Commentaar | In de 18de eeuw noopte de zorgwekkende toestand van de bovenrivieren – regelmatig dreigden te grote watermassa’s via de Boven-Rijn naar de Beneden-Rijn afgevoerd te worden – tot een onvermijdelijk akkoord tussen Gelderland en Pruisen (Kleef). Ook Holland was een direct belanghebbende in deze onderhandelingen, omdat de situatie van de bovenrivieren rechtstreeks invloed had op de situatie stroomafwaarts. In april 1771 bereikten de drie partijen na moeizame onderhandelingen overeenstemming over een definitieve aanpak van de rivierproblematiek. Drie waterstaatkundige zaken werden voorgoed geregeld. Op de eerste plaats wilde men de bovenloop van de Oude Rijn bij Tolkamer volledig afdammen, opdat een zijdelingse waterafvoer via de ’s-Gravenwaard werd voorkomen. Op de tweede plaats kreeg de Waal een nieuwe bedding middels het doorgraven van de Bijlandsche Waard. En ten derde voorzag het akkoord in een betere bovenloop van de IJssel door het doorsnijden van de polder De Pleij bij Westervoort. Hierdoor werd het Rijnwater meer evenwichtig verdeeld. In de decennia die volgden, zou men bovengenoemde waterwerken met voortvarendheid aanpakken.
De nieuwe rivierkundige overeenkomst tussen Holland, Gelderland en Pruisen kwam mede tot stand door de bemiddeling van Christiaan Brunings (1736-1805), sinds 1768 Inspecteur-Generaal van de Hollandse waterstaatsdienst. Tussen 1771 en 1795 schreef hij vier rivierkundige rapporten, waarin de voortgang van de waterstaatkundige projecten werd beschreven. Vanzelfsprekend zijn deze rapporten rijkelijk voorzien van cartografisch materiaal. Dit materiaal is in categorieën onder te verdelen. Zo zijn er kaarten met betrekking tot de voorbereiding van de projecten, kaarten over de voortgang en kaarten die het uiteindelijke resultaat illustreren.
Aan het einde van de 18de eeuw kreeg Brunings de opdracht om de belangrijkste stukken en kaarten uit bovengenoemde rapporten te selecteren en opnieuw te bundelen. In twee kloeke delen verscheen in 1798 vervolgens de ‘Verzameling van rapporten, verbaalen en verdere stukken, betreffende de doorsnydingen en werken, welken, sedert de conventie van den jaare 1771. op de bovenrivieren, tusschen Emmerik en Arnhem, zyn aangelegd, zo tot bevordering van derzelver vaarbaarheid […]’. Ook een atlas met dertien kaarten en twee tekeningen maakt onderdeel uit van deze uitgave. Hierin zijn alle relevante resolutiekaarten opnieuw herdrukt. Die kaarten onderscheiden zich van de gewone resolutiekaarten door toevoeging van een lettercode aan de bovenzijde van de kaart.
Ook een exemplaar van deze prachtige overzichtskaart van het gebied van de bovenrivieren tussen Emmerich en Arnhem is in de atlas van Brunings te bewonderen. Linksboven staat immers de lettercode ‘N.N.’, die refereert aan de tweedelige bundeling van rapporten van Brunings. Het hier getoonde exemplaar is vermoedelijk het resultaat van een uit elkaar gehaalde atlas of gewoon los uitgegeven. Oorspronkelijk behoorde de kaart tot de resoluties van 1793, maar werd pas in 1798 bij de eerder genoemde uitgave van Brunings voor het eerst gepubliceerd.
De tweebladige kaart, van de hand van de landmeter Jacob Engelman (?-1826) en gegraveerd door Leonard Schenk Jansz. (1732-1800), biedt een geweldig overzicht van wat in de voorgaande twee decennia op waterstaatkundig gebied was bereikt. Te zien is de doorgraving van De Pleij bij de bovenloop van de IJssel, tal van nieuwe kribben en dijken, de doorsnijding van de Bijlandsche Waard (met als gevolg het Bijlandsch Kanaal), de afdamming van de Oude Rijn bij Tolkamer, etcetera. Op dit bewuste exemplaar is met een blauwe kleur ook nog het gebied rondom de Oude Rijn geaccentueerd. Naar alle waarschijnlijkheid duidt dit op het land dat onder water liep bij het overstromen van de Spijkse Overlaat ten tijde van extreem hoge waterstand. Deze overlaat – een verlaging in de bandijk van een rivier – was in 1745 aangelegd en diende om overtollig Rijnwater via de Oude Rijn af te voeren. In 1771 was er dus al een plan om deze overlaat te sluiten, maar vanwege bezwaren van Duitse zijde zou het nog tot 1959 (!) duren voor dit gerealiseerd werd.
Engelmans kaart kan aan de westzijde aansluiten op een kaart van de Neder-Rijn tussen Arnhem en Culemborg. Deze eveneens tweebladige kaart is in 1793 vervaardigd door Frederik Willem Conrad (1769-1808) en draagt de titel ‘Kaart van de Neder-Rhyn en Leck stroom van de stad Arnhem, tot aan het Oudslykerveer, beneden de stad Culemborg […]’. Door de kaart van Engelman en die van Conrad te monteren, had men aan het einde van de 18de eeuw de beschikking over een uniforme overzichtskaart van de Gelderse en Utrechtse bovenrivieren op schaal 1:30.000. | Vertaal
|