Commentaar | Deze schitterende wandkaart toont een deel van de Gelderse Vallei en wel de Slaperdijk ‘streckende vande Stichtse bergen [= Utrechtse Heuvelrug] tot aan de hoogte van Gelderland [= dekzandruggen van de Gelderse Vallei]’. Een slaperdijk is zoals de naam al zegt een ‘slapende’ dijk, die pas dienst gaat doen als de ‘wakende’ dijk doorbreekt. In dat geval neemt de slaperdijk de waterkerende functie over en moet die het overgebleven land beschermen.
Zo ook bij de beroemde Slaperdijk in de Gelderse Vallei die op deze wandkaart figureert. Deze dijk werd ‘actief’ na het doorbreken van de noordelijke Rijndijk of Grebbedijk tussen Wageningen en Rhenen. Toen de Slaperdijk er nog niet was, had men bij doorbraken van de Rijndijk dikwijls te maken met ernstige wateroverlast. Zo overstroomde vanaf 1595 de stad Amersfoort enkele malen, waarna men in 1651 besloot tot aanleg van de secundaire dijk. In 1653 werd de dijk opgeleverd en voor het beheer riep men het College tot Directie van de Slaperdijk in het leven.
Met de aanleg van de Slaperdijk waren de problemen echter niet ten einde. Omdat het Utrechtse deel van de Gelderse Vallei wat lager ligt dan het Gelderse deel, had vooral Utrecht last van overstromingen bij een dijkdoorbraak. De Slaperdijk was dus met name een Utrechts belang en deze provincie maakte de dijk zelfs zwaarder dan de Grebbedijk. Er waren regelmatig conflicten met de Gelderse Staten, die een gebrek aan dijkonderhoud werden verweten. Maar voor Gelderland was de Slaperdijk natuurlijk een nadeel, omdat het water ertegen bleef staan en een bedreiging vormde voor de Gelderse boeren. Die laatsten kregen op den duur dan ook de beschikking over enkele ‘heulen’ of duikers onder de dijk door. Over de capaciteit van deze duikers was eveneens de nodige onenigheid.
Conflicten lijken ook aan de basis te hebben gelegen van deze kaart van de Slaperdijk, gekarteerd door Justus van Broeckhuijsen (ca. 1670-1724). Deze sinds 1693 in Utrecht woonachtige landmeter vervaardigde de kaart in 1705 op verzoek van het College tot Directie van de Slaperdijk. Dit college wilde het illegaal kappen van bomen tegengaan; de kaart met daarop de dijk en het bijbehorende rechtsgebied moest hiertoe een middel tot handhaving zijn. Daarnaast had de heer van Renswoude het plan opgevat om, in navolging van het paleis van Versailles, zijn kasteel te voorzien van een Grand Canal. Voor de watertoevoer wilde hij een verbinding maken met de Lunterse Beek, wat een doorgraving van de Slaperdijk vereiste.
De kaart van de Slaperdijk heeft niet louter een functioneel karakter, maar bezit ook een duidelijke representatieve functie. Zo staan de namen van de diverse collegeleden en hun familiewapens aan weerszijden van de kaart genoemd. Wanneer het bestuur van samenstelling veranderde, dan overplakte men veelal de vorige namen en wapens met de meest recente. Van de kaart zijn op die manier enkele varianten bekend. Gezien de samenstelling van het bestuur, zoals weergegeven op de hier gepresenteerde kaart, moet de publicatiedatum rond 1800 hebben gelegen. In cartografisch opzicht veranderde het kaartbeeld echter niet. Dit exemplaar van de kaart is uitzonderlijk fris van uiterlijk en kleur. De kaart is namelijk in segmenten op linnen geplakt en altijd in gevouwen toestand bewaard. Hierdoor hebben zaken als daglicht en sigarenrook geen vat op het kaartbeeld gekregen.
Op de kaart is goed te zien hoe het reliëf bepalend is geweest voor het tracé van de Slaperdijk. Zo zijn de stuwwallen van de Utrechtse Heuvelrug en de dekzandruggen in de Gelderse Vallei beeldend weergegeven. Het eerste gedeelte van het tracé loopt van het Egelmeer (nu een drassig heidegebied) bij de heuvelrug tot aan de Emmikhuizerberg, een geïsoleerde stuwwal ten noordwesten van Veenendaal. Vanaf daar gaat het via de bestaande Schalmdijk in oostelijke richting naar de zandige hoogte van het latere Fort aan de Buursteeg. Het laatste gedeelte van het tracé gaat vervolgens in noordoostelijke richting tot de Gelderse grens. Hier wordt nog een tijdje de grens gevolgd, tot aan de hogere dekzandruggen in het noorden. Met dit tracé kon men het overstromingsgevaar vanuit het zuidoosten afdoende bezweren.
Rechtsboven op de kaart staat fraai het huis van de heer van Renswoude, Frederik Adriaan van Reede, ingetekend. Loodrecht op dit kasteel is als een zichtlaan het nieuwe kanaal te bewonderen, met de vermelding ‘Nieuw Gegrave Water Sloot na Renswoude’. De aansluiting van dit kanaal met de Lunterse Beek via een ‘heul’ is mooi te zien en vormde zoals gezegd één van de redenen tot het vervaardigen van de kaart. Linksonder staat het dorp Veenendaal weergegeven, met in de directe omgeving tal van turfkanalen voor de vervening. Ook enkele zandige opduikingen staan als heuvels gekarteerd, die ook nu nog goed in het dorp bij de kerk en de molens zijn te herkennen.
Rechtsonder bevindt zich nog een inzetkaart van de situatie van de Grebbedijk, de aanleiding voor de aanleg van de Slaperdijk. Enkele wielen, kolkgaten als gevolg van dijkdoorbraken, tonen de toenmalige kwetsbaarheid van de Grebbedijk. Ter hoogte van boerderij Den Doove vond er in 1855 een grote doorbraak plaats. De dijk en de boerderij spoelden toen weg en beide werden meer landinwaarts herbouwd. De inzetkaart biedt ook nog de enig bekende afbeelding van het verdwenen huis De Blauwe Kamer, waarnaar het tegenwoordige natuurgebied is vernoemd.
Hoe verging het de Slaperdijk na de aanleg in 1653? Toen in 1711 de Grebbedijk weer eens doorbrak, kon de Slaperdijk het wassende water keren. Hierdoor bleef het Utrechtse deel van de Gelderse Vallei gevrijwaard van overstromingen. Bij de grote doorbraak van de Grebbedijk in 1855 moest de dijk echter het hoofd buigen. Men had toen al de beschikking over de Grebbelinie, een militaire waterlinie aangelegd tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748). Dit verdedigingssysteem doorsneed de Gelderse Vallei van zuid naar noord, met aan de oostelijke zijde een reeks inundatiegebieden. Deze gebieden werden begrensd door dwarsdijken om te voorkomen dat het water in een ruk naar de Zuiderzee zou lopen. De Slaperdijk functioneerde destijds als één van die dwarsdijken.
Hoewel de Slaperdijk tegenwoordig geen waterkerende functie meer bezit, is de dijk als lijnelement nog altijd goed in het landschap te herkennen. Grote delen zijn nu in gebruik als aantrekkelijk wandel- en fietspad. De dijk zelf is voorgoed ingeslapen … | Vertaal
|