Commentaar | De Noord-Franse stad Béthune werd in 1710 belegerd door troepen van de Grote Alliantie. Deze kaart uit hetzelfde jaar biedt een beeld van dit beleg, dat plaats vond tijdens de Spaanse Successieoorlog (1702-1713).
Na de dood van de kinderloze Spaanse koning Karel II in 1700 ontspon zich een voornamelijk Europese strijd om zijn erfopvolging. De Franse zonnekoning Lodewijk XIV stond, geholpen door Beieren en Spanje, tegenover de geallieerde legers van Engeland, de Republiek der Verenigde Nederlanden, de Duitse keizer, Pruisen en de Oostenrijkse Habsburgers. Een bloedige oorlog was het gevolg, waarbij allerlei Europese plaatsen zwaar belegerd werden of het toneel waren van grote veldslagen.
Ook Béthune vormde in 1710 het decor voor een belegering door de geallieerden. Vanaf 23 juli omsingelden zij de stad en voerden zij vervolgens diverse aanvallen uit. De eerste dagen onder leiding van generaal Fagel en op 27 juli op het bevel van generaal Schuilenburg. Deze aanvallen worden in ruimtelijk opzicht weergegeven op de hier gepresenteerde gedrukte plattegrond. Zo zijn onder meer aan de zuidwest- en zuidoostzijde van Béthune enkele loopgraven of ‘approches’ te zien, waarmee de belegeraars de stad steeds dichter wisten te naderen.
De kaart, die in Brussel werd uitgegeven door Eugène-Henri Fricx (1644-1730), stelde het publiek in staat om zich een beeld te vormen van de militaire gebeurtenissen rond Béthune. Aan de rechterzijde en aan de onderzijde van de kaart zijn smalle stroken geplakt, die gedrukt zijn vanaf een andere koperplaat. Op deze stroken staan onder meer delen van de topografie en cartouches met informatie over de aanvallen tijdens het beleg. Fricx had de kaart van Béthune waarschijnlijk al liggen en naar aanleiding van het beleg van 1710 vergroot met extra stroken. Op de bestaande kaart liet hij vermoedelijk de loopgraven en beschietingen bij graveren.
De Spaanse Successieoorlog kwam uiteindelijk na meer dan tien jaar van hevige gevechten met vele tienduizenden slachtoffers tot een einde met de Vrede van Utrecht in 1713 en de Vrede van Rastatt in 1714. Tegenwoordig is van de voormalige vestingwerken van Béthune vrijwel niets meer terug te vinden. | Vertaal
|