Annotation | Bevat o.m. teksten van Meister Eckhart, Johannes Tauler et al. (fol. 2r-125r: inc. Der himelsch vatter sprichet, expl. der mit dem vatter und mit dem hailigen gaist richset von ewen ze ewen in gottes namen Amen), drie mystieke gedichten (fol. 129r-130r: inc. frö dich edel fris gemüt, expl. ich schaid von dir der stett bistu berobet etc.) en het slot van de Vita van Henricus Suso (fol. 130v-158v: in rood boven de tekst: Güter underschaid zwischen warer und falscher vernünftkait in etlichen menschen; inc. Sicut aquila provocans advolandum pullos suos, expl. helff uns das wir diser hailigen tochter ... geniessen daz wir eweklich sin götliches antlit werdent niessende etc. Amen). Voor de volledige beschrijving zie: J. Quint, Neue Funde zur handschriftlichen Überlieferung Meister Eckharts, in: Beiträge zur Geschichte der deutschen Sprache und Literatur Bd. 82, H. 2-3 (1960) p. 354-376. Door 3 kopiisten geschreven. Fol. 125v-128v: onbeschreven. Te citeren als: Universiteitsbibliotheek Utrecht Hs. 9 B 8. Boekhandel en Antiquariaat J.L. Beyers B.V.; Utrecht; Purchase; 194410. Contemporaine leren band over houten platten, op voor- en achterplat 5 koperen knoppen, op het voorplat bovendien twee koperen knoppen voor de sluitingen. J. Quint, 'Neue Funde zur handschriftlichen überlieferung Meister Eckharts', in: Beiträge zur Geschichte der deutschen Sprache und Literatur 82 (1960) 2-3, p. 352-384. p. 354-376. Handschriften en oude drukken van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek. Catalogus bij de tentoonstelling in het Centraal Museum te Utrecht ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van de bibliotheek der Rijksuniversiteit, 1584-1984. Utrecht 1984. P. 244-245 nr. 116. | Translate
|