Logo Universiteit Utrecht
TitleCaarte ofte afteeckening van de rivier de Merwede van Gorichem af benedenwaarts etc. Translate
AuthorCruquius, NicolaesTranslate
TypeMapTranslate
Scale Schaal [ca. 1:50.000].Translate
Region Merwede.Translate
Imprint[Plaats van uitgave niet vastgesteld] : [uitgever niet vastgesteld]Translate
Year1730.Translate
Techniquekopergrav. Translate
Size53 x 63 cm Translate
AnnotationBoven de titel: No. 3. Bijlage bij: Rapport van de professoren 's Gravensande en Wittichius en van den landmeter Cruquius, wegens haare gedaane inspectie van de rivier de Merwede, 8 juli 1730. Met 2 schaalstokken. Met profielen, grafieken en de waterhoofden in 1729-1730 te Hardinks Veld ... Van den Brink, 'In een opslag van het oog', 8.31 (Resolutie 12 juli 1730) Translate
CommentDe hier gepresenteerde kaart fungeert als een context- en indexblad voor de gedetailleerde tweebladige kaart van de Merwede tussen Woudrichem en Hardinxveld uit 1730 door Nicolaas Cruquius. De overzichtskaart was eveneens van de hand van Cruquius en heeft betrekking op de toenmalige hydrografische moeilijkheden rondom de Merwede. De rivier vormde lange tijd één van de grootste probleemgebieden in het Nederlandse rivierenstelsel. Vooral na de Sint-Elisabethsvloed in 1421 – toen de Biesbosch de gelegenheid kreeg om geleidelijk te ontstaan – werd de waterstaatkundige situatie precair. Langs de onbedijkte zuidelijke oever van de Merwede lag de noordgrens van de uitgestrekte Biesbosch. Dit gebied bestond uit vele waterlopen, zogeheten killen, die het overgrote deel van het Merwede-water via het Hollands Diep naar de Noordzee afvoerden. De Merwede zelf kreeg echter minder water te verstouwen, waardoor het steeds lastiger werd om de rivier op diepte te houden. Voor de havenplaatsen Dordrecht, Rotterdam, Delft, Schiedam en Brielle was een goede bevaarbaarheid van de Merwede en, stroomafwaarts, van de Beneden-Maas van economisch levensbelang. Deze steden stelden alles in het werk om via een gehele of gedeeltelijke afsluiting van de Biesbosch de scheepvaart over beide rivieren te garanderen. Probleem was echter dat de stad Gorinchem en waterschappen stroomopwaarts grote moeite hadden met een afsluiting van de Biesbosch. Zij waren immers gebaat bij een veilige afvoer van water en ijs door een open Biesbosch. Afgrendeling van dit waterafvoergebied zonder gelijktijdige versterking van de noordelijke rivieroever was voor hen onbespreekbaar. Deze 18de-eeuwse tegenstelling tussen de vijf Maassteden en Gorinchem vormt het decor van deze kaart van de Merwede tussen Gorinchem en Dordrecht, vervaardigd door Nicolaas Cruquius (1678-1754) in 1729-1730. Voortdurend was er destijds discussie over de manier waarop de verbetering van de waterstaatkundige toestand van de Merwede aangepakt diende te worden. Tussen 1726 en 1746 deden de Staten van Holland drie verwoede pogingen om tot een oplossing te komen, die telkens vergezeld gingen van rivierkundige rapporten en bijbehorende kaarten. Cruquius’ kaart is gemaakt naar aanleiding van de tweede bemiddelingspoging in de periode 1729-1734. In februari 1729 kampte men, net als in 1726, opnieuw met hoge waterstanden en ijsmassa’s. In de buurt van Giessendam had zich een grote ijsdam gevormd, waardoor de Merwede dicht kwam te liggen en dus gestremd was. Vanwege een doorbraak van de Waaldijk stond de Tielerwaard onder water en hoopte het water zich op voor de Lingedijk. Even vreesde men voor een herhaling van de gebeurtenissen in 1726, toen deze dijk doorbrak. Gelukkig kwam er beweging in de ijsdam bij Giessendam, waardoor grote hoeveelheden water en losgeraakte ijsschotsen via de killen van de Biesbosch konden worden geloosd. Diverse dammen, die in 1727 en 1728 hier waren opgeworpen, vielen toen ten prooi aan de water- en ijsstromen. Maar het waterpeil in de Merwede zakte snel en daarmee was het gevaar voor dijkdoorbraken en overstromingen voorlopig verdwenen. De stad Gorinchem vond dat de gebeurtenissen in 1729 aantoonden dat de killen van de Biesbosch niet afgesloten moesten worden zonder tevens een overlaat door het Land van Altena aan te leggen. Omdat de Staten van Holland hiervan niet overtuigd waren, besloot men het voorstel van Gorinchem voor te leggen aan drie neutrale experts onder wie de landmeter Nicolaas Cruquius. Zij moesten in korte tijd een verbeteringsplan opstellen, maar het zou een jaar duren alvorens dit op schrift zou staan. Uit het rapport bleek onder andere dat de Merwede een zeer onregelmatige diepte kende. Daarnaast waren er grote verschillen in stroomsnelheid. Het bleek dat maar liefst twee derde van de watermassa van de Merwede via de Biesbosch afvloeide. Mede hierdoor en door sedimentatie dreigde de Merwede voor de scheepvaart onbevaarbaar te worden. In het verbeterplan ging men op de eerste plaats uit van het wegruimen van obstakels in het winterbed van de rivier. Op de tweede plaats voorzag het plan in de aanleg van een overlaat door het Land van Altena of via de noordoever van de Merwede. Bij voltooiing van deze overlaat diende tenslotte de Oude Wiel, de grote kil naar de Biesbosch, te worden afgedamd, met een opening voor de scheepvaart richting de plaatselijke dorpen. De rivierkaart van Cruquius vormde een onlosmakelijk onderdeel van het herstelplan. Feitelijk bestond de kartering uit de al eerder gememoreerde tweebladige detailkaart en de hier getoonde overzichtskaart. Deze overzichtskaart vervaardigde Cruquius op basis van bestaand kaartmateriaal. Als bron diende onder andere een accurate handschriftkaart van de Grote West Kil door de landmeters Mattheus van Nispen, Abel de Vries en Mattheus de Vries. De overzichtskaart geeft het gehele stroomgebied van de Merwede weer en plaatst de waterproblematiek van de rivier in een bredere ruimtelijke context. Twee rechthoeken rechtsboven tonen het gebied dat wordt beslagen door de tweebladige hoofdkaart en vormen daarmee een bladwijzer. De te nemen maatregelen uit het herstelplan komen op de overzichtskaart goed naar voren. Bij de bovenmond van de Oude Wiel is een dam (letter ‘F’) ingetekend, met een opening voor de scheepvaart. Ook zijn de overlaatgebieden door het Land van Altena en via de noordelijke oever van de Merwede van een grijze arcering voorzien. Aangeduid zijn voorts de waterstaatkundige voorzieningen en maatregelen voor deze geprojecteerde overlaten, zoals de aanleg van nieuwe dijken en dijkverhogingen of -verlagingen. De kaart van Cruquius kent aan de onderzijde tal van dwarsprofielen en grafieken met getijden. Met deze diagrammen introduceerde hij een statistische noviteit. Opgenomen zijn bijvoorbeeld zes dwarsprofielen van de rivierbedding in de buurt van de Oude Wiel. Op de hoofd- en overzichtskaart zijn deze profielen met een raailijn en letter weergegeven. De profielen tonen de grote variatie in de breedte en diepte van de Merwede ter plaatse. Factoren als de waterafvloeiing via de Biesbosch, de getijdewerking en de barrières in het rivierbed waren van grote invloed op de stroomsnelheid. Cruquius heeft ter hoogte van Hardinxveld hiervan metingen gedaan en verwerkt in het grafiekje linksmidden. Daarnaast staat een lengteprofiel van de Merwede met de hoogte van de dijk tussen Papendrecht en Dalem. Tot slot bevat het onderste diagram de hoog- en laagwaterstanden tussen juni 1729 en maart 1730, zoals waargenomen bij Hardinxveld. Het eindrapport met de daarbij behorende kaarten werd in juli 1730 aan de Staten van Holland overhandigd. De geschillen tussen Gorinchem en de vijf Maassteden maakten echter dat pas in september 1730 een moeizaam compromis werd bereikt. Dit hield in dat er geen overlaat werd aangelegd en ook dat de Oude Wiel niet werd afgedamd. Wat overbleef van het herstelplan was louter het opruimen van het rivierbed, dat slechts in beperkte mate gebeurde. De gedrukte kaart van Cruquius vormde een bijlage bij de resolutie van 12 juli 1730 betreffende het ‘Rapport van de professoren ’s-Gravesande en Wittichius, en van de landmeeter Cruquius, wegens haare gedaane inspectie van de Rivier de Merwede van Gorinchem af beneederwaarts, en wegens de voorgeslaage middelen tot voorkoming van inundatien’.Translate
LocationUniversiteitsbibliotheek UtrechtTranslate
Call numberKAART: Moll 153a (Dk41-13)Translate
All metadata as Marc21XMLOpen Marc21 XML in new windowTranslate