(i'£
VAN DEN KOLONEL
De kolonel Jacob Gardiner, was de zoon van den kapitein Patrik Gardiner, die verscheidene jaren in de legers van den Koning Wieeemnbsp;en van de Koningin annA , gediend had. Hgnbsp;stierf in Duitschland, waar zich toen het £u-gelsche leger bevond.
De moeder van den kolonel, was eene vrouw van groote verdiensten; maar het behaagdenbsp;God haar door zeldzame wederwaardigheden tenbsp;beproeven; want, zg verloor niet alleen harennbsp;echtgenoot en haren broeder in de dienst hunsnbsp;vaderlands, maar daarenboven haren oudstennbsp;Zoon M. B. Gardiner, op den dag dat hg zestiennbsp;jarfin bereikt had, bg het beleg van Namen innbsp;1695. God zegende haar echter door deze treu-omstandigheden te gebruiken tot een middel,nbsp;waardoor zg tol eeaen hoogen trap van vroomheid geraakte.
f:7
-ocr page 2-Haren tweeden zoon, die het onderwerp van dit stukje Is, werd den lo Januarg i683 iu hetnbsp;Landschep Linlithgow, in Schotland geboren.nbsp;In zijne jeugdige jaren onderwees hem zgnenbsp;moeder, in de grondbeginselen des Christendoms,nbsp;met eene groote mate van zachtheid en genegenheid ; op de school te Linlithgow maaktenbsp;hg groote vorderingen in de letterkunde.
De goede uitwerkselen die de zorgen van eene moeder, die haar geloof door hare werkennbsp;toonde, op hem hadden, waren in zgne jeugdnbsp;niet zoo schitterend, als zg het hoopte; er wasnbsp;echter alle reden om te gelooven, dat alle dienbsp;zorgen niet geheel te vergeefs geweest zoudennbsp;zgn. Indian hare raadgevingen het overwigtnbsp;gehad hadden, zou hg nooit het krggslevennbsp;omhelsd hebben, maar hij wilde zgne begeertenbsp;volgen, en er waren geene middelen te vindennbsp;die de hevigheid van deze gezindheid kondennbsp;beteugelen, die benevens dit alles nog door denbsp;aanzoeken van eenen vriend aangezet waren.nbsp;Deze jongeling was zoo driftig dat hg reedsnbsp;driemaal, eer hg den mannelgken leeftgd bereikt had, een tweegevecht had aangegaan; in'nbsp;een van deze gevechten, toen hg slechts dennbsp;ouderdom van acht jaren bereikt had, wierd hgnbsp;door een zgner* medgezellen, die veel grooternbsp;eö sterker was dan hg , in de regter wangnbsp;gevvond, waarvan het likteeken altgd zigtbaarnbsp;was. Deze valsche eerzucht zou in eene jongenbsp;leeftgd, en door het beroep zgner ouders ver-
-ocr page 3-geeflgk toeschgnen, hg zelfs sprak er echter' dikwgls met groot leedr^ezen van.
Na zqne bekeering weigerde hg eene uitdaging , terwql hg het volgende , in den mond van zulk een driftig mensch , waarlgk schoone antwoord gaf; n Ik vrees om te zondigen; wantnbsp;gg weet wel dat ik niet bevreesd ben om tenbsp;vechten. ”
Hg diende reeds vroegtgdig als kadet en in zgn veertiende jaar diende hg reeds als Vaandrignbsp;in een Schotsch regiment in Holladdsche dienst.nbsp;Hg bleef dit bekleeden tot dat hg in 1702 vannbsp;de Koningin, anna eene soorgelgke post ontving; ook droeg hij het koninklgk vaandel, innbsp;de slag bg Ramilies toen hg negentien jarennbsp;oud was.
In deze slag wierd onze jonge officier gebruikt , om de Franschen van het kerkhof van Ramilies , waar zg zich in groote getalen geschaardnbsp;hadden, te verjagen; deze wanhopige aanvalnbsp;werd met het gewenschte gevolg bekroond.
De aanval der Engelschen had een beter gevolg, dan men zich had kunnen voorstellen,nbsp;en Gardiner was verheugd, gelegenheid te hebben:nbsp;om zgne dapperheid aan den dag te leggen.nbsp;Heeds had hg zgn standaard voorwaarts geplant ; maar terwgl hg zgn volk aanvoerde (Waar-schgnlgk in de bg krggslieden verschrjkkelgkenbsp;taal) vrier hij door een geweerschot in dennbsp;mond getroffen, de kogel baande zich eenennbsp;Mreg door zgnen hals, zonder hem echter zgne
1*
-ocr page 4-4
tanden te verhrelcen of eenigzins zqne tong te kwetsen. In de eerste oogenblikken ontwaardenbsp;hq geene pqn en hq verwonderde zicb, waar denbsp;kogel gebleven was, eindelqk dacht bq, datnbsp;hq dezelve had ingeslikt, doch korten tqdnbsp;daarna uit zwakheid nedervallende , ontdekt hq ,nbsp;de uitgang die de kogel gemaakt had,
Dit ongeluk had tusschen ö en 6 uren in den namiddag op aS Mei 1706 plaats, en daar hetnbsp;leger zqne overwinning op de Franschen voortzette , zonder op de gekwesten acht te slaan gt;nbsp;bleef onze jonge officier den geheelen nacht opnbsp;het slagveld liggen, door duizende gedachtennbsp;afwisselend geschokt. Terwql hq zoo met denken voortging, ook over zqne wond, hoe eennbsp;kogel zoo als hq toen dacht, door zqn hoofdnbsp;kon gaan, zonder hem te dooden maakte hqnbsp;hieruit het besluit op, dat God hem door eennbsp;wonder bewaard had, en echter dacht hq ernbsp;niet aan, om zich voor God te verootmoedigen,nbsp;en tot zich zelven terug te keeren, na de af-wqkingen van een leven, begonnen in losheid,nbsp;maar daar hq hoopte zqne wond te boven tenbsp;zullen komen, zoo was hq bedacht op middelen om zqn geld, waarvan hq rqkelqk voorziennbsp;was, in zekerheid te brengen; bq dacht hiernbsp;toe een zeer zonderling middel uit: hq namnbsp;namelqk, opdat men het niet ontdekken mogt,nbsp;geronnen bloed, van het welk hq gedurig genoodzaakt was zich uit den mond te ontlasten,nbsp;en nam met hetzelve zqn geld in zqne linker-
-ocr page 5-Hand, waarna hg zgne hand sloot, tot dat hi^ deuzelven door het verstijven van het bloednbsp;niet gemakkelgk meer kon openen.
Des morgens kwamen de Franschen, die het kerkhof behouden hadden, om de dooden tenbsp;plunderen, en een hunner den jongen olEciernbsp;ziende, die stervende scheen, had hem reedsnbsp;de degen op de borst gezet om het geheel tenbsp;voltoogen, toen een Franciscaner monnik, dienbsp;de soldaten vergezelde hem terug hield , en dennbsp;jongen Schot voor een Franschraan aanziende,nbsp;uitriep :nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;« Dood dien armen jongeling niet”.
De jonge Gardiner hoorde alles wat er omging, hoewel hg buiten staat was een eenig woordnbsp;voort te brengen, en zgne oogen open doendenbsp;beduide hg bun dat hg dorst had; men gafnbsp;hem een mond vol van eenig geestrgk vocht,nbsp;dat zg bg zich hadden , hetwelk hem, zoonbsp;als hg zeide , meer verkwikte dan eenige dranknbsp;die hg voor, of na dezen t^d gebruikt heeft.nbsp;Hierop verzocht hg den monnik door teekenennbsp;om bg hem te komen, en de eerste proef dienbsp;hg met zgne verzwakte spraak nam, was omnbsp;hem te zeggen (hetwelk helaas enkel voor-wensel was) dat hg een neef was van den bevelhebber van Huy ^ eene onzgdige stad in denbsp;nabut'.rschap; en dat, zoo de soldaten her der-waards wilden heen voeren, hg niet twgfifeldenbsp;of zgn oom zou hun rgkelgk beloonen.
Hg had werkelgk een vriend, in genoemde stad, doch de bloedverwantschap was geheel
-ocr page 6-bezoden de waarheid; echter wierd hg op cene draagbaar gelegd, en met een gedeelte soldatennbsp;naar Huy gezonden; maar de dragers verdwaalden, en zg bevonden zich in den avond, in eennbsp;groot bosch, waar zg genoodzaakt waren dennbsp;nacht door te brengen. Daar de wond van onzennbsp;vriend niet behoorlijk verbonden was, zoo isnbsp;het ligtelgk te begrgpen dat dezelve zeer verergerde, zgne benaauwdheid was zoo sterk, datnbsp;hg zgne dragers smeekte, toch maar een eindenbsp;aan zgn Igden te maken, of hem hier achternbsp;te laten'om te sterven, zonder hem verder doornbsp;de schudding van de draagbaar meer ongemaknbsp;aan te doen; en ook zg waren genoodzaaktnbsp;eenigen tgd te vertoeven, want zg waren zeernbsp;afgemat; zoo bragt hij de tweede nacht in denbsp;open lucht zonder iets anders dan een gewoonnbsp;verband aangelegd te zgn om het bloeden tegennbsp;te gaan, door; men heeft hem naderhand meermalen hooren betuigen, dat het eene zeer op-merkelgke bewaring der Voorzienigheid was, datnbsp;hg niet stierf bg het verliezen van zoo veel bloed.
Zgne geleiders oordeelende, dat hg niet bestand was tot Huy y dat nog verder gelegen was^ gedragen te worden, bragten hem zoodra hetnbsp;dag was, in een klooster in de nabuurschap,nbsp;waar hg met gastvrgheid opgenomen, en metnbsp;welwillenheid en tevredenheid opgepast wierd.nbsp;Maar de genezing zgner wond werd aan eeneunbsp;onkundigen barbier toevertrouwd, die nabg hetnbsp;klooster woonde, De wiek welke dezen heel-
-ocr page 7-meester gebruikte, was bgna zoo hard als of mea een houte pen, in de wond stak ; hij wierd ech-,nbsp;ter door den Zegen des Heeren binnen eenigenbsp;maanden genezen.
De Abtdis, die hem haren zoon noemde, behandelde hem met genegenheid en zorgde voor hem als eene moeder. Hg ontving van de Wonnen , zeer dikwgls vrome varmaningen, die innbsp;het vervolg eene goede uitwerking hadden.
Toen hij door eene wederzgdsche uitwisseling der gevangenen, zgne vrgheid weder gekregennbsp;had, was het er zeer verre van af, dat hg Godnbsp;voor de genotene redding dankie. — Yan denbsp;bgzonderheden zgns levens tusschen de 19 ennbsp;3o jaren, weet men zeer weinig, als dat hgnbsp;meermalen de bewaring van God ondervond,nbsp;die hem in vele hagchelgke en gevaarlijke omstandigheden bgstond , en niettegenstaande ditnbsp;alles, waren deze jaren een tgdvak hetwelk hijnbsp;in eene geheele verwijdering van God door-bragt, en de aardsche genoegens met zoo veejnbsp;gver najoeg, als Waren dezelve zigo hoogstenbsp;goed geweest.
Hg gedroeg zich echter te midden van deze afwgkingen, terwgl hij, de Godsdienst, denbsp;deugd en zgn waar geluk geheel verwaarloosde , als soldaat zoo verdienstelgk dat hg jnnbsp;1708 tot luitenant, en na eenige andere bevorderingen tot majoor hg een regiment, ondernbsp;bevel van den graaf van Stair, werd aangesteld.
In Januarg lySo wierd hg lot den rang van
-ocr page 8-uitenant kolonel, bg hetzelfde regiment verbeven ; hg behield deze waardigheid tot dat hig in April 1743 tot kolonel van een regimentnbsp;Dragonders werd aaagesteld, aan welks hoofdnbsp;hq omtrent a§ jaar na zgne aanstelling roem-rgk stierf.
Keeren wg nu tot dat tgdperk - van zgn leven terug, hetwelk hg in Pargs bg het gezin vannbsp;den graaf van Stair doorbragt, bg hetwelke hg ,nbsp;eenige weinige weken uitgezonderd, tot in 1720nbsp;bleef. De gunst en de edelmoedigheid van dennbsp;graaf waren voor zgne inkomsten voordeelig,nbsp;niettegenstaande hg eenigea tgd zonder ambtnbsp;was, daar het regiment lot hetwelk bg behoorde,nbsp;eenigen tgd afgedankt werd.
Na alle waarschgnlgkheid was dit gedeelte van zgn leven , zoowel het vrolgkste als het misdadigste : behalve eenige goede voorbeelden, innbsp;het huisgezin waarin hij verkeerde, is het bekend , dat het Fransche Hof het ongebbndenstenbsp;was Van de geheele aarde. Datgene hetwelknbsp;men door een verkeerd gebruik van de taal,nbsp;kunstgrepen der liefde en der hoffelgkheid genoemd beeft, maakten» zoo niet zijne eenigenbsp;bezigheid, echter het geluk zgns levens uit;nbsp;zgne uitnemend sterke inhoud, misschien denbsp;sterkste die er ooit geweest is, gaf hem meernbsp;gelegenheid, om zich aan deze buitensporigheidnbsp;over te geven, terwgl het vuur zgner gesteldheid zich op zoodanige wgze , aan de vermakennbsp;had overgegeven , dat vele andere wellustelingen,
-ocr page 9-lot benqdden, en hem den ongelukkigen bgnaam van « de gelukkige wellusteling” gaven.
Niettegenstaande dat de kloppingen van zqn geweten en eenige grondbeginselen die hem vannbsp;zqne goede opvoeding bqgebleven waren, dienbsp;oogenblikken, wanneer hg het meeste aan denbsp;losbandigheid overgegeven was, ontrustten, gingnbsp;het zoo ver, dat zgne makkers' hem eens geluknbsp;wenschende over zqn gewaand geluk, en eennbsp;hond bg geval In de kamer gekomen zgnde, hgnbsp;niet kon nalaten heimelgk te zuchten, en totnbsp;zich zelven te zeggen, « ach! waarom ben iknbsp;dien hond niet! ” Hierin bestond dan zgn geluk,nbsp;en het is welligt even zoo met honderden, dienbsp;hunne eer er In stellen om de Godsdienst tenbsp;bespotten.
Hg gaf zich echter te midden van de allergrootste losbandigheid nooit aan dronkenschap over , en hg dacht dat manmoedigheid genoegzaam rvas om een man van eer en van gezondnbsp;verstand hier van terug te houden; zoo' dat indien het al eens gebeurde, dat hg zich aannbsp;een misdrijf Van zulk eenen aard schuldig maakte, het altgd uit enkele beleefdheid was. Zgnnbsp;open , verpligtend en edelmoedig karakter, ver.
. wierf hem vele vrienden , maar zijne grondbeginselen , die hem bg anderen beminnenswaardig maakten, Waren somtgds voor hem moeije-Igker, daar zg niet door wgsheid en Godsvrucht bestuurd werden, dan zg het misschien zoudennbsp;geweest zgn, indien hg dezelve had kunnen be-
-ocr page 10-ÏO
strgden; voornaraelqk daar hg geen ongeloovi-ge was I maar altgd eene heiraelgke overtuiging had van de waarheid eener natuurlijke en geopenbaarde Godsdienst. Het kon niet anders, ofnbsp;2gn dikwgls tegen beter weten aan zondigen,nbsp;veroorzaakte hem nu en dan heimelgke wroe»nbsp;gingen, zgne onafgebrokene onverschilligheidnbsp;omtrent God, zijnen Schepper, wiens volmaaktheid hg niet in twgffel trekken kon, en wiensnbsp;trouw en bewaring, hg niet kon loochenen ,nbsp;boeiden soms onwillekeurig zgne aandacht, ennbsp;veroorzaakten hem onuitsprekelgke wroegingennbsp;die hem somtgds zoo folterden, dat hg beslootnbsp;te beproeven Hem bewgzen zgner dankbaarheid tenbsp;geven. Hetgeen uitwerkte dat hg gedurende eenigenbsp;dagen, des morgeus alleen zgnde, zich eenigenbsp;verzen, uit de Psalmen of uit andere nuttigenbsp;boeken, die hij onthouden had, herinnerdenbsp;terwijl hg met de krachtigste woorden beweerdenbsp;dat hg de oneindige barmhartigheden Gods, dienbsp;hem uit zoo vele gevaren gered had, miskend had.
Maar deze vrome vlaag was te sterk om lang te kunnen voortduren, in een hart dat nog nietnbsp;gezuiverd was, want gereed zgnde om de bewgzen zgner dankbaarheid omtrent God, en denbsp;belijdenis zgner eigene zonden te herhalen,nbsp;werd hg door de kloppingen van zijn gewetennbsp;terug gehouden, hetwelk hem de ongergmdheidnbsp;aantoonde, om die zonden te belgden, welkenbsp;hg niet vaarwel wilde zeggen, en God voor zgnonbsp;weldaden te danken, daar hg zich niet verbin-
-ocr page 11-11
den wilde in zgne dienst te leven. Tot zoodanig eene vrome handelwijs, waaraan zgn hart geen deel had, kon zqn verstand niet hesluiten 5 en het gebruik van eene taal, die enkelnbsp;huichelarg was, voor een God, die alle hartennbsp;kent, terwijl de gevoelens zijner ziel, dezelvenbsp;afkeurden, scheen hem zulk eene boleedigendenbsp;goddeloosheid te zijn, dat de enkele gedachtenbsp;hieraan , hem reeds van afgrijzen deed beven.
Hij besloot dan om voortaan zulke plegtighe-den natelaten , en hij was misschien de eerste , die door de alwetenheid Gods getroffen, uitnbsp;een beginsel van eerbied en geweten, na rijpnbsp;beraad, het gebed ter zijde geschoven had.
Deze verborgene strijd, met zich zelf en zijne vruchtelooze pogingen, herhaalden zich somtijds , maar zij wierden ook altijd door de kracht der verzoeking overwonnen; en het isnbsp;niet te verwonderen dat zgn hart hierdoor, hoenbsp;langer hoe harder wlerd. Het wierd ook nietnbsp;verzacht of opgewekt door bgzondere uitreddingen uit dreigende gevaren, waaraan hg blootgesteld was. Eene van deze, was een val vannbsp;een paard; terwql hij in vollen galop eenennbsp;heuvel afrende , wierp hem het paard over dennbsp;kop heen ter aarde, en viel over hem heen,nbsp;zoo dat toen hg opstond, hg het paard voornbsp;zgne voeten bgna dood zag liggen. Hoewelnbsp;hem dezen val geen de minste smart veroorzaakte , maakte dezelve echter geene uitwerking op hem.
-ocr page 12-12
Eenig» weken na dit ongeluk, toen hg vau lËngeland in de Paketboot terug keerde , wierpnbsp;eene hevige storm het schip wederom op de En-gehche kust terug, en van daar , in den donkersten nacht de golven prqs gegeven zgnde , wierpnbsp;het op de Hollandsche kust, waar het in zulknbsp;een gevaar was, dat de kapitein de reizigersnbsp;noopte, om dadelgk indien zij er lust toe hadden; zich in het gebed af te zonderen, » want”nbsp;voegde hij er bij, » binnen weinige oogenblik-ken, zijn wij op den bodem der zee.” In dezen ©ogenblik, bad de majoor met bgzonderen ernst en men merkt op, dat terwgl hgnbsp;de Goddelgke barmhartigheid inriep, de windnbsp;minder wierd, en dus korten tgd daarna betnbsp;schip in goeden welstand Calais binnen liep.
De majoor was echter door het voorgevallene zoo weinig getroffen, dat hg zgne reis-geschie-denis aan sommige zgner medgezellen verhalende, en zg hem om de verhooring zgner gebeden bespotteden, zich verontschuldigde, van ditnbsp;misdrgf te ernstig gesproken te hedben, er bgnbsp;voegende: » het was middernacht om welkenbsp;tgd mgne goede tante, en mgne moeder slapen,nbsp;anders zou ik dit gedeelte van den arbeid aannbsp;haar hebben overgelaten.”
Wg zgn nu genaderd tot de bg zonderheden zgner bekeering.
Dit merkwaardig, tgdstip was ongeveer in het midden van Julg 1719. De majoor had eenennbsp;zondag avond doorgebragt waar men slechts
-ocr page 13-ló
wereldsche vermaken najoeg en had aldaar zijn hof gemaakt, bg eene getrouwde vrouw, dienbsp;hem eene ongelukkige plaats bestemde, waarnbsp;zg om middernacht zouden zamen komen.
Het gezelschap ging om elf uren uit een; hg ging naar zgne kamer om aldaar dit vervelende uur door te brengen.
Bg toe val {zoo het scheen) ontdekte hg in zgn zak, een boek hetwelk tot tgtel had : Thenbsp;Christian Soldier, of heaven taken ly storm,nbsp;dat is : De Christelgke Soldaat of de hemelnbsp;stormenderhand ingenomen, hetwelk zgne moedernbsp;of zgne tante waarschgnlgk, in zijnen zak gedaan hadden; hopende in zulk een boek, geestige spreuken op zgn beroep toepasselgk, dienbsp;hem konden vermaken, te zullen vinden, namnbsp;hg zich voor hetzelve te doorbladeren, zondernbsp;echter aandachtig te zgn, op het geen hg las,nbsp;terwgl hg echter het boek in zgne hand hield,nbsp;werd er op zgnen'geest (God weet alleen hoe]nbsp;zulk eenen indruk gemaakt, die in het vervolgnbsp;de gewigtigste en heilrgkste gevolgen had.
Het scheen hem als of hg den Heer Jezus aan het kruis voor zich aanschouwde, die hemnbsp;toeriep: o zondaar ! ziet wat ik voor u geledennbsp;heb, en is dit, de wederdienst dien gg mgnbsp;hewgst ? (t)
Itl Men leeft ifbeeldingen van Jezna aan let kruis met de doornen kroon op hel hoofd , horen •welke de woorden gele*ennbsp;worden : v Menach ! deed ih voor u p wat doet gij voor mij ?nbsp;Misschien had de kolonel Gardiner zoo iets te voren wel ge-tien» maar niet hijsonder opgemerkt, dat het hun nu iti de
-ocr page 14-Hij viel magteloos in eenen leeningstoel neder, en bleef eenigen tijd bewusteloos.
Men gevoelt ligtelijk dat hg niet in staat was den tgd, dien hg bewusteloos was, te Weten,nbsp;en dat hij de geheele nacht niet eenmaal dachtnbsp;aan de slechte zamenkomst, die weinige uren tenbsp;voren zijne aandacht geheel tot zich getrokken had.
Hij stond op, in eene onbegrgpelgke verwarring en onrust, in eene verwondering en onbe-schrgfelgken angst des harten; hg ging zgne kamer op en neder, totdat hij van vermoeidheid nederviel. Hij beschouwde zich zelve alsnbsp;het slechtste monster, omdat hg door zgnenbsp;zonden zgn geheele leven den Christus op nieuwnbsp;gekrulsd had. Hieraan was verbonden zulk eennbsp;gevoel van de hoogheid en goedheid Gods datnbsp;dezelve bg hem een veroordeeiend mishagennbsp;aan zich zelven Verwekte, en hem het plannbsp;deed vormen om boete te .doen » in zak en
gedachten viel, en zijne verbeelding dit als -wezenlijk zich voorstelde , -was in het bestuur van zijnen groote Ontfermernbsp;de aanleiding en het middel van hem tot zichzelven te brengen* Niemand besluit echter hier uit als o£ zulke plotaelijkenbsp;invallen en verbeeldingen tot de bekeering noodzakelijk zoudennbsp;behooren of bijzondere waarde hebben 5 vdel minder, dat mennbsp;daarop ziek zou mogen gerust stellen , want de bekeering eensnbsp;zondaars is niet de vrucht eener zich vaak misleidende verheel^,nbsp;ding , maar van de verlichting en vernieuwing des harten doornbsp;den Heiligen Geest, welke langs onderscheiden* wegen doornbsp;Qods genade wordt daargesteld, en ’doorgaans trapswijzenbsp;werkt wordt. De vraag moet niet zijn , welke was de eerstenbsp;aanleiding, het uur en de dag'der bekeering, dit kan mennbsp;soms niet onderscheiden, maar ten ik de zaak zelve deeUefa-tig ? — Want op de zaak en niet op de aanleiding komt hetnbsp;,aan in het uur van sterven , en den dag van Jezus toekomt*
-ocr page 15-lO
asch.” Hij sprak oogenblikkelgk zgn vonnis uit, en bescbouwde zich de eeuwige verdoemenisnbsp;waardig. Hg was verwonderd dat hg niet doornbsp;God, te midden zgner losbandigheid met dennbsp;dood gestraft was. Hetgeen bg zonder opmerking verdiend, is: daar hg vastelgk geloofde,nbsp;dat hg reeds lang in de hel moest geweestnbsp;zgn, en gedurende eenige maanden, niet twgf-felde, dat de Goddelgke wgsheid en regtvaar-digheld noodzakelgk vordertlen, dat een menschnbsp;die zoovele zonden begaan had, tot een openbaar voorbeeld van Gods eeuwige wraak voornbsp;engelen en menschen strekken moest, zoo datnbsp;hg naauwelgks kon hopen, dat zgne gebeden,nbsp;zgne vrgspreking zouden bewerken, dat hg toennbsp;minder angst voor de hel gevoelde, die hg reedsnbsp;als zgne verblgfplaats beschouwde, dan wel hetnbsp;gevoel zgner verschrikkelgke ondankbaarheid,nbsp;omtrent God, den oorsprong zgns levens, ennbsp;omtrent dien Goddelgken Verlosser, die zichnbsp;zelven aan hem, op eene zoo aandoenelgkenbsp;wg^e als gekruisigd vertoond had.
Men begrijpt natuurlijk, dat hij door deze gedachten vervuld, het overige van den nacht slapeloos doorbragt; en dat hg in eenige volgende nachten, weinig rust genieten kon; zgn geestnbsp;was onafgebroken werkzaam met de goedheidnbsp;en reinheid Gods, met de genade, die hem innbsp;het Evangelie was aangeboden, maar die hgnbsp;versmaad had, met de zonderlinge voordeelennbsp;die hg genoten en misbruikt had; met de bg-
-ocr page 16-zondere gunsten, die hg van de Goddelgke Voorzienigheid ontvangen had, voornamelgk,nbsp;die hem uit de verschrikkelgkste gevaren, waarvan hg nu de onvermgdelgke en verwoestendenbsp;gevolgen inzag, gered had.
De voorregten van zgne goede opvoeding, die hg zoo zeer gering geacht had, hadden zulk-eennbsp;gewigt op zgn hart, dat hg het bgna niet konnbsp;uitstaan, en de dwaasheid van dezen met schuldige vermaken zoo zeer bevlekten loopbaan, dienbsp;hg gedurende zoo vele jaren, met zulk eenennbsp;hevigen lust doorloopen had , vervulde hem metnbsp;verontwaardiging jegens zich zelven, en jegensnbsp;dien grooten verleider, die hem zoo ongelukkignbsp;en zoo boosaardig bedrogen had.
Sedert dit merkwaardige tgdstip bleef het hart van den Majoor Gardiner, gedurende meer dannbsp;drie jaren, maar voornamelgk in de beide eerste , in eene zeer zonderbare gesteldheid. Hgnbsp;kende de vreugde niet, die een gevoel van vergeving uitwerkt, integendeel, dit geheele tgd-vak, eenige kortstondige oogenblikken van hoopnbsp;uitgezonderd, was hg overtuigd, dat hg naar allenbsp;waarscbgulgkheid zeker sterven moest. Hg wasnbsp;echter zoo doordrongen van de afschuwelgk-heid der zonde, van de goedheid van het hoogste . Wezen, en van de verhevene bestemmingnbsp;der Christelgke roeping, dat hg besloot hetnbsp;overige zgns levens, zoo lang het Gode behagennbsp;mogt, hem uit de hel te houden, op de verstandigste en nuttigste wijze door te brengen i
-ocr page 17-en voort te gaan, zich dagelqks of somtijds meermalen daags, voor God le verootmoedigen en zqne barmhartigheid in te roepen, om te beproevennbsp;of er voor hem niet eenige hoop op vergevingnbsp;zoude zgn; alles wat hij er op dezen oogenbliknbsp;van zeggen kon, was dat hg niet wanhoopte.
Hij was toen zoo overtuigd van het bederf van zijn eigen hart, dat hq aarzelde met cene] beslissende kloekmoedigheid, de zonde te beslrqden,nbsp;noch zich durven aanmatigen, in de tegenwoordigheid Gods , door eenige beloften te verbinden,nbsp;Jitj smeekte Hem echter onophoudelqk, van hetnbsp;slavenjuk der zonde hem te onthelFeu. Hij ontdekte bq zich zelve, eene verbazende verandering ten opzigle zqner genegenheden; zoo datnbsp;hij, hoewel hq de genoegens, die het vervullennbsp;onzer Godsdienstpligten ons verschaffen, zeernbsp;weinig kende; vurig wenschte hg, in de gelegenheid te komen er zich van te kunnen kwgten.nbsp;Zqne losbandige vermaken, die voorheen zijnnbsp;grootste geluk uitgeniaakt hadden, walgden hemnbsp;nU volkomen, het deed hem van harten leed tenbsp;moeten zien, dat menschen, zelfs diegenen,nbsp;welke hij niet kende, zich overgaven aan zulkenbsp;wezenlooze en verachtelqke vermaken.
Hij gebruikte dus zqnen natuurlgken moed, in een nieuw soort van strijdperk en hq wierdnbsp;de openlqke verdediger van de Godsdienst, innbsp;alle zijne grondbeginselen zoo veel liq die konnbsp;weten, voornamelqk in de matigheid, regtvaar-digheld en heiligheid.
-ocr page 18-Niettegenstaande dit, wenschte hij vurig, en wachte zich ook naauwkeurig, om niet in eennbsp;ander uiterste te vervallen; het was zelfs reedsnbsp;den volgenden dag, het voorwerp van zgnnbsp;gebed, dat Hq hem mogt bewaren, dat zgnnbsp;gedrag niet tot slgfheid en meesterachtigheidnbsp;oversloeg, die aan de genen welke hem omringden , valsche en stgve denkbeelden van dennbsp;Godsdienst konden inboezemen, en welke hemnbsp;blootstelden aan het verwqt dat hg dan nochnbsp;beminnelgk, noch vertroostend was.
Het was daarom, dat hij in gezelschap altijd zoo vrolgk was, als zgn geweten het toeliet,nbsp;maar niettegenstaande al zqne voorzorgen, bemerkte men somtgds bij hem sporen van inwendig verdriet, hetwelk het gevoel van zgnenbsp;overtredingen gn van zgu ongeluk, bg hemnbsp;veroorzaakte.
Hg maakte van zgne gemoedsverandering echter geen geheim, hoewel hij, de bijzonderenbsp;omstandigheden, die deze verandering veroorzaakt hadden , hen niet ontdekte. Hij zeidenbsp;openlgk aan zijne vorige beste vrienden, datnbsp;hij van het zoolang door hem gehouden levennbsp;afstand deed, en dat hg hetzelve dwaas ennbsp;buitensporig gevonden had, onwaardig aan re-delqke schepselen, en nog onwaardiger, aannbsp;zulke lieden die zich Christenen noemen.
Hij plaatste zijnen standaard dan bij alle gelegenheden , tegen de ontrouw en lt;1® ondeugd Zoo vast, als hg zijn vaandel op het slagveldnbsp;geplaatst had.
-ocr page 19-19
Er wdS toen ter tgde te Para's, eene zekere dame, die met het gevoelen van het dëismusnbsp;ingenomen was , zich een groot genoegen maakte , hetzelve te versterken en te verdedigen.nbsp;De majoor antwoorde haar, als een man dienbsp;hot ongegronde van hare stellingen geheelnbsp;doorzag, en wien het leed deed, haar op zulknbsp;een dwaalspoor te zien, met zgne gewone'nbsp;vrijmoedigheid, maar ook met die kieschheid,nbsp;welke hem altqd bgzonder éigen was. Daaropnbsp;daagde zij hem uit om deze zaak geheel tenbsp;bepleiten, en verzocht hem eenen dag te bepalen , op denwelken hg, vergezeld van eeni-ge Godgeleerden van welke zg hem de keusnbsp;overliet, hg haar te komen eten. Een gevoelnbsp;van pligt drong hem, deze uitdaging aan tenbsp;nemen, maar naauwelgks had hij dezelve aangenomen , of hg geraakte in eene verlegenheidnbsp;en eene uitstekende angst, door de vrees datnbsp;bij dezelve, daar hij slechts een Christen vannbsp;zes weken was, schade aan deze goede zaaknbsp;zou doen, door zgne ongeschikte wgze omnbsp;het te verdedigen.
Hg zocht dus zijne hulp, in onophoudelgke geheden, die hg tot God opzonut, op dat hijnbsp;hem verwaardigen raogt, in deze omstandigheidnbsp;hem geschikt te maken de waarheden op zulkenbsp;wijze te verdedigen, dat er geen twgfel meernbsp;behoefde over te blgven. Hg zocht, dan denbsp;bewgzen zoo veel hem mogelgk was, in zgnnbsp;geheugen terug te roepen, en daar hij vreésde
-ocr page 20-20
met geene genoegzame vrqmoedigheid te zullen spreken voor een aantal Godgeleerden 'zondernbsp;den schijn te hebben van zich te veel aan tenbsp;matigen, ging hg op den bepaalden dag alleennbsp;naar deze dame.
De Majoor opende het gesprek met de gronden van de Christelgke Godsdienst bloot te leggen, zoo als hg dezelve in zijn geheugennbsp;gerangschikt had, en hij betoogde dat denbsp;Apostelen, in geene hersenschimmige denkbeelden verkeerden, en dat zij geen voornemennbsp;hadden kunnen hebben, om ons te bedriegen,nbsp;in de verhalen die zg ons geven van dezenbsp;groote daden, die zg bevestigden; met welkenbsp;daden de waarheid van de Christelgke Godsdienst , ten naauwste verbonden is. Het Wasnbsp;eene groote aanmoediging voor hem, te bevindennbsp;dat, hoe ongewoon ook hem zulke gesprekkennbsp;waren, hg eene gemakkelgkheid zoo wel vannbsp;gedachten als van uitdrukking had, dat hijnbsp;zich al de punten herinnerde, en dezelve totnbsp;het toppunt zgner wenschen uitvoerde.
De dame hoorde met aandacht, en wachtte tot hij geëindigd had om hem te antwoorden;nbsp;zij bragt vervolgens eenige tegenwerpingen lenbsp;voorschijn, welke hg op zulk eene voldoendenbsp;wgie wederlegde; dat zg eindelgk in tranennbsp;vvegsraolt, door de kracht zijner rede overwonnen , en zg scheen eenigen tijd door ditnbsp;gesprek levendig geroerd, zoo dat sommigenbsp;barer vrienden het opmerkten. Men heeft alle
-ocr page 21-21
/
reden om te gelooven, dat de indruk op haren geest gemaakt, wortel genoeg gevat Jiad, omnbsp;haar ten minste in het vervolg te bewaren,nbsp;vaii niet meer als verdedigster van het ongeloof en twgfelzucht op te treden. Zoodanig wasnbsp;de uitkomst van den eersten strqd, dien hgnbsp;om de Godsdienst en de deugd te verdurennbsp;had i en er ging vervolgens bgna geen dagnbsp;voorbg , dat er zich niet eene andere op nieuwnbsp;opdeed. De onophoudelijke zotheden , waarmede men hem in bgna al de gezelschappen,nbsp;waar hij te voren de voornaamste was, ontving, bragten h^ somtijds in eene ongewonenbsp;verlegenheid, zoo dat hij betuigde, dat hg liever tegen eene vijandelijke batterij met kanonnen beplant zou loopen, dan zoo dikwgls genoodzaakt te zgn, zoo als hij het nu was,nbsp;tegen belegeringen van zulk eenen vgand tenbsp;strgdeu.
Maar gelgk een dapper soldaat, in een’ eersten slag, waartoe hg zich verbonden heeft, standvastig blgft, zoo ook hg, hoewel hg dikwgls hg de nadering des slags beefde , en weldra kwam hg, al deze indrukken van vrees tenbsp;boven, wien het weinig menschen welligt gegeven is, geheel te overwinnen.
Met één woord, hg ging voort zoo als ieder christen door de Goddelijke genade doen kan,nbsp;en het einde van dit alles was, dat men de tegenstand en beschimping veranderde in achtingnbsp;en onderscheiding.
-ocr page 22-22
Omtrent twee maanden na zgue merkwaardige verandering, begon hij tot zgne troost eenige stralen van hoop te voeden j zoo datnbsp;hg inzag, dat hoe slecht hg ook was , hijnbsp;uogtans vergeving kon -’•erkrijgen, door de tus-schenkomst van eenen Middelaar , en op het eindenbsp;van October 1719, bevond hij zich op eenmaalnbsp;verlost van den last, dien zijnen geest ter neder drukte, door de bijzondere bidruk welkenbsp;de plaats uit de Heilige Schrift (f) op hemnbsp;maakte.
Want zij hebben alle gezondigd, en derven de Heerlijkheid Godsf En worden om niet geregtvaardigd uit zijne genade doornbsp;de verlossing die in Christus Jezus is.nbsp;Welke God voorgesteld heeft tot eene verzoening , door het geloof in Zijnen bloede,nbsp;tot eene betooning van Zijne regtvaardigheid,nbsp;door de vergeving der zonde die te voren geschied zijn, onder de verdraagzaamheid Gods.
Hij verbeelde zich, dat Gods regtvaardigheid eischte dat iemand die gelijk hij, zoo vele ennbsp;zoo groote zonde begaan had, tot de straffennbsp;der hel geoordeeld vvierd, maar nu was hij geheel overtuigd, dat de Goddelijke regtvaardigheid geheel voldaan en verheerlijkt kon worden , door hem te redden, om het bloed vannbsp;Jezus Christus, wiens bloed van alle zondennbsp;reinigt.. Hij was dus geneigd om de Waardenbsp;en de genade van eenen Verlosser te gevoelennbsp;(iquot;) Hora. IH : 23—i5.
-ocr page 23-en te schatten, en zoo niet alleen dat hij geneigd was om zijne ziel met het grootste ¦vertrouwen, met de grootste vreugde, over tenbsp;geven, maar zelfs, dat zijn hart geheel lotnbsp;wederliefde overgebogen werd, welke sedert ditnbsp;gelukkige tijdstip, het ware en zuivere puntnbsp;van zijne gehoorzaamheid werd, en hem aanzette met meerderen moed, den wil van God,nbsp;in zijne geboden uitgerukt, te volgen, zoodatnbsp;God hem verv;aardigde , zoo als hij het zelfsnbsp;meermalen uitdrukte, hem op een' oogenbliknbsp;van de slavernij der zonde te verlossen.
Al het voormalige vreezen veranderde nu in onuitsprekelijke vreugde. Nadat de eerste uitwerkselen van vreugde wat over waren, genoot bij eene zachtere en meer gematigde blijdschap , doch de indrukken waren er zoo diep ennbsp;zoo voortdurend van, dat hij op zijn woordnbsp;van christen en van vriend betuigde, dat, hoenbsp;zonderbaar bet ook moge voorkomen, hij gedurende zeven jaren na zijne bekeering, eeni-germate een paradijs op deze aarde genoot.nbsp;Zijne ziel was bijna altijd onophoudelijk vervuld, met het gevoel van de liefde Gods innbsp;Christus, zoo dat zijn hart zich eiken morgennbsp;zoodra bij ontwaakte, verhief tot God, de oorzaak zijner zegenpraal.
Deze gedachten verlieten hem den geheelen dag niet, tot op den oogenblik dat hij zichnbsp;ter ruste begat; dan gaf eene korte tusscbenpo-zing van slaap (want veel .stond hij zich nietnbsp;toe) zijnen geest nieuwe veerkracht, om de
-ocr page 24-zelfde gedachten ia eene meer aandacUtige en gevoelige mate te 'vervolgen.
Zulk eene levenswijs als hij nu omhelsd had, kon hij in den kring waarin hij zich thansnbsp;bevond, niet zonder eene groote tegenkantingnbsp;voortzetten. Hij gewende zich dan terstond ,nbsp;en hield dit tot het einde zijns levens vol »nbsp;om de ondeugd en goddeloosheid te bestrijden, en hij vreesde niet, tegen wien ook, zijnenbsp;zaak te bestrgden, zeker dat derzelver goedheid hem de overhand zou bezorgen.
Hier toe bood zich omtrent het midden van het jaar 1720 , de eerste maal dat hij na zijnenbsp;bekeering in Engeland kwam om er een vrijnbsp;lang verblgf te houden, eene geschikte gelegenheid aan.
Hq had op het vasteland gehoord, dat in zijn vaderland, onder zijne bekenden het gerucht verspreid werd, dat hij geheel en al zgnnbsp;verstand verloren had, welk gerucht niemandnbsp;zal bevreemden, die weet, hoe de wereld overnbsp;zulke gevallen redekavelt. Hij begreep datnbsp;het hem nog veel strgd zoude kosten; zoonbsp;spoedig mogelgk, wilde hg daarom deze zaaknbsp;doen ophouden.
Daar hg eenige dagen op het landgoed van een aanzienlgk heer, met wien hij te vorennbsp;in eene bgzondere vriendschap geleefd gehad,nbsp;moest doorbrengen , verzocht hg hem dien tennbsp;gevolge, de vriendschap te willen bewgzen,nbsp;dat de zaken zou zouden ingerigt worden, dat
-ocr page 25-twee of drie dagen na zijne aankomst, ds meeste van hunne voormalige vrienden, zichnbsp;bg zijne lordschap ter tafel bevinden mogten ,nbsp;opdat hij zich voor hun mogt rcgtvaardigen ,nbsp;hun den aard en de oorzaak zgner veranderingnbsp;kon bloot leggen. Dit werd alzoo ingerigt, ennbsp;op den bepaalden dag bevond zich aldaar eennbsp;vrg aanzienlgk getal lieden, die, vooraf onderrigtnbsp;dat de majoor Gardiner van de partij zoudenbsp;zgn, onder het eten vele boertergen maakten,nbsp;waarop de majoor weinig acht gaf.
Maar toen men het tafelgoed had afgenomen, en de dienstboden zich verwgderd hadden, verzocht hij hun allen, hem gedurende eenigenbsp;minuten toegevend aan te hooren.
Hg zeide hun ernstig en duidelijk de gedachten , die hij omtrent de deugd en de Godsdienst verkregen had, en dat hg na rgp beraad, volkomen geneigd was om er door de Goddelijkenbsp;genade, de voornaamste bezigheid zgns levensnbsp;van te maken, welk verlies dit ook mogt veroorzaken, of welke verachting of misprgzingnbsp;dit ook ten gevolge had. Hg was te zeernbsp;overtuigd dat het zeer ontijdig zou geweestnbsp;zijn, om in zoodanig gezelschap als hij zichnbsp;thans bevond, de bijzondere wijze zijner verandering te verhalen; want zij zouden hemnbsp;waarschijnlijk, niettegenstaande de kracht ennbsp;bondigheid zijner redenen, al spoedig voornbsp;waanzinnig verklaren; hij vergenoegde zich dannbsp;om het betaraelijke van een deugdzaam, matig
-ocr page 26-en goclvruchtij'- leven op te geven, en dit bewees hij zoo voldingend, dat niemand der gasten er iets tegen bad in te brengen. Hij noopte hen vervolgens Ie beproeven, of men dan eennbsp;onregelmatig en verkwistend leven, boven eennbsp;aan de vrees, de liefde en do dienst van Godnbsp;gewijd, en met de grondbeginselen des Evangelies overeenstemmende, zon verkiezen.
Hg liet niet na hen te betuigen, volgens zgne eigene ondervinding, (en vele onder ben warennbsp;er gedeeltelik getuigen van) dat hg, nadat hgnbsp;de loopbaan der zinnelijke genoegens, metnbsp;al de Voordeelen welk een sterk en gezondnbsp;gestel hem verschaffen kon, doorloopen had,nbsp;nimmer een oogenblik eigenlgk gezegd Waar geluknbsp;genoten bad , voor dat hij de Godsdienst totnbsp;zgn vermaak en uitspanning gekozen bad. Hgnbsp;verklaarde hen vrgnioedig en bescheiden, dalnbsp;hg nu in zijne ziel vrede en voortdurendenbsp;helderheid genoot, en met welk een rust ennbsp;genoegen hg nu die voorwerpen beschouwdenbsp;welke de vrolgkste zondaar, als afschuwelgknbsp;beschouwen moet.
Hierop maakte de gastheer, iemand van een open karakter, een einde aan den strijd, zeggende : « Kom laten wg nu over iets andersnbsp;Spreken; wij dachten dat dezen man gek was,nbsp;maar waarlgk hij heeft ons nu overtuigd datnbsp;wij liet zijn.”
Deze gelukkige inval bespaarde hem nu vervolgens vele onaangename tegenspraak. Toen
-ocr page 27-zijne vorige vrienden bemerkten, dat bij zijn gezelschap steeds waardig was, en standvastignbsp;bij zijn besluit bleef, hielden zij van lieverledenbsp;op, hem lastig te vallen, zoo dat hij getuigdenbsp;dat hij in plaats van bij de verandering zijnsnbsp;levens, waardige vrienden verloren te hebben,nbsp;hij zich meer geacht en geliefd bevond, zelfsnbsp;door dezulken, die niet konden overgaan omnbsp;zijn voorbeeld na te volgen.
Er is in het leven van den kolonel Gardiner tot in het jaar 1726 niets bijzonders voorgevallen , als dat hij met lady F. Eiskine, dochter van den graaf van Buchan huwde , bg welkenbsp;hij dertien kinderen verwekt heeft, waarvannbsp;vijf hem overleefden.
Alvorens nu deze geschiedenis te eindigen, zal het welligt niet ten onpas of onnut zijn,nbsp;eene korte beschrijving van het karakter tennbsp;opzigte van dezen uitmuntenden man, de bijzondere gelegenheden zijns levens te geven ,nbsp;dit een en ander zou welligt aan de lezersnbsp;goede voorbeelden ter navolging kunnen aanbieden. Wanneer men hem beschouwd in hetnbsp;dagelqksche leven, aan het hoofd van eennbsp;huisgezin, vervuld met liefde en achting omtrent hem, zoonbsp;nbsp;nbsp;nbsp;niemand verwonderen
te vernemen, dat zgne eerste zorgen daar henen gerigt waren, om in zgn huis eene kamer ternbsp;uitoefening van de huisselgke Godsdienst afnbsp;te zonderen, welke bestond in het lezen vannbsp;de H. Schrift en in een algemeen gebed, en
-ocr page 28-528
eindigde met zingen ter eere ^'an den Heer; die liet hg niet voor welken gast ook , wantnbsp;zag het aan als een gedeelte van de achting,nbsp;welke hg diegenen die hem bezochten schuldignbsp;was, en hg meende dat men onbeleefd handelde ,nbsp;iudien hij door de nalatiug van dezen pUgt,nbsp;dezulken die hg herbergde, een bewijs wildenbsp;geven, als hield hg hen minder Godsdienstignbsp;dan zich zelven.
Naarmate zijn gezin toenam, vond hij zich genoodzaakt een predidant bij hem te neraem,nbsp;die de pligten van onderwgzer zgner kinderennbsp;en van kappelaan voor zgne rekening had ,nbsp;welke men dan ook altijd met achting en onderscheiding behandelde.
Hij liet ook niet na de openbare Godsdienst waar te nemen , en hg zorgde altijd dat de kinderen en dienstboden er de hoofden van hetnbsp;gezin vergezelden. Zgn beroep, hetwelk hemnbsp;noodzaakte somtijds maanden achter een vannbsp;huis te zgn, stelde hem buiten staat om zichnbsp;zelve aan de vorming zgner kinderen in hunnenbsp;jeugdige jaren over te geven , hetwelk veel toe-gevenheid vereischt, maar voor eene ziel, zoonbsp;welwillend, zoo verlicht en zoo vol gver als denbsp;zgne , zonder tegenspraak eene bron van denbsp;zuiverste genoegens zou geweest zgn.
Wanneer hij bg hun was, liet hg niet na om hen te ouderw'gzen en hen tol het goede aannbsp;le zetten, en het diep gevoel waarmede hgnbsp;altgd van Goddelgke zaken zoo wel, als de
-ocr page 29-29
wezenlqk niet ingebeelde onverschilligheid van dat gene hetwelk de ligtzinnige wereld het eerstnbsp;bewonderd, sprak, waren voor hun dagelqkschenbsp;lessen van wisheid en Godsvrucht. Het is ligt tenbsp;begrqpen dat de eerste vonken van genie innbsp;de jeugdige spruiten hem dermate verheugde,nbsp;dat hg eene geheime eerzucht gevoelde om hemnbsp;'n het gene zij ondernamen te zien uitmunten;nbsp;niettegenstaande dat, wantrouwde hg dikwglsnbsp;zgn eigen hart, door de vrees van aan hun tenbsp;veel verkleeefd te zgn, daar hij in allen opzigtenbsp;volkomen aan Gods wil wenschie ondergeschiktnbsp;te zijn. Voorwaar een zeer gelukkig standpunt,nbsp;op hetwelke hg reeds eenen zeer hoogeii trapnbsp;bereikt had.
Als men hem als heer des huizes beschouwd ten opzigte zijner dienstboden, zoo kan mennbsp;weldra bemerken dat zoo wel zijne natuurlijkenbsp;zachtmoedigheid en de heheersching die hg overnbsp;zgne hartstogteu bezat, hem van onbetamelgkenbsp;uitvallen van drift en oploopendheid omtrentnbsp;diegenen die onder zgn bestuur stonden, onthield, als zgne natuurlijke grootheid van zielnbsp;hem tot de zachte gewoonte aanspoorde, omnbsp;zooveel in zgn vermogen was hunnen staat tenbsp;veraangenamen; bij dit alles vergat hg niet hennbsp;dikwgls lot behartiging van het welzgn hunnernbsp;zielen aan te moedigen, en hun in de pligtennbsp;van de Godsdienst te onderwijzen.
Gaat men verder voort, en beschouwt men hem als krggsraan , zoo was zgnen moed en
-ocr page 30-dapperlieül even zoo opmerkelgk op het slagveld, als zgne deugden in den kring van zgn huisgezin. Hg hechte eene bgzondere aandachtnbsp;op hetgene -waaromtrent de verschillende plig-ten van de Godsdienst en van zgn beroep nietnbsp;tegenstrgdig waren Het was daarom, dat hijnbsp;alles wat men voor voorwendsel aangeven wilde om de soldaten, hetzij hun bg hunne paarden te houden , of om hunne wapenen in ordenbsp;te brengen , op het uur van de openbarenbsp;Godsdienst, ten hoogste afkeurde; integendeelnbsp;had hg de gewoonte wapenschouw te houdennbsp;eer de Godsdienst-oefening begon, en van denbsp;parade begaven zg zich naar de kerk,, -waarnbsp;zg zich altgd, zoowel met grootheid van zielnbsp;en onderscheiding, als met ware nedrigheidnbsp;onder de Godsdienst-oefening gedroegen, totnbsp;beschaming van vele andere toehoorders.
Om de goede krijgstucht onder zgne soldaten krachtig te onderhouden, stelde hg zich altgd voor hen allen genaakbaar, en toondenbsp;-altijd eene groote belangstelling zoowel in hunne tgdelijke als eeuwige belangen; dit verhinderde hem echter niet, om de noodige vastheidnbsp;te behouden in de uitvoering van die straffen,nbsp;welke hij begreep dat men verdiende.
Ten voorbeeld kan men hiertoe bijbrengen, ¦hetgeen hem te Leivertin gebeurde : gedurendenbsp;dat een gedeelte van zijn regiment m de nabuurschap van genoemde stad gelegerd was ^nbsp;begaf zich de kolonel in het midden van den
-ocr page 31-3i
nacht, incognito in het leger; want meermalen bragt hq den nacht In zqn hoofdkwartier in de stad door; een van de schildwachten hadnbsp;zgne wacht verlaten, en toen men hem gevangen nam, vervloekte en verwenschte hq degenennbsp;die hem ontdekt hadden; dit misdrqf verfoeidenbsp;de kolonel geheellqk, hij liet ook niet na hemnbsp;hierover te berispen. De soldaat scheen vervolgens zeer beschaamd en verlegen over hetnbsp;geen hq gedaan had; nletegenstaande dit gelaste de kolonel dat men hem den volgendennbsp;morgen naar zqn kwartier liet brengen, waarnbsp;hg eene bqzondere straf voor hem had uitgedacht; gedurende dat de soldaat deze strafnbsp;onderging, hield de kolonel zich onledig omnbsp;hem met ernst en met zachtheid de grootheidnbsp;van zqn misdrqf onder het oog te brengennbsp;hq toonde hem aan dat hq de Goddelqke toornnbsp;over zich verwekt had, en bragt het door denbsp;smarten die hq nu ondervond, zoo ver dat hijnbsp;erkennen moest hoeveel verschrikkelqker hetnbsp;was « te vallen in de handen des levendigennbsp;Gods” en de eeuwige verdoemenis te ondervinden, die hq gewoon was zoo ligtvaardig overnbsp;zich en zijne makkers in te roepen ; de uitkomstnbsp;van deze handelwijze van den kolonel was,nbsp;dat de schuldige niet slechts met onderwerping,nbsp;maar ook met dankbaarheid zijne straf onderging, en eenige jaren daarna spiak hq er nognbsp;zoodanig over, dat men hoop konde voedennbsp;dat dit vooral bqgedragen had, om eene go-
-ocr page 32-zegende verandering in zgn hart daar te stellen Deze waardige overste stelde altijd het hoogste tbelang in de heiliging van den naam vannbsp;God. Hij leide zich tos om het verfoegelgknbsp;misdrijf van liegen en bedriegen , ware het mo-gelgk, geheel uit te roegen, dat voornamelijknbsp;bg soldaten zoo gewoon is,
Hij uitte dikwgls zgn gevoelen omtrert dit onderwerp aan het hoofd van zgn leger , ennbsp;beval zijne kapiteins en de andere officieren aan,nbsp;om zijne woorden door hunne voorbeelden tenbsp;bevestigen; zgnen ijver was in zulke gevallennbsp;zeer groot en hg bewerkstelligde dikwgls, metnbsp;zeer veel vrucht de middelen die hij hiertoenbsp;aanwendde, niet alleen bij zijne gelgken, maarnbsp;ook bg igne meerderen j zijne mildadigheidnbsp;.was niet minder schitterend dan zijnen ijver; denbsp;zachte en levendige gevoelens van zijn hart,nbsp;noopten hem om met eene milde hand weldadennbsp;uit te reiken; maar bovenal zgne vurige liefdenbsp;tot den Heer Jezus Christus, zette hem aan omnbsp;zgne arme broeders en zusters bij te staan.nbsp;Hij rekende het zich tot eer dat de Voorzienigheid hem in staat gesteld had, om in zeksrnbsp;opzigt zgn rentmeester voor de armen te zgn,nbsp;en meende zijne vrienden van dat geluk deel-genooten te moeten maken, door hen met denbsp;ultdeeling zijner liefdegaven te belasten. Zijnenbsp;heldenmoedige verachting van den dood waarvannbsp;hij te midden der grootste gevaren de ondubbel-zinnigste bewijzen gegeven had, staafde zich
-ocr page 33-Ob
op n’cuw, met eenen zgner beste vrienden sprekende) en daar hg te voren meer daueens verklaard had dat zoo het Gods wil was, hg het verlangennbsp;koesterde om zgn leven tot verdediging van Godsdienst en vaderland over te geven , zoo gehoorzaamde hg ook oogenblikkelgk, toen het hemnbsp;bleek dat men zgne dienst noodig had, aan hetnbsp;bevel om uit te trekken. Dat kan de lezer zelvenbsp;beoordeelen, uit eenen brief dien hij slechts achtnbsp;dagen voor zijnen dood schreef. « De rebellen , ”nbsp;zeide hij, tt naderen om de Frith over te trekrnbsp;ken , maar ik stel mijn vertrouwen in den alraag-tigen God , die doet wat hem behaagd met de heir-legers des hemels en de inwoners der aarde.”
Deze gevoelens bleven hem op de treffendste wijze tot aan het einde zijns levens bij. Hij ontvingnbsp;echter bevel niet haastigen tred naar Dunlar tenbsp;gaan, en deze spoedige terugtogt, verbonden metnbsp;het droevige nieuws dat Edinburg in de handennbsp;der rebellen gevallen was, verwekten in tweenbsp;dragonders-regiinenten eene groote vrees. De kolonel was er zoodanig door getroffen , dat donderdagnbsp;voor de ongelukkige slag van Frestonpan, bijnbsp;eenen hoogen officier deed blijven, om «lat hijnbsp;verwachtte dat de zaken zouden eindigen zoo alsnbsp;de uitkomst geleerd heeft, en hij zeide lot iemandnbsp;die hem was komen zien: « Ik kan zoo geen invloed hebben op het gedrag van anderen als ik welnbsp;wcnschte, ik 2elf heb mijn leven voor het belangnbsp;van mijn vaderland overgegeven, en dit zal ik.nbsp;altijd in het oog liouden.”nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,j
-ocr page 34-Vrijdag 20 September 1745 , \ó6r den dag welke hem de overwelkelijke kroon der reglvaardigheidnbsp;deed bereiken, omtrent den middag, toen het ge-heele leger in slagorde geschaard stond, doorliepnbsp;de kolonel zijn geheele regiment, en moedigde denbsp;soldaten op de waardigste en levendigste wijze aannbsp;om zich wel als krijgslieden , maar ook als Chris~nbsp;tenen te gedragen, om hunnen geheelen moed lotnbsp;welzijn van hun vaderland aan te wenden, en nietsnbsp;na te laten om zich voor te bereiden, hoe de uitkomst van de slag ook ware; zij schenen zeer getroffen door zijne rede, en toonden eene grootenbsp;begeerte om oogenblikkelijk op den vijand aan tenbsp;vallen, eene begeerte die hij, en nog een andernbsp;hoog officier, gaarne had ingewilligd indien het innbsp;hunne magt geweest ware ; maar zoo wel de eennbsp;als de andere werd niet gehoord; hg bragt hetnbsp;overige van den dag door, om de beste vertellingen die hem mogelgk waren te maken. Hijnbsp;bleef den geheelen nacht in de wapenen , gewikkeld in zgnen mantel en bedekt door eenen hoopnbsp;graan, die op het veld was. Omtrent drie uren desnbsp;morgens riep big vier zgner dienstboden; hg liet ernbsp;drie van henen gaan, en gaf hen de Christelijkstenbsp;en gevoeligste vermaningen mede , en zette hen aannbsp;om alfgd hunnen pligt te betrachten en voornbsp;hunne zielen te zorgen; hg zeide hun allen dat hgnbsp;van gevoelen was dat h^ hen voor de laatste maal toesprak. Men heeft reden om te gelooven, dat de overige tgd door hem besteed werd in die stemmingnbsp;tot God, waaraan hg zich reeds lang gewend had.
Met het krieken van den dag was het leger reed^
-ocr page 35-in opstand door het leven dat de muitelingen maakten, en de slag geschiedde voor zonnen opgang.nbsp;Zoodra de vganden een schot van hem af waren,nbsp;deden zq eenen versclirlkkelqkeu uitval, en de dragonders, die den linkervleugel vormden, vluglennbsp;dadelqk. De kolonel ontving bq den aanvang vannbsp;het gevecht, dat niet meer dan eenigo minutennbsp;duurde, een kogel in de linker borst, dat hem opnbsp;zijn zadel deed sidderen. Zqn’ knecht die zijn paardnbsp;geleld had, wilde hem overreden om het slagveldnbsp;te verlaten, maar hij zeide dat het niets te bcteeke-nen had , dat de kogel slechts in het vleeschgekomennbsp;was; en naauwelqks met vechten voortgaande, ofnbsp;hem trof een andere kogel in zqn rcgter dij. Hqnbsp;werd eenige oogenhlikken door zijnen bediende, ennbsp;voornamelqk door een vijftlen-tal dragonders, die totnbsp;dat einde hij hem bleven , ondersteund.
Maar na een zeer klein vuur, werd het geheele regiment, door eene panische schrik vervuld; cu niet tegenstaande de pogingen, Vi.n den kolonel en eenigenbsp;waardige officieren, eindigde dit in eene geheelenbsp;vlugt. Terwql de kolonel, zich eenige oogenhlikkennbsp;Stil hield, waarschijnlqk, om te overdenken wal hemnbsp;in deze hachelijke omstandigheden te doen stond,nbsp;zaghq op eenigen afstand een gedeelte volk strijden,nbsp;doch hetwelk eenen aanvoerder ontbrak , oogen-hlikkelqk vloog hg naar hen toe, en riep him uit alnbsp;zgne magt toe; « Vuur!mgna Underen^ vrees niet!'*
Naauwelqks had hq deze woorden uitgesproken , of een Bergschot viel met een verradelgk wapentuig met een langen punt voorzien op hem aan, ennbsp;wonde zqn regter arm, welke slag hem dermate
-ocr page 36-56
trof, dat hq zgnen degen uit de hand liet vallen , en terwglhq bezig was het moortuig uitde wonde te nemen, kwamen er anderen op hom aan, die hem vannbsp;zijn paard neder wierpen; op hetzelfde oogenblik datnbsp;hij viel gaf een andere bergschot hem een slag opnbsp;het hoofd, dat de doodelgke slag was. Alles wat zqnnbsp;getrouwe knecht vervolgens zag , was dat, daar denbsp;hoed des kolonels scheen te zullen vallen, hij hemnbsp;met de linkerhand vatte , en hem daarmede wees omnbsp;zich te verwqderen, zeggende daarbg : «denk aannbsp;uzelven,” Dit waren de laatste woorden die hij hemnbsp;had hooren uitspraken. Hierop vlugte de knechtnbsp;oogenblikkelqk naar eenen molen, twee mijlen vannbsp;daar gelegen, waar hg van kleeding veranderde , ennbsp;verkleed als een molenaarsknecht hegaf hg zich metnbsp;een wagen naar de plaats waar de kolonel gevallennbsp;was, en kwam twee uren na de slag aldaar aan.
Het gedruis van den aanval hadbgna opgehouden , en hg vond dat zgn waardige meester nog adem haalde, men had hem echter van zijn ho-rologie en andere dingen van waarde beroofd, ennbsp;van zijne kleederen en laarzen ontbloot.
Hoewel hij met in staat was te spreken, opende hij echter toen men hem ophief zijne oogen, dit deednbsp;hopen dat hij nog niet geheel ongevoelig was.
In deze omstandigheden en op deze wijze , bragt men hem weldra naar de kerk van Tranant, in hetnbsp;buis van den predikant, waar men hem 'op lgt;cdnbsp;leidde , en waar hg lot elf uren des morgens bleefnbsp;adem halen, toen hg voor altgd de moeite en de smartnbsp;vaarwel zeide. Zijn ligchaara werd den volgendennbsp;dingsdagi den 24 September, met groote plegtigheidnbsp;in de parochie-kerk van Tranant, waar hij gewoonnbsp;was de openbare Godsdienst hg te wonen , begraven.