Logo Universiteit Utrecht
TitleKaart van een gedeelte der rivier de Merwede van des-zelfs begin (als de samenkomst van Waal en Maas) tot beneden Hardinksveld met de Oude Wiel en Killen Translate
AuthorBolstra, Melchior,Translate
TypeMapTranslate
Scale Schaal [ca. 1:20.000].Translate
Region Boven-Merwede.Translate
Imprint[Plaats van uitgave niet vastgesteld] : [uitgever niet vastgesteld]Translate
Year[ca. 1745]Translate
Techniquekopergrav. Translate
Size44 x 61 cm Translate
AnnotationDeze kaart sluit aan bij de kaart van de Maas en Merwede in 5 bladen van M. Bolstra. Het noorden linksboven. Met schaalstok. Translate
CommentDit is een door Melchior Bolstra gegeneraliseerde en verkleinde versie van de tweebladige kaart van de Merwede tussen Woudrichem en Hardinxveld, die Nicolaas Cruquius in 1729 en 1730 op een schaal van 1:10.000 vervaardigde. De verkleining, op schaal 1:20.000, diende als aansluiting op Bolstra’s grote zesbladige kaart van de Beneden-Maas en Merwede uit de periode 1738-1745. In die tijd kreeg de Merwede steeds minder water te verstouwen, waardoor het problematisch werd om de rivier – en verder stroomafwaarts de Beneden-Maas tot aan de monding bij de Noordzee – op diepte te houden. Bolstra’s kaart behoorde bij een poging van de Staten van Holland om tot een oplossing te komen en betrof een volledige kartering van het gehele stroomgebied van de Beneden-Maas en Merwede. Aanleiding hiervoor was de eerdere afsluiting van de killen in de Biesbosch, waardoor de waterstanden in de Merwede flink stegen. Zelfs dermate veel, dat de afwatering van de polders ernstig werd bemoeilijkt en de onbedijkte waarden tussen de killen onder water kwamen te staan. Bovendien zorgde de toegenomen waterdruk voor een ondermijning van de opgeworpen dammen, waarvan er meerdere in 1739 doorbraken. Om alle voorgestelde hydrografische maatregelen goed in beeld te krijgen, bleek een nieuwe kartering van de Merwede en de Beneden-Maas noodzakelijk. In 1738 kreeg Bolstra de opdracht, maar het duurde tot 1746 alvorens de kaart in zes bladen geheel gereed was. De tijd zat hem vooral in het graveren van de kaart door David Koster en het beletteren door Jan van Jagen. Aangezien Cruquius al rond 1730 een nauwkeurige kaart had gemaakt van de Merwede tussen Woudrichem en Hardinxveld, achtte men het niet nodig om dit gedeelte opnieuw op te meten. Een verkleining van deze kaart voldeed om aan te sluiten op Bolstra’s nieuwe en grote kaart van het gedeelte stroomafwaarts tot aan de Noordzee. Linksonder op de verkleining staat middels een rechthoek het gedeelte dat met die grote kaart overlapt. De oriëntatie is iets gewijzigd ten opzichte van de bronkaart, namelijk noordoost in plaats van noord. De cartouche rechtsonder verklaart de achtergronden van de verkleinde kaart: ‘deeze gekopieert uit de Kaart van de Merwede door N. Cruquius, 1729, en op Eene coers en maat gebragt als de Kaart van de Maas en Merwede, beginnende van de Noord Zee tot Hardinksveld’. Hoewel de verkleining dezelfde schaal kreeg als Bolstra’s zesbladige kaart van de Beneden-Maas en Merwede was het niet de bedoeling om die bij een totale montage in het geheel op te nemen. De overzichtskaart van de Beneden-Maas en Merwede liet overigens dermate lang op zich wachten, dat de commissie voor de rivierverbetering haar werkzaamheden al had beëindigd toen de kaart beschikbaar kwam. Aan het gereedkomen werd daarom niet veel aandacht besteed. Er was ook geen eindrapport en het kaartmateriaal – waaronder deze verkleinde kaart – werd veelal ingebonden bij de resolutie van 27 juni 1738, ‘Resolutie tot ontlasting van het hooge waater op de rivier de Merwede […]’.Translate
LocationUniversiteitsbibliotheek UtrechtTranslate
Call numberKAART: Moll 154a (Dk41-13)Translate
All metadata as Marc21XMLOpen Marc21 XML in new windowTranslate