Annotation | The poem in Dutch attributed to Van Maerlant is preceded by a religious prose text in Latin. The poem is again followed by some lines in Latin and some illegible lines. Cite as: Universiteitsbibliotheek Utrecht Hs. 1332. Binding note: Hs 4 F 18 dl 3. P.A. Tiele, Catalogus codicum manu scriptorum Bibliothecae Universitatis Rheno-Trajectinae. I. Trajecti ad Rhenum. Hagae Comitis 1887. p. 317. J. Deschamps, Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken. Tentoonstelling ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis. Leiden 1972. Tweede herziene druk. p. 37. E. Verwijs, J. Verdam & F.A. Stoett, Middelnederlandsch woordenboek 10. Tekstcritiek ... en bouwstoffen ... 's-Gravenhage 1927-1941. Bouwstoffen 998 sub A 1, 2o, 1287 sub 7. H. Kienhorst, De handschriften van de Middelnederlandse ridderepiek. Een codicologische beschrijving. 2 dl. Deventer 1988. (= Deventer studiƫn 9). Dl. 1, p. 197-198 (H 106 en H 106A). S. Schreiber, 'Les manuscrits de langues germaniques', in: Scriptorium 2 (1948), p. 139-144. p. 141. | Translate
|