier geroyeert. |
|||||||||
— 129 —
|
|||||||||||||||||
caemere gesonden een lantschapken
van sijn neeve bij hem gewaerdeert op |
|||||||||||||||||
/'30-
|
|||||||||||||||||
30 gulds dus
|
|||||||||||||||||
(Is geschildert bij den Commandeur
Codde.) Den 23en n0v. 1657 heeft SljBRANT
van Beest een kleijn stuckxkeu ter
caemere gebracht en" dat gehouden op
/•15-0-.
Den 12 Januarij 1658 heeft JOHAN-
nes Westerbaen de jonge een Maria Madalena naar Titiaen geschil- dert ter caemer gebracht en geset op f 20 — o —. Den 15 FebrÜ- 1658 heeft JORIS
Verhaegen een landschapken ofte grondeken 1 wtbeeldende den Haege ter caemere doen brengen bij hem ge- schildert en gestelt op . ƒ 84 — o —. Den 23 Februarij 1658 heeft Gljs-
brecht van Lijbergen een stuckic met drie tabackdrinkerkens van sijn hant ter caemer gebracht, op /' 30.—. Den 26 Octobris 1658 heeft Johan-
nes Marinus een stuck schilderije ter caemer gebracht sijnde een Engel met Agar die haer waeter aenwijst: wiert bij hem op . . . ƒ 3° — ° ■ 17
|
|||||||||||||||||
Is bij hem van caemer doen
haelen op den i January 1659 en heeft ten selven daege een ander in de plaetse bestelt, vide irifra fol. 5. |
|||||||||||||||||
Met Kennisse van de Hee-
ren Regenten weerom gehaelt ende hier geroijeert. |
|||||||||||||||||
De 26 January 1661 Gijs-
EERT VAN LlJBIiRGEN, over- leeden sijnde, by sijn Vaeder terruggen doen haelen. Den 4 Juny 1659 wech
gehaelt; Debet een ander. |
|||||||||||||||||
IV.
|
|||||||||||||||||
— 130 —
|
|||||||||||
Is bij hem gehaelt en een
ander den 29 Aprilis 1662 inde plaetse gebracht; vide infra fol. 6. Is den 22 Octobris 1658
aen de Const- en Schilders- Broederschap vereert. |
Den 2óOct. 1658 heeft Jan le Ducq
een lantschapken met eenige Koeijen, een herderinne en anders, ter caemere gebracht en" dat getaxeert op ƒ 60— o — Den 22 Oct. 1657 1) heeft Juffrouw
Maria Gouteris aen de Confrerije vereert een Muijsken met miniatuijre ofte waeterverve bij haer gemaeckt, compt....../' 12 — o—. Den ienjanuarij 1659 heeft SlBRANT
van Beest een stucken schilderije
ter caemere bestelt, een varckemart,
bij hem geschildeit en gehouden op
f 70 — o — o.
Den 4 Oct. 1659 heeft Melchior
Hondekooten een stuckxken schil- derije ter caemer gebracht, zijnde een zee met eenige scheepen, geestimeert op......./' 20 — 0 — 0. Den 7 October 1659 heeft Frede-
rick van Tongeren Beelthouwer, twee houte Armen om kaersen op te setten, gebracht. Den 5 Junij 1660 heeft Catharina
Knibbergen een lantschapken bij haer geschildeit ter caemere bestelt en geset op......ƒ18 — o.
(zie hierboven.)
|
||||||||||
Is bij hem doen wechhaelen
en een ander in de plaetse gebracht, de fabel van Eso- PHUS daer den Satier wech loopt omdat den boer heet en couwt wt eene mont blies. Den 17 Aprilis 1661 dit
zeecke te ruggen doen haelen en ten selven daegen een ander in de plaetse geson- den, vide infra hoc fol. Van dese twee Armen één
weerom gehaelt metKennisse van Heeren Regenten. |
|||||||||||
1) Dit moet bepaald 1658 zijn
|
|||||||||||
— 131 —
|
|||||||||||||
Den 9 Junij 1663 heeft
Mei.ch.ior d'Honde- c o E t E R ter caemere van de Confrerije dit stuckxken aen de Broederschap vereert. Den 6 Meij 1661 heeft
Jacob Pijt, dit stuckxken aen de Confrerije geschonc- ken, also sij hem hadden ge- remitteert de 15 gulds. haer competeerende volgens den Inhouden van haeren Brieff. Den 11 Augusti 1662 aen
den Vendumr. Joris Bock laeten volgen dit stuck van Dirck Daelensz. |
|||||||||||||
Den 7 Apprilis 1661 heeft MEL-
chior d'Hondecoeter een stukx- ken te caemer gebracht, inhoudende twee doode voogelkens hangende te- gens een witte muijre, en dat begroot op........ƒ20 — o—. Den lesten Decemb. 1660 heeft Ja-
cob Pijl ter caemer gebracht een lantschapken bij hem naer het leeven geschildert en" bij hem geestimeert op ƒ15 —o—. |
|||||||||||||
Den 7 Februarij 1661 heeft DlRCK
Daelensz een stuck schilderije een lantschap met beeldekens en naeckte vronwkens van hem gemaeckt, ter caemere gebracht en bij hem getaxeert °P........f 3° — ° — •
Den 25 Junij 1661 heeft Gerrit
de Ho och een stucxken wtbeeldende een Ruijncken ter caemer besteld en getax. op.....f 40 — o —
Den 5 Juli 1661 heeft den Oud-
Hooftman Martinus Lengei.e ter caemer gesonden een schilderije, een Luijtslaeger, mjysieckien, bij hem ge- stelt op......f 130 — o—. Den 30 Januarij 1662 heeft Johan
|
|||||||||||||
Is van hem weeder thuijs
gehaelt. |
|||||||||||||
Bij de Errfgen. weerom ge-
haelt met kennisse van de Heeren Regenten ende hier geroijeert. Johan Larson dese werelt
|
|||||||||||||
— 132 —
|
|||||||||
overleede sijnde, aen sijne Erf-
genaemen dese 2 Kinderkens laeten volgen den 25 Oct. 1664. Heeft het selvige den 12 Junij 1662 doen te rugge liaelen. en"den 15 Juny 1662 een ander in de plaetse ge- bracht, vide infra fol. 7- |
Larson, Statuarius, twee Kinderkens
van Pleijster op de caemer doen bren- gen, en die geset op . / 20 — o ■— Den 29 Aprilis 1662 heeft Jan t.e
Ducq een stuckxken Schilderij ter caemer gebracht, een Tufïertie sittende te paert met andere persoonen en bij- werck. Is bij hem begroot op f 50— o—. Den 12 Februarij 1662 heeft den
Deecken Arnoldus van Rave- steijn een Marie Beelt met haer kin- deken, bij hem geschildert, ter cae- mere gebracht, bij hem getaxeerd op f 60 — o — o. Den 12 Februarij 1662 heeft Antoni
van Ravesteijn een stucksken schil- derije ter caemere gebracht, Inhou- dende een Peeckel Haerinck, een kan en ander bijwerck gestelt op /'50 — o — Den 15 Junij 1662 heeft Jan le
Ducq een Rotsken ter caemer gebracht, gehouden....../' 50 — o —•. Den 29 Octobris 1662 heeft de Heer
Oudt Burgemr. Dirck van per Lis een stuckxken ter caemer doen bren- gen , sijnde eenige rotskens, Lantschap- ken bij hem geschildert, geset op ƒ40 —o —
|
||||||||
Den 14 Sept. 1662 te rugge
doen haelen erf een ander in de plaetse gebracht, vide fol. 7. verso. Den ... Juny 1674, dit
Stuck door de Erffgen. ge- redimeert met de somme van f 25 — 4 — ontfangen door d'Heer Hooftman Ver- se hu v e, en overgegeven |
|||||||||
— 133 —
|
|||||||||||
aan d'Hr. Deken Doedijns,
mij present als Secretaris. |
|||||||||||
Den ien Novemb. 1662 heeft den
Hooftman Sybrant van Beest een Teekeninck van swart krijt, wtbeeldende een Maria Madalena in de woestine, ter caemere gebracht. . f 12 -o —. Den ien Novemb. 1662 heeft POU-
WELS Hellebück een stukxken ter caemere gebracht, wtbeeldende een grondeken daer op een osch met eenige schaepen, compt . . . ƒ'12— o—. Den 5 Novemb. 1662 heeft Craey
(Dirck ?) een oudemans Troonie, be- lachende de weerelt, ter caemer doen brengen, en die gestelt op ƒ 18 — o —. Den 7 Februarij 1663 heeft den Hooft-
man Willem Doüdijns ter caemer gebracht een Troonie representeerende een Mars, en die gestelt op ... . |
|||||||||||
Den 10 Nov. 1666 ditStuck
aen de Wede. van Craey gerestitueert. Den 15^11 Novemb. 1667
dit stuck weder terugge ge- trocken ende in plaets ge- bracht een groot Capitael Stuck, sijnde d'Offerhanden van Abraham. |
|||||||||||
Den 10 Februrij 1663 heeft Casper
Netscher een stukxken schilderij e ter caemere gebracht, sijnde een kaars- licht, een mannecken sittende en tee- kent, en dat gestelt op . f 40 — o —. Den 14' Meij 1663 heeft den Oudt
hooftman Nicolaes Wielinck een |
|||||||||||
— 134 —
|
||||||||||
vrouwe Tronie ter caemere gebracht
bij hem selver geschildert en geset op
ƒ 60 — o —.
Den 9 Martii 1661 bij Jacob van
der Does ter caemer gebracht. Den 15 Meij 1663 heeft den Oudt
Deecken Jacob van der Does wt den Haege scheijdende, ter caemere gelaeten een stuckxken schilderije van sijn eige handt; wtbeeldende een Ita- llaens huysken met een waeter-meulen, coomen voor aen eenige schaepkens en twee mannekens, bij hem getaxeert OP.......■ Den 16 Meij 1663 neeft JAN LE
Ducq een Susanna met de twee ouder- linge geschildert van Fkans Floris op een Oly-papier van wit en swart geschildert ter caemere bestelt, geesti- meert op......ƒ12 — o—. Den 28 Julij 1663 heeft Juffrouw
Van DER Laeck ter caemer ge- sonden een stuckxken schilderije re- presenteerende een nimphie met een boochie en" pijle in de handt, ge- schildert bij Maria van der Laeck, haer Dochter en dat ge- stelt op......ƒ18— o—. Den 28 Julij 1663 heeft Johan de
|
||||||||||
Bij den eygenaar wederom
ingetrokken met Kennisse van de Hen. Regenten. |
||||||||||
Mits haer overlijde heeft
haar moeder met bewillich- ginck van Officieren dese Schilderije op den 17 Aprilis
1664 thuijs gehaelt. |
||||||||||
Int Jaer 1669 aen d'Heer
Bernouts.verhandelt bij d'Hi' |
||||||||||
— 135 —
|
|||||||||
Baen een tronike van Frans Hals
gesonden en dat geset op Den 25 Augusti 1663 heeft Abram
van Beijeren een stuck schilderije ter caemere gebracht, sijnde een Ta- felken daer op een roemer met wijn, boschdruijven, citeroen, achterop een Taillioer, geestimeert op /' 15 — o — o. Den 25 Augusti 1663 heeft Paulus
Hellebuyck ter caemer gebracht een schilderije inhoudende een gesel- schap die met de caerte speelen, een man die te paert sidt en drinckt, achter een ruijne, dat geset op /' 24 — o — O. Den 25 Augusti 1663 heeft Fran-
soijs van Sandtwijck der caemere gebracht een S. Francicus tronie, leg- gende beijde sijn handen op de borste, en dat geset op . . . f 15 — o—. Den 8 Sept 1663 heeft Jeronimus
VAN Diest ter caemere gebracht een stuckxken schilderije van sijn hant wt- beeldende een stilstaende waeterken met eenige scheepkens, en dat geset op de prijse van. . . . /'24 — o —. Den 8 Sept. 1663 heeft Bartolo-
MEUS Meij-BURCH ter caemere ge- bracht een mans Tronie, wtbeeldende een Sinte Paulus en dat gestelt op . |
|||||||||
Johan de Baen als eigenaer
en hier geroyeert. |
|||||||||
Met Kennisse van de Hee-
ren Regenten weerom ge- haelt ende hier geroijeert. |
|||||||||
— 136 —
|
|||||||||||||
Dese Schilderije behoort
nu in eijgendomme de Broe- derschap. |
Den 20 Februarij 1664 heeft de Heer
Commijs Bastingius een stuck schil- derije ter caemere van de Haechsche Const en Schilders Broederschap doen brengen, bij sijn eijge handt gemaeckt. Den 31 Meij 1664 heeft Jan Cre-
pee ter caemere van de Confrerije ge- bracht een Gerridon ofte cnaepe ende daermeede voldaen 't recht de confre- rije competeerende, daer bij vougende drie gulds. Den l»n Augusti 1665 heeft Isack
VAN Duijnen op de confrerije-kaemer gebracht een stuck schilderije inhou- dende een Kannecken met een Teste vier, Toeback, Briefken en ander bij leggent goet, geestimeert op ƒ30 —o — . |
||||||||||||
Dese Gerridon behoort in
eigendom de Confrerije. |
|||||||||||||
Dit stuck bij den eijgenaer
weder ingotrocken, ende wederom in plaetse gebracht een Corlisane met een out man, die haer naer bomgat tast. Dit bovengeschr. stuck- gen van den ouden man weder bij den eijgenaer in- getrocken ende een zee- stuckgen in plaetse, met Vissertiens vooraen , een voet int vierkant. |
|||||||||||||
Den 6en Sept 1665 heeft HERMANüS
Verelst een blom vlesse met een roosie en andere bloemekens ter cae- mere gebracht getaxeert op f 15__o__. Hangen bij leeninge ter caemere van
de Confrerije een Abraham's offerhan- |
|||||||||||||
Memorie. Met kennisse
van de Heeren Regenten de |
|||||||||||||
— 137 —
|
|||||||||
slapende Venus teruggehaelt.
|
|||||||||
den, Item een Slaepende VenUS en
Cupido van den jonge Mijtens ge- schildert, ende toebehoorende den Ca- piteijn Johannes Mijtens. Noch hanckt bij leeninge ter caemer
een stuck schilderije, wtbeeldende daer de drie'Wijse ofte Coningen aen Christo en Maria coomen offeren, geschildert bijMARTlNUS LENGELE en hem toe- behoorende. Noch hanckt bij leeninge ter Con-
frerije een stuck schilderije uytbeel- dende Dedalus en Nicarus (sic!) toe behoorende Monsr. Verschuijr. Een Iteljaans Lantschap met water
en hooge bergen int verschiet, gedaen en toebehoorende Monsr. B reet- velt. Noch hanght ter Caemere van de
Confrertje bij forme van leeninge een groot stuck, uijtbeeldende het dispuijt over de wapenen van Aggiles geschil- dert bij Monsr. Wilung toebehoo- rende den Secretaris H. Hertmans. Op den loen Sept 1671 heeft S'.
Hendrick Rave aen de Confrerije vereert een boeck in quarto sijnde Le Maraviglie de L'arte di Ca- roli Ridolfi 18
|
|||||||||
Memorie. Met Kennisse
van de Hen.Regenten weerom gehaelt. |
|||||||||
Memorie. Weederom ge-
haelt en geroy eert. Weder in plaetse gebracht een Marsias ende Apollo , on gelijst. |
|||||||||
IV.
|
|||||||||
138 —
|
||||||||
Item bij den voorn. Sr. Rave noch
vereert een boeck in folio sijnde: Pictorum aliquot celebrius Ger-
maniae Inferioris Effigies. Hangt bij Leeninge ter caemere van
de Confrerije een St. Anthonis feest geschildert bij Verschuijringh vaD Gorcom, ende hem toebehoorende. i) Vereert ter caemere van de Confrerije
bijdenHeereAdt.JOHANDE Bisschop twee boecken in folio, zijnde romeijn- sche Statuen, bij geetst en uijtgegeven. Vereert ter caemere van de Confrerije
bij den Heere Ad*. Gijsbrechï van Hogenhoeck een boek representee- rende de Habiten van verscheijde Na- tien. Soo van Europa, Asia, Africa als America. Den 14 febr. 1689 heeft d'Heer Out-
deecken De Baen laeten haelen een stuck sijn Ed. toebehoorende, repre- senteerende een lantschap daerin een slaepende hont. |
||||||||
Reeds op dezelfde zijde, versa, volgen:
|
||||||||
1) Waarschijnlijk het St Antoniesfeest in Italië, waarbij paarden, muilezels
enz. met wijwater besproeid worden. |
||||||||
— 139 —
|
|||||
Naemen van de Heer en Regenten van het Academie
voor den Jaere 1731. Mattheus Terwesten voor de Heer Robbert Duval, dewelke nu Emeritus zijnde, in desselfs plaets is geeligeert de Heer JOAN Vollevens. Voorts: C. ROEPEL, J. VAN GOOL, S. DUVAL, W. VAN HAENSBERGEN,
D. Kindt . N. Hooft.
Dan vinden wij zeer vervelende Rekeningen der Academie.
Ontfangh der ie drie maenden van de navolgende Inteijkenaers:
Mr. Keijer, Eugenius, Immink, Freese, Johs Feuret, Barnards,
Küijper , De Waerd, één maend, Mijtens 2 maenden. (Bedrag pr. 3 maanden f 4 — 10.—). De uitgaven zijn voor turf, aan Jan de knegt enz. In 1732 dezelfde Regenten. Nieuwe teekenaars". Storck, Krom-
beeck, De Fay, Wijtboow, Nobleth, De Waakdt, de Fries. De Magistraten zenden jaarlijks f 60 —.
Op de rekg- komen voor: Aen de kok Cuyper volgens quitancy
ƒ14 —10. Aen't model voor 5 maenden ƒ60.—, 25 bouteilles ƒ'18.— fruit ft — 11, broodt, oli en azijn en alderhande, enz. In 1733 en 1734 niets van eenig belang, dezelfde Regenten, min
de Heer S. Duval. dezelfde leerlingen; nog nieuw: Schasisergen, Nachenius, J. van Dijk, Foretti, Sprenkhuyzen en Lionnet. In 1735 dezelfde Regenten met Augjstinus Terwesten als Ad-
junct-regent. Nieuwe inteekenaars: Arnold Guyliklr, J. van Gelde- ren, (meest onbekende namen: waarschijnlijk liefhebbers ofkladschil- ders die deze goedkoope gelegenheid waarnamen om naar 't model te teekenen.) In 1736 dezelfde Regenten; de academie onder de directie van
den Heer Dirk Kindt. Nieuwe leerl: Grün, Alb. de Jong; niets belangrijks onder de rekeningen. |
|||||
— 140 —
|
|||||
In 1737 dezelfde Regenten, doch in plaats van J. van Gool,
J. Vollevens; directie heeft de Heer N. Hooft. Nieuwe leerl.: Van der Hoeve, Van Goens, Karel- Van Kuijk,
Hend. Heemers, Roelofswaert, Barnesteijn. Onder de rekn; Aen Jan voor wijn als anders op die maallijt f 11 — 9 — 6. Aen het sien van modellen: f 1— 13—. Aen een kaerel die er een aenbragt ƒ!-.-.
In 1738 dezelfde Regenten; directie heeft Joan Vollevens.
Nieuwe leerlingen: Coenraet, Hemert, Graham, Menshard, Ver-
mijden, Keller. Van de vroegere namen verdwijnen er nu en dan weer. Onder de rekgn: een ffi kaerssen en een besem voor 3 stuivers.
Het model 13 reijsen ƒ39.—. In 1739 dezelfde Regenten; dezelfde leerlingen, directie Mat-
-theus Terwesten. Onder de rekn. aen moesselwijn c» ƒ25__, het
model 4 maenden ƒ48.—
In 1740 dezelfde Regenten, directie de H>. Coenr. Roepel. De-
zelfde leerlingen; niets belangrijks. In I74t dezelfde Regenten; directie Willem van Haensbergen,
waargenomen door M. Terwesten. Nieuwe leerlingen: Goines, Grims, D. Cuijpers, van Rijnsdijk. (Sedert 1740 geven de Magistraten toe- laag: f 100.— In de rekeningen komt voor: Aan een Koets op de maeltijl:
f I__. De Kok ƒ31.—. In 1742 dezelfde Regenten, directie D. KtNDT; slechts drie leer-
lingen: van Rymsdijk, Pieter en Carel van Kuijk. De rekening sluit met een nadeelig saldo van ruim f 18.— In 1743 dezelfde Regenten, directie N. Hooft. Nieuwe leerlin-
gen: d'Heer Deodatie en d'Heer Remmedijk ; niets bizonders. In 1744 dezelfde Regenten, plus Antonie de Waardt; directie
|
|||||
— 141 —
|
|||||
Joan Vollevens; dezelfde weinige leerlingen en vervelende rekeningen.
Men ziet dat de Academie kwijnt.
In 1745 dezelfde Regenten; directie M. Terwesten. Slechts 2
leerlingen, de Heeren Carel en Petrus van Kuijk In 1746 dezelfde Regenten, directie C. Roepel.
In 1747 » » » W. van Haensbergen.
In 1748 » » (behalve C. Roepel), directie Kindt.
Maar één leerling Gerardus Brijer Copius.
In 1749 dezelfde Regenten als in 1748; directie de Waardt;
nieuwe leerlingen: W'outer Dam, Wouter Uytter-Limmege, (later Lemming), Copius, Aart Schouman. Onder de rekeningen: Aan 't schoonmaeken en laten verwen van de plijsterbeelden f X.— 2 st. In 1750 zijn Regenten: M. Terwesten, Augustijn Terwesten,
W™. van .-Haansbergen, Dirck Kint, Anth. de Waart, Johan Vollevens. In 1751 dezelfden, behalve Anthoni de Waart voor wien Aart
Schouman gekozen is. In 1752 de vorigen plus Gerard Copius, Pieter Helmhout,
C. Block, Teekenaars: Vroeg, J. Marke, Jacob van Brakel. In 1753 de vorigen, thans zeven personen, als leerlingen vin-
den wij: J. A. Tischbein, A. W. Tischbein, C. Block, Adriaan Vroeg, Jacob van Brakel, Johan Marke, Jacob Bok, Geurt van Moelin- gen, Johan de Groot , Wouter Uyter limming. In 1754 de vorige Regenten. Nieuwe leerlingen: Gillis Eygen-
raem , Johs. van Merken , Jasper Polak. In 1755. De vorige regenten. Nieuwe leerlingen: Coenr. Coster,
Frans Dutting, Dirck Haagh, Ger. van Haften, Dirck van der Aa; weinig bekende namen! In 1756 weer de vorige Regenten. Leerlingen: Pieter de Swaart,
|
|||||
— 142 —
|
|||||
J. J. Blasière, Rutger Taats, T. P. C. Haag, Van de Wal, Flau-
demont, Faber, F. P. Regnier, Voet , M. v. Cruijselbergen In 1757 de vorige Regenten, behalve Mattheus Terwesten,
waarvan wij lezen dat hij in 1757 den 11 Junij overleden is. Geen nieuwe leerlingen. In 1758. Regenten: Copius, Kindt, Vollevens, Schouman en
Aug. Terwesten. Nieuwe leerl.: Dirck Kuypers, Barth. Mever, Johan Ickstein, Gerome Lapis. In de rek. komt voor: aan boete voor 't uwtgieten van de asse f \.—, enz. In 1759 vier Regenten, (de vorigen min Vollevens.) Nieuwe
leerl: Corn. van der Smit, Wm. van Boekhoi.t, Albertus Freese, Micii. Wim.mers, voorts Girolamo Lapis, en de ouden. In 1760 vier Regenten, als voren. Onderde nieuwe leerlingen:
Frans Schutter, Tisbeen (sic!) Gabel, weer Gir. Lapis. In 1761 de vorige Regenten met Tethard Philip ChristiaenHaagh.
Leeilingen: Julius Antoon, L. Stegwey, C. Zeppel, Tisbeen,
Linde van Dijk. In 1762 Regenten: G. Copius, A. Schouman, T. P. C. Haagh,
Aug. Terwesten. N. Leerl: Nic. Muijs, Sietse Nicolai, L. Stechweij, Kilian,
RONGÉE, Pr. HEYNSIUS, JUL. ANTON.
In 1763 de vorige Regenten; nieuwe leerlingen:" B. S. Bolomeij
van Lauzanen. (Van dezen middelmatigen schilder bezit het Ned. Museum 1) de portretten van Willem V en Wilhelmina.) Bernard Paul van Gent, Zeppel, J Sonnenberg, A. J. de Thomeze. In 1764 de vier vorige Regenten; nieuwe leerlingen: Jacob Ph.
Spruijt, Jan Jac. Schalck, nog: Nic. Muijs, Jan van de Wall, 1) Onlangs werd hetzelfde Museum verrijkt met een tamelijk goed en fijn
afgewerkt schilderijtje van Bolomey: Prinses Wilhelmina als Weduwe, door de kunsten en gratiën omringd. |
|||||
— 143 —
|
|||||
Bolemey en Zeppel. (Het jaarlijksch douceur van den Magistraat be-
draagt sedert 1758 ƒ 150.—.) In 1765 de vorige Regenten. Nieuwe leerlingen: Johs. Pulver,
Raadsheer van Minningen, C. Boily. In 1766 de vorige Regenten. Leerlingen: J. van Thiei., La Potrie,
Jean Tessier, Jan Keer, (3 maanden na't model kosten ƒ 7 — 10st. alleen 't mansmodel /' 3 — 15 st.) In 1767 de vorige Regenten. Leerlingen: Hömbert, Adr. Schre-
gardus, Win. Creitz, Leop. Mathieu , Maarten Schaasbergen, Jean Tessier, d'Heer Trinquezse, en enkelen der vorigen. In 1768 de vorige Regenten. Leerlingen: Ph. de Bondï, Pau-
lus Constantijs la Farque, Charles Louis de la Pottrie, ROELANDT VAN ElJNDE, DlRK VAN DER MeER, JoHAN GeORG ZlESE-
nits, Cheurvorstelijke Hanoversche Kabinet Schilder, Christiaan Ludwig Kriegelstein, deszelfs discipel, Johan Georg Pulfer. In 1768 komen de volgende posten op de Rekening voor: Aan
2 pleistervrouwe — een dito Paris, een dito centaurbeeldljes ƒ13 — 10 st. 'T repareeren van de Faunis en een Borstbeeld ƒ 2.^ enz. In 1769. De vorige Regenten. Nieuwe leerl: H. Guisse of
Giese, Leonardus Temming. (Voor de Reekg. maaltijdt aan den Leydsendam met schuite-
vragt etc. samen /' 33.—.) In 177° de vorige Regenten. Nieuwe leerlingen: Hendrik Wil-
helm Swikhard (Sciiweickhardt) i), W™. Tengeler, Jacobus d'Avrance. Voorts nog D. v. d. Meer, La Fargue, J. E. R. van den Enden, Francisc. Xavery, L. Temmink, Johannes Grosspferd, Frans Wildt, W">. Offermans, Willem Loos. 1) Van Schweickhabdt bevindt zich o. a. nog een prachtig behangsel te
Dordrecht, de vier jaargetijden, ten huize van Dr. Blom. |
|||||
— 144 —
|
||||||
(Voor de maaltijd op 't Eylandje aan den Dam met schuite vragt
ƒ26 — 10 st.) In 1771 behalve de vorige Regenten nog Benjamin Samuel
Bolomey. Nieuwe leerlingen: Hendr. Callée, Johs. Veamaase, Tengelaar, Swickhard, Sandoz. (Bolomey blijft meeteekenen.) (Aan en reysje na Rotterdam , 't zajnen betaald ƒ 30 — 4 — 8.)
In 1772 de 5 vorige Regenten; de volg. nieuwe leerlingen:
Karel Bentfort, Fr. le Challas, W». Hepnaar, N. N. Lindt-
man, Johs. du Vignon, Cornelis van Cassel , Abr. Joufeneat, Willem de Graauw. In 1773 de vorige Regenten. Onder de leerlingen worden Schwik-
hart en Temming Kunstschilders genaamd; nog : P. Stifke, J. W. Snoek. In 1774 de vorige Regenten. Onder de academisten, Paulus
Stifke, Kunstschilder van der Wall, i) J. W. Snoek, Pr. Vervloet, Johannes Frederiks. In 1775 behalve de 5 vorige Regenten nog Jan van der Wall
en Hendrik Willem Schwickhart. Nieuwe teekenaars Jac. Tullings van Ulken, Joh.-du Vignon. In 1776 de vorige 7 Regenten. Nieuwe leerlingen: de jonge Jan
van der Wall, Jac. Perkois, W». de Graauw, Secretaris Spoor, Confiturier van Zijne Hoogh. Van Straaten, Heijmans . Brugman, Vermaasen. In 1777 de vorige Regenten. Leerlingen : Jan Willem Suurmont,
HOFFMAN, DE BliEFF, ROODE, VoORSTADT. (Een vischmaaltijd met de wijn kost ƒ 37.—.)
In 1778 de vorige Regenten. Leerlingen: Roelofswaart , J.
Moritz, de Renswouwev van Ulken. |
||||||
1) Van deb Wall schilderde goede behangsels
|
||||||
— 145 —
|
|||||
In 1779 ^e vorige Regenten. Nieuwe leerlingen; HAASBROEK,
Christoffel Bisschop, Volck, W». Kett. In 1780 de vorige Regenten; bij Aug. Ter westen staat Emeritus.
Nieuwe leerlingen, Ten Deijk, Stiphoudt, Kuijper, Krausz Jr. (De maaltijd, hier het Dam-reijsje genoemd, kost in de laatste
jaren ca ƒ42.—). Ten slotte: Nota. Zie de Reekeningen van de vrije Teeken Academie van 16 Octo-
ber 1780 af in dito boek met een parijsse bandt, agter de oude Academie notulen. (Dit boek is verdwenen.) Hiermede eindigt het boek, mij door den Heer Ph. Van der
Kellen welwillend ter hand gesteld. Al klinkt veel voor ons uit het laatste gedeelte vervelend en onbelangrijk, voor hem die den toestand onzer kunst in de i8« eeuw over eenige honderden jaren zal bestu- deeren, kan het nog merkwaardig zijn, en al zijn hier maar weinig bekende namen — van Gool, Bolomey, la Fargue, Schweick- hardt, enz. — ook ons geeft het genoeg te overdenken. De boeken der Haagsche Schilders-Confrerije berustende
in het Gemeente-Archief te 's-Gravenhage. Beginnen wij met het oudste daarvan. De oorspronkelijke Gilde-
brief van 1656, waarvan ik reeds een afschrift gaf, wel het oudste document der Confrerije, is in een perkamenten b;,ndje gebonden met allerlei andere, echter allen 18e eeuwsche stukken. Achter dit groote perkamentblad vinden wij de ampliaties van 1684 en 1699. Zij luiden: De Magistraet van s' Gravenhage, gesien hebbende het versoucke
bij de requeste aen deselve gedaen door Deken ende Hooftmannen van de schilders Confrerije alhier hebben (enz.J verclaert ende geam- plieert als volcht: Geene Beeld-snijders ofte Beeldhouwers sullen in het toecomende
IV. 19 |
|||||
— 146 —
|
|||||
vermogen eenige publique exercitie van haer conste te doen voor ende
alleer bij henl. in de caemer van de voorsz. Confrerie sal wesen ge- stelt een meester-stuck, bij henl. selfts gernaeckt, tot approbatie van Deken ende Hooftmannen van de voorsz. Confrerie, mitsgaders de hooffden van de Beeldhouwerije, op de Boete van zes guldens op yeder stuck wercks, bij een yeder Contraris daervoor te verbeuren. Actum enz. xii Febr. 1684.
Ue Secretaris
Anthoni de Heer. De Magistraet van s' Gravenhage gesien hebbende het Versoeck
van de Hooftl. der Beelthouwerye in den name en van wegen de gesamentl. Beelthouwers alhier ter stede gedaen , heeft goet gevonden aen deselve te accorderen de articulen hier naer volgende: Soo wanneer ijmant te vooren een Mr. Beelthouwer te werck
hebbende gestelt, denselven niet soude mogen hebben betaelt, en naderhant een ander meester quame te gebruycken , sal den eersten door de hulpe van de Confrerije der Schilderkunst aen den tweeden meester het werck mogen laten verbieden, sonder dat den laasten Mr. sal vermogen naderhant verder te wercken, voor ende aleer den eersten sal sijn voldaen', op een boete van ses guldens. Alle Beelthouwerswerck sal in het toecomende moeten werden
gewerckt ten huijse off op de winckel van de meesters Beeltsnijders en sullen geene knegts ofte andere onvrije personen eenigh snijwerck aen hare huijsen off elders buyten de huijsen der meesters vermogen te maken op de verbeurte van twaalff gld. Soo wanneer eenigh Knegt sijn meester bij dewelcke hij werck t
soude willen verlaten, sal deselve gehouden sijn, denselven veertien dagen te vooren van 't selve sijn voornemen te waerschouwen, sonder dat een meester sal behoeven den Knegt eerder te laten gaan, en |
|||||
— 147 —
|
|||||||
sal de Knegt gehouden sijn geduijrende die veertien dagen sijn meester
behoorl. te dienen, op de verbeurte van drie gld., soo meenigmael den meester daer over regtmatige clagten soude mogen werden gegeven. Geen meesters sullen vermogen de Knegts van elcanders winckels
te troonen, directelijck met het presenteeren van meerder loon, off anders, op de verbeurte van twaalff gulds. De leerjongens sullen gehouden sijn hunne meesters met behoorl.
respect den tijt hunner leerjaren te dienen, en soo wanneer eenigh meester sijn leerjongens binnen den tijt der bestedinge quame te licentieren, sullen die jongens bij geen andere meester mogen worden aengenomen sonder consent van den voorgaenden meester, behoudens indien de ouders ofte voogden der leerjongens soude mogen meijnen, dat tselve consent sonder reden wlerde geweijgert, die meester van de Hooftmannen sal werden ontboden, en sal aldaer dat different werden gereguleert naer behooren. Gedaen enz. XVII Martii 1699.
Mij present, Secretaris
Anthoni de Heer. Voorts is het oudste en merkwaardigste boek op het Archief een
perkamenten bandje, waarop: Register van de
Jaerlijcx contribuerende Konstenaers ende Liefhebbers. I) Aengesien de Heeren Magistraeten van s' Gravenhage, den
Deecken ende Hooftmannen van de Confrerije hebben laeten aenseg- gen, dat sij vari meyningh sijn gewerden, dese Confrery caemer |
|||||||
1) Wij vinden de inleiding weer geschreven met het schoone handschrift van
den Secretaris Cobnelis van Veen. |
|||||||
— 148 —
|
|||||
wederomme na haer te neemen, ten waere de Confrerye resolveerde
Jaerlijckx daer voor in huijere te betaelen de somme van sestich gulds, Ende dat het nu sulx is, dat de incompste van de voorsz. Confrerije niet cunnen lijden ende toediiegen de voorsz. sestich gulds jaerlijckx op te brengen, So is den voorsz. Deecken ende Hooftmans versoeck alhier, wat
ijder van de Confrerij broeders, tot maintenue, ende vaststelHnge van de Confrerije en" betalinge der voorsz. jaerlijckxse Huyerpenninge soude geneegen sijn te contribueeren. Wij alle ondergeschreeven Leeden , mitsgaeders Liefhebbers, resor-
teerende onder de Const en de Schilders Confrerije alhier in den Haege , hebben belooft, gelijck wij belooven bij dese, alle Jaere op den eersten September, (aenvanck neemende nu den eersten September naestcoo- mende deses Jaers 1661) te sullen betaelen, tot maintenue, en vast- stelHnge van de voorsz. Confrerije, aen handen van Deecken en" Hooftmans sulcken somme als ijder een van ons met eygen handt, sal hebben hier onder wtgedruckt. Actum desen lesten Aprilis des Jaers 1661.
Nu volgen de eigenhandige onderschriften van de volgende
personen: Burgemeester D. van der Lisse , f 3 — 3 st. (betaelt.)
Jacob van der Does, idem. (solvit.)
(A. J.) Ravesteijn , idem. (solvit.)
Jan WesterbaeN, idem. (solvit.)
M. DE Bye, idem. (solvit.)
Van Stock, idem. (solvit!)
Oïho Hoijnck, idem. (solvit.)
Ad. v. Venne, idem. (den 4 Octob. 1661 heeft Ar. van de Ven-
nen betaelt.) (later hierbij gezet: obit.) |
|||||
— 149 —
|
|||||||
Dirck Heemskerck van Beest, ƒ 3—3 st. (betaelt.)
Joris van der Hagen, (i Oct. 1661 heeft Joris Verhaegen betaelt.)
Martijn Lengei.e, ƒ 3 — 3 st. (4 Oct. 1661 betaelt;) obit.
Joans. Mijtens , ƒ 3 — 3 st. (betaelt.)
D. Mijtens, (16 July 1661 heeft Aüt. Mijtens betaelt.)
Adr. Hanneman, (4 Sept. 1661 heeft Hanneman -betaelt.)
C. de Neijn, (16 July de Heer ADt. de Neijn betaelt.)
Jor. Bock i), (10 Sept. 1661 betaelt.) S. van Beest, 1661, (13 Augusti 1661 heeft Beest betaelt.)
Isaack Wiltens, (8 Sept. 1661 betaelt)
Met.chior de Hondecoeter, (4 Oct. 1661 betaelt.)
Johannis Marinis (Marinus) drei guldens dri st. (betaelt.)
Ger: de Hooch 2)/ 3 — 3 st. (4 Oct. i66[ heelt de Hooch betaelt.)
Mijtens , ƒ 3 — 3 st. (hierbij alleen: obit)
Jacob Pijll , ƒ 3 — 3 st.
J. LE Ducq, idem. (30 Jan. 1662 heeft Mr. Johan le Ducq betaelt.)
W. Doedijns, idem. (4 Sept. 1661 bet.)
N. Wileing, idem. (10 Sept. 1661 bet.)
Jan de Graef, idem. (1 Oct. 1661 bet.)
J. Cabeijau, idem (22 Oct. 1661 bet.)
W. Codde van der Burgh, idem.
D. Meijburgh, idem. (30 Sept. 1661 bet.)
Nicolaus Magnus, idem. (-------61 bet.)
Dirck van Rosendaei. , idem. (8 Oct. 1661 bet.)
Maximilianus Boot, idem. (3 Dec. 1661 bet.) |
|||||||
1) De Vendumeester.
2) Uit het Monogram is even gemakkelijk P" te lezen; toch is de op hl: 101
medegedeelde handteekeiiing, even als de hier voorkomeudc wel die van G-er- rit de Hooch, den onbekenden meester van wien eene schilderij op de Con- freriekamer hing. Wie kan iets omtrent dezen schilder mededeelen? |
|||||||
— 150 —
|
|||||
Johan Walbeeck, 1661, idem. (i Sept. 1661 bet.)
Johan de Baan, idem. (10 Febr. 1662 bet.)
Johan Betts, idem. (8 Oct. 1661 heeft Jonck. Johan Beetts betaelt.)
P. van Peene de Zuyt Peene, idem. (19 Nov. 1661 heeft
Joncker van Peenen betaelt.) Goswijn Zouburch, idem. (19 Nov. 1661 heeft Joncker Zou-
burch betaelt.) G. Bulsinck, idem. (19 Nov. 1661 bet.)
Abram Brouwer, idem. (3 Dec. 1661 bet.)
Adriaen Rosa, idem. (17 Dec. 1661 bet.)
Pedro de Valequenisse, idem. (den lesten Dec. 1661 Pieter
de Valckenisse betaelt.) R. van Dijck, idem. (21 Jan. 1662 bet.)
F. Schellens, idem. (26 Jan. 1662 heeft Schellekens betaelt.)
J. SCHIMMEI.PENNINGH, idem. (21 Jan. 1662 bet.)
Jacob Helt, idem. (8 Oct. 1661 bet.)
Po. Verelst, idem. (30 Jan. 1662 bet.)
H. Verelst, idem. (17 Febr. 1663 bet.)
Antonio dë Haen, idem. (1 Febr, 1662 bet.)
Antony van Ravesteijn, (... Febr. 1662 bet.)
Cornelis de Putter, idem. (18 Febr. 1662 bet.)
F. de Lietvelt de la Fee, idem. (4 Martii 1662 bet.)
Charles Codde, idem. (11 Martii 1662 bet.)
Aernout van Overbeke, idem. (1 Aprilis 1662 bet.)
C". Sohier de Vermandois , idem. (1 Apr. 1662 heeft de Heer
VAN Warmenhuijsen betaelt.) Frederick van Tongheren, idem. (7 Oct. 1662 bet.)
Casparus Netscher, idem. (25 Oct. 1662 bet.)
R. DE LA Haije, idem. (31 Aug. 1662 bet.)
|
|||||
— 151 —
|
|||||
Franscoys van Santwijck, (ingeschreven 14 Apr. 1663.)
Ottomarius Hackius, idem. (ingeschreven 1 Mey 1663.)
Abraham van Beheren, idem, (ingeschreven 5 Meij 1663.)
Martinus van Bergen, idem. (ingeschr. 6 Meij 1663.)
Jeronemus van Diest, idem. (8 Sept. 1663 bet.)
Christian van Sandrart, idem. (8 Sept. 1663 bet.)
Johan van Camaij, idem. (13 Oct. 1663 bet.)
Guixiam Trouweels, idem. (16 Oct. 1663 bet.)
Christiaen Dusart, idem. (7 Meij 1664 bet.)
Abr. Raguencau, idem. (1 Oct. 1664 bet.)
T. Bellechiere, idem. (18 Oct. 1664 bet.)
Jonas Gütsche, idem. (1 Nov. 1664 bet.)
jAcmo. Borchgraeff d'Jonge, idem. (8 Nov. 1664 bet.)
Antoni Smets, idem. (12 Nov. 1664 bet.)
Johan Broeckman, 1664, idem. (6 Dec. 1664 bet.)
H. HerTmans, idem. (24 Jan. 1665 bet.)
Johan Dellon, idem. (24 Jan. 1665 bet.)
G. ComaNs, 1665, idem. (24 Jan. 1665 bet.)
Romboudt Verhulst, idem. (24 Jan. 1665 bet)
(Doctor) Jacob Sena, M. D idem. (24 Jan. 1665 bet.)
Cornelis van Rijsoort, idem. (14 Febr. 1665 ingeschreven.)
Johannes Orizandt, idem. (14 Febr. 1665 ingeschreven.)
Hubertus Doedijns, idem. (7 Maart 1665 ingeschreven.)
Henricus Doedijns, idem. (7 Maart 1665 ingeschreven & bet.)
I'ieter de Graaf, idem. (7 Maart 1665 » » )
Franciscus van der Burch, idem. (7 Maart 1665 ingeschreven.)
Heynderick Wolschot, idem. ( Maart 1665 bet.)
Jacob de Hennin, idem. (23 Maart 1665 bet.)
Adrianus de Hennin, idem. (23 Maart 1665 bet.)
|
|||||
— 152 —
|
|||||
Isaacq van Duijnen, idem. (■ . . . 1665 bet.)
Antoni Vermeulen, idem. (18 Apr. 1665 bet.)
Gerardt van Duynen, idem. (18 Apr. 1665 bet.)
Jean de i.a Coste, idem. (25 Apr. 1665 bet.)
Theodorus van der Schuer, idem. (11 July 1665 bet.)
Marcus Doedijns, idem. (8 Aug. 1665 bet.)
Johannes Fredericus Helvetius, idem. (19 Sept. 1665 bet.)
Martinus Cesar, idem. (19 Sept. 1665 bet.)
Petrus Hu art, idem. (7 Nov. 1665 bet.)
Samuel Heermans, idem. (14 Nov. 1665 bet.)
Henricus Bornius, idem. (10 Oct. 1665 bet.)
Cornelis van Eijck, idem. (bet.)
Bertholomeus Eggers, idem. (14 Nov. 1665 bet.)
Jeremy Michell, idem. (14 Nov. 1665 bet.)
G. Maes, idem. (3 Jan. 1666 bet.)
G. Liebergen, idem. (i Febr. 1666 ingeteeckent.)
Hendrik (van der) Hem, idem. (13 Maart 1666 ingeteeckent.)
P. van der Gracht, idem. (2 Sept. 1666 ingeteeckent.)
Van der Veer, idem. (30 Sept. 1666 ingeteeckent.)
Jacobus van Steenvoorden, idem. (7 Mey 1667 bet.)
H. de Koningh, idem. (7 Mey 1667 bet.)
W. van Beverwijk, idem. (14 Meij 1667 bet.)
M. G. van den Hove, idem. (27 Aug. 1667 bet.)
J. Roskam, idem. (17 Sept. 1667 bet.)
A. Martini, 1667, idem. (5 Sept. 1667 bet.)
R. van Cletscher, idem (19 Sept. 1667 bet.)
Cornelis Vinck, idem. (26 Nov. 1667 bet.)
Adoi.ff Sleevooght, idem. (30 Nov. 1667 bet.)
Hendrik Bary, idem (10 Dec. 1667 geteykent en betaelt.)
|
|||||
— 153 —
|
|||||
Adryaen Verveer, idem. (31 Dec. 1667 bet.)
A van Bergen, idem. (14 Jan. 1668 bet.) D. Beuckelaer, 1668, idem. (14 Jan. 1668 bet.)
Samuel van Hoogstraten, idem. (21 Jan. 1668 bet.) A. van Kerckhoven, 1668, idem, (11 Febr. 1668 bet.) U. Arnout, idem. (ii Febr. 1668 bet.) G. DE Bie, idem. (3 Nov. 1668 bet.)
E. van Hogenhouck, idem. (29 Dec. 1668 bet)
J. van Stael, 1669, (16 Febr. 1669 bet.) Johannes van Haensbergen , idem. P. van Hove, idem. (29 Junij 1669 bet.)
Caph. J. Dinojoski, idem. (14 Sept. 1669 bet.)
Joannes Baptista Tijssens,(?) idem. (5 Oct. 1669 bet.)
Johan van der Meer, idem. (12 July 1670 bet.)
Michael de Hartoghe, idem. (in den jaere 1670 bet.)
Jaques Vaillant, Idem. (in margine: weerom gegeven.) 1)
D. v. d. Velden, idem. (betaelt.)
A. Smout, idem. (betaelt)
Eglon van der Neer, idem. (idem.)
Ad. van der Poel, idem. (29 Nov. 1670 betaelt.)
H. de Hertoghe, idem. (betaelt.)
W. Verburgh, idem. (24 Jan. 1671 bet.)
H. Rave, idem. (27 Juny 1671 bet.)
Daniel Mijtens, idem. (27 Juni 1671 bet.)
Johan Bruvnstein, idem. (1 Aug. 1671 bet.)
A. de Lerssen, idem. (10 Oct. 1671 bet.)
W. van Hille, idem. (10 Oct. 1671 bet.)
1) Waar ik geen jaartal plaats, ie het ook niet 'in het M.8.
IV. 2° |
|||||
— 154 —
|
|||||
G. van Hogenhouck, 167i, idem.
V. Sternberg, 1671, idem. W. Hoppinck, 1671, idem. F. van Dijck, 3 gl. 3 st. And: Esselinck. 1671. V. Pothoven, 1671, idem. Maes, idem. Matts. Abrugge, idem. 23— 1__1672
Arnout Bailly, idem. 8 Oct. 1672.
Maertijnus Beuckelaer, idem. 30 Oct. r672, ondertrompet
van de prins van oranje. Jan de Hertoghe Fsoon, idem. 17 Febv. 1673.
S'Gravesant, idem. J. Louckers, idem. 1673. W». Treslongh, idem. 1673. N: D: Molembach , idem. N. van der Houck, idem. 14 Oct. 1673. Hendrick van Maeren (of Maerle?), idem. 1673. B. Lenthen, idem. 23 Dec. 1673. P. v. Pyll, idem. 23 Dec. 1673. (doorgehaald, , onwaerdigh.")
George Rosenboom, idem. 8 Nov. 1674. Isaac Vlaming, idem. 8 Dec. 1674. Leon: Cleyberch idem. DiRCK Beeckman, idem. 17 Oct. 1676. F. van Spangen, idem. Bartolmeo Appelman, idem. 21 Nov. 1676. 1) 1) Hij schrijft: lek onderge: belove hier mede aen de Confreije van de
•Schilder broderscap (sic) uyt te reijcken enz. |
|||||
— 155 —
|
|||||
A. Scheffer, idem. 21 Nov. 1676.
W. Hoüper, idem. 21 Nov. 1676. Melchior Kemels, idem. 27 Nov. 1676. Ick onderschreven bekenne Jaerlycks schuldigh te weesen, Inko-
formite Als booven een sulver dickent. 3 gld. 3 st. Cornf.LIS de Heem. De Neijn, idem. 16 Dec. 1676. Augustinus Terwesten , idem. 16 Dec. 1676. W. Meester, idem. G. Blaau, idem. 10 Febr. 1680. Matthias Demele, idem. 13 Apr. 1680. Pieter de Neijn, idem. 19 Oct. 1680. Carel van Hemert, idom. 2 Nov. 1680. JohaN Palmart, idem. 28 Junij 1681, J. Orroick, idem. 25 Oct. 1681. De Rocquete, idem. 25 Oct. 1681. J. Stereniserg, idem. 15 Nov. 1681. Toular, idem. 6 Dec. 1681. Jean v. Speelman, idem. Pieter Lefevre, idem. 9 Junij 1682. Adr. Houtuijn, idem. 11 July 1682. M. Issaecx, idem. 1 Aug. 1682. L. Garnier, idem. Ad. Groeninx, idem. 23 Jan. 1683. C. van der Does, idem. Romeijn DE Hooghe, idem. Robert Duval , idem. Johannes Tielius , idem. C. Solingen , idem. ' C. van der Poll, idem. |
|||||
— 156 —
|
|||||
Melchior de Toussain, idem.
Adr. Veerman, idem. 1683.
Daniel Jacot (of Jacob?), idem. 1684.
Libertten van der Burgh, idem. 1684.
Jan Immerzeel, idem. 29 Jan. 1684.
Cerard de Lairesse, idem. 30 Dec. 1684.
B. v. Overbeke, idem. 3 Febr. 1685.
J. van Tongeren, idem. 12 Febr. 1685.
W. Beeckerts van Thienen, idem 24 Maart 1685.
. . Schepers, idem. 22 April 1685.
D. Haringh, idem. 28 April 1685.
Stephanus Cousijns, idem. 5 Dec. 1685.
W. V. Goens, idem. 5 Dec. 1688.
Symon Ruijs, idem.
(Dit is merck en de naem van Ruijsch.)
Petrus Rijs, idem.
J. v. Brandt, 1686. (1689 onwilligh te betalen.)
J. Lottin, idem.
Gerrit van Oosten, idem. 21 Dec. 1686.
J. Mijtens, idem. 22 Nov. 1687.
P. Haringh, idem. idem.
Jacobus Vroom, idem. idem.
Johannes Glauber, idem, 13 Dec. 1687.
Henr. Doedijns, idem. 3 April 1688.
Jacob van Sundert,- 1688, idem. 3 Apr. 1688.
H. v. Lent, idem. 16 Oct. 1688.
J. Coen, idem. 20 Nov. 1688.
Quirijn van Rhijn , idem. 4 Dec. 1688.
Lafontaine, idem. 17 Nov. 1689.
|
|||||
— 157 —
|
|||||
Lieuwe Willems Graaf, idem. 8 üct. 1689.
J. Blom, idem. 31 Oct. 1689. Charles Codde, idem. 5 Nov. 1689. Johan Splinter, idem. 12 Nov. 1689. Willem Paaü, 1689, idem. 14 Nov. 1689. Pieter Dierqüens, 1689, idem. 1689. J. Rosa, idem. J. van Byemont, idem. S. van Huls, idem. Joh: Doedijns, idem, den 15 November op de Landing van de
Prins van Oranje 1689. Jbus. Doedijns, idem. 1689.
W. V. Roels, idem. 5 Nov. 1689.
Dirck de Bruijn, idem. 10 Dec. 1689.
A. B. R. Alewijns, idem. 30 Dec. 1689.
F. V. Larck, 1690, idem. 4 Febr, 1690.
P. D. Laete , idem. 13 Meij 1690.
F. Spanheim, idem. 9 Dec. 1690. (i. m: twalif jare ten aghteren.)
A. Beeldemaker, idem. 23 Dec. 1690.
Har: van Rüijven, idem. 27 Jan. 1691.
Jacobus Roman, idem. 12 Febr. 1691.
Corns. Clant, idem. 7 April 1691.
Ns. Couckebacker, idem. 9 Febr. 1692.
J. van Roels (?), idem. 5 Maart 1692.
A. D. Vogel, idem. 20 Dec. 1692.
Carel Borghert Voet, idem.
J. Mulder, idem. 31 July 1694.
J. H. Otten, idem. 31 July 1694.
J: Meester, idem. 14 Nov. 1694.
|
|||||
— 158 -
|
|||||
A. B. Sena idem. 27 Nov. 1694.
D. v. Barnevelt, idem. 12 Dec. 1694.
Cornelis de Bruijn, idem. 12 Meert 1695.
B*. Caescoper, idem 17 Dec, 1695.
Jean Brandon, idem. 24 Maert 1696.
G. Valette, idem. 3 Nov. 1696.
Van Dalen, idem. 1 Dec. 1696.
J. A.(?) van Hoogstraten, idem. I Dec. 1696.
Johan van der Houven, idem. 8 Dec. 1696.
Pieter Mollick, idem. 15 Dec. 1696
Antoni Haan, idem. 15 Dec. 1696.
J. F. Correge, idem. 19 Dec. 1696.
Dirck Maas, idem. 16 Maert 1697.
Jan Brouwer, idem. 1 Juny 1697.
D. Codde , idem. 27 Oct. 1697.
P. Gebhardt, idem. 9 Nov. 1697.
J. ORROICK, idem. 10 Nov. 1697.
Johan Sena, idem. 14 Nov. 1697.
Pieter van der Plaes, idem. 17 Nov. 1697.
Franscois Beeldemaker , idem. 25 Oct. 1698.
H. v. Moesel. 1698, idem. 8 Nov. 1698.
J. Parmentier (in het fransch), idem, ce premier Dessambre (sic) 1698.
Jacob van Rijssen 28 Maart 1699.
C. Netcher, idem. 8 Aug. 1699.
M. Terwesten, idem. 15 Aug. 1699. (Obiit 11 Junii 1757).
C. van Hoecke, idem. 15 Aug. 1699.
P, M. van Maaswijk, idem. 17 Oct. 1699.
J. RUIJSCH, idem. 7 Nov. 1699.
Jan van der Luyt, idem. 7 Nov. 1699.
|
|||||
— 159 —
|
||||||||
De Bacquer, idem. 7 Nov. 1699.
Alb. van Sfiers, alias de piramide |
||||||||
Joh. de Vos , idem.
Jeudonné de Vois, idem 5 Maart 1699.
N. Hooft, idem.
Jan Martijn Q), idem. 27 Nov. 1700.
B. van Df Lelij, idem. 19 Febr. 1701.
J. Pool, idem. 4 Junij 1701. Pieter LooFS, idem. 8 Oct. 1701.
J. van Holst, idem. 14 Nov. 1701. G. D. Decker, idem. 11 Febr. 1702. J; V. Coen, idem. 7 Oct. 1702. P. Cocq, idem. 3 Nov. 1702. Stapel Codde, idem. 11 Nov. 1702. Michiel Jaghers, idem, 11 Nov. 1702. C. Swaens (?) 1), idem. 1702.
Themaet (?) 1), idem. 1702. Matths. Stilte, idem. 18 Nov. 1702 Christiaan Rachell, idem. 30 Nov. 1703. W. Havius, idem 11 Oct. 1704. J. BERTRAM, idem. id. id.
|
||||||||
1) Verscheidene handteekeiiingen zyn door de vele krullen onleesbaar.
|
||||||||
— 160 —
|
|||||
J. Akersloot, idem. 25 Oct. 1704.
Johan Steenis, idem. 25 Oct. 1704. Volckert van Goens , idem. 1 Nov. 1704. Francois Hartsoeker, idem. 1 Nov. 1704. D. Groenhout, idem. 15 Nov. 1704. P.(?) Roman, idem. id id.
Antoni Schoonjans, idem. id. id. (De hofschilder van
den Keizer te Weenen ) W. Havius, idem. 21 Nov. 1705.
Pieter van der Poel, idem. id. id.
G. A. Mutsenius , (?) idem. id. id. W. van Dievoort, idem. 19 Dec id. De Meinertzhagen , idem. W. v. Klinckeneergh, idem 6 Januanj 1706. W. Rosenboom., » 27 Febr. » W. Duijn, » 6 Maart »
Hendr. Esselinck, » id. »
P. ROTTERMONDT, » id. »
Dirk Kint, » 31. Julij »
G. van Kinschot, » 26 Oct. »
W. Wolffganck , idem. 27 Oct. 1706.
A. Bout, idem.
W. v. Haensbergen, idem.
J. v. Steenwijck , » T7°7-
Johan Wolffganck, »
A. v. Dievoort, »
Gasper Pedro Verbruggen, idem.
J. Cambier, »
L. VAN DER WlELLLN, »
|
|||||
— 161 —
|
||||||
L. VAN NiEÜWENHUYSEN, idem.
R. P. VAN GoENS , »
j. roosmale , »
Thomas Pauw , >-
C.(?) Haansberg, »
A. van Spierinxhouk, » 1711.
M. NORMANDIE, » 20 Oct. 17II.
J. F. Tromer, »
DlRCK. DE SwART, » 30 Apr. 1712.
H. Ferguson, » 10 Dec. 1712.
Joh. Cambier, » 10 Dec. 1712.
Valentijn Mlcheell, » 31 Dec. 1712.
Adam Smits, » 11 Febr. 1713.
J. Guerin, » 29 April 1713.
C. Roepel, » 6 Mey 1713.
Willem Brouwer, » 19 Aug. 1713.
M. v. Hoecke, » 30 Sept. »
A. de Graaff, » 30 Sept. »
Gasp. van Kinschot, » 24 Oct. 1713.
A. v. Wassenaer, » 25 Nov. »
A. Guérin, » 4 Aug. 1714.
M. van d: Baalen, » 26 Jan. 1715. B. Repelaer, " » 4 Meij 1715.
Rijnier Plesius, (?) » 18 Jan. 1716. v. Assendelft, » 20 Oct. 1716. C. Van Well, » 9 Oct. 1717.
W. van Bosch, » 29 Oct. 1718. Jan Bout, » id. id. Coenraet Roepel, » 5 Nov. 1718. |
||||||
IV.
|
||||||
— 162 —
|
||||||||
J. VAN GOOL,
RüTGERT ALBERTS, a. van neck,
Philip van Dijck , d. van doolen , P. v. Meerloo , Joh. Stapel Codde, Samuel Du Val, J. G. van Boetzelaer , M. v. M aas wijk ,- W», Burrough , Josias Lambrechtz, J. Verhouff, H. v. Heteren, T. VAN Rielle junior, De Vrint, H. v. Kervel, Will. Hend. Ravens, J. Hoefkens, johan ten hove, De Greefe, A. Pauw, C. LOEFF (?)
N. v Assendelft,
.... van Dinter (?) v. Hoornbeek, Ab- Wassenaer , |
idem. 5 Nofember(!) 1718. 1)
» id. id.
» 22 April 1719.
» 9 Sept. 1719.
» 11 Oct. 1721.
» 11 Oct. »
» 8 Nov. »
» 13 Nov. »
» 13 Nov. »
» 22 Nov. 1721.
idem. 26 Sept. 1722. » 10 Oct. »
» » »
y> 13 Nov. 1723.
» » » »
» » » »
» » » »
» » » »
» » » »
» 17 ^> »
27 » » 22 Jan, 1724.
» » » »
» 8 Nov. 1725.
» 22 Maart 1726.
» 25 Jan. 1727.
» 27 » »
|
|||||||
1) lek ondergesohreve belofe ut supra. Hag. den 5 Nofember A 1718.
|
||||||||
— 163 —
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Joan Vollevens, idem. 3 April 1728.
P. W. ASSELEN, » » » »
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H. Roscam,
J. P. Ravens,
D. V. Craghï, ;
J. SCHELTUS, :
H. Verschuring,
W. Helst,
A. v. Stoppel,
G. J. Stelt,
J. Tuning(?)
H. Lanssel,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob van Neck, »
Pieter Nyman.
L. Vermaten.
Otto Groenix Van Zoelen.
Grouwe van Wely, idem. 12 Dec. 1733.
N. Hooreman, » 30 Jan. 1734.
Jan Hudde Dedel, » 19 Oct. »
JACOR VAN DER ESCHE, » 13 Oct. 1736.
C. v. Thiel, » 15 Dec. »
P. v. Turnhout, > 26 Oct. 1737.
Hoe langer hoe Hver, idem. 30 Oct. 1737, A. Wassenaer.
J. P. Dierqukns, idem.
Zoo langh ik leeve, H. van Slingelant, idem. 30 Oct. 1737.
Joannes van Braam, idem. 31 Dec. 1737.
N. van Wouw, » 8 Nov. 1738.
W. Binkhorst, » 21 Jan. 1739.
C. of G. Mulder, » 3 Jan. 1741.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
— 164 —
|
||||||||||||||||
idem.
|
||||||||||||||||
G. Hoijer ,
C. M. Juijn,
Pieter Baardtmans , G. VAN RüYMVELD,
A. D. Waardt,
J. A. v. Meerloo,
J. H. Reeland, D. Of P. VAN El.SACKER,
a. van der kaay,
Gijsb. Heeneman, M. Doornik, Gijsbert van der Hoop, IJsbrand 't Hoen, Joh. Bourcourd , B. Cock,
C. van der Hoop,
Aart Schouman, J. Turnhout, P. van der Poel,
F. van der Hoop ,
Johan Steenis, Fr. Abr. Cassa, Adriaen Vosmaer, Arnoldus Borwatkr, Jacob Vosmaer, Augustinus Terwesten, Dirck Dijckerhoff, Pieter Terwesten, G. Conus,
|
il Febr. 1741.
30 April 1741. 10 Febr. 1742. 30 Nov. 1743. 25 Jan. 1744. 18 Dec. 1745. 15 Oct. 1746. 17 Dec. » |
|||||||||||||||
7 Jan. 1747.
10 Febr. 1748. 17 Febr. 1748. 20 April 1748. 25 Oct. 1749. 25 Oct. 1749. |
||||||||||||||||
30 »
25 Apr. 1750.
7 Nov. 1750. 6 Febr. 1751. |
||||||||||||||||
» 15 Oct.
|
||||||||||||||||
11 Dec. 1751.
7 Oct. 1752. |
||||||||||||||||
— 165 —
|
||||||||||||||
A. L. van Heïeren, idem. 21 Oct. 1752.
A. Christ(?)' * 21 > »
C. Rolandus, > » » »
J. S. Cassa, >, » » » |
||||||||||||||
J. Graafland Pietersz. , »
|
4 Nov.
|
|||||||||||||
P. Cloot,
JOAN HüGO VAN STRIJEN, »
B. DE Vries, »
|
||||||||||||||
2 Maart 1754.
7 Dec. I Maart 1755.
1) idem. 1 Maart 1755. » 9 Oct. 1756. |
||||||||||||||
J. B. VAN RlELLE, »
Cs. ROEPEL, »
J. de Groot Az., »
M>'. S. de Groot Anthsz : Cour D. Ellinckhuysen ,
|
||||||||||||||
F. H. van Wassenaer, , 21 » »
J. Patijn, » » » » Carel de la Bassecour , » » » » P. M. Mestre, » » » » JOHAN DOMINICUS, » » , »
A. VAN DER GOES, » 20 Nov. »
N. BONDT, » 27 » »
C. A. Francken, » 12 Febr. 1760.
W. Rooy , » 19 Sept. » T. P. C. Haag, idem. 22 Nov. 1760. P. G. van Balen, » 7 Febr. 1761. G. van Minninghen, » 21 » »
G. Bok, » 7 Maart » A. van Neck, » 7 Nov. » J. H. van Kervel, » 14 Nov. |
||||||||||||||
1) Zeker de Courantier.
|
||||||||||||||
— 166 —
|
|||||||||
C. J. Beaumont, idem. 22 Jan. 1763.
J. De Riemer, » 5 Nov. »
J. Baert de la Faille, » 10 Dec. »
J. D. Heijns, » 28 Jan. 1764.
A. Bosch, » 17 Nov. 1764.
E. W. VAN WlJDENBRUGH, » l6 April 1765.
Einde van dit boek. |
|||||||||
Het tweede perkamenten bandje op het Haagsche Gemeente-
Archief heeft tot opschrift: Accademie
van de Teycken-Const, 1682 — 1700.1) Voorin met potlood : Al het hier in uitgesneden, is helaas! door den vorige bezitter
gedaan. C. Kramm. Het accademie hebbende begonnen den 2911 September 1682, zijn
de regenten van de voorz. accademie, namentl: d'Heer Wilhem Doedyns. ie jaar. d'Heer Theodorus van der Schuer. 2e »
d'Heer Daniel Mijtens. 3e » d'Heer Augustinus Terwestkn. 4e »
d'Heer Robert Duval. 5e ,
Geresolveert dat het eerste jaar de directie van de voorsz. acca-
demie sal werden geadminisstreert bij d'Heer (enz. weer de bovenst, namen na de volgorde waarin zij staan,) en dan weder van vooren aff. Aldus gedaen enz. 15 Nov. 1684.
W. Houper.
|
|||||||||
1) Hoewel in de volgende bladzijden een aantal geheel onbekende namen
voorkomen, meende ik toch geen vrijheid te hebben, die over te slaan. |
|||||||||
— 167 —
|
|||||
Op deze bladzijde (verso) volgt in eens :
21 Sept. 1695. Regenten: d'Heer Th. van der Schuer, als regent voor dese
winter. Assistenten d'Heeren Rob. Du Val, Daniel Haringh, Corneus
de Bruijn, Johan van der Heijden, Johan Blommendaal, Dirck Gibson, Adriaen Lunach. Regenten van 1697.
d'Hr. Daniel Haringh, regent voor desen winter.
Assistenten d'Heeren
Theod. van der Schuer.
Rob. Du Val.
Jean Brandon.
Jan Brouwer.
Corn. de Bruijn.
Op bl. 2.
Academie aangevangen 1696.
Volgen de namen der leerlingen: Loofs, Gallama, W. van Oosterom, P. Haringh, Aerent Pijl,
llmborgh, blrochion, brouwer, nobelet, pola, dlrck klnt , Abr. van Steenwijk, Verstratrn, Heyblom, Piere Pieté, Hooft, Bleecki), Van Swinderen, Blomendael. Op fol: 6 volgt: Namen van de Accademisten. A» 1682—1683.
(Dit boek is op zonderlinge wijze gebruikt.) Otto Bomble, Pieter Arondeus, Carel Gravesande', Ant.
Verschuer, Jan Morenas, Ant. Spyck, Ai.b. van der Spick, Ar- noldus Gouda, Johs. van Schei.luyn, Ernest van Hemert, M. tkr-Westen, Antonio Gerico, Petr. Cavalier, Timon Conyn, 1) E. Bleek , portretschilder.
|
|||||
— 168 —
|
|||||
Maurus Dringelenbergh, Francois van Santvvyck, Niclaes
Hooft, Pieter Besyll, Mi', van der Salm, Mr. Helm, Francois Mannis, Laurens van Leeuwen, Mons. Stelt, Frederick Wit- steijn, Faeianus vanKessel, d'hr. van Hardenbroeck,JacobusHerme, Mons. BOUCHÉ (BOUCHER?), JOHAN MELCHIOR ROOS, ANT. VeRSSEN.
Ao. 1683.
Behalve de vorigen:
Adriaen van Leeuwen, Simon van Velsen, (weer Mr. Bouché),
Mons. Meester, Jacs. van Switen. (Thans beginnen reeds de ga- pingen, door het uit- en afknippen van handteekeningen ontstaan.) De overgebleven handteekeningen der Rekeningen over 1683 zijn: Th. v. D. Schuer Deecken; Joan van Haensbergen. Hooftman. Ao. 1684.
Weer Pierre Bouché, Johan Melchior Roos, Mr. Visbagh. Mr. van den Branden, Rr. Louckers, van Iperen, Mr. de Baen, Mr. DRAPENTIER, Mr. ROUGISAR, WiTTENSTEIJN, EVERARDUS MAES
en Johannes Lustingh, de meeste vorigen.
(Weer een blad waaruit 3 stroken geknipt zijn.)
November 1684. De meesten der vorigen; nog Jan van Nim-
weegeN, Géricot, (thans zoo gespeld), Mons. Overbeeck, Mons.
Maes , Pieter Lockhorst , Lourens Emmerseel , Mr. Isaac du Gant ,
Jacobus de Baen, la Rivière, Schoon.
1685.
Dezelfden, J. Top, Leendert van der Wiel, Mons. Constan- tinus Netscher, Abraham van Hoogstrate, J. Maes, Jan van der Metten, Andries Bartel, Thomas van Veen. Bij de rekening zijn alle handteekeningen afgeknipt. |
|||||
— 169 —
|
|||||
i686.
Nieuw voorkomende namen: Mr. Hebbelaer, later Ebbelaer,
Emanüel Marot, Bartolomé Brandon, Mr. Bisschop, Lochorst, Abraham Weijs, van Wijck, Willem Noot. Voortaan veimeld ik niet meer waar iets uitgeknipt is, daar 't bijna op elk blad voorkomt. 1687.
Nieuwe namen: Jan Keijser, Bruijnings, Bertou, later Bar- tue, Willem Hoeboet. Voorts: Jacobus de Baen, P. Loofs, Netscher, en de beide Hoogstraten's, N. Hooft, M. Terwesten. 28 Dec. 1687 staat er achter 14 van bovenst, namen: dese een sleutel. Daaronder: Dese bovenst, diesijpels hebben mij betalt acht stuvers voer ider sleuttels. Enkelen geven den sleutel later weer terug. (Misschien voor een eigen kastje ?) 1688. Nieuwe namen: Elias Moli (ook Moué), Adam Romburch, Johan de Baen, Charles Gallua, Franqüien. 1689.
De rekg- over het afgeloopen jaar is onderteekend door Th. v. d. Schuer, Aug. Terwesten, Johan van Haensbergen. In de geschonden rekening: Aen de Heer Doudenns ƒ 3.—
Verschuer » 3.—
Voor de Weduwe Mijtens » 3.—
d'Heer (A.) Terwesten » 3.—
d'H. du Val » 3.__
Nieuwe namen: Samuel Bleysendorp, Joh. Swalifstecker,
later Swaevelsteecker , Hend. Petr. Kutsch, Corn. Beeldema- IV. 22 |
|||||
— 170 —
|
|||||
KER, Jonck. SiNTEMAN, (SiRTEMA?) (BLEECKE blijkt hier RiCHARD
te heeten.)
1690.
Nieuwe namen: Mons. Coets ,• Torner , Blaesendorp, (op 17 Jan.
Nota, dat de bovenstaende gelden sijn gerembourseert alsoo de Model quam te sterven.) 27 Nov. 1690. Nog: Mons. Sebell, Mons. Micharius, Mons.
Mure, Mr. Lafonteijn, Mr. van Dorsten. 1691.
Nieuwe namen: Mons. Kinegom, Mr. Vught, Nicolaes Nobel.
1692. Den 22 Julij begonnen te teijckenen op d' Accademie bij de na-
volgende Accademisten onder Doedijns. Mons. Micharius.
Mons. ter Westen.
Mons. Sebel.
Mons. Bertoun.
Mons. De Baen
Mons. Van Dorsten.
Nov. 1692.
Mr. Terwesten.
Mr. Netscher.
Mons. Bleek.
Mr. Van Dorsten.
Mr. Micharius. Mr. Pola.
Mr. VlNEK. Mr. NOBLET.
Mr. MlGMAN.
Onderteekend: W. Doudijns , Joh. v. Haensbergen , R. Duval ,
Directeurs van d'Academie, Rombout Verhulst, hooftman. |
|||||
— 171 —
|
|||||
Nov. 1693.
De H>. Terwesten, Hooft, v. Dorsten, Polla, Brandon,
Netscher, De Ridder, Van Bleeck, Vinck, Gibson (beelthouwer). Nov. 1694. De vorigen met Sandwijck, Heyblom, Van der Straten,
Zelonius, Bloemendael , Oosterom. Het meestergeld van Hoogstraten , Schilder f 12.—.—
Idem van Adr. van Wessel en Gerard Blok,
beeldhouwers..............- 12.—.— elk. ' In de rekening van 1694—95 komt voor: Noch van d'Hr. Carré
als mrs.soon ende Hagenaer...........ƒ 6 —.—. Ontfangen het meestergeld van d'Iir. de Bruijn . . » 12.—.—
Hieronder staat:
Aldus gehoort, gerekent en gesloten ter presentie d'Heer Duval,
deken, Dirck Gibson, Adriaen Lunach, Johannes van der Hey- den, Hooffden van de Bceldhouders ter Camer van de Confrerie, den 12» Sept. 1695. My present Secretaris
W. Houper. Staat van den ontfangh & uijtgeeff rakende de meesterstucken,
discipul geld en anders. Ontfanghen van de Mr. gelden.
1695. 30 Nov. van Pr. Vygens........ƒ 18: o:
21 Dec, » Charel Maleth......» 12:0:
1696. 28 Febr. van Lancan...... ...» 12:0:
6 Maart van RUBBENS.........» 18:0:
Teeuwes van Wieuck.........» 12:0:
Discipul geld.
Van Mons. Limburgh........... . » 2: o: |
|||||
— 172 —
|
|||||
Van Mons. Biroschion...........» 2 : o:
» Ary van Wessel zijn discipul genaamt Jacobus Frans » 2:0:
» Pr. Bijlevelt..............» 2 : o :
» Cristyaen "Vermeulen , discipul van Lunach . . » 2:0:
Deze rekening is gehouden »ter presentie" van: d'Hr. Deken
Uuval, van der Schuyr, Haringh, Hoofdmannen, Pr. van Dobben,
Abr. de Vryes, Dirck Gibson, Adriaen Lunach, Hooffden van de
Beeldhouwers.
Rekening over 1696.
Van de meestergelden is tijde deses niet ontfangen.
Nochte oock van de discipulen.
De rekening van 1697 begint evenzoo.
1698.
Heeft het Academie begonnen met de volgende dissijpels, gedi- rigeert door Mons. J. Brandon. LAMBERG, TERWESTEN, G. V. LlMBORCH, POLA, BERNARDS, H.
Brij, J. Doorschodt, P. Schot, R. v. Bleeck, W. Heyblom,
J. van Doolen, Theod. Kint , Abr. v. Steenwijck, Arent Pyll, Piter Loofs, Haringh, Johan Danneberg, Roepel, van Swin- deren, Birochon. 1699.
Behalve de meeste bovenstaande namen nog:
Coen, Carré en Brouwer.
26 Octob: 1699.
Thans moeten de »accademisten" hunne handteekening plaatsen
onder de belofte dat zij de academie voor 3 maanden zullen «frequenteren." N. Hooft, R. v, Bleeck, H. Breij, Wil. Heyblom, H. Door-
schodt, Adolf Cruysbergen(?) J. van Doolen, M. Bernards, C. Roepel, Mr. Staal, Egbert Meyrink, P. Coen, Pieter Loofs. |
|||||
— 173 —
|
|||||
Regenten van de accademieschilders.
Van der Schuyr, Duval, de Baan, Haansbergen, Haringh, Brandon, de Bruyn, Brouwer, M. ter Westen, Netscher. Beeldhouwers. Van der Heijden, Blommendaal, Gibson, Lunach. 1699.
(Nog eenige nieuwe namen als: Quackelstevn, Lambergen, Bloeijevel, Pesyet(?) van Swinderen, 1700.
Nieuwe namen: Nobelet , Wemeni (?) 28 Sept. 1700 is bij den Deken en Hooftmannen tot Regent van
de accademie aangestelt de H>'. Mathias Demele, present als boven. Hiermede sluit dit boek, dat tamelijk vervelend is, soms onleesbaar, en waaruit ik slechts het noodigste heb overgenomen. Hierop volgt een perkamenten band gemerkt:
Accademie, derselver Rekeningen met den gevolge
van dien, beginnende met primo October 1700 en eyndigende Ult°. October 1730. Eerste blad: (zonder jaartal NB!)
Regenten van de Accademie van de Teykenconst in 's Gravenhage,
Th. v. d. Schuyr, Rob. Duval, Dan. Haringh, Jean Brandon, Const. Netscher, Matth. ter Westen, Matth. de Mele, Jan Brouwer, Nic. Hooft. (Den ie Mey 1702 is mede aangestelt Petrus Looffs.)
verso: 18e Sept. 1711 is den Rangh van de Regente 1 gestelt als volght:
R. Duval, Daniel Haringh, Matth. ter Westen, Const.
Netscher, Matth. De Mele, Nic Hooft, Petr. Looffs. |
|||||
— 174 —
|
||||||
26 Oct. 1719.
Dezelfden, behalve Haringh, daarvoor Willem Haensbergen. |
||||||
Namen der Regenten van 1720.
W. Haansbergen. (Drie volgenden er uit geknipt!!!) N. Hooft, M. TerWesten,
Koenraet Roepel en van Gool. (Uit de volgende bladzijden zijn bijna geregeld heele stukken
weggeknipt; welk vandalisme!) Uitgaeff ofte betalingh etc, gedaen door Matthias Demele,
Const-schilder. Zonder jaartal, doch waarschijnlijk 1701; zie verder.) (Hierbij o. a. ƒ6—15—8 voor een Kristaline Kelck en Dexel, enz.)
Ontfangh van d'Akkademij der Hr. Const-schilders door Jan
Brouwer, beginnende den 26 Nov. 1701. Wij ontmoeten de volgende namen:
Breij, Volleven, Coenen, Kruisbergen, Pel, Brijel, Bleek,
De Baan, Meijnderts, Loofs, Pijl, Limburch, Doorschot, Zeunt- jes, van Hulst, Bs. Bleek, Lares, van Dobben. 1702.
Bijna al de vorigen, benevens Martinus Hoes , Jan Le Roy,
Bernarts, Backer, Constantijn, Persijn, Vincentius. »7°3-
Nieuwe discipels: Van der Vucht, Witbols, Van Gool, Holm, van Sunderen, Schrey, Larisse (wel Lairésse als boven.) Lormier. 1704.
Nog een M>\ Gerret, Mons. van der Burgh, van den Ende, Storck, Johan Cazimir, van Heusden, Biers, Schatelyns, Spijck. 1705. (Regent: Dan. Haringh). Discipels: Mr. Tier, Preudom, van Duysel, Cloppenburgh, |
||||||
I
|
||||||
— 175 —
|
||||||
Ophoven , de Heer Schoonjans , Hannaert, van Hulst, Schreij ,
Storck, Coene, Spijck, Persijn, Volleven, Laris, Duval, Door- schot, van Heusden, A. van der Schuer, van Gooi., van den Enden, Lormier, Limburgh, de Baen, van Dalen. 1706.
Nieuwe discipels: Sagarius, Beeldemaker, Van Kuyck, Soukens, Koster, Goskey, Pateyn. 1707.
Nieuwe discipels: Mr. Batar , Schoenmacker. 1708.
(Regent: C. Netscher.) Discipels zijn thans: Speijck , Kloppenburgh , Beeldemaker ,
Scukens, Goské, Van Daalen, van Kuyck, Van Bleek, Limburgh, Doorschot, Van Gool, Storck, Kindt, Volleeven, Schrey. 1709. (Regent N. Hooft.)
. Nieuwe discipels: De Waert, Vermeulen, Houtijn (of Hauctijn), Aernout van der Mey. 1710. (Regent Duval.)
Nieuwe discipels: Johs. de Jongh, Hendrick, Van Douwe, Bock, Tomassin, Surgis, Fonbone. 1711. (Regent M. Terwesten.)
Nieuwe discipels: le Roux, Jansen , Van der Druyf , Jan Bodt, v. Speyck, S. van Beeck, Sluijter, Avekaat Mij. 1712. (Regent Gonst. Netscher.) Geen nieuwe discipels. 1713. (Regent P. Loofs.)
Nieuwe discipels: Tressi, Pelone, il Signore G. Batisti Riary, Jacobus van der Burgh. |
||||||
— 176 —
|
|||||
1714- (Regent M. Demele.
Nieuwe discipels: Bern. van Weemen , Frans van Santen , Michiel Moninx, Trescie (zie boven.) 1715. (Regent N. Hooft.)
Nieuwe discipels: Frans Louwi, Victor de Vries, Vreese, Verheijde. 1716. (Regent Duval.)
Nieuwe discipels: Hendr. Geerkens, 0. O. Ranis, Egidius Schoenmakers; nog: Joh. van Swinderen. 1717. (Reg. M. Terwesten.)
Nieuwe discipels: del Sotto, Schoonbagh, (en o. a. nog steeds van Gool, H. Limburgh, en de vorigen.) 1718. (Reg. Const. Netscher.)
Nieuwe discipels : Graham, Fr. van Stapelée, Gruson, Sacks, Hoogvelt, N. van Limmick. 1719. (Reg. W». van Haansbergen.)
Nieuwe discipels: Philippus van Dijck, Heyndrick Carée, Jo- HANNES CARÉE, AbRAM CaRÉE, AD. GESWINT.
1720. (Reg. Dirk Kind.)
Nieuwe discipels: Jan de Peuijt, Jan van Heemst, Roel. van
Wessel, Bar. Luyties , Pieter van Dijk. 1721. (Regent N. Hooft.)
Nieuwe discipels: Pieter Sieburch, Louwi de Moni. 1722. (Reg. Duval.)
Nieuwe leerlingen: Plevtingh , weer de Monie en van Dijck. 1723. Directeur Mattheus Terwesten.
Thans zijn teekenaais: Jan van Heems, J. Geschwindt, Dirck Kuyper, D. Freese, Sibokgh, de Werdt, Ph. van Dijck, Tessee, d'h'. Limburch, van Vilsteren. |
|||||
— 177 —
|
|||||
1724.
Directeur Coenraed Roepel.
Teekenaars: D'hr. van Vilsteren, Geswindt , (ook wel Ge- SCHWINDT,) DlDERICK KUYPER, LlMBORGH, L. DE MONIJ, Mr BEAUJOUR.
Hierbij de notitie: de boetens bedragen: M. Terwesten, C. Roe-
pel, J. van Gool; S. Duval, W. van Haensbergen, D. Kindt, N. Hooft, samen 6 gl. 1 st. verteert 20 Aug. 1726. 1725.
Directeur: De heer Joh. van Gool. Teekenaars: Marot, Kuvpers, Joh. Kaspers, Bonjour, Lim- BURGH, GESCHWINDT, DE WAERDT, MONIJ, VkIESE, GoSKE, VAN DiJK.
1726.
Directeur: Sam. Duval. Teekenaars: Lurachi, Cuyper, Abeele, Freesen, Keller, Lim-
burgh, van Dijk, Johs. Schutter, de Waert, Marot. 1727.
Directeur: Willem van Haansbergen.
Teekenaars: Joh. Vilet, Ant. Caspers, Bern. Francois, Joh.
Lurachij, Córn. v. d. Abeele, Did. Cuyper, Marot, Freesen, Ge- schwindt, van Ree, Limburgh, Termeijn, Graham, van Dyk. 1728.
Directeur: Dirk Kint. De vorige teekenaars met nog: Ruik Keijer, B. F. ImmINK, Jan
Furet, J. B. van Camp, Petr. Jacobs, Christ. Knieses, N. van Reene. 1729.
Directeur Nicolaes Hooft. Nieuwe teekenaars: Jac. Naggenius, Rtnkijert, (nu zóó gespeld.)
Mijtens (welke??) IV. 23
|
|||||
— 178 —
|
|||||
Hiermede is ook dit boek uitgeput; het vervolg vindt men in
het bandje van den Heer J. Ph. Van der Kellen. In een ander perkamenten bandje vindt men allerlei zaken de
confrerie betreffende, bijeengebonden. Eerstelijk: de oorspronkelijke, zeer net op perkament geschreven
gildebrief: (Zie bl. 46), met groen en geel zijden linten versierd. Vervolgens het hier onderstaande, mede op perkament geschre-
ven stuk, getiteld: Mand*, van Debitis. Den President ende Raden over Holland, Zeelandende
Vriesland; den eersten geswooren Exploictiers hier op ver- sogt; salut; Alsoo ons vertoond is, bij de Deken ende de Hooffluijden van de Haagsche schilder-constbroederschap; dat de voorsz. Broederschap op den 21 October des jaars 1656 door Schouth, Burger- meesters, Scheepenen ende Regeerders van s'Gravenhage zijnde geeri- geert ende gestablieert geworden tot een aparte confrerie, ende sedert die tijd; onder de authoriteyt van de voorn". Magistraat sigh soodanigh altijd ende tot nu toe hebbende geconserveert ende in wesen gebleven zijnde, bij Deken ende Hooftluijden mitsgaders de gesamentlijke leeden van de voorz. Confrerie ofte . broederschap, met algemeyne consente tot een fonds, omme deselve Confrerie te doen bestaen, al seedert een lange reexs van jaaren toegestaan en vastgestelt is, vooreerst, dat alle die- geenen, ende ieder een, dewelke in de voorsz. Confrerie soude komen te treden, in seker boek daartoe altijd expres gehouden, bij sijne handteijkeninge soodanigen somme van penningen aan de voorsz. Con- frerie vrijwilliglijk soude bespreeken, als het hem gelieven soude daarbij uijt te drucken, omme de voldoeninge van dien van zijne Erfgenamen naar sijn dood sonder eenige moeijten ende regtsplegingh daarvoor te mogen aanspreken ende van deselven te vorderen, het- welke zedert den dertigsten January des jaars 1662 tot desen huy- |
|||||
— 179 —
|
|||||
digen dage toe, soodanigh onderhouden is geworden, hebbende die
inteekeningen bestaan in een somme van vijftig guldens ofte andere wat meer deze ofte mindere sommen van penningen, soodanig als ieders goetvinden quam te gedragen, ende ten tweede dat ieder lith by zijne intrede in de voorsz. Confrerie, sigh mede bij handteyke- ninge in een ander apart daartoe gehouden bouck geobligeert heeft gehad om jaarlijks eene silvere ducaton op te brengen, ende te con- tribueeren, tot verval van de dagelijksche lasten en onkosten op de voorsz. Confrerie vallende als het betalen van den knecht, onderhoud van de camer van deselve Confrerie, als andersints; Ende off dan wel iedereen, die sigh bij zijne vrijwillige handteijkeninge als voorsz: is, tot het voorgemelte geobligeert heeft, gehouden was zijnen jaar- lijksche ducaton tot het geene voorsz. is, sonder versuijm op te brengen, ende de Erffgenamen van de geweese ende overlede Con- fraters geene difficulteijt behoorden (te maken) in de voldoeninge van de voorsz. fonds ofte somme van penningen, waarvoor sigh ijder der selver in zijn leven by handteykening alvoorens verobligeert ende verbonden heeft, soo bejegenen de supplianten te dier saken respec- tievelijk verscheyde onwilligheden ende gebrekkelijkheden, waardoor het totale verval van de voorsz. Confrerie geschapen soude staan be- vordert te werden, hetgeene alsoo niet en behoord. Ende dewijl der supplianten voorsz. respectieve agterwesen ende pretensien bestaan in verscheijde geringe sommen van penningen, ende onder de leden van de voorsz. Confrerie sigh bevinden verscheijde suppoosten van desen Hoove, soo keeren de supplianten sig tot desen Hove (alsoo sij seg- gen) ootmoediglijk versoekende daaromme onse provisie ; Soo ist, dat wij U committeren bij desen (mits U regulerende in
't Exploiteren van desen naar het 6 ende 7e articul van de nadere ampliatie van de Instructie van desen Hove in dato den 24e Maart |
|||||
— 180 —
|
|||||
iÖ44i te trecken aan de persoonen ofte ter woonstede van alle dei-
Supplianten gem: debiteuren ter eer'ster instantie voor desen Hove convenibel sijnde, waarvan de Supplianten U de namen met de som- men van hun agterwesen schriftelijk overleveren sullen, ende henluijden ofte bij affsterven van eenige derselven, haavluijden Weduwe, Kinde- ren en erffgenamen, ofte de Voogden van die, van wegen de Hooge Overigheijt belast ende beveelt de Supplianten van hun agterwesen (: voor dato desen verschenen:) te contenteren, met de Costen hier- omme gedaan; Ende in cas van oppositie, dagvaard d' opposant off opposanten te compareren ofte gemagtigd te senden 't eenen seekeren bequamen dage voor desen Hove offte voor de heeren Commissen ter decise van de Kleijne Saken geordonneert, respectivelijk om te zeggen de redenen van dien, te kennen ofte ontkennen haarluijder respective brieven van verbande off copie authentijcq van deselve, des Supplte register ofte Extract authentijcq van dien te sien sterken bij Eede, te antwoorden op 't verzoek van Namptissement, ende voorts te pro- cedeeren als naar regten. Ons relaterende U wedervaaren. Gegeven in den Hage onder 't Zegel van Justitie den negen en twintigsten Maart 1720. Bij mijnen Heeren den Praesident ende Raden over Holland,
Zeeland ende Vriesland. ]oan Thierrij. 1720. i)
Volgt eene Verbeelding der Illuminatien gesteld vóór de Kamer
der Konstschilders-Confrerie in 's Gravenhaage, op den 31 December 1737, ter occasie van het 75e jaar, dat derselvev Academie en Broe- derschap is opgeregt. M. Terwesten, (toenmaals Deeken) inv. et pinx. colorib.
A. Terwesten, delin.
1) Ik gaf dit Ms. getrouw weer, met de zonderlinge spelling dier dagen.
|
|||||
— 181 —
|
|||||||
(Het nadere over deze illuminatie vindt men in het IVe deel
van Weverman's Levensbeschrijvingen bl. 176 enz. Ook in de 's Grave nhaagsche Courant van 1737 vindt men tal van uitvoerige bizonderheden omtrent dit feest.) Dan de gekleurde:
Aibeelding van het Vuurwerk, afgestooken voor de Kunstschil-
ders Kamer in s1 Gravenhaage, op den 31 December 1737, ter occasie van het 75e jaar dat de Academie en Broederschap is opgeregt. (Coenr. Roepel inv. P. TerwesTEN fee.)
|
|||||||
Daarachter het (gedrukte) gedicht:
op het 75 jaarig jubelfeest
der Broederschap van Pictura, in s'Gravenhage,
gevierd op den xxxi December mdccxxxvii.
Gij Feiiixgeesten, die, ten starren ingedragen,
Gebloeid hebt hier beneèn, als 'fc wonder van uw dagen, Doudei.tns, Teewesten, en Du Val, en Van dee Schuüe, En gij, ö Mijtens, leent mijn geest een vonk van 't vuur, Dat, bij het stichten van dit kunsthof, uw tafereelen Bezielde, op dat mijn Nimf ook in de vreugd mag deelen; Met uwe opvolgers in 't bewind deez' hoogtijd vier'; En met een sprekende schildrij uw kunstzaal sier'. De Schilderkunst, oudtstijds gelief koost van de volben, En als een hemelgaaf, van boven 't zwerk der wolken, Haar minnaars toegedeeld, door milde gunst der Goön, Spande, in die tijden reeds, van alle kunst de kroon; Geëerd bij Tyriërs. en bij Egyptenaaren, En nabuurvolkeren, ja Mooren en Barbaaren. De koning Juca schreef, uit achting voor de stof, Een boek, tot lof der kunst, in 't Mauritaansche hof. Men zag in dezen lust de Grieksche Burgerstaaten Aan Koningrijken zelf het niet te goede laaten. Atheen, door 't helder licht van Pallas oog ontvonbt, Had lang als d'opperschool van alle kunst gepronkt; Korinthe, als 't koophof, dat ontelbre kunstenaaren Uyt Asie en Euroop zag saamgevloeid, vergaêren. Ephesen, Tbebe, Sparte, en Bhodes, elk om strijd Had aan de Schilderkunst alle eerbied toegewijd. Dit edel ijvervijer, rondom dus aangeblazen, |
|||||||
— 182 —
|
|||||
Bragt menig' Fenix voort, om d'eeuwen te verbazen;
Den held Apelles, wiens bevallig kunstpenseel,
Door Alexanders gunst, Kampaspe viel ten deel:
Parrhaas, die d'evenmaat eerst heeft de kunst geschonken,
En als een tijd-genoot van Xettxis uitgeblonken;
En Protogeen, door 't stuk van Jalysus vermaard;
Waarom Demetrius oud Rhodes heeft gespaard.
En meer puykgeesten, en doorluchte schilderhelden,
Een eeuwige eerkroon waard, wier naam 'k ontzie te melden,
En wier tafreelen, met onnoembren schat betaald,
Noch hebbeu lang daar na op 't Kapitool gepraald,
Of in Augustus hof gedient tot iiuiksieraaden.
Men zag de kunst, alom met gunsten overlaaden
Door 's werelds Grooten, in oud Kome niet verneêrt,
Maar door een' Keyzer zelf gelukkig gehanteert.
Als naderhand Euroop, door Gotten en Wandaalen,
Was overstroomd, en 't hoofd bijna moest onderhaalen,
Wierd alle wetenschap als onder 't puyn versmoord,
Beschaaftheid ruimde 't veld, Barbaarschheid, ongestoord
Met domme onwetendheid ten throon gevoerd veele eeuwen,
Dorst, wat naar kunst geleek, verbluffen, overschreeuwen.
Tot eindlijk Parthenoop, op haaren vrugtbren grond,
Uit dezen duistren nacht, den eersten morgenstond
Van Wetenschap en Kunst op nieuw zag opgelooken,
En gansch Italien dat zonlicht doorgebrooken,
De nevels weggevaagd, en dus het kunstvijer aan
Gequeekt in d'aderen van Rafel, Titiaan,
En Michiel Akoelo, en andere Eenixtelgen,
Wier naam d'Aloudheit zich, hoe kunstrijk, niet zou belgen.
Zelf had nieuw Rome eerlang een oeffenplaats gebouwd,
Daar aan de Schilderjeugd kunstkennis wierdt ontvouwd,
Om zich, op vasten voet, den weg tot roem te baauen.
Men zag dit prijslijk spoor haast volgen in Toskanen,
En 't huys van Medicis, tot d'oppermagt geraakt,
Door liefde tot de kunst, een erfdeugd, 't hart geblaakt.
De groote Luidewijk, schoon door veel oorlogsdaaden
Beroemd, voegde ook d'olyf bij zijne lauwerbladen,
En stichtte,- al plantte Mars zijn vaan op 's vijancls erf,
Aan d'oevers van de Seine een hoofdschool voor Minerf:
Een loopbaan die Le Brun , Poussin , en andere braven,
Zag naar de zegenkroon in 't Schilderstrijdperk draven.
All' döez' voorbeelden nam der vrije Staaten stoel,
Des Graavenhaag, 't prieel van Neêrland, zig ten doel;
En, om meer zngt tot kunst in 't hart der jeugd te ontsteken,
Besloot ze ook in haar schoot een oeffenschool te queken.
Der Burgemeestren zorg schaft plaats, daar toe bequaam,
Bevoorregt ze met gunst en vrijdom, aangenaam
Voor een vergadering van hoofden, kunstgenooten,
En die de kunstliefde, als bevorderaars, vergrooten.
Dus wierd de zetel voor de kunst hier vastgevest,
En d'eerste Hoofden, van naijver aangeprest,
Bestonden deeze plaats, door Fenixschildertjen,
Schoon op te heem'len, en gelukkig in te wijen.
|
|||||
._ 183 —
|
|||||
Doudeijns, afdalende uit aanzienelijk -geslagt,
Wiens kunstpenseel veel roem van Rome wederbragt,
Verbeeld de Haagsche Maagd, die handvest, en papieren
Reikt aan de Schilderkunst, en die de kunst bestieren.
Terwesten, die vol vrjer den Tyberstroom bezogt,
Om Rafaels penseel, toont wat zijn band vermogt,
En geeft in zijn tafreel den leerling te beschouwen
Het nut der doorzichtkunde, en wetenschap van bouwen:
Du Val, hoe noodig 't zy dat een meetkundig oog
Den Schildergeest verzeil', zelf tot aan 's hemels boog;
Hem leer' zig aan den loop van 't starlicht heyr gewennen,
En hoe de zon langs 't spoor des dierenriems komt rennen.
En Van der Schuur toont, hoe der kleuren wetenschap
Den Leerling heffen kan tot hooger eeretrap;
Die, hoe verscheiden ook haar glans in 't oog mag spelen,
Door maatschappij verknogt, schier niet van een verschelen.
En, Mijtens leert, hoe hij historykunde schat,
En doet de tijd zijn rug, tot een geschiednisblad,
De waarheid aanbiên, om met zekerheid te maaien,
Al 't geen de Faam haar uit den wolktroon komt vernaaien.
O Heerlijk Schilderhof, in Pallas gunst gesticht,
Hoe vast, hoe dier, blijft ge aan dier Helden vlijt verplicht!
Wat zaagt ge in korten tijd een' oogst aankomelingen,
Als nyvre byën, van uw drempel opwaart dringen,
Door les en voorbeeld van deez' Hoofden aangespoord.
Wat bragt uw vrugtbre schoot al puik van schilders voort,
Wier naam, wier kunst, den tijd en nijd ten trots, zal leven.
Doch wijl belooning kau den grootsteu spoorslag geven
Aan Kivnst en oeffening, en niets de vlijt der jeugd,
Dan hoop op eer en prijs, meer prikkelt en verheugt.
Zo zag dit kunstgewelf aan zijne kim gerezen
Een nieuw opgaande licht, van onbeneveld wezen,
't Geen 't licht zijns broeders volgde; en streefde eerlang op zij;
Terwesten, die de jeugd noopte in zijn schilderij,
Om steeds naar roem en lof in 't schilclersperk te jaagen,
Daar haar Picluraas hand de prijzen op komt draagen,
All' door Merkuur, den god der winsten, voortgeleid.
O Kunstjuweelen, zegt, wie heeft de verf bereid,
Wat heeft der meestren hand bestierd, hun brein gesteven?
Of heeft Minerf hen zelf de vinding ingegeven ?
Heeft hen het licht der zon zijn' straalen mégedeeld,
En dus hun puikponseel deez' wonderen geteeld?
Waarvan men d'eeuwen door zal met hoogachting spreken,
Al wordt gij honderdmaal en honderdmaal bekeken,
Met het nauwkeurigste oog, steeds zijt gij overspreid
Met luisterrijker glans, en meer bevalligheid.
Hoe treft gij 't wit hier om den Leerling t'onderwijzen;
Door hem voorbeeldig 't nut der Kunsten aan te prijzen!
Want, volgende dit spoor, ontdekt zijn oog het pa4,
Waar langs hij veilig kan den onwaardeerbren schat
Van wetenschap, tot hulp van zijn vernuft, verkrijgen,
En zó ten top der kunst op eigen wieken stijgen;
Door naarstige oeffening steeds hooger opgevoerd.
|
|||||
— 184 —
|
||||||
Nu eens op scheller toon de luiteanaar geroerd,
Kunsthoofden van deez' tijd, Apellen. Protogenen.
Parrhaseh, Xeuxessen, daar heden is verschenen
De heldre dageraat, waar in ge uw Jubelfeest,
Met heel uw Broederschap zult vieren, blij van geest.
De Zonnevoogd heeft nu reeds vijfmaal vijftien reyzen
Den jaarkring rond-gereên, 't licht vroeger weg zien deyzen,
Zó menigwerf de Leut' verblijd , het land geblaakt
Des Zomers, en de Herfst den Winter plaats gemaakt,
Na dat Kunstliefde eerst had den keten vastgeklonken
Van uwe Broederschap, toen mildelyk beschonken
Van d'Overheden, om dit loffelijk besluit
Te staven; eene gunst tot heden niet gestuit,
Maar die m' eeuw uit eeuw in gelukkig ziet beklyven.
De vriendlijke eendragt hielp alsins dit oogmerk styven.
Gelijk in een tafreel, op 't rijklykst gestoffeert,
Een evenmaatigheid, met kunst geschikt, verkeert;
Gelyk de kleuren, hoe verscheiden, zich beminnen,
Zó hield eenstemmigheid haar zetel steeds hier binnen.
Zó word van velerley Muzyktuig, aangeraakt
Met Kunst, een hoofdgeluid, een zelve toon gemaakt.
Waarom ook d'Overheid uw doen zó hoog waardeerde,
Dat van haar menig Lid uw Broederschap vermeerde;
Ja veelen, welker naam men ziet geschreven staan
Met goude letteren in 's Lands historiblaèn,
Versmaadden niet met u het zelve broederteken
Te dragen op hun borst, in kunstliefde onbez weken.
Zy zelf ontwaardigen zig niet, deez' dag, 't vermaak
Met u te deelen. Dat dan vry uw kunstvijer blaak,
Van spreuken rijk gesierd, en bloemen en festonnen.
De berkemeyer schuim van frisschen wijn, gewonnen
Aan Rhyn- of Moezelstroom, of Vrankrijks eelste vrucht.
De vreugdegalm dring uit uw zaaien tot de lugt.
Bekrans uw' hoofden vrij met groenende laurieren,
Maar laat d olyvekroon vooral uw' vlechten sieren,
Die past Minerve best, en ook Minerves stoet;
Die past de Vrede ook, die de kunsten queekt en voedt,
Gelijk een moederlicht, wiens koesterende straalen,
't Verquikte Vaderlandt gerust doen ademhaalen,
Zó bloeit uw Kunstschool best, zó word de schil dergeest
Ten top van wetenschap gevorderd allermeest.
Zó moet het nimmer aan Mecènen u ontbreeken:
Noch Kunstenaaren, die den Griek naar d'eerkroon steeken.
Zó heeft onze eeuw noit reen, waaromze zioh beklaag';
Hoe zeer d'Aloudheid roem op al haar voorregt draag',
Haare overblijfzels zijn deez' tijd tot leermeestressen,
Die leent van haar sieraad èn voorbeelden èn lessen.
Zó bly'f uw oeffenschool door vrede en kunst bestierd;
Zó worde uw Jubelfeest nog menigwerf gevierd;
Zó bloey' uw Broederschap tot 's werelds uiterste uuren:
Zó moet haar achting, met 's Lands welvaart, eeuwig duuren.
|
||||||
JOANNES VAN BRAAM.
|
||||||
— 185 —
|
||||||
Het nu volgende stuk draagt den titel:
Zijne Doorluchtigste Hoogheit Den Heere Willem de Ve Prince
van Oranje en Nassau, Erffstadhouder, Kapitain Generaal En Admi- raal der Vereenigde Nederlanden, &cft. &ca. &c». Als
Opperprotector en Opper Deken der Haagsche Kunst Confrerie
Kamer en Teeken Akademie van Pictuia geinstallt. den 15 October 1766. |
||||||
Tijde der Heugelijke en plegtige Installatie van Zijne Doorluch-
tigste Hoogheit den Heere Prince van Orange en Nassau, Erffstad- houder etc. etc. etc. als Opper Protector en Opper Deeken der Lof- felijke Kunst Confrerie-Kamer en Teeken Academie van Pictura in 's Gravenhage, bestondt, off was de grootste en geheele Regeering van opgemelde Confrerie als volgt: D' ordinaire protectores en Eerste Raaden derzelve waaren: De
HoogEdel Geb. Heer Frederik Hendrik Baron van Wassenaar, Heere van beide de Katwijken etc. etc, Bailliuw van 's Gravenhage. De Heer en Mr. Jan Hudde Dedel, Regeerend praesident Bur-
gemeester. De Heer en Mr. Johan DierqueNS, Regeerend Burgemeester.
De Heer en Mr. Karel de la Bassecour , Regeerend Burgemeester.
Mede Eerste Raden derzelve waaren:
De Heer en Mr. Adriaan van der Goes, Oudt Burgemeester.
De Heer en Mr. Johan Patijn, Oud Burgemeester.
D' Ordinaire Regenten en Directeurs derzelve waaren:
De Heer Aart Schouman, Kunstschilder. Deken.
De Hr. AuGUSTINUS Te RW ES ten, Kunstschilder. Oudt Deeken.
De Hr. Gerard Copius, Kunstschilder, regerend Hooftman.
IV. 24 |
||||||
— 186 —
|
|||||||
De H>. Hendrik Verschuuring, groot Beminnaar en liefhebber
der Schilderkonst, mede Regeerend Hoofdman. De H*. Tethard Philip Christiaan Haag , Kunst en Hoff-Schilder
van Hooggenv». Zijne Doorluchte Hoogheit, insgelijks regeerend Hoofdman. De Hr. Pieter Terwesten, geweeze Bloem- en vrugte-schilder,
Secretaris van opgeme. Confrerie. D' Ordinaris Raaden derzelve waaren :
De Heer Pieter van Haensbergen , dog wegens ouderdom absent
gebleeven. De Hr. Pieter van' Meerloo, Eerste Commis ten Comptoire
Generaal van de Unie etc. De Heer en Mr. Ysbrand 't Hoen , Fiscaal van Hcllandt.
Pensionaris derzelve was:
De Hr. en Mr. Daniel Ellinkhuijsen.
Bibliothecaris derzelve was:
De Hr. en Mr. Jan Hugo van Strijen , Baillium van Oudewater,
dog uit eyge motief absent gebleeven. ' Aanteekening ter gedagtenisse van de plegtige Installatie van
zijne Doorlste. Hoogheit den Heere Willem de Vijfde, Prince van Orange en Nassau, Erfstadhouder, etc. etc. etc; als Opperprotector en Opper-Deeken der Loffelijke Haagsche Kunstconfrerie Kamer- en Teeken-Academie van Pictura: op gemelde Confrerie-Kamer gecele- breert op Woensdag den 15e October 1766. |
|||||||
Heden de, door Hooggemelde Zijne Hoogheit zelfs bepaalde,
Heugelijke dag zijnde, dat Hooggedagle Vorst voor de Eerste maale de Kunst-Confrerie-Kamer met Hoogst deszelfs hooge tegenwoordig- |
|||||||
— 187 —
|
|||||
heit vereeren zoude, en aldaar als Opperprotector en Opper-Deeken
derzelve en der Teekenacademie gerecipieert worden, waaren ten dien eynde zodanige praeparatien gemaakt, als de occasie van dus- danig , en voor opgemelde Confrerie inzonderheit merkwaardig en altoos illuster Evenement veryste, en hierna gedeeltelijk gemelt worden: Ingevolge het geresolveerde dan, bevonden zig heden tegens 2 uur
's namiddags de gezamentlijke Regenten en Secretaris der Confrerie ter selven kamer; ten half drie uur kwamen aldaar ook de HoogEd. geb. Heer Bailliuw Baron van Wassenaar Katwijk, nevens de Heeren Regeerende Burgemrs. Dedel, Dierquens en de la Bassecour, als ordinaire protectores en eerste Raaden; voorts de Heeren Oudt-Bur- gemeesters Van der Goes en Patin, mede als eerste Raaden; mits- gaders de Heeren Commis Van Meerloo en Fiscaal 't Hoen, als Ordinaire Raaden, nevens de Heer Advocaat Ellinkhuysen, als pen- sionaris der Confrerie; welke alle door opgemelde Regenten gereci- pieert en verwellekomt wierden; hebbende voorgem. gezaamentlijke Heeren, als de grootste Regeeringe der Confrerie repraesenteerende uitmaakende, ieder het teeken off Beeltenisse van Pictura daaromme ook aan een Oranje Lint om hun hals hangende. Terwijl opgemelde Heer Balliuw en drie regeerende Heeren
Burgemrs, nevens den Deeken Schoüman en 2 oudste regeerende Hoofd- mannen der Confrerie, Copius en Verschuuring zich boven op de kleine kamers, ter receptie van Hooggem. Zijne Hoogheit aldaar bleeven onthouden; zo bevonden gemelde Heeren 2 Oudt-Burgemrs met den Oud-Deeken Terwesten en Ordinaris Raadt der Confrerie 't Hoen, hun ter Hooggemelde Receptie beneeden in een door, en ten kosten der Magistraat expres vervaardigde fraaije kamer, met schoon Engels rood gedrukt, opgeplakt papier behangen en met een |
|||||
— 188 —
|
|||||
groen laaken kleed belegt, zijnde gedestineert ter bijeenkoming dei-
Ordinaire Heeren Leeden off Confraters der Confrerie, die aldaar (mede met 't Teeken van Pictura aan een Orange strik aan een knoop der rok voor de borst hangende voorzien zijnde), ook door 4 daar toe gecommitteerdens der Confrerie, zijnde den Hoofdman Haag en Secretaris der Confrerie P. Terwesten, nevens den gemelden Ordinaris Raad van Meerloo , en Pensionaris der Confrerie Ellinkhuijsen, gerecipieert en verwellekomt wierden. Tnmiddels opgemelde Heeren zich dan daar bevonden, kwamen circa drie uur Hunne Hoogheden, Den Heere Prince van Nassau Weilburg, voorts den Heere Hertog van Brunswijk (: als beide speciaal door Regenten der Confrerie ge- noodigt zijnde:) en vervolgens de oude en jonge Heeren Fagël, griffiers, als gasten van Zijne Hoogheit, den Heere Prince Erfstad- houder; welke Hooggeme. Heeren Princen en Welgeme. Heeren gasten, ieder in 't byzonder door opgem: 4 gecommitteerde Heeren Voor aan 't Hek gerecipieert, en vervolgens direct na boven begeleidt wierden, alwaar dezelven door de daar zijnde Heeren gecommitteer- dens verder gerecipieert en verwellekomt wierden: Eijndelijk ten halff 4 uur Zijne Doorluchtigste Hoogheit den Heere
Prince Erffstadhouder in Staatcie aankomende rijden, kwam de daar verzogt en gesteld zijnde Wagt van 24 grenadiers van de Zwitsersche Guarde, door een Officier gecommandeert wordende, onder 't slaan van 2 trommels en 1 pijper in de wapenen. Hooggedagte Hoogheit nevens Hoogst Deszelfs gevolg (: bestaande in de Hoogwelgb™ Hee- ren: Opperschenker De Bigot , Kamerheer Baron van Voigt von Elspe, en den Edelman Baron van Heeckeren tot Kell:) voor 't Hek gekomen zijnde, wierdt vervolgens aan de koets door laast opgemelde 4 Heeren gecommitteerdens gerecipieert, en zoodra Hoogst Dezelve binnen 't Hek in 't Koornhuis off gang (: die mede met groen |
|||||
— 189 —
|
|||||
laken belegt en rontsom ook proper behangen was:) na de trap kwam,
begosten de daar geplaatst zynde 8 Musicanten van de Hollindsche Guarde te speelen het bekende air van Wilhelmus van Nassauwen &c». hetwelk duurden tot Hooggem: Vorst met Hoogst Desz. gevolg door gemelde Heeren gecommitteerdens de trappen op begeleijd wierd naar boven, alwaar Hoogst Den Zelven, zo aan de bovenste trap als aan de deur van en op de kleine Kamer, door de eerst welgemelde daar zich bevindende Heeren gecommitteerdens op het plechtigste verder wierd gerecipieert: Hooggem: Zijne Hoogheit dan op gemelde kamer ontfangen zijnde, wierd immediaat, na gemelde receptie, door Welgeme. Zijne Hoog Edelh*. Den Heer Bailliuw Baron van Wasse- naar Katwijk, de goude order off Beeltenisse van Pictura, aan een orange lint zijnde (: ten einde daarmeede ter tafel te praesideeren :) omgehangen, en voorts door Zijn HoogEdelheit en verdere daar zijnde Heeren als Opper-Protector en Opper-Deeken der Kunst-Confrerie- Kamer en Teeken Academie gesalueert en verwellekomt: vervolgens behaagden het Hooggem". Vorst in 't daarmede gereet leggende nieuw gemaakte Intekening boek als Opperprotector het Eerste daarin te teekenen, wordende daarin immediaatelijk gevolgt door Hooggeme. Hunne Hoogheden den Heere Hertog van Brunswijk en Heere Prince van Nassau Weilburg, aan welke Vorsten den Deeken Schouman dan, na de gedaane Inteekeninge ook offereerde en overgaff het ordinair Confraters-Teeken off Order van Pictura, ten einde daarmede als Hooge Leden der Confrerie ter tafel te verschijnen; Na gemelde gedaane ceremoniën, (: nu omtrent 4 uur zijnde:) wierd het gordijn, 't welk in plaats der groote deuren (die uitgenomen waaien) voor de groote Kamer hing, opgehaalt, en vervolgens Hooggemelde Vorsten en derzelver gasten en gevolg geconduiseert ter tafel, welke in volle order met een fraay dessert, (: waarbij onder anderen pronkten den |
|||||
— 190 —
|
||||||||
Tempel van Minerva, waarin Pictura gezeten zijnde, door de godinne
aangewezen wierd hoe zij Zijne Doorluchtigste Hooght. aan haar als derzelver opperprotector bezorgt en daar geplaatst hadt, &ca. zijnde deezen Tempel verder met verschelde Beeldjes, de respectieve Kunsten verbeeldende, versiert; en waarbij voorts andere kleine doorluchtige ge- bouwen en portiques stonden, — welkers gronden sierlijk bestrooit waren:) als mede met het eerste gerecht, uijt 64 schotels nevens een groot aantal hassietten bestaande, prachtig en vorstelijk opgedischt waar, en aan welkers hooge eijnd op ieder bord (: except van Zyne Hooght. den Heere Opperprotector, welke ook alleen op een Fotteuille ge- plaatst waar:) een kaart met de naam der gedestineerde plaats van ieder lag; Hooggem^. Vorsten en verdere daarbij zijnde Heeren ge- plaatst zijnde, wiert voorts beneeden kennisse daar van gegeeven en de daar zijnde respective Heeren verzogt boven te komen, welke vervolgens ook immediaat daar gekomen zijnde, namen zoo de eerste Raaden als verdere Regenten en Ministers der Confrerie nevens de Heeren Scheepenen en Thesaurier van s' Hage, ook hunne gedestineerde plaatsen, terwijl de ordinaire Heeren Leeden zich ieder na welgevallen verder plaatsen. Een ieder dus gezeeten zijnde, bevonden zig in 't ge- heel 46 persoonen ter Tafel bestaande in de volgende, namentlijk: Zijne Doorl: Hoogheit Den Heere Opperprotector en Opperdeeken. |
||||||||
Ter regter zijde van Hoogst-
dezelve : Zijne Hooght. den Heere Hertog Van Brunswijk.
Zijn HoogEdelht. den Hr. Bail- liuw, Baron Van Wassenaar
Katwijk.
|
Ter linker zijde van Hoogst-
dezelve: Zijne Hooght. Den Heere Prince van Nassau Weilburgh.
De Heer Schouman, Deeken der Confrerie.
|
|||||||
— 191 —
|
|||||||
Ter linker zeide:
Den Heer Dierquens, regeerend Burgemeester. Den Heer VAN DER Goes , Oud'.
Burgemeester. Den Heer F. Fagel, Tweede
Griffier van Hun Hoog Mo- gende. De Heer Baron van Voigt von
Elspe, Kamerheer van Zijne Hoogheit. Den Heer Baron van Heekeren
TOT Kell, Edelman van Zijne Hoogheit. De Heer Copius, regeerend Hooft-
man der Confrerie. De Heer P. Terwesten , Secre-
taris der Confrerie. De Heer Fiscaal 't Hoen , Ordi-
naris Raad der Confrerie. De Heer Scheepen van der Poel.
De Heer Thesaurier van der
Hoop. De Heer van Wijdenbrug, Griet-
man. De Heer Commis Bosch.
De Heer G. Bosé.
De Heer van Beaumont.
De Heer Baart de la Faille.
|
|||||||
Ter Rechter zeide:
Den Heer Dedel , praesident
Burgemeester. Den Heer de la Bassecodr,
regeerend burgemeester. Den Heer Patijn, Oudt Burge-
meester. Den Heer H. Fagel, Eerste
griffier van Hun Hoogmogende. Den Heer Bigot, Opperschenkei
van Zijne Hoogheit. De Heer Advocaat Ellinkhuy-
sen, pensionaris der Confrerie. De Heer Verschuüring, regee-
rend Hoofdman der Confrerie. De Heer A. Terwesten, Oudt
Deeken der Confrerie. De Heer Commis Van Meerloo,
Ordinaris Raad der Confrerie. De Heer Schepen Mestre.
De Heer J. P. Ravens.
De Heer Van Heeteren.
De Heer en Mr. J. A. van Meer-
loo. De Heer Commis F. A. Cassa:
De Heer Halfwassenaar.
De Heer Juyn , Schepen te
's Bosch. De Heer Advocaat Dominicus.
|
|||||||
— 192 —
|
|||||||||||
De Heer Raadshr. van Min-
ningen. De Heer en Mr. S, de Groot. De Heer Franken. |
De Heer Heijns.
De Heer procr. van Kervel. De Heer Kunstschr. de Groot. De Heer J. van Rooyen, |
||||||||||
Den Heer Officier, Commandeerende
de Grenadierswagt. |
|||||||||||
Na dus eenige minuten, onder een fraay musicq, dat door de
voorgemelde musicanten (: die nu op de kleijne kamer voor de schoor- steen geplaatst waren:) gemaakt wierd , ter tafel gezeeten waar, be- haagde het Zijne Hoogheit, als Opper-Protector en — Deeken, volgens het aan Hoogst Dezelve gesuppediteert memoritje, De eerste ge- zondheit, zijnde patronances, in te stellen, welke vervolgens generaliter met de ordinaire glaasen gedronken wierd: voorts een wijnig daarna, even voor dat door den Deeken Schouman de Hooge Gezondheidt van Hooggeme. Opper-Protector ingestelt zou worden, stondt den Heer Pensionaris der Confrerie Mr. Daniel Ellinkhuysen op, en deed, zoo in naame der respective Regenten als van 't geheele Collegie, aan meer Hooggemelde Zijne Doorlste Hoogheit de vol- gende , welgepaste Harangue : Doorlugtigste Vorst en Heer!
Mag onder alle nuttige Konsten en Weetenschappen, die in ons
Vaderland bloeyen, de Schilderkunst met regt als eene der Edelste worden aangemerkt, als in welker kennisse en beoeffening selve veele Koningen en Vorsten als van ouds geen van hun minste vermaaken stelden: het was dan niet sonder reden, dat Regenten van dit Kunst- genootschap, dat nu meer dan een eeuw, en van dees Teeken- Academie, die bijna een eeuw onder de gunstige protectie van de Edel Achtbaare Magistraat van 's Gravenhage alhier heeft gesubsis- |
|||||||||||
— 193 —
|
|||||
teerd, alvoor lange rijkhalsende waaien na die tijden in welke U,
Doorluchtigste Hoogheid in de eerestoele van Hoogst Desselfs Door- luchtigste Voorvaderen gevestigd zijnde, zij geleegentheid zouden mogen hebben hun Kunst-genootschap in 't gemeen, en hunne Teeken- Academie int bizonder, in de hooge en dierbaare protectie van Hoogst Denselve aan te beveelen, en aan U, Doorlugtigste Hoogheid het Opper-Prolector en Dekenschap derzelve op het nedrigst en eer- biedigst op te dragen: zooals dan die heugelijke tijd geboren, en dei- Regenten wensch door den mond van den Hoog Edelen Heer Bailluw dezer stede aan U Doorluchtigste Hoogheid voorgesteld zijnde, Hoogst Denzelven daarin op de allergratieuste wijse wel heeft gelieven te bewilligen, en zich als Opper-Protector en Deeken van het Kunst- Genootschap en Teeken-Academie goedgunstiglijk te declareeren; als hoedanig dan Regenten thans de eere hebben U, Doorluchtigste Hoogheid in het midden hunner Maecenaten te mogen begroeten en verwelkoomen. Een hooge eer! een uitmuntende luijster! waarmede ik met alle
regt zoo de gansche Confrerie, als Regenten in 't bizonder hert- grondig mag congratuleeren. Wat grooter dog, wat lüysterrijker zoude hun kunnen gebeuren
dan hunne kunst gestelt te zien onder de bescherming van een vorst, die, gelijk een yvrig voorstander van alle nuttige kunsten en weten- schappen, zoo ook voornamentlijk al in Desselfs vroege jaaren een sonderlinge liefde en neiging tot de Edele Schilderkunst betoont hebbende, daaiinne reets zoo verre is gevordert, dat Hoogst Denzelve met het hoogste regt niet alleen onder de Kunstminnaars, maar ook onder de Kunstkenners mag gereekend worden, als die met een opslag van het oog de penceelen der Meesters weet te discerneeren, dezelve na hnnne waarde te schatten, en copijen van origineele IV. 25 |
|||||
— 194 —
|
|||||
stukken te onderschijden; zoodat Hoogst Deszelfs Oordeel daar in
dat van veele, in de beoefening der Kunst oud en grijs geworden, evenaart, zoo niet overtreft. Het is derhalven, Doorlugtigste Vorst, met herten, vervuld van
juichende dankbaarheid, dat Regenten van dit Kunstgenootschap en Teeken-Academie zoo een hooge eer en uytmuntende gunst erken- nen, terwijl dezelve wenschen de daadelijke blijken daarvan te geven, daarin, dat een ijder van hun int byzonder zich op het ijvrigst be- vlijtigen om in de Kunst, zoo verre moogelijk, aan de volmaaktheid te geraaken, en door het in 't ligt brengen van uijtmuntende tafereelen , hunne naamen, als die van zo veele Meesters, die voor hun geweest zijn, tragten te vereeuwigen, en dat zij gezamentlijk alle hunne ver- mogens aanwenden , om uijt hunne queekschoole off Teekenacademie jonge meesters voort te brengen, die door den lijdt voor de oude, het zij van binnen off bulten'slands in roem niet zullen behoeven te wijken; als wanneer dezelve Regenten met alle eerbied vertrouwen zich te zullen mogen vleijen, dat U Doorlugtigste Hoogheid, hunne pogingen in desen approbeerende, ook gansch geneegen zijn zal alles te contnbueeren, wat tot bereiking dier pogingen, tot voortplanting der edele Kunst en aanmoediging van de Beoeffenaars derzelve (: al- waar het ook, in navolging van nabuurige Vorsten, door eenige remuneratien aan die geene, die zich in de Teekenkunst het meest komen te evertueren :) verstrecken kan. Voor 't overige, Doorlugtigste Vorst, is het zoo der Regenten
als des ganschen Kunstgenootschaps hartgrondigen wensch, dat het den Opperzeegenaar van alles goedgunstiglijk behaage, alle die zcgen- wenschen, die ter gelegenheid van U Doorlugtigste Hoogheids zoo luijsterrijke aanvaarding der regeering deser landen, zoo in't openbaar als in't bizonder over Hoogst Deszelfs dierbare persoon en gewigtige |
|||||
— 195 —
|
|||||
regeeringe zoo menigvuldig zijn uitgeboezemt, met de sightbaarste
blijken Zijner goedkeuringe te bekronen, en op het kragtigste te be- vestigen. Hooggemelde Zijne Hoogheit dezelve Harangue (: welke van een
ieder der aanweezende zeer geloueert wierd en dus een generaal applaudissement had, te meer als geheel uit 't hoofd off de memorie gedaan zijnde:) met veel attentie hebbende aangehoord, betoonde ook Hoogst Desselfs genoegen daarover, terwijl Hooggemo. Vorst niet alleen opgemelde pensionaris in 't bijzonder, maar ook de respective Regenten en aanwezende leeden der Confrerie vriendelijk daarvoor bedankte: vervolgens wierd daarop door geme. Deeken Schouman de gezondheid van Hooggemelde Opperprotector ingestelt, en met 2 bocaalen regts en links gedronken, en't welk rondgegaan zijnde, behaagde het Hoogst Denzelve met I dito bocaal vriendelijk daarvoor te bedanken", waarop verder Zijn Hoog Edelheit den Heer Bailliuw, Baron Van Wassenaar Katwijk, opstond, en met een fraaye bocaal (: waarop het pourtrait van Hooggeine. Zijne Hoogheit zeer kunstig door opgemelde Deeken A. Schouman gepointillieert was :) instelde de Hooge gezondheid van Mevrouwe de aanstaande princesse van Ürange, welke met een driewerff hoezee uit dezelfde bocaal in't ronde gedronken wierd zo dat Hooggeme. Vorst, die 't laast becomende, toen ook opstaande met een blijkbaar contentement daarvoor bedankte en onder een generaal hoezee uitdronk. Voorts door Hooggemelde Zijne Hoogheit met een bocaaltje ingestelt wordende Pictura en Aca- demia, wierd door de respectieve Regenten derzelve daarvoor bedankt; daarnaa stelde Hooggeme. Vorst de langduurige gezondheit der Pro- tectores in, waarvoor opgemelde Heer Bailliuw en regeerende Bur- gemeestere speciaal bedankten: verder wierd door Zijne Hoogh*. in gestelt de gezondheid van Deken, Hoofdmannen, Raaden en Ministers |
|||||
— 196 —
|
|||||
der Confrerie, waarvoor dezelve gezamentlijk hunne dankerkentenisse
betuigden*, waarna 't Hooggem6. Vorst behaagde met een bocaaltje in te stellen het langduurig weiweezen der Confrerie en Academie, welk met 2 dito bocaaltjes regts en links rondt gedronken zijnde, wierd eijndelijk door Zijne Hooght. ingesteldt Amicitia, 't welk generaliter met vreugde gedaan, en nu ruim 6 uur s'avonds geworden zijnde, behaagde het Hooggeme. Vorst om voorts als Opperprotector en Opper-Deeken, Hooggemelde hunne Hoogheeden den Heere Hertog van Brunswijk en Prince van Nassau Weilburgh als meede Hoogst Deszelfs Gasten, de 2 Heeren Griffiers Fagee , vader en soon, nevens den Heer Generalen Opper-Schenker van Zijne Hoogh*. Bigot, Hoogst- desselfs Kamerheer, den Baron VON Voigt von Elspe, en Zijn Hoogheids Edelman, den Baron van Heeckeren tot Kei.l, als mede Leden der Confrerie te installeeren op volgende wijze: De expres daartoe vervaardigde groote zilver vergulde installatie-
order off beeltenisse van Pictura aan een orangie lint, door welgeme. Heer Bailliuw, Baron van Wassenaar Katwijk aan Zijne Hoogh*. gesuppedieert, en de zilver vergulde Beeker van Pictura meede aan Hoogst denzelve gegeeven zijnde, schonk Zijne Hooght. Zelfs daarin, en gemelde order eerst Zich Zelve omhangende, dronk toen gemelde beeker uit; vervolgens gemelde Order Hooggem». Hertog van Biuns wijk omhangende, en de Beker weder Zelfs vol inschenkende, gaf dien aan Hoogst Den Zelve over; hetzelve door Zijne HoogM. mede als voor en omtrent Hooggeme. Prince van Nassau Weilburg gedaan en geobserveert wordende, was inmiddels door den Secretaris der Confrerie de Inteekenboeken der Fondsen en üucatons aan welge- melde Heeren Griffiers gepresenteert, en terwijl den tweeden Heer Griffier in 't jaarlijks Ducatons boek inteekende, wierd door Hooggeme. Opperprotector gereflecteert hetzelve een kleijnder en tweede boek |
|||||
— 197 —
|
|||||
waar, en voorts door Zijne Hoogh*. gevraagt weidende, wat dat voor
een boek was, want dat Hoogst Dezelve alleen maar in een, en ook grooter boek ingeteekend had, wierd hetzelve aan Zijne Hoogheid gesuppediteert en tevens geinstrueert, dat de daar in gedaan weidende inteekeninge ijgentlijk diende tot 't jaarlijks onderhoud der Confrerie Kamer; waarop Hoogst Denzelve antwoordde, »dan moet en wil Ik, »als Opper-Protector vooral ook daarin teekenen," zo als Zijne Hoog- heit dan ook immediatelijk deedt, en voorts ook door Hooggemelde Hunne Hoogheeden den Heere Hertog van Brunswijk en Prince van Nassau Weilburg daar in gevolgt en gedaan wierd ; nadat zulks gedaan was, vervolgde Hooggem: Opperprotector en Deeken verder welgeme. Heeren Bigot, Baronnen van Voigt en van Heeckeren, na der- zelver gedaane inteekening , de gemelde Order mede als voren om te hangen, en met den beker dus te installeeren. Deeze ceremoniën dus met veel genoegen en vreugd geeijndigt, en na seeven uur s' avonds geworden zijnde, stond meer Hooggemelde Zijne Hoogheidt vervol- gens van de tafel op, en door d' andere Princen en Heeren gevolgd wordende, begaff zich toen weder op de kleijne Kamer, voor de eerste schuifraam (: waarvoor tot securiteit een gevlogte ijzere tralie- raam gestelt was:) ter aansteeking van 't vuurwerk, 't welk voor de Kamer geplaast was op een Theater van in de 60 voeten breed, en in 't water op paaien gemaakt, en waarop een fraaij gebouw off poi- ticque met.3 bogen stondt, ruim 30 voeten breed en 40 voeten hoog, zijnde zeer kunstig volgens de perspectiff en Corintische order geschil- dert door Jan van der Wall; slaande boven op in 't midden van 't zelve gebouw de naam van Zijne Hooght. met de vorstelijke kroon daarboven, en waarop nog een groote son van vuurwerk geplaast was; staande voor aan weerzijde van 't Theater een piramide off naaide op derzelver pedestallen, ieder ruim 20 voeten hoog, en in |
|||||
— 198 —
|
|||||
't graauw cierlijk met schildersornamenten als anders beschilderdt, op
welkers spitzen een vaas met nevens een kleijnder son van vuuiwerke gesteldt waaren, terwijl voorts de omtrekken zoo van 't gansche ge- bouw als piramides en pedestallen, nevens de daarin staande deco- ratien met een menigte brandende vetglasen geillumineert waaren, 't welk een cierlijke vertooning maakten: zijnde dit gebouw verder boven op verciert met 6 graauwe beelden, daarvan drie door gemelde deeken Schouman, en drie door geme. oud-deeken Terwesten ge- schildert waaren en waarvan de twee grootste, in 't midden aan weer- zijde Hooggeme. Naam verbeelden Pictura en Academia; de 2 beelden aan de eene zijde boven de eerstgemelde boog en decoratie staande, verbeelden Architectuur en Perspectiff; waarlusschen het wapen van Zijn Hooght. mede in 't graauw geschildert stondt; en de 2 aan de andere zijde staande beelden boven de derde boog en decoratie vertoonde de Beeld houwkunde en de Graveer kunst; tusschen welke het wapen van den Haag, ook in 't graauw geschil- dert, gesteldt was. Verder waaren aan weerzijden van, en voor dit gebouw over de ioo vierpijlen, nevens 4 kookers met pijlen, 10 vuur- ïaders, verscheide vuurfonteinen, zwermpotten, lugballen als anders, buyten nog een zeer groote menigte van fraaij waterwerk geplaast: en voorts verbeelde het gemelde gebouw off porticque eygentlijk: Den Ingang tot den tempel van Minerva, welke godinne (". geschildert in een chassis door den gemelden Hoofdman T. P. C. Haag:) zich ten dien eijnde boven in 't midden van 't zelve, onder de Naam van Hooggem«. Zijne Hooght. op de wolken levensgroot vertoonde, met dito Kinderen, de Kunsten, en een, de Faam verbeeldende, bij haar, dirigeerende zij het geheele werk; terwijl op een rolle, welke de Faam in de lucht liet zwaaijen te lezen stondt dit tweeregelig tijdtvers: |
|||||
— 199 —
|
|||||
De stomme spraak-kunst juicht, Minerva's eerfeest daagt,
Waarop de Faam den roem bij dag- en jaar-tal draagt. MDCCLXVI XV Octob :
Zijnde dit gemelde en de volgende onder ieder decoratie staande
Rijmvers* gemaakt door den Weleerw. en zeer gel. Heere Johannes van Spaan, zeer geacht Leeraar in de Hervormde Gemeente alhier. Verder stonden in dit gebouw beneeden drie stukken, waarvan
het eerste, na de kant van de Breestraat geschildert door den voorgem». Oud-Deeken Augustinus Terwesten , verbeelden: Zijne Hoogheit, door de Republik op den stadhouderlijken stoel
geplaast zijnde, komen de Kunsten en voornamentlijk de Haagsche
Confrerie en Academie van Pictura en verzoeken eerbiedig den Vorst
om, behalve de nobele protectie die zij van de Magistraat van 's Gra-
venhage genieten, het Opper-Protector en Deekenschap over derzelver
Academie en Confrerie op zich te willen neemen. Welk verzoek den
Vorst gunstig gelievende toe te staan, steekt ten bewijs van dien
Hoogst Deszelfs hand aan hen uijt &c». Daaronder was te lezen :
Hoe minzaam biedt de Vorst, die Liefde en Eer van 't land,
De Haagsclie Kunstrei als baar schutsheer hart en hand. Het 2e en grootste stuk in 't midden van het gebouw onder het
eerste bovengemelde stuk van Minerva staande , geschilderd door den altans zijnde Deeken der Confrerie, gemelde Aart Schouman, ver- beelden : De Tij dt, welke het gordijn opent, en ontdekt de plegtige Intreede
van Zijne Doorlugtigste Hoogheit op de Haagsche Kunstconfrerie- kamer van Pictura, om het Opper-protector en Deekenschap aldaar te aanvaarden; ten dien einde komt de Schilderkunst, verzeld zijnde door Academia en Beeldhouwkunde, en hangt derzelver order off beeltenisse om den hals van den Vorst, terwijl de Magistraat (ver- beeldt door een staatig man, aan een tafel staande, met eenige boeken, |
|||||
— 200 —
|
|||||
de bondel roeden &ca. voor hem) als Mecenaten en eerste Raaden
derzelve, Hooggerm'. Vorst als Opper-Protector der Kunsten, met den
beker der Confratemiteit verwelkomt en inhuldigt. Voorts staat de
eensgezindheid en vergenoeging der leeden (: verbeeld door een
vrouw met een granaatappel in d'eene en een spiegel in d'andere
hand:) agter den Stoel, met het Haagsche Wapen versiert zijnde,
gereet om hun vorstelijke voorstander der Kunsten en Weetenschappen
daarop te mogen plaatzen en te begroeten. Onder hetzelve stond
te leezen:
Pictura siert den Prins, wien zich 't genootschap wijdt,
Hem huldigt 't Stadsbestuur: Wat heil ontdekt de Tydt! En het derde stuk, na de zijde van de Varkemarkt en van groote
als het eerste zijnde, meede door den meergemelden Moofdtman Tethard Philip Christiaan Haag geschilden verbeelden; De overvloed, die uit den Hemel nederdaalt en derzelver hoorn
uitstort, terwijl de Kunsten (: door Kinderen uitgebeelt:) ten blijke hunner regtmaalige vreugde over dusdanig evenement, hand aan hand dansenden zijn om een door haar opgerecht gedenk-teeken off naaide, waarop te lezen stondt: Lang leeve Willem de Ve en Magis- traat van s' Graven haage. En onder 't zelve stuk was te leezen: Zoo lang men Vorst en Stadt hier als Mecenen groet,
Gaat de ed'le Kunst ten dans, bij milden overvloet. Vervolgens dit verligte gebouw en decoratien door Hooggemelde
Zijne Hoogheit zeer geapplaudeert en met veel genoegen beschouwt
weidende, zo dat Hoogst Den Zelve niet alleen dito beschrijving als
voren daarvan mede door den Secretaris der Confrerie in avans tot
narigt geformeert, accepteerden, en daartegens alles naging, maar
ook dezelve voor zich heeft behouden; en verder nog geliefden te
kennen te geeven, dat 't jammer waar 't zelve daags daaraan off dus
spoedig weder zou moeten afgebrooken worden, wijl 't zelve om des-
|
|||||
— 201 —
|
|||||
zelfs fraayheit nog wel een dag off drie staan mogt blijven, zooals
dan ook is geschied, gelijk hierna blijken zal. Hooggenie. Vorst stak dan, na alvorens 12 moortslagen afgegaan
waaien, Hoogstdeszelfs naam met de Kroon door een vliegende Ooyevaar zelfs aan en inbrand, en begon dus daarmede het vuurwerk, 't welk, na verder gedaane afsteeking met een gelijk aantal moort- slagen geeindigt wierdt. En Hoogst Dezelve hetzelve ook dus lange hebbende blijven beschouwen, nam üooggeme. Opper-Protector en Opper-Deeken nevens Hoogst Deszelfs gevolg (: nu circa 8 uur 's avonds zijnde:) met betuiging van veel contentement afscheijdt (: de gemelde goude order off beeltenisse van Pictura, tot bizonder genoegen der respective Regenten der Confrerie blijvende omhouden en dus ook vertrekkende:) en wierd vervolgens onder muziek en trommelslag en 't paradeeren der gemelde wagt, weder op gelijke wijze als Hoogst Dezelve gerecipieert waar, geconduiseert naar beneeden tot aan Hoogst Deszelfs Koets; nemende tevens Hooggemelde Hertog van Brucswijk en Prince van Nassau Weilburg nevens den Hoog Edelen Heer Bailliuw Baron van Wassenaar Katwijk, met gelijke betuigingen van vergenoegingen afscheid, en wierden dus ook te gelijker tijd geconduiseert naa beneeden. Voorts het nog aanweezend blijvend gezelschap zich met veel
vreugde tot in de nagt blijvende vermaaken, terwijl een ieder derzelve de goede directien nevens het pragtig onthaal ten hoogste admireerde en loueerde, ging vervolgens d' een na d' ander van tijdt tot tijdt na goedvinden content heen: zijnde echter kort na 't vertrek van Hoog- gemelde Zijne Doorle. HooghA den Heere Opper-Protector op 't voor- gemelde Hoog te kennen geeven van Hoogst Denzelve, omtrent het nog staan blijven van 't genv». gebouw en Theater, bij de aanwee- zende groote Regeering der Confrerie eenpaarig goedgevonden en IV. 26 |
|||||
— 202 —
|
|||||||
gearresteert, om 't zelve nog deeze week te zullen laaten blijven
staan, als meede de daarbij gestelde schildwagt dus lange te zullen verzoeken daar te mogen blijven, en 't zelve dan aanstaande Zaterdag den 18 deezer, op de zoogenaamde Koude bouten off naavreugd, nogmaals geheel te zullen doen illumineeren, (: zooals vervolgens ook op gemelde dag s' avonds [wanneer met den Heer legeerend Burge- meester De la Bassecour, en respective Regenten der Confrerie een gezelschap van 23 Leeden praesent waaien die een magneficq soupé hadden] gedaan is, zijnde daarbij de naam van Hooggeme. Zijne HoogW. met de daarboven staande Kroon, in plaats van brandend vuurwerk, toen met roode, blaauwe, geele, groene en witte vetglazen verlicht, 't welk 't zaamen een cierlijke en aangenaame vertooning voor meenigvuldige aanschouwers maakte:) gelijk dan voorts ook bij de respective ordinaire regeering en pensionaris der Confrerie mede goedgevonden en geresolveert wierd om morge middag om een uur hunne opwagting bij Hooggeme. Zijne HoogW. den Heere Opper- Protector collegialiter te maaken, ten einde aan Hoogst Den Zelven nogmaals speciaal hunne dankerkentenisse voor de beweeze honneur hun in 't bizonder en de Kunst Confreriekamer in 't generaal aan- gedaan, onderdanig te betuigen: zoo als zulks dan ook is geschied en door weigeme. pensionaris, in naam van opgeme. regenten 't zelfde dank-compliment aan Zijne Hooght. kort en zaakelijk gedaan is ge- worden, terwijl Hooggemelde Vorst hen op 't vriendelijkste ontfing, en zelfs ook nog geliefde te betuigen, dat Hoogst Denzelven zeer content waar geweest, en de Heeren nogmaals bedankte voor de vrien- delijke receptie. |
|||||||
Ten sloth deezer aanteekeningen volgt nog, als daar toe gehoo-
renie, het op dit gedenkwaardig Evenement gemaakte Dicht stuk |
|||||||
— 203 —
|
||||||||
door den Hoog Eerw». Heere Johannes van Dijk professor en pre-
dikant te Maastricht, voor de broederschap van Pictura in s' Graven- hage; en aan den Deekeu derzeWe , opgemelde Heer A: Schouman bezorgt, daags voor opgemelde heugelijke installatiedag; en dus de tijdt te kort zijnde om 't zelve behoorlijk te kunnen doen drukken en in order te hebben op gemelde dag, is het zelve daaromme meede ter gedagtenisse hier geplaast geworden: Aan &c». Aan de Broederschap van Pictura in s' Hage. Als Zijne Doorl: HoogM. Willem de Vijfde, Neerlands Erfstadhouder &c, &c. &c, tot Opper-beschermer van dezelve wierd ingehuldigt op den 15e October 1766. |
||||||||
Nabootster der Natuur, o eedle Schildei'kunst,
In welkers boezem al wat kunst niet, is beslooten;
Die van alle Eeuwen her, de vorstelijke gunst,
En de toejuiching van de wereld hebt genooten.
Die Bouw, en Meet, en Aard, en Hemelkunde, naast
Historijkennis, godsdienstpligten, aart en zeden,
Van alle volkeren betragt, en vlijtig aast
Op alles wat Natuur ons voorsteld en de Rede.
O tiende Zang-G-odin, voor 't dorpere gemeen
Geacht veel te edel 1) zoo bij Grieken als Thebaanen;
Den wierook toegeswaait, eerbiedig aangebeen,
In 't grijse Memphis en bij strijdbare Spartanen;
U liebbe Ik, eedle maagd, 'k herdenk het nog met vreugd,
Genoopt door 't voorbeeld van veel Haagsche Protogeenen,
In dit Uw Heiligdom, in 't prilste van mijn jeugd,
Geëerd, en ben daar vaak voor Uw altaar verscheenen;
Maar laas! in eenen tijt, als een Mecèen ontbrak;
Als van Terwestens, van Doudijnsen, Van der Schuureïj,
Van Limburg en Van Gool geen sterveling schier sprak,
Schoon hunnen loff den roest der eeuwen zal verduuren.
Doe een barbaarsche eeuw weer op nieuw scheen voor de hand,
De kunst om brood schier riep, ik alles zag verwilderen,
En mij genoopt, 't peuceel te hangen aan den wand
Om s' Heilands schoonheit, met het tongpenceel te schildren.
Dog ondanks deeze keus heeft U mijn ziel geëert
|
||||||||
1) Men zie het door mij geciteerde in mijne oratio inauguralis van 12 July 1765,
|
||||||||
— 204 —
|
|||||||
Tot op dit ogenblik, die eerbied zal steeds duuren;
IJ en de dichtkunst, bij mij heilig gewardecrt Heilige ik daaglijks nog mijne afgesnipperde uuren. Die eerbied stijgt nu 'k U met eor dus zie gekroond, Nu *k een Augustus eeuw, een kunsteeuw zie herboren, Waarin de Oranje August zig Uw beschermer toont, En Uwe uitmunteuhêen dien wijzen vorst bekoren. Kom, Neerlands eedlen kom, kom volgt den vorst hierin, Spilt Uw vermogen om dees eedle kunst te kweken; Band dwase pragt en praal, naast vrekheid uit den zin; En doet de kunsten zaam van uwe weidaan spreken. En gij, Kunstoefenaars en Kunstminnaars, die verrukt Aanbid en de eedelste eerd van alle kunstgodinnen Zoekt steets door roem genoopt, door rampspoet nooit gedrukt, Door deugd, door vlijt en Kunst, der vorsten gunst te winnen. Dat dit Uw kunstschool, Rome en Vrankrijk steets beschaam, Teelt Xeuxen, Eaphaels, Apellen en Pabrhasen, Van Dijken, Kubbensen; op dat uw roem en faam Met uw Beschermers naam, de wereld mag verbasen. Maastricht, Js. van Dtjk. 1766. den 10 October 176(1. V: D: Min: & Theol: Prof:
Mos: Traj:
(Het origineel MS. is hierachter gebonden.)
Dus ter gedagtenisse geformeert door den Secretaris
der opgem: Kunst Confrerie Kamer en Teeken-Academie. P. Terwesten. 1766. Volgt: Memorie off inventaris 1) der goederen, soo meubilaire
als andere, welke 17 Sept. 1763 bevonden zijn aan de Confrerie van Pictura toe te behooren; bestaande in 't volgende. Op de groote Kamer. Een geplalfonneerde solder, bestaande in 5 stukken door de vol-
gende 5 meesters in 1686 geschilderd!, als: Het groote middelstuk, door WILLEM DOUDIJNS, verbeel-
dende de Haagse Stede-maagd, onder welker bescherming zig de |
|||||||
1) Opgemaakt door Pieter Tebwesten; hier en daar door een andere
hand bijgeschreven. |
|||||||
— 205 —
|
|||||
schilderkonst, beeldhouwerij, glas-schildery en graveerkonst aanbie-
den, terwijl Pallas, veizelt met de Konstliefde, de grofschilders met ladder en kladpot, de boekbinders met schroeff en pers en de stoel- maakers met hun gezelschap in ijver ten Konsthemel uitbonsen. Het ie hoekstuk, op de kamer komende aan de linkerzijde,
door Theod. van der Schuur, verbeeld de 3 hoofdcouleuren, rood, geel en blaauw. Het 2e hoekstuk, aan bovegemelde linkerzijde, door Augus-
tinus Ter westen geschildert, verheelt de perspectiff off Doorzigt- kunde en Architectuur off Bouwkunde. Het 3e hoekstuk aan de regterzijde bij de schoorsteen, door
Daniel Mijtens, verbeeldt de waarheid, die op den rug van de tijdt, ten dienste der Schilderkonst, aanteekent de Historiën off ge- schiedenissen welke door de Faam uijtgebazuint worden. En het 4e hoekstuk bij de deur der Kamer door RcSBB.
Duval verbeeld: de Astronomie off Starrekunde en Geometrie off meet- kunden. (Hierbij een lange notitie vermeldende dat deze stukken in 1762
op kosten van Burgemr. de la Bassecour verdoekt en opgeknapt werden.) Een schoorsteen stuk door Mattheus Terwesten, jongste broe-
der van hier voorgeme. Augustinus TERWESTEN, in 1711 geschilderdt, verbeeldende: de jeugd die door Mercurius opgeleid word tot de Konstschool van Pictura, welke, onder de protectie van de Ed. Achtb. Magistraat, dezelve met blijdschap aanneemt, en door 't vertonen der prijsen aanmoedigd, ter wijl de faam gereet staat den loff der welver- diende uit te breiden. De verdere schilderijen in deeze Kamer staan in dit boek hier
agteraan gespecificeerd |
|||||
— 206 —
|
|||||
Meubelen:
2 dubb. pinsbekke vergulde slingerarmblakers voor de schoor'-
steen, door de Confrerie gekogt. Een groot haardijzer. Een ovaale en lange houte tafel. Verschelde Rusleere stoelen. 24 Eijkehouten stoelen met paardehaare sittingen, waarbij 4 armstoelen; een groote Eijke uytschuijff tafel. Op de klijne Kamer.
Een geplat formeerde solder, geschilderdt door Aard Schouman in 1752, sijnde allerley fraay gevogelten, nevens 4 graauwe hoek-stukjes, verbeeldende de 4 konsten (veel gesleeten zijnde en over gever w t.) Een schoorsteenstuk door Augustinus Terwestën , soon
van voorn" Mattheus Terwf.sten, geschilderdt in 1752, sijnde de Tijdt die de waarheid ontdekt, en door dezelve doed aanteekenen het merkwaardigste dat zedert de Erectie der Confrerie is voorgevallen, terwijl die zulks alles aan de schilder en teekenkonst openbaart. Een stuk boven de deur door denzelven als vooren geschil-
derdt, verbeeldende: de Confraterniteit off Broederschap van Pictura, door vrolijke kinderen uitgebeeldt. Voorts hangen op voorgemelde Kamer de present gedaane pourtraiten der volgende Hoofdluijden en Regenten der Confrerie; als: ie. Het pourtrait van en door Adréaan Hanneman geschilderdt
zijnde bij de Erectie der Confrerie in den jaare 1656 geweest de eerste Deeken derzelve; is overleeden A»....(NB: 1668 of 1669); dit pour- trait is door A Tepwesten present gedaan. 2e. liet pourtrait van Mattheus Terwesten door hem in des-
zelfs hooge ouderdom geschilderdt, zijnde Regent geweest zedert 1705. En is overleeden den nu Junij 1757. 3e. Het pourtrait van Willem van Haansbergen, zijnde Regent
|
|||||
— 207 —
|
|||||
geweest zedert den jaare 1715. En is overleeden den 1411 April
'755-
4e. Het pourtrait van Dirk Kindï, door hem zelfs geschilderdt;
zijnde Regent geweest zedert den jaare 1717. En is overleeden den 27e May 1762. 50. Het pourtrait van Johannes Vollevens, door hem zelfs ge-
schilderdt; zijnde Regent geweest zedert 1732 en overleeden den 10e Maart 1759. 6e. Het pourtrait van Augüstinus Terwesten , oudste soon van
voorne. M. Terwesten, door hem zelfs geschildert; zijnde Regent zedert den Jaare 1752. (Overleden 15 November 1781.) 7e. Het pourtrait van Aard Schouman, door hem zelfs geschil-
derdt, zijnde Regent zedert den jaare 1752. (En overleeden den 5e July 1792.) 8e. Het pourtrait van Gerard Copius door hem zelfs gecraijon-
neert; zijnde Regent zedert 1759. (Overleeden den 6e October 1785.) 9e. Het pourtrait van Hendrik. Verschuuring door voorne. A:
Schouman geschilderdt, zijnde eerst Secretaris geweest zedert 29 No- vember 1743. En naderhant geworden Hoofdman en Regent zedert den jaare 1762. (En is overleeden den 23e November 1769.) 10e. Het pourtrait van Tethard Philips Christiaan Haag,
door hem zelfs geschildert, zijnde Regent zedert den jaare 1762. ne. Het pourtrait van Pieter Terwesten door zijn broeder
voorn: A. Terwesten geschildert, zijnde Secretaris zedert 16 No- vember 1762. (Hooftman zedert 1785 en overleed den 18e Mey 1798.) 12e. Het pourtrait van Benjamin Bolomey, door hem zelfs ge-
schildert zijnde Regent zedert den jaare 1771 en Hoofdman zeedert 1777. 13e. Het pourtrait van ROBBERT Duval (door Kneller geschil-
|
|||||
— 208 —
|
|||||
dert). Zijnde regent geweest zeedert den jaaren 1682 en is oveiiee-
den den 22e January 1732. 14e, Het pourtrait van Augusïinus Terwesten door hem zelfs
geschildert, zijnde in den jaare 1682 Regent geworden en oveiieeden den 21 January A°. 1711, ziJDde hetzelve pourtrait door voorn. P: Terwesten Mz. aan de Confrerie present 'gedaan. 15e. Het pourtrait van Coenraat Koepel gecraijonneert door
Mejuffrouw Caroi.ina Pitroneli.a van Cuijk , zijnde Regent zeedert den jaare 1724 oveiieeden den 21 January 1748. 16e. Een stuk met uijtlandsche Vogelen. Door Aart SchoumaN,
op doek; gekogt op de verkoping van den 3 Mey 1797. Verdere meubelen: op de klijne Kamer:
De voorsz. vergulde slingerarmblaakers praesent gedaan door nu
wijlen de Hr. en Mr. A. van der Kaay. Een groot haardijzer door de contrarolleur van Rooijen bezorgt
t Oct. 1764. lin een tang. Een spiegel met een gesleepe glase lijst, door de Confrerie ge-
kocht. Een groote hang oortafel met 2 aparte stukken, praesent gedaan
door nu wijlen de H>'. Procur. A. van Kervel. 2 bruine toeslaande speeltafeltjes en 2 dito flakke met groen be-
kleedt; praesent gedaan door de Hr. Pieter Kloot. Een buvet-tafel.
Een boekekast, met halve glase deuren er voor, waarin de boe-
ken staan aan de Confrerie toebehoorende volgens daarbij zijnde ge- specificeerde Catalogus. Rusleere stoelen, een Mahonie houte uijtschuijf tafel.
12 silvere leepels en 12 dito Fourchetlen piaesent gedaan dooi-
de H», Sollicrs. Militair Mr. G. HEENEMAN en Mr. J. A. van Mkerloo. |
|||||
— 209 —
|
|||||
12 nieuwe Nameur'sche tafelmessen met bruine heften en silver
beslag; gekogt Dec. 1763. (Volgt Povcelein, een engels swart aarde theeserviesje, theeketel,
ponskommen, inktkoker, kandelaars, enz. enz. enz. Bocaalen.
Een gedreeve silver vergulde Hens-beeker met een dekzel er op,
staande op een vrouwebeeldje , verbeeldende een zittende Pictura. Een Notulus of pairlamoere Hoorn op een silvere voet.
Een glaase bocaal waarop seer fraay gepoingtilleert staat een
Pictura, gemaakt, en aan de Confrerie vereert door de Heer Aart Schouman, toen ZEd. Hoofdman derzelve geworden waar. Een dito Bocaal waarop gesneede staat een Pictura, door N: VAN
Mander. 4 dito egaale Bocaalen met 't wapen van Holland daarop gesneeden.
4 dito, egaale, met 't wapen van de Generaliteijt.
4 dito egaale, zijnde 2 met 't Wapen van Zijn Hoogh'. den Heere
Prince van Orange en Nassau en 2 met 't wapen van Haare Koningl. Hooght. off Engelse wapen. Een dito met 't oude wapen van Nassau.
4 dito egaale met 't waapen van den Haag.
Een dito waarop een zeylend schip met 't devies: Salus patriae.
Twee dito met een dito scheepje op ieder.
Een dito waarop een loopend paard met 't devies: Aurea Libertas.
Een dito waarop gesneeden een vogelkooij, op welke een zin-
gende vogel staat, met 't devies : Libertas vita carior. Twee dito bocaale, waarop gesneede David en Jonathan mal-
kanderen omhelsende, met 't devies: Amicitia. Twee dito egaale, waarop twee t' zamen gevoegde handen uijt
de wolken met 't devies: Vriendschap. IV. 27
|
|||||
— 210 —
|
||||||
Twee dito dito, zonder devies.
Een dito dito met het devies: Amicitiae.
Een dito waarop een vegtende haan en hen met 't devies: Après
e coup je chante. Een dito waarop een haan zijn hen treedende, met 't devies:
Utinam sic semper. Vier dito egaale bocaaltjes ieder met een fraay randje gesneeden.
(NB. een gebrooken.) Een Bocaal met 't wapen van den Hertog van Brunswijk; dooi-
de Confrerie laate maken 1766, door Neuman. Een dito dito met 't wapen van den Heere prince van Nassau
Weilburg; als voren, 1766 door Neuman. Een groot bocaal met het Portret van Prins Willem V gemaakt
en aan de Confrerie vereert door den lïr Aart Schouman 1766. Een dito ordinair bocaaltje met het portret als boven.
Een dito waarop staat: Vivat oranje.
Bocaaltjes met randjes enz.
Memorie der schilderijen, de Confrerie van Pictura toebeho-
rende , zijnde alle van agteren geteekent met een P. No. 1. Een groot stuk van J. Jordaens, verbeeldende de vrugt-
baarheidt der aarde of den overvloedt, zijnde seer schoon en kragtig geschildert. En ter verkooping gesteld voor de somme van . . 1). (In margine: Op de verkooping van 29 en 30 May 1764 gehoude,
dit verkogt voor ƒ 50.— dus zuiver ƒ44 — 17 — 8. |