Logo Universiteit Utrecht
TitelKaart tot het project ontlasting van de Lek boven langs den Diefdyk tot in de Linge waar op een gemeeten kaart volgt langs de Linge tot in de Merwe Vertaal
AuteurBolstra, Melchior,Vertaal
MateriaalsoortMapVertaal
Schaal Schaal [ca. 1:14.000].Vertaal
Gebied Diefdijk.Vertaal
Impressum[Plaats van uitgave niet vastgesteld] : [uitgever niet vastgesteld]Vertaal
Jaar1754.Vertaal
Techniekkopergrav. Vertaal
Afmetingen27 x 78 cm Vertaal
AnnotatieLinks boven: Resol.e 9 April 1754; rechtsboven: No. 2 De overlaat langs den Dief-dyk. Het noorden rechtsboven. Met schaalstok (800 Rynlandse roeden). Van den Brink, 'In een opslag van het oog', 60 ex. *VIII*.B.k.55: met twee profielen (33 x 92 cm, 32 x 88 cm). Vertaal
CommentaarHalverwege de 18de eeuw kampte de rivier de Lek vaak met hoge waterstanden. Regelmatig waren er dijkdoorbraken en overstromingen. Daarom werden voorstellen gedaan ter ontlasting van de Lek. Eén van die voorstellen betrof de doorgraving van de Bijlandse Waard bij Pannerden. Een ander voorstel was de aanleg van een overlaat, een verlaagde dijk die bij hoge waterstanden het water via een alternatieve route zou afleiden. Een eerste plan voor zo’n overlaat werd tussen 1748 en 1751 enige malen door Kornelis van Beekum bij de Staten van Holland ingediend en ging uit van een overlaat in de Grebbedijk bij Wageningen. Het overtollige water zou dan via de Gelderse Vallei naar de Zuiderzee afgevoerd kunnen worden. Dit plan ketste uiteindelijk af; de afstand van de Lek naar de Zuiderzee was erg groot en dientengevolge waren hoge kosten gemoeid met de aanleg van allerlei waterstaatkundige voorzieningen. Samen met de waterbouwkundige en Inspecteur-Generaal Johan Lulofs (1711-1768) bedacht de Rijnlandse landmeter Melchior Bolstra (1704-1779) in 1751 een plan voor een overlaat op een andere locatie. Die moest komen bij de zuidelijke Lekdijk tussen Culemborg en de Diefdijk. Bij hoge waterstanden zou het overtollige rivierwater dan relatief eenvoudig langs de Diefdijk in de Linge gebracht kunnen worden. De Linge, die dan ook aangepakt en verbreed zou moeten worden, voerde het water vervolgens af naar de Merwede. Het plan van Lulofs en Bolstra werd in eerste instantie door de Staten van Holland afgewezen. Men durfde zo’n gewaagde ingreep nog niet aan. Tevens wilde men eerst het opruimen van allerlei obstakels in het rivierbed van de Lek afwachten. Ondertussen kwam ook nog een plan van de oud-burgemeester van Gorinchem, Martinus van Barnevelt (1691-1775), op tafel. Hij stelde een overlaat voor dwars door de Betuwe, van Rhenen naar Dodewaard. De riviercommissie van de Staten van Holland wees in 1754 ook deze overlaat tussen de Neder-Rijn en de Waal af, omdat men van mening was dat het ontwerp nog onvoldoende onderbouwd was. Na de afwijzing van Van Barnevelts voorstel kwam het plan van Lulofs en Bolstra voor een overlaat langs de Diefdijk weer ten tonele. De opruimingen in de Lek waren inmiddels afgerond, zonder al te veel resultaat. In 1753 en 1754 was sprake van hoge waterstanden en de tijd bleek rijp voor een oplossing die wel soelaas bood. Lulofs en Bolstra dienden een enigszins aangepast voorstel ten opzichte van het eerste ontwerp uit 1751. Daarbij zaten enkele kaarten, waaronder de hier gepresenteerde kaart van het project tot ontlasting van de Lek. De gravure werd verzorgd door Isaac Tirion. Het rapport van Lulofs en Bolstra werd op 9 april 1754 aan de Staten van Holland aangeboden. Aanvankelijk werd het plan positief ontvangen, maar al snel rezen er felle bezwaren van de zijde van de dijkbesturen, de Staten van Gelderland en de steden Dordrecht, Gorinchem en Rotterdam. De overlaat langs de Diefdijk kwam dan ook niet van de grond.Vertaal
LocatieUniversiteitsbibliotheek UtrechtVertaal
SignatuurKAART: Moll 183 (Dk42-1)Vertaal
Volledige metadata als Marc21 XMLOpen Marc21 XML in nieuw vensterVertaal