Commentaar | Deze manuscriptkaart toont het polder- en schorrengebied tussen Axel en Hulst, Zeeuws-Vlaanderen. Al in de 17de eeuw werd Zeeuws-Vlaanderen een militaire bufferzone om Holland en Zeeland tegen vijandelijkheden uit het zuiden te beschermen. Van west naar oost legde men een stelsel van linies aan. Talrijke forten verbonden door dijken gingen het landschap domineren. Sluizen in de dijken konden in tijden van oorlog geopend worden om grote polders te inunderen.
In het gebied bij Axel en Hulst was sprake van enkele getijdekreken, die diep het land indrongen. Bij hoog water liepen ook stukken land in de buurt van de kreken onder water, de zogeheten schorren. Elke keer als dit gebeurde bleef er een laagje sediment op de schorren achter. Aan het einde van de 18de eeuw was het gebied tussen Axel en Hulst, dat bedoeld was voor inundatie, erg hoog opgeslibd. Zelfs zo hoog, dat vijandelijke troepen zonder problemen door het te inunderen gebied konden manoeuvreren.
Maatregelen waren dus nodig om de verdediging van Zeeland en Holland weer op voldoende sterkte te krijgen. Tussen 1784 en 1790 voerde men daarom een nieuw bedijkingsproject uit, waarbij sommige polders opnieuw werden bedijkt en nieuwe inundatiesluizen gebouwd. De manuscriptkaart, waarvan de landmeter anoniem is gebleven, toont een mooi beeld van de militaire werkzaamheden in de regio tussen Axel en Hulst. Waarneembaar zijn bijvoorbeeld diverse nieuw aangelegde liniedijken, weggehaalde of ‘geslegte’ dijken en een voorstel tot het maken van een ‘Royale weg’ naar het veer van Axel. Bovenal demonstreert de kaart het dynamische karakter van het getijdegebied en de waterstaatkundige complexiteit, waarmee de militaire ingenieurs te maken hadden. | Vertaal
|