Annotation | Middle Dutch translation of La somme le roy, a series of moral lessons in the Mirror of Princes tradition written in 1279 for King Philip III of France by his confessor, the Dominican friar Laurent d'Orléans, also known as Laurent du Bois. Incipit introduction page 6: "Dit boeck wart begonnen te scriven int jaer ons heren M.IIIIc ende LXXXVII op sinte Ambrosyus dach den IIIIden dach van april. Ende heeft ghescreven een reduyt broder Jan Symoens zone. Ende is ghenoemt des conincx somme." Incipit translator's prologue [page 7]: "Sonderlinghe ende lieve gheminde neve ende broder in Jhesu Christo Want ic broder Jan van Brerode convaers der carthuser oerden tot Zeelem grote begheerte hebbe ..." Pages 233-235: Incipit: Hier volghet die passij ..., Die passy vur ene corte sey. Incipit: "Als Jhesus onse ghesontmaker die werelt wou laten Soe heeft ... dat Jhesus mit zinen lieven discypelen dede des donre fages avonts". Pages 236-245: Running title: Hier beghint die heilighe passy zeer cort en[de] goet: incipit: "Hier na ghinc Jhesus een luttel van hem ende is ghevallen in bedinge Ende wort bevende van groter anxt ... dat dae an menich mensche verloren soude wesen dat hij te voeren wiste". Pages 245-249: Incipit: Hier volghet na XV goede punten ende leringhe die broder Jan Brugman den volc plach te prediken ende te leren daer die sommighe gheboden of sijn Ende die sommighe sijn goede raden: "Die eerste raet is dat een mensche voer alle dinc zijn pater noster ende sijn credo in Duytsche sel konnen ende dat hij weet die X gheboden op dat hij weten mach wat hij bidt ende wat hij gheloven sel ... Want god gheliken hem selven bi den armen Als hij selve seit wat ghij den alren minsten doet in minen naem dat doe dij mij". Page 249: Incipit: O mensche denc op die vervaerlike ewicheit. Page 250: Incipit: Ghy en selt u liden niemant claghen. Page 250: Incipit: Drie dinghen weet ic wel voerwaer. Paginated 1-250 in pencil in the middle of the upper margin by Jozef Geldhof in or shortly before 1960 starting on the pastedown in the front. Pages 165-172, lacking some pages, with loss of text. Some remnants of catchwords in lower margin, and some remnants of quire signatures. With: Johannes Brugman, XV Goede punten ende leringhe (pages 245-249); and three rhymed exempla (pages 233-245). Cite as: Universiteitsbibliotheek Utrecht Hs 35 A 5. Antiquarian Les Enluminures (TM 933) Purchase 202110 Text in Middle Dutch, translated from Old French. The manuscript was first held by the monastery Nieuwlicht, near Utrecht, where it was written by Jan Simoensz. In the sixteenth century the manuscript belonged to Reyn Dircx, according to an owner's inscription in brown ink on page 5: "Dit boek hoort toe Reyn Dircx". Later it was in the possession of the Belgian Baron Raphaël Gillès de Pélichy (1875-1967). Contemporary binding of brown leather (slightly damaged spine) over wooden boards, blind tooling, two brass catches and clasps on leather thongs; with manuscript waste. Parchment flyleaves and pastedowns at front and back of manuscript waste from two Utrecht charters of approximately 1425-1450 (dated 1425 and 1424?) in Latin in a littera cursiva, written on one side, folded with the text on the outside. De Hamel, C. "Dates in the Giant Bible of Mainz", in Tributes in Honor of James H. Marrow. Studies in Painting and Manuscript Illumination of the Late Middle Ages and Northern Renaissance, London, 2006. Dijk, A. van, ed. Johannes Brugman, Verspreide sermoenen, Antwerpen, 1948. Geldhof, Jozef. "Een onbekend handschrift van Des Conincx Somme. De vijftien punten van pater Jan Brugman, 1487," Biekorf, 61 (1960), pages 261-265. Grootens, P., ed. Onuitgegeven sermoenen van Jan Brugman O.F.M, Studiën en Tekstuitgaven van Ons Geestelijk Erf, 8, Tielt, 1948. Gumbert, J.P. "Jan van Brederode: een beetje nieuw licht uit Nieuwlicht," In: Chr. de Backer, A.J. Geurts & A.G. Weiler (eds.). Codex in context. Studies over codicologie, kartuizergeschiedenis en laatmiddeleeuws leven aangeboden aan Prof. Dr. A. Gruijs, Nijmegen/Grave, 1985, pages 161-174. Gumbert, J. P. Die Utrechter Kartäuser und ihre Bücher im frühen fünfzehnten Jahrhundert, Leiden, 1974. Hombergh, F.A.H. van den. Leven en werk van Jan Brugman O.F.M. (ca. 1400-1473). Met een uitgave van twee van zijn tractaten, Teksten en Documenten, 6, Groningen, 1967. Lettinck, Nico. Praten als Brugman. De wereld van een Nederlandse volksprediker aan het einde van de Middeleeuwen, Verloren verleden, 5, Hilversum, 1999. Moll, W. Johannes Brugman en het godsdienstig leven onzer vaderen in de vijftiende eeuw grootendeels volgens handschriften geschetst. 2 vols., Amsterdam, 1854. Oostrom, Frits van. Nobel streven. Het onwaarschijnlijke maar waargebeurde verhaal van ridder Jan van Brederode, Amsterdam, 2017. Scholtens, H. J. J. "Jan van Brederode, convers der kartuizers bij Diest," Historisch Tijdschrift, 3 (1924), pages 8-29. Stooker, Karl and Theodorus Johannes Verbeij. Collecties op orde. Middelnederlandse handschriften uit kloosters en semi-religieuze gemeenschappen in de Nederlanden. 2 vols. I: Studie. II: Repertorium, Miscellanea neerlandica, 15-16, Leuven, 1997, no. 1199. Tinbergen, D. C., ed. Des coninx summe, Groningen, 1900. Tinbergen, D. C., ed. Des coninx summe, Leiden, 1907. Tinbergen, D.C. "Jan van Brederode als vertaler van Des coninx summe," De Nieuwe Taalgids 19 (1925), page 81. | Translate
|