Annotation | Written by various hands; modern pencil foliation. Dating: 16th and early 17th century. Leaves 27r, 58v, 59v, 66v are blank; stub between leaves 33-34; leaf 66 is severely damaged with text loss. Numerous blank leaves after leaf 72. Printed edition: Meijling, Herman (editor). Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven. Groningen, 1946. Thesis Utrecht. Inserted loose gathering containing: fol. 1r-7v: Ordonnān̄ voorde Camer van Rhetorica der stede van Brouwershaven, 1594 -- fol 8r-v: Formulier vanden eedt die den prince ende regierders jaerlicx opde electie presteren zullen. (separately described) fol. 1r-9r: fol. 9v: Finis. Gheageert vande camere vande Roodelelye Ano XVc LIX den [date not mentioned] -- fol. 10r-19v: fol. 19v Finis. Gheageert van de Roodelelye binnen Brouwershaven den [date not mentioned] Ano XVc LIX -- fol. 19v-26v: fol. 27v-35r: fol. 35 v-44r: fol. 44v-45v: [only the beginning has been preserved] -- fol. 46r-54r: [title and beginning are missing] -- fol. 54r: Gheageerd vande camere vande Roodelye den IXden Februarij ano XVcLXII sdaegs na de coningx feeste van Floris Adriaenssen. [followed by a statement in Latin by Arnoldus Fabius, ecclesiæ, quæ est Brouwershaven minister, that there are no ecclesiastical objections against the play. fol. 54v-56v: [unfinished] -- fol. 57r-v: fol. 57v: fol.57v-58r: fol. 59r: fol. 60r-62v: [Without title, unfinished] -- fol. 63r-v: Gemaeckt den 18 Aprel 1636, fol. 63v: fol. 64r-65v: [unfinished] -- fol. 67r-72: [The opening lines of the final farce (i.e., introduction to the farce) and the end are missing]. Cite as: Universiteitsbibliotheek Utrecht Hs 8 K 28. Gemeente Brouwershaven; Loan; 1936 Of the old stamp binding only the leather covering of the front and back boards have been preserved. M. de Bruin & J. Oosterman (samenst.), Repertorium van het Nederlandse lied tot 1600 / Repertory of Dutch songs until 1600. 2 dl. + 1 cd-rom. Gent 2001. (= Studies op het gebied van de cultuur in de Nederlanden 4). p. 759, passim. W.H.M. Hummelen, Repertorium van het Rederijkersdrama 1500-ca. 1620. Assen 1968. p. 43-46. H. van der Linden, Een esbatement van een crijschman die een buermans paert steelt, scriptie Nederlands. Utrecht 1984. p. 1-153. C.G.N. de Vooys, Onbekende zestiende-eeuwse esbattementen van een onbekende rederijkerskamer, in: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde dl 55, afl. 3-4 (1936), p. 211-224 [enclosed in manuscript box]. A. van Dixhoorn, Repertorium van rederijkerskamers in de Noordelijke Nederlanden 1400-1650. DBNL 2004. A. van Dixhoorn, Lustige geesten: rederijkers in de Noordelijke Nederlanden (1480-1650), Amsterdam 2009, p. 141, p. 153. N. Moser, Verspreid verzameld. Rederijkersteksten in vroegmoderne verzamelhandschriften, in: Nederlandse Letterkunde. Jaargang 8 (2003/2), p. 101-114 C. Kruyskamp, 'De spelen van de Roode lelie.', in: Jaarboek De Fonteine. Jaargang 1946-1947 (1948). P.J. Meertens, 'III. De rederijkers', in: Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der zeventiende eeuw, p. 116-117 (1943). N. Moser, Mozes en Momus in Brouwershaven, in: B. Ramakers (red.), Conformisten en rebellen : rederijkerscultuur in de Nederlanden (1400-1650), 2003, p. 213-226. | Translate
|