-ocr page 1-
^F^CHIEF
Nederlandscοοe Kunstgeschiedenis
P<                  JgrrEii
-ocr page 2-
voon
NEDERLANDSCHE KUNSTGESCHIEDENIS
VERZAM ELING
VAN
MEEEENDEELS ONUITGEGEVEN BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN
betreffende
Nederlandsche Schilders, Plaatsnijders, Beeldhouwers, Bouwmeesters,
Juweliers, Goud- en Zilterdbijvers, Smeden, Stempelsnijders, Tapijt-
wevers, Borduurwerkers, Plateelbakkers, Ivooesnijders, Glas-
schildees, Ingenieurs, LandmEters, Kaartmakefs, Tekliohtebs,
Lettersnijdeiis, Schoonschrijvers, Boekbinders, enz.
biet bereidwillige medewerking van verscheidene archivarissen c. a.
BIJEENGEBRACHT
DOOR
Fr. D. O. OBREEN
Hoofddirecteur van 's Rijks Museum te Amsterdam.
6° DEEL
KOTTERDAM
W. J. VAN HENGEL
1884—1887
-ocr page 3-
Gedrukt te Rotterdam bij J. jjk Jong.
-ocr page 4-
INHOUD.
Bladz.
Godfried Schaixken. Medegedeeld door den Heer G. H. Veth
te Dordrecht.................. I.
Arent de Gelder. Medegedeeld als voren.......3.
Necrologium van Delftsche Kunstenaars, opgemaakt uit de be-
grafenisboeken in het Archief van Delft. Medegedeeld dooi-
den Heer M1'. J. Soutendam, Secretaris van Delft en Oud-
Archivaris dier Gemeente.............4.
Nalezingen hierop.................99.
Veilingen van Schilderijen in het begin van de zeventiende eeuw.
(Met facsimiles). Medegedeeld door den Heer Mr. Ch. M.
Dozy........... . . ,......29.
Drie Goudsche Graveurs. Medegedeeld door den Heer Luitenant-
Kolonel N. Scheltema te Gouda..........61 •
Iets over den Schilder Christoffel Pierson. Medegedeeld als
voren....................71.
Oud tafereel ter gedachtenis van de Heeren Van Montfoort.
Met eene plaat en aanteekening van den Heer J. G.
Frederiks te Amsterdam.............75-
-ocr page 5-
— VI ----
Bladz.
De Portretten van Erasmus door DάRER. Medegedeeld dooi-
den Heer P. Haverkorn Van Rysewyk, Directeur van het
Museum Boymans te Rotterdam...........81.
Verbeteringen hierop................264.
Bijzonderheden aangaande den Schilder en Dichter Cornelis
Ketel. Medegedeeld door den Heer Luitenant-Kolonel
N. Scheltema te Gouda............• • 100.
De Gildeboeken van St. Lucas te Middelburg. (Met facsi-
miles.) Medegedeeld door den Heer A. BREDIUS, Onder-Di-
recteur van het Nederlandsch Museum.........106.
Het Portret der weduwe van den Admiraal ZWARTENHOND, door
Rembrandt. Rijksmuseum. Legaat-Van de Poll. (Met een e
plaat en facmile.) Medegedeeld door den Heer [. G.
FREDERIKS te Amsterdam.'..............265.
Een laatste woord over het geslacht Crabeth. Nadere mede-
deeling van den Heer Luitenant-Kolonel N. Scheltema te
Gouda....................279.
Schilderij van den Zeestrijd op de Zuiderzee in 1573, te Hoorn.
Medegedeeld als voren..............294.
Het Naamboek van het St. Lucasgild te Amersfoort. Medege-
deeld door den Heer W. F. N. Van Rootselaar, R. K. Priester
te Amersfoort.................zo-
iets over een «Anatomie" van Pieter Van Mierevelt. Mede-
gedeeld door den Heer Mr. J. SOUTENDAM, Secretaris van Delft 310.
Kunsthistorische bijdragen uit het Delfsch Archief. Medegedeeld
als voren................... 313.
-ocr page 6-
■— YII-----
Bladz.
Een Portret door Herman Van der Myn. Medegedeeld dooi-
den Heer Max. Rooses, Conservator van het Museum Plantin-
Moretus te Antwerpen..............326.
Arnoi.d Houbraken en zijne Kinderen. Medegedeeld door
den Heer P. J. Frederiks te Amsterdam........332.
FRANgois Carree en zijne Zonen. Medegedeeld door den Heer
P. HaVERkorn Van Rysewyk, Directeur van het Museum
Boymans te Rotterdam..............338.
-ocr page 7-
GODFRIED SGHALGKEN.
(Medegedeeld door den Heer G. H. Veth te Dordrecht.)
OJDFRID of Godefridus Schalken is geboren te Dor-
drecht, daar zijn vader Rector der Latijnsche School was,
in 't jaar 1643. Zoo lezen wij bij HOUBRAKEN, D. III,
blz. 175.
Cornelis Schalcken, Gohfrieds vader, was leeraar der Herv.
Gemeente te Made en werd ulto. Sept. 1654 Rector der Latijnsche
School te Dordrecht. Zie o. a. BALEN, Beschr. van Dordr. bl. 677.
Deze twee berichten sluiten niet op elkander. Immers, heeft de
vader zich eerst in 1654 in Dordrecht gevestigd, dan is het niet
waarschijnlijk dat de zoon er in 1643 geboren is.
De Heer J. Smits van Nieuwi.rkerk maakte mij opmerkzaam op
eene aanteekening, die hij in de Huwelijks-Proc. der Aug. Kerk te
Dordrecht gevonden had. Op zijne aanwijzing las ik daarin".
»Syn alhier getroud."
»όp den 31 October 1679."
»Godofrii)us Schalcken j.m. van Made, woonen op dm Boom —
»met Francoisia van Diemen j.d. van Breda, woonende bij de
Nieuwbrugge."
VI.
-ocr page 8-
Archief v. Ned. Kunstgesch. VI, bl. 75
PI. I.
Tafereel ter gedachtenis der Meeren Van Montfoort
gesneuveld in den tocht tegen de Friezen
AC 1345
-ocr page 9-
_ 2 —
Hieruit blijkt dat Godfried niet te Dordrecht maar te Made
geboren is.
Hij zal met het gezin van zijn vader op omstreeks U-jarigen
leeftijd te Dordrecht gekomen zijn, en daar hij tot den geleerden
stand zou worden opgeleid, de Latijnsche School onder de leiding
zijns vaders aldaar hebben bezocht.
Toen hij evenwel door onweerstaanbaren lust tot de beoefening
der kunst gedreven, zich hieraan zou wijden, werd hij in de leer
gedaan bij den Dordrechtschen Schilder Samuel van Hoogstraten;
daarna ging hij naar Leiden om zich verder te bekwamen bij den
bekenden Gerard Dou.
Vandaar teruggekeerd vestigde hij zich te Dordrecht. In 1665
was hij wimpel- of vaandrager bij het 7e vendel der schutterij aldaar, i)
Volgens het «Quohier voor 't Lantaarngeld van Dordrecht van 1685"
woonde hij toen in de Wijnstraat, tusschen de Nieuwbrug en den
Boom, en naar dat van »'t Straet- en Clappclgeld", zonder jaartal,
doch zeker niet van vσσr 1691, woonde hij toen nog op dezelfde plaats.
Den 2osten Februari 1691 werd hij in de Haagsche Schildersconfreric
opgenomen; 16 November 1706 overleed hij in Oen Haag. Ik weet
niet of het bekend is wanneer hij naar Engeland ging; waarschijnlijk
vσσr 1691. 2)
1) Bulek bl. 688.
,o«„2)o ,V?lgeilS0 HoBACE Walpole Anecdotes of painting ia England (Londen
1802 80) hooft fecHALCKEN twee malen in Engeland verblijf gehouden (zie t a n
II 615 en 616).
                                                                                              B D ■ "•
-ocr page 10-
Arch. v. Ned. Kunstgesch. VI, M. 265.
PI. 2.
Rembrandt.
Portret van Elisabeth Jacobsdb. Bas.
-ocr page 11-
ARENT DE GELDER.
(Medegedeeld als voren.)
OUBRAKEN zegt dat deze Schilder te Dordrecht werd
geboren den 26 October 1645. Hij schijnt hier goed te
zijn ingelicht, want ik vind in het Doopboek der Herv.
gemeente te Dordrecht aangeteekend:
»Ouders".                                  «Kinderen".
»11 November. Jan de Gelder en Maria Lotterus. Arent".
Er is toch niets onwaarschijnlijks in dat de doop 16 dagen na
de geboorte van het kind plaats had.
Omtrent het jaar waarin hij overleden is, bestaat een verschil van
meening, dat ik thans in staat ben voor goed te beslissen.
In de gewone begrafenisboeken der kerken is zijn naam niet
vinden. Waarschijnlijk is hij in de Groote Kerk begraven, daar juist
op den tijd dat hij zou moeten zijn aangeteekend, van het register
dier kerk een blad is verloren gegaan.
Maar er is voor dien tijd nog een ander boek, het heet »Boek
van Begraven in klassen" en daarin leest men het volgende:
«1727 Aug."
»den 28 do. ontf. van 't begrave van 't lyck van d'heer Arent de
«Gelder............./ 15 . — .—
»en wegens Collateraal nog.......«15.— .—
ƒ 30 • — • —
De juiste dag van het overlijden is dus niet te bepalen; deze
zal enkele dagen vroeger moeten worden gesceld.
-ocr page 12-
- 4 —
NEGROLOGIUM VAN DELFSGHE KUNSTENAARS
OPGEMAAKT UIT DE
BEGRAFENISBΦEKEN IN HET ARCHIEF VAN DELFT.
(Medegedeeld door den Heer Mr. J. Soutendam, Secretaris van Delft
en Oud-Archivaris dier Gemeente.
Extracten uit liet „Eerste Eegister" van de Doden begrauen
in de oude en de nycuwe Kercken, (1 Augs. 1593—
21 Sopt. 1002.)
Onde Kereke. 27 Novr. 1595. Barnaru, Borduyerwcrckcr, aan de Geenvech.
21 Janό. 1601. Helias Lucasz., schilder, int Ryetuelt.
10 April 1601. SERUAES,wt Brabant, schilder, Int ryetvelt.
19 Novr. 1601. Een kint van Adriaen, beduyerwereker, aende oude
delff.
Extraeten uit het „Tweede Eegister" enz. (22. Sept. 1G02—
30 Jnnij 1013.)
Oude Kereke. 27 Juny 1603. Een kint van Maerten de beeldesnyder, in de Cel-
lebroersteeg.
14 Mei 1604. Een kint van Jacob(Woutf.rsz.Vosmaer?) de schilder,
aen de Verwersdijck.
31 Mei 1605 Tyntgen, Wed», van Servaes de schilder, Int Ryetvelt.
26 Deer. 1605. Een dochter van Willem de steenhouwer, aen de
Coornmarkt.
1 Septr. 1606. Een kint van Ariaen de bourduyrwereker, besyden de
Oude Kerck.
-ocr page 13-
Oude Kercke.
19  Septr. 1606. Een kint van Martinus de beeldsnijder, aen de Ver-
wersdijck.
25  Deer. l6;;6. Een kint van Aryen Jansz. de borduyrwercker, be-
syde Oude Kercke.
26  Jany. 1607. Een kint van Arien de bourduyrwercker, aen de
Noortsijde van de Oude Kerck.
2 Novr. 1608. Een kint van Maerten de beeldesnijder, int Rietvel'.
2 Mei loog. Een kint van Willem Willemsz.(Luyt), schilder, int
Noorteynde.
17 Octr. i6og. Joris Jorisz., schilder, aen de Turffmarct.
13 Juny 1610. De huysvrou van Aryen . . . preeckstoelmaecker in
de Molestraet.
20  Augs. 1610. Een kint van Adriaen, borduyrwercker.
13 Septr. 1610. Een kint van Pieter Pietersz. (Vromans), schilder,
aen de Verwersdijck.
13 Septr. 1611. Een kint van Jacob Mathysz (Been), steenhouwer,
aen de Oude Delft.
9 Augs. 1612. De huisvrou van Willem Willemsz., schilder, by
de Haechpoort.
Kxtracten uit het „Derde Register" enz. (1 July 1613—
30 April 1628.)
12 Augs. 1615.    De huysvrou van Maerten Pietersz., schilder, aen de
Verwersdcijk.
7 Oct. 1617.      Claes Dircxsz, glaesschrijver, in de Molestraet.
3 Maart 1618.    Een kint van Palamedes.
17 Mei 1620.      Cornelis Pietersz., schilder, in de Cromstraetsteech.
12 Jany 1621.     De huysvrou van mr. Cornelis. organist.
16 Maart 1622.    Een kint van Pieter, tapijtwereker.
Oude Kercke
-ocr page 14-
— 6 —
Oude Kercke. 3I Mei 1622. Een kint van Karel Vehmandel.
9 Augs. 1622. Een kint van Jop Cornelisz., platyelbacker 1), aen
de xm huysen.
20 Augs. 1622. Mr. Cornelis Schoonhoven, organist.
9 Deer. 1622. Een kint van Pieter van BroNCHorst, schilder.
26   Febr. 1623 Carel Vermandel, in St. annen straet.
4 July 1623. Een kint van Volckert Jansz., plaιtdrucker, opte
Voldersgrafft.
29 Augs. 1623. Jacoό Fransz.(Mussciier of Muskel), schilder, in Ja-
cobgerritsesteech.
9 Novr. 1623. Een kint van Pieter Huygen, platyelbacker, Int
RyeWelt.
3  Maart 1624. Mr. Pveter van der Heyden , borduyrwercker, aen
de oude Delft.
27  Augs. 1624. Hans Lichtei.ijn 2), schilder, in de Roscara.
28  Augs. 1624. Een kint van Jou Cornelisz., platielbacker, in de
13 huysen.
29  Augs. 1624. Een kint van Jan Cornelisz., platielbacker.
4  Sept. 1624. Een soon van Pallemedis, in Dircklangensteech.
4 Sept. 1624. Een kint van Willem Jansz. Decker, schilder.
9 Sept. 1624. Andries Schepper, tapijtwercker, ande Voorstraet.
12   Sept. 1624. Pieter Jansz. Vrooman, schilder, Int hoefysersteeche.
13   Sept. 1624. Matys de Schipper, tapijtw*., Int pesthuys.
4 Oct. 1624. Een kindt van Salomon, borduyerwercker.
21 Oct. 1624. Pieter Huygensz. , platielbacker.
28 Novr. 1624. Een kint van Ritser Jansz., schilder.
(1 Onder platielbackers worden ook de knechts bedoeld. Hot spraakge-
bruik is althans ten dien aanzien in Delft nog hetzelfde gebleven.
2) In het Meesterboek van 't St. Lueasgild te Delft 1613—1649 heet luj
Hans Lichtlam (Vgl. I, 8.)
-ocr page 15-
— 7 —
15 Oct. 1625. De wede. van Pieter VAN der Heyden, borduyr- Oude Kercke.
werker, tot haer dochter uytgedragen by de bail-
liousteech.
20 Novr. 1625. Een kint van Harman Gerritsz., plateelbacker, Int
rietvelt.
15 Juny 1627. Een kint van Antony de borduyrvvercker, aen de
oude Delff.
18 July 1627. Jan Pyeterssz. Schotelman, schilder.
S Febr. 1628. De moeder van Pieter Pietersz., schilder, in de
Molenstraet.
Extracten uit ket „Vierde Begister" (1. Mei 1628—
1. Jany. 1644).
14 Augs. 1628. Een kint van Antony de borduyerwereker.
12 Septr. 1628. Een kint van Willem Jansz , schilder, opten houck
vaD de Molsteech.
2  Juny 1629. Een kint van Jacob de platielbacker, Int Rietvelt.
23 Juny 1629. Een kint van Salomon de borduyerwereker, Inde
Bagijnesteech
14 Octr. 1629. Bartelmees, plateelbacker, int Rietvelt.
28 Novr. 1629. De huysvrou van DlRCK Claesz., schilder, Int Suyt-
eynde.
5 Febr. 1630. Willem Willemsz., platyelbacker, Inde Pyeterstraet.
23 Mei 1630. Hans Jordaen, schilder, Inde Choerstraet.
22 Juny 1630. Een kint van Balten, plateelbacker, an den nieuwen
Langendijck.
3  Novr. 1630. Een kint van CoRNELis Damen, schilder, aen de Ver-
versdyek.
8 Octr. 1632. Een kint van Jacob Lourisz. platielbacker inl Rietvelt.
Oude Kercke.
-ocr page 16-
Oude Kerck.         2 April 1634. Een kint van Andries Joosten, platielbacker.
οg Febr. 1635. Een kint van Abram, schildev, inde Molsteech.
26  Febr. 1635. Een kint van Iserel Speenhouius, borduyerwereker.
10 Mei 1635. Salomon Pietersz., borduyerwereker.
21  Septr. 1635. Een kint van Pieter Jansz.,platielbacker,indeVestpoort.
22  Octr. 1635. Willem Jacobsz., platyelbacker, int Rietvelt.
27  Novr. 1635. De huysvrou van Claes Jacobsz., platielschilder.
31 Deer. 1635. Een kint van Pieter jANSz.,plaetyelbacker, aen de Vest.
1 Jany 1636. Een kint van Willem Jansz., platyelbacker, int Rietvelt.
16 Maart 1636. Een kint van Louris WiLLEMsz., platyelbacker, inden
Achtersack.
6  April 1636. Jan Claesz., schilder, aen de oude Delff.
25 Mei 1636. De huysvrouw van Jan Claesz.van As, aerrde oude Delff.
25 Mei 1636. De huysvrouw van MaERTEN den antieksnijder, aen
de Oude Delff.
30 Mei 1636. De huysvrouw van Dirck Jacobsz., platyelbacker,
aen de Molslaen.
13  Juny 1636. Salomon Boot, bordeuyrwereker, aen de Geerwech.
14  Deer. 1636. Een kint van Jacob Jacobsz., platielbacker, aen de
Gasthuyslaen.
27  Juny 1637. Arien Abramsz., platielschilder, in Viou Juttenlant.
7  Septr. 1637. Abram Jansz. van RlJCK, platielbacker, op de Geer.
30 Deer. 1637. Stoffel Jansz., platyelbacker, aen de Molslaen.
28  Maart 1638. Pallamedus, schilder, aen de Voorstraet.
27 Juny 1638. CRYN Verhoocii, schilder, int Bagynhoff.
19 Deer. 1638. Een kint van Pallamedus Pai.lamedesz. , aen de
Voorstraet.
27 Deer. 1638. Een kint van Pallamedus Pai.lamedesz., aen de
Voorstraet.
-ocr page 17-
— 9 —
28 July 1639. Jan Lindenhuysen , schilder.                                           Oude Kercke.
20 Septr. 1639. Abraham Pietersz. , platielbacker, aen de Molslaen.
25 Mei 1640. Een kint van Corstiaen Couwenberch, schilder.
18  Septr. 1640. Een kind van Andries Harmensz. , platielbacker.
31 Jany. 1641. Een kint van Cornelis Jansz., platielbacker, in den
Achtersack.
u Maart 1641. Een kint van CLAESjANSZ.,platielbacker, opt Broerhuys.
31 April 1641. Andries Joosten, platielbacker, aen de Molslaen.
14 Mei 1641. Ziprianus Jorisz., platielbacker, inde Vlamingstraet.
17 Jany. 1642. Mr. Jan Schoonhoven, organist, ter sijden d'Oude
Kerck.
11 Septr. 1642. Een kint van Reynier Reyniersz., platielbacker, in
de Vlaemsche huysgens.
6 Deer. 1642. Willem Willemsz. van Vliet, schilder, aen de
Turfmarct.
11 Mei 1643. Een kint van Pieter Tobiasz., platielbacker, in de
Vlamingstraet.
19  Novr. 1643. Een kint van Jan Jansz,, platyelbacker, aen de
Gaslhuyslaen.
Extracten uit het register van begravenen sedert
1 January 1644—31 January 1656.
10  Janij 1644. Een kint van Willem Gysbrechtsz. , schilder.               Oude Kerk.
6 Juny 1644. Jacob Poolen, platielbacker, in de Vlouw.
27 Deer. 1644. Een kint van Aryen Florisz. , platielbacker, aen de
Geerwecht.
11   Juny .1645. Een kint van Aelbrecht Jansz., platielbacker, int
Achterom.
VI.
                                                                                                    2
-ocr page 18-
— 10 —
7 Augs. 1645. Een kint van Cryn Crynsz., platielbacker, int
Achterom.
23 Novr. 1645. Een kint van Adam Pick, schilder, aen 't Marctvelt.
7 Deer. 1645. Een kint van Pieter Jansz., platielbacker, aen de
Molslaen.
12   Augs. 1646. Een kint van Jan Jansz., platielbacker, int Agterom.
17   July 1647. Claes Jansz. van Roσn, glaeseschrijver, in Ste Jero-
nimuspoort aen de Oude Delft.
23 Septr. 1647. Reynbrant Heyndrixsz., int Rietvelt, van Araster-
dam, schilder.
7 Octr. 1647. Een kint van Aelbrecht Pietersz. , platielbacker.
18   Febr. 1648. Een kint van Daniel, den antyeksnijder, in de Vlou.
16 Junij 1648. Een kint van Dirck Tonisz., platielbacker, aen de
Turfmarckt.
18 Octr. 1648. Een kint van Ary Jacobsz. , platielbacker.
2 Mei 1649. Jacob Molyn, schilder, in de Choorstraet.
15 April 1650. Heyndrick Marcelisz. van Goch, platielbacker,
aen de Molslaen.
1)10 Janij. 1654. Pieter Vroman^, schilder, in de Molestraet.
14   Octr. 1654. Carel Fabrytius, in de Doelstraet.
15   Octr. 1654. Mathys Spoors, aen de Oude Delft.
Extracten uit het register v. begravenen sedert
1 Febr. 1656—31 Octr. 1666.
13   April 1660. Jeronimus van Kessel, betielbacker (sic), inde
drie astonne op de Geer.
1) Het bedrijf wordt niet meer genoemd, althans hoogst zelden (1650—'60.)
-ocr page 19-
— 11 —
Extracten uit het register van begravenen, sedert
31 Octr. 1666—17 July 1671.
18 Mei 1671. Jan Jansz., plateelbacker, int Rietvelt.
Oude Kerk.
Extracten uit het register van begravenen, sedert
19 July 1671—21 July| 1676.
2  Maart 1672. Johannes van Houten, plateelbacker, aen de Nieuwe
Langendijck.
16 Maart 1672. Een dogter van Ary Jansz. de Milde|, plateelbacker
int Agterom.
31 Maart 1673. Ariaentge 's Gravenpolder, huisvr. van Cornelis
de Heus, plateelschilder, in de Choorstraat.
5 Novr. 1673. Wessel van Leeuwen, plateelb'., in de Kokelaen,
(Kerkhoff.)
4 Junij 1674. Jan Verschuer, schilder, int Oosteinde, in den
witten ram l) (Keikhofο.)
30 Augs. 1674. Abram van Noorden, platteelbacker, inde Choor-
straat (inde Kerck.)
26 Junij 1675. Hendrik Swanenburg, plateelschilder, aende Ver-
wersdijck (Kerkhoff.)
28 Octr. 1675. Hendrik van Vliet, schilder, aende Oude Delft,
over 't Bagijnhof (inde Kerk.)
3   Deer. 1675. Louys Elsevier, schilder, aende Voorstraat (inde
Kerk.)
15 Deer. 1675. Jan Vermeer, kunstschilder, aende Oude Langedijk,
(inde Kerk.)
1) Thans (1885) een gedeelte der fabriek van Joost Thooft &Labouchebe,
*de Porceleyne Eles"; Fab riek van Kunstaar dewerk of Delftsche aar-
dewerkfabriek. Zie: Catal. d. Internat, tentoonstelling v. decoratief aarde-
werk en gebrand glas, gehouden te Delft in Juni en Juli 1885, bl. 15 en de
achterzijde v. d. omslag.
-ocr page 20-
— 12 —
Oude Kort. 27 Deer. 1675. Jacobus Hans de Milde, plateelscliilder. opde
Lakengraft (Kerkhof.)
Extracten uit het register van begravenen, sedert ,
28 Junij 1676—30 Novr. 1681.
24 Deer. 1676. Jan Carels Labroy, platielschilder, in de Vissteeg,
in de Kerk.
• 27 April 1678. Jan Willemsz. van der Burg, plateelscliilder, in't
Oosteinde, Kerkhoff.
6 Junij 1678. Pieter van As, kunstschilder, in den Doelstraet,
in de Kerke.
9 Septr. 1678. Marcus Andriesz, van Waesburg, plateelscliilder,
in de Slijperspoorfc tusschen de Bagijne- en Dirck-
langensteeg, in de Kerck.
27 April 1679. Ary Gerritsz. Santvliet, plateelscliilder, aen de
Verversdijck op den hoeck van de van der Masten-
straet, Kerckhof.
26 Mei 1679. Een kind, dat doot ter werelt gecomen is van Jaco-
bus Cool, mr. Plateelbacker, aen de Gasthuyslaen,
in de Kerck.
3 Juny 1679. Wouter van Eenhoorn, (plateelbacker), 1) aen de
Oude Delft, op den hoeck van de Korte breetsteeg,
in de Kerck.
22 Augs. 1679. Walraven Jansz., plateelbacker, in de Scheepmaec-
kerye, Kerckhof.
3 Octr. 1679. Corn. van DER Houven, mr. plateelbacker, aen de
Gasthuislaen, in de Kerck.
2 Sept. 1680. Dirck van der Sloot, plateelscliilder, op 't Marct-
velt, in de Kerck.
1) Zie o. a. Delftsche courant van 16 Deo. 1870.
-ocr page 21-
— 13 —
26  Octr. 1680. Reympie Jans, huisvrouw van Hans Jordaen , Oude Kerk.
schilder, aen de Verversdijck, bij de Raemsteeg, in
de Kerck.
27  Octr. 1680. Daniel de Swart, beeltsnijder, aen de Verversdijck,
bij den Doele, in de Kerck.
1   Novr. 1680. Corneus Coppens, tapijtwercker, in de St. Anna-
straet, in de Kerck.
2  Novr. 1680. Arent Cousijn, mr. plateelbacker, in de Roos, aen
de Oude Delft, in de Kerck.
7   Novr. 1680. Hans Jordaen, konstschilder, aen de Verversdijck,
by de Raemsteegh, in de Kerck.
15 Novr. 1680. HeSter Pietersz. Loreyn, huisvrouw van Ruth
Jansz. van Dalen, plateelsciTilder, in den Agter-
sack, Kerkhof.
8  Jany. 1681. Stoffel Jansz., plateelschilder, op de Buitenwater-
sloot, Kerkhof.
13 Jany. 1681. Johannes de Vries, plateelschilder, in den Agter-
sack, Kerkhof.
Extracten uit het register van begravenen, sedert
1 Deer. 1681—30 Juny 1689.
20 April 1682. Twee kinderen die doot ter werelt gecomen sijn van
Jacob Cool , plateelbacker, aan de Gasthuyslaan,
in de Kerk.
12 Deer. 1684. Annetge VAN dkr Linden, huysvrouw van DiRK
VAN der Kest, mr. plateelbacker, int Agterom, in
de Kerk.
11 Febr. 1686. Jan Harmens, plateelschilder, int Rietve't, Kevkhoff.
11 Jany. 1687. Mr. Hendrick Stroombergh, organist, aen de Ver-
wersdijck, in de Kerck.
-ocr page 22-
— 14 —
Oude Kerk.          5 Mei 1687. Mattheus de Bergh, konstschilder, by de Oost-
indische Kamer, in de Kerck.
Extracten uit het register van begravenen, sedert
1 Juny 1689—2 Juny 1699.
27 July 1689. Cornei.ia van der Plate, wed. van Hendrick van
der Vliet, konstschilder, aen de Oude Delft, tegen-
over 't Bagynhoff, in de Kerck.
29  July 1689. Een baerkint van Dirck Schol, organist, in Jacob-
gerritzstraet, in de Kerck.
25 Jany. 1690. Isaack d'Niese, J. M., konstschilder, op de Laken-
gragt by de lange Raemsteegh, gevoert na Amster-
dam, 8 dragers.
21 Febr. 1690. Jacomijntie Jans, huisvrouw van Ary Bartschot,
platteelschildr., aan de Molslaan, K:hof, 10 drag.
17   Maart 1690. Jacob Starrenburg, plateelschilder, aan de Gast-
huyslaen, K.hoff, sm.
27   Augs. 1691. Anna Ouwenzeel, laast huysv: van Dirck van der
Kest,. mr. platteelbacker, int Agterom in den Ham,
in de Kerck, 14 dragers.
28  Jany. 1692. Ysack Mension, platteelschilder, aen de Molslaen,
in de Kerk.
30  Maart 1692. Rochus Hoppestein, mr platteelbacker, aen de Gast-
huyslaen, in de Kerk.
8 Mei 1693. Sr- Johan Verkolie, Constschilder, in de Wijn-
straat, op 't Choor.
18  Aug. 1693. Nicolaes v. d. Kest, mr. platteelbacker, int Agterom
in den Ham, in de Kerck.
1 Maart 1695. Joost DUFON,plateelbacker, op de Paerdemart, K.hoff.
-ocr page 23-
— 15 —
Extracten uit het register van begravenen, sedert                                                        Oude Kerk.
4 Jany. 1699—16 Jany. 1710.
29 Septr. 1699. Armkintje van Gerrit Rijcke, plateelbacker, in de
Korte Raemsteegh, op de Lakegraff, op 't Kerckhoff,
's morgens.
23 Juny 1700. Jacob Kqoll, meester plateellbacker, op de Gast-
huyslaan, inde posteleyne flesyes (fleschjes), Kercke-
graff opt Koor.
12 Novr. 1701. Dirck van der Kest , wednaar ^ platteelbaeker, in
den Ham int Agterom.
27   Maart 1705 Jan Tem, Platteelschilder, op de Molslaen, op den
hoeck van de Pijnepoort.
11 Juny 1705. Armkint van Michiel van der Kedt, beeltsnyder,
op de Gasthuyslaen.
17 April 1706. Francoys van der Landen, Plateelschilder, in de
Vlamingstraet.
5 Aug». 1709. Dirck Vos , plateelbacker, int Oosteynde, in de Kat.
Extracten uit het register van begravenen, sedert
1 Jany. 1710—30 Deer. 1722.
16 Mei 1716. Willem Kool, mr. plateelbacker, op de Gasthuys-
laen , eygen graff, met 16 drs. (dragers).
28   Maart 1 721. Lambregt van Eenhoorn, op de Geer, in de pla-
teelbackerij de metaele pot, met 18 drs. en koetsen,
eijge graft.
Extracten uit het register van begravenen, sedert
1 Jany. 1723—13 Novr. 1734.
Nihil.
23 Augs. 1593. Die huissfrau van Adriaen, Tapijtweicker, kt de Vla Nyeuwe Kercke.
mingstraet.
-ocr page 24-
— 16 —
Nyeuwe Kercke. 30 Septr. 1593. Een kint van JorisJorisz., schilder, aen dePontemarckt.
20 Novr. 1593. Een kint van Guilliame Bezaen, schilder, aen de
Burchwal.
13 july 1594. Een kint van Abraham Jansz., tapijtwercker, in Ag-
nieten convent.
16  July 1594. De huysvrou van Abraham Jansz., tapijtwercker, in
Agnieten convent.
24 July 1594. Een kint van Willem Willemsz., schilder, aen de
Verwersdijck.
15 Augs. 1594. De huysvrou van Michiel Hack, schylder, in de
Vlamingstraet.
18 Augs. 1594. Michiel Hack, schilder, in de Vlamingstraet.
8 Octr. 1594. Hendrick Bastiaensz. de Koning, schilder, bezijden
de Nyeukerck.
6  April 1595. Een kint van Michiel Jansz., schilder, aen de
Voldersgraft.
7  JanY 1597. Een kint >an Egbert Huygensz, platielbacker, int
Oosteynde.
27 Octr. 1597. Een kint van Hans Jordaen, schilder, aen de Molslaen.
7 Mei 1598. Een kint van Jacob Willemz., schilder, int Rietvelt.
24 Nov. 1598. Een kint van Guillaume de schilder, aen de Molslaen.
6  Deer. 1598. Een kint van Guillaume, schilder, aen de Molslaen.
29 Jan? 1599. Guillaume Besaen, schilder, aen de Molslaen.
29 Juny 1599. Een kint van Besaen , de schilder, int Oosteynde.
2 Jany 1600. Hendrick Tijssz., schilder, aen de Gasthuyslaen.
7  Mei 1601. Mi'. Jacob Willemsz., schilder, aen de Burchwal.
27 Mei 1602. Adryaen de schilder, int Oostende.
17  Augs. 1602. Een kint van Egbert de platielbacker.
-ocr page 25-
— 17 —
Extracten uit liet „Tweede Register" enz. (22 Septr.                                             Nyeuwe Kercke.
1602—30 Juny 1613).
12 Octr 1603. Een kindt van Hans de steenhouwer.
23  Septr. 1604. Een kint van meester Hubrechο die schilder.
1 Novr. 1604. Cornelis Roelantsz. , steenhouwer, opten houck
van den Langendijck.
12 Febr. 1605. Een kint van Poόwel, die plateelbacker.
24  Sept. 1605. Een kint van Egbert die plateelbacker.
16  Jany 1606. Mathys van Pastenax, schilder, int Noordeynde.
7 Febr. 1606. Walich Bouwensz, wapensnijder, in de Vlamingstvaet.
20 Mei 1606. De huysvrou van Gouert Willemsz., plaeteelbacker,
op den houck van de Hopsteech.
3 July 1606. Een kint van Jan Pietersz., steenhouwer, in de groote
Broerhuyssteeg.
27 Deer. 1606. Een kint van mr. IIuybrecht, schilder, by de Doelstraet.
12 Juny 1607. Lambrecht, die beeldesnijder, int Oosteynde.
22 Novr. 1607. Een kint van Pieter de platielbacker,in de Hopsteech.
7 Febr. 1608. Een dochter van Michiei. Jansz. , schilder, an de Lan-
gendijck.
1 April 1608. Een kint van Egbert Cornelisz., platielbacker, by
den Ham.
3 Juny 1608. Hans Verburch, schylder, by de Hoop(Hop-)steech.
3 Aug. 1608. Een kint van Jan Jansz., platielbacker, an den
Langendijck.
20 JanY 1609. Een kindt van Abraham die schilder , in sint Angniete.
17  Maart 1609. Een kindt van Daniel Maertensz., beeldesnijer, inde
Kromstraelsteech.
22 Mei 1609. Claes Jansz., schilder, ouer het Canduyt. 1)
1) Zie noot blz. 18.
VI.
-ocr page 26-
Nyeuwe Kercke. 18 Novr. 1609.
4 Deer. 1609.
31 Mei 1610.
7 July 1610.
14 Febr. 1611.
19 Juny i6ij.
1 Septr. 1611.
9 Septr. 1611.
10 Octr. 1611.
19 Octr. 1611.
4 April 1612.
29 April 1612.
19 Juny 1612.
9 Deer. 1 612.
18 Juny 1613.
Jan van Tylius, schilder, by de 100 fonteyn.
Een kint van Harman de plaetsnijdev.
Een kint van Frans de schilder.
Een kint van Cornelis Rocussz., platielbacker, by
den Ham.
Een kint van mr. Huybrecht, schilder.
Een kint van mr. Hubrecht, schilder, op de Ver-
wersdijek.
Jan Jansz., platielbacker, in den Achtersack
Een kint van Daniel Maertensz. , , beeldesnyder,
achter die Nyeuwekerck.
Een kint van Cornelis Jacobsz., schilder.
Een kint van Pouwels, die platyelbacker, by 't Con-
duyt 1).
Een kint van Egbert...., platielbacker op de
Molslaen.
Jan Micmelsz. , 2) goutsmllh , opt Merckvelt.
Een kint van Abraham Dauitsz.s platyelbacker.
De huysvrou van Abraham Dauitz., platielbacker,
opten houck van den Nieywenlangendijck.
Een kint van IIuybrecht Jacobsz., schilder, op de
Verwersdijck.
Extracten uit het „Derde Register", enz. (1. July
1613—29. April 1628).
25 Novr. 1613. Een kint van Pieter Stael, schilder, opt Merctvelt.
13 Augs. 1614. Een kint van Pieter Stael, schilder, byt Stadthuys.
Nieukerck.
1)    Conduyt is de Delfsche uitdrukking voor hetgeen men overal elders
Kraan noemt.
2)    De vader van Michiel Jansz. Hiebevelt.
-ocr page 27-
— 19 —
19 Octr. 1614.    Een kint van Gerrit Harmansz. , platielbacker.               Nieukerck.
12  Novr. 1614.    Een kint van Egberο Gillisz., platielbacker, by
den Ham.
19 Febr. 1615.    Debora Lucas, huysvrou van Poόwels Bourset,
platielbacker int όosteynde.
22 Febr. 1615.    Michiel Nouts , platielbacker in de groote Broerhuys-
steech.
22 Mei 1615.      Een kint van Jan Willemsz., schilder, op den Ouden
Langendijck.
1 Novr. 1615.    Een kint van Pouwels de platyelbacker.
7 Deer. 1615.    Een kint van Jan Steuensz. , platyelbacker.
31 Jany 1616.    Harman Pietersz., platyelbacker, int Oostende.
14 July 1616.      Een kint van Egbert Jansz., platyelbacker.
io Deer. 1616.    Floris Balthasar, plaetsnyder.
26 Maart 1617.    Een kint van Willem Jansz., schilder.
3   April 1617.    Rochus Jacobsz. , schilder.
13  Jany 1618.    Jan Florisz., schilder.
10 Juny 1618.     Een kint van Abraham Davitsz. , platielbacker.
14  Augs. 1619.    Hans Kool, platielbacker, int Oosteynde.
16  Febr. 1620.    Pouwels Bourseth, platyelbacker, in Oostende.
17  Febr. 1620.    Esdras de beeldesnijder, achter de Nyeu Kerck.
6 Juny 1620.     Hans Claesz., schilder, int Suyteynde, in de Croon.
4   Aug. 1620.    Een kint van Pouwels Pouwelsz., schilder.
9 Octr. 1620.    Een kint van Cornelis Egbertsz., platyelbacker.
22 Jany. 1621.    Een kint van Elias, platyelbacker.
21 Maart 1622.    Pieter Stael, schilder, aen de Marct.
n April 1622.    Een kint van Egbert Jansz., platyelbacker.
6 July 1622.      Een kiut van Jan Jansz., platyelbacker.
14 Jany 1623.    Den zoon van mr. Michyel van Myerevelt, schilder.
-ocr page 28-
-- 20
Nicukerck.
30 April 1623.
10 Octr. 1623.
6 Novr. 1623.
5 Deer. 1623.
8 Deer. 1623.
24 Deer. 1623.
6 Jany 1624.
8 July 1624.
31 July 1624.
22 Augs. 1624.
31 Augs. 1624.
12 Septr. 1624.
13 Septr. 1624.
16 Septr. 1624.
4 Octr. 1624.
23 Octr. 1624.
29 Octr. 1624.
30 Octr. 1624.
12 Novr. 1624.
22 Novr. 1624.
24 Novr. 1624.
30 Novr. 1624.
12 Deer. 1624.
24 Deer. 1624.
Jan Jacobsz. , platyelbacker, in de broerhuyssteech.
Willem Claesz., platyelbacker, achter de Kerck.
Een dochter van mr. Michyel van Myerevei.t, schilder.
Een kint van Jan de platyelbacker.
Een soon van Willem Willemsz., schilder, Int ryetvelt.
Een kint van Corn. Egbertsz., platyelbacker, int
ryetvelt.
Een kint van Willem Willemsz., schilder, in de
Vlamingstrate.
Een kint van Jacob Woutersz., schilder, op de Ver-
wersdijk.
Jan Huybrechtsz., platielbacker, in de Molsteech.
Een kint van Gillis de schilder.
Een kindt van Gerridt Gerritsz. , platielbacker, in
den Achtersack.
Gerrit Gerritsz. , platielbacker.
Een kindt van Corn. Egbertsz., platielbacker.
Een kindt van Leendert Jansz. , platielbacker.
Pieter I.ouwersz. , betielbacker (platielbacker) in
't Oostende.
Tonis Jansz., Platielbacker.
Een kint van Pouwels Weyts, schilder, an de marct.
Leendert Jansz., plateelbacker, an de Molslaen.
Aryen Symonsz, platyelbacker, aen de Langendyck.
Jan Oor(Ur)baensz., beeltsnider, int Oosteynde.
Een kint van Gysbrecht Tonisz. , plateelbacker.
Een kint van Jan Gerritsz., plateelbacker.
De huysfrouwe van Steven Jansz., schilder.
Een kint van Heyn. Boockelsz., plaetyelbacker.
-ocr page 29-
— 21
17  Jany 1625. Een kint van Willem Jacobsz., platielbacker.                   Nieukerck.
27  Jany 1625. Een kint van Abraham Maertensz., platielbacker.
18  Septr. 1625. Een kint van Jacob de platielbacker int Oostende.
20 Octr. 1625. Een kint van Abraham de schilder, opt marcvelt.
4 Novr. 1625. Een kint van Egbert de plateelbacker, by den Ham.
6 Novr. 1625 Wouter Jansz., platielbacker, op de Beestemart.
23  Maart 1626. Een kint van Egbert de plateelbacker, int suyt-
eynde by den Ham.
16  April 1626. De huysvrou van Egbert de plateelbacker,by den Ham.
1 Mei 1626. Geruit Harmansz., plateelbacker, int Oosteynde.
17  Juny 1626. Een kint van Pouwels Weyts, schilder, aent marctvelt.
3  July 1626. Een kint van Jacob Jorisz., plateelbacker, int Oost-
eynde.
14 Septr. 1626. Een kint van Arien Jansz.', plateelbacker, aen de
Molslaen.
4   Deer. 1626 Marcus de schilder, besyden de nieu Kerck.
6 Deer. 1626. Parent de plateelbacker, op de Geer.
17 Febr 1627. Een kint van Willem Harmensz. , platielbacker, by
de stene molen.
28  Maart 1627. Een kint van Willem Willemsz., platyelbacker, In
de Pyeterstraet.
24   Augs. 1627. Een kint van Jacob van Geel, schilder, in de
Choorstraat.
9 Septr. 1627. De huysvrou van Jan de platielbacker, op de Turfmarct.
5  Maart 1628. Den (sic) huysvrou van mr. Michiel Mierevelt, schil-
der, ande oude Delft.
4 Juny 1628. Cornelis Heynensz., plateelbacker op dea houck
van de Breetsteech.
14 Augs. 1628. Een kint van Heyndrik Beukelsz. , plateelbacker.
-ocr page 30-
— 22 —
Nioukerck. 26 Mei 1629. Pouwels Weyts, schilder, aen tmarctvelt.
13 Fehr. 1630 Een kint van Floris Jansz., plateelbacker, in de
Pieterstraet.
18 Deer. 1630 Cornei.is Carelsz., plateelbacker, in de Vlaemse
huysgens.
11   April 1631 Mr. Hόybrecht Grimani, schilder, aen d'oude Lan-
gendijek.
18  Augs. 1631. Een kint van Corstiaen van Couwenhoven,schilder.
7 Septr. 1631. Een kint van Abram de platielbacker in de Brucxstraet.
7 Febr. 1632. Elisabeth s Graven, huysvrou van Jacob van Geel,
schilder, in de Vlamingstraet.
4 Maart 1632. Een kint van Corn. Jacobsz., plateelbacker.
19  Mei 1632. Een kint van Jan Pietersz., plateelbacker, aen de
Molslaen.
25  July 1632. Een kint van Jan Loocquefier , platielbacker.
26  Jany 1633. De soon van Michyel Jansen, schilder.
7 Febr. 1633. Eenkint vanCi.AEsjANSZ,platielbacker, op'tBroerhuys.
27  Febr 1633. Een kint van Melten (Merten) Aryensz., platiel-
backer op't Broerhuys.
9 April 1633. Stoffel Lourisz. , by de 100 zon, platielbacker.
6  Mei 1633. Een kint van Joost de schilder, aen de Turffmarct.
16 Juny 1633. Een kint van Cornelis Jansz., platielbacker, in de
Vlamingstraet.
12  Jan5; 1634. Een kint van Pool Arentsz, platielbacker, int
Oosteynde.
15 July 1634. Een dochter van Tonis Adamsz., platielbacker.
11 Octr. 1634. Een kint van Willem Arentsz., platielbacker.
2 April 1635. Hendrik van den Tol, schilder.
7  Nov. 1635. De huysvrouw van Jan Locqόefiersz. , platielbacker
in de Kerckstraet.
-ocr page 31-
— 23 —
15  Jany 1636. Een dochtei van Jan Lourisz., plaetyelbacker, aen de Nieukerck
Turffmarct.
10 Febr. 1636. Een kint van F^dewaert, de platyelbacker, aen de
Susterlaen.
16  Maart 1636. Egbekο Jansz., platyelbacker, naest den Harn.
7  Aug. 1636. De huysvrouw van Willem Jansz., schilder, aen de
Verwersdijk.
12  Septr. 163Σ. Een kint van Evert Jansz. , platyelbacker, int Oost-
eynde.
13  Juny 1637. Een kint van Cornelis Egbertsz. , platielbacker, int
Rietvelt.
8  July 1637. Mabrten Pietersz., platielbacker, in de Pieterstraet.
6 April 1638. Cornelis Egbertsz. Sas, platielbacker, int Rietvelt.
14  April 1638. Willem Jacobsz. Delff, plaetsnijder, aen de Coo-
remarct
21  Mei 1638. Jacob Hendricksz., glaseschrijver, in de Cromstraet-
steech.
. io Jany 1639. Een kint van Cornelis Jansz., platielbacker, in de
Vlamingstraet.
19  April 1639. Een kint van mr. Hendrick, organist van de Nieuwe
Kerck.
20  Octr. 1639. JAN JaJmsz., platielbacker, Turffmarct.
30  Jany 1640. Harmen, platielbacker in de Kockelaen.
31  Jany 1640. Een kint van Eduwaert, platielbacker, in de Hop-
steech.
22  Mei 1640. Een kint van Isaac Junius, schilder, aent Marctvelt.
29 Deer. 1640. Een kint van Arent, platielbacker, aen den Nieuwen
Langendijck.
14 Jany. 1641. PlETER Mathysz., schilder, in de Pieterstraet
-ocr page 32-
_ 24 —
Nieuwe Kerk. 23 Jany. 1641. De weduwe van Mr. HuYBRECHT, de schilder.
15   April 1641. Een kint van Dirck Jeronimusz. , platielbacker, by
den Ham.
16   Mei 1641. Een kint van Maximii.iaen van der Gucht, tapijtsier.
30 Juny 1641. Mi'. Michiel van Miervelt, schilder, aen 't Oude
Delff.
1 Deer. 1641. Elias Lievensz., platielbacker, int Oosteynde.
16  Juny 1642. Een kint van Jan Willemsz., platielbacker, in de
Cruysstraet.
11 July 1642. Een zoon van Willem van den Bundel, schilder,
in de Vlaraingstraet.
11 Febr. 1643. D'huysvrouw van Jan LooCQUefiersz , platielbacker,
in de Kerckstraet.
9 Juny 1643. Een kint van Jacob Willemsz. Delff, schilder, aen
de Oude Delff.
30 July 1643. Een kint van Aelbrecht CokNKMSZ. Keyser, pla-
tielbacker, in de Cruysstraet.
17   Augs. 1643. Een kint van Jacob Barensz., platielbacker, int
Oosteynde.
29 Novr. 1643. Een kint van Eduwaert Jukens, platielbacker, inde
groote Broerhuyssteech.
Extracten uit het register van begravenen in de Nieuwe
Kerck, van 1 Jany. 1644—29 Jany. 1656.
3 Jany. 1644. Een kint van Frans Pouwelsz., platielbacker, int
Achterom.
18  Jany. 1Σ44. Een kint van Jan Willemsz., platielbacker, inde
Pieterstraet.
24 Maart 1644. Een kint van Pieter Jansz., platielbacker, inden
Achtersack.
-ocr page 33-
— 25
30 Mei 1644. Een kint van Akyen Gerritsz., platielbacker, aende Nieuwe Kerk.
Gasthuyslaen.
20  July 1644. Mei.ten Arentsz., platielbacker, opte Geer.
19 Augs. 1644. Een kint van Jacobus Delff, schilder aende Oude
Delff.
4 Octr. 1644. Een kint van Robbrecht Harmensz., platielbacker,
inde Pijnnepoort.
2t Novr. 1644. Een kint van Evert Egbertsz., platielbacker, aen
de Turfmarct.
8  Jany. 1645. Een kint van Michiel Jansz , platielbacker, aen
den Langendyck.
9  Juny 1645. Jan Danielsz. , platielbacker, in de Gasthuyssteech.
23  Augs. 1645. Een kint van Arent Melchiorsz., platielbacker.
' 23 Maart 1646. Een kint van Aryen Michielsz., platielbacker, opt
Broerhuys.
24 Maart 1646. Een kint van Anthonis Palmedes, schilder, aen de
Turfmarct.
27 Novr 1646. Een kint van Willem Odekercke, schilder, aen de
Voorstraet.
22 April 1647, De huisvrou van Maximiliaen van der Gucht,
in Spierings Clooster.
25   Mei 1647. Sara Pietersz., wed. van Abraham Jansz., platiel-
backer, aen de Appelmarct.
24 Febr. 1648. De huisvrou van Jacob Pouwelsz., schilder, aen de
Turfmarct.
15 Octr. 1648. Een kint van Willem Odekercken, schilder, aende
Verwersdijck.
21  Deer. 1648. Een kint van Gysbrecht Lambrechοsz. van der
Feuyck, platielbacker, aen de Molslaen.
VI.
                                                                                                        4
-ocr page 34-
— 26 -
Nieuwe Kerk. 10 Maart 1649. Een kint van Aelbrecht Jansz. , platielbacker, inden
Achtersack.
5 Juny 1650. Cornelia van Santen, huisvrouw van Uyterant
Post, schilder, in de Breetsteech.
17 April 1651. De huysvrou van Anthony Palamedf.s , schilder,
aende Broerhuyslaen,
25 April 1652. Een kint van Abraham Abrahamsz. Everaer, pla-
tielbacker, opt Broerhuys.
1 Jany. 1655. De huysvrouw van Joris Leλndertsz. , schilder, aen
den Nieuwen Langendijck
Extract uit het register van begravenen,
van 1 Febr. 1656—31. Octr 1666.
5 Maart 1656. Een kint van Jan Jorisz., schilder, aende Nieuwen
Langendijck.
Extract uit het register van begravenen,
van 31 Octr. 1666—18 July 1671.
19 Sept. 1670. Grietje Jacobs, huysvrouw van Maximiliaen van
der Gugt, 1) in de Spierinxklooster.
Extract uit het register van begraveuen,
van 19 Julij 1671—27 Junij 1676.
10 Febr. 1674. Leendert Bramer 2), bej'aerde vrijer, aen de Coorn-
markt, in de Kerk.
Extracten uit het register van begravenen,
van 28 Junjj 1676—30 Novr. 1681.
10 Septr. 1679. Willem Kleffius, weduenaer, by de Rotterd. poort
in de Plateelbackerye »de Sterre", opt Choor.
1)    De bekende tapijtwerker.
2)    De schilder Leendert of Leonard Bramer.
-ocr page 35-
— 27 —
24 Aug. t68o. Ariaentje van der Sande, huisvrouw van Jan Nieuwe Kerk.
Harmensz. Dyssel , aen de Gasthuislaen, in de pla-
teelbackerye »de Drie Flesschen", opt Choor.
5 Maart 1681. Joris van Ki.eeff, schilder, aen de Nieuwe Lan-
gendijck, in de Kerck.
Extracten uit het register van begravenen,
van 1 Deor. 1681—4 Juny 1689.
3 Juny 1685. Jan Joris, schilder, aan de Nieuwen Langendyk,
Kerkhoff.
^7 Jany. 1687. Willem Kleffiόs, aen de Oude Delft, in de pla-
teelbackery »de Sterre, op 't Choor.
Extracten uit het Register van begravenen,
van 1 July 1689—3 Jany. 1699.
9 Febr. 1692. Hendricje Corstiaens Gibbons, Wede. van Jan
Jans schilder, aen de Vest bij de Dronckesteegh,
K.hoff, 's merg.
15 Jany. 1693. Jurriaen Simons, Tapijtwercker, int Oosteinde, opt
Kerkhof 's morgens.
30 Sept. 1694. Elisabeth van Swenne, huysvrouw van Louvs Fic-
tor, aen de Oude Langendijk, in de Plateelbackerij
de Schenckan, op 't Choor.
10 Maart 1695. Quirijn Alderts Cleynoven, int Oosteynde, inde
plateelbackerij, op 't Choor.
28 Mey 1695. Een kindt van Dirck Witsenbvjrgh, aan de Oude
Delfft, in de plattielbackerij van de Sterre, in de
Kerck.
-ocr page 36-
— 28 —
14 Jany. 1696. Allardus Ci.einoven, int Aghterom, in de plateel-
backery de Romeyn, op 't Choor.
Extracten uit het register van begravenen,
van 4 Jany. 1699—1 Jany. 1710.
1 Maart 1705. Gerrit Pietersz. Kam, aen de Kooiemart, in de
Platteelbackerij de Paauw, op 't Choor, 16 dragers.
16 Mei 1705. Pieter Gerritsz. Kam, over de Geer, in de Plateel-
backerij de 3 Astonnen, op 't Choor, 16 dragers.
6 Deer. 1705. Judith Broeckerhoff, minderjarige dogter van
Bastiaan Broeckerhoff, aan de Molslaen in de
plateelbackery de Blompot, in de Kerk, 12 dragers.
16 Junij 1708. Een kind van Davit Kam, in de plateelbackerye
de Pauw, in de Kerck, eene drager, met een koets.
28 Sept. 1709. Egidius van Veen, in 't Oosteynde, in de plateel-
bakkery Rouaan op 't Koor, 14 dragers.
31 Oct. 1709. Pieter Oosterwijk, aan de Kooiemart, in de pla-
teelbackery van de Klauw, op 't Koor, 14 dragers.
Extracten uit liet register van begravenen,
van 1 Jany. 1710—31 Deer. 1722.
28 Nov. 171 3. Louis Victor , aan de Oude Langendyk, in de Pla-
teelbackerye van de Schenkkan, op 't Choor, 16 dragers.
30 Augs. 1714. Adam Dirksz. van Bi.eyswijck, in 't Achterom, in
de Plateelbackerij den Ham, in de Kerk, 14 dis.
13 Juny 1716. Jacobus de Lange, aan de Oude Delff, in de Pla-
teelbakkery de Sterre, op 'l Choor, 16 drs.
-ocr page 37-
— 29 —
19 Maart 1718. Een kind oud 3 jaer van Johannes van Lokhorst, Nieuwe Kerk.
aen de Koremavt in de plateelb: de Klaauw, in de
Kerk.
19 July 1719. David Cam, aen de Cooremart, 16 drs.
Extracten uit het register van begravenen,
van 1 Jany. 1723—13 Nov. 173*.
Nihil.
VEILINGEN VAN SCHILDERIJEN IN HET BEGIN VAN
DE ZEVENTIENDE EEUW.
(Medegedeeld door den Heer Mr. Ch. M. Dozy.)
R is in de laatste jaren reeds veel opgespoord omtrent tal
van kunstenaars, wier namen door hunne werken aan het
nageslacht waren bekend geworden, maar omtrent wier
levensomstandigheden men aangewezen was σp de verha-
len, vaak sprookjes, van Houbraken en consorten. Het is dan ook
onbegrijpelijk, hoeveel er nog te doen was, toen gemeente- en rijks-
archieven dan toch reeds een twintig-, dertigtal jaren voor ieders
onderzoek open hadden gestaan.
De meest belangrijke f< iten en data, die men slechts voor het
opslaan had waren nog altoos onbekend, alsof tot de kennis daarvan
uitgebreid onderzoek of een gelukkige vondst vereischt ware. Geen
wonder, dat nog altoos bijzonderheid op bijzonderheid gestapeld en
daardoor wel eens tot smalende aanmerking aanleiding gegeven wordt.
Men ziet daarbij over 't hoofd dat de kunstgeschiedenis zich niet enkel
-ocr page 38-
— 30 —
met de kunstwerken, maar ook met den kunstenaar heeft bezig te
houden. Deze stond allerminst in vroeger eeuwen buiten de gewone
samenleving; meer nog dan nu was hij een kind van zijn tijd. Oefende
hij invloed uit op gedachtengang en gevoelsleven van zijne omgeving,
door haar werd hij, zijnerzijds opgewekt en geinfluenceerd. Zijne
werken kan men niet begrijpen, indien men niet weet in welke om-
standigheden hij leefde en opgegroeid was; de maatschappelijke ge-
schiedenis is onvolledig, indien men hem niet in den kring zijner
tijdgenooten op de juiste plaats zet «of erger" voorbij ziet.
Is de kunstgeschiedenis eenzijdig en kan zij niet tot juiste resul-
taten leiden, zoolang zij buiten verband gelaten wordt met de
algemeene ontwikkelingsgeschiedenis, dan mag zij niet bestaan uit
eene reeks van biographiλn, dan is zeker even belangrijk als deze
alles wat ons inlicht omtrent de mate van waardeering, die ieder
kunstenaar bij het nageslacht, maar vooral bij zijne tijdgenoten vond.
De invloed door hen uitgeoefend wordt in zijne werken openbaar,
hoever evenwel de zijne reikte is moeilijker te preciseeren. Men komt
echter bij de beantwoording dier vraag een eindver door de kennis
der prijzen, die zijne werken in den loop der tijden hebben opge-
bracht. Deze overweging heeft mij geleid tot het samenstellen van
den hier volgenden staat uit de verkoopregisters der Amsterdamsche
weeskamer. Zij is slechts een kleine bijdrage tot dit nog zoo weinig
stelselmatig ontgonnen terrein; had ik de opgaven uit verschillen-
de plaatsen en registers bijeengebracht; ik zou allicht met het publi-
ceeren er van nog gewacht hebben; nu echter vormen zij een min
of meer afgesloten geheel.
Ik heb slechts de stukken genoteerd, waarvan de schilder ver-
meld wordt en alleen aan het slot eenige genoemd, die door het
hooge bedrag der koopsom of door de voorstelling in het oog vielen.
-ocr page 39-
— 31 —
Al te dikwijls ontbreekt de naam van den kunstenaar, waar het
bedongen bedrag eene vrij groote mate van kunstwaarde verraadt.
En waar die ontbreekt, is de aanduiding meestal te vaag om het
aanteekenen de moeite waard te doen zijn. Eindeloos volgen zij
elkander op: een zeetje, een wintertje, een tronie, poλtery of wel de
geliefde bijbelsche voorstellingen van de geboorte, de engelsche bood-
schap, Emaus, de verrijzenis, de deluvie, Susanna met de boeven,
daar Moyses water uit den steen snijt en zoovele anderen. Devgelijken
zijn alleen van belang, als zij in de nalatenschap van een schilder
voorkomen, als wellicht door hem geschilderd zijnde.
Auctielijsten als de hier gegevene zijn ook om andere redenen
nuttig. De bijvoeging schilder achter den naam duidt, naar mijne
meening ook in de 178 eeuw volstrekt niet altijd den kunstenaar aan.
Reeds in de 16e, wordt eigens hij, die voor het St. Pietersgasthuis
een kistje verfde de schilder genoemd en in de I7e vond ik meer
dan eens dezelfde persoon nu eens schilder, dan weer grofschilder
genoemd. Omtrent hen nu, wier werken vermeld en aangeduid wor-
den, is ten deze alle twijfel weggenomen. Van andere schilders zijn
slechts in ιιn genre stukken bekend, terwijl nu kan blijken dat zij
zich in meer dan ιιn beproefd liebben.
Ook de namen der koopers zijn niet van belang ontbloot. Ook
toen zal zich wel een betrekkelijk vast publiek verdrongen hebben
om de geveilde kunstschatten en vormen de lijsten der koopers het
kunstlievend Amsterdam van het begin der 17e eeuw 1). Een naam,
dien men minder vaak daarin aantreft dan men wel zou vermoeden,
is die van Rembrandt.
1) Bepaalde schildertjkoopers vond ik weinigen vermeld in de eerste helft
der 17e eeuw (όi tegenstelling tot de zeer vele porceleinverkoopers); iu 1625
komt als zoodanig Gtjilleam Bowes iu de St. Luciensteeg voor en 6 Febr.
1648 wordt Pietek Elias aldus genoemd.
-ocr page 40-
— 32 —
Slechts enkele malen treedt hij als kooper op o. a. 22 Febr.
1635 met de bijvoeging »tot Hendrik Uylenburgh" (deze komt
9 Februari 1638 voor sop Breκstraat, schilder"), dezelfde nadere
aanduiding als in dato 9 Maart 1637 achter den naam van Covert
Flinck te lezen staat. Bewijs van leerlingschap is die uitdrukking
dus m. i. niet.
Waar hadden de hier bedoelde verkoopingen plaats? Gold het
nalatenschappen, zeker veelal in het sterfhuis; in andere gevallen op
zeer verschillende plaatsen.
In 1611 werden schilderijen en teekeningen; in 1609 boeken
sop den Doelen" verkocht; behalve in herbergen vond de vcndutie
veelal ook bij boek- en prentenhandelaars plaats. Herhaaldelijk komt
het adres van de twee hammetjes op den Dam voor, en wel
alleen voor de schilderijen, terwijl het huisraad elders verkocht werd 1).
Dat in dit huis een boekhandel werd gedreven, blijkt uit de uitgifte
aldaar van de sEuropische Donderdaeghsche Courant" 2)
Men zou het allicht voor hetzelfde houden als het ook meer-
maals voorkomende huis, Dam, hoek Vogelsteeg; hier evenwel
woonde de boekverkooper Nicolaes Leye in den appelbooms).
Dat hij ook in kunst handelde, toont reeds de schilderij van Nieulant
van den omgang der Leprozen aan. De zijgevel van den Appel-
boom prijkt daarop met eenige sprentbortgens".
Ook aan den Dam ten huize van Jan Jansz. Carel werden in
1)    16 Ootober 1619 van Diek Gekbits in de Swarte Cater; 2-4 Augustus
1621 de schilderijen van A. Vincx, het huisraad bij de Raanibrugli. Den
28o Atig. 1612 komt voor Jeeoen Gaillabt in de hammetjes.
2)    Sautijn Kluyt , Amsterd. Courant, blz. 17.
3)    Door hem gekocht van Bakert Willems Ceans 17 Mei 1612. Noord-
waarts stond het huis genaamd het poortgen. Den H Mei 1638 of' vroeger,
schijnt hij zijne zaken aan kant te hebbeu gedaan. Hij heette toen „eertijts
boekvercoper". (Schepenkennis). Trouwens, reeds in 1632 had hij twee huizen
op de Koningsgracht bij de Kaambrug gekocht, zij 't dan ook onder losrente.
-ocr page 41-
— 33 —
Maart 1612 de schilderijen van Chrispiaen Colyn verkocht. Den
110 April 1656 had eene vendutie in het Heerenlogement plaats.
Enkele aanteekeningen zijn hier en daar ingelascht. Mogen zij
het nut van mijn arbeid verhoogen.
Lange Pier. een schilderij van . . . . 1 Maart 1607 ƒ 6— 5
»
          » » stuck van ..... 20 » 1612 » 12—10
»           » stuck van den gloeyenden oven 29 Septb. 1622 ....
»          » stuckgen van den pinckster-
dach ........Mei 1625. . . x 28.—
»          » een trony.......13 Mei 1625 . » 9.—
» » schilderij van de drie ko-
ningen ........30 Aug. 1625 . » 20.—
»          » schilderij van Maria Magde-
lena.........18 Febr. 1626 . » 55.—
          » schilderij van bedelaars . . 19 Apr. 1627 . » 368.—
»          » twee deuren......9 Maart 1637 » 36.—
oude»          » stuck van.......20 » 1612 » 17—10
Enkelen dezer stukken kunnen natuurlijk ook van den jongen
Langen Pier zijn, evenals de volgg. in het sterfhuis van Hans
Bouwer in den zomer van 1607 geschat.
Een tafereel van de geboorte van Pier met het rechttafeltgen,
daarby behoorende...............f 50.—
De contrefeitsels van zal. Arent Bouwer en zijn
vrouw, Pier.................» 60.—
In 1558 woonde de vader blijkens het kohier van den 100 penning
(fol. 60) van dat jaar op de N. Z. Achterburgwal, westzijde, tusschen
de Lijnbaan- en Molensteeg. (Pieter Aertsz. , schilder 36 £).
Mogelijk had hij het alleen in eigendom en woonde hij elders, maar
zijn naam komt slechts ιιns in dat register voor.
VI.                                                                                                 5
f
-ocr page 42-
— 34 —
In het eerste renteboek van St. Pieters gasthuis is een losrente
geboekt, die het gasthuis had op een huis, staande O. Z. Wester-
voorburgwal aan het O. Z. Kerkhof, toebehoorende den schilder
Pieter Aertsz. Wanneer die rente gevestigd werd blijkt niet, maar
1573 en 1574 werd z.ij door zijne dochter, 1575 door zijne vrouw,
in 1576 en volgende jaren door zijne weduwe voldaan. Immers den
3en Juni 1575 (sic) was Pieter Aertsz. schilder in de Oude Kerk
begraven, met de groote klok beluid en het grafgeld door zijn zoon
Pieter i) en Jacob Rauwert voldaan. De weduwe woonde in 1578
nog ter gemelde plaatse; in 1586 evenwel niet meer.
Huybrecht Thonisz. lantschap ... 7 April 1614 . ƒ 43.—
Aert Antonisz. . . visscherye, (synde
een principael) . 19 Maart 1625 » 18—10
woonde 20 Maart 1612 in de Houtstraet »by
de snyder"; zie Archief II, 275.
A. Arents .... wintertgen en so-
mertgen .... 9 Novb. 1637 ƒ 38.—
Zie Archief IV , 279.
Balthas. v. der Ast bloempot . . .19 Maart 1625 » 48.—
Zie Archief I, 6, 44, IV, 279.
De Stomme. . . . een wintertgen . 16 Octob. 1619
14.—
41.—
12 Mei 1621
22 Septb. 1626    » 30
15 Jan. 1 628 .     » 75
Octob. 1637     » 75
Zie Oud-Holland 1, 53.
1) Volgens Van Mander zou deze 1603 overleden zijn; Pieter Pieters
jonge Lange Pier, komt evenwel nog Maart 1607 voor (Verkoopboek Wees-
kamer).
-ocr page 43-
— 35 —
F. Badens .... eene Kersnacht . 12 Mei 1621 . ƒ 43.—
»
         .... stuk van (koper:
A. Nieulant . . 7 April 1614. » 45.—
»
         .... St. Jansdoopsel . 12 Mei 1621 . » 44.—
in ruimeren kring als leermeester van Brederoo bekend. Kocht in
April 1598 van Jannetje Gerrits, wede. Egbert Anthonisz. een
huis in de Kalverstraat, »daer jegenwoordigh het orgeltje uythanght" ,
zuidwaarts Adr. Conflans, nw. Grietje Buyck, (Regr. der Sche-
penkennissen in dato 20 April 1598). Er bleef een losrente op ge-
vestigd van f 62—io, die reeds 20 Maart 1601 afgelost werd. Dit
huis stond blijkens het kohier der capitale impositie van 1586 blz. 226,
aan de Westzijde der Kalverstraat niet ver van de St. Luciλnsteeg,
Damwaarts. In dat kohier komt Fr. Badens niet voor. Den 15™ Juni
1607 vestigde hij een custingh op een huis op de Turffmarct (Rokin,
oostzijde), onder borgstelling van den schilder Pieter Isaacks.
»tot hem" komen 23 Augustur 1621 bij de verkooping van de
importante nalatenschap van Claes Rauwert (in de Warmoesstraat
in de Ze ven star) vσσr Corn. Jans, Anthony Barnaert, Casp.
Duyff en Lenaert Gerrits. Zie ook Archief II, 273.
De Zevenstar was in de Warmoesstraat tusschen de enge en
wijde Kerksteeg gelegen naast St. Maarten. Den 3e Maart 1597 was
de bekende Jacob Rauwert van daar uit ter Oude Kerk grafwaarts
gedragen, (2^ uur met de groote klok beluid). In verschillende acten
wordt hij Jacob Engbrechts R. genoemd, o- a. in een schepen-
kennis van 27 Maart 1578 waarbij hij een losrente op de Zevenstar
vestigt; in dit huis woonde hij, althans reeds in November 1572.
Vσσr en na dien tijd heeft hij herhaaldelijk huizen ge- en verkocht.
Reeds 12 Maart 1561 was hij blijkens een rentebrief van dien datum
eigenaar van een huis op den O. Z. Voorburgwal, tusschen Liesdels
-ocr page 44-
— 36 —
en Armsbrugge. In 1565 komt hij als eigenaar voor van een huis op
den O. Z. Achterburgwal bij de Cellesusteren (Rentebrief in dato
21 Juli). Den 28 October 1571 kocht hij een langgestrekt huis in 't
trouweloos (Hasselaars)steegje van St. Jacobs Capel tot aan 't Ye toe.
Hendrik van Balen, een Adam en Eva. October 1637 / 183.—
Dirk Barents. . . bancquet. ... 7 April 1614 . » —
»
            »            . . een Europa . .12 Mei 1621 . » 94.—
»            »            . . een groot stuck van
den verloren soon. 19 Maart 1625 . » 50.—
»
            »            ... tavreeltgen Marien
beelt.....19 April 1625 . » 15—10
»            »            . . stuck van ... 7 April 1614 . » 27.—
Den 70 November 1569 koopt Meester DiRCK Barentsz. schilder,
van Mary Thomasdr. wede. Gheryt Gherytsz. Borst, zes roeden
erfs buiten de Regulierspoort met vergunning daarop te bouwen.
Het huis moest evenwel met zijn gevel naar den Amsteldijk toe
staan. Het pad dat van daaraf naar den openbaren weg zou loopen,
zou Benninckspad heeten (Kwytscheld. in dato).
Zijn vader komt als Dove Barend in het kohier van den io« pen-
ning van 1557 voor als bewoner van een huis op den N. Z. Achter-
burgwal, het zevende van de Molsteeg af, zuidwaarts.
Henr. Bles. stuck van......28 Aug. 1612. . ƒ 34—r o
Blogkland. Een copie van.....1 Maart 1607. » 16.—
Bloemart.....Cretae op doeck . . 20 Maart I 612. » 6—5 1)
»              een ruijnken (ruοne) van . Juni 1607. » 16.—
»              lantschap.......27 Maart 1613. » 33.—
»              schilderij van.....22 April 1614 . » 30.—
1) Koper: Govebt Jansz.
-ocr page 45-
— 37 —
Bloemaert. een gaeijtje...... Octob. 1637. f 20.—
Zie Archief II, 274.
Hans Bol . . . een stuck op doeck . 1 Maart 1607 . » 9.—
» » . , . een lantschap op doeck 20 Maart 1612. » 14—10
» » ... de waterdocter. . . 16 Maart 1610 . » 25.—
» «... Wae . . erff (?) ... 28 Aug. 161 2 . » 5 I.—
Gerriο de Bucq. Landschap .... 20 Maart 1612 . » 16.
» » ,>
                  t>              .... I Maart 1607 . » 13.
1 Maart 1607 woonde een G. de B. bij St. Jans (Zuider) Kerkhof;
16 October 1619 werden op zijn verzoek eenige schilderijen verkocht
op den Dam in de twee hammetjes; zie ook Archief II, 28.
Kerkinteekenregister 23 Juli 1605 Geeraart de Buk van Brus-
sel, schilder, oud 28 jar., won. op de Houtmarkt in de Wijdesteeg,
met zijn vader Gerrit{?) de buck en Ehsabet Luce i) van Antwer-
pen, 22 jar. (18 annis), won. op de O. Z. Abwal, met Lucas Luce
en Elisabeth le Roy, haar vader en moeder.
Henr. ter Brugge, stuck van Marcus
Mutius Romeyn . . 19 Maart 1625 . f 44 —
Bruegel .... Bedelaars . . . . 1 Maart 1607 . » 40.—
<J
1) Eene zuster van den schilder? Den 17e Juni 1605 kocht Lucas Luce
de jonge (geen beroep vermeld) een huis op den O. Z. "Westervoorburgwal bij
St. Jansbrug; en vestigde er een custingh van 1800 Carolus guldens op; den
16e Maart 1610 werden „bij St. Jansbruch" eenige schilderijen (opbrengst der
126 stuks ƒ 3530—5) „ten verzoeke van Lucas Lus" verkocht. Den 30 Augustus
1625 vind ik Lucas Luce bij de Varkensluys vermeld en 23 September van het-
zelfde jaar Lucas Luce op 't hoekje van de Doelestraat, schilder. Den 22 Juni
1639 komt Lucas Luce schilder als borg voor van Louis Luce, koopman
(Schepenkennis;; eindelijk verkoopt 26 April 1650 Lucas Luce het bovenver-
meld huis op den Voorburgwal, aan Hendrik Laubens.
-ocr page 46-
— 38 —
Bruegel ....
Een brand. . .
. 1 Maart 1607 .
f 58.-
» ....
27 Maart 1613 .
.-> 14 1.—
» ....
Vier getyden van
jaar (vier stukken)
22 Juni 1627 .
» 414.—
» ende Franck
Bataille , . . .
. 6 April 1620 .
» 210.— I)
» (ouden)
stuck van .
. 7 April 1614 .
» 50—IO
» (helschen)
Boerenkermis. .
. 22 Juni 1627 .
» 19-5
Chrispyn van den
Broeck. . . .
stuck van . . .
. 1 Maart 1607 .
-> 12.—
» » » »
» »
. 1 » 1607 .
» 90.—
» » » »
» » ...
. 7 April 1614 .
» 80 —
» » » »
tronie van . . .
. 20 Maart 1612 .
» 1—4
een veerschip .
. 16 October 1619
» 19-5
Joost Kampen van
Amsterdam, alias Stoffade,
Archief III, 305,
Cleeff. (Marten
van). . , . .
borlgen by. . .
, 1 Maart 1607 .
ƒ 15—15
» » 2
stuck van .
. 28 Aug. 1612 .
» 13—
1 Maart 1607 .
» 82.-
7 April 1614 .
» IJ.-
Octob. 1637-
» 25.-
20 Maart 16 I 2.
» ---
I Maart 1607.
» 16. —
stuck van
en Mostart . .
Cornelis Claesz
schilderij van . . .
Zie Archief III, 259.
Codde.....een bancket bij . .
Conset (Gillis) . een nachtje nae . .
Archief II, 273.
Colyn (Chrispiaen) een Christus . . .
Zooals bekend is, werd Christiaan Colyn van Mechelen 18 Fe-
1)    Koper Lucas Lusse.
2)    Mabia van Maakie.
-ocr page 47-
— 39 —
bruari 1586 poorter van Amsterdam. Dat hij evenwel voor dien tijd
te Rotterdam gewoond heeft, blijkt uit de huwelijksacte in dato 27 Maart
1613 van zijn zoon David, eveneens schilder. Zij is uit de aantee-
keningen van M>'. de Vries in Oud-Holland III, 79, medegedeeld. Al-
leen zijn daar de woorden a puero uitgevallen, waaruit blijkt dat
hij hier van jongsaf gewoond had.
Hieronder de handteekeningen:
De vader verscheen herhaalde malen alhier voor schepenen om
zich debiteur te verklaren. Den ioen Juli 1595 van Mr. Pieter
Pietersz. schilder, (1586 wonende in de Kalverstraat bij de Osjessluis)
voor IOO gld. tegen 8 % geleend, daarvoor o. a. verbindende een
huis in de Kalverstraat (omtrent het vierde van de Bagynesteeg af
noordwaarts). Daarna 18 Septb. 1598 van de Gecommitteerden van
de armen van het spinhuis voor 100 pond vl. uit saecke van be-
reeckende penn. Deze schuld werd reeds 16 Octob. van hetzelfde
jaar afgelost.
Voorts 10 Febr. 1601 van zijn eerstgenoemden crediteur voor
104 gld. geleend geld. (20 Mei 1608 betaald); 19 Octob. 1607 van
Harmen Gerrits voor 374 gld. geleend (als waarborg o. a. een zil-
veren spiegel stellende); 17 Jan. 1608 van Dirck Pieters, schilder
(won. 1607 in de Calverstr.; 1621 in t bonte paard) voor 108 gld.
eveneens geleend, 13 Novb. 1609 evenzoo voor 374 gld. van Jan
Jansz. scheepstimmerman. Een andere oorzaak had de schepenkennis
van 12 Augustus 1606 Toen erkende hij schuldig te zijn wegens
-ocr page 48-
— 40 —
hun respect, moeders erfenis aan Janneken zijne dochter bij Maric-
ken Verpoortgen en aan Tanneken, David en Abraham zijne
kinderen by Lysbeth Engelbrechts elk f 200.—. Pas den 17en Mei
1612 werd deze acte geroyeerd. Tot het voldoen van deze en andere
schulden, (die van 1595 werd op denzelfden datum voldaan), werd
Crisp. Colyn in staat gesteld door den opbrengst ad ƒ 1876 bruto
van een aantal schilderijen, die 20 Maart 1612 op zijn verzoek ten
huize van Jan Jansz. Carel aan den Dam verkocht werden.
Zie voorts Oud Holland, I, 182.
Conincksi.oo. Lantschap......17 April 1614 . / 40 — '
»                       »          .....: 7 April 1614 . » 57-—
»                       »......6 April 1620 . » 120.— 1) •
»                       »          ......17 Maart 1625 . » 13—10
»                       »          ...... 18 Maart 1625 . » 13—10
»                       »          ......22 Juni 1627 . » 38.—
»               Lantschapgen.....16 Octob. 1619. » 45.—
»               Stucksgen van . . . .16 Octob. 1619. » 10—102)
»               Schildery van.....I Maart 1607 . » 7—5
»               Stuck van Bol, met een
spiegel en schael van . . 27 Maart 1613. » 106.—
»
               twee cleyne stucksgens van 19 Maart 1625. » 14—10 -
Hans Conincksloo. een watermolen. . 19 Maart 1625 . » 9—15
»
               »               een capuyn . . .19 Maart 1625 » 8-15
»               »               een hoveerincksken. 19 Maart 1625. » 6—5
Zie Oud Holland III, 33-
Mr. CORNEUS,
van Haarlem . een stuck van de Do-
pinge Johannis naer. . '3 Mei '625 . » (32—10)
1) Jan van Baeele. 2) Lowοs Lusse.
-ocr page 49-
— 41 —
Mr. CORNELIS,
van Haarlem .
een stuck daar Christus
aent cruys genagelt wordt
13
Mei 1625 .
f
150-. 1)
» » » »
13
Mei 1625 .
»
46.-
» » » »
Naeckte beelden, copie
20
Maart 1612 .
»
—
Mr. C.....
een rontgen . . \
»
16 — 10
» ». . . .
» stuck . . . . >
28
Aug. 1612 .
»
57-—
» ». . . .
» doeck....
»
40.—
C.C.....
een stuck .... 1
»
» »
»
32—10
» ....
» » . . . . \
»
» » .
»
21 — 102)
Albert Duer ..
een troni by . . . .
Octob 1637.
»
25-—
M'. Eduart
een lantschap op doek van
20
Maart 1612 ,
»
2.—
EVERT . . .
een lantschap ....
1
Maart 1607 .
»
12.—
» ...
» lantschapbort . .
I
Maart 1607 .
»
36—
Evert van Amersfoort, leerling van Frans Floris?
Zie ook Archief IV 5. 27. 33.
Francois
Vrancken.
Jonghe » »
De jonge
Franck.
Breugel en
Franck .
MoMPERen
Seb. Franck
. 12 Mei 1621
. 12 Mei 1621
een nacht naar-
een saterstryt .
» IO--IO
» 40—10
Marienbeelt.....7 April 1614 .
Bataillie......6 April 1620 .
Lantschap.....7 APlil l6H •
210.— 3)
36—10
1)    Abraham v. d. Vooοit.
2)    Deze vijf stukken komen voor op de auctie der nalatenschap van Claes
Rauwekt (in de Warmoesstraat in de Zevenstar. Opbr. f 14411).
3)    Lucas Lusse..
VI.                                                                                                               6
-ocr page 50-
— 42 —
Maart 1607 .
/ 1 —
Maart 1613 .
» 105.-
Maart 1612 .
» 2-5
Septb. 1625.
opgehouden
Maart 1612 .
Juni 1625 .
/ 20—10
Juni 1607
» 6—
April 1614 .
» 39-— O
» 63.—
Aug. 1612 .
» 218.—
• 319 —2)
Maart 1607 .
opgehouden,
April 1614 .
f 42.—
Mei 1619
» 1 — 1
Maart 1625 .
» 180.-3)
Jan. 1628 .
» 40.—
Augs. 1612 .
» 18—10
April 1621 .
> 90—
• 50.—
Maart 1625 .
- 27.—
' 49-—
Frans Florisz.
6 stucken geschildert van i
stuck van groote perso-
nase.......27
Tronie van.....20
Dootshoofden van . . 23
een laugh stuckje na . . 20
een papegay . . . .13
een landschapsdoeckje van
Lantschap van. ... 7
stuck van . . . . j
» » .... | 28
twee stucken . . . J
een Christus . . . . 1
tronie van Jan vanLeyden 7
schilderybord van . . 25
groot stuck daer Christus
gedoopt werd . . . .19
Tempel......15
een doeck wit en zwart 28
groote schildery van
naeckte beelden ... 2
landschap met beesten .
stuckgen van jongen
Tobias......'
landschap . . . . .
Naeckte Venus met
Cupido......
PlETER GERRITS
Goltius .
Grimer .
H. Haan.
Heemskerk
hondecoter
Gillis »
»              »
»             »
HONTHORST . .
Mei 1625
S4-— 4)
1)  Heneick Jacobs, Stadstimmerman.
2)  Baeent v. Someken. 3) Jan Parys de jonge.
4) Robbert de Baudous.
-ocr page 51-
— 43 —
Hontschooten Schόdery lantschap . . 19 Octob. 1618. f 112.-
Pieter Isaacks J stuck van Coninginne
enPAULDEVries j Hester......12 Mei 1621
86.—
Pieter Isaacks
een paert
» »           » Karsnacht
3—10
22 Septb. 1626.
» »         twee troniλn
» »         twee paaiden
De laatste  vier stukken wer
4—10
2—6
den met enkele andere schilderijen,
(op de Breκstraat over de Hoochstraat) den <:2en September 1626 ver-
kocht op verzoek van de erfgenamen van Pieter Isaacks.
Deze liet vier dochters na Cathalyn, Helena, Margariet en
Mary. Haar oom heette Johannbs Pieters. Den 30 Decemb. 1603
had Pieter Isaacks, schilder van de stad een erf gekocht over de
St. Anthonysluys aan de noordzijde van den dijk (voor f 1425). Zijne
borgen waren daarbij Hendrik en Aert de Keyser.
Den 7" Mei 1605 komt hij dan ook als buurman voor van Gerarp
van de Voorde buiten de Oude St. Anthonispoort buitendycks
(Renteboek in dato.)
Zie voorts Archief II, 135, 147.
ƒ 16—10
» 20.—
» 2—5
» 10—10
» 67.— 1)
s> 24.-----
» 3°-—
GoverT Jansz . Landschap.....7 April 1614
Landschapje .... 3 Decb. 1624.
Landschap . . . . .19 April 1625 .
»         ..... Mei 1625 .
»         met een hey 15 Jan. 1628
> » » stee-
nen brugh.....» » »
1) "Weduwe van Cornelis van der Voost.
-ocr page 52-
— 44 —
Govert Jansz . Landschap.....10 Septb. 1637.           — 1)
.....» »             » ■ /'3°-— 2)
Den 22n Februari 1605 verklaart hij zich voor Schepenen debi-
teur van Henrick Eelkens tot een bedrag van 414 Carolus guldens.
Bij de kunstveiling van Claes Rauwert in Augustus 1612 komt
Gov. Jansz in 't ossenhooft voor, maar zonder bijvoeging van beroep.
JORDAENS. . .     stuck van.....I Maart 1607 ,
» ...    scheepje......7 April 1614 .
»         ...    wit en zwart .... 22 Juni 1627 .
» ...    een oude satier met ander
personagien kopie naar . Mei 1625
» ...    stuck van.....20 Maart 1612
Hans Jordaens    Liefde
>             »              stuck van . . . . ( 7 April 1614
/ 44-—
» 13 —
» 5-— 3)
» 60.—
» 7 — 10
» 19.-
» 39- —
' 33-—
> 10—10
» 61,—
• 5 —
, 36—10
»             »              Rovery .
»             »              stuck van de verradinghe 19 Maart 1625 ,
LASMAN . . . schilderijtje van . . .15 Aug. 1617 .
»
          .... stuckgen          » : . . 13 Mei 1625 •
Woonde August. 1625 »over de Zuiderkerck"; kocht 14 Maart
1631 een huis in de Breθstraat hoek van 't Zuiderkerckhof, dit noord-
waarts , Cornei.is ter Haer zw. ; daer de preekstoel in den gevel
staet; passeerde deswegens op denzelfden datum een schuldbekentenis
voor Schepenen ten bedrage van f 3475. Pieter Wybrands en
Hendrik Lasman waren bij den koop borgen.
1) Lucas Ltjce, schilder in de hartestraat. 2) Rembrakt van Rijn.
3) Pieteb Pietebs, schilder, won. in de Wydesteeoh tegenover Nicol. Cocqό.
-ocr page 53-
— 45 -
JacobLenarts. stuck van de Wet . \                                f 1—4
»            »           Hoop en geloof . . ) 20 Maart 1612 .           —
»            »            Abraham's offerande. j                                 » 2.—
Komt reeds in 1 563 voor (Alphabet, register rentebrieven). Ves-
tigde 22 April I 587 een losrente van 22 Carolus guldens op een huis
in de Pylsteeg, noordzijde, lendenen westwaarts Adriaan Lenarts
coopmansbode; o.w. Joost Cornelis. (16 Februari 1634 werd deze
acte geroyeerd). Adriaan Lenarts woonde reeds in de Pylsteeg in
1557 en kocht er 14 Mei 1565 een huis achter aan zijn huis genaamd
de rooden clock, met een vrijen uitgang in Jan de Vriesensteegje.
In 1586 woonde evenwel Jacob Lenarts schilder, blijkens het kohier
der capitale impositie (fol. 36) op de O.Z. Westerv.b.wal even voorbij
de Gooyersteeg, noordwaarts aen.
Lucas van
Leyden .
Carel van
Mander .
165
- 0
»
174
-2)
/
I —
-8
»
3-
-10
»
7°-
»
35-
-10
»
40.-
*
13-
-10
221.-
- 3)
stuck van . .
Mariλnbeelt. .
een rontgen van
een principaal
een stuck
Predicatie
een stuck
28 Aug. I 612
20 Maart 1612
27 Maart 1613 ,
■Bataille .
7 April 1614 .
twee rondekens
het eene
den armen duyvel, het
16-
andere een
Juni 1607 .
2) Willem van Weely.
1) CLAES VAN SWlETEN.
3) Mr. Jan Fonteyn,
-ocr page 54-
— 46 —
Carel van
Mander .
schildery.....- 22 April 1614 .    f 41.—
een ruijne.....12 Mei 1621 .    » 1 2—10
schilderytje van cruys-
drager.......29 Septb. 1622.    » 20—10
. de koocken van . . . 16 Maart 16 iφ .    » 50.—
een rontgen. . . . )                                 ' o—9
L , . J 20 Maart 1612 .
» stuckje . . . )                                 » o—14
stuck van , . . . |                                 » 26.—
Lantschap.....j 1 April ,6,4 .    , ^ _
stuck van.....2 Octob. 1608.   » 33.—
schildery van . . . \......    • 14.—
» 38.-
Landschap . . . . } 7 April 1614 .   > 21.—
» 17.—
......
    » 18—10
» met geberchte . 6 April 1620 .    » 34.—
» met een paard
daarin.......22 Septb. 1626.    » 20—15
Groot lantschap ... 22 Juni 1627 .    » 40.—
stucksgen met een ge-
berchte en een kerck
daarin van.....24 Jan. 1623 .    » 18.—
stucksgen van .... 16 Octob. 1619.    » 26.—
Landschap.....7 April 1614 .    , 36 — 10
Pouwels Marques
Ryck Martens
Schele Neel i
»               >
Momper
» en Sebas-
tiaan Franck.
1) CoBNELis Molenaar.
-ocr page 55-
— 47 —
f 4-5;
'IS-—
MonogramK.M. stuck van ; 28 Aug. 1612 f 11.—; ƒ10.—
> 26.—; » 36—
» I o—i o •, " 16.—
» 12—5.
»
                   vier getyen 28Aug.l6l2 «75.—
»                   rontgen . 28 Aug. 1612 » 13.— 'lo.—
O
Mostert . . een cleyn tafereeltgen
van.......24 Jan. 1623 . f 11—10
» en Marten
van cleeff
Jan Nagel
1 Maart 1607 . » 82.—
» o—12
» 0—17
» I___
een stuck van . .
een stuckje van .
20 Maart 1612
» 2—16
* 3—15
- 3-—
>   12.—
>   8—5
» 5-10
» 8.—
» 8.—
» 44-—
een manenbeelt .
» stuck van Loth
stuck van
Nagel
28 Aug. 1612
III 286 (?);
7 April 1614
Archief II I
Nieuland schilderij van
46.
» 64.—
» 7—10
» 12.—
1) Deze stukken worden verkocht uit de nalatenschap van Claes Rauwebt
in den Zevenstar
-ocr page 56-
— 48 —
Nieuland. een predicatie van Jonas,
gemaeckt van . . . .15 Jan. 1628 . ƒ 66.— 1)
»
           een Susanna .... Octb. 1637 . > 30.—
De jonge »           twee tioniλn .... 7 April 1614 . » 23.—
Kerk inteekenregister in dato 19 Mei 1609.
Adriaen van Nieuweland schilder oud 22 jaren, a puero, wo-
nende in de pylsteegh geassisteert met Tuuyken Loynsen (?) zijne
moeder en Catelynken Raes Thomasdr. oud 18 jaren, wonende
als voren, met Thomas Raes en Beyken Schepers haren vader
en moeder.
Adriaan van Nieuland was dus in 1587 geboren, woonde van
jongsaf te Amsterdam en in 1609 in de Pylsteeg. (Adriaan van
Nieuland cramer, poorter 1 Decb. 1594). Den 6a Mei 1614 kocht
hy van Hans Roode een huis op de Breιstraat (oostwaarts Jan Jacobs
Huydecoper; ww. Pieter Martsen Houffyser).
Hij passeerde deswegens eene schuldbekentenis van 2100 Carolus
guldens, waarbij Robert Baudous borg voor hem stond en vestigde
op gemeld huis eene losrente, toen van 100 C. guldens en 20 Apr.
1618 nog eene van 50.
Den 17 Juni 1619 kocht hij van Mr. Cornelis Sasbout een erf
van 30 voeten breedte en 109 voet lang, gelegen op de Heevegracht
zw. van Aert de Coninck den bekenden juwelier. Was dit een ge-
deelte van hetgeen de verkooper in 1614 van de stad gekocht had,
dan lag het tusschen de Leliegracht en Hartestraat. De rente van
53_-i2 —8, die hij ten bate van Jan Jacobs, glasemaker er op
1) Hans van Loon.
-ocr page 57-
— 49 —
vestigde, werd reeds 28 Novb. 1620 afgelost, zeker ten gevolge van
den verkoop door NlEULAND van een huis, dat hij op het erf had
laten zetten en de hollandsche leeuw genoemd had. In 1620 hing er
het wapen van Maastricht uit. Eene bouwspeculatie dus'.
Den 16 April 1639 verkocht hij namens zijne vrouw met zijn zwa-
ger Henkick Verstegen, (man van Anna Raes) het huis in de Pyl-
steeg, noordzijde, door zijne schoonouders Thomas Raes en Baeyken
Schepers nagelaten.
Hij woonde toen, althaDs 9 Februari 1638, blijkens eene aantee-
kening in het verkoopboek der Weeskamer op den Singel. Nog enkele
andere acten vond ik, waarin de naam van den schilder voorkomt,
evenwel zonder bijvoeging van beroep. (Schepenkennis 4 Juni 1625,
31 Decb. 1646, 25 Juli 1653).
Het verdient echter opmerking dat in het quohier van den 2ooen
penning van 1631 slechts ιen Adriaan van Nieuland en wel in de
Kalverstraat te vinden is. (Zie Verpondingregister 18e wijk). Een ma-
kelaar van dien naam woonde in 1628 vooraan op de Rozengracht,
noordzijde; hij legde zijn post 31 Januari 1653 neer.
Met den jongen Nieuland zal wel Jacob v. N. bedoeld zijn,
d;e 20 Decb. 1621 een bedrag van ƒ 600 van Jeronimo de Haze
leende (Schepenkennis in dato); hij was althans schilder.
F.....
Creupele bisschop
. 28 Aug. 1612 .
f 360.- i)
o. r. . . .
Hercules op doeck .
» 10.—
■» »
een stuck van . . .
» doeck » . . ,
l 28 Aug. 1612
, 8-5
» 40.—
» » . . .
» » » .
> 20.—
AERT PIETERS
een stuck van .
. 20 Maart 1612 .
' 2—15
1) Bahent van Someren. De door hem nagelaten printen en teekeningen
werden 22 Febr. 1635 in 't schilt van Vrauckryck verkocht.
VI.
                                                                                                         7
-ocr page 58-
— 50
Woonde 1586 in de Oude Doelenstraat zuidzijde (Reg: der ca-
pitale irapositie fol. 33 Arent Pietersz. schilder); wordt in een
acte van kwijtschelding van 7 Mei 1605 genoemd als belendende met
den achtergevel van zijn huis (Mr. Albert chirurgyn's erve, nu
toecomende Arent Pieters schilder) een huis in de Prinsen-
hofsteeg.
f 89.-
» 40.—
* 235-— O
» 42.—
» 59.—
Pinas . . een stuck van .... 24 Jan 1623
» . . Engel met twee perso-'
nagien ....          . . 19 April 1627 .
» . . schildery van Joseph . . » » 1627 .
Jacob Pinas . Emaus......1
, ,                               } 10 Maart 1625.
»           » . Landschap.....) y
Jan Symonsz. Pinas komt herhaaldelijk voor in acten van het
begin der 17e eeuw, evenwel zonder aanduiding van beroep. Zie ook
Oud-Holland I, 197. De pinas hing op den Nieuwendyk uit, in een
huis bij de St. Jacobscapel, dat van ouds het gulden cruys genoemd
werd. Symon Jansz. Pinas vestigde er 12 Juli 1597 eene losrente op.
Savry . . . Landschap.....22 April 1614 . f 40—10
»               .....19 Maart 1625 . > 57;—
Koeyen in de wei. . . 23 Septb. 1625. » 10.—
Woestyn......19 April 1627 . » 73-—
» met gedierten. . 19 April 1627 . » 15°-—
stuck van...... Octob. 1637. » 104— 2)
een rond landschapje van
Abraham met de engelen Juni 1607 . > 10.—
TacquesSavry. een rontgen van . . |          .,           ,           » 1—5
| 20 Maart 1612 .
» I — I
1) Thomas Pieteks. 2) Pieter Oόtsebse by de Nieeelsluys.
-ocr page 59-
— 51 —
Jacques Savry.
een rontgen van . . .
f
2-5
*
» » » . . 1
»
2-4
»
» stuck > , . )
20 Maart 1612
• »
2-5
*
» stuckje » • • 1
»
2-15
»
» blompot » . . '
»
17—
Roelant Savry
een stuck van alderley ge-
vogelte en beesten . . .
19 Maart 1625 .
»
225.-1)
Schorel . .
Mannenhelt .... 1
een stuck van . \
»
31-—
» *
1 Maart 1607 .
>
15—x5
. .
» stuckgen van .
1 3 Mei 1625 .
»
6.—
. .
- stuck » . . .
23 Aug. 1612 .
»
53-—
Roelant
van Seyi. ,
Landschap van jonge i
Tobias......
vier stuckgens van de
getyden van den dach
Landschap
19.—
19 Maart 1625 .
20 Maart i6r2 .
,
28.-
16 Jan. 1630 .
»
io—102
15 Aug. 1617 .
»
51.—
20 Maart 1612 .
»
4-15
6 Apr. 1620 .
»
4°— 3)
20 Maart 1612 .
»
27.-
Stai.pert
schildery van
Landschap
PlETER
8 » . .               » op doeck
Kerkinteekenregister in dato 9 April 1611.
Peeter Stalpaert van Bruessele, schilder, wedr. Van Beyken
de Hertoge, a. m. ux., wonende in de Keysei straat.
Maeyken de Walperghe van Antwerpen, oud 31 jaren (8 ans),
1)    Pieteb Rans.
2)    Nagelaten door Dr. Claes Jansz. Wassenaer op den O, Z. Achterburgwal.
3)   Benedicttjs Maοer.
-ocr page 60-
— 52
wonende in de Spinhuysstrate, wiens vader zijn consente an den
secretaris verklaart heeft.
13 Novb. 1603 en 10 Mei 1607 waren in de Oude Kerk kinde-
ren van hem uit zijn eerste huwelyk gedoopt nl. eerst Johannes en
Jeremias en later Styntje. In 1607 woonde hij op den Singel «achter
. Jan Broeckhuysen"; 16 Novb. 1632 leefde hij nog. (Borg voor
Catharina Quast weduwe Jacques Francen, zijdereeder, Schepcn-
kennis in dato).
Steenwyk . . stuckgen van..... Mei 1625 . ƒ 14--
        . . verlichting......j8 Aug. 1612 . » 30 —
Tingnagel. . stuck van......17 Juni 1625 . » 30—
Zie Oud-Holland I, 196, Archief IV, 12.
Valckenborgh. stuck van......7 April 1614 . f 29.—
Valckert . . de geck.....j                                 » 47.—
»          . . een Cupido ....)-'■'                       » 10 —10
Kocht 13 April 1621 een lange print de Fries van Polidoor (uit
de nalatenschap van Jan Jansz., schilder over de Batavierstraat).
VandeVenne. een graeutje van ... 10 Septb. 1637 f 8—5
Vinckeboom . stuck van......
        Octob. 1637. > 52 —
David Vinckbooms, schilder, vestigt 7 Maart 1614 tweemaal een
losrente van 75 Carolus guldens op een huis met achterhuis in de
(St. Anthonte)breκstraat, zuiderhoek van den Salamandersteeg. Bor-
gen waren Pauwels Buys en Jan Rogiers geelgieter.
In Augustus 1625 komt Philips Vinckebooms voor »op de hoeck
van de Salamandersteeg" en in het kohier van den 20011 penning van
-ocr page 61-
•
— 53 —
1631 wordt David V. er voor ƒ10.— aangeslagen. Het verponding-
register noemt in 1650 en latere jaren eigenares de weduwe van
David Vinckb. De losrente werd 17 Juni en 5 Juli 1656 afgelost.
Abraham Vincks. een groote vismarckt,prin-
cipael.......24 Aug. 1621 . ƒ 80.—
De schilderijen, nagelaten door hem en zijne huisvrouw Victoria
Vincks weiden toen op den Dam in de Hammetjes verkocht; het
huisraad elders nl. bij de Raambrug.
Joriaen Vlegel, een peeckelharing . . . 19 Maart 1625 . ƒ 10—
Corneus VAN der Voort? Bij de hier volgende stukken is niet
vermeld dat zij door dezen schilder geschilderd zijn; zij maakten even-
wel deel uit van zijne nalatenschap, die 13 Mei 1625 op de Breκstraet
(aen de sluys) verkocht werd. Van hem heet het daar uitdrukkelijk
»in zijn leven schilder". De bruto opbrengst was ƒ 2617—1. Den
30™ Augustus 1625 werd de verkooping. schijnt het voortgezet (op
't hoeckjen van de Breκstraat).
Opmerkelijk is het dat juist naar Mr. Cornelis van Haarlem
vier copiλn aanwezig waren nl. twee mopsus, waarvan de eene voor
acht en de andere voor tien gulden verkocht werd, een Dopinge
Johannis die f 32—10 en een stuck daar Christus aan 't cruys genagelt
wordt dat f 31.— opbracht. Dit laatste zal zeker wel van de hand
van Van der Voort geweest zijn, daar het origineel stuk ook ver
kocht werd; de weduwe werd er voor f 150.— eigenares van. Voorts
trekt nog onze aandacht een monnick met een bagyn (ƒ 4—10), een
geharnaste ridder met een naeckte vrouw (f 2 — 15), een Venus en
Cupido, copy nae Hondthorst (ƒ 9—15), een groot stuck van een
satier met eenige boeren (f 22'—) en een stuck van vasten en vas-
tenavond tegen malcandei te water tournoyeerende, (het Luiksch
volksspel; f 23—5). Hier mogen eenige levenr.bijzonderheden van
-ocr page 62-
— 54 —
den schilder volgen, dien Van Mander in 1604 een jonggezel noemt
en die men later met een in 1648 in het Delftsche gildeboek inge-
schreven naamgenoot heeft willen identificeeren.
Cornelis van der Voorde Pietersz. schilder, oudt 22 jaeren,
(12 ann.), won. in Heyntjehoeksteeg, geassist. met Tanneken van
der Venne zyne moeder en Hans v. d. Voort zyn broeder onder-
trouwt 24 Oct. 1598 Truytgen Wili.emsdr., oudt 19 jaren, won. in
den Ysell, geassist. met Evert Jansz., Bode en Clara Tyssen hare
oom ende moeder (de vader Willem Jansz., Bode consentere).
Wij zien hieruit dat Cornet.is de zoon was van Pieter van der
Voort en Tanneken van der Venne, dat hij in 1575 of '76 (naar
wij
straks zullen zien te Antwerpen) geboren was en re eds 158e hier
verblijf hield. Wat zijn broeder Hans betreft, er was hier een kleer-
maker van dien naam uit Antwerpen den i8pti Mei 1593 poorter ge-
worden. Deze woonde later op den Nieuwendijk en was een zeer
gegoed man, maar toen hij 2 Januari 1607 een losrente vestigde op
een huis buiten S'. Antoniepoort aan den dijk over de groote sluys
(waarvan het erf 26 Januari 1606 door hem gekocht was) stond An-
dries Lamberts zijn vader borg voor hem. Ten ware dit als schoon-
vader op te vatten is, moeten wij den kleermaker afdanken 1); ons
blijft evenwel een gelijknamige lakenbereider, die 24 Februari 1593
poorter van Amsterdam werd, zonder dat men de plaats van heikomst
aanteekende.
1) Begraven N. Z. Capel 17 Augustus 1651 Hans van der Voort, Nieuwen-
dijk. Zie Weeskamer.
-ocr page 63-
>5 —
De schoonvader van Cornelis , Willem Jansz. , was bode op
Hamburg; hij was een welgesteld man. Den isten April 1597 kocht
hij een huis op de Lastage van Hendrick Hendrickszoon van
Leyden (Schepenkennis in dato) en den 22" Mei 1602 een op den
O. Z. Oostervoorburgwal, noorderhoek van den Minnebroκrstraat,
naast Cornelis Ketel.
liet ambt van bode schijnt aan zijne familie eigen geweest te
zijn, althans 24 Jan. 1606 treedt hij met Bouwe Bouwensz., bode op
Embden als erfgenaam op van Evert Jansz., bode op Keulen.
Truyοje Willems leefde 22 Maart 1609 nog, want toen werd
haar een dochtertje geboren (Dieuwer ged. O. K, 22 Maart; Geer-
TRUYD ged. O. K. 25 Febr. 1607). Enkele jaren later trouwde Cor-
nelis van der Voort van Antwerpen 1) O. Z. Voorburgwal, weduwe-
naar Geertruyd Willems met Cornelia Brouwers JansFdr, , wonende
te Dordrecht 2).
Op den O. Z. Voorburgwal woonde hij waarschijnlijk 15 April
1610 reeds. Toen liet althans een Cornelis van der Voort aldaar
(bij de Oude Kerk) een achttiental schilderijen verkoopen , die ƒ 486___■
opbrachten.
Minder waarschijnlijk acht ik het dal op den schilder betrekking
heeft een veel belangrijkere auctie (opbrengst bruto ƒ 3457—10), in
1)    Zijn broeder Pietbe van der Vookt was 1566 of '67 te Brussel geboren,
blijkens zijne huwelijksacte in dato 11 December 1593 met Susanne Vinckbooms
van Mechelen, 22 jaar oud, dochter van Phjups V. Hij was kamrnemaker.
2)    Extraordinaris regr. 13 April 1613. Kinderen uit dat huwelijk waren
,i^?IA, °' K' 16 Jan- 1614; JAn 0uc1c k- ! Maart 1615: Annetje N. K. 17 Mei
1M<>; Mabia N. K. 11 Juni 1617.
-ocr page 64-
— 56 —
dato 7 April 1614. Toen werden nl. verkocht de schilderijen van
Cornelis v, D. V. op 't Water in de vier Heemskinderen.
Kan men in het algemeen bij gelijkheid van namen niet te voor-
zichtig zijn, hier geldt die vermaning dubbel, immers de naam v. D. V.
kwam te Amsterdam veel voor. Een naamgenoot van dei schilder
was o. a. Corneόs V. D. V. in 1608 of vroeger gehuwd met Anna
Michielsdr., een koopman van dien naam, die 3 Juni 1613 een huis
in de Nieuwe Hoogstraat verkocht, waarbij Gerrit v. der Voort 1)
en Arent Elberts substituut zich borg stelden. Zijne kinderen 2) zullen
het wel geweest zijn, die 22 Octob. 1638 een waschbleekerij buiten
Regulierspoort verkochten.
In 1625 overleed de schilder, naar wij gezien hebben op de Breκ-
straat. Naar zijn acte van begrafenis zocht ik te vergeefs; mogelijk
had die in de Zuiderkerk plaats en de registers beginnen voor die
kerk pas met September 1625.
MartendeVos. 't hoff.......1 Maart 1607. f 10.
de Vries, een perspectief,daer Amon
dootgestooken wordt . . 6 April 1620 . » 90.—
PlETER ISAACKS
en Paul. de Vries, stuck van Coninginne
Esther.......12 Mei 1621 ■     »   86.—
Archief II, 275.
Vroom . . . Amsterdam.....7 April 1614 .     » 9—10
» ... een stuck van schepen . 12 Mei 1621 .     >   70.—
» ...» scheepgen .... 23 Juni l6z2 •     » 2—4
1)    Geraerd v. d. V. van Brugge, oud 40 jarcD, ondertr. 9 Mei 1592 Janne-
ken de Cock van Antwerp.
2)    Carel v. d. V., als man van Cornelia, Davidt nE Wildx als man van
Elisabeth on Maeia, alle drie dochters van Corneus v. d. V,
-ocr page 65-
— 57 —
Vroom . . . een scheepgen . \......    f
» ... eene groote scheeps- > 7 Jan. 1625
schilderij.....)......     » 16—10
ADAM WlLt.ERS. een stuck synde schepen \......     » 61.— 1)
»                  een teeckeningh van > 19 Maart 1625 .
(schepen.....)......     » 5 — 5)
Jan Willens, een landschapgen ... 19 Maart 1625 .     o 6.—
(6 Mei 1579 poorter, van Ter Gou, zie Anistel's
Oudheid Vil, 97).
Wouter
Willems . een uyrwerk.....1 Maart 1607 .    f 24—13
JocHEM
Vvttewaei. . stuck van...... Octob. 1637.     » 106.— 2)
Balaams Eselinne.........12 Mei 1621 .     » 36—10
Den toorn Babilons........1 Maart 1607 .     » 350.— 3)
Salomon's afval.......... 19 Octob. 1618.     » 134.—
Een doeck, val der engelen.....20 Aug. 1612 .     » 455.— 4)
Stuck van de geboorte.......20 Aug. 1612 .     » 325.— 5)
Stuck met openslaande deuren van de ge-
boorte Christi.........12 Mei 1621 .
Cruysinge Christi, berch van Calvariλn . 20 Maart 1612 .     > 80.—
Schildery van de afneming van 't Cruys . 18 Febr. 1626 .     » 92.—
Bort van 36 graven ........ 2 Octob. 1619.     » 2—2
Stuckje schildery van Marcus Curtius . . 29 Octob. 1608.     » 0-9
Bort van oudt Amsterdam 6).....15 Decb. 1601 .     » O—13
Bortgen Rotterdam.......j                                      » O —17
,,,..,,,            ,                                   > 12 Septb. 1614.
bchilderybort Amsterdam.....) '                      » 2—9
1)    Philips Latjkens op den Nieuwendijk in de Son.
2)    Johannes Eealme. 3) Heneick vak Os. 4) Bakent van Someeen.
5) Hans van Conincksloo. 6) Uit de nalatenscliap van Claes
  Hendeicks
VI.                                                                                                     8
-ocr page 66-
— 58 —
Oudt Amsterdam met scheepkens . . .         Juni 1007 . .    ƒ 12 —
't Uytvaeren van de vyf schepen. . . I                                     »   94.---
d' Inkomst » » » > , , . \   ■ " '                »   68.—
Lotery van 't Oudemannenhuis t) • • .     7 April 1614 .     »   13.—
Stuck van Bvoκr Cornelis......   20 Maait 1612 .     »     5—15
Coornhert's tronie.........   12 Mei 1621 .     »     3.—
Schildery op doek van de Antwerpsche
vischmarkt...........     1 Maart 1607 .     »   20.—
De vischmarkt van Antwerpen ....    6 April 1620 .     »     5.—
Schildery Calis Malis 2).......   15 Aug. 1617 .     >   12—5
De Spaansche dans........   19 Octob 1618.     »   65.—
Een groote schildery, poλtery.....     3 Febr. 1625 .     >   36—15
Eancquet der goden........     7 April 1614 .     »   317— 3)
Den hoywagen..........     I Maart 1607 .     »   396.— 4)
Een koockenbort.........   23 Aug. 1612 .        101.— 5)
Prenten en Teekeningen.
Acht teekeningen van Aert van Levden .     5 Decb. 1629 . f 3.—
Kunstboek van Aldegraeff.....    9 Maart 1637 . » 66.—
Vier printen van Michel Angelo ...    9 Febv. 1638 . » 1—17
Een deel teekeningen van Brouwer . I
                                      * O—19
Vyf                     > op papier »           . I                                     » 0 — 16
1)    Uit den boedel van Coknelis van deb Voobt op 't water in de vier
heemskinderen; de loterij vau 1600? gekocht door Jan Habmens.
2)    Cadix in Spanje, zie v. Mandeb in voce Hoefnagel; Schepenkennia in
dato 12 Decb. 1620 Gabbiel Jansen van Calis Malis in Spanje.
3)    Michiel de Fokt. 4) Willem Jacobs. 5) Hans van Conincksloo.
-ocr page 67-
— 59 —
De bedelaers van Callot......     9 Febr. 1638 .    f    o—18
Kunstboek van Alber Duer.....    9 Maait 1637 .     »   200. — 1)
» met printen van Alber Duer \......    »   270.— 2)
Print......» » » >          Octob. 1637,     »     10.—
Teeckening ... » » > J......     »   25—10
Stuck geteekent by , . . » »                  Maart 1607 .     »     3—6
Zes printen van Alber Duer . . . \    . ......     2—5 3)
'T vrouweleven » »           » houtsneκ; I
21 platen . . ,.......I......     «288—154)
'T vrouweleven van Alber Duer . . I......     »     2—17 5)
Een coperen plaet van Alber Duer, l
(De Tas Vloyer)......./     9 Febr. 1638 .     »     9—15
Een coperen plaet van Alber Duer, l
(den Droomer) ......... 1......    »   18.—-
Een coperen plaet van Alber Duer,
(een Cockje) 6)......../......    »   21.—
De vier evangelisten, (wit en swavt), van
Blommert...........    9 Febr. 1638 .     »   36.—
Print van Blommert en Golsius . . .     > » » .     »     1—18
Een print van Buccoy.......  20 Octob. 1625.     >     2—12
Bacchus met de pen gemaeckt van Goltius   12 Mei 1621 .     »   14.—
'T vrouweleven van Goltius.....   17 Mei 1625 .     »     5—8
Print van de bruiloft van Kana van Goltius  15 Jan. 1625 .     »     o—15
De passie van Goltius.......  20 Octob. 1625.     •     6 — 10
1) Abraham Alewtn, (in de Warmoesstraat,.
21 Advokaat Vttenbogaebt op den Cingel.
3) Bembbandt vah Eijn,           i) Cobnelis Danckebts.
5)    Rembb. v. Run kocht 7 exemplaren.
6)    Allen op de auctie van de nalatenschap van Gommebt Spbangeb , waarin
ontzaglijk veel van Dubeii voorkwam.
-ocr page 68-
— 60 —
De passie geteeckent van Goltius . . . Octob. 1637.    f 36.—
» » by Goltius......\......     » 5.—
Een tronie van »           ..... 1......     » 49.— 1)
'T banquet der goden van GOLTIUS . . \ 9 Febr. 1638 ,     » 0—15
Kunstboeck van Goi.tius.....I......     > 51. —
Teekeningh »             » .....j......     » 27.— l)
Teekeningh met de pen gedaan, van \
GERR1T VAN HOFT (HOST?) ... I......     » 14.—
όvael met de pen gedaan, van Gerrit 1
van Hoft........../ 19 Maart 1625.     , 2J_lo
Ovael met de pen, synde een strant van 1
Gerrit van Hoft.......]......     , 26.—
Kunstboeck van Lucas 2)......9 Maart 1637 .     «637—103)
Zeven printen »         »             ......9 Febr. 1638 .     » I—6
Een .teeckeninghe van Lucas.....9 Maart 1637 .     » 18.—
Een passie geteekend van Kaf.rl Ver-
mander............9 Febr. 1638 .     , 26.—
Stuckje met de pen gemaeckt van Matam . 12 Mei 1621 .     » 36.— 4)
Konstboeck van Isrel MeNts .... 9 Maart 1637 .     » 280.—
De hemelvaart van Muller.....22 Febr. 1 635 .     » . o —1 4
Zestien printen van Rafei......1                                      » 2—1 2
Een teeckeningh »         ,.....[ 9 Febr. 1638'.     > 2,._I0
'T vrouweieven van Sadelaer.....17 Mei 1625 .     > o—10
Een lieremytboeck van »           .....20 Octob. 1625.     » 4—3
Vier printen van Spranger .... 1                          „          » o—1 q
Vijf       , .         ,         . . . . i 9Febr..6385)   , ^ *
1) Rembrandt van Run.                            2) Van Jan Basse.
3) Leendert Corneliszoon.                     4) Lucas van Valckenborgh.
5) Auctie ten synen lmyse van de printen, teeοceningen, platen  en schilde-
-ocr page 69-
— 61 —
Zes teeckeninghen van Spranger . . \......    f    o—II
......     >     O—13
......     »     O—17
9 Febr. 1638 1)     .     1—5
»                  »                 »                          • • l......     *     2—^
Een geλtste plaat »             »            • • |......     *     T—l^
Een plaat van Spranger.. een St. Jan. 1......     »     4—4
Kunstboeck van Subbelbeen (sic ... 9 Maart 1637 .     »    45.— 2)
Acht printen van Tempeest.....9 Febr. 1638 .     »     1—3
Een teeckeningh van Wttewael ...» » 1638.     «     3—123)
Een coperen plaat van commotie der vrou-
wen te Romen.........19 April 1627 .
     «   160 —
Een deel printen van de Seylwagen 4) . 15 Jan. 1625 .     »     I—6
DRIE GOUDSGHE GRAVEURS.
(Medegedseld door den Heer Luit. Kol. N. Scheltema , te Gouda).
—if]W) UIM vier jaren geleden verzocht mij nu wijlen de hoogst
(i^| Ml verdienstelijke kunstkenner Mr. A. D. De Vries Az. , hem ,
(Stm^-^fy.y zoo mogelijk, omtrent de levensomstandigheden van de
*><*M^<){*j Goudsche graveurs Reynier Van Persyn, Hendrik Bary
en AERT Van Waes eenige inlichtingen te willen verschaffen, ten
einde bij daarvan gebruik zou kunnen maken bij de door hem onder-
rijen, achtergelaten by Gommer Spranger. Opbrengt ƒ 1614.—; Rembbasdt
kocht voor f 218—15.
1)    Idem.
2)    MlCHIEL LE BLON.         3) ClaES ELIAS.           i) CHRI8T. V. SlCHEM.
-ocr page 70-
— 62 —
nomen en ter uitgave bestemde beschrijving van de prenten van ge-
noemde graveurs.
Ofschoon de Heer Mr. N. De Roever in de jongste aflevering
van het tijdschrift Oud-Holland, waarin hij eenige losse aanteeke-
ningen aangaande Nederlandsche schilders en graveurs door De Vries
verzameld, heeft medegedeeld, in uitzicht heeft gesteld om, voor
zooverre de onder de nagelaten papieren van De Vries voorkomende
beschrijvingen van werken, onder anderen van H. Bary en
R. Van Persyn, daartoe stof zullen opleveren, over dezen afzonder-
lijke opstellen uit te geven, heb ik, in twijfel zijnde of de door mij
verstrekte familie- en andere berichten hen betreffende nog wel aan-
wezig zijn, en bij het onzekere van het in het licht komen van de
bedoelde monographiλn, gemeend mijne niet zonder moeite heen-
gebrachte opgaven, door nader onderzoek nog vermeerderd, aan dit
Archief te moeten afstaan.
REYNIER VAN PERSYN.
Reinier van Persyn van Alkmaar, plsn. oud 27/j, geen
ouders hebbende, geassisteerd met zijn broeder Aernoud van Persyn,
woont op de Nieuwezijds Achterburgwal, ondertr. 18 Sept. 1642 met
Elisabeth Dirks van Raemburgh van der Gouw, oud 22/j, ge-
assisteerd met Dirk Cornei.isz. van Raemburgh, woont te Gouda.
(Puiboek Amst. XVII.)
Getr. te Gouda 12 Oct. 1642 Reynier van Persyn (plaatsnijder)
woonende tot Amsterdam, ende Ei.ysabeth Dercxs van Raemburgh
van der Goude, beyde jonge luyden. (Procl.boek te Gouda.)
Of Persyn vσσr zijn huwelijk te Gouda gewerkt heeft en aldaar
-ocr page 71-
— 63 —
zijne bruid heeft leeten kennen is zeer waarschijnlijk, ofschoon niet
stellig te verzekeren.
Volgens de Burgemeesters-kamerboeken te Gouda is het intusschen
zeker dat hij in 1645 te dier stede verblijf hield. Immers werd hij aldaar
den 22 Dec. aangeslagen voor 2 st. 's weeks ten behoeve van de
Schutterij. Voorts vermeldt het kamerboek van 1655 dat hij op den
26» Oct. van dat jaar te Gouda als schutter beλedigd werd. Misschien
was hij eerst, als mennoniet, van de dienst bij de schutterij vrij-
gesteld, en later, remonstrant sch geworden, daarin betrokken.
Bij de aanteekening omtrent zijn tweede huwelijk, op den 25 April
1656 te Wensveen (Waddinxveen) voltrokken, met jouffi'. Maria Cra-
beth (j. d. van der Goude), dochter van den schilder Wouter Pieters
Crabeth (kleinzoon van den glasscbrijver van dien naam) en Adriana
Gerrits Vroesen, wordt almede gezegd dat hij te Gouda woonde.
Hij schijnt aldaar tot aan zijnen dood woonachtig te zijn geble-
ven en wel in het ouderlijk huis zijner echtgenoote, (Wouter Cra-
beth was reeds kort vσσr 16 Juli 1644 overleden) gelegen op het
Marktveld op den noordhoek van de Kerkstraat.
Dit laatste huwelijk bleef kinderloos en was van geen langen
duur, daar hij reeds den 10» Maart 1662 opnieuw als weduwnaar
voorkomt. Hij zelf overleed vσσr 23 Nov. 1668, zoodat hij slechts den
leeftijd van 53 jaren bereikte.
Ten bewijze van eenige der vorenstaande mededeelingen moge
strekken het navolgend extract uit de oude weesboeken te Gouda.
«10 Maart 1662. Adr. Vereyck i) Raad en Vroedschap en Wees-
meester en Revnier Crabeth voogden van Pieter Crabeth, on-
mondige zoon van Wouter Crabeth en Adriana Vroesen beide
1) Werd later Burgemeester en was zelf schilder.
-ocr page 72-
— 64 —
zal., brengen in eene codic. dispositie van Maria Crabeth zal., in
haar leven huisvrouw van Reynier van Persyn , voor den not. Strafint-
veld gepasseerd, bij welke zij aan Pieter Crabeth haren broeder
vermaakt eene som van ƒ 2000, waarvoor Persyn verhypothekeert
zijn huis op het marktveld op den noordhoek van de Kerkstraat,
genaamd de Weytas.
23 Nov. 1668. Pieter Crabeth meerderjarig, nu, vermits het
overlijden van Reynier van Persyn, geregtigd tot aanvaarding.
5 Sept. 16; o. Pieter Crabeth bekent dat legaat ontvangen te
hebben uit handen- van SlVERT Caen."
Overigens verdient vermelding dat, blijkens de Kamerboeken, in
1683 te Gouda nog voorkwam een Marten van Persyn, wellicht
een zoon uit het eerste huwelijk van Reynier.
Genoemde Marten werd den 20» Januari van dat jaar als men-
noniet van de schutterij vrijgesteld, terwijl men verder vindt aan-
geteekend dat den 14 Febr. 1699 een curator benoemd werd over den
desolaten boedel van Marten Persyn.
Van de bij Muller vermelde portretten door Persyn gegraveerd
komen in het Goudsche museum voor die van S. Coster, P. C. Hooft,
P. PURMERENT en J. VALCK.
Bovendien is aldaar aanwezig een uitstekend portret van Daniel
Witsius, Goudanus, eerste predikant bij de gevestigde Remonslrant-
sche gemeente te Gouda van 1632—1652, hetwelk niet door Muller
is beschreven.
De beschrijving daarvan is als volgt:
1647 aet. 64. Borstb. links in toga, met platte witte kraag, grijs
van haar en baard, het hoofd gedekt met calot.
Met achtreg. vers: De Wreedtheyt enz.
G. Flinck pinx.                              R. A Persyn sculp. fol.
-ocr page 73-
— 65 —
Overigens bevindt zich in het Rott. Archief (Boymans) eene door
KraMM niet vermelde kaart in 6 fol. bladen van de Zyp, waarop
men leest: Reynerφs A. Persyn Alcmaiianus sculp.
HENDRICK BARY.
Hoezeer het er, met eenigen grond, voor gehouden mag worden
dat de graveur Hendrick Bary te Gouda het levenslicht zag, is zulks,
bij het ontbreken van de doopregisters waaruit dit zou hebben kun-
nen blijken, niet met zekerheid te zeggen, te minder dewijl zijne
ouders niet als daar gehuwd voorkomen.
Zijn vader, Hendrick Bary of Barry, vermoedelijk van Engel-
sche afkomst, was getrouwd met Heyltje Aerts, werd poorter van
Gouda den 2» Juli 1631 en den 17" d. a. v. als schutter beλedigd.
Hij woonde op de Blauwstraat in een huis genaamd St. Lucas ,
de latere schutspatroon van zijnen zoon Hendrick, en dreef daar de
nering van tabaksverkooper. Dit huis werd, blijkens Eigenboek, den
21 Juni 1630 door hem gekocht.
Bij zijn overlijden liet hij zijne echtgenoote met vijf onmondige
kinderen achter, twee zonen, Aert en Hendrick, en drie doch-
ters, Grietje, Christina en Maria, die onder voogdij werden ge-
steld van Jan Jansz. Copers en Hevndrick Wilson.
Ben en ander blijkt uit het volgend extract uit het i2«weesboek
Gouda No. 6, 1633—1649 bl. 224:
»Op den I in Marty 1642 compareerde ter weescamer Heyltje
Aerts, Wed. wijlen Heyndrick Bakry, geassisteert met Jan Adamsz.
haercn gecoren voocht in dezen, Jan Jansz. Copers en Htοyndrick
Wilson als voochden van Aert en Heyndrick, Heyndricks Barry
zonen, en Grietje, Christina en Maria, Heyndric'x Barry dm. ter
-ocr page 74-
— 66 -
andere zijde en heeft de voorsz. Heyltje Aerοs met consent en ten
overstaen van voorsz. voochden Tiare voorsz. weeskinderen bewesen
voor haer vaders erf elck vier hondert Carolj. gis. te xl. grooten
't stuck, mits dat sij verbonden blijft, sulcx sij belooft bij desen, de-
selfde voor de vruchten van dien te voeden en t onderhouden in
montcosten, cleederen en allen anderen lichamelicken behouften tot
haere mondigen jaren ofte huwelijcke state, na haer vermogen, met
behouden goederen, onder de3e expresse conditie dat ingevalle de
voorn. Heyltje Aerts comt te hertrouwen, haer voors. weeskinderen
yder sal ujtkeeren in plaets van vier hondert acht hondert gin.; oock
middelertijt lesen, schrijven en elck een goet ambacht ofte hantwerck
te doen leeren. Den mondigen eerlijck gecleet en gereet uit te setten
en voorts all daerbij te doen dat een goede Christelicke moeder toe-
behoort.
Tot versekerheyt van dien verbindende specialick haer huys en
erve staende op de blaeustiaet genaemt Ste Lucas, ten oosten belent
mr. Jan le Feuere chirurgyn en ten westen de ghemeene gangh van
de vijf huizen, en" voorts generalick alle haere goederen gewonnen
en ongewonnen."
present weesm"' dempto Vlacq.
J. D. Westerhout Secr»
Het geval van een tweede huwelijk van Heyltje Aerts, waarin
bij voorschreven acte werd voorzien, had werkelijk en wel niet lang
daarna plaats. Immers, blijkens Procl. boek te Gouda, hertrouwde
zij den 28" όec. 1642 met Willem Goverts Bosboom wonende te
Rotterdam. In 1667 vindt men haar weder als weduwe vermeld en
in 1686 als nog in leven.
Hendrick Bary , die gezegd wordt een leerling te zijn geweest
van den plaatsnijder Reynier Van Persitn, komt den 6n Maart 1666
-ocr page 75-
— 67 —
en Ion Dec. 1667 voor als lid van de schildersconfrerie te 's Hage.
Het kan niet langer dan tot 1672 zijn geweest dat hij zich daar heeft
opgehouden, vermits hij van 1672—75 vendrig was bij de schutterij
te Gouda.
Den 411 Febr. 1676 huwde hij met Margrif.ta Suys (ged. bij de
Herv. gemeente 7 Juni T652), dochter van Govert AliEl-S Suys en
SόSANNA ADRIAENS HOEBEECK. i)
Haar vader, een voornaam lakenkooper, was, tijdens hare ge-
boorte, Colonel der Schutterij en bij zijn overlijden in 1671 Burge-
meester te Gouda.
Hij wordt door De Lange van Wijngaerden in het werkje »de
Goudsche glazen bl. 52", gezegd een groot konstenaar, vermoedelijk
een kunstkenner en bevorderaar der fraaie kunsten geweest te zijn.
Door zijne vrouw werd Bary verzwagerd met Dr. Gisbertus Cincq,
getrouwd met hare zuster Maria Suys, en werd hij de oom van
Gonardus of Govert Cincq, in 1672 uit dat huwelijk gesproten, die
in Sept. 1728, ongehuwd, als Raad en oud-Burgemeester van Gouda
overleed.
Opmerking verdient dat Bary driejaren, en wel van 1677—1680,
gelijktijdig met den schilder Christoffel Piep.son, tuchthuisvader te
Gouda was. Waarschijnlijk bood de localiteit van dat huis beiden
gelegenheid aan aldaar hun atelier te vestigen, en uaar Bary gezegde
betrekking tot 1703 bleef bekleeden, heeft hij 26 jaren lang van die
gelegenheid gebruik kunnen maken.
Uit zijn voorschreven huwelijk sproten zes kinderen, waarvan
het eerste den ion Maart 1677 en het laatste den 24» Oct 1683 in
de Hervormde gemeente gedoopt werden, hoezeer Bary niet tot die,
1) Zoo Bary kort vσσr 1630 geboren is, was zijne echtgenoote ruirn 22 jaren
jonger dan hij en heeft hij den leeftijd van meer dan 77 jaren bereikt.
-ocr page 76-
— 68 —
maar denkelijk tot de Remonstrantsche gemeente behoorde. Althans wer-
den de kinderen van twee zijner zusters, waarover hieronder nader,
in deze gemeente gedoopt.
In 1683 vindt men Bary als houtkooper vermeld, wonende bui-
ten de Potterspoort en wel op de Wachterstraat.
Bary werd begraven te Gouda in de St. Janskerk den 16n Febr
1707, laatst woonachtig buiten de Potterspoort. Hij werd op deftige
wijze, namelijk met de groote baar, ter aarde besteld.
Zijne Weduwe Margrieta Suys volgde hem 26 Oct. i 713 in het
graf. Zij woonde laatstelijk op de Gouwe.
Wat er van Bary's broeder Aert is geworden is geheel onbe-
kend.
Van zijne zusters trouwden Christina den n« Juni 1656 met
Aernout Carlier, (blauwverwer) en Maria den 13" Nov 1657 met
Cornelis Hendricksz. Van Os. Beide huwelijken werden met kin-
deren gezegend. Omtrent zijne zuster Margrieta (Grietje) staat
aangeteekend dat zij den 25" Nov. 1646 huwde met Hendrick Wjl-
LEMs De Groot j m. van Gouda, en den 2n Sept. 168 1 als Weduwe
hertrouwde met Jan Claesz. Outdoeck, Weduwnaar, almede van
Gouda. Zij werd als zijne Weduwe begraven 24 Januari 1709.
Omtrent de kinderen van Bary meent men, als buiten het kader
dezer bijdrage vallende, in geene bijzonderheden te moeten treden.
In het stedelijk museum van Gouda bevinden zich vele der por-
tretten door Bary gegraveerd en door Muller beschreven, waaronder
die van den raadpensionaris Johan De Witt en van den schilder
Cornelis Ketel zich bijzonder onderscheiden.
Overigens is dat museum in het bezit ven een gegraveerd krach-
tig portret van den Goudschen staatsman Hieronimus Van Beverningk,
dat voor het beste werk van Bary mag worden gehouden.
-ocr page 77-
— 69 —
Vermits dit poitret niet door Muller vermeld wordt, laat men
eene aanwijzing daaromtrent hier volgen.
• Borstbeeld van voren met het gelaat een weinig rechts gewend
in ovaal met wapen en lofwerk, en Lat. vers van A. Lepelaar «lila
Beverningkο etc."
Naar J. de Bane (Baen) door H. Bary, fol.
De origineele schilderij benevens die van de beeltenis van Jo-
hanna Le Gillon, echt.genoote van Van Beverningk, zijn thans in
's Rijks museum te AMsterdam aanwezig.
AERT VAN WAES.
Hij was de zoon van Pieter Aerts Van Waes en Lysbeth
Dirkx, die den 2y Febr. 1653 als Weduwe voorkomt.
De vader was meer dan eens deken van het bakkcrsgild, en
wordt van 1636 — 38 als luitenant bij de schutterij, in 1639 ena's
burgerkapitein en van 1641—48 als leproosmeester vermeld.
Aert Van Waes huwde den in Mei 1639 als j. m. van Gouda
met Margrietgen Gerrits Cool, en woonde toen in de Lange
Groenendaal.
Uit dit huwelijk werd een ιιnige 20on geboren, die den 1211 Sept.
1640  in de St. Janskerk als Pieter gedoopt werd. Evenwel komt de
vader, als Arnoud Van Waes, den 24» Dec. 1641 voor als lid der
Walsche gemeente te Gouda.
De echtgenoote van Aert van Waes was reeds den 2 111 Febr.
1641  niet meer in wezen. Hij zelf overleed, volgens vroegere bericht-
gevers, in den bloei zijns levens in 1*649, toen nog wonende in de
Lange Groenendaal. Meer waarschijnlijk is hij echter in 1650 gestor-
-ocr page 78-
— 70 —
ven, daar den 14" Nov. van dat jaar ten zijnen huize, van wege het
weeskind, erfhuis werd gehouden van eenige schilderijen en teeke-
ningen, waarop zijne moeder onder anderen eene schilderij kocht, een
zwaan voorstellende, voor f 27—10, een ander een stel Italiaansche
prenten voor ƒ 3, en Jan Van Waes, oom van het weeskind, eene
voorstelling van Venus en Jupiter voor f 1 — 19.
Pieter Van Waes, de zoon, huwde den 1711 Mei 1661, toen
wonende op de Gouwe, met Maria Van Middei.lant, j. d. van Ley-
den, wonende te Gouda achter de vischmarkt. Zij was eene zuster
van den lateren Schout bij nacht Pieter Van Middellant, die, na
het sneuvelen van De Ruyter , den 2" Juni 1676 in de baai van
Palermo, jammerlijk aan zijn einde kwam.
Met de vermelding dat uit dit huwelijk een zoon geboren werd,
die den 1211 Febr. 1662 bij zijnen doop den naam ontving van Aert,
meenen wij deze familieaanteekeningen te moeten besluiten.
Wat de kunstenaarsloopbaan van den grootvader, onzen AERT
van Waes betreft, daaromtrent slippen wij aan, dat hij, naar hetgeen
door De Lange van Wijngaerden in het werkje »de Goudsche glazen
pag. 122 en 123"is medegedeeld, een leerling was van den olieverf-
schilder Wouter Pieters Crabeth, Frankrijk en Italiλ bezocht,
boerterijen schilderde, bij Reynier Van PeRsyn het etsen leerde,
verscheiden geλtste snakerijen liet drukken, en dat van hem, in den
tijd van den schrijver, nog teekeningen met potlood op perkament
aanwezig waren.
Onder de enkele etsen die ons van hem onder de oogen zijn ge-
komen is er ιιn, nog al in het triviale vallende, die doet denken
dat hij, vermoedelijk wegens teleurstelling, ten laatste weinig meer
met zijn vak was ingenomen.
-ocr page 79-
— 71 —
IETS OVER DEN SCHILDER GHRISTOFFEL PIERSON.
(Medegedeeld door denzelfden.)
Iο de voorgaande bijdragen nopens de Goudsche graveurs
R. Van Persyn en H. Bary blijkt dat de schilder Chris-
toffel Pif.rson, die de grootste helft zijns langen levens
te Gouda gewerkt en doorgebracht heeft, tot genoemde
graveurs in betrekking heeft gestaan, terwijl het verder bekend is,
dat enkele portretten door hen naar schilderij of teekening van Pier-
son gegraveerd zijn.
Om die reden hebben wij het niet ongepast geacht het volgend
korte ovei zicht omtrent zijn leven en werken aan voorschreven bijdra-
gen vast te knoopen, in het vertrouwen dat daarvan met eenige be-
langstelling kennis genomen zal worden.
Volgens Immerzeel, II, 309, werd Christoffet. Pierson den
1911 Mei 1631 te 's-Gravenhage geboren.
In een ter secretarie van Schiedam berustend register van aan-
giften om te trouwen staat aangeteekend dat zich daartoe den I 211 Januari
1652 aanmeldden Christoffel Pietersz. j. ra. van 's-Gravenhage,
geadsisteerd met Dirk van der Egge zijn oom en Maria Willems
van VoORNE, geadsisteerd met Maertgen Jans haar moe let'.
Hoogstwaarschijnlijk was deze Christoffel Pietersz dezelfde met
Christoffel Pierson bovenbedoeld en wel op grond dat de laatst-
-ocr page 80-
— 72 —
genoemde, die den i 6n Mei 1654 poorter van Gouda werd, aldaar
in December 1662 in de Remonstiantsche gemeente een kind liet
doopen met name Anna, waarvan de moeder Maria heette 1).
Pierson alzoo sedert 1654 burger van Gouda was aldaar van
1673—76 luitenant bij de schutterij en van 1674—80 tuchthuisvader.
In gezegde betrekkingen kwam hij, zoo als in de bijdrage om-
trent Bary is aangeteekend, met dezen in nauwe aanraking.
Den 7 Juli 1680 werd, blijkens trouwboek te Gouda, van daar
attestatie op Schiedam afgegeven tot zijn huwelijk met Joppina Ho-
denpijl Wed. van Schiedam en aldaar woonachtig.
Joppina Hodenpijl was in Maart 1660 getrouwd met Ghysberοus
van Buyerkn (Bueren), wonende te Gouda, van waar zij den 161 Mei
1662 naar Schiedam vertrokken.
Pierson schijnt zich na zijn tweede huwelijk te Schiedam geves-
tigd te hebben, althans werd hij den 411 Aug. 1692 opnieuw te Gouda
op zijn ouden poorterseed geadmitteerd.
Tijdens zijn verblijf te Schiedam werd hem aldaar uit Joppina
Hodenpijl een zoon geboren, die bij den doop den naam ontving
van Allard, waarbij onder anderen getuige was Johan Hodenpijl,
oud-burgemeester, oom der moeder.
Evengemelde verbintenis was niet van langen duur, daar zijne
echtgenoote reeds den iSn Oct. 1687 te Schiedam werd begraven.
Pierson blijkt zich daarna nogmaals in den echt te hebben ver-
bonden. Immers werd den 2 in Oct. 1710 te Gouda begraven zijne
huisvrouw Amarante Maria Pauw.
Bijna vier jaren daarna, 15 Aug. I 714, volgde hij haar in het graf.
1) Door den geschonden toestand van het doopregister, dat eerst met
1662 aanvangt, ontbreken daarin de datums van den doop en de geslachtsnaam
der moeder.
-ocr page 81-
— 73 —
De zoon Allard, uit zijn tweede huwelijk, trad den 22<i Scpt.
1709 in den echt met Maria Schorel, j. d. van Gouda.
Voor zooveel wij hebben nagegaan zijn daaruit twee zonen ge-
boren, t. w. Christoffel, gedoopt 17 April 17 11 en Dirk, gedoopt
3 Febr. 1715. Bij den doop van den eerste was onder anderen de
bijna 80 jarige grootvader, Christoffel Pierson, getuige.
Het ligt buiten ons plan, ons verder op het gebied der genealogie
te begeven. Alleen willen wij nog vermelden dat Allard Pierson,
even als zijn vader, driemaal getrouwd is geweest en dat ons in 1760
nog een andere Allard Pierson, vermoedelijk een kleinzoon van den
evengenoemden, is voorgekomen, die omstreeks Juli van dat jaar
als j. m. huwde met Cornelia Gkertruyda Boon, j. d., beide van
Gouda.
Van de hand van den schilder Christoffel Pierson zijn te
Gouda nog verschillende werken aanwezig.
In het stedelijk museum aldaar treft men aan twee schilderijen
in olieverf in den trant der grauwtjes, t. w.
10. een gezicht op de stad van den IJselkant met onderscheiden
vaartuigen, door hem aan heeren Burgemeesteren vereerd, waarvoor
hem ƒ113—8 werd geschonken; ordonn. 24 Aug. 1684, en
20. eene afbeelding van het slot te Gouda van de waterzijde
met eene schuit waarin verscheidene personen.
In het werkje van De Lange van Wijngaerden , »de Goudsche
glazen" wordt vermeld dat, op bestelling van kerkmeesters der Sk. Jans
Kerk, onder anderen door Christoffel Pierson in de jaren 1673—
1676 in het klein op perkament in het zwart gewasschen of in tee-
kening werden gebracht een groot aantal der geschilderde glazen in
gezegde kerk.
Naar hetgeen in dat werkje verder staat aangeteekend werd den
-ocr page 82-
— 74 —
4n Febr. 1675 aan Pierson voor het nateekenen van acht glazen,
waaronder een dubbeld, dus negen glazen, tot ƒ 40, betaald ƒ 360.
Den 2811 Dec. 1676 voor zeven glazen, volgens contract, f 280,
en den 8n Nov. 1677, voor het maken van de groote teekening van
het glas, verbeeldende de gevangenis van Johannes den Dooper en
de zending tot Christus, f 80.
Gemelde teekeningen, benevens de gekleurde van Julius Caesar
Boλtius en Arent Lepelaer, uitmakende die van al de kerkglazen,
worden met zorg in de St Jans Kerk bewaard.
Dat Pierson almede het glasschilderen beoefende blijkt daaruit
dat hij, volgens De Lange, den 13 Januari 1677 22f voet glas schil-
derde tot ƒ 2.— de voet, waarvoor hij ontving f 45—10.
Hij werd dan ook den 6n Juni 1695, na den dood van W. Tom-
BERGIUS, in diens plaats aangesteld tot het schilderen en bakken der
Kerkglazen, op f 100 's jaars.
Ten slotte zij nog vermeld dat in eene vroegere uitlegging van
de bovengenoemde glazen onderscheiden zinrijke verzen daarop be-
trekkelijk van hem voorkomen, die van zijne dichterlijke gave en
aandrift getuigen.
-ocr page 83-
— 75 —
OUD TAFEREEL TER GEDACHTENIS VAN DE
HEEREN VAN MONTFOORT.
Met e en e plaat.
ET Rijks Museum van Schilderijen te Amsterdam
ontving in 1884 door bemiddeling van de Heeren
C. J. Van Leeuwen L.z. te Woerden en J. J. Koning
te Leiderdorp,, als geschenk uit de nalatenschap van
Dr. H. Van der Lee te Woerden, een oud ge-
schilderd tafereel ter gedachtenis van een viertal
ridders uit het geslacht Van Montfoort, in 1345
gesneuveld in den tocht van Graaf Willem IV tegen
de Friezen 1), In verscheidene opzichten is dit tafe-
reel belangrijk, ofschoon zooals het opschrift getuigt,
het herhaaldelijk «verlicht" m. a. w. bijgeholpen is
geworden. Ieder, die geen vreemdeling in onze
kunsthistorie is, weet hoe zeldzaam ten onzent de
middeleeuwsche schilderijen zijn, en geen wonder,
want doorgaans stellen zij onderwerpen van religi-
eusen aard voor, en juist daardoor werden zij in de
eeuw het voorwerp van vernielzucht van plunderende malcontenten,
) Door den Heer Van Leeuwen vernam ik de overlevering, dat 't stuk eer-
op de hofstede Heulesteyn bij Linschoten aanwezig was.
                 Eed.
-ocr page 84-
— 76 -
gelijk de «beeldstormers". Wat hier en daar nog door een toeval
gespaard bleef, werd in latere eeuwen als overblijfsels van «paapsche
superstitie" uit de kerken en kapellen naar elders verbannen en ver-
dween alzoo uit de oogen der rechtzinnigen , maar met dat al ging
menig kunstvoorwerp voor het nageslacht te loor.
De zeldzaamheid van middelnederlandsche schilderijen in onze
Musea wordt hierdoor verklaarbaar en daarom is het niet zonder be-
lang eenige regelen te wijden aan een dier zeldzame overblijfsels
uit een langvervlogen tijdperk onzer geschiedenis, waarvan hiernevens
de afbeelding gevoegd is.
Het stuk is geschilderd op lijmgrond op een paneel van vier
eiken planken, te samen hoog 0.69 en breed 1.41 cM. en dagteekent
uit de tweede helft der 14e of uit het begin der 15e eeuw. Met veel
omzichtigheid werden dooi den Heer W. A. Hopman de vuile vernis-
lagen, en voor zoover 't mogelijk was, is de in latere tijden daarop
gekladde verf verwijderd, waarna door ue niet minder zorgzame hand
van den Heer L. Chantai. de al te zeer beschadigde gedeelten wer-
den gerestaureerd, zoodat de schilderij weder eenigzins hersteld is in
hare oorspronkelijke gedaante en een ooglijk aanzien verkregen heeft 1).
De Heer J. G. Frederiks, de bekende geschiedvorscher, deelde
mij welwillend mede, wat hij omtrent de Heeren Van Montfoort,
die in Friesland omkwamen, bijeengegaard en opgeteekend had en
1) Het onderschrift, dat ook door overschildering verminkt was, is met
■liet schoonmaken tevens op twee plaatsen verstaanbaarder geworden. Voor
Damianus stond Tomas, voor Zeeland Bijlant. Het onderschrift luidt:
„Voor de derde mael verlicht 1770.
Int iaer ons heeren dusent drie hondert vijf en veertich op
santι cosmos en damianus dach doe bleven doot op die vriesen
by grave Willem van henegouwen van hollant, vanzela.nt euheer
van vrieslant, heer ian van m ontfoorde, heer roeloff van mont-
foorde, heer Willem van montfoorde met veel hare magen vrien-
den en onderhebben den..............f bidt voor haer allen zielen.
Dit is verlicht anno 1608,"                                                       Hed.
-ocr page 85-
— 77 —
volgaarne wordt een plaats voor die aanteekeningen in 't Archief
ingeruimd.
Het kasteel van Montfoort, in 1170 tot beveiliging van het Sticht
tegen de invallen der Hollanders gebouwd, werd eene eeuw later
verpand aan Herman van Woerden, doch hem om zijne wederspan-
nigheid ontnomen. Door den invloed van Graaf Floris den Vijfden
werd het burggraafschap opgedragen aan Hendrik den Rover.
Onder zijne nakomelingen waren verhalen in omloop, die, opgetee-
kend uit den mond van den achtsten burggraaf uit zijn huis, in 1449
overleden, meer onderhoudend dan nauwkeurig zijn. De naam Rover,
schoon niet mιιr of minder onteerend dan die van Buter, voormen
dien met PeRSVn had verwisseld, moet den verteller niet aangenaam
geweest zijn, want hij maakt er een Van Rooy van, iemand uit het
geslacht van Sint-OEDENRODE. Opmerkelijk is de ijver, waarmede
thans nog aan den gedeclineerden eigennaam Roevere de zin wordt
gehecht der roode veder, roe vere, die hun helmsieraad zou ge-
weest zijn. Deze Hendrik dan wordt ons voorgesteld als een volgeling
van Graaf Floris, die hem de erfdochter van de vroegere Mont-
foorts deed trouwen, waardoor hij burggraaf werd. Zoo ontmoeten
wij hem in twee oorkonden van 1287, als knape, en zes jaar later
nog eens, telkens met zijn' geslachtsnaam De Rover. Van zijne kin-
deren kennen wij als zoodanig, en ook niet meer, Meyne, Lisebet
en Mechtelt; verder zijn oudsten zoon Zweder, en nog een' zoon
Roelof , den broeder van Zweder , want met deze aanduidingen
treden ze in de oorkonden op.
ZWEDER, burggraaf van Montfoort, werd de echtgenoote van
Catharina , bastaarddochter van Floris V; hare moeder was eene
Engelsche, en het familieverhaal van den nakomeling in de vijfde
-ocr page 86-
— 78 —
generatie zegt, dat zij, in Engeland groot gebracht zijnde, den Graaf
werd thuisgezonden. Wij weten, dat haar man haar lijftocht gaf den
2 1 April 1301; Floris was in 1254 geboren en dus moet zij jong
getrouwd zijn, daar wij den oudsten zoon van haren eerstgeborenen
onder de gesneuvelden bij Stavoren tellen, 44 jaar later. Zweder
werd de Rijke bijgenaamd; van zijne vrouw weten we niet veel meer,
dan dat Willem van Henegouwen hare huwlijksgift bevestigde en
dat zij de moeder was van vier kinderen: Hendrik, Floris, Willem
en Adelise. Hare dochter huwde met Jan van RosenbURG, welk-
huis naast dat van Duivenvoorde stond; hij was uit een jongeren tak
van het daarneven wonende geslacht en zijn slot werd vermaard,
omdat het genoemd wordt bij het eerst vermelde gebruik van het
buskruit in ons land.
De oorkonden noemen Hendrik den oudsten zoon van Zweder
en de beide andere jonkers Hendriks broeders.
Hendrik de Rover werd als burggraaf van Montfoort beleend
in 1331, door Bisschop Jan van Diest. Zijn vrouw was uit het huis
van Yselstein, wier moeder Baerte van Amstel door de heldhaftige
verdediging van haar mans kasteel beroemd werd. Reeds in 1334
werd deze leenvolging vernieuwd op hun' zoon Jan. Gelijk reeds
opgemerkt is bij het noemen van zijn grootvader Zweder, moet hij
bij den dood van Hendrik, zijn' vader, nog jong geweest zijn, en
deze onderstelling wordt versterkt door eene oorkonde van 1336,
waarin sprake is van zijne voogdij en het geschil of deze zal worden
uitgeoefend door zijne moeder Agniese, of door zijn vaderlijken oom
Willem , overgelaten wordt aan den Hollandschen graaf Willem den
Derden; in 1341 komt hij als een handelend persoon op, die rech-
ten van meerderjarigheid heeft uitgeoefend. Slechts weinig jaren waren
hem nog toegelegd.
-ocr page 87-
— 79 —
Wij komen even terug op den broeder van. den rijken Zweiier,
Rudolphus, Roelof den Rover, die buiten de oorkonden en bij
de naschrijvers der kronieken ook Reynout heet. In 1320 trouwde
hij Ada, dochter van heer Simon Van Benthem en alzoo klein-
dochter van Dirk Bokel, van het Rotterdamsch geslacht, die eenigen
tijd heer van Teilingen was. Het vorige jaar werd hij door Willem III
verleden met het Hueland aan de Linschoten en met land aldaar om
een steenen huis op te zetten, welk leen den 6 Mei I 320 uitgebreid
en bevestigd werd, onder bepaling, dat het steenen huis, Huele-
stein, Heulestein, Hoelestein of Holestein geheeten, altijd voor den
Graaf van Holland zou openstaan. Heer Roelof maakte den 15 Juni
1342 zijn testament, waarvan een gelijktijdig afschrift onder de stuk-
ken der abdij van Rijnsburg in het Rijks Archief bewaard wordt. Zijn
ons bekende zoon droeg den grootvaderlijken naam en was dus Hen-
drik de Rover van Huelestein.
Hier verlaten wij den weg, die ons op het gebied der genealogie
zou brengen of wel op dat der geschiedenis van onzen middeleeuw-
schen adel, om alleen het oog te vestigen op vier personen, wier
namen in het volgend overzicht gespatieerd gedrukt zijn.
Hendrik, burggraaf van Montfoort
Zweder, burggraaf                  (2) Roelof, heer van Huelestein
Hendrik, burggraaf. Floris. (3) Willem. Adelise (4) Hendrik
vr. v. Rosenburg.
(1) Jan, burggraaf.
Het onderschrift van het altaarstuk vermeldt (1) Jan, (2) Roe-
lof en (3) Willem. De vierde, volgens zijne wapenen, mede een
afstammeling van den eersten burggraaf uit het huis van De Rover,
-ocr page 88-
— 80 --
wordt niet genoemd en is ook in de kronieken, die van den slag bij
Stavoren gewagen, onvermeld gebleven. Wij moeten hem dus zoe-
ken buiten de ons beschikbare charters.
Arend van Buchell, die in 1641 overleed, heeft eene genea-
logie van het geslacht van Montfoort opgemaakt, waarin hij (i) Jan
en (2) Roelof wel voor zonen van Zweder houdt, doch daartoe het
calendarium der Sint-Servaaskerk aanhaalt: »VI Kal. Oct., ob. D.
Joes DE M., D. RUD. Raptor de M., D. WiLH. de M. et alii multi
caesi sunt apud Frisones." Volgens hem zijn dus heer Jan, heer
Rudolf De Rover, heer Willem van Montfoort met veel anderen
ten Vriesen gesneuveld, den 27 September; hieruit moet hij besloten
hebben, dat zij broeders waren. Aangaande den vierden persoon op
de schilderij bekomen wij betere aanwijzing in het genoemde ver-
haal, opgeschreven uit den mond van Jan van Montfoort «Tot
Montfoort plegen te wonen Philippus Spiering en Jan Spiering,
die mede .bij heer Johan van Montfoort waren, heer Roelof
van Montfoort, en heer Hendrik van Montfoort, die
van Huelestein, die in den jaere onzes Heeren 134° (sic)
op Sinte-Cosmos en Damianusdag sneuvelden".
De personen, die op dit tafereel worden voorgesteld, als dool'
Sint-Joris, den beschermheer der ridderschap, ingeleid te worden bij
de Koningin des Hemels, zijn Jan, heer en burggraaf van Montfoort,
zijn oudoom heer Roelof de Rover, ridder, heer van Heulestein,
zijn oom Willem de Rover tot Montfoort en de zoon van heer
Roelof, Hendrik de Rover, zoon tot Heulestein. Het zal een
gedenkstuk geweest zijn aan de herinnering gewijd der vrome en dap-
pere voorvaderen, die gevallen waren op den noodloltigen dag van
Cosmos en Damianus, geplaatst in de Sint-Janskerk van Linschoten,
op het altaar der Moedermaagd, waar de burggraven van Montfoort
-ocr page 89-
— 81 —
eene vicarie gesticht hebben. Nog in de zestiende eeuw behoorde
die heerlijkheid aan het huis van Montfoort, tot dat ze in I 584 aan
een erfdochter kwam, die ze door huwelijk in het geslacht van
Merode overbracht. De aanteekening j dat de pastoor van Linschoten in
1586 daar nog inkomsten had ten bedrage van 34 gulden en lo stui-
vers, toont, dat de oude godsdienst daar lang werd gehandhaafd,
en van elders blijkt het, dat de. hervormde gemeente er laat geves-
tigd is. Toen zal de altaartafel naar Heulestein zijn overgeplaatst,
waar het stuk voor de eerste maal gerestaureerd werd. Eindelijk is
het een merkwaardig gedenkteeken geworden der Nederlandsche schil-
derkunst in den aanvang der vijftiende eeuw.
DE PORTRETTEN VAN ERASMUS DOOR DάRER.
(Medegedeeld door den Heer P.Haverkorn van Rijsewijk, Directeur
van het Museum Boijmans te Rotterdam.)
N het Museum Boijmans hangt een portret van Desiderius
Erasmus, (Paneel: hoog 0.28, breed 0.21), dat in den
Katalogus aldus omschreven wordt: «Borstbeeld links, met
»de doctors-baret op het hoofd, en gekleed in een zwarte
*toga met bruin bont gevoerd. Groene achtergrond. Gerrerkt boven-
gaan rechts: Imago Er as mi RoterodAm en het monogram van
bert Dόrer," terwijl bij deze beschrijving de aanteekening is
-ocr page 90-
— 82 —
gevoegd: «Geschenk van den stedelijken Raad van Basel aan de stad
«Rotterdam in i 532."
In dit opstel wensch ik mede te deelen den uitslag van mijn
onderzoek: 1», of Rotterdam in 1532 zoodanig geschenk van Basel
ontvangen heeft, 2°. of Rotterdam een portret van Erasmus, door
Dόrer geschilderd, ontving, 30. of bewezen kan worden dat Dόrer
ooit Erasmus' portret heeft geschilderd, dan wel het tegendeel,
40. van wien het portret in 't Museum-Boijmans afkomstig kan zijn.
I.
Een bewijs, dat het portret van Erasmus een geschenk der stad
Basel is, wordt in het archief van Rotterdam niet gevonden. In
het archief der stad Basel is zoodanig bewijs evenmin aanwezig.
Dr. L. Sieber, opperbibliothecaris der Universiteits-bibliotheek
aldaar, deed er vergeefs onderzoek naar; de Staats-Archivaris
Dr. Rud. Wackernagel deelde mede, dat hij vruchteloos daarnaar
gezocht heeft, en D'. Ed. His, Directeur van het Museum, bekend
door zijne onderzoekingen over Holbein, verzekert, dat in geen
archief te Basel iets van dezen aard ontdekt is.
Bij gebrek aan gezaghebbende acten, wenden wij ons tot de
schrijvers uit dien tijd En, gelukkig, er is een werk, waarin of in
welks talrijke bewerkingen iets omtrent dat geschenk van| Basel
moet voorkomen, of het verhaal dienaangaande wordt zoo goed als
een sprookje. Wij bedoelen Guicciardini's D es critt ion e di tutti
iPaesiBassi. In 1567 verscheen dit boek voor 't eerst, in 1581 ver-
scheen de tweede uitgave, in 1 588 de derde, door den schrijver vermeer-
derd. Bij de beschrijving van Rotterdam zegt echter Guicciardini,
ook in de laatste uitgave, geen woord over een geschenk van Basel.
Talrijk zijn de vertalingen, enz. van Guicciardini's werk 1). Van de
1) Vergelijk de bibliografische studie van den heer P. A. M. Boele van
-ocr page 91-
— 83 —
tweede uitgave verscheen eene Fransche vertaling, welke in 1609 werd
herdrukt, vermeerderd met aanteekeningen van Petrus Montanus,—
doch ook deze zwijgt van het geschenk. In 1612 verscheen eene
vertaling in het HoUandsch, door Kiliaen, eveneens vermeerderd met
Montanus' aanteekeningen, — maar ook in deze uitgave geen woord.
Voor het eerst wordt van het geschenk uit Basel melding ge-
maakt in de Latijnsche vertaling der derde uitgave van Guicciardini's
werk, welke bezorgd en met aanteekeningen vermeerderd werd door
Regnerus Viteli.ius, alias Reinier Telle, korten tijd bestuurder
der L'atijnsche School te Zieriksee, wiens uitgave in 1614 werd
bezorgd door Willem Janssens te Amsterdam 1).
In deze uitgave wordt, p. 197, gezegd, dat te Rotterdam be-
waard wordt op het Raadhuis een portret van Erasmus, dat door
Basel werd geschonken. Dezelfde mededeeling, in eenigszins beknop-
ter vorm, herhaalde de schrijver in zijne Beschrijving bij het
Nieuw Nederlandsch Caertboek van A. Goos, dat in 1616
verscheen; en nog eens in den tweeden »a novo revisum" druk van
zijne bewerking van Guicciardini, welke ook in 1616 werd uitge-
geven bij Johannes Janssens te Arnhem.
Groote bewijskracht kan aan eene mededeeling, die 81 jaren achter
aan komt, mijns inziens, niet worden toegekend 2).
Hensbroek over Guicciardini's werk enz., in de Bijdragen en Mededee-
ling en van het Historisch genootschap te Utrecht, DL I.
1)    Op het titelblad staat het jaar van den druk aldus vermeld:
Clolocxiil. De heer Boele van Hensbroek leest daarvoor CIOIOCXIII (1613)
even als P. de la Rue in Geletterd Zeeland ed. 1734, p. 203. Dr. M. F. A. G.
Campbell, bibliothekaris der Kon. Bibliotheek, die een exemplaar van deze
uitgave onder zijne hoede heefb, had de vriendelijkheid mij dienaangaande be-
richt te geven, en meldde tevens dat het jaarcijfer , naar zijne meening, betee-
kent 1614. Een verschil, voor ons onderzoek trouwens zonder beteekenis.
2)    Dr. J. B. Kan betoogde in zijne Erasmiana (Febr. 1878) «erecht dat
het Leven van Desidehius Erasmus, door zijn eigen hand beschreven" enz.
?™gegeven en aan den Baad en het Volk van Rotterdam opgedragen door
^aulus Merula, Leiden 1607", onecht is, o. a. omdat het te vreemd is, dat
-ocr page 92-
— 84 —
Bovendien, wat kon Basel aanleiding geven om aan Rotterdam
in 1532 een geschenk en wel een portret van Erasmus aan te bieden?
Misschien zegt men: ingenomenheid met Erasmus bewoog Basel aan
de geboorteplaats van den geleerde diens portret te schenken. Maar —
daargelaten dat Erasmus te Basel geen officieel persoon was en er
als privaat man leefde, — in 1532 was men er met Erasmus vol-
strekt niet ingenomen. Erasmus had zich te Basel gevestigd in 1521,
maar trok in 1529 naar Freiburg en bleef daar tot den zomer van 1535.
Hij wilde toen naar Brabant terugkeeren, maar moest te Basel blijven,
daar hij te zwak was om verder te reizeu. Waarom verliet hij Basel
in I 529? Omdat er de Kerkhervorming zegepraalde en Erasmus hiervan
niets wilde weten. Of hij de Hervormden, die tevens het bestuur
over de stad in handen kregen, door zijne vlucht ergerde, dat be-
hoeft men niet te vragen, als men weet hoe de godsdiensttwisten in
die dagen vriendschap in haat deden verkeeren!
Veilig mag men aannemen, dat de heeren van Basel, zoo van
iemand, niet van Erasmus in 1532 een portretten geschenke zouden
zenden.
II.
Uit de mededeeling van Regnerus Vitellius of Reinier Telle,
den Zierikseeλnaar, kan men besluiten, dat op het Raadhuis van
Rotterdam een portret van Erasmus bewaard werd sedert eenige jaren
vσσr 1614; maar niet dat het portret door DόRER geschilderd was.
Als wij raadplegen Telle's mededeelingen in de door hem ten
jare 1614 en 1616 bezorgde uitgaven van Guicciardini's werk en in
zijne Beschrijving bij het Caertboek van A. Goos, in 1616, dan treft
het ons, dat hij Dόrer's naam volstrekt niet vermeldt. Had Telle
eene autobiographic , in 1523 opgesteld, naar het heet, eerst in 1607, d. i.
84 jaren later, gedrukt werd.
-ocr page 93-
— 85 —
geweten, dat het portret van EraSmus door Dόrer geschilderd was,
hij zou het niet hebben verzwegen. Immers, Dόrer was in ons land
beroemd als kunstenaar en geλerd als Hervormingsgezinde. Zijne reis
door ons land, welke hij om zijne gezondheid had moeten staken,
maar waarop hij toch Zeeland had bezocht, was in Telle's woon-
plaats evenmin als in 't geheele land vergeten, vijftig of zestig jaren
na des kunstenaars dood. Eene schilderij van DόRER, — stad en land
zou daarvan hebben gewaagd, en te Rotterdam had men het stellig
niet gezwegen.
Is het dus reeds bedenkelijk, dat Telle van DόRER's auteurschap
geen gewag maakt, er is eiger. In de reeds vermelde uitgave van
GuicciardiNI, in 1614 te Amsterdam verschenen, schrijft TEtAE,
p. 197, dat Rotterdam, behalve Erasmus' beeld, bewaart: «loco
«publico ejus effigiem, fidelissime ex ipsius vultu,
«quadriennio ante excessum, deliniatam, et a S. P. Q. B A s I-
«liensi transmissam". Derhalve is volgens dit bericht het por-
tret geschilderd vier jaren vσσr Erasmus' dood, en daar DόRER
den 6«n April 1528 stierf, acht jaren vσσr Erasmus, kan volgens
dit bericht het portret niet door Dόrer zijn gemaakt.
Het is waar, in zijne Beschrijving bij het Caertboek,
die in 1616 verscheen, drukt Telle zich eenigszins anders uit. Daar
zegt hij, sprekende van Rotterdam en Erasmus, dat de stad was
«bewarende voorts op het Raethuys syn figuere na 't leven gedaen,
«ende hun omtrent vier jaren voor syn overlyden by den Raet van
«Bazel overghezonden". Hier staat niet, dat het portret vier jaren
vσσr Erasmus' dood geschilderd is; er wordt slechts gezegd dat het vier
jaren vσσr Erasmus' dood overgezonden werd. Daar Telle, blijkens
zijn zwijgen over Dόrer's auteurschap, deze wijziging ni t heeft aan-
gebracht ten behoeve van dat auteurschap, zouden wij hierbij niet
-ocr page 94-
— 86 —
behoeven stil te staan. Maar er is een stellig bewijs, dat Telle
deze wijziging slechts ter wille der beknoptheid en zonder eenige
andere bedoeling in zijne Beschrijving aanbracht. In hetzelfde jaar
1616 gaf hij, zooals gezegd is, bij Johannes Janssens te Arnhem een
nieuwen druk van zijne bewerking van Guicciardini uit, en wel een
druk »a novo revisum", en daar staat p. 308 precies hetzelfde over
Erasmus' portret als in zijne editie van 1614 !)•
De slotsom is dus, dat in 1614 DόRER nog niet genoemd werd
als de schilder van het portret van Erasmus , op het Raadhuis te
Rotterdam; ja, dat volgens het eerste, volledige bericht dienaangaande,
DόRER dit onmogelijk kan geschilderd hebben.
De eerste keer, dat weder van dit portret gesproken wordt, is,
voor zoover wij weten, veertig jaren later, in 1654. In de stads-
thesauriersrekeningen van dat jaar wordt nl. vermeld, dat aan Hen-
rick Maertens Sorch 17 gulden en 6 stuivers werd betaald voor
't overschilderen »van het contrefeytsel van Erasmus" 2). Ook hier
wordt Dόker's naam niet genoemd, maar dit is thans niet van zoo-
veel beteekenis, daar wij te doen hebben met een post uit eene
rekening en niet met een werk, dat al het beziens- en wetenswaar-
dige vermelden wil. Deze overschildering is tevens het beste bewijs
dat het portret van Erasmus, in 1849 van het Raadhuis naar het
Museum Boijmans overgebracht, hetzelfde is "als het portret, in boven-
staande aanteekening bedoeld, en dus ook hetzelfde als het door
Telle veertig a acht en dertig jaren vroeger vermelde. In de ach-
tiende eeuw werd het vermoedelijk, gelijk de meeste schilderijen van
1)    Deze mededeeling hen ik verschuldigd aan Dr. Campbell, die zoo
vriendelijk was, op mijn verzoek, de exemplaren van beide uitgaven, in de Kon.
Bibl. aanwezig, te vergelijken.
2)    Eott. Historiebladen, uitgegeven door de heeren J. H. Scheffek en
Fb. D. O. Obbeen, Afd. 8. Deel I, p. 689.
-ocr page 95-
— 87 —
vroegeren tijd, op zolder gezet, zoodat Kortebrandt , die het Raad-
huis in het midden dier eeuw heeft gekend , in zijn nauwkeurige be-
schrijving van dat gebouw, geen woord van dit portret rept i)
Wanneer en hoe dit portret van Erasmus aan Dόrer's naam ge-
komen is, dat weten wij niet. Zeker is het niet zonder gewicht, dat
Carel Van MandeK in zijn Schilderboek, dat in 1604 verscheen,
over Dόrer zeer uitvoerig sprekende, niet geen woord van dit portret
gewag maakt, hoewel hij belooft isoo veel ick wetenschap hebbe,
sal ick ons nu verhalen zyn constige schilderye", en werkelijk een
aantal schilderijen opnoemt uit het buitenland, maar uit ons land
slechts ιιn, dat te Middelburg was, terwijl hij ook Dόrer's gravures
en teekeningen tracht op te sommen, en uonder de laatste eene
noemt, die het eigendom was van een heer in den Briel. Is het
denkbaar, dat deze bewonderaar van Dόrer, tevens geduldig navor-
scher, een portret van Erasmus door Dόrer te Rotterdam zou hebben
over 't hoofd gezien-, als hij zelfs eene teekening in den Briel niet vergeet ?
Ik vermoed om een en ander, dat het portret tusschen 1604 en
1614 te Rotterdam is ontvangen, misschien van een vereerder van
Erasmus, die meende dat een portret van den geleerde in zijne
vaderstad niet ontbreken mocht. Onwillekeurig denken wij hier aan
de reeds vermelde autobiographie van Dόrer, welke in 1607 werd
gedrukt, en »aan den Raad en het Volk van Rotterdam" werd opge-
dragen. Waarschijnlijk prijkte het portret reeds met inscriptie en
monogram en ging het voor een werk van Dόrer door, toen het te
Rotterdam ontvangen werd. Er waren trouwens meer portretten van
Erasmus in omloop, welke op Dόrer's naam stonden. Niet slechts
toen, maar nog in 't begin dezer eeuw, werden ettelijke schilderijen
m verzamelingen en op veilingen voor werk van Dόrer uitge-
1) Zie dit Archief D. V. p. 326.
-ocr page 96-
— 88 —
geven, die niet van hem waren. Daar DόRER betrekkelijk weinig
geschilderd heeft, en het in vroeger eeuwen niet gemakkelijk was
zijne werken te bezichtigen, omdat men daarvoor ver reizen moest,
werd al spoedig hier te lande en elders zijn naam geschonken aan
copiλn en aan schilderijen, eenigszins in zijn trant behandeld. De
Katalogussen van veilingen uit de vorige en uit het begin van deze
eeuw zouden gemakkelijk meer dan ιιn bewijs daarvan kunnen leveren.
Als voorbeeld, dat er meer portretten van Erasmus hier te lande
op Dόrf.r's naam stonden, diene dat tot de verzameling schilderijen,
welke den iσen Mei 1696 te Amsterdam werd verkocht (Hoet I) ook
behoorde een «Portrait van Erasmus door A. B. Duur", dat f 18
opbracht. Bij de verzameling , nagelaten door de schilders A. J. Brandt
en D. Kerkhoff, welke den 2o,en Oct. 1821 te Amsterdam werd
verkocht, behoorde een «portret van D. Erasmus, door A. Dόrer,
op paneel, hoog 2 p. 5 d., breed 2 p." Ter wille der curiositeit deelen
wij ook mede, dat in de verzameling van den heer C. SiNGENDόnck,
welke te Amsterdam den 11 en Apr. 1825 werd verkocht, aanwezig was
een portret van Erasmus, ongeveer van dezelfde afmetingen als het
vorige, en ook op hout geschilderd, dat »naar A. Dόrer en H.
Holbein was geschilderd, door P, Dubordjeu en H. Steenwijk"!
[Jet werd door den heer A. Lamme — zeker voor een ander — aan-
gekocht voor f 21.—.
Rotterdam kreeg behalve het reeds behandelde portret van Eras-
mus, nog drie andere ten geschenke. Van ιιn dezer portretten is de
geschiedenis medegedeeld in dit Archief 1).
Mr. Gerard van Papenbroek, schepen van Amsterdam, bood
het in 1740 burgemeesteren van Rotterdam ten geschenke aan, en
deze aanvaardden het met erkentelijkheid, onder belofte dat het in
. 1) Deel V, p. 323 vv.
-ocr page 97-
— 89 —
de vergaderkamer van Burgemeesteren zou worden geplaatst en aldaar
blijven. De heer Van Papenbroek deelde mede, dat het was »ge-
conterfeyt in den jare 1522", dat Erasmus zelf er voor gezeten had
en dat het klein van afmetingen was. Daar liet portret, dat in 1849
uit het Raadhuis naai het Museum Boijmans werd overgebracht, niet
tot de kleine kan gerekend worden, is dit portret zeker verdwenen,
hetzij tijdens de troebelen van 1795, betzij bij het afbreken van het
oude Raadhuis tusschen 1827 en 1835.
In 1849 ontving.Rotterdam weder twee portretten van Erasmus,
met het legaat van den heer Boijmans. Het eene was 35 d. hoog,
27 d. breed, en droeg het jaartal 1530. In den katalogus der vei-
ling, welke de heer Boijmans in 1811 wilde houden, werd het aan
Holbein toegekend (Afd. B. No. 41; op paneel, hoog 14, breed
10 Rhijnl. duimen, gemeten naar den dag.) In den eersten katalogus
van het Museum (1849) werd het echter gerangschikt onder de onbe-
kenden. Het moet een goed stuk zijn geweest, en het is zeer jammer,
dat het bij den brand in het Museum verloren ging. Indien het
derde portret van Erasmus verbrand was, zou de schade kleiner zijn
geweest. Dit portret staat niet vermeld in Boijmans' katalogus van
1811. In den laatst verschenen katalogus van het Museum staat het
op no. 354 vermeld, onder de «Onbekenden": Het is op paneel,
hoog 0.30, breed 0.26, en een slecht werk, uit de vorige eeuw.
III.
Maar heeft Dόrer ooit een portret van Erasmus geschilderd?
Voor het beantwoorden van die vraag verkeeren wij in gunstiger
omstandigheden dan luttel jaren te voren. Het dagboek, dat Dόrer
op zijne reis door de Nederlanden hield, ligt thans voor ons, gelijk
reeds vroeger Erasmus' brieven tot ieders beschikking stonden. Die
-ocr page 98-
— 90 —
twee zullen het toch wel geweten, en misschien ergens vermeld heb-
ben , indien de een den ander heeft geportretteerd.
Een enkel woord over Dόrer's dagboek. Dit kwam in het bezit
van Willibald Pirkheimer, Dόrer's innigsten vriend. Na diens dood
geraakte het in 't bezit der Neurenbergsche familie Imhoff, daar eene
dochter van Pirkheimer huwde met Hans II Imhoff. Hun zoon,
naar zijn grootvader Willibald geheeten, was ook een groot vereer-
der van Dόrer, maar zijne^weduwe, zoons en kleinzoons dachten er
anders over, en maakten de rijke verzameling te.gelde. Ook het dag-
boek verdween, en men weet niet of het nog bestaat, en zoo ja,
waar het is.
Gelukkig, leefde te Neurenberg een kunstenaar, JohaNN HaUER,
een groot vereerder van Dόrer, (1586—1660), die de gelegenheid
had het dagboek over te schrijven. Ook deze copie had vele lotge-
vallen, tot zij terecht kwam in de Bibliotheek te Bamberg. Reeds
vroeger waren eenige brokstukken door onkundigen medegedeeld.
Maar in de Bibliotheek te Bamberg werd de copie van Joh. Hauer
in 1879 teruggevonden door den Directeur der Bibliotheek Dr. Frxe-
DRICH Leitschuh, die haar in 1884 hoogstnauwkeurig heeft uitge-
geven 1) en voorzien van een inleiding, waaruit wij bovenstaande
mededeelingen hebben getrokken.
Dit dagboek leert ons, dat Dόrf.r na zijne aankomst te Antwer-
pen op 2 Aug. 1520 spoedig kennis maakte met Erasmus. Hij schrijft
(Leitschuh, p. 54): Mehr hat mir herr Erasmus geschenckt
ein Spanioleins mentelle und 3 conterfet tisch man.
1) Albeecht dόkeh's Tagebuch der Beise in die Niederlanda.
Eοste vollstandige Ausgabe, nachder Handschriftt Johan Hadee's
mit Einleitung und Anmerkungen, von D r. Friedrich Leitschuh, Leip-
zig, F. A.Beockhatjs, 1884. Zie verder: Dόbeb, door M. Thausing, 2e uitg. 1884;
Dόeee's Briefe, Tagebόcher und Reime door denzelfden, in het Ille deel
van Eitelbebgee's Quellenschrifte enz. 1872; Ch. Ephrussi; Paul Mantz.
-ocr page 99-
— 91 —
D. i.: behalve de geschenken, welke Dόrer van anderen ontving, schonk
Erasmus hem een Spaansch manteltje en drie portretten. Dόrer be-
antwoordde deze beleefdheid, want hij schrijft (p. 59): und Erasmo
Roterodamo hab ich auch eine Passion geschenckt, in
Kupfer gestochen. Ondevtusschen waren beiden, Erasmus den
26n Aug., van Antwerpen naar Brussel vertrokken, en onder DόRER'S
aanteekeningen aldaar staat: »Ich hab den Erasmum K'otero-
dam noch einmahl c onterf et." Hij deed het dus te Brussel voor
den tweeden keer. Waar en wanneer deed hij het voor 't eerst? Het
antwoord ligt voor de hand: te Antwerpen.
En dit vermoeden klimt tot zekerheid, omdat de astronoom
Nikolaas Kratzer op een afdruk van Erasmus' portret, door Dόrer
gegraveerd, in het Latijn heeft geschreven, dat hij erbij tegenwoordig
was, toen Dόrer Erasmus'portret teekende. De Geheimrath Wolff
te Bonn bezit dien afdruk. En wat zegt Dόrer van Kratzer? In de
eerste dagen van zijn verblijf te Antwerpen teekende hij aan : »I ch hab
conterfet Herren Nicolaum, ein astronomus. Derwohnet
bei demKφnig vonEngland, der mir zu viel dingen fast
fφrderlich und nutzlich ist gewesen. Er ist ein Teut-
scher, von Mόnchen burtig." (p. 54, 55). De mededeeling van
Kratzer, dat hij Dόrer Erasmus' portret teekenen zag, maakt het
zeker dat het te Antwerpen vervaardigde portret niet geschilderd werd.
Zou dit dan met het tweede, te Brussel gemaakt, het geval kunnen zijn?
Tot antwoord strekke, dat Dόrer maar zes dagen (nl. tot 2 Sept.) te
Brussel heeft vertoefd en het er zeer druk had. Nog duidelijker
bbjkt, hoe weinig kans er is, dat hij Erasmus toen kan geschilderd
hebben, als men verneemt dat hij niet eens schildergereedschap bij
zich had. Toen Christiaan II, koning van Denemarken, te Antwer-
pen kwam, ontbood hij weldra Dόrer, opdat deze hem »conterfeyet",
-ocr page 100-
— 92 —
en Dόrer voegt er bij »das thet ich mit dem kohln." Te Brussel
echter wilde CHRISTIAAN dat DόRER zijn portret »von φhlfarben"
maken zou, en Dόrer voldeed aan liet verlangen van den vorst,
maar, blijkens zijne aanteekeningen (L. p. 91, Thausing , DόRER II
p. 211), moest hij daartoe paneel, verwen en een verfwrijver van een
schilder leenen. Als zσσ iets ook met Erasmus was gebeurd, zou
Dόrer niet vergeten hebben het aan te teekenen.
Wat de geteekende portretten betreft; onlangs is er ιιn uit de
verzameling van Jean Gigoux overgegaan in die van den schilder Lιon
Bonnaο, ierwijl de andere zoek is. De bewaard geblevene i)iseene
schets in houtskool; borststuk zonder armen. Men ziet er Erasmus
bijna vlak in het gelaat, want hij houdt het hoofd slechts een weinig
naar den linkerkant. Hij draagt een baret, met een kwastje er boven
op en met een afhangenden rand in den nek; verder is hij gekleed in
een laken bovenkleed, zonder bont. De baret is tot de wenkbrauwen
neκrgetrokken, zoodat het voorhoofd geheel bedekt is. De oogen zijn
naar beneden gericht en zien onder de neergeslagen boven-oogleden
voor zich uit, met geen aangenamen blik. De neus is nog al massief;
de lippen, tamelijk breed, zijn op elkaar gesloten, en om den mond
speelt een ironisch, zelfvoldaan lachje. De kop getuigt van groote
scherpzinnigheid en van spotlust, maar niet van de intellectueele
meerderheid en het fijn vernuft, door Holbein zσσ meesterlijk weer-
gegeven. Bovenaan staat in Dόrer's fijn handschrift: »Erasmus
f on Rotterdam" en het jaartal 1520.
Erasmus had bij zijne vele uitstekende hoedanigheden, het gebrek
nog al ijdel te zijn, en hij hield niet op bij zijn en Dόrer's vriend
1) Afgebeeld in de Gazette des Beaux Arts 1879, Dl. I bij bet opstel
van Ch. Ephrussi over Dόber, dat later afzonderlijk verschenen is.
-ocr page 101-
— 93 —
Pirkheimer aan te dringen, dat de kunstenaar zijn portret graveeren
zou. Den 3^11 Juli 1521 was Dόrer uit de Nederlanden naar huis
teruggekeerd, maar hij maakte met die opdracht geen haast. In
1526 eerst was de gravure gereed. Het opschrift luidt: »Imago.
»Erasmi. Roterodami. ab. Alberto. Durero. ad. vivam. effigiem. delin-
»iata"; hierop volgen de woorden THN KPEITTX1 TA 2VITRAM-
MATA AFTHEI i), MDXXVI en Dόrer's monogram. Het zal de aan-
dacht niet ontgaan, dat in dit opschrift gezegd wordt door Dόrer
zelf, dat aan deze gravure eene teekening naar het leven, en dus
geen geschilderd portret, ten grondslag heeft gelegen. Hoe weinig
bevredigend dit afbeeldsel was, blijkt uit hetgeen Erasmus den 30™
Juli 1526 schreef: «Alberto Durero, quam gratiam referre
queam, cogito. Dignus est aeterna memoria. Si minus
respondet effigies mirum non est. Non enim sum is, qui
fui ante annos quinque." Beleefd verontschuldigt hij de gebrek-
kige gelijkenis met de verandering, welke de jaren bij hem hadden
teweeggebracht; tevens Zegt hij er over te denken hoe hij zijn dank
zal betuigen aan Dόrer, die waardig is eeuwig te worden herdacht.
Doch met dit ■ dankbetoon haastte hij zich niet, al herinnerde Pirk-
heimer hem daaraan herhaaldelijk. Hinderde hem de weinige gelij-
kenis? Men zou het denken, want nog den 20,en Maart 1528 schreef
hij aan Henricus B0TTEUS2): »Dόrer maakte mijn portret, maar
zonder een zweem Van gelijkenis." Evenwel, in hetzelfde jaar,
ja, in dezelfde maand, kwam zijn Dialogus de recta latini
graecique sermonis pronuntiatione in het licht. En in dit
boekje laat hij Ursus, die met Leo over het onderwijs in het schrij-
ven spreekt, een boek noemen, door Dόrer over de schrijfkunst in
1)   D. i. „Zijne geschriften bewijzen zijne voortreffelijkheid."
2)   Ekasmi Opera T. m.
-ocr page 102-
— 94 —
het Duitsch uitgegeven, en over Apelles uitwijden, die ook over
deze kunst schreef. Erasmus laat Leo hierop antwoorden: Dόreri
nomen iara olim novi, inter pingendi artifices primae
celibritatis. Qu i dam appellantho rum tempo rum Apellem.
Waarop Ursus hervat: Equidem arbitror, si nunc viveret
Apelles, ut erat ingenuus et can didus Alberto nostro
cessurum hujus palmae gloria. Leo: Qui potest credi?
Ursus: Fateor Apellem fuisse ejus artis principem, cui
nihil objici potuit a caeterls artificibus, nisi quod nes-
ciret manum tollere de tabula. Speciosa repre hensio.
At Apelles coloribus, licet paucioribus minusque am-
bitiosis, tarnen coloribus adjuvabatur. Durerus quam-
quam et alias admirandus, in monochromatis, hoc est,
nigris lineis quid non exprimit? Umbras, lumen, splen-
dorem, eminentias, depressiones: ad haec, ex situ rei
unius, non unam speciem seseoculisintuentium offe-
rentem. Observat exacte symmetrias et harmonias.
Quin il 1 e pingit et quae pingi non possunt, ignem,
radios, tonitrua, fulgetra, fulgura,velnebulos, utajunt,
inpariete, sensus, affectus omnes, denique totum homi-
nis animum, in habiiu co r po ris relucentem, ac pene
vocem ipsam. Haec felicissimis lineis nigris sic ponit
ob oculos, ut si colorem illinas, injuriam facias operi.
An non hoc mirabilius, absque colorum lenocinio prae-
stare quod Apelles praestitit colorum praesidio?"
Erasmus prijst dus Dόrer niet als schilder, maar als toovenaar
met zwarte lijnen, als graveur en teekenaar. Hij laat Dόrer's schil-
derkunst aanstonds glippen, zoodat het den indruk maakt alsof hij
weinig of geen schilderijen van hem gekend heeft, en zeker zou hij
-ocr page 103-
— 95 —
niet zσσ geschreven hebben, al ware het uit ijdelheid, indien DόRER
zijn portret had geschilderd.
Of Dόrer de lofspraak van Erasmus nog vernomen heeft, is
onzeker. Waarschijnlijk is het niet, want DόRER stierf den 6en April,
en dus weinige dagen nadat het boekje,' hetwelk de lofspraak behelsde,
verschenen was.
IV.
Thans rest nog de vraag, door wien het portret van Ekasmus,
dat in het Museum Boijmans op Dόrer's naam staat, kan geschil-
derd zijn.
Spreekt men over een portret van Erasmus, dan denkt men in
de eerste plaats aan Hans Holbein Jr., omdat deze verscheidene keeren
den grooteu geleerde heeft geportretteerd, en wie nog geloof mocht
slaan aan de overlevering, dat het portret op Boijmans in 1532 door
den Senaat van Basel aan Rotterdam werd geschonken, hij moet te
eer aan Holbein denken. Was Dόrer Neurenberg's kunstenaar,
Holbein was de glorie van Basel. Klinkt het zeer zonderling dat Basel
een werk van Dόrer, nog wel een portret van Erasmus, in 1532 ten
geschenke zou hebben gegeven, minder onwaarschijnlijk zou het zijn,
indien Basel een portret van Erasmus door Holbein geschilderd, had
verzonden. Wil men een bewijs hoezeer Basel Holbein eerde? In het-
zelfde jaar J532, waarin, naar de onbewezen en onjuiste overlevering,
Basel Erasmus' portret zou gezonden hebben, bood de Raad dei-
stad Holbein een pensioen aan, mits de kunstenaar uit Engeland,
waar hij vertoefde, huiswaarts keerde.
Er bestaan verscheidene portretten van Erasmus , welke aan
Holbein worden toegekend. De kunsthistorici 1), die Holbein's
10L Vf!l'T,:Dr-, Alfbed Woltmann, Holbein and seine Zeit, 2 Dl. 18G6
en isb8. — Etjgene Muntz; Waagen, Dr. Ed. His, enz.
-ocr page 104-
— 96 —
werk inzonderheid bestudeerd hebben, twijfelen aan de echtheid van
verscheidene van die portretten, o. a. aan die in de Museums te Weenen
en te Turijn. Eigenlijk is de herkomst van slechts vier portretten na-
genoeg zeker: ιιn daarvan is op Longford Castle, toebehoorende aan
graaf Radnor , ιιn in het Louvre en twee in het Museum te Basel.
Den 3011 Juni 1524 schreef Erasmus aan ziju vriend Pirkheimer te
Neurenberg: »Et rui sus nu per misi in Angliam Erasmum
bis pictum ab artifice satis eleganti". — hij bedoelde na-
tuurlijk Holbein — »Is me detulit pictum in Galliam." Van
de naar Engeland gezondene was het ιιne portret bestemd voor
Washam, aartsbisschop van Canterbury, zoo als uit een brief van
Erasmus aan dezen, d.d. 4 Sept. 1524 blijkt. Het andere was bestemd
voor Thomas Morus, gelijk uit een brief van Thomas Morus aan
Erasmus volgt. Erasmus zond ze hun, omdat zij hem finantieel on-
dersteunden. Een van deze portretten behoort thans tot de verzame-
ling van Lord Radnor. Erasmus is er voorgesteld, het gelaat drie
vierden links gewend, van het standpunt der toeschouwers; zijn haar
is grijs, zijne oogen blauw; hij draagt een kleed met bout omvoerd
en de gewone baret. De achtergrond bestaat uit een pilaster met
sieilijke renaissance-ornamenten en een groen gordijn, dat een weinig
terzij geschoven, een plank met boeken en een karaf laat zien. Erasmus
laat de beide handen rusten op een toegeslagen, in rood leder ge-
bonden boek, op welks kant in Grieksche en Latijnsche letters staat:
HPAKAEIOI riONOI ERASMI ROTERO. Op een der boeken,
die op de plank staan, teekende Holbein zijn naam en schreef hij
het jaartal 1523.
Het portret in het Louvre komt uit de verzameling van Karel I
van Engeland. Het is kleiner, maar fraaier. Erasmus is er op voor-
gesteld in profiel, naar de linkerzijde gewend. Hij staat achter een
-ocr page 105-
— 97 —
tafel, waarop eene lessenaar is geplaatst, en op die lessenaar ligt een
open boek, waarop de linkerhand rust, terwijl hij in de rechter-
hand eene pen voert, waarmee hij schrijft. Hij is ook hier ge-
stoken in een kleed met opslagen van bont, dat om het midden
met een koord is dichtgehouden; uit dit kleed komt de wijde,
staande kraag van een laken rok, waarvan de voorpanden nog even
zichtbaar zijn. Hij draagt de gewone muts met een neergeslagen rand
over den nek, waaronder eenig grijs haar uitkomt. De achtergrond
wordt ook hier gevormd door een pilaster en een donkergroen be-
hangsel, met lichtgroene leeuwen in rechtstandige plantornamenten,
afgewisseld met roode en witte bloemen.
Het groote portret te Basel heeft veel overeenkomst met dat in het
Louvre. Erasmus' neus is er wat langer, en de achtergrond eenvou
dig groen. Op het blad papier, dat vσσr Erasmus ligt, staat:
In Evangelium Marci paraphrasis pu
D. Erasmum Rotterudamum aucto
Cunctis mortalibus ins (d. i. insitum est).
In 1523 gaf Erasmus zijne Paraphrase van het Evangelie van
Marcus uit. Dit portret is uit de verzameling der familie Amerbach
in het Museum gekomen, en geschilderd op papier, dat op hout be-
vestigd is. Blijkens deze portretten trachtte Hoi.bein Erasmus weer
te geven als den grooten geleerde, den scherpen denker, den gees
tigen schrijver, en daarin is hij uitnemend geslaagd. Ernst en na-
denken spreken uit het gelaat. Daarvan getuigen de op elkaar gesloten
lippen, het gefronsde voorhoofd, de neergeslagen blik, de plooien
om mond en neusvleugel, de voorovergebogen houding. Hij schrijft,
en is met zijn geheele ziel bij den arbeid.
In het Museum te Basel is nog een klein, roud portret, zeven
jaren later geschilderd (1530). Het is een borstbeeld zonder scbou-
-ocr page 106-
— 98 —
ders; men ziet van het gelaat drie vierde deelen , want het hoofd is ιιn
vierde links gewend. Het bovengedeelte van den hals is bloot. Een
rok met bonten rand en een pelsjas met hoogen bonten kraag maken
de kleeding uit. Erasmus is hier ouder, de gelaatsplooien zijn die-
per, de wangen ingevallen, de jukbeenen komen meer uit. Het gelaat
is echter sprekender, omdat men de levendige, verstandige oogen
geheel open ziet", om den mond speelt een ironisch lachje. Ook dit
portret komt uit de verzameling Amerbach.
Er bestaan trouwens meer echte portretten van Holbein , waar
Erasmus is voorgesteld met het gelaal drie vierden naar voren, even
als dat te Longford-Castle en het miniatuur te Basel.
Vergelijkt men met deze portretten dat in Boijmans , dan vallen
dadelijk zooveel punten van overeenkomst in het oog, dat men het
laatste met veel meer recht voor een werk van Holbein, dan voor
een van DόRER zou kunnen uitgeven. Erasmus heeft er dezelfde
positie, dezelfde kleeding, denzelfden groenen achtergrond ; slechts
de oogen zijn niet blaauw, maar bruin.
De heer Fr. Muller zeide in zijn «Catalogus van 7000 Portret-
ten", waar hij over die van Erasmus handelt: »de portretten van
DόRER zijn kenbaar aan het ernstiger, meer verwrongen gelaat (dan
op die welke van Holbein zijn), doch vooral aan de eenvoudige toga
of het opperkleed, dat op alle (van Holbein) met pels omzoomd is."
Fr. Muller handelde over de gegraveerde portretten. Noemt hij het
bont een kenmerk van de door of naar Holbein gegraveerde por-
tretten, dan mogen wij dit ook wel op de geschilderde toepassen
en wij mogen ons dus ook hierop beroepen, als wij beweren dat het
portret op Boijmans de type van Holbein's werk draagt.
Over de manier van schilderen en over de uitdrukking van het
gelaat kunnen wij niel veel zeggen, want het portret op Boijmans
-ocr page 107-
— 99 —
heeft veel geleden", Burokr i) noemde het reeds »eene ruοne". Er
is van het oorspronkelijke .zσσ weinig over, dat het moeielijk te
zeggen valt of het stuk echt is dan wel eeae copie. Zoover het
oorspronkelijke schilderwerk te herkennen is, mist het den warmen
toon, is het niet zσσ zorgvuldig en teeder uitgevoerd, als Holbein's
portretten. Van deze werden reeds vroegtijdig goede copiλn gemaakt,
en ook hier te lande kwamen die — blijkens Hoet's katalogus —
herhaaldelijk op veilingen in de i8b eeuw voor. Er zijn er in de
Museums te Amsterdam, Den Haag en elders. Onze slotsom is dus
dat het portret op Boijmans waarschijnlijk ook zulk eene oude, goede
copie naar Holbein is, door verwaarloozing en de hierdoor noodza-
kelijk geworden overschildering, helaas, bijna geheel bedorven.
NALEZING OP HET NECROLOGIUM VAN DELFTSCHE
KUNSTENAARS. 2)
Begraven 15 Augustus 1643, (Nieuwekerk), Cornelis Jacobsz.
Delff.
Idem 17 Juni 1661, (Oude kerk), Jacob Delff.
1) W. Bόbgeb, Musιes de la Hollande, 1860, II. p. 348
*> vgl. hiervoren M. 4.
-ocr page 108-
— 100 —
BIJZONDERHEDEN
AANGAANDE DEN SCHILDER EN DICHTER CORNELIS KETEL.
(Medegedeeld door den Heer IA Kol, N. Scheltema, te Gouda.)
tLLE schrijvers over Ketel komen daarin overeen dat
hij op Passie-Zondag van het jaar 1548 te Gouda werd
geboren, eenigen vermelden daarbij dat hij een bastaard van
Van Proijen was, terwijl De Lange van Wijngaarden,
(zie de Goudsche glazen 120), daaraan toevoegt dat de vader Wil-
lem Van Prooijen heette.
Daar mij uit den tijd der geboorte van Ketel, noch vroeger
noch later, een Willem Van Proijen is voorgekomen, verkeerde
ik in onzekerheid wie de Van Proijen was dien Ketel tot vader
had, tot dat onlangs eenige aanteekeningen hem betreffende, in der
tijd verzameld door nu wijlen Mr. A. D. De Vries Az. en medege-
deeld in het Tijdschrift: Oud Holland, 3« jaarg. bl 74 en 75,
mij op het spoor hebben gebracht.
In die aanteekeningen, testamentaire beschikkingen van Ketel
behelzende, spreekt deze van de kinderen van Gerrit Govertsz.,
zijnen broeder, en noemt hij eenen Pieter Wouters zijn neef.
De vader van Ketel kan alzoo niemand anders geweest zijn
dan Govert Jans Van Proijen, de vader van Gerrit Goverts Van
-ocr page 109-
— 101 —
Proijen, en de schoonvader van den glasschilder Wouter Pieters
Crabeth, wiens zoon Pieter Wouters genaamd was i).
Dat deze Govert Van Proijen, die bij zijne wettige huisvrouw,
Clara Dircxs De Vrije, vijf kinderen verwekte, een ontrouw echt-
genoot is geweest, is mij daaruit gebleken dat hem, bij eene resolutie
van de Vroedschap der stad Gouda d.d. 23 Maart 1574, (nog geen
jaar vσσr zijnen dood), onder anderen gelast werd weder by zynder
huysvrouwe die hy verlaten heeft, te gaan ende mit
haer huys te houden gelyck eenmanmiteerenschuldich
es te doene, op pene terstont vuyter stat te moeten
vertrecken.
Uit de omstandigheid dat Cornelis Ketel in de familiλn Ketel
en Crabeth als een erkend lid is opgenomen, mag worden afgeleid
dat de misstap der moeder daarin verschooning heeft gevonden.
En wie nu was die moeder?
Bij een door mij ingesteld onderzoek in de Oude Weesboeken
van Gouda, is mij haar naam bekend geworden en zijn mij verder
eenige bijzonderheden omtrent de familiebetrekkingen van Cornelis
Ketel gebleken, waarvan de mededeeling wellicht niet geheel onbe-
langrijk geacht zal worden.
Cornelis Ketel , die in het laatste testament van zijnen oom
Cornelis Jacobs Ketel, overleden vσσr 13 Maart 1568, (ZieφeWeesb.
pag. 194 v.) Cornelis Ketel de jonge wordt genoemd, had,
blijkens eene aanteekening in het 7e Weesb. pag. 70 enz., tot moe
der Elysabeth Jacobs Ketel , zuster van Cornelis Jacobs voormeld.
Genoemde Elysabeth Ketel komt in het 6e Weesboek pag. 131,
onder den datum van 31 Mei 1564, voor als echtgenoote van
1) Zie de Genealogische Aanteekeningen aangaande de Cbabeths in Archief IV
tegenover bl. 276.
-ocr page 110-
— 102 —
Joost Cornelisz., en in het 7e Weesboek pag. 70 enz , onder den
datum 4 Juli 1584, als overleden grootmoeder van de weeskin-
deren van Jacob Jacobs Ketel, kuiper.
Zij had buiten en behalve voornoemden Corneus Jacobs Ketel,
in der tijd nog tot broeder Jacob Jacobs Ketel, blijkens het 70 Wees-
boek pag. 70, in zijn leven koopmansbode te Amsterdam, eene be-
trekking die destijds, bij het gebrekkige postwezen, niet onvoordee-
lig* was.
In het 60 Weesboek pag. 131 v. enz., onder datum van 31 Mei
1564, wordt Lucia Pieters (Pauw) als Weduwe van den laatste
vermeld,
Zooals bekend is ontving Corneus Ketel de jonge zijn eerste
opleiding op den glazemakers- en schilderswinkel van bovengenoem-
den zijnen oom Corneus Jacobs Ketel, wonende in de Stoofsteeg
te Gouda aan het water van de Zeugstraat op den zuiderhoek,
alwaar deze reeds in 1554 gevestigd was.
Op dien winkel was het dat Dirk Crabeth, die schuins daar
tegenover op de Zeugstraat woonde, hem zag werken en voorspelde
dat van hem iets groots zou worden.
Dat zijn oom Corneus Jacobs Ketel na het vertrek van zijnen
leerling in hem belang bleef stellen, is daaruit op te maken , dat in
het testament hiervoren vermeld sprake is van eenige voorwerpen
zijnen zonen Jacob en Cornelis als aanstaande erven toekomende,
bestaande in patronen, cunst en prenten, destijds in gebruik bij
zijnen neef de jonge Cornelis Ketel.
Uit het 6e Weesboek pag. 194 v. is voorts af te leiden dat
Cornelis Jacobs Ketel niet onbemiddeld gestorven is. Immers
wordt daarin vermeld dat het huis door hem bewoond geweest zijn
eigendom was en dat op het erfhuis van hem en zijne vooroverledene
-ocr page 111-
— 103 —
echtgenoote, die Magdalena (N.N.) heette, onder anderen voor-
kwamen juweelen (kostbaarheden) van de laatste.
Hij heeft dan ook aan de opvoeding van zijne zonen het noo-
dige ten koste kunnen leggen, en niet onwaarschijnlijk is het alzoo
dat zijn oudste zoon de Jacob Ketel , neef van den schilder COR-
melis Ketel, is geweest, die door Van Mand er (zie de uitgave van
1764 pag. 61) genoemd wordt Ingenieur des Konings van Frankrijk
te Parijs, een wonder in zijne kunst, en voorheen te Milaan in
Spaanschen Koningsdienst, bij wien in zijnen tijd een groot schilder-
stuk van Ketel aanwezig was.
Volgens Van Mander was ook de schilder in de vakken van
bouw- en landmeetkunst en van het perspectief wel bedreven.
Vermoedelijk had zijn kundige eerste leermeester daartoe bij
hem den grond gelegd en heeft hij later zijne kennis uitgebreid bij
den beeldhouwer en bouwkunstenaar, zijn landsman en den gemeen-
zamen vriend van zijn oom, bij wien hij in 1573 te Londen zijn
intrek nam.
In de vermelde uitgave van Van Mander onder anderen opge-
geven zijnde in welke plaatsen Ketel zich achtervolgens heeft opge-
houden, meen ik met opzicht tot zijn verblijf te Gouda, na zijne
terugkomst uit Frankrijk,, en dat te Amsterdam sedert 1581, te moe-
ten aanmerken dat er te Gouda geene sporen aanwezig zijn dat hij
aldaar, na uit Frankrijk geweken te zijn, omtrent zes jaren gevestigd
is geweest, terwijl aangaande zijn voortdurend verblijf te Amsterdam
in het midden moet worden gebracht, dat het gebleken is dat hij
zich sedert 1581, althans tijdelijk, te Gouda heeft opgehouden en
aldaar gewerkt heeft.
Zoo treft men in de Kamer- en Vroedschapsboeken van Gouda
van 1590 de volgende resolutie aan:
-ocr page 112-
— 104 —
»De Buigemn der stede v" Gouda hebben Corneus Ketel,
schilder, geadmitteert syne residentie alhier te moogen nemen int
Gasthuis (omme redens hunl. daertoe moverende) hem gevryt ende
geeximeert van alle lasten van waken, daermede de Schutterye ofte
burgerye wordt gechargeert.
Actum 14 Dec. 1590.
Bij Uirck Dirck Hoens,
Aert Jacobs ende Maerten
Jans Moel. burgerms."
Ook van een later verblijf te Gouda is blijk, daar hij in 1599
eene groote schilderij vervaardigde van den toenmaligen Kolonel
der Goudsche schutterij Jan van Reynegom met zijne onderhebbende
officieren, een kniestuk met elf figuren.
Wie de hollandsche vrouw was door Ketel, volgens Van Man-
DER , naar Londen ontboden (sic) en waarmede hij zich aldaar in
den echt verbond, ben ik eerst thans uit de bovenvermelde aantee-
keningen van wijlen den heer De Vries te weten gekomen.
Daaruit blijkt dat zij Aeltgen Jans heette en dochter was van Jan
Aertsz., die den i6en Maart 1610 woonde in een huis van Ketel op
de Oudezijds Voorburgwal tegenover de Oude Kerk te Amsterdam.
Naar het schijnt is uit zijn huwelijk slechts een zoon met name
Andries voortgesproten, die kort vσσr den 511 November 1613
overleed.
Omtrent de beroerte die Ketel in een der laatste jaren zijns
levens getroffen heeft, en waarvan WALVIS in zijne «Beschrijving van
Gouda" gewaagt, blijkt uit voorschreven aanteekeningen van De Vkies
dat Ketel den i6n Maart 1610 nog kloek en gezond van lichaam
was, terwijl hij den 24» November van dat jaar gezegd werd ziek te
bed te liggen.
-ocr page 113-
— 105 —
Ofschoon hij waarschijnlijk reeds vσσr laatstgemelden datum door
vooisehreven beroerte was overvallen, wordt daarvan eerst in eene
zijner testamentaire beschikkingen, namelijk die van 3 November 1613,
uitdrukkelijk melding gemaakt.
Nog bijna drie jaren lang heeft hij daarna zijn ongelukkig leven
voortgesleept, onder de naar zijne eigen betuiging trouwe zorg van
zijne liefhebbende echtgenoote en tevens van hare zuster Gysbertgen
Jans, als zijnde hij, blijkens eene mededeeling van den heer Mr.
De Roever, vermeld in den catalogus van het Rijks Museum te
Amsterdam, den &" Augustus 1616 in de Oude Kerk te dier stede
begraven.
Wat er nog van de vele kunstwerken van Cόrneus Ketel —
groote historische schilderijen, zinnebeeldige voorstellingen en por-
tretten , waarvan verscheidene, uit een kunstenaarsgril, zonder pen-
seel of borstel, met vinger en duimen, en enkele met de voet zijn
geschilderd,— overig is en waar deze zich thans bevinden, zou wel
een onderzoek waard zijn , waartoe wellicht de zeker wel vertrouw-
bare opgaven van Van Mander, zijn kunstbroeder en vriend, aan-
gaande de eerste eigenaars daarvan, den weg zouden kunnen wijzen.
Inzonderheid zou het wel van belang zijn te weten of zijn portret
door hem met duim, vingeren en voet alleen gemaakt, waarvan bij
de testamentaire beschikking van 24 November 1610 sprake is, wel
mogelijk hetzelfde waarnaar H. Bary de gravure heeft vervaardigd,
nog bestaat.
Voor zooveel mij bekend bezitten de steden Amsterdam en
Gouda elk van hem een groot schuttersstuk, en het Rijks-Museum de
portretten van den burgemeester Jacob Bas en zijne echtgenoote,
doch, zoo deze stukken al van zijne kunstvaardigheid en het ge-
lukkig treffen van gelijkenis mogen getuigen, kan daaruit niets blij-
VI.
                                                                                                    14
-ocr page 114-
— 106 —
ken van de geestige opvatting en uitvoering die in vele zijner zinne-
beeldige voorstellingen geroemd worden en waarvan hij in dichtmaat
de uitlegging heeft gegeven.
Zonder verder te vermelden wat Van Mander omstandig aan-
gaande Ketel heeft te boek gesteld, wil ik hier enkel mededeelen
de bij dien schrijver voorkomende vertaling van het Latijnsche onder-
schrift op het door H. Hondius gegraveerd portret van Ketel, lui-
dende als volgt:
»De Goudsche Meester, door wien Holland werd vermaard,
Sint men naar 't duister graf zag Luik (Lucas) van Leiden daalen,
Toont elk, hoe Schilderkunst met Dichtkunst gaat gepaard:
't Geen hij als Dichter vond, kon hij als Schilder maaien".
DE GILDEBOEKEN VAN St. LUCAS TE MIDDELBURG.
(Medegedeeld door den Heer A. Bredius, Onder Directeur van het
Nederlandsch Museum).
OE langs zoo meer wint de overtuiging veld, dat de
geschiedenis der Nederlandsche schild er school,
der Nederlandsche kunst in het algemeen, nog niet
kan geschreven worden. Daartoe werd tot nog toe te
weinig bronnen-onderzoek ingesteld; het materiaal, daarvoor noo-
dig, is nog te onvolledig. Eerst sints niet te langen tijd, wordt
-ocr page 115-
— 107 —
zulk een onderzoek meer systematisch bewerkstelligd, en geluk-
kig dikwerf met de verrassendste resultaten. Het «Archief voor
Nederlandsche Kunstgeschiedenis" heeft, door het bekend maken
van een aantal St. Lucas gildeboeken krachtig medegewerkt, menige
tot nog toe onbekende of moeielijk toegankelijke bron in een ieders
bereik te brengen. Ik meende ook niet te lang te moeten wachten
met het afschrijven der hier volgende Registers. Dat ik kladschilders,
steenhouwers, stoelgroenders en glazemakers der XVIIe eeuw niet
overnam, zal niemand mij euvel duiden. Voor het overige gaf ik
een zoo getrouw mogelijk afschrift van de navolgende registers:
i. een rekeningboek van 1544—1588.
2.    een         do.           van 1642—1685.
3.    een         do.           van 1685—1744.
4.    een         do.           van 1744—1802 1)
en een uittreksel uit de privilegie-brieven van 1539 en 1585 en het
zoogenaamde »Privilegieboeck".
Waar mij dit mogelijk was, gaf ik enkele aanteekeningen tot
opheldering.
Het onder No. I vermelde boekje bevat veel, wat schijnbaar
minder belangrijk voor onze kunstgeschiedenis is. Daarentegen is
het voor de studie van ons oude Gildewezen interessant. Wij zien,
hoe de broeders van het S*. Lucas Gilde der XV)> eeuw met hun
beelden, hun processiewagen, waarop soms (bekeerde) Israλliten zaten,
aan kerkelijke optochten deelnamen, [hoe zij zorg droegen voor hun
altaar, hun geschilderd venster, hun beelden, hun altaartafel in de
kerk, enz.
Daarom meende ik, dit boeksken in zijn geheel te moeten
overnemen.
1) Bit laatste voorloopig slechts gedeeltelijk.
-ocr page 116-
— 108 —
Wanneer de tijd en de gelegenheid mij dit toelaten, hoop ik
later een meer uitgebreid Archief-onderzoek naar de Middelburg'sche
kunstenaars, in deze Registers vermeld, in te stellen. Middelburg
telde een aantal merkwaardige mannen op kunstgebied onder hare
burgers. Ik noem slechts de schilders Daniλl van den Queborn,
Matheus Moi.anus, Willem Eversdijck, Karel Slabbaert, Hen-
drick Berckmans, Daniel de Blieck, Dirck van Delen , later
Philips van Dijck, Thomas Gaal enz. enz. Omtrent de meesten
hunner had men geene of haast geene biographische gegevens. Mocht
dus ook deze uitgave bijdragen, om licht te verspreiden over een
aantal kunstenaars der Nederlandsche Schilderschool!
Langwerpig, smal bandje, in geperst leder met sierlijk rand-
ornament; sluiting met een gesp.
Op een binnen-omslag van perkament:
Gildeboeck van St. Lucas; begonnen A°. 1554 en geheynd[icht]
Ao. 1588.
Daaronder: Vrij geworden Gilgaf.n Regaets.
Hans Boeynants.
Dan op fol. 1.
Ontfanghen van Jan de Inghelman voor sijn incomste . vj ft
Item van Claes Aei.brecht voor sijn incomste . . . . vj J}
Ontfangen van Jan Brucelle, van de dootschult . . . xv gr.
Ontfanghen van Dierrick Goossen, glaesmaker, van vrije te
worden in Sinte Lucas Gilde............vj (J
Item ontfangen van de dootschult van Jacop de Glaesmaker xv gr.
-ocr page 117-
— 109 —
Item ontfanghen van Machiel Dierrickse de schilder, van
dootschuh...................xv gr.
i)                                Pieter Mabueghe, Deken
Int Jaer van 1554, den 18 October.
In den eersten verleyt op S'e Lucasdach.......ii (f
Item verleyt aen vier dosynn vaenken........ii f}
Verleyt voor Hans van Antwerpen.........
Jacop Gysbrecht, Steboy 2) om een arme wel te doenne
eenen stuuer.
Balten de Steboy, om in te roeppen .... eenen stuuer.
Folio 2.
Balten de Steboy eenen weeten de doenne . . eenen stuuer.
Ende noch eenen stuuer om sijn winckel te sluyten.
Item ghegeven Meester Claeis de proccoruer.....iij f}
Item noch van Hans van Antwerpen Dynsdage voor Assesuen-
daech en weet om op Stadthuys te comen.....eenen stuuer.
Ende voorsz. Meester CLAEts de proccoruer drye groote, ende
drye groote van teekene en noch Balten de Steeooy ghegeven
eenen stuuer van syn winckel doen de sluyten.
Item van omme te gaenne voorts Synte Lucas gilde om de
Augustine de vergeerne...........eenen stuuer.
Voorts op Sacrament avont omme de gaenne in de processie
eenen stuuer.
ende eenen dobbele stuuer van terremuye (te Arnemuyden) weette
de doene.
1)    Wat boven deze streep staat is zeker nog van 1558.
2)    Stadsbode.
-ocr page 118-
— 110 —
Item ghegeven op Sacramentsdach de ei verders i) eenen stuuer.
Folio 3.
Item ontfanghen van de dootschult van Bastiaen Moer . xv gr.
Item op Sacramentsdaech verleyt smorghens ende snoon, datter
verteert wert..................xvj 1?
Item voorsz dem ommeganck avont ende daechs . . .
Nogh en stuuer van de Waghen wt te doenne.
Item een hamme dye de Joden hadde op den Ommenganck
daech, wegende twaelf pont, het pont drye groote en nooit, beloopt
samen xxj stuuers.
Ende noch eenen stuuer van de hamme te syene (te zieden).
Item ghegeven de Cryerde eenen stuuer.
Item ghegeven van de keerse te dragen op den Ommeganck
daech...................ij stuuer.
Item ghegeven om de Waghe te voerre op den Ommeganck
daech...................viij stuuer.
Item ghegeven op den Ommeganck daech voor de Jode smergens
den ontbiet, dat sy aetten aen schaepvoetten ende penssen . vj gr.
Item ghegeven aen meye ende naghelen......v gr.
Item op den Ommeganck daech voor de Joden dat sy hadden
aen bier...............x stuuer en halve.
Item op den Ommenganck dach voor de Joden broot. vj stuuer.
Item op den Ommeganck dach voor den Deken een coppel
hoendere................. . vj stuuer.
Balten de Steboe, eenen stuuer van de weete de doene de
meester in de Sterre.
Folio 4.
Blanck Jan eenen grafpenninck, en weet van Hans van Ant-
1) Crieerders — uitroepers.
-ocr page 119-
— 111 —
werpen en weette doe wy den augustyne vergeerde eenen stuuer en
weette op Sinte Lucas dach eenen stuuer en eenen stuuer van omme
te gaenne en de rekeninge te doene eenen stuuer.
Noch ix groote van twe keersen.
Noch eenen halve stuuer meer over naghel ende packgaerne
(pakgaren).
Noch daertyenne stuver van luyen ende preke met de mijsse
ende mijsse van rekyem; i) veyre stuuers van Sepe ende schuer reden
autaer en lywaeet.
Folio 5.
Item ghegeven op Sinte Lucas dach........ij (]
Item noch ghegeven voor desen boock.....i fj ij 6
Item noch vertert op Sakermentsdach.......xiij fj
Item noch de crider..............i fj
Item noch de crider op den Omghan........i ff
Item noch van omghan ter muden (Arnemuiden) . . . . ij fi
Item noch ghegeven op Baghin hoof van de waghen . . ix fj
Item noch een hamme van xij pont beloep.....xxj fj
Item noch i st. van de hamme te sieden.
Item iij st. aen meien.
Fol. 6. Onbeschreven. Fol. "].
Item noch v grote aen Scapvoeten.
Item noch van hoefken 2) te voeren .......viij fj
Item noch voer broet.........         • • • iόj fj
Item van een coppel hoenderre voor den Deken . , . . i fj
Item noch ix groete aen bier.
Item noch eenen stuuer van ommegaen.
Item noch ij fj van de caersen te draghen op den omghanc.
1) Mis van requiem.
           2) 't Horken.
-ocr page 120-
— 112 —
Noch iiij dosinne vaenkens loet..........ij (f
Noch iiij weten die ick aen dede de cremmers i) ende scilders. iiij (f
Van ommegaen................ij gr.
Twe torsen.............I ... ij JJ
Van lueen (luyen)..............iiij gr.
De passtor................i fl ij σ
Van ommegaen............... . ij gr.
Folio 8. Onbeschreven. Folio 9.
Item wtgegeven op Sinte Lucas dach........ij J]
Noch als men de rekenijng dede........ . xij gr.
Item ij mael te wette (weten) te doen om te velgenen (ver-
gaderen) ..........'........ij stuuers.
Als sy vergelden ellec v groet aθn bier.
Item van den weete te doene op Sacramentsdach van omme te
gaen daer sy vergaderde tot borgemeesters . . . . i st. ende j gr.
Item noch eene stuuer op Sacramenlsavont van den weete doene.
Hem noch twee stuuers op Armuyen (Arnemuiden) den weete te
doene op Sacramentsavont.
Item noch gegeven twee scillinge van vyer dossijne vaenkens.
Item noch gegeve eene stuuer op Sacramentsdach den creyder.
Item noch gegeven op Sacramentsdach xij scillinge die die gulde-
bruers vertert hebben, en na verter(t) ij voghele . . . v stuuers.
Item noch gegeven xj st. den Steedebode Servaessen van den
weete te doen doene.
Item noch gegeven drie st. op het Stadthuys van ondertekenen.
Item noch gegeven drie stuuers aen penssen en scaepsvoeten tot
den ontbijte.
Op Sackerments dach na vertert iij Scellingen.
1) Kramers.
-ocr page 121-
— 113 —
Folio 10.
Item noch gegeven vj stuuers aen broot.
Item noch gegeven ix stuuers aen byer.
Item noch gegeven den creyeder eenen stuuer.
Item noch van een hamme, wegende thien pont, beloept xviij stuuer.
Item noch eenen stuuer van die hamme te zyeden.
Item noch gegeven twee st. van die Kerssen omme te dragen.
Item noch gegeven ix st. op den bagynhoff van de wage te staen,
ix st. om den wagen te vueren en 3 st, van de wagen te maeckene.
Hem noch gegeven eenen reaell van de Wage te Scilderen.
Item noch eene dobbelen stuuer van de nagelen en van de meye.
Item ij st. van den Goot. (God)
Noch xij st. Seruaas, van wette te doen tot borghcmester.
Folio 11.
Noch x st. den notaris.
Noch ij st den notaris.
Noch vjj st. den stebode.
Noch i st. den stebode enz.
Noch iij st. van tortsen.
Noch iij st. van preken.
Noch vj st. van myssen.
Noch ij st. van mysse.
Noch van vette (weeten) te doen.
Veraccordeert by Deken ende beleeders voer elc hoeft . xij gr.
By my Eieter Mabuesze.
By my Willem Sans (Jans?)
By my PlETER 1'OEL.
Folio. 12.                 Pieter Poel, Deken.
Item verleyt tsanderdachs na Sinte Lucasdach.....ij st.
VI.                                                                                                   iS
-ocr page 122-
— 114 —
1557-
Item ontfangen int Jaer xv°lvij op Sinte Lucasdach meester Cornelis.
Noch ontfangen een leeriongen van Jan Geeretsen glaesmaker.
Noch een leerjongen ontfangen van Pieter Poel , genaemt
Hansken van Doorhout.
Cornelis van Brugge belaelt..........vj gr.
Jan van Berge betaelt........... vj gr.
NouT Janse betaelt..............vj gr.
Pieter Poel betaelt............ . xviij gr.
Henderick van uer Heiden..........vj gr.
Maevken Cornelijs, de huysvroue van Pyeter Poel vant son
van Louen lye neter (?) doot commen zal, stelse Synte Lucas Ghylde
in Myddelburch een tonne mueselaers (moezelwijn) belast huer (???)
Folio 13.
Ontfangen de dootschult van Clays Pieteusen . . . . xv gr.
Noch van de pelle ende vane..........viij gr.
Noch verleit Sacramentsdach aen twee toertsen . . . ij fj ij gr.
Noch verleit ij gr. van omme te gane van de spelen wege (wagen ?)
Noch verleit Nout Jansen van twee schildekens te maken ande
toortsen..............., . . . xvj gr.
Item noch verleit op den Ommegancxdach in de drie mol-
lekens. . ,............. . vj fj viij gr.
Noch van de vaenkens te maken.........ij fj
Noch van de toortsen te dragen verleit.......iiij gr.
Noch ij gr. van omme te gane.
Noch de crigierder gegeven iiij gv. van op te roepen
Item gegeven van twee keertsen op den altaer . . . . vj gr
Noch gegeven van de messe op Sinte. Lucas dach ende de misse
van requiem ende van preken ......
         ......xvj gr.
-ocr page 123-
T- 115 —
Noch gegeven den schoelmeester met de schoelkinderen van de
misse te singen.................vj gr.
Noch den orgelist gegeven iiij gr. ende den blaser van den
orgel i gr.
Noch van preken ende van misse te luijen gegeven . . iiij gr.
Noch voor de candelaere te scheure ende de alve te zeepen ende
aen packgaeren tsamen v gr. de dwale
Noch van de wete doen op Sinte Lucas avont .... ij gr.
Noch de wete van de rekenynge te doen......ij gr.
Noch ontfangen xxix gr. van de doetschult van Geeraert Goes-
sen ende jaerpenningen ende de pelle ende vane tsamen . xxiij gr.
Ontfangen van Jan Cuyck de dootschult......xv gr.
Folio. 14.
'557-
Ontfaen over de doetschult van Wyllem Sanders . . . xv gr.
Item ontfanghen van Franjoys de Bleekere van zyn vri
worden....................vj (J
Item ontfanghen van Fransoys Cornelys, by den Aughostijne
voor de vry(h)eyt................vj Q
Noch Voer de vriheyt van Gonsale de compas makere ontfaen vj JJ
Folio 15.
'557-
Cornelis Barbyer van Brugghe, deken, verleyt Synte Lucas-
dach.....................ij g
Item om te doen vergaren ten Augustyne om een rekeste te
doen maken..................ij gr.
Noch betaelt mester Cornelys Alsterssen voer de reckesste xiiij gr.
Item om de reckeste te lycten (lichten) om de Secretarys. iij gr.
Noch van de reckeste over te geven........ij gr.
-ocr page 124-
— 116 —
Noch om te dachvaeiden daech voor Sacraments avont . ij gr.
Noch op Sacraments avont............ij gr.
Noch een bleek met Synte Lucas vvapene an de Kerse viij ft
Noch om ter mue (ter Muiden = Arnemuiden)te dachvaeiden v gr.
Noch om de Vaenkens.............xij gr.
Noch om de crijerders van an te roeppen......ij gr.
Noch verleyt op Sacraments dach vant inbyt (ontbijt) . . vj ft
Op den Ommeganc avent van dachvaeiden termue (Arnemuiden)
ende te Myddelburch...............vj gr.
Noch om de criierders.............οj gr.
Noch.om de Kerssen te draghen........."ij g>'.
Noch een coppel oendevs om den Deken......"ij gr.
Folio. 16.
Noch verleyt in den Ouden Sp(i)eghel vort Inbijt . xx stuuers.
Noch op Sacraments ende den Omgancdach gheschonken vj can-
nen ansche roeysche (fransche roode?).........iij ft
Noch van dachvaeiden Synte Lucas avont van dachvaerden int
jaer i.viij...................ij gr.
Noch een paer Kersen op den aultaer......• vj gr-
Noch van de candelaers te schueren en pacgaerne ... ij gr.
Van dachvaeiden...............ij gr.
Noch op Synte Lucas dach van de misse te Uien ent preken iiij gr.
Noch van den orghel te spelen ende blasen . . . . v gr.
Noch van de messe te synghen ende messe van requiem ende
preken....................xvj gr.
Noch den scolmestre ende kinderen........vj gr.
Noch om de rekeninghe............ij gr.
Noch om Pyeter, de Steboo, om twe te veibynne (verbiedene)
schilderye te vercoepen........., .... iiij gr.
-ocr page 125-
— 117 —
Folio 17, 18, wit.
Folio. 19.                               1558.
Jan van Barghen als Deken heeft verleit op St. Lucas dach. ij f}
Noch verleit van de uetwart (uitvaart) van den Keizer, iiij ft ij gr.
Int jaer 1559
Noch van omghen Sacrament avont........vj gr.
Noch ij gr den crieerder op Sacrament dach.
Noch drie dosyn wankens (vaenken).......xviij gr.
Noch ij gr. van omghaen.
Noch voer den inbijt op Sacrament dach......viij (}
Noch xiiij pont osse wies (vleesch). een braspenck pont voer de
Joden, beloept..............
         . . xvij ft
En noch ghegeven opbaghinhoef van de waghen te staen. iiij ft vj gr.
Noch vj groet aen een sparre ende naghlen aen hoefken.
Noch v groete aen meien ende naghelen.
Noch ij groete de criere op den omghanck dach.
Noch ij Scelghen aen penssen ende broet ende bier voer de
Joden op den omghanck dach.
Noch ij ft voer de caerssen te draghen op den Omghanck.
Folio 20.
Uyt es den ontfanck dj'e ie Jan ontfanghen hebbe want (van 't)
Gylde vveghe.
"559-
Item ontfanghen van Domynicus de glasemakere van zijn In-
commen.................ij ft vij gr.
Rest noch iij ft v gr., noch ontfaen ij ft vij gr. Rest noch x gr.
Item Govaert de glasemakere van zijn wriet (vrrjheijt) ont-
fanghen..................ij 1? ij gr-
Rest noch iij ft x gr.
-ocr page 126-
— 118 -
Item Frans Bart rest noch vtn sijn wriκl (vrijheid) . . vj (}
F». 21. Noch vj stuvers voer den Deken voer een coppel hoenderen.
Noch x stuvers van de waghen te voeren.
Noch xvj stuvers voer den ghoed (God) te spreken in den
Omghanck
Noch iij )} voer ij haezen (?) ende' den Gods rock ende Judas rock
te verscilderen.
Noch viij stuvers voer drie sloten
Noch vj stuvers voer de pelkens.
Noch van omghaen op Sinte Lukas avont......ij gi.
Noch van de kandelaers te scueren........ij gx-.
Noch voer iiij pont waes (was)........xxij stuvers.
Noch iij stuvers voer den scolmester.
Noch ij stuvers voer de oerghel te spelen.
T groet voer den blaser.
Noch viij stuvers van preken ende de misse ende de misse van
requiem
Noch iiij groete van preken en lueen (luiden) ende de misse.
Noch ij groete van omghan om de requie(m).
F". 22. Rekeninge gepasseert by Deken ende beleeders van Sinte Lu-
cas Gilde tot x gr. vlaems elck gildebroeder, in kennisse van desen on-
derhanteekent.
^ r$r
A&*
i
-ocr page 127-
— 119 —
Betaelt Jan Heynderixen van Bergen de somme van iij fi
van eenen leerionghen genoemt Geert Bos.
Folio 23, wit.
Folio 24.                                1559.
Item ontfaen van de dootscult van Goeffert (Govert) Janssen
de ghelasmaker............ . . . xv groete.
Noch ontfangen van Petrus die Palmen dootschult
Noch ontfangen van Korsοtaen die Schilder. . .
Noch ontfangen van ADOLF' die ghelaesmaker .
Noch ontfaen van j knect (knecht) ghenamt Cristoffel
Noch ontfaen van j knect ghenamt GniSHRECHT .
V
0 >)
vj 1?
vj
groet.
vj
groet.
Noch ontfanen de dootschult van PlETKR VAN DAER Were (VAN
der Veer?) ....
                                                                      xv gr.
Noch ontfanen iij ft van jAN Ghkrsse lerion-ghen ghenamt
Jacop Cόrn.
Noch ontfanen vj groet van den oeffer (offerande)
Folio 25.
•559-                                              ..
In den eersten verleit op Sinte Lucas dach.....9 "
De Stat boij als men met Franssen te recht ghingen . . 'j g1'-
Als men Petr. die Palmen te weete dede......'J k'1-
Als men om liet gaen op Sacraments avont.....• VJ gi.
Op Sacraments dach aen vaenkens ghegeven . • • l 1) VJ gr.
Noch verteert op Sacraments dach ..•■•••
               '
Noch van staenghelt van die wagens......             .?. g''
Noch van den wagen te maken verleet......v It "J g1'
Noch een ham wegende xiijj pont, het [pont] iij ƒ?, be-
loept ............ , v . iij Φ "UI gr-
il iukomb'^' Beker!
-ocr page 128-
— 120 —
Die kreijeerders ghegeven........ . . . • όij gr.
Van die kerssen om te dragen.......             • vj gr.
Van die ham te sieden.............iij g>'.
Aen meyen om den wagen...........v gr.
Noch ghecoeft voer die Jodc penssen........vj gr.
Aen broet.................* gr.
Aen bier...............«j fl inj gr-
Voer een copple hoenderen...........i (|
Op omganx dach van den wagen te voeren . . . i fj vj gr.
Aen den godt coem ie te coert..........viij gr.
Van die kerssen te vermanghelen (verruilen) ghegeven v gr. i oert.
Noch x groete van de waghen wt ende in te doen.
Noch iiij groete van omghaen ende de kanlaers te scueren.
Noch verleit viij stuvers van preken ende misse te doen.
Folio. 26.
Noch vj groet van den orghel te spelen; noch vj groete van
lueen ende baeieren.
Noch vj groet den Scoelmester.
Rekenin gliepassett bi Deken en de beleiders, elck gildebroe-
der vij stuver.
-ocr page 129-
— 121 —
Folio 27.                               1560.
Item den negensten in Meye bevonden aen gesellen:
Pieter Poel eenen gesellen.
Cornems Barbier eenen geselle, genaemt Jacop uwten Haghe.
Jan den Ingelsman, ij gesellen.
Roei.ant op Aremuen, j geselle.
Item Frans de gelasmaker.
Hans (Jacop de Vo(sο) van Bombel).
Op den 18 is vrij geworden:
GlLGAEM REGAETS , en
Hans Boeynants
en den 22 Augustii vry geworden
Nicolaes Smyt (Smit) Co6fermaker.
Goncale.                               1560.
Ontfanghen op den 2 September:
Is vrij geworden Hans Kampephout, beeltsnijder, met Pieter
Moninckx, verrumaker, met Davyt Michiels sueen (zoon) Maer-
mans, met Hans Jacops, schilder.
Folio 28.                                1560.
Peter Poel heft ghehet........1) ende Cornylles van
Breden ende noch een cleijn 4 vantken(?) ende noch en schever 1).
Pieter Poel gepasseert 1 knecht.
Vrans de glasmakker heft ghehet Jan Ghiei.sz. ende Tomas de
Inghlesman ende Hendryck van der Ver ende desen sche(Uing) veleyt.
ij geselle gepasseert.
Goddelof de Glasmaker heft gehat Mychei, Janson, ende noch
en jonghen van Andverpen ende noch en ghesel.
iij gesellen gepasseert.
1) Zeer onduidelijk schrift.
VI.                                                                                                    16
-ocr page 130-
— 122 —
■ Jan Ghielson glasmakcr, heft gehet Hans Naelde ende Hans
van Tholen ende shoech (?)
iij gesellen gepasseert.
Ende ick heb ontfanghen van Christtoffel de glasmaker iij ff
ende noch van den offer vij ortkens.
Jan van Bergen, j geselle.
Folio 29.                                1561.
Ick Jan Gheretsz glasmaker, Deken, heb verleyt op Sent
1 ucas dach...................ij ff
Als men ommeghet Saackersments aven(t)......vj gr.
Noch van vaenkens verleyt op Sachkersmensdach verleyt j fi vj gr.
Noch verleyt op tsakersmentsdach. ........xj fl
Noch verleyt sauonts............ . iij ff
Noch van de Steboode van de luiders (?) to stelen . . . iiij gr.
Noch verleijt int begheynhof.........i ff vj gr.
Noch van de waghκn te voeren..........ij ff
Noch van de chelken to toen maken........iij gr.
Noch verleijdt van de ham voer de Joden van vij pont bedraeche
x stuvers ende een gr.
Noch vaenken (?)...............ij gr
Noch van ij voghelen voer de Joden........xj gr.
Noch van de penssen j ff ende iiij gr. noch aen broet viij gr. noch
aen en halef pont boeters ij gr. noch aen bier viij gr.
Folio 30.
Noch van de chressen (kerssen = kaarsen) om te draghen op
Sachermensdach verleyt.....-........iiij gr.
Noch coem ick to choert van de coedt (godt) . . iiij stuvers.
Noch en groet an naghlen omt hofken te versien.
Noch van en choepel hoenderen ver de Decken .... i ff
-ocr page 131-
— 123 —
Noch van de chandelaeren to schoeieren ...... ij gr.
Noch van preken ende messe te doen.....viij stuvers.
Noch van de orghel te spelen . .         ......iiij gr
Noch iiij groet van leuen ende baeyren, noch vj groet van de
schoelkenderen.
Noeh ij groet van Ommeghen op Sent Luechas avent.
So». het vuytgheven..........xxxij JJ viij gr.
Den ontfanck bedraecht met tjaergelt van de knechten ter
So». xij g iij gr.
Blijft suuers de somme van......xx 0 x gr. (? —)
Aldus ghereeckt ter presentie van Deecken en beleeders den
xxvj Octob: An». 1561 ter prtie.
Ttk a8 i>ir J^ Cφ^/ ~t en een zeel verward merk.
Fol. 31 wit.
Fol. 32.                    Nout Jansen, Deke.
Sinte Lucas dach verleyt en hoiiensculden (een hollandsche
gulden ?)
Vertert op Sakermentdach...........XVJ S
Noch iij stuvers van ommeghen en kersse; viij st. met scilderen.
Drie dosynne vaenkens............οx st.
Noch ij st. voer de Steboe.
Een (h)amme van xij poent......• • • • ij 0 vj gr.
En poent boter.............ij stuvers.
Noch iiij st. aen broet.
Noch de kerssen te draghen iiij st.
Noch aen mey................iij gr.
-ocr page 132-
— 124 —
Noch aen penssen..............     ij gr.
Noch de (h)amme te sien............     ij gi'.
Noch vant hoefken int baginof.........          ix st.
Noch van t hoefken te voeren......... .      x st.
Noch van bier voer die joeden..........      xj st.
Noch iij st. van die sprake te crijeen (crieeren ?)
Noch twe torssen..............      ij lο
Noch twe kerssen..............       j J?
De pastoer van preken ende misse......i JJ  iiij gr.
Van singhen de messe..............     v gr.
Noch van ommeghen.......;.....    vj gr.
By my Pieter Poet,
Folio 33, 34, wit. Folio 35.
Ontfanghen de dotscult van Ghisbaert.......xv gr.
Ontfanghen de doetscuelt van Jan van Berghe ende zijn huys-
vrouue..................ij f7 vj gr.
Ontfanghen van wegen eenen leerjonghen genaemt Mathys Maer-
TENS VAN DER GOES..............."j fT
Anno xvcLxij ten tijde van NoUT Jansen deken wesende 1562.
Folio 36.                                1562.
Pieter Poel.
Item voer 't eerste gegeven naer oude costume .          ij JJ grote.
Item noch gegeven van de copie te lichten van de bescheet van
de jaerpenninghe te lichten met sheeren dienaers ... . xvj gr.
Gegeven van de requeste van ClaYS den Hollander . . xij gr.
Gegeven de Stadtbode van de requeste over te geven . ij gr.
Gegeven van een wete te doene de stadtbode aen Clays den
Hollander...................ij gr.
-ocr page 133-
— 125 —
Gegeven van ommegaen op Sacramentsavont ter Muijde ende
binnen der stede................vj gr.
Gegeven van ommegaen den knape........ij gi'.
Gegeven den crierder van oproepen op beyde daghen . οiij gr.
Gegeven van de keersen te draghen op den ommegancx dach όij gr.
Gegeven ij $ όij grote om twee toortsen.
Item noch gegeven van de misse te singen ende den orgel te
spelen....................x gr.
Gegeven van een wassenkeerse boven den outaer . . . ό gr.
Gegeven ij groet van ommegaen op Sinte Lucas dach ende de
misse van requiem ij gr. van ommegaen.
Folio 37.
Item gegeven van de misse op Sinte Lucas dach ende de misse
van requiem ende van preken...........xvj gr.
Gegeven van luyen ende baieren van dese jare ende t' oude
jaer.....................vij gr.
Noch gegeven van ommegaen om de rekenynghe te doen tot
ij reijsen toe..................όij gr.
Item noch gegeven οiij grote de stadtbode van wete te doen aen
Cristopfel van zijn Jonghen.
Noch gegeven ij grote van de requeste over te geven an den Raet.
Noch gegeven ij grote van orrime te gaen op de rekenynghe.
Item noch gegeven Meester Bernaerdt xij grote voer zijn vacacie
van Cristoffels weghe.
Noch ij blancke van teeckenen den Secretaris gegeven.
Noch gegeven viij grote van de acte te lichten op't Stadt-
huys.
Noch gegeven van de requeste te maecken om eenen Over-
deecken te hebben................xij gr.
-ocr page 134-
— 126 —
den Wytgheven .... xv {f vj gr.
den oatfanck.....xiiij (] xj gr.
meer wytgegeven dan [ontfanghen] ...                vj gr.
vij Dezember 1563 by prsent
Frans (?) Romen (?)
Folio 38.
Ontfanghen van de dootschult van Ghysbrechts Weduwe xv gr.
Cristoffel eenen geselle genaemt Isaack.
Jan Geertsen eenen geselle genaemt Gillis.
Noch Symon Pauvvelsen.
Pieter Poel eenen genaemt Francoys.
Ende eenen genaemt Hans van Swol.
Nout Jansen eenen geselle genaemt Fernande.
Ontfanghen van offrande............iiij gr.
Ontfanghen van Niclaes Andriessen alias Hollander voer zijn
incomste................... vj f}
Ontfanghen van Cristoffel Digemanse over condemnacie over
hem gedaen van eenen jonghen genaemt Pieter Gillissen, de sone
van Gillis Heindricsen, timmerman, iiij Q iiij gr. Anno xv°lxiij.
1563 dezen ontfanck xiiij ft xj gr.
Folio 39.
Item dit zijn de ghene die in boeten gevallen zijn ende overmits
de wete gehadt hebben van den knape.
In den eersten Consalo Lapalme op den ommeganckx dach ende
Saci amentsdach.
Item noch tselve vaa Aremuen (Arnemuiden) eenen genaemt
Frans Bart.
Ende Cornelis Cuyck.
-ocr page 135-
— 127 —
Ende Heynderick de beeldesnider, op den ommegancx dach
[a]vondt.
Item op St. Lucas dach ende tsandevdaechs daernaev Jan Geertsz ,
ingelsman, de wete hebbende van den knape om den deken te ver-
maecken ende de misse van requiem.
Item op de rekenynghe in faute bevonden en een wete hebbende
van den knape Francoys Corneussen , cruuier, Jan Geertsz,
Ingelsman.
Heynderick, de beeldesnijder.
Cristiaen Wallinck.
Folio 40.
1564. Adolf Jansen, Deken.
Item ghegeven op Sint Lucas dach.......... ij J]
Noch in de rekeninghe ghegeven.........vj gr.
die in de oue rekeninghe te corte camen.
Noch in de rekeninghe ghegheven.......iij (} iiij gr.
Noch gheven den statbode om te verbien......ij gi".
Om den mester van Brugge met sijn schylderie voert te
staen.
Noch ghegheven den cnape van om te gaeό op Sakerments dach
ende omgancksdach ter Mue (Arnemuiden) te gaen elcke rcise. iiij gr.
compt samen.................viij gr.
Noch ghegheven op den Omgancksdach, de caersen te draghen vj gr.
Nσch ghegheven den oneerder op Sakermentsdach endt Omgancks-
dach nae oue costume..............iiij gr.
Noch den statbode gheven om een vrou van der Gou voert te
staen met Schilderie...............ij gr.
Noch ghegheven den Cnape om de man die met spieghels op de
haven stont, te verbien. ............ . ij gr-
-ocr page 136-
— 128 —
Noch ghegheven den cnape om te doen vοaghen den Schylder
hoe hy van sinne sou moghen wesen om vri te vorden ... ij gr.
Noch ghegheven de cnape om te vei'dachverden de ghildebioers
van Ter mue en hier in stκ.............vj gr.
Noch aen een vasse-kerse............iiij gr.
Noch ghegheven van die misse te singhen en den orghel te
spelen....................s gr.
Noch ghegheven van luien en baieren.......vij gr.
Noch ghegheven van preken en van die ij missen . . xvj gr.
Noch ghegheven den dienaar om Gillis van die boete (te)
beslaen....................όj gr.
Noch ghegheven de Cnape van om te gaen om de rekeninghe
te doen op Sinte Lucas dach............ij gr.
Folio 41.
Ontfanck.
Ontfanghen de dootschult van Flips de Compasmaker . . xv gr.
Noch ontfanghen van de Compasmaker van Termue van syn
vri ghelt....................vj fj
Noch ontfanghen de dotschuit van Dominicus' huisvrouwe. xv gr.
lek Adolf Jansen een Knecht, Hans van Bommel . . . vj gr.
Pieter Poel een Knecht............vj gr.
Ckysοoffel Diegmants een Knecht . . •.....vj gr.
Jan Gerretse een Knecht............vj gr.
Dominicus een Knecht.............vj gr.
Pieter Poel een Knecht............vj gr.
Noch ontfanghen van de offerande van beijde de missen iiij gr.
Zomma van den uwtgeef bedraecht net.....xij Q ij gr.
Ende den ontfanck bedraecht.........xj {J x gr.
-ocr page 137-
— 129 —
Zomma meer uwtgegheven dan ontfanghen......iiij gr.
By my Pieter Poel
,             T,                   „r                            GONSALO HeοNDRICX.
by my Dominicus Wielant.
Folio 42.
1564.
Rekeninge van wtgeven en ontfangh als ick Dominicus Wielant
als Deken van Sinte Lucas gilde gehadt hebbe, beghinnende tsinte
Lucas Dage anno vier en sestich tot Sinte Lucas Dage vijffensestich
Incluys.
GegeveD op de rekeninge tot Adolf ten huyse . . . . iiij (}
Gegeven den cnape om de gildebroeders te verdachvarden ten
Augustynen...................ij gr.
Noch gegeven den cnape op Sacramentsavont op den gildebroe-
ders te verdachvarden...............vj gr.
Gegeven op Sacramensdach voor 't onbyt.......x JJ
Gegeven voer op te roepen van de twee dagen de creyders. iiij gr.
Gegeven in Bagynhof voer den wagen te staen . . . . iij (}
Gegeven aen eenen Kelc te make......iij gr.
Gegeven aen nagelen om den wagen te maken . . . . xij gr.
Noch gegeven aen twee capraven en latten en ander groot
houyt....................xvj gr.
Gegeven den tymmerman voer sijnen arbijet .... xiiij gr.
Gegeven op den ommegandach aen rynflys (rundvleesch) voer de
Joden xij pont het pont ij gr. bedraget ...... ij 0 vj gr.
Noch gegeven aen pensen...........xiiij gr.
Gegeven aen een pont boter...........v gr.
Gegeven aen brot...............xij gr.
Noch gegeuen aen bier tot Mijnens ten huyse en in denwa-
gengedroncken . ............ijfjix gr.
VI.                                                                                                   17
-ocr page 138-
— 130 —
Gegeuen aen mayen..............v gr.
Gegeuen aen packgaren............         j gr.
Den Godt Compt te cort............iiij gr.
Gegeuen van den wagen te voeren in den ommeganc . . xx gr.
Gegeuen de kersedragers............vj gr.
Den wagen te scilderen.............vj gr.
Den wagen in Bagynhof te doen.......■ viij gr.
Voor den Deken naer oude costume een coppel hoenderen, xij gr.
Gegeuen den cnape om te verdachvarden op de rekeninge de
gilde broeders.................ij gr.
Noch gegeuen andermael om de gildebroeders te laten weten op
de rekeninge..................ij g1'-
Noch den stebode oirt den Deken te late wete .... ij gr.
Folio 43.
Noch gegeuen de cnape op Sinte Lucas avent om de gildebroe-
ders te verdachvarden...............vj gr.
Gegeuen voer de candelaer te scuren........ij gr.
Noch gegeuen voer twee torsen........ ij [J iiij gr.
Gegeuen van preken en twee missen.......xvj gr.
Noch gegeuen van den orgel te spelen en de kinderen te
singen....................x gr.
Gegeuen van luyen en bayarden.....• • • • . vij gr.
Noch gegeuen van de gildebroeders te verdachvarden op de
misse van rekeλm................ij gr.
Den wtgeuen beloop ij ffi i fl ij gr.
Den ontfanck
Ontfanghen van Gilis de glasmaker van sin vrijgelt . . vj {J
Ontfanghen van de dootscult van Franse de glasmaker . xv gr.
Noch ontfangen van de offerande.........ix gr.
-ocr page 139-
— 131 —
Dit sin de cnapen.
Ontfangen van Pieter Poel van vier knapen..... ij Q
Ontfangen van Dierick de glasmaker van eenen knape . vj gr.
Ontfangen van Jan Giersen den glasmaker, van eenen knape. vj gr.
Ontfangen van CristoFfel den glasmaker, van eenen knape. vj gr.
Nochomfangen van Gillis de glasmaker, van eenen knape. vj gr.
Den ontfanck bedraecht xij Q
Meer wuytgegeuen dan ontfangen xxix fj ij gr., alsoe dat elck
gildebroeder te gelden heeft xx gr., gedaen xxi November Ao 1565.
GONSALO HEYNDRICX.
By Cornelys Boir, Nout Jansen, ende Jan Gersen ende
Crystoffels Dynmansen.
Fol. 44.                                 1565.
Rekeninge van den wtgeuinge gedaen van mij Gonsalo Heyn-
dricxsz. als Deken van Sinte Lucas Gilde, beginnende van den
18 October Ao. 65.
Item in den eersten gegeuen de knape om de gildebi-oeders te
vergaren om te looten, ende van op Sacraments dach. o — 00 — 8
Item gegeuen van op te roupen.......o — 00 — 4
Item gegeuen de Baginnen voer de wagen te staen. o — 01 — 6
Item gegeuen voer x fi? Rintvleijs tot 3 gr. { pont,
beloept.................o — 02 — 11
Item gegeuen aen pensen.........o — 01 — 3
Item gegeuen om broot..........o — 01 — 4
item om een pont boter..........o — 00 — 5
Item om bier.............o — 02 — 6
Item voer meyen en nagelen........o — 00 — 7
Item van de waghen te slepen.......o — 01 — 8
Item voer een coppel hoenderen naer costume voer
den Deken................o—01— 2
-ocr page 140-
— 132 —
Item gegeuen de keersdragers........o — oo— 6
Item gegeuen de knape omdat hij noch de Joden
hadde verleyt in de waghen aen bier......o — ol — 3
Item noch om een crucke en bintgaren . . . . o — 00 — 2^
Item gegeven van de wagen int baghinhof te doen. o — 00 — 6
Item gegeuen de knape om de gildebroeders te
vergaren op Sint Lucas dach..........o — 00 — 6
Item gegeuen de knape van de tafel wt de kerke
te doen slepen...............O — OO — 3
Item gegeuen de knape voer sijn Salaris en de beel-
den wt de kercke te doen..........0 — 02 — o
Fol. 45 wit. Fol. 46.
i565-
Ontfanck van de incompste van Sinte Lucas ghilde  by mij Gon-
SALO Heyndricx ontvangen als Deken, beginnende den 18 Ocktober
Ao. 65.
Item in den eersten Gillis de glaesmaker voer een leerjongen
en een knecht...............    ° — 03 — 6
Item Pieter Poel een knecht......• •    ° — 00 — 6
Item Claes de schilder een knecht . . . • • •    o — 00 — 6
Item Adolff de glaesmaker een knecht . . . .    o — 00 — 6
Item de incomste van Niclaes AdriaensEN in
d'Eenhoorn................    0 — 06—0
Item noch Adolff twee knechten.......    o—01—o
Item noch Dominicus een knecht. . . . . . .    o — 00 — 6
Item Dierick een knecht..........    o — 00 — 6
Item noch Pieter Poel een leerjonghen, Hans
Tielman van Antwerpen...........    o — 03 — o
-ocr page 141-
— 133 —
den Wtgeef . . . . 19 fj 4 gr.
deu Ontfanck . . . 16 ƒ} o gr.
meer wtgegeven dan ontfangen 3 [f 4 gr.
GONSALO HEYNDRICX.
By Dominicus Wielant. By mi Cornei.ys Barbier.
Folio 47.
[1566.]
Ick Crystoffels Dynggemansz als Deken van Synte Lucas
Gylde, glasscrijver I).
Hebbe in den eersten verscoten an de taffele in het gasthuys
te doen 2)...................ij gi-.
Item noch voer dye belden tot Dyercks huys te doen . iij gr.
Item een wete te doen van die belden.......ij gr.
Item noch op Sakerments auont verscoten voer ij torssen van an-
derhalf pont het styck...............iiij J]
Noch van omgaen bynnen ende buyte Ermuyeden . . . vj gr.
Item nog op Saciamentedach der stadtbode.....ij gr.
Item op den omganckdach van dye kerssen te dragen iij stijvers.
Den Stadtbode een stijver op den omganckdach.
Item om die beelden tot Heyndryck te voeren .... ij gr.
Item verlet eenen stop meselers 3) toen wij dye belden besteden.
Item van dye belden te maken gegeuen Heyndrick . . iiij (J
Ende noch ij stop meselers gegeuen toen weij deije belden opstelten.
Ende iij groet aen nagelen ende hangenkens (hengsels) . ij gr.
Ende een stijver om dye belden van Heyndryck te halen.
Ende om dye taffel wt te halen ende op dye sle een styuer.
Ende den tymmerman gegeuen.......iiij fj iiij gr.
1) Dit woord weer doorgehaald. 2) De altaarschilderi). 3) Moezelwijn.
-ocr page 142-
— 134 —
Folio 48.
Ende om dat Iser te doen vermaken daer dye gordijne aenliangt iij gr.
Item am Pyeter Jansen sijnen wynckel te doen slijten met een
stadtboode, daeraen...............ij gr.
Item om het gilde daerop te doen ombyeden, van wegen den
knecht....................ij gi-.
Ifem om het myshemme (mishemd) daeraen gegeuen van wassen iiij gr.
Item noch om packgaren een oert.
Item van ij torssen anderhalf pont. daer afgegeuen „. xxi (J 1).
Noch van iiiij Keissen gegeuen.........vij styver.
Item van vegen den Cnape van omgaen, bynnen en buyten vj gr.
Noch een coppel hoenderen..........vj styvers.
Ende noch een maelslot. . . -........v grot.
Ende noch van ij syngende mysse ende preken. . . . xiij st.
Noch van dye orgelen te spelen......... iij st.
Ende noch gegeuen vj grot van luyen.
Noch van een weete te doen van dye messe van (requiem) ij gr.
Noch van omgaen om dye Rekenyenge ende noch geuen van een
Roede, daer men dye taefele mede sluet.......xiij gr.
Fol. 49.
Item ontfangen van Pyeter Janse van vrij te worden . vj Q
Noch ontfangen van offergelt een braspenninck.
Item Nout Jansen j Cnaepe.
Item Pyeter Poel ij Knechs.
Item noch van Domynycus i Knech.
Item Roel i Knech.
1) Dit staat er duiaelijlt, maar moet een fout zijn; het zal 21 stuivers zjjn.
-ocr page 143-
135
Somme den Wtgeef .... xxxi fl iij grot.
Eede Ontfangen......viiij g
Meer wtgegeuen dan ontfangen . . . xxij fl iij gr.
Ende gerekent elck hooft xvj gr. tot xviij persone toe.
kλtl
by mij Herman Sans
Fol. 50.                                  1567.
Rekeninge van den Wuytgeuinge gedaen by my Herman Wil
lemsz. , borduevwercker. als Deken van Sinte Lucasgilde, begonnen
den xxiiije October Ao. 1567.
Item in den eersten wuytgegeuen doen men die rekeningen dede
ten huyse van Cornelis de Been.......... ij JJ
Noch betaelt voer twee dwaelen, die men op den autaer leyt viij fl
Noch betaelt om omme te gaen, doen Hubrecht de Scilder
vrij gemaect wert................ij gr
Noch betaelt om omme te gaen doen men processie diech (deed)
in den vasten. .................ij gr.
ie te d
Den
i fl «ij
gr-
όj fl *
ST-
• • VJ
gr.
• • y
gr.
. . ui]
11
Noch betaelt den xiiij Juny van twee Kaprauens en dl
scaeuen om twee houten Keerssen te doen maeken . .
Noch betaelt van ij torssen.........
Noch betaelt van omme te gaen Sacramentsdach
Noch betaelt van omme te gaen Ommegancx dach .
Noch verleijt op Sinte Lucas dach aen twee toortsen
Noch een wete te doen op St. Lucasdach, buyten en binnen vj gr.
Item noch betaelt van tsermoen en twee singende misser te doen
saemen.................ij Φ ij gr-
-ocr page 144-
— 136 —
Item noch betaelt van luijen...........vj gr.
Item noch betaelt van twee wassekeerssen ende de oude ver-
wisselt ....................xij gr.
Fol. 51.
Item noch gegeuen aen den Alf te wassen en een dwaele, met
de twee kandelaers te scuyren tsaemen........vj gr.
Item noch betaelt Ommegancx dach van de keersse te draeghen vj gr.
Noch van een weete te doen op de rekening.....ij gr.
Noch voor een Coppel hoenders voor den Deken . . ■ i ft
Noch betaelt NoUT Jansz. van de twee houten keerssen te scil-
deren met twee waepenen.............xi] gr.
Somma den oncost bedraecht xxvij ft x gr
Noch meer Wuytgegeuen dan ontfanghen xv ft vj gr.
Folio 52.
J568.
Onfanck van de Incomste van Sinte Lucas gilde by my Herman
Willemsz. Deken, ontfangen, beginnende den xxij Octobre xvcLxvij tich.
Item in den eersten Hubrecht de Scilder van vrij te worden vj ft
Noch ontfanghen van Offergelt.......... . ■ mj Br-
Pieter Poel een leerjonghen Maerten Jansz. van Roy, met
drij knechts, saemen ............."ά ΟT vj gr.
Gillis de glaesmaker dry knechts......i 0 vj gr.
Pieter de glaesmaker twee knechts....... . •        i f)
Cristoffel j knecht.............vj gr.
Adolff de glaesmaker eenen knecht.......vj gr.
Hubrecht de Scilder een leerjongen.......iij ft
Gerekent in presencie van Nout Jansz. Kerstiaen Willems,
Heyndrick Jansz., beeldesnijder, dat elck geselle te ghelden heeft
xj gr.
-ocr page 145-
— 137 —
Claes de Scilder als Deken.
Herman Willemsz. Sans.
by my Aernout Jansen
1568.
£
(V&S-vw/ty.
th
Fol. 53 wit; fol. 54.             1569.
lek, Claes Andriesen, scilder, [als Deken van Sinte Luikeas
gilde.
In den eersten verlijt op Sinte Lucasdach an den ombyt. xij st.
Noch verlijt op mij auent om twe torsten.....xxiiij st.
Noch verlyt op Sakermensauont om twe torsten . . . xxiiij st.
Noch v cannen moselaers (moezelwijn) tot den bogarde gegeuen
om den predecant.....         . .                       .                  jjj st
VI.                                                                                                   ,8 '
-ocr page 146-
— 138 —
Noch verleijt op Sinte Lucas auent om twe torssen. . xxiiij st.
Noch van twe vasse kerssen die gebroken varen, van visselen xij gr.
Noch verlijt van tsarmoen en twe messen te doen, belopt
samen....................xiij st.
Noch van luien..............vj groot.
Noch verlijt van omme te gaen, beloobt al tsamen buiten en
binnen....................xij st.
Noch van seepen en scueren die candelaers.....vj gr.
Noch voer den Deken een coppel hoenders.....vj st.
Somma vj guldens tien st. een duit.
Fol. 55.                                  1569.
Onfanck van den Incomst van Sinte Lucasgilde, die NlCLAES
Andriesz. onfanghen heeft binnen synen voorsz tijt dat hij bedient
heeft van het jaer xv°Lxix.
Item in den eersten Pieter Jansz. ghlaesmaeker, een leer-
jonghen....................όj 8
Pieter Cornelisz. Poel vijf knechts tot vj gr. elcken knecht,
comt...................ij fi vj gr.
Cristoffel Dijngnemans j knecht.........vj gr.
Item noch ontfanghen Jacob van Steenberghe als vrij meester
in Sinte Lucas gilde.............vj schell.
Adolf den glaesmaker, eenen knecht.......vj gr.
'Den gheheelen onfanck xij Scell: vj gr.
Ende den Wuytgheef . . • xxi ff viij gr. vj 6.
gherekent tot xviij persoonen vj gr. den man comt ix st. gr.
Fol. 56.
Aldus ghesloeten dese voorgaande Rekeninghe van 't jaer xvcLxix
-ocr page 147-
— 139 —
drick Jansz. beeldesnyer als Deken en Herman Sans en NiCLA.es
Andriesz. als ouwen Deken en Gillis de glaesmaker.
Fol. 57 wit. Fol. 58.
Rekeninge van den jare 1570 die ick Hendrick Jansen hebbe
ghedaen als Deke.
Het uijtgeuen op Sinte Lucas dach voer het incomen naer
costume....................ij fj
Noch iiij schelleghe op Sacrament auent voor ij tortsen.
Noch tarmuwe (t' Arnemuiden) dye wette te doene ende hyer
bynnen...................vj groet
Noch den Kurerder (cryeerder).........ij groet
Noch een wette te doenne op den ommeganckavont . ij groet
Noch op den ommeganck dach den Kurerder. ... ij groet
Noch ommeganck dach van dye Kersse.......vj gr.
Noch iiij schellyghe van twe tortsen doen men dye Kannygynne
(Koningin) voervach (?) (wachtte?)
Noch van ij candellers te scurren en de mysdynghen te was-
schen.....................vj gr.
Noch ghegeffen van Sermoen te doenne ende ij mijssen met
sijnghen...................xiiij st.
Noch iij stuver van luyghen.
-ocr page 148-
— 140 —
Noch voer den Deckkenne ij hondene voer . . . . . vj st.
Noch en wette te donne............ij gr.
Fol. 59.
Hyer op ontfanghen ten ersten van Mychkl dye Schilder vj }}
Noch ontfanghen van Peeter dye glassemr......vj gr.
Gesloten den xxiiij October ende meer ontfangen als wtgeghe-
ven ij f] iij gr.
Actum als voren.
Pieter Poel, iij gesellen.
Gillis Cornelyssen , i geselle.
Pieter Jansz. , i geselle.
Harman Sans, i geselle.
Adoi.ph Jansz, ij gesellen.
Frans Back , i leerjonghe............iij fi
Cristiaen Heijndricxe, j leerjonghen.......iij (J
Fol. 60.
Rekeninghe en uwtgeuinghe gedaen by mijn Gillis Cornelisz.,
Deecken vant voorsz. Gilde van Sinte Lucas int Jaer xvcLxx tich.
In den eersten het uwtgeven op Sinte Lucas dach naer ouwe
cos'.ume....................ij (}
Item een acte van condempnalie van die compasmaeckers gelicht
by Gillis Cornelisz., glaesmaecker, als Deecken 1570 13™ Decem-
ber, coste..................14 g'.
Noch gegeuen den balliu dienaer iij groote om de schilder op
de Vlasmart een weete doen doen om met het gilde te oueicomen.
-ocr page 149-
— 141 —
Noch gegeuen den dienaer iij gr. om te arresteeren Mr. AnthoNIS.
Noch Laurkys de stadtbode gegeuen ij gr. om de schilder op
de Vlasmart om dat hy met het gilde ouercomen sou.
Den lesten Nouember doen wy voor recht waren met Jop Jans-
sen, doen wij .werden gestelt op ons bewijs , gegeven van teijc-
kenen....................όj gr.
Noch gegeuen den procureur Van Dulmen......v gr.
Den xij Decembris gegeven dat ons de sententie mede geweesen
werde, van teyckenen..............όj gr.
Noch gegeuen den procureur van ij mael dat hij binnen was viij gr.
Noch gegeuen den stadtbode om een weete te doen aen Job
Jansz.................... . ij gr.
Fol. 61.                          •
Noch gegeuen voor een kiste daer men den bouck en de preve-
legie in sluydt.................xij gr.
Noch gegeuen Vrydaechs voor Carsmysse aen ij toersen . iiij J]
Den i« Marcij gegeuen den dienaer die de wete aen Andries
[dede om] zijn werck te verbieden..........iij gr.
Noch ghegeuen Jan Janssen , Stadtbode om de zelven (?) weete
te doen....................ij gr.
Noch vuytgegeuen in gelaghe int Zwaenken by Deecken en be-
leeders doen wij de accordacie van de outbaer steen maeckte met
Mr. Anthonis.................iiij fi
Noch ghegeuen op Sacrements dach van de Kersse te draeghen iij gr.
Noch ghegeuen op onsen Ommeganc auont voir twee tortsen iiij Q
Noch ghegeuen aen twee Schilden die aen de tortsen zyn ij (f
Noch van de weten ghedaen te hebben Sacraments auont en
Ommegancks auent............... . i (}
Noch voir het ghilde omghegaen Sinte Luykas auent . . vj gr.
-ocr page 150-
— 142 —
Noch om de wete te doene om te comen in de misse van
requijem....................ij gr.
Noch van waschen en schuyeren het goedt van den autaer vj gr.
Fol. 60 bis.
Noch gheuen van Scermoon te doene met de misse . ij fi x gr.
Noch ghegeuen voir twee wassekerssen.....i fj i'ij gr.
Noch een coppel hoenders............i (J
Noch om de wete te doene dat men de rekeningh come
hooien....................ij gr.
Fol. 61 bis wit. Fol. 62.
Het vuytgeuen bedraecht 24 ft 9 groot.                v
Somme dat daer drye schellinge een groet meer ontfange es dan
vuytghegeuen.
By Dominicus Wielant, glasmaker.
By my P. Poel.
Fol. 63.
1570.
Dit is den ontfanck die ick Giu.es Cornelisz. als Deken van
het Gilde van S*. Lucas ontfangen hebbe 1570.
In den eersten ontf. van Jov Janssen van zyn incompste . vj (t
Noch ontf. Ci.ays Volkersse, schilder, van zyn incomste . vj (t
Noch ontf. Abraham Fietersz. van zijn incompste . . . vi ft
■ Cristoffet. een knecht met een leerjonge, de zone van Adriakn
de goutsmet.
Pieter Poel twee knechte.
Adolf Jansz. een leerjonge genaempt Claes Fransz. met een
knecht.
Pieter Jansz. twee knechts.
Den heelen ontfanck.........24 jj en 10 groot.
-ocr page 151-
— 143 —
Fol. 64.
Rekemnghe en uvvtgeuinghe gedaen by my Adolf Jansen voort
gilde van Sinte Luckas int jaer Lxxj.
Gegheuen na ouwe costumme...........'j ft
Noch gegeuen de knape.............vj gr'
Van drie weten te doene aen Willem de schilder omdat hij met
het gilde ouercomen soude.............
Noch een paer toorseu, stick van anderhalf pont, daervoor ge-
geuen .....................U1J 9
Noch gegeuen van de wete te doen op Sakermens auent . Ij gr.
Noch de statboode op Sakermentdach ende van Ommeganck
auent....................όij gr.
Noch de knape gegeuen van omme te gaen als wij dat cruyse
opsette . . . .-...............ij gr.
Noch van luyen als men het cruyse opsette gegeuen ..ij)
Noch op Sinte Luckas auont een paar toorsen, van een pont stick,
daer vooren gegeuen............iij (J vόj gr.
Noch een wete te docne op Sinte Lucas auent .... ij gr.
Noch op Sinte Luckas dach een vueete om de misse van reeque
(requiem) te doenne...............JJ g1'-
Noch van misse en van preken ... .....ij ft * gr.
Noch een coppel hoenderen na ouwe costume.....'fl
Noch een wete als ick mijn rekeninghe dede. . . . . y gr.
Fol. 65.
Aldus den uwtgeef bedraecht xvj ft ij g»'.
Den ontfangh is groot v $ vj gr.
Aldus meer uwtgegeuen dan ontfangen de somme van x fi vnj gr.
-ocr page 152-
— 144 —
Dit ces den ontfanckt vant offevgelt........    όj  gr.
Pieter Poel, van de Scotse jonghen.......     όj f}
Pieter Poel, een knecht........                  vj  gi'-
De doetschult van Coersiaen met zyn huusurouue . ij ff  viij  gr.
Claeis de schilder, een knecht.........    vj  gr.
Gesmaldeelt ouer xiij personen, comt elck.....    xij  gr.
Aldus geaccordeert enz. den xxij October.
By my P. Poel.
GoNgALo Henriqz.                              jy Nj" C-
Fol. 66.
Uwtgeef van den Jare 1572 ten tijde Adolph Jansen Deken
wesende en Pieter Poel als beleeders en door abscencie van den
Deken deze naervolgende pennynghen by Pieter Poel als beleeder
doen ter tyt verschoten als hier naer volcht.
Betaelt Gillis Royaert ouer 't schryven van de gilde kerkelycke
goeden, gelicht by Notaris en getughen en my Pieter Poel. xόij gr.
Noch betaelt op Sinte Lucas dach en daechs daernaer van de
sijngende misse en de misse van Requiem te doene ende van luyen
en van preken................ij 0 x gr.
Noch van omme te gaen om de wete te doene van S'. Lucas
dach.....................ij gr.
Noch van ommegaene op de rekenynghe.......ij gr.
Somma . . hij JJ iόj gr.
Ick.CRljsTOFFEL Dinggemans hebbe deze penningen geresteuert
(gerestitueert?) tot proffyt van haer achterstal aldus geroerter (geroyeert ?).
1574 1) den eisten September.
1) De paginatuur loopt door. In 1573/71 niets geboekt.
-ocr page 153-
— 145 —
Fol. 67 wit. Fol. 63. Rekenynghe van den utgeeff.
In den eersten hebbe ick Cristoffel Dinggemans, Deken,
verleet ij styvers ende dat van ij weten te doen van een schijlder op
de mert' om vrij te vorden, Jan Jansen den stadtboode.
Ende noch gegeuen Jan Janse de Stadtboode om den winekel
te doen sluyten van Heynderyck Joryssen......i stijver.
Item ick Cristoffel Dynggemans hebbe ontfangen van Cor-
nelijs van Dale over sijn incomste . .........vj 0
Ende noch van Frijps (Filips ?) Pyeterssen voer sijn incomste vj Q
Folio 69, Item ick hebbe ontfangen van Pieter van Veen
voer syn incomste........
         .......vj (J
Item noch ontfangen van Merten Jansen voer zijn incomste vj Q
Item noch ontfangen wt handen von Heijndrijck Jorijsz. vj JJ
Item gegeuen van dije perdicane (predicanten?) an gelage van
dese voersz. ontfan van verseyde costen vertert in het goude crusse
aen de mert ,....,............vόij f}
Item noch ontfangen van Antenys Jansen voer sijn leergelt
(van Adolt Jansen leerjongen)........... iij JJ
Den ontfanck van 1575 bedient by Cristoffel Dygmansen als
Deken van Sinte Lucas gilde compt ter somme van xviij ƒ}.
Daerteghen den uwtgeef compt ter somme van ix (} vj gr. Aldus
meer ontfanghe vόj JJ vj gr. vlaems die hy betaelt heeft in andere
oncosten daer 't selve gedient heeft. 'T oorconde by ons ondertee-
kent den xxiij October.
P. Poel.                     .
^cYo
VI.
19
-ocr page 154-
— 146 —
Folio 70.                               1576.
Rekeninghe van den ontfanck als lek Cornelis Corneusz. van
Daele als Deken van S'. Lucas gilde ghehadt hebbe van den Jaeve
Ao. xv°Lxxvj.
Ontfanghen van Cristoffel Dingemans jonghen vuev sijn in-
compste....................iij (?
Al noch van twee knechten die by mij Cornelis van Daele
gewrocht hebben......•.........xij gr.
Den heelen ontfanck.........όij fl
Hiertegens verteert doe men den nieuwen Deken den voorsz.
όij JJ aldus hier quijte.
Ter presentie van Aernout Jansz. , Herman Sans , Christoffel
Dingnemans, Marten Jansz., Philips van Bourgongen.
Fol. 71.                                  1577
Rekeninge van den ontfanck als lek Cornelis Cornei.issen van
Daele als Deken van Sinte Lucas Gilde gehadt hebbe van den jaere
Ao. xvoLxxvij.
Ontfangen van Adolf Janssen iij knechts tot 6 gr. elcken
knecht...................* fi vj gr.
Ontfangen van Cristoffel Dingemans όij knechts, elcken knecht
6 gr......................ij f?
Ontfangen van Flups Pieters eenen kuecht.....vj gr.
Ontfangen van Pieter Janssen iij knechts . . . . i ft vj gr.
Ontfangen van Cornelis van Daele ij knechts .... i fj
Ontfangen van Cornelis van Daelen's Jonge van syn incomste,
genaemt Jeronimus van der Elst..........iij fj
Ontfanghen eenen gildebroer Hendryck Roelants, voor sijn
incomgelt...................vj JJ
-ocr page 155-
— 147 —
Den geheelen ontfanck.....xv JJ vj gr.
Voor d' incomste van den nieuwen Deken . ij (J
Somma .... xvij (J vj gr.
Folio 72.
Wtgeuen van my Cornelis van Daele veor de gilde van Sinte
Lucas Anno xvcixxvij.
Iu den eersten betaelt voor het wapen van Sinte Lucas de
somme van...................x fj
Item voor de stellinge betaelt om die te maken . . . . x Q
Item noch gestopt ijcLxx stucken [glas] tot eenen grote het
stuck, bedraecht..............xxij J} 6 gr.
Item noch iiij glazen wtgenomen en verreparert tot . j (} iiij gr
Item noch betaelt int besteden van de stelling . . ij (] iiij gr.
Item noch betaelt int vermaken van de Ouwe Deken ende op
slot van de rekeninghe...........xxiij Q iiij gr.
Somma der gehellen Wuytgeef......όj ffi ix fj vj gr.
Fol. 73-
Ende den onfanck van den voorsz. Jaere (1577) bedraecht niet
meer dan xvij {} vj gr., aldus meer wuytgegeuen dan ontfanghen ij ffi xij 0
Gesmaldeelt in xv persoonen tot iij fl iiij gr. elcken man, mits-
gaders een vrouwe persoon ij fj comt ter voorsz. somme van ij ffi xij fj.
Aldus gesloten en onderteekent by den eersaemen Gonsal DE la
Palma en Heyndrick Jansz. en Marten Jansz. als afgaende be-
leerder. Actom desen xxe October A°. xvCLXxvij.
GoNgALo Henriqz.           Maerten Janssen.
Heyn Janssen.                   Herman Sansz.
Fol. 74.                     Van den Jare 1578.
De gesellen*.
Willem Jeroensen, 2 geselle. Corn. van Dale, 2 geselle.
-ocr page 156-
— 148 —
Jacob de Schilder, i geselle.
Adolph Janse, 2 x
Phlips Pieterse, 2 »
Pieter Janse,          3 »
Cristoffel Dygmans, 2 geselle.
De Anno 1578.
Den wtgeef by Pieter Poei, als Deken van Sinte Lucas Gilde
verschoten.
Item in den eersten ten huse van Maerten Janse in de Nobel
opt recolement van de rekenynghe betaelt ij st. op S'. Lucas dach
van ommegaen...........
         ......ij (J
Fol. 75-
Den ontfanck daertegen:
Ontfanghe ved Willem Jeroensen voer sijn Incomen . . vj f}
Alnoch de Wede. van Mr. Gillis, Organist, genaempt Juliana,
voer haer incompst op goede rekenynge.
Alnoch Pieterke Jacobs van Amsterdamme voer haer incompste
peracorde van date (?) verandtwoor* voer........vj 0
Ontfanck .... xxiiij (f vj gr.
Uwtgeef.....          ά fi όj gr-
Compt voer 't Gilde . . . xxij J] όj gr.
xv October 1578.
^ ^
Heindrick Rolant.
-ocr page 157-
149
Folio 76.
Hier de namen van de Gildebroeders van Sinte Lucas gilde van
den Jare 1579.
Deken wesende Jacob Jacobsz.
Anthony, ten huse Wm. Jeroensen.
Gabriel de Schilder.
Hans Cristoffels.
Jeronimus de schildere.
Cornelis van den Eet, compasmaeker.
Zacharyas Pieter, glasemaker.
Jan Bastiaensen.
Adriaen van Ydeghem.
Wouter van dek Meers.
Mr. Daneel [van den Queborne].
Balten Flessiers.
Ziemoi: van der Wijcke.
Paόwels van Suerdonck.
GlLJAAM BESAEN.
Domynicus de glasemaker.
GONSALO HEYNDRXXE.
Aernout Jansen, schilder.
Pieter Poel.
Adolf Jansen.
Jacob Jacobsen.
Christofel Dygmansen.
Pieter Jansen, Oorloghe.
Philips Pieterse.
Maerten Jansen.
Heyndrick Roelantsz.
Willem Jeroensen.
cornelis van dale.
Heyndrick Jansen.
Fol. 77.
Jeronymus Willebrecht, boeckbinder.
Frederick Bertvyck (Berwick).
Pieter van der Heyden, borduerwercker.
Jan Cnibbe, gouslagher.
Clais Janssen, Beke.
Hans Willems.
Joos Joossens, Smit.
Heyndrick van.Burcken.
Pieter Bouwens
Pieter la Huusse,
-ocr page 158-
— 150 —
Fol. 78.
Dit den ontfanck van het gilde A°. 1579 by my Jacob Jacobsz.
als Deken.
Ontfanghen over het innecomen van Gabriel de schilder iij 0 όij gr.
Rest noch ij 0 viij gr. Noch van deselven......iij 0
Ontfanghen van Hans Cristoffels , glasemaecker . . ix0.gr.
Pieter Poel, 2 gesellen.
Jacob Jacobse, i geselle.
Cristoffei. Dyghmansen, 3 gesellen.
Willem Jeroensen, i geselle.
Adolph Jansen, i geselle.
Cornelis yan Dale, 3 gesellen.
Pieter Jansen, Oorloghe 1 geselle.
Fol. 79.
Den Uwtgeef daerlegens:
Eerst voer het innecomst geit by de beleeders ... ij 0 gr-
Betaelt in den gouden Helm als de gildebroeders te weten Deken
en beleeders daer vergaert waren ende deze drie voergenoemde per-
sonen ontfynghen...............ix 0 gr.
Betaelt de stadtbode ouer vij weten gedaen aen de onwillighen
te weten in de armen Duuel ende den man in de goude rosι op den
dam ende den bouckbinder in den gouden borch tot Hij gr. elcke
Wete, compt................ij 0 όij gr.
Wtgeef.
Alnoch betaelt van restitucie Pieter Poel iij 0 gr. van den
Speelman die Juliane my gecort hadde, compt .... iij 0 gr.
Alnoch betaelt Cornelis van Dale over het innecomen van
Gabriel de Schilder.............. iij 0 gr.
-ocr page 159-
— 151 —
Den Wtgeef.......xvij $ Hij gr.
Den Ontfanck......xxxiij J] gr.
Meer ontfanghen dan uwtgegeuen . . xv (J viij gr.
Aclum den xviij October 1579.
P. Poel.                          Gonijai.o Henriq:
Fol. 80.
De Anno 1580.
Heyndrick Janse Deken wesende op Sinte Lucasdach ouer de
oude Costume voer de gildebroeders.........ij fi gr.
0 ' ' Den Ontfanck van den selfden Jare.
Pieter Poel, ij gesellen.
Adolf Janse, 3 geselle.
Cristoffel Dygmansz. , iiij gesellen.
Willem Jeroensz. , ij gesellen.
Jacques van Steenberge, j geselle.
Pieter Jansen, j geselle.
Corneeis van Dale, j geselle.
Fol. 82.
xviij October 1581.
Item lek Cristoffel Dinggemans, Deken, hebbe gehadt tuee
gesellen.
Pi-eter Poel, tuee gesellen.
Adolf Janssen, tuee gesallen.
Vylm Jorynssen, tuee gesellen.
Cornelis van Dale, een geselle.
Jackop de Schylder, een geselle.
Pieter Jansen OorLooge, tuee gesellen, glasmaker.
De Veedeue van Heynerick da Schylder, in de Apdye, een
leerjongen...................iij g
-ocr page 160-
— 152 —
De dootschult van Heyndrijck.........xv groot
Item noch Gonsael Heyndryx van sijne 3 leerjongen j 0 vj grot
En dat van leeren dat hij bestet was. Dese perselen zouden
beloopen................xj f? viiij grot
Daerop wtgegeuen...............iiij (J
Dus comdt het gilde te bouen 7 (} 9 groot, enda die slodt van
de Rekenninge vertert in presensye van den nieuen Deken Hans
Cristoffels met sijn beleders op de xviij October 1581.
By myn Jan Cristoffels, als Deken.
By min Jacos van Steneerghe.
Bije CORNELYS YAN DAELE.
Fol. 83.                                      II ?
Geseten buyten dije Scrpor poort in den Hof van........
Mersije heeft beloft den invoonder met name Hans van Orsselle
heft beloft den Ambachte van de Schilders tuee orsters hamme ende
een half oxoft Wijns van de beste wijn ende of den voerseijden Hans
quaem te steruen bynne den lande van Wacheren soe sullen den
ambachte van de gelasmakers ende schijlders [hem] eerlyck ter aerden
di age, ende dije erfgenamen var. den ouerleden sullen gehouden
vesen dye weete te doen aen het gijlde van die schijlders ende dye
gelasmakers.
Dit onderteekent bij min Hans van Orsselle,
Scheidere.
Naer alle voerschreven ondertekenynghe tusschen de Weduwe
Martijnken, Weduwe van Hans de Schilder en Deken ende belee-
ders van Sinte Lucas gilde binnen der stadt Middelburch in Zeelent
questie daerom gevallen was om een half ocxoft france wijn ende
twee Oostersche hammen, dien hij Hans voeanoempt belooft en on-
derteeckent hadde als hier blyckt, ende de voergen: Martijnghen
-ocr page 161-
— 153 —
in recht gedachvaert was, sob ist om alle beters wille om beter ge-
daen dan gelate, by accoerde en appointemente geaccordeert en ge-
appon*. dat de voernoemde Weduwe sal betalen voer het voernoemde
gilde de somme van xx $ gr. en noch x gr. voer de oncoste compt
tsamen j ffi x gr. vlaems enz. Act. iiij Dec. 1581, bij ons onder-
teeckent.
Fol. 84.
By my Jan Corstoffei. , glasmaker, Deken van Sinte Luckas
ghillde int jaer 1582, den 18 October.
den Ontfanck.
Item ten eersten van Martyntie de Wedevve . . . een pont.
Korstoffel Uinnemansz. , een knecht.......xij gr.
Adolf Jansse, een knecht ...........vj gr.
Cornelis van Dale, twee knecht........xij gr.
Jacop de schilder, een knecht..........vj gr.
Wiemen Jeroense, een knecht......, . . vj gr.
Flef van BorghoenE, dry knecht.......xviij gr.
Hans Cristoffel, een knecht..........vj gr.
Pieter Poel, een kneeht............vj gr.
De dootschulden.
Pieter Poel................xv gr.
Pieter Janse Oorloghe............xv gr.
Fol. 85.
Nout Jansse................xv gr.
Hιynderijck de schilder............xv gr.
Somma den Ontfanck 1 <D xj fj.
Item den Wtgheef daerteghen ten eersten wtghegheven een pont
ende dat verteert met het heele gilde.
Item noch ij Q toen ie Deken weit.
VI.
                                                                                                   20
\
-ocr page 162-
154
Item noch ij Q verteert met dekens en beleyders doen wy in
Rechte stonden teghen de Weedewe van Hans de Schilder.
Item noch ghegheven Corstoffel Dinnemans vj gr. ende dat ter
causen dat Pieter Jansse ghcreekent was. op twee knechts ende hij
en hadde maer een gehadt.
Somma den Wtghef beloept I ffi iiij Q vj gr.
Dus compt het gilde te boven xij schellinghen.
Fol. 86.
Item noch ontfanghen van Merten Hauperse van der Smissen
dry schellinghen ende dat van zijn leergelt.
Item van Willem Jeroense de dootschult van twee vrouwe,
twee schellinghen en vj groote.
Zoodat den geellen ontfanck es van den Jaere 1582 op den
i8« Ocktoober xij 0 en comt zuwers gheslooten.
By Maerten Janssen van Roy als Deeken.
Adolf fv» Janssen
Ende verackordeert syn ter preecensge van Deeken en beleders,
preezent Corneelis van Daele, en Adollef Janssen en Crystof-
fel Dynghemans en Merten Jansse van Roy als Deeken en Adolf
Janssen als beleeders en Hans Crystoffel en alle andere gelde-
broeurs preezent.
Fol. 87 en 88 wit. Fol. 89.
Rekeninghe van den ontfanck als ick Maerten Jansz. van Roey
als Deeken van Ste Luycas gilde ghehadt hebbe van den Jare 1583.
-ocr page 163-
— 155 —
Item ten eersten ontfanghen Jeroonemus de Schilder en heeft
betaelt voor zin incomst..............vj fj
Als noch ontfanghen Corneeles van den Eet en heeft betaelt
voor zin incomst.................vj fj
Als noch ontfanghen Sagerias de glaesmaeker en heeft betaelt
voer zin Incomst................viiij fj
Als noch ontfanghen ouer de doetschult van MaeykeN
Adolfs..................i fj iij gr.
Als noch ontfanghen ouer de doetschult van Naenken
Corneeles.................i fj iij gr.
Sagerigas (sic) eenen leerjonghen Jacob Pieterse Oorloghe
en es vrij van zin leerghelt.
Als noch ontfanghen Jan Bastyaense en heeft betaelt voor zin
incomst....................9 fj
Fol- 90.
Den ontfanck van de Ghesellen.
Item ten eersten Adolf Jansz., een knecht.....vj gr.
Crestoffel, ij knechts............ j 8
Wellem Jeroencen, iij knechts.......j fj vj gr.
Jan Crestoffel, iij knechts.........j fj vj gr.
Corneeles van Daele, j knecht.........vj gr.
Flep van Borgoeinge, een knecht........vj gr.
Dese ontfanck van den zelfden jaere beloept 1 ff xvij fj vj gr.
En den Vtgheef belopt iiij fj vj gr., dus meer ontf•: dan vtghe-
gheven j ffi vj fj vj gr. 1).
Deesse Reekenynghe es gheslooten ter prezentie van Consaerrel
(Gonsales) Heyndrickx, Adolf Jansz., Jan Cristoffels, Maerten
1) Hier schuilt weer een fout.
-ocr page 164-
— 156 —
Jansz. als Deeken toen ter lijt en de andere gheldebroeurs. Actem
op den i8<™ Ocktober A°. 15S3.
Fol. 91.                              A». 1583.
Reekeninghe van de vtgheeuinghe als ick Maerten Jansz. van
Roey als Deeken van S'e Luicas ghilde int zelfde jaer ghehaet hebbe
A». 1583.
Item ten eersten verleyt op Sente Luicas dach naer behoorlycke
costume............
         .......ij f}
Noch betaelt de eerme (armen)........ij| J} vj gr.
En dat van de jonste van Cente Luycas ghelde en dat van de
j g 'S f? 6 gr-
In alles den Wtghef . . 4 (j 6 gr,
[Item in den eersten heeft Kerstoffel Dinghemans ghelieft
ouer de dootschult van sin zoen vij (J voor de gheldebroeders van
Sinte Luicas gelde vt sin vry eyghen welle A". 1584] 1).
Fol. 92.
Ite-m ten eersten verleijt naer behoorlycke costume . . . ij fj
Fol. 93.                              A°. 1584.
Reekeninghe van den Ontfanc als ick Jacόb van Steenberghe
als Deeken van Ceinte Luickas Gilde ghehadt hebbe van den Jaere
1584.
1) De3e post weer doorgehaald.
-ocr page 165-
— 157 —
Item in den eersten ontfanghen Adryaen yan Ydeghen en heeft
betaell voor zin incomst ...         ..........vj Q
Cornelis van Daele een leerjonghen Abraham Cornelisz. iij fj
De ontfanck van de ghesellen:
Item ten eer-sten Kerstoffel Dynghemans, ij ghesellen . i fj
Als noch de doetscult van Janneken Kerstoffels . i fj iij gr.
Adolf Jansz., ij ghesellen, facet.........j fj
Hans Stoffels, ij ghesellen...........j fj
Fol. 94.
Willem Jeroensen, ij ghesellen.........j fj
Sagherigas, een gheselle............vj gr
Deesse somma van den Ontfanck beloept . . . . xv fj ix gr.
Ende den Vtghef...............iij fj
Dus meer ontfanghen dan vtghegheuen.....xij fj ix gr.
Deesse Reekeninghe es gheslooten ter preesencye van Domini-
cus Wylant, en Gonsales Henrickx en Jacob van Steenberghen
als Deeken toen ter tijt, Adoelf Jansz. en Maerten Jansz. en Sa-
gherias en Cerstoffel Dinghemans en voorts alle de andere gelde-
broeurs. 19 Ocktober.
Jacob St[eenbergen].
Fol. 95.
Dyt syn de gyllebroeders dye lek Wyllem Jeroenssen van
Granen als Deken ontfanghen hebbe int jaer 1585.
Item in den eersten Wauter van der Merssen en heeft betaalt
voor syn gildegelt................vj 0
Als noch Meester Daneel van [den] Queeckborne ende heeft
betaelti)....................vj g
over dezen schilder (later hofsehilder van Prins Maukitk) o. a.
Bbanden, De Antwerpselio Sehilderschool. Hij was de stamvader
-ocr page 166-
— 158 —
Alsnoch ontfanghen voor gyldebroer Baltesaer Vlyssiers (Fles-
siers i) ende heeft betaelt voor t gylde........vj f?
Alsnoch ontfanghen Symoen van Eijcke als gyllebroer ende
heeft betaelt..................vj ft
Alnoch (ontfangen) Pauwels van Sueredonck , als gyldebroer
en heeft betaelt.................vj ft
Alnoch ontfanghen als gyllebroer Geuam Besaen en heeft be
taelt....................vj ft
Item alnoch ontfanghen als gyldebroer Jeronemus Wyllebrecht
de boeckebijnder ende heeft betaelt..........vj ft
Fol. 96.
Alnoch ontfanghen Frederyck Ketwyck als gyldebroer en heeft
betaelt....................vj ft
Alnoch ontfanghen als Gyldebroer Meester Cornelis Forestyer
Vysscher ende heeft betaelt voor sijn gyldegelt.....vj ft
Dit sijn de knechten bevoenden bij de meesters :
Cornelis van Daelen, een knecht . ........vj gr.
Meester Daneel [van den Queecborne] eenen knecht . vj gr.
Alsnoch heeft Meester Daneel eenen leerjonghen, de sone van
Wyllem de Somer, ende heeft betaelt........iij ft
Alsnoch heeft hij aengenomen ende by hem geleert dry maen-
den de Sone van Anthony Sevyen.........iij ft
Item Wouter van der Merssen, eenen kneeht . . . vj gr.
Item Sacherias, twee knechten.........i ft
Fol. 97.
Mertten Jansz., eenen knecht. . ,.......vj gr.
van een talrijke kunstenaarsfamilie; zijne zonen Ceispiaen en Lots van den
Queecborne waren o. a. schilders in den Haag.
1) Zie Archief UI, Keamm enz.
-ocr page 167-
— 159 —
Adolf Jansz., eenen knecht..........vj gr.
Crystoffel Dinghemans , twee knechten......j jj
Wyllem Jeroenssen, twee knechts........j ƒ}
Den heelen Ontfanck.........iij ffi viij fj vj gr.
Den Wtgeef na ouwe costume......                ij 0
Dus blyf noch net de somma van . . . . iij fi? vj fj vj gr.
Aldus gedaen den xviij Ocktober 1585 ter prensensie van de be-
leeders ende nieuwe Deken met de gheheele gijlde.
1 $&
Fol. 98. .
Item alnoch es ontfanghen PyeTER VAN DER HEIJDEN, es de sone
van Heyndrick van der Heyden als hyer voortyts in sijnen tijt vrij
meester ende Deken geweest hebbende, es ontfanghen als vrij mis.
sone mits betaelende voor sijn vrij geit.........iij fj
Dits den ontfanck die ick Adolk Janssen ontfanghen hebbe als
Deken van Sinte Lucas In den jare 1585 tot 86.
Item van Mr. Daneel [van den Queecborne] ontfanghen
Pieter......,1).............o — 3 — o
Item ontfanghen den 30 December Jan Kniebe als
gtldebroer van St. Lucas gilde en betaelt......o — 6 — o
Item tot Sagharyas een leerjonghen Jeremyas
Mattyssen.................o — 6 — o
1) Zonder twijfel een „leerjonghen".
-ocr page 168-
— 160 —
Item tot Baltens eenen leerjonghen Matteeus Maers o — 6 — o
Item noch tot Claes Janssen Beke eenen leerjonghen o — 6 — o
Fol. 99.
Item als noch ontfanghen den 4 Juny Clais Janssens
Beke van Bruchghe. (Brugge) glasemaker, als guldebroeder
van Sinte Lucas mits betaelende de somme van twee
pondt, afghetiocken o — 13 — 4, comt . . . ,__. . . 1 — 6 — 8
Item als noch ontfanghen den 23e Juny Hans Wil-
lem»', Schildere, van Antwerpen, als ghuldebroer van
S'. Lucas mits betaelende de somme van twee pondt, aff-
ghetrocken o — 13 — 4, comt..........1 — 6 — 8
Item als noch ontfanghen den 23e Juny Joos Joossen
Smit , als guldebroer van St. Lucas, mits betaelende de
somme van twee pondt, afghetiocken o— 13 —4, comt. 1 — 6 — 8
Item als noch ontfanghen den 23e Juny Jannekόn
Heyndricx, die de stoelen groent als guldesuster van
S*. Lucas, mits dat sy belooft te betaelen als ghelt . . o — 6 — 8
Item als noch ontfanghen den 27e Augusti Heyndrick
van der Burch als guldebroer van St. Lucas mits beta-
lende twee pondt, afghetiocken o—13 — 4, comt . . 1 — 6 — 8
Item ontfanghen den 27e Augusti Pieter Bouwens, de
ghlassemaker als guldebroeder van St. Lucas mits betae-
lende twee pont, afgetrocken o — 13 — 4 comt. . . . 1 — 6 — 8
Fol. 100.
Item als noch ontfanghen Pieter Lahuuse, suucker-
backer, in presentie van den Ouerdeken en Deken ende
beleeders als guldebroer, midts jaerlycx gheuende halfjaer-
costen, also hy beuindende het hambacht gheen schade
doende; en hier toe gheft hy ten hambachte . . . . o — 8 — 4
-ocr page 169-
• •
161
Als noch ontfanghen van de Wede(we) van Chris-
toffel Dynghemans ouer de doetschult......o — 7 — o
En noch van Mr. Daneel [van den Queeckborne]
een leerjonghen ghenaemt Samuel , comt......o — 6—0
Somma den ontfanck . . . . 9 — 8 — 4.
Fol. 101.
Dit zijn de oncosten die wy Deken en beleeders ghehadt hebben
int versoucken van onsse preuelegie, blijckende by de quytantien hier
naer volghende, Acktum den 2oen Nouember Ao. 1585.
In den eersten betaelt PiETER Querinsen ouer 't inuenteren en
grosseren van een nieuwe preuelegie met dyuerse requesten te ma-
ken ..................o — 13 — 4
Noch betaelt Jan Janssen statbode ouer 't selaeras
van de ghenoechde schepens, den Secvetaryus en stadt-
boode, mitsgaders noch ij Requesten ouer te dienen
mette Appostillen van dien..........o — 9 — 11
Noch aen PiETER Janssen, statboode, ouer een
vergaderinghe om haer preuelegie te ouer sien en ouer
het logies van de ghenoechde Heeren met myn leeges o — 7 — o
Noch betaelt de clerck opt cantoor over 't celares
van Wet en Raet, vuert Vyssenteeren (visiteren) van de
preuelegie................I — 16— 8
Noch betaelt ouer celares van de dry ghenoechde
Heeren om alle de poynten en artyckelen te ouersien,
en Wet en Raet haer adtvys daerop zeglien, comt. . o — 9 — o
Fol. 102. Noch betaelt Adriaen van Ydeghen
ouert stofferen van twee kysten , ancomende den Zecree-
taris van de Baerssie (?) dewelcke hem gheschoncken waren
vant Ambachtsweghen tot assestentie van de preueleghe. I — o — o
VI.
-ocr page 170-
162 —
Noch betaelt ouer vijf stoop faro als' t heel gulde
vergaderende was ouer de preuelegie te hooren leesen. o — 2 — 11
Noch betaelt Jan Cornelissen int St. Joris ouer
dyuersche ghelaghen met mijn Heeren en den Ouer-
deken en Deken en beleκrs aldaer verteert deur 't ver-
soecken van onsse preuelegie..........4 — 8 — 2
Noch betaelt den Deken, alsoo de kostuume was dat hij. de ij fj
verschieten moste.
Het Wtgheven bedraecht...........9898
Dus meer huutghegheven dan ontfanghen de.somma van o — o — 8
Fol. 103. Aldus ghedaen enz. xviij October Lxxxvj.
Onderteekend:
A. Ryckartsz.
Bye mye Coernelyes van Daelen.
A. van Ydeghem.            Daniel van den Queecborne.
d<
Is veraccordeert op deese voorgaende rekeninghe by Deeken,
beleeders en tgeheele gilde als dat den Deecken aencomende sal
verschieten voor de maeltijt van de rekeninghe de somme van xx (}
en soo voorts elcken aenkomende Deecken daeinae volghende en sal
hetselfde pont vlaems brenghen tenden jare in syn rekeninghe.
-ocr page 171-
— 163 —
Act. desen xviij Octob. Lxxxvj.
■A. Ryckartsz:
Bye mye Coernelyes van Daelen.
A. van Ydeghem.           Daniel van Queeckborne.
fr
Tenseluen daghe is veraccordeert by het voorn ghilde op 't punt
van de cnaepe vant voorn, ghilde, als dat denselveu cnaepe sal pro-
fiteeren ter weeten van te doen die weeten int vergaren het heele
gilde sal profiteren vj gr. en int vergaren Dekens en beleeders iij gr.
vlaems.
Fol. 104. En indien daer eenighe vergarynghe gedaen wort van
eenighe questyen die by Deken en beleeders sullen worden gheslist,
sal de cost van de weete te doen vallen tot coste van don succombant.
Het nu volgende is weer doorgehaald.
[Sagarygas Pijtercen schenckt ende gheft uyt zijn vrij eiglien
welle zonder imants versouck zoe wanner hy Deeken sterft de somma
van vyer pont grote vlaems ende dat tot om een jeweel te maken
tot zyn godachtenisse.
1586.
Als noch zoe ghunt de zelue Zagarygas Pytercen uyt zyn
eyghen vry welle zonder imants versouck de somme van '.wee pont
grote vlaems wanneer hy desser werrelt oeuerleden es tot perffijte
vant ghelde om haer eyghen welle daer mede te doenel.
-ocr page 172-
— 164 —
1586.
Fol. 105—108 wit. Folio 109:
Rekeninge van den ontfanck als lek Cornei.is van Daelle als
Oeeken van S. Lucas ghilde ghehadt hebbe van den Jaere 1587.
Item in den eersten ontfangen Fkrnande Foukel, koffermaekei'
en heeft betaelt voor zin geldeghelt.......1 ffi vj fj viij
Noch ontfangen Heinderick Kuipers, Scheilder
ende heeft betaelt voor 2in geldeghelt......I ffi vj fj viij
Noch entfangen Antony Cleement, glaesmaecker
en heeft betaelt voor zin gelde ghelt......1 ffi vj fj viij
Noch ontfangen Heinderick de glaesmaeker, van
der Pau (Gou?) ende heeft betaelt voer zin gelde-
ghelt .................1 ffi vj fj viij
Noch ontfangen Andries van den Peutte, (Putte)
Scheilder, en heeft betaelt voor zin geldeghelt . . . l ffi vj fj viij
Fol. 110.                                                                 '
Noch ontfangen Hans van den Bemde, schilder,
en heeft betaelt voor zin geldeghelt.......1 ffi vj fj viij
Noch ontfangen Pyter Valick, Schilder, en heeft
betaelt voor zin geldeghelt..........1 ffi vj fj viij
Noch ontfangen Jacob Antonessen, Schilder, en
heeft betaelt voor zin gelde geit........I ffi vj fj viij
Noch ontfangen Merkeus de glaesmaker ende
heeft betaelt voor zin geldeghelt xiij fj iiij gr. met dat hy een vry
mesters zoen es.
Noch ouer de doetschult van Adolf Janssen ontfangen . ij fj
En noch ontfangen x fj van dat hy belooft hadde het ghelde van
Sinte Luicas naer zin ouerlijden, dus hyer ....,,.. x fj
-ocr page 173-
— 165 —
Fol. m.
Noch ontfangen ouer de doetschult van Heynderick van Bor-
ghem.....................ij fi
Noch ontfangen ouev de doetschult van Domynekus de glaes-
maker.....................ij IJ
Somma den geheelen Ontfanck xij ffi ij (? viij gr.
Fol. 112.
Rekeninghe van de vytgheef als ick Cornelis van Daelle ge-
hadt-nebbe als Deeken van Cinte Luicks gilde van den jaeve a». 87.
In den eersten betaelt ouert maeken van de forme staende in
Ceint Pyters kercke, aen comende Cijnte Luicas gilde . . iij fi? gr.
Noch betaelt xij fj viij gr. ouert besteden van onsse Forme pre-
zent het gilde.
Noch betaelt ouert open doene van de Kerke als wij de forme
besteede...................viij gr.
Noch betaelt ouer een Requeste ij fj om als wij versoechten aen
Menheeren om ontslaghen te zin van de stellinghe dye om onsse
forme stont.
Noch betalt i (} ouer de Appostille dye de statboode ons dede.
Fol. 114.
Noch betaelt Pyeter Jansz. statboode ouer diversche weeten bij
hem gedaen, aen Cornelis Tysz., witwercker ende aen Joes de Met
en mer andere...............iόj Q vj gr.
Noch betaelt onsse Knaep Jan Bastiaensz. ouer weeten te
doene.....................iόj Q
Noch betaelt Pyter Qurince ouert copyeeren van de preeuelege
met dyversche Requesten gemaeckt en ander besoingen. . . xxx fj
Noch betaelt Jan Janssen, Statboode, ouer de leste requeste
uyt te brenghen..........t
         ..... i (?
-ocr page 174-
— 166 -
Fol. 115.
Noch betaelt op Sinte Lucas dach naer oude costume . . xx fj
Somma den heelen Wuytgheuen bedraecht . . vij ffi xv (f x gr.
Ende den Ontfanck..........xij 8? ij ft viij gr.
Aldus meer ontfanghen iiij ffi vj jj x gr.
Aldus ghedaen enz. xviij October 1587.
F. Faόkel.                                   A. Rijckarse.
Achtervolghens d'oude Usancye soo wort hier voor de aermen
deser Stede ghegeven van dese boven ghenoemde rekeninghe de
somma van.................vj (J x gr.
Folio 116.
Joos Joosz. Smit heeft belooft in presencye van den Ouer-
deecken, Deecken en beleeders te betaelen die boete van een pont
vlaenis daer hy in vervallen is gheweest achtervolghens zijn belofte,
wtwijsende die preuelegie soo wanneer hy weder wynckel hout van
Coffermaecker, of lemant onder zijnen name. Den 18 October 1587.
-ocr page 175-
— 167 —
Fol. 117 en 118 wit. Fol. 119.
Rekeninghe van den Ontfanck die ick Ferdinande Faukel als
Deken van St. Lucas ghilde ghehadt hebbe en dit van den Jare 1588.
In den eersten onfaen Cornelis Thysius, Coffermaker en heeft
betaelt voor zijn vrij ghelt.........1 ff vj JJ vόj gr.
Item onfaen Jan Quelyns, Coffermaker en heeft
betaelt voor sijn vryghelt.........I ff vj f} vόj gr.
Dese twee voorn, persoonen zijn onfanghen int
voorsz. ghilde den 22 October 87.
Onfaen van Cornelis van der Schelde, Schil-
der, ouer zyn vryghelt..........1 ft>' vj fj vόj gr.
Onfaen van Felicx Desort, quaertmaker ouer
de vvyheyt van St. Lucas gilde.......1 ft' vj fj vόj gr.
Onfaen van Heynderyck Le Lou , quaertma-
ker, ouer zyn vryheyt van St. Lucas gilde . . . I ff vj fj vόj gr.
Fol. 120
Onfaen van Adaem WillemssiNS, Schilder, en
vry meesters zoon, ouer zyn vry ghelt. ..... xiij fj iόj gr.
Onfaen van Heynderick Crieck , Coffermaker,
en heeft betaeld ouer zyn vry ghelt......1 6.' vj fj vόj gr.
Onfaen van Niclaus du Bres, Schilder, en
heeft betaelt ouer de vrijheijt ven S'. Lucas gilde . 1 ff vj f) vόj gr.
Onfaen van Wauter van der Meersch , ouer
zynen leerjongen Phyps Toulouse...........vj fj
Onfaen van Cornelis van Dale, over zynen zuene, ter cause
van zyn leergelt.................jij JJ
Onfaen van Hans van den Bemde, Schilder ter cause van zinen
leerjonghen Dierrick Jacques............vj ƒ}
Onfaen van den zeluen ouer zinen leerjonghen Claeys ClaλYSZ. vj (}
-ocr page 176-
— 168 —
Onfaen van Simoen Hykel, Schilder, ouer zinen leerjonghen
Elias de Cnoop.................vj J}
Fol. 121.
Noch ontfaen van den zelven Hans (yan den Bemde) voer zinen
leerjonghen Jan de Vos..............vj fj
Noch onfaen van denzelven ouer zinen leerjonghen Joos DE
Putter i)...................vj ƒ}
Onfaen van Anthony Clement, glasemaker, over zinen jonghen
Heynderijck Willemsz..............vj ft
Onfaen van Jeronimus Wilbrecht, bouckvercooper ouer de doot-
schult van zijn huusvrouwe.............i fi
Onfaen van Joos Joosz. Smit ouer de dootschult van zijn huus-
vrouwe ....................i f}
Onfaen van Bernaert van Langhenesse, bouckebinder, over
zijn vrieheyt van St. Lucasgilde........i ffi vj j} viij gr.
Onfaen van Sakarias Pietersz. , glazemaker, over zin leerjon-
ghen Jeronimus Aughesthyns............vj fl
Somma den heelen Ontfanck bedraecht:
De Somme van...........xiij fi.' xix fj v gr.
Fol. 122 wit. Fol. 123.
Betalinghe jeghens den voorsz. Onfanck die ie Ferdinande
Faukel ghehadt hebbe van den jare 1588.
Betaelt eerst op Sinte Lucas dach 1587 in de Maecht van Ghent
ter presencie van den meesten deel van de ghildebroeders naer
costume....................xx fj
1) Joos de Putter woonde later in den Haag. Ziju zoon Pieter de Put-
ter, was een goed visch-schilder; hij huwde met eene van de dochters van
Daniel van den Queborn (of Queecborne). Eene andere dochter werd de
echWenoote van den besten aller XVIIe eeuwsche visch-schilders Abraham van
Beijeren. Later hoop ik een en ander over de geheele familie Van den Que-
born mede te deelen.
-ocr page 177-
— 169 —
Betaelt Jan Jansz. , statbode over weten by hem gedaen ten
huuse van Cornelis Tysius en elders.........iij 0
Betaelt Claes Jansz. , Notaris ouer 't schriuen van een Informa-
cie ghedaen ten versouke van Deken en beleeder by Hans van
Brugghe en Christiaen Bastiaensz. Houterekers te laste van
Cornelis Thysius, daervooren betaelt.......ij fj vj gr.
Betaelt Pieter Corynsz. (Quirynsz), procureur, ouer 't schriuen
van een requeste, mitsgaders tpresenteren van de zelve en onse zake
te bedienen voor mijn Heeren Burchmr. en Schepenen tsamen van
weghe de sake van Cornelis Thysius......vj fj vόj gr.
Fol. 124.
Betaelt Jan Knibber over 't maken van eenen stalen stempel,
mitsgaders 50 tinne teekenen die Deken en beleeder hebben doen
maken tot beter reghel en orde dan voortijts int voorsz. ghilde ghe-
weest es duer dien dat in de beghravinghe van eenighe ghildebroe-
der veel niet ghecomen en zijn, en dat men dezelve niet onderkennen
en conste, zoo ist dat Deken en beleeders mitsgaders diversche ghilde
broeders goet gheuonden hebben de selue teekenen ordentelicken
by den Knape wt te doen gheuen als de ghildebroeders ghedaecht
zullen werden en dat op de boete achtervolghende de preuilegie,
dus betaelt voor den stempel....... . j S? iij JJ iiij gr.
Betaelt aen den zelven Jan Knibber over 't maken van 50 pen-
ninghen elc stic iiij gr., compt samen......xvj fj vόj gr.
Item betaelt dat Deken en de beleeder verteerden ten daghe als
ij met Jan Knibber gheacordeert zyn om 't maken van de voorsz.
penninghen en anders............vj fl vόj gr.
E ij n d e.
Hierop volgt een:
-ocr page 178-
— 170 —
Rolle van de gildebroeders van S'. Lucas gilde sedert den jare
1554 daer dit x voor staat.
Dit is een extract van het voorafgaande boek; maar zeer slordig
gemaakt; slecht gelezen, terwijl een aantal namen willekeurig over-
geslagen zijn.
Daarmede sluit dit merkwaardige boekje.
Folio-perkament band. Op den band:
Het Boeck van Sint Lucas gilde.
Begonnen A». 1642 —
23
Rekeninge bewijs en reliqua van den ontfanck eude Wtgeef die
ick, Eeuwoόt Muyters, glasemaker, Deecken over S. Lucasgilde
hebbe geaedt, met Allart van Loninga, fij n schil der, Ouden
Deecken ende Auriaen Magyelsen, b orduerw e rcker en Jan
Hardewel, beeltsnijder, beyde beleeders, den tijt van een jaar,
beginnende met den 23 December 1642 tot den 8 Januari 1644 ge-
stelt in ponden, schellingen groten vlams als volcht.
Ontfanck.
Ontfangen van den afgaenden Deecken Allart van Loninga,
fij n schild er, (het saldo)..........JL 1 —o — o
(blijckende op den voorgaenden boeck) 1). ■
Ontfangen Gullyam van Brecht, geleyert-
1) Het is zeer te betreuren dat juist dat boek niet meer aanwezig is.
-ocr page 179-
— 171 —
werckmaeckeri) omdat hy het schildert voor
sijn incomen...............JL i — 6 — S
Ontfangen Heynderick van Schullenburch, f ij n-
schilder, voor sijn incomen.........» i — 6 — 8
Ontfangen I.OWYS Blommaert, fijnschild er,
sijn leergelt afghetrocken, voor sijn incomen. . . . » i — o — 8
Ontfangen Cornelis Jansen, f ij n schil der, voor
sijn incomen 2)..............»i — 6 — 8
De jegenwoordige Deken wordt belast debvoir te doen tot inninge
van 6 sch. vis. die Thomas de Kock ....". gesegt is, te kort be-
taelt te hebben.
(Is verantwoord.)
Ontfanck van Doolschulden.
Ontfangen voor de huysvrouwe van Cornelis van Baerler,
glaesschr ijver.............X o—i —o
Ontfangen voor Hans Willasrt, borduer-
wercker................» 0 — 2 — o
Ontfanck van schuit van vrijgelt.
Abraham yan de Sype heeft nu ten volle betaelt
'tgeen hy noch resteerend was.........»o — 5 — o
De uitgaven betreffen verteeringen enz.
Curieus is nog:
Gegeven aen [een] glasemaecker ghenaemt Abraham Jans, woon-
achtich tot Loreynen in Franckrijck, also hy na denOosten-
wintwachtte..............X0-7__o
Aen Enoch Plasschaert, (cnaepe van het gilde)
voor sijn jaerlicxse Salaris..........» 2 _ 6 — 8
1) Mateelbakker.              2) Cobnelis Janson van CeuIjEN,
-ocr page 180-
— 172 —
De rekening is onderteekend »bij de Overdeke, nieuwe Deke,
en eenige Gildebroeders'' 8 Januari 1644.
Willem Roelsius.                 Jaques de Ruyter.
Abram Criecken.                  Fransois Rijckhals 1).
At.art van Loeninga. Adriaen Mach[elsz.
Jeronimus Beckx. •
Rekeninghe enz. als ick Jaques de Ruyter, borduer wercker
als Deecken van het Gilde van S'. Lucas hebbe gehadt, met Eeuwout
Moyi'TErs, Ouden Deecken, gelaesmaeck e r, FRANgoYs Rijck-
hals, fij n schilder 1) en Abraham Crieck, Coffermaker, Be-
leeders van den Jare 1644, gestelt in ponden, f}, gr. vis. alsvolcht:
Ontfangen van Johannes de Nant van Middelburch, fijnschi!-
der, voor sijn incom-gelt.......... d£l —6— 8
Ontfanck van Leerjongens.
Ontfangen van Isaac van der Burcht, leert
fijn schilderen by Heynderick van Schulenburch. » o — 6 — o
Onifangen van Steeven van Batselaer, leert
f ij n s c h i 1 d e r e n by Heynderick van Schulenburch. » ° — 6 — 0
Ontfangen van Laureys Beernaert, leert fijn-
schilderen by Fransoys Ryckhals......» o — 6 - o
Ontfanck van Dootschulden.
Ontfangen van de huysvrouw van Joos Anteu-
nissen, Compasmaker............» o—1 — o
1) Ik vond van dezen schilder in Haagsche en Delftsclie Inventarissen schil-
derijen genoemd. Zoo werd 1656 uit eene nalatenschap verkocht „een boe-
reschuyrtge van Eijckhais" voor ƒ15.—. (Een Es. v. d. Velde bracht ƒ13.—,
een van Goi-ten ƒ 18.— op). 1734 te Delft: „een binuenschuertge van Rijck-
hals" ƒ 1 —10—0; maar een van G-oijek ook maar ƒ3.—, een van Beijebei?
ƒ 2.— enz.
-ocr page 181-
— 173 —
Ontfang van Jaerpen ningen.
Ontfangen van 93 Gildebroeders als (=.en) Gil-
desusters (daerin beghrepen die maer half geit gheven,
tot 1 ƒ} sjaers...............X 4 — 12 — 0
Ontfang vari Boeten.
Ontfangen van Johannes de Nant, fijn schil-
der, overmits hem heeft vervoordert schilderije te
vercoopen op de Vendusse, aleer hy vrij was , . . » o— ro — o
Ontfangen van Iemant Bogaert i) vermidts hem
heeft vervoordert schilderije te vercoopen en deselve
van Buyten heeft ingebracht oDvrij sijnde.....met
ons veraccordeert tot een amende........» o— 16 - o
Ontfangen van een man van Amsterdam, onvrij
sijnde, heeft schilderije vercocht met de stocke, tegens
de Ampliatie van onse Privelege, sijn geit daerover
gearresteert en is veraccordeert (enz.)......»i — 13 — 4
Ontfangen van Sr. Abraham Roosebeke, 10 fj
over een amende, alsoo deselve Antwerpse Schilde-
rijen hadde te coope gestelt op de Vendue .... en
also de Schout execussie hadde gedaen.....heeft
daervoor genoten 3 (f 4 gr., door tussenspreeken van
den Heer Borgemr., alsoo dat noch rest.....» o — 6-8
Ontfangen van Lucas Pancras, schilder, omdat
hij in een ander schilders werck was getreeden eer de
voorgaende mr. was voldaen.........»o — 5 — o
Deze rekening is onderteekend door:
1) Komt ook in den Haag voor, waar hij 1647 een groote «Vendue" van
schilderijen hield.
-ocr page 182-
— 174 —
Willem Roelsius, Abraham Criecken, Mattheus Molanus, i)
CoRNELrs van Barlaer en Jeronimus Beckx.
Rekeninge enz. als ick, Abraham Criecken, Coffermaker
als Deecken van S*. Lucasgilde, hebbe gehadt met Jaques de Ruyter,
Ouden Deecken, borduerwercker. Alaert van Loeninga, f ij n-
schilder, Cornelis van Barlaer, gelaesschrijver, beleyders, en
dat vant jaer 1645 en 1646, en is gestelt in ponden, schell: groote
vlaems, als volcht:
Ontfangen van Nicola Warnier, fij n schild er, over sijn in-
comgelt.................,£1 — 6 — 8
Ontfangen van Carel Slabbert, fijnschilder,?)
over sijn incomgelt.............»I — 6 — 8
Ontfangen van Aertes Goude, fij nschilder,
over sijn incomgelt........... . . » 1 —6 — 8
Ontfanck van Dootschuiden.
Ontfangen van de huysvrou van Jeronemus Roo-
selaer, over sijn dootschult.........»o— 1—o
Ontfangen van AdriAEN Soutfr, fij n schilde r,
over sijn dootschult.............»o — 2— o
Ontfangen van Fictoor Bonden, Borduerwerc-
ker, over sijn dootschult..........» o— 2 — o
Ontfangen over 1645 van 83 soo Gildebroeders
en Susters, de jaerpenningen etc........«4— 3 — o
De rekening is onderteekend: 25 Januari 1647:
Willem Roelsius, Enoch Plasschaert, Jeronimus Rooselaer,
Pi eter Wou we.
1)    Zie op de naamlijst der hoofdlieden van het Gilde hierachter.
2)    Tot nog toe waren geene bizonderheden omtrent dezen Kunstenaar
bekend.
-ocr page 183-
— 175 —
Reeckeninghe etc. als ick Alart van Loeninga, fij nschilder,
als deecken van St. Lucas Gilde hebbe gehat, met Abraham Crieck,
ouden deecken, IsaaC Fierincks, bordueiwe rek er ende Isac
Herpers, glasemaecker, beleeders, beginnende den 25 Januari
1647.
Ont fan ck.
Ontfangen van Aert Vekgouts, fij nschilder, over sijn in-
comgelt.................<£i — 6 — o
Ontfangen van Jeremias Vergouts, fij nschil-
der, over sijn incomgelt...........» I—6 — o
Ontfangen van Machiel de Limburri, fijn schil-
der, over sijn incomgelt...........» 1 — 6 — o
Ontfangen van Daniel de Blieck, fijnschil-
d e r, over sijn incomgelt...........»i — 6 — 8
Ontfangen van Walrant Vaillant, fij nschil-
der en voor teickenaer uitgaende, voor sijn
incomgelt................»l-6 — 8
Ontfangen van Gillis Boeye, gelaes-schrijver
en gelaes-maecker, [over sijn incomgelt].....» 1 — 6 — 8
Ontfanck van D 00 tschulden.
Van de huysvrouw van Jeronemis Beckx, fijn-
schilder ................»o — 1 — o
Van Jasper Beckx, fij nschilder.....» o — 2 — o
Van Adriaen Machielsen, Borduerwerck er. » o — 2 — o
Van Salomon van de Vijver, Borduerwercker » o—2—0
Van Aellae.rt van Loeninga, f ij nschilder . » o—2 — o
Van Samuel Adriaensz,, Borduerwercker. » o — 2 — o
Aen Jaerpenningen.
In 1647 ,£ 4 — 9 — o; in 1648 t£ 4 — 8 — o.
-ocr page 184-
•- 176 —
Onder de Uitgaven:
Aan Willem Cornelisz. , Notaris, over het maken
van een Requeste omme te verbieden Schilderijen te
verkoopen................j£ o— 6 — o
Aen een vreemdelinck, een arm Schilder, hier
door passerende, tot een teerpenrT gegeven . . . . » o — 6 — 8
Onderteekend 5 Januari 1649 door:
Willem Roelsius, Cornelis van Barlaer, Jan Hardewel,
Karel Slabbaert, Abraham Criecken en Isack Fierens.
Rekeninge enz. als ick Cornelis van Barlaer, (glasschrijver
ende glasemaker), als Deecken van S'. Lucas Gilde, hebbe ge-
hadt, benevens Carel Slabbaert, f ij nschilder, en Isack Fie-
rens, Borduerwercker, en Jan Hardewel, B e eltsnijder, als
Beleders, in twee verschenen jaeren Anno 1649 en 1650, beginnende
5 Januari 1649 en eyndigende den laesten November 1650, en is
gestelt in ponden, schell: groten vis.
Ontfangen van Jeronimus Pickaert, fij nschi lder, voor sijn
vrij geit.................c£i — 6 — 8
Ontfangen van Willem Buijtenheijm, fijnschil-
d e r, voor sijn vry geit...........» 1 — 6 - - 8
Ontfangen van Jeronimus Becx de Jonge, fijn-
schilder, voor sijn vrygelt, alsoo hy een vry mees-
ters soon is gheeft half geit..........» o— 13 — 4
Ontfangen van Rimbrant Loncke, fij nschil-
der, sijn vry geit, alsoo hy een vrij mrs. s00n is
gheeft als voren..............» o— 13 — 4
Ontfangen van Abraham van Barlaer, glas-
schrijver en glasemaecker voor sijn vry geit, alsoo
hy een vry mrs. soon is gheeft als voren . . . . . » o— 13 — 4
-ocr page 185-
— 177 —
Ontfangen van Jacob Heijns, glasschrijver en
glasemaecker, voor sijn vry geit, sijn leergelt heeft
hy betaelt................X I — 0—8
Ontfanck van Leerjongens.
Ontfangen van Gillis Haruewel, leert beelt-
snijden by sijn Vader Jan Hardewel.....» o— 6 — o
Dootschulden.
1649.     Ontfangen over de Dootschult van Hans
van Campenhout, Beeltsnijder.......» o— 2— o
Ontfangen over de Dootschult van de huysviou
van Jeremias Vergouts, Schilder.
1650.     Ontfangen over de Dootschult van AERTUS
Vergout, Schilder............» o— 2 o
Ontfangen over de dootschult van Lucas Pancras,
schilder................» o — 2 — o
Ontfangen over de dootschult van Gulyaem de
Wolf, borduerw ercker..........» o— 2 — o
Jaerpenningen in 1649 en 1650 samen . . » 8— 2 — o
Ontfangen van Dirck van Delen, fijns chil-
der 1), voor elf jaren jaerpenningen van het jaar 1639
tot het jaer 1650 . ............» o—11—φ
Ontfangen over Boete van een seker schilder
uyt den Hage, die hem onderwonden hadde eenige
conterfeytsels te schilderen, sonder vrij te sijn int
Gilde; daerover wij sijn penn. dede arresteeren, alsoo
hij ongewillig was de boete te geven, ende hebben
ontfangen................» o—12-6
1) Hij woonde te Aruemuyde. (Zie Kesteloo. De Stad Arnemuiden.)
VI.
                                                                                                   23
-ocr page 186-
— 178
Onder deze post staat:
Alsoo wij als dese Rekeninge was gedaen, met kennis van de
Heer Over-Deken de gemeene Confieers hebben voorgedragen, dat
onse previlege soude vernieut werde en het vrij-gelt soude gehoog-
menteert werde, benevens de jaerpenningen en de Dootschulden
't welck bij de Confreers is toegestaen.
Onderteekend:
Jacobus Peckius, Abraham Criecken, Karel Slabbaert,
Isack Fierens, Jan Hardewel, Hendryck van Schόvlenburch,
D. de Swift (?), Gillis Boeye, Cornelis Keetelaer.
Wtgheef .... van 6 Januari 1649—1 December 1650.
Betaelt aen de Weduwe van Salomon de Vijver
in Rhetory Camer voor 't geen de gildebroeders daer
hebben verteert..............JL I — 10 — o
Betaelt aen een Request om een nieuwe Beleder
te versoecken, om in plaetse van Allaert van
LoeniNGA, fijnschilder (die overleden was) te
helpen 't Gilde regeren...........» o — 3 — o
Ghegeven aen eenyge sollisistante die hier aen
alle gilde en alle Kercke waren gerecommandeert om
eenige hantreyckinge Ie doen tot verlossing van
eenyge gevangen pred.icanten in Duytslant »• o — 8 — 4
Noch aen andere sollisistanten, die mede aen de
gilde en kercke waren gerecomandeert om een liberale
hantreyckinge tot opbouwinge van haerliede
Kerck tot Heylborn int lant van Hessen. . » o— 12 — 6
Alsoo een seker Fransman, genaemt Bles (Blaise)
Morel, hem heeft vervordert, verscheijde Brabantse
schilderijen te presenteeren om op het Kerckhoff met
-ocr page 187-
— 179 —
de Stocke te vercoopen......soo hebbe wij ons
debvoir gedaen en door een Stadts Diender twee van
de voornoemde Schilderijen doen wechhalen: aan de
Dienders voor haer Exsecutie betaelt . . . . . . £ o — 10 — o
Ende heeft de voorn. Bies Morel .... ons
voor recht betrocken om de voorschreven schildeiije,
die hy seyde sijn eygen huysraet te sijn, wederom te
hebben, soodat wij hem de voorschreven schilderije
hebben wederom moeten behandigen ende de coste
aen wedersijde gevallen, moeten betalen.
Aen de procureur Van Aller.......» 2 — 4 — o
Aen de procureur Willem Smit......» 1 — 19 — o
Aen een arm schilder die geen werck konde
krygen en oock sieckelijck was........» o -— 3 — 4
Aen de Coster van de Choor-Kercke voor het
openen van de Consistory om de Rekemnge te doen 1) » o — 2 — o
Rekeninge enz. als ick, Isack Fierens, b or duer wer cker,
als Deecken over het Gilde van S*. Lucas hebbe gehadt, met Cor-
nelis van Barlaer, Oude Deecken, Abraham Criecken ende
Hendrick van Schuylenburch [fijnschilder] beyde Beleeders,
ende dat gedurende den tijt van een jaer, beginnende den 1 Nov.
1650 en eyndigende den 2 Februari 1652.....als volcht:
Ontfangen van Pieter Legouche, f ij n s c h i 1 d e r, heeft betaelt
voor sijn incomengelt.......... . . <£ 2 — 6 — 8
Ontfangen van Iemant Boogaert, Schilder,
heeft betaelt voor sijn incomengelt.......» 2 — 6 — 8
1) Deze post en eenige andere over het verteeren van gelagen in verschil-
lende herbergen, laat ik verder weg.
-ocr page 188-
— 180 —
Ontfangen van Davit van Stapelen, f ij nsc hil-
der, heeft betaelt voor sijn incomengelt.....<£ 2 — 6 — 8
Ontfangen van Willem van Wissen, Glaes-
schriver en glaesmaker, heeft betaelt voor sijn in-
comengelt ................» 2 — 6 — 8
Dootschul t.
Ontfangen van Dootschult van Jan Otsen . . . » o — 5 — o
Ontfangen van Dootschult van Nicolaes Aertsen. » o — 5 — o
Ontfangen van Dootschult van Abraham van de
Sype..................» o — 5 — o
Ontfangen van de dootschult van de huysvrouw
van Jochem Langenhouwer.........» o — 5 — o
Ontfangen van de Dootschult van de huysvrouw
van Cornei.is van Barlaek [fij nschilder] ...» o — 5 — o
Ontfangen van Jan Pietersen , schipper op den
Hage, alsoo hy eenige vreemde schilderien hadde hier
gebracht ende gepresenteert te vercoopen 'twelck is
tegen het 2e Artijckel van de prevelesi.....» I — o — o
Ontfangen van Juffrou De Can , alsoo sij meenichte
van schilderien hadde becomen, ende eenige derselven
verkocht, hebben Deecken en Beleeders deselve schil-
derien willen verbeurt maken en sijn daerover ver-
accordeert voor..............» 4 — 0—0
De Jaerpenningen bedragen......» 7 — 11 — o
Uit den »Uytgheef":
Aen twee arme Schilderen, die geen werck kon-
den krijgen, versouckende een οeijspenninck ...» o—10 — o
Aen Willem Estinck vooi het vermake van het
gildeglas, staende in de Oude Kerck......» 1 — 16 — 8
-ocr page 189-
— 181 —
Aen Jeronimus Rooselaer voor het schriven van
de pvevelesye (in een bouck van maechde perkement,
omdat de oude niet meer leesbaer en waren). . . . JL I — o — o
Aen een armen geleyer schilder, die een reys-
penninck versocht.............» o — 3 — 4
Oeteekend 2 Febr. 1652: Abraham Criecken, Oude Deken,
Isack Fierens, P. Mortamer, als Over-Deecken, Cornelis van
Bari.aer, IIendryck van Schuylenburch , Jeronimus Rooselaar,
Jeronimus Beck, Enoch Plasschaert, Cornelis Keetei.aer, Jaques
Fierens, J. Muytens, Joos Antonisz., Guilliaeme van de Putte.
Rekeninghe enz. als ick Abraham Crieck, Co f fermaker,
als Deken over St. I.uycas Gilde, hebbe gehadt, met Isaack Fierens,
Ouden Deecken, ende Heyndrick van Schuylenburch ende Jero-
nimus Rooselaar, beyde beleyders, geduyrende den tydt van een
jaer, beginnende den 2 Febr. 1652 ende eyndighende met den 18 April
1653, enz.
Ontfangen van Willem Swinderwyck, f ij nschilder 1) voor
sijn incomgelt............... JL 2— 6 — 8
Ontfangen van Wouter Knijff, fijn schild er 2)
voor sijn incomgeldt............» 2 — 6 — 8
Ontfangen van Wilhelmus Eversdijck, fijn-
schilder, voor sijn incomgeldt........» 2— 6 — 8
Ontfangen van johannis van der Straten, fijn-
schilder , van sijn incomgeld.........» 2 6 — 8
Dootschulden.
Ontfanghen over de dootschult van d'huysvrouw
van Aernoudt Stockman, fijnschilder . . . . » 0 — 5—0
1)    Zie Van deb Willigen, Artistes de Harlem, p. 289. Deze landschap-
schilder leefde ook een poos in den Haag.
2)    Zie V. d. Willigen , Ibidem, p. 195 en 350.
-ocr page 190-
— 182 -
Ontfangen over de dootschult van de huysvrouw
van Pieter WOUWE, beeltsnijder......<£ o — 5— o
Jaerpenningen...........» 7 — 7 — °
Uytgeeff. 1)
Betaelt aen dry passante Gildebroeders voor reijs-
geldt op haer wech............»o — 6 — o
Onderteekend 18 April 1653 door:
Karel Slabbaert, Jeronimus Rooselaer, Isack Fierens,
Pieter Wouvve, Hendrvck van Schui.enburch , Sybrant Pietersen,
Iman Boogaert, Simon Boccasse, Rembrant Loncke.
Rekeninghe enz. als ick Karel Slabbaert, fij nschilder,
als Deken van Sint I.ucas Gilde hebbe gehadt, met Abraham
Crieck als Oud-Deken ende Jeronimus Rooselaar ende Pieter
Wouwe, beijde Beleijdeis, geduyrende een jaer, beginnende met
den 8 February 1653 en eyndigende.....1654 enz.
Ontfangen van Laureys Bernardts, fijnschil-
d e 1 over syn vrijgelt............JE! 2 — 4 — 0
O n t f a n c k van Leerjongers.
Ontfangen van Abraham Bastiaensen, leert
fij ns childe ren by Karel Slabbaert.....» o — 6 — o
Ontfangen van Abraham Borm, leert fijn schil-
deren by Karel Slabbaert.........» o — 6 — 0
Ontfangen van Eeuwoudt Adryaensz. van Scha-
gen leert fijnschi ldere n by Karel Slabbaert . » o — 6 — 0
Ontfangen van Joseph Moorloos, leert fijn-
schilderen bij Pieter Legouche.......» o — 6—0
l) Uit deze en andere rekeningen blijkt, dat men herhaaldelijk verteerinaen
maakte op de „Rhetoricamer".
-ocr page 191-
— 183 —
Ontfangen van Gillis van Rikte, leert fijn-
schilderenby denselven.........i. o — 6 — o
Dootschulden van:
Daniel Cόppyn............»o — 5—0
PlETER TESSINK............«O — 5 — O
Joseph (moet zijn Jochem) Langnouvver i) . . » o— 5 — 0
Isaacq Fierens den Ouden Deken.....» o — 5 — o
JOHANNES PRINJIER...........»0—5 —O
Jacob van Doren...........» o__5 — 0
Andries Plockhoy...........» o — 5 — o
D'huijsvrouw van Anthony de Later . . , . » o — 5 — o
Jaerpenningen...........» 7 — o — o
Betaelt voor 't maken van de Nieuwe gegoten
copere penningen.............»I __ g__4
Onderteekend 18 Febr. 1654 door:
P. Mortamer, Over-Deecken, Abraham Ckiecken, Jeronimus
Rooselaer, Pieter Wouwe, Sybrant Pietersen, Enoch Plas-
schaert, Cornelis Keetei.aer, L. Bernards, Pieter Michielse.
Rekeninghe enz. als ick Jeronlmus Rooselaer Glasemaecker
als Deken van Sint Lucas Gilde hebbe gehadt met Karel Slabbaert,
Fijnschilder Ouden Deken, ende Pieter Wouwe, beeltsnijder
ende SlJBRANDT Pieters, Coffermaecker, beijde als beleeders, ge-
duyrende den tijt van een jaer beginnende met den 8 febr. 1654
ende eijndigende met den 17 Febr. 1655 enz.
O n i f anck.
Ontfangen van Laureyns Craen, f ij nschilder 2) en heeft be-
1)    De portretschilder Jochem Lanonoόwek werd 5 Augustus 1653 in de
Oude Kerk te Middelburg begraven.
2)    Zie over dezen verdienstelijken stillevenschilder mijne aant. in de Ned.
Spectator 1879, bl. 98. De schilderij van den Heer Otterbeek Bastiaansz, ,
werd voor cenige jaren in Amsterdam verkocht.
-ocr page 192-
— 184 —
taelt voor sijn vrijgelt............JL 2 — 6 — 8
Ontfanghen van Lodewijk Vay, fijn schil der,
en heeft betaelt voor sijn vrijgelt. .......» 2— 6 — 8
Alsoo wij langhe en vele hebben geprossedeert tegen de Bleck-
slagers, om haer in ons Gilde te verkrijgen, omdat sij hun bliek
besiaen te schilderen, dat tegen onse previlegie is, soo is by de
eerwaerde Magistraet alhier verstaen, dat deselve hun sullen vervoegen
onder ons in S'. Lucas Gilde, met desen verstande, dat de tegen-
woordige blickslagers sullen toegelaten worden voor ιιn pondt
Vlaems minder dan de previllegie van't vrijgelt is meldende (dus
& 1-6-8).
(Volgen de namen van 6 blickslagers die elk jC I — 6 — 8 be-
talen).
Dootschulden van:
Joan Kroone, borduerwereker.....JL o— 5—0
Gillis Boey, glase schrijver......» o—5 — o
Den Ouden Deken KarEL Slabbaert,
fijnschilderO.............» ° — 5 — o
De huysvrouw van S'. Jacob Keynnoudts de
Jonge, fijn schil der.....          .....> o— 5 — o
Onder de boeten is die van i, o — 5 — o van
Philips van Sijpe, vlaggemaker, «omdat hij sijne
^vlaggen schildert."
Pieter Coppens, medeburger deser stadt, bestaen
hebbende, veelderhande ende vremde schilaerien
1) De schilder-grareur Slabbaekt werd 6 November 1654 in de Oude Kerk
te Middelburg begraven. Hg schilderde behalve genrestukken als die te 's Gra-
venhage, Brunswijk, Amsterdam, ook goede portretten. De kunsthandelaar
Hollendeb te Brussel bezit een allerliefst meisjesportret van hem, beteekend:
K. Slabbaert f 1650; het is in den trant van Jacob Gebiutsz. Ouyp geschilderd,
-ocr page 193-
— 185 —
't aenvaerden uyt vremde landen omme alhier te ver-
coopen, dat directelijck tegen onse previllegie is, en
tot groote nadeele van de Gildebioedeis; soo hebben
Deken ende Beleyders door practijcke deselve Schil-
deryen in handen gecregen, daer vele en lange om
is geprocedeert en gepleyt, ende eijndelinghe.....
te meer het d'eerste reyse eade onweetende geschiet
was, goet gevonden dat de voorsz. Coppens tot amende
aen 't gilde sal betalen <£ l — 13 — 4, dus ont-
fangen.................d£i — 13 — 4
Onlfangen van Karel Slabbaert, Ouden Deken,
Pieter Wou we, beleyder, Jacob Heijns, Willem
Hesstinck en Laureys Ckaen, absenten ter be-
graeffenisse. ...............» o — 4 — o
Jaer penninghen...........> 6 — 15 — o
Uitgeeff.
Betaelt aθn Johannes Mickelfelt, Notaris, over
't maken ende beleggen van eene attestatie tegens
Monsieur Craen en eenige andere oncosten . . » o— 5 — 6
Betaelt aen S'. Louys van Gallissie, Silver-
smidt, over 't maken ende leveren van eenen
silveren mostertpott met sijn lepelken. ...» 6— S~~°
Betaelt aen Selderslach, in de Schutterie van
de handtboge over 't gene aldaer verteert is, aengaende
de saecke van eenen Van de Vinne uytdenHaegh. » o— 4 — o
Betaelt in de herberghe genaempt de Hooge Deure
ende in de Munte, over 't gene in die plaetsen ver-
teert is over de saecke van eenen Theniers,
fijnschilder tot Antwerpen........» o— 6 — o
VI.                                                                                                   24
-ocr page 194-
— 186 —
Onderteekend 17 Februari 1655 door:
L. Bernards, Daniel de Blieck, Lodewijck Vay, Jeronimus
Beckx, Cornelis Keetelaer, Jeronimus Rooselaer, Sijbrant
pieters, pleter wouwe, jaques flerens, enoch plasschaert ,
P. Mortamer, als Over-Deecken.
Rekeninghe enz. als ick Sybrant Pietersen Koffermaker,
als Deken over het Gilde van St. I.ucas hebbe gehadt met den
Overdeken Jeronimus Rooselaer, Onder Deken en Enoch Plas-
schaert met Jacop Fierens, beyde beleeders, gedurende den tijt
van 8 maenden, beginnende 17 Febr. 1655 en eyndigende in October
1655 op St. Luckas; enz.
Ontfangen van Hendrick Berckman i) fijn-
schilder, voor sijn vrijgelt