Titel | Handboek voor veehouders : landhuishoudkundige en alle die belang stellen ter onderhouding der gezondheid, verfraijing en veredeling, van paarden, runderen, schapen, zwijnen, ganzen, hoenders, eenden, kalkoenen, duiven, etc. ... | Vertaal
|
Commentaar | Algemeene regelen, betrekkelijk de wetten
der Natuur. S i —16......} . «— 5*
II.
Voeding » oppassing en verzorging in het al-
gemeen beschouwdt S 17 — S 4a. . . — 10,
III.
Regelen ter bewaring der gezondheid van het
paardengeslacht. §43 —S 45.....— 16.
A. Van de jonge paarden. S 46 — § 55. . — 17.
B. Over de opvoeding van zeer jonge paar-
den , met betrekking op de voorzorg je-
gens hunne moeders. S 56— S ^3. . — 20.
♦5 Het snijden der jonge hengsten. $ 64—§ 67. Bl. 22.
D. Behandeling der reeds volwassene paar-
den. §68 — S 74........— 23.
E. Het beflagen der hoeven van jonge paar-
den. §75 — $78........— 0.6.
F. Over den ouderdoin der jonge paarden
ter voortteling. § 79 en J !io. ... — 27.
G. De oppasfiug der paarden in het alge-
meen befchouwd. § ili— § 94. . . — 28.
H. Over het onderhoud der paarden en de
voederftoffen. S 95 — S 112. ... — 31.
1. Over den drank der paarden. §113. . — 37.
K. Over het fchoonmakeu en baden der
paarden. $ 114 — $ iai. . . • . — 38.
L. Andere foort van oppasfing der paar-
den. § 12a — § 125. ...... — 40.
M. Waarfchuwing voor het uutteloos gebruik
van geneesmiddelen, enz. $126 — 5131. — 41.
N. Over het beflagen van de hoeven der
paarden. § 132 — $ 145......— 43.
O. Hulptniddelen tegen de lastigheid der
infekten. $ 146.— 5 150.....— 47»
P. Schadelijkheid van het befuijden der 00-
ren, benevens het fchoonmakeu derzel-
ve en der koten. $151—$ 154- . . — 48.
Q. Om de door drukking van den zadel en
het gereide, enz. ontftaande ongeœak-
ken te verhoeden. §155 — $172. • • — 49«
R. Maatregelen van voorzigtigheid ter voor-
koming van aanftekende ziekten. § 173 —
§179........... . — 54IV.
Bewaring der gezondheid, enz. van het rund-
vee.............Bl. 56.
A. Oirer de verfraaijing en veredeling van
betrundvee. § i3o— S 183. .... — 5^.
B. Koeijen van bijzondere grootte en vreem-
de ligcliaamsgelteldheid brengen , in het
algemeen befchouwd, geen wezenlijk nut
aan. §184-5194........— 57.
C. Regelen ter veredeling van het inland-
fche rundvee. §195 — §202. ... — 60.
D. Noodzakelijke achtgeving op het afkal-
ven der koeijen en op de nieuwgeborene
kalveren. § 203 — § 212.....— 63.
E. Regelen bij het opkweeken der kalve-
ren. $213 — §234.......— 65.
F. Het kastreren of fnijden der bulkalve-
ren. §235 —§242.......— 73.
G. Eenige bijzondere inachtnemingen bij het
uitkiezen der tôt aankweeking beftemde
kalveren in het algemeen, en der koekal-
veren in het bijzonder. §243—S H9> — 75'
H. Van den tijd der eerfie paring van het
rundvee. § 25° en § 251.....— 77.
I. Over den vereischten ouderdom van het
rundvee tôt den atbeid. S 252 — S 355. — 78.
K. Oppasfing, verzorging en voeding der
koeijen in het algemeen befchouwd.
§256 — 266..........— 79.
L. Invloed der weiden op de voortteling van
het rundvee. $ 267— S Z<>3' . . • •— 82.
xu I N H O U D,
M. Over de afwisfeling van frisfche met droo-
ge, of van zonier- en wintervoedering;
S 304 —§3*7....... . . Bl. 92.
N. Over het bij nacht weiden van het
rundvee^ S 318 —S 324......—- 96.
O. Oppasfing en verzorging van het rund-
vee in den winter. § 325 — S 362. . — 98.
P. Over het drinken en de dranken van het
rundvee in den zouier. § 363 — § 379. — 109.
Q. Van de drinkplaaifen en het drinken der
koeijen in den winter. § 380 — $ 3'$H?« « — H3-
R. Verdere oppasfing en verzorging der
koeijen. §392 — 5404......— 116.
S. Oppasfing en verzorging van het rundvee ,
behalve de voedering. S 405 — §415.
T. Ligchamelijke zindelijkheid van het
rundvee. §416— $424;.....— 123.
U. Het uitdrijven der koeijen in den win-
ter. § 425 — §429« ■.....— 125-
V. Het gebruik der koeijen tôt den arbeid.
S 430 —S 436........ . — 126.
W# Zomerftalvoedering der koeijen. §437—■
§446............— 128.
X.: Verzorging en behandeling der werkos-
fen. §447 — §462.......— 131.
Van de weiden der fcliapen. § 480 — S 505. B!. 140.
D. Wintervoedering der fchapen. § 506 —
$53u • • «........— 147»
E. Het drinken en de drinkplaatfen der
fchapen. S 532 —$549......' — »54«
F. De horden- of zomervoedering der fcha*
pen. $55° —§561. ...... —160.
G. Oppasfing en verzorging der fchapen, be-
halve de voedering. §562 — S 583. . — 163.
H. Over het horden der fchapen bij nacht.
S 584 — §59*'........_ 169.
I. Overdevooorttelingderlammeren, alsde
voortplanting der fchapen. §59* — § 598. — 172.
K. Het toelaten derrammen. §599 —§605. —• I74«
L. Oppasfing en verzorging der dragende
fchapen. § 606—§ 614; .....— 176.
M. Oppasfing en verzorging der nieuwgebo-
rene lammeren. §615 — 631. ... — 178.
N. Het lubben of kastreren der fchapen;
§632 — §639. . .......— 184.
O. Het wasfchen en fcheren der fchapen.
§640-S<549.........— 186.
P. Het inëntender fchapenpokken; § 650 —
§657. . • •........— 190.
Q. Wering der fchurft bij de fchapen.
§658 —§663.........~ 192,
VI.
Onderhouding van de gezondheid der zwijnen — 195.
A. Aanmerkingen over de zwijnen in het
algemeen. $664 — S 669. «... —. 195.
J5. Oppasfing en verzorging der zeer jonge
varkentjes en hunne moeders. 5.670 —
§675............Bl, 19?.
C; Oppasfing en verzorging der reeds ee-
nigzins aangewasfene biggen. §676 —
§ 679» • ..•••.....— 199»
D. Voeding en verzorging der zwijnen in
het algemeen. S 680 — S 686. . . . — aoo.
VII.
Ouderhouding der gezondheid , enz. van het
gevederde of phiimgedierte.....
A. Algemeene aanmerkingen opzigtelijk de
ze foorten van dieren. § 687 — §692
B. Oppasfing en verzorging der ganzen in
het algemeen. S6i>3 — §696. . .
C. Het uitbroeden en opkweeken der jonge
ganzen. §697 — $709.....
Di Onderhouding der gezondheid van de ge
wone of huishoenders. § 710 — 729.
E. Voortbrenging en opkweeking der jon
ge hoenders. §730—5751. . .
F. Onderhouding der gezondheid, enz
der eenden. § 752 — S 760» . .
G; Voortbrenging en opkweeking der jon
ge eenden. $761—§768. . . .
H. Onderhouding der gezondheid en verzor
ging der kalkoenen. §769—§778.
î. Oppasfing en verzorging der jonge kal
koenen. S 779 — $ 786.....
Onderhouding en verzorging der dui-
ven. S787-"S8oo. ......
VIII.
Doelmatige behandeling der tôt vetinaking
beftemde dieren. ........
A. Algemeene aanmerkingen. § Soi — $ 805.
B. Het vetmaken en mesten van het rund-
vee; §806 — $812. • • • • * •
C. Het vetmaken en mesten der fchapen.
S813 — $817.........
D. Het vetmaken en mesten der zwijnen.
$818 — 5831.........
E. Het vetmaken en mesten der ganzen.
S83*-S»45. .-.......
IX.
Vorderingen van de kennis ter onderhouding
der dierlijke gezondheid, ten aanzien der
ftallingen. i..........
A. Algemeene aanmerkingen. 5 846 — % 85a.
B. Bijzondere vereischten van een' goeden
paardenftal. §853 — S 86a.....
C. Noodzakelijke gefteldheid van een' rond-
veeftal. §863 — 867.......
D. Eenige aanmerkingen over de fchapen»
ftallen. $868 en $869......
E. D^ ftallen der zwijnen. $ 870. • ♦
F. Eenige aanmerkingen over de ftallen der
gevederde dieren. §871 — S S76. .. .Regelen van voorzigtigheid ten aanzien van
het baren of werpen d?r huis- en winstge-
vende dieren. $$77 —§ 9°°.....VA, 265. | Vertaal
|