■tav
|
||||||||||||||||
f*l
|
||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||
I
■
|
||||||||||||||||
v.*
|
||||||||||||||||
I
|
||||||||||||||||
61
|
||||||||||||||||
/ i ij.......>-.
|
||||||||||||||||
AMSTERDAM,
IN ZYNE
OPKOMST, AANWAS, GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN,KOOPHANDEL,
.GEBOUWEN.,.
KERKENSTAAT, SCHOOL EN,
SCHÜTTERYE, GILDEN
REGËERINGE,
BESCH reeven,
DOOR
■2 A N fFJGENJJR,
|
||||||||||
HISTORIESCHRYVEIL DER STAD.
DERDE S T Ü &
|
||||||||||
Te AMSTERDAM,
Ey I S A A K T I R 1 0 N. M D C C L X I I.
Met Tiiv'üegit van de Edele Groot-Mogende Heeren Staaten v3js
Holland en Weftyriesland. I DER R»KSUNIVERSnejT_UTRfcCH!j
|
||||||||||
3
T W Ë Ê b E t> Ë E L.
GESCHIEDEN I *,S S E N
VAN
AMSTERDAM,
|
||||||
ZESDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van't jaar 1534» tot bet jaar 1555. DE Hervorming, die Maarten Luther x oor-
in 't jaar 1517, in Duitfchland hadt fprong begonnen te prediken, was, kort daarna, der Hef- in Holland, en tot in Amfterdam doorge- vonnin* drongen: en naardemaal, onder fchyn der- 1^24» zelve, omtrent deezentyd, merkeïyke be- roerte verwekt werdt in deeze Stad, zal 't niet ondienftig zyn, dat wy de gefchiedenis der Hervorminge van Amfterdam, hier ter plaatfe, van haaren oorfprong ophaalen; zonder dat wy ons byna zullen behoeven te bedienen van het werk, dat, onder den ti- tel van Hiflorifche Befchryving der Reforma- tie van Amfterdam, het licht ziet; alzo daar- in zeer weinig gevonden wordt van 't gene* omtrent de beginfelen der Reformatie in deeze Stad, merkwaardig is. De Leer van Luther was, al in 't jaar invdd-
1518,bekend te Dordrecht (#), vermoede- ring dëi (a) DeVerwyk Ddidr. H. ï.27.
III. Stuk. A %
|
||||||
4 AMSTERDAMS IL Deel.'
1534- lykderwaards gebragt doorDuitfcheKoop-
onder hiiden > die veel in die Stad verkeerden. Veel- eenige h'gt, is zy, omtrent dien tyd, ook reeds te ingezete- Amflerdam verfpreid. Immers de Redery- "en van kers, die toen al eene Kamer te Amflerdam dam hadden W» hebben, naderhand,getoond, dat zy der Hervorminge waren toegedaan de Red? CO: 'c we^ ^an °°k de reden geweefl is,
rykers waarom negen hunner, in 't jaar 1533, een aldaar. Batemcnt of Spel gefpeeld hebbende, waar- in diverfche Spiticheden op Geeflelyken wer- den gevonden, door het Geregt, veroor- deeld werden om eene Bedevaart naar Ro- me te doen (d). En gaf hun gedrag gele- genheid tot eene Keur, waarby verbooden werdt,eenig openbaar Batement te fpeelen, zonder dat het, vooraf, door het Geregt, onderzogt en toegelaaten was (>). Luthers Maar na dat de Hoogefchool van Leuven, Nieuw de eenigfte Hoogefchool ten deezen tyde in Tcfta- fe Nederlanden, de Leer van Luther, inTt wordt jaar I5I^> veroordeeld hadt; en vooral,na hier ge- dat het leezen en bewaaren zyner fchriften, drukt, in 't jaar 1521, by Keizerlyk Plakaat,ver- booden was, vondt de Hervorming ook haa- re tegenftanders in Holland, met naame te Amflerdam. Hier was, in 't jaar 1523 , eene Vertaaling in 't Nederduitfch van Luthers Hoogduitfch Nieuw Teflament gedrukt by Doen Pietérszoon,diQ in de Kerckftraete, dat is, in de Warmoesftraat tiviTchen de Oude Kerk
(b) Zie II. Deel, V. Bitk, hl. 47 J-
(c) Zie Hooït Nederl. Hift. 61. 3<J» l$S.
(d) Keurb. D. ƒ. 22s.
\e) Keurb. D. ƒ. 154. |
||||
VLBoEK\ Geschiedenissen. 5*
Kerk en den Dam, in Engelenburg, woon- 1534. ^e (ƒ)• Van deeze Vertaaling bediende Heimely- men zig, in zekere heimelyke Vergaderin- ke Ver- gen van mannen en vrouwen, die, hier ter§ad3rin- Stede, in dit zelfde jaar 1523, gehouden §en' werden in weerekltlyke huyfen. Zy werden, by eene afkondiging van den dertigtien No- vember, onder bedreiging van ftraffe aan lyf en goed, verbooden. En uit deeze af- kondiging blyktjdat, in deeze Vergaderin- gen , op eene zekere wyze, gepredikt werdt. Ondertuflchen, is aanmerkelyk, dat ook het ftooren van zulke Vergaderingen, zo zy al tegen 't verbod mogten gehouden worden,' met fpreeken, roepen, werpen of diergely- ken, aan alle byzondere perfoonen, onder gelyke bedreiging, werdt verbooden (g): en dit is, ook in laatere tyden, doorgaans ge- fchied, wanneer het Geregt geraaden vondt, eenige Vergaderingen te verbieden. De Keu- ren verklaarden de Vergaderingen ongeoor^ lofd;doch het handhaaven der Keuren kon, zonder gevaar van oproer, niet aan ieder- een gelaaten worden, 't Geregt behieldt het wyslyk aan zig zelf, en aan zulken, wien 't byzonderlyk aanbevolen was. Toen, omtrent deezen tyd, elk, die Lu- Vervol.
thers Leere eenigszins toegedaan was, voor ging. de Vierfchaar van Frangois van der Hulfl, dien de Keizer, tot Inquifiteur of Geloofs- onderzoeker, in de Nederlanden, hadt aan- gefteld, gedagvaard werdt (£); toonde de Re-
(f) Ls Long */. 4<Jg.
(g) JCeurb. D. ƒ. 9+.
(b) Rcpc«. U. 13. A3
|
||||
6 AMSTERDAMS II.Deee.
1534' ^-eSeer^nS van Amfterdam, nog in een an*
der opzigt, haare wysheid, en haare zugfc voor de handhaaving van der Stede - Privi* legien. Op het verzoek van eenige ingeze- tenen der Stad, die voor geenen ongewoo- nen Regter meenden te regt te moeten ftaan, befloot men, in May des jaars 1524, hen by te flaan, zo lang het buiten kotten der Stede gefchieden kon (i) : hoewel deeze poogingen niet altoos gelukkiglyk uitvielen. Immers , men vindt, dat eenige Amfter- dammers, van Lutheranerye befchuldigd, in 't jaar 1525, op bevel der LandvoogdeiTe, uit de Stad geligt, naar den Haage gevoerd, en aldaar, nevens eenige ingezetenen van Haarlem, Delft, Leiden en andere Steden, te regt gefield zyn. Ook vindt men, dat fommigen de Leer der Hervorminge weder- pm verzaakt hebben; en dat anderen, ftand- vaftig gebleeven zynde, op de Sloten te Muiden, te Rupelmonde, te Vilvoorden, en elders, gevangen gezet zyn, tot hunnen dood of verandering toe. Een Priefter van Woerden werdt, ten deezen tyde , ver* brand (T). Gebrek De vervolging was egter nog gantfeh niet vangoe-zwaar in Holland, vooral niet te Amfter- <j?,prre' dam, alwaar, federt het jaar 1518» een onder dev>cnout geweeftwas, te weeten Meefter Jan Room- Huibrechtszoon, die veel oogiuiking gebruik- fchen. te omtrent de Hervormden, fchoondeezen zig nogtans^ naar 't fchynt, niet altoos e- ven
ff) Groot-Memor. N. I. f. ^%^ verft,
(k) Chron. Amcrsf. apud Matth^um Fund. 8c Fat. Icclef. p, i 12. |
||||
VI. BoiK. Geschiedenissen. f
ven befcheidelyk gedraagen hebben. Men 15*4.
vindt, in de Stads Regißers,eene Keur van den twee-en-twintigften December des jaars 1524, totopfchrift hebbende Van der Lu- theranen quade manieren, waarin verbooden wordt „ by nagt en ontyde, langs de hui- ,, zen, te roepen tegen de Predikanten, der- „ zelver Sermoenen, en der luiden leeven: „ en famofe libellen en oneerlyke gefchriften „ te Hellen aan Kerkdeuren en Altaaren, „ tegen den Paus, de Aflaaten enz. (f)," Doch 't was niet te verwonderen, dat eeni- ge heethoofdige voorflanders der Hervor- minge, nu en dan, onbefcheidelyk uitvoe- ren tegen de Predikers der Roomfche Ker- ke; men was, ten Hove zelf, overtuigd, dat op derzelver Leer en gedrag vry wat te zeggen viel (?«). De Landvoogdes, Vrouw Margareet, fchreef hierom den Steden van Holland, en dus ook Amfterdam, in Sep- tember des jaars 1525, aan „ dat zy goe- 3, de toezigt hebben moeften op de Predi- „ kanten;" en den Kloofteren „ dat zynie« „ mant moeften uitzenden om te prediken, „ dan die voorzigtig, verftandig, en van „ goede zeden was, en vooral wel geoe- „ fend in de wyze van prediken,op dathy „ 't gemeene volk niet ergeren mögt (»)." Te Amfterdam, was ook gebrek in 't pre- diken geweeft. Burgemeefteren hadden hier, den twee-entwintigften Maart des jaars 15 24, zo veel hen dat aangaat,den Minderbroede- ren (l) Kcurb. D. ƒ. 103.
(1») Mk. Aert van der Goes Regift. il. 14, 17, »••
(nj Repert. tl. ij. en Her agttr in at BylaagcnL». A.
A 4
|
||||
8 AMSTERDAMS IL Dee£.
1534« ren toeSe^aan j jaarlyks, in eene van de
Kerspelkerken, de oude of de nieuwe, de Paßte te prediken (o). Ook fchynt 'er, op het gedrag van deezen, minft te zeggen ge- weeft te zyn. Maar hunne flxengheid jegens de Hervormden, die in laater' tyd klaarlyk bleek,hadt hen, veelligt,reeds tegenwoor- dig, by de aanhangers der Hervorminge, •in kleinagting gebragt. Ondertuflchen, zogt de Wethouderschap van Amiïerdam te vol- doen aan den inhoud van het fchryven der Landvoogdefle , beveelende, onder ande- ren , op den veertienden November des jaars 1526 -,, dat.niemant-, in Kerken,Ka- '« pellen of Godshuizen, prediken zou, dan I, met bewilliging der Paftooren en des Ge- „ regts; en dat niemanc Predikanten, die „ niet toegelaaten waren, zou huyfen, hoef- ,, tien, of onderhoud bezorgen; vooral gee- „ ne verloopen' moniken (py* Doch dee- 2e keur zag meeft op zulken, die nog by de Roomfche Kerke bleeven, en reeds eenige Hervorming in 't hoofd hadden; of op zul- ken, die hunne Kloofters hadden verlaaten, én zig, heimelyk of openlyk, hielden by de Kornelis Hervormden. Ondertuflchen, vondt men 'er Krok, ook, onder de Geeftelyken te Amfterdam, Opzigter die zig, door redenen, zogten te verzetten t/nfche" teSen de Lutherfchen. Kornelis Krok of Cro* Schoole cus,Opzigter derLatynfche Schoolealhier, alhier, in 't begin des jaars 1531, aan den Officiaal aoektge-des Biflchops van Utrecht, fchryvende, be- dien- et) Groot-Memor. N. I. f. m verfu (p) Kemb. D./. ii+ vtr/ê. |
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. o
diende zig van deeze woorden: „ Ikfmeek 1534.
„ 11, op 't ernftigft, dat het my geoorlofd )egen, „ zy, de Gebeden, die ik verpligt ben teheid om „ leezen, om dat ik tot de mindere Orden tegen de „ ben ingewyd, flegts voor ééne maand, na L"tner- „ te laaten. Ik ben begeerig, om my, in^" [,„, j, dien tyd, met heilig werk bezig te hou- „ den, en iet te fchryven, waardoor de ge- 3, moeden van eenigen van de Lutherfche „ en Oecolampadifche Kettery afgetrokken, „ of tegen dezelve gewapend kortnen wor- 3, den, op dat de opregten nog voor 't be- 3, derf mogen bewaard blyven. En daar is s, haaft by 't werk; want ik meen, dat ik „ het heil van eenigen, die ten deele my- „ ne maagen, ten deele myne goede beken- „ den zyn , ten deele , voorheen , myne „ Leerlingen waren, in dit opzigt,zalkon- 3, nen bevorderen; en 't is noodig dat ik „ zulks ten fpoedigfte onderneeme, om dat „ eenigen hunner, in de aanftaande maand, 3, te fchepe naar Ooftland ftaan te vertrek- 5) ken, gelyk hier, te Amfterdam, dege- „ woonte is (5)." Of Kroks verzoek toeg§. ftaan werdt, is my niet gebleeken. Doch *t is zeker, dat hy verfcheiden Werkjes, te- gen de zogenaamde Onregtzinnigen, in 't licht gegeven heeft (r). De Plakaaten, die, van tyd tot tyd, in De Re-
Holland , uitkwamen tegen de Onroom- geering fchen, moeflen, ondertuflchen, nu en danXanjÄra" ten minfte, worden uitgevoerd. Amfter- maak^ig dam verdagt
(?) Vide J. F. Foppens. Biblioth.Bèlgic. Tem, I. ?; 1*7,
(r) Id. Ibid. />. 151*. As
|
||||
ro AMSTERDAMS IL DiEt:
1-q4 darnhadt zig, omtrent deezen tyd, reeds
■f ten Hovc verdagt gemaakt van Lutherane- Iberane' rye, vooral om dat de Stad zig zo yverig rye. toonde in het voorflaan haarer Privilegien, die niet gedoogden, dat men haare Poor- ters den gewoonlyken Regter onttrok, om- ze elders, over cle misdaad van Ketterye, gelykze genoemd werdt, te regt te ftellen (*). 't Was dan wel noodig, dat de Stad, zo zy haaren goeden naam ten Hove niet geheellyk verliezen wilde, de hand een wei- nig hielde aan de Plakaaten. Ook deedt zy dit, nu en dan. Wy hebben hiervan eeni- ge voorbeelden, uit de Regiflers der Cor- reäien, verzameld, die wy hier laaten vol- gen, op dat de Leezer zien zou, welke Per- foonen, hier ter Stede, der Hervorminge, ten deezen tyde, zyn toegedaan geweeft; wat men in hen veroordeeld hebbe , en waarmede zy dat hebben moeten boeten. Straf o- Meefter tfrynand van Breda en Gerrit Cor- vereeni- neliszoon van Geervliet, School gehouden gen, die,hebbende buiten kennis van Burgemeefte- ten dee ren ^ en verdagt zynde van qualicken te ge- dTr Hel'welen, werden, den vierden Juny desjaars vormin- 1535, voor drie jaar en gebannen (f). Maar- ge warenen Janszoon, Hoedemaaker, die niet ter toege- ml^e gewecft was; met luiden, die met daap' ketterye befmet waren, verkeerd, en met hen, meer dan hem geoorlofd was, over de Schriftuure, gefproken hadt, werdt, den veertienden April des jaars 1537, tot bede- vaart (j) MR. AEBT VAN DER GOES Regift. */. 35 , 45>, »*
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. ir
vaart naar Rome en tweejaarige balling- fchap verweezen («). Bieter Govertszoon werdt, den veertienden November des jaurs 1526, om 't fpreeken van woorden, die toe
oproer ftrekten, en om 't herbergen van luiden, fufpeel van der fiele Lutherane, ver- weezen tot Bedevaart naar de Lieve Vrou- we ter Tnfeel [RyiTel], en om vyfentwin- tigduizend Leidfchen Steens op te brengen (u). Doch Barte Hubert van Breukelen, die niet alleen verdagte perfoonen gehuifl, maar zig ook zelf van Lutherie verdagt gemaakt hadt, werdt, den agtentwintiglten May des jaars 1535, voor zes jaaren gebannen (w): en vier dagen te vooren, was Anna Willem de/mits wyff, eenige perfoonen, van Lu- therye verdagt, ten haaren huize gehad, en met dezelven verkeerd hebbende, tot Be- devaart naar Keulen en Aken veroordeeld (x). Brecht Barent die Guldenberchs w;y/, in haar huis, vergadering hebbende laaten hou- den , waar zeker verbooden boek gelezen werdt, was, den agttienden Maart des jaars 1527, in eene boete van vier guldens be-
flaagen (3/). Nog vroeger, op den eenen- twintigden July des jaars 1524, was Aech- gen arents, haare wooning tot ondeugdelyke vergaderingen geleend hebbende, verwee- zen om in Bedevaart naar Rome te gaan, en niet weder te keeren voor dat zy tien- du;« (u) Agter 't Keurb. D. f. 2.4.9 vtrfi, ,
(v) Agter't Kcurb. D. ƒ. 196. (w)jlgter't Keurb. D. ƒ". 238 verfi, \x) Agttr't Keurb. D./, ijt. (x) Keurb, D. ƒ. 119, |
||||
12 AMSTERDAMS II. Deel.
duizend Leidfchen Steen betaald hadt (z).
Op den eenentwintigden May des zelfden jaars, waren Dirk Albertszoon, Erm Ba- rendszoon, Quiryn Jooflen, Klaas Houtfla- pelaar, Tryntje Fredriks, Baaf Klaas, Heil Arys en Ebel Klaas, die verbooden verga- deringen gehouden hadden, veroordeeld, om met een vierdendeel ponds brandende waskaars voor de Proceffie uit de S. Niko- laas of Oude Kerke, tuflchen de kruiffen, uit te gaan (a). Jan Zyuartszoon die Cropel, boeckuercoper, verbooden boeken in huis ge- had en uitgegeven hebbende, werdt, den agttienden Maart des jaars 1527, verwee- zen, om twee maanden op de S.OlofsPoor- te te brood en te bier te leggen; daarna een half jaar in huis te blyven, en twaalf Ka- rels guldens te betaalen (b). Pieter Jans- zoon Tibaut, Drukker, werdt, den zevenden Auguftus des jaars 1528, om het drukken van fcbandelyke en oneerlyke brief gens, ver- oordeeld, om twee uuren op de kaak te flaan, en daarna eene Bedevaart te doen naar onze lieve Vrouwe te RyfTel (c). Waar- fchynlyk, zagen deeze brief gens ook op de Leer der Onroomfchen, die, gelyk uit eene Keur van den tienden January des jaars 1531 af te neemen is, ook in liedekens, die langs ftraat en voor de huizen gezongen werden* verfpreid werdt (J). Ondertuflchen, was, ter
(z) Jgter't Kenrb. D. ƒ. 18«.
(a) Agter't Keurb. D. ƒ. I8+.
(b) Keurb. D. f. i|8 verfo.
|
||||||||
.
|
||||||||
(e) Agter't Keurb. D. ƒ. 20S.
(d) Keiub. D. f. 1«. |
||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 13
ter gelegenheid van het geval van den Druk- j ker,reeds verbooden, iet te drukken,welk niet door Schout en Burgemeederen onder- zogt was (<?). Albert Dirkszoon, Gelderfch- man, openlyk vleefch in de Vaften gege- ten hebbende, werdt, den tweeden April des jaars 1527,tot geefleling en Bedevaart naar Napels veroordeeld (ƒ): en Jan Ts- brandszoon, Schoenlapper, die den Kapel- laan van de Oude Kerke, in de S. Olofs- Kapelle, hebbende hooren prediken, gezeid hadt, Ik wil f huis gaan: ik heb lang genoeg verleiders van God gehoord, met meer dier- gelyke woorden, was, den veertienden No- vember des jaars 1526, voor zes jaaren, gebannen (g). Naderhand, den agtdenAu- gudus des jaars 1534, werden Adriaanja» kobszoon, Mandemaaker, en Piet er Ripp erts- zoon , welke laatfle, op lad van den eerden, en voor deszelfs deur, gefchilderd hadt ee- nige duiveltjes met kappen, viffchende geld, kaas en andere goederen, tot fchimp der Religiofen, beide veroordeeld tot Bedevaart naar Rome, en de eerde, om vyfentwintig- duizend , de tweede , om vyftienduizend Leidfchen Steens te voldoen (&). Jakob • Klaaszoon Bakker, het Sakrement, op de Oude Kerks brugge, met gedekten hoofde, in den weg gedaan hebbende, was, den zes- tienden November des jaars 1530,verwee- zen om, drie maanden agtereen, alle don- der. (e) Keutb. D. ƒ. 134.
(f) Ag ter 't Keurb. D. ƒ. ipg.
(E) dgter't Keurb. D. ƒ. 196 ver/o.
(Aj Alter 't Kemb. D. ƒ. zjo vtr/i. |
||||
14 AMSTERDAMS ILDeëe/
*534« herdagen, in 'c K°or ^er Oude Kerke,eene
hooge mis knielende aan te hooren, en na 't eindigen der zelve, eene kaars voor 'tSa- krement te flellen (i). Doch Hilkbrand van Zwo/,gezeid hebbende,dat het Sakrement des Altaars niet meer was dan gemeen brood, was, den agtentwintigflen November des jaars 1528 , reeds veroordeeld , om zyn zeggen te herroepen, een half uur op de kaak te pronk te ftaan, met een priem door de tong gelleken, en ten eeuwigen dage ge* bannen te worden (k). Alle deeze en dier- gelyke flraffen troffen zulken, die der Her- vorminge meer ofmin toegedaan fcheenen. OndertufTchen, toonde de Wethouderfchap van Amfterdam ook, dat zy zulken , die zelfs verdagte luiden onbefëheidelyk beje- genden , niet ongeflraft wilde laaten. Ma- rike Meinouwe, den luiden hebbende nage- roepen, Ketters! Ketters! gy houdt Schale of Vergaderinge enz. was, den agttienden O&ober des jaars 1525, verweezen tot Be- devaart naar de Lieve Vrouwe te Hoorn, en om een geheel jaar op de S. Olofspoor- te te bier en te brood te leggen (/). Een Am- De flraffen, over zulken die der Hervor- mer- minge waren toegedaan, van welken wy, damfch tot hiertoe, gefproken hebben, waren de omKet- ü&&en> die te Amfterdam werden uitge-
tery,ver-voerd. Ook waren hier, ten deezen tyde ,
brand, nog zeldzaam zwaarder flraffen tegen On-
roomfchen in 't werk gefield. De zwaar-
ften
(i) Jlgter'tKt\lt\>. D. ƒ. Zig Vtrfo*
(k) Agtcr 'iKeurb. D. ƒ. 207. (I) Jtgttr 't Keuit». D. f* ïj+. |
|||||
\
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 15
ften gcfchiedden, op bevel der Landvoog- 1534,,
defle of des Raads van Holland, buiten de Stad , en zelfs buiten Holland. Tsbravd Dirkskoon Schol, Priefter te Amfterdam,die der Leere van Luther toegedaan was, werdt, by voorbeeld, tot tweemaalen toe, betigt en vrygefproken zynde, ten derde maale, gevangkelyk naar Brabant gevoerd, daar hy, eenen geruimen tyd, op 't Slot te Vil- voorden, bewaard, en eindelyk, in dit jaar 1534, te BriuTel, verbrand werdt. Pon- tanus befchryfthem als uit eerlyken hui- ze gefprooten, niet ongeleerd , zeer wel- ipreekend, en nedrig en opregt van aart (m)i al 't welk hem egter niet hadt können be- vryden voor de flraf, welke de zogenaamde Kettery, ten deezen tyde, waardig geoor- deeld werdt. De Plakaaten werden ook al- lengskens ftrenger, en in O&oberdes jaars 1529, was 'er, in Holland, een uitgekomen, waarby aan hardnekkige ketters, gelykze genoemd werden, beide vrouwen en man- nen , de dood gedreigd werdt («). Te Amfterdam ook, daar men,tot hier-Oor-
toe, niet zeer ftreng geweeflwas, werdtfProns der Regeeringe, omtrent deezen tyd, aan-van,dei1 leiding gegeven tot meerdere ftrengheid. der ffer- Onder de Doopsgezinden, die zig,in Zwit-doope- ferland onder de Zwinglifchen, en in Sa-ren °P xen onder de Lutherfchen, eerft omtrent ^mfter- den jaare 1522, hadden begonnen te ver- am* toonen, en van de andere Hervormden on- der- On) Amft. Libr. II. Cap. XXVIIT. f. ug. Zie ook VAN HEUSSEN en van RYN, Kerkel. Oudh. I. XHtl, bl. 317. (») Repert. bl. 19. |
||||
i6 AMSTERDAMS IL Deel.
|
|||||
*534« derfcheiden werden, om dat zy den Kin-
derdoop voor onwettig hielden; deeden zig, wat laater, in Saxen, eenige luiden op, die dreeven „ dat de weereld, tot hiertoe, door „ de boozen geregeerd geweeft was; doch „ dat God, eerlang, een heilig volk ver- „ wekken, en het tegenwoordig boos ge- a, flagt uitrooijen zou." Sommigen hunner floegen zelden de hand aan deeze uitrooi- jinge, en namen deel in den boerenkryg, die, in't jaar 1525, in Thüringen ontftaan was. Melchior Hofman, een deezer dwee- peren, zondt, van Embden, werwaards hy geweeken was, eenige Leeraars naar Hol- land , om aanhang te winnen. Jan Tryp- maaker, zyn opvolger, kwam te Amfter- dam, daar hy, met nog zeven of agt an- deren, gevat, voorts, naar den Haage ge- voerd, en onthalsd werdt, in 't jaar 1531. Jan Matthyszoon, Bakker te Haarlem, en Jan Bokehzoon, Kleêrmaaker te Leiden, van gelyken geeft gedreeven, hielden zig ook eenigen tyd te Amfterdam op; doch ver- trokken, met veele anderen, in Novem- ber des jaars 1533, naar Munfter, alwaar den Hervormden reeds zes Kerken waren toegeftaan. De dweepagtige begrippen der aangekomen Herdooperen, gelykze genoemd werden, hadden zo veel invloed op deezen, dat men befloot, de handen in een te Haan, Zy zen- om zig meefter te maaken van de Stad. den brie- Doch om hiertoe in ftaat te zyn, werden, ven ?£ . in den aanvang des jaars 1534,rondgaande land om* brieven verfpreid, ook te Amfterdam, waar- by alle goedgunners der nieuwe gezindheid naar
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 17
naar Munfter, als naar een tweedejeruzalem, j^ «*, werden opontbooden, om mede deel te heb- ,t voIk ben aan de zegeningen van allerlei foorte , die naar aldaar ftonden genooten te worden. My is Weilfaa- een affchrift van zulk een'brief ter hand ge- Je te komen , waaruit de toeleg der hoofdenlokken* klaarlyk te befpeuren is, en welk ik, om dat my niet voorftaat, het ergens gedrukt gezien te hebben (1), hier wel heb willen tufTchen voegen: Alle geloouighe verbont genooten in Chris*
to genade ende vrede fy Vvan Güdt door fynenjbone Jefum Chriflum, amen. Lieue broeders ende fufters, blyfchap ende
vrede is den kinderen Godcs voorhanden, want haer verlooffïnghe is voor de doore. lieue Vrin- den , ghy fult weeten, als een woort dat ons van goode gedaen is, als dat hem een iegelick op maken lal, om te trecken na dat nieuwe Je- rufalem, een ftaedt der behoudinge der hyli- ghen, want goodt die wil de werelt ftrafFen, een iegelyck fie toe dat hy door ongehoorfamheyt noch door onachtfamheyt niet int oordele en koome; want Jan bokelifèn , phrofeet tot mun- fter , met alle mede hulperen in Chrifto, heb- ben ons gefchreuen , dat niemant onder den draet defer werelt vry lal weeffen oft bliuen mach, off hy wert verflonden, het fy met lichhame- licken doot ofte met geeftelicken doot : daer omme niemant en verfuime meede te trecken, op dat hy goodt niet en temteere, want daer is
(1) By Revius (Hifi. Daventr. Libr. III. p. 252)
wordt allcenlyk,in weinige reëels, gewag gemaak e van den inhoud, die volkomen met ons affchrifc overeenkomt. III. Stuk. B
|
||||
i3 AMSTERDAMS II. Dezl.
is een oproer voor handen ouer de ganfche
werelt want de phrofeet Jeremia [regt] in fyn 51 Capittel, vliet vt babiloon, op dat een ie- gelyck fyn fiele behoude, op dat u herte niet verfacht en werde van dat gerop, datter inden landen gehoort fal werden , een jegelyck fie toe, ende gedencke loots wyef, ende fiet niet om nacr geenen dingen dien opter aerden is het fy man, wyef ofte kindt, op dat gy niet be- droghen en woort : niemant en fie om naer enich ongelouich wyef, oft man, noch en ne- mefe niet meede, noch ongeloouighe kinderen dien ongehoorfaam fyn , want die in de ge- meente goodts niet en dienen, daer is guoets genoch voor den heylighen ,daerommeen nempt niet mer met u dan geldt , ende wat linwaat ende koofl op den wech te eeten , ende foo wie een mes heeft , oft een fpieïfc, oft een handbooghe , dien nemptfe voor hem, ende diefe niet en heeft, die koopfe; want den hee- re fal ons vt vercooren , door een machtige handt, door fyn knechten moyfes ende aroen, verlooübn ; daeromme weeft vorfichtich ende Ieecht alle faken cloeckelicken toe voor den booffen , ende paft al te iamen een half mil buten haflelt te wefen , omtrent berch cloes- ter, den 14. dach van merte, omtrent den mid- daghe: weeft voorfichtich in alle dinghen, ghy fult voor den befchreuen dach daer niet wces- fen, noch oock niet later , men en lal achter dien tyt naer niemant wachten : niemant en verfume te komen, blifter iemant achter, ick wil fyn blooet onfchuldich weeïfen. Emanuei« A°. 1534. Finis. Het blyktjuit deezen Brief, dat men ge-
wapend volk wilde doen verzamelen om- trent Haflelt, by het Kloofter S. Agnieten- berg, vanwaar men de menigte dagt te doen voorttrekken naar Munfter. Men hadt, in Over-
|
|||||
■
|
|||||
>
|
|||||
VI.BOËK. GESCHIEDENISSEN. 19
Overyflel , ook eenige Oorlogsbehoeften 1534.
byeen gebragt, ten huize van bekende Sec- tarijfen (m), van welken men zig fcheen te willen bedienen , om Munfter , of eenige andere Stad te overmeefteren. De rond- gaande brief hadt, ondertuflchen, zo veel uitgewerkt , dat zig een groot getal van menfchen , uit alle oorden van Holland , fcheep begaf,, om ter beflemder plaatfe en tyd te verzamelen. Van omtrent Amfter- dam, vertrokken, op den eenentwintigften Maart, wel dertig fchepen, gepropt met mannen, vrouwen en kinderen, die voor- gaven , naar 't Kloofler van S. Agnietenberg in Overyflel te willen, alwaar, zo zy zei- den , eene Vergadering zyn zou van tien- duizend Leden hunner gezindheid. Ten Naakte zelfden dage, liepen vyf mannen van dee- ZwaarJ- zen aanhang, op den vollen middag, naakt, looPers en met bloote zwaarden, door de Stad, zoa- fterdanu der egter iemant te befchadigen. Zy fchreeawden een yffelyk wee uit over de Godloozen, vermaanden, met een naar ge- huil, totste, en riepen, dat's Heeren zee- gen over de regter-, en 's Heeren vloek over de linkcrzyde van de Stad uhgeßrekt was(n). En waarfchynlyk was dit het geroep, waarvan, in den rondgezonden brief, was gewaagd, en voor welk de geloovigen vermaand wa- ren niet te' fchrikken. Men gaf, hierop, in de Stad, terilond bevel om huiszoeking te doen naar Herdoopers. Veelen derzelven wer-
(m) Rcpert. hl. 28.
(n) L. HOKTENSius de Anabapt. p, m. joo, $»i.
B 2
|
|||||
üo AMSTERDAMS IL Deel.
werden gevat: en onder anderen Arend Pau-
luszoon , by wien men den brief vondt, dien wy hierboven hebben ingevoegd (o): ook drie dier vervaarlyke Straatloopers, die, met nog twee anderen, te Haarlem, gedood werden. Nog werden, hier ter Stede, den dertigften Maart, twee der gevangene Her- dooperen onthalsd (p): ten ware deezen de zelfden geweefl zyn, die den agtflen May onthalsd en gevierdendeeld werden, en Jan Janszoon of Jan Pawwclszeon van Dirkshorn en Gerrit van Kampen genaamd waren (jf). De Schutters leenden de hand tot het vat- ten der Herdooperen, en Gerrit Klaaszoon, die ook Schutter was, zynen Medefchutter, Rauwert Ellertszoon, ter deezer gelegenheid, voor diefleider gefcholden hebbende, werdt, wat laater, in twintig guldens boete beflaa- gen, en moeft, daarenboven, tot den eer- fien November toe, in huis blyven: alleen- lyk werdt hem toegelaaten, des Zondags, de mis te hooren in de S. Olofs Kapelle (r). Doch de fchepen,van O'ntrent Amfterdam en elders vertrokken, werden, in grooten getale , te Genemuiden, en aan 't Eiland Éns, aangehouden, en 't volk, dat 'er op was, gevangen gezet, 't Zelfde lot onder- gingen ook veelen, die te voet, te paarde en met wagens, omtrent het meergemelde Kloofter, waren aangekomen. De vrouwen en
(•) Rkvh Daventr. IJhr, III. p. *j2.
(p) HORTENSJÜS, p. JOI, »•*.
(q) Sententieb. van ij CÏÏ. iszj. ttt ij Maart 1567.
ƒ. 40 ver/o. (r) Jlgttr't Keiub, D./, aji vtrfi.
|
|||||||
/
|
|||||||
1
|
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. %x
en kinderen werden, naderhand, los gelaa- 1534»
ten. Van de mannen werden de voornaam- ften, en die men voor verleiders der onno- zele menigte hielde , in 't openbaar ont- halsd (5-). Omtrent het einde van April, kreeg de Zorg te
Regeering van Amflerdam berigt uit Fries- Amfter- land, dat de Herdoopers voorhadden, deeg™e™or Stad te verraüen. 't Bemagtigen van Mun- aanflaj* fter, welk kort te vooren voorgevallen was, der Her- vermeerderde de vrees voor diergelyk een' dooPe- toeleg op Amfterdam. Men befloot dan de ren" Schutters, en de Lieve-Vrouwen- en Kruis- gilden te ontbieden op 't Stadhuis, alwaar hun werdt afgevraagd, wat dienfï de Stad, des noods, van hun te wagten hadt? Zy antwoordden, uit éénen mond, dat zyze met goed en bloed befchermen zouden. En hier- op werdt , den negenentwintigften April, afgekondigd „ dat het Geregt, vernomen „ hebbende , dat zig veele vreemde per- „ foonen, beide mannen en vrouwen,in de „ Stad , op zolders en andere heimelyke „ plaatfen, onthielden, die verdoopt, of te „ vooren in de fchepen geweeft waren, om |
|||||||||||||
3?
|
ten Lande uit te vertrekken; welke per-
|
||||||||||||
foonen dagelyks toenamen in getal, en
voorhadden de Stad te bemagtigen en in „ te houden; 's nagts te vooren, en meer- |
|||||||||||||
5?
|
maaien, huiszoeking hadt laaten doen,
|
||||||||||||
zonder eenig merkelyk getal te hebben
können ontdekken; dat, hierom, aan alle „ vreemdelingen , verdoopt zynde, of der „ gc-
(s) Jtevu Davcntr. Libr. III. p, z;j.
|
|||||||||||||
22 AMSTERDAMS II. Deel.
1534. " gezindheid der Herdooperen aanhangen-
„ de, belaft werdt, de Stad, voor vy f uuren, „ te ruimen, zonder 'er ooit wederom in te „ komen dan by bewilliging van den Ge- „ regte, op de verbeurte van hun lyf. Dat „ ook niemant deeze luiden, na vyruuren, „ ophouden of verbergen zou, maar in te- „ gendeel aanbrengen, op gelyke verbeur- „ te. Dat geene vreemden, met lange mes- „ fen of ander geweer, langs ftraat gaan „ zouden, op verbeurte van het zelve ge- „ weer. Dat elk , ontbooden wordende, „ ter wagt zou moeten komen. En dat, |
||||||||||
eindelyk , alle Herbergiers de naamen
hunner gaflen zouden moeten opgeeven, aan Gelis Janszoon Wiffelaar,aan de ou- de , en aan Kornelis Gerritszoon in de Plem- pe, aan de nieuwe zyde (t)" Na vyf |
||||||||||
uuren, deedt men wederom huiszoeking, en
betrapte'ertwintig, eenigen van welken, naderhand, op aanmaaning van den Stad- houder , Graave van Hooguraaten, die, uit laft der Landvoogdelfe , her waard s geko- men was, met de dood geftraft werden. Doch zesendertig anderen , de Leer der Herdooperen verzaakt en openbaare boete gedaan hebbende, werden in genade ont- vangen (m). Zy fchry- Amfterdam bleef toen, eenige maanden, ven we- ^n tamelyke ruft. Men vindt alleenlyk, dat brieven de Boekbinder 'J'byman Picterszoon, brieven naar de van eencn lierdooper ontvangen en niet aan Stad. Schout (t) Keurh. D. /.'194 verfo.
(u) L. HoRTENsius de Anabaptift. p. m. 301, 302.
|
||||||||||
- ..
|
||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 23
Schout en Burgemeefteren overgeleverd 1534.
hebbende, op den zeflienden Juny, tot Be- devaart naar Keulen verweezen werdt (V). Doch na dat Jan Bokelszoon van Leiden zig tot Koning van Munfter opgeworpen , en Jakob van Kampen tot Biflchop vanAmiler- dam aangefteld hadt, vreesde men voor nieuwe beweeging. De Stadhouder, Graaf De Stad- van Hoogftraaten, kwam, den eerden Oc-houder tober, wederom in de Stad, om orde te befchul- ftellen op het uitrooijen der Herdooperen. T^thou- Hy was verzeld van Gerrit, Heer van As- derfchap fendeJft, Prefident, Fincent Korncliszoon en van flap1- Joojl Sasbout, Raaden, en Reinier Brunt, Pro- heid °m" kureur-Generaal van Holland, en nam zy- Viei^ïoo^ nen intrek in 't Kloofter van Bethanie of pers, der bekeerde Zuftcren. Hier verfcheenen, des anderendaags, op zynen laft, de Schout, Heiman Jakobsz. van Ouder Amflel, deBur- gemeeiters Kornelis Banning en Albert An- dries Boelensz. en de Schepens Klaas Hille- brandszoon Krek, Kornelis Dobbeszoon. Klaas Heinen Willemszoon en Joofi Sybrandszoon Buik, De Regeering in 't gemeen werdt, door den Stadhouder, befchuldigd, dat zy te flap geween; was, in het ftraffen der Ket- terye, en daardoor, tot den aanwas der zel- ve, gelegenheid,gegeven hadt. Men bragt wel vyfentwintig punten ten haaren lafte in, die ten deele ontkend, ten deele verdedigd werden. Naderhand, vergaderde de Raad op het Stadhuis, en in de herberge des Stad- houders , alwaar, vier of vyf dagen agter- een,
(v) Agttr 't Keutb. D. ƒ. 230.
B 4
|
|||||
N
|
|||||
24 AMSTERDAMS II. Deel.
!5S4- een' geraadpleegd werdt, over 't verze-
Twee keren der Stede. De Schout Jan Hui- Schou- brechtszoon, die zig van Lutherfchgezind- ten ag- heid verdagt gemaakt hadt , was , reeds tereen jn jen aanvang des jaars, uit lad van het a^ptvlg". Hof, doch met bewilliging der Vroedfchap, laaten. verlaaten van zyn ampt. 't Zelfde lot on- derging nu Heiman Jakobsz. van Ouder Am- ftel, die men vermoedelyk ook te Hap oor- deelde in 't opzoeken en ftraffen der Her- vormden ; doch die egter, in 't volgende jaar, tot Burgemeefter verkooren werdt. Thans werdt het Schoutampt aan Klaas Gerrit Mattbeuszoon opgedraagen (w), die 't nogtansnaauwlyks eenjaar bekleedde (x). De vcornaamfle zorg der Regeeringe be- trof, ondertiuTchen, het weeren der Her-" dooperen, van welken men het meefte ge- Vaar te vreezen hadt, en die, van tyd tot tyd,heimelyk in de Stad kwamen (j). Ook hadt men, nog onlangs, berigt gekreegen, dat 'er een aanflag gefmeed was , om de Stad te overvallen, ten behoeve der Her- dooperen en van anderen, die deezer ge- zindheid aanhingen : waarom 'er fcherpe toezigt gehouden werdt op alle inkomende vreemdelingen (x). Opfchud- Op den zevenden Oclober, werden twee ding in Herdoopers gevat, door den Prokureur-Ge- de Stad neraa}. en terftond hierop, veripreidde zig ter ge e* een (vi) Groot-Memor. N% I. ƒ. io-r verft.
(x) Zie de Regeer. Lyft votr de Handy, op de jaartn,
(j) Keurb. E. ƒ. 14 vtrfo*
lij Keutb, E. f. 1$ vtrfo. |
||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 25
een gerügt door de Stad, dat 'er dien nagt i**a
nog wel tweehonderd van 't bedde geligt . .' zouden worden : 't welk groote ongeruft-vän' het heid verwekte onder de burgerye, die be-vatten dugt was, dat, onder den naam van Her-van vvee doopen, welke ook gegeven werdü aan vee- "erdoo~ len, die geen kwaad voornecmen altoos had- den tegen de Stad, onfchnldigen en fchul- digen in dezelfde zwaarigheid gedompeld zouden worden. Eene groote menigte inge- zetenen begaf zig, derhalve, tegen den a- \'ond, voor het Stadhuis, en vertoefde 'er den gantfchen nagt, zonder eenig geweld te pleegen. Zo deedenze, drie nagten ag- tereen, binnen welken tyd, niemant gevat werdt. Maar de Schepen Joolt Buik, die, De Sche- nevens Jan Holleßoot, als Hoofdman derpenjooft Schutterye,den derden nagt, de wagt hadt ?miSftiïc op de Plaatfe, beitondt, eindelyk, der me- eze ve'' nigte af te vraagen ,, wat zy, daar, in zul- „ ken grooten getale, en nagt aan nagt,te „ doen hadt; daar immers hun de wagt niet „ bevolen ware?" 't Antwoord was „ dat „ zy geen' oproer in den zin hadden; maar „ oordeelden, dat het hun , als goeden ,'; burgeren, vryftondt, nevens anderen,te „ waaken voor de welvaart der Stede." Zy voegden 'er by „ hoe hun ter ooren geko- „ men ware, dat men van zins was, eenige „ onfchuldige burgers, by nagt, uit den huize te haaien: 't welk zy, als ftrydig |
||||||||||
5»
|
met de voorregten der Poortcren, niet
|
|||||||||
gedoogen zouden." Maar Buik verzeker-
de hun, op zyn woord van eer, dat zulks niet zou gebeuren; of indien 't ondernomen B 5 werdt,
|
||||||||||
/
|
||||||||||
26 AMSTERDAMS II. Deel.
J534' werck> Z0L1 nJ 't»111^ de Schutters, die hy
onder zig hadt, weeren, zo lang 't in zyn vermogen ware. Voorts, gaf hy hun zulke goede woorden, dat zy zig lieten beweegen om, tegen middernagt, de Plaats te rui- men , en elk zyns wegs te gaan. De Stad- houder , Graaf van Hoogllraaten, voor de gevolgen deezer famenrottinge bedugt, hadt ondertiuTchen, het Bethanien Kloofter, daar hy t'huis lag, fterk doen bewaaken , en keerde, twee dagen hierna, te rug naar den Haage (a). jakob Midlerwyl, hieldt de zogenaamde Bis- vanKam-fchop,Jakob van Kampen, heimelykeVer-
ho" dt gaderingen in de Stad, in welken hy groo- heimely-ten aanhang maakte. Zekere Jan Matthys- ke Ver- zoon van Middelburg, die met hem herwaards gaderin- gekomen was, hielp hem trouwelyk. De |etyn de ßiffch0p fchynt, ondertuffchen, zeer tegen oproer geweefl te zyn, en zyne kudde ge- duuriglyk vermaand te hebben, dat zy zig onthouden moefl van geweldige ondernee- Verbod ™ingen (P)- De Regeering kreeg haaftken- derzel. nis van deeze Vergaderingen, merkteze aan ven. als oproerig, en verboodt, op den eenen- twintigften November, het houden van de- zelven; elk te gelyk beveelende, het Ge- regt aan te brengen 't gene hy 'er van ver- neemen mögt. Doch aan den anderen kant mögt men niemant eenig oproerig voornee- men opdigten, ten ware men zulks gereg- telyk bewyzen kon (e). In December, wer- den (a) HoRTENStUS, p. ?o< , 307.
(b) Houtens, p. J07.
\c) Kemb. E. /. 17'. |
||||
\
|
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 27
den Jan van Rhcenen, om oproerige taal, j-«.
begunftigende de Herdoopers, en Korneas Koenenszoon en deszelfs Huisvrouw, om het ^/eeni- huyfen en hoeuen van vyf luiden van deeze ge Her- gezindheid, gebannen; Jan Evertszoon van doopers. JVy, om 't voorftaan der Herdooperen, ter gelegenheid der jongile beweeginge op de Plaatfe, onthalsd: en in January des volgen- den jaars > eene Vrouw, Grietje Arends ge- naamd , die dezelfde gezindheid toegedaan was, verdronken. Jakob Klaaszoon de Har- nafchveeger, geweer verkogt hebbende aan zulken, die naar Munfter getrokken waren, werdt, voor twee jaaren, gebannen (d). De lyfftraf werdt uitgevoerd, zonder dat'er ee« nige beweeging ontilondt, onder 't volk; doch 't leedt niet lang, of de Stad verviel in zorgelyke beroerte. Midlerwyl was zy, dit jaar 1534, ook Peftziek-
zwaar bezogt geweeftvandePeft. 't Geregtte' beval, op den agtentwintigften July, dat, voor elk huis, waar iemant aan de peft o- verleeden was, zes weekenlang, een bos ftroo gehangen zou worden, gebonden met driebanden, ieder eene hand breed van ei- kanderen. Ook moeft elk, die in zulk een huis woonde, een wit roedje van drie voet lang draagen buiten het opperfte kleed. En mögt, in zulk een huis, gelyke zesweeken lang, geene neering gedaan, noch eenige waar buiten de deur gezet worden. Zelfs moeiten, geduurende al dien tyd, deur en ven-
(d) Sententieb. van Ij -OEï. 1523. tut 19 Maart IS67.
f. 46 verf» 47, 48. |
|||||||
s8 AMSTERDAMS II. Deel.
jenjL. venfters geflooten blyven (e). Diergelyke
Keuren werden , naderhand, meermaalen
vernieuwd, alzo de ziekte lang aanhieldt,
of dikwils wederom ontftak.
ITenrik De dweepagtigc Herdoopers, die zig
Henriks- heimelvk te Amfterdam onthielden, verwek-
Sn°der ten a^aar » 'n February des jaars 1535, nieu-
gedraagt we opfchudding. Op den elfden dier maand,
zig als waren Dirk , of, gelyk anderen (f) hem noc-
Pvofeet men, Henrik, of, liever nog, zo als hy,in
onder de »t stacjs Sententieboek, genoemd wordt, Hen-
pers 0> rik Henrikszoon Snyder, die onder deeze lui-
1535* ^en voor een ^r°feet doorging, en nog zes
mannen en vyf vrouwen vergaderd in de Zoutfleegjten huize van Jan Syvaartszoon, Lakenkooper, die, ten dien tyde, tot voort- zetting van zynen handel, verreisd was naar de Ooftzee. In eene Kamer van dit huis, wierp Henrik zig, kort na drie uuren in den nagt, voor over op zyn aangezigt, naar 't fcheen , yverig biddende. Elk , die hier tegenwoordig was, werdt van een' innigen fchrik bevangen, 't Vertrek, met al den huisraad, fcheen te fchudden. Na't gebed, verklaarde de Profeet „ dat hy Hemel en Hel en God in deszelfs heerlykheid ge- „ zien hadt; dat de jongfte dag naby was, „ en dat een uit den hoop, dien hy aan- wees , zekerlyk verdoemd zyn zou." Straks daarop, viel deeze aan 't kermen ,. HerneIfibe Vader, wees my genadig! En Hen- rik wederom, als of hem 's Hemels befluit, zon-
(e) Keur'\ E. f Ji wrfo.
(f) Zït C. G. PLfcM? der Herdoop. Anflach , hl. 10.
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 29
zonder tuffchenpoozing , bekend gemaakt je*e, werdt, De Vader is u genadig geweefl. Uwe zonden zyn u vergeven. Gy zyt tot een kind Gods aangenomen. Weinig tyds daarna, hieldt dit zelfde gezelfchap, ter zelfder plaatfe, wederom eene nagt vergadering : waar de mans, immers eenigen, gewapend verfchee- nen. Henrik , vier uuren agtereen , met Hy en preeken en bidden hebbende doorgebragt, eenige ontdeedt zig van zynen ftormhoed, zydge- ™a"ne£ weer, harnas en kleederen, en wierp alles wen met op 't vuur, dryvende „ dat al wat uit de hem loo- „ aarde voortgekomen of gemaakt was,penn*^ „ door 't vuur verteerd raoeft worden." d°°.r de Toen hy daar moedernaakt flondt, beval hy den anderen zyn voorbeeld te volgen; gelyk beide vrouwen en mannen deeden. 't Smeulen en flinken der kleederen hadt de vrouw van den huize, die te bedde lag, doen ontwaaken. Zy begaf zig naar boven, daar zy 't naakte gezelfchap vondt, en terftond bevel kreeg, om zig,insgelyks,te ontklee- den; gelyk zy deedt. Niemant will toen nog, wat Henrik de Snyder verder voor- hadt. Doch 't leedt niet lang, of hy be- laßte den misleiden hoop, hem te volgen, en te roepen, gelyk hy roepen zou. Met flrykt hy ter deure uit, en de overigen hem na, ftraat op flraat neder, de halve Stad rond, onder een vervaarlyk gehuil van wee! wee l wee! de wraake Gods ! de wraake Gods! de wraake Gods! Het huis, waaruit zy ge- komen waren, en welk wel vaft geflooten was, vloog haafl; in den brand, die egter, door de buuren, de deur op dea vloer ge- fchoo-
|
||||
3o AMSTERDAMS IL Deel.
jW« fchooten hebbende, nog gelukkiglyk'ge*
0 blufcht werdt. Zywor- Midlerwyl, raakte de Stad alomme in den ge- beweeging. De Burgery kwam in de wape- vat' nen,en de Plaats en't Stadhuis bezet heb- bende naar bchooren , viel het haar niet moeielyk, de naaktloopers op te vangen: waarin Kornelis Dobbeszoon, voor anderen, y verde (g). Zy werden allen gevat,op eene vrouw na, die men nooit heeft können ag- terhaalen. Toen zy verhoord werden, boodt men hun kleederen aan; doch zy weigerdenze te aanvaarden, fchoon 't in February, en gevolgelyk niet warm was. De 'waarheid, zeidenze, moefi naakt zyn. Ook wildenze, in den kerker, uit geen aardenwerk eeten, nóch drinken; maar fmeeten de aarden va- ten aan ftukken, entlanften op de fcherven. Een man wilde geene fpyze nuttigen, ten zyze hem voorgekaauwd werdt, zeggende, dat hy een kind was. Uit al het welke, niet donkerlyk blykt, dat deèzen luiden de her- fenen gekrenkt waren, Met den dag, kwam de Schuttery op de Plaats in 't geweer. De Poorten enKerken bleeven digt geflooten, om vreemden buiten te houden, en famenloop van binnen te voorkomen. De Wethouder- schap was, niet zonder reden, in't vermoe- , den gebragt, dat men't, met deezen woeften oploop, op het overrompelen der Stad hadt aangelegd. En zy werdt in dit vermoeden ' gefterkt, toen 'er, den twintigften Februa- ry, omtrent duizend Herdoopers, uit Fries- land ■mr ' " M
(s) C. 'G. Plemp dei Herdoop. Anflach, */. j>, **•
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 3t
land en uit Henegouwen, tot voor de Stad 1535,
aan den nieuwen dyk, aankwamen, die de Prefident en Prokureur - Generaal van den Hove , uit den Haage afgezonden, met woorden, bewoogen te rug te keeren, van waar zy gekomen waren. Men deedt, 's daags na den oploop, huis- en ge-
zoeking door de Stad; en nam verfcheide ftraft. perfoonen gevangen, eenigen van welken on« fchuldig bevonden, en op vrye voeten ge- field werden. Doch van de overigen, en van de naaktloopers werden, naar fommi- ger verhaal, twaalf of zeftien mannen ont- halsd, en twaalf vrouwen verdronken: 't welk ik hier wel heb willen melden, fchoon ik, in 't Sententieboek van deezen tyd, al- leenlyk vinde,dat Henrik Henrikszoon^Sny- der, Gerrit Ghyfen, anders Gerrit van Wou uit Benfchop, Meefter Adriaan Antoniszoon Fokfen, Steven Janszoon, Harnafchveeger, uit den Lande van Berg , Dirk Janszoon, Gla- zemaaker en Klaas van Venlo, op den vyf- entwintigften February ; en Jan Paauw, Blokemaaker, Arend Janszoon van Gorin- chem, Kramer, Barend Klaaszoon van Zwol, Vulder, Jan van Gink, Henrik Biesmanvtm Maaftricht, Kornelis Willemszoon van Haar- lem, Kiftemaaker , Arend Jakobszoon Kei- zer , Klaas Klaaszoon, beide van Moniken- dam en Willem Janszoon van Zutfen, op den zesden Maart, om Herdooperye, ter dood gebragt zyn, en de eerflen zes al- leenlyk van de brandftigting , in 't huis daar zy vergaderd waren, en van de op- fchud-
|
||||
' ....... ■ " ■ ■
|
||||||
32 AMSTERDAMS IL Deel."
153 5- fchuddingby na§t befchuldigd worden (h).
De vrouw van 't huis indeZoutfteeg, Aag- je Jans genaamd, werdt in haare eigen deure opgehangen (i). Haare dienftmaagd, Aalt- je Evens dogter van der Schelling, was, den zeftienden February, om dat zy den Heeren geene kennis gegeven hadt van de byeen- komfl der Herdooperen aan 't huis daar zy woonde, tot aan May des jaars 1536, ter Stad uit gebannen (£). De Profeet Henrik de Snyder, wien veelligt meer van den toeleg bekend was dan iemant der overigen, hadt voorfpeld, dat men hem met geenerle: ilag van werktuigen zou können dooden, en riep, op de ftrafplaats gekomen, tot driemaalen toe, doet open uwe 00gen, en aanziet. Doch hy bleek een valfch Profeet te zyn. 't Zwaard ging hem door den hals. Een ander was danfende en fpringende op het fchavot ge- komen, en onder 't zingen van Looft den Heere onthoofd (/). Kortom, verfcheide van deeze luiden gaven, gevat zynde, tot in hun uiterile, zulke duidelyke tekenen van krankzinnigheid, dat menze niet dan met medelyden kon aanzien. *t Geregt Maar de hoofden en aanvoerders hadden beveelt de meefle fchuld. Voor zulke hoofden gin- Jakob gen ^e Biflehop Jakob van Kampen en Jan pen, en"Matthyszoon van Middelburg, die zig nog Jan Mat- in Amfterdam onthielden. Om deezen in han-
(h) Sententieb. van ij OEI. i$i% tot 19 Maart is67.
ƒ. 49.
(i) Sententieb.van 15 ©ff. 151? tot \)Ma*rt 1567. ƒ. 57.
(k) Agter'tY.t\xxb. D. ƒ. 237 ver/t. (i) Hortens. p, 309, jio. Brandt Reform. I. Dttlm
U. 117 i iis. |
||||||
■
|
||||||
Vl.Bö5Ê. GÈscHiEbËNisSËtf. 33
handen te krygen , werdt, den tweeden 153 5^ Maart, een felierp bevel afgekondigd, waar- tj-,yszoort by elk belaft werdt, hen aan 't Geregt aan van Mui- te brengen. Ook werdt aan hem, op welks delburg aanbrengen, zy een van beide in hegtenis ,aan te zouden geraaken., een gefehenk van vyftig 6 * Karels guldens beloofd (m). Doch daar verliep nog eenige tyd, eer Jakob van Kam* pen gevat werdt. Öp den vyfentwintigften Zesen- daarna , werden wel zesentwintig perfoo- twintig nen, die men hieldt befmet te zyn met de P* JjjJ^ dwaalleere der Herdooperen, en die, terdaagd* gelegenheid der huiszoekinge na de op- lchudding der naaktlooperen, gevlugt wa- ren , openlyk ingedaagcL Zie liier hunne naamen: De Huisvrouw van Jan Paauw y Klaas van den Bofch, woonende in de Brug- fteeg in 't roode paard, Floris van Hoorn, gewerkt hebbende met Jan Paauw, Marryt* ■;• ■ gen, de Huisvrouw van Steven den Harnafch'
veger , Schipper Jakob, Binnenlandsvaar- der, of voerende een Ligtfchip, Willem de Bakker f woonende naafl de deur van Jan Paauw, Petergen 'm de Engelfche ftraat, Pouwels Louw Pompemaakers zoon, Gerrit en Volkje in den lederen emmer. Lubberich, woonende in de S. Jakobs ïlraat, Kornelis Evertszoon, in de Dirk van Haffelts fteeg, voerende een Ligtfchip, Dirk, Gerrit, Wil* lern enjnna, Jannetje de Zeilemaakers kin- deren, woonende over S. Geertruids Kloos- ter , Klaas en Willem, Pieter Akker mans zoonen, Thomas de Slotemaaker ,in de Min- der- (m) Keurb.E. ƒ. 22 verft.
III. Stuk. C
|
||||
34 AMSTERDAMS II. Deel.
1535* derbroeders fteeg, Jakob de MeJJemaaker,
in den lleutel, Henrik de Kaardemaaker, de Zwaager van Meefler Quintyn, Olofde Kis- temaaker, in de S. Annen-ftraat, Piefer van Leeuwaarden, Schoenmaaker, werkende op de Oude brugge, Klaas van Grol, Micbiel Klaas Aatnen Zoon en Meeus de Pompemaaker (»). Doch of van deeze ingedaagden, na- derhand, eenigen in hegtenis raakten, en geftraft werden, is my nergens gebleeken: ook niet, hoe ver zy aan eenige oproerig- heid fchuldig waren. Jan van Maar de oproerige Herdoopers verlooren Geel den aanflag op Amfterdam niet uit het oog. fmeedt Munfter was nu naauw ingeflooten, door 't Jeg.om Biiïchoppelyk Krygsvolk. Jan Bokelszoon Amfter- van Leiden hadt, op 't einde des voorlee- dam te den jaars ,Jan van Geel, die niet onbedree- overrom* ven was jn Krygszaaken, uitgezonden om V9en' onderftand: en deeze was naar Friesland gereisd, alwaar hy het oude Kloofter by Bolswaard hielp bemagtigen, op het einde van Maart.Doch Jürgen Schenk, Stadhou- der van Friesland, herwon het Kloofter, bin- nen weinige dagen, en nam een groot getal van Herdooperen gevangen , veelen van welken, naderhand, te Leeuwaarden, ter dood gebragt werden. Maar Jan van Geel, 't gevaar gelukkiglyk ontfnapt zynde, kwam te Amfterdam, daar hy, zynen naam ver- anderd, en zig voor eenen Koopman uit- gegeven hebbende, eenigen tyd by Willem Pieterszoon t'htüs lag, enondertuflchen den ge-
(n) Kewb. E. ƒ. i)f
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 35
gevaarlyken toeleg fmeedde om de Stad te 1535*
overrompelen, van welken alle deHiftorie- fchryvers, met zo veel verfoeijing gewaagd hebben, en die, ook hier ter plaatfe, in zyne voornaamfte omftandigheden, verdient ontvouwd te worden. Jan van Geel, die, onder de Herdoo- Hy ver*
pers, de bekwaamde gehouden werdt, om werft eene Plaats, met beleid of geweld , te o-bneven vermeefteren, fpande, te Amfterdam, aan giffenis" met Henrik Goedbeleid, die , voor deezen, van de den kryg gevolgd; doch zig, federt eeni- Land- gen tyd , onder de Herdoopers begeven ^os^6** hadt. Deezen twee kreegen haaft meer an- e' deren aan hunne koorde, die men 't hoofd vervuld hadt met groote gedagten van het Ryk van Munfter, en van de vrye leevens- wyze in het zelve, welke men ook te Am- fterdam zou invoeren, zo dra men meefter van de Stad ware. Toen de aanhang groot genoeg geoordeeld werdt , trok Jan van Geel naar Bruflel, daar hy zyne zaaken zulks wift te beleggen , dat de Landvoogdes, Vrouw Maria, hem brieven van vergiffenis verleende, mids hy zig verbonde om Mun- fter den Keizer te leveren, gelyk hy aan- nam. Met deeze brieven gedekt, begaf hy Verkeert zig wederom naar Amfterdam \ ging in Span- openlyk je, eene voornaame herberg (0), t'huis leg- [^rdain. gen (p), en verkeerde, federt, openlyk, en onder zynen eigen naam, met de voornaam- ften der Stad, by welken hy, om zyne ge- waan-
(e) Zit I. Dftl, I. Boek , II. t;.
if>) Confeffie van Adtiaan Coxnelisz. agttr 't Sententiel). bt$innind$ i+ Apr, issi. c %
|
||||
gó AMSTERDAMS IL Deel;
4535- waanc^e bekeering, en om den voorgeno-
men aanflag op Munfter, wel gezien was. Hy hieldt, ondertuflchen, zeer in 't geheim, byeenkomften met de Herdoopers, die hy voorhieldt, dat zeker Profeet den Koning te Munfter voorfpeld hadt „ dat God hem „ nog drie magtige Steden, Amfterdam, „ Deventer en Wezel, gefchonken hadt ,'* hen voorts aanmoedigende, om de hand te leenen, tot het vervullen deezer voorzeg- Beleid ginge. Hy beduidde hen ook, dat de Stad van den ligtelyk te bemagtigen was: en men kwam, asnilag. eindelyk, overeen, om zig daartoe te die- nen van den nagt na den tienden May, wan- neer het Kruisgilde gewoon was, eene maal- tyd te geeven op 't Stadhuis, waarby de gantfche Wethouderfchap en de voornaam- rien der Stad genodigd werden. De nagt werdt hier doorgaans met vreugde, en met het branden vanpektonnen, die voor 't Stad- huis ftonden, doorgebragt, en men ftelde vafb, dat niemant, in zulk een' tyd, op on- raad verdagt zou zyn, of in Haat om't ge- weld te keeren , wanneer 't nu openbaar werdt. Het luiden der Stadhuisklok zou de leus zyn om faraen te komen: en elk kreeg een' gouden penning op hand, ten teken der aangegaane verbindtenifFe. 't Gantfche be- wind over de onderneeminge werdt aan Jan van Geel en Henrik Goedbeleid toever- trouwd. De overigen, die, door Simon den Glazemaaker, vergaderd werden , zouden zig vervoegen in de Pylfteeg , ten huize van Pieter Gaal en van eenen Bakker daar naad
|
|||||
idfftwi«ii'f«i „
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 37
naaft (q), en van daar, ten beftemden ty- ie*e.
de, aanvallen op 't Stadhuis, zig, in dien aanval »onder anderen, bedienende van drie, anderen (r) fchryven van zes gelaaden hand- biuTen, die op de Rederykers-Kamer, bo- ven de Waage, tegen over 't Stadhuis, niet verre van de Vierfchaar, geplaatft waren. De fleutels van deeze Kamer waren aan Henrik Goedbeleid gebragt, door Frans Fre- drikszoon van Arnhem, dieze meermaalen plagt te haaien (j). Voorts , vleide men eikanderen, dat hetftuk niet zo dra begon- nen zou zyn, of de meefte burgery zouden onderneemeren toevallen, en 't Stadhuis en de Stad bemagtigd zyn, in een' oogenblik. De beftemde tyd naderde valt. Het DeWet-
Kruisgilde was byeen,toen zeker jongman, houder- die niet genoemd wordt, zig, tegen den a- fchaP vond, op de Plaats, daar de pektonnen fton- JW.'* den, vervoegde by Pieter Honig, hem aan- Va,"tmS dienende, dat de Herdoopers, wel ten ge- tale van zeshonderd, aan verfcheide oorden, byeentrokken, met meening om de Stad te overvallen. Honig deelde dit gewigtig nieuws, terftond, mede aan de Schepens Klaas Doedeszoon en Dirk Hilkbrandszoon Otter, die te gelyk Hoofdluiden der Burge- rye waren. Allen drie begavenze zig toen naar 't Stadhuis, daar de Burgemeefters met het Kruisgilde teerden. Zy konden hen, in 't
(q) Confeflie van Pieter Gaal en anderen, agter't Sen-
tcntieb. begtnntr.de 14. Apr. ijj?. (r) C. G. Plxmp der Herdopercn Anfl*ch,A/. 8.
(s) Conf cfpe v*n Fians Frederiksz. agter 't Sententie^»
hven gemeld. C3
|
||||
38 AMSTERDAMS llVzÉt.
£535, 't eerit, niet doen gelooven,dat het berigt
eenigen fchyn van waarheid hadt. De jong- man wordt ontbooden, en blyft by zyn fluk, aanbiedende in hegtenis te willen gaan, tot dat men alles onderzogt hadt. Op zyne aan- wyzing , vondt men de dubbele gelaaden haakbuflen boven de Waage: 't gene aan zyn zeggen meer geloofs deedt Haan. Doch toen was goed raad duur by de Heeren. Sommigen floegen voor, dat men de Bur- gery, in flilte, gewapend, op 't Stadhuis moefl doen komen, om gereed te zyn, als de Herdoopers uitkwamen Doch anderen oordeelden, dat zulks te veel gerugts maa- ken zou. OndertinTchen, was het Kruisgil- de, vroeger dan naar gewoonte, vertrokken van 't Stadhuis, en ontging daar door 't ge- vaar, welk anderen, federt, liepen. De Her- De Heeren waren nog bezig met raad- doopers pleegen, toen de Herdoopers, in alles, zo ti&en^de men' nackrhand» bevonden heeft, niet bo- Plaats ven de veertig man fterk (?), wel gewapend, en het en met vliegend vendel en flaande trom, Stadhuis, omtrent ten elf uuren des nagts , aantrokken op 't Stadhuis. Simon Klaaszoon Put, die hier, als Hoofdman der Waakeren, de wagt hadt, werdt, met den eerflen aanval, afge- maakt. Eenigen Waakeren of Burgeren trof het zelfde lot: eenige anderen werden gevangen genomen. De Burgemeeiters had- den , op het eerlte gerügt, het Stadhuis verlaaten: 't welk, terftond, door de Her- doo-
..' (t) Confeffïe van Claesgen de Glaefemaicker agter 't
Sememieb. beginnende 14. slpril 1553. |
||||||
'Uf'"" .—-'f'1""..... ■' '" ■■'.'. ti,-,WP*"Wï-> ß^a»n(*w~7— -■-*»* ^^"7»ö»*
|
||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 39
doopers, ingenomen werdt.Ondertufïchen, 1505.
hadt zekere dronken Schouts dienaar, die op een bank lag te ronken, en door't gedruifch der trom wakker geworden was, zelf naauw- lyks weetende wat hy deedt, het kloktouw verfteken: 't welk den Her doop er en belet- tede, onraad te kleppen, en daardoor een grooter getal hunner goedgunneren te lok- ken naar de Plaats en naar 't Stadhuis: dat, zo 't gebeurd ware, het herwinnen van bei- de moeijelyker gemaakt zou hebben. 't Getal der Herdooperen groeide, onder- Eenige
tuffchen, luttel aan. Een mismaakte bul- burgers tenaar uit de hunnen, die in de Pylfteeg °mSe_ woonde, en met zyn geweer ftondt om naar ra^ de Plaats te ftreeven, vraagde zynen buur- man Fincent («), als will hy 't zelf niet, wat 'er gaans wareVt Is op de Plaats te doent antwoordde deeze, laat het ons gaan zien. Doch zy waren maar weinig treden voort- gegaan , toen hy van den bultenaar, verraa- derlyk, doorfteken werdt. Klaas Pieterszoon van Aken, een fpotvogel en fterk drinker, die Goedbeleid van ouds gekend hadt, begaf zig op de Plaats onder den hoop der oproe- rigen, hun fchimpswyze vraagende, wat hun begeer en was ? Zy zouden hunne belangenflegts voordraagemmen zou tragtenjjen te vrede te fiel" len. Goedbeleid antwoordde, dat daar gevaar- lyke zaaken omgingen, die hem niet betroffen. Hy zou zig maar naar huis begceven. Doch terwyl Klaas toefde, en voortging met boer- ten, werdt hy, tegen Goedbeleids zin, door een en
(u) Zit C. G. Plemp der Herdopcren Anflach, U. i*.
C 4
|
||||||
*
|
||||||
40 AMSTERDAMS IL Deeï,,
1535- eenen der anderen, onder de voet geftoken.
Jakob Dobbeszoon, op wien de Herdoopers gebeeten waren , om dat zyn Broeder ,Kor- nelis, voor drie maanden, in 't vatten der naaktlooperen, geyverd hadt, zig naar de Plaats begeven hebbende, en een woord ten befte willende fpreeken , werdt, door de oproerigen, aangevallen en gekwetft (V), De Herdoopers, nu meefter van de Plaats voor 't Stadhuis, gedoogden niet, dat iemant zig op dezelve vertoonde. Zy hadden de toortfen en pektonnen, die hier ontfteken waren, geblufcht en om verre gehaald,op dat hun klein getal te minder ontdekt zou De Bur. worden, 't Gerügt der onderneeminge hadt ze?dbe" Z'S> rnidlerwyl, gelyk het gaat, merkelyk toegan- verzwaard, verfpreid door de gantfche Stad.' gen naar De burgerwagt op de Veften kreeg een ver- de Plaats, ward berigt der overrompelinge van't Stad- huis. Men hing 'er by, dat de befte bur- gers doodgeflaagen we-rden. De naarheid des nagts vermeerderde den fchrik, onder eene menigte, die, niet weetende wat 'er gaans ware, herwaards en derwaards liep, zonder vriend van vyand te können onder- kennen. Maar de Burgemeefters hadden, terftond, zorg gedraagen, om een goed ge- tal Burgeren in de wapenen te brengen, die de toegangen naar de Plaats flooten , en daardoor te wege bragten, dat de Herdoo- pers geene verfterking van volk bekomen konden. Voorts, was by de Wethouder- fchap vaftgefteld, niets tegen de oproeri- gen, (v; Q. G. Pj-EMP der Herdoperea Aiiflach , bl. Hs
|
||||
---------------------...... m
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 41
gen, in en voor 't Stadhuis, te ondernee- 1535.
men, voor dat dé dag gekomen zou zyn. Doch Burgemeefter Pieter Kolyn , een ge- Burge. leerd en Godvrugtig man, die den naam meefter hadt, by veelen, dat hy te flap omtrent de Pieter Herdoopers was , kon niet nalaaten,
Zig Kolyn,
van de gelegenheid te bedienen, om elk te^jj10
toonen, dat hy niet met hen heulde. Hy tegen rukt dan, in den nagt, aan 't hoofd van ee- trekken- nen hoop burgeren, aan op de oproerigen, de wordt die hem ïloutelyk tegentrokken. Men raak- 8edo° • te, op de Plaats, voor de Waage, aan ei- kanderen. De burgers werden te rug ge- drceven : eenigen doorfchooten , anderen gekwetft, ook met vergiftigd lood. Kolyn zelf werdt deerlyk vermoord. De Burge- Voor, meefter GooJJen Janszoon Reekalf, een er- zol'£ vm vaaren Krygsman, nam toen 't voornaam ^"re^e"r bewind op zig , en deedt zeilen fpannen Reekalk voor de toegangen naar de Plaats, die voorts met groote hopzakken gellopt werden, waar- agter de burgers, als agter fchanfen, ge- dekt lagen voor 't fchietgeweer der oproe- rigen : en ziende bezwaarlyk kans, om met de burgers aan te vallen op de Herdoopers, bezoldigde hy daartoe, op de Vifchmarkt Hy be- by deDamsfluis, een goed getal van Vrywil- zohügt ligen, op maandgeld, die aannamen, deeemg.^. oproerigen van de Plaats te dry ven, en daar- jZJJ'1 na den eerften ftorm te doen op't Stadhuis. Doch men zou zig ftil houden, tot dat de dag aanbrak. Onder de Herdoopers , werdt de nagt met het zingen van Pfalmen geflee- ten. Zy fcheenen wel gemoed. Doch de Jioofden waren niet zonder bekommering, C 5i met
|
|||||
4» AMSTERDAMS IL Deel.
*535- met naame Goedbeleid, die Jan van Geel
voorhieldt, dat hun klein getal het werk verbrodden zou. Maar deeze fprak hem moed in, hem verzekerende „ dat de Stad, „ voor tien uuren,in hun geweld zynzou." Doch met het aanbreeken van den dag, be- gonden de burgers en bezoldigde vrywilli- gen te fchieten op de Herdoop ers, die haalt genoodzaakt werden de Plaats teverlaaten, en in 't Stadhuis te wyken. Toen namen de burgers de Rederykers Kamer boven de Waage in, en fchooten van daar zo fel op de groote zaale van 't Stadhuis, dat de op- roerigen dezelve ruimen, en zig, hier en daar, in de binnenfte vertrekken, verbergen *t Stad- moeflen. Burgemeefter Reekalfhadt, onder- wordt o- tuffchen, twee halve (langen en eengrooter \'erwel- ftuk gefchuts doen fleepen voor 't Stadhuis, digd. De deur van 't S- Elizabets Gafthuis, welk naaft het Stadhuis naar de Kalverflraat ftondt, werdt terftond om verre gefchoo- ten. De vrywilligen, gevolgd van de bur- gers, drongen 'er in, over de lighaamen van dooden en zieltoogenden, dryvende de overigen, omtrent vyf en twintig in getal, tot naar de nieuwe Kamer, daar zyzigwak- kerlyk te weer Helden. Doch eenigen uit de burgerye beklommen de Venfiers van buiten, en overvielen de oproerigen, van eenen kant, vanwaar men hen niet ver- De hoof- wagt hadt. Toen werden 'er verfcheiden den der geveld, en onder deezen ook Henrik Goed- oproeri- geleid. Doch twaalf der oproerigen wer- veld ge ^en leevende gevangen genomen. Jan van Geel was, midlerwyl, geklommen op den zo-
|
||||
VI.Boèk. Geschiedenissen. 43
zogenaamden Weeskamers trans (w) van den 1535.
Stadhuis tooren, daar hy, bedugt voor er- ger ftraffe,zig bloot flehende voor't fchiet- geweer der burgeren, wel haafl getroffen, en half dood van boven nederwaards ge- fmeeten werdt. Toen was de burgery mees- ter van 't Stadhuis. De lyken der gefheu- Getal velde Herdooperen, agt en twintig in getal,3er Se-' werden des nademiddags van den elfden j"neuvcï" cl°n ter
May, by de beenen aan de galge gehan- wederzy-
gen. Van de zyde der Burgeren, waren 'er, de. deezen nagt, negentien gefheu veld, te wee- ten, de Burgemeefter Pieter Kolyn, Simon Klaaszoon Put, Kapitein van de Wagt, Kor- nelis Simonszoon Roefe , Schout by Nagt, Klaas Matthy szoon ^ der Stede Bode, Jan Dirkszoon Roesgen en Dirk Everdszoon, der Stede Waakers, Klaas Meeuszoon in de Kal- verflraat, Dubbelt Dubbeltszoon , Luit gen .....Muilkcn, Klaas Pieter szoon van A-
ken, Jakob Janszoon Smid, Maarten Egbards-
zoon Smid, Vincent Pieter szoon y Lakenkoo- per, Jan Wïllemszoon Ahkouy een Vryer, Jan Willemszoon Pot, Gerrit Martenszoon, Metfelaar, Dirk Gerritszoon , Jan van C7- trecht en Egbert Willcmszoon(x). Doch bui- ten de Stad werden,op den zelfden elfden May, nog twee Dorpelingen gevangen, die, op 't gerügt van den aanflag, naar de Stad gekomen waren, om deel te hebben aan de overwinning, met welke zy zig gevleid had- den. De opgezetenen van Benskoop onder Ys-
(«0 c O. Plemp der Herdoperen Anflach , il. i%.
(x) Uit een Tafereel in Kerkmeefters Kamer in de Oude Kerke. |
||||
M" '"------'-----------------------'— "■ ■
|
||||||||
44 «AMSTERDAMS II. Deel.
#535- YfTelftein, door Jan van Geel opgeruid, wa-
ren , ten getale van driehonderd , ook in aantogt naar de Stad; doch toen zy verna- men , dat de toeleg mislukt was , keerde elk hunner zyns wegs. Eenige anderen in merkelyken getale, van verfcheide kanten, opgeftommeld, waren, even na 't boom- fluiten , te fchepe voor de Stad gekomen; doch hielden af, toen zy,'s anderendaags, den uitflag der onderneeminge vernamen, en zeilden naar Engeland. Maar de bul- tenaar , die zynen buurman zo verraaderlyk gegriefd hadt, werdt, tegen den avond , daar hy als vertwyfeld liep waaren langs de wallen, aangegreepen en vaft gezet. De ge- Drie dagen hierna, op den veertienden vangen May, ontvingen elf oproerigen hun vonnis, oproeri- te weeten, Pieter Gaal, uit wiens huis in den ge-1" de PYlfteeg zv gekomen waren, Anthonis (traft. Elbertszoon, Even Aartszoon van Utrecht, MefTemaaker, Klaas Janszoon, Glazemaa- ker, Sybrand Klaaszoon van Alkmaar, Grof- fmid, Gerrit van Deventer, Snyder, Michiel Mgbertzoon, Weever, Jakob Gysbertszoon, van Gamen uit den Lande van Gelder, Ja- kob van Emden, Willem van Utrecht, en Al- len van Meppelen (y). De borft werdt hun leevende opgefneeden; 't hert daaruit ge- haald, en hun in 't aangezigt gefmeeten, waarna zy onthoofd en gevierdendeeld wer- den , wordende de hoofden op ftaaken op de poorten gefield, en de deelen daar bui- ten (y) Sententicb. va* iy 0&. 1523. t»t 19 Maart is*7.
f. jo ver/o. Zit tik, DAPPEK bl.l$l. COMMU.1NI/.93j> |
||||||||
*
|
||||||||
VI. BoEtf. Geschiedenissen. 45
ten gehangen. Naderhand, werden'er nog 1535,
eenige mannen onthalsd,te weeten,op den vyftienden , Jan Jakobszoon de Noorman, Adrtaan Kornclisz. van Sparendam, en Ger- rit Klaaszoon van Oude Nierop (js) , en eenige vrouwen verdronken , of in haare deuren opgehangen; welk laatfte het lot was van twee vrouwen in de Pylfleeg, die de op- roerigen gehuisvefl, en niet aangebragt had- den: ook van eene Moeder met haaren Zoon, uit den blaauwen Engel op den nieu- den Dyk, daar Jakob van Kampen, de zo- genaamde Biffchop van Amfterdam, t'huis geweefl was, zonder dat men hem hadt aan- gebragt (0). Aan Henrik Janszoon, Snyder, Ook ee* die , de Herdoopery voorheen verzaakt "ige au* hebbende, voor een jaar gebannen ; doch deren* bmnens tyds wederom hier gekomen was, w"erdt, den agtentwintigften May, op nieuws, de Stad voor een jaar ontzeid (Z>). Ook wcrdt Pietertje Elberts dogter, huis hou dfter geweefl: zynde van haare broeders, Antho* nis en Jan Elbertszoonen, die deel aan den aanflag gehad hadden; en Dirkje Houtßape- laar, haaren derden broeder, gewaarfchuwd hebbende, om niet gevangen te worden: daarenboven, herdoopt zynde, en geweer in huis gehad hebbende, dezelfden Juny, ten eeuwigen dage, gebannen (c). Oude Jans Dogter van Ryp uit Friesland onderging, ten
(z) Sententieb. als boven, f. ji. Zie o«k. COMMELIM
II. 9i9' »*(«) Sententieb. als boven f. $iwrfitii. HORTKNSIUS,
f, 310 , 311, 312, 313. (b) Agter 't Keurb. D. ƒ. 2Jg v,r/tt
(O *&ur 't Kcwb, D. /. a40, ;
|
||||
4<* AMSTERDAMS ÏLDut;
Ï535- ten zeIftten dage, het zelfde lot,om datzy
herdoopers geherbergd hadt, zonder het, zo zy zeide, te weeten (d). Anderen, Ver- dagt, dat zy kennis van den aanflag gehad hadden, zonder zulks te hebben aangebragt, werden gebannen jfommigen, die duidelyk bleeken van 't verraad geweeten te hebben, met den zwaarde geregt (<?). De Wet- Doch onderst uitvoeren deezer ftrafFen houder- Werdt,in de Oude Kerke, een brief gevon- wordt den» en *a.n '£ Gere# ëebragt, behelzende
gewaar- eene ernftige waarfchuwing tegen eenen fchuwd, nieuwen aanflag der Herdooperen. De fchry- wegens ver van deezen brief beleedt herdoopt te nfenuwen z?n; doch §een deel te wi,len hebben aan
aanflag. eenigerlei oproerigheid. Hy verzweeg eg- ter zynen naam: waarom de Wethouder- fchap geraaden vondt, hem,by eene open- baare afkondiging van den agtentwintigften May, te nodigen om zig nader te open- baaren. Men beloofde, in geval hy berouw toonen wilde van zyne Herdooperye, ver- giffenis voor hem te zullen verwerven van den Keizer, buiten zyne kollen(ƒ). Doch ik vind niet, dat hierop iet gevolgd zy. Jakob OndertmTchen, was Jakob van Kampen, van van wien men 't meeft meende te dugten te Kampen hebben, nergens te vinden. De Wethou- gevat,enderfchaP hadt, reeds te vooren, eene ver- ter dood eering beloofd aan elk, die hem of Jan gebragt. Matthyszoon van Middelburg aanbragt,en de
1 (<0 ■<*£*"■ '* Keurb. D. f. 140.
(e) Sententicb. van iy OTi. ijz3 tut ij Maart ij«;,
f. jz ver/o, jj, j+, jj ver/g, j$. (f) Kemb. E. /. a+.
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen* 47
de dood gedreigd aan zulken, die witten, 1535^ waar hy zig onthieldt, en 'er geene kennis van gaven. Doch zyn aanhang bleef hem getrouw. Eindelyk, nogtans, werdt hy be- trapt, in een huis, daar hy zig onder de turf verfteken hadt. Hy werdt fcherpelyk ondervraagd, en bekende gereedelyk, door Pieter Houtzaager, herdoopt te zyn, ook, hier ter Stede, te Leiden, en te Aalsmeer, veelen anderen herdoopt te hebben: en hier den naam van Bijfchop te hebben gevoerd: doch hoe zwaar ook gepynigd, heeft hy nooit beleeden, eenig deel gehad te hebben i aan den verraaderfchen aanilag op de Stad
(g). Ook wordt hy hiervan niet befchul- digd in het Vonnis, welk den tienden July over hem geveld werdt (£). Volgens het zelve, werdt hy, met een* tweehoornigen blikken myter, befchilderd met het wapen der Stad, een uur, of langer,op het Scha- vot te pronk gezet. Daarna werdt hem de tong uit den hals gehaald', en de regter- hand en 't hoofd, met een Vleefchhouwers hakmes , afgehouwen. Vervolgens werdt zyn lighaam verbrand, en 't hoofd met den myter daarop, en de regterhand op de Haarlemmer Poort gefield. Ten zelfden , dage, werden nog twee vrouwen, eene van welken Jakob van Kampen huisvefting be- zorgd ha&, voor 't Stadhuis opgehangen, en een mansperfoon onthalsd (i). Doch -v Jan |
||||||
(g) Zie BRANDT 1. Dtel, BI. 1*1.'
(b) Sentenrieb. van ij Off. ifftl ttt 19 Maart i$67. f. il Virfo. Zit tok DAPPEK,^. 15*. COMMAL1N, bl. 91%. (i; Sem^ntieb, ah itvtn ƒ. ;j.
|
||||||
4* AMSTERDAMS II. Ümi
J535' Jan Matthyszoon van Middelburg hadt zig*
door eene tydige vlugt, weeten te bergen Nog vier (£). Op den agtentwintigften July, werden,' Herdoo- njer ter stecjej n0g vief Herdoopërs ont* pers' halsd, en onder deezen, Barend Bakker van Zwol, die Kok van Jan Bokelszoon , den zogenaam den Koning van Munfter, geweeft, en onlangs herwaards gekomen was (/). Oploop Doch onder 't uitvoeren deezerftraffe,onr> uitvoe-' ^on(^t 'er eene geweidige opfchudding on- ren dee- der de aanfchouwers. Men vreesde het zer ftraf- ergfte. De fchutters, die gewapend op der *e- Plaats ftonden, fmeeten hunne mantels, tab- baarden , bonnetten en ander oppergewaad
van zig, en Helden zig te weer. Het op- roer werdt haaft geftild. Doch het gewaad en ook eenig geweer der fchutteren was, voor een groot gedeelte, in den loop ge- bleeven ; waarom het Geregt , nog dien zelfden dag, deedt afkondigen , dat elk ,- die 't vermifte naar zig genomen hadt,het zonder uitftel aan der Stede Klerken in han- den Hellen moeft (f»). Gedenk- Op deéze wyze, liep het af met den ver* tekenen twyfelden aanflag der HerdooperenopAm- aaI1fl fterdam» welks geheugenis, op meer dan der Her- eene wvZe > bewaard is geworden. De Schil- doope- der Dirk Bernardszoon heeft de gefchiede« ren. njs 9 'm verfcheide tafereelen , afgebeeld > die op 't Stadhuis, in een vertrek, federt » het gefchilderd Kamertje genaamd (n), en <, 'm
(k) HORTIWSIUS, p. 315-
(l) Sentcntieb. als boven/. 6z,6i. HortENSIUS,/». 31*.
(mi) Keiub. E. ƒ. >4 ver/a.
\n) Zit Hooix Nedwl, Hift. bi, i»l. •
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 49
inlaatertyd, gebruikt, door Commiffaris- 1535,
fen van Kleine Zaaken (0), geplaatft (py, doch, by 't verbranden van het zelve, ver- teerd geworden zyn. Boven de deur van 't S. Elizabets Gafthuis, naaft het Stadhuis, Itondt ook, met gouden letters, te leezen: Die Bondtgenot en der opinieufer Anabaptis-
ten Overvielen dcfe plaets en 't Stadhuis 'f nachts
f elf uuren, *S Anderdaechs voor negen uuren fynjy, met
macht en listen, Geßageny gevangen en moeflen Juflicy ht'
/uuren. Doch dit fchrift is ook , met het ver-
branden of af breeken van 't gebouw, weg- geraakt. Aan een der bovenfle Schoorbal- ken in de Nieuwe Kerke, flondt, ter ge- dagtenhTe der Naaktlooperen, aangetekend: In 't jaer vyf tienhonderd vyf en dertich ,
wilt dit onthouwen,
Liepen hier naeckt mannen ende vrouwen. Doch de balk met dit opfchrift is, met Dank-
het verbranden der Kerke, ook vernietigd dag, ter geworden. De Wethouderfchap van Am- 8?~agJe* fterdam befloot zelfs, op den agtften May " e ^ ". des jaars 1536, den elfden daaraanvolgen- gefteid. ] de , en voorts jaarlyks, op den zelfden tyd, eenen plegtigen dankdag te houden , we- gens de zege, 's jaars te vooren , op de op-
Co) M. Fokkens Amft. bl. 100. (p) Pontanüs Libr. II. Cap. XXVÏÏI. p, 24j. III. Stuk. &
*
|
||||
8* AMSTERDAMS II. Deel.
ï$25> °Pr9er%e Herdoopers behaald (q). Doch
my is niet gebleeken, hoe lang men deezen jaarlykfchen dankdag gevierd hebbe. Ze- ker genoeg is het, dat dezelve, na de ver- andering der Regeeringe in 't jaar 1578, geheel buiten gebruik geraakt is. Strenge ^et overgaan van Munfter aan de Bis- vervol- fchoplyken, en de ftraf aan Jan Bokelszoon, ging van en de andere hoofden der oproerigen al- allerlei ^aar, die 'er eerlang op volgde, komende gezin^" ky ^e ftrengheid»die men, hier te Lande, den. tegen deeze Luiden oefende, bragt hen, eer- lang, in zulk eene groote verlegenheid, dat zy zig nergens reppen noch roeren durfden. Ook was 'er, in Juny, wederom een fcherp Plakaat uitgekomen in Holland , waarby „ alle Propheeten, Apoftelen of BhTchop- „ pen en alle hardnekkige herdoopten ten 3, vuure, en alle berouwhebbende tot het „ zwaard of tot de put veroordeeld wer- ,, den, zonder dat de Wethouders, om- „ trent deeze luiden, overmids hun kwaad „ voorneemen , eenige de mïnfle genade „gebruiken mögt en (r)." En van toen af, werdt 'er, niet alleen tegen oproerige Herdoopers, maar ook tegen vreedzaa- me en weerlooze Doopsgezinden, flrenge- lyk gewoed, in Holland. Te Amïïerdam, werdt, omtrent deezen tyd, zekere Pietery weleer Koßer te Sardam, en thans Leeraar onder beter flag van Doopsgezinden, ont- halsd, als hadt hy deel gehad aan den op- roer, («) Keurb. E./. 3t vtrfi,
(r) Doopsgez. Mattel, boek, II, Detl, hl. 35* Repeit.
il. 3«»
»
|
|||||
*
|
|||||
VXBoEK. Geschiedenissen. 5t
roer; daar hy zig, nogtans, zo getuigd wordt, 153^
met allen ernfl, tegen gekant hadt (j). Doch zo deeze Piet er dezelfde geweefl is met Pieter Pietersz van Leiden, die te gelyk met Jakob van Kampen onthalsd was, hadthy, volgens zyne Sententie, van eenen oproeri- gen aanflag op Leiden geweeten , zonder 'er kennis van te geevcn (£)• Voorts werdt, op den agtentwintigflen Maart des jaars 1537, gebooden „ dat niemant, hier ter „ Stede , eenige Herdoopers zou mogen „ herbergen, op verbeurte van 't lyf (¥)." Doch 't getal der Doopsgezinden wies aan tegen deeze ftrengheid, zo in deeze Stad, als inzonderheid in 't Noorderkwartier van Holland. Ook wonnen de Hervormden, zo Lutherfchen als Zwinglifchen of Kalvini- fchen, meer en meer, veld hier te Lande, en te Amflerdam in 't byzonder, gelyk ons 't gevolg deezer gefchiedeniiïe leeren zal. Chriftiaan de III., Koning van Deenemar« Gezant
ke, hadt, in den aanvang deezes jaars 1535,van Dee^ Melchior Rantfau herwaards gezonden, om JJ-JÏJ* onderftand te verzoeken tegen de Lubek- fterdam, kers, die hem den oorlog aandeeden, om dat hy zig met Holland verdraagen hadt. De Gezant nam zynen weg over Amflerdam, en droeg de belangen zyns meeflers voor aan de Regeering, die zig, ten behoeve der Stad, veel liet gelegen zyn aan de behou- denis des Oofterfchen handels. De Lubek- kers,
f») Brandt Reform. I. Deel, bt. iz+.
(t) Sententieb. van 15 03. 1513 tgt 19 Maart ïsij.fo 5j ver/o. («0 Keurt». E./. 31.
D z
|
||||
V
|
|||||
52 AMSTERDAMS II. Deel.
*53 5' kers» eerlang» meefter geworden van Kop-
penhage , flooten de Zont, voor de Hol- landers, waarby Amfterdam zeer veelleedt VCld°f"'t W' "^e Landvoogdes, Vrouw Maria, be- Kooran ^ugt, zo voorgewend werdt, dat het gebrek inge- van toevoer uit de Ooftzee duurte in de graa- voerd en nen hier te Lande veroorzaaken zou, deedt *fSe" den uitvoer derzelven verbieden, in Ofto- ber deezes jaars (w). Men bevondt egter, wel haaft, dat dit verbod voornaamlyk ge- fchied was, om het afgefchafte Verlofgeld wederom in te voeren: alzo de uitvoer toe- gelaaten werdt, mids men 't Verlofgeld vol- decde. Doch Amfterdam en de andere Ste- den van Holland kantten zig hier tegen zo 1536. ernftelyk, dat de uitvoer vanGraanen, in February des volgenden jaars , wederom vrygefteld werdt, zonder dat men verlof- geld behoefde te betaalen (#). Amfter- Keizer Karel vondt, midlerwyl, geraa- dam neigt ^en ^ zjg te ftee]<en jn de Noordfche onJus- onder- ten» ten behoeve van den Paltsgraave Fre-
fleunen drik, die met Dorothea, Dogter van 's Kei- van den zers o verleed en Zufter, de Gemaaiin van Palts- (jgn gevangen Koning Chriftiaan den II. , Fredrik gehuwd was , en uit deezen hoofde regt tegen meende te hebben op Deenemarke. De Kei- den re- zer vorderde den Staaten van Holland , in geeren- April deezes jaars, onderftand in fchepen ning van a^» en Amfterdam, vernomen hebbende, Deene- dat de Lubekkers in onderhandeling waren marke. over (v) AFRT VAN DER GOES Regtft. H. M, 227. VE-
LIUS Hoorn , hl. 137. (w) Repert. bl. %l, {x) Vadeil. Hift, V. Deel, bl, 104 enzt |
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 53
over een verdrag met Chrifliaan den III., 1536.
welk, zo 't geilooten werdt, hen genoeg- zaam meefter maaken zou van den Oofter- fchen handel, neigde zeer om den Keizer te believen. De Stadhouder, Graaf van Hoogftraaten, eifchte vyfentwintig groote Oorlogsfchepen en agt of tien Boeijers van de Staaten van Holland alleen, die dienen zouden, om vierduizend knegten, ten dien- fte des Paltsgraafs, over te voeren naar de Zont. En Amfterdam en de Waterfteden zouden, veelligt, beflooten hebben , om hun aandeel in deeze uitruftinge te draagen: doch de andere Leden waren agterlyker t vooral, om dat men Holland alleen belas- ten wilde met de kollen eens krygs, die de eer des Keizers betrof, en waarin de ande- re Nederlanden, zo wel als Holland, be- hoorden te draagen. Ook vernam men, fe- dert , dat Guitaaf de I., Koning van Zwee- den, de Zont reeds met veertig Oorlogs- fchepen geilooten hadt: 't welk de Staaten van Holland nog agterlyker maakte om te befluiten. Chriftiaan de III., onderregt van 't ge- DeDeen-
vaar, welk hem uit Holland dreigde, ftcl- fche de, eerlang, Hertog Karel van Gelder in^rfte, ftaat, om eenig Krygsvolk op de been te van Ham brengen, onder den Overfle Meinard van dreigt dq Ham, die der Regeeringe van Amfterdam, Stad te wat laater, fchreef „ dat hy de Stad en 't overval- „ omgelegen Land, te vuur en te zwaard, „ zou komen verwoeften, zo men met de „ voorgenomen' uitruftinge voortginge." Men beiloot dan, niet alleen, hier ter Ste- P 3 de,
|
|||||
'\
|
|||||
54 AMSTERDAMS II. Deel.
j£*£ de, fcherpe wagt te houden (y); maar de
Regeering , Dagvaart hebbende doen be- fchryven inden Haage, drong, ernftelyk, op werving, tot verzekering van Holland. Ook bragt zy te wege, dat de uitrufting niet in Holland, maar in Zeeland gefchiedde, daar men veiliger was voor eene ondernee- ming te lande. Ondertuiïchen , leedt de Amfterdamfche Scheepvaart veel by deeze uitrufting, alzo men, om't Bootsvolk tot dezelve te vinden, de Vaart naar 't Noor- den en naar 't Werten hadt moeten verbie- den. Zelfs waren, te Amfterdam, eenige Noordfche fchepen in beflag genomen , 't welk men vreesde, dat op de Amfterdam- fche fchepen, die in 't Noorden zouden ko- men handelen, verhaald zou worden. Midlcrwyl, hadt de Stadhouder van Fries-
land zig, op 's Keizers laft, bediend van de knegten, die tot den togt naar Deene- marke gefchikt waren, om denHertogevan Gelder 't gebied over Groningen teontvvel- digen. Ook was'er, in May, een Beiland voor drie jaaren geflooten met Chriftiaan den III., welk oorzaak was, dat de voorge- nomen togt ter zee geen'voortgang hadt (2). De Gods- Het toencemen der Stad Amfterdam, in dienflige geta| van ingezetenen, was oorzaak, dat de Geftig- Godsdienflige Gefügten aldaar meer armen Amfter- te onderhouden hadden, dan voorheen, tot damkry- zo verre, dat de inkomften derHuiszitten- gen ver- meefteren , Gafthuis-meefteren , Leproos- |
|||||||||||
lof om
|
|||||||||||
mees-
|
|||||||||||
(y) Keurb. E. ƒ. ??.
(z) Zit Yacietl. Hiit. V. Deel, bl. 1*4 enz.
|
|||||||||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 55
meefteren en arme Weeskinderen-meefte- 153*5.
ren, op geene duizend guldens 's jaars na, vatte toereikten, tot vervulling der behoeften , goederen die ieder deezer Genootfchappen te vervul-te mo§en len hadt. Men vondt, in de Stad, luiden onder* genoeg, die gezind waren de inkomften dee- zekere zer byzondere Geftigten, door maakingen voor- by uiterften wil, te vermeerderen. Doch waa*dcn» Keizer Karel hadt den Klooiteren en ande- ren Godsdienfligen Geftigten verbooden, ee- nige vafte of erfelyke goederen te bezitten. OndertiuTchen, was 'er veel aan gelegen, dat de. behoeftigen in Amfterdam de ge- woonlyke onderfteuning niet mitten. Men vertoonde dit den Keizer, die, by brieven van den zesden December deezes jaars, den Huiszittenhuizen, Gafthuizen, het Leproo- zenhuis, en het Weeshuis vryheid verleen- de, om allerlei roerende en onroerende goe- deren te mogen erven, mids zy de laat- flen niet dan aan weereldlykeperfoonenver* kogten, en dat wel binnen een jaar, na dat zy die bekomen zouden hebben; om met het gene 'er van kwam, hunne armen te onderhouden, of daar voor te koopen ren- ten tegen den penning zeftien, ten gelyken einde (a). Omtrent deezen tyd, hadt Frans Andries- Verbod
zoon van Haarlem , buiten de Reguliers-om Kalk,; poort, niet verre van Amfterdam, een Kalk- S"snt0 oven doen ftellen, waarvan de Stad, wan- binnen' neer 'er de wind naar was , veel kwaade eene myl lugthadt. Ondertuflchen , vernam men,™1 dc daiStad*
(4) Handy. M, 2<;,. [j9.]
D4
|
||||
'5* AMSTERDAMS _ II. Deel.
1527- ^at an^eren ^it voorbeeld dagten te volgen.
De Regeering, om dit te voorkomen, ver- i wierf een Oclroi van Keizer Karel, welk, den derden January des jaars 153Ó [1537],
te BriifTel, gedagtekend was, en waarby aan elk verbooden werdt, voortaan, eenige Kalk- ovens te Hellen, binnen een myl van de Stad. Ook mögt de Stad de Kalkoven, die reeds, binnen dien affiand, was opgeregt, weder- om doen af breeken, mids aan den eigenaar vergoeding van koften doende , naar de uitfpraak van goede mannen, of van Stad- houder en Raaden van Holland (b). Drie Per- Op den twaalfden April deezes zelfden foonen jaars f Werden , te Amflerdam , drie Per- terve " f°onen> Albert Reyertszoon, bygenaamdO/- onthalsd. deknegt, van Bols waard, Andries Hermans- zoon van Gelder,en Tymen Henrikszoonvzn Kampen, om zogenaamde Ketterye, met het zwaard ter dood gebragt: waarna de hoofden op ftaaken gezet, en de rompen op raden gelegd werden (V)- Een ander werdt, ten deezen tyde, om het hebben van verbooden boeken en 't begunftigen van den Herdoop, met zyne boeken om den hals, op 't fchavot, te pronk gezet, en vervol- gens gebannen (d). In de Sententien van Poorteren,die, teroorzaake van zogenaam- de Ketterye, met de dood geftraft werden, werdt gemeenlyk gefield, dat zy, volgens de Privilegiën deezer Stede (e), niet meer dan
(6) Handv„ tl. i<ï. [5S]
(cj Sententieb. van }< OtJ. ij2j tot 19 Maart 1567.f,
77, 78. Zie tok. COMMF.LIN bl. 940. (dj Sententie!), ais boven f. y% verf». (tj Zie 11. Dal, m. JBetk, bl. 198. |
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 57
dan honderd ponden uit hun goed verbeur- 1537. den, of dat de Verbeurdverklaaring hun- ner goederen, met honderd ponden, kon worden afgekogt. Doch het Hof van Hol- land verftondt, in December deezes jaars, dat deeze Privilegien den Ketteren niet te ftaade komen konden, en verklaarde ook alle de goederen van Ketterfche Poorters verbeurd (ƒ). 't Beftand met Chriftiaan den III. was,
op 't einde des voorleeden jaars, gevolgd van eene Vrede met Gelder, die Amfter- dam , voor eenen tyd, bevrydde van de zorg voor overrompeling. Doch de oorlog met Frankryk, die onlangs ontfteken was, duur- de nog. Alleenlyk werdt'er, in July deezes jaars, een Beftand van tien maanden getrof- fen, waarop, in 't volgende jaar, eerfteen lang Beftand, en wat laater eene volkomen Vrede volgde (g). Doch weinige weeken voor 't fluiten van Karel
't Beftand van tien maanden, ondernam Her- ™n Gel- tog Karel van Gelder, vergeetende de on f^o^t" langs getroffen Vrede, Enkhuizen te ver-zjgbyde raffen, ten behoeve des Konings van Frank- Regee- ryk. De aanflag mislukte nogtans, en hyr|ngfvan fchaamde zig zyner onderneeminge zo zeer, Jjjj ^ dat hy, kort hierna, aan Burgemeefteren gens' ee. van Amfterdam fchreef „ dat zyne fche-nenaau- s, pen, door tegenwind, op de reede van flaS °P „ Enkhuizen vervallen waren; en dat zyn^ ;* 9, oogmerk alleenlyk geweeft was, zynen |
||||||||
„ Neef,
(f) Sentent. van den Hoogen en Provinciaalen Raadc
£/• 34+- (g) Vaderl. Hift. V. Detl, BI. 13 j, 13t. H4.
DS
|
||||||||
5$ AMSTERDAMS IL Deei,:
feh» jj Neef, den ouden Kardinaal van Bour- „ bon, aan de zeegaten op te wagten, voor „ wien hy nu Brieven van Vrygeleide ver- „ zogt." De Wethouderfchap van Am- fterdam, uit eenigen haarer burgeren, die te Harderwyk geweeft waren, toen de fche- pen werden uitgerufr,, reeds verflaan heb- bende, dat de Hertog heel wat anders in den zin gehad hadt dan hy voorgaf, ver- genoegde zig, met hem eenvoudiglyk te antwoorden „ dat hy zig, om Brieven van „ Vrygeleide te bekomen, niet aan haar; „ maar aan de LandvoogdeiTe vervoegen „ moefl (hy* Amfter- By de gewoone en buitengewoone Beden, dam be- die, van tyd tot tyd, in Holland, gevor- wiliigt derd werden, kwam, in September des jaars cerften J53^' nog'eene buitengewoone Bede, die in eene de Landvoogdes, op eene Dagvaart te Geer- Bede en truidenberg , liet doen. De Stadhouder, Sefc^enk Graaf van Hoogftraaten, voegde hier by, Land-6 ^at ^e anc^erc Landen Vrouwe Maria een voogdes- gefchenk gedaan hadden; 't welk Holland fe. behoorde naar te volgen, en der Landvoog- 153$- delTe vyftigduizend, of ten minflen dertig-
duizend guldens aan te bieden. En Am« fterdam was onder de cerfte Leden, die in 't een en 't ander bewilligden (i). Tje Stad De Regeering deezer Stad verwierf, den verwerft zeflienden Oétober, Oéfroi van Stadhouder dat men, en Raaden van Holland, op 's Keizers naam, ken! niets» dat, m zaaken, gebragt voor de Vier- „ fchaar
(h) E. de Veer Chron. ƒ. 4?. Pontanus Hift. Gek,
Liïr. XI. p. 78J. Brandt Enkh. tl. 6z. (i) Vadcil. Hift. V. Deel, bi. Hl enz. |
||||
VI.Boek, Geschiedenissen. 59
„ fchaar aldaar, en niet boven de tien pon- 15$$.
„ den grooten vlaamsbeloopende,niemantboven de „ vermoogen zou eifch te doen by gelchrif- tien pond 3, te; maar dat alle zulke zaaken,by mon-bdoo-: 3, de , tuffchen partyen, zouden moeten pende , „ worden bepleit (*)." Zulk een Oótroi ^ün°e ftrekte zekerlyk , tot voorkoming van de ^. langwyligheid der gedingen, voor der Ste- de Vierfchaar. En veelligt heeft de Stad het te ligter verkreegen, om dat zy, zo ge- V reedelyk, in de Rede, en in het gevorderd gefchenk aan de LandvoogdefTe, bewilligd hadt. Jan van Hennin, Heer van BoJJu, hadt zig, Uitms-
op 's Keizers lalt,omtrent deezen tyd, be- ting te geven naar Amfterdam, om aldaar, en in^mftfcr" Waterland, deuitrufling te wege te bren-ee™en0t gen van zesenvyftig fchepen van oorloge, togt naar die, nevens vierenveertig anderen, gebruikt Konftan- zouden worden in eenen togt naar Konftan-Jj.noP.0,e» tinopole , waartoe eene magtige Vloot in vl0e0"tl.et Spanje verzameld werdt. De Zeeuwfche gaat. fchepen liepen, in February, de Holland- 1539. fchen, niet voor het einde van Maart des jaars 1539, i11 zee« Doch de laatflen wa- ren niet verder dan onder Duins gekomen * toen zy uit 's Keizers dienft ontflaagen, en naar huis gezonden werden. De Vorffc, an- dere inzigten gekreegen hebbende, floot, eerlang , een Befland met den Grooten Heer (/). De
(k) Handv. */. 58?.
(t) E. de Veer Chron. ƒ. 51, 52. Goudhotven II.
«os, fio9. i&EiGEKsB. cluon. yan Zeel. II. Deeltbl.^zy |
||||
6o AMSTERDAMS II. Dta;
1539- ^e j^dvoogdes) Vrouw Maria, onder-
DeLand-nam' *n ^en Corner cleezes jaars, eenereis voogdes, door de Nederlanden, tot het doen van bui- Vrouw tengewoone Beden. Zy begaf zig eerfl, van Maria, Bruffel naar Zeeland, keerde toen naarBra- hier'ter ^ant' voorts» naar Utrecht, en van daar
Stede. over Amersfoort en Naarden naar Amfter- dam. Zy fchynt zig hier egter niet lang op- gehouden te hebben; maar al fpoedig, o- ver Haarlem en Leiden, naar den Haage vertrokken te zyn, alwaar de Staaten, een- paariglyk, bewilligden in eene buitengewoo- ne Bede van tagtigduizend guldens , die reeds in 't voorleeden jaar gedaan was(w). Het Ber- De Vaart op Bergen in Noorwegen en de genvaar- K00phandel aldaar werdt, federt veele jaa- de krygt ren> van Amfterdam gedreeven door een eene Or-Gilde van Handelaars, het Bergenvaarders- donnan- Gilde genaamd, welker Leden in Meeflers tie# en Knegten onderfcheiden waren. Aan dit Gilde gaven Schout, Burgemeefleren, Sche- penen en Raad deezer Stad, den tienden February, eene Ordonnantie of Gildebrief, uit welken blykt, dat de Meefters ieder een Boede of Kantoor hadden te Bergen, alwaar zy hunnen Koophandel dreeven, en van de Knegten gediend werden. Niemant mögt Meefter worden , dan die twee jaaren te Bergen als knegt gediend, of twee Zomers voor knegt gevaaren hadt. En die zyne eerfte reize, als Meefter, naar Bergen deedt, moeit vyf guldens; die de eerfte reize voor knegt voer, dertig ftuivers betaalen, ten be- hoe-
(ar) AERT VAN DER GoES Regift. tl. 300, jol, 30t,
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 6i
hoeve van S. Annen Altaar (»), in de Oude 1550.' Kerke, welke, door dit Gilde, onderhou- den werdt. De Gildebrief is, naderhand, meer dan eens, met verfcheide punten ver- meerderd. Het Gilde plagt zyne Kamer te hebben, aan de weftzyde van den Buiten- Amftel, nu even buiten de Vryheid der Stad, in een huis, welk nog den naam van Ber- genvaarders Kamer draagt. Het tappen van wyn of bier even buiten Het tap-
de Vryheid der Stad, en binnen een vier- Pf£ JjJJ1" dendeel myls van dezelve, was al by ver- gta(j fcheide oude Keuren en O&rojen ongeoor- wordt lofd verklaard (0); doch ging thans, des-»aderbe- onaangezien, flerk in zwang, tot merkelyk PaaId- agterdeel van der Stede Excynzen, die niet buiten de Vryheid gevorderd werden. Men bevondt zelfs, dat fommige Ballingen, Lu- theriaanen , Herdoopers en anderen , zig dikwils derwaards begaven, om te drinken en vergaderingen te houden. En dit gaf gelegenheid tot een nieuw Octroi, gedagte- kend te BrufTel, den eenentwintigften April deezes jaars, waarby verbood en werdt, wyn of bier te tappen buiten de Vryheid, binnen de volgende paaien: „ Buiten de Haarlem- „ mer-Poort, tot aan den draaiboom, ftaan- „ de op den dyk voor Frans IValkhs huis j, ingeflooten; buiten de S. Antonis Poort, „ tot de twee huizen binnensdyks, daar het „ Bolwerk van Ypeiloot begint, ingeflooten; „ buiten de Reguliers-Poort, tot het lange „ Loop-
(«) Handv. bl. ng7. ,
(•J Hwdv. «• 17, 18. [!»•]
|
||||||
s
|
|||||||
•■
|
|||||||
62 AMSTERDAMS II.Deel.
Ï539- " Loopveld toe ingeflooten; en buiten de
„ Heilige-wegs Poort, tot aan den Over- „ toom en Piet er Willem szoons huis inge- „ flooten (py Doch men bevondt eerlang, dat fommigen, agt of negen roeden buiten deeze paaien , herbergen begonden op te & zetten „ daar fbmtyds ook Ballingen, Lu- 3, theraanen, JVederdoopers ende andere ver-
„ twyfefde "nenfchen," gelykze genoemd wer- den „ hunne Conventiculen hielden:" waar- om Keizer Karel, op den agtentwintigffcen Auguftus deezes jaars, nader verklaarde, „ dat niemant tappen mögt buiten de Haar- „ lemmer-Poort tot aan Slooterdyk toe, het „ Dorp zelf daar onder niet begreepen; „ noch buiten de Heilige-wegs- Poort tot „ halfweg Slooten, en aan den weg van't Voort- " lanSe Loopveld (#)." Uit deeze Oclro- garag der jen blykt, onder anderen, dat men het hou- vervol- den van Vergaderingen van zulken,die der ginge. Hervorminge waren toegedaan, zelfs bui- ten de Stad, zogt te weeren. Ook vindt men, dat Joriaan Benthuyfen, die met Hans van Camphuyfen, op eenen Zondag, onder de Hoogmiffe, in zekeren tuin, gelezen hadt, in een bouck geintituleert 't nyewe teßement van martinus luthere, welk niemant, volgens de Plakaaten, leezen of by zig hebben mögt, op den zevenden July deezes jaars, verwee- zen werdt, om, met het boek om denhals, waarop met groote letters ftaan zou Dit es Martinus Luther ie bwck> voor de gewoon- lyke
(p) Handv. bl. 11. [fio.3
(j) rfandv.JL 19. £«x.J |
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 6%
lykeZondags-Pr<tf#e, te gaan, ofvyfen- ^g. twintig guldens te betaalen. Men handelde deezen perfoon , die anders , volgens de Plakaaten, lyf en goed verbeurd zou heb- ben, zo genadiglyk,om dat hy maar veer- tien jaaren oud, en onlangs eerft, met het boek,welk hy van zynen Vader ontvangen hadt, hier te Lande, gekomen was : ook om dat hy verklaarde, geene kennis te heb- ben van dèn inhoud der Plakaaten (r). Ten deezen zalfden dage, werdt Jan Janszoon van den Berg> hier ter Stede, om Herdoo- perye, onthoofd (s). De groote Steden, Orde op en dus ook Amfterdam, mogten, volgens Jj^PJ^ een Plakaat van den zesentwintigften Sep- de groo. tember, nergens laaten prediken dan in de te Ste- Kerfpelkerken, de Kloofters der biddende den. Orden, en de Gafthuizen (f) : ook moeft men, volgens aanfchryvens des Stadhou- ders van den zelfden dag, wel fcherpelyk letten „ dat 'er geene duiftere of ergerly- „ keftoffenopden predikftoel gebragt wer- „ den, en dat de Leeraars niet tegen elkan- „ deren predikten;moetende deezen, wan- „ neer zy iet in elkanders Leer of gedrag „ te berispen vonden, de fchuldigen af- „ zonderlyk vermaanen, of 'er den Officier „ der Stede of den Hove van Holland ken- M nis van geeven («)." Men begon, te Amfterdam, wat fcher-De ge- n p-r wezcß
(r) Agter 't Keurb. È. ƒ. 207 vtrfo.
(s) Sententieb. van ij Oïï. ijï.3 tot 19 Ma«rtis6y. f. yj. Zie ook COMMEUN bl. 0+1. (t) Repett. bl. 3 g. (u) &ie4tn Blief in H. D£ Gkoot Verantw. Cep. VI. bl. SU |
|||||
■--.
|
|||||
64 AMSTERDAMS IL Deei.
Ï539- Per te 8aan teSen de Hervormden, federe
Schout ^at Meefter Kornetts Wouter Dobbeszoon ,in Jan Hui- September des jaars 1535, in de plaats van brechts- Klaas Gerrit Mattheuszoon, tot Schout aan- |
||||||||||||
zoon
|
||||||||||||
genomen was (V).Deeze, eenen witten voet
on/xet- hebbende ten Hove, en onder eenen deken teryege- leggende met den Procureur-Generaal, Rei - dag- nier Brunt, beftondt, omtrent deezen tyd, vaard. verfcheide Regenten te befchuldigen van Ketterye. Meefl hadt hy 't egter gelaaden op den gewezen Schout, Jan Huibrechts- zoon, die, in 't voorleeden jaar en in dit, met een kerkelyk geding , uit naam van Ruard Tapper , Opper-Inquifiteur hier te Lande, door den Onder-Inquifiteur, Floris Egbertszoon, Paftoor der Oude Kerke, las- tig gevallen werdt (w). Hier by bleef het niet. De Procureur- Generaal verwierf een Mandement van den Hove , waarby Jan Huibrechtszoon, die, ondertiüfchen, den florm ziende aankomen, ten Lande uit ge- weeken was, voor't Hof gedagvaard werdt. De vrienden van den gedaagde konden ligte- lyk voorzien, dat hierop vonnis van balling- fchap en verbeurdverklaaring van goederen volgen zou. Doch alzo dit laatfte, volgens de Privilegien der Stede, met honderd gul- gens af te koopen was, vervoegden de naaft- beftaanden van den Gedaagde zig by Bur* gemeefteren, met verzoek om derzelver by- fhand tot handhaaving deezer Privilegien. I54°' Burgemeefteren toonden 'er zig gereed toe, en
|
||||||||||||
(v) Groot-Memor. N. I. ƒ. 30$ vtrfi,
v (w) Zit COMMEJ.IN H% 5>4°. |
||||||||||||
:d
|
||||||||||||
♦
|
||||||||||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 65
en verfcheenen, nevens hen, voor 't Hof, 1540, in de Lente des volgenden jaars. De Pro- B/ïfcllui. cureur - Generaal hieldt den Raaden voor digingen „ dat Meefter Jan Huibrechtszoon , in het ten zy- „ jaar 1518 , Schout van Amfterdam ge-nenlafte; „ worden was; dat, federt dien tyd , die ,, gereprobeerde Seelen van Luterye, Sacra- „ mentifierye ende Herdooperie aldaar opge- „ komen,en fterk toegenomen waren.Dat „ de Stad, hierdoor, in groot gevaar geraakt % was van ingenomen te worden: 't welk „ men aan de flapheid van den Gedaagde „ en van andere Burgemeeflers enRegeer- „ ders in dien tyd wyten moefl. Dat de „ Gedaagde zelf gehouden werdt van de „ gemelde Seele te zyn. Dat hy, ten min- „ fte, het zingen van fchandelyke Liede- |
||||||||||||
55
5>
35 |
kens,tegen 't Sacrament des Altaars,en
tegen de Geeftelyke Perfoonen, inzettin- gen en Plegtigheden, ongeftraft, gedoogd hadt. Dat onder anderen zekere Schui- |
|||||||||||
„ tevoerder, Adriaan met een Ooge genaamd,
„ den Luiden, die naar de Heilige Stede gin- „ gen,om 't Sacrament te vereeren,open- „ lyk hadt toegeduwd, wat gaat gy 'f Sacra- 9, ment bezoeken? Ik agt de kaas en 'f broody 5, welk ik in myne hand heb, zo goed als 'f „ Sacrament. Hier vaar ik voel van. Maar „ 't Sacrament is meer niet dan der Paapen a, Goden louter brood. Dat dezelfde Adriaan „ ook hadt gezeid, dat de Heer, het brood „ des Avondmaals met de eene hand uit- 3, reikende, gezeid hadt, Neemt dat, terwyl „ hy, met de andere, op zyne borft wy- 9, zende, daar by voegde, Dit is myn lig- 111. Stuk. £ „ haam. |
||||||||||||
66 AMSTERDAMS IL Deel.
1540. 5) haam. Dat hy ook, in November des
„ jaars 1532, in 't Cellebroeders Kloofter, „ openlyk gezeid hadt, dat hy wel vyfiig „ Sacramenten te gelyk met eene dagge door- j, fteeken, of met voeten treeden zou durven. „ En dat de Gedaagde, om dit alles, A- „ driaan alleenlyk bevolen hadt, niet zon- „ der zyn verlof uit de Stad te gaan, hem, „ naderhand , toen hy gedrongen werdt „ hem te vatten, heimelyk waarfchuwen- „ de, dat het nu tyd was om te vertrekken. „ Dat hy Grietje uit Hit land, die wilt waar j, Jakob van Kampen verft eken was ge- „ weeft, zonder het aan te brengen; Ma- „ rytje Klaas, Huisvrouw van Meeuws den „ Blokemaaker, die verdoopt was ; en nog „ eenen Mandemaaker van dezelfde gezind- „ heid, Heer Arend genaamd, gelyke waar- „ fchuwing hadt gedaan. Dat hy, wyders, „ verkeerd hadt met bekende Ketters, en „ onder anderen met Heer Klaas van Elfi, „ die Luther zelven hadt hooren leeren. „ Dat hy, om zulke redenen, door't Hof, ,, in 't jaar 1534, van 't Schoutampt afge- „ zet, en in eene boete van honderd gul- „ den verweezen geworden was. Dathy, „ wyders, ook plagt te hooren een' Gardiaan, „ [Joannes'] Pelt genaamd, die in de Reventer „ [Eetzaal] van 't Minderbroeders Kloorter „ leerde, en het Evangelie van S. Mattheus „ in Duitfcher fpraake hadt doen drukken; 3, welk boek hy, fchoon daartoe vermaand, 3, niet hadt doen ophaalen. Dat hy, al in „ 't jaar 1525, kennis gehad hadt van het * houden van Lutherfche Vergaderingen „ daar
|
||||||
Vf. Boek. Geschiedenissen. 6?
„ daar ter Stede , door zekeren Meefier 1540,
„ Willem, Priefter van Utrecht, zonder „ dat hy 'er iemant over geflraft hadt. Dat „ hy zelf hadt bekend, Melanchtons fchrif- „ ten gelezen te hebben. En dat hy, ein- „ delyk,in Anguftus des jaars 1539, in den „ Haage befchreeven, en ter naauwernood „ eens voor KommifTarifren van den Hove „ gehoord geweefl zynde, heimelyk naar 3, Amfterdam, en voorts ten lande uit ge- „ weeken was. Sedert was hy, tot drie maa* „ len toe, ingedaagd; doch niet verfchee- „ nen ; waarom de Procureur-Generaal „ eifchte, dat hy gebannen en zyne goe- „ deren verbeurd verklaard mogten wor- „ den." De Burgemeefters van Amfterdam en de Hy worde
vrienden van JanHuibrechtszoon zelvenon-voor al- dernamen niet»hem tegen de befchuldiging Joos £e* van Lüthcrsgezindheid te. verdedigen. Zy beweerden allcenlyk, dat de verbeurdver- klaring zyner goederen, met honderd gul- dens, volgens de Privilegien der Stede, kon worden afgekogt. Het Hof verftondt dit eveneens. De Gedaagde en voorvlugtige werdt, by Sententie van den negentienden Maart des jaars 1539 [1540], ten eeuwi- gen dage, gebannen,uit Holland,Zeeland, Friesland en Utrecht; doch van zyne goe- deren niet meer dan honderd Karels gul- dens , acbtervolgens 't Privilegie van der 6te- de van Amfterdam, verbeurd verklaard. Al 't welke blyken kan uit de Sententie zelve, die nog nooit gedrukt geweeit, en daarom % % van
|
||||
68 AMSTERDAMS II. ÜeïX,
IKA.0 van ons' ^er a£ter> onder de By kagen (3G%
geplaatfr. is. Sommigen tekenen aan, dat
de gebannen Schout, in 't volgende jaar 1541 , te Harderwyk, overleeden is (j). Op den negenden Auguftus deezes jaars, werden vyf Perfoonen gehangen , die be- kend hadden in 't Verbond der Herdoop e- ren getreden, en aan Kerkroof fchuldig te zyn (3). Karel de Keizer Karel de V. kwam, in July dee« V.belegt zes jaars, in Holland, om eene gewoonly- ïfagvaart ^e ^ec*e te ^oen van ^e Staaten, die, te-
te Am- &en den vyfden Auguftns, in den Haage be- fterdam. fchreeven waren. De Bede gefchiedde, ter fomme van honderdduizend guldens's jaars, voor den tyd van zes jaaren. De Leden namen aan van deeze Bede verflag te zullen doen , en den Keizer antwoord te zullen brengen, op zulk een' tyd en plaatfe, als hy zou goedvinden te bepaalen. Hy noem- de Amfterdam, tegen den twaalfden der 't Geregt maand (a). Het Geregt deezer Stad, hier- bei t orde van berigt bekomen hebbende, beval, den om den tienden „ dat niemant der Schutteren, zon- Keizer te ^ ^er ver]0f van Burgeme©fleren, uit de gen. " »5 Stad gaan zou (b):" en den elfden „ dat „ de drie Schutteryen, op 't luiden van der Stede klok, gewapend vergaderen zou- |
|||||||||||
•ï
9)
|
den; de Oude of Kloveniers Schutters,
in S. Jakobs Kapelle, de jonge Schutters, |
||||||||||
« op
(x) V. B.
(y) F. von Zesen, bl. 107.
(z) Sententieb. van ij OlïeJ/. isij ttt 19 Maart 15&7,
f. 101. (a) Af.rt VAN'dkr CO£8 Rcgift, il, 3a«»
ik) Kcuxb. E./. 6i.\ |
|||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen: 69
„ op de Kolk, en de Handboogsfchutters, 154g, „ in de Lieve Vrouwen Kapelle; om van 3, daar, onder geleide hunner Overluiden, j, op te trekken, en niet naar hunne Doe« j, lentekeeren,voordat deßlachoort op de „ Plaatfe gedaan zou zyn. Dat de Her- „ bergiers den Schutteren geen bier of wyn ,, zouden hebben te fchenken, voor dat zy 3, wederom in hunne Doelen gekomen wa- „ ren. Dat elk, wien 't Geregt eene toort- 9, fet'huis zondt, daarmede, in een'zwar- „ ten tabbaard gekleed, op de Plaatfe by „ 't Geregt komen moeft, wanneer der „ Stede klok luiden zou. Dat niemant, 9, dan die geregtigd waren om der Stede „ wyn te tappen, wyn leveren zou op de 3, loodjes, die de Wcthouderfchap voor- „ hadt aan 's Keizers gevolg aan te bieden, „ om daarop den eerewyn te laaten haaien. 3, En dat niemant eenig gedruifch zou heb» „ ben te maaken in de Kerken, gelyk 011- 3, den en jongen, in de nieuwe Kerke, ge- 3, daan hadden , toen de Landvoogdes , „ Vrouw Maria, in 't voorleeden jaar, al- 3, daar de mifle hoorde (é)" Öndertus-Men fchen, hadt men den Keizer vertoond, dat ™aakt het raadzaam er ware, de Dagvaart te Haar-^" f*l~ lern te leggen, ende dat, gelyk de Advo iu?t en>t kaat van der Goes aangetekend heeft water der (i), omdat f Amfterdam die vier elemente« Sud te» gecorrumpeert waren, ende om te behoeden die &cn* gefontbeyt van fyne Majefleyt, ende den gce- nen
|
|||||||
(c) Keutb. E. f. ai.
U) Rcgift. bl. 3 ©7. E 3
|
|||||||
.
|
|||||||
7© AMSTERDAMS II. Deel.
I540. nen die hem volgen ende water drinclen willen,
't welk fÄwflerdam nyet en doe cht, ende veel ßeck, ja den doedt drinchn Jouden mogen. En 't fchynt, dat deeze aanmerkingen , die niet geheel ongegrond waren, alzo het wa- ter in de graften reeds zeer bedorven was, en men nog niet veel regenbakken hadt, zo veel gewoogen hebben, dat de Dagvaart te Hy komt Haarlem gehouden werdt. Evenwel kwam 'eregter. de Keizer, op den dertienden, in Amfter- dam , daar hy treffelyk werdt ingehaald; doch flegts tot 's anderendaags 's morgens Vertoefde, wanneer hy naar Utrecht voort- reisde (e). Amfterdam hadt, midlerwyl» gereedelyk bewilligd in de zesjaarige Bede, veelligt om den Keizer daardoor te bewee- gen, tot eene gunftige uitfpraak in het oud gefchil over het Dordrechtfche Stapelregt, welk deeze Stad en andere Steden , om- trent deezen tyd, Avederom leevende ge- Hy geeft maakt hadden (ƒ). Ook beveiligde de Kei- eene zer t by eene Sententie van den agttienden Ordo?6 O&0Der » die te Bruflel gegeven werdt, nantie Dordrecht wel in het Stapelregt; doch hy voor de voegde 'er eenige bepaalingen by, waaruit Stad, om- bleek, van welke goederen, en tot hoe hoog, trent het ^ Stapelregt alleen gevorderd mögt wor* drecht- den. Ook hieldt de Sententie in „ dat alle fche Sta- „ goederen, Kanthout, Kromhout en Ee- pelregt. ^ ken planken uitgenomen, komende uit „ het Noorden, van Amfterdam en daar „ omtrent, door de Stede Gouda en den „Yf-
(e) E, de Veer Chïon. ƒ. jj verß. Goudhoeven bU
gil. VELius Hoorn, hl. 1+2. (f) Rcfol. Vroedfch. iz April 1540, N, !.ƒ. 4 verß.
|
|||||||
'
|
|||||||
VI.BoeïC. Geschiedenissen. 71
j, YlTel nederwaards voorby Rotterdam , 1540.
„ niet gehouden zouden zyn te Dordrecht 3, aan te vaaren , of aldaar te verflape- » len fe)."
Men kon deeze nadere bepaaling van het Het Vet-
Stapelregt aanmerken als eene gunft voor lofgeld Amfterdam. Doch niet lang hierna, wardt Kooien ten Hove beflooten, het afgefchaft Verlof- wol-dc geld op 't uitgaande Kooren wederom in te wederom voeren: 't welk ten hoogfle fchadelyk was inSe- voor deeze Stad. Ook deedt zy en de mees-voerd% te andere Steden ernftige vertoogen ten Hove, om van de betaaïing van 't Verlof- geld bevryd te blyven (Ä); doch alle poo* gingen fcheenen vrugteloos. De Landvoog- des verftondt, dat men 's Keizers Hoog- heid te na fprak, als men zig van 't betaa- len van een zyner Heerlyke regten meende te mogen ontflaagen rekenen (i). 't Ver- 1541. lofgeld werdt dan ingevoerd. Doch men bevondt wel haaft, hoe veel nadeels het deede aan den Koophandel deezer Landen in 't gemeen, en aan dien van Amfterdam in 't byzonder. Wel honderd en vyftig Oos- terfche fchepen , welker meeften anders- zins hunne Laadingen aan deeze Stad ge- loft zouden hebben, zeilden nu weftwaards en 't Land voorby, 't welk met reden voor verloop des Ooiterfchen handels vreezen deedt. Tc
(g) Zh de Sentent. en Ordonn. by Balen Dordr. bl.
444, 45©, 4-59,465-
(*) Reibl. Vroedfch. 4 Maart, 7 May, 1 Juny 154,1. Ar.
I. ƒ. 5 ver/h , <ï verfe ,7. (i) Vadeil. Hift. V. Deelt II. ij« tnz.
|
||||
fi AMSTERDAMS II. Deel.
154 i. Te Amfterdam, werdt, midlerwyl, het
Op. Verlofgeld ten fcherpflen ingevorderd (£). fchud. De Ontvanger van het zelve, Jakob van ding te Grammaye, beftondt, op zekeren avond , Amrter- ten tjen uuren j jn September ofOétober des gelegen^Jaars I54I» net nins van eenen Poorter,
tieid van die, naar 't fchynt, geweigerd hadt te be- fcet zei- taaien, met zyne dienaars te overvallen , re" met oogmerk om hem te ligten en te ver- voeren, -'t Volk, in merkelyken getale op
de been geraakt, riep dat zulk geweld Jftreedt met de voorregten der Poorteren, en wilde den Ontvanger te lyve, die nog, ter naau- wer nood, door de Wethouderfchap,' ver- dagtby't volk van hem de hand te zeer bo- ven 't hoofd tehouden,gebergd,en heime-, lyk ter Stad uk gelaaten werdt. Het Hof van Holland vaardigde , federt, Meefter Kernelis Suys herwaards af, om onderzoek te doen op deeze beroerte. Men deedt 'er der LandvoogdefTe verflag van , die zig zeer misnoegd toonde, om dat men's Kei- zers Amptenaar, met fchande,ter Stad uit gezet hadt. De Wethouderfchap verant- woordde zig , ten belle mogelyk. Doch Vrouw Maria liet zig niet dan met moeite te vrede Hellen (/). Ondertuflchen , zag men, uit het gene te Amfterdam gebeurd was, hoe veel zwaarigheids het geweldig- lyk heffen van het Verlofgeld naar zig flondt De Sua-: te fleepen. De Landvoogdes deedt dan ten, en voorllaan, dat zy 't zou affchaffen,zomen den
(k) Refol. Vioedfch. 13,14, 16 Aug. 1541. N* I. /. 8 ,
{/; AEKT VAN DER GOBSRegift. hl. 324, 32;, jztf, 327. |
||||
X
|
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 73
den Keizer,tegen 't nadeel, dat hy 'erdoor 154^
lyden zou, vyfentwintigduiz end guldens vol- voor_ deede. De Staaten beflooten hiertoe geree- naamlyk delyk, en men kwam overeen^ dat Amfter- Amfter- dam, als het meefte belang by het affchaf- dam,koo- fen van 't Verlofgeld hebbende, een der- JJJJjJ de van deeze vyfentwintigduizend guldens 'tverlof- vooruit betaalen zou, en dat de overigen geld. twee derde over 't gemeene Land zouden worden omgeflaagen. Op deezen voet, werdt i542* Holland en Amiterdam in 't byzonder, in de Lente des jaars 1542, wederom, voor eerft, van 't opbrengen van 't laftig Ver- lofgeld ontheeven (m). De Koning van Frankryk,zigmetZwee-De Stad
den , Deenemarke en Gelder verbondenmaakt hebbende, hadt. Keizer Karel, in May desg^"^ jaars 1541, wederom den oorlog verklaard; in zekere doch de vyandelykheden nog niet openlyk Bede te begonnen. De Landvoogdes hadt, ter deezer kewüli- gelegenheid, eene Bede aan de Staaten vansen* Holland gedaan van vyftigduizend guldens teritond, of tagtigduizend guldens, als't open- baar oorlog werdt. Amftcrdam en eenige an- dere Leden vonden deezen eifch onredelyk; doch Hemden tot voorbetaaling der reeds ingewilligde Bede van honderdduizend gul- dens 's jaars. Maar de meeflen verflonden 't anders, naar welker gevoelen, de Land- voogdes de Akte van bewilliging deedt op- ftellen («). 't Leedt niet lang, of de oorlog ontftak wapen-
open-fchoi*
(«) Vaderl, Hift. V. />«/, ///. 207.
(m) Vaderl. Hift. V. Dtel, bl. iU, »17, «••
E 5
|
|||||||
n
|
|||||||
.
|
|||||||
I
|
||||||
74 AMSTERDAMS !I.Dee£.
1542. openlyk. De Koning van Deenemarke
wins te ^00t ^e ^ont» en nam veele Hollandfche
Amtier- fchepen in beflag (0), tot merkelyk nadeel dam. der Amfterdammeren. Willem > Hertog van Gulik en Gelder, deedt een groot getal kneg- ten , onder Maarten van Roffem, byeen trekken in 't Land van Kleeve en elders. En de tyding hiervan bragt de Regeering van Amftérdam tot een befluit om, tegen den vierden July, eene algemeene Wapen- fchoLuving te doen over de ingezetenen van agttien jaaren oud en daarboven, die zig» des morgens voor zes uuren, gewapend, op hunne hoefllagen vervoegen moeiten. De burgers, die op den hoefïlag boven de Waage bef "cheiden waren, moeften zig plaat- fen in de nieuwe fteeg, van de Halle af tot den burgwal toe. Vreemdelingen , vrou- wen en kinderen moeften,ten tydederWa- penfcbouwinge, binnens huis blyven (p). Op den zeftienden Juny te vooren, hadden de zeseudertig Raaden reeds bellooten, de buuren buiten de S. Antonis poort van kruid en lood te voorzien, en in den muur, tns- fchen die poort en Schreyhouck, bekwaams gaten te maak en , om grof gefchut in te leggen (q). Ook zou men de Laftaadje be- waaken, en eenigc huizen aldaar afbree- ken (r). René van Chalons, Prins van Oran- je en Stadhouder van Holland, deedt ook, by raade van de Steden Haarlem en Am- fter« ($) Velius Hoorn, BI. 144.
(p) Ketub. E. ƒ. 76.
(q) TjL.eïol. Vroedfch. N. I. 16 Juny 1541. ,
(r) Refol.iVioedfch. N. I. 5 J*ht7 ^ug. IJ42»
|
||||||
♦
|
||||||
VLBoek. Geschiedenissen. 75
fterdam, uitleggers leggen in de zeegaten 1542.
van Texel en 't Vlie (Y), om den Gelder- fchen het uitloop en te beletten. Zy namen, ondertiuTchen, eenige fchepen op de Zui- derzee, en Maarten van Roiïem deedt ee- nen inval in Brabant. Men hieldt eeneDag- Dag- vaart van de Waterlieden te Amiïerdam,^a^der om op de veiligheid der Scheepvaart te^^ raadpleegen (t~). Doch ik vind niet, wat aldaar. aldaar beflooten werdt. De Stadhouder hadt andere
zelfs alle Leden van Holland te AmfterdamDag- ter Dagvaart befchreeven, tegen den twin-vaart te' tigftcn July, om op eene nieuwe Bede van zes- £n *~ -tigduizend guldens , hun, door de Land-w^. voogdefle, gedaan, te befluiten; doch dedochniet tyding van den inval van Maarten van Ros- gehou- fem deedt hem de Dagvaart van Amflerdam^11, verleggen naar den Haage. 't Liep aan tot in 't laatil van Oclober, eer in deeze Bede bewiliigd werdt. De penningen werden by verzegeling opgenomen door de Leden , befluitende Amilerdam, met moeite, om, gelyk te vooren meermaalen gefchied was, op zig zelf te zegelen (u). Doch terflond hierna, vorderde de Land-De Stad
voogdes wederom een honderdflen penning bewilligt van alle uitgaande Koopmanfchappen, eengeree(j" tienden van de inkomften der vafte goede- fyk jn ren, in een tienden van de vviniten der Koop- verfchei« luiden. Men bewilligde, in February desden ße* volgenden jaars, met veel moeite in den bonderdften penning; doch (legts voor een I543* jaar.
C*) Vader!. Hift. V. Deel> bl. zu.
(t) Vklius Hoorn, hl. 1+3.
(h) VaUeil, Hift, y. Deelt M "*> *3°«
|
||||||||
«
|
||||||||
76 ^AMSTERDAMS IT. ESW&
454*. Jaar* ^e twee tienden wilde de Landvoog-
des voor honderd en vyftigduizend guldens laaten afkoopen. Amflerdam en eenige andere Steden booden honderd en twintig- duizend guldens. Doch Amflerdam werdt het niet eens met de Landvoogdeffe, en de Staaten werden, eerlang, gedrongen om in de twee tienden, in eene buitengewoone Be- de van negentigduizend guldens, en in eene leening van zesduizend guldens te bewilli- gen. ^Amflerdam in 't byzonder hadt, ten deezen tyde, den naam ten Hove, dat het altoos zyn beft gedaan hadt, om aan de Keizerlyke Beden te voldoen. Ondertus- fchen, maakte het bewilligen in zo veele Beden het opflellen van nieuwe Jmpoflen noodzaakclyk, die, met den aanvang des volgenden jaars, alomme, in Holland wer- den ingevoerd (v). Bevel om Het Verdrag van Venlo van den zeven- de bui- den September des jaars 1543, waarby Gel- tentim- ^er en £utfen aan Keizer Karel denV.wer- Klf te den afgeflaan (w), verzekerde Holland,en bieeken. Amflerdam in 't byzonder, voor altoos, te- ' gen de Gelderfche vyandelykheden, waar- van deeze Stad , dikwils , veel geleeden hadt. In July deezes jaars , fcheen men hier nog bekommerd voor eene overrom- peling: waarom 'er wederom eene Wapen- fehouwing gedaan werdt (x). Ook was, al vroe-
fv)R«fol Vroedfch. N. I. n Felr. 12 Maart, 14. Ma.j
J543. Keurb. E. f. ico verft. Vaderl. Hift.V. Deel,èl. 24J , 244, 149» 153,258. «.,«,,. T, c
(iv) Groot Geld. Plakaatb. I. Dttl> Prtlm. PurM c. 20,
(xj Keuib. E. ƒ. »o. |
||||
VI. Boei?. Geschiedenissen. ?7
vroeger, gebooden, alle timmeraadjenbin- 154*,
nen de zeflien roeden buiten de Stads muu- ren af te breeken: welk gebod, niet volko- menlyk ter uitvoeringe gebragt zynde, nog in't jaar 1545, fchoon 't gevaar van den kant der Gelderfchen toen voorby was, wel uitdrukkelyk herhaald werdt (y). Op 't einde des jaars 1543, kreeg de Zorg at-
Wethouderfchap, hier ter Stede, berigt, daar te- dat de Herdoopers en andere Seelen weder ■ g!n een® om voorhadden de Stad te overvallen, en onder- het bloed te wreken, welk zy zeiden, hier,neemin£ onnofelicken gefiort te wefen. 't Geregt be- der Her- val, derhalven, op den drie-entwintigftend°°Pe" December, dat alle waarden, waardinnen en andere Poorters hunne vreemde gaften, nog dien avond, by naame, aan den Schout moeften komenopgeeven, en zorg dr'aagen, dat die gallen niet dan ongewapend op ftraat verfcheenen. Voorts, werdt het hou- den van heimelyke Vergaderingen , op nieuws , ftrengelyk verbooden (3). Vieryier vrouwen Aaf en- Neel Jan Verburgens Dog- Doops* ters , Duif Jans Dogter , Huisvrouw vanzinde Hans Kraag, en Anna Jans Dogter, Huis-™^ei^ vrouw van blaauwen Willem, Kooman Janncn% Klaaszoon , een' Leerling van Menno Si- 1544. monsz, in zulk eene Vergadering, eenige deelen der Schriftuure, naar zyn begrip, hebbende hooren uitleggen, werden, den • negentienden January des jaars 1544, voor
altoos, uit de Stad en derzelver Vryheid ge-
(y) Refol. Vroedfch. JV. I, g J*lj 1^3, Handv, bU
J005 , iooj. («} K€Wb. E. ƒ. 99 vtrft,
|
||||
78 AMSTERDAMS ILÜeel.
1544. gebannen, met verlof om'er, niet dan op
den elfden May , zynde den ingeftelden dankdag over de zege, in 't jaar 1535, op de Herdoopers behaald , te mogen inko' men; mids zy dan, blootshoofds en barre- voets , met een ponds Waskaarfe in de hand, den plegtigen ommegang verzelden («.). Doch 't berigt, wegens eenen nieuwen aan- flag der Herdooperen , fchynt ongegrond geweeft te zyn, of heeft ten minfle geen mwnen gevoIg Sehad- Alleenlyk vindt men, dat gedood. 'er»den negenentwintigften January, nog we- derom twee Herdoopers, een van welken zevenentagtig jaarenoud was ,onthalsd zyn, waarna hunne rompen op raden gelegd, en hunne hoofden op ftaaken gezet werden (b). Een van deezen twee was de gemelde Jan Klaaszoon, die zyn werk gemaakt hadt van het doen drukken en veripreiden der Schrif- ten van Menno Simonsz (V). De Re- Keizer Karel was, na 't fluiten van't Ver- l^^dragvan Venlo, ookmet ChriftiaandenlII., wege, Koning van Deen emarke, in onderhandeling dat de getreden over de herflelling der Vrede. De Koning Regeering van Amflerdam zondt, zo dra van Dee- zv niervan kennis kreege, haaren Penfiona- deStadfn"8'. Meefter Floris van Hougaarde, om den
de oude Keizer te verzoeken, dat hy, by 't fluiten, voorreg- wüde zorg draagen, dat Koning Chriftiaan Jf"11"' zigverbonde,om de Stad teherftellen inde voorregten van Koophandel, die haar, door de
(a) Agttr 't Keurb. E. f. 237
{b) Zie COMMELIN l/L 94.3. (e) Sentcntieb. van. ij Qüob. ï;»j, tot 19 Maart \$67<
ƒ. ia*. |
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 79
de voorige Koningen van Deenemarke, ver- 1544. leend waren (d). En deeze bezending hadt het gewenfchte gevolg. Een der punten van 't Verdrag van Vrede, welk den drie- entwintigften May te Spiers getekend was, behelsde de uitdrukkelyke beveiliging van Amfterdam in alle de voorige Privilegien (e): waarvan, op Cbrifidag, of den vyfen- entwintigften December des volgenden jaars 1545, byzondcre brieven verleend werden (ƒ). Midlerwyl, was het fluiten der Vrede met Deenemarke, in Holland, en vooral te Amfterdam, met groote vreugde gevierd: gelyk ook gefchiedde, na dat, op den agt- tienden September, de Vrede metFrankryk te Crespi getekend was (g). De Keizer hadt toen de handen ruim, om Amfter-
den oorlog met de Proteitanten in Duitfch- ^am n land te beginnen, gelyk hy, in't jaar i545notafe deedt. Tot de kollen van deezen oorlog, koften werden den Staaten vanliolland zeshonderd- van den duizend guldens, in vier jaaren op te bren-°or:°eilJ gen, afgevorderd. En Amfterdam was van la|j£L " de gereedften, om in deeze Bede te bewil- ligen (&): 't welk alleen genoeg deedt zien, dat men, hier ter Stede, ftrenger werdt te- lgen de Hervormden. Keizer Karel ook, 1545. waarfchynlyk om de gereedheid der Stad te beloonen, en zekerlyk om haar in ftaat te Hellen tot het verder vervolgen der On- room- ° (d) Vadeil. Hift. V. Deel , II. 26j.
\e) II. Iiivileg. boek, f yoverj». Vohz tttfff DU MaNT ■Corps Dipl. lom. IV. P. tl. />. 274. (f) Handv. *;. 58. [89]
(g) Vêlius Hoorn, hl. 144.
Lb) Vaderl, Hift. V. Detl, LI. zij.
|
||||
So AMSTERDAMS ÏÏ.Deeï,;
I j-4 r roomfchen, vermeerderde haar ban- en vang-
regt, welk te vooren flegtstot duizend roe- den buiten de Vryheid uitgeftrekt geweefl Hetban- was, by brieven van den zesden February en vang- des jaars 1544 [1545], tot op eenemyl in regt der >t ronde, buiten haare uiterfte Veften, mids Stad, t haar Officier de gevangenen , terflond , op eene deedt overleveren aan den Officier der Plaat- myl uit- fe, waar dezelven gevat waren. Voorts, gebreid, blykt uit deeze brieven, dat de uitbreiding van het ban- en vangregt begeerd was „ op |
||||||||||
5>
J5
1) |
dat men te beter mögt können beletten
de Vergaderingen van Lutheranen, Ana- baptisten ende andere vertwyfelde menfehen, die omtrent der Stede, by nachten ende on- |
|||||||||
,, tyde, op de Dorpen ende andere Huyfen,
„ flaende buyten der Stede Fryheyt, gehou- „ den werden (*).** j£eür Ten deezen tyde, werden de uproerifche tegen de Seele der Wederdopers , de aanhangelingen
Herdoo- van David Jorisz. en van Jan van Baten- *T O 116 ^ur& » ^e a^en we* uitdrukkelyk van de
friesland Mennifien, of navolgers van Menno Si- verdree- monsz., onderfcheiden werden, uit Oofl> ven wer- friesland verdreeven (£). De Regeering van ^en' Amfterdam, voorziende dat veelen van dee- ze menfehen zig, veelligt, herwaards begee- ven zouden, beval, by eene Keure van den twaalfden Maart „ dat niemant zulke lui- „ den zou herbergen; maar dat elkze, in „ tegendeel, zou aanbrengen, zo hy wift „ waar zy zig onthielden. Ook moeften „ al-
<») Hmdv. hl. iy. [fii.]
(k) Z*e de Ordonn. van Graavinne Anna in E. BENIN;'
«A'S Hift. van Qoftfr, IV. Buk» C*/>, CXXIX. #.7ii. |
||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 8i
,, alle inkomende vreemdelingen zig by de 1545,
>, Kwartier- of Wykmeeflers der Stede aan- „ geeven: ten welken einde, de Stad, ge- „ lyk tevooren meermaalen gefchied was, „ in zeven Kwartieren of Wyken verdeeld „ werdt, drie aan de oude, en vier aan de „ nieuwe zyde: in ieder van welken, twee „ Kwartiermeefters, uit de Regeering en „ deftigile Burgers, werden aangefteld (/).*' Het vervolgen der Onroomfchen ging, fe- Vervol- dert, voort. Quiryn Pieterszoon vanGronin-ging. gen werdt, op den zeflienden April, als be- hoorende tot de gezindheid der Herdoope- ren, verbrand (in). Zekere Anna Mickers, die fomtyds niet wel by 't hoofd bewaard geweeft was, hadt deezen Quiryn, en Jan Klaaszoon, van wien wy boven («) fpra- ken, fomtyds, hooren leeren, en gaf, des- wege voor 't Geregt ontbooden, geen voi* doend berigt van haar geloove omtrent het Sakrament des Altaars. Zy werdt dan op de S. Olofs Poort gevangen gezet: daar zy, twee jaaren gezeten hebbende, middel vondt om te ontkomen; doch zy werdt, eerlang, agterhaald , en op den twee-entwintigften Juny des jaars 1547, verweezen , om een half uur op 't fchavot te flaan, honderd guldens aan boete te betaalen , en drie jaaren buiten de Stad en de Vryheid der- zelve te blyven, zonder 'er wederom in te komen, dan na dat zy bewees, dat zy,een jaar
(/) Keutb. E./. 114.
(m) Sententieb. van ij Öft. x$i%. tat 19 Maart I$d7«
ƒ. IJ4. Zie ook COMMELIN tl. 944. («) Biadz. 77t 7s. III. Stuk. F
|
|||||
■->
|
|||||
U AMSTERDAMS II. Deel,
i ^45. Jaar agtereen, in een Kloofter of ander gees-
telyk geftigt, gewoond hadt (ö). De uit« De duurte van 't Kooren gaf, in Oólober voer van deezes jaars, gelegenheid tot een Plakaat, 't Kooren waarby'de uitvoer van het zelve verbooden yft vry' werdt (p). Nogtans fchynt dit Plakaat te Amfterdam niet afgekondigd, of naderhand Bürge- wederom ingetrokken te zyn (q). Immers meester fommigen hebben aangetekend , dat de Hemik LandVOogdes, in dit jaar 1545, iemantnaar zoon "be Amfterdam zondt, om op te neemen, hoe fchul- veel voorraad van Kooren nog by de Stad <%d. ware; dien hy zo overvloedig bevondt, dat de uitvoer, ten deezen tyde, vry bleef; fchoon Burgemeeiter Henrik Dirkszoon, naderhand, nagegeven werdt, hoe hy hadt weeten te beltellen, dat de Koorenkoopers twee las- ten voor een opgaven. Doch deeze be- fchuldiging heeft men, den Regte genoeg, niet könnenbewyzen (r). Hoe 't zy,de uit- voer van Graanen bleef, ten deezen tyde, nog vry, tot groot voordeel van den Am- fterdamfchen Koorenhandel. Men kreeg zelfs verlof van den Keizer, om den Pro- cureur - Generaal, die 's Keizers regt, om den uitvoer van 't Kooren te verbieden, en niet dan onder 't betaalen van Verlofgeld toe te läaten, voorftondt, te betrekken voor den Grooten Raad van Mechelen: daar elk zyne belangen inbragt, en eindelyk, by ee- ne Uitfpraak van den dertienden Odtober des
(•) Keurb. E. ƒ. iz6 verft en agter 't zelve ƒ. 261.
(p) Repert. hl. si- (q) Refol. Vroedfch. N. I. 9 April 1545. .
(r) H00JFT Nederl. Hift. II. Boek, bl. éu |
||||
VlßoEK. GESCKIÈÖEtoïSSEN. $$
des jaars 1548 , verklaard werdt „ dat 1545.
,, alle ukheemfch Kooren uit Holland zou ,, mogen gevoerd werden, zonder eenigen 3, ohgewoonen Impofl of Verlofgeld fchul- „ dig te zyn (1)." In 't voorleeden jaar 1544, hadt men, te Twintig
Amfterdam, de goederen van eenen Ant- Amfter- werpenaar gearrefleerd. De Brabanders, ver- p*™äj® meenende, dat zy, volgens de gouden Bul- te ^nt.' Ie van Keizer Karel den IV., in perfoon werpen, noch goederen, bekommerd mogten worden gearres- in Holland, namen dit zo euvel, dat zy 'er eenteerd' pleit om aanvingen voor den Grooten Raad te Mechelen. En terwyl dit onafgedaan hing, 154Ó* deeden zy, in 't jaar 1546, twintig Amfler- damfche Poorters, en daaronder den Bur- gemeefter Nikolaas Bafliaanszoon, die, in de Lyft der Regeeringe, Claas Henrkksz. Bas- gen genaamd wordt, te Antwerpen, arres- teeren (r). Men droeg, terftond, zorg, dat deeze Poorters gellaakt werden. Doch het gefchil tufTchen Brabant en Holland bleef onafgedaan, tot in 't jaar 1550 (u). En toen deedt Keizer Karel de V. uitfpraak , dat het voorregt, den Brabanderen by de Gul- den Bulle gefchonken, zig niet over Hol- land uitltrekte (u). De Keizer hadt, in den aanvang des jaars Ordon«
1545, ten behoeve der Landen van Utrecht nantie en överyflel, Oclroi verleend , dat nie* °P de mant,verfch«
f*) Handv. tl. »i.
(?) ADSUAN VAN DER GOÈS Reglft, Op't jaar i$\6.
iL 7,'ti
(u) Vadeil. Hift. V. Deel, hl. 350.
(v) Zie de Sententie, by Bort van de Arrcften in zyne
'Werken II. Dtel% W, 491. F 2
|
||||
>
|
||||||||||||||||||||||
84 AMSTERDAMS UDeei,
mant, voortaan, in de Zuiderzee, zou mo-
gen viilchen dan met netten, welker maa- zen ten minfte vyf duimen wyd waren, en waarin, gevolgelyk, niet dan groote vifch gevangen kon worden. Men hadt dit Oc- troi, in Overyffel en elders, afgekondigd. Doch in Holland werdt 'er zwaarigheid in gemaakt. De Stad Amfterdam, welker in- gezetenen zig nog, gelyk van ouds, gedeel- telyk , geneerden met de verfche Vifch- vangft, en eenige andere Steden vertoonden den Keizer, dat zy, oudtyds, tot het van- gen van Aal in den Zomer, en tot het van- gen van Poft, Voorn , Spiering, Haring, waarvan de Ybokking gedroogd werdt, in den Winter; midsgaders, tot het vangen van Aal, Nebbelink genaamd, Garn aaien, Snoek, Baars, Blink,Karper, Braasfem en anderen Witvifch, netten met veel enger maazen plagten te gebruiken, en nog gebruiktent en dat deeze vhTchery bedorven zou zyn, zo zy genoodzaakt werden, de maazen hun- ner netten, tot op vyf duimen, teverwyden. De Keizer begreep dit, en veroorlofde den Amfterdammeren en anderen „ tot hunne |
||||||||||||||||||||||
1547-
Vifch-
vangft, ten be- hoeve van Am» fterdam. |
||||||||||||||||||||||
?!
|
viffchery te gebruiken de netten, die zy
|
|||||||||||||||||||||
'er van ouds toe plagten te gebruiken;
doch geene Cheynetten of Seynerie. Ook mogten zy den gevangen vifch niet ilee* pen, noch verfmoorden vifch aan land brengen , om daar te laaten bederven. En zo zy zig op de groote Vilfchery wil- den toeleggen , moeften zy netten ge» bruiken, welker maazen vyf duimen wyd waren." De brieven, hiervan verleend* wa-
|
||||||||||||||||||||||
»J
|
||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||
M
|
||||||||||||||||||||||
33
|
||||||||||||||||||||||
3>
|
||||||||||||||||||||||
13
|
||||||||||||||||||||||
!3
|
||||||||||||||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 85
waren, den twaalfden November des jaars x ^^
1547, te Bruflel getekend (w). Die vanMoeitJ Overyflel klaagden, niet lang hierna , ten met fa Hove, dat de VifTchers vari Amflerdam op van O- hunne kuflen kwamen vifTchen, met enger veryffel. netten, dan by het Plakaat van den jaare 1545 bepaald was. De Raad van Staate te Bruflel fchreef hierover aan de Regeeringe van Amflerdam, op den zevenden Februa- ry des jaars 1547 [1548] (#). My is niet voorgekomen wat hierop geantwoord werdt; doch 't is te denken, dat men niet zal ver- zuimd hebben, zig te beroepen op hetOc- troi, waarvan wy zo even fpraken. Maar die van Overyflel, hiermede niet voldaan, deeden, federt, de netten van Jan Jans- zoon , Poorter van Amflerdam, aanflaan door den Schout van YfTelmuiden : waartegen men , te Amflerdam , beflag leide op de penningen, gekomen van zekere offen, door den gemelden Schout, hier ter Stede, ver- kogt. Doch op 'den negentienden Decem- ber des jaars 1548, fchreef de Landvoogdes aan de Wethouderfchap, dat zy dit beflag moefl afdoen (j). Of dit gefchied, en den Amfterdammer VifTcher , daartegen, ook eenige voldoening gegeven zy, is my ner- gens gebleeken. In 't jaar 1564, kwam 'er diergelyk fchryvens van 't Hof te Bruflel aan die van Amflerdam, met klagte over't gebruik van te enge netten (z). Doch ik vind
(w) Handv. */. a°. [64.]
(x) Oude Kerk, La*4« XXXIV. É (y/Oude Kerk, Laadt XXXIV. (?) Oude Kerk, L*adt XXXIV. F 3
|
||||||
™fc'**..,..,'.
|
||||||
____
|
||||||
86* AMSTERDAMS IL Deeï,,
|
||||||
1547. vind niet, dat 'er, federt, over de wydte
der Vifchnetten, met die van Overysfel, verfchil geweeft is. In 't jaar 1559, werde by den Grooten Raad te Mechelen geoor- deeld, dat de Steden van Holland, langs de Zuiderzee gelegen en zig met de vifTche- ry geneerende, niet mogten viilchen in den mond der Riviere van Overyflel, noch op de Kamper zanden, op de diepte van drie en een halve ellen waters by gemeenen vloed, noch ook in 't zwarte Water of mond der Vegt,van de Vorft af opwaards naar Gee« nemuiden toe, van het eene Land tot nee andere (a). Zekere Op den zevenden December deezesjaars overeen- j^^ Werdt aan Burgemeefteren van Am- wegens fter<iam ter hand gefield, om by der Stede het on Privilegien , en op gelyk gevaar met de- derhoud zelven, bewaard te worden, de oorfprong- van den kelyke overeenkomft tuflehen die van Sloo- damme?" ten' Sloaterdyk, Ooftdorp, Houtrak, Po, dyic aan lanen, de Geer, 't Hof-Ambagt, Spaarne- dc Stad te woLide, met de gemeene dykpligtigen tus- bewaaren fchen Amlterdam en Spaarnedam, ter ee- gegeven- ner ^ en ^e gemeene Ingelanden van Ryn- land, ter anderer zyde, over het onderhou- den van den dyk tuiïchen Amfterdam en Spaarnedam. De Aéle, waarby dit blykt, en de Overeenkomft zelve , die omtrent Paafchen des jaars 1544 getekend is, zyn beide onder de Privilegien der Stad, in de Oude Kerke, Laade Vil. weggelegd. Voorfiag De Schotten hadden, reeds van dm aan- |
||||||
(a) Handy, il. z2.
|
||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 87
vang des jaars 1544 af, eenige vyandelyk- j ^g
heden ter zee gepleegd tegen de ingezete- nen der Nederlanden: die, allengskenstoe-.ftg™da™" neemende, in January des jaars 1548, aantotbevei de Stad Amlterdam gelegenheid gaven, om ttging ter Dagvaart van Holland voor te liaan „dat jj** 3, men op de beveiliging der Scheepvaart •^Jf^' „ behoorde verdagt te zyn." Zy fcheen zig zelfs wel te willen belatten met de uitrufting van eenige Oorlogsfchepen, zo de Staaten haar, daartoe, met agtduizend guldens, on- derfleunen wilden. Doch 't blykt niet, dat hierop iet beflooten werdt. Tot beveiliging der Haringviflcherye alleen , werden vyf fchepen ten oorloge uitgeruft. 't Gemeene Land droeg zesduizend guldens tot de kos- ten (/>), en de Reedery het overige. De agterlykheid der Leden, om in de kollen van 't beveiligen der Scheepvaart te draa- gen, maakte de Stad Amfterdam, federt eenigen tyd (c), en zelfs nog in 't volgen- 1540. de jaar, ook ongereeder, om iet op te bren- gen tot beveiliging der Haringviflcherye; waarby deeze Stad thans weinig of geen be- lang hadt. Zy merkte aan „ dat de Koop- „ vaardy zo voordeelig voor 't Land was, „ als de VifTchery; dat de Staaten egter, „ voorleeden jaar , geweigerd hadden de |
|||||||||
5ï
|
Koopvaardy te beveiligen; waarom zy
|
||||||||
nu ook, in 't beveiligen der Vilfcherye,
„ niet bewilligen kon." Ook werdt toen be- floo-
(*) Vaderl. Hift. V. Deel,bl. 267, 2»«, 3*+» 3*;<
(c) Rcfol. Vroedfeh. N.. I. iz,is Jxly, 4 Aug. I547.
f4
|
|||||||||
8S AMSTERDAMS ÏI.Dee£,
!549- ^00tenJ de Haringvaart te llaaken, en de
buizen op te leggen (d). Verfchil De Koning van Dëenemarke, Chriftiaan jnetDee.de III., hadt, onlangs goedgevonden, de over?0 ^ont^c^e t0^en merkelyk te verhoogen (é?);
2;ont. en tol te vorderen van Wyn en Bier,waar- fchen tol. van, tot nogtoe, niets betaald geweeft was. Ook hinderde hy de Hollanders in den Noordfchen Houthandel. Amfterdam gaf van 't een en 't ander kennis, op eene Dag- vaart van Holland , in 't begin deezes jaars 1549. Ook wift men, ten Hove, te wege te brengen, dat Stratius, Raad in Gelder- land, uit 's Keizers naam, naar Dëenemar- ke gezonden werdt, om over deeze nieu- Amfter- wigheid te klaagen. Amfterdam voegde dam hem Sybrand Pompejus Occo, Oud-Schepen femant en ^aac* * toe> ^ie °P kollen van 't gemee- naar dat ne Land medereisde. De Stad bewilligde, Ryk. eerlang, in eene verhooging van tol van twee en een half tot drie, op welken voet men, zo ik meen, overeenkwam (ƒ). Am- fterdam zette zyne Scheepvaart, dit jaar, fterk voort; doch niet zeer gelukkig. Men Zeefcha- vindt aangetekend, dat de ingezetenen wel |
||||||||||
pen , verlooren hebben (g).
|
||||||||||
ingezete-
|
||||||||||
nen.
Prins Fi- Keizer Karel den V. geraaden gevonden
1 ips hebbende, zynen Zoon, Prins Filips, als toe- wordt tot toekomenden Heer derNederlanden, te doen (d) Vaderl. Hift. V. Deel, il. 341.
(e) Rclol. Yro?dfch. N. I. 9 JLan. isAt.
(f) Refol. Vroedfch. N. 1. 7, 10 Sept. 1549. VadeiJ,
Jlift. V. Deel, hl. 327. (g) Vaderl. Hift, V. Dtel, kl. 3«.
|
||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. $9
inhuldigen; zo begaf die Prins zig, onder 1540.
anderen, in September deezes jaars, naart k * Dordrecht, alwaar de Staaten van Holland menden befchreeven waren, die zynen eed ontvin- Graave gen, en hem getrouwheid zwoeren, op denman Hol- zesentwintigiïen der gemelde maand. JOjÏÏni. 's Prinfen eed, was aanmerkelyk, dat hydigd. alle de Privilegien, die door de Graaven en Graavinnen , zyne Voorzaaten , gegeven waren, zonder eenige uitzondering te maa- ken, beloofde te zullen onderhouden (£). Filipsvondt, federt, goed, zig ook,in de voornaamfte Steden van Holland, en onder anderen te Amfterdam, voor toekomenden Graave, te doen ontvangen. De Regeering, Hy komt hiervan kennis gekreegen hebbende, ftelde te Am- de noodige orde op 's Prinfen inhaaling, by fterdam*- welke, alle de Schutters der drie Schutte- ryen in 't wit gekleed moeflen zyn. 't Ge* regt zondt ook, aan fommige Schutters , handfchoenen: en deezen moeden de Ven- dels by de inhaalinge draagen. Voor 's Prin- fen aankomft, werdt de fchuttery gemon- flerd, op twee kampen lands, buiten de Reguliers poort. De havens der Stede wer- den opgeruimd, en andere fchikkingen ge- maakt. De Prins kwam te water in de Stad, van den Y-kant, door het Damrak, op den eerften Oclober, en deedt, des anderen- daags, den eed van inhuldiging op het Stad- huis (0, die hem, door den jongden Bur- f*) Handv. bU 96.
(*') Refol. Vroedfch. N. I. 1; Sept. IJ49. Keurb. E,
ƒ. i+9 ver/«, 15» vtrfot 151, 152 vcrß. Oud? Keik, L*a* 4e XI» F5
|
||||
■—»——" || »"■■ ■■■■ n ■■'■jTiii......'"'CtfTJwi'." .-'• '•'.; ..'
<
|
|||||||||||||||
9o AMSTERDAMS II. Deel.
|
|||||||||||||||
I:
|
49. ge'mecfterJ Jooft Sybrandszoon Buik, afge-
|
||||||||||||||
nomen werdt (&), ten aanfchouwen van een
groot getal ingezetenen, die voor 't Stad- huis vergaderd waren. De Prins vertrok, dien zelfden dag, nog naar Utrecht (/). Amfterdam hadt, reeds eenige maanden te |
|||||||||||||||
..
|
|||||||||||||||
vooren, bewilligd in een gefchenk vanvyf-
tigduizend Filips guldens, welk hem, door de Staaten van Holland, gedaan werdt (m). Strenge De vervolging der Onroomfcnen ging nog vervol- fterk in zwang, hier ter Stede. Omtrent hieft doezen tyd of wat eerder, werden Jakob Stede, de Gelderfchman en Dirk Pieterszoon Smuel, die hier gevat en in den Haage gevonnift waren , wederom herwaards gevoerd, en voor 't Stadhuis verbrand. En in 't begin deezes jaars 1549, zaten, hier ter Stede, om- trent twintig Doopsgezinden in hegtenis, die, op zekeren nagt, op zes mannen en drie vrouwen na, uit de gevangenis ontkwa- Agtpcr- men. De overgebleevenen, behalven eene foonen zwangere vrouw , werden allen, d^n twin- ver' tigften Maart, ten vuure veroordeeld. Zie brand, ^g^ ]lunne naameri: Pieter Janszoon, To- bias Ouefiincx, Schoenmaakers, Jan Pen* newaarts van Loenen, Gysbert Janszoon van Woerden, Ettert Janszoon, Kleêrmaakers, Lukas Michielszoon van Dordrecht, Glaze- maaker, Barbara Tieleman van Dordrecht en Truyken Boens, Dogter van Willem Boens. De bevrugte vrouw, ver lolt zynde, werde krankzinnig, en om die reden in een Dol« huis-
(k) Lvft der Regeer, op 't jaar 1549.
(0 Vide Matth. de Nobil. Libr. II. p. 738.
\m) Rcfol. Yroetlich. N. I, ig, ï« Maart \s*K •
|
|||||||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 91
huisje opgeflooten. Jakob Jüaaszoon van j,,^
Landsmeer, en Cecilia Jeronimus Dogter, zyne Huisvrouw, werden, den negenden No- tw°| vember, hier ter Stede, ook om Ketterye verbrand («). Zulk eene ftrengheid bragt Eenen- te wege, dat veelen, ten deezen tyde, de twintig Stad verlieten, die, als verdagt van Ketterye, 6evluë- ingedaagd,en toenzy niet verfcheenen, ge-£j|Jnf j£ bannen werden: 't welk in deezen jaare het lot was van eenentwintig perfbonen, te wee- ten, Aaltje de Waal ^Aaltje Egberts of'Mos- tert,Annetje Lenerts dogter, Kornelis ElbertS' zootty Dirk Pieterszoon, Katryn Jans Dog' ter, zyne Huisvrouw , Gysbert Joriszoon > Elsje Ruiters, Jan Jakobszoon, Harnafch- maaker, Meinsje He(JeIs, zyne Huisvrouw, Jan Gerritszoon , Bezemmaaker, Margriet Barends, zyne Huisvrouw, Jakob Klaaszoon, Snyder, Wein Pauwels, Huisvrouw van Pie- terDirkszoon, Elizabeth Piet er x, haare Dogter, Gaaf Janszoon, Klaas Sibboltszoonvm Sneek, Klaas Dirkszoon, Jagte Dirks, zyne Huis- vrouw , Jakob Geleinszoon, en Katryn El- J?erts dogter, zyne Huisvrouw (si). In April des jaars 1550, kwam 'er we-Eei
derom een fcherp Plakaat uit in Holland , vrouws- waar by allen Officieren gelaft werdt, den ^dron- Inquifiteuren behulpzaam te zyn, in het op- ken: zoeken van verdagte Perfbonen, Den aan- een brengeren werdt de helft van de goederen mansPcr" der veroordeelden beloofd (p):'twelkvee-f°°JJdvej> len tot aanbrengers maakte, die 'er anders 1550, gee-
f«) Sentemieb. van i? ©£?. tsn tot 19Maart 1567, ƒ. 166,
I72 ver/o. Zit ook COMMELJN tl. jh4» P4J , £4fi. (9) Keurb. E. ƒ.' i4g, j^j vtrj't % 15 j. (f) Repeit. il. 6%, |
|||||
(
|
|||||
mm*
|
|||||||||||
oa AMSTERDAMS II. Deel;
1550. geene gedagten op gehad zouden hebben.
Anneken Boons, Dogter van Matthys Boons, zig, te Antwerpen, door Gillis van Aken , hebbende laaten herdoopen, was, hier ter Stede, reeds te vooren , op den derden Maart, verdronken (q). Reyer Dirkszoon, Schuitevoerder, werdt, zwaar gepynigd zyn- de,ook hier, in Auguftus deezes jaars,om zogenaamde Herdooperye, verbrand (r). Amfter- Tegen den derden O&ober, werdt Am- fchynt fterdam, nevens eenige andere Steden,zig opeenc met de Lakenbereiderye geneerende, door Dagvaart't Hof van Holland, in denHaage befchree- over de verij om te antwoorden op de klagten, die neerln- u^ Duitfchland over de wolle Lakenen ge- ge. daan waren. Men wees , op deeze Dag- vaart, aan „ dat byna geene Lakenen uit „ Holland naar Duitfchland verzonden wer- „ den, behalven eenigen van Amfterdam; „ dat de meefte Hpliandfche Lakens grove „ Lakens waren; dat te Delft alleen een „ klein getal van fuiken of fynen gemaakt 3, werdt, die allen binnen Holland gefleeten „ werden; dat de Lakens, hier te Lande, al- „ len door gezwoorenWaardeins gekeurd en 9, gelood werden; en dat het bedrog, waar- |
|||||||||||
5ï
3>
5» |
over men in Duitfchland klaagde, meeft
viel in de EngelfcheLakenen,die alleen op 't oog van den Koopman gemaakt werden , zonder gekeurd te zyn." De |
||||||||||
Raad van Staate te BrufTel kreeg, federt,
kennis van deeze aanmerkingen der Ste- den (a) Sententieb. van iy 03. 152s tot 19 Maart i*«7. ƒ". 177.
(r) Sententieb, als favtn f. ss». Zit otk Cqmmeljh |
|||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 93
den (j), en ik vind niet dat de Duitfche klag- 1550.
ten, ten deezentyde, eenig verder gevolg gehad hebben. Met Schotland was, al van 't jaar 1545 Verdrag
af, gehandeld over eene Vrede, en tot de met handeling, in 't jaar 1546, onder anderen, Schot- benoemd Gerrit Klaaszoon van Amfterdam, ^et die egter de reize niet deedt. Doch 't liep Frank* aan tot den vyftienden December deezesryk. jaars 1550,eer 't Verdrag getroffen werdt. Te vooren, in 't zelfde jaar, was 'er ook een Verdrag van Koophandel geflooten met Frankryk, waarby verklaard werdt „ dat „ alleen de vyandelyke goederen, die in een „ vrienden fchip gevonden werden , ver- „ beurd verklaard zouden worden, en niet „ alle de goederen zonder onderfcheid," gelyk men het, te vooren, in Frankryk be- greepen hadt (*)• De Stad Amfterdam hadt veel belang by beide deeze verdragen, en vooral by het laatfte. Maar zy kon 'er lut- tel genots van hebben, alzo de Vrede met Frankryk, in 't jaar 1551, wederom ver- broken werdt. De Franfchen begonden de vyandelykhe- Oorlog:
den , met het neemen van verfcheiden'met Koopvaardyfchepen voor 't Vlie en elders, Frj*nk" waaronder, öngetwyfeld, ook Amfterdam-r^ 1-tj fchen zullen geweeft zyn. En deeze kryg gaf gelegenheid, dat 'er een tweelionderd- fle penning gefteld werdt op alle uitgaande Koopmanschappen, uitgenomen Oorlogsbe- hoef- te) Zie j. de Riemer Befchr. van 's Gravenhage I. Deel, II. btuk.% «• 616.
(t) Vaderl. Hift. V. Deel, il. 354 tnz.
|
||||
94 AMSTERDAMS Ö. ffcst*
1*51. hoeften, waarvan de uitvoer volftrektelyk
Amfter- verbooden werdt. Amfterdam klaagde,
dam federt „ datmenden tweehonderdftenpen-
kla^gt „ ning vorderde van goederen , die naar
over bei s> Gelderland, Friesland,Overyffel en Gro*
r^ii^de " mnSen gevoerd werden, onder voorwend-
Koop- 5» ÄJ > dat deeze landen niet geërfd, maar
handels. „ aangewonnen waren: ook dat men, on-
„ der Oorlogsbehoeften, Pek, Teer, Roet,
„ Leer, Maften , Sprieten en diergelyke
„ waaren begreep: 't welk tot merkelyke
3, benadeeling van den Koophandel der Ste-
„ de ftrekte (u)" Doch 't fchynt,dat dee-
ze klagten geen' ingang vonden ten Hove.
Kruid- In de Lente deezes jaars, was een Kruid-
molen molen gefprongen, die buiten 't hek van de
buiten de g Antonis poorte ftondt. De Kruidmaake-
tónis " rYen plaSten> voorheen, binnen de Stad,
poort immers binnen de Vryheid te zyn. Maar
fpringt. op den twee - entwintigften November des
jaars 1548, was bevolen „ dat dezelven
„ niet mogten geplaatft worden binnen de
veertig roeden buiten de Stad, maar wel
even buiten deezen afftand ; mids bly-
|
||||||||||
5»
|
vende binnen den Haarlemmer- en S.An-
|
|||||||||
tonis dyk (v)." Op den zesentwintigften
Oktober des jaars 1549 , werdt gekeurd,
„ dat niemant eenige plaats buiten de Stad
„ tot eene Kruidmaakery of Kruid-Maga-
„ zyn koopen mögt, dan met bewilliging
„ van Burgemeefteren (w)." En op den
agt-
(u) Refol. Vroedfch. N.J. 19 08. ijjt. Adr. tan der
Goes Regift. $p 't jaar Ijrjl. */. 7, 8, lo, 13. (v) Handv. bl. 872. [ö77-J
(w) Handv. H, tjt [077.J |
||||||||||
■
|
||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 9$
agtften April deezes jaars 1551 , werdt, je*!.
door het Geregt, aan den Eigenaar der Kruidmaakerye , die nu gefprongen was , toegeflaan, zyn kruid, tot aan S. Jans Mis- fe, dat is, tot aan den vierentwintigftenju- ny toe, te mogen maaken en houden in zyn* tuin buiten de Haarlemmer Poort (#). In 't volgende jaar, kreeg hy verlof, om op zyn voorig erf een kruidhuis te zetten (y). De oorlog metFrankryk gaf wederom ge-Beden,
legenheid tot het verzwaaren der Beden. InHaard- January des jaars 1552, werden tweehon-ftede- derd duizend guldens van Holland gevor-ge_* dcrd: in welken eifch, fchoorvoetende, be- ^* • willigd werdt. Men vondt de helft op de Schildtalen: vyftigduizend guldens uit een Haardftedegeld van zes Huivers, waarin Am- sterdam van de eeriten bewilligde, en de overige vyftigduizend guldens, uit verkog- te Losrenten , tegen den penning twaalf: van het Haardftedegeld kwam tuifchen de zevenendertig- en agtendertigduizend gul- dens; doch, in de Lyft van het zelve, wak- ren fommige Vlekken en Plaatfen niet uit- gedrukt (z). Op den zesden Auguflus, werden wed er-Zes
om zes mansperfoonen, hier ter Stede, ver- Doopt- |
||||||||||
gezinden
|
||||||||||
brand, te weeten Licvyn Janszoon van G end,"
|
||||||||||
ver-
|
||||||||||
Weever , Meinard Hermansz van Balck, brand.
Houtzaager,P?Vf er Tymansz van Zutfen, voor- heen (x) Groot-Memor. N. II. f. i<J. in marglne.
(y) Reibl. Vroedfch. N. i' 17 Off. 15si.
(z) Relbl. Vroedfch. N, I. 2j, 27 Jan. 4, Io Fehr. m,
,ï7 Maart ijJx. Vaderl. Hift. Y. Deel, il, 371» 374» 375, Ï7«» *°U |
||||||||||
oö AMSTERDAMS II. Deel.
1552. neen Kuiper, en nu Boekbinder, ReyerEg*
bertszoon, der Stede Poorter, Henrik An- toniszoon "jan Leiden, beide Weevers, en Klaas Gerbrandszoon van fVormer, De laat- fte hadt, voor meer dan tien jaaren, Menno Simonsz gehoord, en alle de anderen Gillis van Aken (a). Levyn , Meinard en Pieter waren , door den laatften , herdoopt: en Reyer, Henrik en Klaas hadden beleeden, bereid te zyn, om zig te laaten herdoopen, zo dra zy daartoe gelegenheid zouden heb- 1553. ben (b). Op den zeflienden January des
Nog jaars 1553, ondergingen Herman Janszoon twee' van Solm en Feleflis Jans Refinx dogter,die Gillis van Aken en andere Doopsgezinde
Leeraars gehoord, en ook beleeden hadden tot den herdoop bereid te zyn, gelyke ftraf- fe (c). 't Blykt niet, dat men deezen men- fchen eenig oproerig voorneemen te lafl gelegd heeft. Bedenk In February, werdt wederom eene Bede van driehonderdduizend guldens aan Hol- land gedaan: en in Auguftus nog eene van tweehonderdduizend guldens (d). De Leden bewilligden, met moeite, in beide deeze Tiende^ ßec|en. De eerfle werdt gedeekelyk gevon- SerïuU den mt een tienden penning van de waarde zen te der huizen en andere vafle goederen. De Amfter- tiende penning der huizen en erven te Am-
dam. ft-er. (a) Zit van deezen Brandt Reform. I. Deel,bl. ig?, 184.
(l>) Sententie!), van ij OU. 152J. Ut 19 Maart 1567.
f. 201. Zie ook COMMELÏN hl. 9S7- (e) Sententieb. als boven. f. 208. Zie ook. Commelw,
bl. 9S7. (d) Refol. Vroedfch. N. 1.2 ,11,2» Maart, 18 April, * t
14 Mayt 21 A»g. 9*2$ Sept% is si* |
||||
VI. BoEic. Geschiedenissen. 97
fterdam beliep thans dertienduizend en eeni- 155&
ge honderden guldens (e). Doch 't is twy- felagtig, of de waare tiende penning wel in 's Lands kaffe gekomen is. Immers, men heeft: den Burgemeefter Henrik Dirkszoon, die thans het voornaamfte gezag hadt in Ara- fterdam, naderhand, in regten, befchuldigd, dat hy 'er meer dan vierduizend guldens van agter gehouden hadt (ƒ). In 't jaar 1554 > werden wederom twee*B1yk vaü
maal tweehonderdduizend guldens gevor-het toe- derd van de Staaten van Holland, die, voor "f^. 't grootfte gedeelte, bewilligden. Amfter- gen ^er dam bewilligde onder de eerilen, waaruit Stad. het aanwallend vermogen der Stad, klaar- 1554* lyk, af te neemenis. Ook verklaarde Delft, ter gelegenheid deezer Beden, in de Ver- gadering van Holland „ dat zy, overftemd „ zynde, zo veel op de Schildtalen wilde ), opbrengen als eene der groote Steden, „ Amfterdam uitgenomen (g)" Ondertus- fchen, noodzaakte het bewilligen in zulke zwaare Beden de Stad, om, ten deezen ty- de, voor zes en negentigduizend ponden, aan erfelyke renten te verkoopen: waartegen de Keizer haar het Gruitgeld, zynde een duit van ieder ton Biers , voor vyfenzeventig 2y be^ guldens 's jaars, verpagtte. Doch op den komt het zeftienden Auguftus des jaars 1559, werdt Gruit" haar dit regt der Gruite, in vollen eigen-§e * dom, tegen de betaaling van vierduizend- vyf-
(0 Vaderl. Hifi. V. Deel, II, 381 , 38+, 3*«.
(/) Hoost II. Boek, bl. 6i. tg) Refol. Vroedfch. N. I. 19 Maart i;;*. Yad«l.
Kift. V. Detl, bl. +02, 40$ , 404. III. Stuk. G
|
|||||
■
|
|||||
98 AMSTERDAMS II. Deel.
vyf honderd ponden eens, door Filips den
II., afgedaan (A). Maar met het toeneemen der Stad in ver-
mogen en in getal van inwooneren, vermeer- derde ook het getal der Poorteren zo fterk, dat.de Raad der Stad, bevindende dat het Burger-Weeshuis te zeer van kinderen over- kropt werdt, op den zeflienden January dec- zes jaars, befloot „ dat, tot nader orde, |
||||||||||||||||||||||||||||
1554-
Keur op
het in- necmen van kin- deren in 't Burger Wees- huis. |
||||||||||||||||||||||||||||
33
|
geene kinderen van Ouders , die hun
|
|||||||||||||||||||||||||||
5.'
|
Poorterfchap gekogt hadden, in 't Wees-
|
|||||||||||||||||||||||||||
33
|
huis zouden ontvangen worden, ten ware
|
|||||||||||||||||||||||||||
3>
|
die Ouders, of een van beide zeven jaa-
|
|||||||||||||||||||||||||||
33
|
ren Poorter of PoorterefTe geweefl wa-
|
|||||||||||||||||||||||||||
3)
|
re oy
|
|||||||||||||||||||||||||||
Ten deezentyde, ontftak, te Amfterdam,
een vuur van oneenigheid onder de Regen- ten, welk, eerlang, ten dake uitfloeg, en hierom verdient, van zynen oorfprong af, nagefpoord te worden. Het Schout - ampt der Stad was, na 't verlaaten van Kornelis Wouter Dobbeszoon,die zig te onvrede ge- toond hadt over de geringheid zyner Wed- de, den tweeden Oktober des jaars 1542, op den voorflag van Burgemeefter Henrik Dirkszoon, opgedraagen aan denOud-Sche- pen Willem Dirkszoon Bardes, een'man van kloek verftand en minzaamen ommegang, fchoon eenigszins ftamelende van taaie. Hy hadt , by fommigen, den naam, dat hy niet vreemd was van Luthers gevoelen. Doch Henrik Dirkszoon kreunde zig des lut-
|
||||||||||||||||||||||||||||
Oor-
fprong der par- tyfchap tuffchen den Schout Willem Dirks- zoon Bardes en den Burge- meefter Henrik Dirks- zoon. |
||||||||||||||||||||||||||||
(b) Handv. hl. isy.
\ij Hantir. tri. ZJS- [38$.]
|
||||||||||||||||||||||||||||
'
|
||||||||
VI. Boek» -Geschiedenissen. 99
luttel, en beweerde, dat men hem, in al-
len geval, wederom afzetten kon, zo hy niet aan de hand ginge. Ook nam Willem Dirkszoon aan, zyn ampt waar te neemen, by rade ende aduyfe van Burgermeefleren in der tyt wcfende, ende anders niet (&). Hy bekleedde het agt jaaren lang , tot goed genoegen van Burgemeeueren , die hem niet dan vriendfchap beweezen. De ver- volging der Onroomfchen, die in dien tyd fterk voortging, bewees zelfs, dat hy de hand hieldt aan de uitvoeringvan 's Keizers Plakaaten, alzo hier, in deeze agt jaaren, niemant om 't geloof ter dood gebragt was, dan op geregtelyke aanklagte en eifch van den Schout. Men meende nogtans, dat hy ook, fomtyds, wanneer 'er eenige fcherpe huiszoeking op handen was , de Onroom- fchen heimelyk hadt doen waarfchuwen, dat zy zig fchuil houden, of de Stad voor eene wyle ruimen moeiten: en dat deeze waar- fchuwing aanleiding gaf tot eene leuze, die van hand tot hand door de Stad ging, en in deeze woorden beftondt: 'Jozef nam de Moe- der en bet Kind, en is daarmede in Egipte ge- vlugt. Doch als 't gevaar wat begon te-wy- ken, gingen 'er deeze woorden om: zy zyn dood, die 't kind naar 't leeven ftonden (/). Doch wat hiervan zyn moge; de Schout, 't zy hem verdroot, door Burgemeefteren, geduuriglyk aangezet te worden tot ftreng- heid tegen de Onroomfchen; 't zy hem het hert
{k) Groot-Memor. N. I. f. 316 ver/o.
(I) Memor. van L. J. Reaal by üuANDT Reform. I. Deel t bl, 251, G %
|
||||||||
;
|
||||||||
loo AMSTERDAMS II. Deèï..
hert te hoog lag, om zyn ampt in zo groot
eene afhangkelykheid van Burgemeefteren te bekleeden; wift,in 't jaar 1550, ten Ho- ve te wege te brengen, dat de Landvoog- des ,' Koningin Maria, de fomme, waarvoor 't Schoutampt aan de Stad verpand was (2), aflofte, en hem Schout van 's Keizers we- ge maakte. Maar van toen af, verkeerde de gunït der Regeeringe te hemwaards in afkeer en nyd. De Bürgemeefter Kornelis Dobbeszoon nam, in zyn afwezen, en zeer zyns ondanks , eenige Luiden in hegtenis. Doch hy wilt, op 't einde des jaars 1553, eene Sententie ten Hove van Holland te verwerven , waarby den Bürgemeefter ge- laft werdt, zig voortaan niets diergelyks te onderwinden; maar het vatten van misdaa- digen den Schout, of, in deszelfs afzyn", • den Onderfchout aanbevolen te laaten; en zo deezen hiervan in gebreke bleeven, zulks den Hove aan te dienen (m). Henrik Dirks- zoon in 't byzonder, die den Schout meeft bevorderd hadt, was meeft op hem gebee* ten. Men gaf hem na, dat hy de geheimen der Stad, en haar veinzen van armoede, om
(m) Stukken in 't Vertrek der Thefaurie, Oude Laadt
M. L*. B. Zu ook. T. BOEY Bedenkinge over de Oudheid en gezig van 't Hof. Bylaagen N. 66. il. 257. (2) Hooft fchryft (II. Boek, II. 57.) dat deeze
fomme twintigduizend guldens was. Doch wy heb- ben, te vooren (ll.Deel,V.Boek,bl.454 Jant.(s)) reden gegeven om te befluiten, dat zy, ten dee- zen tyde, niet hooger geweeft is dan vierduizend agthonderd ponden : fchoon zy, naderhand , op •twintigduizend guldens gebragt is ; gelyk wy, in 't volgende Boek, toonen zullen. |
||||
■
|
|||||
VI.Boek. 'Geschiedenissen» ioï
om met geene leeningen gekweld te zyn, 1554.
ten Hove openbaarde: 't welk by deVroed- fchap, zo ze 'er geloof aan floeg, zeer euvel moeft genomen worden. Henrik Dirkszoon De verzuimde niets, om den Schout, zelfs bySchout de Landvoogdefle, in haat te brengen: en J^Hér- alzo hiertoe niets bekwaamer fcheen dan dooperye de befchuldiging van Ketterye, fpitfte hybefchul- zyn verftand op het vinden van getuigen, digd. die Bardes beugter? zouden van Herdoope- rye, eene gezindheid, die, federt den aanflag desjaars 1535, meer daneenige andere, ge- haat werdt by de Regeeringe der Stad, en ten Hove der Landvoogdefle. Hy paft dan eerfl op zyne zyde te'winnen FJoris Êgberts- zoon, Onder-Inquifiteur en Paftoor der Ou- de Kerke; en bewilligt, daarna, Fy Her- mans van Zwol, in de wandeling geele Fy genaamd; een armelyk wyf, welkzig behielp met het befpieden en aanbrengen van On- roomfche vergaderingen ; tot het geeven eener Verklaaringe, dat de Schout en zyne Huisvrouw herdoopt waren , en fomtyds verbooden Vergaderingen bygewoond, of ten hunnen huize gehouden hadden. Volkje Willems, eene vrouw van gelyken gewigte, de Notaris Kornelis Maartszoon en Adriaan Janszoon, Slyper, lieten zig, door den Bur- gemeefter en den Paftoor, overhaalen, tot het doen van diergelyke verklaaringen, wel- ker inhoud Floris Egbertszoon overfchreef aan Ruard Tapper, Opper-Inquifiteur te Leuven. Doch dit kon zo ftil niet toegaan, Men of de Schout kwam 'er agter, en vervoeg- k-rygt ge- de zig, onmiddelyk, te BrufTel, by de Land- Srond G 3 voog-
|
|||||
loa AMSTERDAMS IL Deel.
1554. voogdefle, klaageride dat men op zyn bederf
den van toeleide, en hem met valfche befchuldigin- devalfch-gen zogt te bezwaaren; en te wege bren- heid1 der gende, dat de Heer Kornelis de Monnik en |
||||||||||||
S
|
diginge.
|
de Griffier des Grooten Raads van Meche-
|
||||||||||
len naar Amfterdam werden gezonden, om
kennis van zaaken te neemen. Ook hadden deezen zo dra de getuigen niet gehoord, of zy kreegen gegrond vergoeden van 't be- drog. De zaak werdt, federt, door hen den Hove van Holland aanbevolen, welk eenige Raadenen den Procureur-Generaal Chris* tiaan de Waardt magtigde, tot het nader onderzoek. Zo flondt het met deeze zaak, op het einde des jaars 1554. In't jaar 1556, werden Fy en Volkje naar den Haage ge- trokken , en eerlang op de Voorpoorte vaft- gezet. De Raad <jer Stad was misnoegd over 't vervoeren van Fy, die Poorterelte was; en befloot, 's daags na dat zy ver- voerd was, te wege te brengen, dat zy, vol- gens der Stede Privilegien, alhier te regt werdt gefield (n): 't welk nogtans niet ge- lukken wilde. De twee vrouwen verklaar- den, eerlang „ dat zy,flaande op eenbank- „ je, door de glazen van zeker Speelhuis, „ aan 't Reguliers Hof, pas buiten de Stad, „ en door den Schout, federt eenige jaa- „ ren (0), in huure gebruikt, gezien had- „ den, dat hy en zyne Huisvrouw herdoopt „ waren." Men zondt hier op Gemagtigden herwaards, om de gelegenheid van dit Speel- huis (n) RefoJ. Vroedfch. N. I. % Matrt ijjS.
(0) Zie een* Bdef ty Dapper, U. 32«. |
||||||||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. ïö£
huis te bczigtigen; een van welken,op het 15 cj..
bankje geklommen, zynen arrn te kort vondt, om by 't glas te können xeiken, waarop hy tegen den Schout, die, zonder te weeten tot wat einde, derwaards ontbooden was, zeide, Hebt goeden moed, Heer Schout, uwe zaaken zyn behouden. De Gemagtigden keer- den , hierop, naar den Haage, zonder den Schout eenige verdere opening te geeven. 't Liep aan tot in 't jaar 1557, eer men on- dername, de hoofdbeleiders des aanflags aan te tallen. Maar op den derden May,De Bur- werden de Burgemeefter en de Paftoor, op gemees- laft van den Hove, te Amfterdam, gevat: ter,en de laatfte, daar hy voor 't Outer ftondt.,en Junten met zo veel fpoed, dat men hem niet toe- gevat, liet, tot zynent aan te fpreeken, en van gewaad te wiffelen. Beide werdenze naar den Haage gevoerd. Ook Kornelis Maarts- zoon en Adriaan Janszoon. De gevangenen werden, dik wils, afzonderlyk en tegen ei- kanderen, gehoord. De Burgemeefter hieldt zig onkundig van al wat eenigszins tot zyne bezwaaring ftrekken kon. De Paftoor ins- felyks : hoewel dee2j£, ten laatfte , be-
ende „ dat hy, onvoorzigtiglyk en zonder „ genoegzaamen grond, ten lafte van den „ Schout en deszelfs huisvrouwe, aan den „ Opper-Inquiüteur gefchreeven hadt." De anderen vier verfchilden in hunne verklaa- ringen, onderling , en van zig zelven : 't welk de regtspleeging moeilyk maakte, en lang deedt duuren. Eindelyk, beleeden de Notaris, de Slyper en de twee vrouwen, dat zy, door den Burgemeefter en den Pas- G 4 toór
1
|
|||||
*
|
|||||
■ ■ ■ ■ --.---------------T
|
|||||
104 AMSTERDAMS II. Deel.
*554» toor» bewoogen waren, om valfch getuige-
nis te geeven tegen den Schout en de Schoutinne, en baden om vergiffenis, die hun egter geweigerd werdt. Toen hadt het Hof gelegenheid, om op bekentenis te von- Eenïgen niiïen. De Paftoor werdt buiten de Stad en worden Vryheid van Amfterdam gebannen, en on- "e ra c' bekwaam verklaard om 't Ampt van Inqui- fiteur te bekleeden; de Notaris werdt afge- zet, de Slyper openlyk gegeefleld , en zy beide ten Lande uit gebannen. Maar over Fy ging fchrikkelyker flraf. De tong werdt haar uit den hals gehaald , zy geworgd, geblakerd en naar 't galgeveld gevoerd. Zo lang zy fpreeken kon, hadt zy flaande ge- houden, dat zy,door den Burgemeefter en den Paftoor , verleid geweeft was tot het doen eener valfche verklaaringe. Zy leedt haare flraf op den derden May des jaars 1561. Volkje was, ondertufTchen, in de De Bur. gevangenis geflorven. Doch Henrik Dirks- gemees- zoon j zjg hebbende weeten te wagten voor los/33 C fth^ift van zyne hand, en de getuigen,orn^, ' derzelver erkende meineedigheid , wraa- kende, ontworfteldè. de jongfte flraffe. Hy zat egter zeflien weeken op de Voorpoor- te , zonder vrouw of kinderen te mogen "- fpreeken, behalven in de laatfle vier. Toen kreeg hy zyne herberg, en eerlang den Haag tot gevangenis, mids borg ftellende voor twintigduizend guldens, en onder bedrei- ging, dat zyne fchuld voor beweezen ge- houden zou worden, indien hy ontvlugtte. 't Leedt een rond jaar, eer hem veroorlofd vercfc > binnen Amfterdam weder te keeren: e«
|
|||||
IJMIIipipillllllipi I .11.1 l
|
|||||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 105
en dit nog niet dan onder verdubbeling des 1554.
borgtogts tot veertigduizend guldens toe, en verband van, ter vermaaninge van denHo- ve, in den Haage te verfchynen. Hy ftondt nog omtrent vier jaaren onder dit verband, alzo hem nog twee andere misdaaden te laft gelegd werden, van welken wy, hiervoor (p), reeds gewaagd hebben; doch die men nim- mer geregtelyk heeft können bewyzen. Zelfs werdt de Procureur - Generaal, den zeven- tienden April des jaars 1562 , in zynen eifch, ten opzigte deezer twee misdaaden, zoals dezelve genomen was, verklaard niet ontvangkelyk te zyn. Ook werdt hem zyn verdere eifch ontzeid, en bevolen, de Huk- ken van 't geding naar zig te neemen, om het regt der hooge Overheid te bewaaren tegen de fchuldigen, daar en zo 't behoo- ren zou. Maar de verweerder , Henrik Dirkszoon, werdt verweezen in de koften, zo van zyne. gevangen;? , als anderen by hem gedaan. Hy, nu waanende eenen vryen hals te hebben , daagde den Schout voor Schepenen van Amfterdam, om herftelling van eere, en bragt het zelfs zo verre, dat hy,indejaareni563en 15 64, nog wederom tot Burgemeefter verkooren werdt; doch na dien tyd niet meer. Eenige jaaren laater, verzogt hy aan den Raad der Stad vergoe- ding van de fchade, die hy, ter gelegen- heid van het regtsgeding, hem aangedaan, en van zyne gevangenis in den Haage, ge- leeden hadt. Men fcheen niet ongenegen om
(p) Bladz, 82 en 97.
G 5
|
|||||||
loo* AMSTERDAMS IL Deel.
*554- om aan zyn verzoe^ te voldoen: en eenige
Leden werden gemagtigd, om het nader te onderzoeken (q). Doch ik vind niet, dat De party- hierop iet gevolgd is. De twifl tiuTchen fchap der nem en Willem Dirkszoon hadt, midler- tentn" w^» onc^er grooten en kleinen, eene party- Meefler fchap verwekt, die met de naamen van Henrik Schoutiflen en Meefler Henrik Dirkiften on- Dirkifien derfcheiden werdt, en lang ftand hieldt. toe"1*" ^en ^roo^e fchimpfchriften tegen eikan-
deren , en voedde dus de verbittering, die eerlang uitborft tot daadelykheden (r), van welken wy den uitflag, in't volgende Boek, verhaalen zullen. Drie Op den zevenentwintigften February des vrouwen jaars j^^ waartoe wy nu wederkeeren,
brand werdt, hier ter Stede, verbrand eene vrouw, om zo'- genaamd Meins Kornelis van Purmerende, gen aam- die gehouden werdt met den boozen geeft de tove- om te gaan } en menfcnen en beeilen te ^*-. können betoveren. Zy hadt hiervan zelve
zonderlinge ftaaltjes beleeden, die,by an- deren (s) , omftandiglyk, te leezen zyn. Anne Jans> PoorterefTe deezer Stede, en Lysbet en Jannetje Pieters, haare Dogters, werden ook, in 't zelfde jaar, ten vuure gedoemd, omdat zy allen vier, zo luiden de vonniflen „ God afgeftaan, het Chris- j, tendom verzaakt, met den duivel een „ verbond gemaakt, zig tot toverye bege- „ ven, en verfcheiden' menfehen en bees- »» ten
(y) Refol. Vroedfch. N. 2. 9 Jan. IJ70. f. l*7 ver/o.
(r) Zie HooïT II. Boek , bl. 57-61. en de Stukken b) COMMLLIN, bl. 964.-970.. (sj DAPPEK. bl. 1+6 enz. COMMELIN H, $J0 f.Z,
|
||||
VI. Boek, Geschiedenissen. 107
„ ten gekweld, geplaagd en betoverd had- jrre
„ den (t)" Zo zwaar eene ftraf oordeel- den de Regters van deezen tyd verdiend te zyn door luiden, die allen, of meelt allen eerder als krankzinnigen aangemerkt , en opgeflooten behoorden geworden te we- zen. De meer verlichte tyden der Her- vormingehebben, kort hierna, met de flraf- fen over Toverye, ook de gewaande To- very zelve doen verdwynen uit deeze Landen. De Staaten van Holland hadden, by het Vreem-
inwilligen in de jongde zwaare Beden , dell"ge' ten Hove, wederom zeer gedrongen op dej^ ™J vernieuwing van een punt der voorige Pri- geiioo- vilegien, volgens welk, geene Ampten in ten. Holland gegeven mogten worden dan aan inboorlingen der Keizerlyke Erflanden, wel- ker Landtaal de Nederduitfche was, en in weiken de Hollanders niet van de Ampten werden uitgeflooten: gelyk, onder anderen, in Brabant gefchiedde (w). En Keizer Ka- rel ^ de goede ende getrouwe dienfien van die van Holland vergelden willende, verklaar- de, by A6le van den zevenden May dee- zes jaars 1555 „ dat geene inboorlingen 3, van Landen, die de Hollanders van de „ Ampten uitflooten, noch geene anderen „ dan Nederlanders, in Holland,tot Amp- „ ten bevorderd zouden worden, mids zy „ de
(t) Sententieb. van i$ Oft. 1521 tot 19 Maart xs6j.
f. 228 verft , 23g verfo. DAPPER bl. IJl. COMMELIfJ il. 95+. (u) Adr. van Der Goes Regift. op 't jaar 1554. blM
ï°j 3<5, 37« |
||||
"
|
|||||||||||
io8 AMSTERDAMS II.Deel;
jccc. » de Duitfche taaie fpraken. Doch de
„ Stadhouders en Ridders der Orde van „ het Gulden Vlies zouden wel uitlanders „ mogen wezen. En zulke uitlanders, die, „ tegenwoordig, Ampten in Holland be- „ kleedden, zouden dezelven mogen bly- „ ven behouden (v)" De Stad Amfler- dam rekende dit Oétroi van zo veel gewigt, dat zy het, in de StadsRegiflersQuS), deedt te boek ftellen. Ook is het, in de uitgege- ven Handveßen der Stad (#), geplaatft ge- worden. 9ver"j In Oclober hierna , deedt Keizer Karel Neder- de Staaten der Nederlanden te Bruffel be- landen fchryven: hebbende hy beflooten, de heer- aan Ko- fchappy over die Landen, en over alle zy- jJl"S ne Ryken en Heerlykheden, het Keizerryk x lps' uitgenomen, af te flaan aan zynen Zoon F i- Lips, die, hier te Lande, in 't jaar 1549, reeds als toekomende Landsheer ingehul- digd was. Om te bewilligen en te helpen in den afßand van 't Graaffchap van Holland, en om den gewoonen eed te ontvangen en af te leggen, waren twee Edelen en eeni- gen uit de zes groote Steden gemagtigd(j). Cemag- Van Amflerdam waren afgezonden Gerrit tigden jyaas Mattheuszoon, Meefler Henrik Dirks- fterdam" Z60n en ^ieter Cantert Willemszoon, regee« by deeze rende Burgemeefters, benevens Meefler over- Reinier Swyn, Penfionaris der Stad (2). De |
|||||||||||
dragt.
|
|||||||||||
in-
|
|||||||||||
(v) Groot-Plakaatb. II. Deel, 4«/. 2071.111.2«/, hU z<«
(ia) I. Privilegieboek ƒ. IS2.
(x) BI. 91 [«*•]
(y) Vaderl. Hift. V. Deel, il. 4*9.
(zj Refol. Vrocdfch. N. I. u 03. ijjs.
|
|||||||||||
VT.Boék. Geschiedenissen. 109
inhuldiging gefchiedde den zesentwintigften Oftober, 's daags na de overdragt (a): en Koning Filips vernieuwde den eed, dien hy, in 't jaar 1549, reeds gedaan hadt (Z>), en by welken hy, onder anderen, tot hethand- haaven van alle de voorige Privilegien, ver- bonden was. De inbreuk op dezelven gaf gelegenheid tot eenen opftand, die 't gant- iche Land en Amfterdarn in 't byzonder in zorgelyke beroerten dompelde: gelyk, uit het vervolg deezer gefchiedenifle , blyken zal. (a) Zit BALEN Dordr. tl. 8ïs», «30.
(l>) Vaderl. Hift. V. Deel, bl. 4J+, |
|||||
B y.
|
|||||
iio AMSTERDAMS II. Deel.
*jr BYLAAGEN
Lr. A.
op bet IL Deel, VI. Boek.
Lr. A. Aanfchryvem der Landvoogdejfe, Vrouwe Mar-
GAREET VAN OOSTENRYK, Om toezigt
te hebben op de Leere en Zeden der Predikan-
ten. Gedagtekend in den Haagc, den 27 September des jaars 1525. Marguerite enz.
TT ei'fame lieue ende beminde, Wy zyn vol-
■*"' comelicken onderricht dat die dwalinge die onder den gemeenen volcke gerefen is meeft toe- compt ende ghecommen is vuyt die indifcrete fermoenen vanden predïcanten religicufen ende anderen: om waer inne te remedieren is onfe mecninghc dat ghy voortaen nyejnandt en zult vuytfeynden omme te preken ofte ghedogheii binnen uwen conuente te preken dan den ghee- nen die voorßenich verftandich ende van goede manieren zyn ende wel geexerciteert en. geoef- fent in den manieren van preken ende dat ghy de zeluen zulex onderwyft all eer hy preken zal dat hy hem wachte tgemeen vokk te fcandali- feren mit onbehoorlicke fabulen redenen ende narratien als oick wel ghefchiet is dat hy oick nyet en vermane van martinus luther oft zyne leeringheh noch oick van dopinie van den ketters die hiervoortyts geweeft zyn den zeluen uwen predicanten aduerterende zoe verre zy contrarie deden dat zy daer van by v gecorrigeert zul- len' worden en ghefufpendeert van tofficie , welcke corre&ie ghy ten effeóte zult brenghen van t preken te benemen, Bouen defen is on- ie |
||||
ppp"^"pr^~"
|
|||||||
■
|
|||||||
VI. Boek. Geschiedenissen. iii
fe meeninghe dat die terminarifen van uwen ByLA.
conuente nyet langher en zullen moghen blyuen GEN ïn heure terminen dan die weke die zy zullen ^r, ^ g preken ende de zelue weke gheexpireert zyn- de ter ftondt weder tot huys ende hueren con- uente keren zonder voor oft nae de zelue we- ke hen voorder in die termynen te moghen on- derwinden , waer van wy v aduerteren ten eyn- de dat indien dit contrarie ghebeurde ons van node zoude zyn voorder daer inne te voorzien tot uwen fchande ende fcade 't welck wy als nv om beters willen gelaten hebben en hebben nyettemin ghelaft onfe wethouders ons te ad- uerteren indien contrarie van defen ghebeurde en ghy hier inne ghebreckelick waert. Eerfame lieue en beminde ons heere godt zy met v Gefcreuen in den haghe den xxvijcn Septembris Anno XXV. Geextraheert vuyttet derde Memoriael bmck>
ruftende in de Greffe van den boue van bellant, gehouden by tyden van mr. Aernt Sandelin, in zynen leuen Greffier van den zeluen boue, ende daer jegens gecollatiO" neert accordeert by my J. v. Dam.
Lr. B.
Sententie geweezen by den Hove v*n Hol-
land tegen Mr. Jan Hubrechtsz by contumacie, ende den Burgermeefleren van Aem-
flelredamme , gevoegdens en komende voor *t Interefl van der Steden Privilegie, beroerende dat geen Poorter meer verbeuren mag dan zyn Lyfende hondert guldens uyt zyn goed. Inden Haage, den 19 Maart 1539. [154°-] ^Tlefien by den Hove van Holland d' Intendit:
\-* overgegeven by den Procureur Generael van |
|||||||
ii2 AMSTERDAMS IL Deeü.
den felven Hove, Impetrant van feker mande-*
ment op ende jegens meefter Jan Hubrechtszoon, eertyds Schout der Stede van Amfterdam, ge- daichde in perfoon,ende defailt1 mitsgaders die Burgermeefters ende Regierders der Stede van Amfterdam, ende die naefte vrinden ende ma* gen vanden bloede vanden kinderen vanden voorfz Mr. Jan Hubrechtszoon, hem vougende voor haer IntereiTe; die voorfz Impetrant' alle- gerende, dat die gedaichde den tyd van om- trent xv of feftien jaren geweeft was Schout der voorfz Stede, gedurende welken tyd aldaer op- gerefen waren ende feer vermeerdert die gere- probeerde feclen van Luterye, Sacramentifte- rye ende Herdoperie, mitten ancleven van dien, ende feer veel perfoonen daer mede befmet ge- weeft, Daer deur die voorfz. Stede in groot pe- ricule gekomen waer, omme ingenomen te wei> den, 't welk toegekomen was deur faulte, flap- pigheid, neggligentie ofte fimulatie van Juftitie vanden defaillant ende andere Burgermeefters ende Regierders van Amfterdam in dien tyden, die niet en hadden gepoogt met alle neerftig- heit te corrigeren, achtervolgende de placaten van Keyf. Maj' die perfoonen befmet ofte cul- pabel van dezelve fecoe wcfende , maer had- den die getollercerr, gehengt ende deur de vin- ger gefien fonder behoorlyke punitie daer over te doen , waerdeur die luyden vander fedlen meerder en fterker geworden waren , Immers was die defaillant felver mede van eerften an gehouden ende geacht geweeft van de voorfz feéte; ende fulks gedurende den tyd, dat hy Defaillant Schout was , waren vecle fchande- lyke en oneerlyke Liedekens openbaerlyk t'Am- fterdam langes der ftraeten gefongen, in fpyt ende verachtinge van den heiligen Sacramente des Outaers, die geeftelyke perfoonen, ordon- nantien ende infettingen der Heilige Kerken, ende die Ceremoniën van dien, daer af hy geen cór-
|
|||||
«^
|
|||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 113
correctie hadden gedaen ofte doen doen nae bylaa.
gelegentheit der faiken. Waeren oik veel ir-GEN reverentien gedaen den heiligen Sacramente i_,r, ß« des Outaers int openbaer , die oik niet ge- ftraft waeren. Ende onder anderen was ge- beurt , dat een fchuytevoerder, genaemt A- driaen met een Ooge, zeer blasphemelyk ende vyleinlik gefproken hadde vanden waerdigen heyligen Sacramente des Outaers tot den Luy- den , die t'Amfterdam langes de flraeten gin- gen nae die Heylige Stede, omme aldaer"de- votie te pleegen? ter eeren vanden heyligen Sa- cramente , feggende openbaerlyk : Wat wil tvolk dat Sacrament verfouken , defen kaes en brood , die ik hier in myn hand hebbe, houde ik foo goet te wefen alft Sacrament, ende beter, want hiervan vaer ik wel; wat ift Sacrament anders dan der Papen God en- de brood ? Ende die voorfz Adriaen , fpree- kende vant Avondmael zeide , dat onfe Heer God int Avontmael nam een ilucke broots, ende zyn hand uytreykende feyde , neemt dat, ende met dander handt bewees op zyn borft, feggende; dit is myn Lichaem. Had- de ook de voorfz Adriaen in Novembri An- no xxxij geweefl in den Convente vanden Cellebroeders t'Amfterdam; ende aldaer o- penbaerlyk gefeit, dat hy niet en hielt vant heilige Sacrament , want tfelve was der Pa- pen God , ende al lagen op een tafel vyftich Sacramenten , dat hy die met een dagge wel foude dorven deurfteeken ofte met voeten daer op treeden , ofte diergelyke woorden, twelk gecomen wefende tot kennuTe vanden Regierders der voorfz Stede, was die felve Adriaen by den defaillant daerop gehoort ge- weefl , die verklaert hadde, die voorfz woor- den gefproken te hebben, ende dat hy noch daerby bleef. Waerop die voorfz defaillant III. Stuk. H niet |
||||
114 AMSTERDAMS IL Deel.
niet en hadde begeert corre&ie of punitie ge-
daen te werden , maer belade alleen! yk den felven Adriaen , dat hy uyter Stede fonder fyn confent niet en loude gaen , laetende foodanigen blasphemateur binnen Amfterdam gaen, fonder hem te apprehendeeren 'ofte cor- rigeeren : Waer mede Pieter Aemszoon, we- fende op die tyd Schepen van Amfterdam , feer qualyken te vreden was , fulks dat hy onlangs daer nae feer fieck geworden zynde voor fyn doot tot diverfe perfoonen hem daer of beklaegt hadde : ende alfoo by denfelven Pieter daerom feer gemurmureert wierde, foo hadde die Defaillant den voorfz Adriaen doen waerfchouwen , dat hy uyter Stede vertrec- ken foude , ofte dat hy hem foude moeten apprehendeeren. Gelyke waerfchouwing had- de die defaillant wel gedaen een vrouwsper- foon , genoemt Grietje uyt Hitland , als die jelve Grietje verfcbeide perfoonen wel gefeyt hadde , welke Grietje herdoopt zynde wel geweten hadde , waer Jacob van Campen , een vanden principael BifTchoppen ofte Lee- raers van der fecten gelogecrt of verfteken was ten tyde Jan van Geel metten Anabap- tisten gepoogt hadden Amfterdam in te nee- men. Ter caufe vanden welken die voorfz Grietje onlangs, als Jan van Geel met ver- raders geflagen waren, gehangen was ge weeft. Gelyke waerfchouwinge hadde die Derailh ge- daen eene Marytge Claes , huysvrouw van Mees de Blokemaker, die verdoopt was, en- de ook een Mandemaker, genoemt Heer A- rent, diö van Haerlem geweken was om der Seften wille, ende nae gefchreven t'Am- fterdam anden Gedaichden om hem te appre- hendeeren, die den felven Heer Arent daer van felver gewaerfchouwet hadde , ende was deur dien de felvc Heer Arent fekeren tyd . uy-
|
||||
VI. Boek. Geschiedenissen. 115
uyter Stede geweken geweeft, ende naemails ßyLAA,
daer weder inne gecomen, fonder dat die De- GEN faillant hem geapprehendeert hadde , twelk^t. B. hy nochtans als Officier fchuldig geweeft had- de te doen. Die voorfz defaillant hadde mede vertoont te wefen van de gereprobeerde fee- te , geconverfeert ende fyn omgank gehad metten luyden vander felver feéte, als met eenen Heer Claes van Elft, die hy ten eeten t'fynen huyfe genoodt hadde , ende aldaer met hem vande heylige Schrifte getraéteert in prefentie van meer andere perfoonen; wel- ke heer Claes vol erreuren ende dwalingen was, ende die Leffen van Luyter felver ge- hoort hadde , als hy gevangen fynde bekent hadde : Ende in veele andere pointen ende manieren hadde die Defaillant getoont vander Sefte te wefen. Sulks was hy ter caufe van dien voor defen Hove in voortyden geroepen geweeft ende vant Officie vant Schoutam- bacht verlaten, nae tot dien eynde conclufie byden Procureur Generael genomen was; be- halven dat hy daer voiren oik gecaufeert en- de gecondemneert was in hondert Carolus gul- dens. Die defaillant hadde oik gehoort de Sermonen van eenen Gardiaen binnen Amfter- dam , genaemt Pelt, die oik van der fecten was, ende plag te fpreeken in den Reventer vanden Minnenbroeders kloofter, welke Pelt ook gecorrumpeert ofte qualyken hadde getran- ilateert ende doen prenten dat Euangelium van Sinte Mattheus in Duytfcher fpraike, dair of die defaillant metten anderen Regierders van Amfterdam in dier tyd geadverteert zynde , omme die gecorrumpeerde bouexkens te ge- krygen vuyt die gemeene luyden die die ge« cocht hadden, ende alfoe te beletten meerder ii feftie; was die Defa'üT. van tfelve te doen in gebreeke gebleven. Omtrent den jare xxv H 1 had*
|
||||||
iï<5 AMSTERDAMS II. Deeiu
hadde die Defaill*. wel geweeteri, dat eenigè
perfoonen vergadert waren geweeft, ende haer toegang gehad hadden tot fuspe&e per- fonen vander Seelen wefende , twelk hy ge- hengde ende deur de vinger fag; befonder teri tyde als eenen Mr. Willem van Utrecht Pries- ter , omme dier faiken wille ende volle Luy- therye wefende, gevangen fat ten huyfe van Jan van Leyden ; foo was die Defaill'. al- daer ten huyfe gecomen, en hadde veel per- fonen byden Priefter bevonden fitten en prae- ten, fonder die te ftrafFen; ende als doen was die fpraek al, dat die defaill1. van foedanige luyden oft veem was. Tfelve hadden ook ee- nige van der Se&en wel openbaerlyk gefeit, dat defe Defaill'. ook hadde te voren gelefen die boucken van Philippus Melantori, die ge- reprobeert [zyn], als hy williglyk voor fe- kere Commiflaris van defen Hove in Janua- rio Anno xxiij bekent hadde. Behalven allen defen was kennelyk ende notoire , dat defe defaill'. met eenige anderen van Amfterdam in Augufto leftleden befchreven was te ko- men alhier in den Hage, ten tyde als de Co- ninginne dair was , omme te aenhooren al- fulfcen eyfch eri conclufie als den Impetrant op ende jegens hem foude willen doen ende nee- men , alwaer die Defaill'. gecompareert zyn- de, hadde d'Impetrant verfocht, dat defelve defaill'. eerft gehoort zoude zyn op feeckere Articulen , twelck fulks geapprobeert wa--. dien naevolgende was die defaill*. voor feker Commiflaris gehoort geweefl op fekere Arti- culen jegens hem overgegeven; Ende terftont daer nae was hy heymelyk alhier uyt den Ha- ge gereyft nae Amfterdam, en van daer was hy voorts, neemende eenige goeden met hem, haeflig vertrokken, ende hadde hem fugitief gemaekt. Twelk gecomen zynde tot kennis- |
||||
VLBoek. Geschiedenissen. 117
fe vanden Impetrant, hadde van defen Hove Bylaa*
geobtineert Mandement crimineel, uyt mach-GEN te vanden welken die gedaichde defauT. een- Lr. B. werf, anderwerf met intimatie, en derdewerf ex abundanti op peyne van banne en confis- catie van goeden gedagvaert geweefl te com- pareeren in perfoone voor den voorfz Hove tot eiken dage hem beteykent; maer en is niet gecompareert. Mits twelk d'Impetrant tegens hem geobtineert heeft eerfle tweede en derde defaulten met den proufyten daer toe ftaende. Ende is toegelaten geweeft, fyn Intendit o- ver te leggen, daer van hy gedient heeft met- ten verificatien daer by gevougt. Mair wai- ren ten dage vanden tweeden defaulte gecom- pareert die Burgermeefters ende Regierders der Stede van Amflerdam , willende voor- ftaen heur Privilegie, en deden feggen, dat die Impetrant gecondemneert foude zyn te ge- hengen en gedoogen, dat de Erfgenamen vanden voorfz gedaichden DefailK zouden mogen aenvaerden alle fyne goeden mits be- talende hondert Caroli guldens , volgende tvoirfz Privilegie, zoo verre alft niet en roer- de ketterye, Herefie, ofte Crimen laefas Ma- jeflatis. Ende die naefle vrienden ende magen vanden kinderen van den Defail?. infinueerden den Impetrant, dat die felve DefailK was Poor- ter derfelver Stede, ende dat, nae den Hand- veften en Privilegien der felver Stede een Poorter van Amfterdam niet meer en moch- te verbeuren dan fyn lyf, en van fyn goed niet dan hondert ponden van xl grooten eens ; van welcke Privilegie die van Amfterdam al- tyd geufeert hadden: tfelve was dick by Sen- tentie in Judicio contradictorio geconfirmeert geweeft. Verfochten mede die voorfz vrien- den en magen , dat zy die geannoteerde en geinventarieerde goeden vanden Defaill'. zou- H 3 <*oi
|
||||
ii* AMSTERDAMS II. Deel.
den mogen regieren , gebruyken , havenen ,
en dat op cautie fuffifant , die zy prefentee- ren te ftellen voor de felve goeden , opdat die niet fouden vergaen ofte bederven. Dat henluyden oick gelevert foude worden copie vanden Intendit vanden Impetrant, ten eyn- de fy fouden mogen weeten, wat deliften d'Impetrant den Defaill'. wil aenfeggen , om henluyden daer na te mogen reguleeren, Waer tegen d'Impetrant fuftineerende die contrarie, dede feggen , dat zylieden niet ontfanckelyk en waren ofte geadmitteert en behoorden te wefen omme iet te feggen, alfoo die Dcfaill'. gedagvaert was in perfoone ende hem fugi- tief gemaekt hadde, fulks dat niemand toege- laten en werde hem te defendeeren, maer be- hoorde felver te compareeren in perfoone : En beroerende tprivilegie. onvermindert tgunt dat voorfz is, en feide d'Impetrant, dat geen Privilegien den delinquanten en behoorden te proriteeren, befondere in aldusdaenige faeken; en aldus waren diverfe fententien en appoin- tementen in gelyken faeken by defen Hove gepronuncieert. Werden ook frivolyk ver- focht , dat fyluyden fouden mogen regieren die goeden, alfoo daer toe een fequefter ge- fielt was. Ende was ongefondeert, dat men henluyden foude leveren Copie vanden voorfz Intendit, alfoo tfelve nok gebeurt en was, en fyluyden niet toegelaten en werden iet daertegens te feggen ofte fchryven , foo uyt magte vanden defaulten een defaill'. van alles* veriteken werdt ; Ende byden Hove int vifi- teeren vanden Intendit wel bevonden foude worden , waer in die defaill'. hem ontgacn heeft , twelk men den Requiranten niet be- hoorde te kennen geeven, alfoo fy geen Rech- ters in die faeke waeren. Mits twelk ende om andere redenen wille als na recht 't Hof niet
|
|||||
-
|
|||||
VI.Boek. Geschiedenissen. 119
niet en behoorde te letten op de voorfz pro- R
teftatie ende adverthTementen, maer Recht te GFNAA" doen gelyker wyfe of diefelve niet gefchiet i r g en waeren. Eyndelyken partyen int lange ge- hoort , hebben die felve partyen naervolgen- de tappointement vanden Hove hiervan aéte gemaekt en diefelve gevought byden Intendit vanden Impetrant, ommeint vifiteeren vandien daerop fuik regard genomen te worden alft be- hooren foude. Tvoorsz Hof met rype deliberatie van rais
de deurgefien ende overwogen hebbende al tgunt dat ter materie dienende is, inden name ende van wegen des Keyfers vanden Romai- nen, Coningh van Germanien, van Caftilien, &c. Grave van Holland, Zeelandende Vries- land , heeft den voorfz gedaichden Defaill'. uyt magte ende voorden profyten vanden voorfz defaulten verfteken en verfteeckt mits defcn van alle exceptien declinatoir , dilatoir ende peremptoir , defenfie ende weeren die hy in defe faeke hadde mogen doen , bant den fel- ven defaüT. uyten Lande van Holland, Zee- land , Vriesland ende Uytrecht tot eeuwigen daegen , ende daer inne niet te komen, noch te blyven , op de -verbeurte van fyn lyf, en verklaert fyn goeden verbeurt ende geconfis- queert tot profyte vander Keyferlyke Maf. ter fomme toe van hondert Caroli guldens , achtervolgens tprivilegie van der Stede van Amfterdam. Gedaen in den Hage by Heeren Gerrit Heere van Aflendelft, Eemskerck , &c. eerfte Raidt prefiderende , Jan van Du- venvoorde Heere tot Warmont, Abel van Colfter , Ridderen , M" Jasper Lievenszoon van Hogelande , Willem Pynften , Guillyn Zegers , ende Cornelis Snyen , Raidsluiden van Hollandt ende gepronuntieerd den xix Martii Anno XVC negen en dertich ftilo cu- H 4 riae.
|
||||
■
|
-------------
|
"
|
|||||||||||||||
I20 AMSTERDAMS Gesch. IL Deel.
Bylaa- rif • 7?n welke Sententie foo verre het roert die gen F.1.?11}1116 van Confiscatie die voorfz Impetrant L'. B. ^11100 appelleerde aende Keyferlyke Mak zyn-
der Maj^ Prefident ende Luyden van den groo-
Sn T?a' m kennifle van my ondergeteykent
x5« inline» Gecollationeert efi mit Copie ge-
teykent als wel bevonden ac- corderende by my * ■
Franc. Delff.
|
|||||||||||||||||
TWEE-
|
|||||||||||||||||
..
|
|||||||||||||||||
121
T W E E D E D E E L.
GESCHIEDENISSEN |
|||||||||||
VAN
: r;
|
|||||||||||
AMSTERDAM.
|
|||||||||||
ZEVENDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van'''t jaar 1555, tot in 't begin
des jaars 1567.
De ïmpofl op de Wynen en Bieren in 1555,
Holland was, tot hiertoe, ingevor- De to- ri erd geweeft door Collecleurs of Inzamelaars, Poft der die van 's Lands wege werden aangefteld. wYï}en Doch men bevondt, dat 'er, in t voorleeden worc}t te jaar 1554, van deezen Impoft, niet meer,Amfter- dan negentienduizend zeshonderd agt Ponden , dam, en negen fchellingen en- drie deniers in 's Lands ?'°"lm^ kalle gekomen was, 't welk den meeften }"nd ° * Leden veel te weinig fcheen. De Edelen voorst floegen hierom voor, dat men deezen lm- eerft, poft behoorde te verpagten : waartoe deverPa§t* meefte Steden neigden. Dordrecht en Am- fterdam maakten 'er} in 't eerft, eenige zwaarigheid in(tf): doch lieten zig, eer- lang, overhaalen tot het gevoelen der meer- derheid. De Verpagting gefchiedde, voor 1556. 't eerft, kort na Paafchen des jaars 1556, en men bevondt, dat 'er, in 't eerfte jaar, ver-
(a) Refol. Vroedfch. N.J. 10 April i;;j.
H 5
|
|||||||||||
iä2 AMSTERDAMS IL Deel
ic<<5. verre over de veertigduizend Ponden, dat is,
meer dan tweemaal zo veel van 's Lands Im- poit kwam by wege vanverpagting, als'er, tevooren, by wege van inzameling, van gekomen was (&). De Pagters, of Impofi- meeflers, gelykze, ten deezen tyde al, te Amfterdam, genoemd werden, hielden hier hunne zitplaats op doude brugge, int huys- ken daer Claes Janjfoon bierincx gefeten hadt (f). Zie hier een' Lyfl van 't beloop der eerfte Verpagtinge van den Wyn- en Bier- Impofl, in de voornaamfte Steden: waaruit men derzelver grootheid en vermogen, ten opzigte van eikanderen, eenigszins, afnee- men kan: |
|||||||||||||||||||
4005 Ponden.
2900 ■
5440 --------
4300 --------
8940 --------
2120 ----------
2200 ■
1300 ---------- 575 --------,
37oo --------
1372 '--------■
. 950 --------
. 1100 ----------
670 ■-------*
; ^0o ---------.
270
429 •
|
|||||||||||||||||||
Dordrecht
Haarlem
Delft
Leiden
Amfterdam
Gouda
Rotterdam
Gorinchem
Schiedam.
Haagé
Alkmaar
Hoorn
Enkhuizen
Edam
Monikendam
Medenblik
Woerden
|
|||||||||||||||||||
,
|
|||||||||||||||||||
V
1
|
|||||||||||||||||||
:•
|
|||||||||||||||||||
•
|
|||||||||||||||||||
Naar-
|
|||||||||||||||||||
(t) Vaderl. Hift. V. Dtel, hl. 419 e»z.
\t) Keuib. I. f, ij. |
|||||||||||||||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 123
Naarden . . 395 Ponden. I55&
Weesp . . 158 -------
Muiden . . 115 ----- (d).
De oorlog met Frankryk eindigde, den
vyfden February deezes jaars , met eenBe- fland voor vyf jaaren. Doch'tleedtnaauw- 1557. lyks een jaar, of dit Beftand werdt verbro« ken. Men was, derhalven, in Holland be- dagt op de beveiliging der Koopvaardye. Amflerdam en de Waterlieden lieten zig, Uitms- door de andere Leden van Holland, over-tin? ter haaien om zes Oorlogsfchepen, bemand met ^fter- omtrent vyf honderd koppen , in zee te daIIU brengen, mids het gemeene Land van Hol- land negentienduizend guldens betaalde, tot de koften (*)• De fchepen werden, voór- naamlyk, gebruikt tot befcherming der Graanvloote, die uit de Ooftzee verwagt werdt, en voor 't grootfle gedeelte, in den Zomer deezes jaars, behouden aankwam: waardoor de duurte van 't Kooren, die de ingezetenen zeer gedrukt hadt,fpoedig op- hieldt (ƒ). De Regeering van Amfterdam voorzag zig van graanen, die, ten redely» ken pryze, aan de gemeente werden uit- geleverd : waardoor, naar 't getuigenis van ' Petrus Apherdianus (g), veelen by 't leeven behouden werden, die anderszins van gebrek zouden vergaan zyn. Mid-
■ -
(d) Refo?. Holl. van 't jaar IJJ7. bl. ja.
(e) Refoi Holl. j May ijj7- bl. 46. Refol. Vroedfch.
N. I. io , :o April, s May IJ57. (f) Bor I. Bick, bl. 11. [ij.]
(g) Brevis Descr. Uib. Amftelod» vtrs. 6j &ftqq. agtet
QVu.i. Voonedc. |
||||
124 AMSTERDAMS IL Deel;
1557. Midlerwyl , fcheen de fchaarsheid der
Verhef- levensmiddelen , hier te Lande, byzon- fing der derlyk te Amfterdam, wederom eene nieu- Peftziek- we verheffing van Peftziekte veroorzaakt te te alhier, hebben. Zy gaf, in dit en in't volgende jaar, gelegenheid tot vernieuwing der voorige Peftkeuren (h). Het getal der zieken, welk, omtrent deezen tyd, aan de S. Pieters- en Lieve - Vrouwen- Gafthuizen gebragt werdt, was zo groot, dat het Geregt,op den agt- tienden September deezes jaars , beval , „ geene zieken voor of in de gemelde Gaft- „ huizen te brengen, dan met kennis en „ bewilliging der Regenten (/')." Ook werdt, wat laater, by den llaade, verftaan, dat men de zieken, by gebrek van plaats in de Gafthuizen, ook in der Stede Bushuis zou mogen leggen (£). De Stad De Stad hadt, den agtentwintigften Fe- koopt debruary deezes jaars, de helft der Crimineele £a!v? boeten, vallende in de Ambagtsheerlykhe- Ie'boete* den van Amflerveen, Slooten, Slooterdyk onder en Ooftdorp, gekogt van Koning Filips, als Amfter- Graave van Holland: weshalve, de Graaf- veen enz. lykheids Rekenkamer in denHaage denBal- J55"- jL1Wen van Kennemerland en Amftelland , onder welken deeze Ambagtsheerlykheden gelegen waren, den negenden February des jaars 1557 [i558]> aanfchreef, dat zy die halve boeten, voortaan, aan de Regeerders van Amfterdam verrekenen moeiten (/). ' Kq-
(h) Keurb. F. ƒ. 49» J3» 6o-
(!) Handv. hl. ziz. [jpi.]
(k) Hefol. Vroedfch. N. I. 9, zi 0&. IJJ7«
(;; Handv. bi. }li. [66.]
|
|||||||
\
|
|||||||
~~~ "
|
|||||||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 125
Koning Filips, die, by zyne inhuldiging 1558.
in 't jaar 1549, en in 't jaar 1555, by 't aan- Zy wordt vaarden der Regeeringe, beloofd hadt, alle beveftigd de Privilegien , door de Graaven en Graa- in het |
|||||||||
vinnen van Holland, zyne Voorzaaten,aanj.egt oin
de Steden verleend, te zullen handhaaven, ei' beveiligde , den agttienden April deezes Vroed |
|||||||||
jaars, de Stad Amfterdam „ uit aanmerking fchap te
„ van de goede dienflen, die zy hem ge- jï1 °|ea , „ daan hadt, en nog dagelyks deedt, in 't en Schg. „ genot van het Privilegie van Vrouwe Ma- penen te „ ria van Bourgondie van Maart des jaars mogen „ 147Ó [1477], waarby de Stad regt kreeg,benoe" „ om haare eigen Vroedfchap te kiezen, „ en door dezelve, jaarlyks, op den agt- „ entwintigften January, eene Nominatie „ van veertien Perfoonen te doen maaken, „ uit welken, door den Graave of zynen j, Stadhouder en Raaden, zeven Schepens „ zouden gekooren worden, om op den twee- „ den February beëedigd te worden, en een „ rond jaar te dienen (w)." Amfterdam hadt, tot hiertoe, het genot van dit Privilegie ge- had ; fchoon alle de opvolgers van Vrouwe Maria het niet by zonderlyk hadden willen be- kragtigen. Alleenlyk, waren de Schepenen, Ongere- niet altoos, op den vaflgeftelden tyd, ver- geldheid kooren en beëedigd. De Schepens, die in 'tin den jaar 1530 waren gekooren, waren, tot den J7yanv^n negentienden May des jaars 1531, aange- aanbly- bleeven: in 't jaar 1536, was, om de Land- ven der voogdeffe te believen, onder proteflatie, en SchePe_ onverminderd der Stede Privilegien , be^"dher' floo-
(m) Handv. bl, 107. [ög.] vtrg. Rafo!. Vroedfch. N. I.
13 Jtpril I5Ï8. |
|||||||||
15(5 AMSTERDAMS IL Deel.
15^8. flooten, de benoeming der veertienen, voor
* den gewoonlyken tyd, te doen (»). De Schepenen van den jaare 1537 bleeven,op laft der Landvoogdefle, tot den zevenden February des jaars 1538, in dienft; die van den jaare 1541, tot den agtften Febmary des jaars 1542;die van den jaare 1544, tot den twaalfden February des jaars 1545; die Van den jaare 1546, tot den tienden May des jaars 1547 (0); 't welk zo voortging, tot in 't jaar 1555. De Schepens, die toen den tienden May verkooren werden, blee- ven aan tot op den agtentwintigften February des volgenden jaars, en die van den jaare 1557, tot op den elfden Maart des jaars 1558 (p): welk laatfte gefchiedde, op fchry- vens van 't Hof van Holland, alzo de Stad- houder , Maximiliaan van Bourgondie, Heer van Beveren en Veere, niet eerder in Hol- land kwam (q). Doch deeze ongeregeld- heid , omtrent den tyd van de aanftellinge van Schepenen, werdt weggenomen, na dat Koning Filips, kort hierna, het Privilegie Zy wer- van Vrouwe Maria beveftigd hadt. Wy- den,in ders, was de verkiezing van Schepenen van afW<ih -jAmfterdam, ookdikwils, in afwezendheid des Stad- des Stadhouders, gefchied door de R^aaden houders,van denHove, en fomtyds door den eer- door de ften Raad alleen, als daartoe van de ove- Raaden rjgen gemagtigd zynde; van welke gewoon- te, (ti) Refol. Vroedfch. N. I. id Jan. ijj«. ƒ. i.
(0) Refol. Vroedfch. N. 1. 24 Jan. IJ47. (p) Regeet. Lyft vtor de Handv. op de jaaren 15$ ij 1537, 1541» IJ+4» IJ4<5, ISSSt *SS7' (q) Reiul. Yiocilfch. N, 1. 31 Ja». i>si.
|
|||||
——__......_..
|
|||||
i
|
|||||||
'
|
|||||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 127
te Heer Gerrit van Aflendelft, eerfte en I558# oudfle Raad, op den vyftienden July dee-Hovege_ zes jaars, ten verzoeke van Burgemeelte- kooren. ren, fchriftelyk, getuigenis gaf (f). Het Hof van Holland hack ook begeerd, dat men, ten deezen tyde, met de verkiezing van Burgemeefteren, tot op de overkomft des Stadhouders, wagten zou. Doch men vondt, desonaangezien , geraaden, deeze verkie- zing, op den gewoonlyken tyd, te laaten voortgaan O). i t , _r .
De tyding van het overlyden van Keizer Uitvaart
Karel, welk, op den eenentwintigdenSep- van Kei- tember deezes jaars, voorviel, in Holland^^1 eekomen zynde , werdt zyne Uitvaart ai- de mec daar, en te Amflerdam, ook nog in April Frankryk teeSvooren , was de Vrede met Frankrykfterdam
getroffen, waarover, hier ter Stede, ook6 een plegtige dankdag gehouden werdt (ƒ). In Auguftus deezes jaars, vertrok Koning Filips naar Spanje, na dat hy orde op de Regeering der Nederlanden gefield, en het Stadhouderfchap over Holland, Zeeland en Utrecht aan Willem, Prinse vanO- k A N j e , opgedraagen hadt. ; Ten deezen tyde, werdt, in 's KoningsOntwerp,
geheimen Raad, een Ontwerp overwoogen omtwee {trekkende tot bekorting der gedingen, die officier8 voor Schepenen van Amflerdam moeften en tweej worden afgedaan. In het zelve, werdt voor- Sche- geüaagen de aanftelling van twee Officieren, pensban-^ een '
(r) Handv. H. 107, log.
" (j) Rcfol. Vroedt'ch. N. I. 31 Jan, xj;t. ({) Kewb, f. ƒ, «6 , 61 ver/». |
|||||||
'
|
||||||
I
|
||||||
isS AMSTERDAMS II. Üêel.
1559. een' Baljuw in Crimineels of flraf baare, en terStèd een' Schout *n ^'lv'1^ &f burgerlyke zaaken, aan te ' benevens twee banken van Schepenen, ie- ftellen, der van zes Perfoonen, de eene bank tot van de afdoen van alle zaaken, op de Buitenrolle hand ge- ftaande, en alle Crimineek zaaken; de ande- WGG2GH •
' re, tot beregtmge van alle zaaken, de Fa-
bryk, Plakaaten, Keuren en Statuten be- treffende. De tegenwoordige Schout, Wil- lem Dirkszoon Bardes, fchynt dit Ontwerp goedgekeurd en voorgeftaan te hebben. DochBurgemeefteren beweerden „ dat de ,, inflelling van twee Schepensbanken en „ twee Officiers ftreedt met de Privilegiën, j, en aanleiding geeven zou tot tweedragt „ (w)."Ook liet de geheime Raad, met die van den Raade in Holland geraadpleegd heb- bende, de zaaken op den voorigen voet, 't Getal met deeze verandering alleenlyk, dat het der Sehe-getal der Schepenen, welk tot hiertoe ze- penen ven geweefl was, tot negen vermeerderd van* t wetdt, die, jaarlyks, uit eene Nominatie van zeven op agttien zouden gekooren worden; en dat negen den Schout veroorlofd werdt, eenen Onder- gebragt, fchout onder zig te hebben, om zyne plaats, des noods, te vervullen, en hem byftand te doen. Voorts, werdt beraamd „ dat 'er, „ by alle Schouts zaaken, altoos een Bur- „ gemeefter zou moeten tegenwoordig zyn; „ dat de Vierfchaar, door twee Schepenen, „ waargenomen zou worden, en dat de ge- M vangenen, insgelyks, door tweeSchepe- „ nen,zouden moeten worden ondervraagd." Men
(*) RefoL Viocdfch, N. I. zx July i$$9%
|
||||||
VÏÏ.Boek. Geschiedenissen. 129
Men befpeurt klaarlyk, aan deeze fchik- 1559*
kingen, dat dezelven zagen op de tweedragt, die thans, op 't hevigft, ontfteken was, tuflchen den Schout en Burgemeefter Hen- rik Dirks zoon. Ookfchynt, opzigtelyk op . hun gefchil, ten deezen zelfden tyde, be- volen te zyn „ dat de geregtelyke getuige- 5, niffen niet vooraf opgefteld, maar door „ den Secretaris, in de tegenwoordigheid 9, van een' Schepen, uit den mond van de 5, getuigen, zouden moeten opgefchreeven „ worden." Alle deeze en andere fchik- l$60i kingen waren vervat, in eene Ordonnantie van 's Konings geheimen Raad, die, den vierentwintigften January des jaars 1559 £1560], teBruffel, gedagtekend was (V). Weinige weeken hierna,. op den negentien- den February, vonnifte het Hof van Holland „ dat zekere Taalluiden, of Procureurs, ge- „ lykze federt genoemd zyn, die, door den j, Schout, op eigen gfezag, aangefteld en „ beëedigd waren, wederom afgezet; doch „ terltond daarop, door Schout en Bürge- „ meefteren, van nieuws, aangefteld, en „ door den Schout beëedigd zouden wor- „ den(w)." Chriftiaan den III., Koning van Deenemar- Amfter-
ke, in't jaar 1559, overleeden, en doordam zynen Zoon, Fredrik den IL , opgevolgd ™d£ 'in zynde, verzuimde de Regeering van Am- ^gte^' (terdamniet, haaren Secretaris, Dirk Wou- van ters- Koop-
(v) Handv. hl. 109. [<S8.] verg. Refol. Vroedfch. N,U
3,7 Febr. 1560.
(w) Uit ten Affchrift der Ooifpr, Sententie, MI. Stuk. J
|
||||
t3<=> AMSTERDAMS II. Deel.
j ^0 terszoon, af te zenden naar Deenemarke, en
. , .' beveiliging in de oude Voorregten van Koop- op Dee- handel van den nieuwen Koning te verzoe- nemar- ken; die haar ook, op den twee-entwintig- ke be- ften July deezes jaars 1560, verleend werdt veftigd. (Y) Keizer Ferdinand hadt, den dertigflen April te vooren, een Privilegie van Keizer Karel den V. beveiligd, waarby de Neder- landen van nieuwe laden en tollen in 't Duit- fche Ryk waren vry verklaard. De Stad Amflerdam rekende ook byzonder belang te hebben by de beveiliging van dit Privile- gie, waarom menze, onder haare Handves- ten (y) , geplaatfl heeft. Ook 'm De Stad was, van ouds, gewoon, den vyf- 't regt om tienden Penning Exuegeld te heffen van alle Exuegeld goederen, die, by erfenis of anderszins, *e vor" buiten de Stad gevoerd werden (3). Doch fommigen toonden zig, ten deezen tyde, 1561. onwillig, om dit regt te voldoen. De Re- geering .vervoegde zig, derhalve, aan'sKo- nings geheimen Raad te BriuTel, met ver- zoek om by haar oud regt gehandhaafd te worden. En de Raad belaßte, op denveer- denden July des jaars 1561, den eerflen Deurwaarder, te Amflerdam, onderzoek te doen op het gemelde regt, en zo hy be- vondt, dat de Stad het van ouds plagt te heffen, elk te beveelen het zelve voortaan te betaalen (a). Dagvaart De Steden van Holland, zig met de La- • ken-
(te) Handv. il. %% [gp]
(y) BL iji. [71.j (z) Gioöt-Memor. N. I. ƒ. j«, («j Handy, tl, zz»% |
||||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 131
kenneeringe geneerende, en daaronder ook 1562.
Amfterdam, werden, tegen den zesentwin- ,t ftufc flen May des jaars 1562, door den Raad, aerWee- in den Haage ter Dagvaart befchreeven , verye. om eenige misbruiken, in 't fluk der Wee- verye, te helpen weeren. En werdt hier, onder anderen, vaftgefteld „ dat geene Leer- i, lingen zouden worden aangenomen, dan „ met kennis van de Waardyns, en dat geen „ Leerling tot Meefler zou worden bevor- 3, derd,dan die volle zeftien jaarenbereikt „ hadt O);" ■-•f De Edelen en zes groote Steden van Hol- Amfter-
land verwierven, op den zevenentwintigften dam en Auguflus deezes jaars , een Privilegie, op 's *n<Jere Konings naam, waarby, op nieuws , ver- becveefl?igc| klaard werdt „ dat, noch door den Groo-irf'tvoor- „ ten Raad te Mechelen, noch door den regt, dat „ Raad in Holland, eenige Mandementen ^en<? „ verleend zouden worden, die met der Ste- m^tQ^ „ den-Privilegien, of met het fluk der * Re- tegen de „ geeringe van Holland flreeden , zonder Privüe- „ vooraf de Verzoekfchriften, ten dien ein-Sienver" „ de overgegeven, te hebben medegedeeld 7^en „ aan zulken, die 't aanging, ten ware, dat worden. s, zy daartoe merkelyke redenen hadden; in * Politie, welk geval , de Verzoekfchriften, niet
door Commiflariflen, noch op de Rolle;
maar alleen in 't volle Kollegie van den
„ Raade, zouden moeten afgevaardigd wor- ,, den." Amflerdam, de vyfde der zes groote Steden, hadt veel belang by dit Pri- vi-
■ .
(b) Zie Be Riemeh Befchr. van '» Grayenh. I. ßttl,
l. Stuk* bl, «*£« ,'i I %
|
|||||
132 AMSTERDAMS II. Deel.
1562. vilegie/t welk hierom ook, onder de Hand-
veßen der Stad (c), plaats gekreegen heeft, Verfchil Amflerdam raakte, ten deezen tyde, in tuflthen gefchil met de Stad Hoorn, die weigerde dam en ^et Paa^§e^ te voldoen, welk de eerflge- Hoorn, melde Stad,van ouds,voor het Hellen van over 't Vuurbakens op Texel, Vlieland, ter Schel- Paalgeld. iing en Huisduinen, en voor het leggen van tonnen in de Zuiderzee, plagt te vorderen, 't Kwam byzonderlyk aan op het Paalgeld van paarden, offen en koeijen, welken die van Hoorn vryelyk meenden te mogen in- voeren uit Deenemarke, in gevolge van een Privilegie van Hertoge Albrecht van den jaare 1389 (d). 't Gefchil kwam voor den Raade in Holland, alwaar die van Hoorn • in 't ongelyk gefield werden, by eene uit- fpraak van den vierden December des jaars *5Ó3 CO-
Filips Midlerwyl, drong de Hervorming meer dringt op en meer door, in de Nederlanden, in Hol-
U'ne ^anc* *n c byzonder,en ook hier ter Stede, der Pia* Ete Staaten van Holland hadden, al voor 't fcaateo. vertrek van Koning Filips ,in 't jaar 1559, begeerd „ dat het vreemd Krygsvolk uit |
|||||||||||
3>
9»
|
het Land, en de Vreemdelingen uit de
Regeeringe geweerd mogtenblyven."En |
||||||||||
de Koning hadt hun, in beiderlei opzigt ,
eenig genoegen gegeven (ƒ ). Doch hy bleef cgter fterk geneigd, tot het uitvoeren van zyns Vaders flrenge Plakaaten, en tot het hand-
(c) BI. 97. [73].
{d) Hand?, van Hoorn, il. si.
(e) Refol. Vioedfch. N. 1. u Ntv. i;6+. Handy, il,
30. [l6<5.]
(f) ReiöJ, HpII. 7 Aug. ij$$, 61, 9s, $s.
|
|||||||||||
■>.
|
|||||||||||
VïI.Boek. Geschiedenissen. 1*3$
handhaaven der Inquifitie, die, reeds te voo- j -£,»é
ren, ingevoerd geweefl was. De algemeene Staaten, of eenigen der zelven, hadden niet können nalaaten, op de Dagvaart te Gend, kort voor 's Konings vertrete, te kennen te geeven „ dat zy voor de Inquifitie vrees- 5, den; en dat men, in de Nederlanden, „ zulke hardigheden niet gewoon was (#).'* Doch het opregten der nieuwe Bisdommen, in 't jaar 1560, deedt klaarlyk zien, dat men 't op het verdrukken en uitrooijen der Hervormden hadt toegelegd. Het oude Bis- Amfter? dom van Utrecht werdt toen verheeven tot dam ge- een Aartsbisdom, en vyf Bisdommen onder ^aa^ on- het zelve geplaatfl, van welken het eerfle u"dom in rang dat van Haarlem was (£), waartoe van Haai* Amfterdam behoorde. Ook ging de ver* lern, volging, ten deezen tyde, fterk voort, in Vlaanderen en in Henegouwen, daar, in 't jaar 1562, de Belydenis in 't licht kwam, welke meeft naar de Leere der Hervormde Kerken van Frankryk , die zig Reformées noemden , was ingerigt, waarom de On- roomfchen deezer Landen, die, in 't Huk des Avondmaals, van de Lutherfchen, en in 't Huk des Doops en eenige anderen, van de Doopsgezinden verfchilden, gelyk deeze belydenis ook deedt, federt, den naam va» Gereformeerden aannamen, dien wy hun , voortaan, ook geeven zullen. Zy hielden thans, in Walfch Vlaanderen, vergaderin- gen (g) Bentivoglio I. Deel, I. Boek, BI. 13.
(h) V'iAe Mir/ei Donat. Belg. Likr. I. Caf, CLVI. Tom. I. Oper. Dipl. p. +72. I 3
|
||||
134 AMSTERDAMS II.Deel.
1563. gen by nagt, op deftraaten, en fchroom-
den niet, de Franfche Pfalmen, die van Ma- rot en Beza gerymd waren, met luider kee- le, te zingen: 't welk egter fommigenkwa- Heime- lyk bekwam (i). In Holland, nam het hou-
melyke ^en van heimelyke Vergaderingen ook toe. Jee^|a"en Te Amfterdam, hieldt menze binnen en even binnen buiten de Stad, waarom het Geregt, op den en buiten negenden Febniary des jaars 1562, weder- de Stad. om een fcherp verbod hadt doen afkondi- gen tegen het verieenen of verhuuren van huizen of fchuuren tot zulk een gebruik (k). De Kardinaal van Granvelle, die 't oor hadt, der Landvoogdeffe, Vrouwe Margareet van Parma, flookte 't vmir der vervol ginge fterk 1564. aan* ^ocn na dat hy, in Maart des jaars
1564, de Nederlanden verlaaten hadt, en na dat de Prins van Oranje, Stadhouder van Holland, en de Graaven van Egmond en Hoorne, die tot gemaatigdheid in Geloofs- zaaken neigden, meer deels aan 't bewind gekreegen hadden dan te vooren, begon de vervolging te minderen (7). De Staaten van Holland maakten zwaarigheid om een fcherp Plakaat, waarby iemant, die in eene maand niet ter Kerke geweett was, ftraf baar ver- klaard werdt (m), af te kondigen in hunne Provincie (»), en kanteden zig, wat laater, tegen het vervoeren van' twee gevangenen om Ketterye (0). Te
(i) Brandt Reform. I. Deel, IL z+s , 254.
H) Keurb. F. ƒ. 78. (I) Vaderl. Hift. VI. Deel, bl. 90, 95, 97, 5»8.
(m) Repert. bl. 116. (ttf Reïol. Holl. 17 April 1564.. bl. 27. (i) Refol. Holl. s Jan. 1s6s.bl.t3. ■ |
||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 135
Te Amfterdam, vonden de Ouroomfchen, 1564.
ten deezen tyde, eenen merkelyken fteun Misnoe. aan eene menigte van ingezetenen, die, uit gen te- verfcheiden' oorzaaken , misnoegd waren gen de op de tegenwoordige Regeering. Het tim- Regee- meren buiten de Veilen was, al van ouds»^cJ" verbooden geweeft. Doch dit verbod was jer <5e kwalyk riaargekomen aan de Ooflzyde, op geërfden de Laftaadje, daar, al voor 't begin deezer opdeLas* eeuwe, Scheepstimmerwerven en Woonin- Je' gen voor't arbeidsvolk waren aangelegd ge- weeft; die , federt , egter wederom wer- den afgebroken (p). Doch Koning Filips hadt, in 't jaar 1556, toegedaan, dat men, binnen de vyfentwintig roeden buiten de . Veften, zekere hutten met week dak en hou* ten wanden zou mogen opflaan , mids zig verbindende, om dezelven, des noods, ten believen van 't Geregt, op eigen' koften, wederom te floopen. Maar de eigenaars van den grond der Laftaadje, zo veel vry- heids verkreegen hebbende, traden allengs- kens verder, en betimmerden eindelyk ee- nen ruimen hoek met fchuuren, pakhuizen en huizen. De Wethouderfchap vondttoen geraaden, de geërfden te verpligten tot het liegten der timmeraadjen, daar zyzigfterk tegen kanteden, dryvende,dat men hunne fchade, door het uitleggen der Stad en het beveften der Laftaadje, zou können voor- komen, 't Schynt,dat de Wethouderfchap hierop ook bedagt geweeft is. En werdt gezeid, dat een der Burgemeefteren, 't zy Hen-
(p) Groot Meinor. N. I. ƒ. 310 ver/o, 316.'
14
|
|||||
. **' .
|
|||||
136 AMSTERDAMS II. Deel;
150*4. Henrik Dirkszoon of een ander (3), terwyl de zaak dus ftondt, eenen der jgeërfden zynen grond wilde afkoopen; doch deeze toonde zig ongezind, om dien aan iernant, en vooral aan hem af te flaan: waarop de Burgemeefter hernomen zou hebben , dan zal uw erf ook niet binnen raaken. De zaak der Laftaadje werdt, federt, in regten ge- trokken, en lang fleepende gehouden. Ee- nige geërfden hadden Burgemeefleren, om 't floppen eener floote op de Laftaadje, toen Kornelis Boomenfloot (q), en federt Boom- floot genaamd, waardoor zy hunne waaren plagten te voeren, geroepen voor den ge- 1565« heimen Raad te BrufTel. Doch deezen ver- wierven , op den drie-entwintigften Februa- ry des jaars 1564 [1565], dat dit gefchil aan 't Hof van Holland verweezen werdt (r). Maar de twift, die uit dit alles ont- flondt, hadt, onder de geërfden in de Las- taadje, en zulken, die 't met hen hielden, een geweldig misnoegen verwekt tegen de Onderde Regeering (j). Hier kwam nog by,dat ook de
(q) Refol. Vroedfch. N. I. 24. July I56I,28 Juny is6+e
(r) II. Privileg, boek, ƒ. 39.
(s) Hooft Nederl. Hift. II. Boek, II. 64.
(3) Hooft ftelt twyfeIagtig,of het Gerrit Teews*
zoon , of Henrik Dirkszoon geweeft z}% Maar Gerrit Teeivszoon, waarmede, denk ik, Gerrit Gaas Mattheuszoan gemeend wordt, was, reeds in 't jaar 1558, overleeden (Refol, Vroedfch. N. I. 17 Aug. 1558. Zie ook de Regeer. Lyß voor de Handvefleri), toen de Laftaadje nog niet digt genoeg betimmerd kon zyn, om op het trekken van decken hoek bin- nen de 5ead bedagt te wezen. |
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 137
de Koorenkoopers, en zulken, die van hun j r6V,'
afhingen, te onvrede waren geworden op de Wethouderfchap, ter gelegenheid van jj™grs"# zekere Keure , in 't jaar 1565 gemaakt; waarby, ter oorzaake van de toeneemende duurte der Graanen,de uitvoer derzelven, hier ter Stede, verbooden werdt (t). 't Na- deel, welk de Koorenhandelaars Werbylee- den, zou ligter te verzetten geweeft zyn, zo niet eenige Leden van den Raad, 's daags' voor hét afkondigen der Keure , hunnen vrienden gewaarfchuwd hadden : waarop deezen,zo wel als zy, gelegenheid hadden gevonden, om 's nagts, terwyl de boomen open gehouden werden, veel tarwe en rog- ge uit te fcheepen. De anderen , die zo veel niet wiften, fcholden, toen 's anderen- daags de markt weltagtig ten honderd viel, op de Regeerders, welker baatzugt, zeiden zy, oorzaak van hunne fchade was («). In November deezes jaars, kwamen nog eeni- ge Keuren uit, (trekkende om de duurte en 't gebrek vanGraanen te voorkomen, en de behoeftigen, van Stads wege , van brood te voorzien (v)* Doch alzo , door deeze Keuren, de Koorenhandel meer of min be- lemmerd werdt, dienden zy, gedeeltelyk, tot vermeerdering van 't misnoegen» welk onder de Koorenkoopers ontftaan was. By deeze twee ftoffen tot kwelling, kwam Onder ^
de twift tuflchen de Schoutiften en Meefter deSchou-
Hen.tiften.
(t) Repert. bt. 122.
(u) Hooft II. Doek, hl. «3. (v) &eurb. p ƒ l5j) vtrf0% l7o^ I7; virfi J77. fl^.
fel. Vioedfch. N. U S» *3 Nov. 1505, 15
|
||||
i38 AMSTERDAMS II. Deel.
1565- Henrik Dirkiften, welker oorlprong wy,in
het voorgaande Boek (w), verhaald heb- ben. De aanhang van Henrik Dirkszoon was zo groot onder de Regenten, en de par- tyen van den Schout, Willem Dirkszoon Bardes, zo menigvuldig, dat men deezen zo veel lpyts aandeedt, als mogelyk ware. Wy hebben boven (x) gezien, hoe zyn Ontwerp om twee Officiers en twee Sche- pensbanken te doen aanftellen in de Stad, gedwarsboomd geworden was, ten Hove. Wy hebben gezien (3;), dat de Taalluiden, door hem aangefteld en beëedigd, wederom afgezet waren geworden. Ook vindt men, dat de Raad hem belet heeft, Frans Vol- kertszoon Koornhcrt, die nog geen Poorter was, tot zynen Subfiituit aan te flellen (2). Naderhand, was hy, door eene uitfpraak van den Hove van Holland van den zesden Oclober des jaars 1561, genoodzaakt ge- worden, om het Stads Confejfieboek, welk hy naar zig genomen hadt, wederom op de Secretarye te brengen, alwaar het, te voo- ren, bewaard geweeft was (a). Al dit was reeds gebeurd, voor dat Henrik Dirkszoon wederom aan de Regeering kwam. Doch toen deeze, in 't jaar 1563, op nieuws,na zyne hegtenis, tot Burgemeefterverkooren, en in 't jaar 1564, alsOud-Burgemeefter, aangebleeven was, begon men 'tjomftryd, toe
' ' (10) Bladz. 9!.
(x) Bladz. 127. (y) Ulaiz. 129. fa) Rciol. Vroedfch. N. I. 23 A*g, 6 Off. 15;».
(aj Handy, kl. uz, |
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 139
toe te leggen op het bederf van den Schout. 1565.
't Hof van Holland deedt, in Junydesjaars 1563 , eenige Poorters van Amfterdam on- der borgtogt ontflaan, die door den Schout gevat waren (b): 't welk naauwlyks gefchie- den kon, zonder eenen krak te geeven aan zyn gezag. Doch dit was 't minll. De Bur- Het gemeeflers willen te wege te brengen, dat Schout- de voorilag van eenen bekwaamen perfbon ^0^ tot Schout, voor eene fomme van twintig- wederom duizend, en niet , gelyk voorheen, voor aan de eene fomme van vierduizend agthonderdStad* guldens (c), wederom aan de Stad gefield werdt, voor den tyd van zes jaaren, of tot de afloffing der twintigduizend guldens toe. Deeze voorflag zou, van drie tot drie jaa- ren , gefchieden, en de voorgeflaagen per- foon , door de LandvoogdefTe , worden aangefleld. Het regt tot het doen van den voorilag zou ingaan na den dertigflen Sep- tember des jaars 1565,wanneer de loopen- de pagt van den tegenwoordigen Schout Willem Dirkszoon eindigen zou. Hiervan werden brieven verleend op 's Konings naam, die den agttienden Maart des jaars 1563 [1564] » te Bruflel, getekend waren (d). En nu flelde elk vaft, dat de Schout verlaa- ten zou worden van zyn ampt. Men voer, rnidlerwyl, voort met hem te kwellen. Het Geregt verklaarde, in den Zomer des jaars 1565, dat, voortaan, geene andere No-
{b) Rrpcrt. II. ui.
ie, Zit II. Dett, VI. Boek, hl. ioo. (d) Refol. Vroedfch. N. I. 28 Maart 1554. Handr. hl. in. C74'] |
||||
140 AMSTERDAMS ILDee^
15^5« -N°ta"ee^e Aften voor wettig gekeurd zou-
den worden, dan die voor zekere vyf No* tariiTen, verleeden waren; waardoor twee Notariifen , Filips de Biffchop en Frans Vol- kertszoon Koornhert, die, op aanpryzing van den Schout, door den geheimen Raad, waren aangefteld, en des Schouts zyde hiel- den, gelyk als verlaaten werden van hun ampt. Zy vervoegden zig,federt,met ver- fcheiden' Verzoekfchriften , aan den Ge- heimen Raad, en werden, niet dan na 't aanwenden van veel moeite, herfleld, in Ju- ny des jaars 1566 (e). OndertulTchen, wak- kerde de partyfchap. Men voer voort, met het zingen van fchampere Liedjes, en het flrooijen van Schendfchriften tegen eikan- deren: 't welk, door herhaalde Keuren ,die 'er, van tyd tot tyd, tegen uitkwamen, niet fcheen te können verhinderd worden (ƒ). De On- De Onroomfchen , zig zelven meerder room- vryheid beloovende van het ftyvendermis- fchen en noegdheid tegen de Regeeringe, hielden zig anderen aan ^ z^e ^er Schoutiften, der Kooren- over de kooperen en der geërfden in de Laftaadje: te groote en, door de voornaamften van deezen vier- namaag- derlei aanhang, omtrent zeventig in getal, icbapon-wercltj met kennis van den Prinfe van O- llegen- ranje, in deezen jaare 15 65, een Ver zoek- ten. fchrift ontworpen aan de Landvoogdeffe, waarin geklaagd werdt „ dat de zesender- „ tig Raadenen de Kiezers van Burgemees- „ te-
Ce) Zit de Stukken by Commelin II. 9T » 971, 974» Handv. hl. 700. (f) Keuxb. F. ƒ♦ ij« vtrßt 16z. Haadv. bl, 570. |
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 141
„ teren eikanderen te na, in den bloede of 1565.
„ door aanhuwelyking, beftonden: waaruit, „ zeide men, veele ongeregeldheden ree- „ zen, tot benadeeling der Poorteren, en ?, ftrydig met de Privilegiën." De Regee- ring deedt veel moeite, om de tekenaars van dit Verzoekfchrift te weeten. Doch zy kon 'er nimmer agter komen (g). Maar de Bepaa- Landvoogdes vondt geraaden, in eene Ac-lins der te by voorraad van den eerften September,Jjj?jfl, jte verklaaren „ dat zy niet bevondt, dat de Land- „ Regeering eenig flinkfch oogmerk gehad, voogdes- „ of de Privilegien ergens in gekrenkt hadt. fe. „ Dat egter, tot bewaaring van de milder „ Stede, voortaan geeneRaaden gekooren „ zouden worden, die eikanderen nader in „ 't bloed beflonden dan Broeders Kinde- „ ren; en dat, in Zwagerfchap of namaag- „ fchap, onder dezelven niet zouden wor- ., den gejcooren Schoonvader en Schoon- 9, zoon, noch twee Zwagers, waarvan de „ een des anders Zufter getrouwd zou heb- „ ben. Dat zy, Landvoogdeire , het ver- „ meerderen van 't getal der Raaden , in „ vervolg van tyd, aan zig behieldt. Dat „ de Raaden zorg moeden draagen, om „ op de Nominatie van Agttienen ook te „ brengen eenige ervaaïen Koopluiden. Dat „ de Raaden en Schepens ten minflenvyf- „ entwintig jaaren moeiten bereikt hebben. „ Dat, op de Verkiezing van Burgemees- „ teren, niet zouden mogen komen Vader w en Zoon, noch twee Broeders, noch in 9, den
(g) HQOÏT II, Stek» H. t{.
|
||||
142 AMSTERDAMS II.Dee^
fotfc. 99 den bloede noch door aanhuwelyking*
' „ Dat de Kiezers geeneBurgemeefterszou- „ den mogen kiezen, die eikanderen nader „ in den bloede beftonden, dan Agter-Zus- 3, ters-Kinderen, en door aanhuweïyking, „ geenen nader dan Broeders- en Zuflers - „ Kinderen. Dat, voor zo veel 'er, tegen- „ woordig, onder de Kiezers van Burge- .....„ meefteren, eenigen waren, die elkande-
„ ren nader beftonden dan hiervoor ver-
|
||||||||||
3»
55
55 55 |
klaard was; de jongfte in eed van de ver-
kiezing bly ven zou,tot na het overlydeni of de afwezendheid van den oudften. Dat beide Raaden en Kiezers van Burgemees* |
|||||||||
„ teren eikanderen zo weinig zouden moe-
„ ten beftaan, als mogelyk ware. Dat Bur- „ gemeefteren geene zaaken van gewigtver- „ handelen zouden, dan by raade der zes-- „ endertigen, die zy gelegenheid zouden „ geeven, om daarop, een- en andermaal; „ te vergaderen, en niet dan na ryp over- Zy ftelt „ leg te befluiten (li)." De Landvoogdes Bürge- jjet het niet by deeze fchikking; maar ver- tegen W'k°or>mtvo^gendejaar,zelve deBurgemees- Proteßa- ters, die anderszins, volgens de oude Privile- ge, gien, door de regeerende enÖudBurgemees- i$66. teren en Schepenen,moeften verkoorenge- weeft zyn; welke nieuwigheid men, voor deeze reize, onder Proteflatïe , liet door- gaan , hebbende Vrouw Margareet ver- klaard, dat zy 't in geen gevolg wilde trek- ken (*}. De vier Burgemeefters, die, ten dee-
(h) Handr. BI. ftj. [75.]
(i) Kefol. Yroedfch, N. 1. ƒ ,z+ Jan. ijtftf. ƒ, xi, ia?
|
||||||||||
^w*-"
|
|||||
VII.BoEK. Geschiedenissen. 143
deezen tyde, in 't bewind kwamen, waren 1566.
Elbert Markus Dirkszoon , Jan Klaaszoon van Hoppen, Dirk Hillebrandszoon Otter en Kornelis Jakobszoon Brouwer, onder welken, de eerfle ook het voorgaande jaar geregeerd hadt (£). De anderen drie waren, ook reeds te vooren,Burgemeefter geweefl. De Schout, De Willem Dirkszoon Bardes, die 't Schout-^°ut» amptniet langer dan tot aan den dertigften p^f1 September des jaars 1565 gepagt hadt van zoon de Graaflykheid, bleef het nog bekleeden, Bardes, tot op den veertienden April daarna. Toen wordt werdt hy 'er van verlaaten, door Burgemees- an t *ei> teren, én Pieter Pieter Gerbrandszoon, of, ïaaten. gelyk hy in 't gemeen genoemd werdt, Pie- ter Pieterszoon, in zyne ftede, tot Schout aangenomen (/). Doch alle deeze veran- deringen herftelden de ruft niet in de Stad, gelyk wy, wel haalt, zien zullen. In de jaaren 1565 en 1566, werden, zo De Waag
binnen als buiten de muuren der Stad, ver-en ande- fcheide ruime pakhuizen gebouwd. Dochre gebou" 't voornaamfte gefügt van deezen tyd wasSse* de nieuwe Waag, op de Plaats, over 't Stadhuis (w), die nog in wezen is, en 't jaartal 156$ in de gevels voert. Sommigen (») hebben gefchreeven, dat de Stads Kas, ten deezen tyde, overvloediglyk voorzien was; doch dat de penningen, tot het ftigten der Waage vereifcht, egter werden opge- no
(k) Regeer. Lyft. voor de Handv. op het jour ijfitf.
HOOFT II. Boek, tl. 6i.* (/) Regeer. Lyft voor de Handr. op het /aar l$66, (tit) PONTANUS Libr. I, Cap. VIII. p. 4Ö. («J HOOITS Blieven N. S9S* bl< *4f •
|
|||||
144 AMSTERDAMS n. Dot.
l$66. nomen, om te voorkomen, dat de Koning de Stad om leening kwelde, als hy befpeur- de, dat men zulk een gebouw, uit een' ver- zamelden voorraad, ftigten kon. Amfter- Elizabet, Koningin van Engeland, hadt, dcndtGe^n ' Jaar I5Ö2> defl flaPel der Engel^cne
magtig- 'Lakenen doen verleggen naar Embden. De den tot Staaten van Holland hadden, hierop, aan-
eene gehouden, by de Landvoogdeffe, om den onder- jnVoer der Engelfche Lakenen te doen ver« lingmet bieden in Holland: gelyk, in Maydesjaars Enge- 1564 , gefchied was. Hierdoor wa» het land. oud Verdrag van Koophandel tuffchen En- geland en de Nederlanden verbroken, waar- by beide de Volken nadeel rekenden (0). Men tradt dan, eerlang, tot heeling dee- zer breuke, in onderhandeling,te Brugge, alwaar ook Gemagtigden der Steden Haar- lem en Amfterdam verfcheenen (j>). Doch men kon hier eikanderen niet volkomenlyk verfiaan. De beroerte, die, in den Zomer deezes jaars 1566, in Vlaanderen, ontftondt, gaf, naar't fchynt, gelegenheid tot hetop- fchorten der onderhandelinge. Men was egter overeengekomen, om den Koophan- del , over en weder, vry te flellen, gelyk van ouds : 't welk blykt, uit eene afkondi- ging van den vyftienden July (q), die hier te Lande gefchiedde, en die wy, hier ag- ter, onder de By kagen (r), geplaatlt heb- ben. On-
(o) Vaderl. Hift. VI. Deel, il. 7j.
(p) Refol. Holl. 1 May ijóy. */. 3. f ÄJf, I$<6.bl.ï<
(<?) II. rrivileg. boek, ƒ. +j verft,
(r) L'. A.
|
||||
1
VII.Boek. Geschiedenissen. 145 Omtrent den aanvang deezes jaars, werdt 1566.
een groot deel der kinderen in 't Weeshuis £onder- deezer Stede, knegtjes en meisjes, wel tot Unge be- zeventig toe, bevangen van eene zonderlin- boeking ge kwaaie , die, by de meeften, zo wel^ Onroomfchen als Roomfchen, voor beze-kinde_ tenheid werdt aangezien. De kinderen zei-ren,hier ven fcheenen hunne bezoeking ook aan de ter Stede, werking van booze geelten toe te fchryven. Menvondt'er, die zeiden, dat zy, zo al de bergen met zwaarden befleken waren, gaar- ne van boven door de punten daalen wilden, als zy, daarna, Gods aanfehyn ßegts in genade aanfehouwen mögt en. Voorts, klauterden zy, als katten, by de wanden op. Een jongen zag, in 't huis van een' beeldhouwer in de Kalverftraat, een fleenen tafereel van 't laat- fte oordeel, om hoog, aan den muur han- gen , en, gevraagd hebbende, of by 't 'er eens wilde af haaien? vloog hy by den wand op, rukte 'er 't ftuk af, en fmeet het tegen den grond. Anderen klommen,zo gezeidwerdt, by den tooren der Oude Kerke, naar bo- ven , tot aan de fpeelklokken, daar zy eene wyle bleeven zitten, tikkende met de knok- kels op de klokken, en zingende, Wy zul- len bier niet van daan gaan, of Barnet je zal in 't vuur flaan. Zy bedreeven ook veel ge- baars , aan de deuren van fommige vrou- wen, die hen, zo zy zeiden, betoverd had- den : en verltonden, door Barnet je, zekere Jakoba Jakobs dogter, anders Japïkje Ba- men, die men, van elders, weet, dat, door hen en anderen, befchuldigd werdt, als de oorzaak van de tegenwoordige bezoeking III. Stuk. K der
|
||||
Hó AMSTERDAMS II. Deel
•
Ijtfó. der Weezen,waarom zyzig, eerlang,door
't Geregt, deedt zuiver fchouwen (V). Den Schout Pieter Pieterszoon fcholden zy, om zyne wanftaltige lengte, voor eenen Deven- ter Knek,en verweeten hem lelyke ftukken, uit afkeer, zo de Onroomfchen meenden, van de vervolging der Gereformeerden, die hy, omtrent deezen tyd, flerk zou gedree- ven hebben. Zy trokken, wyders, fchryft Hooft, gezigten zo helfch en averregts, dat de mannelykfle harten van die neep fcheenen te kwynen. Zy fpraken, met lis- pende tongen, vreemde dingen, en zelfs uitheemfche taaien. Zy fcheenen zelfs, fom- tyds , de verborgenfte gedagten te weeten. En zekere jongen verklaarde, t'eenigen da- ge , aan eene der Buitenmoederen, die de kinderen was komen bezoeken, dat zy, ge- lyk waar was, heimelyk vreesde, dat men haar van de trappen ftooten zou. Zy ver- haalden, fomtyds, wat 'er, op het zelfde oogenblik, elders, en zelfs in de Vroedfchap, gefchiedde. Laukens Jakobs zoon Reaal heeft, ten opzigte van dit laatfte, aangetekend, dat een der bezogte kinderen, tegen de Buitenmoeder, Tryn Gerrits,'t zy de voorgemelde, of eene andere, die 't kind in deszelfs benaauwdheid vafthieldt, uitber- ftende, zeide, Uw Zoon Jan Kluasz, Verwer In de drie Koningen, en, federt het jaar 1561, Lid van de Vroedfchap, zal naar den Haa- ge reizen, en daar niets goeds aanregten; want dus is 't in den Raad beflooten. Hy voegt 'er by,
(s) Kcmb. F. /. 207, zo*
|
||||
VIL Boek» Geschiedenissen. 14?
by, dat zy, toen 't lyden van 't kind wat 156&
afnam, zig, met het zelve,naar 't Stadhuis begaf, daar zy juift aankwam, zo als haar zoon, na 't fcheiden van den Raad, de trap- pen aftradt,dien zy vraagde, ofby naarden Haagt reizen zou ? waarop hy, ontftellende, bekende, dat hy 't van zins was. Zy toen gezeid hebbende, dat het haar door dit kind ontdekt was, gaf zulks gelegenheid, dat de reis, die nu bekend was geworden, agter- bleef. Voorts, wordt getuigd, dat deeze kinderen zeldzaam kwaad deeden, dikwils zeggende, onder 't wyzen naar om hoog > dat de groote Man hun zulks verboodt, of be- lette. Meermaalen liepenze naar 't water, als wildenze 'er infpringen: maar op den kant gekomen, bleevenze pal Haan, zeg* gende, de groote Man verbiedt het ons (f). De vreemdheid deezer bezoekinge trok, Keure
zo dra ze rugtbaar werdt, zulk eene grootetcr se!jj* menigte van nieuwsgierigen naar 't Wees- Jee et huis, die 'er, tegen dank der Regenten, in- bezoe- drongen, dat het Geregt, al op den veer- kinge. tienden January deezes jaars, by openbaare afkondiging, beval, dat niemant zig, zon- der verlof der Regenten, in 't Weeshuis vervoegen, of ophouden zou (u). Dierge- lyk verbod gefchiedde den vyfden Februa* ry, in opzigt van het Kloofter der Paulus Broederen, werwaards eenige kinderen,tot bevorderingevan derzelver geneezinge,ge- bragt
(t) X>. ]. R.EAAL by BRANDT I. Deel, bl. 330 enz.
HOOÏT III. Baek> il. 91. DAPPER tl. I70, 17I. COM« Mf.LlN bl. 917 tnz. (») Keuib. f. ƒ. i$>5.
K 1
|
||||
i43 AMSTERDAMS II. Deel.
1566. bragt waren (V) Reaal tekent aan, dae
de kinderen, hoe naauw zy in dit Kloofter ook bewaard werden, fomtyds, middel von- den , om floten en deuren open te breeken, en, by tienen en vyftienen, langs de ftraa- ten te loopen (w). En de waarheid hiervan kan, uit de Stads Regiflers, beveiligd wor- den. Men leeft, in eene Keure van den agttienden Juny: oft gebeurde, dat de wees- kinderen geraiäen vuyt den poawels broeders Conuente te comen op der flrate, tegens wille van den gheenen die hen bewaren, zoe ver- bieden mynen beeren van den gerechte eenen yegelicken , den feluen kinderen nae te ho- pen , ofte mit hen luyden eenige onflueric- heyt te bedryuen tegens yemande, wie dattet oick zy (X). Uit welke woorden, af te nee- men is, dat de kinderen, reeds te vooren, uit het Kloofter hadden weeten te komen, en dat fommigen zig van hun gediend had- den, om den Schout of anderen overlaftaan te doen. Het ongemak der Weeskinderen duurde veele maanden: doch verdween al- lengskens, hoewel hun, ook na dat zy 'er van verloft waren, de overblyffels der kwaa- ie, al hun leeven, aanhingen (j). Aanmer* Over de oorzaaken van zulk een zeld- kingen zaam ongemak is, onderfcheidenlyk, geoor- over de deeld, in vroeger en laatere tyden. Ik merk
oorzaa- , 11 1 1 j , • 1 » ken der- er al'eenlyk op aan, dat my, m al wat er
zelve, van verhaald wordt, niets voorgekomen is,
't
(v) Keurb. F. f. i99.
(w) By Brandt bl. iji.
(x) Keurb. F. ƒ. 20g.
(y) HOOFT 111, £»tk, tl. 9U
|
|||||
\
|
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 149
't welk men niet, ten deele aan bedwelming x~fóm
der herfenen, ten deele aan vooroordeel, ten deele, miflchien, ook aan luft om, zo. wel als anderen, voor wat byzonders aan- gezien te worden, kan toefchryven: en dat 'er geene reden fchynt, om hier om duivel of bezetenheid te denken. Dat 'er de kin- deren zelven aan dagten, was niet vreemd, 't Werdt hun van anderen zo voorgepraat, en 't was 't gemeen gevoelen hunner eeu- we. 't Klauteren langs wanden en daken, V welk men zelfs niet net genoeg weet, hoe 't hier gefchied zy, is meer van krankzinni- gen gezien. Vreemder zou 't fpreeken van uitheemfche taaien zyn. Maar welke vreem- de taal hebbenze gefproken ? wat hebbenze 'er in gezeid? Dit verhaalt niemant. Zy fpraken, met lispende tongen, en hebben ligtelyk iet können uitflamelen , dat naar vreemde taal geleek. Miflchien , zo veel als het Tierius, Schurius^Fugita»waarmede Meins van Purmerende, die hier, in 't jaar 1555, verbrand werdt, de fchaapen, zo 't heette, betoverde (s). De gedagten ee- ner beangfligde vrouwe waren van een' gaauwen jongen niet moeilyk te raaden. En van 't gene men hoopte of vreesde, dat in de Vroedfchap beilooten zou worden, kon, vooraf, ook wel zo veel gefproken zyn, dat y het van kinderen gehoord en nagepraat kon
worden: 't welk dan, wanneer 't juift met de waarheid overeenkwam, in zulk een' by- o
(js) Confeffieb. van 14 April 155 3 <W M April ij6+,
ƒ. 38-44. SI ver/o, ss. Zit sok. DAPPER, 61, l$9, K3
|
||||
150 AMSTERDAMS IL Deel.
1566, geloovigen tyd , als heel wat byzonders,
opgemerkt, en voortverteld is. 't Blykt, eindelyk, uit de Stads Regiflers ^datier lui- den waren, die met de bezogte Weeskin- deren langs ftraaten liepen, en den Schout of anderen overlaft aandeeden. Zy hebben hiermede, ongetwyfeld, in deezen tyd van beroerte, hunne oogmerken gehad. Wie weet, wat zy den kinderen al hebben kön- nen ingeeven ? Zulke luiden waren ook regt bekwaam, om deopgeflooten jongkheid be- hulpzaam te zyn, in het opbreeken van flo- ten en deuren. Ook bleek het, dat fommi- ge kinderen magts genoeg hadden over zig zelven, om tot op den kant van den wal te loopen; en zig egter voor 't water te wag- ten. In zulken, fcheen, voorwaar, kinder- lyke konft en gemaaktheid meer te werken dan ontheiflerde natuur. Maar anderen zul- len, inderdaad, krank van lighaam en geeft geweeft zyn. Doch deezen zou ik niet be- zeten noemen; maar, gelyk, in de Stads Re gifiers^ wyflelyk gefchiedt, elendig, ziek, groot elicken gequelt, en met eene /onderlinge pqffie beuangen (a). Doch dit byzonder ge- val heeft ons reeds lang genoeg opgehou- den, 't Jaar 1566 is, te Amfterdam, ook in andere opzigten, merkwaardig geweeft. Verbond De Inquifitie, en 's Konings ftrenge Pla- en Ver- kaaten om dezelve te handhaaven hadden, fchrift alomme in de Nederlanden, zo veel mis- der Ede- noegen verwekf, dat veelen, ook de aan* Zien-
er) Refol. Vroedfch. N. 2. ig Jan. i$6$. f. il wr/j, Ke«r(). f. /, igs vtr/o t tffr |
||||||
VII.Boek, Geschiedenissen. 151
zienlykfte luiden, Roomfchen en Onroom- 1566.
fchen, op middelen bedagt waren, omver-len zagting van 's Konings Plakaaten te verwer- rchorfing ven, en om de Inqui'fltie te weeren. Tender in- dien einde, hadden de Edelen des Lands,quifitie in merkelyken getale, te Bruflel, een Ver- £% bond geflooten, in November des voorlee- den jaars, welk, naderhand, door veel en, alomme, ondertekend werdt (b). De Prins van Oranje, Stadhouder van Holland , die dit Verbond, onder de hand, begunftigde, fchreef, in 't begin deezes jaars 1566, aan de LandvoogdefTe „ dat hy geenen wil noch „ middel hadt, om de hand te leenen aan „ de Inquifitie, en de Plakaaten uit te voe- „ ren (e)." Wat laater, keurde hy goed, dat de Edelen een Verzoekfchrift overle- verden aan de LandvoogdefTe , waarby zy begeerden „ dat haare Hoogheid den Ko- „ ning wilde beweegen, tot net intrekken „ der ftrenge Plakaaten; en dat, terwyl men „ 's Konings antwoord afwagtte, Inquifitie „ en Plakaaten buiten uitvoering gefield „ werden:" tot welk laatfle, de Landvoog- des verklaarde, geene magt te hebben (d), Terwyl de Edelen dus y verden voor meer- Keur te
dere vryheid in 't ftuk van den Godsdienfl, Amfter- wies de moed der Onroomfchen , inde mees- jjJJ1^ te Steden van Holland, fterk. Maar te Am- komen flerdam, daar de Landvoogdes, dit jaar, van Burgemeeflers gefield hadt, naar haar wel- vreemd«- behaagen, deedt men zyn beft, om allen,^"j^ die waaiïen
(b) Vadeil. Hift. VI. Deel, II. \x% enz. j« of.j
(c) Zie BOR I. Beek, bl. 23- [jj.] OW
U) Vaderl.Kift. VI. Deel, bl. iiz enz. M
|
|||||
\
|
|||||
152 AMSTERDAMS IL Deel.
die eenige Hervorming in den zin hadden,
in toom te houden. Weinige dagen voor 't inleveren van 't Verzoekfchrift der Ede- len , hadt Vrouw Margareet der Wethou- derfchap aangefchreeven „dat zy, in dee- „ zen gevaarlyken tyd, naauw toezien moeft „ op de verzekerdheid der Stede." En hier- op was, den tweeden April, gebooden „ dat „ men niemantvreemds terpoorten zou in- „ laaten, zonder dat hy zynen naam en her- „ berg hadt laaten optekenen. Dat elk, die „ te water binnen kwam, aan de dyken , „ buiten de drie hoofdpoorten, de Haar- „ lemmer., S. Antonis- en Reguliers-poort, „ moefl worden opgezet. Dat, uit ieder „ der drie Schutteryen, een Schutter aan „ elke hoofdpoort liaan moefl, om op de „ inkomende perfoonen agt te geeven Dat „ de Herbergiers en alle anderen hunne j, gaflen moeflen komen opgeeven aan Cor- „ nelis Quirymzoon, wonende ten huife van if Dirck Wouterszoon, Secretaris defer Stede% „ ßaende op de nyeuwe zydten voirl/urchwal, „ ouer de appelmarckt, by de huysfittenfleghe. „ Dat alle vreemdelingen hun geweer in „ hunne herbergen laaten moeflen, en zei- „ ven, in geval van klokgeflag, binnens huis „ blyven. En dat, ingelyk geval, alle inge- „ zetenen, op hunnen hoeftlag, en de drie „ Schutteryen, op de Plaats, moeflen fa- „ menkomen (e)" Vier dagen laater,kwam 'er, op vernieuwd aanfehryvens der Land- voogden^ , eene waarfchuwing uit tegen ze-
(t) Keurb. F. /. 201.
|
||||
VII.BoEK. Geschiedenissen. 153
zekere geflrooide Briefjes , die gehouden 1566*.
werden, verzieringen te vervatten, ten na- deelevan den Koningen deHertoginne(/). OndertufTchen , was, aan 't verfpreiden van zulke briefjes, te befpeuren, dat men't volk' zogt op te zetten tegen de hooge Regeering. Maar de Gereformeerden, zig verlaaten- Aanvang
de op den fteun der Edelen en Grooten,der °' vingen,in Juny, aan, openlyk te prediken,pjgekeia in Walfch Vlaanderen en in Brabant, buiten walfch de groote Steden. Kort hierna, werdt ook Vlaande- beraadflaagd, om dit werk in Holland te be-ren» ginnen. Floris van Palland, Graaf van Kui- lenburg, een van de hoofden der verbonden* Edelen, hadt, federt eenen geruimen tyd, in de Kerken zyner Stad, doen prediken, door eenen Gereformeerden Leeraar, Ge- rar dus genaamd, waar veele Hollanders, en ook eenige Amfterdammers ter gehoor ver- fcheenen. In Holland zelf, onthielden zig, Heimely- op deezen tyd, niet meer dan twee Gere-ke vfr_ formeerde Leeraars: Pieter Gabriel, een Saderin" Vlaaming, die, met zyne Huis vrouwe, £-Amfter- lizabet, by welke hy geene kinderen hadt,dam. te Amfterdam, in de Engelfche fteeg, woon- de , en Jan Arendszoon van Alkmaar, Man- demaaker zyns handwerks, die zig, met vrouw en kinderen, te Kampen, hadt ne- dergeflaagen, om de Gereformeerde Ge- meente, welke aldaar, in kleinen getale, heimelyk,byeen kwam, met zyne Leere te dienen. Doch hy kwam, nu en dan, naar Holland, om de ltille Vergaderingen te be- . zoe- (f) Keurb. F. /. 2o?>
K5
|
||||
154 AMSTERDAMS II. Deel.
1$66. zoeken. Gabriel was gewoon, des Zon- dags , ten zynen huize / de Heidelbergfche Catechismus te verklaaren, voor een klein getal van toehoorderen, die hier, met lyfs- gevaar, vergaderden. Maar den Leeraar, omtrent den aanvang van July, naar elders vertrokken zynde, ontbooden eenige wei- nige Amfterdammers Jan Arendszoon, van Kampen naar Amfterdam, om met hem, op het aanvangen der openbaarePreeke in Hol- land, te raadpleegen. Hun toeleg bleef, mid- lerwyl, zo bedekt niet, of Burgemeefteren kreegen 'er de lugt van, en vergaderden de Vroedfchap, tegen den zesden, om te over- leggen, hoe men zig gedraagen zou, indien de Preeke ook omtrent de Stad ondernomen werdt: en 't befluit viel „ dat men 't nog „ eenige dagen zou inzien,, om geene op- „ fchudding te verwekken onder 't volk, en, „ midlerwyl, bedektelyk verneemen, hoe Men M ver 't gerügt gegrond ware (g)" Op den T?ad 1- a8t^:en»kwamen buiten de S. Antonis-poort, §a^gop"tuflchen de Stad en Outewaal, aan den het open-Ykant, omtrent den kadyk,in 't riet, met lyk pre- Jan Arendszoon te woorde zes van devoor- diken in naamfle Gereformeerde Burgers, te weeten, Holland. Reinier %anti Frank de, Waal, Kornelis, of volgens anderen, Maarten(h) Janszoon Kos- ter , Alben Heyes , Willem Floriszoon en Laurens Jahbszoon in de gouden Reaal op het Water, uit de aantekeningen van wel- ken laatften, het grootfte gedeelte van dit ver-
Cf) B-efol. Vroedfch. N. t. % , 6 July ijfifi. ƒ. 17.
(k) D. Wiixink Aantck. uit een Bock, bemftendei» 4e Kämet dei Diaconie alhier. |
||||
VIÏ.Boek. Geschiedenissen. 155
verhaal ontleend is. Hier werdt eerft, door j
Jan Arendszoon, met eene zagte ftemme, een vuurig gebed gedaan: en daarna, over- legd , of men de openbaare preeke ook in Holland aanvangen zou ? waartoe eenpaa- riglyk bedooten werdt. Men vondt, nog- tans, geraaden, des nademiddags, nog eens, ter zelfder plaatfe, by een te komen , om nader te beraamen, op wat voet men 't werk aanleggen zou. Doch terwyl de vergader- den , de een na den anderen, om te minder fchyns te geeven, ter poorte intraden, luid- de de Stadhuisklok. Des begaven zig twee van de zes naar de Plaatfe of Markt, daar zy 't Plakaat der Landvoogdeffe hoorden afkon- digen, welk, naar den ontworpen voet van maatiging der voorige Plakaat en, gefchikt was, en waarby, aan de hoofden en voor- gangers der Ketteren, en aan zulken, die dezelven begunftigden of herbergden, de dood,aan anderen de ballingfchap gedreigd werdt. De zes perfoonen waren eenigszins verzet, over deeze afkondiging: doch hun, gaf wederom moed, dat het gemeen 't Pia- ' kaat befchimpte. Eenigen riepen, de Paa* ■pen vreezen voor de galg, en V fchynt dat ze 'er aan zullen raaken. Anderen, 't zal hun hard vallen, tegen den fieen te flooten: en we- derom anderen,dit Plakaat zal oorzaakzyn, dat de Preeke, die in Holland nog niet openlyi gefchied is , terflond, openbaar worden zal. Men kwam dan, des nademiddags, ter be- ftemder uure, en ter zelfder plaatfe, we- derom byeen, en befloot, na 't uitftorten van een gebed, de Preeke alomme in Hol- land |
||||
156 AMSTERDAMS II. Deel.
1566. land aan te vangen, behalven omtrent Am- flerdam, daar men 't, uit ontzag voor de Wethouderfchap, nog eenigen tyd, nalaa- ten zou (f). En ingevolge van dit befluit, deedt Jan Arendszoon de eerfle openbaare Preeke by Hoorn, op 't open veld, den veer- tienden July (£). De De Raad te Amfterdam was, 's daags te fthaobe vooren' wederom vergaderd geweeft. Bur-
fluit het" gemeefteren begeerden, op nieuws, te wee- werk nog ten, hoe men zig te gedraagen hadt, wan- wat in te neer de Preeke omtrent de Stad aangevan- |
|||||||||
sien
|
|||||||||
gen werdt. Doch men vondt goed „ nog
„ al Uil te zitten, en zo 'er eenige nieuwig- „ heid werdt aangeregt, zulks der Vroed- „ fchap bekend te doen maaken: ook voor „ eerft nog geene wagt in de poorten te j, ftellen; maar de buurtwagt gereed te hou- „ den, om 'er zig, des noods, van te kon- „ nen bedienen (/)." 't Gerügt van 't predi- ken by Hoorn verfpreidde zig, ondertus- fchen, door 't gantfche Land. Men riep, dat 'er ook elders Predikanten voor handen waren, die zig wel haaft zoudenlaatenhoo- ren. Te Amfterdam, verlangden veelen ^in- gezetenen en vreemden, dat hun, ook daar- omtrent , het woord gepredikt mögt worden. De voornaamften onder de Gereformeerden alhier begonden zig toen wat vryer te open- baaren, zeggende „ dat, zo men van een „ merkelyk getal van toehoorderén verze- „ kerd
(») L. J. Reaal Memor. ty Brandt Reform. I. DteL
èl. 315-3 U.
(k) VELius Hoorn, tl. i6z.
(ij Refol. Vioedich, N. z. 13 July 156«.ƒ.17. verfi.
|
|||||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 157
„ kerd kon zyn, zig wel haaft een Predi- j Mt
„ kant voordoen zou, die, indien 'erflegts j, een klein getal byeenkwame, zig, met „ al die by hem waren, in te groot een ge- „ vaar zou fteeken, alzo men wel verze- „ kerd was, dat de Wethouderfchap haar 3, beft doen zou, om de Preeke te ftooren." Doch de y ver om zulke eene Vergadering Xe Am- by te woonen was zo groot, dat men geraa- fterdam, den vondt, op Zondag den eenentwintigften ^ordt July, te Overveen, buiten Haarlem, <%™ea^[t by 't Huis te Kleef, te vergaderen. Deezedat men* plek behoorde tot de Heerlykheid van Hen- buiten rik, Heer van Br ederode, een der hoofden van Haarlem de verbonden' Edelen (m), wiens Rentmees- 2a?dikcn ter Willem van Zonnenberg , benevens Lan- celot van Br ederode, zynen Baftaardbroeder, en Fredrik van Egmond, gehouden werdt, de voornaamfle gelegenheid tot het prediken ter deezer plaatfe verfchaft te hebben (w). 's Daags te vooren, liet men, omtrent ten elf uuren, het gerügt loop en door de War- moesftraat te Amfterdam, alwaar, ten dee« zen tyde, de Koopluiden plagten te verga- deren „ dat men, des anderendaags, ten „ tien uuren, te Overveen, buiten Haar- „ lern, en ook buiten Alkmaar, prediken „ zou." Burgemeefteren kreegen terftond De Bur, kennis van dit gerügt, en lieten,om'tvolkgemees-' van Haarlem te houden, kort na den mid- ters ver- dag , door fommigen , verfpreiden „ dat fPreLdetl! „ Reinier Kant,des anderendaags,ter zelf-^a"" „ der rugt, om
C»)L. J. Reaal h erand i. Detl% il. 31».
(njSentent. ten tyde van Alva , tl. $9% «i». |
||||
t$$ AMSTERDAMS IT. Üeêi.
1566. » der lulre» °P den Heiligen weg, aan den Vvoik « Overtoom, zou prediken." Doch deeze, vanHaar- wel merkende waar men op uit ware, ver- lern ie voegt zig, met Laurens Jakobs zoon Reaal, houden. ten naif <Jrie uuren, in het Toorentje, waar Burgemeefters hunne Vergaderplaats had- den, en vraagt hun af „ of zy verfpreid „ hadden, dat hy prediken zou ? 't Ant- woord was ja, met byvoeging „ dat het 3, den Heeren, door geloofwaardige luiden, „ was aangediend." Kant verzogt te wee- ten, wie die luiden waren? zeggende dat men hem,door zulk aanbrengen, naarden hals dong. Doch als men hem weigerde de luiden te noemen, liet hy zig vrymoe- diglyk uit, dat zy zelven de luiden waren, die zulk een gerügt lieten hopen: en dat zy hem te kart de e den. Hy voegde hierby ,, datzy, „ door'dit middel, de Preeke buiten Haar- „ lern zogten te verhinderen; doch dat dit „ werk des Heeren voortgang hebben zou, „ en door al de duivelen, of derzelver lo- „ genagtige werktuigen, niet zou können 5, belet worden." Men zal, voer hy voort, te Overveen prediken, en wy hoopen V ook, in weinig dagen, buiten Amjlerdam te doen. Het volk is vuurig, en verflaat het bedrog van den Paus fn de Leer van den Anticbrifl* Op dit zelfde uur, zyn al de Jchuiten en wa- gens, die by de Stadwaren, vol volks, naar Haarlem vertrokken, en wygaan terflond ook derwaards. Ook decden zy 't, zonder dat Yvervan het hun belet werdt. Te vooren, was be- veeie flemd, dat de Leeraar Pieter Gabriel, die Ami er- te Qverveen prediken zou, des Saturdags |
||||
VIL Boek» Geschiedenissen. 159
*s morgens, met Kornelis Janszoon Kofler, i«6& van Amfterdam naar Spaarnedam zou rei- dam zen, en daar dien nagt vertoeven by den ren or^ Schout, die den Gereformeerden zeer gun- de Pree- ftig was : waarna hy, des Zondags, om ke aldaat geen gevaar te loopen van binnen Haarlem by te
P n & y ^ woonen. beflooten te worden , naar Overveen zou
voortgaan. Doch Kofler liet zig vervoeren
door zynen yver, om, des Saturdags, tot binnen Haarlem, te komen met den Predi- kant. De Wethouderfchap deezer Stad was, ondertuflchen , door Burgemeefteren van Amfterdam, onderregt, dat men te Over- veen wilde prediken, en vermaand, om het te beletten. Hierop werdt, ten negen uu- ren, de Steêklok geluid, en deVroedfchap vergaderd. Maar dit luiden der klokke, zo laat in den avond, jaagde Kofler, die, met Gabriel, by den Scheepstimmerman Kornelis Staat szoon, t'huis lag, grooten angfl »an. Men maakte zig zelven diets, dat dat het op den Predikant gemunt was, en hieldt hem, den gantfchen nagt, beflapeld onder de fpaanders. 's Morgens, bleeven de poorten digt. De Amflerdammers, die in de Stad al de herbergen vervuld hadden, deedeti veel moeite, om buiten te komen. Sommigen daalden van de Stads muuren, en zwommen over de graften. Anderen wer- den , met fchuiten, van buiten, overgehaald. Anderen raakten, tenvyl de Haarlemmer Schutters de melkflers uit- en inlieten, ter poorte uit. Ten negen uuren, werdt afge- kondigd , hoe zekere Landlooper , Jakob Knuit genaamd, gedreigd hadc de Stad in brand
|
||||||
i6o AMSTERDAMS IL Vent;
I«v66. Dra"d te fteeken, en honderd guldens be-
loofd aan die hem will aan te brengen. Maar ten elf uuren, gingen de poorten open, en toen ftreefden de overigen, in grooten ge* tale, naar Overveen, daar de meefte me- nigte nogtans, 's avonds te vooren, reeds geweeft was, en, by gebrek van huisves- ting, op 't veld vernagt hadt. Laurens Jakobszoon Reaal, die hier, nevens Reinier Kant, Korneas Wilkmszoon Hooft, Jagt Kornelis, deszelfs Dokter, Jan Jans* zoonSfwt, en veele andere Amfterdammers, verfcheenen was, getuigt, dat 'er, naar gis- fing, wel omtrent vyfduizend menfchen by- een waren (o) : 't welk byna ongeloofryk fchynt. Ook meenen anderen, dat 'er naauw- lyks zo veele honderden byeen geweeft zyn Pieter Q). Eindelyk, kwam ook de Predikant; predikt ' voor eene /Parre' geIegd op twee
te Over- bokken, overend in den grond gefteken, om-
veen, trent vier uuren agtereen, in eenen heeten zonnefchyn , predikte , over het negende en tiende vers des tweeden Hoofddeels van Paulus brief aan die van Efeze. Voor en na de preeke, werdt 'er gezongen en gebe- den : 't laatfte ook voor allerlei ftaaten van menfchen; en voor 's Lands Overheid zo hertelyk, dat 'er weinige drooge oogen ge- zien werden. Voor 't fcheiden, werdt be- kend gemaakt, dat men, 's anderendaags, ter zelfder plaatfe, by de Roomfche Kerke, aan Maria Magdalena toegewyd, wederom pre-
(«) Reaal h Brandt I. Deel, tl, jij», 320, 3x1.
(p) BOR II. ßoek, bl. 77. [j+.J |
|||||
■
|
|||||
VIL Boek. Geschiede nissen. iÖt
prediken zou, gelyk, door Jan Arendszoon» 156e.
die des Zondags buiten Alkmaar geleerd hadt, voor eene groote föhaare, gefchied* de. Gabriel was, na de preeke,naar Alk- Reaal maar gereisd, en Reaal4 in alleryl, haarondef" Amflerdam, daar hy fpaade aankwam, de ^oe het poort met Stads wagt bezet vondt, en uit te Am- Zgbèrt Roelofszoon, die zig ook aan de zy- fterdani de der Gereformeerden hieldt, vernam, datfta* de Vroedfchap, niet alleen des Saturdags, maar ook dien zelfden Zondag, vergaderd geweeir, was , en dat hy uit Anthonu van Houf Jakobszoon, een der zesendertigen , die de zaak der Gereformeerden niet onge- negen , doch vol vrees en agterdogt was 9 verftaan hadt, dat de Raad»op den herhaal- den voorflag van Burgemeefteren, nog tot geen nader befluit hadt können komen, dan dat men zig, indien de preeke voor de Stad tebragt werdt, naar gelegenheid van zaa-
en, fchikken zou. Met dit berigt, kwam Reaal, des Maandags,den twee-entwintig- {len July, wederom te Overveen by de zy- nen, die zig aangemoedigd vonden,om by hun voorneemen te volharden. Men hoorde Jan Arendszoon dan prediken. Den Am- Vryrrioe- ilerdammeren, des avonds, in grooten ge- digetaal tale,naar huis gekeerd, werdt afgevraagd, v?n "•" wat zy gehoord en gezien hadden? Waarop fte?darn?* eenigen vrymoediglyk zeiden „ dat zy Gods mers. „ heilig Woord, welk van de Paapen, tot j, nu toe, met menfchelyke Leeringen, ver- H donkerd en befmet geweeft was , den „ menfchen klaar en rein hadden hooren „ voordraagen." Anderen fpraken 't Paus« 111. Stuk» L dom |
|||||
\
|
|||||
lé* AMSTERDAMS IL Deel.
l$66* dom n°g duidelyker tegen, en hadden \ ge-
laaden op de verkooping der Creeftelyke Smpten, op het misbruik def Sakramenten, en op het aanbidden des broods in 't Avond- maal , der beelden en der verftorvene hei* ligen. Doch de Wethouderfchap, die, in alle de hoeken der Stad, haare aanbrengers hadt, nam fcherpe agt op de voorbaarigfte y veraars, met meening om hun hunne vry- moedigheid, in tyd en wyle, met woeker be- taald te zetten (#). Den vyfentwintigften, werdt beflooten, en den volgenden dag afge- kondigd „ dat de drie Schutteryen weder- „ om, gelyk voorheen in tyden van gevaar, „ waaken, en poorten en boomen bevvaaren „ zouden (r)." Mên be- Eenige voorgangers der Gereformeerden fluit ook kwamen , midlerwyl, te Buikfloot, over 't omtrent Y, byeen, met de predikanten; diezig, op Amfler- >t jjujs te ^ffen, welk thans bewoond werdt predi- ^00r den Heer Binkborfl, die met zyn gant- ken. fche huisgezin de preeke te Overveen hadt aangehoord; te Zaanerdam, ten huize van Jan Havikszoon, en elders in Waterland, ver- |
|||||||
1
|
|||||||
borgen hielden; alzo menze in geene Ste-
den betrouwde, om dat zy, door 'c open- lyk prediken, te bekend geworden waren. In deeze byeenkomfl, werdt vaftgefteld, dat men, op Woensdag, den laatltenjuly, by Amfterdam, prediken zou, en de plaats daartoe bepaald (t\ 's Daags te vooren, deedt de Wethouderfchap de Keure op het be-
(q) REAAL ty Brandt I. /}**/, bl. 321, 322, 323.
(r) ÉCeurb. F. ƒ. 109.
(>) REAAL, ky BBANDT I. Deel, Si. 32 J.
|
|||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 16*3
bewaaren der poorten en boomen, in de 156&
poorten» aanflaan , met bygevoegd bevel aan de Schutters, om goede agt te geeven op de luiden, die in de Stad begeerden te komen, en alle krygsluiden, ïandloopers, bedelaars en andere verdagte perfoonen daar buiten te houden (f)« Den eenendertigden, 's morgens vroeg, verfpreidden de Gere- formeerden een gerugt door de Stad, dat 'er, ten negen uuren , buiten de Haarlemmer poort, in 't veld , zou gepredikt worden* Doch omtrent of voor agt uuren, zondt meii De Gere- zeker Vertoog, welk, door Jan Arendszoon, formecr- op den naam der geloovigen, buiten de Stad JrJ ^n" 1 vergaderd, opgeiteld, en ook, ter gelegen- vertoog heid van het tweede prediken teOverveeii, ter hun« aan de Wethouderfchap van Haarlem, be-nery?r* handigd geweell was,by zekeren Schipper deci-gjng# of Vaarendsman, Puter van Grieken of de ^emees- Griek (u) genaamd, ten huize van Burgemees- teren. ter Jan Klaaszoon van Hoppen, die 't fchrift weigerde te ontvangen, zeggende, dat men *t, aan Burgemeeflers-Kamer , in't Too- rentje, brengen kon. 't Gefchiedde. Men vraagde den brenger, van wien hy't ont- vangen hadt ? Hy zeide, den man ('t was Jan Pieterszoon Reaal) niet te kennen; doch wel te weet en, dat het van de luiden kwam, die nu buiten de Haarlemmer Poort zou- den leeren; waar hy terflond ook naartoe dagt te gaan. Men liet hem , over ver- scheide zaaken , de preeke betreffende \ on-
(t) Keurb. F. ƒ. 211 ver/t.
(u) D. Willink Aamek., uit een Boek by de Diaconi«
alhier. L %
|
|||||
1
|
|||||
l6\ AMSTERDAMS II. DEEt.
1566. ondervraagd zynde, en geantwoord hebben-
de, 't gene hy will, of zeggen wilde, vrye- lyk vertrekken. De Vroedfchap , daar 'c Vertoog aan hieldt, werdt terftond verga- derd. Hier werdt het gelezen en overwoo- I i o id Sen (V)* ^et kwam uit op deezen zin i van het 5» Dat ^e Wethouderfchap, misleid door zelve. „ den agterklap van een deel ligtvaardige ,, menfchen, het heilig werk, dat zy nu „ buiten de Stad hoopten te verrigten, kwa- „ lyk duidende, veelligt, waanen zou, hen „ met regt te können ftooren, alzo men „ hun nagaf, dat zy 't preeken aanvingen, „ uit ligtvaardigheid, uit eigenzinnigheid, „ uit grootfchheid, en om 't gemeene volk „ tot zig te trekken; en dat hun bedryf ftrek- „ te tot veragting van 's Konings Plakaat, j, tot oproerigheid, en zelfs om de Wet- „ houders in lyden te brengen. Dat zy hier- „ om, en op dat de Overheid zig niet on- „ tydiglyk opmaaken mögt, om hen te ftoo- 3, ren en te ftraffen, geraaden gevonden had- „ den , hunne onfchuld , door dit onvol- „ maakt gefchrift, te betoonen. Zy bettiig- M den voor God, den hertenkenner, dat zy, „ die zig dagetyks in lyfsgevaar bevonden, 3, niet gedreeven werden door eenen ligt- s, vaardigen, maar veel eer, door eenen „ zwaarmoedigen geeft, welks krankheid „ zy, door Gods beloften en de verfterking 3, des Heiligen Geelts, moellen te boven „ komen. Zy zogten geenen aanhang te „ maaken, gelyk Theudas van ouds, en, » ia
(v) L. J. RïAAL by BRANDT I. Deel, bl. 323.
|
||||
\
|
|||||||
Vir. Boek. Geschiedenissen. 165
„ in deeze dagen, Jan Bokelszoon , David j
„ Joriszoon en anderen gedaan hadden. „ Zy leiden alleenlyk toe, om den Heere „ Chriftus menfchen te winnen. Zyroem- ,, den niet in't vleefch; maar hoopten, „ hunnen roem in Chriftus kruis, zo lang ,, zy ademden, te zullen behouden. Wä- „ ren hunne Leeraars eenvoudige luiden; s> God hadt 'er zyne reden toe, en 'tftrek- „ te hem tot eere, de waanwyzen te be- „ fchaamen , en de geloovigen, zonder „ grond van menfchelyke wysheid, alleen „ op den gekruiften te doen fteunen. Zy „ hoopten nogtans, dat 'er haait geoefen- „ der Leeraars te voorfchyn zouden komen. 9, God hadt aan zyne Gemeente den geeft „ der waarheid beloofd: indien zy nu, voor „ al de weere ld, konden bewyzen, de waar« „ heid te hebben, zo volgde daaruit, dat „ hunne leer niet tot verleiding, maar tot ,, behoudenis der zielen ftrekte. Die twy- 3, felde mögt hen komen hooren. Zy wa- j, ren altoos bereid, hunne leere en orde- „ ning te verantwoorden. Dat zy van den „ Paus , en van de bypaden der gezindhe- „ heden weeken, gefchiedde om de plaa- „ gen te ontgaan, die deezen befchooren „ waren. Voorts, ftondt hun het verwyt 5, van oproerigheid, met Paulus, te ver- „ draagen, zonder zig daarom te keeren „ van hunnen pligt. Geene Leer ftelde de „ vreedzaamheid hooger, dan de hunne. „ DeWethouderfchap mögt zig verzekerd „ houden, dat zy, die 't woord voerden, „ en die hen hoorden, niets beoogden dan L 3 „ Godi
|
|||||||
i66 AMSTERDAMS II. Deei,
%k66, »» Gods en Chriftus eere en de zaligheid
?, der zielen. De Heeren Raaden mogten ,, zelven ter gehoor komen, of hunne Her» „ ders zenden, om te verftaan, of'er iet, „ tegen de Leer der godzaligheid, of tegen x de vrede en eendragt, gepredikt wcrdt. „ Kon men hen overtuigen van dooling; zy „ zouden hun gevoelen afftaan , om een „ beter, En wilde men hun veiligheid gun^ „ nen , en party haare leere ter proeve „ Hellen; zy wilden, Chrifr,elykerwyze,bei- j, zoeken, wie den anderen winnen kon (w)." Eerfte * Onder 't overweegen van dit Vertoog, en openbaa-terwyl men goedvondt, de poorten te doob re pree- {]L1iten (^ ging de preeke voort, Jniet ver- buiten fe van ^e Haailemmer poort, doch buiten Amfter- de vryheid der Stede, op de plaats de Riet- dam, op vink genaamd, regt over 't Karthuizers •ieRiet- Kloofter, op 't buitendyks voorland,in de derde kamp: die, naar de tegenwoordige gedaante der Stad, op het einde der Haar- lemmer Houttuinen, tuflchen de Dommer- en Houtftraat, fchynt gelegen te hebben (4), en naar welke, veelligt, de Finken- firaat,
(w) 7M lOR II. Boek., H, 77- [J4.]
(x) Reib]. Vrocdich. N. 2. 31 July ï$t6. f. 20.
f (4) Wy neemen dit, onder anderen af, uit eene
JiejrAutie der Vroedfchap van den zevenentwintifrften November des jaar« 1617; waarin beflooten wordt, cene fluis te maak en op het plein, omtrent welk 'bet rietvink plagt te wezen : welke (luis, in 't jaar 1623, gelegd werdt, ten einde der Brouwers graft, naafi het eerße getimmerte by de Rietvinck. Rejol. froeijcb N. 12. 27 Nov. 1617. f. 48 verfo, N. *4, 24 Juny 1623. f. 9 vgiSq* |
||||
VU Boek. Geschiedenissen. i6>
flraat, hier omtrent, binnensdyks, gelegen, x ^.
haaren naam gekreegen heeft (j). De Leer- aar , Jan Arendszoon, die, met een fchuit, in 't gezelfchap van vier of vyf perfoonen, uit Waterland, herwaards gebragt was, werdt, op eene bekwaame ftede, en 't volk, in groote menigte,benedenden wind van hem geplaatft om te beter te können hooren. De vrouwen zaten digtft by: de mannen Honden agter haar, zo dat'er goede orde en goed gehoor was. Na 't prediken en zingen, keerde de Leer aar naar Zaanerdam. Maar Burgemees- De teren hadden, ondertuflchen, gelyk zy in SchuN gewigtige gelegenheden gewoon waren, by w^Jgft raade der Vroedfchap, de drie Schutteryen, Verga- die ieder uit twaalf rotten beftonden, op derd.. haare byzondere Doelen, doen vergaderen. Hier werdt haar,rot voor rot,voorgefteld, welke zwaarigheden uit het buiten preeken te wagten waren, en gevraagd, of 't niet ge- raaden zou zyn, dat te beletten ? Veelen zy be- onder de Schutters waren den Gereformeer- fluiten de den toegedaan. Des viel het befluit der buiten- meerderheid „ dat men de buitenpreeke j^ok0e.te 5, behoorde te gedoogen , blyvende de gen# „ Schutteryen verders bereid, om de Stad „ en de Wethouderfchap te befchermen „ tegen allen overlaft; waartoe haar ook „ de wapenen alleen waren toevertrouwd.'1 Men gaf Burgemeefteren kennis van dit be- fluit , welk byna met het voorig befluit der Vroedfchap overeenkwam. Tegen Zondag Tweefle
|
|||||||||
den vierden Auguftus, werdt 'er wederom freeke
pree-°P
|
|||||||||
(y) F. TON ZKSLN, hl. 22 j.
4
|
|||||||||
/
|
|||||
tin AMSTERDAMS E Deeè.
1566. preeke aangezeid op de Rietvink (2). De
«iet. Predikant Jan Arendszoon werdt, ten be- ?ink, ftemden tyde. door eenige Schutters, mee naame Dirk Ohfszoon Vlaskoper, Reinier Kant, Willem Korszoon, Jan Meurling, Ger- rit Janszoon van Delft, Albert de Graif, Lubbert Nuits, Hans Sprenkkuizen, Henrik Hoppezak, Guiljam du Gardin den Ouden en Adriaan Reinierszoon in 't Krombout, met een fchuit, uit Waterland gehaald, en herwaards De gebragt (#). Maar de Schout Pieter Pie- Schout terszoon, kennis van 't voorneemen gekree- te rtoo- §cn hebbende, toog met de Ruiterwagt en yen. Stadsdienaars, in alles omtrent honderd man flerk, om 't minfte gerügt te maaken, ag- ter 't Stadhuis af, 't Jan-Roodenpoortjeuit, en den Singel langs, met meening om op De den hoop aan te vallen. Doch gekomen aan feCrj L. 't bruggetje, naaft aan de Haarlemmer letten 't Poort, tradt het rot Schutters, welk hier hem. de dagwagt hadt, hem tegemoet, vraagen- de, wat hy in den zin hadt ? 't Antwoord was „ dat het, als Schout der Stad, zyn „ pligt was,, zulk een en ligt vaardigen hoop, „ die nergens op uit was, dan op het ïtig- „ ten van oproer, te doen fcheiden." De fchutters , met naame Egbert Pieterszoon Fink en lef Komeliszoon, riepen hiertegen, „ dat de vergaderden meelt allen treffelyke „ burgers waren, hunne bekenden, vrien- „ den, maagen, broeders en zufters, die 9j zy niet wilden gedoogen, dat eenig leecj „ werde
(*} REAAL By BRANDT I. DeeltbL 31$ ,32<S.
(f) Zi* 9lh COMMEX.IN éi. 5>8«. |
|||||
VILBoek. Geschiedekissen. 169 v
„ werdt aangedaan. Zy rieden hem hier- 1566,
„ om, zyne ruft te houden, zonder 't be- „ fluit der Vroedfchap en der Schutteryen „ te overtreeden, ten ware hy zin hadt aan „ bloedftorting, of zig de poort voor 't 9, hoofd wilde zien fluiten." Hy flaakte dan, voor deeze reize, zyn voorn eemen, en keer- de vol fpyts te rug. Burgemeefters riepen, Beflult 's daags na de tweede preeke, den Oud-vanBur* Raad van Burgemeefteren byeen; daar op teren eri nieuws geraadpleegd werdt, hoe men den Raaden loop Van dit werk beft fluiten zou ? 't Be- omtrent fluit viel „ dat men de kleine poorten ge-het bui" „ flooten zou houden, en, in elke der'drie^f^ „ hoofdpoorten, twee Raadsperfoonen ftel- „ len by de Schutters,"welker gezindheid men nu begon te mistrouwen „om naanwe „ tóezigt te hebben op de uit- en ingaanden, „ en niemant door te laaten,dan met laft. „ Voorts, zouden Burgemeefters een Ont- „ werp van een verbod maaken, om den „ ingezetenen het uitloopen ter preeke te „ beletten; welk ontwerp men den zesen- „ dertig Raaden, denHopluiden derSchut- j, teryen, en den Overkiiden der Gilden zou 5, voorftellen, om, goedgekeurdzynde,af- „ gekondigd te worden, en kragt van wette „ hebben." Maar als dit Ontwerp, den zes- den , in de Vroedfchap gebragt werdt, be* floot men daar „ dat men 't nog zoii op- „ houden, en eerft afwagten, wat by haa- „ re Hoogheid, de LandvoogdefTe, of den „ Stadhouder, Prinfe van Oranje, desaan- „ gaande, nader gelaft, of gedaan zou wor- L 5 a, den.
|
||||
170 AMSTERDAMS IIDrel.
1566. » ^en- ^e Gilden zou men, ondertuflchen,
„ opde bekwaamfle wyze, vermaanen, dat „ ze zig toch uit verboaden' vergaderingen „ onthouden wilden. Maar aan de poorten „ zou men Raadsperfoonen Hellen, gelyk De derde,, beraamd was (£)." De Schout, nogtans, Preek op't zy door Burgemeefteren, of door zyne " de Riet- ejgene hevigheid, aangezet, vondt dit be- Jfo/dt fluit veel te zagt, en, een dag of twee daar- van ee- na, vernomen hebbende, dat men, des an- Digenge-derendaags, voor de derde reize, op de wapend Rietvink ftondt te prediken, ontboodt hy »Solid zyne dienaars j de nagtwagten anderen, die hy daartoe krygen kon, tegen twee uuren na middernagt, met hun geweer, op't Stad- huis» De Onderfchout en Stokhouder of Cipier Dirk van Breemen, ter geflelder uu- re, koniende op de markt, daar een ven- del Schutters de wagt hieldt, werdt gezieq van Leenaart Janszoon Graaf, en gevraagd, wat hy zo vroeg op 't Stadhuis te doen hadt ? Hy antwoordde, dat het de preeke gelden zoun Waarop Graaf zig terftond naar Laurens Jakobszoon Reaal begaf, verhaalende , wat 'er in til ware. Reaal deelde 't gewig- tig nieuws aan Kant en andere voorftanders der gemeene zaake mede. Hierop voorzag zig eene groote menigte volks van geweer, meeft korte roers en ponjaarden, die men. onder den mantel verbergen kon. Dus ge«, wapend, tradt men, ten agt uuren, ter poor- te uit: 't welk de Raaden, die aldaar op- pas, (b) Refol. Vros4f(pb. N. 1. S» 6, 9 4ug. 1$66. ƒ. *?
verf"' 2h
|
||||
Vil. Boek. Geschiedenissen. i7r
paften, niet wel beletten konden. Na de 1566.
preeke, verklaarde de Leeraar, uit naame Ds Leer, der Vergaderinge „ dat zig eenigen uit de ^ ver- ,, hunnen wel gewapend hadden; doch niet dedigt „ om iemant, wie hy ook ware, te kwetfen,dit. ,, veel min om de prediking van Gods Jt woord, met geweld, in te voeren;maar „ alleenlyk uit nood, om 't gevaar, welk j, hun over 't hoofd hing, af te keeren en „ zig zelven en al de toehoorders, mannen „ en vrouwen, te befchermen."Menhadt, onder de preeke, vyf of zes mannen gefield op den Haarlemmerdyk, die der Vergade- ringe in tyds waarfchuwen zouden, als de Schout met de zynen omtrent de poorte kwam. Maar hy was te voorzigtig, om zig onder de gewapende menigte te waagen. Te Slooterdyk, te Buikfloot en elders digt by Stad, werdt, omtrent deezen tyd, geduu- riglyk gepredikt. De Wethouderfchap was, De Wet- hierom, niet zonder reden, bezorgd, dath(?uder- men 't haaft in de Stad aanvangen zou. Om {jjjJJP £e' dit te beletten, werdt, den zeftienden Au- prediken guftus, by Burgemeefteren en Raaden, eenein de orde beraamd, op het vergaderen der Schut-Stad n>e* teren in tyden van nood, welker eerfte punt 5° Ve mhieldt „ dat men geene nieuwe Predikan- 9, ten binnen de muuren der Stede zou toe- „ laaten te prediken ; maar dat men die „ Predikanten, met der daad, by den Schout, „ zou doen vangen." Doch toen deeze or- Daar fo de den Schutteren voorgehouden werdt, ver- Schutto- klaarden deezen „ dat zy, in dit eerfte punt, fy noß ,, nog niet bewilligen konden, maar zienbwillï- 9, zouden, wat hun te doen ftondt,wanneergen kan. „ de
|
||||
172 fAMSTERDAMS ILDeel.
1566. jj de preek daadelyk binnen de Stad ge-
„ bragt werdt." Over de andere punten, die meeïl in gebruik waren, en onder an- deren zagen op het bewaaren der poor- ten door de Schutteren, viel geene beden- kelykheid (V)- Men pre- De Gereformeerden, belpeurende, hoe { dikt op zeer <je Schutters hun genegen waren, be- uadte booten, dat'er, den eenentwintigden Au- vlak roor guftus, gepredikt zou worden op de Las- deSrad. taadje, vlak voor de Stad, aan den oever van 't Y. Burgemeefleren, kennis gekree- gen hebbende van dit voorneemen, doen de Vroedfchap vergaderen, verhaalen wat 'er gaans, en hun te vooren door de Schutters geantwoord ware (d). 't Befluit viel toen, „ het prediken op de Laftaadje, voor deez* 3, tyd, te gedoogen; doch den Predikant aan „ te kondigen, dat hy zig niet verftouterj „ zou binnen de Stad te prediken, of dat „ men 't hem met geweld zou beletten (5).'* Om deeze aanzegging te doen, zonden Bur- gemeefleren hunnen Secretaris , Meefrer Pieter Vloits oïVlotinus, buiten de S. An- tonis poort aan den Kadyk, daar de Predi- kant, Jan Arendszoon, wien veel volks t® gemoet getrokken was, uit Waterland ver- wagt werdt. De Secretaris voltrok nogtans zynen laft, den Leeraar, uit een gefchree- ven papier, wel uitdrukkelyk aanzeggende, „ dat
(*) Refol. Vroedfch. N. z. i<J, 21 , 22 Aug. is66. f.
S3 » 25, 21.
(d) L. T. REAAL by BRANDT I. Deel, IL 32«, 327,
32», 332.' (e) Zie A. ïAow Relaas by BOR A«h. Stukken, IV,
2?«/, bt, 1, |
||||
VH. Boek. Geschiedenissen. 173
„ dat hy zig zelven en anderen veel kwaads 1566.
„ zou veroorzaaken, zo hy voortvoer, on- „ der 't gebied der Stad, of, dat nog ver- „ der ging, daar binnen te prediken." De Predikant antwoordde „ dat hy Burgemees« „ teren, zo veel hem mogelyk ware, wilde „ onderdaanig zyn; doch hier moed hy Go- „ de meer dan den menfchen gehoorzaa- „ men." Voorts, nodigde hy den Secreta- ris ter gehoor, op dat deeze zynèn meefle- ren, met te meer gronds, mögt können aan- dienen , wat hier geleerd werdt. Doch de Secretaris keerde Steêwaards , en Jan A- rendszoon naar de Laflaadje, daar hy, we- derom vier uuren agtereen, predikte over 't fluk des Doops, het Pausdom en de Lee- re der Doopsgezinden uitvoeriglyk weder- leggende. Na 't eindigen der preeke, dagt rje Pre- hy, volgens gewoonte, over te vaaren naar dikant Zaanerdam. Doch 't werdt hem belet door wordt in de toehoorders, die hem, onder den drang de Stad van't volk, tot voor de S.~Antonis - poort§e ei * «fcragtèn. Eenigen zeiden tegen Lukas Mei- naardszoon , Raad der Stede, die aldaar, nevens den Onderfchout Willem Maartens- zoon Kalf, en veelen van de Stads wagten, gefield was om allen moedwil in 't inkomen te weeren, tVy willen den Predikant ter Stad in leiden. De Raad antwoordde „ dat hy „ geen' laft hadt, om zulks toe te liaan. Doch onder 't fpreeken drongen zy door, en bragten den Leeraar binnen, die, door Guiljam du Gardin, aan een zyde, en ten huize van zynen Broeder Filips du Gardin |
||||
174 AMSTERDAMS II. ÜeéU
1566* geleid werdt. Maar Bürgern eefteren namen 't Wordt f1 zeer eLlvel» met naan^ van den On-
kwaiyk derfchout, die befchuldigd werdt, dat hy geno- den Predikant in de Poort te drinken geboo- men« den, ja zelfs ter Stad in geleid hadt. Dit zou rnen van den Stads muur gezien heb- ben. Doch eenige Gemagtigden van 't Hof, naderhand , gezonden om de zaak te on- derzoeken, bevonden dat men* ter aange- weezen plaatfe, op den muur, de plek, daar Kalf toen geftaan hadt, niet zien kon, Het pre- en dat alles verdigt was. Sedert, heeft men de. Si°P meermaalen °P de Laftaadje gepredikt, ook taadje in zekeren fpyker of pakhuis van Jan ffiU houdt lemszoon Wyngaard , daar de toeloop zo aan. groot was, dat het pakhuis, en de plaats daaromtrent, te klein viel. Men kreeg ook, eerlang, gebrek aan Leeraars in Holland, fchoon 'er, behalve Gabriel en Arendszoon, nog twee anderen, nu en dan, predikten. Des fchreef Laurens Jakobszoon Reaal om meer Leeraars, naar Embden, van waar 'er, van tyd tot tyd, eenigen in Amfterdam kwamen, die, naar 't de nood vereifchte, op andere Plaatfen, in en buiten Holland, werden voortgezonden (ƒ). Onder de eer- fte Leeraars, die, ten deezen tyde, her- waards kwamen, vind ik byzonderlyk ge- noemd Hermanus Backerus, die, in laater* tyd, door de Spanjaards, in Reiderland, omgebragt is \Juriaan lepes, Johannes Da- vids, Koppinga Jettes, Paftoor teBingum, Johannes Bilderbeek, Pafloor te Zuurhuizen, |
|||||
(f) L. J. REAAL by BRANDT LDttItMt }J», »H, tH>
|
|||||
VII. teoEK. Geschiedenissen* 175
eaJppius Regneriy Pafloor te Manflag. Van 1506. wege de Vrouwe van Kniphuizen, kwam hier haar Hofprediker Balnium. Van Bree- men, kreeg men Komelis Bakker, een Hol- lander; en van Elburg, Albert Hardenbergs die, in 't jaar 1574, Predikant te Embden geftorven is (g). Op deeze wyze, werdt de openbaare Pree- De Le*
ke aangevangen, te Amflerdam en in Hol-den vati land. De Gereformeerden werden aange- ^mi . möedigd tot het onderneemen van dit hag- dam uit- chelyk werk, doordien de meefte Leden geno- 'der Staaten van dit Gewed neigden tot het men, nel1- veroorlooven van meerder vryheid in 't ftuk fen t0É van den Godsdienft, en, kort na 't invoeren ^gdheïd der Preeke in Vlaanderen en Brabant, be-in't ftuk flooten hadden, een Verzoekfchrift in tev^n dent leveren aan de Landvoogdefle, flrekkende ^odJ; om opfchorting van Inquifitie en Plakaaten, Len * en inftelling eener nieuwe orde op den Gods- dienft , by raade der algemeene Staaten, te verwerven, Amfterdam alleen hadt egter niet bewilligd in dit befluït (£); fchoon de Vroedfchap, federt, befloot, dat men de meerderheid zou mogen volgen (i). De Bur- gemeefters vloogen hier thans van de hand der LandvoogdefTe. De Schout ftak uit ki ftrengheid tegen de Onroomfchen. Men nam, derhalve, geene befluiten tot gemaa- tigdheid, dan toen men 'er, door het groot getal der voorftanderen van de Hervormin- ge, toe genoodzaakt werdt: gelyk uit ons ver-
(g) D. Willink Aantek. uit e;n Boek, by de Diaconie.
(h) Refol. Ho», ij July 1566. bl. 29.
(i) R&fal. Viosdfch. N. 2. ij> Jaiy n6i. ƒ. is v#r/#.
|
||||
1?6 AMSTERDAMS ÏIüezU
t$66. verhaal van de invoeringederPreeke heeft
können blyken. Aanvang 't Leedt, ondertufTchen, niet lang, of met) der ving ook aan te prediken in de Stad. Ten ftorming.tyde van het aan]eggen der eerfte Preeke
6' op de Laflaadje, hadt men hier tyding ge. kreegen, dat het gemeen onder de Onroom- fchen,aangezet, zo geloofd werdt, door lui- den van meerder aanzien, en geholpen varï cenig (legt geboefte, in Vlaanderen en in Brabant, daar de Preeke eerfl begonnen was, de Kerken ingenomen en geplonderd Tö Am- hadt. De Wethouderfchap, bedugt voor begtiT' diergelyk geweld hier ter Stede , waar- men de fchuwde, onder de hand , de Kerken en Kerkfie- Kloofteren, dat zy hunne beelden err fieraa- raadenin den in veiligheid brengen moeften , gelyk heicUe den twintigften Auguftus begonnen werde brengen. (©• Maar den drie-entwintigften, des mor^ gens ten negen uuren , kwamen eenige koopluiden, burgers en vreemden, op hun- ne gewoonlyke Vergaderplaats, in de War- moesftraat,verhaalende, wat beeldenflorm zy, twee dagen te vooren, te Antwerpen', gezien hadden , en vertoonende verfchei- den' ftukken van outers en beelden van toetsfteen, albalt en marmer , met byvoe- ging, van welk outer, of van welk zoge- naamd wonderdaadig beeld, ieder ftuk wa- re. Jakob Gerrit Teeuweszoon en Flofis Dirks* zoon Otter, gevolgd van Laurens Jakobs-* Zoon Reaal, begaven zig toen naar het koo- rentje, met meening, naar 't fehynt,omdït ge-
(k) A. Pauw Relaas, hl. x*
|
||||
VlI.BoEfc. GÉSCHlEDENtSSEft. Ï77
gewigtig nieuws aan Burgemeefteren mede 1566;
te deelen; Hierop kwam herhaald bevel Beroertó aan de Paflooren, Moniken en Begynen »hieruit om den dierbaarften inboedel der Kerken en ontfttaiu Kloofteren te bergen: 't welk toen, zeer o- penlyk, gefchiedde, en juift op den mid- dag, of omtrent elf uuren, als 't werkvolk van den arbeid kwam. Men zagkerkelyken en moniken alomme loopen langs de ftraa- ten , belaaden met zilverwerk, kelken, fa- kramenthuisjes, kruiken en misgewaad, en daaronder ook de koftbaarheden , die tot verfiering van de outers der byzondere Gil- den behoorden: 't welk fommigen ambagts- luiden zo zeer in de pogen ftak $ dat zy den PaajJen ontnamen , 't geneze droegen, en het wederom in de Kerken bragten. Ande- ren ftreefden, in grooten getale, naar de oude en nieuwe Kerken, daar nog eenige fieraaden en de meefte beelden gebleeven warert. Burgemeefteren,bedugtvoor de ge- gevolgen deezer famenrottinge, vergader- den ten een uur op Schepens Kamer, daar niet alleen de Schepens 5 maar ook, tegen- twee uuren j drie voornaame burgers uit de Gereformeerden, Adriaan Pauw (/), Egbert Roelofszoon en Arend Bouwer, ontbooden wa- ren. Men begeerde dat deezen drie eenige middelen zouden voorflaan, orri 't volk te ftillen. Doch zy, zig daarin bezwaard vin- dende ï verzogten tyd van beraad tot 's an- derendaags, 't Werdt hun toegeftaan, en tevens belaft, dat zy, tegen dien tyd, iec (1) A. pauw Relaat, H, t.
in. stvk. m
|
|||||
-
|
|||||
i78 AMSTERDAMS II. Deel.
1566. op 't papier ftellen zouden. Maar eer zy Beelden-no§ aftraden > kwam Kornelis Jakobszoon ftorm in Brouwer, eender Bürgemeeiteren,verbaas- de oude delyk ter Kamer inloopen, roepende, dat, Kerke. inJe Oude Kerke, al de Heiligen aanftukken geflaagen werden. Waarop Egbert Roelofs- zoon uitviel, dat het flegts beelden,geenszins Gods Heiligen waren. Inderdaad, het graauw hadt wel, in de nieuwe Kerke, daar de gees- telykheid naliet de Vesper te zingen, gee- rren moedwil gepleegd, en zig zelfs, door eenige burgers,met goede woorden,laaten beweegen om de Kerke te ruimen; waarna de deuren geflooteia werden: maar in de ou- de Kerke, liep het zo wel niet af. In 'teerft, was 't volk hier ook ftil geweeft; doch toen, ten twee uuren, de Vesper aangeheeven > en veele kinders ten doop gebragt werden, o- ver welken,deKapellaanen den Exorcismus of uitzweering fpraken , riepen eenigen, Gy Paap , laat af van den duivel uit de kin- deren te zweeren. Gy hebt deweereld, met uwe vaïfehhcid, alte lang bedroogen. Doop in Jezus naam , gelyk de Apoftelen gedaan hebben. Sommige vrouwen gingen met de kinderen ongedoopt naar huis: andere kin- deren werden, in de Nederlandfche taaie, gezegend, en gedoopt. De Vesper werdt nog, onder 't morren der menigte, ten ein- de gebragt. Maar tuflehen drie en vier Uu* ren, kwam een Kooreridraager, Jasper ge- naamd , in 't NocHoofteinde der Kerke , diejt by ^tSakramenthuisje. Hier ltondt ook Wein Kornelis, de Huisvrouw van Burge- meelter Simon Klaas Kops, die hy, met dee- ze
|
||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 179
ze woorden, aanfpreekt: Zie daar hangt dat jc^tf,
gruwelyk, dat godslafierlyk gedigt. Met een nam hy 't bordje, daar 't op ftondt, en las 't haar voor. De vier eerfte regels ('t mögt, in 't geheel, vyfentwintig of dertig regels lang zyn) luidden dus : Bier kit beßooten in dit (*) flot, (*) Het
Jhcfus Chriflus, waarachtigh menfch en- tira-
de Godt, mcnthuis. Alfoo by van Maria es gehoor en: ' '
Die dit niet gelooft, die es verhoren.
Toen hy 't uit hadt,fmeethy 't bordje voor
zyne voeten aan Hukken: 't welk, door 't breeken van 't glas, dat 'er voor ftondt, groot gedruifch maakte in de Kerke. Hier- op begonden eenige jongens met fteenen te werpen naar de outers.Laurens Jakobszoon. Reaal, die toen hieromtrent was, dit ziende, ging, met ReinierKant,Frank deWaal enKor- nelis Janszoon Kolter,uit de Kerk, naar de markt, daar zy zig vertoonden, en bleeven wandelen, om geenenfchyntegeeven, dat zy eenig deel hadden aan 't gene, ten dien tyde, in de Oude Kerke, omging. Hier was nu het fchenden van beelden en outers be- gonnen. Simon Siegt van Haarlem,Kapel- laan deezer Kerke, hadt, al voor eenige jaaren, aan de zuidzyde derzelve, eeneKa- pelle geftigt, en een Lieve-vrouwe-beeld, met het kindjezus op den fchoot, omtrent an- derhalve voet hoog, geplaatft, in een glazen kasje, op een outer, voor 't S. Sebaftiaans- of Voetboogs-fchutters-koor. Ter eere van deeze Lieve Vrouwe, was ook een Maag- M 2 den-
|
||||
i8o AMSTERDAMS ILDeeè,
tiÓ6. dengilde opgeregt, uit jonge Dogters be-
ftaande, die by Heere Simon te biegt, ten
Sakramente en ten offer kwamen , ert 't
beeldje behingen, met veelerlei koflbaare
fieraaden. Dit fluk leedt ook aanfloot. Wein
Adriaan Okkers, Huisvrouw van Juriaan
ter Meulen, üneet 'er haar toffel tegen aan:
welke daad deeze vrouwe,en haare dienft-
maagd, Tryn Henriks, die 'er by geftaan
hadt, naderhand, het leeven gekofl heeft(m).
De Maar terwyl 't beeldbreeken, in de Oude
Schout, Kerke, voortging, hadden Èurgemeefteren
£etJd de drie Schutteryen, gewapend, doen ver-
breeken gaderen op de markt, ter befcherminge van
willende 't Stadhuis (»), waarvoor men nog bekom-
ftuiten, merd fcheen. De Schout toog ook, met
wordt veertig Stads waakers, van 't Stadhuis naar
ven> de Kerke, om 't graauw te fluiten. Ook
viel hy 'er terftond op in, met flokken en
hellebaarden, dreigende zelfs met fcherp
te fchieten onder den hoop: en wil men,
dat 'er een roer los gegaan zy. 't Meelïe
jonge volk raakte toen op de loop, met zulk
een gedrang, om buiten te komen, dat, in
de zuiderdeure, een klein meisje doodge-
drongen werdt. Maar de overigen, die in
de Kerk gebleeven waren, fielden zig te
weer, en dreeven den Schout terdeureuit:
waarna het beeldbreeken wederom voort-
DeSchut-gjng. Toen verzogten Burgemeefteren, dat
tery doet gr|e rotteil fehutters , uit elke Schutterye
graauw een, zig naar de Kerk wilden begeeven, en
'c
fw») Reaal by brandt i. Deel, tl. i$6, jj;, jj*.
(n) A. Pauw Relaas, 61, 1. |
||||
VH. Boek. Geschiedenissen. i&i
't volk, ware 't mogeIyk,met goede woor- 1566. den, doen vertrekken. Ook gelukte dit »vertrek• door vriendelyk fpreeken, bidden en fmee- ken. ken; waarna de Kerk geflooten werdt. Den volgenden nagt,hieldt eene geheele Burge-
Schuttery de wagt voor 't Stadhuis. Denmees* vierentwintigften, werden de drie Gerefor- raadptee- meerde Burgers op nieuws ontbooden voor gen met burgemeefteren, die hun, by monde van drie Ge- Elbert Markus Dirkszoon, wederom vraag-refor- CJ XY\ fik fk Yfi f*
jden naar middel, om de Gemeente te ftil- Burger».
len, en diergelyken moedwil, als, 's daags te vooren, in de Oude Kerke, gefchied was, te voorkomen. Pauw, die de oudfte was,- antwoordde „ dat zulks boven zyn verftand „ ging; en dat de Heeren doen konden, 't „ gene zy oorbaar dagten." Men wees hen toen naar het Toorentje, om afzonderlyk te raadpleegen. Zy deeden 't; doch ver- zogten wederom uitfteltot's anderendaags, welk hun gegund werdt, met vermaaning., om niemant anders kennis te geeven van 't gene hun, door Burgemeefteren, gelaft was £0). Midlerwyl, werdt,by de Vroedfchap, bellooten, dat aan de vier Burgemeefteren, tot hunne verzekerdheid, veertig ofvyftig burgers tot eene Lyfwagt zouden worden toegevoegd (p). Ook deedt het Geregt,Keur op jdeezen zelfden vierentwintigften Auguftus, 't waaken met de trompette, op de hoeken van ver-^ekon- fcheide ftraaten, af kondigen „ dat 9gemerct s ' „ den groeten ouerdaet, by eenigen quaetwil- jï li-
fo) A. Pauw Relaas, hl. ï, z. (p) Rdol. Vrocdich. N. i. 2+ Aug. i$6S. f. 2j verft.
Reaal by Brandt i. Deel% kl, 35*, 3J?» M 3
|
||||
■i8a AMSTERDAMS II. Deel
1566, ,) Ugen, in doude kercke, God betert, op gis-
„ Jer?« gebuert, goedgevonden was, dat de „ zeflien wyken wederom waaken zouden, „ by beurten, op de zeventien hoefflagen. „ Dat, uit ieder huis, alle de mansperfoo- „ nen , boven de twintig en beneden de „ zeffcig jaaren oud, zouden waaken; doch „ die ziek, of tot zeshonderd guldens of „ meer gegoed waren, zouden eenenman, „ in hunne plaatfe, mogen Hellen." Wy- ders, werdt belaft „ dat elk, die eenig goud, „ zilver, lynwaat of andere goederen, wel- „ ken uit de Oude Kerke gemift werden, „ onder zig hadt, dezelven, voor Zonnen- „ ondergang, aan Kerkmeelleren te rug Voorflag „ brengen moeft (#)." Den vyfentwintig- van de ften, werdt Pauw, ten agt uuren, wederom zyde der boven ontbooden. Hy hadt, midlerwyl, een meerden. Gefchrift ontworpen, waarby in bedenking gegeven werdt „ of men ook zon können „ goedvinden, de beelden afteneemen,de „ Kerken te fluiten, en de Preeke buiten de „ Stad, en by onweder in de Zieken-, of „ Leproozen-Kerke tegedoogen? Voorts „ toelaatende, dat de zieken of een" goed' „ Priefter, of een' Predikant ontbooden, „ naar hun welgevallen, mids de Priefters, „ inflilte, met het Sakrament, by de zie- „ ken gingen: en eindelyk, op zwaare ftrafc j, fen , verbiedende , eenige Kerken of „ Klooflers te befchadigen: alles tot dat 'er, „ by den Koning en de algemeene Staaten, „ nader, op het Huk van den Godsdienft „ voor-
(q) Keuib. F. /. 211 verfa.
|
||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 183
„ voorzien werdt (r)." En overeenkomftig 156(5. met dit Ontwerp, werdt eeneKeur beraamd, r>e becl- by den Geregte, die, door de Vroedfchapden wor- (y) en Schutteryen, goedgekeurd, en dendenafge- zesentwintigflen met de trompette afgekon- nomQJl» digd werdt, met verklaaring nogtans, dat Kerken zulks alleenlyk gefchiedde , by voorraad, geüoo- en tot op nader orde, niet, gclyk het ont- ten. werp van Pauw inhieldt, by den Koning en de algemeene Staaten; maar by deHertö- ginne en de Heeren van haaren Raade, te beraamen (£)• Sommigen tekenen aan, dat de afkondiging deezer Keure gefchiedde, niet flegts in 't byzyn van Burgemeefter Jan Klaaszoon van Hoppen; maar ook, ter be- geerte van den Geregte, in 't byzyn van Adriaan Pauw, Egbert Roelofszoon en A- rend Bouwer, op dat zy, by de burgerye, te beter klemmen zou (m). Doch Pauw zelf maakt, in zyn Relaas, van de begeerte des Geregts geen gewag. Alleenlyk meldt hy (■ü), dat zy, met hun drieën en eenige an- deren, den Secretaris, die de af kondiging deedt, gevolgd zyn. Des anderendaags, Zes den zevenentwintigften, verzogten Bürge- Schutters meefteren aan de Kapiteinen der drie Schut- J^JJJ" teryen, dat zy, uit elke Schuttery, tweemidde- Perfoonen kiezen zouden, aan welken de Ge- laars der meente haare voorllagen zou doen, en doorGameeu" welken, dezelven aan Burgemeefter en zou-te# den
■ ■ ;
(r) A. Pauw Relaas, II. z, II. (s) Refol. Vroedfch. N. z. z$ Aug. 1166. f. z6. (t) Keurb. F. /". zi?. Z>e ook Pauw Relaas,*/, ii, iz. («) L. J. Reaal èy bkandt i. Deel, bl. jöo. ly) Bladz. 3. M 4
|
||||
i84 AMSTERDAMS II. Bto,
ik66, den worden voorgedraagen. In gevolge van
dit verzoek, werden, uit de oude of Klo- veniers - Schuttery, verkooren Andries Boe« lenszoon en Adriaan Pauw; uit de Voetboogs- Schuttery, Herman Roodenburg en Klaas Reyerszoon, en uit de Handboogs-Schuttery, Jan Bethszoon Roodenburg en Arend Korne- Uszoon Kool Doch zy weigerden deezen lafl op zig te neemen, ten ware de Wethouder- fchap beToofde, hen fchadeloos te zullen houden QuS); gelyk , naderhand , in eene Acte van Burgemeefteren , by raade der Vroedfchap (#), gegeven , die nog voor handen is (y), gefchiedde. Men gaf dee- zen zes Perfoonen den naam van OpperKa- piteinen. Doch Pauw beweerde , naderhand, dat hun die naam niet voegde, alzo zy al- leenlyk aangefteld waren tot middelaars, tiüTchen de Gemeente en de Wethouder- fchap (z~). Ook draagen zy, in de Regis- ters der Stad (a), de naamen van tuffcbm- /prekers en vrcdemaickers. PeLand- De Landvoogdes, federt, kennis gekree- voogdes gen hebbende van 't gebeurde te Amfterdam, veroor- keurde, in eenen fcherpen brief aan de Wet- toegee houderfchap van den eerften September, vendheidzeer af, dat men den SectarifTen zo veel der Am- hadt toegegeven,beveelende,daarenboven, fterdam- de Kerken wederom te openen, de beelden houder" daarin te brengen, en zig tegen de Kerkt fchap. fchen-r ' (w) A. Fauw Relaas, hl. 3.
(xj Refol. Vrocdfch. N. z. 4 April i$6j.f. 79.
(y) A. Pauw Relaas, hl. ii.
(q) rd. hi. 3, 12. L. j. Reaal hy Brandt I. Dut.
hl. \6o, J ■' " ' (aj Refol, Vroedfch. N. 2. 4 April isój, ƒ. 7$, .
|
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 185
fchenders te gedraagen, volgens het Pia- t&fa
kaat, nieuwlings , desaangaande gemaakt (b). Doch men zag, hier ter Stede, nog geene kans , om den Gereformeerden de yerleende vryheid te beneemen: waarom de Kerken, die nu meelt van beelden ontbloot waren (5), voor eerft, nog geflooten blee- ven ((?). En wat de preeke betreft, de Landvoogdes hadt, op den vierentwintigiten Auguftus, toegedaan, dat dezelve blyven zou, ter plaatfen, daar zy, tot dien tydtoe, ware ingevoerd (i). Wat laater, lloegen Burgemeefteren den Raaden eenen voet; voor, volgens welken, men de Kerken we- derom zou können openen. Doch zy von- den 'er zwaarigheid in, zo lang de Prin$ van Oranje, of eenig ander hoofd van aan- zien niet herwaards gefchikt werdt, tot be« fcherminge der Stad (e): 't welk nog zo fpoedig niet te wagten was. De Gereformeerden te Amfterdam fiel- De Gere
|
||||||||
den, ondertuflchen, orde op het beftier hun- formeer-
ner Gemeente. Zy was, tot nog toe, al-jj^^ leenlykjdoor Pieter Gabriel en JanArends- aihier |
||||||||
j5oon,als vafte Predikanten, bediend. Maarverkïeft
in nog een'
f
(£) BOR TI. Boek, bl. 70. [»°i.l
(c) Refol. Vroedfch. N. z. 7 Sepf. 156«. ƒ. 39.
(d) UOR II. Boei, bl. 67. [9J.]
(e) Refol. Vroeclich. N. x. 13 , 19 , zo Sept. 156*. ƒ*.
30 ver/o, 31. (5) In eene oude Rekening van S. JakobsKapelle,
lees ik, onder anderen, 1566. 3 September betaelt van afbreken in die Gaf-
fel van de Heylighen, fomma f. i:- 4;- —p noch die Kifltmaker ook van 't afbrtken yaft die Heylighen in die Cappel f. 3: lo: r-» M 5
|
||||||||
|
|||||||
i8<5 AMSTERDAMS II. Deel.'
I k66 *n ** bidden van Auguftus , reisden Lau-
*L ' rens Jakobszoon Reaal en Reinier Kant, uit kant!' ^ ^er Gemeente, naar het Dorp S. Maar- ten, by deZype, in Noordholland, en be* woogen Nicolaus Scheltius, Paftoor aldaar, die lang weerzin in 't Pausdom gehad hadt, en hun door Jan Arendszoon aangepreezen was, om 't Leeraarampt onder de Gerefor- meerden te Arnfterdam te aanvaarden. Hy deedt zyne eerfte Predikatie in 't Zieken-of Leproozen-Kerkje, buiten de S. Antonis- poorte, daar men, volgens de Keure van den zesentwintigften Auguftus, byregenag- tig weder, predikte, en dat, ten dien ein- de j op bevel van Burgemeefteren, van beel- OokDia-denontledigd was. 't Getal der armen, kenen onder den toevloed des volks om de drie en Dia- Leeraars te hooren, van tyd tot tyd, aan- \°nes~ wallende, ftelde men, al vroeg, Diakenen, . die de aalmoellen, onder depreeke, in hou- ten fchotelen, verzamelden. Voorts, wer- den 'er ook eenige oude, deugdzaameZus- ters verkooren tot Diakoneflen (ƒ). Aantei- De zes gekoorenen uit de Schutteryen «lingtot hadden, ondertuflchen, veel moeite om 't nieuwe gemeen der Gereformeerden, welk dage- beroer- j ks met ^e Roomfchgezinden overhoop tC' lag, en veelerlei nieuwigheden begeerde, in orde te houden. De Roomfchgezinden
drongen op het heropenen der Kerken: de anderen dreeven, dat zulks met de Keure ftreedt, daar zy niet van afftaan wilden, zo men hun geene Kerk vergunde in de Stad, om
(f) L. J. reaal h Brandt I;ito/,JA m>37*» *7S. |
|||||||
-
|
|||||||
.....
|
|||||||
'
|
|||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 187
om welke Pieter Gabriel de Vroedfchap, 1566.
op den eerflen September,fchriftelyk,ver- zoeken durfde (g). Zy ftonden te meer op dit laatfle, om dat men, van tyd tot tyd, berigt kreeg, dat den Gereformeerden,aan verfcheiden' oorden , toegelaat en werdt, nieuwe Kerken te timmeren. OndertiuTchen, bleevenze 'er zeer op gezet, om de dooden, op hunne wyze, in de Roomfche Kerken, te begraaven (Jo); 't zy dat men zulks ver- koor , om de aanzienlykheid der plaatfe, of om dat men, volgens het aloud vooroordeel, de Kerken voor heiliger hieldt dan eenige andere ftede. 't Vuur van ongenoegen, welk eenige weeken gefmeuld hadt, borfr., einde- lyk, den zesentwïntigften September, uit tot openbaare beroerte. De Gereformeer- den bragten, dien dag,eenen hunner over- leedenen, Simon Muts genaamd, ten grave in de nieuwe Kerke, met zulk geleide van maagfchap, als by de Keure bepaald was. Maar de Wethouders , bedugt , naar 't fchynt, voor 't overweldigen der Kerke, zonden veertig wagten derwaards, met lad, om niemant in te laaten dan'tlykDeStaat- fie voor de Kerke gekomen zynde, meen- den de vrienden, dat deKofter, op hun aan- kloppen ^ de deur openen zou, gelyk hy, fe- dert dat men de Kerk geflooten gehouden hadt, in diergelyk geval, plagt te doen. Doch de wagtén weigerden, iemant, ne- vens 't lyk, door te laaten. Twee mannen be-
(g) Refo!. Vroedfch. N. i. i Stpt. 156Ö. ƒ. 15.
{b) A. PAUW iUlaas, bl. 3 , 4. |
|||||
xflS AMSTERDAMS IL Deel;
jefät begaven zig toen naar Burgemeefteren,met
verzoek, dat de vrienden ten minften mog- ten intreeden. Doch dit werdt afgeflaagen. Men verzogt dan, dat de Kofter 't lyk in- neemen zou. Doch naauwlyks was de bui- tenfte deur opengedaan, of 't volk, welk daaromtrent, in groote menigte, famenge- vloeid was, dringt met geweld ter Kerke in. De wagten deeden hun beft, om de deur wederom digt te krygen: een hunner velde zelfs zyn roer, en fchoot iemantdoor den arm; maar 't graauw, dit verneemende, drong zo fterk op hen in, dat zy hun ge- weer wegwierpen, en naar 't Stadhuis vloo- den , alwaar het hun, zonder dat 'er iemant mede beledigd werdt, nagedraagen werdt. Men begroef toen den dooden. In de Kerk, werdt geen meer gewelds bedreeven. 't Graauw liet zig, door de burgers, b e wee- gen om die te ruimen. Maar 't was nu op de been geraakt, en niet geheellyk te be- 'tGraauw teugelen. Des ftreeft het naar't Minder broe- ftreeft ders-KIoofter, daar, riep men, wat te doen r?.31"/ moeft zyn, alzo veertig gewapende man- broeders nen» voor eemge weeken, daar binnen ge«? Kloofter, legd tot befcherminge der Moniken , zig niet al te ftil hielden. Men hadt 'er fom- tyds een roer hooren afgaan, en maakte ei- kanderen diets, dat 'er veel krygsvolk en voorraad van wapenen byeen gebragt was . 0'). Ook liep dit Kloofter, voor lang, in 'p oog, om dat, in het zelve, als in een tweede Stadhuis, alles wat de vervolging der
(i) reaal ky Brandt I. Dult hl. 37?, j$o.
|
||||
VII.BoeK. Geschiedenissen. 1&9
der Onroomfchen betrof beraadflaagd werdt. 1566»
Men plagt 'er ook kennis van Ketteryete neemen, en 't Geregt hielde 'er, na 't uit- voeren van 't vonnis, de maaltyd met de Klooflerlingen. Zelfs wil men, dat aan dee- zen genoegzaam de voorkeur der zesender- tigen opgedraagen werdt, op dat men gee- ne bedekte Lutheraanen op 't kufTen krygen mögt (£). Voor 't Kloofler gekomen, werdt 'er, voor eerfl, niet uitgevoerd; doch de menigte groeide vafl aan. Eenigen der voor-Burgé- naamfte Gereformeerden, als Meefler Maar- meefters ten Kofler, Clement en Frans Volkcrtszoonen^™0^ Koornhert , Egbert Roelofszoon , Gysbert nige qq. Boom en Laurens Jakobszoon Reaal, toen, refor- by geval, op den Dam wandelende, wer-meefderi den, door Burgemeefleren , op het Too-om 'c rentjegeroepen. Zy begaven zig derwaards, f^ftüïen. uitgenomen Reaal. Men verzogt hen,ter* ftond,naar 't Kloofler tegaan,om'tgraauw te füllen. Ook werdt hun veroorlofd, uit naam van Burgemeefleren, te belooven, dat de Moniken, nog dien avond, het Kloofler zouden ruimen. Men gaf hun Pieter Kaars, Kapitein van de nagtwagt, mede, die be- vel hadt om de wagt, in 't huis van Guil- jam du Gardin, welk aan het Kloofler flondt, aan te zeggen, dat zy, zo haafl als zy ge- :i waar werden, dat'er eenig volk in't Kloos- ter kwam, hun geweer verlaaten, en over den Klooflermuur ontwyken zouden. Kaars volvoerde zynen lalt De zes burgers, want Reaal
|
|||||
(k) Hooft I«. Btek, H. nJ. XIII. *wk* H* 57«. '
|
|||||
s
|
|||||
190 AMSTERDAMS II. Deel,
1566. Reaal verzelde de anderen , op hun ver-
zoek , begaven zig onder de woefte menig- te, haar, met ontdekten hoofde,fmeeken- de, datze vertrekken wilde, en zelfs 't ver- trek der Moniken beloovende, gelyk hun veroorlofd was. Maar hoe zy meer fmeek- ten en baden, hoe zy minder gehoord wer- Laurens den. Reaal, het opllaan der Kloofterdeure Jakobs- willende beletten, liep gevaar om, van ag- zoon teren, met een opfteeker , doorftooten te loopt worden, hadt een ander den lloot niet af- gevaar geweerd, en hem gevvaarfchuwd. Des fpoed- vandoor-de hyzig, met Meefter Maarten Koller, ftooten naar buis. De anderen vier bragten, einde- den!0*" lyk»■ ^e wege, dat het graauw beloofde de deur niet te zullen openen dan in 't byzyn der Wethouderfchap. Dit werdt den Hee- ren aangediend , die terflond den Burge- meelter Kornelis Jakobszoon Brouwer en twee Raaden naar 't Kloofter afvaardigden. Doch eer deezen aankwamen, was de deur reeds opgebroken. De Moniken, het Kloos- ter verdatende, werden by de burgers ge- riet Min- bergd. Toen werden de glazen van 't ge- derbroe- bouw uitgefmeeten, en beelden en fieraaden Kloofter verbroken. Eenigen liepen in de Cellen, wordt en vérfcheurden de boeken. Waarop Eg- gepion- bert Roelofszoon en Pieter Janszoon Kies, derd. vreezende dat de plonderaars de boekkamer öok aantallen zouden , zorg droegen, dat demeelle en belle boeken, op een erf daar- omtrent, op den Zeedyk, overgeworpen, en gebergd werden. Henrik Simonszoon in de Hoppezak liet het rundvleefch en de an- dere |
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 191
dere Kloofterfpyze den plonderaaren ont-
voeren , en naar 't Weeshuis brengen. Ee- nigen, die , in 't volgende jaar , wegens deeze plondering, in hegtenis raakten, heb- ben bekend, dat zy , door fommige yve- raars , en onder anderen door Fredrik Si- monszoon , woonende op 't water tuflchen de Vrouwenfteeg en Paapenbriig, en door Jan Broek) woonende by de oude brugge, met geld of beloften van geld, tot de beeld bree- king waren omgekogt: ook dat Stans Ben- nink een voorganger in 't beeldbreeken ge- weeft was (/). Op deeze wyze, liep de dag ten avond. Maar den volgenden dag, zynde den zevenentwintigften September, fchoolde het graauw wederom, in grooten getale,by een voor de nieuwe Kerke,daar men Èmme Kaarden , Weduwe van Bieter Dirkszoon in 't Vlasvat, ter aarde beflellen zou. Doch toen de wagt defchaare, ne- vens het lyk, gewilliglyk inliet, pleegde zy, in de Kerke, geen'den minften moedwil (ó); maar
(/) ConfeflT. v*n Claas Jansz en Evert Jansz van uju.
/y IJ07. in 't Confeff. boek, letpende van 17 Jan, ijfi-f» ttt 19 Aug. 1567. (6) Behalve deeze reize , was het graauw , te
vooren, nog tweemaal, in de Nieuwe Kerke ge- drongen, zonder 'er, gelyk wy boven (BI. 178 en 188) aantekenden, eenigen moedwil gepleegd ta hebben. Wy hebben de Gedenkfchriften van Reaal gevolgd. Doch können niet nalaaten, hier by te voegen, dat Adriaan Lenaardszoon, naderhand,be- fchuldigd is, over 't breeken van beelden en al- taaren in de Nieuwe Kerke. Zie Sententien van Al- va, bl. 197. Maar, mogelyk, moet men hier,in ie plaats van nieuwe, oude Kßrke leezen. |
|||||
*
|
|||||
i$i AMSTERDAMS II. Üeel*
if}66. ™aar liep *er» na dat hetlyk begraven was,5
Ook dat wederom uit naar 't Karthuizers Klooftere der Kar- buiten de Haarlemmer-póorte, twee roer- thuizers. fchooten van de veften Qri). De Karthui- zers waren, om hun gaften en brallen, in- den gemeenen haat en veragting geraakt (n). Hier werden dan eenige glazen in 't pand,- cenige beelden in de Kerke verbroken, en de boeken vernield. Eenige plonderaars toefden den gantfchen nagt in 't Kloolter, eetende en drinkende van 't geneze 'er von- den. Een deel van de Schutterwagt, met den ogtend derwaards gezonden, zou het graauw, met goede woorden, bewoogen heb- ben om het Kloofter te ruimen, gelyk eeni- Vïer gen reeds deeden: doch de Schout, die de plonde- Schutters op de hielen gevolgd was^deedt,- raars digt by 't Kloofter, vier plonderaars vatten* *evat" aan elkahderen vleugelen en naar de Stad brengen. Doch by de Haarlemmer-poort, die men nog geflooten hieldt, ftoncrc eene groote menigte volks vergaderd, welk, ver* neemende dat men eenige gevangenen der- waards bragt, terflond om geweer liep * roepende, dat zy niet zouden gedoogen, dat iemant, om het breeken der beelden, het leeven liete. Straks raakte de Stad in rep en roere: welk gezigt den Raad,die verga- derd was, zo akelig voorftóndt 3 datmen den Onderfchout Willem Maartenszoon Kalf, den Schepen Jakob Korneliszoon Nobel, en den Burgerhopman Clement Volkertszoorr Koorn*
(*)fcT.AAL By Brandt I. Z)«/, R 3«or |Ut
(n) HOOFT III. Bdtki bU HJ. |
|||||
•
|
|||||
VlI.BoEKi Geschiedenissen. 193
Koornhert verzogt, naar de Haarlemmer- 136&
poort te gaan, den Schout te gemoete,om de gevangenen te doen ontflaan (0). Doch zy maakten hierin zwaarigheid, ten ware'er hun fchriftelyk blyk van gegeven werdt: 't welk men beloofde, ondertuffehen, te zul- len vervaardigen * zynde 'er, tot nog toe, geen tyd geweeft van fchryven. Zy fpoed- den zig dan naar de poorte. Pas binnen Die wè- dezelve, by de Engelfche fteeg, ontmoet derom hun de Schout met de gevangenen > die ter- & ]£} ftönd geflaakt werden. Maar eenigen uit de Burgerye, die vaft van alle kanten gewa- pend aantrok, wilden den Schout te lyve, en jaagden hem in eens bakkers huis, da,ar hy zig agter den oven verftak. Zyne die» naars gingen huns wegs, zonder dat iemand hen moeide (p). Doch 't gemor onder de Gereformeerden DeGere»
duurde nog. Men vorderde eene Kerk in formeer- de Stad, tot oefening van den Godsdienfl ^en *or" en tot begraavinge der dooden;in welk ge- eene val, men 'er niet tegen hadt , dat de an- Kerk in dere Kerken wederom geopend werden, en de Stad* de Godsdienfl: aldaar verrigt, naar de ou- de wyze. Op deezen voet, werdt een Ver- zoekfchrift overgeleverd aan den Raad (q). Midlerwyl, waren in de Stad gekomen Do- minicus Boot en Reinier van der Duin,, we- gens 't Hof van Holland gemagtigd, om der Wethouderfchap, in deeze zorgelyke tyden, meè
(b) Refol. Vroedfch. N. i. ii Sept. \$66. f. t+vtrfit
(p) Reaal by brandt I. Detl, il, 311, jja. \q) A» Pauw Relaas, U, 4. III. Stuk. N
|
|||||||
■ »-■"'■--■-------------------~—
|
|||||||
i$>4 AMSTERDAMS II. ÜEtV
1^66. met raac^ en daad, behulpzaam te zyn. Met
" overjeg van deezen, van de Vroedfchap (V), OrdeWC van ^e Burgerhopluiden, en van de zes Mid- waarb'y delaars, boven vermeld, werdt eene Orde hun veel ontworpen , waarby den Gereformeerden viybeids vee| vryheids werdt toegeftaan, en die men toege^ ^en, ^y ondertekening, wilde doen aannee- ftaan. men 1 wanneer de Orde de gedaante krygen zou van een Verdrag, welk der Wethouder- fchap, door de jongfte beroerte, was afge- perft: onder welke verwe, zy te beter, by de LandvoogdefTe, fcheen te zullen können verantwoord worden. Eenige Gereformeer- den zagen 't ftuk ook zo in, en weigerden, hierom, de Orde te onderfchryven. Zy waren9 zeiden zy, der Wet houderen partyen niet, en be- geerden hierom geene onderhandeling of verdrag met hen aan te gaan. Doch om deezen over te haaien, dienden Burgemeefleren zig van den Arts , Meefter Maarten Kofter, een man van aanzien, geleerdheid en welfpree- jkendheid, die, met veel moeite, te wege bragt,dat men der Wethouderfehap te wil- le was, mids, in 't flot van de Keure of 't Verdrag, verklaard werdt „ dat niemant 3, der tekenaaren, ter oorzaake zyner on- 5, dertekeninge, in vervolg van tyd, ge- „ moeid of agterhaald zou worden." Om 't Verdrag te voltrekken, vergaderden,den dertigften September, op 't Stadhuis, deBur- gemeefters, de Vroedfchap, de twee Ge- magtigden van 't Hof, de Hopluiden der Schut-
|
||||||
(r) Refol. Vioedfcln JV. a, 27, zS Sept. 156«. f. 33
Vtrfi, iS. |
||||||
Vil. Boek. Gescöiedeni's^en. 1^5
Schutteryen en Burgervendel en, en de zes 156&
Middelaars. Vanwege de Gereformeerden, begaven zig ook derwaards de twee Predi- kanten, Pieter Gabriel eh Jan Areridszooni immers de laatfte, en nog zeftien voornaa- rne burgers (*)■ Men leidde deezen in 't gefchildcrd kamertje, daar de oproer en Jtrafre der Herdooperen waren afgemaaid ï 't zy dat zulks, fchryft Hoopt (*), by toeval gefchied ware, öf dat men hen der* waards met vöordagt geweezen hadt, om hen, dobr zulk eenen fpiegël,week in den boezem te maaken. De overeenkom!! in 't het gefield zynde, begaf zig de Burgemees- ter Kornelis Jakobszoon Brouwer, verzeld van de andere Heeren, met dezelve naat dit Vertrek, om de ondertekening derzelvé te vorderen («). Zy beftondt uit ägttien pun- ten. In de Inleiding werdt gezeid „ datBuf- Inhoud „ gemeeileren , Schepenen en Raaden , derzelvè. ,, zeker vruntlic äccoordt geflooteh hebbende „ mitten luyden van der gereformeerden religie, „ goedvonden het zelve af te kondigen,op >, dat elk'er zig naar fchikken mögt." Voorts, iverdt verklaard „ dat de toelaating, in de ,, Overeenkomft vervat, duiiren zou, tot i, dat de Koning, mit aduoy of goedkeuring ,, van zyne generale Staten, anders zou be- ,, veelen: in welk punt van aduoy, myne Heé- „ ren voer/, zoe vele in hen was, geconfenteeri j, hadden." De agttien punten zelven lie- den op deezen zin: ^ 1. De Gérefbrmeef- „ den
(*) Reaal by branbt I. Detl, BI. 383,314.
(«) V. Botky «. I5Ï.
(»} Reaal by BKandt I. Dedt bl. 384,
Ui
|
||||
I9<5 AMSTERDAMS II. Dim.
1566. >» ^en Z0llden de oefening der oude Catholy-
„ ker Religie , in geenen deele, beletten
j, noch flooren mogen. 2. Zy zouden de
„ Minderbroeders Kerk en 't Kerkhof al-
„ leen tot oefening van hunnen Godsdienfl
5, mogen gebruiken, en op geene andere
„ gewyde Plaatfen prediken. 3. Niemant
„ mögt hen aldaar flooren, noch ook elders*
„ hoonen of beledigen, met woorden of
,, werken. 4. Zy mögt en, op Zondagen en
„ andere Heilige dagen, prediken ; doch
„ op geene werkdagen , uitgenomen des
„ Woensdags. Ook zouden zy een'of twee
„ Predikanten meer mogen houden, om,
„ in geval van ziekte of ander belet, de
„ plaats van hem , die prediken moeit, te
„ vervullen. 5. De Predikanten zouden in-
3> boorlingen van zyne Majefteits Landen,
„ of ten minilen Poorters van eenige goede
„ Stad of Dorp dër Nederlanden zyn moe-
„ ten, en den eed van getrouwheid en ge-
„ hoorzaamheid in burgerlyke zaaken aan
„ de Regeeringe afleggen. 6. De Predikan-
„ ten van beide de Godsdienften zouden
„ zig onthouden van fmaadelyke en oproe-
3, rige taal tegen eikanderen, of tegen de .
„ Overheid, zig vergenoegende met het be-
5, fcheidelyk wederleggen der leeringen, en
„ het beftrafFen der ongefchikte zeden. 7.
„ Men zou eikanderen, om 't verfchil in
j, den Godsdienfl, niet mogen befchimpen
„ of misdoen. 8. Niemant zou 't flraffen
„ van kerkrooveren of andere misdaadigen
„ mogen verhinderen, mids dezelven naar
„ regt gehandeld werden, p. 't Schryven,
„ druk-
|
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 197
„ drukken, koopen , verkoopen , zingen, „ opzeggen of uitroepen van eenige fcha- „ delyke boeken,liedjes of rymenzouver- „ booden zyn. 10. 't Verzieren en ver- „ fpreiden van lafleringen tegen iemant, 5, met naame tegen 's Konings of deezer „ Stede Amptenaars, zou ongeoorlofd zyn, „ zullende hy, die iet ten iemants nadeele „ verfpreidde , zulks geregtelyk bewyzen „ moeten. 11, Die iet oproerigs aanving, „ zou daarover mogen geftraft worden , „ zonder iemants wederzeggen. 12. De „ Leeraars en Predikanten zouden devoor- „ gemelde punten hunnen Gemeenten moe- „ ten infcherpen. '13. Zo iemant der Gere* ,-, formeerden in de Kerfpel-Kerken of 5, Kloofters begeerde begraaven te wor- „ den, zou men aldaar de oude plegtighe- „ den houden, indien eenige plegtigheden ,', begeerd werden. Anders zou men de „ begraafenis zonder plegtigheden doen. „ Doch in de Minderbroeders-Kerke, zou- ,,, den de Gereformeerden, op hunne wy- „ ze, [dat is, met Nederduitfche gezan- „ gen,] mogen begraaven. 14. Die van den „ Gereformeerden en die vanden ouden „ Godsdienft zouden beide de Stad tegen „ allen overlaft befchermen, en 't plonde- „ ren van Kerken en Kloofters^beletten „ moeten. 15. Ook zouden zy zig beide, „ van nu af aan, onderworpen agten aan „ de Orde, die, door den Koning, met toe- „ ftemming der algemeene Staaten, op 't „ {luk van den Godsdienft, beraamd zou ,, worden: doch in geval hun daarby iet N 3 „ ge-
|
||||
i5>8 AMSTERDAMS II. Deeu
l$66, j» gevergd werdt, welk met hunne Con-
„ fcientie flreedt, zou men hun bekwaamen, „ tyd gunnen, om met hunne goederen ten „ Lande uit te vertrekken. 16. Het Min- „ derbroeders-Kloofter zou van de Kerk af- 3, gezonderd ; doch door geene Moniken „ bewoond worden. 17. De Gereformeer* „ den zouden de Minderbroeders - Kerk „ moeten onderhouden; en, zo zy dezelve „ t'eenigen tyde moeften afltaan, herilel- „ len, 't gene zy daaraan mogten veranderd „ hebben. 18. De Gereformeerde Predi- „ kanten en andere Dienaars hunner Ge- „ meente, midsgaders eenigen van de bes- „ ten en aanzienlykften onder hen, zouden „ belooven, alle deeze punten te onderhou- „ den, en te doen onderhouden,naar hun Onderte-,, vermogen." Van dit Verdrag waren, ^ening. twee affchriften gemaakt, die van wege en door bevel van Burgemeefleren, Schepenen en zesendertig Raaden ? en van de zes Kapi- teinen,in den naame der drie Schutteryen, als by dezelve Schutteryen daartoe verzogt, en by myne Heeren geaduoyeert of erkend« ondertekend werden, door de Secretaris- fen Frans, van Delf en Dirk Wouterszoon ter eener, en ter anderer zyde, van wege der gereformeerde religie, door de volgende Per- foqnen, die bedongen, dat zy, door deeze hunne ondertekening, in vervolg van tyd, niet zouden bezwaard of agterhaald wor- den : jan Aerenszoon, Dicnair der gßrefor- meerden kerken binnen Amfterdam, Guillaume du Gardin, Jacob Janszoon Kofier, Marcus, janszoon, Schoolmeefier > Vrtm de Wael, Phi- |
|||||
'
|
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 199
lips du Gardin,Cornelis Boem^ Clement Coornhert, 1566. HindrkkvanMarcken^LaurensJacobszoon^Jan Muerling, Reinier Cam, Henrkk Franszoon, Egbert Meynertszoon, Willem Wallicxzoon, Cornelis van Illingen, Cornelius Jansfoon en Mieuivs Pieterszoon (7). Een deezer teke- Egbert naaren, Egbert Meinerdszoon,Bnrgerhop- Mei- man, was op 't Stadhuis gekomen, na dat nerds* zyne amptgenooten reeds in Schepens Ka- ^«r/by mer, by de Wethouderfchap, vertrokken toeval, waren. Vindende dan niemant op de Zaa- bewee- le, hadt hy zig vervoegd in 't gefchilderd £en tot Kamertje by de Gereformeerden, daar hy ni " maar even gekomen was , en naar zyne makkers gevraagd hadt, of Burgemeefter Kornelis Jakobszoon Brouwer tradt binnen met het Verdrag: 't welk hem toen ook gevergd werdt te tekenen, onder betuiging dat het flegts om vredes wille gefchiedde. Hy liet zig dan tot tekenen beweegen : '<; welk hem, naderhand, zeer kwalyk beko- mmen is (tij, gelyk wy, in 't vervolg dee- zer gefchiedenifie, zien zullen. De Predikanten, of Jan Arendszoon al- De Bur
leen> nu den eed van getrouwheid en ae-geïnees* ■ hoor-ters
(v) Hooit V. Boek, H. 19J«
(7) In het opgeeven van den inhoud deezer o-
vercenkomfte , en van de naamen en rang der on- dertekenaaren, hebben wy het Keurboek F. f. 215 enz. gevolgd. Doch by Brandt (Reform I. Deel, hl. 385) en by anderen , die hem gevolgd zyn , vindt men den rang der ondertekenaaren van de Gereformeerde zyde anders: ook een* onderteke- naar meer, te weeten Petrus Gabriel t Dienaar der Gemeente Cbrifii tot ^mßerdam. N4
|
|||||
»
|
|||||
200 AMSTERDAMS ILDeel.
i$66. hoorzaamheid, volgens het Verdrag, aan
f de Wethouderschap afgelegd hebbende, en zelvende^00r deeze in haare befcherming genomen
Gerefor- zynde,ging het prediken ongeftoord zynen meerden gang; doch vooreerft nog buiten de Stad; aan om waarom Burgemeefteren» voor nieuwe op- Predi- opraak bedugt, Reinier Simonszoon van Nek kant, in aanfpoorden, om den Leeraar Jan Arends- de Min- zoon, in de Minderbroeders-Kerke, op ftoel |
|||||||||||
ders-
Kerke, op ftoel te hren- gen. |
"te helpen: 't welk,des nademiddags nadat
het begeerd was, in Oclober, gefchiedde. De Timmerman Adriaan Leenaards, die de Kerk van gebroken beelden en outers ge- |
||||||||||
zuiverd en met ftoelen en banken voorzien
hadt, werdt tot Kofter en Gravcnmaaker aangefteld. Men hadt, door Adriaan Pauw en Reinier van Nek, der Moniken Library, of Boekvertrek, doen verzoeken tot eene Kerkenkamer. En fchoon dit verzoek af- geflaagen was (w), hadden Burgemeefteren nogtans te verftaan gegeven, dat men 't hun niet beletten zou, zo zy zig daarvan dien- den : gelyk, federt, gefchiedde. De Min- derbroeders-, nu de Gereformeerde Kerk» werdt 's avonds met kaarfen verlicht, en tot; eene wandelplaats gebruikt. Ookftelde men, omtrent deezen tyd, Ouderlingen aan. De Gereformeerden deeden , by monde van Kornelis Pieterszoon Boom, Clement Koorn- hert, Reinier van Nek en Reinier Kant, den vyfentwintigften Oclober, aan Bürgern ees- teren verzoeken, dat de Regeering, nevens hen, de beveiliging van 't geflooten Ver- («0*fH Y*0«Mch. N. i. 7 OQ. ist6, /, 37.
|
|||||||||||
Ouder
lingen aange« (leid. |
|||||||||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 201
drag, op den Prinfe van Oranje, Stadhou- i<6&
der van Holland, begeeren zou. Doch dit verzoek, den volgenden dag, in deVroed- fchap gebragt zynde, werdt aldaar afge- flaagen (a;). De opkomende Gereformeerde Gemeen- Gefchll
te te Amflerdam ondervondt, ten deezentuircnen tyde, eenigen wederwil van haare eigen ^eroSie broederen te Antwerpen, by gelegenheid, en Am- dat de Lutherfche,Oofterlingen; die te Am-fterdam- fterdam getrouwd waren, of zig aldaar, totfche Ge" het dryven van den Ooflerfchen Koophan- e°^en del, hadden nedergezet , waarom zy den naam van Leggers (8) droegen; beweeren- de, dat de Gereformeerden, in 't Huk des Avondmaals, verfchilden van deAugsburg- fche Geloofsbelydenis; de S. Olofs of ee- ne andere Kapel verzogt hadden, om al- daar , volgens die belydenis, te prediken: welk verzoek in bedenking gehouden was, tot op de komft des Prinfen van Oranje (y). Jan Arendszoon hadt, om de Gemeente van deezen blaam te zuiveren, met goedvinden van den Kerkenraad, het tiende en dertien- de punt der Augsburgfche belydenis, daar van
.■ ■ . . .' . ■ ■
(x) Refol. Vroedfch. A\ z. 2j 08. ij<5<J. ƒ. 39 ver/o.
(y) Refol. Vroedfch. N, z. z6 OS. i$66. ƒ. 40 vtrfo. I (8) Deezen naam vind ik in Brederoüe's
Moortje (Aft. I. Sc. i.), waar gewaagd wordt van ' —------ een Jonghman, die bier voor leggher lach:
Een Oosterlingb.
Ook wordt by, nog tegenwoordig, door de Zaan»
Jandfche Koopluiden , gegeven aan zulken, die hunne zaaken, te Hamburg en in de Ooftzee , Vaarneemen. N 5
|
||||||
-
.■ |
||||||
«02 AMSTERDAMS II. Deel.
%$66, van '** Avondmaal gehandeld wordt, den
volke voorgelezen, en verklaard , dat hy niets leerde, 't welk met deeze punten ftreedt. Maar de Gereformeerden te Ant- werpen , hiervan kennis bekomen hebbende, zonden den Predikant Kasper van der Heiden en twee Ouderlingen af naar Amfterdam , daar zy den Predikant en de Gemeente, wel ernftelyk, beflraften, over deeze ver- klaaring , begeerende dat dezelve weder- roepen werdt. De Amflerdammers beweer- den , dat hunne verklaaring met Gods woord beflaan kon, vooral in de tegenwoor- dige gefleltenis der tyden, betuigende, wy- ders, hoog en duur,hunne onfchuld. Doch van der Heiden bleef ftyf ftaan, op zynen eifch, dreigende zelfs, des anderendaags, de Amflerdammers in den ban te zullen doen. Men fcheidde , zonder eikanderen nader te komen. Alleenlyk beflooten de Amflerdammers den afgezondenen hunne verantwoording, in beflooten' brieven,me- de te geeven: gelyk gefchiedde. Doch hier- by bleef de twifl fteeken. De vervolging, die kort hierna ontflak, en alle Onroom- fchen trof, belettede de byzondere Ge- meenten eikanderen te kwellen. De Wet-. houderfchap van Amfterdam hadt, onder- tuflehen, zo dra niet vernomen, wat Jan, Arendszoon, aangaande de Leere der Augs- burgfche GeIoofsbelydenifTe,verklaard hadt, of het verzoek der Lutherfchen om de S. Olofs Kapelle was van de hand geweezen. De Am- De Antwerpenaars waren maar even fterdam- vertrokken, toen men zig, in de Gerefor- meer«
|
||||
VILBoek, Geschiedenissen. 203
meerde Gemeente, fchikte tot het houden ietfo*,
van het eerfte Avondmaal, Van den pre- fche GJ
dikfloel werdt afgekondigd, dat elk , die meente"
ter tafel begeerde te komen, zig, qp zeke-befluit,
ren dag, ten huize van Jan Arendszoon, zou het A-
laaten vinden. En deezen kwamen by tie-von^'
. . , . T4 maal te
nen, twintigen en dertigen tevens. Hunne houden
naamen en woonplaatfen werden opgefchree-
ven, en men onderwees hen in de gronden der zaligheid. De predikatien , tot boete en voorbereiding dienende,werden gedaan. De Wethouderschap deedt, ondertuffchen» onder de hand, haar bell, om den voort- gang van 't werk te fluiten (3). Door haar toedoen, naar 't fchynt, kwam 'er, den twaalfden December, een brief van den Prinfe van Oranje aan de zes Middelaars uit de Schutterye, die hem, eenige weekente vooren, te Utrecht ontbooden zynde ,fchrif- telyk verflag gedaan hadden van den toe- fland der Stad (4). In deezen brief, werdt De Prins gegeerd „ dat toch alle vlyt zou worden aan-van. °* „ gewend,om het houden van het Avond-wjfert „ maal te doen uitftellen tot 's Prinfen o-dat men't „ verkonift, die in 't kort te wagten was." uitftelle. De brief werdt vertoond aan Burgemeefle- ren, op welker laft, Pauw de Predikanten en Kerkenraad zogt te beweegen totuitftel. 't Antwoord was, dat de tyd op den vyf- tienden bepaald was, en dat uitftel veelligc gelegenheid tot oproer geeven zou, waar- om men 'er niet toe durfde befluiten (&). Ten
(2) Reaal by Brandt I. Deel, BI. jïj, jg«, 387, m.
\a) Zit A. Pauw Relaas, kL 4. Byl. il. 13. ($j A. Pauw Relaas, tl, 4. |
||||
204 AMSTERDAMS IL Deel.
1566. Ten befremden tyde, kwamen dan, in de
, , Minderbroeders - Kerke , omtrent duizend efiter perfoonen ten Avondmaal. Jan Arendszoon voort- zeide, in't uitdeden des broods, Neemt, gang, eet, en gelooft dat het lighaam Jezu Chrißi aan de galge des kruifes gegeven is voor uwe zonden: en in 't geeven des bekers, Neemt, drinkt, en gelooft dat het bloed Jezu Chrißi vergooten is tot vergeevinge uwer zanden. On- der de bediening, las de Predikant Schel- tius, voorheen Pafloor te S. Maarten, van den predikftoel, eenige Kapittelen uit het E- vangelie (V). OndertufTchen , verklaarde Adriaan Pauw , naderhand , voor Burge- meefteren „ dat hy van zulk eene wyze „ van Avondmaalhoudcn nimmer gehoord 3, hadt; fchoon hy, wel over twintig jaa- ,, ren , in zyn eigen huis, veel hadt ge- „ hoord van de Augsburgfche Geloofsbe- 3, lydenis, alzo zyne dagelykfche Gallen „ Duitfchen en (Dotierungen waren, en hy „ zelf ook veel in de Ooflerfche Landen „ verkeerd hadt (d)" De Prins De Prins van Oranje hadt zig niet te vre- Stadhou- de gehouden met het opfchorten van 't hou- der zoektden des Avondmaals te begeeren; maar hy meenté ^"cnree^ verfcheiden' brieven, en zondt zelfs te bewee- eenige Edelen naar Amfterdam, om de Ge- gen tot reformeerden te beweegen tot het ruimen het rui- der Minderbroeders-Kerke, en het predi- Minde" kcn buiten de Stad- Hy meldc han voor>
broe- ?> dat de Koning in der eeuwigheid niet toe- „ ftaara
(t) Reaal ly Bkandt I. titel, il. 38S.
(d) A. Pauw Relaas, bl. 4. |
||||
VU. Boek. Geschiedenissen. 205
„ ftaan zou, dat zy dceze Kerk inhielden, I5<56. „ en dat zy zig , met zynen raad in den ders. |
|||||||||||
5?
|
|||||||||||
„ wind te liaan, flegts te grooter ongenade Kerke.
op den hals naaien zouden (*)." Doch
al zyn moeite was, tot hiertoe, vergeefs ge- weeft. Eindelyk kwam hy, in perfoon, in Hy komt de Stad , zo Reaal fchryft, en zo my ^ waarfchynlykft voorkomt, op den zelfden avond, toen'er's morgens het Nagtmaal ge- houden was, dat is, op den vyftienden(/); doch zo Pauw aantekent, op den twintig- ften December, op welken dag, hy eeni- gen uit de Wet en de zes Middelaars ter maaltyd genodigd hadt , zonder dat 'er , ten dien tyde, van eenige Stads- of Kerke-^ lyke zaaken gehandeld werdt (g). Maar ter Vergaderinge van Holland was, Raad-_
al federt eenigen tyd, over gewigtige zaa-P^egm- ken geraadpleegd. Men hadt, om den Prins 5,gvaart van Oranje over te haaien tot de reize van van Hol« Antwerpen naar Holland, zyne Doorlugtig- land op heid te verdaan gegeven, dat de Staaten J; ™Jd" voorhadden, tot vermeerdering van zyn ge- de rufttp zag in de Provincie , drieduizend knegten herftel- aan te neemen , in de beilooten Steden, len. Doch Amfterdam, niet zeer gefteld op het inneemen van bezetting, en Gouda, daar fiog weinig beweeging geweeft was, hadden hierin nog niet bewilligd (/;). De Stadhou- Amfter- der. federt, in Holland gekomen zynde, en dam ver«
' ' ° * ^gfchilt (e) Refol. Vroedfch. N. z. H Nov. 1566. f. 41.HOOFT
III. Boek, hl. 119. (ƒ; B.EA\L l>y BRANDT I. Heel, bl. 4*5-
(g, A. Pauw Relaas, bl. 4.
\b) Reiol. Holl. s> 9 Oiïob. 1565. bl. 45» «>*•
|
|||||||||||
soÖ AMSf ERDAM^ Ö. ÖEEt;
isêó. <*e Staaten van 't Geweft, tegen den negen- met ver- entwintigften Oftober, te Schoonhoven ter fcheide
Dagvaart befchreeven hebbende, fteldé
andere voor „ dat de Landvoogdes depreeke toe-
Leden; 5) laaten zou, daar dezelve, voor den vier- „ entwintigften Auguftus , ingevoerd ge- „ weefl was. Doch alleen buiten de Ste- », den. Op alle andere Plaatfen, verftondè „ zy,dat dezelve, op de bekwaamfte wy» ,, ze, behoorde te worden afgefchaft." Öö het vinden van deeze wyze, kwam het meelt aan. Sommige Leden neigden nóg, tot het aanneemen van een zeker getal van knegten, in eigenlyken dienft, of op een taamelyk waardgeld. Anderen meenden, dat zulks iiog niet noodig ware. Maar Amfterdarri gedroeg zig „ omtrent de middelen , tot i, bevordering der rufte van 't Land in 't „ algemeen, aan't gevoelen der Land voog- ai defle, en des Prinfen van Oranje;" doch meende „ dat de Prins, als Stadhouder, i, in de byzondere Steden, naar derzelvef „ byzondere gelegenheid , orde zou kon- „ nen ftellen (i)" De Staaten ftelden,fe- dert , Gemagtigden , om nader met den Prinfe te raadpleegen (k); die, öndertus- fchen, te Amfterdam gekomen was; daar hy zig zes weeken ophieldt,enallesopzvn ftel bragt (/). J Gering Kort na zyne aankomft, zogt men hem
* ze-
(i) Refol. Holl. . . OUob. 20 Ntv. iS66. II. et, <z
Si enz. Refol. Vroedfch. N. z. 26 OS. is Mv. ijöö / *o vtrf»t 41 ver/e. ' * Ck) Refol. Holl. *i Dee. ij66. bl% «4,
(0 Hooft IV. Botkt tl. uj.
|
|||||||
• --■ -*'■-■ ■ ■■■ ;-
|
|||||||
Vit. BoEit. Geschiedenissen, èo?
zeker gering voorval te doen aanmerken als %$$& een nieuwen beeldenftorm , die flrenger voorval ftraf fcheen te vorderen, om dat dezelve, te Am- als in zyne tegenwoordigheid, ondernomen ftcrdam, was. Op den hoek van de lange brugge, ^ naar de takfteeg toe (m), ftondt een huisje Mnft of kleine Kapel met een Lieve - Vrouwe vanOran- beeldje daarin. Hier hieldt zekere Zand- je voor draagers Vrouw eene tafel of kraam met^nniett- Waskaarsjes, die men van haar kogt, omze beeIden. voor't beeldje te ontfteeken. Haar rnan,ft0rmwiL met zyne makkers aan de bierbank zitten* doen de,werdt deswegebefchimpt. Gy kont, zei-a^ziea- de men, ligtelyk tegen ons teeren. Uw wyf is met onze lieve Vrouw in maatjehappy. Zy deeïen 't kaarsgeld famen. Hy , befchonkert zynde, ftuift op, loopt naar huis,gaat zy- ne vrouw met vuiftflagen te keer, en fmyt haare kraam om verre. Zy fnelt ter deure uit, trekt die agter zig toe, en fluit 'er haa- ren man binnen: die, benard en door den dronk zonder agterdogt, een klokje, dat daar hing, begint te kleppen: waarop de buurt over end raakt, en veel volks verga- dert. Maar toen gaat hem nog grooter angft aan. Des klimt hy ten venfier uit, en loopt naar de Reguliers-Poort, daar hem de wagt aanhieldt; doch , door tuflehen- fpreeken van fommigen, wederom los liet. Burgemeefteren,van 't gebeurde kennisge- kreegen hebbende , gaven zig de moeite van 'er over te fpreeken met den Prinfe, die *t in den wind floeg; doch ondertuflchen,Hyzoeki zyn
(») Groot-Wemor. N. II. ƒ. »a vttftt
|
||||
*o8 AMSTERDAMS II. Deer.
' ik66. zyn ^e^- deedt, om de ru^ der Stad te ver-
zekeren door een nieuw Verdrag met de nieuw Gereformeerden. Zyn toeleg was, hen de Verdrag Minderbroeders-Kerk te doen ruimen, en, ihetde ware't mogelyk, alleen buiten de Stad te Gerefor ^Qen pre£jjken> Hy floeg dan der Wethou- te Hui- derfchap voor, dat zy eenige punten van ten. Verdrag ontwerpen zou. Doch zy wees het van de hand. Hy hieldt haar voor „ dat „ zy immers het Verdrag van den dertig- 3, ften September wel ontworpen en vol- „ trokken hadt." Doch zy beweerde „ dat „ zy daartoe gedwongen geweeft was." Hy hernam „ dat, zo zy niets voorflaan wilde, |
||||||||||
5»
5> |
hy egter zynen laft voltrekken, en den
Gereformeerden beveelen zou , buiten de Stad te prediken." Dit behaagde der |
|||||||||
Wethouderfchap niet, dugtende, dat zulks
niet zonder oproer gefchieden zou. De Vroedfchap befloot dan, den eenentwintig- den December, eenige punten op 't papier te brengen, ter begeerte van den Prinfe, doch onder uitdrukkelyke verklaaring, dat zy dezelven hadt moeten ontwerpen , om niet in zyne ongenade te vallen («). Doch 't fchynt, dat zyne Doorlugtigheid geen ge- noegen nam in dit byvoegfeï, en dat het ontwerp hierop agterbleef. De zes Midde- laars werden, nu en dan, ontbooden by den Prinfe, en ondervraagd, wegens eeneOrde op de Wagt, en op het aanneemen van knegten tot verzekering der Stede. Doch zy na-
(n) Refol. Vrocdfch. N. 2. ïï, 19, 21, 29, 30 becemk.
If««. ƒ. 4; j 4«, +7,4*. L. J« RïAAl. by BRANDTk.Dttl, tl. 4»S« |
||||||||||
- !
|
|||||
VU. Boek. Geschiedenissen. ft©£
namen nergens eenig befluit op (o). Ein- i^Có,
delyk, ontwierp de Prins zelf, met hulp van den Prefident van den Hove, Kornelis Suys, en van Burgemeefteren, een Verdrag, 1567; welk, den eerften January des jaars 1567, aan de Vroedfchap, en eenige dagen laa- ter, aan de drie Schutteryen tergoedkeurin- ge voorgelegd werdt. De Vroedfchap hadt, gelyk de Prins, naderhand, ten aanhooren yaoJLaurens Jakobszoon Reaal, verklaarde, liet Ontwerp zeer onordelyk en onwaardig- lyk beantwoord. Ten zelfden dage, deeden Zy leve- de Gereformeerden , door Reinier Kant , ^n een Stans Bennink en nog twee anderen, zeker XSJJl/ Verzoekfchritt overleveren aanBurgemees- teren, met bede , dat het den Prinfe ter hand gefield mögt worden. In het zelve, werdt begeerd „ dat zy vryheid van gewee- 5, tenenGodsdienftoefening mogtenblyven „ behouden, tot op nader orde , by den „ Koning en de algemeene Staaten te be* ,, raamen." Doch na dat hierover twee »t Wordt dagen geraadpleegd was, met de Vroed- van de fchap, werdt dit verzoek afgeflaagen (p ). hand 6*- De Lutherfchen hadden hun verzoek omweèzen* eene Kerk ook vernieuwd aan den Prinfe, die 't Smeekfchrift, door den Raadsheer Reinier van der Duin, aan Burgemeefteren gezonden hadt, welken hem, eerlang, uk naam der Wethouderfchap, antwoordden, „ dat dit niet in hunne magt flondt, alzo „ het ilreedt met den wil van haare Hoog- 3, heid,
(o) A. Pauw Relaas, il. j.
(p) Refol. Vroedfch. N. z. i * x , | Jan, 15*7, /. 49
Vtrß. So, Sl vtffo.
III. Stuk. ö
|
|||||
MO AMSTERDAMS II.Deel,
1567. » heid, de Landvoogdeffe (q)" De Prins De Prins hadt, te gelyk,Qp Burgemeefteren begeerd, van O- dat zy hem opgaven de naamen der genen, nmie be- die zy, in de plaats der afgeftorvene zes en geert te fertigen, dagten te verkiezen. Doch men wie men antwoordde hem ,, dat die verkiezing, eerft tot Raa- „ op den agtentwintigften January, gefchie- den ,, den zou: waarin als dan ieder lid der denkt te ^ Vroedfchap zyn gemoed kwyten moeft." zen ae* ^e R°crn^chgezinden, in den waan gebragt, dat de Geuzen, een naam, die e erft den ver- bonden Edelen aangewreeven was, en nu den Gereformeerden in 't gemeen gegeven werdt, hun getal hadden opgefchreeven, om te können weeten, hoe magtig zy waren; verzogten, den negenden January, by mon- de en gefchrifte, dat Burgemeefteren hurt cene plaats aanweezen, daar zy de hunnen ontbieden zouden können , om derzelver getal, insgelyks, op te tekenen. En die verzoek werdt eenige dagen in bedenking gehouden , zonder dat men weet, wat 'er verder van kwame (r). Het Ver- De Vroedfchap (s) en de drie Schutte- drag, ryen hadden, ondertuÏTchen, bewilligd in 's door den prjnfen ontwerp van een Verdrag (f), welk, ontwor- eindelyk, den agttienden January, getekend pen, werdt. Het zou ook maar duuren tot op wordt ge-de beveftiging of verandering der Land- tekend. Voogdeße. By het zelve werdt bedongen, „ das
».
ff) Refol. Vroedfch. N. 2. 1 Jan. i$tj.f. 49.
" (/) Refol. Vroedfch. N. z.» Jan. 1567. f. 11 ver/o. L.J. Reaal by brandt i. Deelt bl. 420. (s) Refol. Vroedfch. N. i. 14 J»n, l$6j, f. fl ver/b*
(f) A. FAUW Keiaas, kk f. |
|||||||
^___________ ----------gaiyfiEÄäStoi
|
|||||||
VILBoEK. GesCHIE DE NISSEN". 211
,, dat 'er, voortaan, niet meer in de Min- 1567.
3, derbroeders- noch Leproozen - Kerken ff4. , ,
3' ,., 1 ■ * i7- Inhoud „ gepredikt zou worden; maar dat die van van het
3, der nieuwen Religie daartoe eene plaats zelve.
9, buiten de Stad zouden timmeren, en tot „ zo lang alleen binnen de Stad prediken, „ opdeplaatfen, die hun zouden aangewee- „ zen worden. Dat de zesendertig Kapitei- 3, nen der drie Schutteryen , en alle de |
||||||||||
55
35 |
Schutters zig, by eede, verbinden zou-
den tot befcherminge der Stede en der in- |
|||||||||
„ wooneren van beiderlei Religie, en toü
3, onderwerping aan de bevelen van den 3, Schout, Burgemeefteren en Regeerderen, i, in al wat de welvaart der Stede betrof* „ met naame, in het uitvoeren van gereg- „ telyke ftraffen by te wooneh. Dat de „ Wykmeefters en Overluiden der Gilden „ gelyke gehoorzaamheid bew'yzen zouden, 3, in 't gene hun zou bevolen worden. Dat „ die van de nieuwe Religie geene Verga- „ deringen zouden mogen houden, dan ter g gelegenheid hunner Predikatien,en,na 'c ,, eindigen derzelven, in dePredikplaatfen; $, doch ehkelyk om te wandelen, en vart 3, onverfchillige zaaken te fpreeken. Dat, ,, tot meerder verzekering van beide de 3, Godsdienften, zouden aangenomen wor- 3,- den tweehonderd beft bevoegde Burgers,- „ die dienen zouden op eenen Artikel brief, ,, by zyne Doof lugtigheid ingefteld, en over 3, welken Willem Pauluszoon [van TheneJJeJ 3, Overile zyn zou. Dat de Schout, toe j, fterking der Regtsoefening, vyftien , ert |
||||||||||
'ara AMSTERDAMS II. Dèee.'
1567. »» e^{e Burgemeefter zes of agt mannen zot?-
„ den mogen aanneemen, die hen volgen, „ en ten hunnen gebode liaan zouden. Zo „ men, naderhand, oordeelen mögt, dat „ 'er meer manfchap noodig ware tot be- waaringe der Stede, zouden Burgemees- |
||||||||||
5'
3> 5)
J>
|
teren zyne Doorlugtigheid daarvan ken-
nis geeven, om vervolgens daarin te-han- delen , als bevonden zou worden te be- hooren. Voorts, zou het Verdrag van den dertigften September des voorleeden |
|||||||||
„ jaars, in alle andere punten, onderhou-
„ den worden." 't Verdrag was, door den Prinfe, met zyne gewoone handtekening, Guill' de Nassau, onderfchreeven. Ia 't flot, beval hy de naarkominge van het zel- ve aan de Wethouderfchap en aan de Ge- meente van beiderlei Godsdienft. Het werdt, op den zelfden agtrjenden January, ten bette- le van zyne Excellentie, van 't Stadhuis af- gelezen, in de tegenwoordigheid van Mees- ter Reinier van der Duin , Raad in den Hove van Holland , als daartoe van zyne Doorlugtigheid gemagtigd;van den Schout, en van zes Schepenen (u). jvien De punten van dit Verdrag, die 't werven werft van manfchap en 't aanwyzen van Predik-
tweehon- p]aatfen betroffen, werden, terflond, ter daaten° " uitvoeringe gebragt. Willem Pauluszoon tot ver- van ThenefTe, een goed en treffelyk ryk zekering burger, die, fchryft Hooft, de gemaa- van bei- tigdheid in geloofszaaken uit de fchriften zfndh?-0 van Erasmus gezoogen hadt,nam de twee- den, hoa- («) Keurb. F. f. 227 <»*.
|
||||||||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 213
honderd man aan, die onder zyn bevel zou- 1567»
den ftaan, fchoon de Wethouderfchap ge- vorderd hadt, dat men 't aan haarverblee- ve. Maar de Prins verftondt, dat het den Overfte pafte, zyne foldaaten aan te nee- men. Doch men gaf den Overfte van The- nefle Bouwen Reierszoon , Lecpoog byge- naarnd, wien nagegeven wordt, dat hy den Onroomfchen een zeer kwaad hert toedroeg, tot eenen Luitenant (V). De Prins Stadhou- der gaf deeze manfchap eenen Artikelbrief, die nog voor handen is (w), en waarby haar, onder anderen, gelaft werdt „ den Koning, j, den Stadhouder, en den Burgemeefteren „ en Regeerderen der Stede getrouw te „ zyn, en niets te onderneemen, tegen de „ oude Gewoonten, Privilegien of Vryhe- „ den der Stede en der Burgerye." Den Schout en den BurgemeeftertMi werden ook, volgens de gemaakte Overeenkomft, eenige Perfoonen, tot hunne befcherming, toege- voegd , die hunne Volgers genoemd; doch in't jaar 1570, wederom afgedankt werden (x). De Predikplaatfen werden den Gemag- Den Ge- tigden der Gereformeerden, Reinier Kantrefor" en Laurens Jakobszoon Reaal , door den !^*&n Prefident van den Hove, Kornelis Suys, in Predik- 't byzyn van den Prinfe Stadhouder, aan-plaatfen geweezen. Doch zy verzogten aandenPrin- aange- fe,dat hun de naamen dier plaatfen,fchrif-wee2:e,u telyk , mogten worden opgegeven. Dit werdt den Prefident belaft, die 'er noode toe
(v) Hooft IV. Boek, hl. i»7.
(tu) A. Pauw Relaas, Byl. hl. ij.
(jij Rcfol. Vro&Aiüiu N. z. s Jan. 157«. ƒ. 132 ver/o,
O 3
|
|||||
|
|||||
214 AMSTERDAMS II. Dee£.
«567. toe kwam. Hy fcheurde een ftuk uit een
vel papiers, welk voor hem op de tafel lag, en fchreef 'er de naamen op. Maar de Prins beval hem, dat hy 'er een degelyk papier toe neemen zou. Toen nam hy een half vel, welk onder de Gedenkfchriften van Reaal bewaard is, en fchreef 'er op 't gene volgt: Buiten der Stede, Jan Willemsz. Wyngaerts Spyker. Binnen der Stede, Goert Dirksz., op 'tRokkin, Spyker. Har man Harmansz. Spyker* Der huisfitten armen buis. Qp defe voorgaende plaetfenfal men preken na defen daege. De eerfte fpyker of fchuur flondt buiten de S. Antonis poort, op de Laftaadje ; de Spyker van Geurt Dirkszoon Doodshoofd, die op hetRokin woonde, van de Roomfchgezin- den fchimpswyze Bethlehem genaamd, ilondt op den Nieuwe - zyds - Wefter - Agterburg- wal; de derde van Herman Hermanszoon, dien zy 't nieuwe Jeruzalem noemden, op de Oude-zyds-Kolk, en de vierde, hetHuiszit- ten-Armenhuis, in de Nes, daar nu de Bank van Leeninge is.« Doch alle deeze plaatfeq werden veel te klein bevonden voor de me- Men nigte der toehoorderen. Voorts , werden, tragt het volgens het Verdrag, vier Perfoonen, twee Ve^raI' uit de Wethouderfchap , Kornelis Jakobs- te Toen zoon ^r0LUVer en J*n Pj{ > en twee uit de
bekragti-Gereformeerden, Jan Willemszoon Wyn- gen door gaard en Kernelis Wynandszoon gekooren, de Land-om , nevens Reinier van der Duin, Raads- voogdes- ^QQI 'm ^en Hove3 naar BruiTeJ te reizen, en
|
||||||
VII. Boek.' Geschiedenissen. Ï15
fcn beveiliging op het gemaakte Verdrag by 1567.
de Landvoogdefle te verzoeken : waarna zy gezamenlyk den Prinfe van Oranje, die te- gen dien tyd te Antwerpen dagt te zyn, ver- flag van hun wedervaaren zouden doen. Doch toen zy te BnuTel kwamen, deeden de Gemagtigdenuk de Wethouderfchap en de Raadsheer van den Hove hunne zaaken op zig zelven, en trokken, wederkeerende, in flilte, door Antwerpen, zonder den Prin- fe aan te fpreeken (y). Ook was 't 'er wel verre van af, dat de Landvoogdes het ge- maakte Verdrag beveiligd zou hebben. De flaat der zaaken was, federt eenigen tyd, zeer veranderd in haar voordeel; gelyk wy, terltond, kortelyk toonen zullen. In den aanvang deezes jaars 1567, keer- Amftcr-
de uit Deenemarke te rug een Gezantfchap, Jamver- welk, door de Landvoogdefle, derwaards ^iet eïl gezonden was, om afdoening van zekereeens nieuwigheid in den tol te verwerven. Fre- groot -drik de II. hadt, reeds in 't jaar 1561, den deel der Zontfchen tol merkelyk verhoogd. Doch kofteR
, , , '* . . ö, , van twee hy hadt zig toen tot maatigmg laaten be- bezen-
weegen door een Gezantfchap der Staaten dingen
van Holland, waarvan Amfterdam de kos- naarDea- ten verfchooten hadt (z). Maar in 't jaar nemarlic« 1565 , hadt hy de Zont wederom doen flui- ten voor elk, die hem, boven den gewoon- lyken tol, geen daaler opbragt van ieder lall, welk de fchepen voeren konden. Men beiloot, eerit in Augüftus des jaars 1566, tot
(y) L. J. Ream, hy BRANDT I. Detl, bl. 417,428,
(?) Reföl. Holl. z+ July \s6%. bl. z%, O 4
|
|||||
•
|
|||||
f
|
||||||
'sio* AMSTERDAMS ILDeei;
j/567. tot net afvaardigen van een nieuw Gezant*
fchap, uit naame des Konings, 't welk, on- der anderen, door Pieter Vloits of Vlotinus, Secretaris van Amfterdam, bekleed werdt. Doch dit gezantfchap keerde onverrigter zaake te rug (V). Men wil, dat de Hertog van Alva, naderhand, eerft afïehaffing van den nieuwen tol heeft weeten te verwerven (V). Amfterdam en de Waterlieden had- den, om deeze zaak te bevorderen , vyf- entwintighonderd zevenenzeventig guldens agt ftuivers en een blank uitgefchooten , die zy gaarne ten lafte van 't gemeene Land brengen wilden: 't welk hun egter < fchoon zy *er lang om aanhielden, geweigerd werdt (c). Verval jje beeldenftorm, die byna alle de Ne- Bond»e- herlanden getroffen hadt, veroorzaakte poot-6 groote verdeeldheid onder de verbonden E* fchap der delen; veelen van welken opregte belyders Edelen, bleeven van denRoomfchenGodsdienft, en hierom niet gedoogen konden, dat' de Hei- ligdommen van dien Godsdienft zo on» waardiglyk gehandeld werden. Eenigen neigden, derhalve, totwiileling van partye. Men hadt, daarenboven, op het einde des voorleeden jaars, tyding bekomen, dat Ko- ning Filips, met een Leger, herwaardsko- men zou: en veelen fchrikten tegen deeze overkomfl. De Landvoogdes hadt, einde* lyk,laft gekreegen tot werving, en daarop terftond de trom doen roeren, en zig van ceni-
(a) Refol. Vrocdfch. N. z. ij , i+ Jak. 1557./. $3
•Her/o, 54. (t) V£l,ius Hoorn, bl. 164,
(e) Refol. HoU. 21 Sept. iS6S. il.+7. 7 Sipt. isS9.il. 66*
|
||||||
7ü33eij
|
||||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 417
eenige Steden verzekerd. DeGrooten en Ede- x ^-j,
len, die't Verbond getekend of begunftigd, of meer of min voor de vryheid van Godsdienfl gefproken hadden, begonden toen op hun- ne veiligheid verdagt te zyn; zelfs de Prins van Oranje, die gehouden werdt, niet flerk genoeg, tegen de openbaare Preeke, gey« verd te hebben. Sommigen zogten zig te verzoenen met de Landvoogdelfe, gelyk de Heer van Brederode zelf vergeefs gezogt hadt. Anderen en hy zelf, naderhand, vie- len aan 't werven, en verflerkten zig op hun- ne Sloten. De Landvoogdes ontwierp eenen nieuwen eed voor de Leenmannen, Ampte- naars en Wethouders, waarby zy beloof- den „ het Roomfch geloof te zullen hand- „ haaven , de Beeldenbreekers te zullen s# ftraffen, en de Ketteryen te zullen uit- „ rooijen." Veelen deeden deezen eed, en onder anderen de Graaf van Egmond; doch de Prins van Oranje, de Graaf van Hoog- ftraaten, de Heer van Brederode en ande* ren verftonden, dat zy, eens gezwooren heb- bende, niet gehouden waren eenen nieuwen eed af te leggen (i). OndertuiTchen, bleek aan dit alles, dat het Verbond der Edelen zyne meefte klem verlooren hadt, en dat de Landvoogdes rekening maakte, om haar gezag, door de wapenen, tehandhaaven. ?t Ontbrak , daarentegen , den meeflen Bredero«
Grooten en Edelen aan middel, om zig te de be- merken en te wapenen. De Heer van Bre- wec.8c *- , eenige de" Amfter*
(d) Vaiïerl, Hifo VI. Dttl> bl. 207, 208, 20$, ;x»,
ju,zu. 05
|
|||||||
a ■ •.." ■ -.... -.,.._
|
|||||||
2i3 AMSTERDAMS II. DiÄfc'
j^(5- derode, die, in't voorleeden jaar, te Am- dammers ^dam zy,nd5 > uvee^ Iuiden bewoogen om 't hadt , om t Verbond te onderfchryven , Verbond fchoon Floris Roodenburg, anders een groot
te onder-voorflander der gemeene zaake , zig be- fchryven'zwaard gevonden hadt, om de hand op 'f Le^nt papier te zetten (e); moefl, om zyne Stad de AnT" Viane te beveiligen, geld leenen van do fterdam- Gereformeerde Gemeente te Amfterdam, fehe Ge- die hem, eerfl door handen van ReinierSi- ineente. monszoon van Nek en Laurens Jakobszoon Reaal , tweeduizend vierhonderd guldens opfchoot, op eene bede van zeven ftuivers op't morgen Lands onder de zeven Dorpen vanViane, welke, ter oorzaake der opkomen- de beroerte, niet voldaan werdt. Daarna leende zy hem nog eens vyfduizend negen* honderd guldens, welken hem behandigd werden, door Floris Roodenburg, die, in den Zomer des jaars 1568, door deSpaan- fche foldaaten,bezet zynde,het fchriftelyk falyk van den ontvang in 't lyf at, uit vrees dat het hem den hals gekofl zou hebben (ƒ). Brederode, dus gezien by de Am- fierdammers, zogt zig, federt, te werpen in deeze Stad, waartoe zig haail bekwaame gelegenheid opdeedt. De Gere- Jan Willemszoon Wyngaard en Kornelis formeer- -yyynandszoon > d*e' u^ naam der Gerefor- ten ar-- meerde Gemeente alhier, afgezonden wa- waan op ren geweefl naar BriuTel, om beveiliging te tegen de verzoeken op het Verdrag van den agttien^ den
(e) L. T. REAAL hy BRANDT I. Dtfl, hl. 31».
(f) L. J. BJEA.AL b-j Brandt I. Detl, hl. ^o.
|
|||||
i
|
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. £19
tfen January, waren te Amfterdam te rug 1567.
gekeerd, vol agterdogt over het gedrag der Wethou< Afgevaardigden uit de Wethoudcrfchap , aerfchap, die hunne zaak en ten Hove afzonder lyk ver- ligt hadden, en over Antwerpen te rug ge- keerd waren, zonder den Prins van Oranje gefproken te hebben. De agterdogt ver- meerderde , doordien 'er, 's avonds voor hunne t'huiskomft, een ongeflooten briefje, van den Heere van Brederode afgezonden, by zeker' Edelman, door de buitenfte ha- meije van de Reguliers poort, die pas ge- ilooten, en hem geweigerd was te openen, gefteken was , van groot belang, zo hy zeide, om aan iemant der Gereformeerde Gemeente behandigd te worden. En't geluk wilde, dat dit briefje aanvaard werdt door iemant, die 't getrouwelyk aan Reinier Kant beftelde. 't Briefje behelsde een verzoek, Bredero« f, dat men eenige luiden naar Viane wilde j1? °nt* „ fchikken, daar zy zaaken verneemen zou- eènV'en „ den, die de Schryver der penne niet ver- vm hun 9> trouwen durfde." Kant vertoonde het te Viane« briefje, terftond, aan Laurens Jakobszoon Reaal:en deezen twee beflooten,eene Ver- gadering te beleggen aan 'thuisvanAdriaan Reinierszoon Kromhout. Hier werden Kor- nelis Floriszoon van Teilingen en Laurens Jakobszoon Reaal gelaft naar Viane te rei- zen, om van den Heere van Brederode te verneemen,wat hy hun gewigtigs hadtme- de te deelen. Na hun vertrek, deëden de Gemagtigden, die te Bruffel geweeft waren, verflag van 't gene hun op de reize bejegend was. Men befloot, dit geheim, doch.te |
|||||||
S-rg;
|
|||||||
'
|
|||||
220 AMSTERDAMS IL Deel;
'S567. gelyk een °°g m ** ze^ te houden, terwyl
men nader berigt te gemoet zag: 't welk de Prins zig fterk gemaakt hadt, hup, in 't kort, te zullen laaten toekomen (g). Gewoon- Met de verandering der Regeeringe,op Iykever- den eerften February , waren als Burge- der Re-8 mee^ers aangekomen Joofl Sybrandszoon geeringe Buik, Simon Klaas Kops of Koppeszoon, te Am- en Henrik Korneßszoon van Marken in de Roo fterdam, jyfewlen. Jan Klaaszoon van Hoppen was, als Oud-Burgemeefter, aangebleeven. Drie van deezen vier , van Hoppen , Buik en Kops , waren yveraars voor 't Roomfche geloof. Van den vierden, die voor 'teerfl: Burgemeefter werdt, vindt men't, onzes weetens , niet byzonderlyk aangetekend. Doch zyne ftem, zo hy al gemaatigder ge- dagten mögt gehad hebben , kon die der drie anderen niet overhaalen. De Vroed- fchap was, op den agtentwintigften Janua- ry , ook met vyf nieuwe Raaden vol ge- maakt (7>),die,naar alle waarfchynlykheid, gezind geweeft. zullen zyn, gelyk de Bur- gemeefteren van dit en van het voorleeden De jaar. 't Was dan geen wonder, dat'er,ter- Vroed- ftonc} na de verandering der Regeeringe, fluitaphei- geweldiger maatregels genomen werden. De nielyk, Vroedfchap befloot, naamiyk, boven de nog drie-tweehonderd bezoldigde burgers, nog drie- honderd honderd foldaaten aan te neemen (f), en ten aan ^e te bellen onder 't bevel van Bouwen te nee- Reyerszoon , bygenaamd Leepoog , den uien. Lui- (g) Hooft IV. Boek,bl. 13+, ijj.
(h) Regeer. Lyft. voor de Handy, op 't jaar 1557.
(;,; Refgl. Vioedfch. //. 2. 21, z* Fekr, 1567. /. j<» ,
|
|||||
V
|
|||||||
Vil. Boek. Geschiedenissen, sar
Luitenant van Willem Pauluszoon van The- 156%
nelTe. Volgent 't Verdrag van den agttien- den January , mögt zulks niet gefchieden dan met kennis en goedvinden des Prinfen van Oranje. Doch de Wethouderfchap» fchynt geene zwaarigheid gemaakt te heb- ben, in het krenken van dit deel des Ver- drags, na dat zy, gelyk ten hoogden waar- fchynlyk is, laft of verlof tot verdere wer- ving van de Landvoogdeffe, onder wien de Prins van Oranje, als Stadhouder, flondt, verkreegen hadt. Maar 't gerügt, dat men foldaaten wierf, De Ge.
't welk niet bedekt gefchieden kon, kwammee"t0 haalt onder den man. Des werdt de Over- oneerus- fle der voorige bezoldigden, Willem Pau-ter. luszoon van TheneiTe, door Pieter Jakobs- zoon Schaap en Floris Roodenburg , ver- maand om zig daar tegen te flellen. Doch Burgemeefleren vonden middel, om hem, zo gezeid werdt, met eene looze boodfchap, ter Stad uit te fchikken. Op den vierentwin- Eenigen tigften February, 's namiddags ten drie uu- vervoe- ren , kwam Bouwen Reyerszoon, wel twee ?en' zlg ' , J ' , in Bur- uuren vroeger dan naar gewoonte, met het gem©es«
gewoone Vendel van tweehonderd koppen, ters
aantrekken over den Dam naar de Waage, Kamera daar hy zig bleef onthouden. Eenige voor- naame burgers, de gemeente hierover ont- fleld ziende, vervoegden zig op het Too- rentje,om de Heerendeswege te fpreeken, en zig tot middelaars der gemeene rufte aan te bieden. Doch Burgemeefleren antwoord- den „ dat zy wiften wat hun te doen flondt." Straks daarop, ontbieden zy de Stads waa- kers
|
|||||||
22ä AMSTERDAMS IL Öee£.
^ -^7. ^ers °P 'c Stadhuis, daar de nieuwlings aan-
genomen knegten, met hun geweer, tegen zeven uuren, befcheiden waren. Voorts, gaan zy, om den drang der volle markte te fchuwen , van agteren , door de keuken, van 't Stadhuis af. Doch toen de gemeente Negen of dit vernam, werdt de vrees grooter. Negen tien aan 0£ tien burgers vervoegen zig, uit 1 aft van vanBur an(^eren* aan 'c mus van den Burgemeefter
gemees Jooft Buik, hem beleefdelyk vraagende, ter liüik. waartoe toch diende dit werven tegen 's Pr in- fen laß ? waar toe, het trekken der Joldaatert op de> Waage, lang voor den gewoonen tyd? waar toe het ontbieden der nagt wagt by dage, en het befcheiden der nieuwe knegten gewapend op *t Stadhuis? Buik zwoer, by zyne zalig- heid , dat 'er geen nieuw volk aangeworven, noch eenige zwaarigheid was: zy mogten wel geruft naar huis gaan. Maar Klaas Boe- leszoon in den Hamburg, befpeurende dat de Burgemeefter, onder zynen nagttabbaard, met een' malienkolder, gewapend was, ruk- te den rok open, verweet hem zyne dub- belheid , en dat hy iet args broedde tegen' de burgers, ja dat 'er reeds eenigen van de nieuwe foldaaten voor zyne deur ftonden. Buik , zo fterk overftreeden , bekent de waarheid, en „ dat het door laft der Her- „ toginne gefchiedde, alzo de Wethouder» „ fchap niet van zins was, zig, om een „ honderd of twee oproerige burgers , uit 5, haar gezag en goed te laaten zetten.'* Twee- of driehonderd burgers, midlerwyl, voor de deure vergaderd, toen aan 't roe- pen H dat het niet hun alleen j maar de gant- 6 fche
|
|||||
':
|
|||||
VII-BoÊtf. GESCHtEDÉNiSSEïT. Hf
j, fche Gemeente betrof, van welke zig al- 156/.
9, daar drie- of vierhonderd bevonden." Buik hernam „ dat hy daar zeshonderd anderen 3, tegen zette. Zy mogten hun beft doen, „ gelyk de Regeerders ook doen zouden." En wordt getuigd, dat hy hun dit toedreef, met vuile woorden, fmaakende meer naar verfmaading der gemeente, dan naar Bur- gemeefterlyke deftigheid. Hierop, raakt Oproer' het volk aan 't roepen van Five, ©«?*, «waldaar, Ie gueux! dat is, Leeve, leeve, leeve de Geus! <rn door Elk loopt te wapen. Men trekt, by hoopen, f^Jstoii den gantfchen nagt, langs ftraaten en muu- ren, om 't famenrotten der wederpartye te voorkomen. De Reguliers-poort wordt be- zet : en de nieuwe Brug, aan vier oorden. Hier wordt,met den dageraad van denvyf« entwintigften February, by uitroeping, be- kend gemaakt „ dat het, met deeze verga- |
||||||||||
55
3) |
dering, niet gemunt was op plondering van
kerken,kloofters of burgers huizen; maar |
|||||||||
5, alleen op het handhaaven van de Orde-
3, ning des Prinfen van Oranje, en van de 3, rulle der Stad. Hadt iemant iet anders 3, voor, die zou aftrekken, of op ftaande 9, voet doorftooten worden." Allen Haken» ze hierop de hand om hoog, verklaarende zulks hunne meening te zyn. Nu hadden Burgemeefteren, met de Nagt- De Wee*
wagt en anderen, in alles omtrent tweehon- houder- derd man fterk, het Stadhuis, en Bouwen fchi^etu Reyerszoon de Waag in. Doch met den aue ^ dag, trok hy de Waage af, en, zyn volk,Room- op den Dam, in orde gefchaard hebbende,fchei\ fpoorde hy Burgemeefteren aan, om aan te gJJS^ val-
|
||||||||||
*24 AMSTERDAMS II. Deel;
1567* vallen, hun voorhoudende „ dat het nu da
„ regte tyd, en de burgery meeft uit dö. „ wapenen was." Ook was, inderdaad 9 een groot gedeelte derzelve, afgemat dooif de nagtwaake, het lighaam Wat gaan ver- kwikken. Doch de Wethouderfchap, zig nog niet fterk genoeg oordeelende, vondt geraaden, vooraf, alle de Roomfchen, door boden, te dagvaarden op den Dam (k). A- driaan Pauw, die ziekelyk te bedde lag, werdt ook, tufïchen zeven en agt uuren, op't Stadhuis ontbooden,om te beproeven, of men, door zyne tuflchenfpraak, den op- roer zou können ftillen (/). Zorgely- Terwyl de zaaken dus Honden, keerden- ketydingReaal en Teilingen te rug van Viane, met van Via- eenetyding, die de ongeruftheid fterk deedt toeneemen. Zy verhaalden „ dat de Prins „ van Oranje den Heere van Brederode , „ door eenen Lyf knegt, hadt doen zeggen* „ met laft om deAmfterdamfcheGemeen- „ te te waarfchuwen, hoe Burgemeefteren „ meenden, op 't heimelykft, vierhonderd! „ foldaaten aan te neem en, om, met de- „ zelven en de gewoonlyke waakers , de? 5, Kalverftraat, van 't Stadhuis af tot het „ einde toe, te bezetten, en den Graaf vaa „ Megen in te laaten, die, zig, onlangs, „ op laft derLandvoogdelTe, van Utrecht „ en andere Plaatfen daar omtrent verze« „ kerd hebbende, met twee-entwintighon- „ derd man, over Gorinchem en Utrecht, » op
(k) hooft IV. Boek> hl. 134,135, 135.
(I) A, Pa¥W Rclaaj, */. $% |
|||||
V
|
|||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 225
„ op eenen vroegen morgen, zou maaken 1567»
„ voor de Reguliers - poort te zyn ; met „ oogmerk, om een honderd burgers of twee „ het hoofd voorde voeten te leggen."Die deeze boodfchap ontvingen, verftonden dat zy bedekt diende gehouden te worden, als waardoor 't verbitterd volk, tegen de Over- heid zynde opgehitft, bezwaarlyk zou heb- ben können nalaaten, zyne handen aan de- zelve te fchenden. 't Geheim lekte nog-DeGere- tans ergens uit, en baarde, met de gerug-J"ormee^" ten, die van den Dam kwamen, zulk eene^""^" verbolgenheid, dat elk wapen! wapen! riep, w-apemt en zig in alleryl toeruftte. Jan Broek Va- op. lentynszoon, een wakker man , deedt, op de nieuwe brug, met de trom omflaan,dat elk, wie lyf, goed, vrouw en kinderen lief badt, hem nu volgen zou. De brug toen met dertig man bezet laatende, doet hy een' keer over den Zeedyk en Warmoesflraat, en fleept, met der haaft, zo getuigd wordt, hoewel 't bezwaarlyk te gelooven is, om- trent negenduizend man agter zig, ieder met het geweer, welk hy by der hand hadt.Een Akelig deerlyk aanzien hadt toen de Stad, daar de aanzien Vader der eene, de Zoon der andere par-^er Stat*' tye by viel, en Broeder tegen Broeder, Zwa- ger tegen Zwager optrok. Jan en Komelis, beide Pieterszoonen, in Deventer, elkande- ren in de wapenen geholpen hebbende, zei- de de een, op onderlinge vraage, werwaards bet gemunt ware ? Naar de markt, by die van den ouden Godsdicnfi : de andere, naar de Straaten, by die van den oudflen: dan zo 't 9p eenflaan gaat, ontzie my niet, ik zal u III. Stuk. P M |
||||
— -----------------------__
|
||||||||
226 AMSTERDAMS II. Deel.
1567' °°k **** ontzien. De Onroomfchen, die,in
wakkerheid en orde, de Roomfchen over- troffen , flopten de Warmoesflraat, tot aan De toe- de Pylfleeg; 't Water tot aan de Zoutfleeg; gangen ^en Nieuwen Dyk tot aan 't Gravenflraat-
naar den . 1 J , , . . , Dam Je> en andere wegen naar de markt leiden-
worden, de. Jan Pieterszoon Hooft en eenige anderen door de plantten, om de markt te beftryken, drie Onroom-haffen op den fteiger van het Damrak, naafl bezet! ^et ky]"s van Burgemeefler Henrik Dirks- zoon, daar de Mol uithing. Ten zelfden einde, werden nog, op de Paapenbrug , drie groote baffen gefield, en al de huizen van de Warmoesflraat, tot aan de Vifch- markt toe, van agteren, met fchutten ge- Adriaan floffeerd (m). Pauw, zonder geweer naar Pauw 't Stadhuis treedende, vondt, in de War- kT°mtQ kP moesftraat ïen byzonderlyk omtrent de Paa- vanZ<Bur- Pen^rug > de Burgery in de wapenen. Op gemees- den Dam, daar de Roomfche burgers flon- tercn, den, wilde men hem te lyve. Doch ver- j?et de flaande, dat hy, door Burgemeefleren ,ont- fchen te Gooden was , liet men hem boven gaan. woorde" Hier werdt op hem begeerd „ dat hy ver- „ neemen zou, hoe 't onder de Burgerye „ flondt, en Burgemeefleren daarvan ver- „ flag doen." Hy beriep zig op de gevaar« lykheid van dit werk, waarvan hy reeds on- dervinding hadt. Doch op de verzekering, dat men wagten Hellen zou aan de Straaten op den Dam, en voor zyne veiligheid zor- gen , begaf hy zig, over de Paapenbrugge, naar de Kerk- of Warmoesflraat, daar hy |
||||||||
X
|
||||||||
(m) Hooft 1V. Bock, hl. 13*, 137.
|
||||||||
___£__________
|
||||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 227
't getal der Onroomfche burgerye zeer ver- 1567.
meerderd vondt. Hy vraagde , naar de oorzaaken van deezen oploop. Men ant- woordde „ dat 'er nieuwe knegten waren „ aangenomen; dat de anderen zig, nevens „ de overige Burgery , gewapend op de „ Plaats vervoegd hadden. Dat de toeleg „ fcheen, hen te overvallen, alzo men hen „ daar niet ontbooden hadt." Pauw ant- woordde „ dat hy zulk een oogmerk in de „ Heeren niet hadtbefpeurd,"hentegelyk biddende, dat zy zig toch aan de Heeren niet vergrypen, noch verder voorttrekken wilden («). De Wethouders, die nog niet boven de tweeduizend man byeen hadden j bevonden zig, ondertiuTchen, in geene klei- ne verlegenheid. Zy hadden Pieter Kaars, Hopman der Nagtwagt, uitgezonden om alle gelegenheden te bezigtigen; die, wel gezien by de Burgerye, overal doorgelaaten werdt, en aanbragt, hoe de ltraaten bezet, befchanft en met grove of handbuflen ge- boord waren , tot doodelyke beheering van den Dam. De Wethouderfchap, zig dan genoegzaam belegerd ziende (0) , befloot met de Burgery te woorde, en ware 't mo- gelyk tot verdrag te komen. Pauw, die, midlerwyl, wederom op't Stadhuis gekeerd was, Andries Boeleszoon, Henrik van Mar- ken , Adriaan Medenblik, Henrik Franszoon, en nog eenige andere Burgers werden dan een- en andermaal afgevaardigd aan de Ge- meen-
(h) A. Pauw Relaas, bl. y, 6.
■ (t) HOOFT IV, ÜQckitl. 13 7. P »
|
|||||
s
|
|||||
228 AMSTERDAMS IL Deel.
|
|||||
1567. meente, met laft, om haar, uitnaam der
Heeren,te verzekeren, dat 'er geene kneg- ten aangenomen , maar eenigen alleenlyk opgetekend waren , op aanfchryvens der Hertoginne; en om op haar te begeeren, dat zy vier of vyf Perfoonen benoemde, om, met diergelyk getal vanGemagtigden Bürge- der Wethouderfchap , te fpreeken. Wat meefter laater, begaf Burgemeefter Simon Kops of fbreekt K°PPeszoon, van den Schepen JakobGer- inet de ritszoon en van Adriaan Pauw verzeld (p), Burgers, zïg naar de Warmoesllraat, om der Burgerye deezen voorflag fmaakelyk te maaken. Doch terwyl hy zyn beft hiertoe deedt,en 't volk voorhieldt „ dat alles maar misverftand ., was, en dat men,de wapenen afleggen- „ de, met een Verzoekfchrift te regt raa- „ ken kon," werden, op laft der Wethou- derfchap , eenige tonnen buskruids gevoerd naar den Jan Rooden tooren, die, nogtans, onder weg, door Egbert Pieterszoon Vink en weinige anderen , bemagtigd , en in 't water geworpen werden. Ook deedt men de foldaaten en eenige Roomfchgezinde burgers, onder bevel van den Schout Pie- ter Pieterszoon, en zynen Zwager , den Oud - Burgemeefter Elbert Markus Dirks- zoon , trekken naar de Reguliers ■ poorte, die men voorhadt te bezetten. J-m Van de andere zyde, was, ondertuiTchen, trekt Jan ^roe^» tametyk verzeld, den Zeedyk
naar de ^anSs > met drie Dalfen , aldaar voor een Smids
(p) Refbl. Vrocdfch. AT. j. 25 Febr. 1567. f. jfi, 57,5g,
A. Pauw Relaas, bl. 6. |
|||||
Vir.BoEK. Geschiedenissen. 229
Smids deure gevonden, getrokken naar 't ie6yt
bushuis, ftaande ter plaatfe daar nu 't Ooft- R indifche huis is, uit zorge, dat de fchansjiei:s." aan de Verkensfluis overweldigd, en 't bus-poort, huis vervolgens ingenomen mögt worden, door zyne partye. Doch hier verneemende dat de Roomfchen in aantogt waren om de Reguliers-poort, den Steêtuin, het Halfrond en 't Bushuis te bemagtigen, rukt hy voort tot op de Roode- of Reguliers-, nu de Doe- lebrug, daar hy eene fchans van balken en ander hout, welk voor den Steêtuin of Tim- mertuin lag, doet opwerpen, en met de baffen ftoffeeren , op welken van agteren geklonken werdt, als ofze wel gelaaden ge- weeft waren, fchoon men noch kruid noch kogels in voorraad hadt. De Schout en de Zyn ge« Burgemeefter , ontzet van 't gene zy za- rPrek gen, verzogten, Jan Broek, buiten de fchan- <j]? ®n fe, te mogen fpreeken. Hy, eerft naar de en mat Warmoesftraat om byftand gezonden heb- Burge- bende, treedt uit zyn voordeel, en vraagt-meeitcr wat hen, met pyp , trom en vliegend vendel»5Jbeut derwaards dreef'} Daar Elbert Markus op antwoordde,'t was, omzig met kruid, fehlt, en Jeher p, uit den Steêtuin en 't Halfrond, te- gen hunne vyanden te wapenen. Jan Broek hervraagde, Wie die waren ? En als hierop gezweegen werdt, voer hy voort „ dat hy s, 't hun niet wilde laaten volgen; maar ten s, dienfte zyner Majefteit en welftand der „ Stede bewaaren zou. Ook zou hy zo wel „ voor de poorte zorgen, dat 'er de Graaf „ van Megen,met zyn krygsvolk,'t hoofd „ zou flooten." Terwyl zy nog fpraken, P 3 kwa-
|
||||
230 AMSTERDAMS IL Deel.
kwamen hem tweehonderd man,onder een Vendel, welk door Jan Kies gedraagen werdt, te hulpe. Des keerden de Schout en de Burgemcefler met hun volk te rug naar den Dam, terwyl Broek de Reguliers- poort, de Roode brug,het Halfrondenden Steêtuin deedt bezetten, den Schutmeefler belaflende, noch der eener, noch der an- derer partye eenig wapentuig te verfchaffen. Maar een goed getal van fpietfen, roers en eenig buskruid werdt uit zekere winkel ge- haald : 't welk lang onbetaald bleef. De perfoon, dien Jan Broek om onder-
fland naar de Warmoesflraat gefchikt hadt, was Thomas Gerritszoon Doesburg, die, ko- mende voor de enge Kerkfleeg, Burgemees- ter Kops nog bezig vondt, met het volk te beleezen. Straks vaart hy uit, werpt den Burgemeefler over flag, met verwyt van 't gene aan de Roode brug te doen was, en graauwt hem toe , dat hy de Burgery door bedrog in 't net zogt te brengen. Toen fluift het volk op. De maar loopt door alle flraa- ten en fteegen. Kops hadt werks genoeg, dat hy, door voorfpraak van eenige eerlyke perfoonen, het lyf bergde. De andere mid- delaars werden , met verontwaardiging , naar 't Stadhuis geweezen. De kreet ver- heft zig, naar 't Stadhuis! naar 't Stadhuis! Wy hebhen *#, zo wy harts genoeg hebben: anders is *t omgekomen. Doch de deftigflen der Gemeente fielden zig hier ernflelyk te- gen , vertoonende „ dat het oogmerk hun- „ ner wapenen niet ware, de handen aan „ Heeren te fchenden, of met het bloed „ van
|
|||||||
/
|
|||||||
VII.Boek. Geschiedenissen. 231
5, van evennaaften, vrienden of maagen te 1567.
„ bezoedelen, maar door draaglyke voor- „ waarden, aan eene veilige rulle te geraa- „ ken." Zulk een raad , gegeven van hun, die te gelyk raaders en gelders waren , klemde by de menigte, die, eerlang, het oor leende aan eenige gefchikte burgers, welken, uit naam der Heeren, van verdrag kwamen handelen (q). De Gemeente be- loofde, zig jftïl te houden, geduurende de handeling, indien zy niet aangevallen werdt. Men kwam te woorde, in den Keizer (9) op denVygendam (r).Hier werdt eengroot deel van den dag gefleeten met kyven en klaagen. Men ftondt 'er, van de zydeder Onder- Gemeente, fterk op, dat in 't Verdrag ge- bande- fteld werdt ,, hoe Burgemeefleren , in 'tlins^p „ aanneemen van meerder manfchap, ge- gendal£ „ handeld hadden vierkant ftrydig met de b „ Orde, by den Prinfe van Oranje beraamd." Doch hiertoe kon de Wethouderfchap niet verftaan. 't Was al laat in den avond, toen Men treft men eindelyk overeenkwam „ dat twee Ge-een Ver- „ magtigden uit de Wethouderfchap en^g, „ twee uit de Gereformeerden naar den „ Haage zouden trekken, en by de Gemag- (q) HOOFT IV. Boek, H> U7, 138.
\r) A. FAUW Relaas, H. 6. (9) 't Blykt, uit de Sententien van Ar,va , bf.
182, dat de Yzerkooper, Leemard Janszoon Graaf, een groot voorftander der Gereformeerden ten deezen tyde, gewoond beeft, daar de Keizer uit- hing, 't Is, derhalve , niet onwaarfchynlyk, dat de handeling over een verdrag , ten zynen nuf- ze, gehouden zy. P 4
|
||||
232 AMSTERDAMS II.Deel.
1567. » den der LandvoogdefTe aldaar vernee-
j, men, of de lalt tot werving, aan de Wet- „ houdcrfchap gegeven, goedgekeurd was „ door den Prinfe Stadhouder. Zó neen; 3, dan zou men naar Antwerpen reizen, om? „ na vertooning van de gelegenheid der- „ Stede,'s Prinfen goeddunken teverftaan. 5, De Gemagtigden haarer Hoogheid zou- j, den, midlerwyl, verzogt worden , het 3, uitvoeren van hunnen lafl uit teftellen, 3, en 't 1 igten van krygsvolk te Haak en , „ ontflaande zelfs de knegten, die reeds 3, waren ingefchreeven, en doende de Nagt- 3, waak houden op de hoefflagen, volgens „ de ordening , onlangs, by den Prinfe „ Stadhouder beraamd (V)." Met het tref- fen van dit Verdrag, was de onlufl: geflild, zonder dat'er een droppel bloeds geftort was. Doch alzo het, dien avond, niet kon afge- kondigd worden, bleef een groot gedeelte der Gemeente, den gantfehen nagt, en een deel van den volgenden ogtend, in de wapenen. De af kondiging gefchiedde by tyds, met de trompette, op de voornaamfte plaatfen der Stad, te gelyk met de Ordening op het be- waaken der Stede, die door den Prinfe van Oranje beraamd; doch, zo 't fchynt, nog Voorval niet gemeen gemaakt was (t). De Burge- by de af- meeiter Joolt Buik, een Schepen, en A- kondi- driaan Pauw woonden de afkondiging by he"fize?-n aan de nieuwe zyde'- 'c Geviel aan de Oude
ve. brugge, daar-nog veel volks in't geweer Rondt,
($) Ho->FT iv. W, tl. iji.
(t) Kcurb. F. ƒ. a;p ver/o. |
||||
VILBoek. Geschiedenissen. 233
ftondt, dat de Secretaris Willem Hoppen of 1567. Foppen, in 't afleezen van 't Verdrag, eenigs- zins haperde, of mifte, in 't uitfpreeken van eenige woorden. Straks daarop hoorde men roepen Schiet! Schiet! waardoor de Secre- taris zo verbaasd gemaakt werdt, dat hy 't op een loopen zette. De Burgemeefter was ook zeer ontfteld. Doch Pauw deedtze bei- de ftand hoiTden, ftelde zig tegen 't gefchiet, vermaande 't volk tot eendragt, en bragt te wege , dat de afkondiging in orde ge- fchiedde (u). Voorts, hadt de Raad, op verzoek van Adriaan Pauw en JanPerchyn, zo ver zulks in deszelfs magt was, de ge- wapende Burgery alle aanvegting of Kerk- ftooring vergeven O). Ten zelfden dage, zondt de Wethouder-Men
fchap iemant af aan de Landvoogdeffe, enj^ aan den Prinfe Stadhouder: de Gerefor-^dfchei meerden twee aan zyneDoorkigtigheid,elkGemag- om zyn gedrag ten befte voor te draagen. tigden af, Doch de Gemagtigde van de Wethouder-^0 fchap werdt 's morgens vroeg uitgelaaten: *e ver. die van de Gemeente raakten met weg voor dedigen, tegen den avond, om dat de poorten zo lang geflooten bleeven. Zy kwamen nogtans tyds genoeg te Antwerpen, om den anderen, op het uitftrooijen van valfche gerügten, te ag- terhaalen. Want de Gemagtigde der Wet- houderfchap gaf voor, dat de Overheid het verdelgen der Geuzen in haare hand ge- had; doch hen, op fchuldbekentenis, by ge-
(u) PAUW Relaas, hl. f. „, , ,
(v) ÏUfol. Vxoedich. N. z. 26 Febr. ittj. ƒ. 58 verß.
P 5
|
||||
>
|
|||||
134 AMSTERDAMS Iï. Deel,
j-£- gevoeglyk Verdrag, in genade aangenomen
hadt. De Gemagtigden , ter wederzyde gekooren, nevens twee, hun door de Schut- terye bygevoegd, reisden eerfl naar den Haa- ge, en toen naar den Prinfe Stadhouder. Zyne Doorlugtigheid verklaarde „ niets nut- „ ters te weeten , dan 't gene hy den agt- „ tienden January beraamd hadt. Voldeedt „ dit hun niet; zy konden zig vervoegen „ aan de Landvoogdefle." De Gemagtig- den der Wethouderfchap deeden dit: doch die der Gemeente , geenen verderen laft hebbende, keerden te rug ftaar Amfler- dam (w). De Heer 's Daags na 't vertrek der Gemagtigden, van Bre- 0p den zevenentwintigften February, hadt derQ e. de Heer van Brederode zig weeten te wer- in Am- Pen m deeze Stad. Hoop gefchept hebben- fterdam. de op eenig voordeel, voor zyne of de ge« meene zaake, uit de beroerte van Amfter- dam, was hy de Gemagtigden der Gere- formeerde Gemeente, Reaal en Teilingen, kort gevolgd, en, 's nagts na de af kondi- ging van't Verdrag, te paarde, aangeko- men te Ouderkerk. Van hier te voet voort- gegaan zynde, tot digt by de Stad, ontboodt hy Clement Volkertszoon Koornhert bui- ten by zig in de herberge, om met deezen te overleggen, op wat wyze hy bekwaamlyk in de Stad zou können geraaken. Want aan de poorten werdt, ten deezen tyde, ook by dage, fcherpe wagt gehouden, en niemant vreemds ingelaaten, dan die zynen naam en
(w) HOOIT IV. Eotk, il IJ8, 13*.
|
|||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 235
en woonplaats opgaf. Door de boomen mögt 1567,
geen vreemdeling. Maar Koornhert, hem, alleenlyk van twee edelliiiden verzeld, by zig, in eene open fchuit hebbende doen treeden, deedt hen, zonder zig aan 't roe- pen der wagt te kreunen, fnellyk door den Amftelboom roeijen, en aan de Turfmarkt opzetten (a;). Elders, vindt men, dat Kor- nelis Loefszoon de hand ook in dit werk ge- had, en dat Brederode, te Amfterdam, by hem t'huis gelegen heeft (j). De Wethouderfchap, verftaande dat Bre- Otoote
derode , dien zy 't hoofd van alle Geuzen ^ noemde» in de Stad was , vondt zig inVreemde- geene kleine bekommering, vaflftellende,Ungen dat hy door de Onroomfchen ontbooden aldaar, was: 't welk nogtans, in de Gedenkfchrifien van Laurens Jakobszoon Reaal, ontkend wordt: leezende men daar, dat het gerügt van den hoogloopenden twift te Am- fterdam hem alleenlyk dervvaards getrok- ken hadt. De Onroomfchen waren nogtans zeer in hunnen fchik, met de tegenwoor- digheidjvan zulk een' aanzienlyken voorgan- ger. De voornaamflen lieten zig, dagelyks, in zyn gezelfchap vinden. Ook begaven zig veele Stigtfche, Friefche en andere Edelen en voornaame Burgers naar Amfterdam, |
||||||||||
die » vermomd als Koopluidcn , Schip-
|
||||||||||
pers of Boeren, de wagte/s aan de poorten
onregte naamen opgaven (2), onder wel- ken ik de Friefche Edelen , Sjoert Beima en
(x) Hooft IV. Boek* hl. 139.
(y) Sentent. van Alva, hl. 4.1. \z) HOOFT IV. Doei, tl. 13». |
||||||||||
236 AMSTERDAMS II. Deel.
en Hartman Galama genoemd vind (#). De
toevloed van zo veel volks gaf gelegenheid tot het vernieuwen eener fcherpe Keure op het bewaaken der Stad en op de toezigt aan de Poorten, die den derden Maart afgekon- digd werdt, en onder anderen inhieldt, „ dat alle vreemdelingen, die binnen drie „ weeken in de Stad gekomen waren , in „ den tyd van vierentwintig uuren, gehou- |
|||||||||||||||
I5Ó7-
Keurop de toe- zigt aan de Poor- ten. |
|||||||||||||||
3?
3> |
den zouden zyn te vertrekken, op eene
boete van zés Karels guldens, ten ware |
||||||||||||||
de waarden of waardinnen derzelven, bin-
, nen dien tyd, by den Schout kwamen, en 39 zig borg fielden voor het goed gedrag en 3, de getrouwheid hunner gaften (#):" 't welk ik egter niet weet, of ten opzigte van den Heere van Brederode en anderen ge- fchied zy. OndertniTchen, was men, ten Hove, niet
minder bedugt, dat de komfl van Bredero- de en van zo veelen der verbonden Edelen te Amfterdam iet euvels brouwen mögt. En de kommer vermeerderde, federt dat men vernomen hadt, dat 'er, omtrent Viane, eenig Krygsvolk byeen getrokken werdt (c). De Landvoogdes vondt, derhalve, geraaden, Jakob de la Torre, Secretaris van den ge- heimen Raad, die zig thans te Utrecht be- vondt, daar hy den Graave van Megen aan fchepen en lyftogt geholpen hadt, te fchik- ken aan de Regeeringe van Amfterdam , met eenen brief, waarin zy haar vermaan- de3
(a) Sentenr. van Alva , II. 76, il.
(li) Keurb. F. f. 233 enz. (cj A. Pauw Relaas, bl. 6. |
|||||||||||||||
Bekom-
mering ten Ho- ve. |
|||||||||||||||
De Se-
cretaris de la Torre komt te Amfter- dam. |
|||||||||||||||
VII.Boek, Geschiedenissen. 237
de, om „ den Heer van Brederode, door j«k».
„ overreding of uitgedrukt bevel, de Stad te doen ruimen; waartoe zy zig, des noods, ook van de troepen des Graaven van, Megen bedienen mögt." De la Torre verklaarde, daarenboven „ hoe de Herto- „ gin hem gelaft hadt, Brederode, zo hy „ naar de Wethouderfchap niet hooren „ mögt, uit den naam der Landvoogdeire, „ eenen tyd van vierentwintig uuren te ftel- „ len, om de Stad te verlaaten, of hem, „ by weigering, de fchuld te wyten van „ al het onheil, dat 'er uit ontflaan mögt." Burgemeefteren, verlegen met den brief, raadpleegden, over den inhoud, met Oud- Burgemeefteren en Schepenen,en merkten, voor eerft, aan „ dat eenigen uit de Vroed- „ fchap , die over de Onroomfche zyde „ helden, zig zeer ftooten zouden aan 't „ gene van den Graave van Megen gezeid „ werdt, waaruit, zo 't rugtbaar werdt, „ nieuwe opfchudding te vreezen was. Daar- „ na, dat Brederode hun een affchrift,of „ ten minden leezing van hunnen laft af- „ vergen zou, en door dit punt eerder tot „ blyven getergd, dan tot vertrekken be- „ woogen worden." Zy deeden nogtans de Vroedfchap, die hierin gekend moed: wor- den , vergaderen. Doch begaven zig, ter- Bredero> ftond na 't fcheiden der byeenkomfte, en de wei- eer 't gerügt daarvan verfpreid kon worden, Ser<-de naar de herberg des Heeren van Brederode, ."„^
fiiii 1 » ruimen»
die, gelyk men voorfpeld hadt, zonder t
bevel der LandvoogdelTe te zien, welk men
verklaarde, buiten haaren laft, niet te dur- ven |
|||||||
238 AMSTERDAMS II. Deel.
1*67. ventoonen, naar reden, bidden noch ge-
bieden luilteren wilde. De la Torre zelf, van twee Schepens verzeld, deedt dan , eindelyk, op eenen voordemiddag , zyne boodfchap, na dat hy, onvriendelyk beje- gend , met taai geduld, geantwoord hadt. Brederode verklaarde, ongehouden te zyn, zig naar het bevel der Landvoogdefletege» draagen , zo lang het hem niet getoond werdt, zig tegelyk, met hooge woorden, beklaagende „ dat men zyne verdediging „ ten Hove niet hadt willen hooren, daar „ hy 's Konings getrouwe dienaar, en zelfs „ bereid was, tegen de wederfpannelingen „ te paarde te zitten (ß)" Burgemeefteren zonden daarna Adriaan Pauw, Herman Roo- denburg en anderen, van hunnen Penfiona- ris of Secretaris verzeld, om den Heer van Brederode tot vertrekken te beweegen (e). Doch 't was vrugteloos. Hy antwoordde, „ dat hy doen zou, gelyk hy 't verftondt." De la De Gemeente, midlerwyl, dugtende, dat Torre zyn perfoon niet veilig ware, bewaakte, des W<nr<her- na&ts ' zvne herberg , daar de Prins van berg o- Oranje uithing, met omtrent honderdman, verval- Ook was 'er, voor dezelve, by dage, een len. groote toevloed van menfehen, onder wel- ken, de kreet van Vive Ie gueitx! dikwils, gehoord werdt (f): al 't welk den Raad zo bedugt maakte voor opfehudding, dat men befloot, den gewoonlyken ommegang met het
(d) Hooft IV. Boek, hl. 139, 140.
(e) Relbl. Vroedfch. N. 2. 28 Febr. l , 12 , 14 Maart
1567. f. si ver/e, S9,6z ver/o, 63. A. PAUW Relaas,61. 6, (f) Scntenr. van AtvA, H. +1,
|
||||
VII. Boek. Geschiedenissen. 239
het Sacrament, die thans in de Vatten plagt 1567, gehouden te worden, niet te laaten voort- gaan (g). Doch hierby bleef het niet. Ee- nige Friefche en andere Edelen, en onder dezelven Lancelot van Brederode, befton- den , op den zeventienden Maart, de la Torre, in zyne herberg en kamer op den Dam, te overvallen , en hem aldaar,tot 's anderendaags, als in gyzeling te houden, terwyl zy zyne papieren doorfnuffelden , hem een koffertje met de gewigtigflen, en daaronder 't verhaal zyner verngtingen ontnamen, en aan Brederode bragten (b\ Des hy, voor erger dugtende, in der haalt de Stad verliet. Naderhand heeft hy zelf, aaniemant, die dit fchryft (0, verhaalt, dat de Edelen hem, met woorden en wa- penen, de dood gedreigd hadden. Meelter Maarten Kofter , federt, befchuldigd ge- worden zyndsi dat hy deel gehad aan den overlaft, dien men de la Torre hadt aan- gedaan , vervoegde zig, met een fmeek- fchrift, aan de Vroedfchap, die verklaarde, dat zy hem onfchuldig hieldt (*). Op het zelfde uur, dat men de la Torre DeGere-
dus geweldiglyk overviel, leverden Reinier toggj Kant, Jan Janszoon in 't Hert, Frank de {™ Waal en Laurens Jakobszoon Reaal, uit verzoek- den naam der Gereformeerden, een Ver- fchrift in zoekfchrift over aan Burgemeefteren. DeMnlto- |
||||||
teren.
(g) Reiol. Vrocdfch. N, i. I* Maart 1^7. f. 7$.
lh) Sement. van ALVA, bl. 41» *<?• .
(i) F. V. D. HAAR Init. Tumult. Kclgic. Ut-r. II. Cap.
XXI. p. 477. „ - „ r , r
{!() Refol. Vrocdfch. N. t. 2« Maart i$67-f. 7* v*rfi*
|
i>"
|
|||||
240 AMSTERDAMS II. Deel.
lj6% nieuwe eed, door de Landvoogdefle voor- gefchreeven, waarby men zig verbondt tot de handhaavinge van het Roomfche geloof en tot het opzoeken en ftraffen der Beeld- ftormeren, was, hier ter Stede, niet alleen door de Amptenaars gedaan;maar ook den Schutteryen afgevergd. In 't Verzoekschrift, werdt begeerd „ dat deeze eed afgefchaft, „ en het Verdrag van den agttienden Ja- „ nuary ftiptelyk onderhouden werdt: ook „ dat men nog eenige knegten aanname, „ enBrederode, dewyl men niemant an- „ ders van naame en van genoegzaame er- „ vaarenis in krygszaaken bekomen kon, j, daarover tot Overfle flelde, tot dat de „ Prins van Oranje daarin anders voorzien „ zou." Men hieldt de inleveraars van dit Verzoekfchrift, wel twee uuren , in het Toorentje op, daar veel gefpreks viel over Gefprek 't fluk van den Godsdienft. Onder ande- Buw™ ren' liet Burgemeefler Kops zig, tegen meefter Reaal» in deeze woorden, uit: Laurens Kopsen Jakobs, u had ik niet toevertrouwd, datgyu Laurens zo ver in dit werk zoudt verkopen hebben , Jakobs- hoewel ik, eer gy trouwde (10), wel wifl dat Reaal. SV Luitherde. Doch 't verwondert my, dat uw Schoonmoeder u zulks toelaat. En 't doet my zeer van haarentwege; want wy zyn lan- ge jaaren goede buur en geweefl. Waarop Re- aal antwoordde, Myn Schoonmoeder handelt als eene wyze vrouw, dat zy my, in't zoe- ken (io) Reaal was, gelyk my , uit aantekeningen
van deezentyd, gebleeken is, getrouwd met Gerrit Pieter Meeuwszoons Dogter. |
|||||
■ _________________________________.................._______________________________________________________________________
|
|||||
Vil Boek. Geschiedenissen. 241
km myner zaligheid, niet hinderlyk is. En zo 156*7,
uw Zoon Jan Kops zyn Ioopen naar den Over- toom om Delfts bier te drinken naliet, zig ter preeke voegde, en een eerlyk en tugtig keven zogt te leiden, gelykzynen flaat weibet aarnert Zou, en zo yverde om zyne eeuwige zaligheid, ik meen niet dat myn heer de Burgemeefler het zou willen verhinderen. Doch de Burgemees- ter zeide, Ikflond veel liever ten halze toe in 't water: waarop Reaal hernam, Al zagt, Heer Burgemeeßer, de zaaken zullen, hoop ik, zulk een' keer neemen, dat al de Burgemeefler? nog by ons ter preeke zullen komen. Welk zeg- gen den Burgemeefler in deeze woorden deedt uitberften: Ik zat liever in 'f bordeel 9 tuffchen zeven hoeren. Zo gehaat waren thans nog de Predikatien der Gereformeerden* Burgemeefteren, verneemende, wat 'er, aan De Wen- de la Torre gebeurd ware, durfden, nog- |?°udef" tans, hetVerzoekfchrift niet afwyzen; maar ÏÏJÏÏL C" bewilligden in al wat 'er begeerd was, mids -m >t men, van wederzyde, en van wege de Schut- verzoek, terye, Gemagtigden zonde aan den Prinfe°P,,: wef- van Oranje, om deszelfs goedvinden te ver- yajjajj|jj ftaan, waarnaar men zig , zonder weder- prinfe fpraak, fchikken zou. Het ontwerp der pun- van O- tenwerdt-, den agttienden , door Pauw ,ranie« Roodenburg en eenigeanderen,verzeldvan den Penfionaris Maarten van Blokland, uit den naam van Burgemeefteren en Raaden ,• aan Brederode gebragt. Maar hy weigerde het te leezen, zeggende, dat hy van zins was te vertrekken. Doch Burgemeefteren, vreezende dat het gerügt hiervan, komen- de onder 't volk, welk, in grooten getale, op III, Stuk« Q ds |
|||||
f
|
|||||
242 AMSTERDAMS IL Dust.
1567. ^e ^aats» en m de ftraaten voor 't Stad-
huis, famengevloeid was, ligtelyk beroer- te veroorzaaken zou, lieten hem, door de- zelfde perfoonen , verzoeken, dat hy zyn vertrek nog vyf of zes dagen, tot dat de Ge- magtigden aan den Prinfe te rug gekeerd zouden zyn, opfchorten wilde. Zy waren, van hunnen kant, te vrede, dat hy 't gezag over 't Krygsvolk aanname, zonder nog- tans iet te beftaan, voor dat men 's Prinfen Bredero- meening vernomen hadt. Brederode ver- de wordt klaarde hierop „ dat hy den opgedraagen fte dei-61"" ^ en "te^' £en dienfte des Konings en
bezetting » tot bevordering der rufte en eendragt in
aangeno-,, de Stad, aanvaardde, zonder dat hy iet
men. ?j begeerde te doen, tegen 't gene, by den
„ Prinfe, zou worden goedgevonden (/)."
Het volk, hiermede gepaaid, vertrok naar
Daar de huis, en begaf zig tot ruft. De Prins Stad-
Pnns houder bewilligde , federt, in alle de be-
bewiJIi„^geerde punten, uitgenomen in dat van het
b 'opperbevel des Heeren van Brederode, dien
hy zyne meening, door eenen byzonderen
bode, beloofde te zullen laaten weetenQri).
Negen Het Verdrag, vervolgens, ter wederzyde,
Perfoo- beëedigd zynde, fchikte men zig, om het
rien uit zejve ter uitvoerhige te brengen. Burge-
tecry ge," meefteren hadden, den veertienden Maart,
koorcn, met den Oud-Raad van Burgemeefteren,
om met beflooten „ uit de drie Schutteryen, door
Eur8e; „ de Kapiteinen derzelven,te doen verkie-
ren te" » zen neSen Perfoonen van beide de Religiën,
fpree- „ met
ken. ,iék ^
(l) A. Pauw Relaas, H. s.
((mj HOOiX IV. Boekt bl. i*o, '
|
||||
VIL Boek. Geschiedenissen. 243
,j met welken zy, als 't noodig of oorbaar jeó?, „ zyri mögt, over zaaken, de bewaaring „ der Stede betreffende, zouden können ,4 fpreeken («)." En in gevolge van dit be* fluit, werden, den tweeden April, gekoo? ten, uit de Oude ofKloveniers Schutterye, Adriaan Pauw, Hendrik van Merken en Eg- bert Roelofszoon: uit de Handboogsfchut- terye, Jan Bethszoon Roodenburg, Arencl Korneliszoon Kool en Reinier Simonszoon van Nek, en uit de Voetboogsfchutterye* Herman Roodenburg, Klaas Reyerszoon en, Egbert Meinerdszoon. Onder deezen negen» waren vyf van de zes Perfoonen, die, in Auguftus des voorleeden jaars, ten gelyken einde, waren aangefteld geweeft. En dee- zen zes werden, ten zelfden dage, ontflaa« gen, met een Schrift, onder het Stads ze- gel , waarby zy, voor 't gene zy, in deeze hunne hoedanigheid, gedaan hadden, be- dankt werden, met belofte van hen voor alle zwaarigheid, die daaruit ryzen kon,te zullen bevryden (o)- De negen Perfoonen, Zy nee- den vyfden, door Burgemeefteren, zyndénienee- erkend (p),namen, kort hierna, ingevolge. nre^agt" van een belluit van Burgemeefteren en Raa-d^ehon" den,driehonderd,Hooftfchryft,honderd derdman fchamele ingezetenen aan van beiderlei Reli- aan. gie, om onder hen de Nagtwagt der Stede waar te neemen. leder van deeze luiden trok, voor
(m) L. j. Reaal ty Brandt T. Deel, f>l. 4+5.
(«) Refol. Vroedfch. N. z. 13, is Maart, 2,4 April \$66.
ƒ.72, ver/o, 73 verßy 77 ver/o, 7y. A. PAUW Relaas, l/l. 7, ByL U. 12. (p) Gioot-Memor. N, II. f. lil vtrft%
|
||||
344 AMSTERDAMS II. DeexJ
1567. voor 'ie^er nagt j een reaal, of drie en eea
halve Huiver, waarom zy den naam vaa
Reaal-Wagt kreegen. Doch deeze Wagt
Nog bleef niet lang in dienft (q). Voorts, werdt
vierhon- de Luitenant Bouwen Reyerszoon afgedankt:
derd fol- en fe Overfte over de voorheen geworven
fl2'1f Pil B
|
||||||||||||||||||||
gewor
ven» |
tweehonderd foldaaten, Willem Paulus van
ThenelTe , met eenen anderen Luitenant |
|||||||||||||||||||
voorzien. Lenaard Janszoon Graaf en A-
7end Jamzoon Koesveld, twee ryke en be- minde Burgers, werden, de eerfte tot Ka- pitein, de tweede tot Luitenant aangefteld, over vierhonderd foldaaten, die men befloo- ten hadt, van nieuws, te werven , en die terflond door hen aangenomen werden. Twee boots werden, de eene in 't Y, de andere in den Amflel op de wagt gelegd (r)* Doch alle deeze fchikkingen, door wel- ken men de ruft der Stede verzekeren wil- de, hielden niet lang fland. Door 't gant- fche Land, en te Amfterdam in 't byzon- der, vielen, eerlang, veranderingen voor, die eene geheel nieuwe gedaante gaven aan |
||||||||||||||||||||
'i
|
||||||||||||||||||||
de Regeeringe, gelyk wy, in de twee vol-
gende Boeken, zien zullen. ... (q) A. Pauw Relaas, hl. 7.
(r) Refol. Vroedfch. N. 2. 4, 5 April 1567. f. 7% , 75."
Hooft IV." Beek, hl. x+o, 141. |
||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||||||
'
|
||||||||||||||||||||
B Y-
|
||||||||||||||||||||
VU.Boek. .■ Geschiedenissen. 545
■ B Y L A A' G E m*é
Lr. A-
op bet II Deel, VII. Boek.
t ....
/te Koophandel op Engeland wordt over en voeder
vrygefield, by Plakaat van 'den 15 July des jaars 1566. By dèn Koning.
Men laet U weten dat alzoe onfe ambafTa-
deurs CommiiTaryfen ende gedeputeerde mit dien van onfer Zeer lieve ende Zeer bemin- de Zultere endenichte die Coninginne van Enge- landt leftmael geordineert om de dachvaert by- compfte oft convocatie in onfer Stadt van brug- ge te continueren nyet en hebben kunnen over- commen vereenigen ende accorderen van alle de gefchillen ende differenten die al noch refteren te vuy ten fliehten ende decideren op ende aengaende die tra&ateti van den entrecourfen ende handel van der Coopmanfchap tuflehen onfen nederlan- den ende den Coninckryke van Engelant ende die onderfaten van beyden zyden de zelve onfe ambafladeurs ende die van onfen voirn: Zufter ende nichte die Coninginne van Engelant op aen- geven van hare voorfz: gedeputeerde dat die on- fe de voorfz: convocatie zouden willen verlen- gen ende de voorfz: negotiatie vuytflellen tot onfer Compfte in onfen voorfz: nederlanden 't welck wy verhoopen cortz wefen zal off tot anderftont wy breeder ende volcomelicker ge- inforrncert zullen wefen van t geeae dat in de voorfz: lede convocatie gehandelt ende getrac- teert is geweeft de felve convocatie by gemey- ncn confente eyntelicken gefchorft geconti- nueert ode verlcncht hebben tottet tyttoedat Qs by
|
||||
mtf AMSTERDAMS Ge&h. II. Deel.
Uylaage DV ons ende de voorn: Coninginne off d een L*. A. van ons beyden by brieven gefignïïïeertzaï we- fen dat de vooriz: convocatie geeyndt zat zyn oft andersfins onfe racyninge ende intentie op de vooriz: geheele fiiïcke handel endenègotiatie verclaert zullen hebben ende midier tyt fal de vrye Coopmanfcap ende trafycke tulTchen onfe vooriz: nederlanden ende den Coninckrycke van Engelaut ende den onderfaten van beyden zy- den geconrinueert worden volgende de publicatie provifionael gedaen in den maend van JaniKuio X Vc vier en tfeftich ende fal de felve den vooriz: tyt geduerende by provifie in zyn volle cracht ende vigeur blyven hebbende voirts meer van beyden zyden beïoeft dat die onderfaten van d een ende d andere eerlicken vruntlicken ende "l^unflelycken van Wederzyden geträcteert zullen werden ende dat by ons ende der voorn: Conin- -ginne van Engelaildt goede ordene gefielt ende verfien fal worden om de Zee van roovers en- de diefvën te zuyvèren ende dair van vry énde veyl te houden énde zoe verre dat tegens de be- loeften ende Convention voirlz: yet gedaen wier- de fal dair inne terftont mit behoirlycke reme- die verfien worden wel verftaende dat de vooriz: prorogatie geeyndt wefende die Coopluyden veertien dagen tyts dair nae hebben zullen om hen te mogen vertrecken ende van huere goe- den ende zaken vryelicken disponeren. Gedaen in onfer Stadt van brufièle den xven dach van Jutlo xvc, -zeiTentzeftieh» |
|||||||
TWEE.
|
|||||||
|
|||||
247
TWEEDE DEEL. GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
AGTSTE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van''t jaar 1567, tot in het jaar 1575. TOt hiertoe, hebben wy het aanzien der Staat der
Gereformeerden , van tyd tot tyd , Gerefor- zien toeneemen, te Amfterdam. Zy had- "g6^"' den eerft vryheid van prediken buiten de fterdam. Stad weeten te verkrygen. Naderhand, dee- 1567. den zy zig de Minderbroeders-Kerk binnen de Stad afftaan, daar zy niet fchroomden, openlyk, het Avondmaal te houden. Doch het aanneemen van Krygsvolk door de Land- voogdefTe, en het verval van het Bondge- nootfchap der Edelen hadt,zo drahetrugt- baar werdt, geene kleine bekommering in hen verwekt. AdriaanPauw en anderen tekenen aan, dat veele Burgers , en zelfs eenigen uit den Raad, reeds in November of December des voorleeden jaars, met hun- ne goederen, ter Stad uit geweekenwaren, en zig te Haarlem, te Leiden, te Gouda, te Utrecht (a), en zelfs in afgelegener Provin- ciën, (*) A, Pauw Relaas, II. 4-
Q 4
|
|||||
**8 AMSTERDAMS IL Dee£;
'1567. cicn» onthielden. Hun werdt, by openbaa- re afkondiging van den derden Maart dee- zes jaars, belaft, binnen agt of veertien da- gen , te rug te keeren, op de verbeurte van honderd guldens. Ook werdt, ten zelfden tyde, aan allen Poorteren verbooden, zon- der verlof van Burgemeefleren, ter Stad uit te vertrekken (b). 't Verzoek om vrye Gods - dienft-oefening , welk de Gereformeerden deeden, in den aanvang deezes jaars (c)* toonde wel, dat zy bedug |