>MSÖtXWVClïWST^jH©**^^
|
||||||||||||||||||||||||||
ii-M^^Aaf^^^SiJS'»
|
||||||||||||||||||||||||||
Nssrjj^paiO"
|
||||||||||||||||||||||||||
J
■
|
||||||||||||||||||||||||||
■
I
|
||||||||||||||||||||||||||
1
■
|
||||||||||||||||||||||||||
! n
|
||||||||||||||||||||||||||
tt
|
||||||||||||||||||||||||||
■^^■■■■■1
|
||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
3ec.
|
|||||||||||
AMSTERDAM,
IN Z Y N Ë
OPKOMST^ AANWAS, GESCHIEDENISSEN,
VOÖRREGTÈN,KOOPHANDEL,
GEBOUWEN3
KERKENSTAAT, SCHOOL EN/
SCHÜTTERYE, GILDEN REGEERINGE,
BESGHREEVENj
DOOR
J A N W A G E N A A R9
|
|||||||||||
HISTORIESCHRYVER DER STAD.
ELFDE STUK |
|||||||||||
Te AMSTERDAM,
By V N T E M A en T I E B 0 E L,
M D G C L X V I I.
Met Privilegie van de Edele Groot-Mogende Heeren Staaten van
Hollsnd- en Weftfriesland. |
|||||||||||
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
DER RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHTj |
|||||||||||
Ëladz. 3
ZESDE DEEL. POORTERSCHAP, SCHUTTE-
RYEN , KRYGSRAAD, BE- ZETTING en VERMAAR- DE PERSOONAADJEN VAN
AMSTERDAM.
■*
EERSTE BOEK.
Poorter- of Burgerschap EN DESZELFSVOORREGTEN.
|
|||||||||||||||||
Wy hebben, in *t voorgaande vYFDEOm--
Deel, gehandeld van de Voor-8anë - tot regten der Stad in 't gemeen, en toen, tejjjjïj |
|||||||||||||||||
kennen gegeven, dat de Poorters en Wet-Van het
houders ook nog byzondere Voorregten had- Poorter- den , die afzonderlyk verdienden befchreeven rchaP |
|||||||||||||||||
te worden (a). Tot de befchryving derJJ.ae"d
|
aai.
|
||||||||||||||||
eerften, hebben wy dit Boek gefchikt. Het
verhandelen der anderen ftellen wy uit, tot het volgende Deel. De meefte Steden in Holland zyn, eerftAanlei-
in de dertiende eeuwe, voorzien van eene di"gto* afzonderlyke Regeering, die magt hadt, om j^^" Poorters aan te neemen, en Keuren temaa-vaupoot- ken, waarnaar dezelven geregeerd werden.terlyse »tZ Voor-
J regten.
(a) V. Deel, I. Boekj bl, j%.
XI. Stuk. A a
|
|||||||||||||||||
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
D£R RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT |
|||||||||||||||||
4 AMSTERDAMS Vl.DEEt,
Voor- 't Zy dat 's Lands Graaven, toen reeds, toe-
REGTEN leiden, om 't gezag der Edelen, door middel van Bur- fer gcecjen, te fnuiken , gelyk fommigen Ikgeze- willen (/;); 't zy dat de aanwas en welvaart t£nen. der Steden vereifchten, dat zy, op zig zel- ven, geregeerd werden, en dat de ingezete- nen zig, by zonderlyk, verpligtten, tot hand- haavinge der gerrreene welvaart. De Graa- ven verwagtten en genooten, van tyd tot tyd, merkelyke dienden van deeze Stede- lingen ; waarom ten hoogde nuttig was, dat zy dezelven, onder eene gefchikte Regee- ring, bragten, en, door 't verleenen van veele Voorregten, aan zig verbonden. Am- flerdam was ook niet lang tot eene Stad ver- heeven geweeft , of deszelfs ingezetenen, die, toen zy nog onder 't Stigt van Utrecht behoorden, reeds tolvryheid door Holland verkreegen hadden , verwierven verfchei- den' vryheden van 's Lands Graaven. De Poorterlyke vryheden werden zelfs uitge- breid tot zulken, die, buiten de Stad, doch binnen de Jurisdictie, woonagtig waren, en 't Poorterfchap verkreegen hadden; gelyk, onder anderen, blykt, uit eene tot nog toe ongedrukte A£te van den Hove Provinciaal, van den twee en twintigflen April des jaars 1522, welke wy, hier agter, onder de By- hagen ( c ) , geplaatfr. hebben. Van deeze Poorterlyke of Burgerlyke vryheden nu, en van de Perfoonen, door welken, en de wy- ze, waarop, zy verkreegen, en wederom ver^
(b) PVit gronden en Maxim. lil. Deel tCap. II, tl. 410.
{,) L'. A.% |
||||
IBoEK. POORTERSCHAP. 5
verlooren können worden, hebben wy voor, voor-
in dit Boek, omftandiglyk, en met de ver-regten eifchte naauwkeurigheid, te handelen, 't Ge- ^SB"^" bruik eener gefchreevene Vcrhandelinge over iNGEZE. het Amfterdamfche Foorterfibap , opgefteld temen. door de nette penne van wylen J a c o b u s Noordkerk, heeft ons in flaat gefield, om dit te beter te doen. Zy beruft ter Se- cretarye deezer Stede, daar de Schryver de poft van eerften Stads Klerk, eenige jaaren, loffelyk, heeft waargenomen. Burger en Poorter zyn benaamingen van Beteke-
eene en dezelfde betekenis, en zeggen bei-nis der de zo veel als Stedeling, 't Gqtiq wy nu eene ^oor'len Stad noemen, werdt, van ouds, een Burg ^p^ en Poort genaamd, van waar ook de naamen ttr. van Burgemeeßeren en Poortmeefteren geko* men Zyn, om dezelfde Regeerders der Steden te betekenen. De naam van Porte, Poirte, of Poort e voor Stad, is, inzonderheid, zeer gemeen, in oude Schriften (1). En 't be- hoeft (1) Men zie Melis Stoke,«! Flor. III., bl. 49.
Als men fefiicb fcreef ende Jeffe,
Quamen wet groter zwierneffe Die Vriefen van over Ottenfoett Gbewapent ÏAlcmaer in die Poert, Met groter menyen vermeten, Ende hebben dat Portkyn befeten: Die daer quamen ende waren betaden, Om dier Po&rt te flasn in fiadm en& In Jan \\., bl. 192»
Heer Gbye Jlappans omboet
Siwn Ncve ende der Poert Fan Middelburcb, En bl. ao$.
A3 Dis .
|
||||
6 AMSTERDAMS VI.Deel.
|
|||||
Voor- hoeft geen bewys, dat de naam Poorter van
regten den zelven is afgeleid, en 't zelfde als Bur- vANßuR-g0r betekent (d), fchoon men, milTchien, Ingfze- ^ier °^ ^aar' °°k m openbaare Hukken, het
T£N£w. woord Poorter gebruikt zal vinden, in de
betekenis van inwooner die geen Burger is; 't
welk men moet agten, by verzinninge, ge-
fchied te zyn. Daar van 't Burgerfchap en
de Burgerlyke Voorregten gehandeld wordt,
worden de woorden Burger en Poorter met
eikanderen verwiiTeld, en , zonder onder-
feheid, van dezelfde Perfoonen gebruikt (e).
Ondel-- De Poorters of Burgers van Amfterdam
fcheid zyn firiefcrUi. Veelen hebben hun Poorter-
de Am- fchap gekogt, en worden, hierom, gekogte
Jterdam- Poorters genoemd. Anderen hebben 't be-
fche huwelykt, en draagen den naam van behwvo-
Poorters. je p00rters: en wederom anderen zyn, van
Poorters, en in de Stad, gebooren, en heeten,
hierom, ingebooren Poorters. Men zou hierby
nog eene vierde foort können voegen, van zul--
ken,naamlyk, aan welken het Poorterfchap
gefchonken is. Doch alzo 't getal van deezen,
ten
(d) Zie Handv. *'• 174.
(e) Zie Handv. hl. 113, n<5.
Jpie Gravefcude hebben in bant
Sine Porte van Zericzee, Ende men Joude die Pokte niet mee Vüßen , dan fi gbeveß ware. Zie ook de oude Brieven, by Matthaeus Anal.
ïom. III. p, 259. ad Anonym, de Reh. UUraj.p. 106 en op veele andere plaatfen. Zelfs werdt, in 't La- tyn der Middeleeuwe, Porta, voor Stad, gebruikt. Ad alium portam , id efi ad Groningbe , Je convertebai leelt men, by den ongenoemden Urrechtfchen Schry- yer, door Mattbaeus uitgegeven, p, 5, |
|||||
I.B0EK. POORTERSCHAP. f
ten allen tyde, zeer klein geweeft is, en der- Voor-
zelver voorregten, genoegzaam, met die der regten gekogte Poorteren, overeenkomen, behoeft l^J^* men, op deeze vierde foort, niet byzonJer- iNGEZE. lyk,ftil te ftaan. Alle deeze Poorters genieten teken. üezelfde Voorregten, met dit onderfcheid- alleenlyk, dat fommige Voorregten , door de ingebooren Poorters, genooten worden, terflond na dat zy erkend en aangenomeii zyn; en, door de anderen, niet dan eenjaar na derzelver aanneeming ; gelyk wy , wat laager, toonen zullen. Ook gaat het Poor- terfchap van alle Poorters over op hunne Kinderen, behalve van de Joodfche Poorters, welker kinderen, zo wel als zy, verpligt zyn, het Poorterfchap te koopen (ƒ). De v Voorregten van het Amfterdamfche Voorreg-
Poorterfchap können in twee foorten onder ten den fcheiden worden: fommigen behooren alleen Poor^e- aan de Poorters: anderen hebben zy gemeen, ^ovAet- met de andere ingezetenen deezer Stede. lyk ei- Wy zullen 'er, zo vee* mogelyk zy, onder- &en; fcheidenlyk, van handelen. Onder de Voorregten, den Poorteren al- r I.
leen eigen, munt, byzonderlyk, uit de he~ z^ zFn» voegdbeid om, na eene geduurige zevenjaarige z<Lenisui. inwooning binnen de Stad, tot alle /Jmpten van rige in- Regeeringe, te können verhoren worden. By wooning, eene Handvefl van Hertoge Albrecht van Jjftvofied" den een en twintigftenjanuarydesjaars 1394 ampten [1395], was belaft, dat niemant hier Schout, van Re- Schepen of Raad, dat is,Burgemeeiter,zou grunge. zyn,
(ƒ) Zit den Joodfchen Pdorter-Cedul, in de Amfteid. Se«
cxetary, bl, joi. de* Drukt t(4» i7J7« A4
|
||||
8 AMSTERDAMS VI. Deel,
Voor- zyn, dan die Poorter was, en hier, flaede-
hegten lyck, fevenjaer langh , t" eynde een volgende, cERsßjsw" Sew"oond nadc (&)• En van dieI? £yd af, zyq
Ingeze- alle Poorters, die zeven jaaren hier gewoond, T£W£w, en de andere vereifchte hoedanigheden (2) hadden, bevoegd geagt, tot alle ampten van Regeeringe. Alleenlyk, werdt deeze be- voegdheid, in 't jaar 1652, bepaald aan het Groot-Poorterfchap, welk toen ingevoerd; doch by eene Keure van den vyf en twin«* tigflen Maart des jaars i6<58, wederom te niet gedaan werdt (£): waarna, volgens eene uitdrukkelyke verklaaring van twee Secre- tariiTen van Burgemeefteren, van den agt en twintigften January des jaars 1728, alle Poorters, gequalificeert om. Linnen de Provin* cie van Holland en IVefivriesland, e enige Amp- ten te bekleeden, naa eene continuek inwooning of Domicilie van /even Jaren, admijfibel zyn tot alle ampten van Regeringe , binnen deze Stad (i). H* De Poorters hebben, wyders , volgens Zy plag- verfcheiden' oude en laatere Keuren, voor
Jegtfte£n deezen, alleen regt gehad, om Poorters-Nee- hebben, ring te mogen doen, en in de Gilden ontvan- om aller- gen te WOrden. Niemant, zegt eene Keur te^Nee- van ^en -Jaare I4<5^' en met Poörters wringt
ring te doen, die geen poorter en is, op X pond (k). Doch
(g) Handv. tl. iij.
(h) Handv. bl. 124, tzs. e» hier voor II. Detl, XVII,
Jßoek, bl. IgJ. (i) fïroor-Memor. N. X. ƒ. 76. Handv. bl. nj.
(k) Handv bl. us. (2) Wy zullen, hier na (VIL Deel, I. Boek, §,
I.), nader onderzoeken, welke deeze andere ver- eifchte hoedanigheden zyn. |
||||
»
|
|||||
1
J,BoEK. POORTERSCHAP. 9
Doch wat Poorters-Neering zy, is, niet al- Voor»
toos, eveneens begreepen. Van ouds, hieldt rkgten men allerlei handwerk, beroep of bedryf, VAN^Bü^ welk tot een Gilde behoorde, voor Poorters- i^geze^ Neering. J-ïet doen van winkel,en het tap- tenen, pen zelfs, werdt, tot diep in de voorgaande doen: eeuwe, als Poorters-Neering aangemerkt,'t welk, en was aan allen, die geene Poorters of poor- ?a<Hr* tereflen waren, verbooden (/). Doch by ^„5. de boven aangehaalde Keure van den vyf en zins,tot twintigflen Maart des jaars 1668, waarmede dein" het Groot-Poorterfchap vernietigd werdt, wooners werdt hierin merkelyke verandering ge- gemeenf maakt. De jongde vergrooting der Stad, overge-' die, weinige jaar en tevooren, was aange- bragt is. vangen, deedt de Regeering bedagt zyn op de bekwaamde middelen , om inwooners herwaards te lokken. Ten dien einde, werdt niet alleen het Groot - Poorterfchap te niet gedaan, en allen Poorteren gelyk regt ge* laaten, maar 't Geregt verklaarde ook „ dat „ aan elk, die zig, naar waarfchynlykheid, „ eerlyk zou können onderhouden, vryftaan „ zou, zonder Poorterfchap te koopen, al- „ lerki Handwerken en Neeringen op te zet- „ ten, mids alleenlyk doende den eed van „ getrouwheid aan de Stad, in handen van „ Burgemeefteren." De voorgaande Keuren, hiermede ftrydig, werden te niet gedaan, •behalven alleenlyk 't gene omtrent de Joo- den was vaflgefteld (m), aan welken, by £ene Keure van den negen en twintigflen Maart
(l) Handv. hl. jj».
^m) Handy, kl, hj. |
|||||
fb AMSTERDAMS VLDeÜ
Voor- Maart des jaars 1632, alle Poorters-Neering
regten verbooden was (n); hoewel, aan fommigen, van Bur- fomtyds, was toegedaan, eene Suikerbakke- ïsllz* ry °P tere§cen W- De vryheid , in 't jaar
tenen. J668 verleend, gaf gelegenheid, dat veelen, op het doen van eenen eed van getrouwheid aan Bürgern eederen, waarvan hun een bl\k gegeven werdt, welk den naam kreeg van Ingezeten - Cedul, niet alleen verfcheidener- lei Winkelneeringen , behoorende tot de Groot- en Klein Kraamers - Gilden, aanvin- gen ; maar ook, in eenige Gilden van Hand- werken , werden aangenomen, of ten minde de handwerken oefenden, zonder Gildebroe- ders te zyn (p). Den Jooden zelven werden Ingezeten Cedulen verleend, om Comenys- of Vettewaariers-, Tappers- en Tabakswin- kel te mogen doen. Zy waren, al lang te vooren, tot zeker bepaald getal, op byzon« deren lad van 't Geregt, in 't Makelaars- Gilde aangenomen ( q ). Ook zyn eenigen hunner, federt, in 't Chirurgyns • Gilde, en tot Doctoren in de Medicynen en Apothe- kers ontvangen: 't welk, nog tegenwoordig, plaats heeft. Doch, in de vier laatdgemel- de gevallen, moeten zy 't Poorterregt ge- kogt hebben. OndertuiTchen , werdt de vryheid om, op bloote Ingezeten-Cedulen, of zelfs zonder dezelven (r), veelerlei Hand- wer-
. ■ ) ''j.i :;■■".
(n) Handv. bl. ijg.
(o) Handv. bl, 13g. (p) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern. 30 Janttary
T688. f. 266, Ingezeten-Boeken, N. u z. 3. (q) Handv. bl, 1063. Ir) Zie Handy, bl. uu. |
||||
IBoek. POORTERSCHAP. ij-
werken en Winkelneeringen te doen, zo ry- VooA' kelyk gebruikt, dat de Gilden daarby zeerufOTEN benadeeld werden; waarom de meeften ge- V*N BuR* raaden vonden, geene Gildebroeders aan te JJ0Ê2Ï neemen, dan die 't Poorterregt verkreegen tbmek. - hadden; gelyk de oude Ordonnantien mede- bragten. Men verftondt ook, door den tyd, dat de woorden, allerlei Handwerken en Nee- rmgen, in de Keure van den jaare 16Ó8 , volgens het oogmerk van myne Heeren van den Geregte , fcheenen te moeten gepaft worden, op allerlei Weeveryen en allerlei Neeringen, tot de Groot- en Klein - Kraa- mers-Gilden behoorende, ■ alleen; en dat de meening niet was, alle andere Handwerken en Neeringen, vryelyk, te laaten oefenen, door zulken , die geene Poorters waren. Van dien tyd af, is de vryheid, by de Keu- re van 't jaar 1668 verleend, genoegzaam altoos, met deeze bepaalingen,opgevat.De weevery , immers de Wollen- en Zyden- weevery, mag geoefend worden, door zul- ken , die geene Poorters zyn. Het Groot- Kraamers - Gilde , waartoe allen behooren, die de eile en koperen gewigt in hunne nee- ring gebruiken, laat ook elk wie wil, Poor- ter of geen Poorter, winkel opzetten, zo hy maar 't jaarlykfch Gildegeld voldoet, 't Klein-Kraamers-Gilde , waartoe de Vette- waariers, Kaarfenmaakers, Kaaswinkeliers , j en Graankoopers in 't klein behooren, laat gelyke vryheid, immers aan de minfl ver- mogenden ; fchoon de oude Ordonnantien yoor beide deeze Gilden vorderen, dat der- zel-
|
||||
1% AMSTERDAMS VI.Deel.
Voor- zelver Gildebroeders Poorters zyn (j). Zelfs,
hegten worden, federt veele jaaren, door zulken, vANßua- jje deeze Neeringen begeeren te doen * £ERS EN ,, T ° «i, , , *
Ingeze- zeer zeldzaam Ingezeten - Cedulen verzogt,
TfifflEW. of eenen eed van getrouwheid afgelegd. Doch de Inwooners , wyn , bier , Herken drank, of Koffy en Thee,in 't klein willen- de verkoopen, verkrygen daartoe eene Ac- te van verlof ter Secretarye, die aan elk, zonder onderfcheid, gegeven wordt. Men houdt een Regifter van allen, die deeze nee- ringen doen, voornaamlyk, op dat zy , by de Gaarders van 's Lands Impoft; aan wel- ken alle deeze waarenonderworpen zyn,be- kend zouden wezen. Wyders, hebben my- ne Heeren van den Geregte, na 't jaar 1668, uitdrukkelyk, vaftgefteld, dat fommige nee- ringen , als het Bierbefchooijen, het Glazen- Kannen- en Aarden werk verkoopen en het Boekverkoopen, niet dan door Poorters , zouden geoefend worden (t). HL Het oudfte en voornaamlte Voorregt der Zy heb Amfterdamfche Poorteren , waaraan geene ben Tol- andere ingezetenen eenig deel hebben, is de yfyjleid T o L v R Y H e 1D, in Holland , en, hier en land. " daar, buiten Holland. De Graaven van Hol- 1. land vorderden, oudtyds, aan verfcheiden* Van de oorden , eenen Tol van alle waaren , die beids voorky dezelven gevoerd werden. In de tollen, elfde eeuwe, hieven zy reeds eenen tol te Dordrecht; in de twaalfde, te Geervliet («), die, in laater' tyd, ook naar Dordrecht ver- legd (s) Handv. bl. i?ji, »33J«
(t) Handv. bl. 1191» 144J. Vervolg der Handv. bl. 78,
j>) Vadcil. Hift. 11. Deel, bl. 140, 237» *77.
|
||||
I-Boek. POORTERSCHAP. 13
legd werdt, daar hy nog ontvangen wordt Voor-
(y): voorts, al vroeg, te Spaarnedam, te regtei* Haarlem, en, federt, ook te Gouda , te ^sBEüjJ Schoonhoven, te Gorinchem, te Weesp, te iNGeze- Muiden, en op andere plaatfen. Zelfs is, te tgnen. Amfterdam, in de veertiende en vyftiende eeuwe, de Graaflykheids tol ontvangen (w), die egter, in laater' tyd, wederom van daar verlegd is. De Ingezetenen deezer Plaatfe, toen nog geene Stad, werden , in 't jaar 1275 , van deeze Hollandsche of Graaflykheids tollen vry ver- klaard (ff). En in 't jaar 1291, in 't jaar 1342, in 't jaar 14.20 [1421], en, federt dikwils, beveftigd in deeze Vryheid, welke, nogtans, in en na 't jaar 1342, toen Am- fterdam lang tot eene Stad verheeven ge- weeft, en aan Holland gehegt was, alleen tot de Poorters of Burgers bepaald werdt (31); die zelfs, volgens de Handveft van Graave Willem den XV. van den negenden December des jaars 1342 , jaer ende dagh Poorter gheweeß moeiten zyn , ende in der Poorten gewoont hebben, eer zy Tollen vry varen mogten (z). Volgens dezelfde Hand- veft, waren alle hare goeden, dat is, gelyk de oudfte Handveften van Floris den V. fpreeken , haer eyghene goederen , tolvry , zonder dat 'er eenige foorten van worden uitgezonderd. Doch men fchynt, door goe* de-
(v) Zie Groot.Plakaatb. IV, Deelt bl, 64.1, VI. Deel,
bl. 8ij. (wj Zie II. Dtel t I. Boel^t bl. %\. e» Hanclv. bl. Z5.
(x) Zit II. Dtel, I. Boel^, bl, 18. (y) Zie Handv. bl, io, 11$, 116. (fc) Handv. bl. 10. |
||||
14 AMSTERDAMS VI.DEÄtl
Vóór- deren, alleenlyk Koopmanfchappen te moeten
regten verftaan, alzo de Privilegien van Tolvryheid, vanBur voornaamlyk of eeniglyk, verleend zyn,tot Gers en bevordering van den Koophandel. Hierom teken. *s > altoos » ze^s vanTolvryen, tol gevorderd wegens Huisraad (o), waaronder, nogtans, geene boeken, fchilderyen, goud- of zilver- werk begreepen worden. En zulks ge- fchiedt, nog tegenwoordig (#), ook van het Huisraad van Perfoonen, die, van hier, in de hooge Collegien in den Haage, worden afgevaardigd, ten ware zy zig voorzien van eene byzondere Acte van Vrydom van de Heeren Gecommitteerde Raaden, aan wel- ken, federt het vernietigen der Rekenkamer van de Graafiykheids Domeinen, in 't jaar 1728, het bewind over de Tollen ftaat (c). En zulke Acten worden, doorgaands, aan de Gedeputeerden in 't Collegie der Gecom- mitteerde Raaden, op hun verzoek, verleend. 't Is, wyders, om 't even, of de goederen, te lande ofte water, voorby de Tollen of Tolhuizen , gevoerd worden. De Tolvry- heid blyft, in beiderlei geval, dezelfde. ^ Doch behalve de Graaven, vorderden ook Van den verfcheiden' byzondere Heeren, in Holland,
Wafle- tollen, van welker meeften de Amfterdam- ?±T' 1 ^e P°orters °°k vry verklaard zyn. De
'oudfte van deezen was de Wassenaer*
sehe tol, die, in de veertiende eeuwe of
eerder, door de Heeren van Waffen aer,
Burg-
(4) Zie Bort van de Domeinen, in x,yne Weiken, II.
Deely bl. i%$. verg. Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl. <Sjl. (b) Gemeene MÜlïven N. IX. f. lis verfo.
(c) Zie Gioot-Plakaatb. VI. Deel, bl. si+f gaf, «at.
|
||||
I.B0EK. POORTERSCHAP. i$
Burggraaven van Leiden, van de Graaflyk- vboü-«
heid ter Leen gehouden, en te Alfen, en rfgtem elders ontvangen werdt (d). De Stad kogt VAN BUI*- zig, in 't jaar 1360, vry van deezen tol, gJJ^ voor twee en dertig ponden Hollandfch, in teken. 't jaar. Alleenlyk, bleef zy verpligt, de tol- len , die, in de drie Jaarmarkten, te Vlaar- dingen, te Voorfchooten, en te Valkenburg, van wege den Heere van WalTenaer, gehee- ven werden, te voldoen (e). De Waflenaer- fche Tol is,na 't uitfterven van den ouden ftam van WafTenaer, wederom gekomen aan de Graaflykheid, en wordt nu te Haarlem, te Gouda, en aan de Goudfche fluis, by Al- fen, welke ik, reeds op't jaar 1284, ver- meld vind (ƒ), ontvangen. De Poorters van Amfterdam, by eene Handveft van den zes en twintigften May des jaars ,1480, ne- vens die van eenige andere Steden, in de vrye vaart door de Goudfche fluis, beveiligd geworden zynde (g), zyn ook nog vry van deezen Tol (h). Men vindt 'er eene Lyft van, in 't Groot-Plakaatboek (i). Jan van Blois, Heer van Schoonhoven en 3.
van der Goude, verleende den Poorteren ^fn.rde van Amfterdam, in 't jaar 1367, ook vryheid t0[j^c van alle zyne tollen in Holland,BLoisciiE tollen genaamd; de Marktollen te Gou- da (d) Zie Sentent, van den Hoogen en Provinc. Raede, bl.
57*. Hantlv. van Kcnnemetl. /</ V4, 9«. (f) Haiji!.y. bl. 127, il«.en hier voor II. Deel3\l,B«<$j
bl. HS-
(f) Zie MlEBÏS Chaitetb, I. Deel, hl. 44J.
(g) Handv. bl %$. [40.]
(h) Zie Groot-Plakaatb. III. Detl, bl. 7JI.
(i) UI. Deel, bl. 755, |
||||
ió AMSTERDAMS VtJhiU
Voor- da en te Schoonhoven uitgenomen; waar«
v^C voorde Stad hem, jaarlyks, vier Keulfche o^s en" Mark Lodlchs of Luikfch divers betaalert Ingeze- moeft (*)• Hertog Albrecht beveiligde de frjïWEN. Stad i die hem zonderlinge dienften gedaan hadt, in 't jaar 1398, toen Guy van Cha- flillon, Graave van Blois, de laatfte uit dee^ zen huize, overleeden , en zyne Heerlyk- heden wederom aan de Graaflykheid ver- vallen waren (/), in deeze tolvryheid, haar zelfs de vier mark 's jaars kwytfcheldende, In de Handvefte, hiervan verleend , wordt geen byzonder gewag gemaakt van de ver^ pligting tot het voldoen der Markttollen te Gouda en te Schoonhoven; waaruit fchynt te volgen , dat Pïertog Albrecht beoogd heeft, onze Poorters ook van deeze tollen vry te verklaaren (in). Jan van Blois heeft niet alleen den naam gegeven aaneeneLand- ftreek by Gouda; maar ook aan een aan- zïenlyk gedeelte van Kennemerland of Ken- nemergevolg, welk tot zyne Heerlyke goe- deren behoorde. Het wordt, federt, het Baljuwfchap van Blois genaamd. In de Ste- de ßeverwyk, die tot de Heerlyke goede- ren van Blois behoord hadt, wordt,nog te- genwoordig, een tol ontvangen O), van welken onze Poorters, uit hoofde der aan- gehaalde Handveften, vry gehouden wor- den* lil
(k) Hartclv. il. ijg,
(l) Zie H. Deel, H. Eoe^ bt. igj.
(*n) Handv- bl. \i9.
(n) Zie Groot-Plakaatb. V. Deel, bh 9ii,
|
|||||||
^jm^
|
|||||||
___
|
|||||||
tBoEK. POORTERSCHAP. i?
In 't begin der vyftiende eeuwe, vorder-Voor-
den de Graaven van Holland Markttol- restje LEN te Heusden en te Woudrichem, GPRS EN van welken de Amfterdamfche Poorters , Lnqezb-, door Hertoge Willem van Beijeren, in 't teken. jaar 1409, ten eeuwigen dage, werden vry 4. verklaard (0). Te Heusden, worden nog van <te een Landtol en een Watertol (f); en w-JJjj*'* Woudrichem, vier markttollen gevorderd ; Heusdea van welke allen, de Amfterdamfche Poor-en te ters vry zyn (q).. Woudri- De voorgemelde WafTenaerfche, Ëloifche n*
en Heusdenfche en Woudrichemfche tollen , yan5'f-|en die, van ouds, aan byzondere Heeren be- ßeeften- hoord hadden, zyn , federt, allen in den en Roer* boezem der Graaflykheid gekomen, en heb to1, ben reeds tot de Domeinen der oude Graa- ven behoord gehad. Doch in Holland, worden nog een Beesten- en Roertol gehee- ven,welken ik niet vind, dat, ten tyde der oude Graaven, ingevoerd ge weeft zyn. Men vordertze * federt omtrent twee eeuwen, te Hoorn, te Enkhuizen, te Edam, te Weesp, te Muiden , te Spaarnedam, en elders. Ook omtrent Amfterdam, aan de Diemerbrug, en aan Zeeburg , alwaar Beeften worden aangevoerd. De Beeflentol beftaat in eenige penningen van ieder ftuk vee, en de Roer* tol in een blank van ieder fchip, waarmede het vee wordt aangebragt (r). Van deezen Bees-
(o) Handv. bl. «9.
(/>) Groot-Phkaatb. V. Duel, bl. 944. 947.
(q) Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl, 039,640. (r) GrootPlakaatb. I. Deel, k»l. ISJ4, is$6* lil. Qcelt bl. 7S°. IV. Deel, bl. 6JÖ. V. Deel, bl, $}». XI. Stuk. B
|
||||
ig AMSTERDAMS VI.Deel.
|
||||||||
Beeflen- en Roertol, zyn de Amflerdamfche
Poorters, uit kragte der oude Privilegien, insgelyks, vry. Doch te Gorinchem wordt, behalve den
Graaflykheids Toi, van welken onze Poor- ters vry zyn, van 's Zondags voor Pinkfte- ren, veertien dagen lang, een Markttol ge- heeven, van ouds, door de Heeren van Ar- kel, ingefleld, en de Arkelfche Markttolge- naamd, van welken, die van Amsterdam niet vry zyn; hierin gelyk flaande met die van Haarlem, Delft, Gouda en andere Plaatfen (s). In den eerflen opflag, mag dit,met re- den , vreemd fchynen. Gorinchem en 't Land van Arkel hadden wel, van ouds, aan byzondere Heeren behoord; maar waren, federt het jaar 1412, aan de Graaflykheid van Holland gehegt (?): en Hertog Jan van Beijeren hadt, in 't jaar 1420 , beloofd, dat de Amflerdamfche Poorters vry zouden zyn van alle tollen, die hy ende die Graeflykheyt van Hollant toen hadden, of naemaelshygen zouden (u). Doch men moet weeten, dat de Stad Gorinchem deezenArkelfchen Markt- tol in erfpagt bezit (v); zo dat dezelve, ge- voeglyk, kan worden aangemerkt, als niet tot de Graaflykheids Domeinen behoorende; waarom niet te verwonderen is, dat Plaat- fen , die anders van de Graaflykheids tollen vry zyn, deezen betaalen moeten. Men
|
||||||||
VoOR-
REGTEN van Bur-
gers EN Ingeze- tenen. Doch
niet van den Ar- kelfchen Markt- tol. |
||||||||
(s) Zie Groot-Plakaatb. IV. Deel, II. Ä40.
(t) Vadert. Hift. III. Deel, bt. 388. (u) Handv, bt, iz6. (vj Muniment-Regifter, N. 16. f. S41, |
||||||||
IBoek. POORTERSCHAP. ïp
Men heeft, fomtyds, in overeenkomft met Voor-
de oude Tol - Ordonnantien, beweerd, dat rsg'ten de Tolvryen in 't gemeen, en dus ook de ^JJ ™*' Amflerdammers, te Gorinchem , en te iNGeze- Schoonhoven, onvry waren, wanneer zy de tenen* Rivieren afkwamen met goederen, die, be- Verdere neden Keulen of Wezel, aan den Ryn, of bepaalln- beneden Venlo, aan de Maaze, gelaaden wa- ^ojvrv* ren (10)» Doch 't gefchil, hierover , met heid. Amiterdamfche Poorters gevallen, is, nu en dan, by 't Hof van Holland, in voordeel van dezelven, uitgefproken (x). Maar van de Gabellen, fomtyds ook Tollen genaamd, die, door gantfch Holland, ten behoeve van Steden, Genootfchappen of byzondere Per- foonen, tot onderhoud van wegen, paden* vaarten, Huizen en bruggen, geheeven wor- den , is niemant vry, uit hoofde der alge- meene Privilegien van Tolvryheid. De Re- geering van Amlterdam heeft ook, in vroe- ger' tyd, vergeefs, getragt, haare Poorters, uit kragte deezer Privilegien, te doen ont- heffen van de inkomende en uitgaande Reg- ten (y); hoewel 't haar,ten"tyde der laatfle Graaven, fomtyds gelukt is, het Congie- of Verlof geld op het uitgaand Kooren te doen affchaffen (2;. De Amfterdamfche Poorters, genot wil- vvyze
ïende trekken van het Privilegie van Tol- van 't
vry. verzoe-
(») Zie Groot Plakaatb, I. Deel, koL ijso. lV.Deel%bl.
«3«. en hier voer, Iï. Deel , IV. Boet^, bl. 41g. (x) Regift. van diverfe Sentent. berußende ter Secretarye,
ƒ• *•
(y) Zie II. Deel, IV. Boek^, bl. *ol.
(x,) Handv. bl. 6'», 69, 89. en hier voor, II. DeeltlV*
Beeldt bl. 4ï7. v. Boekj L>t. 470, 480, 509, VI. Bfckj, bl, ja, 71» B »
|
||||
20 AMSTERDAMS VI. Dm;
Voor- vryheid, begeeven zig, met hunne Poorters-
itEGTEN of ßurgers-Cedule, voor Burgemeefteren; die van Bua- jlun ^ zo Zy ingebooren Poorters zyn, ter- Ingeze* ^onc^» en zo zy behuwde of gekogte Poor-
TENEN. ters zyn, wanneer zy doen blyken, reeds jaar ken en en ^aS»voor P°°rters erkend geweeft te zyn; verke ter Secretarye, een' of meer 1 oibrieven doen 11 en van verleenen. Vooraf, moeten zyegter,voor lolbrie- ßurgemeefteren, by eede, of, zo zy, hierin, wegens hunne geloofsgezindheid, zwaarig- heid maaken, met waare woorden , in de piaatfe van eede, verklaaren „ dat zy gee- i, ne goederen van onvryen, op hunne Tol- „ brieven, voorby 's Lands Tollen , zullen „ laaten voeren." 't Welk een der vier pun- ten is, die de Tolbrieven inhouden moeten. De anderen drie zyn „ dat de eigenaar des „ Tolbrjefs Poorter deezer Stede is; dat hy „ zulks, jaar en dag, geweeft is, en dathy ,, 'er nogblyftwoonen:" alles overeenkom- £tig met de algemeene Tol - Ordonnantien van Koning Karel van den dertienden May des jaars 1518.(0), aan welken men zig, hier en elders, in t verleenen van Tolbrie- ven, federt, altoos gehouden heeft. Doch alzo het afleggen van eenen eed, by 't ver- zoeken om Tolbrieven, hier ter Stede, voor dien tyd, niet plagt te gefchieden, en ook, in de oude Privilegien van Tolvryheid, niet gevorderd wordt, werdt, in de Tol brieven, die, in overeenkom!!: der Ordonnantien van 't jaar 1518, worden verleend, eene foort van
(a) Zie Groot - Plakaatb. I, ZW, ^«/. 1540» U4*- V.
ßetlt bl. 9S7' |
||||
LBouk. POORTERSCHAP. 21
van Proteflatie ingelaft, die nog, in alle Tol- Voor-
brieven, gevonden wordt, en aldus luidt: reüten welverflaande, alzo deeze Tolbrief niet is na q*ns "J ouder gewoonte ; maar navolgende de Ordon- inGeze« nantie van K. M. \_Koningklyke of Keizerlyke teneS» Majefteif] , eertyds, oj> 2}w To/tew van Zee- land (3), gemaakt, zo proteßeert deze Stede •ooorsz., da? zy nogtans dit doet unvermindert dezer Stede Privilegien en Vryheden , die den inhoude van dien zouden mogen contrarierenib). De Tolbrieven du uren niet langer dan een jaar, en moeten, na verloop van het zelve, wederom vernieuwd worden: 't welk, niet * al-
(fc) Zie Amfterd. S«cretaty hl. 190. des Druly van 17 J7.
(3) ?t Schynt vreemd, dat hier alleen van de Or-
donnantie op de Tollen van Zeeland gewaagd wordt, daar de Ordonnantien van den jaare 1518,naar wel- ken , de Tolbrieven zyn ingerigt, zo wel voor de Tollen van Holland era Friesland, dat is, Weftfries- land, als voor die van Zeeland, gefchikt waren. Of zou hier alleen van de Tol - Ordonnantie voor Zee- land gefproken worden, om dat de Steden van Hol- land ,"en Amfterdam in 't byzonder, de Tol-Ordon- nantien, voor Holland, Zeeland en Friesland, toen dit Formulier vanTolcedulen ontworpen werdt, nog niet hadden aangenomen ; fchoon zy, door 't Hof, waren afgekondigd? (Zie Repzrtar. der Placmten enz. des Hof's van Holland bl. 6.) Hoe't zy ; in't jaar 1519, was 'er eene byzondere Tol Ordonnantie voor Zee- land uitgekomen, uit XXXIV. Artikelen beftaande; waarnaar de Tol van Yeerfikeroord geheeven werdt. ZieSmalleqange Cbron vanZeeland, bl. 166. En in eene Sententie van den Hove van den dertienden No- vember des jaars 1555, vindt men, van wege den Tollenaar van Spaarnedamme, vermeld,dat de Tol- Ordonnantie van den jaare 15:8, eerfl twee jaaren te vooren, in Amlterdam, afgekondigd was. Zie Sententien van dsn Hoogen en Provinciaalen Raadetb[. 140. »3
|
|||||
!
|
|||||
22 AMSTERDAMS VI. Deel.
Voor- alleen in deTol-Ordonnantien van den jaare
regten 1518, maar ook reeds by de Handveft van VANBuR-Graave Willem den IV van den jaare 1342 Inghzk- gevorderd wordt (c). Een Poorter moet, ymm. by zynen Tolbrief, een Handfcbrift voegen, inhoudende, welke goederen hy Tolvry be- geert te vervoeren. Zo hy, by geval, ver- zuimd heeft zynen Tolbrief mede te geeven, plagt de Schipper of Voerman, van ouds, te rug te moeten, om dien te haaien (d). Doch eene Tol-Ordonnantie van den jaare j 625 en 't gebruik laaten nu toe, dat men, om de jeis voort te zetten, den Tol uit- fchiet; die, daarna, op vertooninge van den Tolbrief, binnen drie, of, zo de eigenaar buiten 's Lands is, binnen zes maanden, te rug gegeven wordt (e). Aan de Jooden, mids zy jaar en dag Poorter geweeft zyn, worden, zo wel als aan de Chriftenen, Tol - brieven gegeven. Zy zyn Tot hiertoe, fpraken wy van de Tolvry - ook, hier heid der Amfterdamfche Poorteren in Hol- en daar, jancj# Doch zy genooten, al van ouds, ook buiten' eenige Tolvryheid buiten Holland, met naa- Hoiiand; me, in 't Stigt van Utrecht, in Overyflel, en als te Staveren in Friesland; waar vanwy, ins- gelvks, kortelyk, handelen moeten.
1. ' De Amfterdamfche Poorters waren, reeds In'tStigtjn de veertiende eeuwe of eerder, Tolvry Yfn , in 't Stigt van Utrecht, wanneer zy, met hunne Koopmanfchappen, van bo- ven , nederwaards kwamen; doch opwaards vaa-
(c) Hand'/, hl, 10.
(dt Handv. tl. rt. (e) Zie Giöot-FIakaatb. III. Deel, bl. -ju. |
|||||
",
|
|||||
Ï.Boek. POORTERSCHAP. 23
vaarende, niet verder dan tot Reenen toe. Voor-
En in dit Voorregt, werden zy, door Da- regten vid van Bourgondie, Biflchop van Utrecht- ™nBur- den een en dertigften January des jaars 1478, ingeze- beveftigd (ƒ). De Inwooners der Stad U- tenen. trecht waren egter, in 't jaar 1316, door Graave Willem.van Henegouwen, aan de tollen in Holland , onderworpen verklaard (g). In zeker oudRegifter, vervattende ee- ne Ordonnantie op het Tolregt te Utrecht, wordt nader verklaard, dat die van Amfter- dam, op Stigtfch regt, voeren, en half ga- ven , tot Geyn of op te Vaert; doch te U- trecht, vry waren (A). Ook heeft men be- wys, dat zy te Wyk te Duurftede tolvry zyn (0- De Steden Amfterdam en Utrecht zyn ook, in 't jaar 1583» met eikanderen, overeengekomen, dat de eene Stad de goe- deren der andere niet meer bezwaaren zou, dan van ouds, en tot dien tyd toe, gebrui- kelyk g€weeft was (k). Doch deeze over- eenkomt zag niet byzonderlyk op de Tol- len ; maar, voornaamlyk of eeniglyk, op der Steden Excynzen. Het Kapittel van S. Maria, te Utrecht, heft eenen tol te Schen- kenfchans, de Marientol genaamd, die, oud- tyds, te Smidhuizen, plagt te leggen ; in 't jaar 1318, van Smidhuizen, naar Emmerik, en in 't jaar 1635, van Emmerik, naar 's Graa- venweerd , of Schenkenfchans, verlegd werdt.
(f) Handv. bl. iz9.
(g) Vid. Matth. de Nobilitate, Libr. II. ƒ>. 310.
(b) Handv. hl. 130. (») Certificatie in 't Vertrek der Thefamtet Oude Laade
K. /-'• J J. (k) Handv. bl, 66. Jo 4
|
||||
H AMSTERDAMS VI. Deel;
Voor- werdt. In 't jaar 1741, weigerde een Am.
hegten fterdamfch Burger en Beurtman op Wezel vanBur- Meezen tol te voldoen. Doch men zag, hier, Ingezet geene kans, om hem, met regt, in de tol- tenen, vryheid te handhaaven (/). 2- Met de Overys'selsche Steden,
vflMVer" dampen > Deventer en Zwolle , heeft de aise' Stad Amfterdam ook overeenkomften ge- maakt , in gevolge van welken, haare Poor- ters, aldaar, insgelyks, eene bepaalde Tol- vryheid genieten. Wy hebben, reeds by eene andere gelegenheid, aangemerkt, dat Burgemeefreren van Amfterdam, in 't jaar 1475, fchreeven, dat zy, toen, zelfs bo- ven merifchen geheugen, Tol vryheid in O- veryflel genooten hadden. Wy hebben, te gelyk , den oorfprong deezer Tolvryheid naargefpoord (m); waartoe wy den Leezer te Kam. wyzen. Wy voegen 'er, alleenlyk,by, dat pen. ook, uit oude Poorterboeken , blykt , dat onze Poorters, van ouds, voor tolvry, te Kampen, erkend geweeft zyn (»). Ook hebben die van Haarlem aldaar het zelfde voorregt gehad; doch bepaaldelyk, ten op- zigte van kooren, hout en bier (o). On- dertuflchen, is, met Kampen, dikwils, ge- fchil geweeft, over deeze Tolvryheid (p). Doch de twee Steden zyn, onlangs, over- eengekomen , dat de Poorters van Amfter- dam (/) Mifllven van Decan en Capftmle van S. Marien x^»
3, 16 Ofiob. en ig Nov. 114t. berußende ter Chanerkamer, en Stads Mifliven, N. XXIX. p. ios. (m) I. Deel, I. Bee^t bl, t. II. Deel, XI. Bf>e{, t/, gp.
(n) Eoorterhock N. 1. in 't begin van 't Boek^.
(*) Privileg, van Haarl. bl. 3«+.
(p) Stads Mifliven N. XXVIll. f. ig^vtrfo, tjg. N.XXIX.
f, $ü. N. XXXi, p. as. *i. XXXII. ƒ>. io j, ie+. |
|||||
»
|
|||||
I.BOEK. POORTERSCHAP. 15
dam de aloude Tolvryheid te Kampen ge-Voor-
nieten zouden, mids zy hunne Tol-cedulsregten toonen , en daarnevens, fchriftelyk , Ver-VANBua* klaaren, dat de goederen hun,in eigendom, ^H^. toebehooren; waartoe de Verklaaringen der tenen. Schippers niet voldoende geoordeeld wor- den (q). De Stad Deventer heft, van ouds, te De-
eenen zogenaamden Kater- of Koter-10/, van vei^er« welken, de Regeering van Amfterdam, by meer dan ééne overeenkomft, flegts eene bepaalde vryheid, voor haare Poorters, heeft können bedingen (r). Van de gefchillen, oudtyds, over 't betaalen van deezen Tol, gevallen, hebben wy, elders (V),uitvoerig- lyk, gehandeld. Men vindt eene Ordon- nantie op den zelven van den jaare 1Ó96, in Dumbars Kerkelyk en fVereïdlykDeven- ter, bl. 469. Eindelyk, is de Stad iVmfter- te Zwol* dam ook, op den dertienden Maart des jaarsle* 1469, met de Stad Zwolle, overeenge- komen , dat onze Poorters, aldaar, van den zogenaamden Biflcbops-Tol, die Zwolle in Erfpagt hadt, zouden vry zyn \ mids die van Zwolle ook, hier ter Stede, niet hoo- ger bezwaard werden, dan de ingezetenen zelven (f). De Stad Staveren in Friesland, 5.
zig, in de veertiende eeuwe, begeven heb-te Stavc- bende onder 't gebied der Graaven van Hol- ï,en' m
° , , 1'nes- land, huid,
(<}) Mitïïve der Stad Kampen van 6 Maart 1761. berus~
tendt ter Charterkamcr. (r) Handv, LI 157. O) 11. Deel, II. Boe{f bl. 12j enz,, ij2 enXf, 168,
(tj Handv. bl, ijo. B5
|
||||
so* AMSTERDAMS VI.Deei.
Voor- land, en in 't jaar 1353, den Biffchops-tol
regten aan zig hebbende genomen, verklaarde, ter- ^sBEüNR-ftond, de Poorters der vrye Steden in Hol- ÏNG£ZE- *and. tolvry , by eenen Brief van den ne- T£wen. gentienden Juny des gemelden jaars, die, met Stads zegel, zynde een Koggefchip, e- ven als dat van Amfterdam, bezegeld werdt. Amfterdam begon, toen reeds, aanzien te krygen onder de Vrye Steden, waarom de oorfprongkelyke brief, die aan Hertoge Wil- lem gerigt is, alhier bewaard werdt. Hy is nog, in de Oude Kerke («), voorhanden, en, in de jongde uitgaave der Handveflen (v), te leezen. De Koopluiden deezer Landen in 't ge-
meen , en die van Holland in 't byzonder, zyn, nu en dan, ook met Tolvryheid bui- tens Lands, met naame in Zweeden , be- fchonken (w). Doch alzo deeze vryheid Amfterdam, en vooral de Amflerdamfche Poorters niet in 't byzonder aangaat, zullen wy 'er hier niet op ftilffcaan. IV. De Poorters deezer Stede hebben , by De Wet- eene der oudfle Keuren, het voorregt ver-
houder- leggen 9 dat het Geregt zig hunne zaaken trekc\ig aantre^ ■> wanneer zy, feenigen tyde, buitens hunne " Lands, verongelykt zyn; in de eerfte plaats, zaak aan, ten hunnen behoeve, fchry vende aan de uit- zyanbu7-r neem^cne Regeeringen; en zo, op dit fchry- tens ven, geen goed regt volgt, ook verlof tot Lands, Schäverhaalinge verleenende aan de veron- veronge- gdykte Poorters (x): welk laatfte,nogtans, y tj ° wel («) Laadt XVIII.
(v) BUdx,, 130.
(n>) Handv. hl, 131, 133,
(x) Keuib. A. ƒ. 6.
|
||||
LBoEK. POORTERSCHAP. 27
wel onder de Regeering der Graaven (y) ; Voor. doch na dien tyd, zeldzaam of nooit, ge- reote^ |
||||||||||||||||||
fchied is. Op dit voorregt, fleunt het ver V
|
Gi'.RS EN
|
|||||||||||||||||
zoek om Brieven van Foorjchryvmge aan uit- lNCRZE.
heemfche Regeeringen , die , federt veele tenen. iaaren,door Burgemeefteren, verleend wor- 0m 's den Wanneer ook, van ouds,een Poorter, Lands om''s Lands fchulden , buiten der Stede, ^n bekommerd of gearrefleerd werdt, moeit hy, merd volgens een belluit der Vroedfchap van den worden, derden September des jaars 1^9*1 °P Stads koften, wederom bevryd worden (s). En zo Poorters eikanderen, buitens Lands, op eenigerhande wyze, verongelykten, werdt zulks beregt, als of het, hier ter Stede, ge- fchied ware (a).
By de Handveft van Hertoge Albrecht v.
van den vyftienden Maart des jaars 1387 ^m^ [1388], aan die van Amfterdam, met Am-gen;mis. Heiland en Gooiland in't gemeen, gege ven, daad, was verklaard „ dat, zo iemant misdaan binnens mögt hebben, de Graaf, of zyn Baljuw, i™*£* |
||||||||||||||||||
Ï7
5>
|
||||||||||||||||||
of iemant van 's Graaven wege, hem daer w°rdm
|
||||||||||||||||||
voor zouden befchuldigen, binnen eenenjaer aange-
" nae dien dat die breucken gbefchiet waren, fproken. ", of die breucken zouden quyt we/en, ten waer dat hy binnen dier tyt voorvluchtigb tvaerQ))" En dit Voorregt wordt, by de Handveft van Hertoge Willem van Beijeren van den vier- den November des jaars 1411, op Poorters deezer Stede gepaft, met deeze woorden: Waert
|
||||||||||||||||||
(j) Zie II. Deel, IV. Boekj bl. 1*6.
(£,) Keurb. A. ƒ. ij. (*) Handv. bl. i?fl. lb) H3»dv. bl. 71. |
||||||||||||||||||
y
|
||||||||||||||||||
28 AMSTERDAMS VI.Deel.
Voor- Waert dat eenigh van den aenghenomen Poor-
REGTEN teren teghen ons te voor en ghehreuckt hadde, CERs m datJou<te hy ons beteren naer den Recht van Ikgeze- onzen Lande, daer die faecke gefchiet waer, tenen, ende des Joude men hem van den breucken, al- daer, binnen den eerßen jaere daer naefi vol- ghenden, aenfpreecken met rechte, ofhy Joude daer af quyte wefen (<;)• De Vroedfchap heeft ook, reeds in 't jaar 1557, op 't voordraa- gen van Burgemeefteren, beflooten, deeze Handveften, in de zaake van eenen Cornelis Lambertsz,, met allen ernft,tegen den Schout, te handhaaven (d). Volgens de aangehaalde Handveften, is, naamlyk, de Schout ver- pligt, eenen Poorter, wegens begaane mis- daad , binnens jaars, in regte te betrekken, mids de misdaadige niet voorvlugtig zy; zo hy anders zyn regt tegen den zelven niet verliezen wil. Sommigen meenen nogtans, dat fchuldigen aan zwaare misdaaden, ook als dezelven, verfcheiden' jaaren geleeden, begaan zyn, in regte, mogen aangeiproken worden (e). Vï# De Amfterdammers hebben, nevens die Zy m'o- van Amftelland en Gooiland, by de aange- gen niet haalde Handveft vanden jaare 1387 [1388], bekom- 00jc y^^ggen n dat zy, om geene zaaken, »och ge- » door 'sGraaven Baljuw, of iemant anders, vangen „ van 's Graaven wege , te gyfel gedaagd, gehou- ^ gevangen of bekommerd, noch aan lyf of den ^o'"" ëoe^ gehinderd mogen worden, zo lang zy zy borg „ borg können ßellen, dat zy regt verbeiden können %ul-* flellen. (c) Handv. bl. ui.
(d) Rpfol, Vroedfch. N. I. 21 Oftob. 1557.
(e) Zie Boei. Amfteid. Poortcuegt, bl. 6$.
|
||||
tBoEK. POORTERSCHAP. 29
„ zullen tmet zulk een borgtogt^als Schepenen v'00*-
„ befcheïdenlyk dunken zal (ƒ)." En van beuten1 dit Voorregt hebben Burgemeelleren enVANBuRj Raaden niet verzuimd, gewag te maaken, ^ge^! toen zy, op bevel des Hertogs van Alva, teken. in 't jaar 1570, de geregtelyke Couflumen deezer Stede in Crimineele zaaken aan't Hof van Holland opgaven (g). De Secretaris Rooseboom , van het zelfde Voorregt fpreekende, zegt, dat een Poorter niet mögt bekommerd worden, wegens eenige misdaa- den, uytgefeyt nochtans moort, moortbrant, vrouwenkracht, raroof en andere dcliföen, by het voorsz. Privilegie geëximeert (£). Doch, in de aangehaalde opgave der Couflumen in Crimineele zaaken, wordt deeze uitzondering niet gevoegd by het Voorregt, om borg te mogen ftellen, als men de hegtenis ontgaan wilde; maar by het Voorregt, om binnens jaars, wegens misdaad, in regte te moeten worden aangefproken (i). En 't gene met reden vreemd fchynen mag, in de Hand- vefte zelve, volgt de uitzondering op geene van beide deeze voorregten; maar ftaat, in 't flot van den Brief, in deezer voege: Uyt- gefeyt Moort, Moortbrant, Vrouwen verkraft, Raeroof', ende die hem teghens onfe Lyffet met ghewapender handt, ende die misdede binnen de Raeßoet van orifen Reygherbroeck ter Ouder Aniflel, ende an onfe Konynen in Goylandt, ende anders niet — datfouden wy berechten, met
(f) Handv. bl. 71.
(g) Handv. bl. 568.
(b) Recueil Cap. XL. Num. $4. bl, aoa.
(ß) Handv. bl. jö«. |
||||
30 AMSTERDAMS VI.Deel,
Voor- met onfe Heerlyckheyde (k). Uit welke laat-
REGTEN fte woorden, ik eerder befluite, dat de uit- ^15^'zondering valt op de regtfpraakvan Schepe- Ingeze- nen j waarvan, maar even te vooren, zo wel tenen, als in 't midden, en in 't begin der Hand- veile, gefproken was, en die Hertog Al- brecht wilde, dat over alles gaan zou, be- halven over de zeven genoemde punten. Schepenen deezer Stad hebben den Poorte- ren het voorregt, om zig, door borgtogt, te bevryden van de hegtenis, meer dan eens, laaten genieten; gelyk by de Stads Regiflers blykt (l), Wy hebben ook, by eene andere gelegenheid, verhaald (tri) , hoe de Oud- Burgerneefter en Raad, Cornelis Pi e- terszoon Hooft, t'eenigen tyde,ver- klaarde, dat de Vroedfchap deezer Stad zig, altoos, trouwelyk gekweeten hadt, in het voorftaan van dit Privilegie. Doch diezelfde Vroedfchap hadt, reeds in 't jaar 1592, ver- ftaan, dat het Privilegie Iigtelyk misbruikt kon.worden,en daarom dienfliggeoordeeld, deszelfs waare meening nader te bepaalen («): 't welk ik egter niet weet, tot nog toe, ge- fchied te zyn. Ondertuifchen, is nog, by de Ordonnantie op de manier van Procedeeren voor 't Geregt alhier van den jaare 1656, en by deJmpliatieóerzelve van den jaare 17207 vaftgefteld „ dat de Hoofdofficier niemant, „ die, over zaaken van gemeene middelen „ gevonnifr, zynde, borg ftellen kon voor |
|||||||||
\
|
|||||||||
(k) Handv. bl. 73.
(i) Confeffieb. N. VII. ƒ. ij8, 193, ijij verft.
(m) II. Deel, XIII. Boek, bU 3°7-
\nj Zie II. Dtel9 XI. Btt^ kl. 8g,
|
|||||||||
I.BOEK. POORTERSCHAP. 31
't gewysde, in hegtenis neemen, of hou- voor-
' den zou; maar dat zulk een, terflond na regten " 't flellen van borge, zou moeten ontflaa-™sbeu*" „ gen worden; behalven in zaaken van Exe- lNGEZE. " cutie, of daar eenige lyfftraf plaats hadt(o)." tenen. In andere gevallen, heeft de Regeering ook, nog voor weinige jaaren, gevorderd, dat een gevangen Poorter, die borg flellen kon, be- hoorde te worden ontflaagen (p). De Poorters hebben, hier ter Stede, ook, VIL
van ouds, het voorregt gehad, dat zy, omfy kon- doodflag, of eenige andere misdaad, niet meer. ^ ? dan 't lyf, en zeker gedeelte hunner goederen niet meer verbeuren konden. Wy hebben , over dit dan hun, Voorregt, reeds by eene andere gelegen-^deenrd heid (q)9 eenige aanmerkingen gemaakt, pond uit welken wy hier niet herhaalen zullen. By hun goed de Handveft van Graave Willem den IV. verbeu. vandenjaare 1342, was gefteld „ dat eenren- „ doodflaager, gegreepen wordende , zyn „ lyf verbeurde; doch maar twintig pond „ Hollandfch uit zyn goed, ten behoeve van „ den Graave (r)." Vrouw Margareet ver- klaarde nader , in 't jaar 1346 „ dat een „ Poorter, eenen doodflag doende buiten de |
|||||||||||
Stede, en met de Maagen des gefneuvel-
den verzoend zynde-, der Graaflykheid niet meer fchuldig zou zyn dan tien pond wegens boete, en tien pond ter Landwin- ninge (s)" of verkryginge van Vryheid, |
|||||||||||
om
|
|||||||||||
(») Cap. X!II. Jin. IV. Handv, bl. 6zs , 617.
(p) Stads Miffiven, 2V*. XXXI. p. 178» 18*, 189. (q) II. Deel, II. Boekjt bl. 107. (r) Handv. i/. 11. (*; Handv, 4/. 135. |
|||||||||||
32 AMSTERDAMS VI.Deëi.
Voor- om in de Stad weder te keeren, of te blyven
regten Woonen. Doch Hertog Willem van Beijeren, Iers en z*£. met zyne Moeder verzoend, en den
ïflGEZE- twift der Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen, T4N£N. voor eenen j tyd ten minfte, nedergelegd heb - bende, bepaalde, in 't jaar 1355, naar 't fchynt, met oogmerk, om vrienden en maa- gen te fterker aan te zetten tot bewaaringe der herftelde Vrede, „ dat een Poorter van „ Amfterdam, die zyn Lyf met regt ver- ,<> beurd hadtjtot de helft van zyn eigenlyk }, goed toe, zou mogen verbeuren; doch „ meerder niet (f)." Hertog Albrecht maak- te hierin egter eenige uitzondering, by de Handveft, in den jaare 1387 [1388], aan Amfterdam, met Amftelland en Gooiland in 't gemeen, verleend, verklaarende „ dat een „ doodflaager honderd pond verbeuren zou; „ en dat, zo 'er meer dan één aan den dood- „ flag handdaadig waren, zy elk zeftigpond |
||||||||||||
zouden verbeuren, zig, daarenboven, in
beiderlei geval, met de maagen des ge- fneuvelden verzoenende. Doch zo de dood- flaager , op heeter daad, gevat werdt, |
||||||||||||
^ verbeurde hy 't lyf, en niets uit zyn goed.
„ En zo iemant,in Amfterdam,aan vrede- „ braak fchuldig geworden was, zou hy zyn „ lyf, en de helft van zyn goed verbeuren, „ zynde dit, volgens deeze Handveft, het „ hoogfte , welk iemant, om cenigerhande „ zaaken, verbeuren kon (a)." Eindelyk, verklaarde Graaf Willem de VI., Hertog in
|
||||||||||||
(t) Handv. bl. xif.
{») Handv. bU 71,7*» 7J«
|
||||||||||||
LBoEk. PÖÖRTÈRSCHAP. 33
in Beiieren, by eene Handveft van den een vöör- en twintigften Maart des jaars 1404 [Hos], JJ™», , dat niemant der Poorteren van Amlter- geRs ^ dam, 't zy hy 's Graaven Dienaar wa-lNGEZE. " re of niet, voortaan, om eehigerhandéumus. " zaaken of breuken, meer verbeuren zou, ; dan zyn lyf; ende hundert pont vanfynen ! goede («)," door welke verklaaring, de voorige Privilegien, in zoverre, veranderd werden,dat,voortaan, het goed van éeneri Poorter, die 't lyf verbeurd hadt, om gee- nerlei misdaad, tot meer dan hónderd pond* verbeurd verklaard Zou worden. De Wet- houderfehap van Amfterdam verftondt zelfs, in 't jaar 1570, datiemant, opfimpek Mt* aaph gegreepen wordende, volgens de Hand- veft van 't jaar 1342, niet meer dan't lyf eri twintig pond uit zyn goed behoorde te ver- beuren («). Ook zegt Willem de VI. al- leenlyk, dat een Poorter niet meer dan tlyf en honderd ponden verbeuren mögt; 't welk niet verbiedt, dat men hem minder mogÉ laaten verbeuren. Men heeft, wyders, dë Handveft van Willem den VI. altoos zo ver- ftaan, dat de Woorden, zyn lyf te verbeuren, niet alleen zien op het daadelyk verliezen vatt het lyf; maar ook gepaft moeten wordert op misdaadigen, die, voorvlugtig zynde, niet aan den lyve geftraft, maar gebannen worden (x). En dit komt overeen met de oudfte Handveft, wegens dit Voorregt Vet- leend*
(v) Handv. bl. ij.
(w) Handv. bl. s<i*. f
(x) Zie Rooseboom Recueil Ca\>. XL. ». 10. *>u i«f« w
tiiei voor, II. Deel, VI. £««<» *'• *7. XL Stuk. C
|
||||
^^^—■^ni
|
||||||
34. AMSTERDAMS VI.DEF.t.
Voor- leend, in't jaar 1342; waarin, na de ver-
iiEGTEN klaaring, dat een doodflaager , gegreepen vanBur- wordende, zyn lyf en twintig pond verbeu- Ikgbze! ren zou, deeze woorden volgen; Ontruymt tenen, hy, ende wort hy ballinck ghemaeckt als recht is, fo füllen wy hebben van zynen goede XX. pont Hollandts (y). Voor 't overige, heeft de Regeering, doorgaands, zelfs ten tyde van Karel den V. en Fïlips deii II., toen men verftondt, dat de misdaad van gekwet- fle Goddelyke en Menfchelyke Hoogheid, waaronder ook de zogenaamde Kettery be« greepen werdt, met het lyf en al de goede- ren , zonder aanzien van eenige Privilegien, moefl geboet worden; veel werks gemaakt van de handhaavinge van dit Voorregt. Ook zyn hier verfcheiden' vonniïTen geveld, o- vereenkomltig met het zelve (z). Doch het is van geen byzonder gebruik meer, na dat 's Lands Staaten, op den eerften May des jaars 1732, de verbeurdverklaring van goederen, 't zy geheel of ten deele, om welk eene misdaad het ook zyn moge, die van gekwetfte Hoogheid zelve niet uitgezon- derd, voor altoos, hebben afgefchaft (a). Die, ondertufTchen, van dit aloude voor- regt meer begeert te weeten, leeze de uit- voerige Verhandeling van TobiasBoel Junior, genaamd dmflelredams Privilegie en Poorterregt, raakende de verbeurte van lyf en goed, in 't jaar 1713, in't licht gegeven. Eer
*■
(y) Handv. hl, n.
(z.) Confeffieb. N. VII. ƒ. i©8, IS« v*ff9. N. VUL/.
+z verfo, K (a) Zie Groot-Plakaatb. VI. &eelt bl. S77*
|
||||||
________________________«________.______ÓMi___lJ___m.
|
||||||
I.Boek. POORTËRSCHAP. $$
Eer wy van dit ftuk, geheellyk, afflappen, Voör-
merken wy nog, met een enkel woord, aan, regten dat het Voorregt, aan Amfterdam, met Am- ™SB™* ftelland en Gooiland in 't gemeen, in 't jaar iNGfczE. 1387 [1388], verleend „ dat Kinderen hetTENEM. „ goed hunner Ouderen > by derzelver lee- „ ven, niet zouden mogen verbeuren (£),'* niet zo ver fchynt te moeten getrokken wor- den, dat het Geregt geene geldboeten, die > door minderjaarige Kinderen, verbeurd wa- ren , van de Ouders zou mogen vorderen. Immers, is, tegen het affchieten en afftee- ken van vuurpylen, voetzoekers, klapbofTert en ander vuurwerk, hier ter Stede, meer dan ééne Keur gemaakt, waarby vaftgefteld is, dat ouders en voogden, voor de onmon* dige, die onder hun bewind ftaan, zullen moeten boeten en verantwoorden (c). Eindelyk, hebben de Amfterdamfche Vut.
Poorters ook het Voorregt, dat hunne wet- P.u^ne tige Kinderen, na hun overlyden, in't Bur- können* ger-Weeshuis komen können. Doch van de na hun * jaarenen andere hoedanigheden, in deezeoverly.# Kinderen vereifcht, hebben Wy, in de Zte-^£n,ill,t fchryvinge van het Burger-Weeshuis (d), om- huis ftandiger gewaagd. Wyders, moet men hier, komen* nogtans, in gedagten houden, dat de Re- geering zig ontflaagen agt van het onder- houd van Poorters-Kinderen, wanneer de Vader zig, met der woon, buiten de Stad begeven heeft (0- _ Tot (b) Handv. bl. 71.
(c) Zie Handv. bl. g«i. en hier vootj II. Deel , XIV*
Moekj bl. 394., (d) III. Deel, IV. Boek, bl. jïJ-
(O Stads Miflïyen, AT. XXX, bL iöo. |
||||
wmmmmm
|
||||||||||||||||||||
mmmmummmumm
|
||||||||||||||||||||
■"■
|
||||||||||||||||||||
36 AMSTERDAMS VLDeel.
|
||||||||||||||||||||
Voor-
regten VAN BUR
GERS EN Ingeze-
tenen. |
Tot hiertoe, gehandeld hebbende van de
Voorregten , den Amfterdamfchen Poorte- ren byzonderlyk eigen, gaan wy nu over tot zulken , die zy, met andere ingezete- nen der Stede, gemeen hebben. |
|||||||||||||||||||
Voorreg- Onder deeze Voorregten, komt, in de
ten der eerfte plaats, in aanmerking de Vryheid, die Poorte- dg ingezetenen in 't gemeen, zo wel als de andere P°orters, tegenwoordig, hebben, om zekere Inwoo- handwerken en neeringen te mogen doen. neren, in Wy hebben van deeze Vryheid hier voor meen. (f ^ reec*s SewaS gemaakt: en voegen 'er
l/ hier alleenlykby, dat de ingezetenen der Stad Vrye in 't gemeen, van ouds, ook, vryelyk in de viflchery Zuiderzee hebben mogen vijjchen, mids zig ont- |
||||||||||||||||||||
en vrye
vaart naar en van de Stad. |
||||||||||||||||||||
houdende van de Overyflelfche kutten, en
den mond der ftroomen, in die Provincie 0?)- Ook hebben ingezetenen en Poorters |
||||||||||||||||||||
niet alleen, maar vreemden zei ven vryheid,
om, met hunne fehepen en goederen, door 't Vlie en 't Marsdiep, of't gat van Texel, te komen tot voor de Vryheid der Stad, en wederom, van daar, de zeegaten uit te zei- len , zonder onderweg te mogen bekommerd worden 5 moetende zulken, die iets op hen te zeggen hebben, hen, deswege, voor 'c Geregt deezer Stede, aanfpreeken : over- eenkomftig met de Handveflen van den zeftienden January des jaars 1399 [1400], en den een en twintigften Maart des jaars 1404 [1405]. Zelfs was, in eene Handveft van
(f) Bladx., 9.
(g) Handv. bl. jo, ai, 2t, en hier voor, II, />■«/,* VL-
JBae^ bl. Z3 enz. |
||||||||||||||||||||
LBoeK. POORTERSCHAP. 37
vanden zes en twintigften September desVooR-
jaars 1399, aan zulke Koopluiden, die, op>*EG™ de reize naar of van de Stad, bekommerd of JJJJ™7 beroofd werden, vryheid gegeven, om ge~iNGEZa, weid met geweld te keeren(^). De oudfte tenen. Keuren (f), en eene verklaaring der gant- fche Regeeringe en Poorterye van den twee en twintigften December des jaars 1498 (£) beveiligen dit Voorregt, enkelyk verleend tot bevordering der Scheepvaart en des Koophandels deezer Stad. En de Regeering heeft zig, in gevallen van bekommering van fchepen of goederen, tuflchen deeze Stad en Texel, in de voorgaande eeuwe en in dee- ze , meermaalen, met eenen goeden uitflag, op het zelve beroepen (/). Den Poorteren vanAmfterdam is, byHand- H«
vefte van de jaaren 1342, 1401 en H^jJ^'SJf' het voorregt verleend, om nergens benoorden ten Lan- de Maaze, of, tuffchen de Maaze en de Zype, de, be- ten platten Lande, in perfoon of goederen, "oor; te mogen bezet ^bekommerdoï gearrefieerd wor- Maaze den (?h). Doch in beflooten Steden, daar eenig te mogen Poorter gebreukt heeft, of daar zyne goe- bekom- deren gevonden worden, ftaat zulks vry («).m^ Onder 't gene benoorden de Maaze in Holland legt, is ook het gantfche Noorderkwartier deezer Provincie begreepen: en ten opzigte van
(h) Handv. bl. ij.
(i) Handv. bl. ^9S. (k.) Zie hiervoor, II. Deel, IV, .Bo«^, bh 40a.
tl) Refol. Vroedfch. N. «s>. 2 Maart 16+6. ƒ. 97. Stads Miffïven, N. XI. ƒ. u«. N. XXVI. ƒ. 14., 44, verf«. (m) Handv. bl. 11,14» »34» 4+7. Mieris Chaitctb. IV,
titel, blt fifii. (n) Zie U. Deel, II. Baek.^ bl. 1I9,
C3
|
||||
^^—^mmm
|
|||||||
38 AMSTERDAMS VI,Deel,
Voor- van Waterland in 't byzonder, was, reeds
hegten in 't jaar 1350, verklaard, dat die goede Lu ■ vanBur-^ van Amfielredamme vrye en quyt varenende Ingbze- ^rew zouden met haren goede, onbelet ende on* 3-ejïen. becommert (0): welke verklaaring, veelligt, ook op de Tolvryheid ziet, waarop wy de- zelve , elders (p), hebben toegepaft. In de Stad zelve, mag geen Poorter, in perfoon of goederen, gearresteerd warden, ten wa* re hy op misdaad betrapt wierdt, of verdagt wa*e van devlugt te willen neemen,of zyne goederen te willen verduifteren (q). En deeze Poorterlyke Voorregten heeft het be- lang des Koophandels ook doen toepaffen, op alle ingezetenen zonder onderfcheid; die, door Burgemeefteren der Stede, ten allen ty* de, en zelfs, reeds in 't jaar 1474, tegen den Baljuw van Egmond (r), by dezelven, gehandhaafd zyn (Y). Ook is, op den een en twintigften July des jaars 1676, by Sen- tentie van den Hoogen Raade, verflaan, dat Burgers van Amffcerdam, ten platten Lan- de , in perfoon noch goederen, arreflabelzyn (f). Doch, behalve in de reeds gemelde ge- vallen, wordt ook, by Schepenen, arreß toegeftaan op Poorters of Inwooners en der- weiver goederen, indien dezelven Trekkers, Intrekkers, of EndofTanten van WifTelbrie- ven zyn, die, by mangel van acceptatie of foe-
(«) Handv. hl. 24.
(p) II. Veel, II. Boek^y hl. 1*J.
(q) Handv, hl. «ij.
(r) Groot Memor. N, I. ƒ. lo.
(s) Muniin. -Rcgift. N. 16. f. 33<t 372 verfo. RoOSf>
jlOOM Recueil Cap. XL. n, z6, 27. hl. 200. W. V. ALPHEN fapegaay,ll. Dcet, bt. 39J, 359. (t) Sententie, berußende in 't Vertrek der Thefaurie n
#ientcc Laadt C. &, Y, $é |
|||||||
i
|
|||||||
I.BOEK. POORTERSCHAP. 39
betaaling, behoorlyk zyn geprotefleerd, envooR-
door hen niet voldaan worden; of indien zy, regten WiïTelbrieven geacceptwelhebbende,dié zy VANßUR- van Nonbetaalinge hebben doen pmefteeren^ iN,jEZE. dezelven weigeren te voldoen , na datze, tenen. met Contrepotefi van den Trekker, te rug gekeerd zyn (u). Ook gedoogt men, dat zulke Poorters- of Inwooners-goederen ge arrefieerd worden, waarop de Arreßant be- weert regt van eigendom of Hypotheecq te hebben (v). Eindelyk, is, in't jaar 1570, by de Vroedfchap, verdaan, dat zelfs een Poorter, en veel meer nog een Inwooner, gearrefleerd mag worden, zo, hy borg ge- bleeven zynde, voor de voldoening van 't gewysde, ten lade van eenen gearrefteer- den vreemden; de gearrefteerde daarop uit het Arreft ontflaagen en vertrokken is, zon- der aan 't vonnis voldaan te hebben (10). De goederen van eenen Poorter, 't zy m.
onroerende of roerende, mogen, uit krag- Niet te te van Schepenen- óf Weesmeefters-Kennis- m°g<~n fen, of andere Brieven van verband, Äc!!2t-S regt van parate Executie hebben, niet geëxe- teerd, dan cuteerd worden, dan na voorgaande Loos- en na voor- Eigenpandinge (x), ten ware zulk een Poor- £aan<?e . ter van de Loos- en Eigenpandinge afftand an lng' gedaan hadt; in welk geval, men, met het doen van Sommatie en Renovatie, kan vol- ftaan (y). En 't gebruik heeft ook dit Voor- regt
(u) Zie hier voor,IV. Deel, III. Boe^t bl, -f44» 44J.
(■v) Handv. bl. 61$. (n>) Handv. bl. ij9, 446. •
. (x) Handv. bl. 111.
(jt) Handv, bl. 615.- C4
|
||||
4Q AMSTERDAMS VI.Dee£,
Voor- regt aan alle ingezetenen gemeen gemaakt,
ïïegten In welke andere gevallen, men, zelfs om» ^NB™"trent; Poorters en Inwooners, niet tot Pan^ CEBS EN ,. ,« . *
Iwgeze- ding verpligt is; maar kort en onvertoogen,
stenen, of Zeevaardig en Vhofoaardig of Flatvaardig regt, gelyk het, oudtyds, genoemd werdt (2), vorderen kan , hebben wy, by eene andere gelegenheid (a), aangeweezen. IV". By eene der oudfte Keuren, is vaftge* fte/aan- ß^, dat een Poorter, regt zoekende bui* leg, niet ten der Stede tegen zynen Medepoorter , buiten de tien Pond Hollandfch, en daarenboven zyn Stad te Poorterregt, den tyd van tien jaaren agter- fhfkUe" een» verDeuren ZQU QÖ. En uit deeze Keur worden, re, ziet men, hoe zeer 'er de Regeering, al van ouds, op gefield geweeft zy, dat alle zaaken binnen der Stede beregt, en par- tyen niet voor eenen anderen Regter be- trokken werden. Ook heeft men hier, aK toos , zeer geyverd voor de handhaaving van het Privilegie de non evocando, of om niet buiten de Stad, immers niet ter eerfier aanleg , in regte betrokken te worden ; zelfs tegen den Graaflyken Raad , of het Hof in den Haage; niet flegts ten opzigte van Poorters; maar van alle ingezetenen, die hier ter Stede iet verbeurd hadden, zonder onderfcheid (c). Amflerdam heeft dit Pri- - vilegie, met andere Steden , en met het Land
(%,) Handy, bi, in, jio.
(u) Zie V. Deel, \, Boek], bi. lof.
(ik) Keurb. A. ƒ. I«. Harjdv. hl. 13 6,
(cj Regift. van diverfe Senrent. f. s-u Refol. Vroedfch,
>?. 1. 9 Sept. 1$^. Groot-Memor. N, I. ƒ. %%t verfo. Zie «o^hier voor, IF. Öttl, V. Doek., bi, 4$;, yi. Boek,, hl. 10*. Xlll. Boik^ bt. 307, |
||||
IBoek. POORTERSCHAP. 41
Land van Holland , gemeen. Doch 't zal Voor-
niet ondienflig zy n, de bewoordingen, waar- regteh by het der Stad verleend is, een weinig na-v,ANsBu*- der dan wy, elders (rf), gedaan hebben, te inceze, over weegen. Zy luiden, in de Handveft van tehen. denjaare 1342, aldus: Voort wat gefchiede binnen der Vryhede van Amftelredamme, dat fal berechten onfen Schout met den Schepenen van binnen, daert tegen onfen Heeriyckheyt niet en draget of flrydt ( e ). In gevolge deezer Handvefte, möeft al wat binnen de Vryheid verrigt werdt , 't zy door eenen Poorter, ingezeten of vreemden, voor de gewoon- lyke Regtbank van Schout en Schepenen van binnen, dat is, in de Stad, gebragt en beregt worden. In de Handvetl van den jaare 1387 [1388], aan Amfterdam , met Amftelland en Gooiland in 't gemeen, gege- ven , wordt dit Privilegie, op meer dan eene wyze, ten kragtigfle, beveiligd. Voorts, fo Julien wy, leeft men daar, in 't begin, of on/e Baïliu of Rechters een iegelyk recht ende vonnis, doen van allen faecken, nae vonnfjeder Schepenen, ende recht ende coßume des Landts, binnen der Stede of Dorpe, daer die faecken gefchietfyn. En wat laager, na 't voordraa- gen van eenige andere punten; in alle wel- ken, gefield wordt, dat de Geregten der Plaatfen , over doodflag, vredebraak en an- , dere misdaaden, oordeelden , vervolgt de Ruwaard, in deezer voege: voort f00 en fal die Balliu noch Rechter niemant, gevolgelyk, no.Qh
É
(d)U Ort/j II. Bte\j bL 1J7.
(fj Handy, tl. ui. C 5
|
|||||
•
|
|||||
A
|
||||||
42 AMSTERDAMS VI. Dm.
Voor- noch ingezeten noch Poorter, daghen van
KEGTEN breucken uyt der Stede ofte Dorpe, daer die van Bur- breucken gefchiet zyn, maer daer berechten, nae Jngeze- vonniffe der Schepenen (f). Niet minder na- T£W£W, drukkelyk, fpreekt Hertog Willem, Albrechts Zoon, in de Handvefl van den vyftienden July des jaars 1409: Item. f00 f al onfe Schout van onfer Stede voornoemt ■*—- — altoos die Breucken berechten —r— , die binnen derzelver onfer Stede gejehien füllen (g). 't Is, onder» tuflehen, waar, dat Graaf Willem de IV., in de Handvefl van den jaare 1342, eenige zaaken van de regtfpraak van Schepenen uitzondert, als hy verklaart, dat alles, wat binnen de Vryheid gefchiedt, daartoe be- hooren zou , daert tegen zyne Heerlyckheyt niet en draget. En welken deeze zaaken wa* ren, zegt Hertog Albrecht, uitdrukkelyk, in de Handvefl van den jaare 1387X1388], te weeten , Moort , Moortbrant, Frouwen verkraft, Raeroof, ende die hem teghens onfe lyffeP met ghewapender handt, ende die mis- dede binnen den Raefioet van onfen Reygher* broeck ter Ouder AmjteL ende an onfen Kony* nen in Goylandt ende anders niet (h). Wy heb- ben elders (i), tot opheldering deezer woor- den, reeds eenige aanmerkingen gemaakt. Wy voegen 'er hier, alleenlyk, by, dat het woord Raeroof genoegzaam zo als wy 't, na anderen , verklaard hebben, verklaard wordt, in eene Handvefl van den zelfden Her*
(f) Handv. bl. 71, 72.
(l) Handv. bl. 2.
(h) Handv. bl. 73. I
(f) Ü.Detl, ll.ßoti, bl. 117.....
|
||||||
'
|
||||||
I.BOEK. POORTERSCHAP. 43
Hertog Albrecht, in het zelfde jaar, aan die Voor-
van Waterland gegeven: waarin men leeft: regten Raroof,dat is te verflaen ,foo wie eenen doodenVA®Bvs.' man beroofde, ende dat zyn bename; of wie ?ER,S ^w , , J r \ ■ r 1 1 1NGEZE-
een dooden man wt onjen Lande tn een ander tenen.
Lant voerde: of iemant van der galghe of van genen rade name, buyten oorlof van ons of van onfen Bailliu: of foo wie kercken beroofde (&). De zeven genoemde punten verftonden de Graaven dan, dat hunne Heerlykheid, of Graaflyk gezag, byzonderlyk, hoonden, en daarom wilden zyze, gelyk Hertog Albrecht, in de Handvefl voor Amfterdam, met Arn- ftelland en Gooiland, fpreekt, berechten met hunne Heerlyckheyde (/), dat is, met hun- nen Raad, die, voor 't meerder gedeelte;, uit Heeren en Edelen beftondt (4J. Doch 't fchynt, dat de Graaflyke regtsoefening o- ver de zeven gemelde punten, immers over eenigen derzelven, niet veele jaaren ftand gehouden heeft. Schepenen van Amfterdam hebben, ten mïnfte, dikwils, regt gedaan over moord , brandftigüng, kerkroof, en diergelyke misdaaden (w): 't welk moet doen vermoeden, dat de Graaven, na 't jaar 1388, ook de regtfpraak over de uitgezonderde pun-
(O Handv. van Wateil, bl. XXX. v*rj. Polit, Regeer, van
den Briel, bl. 33I. (I) Handv, bl. 7?.
_ (m) Zie de Confeiïie- en Sententieboeken en Confuje«. tien van Schepenen van 24 Nov. 17J6. §. js. bl. «, (4) Doe maect men daer des Graven Raet
Dietmgbenfie en tie r'jcfle Heeren , leed men reeds, by Melis Stoef, in Jan den I.
|
||||
44 AMSTERDAMS VLDeee;
Voor- punten, aan de Geregten der Piaatfen, heb-
regten ben overgelaaten. En zo ik my niet bedrie- vANBuR-gCj iszuiijs, ten opzigte van Amflerdam, Ingeze- gefchied, by de aangehaalde Handvefte van testen, den vyftienden July des jaars 1409, in dee- ze woorden: Item foo fal onfe Sehoüt van on- fer Stede voornoemt, die nu is of naemaelstie- fen fal, altoos die breucken berechten, kleyn ende groot, booghe ende laghe, die binnen dsr zelver onfer Stede gefchien Julien, finder eenigb toefeggen van onfen Balliu van Amflerlant ende van fVaterlant, of van ymande anders van on- fer wegen (n), 't Was hier, zo ergens, de plaats geweeft, om van eenige uitgezonder- de punten gewag te maaken. Doch men ziet, dat de Graaf alle breuken, hier ter Ste- de voorvallende, fielt aan de gewoonlyke regtfpraak binnen de Stad. Ook blykt, uit eene andere Handveffc van den zelfden Graa- ve van den vierden November des jaars 1411, dat hy zelfs de breuken, tegen hem verbeurd, beregt wilde hebben, ter plaatfe, daar zy waren voorgevallen (0). . Wanneer men nu onderflelt, dat de pun- ten , waarover de Graaven, van ouds, de regtfpraak aan zig behouden hadden, by de Handvefl des jaars 1409, wederom aan de regtfpraak van Schepenen onderworpen ge- worden zyn, zal men te ligter begrypen kön- nen, waarom Hertog Filips van Bourgondie, de regtfpraak over eenige zaaken willende aan zig trekken, in eene Handvefl van den (n) Handv. il. z.
(o) Handy, bl. m. |
||||
kB0EK< POORTERSCHAP. 45
jaare 1452, aan 't Land in 't gemeen gege- vooa-
ven, geheel andere punten uitgezonderd regte« heeft, dan Hertog Albrecht en andere Graa- VA^sBp^' ven, te vooren, uitgezonderd hadden (/>). iNGezê« Doch zyne Handveft werdt, in dit opzigt, takeiï. wederom te niet gedaan by het Groot-Pri- vilegie van Vrouwe Maria, beveiligd by de Handveft van Maximiliaan en Maria van den jaare 1480, en behelzende „ dat de Staaten j, en Landen, in 't Huk der Evocatien, by „ derzelver oude Privilegien blyven zou- „ den (f)." In laater' tyd, onder de Re- geeringen van Karel den V. en FilipsdenlI., werden, gewiflelyk, alle zaaken 'zonder on- derfcheid, ook zulken, waarover de Graaf, oudtyds , de regtfpraak aan zig behouden hadt, gelyk Zeeroof, Reeroof^rouwekragty Moord, Moor dhr and, Sodomie, en zelfs Con- fpiratie, Oproer, valfche Munt enz. binnen de Stad beregt; zo als, uit de Inftruëtie voor den Schout van den jaare 1564, af te nee- men is (r). Alleenlyk, zonderde men toen de misdaad van gekwetfte Goddelyke en menfchelyke Hoogheid uit van de gewoonly- ke regtfpraak der Steden. Doch het Hof erkende, zelfs toen, dat, in geene andere gevallen, eenig Poorter uit Amfterdam ge- ügt, en naar den Haage vervoerd mögt wor- den (j). In de opgaave der Privilegien en Couftumen, aan 't Hof van Holland, van den
(p) Zie Handy, bl. 7$. en hier voor, II. Deel, III. B*et,
bl. 24?. (q) Handv. bl. 79, 8j.
(r) Handv. bl. 101. (s) Refol. Vroedfch. N. I. 9 Sept. ij**, z* Nev. w+
Mtrg. Li. H.H. IJ K«v. 172.7. f. ztf*. |
||||||
éSk.
W * |
||||||
■ü
|
|||||
4<* AMSTERDAMS VI Deer.
Voor. d.en Jaare J57ö, Schroomde zelfs de Regee-
REGTEN ring van dien tyd niet, zig , omtrent dit cEKNsï"?U5',in deezer voeSe' te verklaaren: Item
INGE2E- .f* * Lant van Hollant Privilegie t dat men tenen, niemandt van den onderJaeten van Hollant ter eerfier infiantie mach evoceren , buyten den /elven Landen. Ende datmen elcken moet aen* fpreecken voor zynen dagelyckfchen Rechter, uytghefonderdt in cas van arrefi (t). Of nu de Steden, om gewigtige redenen, van dit Privilegie können afftaan, en, in byzondere gevallen, gedoogen, dat haare Poorters en Inwooners* ter eerder aanleg, den gewoon- lyken Regter onttrokken worden ; en of, en hoe verre zulks, onder anderen, gefchied zy, door haare bewilliging in het jongftege- neraale Plakaat op den' ophef van 's Lands gemeene middelen van den twee en twintig- ften July des jaärs 1749; in welks veertien- de Lid, bevolen wordt, alle zaaken tegens de Gaarders, en derzelver Bedienden of Bor- gen, ter eerfter aanleg, te brengen voor Ge- committeerde Raaden ; blyve het oordeel van kundiger luiden aanbevolen. Doch hoe 't ook hiermede zyn moge; 't is, ten min- ften, in alle andere* gevallen, volgens de uitdrukkelyke verklaaring van 's Lands Staa- ten van den vyftienden September des jaars 1677, een onbetwift regt, dat geene Inge- zetenen van Holland,nietvoorvlugtig,noch op heeter daad gevat zynde, ergens anders, dan voor hunnendagelykfchen Regter, mo- 'gen
(t) Handv, U* 4*7. *«X« Grotius Apol. C*pt XV. iL
i4j>, 150. |
|||||
LBoek. POORTERSCHAP. 4?
gen te regt gefield worden (u): behoudende voor-
zelfs den Officier der Plaatfe daar de misdaa-hegten
dige woont, met uitfluiting van den Officier VAN BüR*
en Regter der Plaatfe, daar de misdaad be- JJJJj!
gaan is, het regt, om den misdaadige te vat- tenen."
ten, zo hy niet voorvlugtig, of op heeter
daad gegreeperi is; waarover het oordeel aan
den gewoonlyken en bevoegden Regter ge-
laaten wordt, by eene nadere verklaaring
van den zeftienden December des jaars 1678
Qu). Een voorval met een' Poorter van Am-
fberdam, waarvan wy, elders (w), gefproken
hebben, heeft aanleiding gegeven tot beide
deeze verklaaringen.
Wy hebben nu de Voorregten der Am- Optel-
fterdamfche Poorteren opgeteld , zo verze Hng van
hun byzonderlyk eigen zyn, en zo verze ook eeni§e
J1 • 1 verou- aan andere mwooners zyn gemeen gemaakt. der(}e
Wy fpreeken niet van eenige verouderde Poorter-
Voorregten, die, door verandering van ty- lyke
den en zaaken, van zelven, te niet geloo- Voorreg«
pen zyn. De meeften worden vermeld, in
de Handveft van den jaare 1342. Eenïgen
ook elders. Zodanigen zyn „ dat een Poor-
„ ter, tweemaal zes weeken in 't jaar, bui-
„ ten de Stad verbly ven mögt, eens om te
„ zaaijen, en eens om in te oogflen; dat zyn
„ goed nergens ongeld fchuldig was, dan in
„ Amfterdam, eenige weinige Graaflykeen
„ andere belaftingen uitgenomen; dat men
„ hem niet ten kamp uitdaagen mögt, dan
„ met
(u) Gront-Plakaatb. III. Deel, bl. i?Sj.
(v) Gioot Plakaatb. IV. Deel, bl. 4+r,. .(»;H. Deel, XVIII, ßttJ^ tl, %t*. XXIII. Soct^, bh 306. Aant.
■..... - - 1 . » . ■■ ■■ '
|
||||
48 AMSTERDAMS VkDttS
Voor- ?>
met zyne bewilliging; dat men hem, als
moten „ hy, buiten deVryheid der Stede, in nood
££*?'» kwam> m°& byfpringenj dat Poortersi INGEZE- » lemant gedood of gekwetft hebbende, zig, tenen. ,y door het opbrengen van eenig geld, met „ deszelfs maagen, verzoenen konden; dat „ men hun, ten behoeve der Stede i geen „ geld afleenen mögt dai| tegen den twaalf- j, den penning enz. (x): alle welke voor- regten j geheellyk, in ongebruik geraakt zyn. Eindelyk, werdt ook, van ouds, aan de Poor- ters van Amfterdam, toegelaaten, zig vry te koopen van het regt van Koermede, zynde een regt der Graaflykheid op het befte pand uit iemants boedel, na zyn overlyden: aan welk regt, eenige Amfterdammers, zo wel als andere Ingezetenen van Holland (5), on- der- ra) Handv. hl. n, 71,111,120, ijj, n<s, (5) Het regt van Koermede , Coermiede, Coermede,
Cuermede , Ceurmede , of Keurmede, welk woord zo veel als gefcbenk of gifte ter keuze van den ontvan- ger betekent (Zie Kiliaan, op Miete, Miente,Mie< de, druk van 1599.),is,niet flegtsinElolland,maar, door al de Nederlanden , ingevoerd geweeft , en wordt, niet zonder reden, als een överblyffel der al- oude dienftbaarheid hier te Lande, aangemerkt. Het werdt, door weereldlyke en Geeftelyke Heeren,ge« vorderd; gelyk, door den Biflchop van Utrecht, en zelfs door den Abt van Egmond, en door byzondere Kapittelen, by voorbeeld, door het Kapittel van S. Maria, te Utrecht. (Vide A. Matthaei Fund, & Fata Ecclef. Libr. I. Fund. V. p. 153. ejusd. Not. ad AnnaU Ègtnund. p. 201.) In Holland en Weftfriesïand, hadÈ de Graaf zyrie byzondere^ Amptenaars, Keurmedebe* waarders genaamd, die dit regt voor hem invorder- den. Zo leeft men, in 't Pergament Regifler ter Leen- kamer van Holland, Libr. IV. Aelbrecbt p, 200, (by Mieris Cbarterb. III. Deel, bl. 409.) van Moen Tyo~ manszoen Coermitde bewaerre van Amficrlanu En hier- uit |
|||
LBöek. PÖORTÈRSCHAP. &
derworpen waren; gelyk my, uit een Vidi- Voo&i
mus van eenen Brief van Hertoge Albrecht regten van den jaare 1371, gebleeken is (y). 2m t»' Na 't afhandelen der Voorregten van het ]WGe2e- Amfterdamfche Poorterfchap, komt nu in tenen* overweeging, op welk eene wyze * en door Wyze, welke Perfoönen, dezelven können verkree-waaI°P, gen worden. En hier moet men zig herin- ^g,.0*" neren, 't gene wy, te vooren (z), hebben verkree* aangemerkt, dat de Amfterdamfche Poorters gen ■driederlei zyn, ingebooren, behuwden en gü-wordt* kogten. De ingebooren Poorters zyn zulken» D°or iri* die, in de Stad en van Poorters, gebooren^np°"0£j zyn, waaronder ook zulken zyn begreepen, ters» die, terwyl de Moeder op de reis was, zyn ter weereld gekomen; zynde deezen, meer- maal ':. •' .■..■....; (y) Zie den zelven hier agter, in de Uylaagen, Li. B.
(z,) BUdz. 6. uit is afcenemen, dat, in Amftelland, ook Keümedi-
gen woonden: 't welk ook beveiligd wordt, uit eenen brief van Graave Willem den III. van den vyf en twin- tigften November des jaars 1328, waarby een ftukLands opgedraagen Wordt gbelegen t'Outersdorp in den Kerfpel te Diemen , dat Aleyden Reyniets was, die woende te Die- men , die, zegt de Graaf, onfe Cotrmeedige was van goede dat zi obboerde van Kerfline boet re docbter die onze coermie- dicbwasenz. Zie Mieris Cbarterb. II. Deel, bl. 4.7Ö. *t Is, derhalve, niet Vreemd, dat, ook in Amfterdam, Keurmedigen gewoond hebben. Matthäus gewaagt van een pleit over 't regt van Keurmede, tuifchen 'É Kapittel van S. Maria te Utrecht en een' Smid te De- venter, wiens" Vrouw en Dogter overleeden waren* 't Kapittel vorderde een der befte panden uit den hut4 ze, te weeten, 't Smids aanbeeld. De Smid beweer- de , dat hy alleenlyk een kleed fchuldig was. 't Ge- ding werdt, omtrent den jaare 1300, ten voordeel«? van den Smid, uitgefproken. Fundat. &? Fata Ecehf* Libr.I. Fund. V.p. 153. •-, XI. Stuk. D
|
||||
Cffö AMSTERDAMS VIDezU
Voor- maaien, by Burgemeefteren, voor inseboo *
beuten ren Poorter« tZh-mA r„\ Z iU&eD0°- vANBüR.p",™ r?' erk?nd W- Ee" gebooren GERSEN Pooier verkrygt deezehoedanigheid, door Ingeze. de geboorte; doch kan geen gebruik maa- »*»». ken van eenig byzonder Poorterlyk Voor- regt, t zy hy begeere,dat hem Tolbrieven verleend, of dathy, ineen Gilde, aangeno- men worde zonder zig, voor ingebooren Poorter of Burger, te doen erkennen; 't welk men noemt zyn Burgerfchap te haten overte- kenen. Kinderen van eenen Schout, Bur- gemeefter, Schepen of Raad plagen zie nogtans, zeldzaam, als gebooren Burgerf,' te laaten overtekenen, ten ware zy zig van het Privilegie van Tolvryheid, of vaneel Poorterlyk Voorregt bedienen wilden, oor «kelende zy, m/t gemeen, dat hunne af- komft te zeer bekend was, dan dat zy, ten ware by byzondere gelegenheden, hun in gebooren Fborterfchap zouden behoeven te bewyzen. Dikwils zyn ook Perfoonen, tot Raaden m de Vroedfchap, verkooren, zon- der den gewoonryken Poorter-eed gedaan te hebben; doch de Vroedfchap heeft,oPden dertigften July des jaars 1655, reeds ver klaard, dat de eed der Raaden, veel uitge- breider zynde dan de Poorter-Eed , den Poorter - Eed, volkomenlyk, infloot en derhalve, dat de nakomelingen der Raaden* voor ingebooren Poorters, moeften gehou- den worden («. Om voor ingebooref P00r- ter te worden erkend,is niet noodzaakelyk, (*) Groot-Memor. N. VIII. ƒ. toz veffo. N. Ix f ^
|
||||
IBoêK, PÖÖRTËIISCMAP. $t
dat men zyns Vaders Poorterfchap, met des- vóö**
zelfs Burger-cedul, bewyze.Een ingebooren regten Poorter kan zig, als zodaanig, ook op zyns vanBür- Groot-Vaders-Burger-cedul laaten overteke- ijJ^ze- nen. En zo dra deeze overtekening gefchied temew. is, worden hem, zo hy 't verzoekt > Tol- brieven verleend. Een behuwde Poorter, zynde zulk een, die öootbé*
met eene Poorteres, of Poorters Dogter ge- huwde trouwd is, wordt, volgens eene der oudftePoorters* Keuren, door zyn Huwelyk, Poorter,gelyck tenen gebooren Poorter, mids hy binnen der der Stede komt, met allefyne woninge., binnen fes weken (c). Dit laatfte is egter in onge- bruik geraakt. By verfcheïden' Keuren, is» wyders, vaflgefteld, dat geen behuwd Poor* ter de voorregten van het Poorterfchap, met naame het Privilegie van Tolvryheid* zal mogen gebruiken, voor dat hy den behoor- lyken Poorter-eed hebbe afgelegd (rf), Y , welk, van ouds * binnen eene maand na het Huwelyk, plagt te gefchieden (e); doch wel- ke tyd, by eene Keure van den twintigfteii February des jaars 1579, en dus kort na de verandering der Regeeringe, toen 'er veel aan gelegen was, dat men zig verzekerde van de trouwe der Poorteren, op veertien dagen verminderd werdt, met verbod van Poorters-Neering te doen, of zig van het Pri- vilegie van Tolvryheid te bedienen, zo lang de eed niet ware afgelegd (ƒ ). Op den tyd, bin*
(e) Keurb. A. ƒ, 9. .Handv. hl, 12*.
(<0 Keurb. B. ƒ. 44. C. ƒ. ïo. Handv. bl. tij,
(e) Keurb. F. ƒ. a7g.
(f) Keuib. G, ƒ. ig;. Handv. bl. »j»
D a
|
|||||
*
|
|||||
.;
|
|||||
$t AMSTERDAMS VfctMW
Voor- binnen welken, een behuwd Poorter den eed
K50TEN moed doen, heeft men egter , naderhand, ons wnlet ^ §eftaan- zelfs is, aan behuwde Ingeze-
Poorters, fomtyds, toegelaaten, dien te doen,
TEjsaw. na dat derzelver Vrouwen reeds overleeden
waren (g*). Doch by eene Keure van den zevenden April des jaars 1634, is verklaard „ dat hunne kinderen niet in 't Burger-Wees- „ huis ontvangen zouden worden, zo zy „ verzuimd hadden, den eed, t'eenigen ty- „ de, af te leggen (£):" 't welk nergens.1, omtrent kinderen van ingebooren Poorters', verklaard wordt. Volgens de aangehaalde oude Keure, mogen hem ookgeeneTolbrie- ven gegeven worden,dan na dathy eenjaar Poorter geweeft is (f); 't welk, in 't gemeen, zo is verftaan, dat hy geagt is, Poorter ge- worden tezyn, wanneer hy den eed doet, en ziglaat aantekenen. Doch deKeurfpreekc niet van het doen van den eed, en zegt, met ronde woorden, dat hy Poorter wordt] gelyk een gehoor en Poorter, wanneer hy een wyf neemt binnen der Stede, die Poorter Je is of Poorters kint. Men fchynt dan te moeten agten, dat hy Poorter wordt, als hy trouwt, niet als hy eed doet; en dat hem, volgens deeze Keure , een jaar na zyn Huwelyk , Tolbrieven gegeven können worden. Êene laatere Keur vordert, nogtans, te regt, dat men hem geenen Tol brief geeve, eer hy eed gedaan hebbe (&). En dit mag ook aan gee,- nea
(g) Behuwd-PoMterb. N. I. ƒ. i verf,.
(h) Hand*, t/. 114.
(i) Keiirb. A. ƒ. 9. Handv. bl, 113.
(<) Kcmb. C. f,iot Handv. */. Uj. V V)
|
|||||
LBoEK. POORTERSCHAP. 53
nen ingebooren Poorter gefchieden. DochvooR-
geene Keuren vorderen, dat 'er, nog een regtwï jaar na het doen van den eed , verloopenVA^Bv*' moet, eer hem Tolbrieven können worden lNGEZE. toegeftaan. De ingebooren Poorters ver-tenen; krygen Tolbrieven, inhoudende, onder an« * Vi- deren , dat zy jaar en dag Poorters ge weeft zyn , terftond na het doen van den eed. Daar fehynt dan, zo men, alleenlyk, op den inhoud der Keuren, agt geeft, geene reden te zyn , om den behuwden Poorteren, die, door hun Huwelyk, gelyk gebooren Poorters geworden zyn, insgelyks, terftond na't af- leggen van den eed, geene Tolbrieven te verleenen, wanneer zy toonen, jaar en dag* getrouwd geweeft te zyn : om nu niet te zeggen, dat, volgens de Handveft van Her- toge Jan van Beijeren van den agttienden January des jaars 1420 [1421], die niet lang ftand gegreepen fehynt te hebben, allen, die tot Poorters waren aangenomen, rechte- voort, of terftond, lollen vry vaaren mog- ten (/). Nogtans, meen ik, dat, hier ter Stede, doorgaands, in gebruik is geweeft, behuwden Poorteren geene Tqlbrieven toe te ftaan, dan jaar en dag na het doen van den eed. Hierin is dan ook eenige onge- lykheid , tuffchen de' ingebooren en be- huwde Poorters. De gekogte Poorters zyn allerlei ingezete- Door ge-
nen en vreemden, die, noch van Poorters kogte gebooren, noch met PoorterefTen of Poor-PoorterS* ters-dogters gehuwd zynde,hetPoorter-regt koo-
(i) Hand», hl. ii5, [19,]
»3
|
|||||
>
|
|||||
54 AMSTERDAMS VLDeei,
Voor- Jtoopen. By eene Handvefl van Willem den
*£gten VI. van den vierden November des jaars vanBur-j^jj } was ^e pj.yS van 't Poorterregt op ImlzE- vyf pond (m), of vyf kroonen gefield, ten
tenen, behoeve der Stede. Doch deeze prys werde, Prys van by eene Handveft van den twintigften Sep- 'tPoor- tember des jaars 14.13 , op twee kroonenen, terfchap, ej£ grooten verminderd («). Naderhand, is 'er, meermaalen, verandering in gekomen. In 't jaar 1574, werde het, voor een' Hol- lander, op vyfeien, en vooreen' vreemde-* ling, op een en twintig guldens gefield, genietende het Weeshuis drie guldens van ieder deezer fommen (0). Doch in 't jaar 1578, kort na de verandering der Regee* ringe,. kwam het wederom op vyf guldens voor de Stad, zes fluivers voor de Secre- tarye, en drie guldens voor het Weeshuis (fi. In t jaar 1624, werdt het Poortergeld ver^ hoogd, met zes guldens, ten behoeve van de AalmoefTéniers (q). Zes jaaren laater, werdt het op dertig guldens gefield, om,doorBm% gemeefleren, aan de behoeftigfte Armen- Comptoiren, te worden uitgedeeld (r), En in *t jaar 1634, kwamen 'er tien guldens by, ten behoeve van het Weeshuis, welk nu dertien guldens trok, uit het Poortergeld'($). Eindelyk, is het, om de koften van den Krygs-!
(m) Handy. £/, ui.
(n) Handv. hl, iiz. (o) Relb.1. Vroedfeh. N. z. 24 April U74. ƒ. »71 verft,
(p) Refol. Vroedfeh. N. 4. je May, 3 J*ny isjt. & I verf». (f) Refol. Vroedfeh. iV, 14, »4 'Juny 1624. ƒ. if»***r/is, (r) Refol. Vroedfeh. N. 16. z July i«?o. f. 1J3. {<) fcefcd, Vioedfcli, W. 17. 4 J^ 1644. f, i*-vcrf«+ |
||||
LBoek. POORTERSCHAP. $$
Krygsraad te vervallen, in 't jaar 1650, op voor-
vyftig guldens gebragt (f): waarop het, tot regten heden toe, gebleeven is, indien men de ver-VAN BüR* , ',9 j j ' . , „ GERS EN
andenng, die, door de opregting van hetlNGEZE.
Groot-Poorterfchap, gemaakt werdt, doch tenen. niet lang ftand hieldt, niet in aanmerking neemt. De verhooging van 't Poortergeld heeft, ondertuflehen, te wege gebragt, dat het getal der Poorteren, en gevolgelyk ook het getal der kinderen in het Burger-Wees- huis minder geworden is, dan het plagt (a). Doch het getal der ingezetenen is egter aan- gewaflen, vooral, na devryheid, die, in 't jaar 1668» aan allen verleend is (y). Ook wordt 'er, federt de opregting van het Aal- moezeniers-Weeshuis , meer dan te vooren, gezorgd, voor de kinderen van zulken, die geene Poorters zyn. De Stad geniet dus van het Poortergeld niet meer dan vyf guldens; het Weeshuis, oudtyds, drie, en federt het jaar 1634, dertien guldens; het Aalmoefle- niershuis, voormaals , zes, en federt het jaar 1630, twee en twintig guldens; en de Krygsraad, federt het jaar 1650, tien gul- dens. By de Handveft van Willem den IV. van Burge-
den jaare 1342, in de eerfte opkomft dermeefte- Stede gegeven , was het aanneemen van jeenal* Poorteren, die hun Poorterfchap kwamen neemen koopen, gefteld aan Schout en Schepenen Poorteis (w): 't zy dat 'er, gelyk ons waarfchynlykft aan» voor-
(t) Refol. Vroedfch. N. zo. tg Oflot. i«jo. ƒ. ijo.
(u) Refol. Vroedfch, L*. F. II May 166 S, ƒ. Jj. (v) 'Zie hier voor, bl. $>. (») Handv. bt. ji. |
|||||
/
|
|||||
S& AMSTERDAMS VIDeel;
Voor- voorkomt, toen nog geene Burgemeefteren
regten waren, of dat derzelver aanzien, in de op- van Bur komen(je stac} t n0g niet gr0ot genoeg was, Ingeze- dan dat de Graaf hun het aanneemen van
^enen. Poorteren, boven de Amptenaars, doorhem of van zynen wege gefield, zou hebben wik len opdraagen. Doch in 't begin der vol- gende eeuwe, was 't vermogen van Burge- meefteren, welk met dat der Stede toenam, reeds zo groot, dat hun,by de aangehaalde Handveft van den jaare 1411, onder den naam van Raaden, werdt toevertrouwd, met een of twee Schepenen., Poorters te mogen aanneemen, die hen ghenoegen zouden (x). Maar dat Schepenen, die wel haaft, met Regtszaaken, de handen vol werks kreegen, het aanneemen van Poorters, al vroeg, aan Burgemeefteren alleen hebben overgelaaten, is af te neemen, uit eene Keure, die, kort na het verleenen der aangehaalde Handves- te van den vierden November des jaars 1411, fchynt gemaakt te zyn, en waarin het ont~ fangen tot enen poirter alleen aan die rade van der Stede, dat is, aan Burgemeefteren, toe- gefchreeven wordt. En, vermoed ik, dat deeze Keur, voor den twintigften September des jaars 1413, gemaakt is, om dat de prysi van 't Poorterfchap, by dezelve, nog op vyf pond of kroonen gefield wordt (y); die toen, op twee kroonen elf grooten, werdt vermin- derd. In eene Keure, die niet veel laater gemaakt fchynt, leeft men ook, dat die vrem- 4e, die Poorters werden, eet deeden die Rade van
(x) Hzndv. */. III.
(j) Keuib, A, f. » vtrjk C, ƒ. 20.
|
||||
Ï.Boek. POORTERSCHAP. $Y
wn der Stede (z). Sedert, vindt men ner- Voor-
gens gemeld, dat Schepenen, by het aan-regten neemen van Poorteren, tegenwoordig ge- ™SB™~ weeft zyn. De öudfte Poorterboeken, die iN0EZE. met het jaar 1537 aanvangen, bewyzen ook, tenen.-- dat, ten minfte van dien tyd af, tot op dee- zen tegen woordigen toe, de aanneeming en beè'ediging van Poorteren, beftendiglyk, ge- fehied is, door Burgemeefteren alleen. Allen, derhalve , die hun Poorterfchap Wyze,
willen koopen, of zig, als ingebooren of be- waarop huwde Poorters, laaten aantekenen, vervoe- ^ieckT gen zig, op 't Raadhuis deezer Stede,, voor de Kamer van Burgemeefteren', daar zy, door den Bode, aangediend en ingelaaten zynde , gèplaatft worden, de ingebooren Poorters, aan 't hooge einde van 't vertrek, in 't Ooften, ter regterhand van den voor- zittenden Burgemeefter, de behuwde Poor- ters , in 't Noordooften, en de gekogte Poor- ters in 't Noorden of Noordweften. De eerften moeten twee getuigen medebren- gen , die verklaaren, dat zy van zulke Poor- ters zyn voortgefprooten, als zy voorgeeven. En zy bewyzen derzelver Poorterfchap, door- gaands, met Burgers - Cedulen op derzelver naam, of met andere blyken, over welker deugdelykheid Burgemeefteren oordeelen. In 't bewyzen van 't gebooren Poorterfchap, komt, vooral, in aanmerking, dat de kin- deren ter weereld gekomen zyn, na dat de • Vaders Poorters geworden waren: 't welk, doorgaands, met Doop-Cedulen; en door de Doopsgezinden, die hier, federt het jaar («,} HarréY. hl, ut.
D 5
|
||||
5$ AMSTERDAMS VI. Dm,
Voor- *7*4» aantekening van de gebooren kinde*
EEOTEN ren onder hen houden (a), met Geboorte- VAN Bu&- CeduJen, beweezen wordt. De eerden zyn, |
|||||||||||
QEKS EN
Ingbze
y£JSEJf.
|
|||||||||||
door de Kofters, of, ten opzigte vanRoomfch*
gezinden, door de Priefters, de tweeden, door |
|||||||||||
eenen der Leeraaren, getekend. De behuwde
Poorters zyn, gemeenlyk, verzeJd van hunne Vrouwen, die bewyzen moeten,Poorteres^ fen of Poorters-Dogters te zyn; en van twee getuigen, die verklaaren, haar daarvoor, en voor Vrouwen van hun, die ajs Poorters be- geeren aangenomen te worden, te kennen. Zy, die 't Poorterfchap willen koopen, be- hoeven niefverzeld te zyn. Een Vader,het Poorterfchap voor zig zelven koopende, mag het, ten zelfden tyde,ook koopen voor ee- nen onmondigen Zoon, midsdeeze den eed kome doen, zo dra hy daartoe de vereifchxe jaaren bereikt heeft (b). 't Staat, ongetwyfeld, aan Burgemeefte-
ren, te oordeelen, wie zy voor Poorters wil* len aanneemen. By de Handvefl van den vierden November des jaars 1411, wordt aan de Raaden of Burgemeefleren der Stede gefield, tot Poorters aan te neemen, die hen ghenoegen füllen (c): 't welk, zekerlyk, gee- ne bekende oneerlyke en oproerige luiden doen können. De oudfle Handvefl:, op het aanneemen van Poorteren, in 't jaar 1342, gegeven, zegt ook: Ende wat Poorter zy entfaen, die goedt knaep is ende onberuft, dat js, die een eerlyk man is, en niet ter kwaa- der faame flaat, daer en/uilen wy niet weder* fig'
(a) Zie Handv. hl. 464..
(b) Refol. Vroedfch. N. ifi. 26 Febr. Ifijo, /. I^o vtrfo,
\c) Handr. tl, uu |
|||||||||||
Burge-
meefte- ien oor- deelen , wie zy tot Poor- ters wil- len aan- neemen. |
|||||||||||
J.BOEK. POORTERSCHAP. sï
/eggen (fy Men is, nogtans, in 't gemeen, voon-
niet zeer keurig geweeft,in het aanneemen regten van Poorteren. Ook gedoogt de uitgebreid- vanBur. heid der Stad en de menigte der Perfoonen, ijjjgg,. die zig, geduuriglyk, tot Poorters aanbie- tenen. den, niet,dat men, omtrent allen, de be- geerde kundigheden zou können hebben. Poch luiden van een openbaar fnood gedrag zouden geene reden hebben, om zig te be- looven, dat zy, zig tot Poorters willende doen aanneemen, niet zouden afgeweezen worden, 't Ontbreekt zelfs niet aan voor* beelden van zulken, wier naamen, op den Zelfden dag, dat zy tot Poorters aangenomen waren, en den Poorter-eed gedaan hadden, op bevel van Burgemeefteren, in 't Poorter- boek, zyn doorgefchrabt (e). En de voor- beelden zyn nog verfch, dat gekogte Poor- ters geen genot van 't Poorterfchap gehad hebben, wanneer, kort na derzelver aannee- minge, bleek, dat zy dit Voorregt onwaar- dig waren. In 't nabuurig Haarlem, was ook, by eene oude Keure, bepaald, dat iemant, die Poorter wilde worden, en aan eenige misdaad fchuldig bevonden werdt, dat Poortrecht niet te hulpeen Joude comen in 't gerecht. (ƒ). Inde oude Coflumen der Stad Utrecht, met welken men agten moet, dat die van Amfterdam, als oudtyds onder 't Stigt behoord hebbende, de meefte gemeenfchap hebben gehad, leeft men: Ecnich man de Borger werde, en men na yonde ter waarheyt, dat hi van quaden geruf- te, (d) Handv. bl. n.
(e) Poortetb. N. i. 24 May ij<S<j.
(ƒ} zie Van oosten de LauYN Haail. r, £«/,*/, i*f#
|
||||
€o AMSTERDAMS VLDeeu
VoöZ' te, oft eygen ware, deen en f oude f ene Borger-.
REOTEN fcappe nyet helpen', nochinßadenßaanQg). Én, van Bür- veejjjrr(; f}aan hierop deeze woorden eener Ingeze- ouc*e Keure van Amfterdam, op het aan-
TBNEN. neemen van Poorteren gemaakt: Ende zo w<?j £wz wedervairt, binnens jairs na dat hy poirter is ontfangen, dat zal vpfinen coftéwe- Je, ende niet vp der Stede cofle (h). Tenmin« fle, blykt 'er uit, dat men, ten behoeve van Poorteren, die 't jaar en dag geweeft waren, koften draagen wilde, die men, voor zul- ken, die 'tPoorterfchap onlangs gekogt had- den , niet begeerde op zig te neemen. Voor 't overige maakt men geene zwaarigheid, om zelfs zulke vreemden tot Poorters te ont- vangen , in welker Geboorteplaatfen , de Amfterdammers van hetPoorterfchap ukge- flooten zyn (i). Poorter- De bewyzen en getuigen der aankomende Eed. Poorteren onderzogt, en in orde gevonden zynde, wordt hun, door den voorzittenden Burgemeefter,de Poorter-Eed afgeno- men , die aldus luidt: Dat zweert gy, dat gy een goed en getrouw
Poorter deezer Stede, den Burgemeeßeren en Regeerders in der tyd onderdaanig wezen zult, in waaken, byten en andere befchermenijjen en laßen deezer Stede u goedwillig hebben zult, deeze goede Stede voor 't kwaad, dat gy zult verneemen, waarfihuwen, en tot alle welvaart, met raad en daad, naar al uw vermogen, vor* de"
(l) Groor-Utr. Plakaatb, III. Deelt il. 279.
(/>) Keurb. A. f. 9 verfo.
{ij Refol, Vioedfch. N, 4.. 13 Jmiy is7%.
|
||||
IBoEK. PO ORTER SCHAP. ó*r
der,en en helden zult, en voorts alles doen en Voo*-
haten, dat een goed Poorter fcbuldig is te doen *e«tebt fn tart *». GERS Err
ZO WAARLYK MOET U GOD ALMAGTIG HELPEN ! J*®*?*"
•'' '
Zulken, die, wegens hunne Geloofsgezind-
heid, zwaarigheid maaken in 't doen vanden eed, doen alleenlyk eene belofte van getrouw- heid en gehoorzaamheid. In 't ftaaven van den eed aan Poortereffen, wordt eenige veran- dering gemaakt, en de woorden waaken en byten overgeflaagen. 't Blykt, wyders, niet zeer klaar, of men, van ouds, den ingeboo* ren Poorteren wel eenen eed opgelegd heb« be. En mogelyk is hy, eerft in 't begin des jaars 1578 , pas voor de verandering der Re- geeringe, in gebruik geraakt (£), en federt in gebruik gebleeven (/). Doch de behuw- de en gekogte Poorters hebben, al vroeg in de vyftiende eeuwe (m), en waarfchynlyk, de laatften al eerder, den Poorter-eed moe- ten afleggen. In de zeftiende eeuwe, was egter de eed der behuwde Poorteren in on- gebruik gekomen; die, te gelyk met het aantekenen derzelven, in 't jaar 1568, we- derom werdt ingevoerd («).. Burgemeefte- |
|||||||||
ren hebben, fomtyds, toegelaaten, dat de
Poorter eed, door eenenGemagtigde, werdt afgelegd (0). , De
(kj Refol. Vroedfch. N. ï. ij Maurt 157%.
(I) Zit Handv. bl. ii}.
(w) Handv. bl. üj.
(n) Refol..Vroedfch. N. a. 3 Fekr. ij«g. ƒ. 93.
(»I Stads Miffiven, N. XIX. /. 1 v*rf$.
|
|||||||||
•
|
|||||||||
62 AMSTERDAMS Vi. Dm,
Voor. De aangekomen Poorters, den eed gedaan
regten hebbende, en door Burgemeefteren, by mon- vanBur- je van den Prefident^methunBurgerfchap, Ingeze* &e*uk gewenfcht, en tot „getrouwheid aan tenen, de Stad en gehoorzaamheid aan Burgemees- Aahteke. teren vermaand zynde, worden , door den ning der Bode, geleid , naar de Thefaurie, daar zy, aangeuo- die hun Poorterfchap gekogt hebben , het Poorte- Poortergeld, ter fomme van vyftigguldens, ren, ter en nog zeflien ftuivers voor de Poorter- of Secreta- Burger - Cedul betaalen. De Burger-Cedul *Ye' wordt, vervolgens , ter Secretarye geregt' ßreerd, waarvoor zes ftuivers betaald wordt. De Bode geniet ook zes ftuivers. De inge- booren en behuwde Poorters betaalen niet meer dan zeftien ftuivers ter Thefaurie, voor de Burger-Cedui; zes ftuivers ter Secretarye, en zes ftuivers aan den Bode. De Burger- Cedulen, die op franchyn gedrukt zyn, ver- vatten, onder den eed, eene verklaaring, door wien dezelve gedaan is, en of hy een in- gebooren of behuwde Poorter zy , of' zyn Poorterfchap gekogt hebbe. Byzon- Vrouwen worden, van Poorters geboo* derheden ren zynde, gebooren PoorterefTen, en met SrïSÏ Poorters trouwende, behuwde PoorterefTen,
de roor- , . .,.,,. , ' tereffen. en können zig , m beiderlei geval , voor
PoorterefTen, doen erkennen. Ook können, zy 't Poorterregt koopen, en 'er al 't genot van hebben, zo lang zy ongehuwd blyven | doch met iemant, die geen Poorter is, trou- wende, können zy geen gebruik van haar Poorterfchap hebben, zo lang haare manneri zïg niet als behuwde Poorters hebben laaten aan*
|
|||||
»
|
|||||
I.B0EK. POORTERSCHAP. 63
aantekenen. Haare kinderen zelven, voor vóor-
dïen tyd gebooren, worden niet als geboo regten ren Poorters aangemerkt. Met één woord, vanBür- het Poorterfchap gaat, niet dan doof de JJJJJJ mannen, over op de kinderen. Doch eene tehew. Poorteres, Weduwe geworden zynde van iemantjdiezig niet als behuwd Poorterhadt laaten aantekenen, geniet ï voor haare per- foon, en zo lang zy Weduwe blyft, weder- om alle de Voorregten van het Poorterfchap. Eene vreemde, Weduwe geworden zynde van eenen Poorter, blyft Poorteres, zo lang zy Weduwe blyft* Doch men heeft, fom- tyds, getwyfeld, of zy, naderhand, eenen vreemden trouwende, haar Poorterfchap vef- lieze; gelyk de Secretaris R o o s e b o o m Q>) gefield heeft. Maar deeze twyfeling moet verdwynen, als men, in de Stads Regifiers, voorbeelden vindt van behuwde Poorteres- fen, die, Weduwen geworden zynde, haa- ren volgenden vreemden mannen het Poor- terfchap hebben medegedeeld (q). Ook is, voor weinige jaaren, by eene uitdrukkelyke Refolutie van Burgemeefteren en Oud-Bur- gemeefteren, vaftgefleld, dat eene Weduwe van eenen gebooren of gekogten Poorter, hertrouwende, haaren man Poorter maakt (r). By de drie foorten van Poorteren, van »t Potfr«
welken wy, tot hiertoe, gehandeld hebben, terfchap zou men de xeeds genoemde vierde (ooit kon-is'fomj
tyds.aan
nen y ' (p) Recueil Cap. XL. N, 7. hl. 19*.
. («) Refol. Vroedfch. N.z. 16 Juny Ij<5«. ƒ. 101. lt. F. 11 May 16*8. /. $<5 verfo. (r) Refol. van den Oud-Raad van Burgemeeft. z6 Juli
17si* ƒ. »<>♦. |
|||||
*
|
|||||
«* AMSTERDAMS Vl.Dtzt.
Voor; nen voegen van zulken, naamlyk, aan wel- v'X. ken het .Poorter^ap gefchonien is, die, GERS EN
nogtans, in vergelyking-der anderen, een
Ingeze- zeer Wem getal uitmaaken. Burgemeefteren tenen, daartoe byzonderlyk door de Vroedfchap ge- byzonde- magtigd, hebben het Poorterfchap, dikwils foonen ?f ?yZ0?^ Perfoonen> «et naame aan
en wordt Handwerksluiden, om niet gefchonken, ge- Bog,aan ¥<» onder anderen, in 't jaar 1Ö14, aan dikanSn *? Wo»^veri > en> naderhand, meer-
d^r open. 2***°' fe£chied » .Zo 1S>ty voorbeeld, Fi- baare "/" °*» «ff** ■> te Priorau in Meiflên geboo- Kerken, ren, en Raadsheer des Prinfen van Anhalt gefchon- van wien men eene Hoogduitfche Befchrv- feen' ving deezer Stede heeft, in 't jaar 1662 met het Burgerregt befchonken (j). Som' tyds, heeft de Stad ook het Poortergeld twee jaaren, geborgd, of langer, ter befchei- denheid van Burgemeefteren (t). Het Groot- Poorterfchap zelf is, eer het, in't jaar 1668 te met gedaan werdt, een en andermaal, te weeten,aan den Luitenant-Admiraal de Rui- ter, en aan den Penfionaris, Pief er de Groot gefchonken, door Burgemeefteren. Doch het fchenkenvan' het Poorterfchap gefchiedt federt eenige jaaren, veel zeldzaamer, dan m de voorgaande eeuwe. Alleenlyk, heeft ♦ nog plaats, 't gene, in 't jaar 1667 > by Bur- gemeefteren en Raaden, is vaftgefteld Cu) dat alle wettelyk beroepen Leeraars der o^ penbaare Kerken, na 't afleggen van denge- woonlyken Poorter-eed , met het Poorter- |
||||||||
regt.
|
||||||||
CO Poonerb. N. i. op 20 OElob. ie<s2.
(t) Handy, bl. 124.
(«J Kefol. Vioedfch. Ltt E. , Aug. 1667, ƒ.
|
||||||||
ZZl,
|
||||||||
/
|
||||||||
Ï.BoEK. POORTERSCHAP. 6$
regt, vereerd worden. Zelfs worden hun-Voor-
ne Kinderen , al zynZe ter weereld geko- regten men, eer dat de Vaders den Poorter - eed J*jT **> deeden, aangemerkt als Poorters, mids zyi'NO?25E. den Poorter-eed komen afleggen, wanneer tenen. zy agttien jaaren bereikt hebben. De Pre- dikanten , den Poorter-eed doende, zitten, in Burgemeefters Kamer. En hunne voor- gemelde kinderen worden, in gelyke gele- genheid, even als de ingebooren Poorters, gefield aan 't Ooft- of hooger einde van 'c vertrek. Nu jeifcht de goede orde, dat wy over- Hoe 'c
gaan, tot het voorftellen van de wyze, waar- fch op het Poorterfchap kan verlooren worden, verloo* En dit kan gefchieden, of door misdaad, of ren door ontvrydinge of verwooninge van het worde- zelve. Onder de misdaaden, door welken, ^oo"mfs« iemant zyn Poorterregt verloor, werdt,van daad. ouds, geteld het vaeren uyt der Poorte, om te gaan rooven ende bomen of branden, zon- der verlof van den Graave, of van de Wet- houderfchap (v) ; het haaien van brieven van eenigen Heere, om van Stads dienden of boe- ten ontflaagen te zyn, of het doen van ee- nige andere boodfehappen, tot agterdeel van de Stede (w): wyders, het bekommeren van zulken, die 't Marsdiep of 't Vlie inkwamen, buiten de Vryheid der Stede («): als mede, het zoeken van regt op zynen Mede-Poorter, bui- ten de Stad (y). In alle deeze gevallen, ver- beur-
(v) Handv. bl. il.
(w) Handv. bl. 119.
(*•) Handv. hl. ^9i,
(y) Handv. bl. 135. * f
XI. Stuk. E
|
||||
66 AMSTERDAMS VI. Deel.
|
|||||||||
beurde men, daarenboven, tien pond Hol-
landfch; doch in 't laatfte , zyn Poorter- regt niet langer, dan voor tien jaaren. Zul- ken ook, die om misdaad gebannen wor- den y verliezen hun Poorterfchap, zo lang de ballingfchap duurt. En 't fpreekt van zelf, dat ook zulken, wien Burgemeefteren, bui- ten den gewoonlyken vorm van regten , de Stad ontzeggen (z)\ tegelyk begreepen wor- den, hun Poorterfchap, met al de Voorregten, die 'er aan vaffc zyn, verlooren te hebben. Men verlieft, in de tweede plaatfe, zyn Poorterregt, door ontvrydinge of verwx>onin» ' ge. En men wordt geagt, zig van zyn Poor- terfchap ontvryd, of zyn Poorterfchap ver^ woond te hebben , wanneer men, jaar en dag Q6), met zyn huisgezin, buiten de Stad, blyft
(x.) Groot-Memor. N. X f. 79 , 92 verfo. N> XI. ƒ. S9
verfo. Stads Miflïven, N. XXVIII. /*. 75 verfo. (6) De fpreekwys jaar en dag, die, in de oude
Privilegien, Keuren en Ordonnantien van deeze en andere Steden, zeer dikwils, voorkomt, en van ons, reeds meermaalen, gebruikt is, heeft, agt ik, in de oude Stukken deezer Stad, voornaamlyk , tweeder- Jer betekenis. Men verftaat 'er door, of, 1. een geheel en volkomen jaar , by voorbeeld, van den tweeden February deezes jaars, tot den tweeden February des volgenden , beide ingeilooten : 't welk dan op een jaar en één dag uitkomt: of, 2. een jaar en zes weeken. En deeze twee betekenifiên zyn 'er, door 't gebruik, of by nadere verklaaring, aan gegeven. In den eerften zin, wordt de bewoor- ding jaar en dag gebruikt, in de Handveft van den jaare 1342 .vorderende dat niemant tolvryvaare, eer by jaer ende dagb Poorter ghcweeft is, en dat de tol- brieven, binnen den jare, vernieuwd worden. Handv. bl. 10,11. De verklaaring in de Tolbrieven, dat ie- mant jaar en dag Poorter geweeft is, wordt ook, in *d«-
|
|||||||||
VOOR-
REGTEN
VAN Büß GERS EN Ingeze-
tenen. |
|||||||||
Door
ontvry- dinge of verwoo- niuge. |
|||||||||
-
|
|||||||||
Ï.Boek. POORTÊRSCHAÏ*. 61
blyft woonen ; gelyk blykt, uit de Keure Voor*
van den een en dertigften January des jaars hegten 1652 (a). Doch op deeze Keure vallen nog- ™*B™' tans eenige uitzonderingen, eene van wel- iKGEZE. ken, in de Keure zelve, vermeld wordt, tenen. Voor
(*) Handv. hl, 114.
dezelfde betekenis, opgevat. Zie ook Handv. bl. 56"»
57,124, 136 enz In den tweeden zin, moet men, agt ik, de woorden jaar en dag opvatten, daar ge- fproken wordt van den tyd, na verloop van welken, iemant zyn Poorterfchap verwoond heeft. In de oude Coftumen van Utrecht, wordt zulks , uitdrukkelyk , in deezer voege, verklaard; So wie dat kyeft, jaer ende dag uter fiat te varen voer misdoet, 't welk, in fom- mige gevallen, aan iemant, die de boete, in welke by verweezen was, niet voldoen wilde, vryftondt, dat is, een jaer ende tue ende veerticb dage. Zie Groot Utr. Placaatb. III. Deel, bl. 282. verg. bl. 27Ó. Bin- nen zulk een' tyd, naamlyk, badc hy zyn Poorterfchap verwoond : en die, te Haarlem , zyn Poorterfchap verwoond hadt, was, volgens hetO&roi op de Ma- giftraatsbeftelling van den jaare 1651, niet verkies- baar tot de Regeering, dan na dat hy het Poorter- fchap , op nieuws, verkreegen, en, na 't doen van den Poorter-eed , een jaar en zes weeken, dat is, jaar en dag. in de Stad, gewoond hadt. Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl. 399. De Bruyn Haarl. I. Deel, bl. 140. Vermoedelyk, moet de uitdrukking, jaer ende dacb, ook in den zin van een jaar en zes weeken genomen worden, in de Handv. bl. 557. daar geleerd wordt, dat Schepenen - vonniflèn , zo wel als Schepenen* Kenniffen, hier, niet verjaaren, al zynze over jaer ende dacb out, om dat, elders, gebxuikelyk was, dat iemant, die een plecbt hadt op een verkogt huis, bin' nen jaars ende fes weken, zyne zaak vervolgen moeft', of hy verloor zyn regt. Groot Utr Plakaatb. III Deel, bl. 285. vergel. Grotius Int. tot de Hotl Regtsgel. II, Boek, VII. Deel, 5. 8. bl. 89, 90. XXX. Deel, j. 4. bl. 188. XXXVI.Deel. $ 5. bl. 201. XLI Deel, j. 48, 50. bl. 225 , 226. III. Boek, VI. Deel, $. J2. bl. 333. E 2
|
|||||
:
|
|||||
68 AMSTERDAMS VI. Dm.
|
||||||
Voor- Voor eer ft, verlieft iemant zyn Poorter-
FEGTEN fchap niet, die, tot voortzetting zyner Stu- VANßuR"die of Koophandel, langer dan een jaar, bui- Ingeze- ten de Stad verblyft, mids hy oogmerk heb- tenen, be en behoude, om zig hier, met der woon, Die rei- neder te zetten. In 't byzonder, is verftaan, zen ver- dat een afwezig Student Poorter blyft, als Tim0poor-^yne Voogden hier woonnen (b). Reizen- terfchap «6 Poorters behouden , insgelyks, hun Poor- niet. terfchap. En 't een en 't ander is, meermaa- lën, erkend, by Burgemeefteren (e). Doch fommigen hebben gefchreeven, dat zulke buiten de Stede ftudeerende, reizende, of uit hoofde van hunnen Koophandel verblyvende Poorters hun Poorterfchap verliezen, wan- neer zy, elders, trouwen, of een Poorter- fchap aanvaarden (d). En men kan hieraan niet twyfelen, wanneer het een of het ander • gefchieat, gelyk wel gebeurt, met oogmerk, om hier niet weder te keeren. Doch wan- neer iemant het oogmerk om zig hier neder te zetten toont te behouden, beken ik, niet te können zien, waarom het bloote trouwen op de reize, of zelfs 't aanvaarden van een ander Poorterfchap, welk, fomtyds, om goe- de redenen, en flegts voor eenen tyd, ge- fchieden kan, hem hier zyn Poorterfchap zou doen verliezen. Omtrent het aanneemen van een vreemd Poorterfchap, wordt, in eene oude Keure, alleenlyk gevorderd, dat men 'er, hier ter Stede, blyk van toone. Dus luidt
(k) Mifliven ter Dagvaart, N. UT. p. iij.
(c) Refol. van den Oud • Raad van Burgemeeft. ?o Ja.fi.
fcS+7. ƒ. tc2. Groot-Meinor. N. 'VI. ƒ. ttl. N. Vlir. ƒ, jy, (d) RoosEEooM Recueil, Caa, XL. N, i+> bl, jj»?.
|
||||||
♦
|
||||||
IBoEK. POORTERSCHAP. 69
luidt dezelve: Ende wair enich Poirter die an- Voor* ders wair in enigher fiede of dorp poirter <ƒ regten huer worde, die Joude dair betooch af bringhen™^ ™' binnen vier daghen na dat hy poirter of buer iNGEZä. wäir gheworden by hij. fg hoTls. Ende dit fal tenen. \_flaen ] tots gherechts prueuinghe (ƒ). 't Ge- regt fchynt hier dan geoordeeld te hebben, of zyn vreemd Poorterfchap nadeelig voor de Stad ware, of niet. Bevondt men 't laat- fte; dan fchynt men hem, van ouds, niet belet te hebben, met behoudenis van zyn Poorterfchap hier ter Stede, ook elders Poor- ter te worden.Even als zulks,ook vanouds, den Poorteren te Utrecht, fomtyds, toege- laaten werdt; waarop, met deeze woorden der oude Coßumen van die Stad, gezien wordt: Waer yemant van onfen borgeren de er gent an- ders ware Borgerfcappe of Porterfcappe gewon- nen hadde, of noch wonne , ter flat wederwil- Ie, de ware fine Borgerfcappe quyt, dlfo vroe alfe hi dat gedaen hadde , ende nummermeer fine Borgerfcappe weder te crigen, ten waer dat yemant dat gedaen hadde, of noch dede, bi oir- iove der Stat (ƒ). Ten anderen, verliezen zy hun Poorterfchap Ook niet
niet, die,.in dienfl van 't Land of van dezodani- Stad, jaaren agter een, buiten de Stad ver- £*?' ie' bly ven. Zelfs worden hunne Kinderen, fchoon Lands of buiten de Stad gebooren, als ingebooren der Stede Poorters, aangemerkt, ten minfte tot na de dienft.tf« dood hunner Vaderen, en tot op hunne meer-^ls derjaarigheid; wanneer zy zig voor Poorters fchy-
(e) Keutb. A. /. 9 verf«.
(f) Groot ütr. Plakaatb. III. D«/, bl. 281.
E 3
|
||||
/
|
|||||
rö AMSTERDAMS VI.De«,
Voor- fchynen te moeten doen erkennen, en voorts
hegten in agt neemen, 't gene van alle Poorters, VANßUR zonder onderfcheid , gevorderd wordt, zo Ingëz£N zy ^e voorregten van het Poorterfchap niet tenen, verliezen willen (g). Doch dit 's onnoodig, indien zy zei ven ook, in 's Lands of der Ste- de dienfl, afwezig blyven (Ü>). Zulken nog- tans, die een Ampt voor hun leeven buiten de Stad gingen bekleeden , werden , van ouds, verltaan, hun Poorterfchap te verlie- zen. In de Lyft der Raaden, voor de Hand- veflen en elders te vinden, leeft men, op 'c jaar 1578, dat de Raad Gerrit Janszoon Delft, die hem begeven hadde om te wefen Treforier van Holland ~ overfulx fyn Poorterfchap vet'" "woont hadde, verklarende voor diverfcbe Raden ende Gedeputeerden by de Staten van Holland, niet ge fint tejyn, omme weder binnen Jmßer- dam te refideren. Ea op 't jaar 1580", dat de Raad Piet er Pauw Adriaanszoon, Rentmees* ter te Alkmaar geworden zynde, fyn Poor- terfchap verwoont hadt. In laater' tyd, heb- ben nogtans veeleaanzïenlyke Burgers, Amp* ten voor hun leeven, buiten de Stad, zullen* de gaan bekleeden, eene verklaaring verwor- ven , of van Burgemeefteren, of doorgaands van de Vroedfchap, dat zy en hunne Kin^ deren, desonaangezien, Poorters deezer Ste^ de zouden blyven. De voorbeelden van zul- ke verklaaringen zyn menigvuldig, zo inde Jiegißers van Burgemeeßeren (i), als, inzon« der^
(g) Refol. van den Oud Raad van Burgemeefteren 3 Jan,
}6$z. f. is. Groot-Memor. N, III. ƒ. 269 verf). (b) Groot Memor. N. Vil. f. 110. (ij 6*00,1 AJerqcw, N, IV. f, «7. tf. IX. ƒ. pvcrfe. |
|||||
IBoEic. POORTERSCHAP. 71
derheid, in de Regiflers der Froedfcbap (£). Voor-
Eindelyk, verliezen, zelfs volgens de Keu- rkcten re van den een en dertigften January des jaars ™"SBE™* 1652, zulken hun Poorterfchap niet, die, jKGEZE. fchoon zy, met hun huisgezin, jaar en dag, tbnen. buiten de Stad, 't zy inbeflooten Steden, of En ein- ten platten Lande, willen gaan woonen; of delyk^ voor hun vertrek, of, ten langfle, binnens °3|™et 's jaars na het zelve, ter Secretarye, zul- ^mgt len hebben verklaard, waar zy,hier terSte- kenni» de, hun Domiciiium of woonplaatfe, of,ge- vanBur« Jyk het, gemeenlyk, en ook in de Stads Re- fj^jjj**" gijiers (l), genoemd wordt, vuur en licht, langer waarby andere oude Coßuymen ook huysraat dan een ende cofl voegen (m), bly ven houden; om iaar ♦ u*c dus, aan alle Stads Lallen en Ordonnantien, bfyVen, gelyk andere Inwooners , onderworpen te en hun bly ven. Ook moeten zy, voor hun vertrek, Domfei- volgens dezelfde Keure, ten minfte twee g"m ter maanden agtereen, in de Stad, hebben huis ryeiaatëni gehouden («):'t welk iemant, volgens de oude aanteke- Utrechtfche Coftumen, geagt werdt te doen, nen- daer hy dagelix te coß gaet, en nachtelix te bedde, met zynen echten wive, indien hy een echt wyf heeft, anders die man alken (0). In gevolge van deeze Keure, heeft men, ter Secretarye, terftond , een nieuw Re- gifter aangelegd , het Domicilien - Boek ge* naamd,
»
(k) Refol. Vroedfch. L* F. Xi Maa,'t, 10 July itdz.f.
A-t » <>+• L*. G. USeptentb. I6«J>. ƒ. Ö verfo, Lt. K. ïz May 1*7S' ƒ- log. L'. L. 6 Septemb. I677. ƒ• ***• L'- KK, 1* Januury 1735, ƒ. 4+g e„£. (I) Refol. Vroedfch. /.'. L. 14 Dec. 1676. f. 34.
im) Groot-Utr. Plakaatb. III. Deel, hl. 17J». in) Handv. K i*$. {t)t Gfoot.Utr. ïlakaatb. III. Deel, bl. i9o. E 4
|
|||||
;
|
|||||
72 AMSTERDAMS VI.DekL
Voor- naamd , welk nog gehouden wordt. Een
jiegïen Poorter, eenigen tyd buiten de Stad wil- VANßUR" lende gaan woonen , zonder zyn Poorter- Inoeze- fcnaP te verliezen, verzoekt zulks aan Bur- TENsm. gemeefleren, die hem, daartoe, voor twee, drie, of ook , doch zeer zeldzaam, voor meerder jaaren, indien hy 't begeert, verlof geeven. Vervolgens, laat hy zyn Domici- Hum ter Secretarye aantekenen. Hy betaalt, * wegens die aantekening , vier £n twintig ftuivers ter Secretarye, en zes Huivers aan den Bode. De aantekening wordt, in 't gemeen, jaarlyks vernieuwd, en moet, ten minde, noocizaakelyk, met kennis en bewil- liging van Burgemeefteren, vernieuwd wor- den , zo dra de tyd van 't verlof verftreeken is, indien men de voorregten van het Poorter - fchap niet verliezen wil: zynde hex gebeurd, dat een Poorter, die verzuimd hadt, de aan- tekening van zyn Domkilium te vernieuwen, met zyn rytuig in de Stad komende, als een vreemde, gearrefieerd geworden is (p). Allen, die, zonder in de gemelde uitge-
zonderde gevallen te zyn, jaar en dag, bui- ten de Stad woonen, verliezen hun Poorter- regt: al ware,'t zelfs, dat zy, doorziekte, belet geworden waren, binnen 's jaars, mee der woon, in de Stad weder te keeren (q), Wy fpreeken, wyders, niet van zyn Poor- terregt kwyt te raaken, door 'er van af te" ftaan, of het op te zeggen; om dat zulks, van ouds, en, in zorgelyke tyden , meer plagS
(p) Domicilien-Bcek, N. I. /. 6s verft.
(ijj Stads Mifli.cn, N. X./. ijg -verft, iêo.
|
||||
I. Boek. POORTERSCHAP. 73
plagt te gefchieden (r), dan naderhand, en voor-
tegenwoordig. In den jaare 1561, gefchied- regten de het, om niet getrokken te worden in de VAN ßuB Schutteryen of Stedelyke dienflen, die vee- J'ncLe- ien, ten dien tyde, zeer tegen de borft wa- teken. ren. Doch de Vroedfchap befloot toen , dat niemant zyn Poorterfchap zou mogen opzeggen, dan ten overflaan van twee Sche- penen (j), Ten befluite deezer Verhandelinge, mer-
ken wy alleenlyk nog aan, dat zulken, die, zig van hun Poorterfchap ontvryd, of het zelve verwoond hebbende, naderhand, we- derom hier ter Stede willen komen woo- nen, en de Poorterlyke voorregten genie- ten, al waren zy ook Poorters Kinderen, verpligt zyn, het Poorterfchap, op nieuws, te koopen (*). Eene enkele aantekening, uit het oudfte Poorterboek ontleend, zy ge- noeg , om dit te bewyzen. Benediftus An- driesz. Falk, ftaat 'er, alhier geboot-en, in V JVeeshuys opgevoet, die zyn Poorterfchap ver- zoent heeft, is op huyden den kflen dach in Meye a XVC LXVJ. wederomme Poorter ge- worden , ende heeft den behoor Heken eedt gedaan, en Treforiers van zyn Poorter geit betaelt. (r) Zie II. Deel , III. Boek,, bl. 2?J.
[s] Refol. Vroedfch. N. I. 9 May ijör.
(t) RoosEBOpM Recueil,0/>. XL. N. %s, Rap«, ,
E 5 BY.
|
||||
74 AMSTERDAMS VI.Dm,
Bm,B Y L A A G E N
|
|||||||||
GEN
i/. A.
|
|||||||||
: r j ■. .. v. \ ': £•. ■
|
|||||||||
öp ^ VI. Deel, I. Boek.
Lr. A.
Beroerende die Vryheyt van hondert roeden
die de Stede rontomme die Stede heeft, endg dat die poorteren oft Landt/uyden buyten de- zer Stede binnen die voorn, hondert roeden woenende ongebouden zyn mitten dorpen van amflerueen oft Slooterdyck te contribueren* [Haage 22 April 1522.J > _ De Graue van hoichftraete heer van mori-
tingny van culenburch van borflelen Stadthouder génerael die prefidént' ende rai- de des roomfchen keyfers Coninck van ger- manien van Caftillien gecommitteert ten zaic* ken zynre m. landen van hollant zeellant en- de vrieslant onfen beminde niedebroedcre in raide Jan benninck raedt etc. Saltiyt cride di- leétie. Alzoe Schout Burgerïnren, Schepenen
ende rade der Stede van amltelredamme in den name van de zelue Stede ons te kennen gegeuen hebben dat al iffc zoe dat de voorsz. Stede van amltelredamme gepriuilegeert es dat de vryheyt der feluer Stede ftrect hondert roeden verde buyten de vuyterfte poirten van amltelredamme ende dat zy van allen ouden tyden daer of gevfeert ende gebruyct hebben ende van allen den gheenen die binnen de- zeltte hondert roeden woenende zyn entran- gen hebben gehad den honderfte penninck uls men die ouer de poorteren heeft gegairt insgelycx excyfe van den dranck ende alre- liande excyfe 'die men in der Stede gegeuen heeft erjde al «och gheeft ende van allen - las*
|
|||||||||
I.BOEK, POORTERSCHAP. 7r
laften contributien hoedanich die zyn die te ßYLAA
ontfangen als van andere hoere burgheren als GgN poorteren gheacht ende op de vryheyt van de \jt A. tholle van der Stede gheuaren hebbende en- de alnoch varen ende gheacht werdden mede voor de Schout ende Schepenen van aemitel- redamme als borgheren ende aïfulcs juiticiabel geweeft zyn ende al noch zyn ende hebben daer of in polTelïie geweeft zoe langhe dat gheen memorie ter contrarie en es dat delen niet jegenitaende onlancxleden belieft heeft de waersman van 'amfterueen eenen Claes Wil- lemsz. Jan Kerck Pieter Dirksz. cum fociis woenende binnen de voorf. .hondert roeden wefende binnen de vryheyt der feluer ftede tot Aemfterueen te recht te roepen ende an te daghen dat zy fchuldich zullen zyn heur goet in gefchrifte an te brengen onder den Sche- penen omme daerna te fchote ghcfet te war- den ende te contribueren recht of zy bueren ende juiticiabel waren ende Honden onder die van Aemfterueen willende zoe ondcuchde- lick turberen de voorf. van Amiterdamme en- de beroeuen van huer vryheyt ende oude deuchdelycke pofTeffie van dien draghende tot heur groote prejudicie ende oick de K. Mr. zoe dit jurisdictie roert ende de Jurisdictie van Aemftclredamme toebehoerende de IC. M*. mitsdien vermindert foude moghen worden ende by finiftre wegen coomen aen een am- bochtsheer van aemfterueen dat alfoe nyet en behoirt gelyck die voorf. fupplianten zég- gen ons biddende om onfe behoorlicke pro- vifie Soe ist dat wy U laften ordonneren ende committeren mits defen dat voir U en- de een adionct niet fufpect dairtoe genomen gedachuaert ende geroupen wefende alft be- hoort ter plaetfe contencioefe de waersman van aemfterueen ende anderen dient behoiren fai gedaeli hebbende of doende beledt off tm> be|
|
||||||
i
|
||||||
.
|
||||||
76 AMSTERDAMS VI. Dm;
. bel den Impretanten in hoere pofleflie voorf.
omme v te zien informeren ghy van wegen der K m«. v doechdelycken informeert van de premiflïen ende pofleflie van de fuppl. mits- gaders vptie turbacie hunlieden ter contrarie gedaen ende fielt Uwe informatie int lange by goede declaratie in gefcrifte Ènde indien U blyct van t gundt dat voorf. is byfonder van den pofleflie van den impetranten ende de hinder ende turbatie hemluyden daerinne ge- daen ende gepoocht te doen ter contrarie zoe veel dat genouch zy maintineert ende onder- houdt van wegen als bouen. die zelue fup- plianten of huere gemachtichde in hoerluyden pofleflie mits ofdoende alle turbacie hinder ende letfel ter contrarie gedaen by den voorf. waersman ende allen anderen den zeluen zeer fcherpelicken beuelende van wegen des key- fers voorf. hun te verdragen den Supplianten ende den geenen die onder ende bynnen hoe- re jurisdictie bewind ende vryheyt -voorfz. itaende gefeten ende begrepen zyn eenige hin- der ende turbacie contrarie huerlieder poffes- fie voorf. voortaen meer te doen mair die te laeten blyuen ende beruften in den voorf. hoe- re pofleflie ende gebruyckenifle zoe dat zy des mogelycken te vrede zyn. Ende in cas van oppofitie weygeringe oft vertreck alle tur- bacie ende nieuwlycheyt geweert ende of ge- fielt mits reftabliflement ende reftor gedaen zynde alfl behoert ende omme voorder ge- fchil te fchuwen die fake contenciofe geno- men ende gefielt in handen van de K. M'. als Souuerain dair toe committerende een fe- queller nvt ende foluent ift noot maict van als proces verbal ende dachuaart d oppofanten refufanten of delayanten te comen of gemach- tichde te zeynden voer ons alhier in den ha- ge tot fuleke betamelicken dage als ghy hem- luyden beteickenen zult ten welcke dage ouer- brengt
|
||||
LBoEK. POORTERSCHAP. 77
brengt of zeynt ons Uwe voorf. informacie Bylaa-
auctentyck toebefloten alft behoort mitsgaders GEN uwe proces verbal omme _ te procederen zoe L1. B. wel in de principale materie pofleifore als vpt prouilie van den......ende gebruycke-
niffe van de contenciofe fake als nae rechte
dienen ende behoren zal. Ons certificerende wes ghy hierinne gedaen zult hebben ende u wederuaeren fal wefen. Gegeuen in den ha- ge onder t fignet hier angehangen Vpten xxij in April in 't jaer onfes heren duyfent vyf- hondert twee ende twintich nae paeflchen. (Onder flondt)
By mynen Heere den Stadthouder ge-
neral, die Prefident ende ïaiden van hollt ZeiTt ende Vrieslï. ij
(getekend) Beauuoir.
Laager hing het Signet van den Hove7
gedrukt in rooden wafcbe. Het oorfprongkelyke beruft, in 't Vertrek
der Thefaurie Ordinaris , Oude Laade E. D. J. Lr. B.
Vidimus van Schepenen en Raad van Amflerdam \j, b^
van eenen Brief van- Hertoge Albrecht van Beijeren van den twintigften Oélober des jaars 1371, waarhy verklaard wordt, dat ee~ nige Perfoonen zig van 't Regt ï;«»Keurmie- de hadden vrygekogt. Allen den ghenen die defen brief zullen zien
iof hoeren lefen doen wi cont en kenliken i'cepene en raet der poerten van aemftelredam- mc
|
||||
78 AMSTERD, POORTERS. VI. Deel.
Bylaa- me dat wi gezien hebben en overghelefe» ee-
CEN nen brief gans en ghave onghecanfelliert en on- 1/ *B. gheziert welbefeghelt mit ons lieves gheduch- tes heren zeghel van hollant alfet ghelecc fpre- kende van woerde te woerde alfe hiernae ghe- fcreven ftaet. Aelbrecht bi goods ghenaden palensgrave bidcn riin heretoghe in beyeren Ruwaert van Henegouwe van hollant van zee- lant efl vrieslant doen cont allen luden dat wi vercoft hebbeu bi kerftiaen albrecht diers foen onfen coermyedebeware willem dirc loefels foen nelle fiin wijf liin zufter- en fiuen broe- ders aelwaer clais wcdcghen en hoer kiint vri te wefen van onfen coermiede. des zal zi ons gheven bi heren coenraets ons clercs hant diere ons goede rckinninghe of doen zal viif ende dertien feilde zeftien fccll. hollants voer den feilt gherekent efi dat loven wi him te wa- ren voer,ons efi voer onfe nacomelinghe tot ewighen daghen ten ware of zi hem hier na- tnels weder verdieden In oircondc defen brie- ve befeghelt met onfen zeghel ghedaen tote zierycee tfmanendaghes na finte lucas dach int iaer ons heren m\ ccc° een en tfeventich. In kennilTe der wareyt foe hebben wi fcepene efi raet voerfz onfer poerte zeghel an dit wtferift ghedaen tenen oirconde ghegheven des fonnen- daghes na finte willeboerts dach int iaer ons heren m° ccc° een efi tfeventich. Onder aan, hing der Stede Zegel, zo ah
bet, hier voor, (V. Deel, 1. Boek.bl. 33. N. 3.) afgebeeld is. •
|
|||||||
ZE &.
|
|||||||
/
|
|||||||
79
ZESDE DEEL. POORTERSCHAP, SCHUTTE-
RYEN , KRYGSRAAD, BE- ZETTING en VERMAAR- DE PERSOONAADJEN VAN
AMSTERDAM.
.--------Tl.. - . -I - - - *■ '
TWEEDE BOEK.
Schutteryen, Burger-C om-
pagnien, Wagten en
Bezetting.
|
|||||||
I.
Oude Schutteryen.
Van de vroegfte tyden af, heeft de Re-Oor-
geering van Amfterdam zorg gedraa« fprong gen , voor de veiligheid , befcherming enj".?u?' verdediging der Stede; en zig, daartoe, in ^rie ( de eerfte plaatfe, gediend van der Stede Schutte- Poorteren, die, ook van ouds, verpligt wa- ryen- ren, hunnen Heeren en 's Lands Graaven, naar hun vermogen en overeenkomftig met de oude Voorregten en Gewoonten, in den kryg by te ftaan (a). 't Is ten hoogfte waär- fehyn-
(a) Zie II, Deelt II, ßoe(t hlt 96 enz., loj , lij, H3i
179, Ito. |
|||||||
------------------—■—uw mmmmmmm*mmmmwmmmmmmmwmmmm
|
||||||||
go AMSTERDAMS VÏ.Deei.
Oude fchynlyk, dat de Poorters, die, als het de
Schut- gelegenheid vorderde, in der Stede, of des täryen. Graaven dienft, ten ftryde trokken, reeds in de veertiende eeuwe, door de Wethou- derfchap, uitgekooren zyn; gelyk men, met zekerheid, weet, dat, in de volgende eeu- we , gefchied is; en dat zy, na den togt, wederom, tot hun voorig beroep, zyn ge- keerd, zonder zig, byzonderlyk, met den wapenhandel bezig te houden• ten ware hun, miflchien, ook zo vroeg reeds, gelyk nader- hand (b), het bewaaken der Stad zy toever- trouwd geweeft. Doch in de zelfde veertien- de eeuwe, en waarfchynlyk, al voor 't midden der zelve, was, te Amfterdam, met kennis en bewilliging van de Regeeringe , een Schutters-Gilde opgeregt, onder zekere voor- waarden ; waarvan , aan het zelve, Brieven verleend waren, van der Stede wege (c). De opregting van zulke Gilden was, ten deezen tyde, gemeen hier te Lande,* doch gefchiedde altoos door, of met bewilliging en onder opzigt van de Wethouderfchap der Steden (d). Men hadt, op't einde der veer- tiende , en in 'e begin der vyftiende eeu- we , niet meer dan één Schutters - Gilde , te Amfterdam (e). Doch in eene der oude Keuren, op pergament gefchreeven, en ver- moedelyk lang voor 't midden der vyftiende eeuwe gemaakt, vindt men reeds gewaagd vän oude Schutters (ƒ): waaruit .af te nee- men (b> Keurb. A. ƒ. t.I.
(c) Handv. bl. 140. f150.]
(d) Zit MiFRiS Chaitetb. M. Z)«/, bl. 6$9>
(e) Handv. bl. 140, 141»
(f) Kcwb. A. ƒ. 20 verf».
|
||||||||
>
|
||||||||
.II. Boek. Schuttery en Bezetting. 8t
men is, dat de twee andere Schutteryen, Oude , die, zekerlyk, in de vyftiende eeuwe opge- ScH"g;l regt zyn, of ten miniten ééne derzelven, toen reeds in wezen waren. Deeze twee Schutt er yen waren die van de Foetbooge en van de Handbooge, en worden, klaarlyk, van de oude Schutterye onderfcheiden, in eene Keure van Maymaand des jaars 1471 , be- veelende „ niemant in dat oudefcut te kie- „ zen, dan wt dat jonge Jcut , en handboge „ fcut (g)." De oude Schutters voerden ook Boogen, en waarfchynlyk alleen Handboo- gen. Doch, met het aanwaflen der Stede, fchynt men geraaden gevonden te hebben, nog twee Schutteryen op te regten, die Voetboogen en Handboogen , onderfchei- denlyk, voerden. Van deeze twee Schut- teryen is, vermoedelyk, die van de Voet- booge de oudfte geweeft, om dat zy, altoos> voor die der Handbooge, en, oudtyds, bloo- telyk, de jonge Schuttery genoemd werdt. De Handboogsfchutttry hier , naderhand , by- komende; en de oude Schuttery, in denjaa- re 1516, vernietigd zynde, en in derzelver plaats, de Kloveniers-Schuttery zynde opge- regt (è); werden de drie Schutteryen, in't gemeen, de Kloveniers- of Oude, de Voet- boogs-, en de Handboogs-Schuttery genoemd, 't Getal der oude Schutteryen, die wel van de Burgervendelen onderfcheiden moeten worden, is nooit grooter dan drie geweeft, hier ter Stede. De
(g) Keutb. A. ƒ, 61.
(h) Zie U. t>eel, V. Boe(t t/. 4*1.
XI. Stuk. F
|
||||
Sä AMSTERDAMS. VI. Dem.
Oude De oude Schuttery beftondt, in 't jaar
Schut- 1394, toen zy nog de eenigfte was, en toen teryen. cjg 0U(je -ooorwaerden ende brieven, haar door Getal der de Wethouderfchap verleend, vernieuwd en dke6n m veranderd werden, uit omtrent vyf en ze- Schut- ventig man (*'). Doch in 't jaar 1413, werde terye. dit getal op negentig gebragt (k). Én in 't begin der volgende eeuwe , beflonden de drie Schutteryen uit twee honderd perfoonen ieder (/). Elke Schuttery was , toen , of wat laater, verdeeld in twaalf rotten (tri), en hadt haare Deken en Overmannen, welke laatflen, in laater' tyd, ook Gezwoorens ge- noemd werden. Ook hadt elke Schuttery zynen Koning, die de eerfte in rang was, en, om 't affchieten der Paapegaai, verkooren werdt. Men vindt hem reeds gemeld, in de aangehaalde Keure van den jaare 1471 , waarin bevolen wordt „ dat elke Schutter „ zyne kleeding maaken moert, zo als de Co- „ nync mit finen bogen raet dat ordineren „ zou (»)." Kleeding De Kleeding der Schutteren was niet derSchut-eeneriejé Zy droeg, van ouds, den naam teren. van panore 9 paU0ir of Pallure (0), en werdt, volgens de Ordonnantie van den vierden A- pril des jaars 1413, jaarlyks, vernieuwd; zo nogtans, dat ieder Schutter, het eene jaar, een rok, tabbaard of vlieger, en het andere jaar
(i) Handv. bl. 14.0.
(k^) Handv. bl. 14T.
V) Handv. bl. ui.
\m)Zit II. Deelf IX. Boek^t bl. 47*,
(n) Keiub. ,A. ƒ. 6z.
(*) Kemb. A. ƒ. 10 vtrfo, 139.
|
||||
IL Boek. Schüttery en Bezetting. 83
jaar > een Kaproen maaken moeft (p). Het Ouds
opperkleed der byzondere Schutteren hadt Schut« niet eenerlei verwe, indien men anders ftaat T£RYfiJS maaken moge, op de oudfte Schutters-ftuk- ken, die, in de vertrekken van den Krygs- raad op 't Stadhuis , en in de Kloveniers- Doele, voorhanden zyn. Hier ziet men de Handboogsfchutters, fomtyds, eenpaariglyk in 't zwart, fomtyds, eenpaariglyk in 't bruin, afgebeeld. Doch de Voetboogsfchut- ters worden, in een der oudfte Stukken, in 't jaar 1533, door Cornelis Anthonuzoon, ge- fchilderd, en hangende in den gang, voor de kleine Krygsraads-Kamer op 't Stadhuis, in een tweeverwig kleed, groen aan de regter-, en rood aan de linkerzyde, vertoond: welke verwe nogtans verfchilt van die der Livreye van de Poorteren in 't gemeen, die, volgens eene Keure van den derden February des jaars 1483, op Sacraments-dag, moeften op- trekken , in een païïure ende wapenrok halff root ende half wit, root bouen (q). Doch , veelligt, is de verwe der Schutters «kleedm- ge niet alle jaar en dezelfde geweeft. Im- mers , men heeft nog eene uitvoerige Or- donnantie van den derden Juny des jaars 1560, voor het Schutters-Gilde te Zoeft, in *t Stigt van Utrecht, waarby blykt, dat het zelve, jaarlyks, van kovel of kaproen ver- anderde , en 'er dan rood en wit, dan blaauw en wit, en dan wederom groen en wit la- ken toe kogt (r). De
(p) Handv. bl. 140,141.
(q) Keurb. A. ƒ. i?9.
(r) Fide MaTTH, de Jure Gladii, C*p. XIX. f. J32»
I %
|
||||
U AMSTERDAMS W.DeeÈ;
Oude De wapenen der oude Schutteren waren
Schut ook onderfcheiden, en veranderden, naar Tsryen. tyds gelegenheid. De oudften handelden Hunne Hand- en Voetboogen: ook Clovers, zynde S.e" eene ^oort van handbuflen of musketten (ƒ), zelfs eer nog het Rtoveniers - Gilde was op- geregt (t). Voorts, droegen zy een harnafch om, of voor 't lyf, van ouds een Panfier,of Creefi en halve treeft genaamd, en hadden een lang mes of degen op zyde: in welke laatftgemelde rufting, zy, in zorgelyke ty- den jdagelyks,langs ftraatgaan moeiten («). By fommige gelegenheden, voerden zy ook fpietfen, hellebaarden, flagzwaarden en an- der geweer (V). Hun Dedienft, dien deeze Schutteryen, van dienfl. haare eerfte opregting af, aan de Stad dee-
den, beftondt, voornaamlyk, in het uittrek- ken in 's Graaven, of, gelyk het oudtyds genoemd werdt, in ons Liefs Heeren Heir- vaart, en ook elders , ten oorbaar der Ste- de in 't byzonder. Voorts, bewaarden en bewaakten zy de Stad (w), by dage en by nagte, vooral, in zorgelyke tyden; 't welk ook de pligt was der Poorteren in 't gemeen. Doch alzo de Schutters, beter dan de ge- meene Poorters, geoefend waren in de wa- penhandeling, en veelen derzelven ook in *t Geregt zaten, of tot de Vroedfchap be- hoor-
(s) Zie F. Bukman Nieuwe Aanmerk. Bi. 4<*3«
\t) Keurb, A. ƒ ij2. D. ƒ. 3 verfo. {(t) Keurb. A. f, Ij6,149 »183- (t) Keuib. D. f, 80 verfo. (t») Handv. bl. 140, 141. Refol. Vroedfch. N. z. 9 April
ÏJ66./. l+vtr{». «»Jiici voor, Ll.Deti, Vll,ßoek^ */, Iji, *
|
|||||
- '
|
|||||
■■('*■
|
|||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 8£
hoorden (x); verliet de Wethouderfchap zig Oude
meer op hen, dan op de Poorters in 't ge- Schut« meen. In tyden van onraad, werdt de wa-T£EYEM penklok getrokken. De oude Schutters ver- fcheenen op de Plaats, tot befcherminge van 't Stadhuis. De twee andere Schutteryen (lelden zig voor de Poorten, aan dien kant, daar men den aanval dugtte, gelyk, in 't jaar 1481, de Voetboogsfchutters aan de Nieu- wendyker-, en de Handboogsfchutters aan de Kerkzyde - Poort befcheiden werden (y). Als men uittrekken moeit, gelyk in 't vol- gende jaar gebeurde, werden zy allen, op de Plaats, voor 't Stadhuis, verzameld, om van daar der Stede bannier te volgen (3). De Stad zondt hun, op den togt, eenige knegten mede , die hun hunne Toortfen droegen (a), als zy, by avond of by nagt, moeften voorttrekken, 't Geregt of Bur- gemeefteren gaven, vooraf, als 'er Heir- vaart geboodén of vereifcht werdt, aan de Overmannen der drie Gilden kennis van 't getal der Schutteren, die men, naar gelang der andere Poorteren, zou noodig hebben. De Overmannen deeden hierop de looting, en de Schutters trokken uit, op bevel van de Wethouderfchap ; uit welke , dikwils, een Burgemeefter, of twee Schepenen voor- trokken Qb). Op Sacramcnts-dag, woonden de drie Schutteryen ook den plegtigen om- . me-
(x) Handv. bl. 14.T, Kemb. A. ƒ. <z.
■ (y) Keurb. A. ƒ. uy verft,
(z.) Keurb. A. ƒ. 137 verft, fa) Hjindv. bl. 1*0. • (b) Handv. */. i*j.
F 3
|
|||||
8<f AMSTERDAMS VI.DeeX.
Oude megang by, onder hoere kairfe of toorts (e).
Schut- By de inhaaling van 's Lands Vorften, of an-
tërym. ^ere doorlugtige Perfoonaadjen, werden zy,
insgelyks, in de wapenen gebragt; gelyk,
wy, in de GefchiedeniJJen der Stad,rneerdan
eens (d), hebben aangetekend. Men vindt,
dat zy dan, fomtyds, byeen kwamen, de
oude Schutters of Kloveniers, in S. Jacobs
Kapelle; de jonge of Voetboogsfchucters,
op de Kolk; en de Handboogsfchutters, in
de Lieve-Vrouwen-Kapelle (e). In zulk eene
gelegenheid, hadden zy ook elk eene toorts,
of dikke wafchkaars in de hand(/).
Zyfchie- Jeder der drie Schutteryen hadt haare by-
tennaar zondere Öoele (i), daar zy, ten minden
'tWit.eneens ter Weeke, vergaderden, om naar 't
Paape-6 Wlt te bieten, 't zy met boogen, of met
gaai. klovers. Ook fchooten zy, jaarlyks, of ui-
terlyk om de twee of drie jaaren, op May-
dag, naar de Paapegaai (g): 't welk, in de
oudfte tyden, plagt te gefchieden, buiten de
Bindwyker- of Bmnenwyker poort (&), op
het Schaapenveld , daar , naderhand , de
Handboogsdoele by de Voetboogsdoele ge-
plaatfl werdt. Keizer Karel hadt den drie
Schutteryen in't gemeen, op den zeflienden
Maart des jaars 1521, Oclroi verleend, dat
de
(c) Keurb. A. /. so.
(d) II. Deel, IV. .B*ekj */.37l,S97> VM?«*,M<'MA
(e) Keurb. E. ƒ. 61.
(f) Keurb. B. ƒ. 27.
(g) Handv. bl. 140.
(b) Zie een Schepenenbrief v*n 't Jaar 1471. aangehaald I.
Deel, I. Boe^ H, JZ. Ci) Wy hebbenze, hiervoor (III. Deel, t Boek t
bl« ?44 *&■), uitvoerige* befchreeven. |
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 87
de Gildebroeders niets verbeuren zouden, Oude
wanneer zy, in 't fchieten, 't zy in de Doe- Schut- len, of naar de Paapegaai, iemant, onver-T£R3fEW« hoeds, kwetfen of dooden mogten, mids zy, voor 't fchieten, volgens gebruik, behoor- lyk, geroepen hadden (i). Op het onderhoud der drie Schutters-Gil- Voorreg.
den, liepen eenige koften. De vergaderin- ?r"eder gen in de Doelen; het fchieten aldaar naar schut- 't wit, en elders naar de Paapegaai; de klee- teryen. ding der Schutteren, die, jaarlyks, vernieuwd werdt; hun geweer, en 't gene 'er meer noo- dig was, om de Schutteryen in ftand te hou- den , belaftte de Schutters boven vermogen. De Wethouderfchap dan , in aanmerking neemende, dat de Stad, in tyd en wyle, veel dienft kon trekken van de Schutteryen, befloot haar, van tyd tot tyd, eenige voor- deden en vryheden toe te ilaan, om haar te gemoet te komen in de koften, die zy te draagen hadden. De oude Schuttery ver- kreeg , in 't jaar 1394, de Viflchery in de Stads graf ten ; benevens de vryheid om, driemaal 'sjaars,van 's daags voorS.Maar- ten in den winter, en van 's Zondags voor Vaftenavond, telkens tien dagen, en van 's Zondags voor Sacraments-dag in den Zomer, negen dagen lang, alleen wyn te mogen tap- pen , op zo veele plaatfen, als zy goedvondt, zonder Excyns fchuldig te zyn; mids zy, voor- af, in de Kerke, Hete afkondigen, wanneer zy haaren wyn dagt op te fteeken; waarna niemant, zo lang de wyntap der Schutterye duur«
(»') Ijandv, W. .141,
F 4 •
|
|||||
1
|
|||||
88 AMSTERDAMS VLDeei.
Oude duurde, binnen de Vryheid der Stede, eeni-
Schut- gen wyn verkoopen mögt, op eene boete van tIryen. cjj-jg p0I1j Hollandfch , Koopmans geld. Voorts, beloofde de Stad,jaariyks, tot haare Kleeding, elf gouden Hollandfche Schilden te zullen betaalen. De Toortsdraagers, als de Schutters ter Heirvaart toogen, zouden door de Stad bekoftigd worden. Ook zou de Stad hun de boogen vergoeden, die zy, in Stads dienft, aan twee mogten fchieten (£). De oude Schutters verhuurden, federt, hunnen Wyntap en VifFchery, en verwier- ven, in 't jaar 1413, dat de huurders vry verklaard werden van Heirvaart (/), 't welk de huur moeft doen ryzen. De VilTchery in 't Gouden-Water, dat is, in den Amftel binnen en buiten de Stad, zo ver der Stede Vryheid zig flrekte (jri), werdt, in 't jaar 1480, gegeven aan de jonghe Schutterye van de Voetboghe ende de Schutterye van de Hand- boghe, insgelyks met vryheid van Heirvaart voor de huurders. Doch deeze Schutteryen moeften, daartegen, tmee Bairdzen, zynde eene foort van Oorlogsfchepen, met het gene 'er toe behoorde, op haare koften, ten dien- fte der Stede, onderhouden (2). En deeze zyn
{kj Handv. hl. 140.
(I) Handv. hl. 140, 141.
(m) Zie II. Deel, II. Boek,, hl. 171.
(ji) Wy ontleenen deeze laatfte voorwaarde, uit
den oorfprongkelyken brief, waarby de Regeering het Gouden Water aan de twee Schutteryen opdraagt, Hy is nog voorbanden, en met het Stads zegel ten zaaken bekragtigd. Wy voegen hem, aan't einde van dit Boek, onder de Bylaagcn Lu A.; zo om dat de voor- waarde, die 't onderhouden der twee Baardfenbe. treft»
|
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 89
zyn alle de Voorregten, die ik vind, dat de Oude
drie Schutteryen immer hebben bezeten. De Schut- oude Schuttery, zig diep in fchulden gefte-terybn. ken hebbende, en, reeds in 't jaar 1505, den Excyns van haaren Wyntap, aan de Stad, die voor haar in 't verfchot was, hebbende moeten afftaan, werdt, in 't jaar 1516, ver- nietigd. Haare Doele werdt verkogt, en 't gene 'er van kwam, nevens al wat zy van den Wyntap en Vifïchery plagt te hebben , befteed, tot het opregten eener Kloveniers- Doele. De Kloveniers verkreegen eenigen der Voorregten, die de oude Schutters ge- had hadden, met naame, elf Wilhelmus fchil- den 's jaars, mids onderhoudende den altaar in de Oude Kerke, dien de oude Schutters hadden bezeten; de viflchery in der Stede veilen, en een honderd een guldens zes Hui- vers en vyf duiten, voor ieder der twee ter- mynen van den vryen Wyntap, in de plaats van de drie der oude Schutterye («). Voorts, werdt hun de nieuwe Doele, met den tooren Swycht Utrecht, afgedaan (o). DochdeVis- fchery inde Stads vetten werdt,federt,door de Stad, van haar gekogt (p). De twee an- dere Schutteryen behielden de Viflchery in 't Gouden-Water nog, die haar, in 't jaar 1480, was opgedraagen. Doch
(n) Keutb. C. ƒ. 127.
(0) Zie II. Deelt\V. Boe(t bl. 41J. V. B»»^,£/.481,414.
(p) Quytfchelding in 't Vertrek der Thefaurie, Nieuwe Laade D. Lt. f — H. X. treft, in alle de Uitgaaven der Handveßen, overgeflaa-
gen is, als omdat, in geene dier uitgaaven, de dag- tekening gevonden wordt« r$
|
||||
po AMSTERDAMS VI.Deeê.
OüDi Doch alzo fommigenzig, nu en dan, ver-
Schut- beeld hebben, dat de Schutteryen, van oiids, TERYEN. veei zeggens hebben gehad in 't beftellen Onder- der Wethouderfchap; en dat haar regt hier zTimmertoe' naderhand> °P de Burger-Compagnien
regt ge- overgegaan is, gelyk zulks, onder anderen, had heb- in't jaar 1628, door eenige woelzieke Gees- ben tot ten 9 gedreeven werdt (q); zal 't niet ondien- fteiien" ftiS zyn> hier' fcor£etyk, te onderzoeken ,
der Wet- wat van deeze zaake zyn moge. houder- In de oudfle tyden, is de Raad der Stede, fchap. toen u[t vjer en twintig perfoonen beftaan- de, eene enkele reis, gekooren door de Ge- meente, gelyk wy, hierna, breeder toonen zullen. Doch geen blyk altoos is 'er, dat de Schutteryen zig, voor 't jaar 1578, ge- moeid hebben, met de beftelling der Wet- houderfchap. Te vooren, werden zy, 't is waar, zo wel als de Overluïden der Gilden, nu en dan, geraadpleegd by de Regeeringe, vooral, in zorgelyke tyden, gelyk in de jaa- ren 1566 en 1567 (r). En zulks is, ook in laater' tyd, by gewigtige gelegenheden, om- trent de Kapiteinen der Burgervendelen, die gelyk als de plaats der Schutteryen vervuld hebben, gefchied. In 't jaar 1579, kwam 'er eene Keur op het diepen der Waale uit, die, by raadewn de Schutteren der drie Schlit- terten , gemaakt was (j). En jn de volgende eeuwe, fchynen de Burgervendelen, immers, een der zelven, ook over dit of diergelyk onderwerp geraadpleegd te zyn: 't welk men af-?
(<|) Zie II. Deely XIV. Boe{, hl, 39 j.
(r) II. Deel, VII. Boe(, bl. 1671 I69»I71 tlZi.
(t) Kemb. G. f. 196 verfa.
|
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 91
afneemen mag, uit een Schutters - fluk, op oude
de groote Krygsraads Kamer,boven den in- Schut- gang hangende, en in 't jaar 1625 gefchil-T£RY£N* derd ; waarin de Kapitein Albert Koenraad Burg, de Luitenant Pieter Evertszoon Huift, en de Vendrig Arend van Buil aan eene tafel zitten, op welke, eene tekening der oude Waale legt. Voorts, was de Krygsraad ook, indejaaren 1584 en 1585» geraadpleegd, op het verfterken der Stede (u). Doch in 't jaar 1578, Haken de Schutteryen zig, voor 't eerft, in de beftelling der Wethouderfchap. Ook bouwde men, in 't jaar 1628, op dit voorbeeld alleen, het regt, welk de Burger- Compagnien van dien tyd, of de Schuttery, zo als men dezelve toen noemde,,waande te hebben, om de Wethouderfchap te zet- ten , en te verzetten. Doch dat de gantfche handeling der drie Egtbe-
Schutteryen, in 't jaar 1578, afweek van rigt van de Privilegien en aloude gewoonte , blykt Jjaar ?e; zelfs, uit tweeAclen der zes en dertig Schut-j^'1"!1 teren van dien tyd, die de dienende Wet- houderfchap toen van den eed ontfloegen, en nieuwe Vroedfchappen en Burgemeefte- ren verkooren. By deeze Acten, proteßee- ren de Schutters wel expreffelyk, een en an- dermaal , dat zy, 't gene zy deeden, deeden voor die reyfe alleen, ende/onder tfelueincon- fequentie te trecken. Waaruit klaarlyk volgt, dat het regt der Schutteryen, tot het ver- zetten der Regeeringe, welk alleen op dee- ze (u) Aefol. Vroedfch, N. j. je Stpt, ijj^, 2j Ham, z.»
4fril ij*j. |
||||
92 AMSTERDAMS VI.DEEt;
Oüds ze daad gebouwd wordt, eenen zwakken
Schut- grondflag heeft. Men vindt deeze Aéten vzrybx. geregißreerd, met de eigen hand van den Secretaris Jacob de Haan, in eene Naamlyft der ghenen , die federt den jare XVC. LXXVIIJ". die principaelfie Ampten hebben bedient binnen de Stad van Aemßelre- dam-, welke, tegenwoordig, ter ïhefaurie deezér Stede (v), beruft. Wy hebben de aantekening , in welke de Aélen gevoegd zyn, hier agter onder de Bylaagen (o?) ge- plaatft, om dat zy, ook in andere opzigten, licht geeven kan, aan 't gene, in ons ver- haal van de verandering des jaars 1578,hier voor (x), te vinden, mögt fchynen eenige opheldering noodig te hebben. Hier ter plaat- fe, zy 't ons genoeg, uit de Aólen der Schut- teren zelven, getoond te hebben, dat het verzetten der Wethouderfchap, welkzy toen ondernamen , niet gefchiedde, uit hoofde van eenig regt, welk zy zig aangemaatigd, veel min bezeten zouden hebben. De nieu- we Magiftraat werdt, eigenlyk, gewettigd, doordien zy van 's Lands Staaten, die, na 't afzweeren van Koning Filips, Souverainen geworden waren, voor wettig, erkend werdt. Haare De drie Schutteryen waren zo weinig ge- afhang- regtigd, tot het beftellen der Wethouder- £e|yk" fchap, dat zy, in tegendeel, fchoon onmid- Burge^an delyk onder haare byzondere Overmannen meeftc- ftaande, eigenlyk, zo wel als deeze Over- ren en mannen, van de Wethouderfchap afhingen, en
(v) Kas N. XI.
(w) L*. K. _ (x) II. Deel, IX. Bte^ hl, 469 «Ti«,
|
||||
"PI
|
|||||
IL Boek. Schuttery en Bezettimg. 93
en even als andere Gilden, geheellyk, aan oodk
dezelve onderworpen waren. Uit de Or-Somrr- donnantie van den jaare 1394, blykt reeds,TERYES« dat de Broeders vän het oude Schutters-Gil- van 't de, wel by »ade der Overmannen, dochGcre8k door het Geregt, in het Gilde aangenomen, of uit het zelve gezet werden (y). De Klo- veniers- Schuttery niet alleen; maar ook de Voetboogs- en Handboogs-Schutteryen, wa- ren, door Burgemeefteren en Schepenen , opgeregt (2). En in 't jaar 1554, werdt, by de Vroedfchap, beflooten, dat geene Schutters, uit eene der drie Schutteryen , zouden verlaaten worden, buiten kennis van Burgemeefteren O). Toen ook de Over- luiden, in 't jaar 1560,ondernomen hadden, eenige Schutters uit de Schuttery te zetten, werdt by de Vroedfchap beraamd, dezelven wederom te herftellen (#). Men wilde ook niet, dat zulken, die in de Schutteryen ge- field werden, zig daarvan, door uitkoop, zouden zoeken te doen ontflaan (<;), waar- tegen , zelfs by eene Keure van den dertien- , den Maart desjaars 1554, voorzien werdt (d): hoewel my een egt blyk ter hand is ge- komen, dat het, uit de oude of Kloveniers Schutterye, nog in den jaare 1562, gefchied is (t). Dat Burgemeefteren of 't Geregt de Schutteryen bevalen, in 's Graaven of der Ste-
(y) Handv. il. 140.
{%,) Handy, bl. 1+1.
(a) Refol. Vroedfch. AT. 1. 7 JHaart 15*4,
(£) Refol. Vroedfch. N. 1. si Jt*nj 1560.
(£) Refol. Vroedfch. N. 1. 15 Maart IJ63.
(d) Keurb. F. ƒ. 5.
(f) Zie Bylaagen^ JjL C
|
|||||
'
|
|||||||
94 AMSTERDAMS VI.Dee£.
Stede dienfl, uit te trekken; de Stad te be-
waaren en te befchermen j in de wapenen • te verfchynen, orn den Vorft in te haaien, of eenige plegtige ommegangen by te woo- nen, biykt, uk alle de Plaatfen der Stadt liegiflers, met welken wy, te vooren, be- weezen hebben, dat de Schutters, van oud», tot dit alles,gebruikt werden, 't Geregt ftel- de zelfs orde op het fchieten naar de Paape- gaai (g), en op de maaltyden der Schutte- ren in de Doelen (b). De Doelen zelven, fchoon den Schutteryen, vanouds,hebben- de toebehoord, mogten niet bezwaard, veel min verkogt worden, buiten bewilliging van *t Geregt Q). Uit al het welke, de afhang- kelykheid der Schutteryen van de Wethou- derfchap, ten klaarfte, blykt. Hoe 't, eindelyk, met de drie Schutte-
ryen afgeloopen zy, ftaat ons nu nog, ten beduite, te melden. Gelyk de oude Schut- tery, in 't jaar 1516, door de Wethouder- fchap, te niet gedaan werdt; zo waren, al vroeger, te weeten , in 't jaar 1492 , de Schutteryen allen drie,door 't Geregt ende XXXVI. (k), en in 't jaar 1496", de Voet- boogs- en Handboogs Schutteryen, door 't Geregtalleen, te niet gedaan. De laatfte reis gefchiedde zulks, om dat veele Schutters den eed van getrouwheid aan de Wethou- derfchap, die, in dien zorgelyken tyd (/) , ten
(g) Keurb. A. ƒ. 20 verfo.
(h) Keurb. E. ƒ. 36,60. (») Handv. hl. i+0. (kj) Keurb. A. ƒ. 179 verfo. (0 2« 11. a«/,iv.z?^, bi.3«.
|
|||||||
OtTOE
Schut-'
|
|||||||
Vereeni-
ging der drie Schutte-
ryen met de Bur- gerven- delen. |
|||||||
^
|
|||||||
II. Boek. Schuttery eti Bezetting. 95
ten hoogfle noodig gehouden werdt, nogouDE
niet hadden afgelegd (m). De vernietiging Schut- der Schutteryen gefchiedde, t'elken reize, ****** by afgekondigde Keuren; doch fchynt niet niet lang geduurd te hebben. Na weinig tyds verloop * zag men de Schutteryen we- derom in ftand. De oude Schuttery alleen werdt, na dat zy, in 't jaar 1516, te niet gedaan was (»), niet wederom herfteld. Ten tyde der vervolginge des jaars 1568, verlie- pen de meefte Schutters. De Schutteryen beftonden flegts in naam; tot dat zy, na 't fluiten der Satisfactie in't jaar 1578» weder- om tot ftand raakten. Doch in 't jaar 1580, werden zy, door Burgemeefteren, op laft van Willem den I., Prinfe van Oranje, met de Burgervendelen tot één lighaam gebragt (V), welk lighaam, federt, ook den naam van Schutterye kreeg (p). Men zag alleenlyk nog over- een zweemfel der oude Schutteryen, in detmn- Overmanfchappen der drie Doelen , die, tot fchaPPen tot in de volgende eeuwe,in ftand bleeven.feenr^eoe" Over elke Doele, werden, door 't Geregt, niet ge- vier Overmannen gefteld, uit de Kapiteinen daan. der Burgervendelen , die ook optrokken ; naar 't wit fchooten, en, van tyd tot tyd, met hunne onderhoorige vendels, in de Doe- len teerden (q). Dochtuflchendejaaren 1640 en 1650, nam de Stad de Voetboogs- en Handboogsdoele, en, waarfchynlyk, ook de Vis-
(»») Keurb. B. ƒ. 10 verfo.
(nj Zie II. Deel, V. Boek^bl. 48}. {o) II. Deel, X. Boek^, bl. 18. (p) Zie Handv. il. 147- ^rt. 19. (f) DAma bl, 44S , 447, |
|||||||
96 AMSTERDAMS VLDkii.
Viflchery in 't Gouden Water, die van zeer
geringe waarde geworden was, over van den •Burger-Krygsraad, tegen redelyke voldoe- ninge (r). De Kloveniers Doele was, na dat de drie Schutteryen, in 't jaar 1580, met de Burgervendelen vereenigd waren, zo ik my niet bedriege, reeds door de Stad, aangeno- men en onderhouden. De Overmanfchappen der Doelen bleeven in ftand, tot in 't jaar 1672, wanneer zy, by een befluit der Vroed- fchap O), vernietigd werden (3). Sedert, is 'er geen overblyffel der oude Schutteryen, hier ter Stede, meer befpeurd, ten ware men daarvoor houden wilde de gezelfchappen van eenige Liefhebberen, die, in de voorgaande en deeze eeuwe, van tyd tot tyd, opgeregt zyn, en _welken, met kennis der Wethouder- fchap, in de Schiet - Doele , in de nieuwe Doelenftraat, byeenkwamen , om naar 't wit te fchieten (t). Zuik een gezelfchap was, agt ik, de Ge-
broederJchap der Scbutters-Ordre van Sint Mi- chiel in de Kloveniers Doelen, die Vo n d e l , met een Lofgedigt, vereerd heeft («), waarvan ik een afdrukfel in folio gezien heb, in 't jaar 1659, by Thomas Fontein, uitge- geven. En zulk een gezelfchap is, nog te- gen- (r) RefoJ. Vtoedfch. N. ig. % Juny 1642./. ii8.
(s) Refol. Vroedfch. N. L*. H. 4 oü. 1672./. j2<$. (t) COMMECIN hl. 067.
(u) Poëzy , II. Deelt bl. 57J.
(3) De Digter Pels (Gebr. en misbr. des Toneels
bl. 9.) ziende op deeze vernietiging, die, by zynea tyd, voorgevallen was, zegt, dat — — de Doelens, om byzond're groote reden,
In 't énd vervallen zyn met wil der Ovtrbcedtn. |
||||||||||||
Oude
Schut TBfiYEN
|
||||||||||||
Befchry-
ving
van het
Schiet-
Collegie
in de
Klove-
niers
Doele.
|
||||||||||||
II. Boek. Sciiuttery en Bezetting. 97
genwoordig, onder den naam vanScHiET- Our>sr
Collegie, in wezen, zonder dat my ge- Schut- bleeken is, wanneer, het zelve is opgeregt. T£K*EN4 Het beftaat, als het voltallig is, uit dertig Leden, onder welken zyn een Deken, een Ontvanger oF Caffïer, en een Boekhouder of Secretaris. De Deken befchryft de Le- den. De Ontvanger vordert de boeten in, en de Boekhouder houdt aantekening vïui 't gene 'er, in 't Collegie, voorvalt. Tot de aanneeming van een nieuw Lid, wordt niet heflooten , dan met eenpaarige ftem- men. Het flemmen gefchiedt , by töe- geÜooten' briefjes, waarin een X. de aari- nèeming, en een O. de afwyzing van ië- mant, die tot Lid voorgefteld wordt, be- tekent. Ieder nieuw Lid betaalt tien gul- dens voor tntredegeld , en den ftuivers , voor' 't fchryven van zyn' naam op een bordje, waarop de naamen van alle de Le- den, volgens den rang hunner aanneemin- ge, zyn aangetekend. Als eenig Lid goed- vindt , het Collegie te bedanken , betaalt hy vyf guldens, tot een affcheid. Öp den laatften Woensdag in elke maand, komen de Leden byeen, om naar 't wit te fchie- ten; van Maart tot Auguftus, ten v^ f uu- ren , en van September tot February, bei- de ingeflooten, ten drie uuren, na den mïcU dag. Die netft fchieten, en vooral, die de pen midden in de fchyf treffen, genieten eenige by zondere eer. Eens 's jaars , in de maanden Juny, July of Auguftus, fchie- ten de Leden ook naar de Paapegaai: 't XI. Stuk. G welk, |
||||
93 AMSTERDAMS VI.Defx.
Burger- welk, gemeenlyk, in het Dorp Slooten, ge-
Compag- daan wordt. In dit CoJIegie , wordt een ki£w. t>iaauw vendel, met een' Oranje - blaauw- en witten bovenrand en Stads wapen ver- fierd, bewaard. De woorden Pro Ar is et F o c i s, dat is, voor out er en haardßede, zyn 'er, in de fchuinte, van den eenen tot den anderen hoek, in te leezen. Twintig Leden van het Collegie hebben, in 't jaar 1754 , ten gebruike van het zelve, eenen fraaijen zilveren Beker doen vervaardigen, die op de twee langftfeevenden der bekofti- gers verfterven moet, en ondertuflchen in bewaaring blyft van den Kaftelein der Klo- veniers Doele; alwaar de Leden, gemeen- * lyk eens in 't jaar, eene vriendelyke maal- tyd houden. Voor het Collegie, is een Re- glement opgefteld, uit zes en dertig Arti- culen beflaande. II.
NIEUWE SCHUTTERY, of BURGER-
* COMPAGNIEN en KRYGSRAAD. Oudheid T~^\e Amfterdammers, al voor 't jaar 130b,
der ^ß de Graaven vanHolland, in hunne Heir- Vewfe" vaarten> hebbende moeten dienen (V), zo
len. is, gely k wy, reeds, hebben aangemerkt (w), wel te vermoeden, dat zy, in zulke gele- genheden , in orde , en onder bekwaame Hoofdmannen , uitgetrokken zyn. Graaf Willem de IV. bedong, in de Handveft van den
(v) Zie Mieris Charteib. il. Dsei, II. ti,
\w) Hiet voor, bi, %$. |
|||||
\
|
|||||
tl.BOÈK. ScHtttERY en BElETTiNÖ. S)0
den jaare 1342, dat zy hem dienen zouden, rURGeiu
tot zynen wille, naer haere macht (*). En dat Compaq deeze dienft, niet alleen door het Schutters-KIEN» Gilde, welk, veelligt, toen al was opgeregt, verrigt werdt, is hieruit af te neemen, dat de Stad Hertoge Albrecht, in 't jaar 1398* toen het Schutters-Gilde uit niet meer dan omtrent vyf en zeventig man beflondt, wel drie honderd gewapenden leveren moeft, tot den togt naar Friesland (y). De krygstog- ten, die, in 't begin der volgende eeuwe, door de Stad, werden ondernomen, werden, gewiffelyk, door meer Poorters, dan door de Schutters, bygewoond (2). Ook blykt, uit eenen egten brief van den jaare 1421 * dat de Poorters, toen reeds, in kommerlyke tyden, der Stede poorten bewaakten (a). En in 't oudfte Pergamenten-Keurboek, vindt oudfte men eene Keur, die, waarfchynlyk, nog bekende eerder gemaakt is, en bewyfl, dat de Poor- ^"waa* ters, onder twaalf Hoofdmannen , Waak- ^üt meeflcrs genaamd, en te gelyk Brandmees- ters , de Stad, geregeld, bewaakten (b). Wy zullen deeze Keur, die nergens gedrukt is, om haare oudheid en merkwaardigheid, hier invoegen: Van der Wake.
Item nyement en moet die Stede itiaken by
en zy poirter jof poirters kint ten wair dat t ge-
(x) Zie II. Dal t II. Boel-t bl. io< , ii$.
(y) Zie II. Deel, II. Doei, bl. 1*0. (&) II. Deel , III. Boel^, bl. 22^,232, *3J* (a) Zie II. Deel, III. Boel^, bl. 310. (*) Keuxb. A. ƒ. ix. G 2
|
|||||
>■
|
|||||
loo AMSTERDAMS VI.DiEt,
Burger- gerechte kende of dat die waecmeeßers kenden
Compag- gi% in boiren bedrieue dat hy dair guet gbe~ mKN' noech toe waire. Item zo wie dat vp die wake niet cn comt aU
ze die wachter derde warue blaeß ende die wa • ke ghezet wair of die tot wakene ghefet wor- de ende des nachtes niet al wt en wakede of dat hy qualiken wakede die wairs vp v grote. En- de men en zal hem zynre wake des nachts niet ghewairt doen. Mer des andren nachts zo zal hy waken ends inlegghenter tyt toe dat datghelt betaelt is. Item zo zal een yghelic menfche by nachte
beuffchelike wanderen ende zo wien dat die wach- ters of Wakers toefpreken by nachte die zullen him antwoirden by x $ hollns. Ende wairt ye-
mant die dien wachters of den wakers hier om misdede dat zoude men beteren by den gherech- te. Ende wairt zake dat die wachters ende wakers yemant gaen liet zy en wifien wie hy ware dat zoude men him afnemen dats htm een ander huede. Tots gherechts prueuinghe. Item zo zal men kiefen alle iare xij guede
knapen der brandmeißers ende waecmeifiers we- fin zullen ende die f al men dair toe eeden dats te wetene Jeerße drie guede knapen die dat beimren
zullen vptie lantzide alze wintmolenzide nyen- dyck caluerflratebyndwyck twijfchen twien gr af- ten ende voirt in allen fleghen endeßraten vptie lantfide gheleghen. Item drie guede knapen op die waterzyde al-
ze 'wintmolenzyde nyendyck caluerßrate bynd- wyc ende alle /leghen ende firatenvptie water- zyde gheleghen. Item |
||||||
"
|
||||||
:
|
||||||
___^^_-___
|
|||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting, ioi
Item drie gnede knapen vp die lantzyde flfetf Burofr-
kerczyde ganzoirde grymenejje 't keyzerrike Compag- ende alle fieghen ende flraten vp tie lantzyde *mn' gheleghen. hem drie guede knapen vp die waterzydeal-
ze kerczyde ganzoirde grymenejjen ende alle fieghen ende flraten vp tie waterzyde ghele- ghen. Ende defe voirf. brantmeifiers ende wiec-
meißers zullen elcx in horen bedriue bewaren alle dat den brande behoirt by nachte ende by daghe. Ende zo wair zy aen doppen dair zal men him guedertierliken die dueren vp doen en' dè laten him bezien allen dat zy zien willen. Ende wat sy dan ghebieden ende den luden bie- ten doen dat zal een yghelic doen gbelikeiwys oft him t ghemeyne gerechte hadt gheboden. Fokt zo zullen die waecmeifiers ende brant- meifiers elcx in horen bedriue alle auonde die wake zetten ende ghebieden. Ende zo wie dat niet en wakede als hy fculdich is te doen dien zullen 23/ corrigieren. Ende zullen zy hebben der Stede bueten van der wake. Ende zo wie dat defen brantmeifiers onghehoirfaem wair of die him misdede mit woerden of mit werken dat foude wefen in allen fchyn oft wair vp tenghe- rechte. Ende dat by den gherechie te beteren. Dit f al fiaen tots gher echts prueuinghe. Uit deeze Keure nu, blykt, onder ande-
ren , klaarlyk, dat de Poorters en Inwooners, zo vroeg reeds, zo wel als de Schutters, de Stad bewaakten. En dat zy ook, nevens de Schutters, ter Heirvaart trokken, blykt, uit deeze woorden van den brief van Schout, G 3 Sehe-
|
|||||
102 AMSTERDAMS VLDeel,
Burger- Schepenen en Raaden van denjaare 1413,
Cömpag- ten behoeve van 't oude Schutters-Gilde , MSN. gegeven: Voort wanneer men eenige Schutte' ren fal behoeven in ons liefs Heeren ofte in der- Stede reyfe, — f o fal 't Gerechte van der Ste- de den Üvermans van der Schutteren te weten doen, hoe veel Schutters dat men tot dier reyfe behoeven fal, na dat beloope van anderen der Stede Poorteren (c). Van dien tyd af, leveren de GefchiedeniJTen der Stad ons menigvuldige voorbeelden uit van het uit- trekken , waaken en andere Stedelyke dien-! ften, door de Poorters, zo wel* als door de Schutters, waargenomen, in de vyftiendfe en zeftiende eeuwe (d)> Ook toonen deeze voorbeelden, dat alle deeze diènften gedaan werden, op byzonder bevel van Burgemees? teren of van 't Geregt. Ouder- Uit eene Keure van den jaare 1477, blykt, dom en Wyders, dat het bewaaken der Stede, door waakerf-1 genuw^eJ °f ten niinfte door huishoudende de Pojr- ingezetenen, gefchiedde. Een ygelyck, ftaat tertn,. 'er, die by hiius is, ende in der echtfchap is, vanouds, 0jj: huu$raet hout, fal waken onderfyn hooft- manfcap, daer hy onder gefeten is, alfl hem gefeyt,ende die weet dair off gedaen wartfö. De ouderdom der waakende Poorteren wordt, reeds in eene Keure van den zes en twin- tigften Juny des jaars 1482 , bepaald op niet pnder de twintig en niet boven de zeftig jaa-
(c) Handv. hl 139.
* (d) 2ie II. Deel, Hf. üoi^t bl. 269. IV. Boel^, bl. 340, ?iï, ISS * iS9 t i(>l , 379»3*3t3H,3*A« 390, 39;, 399,40z, V Bietst bl. 4« t. VI. Bce{,i>l.W. Vil. Boe^bl, ISZ. (*) Keuib, A. /; ït ver fa. |
||||
IL Boek. Schüttery en Bezetting. 103
jaaren (ƒ). 't Getal der Poorteren, die el- Burger-
ken nagt waaken moeflen, was ongelyk, en Compag- veranderde, van ouds, gelyk nog heden ten WIEN* dage, naar tyds gelegenheid. Volgens eene Ordonnantie op het waaken van't jaar 1481, waakte men toen met vier en twintig man, behalve de hoofdmannen, en de oude waa- kers (g). Doch in 't jaar 1509, werdt de zes- tiende man uitgeloot, om te waaken(A). Voorts, was de Stad, al vroeg, verdeeld Verdee«
in eenige wyken, over ieder van welken , ,l"fkde* * een, of ook fomtyds twee Hoofdmannen depoor. waren aangefleld, die, in laater' tyd, hunne teren in Luitenants, Vendrigs, tVeyffels of Serjan- Wyken. ten, en vuerders of voerders, onder zig had- den (i). In de oudfle my bekende Keure op het waaken, hier voor te boek gefield, is de Stad in vier wyken verdeeld, twee aan de nieuwe, en twee aan de oude zyde. Ieder wyk hadt toen drie IVaakmeeflers. Doch in- 't jaar 1481, werdt de Stad an negenen ge/et, dat is, in negen wyken verdeeld, dair, ge- lyk men, in eene Ordinancie van de buur~ waeck ende van de hoef flach, leeft, elck poirter incoomt ende is (£). De Loopplaatfen en Wagt- huizen waren, in het zelfde jaar, zeventien of agttien in getal, onder welken, ook der Stede huus was, welk, door de Poorters, in deeze wyk woonagtig , over welken , die Scout mit den Gerechte Capiteynen waren, be- waakt (f) Keurbp A. f. I34-- verg. f, 139»
(g) Groot-Memor, N. I. ƒ. 317, verft»
(h) Keurb. ü. f. 119. (i) Keurb. F. ƒ. 233.
(k) Keiub. A. ƒ. 116. G 4
|
||||
104 AMSTERDAMS VÏ.Deeu
Burger- waakt werdt (/). In 't jaar 1508 , verdeed
Compag- de men de Stad in agt deelen. In ieder deel, V1£N- waren vier Hoofdmannen geileld. Doch op de Plaets, waakten' die heoren (tn). In 't jaar 1512, worden, in eene Keure op het be- waaken der Stede, zeftienWagtplaatfen op- genoemd (m). Doch in de jaaren 1536 en 4,537, vindt men wederom eene verdeeling; der Stad in zeven Wyken (0). En in 't jaar 1566, werdt de Stad, op nieuws, in zeftien Wyken verdeeld (p). Berzel- In geval van uittogt op den vyand, wa- ver uft- ren de waakende Poorters, zonder onder- toon jpcjjejj verpufft, elk onder zvn Hoofdman, monlte- , • , S R . , 1 ,J* . ' |
|||||||||
ring
|
zo dra der Stede klok, tot drie reizen toe,
|
||||||||
met eene tuffchenpoozing tuffchen elke rei-
ze, geflaagen hadt,op de Plaats te verfchy- jien, en voorts, te trekken, daar 't hun, door de Wethouderfchap,zou bevolen wor- den (#). Wanneer men zulk een' uittogt te. gemoet zag, deederi Schout, Burgemeefte- ren en Schepenen, vooraf, de monflering over der Stede Poorters, die, by afgekon- digde waarfchuwing, elkopzynen ho,-fflag, pntbooden werden, tegen 't uur, dat Scout, ßtirgermeefters en Scepenen wilden gaen om- me fcouwenQ'). En als de nood drong, kreeg elk, van wege 't Geregt, bevel 'om, op ver- beurte van lyf en goed, uit te trekken, voor- (/) Groot-Menior N. I. f- %i+ verf», enBylaagen, L*. ü.
{tri) Keiirb. B f 104 verfo. (n) Keiith. D. /. 1. (o) Keilib. E. f. iivfrfe,zj. (pi Kcutb F. ƒ in i"•/». (q) fceurh. A. ƒ 10* verf». (r) Keuib. A. ƒ. 117 vtrfo. Zit ook. II. Deel, VI. U«^,
tl. 7*. |
|||||||||
IL Boek. Schuttere en Bezetting. 105
al, wanneer zig een Burgemeeller, of twee bURGer-
Schepenen aan 't hoofd fielden (V). Zelfs Ompao« hebben wy, ter zyner plaatfe (ï), verhaald,NIEN- dat Burgemeefleren, Schepenen en Raaden zig, in t jaar 1521, aan vier deelen geloot hadden, om, des noods, op 't eerfte bevel van den Vorft, aan 't hoofd der Poorteren, te können uittrekken. De oude Keur, die, vermoedelyk, reeds voor 't midden der vyf- tiende eeuwe, gemaakt werdt, is bekend. Item, een ïgelyck Poorter, die geboden wert van der Stede wegen nyt te vaeren daer een Burgermeeßer ende andere van den Gerechte met de bannier of met de wimpel voorvaert, dat hy opfyn lyf ende goet mede varen fal, ende doen ais hem by den Gerechte bevolen wordenfal(u). En, in 't jaar 1577, werdt, by de Vroed- fchap, wel uitdrukkelyk, beflooten, deeze Keur te onderhouden (v). Ook vindt men , dat Henrik Janszoon Akkerman , Schepen der Stad, aan 't hoofd eener bende Poorte- ren, in 't jaar 1475, het beleg van Nuis bygewoond heeft (V). Op het jaar 1535, wordt vermeld van twee Schepens, die te gelyk Hoofdluiden der Burgerye waren (#). Van de Livreije, in welke de Poorters uit- Hunne trokken, hebben wy, hier voor (j), reeds kleeding; .gewaagd. Zy was rood boven en wit on- der, zynde twee der drie kleuren uit het wa- pen (s) Keurb. A. ƒ. nj>. Groot Memof. N. I. ƒ, ij;.
; \t) Zie 11. Deel, V. Bcel^, W. 4«I'
.(«) Handv. hl. 139.
l (v) Refol. Vtoedfch. N. ?. 7 Aug, 1577»
(m) Ziell Deel, IIT. £oe{, blm Z6<f.
(x) II. Deel, VI. Biie{, bL 17.
(j) f/*»«,, Si.
|
||||
io6 AMSTERDAMS VLDEEt.
Buböer- pen der Stad. De Poorters van Dordrecht
Compag- voerden, om de zelfde reden, dezelfde Li- »iE». vrejje t ais Zy ten ftryde trokken (z). Men vindt ook, dat, fomtyds, aan de Poorters, wanneer zy zig alleenlyk vaardig hielden om uit te trekken, een ftuiver, en als zy daade- lyk uittrokken, vyf fluivers 's daags beloofd is (a). Ook is 'er blyk, dat zy, in de vyf- tiende eeuwe, reeds in oproerige Steden,in bezetting gelegd zyn (b). Verande- Tot hiertoe, hebben wy de waakendeen ring in de uittrekkende Poortery, welke men, federt, vende-1" BurgervenMen en Burger - Compagnien ge- Jen , ten noemd heeft, befchouwd, zo als dezelve be- tydè der ftondt, tot op den tyd der Spaanfche be-
Spaan,
roerten, die groote verandering in dezelve
roerten* £e weSe fragten, welke wy nu moeten aan-
wyzen. In February des jaars 1567, maak- te het Geregt eene Ordonnantie op het be- waaken der Stede, zo wel door de Buyryvacht, of ßurgerwagt, gelyk men nu fpreekt, als door de drie Schutteryen, en door de Stads Sol- daaten, die, kort te vooren, waren aangeno- men. De Stad was toen verdeeld in zeven Quartieren , of Wyken. In ieder Wyk, wa- ren twee Kapiteinen der Buurwagt, die hun- ne mindere Officiers onder zig hadden. De Buurwagt waakte , op zeftien byzondere hoefflagen. De zeventiende, zynde het Ze- gelhuis op 't Stadhuis, werdt, alle nagten, bewaakt, door drie rotten Schutters, een uit
(x.) Zie Balen Dordrecht,*/. 7f>9>
(*) Keurb. IJ. ƒ. n%. (V) Keurb. A. ƒ, 12«. en hier voar, II. Dtcl,IV. Bock,
H, 3*8. |
|||
/
|
|||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 107
uit elke Schuttery. Een uit de Burgemeefte-ßÜR0ER. ren, Schepenen, of Raaden hadt hier ook Compag* de wagt, en ontving en bewaarde de fleu-NIEN- tels der poorten, die hy, des morgens, ge- houden was te openen, in 't byzyn van twaalf of vyftien Schutters. De zeflien hoefflagen, onder welken de hoofdpoorten, of de top* rens naad aan dezelven, begreepen waren, werden, by nagt, bewaakt, door de Buur- of Burgerwagt, onder derzelver Kapiteinen, By dage, werden, in dien zorgelyken tyd, de hoofdpoorten , door drie Schutters uit elke Schuttery, en agt foldaaten; de kleine poorten, door een' Schutter uit elke Schut- tery , en twee of drie foldaaten, en de boo- men, door drie Schutters en drie foldaaten, by dage, en zes foldaaten, by nagt , be- waakt. De Buurwagt waakte, wyders, van tien uuren des avonds, tot aan't luiden der Poortklok des ogtends toe (c> Alle welke byzonderheden wy ontleenen uit twee Or- donnantien op de Wagt vanden zesentwin- tigften February en den derden Maart des jaars 1567, die, uit laft van den Stadhou- der, Willem den I., Prinfe van Oranje, ge- maakt waren. Doch deeze fchikkingen hiel- den naauwlyks drie maanden ftand. De vrees voor de naderende vervolging deedt de Schutters verloopen. In May , werdt de Stad genoodzaakt, Spaanfche bezetting in te neemen 5 waarna de gantfche Burgery ont- wapend werdt (d). In Maart des jaars 1568, werdt aan de Gilden nog toegelaaten, eeiien (f) Keurb. F./. 229 verft ,233.
(d) Keuib. F. ƒ. i-H ver/o , 2+4 , 24g,
|
|||||||
ioS AMSTERDAMS VT-Deel.
Burger- plegtigen ommegang by te woonen, met was-
Compag- kaarfen in de hand; doch zy mogten trom kien. nocn pyp gebrLIiken (e). In April, beüoot de Vroedfchap egter, twee Poorters te (lel- len in de hoofdpoorten, om aantekening te houden van de inkomende Vreemdelingen (ƒ). En in May, vondt men geraaden , baffen te leggen op de nieuwe brugge, en op de poorten, en die, door twee uit de Raaden, en twee of meer uit de Burgerye, te doen bewaaren (g). Aan deeze voorbe- reidfels, befpeurde men, dat het oogmerk was, de Burgerwagt wederom op te regten; waartoe, inOótober, beflooten werdt (h), Zy beftondt, uit een zeker getal van uitge- kooren Poorters, die onder negen Kapitei- nen (tonden, en den naam van geëligeerde Burgers kreegen. Men vindt, dat zy, in 't jaar 1572,en federt, de poorten en boomen bewaakt hebben (f). Doch de Roomfche Regeering verliet zig,voornaamlyk, op de foldaaten ,die zy, van tyd tot tyd, in Stads dienft nam. In de handeling over de Satis- factie, werdt, van de Staatfche zyde, ge- drongen , op het herftellen der drie Schut- teryen , waarin de Wethouderfchap, die lie- ver gezien zou hebben, dat men, boven de negen vendelen geëligeerde Burgers, geene an- deren aanname, eindelyk, bewilligen moed. Naderhand, (londt men 'er, van de zyde des Prin-
(e) Refol. Vroedfeh. N, z. \ Maak \$6i.f. py.
(f) Refol. Vroedfch.-K. z 24,27 April 156%. f.69verft,57.
(g) Refol. Vroedfeh. N. 2. zM*y ij$j, ƒ. oyverf«.
(h) Refol. Vroedfeh. N. z, izO&ob. i$6%.f. lof. (i) Refol. Vroedfeh. N. z. 29M*y isjz.f. 21$ verfer ff.
3. lj*n, IJ77. Ketub, G, f. $9 verf*. |
||||
«
|
|||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 109
Prinfen van Oranje, zo wel als van die der Burger-
Staaten, ook op, dat de drie vendelen Schut- Comp ao- ters tot zes gebragt werden (k): en 't ver-wiKS» fchil hierover gaf gelegenheid tot de veran- dering der Regeeringe, in 't jaar 1578 ;ge- lyk wy, elders (/) , omftandiger verhaald hebben. De nieuwe Wethouderfchap maakte,ter- Opreg- flond, eene Ordonnantie op de Schutteryen, ti"6 vai»
ï« 1 L j • * J elf Bur-
die, naderhand, in eenige opzigten , ver- „erven.
andering onderging (tri). Doch in Oktober delen,
des jaars 1579, werden'er nieuwe Burger- vendelen opgeregt, naar't getal der Wy ken, waarin de Stad toen verdeeld werdt, zynde €lf in alles. Ieder Wyk hadt zynen tVyk- mecfler, gelyk de Burger - Kapiteinen toen genoemd werden, Luitenant en drie Bevel- hebbers («). Doch Willem de I., Prins van Oranje, in de Lente des volgenden jaars, in Amfterdam gekomen zynde , maakte eene nieuwe fchikking op de Burgervendelen; in gevolge van welke, de drie Schutteryen on- der eenen Kolonel, en de elf Wyken onder den zelfden, te weeten den Oud-Burgemees- ter Willem Bar des, als Opper-Kolonel, ge- field werden. Voorts, flonden de vyf Wy- ken aan de oude zyde onder den Kolonel, Cornelis Fioriszoon van Tellingen, Oud-Bur- gemeefter, en de zes Wyken aan de nieu- we zyde onder den Kolonel, Jan Jacobs~ zoon Huydecoper, Raad. 't Geregt maak- Ordo*. te,
(O II. Dtel, IX. Boi^bl. 413,414,4^,449,^7,
(/) II. DeeLy IX. Boek^t bL. 401 enz,, (m) Keurb. G. ƒ. 1*3 *«•ƒ"», Ijjvtr/ij Nty. (tij Kemb, G. f. zoj vtrf«. |
|||||
*
|
|||||
Hó AMSTERDAMS VLDééé.
ßuROER- te» by raade van Burgemeefteren en zes en
Compag- dertig Raaden, eene Ordonnantie voor dee- Ni£W. ze vendelen, onder welken, niemant onder »antie de agttien of boven de zeftig jaaren opgete- JJoor. kend werdt (o): by welke Ordonnantie, het verwyzen in de boeten, op het overtreeden derzelve gefteld , gelaaten werdt aan het Collegie van Kolonellen en Kapiteinen, federt den Krygsraad genaamd, die ook tot kegtenis, en* voor zekeren tyd, tot te bier en te brood leg- gen mogten veroordeelen , blyvende alle verdere Lyfftraf, zo wel als het Veranderen en vermeerderen der Ordonnantie, ter be- fchikkinge van myne Heeren van den Ge- regte ; uitgenomen dat de vergrypingen, de Wacht, Tocht ofte 't ghene daeraen kleeft aen- gaende, door den Krygsraad , naar befchei- denheid en gelegenheid van zaaken, zou mo- gen worden geftraft Q>). De Opper-Kolonel en deszejfs Luitenant, die indenjaare 1580 werden aangefteld, hebben geene opvolgers genade Alleenlyk, heeft de Krygsraad, in 't jaar 1672, over ieder Regement een Luite- nant en een Majoor aangefteld; die, nog in 't jaar 1673 (#); doch, na dien tyd , niet meer gevonden worden. De Ordonnantie van den jaare 1580 is, in de jaaren 1594 , 1618, 1651, 1659, 1669, 1672,en ein- delyk, in 't jaar 1681, by myne Heeren van den Geregte, met advis van den Krygsraad, * veranderd en vernieuwd geworden (>). De laat*
(i) Handv. hl. 141.
(p) Handv. */. 146.
(q) Refol. Krygsr. N. II.
(r) Handv. */. 146,14», ij0,1 ff ji/7i 160, ier,
|
|||||
II.Boek. ScHüttery en bezetting. ïii
|
||||||||
laatfte Ordonnantie wordt nog, in de meefte buroe«.
■opzigten, gevolgd: en wy zullen ons, be- Compa«. neden , van dezelve bedienen, in het be-NIEN- fchryven van den tegenwoordigen ftaat der Burger-Compagnien en des Krygsraads. De elf Burgervendelen, die, in 't jaar 1580* Vermeer*
waren opgeregt, en die, federt, wederom dering tot negen fchynen gebragt ge weeft te zyn, van,c. werden, in 't jaar 1613 , ter gelegenheid van jwer!r |
||||||||
de naaftiaatfte Vergrootinge der Stad, tot Compa,
|
5'
|
|||||||
dertien vermeerderd: en in 't jaar 1622,0p nien
agt en twintig gebragt (s). Op dit getal, zynze gebleeven, tot in 't j^aar 1650, wan- neer zy, door Burgemeefteren, als daartoe door de Vroedfchap gemagtigd zynde, by raade van Kolonellen en den Krygsraad, tot op vier en vyfüg, vermeerderd werden (t), In May des jaars 1672, befloot de Vroed- fchap de Burger Compagnien op't getal van agt en veertig te brengen (ü). Doch ik twy- fel, of dit befluit uitgevoerd werdt. Immers, in Juny daaraan, nam de Vroedfchap een be- fluit , om drie Compagnien te voegen by de vier en vyftig (w): welke drie, wat laater, door den Krygsraad, tot zes Compagnien werden gebragt (V); zo dat 'er toen, in al- les , zeitig Compagnien waren. Doch in 't jaar 1681, werdt dit getal wederom op vyf- tig verminderd (j): in welken ftaat, het om- trent (1) Aantck. van Schep. G. SCHAEP PlETERSZ. AT, 3, ƒ,
17 verfo , 29 verfo. (t) Refol. Vioedfch, N. 10. 2 , isStpt. i6so.f. 112, ng.
Handv. bl. ijo. (v) Refol. Vroedfch. Z,». H. j May 1671. ƒ. 4j.
(w) Refol. Vroedfch. Zr. H. 13 Juny 1672. ƒ. «$.
(x) Refol. Ktygsr. N. II. 2 July 1672. Handv. hl. itfi,
(y) Refol. Vioedfch. I». N, z» .April ïóii, f, j2j.
|
||||||||
,ii2 AMSTERDAMS VÏ.Deel;
Burger- trent drie jaaren bleef, wanneer het,by den
toMi'itó- Krygsraad , wederom op het voorig getal |
||||||||||||||
fcrEN.
|
||||||||||||||
van zeftig gebragt werdt (2), waarop het,
federt, gebleeven is. In de ftrekking der Wyken, die, in 't jaar 1634, naauwkeurig- lyk, bepaald werdt O), kwam, in 't volgende jaar,en in 't jaar 1701, eenige verandering: ook nog,inlaater' tyd; doch mert heeftzig, in de voornaamfte opzigten, gehouden aan de oude fchikking. |
||||||||||||||
ftienft
derzel-
ven. |
De Burger-Compagnien hebben der Ste-
de , van tyd tot tyd, dezelfde dienften ge- |
|||||||||||||
daan , als de Poorters en Schutters van ouds*
In oorlogstydefl, zyn zy, dikwils, uitgetrok- ken , om de grensplaatfen van Holland, of van de andere vereenigde Provinciën te be- waaren, terwyl de gewoonlyke bezettingen te velde lagen; gelyk wy, meermaalen, in de Gefchiedeniffen der Stad, hebben aange- tekend O). Ook vindt men'er menigvuldige voorbeelden van, in de Stads Regiflers (c> Doch, fomtyds, heeft men zig ook, omge- wigtige redenen, van het uitzenden eeniger Burger-Compagnien* verfchoond; gelyk, on- der anderen, in 't jaar 1624, ter oorzaake der ziekte en fterftehier ter Stede, gefchied is (d). Burgemeefteren, door de Vroedfchap gemagtigd, Helden, gemeenlyk, ook in de ze-
(*,) Refol. Krygsr. M. III. 21 Fetr. 10 May 1684. Handv.
V«) Kefol. Krygsr. N. III en N- IV. tn''t begin.
(b) II. Deel, XV. Btekj, *»*• »• x*. Boe^bl. 9 enz..
(c) Refol. Vroedfch. N. 1). 10 Sept. i6iz. ƒ. 153 vet/i,
N H. lï Fei,r. 9 J»ny *«**• f' 7° verfo, 94 verfo. N, 16* 2« J»^ ï«51*». 6 A"S- l*iZ' f' " ver^* iil' N' '7* *7 |
||||||||||||||
______________—_—
|
||||||||||||||
II. Boek. Schüttery en Bezetting. 113
zeventiende eeuwe, gelyk van ouds, nevens Buroer-
den Krygsraad, orde, op het uittrekken der Comp ao- Burger-Compagnien; 't welk, onder ande-NIEN* ren, uit een befluit der Vroeclfchäp van den jaare 1629, blyken kan (e). Wyders, is de Stad , altoos , by nagt, en, in zorgelyke tyden, ook by dage, door de Burger-Com- pagnien, bewaakt j gelyk nog tegenwoordig gefchiedt. In 't optrekken, vooral ter ge- legenheid der inhaalinge van doorlugtige Perfoonaadjen, hebben zyzig, niet minder dan de Schutters en Poorters van ouds, ge- kweeten : hoewel, reeds in 't jaar 1651, by de Vroedfchap, verdaan is, de Parade op het optrekken der Burgerye , by winter-a- vond , als aanleidelyk tot tyd verzuim en o- verdaad, te doen ophouden (ƒ). De Burger- . Officieren hebben zig, wyders, nu en dan, ook tot by zondere Stedelyke dienden laaten gebruiken: als , tot eene opfchryving van alle de ingezetenen (g) , of van zulken, die in de Quohieren van zekere gemeene laden moeden gebragt worden (h) ; of van de weerbaare manfchap (i); of van de nieuwe gebouwen (&); of van de huuren der hui- zen (/); of van de hoeveelheid der Graanen (m); of tot het doen eenerColleótevoorflaa- veri
(1) Refol. Vroedfch. N. i«. i* July 1629. /• 99verf:
(f) Refol. Vro-dfch. **• 20 s Sept. 165 t. ƒ i«i,
(gj tf.elol, Vroedfch. N. 16. 1 Nov. 1630. f. 167 vtrf».
{b) Refol. Krygsr. N. II. 13 July U^z,
{i) Refol. Ktvgsr. N. IV. % *Ang. 17+7.
(kj Refol. Kï'ygsr. N. I. g April iöjj.
(I) Refol. Krygst. N. IV. 11 OSttth. 1730.
(m) Refol. Ktygsr. N. IV. zz Ott. 11 Htv. 169%. ■■\J
XI. Stuk. H
|
||||
114- AMSTERDAMS VI. Dek.
Burger, ven (n); of tot invordering van een Haard-
Compas- ftedegeld (0), of, laatflelyk, in de jaaren Wien, t ny en 1748, tot den ontvangft der liberaa- le gifte (p). Ook helpen zy, jaarlyks, in Sep- tember , den algemeenen brandfchouw doen. Tegen- Wy komen nu tot de befchry ving van den woordi. tegenwoordigen ftaat en regeering der B u r- ge ftaat ger-Compagnien, die, na dat de drie Burger-'8 Schutteryen, welken, in de plaats der voori- Compag- gen> in 't jaar 1578, waren opgeregt, in 't mm. jaar 1580, met dezelven vereenigd gewor- den waren, veeltyds, de Schuttery genoemd zyn; gelyk de Leden deezer Compagnie, ge- meenlyk, Schutters genoemd worden; zo als wyze, in 't gevolg, ook noemen zullen, fchoon zy, t'eenemaal, van de oude Schut- teryen onderfcheiden zyn, en, voor't jaar 1580, buiten de Schutteryen, en geheel op zig zei ven, beftaan hebben. De Burger - Compagnien zyn, gelyk wy
reeds hebben aangemerkt, tegenwoordig, üefiig in getal, die in vyf Regementen, ieder van twaalf Compagnien, verdeeld Zyn, welken, naar de kleuren der Vendelen van elk Regement, het Oranje, Geel, Blaauw, Wit en Groen-Rege- ment genaamd worden. In 't jaar 1672, werden zy in zes Regementen verdeeld, ie- der van tien Compagnien , wordende het zesde het purpuren Regement genaamd. Doch dit purpuren Regement werdt, in 't jaar 1681, wederom te niet gedaan: terwyl de vyf
(n) Refol. Kiygsr. N. I. ij, zi Aug. Ktfj. H. III. is,
17 Sept. ifftl. (t) Refol. Krygsr. N I. ia Febr. i«fi<, (p) Gxoot-Mcmoi. H, XI. ƒ. 04 mg,. |
|||||
•
|
|||||
II.BOEIC. SCHÜTTERY en DEZETtING. 11$
vyf anderen in wezen bleeven, en op twaalf Burger-
Compagnien ieder gebragt werden (q). Over Compau« deeze vyf Regementen zyn, tot in't jaarNIEN* . 1748, twee Kolonellen geweeft, een over de wyken aan de oude, en een over de wyken aan de nieuwe zyde , overeenkomftig met de Ordonnantie, in 't jaar 1580, op lad van Prinfe Willern den I., gemaakt. Doch in 't jaar 1748, heeft zyne Hoogheid Willem d e IV. j eene buitengewoone verandering maakende in den Krygsraad, goedgevonden, over ieder Regement, een' Kolonel, en dus, in 't geheel , vyf Kolonellen aan te Hellen. Wyders, heeft elke Compagnie of Vendel zynen Kapitein, Luitenant, Vendrig en drie Serjanten. De V e n d r i g s, die, doorgaands, ongehuwd zyn, zyn, zo dra zy trouwen, ontflaagen van ter Wagt te ko- men, ten ware zy tot Luitenant of Kapitein verkooren werden (r). De Serjanten moeten, in de Wyk, waarin zy dienen, woon- agtig zyn Qs): 't welk, voormaals, en zelfs tot in 't jaar 1700 toe, ook, omtrent deKa- piteinen, Luitenants en Vendrigs, plagt te worden in agt genomen. Voorts, is ieder Compagnie in drie Corporaalschap- pen verdeeld, die elk hunnen Serjant, en mindere Officieren hebben, te weeten, een' Kapitein des Armes* een' Corporaal, en eeni- ge /ldelborßen, Landspaßaaten en Aßiflenten. Onder de Adelborften of Adels van ieder Corporaalfchap , is een Ontvanger van de boe-
(q) Refol. Krygsr. N. II. en 2V. III.
(r) Handv. bl. 167. |
|||||||
(j) Handv. bl, 107,
|
|||||||
H z
|
|||||||
ii6 AMSTERDAMS VLDEEt*
Burger- boeten, en eenSchryver, die aantekening
Compag- houdt van de Schutters, die ter Wagt ko- Wien. men ? 0f weg bly ven. De Kapiteins des Ar- mes voeren bevel over hun Corporaalfchap, in afzyn der Serjanten: de andere Officiers, over kleiner getal van manfchap. In 't jaar 1672, werdt de manfchap, onder de zeftig Compagnien behoorende , op tien duizend gerekend (f). En zy zal, vermoedelyk, te- genwoordig , ook niet veel fterker van getal zyn. In 't gemeen, rekent men, door een, niet veel boven de honderd man waakende Schutters, in elke Compagnie. De overigen zyn, alleenlyk by buitengewoone gelegen- heden , verpligt, de wagt waar te neemen. Aannee- jaarlyks, kort na Maydag, zynde den ge- |
|||||||||||
Schutte-
ren, |
woonlykenVerhuistyd,doen de Kapiteinen,
van de mindere Officiers verzeld, elk in zy- |
||||||||||
ne Wyk, omfchryving van nieuwe Schut-
ters. Zy mogen, volgens de Ordonnantie van den jaare 1681, niemant, zelfs geene Advokaaten, Procureurs of onderhoorigen aan de Brandfpuit (u), welke laatften, nog- tans, in den jaare 1688, door Burgemeefte- ren, wagtvry verklaard zyn (u), verfchoo- nen, dan die ongezond, of magteloos, of jonger dan agttien, of ouder dan zeftig jaa- ren zyn, of, wegens hunne geloofsgezind- heid, zwaarigheid maaken in 't wapenvoe- Onder- ren. Alle deeze uitgezonderden worden hoorigen Cgter opgetekend, en, zo zy niet onvermo- Krygsen ëend §ea§c worden» °P een maandgeld ge-
raacU " Seid; 't welk zy, zo wel als de huishouden- de (t) Zie II. Detl, XIX. Boek,, hl. iSJ,
(») Handv. hU 161. , '
(v) Gioot-Meraor. iV. VII. ƒ. 200,
|
|||||||||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 117
de Weduwen en Dogters,. jaarlyks, tot ver- Bubger-
val van een gedeelte der onkoften van den Cómpa« ■ Krygsraad, moeten opbrengen. Zulk eenKIEN* maandgeld betaalen ook alle de onderhoori- gen aan 't Stadhuis, die, by eene Refolutie van den Oud-RaadvanBurgemeefleren, vry verklaard zyn van in perfoon te waaken (w). DePnovoosTEN,die door den Krygsraad worden aangefteld, en vyf in getal zyn, naar 't getal der vyf Regementen, zyn verpligt, naauwkeurige aantekening te houden , zo wel van de Schutters in elke Compagnie, byzonderlyk vanzulken,.die op een jaarlykfch Contri- wagtgeld zyn gefield, om van de gewoone bwnteiu togten en wagten vry te zyn, en daarom Con~ tribuanten genaamd worden; als van de bo- vengemelde uitgezonderde Perfoonen, die gerekend worden , onder den Krygsraad te behooren. Het Wagtgeld, welk deezen en de voorgemelde Contribuanten betaalen moe- ten , plagt, door de Provooften, of door de Knegts van den Krygsraad, opgehaald te worden (#). Het is, reeds in 't jaar 1500, ingevoerd geweeft (y); en werdt, al van ouds, en nog tegenwoordig, betaald, op een Ajfig- natie der Heeren Rekenmeefteren deezer Stede (2). Het wordt, thans, ingevorderd door eenen Ontvanger, die, door Burgemees- teren, wordt aangefteld (*). Voorts,
(«) Refol. van den Oud-Raad van Bmgemeeft. van 29
Jan. 172.9. f. 67 verft. Verg. Reföl. van % Jtiny i6jï. (*•) Handv. bL I6?, 16%, 169.
(y) Keutb. B. ƒ. 46, 4« verf».
(%.) Groot-Memor. S. IT./. 177.
(*) Refol, van «ieraOud-Raad van Bürgern, van % July lS$4,
ƒ. «*. H 3
|
|||||
't
|
|||||
ïifc AMSTERDAMS VI. Deel.
Burger. Voorts, moeten de Kapiteinen ook, in 't
Compag- omfchryven, voorbygaan alle zulken, die, kien. by byzondere vergunning van Burgemeefle- Wagt- ren Wagtvry verklaard zyn. Zodanigen zyn vryen* de Regenten der Godshuizen, die daadelyk dienen , en zulks byzonderlyk verzoeken, mids zy geene Kapiteinen of Luitenanten zyn. En onder deezen, zyn de Regenten van het Zyde-Windhuis en de Regenten van het Spinhuis en nieuwe Werkhuif, ook de Diakenen der Gereformeerde Nederduitfche Gemeente, zo lang zy in daadelyken dienft zyn,in't byzonder, wagtvry verklaard: voorts, de Profeflbren in de Doorlugtige Schoole, en derzelver Leerlingen, by byzondere ver- gunning van Burgemeefteren van den vyfden July des jaars 1668', de Predikanten der Ge- reformeerden , Lutherfchen, Remonftranten en Doopsgezinden; de Do&oren en Chirur- gyns der Nederduitfche en Walfche Gemeen- ten ; de Chirurgyns van 't Gafthuis; de Stads roedraagende Boden , de Koorenmolenaars, mids zy in hunne molens woonen, en de Sup- pooften van de Bank van Leeninge; doch deeze laatften moeten wagtgeld betaalen (0). Wyders, mogen de Kapiteins, in 't algemeen, geene Schutters van de Wagt ontflaan, dan met bewilliging van den Krygsraad (b). Schut- De opgetekenden tot Schutters mogen niet ters eed. onder de byzondere vendels worden geplaatfl, dan na dat zydengewoonlyken&r/wm-^i hebben afgelegd voor den Krygsraad, die daar-
|
|||||||||
(0) Handv. */. t6$ t U6 , I67,
\b) Hawdv. bl, 16*. |
|||||||||
—'■■-........
|
|||||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 119
daartoe, kort na de optekening, op de Krygs- burger-
raads-Kamer, op 't Stadhuis, byeenkomt; en Compag voor welken, elk, ontbooden zynde, gehou- NIEN- den is te verfchynen (c). De eed gefchiedt op de jongfte Ordonnantie van den tienden O&ober des jaars 1Ó81, en luidt aldus: Gy zweert alle de Pointen en Articulen, in de
Ordonnantie van de Schuttery vervat, te onder- houden en naar te komen ,op de poene, in dezel- ve Ordonnantie begreepen, en voorts de hooge Overheid en Regeering des Lands van Holland, deeze goede Stede, de Magiflraaten en Regeer- ders de? zelve, onder uwe Kapiteinen, gehouw en getrouw te zyn. Dat gy, waar dezelve, of eenigen uit den Raade u voortrekken, volgen zult conform de oude Privilegien deezer Stad, deeze goede Stede, en de Magiflraaten derzel- ve in haare Privilegien en Geregtigheden, na uw uiterftevermogen, helpen voorftaan, voor alle verraad en kwaad, dat gy verneemt, ter- flond, getrouwelyk waarfchuwen, en de Burgers en Inwooners van dien, voor allen geweld en overlafi ,midsgaders tegen alle vyanden des ge- tneenen Lands, met lyf, goed en bloed, befcher- men zult. Zo WAARLYK HELPE U GoD ALMAGTIG !
Wy hebben, op zyne plaats (d), verhaald, Verklaa-
hoe eenige Schutters,in 't jaar 162 8, en niet ™6™J 1618, gelyk C o m m e l i n (e), en veelen uit vejK hem, gefchreeven hebben, meenden, dat dee-
(c) Handv. bl. i«p.
(4) II. Deel, XIV. Botk^, bl. 406 eng..
(«) Bladx., 819 Aant, a.
H 4
|
||||
r^WafHTWlipp.'
|
||||||||
rpvm-----■■'* ■' ■' "WW* . . . , W, m>~M^—^
|
||||||||
120 AMSTERDAMS VLDeel.
Burger- deeze eed hen niet verbondt, om de Remon-
Compag- ftranten te befchermen, tegen openbaar ge- MEN. weid. Doch uit de uitlegging, die de Wet- houderfchap, in 't begin des jaars 1629, van den zelven gaf, is veeleer het tegendeel af te neemen. Zy verklaarde, naamlyk, dat de getrouwheid aan de Magiftraat en de Re- geerders, waartoe de Schutters zig verbon- den, infloot „ de handhaaving van deezer, „ Stede Privilegien, en de befcherming der „ Burgeren en Inwooneren, tegen allen ge- „ weid en overlaft (ƒ): 't welk ook, met zo veele woorden, in den tegenwoordigen Schutters-eed gelezen wordt. Orde op 't Voornaamfte werk der tegenwoordige hetwaa- Burgervendelenbeftaat in het bewaaken der ken der gtad by nagt; 't welk, in tyden van ruft, gelyk Compag- de tegenwoordige, gefchiedt, door vier ven- men ; by delen te gelyk, die, om den yyftienden nagt, nagt. en düs vyf en twintig reizen in 't jaar, waaken moeten. De dagwagten zyn, by voorraad, op- gefchort. Ieder Vendel of Compagnie heeft zyne hoofdwagt, zynde dezelven , op het Stadhuis ; boven de Antonis - waag, óp de nieuwe Markt; boven de Wefterhal, op de Keizersgraft; en boven de Reguliers-waag, (Dp de Botermarkt. De Schutters , die de Wagt hebben, moeten, des avonds, met hun geweer, volgens de Ordonnantie, voor agt uuren, hoewel 't, gemeenlyk, vooral des zo- mers, een weinig laater wordt, op de Hoofd- wagt , verfchynen; waarna hunne naamen, door den Corporaal, of eenen der mindere Of*
(ƒ} II. Pttl, XIV. Mj *'• 4*«.
|
||||||||
■________ ■'—Viï
|
||||||||
f
|
|||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 121 .
Officieren, in deszelfs plaatfe, opgelezen bürgbr-
worden. Zy gaan, vervolgens, voorby den Compao- Kapitein, Luitenant of Vendrig, een van KIEN* welken gehouden is, op de Hoofdwagt te komen, en te blyven waaken. De Serjanten moeten de Hoofd- en Bywagten, insgelyks, waarneemen. Na 't opleezen der naamen, wordt de Hoofdwagt bezet, en eene Schild- Schild- wagt voor dezelve geplaatft. Voorts, wor- wagt, den ook de bypoften , die wy, elders (g), byzonderer befchreeven hebben, voorzien. Niemant mag van de Wagt gaan, voor dat zy afgeflaagen is, dan met byzonder verlof van den Hoofd-Officier. Elke Schutter moet op Schildwagt ftaan; ronde helpen doen, of mede trekken, daar 't hem, door den Offi- cier , bevolen wordt. De Schildwagt mag niemant doorlaaten, al ware hy ook van zyne eigen Compagnie of Corporaalfchap. Doch zo iemant, of eenigen, voorgeevende de ron- de gedaan te hebben, begeeren, bipnen te gaan, moet hy den Corporaal roepen, die hen, zo zy 't Woord hebben, binnen laat, en anders afwyft. 't Woord of de leuze wordt, Woord alle dagen, aan Burgemeefters Kamer, of aan of Leuze, 't huis van den voorzittenden Burgemeefter * gehaald door den Hoofd-Officier der Stads bezettinge , de wagt hebbende, die zorg draagt, dat het, door den PPoordfibryoer, wien,in't jaar 1710, eene wedde van hon- derd en vyftig guldens 's jaars toegelegd is (b), in beilootenbriefjes, gebragt wordt ten hui-
(r) lil. Deely l. Boe\y hl. Iiïi.
{h) Reiol. van den Oud-Raad van Eurgemeeft. v*n 30
July 1710. ƒ. 30 verf», H S
|
|||||
————■■—
|
||||||
122 AMSTERDAMS VI.Deel.
Burger- huize der vier Burger-Kapiteinen, die, den
Compag- volgenden nagt, de Wagt hebben. Zy geë- ™m' ven 't, vervolgens, alleen aan zulken, die 't Ronde, noodig hebben, met naame aan de Adelbor- fïen, die de Ronde moeten doen. Zo lang 'er een genoegzaam getal van Schutters aan de Hoofdwagt blyft, trekt 'er maar één A- delborfl, aan 't hoofd van eenige Schut- ters, uit, tot het doen der ronde aan alle de Wagthuizen, alwaar hy zynen naam te- kent ; vervolgens, verflag van zyn weder- Trom- vaaren doende aan de Hoofdwagt. De Trom- flaagers. flaagers, die, voormaals drie; doch, federt het jaar 1681, by elke Compagnie, twee in getal (i), en ten minften agttien jaaren oud moeten zyn, moeten, op of omtrent den mid- dag, wanneer hunne Compagnie, den vol- genden nagt, waaken moet, zulks, door de gantfche Wyk, omflaan en uitroepen, en te- gen 't aanbreeken van den volgenden dag, of met het luiden der Poortklok, verfchynen voor de Hoofd wagten, daar zy de reveille flaan, en vervolgens mede trekken, tot het openen der Poorten: 't welk, tegenwoordig, Sluiten in deezer voege, toegaat. De Poorten, des en ope- avonds, ten half tien uuren, door de Poor- nen der tjers y \n tegenwoordigheid van het Hoofd en°Boo. der waakende Schutteren aldaar, geflooten men. zynde, worden de fleutels derzelven, door eenen foldaat der bezettinge, verzeld van eene wagt van Schutteren, gedraagen naar de Hoofdwagt op 't Stadhuis, en aldaar, ne- vens de fleutels der Boomen, die niet door eene
(i) Refol. Vroedfch. £.«. N. 1+April j<58i. J/. 325.Refa!.
Xrygsiaad, N. III. |
||||||
__________
|
||||||
II. Boek. Schüttery en Bezetting. 123
eene Burgerwagt worden gebragt, gelegd in Bune«*-"
eene Kift, waarvan de fleutel, aan 't huis van Compaq- den voorzittenden Burgemeefter , bewaard nie«. » wordt. Deeze fleutel wordt, door twee A-
dels, van 't Stadhuis afgezonden, voor 't aanbreeken van den dag, van daar wederom afgehaald: waarna de fleutels der Poorten en Boomen uit de kift genomen, en overgege- ven of gezonden worden aan de Hoofd- en By wagten, aan welken het openen der Poor- ten en Boomen aanbevolen is. Het Corpo- raalfchap,welk op 't Stadhuis de wagt heeft, opent de Haarlemmer Poort. De Raampoort wordt geopend, door het Corporaalfchap, welk, boven 't Nieuwe-zyds-Heeren Loge- ment , waakt, en de fleutels van 't Stadhuis haalt. Het Corporaalfchap aan den Kamper- fteiger en deszelfs Bypoft aan dePeperftraat openen de houten Poort by de plaats der ge- wezen oude Stads Herberge, en de nieuwe- Stads-herbergs-Boom. Plet Corporaalfchap op de S. Antonis-Waag opent de Weesper Poort, en zendt, van daar, een' Adelborfl, met drie of vier man en de fleutels, a£, tot opening der Muider Poorte. Het Corpo- raalfchap op de Reguliers-Waag opent de U- trechtfche Poort, en zendt, insgelyks, een Adelborfl: en twee of drie man af tot opening der Weterïngspoort. Het Corporaalfchap op de Wefterhal opent de Leidfche Poort. En het Corporaalfchap, welk, uit dezelfde Com- pagnie , in de Haarlemmer Poort waakt, van daar, des avonds, eenige manfchap hebben- de afgezonden, om de Zaagmolenspoort te fluiten} wordt dezelve, des morgens, weder- |
||||
124 AMSTERDAMS VI.Deee.
|
||||||||||||||
BüRGER-
COMPAG NIEN. |
om geopend, door eenige manfchap uit het
Corporaalfchap, welk, van het Stadhuis, tot |
|||||||||||||
opening der Haarlemmer Poorte, afgezon-
den wordt (£). De fleutels der kiften met kruid en lood, die op de Hoofdpoorten moe- ten gevonden worden, zyn, by dage, in bewaaringe der Provooften , dieze, des a- vonds, op de Hoofdwagten, aan de Officie- ren , die aldaar 't opperbevel hebben, ter hand ftellen. In geval van onraad of oproer,moetende
Schutters, op 't liaan van der Stede klok, of 't roeren van de trom, in hun volle geweer, zynde thans een fnaphaan , patroontas en , degen, verfchynen, voor de wooning van den Vendrig, om van daar te trekken, daar 't hun, door den Kapitein of eenen der min- dere Officieren, in deszelfs plaatfe, geboo- den wordt. De gewoonlyke Loopplaatfen of Rendevous der vyf Regementen zyn, te- genwoordig, voor het Oranje -Regement, langs de Texelfche kaai, tuiTchen de Spaar- nedammer en nieuwe Brug; voor het geel Regement, op de Weftermarkt; voor het blaauw Regement, op de Reguliers- of Bo- ter markt; voor het wit Regement, op den Dam, en voor het groen Regement, op de Heerenmarkt, zynde het Plein van het ge- wezen Weftindifch-Huis. By ongeval van brand, moet de Wyk, of ten minfte het huis, daar de brand ontftaan is,door eeneoftwee der naafte Compagnien, bezet worden, om den noodeloozen toevloed van volk, en 't ge-
(k) Grcot-Memoi. Kt XII. /*. 4;.
|
||||||||||||||
Dienft
der Schutte-
ren , by oproer en brand |
||||||||||||||
Rende-
vous, of Loop- plaatfen. |
||||||||||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 125
gevaar van dieverye te voorkomen. Bürge- Bvrger- meefteren hebben, in 't jaar 1758, by raade Comfac der Kolonellen, orde gefield, dat het trekken MEM* der Burger-Compagnien en Corps, in gelede- ren van niet breeder dan vier voet, en dus geflooten, gefchieden moet, buitengewoone gevallen uitgenomen; dat zy bekwaame plaats, voor rytuigen en lykflatien, moeten laaten; en dat de Tromflaagers, in 't op- trekken o£by 't omflaan, geene trom zullen hebben te roeren, wanneer hun eenig ry tuig nadert (/). Op het laat komen op, of geheel weg bly- Boeten
ven van de wagt; op het dronken ter wagt °P^teree. komen, of zyn; op het verwekken van op- dirgder fchudding aldaar; op het verzuimen zyner ordon- fchildwagt; op het fchieten zonder laft, en nantie onder 't voorttrekken, en op andere over- °Pj* treedingen der Ordonnantie voor de Schut- wag6u terye, zyn geldboeten gefield, die, door de Corporaals, Schryvers en Ontvangers, wor- den ingevorderd. De Provooflen genieten een vyfde van deeze boeten. De overige vier vyfde deelen worden, gemeenlyk, met toeflemminge van den Kapitein en Luite- nant, befleed ten behoeve van het Corpo- raalfchap, waarin dezelven gevallen zyn, 't zy aan eene jaarlykfche maaltyd, of aan een* zilveren lepel, voor ieder Schutter, of aan beide.
Tot oefening der Schutteren in de hande- Dril-
ling der wapenen, zyn, door Burgemeefle- meelter* ren, drie Drilmeeflers aangefleld, en de Beurs ge-
(I) Gioot-Memor. N. XII. ƒ, -}8.
|
|||||
.. .
|
|||||
126 AMSTERDAMS VLDeeL.
|
|||||
Burger- gefchikt, om de zeftig Compagnien, van den
Compaq- zeven en twintigften May tot Amfterdam- kien. fche Kermis, dagelyks, de Zon- en Feeftda^ gen uitgenomen, des nademiddags, by beur- ten, te drillen (tri). Voormaals, plagt zulks te gefchieden op de Stads Schermfchool,nu de nieuwe Walfche Kerk (w). Doch na 't jaar 1685, gefchiedt het op de Beurs, die, volgens eene fchikking van Burgemeefteren van den vier en twintigften May des jaars 1691, geduurende deeze oefening, gefloo- ten wordt (o). De Tromflaagers flaan, des .at:-; morgens, door hunne wyk, om, wanneer hunne Compagnien, des nademiddags> dril* len moeten. Tegen ■ De Krygsraad, onder welken de Bur- woordi- ger-Compagnien onmiddelyk ftaan, beftaat, |e .?*' Sedert den vy f tienden September des jaars vanden I74^» uit vyf Kolonellen, een over ieder Krygs- Regement; zeftig Kapiteinen, een over el- laad. ke Compagnie, en een gelyk getal van Lui- tenanten. De Kolonellen, Kapiteinen en Lui- tenanten maaken den grooten; de Kolonel- len en Kapiteinen alleen den kleinen Krygs- raad uit. Somtyds, doch zeldzaam, zyn ook de Vendrigs in den Krygsraad beroepen ge- weeft. De Krygsraad vergadert, niet dan met voorkennine van Burgemeefteren, op befchryvinge van Kolonellen, en raadpleegt enbefluit, in deeze Vergaderinge, op alle zaaken, die tot dezelve behooren (p). De Krygs-
(m) Handv. bl. 169. *
(n) Handv, bl. 164.
(o) Handv. bl. 170.
(») Vervolg der Hand», bl, 3,
|
|||||
>
|
||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 127
Krygsraad van Kolonellen en Kapiteinen buuger-
komt, gemeenlyk eens's jaars, kort na May- Compag- dag, byeen, om den nieuwen Schutteren denKIEN* Schutters-; eed af te neemen. Voorts, oe- fent de Krygsraad regt, over misdaaden , door Schutters, op of geduurende de wagt, jegens hunne Officiers of Medefchutters, be- gaan; de overtreeders in boete beflaande, of anderszins ftraffende, volgens de Ordonnan- tie , ook tot ontfchutsering toe. Tot de gewoonlyke geldboeten, by de Ordonnantie, op fommige overtreedingeh, gefield, wor- den de overtreeders, door de Kapiteins, ver- weezen (q). De Krygsraad heeft, federt eeni- ge jaaren, eenen Secretaris in dienft, die aantekening houdt van deszelfs beflui- ten. Hy wordt thans, door Burgemeefteren, aangefteld. Volgens een befluit van den Krygsraad van den twaalfden Oótober des jaars 1748, mogen geene Schutters zigftee- ken in de beftiering der Compagnien, noch zig eenigszins moeijen met de aan- of afftel- ling der Officieren (r). De Kolonellen, Kapiteinen, Luitenants en Verkie-
Vendrigs worden verkooren , door den ^|^er Krygsraad, uit Kolonellen, Kapiteinen en0^cie". Luitenanten beftaande. Na de verandering ren. des jaars 1580, plagten Burgemeefteren, by raade van Kapiteinen , Kolonellen te ver- kiezen 0). Tot in May des jaars 1673, plag- ten de Serjanten, door den Krygsraad, ver- kooren te worden. Doch, federt, ftaat de ver-
(q) Zie COMMELIN, hl. 8'4, 81«, 8X7 Aant,
(r) Vervolg der Handv. bl. 4» \t) Handv. bU lij. |
||||||
,
|
||||||
128 AMSTERDAMS VI.Deeu
Burger- verkiezing derzelven aan Kolonellen alleen
Compag- Qy. aan welken de Kapiteinen, nogtans, een drie dubbel getal opgeeven. Voorts, wor- den de Provooften, op de voorftelling van Btirgemeefteren, door den Krygsraad, aan- gefteld. De mindere Officiers, in elk Cor- poraalfchap , en de Tromflaagers worden aangefteld, door de Kapiteinen. De Kolonel- len ftellen, federt den twintigften Juny des jaars 1691 , de Scbryvers en Reinigers der fVagthuizen, die, voor dien tyd, door The- faurieren en Kolonellen, plagten gefield te worden (u). Vier Burgemeefteren hebben, van ouds, groo- Buiten- ten invloed gehad op den Krygsraad , en
wyken. zeifSj m 't jaar 1673, in ieder Regement, een' Luitenant-Kolonel en een' Major aan- gefteld (v). Ook ftellen haare Edele Groot- Agtbaarheden, nog tegenwoordig, de Hoofd- Officiers in de vier Compagnien, die, in 't jaar 1672, buiten de Stad, in de Vryheid, werden opgeregt (w). De vier Buiten wy- ken , tot welken deeze vier Compagnien be- hooren, ftrekken zig; de eerfte, van den Amftel buiten de Utrechtfche Poort, tot aan de Weteringspoort; de tweede, van buiten de Leidfche Poort, tot aan de laatfte raam by de floot van 't Pefthuis; de derde, van de gemelde floot, tot aan 't laatfte huis voor- by de Raampoort, en de vierde, van de Raam-
(t) Refol. van den Krygsr. N. I. 19 Aȣ, 1660. N. II.
Jj> May 167? (a) Zie COMMEL1N, bU gij *A*nt, 4,
(v) Groot Memor. »V. VI. ƒ. 117. (»J Gioot-Memor. JY. VI. ƒ. io>. |
||||
IL Boek. Sciiuttery en Bezetting, 129
Raampoort, tot aan de Haarlemmer Poort. Burger-
Doch deeze Buiten-Compagnien , die ieder Compao- ook een' Kapitein, een' Luitenant, een' Ven*K1£N* drig en drie Serjanten hebben, behooren niet tot den Krygsraad in de Stad, en Haan niet onder de vyf Kolonellen. De Kapiteinen der- zelven hangen , onmiddelyk , van Burge- meefteren af. De inkomften, uit welken de laden van inkom-
den Krygsraad betaald, en inzonderheid de ften vaa gaande Ratelwagts onderhouden worden , ^en zyn verfcheiden. De voornaamften zyn het raray|#9" Wagtgeld, welk, niet alleen door Contribuee- rende Schutters; maar ook, door veele an- dere foorten van ingezetenen , opgebragt wordt. Wy hebbenze, hier voor (*) , reeds opgenoemd. Het Wagtgeld is , met het toeneemen der behoeften van den Krygs- raad , van tyd tot tyd, verhoogd, vooral, met betrekking tot vermogenden, die, wegen» lighaamlyke ongefteldheid of Geloofsge- zindheid, van de Wagt verfchoond worden. Voorts, zyn, in 't jaar 1694, de onbewoon- de Pakhuizen, die toen gerekend werden, omtrent zes honderd in getal te zyn, door een, met agt guldens ieder, ten behoeve van den Krygsraad, belaft (j). Voor dien tyd, was den Krygsraad reeds een vierde van een ftuiver van elk half vat biers, welk ingebragt werdt, toegelegd (z). En van 't jaar 1650 af, geniet dezelve de helft der boe*
(x) BUdx.. II*.
(y) Handv. hl. i<ïg.
(x.) Refoh Vioedfch. Ir. C. i April tfft, ƒ, jj«,
XI. Stuk. I
|
||||
i$ö AMSTERDAMS VI.Dee&.
Burger- ten, in de Corporaalfchappen vallende, en
CoMPAG-tien guldens uit de vyftig, die, door zul- mm' ken, welken het Poorterregt koopen, betaald* worden; behalve nog twaalf Huivers van el- ke bezegeling, die voor Schepenen, of voor 't Geregt gefchiedt , Schepenen-kennuTen daaronder begreepen; en, eindelyk, ook een' halven Huiver van eiken ftuiver, die voor Poortgeld betaald wordt (a). Misver- Alle deeze inkomften zyn gekomen, in de ftand. plaats der voordeelen, die, oudtyds, door heÏÏe-' ^e ^rie Schutteryen, bezeten werden; indien bruik, rnen al mögt willen agten, dat het regt tot welk deeze voordeelen, door de vereeniging dier de Stad Schutteryen met de Burger- Compagnien, in inkoms- den jaare 1580,tot de Burger Compagnien, ten der of tot den Krygsraad ware overgegaan. Doch oude deeze voordeelen waren toen zo gering ge- rve^ge- worc*en > ^at ZJ naauwlyks noemenswaardig maakt waren* De VhTchery in de Stads Graften, heeft, en de Wyntap , die der oude Schutterye hadden toebehoord, waren, reeds voor lang, te gelde gemaakt, en 't gene 'er van geko- men was befteed, tot het opregten der Klo- veniers-Doele (£). De VifTchery in 't Gou- den-Water, zo zy al niet, gelyk wy ver- moed hebben, omtrent den jaare 1650,van de Voetboogs- en Handboogsfchutterye , nevens de Doelen , overgenomen geweefl zy door de Stad, was toen zeer weinig waar- dig; gelyk zy , nog laatftelyk , in 't jaar 1763, voor niet meer dan vyf en twintig gul-
(<t) Refol. Vtoedfch. N. 20. 28 Oiieb. x6jo. ƒ, 120 v«r/tt
Handv. */. 1*7. (b) ZU hier voor, bl, »j>, $j. |
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 131
guldens in 't jaar, is verhuurd ge worden. Wy Burger-
merken dit hier te liever aan, om te doen Compac- zien, hoe zeer ten onregte, fommige Bur-wlEW* gers, in zorgelyke tyden, opgemaakt tegen de Wethouderfchap, geklaagd hebben, dat hun de Doelen, en de inkomften der oude Schutteryen ontvreemd waren (c). De Stad heeft dezelven niet naar zig genomen, dan tegen redelyke en rykelyke voldoening aan den Krygsraad, welks inkomften die der oude Schutteryen zeer verre te boven gaan, en tot onderfteuning van welken, in 't jaar 1672, ook de inkomften van de Overman- fchappen der Doelen bekeerd zyn (d). Nog een ander misverftand heeft, in die Ander
zelfde tyden, en nog voor weinige jaaren, J?is\er* onder deBurgeryedeezerStad, plaats gehad: J^t d?* 't welk hier, eenigszins uitvoeriger, moet onaf- aangeweezen worden. In 't jaar 1672, vor-hangke- derde een gedeelte der Burgerye, misnoegd 'ykhd(1 op de Regeering, „ dat geene Magiftraats- Krygs. „ perfoonen, tot SecretarifTen ingeflooten, raads, en „ Leden zouden zyn van den Krygsraad; 't het ilui- „ welk men voorgaf, by oude Handveften, £" van „ gevorderd te worden (e)." In 't jaar 1748, der Re- hebben fommigen, dit voorbeeld volgende,geeringe het zelfde, onder den naam van eenen^rye»[juiten Krygsraad, begeerd van Prinfe Willem denj^ IV., die, in September des gemelden jaars, herwaards gekomen was, om de onmftige Gemeente te ftillen. Schoon nu de onge« rymd-
(c) II. Deel, XIX. Boel^, £/.174^91«
(d) II. D«e/, XIX Boe^ bi. +og.
(*) II. Z)«/,X1X. Boek,, bl. 374, jj)o.
I a
|
||||
132 AMSTERDAMS VhDtit.
Burger- rymdheid van deezen eifch , uit het gene
Compaq-wy, hier voor, over de aloude gefleldheid mm. der Schutteryen en Burger - Compagnien, hebben te boek gefield, reeds genoegzaam gebleeken is, zullen wy, hierby, nog twee of drie aanmerkingen voegen, die het ter nedergefteïde nader bevefligen zullen, 't welk i. Men herinnere zig dan, in de eerße te"ènd? P^aats» dat beide de Schutteryen en Burger- gewoon- vendelen, in de oudfle tyden , t'eenemaal te van afhangkelyk geweeft zyn van Burgemeefle- alle ty- ren en van 't Geregt, 't Geregt flelde, in den. jje yyftiende en zefliende eeuwe, niet al- leen de Hoofdofficiers der Wy ken aan (ƒ); maar behieldt ook aan zig, de Poorters te flrafFen, die, in 't fluk der wagt, overtre- den hadden. Men vindt, onder anderen, dat een Poorter, die zyne wagt verzuimd, en in eene herberg gedronken hadt, op den agtflen Juny des jaars 1508, door 't Geregt, verweezen is, tot Bedevaart naar de Lieve Vrouwe van 's Graavenzande. Een ander, zynen Kapitein fpytelyk toegefproken heb- bende, werdt, op den vyftienden der zelfde maand, door 't Geregt, ter Stad uit gezet, met verbod van 'er wederom in te komen, voor dat hy te hoge roemen [Rome] geweefl ware, op de verbeurte van zyne regte hand (g). By de Ordonnantie voor de Burgerven- delen van den agtflen September des jaars 1580, behieldt het Geregt het regt vanCri- mineele flraffen over de waakende Poorters aan
(f) IT. D«/, IV. Boel^ bL as V. M***., R 46+.
(jfj Keutb. B, ƒ. 107. |
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 133
aan zig, laatende aan den Krygsraad alleen- Buroeh-
lyk overig, met geldboeten, of met te bier Comp aö* en te brood leggsn, te ftfaffen (b). Bürge-NIEN- meefteren en 't Geregt hebben, federt, me- nigvuldige Ordonnantien voor de Burger- Compagnien gemaakt, fchoon, doorgaands, by raade van den Krygsraad. Ook zyn de handelingen en bell uiten van den Krygsraad, genoegzaam door alle tyden heen, beftierd geworden door Burgemeefteren, die, tot in 't jaar 1748 toe, in den zei ven, plagten voor te zitten (ï). Al 't welke de af hangkelyk- heid der Burger-Compagnien van de Wet- houderfchap ten klaarde bewyft. Daarenbo- ven, zyn, daar't hier eigenlyk op aankomt, tot in 't jaar 1748 toe, de Kolonellen, en zelfs veele Kapiteinen Leden der Regeerin« ge geweeft, niet alleen voor, en in, maar zelfs lang na 't jaar 1580. Wy hebben 'er, in den loop van de Gefcbiedenijjen der Stad, zo veele voorbeelden van aangetekend, dat het den Leezer verveelen zou, zo wyze hier allen herhaalden. De Schepens Klaas Doe- deszoon en Dirk Hilkbr andszoon Otter waren, in 't jaar 1535 ,te gelyk Hoofdluiden of Ka- piteinen der Burgerye (k). In 't jaar 1580, werden twee Oud-Burgemeefteren Kolonel- len, en twee Raaden, de een Kolonel, de an- der Kapitein. De regeerende Burgemeefter, Pieter Corneliszoon Boom , was Kolonel, de Oud-Schepen, L,aürens J'acobszoon Reaal, kapitein, in 't jaar 1587 : de Oud-Sche- pens (h) Zie Handv. hl. 14«.
(*) Zit COMMEUN, il, %tf.
|0 Zi* II. Deel, VI. Boek.* *'. J7.
13
|
||||||
134 AMSTERDAMS VI.DEEt.
Burger- pens Jonas Wit Jen en Geurt Dirksz. van Beu-
Compaq- ningen,in 't jaar 1618, Kolonellen; de Oud- M£If* Schepens Jan Jacobszoon Hinloopen en Jan Willemszoon Bogaard, de eerfle Kapitein , de tweede Luitenant; de Oud - Schepen en Thefaurier^oZ» Pieterszoon Hoogkamer, Ka- pitein; de Oud-Schepen en Raad Volken Q- verlander, insgelyks (/). Zelfs bleef, in 't zelfde jaar, Jacob Gerritsz. Hoing Kapitein, fchoon hy totBurgemeefterverkoorenwerdt (in). Uit eene Lyft der Kapiteinen van den jaare 1630, vergeleeken met de Lyften der Regeeringe, ziet men, dat de meeften Oud- Schepenen waren («). De Oud-Burgemees- ter Andries Bleker was Kolonel, in 't jaar 1638: de Oud-Burgemeefter Jan van de Poll en de Oud-Schepen Cornelis Witfin, in 't jaar 1650, en de Oud-Schepen Cornelis Geelvinck, in 't jaar 1672 (o)- Na dien tyd, tot in 't jaar 1748 toe, zyn de Kolonellen en veele Ka- piteinen Leden der Magiftraat geweeft, zo wel geduurende deStadhouderlyke,alsStad- houderlooze Regeeringe. De Oud-Raad van " Burgemeefteren hadt, in 't jaar 1650, be-, flooten, dat een Kolonel, tot Burgemeefter verkooren wordende, 't welk zeldzaam an- ders gefchied is, dan na dat iemant eerft Schepen geweeft ware, zou verftaan wor- den , van zyne Kolonelsplaatfa ontflaagen te zyn:
f/1 II. Deel, X. Boe^bl. i9,zo,69%7z. XIII. Boel^, bl.
i99, }c+,-,6I. XIV. Boe{, bl. ?79 , 4°7- (m) Aaiitek. -van Schepen Gerakd ScHAEP PlETEBSZ.
X. i.f r^verfo, -
(n) II. D^/,XIV. B,^, £/.474.
(e) II. Deel, XV. Boeket bl.ZO. XVI. Bet{, bl. I+I. XIX.
Btek^ bU 34J>. ■ , ).
|
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 135
zyn: welk befluit, door de Vroedfchap^wasßuRCER-
goedgekeurd (p). Ondertuffchen , toonen Compac- deaangehaalde voorbeelden ten klaarfte,datKIEN* niets meer aanloopt tegen de gewoonte van alle tyden, dan te vorderen, dat de Hoofd- Officiers der Burger - Compagnien niet zyn Leden der Regeeringe. 2. Men voege hier nu, in de tweede plaat- en tegen
fe, by, dat niet alleen geene oude Hand-oude veften eifchen, dat de Leden der Regeerin- SjJJ? ■ ge, niet mogen zyn Leden van den Kry gsraad, en wet. gelyk fommigen , nu en dan, dwaaslyk,ten. hebben voorgegeven; maar dat regt het te- gendeel , uit oude Brieven en Keuren, af te neemen is. Met zulke Brieven en Keuren, hebben wy, hier voor (<j), beweezen, dat de gewapende Poorters, en de Schutteryen
zelven, met eenen Burgemeefter, of twee uit den Raade of uit den Geregte, aan 't hoofd, ter Heirvaart toogen; en dat de Heeren van de Regeeringe, in zorgelyke tyden, het Stad- huis, en de Plaats voor het zelve, aan 't hoofd der Poorteren, bewaakten. Zy zyn, derhalve, volgens de oudfle brieven en ge- woonten , als de natuurlyke Hoofdluiden der gewapende Burgerye, aan te merken. 3. Eindelyk, merk ik aan, dat zyne Hoog- Ook is
heid Willem de IV., uit kragte eener byzon- nieJJ^ |
|||||||||||||||
maar eer
|
|||||||||||||||
dere magtiging van 's Lands Staaten en vry-JJJ^
|
te-
|
||||||||||||||
willige overgifte der Wethouderfchap; alzo gendeel,
't regt des Stadhouders, gewoonlyk, alleen in 't jaar gaat over 't Kryesvolk, (taande opdenflaat1,7*8* o 1 -Jt> 1 nr c u door den
van oorloge, niet over de Wagten en Schut- p^fe.
te-
(p) Handv. bi. 167.
{{) SUdx,. %s , 10$, 107. -"
I 4
|
|||||||||||||||
■
|
|||||||||||||||
I3<5 AMSTERDAMS VI.ÜEEt.
BüR&ER- teryen der Steden (r); fchoon men, in't jaar
Compaq- 157g 9 beweerde, dat de Stadhouder, in 't kien. beleiden en fchikken der Wagten, voorzien Erf-Stad- mögt, naar tyds gelegenheid (V); op den houder, tienden September des jaars 1748, na 't hoo- deniv1 ren ^er bedenkingen van Burgemeefteren, by het ' wel heeft bewilligd, in 't houden van eenen bewilli- Vryen Krygsraad; doch dat'er geen blyk al- gen in t00s js ^ jat die Krygsraad onaf hangkelyk zou Vrven moeten zyn vanBurgemeefteren, of van myne Krygs- Heeren van den Geregte; en al zo weinig, raad, ver- dat de Leden van den Krygsraad geene Le- Maard, (jen van ^e Regeeringe zouden mogen zyn. De Vrye Krygsraad, dien de Prins-Erf-Stad- houder, voor eens, en voor dien tyd alleen, wilde gehouden hebben, moefl,volgenszy- ne uitdrukkelyke verklaaring , beftaan uit zulke Kapiteins , Luitenants en Vendrigs, als aan hunne Compagnien aangenaam wa- ren ; welke Kapiteins, Luitenants en Ven- drigs vyf Kolonellen zouden aanïlellen, en de plaatfen der onaangenaame Hoofdofficie- ren vervullen; of een dubbel getal van de eenen en de anderen aan zyne Hoogheid aan- bieden, die daaruit de verkiezing zóu doen; zonder eenigszins te bepaalen, of de benoem- den mogten zyn Leden der Regeeringe, of niet. Doch men heeft, in 't houden van deczen Krygsraad, geenszins voldaan aan 's Prinfen oogmerk, zo als zyne Hoogheid zel- ve , in de bekende Publicatie van den vyf- tienden September de$ jaars 1748 , betuigd heeft,
f» ƒ TTftGRQTius Verantw. XIX Cap, hl, zij»
(/) Zte II. Dtet, IX, £oel^ il, 4*7. |
|||||
■
|
|||||
H.Boek. ScHUTTERY en Bezetting. 137
heeft. Den Schutteren en Contribuanten Bubger-
werdt, in verfcheiden* Wyken, jgeene ge-CoMPA©. noegzaame Frybeid open gelaten, om de Le-NIEN* den tot den Vryen Krygsraad te Hemmen. Sommige Wyken, alle hunne Hoofd - Offi- ciers onaangenaam verklaard hebbende , ftemden zelven anderen, in plaats van zulks voor den Krygsraad over te laaten. Voor- naame Leden van dien zogenaamden Vryen Krygsraad klaagden, dat zy, in hunne wye deliberatien en verkiezingen, geduuriglyk,^- lemmerd en geßoord werden. Kortom, in by- na alle wyken , hadden ohbehoorlykheden plaats gehad, die, door den Prinfe, open- lyk, werden afgekeurd. Eindelyk, kwam 'er eene benoeming van vyf Kolonellen, en van een groot getal van Hoofd - Officieren, in de plaats van zulken, die men, 't zy vry- willig of gedwongen, onaangenaam verklaard hadt, te voorfchyn; welke benoeming zyne Hoogheid verklaarde, uit toegeevendheid, goed te keuren. Schoon nu, by ée uitkomft, bleeke, dat geene Leden der Regeeringe, noch zelfs Perfoonen, die na vermaagfchapt waren met Leden der Regeeringe, Leden van den Krygsraad geworden of gebleeven waren, verklaart zyne Hoogheid egter ner- gens, dat hierin aan zyn oogmerk ware vol- daan. Hy erkent, in tegendeel, de af- hangkelykheid des Krygsraads van de Re- geeringe , begeerende, dat dezelve niet ver- gaderen zou, dan met voorkenniffe van Bur- gemeefteren. Ook ftelt hy, dat de verkie- zing van Kolonellen en Hoofd-Officieren, $e, voortaan, door den Krygsraad, zou ge- I 5 fchie-
t
1
|
|||||
. i
|
|||||
ij8 AMSTERDAMS VLDeel.
XVag. fchieden, gefchieden moeft, in Conformiteit
TEW. van de Privilegien, oude Coflumen, Reglemen- ten en herkbmen (f), alle welken wy, te voo- ren, getoond hebben , dat niet flegts het aanftellen van Leden der Regeeringe tot Leden van den Krygsraad gedoogen, maar zelfs aanpryzen en beveelen. Uit al het gezeide, maaken wy, met re-
den , onzes oordeels, dit befliiit, dat, te be« weeren dat de Krygsraad onaf hangkelyk is van de Wethouderfchap, en geene Leden gedoogt, die Leden der Regeeringe zy n, niet alleen niet fteunt op, maar veeleer aanloopt tegen de Verklaaringen vanjden Prinfe Erf- Stadhouder, Willem den IV., van den tien- den en vyftienden September des jaars 1748, en vierkant ftrydt met de oude en laatere gewoonten, keuren en wetten Q). III.
RUITEWAGT en RATELWAGT.
Oudfte 't Ts ten hoogde waarfchynlyk, dat 'er,
aanftel- j_ behalve de waakende Schutters en
ling der poorters, al vroeg in de vyftiende eeuwe,
JJJft", eene Nagt wagt aangefteld is door 't Geregt;
nader- hoewel my hiervan , nergens, eenig klaar
hand, befcheid is voorgekomen. In de oude Keu-
ook Rui- re ^ hjer voor (U) te boek gefield , wordt
genulod. onderfcheid gemaakt tufTchen Wachters en
(f) Vervolg der Handv. bl. i. tn hier igttt ,indt Bylaa*
gen, Lt. E. (t) Groot-Memor. N* XI. ƒ. Hl. (u) BUdx.. »91* |
|||||
1
|
|||||
II. Boek. Schuttert en Bezetting. 139
Wakers; fchynende, door de eenen, de waa- wag«
kende Poorters, en door de anderen , de ten. aangeftelde Nagtwagt verdaan te moeten worden. Ook fchynt op de Nagtwagt te zien de Keur van den drie en twintigden May desjaars 1453, die, in 't jaar 1477, vernieuwd, en waarby, oplyfftraffe, ver- booden werdt, een Waker aan te vallen , of te kwetfen, by nagt; en den Waaker toe- gedaan , zig te weeren, /onder iet daeraen te misdoen (y). In de Ordonnantie van den jaare 1481 voor de waakende Poorters, wordt van de oude Waakers gewaagd (w): waarmede » insgelyks, de Nagtwagt fchynt gemeend te worden. Doch eene andere Ordonnantie van 't Geregt, voor eenen Kapitein van de Nagtwagt, geeft ons het eerde licht, om- trent de gedeldheid der Nagtwagt, op het einde der vyftiende eeuwe. Dus luidt zy woordelyk: Opten XVIJ. dach van December, anno
XCIIJ. [1493], mr* beuolen Comelis Wil- lemszoon j als Capitein van de nachtwaeck^dat hy , ouer de bewaerniffcn van der Stede ende alle de gemeente, al noch annemen Joude XVI, mannen, die hem tot cofi ende wedden van der Stede des nachts foude helpen waken, ende dat hy die onderhouden foude, tot dat hem anders gedaen weten foude wefen. pntibusden Schout,
Jacob van berch burgermeefler, Stans Claes zoen ende merten dircx zoen ,fchepenen (#). Doch
(v) Kcurh. A. ƒ. 24, 90. Handv. 6/. tjj.
f») Zie hier voor, bl. ioj. ( (*) Groot Mem«, N, I. ƒ. zoj. _ ::"4 |
||||
■■ i.. ii lim mi ■ nwi~~~-mmmmmx^~m^immmmmmm—mmmm
|
|||||||
140 AMSTERDAMS VI.Deel.
Wag- Doch gelyk dè aanneeming deezer zeftien t£n. mannen , flegts voor eenen tyd , bevolen De Rui- was, zo fchynt deeze Nagtwagt 00k, eer- tenvagt lang, wederom afgefchaft te zyn. Maar om- wnge- trenc ^en zeI^en tyd» was 'er eene Nagt-
fteld, tot wagt van Vkr borjjers in Stads dienft , de- het be- zelfden, vermoed ik, welken men, federt, waaken Ruitërwagt genoemd heeft, en die, van ouds, vier-6 de ronde, te paarde, door de Stad, fchy- fchaar en nen gedaan te hebben. Burgemeefteren be- van de valen, op den zeven en twintigften May Stad. ^es jaars j^p^ s fat jm Morjecl 9 t,y fa Vier borjjers (4), nog acht goede ge/ellen zou
aanneemen , om des nagts de Stad te be- wachten, na ouder gewoonten (y). Voor dee- ze Wagt, werdt,onder den naam vanRuy- tervsacht, op den vier en twintigften Ja- nuary des jaars 1550, eene Ordonnantie be- raamd, waarby blykt, dat zy, zo wel als haar Kapitein, door Burgemeefteren, werdt aan«
(j) Groot-Memor. N. I. f. 301.
(4) Hors, Ors, en, by verzetting, ros berekende,
oudtyds , paard. (Zie Kiliaan op 't woord Ors.' €n Huydecoper Proeve, bl. 485) Van waar wy de woorden roskam, rostuifcber, en anderen behouden hebben. Ook is 'er 't woord borffer, welk wy hier ontmoeten, van gemaakt. Ik befl'uit, dat deeze hors- fers, naderhand, de Ruitërwagt genoemd zyn,en ik ftel vaft, dat de Ruitërwagt te paarde diende, niet om aan 't woord te voldoen, want men verftondt, van ouds, door Ruiters, zo wel knegten, die te voet, als die te paarde dienden (ZieMATTfLGi^na/.Tom. I. p. 406,407 ,427,497); maar, voornaamlyk , om dat de Ratelwagt, naderhand, om haar te beter van Ruitërwagt,of rydende wagt, te onderfcheiden, eene gaande Ratelwagt genoemd werdt. Zie Bandv. bl.833. |
|||||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 141
aangefteld; dat zy de Vierfchaar, en eeni- wao-
ge andere Plaatfen in de Stad bewaakte, en, ten. nevens de Poortiers, des morgens, de Stads Poorten opende. Voorts, waren haar ze- kere vafte noodhulpen toegevoegd, Wape- laars genaamd (2). Doch in 't jaar 1525, hadden Burgeraeefteren, by raade van den Geregte, Cornelis Symonsz. Roos van Naar- den aangenomen, om, met dirck Jansz bors% Capiteyn te we/en /nachts (a): waar uit blykt, dat de Nagtwagt toen reeds fterker in ge- tal moet geweeft zyn, dan zy plagt. Zy was, naar 't fchynt, in dien tyd , van de Ruiterwagt onderfcheiden, alzo men vindt, dat Peter Laers of Kaers, in 't jaar 1561, Luitenant van de Ruiterwagt, onder den Kapitein Jan Wejjels, alias den duytfchen moe- riaen, en te gelyk Kapitein van de Foor* wagt geweeft is (&). Veelligt, werdt de oude Nagtwagt de Foorwagt genoemd, om dat zy, in den voornagt, waakte. De Rui- terwagt , die de poorten openen moeft , fchynt, in den nanagt, gewaakt te hebben. Omtrent deezen-tyd, beftondt de Nagtwagt uit niet' meer dan zeftig man; doch zy werdt, in 't jaar 1568, op honderd man gebragt (c). Voorts, vind ik, dat, in 't jaar 1570, vier Wagters werden aangefteld , om de Vierfchaar, by dage, te bewaaken (d). Zy werden , waarfchynlyk , der oude Ruiter- wagt (z.) Groot Memor. N. IL/. 19.
(a) Groot-Memor. N. I. ƒ. 28$, (la) Groot Memor. N. II./, lyvcrfn. (fj jveibl. Vroedfch, N. %. 16 Aug. 156g,/. loj Verft, en II. Deel, Vil. Boek, bl. 16». (rf) Refol. Vioedfch. H* z. 6 Ftbr. 1570. ƒ. 140.
|
||||
|
||||||
14* AMSTERDAMS VLÜeu.
Wag- wagt bygevoegd. En 't fchynt, dat de Nagt-
T£w. wagt in 't gemeen, federt, den naam van' Ruiterwagt gekreegen heeft, alzo ik niet alleen vind, dat de Vroedfchap, in 't jaar 1576 , befloot, de Ruiterwagt, die toen honderd en twaalf man fterk was , (al te groot een getal, als men onderftellen zou, dat 'er ,behalve deeze Ruiterwagt, nog eene Nagtwagt van honderd man in Stads dienfli ge weeft was,) tot op zeventig man, te ver- minderen (ó; maar ook, dat, volgens hec negende Lid der Satisfactie van den jaare 1578, de bende der Nagt waakeren, by Burgemees- teren te Hellen, uit niet meer dan veertig man, beftaan mögt (f); en dat, in 't jaar 1585, voor 't eerft, beflooten werdt, boven de ou- de Ruiterwagt, de eenigfte Nagtwagt, die toen genoemd wordt, eene gaande Ratel- wagt aan te Hellen (g), die, tot heden toe, in wezen gebleeven is. Oor- ^at ^e Ruiterwagt in't byzonder fprong, betreft; zy fchynt, na 't aanflellen der Ra-
gefteld- telwagt, of, grootendeels, afgedankt, of d^idft d never» allengskens, uitgeftorven te zyn, tot tegen- *°V eenige weinigeperfoonen na, die'tStad- woordi- huis en de Vierfchaar bewaakten, en den ge Rui- naam van Ruiterwagt behielden, fchoon zy terwagt. njet m£er te paarcje dienden, als van ouds. Doch deeze Ruiterwagt, door onvoorzigtig-
heid , oorzaak gegeven hebbende tot den brand van 't Stadhuis, op den zevenden Ju- ' ■ ty
(e) Refol. Vroedfcb. N. j. *S Aug. 1^6.
(f) Handv. bl. 4*. [ I+i. ] «• hier voor, II. Deel, IX.
B*ekj, bl. 4jo. (£} Reiol. Vioedfch. N. |. 14 Des. ifgj,
|
||||||
__^......
|
||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 143
Jy des jaars 1652, werdt, in 't jaar 1656, af- wA».
gedankt (Ä), en, niet voor 't jaar 1664 > we-ten. derom opgeregt. Zy kreeg toen eene In- ftru&ie, waarnaar zy zig, in 't bewaarenen bewaaken van 't Stadhuis, hadt te gedraa- gen, die, reeds te vooren, ontworpen was (f).; doch nu veranderd en vernieuwd werdt. In deeze Inftru&ie of Ordonnantie, draagt zy, blootelyk, den naam van fFagters van 'r Stadhuis of Ruiterwagt(fy.En't blykt,uit eene Refolutie der Proedfcbap, kort te vooren genomen, dat het Stadhuis, waarfchynlyk, federt het jaar 1656, door Soldaaten, be- waakt geworden was : zynde, terftond na 't afdanken der Ruiterwagt, een vendel van honderd en zeftig foldaaten , in derzelver plaats, opgeregt [/). Doch men vondt toen geraaden, de foldaaten van daar te ligten, en dertig man, tot bewaaringe van 't Stad- huis , aan te neemen (/«). De gaadje dee- zer Waakers van 't Stadhuis plagt vyftien guldens ter maand te zyn. Doch in 't jaar 1720, is zy, met vyf guldens ter maand, ver- hoogd («). Zy genieten, daarenboven, ver- fcheiden' andere voordeelen, met naame, van de Paaren, die zig, by Commiflariflen van Huwelykfche zaaken, laatende aantekenen, of, op 't Stadhuis trouwende, door de Rui- terwagt, op- en afgeleid worden. De
(h) Refol. Vtoedfch. N. 20. j> Jttly I6$z.f. 243. L'. A,
14 April 1656. f. 96.
(i) Gioot-Memor. N. IV, f. 93 verfa^ 97 vtrfo.
(1^) Groot-Memor. N. V. ƒ. iïj, 14} vtrfi. (Ij Refol. Vroedfch. L*. A. 14 ^Pril »6>*- /• »<*• \m) Refol. Vroedfch. Lt D. jg Jtn. 1664. ƒ. »j, {n) Gtoot-Mciaot. #. IX. ƒ. liz verf; |
|||||
m
|
|||||
144 AMSTERDAMS VI. Dm*
Wag- De Ruiterwagt, die, in 't jaar 1664, uit
Tfitf» dertig man, beftondt, beftaat tegenwoordig
uit niet meer dan zes man. Zy worden, door Burgemeefteren, aangefteld -, en hadden, tot in 't jaar 1746, eenen byzonderen Kapitein, welk ampt toen vernietigd werdt (0). Thans ftaan zy, onder den oudften Kapitein van de Ratelwagt. By nagt, zyn zy verpligt, de bevelen van den Kapitein, Luitenant of Ven- drig, die de Wagt op 't Stadhuis heeft, te gehoorzaamen. Zy zyn, by dage, gewa- pend met een' geverwden ftok, daar Stads wapen op flaat , en met een' houwer tot zydgeweer. By nagt, voeren zy, inde plaats van dan ftok, een' halven piek (p). Aanüel- De Ratelwagt heeft haaren naam lingder naar de groote ratels, die zy, des nagtsdoor Ratel" de Stad gaande, roert, voor 't uitroepen van verande" het uur en halfuur, en vooral ook, by 't ont- ringen in ftaan van brand, of anderen onraad. Zy is * dezelve, daarenboven, met een' houwer en halven piek, gewapend. By haare eerfte opregting, in den jaare 1585, werdt belaft, dat zy, twee aan twee, zonder licht, door de Stad gaan zou (q). Doch 't blykt, dat zy, in de vol- gende eeuwe, eer nog de Lantaarnen in ge- bruik gebragt waren , licht by zig gehad heeft (r). De eerfte opregting der Ratel- wagt gefchiedde, door Burgemeefteren, by raade van den Krygsraad, en werdt, nader- hand, (o) ReG>l. van den Oud-Raad van Bürgern, van zs Jnty
174.6. f. UI. (p) Refol. Vroedfch. Lr. D. 18 Jan. 1664. f, 97, Groot«
Memoriaal, N. V. f. u?. (q) Keiirh. G. /. 26 f. Z«« "»i Handv. */. %%%.
(r) Refol. Vioedfck. Z.'. F. 1» Xvvcmb. i66». ƒ. uj,
|
||||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 145
hand, goedgekeurd door deVroedfchap (j-).wag-
Vervolgens , werde, in 't jaar 1616, be-TEN. flooten, de nieuwe Stad, daar veele luiden nog zeer eenzaam woonden, ook van eene Wagt te voorzien (t). 't Schynt, ondertus- fchen, dat, na 't jaar 1585, de aanftelling der Ratelwagten, aan eiken Burger-Kapitein is overgelaaten; gelyk ik, met zo veele woor- den , in zekere gefchreeven' Aantekeningen van Schepen Gekard Schaep Pie- t e r s z. gemeld vinde; midsgaders, dat zy toen, door Kolonellen, ten overftaan van twee Kapiteïnen, betaald werden, 't Liep, ten minfte, tot in 't jaar 1620, of langer, aan, eer de Ratelwagt tot eene byzondere Compagnie gebragt werdt,en haaren Kapi- tein, Luitenant, Serjanten en mindere Of- ficieren kreeg. Burgemeefteren, die, van. ouds, de Hoofd - Officieren der Nagt en Ruiter wagt plagten aan te (lellen, fielden nu ook de Kapiteinen en Luitenanten («), en, waarfchynlyk, ook de Serjanten over de Ratelwagt. Zelfs vindt men, dat de aan- ftelling van de Noodhulpen der Ratelwagts; 't welk, in 't jaar 1673» zo we* a^s de aan* flelling der Ratelwagts, en der Luitenanten en Serjanten over dezelven, aan Kolonellen werdt aanvertrouwd Qo); in 't jaar 1620, aan Burgemeefteren geilaan heeft (w). In 't jaar, 1628,
(1) Refol. Vroedfch N. j, 14. Decemb. ijgj.
(t) Refol. Vroedfch. N. 11. 1$ July 1616. ƒ, 176.
(«) Groot Memor. N. II, ƒ. 250.
(v) Wandv. bi. gjj.
(w) Gtoot-Memot. N. II./. 190.
XL Stuk. K
|
||||
|
|||||
14(5 AMSTERDAMS VI.D1W.
Wag- 1628, was de Ratel wagt reeds honderd agt
TE». envyftig man fterk (.r).Doch na de jongfte Vergrooting der Stad, werdt zy, in 'tjaar 1672, zeer veel vermeerderd in getal; on- der twee Compagnien gebragt, en van dub- bele Hoofdofficieren voorzien (y). Maar 't leedt naauwlyks eenjaar, of 't getal derRa- telwagts werdt wederom verminderd, en op twee honderd en tagtig man gebragt, die in zeventig Wyken verdeeld werden (z). Op dit getal, bleef de Ratelwagt bepaald, tot dat, in 't jaar 1685 > de jongfte Vergrootïng der Stad genoegzaam bevolkt was. De Vroed- fchap befloot toen, nog twee honderd Ra- telwagts te voegen by de voorigen twee honderd en tagtig, en de vier honderd eri tagtig man te verdeden in honderd en twin- tig Wyken, juift het dubbel getal der wy- ken , in welken de Burger-Compagnien ver- deeld zyn. Burgemeefteren werden gemag- tigd, om, by raade van Kolonellen , de Wagten te regelen (V); gelyk gefchiedde (£). Op dit getal, is de Ratelwagt, federt, geblee- ven, uitgenomen dat, in de Wyk buiten de Leidfche Poort, binnen de Vryheid, in 't jaar 1754» eene Nagt- of Ratel wagt aange- fteld is (ó. De vier honderd en tagtig man, die binnen de Stad waaken, hebben nog een goed getal van Noodhulpen nevens zig, die , in geval van ziekte of afwezendheid der
(x) Aantek, van Schepen G. SCHAEP PiETBBSZ.
(y) Refot. Vroedfch. L}. I. 7 sApril 1672. f. j6. ix.) Refol. Vroedfcli. Lt. I. 31 Maart 1673. ƒ• 16X. (a) Refol. Vroedfch. Lr. Q^ 8 Jan. lögj. ƒ. 2+g. \b) Groot-Memor. N, VII. ƒ. ng verfo, {() Keuib. T. f, iHvtrfê. Veivolg der Hafldf. il. s. |
|||||
II. Boek. Schutter* en Bezetting. 14?
der vafle Wagts, hunne poft waarneemen. waq-
Ten dienfte der Ratelwagt indeStad,zynTEN. vierWagthuizen of Corps de guarde gefchikt* wagr> twee aan de oude zyde, onder eene der boo- huizen of gen aan de ooftzyde van de Beurs, en aanCorpsdfe de Zuider-Kerk; en twee aan de nieuwe zy* f JJJJ. <je de, in de Tuinftraat, en aan de Amftel-Kerk. Ratel- In ieder Wagthuis, onthouden zig,'snagts,w*gt. agt man uit de Ratelwagt, een Serjant, een J^J^n Corporaal, en zes Adelborftenj die verpligtwaaken zyn, twee aan twee, de ronde te doen, en en ro«. toe te zien,dat de Wagten, naar behooren, Pen* waargenomen worden. De Oud-Raad van Burgemeefteren heeft, laatflelyk , op den een en dertigften July des jaars 1754 (rf), eene Orde beraamd, op het bezetten van de Nagtwagt, waarby ook het Loon derzelve, van nieuws, geregeld is. Het jaar is, by dezelve, in vier deelen verdeeld, waarnaar het uur, op welk de manfehap aan de Wagt- huizen komen moet, om door den Corpo- raal te worden afgelezen, gefchikt is : te weeten, 1. Van den twaalfden May tot den vier-
den Auguftus; wanneer de afleezing, ten half tien uuren, gefchiedt. 2. Van den vierden Auguftus tot den
zeven en twintigften O&ober: wanneer de tyd der afleezinge op negen uuren bepaald is. 3. Van den zeven en twintigften O&o-
ber tot den veertienden February: zyn- de
(d) Refol. van den Oud-Raad van Bürgern. 31 f»lj 17J*»
kl. 14. |
||||||
H8 AMSTERDAMS VLDeeW
Wag- de den *$& der afleezinge dan ten half
ten. negen uuren.
4. Van den veertienden February tot den
twaalfden May : gefchiedende dan de afleezing wederom ten negen uuren. De Wagts moeten, om 't half uur, door hunne Wyk, ratelen, en uitroepen, hoe laat het zy. Zy gaan nog, twee aan twee, de wyk rond, en beginnen, het gantfche jaar door, ten tien uuren , te roepen. In de vier Zomermaanden, dat is, van den twaalf- den May tot den vierden Auguftus; wan- neer het zelfde paar Wagts, den gantfchen nagt door, waakt, waarvoor de man vyf ftuivers geniet; is de laatfte roep ten half drie uuren. In den overigen tyd van 't jaar, waaken twee paar Wagts, in elke Wyk; een paar in den voornagt, en een paar h> den nanagt. De voornagt eindigt ten twaalf uuren, uitgenomen in de vier Wintermaan- den , dat is, van den zeven en twintigften O&ober tot den veertienden February, wan- neer hy ten een uure eindigt. In deeze vier maanden, is de laatfte roep ten half zes uuren, en ieder man wint dan vyf ftuivers; doch niet meer dan vier ftuivers, in den o- rigen tyd van 't jaar, zo lang, met dubbele wagt, gewaakt wordt. Van den vierden Auguftus tot den vyftienden September, en van den een en dertigften Maart tot den twaalfden May, is de laatfte roep ten half vier, en van den vyftienden September toe den zeven en twintigften Oftober, en van den veertienden February tot den een en dertigften Maart, ten half vyf uuren. Die |
||||||
'-.
|
||||||
If. Boek. Schuttert en Bezetting. 149
in den voorriagt waaken, haaien hunne ratels Wag-
€n geweer van de Wagthuizen, welken, ten. door hen, die in den nanagt waaken, van hun overgenomen, en 's morgens aan de Wagthuizen te rug gebragt worden. De Wagts mogen, voor tien uuren, de Inhoud
ratels niet roeren, dan in geval van brand, jjjj,^. of anderen onraad. Die 's avonds, of 'smor-tie voor gens, by 't afleezen van de Wagt, niet te-de Ra- gen woordig zyn , mogen , in eene halve tel wagt. maand, niet waaken; of worden, anders- zins, ter befcheidenheid van den Kapitein, in boete beilaagen. Op het dronken ter wagt komen, of zyn; het (laapen in hoeken en winkels, en andere onbehoorlykneden, zyn ook boeten gefield. By ziekte, of noo- dige afwezendheid van een' der vafte Ra- telwagts, waartoe de Kapitein verlof geeft, waakt zyn Noodhulp , dien hy, by tyds , waarfchuwen moet, in zyne plaatfe. De vafte Wagts mogen niet voor eikanderen, noch buiten hunne Wyk, waaken. Doch zo de Noodhulp van eene Wyk ziek is, wanneer hy zou moeten waaken, mag zyne poft, door den Noodhulp van eene andere Wyk, die geene wagt te doen heeft, ver- vuld worden. De Wagts, zig, tegen eeni- ge Soldaaten, Burgers of anderen, met vloe- ken , fchelden, flaan, of op eenige andere wy- ze, vergrypende, worden daadelyk afgezet. Alle deeze en andere punten zyn vervat in de Ordonnantie van den zevenden Oclober des jaars 1673, naar welke, de Ratelwagts, by hunne aanftelling, belooven, zig te zul- len gedraagen; voorts, zig, by eede, ver- K 3 bin-
|
||||||
—__i^_
|
||||||
/ 150 AMSTERDAMS VLDeeI.
Wao- bindende, tot gehoorzaamheid aan Burge-
T£N. meefteren , Kolonellen , en hunnen Kapi» , tein (e).
Aanftel- Uit het gene wy, hier voor, hebben aan- Jing der getekend , blykt genoegzaam, dat de aan- nen,Lui ftemng der twee Kapiteinen over de
tenanten, Ratelwagt, ten allen tyde, aan Burgemees- Strjanten teren geftaan heeft. Alleenlyk, is, deswe- dnreo"f' ^e' v0or eemSe jaaren , verfchil ontdaan
fideren met Kolonellen der Schutterye,die beweer-
van de den, dat hun de aanftellmg toekwam. Men
Ratel- verbleef, van de eene en de andere zyde,
waSc* het gefchil aan de befliffing van den Prinfe-
Erfftadhouder, Willem den IV., die, na 't
overweegen der wederzydfche Memorien, op
den agttienden May des jaars 1751, uitfpraak
deedt, ten voordeele van Burgemeefteren:
te gelyk, verklaarende, dat Burgemeefteren
ook alleen geregtigd waren,om den Colleo
teur van't Wagtgeld en Knegt van den Krygs-
raad'aan te ftellen (ƒ). De Kapitein van de
Ratelwagt, die door Kolonellen aangefteld
was, bleef egter, by infchikking, indienft;
doch ontving, van nieuws, eene Aclezyner
aanftellinge van Burgemeefteren.
De aanftelling der Luitenanten en
Serjanten fchynt, in't jaar 1673, aan Ko- lonellen gelaaten te zyn, en gefchiedt, nog te- genwoordig , door dezelven. De Ratelwagts ert de Noodhulpen worden, insgelyks, door Kolonellen gefield, op den voorflag derBur- ger-Kapiteinen van elke Wyk. De Corpo- raals
|
||||||
(e) Handv. bl. U4.
|
||||||
(/) Vctvolg der Kaodv. H. 4.
|
||||||
II. Boek. Schuttert en Bezetting. 151
raals enjdeïborflen worden, door de Kapi- Bezit-
teins der Ratelwagts, gekooren. tino. IV.
GUARNIZOEN of BEZETTING.
Amfterdam werdt, in de oudfte tyden, Oudfte
alleen door Poorters, befchermd, te- bezettin- gen aanflagen van binnen en van buiten. De ^^ Graaven waren niet gewoon, bezetting te dam. leggen in de Steden, en begonden, niet voor de regeering van 't Huis van Bourgondie, geregeld Krygsvolk te bezoldigen. Ten tyde van Vrouwe Jacoba, was 'er, alleenlyk, voor weinige weeken, bezetting, in Amfterdam , gelegd geweeft, om de Stad te beveiligen, te- gen de aanflagen derKabbeljaauwfchen (g)Jn 't jaar 1445, lieten de Hoekfchen, insgelyks, eenige geregelde manfchap, onder Reinoud en Gysbrecht van Brederode, in de Stad, die 'er egter, voor 't einde des jaars, door Hertoge Filips van Bourgondie, wederom uit gedreeven werdt (h). En na dien tyd, vind ik niet, dat de Stad bezetting, van 's Graaven of'sLandswege, ingenomen heeft, tot dat zy, in Maymaand des jaars 1567, genoodzaakt werdt, den Heer vanNoircar- mes,met vier vendelen Spaanfche knegten, te ontvangen (i). Doch,
Cjf) 11. r«/, m. Botk^, $1. jig.
(h) II. Dtelt 111. Boekjbl. Z43, Z+J.
O) il. JO«/, VUt.Ê9t<* t/.z<Sz.
ïv 4 ■■' • ■■■. - » ■.'*
|
||||
152 AMSTERDAMS VLDeel.
Bezet. Doch, voor dien tyd, hadt de Regeering,
Tino. verfcheiden' maaien, knegpn in Stads fol- DeStad, dye aangenomen; gelyk, onder anderen,in heeft,al de jaaren 1482, 1504, en 1515, gefchied knegte'n was W' .In 'z Jaar I518» nac^c ^e Sta(* vy*"*
in haare tig man in haaren dienH, over welken Bur- foldye gemeefteren, met goedkeuring van 't Ge-
nom C' rè£C' ^asPar beyetjloffer, ah hoofdman ende en* Capitein, hadden aangenomen, die ook, voor den tyd van eenjaar, werdt aangefteld, om 't volk in den wapenhandel te oefenen, op eene wedde van vyftig guldens, en vrye wooning, te weeten, t zuderhuys op douwe sydsßuyfi(l). In laater' tyd, en vooral in de zeventiende eeuwe, heeft de Stad, dik- wils, eenige vendelen Soldaaten in haaren byzonderen dienft aangenomen, over wel* ken, Burgemeefteren de Hoofd - Officieren fielden (m). De twee laatfte Compagnien, ieder van twee honderd man, werden, in 't jaar 16847 aangenomen; federt, op hon- derd en vyftig man, verminderd; doch in 't jaar 1689, wederom op twee honderd man gebragt. Maar in 't jaar 1692, op honderd, en in of na 't jaar 1693 > °P zeftig man ver- minderd (n), tot dat zy, in 't jaar 1697, geheellyk, werden afgedankt (0). Na wel- ken (kj Keatbi A. f, 131 verft. B. ƒ. 8*. D. ƒ. zj. II. Dtel3
jV. Boe{, t>l. 365,415. V. Boil^y bt. 466. (I) Groot-Memor. N. I. ƒ. 175 ver/b.
v (ffOGjoot-Meraor. N- lil. f. 3*J- (») Refol. Vroedfch. /.". P. itjan. 4 Febr. 1*84. ƒ. 314,
312. L*. Qi il Maart, 24 M*y 1684. ƒ• 68 , 1J4- /-". S. 12 Ja,n. Ï«8S> ƒ• "7. X*. V, 7 iWtf/irf I6j>2. ƒ. 25 I- i", W. 14 4?/>f. |*9?. /". 21<f. («.) Refol. Vroedfch. X*. Y. j$ tfov. 165*7,Groot-Memor.
)f, V|IJ. ƒ. 14». |
||||
II. Boek. Schuttert en Bezetting. 153
ken tyd de Stad geene Soldaaten in haaren Bezet-
byzonderen dienft gehad heeft. Men vindt ting. . meer dan één blyk,dathet Krygsvolk,welk in Stads dienft aangenomen. werdt, ook al- leen aan de Stad eed gedaan heeft Qp). De bezetting, die, van 's Graaven wege, De be-
in 't jaar 1567, in de Stad gelegd was, bleef zetting 'er niet lang: en in't jaar 1571., beloofde ^Stad> de Regeering twee honderd. duizend gul->sLancjfi dens, om van Spaanfche bezetting, en van wege 's een Kafleel, waarmede Al va de Stad be- wordt °P zwaaren wilde, voor altoos, vry te zyn. De vencje. penningen werden, voor 't grootfte gedeel- ien, ieder te, opgebragt, en, voor 't overige gedeel- van twee te, der Stad, in 't volgende jaar, kwyt ge- honderd fcholden (g). De belegering der Stad, die, gebragt.' in 't zelfde jaar, van de Staatfche zyde, on- dernomen werdt, noodzaakte haar, verfter- king van bezetting te verzoeken, die ge- deeltelyk in, gedeeltelyk buiten de Stad ge- legd werdt (r). De bezetting, die in de Stad lag, werdt, federt, met zes vendels Stads knegten verfterkt, die, in 't jaar 1578, in gevolge van het derde Lid van het Verdrag van Satisfactie, zeer tegen den zin der Room- fcheRegeeringe van dien tyd, afgedankt wer- den , en te gelyk, over de overige knegten, die in vier vendelen werden verdeeld, nieu- we Officiers gefield (j). Doch deeze kneg- ten, 't hunne gedaan hebbende tot de ver- andering der Regeeringe, die kort hierna VOOr-
Cp) Groot Mempr, N. ir. ƒ. 237 vcrfo. N. UI. ƒ. go verfi. (y) II. Meelt 'Vtll. Botkj il. Jio , 3*°. (r) U.Deel, Vlll.Btet, il. }»5, 316, 3J3. (t) U.Deel, IX. Boektbl- 4" i» 41* j 4'Sj4*°»41-8}f^. K5
|
||||
154 AMSTERDAMS VI. Dem;
Bkzet- voorviel, werden, eerlang, op twee vende-
TiNo. len of Compagnien, ieder van tweehonderd koppen, gebragt (t); welke twee vendelen, na dien tyd, van 's Lands wege, de gewoon- lyke bezetting der Stad gebleeven, en, federt lang, op de verdeeling van 't Noorderkwar- tier , gebragt zyn. Voor- Om nu te doen verftaan, op welk een' voet, waarden, deeze bezetting, hier ter Stede, ontvangen op wel- en gehouden worde, zullen wy, beknopte- bezet-C lyk > aanwyzen, wat, desaangaande, zo wel ting hier by de overeenkomft op den Afftand van de ter Ste- Satisfa&ie des jaars 158 r, als in laater' tyd, de ont- bedongen en beflooten is. De bezetting zou, is »Jage» volgens hetwerdelAd der gemelde O vereen- houden komft, door Prinfe Willem den I., aan wien wordt, dg hooge Overheid geduurende den oorlog opgedraagen was, alleen , vermeerderd of verminderd mogen worden, naar dat de nood zulks vorderde. En in geval zyne Doorlug* tigheid de bezetting verfterkte, werdthaary by het vyfde Lid, Servitiegeld toegelegd, e- ven als de andere Steden van Holland ga- ven. Doch dat dit Lid alleen begreepen is, te moeten gepaft worden op eene verfter- king van bezetting, die, door Prinfe Wil- lem den I., noodig geoordeeld was, is af te neemen uit een befluit der Vroedfchap van den jaare 1673. Het Regement van Wal- dek , hier toen, eenigen tvd, in bezetting gelegen hebbende , hadt tien kluivers ter weeke, voor ieder hoofd, Servitiegeld ge- nooten. Poch men ftelde, kort daarna, vaft, nooit
(t) II. D«/,IX. Buk., hl. 13.
|
||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 155:
nooit wederom Servhiegeld toe te flaan (u). bezet-
Volgens het derde Lid der meergemelde O- tiho. vereenkomfl, moed de Bezetting betaald worden uit de gemeene Lands middelen, die, in de Stad en derzelver Vryheid, geheeven worden. En zo de andere Soldaaten, in Hol- land leggende, met Laken,werden betaald; zou zy ook eene maand foldye in 't jaar, in Laken,ontvangen moeten. Doch in dewy- ze van betaalinge der Stads Bezettinge , is merkelyke verandering gekomen. Men vindt, dat 'er, reeds in 't jaar 1599, een Pagadoor of Betaalmeefler der Bezettinge, doorBurge- meefteren, is aangefleld (t>), en deeze amp- ten aar is, nog tegenwoordig, in wezen (w). Hy is, al van ouds, bevoegd geweeft, om , elke maand van twee en dertig dagen, de penningen, tot betaalinge van 't Krygsvolk gefchikt, van den Ontvanger van 's Lands gemeene middelen over te neemen (#), en uit dezelven de gewoonlyke betaaling te doen aan de bezetting. De twee Kapiteins der Amfterdamfche Be-
zettinge moeten, volgens het tweedelAd der Overeenkomfl: op den Afftand van de Satis- factie , Burgers der Stad zyn (7). De benoe- ming deezer Kapiteinen is, door 's Lands Staa- ten , op den dertienden Maart des jaars 1588, gefteld aan Öurgemeefteren, mids zy hunne Commijfie of Laflbrief neemen van den Stad- nou« («) Refol. Vroedfch. L1. I. 31 Maart, iz Juny 1673.
ƒ i6j, 179. (v) GroetMemor. N. II. ƒ. 177 verfo.
(») Groot-Memor. N. IV. ƒ. 2j. N. VI. ƒ. ISJ.
(>) Groot Mcmot. W. II. ƒ. »75.
(y) Handv, hl. f7.
|
||||
156 AMSTERDAMS VI.Deel.
houder en Kapitein-Generaal over Holland,
't Gebruik heeft geleerd, dat de aanflelling van eenen Wagtmeefter of Major, Provooft en Betaalmeefter, zo wel als de aanftelling der Luitenanten en Vendrigs, ook aan Bur- gemeefleren verbleeven is (V). De Kapitei- nen, Officiers en Soldaaten, hier ter Stede in bezetting leggende, zyn, volgens dezelf- de Refolutie van 's Lands Staaten, verpligt, den eed van getrouwheid te doen aan den Lande van Holland,en aan de StadAmfter- dam ;en dien van gehoorzaamheid, aan den Stadhouder en Kapitein-Generaal, aan Bur- gemeefteren van Amfterdam; en de Soldaa- ten in 't byzonder ook aan hunne Kapiteinen en mindere Bevelhebbers. Voorts, is, ten zelfden tyde, vaftgefleld, dat de bezetting van vier honderd man niet uit de Stad zou mogen worden getrokken, overeenkomftig met het tweede Lid van den Aflland van de Satisfaftie, inhoudende „ dat de Stad be- „ zet zou blyven, met twee vendelen kneg- „ ten, ieder van twee honderd hoofden." En op den grond van dit beding, is de uit- togt van deezer Stede Bezetting, meer dan eens, geweigerd (a); fchoon dezelve ook, als 's Lands nood drong, en men 't Krygsvolk hier nuffen kon, zeer dik wils, met byzon- der verlof van Burgemeefteren en Raaden, uitgetrokken is; doch altoos, onder fïilzwy- gend,en meermaalen, onder uitgedrukt be- ding, (x.) Growt Memor. N. III. ƒ. 2*8. N. IV. ƒ. iwr/J, m
vtrfo, io$ verfo. N. VI. ƒ. 7J verft. ti. X. ƒ. 6ï. (*) Refol. Vtoedfch. Lt. E. 7 OÜob, 1Ö65. ƒ. |y. Lt. S,
} Jkn, 16 Sp. ƒ. zof. |
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 157
ding, dat dit verlof niet ftrekken zou, totßEZET-
verkorting van het regt ,^ welk der Stad,Tiwo# by de aangehaalde Refolutie van den jaare 1588, als een gevolg van den Afftand van de Satisfactie, was toegeftaan (b). Ook vindt men, dat, reeds in de jaaren 1598 en 1602, eenige knegten uit de Stads bezetting zyn uitgezonden, op verzoek van Gecommit- teerde Raaden en Patent van Prinfe Mau- rits (c). Volgens dezelfde Refolutie, is de Stad ook niet gehouden, eenige andere be- zetting in te neemen, dan in geval van hoo- gen nood, en dan ter Ordonnantie, of op Patent van den Kapitein-Generaal (d); fchoon zy, tot voorkoming van inwendige beroer- te , of vyandelyke aanvallen van buiten , meermaalen, op haar verzoek, verfterking van 's Lands Krygsvolk bekomen heeft (e). Doch wanneer Burgemeefteren en Raaden oordeelden, geene vermeerdering van bezet- ting noodig te hebben, is de inneeming van Krygsvolk, meer dan eens, van de hand ge- weezen (ƒ). De doortogt en huisvefting voor korten tyd van 's Lands Soldaaten is, zelfs altoos, eerft door Burgemeefteren en Raaden, des verzogt zynde, toegeftaan (g), en zou, zonder derzelver byzonder verlof, niet mogen gefchieden. De Ruiters van Maar-
(b) Refol. Vroedfch. LT. E. z6 Maart 1666. f. p«. Z*.
L. 14» *i May 1676 ƒ. 4, IJ. Cc) Refol. Vroedfch. N. \> ij Sept. 159«. ƒ. 137 verf*.
1 May iöoï. ƒ. 393. (d) Handv. */, 50.
(e) Refol. Vroedfch. N. 16. 20 Dtc. 162t. %% Febr* 17
Hov. 1619' ƒ• 65 vêrfo, 67 verfo, 115 verft. (f) Gtoot-Memot. IST. V. ƒ. igj> verft.
(£) Zit II. Deel, VIII. Boek,, tl. 30* > ïo«.
|
|||||
■'
|
|||||
ISS AMSTERDAMS VLDeel.
Bezet- Maarten Schenk werden , in 't jaar 1574,
TiNG. niet dan by honderd te gelyk, door de Stad gelaaten (£). En in 't jaar 1707, werdt eenen Luitenant, met vier en twin- tig man , van de Vloot komende , op zyn verzoek, verlof gegeven om door de Stad te trekken; doch niet dan langs den kortften weg, van de oude Stads herberg naar de Utrechtfche Poort («'). Terwyl de Stad, in 't jaar 1573, nog Spaanfche bezet- ting inhadt, vondt de Regeering al onge- raaden, eenige weggeloopen foldaaten, uit het Leger voor Haarlem, hier in te laaten (£); ten blyke, dat men, zelfs toen reeds, bezorgd was , om geen meer Krygsvolk, dan men dienftïg oordeelde, te gedoogen in de Stad. G 's Lands Staaten hadden, op den agttien- derWet- ^en September des jaars 1578, verklaard,
houder- dat de Wethoiiderfchap der Stad medegoe- fchap je opzigt zou mogen nee men, dat de be- Bezet-6 zettmS aldaar m goede orde, gehoorzaam- ting. * beid en krygstugt zou gehouden worden (/); en ten dien einde, reeds in Juny te vooren, gewild, dat de Leuze of het Wagtwoord , voor dezelfde bezetting, van den oudften, of voorzittenden Burgemeefter gevraagd zou worden (m): 't welk, fchoon flegts by pro- vifie belaft, alzo zulks nimmer federt inge- trokken is, tot heden toe, in gewoon ge- bruik (h) II Detl, VIII. B«*k,, bl. ïfj.
(ij Groot Memor, .N. IX. ƒ. 6% verf». (1^) Keurb. G. f 8+. (1} Handv. bl, jo. (m) Handv. bl, j«. |
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 15p
bruik is gebleeven. Ook hebben Burgemees- beze1
teren meer dan ééne Ordonnantie gemaakt tinb. voor de Officieren en Soldaaten der Bezet- tinge , tot bewaaring der goede orde onder dezelve: en onder anderen, eene, op den negen en twintigften January des jaars 1664, volgens welke, de Wagten,door eenen der Hoofd - Officieren , en door de Serjanten , moeten worden waargenomen. Ook mogen de Soldaaten 's nagts niet buiten de Stad bly- ven, veel min buiten dezelve woonen. Zy zynverpligt, Burgemeefteren, ofKolonel- len, aan welken beide, volgens eene verklaa- ring van de Vroedfchap van den jaare 10*54, het bewind over de bezetting, altoos, ge- daan hadt («), te gehoorzaamen, wanneer dezelven tegenwoordig zyn: anders, hunne Officieren, in derzelver rang. Onder dee- zen, wordt, van tyd tot tyd,Krygsraad ge- houden , waarin de overtreedingen der Of- ficieren en Soldaaten, in hun beroep begaan, onderzogt en geftraft worden (0). Doch zo deeze ftraf te ver gaan mögt, of zo de mis- daad niet geoordeeld werdt te ftaan ter ken- nifle van den Krygsraad, betrekken Schepe- nen de zaak voor hunne regtbank. Men vindt, onder anderen, dat, in 't begin van 't jaar 1635, een Soldaat, die, door den Krygsraad, tot het Tugthuis, veroordeeld was, door Schepenen, opgeëifcht, en op nieuws te regt gefield is (p), Wy
(n) Refo!. Vroedfch. N. tl. 30 July i6<*. f. i«o.
(o) Handv. bl. ii7. J T ' "* (f) Gioot-Memor. N. III. ƒ. 15» *#r/ï.
|
||||
160 AMSTERDAMS VLDeeü;
Wy hebben elders (q) aangetekend, dat
eenige vertrekken boven de Waage, op den Dam, van ouds, gefchikt zyn, tot een Wagt- huis voor de Bezetting. De twee Compag- nien, uit welken dezelve beftaat, trekken ook , by beurten, van tyd tot tyd, op, zo om, des ogtends by tyds, op de Beurs, hun- ne foldy te ontvangen, als om, op het zoge- naamde Slagveld, by de Utrechtfche Poort, des Zomers, geoefend te worden in de be- handeling der wapenen. Zy bewaaken, wy- ders, by dage, de poorten en boomen der Stad, en zetten, nagt en dag, eene Schild- wagt uit voor deHoofdwagt boven de oude Waage, in 't gezigt van 't Stadhuis. Wan- neer 'erLyfftraffen van wege 't Geregt wor- den geoefend, worden 't Stadhuis en de trap- pen der Waage bezet met Soldaaten. In tyden van oproer, heeft men zig ook, veel- tyds, van hun bediend; doch niet altoos met even goeden uitflag, hebbende men, nu en dan, gezien, dat het graauw meer ontzag getoond heeft voor de gewapende Burgerye, dan voor 's Lands Soldaaten. Wy herhaalen niet, 't gene wy, elders (r), hebben aan- getekend , dat, boven in den Jan - Rooden- Poorts-Tooren, een vertrek gefchikt is tot het houden van den Krygsraad der Bezet- tinge , en twee anderen, tot gevangenifTen voor de Soldaaten. DeKAPiTEiNEN, Luitenanten en Vm*
drigs, over de twee Compagnien van de Be- zet- te q) Ut. Deel, I. Boek., tl. I0£. (rj IU, Deel» I. Boek., bl. 17;, |
||||||||
Bezet-
ting. Hoofd-
wagt en Dienft der Be- zettinge, |
||||||||
Aanftel-
ling der |
||||||||
II. Boek. Schüttere «n BezettI'hg. i6i
zetting déezer Stad , worden, door Bürge- Bezei-*
meefteren, aangefteld, of benoemd; doch tino. verkrygen, tegenwoordig, hunnen Laftbrief Hoofd- of Commiffte van den Prinfe -Erfiladhouder, Officie- els Kapitein - Generaal. In vroeger' tyd, heeft dezelve men egter, hier omtrent, een verfchillend gebruik gehad. In 't jaar 1635 »werdt een Kapitein aangefteld, door den Raad van Staa- te, op voorfchryvens van Burgemeefleren (j). In't jaar 1658, gefchiedde zulks, by eene Aóle der algemeene Staaten, waaraan Burgemeefteren eene beveiliging gehegt hadden (f). Op andere tyden, en inzonder- heid , wanneer 'er geen Kapitein - Generaal was, zyn de Hoofd - Officiers der Bezettin- ge , eenigszins op eene andere wyze, aan- gefteld. Doch thans gefchiedt de aanftel- ling door Burgemeefteren, die 'er den Heere Kapitein-Generaal kennis van geeven, waar- na de aangeftelde Hoofd Officier zyneCom- miflïe bekomt, op naam der Heeren Staa- ten - Generaal, ter relatie van den Raad van Staate, met een attaché van den Kapitein- Generaal en Gecommitteerde Raaden der. Staaten van Holland («). In geval de Re- geering der Stad geraaden vindt, de bezet- ting , buitengewoonlyk, te vermeerderen f worden de Hoofd-Officiers aangefleld door Burgemeefteren , voor welken alleen , zy den eed van getrouwheid afleggen (o). De
(1) Groot Memor. K. UT. ƒ. 14* verft,
($) Groot Memor. N IV. ƒ. 1J9 verft, (h) Groot-Mernor. N. XI. ƒ. 17$ virf», (vj Groot-Meraor. N, VI. ƒ. «07. Xt. Stuk. L
|
||||
i62 AMSTERDAMS VI-Deei.,
Bfiaex- De Provoofl of Geweldige van de Stads
Tino. Bezettinge, die vrye wooning in den Jan- Rooden - Poorts - Tooren heeft, wordt ook, door Burgemeefteren, aangefteld. Hy plagt Commiße of Laftbrief van den Raad van Staate te krygen (w): 't welk nu buiten gebruik is. |
|||||
(») Groot Memor. N. III. ƒ. 248. N. X. ƒ. 63.
|
|||||
II. Boek. Schütterï en Bezetting. l6$
|
|||||||||||
B Y L A A G E
|
N
|
||||||||||
BylAA-
Gen L'* Al |
|||||||||||
op bet VI. Deel, II. Boek*
Gift aan de Voetboogs- en HandboogsfctjuiU-
rye van het Gouden Water binnen en buiten de Stad Amflerdam , onder zekere voorwaarden. Gedagtekend, den vier en twintigilen April des jaars 1480* ■
Wy fcout Burgermeyfters fceperieii ende! «
raide der Stede vaii Aemftelredamme doen condt allen luden die delen onfen brieff zullen zyen off hoeren lefen Dat wy by rade confente ende guetdoncken van den zefs ende dertigen alze Vroetfcap van der voirf. Stede omme die eere ende welvairt van der ftedé voorn, van der feiuer Stede wege gegvrit ge- geuen ende quytgefcoudén hebben die twee Schutteryen te weten die jonge Schutterye Van den Voetboghe ende die Schutterye van den hantboghe tot onderhoudenifle vari der feiuer fchutteryen te fämen ende onverfcheyj den dat gouden water buten ende bynneri vry ende fonder yet dair voir te betalen erfÜclc ende tot ewygen dagen famenlick te mogen gebruycken ende vyfchen ende doeri gebruyc- ken ende vyfchen tot hoeren meeften oirbaif ende proffyte als den hooftmans van den Voirf. twee fchutteryen dat goctdvncken ende gelie- uen fall fonder widerfeggen ofte clanche Van den burgermeylteren nv off hyer namaels tVe- fende of van yemandt anders die van der voirf. ftede wegen dair tegen doen foude mo- gen wel verftaende altydt dat tot elck vari den gouden water voirn. een vryheyt wéferi L a 6ÄK
|
|||||||||||
s.
|
||||||||
1^4 AMSTERDAMS VLDeel.
Btlaa- encte blyuen fal tot ewyghen dagen van hee-
OEN revaert vry te fitten voir den ghenen diefe huert 1/. A. Behoudelick dat die gemene Schutteren van beyde voirf. Schutteryen weder tot ewygen dagen fculdich füllen wéfen te houden harnafch boghen pylen ende andere reedtfchap dair toe dienende ende fo füllen zy noch houden op hoeren coften twee bairdzen mit hoere toebe- horen dair off wy heml. die een gegeuen heb- ben ende zy zullen die ander daïr toe doen maken ende dat zy der Stede dienen houdt ende trouwe welen van der Stede wegen ende totter Stede coften wtvaeren zullen tot alre tydt als zy des van den burgermeyfteren in der tydt wefende vermaent zullen werden en- de fonderlinge als een burgermeyfler off twee andere perfoonen wten gerechte mede varen zullen gelyck die gemene Schutteren van den voirf. twee Schutteryen tefer tydt wefende myt gaders hoeren hooftmans dat belooft en- de anden heyligen lyflick myt vp gerechte vingheren geftaueds eeds gezworen hebben in twelk dat voirf. is te doen die voirf. hooft- mans myt hoeren gemene Schutteren voir hoe- ren nacomelingen tot ewygen dagen oick hem • verbonden verwilkuert ende ouergegeuen heb- ben, alle ding fonder argelift In kennhTe der waerheyt hebben wy der voirf.. ftede fegele then faicken hier an gehangen gegeuen vpten vier ende twyntichften dach in aprill int jaere ons heren dufent vierhundert ende tachtich. |
||||||||
- - ■-:; i .
|
||||||||
Lr, B.
|
||||||||
M
|
||||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. t6$
Lr. B. BYL AA-
GEN
Egt verbaal van de buitengewoon* verande* ^r* *
ring der Regeeringe van Amflerdam, op den negen en iwintigßen May des /aars 1578, ivoordelyk getrokken uit eene oude Naam- lyft der ïvlagiftraatsperfoonen , grooten- deels gefcbreeven door den Secretaris Jacob * de Haan , en berußende ter Thefaurie O- dinaris, Kas XL 't bovenite Vak. , „V O O R M E M 0 RI E.
, » " . <t r
: ■ ' :' u - ' ■ ■,'■■—■ <■ .
In den jare XVC acht en tfeventich is tulTchen-
den Gedeputeerden van den Heeren Staten van Holland, ende de Magiftraet defer Stede op het erigeren van de fchutterien volgende het VIIe artyckel van de Satisfactie feecker dif- ferent gerefen , Ende alfoe de voorfchreuen Magiftraet haer tot geene redenen liet bewe- gen , foe is op den XXVI dach in Majo des * voorf. Jaers binnen de .voorn. Stad een haefti- ge Veranderinge by forme van tumulte (doch ibnder eenich bloetftorten) gecommen, zulcx dat het merendeel van de voorfz. Magiftraet uyt d'felve Stad gefchict is geweeft; ende hebben de Hooffden van de drie fchutterien der voorfz. Stad , reprefenterende het Corpus van dien, uyt yder Rot een, ende fulex uyt yder Schut- terie twaleff perionen genomineert, dwelcke op den XXIX. erer voorf. maend in de Raad- Camer defer Stede nyeuwe feffendertich Raden hebben gecoren , ende d'felve door Isbrand Jansz., als oudfte van Jaren , in plaetfe van den Schoud den eed doen affnemen , nader blyckende by de Aften hier nae geregiftreert. . Alzo door partvfche Regeeringe ende feec- kere groote obftinaetheyt der verledene Re- gierders ende Magiftraeten defer Stede Aémr lr 3 fel-
|
|||||
~\
|
|||||
i66 AMSTERDAMS "VIDbil.
Bylaa- ftelredam, ende door beloop des têgenwoordi- CEN. gen tyts - opten XXVIen defer maend mey nae Lr. g. middage, de gemeente ende het peupel in op- roer uytberftende ende d'felue Regierders ende Magiftraet ofte het merendeel van dien ver- feeckerende, om meerder oproers, feditie en- de bloetvergieten te verhoeden, uyt der Stad hebben gefonden, het welck als doen geenfins en was té voorcommen,om alle verdereincon- vénienten te verhoeden, der Gemeente de wa- penen uyt de hand te gecrygen, defe goede Stad, den burgers ende Inwoonders van dien in volle ende vafte verfeeckeringe, rufte ende vrede te (tellen, twelck fonder regieringe ende adminiftratie van Juflitie niet en mach gefchie- den; hebben de drie Schutterien defer Stede, reprefenterende het Corpus ende ryekdom der- felver Stad, raedfaem ende nodich bevonden , uyt den haren te kiefen feifendertich trenelyc- ke, notable ende vredelycke mannen , d'welc- ke uyten name van haer, ende van wegen de ganfche gemeente om faken als bouenrevocee- rende den eed daermede fy aen de voorf. ma- giftraten ende Regierders waren verbonden, ende den feluen Regierders ende Magiftraet wederomme ende reeiproche van haren eed ontflaende , ende onder exprefle proteftatie van nyet te doen tegens hare priuilegien, ende fonder t felue in confequentie te trecken,maer voor defe reyie alleen, naer voorgaenden eed in handen van den oudften onder hen luyden , füllen eligeren feflen en dertïfh mannen, ende onder den -feluen vier Burgermrs van de vrede« Hckften, notabelfte, ryckfte ende gequalificeer- fte burgeren defer Stede, omme als Raden en-? de ßurgefmrs voor dit lopende Jaer, ende tot de geconftumierde electie ouer d'felue Stede, ha- re Gemeente ende alles in getrouwicheyt te rege^ ren, nyeuwe achtyen mannen tot Schepenen |g mogen nomineeren? ende alle andere officien |
||||||
II. Boek. ScmiTTERY en Bezetting. 167
<e mogen begeven, met voller authoriteyt ende Bylaa*
in manniere als volgende de priuilegien, vry-0Eit heyden, Ufancien ende couftumen der feluerl/. B. Stede dan beuonden lal worden te behooren, Blyvende nae defen d'eleétie in hare oude for- me, manniere, cracht ende vigeur; waer op de voorf. geeligeerde mannen als by namen Oude Schutterie
■
Adriaen Cromholt
Jacob Banningh
Jacob Fraiisz. , ,.
D'. Claes plemp
Harman Rodenburch Harmansz. ■
Isbrand Jansz.
Gouert jansz, * "
Gerrid jansz. Coesuelt
Willem Pouwelsz
|
||||||||||
Simon Heindricxz.
|
I I
|
|||||||||
Gerrid Jansz. Parys
Mr. Cornelis in t Romenyboöt, abfent.
Voet Booge
Pieter Jacobsz VrièS
Cornelis Jansz Cruydenier
Claes Reyersz
Jan Jacobsz Huydecoper
Arend Jansz. Coesuelt
Pieter Pauw
Harman Rodenburg d oude
Douwe Blokemaker
Dirck Olofsz.
Jan Simonsz Lonsilaerder
Jan Egh Cannegieter
Jan Pietersz Neck abfent
Handt Booge
Lubbert Nuth
Jan Bettsz. Rodenburch
jonge Jan. Duynsz.
L 4 Claes
|
||||||||||
•
|
||||||||||
ïfö AMSTERDAMS VLDeel.
Btläa* Claes Heindricx Coning :.;*
LEN Aris Michielsz. Vleyshouwer
L'. fi. Pieter Willemsz. Vrund
Heindrick Lenardsz.
Pieter Lieuensz.
"i Heindrick in de pot Reinier van Neck
Lenard Simonsz. Coperflager.
Gerrid Schacp, abfent
Den voorf. eed gedaen hebbende in handen
van den oudften uyten haren , als namelyck Isbrand Jansz ; tot Burgermrn ende XXXVI Raden geCoren hebben de naevolgende perfo- jien, te weten,
Mr. Cornelis Jansz. in 't Romenys boot;
Cornelis Willemsz van Ryck . Dirck Jansz. Graeff " M'. Willem Bardefen. Reynier Simonsz. van Neck Dr. Matten Jansz. Cofter Isbrand Ja.nsz. Jacob Banningh. Simon Heindricxz. Härmen rodenburch d oude. Adriaen Reiniersz. Cromholt Willem Poi^welsz. Jan Simonsz. Lonsvaerder. Adriaen Pauw. Egbert Roelofsz* Claes Reyersz. Jan Lourensz,, , Heindrick van mareken. Gerrid Jansz. Coesuelt, Euert Corffe , r .., Claes Cornejisz. rowagen
Jacob Jansz. Banningh |
||||||||||||
il
|
Jacob Fransz,. I» - ^
|
|||||||||||
Jan
|
||||||||||||
*
|
||||||||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting.
|
169
|
|||||||||||
Jan Cornelisz Duyn
Thomas Willemfe .Bontekoe. Gerrid Jacobsz Schaep |
Bylaa'
GEN
Lr. B. |
|||||||||||
Balthafar Simonsz. Appelman.
Jan Jacobsz. Huydecoper. Jacob van Campen. Heindrick Olfertsz. Fuyck. Gerrid Jansz. Delft. Pieter Willemsz. Vrundt. Reynier Cant. Claes Simonsz. Heemskerck Marten Simonsz. Schuytge. Mr. Reyer Lambertsz. Burgernïrn.
Dirck Jansz. Graeff.
Mr. Willem Bardefen. '; f Adriaen Reyniersz. Cromhölt. Dr. Marten Cofter. Willende dat d' felue uyter name van de ge-
heele gemeente ouer haer ende de ganfche ge- meente füllen regieren ende na de priuilegien re- gierende blyven. Oirconde van defen is defe Ac- te geregiltreert, daeratf gelycke folemnele aére tot eeuwige memorie by die handtueften, pri- uilegien ende andere fecrete defer Stede geleyt fal worden, Aldus' gcdaen den XXIX:en May XVC acht en t feuentich. Die feffendertich Gedeputeerden van de drie >3 .*.X
Schutteryen, reprefenterende 't gemeene Cor- pus ende ryekdom der Stede Aemftelredam , hebben uyten name van hare ende alle d' ande- re geauthorifeert ende authoriferen by defen den Qitdften vanjaren onder haer voorf. XXXVI. perfonen, voor dele reyfe en fonder fulcx te trecken in confequentie , oick zonder preiudi- tie der voorfz. Stede priuilegien , den oudften yan Jaren van de nyeuwe gecoren vier Burger- ij 5 mees^ |
||||||||||||
s ■
|
||||||||||||
fjo AMSTERDAMS VLDeel.
Btlaa- teren den behoorlicken eed van Burgermeefter
0EN - en XXXVI. Raad aff te neemen 3 welke oudt Lr. B. Burgermecfler fynen anderen mede Burgermrn,
mitsgaders die feiTendertich Raden, in plaetfe van den Officier van S' heeren wegen, als we- fende het officie tegenwoordich aen defe Stad, dan voort den eed yegelyck nae fyn officie aff- nemen fal; volgende welcke authorifatie, Is- brand Jansz., als oudfte van d' felue Gedepu- teerden , Adriaen Reiniersz. Cromholt, oudfte van de vier nye'uwe gecoren Burgermrën, den
behoorlycken eed , foe als Burgermeefter als oick als feflendertich Raad, in gewoonlycke forme, aifgenomen heeft. [Hier op volgen, op nieuws. de naamen der
zesendertig Raaden, naar orde van hun- ne jaaren: waar na nog volgt:■] Nota. Dat by de voorn, heeren feffendertich
Raden, ten dage ende jarevoorfz. achteruol- gende defer Stede priuilegien genomineert ^yn ge weeft XVIII perfonen, uyt d'welcke by den houe van holland gecoren zyn negen tot Schepenen , endéby Willem Martsz, Cah? als Schoud geëedt. Lr-c-
r r c -dffthfift eener oorfprongkelyke Quhantie van
den vierentwimigflen jPanuary des jaars
1562, waarby myh, dat Peter Roding zig, uit de Oude ö/Kloveniers Schut- terye, badt uitgefogt. Wy Jacop jacopsz Coninck , Willem pou-
welsz. peter bicker WiUemsz.peter iacopsz. fcbaep ende Cornelis Ottoz. defer tyt ouerluydeiï van den ouden fchutterye binnen Amfterdam ken-
|
||||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 171
kennen ende lyden mits dezen byconfent ende BytAA*
belieuen van den burgemeyih^ren der Stede GFN voirf. ontfangen te hebben van peter IwUii^i/ 4L*!4 negen ponden vlams ter caufe van enen wuyt- coop ende ontlaftinge waer mede de vernom- den peter roding hem wuyt gecoft ende bevryt heft van den fchutteryen voorfeyt, belouen daeromme de Coninck ende ouerluyden voirf. - de voornomde peter roding vry ende quyt te houden nu ende tot allen tyen van alle lafteii de voirf. fchutterye berorende. Ende oft ge- beurde dat peter roding voorfeyt tot enige ty- den weder in den voornomden Schutterye ofte in enige andere fchutterye gecoren ofte geftelt werde foe belouen wy Coninck ende overluy- den de penningen by ons ontfangen, by de o- uerluydeu dan ter tyt zynde te reftitueren in handen van peter roding. In oircunden des . waerheyts hebben wy Coninck ende ouerluy- den voornoempt onze gewontelyk hantfcrift her onder geftelt dezen xxmj January anno XVC
twee ende tiefticn. Lr. D.
Oude Ordonnantie van den jaare 1481 , voor "Lu D.
de wankende Burgerye* waarin derzelver Ka» pit einen en waakplaatfen aangeweezen zyn. ' . .. .-! ' ■ . ' •' i
i
T\it is die Ordinancye van die waeck^ Anno
*J LXXXI, [1481J Item an die nyewe fyde die fuytzyde van 1 mijeru
die middeldam, begyiinende op fcarpe krayen huys weftwairt an die amftelzyde van die cal- uerftraet tot die regulierspoirt toe, füllen be- waeren die regulierspoirt ende die veft tot die heylige wechs poirt toe, ende hier füllen capi- teyne wefen |
|||
172 AMSTERDAMS VLDeee...
Jan melys arysz, Goejfen bloc.
Egbert Jansz. Willem munniè,
Fechter Barem z. Jan Siuertz.
Thomas Wouter z, Claes heytt.
Alben van diemen*
Jan Tshrantz Eem Scuytmaker. Goejfen Wagbenaer. Item die zuytfyde van die gaffchuysftege, en-
de die lelue fyde van die calueritraet, mit die burchvval, en die heylige ween tot die regu- liers poirt toe zullen be waeren die heylige wechs poirt, ende die veft tot Jonge Jacobs tvyn toe, ende hier zullen capeteynen weien Jacob Jansz. Willem fymonsz.
Baernt Baernts z. Clement fcoenmaker.
bruyning Jacobs z. Dirk Egbert z prins*
Ghysbert Jacobs z. pieter tbomas z.
Frans Claes Loenen z.
Com e lis Wynricz. Cuert Scoenmaker.
Frans Smit* Item die noirtzyde van die middeldamme ,
begynnende op peter jansz. huus noordwairt, mit die oeftzide van den dam, die oeftzyde van die wintmolen zyde en die fuyt zyde van die foutftege met die burchvval ouer die graft van die nyewe fyds ramen, tot meeuws Dofenftege toe mit die fuyt zyde van die zelue ftege zul- len bewaeren [die veftj van jonge jacobs tvyn, tot vechter baernt zoen tvyn toe, ende hier zullen capeteynen wefen |
|||||||||||||||||
GEN
LVP.
|
|||||||||||||||||
3. rfe
beginen
toorn» |
|||||||||||||||||
andries
toom* |
|||||||||||||||||
.*»
|
|||||||||||||||||
Jan claes Goèrtz.
Jan gerrit benninx z. Jacob van berek. peter colyn. |
|||||||||||||||||
frans claes heynen z,
ruuscb 'Jansz. Dirc Jan zeg er z. baernt baernt z. |
|||||||||||||||||
Stam
|
|||||||||||||||||
IL Boek. Schüttery en Bezetting. 173
Stans Claesz. Bylaa-
'. bruyn claesz. gen
Cornelis paeut Ij. D.
Willem duyn. Item die weft zyde. van den damme, van die 4. der
gafthuyftege off, myt die burchvvall, die fuyt Stede zyde van t nyenkerckhoff, die weftzyde van buut. die wyntmolen zyde tot t 's grauen ftraet mit die oeftzyde van 't nyenkerkhoffende die iüyt- zyde van t sgrauenftraet, zullen mit die (bout ende den gerechte die plaets bewaeren, ende- hier zullen capeteynen wefen die fcout mit den gerechte. Clement wolf erts z.
Claes heyn.
Jan dircz. fiL
Symon tbeding.
Jan gauen z.
gherit ysbrantz.
mkhiel b'g gevaerd
gherrit mattbeusz.
Item die noirtzyde van die fout Stege, die 5. de
ooftzyde van die wyntmolen zyde , ende die port by burchwall van t dammefack mit die zuytfyde de van Jacob allertsftege zullen bewaeren die veft, gaflbuns van vechter baerntzs tvyn tot die gafthuys rao- moien' len ende molenwerff all, ende hier zullen ca- peteynen wefen Jan betb die brouwer gben't mattbys z
peter peters z willem modder,
goert taems z, bilbrant modder,
geryt claesz diegoyer. Willem gberit
Jan pel/er.
Jan van niken*
Jan roei.
pieter Jan ackermans. z.
Item die noirtzyde van 'tfgrauen ftraet jende 6» onfer
van t kerckhoff, die weftzyde van die wyntmolen Vrouweh zy- tcorn»
|
|||||||||||
■■'^■.--'.'■■■■■-l'.
|
|||||||||||
hdafiäBZHNX____M___■ ï _________■
|
|||||||||||
. J3s :.-.*._________til 1
|
|||||||||||
174 AMSTERDAMS VLDeeï,.
Bylaa- zyde, mit die oeftzyde va*n die burchwal,ende
gen die zuytzyde van dirck van affels ftege, die 1/. D. noirtzyde van meeus Dofenftege, ende alle die burchwal after ende voir mit die zuytzyde van dat fteechgen, t gegen Dirck van Allels brugge ouer, zullen bewaeren die veft. van die gafthuys molen werff tot jan roden huys toe, ende jan roden huys al, ende hier zullen capeteynen wefen Tsbrant dirixz, Claes moeyen,
bruyning dirck moysz. Willem grebber.
peter heynez fymon beynenz.
Dirck beynricx z. jacop de vries.
Pilgram Jacop z*
gberyt Jaspersz. garbrant bicker, pteter biddes* j. Item die noirtzyde van jacob allerts ftege ,
mit die ooftzyde van die wintmolen zyde ende nyewen dyck tot die karnemellicx ftege, mit die zuytzyde van die karnemellicx ftege en die burchwal op t dammerack, zullen bewaeren die veft, van Jan roden huys tot die peerboem toe, ende hier zullen Capeteynen wefen Willem koruer. Claes boeyck.
Scipper reijer. Jacob Cokebacker.
Jacob van Campen» Zyuert glafemaker.
reynerfanivaerdenz' Willem jansz fcüoenma-
'zwaijger. ker. Tsbrant barckman.
Symon kinnen z. '1 ;
Comen Jacob kin,
Cornelis Coppelen.
g - Item die noirtzyde van dirck van aflelftege,
idcobs m** c^e weftzyde van die wyntmolen zyde, en-
toom. ^ie ^uytzyde van fint jacob ftraet mit die burch- wal after en beyde fyde van die graft, ende die nokt-
|
||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 175
noirtzyde van dat fteechgen ouer dirck van af- bylaa-
fels brugge, myt die fuytzyde van die (lege ouer Gen Sint Jacobs brug, daer men gaet tot korsgens l/. D. toern, zullen bewaeren die velt. van die peer- boem tot korsgens toern toe, ende hier zullen Capeteynen wefen flor is jans z- floris jans z.
jan ryckpeters z. garbrant Jansz.
ysbrant Jan reyntgins. Claes gberyt zybrant z. z\
Dirck Jacobs fcbipper Claes in de Zw an.
Dirckjacobszs z. * jpan van nuys.
matbys reyersz. Schipper Gilbrant op de coïc. Dirk Wybrantsz. Item die noirtzyde van SintJacobsftraet, mit $>• fin*
die weftzyde van die nyewendyck ftraet, tot Jeroens die, wterfte hairlemmer poirt toe, mit die burch-*<*"»• wal after ende ouer die graft van dievoirf. lie- ge ouer die fint Jacobs brugge, mit die noirt- zyde van die ielue ftege, tot dat eynde van die burchwal, zullen bewaeren die veft van kors- gens toirn tot die hairlemmer poirt, ende die hairlemmer poirt, ende hier füllen Capiteynen wefen Jan ivt die poort. Walicb Jacob.
Dirck bem. Claes gaef.
Jan melis z Wil f e benricxz.
Jacob waliobsz. gherrit borß,
tytnen mariens z
Zybrant jan wt depoorts zwager.
oude jan fnyder.
micbiel Jans z»
Item die noirtzyde van die karnemellicxfte- ro. w.
ge, mit die oeft zyde van die nyewen dyck ftraet, ytb ctuyt tot die wterfte hairlemmer poirt toe, mit die toorn. burchwal op t dammerack ende op tye, zullen bewaeren dat tye, vau die hairlemmer poirt * voirf, |
|||||
•^ ftr iiftyiiit'..
|
|||||
176 AMSTERDAMS VI.Dm*
Bylaa- voirf., tottet oergat van die nyewe brugge , en-
0EN ' de hier zullen Capeteynen wefen IS'Sp- Claes bilbrants. ^fan Lamberts z.
Lou delkma. Daen meeuivsz.
Claes dirc fmitsz* noem poppemaker.
grote baernt. hilbrant claes z.
Claes de goeyer.
Jan meyneruz Zeilmaker,
pieter reyersz. pieter op 't meer. |
|||||||||||
II. De
nu we
|
Item an die oude zyde, die oeftzyde eride
die weftzyde van die warmoesftrate, beginnen- |
||||||||||
ïrux. de an fint ool°ffs P°irt tot die narm toe» ende
die water ftege daer ouer, ende van elke (lege die noirt mit die burchwal after, ende mit die
houttvynen buyten fint oloffs poirt, an die noirt
zyde van die ftraet, tot die fluys toe, zullen
bewaeren arys pylen toern ende dat tye totdat
oergat van die nyewe brugge ende hier zullen
Capeteynen wefen
Dtrck Lißinck. Dirc claes z.
albert canter. claes in de gulden ham.
Dirck baerden, allert andriesz,
Zybrantjan die witte gherrit van denanxter.
ßvager.
Willem Kanter,
heynric pieter benricx z. pieter tonisz. Cornelis gherrit» 12. Arti Item die zuytfyde van die ftratebute fint 0-
pyl'en loffis poirt tot die fluys toe, mit die heele zee- toorn. dyck, zullen bewaeren die veil van arys pylen toirn tot heyman ruysken zoons toirn, ende
hier zullen Capeteynen wefen
jan dircxwormer. Gberit fymon baerdsz.
Claes fymonsz. van hoirn. Luyt de Lyndraeijer.
Otto goertsz. Dirc tuering.
Claes fcouts z. Scipper joejt dirc z.
hugo
|
|||||||||||
■
|
|||||||||||
II. Boek* Schütter* en Bezetting. 17?
bugo de fmh Bylaa*
ar is piet er. gen
Lambert z. z, L*. D.
Claes Pietersz.
ft..... Item die fuytzydevan die narm ende die wa*T3.foy.
terftege, mit die ooftfyde ende weftfyde van man ruw* die warmoesftraet, mit die burchwal after en-kens de die noirtzyde van die liyesdel ende die ou- toorn* de brug ftege zullen bewaeren die veffc van hey- man ruyskens zoens toirn tot iïnt anthonis poirt toe, ende hier zullen Capeteynen wefen Dirck heymansz. Dirc poulsz.
Dirckfymonsz die poel. frans beygenman»
Dirck fymonszSciemaker. Willem hacker,
peter Jacobs Z. Qornelis fymons 2.
Zybrant boeyck»
jan claes Lambertz. Willem> jacopZ* pieter van aken. Item die zuytfyde van die nyesde^l ende vatt t+.byfoiè
dlë oude brug ftege , mit die oeftzyde ende anthonis Weftzyde van die warmoesftraet, mit die rioirt-P<wf» zyde van die clement gherytz. ftege, die noirt- zyde van die oude kerckftege ende totide kerek- hoff mit die burchwal tot die nyesdel toe, en- de mit dat eylandt, tot die baruote broeders ftege toe ende die noirtzyde van die felue fte- ge, zullen bewaeren Sint anthonis poirt mit die vlogel ende hier füllen Capiteinen wefen. Peter harinck. jpacop Symensz.
Toenis gbyfen. ■" Qornelis jansz*
jan van naerden. Claes buygensz. micbiel in de flerrêf
gberit zybrantsz.
jan taemesz. jan Lamberts z. Vygb. Wouter dobbesz. XI. Stuk. M Item |
||||
Ï78 AMSTERDAMS VLDeeE.
Item die fuytzyde van die oude kerck liege ,
Clemont gherytsz. ftege, ende van die oude kerckhoff mit die oeftzyde ende weftzyde van . die kerckftraet, tot die pape brug ftegë toe, 'ende fint anneftraet toe, myt die noirtzyde van die felue finte annen ftraet, ende die burchwal totter kerck toe, mit dander helfte van t ey- land, tot die cloefteren toe , zullen bewaeren die veft van die vlogel van fint anthonis poirt tot die handboechs fcutters doele toe, ende hier zullen Capeteynen wefen |
|||||||||||||||||||||
B7LAA-
GEN
L'. D.
15. debe
keerde
fußeren
toom.
|
|||||||||||||||||||||
Andr'm holen z,
Marten direz. |
|||||||||||||||||||||
Clement geryts z.
Coert jfacobsz. jan van dyemen. boeldirck van wormer. |
|||||||||||||||||||||
Doede jacopz
Adriaen Ockers z. Pietêr reding, , jacop Curtsz. r r . Item die fuytzyde van fint anne ftraet en pa-
je <*Jti- ^je ^erfcftraet, tot finte jans ftraet ende geryt
|
|||||||||||||||||||||
aens
toorn. |
|||||||||||||||||||||
die vroden ftege toe, mit die noirtzyde van die
|
|||||||||||||||||||||
felue ftegen, ende burchwal tot fint anne ftraet
toe, zullen bewaeren die hantboech fchutters doelen, ende die veft van die felue doele tottc wterfte van die xi ™ maechden toe , ende hier zullen Capeteynen wefen |
|||||||||||||||||||||
Claes Gherit deymansz.
jan bowwensz. heyman Jacopz, pieter Can. |
|||||||||||||||||||||
Symon koyyeman.
reyner die goutfmit. claes martensz. jacob willemsz. |
|||||||||||||||||||||
bilbrant jfansz.
jfonge dirc claes z. beynric fymons z, Claes bÜbrantsz. |
|||||||||||||||||||||
Item
|
|||||||||||||||||||||
II. Boek. Schuttert en Bezetting. t&
Item die fuytzyde van fint jans ftraet, ende BtLAAp
serrvt die vroden ftege, mit die oeft ende weft- oen zyde van die kerck ftraet * van die felue ftegenL». D. tot die pylftege ende comen joeften hoeck,tot l?,y{ett. myt die noirtzyde van die pylftege ende die^tf, burchwal afF tot fint jans ftraet, zullen bewae- ren die veft van die xi ? maechden off tot die toirne, die men heet fwych Utrecht, ende hier fallen Capeteynen wefen . meefler ivilfem arysz. rem ßmonsz*
Jacob van Campen. Qhysbert wiltemsz. tymen nanmngsz*
Janfymensz balkebrekef. pieter aemz.
Coert forisz.
Claes Jansz. mangenieh
Symon ges.
Tsbrant Coïp.
Item die fuytzyde van die pylftege, mit die ig.jtye}
oeftzyde van die kerckftrate, den dam, fcarpe utrecbu crayenhuys ende peter jansz. huys óff, tot die kerckftraet toe , ende die heele. gansoirt mit die burchwal, van die pylftege tot die does- teren, ende die all voirt wt, zullen bewaereii die toiren fwych Utrecht ende die lange brug* ge, ende hier füllen Capeteynen wefen fan bout Jamz, Jan heth fnyder*
peter bicker. Cornelts brunt.
Cornelis barmansZ. Jan van zédé.
meefierfymon diefchilder .Dircjansz vleyfCbUudéU
Scipper jan poulsz.
fytnon van goeds weghen* Jan botenz. Tsbrant braet. Op ten xxix dach inDecembri, is by cierigft*
rechte ende by den Capeteyne van de wake ö* ucrdragen ^ ^ |
|||||
■ - ■ . ,, - ■ w "
|
|||||
fgo AMSTERDAMS VLDeei;
Byxaa- *n ^en eer^en dat men niet fchieten en Fat
0EN dan alit tydt ende noodt is.
Lr. D. Item dat men, in elke homanfchap, ordinee-
ren fal ij man, die by dage waken zullen op die vellen, op die artelerye, ende zullen wa- ken van fmorgens tach* uren tot fauonds tach uren, ende die en zullen fhachs niet waken, ende elk zal i ftuiv. fdaechs hebben. Item alle auondt een fonderlinge feyn elke
Capeteyn in zyn homanlcap te fende by den burgermeyfter, die opter (redenuys waccht. Item dat elck homanfcap een becken in zyn
hoefilach gereedt.hebben fal. [Nota. De gantfcbe Ordonnantie en de eerße
colommen der Kapiteinen zyn, in 9t oorfprong- kelyke , met dezelfde band, gefchreeven: doch de tweede en derde colommen der .Kapiteinenen de agttien waakplaatfen op den kant zyn van eene andere en laatere hand^ die, by N'. 7, geen1 naam ingevuld beeft. De meefle naamen der eerße colommen zyn doorgehaald; doch nog leesbaar.'] 1/. E.
r v PUBLICATIE van wylen zyne Hoogheid,
Willem den IV. Prinfe van Oranje, Erf- ftadhouder enz. op het houden van den Krygs- raad alhier, overeenkomßig met de Privilegien en oude conßitutien , gedagtekend den vyf- tienden September des jaars 1748. WY WILLEM CAPvEL HENDRIK FRI-
SO, by der Gratie Gods, Prinfe van O- range en Najfau ; Graaf van Catzenelnbogen, Viandsn^ Dietz, Spiegelberg, Buur en en Leer- Aam; Marquis van ter Veere en Vlijftngen; Ba- ron van Breda, der Stad Grave en Lande vati Cuyk, YJfelJlein, Cranendonk, Eindhoven en Lies- veldt
|
|||||
i'i ii.............■■—■■Il 1' .....i/ "...........'""*"• ,**&&*£»:.. ....
|
|||||
II. Boek. Schuttery en Bezetting. 181
veld; Heere van Breedevoord , Turnhout, St. Bylaa-
Geertruidenbergb, -de Willemjiad, St. Martern- Cf.n d;y£, de Clundert, de Hooge en Laage Zwalwwe, l/, E. Zevenbergen, Steenbergen, Grimbergen, Herfial, St. Fitb, y4Wa3>, Nojeroy, Butgenbacb, jDaaj-- 2wg e/2 Warneton ; Er ff- Burggraaf van Ant- werpen en Befangen $ Erf-Maarfcbalk van Hol- land; Erff'- Stadhouder , Capitein Generaal, en Admiraal der Vereenigde Nederlanden; mitsga- ders Ridder van de Kouffeband. Doen te weten; DatWy van de goede Bur-
gerye en Ingezetenen der Stad Amfteldam ver- zogt zynde , om aan dezelve te geven een Vrye Krygs-Raad, en om voor eenmaal te wil- len aaiiftellen de Leeden, die den zelven Krygs- raad zonden uytmaken, met een getal van vyf Colonellen aan het hoofd , Onfe gedagten hebben laten gaan over de befte en bekwaam- de wyze, oj> welke aan het oogmerk en ver- langen van de goede Burgerye wezentlyk,en zonder te quetfen de Privilegien en Grond- Wetten van den Lande in het algemeen, en de Pneëminentien en Vooregten van de Krygs- Raad in 't byzonder , die fy by haar opreg- ting, genoegzaam zo oud als die van de Re- publicq felfs * heeft verkregen, alle zaken, aan welkers handhouding Wy Ons by geftaafden "Eede hebben verbonden, zoude kunnen wer- den voldaan. Dat Wy, hangende Onze deliberatien over
die gewigtige zaak, met leedwezen bcfpeurd hebben , dat door eenige kwalyk geintentio- neerde aan de goede Burgerye en Ingezetenen verkeerde denkbeelden van het waare beftaan van eene Vrye Krygs-Raad wierden ingeboe- zemd , welke dagelyks meer en meer gevoed wordende, zoo diepe wortelen gefchooten heb- ben, dat daar uit zyn voortgekomen zooda- nige ongerymde Verzoeken , dat de inwilli- ging derzeive , wel verre van te ftrekken ter M3 be~ '
|
||||
x8» AMSTERDAMS VI. Deel.
bereiking van de waare oogmerken , en de
wezendlyke vervulling van het verlangen van de goede Burgerye, in tegendeel met lig zou- de medebrengen, eene notoiren inbreuk in de Privilegiën, en eene geheele vernietiging van de Oude en Wettig verkregene Regten en Prje- ëminentien van den Krygs-Raad , en van die Vryheid zelfs, die verzogt werd, dat door Ons aan den Krygs-Raad mogte werden gegeven. Dat alle deze omftandighedenOns gepermo-
veerd hebben, om zonder de zaak tegen zoo veele kwalyk opgevatte denkbeelden te deci- deeren , een middel tot gerullftelling van de goede Burgerye aan de hand te geven, gelyk Wy by Onze verklaring van den iode dezes gedaan hebben, in fubftantie daar in beftaan- de , dat uit de Officieren , aan de Burgerye aangenaam , zoude werden gehouden eene Vrye Krygs-Raad, om te vervullen de plaatfen van de Officieren die onaangenaam zyn, als mede om aan te ftellen vyf Colonellen, of wel eene Nominatie van een dubbel getal te formee- ren, en die aan Ons te prefenteeren, om daar uit by Ons de aanilelling te werden gedaan; Alles met dat inzigt en in die regtmatige ver- wagting, dat door deze provifionele fchikking overvloedige ftoffe van vergenoeging aan de goede Burgerye, en teffens aan de gemoede- ren tyd tot bedaring gegeven werdende , de zaken, zoo als het behoort met een onzydig Oogh, en zonder vooroordeelen in hare wa- re gefchapentheid zouden können werden be- ichouwd. Dog dat Wy tot Ons fmertelyk leedwezen
ondervonden hebben, dat onaangezien de on-> ophoudelyke zorge , vlyt en moeyte by Ons aangewend , om alles ten befte te beftieren, de uitkomft aan Onze regtmatige verwagting geenfmts heeft beantwoord, zoo wel met opzigt tQt het houden van een Vrye Krygs-Raad, over- een* |
||||
ÏL Boek. Schuttery en Bezetting. 183
eenkomftig aan Onze gedeclareerde intentie, als Bylav
met opzigt tot de zoo zeer gewenite en verhoop- gen
te verandering in de gefteldheid der gemoederen. L'. E. ,
Want, dat, wat het eerfte aanbelangt, in
het verkiezen der Leeden tot het corapofeer ren van den gemelden Krygs-Raad, in veiïcbei- de Wyken en Compagnien die vryheid niet is opengelaten, die de Schutters en Contribuan- ten, onder dezelve Compagnien gehorende, hadden moeten en behoren te hebben, om fig na haar welgevallen te können verklaren, maar dat dezelve in tegendeel door onbefcheide be- jegeningen zyn geintimideert en genoodzaakt geworden , hunne keuze te bepalen na de zin- nelykheid en het goedvinden van de zulke, die beftaan hebben zodanige ongeregeltheden te ondernemen. Dat men heeft können goedvinden Commis-
fien van Officieren by hunne Compagnie voor aangenaam verklaard, en felfs de deliberatien van de Krygs-Raad reeds bygewoond hebben- de , wederom in te trekken. Dat ook fommige Wyken en Compagnien,
die alle hunne Hoofd-Officieren voor onaange- naam verklaart, en dus geen fubjecten hadden, om tot het adfifteeren van den Krygs-Raad te committeeren , op fig genomen hebben , om directelyk andere Officieren aan te ftellen, en die aanftellingen aan den Krygs-Raad over te geeven. Door welke onbetamelyke handelwyze aan
een groot getal Leeden , den voorn. Krygs- Raad compoferende, is benomen de faculteyt en het vermogen, om ingevolge Onze duide- lyke gedeclareerde intentie eene vrye en onbe- paalde Keure te doen van zodanige fubjeéten als fy oordeelden de befte en bequaamfte te zyn, om de plaatfen van de Hoofd-Officieren, die aan hunne Compagnien niet aangenaam waren, te vervullen; Het welke dan ook meer M 4 dan
|
|||||
'
|
|||||
>
|
|||||
1*4 AMSTERDAMS VI Deei,,
ByLaa- dan eens aanleiding heeft gegeven tot klagten,
GEN die door verlcheide voorname Leeden van den V. E. Krygs-Raad gedaan zyn, dat fy daar door in hunne vrye Deliberatien en Verkiezingen be- lemmert en geftoort wierden. Dat, wat aangaat het tweede poincl , Wy
met veel hartzeer en met de uiterfte veront- waardiging vernomen hebben, dat fommige kwa- lyk geintentioneerde in hunne kwade praftyken hebben voortgegaan, om de goede Burgerye te mivSleyden, met verregaande en hoogflrafbare dreygementen te intimideeren, en allerley kwaad zaad te verfpreiden, om oneenigheden en mis- trouwen tuffchen Burgers, en Burgers te veroor- zaken, waaruit, de gemoederen eens aan het giften geraakt zynde, niet anders als de uitter- fte verwarringen en onheylen tot een gantfch verderf van de Stadt en van den geheelen flaat zoude te wagten ftaan. Dat of wel uit dit alles duidelyk is af te nee-
men , dat in het benoemen van de Leeden tot het bywoonen van den meergemelde Krygs- raad, en in het houden van de vrye delibera- tien derzelve in veele opzigte Onfe gedeclareerd de intentie, foo als het behoord hadde, niet is geobferveerd en nagekomen, Wy egter om aan de gantfche Burgery een doorftekend blyk van Onfe trouwhartige enVaderlyke genegent-* heid en toegeventheid te geven, wel hebben willen goedkeuren, gelyk als Wy goedkeuren by dezen, de verkiezing, die by den gemelde KrygSi-raad gedaan is van vyf Colonellen en van de verdere Hoofd Officieren in de plaatfe van die gcene ,die by hunne Compagnien niet voor aangenaam verklaard zyn, en dat Wy verders goedgevonden hebben vaft te ftellen en te fta- tueeren 4 gelyk Wy vafïftellen en ftatueeren by dezen , dat de gemelde vyf verkooren Colonels en verdere Hoofd - Officieren , met de geene, die zyn aangebleeven , zullen uitmaken den Krygs«
|
|||||
IL Boek. Schuttery en Bezetting. 185
Krygs-raad, dog zodanig dat die Krygs-raad Btlaa,
niet anders zal vergaderen dan met voorkenifle Gen van Heeren Burgermeelieren , en op de belchry- L\ E. vinge der Colonels , aan wien volftrekt wort overgelaten, te oordeelen, of'er reede zy tot het befchryven der Krygs-raad of niet; Dat van nu voortaan dezelve Krygs-raad zal hebben haa- re vrye deliberatien over alle laaken tot haar gehoorende, en dat het aan denzelven Krygs- raad insgelyks zal vryftaan, om by vacature van Colonels, en verdere Hoofd-Officiers plaatfen, foodanige verkiezingenen aanftellingen te doen, als fy in conformiteyt van de Privilegien, Oude Conffitutien, Reglementen, en herkomens ten meeften nutte en welzyn van de Stad zullen oordeelen te behoren. Dat Wy al wydcrs onveranderlyk willende
conierveeren de Vaderlyke forg en genegent- heid, waarmede Wy voor de goede Burgerye en Ingezetenen dezer Stad zyn aangedaan , voor ditmaal insgelyks wel hebben willen in verge- telheid {tellen en over het hoofd zien alle be- gane onordentelykhcden ,die tot Onfc kcnniiïe zyn gekomen, en die 'er verder zoude mogen gepleegd zyn, 1 En gelyk Wy nu hier mede in alles,foo veel
behoudens de Privilegien en het welzyn van de Stad, en zonder krenking van den Eed door Ons plegtelyk gedaen , by mogelykheid heeft können gefchieden, de goede Burgerye en Ge- meente van deze Stad hebben getragt alle moge- lyke vergenoeging te geven, zoo verwagten Wy ook van de goede Burgerye en Ingezetenen, dat fy alle en een icgelyk fig voortaan als ge- fchikte en gchoorfame Burgers en Ingezetenen zullen gedragen, foo naa deze Onze ferieu- fe welmeening , als generalyk in alles na het geene de pligt enverfchuldigde Eerbied en 011- dcrwerpinge aen hare Wettige Overigheden vordert. Willende Wy verders alle en een ieder, M 5 fon-
|
||||
i86 AMST. Schutt, en Bezett. VLDeei,
Bvlaa- fondei; onderfcheid , op het allerernftisfte en GEN trouwhamgfte hebben vermaand en g?waar-- L'. E. fchouwd gelyk Wy vermanen en waarfchou-
wen by dezen, van fig terftond af te fcheiden en te onthouden van alle publicque Vergade- ringen en byeenkomften, onder wat naam of voorvvendfel het zelve zoude mogen wezen. Ge- la lende ook fpecialykdegeene , die wegens de Wyken of ßurger-Compagnien zyn Gecommit- teerd geweeft fig van Honden aan van die en en alle diergelyke Commiffien te houden voor ontflagen; oppame, dat die geene die bevonden zullen werden tegens deze Onfe ferieufe willeen begeerte te hebben ingegaan, en fig aan eenig misdryf tegen de Waardigheid van deRegerin? of ongehoorzaamheid aan deflelfs beveeleii fchuldig te maken, als verhoorders van de ee- meene Ruft en veragters van Onze heilzame oogmerken en beveelen, na exigentie van zl ken, en volgens de Wetten van den Lande zonder eenige Conniventie andere ten exemneï zullen werden geftraft. wiup« En op dat niemand hier van ignorantie nra?-
tendeere, zal deze werden gepubliceerd en -c- affigeerd daar en foo het gebruykelyk is Gedaan in Amfterdam den 15. September 1740« (Was geteekent)
CL. SO PRINCE D'0RANGE & NASSAU.
(Lager ftont)
Ter Ordonnantie van Syne Hoogheid,
(en gecontrafigneerd)
J. de BACK.
|
|||||||
ZES-
|
|||||||
i8?
|
||||||
ZESDE DEEL.
POORTERSCHAP, SCHUTTE-
RYEN, KRYGSRAAD, BE- ZETTING en VERMAAR- DE PERSOONAADJEN VAN
AMSTERDAM.
|
||||||
DERDE BOEK.
VERMAARDE PERSOONAADJEN. \ Tot hiertoe, in 't ZESDE DEEI^Eerigt
deezer BESCHRYVINGE , ge-wegens handeld hebbende van 't Poorter- en Inwoo- jSjft* nerfchap van AMSTERDAM,en van 't beroem* gene beide Poorters en Inwooners, van ouds, de Per- hebben toegebragt, en nog tegenwoordig [oonaad; toebrengen, tot befcherming en beveiliging Amtiert der Stad, der Regeeringe,en der ingezete- dam. nen in't gemeen; gaan wy nu over, om, in dit Boek, een beknopt berigt te geeven van ee- nige ingezetenen, die, van vroeg af, den luifter der Stad, daar zy of gebooren wa- ren , of een aanmerkelyk gedeelte van hun leeven hadden doorgebragt, door hunne ge- leerdheid , Staatkunde, dapperheid, of konft, hebben helpen vermeerderen. Wy zullen ons eg-
|
||||||
188 AMSTERDAMS VI.Deel.
Vyf egter, op dat dit berigt niet te breed uit-
tiende loope, tot de meeft bekenden, en alleen tot EEusvE. overleedenen, bepaalen, met verzoek, dat men 't ons ten goede houde, zo de kort- heid , die wy ons voordellen , ons eeni- ge naamen doe overflaan, die anderen hier gaarne geplaatfl zouden hebben gezien; en zo wy,, ook van zulken, die wy gedenken, niet al zeggen, wat 'er van zou können ge* zeid worden. In de Amfterdam heeft, in zyne eerde opkomft, Vyftien- weJnig vermaarde mannen können uitleve- we# ren. Men vindt, voor 't midden der vyf- tiende EEUWE,vangeeneinboorlingen gewaagd, die zig, door eenigerlei flag van geleerdheid, beroemd hebben gemaakt. Doch omtrent dien tyd, wordt, in de Gefchied- fchriften, vermeld van drie Amfterdammers, die zig, in die onverligte eeuwe, eenigen naam hebben weeten te verkrygen.
Nico- De eerfte |
|||||||||
laas van
Ams:
DAM.
|
|||||||||
Nicolaas van Amsterdam,
|
|||||||||
heeft, dit weet men, onder 't opzigt van
twee bekende Meefters in de Godgeleerd- heid van dien tyd , Gcrardus en Joannes, vier en twintig Ketterfehe Hellingen van zekeren Ferrand wederlegd. Hy was Bac- calaureus in de Godgeleerdheid. En de o- penlyke twiftredening, waarin hy dit blyk zyner bekwaamheid gaf, werdt, in 't jaar I44<5, te Keulen, gehouden (a). De
(a) J. BertfUi Hift. Luxemburg, apud Pontanum
libr. Uk Cap. XXVIII. ?. 2jj. |
|||||||||
1,11 '
|
||||||||
III.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 189
De tweede, Vyf- Hervicus van Amsterdam, tiende
' EEÜWE»
wordt genoemd onder de voornaamfie Hei- Hervi-
delbergfche Godgeleerden , die, in 't jaar^^ 14.79, gemagtigd werden, om Do&or Jan DAMt van IVezelj die, te Mentz, wegens Kette- rye, te regt werdt gefield, over 't (tuk der Leere, te onderzoeken (Z>). Hy is, onge- ' twyfeld, de zelfde, die, onder den naam van Herwycb Gysbertszoon, in den jaare 1477, door Burgemeefteren van Amfterdam, genodigd werdt, om de beftiering van het Begynhof, hier ter Stede, op zig te nee- men (c). De derde, ' Joannes
Joannes van Amsterdam, amstee-
die, ten zelfden tyde, of wat laater, bloei-
de , was een Leerling van Doct.or Weßd van Gansfort, Groninger van geboorte, die , terwyl men zynen vriend, Doftor Jan van Wezel, dien fommigen, met hem, verward, en voor een' en den zelfden perfoon gehou- den hebben (f/), te Mentz te regt itelde, ook met de Inquifitie gedreigd werdt. En dit was geenszins te verwonderen, alzo hy, omtrent de Opperhoofdigheid van den Paus van Rome, de Mifle, de Aflaaten, het on- gehuwde leeven der Geeftelykheid, en an- dere (b) Pontan. ubi fupra />. zus.
■ (c) Groot-Memor. N. I. ƒ. vo. en hier voor, IH. Deel, IV. Boek_, f>l, ssi. (d) WHARTONi Append. ad Guill» Cave Hiflor. Li-
ter. ƒ>. 15+. |
||||||||
ipo AMSTERDAMS Vt.DuEt,
Vyf. dere punten, dingen leerde, die veelen niet
tiende verdraagen konden. Voorts, was hy zo be- mevwë. dreeven, in de Taaien en andere deelen der Geleerdheid, dat hy den bynaam van Licht der fVeereld verkreeg. Doch welke vorde- ringen onze Amfterdammer, onder zulk een* Meefter,gemaakt hebbe,is, onzesweetens, nergens aangetekend. Alleenlyk, vindt men, dat hy, na het overlyden van Doctor Weifel, welk, op den vierden O&ober des jaars 1489, voorviel, eenen brief aan den Klooftervoogd Bernard van Meppen gefchreeven heeft, waar- in hy WefTels gevoelen over *t bidden voor de leevenden en dooden, breedvoeriglyk, voordek en verdedigt. Men vindt deezen briefen eenige anderen, door Doótor Wes* fel, aan onzen Amfterdammer gefchreeven, onder de Werken van Doólor Weflel, door Luther uitgegeven (e). Andere blyken der geleerdheid of bekwaamheid van Joannes van Amfterdam zyn my niet voorgekomen. De Stad hadt, in deeze zelfde eeuwe, braave voorftanders der weetenfchappen aan Willem en Jan Eggert, Heeren van Purmerende; en, naderhand, aan zynen Nee- ve, Jan Eggert Hartgerszoon en Wendelmoe D, deszelfs Vrouwe. Wy heb- ben,by eene andere gelegenheïd( ƒ), reeds ge- waagd van het Godgeleerd en Philofophifch Collegie, en van de Boekery, door deeze Luiden, hier ter Stede, opgeregt: 't welk wy, derhalve, hier niet behoeven te her- haaien. De (e) i'ONTAN- ubi fupr* p. i}6. BRANDT Reförmat. 1*
Deel, bl. jj , 54., SS. {f) Zit UI. B*elt V. <S»<<, hl.6W |
||||
IH. Boek, Vermaarde Persoonaadjen. 191
De zestiende eeuwe heeft een veel Zestien-
grooter getal van vermaarde Amfterdam- de e£u- mers uitgeleverd. Wy zullenze, zo na mo- WE- gelyk zy, plaatfen, in die tydorde, waarin In de |
|||||||||
zy gebloeid hebben.
|
de eeu-
we. |
-
|
|||||||
Alardusvan Amsterdam,
ÄLARDUß
dien wy de eerde plaats geeven, moet, voor van
't einde der vyftiende eeuwe, ter weereld Amst^- gekomen zyn, zo hy, in 't jaar 1544 > te Leu-DAM* ven, overleeden is, en, gelyk, in zeker Lof- digt op zyn af beeldfel, te kennen gegeven wordt, vyftig jaaren bereikt heeft. Men vindt van hem aangetekend, dat hy, van zyne geboorte af, doofagtig geweeft was, waarom men hem, in zyne jeugd, doove Elle noemde. Daarentegen, was hy wederom zeer vaardig van ipraak: voorts, bedreeven in de Godgeleerdheidzyner eeuwe,en inde Latynfche en Griekfche Taaien, uit welke laatfte, hy den brief van Hippocrates aan Damagetus , in 't Latyn, heeft overgezet. Zyne Godgeleerde, Philofophifche en taal- kundige werken zyn, by anderen,opgeteld (g). Men heeft ook eenige Verzen van on- zen Alard, en, onder anderen, een Lofgedigt op Keizer Karel den V., ter gelegenheid, dat deeze Vorft de Kapel der Heilige Stede te Amfterdam bezogt, 't welk ik meen, in Auguftus des jaars 1540, gefchied te zyn. Zeker is het,ten minfte, dat de Keizer, ten dien tyde, in de Stad geweeft is (b). Ver- fchei-
(g) J. F. Foppens Bibl. Belg. Tam. I. o. §2,
(h) ZU II. Detl, VI. Boek, hl. 70. |
|||||||||
10 AMSTERDAMS VI.Deee;
Zestien-beiden' van Alards fchriften zyn gerigt te-
il e e£u- gen de zogenaamde Ketters van zynen tyd, w*« met naame tegen de Lutherfchen, op wel- ken , hy zo zeer gebeeten was, dat hy niet gefchroomd heeft, hen, zonder grond, en tegen alle waarfchynlykheid aan, te befchul- digen van voorbedagte brandftigtinge in het Kloofter van S. Maria in de Nes te Amfter- dam. Men leert dit, uit eenen overgeblee* ven Latynfchen brief van onzen Alard, aan Jacobus Palaeoktus van Middelburg (i),ge- fchreeven, van welken my een affchrift ter hand gekomen is, en waarin hy verhaalt, dat de brand voorviel, op Allerzielen -dag * zynde den tweeden November, zonder het jaar te melden. Doch het blykt, uit het gene hy 'er byvoegt, dat het geval, eenige jaaren na den aanflag de Herdooperen ,die in 't jaar 1535 voorviel, gebeurd moet zyn. Het moet ook, voor't jaar 1544, het jaar van Alards overlyden, voorgevallen wezen. En ik vermoed, dat men 't, in 't jaar 1538, plaatfen moet, alzo onze Alard meldt, dat Klaas Gerrit Mattheuszoon, ten tyde van den brand, voorzittend Burgemeefter was, 't welk hy, tuflchen de jaaren 1535 en 1544, in de maand November, niet ge weeft is, dan in 't jaar 1538 (*)• Wy agten 't niet ondien- ftig,
(i) Zie Lyft der Regeerïnge voor de Handveften en elders»
(1) Ofdeeze dezelfde Middelburger zy, dien ik,
by de la Rue Gelett. Zeeland, bl. 3. en elders, Ja- cobus dntonii of Jacob Jntonisz. genoemd vinde, be- ken ik niet te weeten. |
||||||
*
|
|||||
in. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 193
llig, een kort verhaal van deezen brand,ZEsftEïr-
welk anderszins beter onderde Gefchiedeniffen DE EE^ der Stad gepaft zou hebben, doorgaands metWB* de eigen woorden van onzen Amfterdam- mer, uit het Latyn overgezet, hier ter plaat- fe, in te voegen. Alard van Amfterdam woonde, ten dee-
zen tyde, hier ter Stede, digt nevens, zo niet binnen de muuren van het Nonnen- Kloofter van S. Maria , in de Nes, welk zig flrekte van het Pens-of Kalfsvelsfteegje, waarin het zynen ingang hadt, tot agter te- gen de huizen van de Langebrugsfteeg. „ Hy „ was, naden middag van den tweeden No- „ vember, bezig geweeft met de jongelin- „ gen, die hy , als Do&or in de Godge- „ leerdheid , onderwees , eenige Plaatfen „ uit de ouden, die 't Vagevuur betroffen, „ te laaten uitfchryven. Ten vyf uuren, „ begaf hy zig, volgens zyne gewoonte , „ naar de Kapelle der Heilige Stede, tegen „ over 't Kloofter van S. Maria, daar de „ Vesper op dat uur plagt gezongen te wor- „ den: die nog niet, of naauwlyks geëin- „ digd was, toen een verward geroep van „ brand! brand ! brand! elk vervulde met „ eenen fchielyken fchrik. Alard, ter Ka- „ pelle uit getreden, zag, van de lange brug- „ ge, dat de brand in 't Kloofter, en niet „ verre van zyn Boekvertrek was. De vlam „ woedde reeds zo fel, dat het dak en 't „ muurwerk van 't gebouw, hier en daar, 5, inftorteden. De Nonnen waren in de „ naafte Kloofters gevlugt , zo veel van „ naaren beften huisraad medeneemende t XI. Stuk. N als |
|||||
f
|
|||||
19+ AMSTERDAMS VI. Deel.
Zestien- „ als zy bergen konden. Van 't overige werdt,
de EEü- }J gelyk het gaat, zeer veel geroofd. Onze WE> „ Alard, meeft over zyne en anderer onge- „ drukte Schriften bekommerd, bergde 'er „ een goed deel van, met hulp, voornaam- „ lyk, van twee zyner naarftigfte Leerlin- „ gen, Gerbrand Kok en Jan Potter. De „ Kerkelyken, die," gelyk onze Amfterdam- mer aanmerkt „ voor een groot gedeelte, „ meer van den beker dan van de boeken „ hielden, booden geenen byftand altoos. „ Eindelyk, tradt Ntcolaas Cannius,Bettier- „ der van S. Urfulas Kloofter, toe,enriedt „ onzen Alard, behalve de Godgeleerde, „ ook eenigen der befte Heidenfche fchrif- „ ten in veiligheid te doen brengen." De goede man verhaalt, wyders „ dat fommi- „ ge fchelmfche Lutheraanen, onder dekfel „ van water in de vlam te gieten, zyneboe- „ ken zogten te bederven; terwyl anderen» „ die zig, regt over 't Kloofter, in de ven- „ fters geplaatft hadden, den brand zogten „ te voeden, door ftroo en andere brand- „ ftoffe te hoop te haaien. Ten laatfte, werdt „ egter de brand geblufcht. Twee dagen „ daarna, vondt men zwavelilokken, met „ buskruid beftrooid, onder de bedfteden, j, in 't flaapvertrek der Nonnen, die, zo ze- „ kere Dienftmaagd getuigde, aldaar, na den „ brand, op nieuws, gelegd waren, door „ eenige booswigten, die onze Alard al we- j, derom voor Lutherfchen of andere Ket- „ ters houdt. Doch 't gevaar werdt nog,by „ tyds-, voorkomen. De voorzittende Bur- „ gQmQQÜQXtKlaas Gerrit Mattheuszoon, en |
|||||
lil. Ëoeïc. Vermaarde pERsoöNAAÖjEtt. ips
j> de Thefaurier, Jacob Dobbes, federt in 'tZESTiÈff-
5, Kloofter gekomen, oordeelden, dat de de e£u- ^ brand, voorbedagtelyk , geftigt geweeltwa' „ was." Doch op wat grond, on^e Alard 20 vrymoediglyk vaftftelle, dat de brandftig- ters Onroomfchen geweeft zyn, heb ik niet können ontdekken. Alard van Arnfterdam» die, te vooren, een goed gedeelte van zy- tien leeftyd, te Keulen en te Leuven, hadt doof gebragt, fchynt zig, kort na den brand, wederom naar de laatftgemelde Stad bege- ven te hebben; daar hy, 't zy in 't jaar 1544, gelyk de meeflen willen, of, gelyk boven zyn af beeldfel, in prent gelezen wordt, in 't jaar 1551, overleeden, en in de Franciskaa- ner Kioofter-Kerke begraaven is. Hy heeft zyne Boeken, by uiterften wil, gemaakt aan het Burger-Weeshuis, te Amfterdam (£)* DeDecker heeft, in laater' tyd, dit ver- taalde byfehrift op zyne afbeelding gepaft i Indien men prys verdient met konfielyk be*
wyzen;
'k Ben als /Jgricola of nevens hem te pry* zen (0-
NicOLAAs Canniüs, nic0.
LAAS
of Kan, dien wy reeds genoemd hebben , Canniu*.
hadt, in Zyne vroege jeugd, den vermaar- den Ërasrnus, te Bazel, zes jaaren, als Üit- fchry ver gediend. Naderhand, tot Priefter zyn-
f^) Pontan. Libr. II. C*ft XXVIII. ƒ>. 2j«. J. F. FOF-
ttas Bibl. Belg. Tom. 1. p. jg, 39. (I) Rymoefeningen II. Deel, bl. \%\% N a
|
||||||
iqö AMSTERDAMS VLDeel.
Zt?sTiEN-zynde ingewyd, is hy, in zyne Geboorte-
D* EEu- ftad, Amfterdam, Beftierder van 't Urfuli- W£' nen-Kloofter geworden. Nog laater, werdt hy tot Paftoor van Spaarnewoude beroepen; ten ware, veelligt, de Paftoor van Spaarne- woude wel den zelfden naam gevoerd neb- be ; doch een ander p^rfoon geweeft zy. Pieter Opmeer, wien wy, wat laager, ge- denken zullen, getuigt, dat Cannius, die zyn Leermeefter geweeft was, in vrolykheid en geeft,zeer veel naar Erasmus zweemde(m). Ook zou Erasmus, onder den naam van Can- nius , en van eenen van deszelfs medgezellen, de Samenfpraak, genaamd Cyclops of Evan- geliedraager, die voor een fchimpfchrift op Oecolampadius en de zynen gehouden wordt, in 't licht gegeven hebben (»).Pontanus heeft eenen geeftigen brief van ërasmus aan onzen Cannius,in 't jaar 1527, 's daags voer Hemelvaartsdag, uit Bazel, gefchree- ven, gevoegd in het berigt, welk hy van Cannius gegeven heeftj in welken brief, de groote Rotterdammer zynen vriend ver- maant , om niet bang te zyn voor den togt over 't Kanaal „ 't welk hem, als genoegzaam „ in 't water gebooren, indien ik anders, „ zegt hy, uw Amfterdam, voor deezen , te „ regt befchouwd hebbe,geheel niet paffen „ zou ((/)." Cannius heeft het leeven van Cornelius Crocus, zynen tyd- en ftadgenoot, be-
(m) Opmeer Cathol. Mattelaarsb. II. Deelybt. 12$> uo,
17», in. (n) Idem Op, Chronograph, ad annum ijio. in EibJ.
Belg. Tom, II. p. yoj. <») {Tide PONTAN. Libr, II. Cap, XXVIII, P, 140.
|
||||
IH. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 197
befchreeven. Doch 't werk is,door de ag-ZES-riEN-
teloosheid der erfgenaamen, verlooren ge-DE ££w* raakt. Voorts, vindt men aangetekend, aatWE# Cannius, in 't jaar 1555, overleeden, en in de Oude Kerke, te Amfterdatn, begraaven is (p). En zo dit waar is, gelyk het, door Opmeer, Cannius Leerling , beveiligd wordt (q), kan hy, in of omtrent het jaar 1572, niet door het krygsvolk yan Lumey of Sonoi, van kant geholpen zyn; of Nico- kas Cannius , Pailoor van Spaarnewoude, van wien dit verhaald wordt (r), is van on- zen Nicolaas Cannius onderfcheiden ge weeft. Cornelius Crocus, Corne-
lius
Krok of Kr ook, Priefler en Leermeefler of Crucus. Reólor in de Latynfche Schoole hier ter Ste-
de , was een gemeenzaame vriend beide van Alardus en Cannius, en zo vol yvers tegen de Lutherfchen, als de eerfle; waarvan wy, by eene andere gelegenheid (Y), reeds een bewys hebben te boek gefield. Hy heeft eenige Godgeleerde en taalkundige Werkjes gefcfireeven: de meeflen van welken, in 't jaar 1612, te Antwerpen, in eenen bondel, zyn uitgegeven. Jan de III., Koning van Portugal, verzogt hem, te vergeefs, om het Hoog - Leeraarfchap in de Akademie van Coimbra te komen bekleeden. Hy meende meer nuts te können doen, met deAmfler- dam-
" (p) J. F Foppens Bibl. Belg. Tom. II. p. soj.
(q) Caftholyk Msrtelaarsb. II. Deel,hl. 297, (r) Leven van P. OPMEER voor 't eerße Deel van 't Cathol. Martelaarsb. bl. 4. (s) Zie II. Deel, VI. Boeket H. S.
N 3
|
||||
roS AMSTERDAMS VI.Dee&,
Zestien- damfche Jeugd te wapenen tegen 't gene hy
m EEu* voor Ketterye hieldt. Op 't laatfl van zyn WB' leeven, en na de dood zyner Moeder, die hy, tot in zynen hoogen ouderdom, onder- houden hadt, deedt hy eene reis te voet naar Rome, daar hy, door Ignatius Loyola zelven, in de Orde der Jezuiten, aangenomen werdtt Kort hierna, overleedt hy, in 't jaar 1550. Hy heeft eenige verzen gefield onder 't af- beeld fel van Erasmus, door Hans Holbeen gefchilderd , welk , uit Duitfchland , her-» waards gebragt was, door Quiryn Takfius, Burgemeefter van Haarlem , in wiens huis in de Damftraat, de Amfterdammer Pieter Opmeer het, dikwils, met verwondering, befchouwd hadt (*)• Onder de Leerlingen van Crocus, is ook Matthias BoJJemius, Am^ fierdammer, geweefl, die, naderhand, Hoog-: leeraar in de Akademie te Douai geworden, en, in 't jaar 1599, overleeden is (u). CïQi cus heeft, fchriftelyk, getwifl met Joannes JOANNES SarTORIUS,
SnXTO. i
»ius, of Snyders, insgelyks, een Amfterdammer f
en, gelyk Crocus,Leermeefler in deLatyn- fche Schoole, De twift liep over 't geloof en de werken. Sartorius beweerde, even als Luther, dat de menfch alleenlyk door 't geloof geregtvaardigd wordt: 't welk Cn> cus tegenfprak. Zo ver ging de hevigheid, dat Crocus, voor altoos, Sarcorius de vriend- fchap opzeide (i>). Alard van Amflerdarn fchreef
(t) Opmier Catho!. Martelaarsb. II, Deel, hl. 177.
(») PONTAN Libr. II, Cap. XXVIII. p. 2+J. (vj PONTAN. Libr,ll. C*f, XXVill. p. 238. |
||||
JU. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 199
fchreef van Sartorius, dat hy van een buig-Zestien-
zaam verftand was; maar zig van eenen de eeu- liegten Leermeeller, de verwaandheid, lei-WE* den liet (w). Ik vind ergens aangetekend, dat hy, t'eenigen tyde, wegens zyne Leere, in hegtenis gezeten heeft (#), Naderhand, geflaakt zynde, heeft hy lang balling's Lands moeten zwerven. In 't jaar 1558, gaf hy , te Bazel, zyne Uitlegging over de groote en kleine Profeetcn in 't licht,onder den bedek- ten naam van Joannes 1 lofarrius, die, by ver- zetting , zynen eigen naam vervatte. Ten zelfden tyde, fchynt hy zig, hier te Lande, by de Gereformeerden gevoegd te hebben, onder welken hy den Predikdienft waarge- nomen heeft. Sommigen fchry ven, dat hy, den agt en twintigften Maart desjaars 1557, te Delft geftorven is (y). Doch ik vind hem nog, op 't jaar 1558, gemeld, onder de Pre- dikanten van Delft, en naderhand, onder die van Noordwyk, alwaar hy, in 't eerft, eene School hadt opgeregt. Zyn verblyf te Noordwyk heeft gelegenheid gegeven, dat fommigen hem eenen Noordwyker genoemd hebben (z). Hy is, volgens de meeften, te Noordwyk, in't jaar 1568 O), of liever, in 't jaar 1570, overleeden (b). Hy was niet flegtsin'tLatyn en in 't Griekfch, maar zelfs
(m) Vide Etbl. Belg. Tom. II. p. 714«
(x ) Epift. Clar. Vitor. a S. A. GabBEma edit. p. 2«. *pt*A BRANDT Reform. I. Deel,hl. 9z. (y) BLEYSWÏCK Delft, bl. 407. (*.) TE water Verhaal van de Reformatie van Zeeland,
bl. I*. ~4ant. (z).
(*) Bibl. Belg, ubi fupra. (fr) Soermans Kerk. Regifter, bl. jj, ij. N4
|
||||
2öo AMSTERDAMS VI.Deei;
Zestten-zelfs in 't Hebreeuwfch bedreeven, en ver-
DE EEü- ftoridt zyne Moederfpraak zo wel, dat hy 'er WE* naauwlyks wedergade in hadt. Ook heeft hy, zelfs volgens Opmeers getuigenis, zeer veel tot opbouwinge derzelve toege- bragt (c). Pontanus verhaalt (d), uit den mond van Jan Sem en Jan Gysbrecbtsz, aanzienlyke burgers deezer Stad, die 't van hunne ouders verdaan hadden, dat Sartorius, eenigen tyd, boven de oude Waage alhier, met bewilliging der Regeeringe, openbaare LefTen in de Hebreeuwfche taaie heeft ge- geven. En Junius fchreef, in 't jaar 1554, dat, uit Sartorius Sehoole, meer geleerden waren voortgekomen , dan helden uit het Trojaanfche paard (je). In 't Grafdigt, welk onze Amfterdammer voor zig zelven gefield heeft, gewaagt hy van zyne geboorte te Amfterdam en van zyne bedreevenheid in drie der geleerde taaien. Dus luidt het: Hac ego /urn tumulatus humo Sartorius ,
ortum Cüiprimum tellus Amßerodama dedït.
Ingenium colui varié, docuique juventam Omnigenas artes, quippe trighttos er am,
Sed poflquam virtus, duris exercita fatis % JPeßitüit corpus, Jpiritus aflra tenet.
(t) lie BRANDT ï. Deel, hl. 214.
(d) Uhr. II. C*p. XXVHI. p. ii7.
(e) JUNIl Epift. p, 3+j. Edit. Dtrdr. ï«j2,
|
||||
IH.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 201
By Sartorius, voegen wy Zestien.
DE EEÜ-
JOANNES TlMANNUS, W£. die, te Amfterdam, gebooren is; doch den -^tM-
meeften tyd zynsleevens teBreemengeflee^us. ten heeft, daar hy de Evangelifche Gemeen- te als Paftoor heeft gediend. Hy heeft zig, inzonderheid, beroemd gemaakt, door een Werk over 's Heeren Avondmaal, welk, in't jaar 1555, in 't licht kwam, en door Albert Hardenberg, Paftoor der Breemer-Hoofdker- ke, wederlegd werdt. Timannus was een groot voorftander van de Leere der overal- tegenwoordigheid van Chriftus Lighaam. Terwyl de twift duurde, ontving hy eenen Latynfchen brief van Philippus Mclanchton, die, in 't Nederdukfch, aldus luidde: Eerwaardige Man en zeer geliefde
Vriend ! Wanneer ik onzen Elve-flroom aanfchouwe,
denk ik dikwils, dat,fchoon ik zo veeltraanen (tortte, als de vloed golven zeewaards voert, ik de fmert niet zou können uitdrukken, die ik, jaar en agtereen, gevoeld heb, ter oorzaake der gefchillen over 's He et en Avondmaal, in welken, zo ver buiten de zaak getwift wordt. Ten nut* te, is Chriftus waarlyk en wezenlyk tegenwoor- dig, en kragtdaadig tot waar e vertrooftinge* Waarom twift men dan nog over eene tegen- woordigheid, die geene nuttigheid aanbrengt? Ik onderwys dezelfde dingen, die in myne Schriften te leezen zyn. En naar dat gevoelen, zyn9 eenige jaar en geleeden, de Formulieren N 5 vm
|
|||||
\
|
|||||
*02 AMSTERDAMS VT.Dee£.
Zestien- van Overeenßemming gemaakt, tujfchen Lu-
Be EBu- ther en veele anderen, die, z//Y meer dan twin- W£» *ig Gemeenten van Hoogduitfihland, jWtfr-, Z>y- eengekomen waren. Ik bid God, dat hy ons
allen befiiere. Vaar well
Philippus.
Johannes Monsenus,
Mqnse- Licentiaat in de Godgeleerdheid , fchynt,
kus. fchoon te Amfterdam gebooren, zig meeft te Keulen opgehouden te hebben, alwaar hy, in 't jaar i54o,eene Uitlegging overeenige duiftere plaatfen der H. Schrift, en in't jaar 1546, eene Verhandeling,om te bewyzen, dat het Avondmaal, van derApoftelentyden af, onder de gedaante van brood alleen, aan 't volk is toegedeeld , in 't licht gegeven heeft (ƒ). Nico- Nicolaas Everhard,
LAAS
Ever- te Amfterdam gebooren, heeft zig, door zy-
HAKD. ne kennis in de Regten, zo beroemd gemaakt, dat hy, van wege den Hertoge van Beijeren, in 't jaar 1535, tot Raadsheer der Keizerly- ke Kamer van Spiers is aangefteld. Doch in 't jaar 1542, werdt hy, tot Hoogleeraar in de Regten, in de Akademie van Ingolftad, beroepen, welke poft hy vyf en dertig jaa- ren loffelyk bekleed heeft. Onder zyneRegts- geleerde Werken, is de Inleiding tot de Regt 5- geleerdbeid inseergroote agting geweeft (g). S y*
(f) Bibl. Belg. Tom. II. ƒ>. 699.
(g) Foxtam. Libr. II. Csp. XXVIII. f. 241, fiibl. Bejg,
Tom, II, p. »07. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 203
n T» s\ Zestiek«
SYBRAND POMPEJUS OCCO, DE EEU-
WE«
zyne jeugd aan de oefening der geleerdheid
hebbende toegewyd, en, naderhand, de ver- Sybiawd maardlte mannen , in Italië , Frankryk en jusOcco. Duitfchland, bezogt hebbende, werdt, in zyne Geboorteftad Amfterdam, in 't jaar 1541, tot Schepen; in 't volgende jaar, toe Raad, en in 't jaar 1556, tot Burgemeefter verkooren; doch bleef, desonaangezien, een Liefhebber der Geleerdheid, en een vóor- flander der Geleerden. Pontanus ver* haalt, dat hy, onder anderen, met Andreas Alciatus, met Viglius van Zukhem vanAyta* en met Joannes Secundus, briefwiffelingon- derhouden heeft (/;). Petrus Apher* p 1 a n u s, die zyne Epigrammata Moralia aan Occo opgedraagen heeft, getuigt, dat hy niet onbedreeven was in de Digtkonft, en de Latynfche Digters gaarne las. Pompejus Occo, Vader van Sybrand, was een Fries van geboorte; doch hadt zig te Amfterdam nedergezet, daar zyn huis de gemeene za- melplaats was van in- en uitheemfche ge- leerde en braave luiden. De nakomelingen desBurgemeefters bloeijen, nog tegenwoor- dig, hier ter Stede. GlSBERTUS HORSTIUS, GlSBER-
of van der Horfl, heeft zig, door zyne Ge-snus.
neeskonft, beroemd gemaakt ; doch den meeften tyd zyns leevens buiten zyne Ge- boor-
(h) PONTAN. ubi fupra.
|
||||
Ä04 AMSTERDAMS VLD'iït.
boorteflad, Amflerdam, en te Rome, door-
gebragt, daar hy, in 't jaar 1544, een ge- neeskundig werk uitgegeven heeft; in 't jaar 1555? overleeden, en in de Lieve-Vrouwe Kerke, aan de overzyde des Tybers, be- graaven is (f). By deezen Geneesmeefler, voegen wy
, eenen anderen, Bernardus Desseniüs Kroonenburg,
die, hier ter Stede, in 't jaar 1510, geboo-
ren is; doch, in Italië, den graad van Ge- neesmeefler verkreegen heeft. Hy oefende de konfl, federt, negen jaaren agtereen, in Holland, en te Groningen; doch begaf zig, eerlang, naar Keulen, daar hy, in 't jaar 1574, overleeden is, verfcheiden' Genees- en Kruidkundige werken nalaatende (£). Pieter Pauw,
insgelyks een Geneesmeefler, heeft ook zy*
nen meeflen leeftyd buiten Amflerdam, daar hy, in 't jaar 1564, gebooren werdt, door- gebragt. Hy is een der eerfle fludenten in de Geneeskunde geweeft, op de nieuwe Hooge Schoole te Leiden; doch deedt zig, in 't jaar 1587, te Roflok in 't Hertogdom Mekelemburg, bevorderen tot Do&or. Twee jaaren laater, uit Italië te rug gekeerd, werdt hy Hoog-Leeraar der'Ontleed- enKruidkun- de, op de Leidfche Akademie; daar hy den grond gelegd heeft van den Artfeny-hof en |
||||||||||||
Zestien
»E EEU-
|
||||||||||||
Bern ar-
dus Des SENIUS
Kroo-
JfEN-
BUKG.
|
||||||||||||
PïETER
Pauw.
|
||||||||||||
van
|
||||||||||||
(i) Bib]. Belg. Tem. I. p. j«$,
(i) Bibl. Balg. Tom. I. f. uj. |
||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 205
van de Schouwplaats der Ontleedkunde,die Zestiew-
nog in wezen zyn. Hy heeft eenige Genees- de eeu- en Ontleedkundige werken in 't licht gege-WE* ven, en is, op den eerften Auguftus des jaars 1617, overleeden (/). Zyn Vader is geweeft Pieter Pauw Mriaansz., die, in 't jaar 1586, tot Raad der Stad Amfterdam verkooren zynde, federt, zyn Poorterfchap verwoond heeft, en Rentmeefter te Alkmaar geworden is (w). Van zyn' Grootvader , Adriaan Pauw , Koopman te Amfterdam , hebben wy, in de Gefchiedeniffin der Stad, dikwils («), gewaagd. Zyne Moeder wa» «ene Zufter van Henrik Laurenszoon Spiegel, dien wy, beneden, gedenken zullen. En Do&or Pauw, die te Alkmaar woonde, en, dikwils, in H o o f T s Brieven gedagt wordt (0), is, zo ik niy niet bedriege, een Zoon van onzen Profeübr geweeft. Dirk Volkaartszoon Koornhert, Dirk
VOL-
die zïg , in meer dan één opzigt, eenenKAARTs-
naam gemaakt heeft, verdient ook eene |OON plaats onder de vermaarde inwooners van J^1* Amfterdam, daar hy, in 't jaar 1522, ge- booren werdt. In of omtrent het jaar 1555, hadt hy eenigen ommegang, met den groo- ten Dweeper, Henrik Nikolaaszoon, die zig, ten zynen huize, vervoegd hadt, met oog- merk, (i) J. Meursii Alhen. Eatav. ƒ>. 26f. Bib], Beig. lom.
II. f. 999. (sn) Zn de Lyft der XXXVI. Raaden voor de Handveften
en ildersyof) 't jaar 1586. (») Zie II. Deel, VII. Beek,, hl. I77 , 183» 10+, izf ,
%iZ. VIU. Eoe{, bl. ig«. IX. Boe^ hl. 478. {») Ü. J7J.39Ö, 413 ,4s«. bl. 255 , 310, 32©, 37J.
|
||||
&ö6 AMSTERDAMS VW&Ui
Zestien- merk, om hem, tot zyne ongerymde begrip^
»E EEu- pen, over te haaien; waarin hy egter kwa- WE* lyk flaagde. Koornhert bleef altoos af kee- rig van de minfte beginfels der Geeftdryve^ rye (p). Naar Haarlem met der woon ver- trokken zynde* fchynt hy zig, aldaar, ee- nen tyd lang, in 't Plaatfnydetti geoeffend te hebben (q). Ook zegt hy zelf, in de Voor- reden zyner Vertaalinge der Officia van C i- c e R o, die j in 't jaar 1561, in 't licht kwam, dat zyne medeghefellen en hy van finne waren gbevoorden een druckerye op te rechten binnen Haerlem, zonder dat my gebleeken is, of zy dit voorneemen hebben uitgevoerd. In 't zelfde jaar, werdt hy Notaris, en in 't jaaf 1562, Secretaris der Stad. In't jaar 1566, heeft hy, ten dienfte des Heeren van Bre- derode, gearbeid, om de openbaare Preeke te helpen invoeren; waarover hy, in 't vol- gende jaar, in hegtenis genomen, en naar den Haage gevoerd werdt, daar hy eenige maanden zat. Hier digtte hy het Zinnefpel Lief voor Leet, bet Lof der GevangeniJJe, en eenige andere rymen. In zyn Leeven, voor 't eerfle Deel zyner Werken te leezen, wordt verhaald „ dat zyne Huisvrouw, wanhoopen- „ de aan de uitkomt! zyner gevangenifle, „ de arme luiden, die aan de peft lagen, „ ging bezoeken en dienen, op hoop, dat „ zy zelve befmet worden zou, en Koorn- „ hert de kwaal können overbrengen, om „ dus
(p) D. v. KooRNHERTS Werken I. Deel, f. +*z. UI.
Deel, f, J*, !4+
1 (q) K. van MANDKR Sthildeib. f. I«J, 1^7. AMPZ1NÖ
Haatl. kt. 3si. |
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. «07
„ dus beide natuurlyker dood te fterven, Zestien
„ dan zy haaren man belooven durfde: doch de eeu- j, dat Koornhert haar van zulk een bedryf WK* „ hadt afgemaand." Ook verdedigde hy zig zo wel, dat men hem den Haage tot eene gevangenis gaf; waaruit hy, eerlang, ont- vlugtte, eerft naar de Beverwyk, en voorts, ten Lande uit; waarna hy, den eerften Sep- tember des jaars 1568, door den Raad der Beroerten, gebannen werdt, met verbeurd- verklaaring zyner goederen (r). Hy heeft zig, onder anderen, in 't Land van Gulik onthouden, daar hy zig geneerde met Plaat- fnyden,en Henrik Gohfius, die naderhand zo beroemd geworden is, onderwees, en aan werk hielp. Ook tekent Pontanus aan (y), dat hy, 't zy te Haarlem of elders, in de konft van plaatfnyden, Filips Gallê, wien hy, tot wigtiger bezigheid geroepen, het werk overliet, tot eenen Leerling gehad heeft. Doch hy vondt, waar hy ook kwame, wei- nig gunft by de Gereformeerden, welker Leere hy niet, in allen deele, kon toeftem- men. Geduurende zyne ballingfchap , liet hy nogtans niet na, de Staatfche zyde voor te ftaan, begeevende zig, onder anderen, tegen 't einde des jaars 1570, naarEmbden, om 't ontilag te bevorderen van eenige fche- pen des Prinfen van Oranje, die aldaar wa- ren aangehouden (f). Het omflaan der Hol- landfche Steden, in 't jaar 1572 , gaf hem,, meent men, gelegenheid tot het digten van het
(r) Sentcnt. t«n tyde v*n Alva U» i zi,
(s) Libr. II. Cap. XXVIII. p. z+6. (t) bor fcvZMft il, m. [h°]>
|
|||||
I
|
|||||
2ó8 AMSTERDAMS VI.DÉfit;
2rstien- het bekende Lied van Wilhelmus van Najftu*
de EEü. wen (m). Ook was hy, ten dien tyde, in 't WE* Vaderland wedergekeerd, en tot Secretaris der Staaten van Holland bevorderd. Doch hy bekleedde dit ampt niet lang; want, be- laft met het onderzoek van de afperfingen , waaraan fommige O verften in 's Prinfen dienft zig, hier te Lande, hadden fchuldig gemaakt; werdt hy, door Lurney, Graave van der Mark, met de dood gedreigd, en week daarop naar Santé, in Kleefsland (u). Requefens floot hem buiten de aigemeene Vergiffenis, die, in 't jaar 1574, afgekondigd werdt (w). Na 't fluiten der Gendfche Vrede, keerde hy, andermaal, herwaards, zig te Delft neder- zettende. Doch hier raakte hy in gefchü met de Predikanten, tegen welken hy be- weerde , dat de Gereformeerde Kerk de waa- re niet zyn kon, ter oorzaake van 't gene zy, aangaande de Predeftinatie, de Regtvaar- diging en 't Ketterdooden, leerde. De Staa- ten leiden partyen het zwygen op. Doch Koornhert hadt zig de ongunft; van veelen, in zo verre, op den hals gehaald, dat men hem, te Alkmaar, te Hoorn en elders, by naam en toenaam, op de Predikftoelen, be- fchreef, als een Ketter en Vrygeeft (a) De Wethouderfchap van Leiden fchroomde nog- tans niet, zig, in 't jaar 1579, te bedienen van Koornherts penne, ter haarer verdedi- ging tegen eenige Predikanten, die haar, haars
(u) Zit BRANDT I. Deel, hl. jjj.
(V) Zie BRANDT l. Deel p bl, $if. (w) LSOR 1 Deel, bl. JIJ. [19], (x) KOORNHERT« Wwken, UI, D(tlt f, 4«o, 4*4,
|
||||
iïï. Boek. Vermaarde Persoonaadjen 209
haars oordeels, te weinig gezags laaten wil- Zest-isf?
den, om onruftige Kerkelyken te beteuge de eeu* len (y). En dit gefchrifc gaf meer genoegenj WE* dan het Requeft, welk hy, ïn 't jaar 1581, op verzoek der Roomfchgezinden van Haar- lem , in welke Stad, hy toen het Notaris- ampt wederom oefende y hadt opgefteld. 't Was gerigt aart den Prinfe van Oranje, en in het zelve , werdt vrye Godsdienftoefe- ning begeerd voor de Roomfchen, die, by het overgaan der Stad aan 's Prinfen zyde, bedongen was. Doch over 't inftellen van dit Requeft, werdt Koornhert voor Burge- meefteren ontbooden, daar hy verklaarde, dat hy eenen afkeer hadt van 't Röomfche geloof; doch egter begreep, dat men den Roomfchgezinden geene vryheid van Gods- dienftoefening behoorde te weigeren. Maar de Staaten, voor welken^ de zaak, federt, ge- bragt werdt, verftonden, dat de gevaarlyk* heid des tyds zo veel vryheid niet gehengde, en bevalen Koornhert, het oorfprongkelyk Requeft * in hunne tegenwoordigheid, te fcheuren (2). In 't volgende jaar 1582 ,om> dekte hy eenen toeleg der Spaanfchen op Enkhuizen, die hem, in een gemeenzaam gefprek, door Wouter Verhee, inwooner der gemelde Stad, geopenbaard was, en, door hem, aan NkolaasvandèrLaan, Burgemees- ter van Haarlem, en toen in den Haage ter Dagvaart, bekend werdt gemaakt; 't welk gelegenheid gaf, dat Enkhuizen met Krygs- volk
(y) KOORNHKRT 111. Deel, f. 48J.
(*,) Ampzing Haarlem il, 470 ent,.
XL Stuk. Ö
|
||||
«io AMSTERDAMS VLDesaj
Zestien-volk verzekerd, en de aanflag te loor gefield
»e EEU- werdt (a). Doch zo veel gunft als hy ge- Wfi' wonnen hadt, door dit bewys zyner trouwe jegens 't Vaderland, zo veel ongunft haalde hy zig, in 't volgende jaar, op den hals , door het uitgeeven eener Proeve van den Ne- derlandfchen Catechismus. Men bragt zwaare klagten tegen hem in, by 's Lands Staaten, die bellooten, hem te hooren tegen Adriaan Saravia, Profeflbr in de Godgeleerdheid te Leiden. Doch het disput, welk fchriftelyk gefchieden zou, werdt, van de eene en de andere zyde, zo wydloopig ingefteld, dat het den Staaten verveelde, te toeven naar den uitflag (b). Koornhert, zig, federt , wederom, te Delft hebbende nedergezet, daar hy aan eenige Aantekeningen over den Bybel, of aan eene vertaaling van Eras- mus Uitbreiding van het Nieuwe Teftament arbeidde; werdt hem, op den derden Okto- ber des jaars 1588, de Stad ontzeid. Hy begaf zig toen naar Gouda, daar hy eene verdediging uitgaf, onder den titel van Naatnfiherm. Ook ftetde hy hier zyn Proces man 't Ketterdooden op, tegen Jufius Ltpfius, ProfefTor der Hiftorien te Leiden, die hem wederleidde. Doch hy fchreef 'er , ter- ftond, een werkje tegen, 't welk, op zyn doodbedde, voltrokken, en, na zyn over- lyden, in 't licht gegeven werdt Hy ftierf, naamlyk, den negen en twintigften O&ober des jaars 1590, en werdt, in de groote Ker- ke (4) HOOÏT XIX. Boek, hl, 8JI.
(b) BRANDT I. Deel, bl. G$\ tnz* |
|||||||
... MUI 1 JM 1 ' -ff 1 1 in
|
|||||||
tïl. Boek. Vermaarde Êersoonaaöjen. iïï
ke te Gouda, regt voor 't Choor, begraa-ZESTttf*
ven (c). Op zyn graf, werden deeze ree- ?b En- gels gefteld, die, door zyrten vriend, Heti-**% tik Laurenszoon Spiegel > gedigt waren: Hier rufl i Nóch fticbt
Diens lufi Syn Dicht-
Envreugbt Gefihryf. .
Was Deught Maer 't lyf
En 't waer, Hier bleef't %
Hoefwaar Godt beeft
t Ook viel ■ De fiel.
Ëoornhert heeft zig, nevens andere AxaStét*
dammers, veel laaten gelegen zyn aan de opbouwing der Nederduitfche fpraake. Hy was een voornaam Lid van de Rederykers- ÏCamer in Liefde bheïjendé hier ter Stede, en flelde de Voorreden voor haare Lett6rkunfi> die, in 't jaar 1584, in 't lieht kwam. Ook werdt hy, in zynen tyd , voor een goed Digter gehouden. Hy hadt de Pligten van Cicero, de Trooft der Philofophie Van Boe- tbius, en eenige andere Werkjes uit het La- tyn overgezet * om zynen ftyl te oefenen i fchoon hy zig, niet voor dat hy omtfent veertig jaaren bereikte, op de kennis der Latynfche en Griekfche taaien, en ander» deelen der geleerdheid hadt toegelegd (d)t Voorts, zyn zyne eigene wefkert, meefl in Twiftfchriften beftaande, in drie Deelefr iri /o/io, uitgegeven. Zeer verfchillende heeft men van 's mans deugd en gaaven geoor- deeld* (*) BKANDt T. Deelt hl. 7J7> 166 e»i.
(4) FONTANUS Libr. II. Cap. XXVIll. J». *44.
O 2
|
||||
iïft/ AMSTERDAMS VLÜEÉt;
Zestien- deeld, zo wel voor, als na zyn overlyden.
de heu-, Wy vergenoegen ons, met alleenlyk de twee
wis. Byfchriften aan te haaien , die de Ridder
H o o f T, op zyn af beeldfel, gemaakt heeft *
'k Ontfing tot Amfterdam, ik gaf ter Gouw
myn' geefl,
Wiens flrydt voor zeeden tfcbrift en Vryheit
is geweefl.
En Hy proefd? 'er zeven, en haefl zat was eiken
Staat ;
Maer bleef, van wetenfcbap en vryheidt^
onverzaat (e).
By Koornhert , mogen wy , bekwaamlyk,
zyne twee vrienden , Spiegel en Vijfcher, voegen; (choon zy beide, tot in de volgen- de eeuwe, geleefd hebben. Henrik Henrik Laurenszoon Spiegel
Lau- » Rens- werdt, op den elfden Maart des jaars 1549,
i*00N te Amfterdam gebooren, daar hy zig met i>Ri£OEL. den Koophan(iei geneerd heeft. Zyn Vader was Laurens Pieterszoon Spiegel; en zyne
Moeder, Anna Gaaf Jans dogter, wier Va- der en andere maagen in Schepensbank ge- zeten hadden. Eene der zufteren van onzen Henrik, Elizabeth genaamd, is met Herman Roodenhurg, die, in 'tjaar 1578, tot Raad der Stede verkooren werdt, en eene ande- re , met Pieter Adriaanszoon Pauw, Raad en Rentmeefter te Alkmaar, en Vader van den Pro-
(f) zie vcifch. Dichten, bi, 21«, 305,
|
||||
HI.BoEk. Vermaarde Persoonaadjen. 21g
Profeflbr Pieter Pauw, aan wien wy, hier Zestien-
voor (ƒ), gedagt hebben, gehuwd geweeft. de **¥- Zyn Broeder, Jan Laurenszoon Spiegel, dienWE* fommigen ook onder de Digters tellen (g), werdt, in't jaar 1578, tot Raad, en in 't jaar 1589, tot Schepen verkooren^ Doch Henrik zelf is nooit in de Regeering ge- weeft : 't zy dat hem hierin gehinderd heb- be zyne aankleeving aan den Roomfchen Godsdienft; 't zy dat hy, gelyk de oude o- verlevering in zyn geflagt luidt, alle eeramp- ten van de hand wees. En 't laatfte is niet onwaarfchynlyk, alzo men, met zekerheid, weet, dat de Vroedfchap deezer Stede, in 'c jaar 1589, bedooten hebbende, hem te nood- zaaken tot aanvaardinge der plaatfe van Raad in de Admiraliteit te Hoorn (b); en by 's Lands Staaten zelven daartoe zynde verdaan; hy zulks zo beftendiglyk geweigerd heeft, dat hy liever eene boete, ten behoeve der arme Godshuizen in den Haage, betaalen wil- de, dan deezen laft aanvaarden(*). Hy is twee- maal gehuwd geweeft, eerft met Br egt je ten >Berg, en daarna, in 't jaar 1602,met Dieu- wertje van Marken. Hy overleedt, in 't be>« gin des jaars 1612, aan de Kinderpokjes, waaraan zyne kinderen te Alkmaar, daar hy toen woonde, krank lagen,in een vertrek, tot welk hem, die deeze ziekte nimmer ge- had hadt, de toegang, door zyne Vïouwe,, bet
(f) Bladx.. 204,
(g) BiM. Belg. Tom. I. p. 4jf. •
(b) Refol. Vroedfch. N. 6. z July 1589. ƒ. 110 verfo, (i) Refol. Holl. 18 Jiity, 24 N»y> 17 Decemb. Ij8».^ 490, 7J6, 794.
O?
|
|||||
.
|
|||||
ai4 AMSTERDAMS VLDeei,
Zestien, belet werdt. Doch liefde tot zyn krooft
de EEp- dreef hem, om op een ladder voor de gla- ws. zen der Kamer te klimmen, daar 't gezigt der kwaaie hem derwyze ontftelde, dat 'er de ziekte op volgde, die hem de dood deedt, Zyn Lyk werdt naar Amfterdam gevoerd, en in de Nieuwe Kerke begraaven (k). Spiegel heeft fchatten gewannen , met
den Koophandel. Doch befteeddeze, mild- daadiglyk, ten diende van behoeftigen, en tot andere nuttige einden, Van Mander (/) telt hem, onder de lief hebbers der Schil- derkonft, hier ter Stede. De eerfte uitgave der Rymkronyke vanMelisStoke werdt, op zyne koften, in 't jaar 1591, te Amfter«? dam, by Barend /idriaanszoon, gedrukt; ge- lyk klaarlyk blykt uit de Voorrede, die de geleerde D oysA, op zyn verzoek, voor die uitgave, gefteld heeft. Voorts, verflaafde hy zig geenszins zo zeer aan den Koophandel, dat hy de boekoefening verwaarloosde- Hy verftondt de Latynfche fpraak, uit welke, hy de Atrms en 'Ibyfles van Sene ca ver- taald heeft, of heeft begonnen te vertaaien. (m). Ook was hy in 't Griekfch niet onbe-r dreeven. Bovenal, leide hy zig toe, op het befchaaven der Nederduitfche Taal- en Digtkunde, en was een der voornaamfte op? bouweren derKamer in Liefde bloei jende. Vol-» IENHOVE zingt hierom te regt (w): -O'ölh
{k^) Zie z*yn Leeven voor Vlamings Uitgave z.jner We:»
ken. (I) Scliil(?eib. ƒ. 2o<5 virfo.
(m) Zie VONDELS Opdiagt van JQSEPH in DOTHAIJ.
U'J ?9?ZY' v« H6,-
|
||||
III. Boek. VermaardePersoonaadjen. 215"
D'onduitfcheit en de taalfmet van het lant Zestien^
Week enigfins voor 't licht van uwverfiant,^ E&u- O Spiegels , o Stevynen, t de Groten. Wjï* En P e L s (o):
Alleen blonk te AmfleUam,mêt menig tref-'
lyk dichter
Voorzien; de Dichtkunst vry wat hêlderer én lichter.
Hier lette men op flóf én ßelling,ßylt en trant:
En hkr fchreef Spiegel^« Hartfpiegel vol verfland,
Zyn zuiv're moedertaal eer ft zettende in den zetel.
Hém vóteden Korenhart, Plemp, Fißcher, Kófler, Ketel,
En Br eederode, mét Kamphuizen, én Reaal, En Hoofd, èn Vondel, puik van fthryvers altemaal (2).
Onder zyne fchriften, die, voor 't grootfte
gedeelte , eenige weinigen , onder Roe- mer VisscHEUs/tyme» te vinden, uit- gezonderd, op zedelykeftoffe uitloopen,en meelt inrym gefield zyn, munt zyn Hert- fpk"
(e) Horatius Dichtk. */. n.
(2) De meeften van deezen waren Amfterdammert
van geboorte, en wy hebbenze allen, in dit Boek, geplaatft, behalve Dirk Rapbaelsz. Kamphuizen, die, te Gorinchem, en Cornelis Ketel, die te Gouda ge- booren was. De eerfte is, door zyne P/olmen en Stietelykt Rymen, vermaard; van den anderen, die de Schilder- en Digtkonft beide geoefend heeft, kan men een uitvoerig berigt vinden , by Carel vaj? MaKDER, Schilderboek, f. ioo enz. O 4
|
||||
2t6 AMSTERDAMS VI. Deel;
Jpiegcl uit; om welken famen te ftellen, hy
zig , veeltyds, afzonderde op zyne Luft- plaats aan den Amftel, tegen over de Die- mermeer (p) , en daarom Meerhuizen ge- naamd (q); welke naam nog niet verdwee- nen is. Doch Spiegels Luftplaats is, nader- hand , in tweeën gedeeld, en gedeeltelyk de herberg Paauwentuin geworden. By onzes Digters tyd , ftondt 'er een groote Linde- boom, in zynen hof, die, met trappen, in c|e hoogte, beklommen werdt, en van bo- ven gevormd was tot een Prieel, waarin wel twintig menfchen geplaatft konden worden. Hy noemde deezen boom der Muzen tooren (r): ten ware hy, anderszins, deezen naam gepaft hebbe op zyn Speelhuis, ook den Tempel der Muzen genaamd, en beftaandeuit drie vertrekken boven eikanderen, rjet pn- derfte vierkant, het middelfte agtkant, en het bovenfte rond ; om welk laatfte, een trans liep, van welken men een ruim uitzigt hadt over de omgelegen Landeryen en Wa- teren (x). Voor de Kamer in Liefde Bloei- jende , fchreef onze Digter , verfcheiden' jaaren agtereen, Nieuw-Jaars Lieden,van welken eenigen zyn overgebleeven. Hy hieldt, met de beroerndfte mannen van zy- nen tyd, brjefwifTeling en vriendfchap (t). ÏCoornhert bezogt hy dikwils, te Haarlem; gelyk, yeelligt, onder anderen, uit deeze woor*
(?) Hertfp. VII. Äo*4* *'• 13T.
\q) Zie, Hertfp. IV. Baek> hl. 69.
((J Hertfp. IV. Boe{t bt. 67.
(,) Hertfp VII. Boeit hl. 154.
ft) PONTANUS Attift. in't ütdtrduitftht bt, 2t$. "•
|
||||
III.Boek: Vermaarde Persoonaadjen. zij
woorden van den Hertfpiegel (u), waar hy Zestieit- Apollo fpreekende invoert, af te neemen is: de eeu- De Blenk (3) verdblikkig hier een Kaukafus
verßfekt:
's Duegds held, die met of ruß (4), ons veel- tyds derwerts trekt.
Hy dagt egter, dat Koornhert zig te zeer
met twiften ophieldt: 't welk uit deeze zy- ne woorden,blyken kan: Ik zoek gheen eer, aanzien, aanhangh , of iet zulx ; maar al- leen waarheyds-winfi in my, ook in andere, ken ik met luttel moeyten. Indien 't anders verßaan werd; ik fal wel rußen ende zwyghen, ende laten de wereld lopen daarze wil. Caflalio is in myn zin een wys man gheweeft, maar ik wil hem in 't beftraffen van 't gheen in myn ogen onrecht is, niet volghen, noch Erasmus, noch Coornhert. Luttel onderwinds maakt groo • te ruft. Doch winnen is 't zoetft, en de waar- heids-winft de grootfte (v). Spiegel hadt, volgens de gewoonte zy-
ner eeuwe, ook zyne Zedefpreuken en Zin- nebeelden. De gemeenzaamfte was Dueghd %erhuecht , om welke te verklaaren hy eenen brief aan zyns Zufters Zoon , den ïrofeffor Pauw, gefchreeven heeft, die nog yoorhandenis (w). By deeze fpreuk, voeg* de
f«) IV. Boei, hl. 76.
fv) Van natutul. gheneichtheid,»» zyne Werken, 6/.25«.
(») Zii <yne Werken, bl. 2}J-
(3) Een hooge duin buiten Haarlem, nu, in't ge-
ineen , de Blinkerd genaamd. (4) Koornherts gemeenzaame Spreuk was, We$*>
Q 5
|
|||||
i
|
|||||
2i8 AMSTERDAMS VI.DEfitf
Zestien- de hy dik wils, tot een zinnebeeld, een' A-
DE EEu- rion op een' Doifyn, de harp flaande, in'c *"s» midden van eene onftuimige zee. En dit zin* nebeeld wordt nog gezien, in den gevel van een huis op de ßloemmarkt, welk, uit zyv nen flam af kornftig, federt aan het aanzien* lyk geflagt van Leftevenon, welk, door de Bäckers, van Spiegel afdaalt, heeft toebe* hoord, en, laatftelyk, door den Heere en Mr. Antoni Warin, Oud-Schepen en Raad deezer Stede »bezeten ge weeft is Van gemeener fmaak was het zinnebeeld, waar- mede hy zyne andere fpreuk, Elkfpiegelbem, voor een ander huis, deedt uithouwen,(tel- lende , op den eenen hoek, eene L., in 't mid* den een' fpiegel, en op den' anderen hoek, eene M (x). Doch dit heette in zynen tyd vernuft. De Hertfpiegel, het befte zyner werken, is, zo ver my bekend is, niet dan na zynen dood, en voor 't eerft, in 't jaar 1615, by Cornelis Dirksz. Kool, te Amfter- dam, gedrukt (y). Ten befluite, merken wy aan, dat Spiegel een Lofdigt op Arnfter* dam, en vooral op den Amfterdamfchen Koophandel gemaakt, en aan Pontanus vereerd heeft (2), die 't, in zyne Bejchry ving (a), heeft ingevoegd. Wy hebben 'er, elders (b), eenige regels van aangehaald. Roe-
(k) P. Vxaminq Aant. «p Spiegels Werken, bl. 212.
(j) Zie Boekz. van P. RABUS .Jan. en Febr. i*9+. bl, sf.
(Z,) Zie PONTAN. Amft. rn'tSederd, bl. zgs,
r#J Libr. II. Cap. XXVIII. p. 234, in 't Nta'erd. bl. 271.
Ü) I. Deel, II. £óe^t bl. Ijp.
|
|||||
gggJ:T T..T.i;Tii'tiifgiBife|ifflii ■qm^éH.____■■*—*«■*•»-.-:.--.— -
|
|||||
}II.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 219
Roemer Visscher, Zestien-
DE BEU*
die, nevens Spiegel en Koornhert, onder de we.
fchranderfte Leden der Kamer in Liefde bloei- Roemer jende, en onder de eerfte opbouwers der Ne- Vis- derduitfche taaie, geteld moet worden, is,SCHER' hier ter Stede, in 't jaar 1547» gebooren. Ook heeft hy 'er een groot deel van zyn lee- ven doorgebragt. In de Regifters der Stad, wordt, by gelegenheid, op het jaar 1602, ge- waagd van zyn huis, welk op den Singel, tus* fchen de Jan-Rooden-Poort en nieuwe Haar- lemmer fluis, ftondt, en de Kreeft genaamd was (c): 't zy dat hy daar, of op den Zee- dyk gewoond nebbe, alzo ik ook vind,dat de Engelfche, nu de Gelderfche Kaai, tus- fchen 't Hoofd en de Waterpoorts-brug, in 't jaar 1605, befchreeven wordt, als gele- gen agter Roemer FiJJcher (d). Doch eenige jaaren voor zynendood,fchynt hy,even als zyn vriend Henrik Laurenszoon Spiegel, zig, met der woon, naar Alkmaar begeven te hebben, daar hy ook, zo ik my niet be- driege , op den elfden February des jaars j<52o, overleeden is O), Wy hebben reeds te kennen gegeven, dat hy zeer veel toe- gebragt heeft, tot den opbouw der Kamer in Liefde bloeijende. Hy werdt ook onder de goede Digters zyns tyds gerekend; doch muntte meeft uit, in korte Puntdigten, of Quikken, gelyk hyze noemde. Ook heeft hy (c) Groot-Meiïior. N. II. ƒ. a°4»
(d) Keurb. H. ƒ. 23$ verf*>
lf) BJUAAUW Stedeb. fa de Eefchr. v*n AnmeicJ,
|
||||
*>2o AMSTERDAMS VI.Deee;
Zestien- ge aartige zinnebeelden in 't licht gegeven:
de EEu- op de 'meeften van welken, hy uitleggingen, WE*' in onrym, gefchreeven heeft. De overigen heeft zyne oudfte Dogter Anna uitgelegd. Zyne Puntdigten hebben hem den bynaam van den Hollandfchen of tweeden Martiaal ver- worven , die hem, reeds door D o u s a , in de Voorrede voor de oudfte uitgave der Rym- chronyke "jan Melis Stoke, van 't jaar I59l > gegeven wordt: ----- ----- Laety zegt hy, Roemers foet
gequeefi,
Deur d'ongehoirde clanc der Nederland/c her luyten,
In 't Ooft, IVefi, Zuyden Noord, in allen oor en tuyten
En maken wijt beroemt ^btweepenMa^ TIAEL.
Ik meen, dat Roemer Viflcher, even als
Spiegel, zig altoos gehouden heeft by de Roomfche Kerke, in welke, hy opgevoed was. Nogtans, was hy vry van bygeloovig- heid, gelyk uit eenigen zyner Puntdigten af te neemen is. Het volgende toont, onder anderen, hoe hy over de beelden der Hei- ligen dagt, en bewyfl tevens zyne agting voor Jan van Hout, Secretaris van Leiden en Schry ver van het Dienfiboek dier Stad: Aen Jan van Hout.
Claes van Hout can kopen noch fpringhen :
Frans van Hout can lefen noch fcbryven: Maßen van Hout can Jegghen noch ßnghen: Bax-
|
||||
!
|
|||||||
ÏII.Boëk. Vermaarde Persoonaadjen. 211
ßarfor van Hout can wajfchen noch jiyven'. Zestien-
de« myn vrient van Hout can alle vreucht de eeu* bedryven (ƒ). Wy voegen 'er een tweede by, om te doen
zien, hoe gemeenzaam hy met Spiegel neb- be omgegaan: Op Paesdach aen H. L. S p i e g h e l.
Seght H e N D R i c K wout gy niet dattet al
rnorghen was,
Want by Vryfiers te gaen gheefi huyden geen-pas.
En in de Herberch is t fchand, ja by de Catholyken,
By der firaten te wandelen /eer qualyck Jtaet: Caetfen, dobbelen of /pelen is oockgeenraet, In de Kerck Joudt ghy al te langh fitten kycken,
Buytenop den dyckfoud ghy u fier befiy eken,
Ghefint fhuys blyven can ickfo qualyck doen als ghy:
Weet ghy nerghens te gaen? /o comt danby my (g).
Öe beroemde Digter, Joofl van Vondel!, heeft zig eerft beginnen te oefenen aan t huis van Roemer VhTcher', te Amfterdam, daar de fchranderfte geefteri van dien tyd plagten te vergaderen (b). Hooft noemt hem, in zeker Graffchrifc, de ronde Roemer, die nooit ryk van roemen was (r). Roemer Vis-
(f) Rommelfoo. I. 3. hl. io*.
tg) Romtnelfoo. II. J4- bi- lz*' , (h) Vondels teeven, hl. 17,12,; ti) Vetlch. Dichten, bl. 2+0, |
|||||||
»
|
||||||
Mi AMSTERDAMS VlDtiU
Zestien- Viflcher liet twee Dogters na, A n n a , eri
de lEü- Maria T e s s e l s c h a d e , in 't gemeen9 wß' blootelyk, Tejjelfihade genaamd: beide fchran- dere vernuften, in Digt-, Zang- en Speel- kunde, ook in 't konftig fchryven en teke- nen op glas, en in de Italiaanfche en Fran- fche fpraaken, ervaaren (k): uit de eerfte van welke fpraaken, Teflelfchade Tasso's Jeruzalem overgezet heeft (ƒ). Beide, en de laatfte inzonderheid waren zy gemeen - zaame Vriendinnen van de vermaarde Dig- ters Hooft en Huygens, gelyk, uit de werken van deezen, te fpeuren is. Beide zynze te Armlerdam gebooren, Anna, in 't jaar 1584 (m), en Teflelfchade, op den vyf en twintigflen Maart des jaars 1594. Zy kreeg, meent men, den zonderlingen naam van Tejjelfihade, naar de z waare fchade, die, drie maanden te vooren, in Texel geleden was, en waarvan veele Koopluiden te Am- fterdam fmertelyk gevoel gehad hadden* Anna is meteenen van Wezel gehuwd ge- weeft («), en Teflelfchade, in 't jaar 1623, met Alard van Krombalg, dien zy Krommet* je plagt te noemen, en by wien zy ten min- fte twee Dogters gehad heeft, eene van wel* ken, ook Tejjelfihade genaamd, nu en dan * in Hoofts Brieven, vermeld wordt. Tes- felfchade woonde te Alkmaar, met haaren man,
(kj Hoofts Gedickten, hl. zi3, zij. Brieven, N. 9%.
hl. gj. (I) Vondels Opdragt der Elektra. Jan V»s Gedicht. U Deel, hl. }j.
(m) zie Vondels Poezy, 1. Deel % hl» 187,
(n) H00TFS Briefen N. 196, ;oo , «oj , 6y6» bl» i$j t *»»i +«>> ?!»• |
||||||
/
|
||||||
ttl.BoEg. Vermaarde PersóönAadjen. 223
man, die haar, in 't jaar 1634, ontviel. Zestien-
Terwyl zy Weduwe was, kwelde de Ridder de eeu- Hooft haar met den Profeflbr van Baarle, WE* die, zekerlyk, groote agting voor hadt(o). Doch zy is niet wederom hertrouwd. Men weet, welke ernftige poogingen de Digter Hu Yge NS hebbe aangewend, om haar af te trekken van den RoomlchenGodsdienft, dien zy, beftendiglyk, bleef aankleeven. Zy is, in Juny des jaars 1649, te Amfterdam, daar zy zig, eenigen tyd te vooren, met der woon, hadt nedergezet (/>) , overlee- den. Haare Zufter is, na haar, op den zesden December des jaars 1651, geftorven* Om van de agting, die de geleerden onzes Lands, in 't begin der voorgaande eeuwe, voor dit eêl paar zufteren gehad hebben, wel te oordeelen, behoeft men, alleenlyk, Ho o ft s Brieven doorbladerd te hebben: in welken ook de geneugten, die Teflel- fchade inzonderheid, op den Huize t'e Mui- den, genoot en aanbragt, geeftiglyk, ge- fchilderd worden. Wy keeren wederom tot de vermaarde
Amfterdammers der zeftiende eeuwe, onder welken, ons verder voorkomt PETRUS OPMEER, PETRüt
Opmeer.
die, uit -het Weftfriefch geflagt der Opmee- ren, door Vrouwe Jacoba, in 't begin der vyf-
(0) HOOFTS Brieven, ff, 164,19t, ïfi,3«3, 3»r,jjï,
49*,603> 706, bt. 13}, 1 $s, Xtotz$7 , 3«*, JCJ>,3*3» 37** 44i*szf #ns. Vide & Epift. tnfig. Viror. c Mufaeo J. O.
JMeelii p. 17«. (p) J. VOS Gedichten, I. Dtcl,Jl, jilcvx.. ) |
||||
224 AMSTERDAMS VLÜEËti
Zestien- vyftiende eeuwe, tot den adelyken ftand
de E£u- verheeven, voortgefprooten , op den der- wis. tienden September des jaars 1526, hier ter Stede j gebooren is. Zyn Vader voerde den zelfden naam, als hy. Zyne Moeder was Ma* ria van Merßoot. Zyne eerfte Leermeefters waren Alardus van Amfterdam en NicolaaS Cannius, van welken béide wy, hiervoor (#), eenig berigt gegeven hebben. Daarna, heeft hy, zig * te Leuven en te Doornik, in andere weetenfchappen, geoefend. Doch in 't een en twjntigfte jaar zyns ouderdoms, werde hy, door zyne Moeder, toen Weduwe, t'huis ontbooden, en tradt, federt, in de egt met Sofia, Dogter van Pieter Sasbout. Hy ver- taalde verfcheiden' werkjes $ uit het Latyn, in 't Nederduitfch, en onder anderen, het bekende Boek van Fincent, van Lirins tegen de Ketters. Ook leide hy zig, in eenen ta- melyk gevorderden ouderdom j toe op de kennis der Griekfche taaie, waarin hy, doof Petrus Refenius, Reétor der Delftfche Schoo- le, onderweezen werdt. Hy hadt, in't eerft, voor, zig tot Do6lor beide in de Genees- konft en in de Regtsgeleerdheid te laaten bevorderen. Doch daarna wendde hy zyne gedagten, geheellyk, tot de oefening der Godgeleerdheid , en bediende zig van de verkreegen' kundigheden, om de Onroom- jfchen te wederleggen. De woefte handelin- gen van Lumey en Sonoy, tegen de Room- ïche Geeftelyken en anderen, bewoogen hem, in 't jaar 1572, Delft, daar hy toeri wooip
(q) Bladx» t9l» l»t*
|
|||||
•
|
|||||
lil. Boek. Vergaarde Persoonaabjen. kb$
woonde, te verlaaten, en naar 't Spaanfche Zafitfi
Leger voor Leiden te wyken, daar Fran de ee«?- cisco Baldes hem , tot Secretaris van denWB# Krygsraad, aannam. Hy volgde Baldes, eer- lang , naar Henegouwen: doch werdt, van daar,naar Amflerdam ontbooden, door den Schout Pieter Pieterszoon, om de Roomfch- Katholyken te bevefligen in 't oud geloof* Amflerdam was, in't jaar 1573 en federt, de herberg der Roomfche (jeeftely ken , man- nen en vrouwen; die, uit de omgeflaagen' Steden, derwaards de wyk namen, en, met openë armen, ontvangen werden («y). Doch Opmeer kon het 'er niet langer houden, dan tot na de verandering des jaars 1578» wan- neer hy ter Stad uit week, en openlyk inge- daagd werdt (2). Hy begaf zig, federt, we- derom naar Delft, daar hy, op den vierden November des jaars 1594, overleeden, en in de S. Hypolitus- of oude Kerke, voor 't Choor, aan de Noordzyde, begraaven is Qa)< Onder zyne Werken, munten uit zyn Opus Chronographicum of Kerhlyke en IVeereldlyke GefchiedemJJen, van de Schepping af, tot op het jaar 1590, en zyn Catholyk Martelaars* hoek; in welk laatfte, hy de wreedheden * doorLumey erj Sonoy,tegen dank der hoo- ge Rëgeeringe', omtrent de Roomfchgezin- den, gepleegd, ten onregte, fielt op reke* ning der Gereformeerden in 't gemeen. Maar*
(y) Opmeer Cathöl. Martelaarsb. II. Deel ,11. ztit
(t.) Zie 11. ZW, X. Btek^, bl. io, (a) Zie z,jn Leeven voor 't eerfie Deel van x,yn Marre-
laarsb. Ilibl. Belg. Tem, I. p. 996. XI Stuk. P
|
|||||
.......
|
|||||
*2<J AMSTERDAMS VLDeèU
Zestien*
de ebu- Maarten Janszoon Koster,
Täte
een gebooren Amflerdammer, fchoon my
TENjANs-de tv5- zyner geboorte, nergens, voorgeko- zooN men is; in zyne jeugd, het onderwys van Koster. Cornelius Crocus (&) genooten hebbende, heeft zig, van vroeg af, op de Geneeskonft toegelegd, die hy, in zyné Geboorteflad, en ook buitens Lands, met lof, geoefend heeft. Wy hebben, in 't verhaal van de Gefchiede- nißen der Stad, doen zien,1 dat hy zig, al vroeg, gevoegd heeft by de Gereformeer- den , waarom hy, zo dra AI va in 't Land ge- komen was, Amfterdam en zyn Vaderland verliet; fèdert, openlyk ingedaagd, en, door den Raad der Beroerten, gebannen werdt (c). Hy begaf zig toen naar Dole, in 't Graaffchap Bourgondie, daar hy de Genees- konfl oefende, en in kennis raakte met ee- nen edelen Deen , Petrus Oxe genaamd, die, eerlang, naar zyn Vaderland gekeerd, Koller naar Koppenhagen troonde, daar hy hem, tot Lyfarts van Koning Fredrik den II., wift te doen bevorderen; welke poft hy, tot na de dood zyns bevorderaars, bekleed heeft (d). Uit eenen brief, den zeventien- den May des jaars 1574 , door hem , uit Koppenhagen , aan Hadrianus Junius ge- fchreeven, blykt, dat hy toen flerk verlang- de naar zyn Vaderland (e). Het fluiten der Gend-
(b) Zie hier voor, bl. 197.
(c) Ziell.Deet,VlLBoe^,bl.l$9t *»«» !»♦• VIII. Bttl^
bl. 172, 28;. (d) Pontan Ubr. \\.,C*p. XXVIII. ƒ>, 244.
(e) JUNII Epift. p. 6ll% Edit, Dordr. i6$l.
|
||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 22?
Gendfche Vrede gaf hem gelegenheid, om Zes*!**
te Amfterdam weder te keeren, daar hy, de eeu- nevens anderen, deel hadt aan de omkeering W1£* des jaars-1578, in welke, hy tot Burgemees- ter en Raad verkooren werdt (ƒ). Nader- hand , is hy, nog driemaal tot Burgemeefter, en eens tot Oud - Burgemeefter verkooren; doch zyne flerke aankleeving aan de partye van Leicefter (g) bragt hem in de ongunft van de meeften zyner medebroederen, die hem, federt, van 't kuffen hielden. Wy hebben», reeds elders (b), verhaald, dat Kos- ter onder de eerften geweeft is, die, hier ter Stede, openbaare LefTen over de Ontleed- kunde gegeven hebben. Hy is, in 't begin der volgende eeuwe, overleeden. My is niet bekend, dat hy iet, in gefchrift, aan de weereld heeft medegedeeld. Sebastiaan Egbertszoon, Sems-
inboorling deezer Stad, en Zoon van Eg-Eo_
bert Meinerdszoon , van wiens onfchuldig bekts- lyden, ter oorzaake van den Godsdienft, wy,Z0ON* elders (i), omftandiglyk, gewaagd hebben, hadt zig, in zyne jeugd, ook in de Genees- kunde geoefend , en was tot Doftor in de- zelve bevorderd. Hy werdt, in 't jaar 1593, tot Schepen , in 't jaar 1602, tot Raad, en in 't jaar i6o<5, tot Burgemees- ter verkooren: en deedt, onaangezien hy*, met zulke waardigheden, bekleed was, zo wel
(f) TI. Deel, IX. Boek, bl 47t , 478.
\g) Zie II. Deelt X. Bael^t bl. 70, 7}, 7+. ih) III. Deel, V. Boek, bl. Ö94- (i) II. Deel, VIII. B*ek^, bl. i7|. P 2
|
||||
|
||||||||
aa8 AMSTERDAMS VI.Deel.
Zestien-wel als Maarten Janszoon Kofter, Leflen
de EEu- over de Ontleedkunde, op de Gehoorplaats, W£# boven de kleine Vleefchhal, in de Nes. In 't jaar 1618, werdt hy ,door Prinfe Maurits, ontflaagen van de Regeeringe (£). In zeke- re gefchreeven' aantekeningen, vind ik, dat hy, in 't jaar 1621, geflorven is: in ande- ren , wordt zyn dood, op den agtften Au- guftus des jaars 1628, gefield. Ellerd Ellerd de Veer,
»e Veer.
Penfionaris van Amfterdam, die, in *t begin
der zeventiende eeuwe, overleeden is, heeft
zig, onder anderen, eenen naam gemaakt, door het vertaaien van de Samenfpraaken van Erasmus en eenige andere werkjes, uit het Latyn (/); en door het fchryven van een vervolg op de Groote Holland/ehe Cbronyk, welk van het jaariji'ó tot het jaar 1595 loopt, in 't Nederduitfch. De Veer heeft dit laatftge- melde werk aan Prinfe Maurits opgedraagen. CORNÉ- CORNELIS VAN HAAMRODE
bIak- wordt, by|Pontanus (m),ook geteldon-
robe. der de Schryvers, welken Amfterdam uitge- leverd heeft; die te gelyk meldt, dat hy, aldaar, in 't jaar 1599, overleeden is. Van zyne befchryving van Batavia, en van een ander begonnen werk , de gefchiedeniffen , der Nederlanden, ten tyde des Hertogs van Alva, betreffende, hebben wy, elders («), ge-
(k.) II. T)eel, XIII. Beek.' hl> 3°+.
(I) PONTAN- Lihr II. Cap. XXVIII, f. 24J.
(m) Ubi fupra p. 24+»
(nj. Voorr. bl, XVI.
|
||||||||
L
|
||||||||
• , -
|
||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 229
gewag gemaakt. Ook hebben wy, ter zelf- Zestien-
der plaatfe, aangetekend, dat hy het No- *>& £eu- tarisfchap te Amfterdam bekleed heeft. WEt De zeftiende eeutve heeft, te Amfterdam, staat- en
ook Luiden voortgebragt, die zig , door Krygkun- hunne geoefendheid in Krygs- en Regee-eigenen ringszaaken, beroemd gemaakt hebben, en^J die de Leezer, reeds, uit ons verhaal van de Gefchiedenijfen der Stad , moet hebben leeren kennen. Wy ontmoeten daar Bur- gemeefter Goossen Janszoon Ree- kalf, die, in zyne vroege jeugd , in Ita- lië , den kryg gevolgd, en, onder anderen, den vermaarden flag van Ravenna byge- woond hebbende (0), in 't jaar 1535, zeer veel toebragt, om den aanflag der Herdoo- peren te doen mislukken (p). En in laater' tyd, de Staatfche Hopluiden Nicolaas Ruik haver, Jacob Simonszoon de Ryk , Dirk Duivel en verfchei- den' anderen: om niet te fpreeken van den Schout Willem Dirkszoon Barde s, man van bekoorlyk vernuft en geoefende weereldkennis, wiens deerlyk lot wy, el- ders (q), te boek gefteld hebben. Doch de Stad heeft, in de zeftiende eeuwe, ook ee- nige vermaarde Konftenaars uitgeleverd, die wy hier, meteen enkel woord, gedenken moeten. Onder deezen , komen ons vier Schilders voor, allen, zo ik my piet bedrie- ge, inboorlingen van Amfterdam. De eer- fte,
(o) Opmeer Cathol. Martelaarsb. II, Deel, bl, 2«j.
(p) Zie II. Deel, VI. Boek,bl- 41. (^; It. Deel, Will. Btel^, bl. 27S. . P 3
|
||||
111 ■ ' i . ^—~-——^^^^~~^*m^m~mmmmim*qinK^Bmi^mmmmm—mm^mmm^m
|
|||||||
S3® AMSTERDAMS VI.DEEt.
Zestien-Corn el is Antoniszoon , of Comelis
PE Keu- Teunijje, gelyk hy zynen naam ook fchynt Wfi' gefchreeven te hebben, is zelfs Schepen en Raad der Stad ge weeft. Van hem hangt nog eene afbeelding van Amfterdam op de The- faurie Ordinaris deezer Stad. Zy is, in 't jaar 1536, gefchilderd, en vertoont de gebouwen en huizen, in derzelver natuurlyke geftalte, Hy heeft deeze zelfde afbeelding, nader- hand , injtwaalf bladen, in houtfneede, uitge- geven. En wy hebben 'er ons , dikwils, van bediend, in het ophelderen van de al- oude gelegenheid en gedaante der Stad, zyn- de ons, wy bekennen 't gaarne, tot hiertoe, geene ouder egte afbeelding van dezelve voorgekomen. Voorts, zyn 'er van deezen zelfden Schilder nog eenige oude Schutters- Stukken voorhanden , en onder anderen , een, met zeventien Schutters aan eene tafel, hangende in den gang voor de kleine Krygs- raads Kamer. Het is, in't jaar 1533, ge- fchilderd. Men noemt het, in 't gemeen, de BraspenningS'Maaltyd. De andere, Dirk Jacobszoon, was
een Zoon van den Schilder Jacob Comelis- zoon van Ooftzaanen, die zig te Amfterdam hadt nedergezet, daar zyn Zoon de konft ook geoefend heeft, en in 't jaar 1567, in hoogen ouderdom, overleeden is. Men heeft nog verfcheiden' Schutters-ftukken van dee- zen Dirk Jacobszoon op 't Stadhuis. Men plagt, van ouds, zeer te roemen een Stuk, van hem gefchilderd, en op eene der Boog- fchutters - Doelen hangende , waarin eene hand kwam, zo fraai gedaan, dat zekere |
|||||||
'
|
|||||||
__________—„_
|
|||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 231
Jacob Rauard, voor dezelve alleen, eene Zestien-
groote fomme gelds gebooden hadt. Zy»E eeu- werdt, in 't begin der zeventiende eeuwe,WR# nog met verwondering befchouwd (r). . De derde ,Pieter Arnoudsz, en
in de wandeling Lange Pier genaamd, muntte byzonderlyk uit, in het fchilderen van jonge boerinnen, ezels, vifTchen, en allerlei koo- kengereedfchap. Hy hadt ook twee fraaïje altaarftukken gefchilderd, voor de oude , en voor de nieuwe Kerke. Voor het eerfte, hadt hy wel twee duizend kroonen getrok- ken. Doch zy zyn beide, ten tyde der Beeld« ftorminge, vernield, of weg geraakt. Lange Pier is, in den ouderdom van zes en zeitig jaaren, in 't jaar 1573, overleeden, en in de Oude Kerke begraaven. Hy heeft twee of drie Zoonen nagelaaten, die, insgelyks, de Schilderkonft geoefend hebben (/). Doch de drie genoemde Schilders wer-
den verre overtroffen, door den vierden, Dirk BARENDSzooN,die,in zynevroe- ge jeugd , de beginfels der konfl geleerd hadt van zynen Vader, een' tamelyk goed' Schilder hier ter Stede, in de wandeling Doo- ven Barend genaamd; doch in den ouderdom van omtrent een en twintig jaaren, naar Italië gereisd was, daar hy 't onderwys van den grooten Titiaan genooten hadt. Hy was, meent men, de eerfte, die de lofTe Italiaan- fche wyze van fchilderen, hier te Lande, over-
(r) PONTAN. Lihr. II, Cap. XXVUÏ. p. i*J. KAKEL VAN
MANDER Schilderb./. 130 verfo. {1) PONTANus ubi fwpra. OPMEERCath.Martelaatsb.il. ßi(tt bl. U8. VAN MANDER ƒ. I6i V*r/i,
P4
|
||||
*32 AMSTERDAMS VÏ.Deex,
Bestien-o verbragt. Zeven jaaren in Italië gefleeten
pE mV- hebbende, keerde hy te Amfterdam te rug„ ^* daar hy, onder anderen, den oproer en ftraf der Herdooperen, in verfcheiden' Taferee-? len, gefchilderd heeft, die, in een vertrek op 't Stadhuis, geplaatft werden, waar, na- derhand, CommiïïanfTen van kleine Zaaken zitting namen; doch zy zyn, met den brand van 't gebouw, in \ jaar 1652, vernield geworden. Voorts, heeft hy verfcheiden* Schutters flukken gefchilderd, die nog, op 't Stadhuis, voorhanden zyn. Hy was, be- halven in 't Italiaanfch, ook in de Latynfche taaie ervaaren, en hielde 'er briefwiïTeling in, met de geleerden van zynen tyd. Ook hadt hy, in Italië, kennis gemaakt met den ver- maarden Heere vanAldegondej die, te Am- fterdam komende , gewoon was, hem te vereeren met een bezoek. Hy is, omtrent Pinkfteren des jaars 1592,in den ouderdom van agt en vyftig jaaren, overleeden (f). By deeze Schilders, voegen wy den be-
roemden Beeldhouwer en Kaarttekenaar, Joost Jansz, die, in't jaar 1541, hier ter Stede gebooren, en met Katharina Klaas- je Gaaf', Weduwe van Lambert Korneliszoon Vpzy, die, in 't jaar 1580, Secretaris dee- zer Stad geworden was, gehuwd geweeftis. En aan dit Huwelyk heeft men te danken, dat eenige werken van Jooft Jansz, in den Huize van Witfen, bewaard geworden zyn, alzo deeze Vrouwe Over Grootmoeder ge- » weeft is van Burgemeefter Nicolaas Witfen, wiens
(f) K. VAN AlANDEK. Schildeib./. lj6,Zl* verfo.
|
|||||
,•"
|
|||||
III.Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 233
wiens Grootmoeder, Katharina Opzy, eene Zestien,
Dogter was van haar en van'Lambert Kor- D& **w<* neliszoon Opzy, Wat onzen Konftenaar be- W1^ treft; men heeft nog verfcheiden' Kaarten en platte gronden, die door hem getekend zyn, onder anderen, eene Kaart van Holland^ eene andere van 't Beleg van Leiden, en de Grondtekeningen van 't Minderbroeders- Kloofler, en van 't S. Jorïs-Hof in de Kal- verftraat: ook de fpits van den tooren der Oude Kerke, in houtfneede. Het vermaarde Straatsburger Uurwerk is ook, door hem, gemaakt. In 't Minderbroeders - Kloofter, plagt, oudtyds, veel beeldwerk van Jooft Jansz te zien te zyn, en onder anderen een Chriftus, met zyne Discipelen, in den Hof Gethfemane, waarvan.de konft, hooglyk, geroemd werdt (m). Jooft Jansz. is, op den agtften November des jaars 1590, overlee- den, zonder kinderen na te laaten. Wy komen nu tot de vermaarde Perfoo- Vermaar*
naadjender zeventiendewagttien-^ Per- DE eeuw e, welker getal veel grooter is,f00n,aad" tlaar gelang, dat de Stad, in dien tyd, in Zeven- grooter aanzien, en, onder anderen, door tiende en het opregten der Doorlugtige Schoole, ook agttiende in geleerdheid, is toegenomen. Wy zullen-eeuwc' ze, hierom, in vier föorten, onderfcheidenj en eerft van de Staat- en Krygkundi- g e N; daarna van de G e l e e r d e n ; vervol« gens van de Digters, en eindelyk van Je Konstenaars handelen. STAAT-
(u) zit Dapper, bl. ju.
|
|||||
•
|
|||||
234 AMSTERDAMS VI. Deel.
STAAT- en KRYGKUNDIGEN. |
||||||||||||||
Zeven-
|
||||||||||||||
tiende
en AGT- tiende y^v nder de Staat- en Krygkundige inboor-
keüwe. yj ]ingen deezer Stede f hebben, tegen 't a's j einde der zeftiende, en in 't begin der ze-
Staat- ventiende eeuwe, uitgemunt de Burgemees- en Kryg- terenREiNiER Kant enWiLLEMBAR- xuNDi- des; de Vroedfchap Adriaan Pauw en |
||||||||||||||
«EN.
|
||||||||||||||
anderen, welker voornaamfle bedry ven wy,
in het verhaal van de GefchiedenifTen der Stad, byzonderlyk in het VII. VIII. en IX.' Boek van het II. Deel, hebben aangetekend. Thans ftaat ons nog te gewaagen van eeni- ge anderen, die, in en na dien tyd, gebloeid hebben. En hier komt ons eerft voor de Zeeheld |
||||||||||||||
]acob Jacob van Heemskerk,
van
Heems- een Amfterdammer van geboorte, die, in 't
kerk. jaar 1595, als Opperkoopman , aan boord van den wakkeren Willem Barent- sen, ook, zo ik my niet bedriege, een in- boorling deezer Stad, fcheep ging, om eenen nieuwen weg naar China, door 't Noorden, te zoeken. Barentfen hadt deezen togt nog eens gedaan; doch zonder zyn oogmerk be- reikt te hebben. Ook belette nu het ys hem en Heemskerk, verder dan tot aan Waaigats, te komen. Heemskerk ondernam dezelfde reis, nog eens, in 't jaar 1596, als Koop- man en Schipper tevens. Barentfen, die hem, als Opperftuurman, verzelde, overleedt op de reize. Doch Heemskerk, op NovaZem- bla
|
||||||||||||||
•
|
||||||||||||||
III. Boek. Vermaarde Persoonaadjen. 235
bla overwinterd hebbende, keerde, behou- zEVbw-
den, in 't Vaderland, te rug, zonder egter tiende den gewenfchten doortogt ontdekt te heb- cn AGT* ben. Naderhand, deedt hy, als Bevelheb- "™* ber over twee Schepen, eene reis naar Ooft- § \ indie, langs den gewoonlyken weg, en keer- en KARY'0. de, in 't jaar 1604, met eene rykgelaaden kundi- Portugeefche Karaak, die hy op den vyand GEN* veroverd hadt, wederom, 's Lands Staaten ftelden hem» in 't begin des jaars 1607 , o- ver een Esquader van zeventien oorlogsfche- pen, uitgezonden om de vyandelyke Zee-* magt, op de kuften van Spanje, aan te tas- ten. Op den vyf en twintigften April, raak- te hy met den Spaanfchen Admiraal, Don Juan Alvarez d'Awla, daags, op de hoogte van Gibraltar. En hier werdt hem, met de tweede laag, het linker been afgefchooten. Men weet, dat hy aan de wonde overlee- den is, en dat zyne Vloot de zege behaald heeft (v). Van zyne Grafïïede in de Oude Kerke, hebben wy, elders (w), gefproken. NlCASIUS DE SlLLE, NlCASIUS
fchoon niet te Amfterdam, maar, op den
derden Auguftus des jaars 1543, teMeche- len, gebooren, verdient egter geteld te wor- den onder de Staatkundigen, die, hier ter Stede, gebloeid hebben, alzo hy de eerfle was, die, na de verandering des jaars 1578, tot Penfionaris deezer Stad, aangefteld, en federt, in verfcheiden' Staatshandelingen , ge-
(v) Zie Vaderl. Hift. IX. Deel, hl. 141, *H.
(vpJ UI. Deel, II. Bftk, *'• J4°« |
||||||
»
|
||||||
MH
|
||||||
235 AMSTERDAMS VI.Déei;
Zeven- gebruikt werde Te vooren, was hy, on-
TiENDE der de Regeering van den Aartshertoge tiendI" Matthias> Secretaris des Raads van Staate eeüwe. geweeft. Doch, in 't jaar 1584, tot Pen* Staat- fionaris van Amfterdam, zynde verkooren, en Kryo- werdt hy, van wege de Staaten van Holland, Kram- nevens Oldenbarneveld, Maalfon en anderen, 0EN* dikwils,gemagtigd tot de handelingen met den Graave van Leicefter. Hy is ook, in gezant* fchap, naar Engeland, naar Duitfchland, en, tot driemaalen toe, naar Deenemarke, ge- zonden geweeft. In dejaaren i595eni<5oo, washy, nevens anderen, Afgevaardigde te Velde. Uit de Regiflers der Generaliteit, blykt ook, dat hy, van 't jaar 1584 af, tot aan zynen dood toe, in de Vergadering der al- gemeene Staaten, is afgevaardigd geweeft, en aldaar zelfs, foratyds, heeft voorgezeten, Hy is, op den twee en twintigften Augus- tus des jaars 1600, overleeden, en hier, in 't Choor der. Oude Kerke, begraaven. Men heeft hem dit Graffchrift gefield: Publicitus vario in terris bene munerefunftust
Defunftus Coeli munera ,Sille,capis (x), Jacob Jacob van Neck,
NECK, een kloekmoedig en bedreeven Zeeoverfte,
en inboorling deezer Stad, werdt, in 't jaar 1598, als Admiraal over agt fchepen, ge- zonden naar Ooftindie, en deedt eene zeer voordeelige reis. In 't jaar 1600, ondernam hy eenen tweeden togt, met zes fchepen. Hy
(x) Vit eene gefetueevene Aantek. vm den Heere ïie-
£denc Mollebus, |
||||
III. Boek. Vermaarde PersoonaaDjen. 237
Hy raakte toen, ten behoeve des Konings zeven*
van Ternate, in gevegt met de Portugeezen, tiende
en keerde, met ryke laadingen van Peper, en AGT*
teÄmfterdanrte rug (3/). Sedert, hieldt hy ^we!
zig aan land, en werdt, in 't jaar 1609, tot Staat'.
Schepen; in 't jaar 1621, tot Raad, en in^'KRYQ-
't jaar 1622, tot Burgemeefter, verk©oren. kundi-
gen. Jacob Willekens, Jacob
Wille-
insgelyks, hier ter Stede gebooren, heeft, kens.
omtrent den aanvang der zeventiende eeu- we, meer dan éénen togt gedaan naar Ooft- indie, en in 't jaar 1624,het bevel gevoerd over een Esquader, welk naar Brazil gefchikt werdt. De Bahla de todos los Sanctos of Al- lerheiligen Baai is, door zyn beleid en dap- perheid, bemagtigd. Hy was, reeds in 't jaar 1588, tot Regent van 't Oude zyds- Huiszitten-Huis, en in 't jaar 1593, tot Re- gent van 't Burger - Weeshuis, aangefteld: in 't jaar 1639, werdt hy , tot Raad der Stad, verkooren. » '
Cornelis Pieterszoon Hooft, Corne- LIS PlE-
Vader van den vermaarden Hifloriefchryver ters-
en Digter, Pieter Corneliszoon Hooft, is, ??ON , * hier ter Stede , daar hy de aanzienlykfte waardigheden bekleed heeft, en dik wils Bur- gemeefter geweeft is, ter weereld gekomen. Zyn y ver voor 's Lands vryheid, en voor de gemaatigdheid in zaaken van Godsdienft en Regeeringe, waarvan wy, in 't verhaal van de
O) Vaderl. Hift. IX. D<tl, */. 13!.
|
||||
238 AMSTERDAMS VLDrkl.
Zeven- de GefchiedenilTen der Stad, menigvuldige
tiende bewyzen te boek gefield hebben, verdient en AGT- wei $ dat men hem plaatfe onder de be- eeuw"e! roemdfte Staatkundigen, die Amflerdam _ * heeft uitgeleverd. In 't jaar 1584» pas tot M Xm. ^a3(* verkooren, ftelde hy der Vroedfchap 1UND1- de zwraarigheden, in 't verheffen van Wil- «"*. lern den I., tot Graave van Holland,zolang 'er Zeeland niet in bewilligd hadt, zo lee- vendig voor oogen, dat men hier agterlyk werdt, om 't gewigtig werk, welk reeds zo ver gebragt was, verder voort te zetten. In dejaaren 1586 en 1587, yverde hy, nevens anderen, zo fterk, om der heerfchzugt des Graaven van Leicefter paaien te ftellen, dat zulks den Landvoogd in de oogen Hak, en men verhaald vindt, dat Hooft en andere voorflanders der Vryheid daarom gevaar lie- pen van hun leeven. In 't begin der volgen- de eeuwe, ftelde hy, dik wils, al zyne wel- fpreekendheid te werk, om de meerderheid der Vroedfchap over te haaien, tot gemaa- tigde gedagten in zaaken van Godsdienft, en tot het dulden van verfchillende Gezindhe- den , die zig flil en vreedzaam gedroegen. En fchoon hy niet beleefde, dat zyne rede- nen, in 't algemeen, gehoord en gevolgd werden, was hy niet lang overleeden ge- weeft , toen de grondregels, welken hy voor- gedaan hadt, voor 't grootfte gedeelte, ge- lyk als tot beftendige voorfchriften, om dee- ze groote Stad weite regeeren, werden aan- genomen. Hooft ftierf, in hoogen ouder- dam, den eerften January desjaars 1626. Vondel, die hem gekend hadt, heeft, dik-
|
||||