Logo Universiteit Utrecht
TitleNieuw genees-, heel- en verloskundig handboek van het paard : bevattende grondig en volledig onderricht hoe men hetzelve moet verplegen en voeden, waaraan men zijne ziekten en gebreken kan herkennen, hoe men ze moet behandelen en kan genezen Translate
AuthorKühnert, R.Translate
TypeBookTranslate
ImprintAlmelo : BlenkenTranslate
Year1884.Translate
Techniqueill. Translate
Size20 cm. Translate
Notejaar van uitg. is schatting ongepagineerdTranslate
AnnotationOverdr. uit: R. Kühnert. Nieuw genees-, heel- en verloskundig handboek van het vee. Boek wordt verfilmd Metamorfoze UBU. Translate
CommentINLEIDING. I. Verpleging en Voeding. a. Verpleging. 1. De paardestal. 2. Uitwendige verpleging. 3. Beweging, rust, slaap. 4. Keus en verpleging van fokpaarden. 5. Verpleging van drachtige merries en zoogende merries en veulens. 6. Voeding. 1. Lucht. 2. Over de voedingsmiddelen der paarden in 't algemeen. 3. Koren als voedingsmiddel voor paarden. 4. Versch en gedroogd gioentevoeder. II. Ziekten. a. Inwendige ziekten. 1. Koorts in 't algemeen. 2. Gewone koorts. 3. Ontstekingskoortsen. 4. Verzwakkingskoortsen 5- Teringkoortsen. 6. Ontstekingen in 't algemeen. 7. Hersensontsteking. 8. Keelziekte. 9. Droes. 10. Ontsteking van de luchtpijp. 11. Long- en borstontsteking, ook wel borstontste- king genoemd. 12. Borstzucht (griep influenza). 13. Hart- en hartvliesontsteking. 14. Leverontsteking. 15. Nierenontsteking. 16. Maag- en darmontsteking. 17. Ontsteking van het buikvlies. 18. Rheumatiek. 19. Verlamming bij veulens. 20. Schurft. 21. Ontsteking van het hielgewricht. 22. Gebrek aan eetlust. 23. Koliek. 24. Diarrhee. 25. Darmontsteking. 26. Pisvloed. 27. Bloodwateren. 28. Het ophouden van 't water. 29. Neusbloeden. 30. Ingewandswormen. 31. Duizeling. 32. Vallende ziekte. fffr b. Uitwendige ziekten. 1. Oogenontsteking. 2. Periodieke oogenontsteking (Maanblindheid.) 3. Oogvlekken. 4. Grauwe staar. 5. Zwarte staar, 6. Tandfistel. 7. Speekselfistel. 8. Oorpijn. 9. Neusziekten. 10. Nekgezwel. 11. Aderfistel. 12. Het vastzitten van voorwerpen in den slokdarm. 13. Het doortrekken der borst. 14. Schoftverwonding. 15. Uiergezwellen. 16. Navelbreuk. 17. Endeldarmfistel. 18. Gezwellen aan buik en dijbeenen. 19. Boegverlamming. 20. Kniegezwellen. 21. Hoefverlamming. 22. Het afstooten der hoeven. 23. Het verstuiken der knieschijf. 24. Piephak. 25. Spatten. 26. Gezwellen aan de kroon- of hoefgewrichten. 27. Gallen. 28. Verwrikking. 29. Beenbreuken. 30. Het beschadigen (strijken) der pooten met de hoefijzers. 31. Het stooten tegen de voorpooten.32. Kwetsuren door het blijven hangen in de hal- sterstreng veroorzaakt. 33. Gewriehtswonden. 34. Kroonwonden. 35. Steengallen. 36. Het verballen der hoefzolen. 37. Hoefknobbelfistel. 38. Hoefspleet en hoefkloof. 39. Het dringen van voorwerpen in de hoefzool. 40. Vernagelen. 41. Ziekten der geslachtsdeelen. (Genitaliën.) 42. Het vernauwen van de voorhuid der schede. 43. Zaadstrengfistel. 44. Gezwellen aan de schede en den balzak. 45. Ontsteking der ballen. Waaraan men den ouderdom der paarden kan kennen.Translate
LocationUniversiteitsbibliotheek UtrechtTranslate
Call numberODA 4849Translate
All metadata as Marc21XMLOpen Marc21 XML in new windowTranslate